r- - •
ÎÎ\'
■Î-ocr page 2-
___..y;:;-/-ocr page 3-
Criiji H 24 8 ■iäi \'J 11 1 •IA r., --rfsh ■ -ocr page 5-
VERHANDELING DER LYFSTRAFFELYKE ENZ. V E R K L A RIN G VJTOds StedehoLideres op aerde, Gerechtigheit, daelt van omhoog^ ■-ocr page 9-
DER E N N A A R \'T VOORSCHRIFT DES GEMEENEN RECHTS, RAAD VAN \'T KEURVORSTENDOM SAXEN, En daaruyt in de Nederduytfche Spraake overgebragt DOOR TWEEDE DRUK, MDCCLXXIL \\ A A N D EN S aan een\' ieder\' , die zyne aandacht welke Iiaare beteugeling behoort te worden ingericht, in der tyd het licht zag, en welke niet flechts by zyne 3-ocr page 12-
Wierde, den Rechter, wien het te beurt valt, inLyf- ken zyn toegelaaten, zo merkelyk van dienfi; te können Ik las en herlas het Wcvk van deezen zo vermaarden aan« F O O K B E K I C H T, aangenomen worden, echter uyt overweeginge van dc gebragte re\'denen, tot beftuuringe der willekeure van telich^ telicbten , meenersde dus de Schryver des voorgemeld Dus ziet gy, zeer waerde en befcheyden Leezer! uytkomfte te zegenen, als wy reeds in \'t begin deezer Voorrede gemeld hebben. Geen wonder dan, en ik r O O K B ER ICH T: kelykheyd dier mede-deelinge nfet zeer gewigtig toe- im m iaandeling ik dacht geFoegélyk te können daar laaten^ eene ongerymdbeyd fcheen intefluyten, deiizeivem te ^ ^ 1-ocr page 18-
F O O R B E R J € H T, feelyk die Wetten, welker inhoud en verftand bezwaar- Dit beftek dan in deezer voegen ontworpen hebben- Ee r stel yk: Ten- opzigte van \'t Opfchrift deezes dit dît geval deeze vrybeyd te moogen gebruykeii\', en my\' r O O R. B E K I C H T, ?te zullen in ftaat ftellcn, zich in het doorbladeren dee- Werks eene merkelyke verlichting re zullen toebrengen^ En eyndelyk, ten Sesden, hoe zeer het my niet kon^- Werks, door my gefteld is-eene Terz Ameling der\' Eer van G O D 9 wiens Rechtvaerdigheyd nimmer toe- Ontvang -ocr page 23-
D E R-ocr page 24-
r K RZ A M EL I N G D E R Tan het te vondeling-leggea der kinderen, en de ftraffe van \'t zelve.-ocr page 25-
T W ï N T I\' G S T E. D E R T I G S T E. Vair de ftrafFe der overmaate, welke oratrentde wyzeder verweermge^ B O O F D S T U K K E\' Ni Van \'t vervalfchen der Muiite ten op2iigte van de gedaante, en dé VERZAMELING D E% y Y F T I G S T E. \' Van de ftraffe des Overfpels, wanneer hetzelve met gehuuwde op eene Van overfpel, \'t welk door éénen\'der verlaaten Echtgenootengepleegd- HOOFDSTUKKEN. S E S T I G S T E. ¥an \'t aangaan der tweederhande Trouwbeloften, en de ftraffe van % VERZAMELING D E% e e n \' E n s e v e n t i g S t E. -ocr page 31-
H O O F D S T U K E N, TWEE EN TACHTIGSTE. \' r E R Z A M E L I N G Z) E È d r i e en neg en t i g s t e. ¥an \'t opleggen der DoodftrafFe.-ocr page 33-
