. ir Jfoy. l
4
1-\'.
V-V
■ 1
la
tij
J.-ocr page 2-
■ ~ L j- \'.fe\' - I , A U M V I I ■ i \'\' v .1 1 ^ ; 4\' ■■ ■ f T- ; ■ ! i Y ■■ I-» S ■. \\ 1-\' . ■■ i N j\' K.. ■f ■ ^ItBEIDSBBiritZEN-ocr page 6-
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT v •• tek verkrijging van den graad van AAN DE j^IJKS-pNIVERSITEIT TE pTRECHT, na macntiaing van den rector-maonificus Koogleeraar in de faculteit der TUchtsioetemchai), VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER UNIVERSITEIT, tegen de bedenkingen van De Faculteit dep f^eehtsgeleepdheid TE VERDEDIGEN door Geboren te Abcoude. 1 \' ■., ......vv «• \\ )\' ........... pTRECHT --jJ. V. j^UFFEL. nu ..... ■ - \' ..... Si®»-ocr page 9-
Jtan mijne Ouders. vi^i.N ; fei- :ai»^.Saös^;::-: mm^^W V.I».^ . ..Ç -I«- -------- • m Bij het afscheid nemm van mijne Academische loopbaan breng ik Het is mij eene behoefte een xooord van oprechten dank te brcTigen Aan allen, die mij bij het samenstellen van dit Proefschrift m^et Het is hier de plaats mijne gevoelens van erkentelijkheid te betuigen Htm met wien. ik het lief en leed van een Studententijd heb door- HOOFDSTUK L Het verscliijnsel der werkelooslieid . 5-77. Het hcgrip arbeid 5. — Het begrip werkeloosheid 8. — Definitie Werkeloozen-Statistiek..........................19. Methoden van werkeloozen-statistiek. — Indirecte 19. — Directe. — Oorzaken der werkeloosheid......................32. Onderscheiding der oorzaken — Vrgwillige en niet vrijwillige 32. — Blz. Gevolgen der werkeloosheid.......... Materieele nadeelen 58. — Moreele gevaren 60. Middelen tot leniging en bestrijding........ Recht op Arbeid......... Door wie verdedigd? 65 — Verschil met recht op onderstand en 78—116. HOOFDSTUK II. Oeconomisclie en sociale functies eener Inleiding 78. — De verhouding tusschen werkman en patroon is XI HOOFDSTUK HL Aanwijzing van arbeid en Arbeids- Geschiedkundige ontwikkeling. — Plaatsing tijdens de „gebundene xn Blz. vinclalverbäude 174. — lu de Kiels- Hoerde 174. — Territoriale Verband Deutscher Arbeitsnachweise....... 175. Slotwoord 270. Historische ontwikkeling 177. — Recommandaresses 177. — Bureaux Bureaux de placement............. 180. Hunne ontwikkeling 181. — De verordening van 5 October 1852 Bourses du Travail..............^ 185. De „Bourse du Travail-ocr page 17-
XIII Egham. — Ipswich 226. — Wolverhampton. — Salford 2-27. — XIV Biz. Califoruie 272. — In New-York 272. — Arbeidsbeurzen in Mas- Victoria 273. — Queensland 275. — New-South-Wales HOOFDSTUK IV. Aanwijzing van arbeid en Arbeids- De meest primitieve vormen van plaatsing zijn nog steeds de meest Het huur- en slaapbaasstelsel.......... 284. Plaatsing bij dokwerkers en sjouwerlieden 288. — Aanwijzing van XV HOOFDSTUK V. Beschouwing over de verschillende Indeeling................. Omzien naar werk 309. — Openbare plaatsen van samenkomst 312. — 342—388 345. HOOFDSTUK VL Organisatie en Centralisatie . .. Eén enkel orgaan kan aan de uiteenloopende behoeften niet vol- Dc organisatie der arbeidsbeurzen in de steden . . . He gemeente hoeft, behalve ilat zo uit iiaar aard hiertoo het meest XVI maakt? 353. — Het voorstel van den Oranjebond van Orde 354.— Algemeene voorwaarden............ De arbeidsbeurs niet uitsluitend een bureau van registratie 359. — Inwendige organisatie............. Mainien- en vrouwenafdeeling 365. — Hulpbureaux \'66. — Kan- Organisatie der arbeidsbezorging te plattelande . . . De bemoeiingen van den Staat......... Het gebruik maken van de post 382. Centralisatie................ Het bulletin van den arbeid. —De arbeidsbeurs en de communicatie- Internationale organisatie........... Eindbeschouwing 387. 359. 365. 375. 381. 382. 387. Bis. BIJLAGEN. I.-ocr page 21-
HvTLEinDiisra-. Blcäsed is the man that bas found work. He lias a life pnrpose. Thomas Carlylk. In een tijd, waarin het sociale vraagstuk zich meer en meer duidelijk voor oogen stellende, dat het vraagstuk van den arbeid, 1 hetwelk ons in de volgende bladzijden bezig zal houden, niet Alhoewel wij bij de behandeling van ons onderwerp de be- Reeds geruimen tijd is men ervan overtuigd, dat de aanraking zich ging beijveren de aanraking tusschen de partijen van het Waar men vroeger nauwelijks acht op had geslagen, werd thans Eerst in den laatsten tijd is hierin verbetering gekomen. Behalve toch de oorzaken verwijderd, die aan de ontwikkeling van het Wegens het nauwe verband, waarin arbeidsbeurs en werkeloos- ! i HOOFDSTUK L Als eerste en voornaamste factor der productie \') is de arbeid heid zelve aan zijn stoffelijk bestaan heeft gesteld. Toen een- „il reste constant qu\'il est penible-ocr page 28-
8 oeconomisch en sociaal oogpunt een ware ramp. Lust en vlijt Alvorens ons met oorzaken en gevolgen in te laten, eischt Utrecht\'). „Werkeloos in den gewonen zin des woords-ocr page 30-
10 aan toe zijn als de loontrekkende werklieden. Uit het één en „ Werkeloos in den gexoonen zin des woords is hij, die, van zijnen 11 opgemerkt , dat ten aanzien van hare historie weinig met zekerheid ! tegenwoordig grooter is dan voorheen, ligt geheel in het duister. 13 hooge loonen en gunstige arbeidstijden er toch slechts ééne schrede 14 arbeid den kost verdienden, buiten hun schuld werkeloos werden. Het eenvoudige systeem van den arbeid, dat met zijne pa- 15 van eene benadering van het aantal werkeloozen geen sprake 16 werkeloosheid. Hier komt nog bij, dat bij den werkelooze steeds 17 Hoewel een behoorlijk en volledig cijfermateriaal dus ontbreekt, Het 18ile jaarverslag van het bureau voor arbeidsstatistiek in 18 De ervaring nu zoowel als de gehouden tellingen, brengen op 19 Bij de Duitsche telling waren 14 Juni 1895 ruim 53\'\'\'o°/o, den Bij gelegenheid van de werkeloozentelling in Amsterdam ge-, Bij de werkeloozentelling in Mannheim in het jaar 1895 Hoewel de werkeloozen-statistiek nog zeer iii den aanvang is, Zoowel op directcn als op indirccten weg heeft men het gewenschte 1) Slatibtisplu\'8 Jahresbericht der Stadt Mannheim. 2» 20 directe waarneming, uit de gegevens der verschillende inrich- Van belang was in deze het voorstel-Braun, O die van de 21 Waar wij in de eerste plaats het zoo belangrijke streven der 22 werkers en de typographen was het percentage der werkelooze 1887-ocr page 43-
23 verschijnsel bij deze laatste aanduiden, allicht eene geheel an- 24 als particulieren herhaaldelijk getracht op een gegeven oogenblik Volgens Braun moesten de werkeloozen één voor één worden 25 fache gelegentliche Zählungen beliebiger Personen abgemacht 26 bezit, besloot men de verzameling der gegevens te herhalen en Helaas bediende men zich hierbij van het vooral voor werk- 27 »sie thatsäclilich beschäftigt waren, ergriffen hatten; wiederholt 28 bureaux-ocr page 49-
29 noemde jaar vervangen door een „Labour department-ocr page 50-
30 deeliiigen der werkeloozen, die periodiek door huisbezoek worden Bezorgen de aangesloten leden hun bestuur in het vervullen Het komt bij hen geheel op den goeden wil aan. Doorgaans Het staat daarom te bezien of het statistisch-bureau zijn loffe- Wat daarentegen de vakvereenigingen betreft, de werkeloozen- De tjiiografcn verccuigingcn: afJ, v. d. Alg. Neder. Typografeu l?ond, afd. Patri- 31 worden gecontinueerd en belooft dezelfde gunstige resultaten te Uit de ervaring, in de verschillende landen met eene Averke- 32 „statistischen Aemter, wie sie die grösseren Städte besitzen, 33 dien toestand zijn geraakt; ten hen, die eene aangeboden Bij hen, die ter verkrijging van eene andere arbeidsgelegenheid Hoewel de beslissing over de schuldvraag, die wij bij onze Als zoodanig noemen we bijv. hen, bij wie in luiheid, dronken- Zondert men nu laatstgenoemden, alsmede hen, dio opzettelijk 34 de volgende karakteristieke woorden wordt aangeduid: „Der un- 35 voor hem en zijn gezin afhankelijk is van den prijs, dien hij voor 56 Hirschberg „im engeren Sinne, die mangelnde Erwerbsgelegen- 37 „Vorliebe nach den groszen Städten. Sie wissen dasz die Löhne 38 landbouw, de finantieele achteruitgang van den landbouwstand, Allen, die schrijver dezes over dit belangrijke punt heeft 1) Uitkomsten van het onderzoek naar den toestand van den landbouw in Neder- 39 hoogte. Ook op het meergenoemde Frankforter Congres werd 40 noemd worden, dat in den laatsten tijd in Nederland de trek Uit het bijgaande diagram zal duidelijk worden, dat de jaar- Om tot deze grafische voorstelling te geraken verdeelden wij De toeneming van do bevolking der 14 grooto steden on. ■1 f rft? .. , ( f ... i c: 41 plaats, die, waar ze op het eind van 1891 haar hoogtepunt be- Zeer plotseling vermindert in het begin van 1892 de trek naar Uit het een en ander blijkt, ons inziens, duidelijk, dat de Misschien wordt het gaan naar het platteland wel eenigszins Bij de behandeling der arbeidsbeurzen zullen we nog gelegen- Do voor Nederland besproken uitzondering kan helajis niet 42 in Duitschland nog steeds gebukt gaat onder het besproken Thans dienen we onze aandacht nog te wijden aan een ander 43 bedient, merkt op: „The inferior are thus thrown out of work, 44 als een voor de samenleving onnutte in de rijen der chronische 45 aan de bewering, als zou dit gebrek aan meer uitgebreide kennis Deze bewering nu moge misschien voor het eerstgenoemde De tegenwoordige detail-productie met hare ver doorgevoerde 46 „heute in seinem erlernten Berufe nicht mehr lohnende Beschäfti- Men ziet uit het een en ander, dat bij de groot-industrie de Voor het handwerk zou dan nog altijd het bezwaar blijven Vooral in ons land, waarvan de bevolking nog slechts ten deele 1,,-ocr page 69-
47 ductie uitmaken, dient men de veelzijdigheid bij den werkman 48 „zijn der Arbeidersklasse? Nieuwe industrieën zoeken jongere 49 onderdeel van. het verschijnsel, hetwelk op geregelde tijden door 50 al die beroepen, welke onmiddellijk afhankelijk zijn van de Hetzelfde lot, laat dit in het voorbijgaan zijn gezegd, deelen ook In tal van seizoenbedrijven is het tijdperk der werkeloosheid 1) In Braun\'s Archiv B. X, bl. .\'527 gcoft Schanz in cijfer» het verschil tusschen 51 dat de werklieden, welke weten dat ze aan een langer of korter 62 financieele moeilijkheden geraken, dat ze zich mogen verheugen, „Sie geraten nur zu oft in der angegebenen Zeit in eine recht 53 Deze groep, die men met den naam van „Campagm-bedrijven\'^ 54. der bestellingen tot een\' meer geregelden gang van werkzaam- „There may be work enough for all, but the trade is such, 55 nauwkeurig bekende behoefte produceerde, is tegenwoordig daar- Zoowel door het grootere tijdsverloop, hetwelk tusschen het De vastheid van levensverhoudingen, welke de achter ons 56 voor onze maatschappij zoo noodlottige crises, zijn als een 57 -ocr page 80-
m 58 gaande verhoogde en goedkoopere productie kapitaal gevormd,, Welke van deze invloeden op een bepaald tijdstip de overhand Het spreekt als vanzelf, dat het verschijnsel der werkeloosheid, Het kan niet anders of eene samenleving, die zich bij hare Nog meer klem wordt aan deze bewering bijgezet, wanneer 1) Zie ook Mr. N. G. Pierson: Leerboek der Staathuishoudkunde, II 1897, blz. 59, wij ons oog vestigen op de gevolgen, welke ze rechtstreeks voor Immers door en in den werkman wordt niet alleen de levens- 60 niet alleen opgewektheid en energie, maar ook veel van zijne Voor den arbeider zelf zijn dus de materieele gevolgen der 61 loosheid verbonden zijn. Behalve ziekte en zelfmoord zijn crimi- „Krankheiten-ocr page 84-
62 .,das Heer der Vagabunden, aus den Vagabunden aber das 63 komen, achten wij het van belang nog te wijzen op hetgeen Niet te verwonderen is het, dat, waar het verschijnsel der Do middelen nu ter voorkoming cn bestrijding kan men op Het best komt ons echter do volgende splitsing voor: I. Tijdelijke mdcrstcming, gedurende dc werkeloosheid. 11. Muldclcn om aan \'d xccrk tc hdpcn. 1) Juhn lJuriW! The Uuumj.luyod.-ocr page 86-
