-ocr page 1-

2

KORTE BESCHRYVING

VAN HÉT

NIEUWE

WATER-RAD.

Uitgevonden door den HEER

LEOPOLD DE GENNETÉ

Üic het Franfdi veftaald; ffleÈ een Opdfagt aan deti
Heer Uitvinder, itiet een Voorrede aah de Ne-
derlanderen , en niet eenige Aantekeningert
ten dienile van ongëoefi'endeii Verrykt

^ DOOR

Z. V, ].

Te Dofdrtcbt by de Ëfve van Braam en BtfUSÉ j i)èlfi
GrAüvvenhaan ; Haarlem van Leüwen ; Legden
vatïïner Eyk; Amflerdam Hoüttüyn, Tongèrloo
enMYER; Gouda StAAL; Rotterdam Βέμαϊχ^ Smit-
HoP, Van royên en Arrénbero ; 'x Gravenbage
Ottho van thol ; Alkmaar halfman j Hoorn
TjalLingiüs ; Utrecht Brokdfxét en SpRUit fMid-
ddèurgètaillefert; /^/«j^rzge dê payênaar ;
rikzee vanden Toorn ; Z^ol CtEM.ents; Deventer
Frieswyk ; Arnhem de Gast j Leii'Waarde Fêr-
werda
en wié<}eri; Franeker ümngh; Harlifi"
gr» vander Plaats; Groningen Bärünghof-

-ocr page 2-

Ρ; D R Α G

: . Α AU

Ürooien i en tntt recht Berugten
kundigen

LEOPOLD DE GENNETÉ

Wel-Eäels,B l^ydhenigte Ëeefs

ebben ooiü de Nederlaiidefs
reden gehad om opentlyk^
blyken van aehtinge en dank^
baarheid aan iemand te gee-
ven 5 dien if de eer niet hebben van on-
der hnnne Landgenooten te tellen $ 'ζύ
is het zekerlyk ten opzigc Uwef-E-^
delheid; daar Gy met
zo eene gdelrfloe-

öige bereidwiHlgheid, uk de K^izerlyke
mynen zyt opgereezen, en g Sonder im
minden ichyn van eigenbaat^ alleen omi
bet zinkend Holland voor den onder^
gang te bewaaren, waar mede het door
wateren van Zeen en Rivieren ge-
^ireigd wordt, byna in het allergüiïrfte

Α %

-ocr page 3-

ο ρ D R Α G Τ

van den Winter in het jaar 1750. tot
dee2;e laage Geweften zyt afgedaald, Gy
hebt dus, uit enkele zugt tot de behou-
denis van Nederland 3 en inzonderheid tot
reddinge van Holland, een luiilerryk Hof
verlaaten, daar men U liefkoosdejcn als
aanbadt; daar men U zo noodig heeft in
alles, dat op VeftingbouwWerktuig-
kunde en duizend andere zaak:en betrek-
lyk is; en daar men met
Zo veel onge-
duld naar uwe te rugkomft reikhalft: Gy
hebt U wel willen vernederen, om uwen
onwaerdeerbaaren tyd in het gefèlichap·
van menichen, die verre beneden U zyn,
tebefteedenaanhet uitdenken, en op het
papier brengen van Werktuigen, die wel
voor de gantiche Maatichappy der Men-
ichen nuttig, maar vooral noodzaakelyk
zouden zyn voor Holland ; terwyl U
niets meer tot eere iïrekt, dan de voor-
oordeelen van veelen tegen de mogelyk-
heid van die ichrander uitgedagte Kunft-
tuigen. Van de andere, miilchien nog
niet betaalde , en zelfs onbetaalbaare

dien-

-ocr page 4-

ο ρ D R Α G Τ

dienften, die Gy aan onze Landgenoo-
ten 5 voornaameJj^k aan de ingezetenen
van Rhynland beweezen hebt, en nog
verder gereed ilaat te bewyzen, (ten zy
Gy in uwen edelmoedigen loop geiiuit
wordt door een ichaadelyke, en ontydige
ipaar^aamheid van zommige Nededan-
deren, of door een' onverwagtenjen voor
ons gantiche Gemeene beit beichreijly-
ken laft om ons te verlaaten); van deeze
dienflen, zegge ik, zal ik niet verder
gewaagen; uwe zedige nederigheid is
alom bekendj en ik vreeze zelfs, dat
ik reeds daar aan ie veel gevergd heb
door een klein gedeeke van uwen 20
wel verdienden lof op te haaien,
zo hier,
als in de Aantekeningen, waar mede ik
de keurige Beichryvinge van uw Kunfl:-
tuig ten dienile myner min geoeflènde
Landgenooten heb zoeken op te helde-
ren. Het is genoeg, dat ik duidelyk heb
doen zien, in hoe veelq opzigten de Ne-
derlanders allerdringende redenen heb-
ben 3 om U te eerbiedigen, en op hun-

A 1 ne

-ocr page 5-

ο ρ D R Α G Τ

m hattden te draagen, en teffens, hoa
^aer ik v^rpligc was, om deeze vertaa-
lingö van een Werk, dat het uwe gere-
Icend wordt, aan uwe voeten neer te leg-
gen, Gy toch 5 berugte Heerj hebt 'er
Ηφε grootile, ja het ^enigfte recht toe*
gelyk de laate nageflagten met onbe^
nevelder qogen bullen zien, en volmon-
diger erkennen, dan veelen myner Land^
en^Tyd-genqotdn, die men ten uwen
op^igte niet gelieel van ondankbaarheid
kan vry pleiten; ichoon deeze minder
ijit kwaadwilh'gheid, dan wel. uit onkun»
de gebooren wordt; door dien zy de uit-
niuntendheid van uwe wonderdaadige
verdienden niet genoeg weeten te on-^
döricheiden van de bedriegeryen van an-
dere vrc^emdé öeluk-zoekers, die niets
bedoelen, dan hun eigen belang; die met
tïen onbeichaamden opzet komen aazen
Op de beurs van onzen Staat, en wier die-
pe onkunde aan älle kanten doorilraalt;
daar Gy, myn Heer, zonder eenig uit-
gigt op uw eigea voorde«! , ontelbaare

proe-

-ocr page 6-

ο ρ D R Α G Τ

proeven geeft van uwe bekwaamheid ία
het hervornien der Natuurwetten, in het;
uitdenken van allerlei nuttige werktui-
gen* en van uwe nederigheid in derzel-
ver aard te beichry ven: en dit alles doet
Gy by wyze van uitipanninge, alleen
om uwen geeft, door ernftiger bezighe-
den afgefloofd, te verraaaken: wat zou-
den wy dan, wat zoude het gantiche
Menichdom niet te wagten hebben, in-
dien Gy goed kondet vinden, om uwe
hoofd-bezigheid te maaken van het uit-
denken van wonderdoende Konft-tui-
gen. Mögt het Ü maar behaagen om
Nederland de lang gewenichte vrugten
te doen genieten van uwen arbeid, of
ten minften van uwe uitipanningen.

Ontfang dan dit gering geichenk,
als een blyk van het dankbaar hart, dat
ik , als een welmeenend Nederlander,
nefFens alle myne kunftlievende Land^
genooten, U toedraage; terwyl Gy ver-
zekerd kunt zyn, dat ik nooit zal nalaa-
ren, om by alle voorkomende gelegend-

A 4 heden

-ocr page 7-

Ö ρ D R Α G τ

heden te toonen, op welk een prys ik
uwe verdienden ftelle, en met welk een
ächtinge vgor uwe gadeloofé vindingen
}k ben

Wed- Edek en Wydherugte Heer

U We]-Ed® zeqr verpli
Dienaar

Z. V. J.

Austïrdaw
^cn iSften van Grasmaand des
zesden Jaars, na uwe aai>
Jfojpft hkr ic Lande,

VOOR'

-ocr page 8-

VOOR-REDE

Α AN DE

NEDERLANDEREN.

,iets is 'er billyker, niets bekwaa-
mer om fchrandere en vinding-
ryke vernuften tot iet groots
en nuttigs aan te fpooren, dan
dat men aan die geenen, die
zig door uitmuntende verdieniten hebben
roemwaerdig gemaakt 3 niet alleen by de Tyd*
genooten den lof geeve, die hun toekomt,
maar ook hunnen roem doe klinken door de
volgende eeuwen. Dus richt men aan groo-
te Vorften, aan doorzigtige Staats - mannen ,
aan dappere en geoeiFende Veldheeren , en
Zee-helden duurzaame eere tekenen en ftand-
beelden op, om hunnen naam en hunne daaden
aan de onfterifelykheid toe te wyden, en,
tot navolginge van de nakomelingfchap, door-
flaande blyken te geeven van waare dank'
baarheid. Doet men dit aan Vorften, Staats-
mannen, Veldheeren, Zeeheiden; met het
Zelfde recht kunnen het zekerlyk die gee»
nen verwagten , die door nuttige uitvindin-
gen een Land in bloey brengen, of het zel-
ve voor eenen met raffe fchreden aannade-
renden ondergang bevryden. Men heeft fe-
dert een' geruimen tyd befpeurd , dat niet
alleen veele Landen in ons Vaderland fchy·
ïien te zinken, en de zee te ryzen aan deNe-
telandfche kuften; maar dat ook de bedden

Α I der

-ocr page 9-

χ VOORREDE.

der Rivieren van tyd tot tyd worden op-
gehoogd ; 20 dat veele vriigtbaare landen,
voornaamelyk die aan de boorden der Rivie-
gelegen zyn, geheel onbruikbaar wouden
worden, en een groot gedeelte van het jaar
iiaet water overdekt zouden ilaan, indien zy
niet door Water - molens wierden droog ge-
maakt. Doch dewyl de ophooginge van de
bedden van tyd tot tyd toeneemt, is men ge-
noodzaakt geweeltMoIens te ftellen,daar zy
niet waren, en om met twee molens boven
malkander te maaien , daar men te vooren
met enkele molens konde droog worden ;
zelfs zyn ^er landen, die hun water niet zou-
den kwyd raaken, indien 'er niet drie Mo'
iens boven malkander werkten. Hier door
zyn de Molen-gelden zo hoog gefteigerd,
dat veele Ingezetenen reden hebben tot bit-
tere klagten , en een iterke vermindering
viin hunne jaarlykiche inkomften moeten
iindervinden. Daar en boven is voornaa-
melyk Holland ieder jaar in het alleruiterft^
gevaar, om by een hooge Rivier door dyk'
breuken overitroomd, en tot een baare Ze^
gemaakt te worden ; in welk geval alle
Water-molens niet in ftaat zouden zyn oi^
de landen, vooral de droogmaakeryen, ei^
de polders, binnen weinige jaaren geheel
doen droog worden. Niets is er derhalve^
noodzaakelyker, dan dat ^er Kunft-tuigea
^vonden worden , U'aar door men
ï^^^
weinig koFten , met geringe krachten, en

-ocr page 10-

VOORREDE. XI

een zeer korten tyd een verbaazende menigce
van water tot een groote hoogte kan op-
brengen. Die groote Mannen verdienen wel
zeer grooten lof, die een Land door voorzig-
tige beftiering, door verbeteringen der
finan-
cien^ door het winnen van Veldilagen en
Zee-gevegten doen bloejen, en behouden;
maar geen minderen lof verdient diegeene ,
die zulke Water-werktuigen uitvindt,en aan
onze Landgenooten leert vervaerdigen.

Op veelerhande w^'zen hebben zommigen
onzer Nederlanderen dit nuttig en noodzaa-
kelyk werk ondernoomen; eenigen hebben
het gezogt door de Schep-raden te verbeteren;
andéren door Schyfmolens; anderen weder-
om door de Vyzels tot een grooter trap van
volmaaktheid te brengen ; maar alle deeze
hadden den wind noodig, en ftonden verlee-
gen, als die gedunrende eenige dagen geheel
ftil was. Op deeze wyze was het omtrent
onze V7ater-werktuigen gefteld.tot in'het
einde van het jaar 1750; wanneer de berug-
ten werktuigkundige, de Heer
Leopold De
Gennete
uit enkel medelyden met onzen ge-
vaarlyken toeiland uit de Keyferlyke Mynen
kwam opryzen, en ter onzer hulpe afdaaletl
Haar' deeze waterige Geweiten. Hy lloeg
aanflonds hand aan ""t werk, en begon al in
Jiet Jaar aan een werktuig, dat zonder
Wind zo veel zoude doeri, als vier fchep-rad-
ïïiolens boven malkander; zo dat het water
door zoude opgebragt worden in een-
maal

-ocr page 11-

χιτ VOORREDE,
maal tot de hoogte van
16. voeten. Terwyi
liy be2,ig was met aan dit wonderwerk, waar
over ^antich Nederland , ja geheel Éiirope
verbaaTt ftondt, te arbeiden , voQdt hy , tot
verluftiging van zynen Geeft, vericheids
andere werktuigen uit , die van de uiterfte
mittigheid
zyn voor het Menfchelyk gellagt.
Ik zal hier geengewagmaaken van zyne kun'
ilige werktuigen om rook te verdry ven, die
zekerlyk van.een zigtbaare iiitwerkinge zyo;
m van zyne Hobbel- paerden, die in alles
de beweegingen van een levendig paerd na-
bootièn , mits dat de ruiter j die 'er opzit >
dezelven in be^veeginge brenge, en hun daar
in doe volharden; hoedaanige buiten twyffel
de Hobbelpaerden, welken de Heer
Μανΰηψ
Äf/^/era heeft uitgevonden (j), verre iP
taille en ^agtzinnigheid overtreffen. Ik zal
hier alleen maar ipreeken van de Water-werk'
tuigen, waar by ieder Nederlander 5:0 veel
belang heeft: zy zyn ζξ$. in getal, en bren^
gen alle veel meer water op, dan het geefiß
te
IMden öp het Pefthuis byna gereed ilaat;
niets ontbreekt er aan, als alleen de bewee-
ginge, die niet Jang zal agterbly ven, zo draa
ziel in dit verbaazend lighaam komt, en hel-
Aveinige» dat er federt een jaar of drie aaP
verrot is,door kundige wérkljeden verder x^i
herfteld zyn; als dit laatfte maar gefchiedt, zo"'
de het kimnea gebeuren, dat htt eerft^

nie«

(t^ Zie het Leven vsn M. Scrillsrus png. (51.

-ocr page 12-

VOORRE D Ε. Χίιι
niet noodig was; nademaal de beweeginge
daar in zoude kunnen komen door eene
liarmoma p\eßahilita ; gelyk het menfch-
lyk lighaam , als het wel gefield is, werkt,
en alle beweegingen volbrengt , al was de
ziel daaruit verhuilt, of, (om hét nader raec
het tegenwoordige geval te doen overeenftem-
rnen), als was zy nooit daar in geweeft.
Volgens de meeningvandegrooten
Leibnitz,
Schoon de uitwerkièls, die de Heer Uitvin-
der aan alle zyne werktuigen toeichryft, het
geloof van ongeoeiFenden te boven gaan;
echter is er geen, dat de Heer
de Genneté tot
nog toe waerdig geoordeeld heeft om er een
bcichryvinge van tc geeven , dan alleen dit,
wiens beichryvinge ik hier, uithetFranfch ge-
trouwlyk vertaald, tot uwen dienft, en tot
Uwe vertrooftinge 5 waerde Land-en Lot-
genooten , Ulieden mededeefe. Dewyl dir.
nieuwe Water-rad 20 veel zoude doen ais
drie honderd en agt en zeventig, en zelfs
als drie honderd en zeven en tagtig fciiep - rad
tnolens boven, of naail malkander, ffchoon de
Heer
de Genneté uit een overmaate van zedig-
heid deszelfsuitwerkingeilegts gelyk ilelt aan
21, of 22. fchep - rad - molens}, zo is het geen
^^'onder, dat Hy geen haafl maakt, om het le-
ven aan zyn Fefthuis-werktuig in te blaa-
^^en; dit zoude
zyn: frugibus reprits^ glan-
^bus ^'ejci. Daar en boven kent Hy al te
"^'el den inborft van het grootfte gedeelte
^nzer Lindgenooten , dan dat hy met zou-
de

-ocr page 13-

xiy VOORREDE.

de weeten , hoe zommigen , ten minileß
die van de oude
mode zyn, ( want wel op-
gevoede luiden weeten beter, en denken
geheel anders), liever hun geld willen gee'
ven voor het inlandfche, dan voor het gee-
ne buiten ons Vaderland gebooren is; nu
is het Waterwerk van het Pefthuis in een ge-
wyde plaats te
PFeenen, en het nieuwe Wa-
ter-rad in
Holland uit 's Mans brein geboo-
ren ; zo dat het hier door alleen den voorrang
boven het eerlte
by veelen al zoude verdienen·
Men ziej: nie d't alles, welk een dankbaar-
heid ons Nederland aan den Heer
de Gemeté
fchuldig is, en hoe dienllig het zoude zyn ?
dat men Hem een duurzaam eere-teken kon-
de oprichten op gemeene koften. Een ftand-
beeld vertoont zyn roem maar op ééne plaats^
dit zelfde ongemak is 'er ten opzigt van een
prachtig Praal-graf; behalven dat wy dui'
zend redenen hebben om te wenfchen, da^
Ilyhet in een lange reex van
jaaren niet noo-
dig zal hebben. Het befte zoude zyn, dat meH
ter zyner eer een Gedenkpenning liet llaaH j
(waer toe ik gaerne myn aandeel, naar even'
redigheid van de voordeden, die ik uit zyn^
uitvindingen zouden kunnen trekken ,
opbrengen). Men zoude op de Yoox^Ϋ
de den Heer
de Gennetê kunnen verto<^'
nen zittende op een Hobbel-paerd, draaijef·'
de met de regterhand het
Model van
Water-rad; en houdende in de linker
modelletje van de ?machine \ ^'^f

ζοΦ^'

-ocr page 14-

ν ο ο R Pv Ε D Ε. xv
ioude niet kwaad zyn, dat men dit allés kon-
de doen voorkomen als in een kamer vol róók.
Het
Omfchrïft zouéQ kmutn zyn: Sic tan-
dem mota ferennant
: op fiet Rgvers zou-
de men alleen een opfchrift in het Franfch
kunnen maaken, waar in kortelyk de -daaden
en uitvindingen van den Heer
de Genneté ge-
meld worden : ook zoude men één van de
Ooftenrykfche Ertz-groeven daar op kunnen
vertoonen; en men zoude, kortheids halven, ia
plaats van de grootedaaden van den Heer
y/^
Genneté te melden, deeze woorden van Vir.
GihinsMneid. Lib.i.n;f.\^O.feq,om den rand
kunnen zetten :
Illa se jactet in aula

^OLUS.

