-ocr page 1-

. ir Jfoy. l

4

1-\'.

V-V

ARBEIDSBEURZEN.

■ 1

Mr. B. GEWIN.

la

tij

J.-ocr page 2-

■ ~ L

j- \'.fe\' -

I ,

A

U

M

V I

I ■

i

-ocr page 3-
-ocr page 4-

\'\' v

.1 1 ^

; 4\' ■■

■ f

T- ; ■ !

i

Y ■■

I-»

S ■.

\\

1-\' . ■■

i N

j\'

K..

....

■f ■

-ocr page 5-

^ItBEIDSBBiritZEN-ocr page 6-

RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

v ••
/..

1088 0403

-ocr page 7-

Arbeidsbeurzen.

PROEFSCHRIFT

tek verkrijging van den graad van

I ö[ s

AAN DE j^IJKS-pNIVERSITEIT TE pTRECHT,

na macntiaing van den rector-maonificus

Mr. J. DE LOUTER,

Koogleeraar in de faculteit der TUchtsioetemchai),

VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER UNIVERSITEIT,

tegen de bedenkingen van

De Faculteit dep f^eehtsgeleepdheid

TE VERDEDIGEN
Op Dinsdag 15 November 1898, des namiddags te 4 uur,

door

BERNARD GEWIN,

Geboren te Abcoude.

1

\' ■., ......vv «•

\\ )\' ...........

pTRECHT --jJ. V. j^UFFEL.

1898.

nu

-ocr page 8-

.....

■ - \' .....

Si®»-ocr page 9-

Jtan mijne Ouders.

-ocr page 10-

vi^i.N ;

fei-

:ai»^.Saös^;::-: mm^^W

V.I».^ . ..Ç -I«-

--------

m

-ocr page 11-

Bij het afscheid nemm van mijne Academische loopbaan breng ik
aan de Utrechtsche Universiteit een laatsten groet.

Het is mij eene behoefte een xooord van oprechten dank te brcTigen
ann U, Hooggeleerde
d\'Aulnis de Boubouill , Hooggeachte Promotor,
die mij steeds met de meeste bereidvaardigheid ter wille waart.

Aan allen, die mij bij het samenstellen van dit Proefschrift m^et
raad en daad ter zijde stonden, en onder wien ik inzonderheid aan
Dr. Ph. Falkenburg denk, mijn warmen dank.

Het is hier de plaats mijne gevoelens van erkentelijkheid te betuigen
aan de Hoogleeraren der Juridische fa/^dteit, wier onderwijs ik gedu-
rende een vijftal jaren genoot, alsook aan dc Eerevoorzitters van het
gezelschap
Antonius Matthaeus, onder wier leiding ik mij mocht
oefenen in het praktische deel der rechtsgelea-dheid.

Htm met wien. ik het lief en leed van een Studententijd heb door-
gemaakt, roep ik een hartelijk vaancel toe.

-ocr page 12-
-ocr page 13-

I H O U D.

INLEIDINQ

HOOFDSTUK L

Het verscliijnsel der werkelooslieid . 5-77.

Het hcgrip arbeid 5. — Het begrip werkeloosheid 8. — Definitie
10. — Aangaande hare historie is weinig met zekerheid Ie zeg-
gen 11. — Is de werkeloosheid grooter dan voorheen? 12 — De
werkeloosheid draagt thans een ander karakter 13 — Moeilyk-
heden bij het bepalen van den omvang der werkeloosheid 14. —
Hoewel een volledig cijfermateriaal ontbreekt, kan toch het een
en ander omtrent het verschijnsel in cijfers worden medegedeeld 17.

Werkeloozen-Statistiek..........................19.

Methoden van werkeloozen-statistiek. — Indirecte 19. — Directe. —
Statistieken door de werklieden zelf 20. — Tellingen vanwege Ge-
meente en Staat 25. — Labour-Bureaux in Amerika en Australië
27. — Statistische Aemter in Duitschland 28. — Labour-Depart-
ment in Engeland 28. — De gemeente Amsterdam en de werke-
loozenstatistiek 29. — Conclusie 31.

Oorzaken der werkeloosheid......................32.

Onderscheiding der oorzaken — Vrgwillige en niet vrijwillige 32. —
Al of niet door eigen schuld 33. — Het eigenlijke begrip der ge-
dwongene of onvrijwillige werkeloosheid 33, — Zieken, invalieden,
ouden van dagen en zij die door een ongeluk zijn getroffen 3^1. —
Sociale, polilieke, natuurlijlce en technische oorzaken der werke-
loosheid 36. —
Sociale oorzaken. — De trek naar de groote
steden 3G. — Onvoldoende vakkennis 42. — Omzichtigheid bij do
beroepskeus 44. —
Politieke oorzaken 47. — Natuurlijke oorza-
ken. — Oneigenlijke, periodieke of seizoen werkeloosheid 49. —
Seizoenbedrijven 49. — Kan in den slappen tijd worden ge-
spaard? 50 — Campagne-bedrijven 53. —
Oetonomische oorza-
ken, — Crises, depressies enz, 54. —
Technische oorzaken 57.

Blz.
1-4.

-ocr page 14-

Gevolgen der werkeloosheid..........

Materieele nadeelen 58. — Moreele gevaren 60.

Middelen tot leniging en bestrijding........

Recht op Arbeid.........

Door wie verdedigd? 65 — Verschil met recht op onderstand en
existentie 66. — Historie. — Frankrijk 68. — Duitschland 69. —
Zwitserland 70. —
Critiek 71. — Onhistorisch 71. — Onuitvoer-
baar 72. — Onstaatkundig 73. — Uit oeconomisch oogpunt af te
keuren 74. — Uit ethisch en rechtsphilosophisch oogpunt te ver-
oordeelen 75.

78—116.

HOOFDSTUK II.

Oeconomisclie en sociale functies eener
Arbeidsbeurs.....

Inleiding 78. — De verhouding tusschen werkman en patroon is
veranderd 79. — Onbekendheid met de voorhanden arbeidsgelegen-
heden 80. — De arbeid heeft behoefte aan een intermediair 81. —
Het maatschappelijk raderwerk grijpt ten aanzien van den arbeid
niet snel genoeg in elkaar 82. — „Slellenwechsel-ocr page 15-

XI

HOOFDSTUK HL

Aanwijzing van arbeid en Arbeids-
beurzen in bet Buitenland .

Duitschland.......

Geschiedkundige ontwikkeling. — Plaatsing tijdens de „gebundene
Gewerbeordnung-ocr page 16-

xn

Blz.

vinclalverbäude 174. — lu de Kiels- Hoerde 174. — Territoriale
Arbeitsnachweis te Bielefeld 175.

Verband Deutscher Arbeitsnachweise....... 175.

Slotwoord 270.

Frankrijk........ 177.

Historische ontwikkeling 177. — Recommandaresses 177. — Bureaux
d\'adresses 179. — Het decreet van 2 en 17 Maart en 17 Juni
1791. 180, — Les compagnonnages 180.

Bureaux de placement............. 180.

Hunne ontwikkeling 181. — De verordening van 5 October 1852
en hare gevolgen 183. — Pogingen tot oprichting van

Bourses du Travail..............^ 185.

De „Bourse du Travail-ocr page 17-

XIII

Egham. — Ipswich 226. — Wolverhampton. — Salford 2-27. —
Chelsea — St. Paneras enz. 228. — The National Labour Exchange
van „The Salvation Army-ocr page 18-

XIV

Biz.

Califoruie 272. — In New-York 272. — Arbeidsbeurzen in Mas-
sachusetts 273.

Australië........ 273.

Victoria 273. — Queensland 275. — New-South-Wales
275. — Zuid-Australië 276.

Nieuw-Zeeland....... 277.

HOOFDSTUK IV.

Aanwijzing van arbeid en Arbeids-
beurzen in Nederland . . . 279—307.

De meest primitieve vormen van plaatsing zijn nog steeds de meest
gebruikelijke 279. — Persoonlijk omzien naar werk, aanbeveling
279. — Plaatsing door gevolmachtigden 280. — De periodieke
pers 281 — Besteedslers- en placeurskantoren 282.

Het huur- en slaapbaasstelsel.......... 284.

Plaatsing bij dokwerkers en sjouwerlieden 288. — Aanwijzing van
arbeid door werklieden en vakvereenigingen 288. — Roomsch-
Katholieke Volksbond 288. — Patrimonium 289. — Nationaal
bureau van plaatsing van het „Nederl. Jongelingsverbond-ocr page 19-

XV

HOOFDSTUK V.

Beschouwing over de verschillende
soorten van aanwijzing van
arbeid en Arbeidsbeurzen. . .

Indeeling.................

Omzien naar werk 309. — Openbare plaatsen van samenkomst 312. —
De periodieke pers 312. — Placeurs en besteedsters 316. — Ar-
beidsbezorging door de post 320. — Plaatsing door de belang-
hebbenden zelf. — Arbeidsbeurzen van werklieden- en patroons-
vereenigingen 323. — Arbeidsbeurzen van vereenigingen van
armenzorg en liefdadigheid 328. — Arbeidsbeurzen van vereenigingen
met gemeennuttig doel 331. — Wordt van de vereenigingsbeurzen
alleen gebruik gemaakt door „unskilled labourers V\' 333. — Gemengd
communale inrichtingen 335. — De eigenlijken communale arbeids-
beurzen 336.

342—388

345.
345.

HOOFDSTUK VL

Organisatie en Centralisatie . ..

Eén enkel orgaan kan aan de uiteenloopende behoeften niet vol-
iloen 342. — Voor bepaalde onderdeden van don arbeid is een
afzonderlijke organisatie noodig 343. — Overigens worde de ar-
beidsbezorging zooveel mogelijk in éóne hand vercenigd 343. —
Welk systeem is met het oog op éénheid van organisatie als het
meest doeltreffend aan te bevelen? 344.

Dc organisatie der arbeidsbeurzen in de steden . . .
Samenwerking van gemeente, arbeiders en patroons .

He gemeente hoeft, behalve ilat zo uit iiaar aard hiertoo het meest
geschikte orgaan is, belang bij
0[irichting en beheer van arbeids-
l)curzen 3-ocr page 20-

XVI

maakt? 353. — Het voorstel van den Oranjebond van Orde 354.—
Het stelsel-Falkenburg 356.

Algemeene voorwaarden............

De arbeidsbeurs niet uitsluitend een bureau van registratie 359. —
De volgorde van inschrijving 361. — De keuze van een directeur
303. — Gevaren waaraan de beurs bloot staat 364.

Inwendige organisatie.............

Mainien- en vrouwenafdeeling 365. — Hulpbureaux \'66. — Kan-
toor- wachtkamer en cantine 367. — De kosten-vraag 368. —
De boekhouding 371. — Hoe hebben de inschrijving en de
verdere handelingen in het belang van de aanwijzing van arbeid
plaats
1 372.

Organisatie der arbeidsbezorging te plattelande . . .
Een afzonderlijke regeling wenschelijk 375. — Geen filialen 376. —
De organisatie te plattelande trede in verbinding met die in de
steden 377. — Het publiceeren van gegevens 379.

De bemoeiingen van den Staat.........

Het gebruik maken van de post 382.

Centralisatie................

Het bulletin van den arbeid. —De arbeidsbeurs en de communicatie-
middelen. — Telefoon, telegraaf 384. — De kosten van vervoer 386.

Internationale organisatie...........

Eindbeschouwing 387.

359.

365.

375.

381.

382.

387.

Bis.

BIJLAGEN.

I.-ocr page 21-

HvTLEinDiisra-.

Blcäsed is the man that bas found work.

He lias a life pnrpose. Thomas Carlylk.

In een tijd, waarin het sociale vraagstuk zich meer en meer
op den voorgrond dringt, komt de behandeling van elk onder-
werp, dat met de belangen van den arbeid is samengevlochten,
ons alleszins gewenscht voor. Waar ook wij ons thans gaan wagen
aan een dergelijk onderwerp, dat aanstonds de questie in den hart-
ader treft, vleien we ons geenszins met de ijdele verwachting het
grooto oeconomische vraagstuk onzer eeuw zijne oplossing veel
nader te brengen. Ons doel is slechts enkele speciale verbete-
ringen in het sociale raderwerk, bepaaldelijk den arbeid betreffend,
aan onderzoek en critiek te onderwerpen, ons daarbij echter

duidelijk voor oogen stellende, dat het vraagstuk van den arbeid,

1

-ocr page 22-

hetwelk ons in de volgende bladzijden bezig zal houden, niet
alleen van materieelen, doch ook van zedelijken aard is.

Alhoewel wij bij de behandeling van ons onderwerp de be-
langen van den ondernemer evenmin als die der samenleving uit
het oog hopen te verliezen, zoo is toch datgene, wat we ons ter
bespreking voorstellen iets, wat met het belang van den
arbeidersstand het nauwst is verbonden. Geenszins berouwt
ons echter een dergelijk gevolg van de keuze van onderwerp,
overtuigd als wij zijn, dat zoodra de toestand van den arbeider
verbetert, ook de gansche samenleving hiervan direct de schoone
vruchten plukken zal.

Reeds geruimen tijd is men ervan overtuigd, dat de aanraking
tusschen patroon en werkman, of als men liever wil van vraag
en aanbod van werkkrachten, tot het afsluiten van een arbeids-
contract op onvoldoende en gebrekkige wijze plaats heeft. Het
was vooral de werkman die van deze omstandigheid het meest
te lijden had. Immers indien de ondernemer niet aanstonds door
het afsluiten van nieuwe contracten aan do eischen zijner pro-
ductie kan voldoen, zoo wordt hem door zijn kapitaal ten minste
de existentie nog verzekerd. Geheel anders is het met den
werkman gesteld. Zoodra hem de gelegenheid ontbreekt zijne
arbeidskracht, het eenige wat hij bezit, to verkoopen, zoo is
daarmede tevens de kans op eene zelfstandige voorziening in hot
onderhoud voor hem en de zijnen verdwenen. Vandaar dat men

-ocr page 23-

zich ging beijveren de aanraking tusschen de partijen van het
arbeidscontract te vergemakkelijken en hiermede deed het vraag-
stuk van de arbeidsbezorging zijn intocht.

Waar men vroeger nauwelijks acht op had geslagen, werd thans
een voorwerp van algemeene belangstelling. De oorspronkelijke
wijzen waarop patroon en werkman elkander trachtten te ont-
moeten, begon men te vervangen door eene vaste organisatie,
die systematisch zich met de aanwijzing van arbeid belastte.
Wien deze taak moest worden opgedragen, was aan niemand
recht duidelijk. Vandaar dat men tal van personen en ver-
eenigingen, de gemeenschap niet uitgesloten, elkaar het recht
van regeling ziet betwisten. Vandaar ook dat er tot op den
huidigen dag vermoedelijk op geen terrein zulk een gemis
aan éénheid van handelen bestaat, als op dat van de ar-
beidsbeurs.

Eerst in den laatsten tijd is hierin verbetering gekomen. Behalve
dat de organisatie der Beurs meer in vaste handen geraakt, nemen
-ocr page 24-

toch de oorzaken verwijderd, die aan de ontwikkeling van het
kwaad zoozeer bevorderlijk zijn.

Wegens het nauwe verband, waarin arbeidsbeurs en werkeloos-
heid tot elkander staan, komt het ons wenschelijk voor, alvorens
ons met de functies, de ontwikkeling en organisatie der eerste
bezig te houden, eenigszins uitvoerig stil te staan bij het ver-
schijnsel, hetwelk wij willen bestrijden.

!

i

-ocr page 25-

HOOFDSTUK L
Het Verschijnsel der Werkeloosheid.

Als eerste en voornaamste factor der productie \') is de arbeid
tevens de grondslag der samenleving. Onmisbaar voor den
mensch, stelt hij de natuur tot diens beschikking, uit haar
schoot opdelvende al wat in de stoffelijke behoeften van het
menschdom kan voorzien. Nadat het Paradijsbevel had geluid:
„In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten-ocr page 26-

heid zelve aan zijn stoffelijk bestaan heeft gesteld. Toen een-
maal de arbeid als eene ijzeren noodzakelijkheid de mensche-
lijke krachten in dienst had genomen, was daarmede ook aan
worsteling en strijd een ruim gebied geopend. Als een zwaar
juk werd de arbeid der maatschappij op de schouders gelegd.
Ware dit niet het geval geweest, zoo zou de sociale questie niet
een sombere bladzijde in de geschiedenis onzer oeconomische
samenleving hebben gevuld. Het een en ander neemt echter
niet weg, dat wij toch ook den arbeid en nog veel meer de moge-
lijkheid tot arbeiden als een zegen hebben te beschouwen, niet
alleen omdat hij voor verreweg de meesten eene absolute levens-
voorwaarde is, maar veel meer omdat men zonder het verrichten
van arbeid een\' zekeren lichamelijken- en geestelijken ondergang
te gemoet gaat. Het „luiheid is des duivels oorkussen-ocr page 27-

„il reste constant qu\'il est penible-ocr page 28-

8

oeconomisch en sociaal oogpunt een ware ramp. Lust en vlijt
tot den arbeid worden immers in hooge mate geïnfluenceerd
door de zekerheid, die men bezit omtrent den duur van het
aangevangen werk. Aan duurzaamheid van levensverhoudingen
nu ontbreekt het tegenwoordig helaas maar al te veel. De oeco-
nomische toestand onzer maatschappij is, zooals we aanstonds
nader hopen aan te toonen, van dien aard, dat de stabiliteit,
vooral op het terrein van den arbeid, steeds meer te wenschen
overlaat. Waar aldus de werkeloosheid zich meer en meer als een
aan onze productie inhaerent verschijnsel vertoont, komt ons
eene eenigszins uitvoerige bespreking van dit vraagstuk alleszins
gewettigd en wenschelijk voor.

Alvorens ons met oorzaken en gevolgen in te laten, eischt
deze vraag beantwoording: Wat hebben we onder het begrip
„werkeloosheid-ocr page 29-

Utrecht\'). „Werkeloos in den gewonen zin des woords-ocr page 30-

10

aan toe zijn als de loontrekkende werklieden. Uit het één en
ander blijkt voldoende, dat men bij de omlijning van het vraag-
stuk herhaaldelijk vastloopt, verstrikt in tal van moeielijkheden.
Ons inziens komt men, de voornaamste bezwaren zooveel mogelijk
vermijdend, nog het dichtst bij de waarheid, wanneer men aldus
definieert:

„ Werkeloos in den gexoonen zin des woords is hij, die, van zijnen
arbeid moetende leven, geen werk heeft, dat hem in staat stelt zijn
arbeidskracht in stand te houden.-ocr page 31-

11

opgemerkt , dat ten aanzien van hare historie weinig met zekerheid
te zeggen valt. Dat ten allen tijde de werkeloosheid als een „risque
professionelle-ocr page 32-

!

i • 12

tegenwoordig grooter is dan voorheen, ligt geheel in het duister.
Waar men er, zooals we in het vervolg zullen zien, zelfs in onze
dagen nog niet in geslaagd is een juist beeld te geven van den
omvang der werkeloosheid in \'t algemeen, daar was hiervan in
vroegere tijden nog veel minder sprake. Desniettemin worden
er schrijvers gevonden, die, alhoewel zich voorzichtigheidshalve
van positieve beweringen onthoudend, toch de waarschijnlijkheid
uitspreken, als zou de werkeloosheid in onze dagen minder zijn
dan vroeger. Zoo o. a. Dr. Verrijn Stuartr^) „En, al is een feite-
„lijk bewijs moeielijk te leveren, het komt mij toch nog minst
„genomen, twijfelachtig voor, of in doorsnede thans meer werke-
„loosheid heerscht dan vroeger. Wat met name den allerjongsten
„tijd aangaat, schijnt de onmiskenbare verbetering der loonen
„en werktijden onzer werklieden, welke geleidelijk bezig is plaats
„te grijpen, moeilijk te rijmen met de klachten over toenemende
„werkeloosheid.-ocr page 33-

13

hooge loonen en gunstige arbeidstijden er toch slechts ééne schrede
ligt tusschen den gezeten werkmansstand en het proletariaat.
Evenmin als voor het vermoeden van Dr. Verrijn Stuart achten
wij voldoend bewijsmateriaal aanwezig voor de stellige verkla-
ring van den Hoogleeraar Georg Adler, waar hij beweert, dat de
werkeloosheid in onze dagen beslist grooter is dan vroeger. In
zijn artikel over: „Arbeitslosigkeit-ocr page 34-

14

arbeid den kost verdienden, buiten hun schuld werkeloos werden.
Deze meerdere vastheid van levensverhoudingen nu heeft in onze
dagen plaats gemaakt voor speculatiegeest en
onzekerheid.

Het eenvoudige systeem van den arbeid, dat met zijne pa-
triarchale verhouding tusschen meester en knecht de middel-
eeuwen beheerschte, werd vervangen door het gecompliceerde en
onbestemde van onze tegenwoordige grootindustrie. En hiermede
veranderde ook de werkeloosheid van karakter. Waar ze vroeger
slechts aantastte zekere categorieën van personen, die, hetzij als
paupers, hetzij als misdadigers de maatschappij tot last kwamen,
daar vertoont in onze dagen het verschijnsel der werkeloosheid
zich in alle kringen van den arbeid. „Es entwickelt sich-ocr page 35-

15

van eene benadering van het aantal werkeloozen geen sprake
kon zijn. Ook in onze dagen, waarin de statistiek een zoo
hooge vlucht heeft genomen, ons op sociaal en ander gebied
het onmisbaar cijfermateriaal bezorgende, is ze toch vooralsnog
in gebreke gebleven het verschijnsel in zijne juiste verhoudingen
voor te stellen. Over dit gemis zich beklagende zegt Dr. Möller: i)
„Der Mangel einer zuverlässigen Arbeitsstatistik wird von allen
„Socialpolitikern als ein schwerer Schaden empfunden.-ocr page 36-

16

werkeloosheid. Hier komt nog bij, dat bij den werkelooze steeds
een soort van achterdocht en valsche schaamte tegenover hem,
die zich met zijnen toestand inlaat, moet overwonnen worden.
„Angst, falsche Scham, Furcht vor Kreditminderung hält die
„Leute zurück, sich unter die Liste der Arbeitslosen aufnehmen
„zu lassen.-ocr page 37-

17

Hoewel een behoorlijk en volledig cijfermateriaal dus ontbreekt,
toch zijn wij in staat uit de gegevens, Avelke met groote moeite
hier en daar zijn verzameld (aanstonds komen Ave hierop terug)
het een en ander ten aanzien der werkeloosheid af te leiden.
In de eerste plaats dan wat
den duur betreft.

Het 18ile jaarverslag van het bureau voor arbeidsstatistiek in
Massachusetts \') deelt ons mede dat van 1 Mei 1884 tot 1 ]\\Iei
1885 de duur der werkeloosheid was als volgt: van de 241589
arbeiders waren 8®/^ gedurende één maand, 20^ gedurende 2
mnd., 17°/„ gedurende 3 mnd., 20% gedurende 4 mnd., 7°/,,
gedurende 5 mnd., 18 gedurende 6 mnd., en 10% nog
langer buiten werk, terwijl slechts 822 (of ongeveer 0,33-ocr page 38-

18

De ervaring nu zoowel als de gehouden tellingen, brengen op
sprekende wijze aan het.licht, dat zij, die niet of onvoldoende
een beroep verstaan, het grootste contingent onder de werke-
loozen vormen. Ja zelfs worden er onder hen velen aange-
troffen , welke als een chronisch surplus, het losse werk, hetgeen
ze nu en dan verrichten, door langdurige perioden van werke-
loosheid onderbroken zien. „lm allgemeinen-ocr page 39-

19

Bij de Duitsche telling waren 14 Juni 1895 ruim 53\'\'\'o°/o, den
2(ien December 49 der werkeloozen beneden 30 jaar.

Bij gelegenheid van de werkeloozentelling in Amsterdam ge-,
durende den winter 1894/1895 bleken 40 dergenen, welke zich
bij de Commissie voor het opmaken der statistiek hadden aange-
meld, het 40sie levensjaar nog niet te hebben bereikt.

Bij de werkeloozentelling in Mannheim in het jaar 1895
kwam aan den dag, dat 83 der werkeloozen nog geen 40 jaar
waren. Dat ten slotte de werkeloosheid des winters aanmerkelijk
grooter is dan des zomers, behoeft geen nader betoog, wanneer
men het oog vestigt op het bekende verschijnsel van het seizoen,
waarop wij later hopen terug te komen.

Hoewel de werkeloozen-statistiek nog zeer iii den aanvang is,
zoo heeft het, gelijk wij straks reeds kortelijk opmerkten, aan
pogingen daartoe niet ontbroken. De personen en lichamen,
die zicli met deze taak onledig hielden, alsmede de methoden ,
welke men gewoonlijk pleegt aan te wenden, hopen we thans
in korte trekken te bespreken, tevens onze op- en aanmerkingen
aan het gesprokene vastknoopende.

Zoowel op directcn als op indirccten weg heeft men het gewenschte
doel trachtten te bereiken. Indirect, door gebruik te maken van
de gegevens, die voor andere doeleinden, dus niet met het oog
op een werkeloozen-statistiek, waren verzameld. Zoo bediende
men zich, behalve van het materiiuil, hetgeen door de hier en
daar bestaande verzekering tegen werkeloosheid was verzameld,
zeer vaak van de registers der arbeidsbeurzen. In een volgend
hoofdstuk hopen we nader aan te toonen, dat eene werkeloozen-
statistiek door middel dezer arbeidsbeurzen eeno chimöre is. Zoo
heeft men ook pogingen aangewend, om bij gebreke tuin eene

1) Slatibtisplu\'8 Jahresbericht der Stadt Mannheim.

-ocr page 40-

20

directe waarneming, uit de gegevens der verschillende inrich-
tingen tot ondersteuning der werkeloozen, ten aanzien van
het besproken verschijnsel de gewenschte statistiek samen te
stellen.

Van belang was in deze het voorstel-Braun, O die van de
„Invaliditäts und Altersversicherung-ocr page 41-

21

Waar wij in de eerste plaats het zoo belangrijke streven der
vakvereenigingen aan eene nadere beschouwing onderwerpen, daar
richten wij, wat de loopende statistieken betreft, inzonderheid
het oog op de Engelsche Trade-Unions. Sinds geruimen tijd
zijn deze vakvereenigingen met hare krachtige organisatie bezig
met het bijhouden eener geregelde werkeloozen-statistiek, hiertoe
door discipline en controle in staat gesteld. Vooral met het
oog op de uitkeering van het z.g.n. „out of work and traveling
benefit,-ocr page 42-

22

werkers en de typographen was het percentage der werkelooze
leden gedurende de jaren 1887 — 1894 als volgt

1887-ocr page 43-

23

verschijnsel bij deze laatste aanduiden, allicht eene geheel an-
dere richting nemen dan bij de vakvereeningen. Bij eene ver-
gelijking van de opgaven der Trade-Unions en de resultaten
der werkeloozen-telling, welke in 1887 in eenige daartoe spe-
ciaal aangewezen wijken van Londen plaats had, kwam de waar-
heid dezer bewering duidelijk aan het licht. Na te hebben aan-
getoond, dat het percentage der werkeloozen bij de niet-leden
van vakvereenigingen veel grooter bleek te zijn dan bij hen,
die in het vakverbond waren opgenomen, laat zich Baernrei-
ther ten aanzien van het verschil in oorzaken, welke de wer-
keloosheid bij beide groepen in \'t leven roepen op de vol-
gende wijze uit: „Wir dürfen also vor allem nicht vergessen,
„dasz während wir es bei den Trade-Unions gewiss fast ausschlieslich
„mit unverschuldeter Arbeitslosigkeit zu thun hatten, hier alle
»Ursachen einer schwachen Willenschaft, schlechten Umgangs
„verdorbene Sitten, Trunksucht und Verkommenheit mitwirken
»und die angegebene Prozentsätze in einer Höhe beeinflussen,
„welche zu beurteilen uns die gemachten Erhebungen allerdings
„in keiner Weise gestatten.-ocr page 44-

24

als particulieren herhaaldelijk getracht op een gegeven oogenblik
en op een bepaalde plaats eene massale telling van zooveel mo-
gelijk alle werkeloozen te ondernemen. Het bekendste voorbeeld
op dit gebied is zeker wel de telling, welke volgens het ontwerp
van Dr. Braun \') in den winter van 1892/93 in 33 Duitsche steden
door de vakvereenigingen werd gehouden

Volgens Braun moesten de werkeloozen één voor één worden
bezocht en door daartoe geschikte tellers, die vrijwillig deze taak
op zich namen, worden ondervraagd. Gedeeltelijk omdat men
van den weg door den ontwerper aangewezen afweek, gedeeltelijk
ook wegens onervarenheid en andere misstappen is deze zoo
uitgebreide poging mislukt. „Leider müssen wir über diesen
„ersten gröszeren Versuch einer Arbeitslosenstatistik das Ge-
„samturteil fällen, dasz er völlig miszglückt ist-ocr page 45-

25

fache gelegentliche Zählungen beliebiger Personen abgemacht
werden.-ocr page 46-

26

bezit, besloot men de verzameling der gegevens te herhalen en
te doen samenvallen met de beroepstelling van 14 Juni en de
volkstelling van 2 Dec. 1895.

Helaas bediende men zich hierbij van het vooral voor werk-
loozen-statistieken zoo verwerpelijk stelsel der „Fragebogen-ocr page 47-

27

»sie thatsäclilich beschäftigt waren, ergriffen hatten; wiederholt
„hatten sich endlich solche Personen den Arbeitslosen zugerechnet
«die zur Zeit der Zählung überhaupt nicht arbeiten wollten oder
„es nicht nötig hatten, wie Arbeitscheue oder lediglich Beur-
„laubte oder auf Ferien befindliche, deren Arbeitsverhältnis aber
„fort bestand.-ocr page 48-

28

bureaux-ocr page 49-

29

noemde jaar vervangen door een „Labour department-ocr page 50-

30

deeliiigen der werkeloozen, die periodiek door huisbezoek worden
gecontroleerd. Het statistisch bureau stelt uit deze opgaven een
tabel samen, die in de maandberichten wordt gepubliceerd.

Bezorgen de aangesloten leden hun bestuur in het vervullen
van zijn taak geen noemenswaardige moeite, anders is het met
de niet-leden gesteld. Over deze laatsten, die men van speciaal
daartoe ingerichte formulieren ter invulling heeft voorzien, is de
controle uiterst lastig.

Het komt bij hen geheel op den goeden wil aan. Doorgaans
is deze in den beginne wel aanwezig, doch om zeer spoedig voor
onachtzaamheid en onverschilligheid plaats te maken, zoodat een
voortdurend toezicht, dat met veel tijdverlies en kosten gepaard
gaat, onvermijdelijk is.

Het staat daarom te bezien of het statistisch-bureau zijn loffe-
lijke taak ten aanzien der niet aangeslotenen op den duur wel zal
kunnen voortzetten \').

Wat daarentegen de vakvereenigingen betreft, de werkeloozen-
statistiek hunner leden zal zonder bezwaar in de toekomst kunnen

De tjiiografcn verccuigingcn: afJ, v. d. Alg. Neder. Typografeu l?ond, afd. Patri-
monium,
„draagt elkanders lasten-ocr page 51-

31

worden gecontinueerd en belooft dezelfde gunstige resultaten te
zullen brengen, als thans de Trade Unions in Engeland.

Uit de ervaring, in de verschillende landen met eene Averke-
loozenstatistiek opgedaan, blijkt voldoende dat men uitsluitend
met behulp der vakvereenigingen tot een gewenscht resultaat
kan komen. Pogingen om zich een beeld te vormen van het
verschijnsel der werkeloosheid bij de niet-aangeslotenen, zullen
op den duur ijdel blijken te zijn. Het voorbeeld van Amsterdam
heeft dit reeds voldoende bewezen. Het zal evenwel reeds veel
zijn gewonnen, wanneer men er werkelijk in slaagt zich van de
geregelde opgaven van vakvereenigingen te verzekeren. De reeds
bestaande en de nog op te richten statistische bureaux zouden
dan de aangewezen organen zijn om, hetzij den stoot hiertoe te
geven of zich met het toezicht en de publicatie te belasten. De
behoefte aan dergelijke bureaux, die dan als centraalpunt voor de
statistiek der vakvereenigingen hebben op te treden, wordt mede
gevoeld door Dr. Hirschberg, Directoriaal-assistent aan het
Statistisch-bureau te Berlijn, waar hij in zijn op het Frankforter-
Congres gehouden referaat i) zegt: „Die Stadtverwaltungen wür-
»den anfangen müssen, Sozialstatistik zu treiben, eventuell ent-,
„sprechende Aemter einzurichten, ähnlicii wie ja auch diis Reich
»mit der Gründung einer Kommission für Arbeiterstatistik vor-
»gegfingen ist.-ocr page 52-

32

„statistischen Aemter, wie sie die grösseren Städte besitzen,
„müssten mit der Veranstaltung solcher Erhebungen, die sich
„zunächst nur auf die Gebiete der betreffenden Städte zu er-
„strecken hätten, vorangehen.-ocr page 53-

33

dien toestand zijn geraakt; ten hen, die eene aangeboden
arbeidsgelegenheid van de hand hebben gewezen en ten B\'ie hen die
om elders onder gunstiger voorwaarden arbeid te vinden of om
andere redenen het werk nederleggen. Deze indeeling verder
buiten bespreking latende, zij toch opgemerkt, dat de laatsten
beter te brengen zijn onder een der groepen, waarin zich de
gedwongene werkeloosheid gevoegelijk laat splitsen, nl. zij, die
in dien toestand zijn geraakt
al dan niet door eigen scJmld.

Bij hen, die ter verkrijging van eene andere arbeidsgelegenheid
hun vroegeren werkkring voorbarig hebben verlaten, en daar-
door werkeloos zijn geworden, was immers het opzet geenszins
op de werkeloosheid gericht, maar kan hoogstens van onvoor-
zichtigheid of schuld worden gesproken.

Hoewel de beslissing over de schuldvraag, die wij bij onze
onderscheiding ter sprake brachten, eene hoogst epineuze, ja,
in de meeste gevallen zelfs eeno onoplosbare questie zal blijken te
zijn, zoo kan men toch in tlieorio reeds aanstonds enkele groepen
afzonderen als schuldig aan den ongelukkigen toestand, waarin
zij zich bevinden.

Als zoodanig noemen we bijv. hen, bij wie in luiheid, dronken-
schap, to vroeg huwelijk enz. de eigenlijke oorza.ak van hunne
werkeloosheid is gelegen.

Zondert men nu laatstgenoemden, alsmede hen, dio opzettelijk
den arbeid staakten of weigeren eeno aangebodene arbeidsge-
legenlieid te aanvaarden af, zoo komt men tot het
eigenlijk be-
grip der gedwongen of onvrijwillige werkeloosheid. Tot deze
categorie dienen we, wegens het verschil in aard cn omstan-
digheden weer nauwkeurig to onderscheiden tusschen diegenen,
welke door physiek of psychisch onvermogen tot niets-doen zijn
gedoemd, en hen, die ondanks de spierkracht hunner armen
cn den goeden wil, dio hen bezielt, eene passende arbeidsgelegen-
heid moeten derven. Deze laatsten vormen do werkeloozen in
engeren zin, zij, wier toestand door een Duitsch schrijver met

a

-ocr page 54-

34

de volgende karakteristieke woorden wordt aangeduid: „Der un-
freiwillige Müssiggang williger Hände.-ocr page 55-

35

voor hem en zijn gezin afhankelijk is van den prijs, dien hij voor
zijn arbeidskracht weet te bedingen, ondanks al zijne moeite
er niet in slaagt een arbeidscontract te sluiten. Terecht zegt
daarom John Burns het bekende werkman-parlementslid in
Engeland: „I contend that until the differentiation of the labourer
„from the loafer takes place, the unemployed question can never
„be properly discussed and dealt with-ocr page 56-

56

Hirschberg „im engeren Sinne, die mangelnde Erwerbsgelegen-
„heit ist, vvirthschaftlich betrachtet, darum ein weit schlimmerer
„Zustand, weil die Folgen der Not an ihn geknüpft sind, obwohl
„der Organismus gesund ist.-ocr page 57-

37

„Vorliebe nach den groszen Städten. Sie wissen dasz die Löhne
„in der Stadt höher sind, das Leben freier und angenehmer als
„auf dem Lande-ocr page 58-

38

landbouw, de finantieele achteruitgang van den landbouwstand,
alsmede het gemis aan crediet zijn altemaal oorzaken, waardoor
de oorspronkelijke bevolking op het land geen voldoende bron
van arbeid- en levensonderhoud vindt \'). Vandaar dat tal
van plattelandsbewoners, al is het dan niet voor goed, ten
minste gedurende een deel van het jaar elders werk gaan zoeken.
We herinneren slechts aan de grondwerkers en metselaars van
Noord-Brabant, die gedurende de zomermaanden het gansche
land doortrekken, om des winters in hun woonplaats met klompen-
makerij enz. hun brood te verdienen. Waar deze laatsten, als-
mede de zoons van plattelandsbazen, die terwille van hunne
opleiding de stad komen bezoeken, onder de beste arbeids-
krachten mogen gerekend worden, zooals onderscheiden aanne-
mers ons verzekerden, daar behoort toch verreweg het grootste
deel dergenen, die het land met de stad komen verwisselen,
tot mindere klassen der werklieden.

Allen, die schrijver dezes over dit belangrijke punt heeft
ondervraagd, waren éénparig van meening, dat de toevloed van
arbeidskrachten van het platteland een ware ramp voor de steden
moest worden geheeten. Al waren verscheidene emigranten aan-
vankelijk vrij van de kwade gewoonten der stadsarbeiders, spoedig
werden ze in dubbele mate er mede behept. Juist de voor-
malige landbewoners vormen het meest oproerige, en het meest
onhandelbare deel van de werkeloozen in onze groote steden,
terwijl ze bovendien tegen de gevolgen van de werkeloosheid
het minst bestand zijn. Niet alleen hierin, ook wat hunne
vaardigheid bij het bedrijf betreft, staan do plattelandscho bij
do stedelijke werklieden achter. Ze werken langzamer en zijn
geenszins met do zoover doorgevoerde detailproductio op de

1) Uitkomsten van het onderzoek naar den toestand van den landbouw in Neder-
land. 1800, Deel IV, blz. 83—105,

-ocr page 59-

39

hoogte. Ook op het meergenoemde Frankforter Congres werd
hierop gewezen: „Der Groszstädter als Teilarbeiter arbeitet in
„seiner Art nicht nur eleganter, sondern auch, was das wich-
„tigste ist, wesentlich schneller. Der zugereiste Landgelernte wird
„daher immer nur für geringeren Lohn arbeiten müssen.-ocr page 60-

40

noemd worden, dat in den laatsten tijd in Nederland de trek
naar de groote steden begint te verminderen.

Uit het bijgaande diagram zal duidelijk worden, dat de jaar-
lij ksche excedenten van ge vestigden op vertrokkenen in onze
grootere gemeenten merkbaar afnemen.

Om tot deze grafische voorstelling te geraken verdeelden wij
de gemeenten van Nederland in twee groepen. De eerste groep
omvat 14 der grootste, te weten, Amsterdam (Nieuwer-Amstel),
Rotterdam, den Haag, Haarlem, Arnhem, Nijmegen, Maastricht,
Utrecht, Deventer, Zwolle, Leeuwarden, Groningen en Breda \');
de overige gemeenten werden beschouwd als platteland. Van
beide groepen werd, met gebruikmaking van de gegevens, welke
in den van rijkswege gepubliceerden „Loop der Bevolking-ocr page 61-

De toeneming van do bevolking der 14 grooto steden on.
vrvn A-mstcrdam, en de afneming dei\' t-ocr page 62-

■1 f rft?

.. , ( f

... i c:

-ocr page 63-

41

plaats, die, waar ze op het eind van 1891 haar hoogtepunt be-
reikt, toch geenszins de marge van Januari 1882 overschrijdt.

Zeer plotseling vermindert in het begin van 1892 de trek naar
de groote steden weer op eene belangrijke wijze; immers had de
toename in den aanvang van 1892 nog 13.5 bedragen, begin 1894
werd slechts het cijfer 3.5 bereikt. In 1894 en 1895 verheft zich
het percentage weliswaar weer iets, hetgeen echter niet van
veel beteekenis is.

Uit het een en ander blijkt, ons inziens, duidelijk, dat de
trek naar de groote steden gaandeweg afneemt en dat zelfs in de
ongunstigste jaren 1889—1891 toch geenszins het hoogtepunt van
1880—81 bereikte.

Misschien wordt het gaan naar het platteland wel eenigszins
bevorderd door de omstandigheid, dat de industrie en de bouw-
vakken , wegens de hooge loonen en aanzienlijke productiekosten
in de groote steden, zich meer en meer naar de goedkoopere
streken verplaatsen. Zoo worden de onderdeden o.a. van het in
Amsterdam benoodigde houtwerk tegenwoordig voor een deel
vervaardigd in timmerfabrieken, welke in onderscheidene streken
van Noord-Holland zijn opgericht. Ook ziet men, dat waar de
diamantslijperijen te
Amsterdam in aantal afnemen, zo in Zaandam
verrijzen. Nog meer voorbeelden zou men kunnen noemen
om aan to toonen, hoe handwerk en industrie werkkrachten
trekken naar het platteland.