HO O F D STUKKEN. Van vry geley en des beklaagdens Borgftellinge. Blad%. 1078 HONDERD EN V^Y F D E. HONDERD EN VEERTIENDE. Van de vermoedens-blyken eiker misdaad in \'t byzonder. Blad%. 1215 HÓNDERDEN V Y F T I E N D E. HONDERD EN S E S T I E N D E. H O N D E R D V Y F E N T w I N T I G S T E. Van willekeurige of buytengewoo^ Straffen.-ocr page 36-
VERZAMELING D E% HONDERD SES EN DERTIGSTE. Bladz. £ DER EN NAAR \'T VOORSCHRIFT des GEMEEJVEJNf RECHTS. Van de Straffe des Doodflags en \'s Daaders opzet. I. Doodflag is eene gemeemafgryze- 5. VerUaaring mn deL.i,%. i. 7t. de r rj j-ocr page 38-
3 EERSTE HO O F D S TUK 7. De hoedamighden des doodßags zyn 8 . Om welke reden ook tegen deeze mis- 9, PFat eygentlykzy deßand ^ezes ow II. De bewysredenen der ontkennende 12,. In misdaaden moet op wille en voor- 14.-ocr page 39-
TAN DE STRAFFE DES DOODSLAGS enz. 3 ;rer, dan hem,die met zich zeiven in aart gelyk ftaat, het leeven te II.-ocr page 40-
EERSTE HOOFDSTUK trekkinge tot dat byzonder geval, zo naamelyk uyt het (2) bevel Wen- VAN DE STRAFFE DES DOÖDSLAGS enz. 5 nood-dwang, gepleegd. Ende liftige wederom\'t zy eenvoudig ofwel VIII.-ocr page 42-
-ocr page 43-
TAN DE STRAFFE DES DOODSLAGS enz. 3 iluurt, te zoeken en te vinden is. De zonde of misdaad is toch niet XIII. Volgende hieruyt^ dat alle misdaaden door den wille onder- XV. TenViERDEN: byMarcianus in de (c) L. 3. §. 2. -tt. adL.. uy t volgt, dat hy, die buyten opzet om te dooden, of zonder voornee- Xyi. Ten Vyfden : ftrydt met dit gevoelen geenfins hetGodlyk recht,, s-ocr page 45-
VANPE STRAFFE DES DOODSLAGS,enz. \' ^ gedreeven, waarvan eenige, om tot hetpynigente können overgaan, en dat ten voordeele des beklaagden geene tegenfirydige vermoedens- XXI. Maar dien onverminderd wordt het tegendeel, dat naamelyk XXIL Eerstelyk: Het is bekend, dat iemand, die aan eene zaak gefchikt zy en uy tgeftrekt worde tot de opvolgende misdaad, dies XXIIL Wie zal toch ontkennen, dat hy, die met een zwaard treft, B-ocr page 46-
lO-ocr page 47-
TAN DE STR.AFFE DES DOODSLAGS, enz. ïï •^nen gemaatigd en bedwongèn v/orden, ja zelfs het feyt dermaate ge- XXVI.-ocr page 48-
lO-ocr page 49-
VAN DE STRAFFE DES DOODSLAGS, enz. 13 geleerden, is eene konfl om te befchaadigen tegen de natmire, dat is-, lO-ocr page 51-
¥AN DE STRAFFE DES DOÖDSLAGS, enz. , is overige wordt dat gene^\'t welk veel eer by een oirüoor%-ocr page 52-
lO-ocr page 53-
YAN m STRAFFE DES DOODSLAGS, enz. 17 wel aan de ééne als aan de andere zyde tegenftrydige onderftellingen XL. Gevolgelyk blyft deeze onze gedachte zeer aanneemelyk, dat XLI. E E R s T E L Y K: Indien\'cr zeker geval gebeure, waarin de geene buy tengewoone ftraf plaats hebbe. Van welk geval in het äerde XLII. Ten Anderen: Deeze gedachte lydt uytzondering, zo de / Üi ïS TWEED E HOOFD S T U K. lyke arglift desgenen, die op eene ongeoorlofde wyze werkzaam is Tan \'t onderfcheyd der perfoonen in de fiirafiè dea; li Algemeen rkhtfnoer wegens de aan 2- De flrafj des doodßags laat nietloe 3, Edelen moeten zachter geftraft wor- f. De ftraf van zendinge in halling- 6 Adeldom verfchoont niemant mn ds ftraffe des doodßags. 7. Ook niet naarst Godlyk recht. 8. ïOi Verklaaring van de L. 3. §. 5. I^. poen, \'ff. ad L-ocr page 55-