De beichryvinge van het nieuwe Kuniltuig
heb ik genomen uit de Haaglche Franiche
Cou-
rant
van den 10, 12 31 j, en 17, van Winter-
iiiaand des jaar 175* j, en van den 9 van Louv/-
ïïiaand, 18 van Sprockelmaand, en ιό^·^'^
Van Grasmaand deezesjaars I756.alwaar men
deeze Befchryvinge met
curfwe letteren ge-
drukt vindt, op dat dezelve aanftonds in het
^og zoude loopen, en teiFens, zohetfchynt,
^m dit keurig verhaal te onderfcheiden van
«iet geen de Schryver van het Nieuws-papier
^oor het zyne erkent, en dat van veel minder
belang is. Daar is nu geen twyiFel meer aan ,
de Heer
de Genneté is zelf de opfteller
deeze befchryvi^e, dewyl niemand
^ulke klaare, en tejfitens zulke verhevene
denkbeelden kan hebben van de uitwerkfe-

len,

-ocr page 15-

XVI VOORREDE,
len, als de Uitvinder zelf: was het ook vafl
een' anderen Schryver herkomftig, zoude de»
zedigheid zo naauwkeurig niet in acht geno-
men zyn, en men zoude grooter ophef ge*
maakt hebben van deeze nuttige uitvindingen
Eéne omftandigheid bragt my in het begin
in onzekerheid: de Heer Uitvinder, naame-
Jyk, fchreef zig den
16 van Sprockelmaand
17)15 een vouwdig
Genneté Cgelyk uit een Con*
traä^ op dien da^ getekend, kan blyken);
maar hier vinde ik altoos
de Genneté ;
dagtin het eerfte, dat, als Hy zelfde Schry
ver was, de naam zoude geichreven zyn, als 1 υ
het jaar . 175:1; doch overdenkende, dat d®
naamen dikwyls teiFens met de verdienfteiJ
aangroeien, kon deeze geringe zwaarigheid
niet opweegen tegen de redenen aan dc an··
dere kant

. Ik heb getrouwlyk te werk gegaan in d^
.Vertaalinge ; \vaar in ik zekerlyk hier e^
daar zal gefeild hebben ten opzigte van onz;^
Moeder-taal; maar dit zal men gaerne, z^^
ik hoope, my ten beften houden; dewyl i^
federt eenigen tyd bezig geweeft ben, οπί
het Nederduitfch wat te ontwennen , bS'
fpeurd hebbende, dat 'er zomtyds meer kaf ^
fchynt te zyn
om fortuin te maaken, als
onze taai gebreckig Ipreekt en fchryft.

Faart wel
KOP

-ocr page 16-

ι. 17

civ^^ C0%(t> eC^SrtJ^

ι k

^ ψ

1 ^ I

Ϋ f"

«ΦΙ^ ίφ»

KORTE BESCHRYVING

VAN HET

NIEUWE

WATERRAD.

eduurende den tyd, dat de Heer
de Genneté zi^ te Leiden heeft
opgehouden (^), zyn 'erdoor
dien Krygs - bouwkundigen
(^ingenieur^ veele Water - werk*
tuigen uitgevonden, Λvaar van hy de proe-
ven

Aantekeningen van dën veiixaatea.

Cß) Men moet dit verilaan van de laatfie maah
naamelyk, de
HeerdeGenneté is te Leidengekomeï! ifl
hec najaar van 1750; doch hy heeft te vooren ook aï
eenige jaaren zig in die Stad opgehouden, om nieC
aÜeen de Molen-werken, die in Nederland, en vöor-
al in Holland beter gemaakt worden dan elders , tó
'«eren kennen ; oiaar ook orn de Werktuigkuode ti^

S iee'"

-ocr page 17-

(52 KORTE BESCHRYVING:

ven heeft willen neemen, alleen in tegenwoor-
digheid van aanzienlyke Heeren en van vee-
len zyner Vrienden
(b). Zie hier ééne van
2yne uitvindingen, aan welke hy den voor-
rang geeft boven de anderen, Avelke hy in
deeze foort van Baaken gedaan heeft federt een
jaar (cj. De Proefis genomen, en drie da-
gen

leeren onder den grooten s'Gravefande; waar door hy
zo verre gevorderd is, dat hy Werktuigen op het pa-
pier kan brengen, daar de Heer
s'Gravefande, (die
altyd te werk ging naar de oude Natuur^ Wetten}, η iec
om zoude hebben durven denken; gelykin het ver-
volg blyken zal. Men ziet juift wel meer, dat Leer^
lingen het verder brengen dan hunne Meeilers.

(b) Gelykhy,die met pek omgaat, daar vanbefmet
wordt, en gelyk men in kwaad gefelfchap niets anders
dan kwaad leert, zo fchynthet, dat Kunftenaars van
dc eerite grootte iet hebben, dat zig mededeelt; ge-
lyk men dit ziet in de Zeilfteenen. Zommige vrien-
den van den Heer
de Genneté zyn reeds door gemeen·
yaamen omgang met zyn Wel Ed. zo verre gevorderd,
dat zy over de uitwerkinge van een werktuig kunnen oor-
deelen, zonder dat zy juift behoeven te onderzoeken,
hoe veel water daar mede opgebragt wordt; tot welk
een hoogte het wordt opgebragt; hoe veel tyd 'er toe
beileed wordt, en welk een kracht men daar'toe noo-
dig heeft. Dit alles plagten de Kenners van dc
Werktuigkunde te moeten weeten, eer zy over dc
deugd, oi^ ondeugd van een Wztcr-machind durfdeo
oordeelen; maar dit wordt door de nieuwe oatdeckin-
gen van deezen Heer niet meer vereifcht.

(c) Het Werktuig, dat hier befchreven zal wor-
den, is derhalven onder die geenen te tellen, die in
Nederland, en wel, (zo het fchynt), binnen Leiden
zyn uitgevonden; en moet dus niet vermengd wor-
den , met het geen daar ter Piaatfe opgericht is in deo

Vy

-ocr page 18-

tAN HET NiËÜWÉ WATER-Ë-At). ï^

gen na malkander herhaald met een Model
in 'c klein, in het end van Slagtraaand if^f»
Dit Aiadel beftaat uit een rad van 3? dui-
men middellyna, en
6 duimen breedte. Het
rad is aan alle kanten gefloten ^ uitgezon-
derd op twee plaatièn van deszelis omtreck,
om het water te feheppen, en by het middels
punt, alwaar ifet water met geweld wordt
uitgeworpen (^d). Door dit zeiicle Rad gaat

ma

V|-vér, ofGragt vän het Pcflhuis; dit laatfte is iö
Ooilenryk uitgevonden, en zoude veel minder uitwer«-
kinge doen, indien het eens aan den gang mögt kd«
men. Zie de Voorreden pag. 13.

(d) ïjommige Bec-weecers hebben voorgegedven^
als of dat nieuwe Water - rad ren opzigt van heit
hoofdgaakdyke reeds gexieri virierdc in de Schyf-mo-
lens , die men hier in Holland voor eenige jagreit
heefc willen invoeren; ja zelfs, als of dit Water^rad
reeds beibhreeven, en teffans afgekeurd was by H.
Stevih in zyn J^iskonfiig Bedryf XUdeB. Xlde Voor-
ftel, die de eer van de uicvindinge geeft aan den Heet
W. W
hfxür : anderen hebben nog verder gegaan ^
en zig verbeeld, als of men het hoofdzaakelyke van
dit Werkruig reeds konde vinden by
Vitrüviüs
(die onder JuLiüs C.^gsAR al geleefd heeft) Jtcbi-
Iscï. Lib. X. Cap. 9. onder den naam van Tympanuml
hetwelk mcnfraay vindt afgebeeld in de keurige Ver»·
tiutlinge van den Heer PEiiaAUtT Maar zy

^-yn geheel op den doolweg; nademaal "in die Water·»
fad maar twee gaten in den omtreck zyn om het w.a«
ter te fcheppen; daar mep 'er agt vindt in het Tjm*
P^Tv.m van
Vitruvius, en twaalf gaten in den om-
steek van het
Slscrad van Wheler, gelyk het by
^TEviDi genoemd wordt. Het is waar, dat volgens
^e oude Natuur*· wetten meer water moet inloopen
^oor sgc, of iwaalfgatcD, dan door twee; inzoDder-

Β Si beid

ii

f ; ^'"t

■f

É

Ij

-ocr page 19-

(52 KORTE BESCHRYVING:

een as, die op twee ichooren, of fchraagen
ruft, terwyl het rad in*een back met water
hangt. Zie daar deszelfs uitwendige gefteld-
heid.

De uitwerkinge van dit M?^^/is, dat het in
den tyd van ééne halve fecunde éénmaal om-
loopt in den back met water; het ichept het
water, en brengt het op een geregelde wyze
tot de hoogte van 29 duimen in een back
daar naaft: het werpt het zelfs tot de hoog-
te van 4.0 duimen ter plaatfe, daar het uit het
middelpunt fpringt Dit Rad eindelyk be-
weegt zig met veel gemack; dewyl het al-
toos in evenwigt is, in hoedaanig een ftand
het ook mag gevuld worden, het zy dat het
2.yn water opbrengt, of dat het uitftort; het
2y dat het langfaamjof fnel bewogen wordtf^).

Het

hcid als het Water-rad zo fnel voortgaat, als hier, ter
plaatfe, alwaar ieder ftip van den omtreck ieder fe-
cunde een weg moet afleggen van ruim i6| voeten:
maar federt dat de Wecten'der Natuur door den fJeer
de Gelteté hervormd, verbeterd, en vermeerderd zyn,
is het niet onmogelyk, dat het water door twee ga-
ten oneindig ilericd· inloopt, dan door agt, of twaalf
van dczplfde grootte, die op dezelfde diepte onder
water ftaan, geduurende gelyke tyden.

(e) Hier vertoont zig ei^entlyk het groote en het
onwaerdeerbaare deezer nieuwe uitvindinge. Voof
deezen was men altoos van gedagten, dat men doof
Werktuigen, (hoe volmaakt, hoe vry van fchuurin^
zy ook 'zyn mogen,^ nooit nieuw,e krachten kan
winnen ; en dat akyd de Momentkracht van de Werk-

oorzaak gdyk moet zyn aan de Momentkrachc van

-ocr page 20-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 21.

Het eenigfte vermogen, of werk-kracht, die
men noodig heeft om het fnei te doen gaan,

is

it

(
I

L

het gewigt, dat opgeheven wordt; zo dat de uitwer-
kinge altoos evenredig zoude moeten zyn aan de oor-
zaak. Ik zal dit een weinig verder ophelderen ten
diende van die geenen, die geen gelegenheid gehad
hebben om door den Heer
de Genneté onderweezcn tc
worden.
Og Momentkracht-DO^mt men in de Werk-
tuigkunde de uickomft, die men verkrygt , als men
het gewigt, of het vermogen vermenigvuldigt met den
weg, dien het in een bepaalden tyd aflegt. By. voor-
beeld, een hefboom van zes voeten langte wordt op
den afftand van twee voeten van zyn end onderfteund
door een fchraag, zo dat het kortite end is van twee
voeten , het langfte van vier voeten ; als men nu
twintig ponden hangt aau het koriite end,enti&npon-
den aan het langde , zullen deeze tien ponden de
twintig ponden in even wigt houden, en, zo'er maar een
klein gedeelte gewigts by de tien ponden gedaan
wordt, zullen de twintig ponden opgeligt worden.
De Momentkrachten zyn aan malkander gelyk, de-
wyl de twintig ponden den weg van éénen duim, of
van éénen voet afleggen, terwyl de tien ponden een
ruimte van twee duimen,of van twee voetendoorloo-
pen : nu is twintig, vermenigvuldigd door de eenheid,
juiil zo groot als tien vermenigvuldigd door twee ;

Men neemt als een Natuiir-'wet aan j

T)at kracht en laß altoos in reden

Weerkecrig met des Hefbooms leden

Gedeeld door 't punt van ^werking flaan.

Dus kan men wel met een geringe kracht een verbaa-
zend groot gewigt opligten; maar, terwyl^ één pond
duizend ponden opligt tot de hoogte vanèénen duim,
moet dat ééne pond een' weg afleggen van duizend
duimen. De oude Werktuigkundigen , die voor den
Heer
de Genneté geleefd en gefchreven hebben, waren
eeavouwdig genoeg om te gelooven, dat dit in alle

Β 3 werk-

-ocr page 21-

(52 KORTE BESCHRYVING:

is alleen die geene, die Vr vereifcht wordt
om het evenwigc te overwinnen , om da

fciiiui·-

isrerktuigen plaats heefc, en dat diceehonveranderlykq
Natuurwet zelfs zyn alle de Kenners van decze
tuttige v^eetenfchap , die geen verlichtinge ontfun-
gen hebben door onzen groeten
Lothenvger, nog in
dezelfde verbeeldinge. Oneindig is derhalven do
verpliChtinge, die lietMenfchdom'heeft aan den Heef
0 Genneté, die met 'er daad , en niet ilegts mee
woorden, toont, dat men hier in gemiil heeft, cn dat
men zig heeft lanten misleiden door
ύ^ A^r Β luiden ^^
fgelyk Hy de Wiskunilennars , en Stelkundigen ge^
Woon is tc noemen, die Hy ifcec alle recht gering
écht, om dat zy Hem in zyn kunil geeri dienll altoof
kunnen doenj.' Men Ike'fc nij orii gewigteö op te
tjreögen geen krachten mÈset noodig; finen behoeff
aÜÈen maar
bet evmvoigt te overwinnen y de fchuuriog
en den tegenftand van het water te boven te komen J
%o dat ilién te voorbaariggeiVeeftis, toen men vooraU
gemeene regels aannam,
dat de uitwerkingen altoos- e-
penfedig zyn ann haare oorz.aaken , en dat in dit gebetl
Al ßeiäs dezelfde hoeveelheid blyft van levendige kracb'
feMj doöh ik zal hier niet verder intreeden, om geen
taal te Ipreeken , aan wi^Ike de
Heer de Gm^etè nief
|evyoon is.

Men móet, om kort te f^aan, hier zö de zaak be*
grypen, dat het VVater-rad altoos aan de eene
zyde
;?;o"vcel bclaadên is, als aan de andere zyde: als 'ef
nu een gedeelte van het water aan de eene kant uit^
geiiort wordt, komt 'cr aan de andere kant door heE
tegen overilaande gat juiil zo veel Water inloopen *
Ora het cvenvvigt te herfteüeh. Het is vsraar , dat
het in den eerften opflag fchynt , als of het watc^
iiiet aan die kant zoude moeten ihkomen, daar he^
Watèrsrad reeds het zwaarftc geworden iis door Ιι^ε
Uitftorcen aan de andere kant : maar dit heeft in he^
nieuwe Syflema van de Werktuigkunde geen zwaarig'
ïieid akoos, ||us
moet i^sn door de woorden bet eve^'

-ocr page 22-

VAN HET NIEUWE water-RAD. 23

ichuuring van den as te boven te komen, en
om het water ,te klieven , door het welke
het rad zig beweegt (ƒ). Deeze kracht is
van weinig belang, nademaal dezelve niet
grooter is dan van eenige weinige ponden
gewigts (g); en men komt alles gemacklyk ts
boven door de kruk, waarmede het werk-
tuig in beweeging gebragt wordt.

Als

tvigt te overiXiinmn (prompte l'Eqitilibre) verilaan, dat
'er altyd wederom zo veel water aangevoerd worde,
als 'er zig door het middelpunt ontlaft , zonder dac
toe deeze opheffinge van het water tot de hoogte
van 29 duimen eenige kracht vereifcht wordt. Hadt
de Heer
Fontenelle dit alles geweeten , zoude hy zig
wel gewagt hebben van te fchryven
Hifi. de VAcad,
Roy. des Sciences
1703. La jmdüplication des forces par
les Machines
, α quelqus cbofe de trornpeur ; non pas
pour ceux , qui fcavent les principes de la Mecanique^
tnais pour Ie commun du Monde , α qui les Machinijles
peuvent impofer par des magnifiques promeffes; & quel-
gue fois pour les Macbinifles eux meines , s'ils ont plus
d'invention, ou de bardiejfe , que de favoir.

(f) Dus worden de Heeren Werktuigkundigen ein-
delyk geneezen van hunne vooroordeelen ,
als of de
uifvoerkfelen altoos evenredig zyn aan derzelver oorzaa-
ken \
daar hier geduurig nieuwe krachten gefchapen
worden, die »er te vooren niet waren; zo dat men de
itellinge, alsof altoos dezelfde hoeveelheid van le-
vendige krachten in dit geheel Al bleef, onder dever-
digtfelcn der
fuffende Werktuig-en Waereld-kundi-
genmoet tellen, en rekenen dezelve van ééne waer·
dy met de fyne ftoffe van
Defcartes y en diergelyke
beuzelingen.

ik zal in het vervolg gelegenheid hebben, om
dit op te helderen , en te toonen, wat de Heer
de
Gennetê
door eenige weinige ponden gewigts verftaat.