Bij de behandeling der arbeidsbeurzen zullen we nog gelegen-
heid hebben om op het belang van het genoemde verschijnsel
te wijzen.

Do voor Nederland besproken uitzondering kan helajis niet
verhinderen, dat hetgeen wij boven opmerkten helaas in \'talge-
meen waar blijft. Op do to Karlsruhe gehouden conferentie over
„Arbeitsvermittelung und Arbeitsnachweis-ocr page 64-

42

in Duitschland nog steeds gebukt gaat onder het besproken
verschijnsel. Zoolang men niet overal, zoowel hier als in het
buitenland de kwade gewoonte aflegt van ongemotiveerd het
platteland met de stad te verwisselen, zal daardoor een belangrijke
oorzaak van werkeloosheid blijven bestendigd.

Thans dienen we onze aandacht nog te wijden aan een ander
bedenkelijk verschijnsel, dat evenals het vorige als een sociale
bron van werkeloosheid moet worden beschouwd. Zooals we
reeds meer hebben opgemerkt, wordt een belangrijk deel der
werkeloozen gerecruteerd uit de rijen van hen, die geen of
op onvoldoende wijze een ambacht verstaan. Zeer juist merkt
Dr. Falkenburg in zijne uitnemende dissertatie 2) op: „Elke arbeid
„heeft opleiding noodig. Sommige fabrieken kunnen weliswaar
„ongeoefende arbeidskrachten aanwenden, toch zal dit gebrek
„aan kennis en vaardigheid op de productie inwerken. Zelfs
„bij dien arbeid, welken men „the most unskilled-ocr page 65-

43

bedient, merkt op: „The inferior are thus thrown out of work,
„to become part of a body of more or less permanently superfluous
„labour-ocr page 66-

44

als een voor de samenleving onnutte in de rijen der chronische
werkeloozen verzonken. Want zooals Drage opmerkt: „The
„amount of work of a kind which could be done by anybody,
„without any previous training, is very limited, and is gradually
„becoming less-ocr page 67-

45

aan de bewering, als zou dit gebrek aan meer uitgebreide kennis
een noodzakelijk kwaad zijn, een gevolg van de hoogere eischen,
welke tegenwoordig aan handwerk en industrie worden gesteld.

Deze bewering nu moge misschien voor het eerstgenoemde
opgaan, voor de industrie is ze geenszins steekhoudend.

De tegenwoordige detail-productie met hare ver doorgevoerde
verdeeling van arbeid, waarbij aan een ieder slechts een klein
onderdeel ter bearbeiding is aangewezen, stelt den werkman in
staat, wanneer de machine hem in het eene bedrijf niet meer
noodig heeft, zonder eene veelomvattende voorbereiding, vooral
zoo hij op deze omstandigheid bij zijne beroepskeus heeft gelet,
elders een andere te bedienen. Met nadruk wordt hierop o. a.
gewezen door Paul Leroy Beaulieu \'), wiens oordeel wegens
zijne uitgebreide feitenkennis zeker overweging verdient: „On
„peut mCme dire que la très grande division du travail,-ocr page 68-

46

„heute in seinem erlernten Berufe nicht mehr lohnende Beschäfti-
„gung findet und sich einem anderen zuwenden will, braucht
„dazu nicht, wie zur Zeit der Alleinherrschaft des Handwerks
„überall eine Lehrzeit von mehreren Jahren; er kann nicht nur
„verhältnizmässig leicht als Handlanger in verschiedenen Gewerben
„Unterkunft finden, sondern er vermag sich auch in mancherlei
„Fabriken in wenigen Wochen hinreichende Kenntnisz und
„Fertigkeit zu verschaflen um mit einer Machine zu arbeiten,
„oder wenigstens dieselble zu beaufsichtigen

Men ziet uit het een en ander, dat bij de groot-industrie de
eischen geenszins zoo hoog zijn, dat men niet met eenige voor-
bereiding en vaardigheid in geval van werkeloosheid van den
een en tak van bedrijf in den anderen kan overgaan.

Voor het handwerk zou dan nog altijd het bezwaar blijven
bestaan, dat het zich bekwamen in meer dan een bedrijf eene
onmogelijkheid is, wegens de hooge eischen, die elk voor zich
stelt. Men vergete echter niet, dat ook zelfs in het handwerk
de specialiseering en de verdeeling van arbeid meer en meer
toenemen, en tevens, dat de gelegenheid om zich in een ander
vak te bekwamen, steeds gemakkelijker wordt gemaakt. Hoewel
wij de bezwaren geenszins over het hoofd zien, zoo achten wij
toch ook ten aanzien van het handwerk, dat evenzeer als de
industrie met werkeloosheid wordt bedreigd, eene ontwikkeling
in meerdere richtingen geene onmogelijkheid.

Vooral in ons land, waarvan de bevolking nog slechts ten deele
eenejndustrieele k.m worden genoemd, waar het klein bedrijf, als-
mede landbouw en veeteelt, een nog zoo domineerend deel der pro-

1,,-ocr page 69-

47

ductie uitmaken, dient men de veelzijdigheid bij den werkman
tot meerdere ontwikkeling te brengen, hem daarmede verschaffend
een wapen tegen werkeloosheid. Het verschijnsel van het seizoen
hetgeen zich vooral bij de genoemde takken van bedrijf voordoet,
zet aan ons betoog nog meer klem bij. Hoewel Dr. Hirschberg
toe moet geven, dat deze kennis van meerdere bedrijven weinig
voorkomt, zoo gevoelt hij toch ook de portée der kwestie, waar
hij zegt: „Es ist immerhin der Erwägung werth, ob nicht Be-
„mühungen verlohnten, die einseitige Ausbildung der Arbeiter
„so zu ergänzen, dasz sicli ihnen abwechselnde Erwerbsquellen
„leichter öffnen-ocr page 70-

48

„zijn der Arbeidersklasse? Nieuwe industrieën zoeken jongere
„krachten, oude, die te gronde gaan, laten de bedaagden onver-
, „zorgd.-ocr page 71-

49

onderdeel van. het verschijnsel, hetwelk op geregelde tijden door
natuurlijke oorzaken wordt in het leven geroepen en hetwelk
men met den naam van:
,,oneigenlijke, periodieke\'^ ol „seizoenwerke-
loosheid-ocr page 72-

50

al die beroepen, welke onmiddellijk afhankelijk zijn van de
wisselende weersgesteldheid i).

Hetzelfde lot, laat dit in het voorbijgaan zijn gezegd, deelen ook
die bedrijven, welke met de bovengenoemde in nauw verband
staan, zooals het schildersvak, dat in de wintermaanden een
dood seizoen heeft door te maken, daar de aannemers in dien
tijd hunne werkzaamheden staken. Bij enkele beroepen valt
de slappe tijd in het voorjaar bij sommigen in den zomer, zoo
O. a. bij de kleermakers, boekdrukkers en brouwers enz., terwijl
weer andere bedrijven op meer ongeregelde tijden eene staking zien
intreden, zooals de dokwerkers, het type van seizoenwerklieden.

In tal van seizoenbedrijven is het tijdperk der werkeloosheid
van vrij langen duur en zien zich de patroons genoodzaakt
achtereenvolgens een deel hunner werklieden te ontslaan, welke
laatste dan verplicht zijn om öf van het mogelijk overgelegde
arbeidsloon te leven öf in een ander bedrijf tijdelijk een goed
heenkomen te zoeken. Waar echter geen van beide hun gelukt,
komen ze het aantal werkeloozen vermeerderen, die des winters
het pauperisme in onze steden vergrooten en door kunstmatige
werkverschaffing of door bedeeling op kosten der gemeenschap
leven. Slechts een klein deel, de elite, wordt in den slappen
tijd, hetzij om loopend werk te verrichten, hetzij op wachtgeld,
in dienst gehouden. In die bedrijven, waar dit tijdperk van
slapte of stilstand slechts betrekkelijk kort van duur is, zal het
voor den ontslagene moeilijk vallen tusschentijds nog eenigen
arbeid to verrichten, to meer daar hij in zulke bedrijven zijne
arbeidskracht steeds beschikbaar dient te houden voor eene even-
tuëele oproeping door zijn ouden patroon. Veelal wordt beweerd

1) In Braun\'s Archiv B. X, bl. .\'527 gcoft Schanz in cijfer» het verschil tusschen
het aantal werkeloozen in Duitschland oj) 14 Juni en 2 December 18ÜB. Van do
37\'i,ß3G, dio er op laatstgenoemden datum meer waren dan in den zomer, meent hij
dat 350,ÜÜU hunne werkeloosheid aan het doode seizoen hebben tu danken.

-ocr page 73-

51

dat de werklieden, welke weten dat ze aan een langer of korter
tijdperk van werkeloosheid blootstaan,\'in het gedurende het
„saison vive-ocr page 74-

62

financieele moeilijkheden geraken, dat ze zich mogen verheugen,
wanneer de komende arbeidstijd de schulden weder delgt. Vooral
de kleine werkman, die vaak nog een groot gezin tot zijn last
heeft, is meestal zoodanig achterop, dat er voor hem van eene
compensatie geen sprake kan zijn.

„Sie geraten nur zu oft in der angegebenen Zeit in eine recht
schlimme Lage-ocr page 75-

53

Deze groep, die men met den naam van „Campagm-bedrijven\'^
pleegt aan te duiden, en waartoe o. a. de beetwortelsuikerindustrie,
de wijnbouw en de maaitijd behooren, draagt uit den aard der
zaak een geheel ander karakter dan de bovengenoemde. De meeste
werklieden, welke aan zulke campagnes deelnemen, worden ge-
recruteerd uit andere bedrijven, die vaak juist tegelijker tijd hun
„saison morte-ocr page 76-

54.

der bestellingen tot een\' meer geregelden gang van werkzaam-
heden te geraken

„There may be work enough for all, but the trade is such,
that the work it offers, has to be concentrated in certain parts
of the year-ocr page 77-

55

nauwkeurig bekende behoefte produceerde, is tegenwoordig daar-
voor in de plaats getreden de wereldmarkt, met een steeds
wisselende en deels onbekende vraag.

Zoowel door het grootere tijdsverloop, hetwelk tusschen het
oogenblik van voortbrenging en dat van verkoop verloopt als-
ook door zijne onbekendheid met de bewegingen van de afzet-
markt, die hij slechts in vage lijnen aan den oeconomischen
gezichtseinder kan ontwaren, loopt onze moderne producent
vortdurend gevaar zijne berekeningen te zien falen. Immers
de toekomstige marktprijzen zijn van vele telkens veranderende
omstandigheden afhankelijk. \')

De vastheid van levensverhoudingen, welke de achter ons
liggende tijdperken van voortbrenging kenmerkte, heeft plaats
gemaakt voor pijnlijke onzekerheid, de regelmaat in de pro-
ductie heeft voor speculatie het veld geruimd. De geduchte con-
currentie, die bij de koortsachtige gejaagdheid van onzen tijd
tot produceeren dwingt, de voortbrenging, die vaak zonder
overleg en wederzijdsche verstandhouding der ondernemers plaats
lïeeft, maken het voor den producent vaak tot iets onvermijdelijks ,
grootere hoeveelheden voort te brengen, dan dio op de afzet-
markt een prijs opbrengen, waarin hij ten minste zijne productie-
kosten terugvindt. Werkeloosheid op groote schaal is dan het
droevig einde. „Die periodische Beschiiftigungslosigkeit-ocr page 78-

56

voor onze maatschappij zoo noodlottige crises, zijn als een
typisch verschijnsel eerst in den tegenwoordigen tijd mogelijk ge-
worden. „Die für die moderne Wirtschaftsordnung charakteris-
tische Form der Arbeitslosigkeit-ocr page 79-

57

-ocr page 80-

m

58

gaande verhoogde en goedkoopere productie kapitaal gevormd,,
dat weder op andere plaatsen aanwending vindt, en de vrij ge-
worden werkkrachten tot zich trekt

Welke van deze invloeden op een bepaald tijdstip de overhand
heeft, hangt geheel af van de snelheid, waarmede de kapitalen
zich verplaatsen, alsook van den ondernemingsgeest der natie.
Hoe krachtiger het een en ander werkt, des te spoediger is ook
de periode van onvrijwillige werkeloosheid, door technische oor-
zaken in \'tleven geroepen, overwonnen.

Het spreekt als vanzelf, dat het verschijnsel der werkeloosheid,
waarvan wij in de voorafgaande bladzijden het zoo gecompliceerd
samenstel van oorzaken hebben beschouwd, zoowel op materieel
als op zedelijk gebied in zijne
gevolgen een donkere schaduw
achterlaat.

Het kan niet anders of eene samenleving, die zich bij hare
productie voortdurend door het Damocles-zwaard der onzekerheid
bedreigd ziet, die steeds bloot staat aan het verraderlijk spel
der maatschaplijke krachten, heeft zich over een ernstigen hin-
derpaal bij haar vooruitgang te beklagen. Wanneer wij slechts
bedenken, hoe door de herhaaldelijk voorkomende over-productie
en over-consumptie enorme kapitaalhoeveelheden öf teloorgaan
öf tot stilstand worden gedoemd, hoe de steeds weerkeerende
werkeloosheid aan de productie onttrekt een aanzienlijk deel der
arbeidersbevolking, dat, levende op rekening der maatschai)pij,
daarmede tevens ophoudt eene zelfstandige consumptieve kracht
te zijn, worden wij ons daardoor eenigszins bewust van de
groote beteekenis, welke de werkeloosheid heeft voor onze
samenleving.

Nog meer klem wordt aan deze bewering bijgezet, wanneer

1) Zie ook Mr. N. G. Pierson: Leerboek der Staathuishoudkunde, II 1897, blz.
43—70.

-ocr page 81-

59,

wij ons oog vestigen op de gevolgen, welke ze rechtstreeks voor
den werkman zelve met zich brengt.

Immers door en in den werkman wordt niet alleen de levens-
kring van den arbeid, maar heel het maatschappelijk organisme
beleedigd en getroffen. „Een persoonlijk, maar ook een maat-
„schappelijk kwaad is vooral de moderne werkeloosheid \')•-ocr page 82-

60

niet alleen opgewektheid en energie, maar ook veel van zijne
vroegere bedrevenheid te loor ziet gaan. Maar al te licht wordt
bovendien het nietsdoen een chronisch verschijnsel en gaat de
eens zoo nijvere werkman, door de macht der herediteit ook met
zijne nakomelingen, behooren tot de klasse van oeconomische
onnutten, welke van den lijst der armlastigen nimmermeer wor-
den uitgeveegd.

Voor den arbeider zelf zijn dus de materieele gevolgen der
werkeloosheid niet gering te achten, temeer daar de mogelijk-
heid van kapitaalvorming, het sparen, door de voortdurend op-
tredende tijdperken van loonderving aanmerkelijk wordt belem-
merd. En wat den arbeidersstand in zijn geheel betreft, de
aanwezigheid van een zeker aantal arbeidskrachten, welke vaak
tegen de laagste prijzen hun waar ter markt brengen, moet
onwillekeurig een drukkenden invloed uitoefenen op den gene-
ralen stand der loonen. Het is dan ook om die reden dat
de Trade Unions in Engeland niet zoozeer uit philantropio dan
wel als een politieke kunstgreep, om het dalen der loonen te
voorkomen, hunne werkelooze medeleden door middel van een
„out of work benefit-ocr page 83-

61

loosheid verbonden zijn. Behalve ziekte en zelfmoord zijn crimi-
naliteit, alcoholisme
en prostitutie, als bondgenooten van lediggang
en ellende, het treurige maar schier onvermijdelijke uitvloeisel der
werkeloosheid. Ligt eenmaal de arbeidskracht stil en heeft
daarmede kommer en ontbering de voormalige welvaart ver-
vangen , zoo komen ook spoedig ziekten, zoowel van lichame-
lijken als van geestelijken aard den ongelukkigen als eene
ware beproeving bezoeken.

„Krankheiten-ocr page 84-

62

.,das Heer der Vagabunden, aus den Vagabunden aber das
„Verbrechertum-ocr page 85-

63

komen, achten wij het van belang nog te wijzen op hetgeen
John Burns i) ten aanzien van de gevolgen der werkeloosheid
opmerkt: „The fact is, the unemployed have to be kept in one
„of three conditions: living on the rates as a pauper in a non-
„productive capicity, earning nothing and costing the country a
„large sum in officialism; as a criminal kept in prison — the
„worst possible fate for any man; or as a wanderer about the
„streets, sponging upon his fellows or the chatiable rich, forced
„to live like a vagrant camel upon the hump of his own melan-
„cholic poverty, slowly getting physically exhausted, morall}-^
„and mentally degraded, till the manhood is crushed out of
„him, and he becomes one of those fearful wrecks to whom
„death would be the greatest relief.

Niet te verwonderen is het, dat, waar het verschijnsel der
werkeloosheid zich juist in onzon tijd in zijn treurigste vormen
openbaart, in zijne verreikende gevolgen, zoowel de maatschappij
als den arbeider bedreigend, men spoedig de handen heeft in
een geslagen om, waar radicale genezing onmogelijk bleek, zoo-
veel als kan te voorkomen en te lenigen.

Do middelen nu ter voorkoming cn bestrijding kan men op
verschillende wijzen onderscheiden, o. a. in die, welke
tijdelijk,
en dio welke voortdurend hulp verleonen, alsook in die, welke
rusten op zelfhulp on hulp van andoren.

Het best komt ons echter do volgende splitsing voor:

A. Middel tot leniging.

I. Tijdelijke mdcrstcming, gedurende dc werkeloosheid.

11. Muldclcn om aan \'d xccrk tc hdpcn.

1) Juhn lJuriW! The Uuumj.luyod.-ocr page 86-

64

Tot de eerste groep behooren:

1.-ocr page 87-

65

dit recht op arbeid in Fourier, St. Simon en Ixtuis Blanc zijn
vurigste pleitbezorgers.

„S\'ils traitent des droits de l\'homme, ils oublient de poser en
.,principe le droit au travail, qui îl la vérité, n\'est pas admis.sible
„en civilisation mais sans lequel tous les autres sont inutiles,-ocr page 88-

66

„reichen konnten.-ocr page 89-

67

existentie aan te duiden, zegt dezelfde schrijver: „Das Recht
„auf Existenz richtet sich unmittelbar gegen den Staat oder die
„Staatlichen Verbände; Der Berechtigte kann gegen Leistung
„der Arbeit von diesen direkt Befriedigung der Existenzbedürf-
„nisse verlangen. Das Recht auf Arbeit kann dagegen so lange
„nicht ausgeübt werden, bis feststeht dasz der Berechtigte von
„einem Privatunternehmen Arbeit nicht erlangen konnte.-ocr page 90-

68

natuurstaat uitgeoefend, doch hem door het kapitaal ontroofd.
Het is derhalve volgens hem de dure roeping van den Staat het
geüsurpeerde recht, al is het dan ook in een anderen vorm, aan
den ontroofde terug te geven.

Ook Saint Simon besteedde zijne krachten aan de vervulling van
dit ideaal, waarin hij tevens de verwezenlijking zag van het
recht op levensonderhoud. „Le seul moyen général de procurer
„des subsistances au peuple consiste à lui procurer du travail i).
Als eene onverwachte dissonant te midden van de lofredenen
zijner geestverwanten, verheft zich de stem van Proudhon, die
met gestrengheid zijn oordeel velt over een recht, dat hij on-
waardig, aristocratisch en gevaarlijk no^t.

Eigenaardig zag hij zich juist in een tijdperk geplaatst, waarin
het „droit au travail,-ocr page 91-

69

op hoog bevel gesloten. „Les ateliers nationaux du département de
Seine sont supjmmés-ocr page 92-

ro

de jongere schrijvers betreft in Menger i), Herkner 2), Mario en
Adlerzijne pleitbezorgers, die in de erkenning ervan zagen
een eisch van deugdelijke sociaal-politiek, hetzij om de samenle-
ving voor den invloed der sociaal-democratie te bewaren, zooals
Herkner, of zooals Menger (blz, 173) het zich voorstelt, als over-
gangsmaatregel tot eene nieuwe ontwikkelingsperiode van het
menschdom.

In Engeland heeft de beweging zoo goed als geen indruk ge-
maakt. „Deren nüchtern-praktischer Sinn sich gegen die Aner-
„kennung einer nur halbwahren Formel sträubte-ocr page 93-

71

„arbeid\'\' sinds zijn geboorte doorloopen heeft. Van het grootste
belang achten wij het, dit historisch omschreven begrip thans
aan de beginselen van recht en utiliteit te toetsen. Te meer is
eene principieele behandeling voor ons van belang, daar men,
zooals boven is opgemerkt, maar al te vaak in de instelling
van „Arbeidsbeurzen-ocr page 94-

72

vond, heeft het een zoodanig fiasco gemaakt, dat er van eene
vernieuwde invoering onder de tegenwoordige maatschappelijke
verhoudingen geen sprake kan zijn. In eene socialistische samen-
leving zou het bovendien geheel misplaatst wezen. Niet alleen
de ervaring, maar ook een zuiver theoretisch bewijs doet ons
inzien dat eene praktische erkenning van het „recht op arbeid-ocr page 95-

73

onderhoudkosten en het gebrek aan voldoende discipline spoedig
leeren, dat ook in dezen vorm een in praktijk brengen van het
„recht op arbeid-ocr page 96-

74

de verantwoordelijkheid voor het lot der arbeidende klassen op
zich neemt, eene taak aanvaardt, welke zijne krachten verre te
boven gaat. Waar de onmogelijkheid der doorvoering eerst a
posteriori zou blijken, zou daarmede aan het prestige van de
overheid een gevoelige slag zijn toegebracht, ja zelfs zou door
verzet en oproer van de zijde der teleurgestelden haar bestaan
kunnen worden bedreigd. Het is steeds een onpolitieke daad,
iets te ondernemen, waarvan men te voren het fiasco kan be-
rekenen.

Verder dient niet uit het oog te worden verloren, dat de
Staat ten aanzien der emigranten in groote moeilijkheden met
het buitenland zou geraken. Immers, wanneer niet alle Staten
tegelijk, bij overeenkomst, onder dezelfde voorwaarden, het
„recht op arbeid-ocr page 97-

75

^mm

vrije nijverheid zou absorbeeren, maar vooral ook, omdat er
met de eischen van productie en consumptie geene rekening
zou kunnen gehouden worden. De Staat zou immers genood-
zaakt zijn precies het tegenovergestelde te doen van hetgeen de
behoefte eischt. Zoo de oeconomische verhoudingen in eenig
bedrijf een tijdelijk surplus aan de arbeidskrachten veroor-
zaakten, zou de Staat door toebedeeling van gequalificeerden
arbeid aan de werkeloozen in dat bedrijf het surplus moeten
opheffen, m. a. w. er zou op groote schaal eene produktie in
verkeerde richting plaats vinden. Hoewel dit bezwaar ten op-
zichte van den ongequalificeerden arbeid in mindere mate geldt,
daar de Staat hierbij meer met de bestaande behoefte rekening
kan houden, zouden ook hier de waardeloosheid van het werk
en de nadeelen, gelegen in het verrichten van groven arbeid
door vakarbeiders, waardoor zij voor hun eigenlijk bedrijf onge-
schikt worden, bij eene doorvoering op groote schaal belangrijke
oeconomische nadeelen veroorzaken.

Vervolgens is het sociale gevaar niet geheel buitengesloten, dat
door het uitzicht op eeno voortdurend bestaande arbeidsgelegen-
heid het aantal onbezonnen huwelijken en als gevolg daarvan de
armlastige bevolking-toenemen zal. Zelfs Mario\'), dien wij als
een voorstander van het „recht op arbeid-ocr page 98-

76

arbeid-ocr page 99-

77

Van een Staatsgezag toch, tot welks werkkring de algemeene
regeling van den arbeid niet behoort, kan nooit worden ge-
eischt, dat het een ieder een „recht op arbeid-ocr page 100-

HOOFDSTUK II.

Oeconomisclie en Sociale functies van eene
Arbeidsbeurs.

Vanwege de ingrijpende veranderingen, welke vooral in de
laatste eeuw op oeconomisch gebied plaats hadden, bleek het
dringend noodzakelijk tal .van verouderde instellingen met de
nieuwgeboren verhoudingen in overeenstemming te brengen.

Het waren vooral twee gebeurtenissen, de ééne van politieken,
de andere van oeconomischen aard, die het getij geheel deden
verloopen en eene reorganisatie in tal van levensomstandigheden
teweeg brachten. Die twee gebeurtenissen waren de
bcroq)8vrijhcid
en de xdlvinding van stoom, elcctriciteit en andere motorische krachten,
welke beido om strijd hun invloed, vooral op het gebied van
den arbeid deden gelden.

Zooals men weet, was eeuwenlang do arbeid onderworpen aan
regelen van gewoonte en recht, dio zijne verhouding tot dc
samenleving bepaalden. In een eng keurslijf vastgesnoord, was
er van eene vrije ontwikkeling en beweging in den levens-
kring van den arbeid weinig sprake. Een groot deel der be-
volking verkeerde door woonplaats of geboorte in een zekeren
toestand van afliankelijkheid, waardoor ze, zoo ze al niet tot

-ocr page 101-

79

bepaalden arbeid verplicht was, zich toch in hare vrijheid be-
perkt zag.

Van eene geheel ombelemmerde beschikking over zijn arbeids-
vermogen was in deze periode voor de meesten geen sprake. Aan
plaats en omstandigheden geb\'onden, golden voor de mensche-
lijke arbeidskracht veel minder dan tegenwoordig de regelen van
het ruilverkeer.

Geheel anders werd dit, toen de toestand van gebondenheid
voor dien van vrijheid plaats maakte, en het ten grave dalende
gildenwezen, dat eeuwenlang met souvereine macht den arbeid
had beheerscht, geheel werd verdrongen door de vrijheid van
beroep, die als een der „droits de 1\'homme-ocr page 102-

80

vereenigde, werd verbroken en maakte plaats voor een geheel
anderen toestand, waarbij twee nieuwe machten optraden, te
weten
kapitaal en arbeid. De aanraking tusschen patroon en werk-
man is geen persoonlijke band meer, maar een ruilingsactie,
waarbij de waar arbeid en de prijs = loon.

Dat de menschelijke arbeidskracht meer en meer het karakter
eener „waar-ocr page 103-

81

groote snelheid worden de plaatsen aangewezen, waar vraag naar
goederen of kapitaal wordt aangetroffen, terwijl anderzijds het
aanbod in zijn vollen omvang, alsook van plaats tot plaats
bekend is.

Aan den arbeid nu dient ook een dergelijk intermediair te
worden geschonken, waardoor de thans nog bestaande onzeker-
heid en onbekendheid met de verhoudingen op de arbeidsmarkt
wordt opgeheven. Het is juist het gemis aan intermediairs
waardoor de noodige snelheid ontbreekt. „L\'absence de moyens
„de communication rapide et à bon marché-ocr page 104-

82

maatschappelijk raderwerk beantwoordt op het gebied van den
arbeid niet meer aan de taak, die het heeft te verrichten. Hier-
door ontstaan uit den aard der zaak storingen en tijdverlies, die
niet alleen den arbeider, maar de geheele productie tot nadeel
strekken. De resulüvten der voortbrenging zijn immers grooten-
deels afhankelijk van de omstandigheid, dat voor het verrichten
van den arbeid, dien het productieproces vordert, aanstonds de
vereischte werkkrachten beschikbaar zijn. Hoe spoediger elke
vraag door een passend aanbod wordt bevredigd, des te krachtiger
kan de productie zich ontwikkelen. En het gevolg hiervan is
vermeerdering van welvaart.

Het is nu juist aan de zoo hoog gewenschte snelheid en be-
kendheid met de bewegingen der arbeidsmarkt, dat tegenwoor-
dig nog maar al te veel ontbreekt. De omvang, die de industrie
heeft genomen, de snelheid, waarmee alles zich beweegt, de
steeds wisselende levensverhoudingen, de grillige conjunctuur,
die hier een bedrijf opheft om er elders een in \'t leven to
roepen, dit alles te samen maakt eene organisatie noodig,
waardoor de grondslagen der geheele voortbrenging, kapitaal en
arbeid, worden gereguleerd. Aan de tegenwoordige voortbrenging
ontijreekt een machtig orgaan, dat hot raderwerk van don
arbeid in regelmalige beweging houdt. „Es ist nun unzweifel-
haft-ocr page 105-

83

schonken, wat de veranderde omstandigheden het gebiedendst

eischen____een intermediair voor den arbeid. Het maatschappelijk

raderwerk dient in zake den arbeid sneller in elkaar te grijpen,
de aanraking tusschen werkman en patroon te worden vergemak-
kelijkt. „But the evil effects of such irregularity would be to a
»large extent counteractedzoo merkt Drage op „if it could
»be made easier for ^employers wanting workmen and workmen
»wanting employers to find one another.-ocr page 106-

84\'

bij de uitoefening van handwerk of bedrijf opgeheven. Hier
komt nog bij, dat, gelijk we in een vorig hoofdstuk reeds zagen,
de ver doorgevoerde verdeeling van arbeid in de industrie het
mogelijk maakt, dat de werkman, waar het eene bedrijf hem
uiistoot, in het andere plaatsing vindt. Let men daarenboven
op het verschijnsel van het seizoen, alsmede op het losser worden
van den band tusschen werkman en patroon, waarvan een
spoediger ontslag het onmiddellijk gevolg is, alsook op het zich
steeds meer ontwikkelend en goedkooper wordend verkeer, zoo
vindt in het een en ander het verschijnsel, hetwelk de Duit-
schers met den naam
„SteUemoechsel-ocr page 107-

85

echter reeds voor 1 November ontskgen en moesten met de
overigen elders plaatsing zoeken. Men denke echter niet, dat
het een en ander in het bijzonder geldt voor aan seizoen onder-
hevige werkzaamheden, zooals genoemd voorbeeld; deze uit-
gebreide „Stellenwechsel-ocr page 108-

86

Het is nu juist tengevolge van dit voortdurend vrij worden en
weer plaatsing vinden van werkkrachten, waardoor vraag en
aanbod aanhoudend met elkaar in contact moeten treden, dat
eene organisatie onmisbaar is, die als intermediair deze beide
snel tot elkander brengt.

Verder dienen we nog op eene andere questie het oog te
vestigen, waardoor aan de noodzakelijkheid van de invoering
van arbeidsbeurzen meerdere klem wordt bijgezet. Zooals wij
reeds opmerkten, is de middeleeuwsche verhouding tusschen
werkman en patroon ten eenenmale te loor gegaan. De afslui-
ting van een arbeidscontract, welke toen ter tijd plaats had,
nadat beide partijen, hetzij door den gedwongen proeftijd, hetzij
tengevolge der eng begrensde plaatselijke verhoudingen, elkander
van zeer nabij hadden leeren kennen, moet thans tot stand wor-
den gebracht op hoogst onsoliede gronden tusschen personen,
die, mede tengevolge van de voortdurende verwisseling van werk-
plaats elkaar noode kennen, ja doorgaans nooit iets van elkaar
hebben gehoord. Waar dus de omstandigheden den natuurlijken
grondslag, op welken men tot de afsluiting van een solied
arbeidscontract genuikt, hebben doen verdwijnen, daar wordt
het voorzien in dit gemis aan inlichtingen een dringende eisch
des tijds.

Het is nu weder dc arbeidsbeurs, die hier werkzaam tusschcn-
beiden treedt, om door hare organisatie daartoe in stiuit, onder-
nemer zoowel als arbeider van de zoo onmisbare informaties
te voorzien. De arbeidsbeurs dient dus naast andere functies,
ter vergemakkelijking bij do afsluiting van het arbeidscontract.

een diagram een ovorzicht van het aantal leden, dat op oen bnpaald tijditip un
\'t werk wu. -ocr page 109-

87

We komen thans tot de bespreking van de hoogst belangrijke
vraag:
Wai is de invloed van de arbeidsbeurs op de werkeloosheid?
Zal ze deze doen verminderen of zal ze er vermoedelijk geen
invloed op uitoefenen? Door verscheidene schrijvers wordt de
laatste opvatting met aandrang gehuldigd. Zoo o. a. Corvey \')
waar hij betoogt, „Selbst die beste Arbeitsvermittelung wird auf
„die Arbeitslosigkeit keinen wesentlichen Einflusz auszuül^en
„vermögen.-ocr page 110-

88

het bestaan van eene vlottende bevolking, die beurtelings door
het kapitaal wordt aangetrokken en afgestooten, om in den
tusschentijd geheele perioden van werkeloosheid door te maken.
Mede nu als oorzaak van dit verschijnsel, vooral ook als bron,
waardoor de werkeloosheid onnoodig wordt gerekt, leerden we
het feit kennen, dat de maatschappelijke machine op het gebied
van den arbeid niet snel genoeg hare raderen in elkaar doet
grijpen. Zoodra er eene organisatie optreedt, welke aan dit euvel
zijne schadelijke werking ontneemt, wanneer een intermediair den
hortenden en stootenden gang van onze productie vermindert,
door met snelheid het steeds weer vrijkomend kapitaal en den
arbeid tot elkander te brengen, zullen ook de perioden van
onvrijwillige werkeloosheid zijn verkort en aan dit verschijnsel
een vruchtbaren voedingsbodem ontnomen zijn. Een goed in-
gericht stelsel van arbeidsbeurzen zal de werkeloosheid dus wel
degelijk kunnen verminderen, haar beperkende tot het oogen-
blikkelijk surplus aan arbeidskrachten, dat om verschillende
redenen geene plaatsing vinden kan.

Het spreekt van zelf, dat in tijden van groote werkeloosheid
de beurs onmachtig zal zijn de vrijgekomen arbeidskrachten
aanstonds to plaatsen. Zoo zal b. v. in den winter, wanneer
het seizoen in do bedrijven is ingetreden, do beurs weinig tot do
vermindering van het kwaad kunnen bijdragen. Hierin sUiat ze
echter met andere middelen ter bestrijding van werkeloosheid op
éen lijn. Het een en ander doet aan do wmirheid onzer bewering
geenszins to kort, nl. dat do arbeidsbeurs, waar zo 66n van do
voorname oorzaken der werkeloosheid vermindert en opheft,
ook het verschijnsel zelf voor een deel zal doen verdwijnen.

Hoewel Dr. Singer \') in zijne bewering „Eine wesentliche Ab-

I) Dr. Rudolf Sinurr: „Dm Rw.hl auf Arbeit in geschichtlicher Darstellung-ocr page 111-

»hilfe gegen die Arbeitslosigkeit liegt in einer wirksamen Arbeits-
„vermittelung-ocr page 112-

90

In eén woord de beurs heeft een egaliseerenden en regulee-
renden invloed op den arbeid en daarmede op de heele productie.
Ze voorkomt stagnatie, verkort den duur der crises en zorgt er
voor, dat de productie, door een steeds voldoend arbeidsaanbod
met kracht en intensiteit kan werken. „Telle est donc la fonction
„régulatrice fondamentale qui pourra accomplir la Bourse du
„travail; faciliter la distribution des forces productives dans

„l\'immence atelier social-ocr page 113-

91

We zagen hoe de arbeidsbeurs kapitaalbesparing bevordert,
doordat ze tegelijk met de vermindering der werkeloosheid,
de koopkracht vermeerdert en renteverlies voorkomt. Ook op
de vrij hooge kosten, welke noodig zijn om de arbeidskracht
gedurende de perioden van werkeloosheid in stand te houden,
zal aanzienlijk kunnen worden bespaard. De vereenigingen van
Armenzorg zien n.1. hare budgets verminderen, terwijl de vak-
vereenigingen eene aanmerkelijke bezuiniging op het „out of
work benefit-ocr page 114-

92

die zoo bereidwillig waren mij op dit punt in te lichten, meen
ik het geopperde bezwaar als ongegrond te mogen aanmerken.
Immers is eigenbelang de oorzaak, waarom een deel der beste
werklieden ook in den slappen tijd in dienst wordt gehouden,
zoo zal geen arbeidsbeurs in staat zijn den patroon te bewegen
dat voordeel prijs te geven. Weliswaar zal deze, zoo hij het voor-
uitzicht bezit om, ingeval hij een goed werkman ontslaat, door de
arbeidsbeurs, er oen even goeden voor in de plaats te krijgen, in
theorie eerder tot ontslag overgaan; dit neemt echter niet weg,
dat de werkgever in de praktijk zóóveel waarde hecht aan een
beproefd arbeider, dien hij door en door kent en vertrouwt, dat
hij daarom toch niet licht tot ontslag zal besluiten. Hoewel de
arbeidsbeurs in staat zou zijn hem een voortreffelijk werkman
terug te bezorgen, zoo zal de werkgever toch allicht het zekere
voor het onzekere nemen, door liever een man to behouden, die
geheel in den werkkring van den patroon is ingeleefd, dan er
een in dienst te nemen, die, hoewel ook deugdelijk, dit niet te
onderschatten voordeel mist. Prof. Greven moge dus in theorie
gelijk hebben, in de praktijk gaat zijn bezwaar niet op.

Was het inderdaad humaniteit, welko den werkgever ervan
terughield zijn arbeiders onverzorgd to ontslaan, dan zou hij
bij een goed stelsel van arbeidsbeurzen hiertoe zeker niet
overgaan alvorens de zekerheid to bezitten, dat do werkman,
dio stond ontslagen to worden, door dio arbeidsbeurs elders
plaatsing had gevonden. Doch, toegegeven dat door het be-
staan van arbeidsbeurzen luvn den patroon oen prikkel tot ont-
slag wordt gegeven; dan nog vreezen wo geenszins voor eene
vermeerdering der werkeloosheid. Immers, is do arbeidsbeurs
de oorzaak, dat het ontslag wordt vergemakkelijkt, anderzijds
zal ze juist het middel zijn waardoor de vrijgekomen arbeids-
krachten aimstonds weder plaatsing vinden. Do patroon kan
door do beurs terstond nieuwe werkkrachten krijgen, mwir
ook de werkman vindt spoedig oen nieuwen patroon. Al

J

-ocr page 115-

93

betreuren wij het dus met prof. Greven, dat door de orga-
nisatie der arbeidsbeurs in enkele gevallen het ontslag van
werklieden wordt bevorderd, toch verwachten wij van een
dergelijk verschijnsel geene vermeerdering van werkeloosheid.

In verband nu met den invloed, dien de arbeidsbeurzen uit-
oefenen op de werkeloosheid, verdient de vraag overwogen te
worden, in hoeverre wij van de beurs hebben te verwachten
oene min of meer volledige
roerkloozen-statiMiek.

Vaak wordt beweerd, zelfs door mannen van naam en gezag,
als zou de arbeidsbeurs het aangewezen orgaan zijn, om in de
behoefte aan eene werkloozen-statistiek te voorzien. Zoo o. a.
Schikowski, \') waar hij zegt „das/: auf diese Weise mit fast der
„gleichen Arbeit eben zwei Erfolge erreicht werden können: die
„Arbeitslosenstatistik und die Arbeitsvermittelung.-ocr page 116-

94

kan verschaffen, toch zal ze er nimmer in slagen, het aantal
werkeloozen met zekerheid aan te wijzen. Wanneer niet alle
werkeloozen, tot den laatsten man toe, zich bij de beurs laten
inschrijven, zal deze hoogstens kunnen constateeren, dat in
hare omgeving in meerdere of mindere mate werkeloosheid
bestaat; van het aanwijzen van het juiste getal zal echter geen
sprake kunnen zijn.

Het is immers overbekend, hoe juist in tijden van groote wer-
keloosheid, vooral waar het seizoen in het spel komt, de beurs
het minst wordt bezocht en hoe bij vermindering van het ver-
schijnsel het aantal inschrijvingen weder stijgt

In de wintermaanden; wanneer duizenden arbeidskrachten
vrijkomen, treft men bij de beur/en het geringste getal werk-
zoekenden aan, terwijl juist in de zomermaanden, wanneer do
werkeloosheid het geringst is, het aantal arbeiders, die bij het
bureau komen aankloppen, aanmerkelijk vermeerdert

Do nevensgaande tabel, die wij met behulp der jaarverslagen
van een aantal arbeidsbeurzen samenstelden, brengt do waarheid
dezer bewering nader aan het licht

Mon ziet hieruit, dat de vier wintermaanden verreweg het
geringste bedrag aan inschrijvingen aanwijzen, terwijl bij het
aanbreken van het betere seizoen do cijfers gaandeweg stijgen,
om in Juni cn Juli hun culminatiepunt to bereiken. Zoo consta-
teert ook het jaarverslag van do arbeidsbeurs to Berlijn over
1892 dat bij eene algemeene waargenomen depressie het aanUil
werkzoekenden bij de beurs afneemt De verklaring van dit
verschijnsel, hoe vreemd het ook moge schijnen, ligt nochtlianfl
voor de hand. Dc werkman w.cet nl. zeer wel
dat do arbeids-
beurs in de wintermaanden aan do seizoen-werkeloosheid tocli
niet voel kan verhelpen, zoodat eeno inschrijving zijnerzijds
fllcchts verspilling van moeito cn geld zou zijn Breekt eclilor
de betere tijd aan, dan tracht een ieder door middel van »lo
beurs de opkomende arbeidsgelegenheden to bonmchtigcn.