■ \'VAN \'T ONDERSCHEYD DER PERSOONEN, enz. 19 \'i^^. VerUaaring mn de L 38, §.-ocr page 56-
tweede hoofdstuk. ßomen,dat hoog - geboren, ryke en in hoogeren rang geftelde men- 2.i YD DER PERSOONEN, enz. \'t weik niemand uytfluyt, Levit. lA\'-^l- Als iemand eerdge ziele \'des VIII.-ocr page 58-
T W E E ^D E \'H O O F D S T U IL deeld worden, als iemand in eene hoogere waerdigheyd heeft uyfcge- ¥AN. \'T ONDERSCHEYD DER PERSOONEN, enz. 23, n -ocr page 60-
\\en gezegd wordt, die waarlyk en met uytwerkinge betaalt, L. 49.?r. XV.-ocr page 61-
\'VAN \'T ONDERSCHEYD DER PERSOONEN. eaz. 25 XVIII.-ocr page 62-
zS-ocr page 63-
VAN \'T ONDERSCHEYD DER PERSöO-ocr page 64-
28-ocr page 65-
VAN \'T ONDERSCHEYD PER PERSOONEN, enz. 2p XXXÏ. Wat hiervan zy met betrekking tot andere\'misdaaden; is 30-ocr page 67-
V ANEENENLISTIGUYT DE WAPENEN ONDERST.DOODSL. 31 IV.-ocr page 68-
VII. En kan met allerhande wapenen van deeze foorte de nederflag Vill. Echter kan men in \'t gemeen aanmerken, dat de liftige dood- IX. \'t Gene ook ftand grypt in yzeren werktuygen of wapenen, wel- 32 -ocr page 70-
S4-ocr page 71-
-ocr page 72-
^é-ocr page 73-
VAN EENEN USTIG.UYT DE WAPENEN 0NDER9T.D00DSL, 37\' flag voor eemn liftigen doodflag gehouden,, en de doodflager met den XXV.-ocr page 74-
38-ocr page 75-
-ocr page 76-
Van den laftgeever en van den laftaanneemer ^es rr-ocr page 77-
VAN\'LA\'STGEEVER EN LASTAANNEEMER tm. 41 weike t\'eenemaal ftrekt ten nutte van de raadvraager, en niet van den III.-ocr page 78-
■ V 1 E R D. E ii O O F D S T U }en van verfchey den Rechtsgeleerden, in\'tbreede handelende, op wat VIL En, fchoon iemand mogte tegenwerpen, dat laft, overkom ft, VÏIL Waaruyt volgt,, dat de laftgeever aan de gewoone ftraffe IX.-ocr page 79-
VAN LASTGEEVER EN LASTAANNEEMER. 43 en ook boven in \'t ecrfte Hoofdfiuk beweezen, dat, om de ftraf des XI.-ocr page 80-
44-ocr page 81-
l^ÄN DEN UYT DWAALÏNGE GEPLEEGDEN DOODSLAG, 45\' Van den uyt dwaalînge gepleegden doodflags I. De dwaaling in den perfoon verfchoont De Uytleggers verfchillenvan elkan- 5.-ocr page 82-
46-ocr page 83-
VAN DEN ÜYT DWÄALINGE GEPLEEGDEN DOODSLAG. 47 VL Het E-erste Geval is, indien-ocr page 84-
48-ocr page 85-
VAN DEN UYT DWAALINGE GEPLEEGDEN DOODSLAG. 4.9 X. Ook wordt deeze gedachte uytgebreyd in hem, die met iemand XL Het Derde G e va l is, %o de doodßager 7wch dvjaaling in XII. Onbezwaard ben ik dan te befluy ten, dat in dit geval de dood- , ^ ^ ^ ,-ocr page 86-
so-ocr page 87-
VAN DEN tJyT HEET BLOED GEPLEEGDEN DOODSLAG. de T- §• 3- \'Te. ad L. Cornel de ficar. De firaf desgenen, die in ge- IV.-ocr page 88-