β 4

t!'

:fS

li

.3 S

.ii

'i-ii

ji

''jl
ίΐ:

•I !;lf

liällil

L

-ocr page 23-

(52 KORTE BESCHRYVING:

Als het Rad werke met zyn kidnße kracht y
brengt het in ieder omloop 522 taerlinkfche
duimen waters tot de hoogte van 29 dui-
iiien ; als het werkt met zyn
middelbaare
kracht^
brenje;t het 1044- taerlinkfche duimen
op; en als het werkt met zyn
alkrgrootße
kracht
, brengt het in ieder omloop 1566. taer-
linkfche duimen;en in alle deeze gevallen rq·.
gelmaatig tot de hoogte van 29 duimen (Z?}.

Wzt nu het Gebruik van dit werktuig

be-

f/b) Bet Model brengt: dan in een halve fcconde,
(waar in het zyn' omloop voibrengc), als het met zyn

fvmtfie kracht werkt, (en waarom toch zoude men
et niet doorgaans met zyn ailergrootüe kracht laa-
ten werken?), 1560. taerlinkfche'" daimcn waters op
tat de hoogte van 29 duimen; dat is, in ééne fecun·»
de 3132 zulke duimen. Een taerlinkfche voet beftaaC
vit'1728 taerlinkfche duimen, cn weegt 631 ife, C^en
jniddelgetal neemende) ; derhalven weep;en 3132
cub,.
duiin.eß uj, τ?«ft,; dus is hetgewigc, dat in éenemi-
Dure wordt opgebragt, geiyk aan 115, 09x60 r: 6505»,
4 tb; zynde in
quanUtkt gelyk aan ruim cuhl·

que voeten. Äls men dit gewigt vermenigvuldigt door
het getal der voefen, tot welken het opRebragt wordr,
Eaamelvk, door ff of yoeten; vindt men voorde
Moment-kracht i6ó88, 05. Het is b.ekend, dat een
ilerck man op zodaanig een wyze werkende,, dat hy
bet eenige uuren kan uitboyden, in ééne minure voor-
al niet meer kan opbrengen» (bet zy met, of zondeï
vrerktuigen} dan 550 ίΓ>· to^ ^^^ hoogte van 10 voe-
ten; zo da? de Moment!>rgcht van een fterk rnenfch
J50 xio, of jjoo (*) Als men nu 1ÖÖ8S,
05 deeK

doo£

Be£a^utïsrs Natuurkunde 3de Deel,.

-ocr page 24-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 25.

betreft, fchoon het Model in een halve fecun-
de omloopt, zo zoude het echter, als het in
het groot gemaakt wierdt, een gemiddelden
tyd van vier fecunden tot éénen omloop
noodig hebben. Op deezen voet zoude een
Rad in het groot, met een middelbaare kracht
in een gemiddelden tyd werkende, regelmaa-
tig tot de hoogte van 29 voeten opbrengen
j ^660 taerlinkfche voeten waters in ééne
minutt; 939600 taerlinkfche voeten in één
uur 5 en 22^50^00 zodaanige voeten in
24.uuren(0.

Men

door 5500, vindt men, dat 'er meer dan de krachten
van drie menfchen, volgens de oude Natuur-wetten ,
zouden vereifcht worden om cje uitwerkinge te doen,
die de Heer
de Genneté toefchryft aan het Model van
?,yn Water-rad; en dit alles verkrygt hy, tot verbaa-
zingeja tot befchaaminge van de grootfte Werktuig-
kundigen, met
een kracht van 'weinig belangd die niet
grooter is dan eevige ^weinige ponden gewigts.

(f) Een Water-rad in 'tgroot zoude dan ijööo cub.
voeten in eene minute opbrengen tot de hoogte van
29 voeten; als men 631 Ife fielt voor een cwfci/c/jenvoec
waters, is het geheele gewigt gelyk aan 994410ib; als
men dit vermenigvuldigt door 29 (of de hoogte , toe
welke het opgebragt wordt), vindt men voor de Mo-
mentkragt 38837890 ; als men dit deelt , door 550Q
(zynde volgens
aantek. Q) de Moment kracht vaneen
enkel menfch), ontdekt men, dat, volgens de ou-
de, en nu verouderde Natuur-wetten, ruim5243 men-
fchen zouden vereifcht worden om zodaanig een hoe-
veelheid waters in ééne minute tot de hoogte van 29
voeten op te voeren. Wil,men dit doen door paer-
den, zullen 'er, volgens de regelen, die men tot nog
loe
heefc in acht genoraea, (onoplettend geaoeg zyn-

B ? de

li
Iii

-ocr page 25-

(52 KORTE BESCHRYVING:

Men xoude dit Rad in beweeginge kun-
nen brengen door Paerden of Oiièn, door
ftroomend water , of ook door den wind.
Het Rad van liet
Model ^ agt maaien raiTer
gaande dan het Rad in 't groot, brengt in
den tyd van 24, uuren 1804.03200 taerlink-
fche duimen waters tot de hoogte van 29 dui-
men. Qk)

Als men de uitwerkiêls van zodaanig een
Rad in 't groot vergelykt met de uitwerk-
iêls van de Schep - rad - molens, of Water-
werktuigen in Holland, die van de eerfte
grootte zyn 5 2.iet men
moreerß, dat, om

het

de om dezelveo voor onveranderlyke Natuur-wetten
aan te zien) ruim 873 paarden noodig zyn, onderftel-
lende met eenigen der voornaamftc Werktuigkundf-
iicn, dat één paerd zo vee! doet als zes menfchen.
ivlen ziet dus, dat de uitwerkinge van hcc Water-rad
in 't groot (als het, naamelyk, een middelyn heeft
van 32 voeten) fifii, of ruim 144 maaien grooter zou-
de zyn dan de uitwerkinge van het
modél, wiens mid-
dellyn is van 32 duimen ; gelyk men dit kan opmaa-
ken uit het geen ik
aantek. (b) gezegd heb.

(k) Oe neer de Gennetê neemt hierflegts de uitwer-
kinge van het
fmdel^ah het met r.yn middelbaare kracht
werkt; dat is» wanneer het ieder omloop , of ieder
halve fecünde 1044 , en dus ieder fecunde 2088 taer-
linkfche duimen opbrengt; gelyk aanilonds blykt, als
fnen 180403200 deelt door 8<540ö> i^et setaf der fe-
cunden , me in 24 uuren zyn vervat. Als het
model
niet zyn grootfte kracht werkte » zouden in 24 uuren
tot de hoogte van 29 duimen opgevoerd worden
260Ö048O0 cuhiquê duimen waters: wy zullen in het
vervolg bepaaldelyk zien, tnet hoe weinig kracht
alles vérricht worde.

-ocr page 26-

van het nieuwe water. rad. 27

het water 29 voeten hoog te brengen, meer
dan 7 fchep-raden boven malkander noodig
üLyn
(/ _): ten tweeden, dat, dewyl de grooc-
fte fchep - rad - molens in Holland , met al
haar kracht maaiende, niet meer dan 354.
taerlinkfche voeten in ieder omloop van het
fchep-rad opbrengen ter hoogte van 4 voe-
ten ieder, deeze 7 fchep - raden te zamen in
24. iiuren niet meer kunnen opbrengen dan
7
114,4.00 cuhique voeten waters tot de hoogte
van 28 voeten
 ten derden^ dat, als

mea

ei) De ^footfte fchepradëii j Sis zy niet boven
hunne krachten zullen werken , brengen het water
Vooral
niet hooger op daii 4 voeten ; dus voeren 7
fchepraden boven malkander het
niet hooger dan 28
Voeten.

(m) Éen fcheprad van de grootfte foort gaat één·
maal om , terwyl de Molen enden geeft : men
ilelle n« , dat een fchep-rad-molen 58 enden geeft ia
ééne minüte, of dat de vlugt 14-*· maaien omloopt iü
dien zelfden tyd , Cwaar toe al een fterke wind vQf-
eircht wordt), zo zal het fcheprad ruim 7, 8 maalea
tond gaan in ééne minute. Als in ieder omloop 334
tiibique voeten waters worden opgebragtjfgelyk de Heer
de Genneté hier fielt), zullen in'eene minute geloosd
Worden 334 χ 7 , 8 260J , 2 taerlinkfche voeten ·
of (als men
6 cubique voeten voor een ton neerttc)»
434 , 1 tonnen waters. OndertufTcheö éeggen de
Hollandfche Molenaars en Molenmaakers, dac een
fcheprad ter hoogte van 4 voeten vooral niet meer
kan opvoeren dan 1800
cubique voeten, of 300 ton-
den in ééne minute: 20 dat de grootfte momentkrache
^an een der grootfte fcheprad-raolens zoude zyn, (als
'J^en by tonnen iekent), 300 χ 4 1200. Dus zou.
^en 7 fcheprad-molens, tezamen
werkende, ofmaU

II

I' Jl (l:

ii

■ ·ί]

-ocr page 27-

(52 KORTE BESCHRYVING:

men 225*00000 cubique voeten waters zoude
moeten brengen in 24 iiuren tot de lioogte
van 29 voeten, en dus het zelfde iiitwerkfel
2oude doen met een enkel rad van de gemel-
de grootte, 21 of 22 van de grootfte fchep-
raden wouden vereifcht worden , die men in
Holland heeft, gaande met hun allergrootfte
fnelheid ; die echter felden plaats heeft we-
gens de ongelykmaatigheid van den wind (n)'

Me-

Ränder het water toemaalende in 24 uuren tot d®
hoogte van 28 voeten, niet meer opbrengen dan 43200«?
tonnen , of 2592000: zo dat de Heer
de Genneté (zo
het fcbynt uit nederigheid) veel te veel fielt voorde
uitwerkinge van een fchep-rad. En zo al een fchep-
rad 434 , 2 tonnen, of 2605
cuhique voeten konde
geeven , en derhal ven deszelfs momentkracht (by
tonnen rekenende) moeft uitgedrukt worden doof
434, 2 X 4 ~ 1736 j 8j zouden echter 7 molens tot
de hoogte van 28 voeten niet meer opbrengen , daO
3751488
cubique voeten in 24 uuren.

(n) Zo verre is de Heer de Genneté van de uitwe?'
kingen zyner werktuigen te hoog op te vyfelen , da^
hy dezelven veel te laag itel t. Zyn water-rad in het grooc
brengt in 24 uuren 22500000 (eigentlyk 22550400}
taerlingfche voeten, of 3750000 tonnen waters op
tot de hoogte van 29 voeten, of ruim 260^ tonneO
in één minutc tot dezelfde hoogte; zo dat de mO'
inentkracht van zo een Water-rad in het groot i®
2604
X 29 z: 755 lö. Als men deeze momentkracbc
deelt door 1200 Cof de waare momentkracht van ceO
Schepradmolen), vindt men, dat een Water-rad
veel zoude doen als 62, 93 of byna 63
Schep-rad·
molens. Doch, zo men de Momentkracht van.ee^
Schep-rad wilde behouden, zo als dezelve uit de b^'
paalinge van den Heer
de Genneté is berekend,
één
Wacer-^rad zo ve<?l doep als of ruim 43'

Schiep'

-ocr page 28-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 29.

Menigmldige gebruiken van dit nieuws
Water - rad.

Dit werktuig , beilaande wit een zeer
hecht Rad, dat van rondom ilevig is, en niec
onderworpen aan de lugt, of aan eenige
fpleeten, door welken het water op dc eene
of andere plaats zoude kunnen ontfnappen ,
kan al vry gernacklyk vervaerdigd, geplaätil
en tot het gebruik bekwaam gemaakt wor-
den in het groot. De Heer
de Genneté heeft
'er een
Mondei van, dat van agt voeten mid-
dellyns is, en dat de ftevigheid toont van
deezen toeftel in het groot. (0)

In-

Scheprad - molens. De Heer Uitvinder merkt te recht
aan, dat de grootile fnelheid in de Scheprad - molens
felden plaats heeft, wegens de ongelykmaatigheid van
den wind; fomtyds toch ftaan zy geheel ilil, fomryds
is de wind zo flap, dat zy geen 100 tonnen in ééne
minute kunnen uitwerpen; zo dat men, een middelge-
tal neemende, niet te weinig itelt , ais men de hoe-
veelheid waters,diezy in ééne minute uitwerpen hetge-
heeie jaar door,rekent op 150 tonnen. Dewyl nu de nieu-
xve Water-raden gaan kunnen , ais'er maar het minfte
Windje is, gelyk wy in het vervolg zien zullen, zo
kan men rekenen, dat één Water-rad zo veel doec
als tweemaal 63, of 126 Scheprad-molens: echter
ftelt de Heerde
Genneté de uitwerkinge van zyn Werk-
tuig in 't groot, uit een overmaate van zedigheid,
flegcs gelyk aan 21, of 22 Scheprad-molens. En, al
^as het, dat het Water-rad met zyn allerkleinfte
i<racht werkte, zoude het dan evenwel nog zo
veel
doen als Ö3 Scheprad-molens.

(o) Ώ\ίModel van S voeten middelyns zoude reeds
Van veel dicQil kunoea zyn io de Polders, daar men

met

-ocr page 29-

(52 KORTE BESCHRYVING:

Indien 'er een Meer moeft ledig, of droo^
gemaakt worden, wiens grootfte diepte is
van 12 voeten, (hoedaanig die is van de
Meeren in Holland, en van het Haarlemmer-
meer) 2;oiide een Rad van 19 of 20 voeten
middellynsgenoeg zyn, (inplaats van 53};
dewyl het water llegts tot de hoogte van
16 voeten zoude moeten opgebragt worden.
Indien het Rad bleef van 32 voeten middel-
lyns, zoude het het water uit een plaats, als
het Haarlemmer Meer, opheöen en werpen het
in het Ye boven de hooge vloeden, en zelfs
boven de wateren van deezen Zee boezem,
als de zelve opgezet en voortgeftuuwd wor-
den door de ζ waarlle ftorm-winden (p).

Om

met twee molens boven malkander moet maaien; wanC
indien een rad vao 32 voeten het water ten miniiea
kan opbrengen tot de hoogte van 29 voeten, en in-
dien een Model van 32 duimen het water opbrengt toc
de hoogte van 29 duimen , zo zal een Water-rad
van 8 voeten het wacer opvoeren tot de hoogte van

voetenj en dus byna tweemaal zo hoog, als éért
Scheprad, of zo hoog, als byna twee Schepraden bo-
ven malkander. Ik twyffele derhalven niet, of de In-
gezetenen van Holland, die zo zeer klaagen over htt
verhoogen van de Molen - gelden , zullen aanftonds
zulke
Modellen laaten vervaerdigen , om dezelven te
fhellen in plaats van de Schepraden : dus zouden^e
met geringe koften ééne molen van de twee
kunnen
iniiTen, en zelfs veele andere molens laaten afbree-
J<en , zo dra het Water-rad op de proef goed isj
waar aan men niet raag twyiFelqn, zonder zig aan on-
beleefdheid fchuldig te maaken.

Cp) Eec water k het Yq ryft by buitejigeroeene

boo-

-ocr page 30-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 31.

Om het Water - rad te plaatfen, moeft men
een iloot graaven aan den boord van het
Meer; welke floot 4 voeten dieper zoude
moeten zyn dan het Meer zelF, om het wa-
ter daar in te ontfangen en uit te icheppen.
Vervolgens zoude men by die floot moeten
maaken twee fchraagen van houtwerk , of
twee gemetfelde beeren, of hoofden, om den
as van dit Rad te draagen, dat het water
van het Meer zoude fcheppen uit deeze iloot
Eindelyk zoude men aan dit Water-rad eqn
kam - of ftaaf - rad moeten hechten, om door
dit middel het zelve te doen gaan door be-
hulp van den wind op de gewoone wyze,
en door behulp van paerden, of offen op die
plaatlèn, daar de wind ontbreekt (^).

In-

hooge vloeden niet hooger dan 7 voeten boven het
•Amilerdamfche peil; deSparendamfche dyk is fchaars
lo voeten boven dat peil; dewyl nu de boderas van
dc Droogmaakeryen in Rhynland , niet dieper zyn
dan IIA voeten onder het peil ; zo zoude hét water
itiaar zij voeten behoeven opgebragt te worden, om | ''Jlfj

het over den Sparendamfchen dyk heen te v/erpen uic ' "

den bodem der droogmaakeryen en uicgeveende plaf- ,

ien; daar een Water-rad van 32 voeten het op kan I'|!|Ιΐ;

^oeren tot de hoogte van meer dan 29 voeten.

(^) Ik heb boven aantek. (i) doen zien, dat bier
fiet veel meer toe vereifcht zouden worden dan
^73 paerden, indien de oude wetten van de Na-
itJur nog plaats hadden. Een Vriend heeft my önlangs
•Jit Leiden bericht, dat de fleer
de Genneté bezig is,
'ftet een Verhandeling op het papier te brengen di
<egibuf natura abrogatis (dat iSjOïér ds^ afgejcbafts

Na-

'f,
i

!!!

li

u'ii!

.i, '(Ii
?
φ

i.Hi

i ;!

-ocr page 31-

(52 KORTE BESCHRYVING:

Indien het Water - rad moet aan den gang
gebragt worden met loopend water ,
om
het zelve tot andere gebruiken op te heffen,
20 heeft men niet anders te doen , dan aan
het rad zelf water-borden
(/^/7es α palettes)
te maaken, om van onderen den aandrang
van het ftroomend water te ontfangen , en
dus het werktuig op zyne fchraagen te laa-
ien rond loopen {r).