-ocr page 117-

Ingesclu\'evene TVerkzoeliendeii bij een aantal Arbeidsbeurzen

g\'edn rende 1S96.

PLAATSEN.

Jan.

Febr.

Maart.

April.

Mei.

Juni.

Juli.

Aug.

Sept.

Oct.

Nov.

Deo.

Berlijn.......

1062

804

1009

1370

1139

1604

1305

1435

1398

1511

1214

708

Karlsruhe......

234

348

543

533

490

637

672

530

580

554

367

250

Constanz.......

73

87

165

194

188

235

188

137

179

208

194

171

Mannheim......

465

595

926

877

869

1030

920

927

997

843

596

476

Weenen.......

372

359

430

505

492

450

496

514

589

665

384

211

257

244

341

375

314

394

381

338

395

358

244

127

Bern........

87

121

134

104

112

1 110

84

108

90

73

83

57

Luik........

119

100

246

262

309

193

220

176

218

163

154

124

Gent........

190

203

349

346

269

252

259

190

1

223

225

189

134

Amsterdam......

222

231

331

282

217

267

205

157

197

206

157

86

Samen. . .

3021

1 3092

1

4474

4648

4400

5172

4730

4512

4866

4806

3582

2419

-ocr page 118-

96

grooter de kansen op werk worden, des te sneller stijgt ook het
aantal ingeschrevenen bij de beurs. Reeds uit het bovenstaande
zien we dus, dat van eene arbeidsbeurs niet te verwachten is
eene betrouwbare werkeloozen-statistiek.

Er is echter, behalve het genoemde nog meer, wat hare samen-
stelling op niet geringe wijze belemmert. Men vergete n.1. niet,
dat de werkzoekenden geenszins allen tot de werkeloozen be-
hooren. Tal van personen zullen van het intermediair der beurs
gebruik maken, die niet gaarne het praedicaat „werkeloos-ocr page 119-

97

gelijk blijken te zijn. Het is nl. een bekend verschijnsel, zooals
we in de volgende hoofdstukken zullen zien, dat de meeste
arbeidsbeurzen met groote moeilijkheden hebben te kampen, wat
betreft de contrôle over de plaatsing der ingeschrevenen. Vele
werklieden, die zich bij de beurs laten inschrijven, blijven nl.
m gebreke om, wanneer ze zonder hare tusschenkomst plaatsing
vinden, hiervan aan het bureau kennis te geven. Hoewel aan
dit euvel wel iets te verhelpen is, hetgeen we in ons laatste
hoofdstuk hopen aan te toonen, zoo zal het toch geenszins ge-
heel zijn op te heffen, en hiermede staat of valt ook de werke-
loozen-statistiek der arbeidsbeurs, ten minste wat de questie van
den
duur van het verschijnsel betreft.

Het schijnbare bezwaar, als zou door het feit, dat de werke-
loozen zich op meer dan ééne plaats doen inschrijven, do statistiek
onmogelijk worden, is ons inziens illusoir. Immers we hebben
hier met een gemakkelijk to constateeren feit te doen, waarvan
bovendien do verzwijging voor den werkzoekenden van geenerlei
belang is. Indien de beurs er slechts voor waakt aan een
ieder, die zich laat inschrijven, te vragen
of en waar hij nog
meer is ingeschreven, is deze moeilijkheid ons inziens uit den
weg geruimd.

Samenvattend, hetgeen boven is opgemerkt, komen we tot
do slotsom, dat van oene arbeidsbeurs, hoezeer dit ook ware te
wenschen, eene nauwkeurige werkeloozen-statistiek niet te ver-
wacliten is. Wo dienen ons daarom bij Dr. Hirschberg \') aan to
sluiten, waar hij omtrent deze questie zegt: „Dasz der Arbeits-
„nachweis-Statistik an und für sich schon eine Arbeitslosen-statistik
„darstellt, musz auf das entscliiedensto bestritten werden.-ocr page 120-

08

en de duur der werkeloosheid in \'t algemeen. Eene beurs n.1.,
die uit den aard van haar werkkring geplaatst is in het centrum
van den arbeid, is mede door hare dagelijksche ondervinding in
dier mate met de bewegingen van de arbeidsmarkt op de hoogte,
dat ze, ook al laat zich een deel der werkzoekenden niet bij
haar inschrijven, toch zeer wel gegevens kan verstrekken omtrent
de grootte van vraag en aanbod, alsook aangaande de werke-
loosheid.

Evenals de makelaar op de geldmarkt weet, dat er tegen een
gegeven rente veel of weinig kapitaal tc krijgen is, zonder nog met
de juiste bedragen op de hoogte te zijn, zoo zal ook de arbeids-
beurs in de streek, waar zij is gevestigd, kunnen optreden als
een observatorium, zoowel van de werkeloosheid, als van de
richting, de beweging en den globalen omvang van vraag en aanbod
van werkkrachten \'). Op de belangrijke taak, welke de arbeids-
beurs in deze kan vervullen, komen we in ons laatste hoofdstuk
nader terug.

De voor- en nadoelen van de organisatie der arbeidsbezorging
opsporende, stooten we thans op eene belangrijke questio, nl.
op
(Icn invloed van de arbeidsbeurs op den stand der loonm.

Om ons van dezen invloed eene duidelijke voorstolling to maken,
dienen we met Mr. Pierson -ocr page 121-

99

tigen arbeid zullen we hier niet spreken, evenmin over die van
gelijksoortigen, op eene zelfde plaats.

Wat bepaalt nu het verschil in bedrag van het arbeidsloon
van gelijksoortigen arbeid van plaats tot plaats? De invloeden
die hier werken, gelden voor een deel bij de twee bovenge-
noemde groepen.

We dienen als zoodanig in de eerste plaats te noemen: verschil
in arbeidsprestatie, ivoninghuiir en levensonderhoud,
die vooral, wat
het eerste punt betreft een beslissenden invloed hebben op de
hoogte van het loon \'). Verder de
prodnetiviteii der onderneming,

1) Als bewijs hoe zeer de loonen in een
verschillen, ontleenen wij het volgende
eu Typografenbond over het jaar 1890.

Loonen der Timmerlieden (per uur).

zelfde bedrijf van plaats tot plaats kunnen
aan het jaarboekje van den Timmerlieden-

Loonen der Typografen (per week).

Amsterdam

23 cent.

Arnhem

8,50 gulden.

Assendelft

10 „

IJergen op Zoom

8,40

Utrecht

15 »

ICdam

5,50

Assen

11

Gouda

8,50

Ueverwijk

17 „

Gorinehem

8,50

Deventer

15

Haarlem

9.—

Delft

10 ..

den Dusch

7,—

Groningen

15—10 „

Hilversum

9,30

H

Middelburg

15 „

Hooni

0,—

»

Sneek

M »

liocuwarden

9,—

llotterdam

20 „

lieiden

9,—

Leeuwarden

14—15 „

Maastricht

7,20

-ocr page 122-

100

alsook de moeilijke verplaatsbaarheid van kapitaal en arbeid. Wat
het eerste betreft, vindt dit zijne oorzaak in de geschiktheid van
het oord, waar eenmaal eene onderneming is gevestigd, de ge-
hechtheid aan den vaderlandschen bodem en in den aard der
bevolking. Wat den arbeider aangaat, er zijn tal van redenen,
die zijne verplaatsing verhinderen. Terecht heeft Smith gezegd,
dat van \'alle soorten bagage de mensch het moeilijkst is te
transporteeren. Het kost den werkman veel, vooral wanneer hij ook
vrouw en kinderen mee wil nemen, van de eene plaats naar
de andere te verhuizen. Vooroordeel, gehechtheid aan familie
en vrienden, conservatisme, ook vaak gebrek aan reisgeld, zijn
even zoovele belemmeringen voor de mobilisatie der bevol-
king. Men wachte zich echter deze invloeden te overschatten.
Wel is waar, zit de weerzin tot verplaatsing den werkman
nog in het bloed en is het „ubi bene, ibi patria-ocr page 123-

101

stand in deze, bij vroeger vergeleken, aanmerkelijk is verbeterd.
Het trekken van plaats tot plaats wordt meer en meer ge-
woonte \'), ja zelfs heeft menig werkman tegen eene verhuizing
van de eene stad naar de andere weinig bezwaar meer, terwijl,
zooals wij in ons eerste hoofdstuk poogden aan te toonen, ook
het emigreeren naar het platteland niet meer tot de ongewone
dingen behoort.

Eene andere belangrijke oorzaak, welke op den ongelijken
loonstand influenceert, is de onvolledige bekendheid met de
hoogte der loonen.

Weliswaar hebben do snelle communicatiemiddelen, alsook de
tusschenkomst der vakvereenigingen, reeds hier en daar den
sluier opgelicht, dit neemt echter niet weg, dat de toestand
in deze nog verre van volmaakt is. Ware werkelijk de hoogte
der arbeidsloonen van plaats tot plaats nauwkeuriger bekend,
zoo zouden ook zonder twijfel do loonen meer worden geëga-
liseerd.

Het is nl. niet aan to nemen, dat waar men met de hoogte
der arbeidsloonen nauwkeurig bekend is, zich, zooals thans nog
herhajildolijk voorkomt, hier een ongeövenredigd lage, ginds
een overdreven hooge loonstand vertoont. Zoodra zich een der-
gelijk geval voordeed, zouden èn kapitaal èn arbeid, het een dc
plaats der lagere, do andere dio der hoogore loonen opzoeken,
totdat, na eenigo slingering die evenwichtstoestand werd ver-
kregen, Avelke in juinmerking genomen de tegeninvloeden in
casn bereikbaar is. Als middel nu om do onvoldoende bekend-
heid met den stivnd der loonen op te heffen, cn do egalisatie te
bevorderen, kan do arbeidsbeurs, mits op uitgebreide schaal
georganiseerd, Toortrefiolijko diensten bewijzen.

1) Dn ervaring door do DiiiUche arbcidubcurren in deze opgedaan, als ook de
geschiedenis van hot „Trade Unionismo-ocr page 124-

102

„En éclairant l\'état du marché la Bourse du travail ne peut
„raanquer de contribuer au nivellement des salaires \'). Eveneens
Corvey„Auch als Lohnregulator vermag eine durch das
„ganze Reich verzweigte Arbeitsvermittelung einen gewissen Ein-
„flusz auszuüben.

Het is nu echter de vraag of niet, waar de stand der loonen,
alsmede de intensiteit en omvang van vraag en aanbod van werk-
krachten door de arbeidsbeurs bekend worden gemaakt, tevens
het generaal peil der arbeidsloonen een dalenden invloed zal
ondervinden. Ons inziens bestaat hiervoor niet het minste ge-
vaar. Wel is waar, heeft het aanbod van arbeiders, hetwelk
doorgaans grooter is dan de vraag, sterken invloed op de bepa-
ling van het arbeidsloon, in dier voege, dat het stijgt of daalt,
al naarmate de ondernemer zekerheid heeft, dat het aantal van
hen, wier behoefte aan arbeid onbevredigd bleef, grooter of
kleiner is. Men vergete echter niet, dat, waar de arbeidsbeurs
den werkgever eenerzijds deze zekerheid verstrekt, zo anderzijds
door krachtiger concurrentie der ondernemers, snellere kapitaal-
verplaatsing en tengevolge hiervan verhoogde productie weder een
machtig tegenwicht biedt.

In verband met den invloed van do beurs op do loonen,
dienen wo thans na to gaan, wat zo zal tot stand brengen, ten
aanzien van datgene,
wat vaak wordt aangewend als middel om
het loon op peil te houden, zoo mogelijk to doen stijgen, nl.
ilc werkstaking. Velen zijn nl. van meoning dat hot welslagen
eener „striko-ocr page 125-

103

neemt. Voor de stakers is het nl. van het grootste belang, dat
de door hen verlaten plaatsen niet aanstonds door anderen
worden ingenomen. Bestaat er eene arbeidsbeurs, zoo zal
deze den bedreigden werkgever in allerijl de gewenschte ar-
beidskrachten kunnen toezenden, waardoor in vele gevallen het
lot der werkstaking zal zijn beslist. Staakt daarentegen de
arbeidsbeurs hare werkzaamheden tegenover den werkgever, zoo
wordt daardoor de tegenpartij op niet geringe wijze gesteund.
Het spreekt van zelf, dat, waar dus, volgens deze opvatting,
het welslagen eener „strike-ocr page 126-

104

lot eener werkstaking in handen; immers zoodra in eenig be-
drijf een „strike-ocr page 127-

105

plaatse bestaande arbeidsbeurs de weegschaal wel degelijk ten
gunste of ongunste van een der strijdende partijen kunnen
doen omslaan en wordt het in dat geval van groot belang de
questie bij de oprichting der beurs nauwkeurig te overwegen.
Hoogst wenschelijk is het, dat de arbeidsbeurs, die als neu-
traal orgaan zooveel mogelijk boven allen partijstrijd verheven
»loet zijn, zich ook ten aanzien eener „strike-ocr page 128-

106

woonte van het verwisselen van het land met de stad, in hand
zal werken \').

Een dergelijk vermoeden komt ons echter ten eenenmale
ongegrond voor; immers van tweeën één, óf er is in de steden
overvloed aan werk, en alsdan is er geen reden, waarom de
arbeidsbeurs de plattelandsche bevolking ook niet een aandeel
hierin zou gunnen, of er is een overvloed van arbeidskrachten
en daarmede gepaard gaand gebrek aan werk, in welk geval
juist de arbeidsbeurs het middel zijn zal, waardoor de toevloed
van landbewoners kan worden gestuit. Immers de periodieke
publicaties omtrent de verhouding van vraag en aanbod in
de groote centra zullen, indien ze een surplus van arbeids-
aanbod aanwijzen, menig dorpsbewoner, die voornemens was
zijne werkplaats te verlaten, ervan terughouden zich bloot tc
stellen aan eene te voren te berekenen teleurstelling. We zijn
er vast van overtuigd, mede op grond van do ervaring in
\'t buitenland opgedaan, dat de arbeidsbeurs uitnemende diensten
zal bewijzen in zake dc egalisatie van arbeidskrachten tusschen
stad en land, waardoor een overmatige toevloed van landbe-
woners wordt voorkomen.

Behalve op materieel, zal ook op moreel gebied do arbeids-
beurs haar gunstigen invloed doen gevoelen. Waar zo nl. don
sluier opheft, die thans het generaal overzicht ovor do arbeids-
markt belemmert, zal zo tevens eon eind makon aan
oneerlijke
praktijken en exploitatie der arbeiders van do zij-ocr page 129-

107

bliciteit, de fairheid van handelen in hooge mate worden be-
vorderd. „Wenn die Arbeitskäufe-ocr page 130-

108

Uit een gansch ander oogpunt is de arbeidsbeurs in \'t bij-
zonder voor de werklieden van groot belang.

Waar eene spoedige plaatsing van zijne arbeidskracht voor
den werkman een gebiedende eisch der noodzakelijkheid is,
valt het niet te verwonderen, dat elk middel, wat hem hierin
behulpzaam kan zijn, met gretigheid door hem wordt aan-
gegrepen.

Reeds gedurende geruimen tijd nu worden er personen aange-
troffen , die van de verlegenheid der werlieden gebruik maken, door
zich tegen grof geld als intermediair tusschen hen en den werk-
gever op te werpen. Daar de
placeurs, zooals men de genoemde
personen betitelt, langen tijd nagenoeg de eenigen waren, welke
den werkman, die bij het omzien naar arbeid vaak in den
blinde rondtast, de gewenschte inlichtingen konden verschaffen,
was laatstgenoemde meestal wel genoodzaakt zich op genade of
ongenade aan hen over te geven. Zooals wel te begrijpen is
maken de placeurs van hunne sterke positie gretig gebruik, om
den weerloozen arbeider te exploiteeren.

In de volgende hoofdstukken zullen we over de wanverhou-
dingen, waartoe dit stelsel van verplaatsing voerde, nog vaak
genoeg kunnen sproken. Thans zij er alleen op gewezen, dat
het weder de arbeidsbeurs is, die in deze den werkman groote
diensten kan bewijzen, waar ze door een gezond stelsel van
plaatsing, het placeursbcdrijf met zijn financieele en moreele

gevaren overbodig maakt. „Insbesondere bilden sie (die Arbeits-

«

,,nachweise) eine wirksame positive Bekämpfung der vielfach
„so unmoralisch, wirkenden Privat-Agonturen-ocr page 131-

109

ben zal, daarbij speciaal op het oeconomisch nut het oog rich-
tend, rijst thans de vraag, door wie de vruchten van het een
en ander in de eerste plaats zullen worden geplukt?

Het zijn uit den aard der zaak de groote steden, die aan
de invoering van arbeidsbeurzen het meest behoefte gevoelen.
Hoewel ook de kleinere plaatsen zeer zeker de zegenrijke wer-
king eener betere aanpassing van vraag en aanbod zullen onder-
vinden, zoo is toch voor hen de invoering van niet zulk een
overwegend belang. In de dorpen en kleine gemeenten kent
men elkaar nl. beter, de verhoudingen zijn eenvoudiger, terwijl
ook de veranderingen van werkplaats niet zoo frequent zijn als
in de stad. Hier gevoelt men dus ook minder behoefte aan een
intermediair bij de afsluiting van het arbeidscontract.

Dit neemt echter niet weg, dat wanneer we den arbeid in
zijn geheel beschouwen, eenc arbeidsbeurs, zoowel voor het
platteland als voor de steden van groot nut kan zijn. Dit
bleek o. a. bij de Duitsche vereenigingen tot plaatsing van
ontslagen-militairen en gevangenen, welke inrichtingen haar
succes hebben te danken aan de handige wijze, waarop ze ge-
bruik wisten te maken van de verlegenheid aan arbeidskrachten,
die zich in sommige afgelegen deelen van het rijk openbaarde.
Zooeven zagen we ook, welk een gunstigen invloed de beurs
kan uitoefenen op den evenwichtstoestand tusschen vraag en ajvn-
bod in de steden en op het land. Dit kan echter alleen ge-
schieden , wanneer zo in beide plaatsen tot ontwikkeling gekomen
is on aldus het geheele gebied van den arbeid beheerscht. Eene
\\-ocr page 132-

110

rers-ocr page 133-

Ill

Thans resten ons nog ter behandeling enkele zeer voorname
punten, die in verband met de arbeidsbeurs niet onbesproken
kunnen blijven.

In de eerste plaats dan de vraag: bestaat er geen gevaar dat
de arbeidsbeurs in haar optreden de verhoudingen in den levens-
kring van den arbeid omzet en het samengesteld verband, dat
tusschen de verschillende deelen van nature bestaat, op ruwe
wijze uit elkaar wringt, m. a. w. is de arbeidsbeurs een mecha-
nisme , arbeid van boven opgelegd, of iets, dat volgens
immanente wetten als een noodzakelijke levensvoorwaarde door
hem wordt geeischt? Het laatste schijnt ons onvoorwaardelijk
het juiste toe. Is er iets, dat meer onder den drang der tijds-
omstandigheden, als eene onmisbare behoefte als het ware is
gegroeid en geworden en allerwege wordt gevoeld, dan is het
zeker, naast de organisatie, de mobilisatie van den arbeid. Even-
als de handelsbeurs voor het kapitaal en de korenbeurs voor do
granen van zelf uit de natuurlijke ontwikkeling van handel en
verkeer zijn geboren, ovenzoo is ook het centraalorgaan voor de
aanwijzing van arbeid niet iets, dat willekeurig is uitgedacht,
maar dat meer en meer zich als eeno levensvoorwaarde openbaart.
De arbeidsbeurs is niets anders dan een instrument,-waardoor
eeno van zelfwerkende kracht in hare ontwikkeling wordt ge-
steund. Terecht merkt Drage \') op: „Those who advocate such
„agencies aim not at a reorganisation of industry but only at
„supplementing the present system by remodeing its defects.-ocr page 134-

112

In den aanvang van ons betoog merkten we reeds op, dat men
onder den invloed der veranderde oeconomische omstandigheden
minder geneigd is den arbeid te beschouwen als een stuk van
het menschelijk leven, maar min of meer als eene „waar,-ocr page 135-

113

sehen, in eng besloten kringen samengebonden, van meer intiemen
en vertrouwelijken aard was, plaats hebben gemaakt voor geheel
andere verhoudingen, die haar aanzijn niet danken aan willekeur,
maar het gevolg zijn van geleidelijke en noodzakelijke ontwikke-
ling. Wij gelooven, dat die ontwikkeling, ten gevolge van welke
de mensch bij vervorming van industrie op andere wijze over
de stof is gaan heerschen, al zijn ook tal van min gunstige
omstandigheden er het gevolg van, beschouwd moet worden
als een niet tegen Gods wil historisch geworden verandering.
Waren het aanvankelijk patroon en werkman die, elkaar van
oudsher bekend, samen in één werkplaats arbeidden, thans zijn
het meer
de werklieden en de ondernemers, die elkaar in \'tvrije
ruilverkeer tegemoet treden. Een patroon, die drie of vier knechts
onder zijne leiding heeft, staat uit den aard der zaak met hen
in veel nauwer contact, komt er veel eerder toe ze als mede-
arbeiders te beschouwen, dan de groote ondernemer, die 4 j\\
500 komende en gaande arbeiders op zijn fabriek aan het werk
heeft. De menschelijke arbeid werd in zekeren zin een „wivar-ocr page 136-

114

Of de schaduwzijden onzer oeconomische toestanden, al dan niet
zullen verdwijnen, is toch voor het grootste gedeelte onafhanke-
lijk van eene organisatie, die niets is dan een middel tot
leniging van de door de hedendaagsche toestanden bestaande
behoeften. De arbeidsbeurs, beschouwd uit het oogpunt der
tegenwoordige omstandigheden, zal den arbeid ten nutte komen.
Van de arbeidsbeurs duchte men geen gevaar; op gansch iets
anders worde het zwaartepunt gelegd en wel hierop, dat ook
bij de ongunstige, d. w. z. zoo licht zelfzuchtige levensver-
houdingen, waarin de arbeid thans is geplaatst, verandering ten
goede in zoo hooge mate afhankelijk is van den geest, die allen
bezielt.

Ook nu is het mogelijk dat plichtsbetrachting, liefde en ge-
hechtheid wederzijds worden beoefend mits de grondslag voor dit
alles het Christendom slechts aanwezig is.

Waar we ons op de voorgaande bladzijden bezighielden met
enkele vermeende bedenkingen tegen de arbeidsbeurs, daar willen
we thans wijzen op een werkelijk bestaand nadeel, dat helaas
onvermijdelijk aan hare invoering is verbonden.

Men zal zich herinneren, dat we in den aanvang van ons hoofd-
stuk gewaagden van de toenemende
„StcllenwccliaeV\' Het is nu
deze voortdurende verwisseling van werkplaats, die door do
arbeidsbeurs, welke mede om harentwil werd ingesteld, wel
eenigszins wordt bevorderd. De door de beurs verhoogde kans
om, wanneer men hier de werkplaats verlaat, spoedig ginds
weder een nieuwe te vinden, geeft den werkman een prikkel
om van de gelegenheid gebruik to maken.

Waar dus, de arbeidsbeurs tengevolge van de tegenwoordige
productiewijze, dio zooals we boven zagen eene voortdurende ver-
wisseling van werkplaats onvermijdelijk maakt, eenerzijds bij
de plaatsing der steeds weer vrij komende werkkrachten onsciiat-
bare diensten bewijst, daar wordt ze anderzijds een sociaal

-ocr page 137-

115

gevaar, in zooverre ze, hoewel ondanks zich zeit, eene onbezonnen
verlating van den dienst in de hand werkt. Het zich verplaatsen
van oord tot oord moet nl. tot het noodzakelijke blijven beperkt.
Immers de werkman, die zich nu eens hier, dan weer daar
metterwoon vestigt, ziet daarmede ook verbroken de zoo onmis-
bare banden, die maagschap en vrienden hem schenken. Het is
bekend, hoeveel de omgang met vrienden en bekenden, het
leven in een vertrouwlijken kring, ook uit een zedelijk oogpunt
vermag. Hoe menige misstap wordt er voorkomen uit pieteit
voor familie en bekenden of uit schaamte voor de omgeving,
waarin men zich sinds jaren bevindt. Deze zedelijke banden,
de vrees voor de opinie van anderen, zullen verzwakken en ver-
dwijnen, wanneer de arbeider zich nu eens hier, dan weer daar
bevindt.

Ook op tal van andere sociale verhoudingen heeft de to
krachtige en vooral de onnoodige mobilisatie der bevolking een
ongewenschton invloed. Donken wo slechts aan kiesrecht, militie-
en belastingplicht, aan hot kerkelijk verband on den armen-
zorg, die allo den invloed van eene steeds komende- on gaande
arbeidersbevolking ondervinden. Voor zoover do beurs nu bij
do noodzakelijke mobilisatie haar hulp biedt is zo den arbeid
ten zegen; waar echter door haar oene
onnoodige „Stellenwechsel-ocr page 138-

116

Hoewel ze der voortbrenging en den ondernemers niet anders
dan tot voordeel kan strekken, zal zij vooral den werkman ten
nutte komen. Immers hij is het, die het eerst en het hardst
getroffen wordt door de gevolgen der werkeloosheid en tevens het
meest behoefte heeft aan een intermediair, dat hem spoedig een
kooper aanwijst voor zijne arbeidskracht, en hem bij de afsluiting
van het arbeidscontract ter zijde staat. De arbeidsbeurs, en dit
is juist een harer grootste voordooien, zoZ
de zwakke positie van
den werkman tegenover ondemem^ en voortbrenging aanmerkelijk ver-
sterken.
Of ze er in slagen zal den strijd tusschen kapitaal en
arbeid op te heffen, gelijk door de Molinari wordt betoogd,
meenen wij te moeten betwijfelen. Ze zou hiermede een eind
maken aan de brandende questie onzer eeuw, hetgeen niet kan
worden verwacht, en hetgeen ook niet zou liggen binnen haar
bestek.

Men wachte zich toch van de invoering van arbeidsbeurzen
te overspannen verwachtingen tc koesteren. Velen maken zich
hieraan schuldig, ook de Molinari.

Men zal reeds in allen deele tevreden mogen zijn wanneer
door de arbeidsbeurs wordt tot stand gebracht, hetgeen wij van
haar verlangden, wanneer blijkt dat door haar is weggenomen
eene belangrijke oorzaak van ^verkeloosheid.

I) In zijn: „Les Bourses du travail-ocr page 139-

HOOFDSTUK III.

Aanwijzing van Arbeid en Arbeidsbeurzen
in het Buitenland.

DUITSCHLAND.

Er zullen wel weinig landen worden gevonden, welke zich in
den liwittiten tijd op sociaal gebied zoo zeer oj) den voorgrond
hebben geplaatst, dan het rijk, dat naast zijne „Gewerbeordnung-ocr page 140-

118

vermittelung-ocr page 141-

119

Aanstonds kwam de lastige kwestie der legitimatie en het leveren
van bewijs omtrent het in het verledene gepraesteerde de eenvou-
dige verhoudingen verstoren. De vrij zware eischen, waaraan de
gezel te voldoen had, werden nog verscherpt, toen het streven
veld won om door het stelselmatig weren van nieuwe elementen,
de gilden binnen engeren kring te beperken. Waar bovendien
reeds de op geboorte steunende afstand tusschen meester en gezel
door eerstgenoemde nog werd vergroot, zoodat er zich een typi-
sche meesters- en gezellenstand ontwikkelde, begon ook meer
en meer bij den opkomenden partijstrijd de vraag, wie de „Arbeits-
vermittelung-ocr page 142-

120

gezel verplicht zich aanstonds tot den z. g. n.: „Gewerkäl-
teste-ocr page 143-

121

over rechten en plichten van meesters en dienstboden en eveneens
de uitoefening van het bedrijf afhankelijk maakt van eene aan-
stelling van het plaatselijk bestuur.

Zooals reeds in hoofdstuk II werd opgemerkt, bracht de op-
komst der „freie Gewerbeordnung-ocr page 144-

122

dwang zouden onthouden en tevens hunne vereenigingen voor
een ieder zouden openstellen. De tegenwoordige „Gewerbe-
ordnung-ocr page 145-

123

weleer zoo algemeen verspreide ^^Gesindcmarhte-ocr page 146-

124

verband met het „Preussische allgemeine Landrecht-ocr page 147-

125

Behalve van de genoemde beroepen heeft de „Stellenvermit-
tler-ocr page 148-

126

und Gewerbe-ocr page 149-

127

Wat den omvang der werkzaamheden betreft, zoo werden in
1894 bij de diverse private bureaux ingesclireven: 535,020 werk-
zoekenden, waarvan 381,206, dus 71 werd geplaatst, terwijl
481,358 patroons zich bij de beurs lieten inschrijven. Neemt men
de resultaten van alle overige inrichtingen voor „Arbeitsvermitte-
lung-ocr page 150-

128

Wat Baden betreft, hier waren werkzaam op 1 Januari 1895
241 en op 1 Januari 1896 247 „Stellenvermittler-ocr page 151-

129

als symptomen beteekenis hebben. Uit de door de commissie
opgemaakte statistieken, welke men bij voornoemden auteur
aantreft\') blijkt, dat het grootste deel der kellners en kellne-
rinnen, waarover de enquête-commissie rapporteert, hunne be-
trekking aan een placeur hebben te danken. Van de 17.127
kelners, welke door „Stellenvermittelung-ocr page 152-

130

Op het Frankforter Congres heeft de afgvaardigde voor de
met scheepsbouw in verband staande vakvereenigingen, J. Wills,
zeer belangrijke mededeelingen op dit gebied ten beste ge-
geven

Wat den sjouwerlieden aangaat, deze worden nagenoeg uit-
sluitend aangeworven door de zgn. „Vizen-ocr page 153-

131

doen, bleek o. a. op het Zeemanscongres, hetwelk in November
1897 te Hamburg is gehouden \').

Ten aanzien der ongehoorde exploitatie, waaraan de zeelieden
nog steeds bloot staan, merkte o. a. P. Ch. Hansen -) op. „Eine
„Stelle finden sie bei gewissen Heuerbaasen nicht eher, als bis
„sie den letzten Heller den sie hatten und den sie bei der An-
„musterung bekommen werden, geopfert haben-ocr page 154-

132

daarom von Reitzenstein: \') „Sie sind durch die Leistungen der
„Innungen auf diesem Gebiete sehr fragmentarische geblieben.-ocr page 155-

133

in daartoe bestemde registers bij den waard te doen inschrijven,
terwijl bovendien aan beide partijen het recht werd gegeven de
aan wijziging van de arbeidsbeurs, zoo deze hun niet aanstond,
van de hand te wijzen. Bij een „Innungsstatut-ocr page 156-

134

Reeds aanstonds dienen we hier een scherp onderscheid te
maken tusschen de zgn. socialistische
„Gewerkschaften\'\'^ en de
„Hirsch-Dunchersche Gewerkvereine-ocr page 157-

135

stand verkeert, blijkt o. a. uit de verklaring door Legien op de
jaarvergadering te Gera afgelegd \').

Eerst in later jaren ontwikkelde zich de „Arbeitsvermittelung-ocr page 158-

136

andere strekken daarentegen hare werkzaamheden uit over een
gedeelte of het geheele rijk. De voornaamste oorzaak van op-
richting dezer inrichtingen werd niet zoozeer door de noodzake-
lijkheid geboden, dan wel wenschelijk geacht in het partijbelang,
om eene tegenorganisatie te bezitten, waardoor de invloed van
de arbeidsbeurzen der vakvereenigingen kon worden ondermijnd.
Slechts in die bedrijven, waarbij de knecht bij den meester
inwoont, hebben ze het heft in handen weten te krijgen, terwijl
in de overige de invloed der werkgeversbeurzen slechts een zeer
geringe is

Onder de voornaamste arbeidsbeurzen van deze soort noemen
we: het
„Bezirks Verband deutscher Metalindxistrieller^^ te Chemnitz,
dat in Juli 1892 opgericht, in het volgend jaar aan 5100 werk-
lieden plaatsing bezorgde -). Verder de inrichting der machtige
„Verein Berlins Metallindustrieller-ocr page 159-

137

De Pruisische enquête noemt voor het Koninkrijk 30 arbeids-
beurzen van patroons-vereenigingen, die over Beijeren 5. Wat
den omvang der werkzaamheden dezer instellingen betreft, zie
men de bijlagen IV en V.

In den aanhef van deze afdeeling noemden we nog een vierde
soort van beurzen nl. de
„Gemischte Arbeitsnachweise-ocr page 160-

138

5000 M. bij \'). In de jaren 1895 en 1896 werden bij de beurs
ingeschreven 7867 arbeiders, 6709 patroons, terwijl 2372 werk-
lieden werden geplaatst 2).

De arbeidsbeurs van Zuid-Duitschland te Augsburg onderscheidt
zich in zooverre van de eerstgenoemde dat zij aan alle werklieden
kosteloos arbeid bezorgt. In 1896 werden ingesschreven 551
patroons en 3436 werklieden, waarvan 3536 werden geplaatst.

Onder de vereenigingen van belanghebbenden, die in de „Arbeits-
vermittelung-ocr page 161-

139

männissche Vereine-ocr page 162-

140

„Katholische- en Evangelische Arbeitervereine-ocr page 163-

141

Ucher Arbeitsnachiveis-ocr page 164-

142

De genoemde instellingen, welke zich, zooals wij zeiden met
invaliede werkkrachten, met armen en ongelukkigen bezighouden,
spelen in Duitschland een zeer belangrijke rol. Wat echter niet
te verwonderen is, zijn hare resultaten steeds beneden het
middelmatige gebleven, hetgeen vooral hieraan toeteschrijven is
dat de werkgevers op grond van een geenszins misplaatste achter-
docht, de arbeidsbeurzen dezer vereenigingen stelselmatig ver-
mijden.

„Sie sind,-ocr page 165-

143

arbeidersbeurs besproken als een „Mittel vorbeugender Armen-
pflege-ocr page 166-

144

Zoowel voor arbeiders als patroons heeft de „Arbeitsvermitte-
lung-ocr page 167-

145

Evenals andere inrichtingen van weldadigheid hadden ook de
„Naturalverpflegungsstationen-ocr page 168-

146

kleinere plaatsen de registratie door den „Herbergvater-ocr page 169-

147

zur Besserung von Strafgefangenen\'^ te Berlijn. Ieder ontslagen ge-
vangene, mits hij zich op voldoende wijze legitimeert en belooft
in het vervolg beter te zullen leven, heeft tot de arbeidsbeurs
der vereeniging toegang. Deze laatste stelt zich ten doel den
ingeschrevene ddfir plaatsing te bezorgen, waar de verleiding
het geringst is. Wat reeds in \'t algemeen is opgemerkt, geldt
voor deze inrichting in \'t bijzonder, nl. ze zendt hare werkzoe-
kenden naar de meest afgelegen oorden, waar het gebrek aan
arbeidskrachten het sterkst wordt gevoeld. Zoodoende bereikt ze
het drieledig doel; zoowel plaatsing als voldoende isolement voor
hare ontslagenen, terwijl ze bovendien voorziet in de behoefte a.m
werkkrachten op plaatsen, waar deze anders niet zou worden
vervuld.

De resultaten, door de vereeniging gedurende een zekor tijds-
verloop verkregen, laten wo hieronder volgen. In de jaren 1883—
1894 (13 April—31 December) werden ingeschreven .38.754 werk-
zoekenden, waarvan 30.034 werden geplaatst\'). Wat in \'t bijzon-
der het jaar 1894 l)otreft, van de 43G8 ingeschrevencji vonden 3507
werk, terwijl in 1895 dezo cijfers respectivelijk 44.55 on 3.523
bedroegen In het tijdperk van 1883—1895 werd dus gemiddeld
aan 78 °/o der werkzoekenden door de vereeniging arbeid bezorgd.

Behalve te Berlijn treft men vooral in Saksen, Baden, Han-
nover en Wurtemburg verscheidene van dergelijke inrichtingen
aan. Dc heer Ostertig •-ocr page 170-

148

We hebben thans te wijzen op tweeërlei soort instellingen,
welke zich wijden aan de zorg van personen, die, hoewel in
allen deele tot de valiede werkkrachten behoorend, toch, speciaal
bij het omzien naar werk op eigenaardige moeilijkheden stuiten.

Bij de behandeling der placeurs en besteedsters wezen we er
reeds op, dat het voor een goed deel vrouwelijke arbeiders en
dienstboden zijn, die, bij gebrek aan voldoende intermediairs,
dezen „Stellenvermittler-ocr page 171-

149

kunnen zijn, blijkt aanstonds, wanneer men bedenkt, dat jaar-
lijks, en wel in den ongunstigsten tijd, een aanzienlijk gedeelte
der militairen wordt ontslagen, die allen tegelijk hun arbeids-
kracht aanbieden. Om te voorkomen, dat ze na hun ontslag in
een toestand van werkeloosheid geraken, stellen de genoemde
inrichtingen zich bijtijds op de hoogte van het aantal van hen,
wier diensttijd is verstreken, en zijn zoodoende in staat velen
hunner op het critieke oogenblik een passende arbeidsgelegen-
heid aan te wijzen. In Baden wordt met dit doel jaarlijks aan
alle beurzen een verzoek gericht, om bijtijds do vacante plaatsen
op te geven, ten einde de in den herfst ontslagen militairen te
kunnen plaatsen. Een andere vereeniging doet hetzelfde ten
aanzien der arbeidsbeurs to Froiburg, doch hier in den vorm
van een overeenkomst.

In Saksen heeft de „Militärbund-ocr page 172-

150

„haupt in Gegenden bringen, in denen er bisher ganz unbe-
kannt war.-ocr page 173-

151

reeds spoedig laten varen. Ondanks deze tegemoetkoming klagen
de jaarverslagen nog steeds over de weinige medewerking, ja
zelfe over het wantrouwen van de zijde der patroons. Ook duurde
het geruimen tijd eer men zich verzekerd zag van de sympathie
der werklieden, in wier belang de inrichting uitsluitend in \'t
leven is geroepen.

Het waren in het begin voornamehjk „ungelernte-ocr page 174-

152

het land te expedieeren op den onwil van laatstgenoemden afstuitten,
nam de vereeniging in November 1894 het besluit, aan de van
buiten komende werklieden den toegang tot de beurs te ontzeggen.

Wat de organisatie der „Arbeitsvermittelung-ocr page 175-

153

Central verein für Ajrbeitsnachweis
in Berlin \').

Männliche Ahlheilung.

Jahr.

Gesuche.

angebotene
Stellen.

besetzte
Stellen.

auf 100
Gesuche.

1888

10.308

6007

58

1889

10.511

8262

7093

67

1890

9887

7032

6279

63

1891

13.459

8011

7376

55

1892

11.672

7949

7552

67

1893

11.208

7393

7101

1 65

1894

11.218

7216

6975

63

1895

12.792

9627

9382

73

1896

14.602

11.574

11.318

95

1897

16.455

13.033

12.693

85

Werbliche Abtheilung.

Jahr.

1

Gesuche.

1 angebotene
Stollen.

besetzto
Stellen.

auf 100
Gesuche.

1891

888

1

690

596

77.7

1892

1960

1071

998

50.9

1893

2872

1535

1436

50.0

1894

3503

1789

1682

48.0

1895

3392

1997

1882

55.4

1896

3013

1794

1662

55.1

1897

3036

2008

1874

61.7

I) (leilurendo do ft ooMto ma»ndon van 1808 wordon iu do mannelijk« en vrouwe-
lijke afdoelinii; «amen ingoschreven 10.81:» i»atroon», 17.082 werkzoekenden, waarvan
lO.\'lUi werden geplaatst.

-ocr page 176-

154

FACHARBEITSNACHWEISE.
L Maler und Anstreicher,

Jahr.

Gesuche.

Vermittelt.

Auf 100
Gesuche.

1894*)

1895

1896

1897

2343
4657
6000
6857

1583
3655
4630
5354

67.6

79.7

7.7

7.8

*) 6 Monate.

V

II. Schlosser.

Jahr.

Gesuche.

Vermittelt.

Auf 100
Gesuche.

1895

1896

1897

1346
2181
1951

1071
1483
1569

79.6
68.0
80.1

III. Klempner.

Jahr.

• Gesuche.

Vermittelt.

Auf 100
Gesuche.

1895

1896

1897

978
1514
1265

875
1300
1068

89.5
88.1
84.4

IV. Lachircr.

Jahr.

Gesuche.

Vermittelt.

Auf 100
Gesuche.