Vin, Want, A., wordt in die plaatfen, waarin over de ftraffe des ÏX. B. Dit kan duydelyk beweezen worden uyt de L. 5. C. de In^ X.-ocr page 89-
VAN DEN UYT HEET BLOED GEPLEEGDEN DOODSLAG. I3 handein tweefpalÈuytheet bloed gepleegde doodiiag uyt de L. i. §. 3. ad L. Cornel. de ficar. voor toevalligen doodflag gehouden wordt, XIL B. B. Ook komt in geen bedenken de Z. t. 5. «tt. ad Set. Xni. C. C. Ook kan in geene opmerkinge komen het bygebragt XIV. Want de gramfchap is tweederhande: de ééne komt voort uyt ^ (n) By deeze Wet Remmia,. van welke de L. 2. ^r. ad Sa. Turpiiï^g^ G 3 lyk, verfchoont, dies de daader ligter geftraft worde; doch de andere Van de ftraffe des doodflags, die met voorbedachten 54 ï. Doodflag is tweederhande, naamelyk \' 2. Die een ander\' met voorbedachten 3- Hy misdoet zwaarer, die met voor- 4.-ocr page 91-
VANDE STRAFFE des DOO,DSL. , die MET VOORBEDACHTEN enz, 55 Gevolgelyk ontftaat hieiuyt deeze onzekerheyd, of de flraf van \'t ïl. Tot deeze onzekerheyd wordt aanley ding gegeeven, Eerste- hebbe, L.i.C. ad. L. Cornel de ficar. naamelyk, omdat zulke toe- IV.-ocr page 93-
\'VAN DE STRAFFE DES D00DSL.,D1E MET VOORBEDACHTENenzs? flechts plaats, zo vyandfchap of eene andere reden, zelfs de geringile , VIL Want,fchoon\'er meer zy in verraad, dan wel in \'t enkel op- VUL Doch, fchoon dit waarzy, en op den doodflag, die met op- IX. Welk gevoelen niet flechts door het gebruyk deezerLanden aan- andere ( 9) Het Grieks-ocr page 94-
58-ocr page 95-
VAN VADERMOORD EN DE STRAFFE VAN DIEN. 59 10.-ocr page 96-
wreedaartigheyd in iemand zou konnen vallen, dat hy zulk een vuyl ïV. En is deeze misdaad zo zwaar en verfoeyelyk gehouden geweeft, V. Om de gruuwzaamheyd deezer misdaad dan hebben de Overften niet houden kon, door de grootheyd\'der ftraffe aan de boosheyd zouf VAN VADERMOORD EN DE STRAFFE VAN DIEN. 97 het dood lighaam des Vadermoorders gevoed wordt. Een Haan, om- VIL Op deeze wreede misdaad is- dan te recht eene allerv/reedfte VUL \'t Welk (n) zeker Rechtsgeleerde toeftemt, zeggende, dat I-X. Echter fchroom ik niet met anderen, te verzekeren, dat de ge- als (D) De Vadermoorders worden doorgaans geftraft-ocr page 98-
6z-ocr page 99-
VAN VADERMOORD EN DE STRAFFE VAN DIEN. 99 gemelde flrafje des lederen %aks. of by gebrek van water de jiraffe des van Vadermoord, of met die van denlederenzak, moeten worden aak- XIX.-ocr page 101-
VAN VADERMOORD EN DE STRAFFE VAN DIEN. 65 en Schoonmoeder, Styfvader en Styfinoeder, gewaagd, en gevolgelyk XXIV.-ocr page 102-
66-ocr page 103-
VAN DE STRAFFE DES KINDERMOORDS, 103 geweezen, zou daartegen gewiffelyk niet veel zyn intebrengen; want Van de ftraffe des Kindermoords. ï. öuJstyds hadden de Ouders tegen Of dee%e ftraf aan Ouders, die hun- 0.8-ocr page 105-
VAN DE STRAFFE DES KINDERMOORDS. iyk bekend lieeft, doch echter, dat ze ook door anderen, die haar te V.-ocr page 106-
NEGENDE HOOFDSTUK 14.-TT. d-ocr page 107-