Indien men het water hooger wilde bren-

gefl

JSiatuur ■ Ivetten') : ik hoop, datze in 'c Pranfch zal
zyn gefchreven; wanneer ik wel lüii zoude hebbeH
om dezelve ten dienfte der Nederlanderen te vertaa'
len ; uic het Latyn zoude ik het niet durven onder-
neemen. Dit zoude van veel nuttigheid zyn, dewy'
men anders niet weet, waar men zig aan moet hoU'
den. Miffchien is dit de hoofdbezigheid , die Hd^
■verhindert, om zo veel uitfpanninge van zynen geei^
te neemen, dat hy het Watertuig, da,t op het Peft'
liuis te Leiden, op eenige kleinigheden na, gereed is>
Ican voltoojen. Het zoude echter niet ondienftig zyP»
dat dit Konil-tuig tefFens wierdt vaerdig gemaakf'
■want dewyl het gaan zal zonder wind , en, gelyk m^f
duidelykby
gevolg-trcckinge kan opmaaken,ook ζοΠ'
der behulp van mcnichen, paerden, oiltn, vuur en^^'
zo zoude men de krachten, die aan dit werktuig doo^
den Heer
de Genneté zullen ingefchapen worden, ku"'
nen gebruiken om het nieuwe Water - rad in
bevveß'
jginge te brengen,en te houden. Dus zoude men ge«^^
Icoilen behoeven te doen aan paerden, of offen,
gebrek aan wind.

(r) Men zoude het ook door menfchen kunnen
tenomdryven, indien het zo gemaakt wierdt, geb'^
heiTympanum van Fitruvius, volgens de afbeelding®
by den Heer
Perraiilt pag. 315. Miffchien zouden vJ^^
of vyf
Regmenten Soldaatca het; werk verrichten.

-ocr page 32-

van het NIÉUWE WATER-RAa §g

gen dan ig voeten , zoude men het Water^
rad naar evenredigheid grooter kunnen maa-
 1

ken, en van minder breedte, het geen op
één
20Lide uit komen. En, als men Üegts een
kleine uitgeilrektheid heeft van ftiKilaand
^vater, zal men, zo 'er dusci^anig eenAverk·»
tuig,door paerdcn, of oiTen voorrgedreeven^
toe gebruik wordt, zo veel water kurinen
Opbrengen, als "'er noodig is tot eert grooÊ
getal van werktuigen, óf Éandwerken (
fuïnes OU Alanufaaures)^ en dezelve doefl
gaan, op welk plaats het ook zyn mag, als
de grond 'er maar een weinig toe geichikü
is(i). Het water, van deeze werktuigen neer-
vallende 5 zal vervolgens wederkeereil tot de
voorige plaats, waar in het te voofeü ftil
ilondt; het zal daar op nieuw opgefcheps en
naar hoven gevoerd worden , om by .aan-
houding op de werktuigen te ftorteri efl de-
zeiven aan den gang te houden, zonder dat
'er van dit water iet verlooren wordfj dan
alleen het geen vervliegt doof de uitwaaile-
Illing , die veroorzaakt wordt door de be-
weeginge 20 van het Waterrad, als Väd de
gaande gemaakte werktuigen.

By gebrek van ftililaand water, zoüd^

een

(i) Mits dat de Naruuf · Wettefi éeti v^ejti'i v^rbe.»
tPrd worden volgens hec nieuwe
zam.enlieiiel vafi dö
Werktuigkunde^ dat door den Heef
de Génned is öpggs
maaiit.

C

•4-1'];;;

-ocr page 33-

34- KORTK BESCHRYVING

eén 'klein beekje , dat men opftopt in een
llilftaancien poel 5 waar in men het AVater-rad
2'óude plaatièn, dezelfde uitwerkinge doen:
e|i raen heeft toch overal kleine beekjes. (/)
Liridelyk kan men het rad van zodaanig een
grootte maaken ,'als het werk vereifcht, zelfs
tot 45· voeten middeilyns, en het zelve op
.allerley plaatfen laaten gaan , op zodaanig
een wyze, als men goed vindt, zonder ge-
bonden te zyn ten opzigt van de werkkracht,
diè' het gaande 'maakt. .

Men heeft nu' reeds gezien , dat .dit Wa-
ter-rad gefchickt is om Meeren en'Moeraf-
len droog te itiaaken ; de tyd , die tot hec
droogmaaken vereifcht wordt, evenredig zyn-
de aan de ongenieerie hoeveelheid .waters 5
die hetzelve opbrengt tot eén hoogte, die de
diepte der Moeraifen en Meeren welke
kunnen droog gemaakt worden, overtreft-
Het is ook nut tot andere gebruiken, wier
voornaamften men hier zal opgeeven ( u )
;; ^; ' . ' ^oor^

c^i) Het?:oU(ïe niet ondienflig zyn, dat men oolf
zo een beekje te Leiden by hec Pefthuis hadc; het
zoude ten minilen nog al iec helpen toe weering van
die kleine verhinderingen, die 'er nu nog in den weg
zvnfJTienzoude hec dan ook kunnen doen dienen, οπί
tlé raetaslen buHen, daar de Heer ώ Genneté nu medö
bezig giad te polyiten, en het werkvolk een wei-
nig. te oiitlaften : want die gefchiedt veeltyds doof
•fivp-of pülyfl:-molentjés, die door beekjes worde»
©rfigèdrèeven.

(^ii) Dewvi wy te-vooren gezien hebben, met wel^

ees

-ocr page 34-

Van het NIËÜWÈ WATÉR-MÜ. U

Vooreerß-km dit Water-fad zeergevoèg-
fj^k dienen tot het bluffen van brand op dié
ï)iaatfeQ , daar men fchaarsheid van water
leeft , verichaliende het noodige water in
ieele hoog - verheevene backen, die^ men op
terfcheide plaatien in een Stad kan vefvaer-
digen; om uit deeze backen door lederen
jDypen het water te doen loopen op de hui-
ien, in welken de brand is (^v).

Ten

«en kleine verandering ^ of veibeieHtig ifi de ilättfur-
wetten^ die Water-rad de beloofde uitwerkingezou-
de doen; zo gaat de Heer
de Genneté nu veilig voorÉ
fot berchouwinge,_en aanwyzinge van^de menigvuldi-
ge nuttighedeö, die uic zyne uitvindinge zouden

trecken zyn. Hy gaat dus te werk op de wyze dei
A + Β luiden Cdat-is, volgens de gemeens fpreek-
trant, der Wiskimdigen^^éxQ, sfls z:y een Vóorftelé^n-'
rnaal onvrrikbaar beweezen hebben, zonder deö üiin-
ilen fchröora daar uit gevolgen afleiden j of, als zy
een Vraagiluck hebben opgeloil, de nuttigheden daar
ian ftoutmoedig aantoonen. Zo de betooginge , of
de oploflinge'valfch is, vervallen alle de gevolgen eQ
ijebruiken." Doeh diÉ
heeft de Heer äs Genneté geen-
iins te vreezen.

(u) Men heeft ztg tot fiog toe verbeeld gehaci/
dat de brand niet a:lleen gebluft worde door het wa^
ter, dat'er in wordt gegooten, maar ook aöor den aan-
drang van hetzelve j wanneer het door de
hevige wer-
kinge der brandfpuiten mót geweld tegeö de branden-
de iighaamen wordt aangedreeven. Kiaar het gepn aaß
deeze zydd ontbreekt, wordt dubbel vergoed door'
de ongelooflyke" menigte waters, die door dit
Wa-
ter-rad j^oude opgevoerd j in de backen bewaard,- eä
»ic dezelvcn iieergelaacen worden in tyd van nood^
Men zoude dus de brandfpuiten, dat al zeer koftbaa^
ttó werktuigen zyn, kivanen mifièn, en raaakcn in ie-

G 2 fk f

tl

i

-ocr page 35-

(52 KORTE BESCHRYVING:

Ten tweeden , als deeze backen gevuld
2,yn voor tyd van nood , en het zelden ge-
beurt, dat men 'er gebruik van maakt tegen
brand, kan men het water leiden naar de
Markten, naar de voornaamile ftraaten, en
andere gemeene plaatfen , om aldaar tot
dien ft der Inwoonderen fonteinen te laaten
fpringen. In warme Landen zonden deeze
wateren van dienft kunnen zyn om de ftraa-.
ten te befproejen en te verfriilên ( ït*}.

Ten derden, in de Steden, daar men in de
gragten Itilflaand water heeft, het geen ftank,
en vervolgens befmetting veroorzaakt, kan
men dit ftiHtaand water gemacklyk loozen,
en verfch water in de plaats doen komen door
middel van één eenig Water - rad, hoe groot
de Stad ook zyn moge (
}.

Ten

der huis, of om bec andere huis een koperen, of loo-
den bak, die eenige tonnen water bevat, en die men
voor een
bagatelle kan hebben: ik zoude de loodefl
20 goed niet achten,
als de koperen, uit vreeze voof
de
'Colique de Poitou: want men zoude dit water zS'
kerlyk lomtyds gebruiken tot het vervaerdigen vao
fpyé", of drank, a!s meo het zo naby de hand heeft j
en het zonder moeite bekomen kan.

('W) 7Ae aantek, C«)

(x^ Men is wel eens bedagt g^eefi: om den Hacg
te ververfchen, dooreen fchuuring te maaken doof
de grachten: dit zoade voor die aangenaame
plaats»
den zetel vnn de Hóoge StaatsvergaderiDgen en vafl
den Heere Eifftadhouder, als mede van de
Gezand-
ten der vreemde Mogendheden van een onwaerdeci"'
ba-ar nuc zyn: taeo heeft 'er zeer koftbsare middel^a

toe

-ocr page 36-

VAN HET NIEUWE WATER-RAD. 37

Ten merdeny als 'er in Holland gediiuren-
de
12 of I j dagen geen wind is, hebben de
Bäckers gebreck aan meel; één van deeze
water - raden ^ zoude meer koorn - molen?
doen gaan dan 'er noodig zyn, om de Bäc-
kers van ieder Stad te voorzien (j}.

Ten vyf 'den^ met een diergelyk werktuig zou-
de men het water kunnen maaien uit de on-
deraardiche gangen van de Metaal-mynen
en andere diergelyke , het zy Koolmynen,
of anderen, op allerley foorten van dieptens.
Men zoude insgelyks de Ertz kunnen haa-
ien uit haar onderaardfche holen, alles door
middel van Kunil - tuigen, die door zo een
Rad gaande gemaakt worden. Men zoude
daar en boven deStamp-molenSj en d,e blaas.-

bal-

toe voorgeflagen; maar men zal bet nu voor een ge-
ring prysje kunnen hebben; miflchien nog beter koop,
dan de berudue
Machine op het Pefthuis te Leiden;
en zelfs zoude men dit middeltje nog eerder
in'c werk
kunnen ftelien, dan dat werktuig aan het beweegen
Zal
raaken.

(3*) Wy zullen in het vervolg dit gebruik nog na-
der
beveiligd zien. Met weinig veranderinge zoude
dit Water-rad ook tot een Wind-rad gebruikt kunnen
Worden; om dus, by flike, wind te vervaardigen, om
de
Wind.-Koorn-molens en anderen om te dryven;
doch de
Heer de Genneté heeft dit nog aiet geopen-
t»aard, om voor
te komen, dat Hy by ondankbaare
Nederlanders
voor een JVind-maaker gehouden wor-

men kan toch niet bepaalen, tot wdk een hoo- i lL

^ön trap de onkunde, en oadankbaarheid kan ftcigs·
ïen,

c 3

.iii:'

-ocr page 37-

(52 KORTE BESCHRYVING:

balgen in de Smelt - huifen kunnen doen
gaan op de plaatièn, daar men weinig wa?
ter vindt; dewyl het water, dat men ge-
l)ruikt om de beweeginge te geeven aan ds-
Raderen van deeze werktuigen 5 geduurig
^oiiiie wederkeeren naar het Water-rad , dat
alles gaande maakt. Men denke niet, dat
de Heerc/i
Genneté te veel ^egt; nademaal
hy gereisd beeft naar φ voornaamfte Ertz-
groeven van Europe, en de Werktuigkunde
zo wel verflaat, als jietgeene behoort tot de.
kunft in 't groot om Metalen te fcheiden,
en te bewerken (s). 1

Tm zesden ^ dit zelfde Water- rad i^oude
cok, 'tzy in eenmaal, 'tzy in verfcheiderei-
den 5 het water kunnen opvoeren , dat "er
vereiicht ^ordt tot verdering van Koning?
lyke Lud - hoven door waterfprongen, Wa-
tervallen enz.; als mede om het water uit
vlaktens naar heuvelen te brengen, qm daaF

doof

(2) Deeze woorden: Men denke niet enz. fchynes
i3obr ternand anders hier ingevoegd te zyn: niet, oni
fiiit men eenigermaaten aan de waarheid vaa ditgetui-
geniflö mag twyfFelen: (want de Heer Uitvinder is
nog in veel meer weetenfchappen grpndig ervaaren,
gclyk in het vervolg blyken zal); maar om dac die
jRiet al te naauwkeurig zoude pyereenilemmen meC
die overmaate van nederigheid > 4ie men anders over-
al in deeze Befchryvinae befpeurt. Doch ik durfde
tiepzepenorfi niet geheel, als onecht, verwerpen; hief
toe zoude de ftoutheid
van eejicn Bemtlev poodig

-ocr page 38-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 39.

door Lufthuizen te verderen, en drooge landen
te befproejen enz.

Ten ze'uenden y eene groote nuttigheid van
dit Werktuig beftaat hier in, dat men door
hetzelve Rivieren met malkander kan ver-
eenigen door gragten, die gegraaven wor-
den door hooge landen , welke de Rivieren
van malkander icheiden. Als deeze grag-
ten vol water gehouden wierden door deeze
Water - raden, zoude meq zeer gemacklyk
Scheeps - vaart en Koophandel kunnen op-
richten tuffchen nabuurige en ver - afgelegene
landen
(aa').

Ten

(aa) Deeze uitvinding is van meer belang dan men
in den eerilen-opflag zoude denken: nademaal die een
middel zoude kunnen zyn om een korteren wcs; naar
Ooflindien te vinden : het is bekend,
dat Aßa van .
Africa flegtsdooreen kleine Land-engte, die maar izes
uuren gaans breed bevonden wordt, is afgefcheiden ;
welke verhindert, dat men met fchepen niet uit da
Middellandfche Zee door de Roode Zee in den
Indifchen Oceaan kan komen. Men heeft in oude ty-
den wel eens bedagt geweeil om deeze engte door te
graaven; maar meii is , volgens verhaal van zommi- |;'|i|t

gen, verhinderd door de verbeeldinge, als of de Roo-
de Zee hooger was dan de Middellandfche. Men heeft
iiu deeze doorgraaving niet meer noodig; dewylmen.
Onder goedkeyringe "van den Voril des Lands , en
op gemeene koften van alle Europifehe Volkeren, die
op Ooftindien handel dryven, twee evenwydige dy--
ken zoude kunnen leggen tufiehen de Middeiandfche en
de Roode Zee , die maar twee-honderd roeden van mal-
kander behoefden te hV^gen, met twee dwars-dyken
«δα de eüden. H-ier door zoude men een kom "heb-

C 4 beaj

-ocr page 39-

(52 KORTE BESCHRYVING:

Ten agtflen, als eeri verilerkte plaats ge-
leiten is in het midden van een Moeras, ( daE
men wil beliouden ter verdediging' van de
plaats), en ongemak lydt wegens de vuils
lugE, die door het Moeras veroorzaakt wordt,
één Water-rad, geplaatft waar heE
ook zyn moge, en fris water aanvoerende
naar het Moeras, genoeg zyn om het ftil-
ftaand water te ververfchen , en daar door
tle kwaads lugt en de hefmetting weg tQ
lieeraen,

Ten negenäefis in warme en vlacke lan-r
den raakt het regen water, en dat van de
ge&olceri fneeu, als mede l:\et wat^r van de

b/on-

, die men vol water zoyde kunnen fcheppen door-
één, of meer Warer-raden van 45 voeten middel-
lyns, of grooter,indien het noodiggeoordeeldwierdt;^
iïct watCT hier iq bjyven ilaan, zo. als in het

^dlle-ga,t by Catwyk. Vervolgens zoude men groo·;
tp Overtoomcn dienen te maaken, langs welken meß
^C Qofrindifghe Schepen zoude opwinden , ep ver-
\jplgens aan d^; andere kant wederam neerlaaten: men
^ODke niet, dat hier vee! krachten toe vereifcht wor<
4en: want federt dat de Heer
de Genneté nieuwe Na-
tuur «wetten gevonden, ep de ouden I>eefc helpen af-
fchaffen, behoeft ιηεη alleen maar de fchuuring t?
qv^rwinnen; al het overige gaat yan ?elfs; devyyl hy
hier toe wel een Windas zal uitvinden, die akoos in
pvenwigt is, fchoon hy aan dc eene kanc met een gC'
i^ecl Quilindifeh Schip is helaaden. Qp dezelfde wyz®
zpuden de Spanjaarden zig vau deeze uicviodinge kun-
ρμη bedienen, om hunne Schepen en goederen te watef
ftvcr de Land-engte van
Panama tc brengeu^ io Qfl
\j!t de ^roote Zuid-Zee.

-ocr page 40-

van het NIEUWE WATER. RAD. 41

bronnen, dat zig niet ontlallen kan, gelylc
ook het geene iiic de llivieren overloopt, zon-
der dat het derwaarts weer kan keeren , aan
het ftilltaan, en iteekt dus de allervrugtbaar-
fte ge weilen aan. Men kan dit verhelpen
door deeze Water - raden , die aan de eene
kant verlch water zullen aanbrengen, en aan
de andere kant Jiet vervuilde water zullen
loozen.