1896

1897

\' 89
156

1

62
m

69.7
85.9

-ocr page 177-

155

In de tweede plaats komt in aanmerking de arbeidsbeurs
van den
„Central Verein für Arbeitsnachweis-ocr page 178-

156

opmerkelijk is de bepaling, dat een werkgever, die een werkman
naar elders laat overkomen, verplicht is het reisgeld hem daartoe
ter hand te stellen.

Wat de resultaten betreft, zoo ontleenen wij aan eene opgave
van von Meyerinck het volgende i): Gedurende 30 jaar van
1865—1895 werd aan 513.112 werklieden arbeid bezorgd, terwijl
speciaal in de jaren 1893 en 1894 van de 9056 en 8570 inge-
schrevenen, 6378 (70,4 o/o) en 5690 (66,4%) werden geplaatst.

De werkzaamheden van den „Verein für Arbeitsnachweis-ocr page 179-

157

toegetreden vereenigingen, terwijl de onmiddellijke leiding is
toevertrouwd aan een uit hun midden gekozen bestuur. De on-
kosten worden ook hier goedgemaakt door de bijdragen der aan-
gesloten vereenigingen, een subsidie van de stad, benevens in-
sohrijvings- en abonnementsgelden der patroons en „Vermittelungs-
gebühre-ocr page 180-

158

eveneens met afzonderlijke afdeelingen voor mannen en voor vrou-
wen. Ook hier verleent de gemeente subsidie, terwijl deze tevens
gratis localiteiten ten gebruike afstaat. De verdere onkosten wor-
den goedgemaakt door „Gebühren-ocr page 181-

159

vereenigingen, die zich ten doel stellen de arbeidsbezorging als
een gemeen belang door samenwerking te bevorderen. Waar de
beurs aanvankelijk de „Gebühren-ocr page 182-

160

Vorort-ocr page 183-

161

onbelangrijk. Van de 4269 werkzoekenden werden in het dienst-
jaar 1893/1894 3276 tegen 3438 in het vorige jaar door de beurs
geplaatst. In de laatste jaren schijnt echter het gebruik der
beurs zeer te zijn verminderd, immers het aantal der werkzoe-
kenden bedroeg in 1896 1662 en dat der geplaatsten 1281 \').

Ook in München-Oladbach bestaat sinds 1 Nov. 1895 een
centrale arbeidsbeurs, welke het aanzijn dankt aan 12 „ge-
meinnützige Vereine-ocr page 184-

184

de „Verein für Arbeiisruichweis-ocr page 185-

163

ontvangen, alsook door den invloed die deze laatste op den
gang van zaken uitoefent, meer en meer naar het communaal
type overhellen. De voornaamste dezer inrichtingen zijn die te
Hamburg, te Keulen en te Posen.

De arbeidsbeurs der „Hamburger Gesellschaft zur Beförderung der
Künste lind nützlichen Gexoerben,-ocr page 186-

164

overlaat aan de vereenigingen, die de instelling creëerden. Een
afwijking van de Fransche beurzen ligt evenwel hierin, dat te
Keulen ook de patroons aandeel hebben in het bestuur.

In ruil voor hare medewerking, behield zich de stad enkele
rechten voor, nl. de verplichting aan de beurs opgelegd, tot
het samenstellen van arbeids-statistieken en het leveren van
een geregeld overzicht van den stand der arbeidsmarkt. Boven-
dien heeft de stad het recht verzekeringskassen aan de inrichting
te verbinden. De arbeidsbeurs, welke hare diensten kosteloos
praesteert, vervalt in eene mannen- en vrouwenafdeeling, waarin
de inwoners van Keulen bij de „Arbeitsvermittelung-ocr page 187-

165

beurs te Posen, welke op initiatief van den „Ober-Bürgermeister-ocr page 188-

166

ten \') het stelsel der communale arbeidsbeurzen bepleitte. Spoedig
daarop werden in Pruisen, Wurtemberg, Beyeren en Saksen
pogingen in het werk gesteld om tot de oprichting van dergehjke
arbeidsbeurzen te geraken. Ook de regeering liet eene aansporing
niet achterwege. Zoo werd door het Pruisische Ministerie van
binnenlandsche zaken den 31®^ Juli 1894 aan alle steden, boven 10,000
zielen, eene met reden omkleede circulaire gezonden, waarin op
de oprichting van communale arbeidsbeurzen werd aangedrongen.
Na de bezwaren, tegen het bestaande stelsel van arbeidsbezorging
ontwikkeld en de aandacht gevestigd te hebben op het groote
belang van centralisatie in het leveren van statistieken, eindigt
de circulaire aldus: „Um die Arbeitsnachweisstellen, zur Lösung
„der vorerwähnten, weitreichenden Aufgaben zu befähigen, wird
.,es notwendig sein, sie einem durch die Gemeindebehörde ernann-
„ten, weder den Arbeitgebern noch den Arbeitern angehörenden
„Leiter zu unterstellen. „In den gröfzeren Städten können die Leiter
„aus den Beisitzern zum Gewerbegericht gewählt werden. Wenn das
„nicht möglich ist, können die städtischen Behörden eine Auswahl
„treffen. Es ist wünschenswert Arbeitsnachweisbureaus wenigstens
„in allen Städten mit mehr als lO.(XX) Einwohnern ins Leben zu
„rufen-ocr page 189-

167

scheid, terwijl de overige zich tot eene enkele categorie be-
paalden \'),

Over de verschillende provincies waren ze aldus verdeeld:

West-Pruisen.......3

Oost-Pruisen.......4

Brandenburg.......11

Pommeren.......2

Posen.........1

Westfalen........4

Hessen-Nassau......3

Hessen............17

Saksen.........12

Sleeswijk-Holstein.....8

Hannover........3

Rheinland......■ . .-ocr page 190-

168

Behalve door Pruisen, zijn ook door Wurtemberg op het gebied
der „öffentliche Arbeitsnachweis-ocr page 191-

169

13.111 geplaatst In 1897 werden ingeschreven 24.029 patroons
en 23.923 werlieden, waarvan 14.966 werden geplaatst.

Op voorbeeld van Stuttgart en mede door de propaganda van
het Frankforter Congres daartoe aangespoord, werden achtereen-
volgens in verschillende steden van Wurtemberg communale
beurzen opgericht.

Tot bevordering dezer snelle ontwikkeling werd door een
„Minister-Erlasz\'\' van 15 Dec. 1895 aan de „Kreisregierungen, Ober-
ämter und Gemeinde-ocr page 192-

170

vrouwelijke arbeiders en dienstboden afzonderlijk in 6 klassen
zijn ingedeeld.

Reeds aanstonds mocht de „Landescentrale-ocr page 193-

171

communale beurzen, tot eene centralisatie besloten \'). Als hoofd-
bureaux werden aangewezen de beurzen to
Mihichen, Straubing,
Kaiserslautem, Bamberg, Nürnberg
en WürTburg.

Sinds het voorjaar 1898 heeft krachtens eene overeenkomst
der ministeries in Wurtemberg en Beijeren, eene geregelde
„Austausch-ocr page 194-

172

tot stand komt, beslist het bestuur of voor het betrokken be-
roep de „Vermittelungsstätigkeit-ocr page 195-

173

munale beurzen -ocr page 196-

174

De meeste der tot dusver door ons besproken communale beurzen
berusten op dit beginsel: „paritätisch Betheiligung von Ver-
tretern der Arbeitgeber und Arbeitnehmer an der Verwaltung-ocr page 197-

175

Volgens de meer genoemde Pruisische enquête bevonden zich
op het eind van het jaar 1894 in het geheele koninkrijk niet
minder dan 105 arbeidsbeurzen van „Kreis-und Provinzialverbände,-ocr page 198-

176

zal de bond uitsluitend optreden ter behartiging van de belan-
gen, aan alle niet „gewerbsmäszige-ocr page 199-

177

Aan eene veelzijdigheid van pogingen die geen enkel plekje
van het uitgebreide gebied van den arbeid onbezoeht liet,
paarde zich een beleid, dat velen tot voorbeeld kan strekken.
De cijfers toonen aan dat het streven niet zonder gevolg is
gebleven.

FRANKRIJK.

Evenals in Duitschland, ligt ook in Frankrijk het wordings-
proces der arbeidsbezorging in het tijdperk der gebonden in-
dustrieele organisatie. „C\'est encore au inoyen-ftge, qu\'on peut
„raporter l\'origine des institutions de placement gi-atuites ou oné-
„reuses-ocr page 200-

178

werkzoekende gezellen verplicht waren zich in een door hun
gilde aangelegd register te doen inschrijven. Zoo concentreerde
zich de aanwijzing van arbeid langzamerhand in handen van
den gildensecretaris, die met de registratie belast was. Hot
streven der gilden om zoodoende de aanwijzing van arbeid te
monopoliseeren, werd, zooals reeds is opgemerkt, van regeerings-
wege krachtig gesteund. Zelfs werd er onder Lodewijk XIV in
1677 een verbod uitgevaardigd tegen de oprichting van „bureaux
d\'adresses-ocr page 201-

179

hun gelukt, dank zij de alom gehuldigde vrijheid, de middel-
eeuwsche instelling voor goed den kop in te drukken.

Naast de gilden-beurzen ontwikkelden zich in het begin der
!-ocr page 202-

180

dat zijne werkzaamheden ook tot de hoogere beroepen uit-
strekte

Een geheel nieuw tijdperk brak aan. toen bij decreet van 2 en
17 Maart en 14 Juni 1791 de opheffing der gilden en de daar-
mede gepaard gaande vrijheid van beroep werd afgekondigd.
Met één slag was hiermede een einde gemaakt aan het „ancien
régime-ocr page 203-

181

monopolie van arbeidsbezorging. Tevens werd aan de werkgevers
verboden iemand in dienst nemen, welke niet was voorzien van
een „bulletin de placement-ocr page 204-

182

den prins-president in Januari 1852 eene commissie benoemd
tot onderzoek naar de genoemde instellingen, welke reeds
in het volgende jaar een ontwerp aanbood tot regeling der
„bureaux de placement,-ocr page 205-

183

eerstgenoemde plaats werd het decreet bij eene verordening van
5 October 1852 en een van 16 Juni 1857 nader uitgewerkt. Vol-
gens dezo verordening draagt de concessie een streng persoonlijk
ka/-akter; terwijl verder is bepaald, dat op een vastgestelde wijze
moet worden boekgehouden en geen hoogere vergoeding dan tot
een gefixeerd bedrag mag worden gevorderd

Hoewel de regeling aanvankelijk gunstig scheen te werken,
kwam al heel spoedig de waarheid aan liet licht van het „non
eine moribus leges.-ocr page 206-

184

door den préfect aan den politiecommissaris gericht, had wel
eene strenge handhaving van de wet tengevolge, doch was even-
min in staat de misbruiken te keeren.

In 1886 werd van de zijde der arbeiders eene krachtige oppositie
tegen de „bureaux de placement-ocr page 207-

185

bureaux, overtreft tot nog toe die van alle overige instellingen,
welke wij op de volgende bladzijden zullen leeren kennen.

Door de bureaux de placement, die aan de regeeringscommissie
opgaven zonden (994), werden in 1891 ingeschreven 2.495.079 werk-
lieden, waarvan 459.459 in vaste en 361.991 in tijdelijke be-
trekking werden geplaatst, terwijl 938.237 aanvragen van patroons
werden geregistreerd

In nauw verband met den strijd, welke vooral van de zijde
der arbeiders tegen de „bureaux de placement-ocr page 208-

186

begon toch langzamerhand de belangstelling levendig te worden.
Zoo werd o. a door den heer
H. Ducoux, die reeds in 1848 als
préfect van politie een uitgewerkt schema voor de oprichting
van communale-beurzen den gemeenteraad van Parijs had aan-
geboden, in 1851 een dergelijk voorstel aan de kamer van afge-
vaardigden gedaan. Behalve dat zich daarop nog in hetzelfde jaar
een 32-tal arbeidsvereenigingen ten gunste van de oprichting van
arbeidsbeurzen uitspraken, werden ook in het wetgevend lichaam
voorstellen gedaan, welke speciaal op de verbreiding van open-
lijke arbeidsbeurzen betrekking hadden \'), Een van regeerings-
wege ingesteld onderzoek naar deze aangelegenheid leidde echter
tot de slotsom, dat men om verschillende redenen van de orga-
nisatie van arbeidsbeurzen afeag, doch dat besloten werd tot de
bekende wettelijke regeling van de „bureaux de placement,-ocr page 209-

187

„Seine-prefect-ocr page 210-

188

„Comité General*\' samengesteld uit afgevaardigden der aangesloten
S3\'ndicaten. Dit lichaam benoemde weder een „Comité Exécutif-ocr page 211-

189

vinden zich in het gebouw niet minder dan 160 bureaux voor
de syndicale beurzen. Op iedere verdieping treft men bovendien
meerdere lokalen aan, welke den arbeiders tot vergaderzaal
dienen, terwijl zich op de eerste étage bovendien een goed inge-
richte bibliotheek bevindt. Het paleis, dat als een circus is ge-
bouwd, bevat in zijn centrum een reusachtige zaal, welke ruim
2500 man kan bergen, terwijl zich daaronder in de sous-ter-
rains een even ruime localiteit bevindt, welke des winters ver-
warmd, den werkzoekenden eene schuilplaats biedt.

Hetgeen wol was te voorzien, werd de arbeidsbeurs reeds
spoedig, met voorbijstreving van het eigenlijke doel, door de
socialistisch getinte „syndicats-ouvriers-ocr page 212-

190

„le rendez-vous ouvert par l\'aurorité municipal aux fainéants, aux
„vauriens, aux agités, aux ambitieux, à ceux qui veulent em-
„pêcher les gens tranquilles de travailler. La bourse du travail
„est un danger permanent.-ocr page 213-

191

nieuwe inrichting betreft, hieromtrent kunnen we nog geen
cijfers meedeelen.

Op voorbeeld van Parijs werden achtereenvolgens in een groot
aantal Franscho steden soortgelijke arbeidsbeurzen opgericht. Den
-ocr page 214-

192

geuit van de oprichting eener centralisatie der in Frankrijk be-
staande bureaux. Als voorwaarde werd evenwel gesteld totale
onafhankelijkheid der syndicaten, alsook afwezigheid van elke
mogelijke inmenging van de zijde van staat of gemeente \'). Eenigen
tijd later werd op het Congres te Toulouse deze wensch herhaald.

Behalve de „bourses du travail-ocr page 215-

193

In de onderstaande tabel ziet men voor 1897 van maand tot
maand de werkzaamheid van een aantal syndicaten, waaromtrent
het meergenoemde „bulletin de 1\'office du travail-ocr page 216-

194

Tal van arrondissementen volgden dit voorbeeld. In de meeste
deed de gemeente een beroep op welwillende gevers, die als-
dan een comité vormden, bestaande uit „membres fondateurs,
membres donateurs et sociétaires-ocr page 217-

195

1888 tot 1 Januari 1894, 25.873 werkzoekenden ingeschreven,
waarvan 18.764, dus
72 werden geplaatst, terwijl 22.060 werk-
gevers van de inrichting gebruik maakten.

In een veertiental arrondissementen werden in 1895 van de
52.200 ingeschrevenen 27.751, dus ruim 53°/o aan arbeid ge-
holpen en wel 29 der mannelijke en 71 ®/o der vrouwelijke
ingeschrevenen. In het volgend jaar werden 28.622 „il demeure-ocr page 218-

196

In hoofdstuk IV van „Le Placement-ocr page 219-

197

Eene bijzondere vlucht namen in den laatsten tijd ook de
„Sodétéa de \'patronage des prisonniers libérès.-ocr page 220-

198

Waar zooals we zagen de arbeidsbezorging door intermediairen
nog slechts gering van omvang is, behoeft men zich er niet over
te verwonderen dat
„le placement personnel-ocr page 221-

199

daartoe vanwege den patroon gemachtigd. Deze agenten, welke
den naam dragen van
„entrepreneurs, tacherons, contremaîtres,
commissionaires-ocr page 222-

200

Waar dus in vergelijking met andere landen in Frankrijk de
gemeenten zich het eerst aanwijzing van arbeid aantrokken, gaven
ze aan haar overigens prijzenswaardig streven eene richting, welke
van meet af de kiem van ontbinding in zich omdroeg. Zoowel
de „bourses du travail-ocr page 223-

201

lieden geregeld plegen te bedienen. In de vakbladen, welke als
partij organen door de patroons zooveel mogelijk worden ver-
meden, treft men hoofdzakelijk aan navraag om gequalificeerden
arbeid »)•

Om eens aan te toonen hoever de invloed der pers op de aan-
wijzing van arbeid zich uitstrekte, heeft de van regeeringswege
benoemde enquête-commissie, die belast was met een onderzoek
naar de arbeidsbezorging in het Keizerrijk en in Boheme, een
schema samengesteld van de werkzaamheid van een aantal bla-
den 2) in 19 der groote steden van Oostenrijk gedurende de
laatste week van Juli en de eerste week van October 1896. In het
geheel werden aangetroffen 13.752 aanvragen van werklieden,
benevens 15.593 aanvragen van patroons. Onder de laatste be-
vonden zich niet minder dan 2.258 om dienstboden en 2.410 om
vak-arbeiders. Bij de werklieden was de verhouding tusschen-
beide deze beide groepen 3.800 en 337, een bewijs dat er door
de zgn. „gelernte Arbeit-ocr page 224-

202

In 1688 werd onder Leopold I eene „Gesindeordnung-ocr page 225-

203

Nadat in 1857 door de politie een onderzoek was ingesteld
naar het „Stellenvermittlungsgewerbe-ocr page 226-

204

schuldig maken, noemt de enquête-commissie vooral het annon-
ceeren van gefingeerde plaatsen, het verleiden tot onzedelijkheid
en de „Ausbeutung-ocr page 227-

205

„Arbeitsvermittelung-ocr page 228-

206

die eiken gezel vrijstelde „zu den Meister den er sich selbst
„wählt in Arbeit zu geben-ocr page 229-

207

hierbij in aanmerking, dat van de 40.996 geplaatsten 26.376 alleen
op rekening van Weenen komen, dan mag men gevoeglijk conolu-
deeren dat, hetgeen de genoemde corporaties thans op het gebied
der „Arbeitsvermittelung-ocr page 230-

208

te Weenen, slechts 11 in staat waren geregeld bijgehouden registers
over te leggen

We eindigen onze beschouwing over de aanwijzing van arbeid
door de genoemde vereenigingen met de woorden van Dr. Singer: 2)

„Die bisherigen Erfahrungen rechtfertigen bereits die Behaup-
„tung, dasz die Genossenschaften als leistungsfähige Träger des
„Arbeitsnachweises nicht in Betracht kommen. Eine ebenso wenig
„erfreuliches Bild bietet der Arbeitsnachweis der Gewerkvereine.
„Allerdings darf man nicht übersehen, flasz sich die gewerkschaftliche
„Bewegung in Oesterreich noch in einem enbryonalen Zustande
„befindet und dasz der Arbeitsnachweis der Gewerkvereine
„gegen die Tradition von Vorurtheilen anzukämpfen hat.-ocr page 231-

209

zicht over de verrichtingen der „Naturalverpflegungsstationen-ocr page 232-

210

Verder verdient ook nog vermelding het in Juli 1897 opgerichte
„iMndesverband für Wohltätigkeit-ocr page 233-

211

en met haar, die zich aan onderwijs en „Kindepüege-ocr page 234-

212

belang hunner bondsleden te bereiken. De voornaamste dezer
vereenigingen, waarvan er einde 1896 in \'t geheel 17 werden
aangetroffen, zijn de
„Bund dei- Deutschen Nordmährens-ocr page 235-

213

de arbeidsbeurs vulde de werkzoekende zelf een formulier
in, dat aanstonds in speciaal daartoe bestemde registers werd
overgeboekt. Als bewijs van inschrijving ontving hij daarop
een z.g.n.
„Vermitteluiigsschein-ocr page 236-

214

Uit de nevengaande tabellen blijkt in cijfers wat door beide in-
richtingen\' werd verricht

Wien

Jahr.

Gesuche.

Vorgemerkte
freie Plätze.

Vermittelte
Arbeitsplätze.

1885

1.616

286

162

1886

3.886

1.019

825

1887

5.514

1.536

1.866

1888

6.948

1.924

2.660

1889

7.334

2.219

2.962

1890

8.132

3.311

3.409

1891

9.540

3.758

3.698

1892

9.684

3.760

3.854

1893

10.131

4.205

4.639

1894

10.418

4.441

4.812

1895

12.662

5.603

5.955

1896

» 15.094

8144

6.686

1897

14.740

7.499

6.335

Zusammen..

115.703

47.705

47.863

Brünn.

Jahr.

Gesuche.

Vorgemerkte
freie Plätzen.

Vermittelte
Arbeitsplätze.

1889

1

730

156

1890

1.583

608

1891

1.744

866

1892

1.846

988

1893

1.846

1.012

1894

1.849

. 1.1()4

1895

4.696

961

1.224

1896

1.353

618

761

1897

1.348

675

771

Zusammen..

13.995

7.550

1)-ocr page 237-

215

Uit de bovenstaande tabellen ziet men, dat de werkzaamheid
der beide beurzen, vooral ten aanzien van het aantal plaatsingen,
zich voortdurend heeft uitgebreid. Voor het grootste deel waren het
„gelernte Arbeiter,-ocr page 238-

216

11 Augustus 1898 werd deze overtuiging dan ook onomwonden
uitgesproken.

Ingaande met den dag van opening, welke 1 September plaats
had, werd door de stad de arbeidsbeurs der „Verein für Arbeits-
vermittelung-ocr page 239-

217

Ook in Hongarije heeft men pogingen aangewend om te ge-
raken tot oprichting en centralisatie van arbeidsbeurzen. In een
schrijven van den „Ungarländische Landesindustrieverein-ocr page 240-

218

ENGELAND.

In onderscheiding met het continent is in Engeland de arbeids-
bezorging voor het grootste deel in handen der georganizeerde
arbeiders, de
„Trade Unions-ocr page 241-

219

gebied, langzamerhand begonnen zij met de oprichting van
filialen in do verschillende deelen van het rijk om langzamer-
hand aan te groeien tot die machtige organisaties van tegen-
woordig.

Talrijk waren de maatregelen welke de Unions in het belang
hunner leden hebben genomen. Zoo neemt naast de loonpolitiek
ook de bestrijding der werkeloosheid in de rij harer werk-
zaamheden eene eerste plaats in. Bekend is vooral de uitkeering
van het z.g.n.
„out of work and traveling benefit-ocr page 242-

220

naar haar oordeel passenden arbeid is gevonden en die deze wei-
gert aan te nemen, ook aanstonds zijn recht op het „benefit-ocr page 243-

221

algemeenen secretaris het bovengenoemde bulletin samengesteld.
Daar de „Trade-Unions-ocr page 244-

222

tevens de goedkoope advertentiekosten het gebruikmaken van het
blad onder veler bereik brengt. Om eens na te gaan, welke
takken van bedrijf het meest van de pers als arbeidsbeurs ge-
bruik maken en in welke mate, werden 21 Juni 1893 door de
„Board of Trade-ocr page 245-

223

rende het jaar 1892 werden 38.595 meesters en 36.850 dienst-
boden ingeschreven. De bestuurders dezer
„Private Registrie for
Domestic Servants-ocr page 246-

224

dienen in de eerste plaats vermeld te worden de „Metropolitan
association for befriending young servants-ocr page 247-

225

haaldelijk gebruikt. „The offices-ocr page 248-

226

permanent karakter. Deze beurzen nu staan óf onder leiding
van vrije vereenigingen of danken hun ontstaan aan de z. g. n.
„Vestries-ocr page 249-

227

alleen werklieden inschrijft, die van goede getuigen zijn voorzien.
Ouden van dagen en andere invaliede werkkrachten worden stel-
selmatig geweerd. Wat betreft de resultaten der beurs lette men
op de opmerkelijke verklaring, welke Mr. Holborn voor de
Staats-Commissie heeft afgelegd \'): „As I said before-ocr page 250-

228

Wat betreft de bureaux, die zijn opgericht door de „London
Vestries-ocr page 251-

229

Na behandeling der bovengenoemde arbeidsbeurzen dienen
we thans de aandacht te vestigen op een inrichting, die vooral
in „Darkest England-ocr page 252-

230

om, na zich van de bekwaamheden der ontslagenen te hebben
overtuigd, voor hen een passende werkplaats op te sporen. In
1891 bedroeg het aantal bij de arbeidsbeurzen ingeschreven
gevangenen, 18.127.

Hoewel voor „Discharged Soldiers-ocr page 253-

231

divisions-ocr page 254-

232

van een comité van enquête werd nog aangedrongen op de
invoering van een wet, welke alle stedelijke en plattelandsche
gemeenten zou machtigen tot oprichting van communale arbeids-
beurzen 1).

ZWITSERLAND.

Anders dan in Oostenrijk en Duitschland werden in Zwitser-
land na den ondergang der „gewerbliche Corporationen-ocr page 255-

233

der vakvereenigingen gekozene commissie, tegen vergoeding van
een „Einschreibungs- und Vermittelungsgebühr-ocr page 256-

234

aanbod van werkkrachten en frequenter „Stellenwechsel-ocr page 257-

235

worpen. Deze concessie, die jaarlijks moet worden vernieuwd,
verbindt de uitoefening van de „Stellenvermittelung-ocr page 258-

236

geringe succes te wijten aan den weerzin, welke de werkgevers
en „skilled labourers-ocr page 259-

237

en dienstbaren passende arbeidsgclegenheden op te sporen. De
voornaamste inrichting dezer soort is die, welke in 1885 te Zürich
door den „Armenverein-ocr page 260-

238

vrouwelijke werklieden bezig. Wat deze soort van arbeidsbeurzen
betreft wgzen we nog op die der vereeniging „Le
Secours-ocr page 261-

239

van Europa, die met eene dergelijke bemoeiing een aanvang
nam, binnen kort bracht ze het op het nieuwontgonnen gebied
tot eene omvangrijke werkzaamheid. Achtereenvolgens werden te
St. Gallen, Ocnèvc, Bcm, Schaffhausen, Bid, .Winterthur, van ge-
meentewege, en in
Basd en Genf door het kanton arbeids-
beurzen gesticlit.

Reeds in 1885 was er door de „Gewerbevorein-ocr page 262-

240

werden 13.125 werkzoekenden ingeschreven, waarvan 4108, dus
ongeveer 32 , plaatsing vonden

In Bem werd de oprichting eener arbeidsbeurs in 1887 inge-
leid door eene petitie der Bernsche arbeidersvereeniging. Nadat
eene door den Raad benoemde Commissie de questie had onder-
zocht, werd in 1888 tot de oprichting besloten, terwijl Januari
daaraanvolgende, de beurs werd geopend. Hoewel door den
Gemeenteraad gesticht en bekostigd, is de leiding toevertrouwd
aan eene commissie, bestaande uit vertegenwoordigers, zoowel
van patroons als van werklieden. Bij reglementswijzigingen 1895
werd het vroeger genomen besluit ingetrokken en de beurs met
de stedelijke kas voor verzekering tegen werkeloosheid verbonden.
De beurs heeft eene mannen- en vrouwen-afdeeling, beide
staande onder een afzonderlijken „Vorsteher-ocr page 263-

241

De geplaatsten bestaan voornamelijk uit „Magaziniers, Haus-
bursclien, Ausläufern, Erdarbeiter, Lehrlinge u. s. w.-ocr page 264-

242

van de verordening der „Regierungsrath-ocr page 265-

243

furter Congres i), „wenn die Gebühren, die vom Arbeiter und
„vom Arbeitgeber verlangt werden, nicht unverhältniszmäszig
„hoch wären-ocr page 266-

244

Ook in Biel werd bij besluit van 14 November 1892 door den
gemeenteraad een beurs gesticht die onder oppertoezicht der ge-
meente staat terwijl een bijzondere commissie met het bestuur is
belast. Deze commissie is samengesteld uit leden van den Raad
uit die der „Handwerkverein, der Arbeiterunion und Grütli-
verein,-ocr page 267-

245

„Gewerkschaftsbörsen-ocr page 268-

246

steedster is begrepen, werd in de bijlagen i) op laatstgenoemde
wet de volgende zinsnede opgenomen: „Ceux qui tiennent des
„bureaux d\'indication d\'adresses ou de louer des domestiques,
„ceux qui engagent des matelots.-ocr page 269-

247

„La Bourse du Travail du cercle anti-clérical de Tournai,-ocr page 270-

248

Was de oprichting der genoemde arbeidsbeurs de eerste poging
om door een geregeld stelsel van plaatsing in de bestaande
behoefte te voorzien, gedurende geruimen tijd was zij ook de
eenige.

Reeds op het congres der .„Internationale-ocr page 271-

249

ten aanzien van het aantal inschrijvingen van werklieden en
patroons gedurende de jaren 1888—1897 in de onderstaande tabel
gegevens vindt.

Jaren.

Aanvr. om werk.

1

Aanvr. om werklieden.

1888

1880

860

1889

3020

2650

1890

2190

3450

1891

4070

3610

1892

_

1893

3790

4320

1894

2180

2045

1895

2284

1521

1897

1912

2209

Om een eindo to maken aan den ongeregelden toestand, waarin
zich do aanwijzing van arbeid to
Bnmd bevond, werd in 1886
door den burgemeester Bxda, het plan opgevat ook in de hoofd-
stad eeno arbeidsbeurs op te richten. Als voorbereiding voor do
komende werkzaamhedon werd door prof.
lïccUrr Daiis, hooglccraar
to Brussel, een uitvoerig „avant-projot-ocr page 272-

250

arbeidsbezorging, maar ook een bureau voor de statistiek, dat
tevens zou optreden als organisator der arbeidsmarkt en niet
alleen op eene passende distributie van arbeid, maar ook op
een billijke en rechtvaardige verdeeling van loonen had in te
werken.

Van de zijde der werkgevers werd vooral heftig te velde ge-
trokken tegen de opname van eene bepaling, volgens welke de
beurs zich zou onthouden van bemoeing met die takken van
bedrijf, waarin de „syndicats-ouvriers-ocr page 273-

251

De thans te Brussel fungeerende „Bourse du Travail-ocr page 274-

252

alle nationaliteiten. Zij, die te Brussel of in de voorsteden woon-
achtig zijn, moeten bij hunne inschrijving overleggen een biljet
van het bevolkingsregister, terwijl zij, die van elders komen,
voorzien moeten zijn van een bewijs van goed zedelijk gedrag,
afgegeven door den burgemeester hunner woonplaats \').

Wat de werkzaamheden der beurs gedurende de jaren 1889—
1897 betreft, kunnen we alleen de cijfers der ingeschreven werk-
lieden en patroons, niet die der plaatsingen opgeven, daar volgens
den secretaris de ingescheven werklieden de beurs van eene
eventueele plaatsing bij een patroon veelal geen kennis geven,
zoodat nauwkeurige gegevens hierover zeer moeilijk zijn te ver-
zamelen.

Aanvr. om werklieden.

Jaar.

Aanvr. om werk.

1889—90

4225

90—91

5861

91—92 1

5338

92-93 j

4087

93—94 ;

230(5

94—95 i

3457

95—96 !

3119

9(5—97

3654

Als een bijzonderheid is aan de meeste Belgische arbeids-
beurzen verbonden eene zgn.
„Marché du Travail-ocr page 275-

253

arbeidsmarkten wordt gemaakt, geven wij van die te Dnisscl de
cijfers over een zeker aantal jaren op:

Data.

Werklieden.

Patroons.

1

25 Mei 1891—25 Maart 1892
„ Maart 1893—,, „ 1894
, „ 1894— „ „ 1895
;, „ 1895-,, „ 1896
„ „ 1896-,, „ 1897

t

1880
1735
2259
2259
2563

403
2030
2060
2060
2532

Eenige jaren na dio to Brussel, den Juli 1891, werd ook
te
Qcni eene arbeidsbeurs opgericht, wolko door do provincie,
do stad, alsmede door een aantal bijzondere vereenigingen wordt
gesubsidieerd. Het bestuur ia aamengesteld uit vertegenwoordi-
gers dezer vereenigingen, Ön wol zoo, dat ieder die 100 franca
bijdraagt 66n cn die welke 1000 franca bijdraagt tweo leden kiest.
Ook dezo beurs werkt zoowel voor do patroons als de werklieden
kosteloos. Wat hare werkzaamheden betreft, het volgende:

Jaar.

1

Aanvr. om werk.

Aanvr. om
werklieden.

Geplaatst.

1892

2.533

2.610

18!)4

2.982

2.429

1895

3.241

1.933

1897

3.320

1.633

1791

Ook do gemeenteraad te Enghiai besloot den 22*\'®-ocr page 276-

254

van 200 fr. heeft toegezegd. Volgens haar laatste verslag houdt
de beurs zich voornamelijk met veldarbeiders bezig.

Bij een besluit van het gemeentebestuur te Alost van 10 April
1896 werd ook in deze plaats een „Bourse du Travail-ocr page 277-

255

naai karakter, anders is het met die, welke in 1896 te Charleroi
door de vereeniging „Oeuvre de Vhospitalité de nuil-ocr page 278-

256

overzicht van den stand van vraag en aanbod toegezonden het-
geen evenals de inschrijving gratis geschiedt.

LUXEMBURG.

Geheel afwijkend van de verschillende systemen van arbeids-
beurzen, welke wij tot nu toe hebben leeren kennen, is dat,
hetwelk bij verordening van 19 November 1892 in het groother-
togdom Luxemburg werd ingevoerd. Krachtens deze verordening
werd de administratie der posterijen, aanvangende met 1893, belast
met het bestuur eener organisatie van arbeidsbeurzen, dio deels
over het geheele gebied hare werkkring uitstrekt, deels zich tot
afzonderlijke postkantoren bepaalt.

Personen, die, hetzij arbeid of arbeiders zoeken, hebben zich
mondeling of mot behulp van eene daartoe speciaal ingerichte
postkaart, voorzien van een zegel van 5 cent, dat tevens het
eenigo „Vermittelungsgebühr-ocr page 279-

257

sinds December daaraanvolgende bovendien dagelijks aan 101
spoorwegstations worden aangeplakt.

Wat de bijzondere kantoren betreft, deze bepalen zich er toe
vraag en aanbod van werkkrachten binnen hun ressort tot elkander
le brengen. Ook door hen wordt iederen avond een daglijst
gepubliceerd, die nevens de algemeene bij den ingang van het
postkantoor wordt aangeslagen. De ingeschreven aanvragen en
aanbiedingen van werk blijven in de lijst aangekondigd, totdat
terugname er van aan het postkantoor wordt gemeld. De aanvragen
uit het buitenland worden na een tijdsverloop van 14 dagen,
wanneer ten minste voor dien tijd geen verzoek om verlenging
is ingekomen, van de registers on aankondigingslijst verwijderd.

Ter willo van do contrôle is ieder, dio eene aanvraag heeft doen
opnemen, gehouden, zoodra deze om eenigerlei reden vervalt,
hiervan aanstonds kennis te geven, hetgeen kosteloos kan ge-
schieden. Om bij nalatigheid in het vervullen dezer verplichting,
eeno overlading der registers, maar vooral eono onnauwkeurige
noteering en een onzuiver beeld van vrj\\ag en aanbod to voor-
komen, zijn do brievenbestellers verplicht, om zich iederen Vrijdag
bij de bewoners van hun bestolwijk, die zich bij het postkantoor
hebben laten inschrijven, to overtuigen of verdere plaatsing op
de lijst nog verlangd wordt

Om de organisatie te vergemakkelijken, dragen do postboden
steeds bij zich formulieren voor inschrijvingen introkking, welko
kosteloos aan do aanvragers wordon verstrekt. Zij, dio wonen in
plaatsen, wolko goen pastkantoor bezitten, worden door middel der
postboden op do hoogte gehouden of do lijsten ook aanbiedingen
bevatten, welke mot hot door hen verlangde overeenstemmen.

Zooals reeds boven is opgemerkt, bestaat do eenigo onkosten
aan do zijde van het publiek, uit do 5 cents, wmirvan do jvan-
vraagkaart moet voorzien zijn, terwijl allo overige gelden voor

1) Schmülder: „ücr ArboiUm»rkt-ocr page 280-

58

drukwerk, administratie, bezoldiging der ambtenaren enz , door den
Staat worden betaald. Dat deze uitgaven slechts een zeer gering
bedrag vormen is niet te verwonderen wanneer men bedenkt, dat,
behalve op het hoofdbureau, waar twee beambten extra noodig
waren, de overige kantoren de belangen der arbeidsbeurs tusschen
het gewone werk door behartigen. Hierbij komt nog, dat men
zich van onderzoek en aanbeveling pleegt te onthouden. De beurs
werkt uitsluitend als bureau van registratie van vraag en aanbod
van arbeid hetgeen eveneens veel moeite en kosten overbodig
maakt. „Die Einrichtung-ocr page 281-

259

Bij nadere beschouwing van de bovenstaande tabel valt aan-
stonds de aandacht op het eigenaardige verschijnsel, dat het
aantal werklieden, hetwelk van de beurs gebruik maakte, zeer
gering is in verhouding tot dat der aanvragen om werk. Vol-
gens de postdirectie te Luxemburg vindt deze eigenaardige af-
wijking van hetgeen men gewoonlijk aantreft hierin hare ver-
klaring, dat de werklieden er meer en meer toe overgaan, om
ingeval zij naar eene vacante plaats omzien, eerst te raadplegen
de openbare registers; waarin zich de aankondigingen der patroons
bevinden, waardoor ze dan meestal zonder inschrijving reeds hun
doel bereiken. Dat er bij eene dergelijke regeling van een juist
overzicht over vraag en aanbod weinig kan komen, spreekt van-
zelf, temeer daar ook placeurs van deze regeling der publiciteit
in hun belang weten gebruik te maken \').

In het vijfde hoofdstuk hopen we ons met verdere beschouwingen
over het Luxemburgsche stelsel bezig te houden.

ITALIË«).

Reeds in 1812 begon de beweging ten gunste dor arbeids-
beurzen , toen zekere
Mamini don raad gaf over to gaan tot do
oprichting van z.g.n.
„Camcrc del Txivoro-ocr page 282-

260

Florentijnsche courant „La Fratellanza Artigiana-ocr page 283-

261

Om ajin de organisatie meerdere kracht en tevens grootere
uitbreiding te verzekeren, werd in 1894 door een aantal beurzen
(gevolg gevend aan een op het Congres te Parma genomen be-
sluit) besloten tot oprichting van een centraalbond van arbeids-
beurzen. Deze
„Federazio italiana dellc Camere del Lavoro-ocr page 284-

262

„Camere del Lavoro-ocr page 285-

263

NOORWEGEN EN ZWEDEN.

Hoewel wat Zweden en Noorwegen betreft, aangaande de
aanwijzing van arbeid niet veel bijzonders valt mede te deelen,
is het van belang bij twee onderdeelen nl. de dienstbodenbe-
steding en de aanmonstering van zeelieden kortelijk stil te sUian.

Wat het eerste betreft, ook in de genoemde landen geschiedt
de plaatsing van dienstboden gewoonlijk door middel van be-
steedsters en placeurs, welke laatste zich tevens, hoewel in min-
dere mate, met de aanwijzing van arbeid aan werklieden bezig
houden. De genoemde bureaux hebben zich te onderwerpen
aan de bepalingen van do wet van 28 November 1884, gewijzigd
bij do wet van 12 Juli 1896, welko bepaalt dat de vergunning,
die tot het uitoefenen noodig is, kan worden verleend aan iederen
Zweed van goede reputatie, tevons in hot volle bezit van hot
vrijo beschikkingsrecht over persoon en goed. In het algemeen is

Cnocchi Viani: „Lo Camoru del Lnvoro iuduitriali od agricole. Cremona-ocr page 286-

264

het den houders van arbeidsbeurzen verboden aan anderen dan
aan Zweden en Noren werk te verschaflen. Wil men zich ook met
de arbeidsaanwijzing aan vreemdelingen bezighouden, zoo is men
verplicht eene cautie te stellen, als waarborg voor het geval, dat
er wordt gereclameerd. Behalve dit punt bevat de wet nog tal
van regels ter verzekering van de rechten der ingeschrevenen,
alsook de verplichting tot het houden van geregelde registers.

Ondanks deze voorzorgen schijnt toch ook hier de praktijk niet
geheel aan de wettelijke voorschriften te beantwoorden, hetgeen
o. a. duidelijk bleek bij de op 27 Juni 1892 te Bankeberg gehouden
Conferentie, waarbij de oprichting van placeurs- en besteedsters-
bureaux werd afgekeurd en op de opheffing daarvan werd aan-
gedrongen 1).

Wat het tweede genoemde punt, de aanmonstering van zeelieden
betreft, dit is geregeld bij eene koninklijke ordonnantie van 4
Juni 1868. Eigenaardig is de bepaling, dat elke matroos op het
oogenblik van zijne aanmonstering moet zijn ingeschreven in een
inschrijvingsbureau voor zeelieden, alsook in een register zijner
parochie.