64 Tot de eerste groep behooren: 1.-ocr page 87-
65 dit recht op arbeid in Fourier, St. Simon en Ixtuis Blanc zijn „S\'ils traitent des droits de l\'homme, ils oublient de poser en 66 „reichen konnten.-ocr page 89-
67 existentie aan te duiden, zegt dezelfde schrijver: „Das Recht 68 natuurstaat uitgeoefend, doch hem door het kapitaal ontroofd. Ook Saint Simon besteedde zijne krachten aan de vervulling van Eigenaardig zag hij zich juist in een tijdperk geplaatst, waarin 69 op hoog bevel gesloten. „Les ateliers nationaux du département de de jongere schrijvers betreft in Menger i), Herkner 2), Mario en In Engeland heeft de beweging zoo goed als geen indruk ge- 71 „arbeid\'\' sinds zijn geboorte doorloopen heeft. Van het grootste 72 vond, heeft het een zoodanig fiasco gemaakt, dat er van eene 73 onderhoudkosten en het gebrek aan voldoende discipline spoedig 74 de verantwoordelijkheid voor het lot der arbeidende klassen op Verder dient niet uit het oog te worden verloren, dat de 75 ^mm vrije nijverheid zou absorbeeren, maar vooral ook, omdat er Vervolgens is het sociale gevaar niet geheel buitengesloten, dat 76 arbeid-ocr page 99-
77 Van een Staatsgezag toch, tot welks werkkring de algemeene Oeconomisclie en Sociale functies van eene Vanwege de ingrijpende veranderingen, welke vooral in de Het waren vooral twee gebeurtenissen, de ééne van politieken, Zooals men weet, was eeuwenlang do arbeid onderworpen aan 79 bepaalden arbeid verplicht was, zich toch in hare vrijheid be- Van eene geheel ombelemmerde beschikking over zijn arbeids- Geheel anders werd dit, toen de toestand van gebondenheid 80 vereenigde, werd verbroken en maakte plaats voor een geheel Dat de menschelijke arbeidskracht meer en meer het karakter 81 groote snelheid worden de plaatsen aangewezen, waar vraag naar Aan den arbeid nu dient ook een dergelijk intermediair te 82 maatschappelijk raderwerk beantwoordt op het gebied van den Het is nu juist aan de zoo hoog gewenschte snelheid en be- 83 schonken, wat de veranderde omstandigheden het gebiedendst eischen____een intermediair voor den arbeid. Het maatschappelijk raderwerk dient in zake den arbeid sneller in elkaar te grijpen, 84\' bij de uitoefening van handwerk of bedrijf opgeheven. Hier 85 echter reeds voor 1 November ontskgen en moesten met de 86 Het is nu juist tengevolge van dit voortdurend vrij worden en Verder dienen we nog op eene andere questie het oog te Het is nu weder dc arbeidsbeurs, die hier werkzaam tusschcn- een diagram een ovorzicht van het aantal leden, dat op oen bnpaald tijditip un 87 We komen thans tot de bespreking van de hoogst belangrijke 88 het bestaan van eene vlottende bevolking, die beurtelings door Het spreekt van zelf, dat in tijden van groote werkeloosheid Hoewel Dr. Singer \') in zijne bewering „Eine wesentliche Ab- I) Dr. Rudolf Sinurr: „Dm Rw.hl auf Arbeit in geschichtlicher Darstellung-ocr page 111-
»hilfe gegen die Arbeitslosigkeit liegt in einer wirksamen Arbeits- 90 In eén woord de beurs heeft een egaliseerenden en regulee- „l\'immence atelier social-ocr page 113-
91 We zagen hoe de arbeidsbeurs kapitaalbesparing bevordert, 92 die zoo bereidwillig waren mij op dit punt in te lichten, meen Was het inderdaad humaniteit, welko den werkgever ervan 93 betreuren wij het dus met prof. Greven, dat door de orga- In verband nu met den invloed, dien de arbeidsbeurzen uit- Vaak wordt beweerd, zelfs door mannen van naam en gezag, 94 kan verschaffen, toch zal ze er nimmer in slagen, het aantal Het is immers overbekend, hoe juist in tijden van groote wer- In de wintermaanden; wanneer duizenden arbeidskrachten Do nevensgaande tabel, die wij met behulp der jaarverslagen Mon ziet hieruit, dat de vier wintermaanden verreweg het Ingesclu\'evene TVerkzoeliendeii bij een aantal Arbeidsbeurzen g\'edn rende 1S96. ■ PLAATSEN. Jan. Febr. Maart. April. Mei. Juni. Juli. Aug. Sept. Oct. Nov. Deo. Berlijn....... 1062 804 1009 1370 1139 1604 1305 1435 1398 1511 1214 708 Karlsruhe...... 234 348 543 533 490 637 672 530 580 554 367 250 Constanz....... 73 87 165 194 188 235 188 137 179 208 194 171 Mannheim...... 465 595 926 877 869 1030 920 927 997 843 596 476 Weenen....... 372 359 430 505 492 450 496 514 589 665 384 211 257 244 341 375 314 394 381 338 395 358 244 127 Bern........ 87 121 134 104 112 1 110 84 108 90 73 83 57 Luik........ 119 100 246 262 309 193 220 176 218 163 154 124 Gent........ 190 203 349 346 269 252 259 190 1 223 225 189 134 Amsterdam...... 222 231 331 282 217 267 205 157 197 206 157 86 Samen. . . 3021 1 3092 1 4474 4648 4400 5172 4730 4512 4866 4806 3582 2419 96 grooter de kansen op werk worden, des te sneller stijgt ook het Er is echter, behalve het genoemde nog meer, wat hare samen- 97 gelijk blijken te zijn. Het is nl. een bekend verschijnsel, zooals Het schijnbare bezwaar, als zou door het feit, dat de werke- Samenvattend, hetgeen boven is opgemerkt, komen we tot 08 en de duur der werkeloosheid in \'t algemeen. Eene beurs n.1., Evenals de makelaar op de geldmarkt weet, dat er tegen een De voor- en nadoelen van de organisatie der arbeidsbezorging Om ons van dezen invloed eene duidelijke voorstolling to maken, 99 tigen arbeid zullen we hier niet spreken, evenmin over die van Wat bepaalt nu het verschil in bedrag van het arbeidsloon We dienen als zoodanig in de eerste plaats te noemen: verschil 1) Als bewijs hoe zeer de loonen in een Loonen der Timmerlieden (per uur). zelfde bedrijf van plaats tot plaats kunnen Loonen der Typografen (per week). Amsterdam 23 cent. Arnhem 8,50 gulden. Assendelft 10 „ IJergen op Zoom 8,40 Utrecht 15 » ICdam 5,50 Assen 11 Gouda 8,50 Ueverwijk 17 „ Gorinehem 8,50 Deventer 15 Haarlem 9.— Delft 10 .. den Dusch 7,— 1» Groningen 15—10 „ Hilversum 9,30 H Middelburg 15 „ Hooni 0,— » Sneek M » liocuwarden 9,— llotterdam 20 „ lieiden 9,— Leeuwarden 14—15 „ Maastricht 7,20 -ocr page 122-
100 alsook de moeilijke verplaatsbaarheid van kapitaal en arbeid. Wat 101 stand in deze, bij vroeger vergeleken, aanmerkelijk is verbeterd. Eene andere belangrijke oorzaak, welke op den ongelijken Weliswaar hebben do snelle communicatiemiddelen, alsook de Het is nl. niet aan to nemen, dat waar men met de hoogte 1) Dn ervaring door do DiiiUche arbcidubcurren in deze opgedaan, als ook de 102 „En éclairant l\'état du marché la Bourse du travail ne peut Het is nu echter de vraag of niet, waar de stand der loonen, In verband met den invloed van do beurs op do loonen, 103 neemt. Voor de stakers is het nl. van het grootste belang, dat 104 lot eener werkstaking in handen; immers zoodra in eenig be- 105 plaatse bestaande arbeidsbeurs de weegschaal wel degelijk ten 106 woonte van het verwisselen van het land met de stad, in hand Een dergelijk vermoeden komt ons echter ten eenenmale Behalve op materieel, zal ook op moreel gebied do arbeids- 107 bliciteit, de fairheid van handelen in hooge mate worden be- 108 Uit een gansch ander oogpunt is de arbeidsbeurs in \'t bij- Waar eene spoedige plaatsing van zijne arbeidskracht voor Reeds gedurende geruimen tijd nu worden er personen aange- In de volgende hoofdstukken zullen we over de wanverhou- gevaren overbodig maakt. „Insbesondere bilden sie (die Arbeits- « ,,nachweise) eine wirksame positive Bekämpfung der vielfach 109 ben zal, daarbij speciaal op het oeconomisch nut het oog rich- Het zijn uit den aard der zaak de groote steden, die aan Dit neemt echter niet weg, dat wanneer we den arbeid in 110 rers-ocr page 133-
Ill Thans resten ons nog ter behandeling enkele zeer voorname In de eerste plaats dan de vraag: bestaat er geen gevaar dat 112 In den aanvang van ons betoog merkten we reeds op, dat men 113 sehen, in eng besloten kringen samengebonden, van meer intiemen 114 Of de schaduwzijden onzer oeconomische toestanden, al dan niet Ook nu is het mogelijk dat plichtsbetrachting, liefde en ge- Waar we ons op de voorgaande bladzijden bezighielden met Men zal zich herinneren, dat we in den aanvang van ons hoofd- Waar dus, de arbeidsbeurs tengevolge van de tegenwoordige 115 gevaar, in zooverre ze, hoewel ondanks zich zeit, eene onbezonnen Ook op tal van andere sociale verhoudingen heeft de to 116 Hoewel ze der voortbrenging en den ondernemers niet anders Men wachte zich toch van de invoering van arbeidsbeurzen Men zal reeds in allen deele tevreden mogen zijn wanneer I) In zijn: „Les Bourses du travail-ocr page 139-
Aanwijzing van Arbeid en Arbeidsbeurzen DUITSCHLAND. Er zullen wel weinig landen worden gevonden, welke zich in 118 vermittelung-ocr page 141-
119 Aanstonds kwam de lastige kwestie der legitimatie en het leveren 120 gezel verplicht zich aanstonds tot den z. g. n.: „Gewerkäl- 121 over rechten en plichten van meesters en dienstboden en eveneens Zooals reeds in hoofdstuk II werd opgemerkt, bracht de op- 122 dwang zouden onthouden en tevens hunne vereenigingen voor 123 weleer zoo algemeen verspreide ^^Gesindcmarhte-ocr page 146-
124 verband met het „Preussische allgemeine Landrecht-ocr page 147-
125 Behalve van de genoemde beroepen heeft de „Stellenvermit- 126 und Gewerbe-ocr page 149-
127 Wat den omvang der werkzaamheden betreft, zoo werden in
/..
Op Dinsdag 15 November 1898, des namiddags te 4 uur,
aan de Utrechtsche Universiteit een laatsten groet.
ann U, Hooggeleerde d\'Aulnis de Boubouill , Hooggeachte Promotor,
die mij steeds met de meeste bereidvaardigheid ter wille waart.
raad en daad ter zijde stonden, en onder wien ik inzonderheid aan
Dr. Ph. Falkenburg denk, mijn warmen dank.
aan de Hoogleeraren der Juridische fa/^dteit, wier onderwijs ik gedu-
rende een vijftal jaren genoot, alsook aan dc Eerevoorzitters van het
gezelschap Antonius Matthaeus, onder wier leiding ik mij mocht
oefenen in het praktische deel der rechtsgelea-dheid.
gemaakt, roep ik een hartelijk vaancel toe.
10. — Aangaande hare historie is weinig met zekerheid Ie zeg-
gen 11. — Is de werkeloosheid grooter dan voorheen? 12 — De
werkeloosheid draagt thans een ander karakter 13 — Moeilyk-
heden bij het bepalen van den omvang der werkeloosheid 14. —
Hoewel een volledig cijfermateriaal ontbreekt, kan toch het een
en ander omtrent het verschijnsel in cijfers worden medegedeeld 17.
Statistieken door de werklieden zelf 20. — Tellingen vanwege Ge-
meente en Staat 25. — Labour-Bureaux in Amerika en Australië
27. — Statistische Aemter in Duitschland 28. — Labour-Depart-
ment in Engeland 28. — De gemeente Amsterdam en de werke-
loozenstatistiek 29. — Conclusie 31.
Al of niet door eigen schuld 33. — Het eigenlijke begrip der ge-
dwongene of onvrijwillige werkeloosheid 33, — Zieken, invalieden,
ouden van dagen en zij die door een ongeluk zijn getroffen 3^1. —
Sociale, polilieke, natuurlijlce en technische oorzaken der werke-
loosheid 36. — Sociale oorzaken. — De trek naar de groote
steden 3G. — Onvoldoende vakkennis 42. — Omzichtigheid bij do
beroepskeus 44. — Politieke oorzaken 47. — Natuurlijke oorza-
ken. — Oneigenlijke, periodieke of seizoen werkeloosheid 49. —
Seizoenbedrijven 49. — Kan in den slappen tijd worden ge-
spaard? 50 — Campagne-bedrijven 53. — Oetonomische oorza-
ken, — Crises, depressies enz, 54. — Technische oorzaken 57.
1-4.
existentie 66. — Historie. — Frankrijk 68. — Duitschland 69. —
Zwitserland 70. — Critiek 71. — Onhistorisch 71. — Onuitvoer-
baar 72. — Onstaatkundig 73. — Uit oeconomisch oogpunt af te
keuren 74. — Uit ethisch en rechtsphilosophisch oogpunt te ver-
oordeelen 75.
Arbeidsbeurs.....
veranderd 79. — Onbekendheid met de voorhanden arbeidsgelegen-
heden 80. — De arbeid heeft behoefte aan een intermediair 81. —
Het maatschappelijk raderwerk grijpt ten aanzien van den arbeid
niet snel genoeg in elkaar 82. — „Slellenwechsel-ocr page 15-
beurzen in bet Buitenland .