VAN DE STRAFFE DES KINDERMOORDS, 71 deren gehouden, noch tot den Heyhgen rang toegelaaten,maar voor XII.-ocr page 108-
72-ocr page 109-
VAN DE STRAFFE DES KINDERMOORDS, 109 nen wilie en byftand gepleegd is geweeft; vooral, dewyl het Opfchrift 74-ocr page 111-
VAN DE STRAFFE DES KINDERMOORDS, 75 hout, ftok of andere dingen \'skinds mond verftoppende; of ook wel XXII.-ocr page 112-
76 NEGENDE HOOFDSTUK. betrekkinge, L. fin. 5r. de acceptilat. En moeten ook om die oorzaa-^ XXV.-ocr page 113-
VAN HET-ocr page 114-
kinderen te vondeling-leggen, hen niet flechts verliezen, maar zich HL Welke fliraf echter niet gelykvormig is; want nu eens worden IV.-ocr page 115-
VAN HET TE VONDELING-LEGGEN enz. 79 me, maar op dus daanige plaatfe, waar door gaans menfchen heen\' en VII. En\'ftrydt hiermede niet, dat hy ,die aan eene ongeoorlofde _VIII. Dit, zeg ik, ftrydt hiermede ganfchelyk niet, omdat hy, éM X.-ocr page 117-
VAN DE STRAFFE DER VEROORZAAKTE MISKRAAM.81 waarop de gepleegde ICindermoord met die ftrenge ftraffe des lederen II.-ocr page 118-
E. L F-ocr page 119-
VANDESTRAfTEDERVEROORZAAICrEMISKRAÄM.83 zwaerde geftraft worden; fteunende dit aliefms op zeer goede en aannee- VIL Want het is, eerßelyk, onwraakbaar,dat zulk een, die eene VIII.-ocr page 120-
ELFDE H O O F D S T Ü K. door (w) anderen gevolgd, beweerende, dat deeze gedachte is zees XL Die alle ter itaavinge van hun gevoelen bybrengen de L. 6. m^ XII En wordt inde§. 6. Infl. de publ judic. genoegzaam, hetzelf-f XIII. Wordende daarentegen by fommigen beweerd » .dat de bloot© XIY. Welke gedachte niet Hechts by da Rechtsgeleerden met een. bragt. (w) Csepollaj Gomtsins, DamhouderjBerlfciiiiiSj Menochius, |x) Gomezius Tfw. 3. far» Kefd, c.. 3. n, 4. fANDESTRAFFEDEIiVEROöRZAAKTEMISKKAAMJs\' bragt of bygefprongen hebbe, L. i. ^.-n.ad Sdi. Syllan.o6k% 17, XV. En wordt het tegendeelniytdeii,. 6.71. adL. Pompej. d-ocr page 122-
ftrafFe van yadermoord, of zelfs met de enkele doodftraffe, geenfins moe-, XV I. Eyndelyk heeft de gewoone ftraf van lündermoord geéne TWAALFDE HOOFDSTUK Van de ftraffe des Man-of yrotiwe-moords. I N H-ocr page 123-
VAN DE-ocr page 124-
88-ocr page 125-
VAN\'DE straffe-DE-S MAN- O\'F VROUWE-MOGRDS eos Matth. 19. dies ze niet meer twee, maar één vleefcli zyn, zegt de XI.-ocr page 126-
po-ocr page 127-
VAN DE STRAFFE DES MAN- OP VROüWE-MOORDS enz. gi. tegengefproken. Echter volgt daaruyt niet, dat in zulk geval de gCr of de zodaanige ook Vadermoord gepleegd hadde, L. i. -ocr page 128-
de en afichrik van anderen daarby voege, neem eens, dat het dood Hg- T St2 XXL Dit \'s in zo verre waar,dat (myns oordeels) zelfs niet in \'£ VAN DEN TEGEN BLOEDVERW. EN VERZWAGERDE enz. 9-ocr page 130-
94-ocr page 131-