Pas in de laatste jaren heeft zich de overheid de aanwijzing
van arbfcid aangetrokken. Krachtens een besluit van 30 October
1896 werd nl. door den gemeenteraiid to
Christiania een arbeids-
beurs in het leven geroepen. Het Bestuur, door den Ilaad aan
te wijzen, is samengesteld deels uit patroons, deels uit werklieden,
deels ook uit personen, dio tot geen der beide partijen behooren.
De beurs, welke geheel door de stad wordt bekostigd, werkt
gratis, terwijl tevens op geregelde tijden door hiuir een overzicht
over den stand der arbeidsmarkt wordt gepubliceerd

1)-ocr page 287-

265

DENEMARKEN.

Ook hier treft men de zgn. „Stellenvermittelungsbureaua-ocr page 288-

266

als door vrouwen worden gehouden Tot oprichting wordt
vereischt de toestemming van den commissaris van politie, terwijl
tevens het stellen eener cautie verplichtend is. Tot nog toe
mogen de genoemde bureaux zich niet in een bloeiend bestaan
verheugen, hetgeen hier aan toe te schrijven is, dat het systeem
van aanwijzing van arbeid door tusschenpersonen vooralsnog in^
Rusland geen wortel heeft geschoten. Alleen in de meer ont-
wikkelde kringen van den arbeid begint dit moderne instituut
meer ingang te vinden. Zoo werd in 1890 eene vereeniging
opgericht, welke zich naast de behartiging van handelsbe-
langen ook de arbeidsbezorging ten behoeve harer leden ten
doel stelt. Hetzelfde geschiedt ook door de „Vereeniging tot
wederzijdsch hulpbetoon der commiezen te St. Petersburg-ocr page 289-

267

werking trad om in 1898 door eene definitieve communale beurs
vervangen te worden.

SPANJE.

Omtrent dit land zijn weinig bijzonderheden bekend. Het
rapport „Le placement-ocr page 290-

268

eene concessie van de zijde van het gemeentebestuur vereischt.
Dank zij de inschikkelijkheid van den volksaard, onderwerpen zich
de belanghebbenden zeer gewillig aan het beleid en de eischen
dezer „Agentia-ocr page 291-

269

aangericht, niet zoo groot is, is eene wettelijke regeling, welke
tot nog toe ontbreekt, alleszins gewenscht.

AMERIKA.

Evenals in Europa berust ook in Amerika de arbeidsbezorging,
voorzoover er niet door aanbeveling, „Umschau-ocr page 292-

270

noemde instellingen betrouwbare gegevens te verzamelen. Dat de
toestand echter ook hier verre van rooskleurig is, blijkt uit de
klachten, welke herhaaldelijk over deze placeurs worden ver-
nomen. Vooral het huur- en slaapbaasstelsel te Californië en
New-York nam vaak een ernstig en dreigend karakter aan \').

Behalve door placeurs heeft de aanwijzing van arbeid ook door
de belanghebbenden zelve plaats. De groote stoot tot de ont-
wikkeling der vak-arbeidsbeurzen werd gegeven door Ulrich Stevens,
die in 1869 de organisatie der
„Knights of Lalmtr-ocr page 293-

271

Onder oppertoezicht van den, „commissioner of labour stati-
stics-ocr page 294-

272

„of funds to conduct the offices on a scale that the necessities
„of the work demanded-ocr page 295-

273

groote moeilijkheden, vooral ook de tegenkanting van de zijde
der georganiseerde arbeiders, beletten tot nu toe de uitvoering
der ontworpen plannen. Nog steeds berust de arbeidsbezorging,
voorzoover ze. zich niet in handen der „Professional Employment
Offices-ocr page 296-

274

heugen, hetgeen is toe te schrijven aan de omstanstandigheid,
dat het Leger der Heils zich te veel inliet met de godsdienstige
overtuiging der aanvragers, iets, wat bij de werkeloozen een
krachtig verzet uitlokte, dat zelfs uiting zocht in een aanval op
het gebouw der arbeidsbeurs

Ziende dat een dergelijk obstructionisme geenszins bevorderlijk
was voor het welzijn der arbeiders, gaf de regeering eindelijk
toe aan de herhaalde aanzoeken der werkeloozen en ging zij tot
de oprichting van eene regeerings-arbeidsbeurs over.

Den 10^™ Juni te Melbourne geopend met 50 filialen in diverse
postkantoren, telde de beurs den 1«»®-ocr page 297-

275

Queensland.

Te Bresbane in Queensland werd in 1886 een „Gouvernements
Labour Bureau-ocr page 298-

276

veel mogelijk beijvert bij aanvraag de noodige inlichtingen te
verstrekken, houdt ze zich stipt onzijdig, waar het geschillen over
loon, arbeidsduur enz. betreft.

In het eerste jaar werden 14.062 werkzoekenden ingeschreven,
waarvan niet minder dan 12.576, dus ruim 89 , werden
geplaatst.

Ook hier ontbrandde een soortgelijke strijd als in Victoria,
daar eenerzijds de patroons de beurs gebruikten als een middel
tot loonsverlaging, terwijl anderzijds de georganiseerde werklieden
zich met hand en tand tegen eene dergelijke politiek verzetten
De Heer Mr, Rae beschuldigde zelfs de regeering, dat zij tot
onderdrukking van het „Trade-Unionisme-ocr page 299-

277

NIEUW-ZEELAND.

Evenals in Amerika is ook in Nieuw-Zeelancl het bedrijf van
placeur en besteedster aan wettelijke regelen onderworpen. Bij
een wet vau 11 October 1892, betreffende licenten en de registratie
van arbeidsbeurzen, werd bepaald, dat geen placeur zijn bedrijf
zou mogen uitoefenen dan na ontvangen concessie van de ge-
meente, welke laatste het recht heeft deze to weigeren, waarop
de aanvrager zich op het districtsbestuur kan beroepen. Boven-
dien is de houder van een „Registry Office-ocr page 300-

278

„Governement Labour Bureau-ocr page 301-

HOOFDSTUK IV.
Aanwijzing van arbeid en arbeidbeurzen in Nederland.

Hoo heeft in Nederland de aanwijzing van arbeid \') plaats?
Ons land met zijn conservatieve bevolking kwam ook op dit
gebied vooralsnog tot geen hoogen trap van ontwikkeling. Dc
meest primitieve vormen zijn bij do plaatsing nog steeds dc
meest gobruikelijko. Het persoonlijk omzien naar werk, van
huis tot huis en van werkplaats tot werkplaats is nog altijd het
luvngewezon middel om te geraken tot do afsluiting van oen
dienst- of arbeidscontract

Aanbeveling en relaties zijn vooral in dc dienstbetrekkingen
cn bij het handwerk nog zeer in zwang. Zoo heb bon vele
patroons do gewoonte een register to houden, waarin nauw-
keurig zijn geboekt naam, woonpUuvts on bekwaamheid van do
werklieden, dio éénmaal bij hem hebben gediend. Zoodra er
ceno plimte openkomt, wordt eon dor ingeschrevenen opgo-

1) In bijlage X govon wij oun «Utistisch uvoriicht van ilo inilooliug van don
arlwid. Wo »tollon lo dion cindo mol Inshulp dor olllrioolo uilkonutcn dor boroop-
tlolling vau 1680 oon label »amon, dio doet zieu boovool arbeidakracht«n (mannen
en vrouwen) in de voncbillomle takken vau bedrijf werkzaam zijn. We meendon,
dal een dergelijk overzicht in betrekking tot oiw onderwerp van nut kan zijn.

-ocr page 302-

280

roepen, welke, zoo hij vrij is, bij zijnen ouden patroon weer in
dienst treedt.

Evenals in Frankrijk en Duitschland is ook ten onzent, naast
de genoemde wijzen van omzien naar werk, het stelsel van
plaatsing door gevolmachtigden nog op vele plaatsen in gebruik.
Vooral bij de groote bouw-, grond- en waterwerken, bij het
metselen, heiën en baggeren is het gebruik maken van z.g.n.
ploegbazen nog overal de gewoonte. Zoodra een groot werk wordt
aanbesteed, bieden deze tusschenpersonen zich aan en nemen
de zorg op zich voor de levering van het benoodigde aantal
werklieden en wel tegen een, door de bazen overeengekomen
loon, als daggeld of bij taak- of stukwerk -ocr page 303-

281

Niet minder dan in andere landen doet ook bij ons de drukpers
haar invloed op het gebied der arbeidsbezorging gelden. De
steeds goedkooper wordende advertenties maken het voor een
deel der werkzoekenden mogelijk, langs dezen weg tot de afsluiting
van een arbeids- of dienstcontraot te geraken. Vooral door dienst-
boden wordt in ruime mate van het intermediair der dagblad-
pers gebruikt gemaakt. Bij vele couranten is het zelfs gewoonte
geworden aparte rubrieken voor dienstaanbiedingen en aanvragen
te reserveeren, waarbij de kosten doorgaans 25 cents bedragen.

Om een denkbeeld te geven van den omvang der taak,
die de pers ten onzent in zake de arbeidsbezorging vervult,
heeft schrijver dezes zich de moeite getroost om in een der voor-
naamste dagbladen na te gaan het aantal aanbiedingen en ajvn-
vragen, gedurende een zeker tijdsverloop. Als zoodanig viel do
keus op het
Nieuws van d-.n -Dag, dat in de maand Januari 1898
(23 nummers) bevatte 1556 aanvragen om werk, waaronder 285
van arbeiders, nagenoeg uitsluitend „skilled labourcrs-ocr page 304-

282

Een zeer eigenaardige groep van tusschenorganen bij de plaat-
sing, vormen de z.g.n.
besteedsters- en placeurshxntoren, die, hoe-
wel hun bedrijf niet zulke afmetingen aannam als in het buiten-
land, toch ook ten onzent niet worden gemist. De misbruiken
welke, zooals wij in het vorige hoofdstuk zagen, elders op dit
gebied heerschen en in Frankrijk eene krachtige tegenorganisatie
van staatswege in het leven riepen, zijn in ons land voor het
grootste gedeelte onbekend. Zelfs is in de meesten plaatsen
is van het plaatsingsbedrijf geen spoor te vinden. Slechts
in de groote steden treft men, hoewel in bescheiden omvang,
nog aan de z.g.n. dienstboden-verhuurkantoren, welke zich
hoofdzakelijk met het plaatsen van dienst- en loopmeisjes\') bezig-
houden.

Door welwillende medewerking van de commissarissen on
rechercheurs van politie ben ik in staat gesteld eenige nadere
bijzonderheden aangaande den aard en omvang van dit bedrijf
in de voornaamste steden van ons land mede te deelen. Nergens
zijn aan de politie ernstige klachten aangaande de besteedsters-
kantoren bekend. Het eenige wat nog wel eens voorkomt, is
geknoei met den godspenning, welke geheel of gedeeltelijk,
meestal-voor do helft, door dc besteedsters als loon wordt geïnd.
Somtijds gebeurt het, dat de besteedster het er op toelegt
do dienstbode, nog vóór ze den penning
verdiend heeft, do
betrekking te doen opzeggen, hetgeen dan verscheidene malen
achteréén wordt herhaald. Op deze wijze\' wisten sommige be-
steedsters uit den bij herhaling betaalden godspenning een aardig
duitje te slaan, terwijl de dienstboden zich doorgaans voor een
dusdanig spel gemakkelijk laten vinden. Behalve dergelijke oneer-
lijkheden , waarover men zich zoo nu en dan eens. bij do
politie komt beklagen, zijn er tegen de besteedsters in Nederland

1} Zie in bijlage X het aantal vrouwelijke (lieastboJeu iu Nederland.

-ocr page 305-

283

geene ernstige grieven bekend, ten minste wanneer men het
vorderen van vrij hooge plaateingsgelden niet als zoodanig wil
aanmerken. Het opgeven en laten betalen voor z.g.n. gefingeerde
plaatsen, valt, voor zoover bekend, slechts nu en dan te con-
stateeren. Hoewel we ons dus hier niet voor een even ernstig
verschijnsel als in het buitenland geplaatst zien, neemt dit niet
weg, dat de invloed der besteedsters, de beste onder haar niet te
nagesproken, op hare clienteele, vooral wat het moreele betreft,
allesbehalve gunstig is.

Daar dit bedrijf in ons land aan geenerlei wettelijke regeling
of bijzondere contrôle is onderworpen eu er noch van overheids-
wege , noch door particulieren ooit eenig onderzoek naar is inge-
steld, valt het uiterst moeilijk den omvang van het bedrijf met
zekerheid te constateeren.

Voor zoover het ons gelukt is, dank zij de welwillende mede-
werking der politie, hieromtrent eenige gegevens te verzamelen,
bleek dat het aantal besteedsters voor
Amstcrdiim op minstens 19
moet worden gesteld, terwijl men gevoegelyk kan aimneiuen dat
het totaal, de kleinere kantoren medegorekend, een nog aim-
zicnlijk veol hooger cijfer bedraagt. Voor
Rotterdam is het aantal
niet met juistheid op to gevon. Men kan er echter stïmt op
maken, dat het niet veol geringer is dan dat te Amsterdam. In
Utrecht treft men 3, in den Haag 3, in Haarlem 3, in Oroningm
10 en in Arnhem 3 bestoedstorskantoren aan.

Men ziet hieruit dat dit bedrijf ook ton onzent nog geenszins
is uitgestorven, hoowol het in verschoideno opzichten bij hot
buitenland gunstig afsteekt. Het zijn vooral do dagbladen mot
iiunno goedkoope wijzo van advertecron, welko aan dit eertyds
zoo bloeiend bedrijf nadeel hebben toegebracht.

Wat betreft dc z.g.n. placeura, dio zich meer met de arbeids-
bezorging voor werklieden bezighouden, hun mmtal is nog veel
geringer dan dat der besteedsters. In de groote steden, mot namo
Amsterdam, Hotterdam on Groningen worden ze nog aangetroffen.

-ocr page 306-

284

Strafbare handelingen, in hun bedrijf gepleegd, komen ook bij
deze weinig voor, hoewel ze door allerlei, niet altijd even edele
middelen vraag en aanbod tot zich trachten te trekken. Boven-
dien zijn de inschrijvings- en plaatsingsgelden vaak vrij aan-
zienlijk, in Rotterdam bijv. bij enkele van 1 tot 6 gulden voor
elke plaatsing. Een zeker soort van placeurs houdt zich vooral
bezig met het aanwijzen van arbeid aan kellners, hoewel de
betere elementen onder deze laatsten doorgaans gebruik maken
van de bemiddeling der „Genfer-Verein,-ocr page 307-

307

zoo niet dan hebben beiden toch in vele opzichten een zelfde
pecuniair belang. Nog om een andere reden bedienen zich de
kapiteins gaarne van den huurbaas; zij kunnen dezen nl. naar
welgevallen commandeeren en precies van hem krijgen, wat ver-
langd wordt. Dit is tevens de oorzaak, waarom er van onpar-
tijdige inrichtingen tot plaatsing van zeelieden, die ook ten
onzent bestaan, zoo weinig gebruik wordt gemaakt.

Nu de verhouding van den huurbaas tot do zeevarenden. De
zeelieden, die met eenig schip in een onzer havens binnenvallen,
cn aldaar onbekend zijn, nemen natuurlijk de leiding aan van
de runners der slaapbazen, die reeds vóór het schip gemeerd ligt,
aan boord komen. Zij moeten nog één il twee dagen wachten
op afbetaling, wanrom zo geld Iconen van genoemde personen
welke zij aanstonds volgen naar de slaapsteden, welke dezo hen
aimwijzen. Niet één van do tien ontkomt aan hunno handen. Zij
l)eloven daarbij mooie huren on hooge gages, tracteoron op
sterken drank en nomen, zelfs zonder verlof, de bagage der zee-
lieden mede naar hunne huizen. Geen wonder, dat do vreemde
zeoliedon bijna allen in do slaapsteden terecht komen on zelfs
onze zeemanshuizen dit niot vermogen to koeren.

Wanneer nu een huurbaas mot do aanmonstering van eene
équipage wordt belast, en hij met behulp van do kroeg, dio
hij doorgaans houdt, geen voldoend aantal manschappen bij
olkaar kan krijgen, zoo begeofl hij zich naar den slaapbaas,
dio do zoeliedon. wolko het diepst bij hem in schuld zijn, tegen
con toegift van eonigo guldens aan den huurbaas afstaat Zoodra
do monstering is afgeloopen, ontvangt do slaapbsuis de zgn.
„advenco-notc-ocr page 308-

286

in den vorm van gelag toch in den zak van den slaapbaas
terecht komt.

Het ip een ieder duidelijk, dat het niet anders kan of zoowel
huur- als slaapbaas, inzonderheid de eerste, verzamelen binnen
zeer korten tijd aanzienlijke rijkdommen, die hen weer in staat
stellen door de macht van het geld, hun stelsel van exploitatie
tegen de aanvallen van beterdenkenden in stand te houden.

Een aanmonsterings-stelsel als boven is omschreven moet op
den zeeman een hoogst nadeeligen invloed hebben. Behalve de
exploitatie, waaraan hij bloot staat, is ook eene moreele achter-
uitgang voor hem schier onvermijdelijk. Dronkenschap en onzede-
lijkheid zijn de twee ondeugden, waaraan nagenoeg elke zeeman,
daartoe door zijne slaap- en huurbaas verleid, zich aan wal overgeeft.

Aan deze ellende, die het gehalte Van den zeemansstand voort-
durend doet dalen, heeft, zooals men begrijpen zal, het verderfe-
lijk systeem der „advence-notes-ocr page 309-

287

tot nu toe op geen belangrijke resultaten kunnen wijzen. Zoowel van
de zijde der zeelieden als van die der reeders ondervond de beurs
een onverwachten tegenstand, ja zelfs het door wijlen Prins Hen-
drik gestichte „Zeemanshuis-ocr page 310-

288

Als een verblijdend verschijnsel dient ten slotte nog gewezen
te worden op eene circulaire in Januari 1898 door het Engelsche
Ministerie van Binnenlandsche Zaken aan de Consuls, ook ten
onzent, toegezonden waarbij werd bevolen alle huurbazen stelsel-
matig van het consulaat te weren. Veel kwaad zal bij de aanmonste-
ring van vreemde manschappen hierdoor zeker worden voorkomen.

Wat de dokwerkers betreft, hunne plaatsing geschiedt op vreed-
zamer wijze. Wanneer er werkvolk moet worden aangenomen,
stelt de z.g.n.
Stewadoor zich op eene verhevenheid en schrijft
op een lijst de namen van hem bekende bootslieden, wind-
drijvers en werklieden op, welko laatste, nadat de stewadoor
de lijst aan den bootsman heeft overgegeven, door dezen worden
opgeroepen.

Wat aangaat de youwerlicden, ■ die van den eenen dag bp
den anderen leven, deze maken, bij hun omzien naar werk,
meestal van geen intermediairen gebruik, maar posteeren zich op
afgesproken plaatsen bv. de aanlegkade van booten, enz. alwaar
ze rechtsstreeks door een patroon worden in dienst genomen.

Ook de werklieden- cn vakvereenigingen houden zich ten onzent hier
en dccar bezig met de aanwijzing van arbeid, speciaal aan hunne
leden. Do omvang harer werkzaamheden in deze is echter zoo
gering, dat men ternauwernood van arbeidsbeurzen kan sproken.

Bij het door de Centrale Commissie voor de Statistiek inge-
steld onderzoek naar hare geschiedenis o\'n haren arbeid, worden
slechts bij een tiental vakvereenigingen, wjiarvan er G waren
aangesloten bij den
Iloomsch Katholieken Volksbond sporen gevonden
van een streven om do plaatsing harer leden te helpen bevor-
deren \'j. Wat dezo laatsto vereeniging betreft, in den winter van

1) Dr. Vorrijn Stuart. Aanwijzing vau arbeid en arbcidubeurzen t. a. p. blz. 200.

-ocr page 311-

289

1897 werd door haar te Amsterdam eene arbeidsbeurs gevestigd,
welke echter slechts 2 maanden (Januari en Februari) heeft gewerkt.
Gedurende dien tijd werden ingeschreven 593 werklieden en
135 patroons, terwijl aan 135 werklieden arbeid werd toege-
wezen. Voorloopig wenscht de afdeeling Amsterdam hare verdere
werkzaamheden in deze op te schorten, om de werking der
aldaar opgerichte centrale-arbeidsbeurs af te wachten.

Ook de afdeeling-Amsterdam van hot Nederlandsch Werklieden-
verbond
„Patrimonium-ocr page 312-

290

Dat in de afdeelingen misschien hier of daar nog eene arbeids-
beurs wordt aangetroffen, is mogelijk, doch aan het hoofdbestuur
is zulks niet bekend.

Behalve bij de bovengenoemde werkliedenbeurzen treft men
nog hier en daar bij enkele vakvereenigingen een min of meer
georganiseerd streven aan, om aan leden werk te bezorgen. Zoo
houdt zich o. a. de timmerliedenbond te Amsterdam nauwkeurig
op de hoogte van alle vacante plaatsen in en buiten de hoofd-
stad. Zoodra er een plaats openkomt worden de werkelooze
leden, die bij het bestuur staan ingeschreven, hiermede terstond
in kennis gesteld, zoodat ze vaak, voordat anderen hen vóór zijn
geweest, de plaats kunnen bezetten.

Als eene zeer bijzondere soort van arbeidsbeurs in handen der
belanghebbenden, wijzen we op die, welke den IS*!®-ocr page 313-

291

-ocr page 314-

292

Vermeldenswaard is ook in deze de werkzaamheid van ver-
schillende tijdelijke en permanente
„werhverschaffings-comifés\'\'. Waar
het aan het werkzetten van werkeloozen bij deze vereenigingen
eenig doel is, is het voor hen van het grootste belang de zich
aanmeldenden zooveel mogelijk bij patroons onder te brengen en
pas op do overblijvenden de kunstmatige werkverschaffing toe te
passen. Vandaar dat er dan ook enkele dezer werkverschaffingen
tevens als arbeidsbeurs fungeeren. Vooral de te Utrecht gevestigde
is op dezen weg nuttig werkzaam geweest. Krachtens Afd. XI
van het reglement\') is aan de werkverschaffing onder leiding
van eene afzonderlijke commissie eene arbeidsbeurs verbonden,
welke, den November 1894 geopend, telken jare in de winter-
maanden voor do werkeloozen openstaat.

Het Leger des Heils, dat nog voor eenige jaren to Amsterdam
eene arbeidsbeurs bezat, houdt zich na hare opheffing slechts
in zooverre met de aanwijzing van arbeid bezig, dat zij haar
best doet de verpleegde dakloozen bij patroons los of geregeld
werk tc bezorgen.

Behalve deze instellingen, bij welke de arbeidsbezorging slechts
bijzaak is, telt ons land ook een aantal eigenlijke
„Arbculsbairzen-ocr page 315-

293

Amsterdam.

Reeds in 1886 werd niuvr aanleiding van een artikel in het
Handelsblad van 31 Oct. 1884, alsmede door het werkzaam op-
treden van één harer bestuursleden, door de
„Maatschappij voor
den Werkenden Stand-ocr page 316-

294

De onderstaande tabel geeft een beeld van hetgeen door
de arbeidsbeurs gedurende de 10 jaren van haar bestaan ver-
richt werd:-ocr page 317-

295

Zoo werd den 1®° Juni van het genoemde jaar door een 17-tal
vakvereenigingen aan den gemeenteraad een adres gericht met
verzoek over te gaan tot de oprichting eener gemeentelijko ar-
beidsbeurs, welkq in den trant van de beurs te Parijs door de
Vereenigingen zou worden beheerd en van vergader-, lees- en
andere zalen zou zijn voorzien. Volgens het oordeel van B. en
W. was een ingrijpen der gemeente op de wijze als door adres-
santen werd verlangd, met hare roeping niet overéén te brengen.
Op grond van deze overweging deelde de Rmvd hun mede, dat
er geeno termen waren om aan hun verzoek te voldoen.

Eenige jaren later, 27 November 1893, wenddo zich het be-
stuur van do „Maatschappij voor den Werkenden Stand-ocr page 318-

296

werkman-ocr page 319-

297

vangen, ging ze over tot het kiezen van een definitief bestuur,
waarin zouden zitting nemen 6 vertegenwoordigers der werklieden
en een even groot aantal der patroons, terwijl één tot geen der
beide partijen behoorend persoon als voorzitter zou optreden.

De vereeniging stelt zich ten doel werkgevers en werklieden tot
elkander te brengen, wolk doel ze tracht te bevorderen door zoowel
aan patroon als werkman kosteloos hulp te verlenen. Bovendien
streeft de beurs er naar zooveel mogelijk aan beide partijen de
inlichtingen te verstrekken, welke wenschelijk zijn bij de afsluiting
van een arbeidscontract.

Zij, die zich als werkzoekenden bij de arbeidsbeurs komen
aanmelden, hebben in de eerste plaats een formulier in te
vullen, dat in een dtuirtoe bestemd register wordt overgeboekt.
Als bewijs van inschrijving ontvangt men oen roode kaart, wolko
ingeval van plaatsing bij do arbeidsbeurs moot worden terug-
bezorgd. De werkzoekende, welke voor eene vacante plaats in
aanmerking komt, ontvangt lumstonds por post eeno schriftelijko
uitnoodiging om zich aan liet bureau der beurs te vervoegen.
Alhier wordt hem wederom oen kmvrt, alsmede het adrea van
den patroon, welke om een werkman heeft gevraagd, ter hand
gestold. Do werkgever wordt intusschen door middel van oono
dubbolo briefkaart in kennis gestold met naam, woonpliuits,
boroop, burgerlijken staat enz. van don hem toegezonden werk-
man, alsmede omtrent hot door dezen verlangde loon. Op do
retourbriefkiuirt wordt den patroon verzocht to molden of do
wcrkzookendo door hom ia geplaatst en zoo niot of do toe-
zending van andero werkkrachten verlangd wordt. Om het den
werkgevers zoo gemakkelijk mogelijk to maken, hoeft men hen
bij voorbiuvt formulierbriefkjuirten toegezonden, welko zij, ingeval
door hen werklieden worden verlangd, slechts hebben in to
vullen en aan do beurs to zenden. Het hulpbureau, wjuvrvoor
reeds door don Raad een gebouw was algestjuvn, is vooralsnog
niet in gebruik genomen.

-ocr page 320-

298

De resultaten, welke deze nieuwe organisatie tot nog toe ver-
kreeg, vindt men in de onderstaande tabel \').

Maand.

Werkzoe-
kenden.

Aanvr. om
arbeiders.

Geplaatst.

Op 100
ingeschrevenen.

Mei.

1435

328

158

11

Juni.

1333

298

203

15 •

Juli.

1227

237

181

15

Aug.

1008

327

232

23

Samen. .

5003

1190

774

15\'/,

\'s G 1{ a v k n h a g e,

Ook in den Hiuig bestaat sinds 5 Augustus 1890 een arbeids-
beurs, uitgaande van den
„Chrislelijken VolksboTid.-ocr page 321-

299

Door de ervaring geleerd, zag men zich reeds spoedig na de
oprichting genoodzaakt in de inrichting verscheidene verande-
ringen aan te brengen , deels om hierdoor aan bezwaren van de
zijde der werklieden te gemoet te komen, deels om zuiver admi-
nistratieve redenen.

Thans is de organisatie als volgt: de werkman, die van de
beurs gebruik wil maken, laat zich aan het bureau, dat daartoe
dagelijks van 9—11 uur geopend is, in een register inschrijven,
waarop hem als bewijs een volgnummer wordt verstrekt Zoodra
do inschrijving heeft plaats gehad, wordt vanwege do beurs
aan den laatsten patroon van den werkzoekende om inlichtingen-
gevraagd welke daarna in het zooeven genoemde register
worden overgebracht. Op geregelde tijden (vier avonden in do
week) houden do commissarissen-patroons, die deze taak op zich
hebben genomen, zitting, om do ingeschrevenen, die op grond
van de ingewonnen inlichtingen aanbevolen kunnen worden, in
een daartoe door iederen commissaris bijgehouden vakboek over
te schrijven. Aan hen, dio aldus onder do aanbevolenen zijn
opgenomen, wordt op den zittingsavond der vakconnnissarissen
in volgorde van de inschrijving een z.g.n.
aanbcvcliivgskaarl verstrekt.
Wanneer do beurs den aanbevoleno niet aanstonds eono vacante
plajits kan aanwijzen, mag deze, voorzien vau zijn tuinbevelings-
bowijs, op eigen gelegenheid werk gmvn zoeken. Vindt intus-
öchen de beurs iets voor hem, zoo wordt hij aan het bureau
ontboden en neemt men na toewijzing der opene phuits de aanbe-
velingskajirt terug en wordt den nieuwen patroon een quitantie-
kiuirt toogezondpn. Behalve deze persoonlijke oproeping noteert de

1)-ocr page 322-

300

beurs op een daartoe bestenïd bord, zonder namen te noemen,
het aantal plaatsen, hetwelk in de diverse bedrijven vacant is.
Dit bord kan alleen door de aanbevolenen worden bezichtigd.
Wanneer nu ten slotte een arbeider langs den een of anderen
weg werk heeft gekregen, wordt dit in het bovengenoemde
algemeene register geboekt. Hierbij doet zich echter evenals
elders het bekende bezwaar voor, dat de meeste werklieden, wan-
neer zij voorzien van hunne aanbevelingskaart buiten de beurs
om werk vinden, in gebreke blijven zulks aan het bureau te
melden, tengevolge waarvan deze in onzekerheid verkeert om-
trent het lot van hen, die als niet door do beurs geplaatsten
genoteerd staan.

In een statistisch overzicht laten we hier de verkregen resul-
taten van af 5 Augustus 1890—31 October 1897 volgen:

Ingeschre-
venen.

Aanbe-
volenen.

Geplaatst.

Aanvr.
door
patroons.

Jaar.

Bij
patroons.

Bij do
werkver-
schafling.

2196 0

1641

373

1918 »)

1777

380

492

966

752

228

2(M

105

928

646

124

282

112

801

(}54

121

313

111

674

527

148

. 191

114

887

767

155

253

113

* 5 Aug.—31 Oct.
♦♦ 1 Nov.—31 Oct.

1890/91 *
1891/92 **
1892/93 **
1893/94
1894/95
1895/96 **
1896/97

Jl

1) Hot grooto aantal inschrijvingen in Je oorsto jaren is toe tc sch\'rijvon aan do
omstandigheid dat do werklieden niot op do hoogte waren van do eischen, die voor
aanbeveling worden gesteld, alsmedo dat zij to grooto verwachtingen van do aan de in-
richting vcrbondou werkverschading koesterden. Do strenge winter van 1891—1892
heeft bovendien het zijne er aan toegevoegd.

-ocr page 323-

301

Naast deze arbeidsbeurs voor mannen werd als eene geheel
afzonderlijke afdeeling ook een voor vrouwen opgericht. Haar
werkkring is echter beperkt, daar zij zich slechts ophoudt met
gehuwden of weduwen , die als naaister, schoonmaakster, zieken-
verpleegster of noodhulp in dienst willen gaan. Wat de inwendige
inrichting betreft, deze komt, behalve eenige administratieve
afwijkingen, vrijwel met die der mannen overeen. Ook hier
laten wij de resultaten in een statistisch overzicht volgen \').

Tijdperk.

Ingeschrevenen.

Aanbovolcnen.

1

Geplaatsten.

1892/93 *

403

1

319

186

1893/94 •*

135

91

227

1894/95

118

81

334

1895 96 »»

112 •

92

353

1896/97 »*

1

129

1

94

370

♦ B Oct.—1 Nov.

»» 1 Nov.—31 Oct.

Het geringe succes, zoowel van de mannen- als van de vrouwen-
afdeoling, wordt volgens do jaarverslagen toegeschreven zoowel
aan de lauwheid en achterdocht der werklieden, alsook aan het
schier absolute gemis aan belangstelling van do zijde der patroons.

Uit do Btatistischo opgaven blijkt, dat verreweg als do belang-
rijkste workgover do werkverschafling in aanmerking komt, aan,

1) Men lette or op dat do vrouwen, die hot vorige jaar onder do aanbovuleneu
Worden opgenomen voor het grootato dool ook in hot volgend tijdperk do dioniten
vau do beurs blijven inroepen. Tövens neme mon daarbij in aanmerking dat onder
„geplaattl-ocr page 324-

302

wie de arbeidskrachten uitsluitend door middel van de beurs
worden toegewezen. Hoewel de resultaten van deze instelling,
wat de arbeidsbeurs betreft, verre beneden de gekoesterde ver
wachtingen bleven, levert deze welgemeende poging van den
Christelijken Volksbond toch weder eene bijdrage tot verbetering
van den toestand der werkeloozen.

Rotterdam.

In vergelijking met het in Amsterdam en in den Haag ge-
bruikelijke systeem, vertoont de arbeidsbeurs te Rotterdam eenige
eigenaardige afwijkingen.

In het leven geroepen door een comité, dat zich in den winter
van 1894/95 met de werkeloosheid bezig had gehouden, werd de
beurs den 17\'\'®° Juni 1895 geopend. Zc gaat uit van eenc ver-
eeniging, waarvan alle mannelijke, meerderjarige ingezetenen van
Rotterdam, die instemming hebl)cn betuigd met het doel,
tegen betaling eener contributie van minstens 50 cents lid
kunnen worden. Het bestuur dozer vereeniging bestaat uit negen
leden cn evenzooveel plaatsvervangers. Drie dezer leden en
plaatsvervangers moeton zijn vertegenwoordigers van werklieden,
drie van patroons, terwijl drie tot geen der beido partijen mogen
behooren.

Het beursgebouw, hetwelk aan den Binnenrotte, dus vrijwel
in het centrum der stad, gelegen is, heeft oen portmil, dat
eenerzijds door middel van een loket met het bureau^ aan de
andere zijd^o met eene ruime aankondigingszaal verbonden is.
Eene dergelijke inrichting hebben we nog bij geen enkele beurs
aangetroffen. Het eigenaardige van dozo localiteit — met voor-
dacht aldus gekozen — is, dat de aankondigingszaal uitgang

-ocr page 325-

303

heeft in twee verschillende parallel loopende straten, zoodat de
bezoekers, die komen, hen, welke het lokaal verlaten, niet
kunnen ontmoeten. Hierdoor wordt opeenhooping van werk-
zoekenden alsook het gepraat van de gaande met de komende
personen voorkomen.

De beurs werkt nu als volgt: De werkzoekende, die zich aan-
meldt, geefl omtrent verschillende hem betreffende aangelegen-
heden inlichtingen, welke op eene kaart worden ingevuld en
daarna in een register overgeboekt. Intusschen wordt er vooral
wat betreft zijn leeftijd en den duur van zijn verblijf in Rotter-
dam, bij den Burgerlijken SLind een onderzoek ingesteld, terwijl
ook bij den voormaligen patroon de noodige informaties worden
ingewonnen. Do uitkomsten van dit dubbele onderzoek worden
Vervolgens ingevuld op de achterzijde der meergenoemde kaart,
welko onder berusting van de beurs blijft. Na zijne inschrijving
Wordt aan don werkzoekende öen groene kaart uitgereikt, welko
hom na vertoon recht geeft op een toegangsbewijs tot de aan-
kondigingszaal. Dit toegangsbewijs, hotwolk bij hot binnentreden
wordt afgegeven, dient om te kunnen constateeren, wolko inge-
schrevene van do beurs gebruik maakte cn hoe vaak. Zoodra
de werkzoekende bij een patroon plaatsing heeft gevonden is hij
verplicht do beurs hiervan aanstonds kennis te geven, op straffe
van gedurende oenigon tijd hot recht te verliezen van do inrich-
ting gebruik to mogen maken.

Uit het bovenstaande blijkt roods dat do geheolo organisatie op
vSelfhelpalsook op spoed is berekend. Do werkman moet
zelf op het zwarte bord zoeken
öf en waar werk voor hem te
vinden is, terwijl de beurs door do ingewonnen inlichtingen dan
verder de afsluiting van een arbeidscontract komt vergemakkelijken.

Om .aan de bezwaren van onkole werkgevers tegemoet to
komen, voordo men oon subsidiair stelsel van rcgistmtie in,
waarbij de patroon, die arbeidskrachten zoekt, zich niet op
het zwarte bord, maar in een bijzonder register kan laten in-

-ocr page 326-

304

schrijven. Op het bord wordt alsdan, zonder den naam te noe-
men, alleen vermeld, wat de ingeschrevene zoekt, terwijl verder
naar het bureau wordt verwezen. Tevens heeft de patroon het recht
uit de lijsten der werkzoekenden zijn man te kiezen en hem
door middel van de beurs bij zich te laten ontbieden.

De inrichting, die zoowel aan patroons als aan werklieden
kosteloos hare bemiddeling verleent, werd gedurende den korten
tijd van haar bestaan niet alleen door los werkvolk maar ook
door vakarbeiders bezocht. Van loopjongens, die bij de oude
Amsterdamsche beurs het hoofdbestanddeel der ingeschrevenen
vormden, is hier geen sprake, daar de vroegste leeftijd, waarop
men zich kan laten inschrijven, 20 jaar is.

In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de werk-
zaamhedon der inrichting, gedurende de 32 maanden van haar
bestaan.

Jaar.

Werk-
zoekenden.

Werkgevers.

Geplaatst.

Op 100
werk-
zoekenden.

1895/98 *
1896\'97 **
1897/98 »»

2052
1312
1274

529
429
565

559
486
565

28
37
44

Samen----

4G38

1438

1610

36

» 15 Juni—31 Maart.
1 April—31 Maart.

Arnhem.

In het najaar van 1897 werd te Arnhem door eenige patroons-
en werkliedenvereenigingen \') onder den naam van
„Snmenwer-

1) 14 Werklieden- en 4 patroongvereenijfingen, samen 3100 leden tellend.

-ocr page 327-

305

kiiig\'-ocr page 328-

306

229 werklieden, waarvan 63, dus ruim 27 , werden ge-
plaatst \').

De belangstelling voor arbeidsbeurzen, welke vooral in het
laatste jaar ook in ons land levendig is geworden, getuige de
oprichting eener Centrale Arbeidsbeurs te Amsterdam, en die
te Arnhem, alsmede de artikelen van Dr. Verrijn Stuart en
Dr. Ph. Falkenburg, werd nog verhoogd toen ook de „Oranjebond
van Orde-ocr page 329-

307

plaar aan huis bezorgd, terwijl de beurs na storting van het
dubbele bedrag aan den avond van eiken dag per post mede-
deelingen doet omtrent een eventueele vraag of aanbod.

Met dit ontwerp wendde zich het hoofdbestuur van den „Oranje-
bond-ocr page 330-

HOOFDSTUK V.

Beschouwing over de verschillende soorten van
aanwijzing van Arbeid en Arbeidsbeurzen.

Zooals we uit de vorige hoofdstukken hebben gezien, ontbreoKt
het niet aan methoden, waarop de aanwijzing van arbeid plaats
heeft, noch aan organen die zich, hetzij als hoofd- hetzij als
nevendoel, met deze taak belasten. Waar men eenerzijds nog de
meest primitieve vormen van plaatsing aantreft, bereikte ander-
zijds de georganiseerde arbeidsbeurs een niet onbelangrijken graad
van ontwikkeling.

In do volgende bladzijden hopen wo ons nader bezig te
houden met eene beschouwing over de verschillende systemen van
plaatsing, waarbij we de volgende onderscheiding tot leiddraad
nemen:

A. Rechtstreeksche ontmoetiog van werkzoekenden en werkgevers.

I. Omzien naar werk.

II. Openbare plaalsen van samenkomst.

III. Adverteeren.

B. Aanwijzing van arbeid door tusschenpersonen.

1. Het bedrijf van placeur en besteedster.

-ocr page 331-

309

2.-ocr page 332-

310

wagen, zal onze critiek niet anders dan afbrekend kunnen zijn.
De gebreken aan dit stelsel van plaatsing verbonden zijn nl.
evident. In de eerste plaats denke men aan het tijdverlies, het-
welk het loopen van huis tot huis voor de werkzoekenden
medebrengt Doch niet alleen voor hen, ook voor den patroon
gaat er bij het wachten op en het te woord staan van de zich
telkens aanmeldenden, het onderzoek en het doen eener keus
vaak veel kostbare tijd te loor.