Gewerbeordnung-ocr page 16-
Arbeitsnachweis te Bielefeld 175.
d\'adresses 179. — Het decreet van 2 en 17 Maart en 17 Juni
1791. 180, — Les compagnonnages 180.
en hare gevolgen 183. — Pogingen tot oprichting van
Chelsea — St. Paneras enz. 228. — The National Labour Exchange
van „The Salvation Army-ocr page 18-
sachusetts 273.
275. — Zuid-Australië 276.
beurzen in Nederland . . . 279—307.
gebruikelijke 279. — Persoonlijk omzien naar werk, aanbeveling
279. — Plaatsing door gevolmachtigden 280. — De periodieke
pers 281 — Besteedslers- en placeurskantoren 282.
arbeid door werklieden en vakvereenigingen 288. — Roomsch-
Katholieke Volksbond 288. — Patrimonium 289. — Nationaal
bureau van plaatsing van het „Nederl. Jongelingsverbond-ocr page 19-
soorten van aanwijzing van
arbeid en Arbeidsbeurzen. . .
De periodieke pers 312. — Placeurs en besteedsters 316. — Ar-
beidsbezorging door de post 320. — Plaatsing door de belang-
hebbenden zelf. — Arbeidsbeurzen van werklieden- en patroons-
vereenigingen 323. — Arbeidsbeurzen van vereenigingen van
armenzorg en liefdadigheid 328. — Arbeidsbeurzen van vereenigingen
met gemeennuttig doel 331. — Wordt van de vereenigingsbeurzen
alleen gebruik gemaakt door „unskilled labourers V\' 333. — Gemengd
communale inrichtingen 335. — De eigenlijken communale arbeids-
beurzen 336.
345.
iloen 342. — Voor bepaalde onderdeden van don arbeid is een
afzonderlijke organisatie noodig 343. — Overigens worde de ar-
beidsbezorging zooveel mogelijk in éóne hand vercenigd 343. —
Welk systeem is met het oog op éénheid van organisatie als het
meest doeltreffend aan te bevelen? 344.
Samenwerking van gemeente, arbeiders en patroons .
geschikte orgaan is, belang bij 0[irichting en beheer van arbeids-
l)curzen 3-ocr page 20-
Het stelsel-Falkenburg 356.
De volgorde van inschrijving 361. — De keuze van een directeur
303. — Gevaren waaraan de beurs bloot staat 364.
toor- wachtkamer en cantine 367. — De kosten-vraag 368. —
De boekhouding 371. — Hoe hebben de inschrijving en de
verdere handelingen in het belang van de aanwijzing van arbeid
plaats 1 372.
Een afzonderlijke regeling wenschelijk 375. — Geen filialen 376. —
De organisatie te plattelande trede in verbinding met die in de
steden 377. — Het publiceeren van gegevens 379.
middelen. — Telefoon, telegraaf 384. — De kosten van vervoer 386.
op den voorgrond dringt, komt de behandeling van elk onder-
werp, dat met de belangen van den arbeid is samengevlochten,
ons alleszins gewenscht voor. Waar ook wij ons thans gaan wagen
aan een dergelijk onderwerp, dat aanstonds de questie in den hart-
ader treft, vleien we ons geenszins met de ijdele verwachting het
grooto oeconomische vraagstuk onzer eeuw zijne oplossing veel
nader te brengen. Ons doel is slechts enkele speciale verbete-
ringen in het sociale raderwerk, bepaaldelijk den arbeid betreffend,
aan onderzoek en critiek te onderwerpen, ons daarbij echter
alleen van materieelen, doch ook van zedelijken aard is.
langen van den ondernemer evenmin als die der samenleving uit
het oog hopen te verliezen, zoo is toch datgene, wat we ons ter
bespreking voorstellen iets, wat met het belang van den
arbeidersstand het nauwst is verbonden. Geenszins berouwt
ons echter een dergelijk gevolg van de keuze van onderwerp,
overtuigd als wij zijn, dat zoodra de toestand van den arbeider
verbetert, ook de gansche samenleving hiervan direct de schoone
vruchten plukken zal.
tusschen patroon en werkman, of als men liever wil van vraag
en aanbod van werkkrachten, tot het afsluiten van een arbeids-
contract op onvoldoende en gebrekkige wijze plaats heeft. Het
was vooral de werkman die van deze omstandigheid het meest
te lijden had. Immers indien de ondernemer niet aanstonds door
het afsluiten van nieuwe contracten aan do eischen zijner pro-
ductie kan voldoen, zoo wordt hem door zijn kapitaal ten minste
de existentie nog verzekerd. Geheel anders is het met den
werkman gesteld. Zoodra hem de gelegenheid ontbreekt zijne
arbeidskracht, het eenige wat hij bezit, to verkoopen, zoo is
daarmede tevens de kans op eene zelfstandige voorziening in hot
onderhoud voor hem en de zijnen verdwenen. Vandaar dat men
arbeidscontract te vergemakkelijken en hiermede deed het vraag-
stuk van de arbeidsbezorging zijn intocht.
een voorwerp van algemeene belangstelling. De oorspronkelijke
wijzen waarop patroon en werkman elkander trachtten te ont-
moeten, begon men te vervangen door eene vaste organisatie,
die systematisch zich met de aanwijzing van arbeid belastte.
Wien deze taak moest worden opgedragen, was aan niemand
recht duidelijk. Vandaar dat men tal van personen en ver-
eenigingen, de gemeenschap niet uitgesloten, elkaar het recht
van regeling ziet betwisten. Vandaar ook dat er tot op den
huidigen dag vermoedelijk op geen terrein zulk een gemis
aan éénheid van handelen bestaat, als op dat van de ar-
beidsbeurs.
dat de organisatie der Beurs meer in vaste handen geraakt, nemen
-ocr page 24-
kwaad zoozeer bevorderlijk zijn.
heid tot elkander staan, komt het ons wenschelijk voor, alvorens
ons met de functies, de ontwikkeling en organisatie der eerste
bezig te houden, eenigszins uitvoerig stil te staan bij het ver-
schijnsel, hetwelk wij willen bestrijden.
Het Verschijnsel der Werkeloosheid.
tevens de grondslag der samenleving. Onmisbaar voor den
mensch, stelt hij de natuur tot diens beschikking, uit haar
schoot opdelvende al wat in de stoffelijke behoeften van het
menschdom kan voorzien. Nadat het Paradijsbevel had geluid:
„In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten-ocr page 26-
maal de arbeid als eene ijzeren noodzakelijkheid de mensche-
lijke krachten in dienst had genomen, was daarmede ook aan
worsteling en strijd een ruim gebied geopend. Als een zwaar
juk werd de arbeid der maatschappij op de schouders gelegd.
Ware dit niet het geval geweest, zoo zou de sociale questie niet
een sombere bladzijde in de geschiedenis onzer oeconomische
samenleving hebben gevuld. Het een en ander neemt echter
niet weg, dat wij toch ook den arbeid en nog veel meer de moge-
lijkheid tot arbeiden als een zegen hebben te beschouwen, niet
alleen omdat hij voor verreweg de meesten eene absolute levens-
voorwaarde is, maar veel meer omdat men zonder het verrichten
van arbeid een\' zekeren lichamelijken- en geestelijken ondergang
te gemoet gaat. Het „luiheid is des duivels oorkussen-ocr page 27-
tot den arbeid worden immers in hooge mate geïnfluenceerd
door de zekerheid, die men bezit omtrent den duur van het
aangevangen werk. Aan duurzaamheid van levensverhoudingen
nu ontbreekt het tegenwoordig helaas maar al te veel. De oeco-
nomische toestand onzer maatschappij is, zooals we aanstonds
nader hopen aan te toonen, van dien aard, dat de stabiliteit,
vooral op het terrein van den arbeid, steeds meer te wenschen
overlaat. Waar aldus de werkeloosheid zich meer en meer als een
aan onze productie inhaerent verschijnsel vertoont, komt ons
eene eenigszins uitvoerige bespreking van dit vraagstuk alleszins
gewettigd en wenschelijk voor.
deze vraag beantwoording: Wat hebben we onder het begrip
„werkeloosheid-ocr page 29-
ander blijkt voldoende, dat men bij de omlijning van het vraag-
stuk herhaaldelijk vastloopt, verstrikt in tal van moeielijkheden.
Ons inziens komt men, de voornaamste bezwaren zooveel mogelijk
vermijdend, nog het dichtst bij de waarheid, wanneer men aldus
definieert:
arbeid moetende leven, geen werk heeft, dat hem in staat stelt zijn
arbeidskracht in stand te houden.-ocr page 31-
te zeggen valt. Dat ten allen tijde de werkeloosheid als een „risque
professionelle-ocr page 32-
Waar men er, zooals we in het vervolg zullen zien, zelfs in onze
dagen nog niet in geslaagd is een juist beeld te geven van den
omvang der werkeloosheid in \'t algemeen, daar was hiervan in
vroegere tijden nog veel minder sprake. Desniettemin worden
er schrijvers gevonden, die, alhoewel zich voorzichtigheidshalve
van positieve beweringen onthoudend, toch de waarschijnlijkheid
uitspreken, als zou de werkeloosheid in onze dagen minder zijn
dan vroeger. Zoo o. a. Dr. Verrijn Stuartr^) „En, al is een feite-
„lijk bewijs moeielijk te leveren, het komt mij toch nog minst
„genomen, twijfelachtig voor, of in doorsnede thans meer werke-
„loosheid heerscht dan vroeger. Wat met name den allerjongsten
„tijd aangaat, schijnt de onmiskenbare verbetering der loonen
„en werktijden onzer werklieden, welke geleidelijk bezig is plaats
„te grijpen, moeilijk te rijmen met de klachten over toenemende
„werkeloosheid.-ocr page 33-
ligt tusschen den gezeten werkmansstand en het proletariaat.
Evenmin als voor het vermoeden van Dr. Verrijn Stuart achten
wij voldoend bewijsmateriaal aanwezig voor de stellige verkla-
ring van den Hoogleeraar Georg Adler, waar hij beweert, dat de
werkeloosheid in onze dagen beslist grooter is dan vroeger. In
zijn artikel over: „Arbeitslosigkeit-ocr page 34-
Deze meerdere vastheid van levensverhoudingen nu heeft in onze
dagen plaats gemaakt voor speculatiegeest en onzekerheid.
triarchale verhouding tusschen meester en knecht de middel-
eeuwen beheerschte, werd vervangen door het gecompliceerde en
onbestemde van onze tegenwoordige grootindustrie. En hiermede
veranderde ook de werkeloosheid van karakter. Waar ze vroeger
slechts aantastte zekere categorieën van personen, die, hetzij als
paupers, hetzij als misdadigers de maatschappij tot last kwamen,
daar vertoont in onze dagen het verschijnsel der werkeloosheid
zich in alle kringen van den arbeid. „Es entwickelt sich-ocr page 35-
kon zijn. Ook in onze dagen, waarin de statistiek een zoo
hooge vlucht heeft genomen, ons op sociaal en ander gebied
het onmisbaar cijfermateriaal bezorgende, is ze toch vooralsnog
in gebreke gebleven het verschijnsel in zijne juiste verhoudingen
voor te stellen. Over dit gemis zich beklagende zegt Dr. Möller: i)
„Der Mangel einer zuverlässigen Arbeitsstatistik wird von allen
„Socialpolitikern als ein schwerer Schaden empfunden.-ocr page 36-
een soort van achterdocht en valsche schaamte tegenover hem,
die zich met zijnen toestand inlaat, moet overwonnen worden.
„Angst, falsche Scham, Furcht vor Kreditminderung hält die
„Leute zurück, sich unter die Liste der Arbeitslosen aufnehmen
„zu lassen.-ocr page 37-
toch zijn wij in staat uit de gegevens, Avelke met groote moeite
hier en daar zijn verzameld (aanstonds komen Ave hierop terug)
het een en ander ten aanzien der werkeloosheid af te leiden.
In de eerste plaats dan wat den duur betreft.
Massachusetts \') deelt ons mede dat van 1 Mei 1884 tot 1 ]\\Iei
1885 de duur der werkeloosheid was als volgt: van de 241589
arbeiders waren 8®/^ gedurende één maand, 20^ gedurende 2
mnd., 17°/„ gedurende 3 mnd., 20% gedurende 4 mnd., 7°/,,
gedurende 5 mnd., 18 gedurende 6 mnd., en 10% nog
langer buiten werk, terwijl slechts 822 (of ongeveer 0,33-ocr page 38-
sprekende wijze aan het.licht, dat zij, die niet of onvoldoende
een beroep verstaan, het grootste contingent onder de werke-
loozen vormen. Ja zelfs worden er onder hen velen aange-
troffen , welke als een chronisch surplus, het losse werk, hetgeen
ze nu en dan verrichten, door langdurige perioden van werke-
loosheid onderbroken zien. „lm allgemeinen-ocr page 39-
2(ien December 49 der werkeloozen beneden 30 jaar.
durende den winter 1894/1895 bleken 40 dergenen, welke zich
bij de Commissie voor het opmaken der statistiek hadden aange-
meld, het 40sie levensjaar nog niet te hebben bereikt.
kwam aan den dag, dat 83 der werkeloozen nog geen 40 jaar
waren. Dat ten slotte de werkeloosheid des winters aanmerkelijk
grooter is dan des zomers, behoeft geen nader betoog, wanneer
men het oog vestigt op het bekende verschijnsel van het seizoen,
waarop wij later hopen terug te komen.
zoo heeft het, gelijk wij straks reeds kortelijk opmerkten, aan
pogingen daartoe niet ontbroken. De personen en lichamen,
die zicli met deze taak onledig hielden, alsmede de methoden ,
welke men gewoonlijk pleegt aan te wenden, hopen we thans
in korte trekken te bespreken, tevens onze op- en aanmerkingen
aan het gesprokene vastknoopende.
doel trachtten te bereiken. Indirect, door gebruik te maken van
de gegevens, die voor andere doeleinden, dus niet met het oog
op een werkeloozen-statistiek, waren verzameld. Zoo bediende
men zich, behalve van het materiiuil, hetgeen door de hier en
daar bestaande verzekering tegen werkeloosheid was verzameld,
zeer vaak van de registers der arbeidsbeurzen. In een volgend
hoofdstuk hopen we nader aan te toonen, dat eene werkeloozen-
statistiek door middel dezer arbeidsbeurzen eeno chimöre is. Zoo
heeft men ook pogingen aangewend, om bij gebreke tuin eene
tingen tot ondersteuning der werkeloozen, ten aanzien van
het besproken verschijnsel de gewenschte statistiek samen te
stellen.