Tm tienden eindelyk kan men door die
nieuwe Water - rad, (gelyk reeds gezegd is),
in beweeginge brengen, en gaande houden al·
Ie foorten van Kunikuigen, Werktuigen en
Handwerken
(Afachines, Lffuïnej ^ Ma^
nuf ad ur es)
op alle plaatfen, daar men ilil-
llaaixl water heeft; het zy dat het tegenge-
houden wordt door een dyk, of dat het ver-
fdiaft wordt door een beekje, door het He-
rpel - vi^ater, of door groote putten , die in
een grooten omtrek gegraaven zyn, & met
malkander gemeenfchap hebben, Zodaani-
ge ftilftaande wateren zullen genoeg zyn, en
men ^al 'er niets van verliezen buiten het
weinige , dat uitwaaiTemt, zo door de be-
weeginge van het Rad zelve j als van de
Werktuigen, die door deeze wateren bewo^
gen worden {bb)·

De

0Λ) De agtfte, negende en tiende nutUgheid van
het Water-rad zyn van dien aard, dat men 'er niec
MU kan twyifeleD, gelyk in het algemeen boven reeds

C 5 be-

Hii

jjiliil
i 1

L.

-ocr page 41-

(52 KORTE BESCHRYVING:

De vyf andere Water.-werktuigen, van
welken de Heer
de Genneté de proeven ge-
poiTien heeft in tegenwoordigheid van zyne
vrienden (iv)» voeren zo veel water op,
als dit Rad, daar men nu van fpreekt: maar
dewyl de eerilen het wat^r niet hooger bren-
gen dan van i(5 tot 22 voeten, 2,0 zwygt
men 'er van, en men houdt -üg aan het b^^
ileCM),'

Hy lieefc ook vericheide andere Werktuig^
kundige uitvindingen ter uitvoer gebragt ,

en

betoogd is Aanteh («)· Omtrent de tiende nuttigheicj
zaLik alleen maar aanmerken, dat, dewyl het even-
veel ivS, öf eeo zwaar lighaam vloeybaar, dan of her
vaft is (weelende een
ciibique voet water doorgaans
631 }t>.)i de Heer
de Genneté nog met iet anders bezig
is (gelykrayuit Leiden is bericht}: naaraelyk, byzal
een ^roote menigte yzerc kogels, die hy glad wil laa^
ten fiypen , vergaderen op plaatfen , daar geen water
altoos is; en doen die kogels, ( als zy zonder eenigc
kracht zyn opgeheven), neervallen op de werktui-
l»en; en , als zy hunne werkinge volbragt hebben ?
zul--
en zy in denzelfdcn back, waar in zy tc voren bewaard
werden, wederom nedervailen , zonder, dat \
t iec
door uitwaafieming za! vporden verlooren ; alleen zal
men de fcbuuringQ , en den tegenftaqd van de lugc moe-
ten overwinnen.

(cc) Z'^iQ hoven 4antek. (h ).

(dd) De Heer Oitvinder houdt zig met recht aan
het befte; het zoude anders zyn:
frugibus repertis,
glandibus vejci;
gelyk jk in de jTmrsde reeds heb
aangemerkt. Hetfchynt, dat onder deeze vyf Werk-
tuigen niet gerekend wordt het Kunfl-taig qpiiec PeCt-
huis te Leiden, dewyl die al iü Oüilenryk is uitge-
vonden,

-ocr page 42-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 43.

cn .zeer gewigtige proeven gedaan over den
aanwas van het water, dat de Rivieren doet
buiten haare boorden'ryzen, om te vinden
dé bepaalingen
zo van deeze aanwaflin-
gen, als van den val van het water, zoeken- l

de deezen val {chute) in ds Rivieren te be*
werken door kunftige middelen
{ee). ί|

Dus is het, dat, als zyne bezigheden hem
eenige verademing geeven , hy van gedag-
ten is 5 dat hy.zig geen edeler tydkorting
kan verfchaiFen , dan door zyne uitfpanain*
gén tén doen dienen tot wel - zyn van de
menichelyke maatfchappy , en tot nut van
^ya evenmenich (^ff).

In

Ce?) Doof het woord cbute kan men hier niets an^
ders verdaan dan den
Val, of Afneeminge, verminde-
ring van de hoogte eener Rivier,
Voor deezen verftondc
men door
cbute iec anders, en men drukte de vermin-
dering van de hoogte uit door
decroijjevient, oidefceU'
te.
Men plagt de Rivieren te doen laager" worden,
door minder toevoer van boven water daar op te bren-
gen, doorgemaklyker uitloozinge te bewerken, (hec ·
3iy door meer monden aan dQ Rivier te geeveo, of
door de monden, die 'er zyn , ruimer te maaken),
door de bedden te verbreeden, door dezelve te v^er*
diepen, en eindelyk door afleidingen te maaken. Dóch
het fchynt, dat de Heer
de Genneté niets van dit allee
beoogt. Men gift qit de gefprecken van eenigen zy-
ner goede vrienden , dat hy de Rivieren
vrlXverhed-
den
Cgelyk men ά^ Patienten doet); welk geeftiguit-
gedagt middel aan niemand van de Nederlandfche, of
Italiaanfche Rivierkundigen was in den zin gefchoten.
Dit
kan goed gaan volgens de l^ervormde Nac^ur-tweci
ten.

(ƒ/) ZicdeQpdragt,

-ocr page 43-

(52 KORTE BESCHRYVING:

In l]et begin van Louwmaand deeies
jaars 1756 deedt de Heer
de Genneté m te-
genwoordigheid van veelen zyner Vrienden
wederom een groot gecal van Proeven met
^tyn nieuw "Water - werktuig, het geen hier
boven beichreeven is. Men befpeurt onder
de vericbillende uitwerkingen , die het voort-
brengt, een zeer groote geraacklykheid inde
bcweeginge; zo dat, op welk een wyze ook
het werktuig met water moge belaaden zyn,
het zy het langfaam gaa , of fchielyk, het
zelve altoos in Evenwigt is (gg)', het welk
daar aan de gemacklykheid geeft in de be-
weegioge. Maar men ftaat hèt meeft ver-
baaft over de menigte van water, die hec
opbrengt met een wonderlyke fnelheid, en
tot een hoogte, die men niet ver wagt.

Als het Water - rad gaat met zyn kkinße
kracht
, en het Model het water brengt tot
de hoogte van 29 duimen in den tydvaneen
• hah^e fecunde, vult het water een goot van
ij.3} duimen langte, 6 duimen breedte, en
$ duimen diepte. Al? Jiet gaat met zyn
vifddelbaare kracht^ vult het water een ati-
dcre gont, van 4.3 t duimen langte, 6 dui-
inén breedte, en 4 duimen diepte. Als het
in zyn
grootße kr ficht werkt, vult het water
in dien zelfden tyd van een halve fecunde een

derde

C^g) Zie boven AanUk. (e)

-ocr page 44-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 45.

derde goot, van 4.3^ duiraen langte, 6 dui-
men breedte, en 6 duimen diepte.

In het eerfte geval geeft het een goot vol
Λν3ί6Γ, die 12 vierkante duimen in haare door-
fnydinge
(couppe) bevat; in het tweede
een van 24. vierkante duimen ; en in het
derde een van 36 vierkante duimen; gaande
in alle deeze gevallen met een fnelheid, die
het water doet een' weg afleggen van
duimen in den tyd van een halve fecunde(/jM,

Dit doet zien, dat , 20 het werktuig in
het groot gemaakt wierdt, en het zyp om-
loop llegts in den gemiddelden tyd vaa vier
fecunden volbragt, werkende alleen rnetzyn
middelbaare kracht^ door het zelve tot de
hoogte van 29 voeten zoude opgevoerd wor-
den een hoeveelheid waters, die een Wa-
ter-colom. zoude maaken zes voeten breed
en 4. voeten diep, of, wnens fröj^/zonde
2:vn van 24 vierkante voeten , geduurig
vóoTtgaande mee de fnelheid, waar mede in

den

C/j&) Laatenwe eens zien,hoe veel warers het M?-
del geeft, ais bet met zyn groocfte kracht werkt. De-
doorinydinge,of het
profil is van 30 vierkante duimen
de fnelheid is van 43! duimen in een halve
fecunde,
of van 87 duimen in "ééne fecunde. Dus worde 'er ie-
der fecunde tot de hoogte van 29 duimen opgebragc
een Water-zuil, wiens inhoud is van 87 x 3Ö 313a
ciibique duimen; juift zo als boven Aantek. (b)^ ficc
3s, nuttig dat men één cn dezelfde uitwt;rkinge vaneen
Werktuig op verfchillende wvzen^ertooat, tot dieniï
vaa ongeociFendeQ.

I

if'·

iiuH
ff

Μ

-ocr page 45-

kokfe beschrWing

den tyd van ééne feconde een weg worde
afgelegd van
22 voeten min'3 duimen (ii}/
Men heeft op voeten dc hoogte gefield,
tot wdke het werktuig zyn water zoude op-

voe-

. (ii) Zo.dra dit XVater-räd in het groot zal gemaakt
zyn, en niet ilegts op het papier ilaat, zal hetverbaa-
zende uicwerk'ingen doen, en veel grooter dan te vooren^
bladz. 25. is opgegeven. Öm de höe'veeiheid waters te
vinden, die met de
middelbaate kracht tot de hoogte van
29 voeten in ééne' Tccunde wordt opgevoerd , moet
rnen het
Profil^ bevattende 24 vierkante voeten, ver^
nienigvuldigen door 2i| voeten Czynde de vveg, die
het water aflegt in den cyd van ééne fecunde); wan-
neer men vindt voor ééne fecunde 522 taerliukfche
voeten; dat is, 31320
cuhé voeten, of 5220 tonnerf
in ééne minute. Als men dit getal vermenigvuldigt
door 29 voeten, vindt men voor de Moment-krachÉ
van het Water-rad
IJI18O; wanneer men deezeMo-
ïTient - kracht deelt door 150 χ 4 600 (zynde, vol-
gens
Aantek. («0 » de gemiddelde M,omènt - kracht
van een Scheprad-molenziet men, dat een Wa-
ter· rad met een
middelbaate kracht werkende, zoveel'
doet, als 9Ó, of byna 2j2 Scheprad-molens.
Dewyl
de iniddelbacire kracht ilaat, tot de -grootjie a\sr
2 tot 3, (volgens Bladz. 24.), zoude één Water-rad
met zyn grootitc kracht werkende,
zo veel doen als
577 , 94 » of l^yna 378 Scheprad-molens, als zy hun-
ne
gemiddelde uitwerkinge doen. Hoe zeer men in
vcrwondertnge weggerukt wordt door de ongeloof ly-
ke uitwcrkfeien van dit Water - rad , pen iiaat echter
nog meer verbaail over de nederigheid van den Heef
de Genneté'i die maar fpreekt van 21, of 22 Seheprad-
molons; daar wy boven
Aantek.. {n) reeds geïien'
hebben , dat het v/aarlyk zo veel doet, als i2ö, en'
hier ter plaatfe, als 378 Scheprad-molens. Watzou-
dea andere vreemde "Geluk-zoekers niet fehreeuwcn^
als zy iet diergélyk's gevonden hadden I en
wat ver-
ftbüc het eene Admi kind van h^c aoéfi^l-

-ocr page 46-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 47.

voeren; het geen over-een-komt met 29
duimen door het
Model in 't klein; Men
heeft deeze hoogte gefteld, om alles
op zyn
rninße
te neemen.

Ondertuffchen brengt het Model zyn "Wa-
ter tot de hoogte van 30^ duimen, en maakc
een aanhoudenden waterval, die een duim
dik, en 36 duimen breed is. In het groot zou-
de dit een Avatervlies zyn van een voet dik-
te , en 36 voeten breedte., het welk neer
zoude itörten door de werkinge van een
eenig Water-rad,
'dat door eenige paerden,
of offen bewogen wordt, by gebrek vaa
wind, of van loopenä water (kJ^.

In Sprockelmaand vervolgde de Heer de
Genheté
met in de tegenwoordighéid van
zyne Vrienden uit verfcheide plaatfen van dit
Land, proeven te doen met zyn nieuw
Water-rad, het, geen hy uitgevonden hadc
in Wynmaand 175·^. zo als boven gemeld
is. Ma dat hy getooad hadt,
niet met woor-
den ,

{kk^ Door het woord eenige paerden zoude men ,
volgens de oude Natuur-wetten , moeten verftaan
ten minften 873 paerden,. gelyk wy zagen
Aantek. (i)
zelfs zoude de rekening nu nog veel hooger loopen,
jielyk men beneden yiflwfeÄ:.
(00) zal ontwaar worden.
Maar. nu wy den tyd van de
Reformatie der bewee-
Sings-wetten mogen beloven door de gunfr en door
de fcherpzigtigheid van dea Heer
de Genneté, heeft
men niets meer noodig, dan het geen vereifcht wordt
om dü fchuuring en den tegenfland van het water ea
vervolgens
r,og esnige kkin^gmäsn te bovsii te komen.

iiii

; fit

!!, .1

I 'Γ
■!·!

: ' ij

Alfs:

Φί

lil

-ocr page 47-

4$ ICORTE BESCHRYVING

maar met de daad zehe (Jl), de ver-
fcheide'gebruiken, tot welken het Werktuig
kan dienen, zo als wy dezelvcn boven heb*
ben voorgeileld, heeft hy doen zien,
en zulks
altoos door de onder^indinge y
hoe groot het
getal der Werktuigen is, welken dat Water-
rad alleen kan in beweeginge brengen en ge-
duurig daar in houden (11).

Ten

(^W) Deei^e wóórden: mVi met iWoofi/e«, maar 'met
de daad zelve,
zyn wat verdaet, en fchynen niet vatl
den Heer
de Genneté herkomftig, dewyize overtollig
zyn: ieder een, die dien Heer kent, en bewuft is van
af het geene hy federt den
\6 van Spvockelmaand des
Jaars 1751. ter uitvoer gebragt heeft, is volkomen σ-
vertuigd, dat hy van
daaden houdt, en niet vanixjoor-
den Men zoude daar en boven door deeze uitdruckin-
gen geheel tegen de
intentie van de Heer de Genneté ^
kunnen in een vooroordeel gebragt worden, als of de
Heer Uitvinder reeds een rad van 32 voeten middel-
lyns vervaerdigd hadt, en dus
met 'er daad alle de
menigvuldige nuttigheden hadt kunnen toonen ; die
zoude men te meer moeten befluiten uit de volgende
bewoordingen:
en zulks altoos door de ondervindin^s:
en echter is dat groote rad nog niet geheel vaerdig.
Ondertuflchen kan men uic het
Model met volle ze-
kerheid befluiten, dat het in het groot ook zal gaan
mar evenredigheid. Ik weet wel, dat, toen de Treg-
termolen van den Heer
Fabrenheit, verbeterd zyndé
door den
Heer s'Gravenfande ^ in het klein goed ging»
deeze groote Wiskunftenaar te fchroomaehtig was orti
te verzekeren, dat die λίοΙεη in het groot ook goed
zoude gaan, en dat zelfs de proef in het groot'mis-
lukte: maar de Heer
dé Genneté ften blyke, dat een
leerling het dikwvis verder brengt dan zyn Meefterjl
durft liit het
Model met alle geruftheid een beiliiit op-
maaken ren opzigt van het groote; trouwens ik bert

ooK

-ocr page 48-

VAN HET NJEUWE-WATER-RADi

Ten dien einde verkieft hy een Koorii-
inolen, zynde een g;e\voonIyk werktuig, daÉ
den meeften te,^eni'tand biedt aan de bewee^
ginge. Het rad van zo een Molen is met
\Vater - borden , en van 12 voeEen niiddeU
lyns; de Molen - iteenen, die liet koorn ver^
pktteren, om het tot meel te maaken , zyn
van 5· voeten middellyns: men weet, dat eea
beekje, wiens
Profil^ of doorfnydinge is van
<$4. vierkante duimen , en wiens fnelheid

van 18, 0Γ20 voeteü in ééne fccunde, 'zodaa-
nig een molen doet omgaan in alle Landerig
daar men geen gebruik van den wind
maakt (w/w). Men ziet door de onderviri^

dinges

ooic verzekerd, dat, als het Aiodel at dat geetiedoêti
dat dc fleer
Ü.itvinder daar van opgeeft, (waar aait
men, hchoudeps de wel-levendheid, niet mag twyffe-
len,3 het Water-rad in het groot
naar evenredigbeid
gyne uitwerkfelen za! vcrtoonefi j al hadt het eeii
liiiddellyn van
90 voeten, intilaars van 32!j 0^454

(mm) Als een beekje een Profil heeft van 6ή. viefs
kante duimeii, eri het loopt tegen de lepels, of bofdeii ί|.·

van het Water - rad aan niet een (helheid van 20 voe- 11'

ten in ééne iecunde, floot het tegen het VVater-bord^ :;j·

dat beneden is , als of'er een gewigt van 208 ίδ op ·|!

werkte ; de geheele rekeningc luit my öiet hier vooi , |

te draägen ; de Heer de Genneté zoude dezelve we!
hebben kunnen vinden by den Heer
Ëf.ldor Jrëhii.
Bydraul. 1 P^^rt. Tom. i. maar hy zal 'er zekerlyk eerï
ander binnenpaadje op hebben om het taftendei· wy-
ze te bepaalcn, volgens zyn
nieüw Syjteina van φ'
Werktuigkunde ; waar in niets is , dat naar de lafti-
ge omvyegen
der Wiskunft zvs-eemt. Bdidor doet 'ei'

D geh"

-ocr page 49-

(52 KORTE BESCHRYVING:

dinge, dat het Water - rad van den Heer de
Genneté
20 veel water geeft, als 'er vereifcht
wordt om een Water - goot te vullen,
wiens
Profil is van 36 vierkante voeten, en
waar in het water ftroomt met een fnelheid
van 22i voeten in ééne fecunde (nn). De-
wyl deeze 36 vierkante voeten 72 halve vos-
ten uitmaaken, ieder van 72 vierkante dui-
men, voortgaande met de fnelheid van 2 2i
voeten, 20 heeft men bygevolg meer dan 'er

noo-

echter de Stel-kunde in zien , waar van de Heer Uit-
vinder met recht een afgryzen heeft.