Niet geringer dan die aan tijd zijn de geldelijke verliezen.
Immers zoolang men omziet naar eene vacante plaats, moet de
kostbare arbeidskracht worden onderhouden, hetgeen maar al to
vaak uitloopt op een beroep op de algemeene liefdadigheid. Ook
de patroon gevoelt uit een financieel oogpunt de nadeelen van
een stelsel, waarbij hij genoodzaakt is vaak langer to wachten
dan wen schelijk is en waarbij hij dan nog in vele gevallen, bij
gebrek aan beter, iemand moet aannemen, die niet geheel aan
de door hem gestelde eischen voldoet

Meer dan de materieele springen echter de zedelijke nadoelen
van het genoemde stelsel in het oog. Vooral voor den „skilled
labourer-ocr page 333-

311

sterker mate staan de vrouwelijke arbeiders er aan bloot. Geen
betere gelegenheid voor zedelijk bederf, dan het trekken van
fabriek tot fabriek, van huis tot huis en het daarbij onvermij-
delijk in aanraking komen met personen en toestanden, dio vaak
eene voortdurende bedreiging zijn voor de moraliteit. Terecht
zegt dan ook Dr. Singer -ocr page 334-

312

van vraag en aanbod op gefixeerde plaatsen als pleinen, kroegen
werkplaatsen, en „dienstboden-markten-ocr page 335-

313

Evert\') hier nog aan toevoegt „und auch in ähnlicher Weise
„wie die Umschau zeitraubend und für beide Theile lästig-ocr page 336-

314

tentie ook nog met andere bezwaren gepaard. De werkman,
die plaatsing zoekt, is nl. genoodzaakt verscheiden couranten na
te slaan om te zien of er zich ook ergens een hem passende
arbeidsgelegenheid voordoet. Daar hij zich uit den aard der
zaak de bladen zelf niet kan aanschaffen, is hij, zoo hem, zooals
in kleine gemeenten, geene aankondigings- en leeszalen ten dienste
staan, genoodzaakt ze hier of daar, meestal in een kroeg te gaan
inzien. Dat een dergelijke methode omslachtig is en bovendien
hare gevaren meebrengt, behoeft geen betoog.

We wezen er boven reeds op hoe men zich vaak bij herhaling
van eene advertentie moet bedienen, alvorens te slagen. Behalve
de hieraan verbondene kosten, gaat er ook veel tijd mee teloor.
Hoeveel onnutte wandelingen heeft men niet te doen, hoeveel
papier en postzegels worden er vaak niet verknoeid, eer men
langs den weg der annonce zijn doel heeft bereikt. Ja zelfs al
wordt op eene aanbieding of aanvraag aanstonds gereageerd, dan
nog verloopt er tusschen het oogenblik dat men in verlegenheid
geraakte en dat waarop men wordt geholpen voor beide partijen
een veel te lange tijd.

Bij de behandeling der „Umschau-ocr page 337-

315

^mmmmm

den hals haalt èn, wat nog het meest tegen het aangewende
middel pleit, totaal in het duister tast. De kosten van adver-
teeren zijn te hoog, dan dat men, met reden omkleed, zijn
verlangens te kennen kan geven en ook, al ware dit mogelijk,
dan nog zou los en vast op het uitgeworpen aas aan komen zetten.

Een systeem van arbeidsbezorging, dat uit zijnen aard niet
in staat is te voldoen aan de eersto voorwaarden van wel-
slagen d. i. individualiseering, het geven van inlichtingen over
karakter en bekwaamheden der zich aanmeldenden, is daardoor
reeds als onbruikbaar gebrandmerkt.

De praktijk brengt de waarheid dezer bewering nader aan \'t licht.
Immers het gehalte der personen, dio zich van dc annonces
bedienen, wanneer we een deel der dienstboden en „skilied
labourcrs*\' uitzonderen, is doorgaans niet van do oersto qualiteit.
Dr. Möller •) merkt hieromtrent op: „Jede Prüfung der Qualität
„ist bei Arboitgebem und Arbeitern ausgeschlossen und damit
„hangt es zusammen, dass sich auf Annoncen immer auszeror-
„dcntlich viel unfähige und verkommene Louto melden und
„dasz man wirklich tüchtige Personen selten durch eine Annonce
„erhält-ocr page 338-

316

Eigenaardig is het dat er sommige schrijvers over arbeids-
beurzen worden gevonden, die met voorliefde eene organisatie
van de aanwijzing van arbeid door middel van de pers bepleiten.
Zoo
o. a. de Molinari\') en M. Max Wirth Wat eerstgenoemde
betreft, deze gaf zelfs in 1857 onder den naam „La
Bourse du
Travaü-ocr page 339-

317

borgen biedt de vrij hooge plaatsingskosten uit het te verdienen
loon te zullen betalen, behoeft er niet op te rekenen, dat hij
door de genoemde personen, die het alleen om geld te doen
is, wordt geholpen.

Onder degenen nu die het meest de plaatsingsbureaux bezoeken,
dienen in de eerste plaats genoemd te worden do dienstboden,
die uit haar godspenning en loon de besteedsters ruimschoots
schadeloos kunnen stellen. Verder noemen we de kellners en
kellnerinnen, die door hun enorme „Stellenwechsel-ocr page 340-

318

zich van het plaatsingsbureau bedient is niet te verwonderen,
te meer, daar hem de wijze van betaling in sommige gevallen
zoo gemakkelijk wordt gemaakt. Velen vergeten echter dat zij,
door zich eenmaal aan den placeur over te geven, groot gevaar
loopen van te geraken in eén toestand van volkomen afhanke-
lijkheid van hem, wie het nooit om het belang der werkzoekenden,
doch alleen om eigen voordeel gaat.

Ook voor den werkgever is het vaak gemakkelijk zich van een
placeur te bedienen, immers, zooals we in ons tweede hoofdstuk
reeds opmerkten, kunnen patroon en werkman elkaar bij een
eerste ontmoeting ter nauwernood beoordeelen en hebben daarom,
vooral wanneer de arbeidsmarkt op hun vak niet gemakkelijk is
te overzien, behoefte aan een orgaan, dat nauwkeurig met het
een en ander op de hoogte is. Het is nu de placeur die, zoo-
lang er geen geregelde arbeidsbeurzen bestaan, nagenoeg do
eenige is die in deze behoefte kan voorzien. In zijn artikel „La
supression des buteaux de placement-ocr page 341-

319

krijgen wat men in een gegeven geval noodig heeft. Temeer
komt de patroon hiertoe, daar de financieele lasten voor hem
niet zoo zwaar wegen als voor den werkman.

Waar wij ons in de volgende bladzijden in het bijzonder bezig
zullen houden met de
nadeelen en gevaren, die de boven behan-
delde wijze van plaatsing meebrengt, zullen we ons, met het
oog op hetgeen reeds bij de behandeling van het buitenland
is opgemerkt, tot een resumé kunnen bepalen.

Vóóraf zij er nogmaals op gewezen dat, waar het behalen van
winst het eenig doel is, gebrek aan belangstelling en toewijding
voor de personen, die zich aanmelden, het noodzakelijk gevolg
ia van dit plaatsingssysteem.

Behalve de vaak grenzelooze exploitatie en verdere matcrieele
nadeelen zijn hot inzonderheid gevaren van zedelijken aard, waaraan
do werkzoekenden bloot staan. Vooral waar het bedrijf van placeur
met de kroeg is verbonden en waar naast de aanwijzing van arboid
ook huisvesting wordt verleend, zijn dronkenschap cn ontucht
schier onvermijdelijk. Voor vrouwen is het gevaar bijzonder
groot. Reecis menige dienstbode of fabriekarbeidster werd door
placeur of besteedster tot excessen gebracht, waartoe ze bij een
beter plaatsingsstelsel misschien niet zou zijn gekomen. Herhaalde-
lijk zagen wij, hoo do placour-kroeghouder do laatste penningen
van degenen, dio bij hem om hulp komen aankloppen, eerst in
drank omzet, alvorens zo oen werkplaats of betrekking aan to
wijzen, alwaar hot verdiende loon voor een deel moet dienen
tot aflossing van do schulden, dio zo bij hem maakten cn ala
belooning voor do bewezen diensten. Men neme hierbij dan nog in
aanmerking dat met woeker, dieCstal en bedrog hand aan hand gaan.

Hclaaa, biedt bij dit alles do onderlinge concurrentie goen
voldoend tegenwicht. Immera waar het aantal concurrenten
in verhouding tot dat der werkzoekendon niet zoor groot cn het
aolidariteitsgevocl bij hen sterk ontwikkeld ia, is het niet te ver-
wonderen dat van concurrentie niet heel veel te bespeuren valt.

-ocr page 342-

320

Van onberekenbaar nadeel, zoowel voor den arbeid als voor
de werklieden is ook de voortdurende „Stellenwechsel-ocr page 343-

V

321

zonder de genoemde landen betreft, hier worden door de post-
arbeidsbeurs, zonder noemenswaardige verhooging van admini-
stratiekosten, vraag en aanbod over het geheele gebied op de
meest eenvoudige wiji:e tot elkander gebracht. Vooral voor het
platteland, dat doorgaans van snelle communicatiemiddelen met
de steden is verstoken, is dit stelsel van groot belang. Het is
dan ook niet te verwonderen dat verscheidene vrienden van den
arbeid de post-arbeidsbeurs als het meest doeltreffend systeem
van plaatsing hebben aanbevolen. Zoo o. a.
Schm\'óldcr \'), terwijl
ook
Dr. Fóhmcrt er voor zou zijn, bij wijze van proef, do post-
arbeidsbeurs in enkele stroken in te voeren. John Burns zou oven-
eens wat Engeland betreft dc administratie der posterijen met
de arbeidsbezorging belast willen zien. Ook in ons land ging
voor kort een stem voor dit stelsel op, in een artikel in do „So-
ciale Stemmen-ocr page 344-

322

m

tabellen publiceert aangaande den stand van de bij haar inge-
schrevene werkzoekenden en patroons.

Men vergete verder niet, dat genoemd stelsel zijn succes
behaald heeft in een land (in Australië \'is het pas sinds kort
in werking) dat bijzonder klein is zoowel van bevolking als
van gebied \'). Juist wegens de weinig samengestelde verhou-
dingen en het geringe aantal aanvragen traden in Luxemburg
hare voornaamste deugden nl.
sndhcid en goedkoopte, duidelijk
aan \'t licht. Op een grooter gebied zouden zeer zeker, door
de steiging der administratiekosten en de grootero omslagtig-
heid, de voordeelen van het genoemde stelsel in nadeelen ver-
keeren. Het materiaal dat van alle zijden toestroomde, zou
zoodanige afmetingen aannemen, dat ondanks de voorzorgsmaat-
regelen het opstellen der algemeene dagstaten zeker meer tijd in
beslag zou nemen dan de snelle werking van het stelsel vordert^

Het bezwaar van von Reitzenstein, dat zich hierbij aansluit,
als zou do samengesteldheid der dagstaten het overzicht on-
mogelijk maken, komt ons echter ongegrond voor. „Die Listen,-ocr page 345-

323

beurzen, zooals bet in Luxemburg cn Australië is georganiseerd
dient ontraden te worden, hoewel, zooals uit een volgend hoofd-
stuk zal blijken de hulp der posterijen bij de plaatsing van werk-
lieden geenszins verwerpelijk is.

Tegelijk met de organisatie der wcrklicdm ontwikkelde zich ook
in hun midden die der aanwijzing van arbeid. Zooals wij zagen
was hct vooral Engeland met zijn „Trade-Unions,-ocr page 346-

324

plaats bedenke men wel, dat de vak- en patroonsvereenigingen
zich doorgaans tot een enkel bedrijf bepalen waardoor de overgang
van den eenen tak van arbeid in den anderen wordt bemoeilijkt.

Verder vergete men niet, dat de organisatie van den arbeid (we
hebben het ook hier in \'t bijzonder op de vakvereenigingen) pas
in wording is en tot dusver nog slechts een klein gedeelte van
de geheele arbeidersbevolking omvat\').

Wanneer men nu de aanwijzing van arbeid aan de vakvereeni-
gingen overliet, zou daarvan slechts een gering deel der werk-
lieden profiteeren, daar zooals ten duidelijkste uit de geschiedenis
der „Bourses du Travail-ocr page 347-

325

op de arbeidsbeurs, daarbij volmondig erkennend dat deze éen
der trefielijkste propagandamiddelen is in den klassenstrijd.

Het is dus blijkbaar niet te doen om het belang der werkzoeken-
den, maar veeleer om in den oeconomischen en politieken kamp
tegen de ondernemers een machtig wapen meer te kunnen han-
teeren. Terecht merk Evert \') op „Sie behandeln sio aber nicht
„immer als Selbstzweck, sondern oft als wirthschaftliches und
„politisches Kampfmittel, indem sie bei Lohn- und Arbeitsstreitig-
„keiten den betheiligten Arbeitgebern keine Arbeitskräfte mehr
„nachweisen und durch öffentliche Aufforderung zur Fernhaltung
„des Zuzuges auch dio Heranziehung auswärtiger Kräfte nach
„Möglichkeit verhindern-ocr page 348-

326

Daar ook bij baar jjolitiek hoofdzaak en van onpartijdigheid
weinig sprake is, ontmoeten de vakarbeidsbeurzen op haar beurt
overal de heftigste tegenkanting van de zijde der patroons, die,
als het beste middel van bestrijding, eenvoudig de arbeidsbeurs
bij het omzien naar werkkrachten vermijden. Alleen in Engeland,
waar de animositeit reeds lang is verdwenen, waar patroon en
Trade-Union elkaar als eerlijke concurrenten tegemoet treden,
is het mogelijk dat men wederzijds van elkanders arbeidsbeurzen
gebruik maakt. In andere landen is het echter op verre na
zoover nog niet gekomen. Verbittering, verdeeldheid en kleine
middelen zijn hier nog aan de orde van den dag.

Toch meenen de arbeiders, van hun goed recht overtuigd, de
aanwijzing van arbeid voor zich te moeten vindiceeren. Op liet
derde congres der „Gewerkschaftlicher Gastwirthschaftsgehilfo-ocr page 349-

327

„Standpunkte aus wird er nach Umstände nicht nur zur Erleich-
„terung, sondern umgekehrt zur Versagung oder Erschwerung der
„Arbeitsvermittelung benutzt-ocr page 350-

328

organen voor de aanwijzing van arbeid en wel ona er zorg voor
te dragen dat de „erstrebte oder bereits erreichte Arbeitsbedin-
„gungen nicht stets durch das Angebot arbeitsloser Hände her-
„untergedrückt werden-ocr page 351-

329

Wat echter te voorzien Avas, de resultaten dezer instellingen
bleven beneden het middelmatige. Immers wie zijn het dio
als werkzoekenden van de arbeidsbeurzen dezer vereenigingen ge-
bruik komen maken? De naam der instellingen geeft ons het
antwoord. Armen, verwaarloosden, ongelukkigen, in een woord
personen, die door aanleg en omstandigheden tot de minst bruik-
bare werkkrachten behooren.

Het is daarom niet te verwonderen, dat de patroons reeds bij
voorbaat eene organisatie, die hun niets dan invaliede werk-
lieden kan aanbieden, den rug toekeeron en ontwijken. De
plaatsing door dezo inrichtingen gaat daiirom met do grootste
moeilijkheden gepaard. Wanneer ondanks de genoemde bezwaren
toch nog een deel dezer werkzoekenden wordt ondergebracht,
is dit deels toe te schrijven aan de welwillendheid van enkelo
humano werkgevers deels aan het beleid van do directie dor
arbeidsbeurzen, die zooals wij zagen van het gebrek luin werk-
krachten op bepaalde tijden en plaatsen gebruik wist to maken.

Indien zich nu de gonoemdo instellingen inderdaad bepalen
tot invaliede werkkrachten, kunnen zo ontegenzeggelijk van groot
nut zijn, als do mvngewozon organen om dozo ongelukkigen, die
hierin zelf denkelijk nimmer zouden gcsltuigd zijn, suvn arbeid
to holpon. Immers wegens haro conncctics zijn zo monignuml
in staat iets gedaan to krijgen, wat a;in andoren wellicht waro
niislukt. Men denke slechts aan do beurzen voor ontslagen go-
vangenon in Duitschland, dio zooals wo zagen bovon verwachting
slaagden in hét plaatsen hunner werkzoukenden.

Wagen zich echtor do armen- en licfdadighoidsvorccnigingon
buiten hot haar van naturo aangowezeïi terrein, zich inlatende
met den arbeid in \'t algemeen, zoo verandert haar zegenrijke
werking in een sociaal goviuvr.

Boven merkten wo reeds op, dat zoodra do arbeidsbeurs
uitgaat van ceno philanthropischo instelling, zo stuit op eeno zeor
vcrklaorbiure tegenkanting dor patroons. Indien men nu do wel-

-ocr page 352-

330

dadigheidsbeurs gaat organiseeren ook voor ben, die geenszins
weldadigheid behoeven, worden onwillekeurig de goede met de
kwade gerekend en offert men den flinken werkman op. Waar
de besproken arbeidsbeurs dus voor den ongelukkige een uitkomst
is, is ze voor den solieden werkman een ware ramp, daar ze
hem in zijn eergevoel kwetst en door de bij den patroon opge-
wekte achterdocht zijne plaatsing op niet geringe wijze belemmert.

Er is dan ook steeds met nadruk tegen gewaarschuwd, de
arbeidsbeurs voor gezonde werklieden te brengen in contact met
eenige instelling voor armenzorg of weldadigheid, of welke in-
stelling dan ook, waarop het cachet der philanthropie ia ge-
drukt. Terecht merkt Oldenberg \') op „Die männlichen Arbeiter
„entschliessen sich eben nur im aüszersten Nothfall dazu, eine
„Anstalt auf zu suchen in der Ihnen Arbeit gewisacrmaszen als
„Almoso zugewiesen ist.-ocr page 353-

331

Het boven opgemerkte geldt ook voor dat bijzonder type van
beurzen, die we onder den naam „Naturalverpflegungsstationen-ocr page 354-

332

onpartijdigheid. Als zoodanig zijn ze dan ook in staat uitsluitend
het oog te richten op de werkelijke belangen van den arbeid.
Gemakkelijk plooibaar, kunnen ze zich zonder veel moeite aan
de veranderlijke omstandigheden aanpassen, terwijl ze bovendien
zeer goed in staat zijn door vóóronderzoek de belanghebbenden
wederzijds van de noodige inlichtingen te voorzien. Dit wat de
voordeelen betreft.

Thans dient echter ook de keerzijde van de medaille te worden
bezien.

Hoewel, zooals we boven opmerkten, de gemengde samenstel-
ling der vereeniging doorgaans een waarborg voor onpartijdigheid
biedt, is toch het gevaar voor het tegenovergestelde geenszins uit-
gesloten. Het is nl. zeer wel mogelijk dat de genoemde instellingen
dio toch geheel uit de vrije samenwerking van een zeker aantal
personen of lichamen is ontstaan, onder een of anderen invloed
komt waardoor ze haar onpartijdig karakter verliest. Wo zien
het maar al to vaak hoe z.g.n. onpartijdige beurzen toch loopen
in \'t gareel der ondernemers, tengevolge waarvan zo, ondanks
het streven naar uiterlijke onzijdigheid, het vertrouwen der
werklieden missen cn door dezen worden uitgekreten als machts-
organen in de hand der bezittende klassen. En ook al wordt
do zoo gewenschte onpartijdigheid verkregen, dan nog loopt
men vaak gevaar, dat dc vereeniging in dc stimenstclling van
haar bestuur geenszins met de belanghebbenden voeling houdt.
En toch, zonder dit contact is van welslagen geen spake.

Ja zelfs al vermijdt men de genoemde gevaren, al oefent men
eeno stipte onpartijdigheid uit terwijl mon zoowel ivan patroons
als aan werklieden zitting geeft in het bestuur, dan nog resten er
bezwaren, die niet zijn weg te cijferen. Do meeste vereenigingen
met gemeennuttig doel lijden nl. aim losheid van organisatie,
aan gebrek van stabiliteit, vooral op financieel gebied. Voor
eene instelling nu als do arbeidsbeurs, die eene bij uitstek vaste
leiding behoeft, zijn dergelijke kwado kansen uitermate bedenke-

-ocr page 355-

333

lijk. Onzekerheid en wisselvalligheid zijn van nature vijandig
aan het regelmatige en uniforme eener soliede arbeidsbezorging.
Waar, zooals dit bij vele gemeennuttige het geval is, een aantal
vereenigingen n;et zeer uitéénloopende tendenzen zijn samenge-
voegd, is de kans op oneenigheid en daarmee gepaard gaande
stagnaties, zelfs opheffing der beurs, geenszins uitgesloten. Het
financieele bezwaar weegt echter nog zwaarder „Ein Übelstand
„bei diesen Anstalten-ocr page 356-

334

Voor enkele Duitsche arbeidsbeurzen geven we de verhoudin-
gen in de onderstaande tabel weer \').

Steden.

Totaal
der geplaatsten
in 1896.

Daarvan „ge-
lernte Arbeiter-ocr page 357-

357

voor bureaucratie, welke aan communale inrichtingen eigen is.

Ook Dr. Richard Freund \') doet zich kennen als een voor-
stander der „Vereinsanstalten-ocr page 358-

336

eene gemengd-comraunale instelling, zooals we die tegenwoordig
vooral in Duitschland op vele plaatsen aantreffen. Treedt bij die
te Berlijn nog meer het vereenigingskarakter op den voorgrond ,
die te Keulen helt zeer sterk naar het communale over en wordt
ook in het handboek van von Reitzenstein met die te Posen ge-
bracht onder de z.g.n. „Gemischte Organisationen-ocr page 359-

337

Zooals we in de vorige hoofdstukken hebben gezien is de
vorm, waarin de Overheid zich met de aangelegenheid inlaat,
geenszins overal dezelfde. Zoowel de Staat zelf alsook zijn
onderdeelen, provincie, „Kreis\'\' en gemeente, maken zich om
strijd op het gebied der arbeidsbezorging verdienstelijk. Vooral
de laatste verleent in allerlei vormen haren steun, te beginnen
met bloote subsidieering tot eene volledige organisatie, geheel in
handen der bureaucratie.

Waar we ons in de volgende bladzijden met eene bespreking
der gemeentelijke arbeidsbeurzen gaan bezig houden, zullen we
ons bepalen tot de zuiver
commiimle type. Hetgeen wij hier-
omtrent hopen op te merken is grootendeels ook toepasselijk
op dio inrichtingen, welke uitgaan van het Centraalgezag of van
66n zijner onderdeelen.

Ook aan do thans to bohandelcn instellingen tot plaatsing zijn
voordooien verbonden. Do inrichtingen, dio nl. van gemeentewege
worden onderhouden, bieden (zooals wij reeds meermalen op-
merkten) den waarborg eener groote stabiliteit, zoowol op admi-
straticf als op financieel gebied. Bovendien, waar ze zich goheol
in handen bevinden van bureau-ambtenaren, is or grooto kans op
do moest stipte onpartijdigheid. Goheol buiten do arboiderswereld
staande, zijn zo meer dan eenig ander lichaam in staat zonder
aanzien dos pcrsoons eeno blinde gerechtigheid to beoefenen.
Doch dit voordeel is helaas tc duur gekocht. Immors mot do
neutraliteit, medo als oorzaak daarvan, gaat gepaard con volslagen
gomis aan bolangstolling.

Doorgaans ontbloot van voldoende konnis van don arbeid,
onbekend mot do eigenaardige eischen dio hij stolt, is het niet
to verwonderen, dat do gemeente-ambtenaren in dezo het noodige
beleid missen. Gevolg hiervan is dat de arbeidsbeurs, dio zoo
bij uitstek aanpassing aan do zeer vorschillendo omstandigheden
vereischt, onvermijdelijk ontaardt in eono bureaucratischo instel-
ling, welko gebukt gaat onder ambtclijko sleur.

22

-ocr page 360-

338

Mag de communale beurs dus eenerzijds bogen op stabiliteit
en onpartijdigheid, waardoor vertrouwen wordt opgewekt, deze
voordeden worden weder teniet gedaan door het bovenbe-
sproken gevaar voor versteening, als gevolg van gebrek aan
kennis en belangstelling. En aan dit nadeel knoopt zich nog een
ander van niet minder beteekenis vast. Waar de arbeidsbeurs
wordt toevertrouwd aan de administratie, spreekt het vanzelf,
dat ze moeilijk anders kan optreden dan als bureau van regi-
stratie, dat zich onthoudt van onderzoek naar karakter en be-
kwaamheden, en dus van aanbeveling van de ingeschrevenen.
En toch, reeds meermalen wezen we hierop, specialiseering en
individualiseering zijn voor eene goed werkende arbeidsbeurs
levensvcreischten. Zeer kras laat de Fransche schrijver Yves
Guyot \') zich ten aanzien dezer instellingen uit, waar hij zegt
„Le placement par les municipalités ne peut qu\'ßtre inefficaco ou
„odieux-ocr page 361-

339

tingen fiasco maken en hare resultaten beneden het middelmatige
blijven, blijkt o. a. hieruit, dat in 1895 van de 19.504 werkzoe-
kenden, die bij verschillende „Bureaux Municipaux de Placement
Gratuit-ocr page 362-

340

gemeentelijke beurzen in Duitschland, is van meening dat alleen
hij, die tot geen der belanghebbenden behoort, de taak der arbeids-
bezorging tot een goed einde kan brengen, daar het alleen hem
zal gelukken het zoo noodzakelijk vertrouwen te winnen. Der-
halve dient men naar zijne meening met de leiding te belasten
een beambte, die zich zonder individualiseering, onderzoek of
aanbeveling, uitsluitend met de registratie van vraag en aanbod
bezighoudt.

Dr. Singer \') zou het inderdaad een ideaal toestand vinden,
wanneer de aanwijzing van arbeid een stedelijk monopolie werd,
hoewel ook hij zijne vrees niet kan verbergen dat, waar men
naar zijne overtuiging al heel licht in de communale beurzen
een recht op arbeid zou gaan zien, het stelsel met ernstige moei-
lijkheden zal hebben te kampen.

Vindt de zuiver communale beurs in deze twee schrijvers zijn
warmste voorstanders, de meesten bepleiten een eenigszins meer
gemengd stelsel. Het cardinalo punt van verschil tusschen dezo
laatsten en de voorstanders der zuiver communale inrichting ligt
hierin, dat de eersten uit vrees voor bureaucratie en sleur den
beambte willen zien vervangen door een comité van belangheb-
benden. Zoo
O. a. Dr. Möller uit Brakwedo, dio als oen vijand van
„bureaucratischo Arbeitsvermittelung-ocr page 363-

341

Dr. Zahn \') wordt een lans gebroken voor een stelsel van com-
munale beurzen, waarin met de rechten van patroon en werk-
man rekening wordt gehouden.

En hiermede is volbracht hetgeen we ons tot taak stelden in
dit hoofdstuk, nl. het geven van eene korte beschouwing en
critiek over de verschillende methoden waarop in de praktijk
vraag en aanbod elkander ontmoeten. In een volgend hoofd-
stuk hopen we, bouwend op hetgeen we tot dusver hebben ge-
leerd en gedeeltelijk in aansluiting met hetgeen wo het laatst
hebben medegedeeld, het stelsel van arbeidsbeurzen te behandelen,
welk naar ons beste weten het meest voldoet aan de eischen
der praktijk.

I) Dr. Zahti: „Uoboi «Udtischo ArbeitsTermittolung»anstaltcu-ocr page 364-

HOOFDSTUK VI.
Organisatie en Centralisatie.

In het vorige hoofdstuk hebben we verschillende soorten van
arbeidsbeurzen aan eene uitvoerige bespreking en critiek onder-
worpen en gezien dat aan elk harer gebreken kleven, dio zo
als stelsel van aanwijzing van arbeid onaannemelijk doen zijn.

Waar we in de volgende bladzijden hopen uiteen to zetten,
welk systeem ons inziens in theorie het eenig juiste en ook in
de praktijk het meest aanbevelenswaard ia om als drager der
arbeidsbezorging te worden aangewezen, stellen we voorop dat één
allesomvattende organisatie, ééne arbeidsbeurs voor allo werkzoe-
kenden zonder onderscheid niet wel mogelijk en ook niet wen-
schelijk ia. De levenskring van den arboid is to gecompliceerd,
stelt aan elk zijner onderdeden to bijzondere eiachen, dan
dat één lichaam aan al dio uiteenloopendo behoeften op behoor-
lijke wijzo zou kunnen yoldoen. Hoewel men bij eene doeltref-
fende inrichting, die genoegzame plooibaarheid bezit, en die in staat
ia zich aan de verachillonde omatandigheden aan to pasaon, ver-
reweg het grootate deel van den arbeid in ééne organiaatio zou
kunnen samenvatten, zouden er toch altijd enkele speciale onder-
doden overblijven, waarvoor ccn bijzóndere regeling onmisbaar
is. Denken we slechts aan die eigenaardige groepen van werklieden,
welke, wegens do zeer bijzondere condities waarin zij ala arboids-

-ocr page 365-

343

kracht verkeeren, zeer bijzondere zorgen bij de plaatsing ver-
eischen. Bij de behandeling van Duitschland leerden wij als
zoodanig o. a. kennen ontslagen gevangenen, alsook bepaalde
klassen van proletariërs, verder verschillende invaliede werk-
krachten, die, zoo niet een zeer kundige hand zich aan hunne
plaatsing wijdt, doorgaans gedoemd zijn tot eene chronische werke-
loosheid. Niet onjuist was de raad van den directeur van het
„Labour Bureau-ocr page 366-

344

het rekening houden met de zeer uiteenloopende eischen, die
van plaats tot plaats en van bedrijf tot bedrijf aan de arbeids-
beurs dienen te worden gesteld. Alleen een organisatie, die met
de natuurlijke verschillen rekening houdt, het gelijke gelijk, het
ongelijke ongelijk behandelend, en die, zooals we in het begin van
dit hoofdstuk reeds opmerkten, zich weet aan te passen aan de
wisselende verhoudingen en individueele verschillen, zal de zoo
uiterst moeilijke taak der arbeidsbezorging tot een goed einde
weten te brengen.

Waar we dus, behoudens uitzonderingen, éénheid van organi-
satie voorop stelden, rijst de vraag, welk systeem als het
meest doeltreffende is aan te bevelen.

Men vergete niet dat de arbeidsbeurs een machtig wapen is,
waarvan maar al te vaak misbruik wordt gemaakt. Van groot
belang is het daarom haar in vertrouwbare handen te stellen.
De ontwikkeling der arbeidsbezorging, inzonderheid dio van het
gewraakte placeurswezen, heeft op welsprekende wijze aan het
licht gebracht, waar men toe komt, wanneer men een zoo delicate
taak als dc aanwijzing van arbeid overlaat aan ongewijde handen,
in casu aan personen, die slechts hun eigen belang, en daarmede
meestal den ondergang hunner slachtoffers voor oogen hebben.
De Fransche gemeenten waren niet de oorzaak geweest tot het
opwassen der socialistische syndicaten, wanneer ze niet met
onverklaarbare onvoorzichtigheid do arbeidsbeurs hun in handen
hadden gespeeld. Het aanwijzen van „tho right man in the
right place-ocr page 367-

345

We beginnen met de behandeling van:

Dc organisatie van arbddsbeurzen in de stedexi.

Onze critiek in het vorige hoofdstuk heeft ons tot een eng
begrensd gebied teruggedrongen. De tot dusver besproken stelsels
konden, zooals we zagen, geen van alle den toets der critiek
doorstaan, hoewel wat vanzelf spreekt, elk hunner behalve op
nadeelen en gevaren toch ook op voordeelen wijzen mocht.

Steunende nu op dit analytisch onderzoek, op de ervaring
in het buitenland opgedaan, alsook op de inlichtingen, die men
zoo bereidwillig was ons te verstrekken, komen wc tot de con-
clusie, dat een arbeidsbeurs, wil ze aan de haar gestelde eischen
voldoen, moet worden tot stand gebracht en geleid door de
samenwerking der volgende factoren:
Gemeente, Arbeidersci\\Patroons,
terwijl ook do Slaat ter behartiging van enkele belangen, als
vierde lid in den bond heeft toe te treden.

Op do volgende bladzijden hopen we dezo bij de organisatie
van arbeidsbeurzen optredende machten ieder afzonderlijk als-
medo in onderling verband nador to besproken.

In ons vorig hoofdstuk toonden wo reeds aan, dat eon zuiver
communale arbeidsbeurs, wegens haar bureaucratisch karakter,
haar isolatie van het terrein van den arbeid, geenszins onze
bewondering verdient. Toch zagen we, dat do gemeentelijke
inrichting iets bezit, wat andore missen, nl. stabiliteit, zoowel
op hot gebied dor administratie als op dat dor financion, terwijl
zo levens den stempel van onpartijdigheid draagt. En juist dezo
beido,
vastheid cn onpartijdigheid, zijn voor cono arbeidsbeurs
lovonavoorwaardcn.

Het is nu echter do vraag of men het optreden dor gemeente
in deze zoodanig van bezwaren on gevaren kan ontdoen, dat
inderdaad do voordeelen van hare deelnoming aan dc oprichting
en leiding van arbeidsbeurzen predominccron. Uit het vervolg
zal men zien, dat hjertoo alleszins kans bestaat.

-ocr page 368-

346

Alvorens dat aan te toonen dient echter de vraag beantwoord of
de gemeente, behalve dat ze uit haar aard hiertoe wellicht het
meest geschikt is, bij de organisatie van arbeidsbeurzen ook
nog bijzonder belang heeft.

Het is evident dat een inrichting, die nieuw leven en vast-
heid schenkt aan den arbeid en den werkman deels ontheft van
den last der werkeloosheid, waarvan de gemeente de nadeden
in hun volle gewicht gevoelt, voor die gemeente van de grootste
beteekenis is. Waar het aantal paupers vermindert en men tenge-
volge daarvan bespaart op de kosten van armenzorg, wordt ook het
domicilie van onderstand voor een deel van zijne taak ontslagen
en nemen welvaart, rust en tevredenheid toe. Reeds meermalen
werd hierop gewezen o. a. door von Reitzenstein \') „Die Gemeinde-ocr page 369-

347

zijn om zich met de iiunwijzing van arbeid te belasten. Hoewel
het bedrijf van placeur, dat, bij gebreke aan iets beters, welig
tiert, gedeeltelijk hier en daar in de behoefte voorziet, is dit,
zooals we zagen, te beschouwen als een moreel en sociaal ge-
vaar. Nochtans is èn de oprichting van arbeidsbeurzen èn hare
op éénheid rustende centralisatie voor den arbeid eeno levens-
voorwaarde, die met steeds grooter kracht op vervulling aandringt.

Het Staatsgezag nu mag het niet lijdelijk aanzien, dat bij ge-
bleken gemis aan voldoende „self help-ocr page 370-

348

Boven wezen we op de voordeelen, welke een stelsel van ge-
meentelijke arbeidsbeurzen meebrengt, daarbij de verwachting
uitsprekend dat gevaren als ambtelijke sleur, onbekendheid
met den arbeid enz. konden worden vermeden. De arbeidsbe-
zorging, we herhalen het, eischt individualiseering, aanpassing
aan den arbeid en kan niet buiten het vertrouwen van de zijde
van werklieden en patroons. Aan deze behoeften nu kan men,
met behoud van het communale karakter der inrichting en de
daaraan verbonden voordeelen, niet beter voldoen, dan door de
belanghebbenden zelf recht van mcdespreken te geven bij de
regeling van de in hun belang ondernomen taak. En hiermede
komen we tot een nieuw gezichtspunt in ons betoog.

De medewerking van patroons noch van werklieden, kan bij de
organisatie eener arbeidsbeurs worden gemiat \')• I^e geschiedenis
levert het welsprekendst bewijs dat, waar men buiten de arbei-
ders om, den arbeid ging regelen, het mislukken reeds van den
aanvang af een voldongen feit was. „Als oberstes Princip, ja
„geradezu als Vorbedingung für das sociale Gedeihen des ganzen
„Unternehmenszogt Singer , „musz das zu sammon wirken
„zwischen Arbeitern und Unternehmen sowie ihre völlige Gloich-

omdat do werkeloozon de luat dreigen to verstoron, on do kosten voor politie on
rechtswezen vorgrooton, schijnt mij eeno bijdrage uit do openbare kas gewettigd....
liet is voldoende dat hier een groot openbaar belang to behartigen valt, waarbij steun
van Staatswege niot goheol kan wordon gomiit.

Do Hoer Malev^, blgkbaar op zijn to voren geponeerde stolling torugkomond, gaat
op blz. 37 van zijn werk de goede richting uit, waar hij zegt „II doit prévoir les
„événements que les lois do l\'évolution sociale doivent fatalement amener ot prendre
„des mesures neçessairos pour aider à lour éclosion pratique-ocr page 371-

349

„Stellung gelten. In diesem Zusammenwirken liegt das ethische
„Moment im Arbeitsnachweise.-ocr page 372-

350

Wat in de eerste plaats de gemeente betreft, deze dient, hetzij
uit eigen beweging, hetzij op initiatief der belanghebbenden,
tot
oprichting over te gaan,
tenzij er eene instelling mocht bestaan,
die aan redelijke eischen voldoet en het vertrouwen heeft weten
te verwerven van werklieden en patroons. In dat geval is het
beter dat het stedelijk bestuur niet aanvange met eene neven-
organisatie, maar zich liever met de bestaande inrichting in ver-
binding stelle om haar zooveel mogelijk van gebreken te zuiveren
en zoo noodig door subsidie te steunen. Meestal zal dit echter niet
mogelijk zijn, daar doorgaans do bestaande inrichtingen mank
gaan aan gebreken, welke een zelfstandig optreden der gemeente
noodzakelijk maken.

Deze laatste nu heeft bij de oprichting van arbeidsbeurzen in
de eerste plaats zooveel mogelijk te rade te gaan met de
plaatselijke
behoeften.
Om hierin te slagen en tevens reeds van den aanvang
af zich van het onmisbaar vertrouwen der belanghebbenden te
verzekeren, dient ze hun advies in to winnen, terwijl ze zooveel
mogelijk hun wenken behoort op to volgen.

Behalve wat betreft hare bemoeiing in zake de oprichting cn
hct samenstellen van het reglement, dient ook do gemeente
dc
kosten
dor inrichting voor haro rekening to nomen. Zooals men
zich zal herinneren waren het juist de financicclo bezwaren, welko
öf do oprichting öf den bloei der arbeidsbeurs in den weg ston-
den. Wil do onderneming dus tot stand komen en zonderzorgen
blijven voortbestaan, zoo zal de gemeente, voor zoover do inrich-
ting zich zelf niet kan bedruipen, do financicclo lasten hebben
to dragen, zoowel in den vorm van localiteiten, verlichting, tele-
phonen, als ook in dien van geld.

In de dcrdo plaats heeft do gemeente zich te belasten met het
oppertoezicht en wat daanneo samenhangt.

Wat de onmiddellijke leiding betreft, deze worde toevertrouwd
aan een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van
werk-
lieden en patroons,
terwijl het voorzitterschap worde opgedragen

-ocr page 373-

351

aan een onpartijdigm derde, die nochtans met de belangen van
den arbeid volkomen vertrouwd is. De belanghebbenden, die in
gelijken getale in het bestuur moeten vertegenwoordigd zijn,
dienen zooveel mogelijk te representeeren de onderscheidene
deelen van den arbeid. Behalve aan vakarbeiders dient dus ook
aan den „unskilled labour-ocr page 374-

352

toch het grootste gedeelte van den loontrekkenden arbeid wette-
lijk wordt buitengesloten

Art. 14 luidt: „Kiesgerechtigd voor de Kamer van Arbeid zijn
„de mannelijke en de vrouwelijke ingezetenen des Rijks, tevens
„Nederlanders, die den
leeftijd van 25 jaar hebben bereikt en
„binnen het gebied der Kamer in een bedrijf,
in de Kamer vertcgen-
„woordigd,
als patroon of als werkman werkzaam zijn geweest
„gedurende het laatst verhopen kalenderjaar of gedurende zoodanig
„gedeelte van het jaar ten aanzien van bedrijven, waarin niet
„gedurende het geheele jaar pleegt gearbeid to worden bij alge-
„meenen maatregel van bestuur is bepaald enz.-ocr page 375-

363

beurs zoowel op administratief als op financieel gebied, mede-
brengt.

Wanneer éénmaal de statuten zijn vastgesteld en de organi-
satie in werking is getreden, dient de gemeente zich van verdere
rechtstreeksche inmenging te onthouden, te meer daar ze in den
onpartijdigen derde in het comité haar vertegenwoordiger heeft en
uit kracht van haar oppertoezicht eene zekere preventieve en
repressieve macht behoudt. Do gemeente heeft er slechts voor
te waken, dat de grenzen der autonomie niet worden over-
schreden, de verschillende verplichtingen worden nageleefd en
vooral dat cr eene voldoende rckenplichtigheid bestaat. Overigens
heeft zo aan het bestuur de handen zooveel mogelijk vrij to laten,
opdat dit steeds naar omstandigheden kunne handelen.

Op dezo wijze zal men er wellicht in slagen ceno organisatie
tot bloei te brengen, die do aanwijzing van arbeid zoowel voor
den „skillcd--ocr page 376-

354

satie en werkkring, eerst een oogenblik stilgestaan bij enkele stel-
sels, welke in den laatsten tijd ter invoering speciaal in Neder-
land worden aanbevolen, We vleien ons met de hoop dat bij de
behandeling dezer systemen do voordeden van het door ons ver-
dedigde stelsel nader aan \'t licht zullen treden.