„Invaliditäts und Altersversicherung-ocr page 41-
vakvereenigingen aan eene nadere beschouwing onderwerpen, daar
richten wij, wat de loopende statistieken betreft, inzonderheid
het oog op de Engelsche Trade-Unions. Sinds geruimen tijd
zijn deze vakvereenigingen met hare krachtige organisatie bezig
met het bijhouden eener geregelde werkeloozen-statistiek, hiertoe
door discipline en controle in staat gesteld. Vooral met het
oog op de uitkeering van het z.g.n. „out of work and traveling
benefit,-ocr page 42-
leden gedurende de jaren 1887 — 1894 als volgt
dere richting nemen dan bij de vakvereeningen. Bij eene ver-
gelijking van de opgaven der Trade-Unions en de resultaten
der werkeloozen-telling, welke in 1887 in eenige daartoe spe-
ciaal aangewezen wijken van Londen plaats had, kwam de waar-
heid dezer bewering duidelijk aan het licht. Na te hebben aan-
getoond, dat het percentage der werkeloozen bij de niet-leden
van vakvereenigingen veel grooter bleek te zijn dan bij hen,
die in het vakverbond waren opgenomen, laat zich Baernrei-
ther ten aanzien van het verschil in oorzaken, welke de wer-
keloosheid bij beide groepen in \'t leven roepen op de vol-
gende wijze uit: „Wir dürfen also vor allem nicht vergessen,
„dasz während wir es bei den Trade-Unions gewiss fast ausschlieslich
„mit unverschuldeter Arbeitslosigkeit zu thun hatten, hier alle
»Ursachen einer schwachen Willenschaft, schlechten Umgangs
„verdorbene Sitten, Trunksucht und Verkommenheit mitwirken
»und die angegebene Prozentsätze in einer Höhe beeinflussen,
„welche zu beurteilen uns die gemachten Erhebungen allerdings
„in keiner Weise gestatten.-ocr page 44-
en op een bepaalde plaats eene massale telling van zooveel mo-
gelijk alle werkeloozen te ondernemen. Het bekendste voorbeeld
op dit gebied is zeker wel de telling, welke volgens het ontwerp
van Dr. Braun \') in den winter van 1892/93 in 33 Duitsche steden
door de vakvereenigingen werd gehouden
bezocht en door daartoe geschikte tellers, die vrijwillig deze taak
op zich namen, worden ondervraagd. Gedeeltelijk omdat men
van den weg door den ontwerper aangewezen afweek, gedeeltelijk
ook wegens onervarenheid en andere misstappen is deze zoo
uitgebreide poging mislukt. „Leider müssen wir über diesen
„ersten gröszeren Versuch einer Arbeitslosenstatistik das Ge-
„samturteil fällen, dasz er völlig miszglückt ist-ocr page 45-
werden.-ocr page 46-
te doen samenvallen met de beroepstelling van 14 Juni en de
volkstelling van 2 Dec. 1895.
loozen-statistieken zoo verwerpelijk stelsel der „Fragebogen-ocr page 47-
„hatten sich endlich solche Personen den Arbeitslosen zugerechnet
«die zur Zeit der Zählung überhaupt nicht arbeiten wollten oder
„es nicht nötig hatten, wie Arbeitscheue oder lediglich Beur-
„laubte oder auf Ferien befindliche, deren Arbeitsverhältnis aber
„fort bestand.-ocr page 48-
gecontroleerd. Het statistisch bureau stelt uit deze opgaven een
tabel samen, die in de maandberichten wordt gepubliceerd.
van zijn taak geen noemenswaardige moeite, anders is het met
de niet-leden gesteld. Over deze laatsten, die men van speciaal
daartoe ingerichte formulieren ter invulling heeft voorzien, is de
controle uiterst lastig.
is deze in den beginne wel aanwezig, doch om zeer spoedig voor
onachtzaamheid en onverschilligheid plaats te maken, zoodat een
voortdurend toezicht, dat met veel tijdverlies en kosten gepaard
gaat, onvermijdelijk is.
lijke taak ten aanzien der niet aangeslotenen op den duur wel zal
kunnen voortzetten \').
statistiek hunner leden zal zonder bezwaar in de toekomst kunnen
monium, „draagt elkanders lasten-ocr page 51-
zullen brengen, als thans de Trade Unions in Engeland.
loozenstatistiek opgedaan, blijkt voldoende dat men uitsluitend
met behulp der vakvereenigingen tot een gewenscht resultaat
kan komen. Pogingen om zich een beeld te vormen van het
verschijnsel der werkeloosheid bij de niet-aangeslotenen, zullen
op den duur ijdel blijken te zijn. Het voorbeeld van Amsterdam
heeft dit reeds voldoende bewezen. Het zal evenwel reeds veel
zijn gewonnen, wanneer men er werkelijk in slaagt zich van de
geregelde opgaven van vakvereenigingen te verzekeren. De reeds
bestaande en de nog op te richten statistische bureaux zouden
dan de aangewezen organen zijn om, hetzij den stoot hiertoe te
geven of zich met het toezicht en de publicatie te belasten. De
behoefte aan dergelijke bureaux, die dan als centraalpunt voor de
statistiek der vakvereenigingen hebben op te treden, wordt mede
gevoeld door Dr. Hirschberg, Directoriaal-assistent aan het
Statistisch-bureau te Berlijn, waar hij in zijn op het Frankforter-
Congres gehouden referaat i) zegt: „Die Stadtverwaltungen wür-
»den anfangen müssen, Sozialstatistik zu treiben, eventuell ent-,
„sprechende Aemter einzurichten, ähnlicii wie ja auch diis Reich
»mit der Gründung einer Kommission für Arbeiterstatistik vor-
»gegfingen ist.-ocr page 52-
„müssten mit der Veranstaltung solcher Erhebungen, die sich
„zunächst nur auf die Gebiete der betreffenden Städte zu er-
„strecken hätten, vorangehen.-ocr page 53-
arbeidsgelegenheid van de hand hebben gewezen en ten B\'ie hen die
om elders onder gunstiger voorwaarden arbeid te vinden of om
andere redenen het werk nederleggen. Deze indeeling verder
buiten bespreking latende, zij toch opgemerkt, dat de laatsten
beter te brengen zijn onder een der groepen, waarin zich de
gedwongene werkeloosheid gevoegelijk laat splitsen, nl. zij, die
in dien toestand zijn geraakt al dan niet door eigen scJmld.
hun vroegeren werkkring voorbarig hebben verlaten, en daar-
door werkeloos zijn geworden, was immers het opzet geenszins
op de werkeloosheid gericht, maar kan hoogstens van onvoor-
zichtigheid of schuld worden gesproken.
onderscheiding ter sprake brachten, eene hoogst epineuze, ja,
in de meeste gevallen zelfs eeno onoplosbare questie zal blijken te
zijn, zoo kan men toch in tlieorio reeds aanstonds enkele groepen
afzonderen als schuldig aan den ongelukkigen toestand, waarin
zij zich bevinden.
schap, to vroeg huwelijk enz. de eigenlijke oorza.ak van hunne
werkeloosheid is gelegen.
den arbeid staakten of weigeren eeno aangebodene arbeidsge-
legenlieid te aanvaarden af, zoo komt men tot het eigenlijk be-
grip der gedwongen of onvrijwillige werkeloosheid. Tot deze
categorie dienen we, wegens het verschil in aard cn omstan-
digheden weer nauwkeurig to onderscheiden tusschen diegenen,
welke door physiek of psychisch onvermogen tot niets-doen zijn
gedoemd, en hen, die ondanks de spierkracht hunner armen
cn den goeden wil, dio hen bezielt, eene passende arbeidsgelegen-
heid moeten derven. Deze laatsten vormen do werkeloozen in
engeren zin, zij, wier toestand door een Duitsch schrijver met
freiwillige Müssiggang williger Hände.-ocr page 55-
zijn arbeidskracht weet te bedingen, ondanks al zijne moeite
er niet in slaagt een arbeidscontract te sluiten. Terecht zegt
daarom John Burns het bekende werkman-parlementslid in
Engeland: „I contend that until the differentiation of the labourer
„from the loafer takes place, the unemployed question can never
„be properly discussed and dealt with-ocr page 56-
„heit ist, vvirthschaftlich betrachtet, darum ein weit schlimmerer
„Zustand, weil die Folgen der Not an ihn geknüpft sind, obwohl
„der Organismus gesund ist.-ocr page 57-
„in der Stadt höher sind, das Leben freier und angenehmer als
„auf dem Lande-ocr page 58-
alsmede het gemis aan crediet zijn altemaal oorzaken, waardoor
de oorspronkelijke bevolking op het land geen voldoende bron
van arbeid- en levensonderhoud vindt \'). Vandaar dat tal
van plattelandsbewoners, al is het dan niet voor goed, ten
minste gedurende een deel van het jaar elders werk gaan zoeken.
We herinneren slechts aan de grondwerkers en metselaars van
Noord-Brabant, die gedurende de zomermaanden het gansche
land doortrekken, om des winters in hun woonplaats met klompen-
makerij enz. hun brood te verdienen. Waar deze laatsten, als-
mede de zoons van plattelandsbazen, die terwille van hunne
opleiding de stad komen bezoeken, onder de beste arbeids-
krachten mogen gerekend worden, zooals onderscheiden aanne-
mers ons verzekerden, daar behoort toch verreweg het grootste
deel dergenen, die het land met de stad komen verwisselen,
tot mindere klassen der werklieden.
ondervraagd, waren éénparig van meening, dat de toevloed van
arbeidskrachten van het platteland een ware ramp voor de steden
moest worden geheeten. Al waren verscheidene emigranten aan-
vankelijk vrij van de kwade gewoonten der stadsarbeiders, spoedig
werden ze in dubbele mate er mede behept. Juist de voor-
malige landbewoners vormen het meest oproerige, en het meest
onhandelbare deel van de werkeloozen in onze groote steden,
terwijl ze bovendien tegen de gevolgen van de werkeloosheid
het minst bestand zijn. Niet alleen hierin, ook wat hunne
vaardigheid bij het bedrijf betreft, staan do plattelandscho bij
do stedelijke werklieden achter. Ze werken langzamer en zijn
geenszins met do zoover doorgevoerde detailproductio op de
land. 1800, Deel IV, blz. 83—105,
hierop gewezen: „Der Groszstädter als Teilarbeiter arbeitet in
„seiner Art nicht nur eleganter, sondern auch, was das wich-
„tigste ist, wesentlich schneller. Der zugereiste Landgelernte wird
„daher immer nur für geringeren Lohn arbeiten müssen.-ocr page 60-
naar de groote steden begint te verminderen.
lij ksche excedenten van ge vestigden op vertrokkenen in onze
grootere gemeenten merkbaar afnemen.
de gemeenten van Nederland in twee groepen. De eerste groep
omvat 14 der grootste, te weten, Amsterdam (Nieuwer-Amstel),
Rotterdam, den Haag, Haarlem, Arnhem, Nijmegen, Maastricht,
Utrecht, Deventer, Zwolle, Leeuwarden, Groningen en Breda \');
de overige gemeenten werden beschouwd als platteland. Van
beide groepen werd, met gebruikmaking van de gegevens, welke
in den van rijkswege gepubliceerden „Loop der Bevolking-ocr page 61-
vrvn A-mstcrdam, en de afneming dei\' t-ocr page 62-
reikt, toch geenszins de marge van Januari 1882 overschrijdt.
de groote steden weer op eene belangrijke wijze; immers had de
toename in den aanvang van 1892 nog 13.5 bedragen, begin 1894
werd slechts het cijfer 3.5 bereikt. In 1894 en 1895 verheft zich
het percentage weliswaar weer iets, hetgeen echter niet van
veel beteekenis is.
trek naar de groote steden gaandeweg afneemt en dat zelfs in de
ongunstigste jaren 1889—1891 toch geenszins het hoogtepunt van
1880—81 bereikte.
bevorderd door de omstandigheid, dat de industrie en de bouw-
vakken , wegens de hooge loonen en aanzienlijke productiekosten
in de groote steden, zich meer en meer naar de goedkoopere
streken verplaatsen. Zoo worden de onderdeden o.a. van het in
Amsterdam benoodigde houtwerk tegenwoordig voor een deel
vervaardigd in timmerfabrieken, welke in onderscheidene streken
van Noord-Holland zijn opgericht. Ook ziet men, dat waar de
diamantslijperijen te Amsterdam in aantal afnemen, zo in Zaandam
verrijzen. Nog meer voorbeelden zou men kunnen noemen
om aan to toonen, hoe handwerk en industrie werkkrachten
trekken naar het platteland.
heid hebben om op het belang van het genoemde verschijnsel
te wijzen.
verhinderen, dat hetgeen wij boven opmerkten helaas in \'talge-
meen waar blijft. Op do to Karlsruhe gehouden conferentie over
„Arbeitsvermittelung und Arbeitsnachweis-ocr page 64-
verschijnsel. Zoolang men niet overal, zoowel hier als in het
buitenland de kwade gewoonte aflegt van ongemotiveerd het
platteland met de stad te verwisselen, zal daardoor een belangrijke
oorzaak van werkeloosheid blijven bestendigd.