C«n) Ik dagt eerit, dat "hier een drukfeil in de Cou-
rant
was, om dac te vooren maar gewag gemaakt is
van 22 voeten
7nin een vierde fnelheid in ééne fecun-
de; ik zoude aan den Heer Uitvinder hier over ge-
fchreven hebben, en ophelderinge hier omtrent ver-
zogt, (die zyn Wel Ed. volgens zyne aangebooren be-
leefdheid niet zouden hebben geweigerd}, indien ik
Biet gevreesd had, hem in gewigtiger bezigheden te
zullen ilooren ; doch itraks vond ik tweemaal voor
de fnelheid het zelfde getal; dus is het eerder te den-
ken : dat Hy zyn
Water-rad nog zo veel verbeterd
heeft federt
dac hy fchreef, het geen pag.^i, voor-
komt:; het is toch niet te denken, dat Hy zelf niet
zoude weeten te bepaalen , hoe veel zyn Kunfc-tuig
zal uitwerken, als het eens aan den
gang komt; zyne
fchreden zyn te vait, om in deeze foort van zaaken
te wankelen. JÏls men nu de rekeninge opmaakt,
(gelyk boven
Aantek. («)} met 221 in plaats vaa
211, vindt men, dat een Water - rad zo veel doet, als
ruim 387 Scheprad-molens, die methunnemiddelbaa-
re kracht werken ; of zo veel als 16093 nienfchen, in
den zelfden tyd met al hun magt werkende, doch
zo, dat zy het eenige uuren agter malkander kunnen
uithouden.

-ocr page 50-

van het nieuwe water^raa 5t

noodig is om 72 koorn - molens te doen
gaan van deeze foort, ais men liier tot een
voorbeejd heeft genomen, en zulks door mid*
del van een enkel Rad j. door eenige paerden
of oflèn, by gebrek van ftrooraend water,of
van wind, bewogen (00).

Dit Water - rad echter geeft geen Water-
colom van 36 vierkante voeten, als wanneer
het werkt met zyn
aller gr ootfle kracht, Α Is
het met zyn
middelbaare kracht werkt, geefe
het een colom van 24, vierkante voeten, en
kan llegts 5*8 molens doen gaan; als het mee
zyn
kleinße kracht werkt, geeft het een co-
lom van 12 vierkante voeten
Profil^ en kan
niet meer doen gaan dan 44. molens, ron·*
dom het Water - rad geplaatft zynde
(pp)ί
zonder ondertuffchen het water te verliezen ^
dat dezelven in beweeging brengt, als al-
leen het geen door de beweeginge uitwaas·
femt. Bier uit kan men oordeelen over heC
getal van andere werktuigen , welken dii
Water ^ rad overal zoude kunnen doen gaan,
daar men maar een zekere hoeveelheid vindc
van ftilitaand water.

Men

(00) Door eenige paerden zoude raen hier volgens
de algetneene vooroordselen omtrent de onverander-
lykheid der natuur-wetten , moeten verilaan ruim
2Ó82 paarden: dit heeft nu geen plaats meer, na dae
de wetten der beweeginge merkelyk zyn verbeterd
door den Heer
de Genneté. Zie boven AanUk'
(pp) Zie boven Aantsk. (")

D 2

-ocr page 51-

52 KORTE BESCHRYVING

\

Men heeft reeds verfcbeide maaien ge-
zegd, dat het geene, bet welk het ophan-
gen van zo een ongelooflyke menigte van
water
mogelyk maakt, daar in beilaat, dat
het Water - rad altoos in evenwigt is , in
welk een ftand het ook door het water, dat
bet opvoert, moge beladen worden , 't zy
dat het kngfaam , oF fnel omloopt. Dus
is het niet te verwonderen , dat het zo
gemacklyk bewogen wordt, en dat het zo
veel water opbrengt, als men noodig oor-
deelt. Deeze hoeveelheid hangt af van de
grootte, die men wil geeven aan het maak-
ièl van het Kad, in betreckinge tot het ver-
mogen van het gewigt, dat het kan ophou-
den , als het in evenwigt is (
qcj).

De Schep· radmolens ^ of de Water-werk-
tuigen, van welken men zig in
Holland be-
dient , als zy van de grootite foort zyn, en
het water opbrengen tot de hoogte van 4,
voeten, hebben een Schep-rad van 18 voe-
ten middellyns ; de breedte van het rad is
gelyk aan 18 duimen, alles Rhynlandfche
maat. Men ziet dan, dat zodaanig een rad,
als liet ichept, zig aan de eene zyde van
het middelpunt der beweeginge belaaden
vindt met eene hoeveelheid waters , die drie
agtfte deelen uitmaakt van het water, dat

het

iqq)'Z^lQhoYznAanu'k. {e)'

-ocr page 52-

van het NIEUWE WATER-RAD. 53

β

liet in eenen gehee]en omloop u tbren^f.
Deeze laft, vermenigvuldigd zynde met
den afltand van hec middelpunt der zwaarte,
^geefc een gewigt van 480-;
cubique voeten
waters, of van 30728 ponden zwaarte voor
den tegenftand buiten het evenwigt; welken
tegenitand het Schep-rad by aanhoudend-
heid moet overwinnen 3 of anders ftil bly-
ven ftaan
(rr).

De-

' (rr) Een Schep-rad brengt in ééne minute 1800
taerlinkfche voeten water uit, als hetopzynaileriterk-
ile werke f volgens Paniek, (m). Het loopt 7 , 8 maa-
ien rond in dien zelfden tyd ; derhalven brengt hec
ieder omloop byna 230, 8
cubique voeten waters op,
of 14655, 8 ponden; dus is het rad,
als men eenvou-
dig J van dit gewigt rekent, belaaden met 5495» 92
ponden. Dit moet zekerlyk veel vergroot worden,
niet alleen uit aanraerkinge van het middelpunt der
zwaarte (dat hier door den Heer
de Genneté uit een
nieuw oog - punt befchouwd wordt^, maar ook om
andere redenen. De vraag plagt voor deezen , eer de
Werktuigkunde door zyn Wel Ed. was hervormd, al-
leen maar te zyn,
boe veelgemgts in een bepaalden tyd m
een bepaalde hoogte wordt opgevoerd
, en boe veel kracbts
daar toe bejteed uoordt'?
Dit alles is nu uit; men heefc
zig over het gewigt, dat tot een bepaalde hoogte in een
bepaalden tyd moet opgeligt worden, niet meer te be-
kommeren ; dit nieuwe Werktuig blyft altoos in e-
venwigt, en heeft maar een kleine kracht noodig, om
het evenwigt te breeken, de fchuuring te overwinnen
enz. De Heer
Belidor was dus het fpoor geheel by-
iler, toen hy fchreef
Archit. Hydr. i Part. Tom. i.
pag. 378. fuiv :
II efl fort imtile de fe tourmenter α
cbercher les moyens d'ekver une grande quantité d'eau
avec une force mediocre ; je Ie repete encore, let loix
de la, Mecaniqugj n'etant autres , qiie celles de la Na-

D 3 ture3

-ocr page 53-

(52 KORTE BESCHRYVING:

Dewyl het mme Werktuig^ daar men
ïiier van fpreekt, altoos in evenwigc blyfc,
iioedaanig ook het zelve moge beiaaden zyn ^
door het water, dat het opbrengt, zo heeft
deeze tegeniland van 30728 daar in geen
plaats. Het brengt daar en boven zyn wa-
ter maaien hooger dan een Schep-rad, en
•wel in zödaanig een menigte, dat dezelve
4f maaien grooter is, en dit alles met het
aliergrootfte gemack. De proeven, die men
Jiier van daaglyks neemt voor het oog van
nieuws-gierigen , toonen de waarheid van
het geen men zegt
{ss).

in Lente - maand , en in het begin van
Gras-maand deezes jaars kwamen de eerite
Perfoonen van deezen Staat, de
Ambaßa-

dmrs

turs , mt dss hornes, qiCon ne peut paffer; quand mê
'force efi limitée, ainß que fa vïtejfe , on ne doit pas
efper'er, qii' applicjiiée α ime Machine plutót qu'a une

mifre , eile foit capabie d'un plus grand effet —■—^--

Qtioique ce principe foü hien naturel , il n^efi pas at'
fe , d'en cmvamcre Ie plus grand mmbre des Macbi-
'wjtes , paree quUs ne font pas refiexion , que Veffet
xi\me Machine, ou la quantitê de mouvement du poidSf
qu^elle eleve , (que ce poids foit un corps folide , eu li-
ψΰάε), efi toiijonrs egal α Veffet , ou la quantité de
mouvement ^ de la piiijfance motrice ; ^ qii'appliqmnti
(ette pui[fance α di ferentes Machines , leurs effets fe'
ront les mêmes, puisque chacun en particulier fer
α egal
H celui de la pui'ffance.

Dat is, 'de proeven, die men in bet kleine
neemt, toonen aan, wat men ïq 't groot heeft te wag-
tea, Zie
4mtek. {H)

-ocr page 54-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 55.

(feurs, en Mimßers van vreemde Hoven, en
veele andere aanzienlyke Heeren uit den
Haag, en van andere plaatfen, om de proe-
ven te zien met het nieuwe Water - rad, door
den Heer
de Genneté uitgevonden.

Deeze Krygs-bouwkundige, zig verlufli-
gende met het doen van proeven , toonde
aan, dat de Schep - rad-molens, of de Holland-
fche Water - Λverktuigen van de grootlte
foort, hun water opiluu wende, en naar boven
werpende, op hunne Water - borden zig belaft
vinden met een gewigt van water, ter zwaarte
van 30728 ponden, het welk in de eerfte
plaatiè een tegenftand veroorzaakt, welken
dit werktuig fteeds moet overwinnen , of
Uil blyven Haan,

Als men hier nu byvoegt den ilag van de
borden op het water, zo om het te klieven,
als om het uit te werpen tot op drie voet na
aan het middelpunt van het rad; als men 'er
nog byvoegt den tegenftand van het ftilftaand
waför in een goot van 4 voeten diepte,
het welke het Seheprad zonder ophouden
zeer verre moet voortftuuwen , om zyne loo-
ping te hebben ; als men eindelyk hier by
doet de fchuuring van de affen, van de ra-
deren , van de kam - raden, en fchyfloopen
der Schep - rad - molens, en als men dit alles,
te zamen genomen, aanmerkt als een twee-
den tegenftand alleen van 1 jooó ponden, re-

D 4. kent

-ocr page 55-

(52 KORTE BESCHRYVING:

kent men 'er ze[ierlyli zeer weinig voor (//),
Deeze tegenftarid vaq 15'oop ponden,
gevoegd zynde by den eeril gemelden van
10728 ponden , maakt een tegenftand uif
Vaii 4^728 ponden^ om welken te overvvin-

tien,

(ti) Dit zal men aanftoncls zien, als men eens een
Water-rad van zodaanig een groote , als de Heer
^e Qenneté hier ten papiere gebragt heeft , in het
werk ilelE, en des.?.elfs qitvyerkinge vergelykt met die
van de
Schep-rad-molens. Ik twyfFele niet, of men
zal binnen weinige jaaren aiJe deeze Molens, en oote
«ie Vyfelmolens zien af breeken , en Watevrraden in
fle plaats itellcq, Ik beklaags v/el de Molen-maa·
kers, en ook dc Molenaars, wier koilwinningc ten
einde loopt ; gelyk wy in het vervolg nog nader
zien zullen; maar om eenige weinige duizenden var|
inenfchen den koit tc dp.en wiqnen, kan men de 00-
gen niet fluiten voor de onwaerdeerhaare voordee·:
Jen, die de Heer Je
Genneié ons gantfche Gemeene-
iDcft zo gulhartig aanbiedt. Paar en boven zullen
zy allen gplegenhejd krygen , orn zig met den Land-
bouw te genegren, dewyl 'er nu zekerlyk zal beflo-
ten worden , om niet alleen het
Haarlermiier Meer·^
jnaar pok de beids Tf'icddinxveenjcbe en veele andere
P'eenßcifer^ droog le maaken
; wie \yeet , pf men'e]f
liict een gedeelte van de
Zw'der-zee byneemt : de-
vvyl men ^ door middel van deeze Watér-radcn, die
alles tQt eeo zeer. geringen, prys, en zelfs
fcbaiid^
lipcjf, gelyk men ^egc, kan hebban. T!)us zullen 'er
veele duizenden, ja honderd duizendenMergens van
vrugtbaare landen komen opryzcn ; zo dat "men in
j^iederland alsdan gebrek
ζή hebbün aaa Landbou-
wer?. Ook zyllep de Molen-maakers, die doorgaans
goede "^imraeriieiden zyn, overvloedig'de koiil kun-
pen wjnnen aan all(? de'nieuwe Wooningen , Schua-
jen ^ Kerkenenz. die men dan ζύ moeten bouwe^
jöi^S· geborene Landen.

-ocr page 56-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 57.

nen, men een kracht, of vermogen noodig
lieefc 5 dat grooter is, en wel 20 veel groo-
ter, als het Schep-rad fneller moet omgaan.
Het
Model van het nieiwe Water - rad heefc
niet meer dan het vermogen van
drk pvn-
dcn
noodig om den geheelen tegenftand Ce
overwinnen, welken de beweeginge veroor-
zaakt, als het zyn uitwerkingen doet {im^.

Ais

(tm) Tot nog toe hadt de Heer de Genneté zyne
Leezers met opzet, en op een geeftige wyze in on-
zekerheid gehouden , omtrent de grootte van de,
kracht, die 'er noodig is, om het MoiZeZ zyn volle uit-
werkinge te doen doen : maar nu wordt eindelyk de
nieuwsgierigheid voldaan; en men ziet,
dat 'er maar
drie ponden toe vereifcbt 'voorden:
waar uit men alle de
andere krachten , die zelfs in Water-raden van 45
voeten middelyns noodig zyn, zeer gemacklyk, naar
evenredigheid, kan berekenen met dezelfde, zo niet mee
grooter, zekerheid, als of de ondervindinge bet aan-
toonde. Wy zagen
hoven Aantek. (b)^ dat', vol-
gens de oude Wetten der beweeginge, die in de on-
veranderlyke betreckinge der dingen van eeuwigheid
sf gegrond fcheenen, en waar op de Werktuigkundi-
gen tot hier toe met een volle geruitheid, hoewel,
(gelyk nu van agteren blykt), wat onvoorzigtig heb-
ben te werk gegaan , de volle kracht van diie flerke
menfcben vereifcht wierdt om deeze uitwerkinge. te
doen, die de Heer
de Genneté doet t^ voorfchyn ko-
men door de werkinge van drie ponden gewigt's: on-
kundigen zouden met den Dichter
Poot zeggen, iß
Mengeldichtent ιά,^ Ώ. bladz. 63.

O vreemd I 0 onbegryplyk wonder I
Hier Jpeelt een Eunjer onder, .
gndit
is merkimjil

D 5 ■ "

-ocr page 57-

(52 KORTE BESCHRYVING:

Als men dit vermogen vergelykt met dat
geene , dat ""er in het groot zoude noodig
zyn,.ziet men ligtelyk, dat het rondom ge-
floten Water - rad van dit werktuig, dat zig
in het water, liet Λvelk het opheft, beweegt,
(alwaar het in allerley ftand met zyn lail in
evenwigt is), geen tegeniland vindt in het
water, wanneer het doorliet zelve heen gaat,
als in evenredigheid van het vierkant der
oppervlakte van het rad in het
Model tot het
vierkant der oppervlakte van het rad der
Machine in het groot. Deeze evenredigheid
is dan als i tot 14.4,.

Indien'er niet meer noodig Zyn dan 3 pon-
den , om het
Model te doen gaan, en om
allen tegenftand te overwinnen, dien het ont-
moet, zo wordt ^er derhalven niet meer dan
een vermogen vereifcht, dat I4.f maaien .groo-
ter is, ofvan4.32 ponden, om het Werktuig
in het groot gaande te raaaken (
m Maar de

Heer

C^'u) Om het Water-rad in hec groot te doen
gaan, zoude zekerlyk
al een groot ^etal menfchen
vereifcht worden, volgens de ingekankerde vooroor-
deelen der oude Werktuigkundigen. Laatenwe maar
eens ilellen, dat het Rad werkt met zyn middelbaare
kracht, en dat het dus (volgens
Aantek. (ii)) zo
veel doet ais 252 Scheprad-molens. Dewyl ieder
Scheprad-molen door haar gemiddelde werkinge
900
cM&fgMß voeten waters of 57 ijo ί6· eene minute op
brengt tot
'de hoogte van 4 voeten, (volgens Jan'
tek. (»3)» zo is de Momentkracht van één Scheprad-
molen, gelyk
aan de Motnentkracht van ruim

-ocr page 58-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 59.

Heer de Genneté^wWlQ^do. zyn eigen rekening
hooger doen loopen, zal hier neemen niet
de evenredigheid van de vierkanten der op-
pervlaktens , tegen welken het water tegen-
ihind biedt; maar de evenredigheid van der-
2.elver taerlingen; en in plaats van i tot 14.4.,
2al hy neemen i tot 1728 voor die evenre-
digheid : en dit laatfte is elf maaien meer
tot zyn nadeel.

Dewyl 'er 3 ponden vereifcht worden Om
het
Model te doen gaan, zal men een ver-
mogen van 3 maaien 1728, of 5:184. ponden
noodig hebben om het werktuig in het groot
te doen werken. Een Schep - rad moet dan
een kracht hebben, die 40544. ponden groo-
ter is, dan die 'er in dit nieuwe Werktuig
vereifcht wordt.