We vangen aan met den voorslag, welke eenigen tijd geleden
werd gedaan door den
„Oranjebond van Orde-ocr page 377-

:-ocr page 378-

356

nog zouden terugschrikken, draagt reeds van meet af de kiem
van ontbinding in zich om. We hebben het streven van den
Oranjebond, hoezeer zijn werkzaam optreden op dit gebied ook
te prijzen is, te beschouwen als eene welgemeende, doch helaas
mislukte poging.

Een andere voorslag tot organisatie der arbeidsbezorging in
Nederland, hoewel getuigend van beter inzicht en praktischer
zin, is desniettemin eveneens onaannemelijk.

In een artikel in „de Vragen des Tijds-ocr page 379-

357

arbeidsmarkt te creëeren. Slechts op die plaatsen, waar een Kamer
bestond, zou men bekend zijn met vraag en aanbod in zeker
bedrijf en voor den arbeid een intermediair bezitten. Doch ge-
steld, dat dit bezwaar werd overwonnen en men slaagde er in
ten aanzien van een bepaald bedrijf overal Kamers in \'t leven
te roepen of op andere wijze met behulp van bestaande Kamers
in de behoefte aan intermediairen voor dat bedrijf te voorzien,
dan nog had men slechts een klein deel tot stand gebracht van
datgene, wat den organisator der arbeidsbezorging tot laak is
gesteld. Boven zagen wij reeds, dat van het aandeel hebben aan
de „Kamers van Arbeid-ocr page 380-

358

Een arbeidsbeurs, die dus èn het voornaamste deel van den
arbeid buitensluit èn in engbegrensde kringen besloten, den over-
gang van het eene naar het andere bedrijf bemoeilijkt, terwijl
ze daarmede tevems aan een algemeen overzicht schade toebrengt,
een arbeidsbeurs, die naast gemis aan éénheid en snelheid ook
niet onbelangrijke financieele bezwaren medebrengt, zal er nimmer
in slagen de zooveel omvattende taak eener doeltreffende arbeids-
bezorging tot een goed einde te brengen.

Niet onbelangrijk is het ten slotte de gronden mede te deelen,
die den heer Falkenburg er toe brachten, het bovengenoemde
stelsel als een voor onze toestanden deugdelijk aan te bevelen.
In zijn meergenoemde verhandeling \') toch heet het: „Het is
„toch een dikwijls geuite grief, dat een algemeene arbeidsbeurs
„te weinig de speciale belangen van de verschillende bedrijven
„weet te behartigen. Daarenboven laten ook dc verschillende
„bedrijven zich ten opzichte der arbeidsbemiddeling niet over
„één kam scheren.-ocr page 381-

359

houden, mits er slechts bij eene organisatie op dit belangrijke
punt worde gelet.

Reeds op de vorige bladzijden zagen we, sprekende over het
bestuur, hoe dit met het oog hierop moet zijn ingericht. Thans
hopen we nader uiteen te zetten aan welke algemeene voor-
waarden eene goed ingerichte beurs verder heeft te voldoen,
alsook op welke wijze ze in hare organisatie en optreden het
best in staat is hare veelomvattende taak te verrichten.

We beginnen met het eerstgenoemde punt: dc algemeene voor-
loaardcn.

Uit liet tot dusver behandelde is ten duidelijkste gebleken,
en reeds meermalen is er met nadruk op gewezen, dat het voor
iedcro inrichting, die zich op het gebied van de aanwijzing van
arbeid beweegt, een levensquestie is zich te verzekeren van
het
vertrouwen der belanghebbenden, inzonderheid van dat der
•patroons.

Hoe zal ze hierin echter het best slagen ? Het antwoord ligt voor
de hand: door zooveel mogelijk aan de wenschen en behoeften
dier belanghebbenden te voldoen. Hieruit volgt reeds vanzelf,
dat de beurs
niet kan volstaan met op te treden slechts als bureau van
registratie.
Wil zo werkelijk don ondernemer den man aanwij-
zen, dien hij in een gegeven geval noodig hoeft, zoo zal ze
zich er niet too kunnen bepalen den naam dor workzookendon
en dio der patroons to boeken en hon des noods van elkanders
adres to voorzien. Zoowel naar het karakter als naar do bekwaam-
heden -ocr page 382-

360

schappen en houding van den patroon zal door haar een nauw-
keurig onderzoek dienen ingesteld te worden. „Der Arbeits-
„nachweis soll ja mehr sein als eine mechanische Vermittelungs-
„stelle, sie musz dom richtigen Arbeitgeber den richtigen Mann
„zuweisen-ocr page 383-

361

Men vergete bij dit alles niet, dat men bij vele ondernemers
een vooroordeel heeft te overwinnen. Wanneer de beurs er
niet voor zorgt, dat ze zich hun vertrouwen waardig maakt,
hun strekkend tot eene deugdelijke vraiigbaak, waar zij precies
kunnen krijgen wat zij in casu verlangen, zal dit vooroordeel
niet licht worden overwonnen en zal de ondernemer er ook niet
aan denken zich bij het omzien naar werkkrachten van de beurs
te bedienen, temeer datir hem nog andere wegen open staiui.
En toch is het juist de beurs, die door hare organisatie en
relaties, mits ze zich slechts op onderzoek en nasporing toe-
legt, den patroon bij de afsluiting van het arbeidscontract van
onschatbaar nut kan zijn. Nimmer zal de laatste er in slagen
zoo spoedig, zoo goedkoop, zoo degelijk en zoo volledig op de
hoogte to komen van het een cn ander als door do beurs.

Het is dan ook zeer to verwonderen, dat er nog zooveel
vrienden, van den arbeid, helaas, ook directies van bestaando
arbeidsbeurzen worden gevonden, die onverzettelijk zijn in hunne
overtuiging, dat een beurs niets anders zijn moet dan oen
bureau van registratie. Meestal wenscht mon dan bovendien,
dat hot bureau bij het toezonden van werklieden uitsluitend to
rado zal gaan met
dc volgorde van inschrijving.

Zij, dio dit verlangen, vergoten dat men den patroon toch
nooit dwingen kan den door do arbeidsbeurs juingowezcn wcrk-
nian in dienst to nemen. Men zal veel tijd, moeite cn teleur-
stellingen voorkomen, wanneer men naar beste weton don werk-
gever direct dien man toezendt, die waarschijnlijk geheel aan
zijno bedoeling beantwoordt. Do volgorde der registers tot maat-
staf to nomen moge billijk schijncn, doch gaat in do praktijk in
geen onkel stelsel van plmitsing op. Ook al verwerpt men het
systeem van aanbeveling, waarbij de mogelijkheid, rekening te
houden met genoemde volgorde, uitgesloten is, zoo zal men
toch door dc praktijk genoodzaakt worden van do rangorde van in-
schrijving af to wijken. Wo wijzen slechts op den cultus. Wan«

-ocr page 384-

362

neer iemand een roomschen werkman of dienstbode vraagt, kan
men er niet mee volstaan hem een protestantschen toe te zen-
den, omdat deze in volgorde van inschrijving het eerst aan de
beurt komt. Eveneens zou het dwaas zijn een werkman, die in
de onmiddellijke nabijheid van den patroon woont, achter te
houden en een ander, die, wie weet hoever, misschien wel
buiten de stad domicilieert, over te laten komen alleen omdat
deze het eerst is ingeschreven. Om kort te gaan, een stelsel
waarbij de beurs eenvoudig den werkzoekenden een beurt geeft
naar rangorde van inschrijving, is in de praktijk onuitvoerbaar.

Nog onlangs wees Chr. Haussen i) hierop, toen hij schreef
„Die Bescheidung der Arbeiter nach der Reihefolgc der Anmel-
„dungen ist ohnehin ganz unausführbar-ocr page 385-

363

van een directeur, een der gewiciitigste cn incest beslissende
momenten bij de oprichting van eene arbeidsbeurs. Hij is de
man, die met den arbeid in onmiddellijk en voortdurend contact
treedt, die de wenschen van patroon en werkman heeft aan te
hooren en daaraan naar beste weten heeft te voldoen. Men zou
hem kunnen noemen den voelhoorn, do drijvende kracht, de
ziel der onderneming, met wien deze staat of valt. Allen, die
met de geschiedenis en werkkring der arbeidsbeurs vertrouwd zijn,
stemmen in deze dan ook vrijwel overeen. Reeds in 1846 wees
Hanssen \') er op, dat do directeur eener arbeidsbeurs moet zijn
een man van een uitnemend humeur en onverstoorbaar geduld.
In het Engelsche Report on Agencies etc.heet het „Whatever
„scheme be adopted the success of a labour bureau will depend
„mainly on the energy, tact and judgment of the manager and
„the degree in which ho can gain the confidcnco of employers
„and workmen-ocr page 386-

364

rusten, mag bogen op zeewaardigheid, een krachtige hand aan het
roer en een goed stel zoeklichten, heeft het bovendien te ontwijken
die tallooze klippen, waarop het veel kans heeft te stranden.

De arbeidsbeurs onthoude zich in do eerste plaats stiptelijk
van het zich mengen in geschillen tusschen werkman en patroon.
Zoodra ze zich hiermede gaat inlaten, loopt ze gevaar de
sympathie en het vertrouwen van een van beiden en daar-
mede tevens de kans op welslagen te verliezen. Overal waar de
beurs het belang hiervan uit het oog verloor en zich liet medevoeren
in den strijd, was het ook aanstonds met haar bloei gedaan.
En hoe kan het ook anders, immers een inrichting, wier hoofd-
taak het is een onpartijdig intermediair te zijn, kan zich niet on-
gestraft mengen in zaken, waarmee ze niets to maken heeft en
die haar al heel spoedig het hatelijk aanzien geven van een
partijorgaan. „The initial rule-ocr page 387-

365

reeds zooveel te doen, dat er voor nevenbezigheden, tenzij deze
in onmiddellijk verband staan met haar arbeid, inderdaad geen
plaats over is.

Eveneens heeft de arbeidsbeurs er voor op hare hoede te zijn,
dat ze zich nimmer, afwijkende van den haar aangewezen oeco-
nomischen werkkring, waagt op philanthropisch, religieus of
politiek gebied. We hebben er reeds meermalen op gewezen wat het
gevolg is van eene vermenging van \'t zuiver oeconomische met het
philanthropische op het gebied van do arbeidsbezorging. Hoewel
de beurs in sommige gevallen onderscheid tusschen gezindten
heeft te maken, daar nu eenmaal deze patroon een katho-
lieken, gene een protestantschen werkman verlangt, dient zo
zich toch van verdere bemoeiingen met den godsdienst verre
to houden. Vooral wako zc er voor, indachtig aan het voor-
beeld van Frankrijk, dat dc politiek buiten gesloten blijve, op
straflo van tc worden ccn speelbal in handen van cono of
andere partij.

Waar wo boven hebben gezien aan welko algomeono voor-
waarden con arbeidsbeurs heeft tc voldoen, waarop zo speciaal
heeft to letten, gaan wo thans over tot eene meer breedvoerige
bespreking harer
inwendige organisatie.

In do eerste plaats zij opgemerkt, dat do arbeidsbeurs zich
dient to splitsen in cono
mannen- cn vronwcnafdeding, die
elk staande onder oen oigon hoofd, aan het bestuur onder-
geschikt zijn. Dezo 8i)lit8ing, dio trouwens bij do meeste beurzen
wordt aangetroflen, is gewenscht, omdat, waar men aanéén per-
soon do leiding opdraagt, mon dezen een to zwarcn last op do
schouders laadt, terwijl bovendien voor vrouwelijke arbeids-
krachten , met namo dienstboden, werkvrouwen onz., ceno bijzon-
dere behandeling wcnschclijk is. Hoewel ceno combinatie geens-
zins onmogelijk is, achten wo toch om bovengenoemde redenen
eeno splitsing te verkiezen.

-ocr page 388-

366

Verder dient de beurs in gemeenten van groote uitgestrekt-
heid, behalve het hoofdbureau, dat in het centrum der stad
behoort gelegen te zijn, in de buitenwijken hulpkantoren te be-
zitten. Het is nl. herhaaldelijk gebleken, dat de ontstentenis
dezer hulpbureaux vaak veel^ tijdverlies en noodeloozo moeite
tengevolge had. Roept men bv. voor een werkgever, die in
een der buitenwijken woont, en aanstonds een arbeider, looper
of bediende noodig heeft, één der ingeschrevenen op om aan de
arbeidsbeurs het adres van den patroon te komen halen, dan
zal het menigmaal gebeuren, dat de werkgever öf reeds in dien
tusschentijd is voorzien öf den verlangden werkman to laat ont-
vangt. Wanneer men nu in de genoemde gemeenten op enkele
plaatsen hulpbureaux inricht, zal dit bezwaar kunnen worden
overwonnen en tengevolge daarvan dc instelling beter aan haar
doel beantwoorden. De patroon kan zich dan desnoods zelf
naar het kantoor begeven, dat uit do onmiddellijke nabijheid
aanstonds een werkkracht ontbiedt. Wanneer verschcideno beur-
zen, hoewel do genoemde bezwaren gevoelende, nochtjms tot
do oprichting van hulpstations niet zijn overgegaan, is dit ge-
deeltelijk aan financieele bezwaren toe to schrijven. Wc gc-
looven echter, dat dit in ons stelsel niot al te zeer zal wogen,
immers do groote gemeenten hebben vooral in do buitenwijken
doorgaans verscheidene publieke gebouwen, of dcolon van ge-
bouwen beschikbaar, zoodat do onkosten, dio door genoemden
maatregel hct budget konden bezwaren, zouden bestaan uit
traktementen voor de sous-chefs, alsmede voor eenigo extra tele-
foonaansluitingen.

Wat nu do-verdere inrichting der beurs betreft, dezo is uitorst
eenvoudig,
daar ze slechts noodig heefteen kantoor, benevens ccno
ruimte voor
hen, dio zich aanmelden, cn desnoods een localitoit
voor do vergaderingen van het bcBtuurscomité.

Tal van arbeidsbeurzen bezitten, behalve do genoemde,
nog verschcideno andore localiteiten, welke ons inziens niet

-ocr page 389-

367

alleen kunnen, maar ook moeten achterwege blijven. Zoo treft
men bij menige beurs een
wachtkamer aan, die des winters
wordt verwarmd en soms zelfs van eene
cantine is voorzien.
Over het houden eener
cantine zullen we niet uitweiden,
daar do bezwaren hiertegen evident zijn. Hoevelo waarschuwingen
zijn er niet reeds vernomen en welk een bittere ervaring
is er niet opgedaan wat betreft het in contact treden van
eene arbeidsbeurs met eene gelegenheid, waar drank wordt ver-
kocht. Is er iets, dat de beurs heeft te vermijden, dan is het
zeker den arbeider in de verleiding te brengen het weinige zak-
geld, dat hij vaak over heeft, te besteden aan drank, zelfs al is
zo niet alcoholisch. Men geeft ook in het laatste geval aan de
(Irankgelegenhedcn het karakter van iets onmisba.irs cn werkt
op onnoodige wijzo dc drinkgewoonte in de hand.

Hoewel wat wachtkamers betreft, de bezwaren niet zoo voor
hand liggen, zal men bij eenig nadenken toch spoedig
ontwaren, dat ook hier hot nadeel grooter is dan het voordooi.
Do ervaring heeft nl. geleerd, dat dezo wachtkamers doorgaans
eeno verzamelplaats zijn van nietsdoeners en op bedenkelijke wijze
-ocr page 390-

368

voordeel nu moge in enkele gevallen, speciaal waar het de
aanneming van los werkvolk betreft, aanwezig zijn, dit neemt
niet weg dat er meestal geene noodzakelijkheid voor bestaat
en zoo ja, dan is het voordeel toch in ieder geval te duur gekocht.
Bovendien, bij een goed georganiseerde en snel werkende beurs,
bestaat aan eene dergelijke wachtplaats geen behoefte. Immers,
binnen enkele uren kan het bureau den door den patroon ver-
langden arbeider bij zich ontbieden en zoo noodig door zijn bode
hem direct den werkgever toezenden. Meestal echter zal het op
een enkel uur niet aankomen.

Ten voordeele der wachtkamers wordt verder wel eens aangevoerd,
dat men don werkelooze er mede uit de kroeg houdt en hem
voor verkeerde invloeden bewaart. Of men dit doel on niet het
tegenovergestelde zal bereiken, valt nog to betwijfelen Men moet
al weinig met de drinkgewoonten der werklieden op de hoogte
zijn, wanneer men meent, dat men hen door het openstellen van
een wachtkamer uit do kroeg zal weren. Wilde men op dit go-
bied inderdaad in hot belang van den arbeider werkzaam zijn,
dan zou men in elk geval moeten beginnen met aan do wacht-
zaal do noodige aantrekkelijkheid to geven, hetgeen met niet ge-
ringe kosten gepaard gaat. Aan volkskofliehuizcn cn volkslccs-
zalen late men do taak ovor den werkman gezelligheid te bieden,
hem te ontwikkelen en voor verkeerde invloeden tc bewaren; dit
ligt echter in geen geval binnen den werkkring eener arbeidsbeurs.

Eveneens vermijdo men het afzonderen van localiteiten voor
vergaderingen, anders dan die voor het leidend comité. Do Pa-
rijscho beurs is ons tot con waarschuwend voorbeeld.

Eene belangrijke questie bij de organisatie eenor arbeidsbeurs
is verder de
kosten-vraag. Behoort do beurs voor werkman cn patroon
of voor één van beiden kosteloos open to staan, of moet aan
hen een geldelijke vergoeding worden gevraagd en zoo ja, dient
dit dan een hoog bedrag to zijn, waaruit do kosten van aanleg
en onderhoud kunnen worden bestreden of wol een gering, als

-ocr page 391-

369

tegemoetkoming in die kosten of om andere redenen geheven?
Op verschillende wijzen heeft men in de praktijk getracht dezo
vraag tc beantwoorden.

Verscheidene beurzen werken geheel kosteloos. Men herinnero
zich slechts de „bureaux de placement gratuit-ocr page 392-

370

Zoowel voor den patroon als voor den werkzoekende is het aange-

a\'^\'-ocr page 393-

371

I-ocr page 394-

372

XII is aangeduid. Een klapper, die in alphabetische volgorde
de namen bevat van werklieden en patroons met vermelding van
boek- en inschrijvingsnummer dient ter vergemakkelijking bij het
naslaan.

Hoe hebben nu de inschrijving en verdere handelingen in hel
belang van de aamoijzing van arbeid plaats?
De zich aanmeldende
werkzoekende ontvangt een formulier, waarop zijn geplaatst
in den vorm van vragen dezelfde hoofden als voorkomen op
het register van inschrijving. Nadat dit formulier door den
werkzoekende of door den directeur is ingevuld, ontvangt de
eerste een quitantiekaart, welke dient als bewijs van inschrijving.
Het ingevulde formulier wordt daarna overgeboekt op het register
en daarop gezonden naar het stadhuis om met de bevolkings-
registers te worden vergeleken. Intusschen wordt aan den
laatsten patroon en zoo noodig ook aan de politie \') een for-
mulier van inlichtingen toegezonden, waarvan de resultaten onder
N°. 17 op het register worden geboekt. En hiermede is dit
deel van den arbeid afgeloopen.

Ten aanzien der patroons is do behandeling veel eenvoudiger.
Na invulling van een formulier op do beurs of na schriftelijke
of telcphonische, doch in dit laatste geval eveneens gcspecifi-
ccerdo aanmelding, waarbij zoo spoedig mogelijk het ook door
hen tc betalen inschrijvingsgeld moet worden gefourneerd, wor-
den do gegeveno op het in bijlage XII aangegeven register over-
geboekt. Alleen wanneer do om werklieden vragende patroon bij
do .beurs onbekend\'is, worden naar hem, hetzij bij do politic of
elders, informaties ingewonnen.

Wanneer nu een patroon eon werkman zookt, gaat do directeur

1) Zooals men zich nit hoofdstnlc III zal herinneren, bestaat dit stelsel van infor-
matie bij do politie oolc bij de arbeidsbeiir* te nrussel en do „Natnralverpflepings-
stationen-ocr page 395-

373

in het register na, welke ingeschrevene het meest aan de ge-
stelde eischen beantwoordt. Op de vorige bladzijden zagen we
reeds, dat er van eene toezending naar volgorde van inschrijving
om verschillende redenen geen sprake kan zijn.

Zoodra nu een der werkzoekenden door den directeur als
de in casu meest gewenschte is aangewezen, wordt deze,
hetzij door middel van de post\'), hetzij in dringende gevallen
door een. looper op het bureau ontboden, om, na de inschrijvings-
kaart tegen een andere te hebben ingewisseld, van het adres van
den patroon te worden voorzien. Intusschen zijn de op den
werkzoekende betrekking hebbende stukken on inlichtingen den
werkgever in afschrift toegezonden.

Hetzij de werkman nu al dan niet wordt geplaatst, in ieder geval
dient de werkgever hiervan aan de beurs kennis to geven ,
terwijl ook de werkzoekende, zoo hij, hetzij zonder, hetzij met
hulp van. do beurs werk vindt, in het eersto geval door toe-
zending of aanbieding van zijno quitantie-bewijs, anders door
toezending van bovengenoemde kaart hot bureau hiermee be-
kend maakt.. Voldoet do werkzoekende aan deze zijno ver-
plichting, zoo wordt hom do helft van het door hem bij in-
schrijving gestorte bedrag gerestitueerd. Zoolang or geen bericht
van plaatsing is ingekomen, blijft hij voor het éénmaal bctiuildo
inleggold geboekt, en komt telkens opnieuw voor platxtsing in
aanmerking. Den patroon zou men voor zijno inlage het recht

■a

1)-ocr page 396-

374

kunnen geven bv. driemaal achtereen toezending van een werk-
man te vord.eren. Deze bepaling, die uit den aard der zaak altijd
eenigszins willekeurig is, komt ons toch beter voor dan die, vol-
gens welke hij slechts éénmaal van de beurs mag gebruik maken,
tenzij hij opnieuw het bedrag der inschrijving stort. Op die
wijze maakt men de beurs voor den patroon veel te duur en
daarmede impopulair. Bovendien zal het, wanneer men slechts
consciëntieus bij het doen eener keuze te werk gaat, niet zoo vaak
voorkomen, dat de toegezonden werkman bij herhaling door den
patroon wordt teruggezonden. Het een en ander geldt zoowel
voor arbeiders als voor dienst- en werkboden, bedienden enz.

We zeiden zooeven dat de werkzoekende, zoo hij van zijne
plaatsing aan de beurs kennis geeft, recht heeft op restitutio van
do helft zijner inlage. Hoewel wij van deze bepaling, die opzet-
telijk gemaakt is om den geplaatsten tot het nakomen zijner ver-
plichting to prikkelen, als zoodanig geen wonderen verwachten,
zal het misschien een deel der anders nalatigen tot kennis-
geving aanzetten. Dat zulko kunstgrepen noodig ziju, is to
betreuren; do ervaring leert echter dat èn patroon èn werkman
in het vervullen dezer taak doorgaans zoo nalatig zijn, dat
dimrdoor inderdaad de administratie en do statistiek der arbeids-
beurs in gevaar worden gebracht. Deze moeilijkheid, waarmede
allo arbeidsbeurzen to worstelen hebben, zal men nimmer geheel
kunnen opheffen, ook niet door de bovengenoemde restitutie-
clausule.

Wat speciaal hen betreft, die door bemiddeling dor bours
aan een patroon zijn toegezonden, ten luinzion van dezen zou
men het genoemde bezwaar kunnen overwinnen, doordat, ingeval
van verzuim van aangifte, do bediondo der beurs zich van do
al of niet plaatsing overtuigde\'). Wanneer do ingeschroveno echter.

1) lu Luxemburg bodieut mon zich ia een soortgolijic geval van den postbode,

-ocr page 397-

375

zonder door de beurs te zijn opgeroepen, op eigen gelegenheid
eene werkplaats of betrekking vindt en verzuimt hiervan aan de
bours kennis te geven, zal er tegen die kwaal niet gemakkelijk
een geneesmiddel te vinden zijn \').

Ingeval nu van den werkzoekende bericht van plaatsing inkomt,
wordt hiervan melding gemaakt op de wijze als in bijlage XI
is aangeduid.

Na behandeling van de organisatie en werking der arbeids-
beurzen in do grootere gemeenten, dienen wo thans onzo aan-
dacht to wijden aan een tweede, niet minder belangrijke questie,
nl. de inrichting van do:

Aanwijzing van arbeid in kleinere plaatseji en ten plattelande.

Reeds in hoofdstuk II toonden wo aan, dat een stelsel van arbeids-
beurzen , dat aan de gestelde oischen wil voldoen, behalve in de
stoden ook ten plattelande moet zijn georganiseerd. Nimmor
zal men nl. tot een goed overzicht van de verhoudingen van vraag
en aanbod op do arbeidsmarkt geraken, wanneer een deel van dio
markt van do organisatie blyft uitgesloten, terwijl ook do arbeids-
beurs nimmer zal kunneu optreden als regulator van vraag on
aanbod tusschen stad on land, zoo zo niet in dezo beide deelen
tot ontwikkeling is gekomen. Bovendien bestaivt er geon reden,
waarom mon, hoowol do steden er meor bohoefto aan bobben,
hot platteland van do directo voordoeion der plaatsing verstoken
zou laten.

Dat do organisatie ten plattelande mot dio in do steden dient

1) Men ïou bij «lo inschrijving oon lokoro waarborgsom, bv. van 26 of 60 cont of
moor kunneu oi8ck«u, die, ingeval or kennisgeving vau plaatsing word gedaan, kon
wordon gorestitueerd. Hierdoor zou men echter het gebniik maken van do beur» voor
cea deel dor werkzookouden op niet geringe wijzo bclemmoron.

-ocr page 398-

376

te verschillen spreekt, zooals we in het begin van dit hoofdstuk
reeds opmerkten, vanzelf. Men lette slechts op het natuurlijk
onderscheid, hetwelk er in zake den arbeid tusschen beide deelen
bestaat. Ten plattelande, alsook in kleinere gemeenten zijn de
verhoudingen doorgaans weinig samengesteld en het arbeidsveld
zeer klein, zoodat een eigenlijke arbeidsbeurs zeer zeker misplaatst
zou zijn. Men zal hier dus een anderen weg moeten bewan-
delen. Doch welken?

Dat over deze questie reeds meer is nagedacht, blijkt uit do refe-
raten, welke o.a. op de Karlsruher Konferentie\') werden gehouden.
Hier werd nl. onder meer de vraag behandeld, in hoeverre do
oprichting van filialen -ocr page 399-

377

diensten kunnen bewijzen. Op de hulp, die de Staat ten aanzien
van dit laatste punt heeft te verleenen, komen we later terug.

We stellen ons de inrichting nu aldus voor: Iedere arbeids-
beurs vormt voor de in den omtrek gelegen kleine gemeenten
een ressortvoor de aanwijzing van arbeid. Een ieder, die,
woonachtig in het gebied waar de beurs is opgericht, van haar
hulp wil gebruik maken, meldt zich daartoe bij het bureau
op do volgende wijze aan. Een postformulier, dat voorzien is
van dezelfde hoofden als dat op do arbeidsbeurs en dat tegen be-
taling van hot aan de beurs verschuldigde inschrijvingsbedrag
op elk postkantoor verkrijgbaar is, wordt door den werkzoekende
of patroon ingevuld en zonder verdere frankeerkosten aan do
beurs toegezonden. Van dozo aanmelding ontvangt men dtuvrop
per post een bewijs van ontvangst, dat den aanvrager als inge-
schroveno legitimeert. Met het ingekomen formulier gaat do boura
op do bl. 372 volg. beschrovon wijze to werk, mot dien verstande,
dat voor do buitengemeenten afzonderlijke registers worden ge-
houden, terwijl do vercischte inlichtingen schriftelijk ter plaatse
van vestiging worden ingowonnon.

Wanneer nu in de woonplaats van den workzoekendo of elders
door oon patroon oen werkman wordt govnuigd on corstgenoomdo
komt naar hot oordeel der bours, gelet op do gestelde eischen,
hiervoor het meest in tuinmerking, zoo wordt hij per post met
do woonplmits ou het adres van den patroon in kennis gesteld,
terwijl ajin dezen laatsten do noodigo inlichtingen, hetzij schrif-
telijk, hetzij por telefoon worden verstrekt. De werkzoekende
kan zich nu of direct tot don gonoomdon patroon begeven, of
corst mot hem per brief on telefoon onderhandelen. Mon ziet
van welk eon ingrijpend belang do telefoon in dienst dor arbeids-

1) Moii dient dan iu hot leidend comité op to nemen enkele personen, die inxou-
«lerhcid do belangen van hel platteland vertegenwoordigen.

-ocr page 400-

378

beurs kan wezen. Met nadruk werd hierop o. a. gewezen door
Dr. Jastrow in zijn artikel „Das Telephon im Dienste des Arbeits-
nachweises-ocr page 401-

379

gelde tijden gegevens hebben te pMieeeren. In de eerste plaats om-
trent het aantal inschrijvingen van patroons en van werklieden,
alsmede ten aanzien van dat der geplaatsten. Om zooveel mogelijk
eene juiste voorstelling te geven ga men op de volgende wijze
to werk: men sluite dagelijks do noteeringen af of neme, wanneer
do waarneming over längeren tijd loopt, de gemiddelden. Be-
paalt men zich nl. bloot tot het optellen van de inschrijvingen en
van de plaatsingen gedurende een zeker tijdsverloop, zoo zal men er
geenszins in slagen een juist beeld te geven van de arbeidsmarkt
(altijd voor zoover dit zich uit de registers openbaart). Immers,
stel dat de beurs om de 14 dagen do resultaten van haren arbeid
in eindcijfers publiceert en na afloop van den eersten termijn
aangeeft 500 werkzoekenden en 200 vacante plaatsen, terwijl ook
de publicatie der tweede 14 dagen met dezelfde cijfers sluit, zoo zou
men hier uit kunnen concludeeren, dat in beide tijdsruimten do
verhouding van vraag en aanbod gelijk was. In werkelijkheid kan
zich echter het volgende voordoen: op den eersten dag vau den
eersten tonnijn melden zich 500 werkzoekenden aan, waar zich
gedurende de ganscho 14 dagen geen aanvraag tegenover stelt,
terwijl op don laatsten dag van den eersten cn op den eersten dag
van don nieuwen termijn telkens 200 werkgevers om arbeids-
krachten komen luinkloppen. Aan het eind van don tweedon
termijn komen zich, waar gedurende dien ganschen tijd elk aan-
bod ontbrak, plotseling 500 werkzoekenden aanmelden, die do be-
staande aanvnuig bevredigen. Men ziet dat mon bij blooto ver-
melding der oindresultaton licht een valsch beeld zou krijgen.
Oogenschijnlijk waren do verhoudingen van vraag cn aanbod
Bcdurende beide tijdperken gelijk, terwijl zich in werkelijkheid
in het eerste een constant surplus van werkkrachten on in het
tweedo oen pernument gebrek daaraan voordeed \').

1) Zie hiorovor uuki ,Verhandlungen der enten dculichcn Arleitinachweis-Konferenz

-ocr page 402-

380

Zooals we reeds meermalen opmerkten, zal de beurs er nimmer
in slagen de geheele arbeidsmarkt binnen den kring hrtrer
bemoeiingen te trekken. Ook dan, wanneer ze in den ganschen
lande tot ontwikkeling is gekomen, zal er licht nog een deel van
den arbeid overblijven, dat zich van andere intermediairen voor-
ziet, in elk geval buiten de beurs om plaatsing vindt. Men
denke slechts aan de placeurs, die men, hoewel men hun met eene
doeltreffende organisatie van onpartijdige arbeidsbeurzen een ge-
duchte concurrentie kan aandoen, toch nooit geheel zal vermogen
uit te roeien. Verder denke men aan die arbeidsbeurzen welko,
zooals wij in den beginne opmerkten, zich bezighouden met
speciale groepen van werkzoekenden terwijl ook adverteering,
aanbeveling en „Umschau-ocr page 403-

381

Behalve het genoemde dient het bulletin der arbeidsbeurs
verder te bevatten eene noteering der
loonen in de verschillende
takken van bedrijf. Waar de beurs èn aan den werkzoekende,
die zich laat inschrijven, opgave vraagt van het door hem ver-
diende loon, alsook aan den patroon aangaande het loon, dat
hij voornemens is te betalen, vormen deze gegevens een uitmun-
tende basis voor een
loon-statistick. Voorzoover enkele bedrijven
op de registers niet mochten voorkomen, zou men het daarin uit-
betaalde loon langs anderen weg te weten kunnen komen om het
eveneens te vermelden.

Het bulletin van de arbeidsbeurs, dat op geregelde tijdon
verschijnt (\'t liefst één of meermalen in de week) hetzij afzon-\'
derlijk, hetzij door vermelding in een locaal blad, bevat dus
behalve eeno gespecificeerde opgave der inschrijvingen on plaat-
singen door do bours, met inachtneming van het bovengenoemde,
ook eene opgave van den stand der locale arbeidsmarkt, der
werkeloosheid in \'t algemeen, alsmede eene statistiek der arboids-
loonen.

Gingen we tot dusver dc inrichting cn werking der arbeids-
beurs, zoowol in do steden als op het platteland na, ons daarbij
hepalendo tot do werkzaamheid van stedelijk bestuur, werklieden
en patroons, thans dienen we ter aanvulling van ons stelsel
den
SUint
in het geding to doen treden. Dat hot der overheid geoor-
loofd is in zake do arbeidsbezorging haar steun to verleenen,
ook wanneer er geldelijke ofTera worden gevraagd, werd reeds in
«len aanvang van dit hoofdstuk besproken.

In do eersto plaats is hot wenschelijk, dat do Staat do arbeids-
hours, zoowel ten aanzien harer locale werkzaamheden, alsook
waar zo optreedt als centraalbureau voor den arbeid ten platto-
lando, van do betaling van briefport ontsla \')» haar verder ver-

I) D»t de Staat, waar dit noodig i*. vau briofiiorl o.itbeft, blijkt o. a. uit het

-ocr page 404-

382

gunning gevend van de post gebruik te maken, voor zoover
ze voor de vervulling van haar taak noodig is.

Belangrijke diensten heeft de overheid verder te bewijzen daar
waar het de
centralisatie van arbeidsbeurzen betreft.

Herhaaldelijk wezen wij er reeds op, dat na de oprichting der
afzonderlijke beurzen, een onderling met elkaar in verband
treden spoedig volgen moet en werkelijk ook bij de meeste buiten-
landsche beurzen gevolgd is.

De voordeden aan eene centralisatie verbonden zijn nl evident.
Alleen op deze wijze is het mogelijk, niet alleen de locale,
maar ook de arbeidsmarkt in haar geheel te overzien. Boven-
dien zal men alleen door centralisatie er in slagen eene
egalisatie van den arbeid, eeno uitwisseling van arbeidskrachten
van plaats tot plaats, tot stand te brengen. Om kort te gaan,
de oeconomische en sociale functies van de beurs, dio wij in
hoofdstuk II uitvoerig bespraken, zullen voor oen deel dan
eerst in werking treden, wanneer de plaatselijke arbeidsmarkt
zich in ruimeren kring, zoo mogelijk tot eeno nationale heeft
ontwikkeld.

Dat behalve de genoemde voordeden do centralisatie van
arbeidsbeurzen eene aanmerkelijke stijging van het aantal inschrij-
vingen cn plaatsingen op do locale bureaux tengevolge heeft,
bleek herhaaldelijk. „Der männliche Arbeitsnachweis in Ilnllc
hat sich seit kurzem mit ß anderen städtischen Arbeitsnach-
„woiflcn in Verbindung gesetzt. Arl)eit8angeboto und Nachfragen
„werden gegenseitig _ ausgetauscht und seitdem liat sich -ocr page 405-

383

„Frequenz sehr gehoben-ocr page 406-

384

tot de grenzen van het staatsgebied uitstrekt, de Overheid niet
geheel onzijdig mogen blijven.

Hoewel de leiding der centralisatie geheel overlatende aan de
gemeenten, die haar hebben gecreëerd, zal de Staat in menig
opzicht door het verleenen van steun of het wegnemen van
belemmeringen dc behulpzame hand hebben te bieden. De eisch
is niet onredelijk dat, waar de arbeidsbeurs zich tot eene natio-
nale inrichting heeft ontwikkeld, dus in het nationaal belang
werkzaam is, de Staat een deel vau de lasten, welke een dus-
danige organisatie meebrengt, voor hare rekening neemt.

In de eerste plaats zou hij zich kunnen belasten met de publi-
catie van de resultaten der arbeidsbezorging, door op geregelde
tijden (eens of tweemaal in de week) tc doen verschijnen een
Indlctm
van dm arbeid,
dat alle gegevens bevat, die tot kennis van den
stand der arbeidsmarkt noodig zijn en dat zoo ruim mogelijk dient
to worden verspreid. Behalve dc resultaten der afzonderlijke
beurzen, met vermelding van den omvang van vraag cn aanbod
in \'t algemeen, den plaatselijkon stand der loonen enz., zou dit
bulletin ook hebben te bevatten een met behulp der genoemde
gegevens samengesteld
algemeen overzicht.

Naast dezo taak, die desnoods aan do centralisatie zolvo zou
kunnen worden overgelaten of waarbij do Overheid zich tot oen
Rubsidio zou kunnen bepalen, zijn er nog andere aangelngcnhodon
van groot belang, waarbij staatshulp onmisbaar is.

Reeds op do vorige bladzijden hadden wo hier en daar golcgon-
heid op tc merken van welk eon gewicht do
commvnicatiemiddrJm
zijn in hot belang eener arbeidsbeurs, inzonderheid zoo dezo
met andere in verbinding is getreden.
Telefoon cn telegraaf,
maar vooral de eerste, zijn voor do arbeidsbezorging schier onont-
beerlijk. Zij, dio werklieden en zij, die arbeid verlangen, moeten
snel onderling en met dc beurs in verbinding kunnen treden,
vooral wanneer een zekero afstand hon scheidt. „Für don
„Austausch der Arbeitskräfte von Ort zu Ort müssen aber auch

-ocr page 407-

385

„die Arbeitsnachweise untereinander in tieissigen telephonischen
„Verkehr treten Veel tijd, moeite en geld wordt gespaard,
wanneer, alvorens de arbeider zich naar elders begeeft, het
arbeidscontract is afgesloten. Informaties en toegezonden stuk-
ken zijn vaak niet voldoende, maar dienen aangevuld te wor-
den door nadere besprekingen, waarbij de telefoon niet kan
worden gemist.

Het spreekt echter van zelf, dat, tengevolge van de hoogo
kosten, een eenigszins ruim gebruik der genoemde interme-
diairs doorgaans onmogelijk is. De Staat nu heeft deze belem-
mering uit den weg te ruimen door öf ceno verlaging van het
tarief te bewerken, 5f in de betaling der kosten tegemoet to
komen.

Wanneer aldus het in verbinding treden van vraag en aanbod (via
do arbeidsbeurs) door post, telefoon en telegraaf is vergemakkelijkt,
zal ook do belemmering, dio vooralsnog bij hot zich verplaatsen
van werkkrachten wordt ondervonden, van Staatswege dienen
to wordon verwijderd. De vry hoogo
kosten van vervoer maken
nk hot zich begeven van do eono plaats naar do andere voor
vele werklieden bezwaarlijk en staan daarmede het succes van do
arbeidsbeurs in den weg. Terecht zei één der loden van do
Karlsruher Konferontio -ocr page 408-

386

op eenigerlei wijze in de kosten van het vervoer te voorzien \').
Soms liet men den overtocht betalen door dén nieuwen patroon,
die alsdan zijn voorschot op het later verdiende loon ver-
haalde; in andere gevallen nam de beurs zelve de kosten voor
hare rekening, doch bespeurde in dat geval reeds spoedig dat
een dergelijke verhooging van] hetj budget de krachten der in-
richting te boven ging.

Het is derhalve in het belang van het vrije verkeer van
den arbeid van plaats tot plaats, dat de Staat door vermin-
dering van het spoorwegtarief tusschen beide kome. Reeds in
Italië was de regeering in deze richting werkzaam, toen ze den
seizoenarbeiders eene reductie van 50 toestond Ook ten
onzent dient de Staat, waar hij reeds verschillende categorieën
zijner onderdanen , al is het dan ook in het direct belang van
\'s lands dienst, hetzij geheel kosteloos, hetzij tegen verminderd
tarief vervoert, in het belang van den arbeid dit recht uit te breiden
tot hen, die door eene arbeidsbeurs plaats vonden. Wanneer de

1)-ocr page 409-

387

militairen ook in vredestijd voor halfgeld reizen, waarom zou
men den arbeider dit voordeel dan onthouden ? Overal waar de
noodzakelijkheid dringt en het algemeen belang zulks vordert,
is eene dergelijke speciale regeling gewettigd.