bedenkelijk verschijnsel, dat evenals het vorige als een sociale
bron van werkeloosheid moet worden beschouwd. Zooals we
reeds meer hebben opgemerkt, wordt een belangrijk deel der
werkeloozen gerecruteerd uit de rijen van hen, die geen of
op onvoldoende wijze een ambacht verstaan. Zeer juist merkt
Dr. Falkenburg in zijne uitnemende dissertatie 2) op: „Elke arbeid
„heeft opleiding noodig. Sommige fabrieken kunnen weliswaar
„ongeoefende arbeidskrachten aanwenden, toch zal dit gebrek
„aan kennis en vaardigheid op de productie inwerken. Zelfs
„bij dien arbeid, welken men „the most unskilled-ocr page 65-
„to become part of a body of more or less permanently superfluous
„labour-ocr page 66-
werkeloozen verzonken. Want zooals Drage opmerkt: „The
„amount of work of a kind which could be done by anybody,
„without any previous training, is very limited, and is gradually
„becoming less-ocr page 67-
een noodzakelijk kwaad zijn, een gevolg van de hoogere eischen,
welke tegenwoordig aan handwerk en industrie worden gesteld.
opgaan, voor de industrie is ze geenszins steekhoudend.
verdeeling van arbeid, waarbij aan een ieder slechts een klein
onderdeel ter bearbeiding is aangewezen, stelt den werkman in
staat, wanneer de machine hem in het eene bedrijf niet meer
noodig heeft, zonder eene veelomvattende voorbereiding, vooral
zoo hij op deze omstandigheid bij zijne beroepskeus heeft gelet,
elders een andere te bedienen. Met nadruk wordt hierop o. a.
gewezen door Paul Leroy Beaulieu \'), wiens oordeel wegens
zijne uitgebreide feitenkennis zeker overweging verdient: „On
„peut mCme dire que la très grande division du travail,-ocr page 68-
„gung findet und sich einem anderen zuwenden will, braucht
„dazu nicht, wie zur Zeit der Alleinherrschaft des Handwerks
„überall eine Lehrzeit von mehreren Jahren; er kann nicht nur
„verhältnizmässig leicht als Handlanger in verschiedenen Gewerben
„Unterkunft finden, sondern er vermag sich auch in mancherlei
„Fabriken in wenigen Wochen hinreichende Kenntnisz und
„Fertigkeit zu verschaflen um mit einer Machine zu arbeiten,
„oder wenigstens dieselble zu beaufsichtigen
eischen geenszins zoo hoog zijn, dat men niet met eenige voor-
bereiding en vaardigheid in geval van werkeloosheid van den
een en tak van bedrijf in den anderen kan overgaan.
bestaan, dat het zich bekwamen in meer dan een bedrijf eene
onmogelijkheid is, wegens de hooge eischen, die elk voor zich
stelt. Men vergete echter niet, dat ook zelfs in het handwerk
de specialiseering en de verdeeling van arbeid meer en meer
toenemen, en tevens, dat de gelegenheid om zich in een ander
vak te bekwamen, steeds gemakkelijker wordt gemaakt. Hoewel
wij de bezwaren geenszins over het hoofd zien, zoo achten wij
toch ook ten aanzien van het handwerk, dat evenzeer als de
industrie met werkeloosheid wordt bedreigd, eene ontwikkeling
in meerdere richtingen geene onmogelijkheid.
eenejndustrieele k.m worden genoemd, waar het klein bedrijf, als-
mede landbouw en veeteelt, een nog zoo domineerend deel der pro-
tot meerdere ontwikkeling te brengen, hem daarmede verschaffend
een wapen tegen werkeloosheid. Het verschijnsel van het seizoen
hetgeen zich vooral bij de genoemde takken van bedrijf voordoet,
zet aan ons betoog nog meer klem bij. Hoewel Dr. Hirschberg
toe moet geven, dat deze kennis van meerdere bedrijven weinig
voorkomt, zoo gevoelt hij toch ook de portée der kwestie, waar
hij zegt: „Es ist immerhin der Erwägung werth, ob nicht Be-
„mühungen verlohnten, die einseitige Ausbildung der Arbeiter
„so zu ergänzen, dasz sicli ihnen abwechselnde Erwerbsquellen
„leichter öffnen-ocr page 70-
„krachten, oude, die te gronde gaan, laten de bedaagden onver-
, „zorgd.-ocr page 71-
natuurlijke oorzaken wordt in het leven geroepen en hetwelk
men met den naam van: ,,oneigenlijke, periodieke\'^ ol „seizoenwerke-
loosheid-ocr page 72-
wisselende weersgesteldheid i).
die bedrijven, welke met de bovengenoemde in nauw verband
staan, zooals het schildersvak, dat in de wintermaanden een
dood seizoen heeft door te maken, daar de aannemers in dien
tijd hunne werkzaamheden staken. Bij enkele beroepen valt
de slappe tijd in het voorjaar bij sommigen in den zomer, zoo
O. a. bij de kleermakers, boekdrukkers en brouwers enz., terwijl
weer andere bedrijven op meer ongeregelde tijden eene staking zien
intreden, zooals de dokwerkers, het type van seizoenwerklieden.
van vrij langen duur en zien zich de patroons genoodzaakt
achtereenvolgens een deel hunner werklieden te ontslaan, welke
laatste dan verplicht zijn om öf van het mogelijk overgelegde
arbeidsloon te leven öf in een ander bedrijf tijdelijk een goed
heenkomen te zoeken. Waar echter geen van beide hun gelukt,
komen ze het aantal werkeloozen vermeerderen, die des winters
het pauperisme in onze steden vergrooten en door kunstmatige
werkverschaffing of door bedeeling op kosten der gemeenschap
leven. Slechts een klein deel, de elite, wordt in den slappen
tijd, hetzij om loopend werk te verrichten, hetzij op wachtgeld,
in dienst gehouden. In die bedrijven, waar dit tijdperk van
slapte of stilstand slechts betrekkelijk kort van duur is, zal het
voor den ontslagene moeilijk vallen tusschentijds nog eenigen
arbeid to verrichten, to meer daar hij in zulke bedrijven zijne
arbeidskracht steeds beschikbaar dient te houden voor eene even-
tuëele oproeping door zijn ouden patroon. Veelal wordt beweerd
het aantal werkeloozen in Duitschland oj) 14 Juni en 2 December 18ÜB. Van do
37\'i,ß3G, dio er op laatstgenoemden datum meer waren dan in den zomer, meent hij
dat 350,ÜÜU hunne werkeloosheid aan het doode seizoen hebben tu danken.
tijdperk van werkeloosheid blootstaan,\'in het gedurende het
„saison vive-ocr page 74-
wanneer de komende arbeidstijd de schulden weder delgt. Vooral
de kleine werkman, die vaak nog een groot gezin tot zijn last
heeft, is meestal zoodanig achterop, dat er voor hem van eene
compensatie geen sprake kan zijn.
schlimme Lage-ocr page 75-
pleegt aan te duiden, en waartoe o. a. de beetwortelsuikerindustrie,
de wijnbouw en de maaitijd behooren, draagt uit den aard der
zaak een geheel ander karakter dan de bovengenoemde. De meeste
werklieden, welke aan zulke campagnes deelnemen, worden ge-
recruteerd uit andere bedrijven, die vaak juist tegelijker tijd hun
„saison morte-ocr page 76-
heden te geraken
that the work it offers, has to be concentrated in certain parts
of the year-ocr page 77-
voor in de plaats getreden de wereldmarkt, met een steeds
wisselende en deels onbekende vraag.
oogenblik van voortbrenging en dat van verkoop verloopt als-
ook door zijne onbekendheid met de bewegingen van de afzet-
markt, die hij slechts in vage lijnen aan den oeconomischen
gezichtseinder kan ontwaren, loopt onze moderne producent
vortdurend gevaar zijne berekeningen te zien falen. Immers
de toekomstige marktprijzen zijn van vele telkens veranderende
omstandigheden afhankelijk. \')
liggende tijdperken van voortbrenging kenmerkte, heeft plaats
gemaakt voor pijnlijke onzekerheid, de regelmaat in de pro-
ductie heeft voor speculatie het veld geruimd. De geduchte con-
currentie, die bij de koortsachtige gejaagdheid van onzen tijd
tot produceeren dwingt, de voortbrenging, die vaak zonder
overleg en wederzijdsche verstandhouding der ondernemers plaats
lïeeft, maken het voor den producent vaak tot iets onvermijdelijks ,
grootere hoeveelheden voort te brengen, dan dio op de afzet-
markt een prijs opbrengen, waarin hij ten minste zijne productie-
kosten terugvindt. Werkeloosheid op groote schaal is dan het
droevig einde. „Die periodische Beschiiftigungslosigkeit-ocr page 78-
typisch verschijnsel eerst in den tegenwoordigen tijd mogelijk ge-
worden. „Die für die moderne Wirtschaftsordnung charakteris-
tische Form der Arbeitslosigkeit-ocr page 79-
dat weder op andere plaatsen aanwending vindt, en de vrij ge-
worden werkkrachten tot zich trekt
heeft, hangt geheel af van de snelheid, waarmede de kapitalen
zich verplaatsen, alsook van den ondernemingsgeest der natie.
Hoe krachtiger het een en ander werkt, des te spoediger is ook
de periode van onvrijwillige werkeloosheid, door technische oor-
zaken in \'tleven geroepen, overwonnen.
waarvan wij in de voorafgaande bladzijden het zoo gecompliceerd
samenstel van oorzaken hebben beschouwd, zoowel op materieel
als op zedelijk gebied in zijne gevolgen een donkere schaduw
achterlaat.
productie voortdurend door het Damocles-zwaard der onzekerheid
bedreigd ziet, die steeds bloot staat aan het verraderlijk spel
der maatschaplijke krachten, heeft zich over een ernstigen hin-
derpaal bij haar vooruitgang te beklagen. Wanneer wij slechts
bedenken, hoe door de herhaaldelijk voorkomende over-productie
en over-consumptie enorme kapitaalhoeveelheden öf teloorgaan
öf tot stilstand worden gedoemd, hoe de steeds weerkeerende
werkeloosheid aan de productie onttrekt een aanzienlijk deel der
arbeidersbevolking, dat, levende op rekening der maatschai)pij,
daarmede tevens ophoudt eene zelfstandige consumptieve kracht
te zijn, worden wij ons daardoor eenigszins bewust van de
groote beteekenis, welke de werkeloosheid heeft voor onze
samenleving.
43—70.
den werkman zelve met zich brengt.
kring van den arbeid, maar heel het maatschappelijk organisme
beleedigd en getroffen. „Een persoonlijk, maar ook een maat-
„schappelijk kwaad is vooral de moderne werkeloosheid \')•-ocr page 82-
vroegere bedrevenheid te loor ziet gaan. Maar al te licht wordt
bovendien het nietsdoen een chronisch verschijnsel en gaat de
eens zoo nijvere werkman, door de macht der herediteit ook met
zijne nakomelingen, behooren tot de klasse van oeconomische
onnutten, welke van den lijst der armlastigen nimmermeer wor-
den uitgeveegd.
werkeloosheid niet gering te achten, temeer daar de mogelijk-
heid van kapitaalvorming, het sparen, door de voortdurend op-
tredende tijdperken van loonderving aanmerkelijk wordt belem-
merd. En wat den arbeidersstand in zijn geheel betreft, de
aanwezigheid van een zeker aantal arbeidskrachten, welke vaak
tegen de laagste prijzen hun waar ter markt brengen, moet
onwillekeurig een drukkenden invloed uitoefenen op den gene-
ralen stand der loonen. Het is dan ook om die reden dat
de Trade Unions in Engeland niet zoozeer uit philantropio dan
wel als een politieke kunstgreep, om het dalen der loonen te
voorkomen, hunne werkelooze medeleden door middel van een
„out of work benefit-ocr page 83-
naliteit, alcoholisme en prostitutie, als bondgenooten van lediggang
en ellende, het treurige maar schier onvermijdelijke uitvloeisel der
werkeloosheid. Ligt eenmaal de arbeidskracht stil en heeft
daarmede kommer en ontbering de voormalige welvaart ver-
vangen , zoo komen ook spoedig ziekten, zoowel van lichame-
lijken als van geestelijken aard den ongelukkigen als eene
ware beproeving bezoeken.
„Verbrechertum-ocr page 85-
John Burns i) ten aanzien van de gevolgen der werkeloosheid
opmerkt: „The fact is, the unemployed have to be kept in one
„of three conditions: living on the rates as a pauper in a non-
„productive capicity, earning nothing and costing the country a
„large sum in officialism; as a criminal kept in prison — the
„worst possible fate for any man; or as a wanderer about the
„streets, sponging upon his fellows or the chatiable rich, forced
„to live like a vagrant camel upon the hump of his own melan-
„cholic poverty, slowly getting physically exhausted, morall}-^
„and mentally degraded, till the manhood is crushed out of
„him, and he becomes one of those fearful wrecks to whom
„death would be the greatest relief.
werkeloosheid zich juist in onzon tijd in zijn treurigste vormen
openbaart, in zijne verreikende gevolgen, zoowel de maatschappij
als den arbeider bedreigend, men spoedig de handen heeft in
een geslagen om, waar radicale genezing onmogelijk bleek, zoo-
veel als kan te voorkomen en te lenigen.
verschillende wijzen onderscheiden, o. a. in die, welke tijdelijk,
en dio welke voortdurend hulp verleonen, alsook in die, welke
rusten op zelfhulp on hulp van andoren.
vurigste pleitbezorgers.