Indien men onderftelde, dat 'er 6 ponden, in
plaatiè van 3 pondenjnoodig
zyn tot dit ModeJy
zoude het vermogen in het groot llegts zyn van
10368 ponden: maar geenfints 45 72 8 ponden,
gelyk een Schep-rad-molen^waar in men den te-
genftandzoklein gefteld heeft, als mogelykis.

Eindelyk als men het vermogen voor het

nieu-

— 41,5 menrchen. Derhal ven doen 252 Schep-rad-
inolens , of één eenig Water-rad, als'hec flegts met
zyn
rniddelbaare kracht werkt, zo veel als 41,5x252
:r; 10458 menfchen. Dit werk van
tien duizend vier-
honderd en agt en vyftig menfchen^
doet de H«er de
Genneté
met vier honderd en tix^ee en dertig po?iden ge'
mgis.

-ocr page 59-

(52 KORTE BESCHRYVING:

nieuwe Water-rad in het groot driemaal iler-
ker ftelt dan noodig is, en men neemt alles
op het ergfte, zo zoude het zelve nog niet
grooter zyn dan i y 5" ^ 2 ponden; dit zoude
nog maar het derde deel uitmaaken van de
kracht, die 'er noodig is om een Schep-rad-
molen te doen gaan. Zie daar de rekenin-
ge zo veel vergroot, als mogelyk is tot na-
deel van het nieuwe Water - rad (^ïvw).

OndertuiTchen door de geringe kracht, wel-
ke het noodig heeft om te werken, brengt het
zyn water maaien hooger dan een Schep-
rad, en geeft op deeze hoogte een hoe-veel-
heid waters, die 4|- maaien grooter is. De
proeven zyn het, die dat alles aantoonen
(xx).

De

(ww} Deeze infchickelykheid van den Heer de
Cenmté
is te groot, en gaat alle maat te boven : maar
Hy doet echter wel, dat by dus aan eenigen onzer
Landgenooten de maat vol meet; daar hunne ondank-
baarheid en onvriendelykheid zo verre gaat, dat zy
aan den goeden uitflag van deeze roemrugtige onder-
iieeiningen van
den Heer Uitvinder twyffelen; ja zelfs
daar roede genoegfaam den fpot dryven. Dus worde
alle
wel-levendheid den bodem ingefiagen, de gaft-
•vryheid byna gefchonden, en tnen zal zulke welmee-
nende Vreemdelingen in het vervolg affchricken, van
ons te komen helpen door hunne wonder-doende uic-
vindiogen.

(xx) Indien één Warer-rad het water 71 maaien
.hooger brengt, dan een Schep-rad-molen, en tot op
deeze hoogte 4| maaien zo veel water geeft, is de
liitwerkinge van een Water-rad 7| χ 4| :z; 35 maaien
grooter dan dat van e^n Schep^rad.
Farietas deleElat;
gCfft haddeowe zo veel als 21 of 22 Schep-raden;

ver-

-ocr page 60-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 61.

De uitfpanningen, die de Heer de Gmneté
zig vaa tyd tot tyd geeft, door het doea
van proeven roet zyn nieuw Water-werk-
tuig, doen meer en meer zien, tot hoe mè-
nigvuldige gebruiken men dit Water - rad kan
doen dienen. Zie hier eenigen derzei ver, die
men voegen kan by die geenen, welke bo-
ven reeds uitvoerig zyn befchreven

Fooreerß is Holland vervuld met een me-
nigtevan
Folders j of landen, die met dyken
omringd , en in verfchillende tyden droog
gemaakt zyn. Dewyl deeze Polders io,ofi2
voeten laager zyn dan het overige land, zo
moet men Schep-rad-molens onderhouden,
om daaglyks het water, dat uit den regen
en gefmolten fneeuw gebooren wordt , te
loozen. De uitmaalinge gefchiedt van 15

tot 1$

verder als 126, naderhand als 378» vervolgens als
387, eneindelyk als 35 Schep-rad-molens. Aan dé
waarheid van die alles worde niet getwyiFeld: want
wie zoude zo ontbloot zyn van alle wel-kvendheid ?

CXT) Dit en het volgende is genomen uit de Haag-
fchc Franfche
Courant van den lóden van Grasmaand;
alwaar de
Heer de Genneté het geene Hy te vooren over
de menigvuldige nuttigheden van zyn Water-rad ge-
zegd hadt, nog eens over-polyft; dus zal hetnietvee-
le ophelderingen noodig hebben; als men het voor-
gaande wel begreepen heeft, en ais men derhalven
niet meer twyffelc aan de waarheid van al het geene
de Heer Uitvinder heeft gelieven te verhaalen , (het
geen ik niemand zoude durven raaden , wegens de
zo even gemelde reden in
AanteLC^vw)) zo zal 'er gma
zwaarighcid meer zyn in al het volgende.

L

-ocr page 61-

(52 KORTE BESCHRYVING:

tot T5f voeten diepte; dat is te zeggen, op
3 voeten meer diepte , dan het land, dat
droog moet leggen.

Als men een Polder droog maakt, wiens
water de diepte heeft van 7 en 8 tot 10 en
zelfs 12 voeten, en de Polder bevat bin-
nen zynen dyk 1800 Rhynlandfche Mergens,
is men gewoon daar toe te gebruiken 12
Schep raden van de grootile foort; gelyk dit
nog gefchied is na den jaarei736 in
deFier-
ambagtS'polder hy Woubrugge {%%)
(^). Na

de

(*) Aantekeninge van den Heer de Genneté.

De zaak is deeze: men heeft met 12 Molens niet
meer droog geinaakt dan
1500 Mergens ; de overi-
ge
300 Mergens zyn uitgemaalen na de eerfle droog-
maakinge: en het geheele werk heeft 6 jaaren ge-
duurd. D.ewylde
12 Molens 3 gangen maaken^ zo
volgt y dat ééne gang ^ befiaande- uit vier Molens bo-
lden malkafider
, 600 Mergens kan droogmaaken,
'waar van de gemiddelde diepte is van
10 voeten op
zyn hoogfl. De
Beemiler in Nooi-d - Holland,
die 7500 Mergens bevat, is droog gemaakt door 13
gangen molens, die 'er nog fiaan ; weshalven ieder
gang
577 Mergens heeft droog gemaakt, {^a)

Het

(zz) Het OÉïroy tot de droogmaakinge van de Vier-
ambagts-polder is verleend den 11 January 1736.

(3a) De Beemiler worde by Leegwater begroot op
7545 mergen zuiver Land. Het
OBroy om de Beem-
iler droog te maaken , wierdt verkregen den 21 Mey
IÖ07.
Men begon ia het jaar 160U; doch in het jaar

löio»

-ocr page 62-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 63.

de droograaakinge neemt men 4 molens weg;
de overige agt blyven ftaan, om het dage-,
lykfche Hemel-water uit te maaien, gelyk
gezegd is.

leder van deeze Molens heeft zyn onder-
houd noodig, en moet een' byzonderen
Molenaar hebben ; dit koft jaa-rlylis een zeer
groote fomme gelds.

In

Het Haarlemmer Meer, bevattende 19000 Mer-
gens -water, is door de
Opzigters en Landmeeters
van Rhynland in Hooymaandi'j^.z gerekend droog ts
kunnen gemaaL· worden door 28 gangen, of ii%
Schep - rad - molens van de grootße foort; ieder Mer-
gen, die droog gemaakt moet worden, bevat 600 vier-
kante roeden , hebbende ieder roede de langte van
12 voeten ; de grüotße diepte van het
Meer is van
12 voeten. Dezviyl dan de uitgeßrektheidj die droog
gemaakt moet 'voorden, is van
19000 Mergens, zo
zouden
67 8-ί Mergens moeten ivorden uitgemaalen
door ieder gang Molens, op een ongelyke diepte, die
overal op verre na geen 12 voeten kan haaien. (3^)

1610 in Louwmaand brack de ringdyk door; dit niet
tegenftaande, was niet alleen de droogmaakinge in hec
jaar 1612. voleind ; maar zelfs de Kaveling der gant-
fche Meer gefchiedde den 30 van Hooymaand van dat
jaar : gelyk dic breeder befchreven is in den
Tegen-
woordigen Staat der Fereenigde Nederlanden
, hier te
Arafterdara by
Tirion gedrukt, 8fte. Deel pag. jöa
enz. Men zie ook de
Stucken rankende de Beemjter ,
by een gezameld en gedrukt te Purmerende in het jaar
1696. pag. 4. enz.

(36) Leegwater rekende de gemiddelde diepte op f
voeten, anderen op
10 yoeteu.

L

-ocr page 63-

64. KORTE BESCHRYViNG

, In plaats dan van 4 Molens weg te nee-
men, zoude men 'er 11 kunnen raiiTen; de
ΐΣ'ίβ^ welke over zoude blyven, zoude meer
dan genoeg zyn , om de 1800 Mergens,
waar van men hier fpreekt, dagelyk droog
te houden. Ten dien einde zoude niets
anders noodig zyn, dan het Schep - rad van
de Molen af te neemen , en het nieuw uit-
gevonden Water-rad in de plaats te ftellen.
Dit zoude des te gemackelyker vallen, de-
wyl dit Rad maar van hout en zeer eenvou-
dig is. Het zoude gemaakt en geplaatll
kunnen zyn in minder dan vier maanden
tyds (3O.

Alä

(3c) In het ]"aar 1751. rekende men, dat de Macbi'
ijê op het Pefthuis in zes weeken, of twee maanden
zoude kunnen vaerdig zyn , mits dat alle de ducken,
die 'er toe noodig waren , te vooren in gereedheid
zouden zyn gebragt. In
November deszei ven jaars
werdt door eenige goede Vrienden van den Heer
Uitvinder verhaald , dat alles in gereedheid was , en
volkomen naar het
vooiTchrift gemaakt: dus verwaa"·-
te men, dat het Wonder-geftel aan den gang zou
raaken mee het einde van dat jaar. Ik heb , na dat
deeze keurige Befchryvingereeds het licht zag, zom-
migeonkundige Menichen hoeren ftaande houden, da£
men hier volgens den
regel van driè'n moeft rekenen ,
op deeze wyze:
zes nxieeken geev en Dier jaar en en rum
vier maanden^
(en wie weet, hoe veel nog meer!};
hoeveel geevende^. maanden, (diehiergefieldworden) ?
Als men op deeze plompe Wyze wif rekenen , zouda
meo voor deeze 4 maanden moeten ftellen nictalleert
ruim I i-j- jaaren , maar zelfs ii^ + λ; jaaren (de Heer
Uitvinder necme bet uiet kwaalyk , dat ik
my hier

valss-

-ocr page 64-

VAN ίΐΕτ NIËÜWË WATER-RAD. Ö5

Als het Water-rad werkt met ^yn middel*
baare kracht, brengt het in ieder omloop om
zyn as 104.4. cuhique voeten tot de hoogte
van 30 voeten, en é duimen ί ditisdeuitwer-
kinge van 21 of 22 Scheprad - molens. {%d)
Maar dewyl het water in dit geval niet hoo-
ger behoeft opgebragt te worden, dan 1 f
of 16 voeten , zo zoude het nieuwe Wa-
ter - rad alsdan niet meer doen dan 12 of 15
Schep-raden (3O Eif der halven van di^ gee-

van de Tover-ciare^in- der Stelkimeligeti, b|r gebrek
van anderen, en geenfins
οπϊ zyn Wel Ed. eenigeirioe»
jelykheid aan te doen, bediene;) alwaar men"door
λ:
kan verftaan zo een
gföOEe rècx van tydèn, als iedéü
naar zyn bei^e weeten gösd vindt. Doch meti moet
acht geeven ,
voor eerfl dac de Heer de Genneté mef
recht weigert om de
thllanders tot nog toe zyn kunll
in haar voiieö iuifter te laaten zien , om hun düs t'e
ftraffen wegen« hunne hoog-g^ande ondankbaarhêid,
en ontydige nieuwsgierigheid ; en
ten anderen , dst
Hy, betere Werktuigen naderhand gevonden heb-
bende , om het water op te heffen , geen haail be-
hoeft te maaken met een flegtef te voltoojen ; jjelyk
ik in de
Foorrede reeds gemeld heb: één eokei ge-
val
is 'er, waar in het flegtcre van dienrt zoude kun*
Ben zyn, volgens
Aantek. (q). Doch dewyl dit Wai-
ter-rad ten minften 31 maaien beter is dan het Kunft-
werk op het Peftbuis, is 'er geen twyffel aan , of di&
Rad zal naar
evenredigheid eerder vaefdig zyn.
('ld) Zie hoven Aantek, (fi)
(3^) Hief vertoont zig wederom een blyk van gi?-
delooze nederigheici : als een Water-rad 1044
cubi*
que
voeten in vier fecunden opbrengt ter hoogte van
rpA voeten , doet hot zo veel , als ruim 6Ö Schep-
raden , ais zy
met hun grootfte kracht werken ; en
ZQ vee! ais 132 Schep-rad Wiecs, als dseze buocege-

Ε mid"

(i'
Ιί!.

-ocr page 65-

66 IvORTÉ BESCHRYVING

nen ^ daar men hier van ijireekt , zoudéii
kunnen weggenomen en afgebroken worden.
Men zoude daar en boven het water van eeri
nabuurigen polder van 600 roeden tiitge-
ftrecktheid kunnen neemen , de vier Schep-
rad - inoiens, die denzelven droog houden ^
wegbreeken , en tyn water gemeenfchap
doen hebben met den eerften Polder, eh dus
door middel van één nieuw uitgevonden
Water - rad, den eenen 2
,0 wel als den ande-
ren droog maaien 3 ƒ}.

Men zoude dus op 24.00 Mergens
Schep - rad - molens hebben , die overtollig
iyn; doch hunne afbreuk zoude niet onnut
wezen. Men zoude ook 15 Molenaars min-
der te betaalen hebben, neifens het onder-
houd van hunne Molens. De Hooge Over-
heid zoude daar door beter verzekerd zyn,
dac 's Lands laiten zullen opgebragt worden,

en

middelde kracht oeiFenen. En als een Water-rad
3044 cubique voeten brengt tot de hoogte van j6
voeten in 4 fecunden, doet het zo veel als ruim 69
Scheprad-molens met hun middelbaare kracht Wer-
kende; zo dac hier overal een verbaazende overeen-
flemmiinge is van alle de begrootingen; zie
Aantek.
(xx):
en dit is te meer te verwonderen , dewyl de
Heer Uitvinder geen Wiskunft gebruikt.

(3/) Een Water · rad , doende 20 veel als (SpSchep-
Tad-molens (volgens Aantek. (3e)), zoude niet alleen
twee zulke polders droog kunnen houden
, maar zelfs
een polder van ren rainften
10200 Mergens; als meß
<5oo mergens rekend voor vier Schep-rad-raolensbove»
snalkander.

-ocr page 66-

VAN lïET NIEUWE WATER-RAD. 67

en de Eigenaars zullen beter in ftaat
om die laften Ee betaalen , en om hunne
goederen in prys te doen ryzen, daar dezel·
ve nu als ingeflokt worden door de Molen-
gelden,

Het geen men hier 2.egt omtrent éénen
Polder, moet verilaan worden van alle de
anderen, naar evenredigheid van derzei ver
grootte; hec welk geen geringe zaak voor
Holland is, Indien men" zig de moeite wil-
de geeven , om uit te rekenen , hoe veel
koften men door dit nieuwe Water - rad
zoude kunnen fpaaren alleen in het onder-
houd der Polderen, die reeds droog-gemaaki;
zyn, en in het uitmaalen van die geenen,
die nog droog-gemaakt moeten worden, zou-
de men al veele Millioenen guldens kunnen
uitwinnen op de gewoone koflen ( f) (^g)^

Daar j

Aantekeninge van den Heer de Qenneté., j

(f) Ten opzigt van het tegenwoordige fiuk, zon-. 'j

de men de koßen van 15 Molens minder hebben. In j

de Beemfter zouden vier nieu-we Water-raden dc' |

'zelfde uitwerkinge doen, met de gangen Molens,
die op deezen Polder maaien·, dat is te zeggen, dat
 j

vier van deeze nieuwe IVater-raden , met v^einig |

koßen vaßgemaakt zynde aan vier van de Molens,^

die

(2g) Het zal dus tyd beginnen te wonden, dat m-q
eens overlegiie , war men mee al het geld za! doen ,
a1s de
Lapis Philofopbomm, of de kuqfi: ora §oud te maa-
kcn, niet uitgevonden (want dit is reeds over-ïang

Ε 2 ge·

-ocr page 67-

KORTE BESCHRYVlNG

Daar en boven en ten tweeden, de Pfo-
Yincif vao Holland heeft een groot getal

vait

éie rèeds in de Beemfter sy«, de ondraaglyke hflen
zouden fpaaren van
ί/ε 13 gangen, die ιν,ΰη dm ^oU"
4e kunnen mißin.

(Vat het i-iaarleirimei' Meer 'aafi-gaat i in pldats
'VaH
28 gangën , of 112 Molens van de grootfle
fooH j die tegenvioordig niet minder dari ieder voor
12000 guldens kunnen gemaakt ivorden, gouden ne-
gen of ten hoogflen
10 nieime ïVater-raden hei
^ef'k kunnen doen; en maaken dit Meer droeg in den-
telfdm tyd, i^aav in het doer
112 Scbtp 'rad-mo"
lens kan gedaa,ii -"éordeH. ^^t is wederom te zeg-

fen, dat tien van de nieimè PVat er-raden, die uit
^mmêv^erk bejlaan, m zeer eenvomvdig zyh, 'wsl-
ke mëh 'Mude kunnen vaßmaaksn aan de tièfi Mo-
lens, die men in dë
Vier-ambagts-polder äoi/ii
iunneh miffm^ aUe de PFerktuigen zouden liitmaa'
ken, die men noodig heeft tat droogmaakinge van bet
liaavlemmer Meer. Deeze onkoflen zouden zig
mQ.it het ιΦ gedeelte bëdraagen van het geld, dat

men

^cfctiied doDP de Adefti) , ttiaar aan de Nederlailderen
ïTiedegedeeld wordf. Men zoude al Veeie nuttifie
Ónt\^erpen in dat geval kunnen maaken, inzonderheid
iηe^heί:reckiπge op den tyd , dien wy nu beleeven ;
doch men zal beft doen /met dezelven by tyds door
Öe® Heer
de Gennsti die in dee^.e Toort vap zaake»
é.epr geoeffend is, te iaaten opftellen , om dus , als
'er geen nieuwe Water-werktüigen meernoodig zyn,
geen gebrek te hebben aan uitfpanningen, om zynen
geeft , door v^rhevensr be^igiieden "afgefloofdV ^^
vcrkwicken.