Zooals wij gezien hebben dient de locale arbeidsbeurs na hare
naaste omgeving in hare organisatie te hebben opgenomen, zich
in verbinding te stellen met andere gelijksoortige instellingen
en zich langs dezen weg tot eene nationale inrichting te ontwik-
kelen. Ot deze nationale beurs zich eenmaal tot eene
intematiomle
zal ontwikkelen, is vooralsnog een questie van de toekomst. Wel
ligt het in de lijn van ontwikkeling der internationale gemeen-
schap, ook ten aanzien van den arbeid, het gemeenschap-
lijk belang gemecnschaplijk te behartigen. „Von den localen
„zu nationalen, von nationalen zu den internationalen Formen
„aufzusteigen und so der Waarc-Arbcit einen Weltmarkt und
„oincn der auskömmlichen Existenz des Arbeiters verbürgenden
„Weltpreis zu vcrschalTen, dos ist der freundliche Ausblick den
„dos Problem des Arbeitsnachweises allerdings in sehr Fern
„orölfnot -ocr page 410-

388

rasa. Vandaar dat de gelegenheid schoon is een uniform stelsel
in toepassing te brengen. Men wake hierbij echter tegen over-
haasting, waarvoor bij gebrek aan ervaring allicht gevaar bestaat.

Eerst wanneer de fundamenten zijn gelegd en beklijfd, van ge
men aan met het optrekken van het gebouw. Men bedenke,
dat men zoowel van de zijde der patroons als van die der werk-
lieden tegenwerking en miskenning heeft te wachten. Het zal
niet gemakkelijk zijn onverschilligheid, sleur en vooroordeel te
overwinnen. Vooral in ons land, waar bij elke hervorming het
terrein voet voor voet moet worden veroverd, ga men met om-
zichtigheid te werk, op straffe van het eenmaal gewonnene aan-
stonds weer te verliezen.

Men beginne met in de grootste steden arbeidsbeurzen op to
richten, die zich daarna op de boven aangegeven wijze met
hare omgeving in verbinding stellen. Achtervolgens zullen de
overige steden het voorbeeld volgen en groeien de verschillende
locale organisaties, tot eene centralisatie voor het geheele land.

Indien men op dezo wijze to werk gaat is welslagen geenszins
uitgesloten en zal op den duur de arbeidsbeurs, dio alsdan steunt
op de medewerking en het vertrouwen der belanghebbenden, ook
in Nederland blijken tc zijn een onmisbaar intermediair bij do
plaatsing van arbeiders, vooral van den „unskilled labour-ocr page 411-

BIJLAGEN.

..^„ïiii

-ocr page 412-

- »-Af\'.

■ .\\ Jiff \'-iU\'-.-ocr page 413-

Bijlage Vlll.

Opgave van geraadpleegde Bronnen.

DUITSCHLAND.

Adler, Prof. Georg, Dio Aufgaben des Staates augcsichts der Arbeits-
losigkeit Akademische Antrittsrede. Tübingen, 1894.

--Arbeitsnachweis.

Courad\'s Handwörterbuch der Slaalswisscnschaacu. Suppl. Uaud. I. 1895.

nasel\'s Socialpolitik in neuester Zeit Tübingen. 1896.

J

Baornrelter, Dr. J. M., Die Statistik über Arbeitslose in England.

Archiv für soziale Gcseligcbung und Statistik. Erster Jahrgang. 1889.

Beck, Gustav, „Das Kocht auf Arbeit-ocr page 414-

392

Brandts, V., Der Arbeitsnacliweis in seiner socialen Bedeutung.
Arbcitcrwohl. Leipzig. 1893.

Calwer, Richard, Die Zukunft der Arbeitsnachweise.
Mouatsschrift „Neuland-ocr page 415-

393

Freund, Dr. Richard, Der Arbcitsuachwcis im Berliner Braugewerbe.
Sociale Praxis. 7 November 1896.

- Der allgemeine Arbeitsnachweis in Deutschland im Jahre 1896.

Geschäftsbericht des Geutralvereines für Arbeitsnachweis zu Berlin, für
d.ns Jahr 1896. Berlin. 1897.

Fuchs, Über das Verhältnis von groszen Stadtgemeinden und anderen
Sclbstverwaltungskörpern mit ausgedehntem Thätigkcitsgcbicte zu den
Anstalten für Arbeitsnachweis.

Correspondenz der Centralstelle für Arbeitswohlfarlseinrichtungen. \'i«r
Jahrgang.

Gersteln, Karl, Denkschrift zur Errichtung eines städtischen Arbeits-
amtes in Dortmund.

Arbeiterfreund. 33er Jahrgang. Berlin. 1895.

Hanssen, Georg, Über öffentliche Arbcitsnachwcisungsanstaltcn.
Archiv für politische Ökonomie. N. F. ier Band. 1840.

Hansen, P. Chr., Der gewerbliche Arbeitsnachweis.
Arbcilerfreund. 34«r Jahrgang. Berlin. 1890.

Hartenstein, G., Arbeitslosigkeit und Arbeitsnachweis.
Sociale Praxis. 18 Februari 1897.

Hasenöhrl, R., Dio Arboitsvcrmittolung im Deutschen Ilcichc.
Monatsschrift „Austria-ocr page 416-

394

Jay, Raoul, Die Frage des Arbeitsnachweises in Frankreich.

Archiv für sociale GescUgcbung und Statistik. Band IX. Berlin.\'1896.

---Das neue französische Arbeitsnachweisgesetz.

Sociale Praxis. 1897.

Jastrow, Dr. J., Die praktische Socialpolitik im Jahre 1894.
Sociale Praxis. 27 December 1894.

Jutzi, W., Die Arbeitslosigkeit und ihre Bekämpfung. Darmstadt. 1895.

Krause, Dr. Otte, Arbeitslosigkeit, Bettelei und Wandcrvcrptlcgung.
Leipzig. 1893.

Landsberg, Bettelei, Landstreicherei und Armenpflege. Düsseldorf. 1896.

Lautenschlager, Ernst, Die Arbeitsvermittcluug in Stuttgart.
Blätter für sociale Praxis. 19 Juli 1893.

-Arbeitsamt für Stuttgart.

Tenelfder plaatse. 2 Augustus 1898.

- Ueber die Errichtung eines städtischen Arbeitsamtes in Slutlgurt.

Denkschrift des Vorsitzenden der Gewerbegerichts.

Jahrbuch für Gesetzgebung, Verwaltung und Volks Wissenschaft. 1895.

Loew, Emil, Das Problem der Arbeitslosigkeit in England.

Archiv für soziale Gesetzgebung und Statistik. Band IX. Berlin. 1896.

Maler, Gustav, Der Kampf um Arbeit. Berlin. 189G.

Meyerinck, Hans v., Praktische Maszrcgcln zur Bekämpfung der Ar-
beitslosigkeit. Jena. 1896.

Menger, Anton, Das Recht auf den vollen Arbeitsertrag.
Meyer, Eduard, Die wirthschaftlichc Entwickclung des Altertums.
Jena. 1890.

Möller, Karl, Dio Centralisicrung des gewerblichen Arbeitsnachweises im
Deutschen Reiche.

Jahrbuch für Gesetzgebung, Verwaltung und Volkswirtschnd. tSc
Jahrgang. Leipzig. 1891.

- Nochmals der Arbeitsnachweis.

Arbciterfreund. 32» Jahrgang. Berlin. 1894.

-ocr page 417-

395

Naumann, Dr., Die Träger des Arbeitsuacliweiaes.
Sociale Praxis. 14 April 1898.

Oldenberg, K., Der Arbeitsnachweis und die Herbergen zur Heimat.
„Die Arbeitercolonie-ocr page 418-

396

Reitzenstein, Freiherr von, Städtische Arbeitsämter und Centralarbeitsamt.
Dcutschcs Wochenblatt. 12 Juli 1894.

Gemeinnützige- und commnnale Arbeitsnachweisanstaltcn.

Handelsmuseum. Band 10. 1895.

---Der Arbeitsnachweis. Seine Entwicklung und Gestaltung im

In- und Auslande.

(Nach dem Tode des Verfassers herausgegeben von Richard Freund). 1897.

Schanz, Prof. G., Die neue statistischen Erhebungen über Arbeits-
losigkeit in Deutschland.

Archiv für sociale Gesetzgebung und Statistik. Band X. 1897.

Schikowski, Dr. John., Ueber Arbeitslosigkeit und Arbeitsloscnstatistik.
Leipzig. 1894.

-Zur Metbode der Arbeitsloscnstatistik. Leipzig. 1895.

Schmölder, Der Arbeitsmarkt.

Preussische Jahrbücher. Band 83. Berlin. 1891.

Singer, Dr. Rudolf, Das Rccht auf Arbeit in gcschichtlichcr Darstellung.
Jena. 1895.

Sombart, W., Die Arbeitskammern in Italien.

Archiv für sociale Gesetzgebung und Statistik. Band 8. Berlin. 1895.
Storman, Arbeitsnachweis und Arbeitsvermittlung.

„Deutsche Revue-ocr page 419-

397

Arbeitslosigkeit und Arbeitsvermittclang in Industrie und Handelsstädten.

Bericht über den am 8 und 9 October 1893 vom freien deutschen Hoch-
stift zu Frankfurt a/M veranstalteten socialen Congresz. Berlin
189i.

Die Einrichtung von Arbeitsnachweisen und Arbeitsnachweisverbänden.

Verhandlung der ersten deutschen Arbeitsnachweis-Konferenz. Karlsruhe
13 September 1897. Berlin 1898.

Verhandlungen der konstituierenden Versammlung des Verbandes Deut-
scher Arbeitsnachweise, am 4 Februar 1898.

Auszug aus dem stenographischen Bericht, (Beilage zum Arbcitsmarkt.)

Verhandlungen. XI Konferenz Vorstände der statistische Acmtcr deutscher
Städte.
22 und 27 April 1896. Magdcnhurg.

Statistische Jahrbücher für das Groszhcrzogthum Baden. 1894, 1895,
1896.

Statistische Mittheilungen über das Oroszherzogthum Baden. Band XIV,
N® 2, Jahrgang
1897.

Statistische Jahrbücher deutscher Städte. 1897.

Statistisches Jahrbuch der Stadt Berlin. 1896 und 1897.

Mittheilungen des statistischen Amtes der Stadt Dresden. Dresden. 1897.

Beiträge zur Statistik der Stadt Mannheim. 1897.

Beiträge zur Statistik der Stadt Straszburg. 1897.

Protocol der Gründung eines Verbandes der Anstalten für Arbeitsnachweis
im Qroszhertzogtum Baden betreffend. 1887.

Jahresbericht des Verbandes der Anstalten für Arbeitsnachweis im Grosz-
hcrtzogUmm Baden für das Jahr 1896. Karlsruhe. 1897. .

Jahrcsberichto über die Thütigkcitscrgebnisso der Anstalt für Arbeits-
nachweis in Karlsruhe. 1891—1897.

Thfttigkcitsbericht II und III der allgemeinen Arbeitsnachwoisanstalt.
Köln.
1896/96 und 1896/97.

Qoschftftabericht des Ccntralvcreines für Arbeitsnachweis zu Berlin. 1897.

Mittheilungcn über Arbeitsnachweis und Arbeitsvermittelung: Social po-

-ocr page 420-

398

litischcs CentralbhUt, Blätter für sociale Praxis aud Sociale Praxis,
Centraiblatt für Sozialpolitik-ocr page 421-

399

Guyot, Yves, La loi sur les bureaux de placement.
Revue politique et parlementaire. Paris. 1894.

* Hobson, Le placement des travailleurs.
Thèse pour lo doctoral. Paris. 1896.

Malevé, La Bourse du Travail à Paris.

Rapport a. M. le Dourgemeslre de Bruxelles. 1887.

Magnin, de, Les bureaux dc placement autorisés devant l\'opinion. Paris
et Libourne. 1886.

Molinari, de, La Bourse du Travail.
Journal des Economistes. 1888.

■—-Les Bourses du Travail. Paris. 1893.

*Vanlaer, M., La suppression des bureaux dc placement.
La Réforme Sociale. XXVI. Paris. 1893.

Lo Placement des employés, ouvriers et domestiques cn France et i\\

l\'ctrangor. Office du Travail. 1893.
Annuaire des syndicats profossioncls m Franco et aux Colonips. 9®

année. 1897.
Bulletin de l\'office du travail.

OOSTENRIJK.

Blaschek, J., Arbcilsvcrmitlelung in Wien.

Oeslerrcichischo Monalsschrifl ffir chrisUicho Socialreform. Wien. 1887.

---Arbeitsvermittelung durch Zcitschriftsannoncen.

Statistische Monatsschrift. 21-ocr page 422-

400

Herrdegen, J., Ueber Dienstvcrmittelnngsanstalten und deren Einflasz auf
die weiblichen Dienstboten.

Monatsschrift Skulda. Wien. 1893/94.

Mataja, Victor, Städtische Socialpolitik.

Zeitschrift für Volkswirthschaft, Socialpolitik und Verwaltung. Ser Jahr-
gang. Wien. 1894.

Probst, Friedrich, Ueber Einrichtungen für Arbeitsvermittlung.
Statistische Monatsschrift. 19«r Jahi^ng. 1893.

Singer, Dr. Rudolf, Zur Organisation des Arbeitsnachweises in Wien.
Zeitschrift für Volkswirthschaft, Socialpolitik und Verwaltung. Hand IV,
Heft 2.

Austria. Archiv für Gesetzgebung und Statistik.

Statistische Jahrbücher der Stadt Wien. 1893—189G.

Die Arbeitsvermittlung in Oesterreich.

Verfasst und herausgegeben vom statistischen Departomont im K. K.
Handohministerium. Wien. 1898.

r i

ENGELANI).

Burns, John, The Unemployed.

The nineteenth Ccntiirj. December 1802.

Drage, G., Tho Unemployed. Ix)ndon. 1894.

Rogers, Six Centuries of Work and wages.

Report on Agencics and Methods for dealing with tho unemplo}\'C(l.
Edition from tho Doard of Trade. I.ondon 1803.

Report- Distress from want of employment.

Orderol hy the House of Commons to ho printtvl. IM) July 189(1.
Foreign office Reports, I, HI, IV, V, VII, XI.

-ocr page 423-

401

Ninth Report on Trade Unions. 1896.

By the Cliief Labour Correspondent of the Board of Trade.

Abstracts of Labonr Statistics, 1884, \'95, \'96, \'97.
Reports from tlie Board of Trade.

The Labour Gazette, 1895, \'96, \'97, \'98.

ZWITSERLAND.

ßernet, Th., Der Arbeitsnachweis im Kaufmannsstande.

Schweizerische Blätter für Wirli»schal\\- und Socialiiolilik. Jahrgang.
Bern. 1895.

Curti, Arthur, Bcricht und Gutachten an dos Schweizer Industricdcpar-
temcnt, betreffend Arbeitslosigkeit und Arbeitsnachweis.
Gewerbiicho Zeitlragen. Heft XIV. Zürich. 1896.

Högl, M., Ucbcr die Errichtung eines Arbcitsnachwcisburcaus fdr dio
Stodt Luzern.

Jahresbericht des üowerbevereins der Stadt Luzern. 1895.

Laur, Ernst, Der communalo Arbeitsnachweis in der Schwciz.

Zeitschrift für -ocr page 424-

402

Ratschlag betreffend Errichtung eines öffentlichen Arbeitsnachwcisbureaus
in Basel. Basel. 1889.

Geschäftsberichte der Anstalt für Arbeitsnachweis in Bern. 1892—1896.

Berichte über die Thätigkeit des öffentlichen Arbcitsnachwcisbureau des
Kantons Basel—Stadt. 1894—1897.

B E L GIE.

Projet à l\'organisation d\'une Bourse du Travail par II. Denis et bulletin
des Conférences préparatoires à l\'organisation d\'une Bourse du Travail
à Bruxelles. Seanccs du 17 Mai 1895. Discussion générale du projcct.
1885 et 188G.

Bulletin du Travail de la Bourse du Travail i\\ Bruxelles. 1892—1897.
Revue du Travail.

A M E R I K A.

Annual Report of the Bureau of Statistics of Labour of tho State of
Massachusetts. 1894.

Annual report of the Bureau of Statistics of Labour of the State of
Ohio. 1897.

Report and Compilations of Matter pertaining to the free public Em-
ployment Bureaus in the citics Cincinati, Cleveland, Colunjbus, Toledo
and Dayton.

Deparlinenl of Labour Stilisticj. 1897.

-ocr page 425-

403

NEDERLAND.

Falkenburg, Dr. Ph., Bijdrage tot de leer van het arbeidsloon. Leiden.
1890.

De werkelooslieid als maatschappelyk verscbynscl.

MaaUchappij tol Nut van \'t Algemeen. 1891.
Arbeidsbeurzen.

Vragen des tijds. Juni 1898.
Pierson, Mr. N. G., Leerboek der Staathuishoudkunde. Amst. 1896.
Verrijn Stuart, Dr. C. A., Aamvigzing van arbeid cn arbeidsbeurzen.

Economist. Maart en April 1898.
Rapport der Commissie, door )ict bestuur benoemd ten onderzoek on
advies omtrent de nuttigheid cn wcnschclykheid der oprichting eener
arbeidsbeurs.

Rapport der Raadscommissie in z.ikc den omvang der werkeloosheid.

Utrecht. 1893.

Statistiek der werkeloozen.

Statistische mcdedoelijigen, uitgegeven door het huteau van destatiRliek

«Ier gemecnto Amstenlam.

Statistische Jaarboeken der stad Amsterdam.

Dc toestand der werklieden en dc bouwbcdryven to Amstcnlum.
Happort uitgehraciit «loor ilc Commissie van Onderzoek. 1898.

Opstellen cn mededeelingen over arbeidsbeurzen.
Sociaal Weekblad,

Artikelen over arbeidsbeurzen.

Algemeene Handelsblad. 31 October 1884 en 8 Juni 1890.
Nieuwe Rotterdammer Courant, 24 December 1884 en 3 November 1888.
Nieuws van den Dag, Zondagsblad. 19 April ISS.\'i.
Telegraaf. 21 Februari 1898.

20*

-ocr page 426-

STATUTEN

DER

Vepeeniging „Gentpalc flirbeidsbeüPs.\'

Afdeeling: van dc Maatscliappij voor den Werkenden Stand.
Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 1 Maart 1898. No. 18.

Artikel 1.
Doel.

Do Vereeniging „Centrale Arboidsbours-ocr page 427-

405

Men wordt lid of boguustigor door zich als zoodanig to doen in-
schrijven bij hot bestuur. Gezegde qualiteiton worden vorloren:

a.-ocr page 428-

KJEQLEMENT

voon DE

Ccntpale flPbeidsbeüPs
to AMSTERDAM.

Artikel 1.

Ilot dool van do Arboidsbours is workgovors cn workzookondon in
tc lichten omtrent do vraag naar, on hot aanbod van work. Zoowol
niannolijkü als vrouwolijko werkzoekenden in handel cn njjvorhoid
kunnon van do inrichting gobruik maken.

Aut. 2.

Do arboidsbours wordt behoord als oono Afdooling van do Maat-
Bclmppij voor don Workondon Stand. Ilot dagolijk« behoor ia opgo-
dragon aan don Directeur onder toezicht van hot Iloslunr dor Afdooling.
Dit Uostuur bostaat uit zes workgovors cn zos worknomors ondor oun
voorzitter door dozo gozaraonlijk aangowozon on tot geen dor boido
groepen bohoorend.

Aut. 3.

Hot hoofdkantoor is gevestigd Marnixstraat No. 1-18 on is geopend
van 1-ocr page 429-

407

dags 2 uur on van P Novombor tot uit-ocr page 430-

408

Art. 6.

AYannecr eeno werkgelegenheid zich voordoet worden de werkzoe-
kenden, zooveel mogelijk in do volgorde der lijst waarop zij zijn
ingoschrovon, in aanmerking gebracht, echter zóó, dat personen dio
hier mot hun gezin wonen boven jonggezellen cn buiten wonenden
worden voorgetrokken.

Abt. 7.

Do workzockcndo, dio voor vervulling van eene plaats in aanmer-
king komt, ontvangt cono uitnoodiging om zich zoo spoedig mogelijk
aan hot kantoor to vervoegen. Hij ontvangt daar cono kaart mot het
odrcs van den werkgever on hoeft zich daarmede zoo spoedig mogelijk
bij dezen aan to molden. Op dezo kaart zijn do inlichtingen opge-
teekend omtrent don wcrkzookondo volgons Art. 4 gorogistrocrd.

Do werkgever moot zorgon dat do kaart onmiddollijk, hetzij door
den werkzoekende, hetzij door do post, aan do arbeidsbeurs wordt
terugbezorgd, nadat door hom daarop is aangotookond of do work-
zockcndo door hem al dan niot is aangenomen; in hot laatsto goval
zoo raogolijk mot opgavo vau rodoncn on mot vermelding of toezending
van oon andoren wcrkzookondo wordt vorlangd.

Art. 8.

Van do aanwijzing van oono openo plaats, zoowol als van do plaatsing,
wordt op do lijston aantcokoning golioudon.

Waiinoor do workzookondo zich niot vóór 10 uur van don morgen,
volgondo op den datum dor oprooping, aan hot kantoor aanmeldt,
wordt hij gcacht roods oldors work to hebben govondcn, on zjjn naam
op do lijst doorgehaald.

Wanneer do kaart aan don workgovcr niot binnon 2 maal uur

aan hot kantoor is terugbezorgd, wordt ovonoona aangenomen, dat

0

do wcrkzookondo is goplantst, on zoowol do oanvrngo van don wcrk-
zookondo ula dio van den workgovor als afgodiun boschouwd.

-ocr page 431-

409

Aux. 9.

Aanvragon, zoowol van workgovors als van workZookondou, golden
voor veertien dagen. Zijn zij niot vóór don afloop van dien tormijn
voruiouwd, dan worden zij als afgedaan beschouwd.

Wannoor do aanvrage vóór afloop van bovcngcnoemdon torraijn door
vervulling dor betrekking of door plaatsing van den wcrkzookendo
vervalt, is do aanvrager verplicht daarvan oniniddollijk aan do arbeids-
beurs konnis to govon.

Aux. 10.

Allo bemoeiingen van do arboidsbours goschicdon kosteloos.

Att. 11.

Dagelijks wordt ccno lijst opgemaakt vnn do openstaande aanvragen
cn aanbiedingen. Aan dezo lijst wordt zoovcol mogolijk bokondhoid
gogovon. .

Inzago dcr registers kan door don Diroctour worden toegestaan
voor zoovor dit, volgons zijn oordooi, mot cono goodo bohandoling
van zakon is ovoroon to brongon.

Anr. 12.

Wonschou cn klachten kunnon, hetzij in hot daarvoor bcstomdo
boük ton kantoro van den Diroctour worden ingosehroven, of wol
schriftolijk worden ingozondon bij don Voorzitter.

Klachten waaraan niot dadelijk kan worden togomoot gokomon,
worden in do vergadering vau hot Bestuur dor arbeidsbeurs bohandold
on daar tot beslissing gobracht. Van dit besluit wordt aan don klagor
konnis gogovon.

Ahhis vastgesteld in de Bestuursvergadering van 1 April 1898.

L. SEHRURIEIl, Voorzitter,

h
i

-ocr page 432-

Öffentliclie -«f^rbeitsnacliweise
I. I September 1896

Monat.

Offene Stellen,

Männliche.

-ocr page 433-

Bijlage Vlll.

I im Deutyclien Reiclie.
-31 Augustus 1897 \')•

7.130

35.962

G.830

38.110

5.760

37.282

4.099

20.558

5.357

27.859

5.761

25.671

7.072

29.431

5.995

25.710

GG29

31.543

G.G32

30.971

G.318

32.020

•7.332

38.710

Anzahl

dor
Arboits-
nachwoiso.

■Arbeitsuchenden.

-ocr page 434-

1* e n s s e n.

Nachweisung der Stellengesuche, Stellenangebote und Stellenvermittelungen bei den eintelnen HaupUrägern

des Arbeitsnachweises während des Jahres 1894 i).

Bei den Vermittolungsstellen überhaupt
darunter:

„ „ Qoworbsraäszigon Gosindevormiothorn
und Stollonvormittlorn ....

Innungen .........

Gewerbe- oder Fabrikanton-Voroinon
landwirthschaftlichen-Vereinen. .

Arbeiter-Voroinon......

gemischton-Vereinen.....

katliolischon-Voreinon.....

ovangolischon-Voroinon ....
sonstigon-roligiöson-Voroinon . .
goraoinnützigo- oder wohltätigon

Voroinon.........

Gemoindo- odor Polizoi-Bohördon.
Kreis- odor Provinzial-Vorbändon.
Privat-Horborgon......

A

Es wurden Stellen.

Anzahl

Bezoiclmung dos Trägers der

gosncht.

angeboten.

1

\' vermittelt.

i
1

der Bureaus
während des
Jahres
1894

Stollen vormittolung.

In Hun-

m 1 X idorttheilen
Überhaupt. ^^^

jsamratzahl.

überhaupt.

In Hun-
derttheilcD

der Qe-
sammtzahl.

! \' In Hun-
isammtzahl.

1.217.981

i 00.00

764.190

100.00

i 587.721

i

100.00

1

6.352

535.020

43.98

481.858

62.99 i

881.206

64.86

5.085

121.342

9.9G

54.614

7.15 1

i 47.093

8.01

558

34.873

2.86

17.400

2.28 1

1 16.910

2.88

18

3.759

0.81

2.612

0.34 1

1 1.629

0.28

: 13

76.04G

6.24

32.968

4.81 1

i 26.760

4.55 !

! 230

58.584

4.81

33.153

4.34 !

! 23.129

3.94 1

43

24.065

1.98

1 20.820

2.72 1

i 11.140

1.90 1

53

155.36G

12.7G

i 46.870

6.18

30.932

5.26

90

26.767

2.20

j 9.895

1.29

1

8.563

0.61

!

14

134.081

11.01

49.574

6.49 !

85.272

6.00

101

10.992

0.90

1 4.095

0.54 1

8.528

0.60 ,

70

30.865

2.53

8.259

1.08 !

5.180 1

i 0.80

66

6.221

0.51

i 2.572

0.84

1

1 0.24 j

11

1) Ontleend aan hot „Zeitschril\'t des Kgl. Preussischen statistischen-Bureaus-ocr page 435-

Bijlage V.

^i\'beitsvermittelmig in Baijern\') wülirencl des Jalires 1394.

Träger der Vermittelnng.

Arbeits-Gesuche.

Arbeits-Angeboto.

Vermittelte Stelion.

Auf 100 Stollen.
Gesuche.

Qcwerbsmäszigc Stellenvermittler . . .

97.362

71.494

61.111

62.7

Innungen ...........

16.009

5.564

6.296

39.9

Gewerbe- oder Fabrikanten-Vereine . .

1.773

698

560

31.5

Arbeiter-Vereine.........

27.825

16.376

8.715

31.3

Gemischte Vereine........

2.65G

1.463

572

21.5

Katholische Vereine........

11.699

8.538

6.764

57.8

Evangelische Vereine.......

27.578

8.588

6.368

23.1

Gemeinnützige- und Wohltätige Vereine.

59.733

7.683

5.709

0.9

Gemeinde-Behörden........

12.961

1.335

364

2.8

Distrikts-Verbände........

52.233

1.855

1.375

2.6

Arbeltsnachweise Überhaupt.....

1

1 309.829

123.594

97.834

31.5

1) Gegerena ontleend aan het „Zeittehrift des Kgl. BaijeriKhen statistischen- Bureaus. 189G.

-ocr page 436-

Bijlage Vlll.

^rbeitsnaclxweis in Dresden.

Verraittolte Stellen.

Vermittelte Stellen.

Jahr.

Jahr.

Männl.

Weibl.

Summe.

Männl.

Weibl.

Summe.

1841

796

678

1474

1870

357

4563

4920

1842

698

1025

1723

1871

424

5416

5840

1843

719

1041

1760

1872

260

5979

6239

1844

713

960

1673

1878

128

6741

6869

1845

986

1944

2930

1874

92

6385

6477

1846

519

1076

1595

1875

105

6495

6600

1847

408

760

1168

1876

79

5594

5673

1848

377

825

1196

1877

102

4934

5036

1849

314

908

1222

1878

210

5942

6143

1850

655

1176

1831

1879

240

6107

6347

1851

657

1116

1773

1880

217

6612

6829

1852

823

1523

2346

1881

256

6832

7088

1853

927

1174

2101

1882

288

7172

7460

1854

714

1490

1204

1883

284

6820

7104

1855

929

1468

2397

1884

269

7771

8040

1856

1063

1760

2823

1885

173

9176

9349

1857

1027

2490

3517

1886

151

9537

9688

1858

763

2410

3173

1887

14

8167

8181

1859

883

2458

3341

1888

2

8252

8254

1860

780

2820

3600

1889

8192

8192

1861

957

3126

4083

1890

7240

7240

1862

1000

3919

4919

1891

7173

7173

1863

741

4557

5298

1892

6377

6377

1864

684

5207

5891

1893

0254

6254

1865

663

5125

5788

1894

6408

6408

1866

280

5155

3435

1867

236

2043

2879

Summe

23.483

233.507

256.990

1868

258

2883

3141

1869

277

3651

3928

%

-ocr page 437-

Bijlage VII.

Le ^Placement en Finance lööl.

Institutiosn do Placement.

Demandes

Offres

Placements

Nombre dos

d\'omplois.

d\'emplois.

a demeure.

on oxtra.

Institutions.

Compagnons..........

6.288

0.188

6.188

32

Bureaux Municipaux.......

24.805

13.292

10.856

24

Chambres Syndicales dos patrons . .

22.594

20.851

18 396

430

54

Chambres Syndicales des ouvriers . .

122.666

71.639

86.124

8.538

322

Syndicats mixtes........

2.558

1.882

1.896

1.396

18

Sociétés de secours mutuel ....

35.041

33.059

17.794

16.000

59

Sociétés de bienfaisance......

132.036

25.911

26.227

107.431

76

Bureaux Autorisés.......

2.495.079

938.237

459.459

361.991

994 2)

1)-ocr page 438-

Bijlage Vlll.

Bourses du Travail 1896.

Placements

Date de la

Numero

Villes.

des

Demandes.

Offres.

fondation.

syndicats.

à domouro

cil extra.

îJico.....

28 Juni 1893

19

3.489

1.005

1

818

129

Narbonne . • .

Sopt. 1893

1.700

1.400

300

100

Aix......

Avril 1896

11

512

127

30

Marseille. . . .

14 Oct. 1887

76

9.587

7.127

8.858

—■

Anffoulèmo . . .

1 Fovr. 1993

11

295

148

136

O

Cognac ....

Dijon.....

Besançon. . . .
Valence ....

13 Mars 1892

1.138

994

997

—■

1 Mars 1893

23

1.996

546

840

—■

6 Fovr. 1894

21

1.330

717

296

20 Avril 1896

9

320

170

125

30

Nimcs.....

17 Mai 1887

7

850

435

400

Toulouse. . . .

28 Sopt. 1890

60

2.753

Bordeaux . . .

17 Avril 1888

36

5.664

2.725

2.513

■—

Montpellier . . .
Béziors ....

19 Doc. 1890

25

1.612

820

765

121

15 Doc. 1890

1.300

1.100

290

900

Bonnes ....

1 Oct. 1893

19

4.075

1.961

1.63G

Tours.....

Oct. 1891

19

2.750

1.607

j 1.338

Grenoble. . . .

12 Dec. 1893

31

1.40G

693

678

Saint-Etionno . .

16 Mars 1889

33

941

598

1 542

20
4.202

Kounne ....

Avril 1892

10

2.513

2.032

1.9G5

Nantes ....

1890

42

G3G

274

193

Saint-Nazaire . .

24 Avril 1892

13

j —

1 —

Angers ....
Chollet ....

20 Avril 1892

29

i 1.970

839

792

40

1 Juil 1891

C

1 684

347

258

Saumur ....

22 Sept. 1893

10

\' 549

i 354

1 234

Boulogne sur Mor.

22 Sopt. 1892

11

2.297

1 792

760

Perpignan . . .
Lyon.....

11 Sept. 1893
8 Fovr. 1891

15
64

419
6.251

252
3.138

209
2.269

80

ChAlona sur Saône.

Jan v. 1896

5

130

120

7

Paris.....

Juil 1893

193

25

Uoucn.....

26 Avril 1892

1.353

82

55

Versaillo« . . .

11 Fovr. 189T

12

Niort.....

30 Dec. 1895

17

60

50

28

Toulon ....

Oct. 1889

18

475

j —

188

900
127

Alger .....

\' 1 Mai 1892

15

3.299

\' 1.822

1.626

Oran.....

i 1802

7

2.301

1 1.237

1.0.18

i

1) Oegeveni untleeiid atn liet „Auuuairr de« «yndlcnt* profewtionneln-ocr page 439-

Bijlage IX.

Work of 12 London and Provincial
Labour Bureaux\')
1895.

Number of
situations
offorod
by employers.

Number of workpeople
that found
work by Bureaux.

Engaged by

Private
employers.

Number of

fresh
Applications

by

workpeople.

Month.

Local
Authorities.

Jan.

3.381

532

445

212

Fobr.

3.020

629

460

2.139

Mars

4.632

592

1.111

1.201

April

3.145

510

790

266

May

. 8.416

634

1.132

189

Jun

2.527

412

844

120

July

3.907

518

1.515

164

Aug.

1.117

408

252

149

Sept.

2.215

522

1.613

166

Oct.

2.781

569

1.742

156

Nov.

2.681

463

1.459

408

Dcc.

2.322

352

1.362

476

1895

35.094

6.141

12.725

5.646

1) NftiiiM of Ijibour Hiirp-nui:

iMidon: St. PftncrM, Hnttewoa, Iilingtoii, St. Martin, Ilacknoy, Salvation Army,
Y. W. C. N.

lyorinriaJi Salford, Ipiwich, Plymontii, f.ivoriwol, 01a»(cow.

Oegovenn ontleend ann de maandelijkwho mededeelingen in do „Labonr Gazette-ocr page 440-

isoe.

Number of workpeople
that found
work by Bureaux.

Number of

fresh
Applications
by

workpeople.

Number of
situations a
offered
by employers.

Month.

Private
employers.

Engaged by

Local
Authorities.

603
620
476
331
354
219
301
269
228
205
319
452

1.368
1.510
1.745
1.786
1.375
1.429
1.249
1.049
1.164
1.102
662
623

493
572
935
995
1.248
1.182
1.119
1.332
1.421
1.308
1.253

3.692
2.589
2.669
2.678
2.344
2.393
2.348
2.138
2.373
3.101
2.532
L750

Jan.
Febr.
Mars
April
May
Jun
July
Aug.
Sept.
Oct.
Nov.
Doc.

30.607

4.377

15.062

11.858

1896

I

. I

i ^

k\' f

-ocr page 441-

Bijlage Vlll.

Die i^Li\'beitsvermittelung in Oesterreicli
walirend des Jalires 1895 »)•

Kategorie der

Zahl über

Besetzte Stellen.

Arboitsvormittolungs-
stollen.

welche -
Nach-
richten
Yorliogon.

Männl.

Woibl.

Ge-
schleclit
nicht an-
gogobcn.

Summe.

A. Öffentliche.

1.-ocr page 442-

Genei-aul totaal der beroepsklassen volgens de
Beroepstelling 1893.

4

I

Ji

Beroepsklassen.

Mannen.

Vrouwen.

Totaal.

1. Aardewerk, diamant, glas, ^
kalk, steenen, enz.....

24.593 \')

2.309

26.902 \')

II. Book- on steendrukkerij,
hout-, koper-, staalgravures,
Photografie, enz.....

10.310

56

10.866

III. Bouwbedrijvon (incl. rei-
niging van gebouwen en aan-
leggen, onderhouden cn rei-
nigen van wegen cn straten,
ook gemeentelijko dienst. .

86.962

36

86.998

IV. Chemischo nijverhoid,
racststoffon, ontplofbare stof-
fen, verfstoffen, onz. . . .

!z!
-ocr page 443-

Bijlage Vlll.

Beroepsklassen.

Mannon.

Vrouwen.

Totaal.

Transportecren . .

241.232

24.568

265.800

XIII. Stoom- cn andoro werk-
tuigen, toostollon, instrumen-
ten, oorlogsmatoriccl enz. .

ïzj
-ocr page 444-

444

Fol X. Registei\' voor werlizoekenden.

Klasso I. Bouwbedrijven.

l

1.

Datum van inschrijving.

1

2.

Naam en voornaam.

....................

3.

-ocr page 445-

Register voor patroons.
Klasse I. Bouwbedrijven.

Bijlage XII.

M

Fol. q.

Datum van inschrijving.

1.
2.

Naam of firma.

-ocr page 446-

I.

E K II A. T A.

Pag. 12

regel 22

8t.

: zal ontstaan

lees: ia ontstaan.

f*

12

noot \')

»

Dr. C. H. Verrijn Stuart

»

Dr. C. A. Verrijn Stuart.

13

regel 15

gemis van

w

gemis aan.

U

„ 5

middeleeuwen

tt

vorige eeuwen.

ft

15

„ 28

»

maatschaplijk

tt

maatschappelijk.

21

„ 10

tf

Engeneers

Engineers.

»»

21

noot \')

»

Ehrster »

tt

Erster.

n

22

regel 25

«

laberours

tt

labourers.

f*

23, 212 , 9

n

vakverbond

tl

vakvorband

*t

27 en elder« r. 17

Whight

tt

Wright.

»

2G

„ 12

»

dat

tl

waarbij.

»

27

noot •)

»

SUtistische Alter

tl

statistische Aemter.

r*

30

„ 18

H

hnnner

tl

harer.

ft

32

„ 10

H

bestand blijken

tt

bestand zal blijken.

^

60

„ 15

tt

laatste

tt

laatsten.

ft

-ocr page 447-

STELLINGEN.

k:.

-ocr page 448-

Vxfl

\'t-

M

-ocr page 449-

STELLINGEN.

I.

Oprichting van Arbeidsbeurzen door do samenwerking van
gemeentebestuur en de belanghebbenden is een dringende eisch
(les tijds.

II.

liet geven van een voorschot bij do luvnmonstering van zee-
lieden in den vorm van
„advance-rwles-ocr page 450-

„Unfallversicherungsgesetz-ocr page 451-

X.

Ten onrechte heeft de Hooge Raad in zijn Arrest van 10 Fe-
bruari 1871 (W. 3236) de onbestaanbaarheid uitgesproken van het
reclit van voorrang der gemeenten bij het invorderen harer be-
lastingen.

XI.

I^e bepaling van art. 2 van de wet van 3 Octobor 1843 (Staats-
blad N« 47), luidende:

)jAan het zegelrecht hierboven vermeld zijn onderworpen
..........
................

Ï8 ceno ongrondwettige beperking van het recht van petitie.

XU.

bepaling van art. 1 van do wet van 7 September 1896

(Staatsblad N^ 154) luidendo:

»voor zoover zij over hot laatstvcrloopon dienstjaar in con of
»\'«eer Ilijka directe belastingen ïijn aangeslagen, het to dier
»zako vcrachuldigdo v66r of op den Maart voldaan hebben-ocr page 452-

XV.

1

Uit een politiek en sociaal oogpunt is het wenschelijk, dat op
de gymnasia de grondbeginselen der Staathuishoudkunde en der
Staatsinrichting worden onderwezen, zonder dat daardoor het
aantal lesuren wordt vermeerderd.

XVI.

Belasting is een verwerpelijk middel van drankbestrijding en
heeft ook in de praktijk bewezen niet te beantwoorden aan het
doel, waarmee het is ingesteld.

xvn.

Verhooging van het accijns of gedistilleerd is onvoorwaardelijk
af to keuren.

XVIII.

Tusschen koninklijke bevelen en ministcricclc aanschrijvingen
bestaat voor den Gouverneur-Generaal geen verschil.

XIX.

Het voorstel tot regeling van het beheer on do verantwoording
der koloniale middelen in Suriname, ingediend bij Koninklijke
boodschap van M November 1892, kraclitena hetwelk in hot vervolg
do begroeting in Nederland bij do wet zou worden vastgeslcld,
is af to keuren.

XX.

Uitlevering is zelf geen diuid van*8trnfvcrvolging, maar dient
beschouwd tc worden als een daad van rechtahulp van den

-ocr page 453-

eenen Staat aan den anderen bewezen, bij de uitoefening zijner
jurisdictie.

XXI.

Uitlevering van eigen onderdanen verdient afkeuring.

xxn. •

Codificatie van het oorlogsrecht is een dringende eisch des
tijds.

XXIIL

Een recht op gezag kan alleen aan God worden ontleend.

XXIV.

Do leer van Marx omtrent do maatschappelijke ontwikkeling
i« niet van evolutionistischen .mrd, doch een resultaat vnn

Hcgoliaansche dialectiek.

-ocr page 454-

--ocr page 455-

im

r-Xj^

tl

Sf-..

- / \'

■ : r -, ■ . ^ : -■

\'-ocr page 456-

M

■rji

■ \' . i

■ ^-ocr page 457-

r

■ • I-

V .

v,^- -[\'-y^ mm\'-

.tv

^ 7 . ^

• ■ \' /

\'Mn-

i\' \\

r \'
k\'

ï:

»

K

\' - y

\' V

I- ^

-ocr page 458-

f