.,principe le droit au travail, qui îl la vérité, n\'est pas admis.sible
„en civilisation mais sans lequel tous les autres sont inutiles,-ocr page 88-
„auf Existenz richtet sich unmittelbar gegen den Staat oder die
„Staatlichen Verbände; Der Berechtigte kann gegen Leistung
„der Arbeit von diesen direkt Befriedigung der Existenzbedürf-
„nisse verlangen. Das Recht auf Arbeit kann dagegen so lange
„nicht ausgeübt werden, bis feststeht dasz der Berechtigte von
„einem Privatunternehmen Arbeit nicht erlangen konnte.-ocr page 90-
Het is derhalve volgens hem de dure roeping van den Staat het
geüsurpeerde recht, al is het dan ook in een anderen vorm, aan
den ontroofde terug te geven.
dit ideaal, waarin hij tevens de verwezenlijking zag van het
recht op levensonderhoud. „Le seul moyen général de procurer
„des subsistances au peuple consiste à lui procurer du travail i).
Als eene onverwachte dissonant te midden van de lofredenen
zijner geestverwanten, verheft zich de stem van Proudhon, die
met gestrengheid zijn oordeel velt over een recht, dat hij on-
waardig, aristocratisch en gevaarlijk no^t.
het „droit au travail,-ocr page 91-
Seine sont supjmmés-ocr page 92-
Adlerzijne pleitbezorgers, die in de erkenning ervan zagen
een eisch van deugdelijke sociaal-politiek, hetzij om de samenle-
ving voor den invloed der sociaal-democratie te bewaren, zooals
Herkner, of zooals Menger (blz, 173) het zich voorstelt, als over-
gangsmaatregel tot eene nieuwe ontwikkelingsperiode van het
menschdom.
maakt. „Deren nüchtern-praktischer Sinn sich gegen die Aner-
„kennung einer nur halbwahren Formel sträubte-ocr page 93-
belang achten wij het, dit historisch omschreven begrip thans
aan de beginselen van recht en utiliteit te toetsen. Te meer is
eene principieele behandeling voor ons van belang, daar men,
zooals boven is opgemerkt, maar al te vaak in de instelling
van „Arbeidsbeurzen-ocr page 94-
vernieuwde invoering onder de tegenwoordige maatschappelijke
verhoudingen geen sprake kan zijn. In eene socialistische samen-
leving zou het bovendien geheel misplaatst wezen. Niet alleen
de ervaring, maar ook een zuiver theoretisch bewijs doet ons
inzien dat eene praktische erkenning van het „recht op arbeid-ocr page 95-
leeren, dat ook in dezen vorm een in praktijk brengen van het
„recht op arbeid-ocr page 96-
zich neemt, eene taak aanvaardt, welke zijne krachten verre te
boven gaat. Waar de onmogelijkheid der doorvoering eerst a
posteriori zou blijken, zou daarmede aan het prestige van de
overheid een gevoelige slag zijn toegebracht, ja zelfs zou door
verzet en oproer van de zijde der teleurgestelden haar bestaan
kunnen worden bedreigd. Het is steeds een onpolitieke daad,
iets te ondernemen, waarvan men te voren het fiasco kan be-
rekenen.
Staat ten aanzien der emigranten in groote moeilijkheden met
het buitenland zou geraken. Immers, wanneer niet alle Staten
tegelijk, bij overeenkomst, onder dezelfde voorwaarden, het
„recht op arbeid-ocr page 97-
met de eischen van productie en consumptie geene rekening
zou kunnen gehouden worden. De Staat zou immers genood-
zaakt zijn precies het tegenovergestelde te doen van hetgeen de
behoefte eischt. Zoo de oeconomische verhoudingen in eenig
bedrijf een tijdelijk surplus aan de arbeidskrachten veroor-
zaakten, zou de Staat door toebedeeling van gequalificeerden
arbeid aan de werkeloozen in dat bedrijf het surplus moeten
opheffen, m. a. w. er zou op groote schaal eene produktie in
verkeerde richting plaats vinden. Hoewel dit bezwaar ten op-
zichte van den ongequalificeerden arbeid in mindere mate geldt,
daar de Staat hierbij meer met de bestaande behoefte rekening
kan houden, zouden ook hier de waardeloosheid van het werk
en de nadeelen, gelegen in het verrichten van groven arbeid
door vakarbeiders, waardoor zij voor hun eigenlijk bedrijf onge-
schikt worden, bij eene doorvoering op groote schaal belangrijke
oeconomische nadeelen veroorzaken.
door het uitzicht op eeno voortdurend bestaande arbeidsgelegen-
heid het aantal onbezonnen huwelijken en als gevolg daarvan de
armlastige bevolking-toenemen zal. Zelfs Mario\'), dien wij als
een voorstander van het „recht op arbeid-ocr page 98-
regeling van den arbeid niet behoort, kan nooit worden ge-
eischt, dat het een ieder een „recht op arbeid-ocr page 100-
Arbeidsbeurs.
laatste eeuw op oeconomisch gebied plaats hadden, bleek het
dringend noodzakelijk tal .van verouderde instellingen met de
nieuwgeboren verhoudingen in overeenstemming te brengen.
de andere van oeconomischen aard, die het getij geheel deden
verloopen en eene reorganisatie in tal van levensomstandigheden
teweeg brachten. Die twee gebeurtenissen waren de bcroq)8vrijhcid
en de xdlvinding van stoom, elcctriciteit en andere motorische krachten,
welke beido om strijd hun invloed, vooral op het gebied van
den arbeid deden gelden.
regelen van gewoonte en recht, dio zijne verhouding tot dc
samenleving bepaalden. In een eng keurslijf vastgesnoord, was
er van eene vrije ontwikkeling en beweging in den levens-
kring van den arbeid weinig sprake. Een groot deel der be-
volking verkeerde door woonplaats of geboorte in een zekeren
toestand van afliankelijkheid, waardoor ze, zoo ze al niet tot
perkt zag.
vermogen was in deze periode voor de meesten geen sprake. Aan
plaats en omstandigheden geb\'onden, golden voor de mensche-
lijke arbeidskracht veel minder dan tegenwoordig de regelen van
het ruilverkeer.
voor dien van vrijheid plaats maakte, en het ten grave dalende
gildenwezen, dat eeuwenlang met souvereine macht den arbeid
had beheerscht, geheel werd verdrongen door de vrijheid van
beroep, die als een der „droits de 1\'homme-ocr page 102-
anderen toestand, waarbij twee nieuwe machten optraden, te
weten kapitaal en arbeid. De aanraking tusschen patroon en werk-
man is geen persoonlijke band meer, maar een ruilingsactie,
waarbij de waar arbeid en de prijs = loon.
eener „waar-ocr page 103-
goederen of kapitaal wordt aangetroffen, terwijl anderzijds het
aanbod in zijn vollen omvang, alsook van plaats tot plaats
bekend is.
worden geschonken, waardoor de thans nog bestaande onzeker-
heid en onbekendheid met de verhoudingen op de arbeidsmarkt
wordt opgeheven. Het is juist het gemis aan intermediairs
waardoor de noodige snelheid ontbreekt. „L\'absence de moyens
„de communication rapide et à bon marché-ocr page 104-
arbeid niet meer aan de taak, die het heeft te verrichten. Hier-
door ontstaan uit den aard der zaak storingen en tijdverlies, die
niet alleen den arbeider, maar de geheele productie tot nadeel
strekken. De resulüvten der voortbrenging zijn immers grooten-
deels afhankelijk van de omstandigheid, dat voor het verrichten
van den arbeid, dien het productieproces vordert, aanstonds de
vereischte werkkrachten beschikbaar zijn. Hoe spoediger elke
vraag door een passend aanbod wordt bevredigd, des te krachtiger
kan de productie zich ontwikkelen. En het gevolg hiervan is
vermeerdering van welvaart.
kendheid met de bewegingen der arbeidsmarkt, dat tegenwoor-
dig nog maar al te veel ontbreekt. De omvang, die de industrie
heeft genomen, de snelheid, waarmee alles zich beweegt, de
steeds wisselende levensverhoudingen, de grillige conjunctuur,
die hier een bedrijf opheft om er elders een in \'t leven to
roepen, dit alles te samen maakt eene organisatie noodig,
waardoor de grondslagen der geheele voortbrenging, kapitaal en
arbeid, worden gereguleerd. Aan de tegenwoordige voortbrenging
ontijreekt een machtig orgaan, dat hot raderwerk van don
arbeid in regelmalige beweging houdt. „Es ist nun unzweifel-
haft-ocr page 105-
de aanraking tusschen werkman en patroon te worden vergemak-
kelijkt. „But the evil effects of such irregularity would be to a
»large extent counteractedzoo merkt Drage op „if it could
»be made easier for ^employers wanting workmen and workmen
»wanting employers to find one another.-ocr page 106-
komt nog bij, dat, gelijk we in een vorig hoofdstuk reeds zagen,
de ver doorgevoerde verdeeling van arbeid in de industrie het
mogelijk maakt, dat de werkman, waar het eene bedrijf hem
uiistoot, in het andere plaatsing vindt. Let men daarenboven
op het verschijnsel van het seizoen, alsmede op het losser worden
van den band tusschen werkman en patroon, waarvan een
spoediger ontslag het onmiddellijk gevolg is, alsook op het zich
steeds meer ontwikkelend en goedkooper wordend verkeer, zoo
vindt in het een en ander het verschijnsel, hetwelk de Duit-
schers met den naam „SteUemoechsel-ocr page 107-
overigen elders plaatsing zoeken. Men denke echter niet, dat
het een en ander in het bijzonder geldt voor aan seizoen onder-
hevige werkzaamheden, zooals genoemd voorbeeld; deze uit-
gebreide „Stellenwechsel-ocr page 108-
weer plaatsing vinden van werkkrachten, waardoor vraag en
aanbod aanhoudend met elkaar in contact moeten treden, dat
eene organisatie onmisbaar is, die als intermediair deze beide
snel tot elkander brengt.
vestigen, waardoor aan de noodzakelijkheid van de invoering
van arbeidsbeurzen meerdere klem wordt bijgezet. Zooals wij
reeds opmerkten, is de middeleeuwsche verhouding tusschen
werkman en patroon ten eenenmale te loor gegaan. De afslui-
ting van een arbeidscontract, welke toen ter tijd plaats had,
nadat beide partijen, hetzij door den gedwongen proeftijd, hetzij
tengevolge der eng begrensde plaatselijke verhoudingen, elkander
van zeer nabij hadden leeren kennen, moet thans tot stand wor-
den gebracht op hoogst onsoliede gronden tusschen personen,
die, mede tengevolge van de voortdurende verwisseling van werk-
plaats elkaar noode kennen, ja doorgaans nooit iets van elkaar
hebben gehoord. Waar dus de omstandigheden den natuurlijken
grondslag, op welken men tot de afsluiting van een solied
arbeidscontract genuikt, hebben doen verdwijnen, daar wordt
het voorzien in dit gemis aan inlichtingen een dringende eisch
des tijds.
beiden treedt, om door hare organisatie daartoe in stiuit, onder-
nemer zoowel als arbeider van de zoo onmisbare informaties
te voorzien. De arbeidsbeurs dient dus naast andere functies,
ter vergemakkelijking bij do afsluiting van het arbeidscontract.
\'t werk wu. -ocr page 109-
vraag: Wai is de invloed van de arbeidsbeurs op de werkeloosheid?
Zal ze deze doen verminderen of zal ze er vermoedelijk geen
invloed op uitoefenen? Door verscheidene schrijvers wordt de
laatste opvatting met aandrang gehuldigd. Zoo o. a. Corvey \')
waar hij betoogt, „Selbst die beste Arbeitsvermittelung wird auf
„die Arbeitslosigkeit keinen wesentlichen Einflusz auszuül^en
„vermögen.-ocr page 110-
het kapitaal wordt aangetrokken en afgestooten, om in den
tusschentijd geheele perioden van werkeloosheid door te maken.
Mede nu als oorzaak van dit verschijnsel, vooral ook als bron,
waardoor de werkeloosheid onnoodig wordt gerekt, leerden we
het feit kennen, dat de maatschappelijke machine op het gebied
van den arbeid niet snel genoeg hare raderen in elkaar doet
grijpen. Zoodra er eene organisatie optreedt, welke aan dit euvel
zijne schadelijke werking ontneemt, wanneer een intermediair den
hortenden en stootenden gang van onze productie vermindert,
door met snelheid het steeds weer vrijkomend kapitaal en den
arbeid tot elkander te brengen, zullen ook de perioden van
onvrijwillige werkeloosheid zijn verkort en aan dit verschijnsel
een vruchtbaren voedingsbodem ontnomen zijn. Een goed in-
gericht stelsel van arbeidsbeurzen zal de werkeloosheid dus wel
degelijk kunnen verminderen, haar beperkende tot het oogen-
blikkelijk surplus aan arbeidskrachten, dat om verschillende
redenen geene plaatsing vinden kan.
de beurs onmachtig zal zijn de vrijgekomen arbeidskrachten
aanstonds to plaatsen. Zoo zal b. v. in den winter, wanneer
het seizoen in do bedrijven is ingetreden, do beurs weinig tot do
vermindering van het kwaad kunnen bijdragen. Hierin sUiat ze
echter met andere middelen ter bestrijding van werkeloosheid op
éen lijn. Het een en ander doet aan do wmirheid onzer bewering
geenszins to kort, nl. dat do arbeidsbeurs, waar zo 66n van do
voorname oorzaken der werkeloosheid vermindert en opheft,
ook het verschijnsel zelf voor een deel zal doen verdwijnen.
„vermittelung-ocr page 112-
renden invloed op den arbeid en daarmede op de heele productie.