-ocr page 68-

VAN HIT NIEUWE WATER-RAD.

van fraaje Steden, ryke Dorpen, en vrngt-
baare Buiten - plaatfen, voorzien van goede
weiden. Dit alles is gelegen beneden het wa-
ter-pas van de Zee-wateren, en van de
Rivieren , die dit ichoone Land beiproejen.

De

m^n op de gewoone wyze daar aan zoude moeten bc-
fleeden. (3g*)

Als men tien Water-raden gebruikt, zal men
maar een twaalfde gedeelte behoeven te befteeden vaa
het geen de droogmaakinge van het
Haarlemmer-Meer
op de gewoone wyze zoude koften (voor zo verre,
naamelyk het Molen-werk betreft). Honderd en
twaalf Scheprad-molens, ieder op 12000 guldens ge-
rekend zynde, volgens den Heer
de Gennkê, zouden
koilen 1344000 guldens ; een twaalfde gedeelte hier
van is derhalven 112000 guid. Hier voor zoude men
kunnen hebben tien Water-raden, die dus (dewyl zy
uit Timmerwerk beftaan, enzeereenvouwdigzynjhec
ftuck op zyn hoogft zouden bedraagen 11200 gl.
mits dat de Molens, aan welkep deeze Raden zullen
moeten gehecht worden, reeds gemaakt zyn; dewyl η

het Water-rad hier maar een opvolger is van h;t |

Schep-rad. Men ftelle , dat een Schcp-rad op zig i'

zeiven 50O gl. koft; zo zal één Water-rad, dat zo Ι

veel doet, als 378 Schep-raden, 189000 gl. waerdig j;;

zyn: en dewylhet maar 11200 gl- za! koften, is 'er |

177800 gl. koop aan. Zie boven yiawi. (ti) En, al
was het, dat men raaar hec ons: veiligde op de mid·. |l'!

dclbaare uitwerkinge van het Water-rad, zoude hec li'i

zo vee! waerdig zyn als 252 Schep-raden ; en derhal- [ij

ven zoude men nog het Water-rad 114800 gl. bene- '

den de waerde hebben. Ja zélfs zoude men het ge-
heele werk met één eenig Water-rad kunnen verrich-
ren, om dat het op zvn anerminfl zo veel doet, als
12(5 Schep-rad-molens', volgens
AanteL· (n)

Ε 3

-ocr page 69-

(52 KORTE BESCHRYVING:

De Hemel - Wateren worden niet geloosd daq
door Middel van Water-werktuigen. Dé
ï^ioeraiTen, de Meeren, en deontelbaare grag-
ten; %o wel die geene, die bevaarbaar zyn ,
als die tot ^ieraad der Steden ftrecken ; als
mede die geene, welke dienen tot ontlaftin-
gp der landen , 2yn vervuld roet water,
dat altoos zoude ftililaan , indien het niet
bewogen wierdt door de winden. Echter
i^' deeze beweeginge niét voldoende, om
den ftililanci in den Somer te verhinderen,
liier van daan komt het bederf van alle dee-
ze wateren, de ftank dien zy veroorzaaken,
yoornaamelyjc in de Steden, en de befmet-
ting der lue;t, die zig door het Land ver-
fpreidt. Men zoude dit ongemak zeer ge-
macklyk luinnen verhelpen door middel
van het
Nieuwe PPuiÏer-i^adzie hier op.
iioedaanig een wyze: Men heeft hier boven
(3/7) gezien 5 Φ^ d't konil-tuig, als het
met zyn grootfte kracht werkt,
'\%6ecuhi-
mie
voeten waters opbrengt in ieder omloop:,
men heeft gezien (3/'), dat dit water, dus
opgeheven zynde tot de hoogte van 30^ voe-"
ten , een water-goot vuk van
6 voeten breed
en
6 voeten diep , loppende met eene fnel-
heid van 21I voeten in ééne iecunde, dit;
Profil van 36 vierkante voeten geeft: dus in

24.

(n,h) 7Je hoven ylintek. (Uy
(y)
Zie boven Amtek. ( nn)

-ocr page 70-

VAN HET NIEUWE WATER- RAD. 71.

24- uuren tyds 2 2 5; 5;04.00 taerlinkfche voe-
ten waters ( ).

Als 2ulk eene onmaatige hoeveelheid \va-
ters by aanhoudendheid geworpen wordt in
een
canaals voor aan in een Stad, als den
Maag
of Amßerdam, met de kracht, die het
door zyn val verkrygt, en met de kracht,
welke de gediuirige iiidoo7inge geeft,het al-
ken voort doende gaan met een gezigt-ein-
derlyke fnelheid van 22 voeten in ééne fe-
cunde, zoude de kracht , welke te zamen
gefteld is uit deeze twee 3 het water een
ïbelheid geeven van 76 voeten in eene fe-
ctinde (3/); Deeze voorftinvinge, en die van

het

Cs^) Z\e wedcÏom Adntek. (ii) ^

(3/} Ik ben genoodzaakt te bekennen , dat ik zo,
yerie in de Waierloopkunde nog niec gevorderd ben,
daf ik deeze rekening in allen deelen kan nagaan: mis- ι:!

ich'en is hier in ook ol eenige verandcringe, en verbe-
t-eringe gemaakt; (gelyk wei te denken is, dewyi de jj.

Wetten van de Werktuigkunde in dezelfde algeraeene. ,''

Wetten der Natuur plairten gegrond ter zyn met de !',

Wetten der Waterloopkunde). Myne denkbeelden, 'f

die tot nog toe op de oqde leeft gefchoeid gevveeft ij

zyn, willen zo ichielyk naar deeze nieuwe verbe- "

teringen zig niet fchicken: ik hoope echter, dat myn '

^uwerwetfche zie! aan het nieywe Syflema mee 'er tyd
zal gewennen. Men onderftelle, dat het water door
de verbaazende werkinge van het Water-rad 22 voe-
ten voortga-at in eene iecunde; men ftelle , dat het
van de hoogte van 30{- voèten neervalt in de gragten,
zo zal het door deezen val een fnelheid hebben van,
42, 775 voeten in ééne fccunde; a!s roen allen tcgen-
ftand ter zyden ftelc. Doch dit heefc alleen plaats

Ε 4 " ge-'

li;:

-ocr page 71-

KORTE BESCHRYVING

het water , dat van acteren het werktuig
volgt, zouden buiten tvvyiFeJ alle de wate-
ren in de overige gragten in beweeginge
brengen; deeze zouden rondloopen, en ilroo-
men op zodaanig een wyze, als men het
werktuig , dat alles in beweeginge zoude
ilellen, goed vindt te maatigen {γη). Om
dit werktuig te doen werken met zyn aller-
grootlie kracht, hebben we gezien (3^2), dat

niet

gehad, 20 lang de oude Natuur-wetten nog niet uit-
gediend hadden. V/y zullen nu ook gantrch andere
r..'gcicn der Uivierkunde krygcni wy zullen zien, dac
afleidingen ter zyden niets helpen; en men zal moe-
ten bedagt zyn op deeze
Reformatie in het berekenen
der fluisgangen.

(3<7i) Men kan toch het Wcrkrui^ïgrooter, en klein-
dcr van middellyn, van meer, of minder breedte maa-
kcn; men kan het raffer en lan.^faamer doen omgaan ;
alies hangt nu af van de willekeur der Kunilenaaren :
voor deezen rekende men zig aan andere Weccen ge-
bonden, alleen uit ingekankerde vooroordeelen.

(^n) Zie Aantek. (tt) Echter is 'er niet, dan alleen
inge'wikkeld van de krachten der wind gefproken :
doch men heeft zig tot nog toe verbeeld, dat men
de hoeveelheid winds, die 'er vcreifcht wordt, om
een Schep-rad-molen te doen omgaan met een bepaal-
dc fne)heid,niet naauwkeurig konde berekenen;ai wac
eu-nigeWis-en Natuurkundigen deezer eeuw, voornaa-
melyk de Heeren Ριτοτ,
Dan. Eernoulli, Euler,
Eelt dor
en Lulofs, liier omtrent door hunne Hel-
kundige
tovcr-cbaraäers, en ßuxie-rckwingen gedaan
liebbcn, is voor het grootOre gedeelte vrugtcloos ge-
weed, gelyk de isatftgenoemde zelf dit heefc moeten
b'-ken;icn in ric
yer'banäeiingen van de HoUandfcbe
Ahaticbappy D. p. 6?o. zo dat men zeer veel ver-
pligtinge héefc aan den Heer
de Gennsié^ die 20 juift

hec

-ocr page 72-

van het NIEUWE WATER-RAD. 73

niet meer vereifcht wordt dan omtrent liet
negende gedeelte Vfin den wind, wiens aan-
drang noodig is, oiB een gemeenen Schep-
rad-rpolen te doen gaan; dat is te zeggen j
dat de geringlte wind genoeg is om het nieur
we Water-rad in beweeginge te brengen 5
gn dat de warnufte en Itilfte Somer altoos
ziilk een koeltje zal geven, als ""er vereifcht
wordt. (30)

Uit dit alles kan men gemacklyk opmaa-
ken , hoe men het Itilftaan, de bederving,
en het ftinken van het water, en dus ook de
ontfieeking der lugt kan voorkomen. Jeder
Stad in
Holland heeft Jiaare gragten , die
met de Meeren, en met de groote bevaarr
baare
Canaakn j die door het gelieele Land
verfpreid 5 en ook onderling gemeen-
fchap hebben. Als men voor aan in ieder
Stad 5 of op een kleinen afftand van de
Stad , een nieuw Water - rad plaatfte, dat
het water fchept uit een groote gragt buiten
de Stad, en het werpt in de Stads gragten,
zoude zulks een^ omloop van ftroomend wa^

ter

het negendt gedeelte van den wind, eö bygevolg ook
het
geheel kan vinden.

(30) Zelfs als 'er zig geen blad aan de boometl be-
weegt, is 'er nog een geduurige, doch onzigtbaare,
beweeginge in de lugt, die genoeg in ftaat is orn het'
Water-rad om te dry ven, en dus het werk van 10458,
of ten minfiien van 5229 racnfchen te verrighten.
Mnuk. (vv)

L

£ I

-ocr page 73-

Η EORTE BESCHRYVING

ter maaken, Me zo fnel zoude gaan ^ ah mm.
zoude willen,
en die zig buiten de Stad zou-
de ontlaiteo in de groote Vaarten van het
Land. Na dat bet water ζγη"* omloop door
het Land zelf zoude volbragt hebben, zou-
de het wederkeeren naar het Water-rad; het
welk het op nieuw zoude opvoeren. en dee-
zen omloop zonder ophouden zoude doea
diiuren de geheele Somer-hitte door.

Alsdan zouden de inwoonders, zo van
de Steden, als buiten op het Land iiet ver-
maak hebben van het water voorby hunne
deuren te zien ilroomen; zy zouden niet
meer bloot gefteld zyn aan de ziektens, die
uit de verrottinge voorkomen, welke uit het
Itililaan van het water haaren oorfprong
heeft; zy zouden een zuiverder lugt inade-
men, waar door het ligiiaam gezonder en
de geeft vrolyker wordt.

Ten derden^ in Holland heeft men fchoone
en prachtige Bniten-plaatièn, of Luft-hoven;
maar men vindt ^er felden Water-iprongen;
die dezelven, door hun te verlevendigen,
nog veel verraaakelyker zouden maaken. Het
zoude gemacklyk zyn zig zodaanig een ver-
maak te verlchaiFen. Daar zoude niets an-ï
ders toe noodig zyn, dan een water-back
op een hooge plaats te ftellen in een hoek
van de Hofftede aan de boord van een ilootj
neifens een
nïmw fVatcr-rad^ dat het wa-

teiP

-ocr page 74-

van het NIËUWE WATËR-RAE). 75

ter uit de iloot in den back brengt. Men
EO Ilde vervolgens Water-fprongen, Water-
vallen enz. maaken j waar toe men in eenen
dag 2 2A millioenen
mhtque voeten waters
zoude kunnen hefteden, welke door één Wa-
ter-rad zouden opgevoerd worden

C3;)) bit alles heefc geen ophelderinge noodig ;
het is overtuigend genoeg, en in hec algemeenbewee-
zen in de
Aantek. (2g) ; zie ook Aantek. (iyy).

Schoon ik my geehzins kan, of wil uitgeeven voot
iemand , die zulke kiaare en verhevene denkbeeldert
van het nieuwe Water-rad, en van alle deszelfs nut-
tigheden heefc, als wel de Heer Uitvinder zelf, voor-
naamelyk om de redenen , die ik
Aantek. C3I·) heb
opgegeeven ; echter neeme ik de vryheid van nóg
een nieuv? gebruik, dat vooral heilzasm zalzyn voot·
Holland, onder het oog te brengen, 's Lands Rivie-
ren, naamelyk, zyn op veele plaatzcn deérlyk ver-
zand Cgelyk ik in de
l^oorrede reeds heb aangemerkt) i
door Ki^büelaars en diergelyke Werktuigen is het on-
mogelyk om dezelven te verdiepen ; het eenigfte
iuiddei zoude zyn , dat men een fterke fcbuuring
maakte, door den ilroom
zes of agt maaien fnellcr
te doen gaan dan tegenvvoordig. Dit zoüde gevoeg-
jyk
kunnen gcfchieden door middel van deeze Wa-
ter-raden; gelyk, men gemacklyk: kan ópmaaken uic
het geen de Heer
de Genneté zelf omtrent de fchuurin-
ge door de gragten der Steden heefc voorgeileid Wsiz.
73 enz. volgens welk ontwerp men den ilroom zo fnel kaïi
niaaken, als mén wil. Ik beken, dat ik my niet kan be-
roemen op deeze nuttige Uitvindinge, dewyl de Heef
Uitvinder zelf my 'er aanleidinge toe gegeeven heeft;
indien derhalven dit middel ooit mee vrugt in hec
werk geileld wordt,· zal Hem, &nietmy, de eere:
daar van toekomen.
Zie Aantek. (^J) en (^m).

Ziet daar, waerde Landgenooïem, het geene ik
ipordeelde dienftig te zyn tot ophelderinge van dö
•Befchryvinge, dié
άοοϊ'άψίΐ^ΰΐ ds Gennhé zelveti

li

-ocr page 75-

η6 KORTE BESCHRYVING enz.

gegeven is; ikhoope, dat ik overal 'sMans raeenin-

fe zal getroflÏn hebben , en de ziel van zyn nieuw

yJiefPA voor de oogen van uw veritand gebragt; ik
hüope, dat dys ^etfs het wellevenfte gedeelteonzeV Ne-
derlanderen zal kunnen oordeelen, of men ook aan
ondankbaarheid zig fchuldig maakt, a!s men de woor-
den van den Heer Ρ
ito τ (Êiem. de VAcad. RoyaL
des Sciences
1737.) op den Heer Uitvinder roepait,
alwaar hy zegt:
Des qu'im Macbinijte fan^ principe
croit avoir invente une Machine nouvelle, capable de
faire un grand effet
, l'extrême envie, qu'il α de reus·
Jir , fait qii'il n'examine plus , β eet effet efl püjji-
ble; il paffe par deffus toits les inconveniens , l'amour
proprs , la gloire & Jouvent l'envie de gagner , ö'
dé faire fortune Ie perfuadent efitierement de la rem-
ßte de la Maebine. 8ΊΙ demande l'avis des perfonnes
'capables de Ie detromper ^ c'ejl α conditioii qu'on [era de
fon feiitiment ; fans cela il en accnfe l'envie, 6® croit
qu'on 'Veut lui ravir im bien réè'L Enfin , êtant plei-
nement perfiuidé , il exéctite fa Machine, il fait de ld
depenfe ; c'ejl encore beaucoitp β après Ie mauvais fuc^
Ces
, il reconnoit fa fauts , ^ s'il αϋοαβ, qu'il α fuivi
trop legerement fes idéés mal digérées.
Indien de Heer
Uitvinder in het vervolg nog eenige verdere nuttig-
heden van
Zyn Warer-rad met het Gemeen moge
mededeelen, zal ik Uw rayne hulp, in zulks te ver-
taaien , cn op te helderen, niet onttrccken, en op detr-
zelfden toon voottvaaren; doch zo de Heer
de Gen·
neté
verder gaat dan zyne Water · vsrerktuigen, zou-·
dc het kunnen gebeuren, dac ik de fnaarcn wat ftcr-
ker fpande, en'wat breedvoeriger op een' hoogeren
toon liet hoorton, hoe nuttig de vermaaning van "yipei-
les was, by Plin. H0. Nat. Lib. 35. Cap. jo.

ne sütqr ultra crepidam.

-ocr page 76-

VERBETERINGEN.

Bladz, i3 rcgcl ii, 2591000 Ices ijpxooo cubque yoetcßi

--- 45 —— 30 is, nuttig---is nuttig,

►-- 4P --- j,g BjEtDOR--Bslidor.

II