Ze voorkomt stagnatie, verkort den duur der crises en zorgt er
voor, dat de productie, door een steeds voldoend arbeidsaanbod
met kracht en intensiteit kan werken. „Telle est donc la fonction
„régulatrice fondamentale qui pourra accomplir la Bourse du
„travail; faciliter la distribution des forces productives dans
doordat ze tegelijk met de vermindering der werkeloosheid,
de koopkracht vermeerdert en renteverlies voorkomt. Ook op
de vrij hooge kosten, welke noodig zijn om de arbeidskracht
gedurende de perioden van werkeloosheid in stand te houden,
zal aanzienlijk kunnen worden bespaard. De vereenigingen van
Armenzorg zien n.1. hare budgets verminderen, terwijl de vak-
vereenigingen eene aanmerkelijke bezuiniging op het „out of
work benefit-ocr page 114-
ik het geopperde bezwaar als ongegrond te mogen aanmerken.
Immers is eigenbelang de oorzaak, waarom een deel der beste
werklieden ook in den slappen tijd in dienst wordt gehouden,
zoo zal geen arbeidsbeurs in staat zijn den patroon te bewegen
dat voordeel prijs te geven. Weliswaar zal deze, zoo hij het voor-
uitzicht bezit om, ingeval hij een goed werkman ontslaat, door de
arbeidsbeurs, er oen even goeden voor in de plaats te krijgen, in
theorie eerder tot ontslag overgaan; dit neemt echter niet weg,
dat de werkgever in de praktijk zóóveel waarde hecht aan een
beproefd arbeider, dien hij door en door kent en vertrouwt, dat
hij daarom toch niet licht tot ontslag zal besluiten. Hoewel de
arbeidsbeurs in staat zou zijn hem een voortreffelijk werkman
terug te bezorgen, zoo zal de werkgever toch allicht het zekere
voor het onzekere nemen, door liever een man to behouden, die
geheel in den werkkring van den patroon is ingeleefd, dan er
een in dienst te nemen, die, hoewel ook deugdelijk, dit niet te
onderschatten voordeel mist. Prof. Greven moge dus in theorie
gelijk hebben, in de praktijk gaat zijn bezwaar niet op.
terughield zijn arbeiders onverzorgd to ontslaan, dan zou hij
bij een goed stelsel van arbeidsbeurzen hiertoe zeker niet
overgaan alvorens de zekerheid to bezitten, dat do werkman,
dio stond ontslagen to worden, door dio arbeidsbeurs elders
plaatsing had gevonden. Doch, toegegeven dat door het be-
staan van arbeidsbeurzen luvn den patroon oen prikkel tot ont-
slag wordt gegeven; dan nog vreezen wo geenszins voor eene
vermeerdering der werkeloosheid. Immers, is do arbeidsbeurs
de oorzaak, dat het ontslag wordt vergemakkelijkt, anderzijds
zal ze juist het middel zijn waardoor de vrijgekomen arbeids-
krachten aimstonds weder plaatsing vinden. Do patroon kan
door do beurs terstond nieuwe werkkrachten krijgen, mwir
ook de werkman vindt spoedig oen nieuwen patroon. Al
nisatie der arbeidsbeurs in enkele gevallen het ontslag van
werklieden wordt bevorderd, toch verwachten wij van een
dergelijk verschijnsel geene vermeerdering van werkeloosheid.
oefenen op de werkeloosheid, verdient de vraag overwogen te
worden, in hoeverre wij van de beurs hebben te verwachten
oene min of meer volledige roerkloozen-statiMiek.
als zou de arbeidsbeurs het aangewezen orgaan zijn, om in de
behoefte aan eene werkloozen-statistiek te voorzien. Zoo o. a.
Schikowski, \') waar hij zegt „das/: auf diese Weise mit fast der
„gleichen Arbeit eben zwei Erfolge erreicht werden können: die
„Arbeitslosenstatistik und die Arbeitsvermittelung.-ocr page 116-
werkeloozen met zekerheid aan te wijzen. Wanneer niet alle
werkeloozen, tot den laatsten man toe, zich bij de beurs laten
inschrijven, zal deze hoogstens kunnen constateeren, dat in
hare omgeving in meerdere of mindere mate werkeloosheid
bestaat; van het aanwijzen van het juiste getal zal echter geen
sprake kunnen zijn.
keloosheid, vooral waar het seizoen in het spel komt, de beurs
het minst wordt bezocht en hoe bij vermindering van het ver-
schijnsel het aantal inschrijvingen weder stijgt
vrijkomen, treft men bij de beur/en het geringste getal werk-
zoekenden aan, terwijl juist in de zomermaanden, wanneer do
werkeloosheid het geringst is, het aantal arbeiders, die bij het
bureau komen aankloppen, aanmerkelijk vermeerdert
van een aantal arbeidsbeurzen samenstelden, brengt do waarheid
dezer bewering nader aan het licht
geringste bedrag aan inschrijvingen aanwijzen, terwijl bij het
aanbreken van het betere seizoen do cijfers gaandeweg stijgen,
om in Juni cn Juli hun culminatiepunt to bereiken. Zoo consta-
teert ook het jaarverslag van do arbeidsbeurs to Berlijn over
1892 dat bij eene algemeene waargenomen depressie het aanUil
werkzoekenden bij de beurs afneemt De verklaring van dit
verschijnsel, hoe vreemd het ook moge schijnen, ligt nochtlianfl
voor de hand. Dc werkman w.cet nl. zeer wel dat do arbeids-
beurs in de wintermaanden aan do seizoen-werkeloosheid tocli
niet voel kan verhelpen, zoodat eeno inschrijving zijnerzijds
fllcchts verspilling van moeito cn geld zou zijn Breekt eclilor
de betere tijd aan, dan tracht een ieder door middel van »lo
beurs de opkomende arbeidsgelegenheden to bonmchtigcn.
-ocr page 118-
aantal ingeschrevenen bij de beurs. Reeds uit het bovenstaande
zien we dus, dat van eene arbeidsbeurs niet te verwachten is
eene betrouwbare werkeloozen-statistiek.
stelling op niet geringe wijze belemmert. Men vergete n.1. niet,
dat de werkzoekenden geenszins allen tot de werkeloozen be-
hooren. Tal van personen zullen van het intermediair der beurs
gebruik maken, die niet gaarne het praedicaat „werkeloos-ocr page 119-
we in de volgende hoofdstukken zullen zien, dat de meeste
arbeidsbeurzen met groote moeilijkheden hebben te kampen, wat
betreft de contrôle over de plaatsing der ingeschrevenen. Vele
werklieden, die zich bij de beurs laten inschrijven, blijven nl.
m gebreke om, wanneer ze zonder hare tusschenkomst plaatsing
vinden, hiervan aan het bureau kennis te geven. Hoewel aan
dit euvel wel iets te verhelpen is, hetgeen we in ons laatste
hoofdstuk hopen aan te toonen, zoo zal het toch geenszins ge-
heel zijn op te heffen, en hiermede staat of valt ook de werke-
loozen-statistiek der arbeidsbeurs, ten minste wat de questie van
den duur van het verschijnsel betreft.
loozen zich op meer dan ééne plaats doen inschrijven, do statistiek
onmogelijk worden, is ons inziens illusoir. Immers we hebben
hier met een gemakkelijk to constateeren feit te doen, waarvan
bovendien do verzwijging voor den werkzoekenden van geenerlei
belang is. Indien de beurs er slechts voor waakt aan een
ieder, die zich laat inschrijven, te vragen of en waar hij nog
meer is ingeschreven, is deze moeilijkheid ons inziens uit den
weg geruimd.
do slotsom, dat van oene arbeidsbeurs, hoezeer dit ook ware te
wenschen, eene nauwkeurige werkeloozen-statistiek niet te ver-
wacliten is. Wo dienen ons daarom bij Dr. Hirschberg \') aan to
sluiten, waar hij omtrent deze questie zegt: „Dasz der Arbeits-
„nachweis-Statistik an und für sich schon eine Arbeitslosen-statistik
„darstellt, musz auf das entscliiedensto bestritten werden.-ocr page 120-
die uit den aard van haar werkkring geplaatst is in het centrum
van den arbeid, is mede door hare dagelijksche ondervinding in
dier mate met de bewegingen van de arbeidsmarkt op de hoogte,
dat ze, ook al laat zich een deel der werkzoekenden niet bij
haar inschrijven, toch zeer wel gegevens kan verstrekken omtrent
de grootte van vraag en aanbod, alsook aangaande de werke-
loosheid.
gegeven rente veel of weinig kapitaal tc krijgen is, zonder nog met
de juiste bedragen op de hoogte te zijn, zoo zal ook de arbeids-
beurs in de streek, waar zij is gevestigd, kunnen optreden als
een observatorium, zoowel van de werkeloosheid, als van de
richting, de beweging en den globalen omvang van vraag en aanbod
van werkkrachten \'). Op de belangrijke taak, welke de arbeids-
beurs in deze kan vervullen, komen we in ons laatste hoofdstuk
nader terug.
opsporende, stooten we thans op eene belangrijke questio, nl.
op (Icn invloed van de arbeidsbeurs op den stand der loonm.
dienen we met Mr. Pierson -ocr page 121-
gelijksoortigen, op eene zelfde plaats.
van gelijksoortigen arbeid van plaats tot plaats? De invloeden
die hier werken, gelden voor een deel bij de twee bovenge-
noemde groepen.
in arbeidsprestatie, ivoninghuiir en levensonderhoud, die vooral, wat
het eerste punt betreft een beslissenden invloed hebben op de
hoogte van het loon \'). Verder de prodnetiviteii der onderneming,
verschillen, ontleenen wij het volgende
eu Typografenbond over het jaar 1890.
aan het jaarboekje van den Timmerlieden-
het eerste betreft, vindt dit zijne oorzaak in de geschiktheid van
het oord, waar eenmaal eene onderneming is gevestigd, de ge-
hechtheid aan den vaderlandschen bodem en in den aard der
bevolking. Wat den arbeider aangaat, er zijn tal van redenen,
die zijne verplaatsing verhinderen. Terecht heeft Smith gezegd,
dat van \'alle soorten bagage de mensch het moeilijkst is te
transporteeren. Het kost den werkman veel, vooral wanneer hij ook
vrouw en kinderen mee wil nemen, van de eene plaats naar
de andere te verhuizen. Vooroordeel, gehechtheid aan familie
en vrienden, conservatisme, ook vaak gebrek aan reisgeld, zijn
even zoovele belemmeringen voor de mobilisatie der bevol-
king. Men wachte zich echter deze invloeden te overschatten.
Wel is waar, zit de weerzin tot verplaatsing den werkman
nog in het bloed en is het „ubi bene, ibi patria-ocr page 123-
Het trekken van plaats tot plaats wordt meer en meer ge-
woonte \'), ja zelfs heeft menig werkman tegen eene verhuizing
van de eene stad naar de andere weinig bezwaar meer, terwijl,
zooals wij in ons eerste hoofdstuk poogden aan te toonen, ook
het emigreeren naar het platteland niet meer tot de ongewone
dingen behoort.
loonstand influenceert, is de onvolledige bekendheid met de
hoogte der loonen.
tusschenkomst der vakvereenigingen, reeds hier en daar den
sluier opgelicht, dit neemt echter niet weg, dat de toestand
in deze nog verre van volmaakt is. Ware werkelijk de hoogte
der arbeidsloonen van plaats tot plaats nauwkeuriger bekend,
zoo zouden ook zonder twijfel do loonen meer worden geëga-
liseerd.
der arbeidsloonen nauwkeurig bekend is, zich, zooals thans nog
herhajildolijk voorkomt, hier een ongeövenredigd lage, ginds
een overdreven hooge loonstand vertoont. Zoodra zich een der-
gelijk geval voordeed, zouden èn kapitaal èn arbeid, het een dc
plaats der lagere, do andere dio der hoogore loonen opzoeken,
totdat, na eenigo slingering die evenwichtstoestand werd ver-
kregen, Avelke in juinmerking genomen de tegeninvloeden in
casn bereikbaar is. Als middel nu om do onvoldoende bekend-
heid met den stivnd der loonen op te heffen, cn do egalisatie te
bevorderen, kan do arbeidsbeurs, mits op uitgebreide schaal
georganiseerd, Toortrefiolijko diensten bewijzen.
geschiedenis van hot „Trade Unionismo-ocr page 124-
„raanquer de contribuer au nivellement des salaires \'). Eveneens
Corvey„Auch als Lohnregulator vermag eine durch das
„ganze Reich verzweigte Arbeitsvermittelung einen gewissen Ein-
„flusz auszuüben.
alsmede de intensiteit en omvang van vraag en aanbod van werk-
krachten door de arbeidsbeurs bekend worden gemaakt, tevens
het generaal peil der arbeidsloonen een dalenden invloed zal
ondervinden. Ons inziens bestaat hiervoor niet het minste ge-
vaar. Wel is waar, heeft het aanbod van arbeiders, hetwelk
doorgaans grooter is dan de vraag, sterken invloed op de bepa-
ling van het arbeidsloon, in dier voege, dat het stijgt of daalt,
al naarmate de ondernemer zekerheid heeft, dat het aantal van
hen, wier behoefte aan arbeid onbevredigd bleef, grooter of
kleiner is. Men vergete echter niet, dat, waar de arbeidsbeurs
den werkgever eenerzijds deze zekerheid verstrekt, zo anderzijds
door krachtiger concurrentie der ondernemers, snellere kapitaal-
verplaatsing en tengevolge hiervan verhoogde productie weder een
machtig tegenwicht biedt.
dienen wo thans na to gaan, wat zo zal tot stand brengen, ten
aanzien van datgene, wat vaak wordt aangewend als middel om
het loon op peil te houden, zoo mogelijk to doen stijgen, nl.
ilc werkstaking. Velen zijn nl. van meoning dat hot welslagen
eener „striko-ocr page 125-
de door hen verlaten plaatsen niet aanstonds door anderen
worden ingenomen. Bestaat er eene arbeidsbeurs, zoo zal
deze den bedreigden werkgever in allerijl de gewenschte ar-
beidskrachten kunnen toezenden, waardoor in vele gevallen het
lot der werkstaking zal zijn beslist. Staakt daarentegen de
arbeidsbeurs hare werkzaamheden tegenover den werkgever, zoo
wordt daardoor de tegenpartij op niet geringe wijze gesteund.
Het spreekt van zelf, dat, waar dus, volgens deze opvatting,
het welslagen eener „strike-ocr page 126-
drijf een „strike-ocr page 127-
gunste of ongunste van een der strijdende partijen kunnen
doen omslaan en wordt het in dat geval van groot belang de
questie bij de oprichting der beurs nauwkeurig te overwegen.
Hoogst wenschelijk is het, dat de arbeidsbeurs, die als neu-
traal orgaan zooveel mogelijk boven allen partijstrijd verheven
»loet zijn, zich ook ten aanzien eener „strike-ocr page 128-
zal werken \').
ongegrond voor; immers van tweeën één, óf er is in de steden
overvloed aan werk, en alsdan is er geen reden, waarom de
arbeidsbeurs de plattelandsche bevolking ook niet een aandeel
hierin zou gunnen, of er is een overvloed van arbeidskrachten
en daarmede gepaard gaand gebrek aan werk, in welk geval
juist de arbeidsbeurs het middel zijn zal, waardoor de toevloed
van landbewoners kan worden gestuit. Immers de periodieke
publicaties omtrent de verhouding van vraag en aanbod in
de groote centra zullen, indien ze een surplus van arbeids-
aanbod aanwijzen, menig dorpsbewoner, die voornemens was
zijne werkplaats te verlaten, ervan terughouden zich bloot tc
stellen aan eene te voren te berekenen teleurstelling. We zijn
er vast van overtuigd, mede op grond van do ervaring in
\'t buitenland opgedaan, dat de arbeidsbeurs uitnemende diensten
zal bewijzen in zake dc egalisatie van arbeidskrachten tusschen
stad en land, waardoor een overmatige toevloed van landbe-
woners wordt voorkomen.
beurs haar gunstigen invloed doen gevoelen. Waar zo nl. don
sluier opheft, die thans het generaal overzicht ovor do arbeids-
markt belemmert, zal zo tevens eon eind makon aan oneerlijke
praktijken en exploitatie der arbeiders van do zij-ocr page 129-
vorderd. „Wenn die Arbeitskäufe-ocr page 130-
zonder voor de werklieden van groot belang.
den werkman een gebiedende eisch der noodzakelijkheid is,
valt het niet te verwonderen, dat elk middel, wat hem hierin
behulpzaam kan zijn, met gretigheid door hem wordt aan-
gegrepen.
troffen , die van de verlegenheid der werlieden gebruik maken, door
zich tegen grof geld als intermediair tusschen hen en den werk-
gever op te werpen. Daar de placeurs, zooals men de genoemde
personen betitelt, langen tijd nagenoeg de eenigen waren, welke
den werkman, die bij het omzien naar arbeid vaak in den
blinde rondtast, de gewenschte inlichtingen konden verschaffen,
was laatstgenoemde meestal wel genoodzaakt zich op genade of
ongenade aan hen over te geven. Zooals wel te begrijpen is
maken de placeurs van hunne sterke positie gretig gebruik, om
den weerloozen arbeider te exploiteeren.
dingen, waartoe dit stelsel van verplaatsing voerde, nog vaak
genoeg kunnen sproken. Thans zij er alleen op gewezen, dat
het weder de arbeidsbeurs is, die in deze den werkman groote
diensten kan bewijzen, waar ze door een gezond stelsel van
plaatsing, het placeursbcdrijf met zijn financieele en moreele
„so unmoralisch, wirkenden Privat-Agonturen-ocr page 131-
tend, rijst thans de vraag, door wie de vruchten van het een
en ander in de eerste plaats zullen worden geplukt?
de invoering van arbeidsbeurzen het meest behoefte gevoelen.
Hoewel ook de kleinere plaatsen zeer zeker de zegenrijke wer-
king eener betere aanpassing van vraag en aanbod zullen onder-
vinden, zoo is toch voor hen de invoering van niet zulk een
overwegend belang. In de dorpen en kleine gemeenten kent
men elkaar nl. beter, de verhoudingen zijn eenvoudiger, terwijl
ook de veranderingen van werkplaats niet zoo frequent zijn als
in de stad. Hier gevoelt men dus ook minder behoefte aan een
intermediair bij de afsluiting van het arbeidscontract.
zijn geheel beschouwen, eenc arbeidsbeurs, zoowel voor het
platteland als voor de steden van groot nut kan zijn. Dit
bleek o. a. bij de Duitsche vereenigingen tot plaatsing van
ontslagen-militairen en gevangenen, welke inrichtingen haar
succes hebben te danken aan de handige wijze, waarop ze ge-
bruik wisten te maken van de verlegenheid aan arbeidskrachten,
die zich in sommige afgelegen deelen van het rijk openbaarde.
Zooeven zagen we ook, welk een gunstigen invloed de beurs
kan uitoefenen op den evenwichtstoestand tusschen vraag en ajvn-
bod in de steden en op het land. Dit kan echter alleen ge-
schieden , wanneer zo in beide plaatsen tot ontwikkeling gekomen
is on aldus het geheele gebied van den arbeid beheerscht. Eene
\\-ocr page 132-
punten, die in verband met de arbeidsbeurs niet onbesproken
kunnen blijven.
de arbeidsbeurs in haar optreden de verhoudingen in den levens-
kring van den arbeid omzet en het samengesteld verband, dat
tusschen de verschillende deelen van nature bestaat, op ruwe
wijze uit elkaar wringt, m. a. w. is de arbeidsbeurs een mecha-
nisme , arbeid van boven opgelegd, of iets, dat volgens
immanente wetten als een noodzakelijke levensvoorwaarde door
hem wordt geeischt? Het laatste schijnt ons onvoorwaardelijk
het juiste toe. Is er iets, dat meer onder den drang der tijds-
omstandigheden, als eene onmisbare behoefte als het ware is
gegroeid en geworden en allerwege wordt gevoeld, dan is het
zeker, naast de organisatie, de mobilisatie van den arbeid. Even-
als de handelsbeurs voor het kapitaal en de korenbeurs voor do
granen van zelf uit de natuurlijke ontwikkeling van handel en
verkeer zijn geboren, ovenzoo is ook het centraalorgaan voor de
aanwijzing van arbeid niet iets, dat willekeurig is uitgedacht,
maar dat meer en meer zich als eeno levensvoorwaarde openbaart.
De arbeidsbeurs is niets anders dan een instrument,-waardoor
eeno van zelfwerkende kracht in hare ontwikkeling wordt ge-
steund. Terecht merkt Drage \') op: „Those who advocate such
„agencies aim not at a reorganisation of industry but only at
„supplementing the present system by remodeing its defects.-ocr page 134-
onder den invloed der veranderde oeconomische omstandigheden
minder geneigd is den arbeid te beschouwen als een stuk van
het menschelijk leven, maar min of meer als eene „waar,-ocr page 135-
en vertrouwelijken aard was, plaats hebben gemaakt voor geheel
andere verhoudingen, die haar aanzijn niet danken aan willekeur,
maar het gevolg zijn van geleidelijke en noodzakelijke ontwikke-
ling. Wij gelooven, dat die ontwikkeling, ten gevolge van welke
de mensch bij vervorming van industrie op andere wijze over
de stof is gaan heerschen, al zijn ook tal van min gunstige
omstandigheden er het gevolg van, beschouwd moet worden
als een niet tegen Gods wil historisch geworden verandering.
Waren het aanvankelijk patroon en werkman die, elkaar van
oudsher bekend, samen in één werkplaats arbeidden, thans zijn
het meer de werklieden en de ondernemers, die elkaar in \'tvrije
ruilverkeer tegemoet treden. Een patroon, die drie of vier knechts
onder zijne leiding heeft, staat uit den aard der zaak met hen
in veel nauwer contact, komt er veel eerder toe ze als mede-
arbeiders te beschouwen, dan de groote ondernemer, die 4 j\\
500 komende en gaande arbeiders op zijn fabriek aan het werk
heeft. De menschelijke arbeid werd in zekeren zin een „wivar-ocr page 136-
zullen verdwijnen, is toch voor het grootste gedeelte onafhanke-
lijk van eene organisatie, die niets is dan een middel tot
leniging van de door de hedendaagsche toestanden bestaande
behoeften. De arbeidsbeurs, beschouwd uit het oogpunt der
tegenwoordige omstandigheden, zal den arbeid ten nutte komen.
Van de arbeidsbeurs duchte men geen gevaar; op gansch iets
anders worde het zwaartepunt gelegd en wel hierop, dat ook
bij de ongunstige, d. w. z. zoo licht zelfzuchtige levensver-
houdingen, waarin de arbeid thans is geplaatst, verandering ten
goede in zoo hooge mate afhankelijk is van den geest, die allen
bezielt.
hechtheid wederzijds worden beoefend mits de grondslag voor dit
alles het Christendom slechts aanwezig is.
enkele vermeende bedenkingen tegen de arbeidsbeurs, daar willen
we thans wijzen op een werkelijk bestaand nadeel, dat helaas
onvermijdelijk aan hare invoering is verbonden.
stuk gewaagden van de toenemende „StcllenwccliaeV\' Het is nu
deze voortdurende verwisseling van werkplaats, die door do
arbeidsbeurs, welke mede om harentwil werd ingesteld, wel
eenigszins wordt bevorderd. De door de beurs verhoogde kans
om, wanneer men hier de werkplaats verlaat, spoedig ginds
weder een nieuwe te vinden, geeft den werkman een prikkel
om van de gelegenheid gebruik to maken.
productiewijze, dio zooals we boven zagen eene voortdurende ver-
wisseling van werkplaats onvermijdelijk maakt, eenerzijds bij
de plaatsing der steeds weer vrij komende werkkrachten onsciiat-
bare diensten bewijst, daar wordt ze anderzijds een sociaal
verlating van den dienst in de hand werkt. Het zich verplaatsen
van oord tot oord moet nl. tot het noodzakelijke blijven beperkt.
Immers de werkman, die zich nu eens hier, dan weer daar
metterwoon vestigt, ziet daarmede ook verbroken de zoo onmis-
bare banden, die maagschap en vrienden hem schenken. Het is
bekend, hoeveel de omgang met vrienden en bekenden, het
leven in een vertrouwlijken kring, ook uit een zedelijk oogpunt
vermag. Hoe menige misstap wordt er voorkomen uit pieteit
voor familie en bekenden of uit schaamte voor de omgeving,
waarin men zich sinds jaren bevindt. Deze zedelijke banden,
de vrees voor de opinie van anderen, zullen verzwakken en ver-
dwijnen, wanneer de arbeider zich nu eens hier, dan weer daar
bevindt.
krachtige en vooral de onnoodige mobilisatie der bevolking een
ongewenschton invloed. Donken wo slechts aan kiesrecht, militie-
en belastingplicht, aan hot kerkelijk verband on den armen-
zorg, die allo den invloed van eene steeds komende- on gaande
arbeidersbevolking ondervinden. Voor zoover do beurs nu bij
do noodzakelijke mobilisatie haar hulp biedt is zo den arbeid
ten zegen; waar echter door haar oene onnoodige „Stellenwechsel-ocr page 138-
dan tot voordeel kan strekken, zal zij vooral den werkman ten
nutte komen. Immers hij is het, die het eerst en het hardst
getroffen wordt door de gevolgen der werkeloosheid en tevens het
meest behoefte heeft aan een intermediair, dat hem spoedig een
kooper aanwijst voor zijne arbeidskracht, en hem bij de afsluiting
van het arbeidscontract ter zijde staat. De arbeidsbeurs, en dit
is juist een harer grootste voordooien, zoZ de zwakke positie van
den werkman tegenover ondemem^ en voortbrenging aanmerkelijk ver-
sterken. Of ze er in slagen zal den strijd tusschen kapitaal en
arbeid op te heffen, gelijk door de Molinari wordt betoogd,
meenen wij te moeten betwijfelen. Ze zou hiermede een eind
maken aan de brandende questie onzer eeuw, hetgeen niet kan
worden verwacht, en hetgeen ook niet zou liggen binnen haar
bestek.
te overspannen verwachtingen tc koesteren. Velen maken zich
hieraan schuldig, ook de Molinari.
door de arbeidsbeurs wordt tot stand gebracht, hetgeen wij van
haar verlangden, wanneer blijkt dat door haar is weggenomen
eene belangrijke oorzaak van ^verkeloosheid.
in het Buitenland.
den liwittiten tijd op sociaal gebied zoo zeer oj) den voorgrond
hebben geplaatst, dan het rijk, dat naast zijne „Gewerbeordnung-ocr page 140-
van bewijs omtrent het in het verledene gepraesteerde de eenvou-
dige verhoudingen verstoren. De vrij zware eischen, waaraan de
gezel te voldoen had, werden nog verscherpt, toen het streven
veld won om door het stelselmatig weren van nieuwe elementen,
de gilden binnen engeren kring te beperken. Waar bovendien
reeds de op geboorte steunende afstand tusschen meester en gezel
door eerstgenoemde nog werd vergroot, zoodat er zich een typi-
sche meesters- en gezellenstand ontwikkelde, begon ook meer
en meer bij den opkomenden partijstrijd de vraag, wie de „Arbeits-
vermittelung-ocr page 142-
teste-ocr page 143-
de uitoefening van het bedrijf afhankelijk maakt van eene aan-
stelling van het plaatselijk bestuur.
komst der „freie Gewerbeordnung-ocr page 144-
een ieder zouden openstellen. De tegenwoordige „Gewerbe-
ordnung-ocr page 145-
tler-ocr page 148-
1894 bij de diverse private bureaux ingesclireven: 535,020 werk-
zoekenden, waarvan 381,206, dus 71 werd geplaatst, terwijl
481,358 patroons zich bij de beurs lieten inschrijven. Neemt men
de resultaten van alle overige inrichtingen voor „Arbeitsvermitte-
lung-ocr page 150-