■ 7ANDENTE,GENBL0EDVERW..ENVERZWAGERDE enz. gs •vu: Ook komieii de aangehaalde gedachten, zo men de weeg- VOL Opdat dan broeders, naaverwanten, en verzwagerde per- IX, Welk gevoelen, als tuffchen beyden ingaande, meer aannee- ter, doch ten opzigte van de Cornelia van de moorders veel har- dejc. pd D E Pv T i E N D E H O O F D S T ü K. der zynde, te. doen ftand grypen, en dus eene tuflchen beyden in- X.-ocr page 133-
VAN DEN TEGEN BLOEDVERW. EN VERZWAGERDE enz. 9-ocr page 134-
98-ocr page 135-
VAN DEN TEGEN BLOEDVERW. EN VERZWAGERDE enz. 9-ocr page 136-
V E E R T I E N D E H O O F D S T U K. V E E R T I E N D E H Ö O F D S T U K Van de te verzwaaren ftraffe des Vadèrmoords. 1.-ocr page 137-
VAN DE TE VERZWAAREN STRAFFE DES VADERMOORDS.ioi B neemelyk, dat de beklaagde om de hervattinge van den aan Ouders, Van de ftraffe des biiyten opzet gepleegden Vader- i o. De ßraf des doods heeft geene plaat S\'^ 11. Straf van^ den zonder lift gepleeg- 13.-ocr page 138-
I02 V y F T I E N D E H O O F D S T U IC maate met hoedaanighedcR bekleed zy , dat hy in zekeren opzigte ver--ocr page 139-
VAN DE STRAFFE DES BUYTEN OPZET eiïz. IQB moord konnen gebragt worden, welke by den Rechter wel en ter dee- V. Het EersteGeval is. Zo Vadermoord wel niet ujt voor- VLA. Om die reden, dat, indien zekere misdaad of bedry ving ■ VIL B. Het is hoven in \'t eerfte Hoofdßuk gezegd en beweezen, gepleegd wordt, gelykdatookby ver- 4 met geen zwaerd of diergelyk werktuyg, tot het pleegen van dood- VIII.-ocr page 141-
VAN DE STRAFFE DES BUYTEN OPZET eiïz. IQB doet, zal hy dan ook voor allerhande uytkomfte en opgevolgden va- X. Bovendien komt het ook in geene aanmerkinge, dat de doodftraf \' XI. Het Tweede G e v a l is , Zo de Vadermoord noch uyt 306 V Y F T I E N D E HOOFD S^ T U K, ße ficar. Als ook, omdat zy, welke haare vrucht bloctftellende, o£\\ XJI. En hiermede ftrydt nietdat (gelyk zo even gezegd, is) hy,
Befchenen door het Alziende Oog,
Met haren Evenaer en Zwaerde.
Opdat ze, op \'t ftevig Recbtaltaer,
Haer petten ftave en \'t Recht bevoordeel\',
Door haer Voorzicbtigheit en Oordeel,
Verbeeld door \'t geestryk Kinderpaer,
Dat alles afmeet, alle daden
Ten toets\' in \'t Spiegelglas vertoont;
Waerop B e l o o nin g de Onfchuldt loont,
De Deugdt bekroont met Lauwerbladen,
De Straf, den Twist, vol wrok en nydt.
Den Moordt en andre heigedrochten,
Door angst in. \'t wroegend hart bevochten,
Met haer geftrenge Zweep\' kastyd.
De Schat uit Amaltheaes Hoor en,
\'t Gebloemte, \'t Ooft, de Palm Qn Rroon,
-ocr page 7-
-ocr page 8-
GETROKKEN UYT DE SCHRIFTEN
VAN DEN HEER
op de behandelinge der LyfftraiFcIyke
zaaken geveftigd houdt, genoegzaam
bekend5 dat dcHeer Benedictus
Carpzovius 5 Rechtsgeleerde , Raad
van \'t Keurvorftendom Saxen enz.
enz. in de bewerkinge der ftofFen, welke daartoe be-
trekking hebben, boven alle andere Rechtsgeleerden
geenen geringen lof verkreegen heeft, daarvan getuy-
gende meer dan ééne uytgift, die van zyne verhande-
linge der Lyfftrafièlyke Misdaaden en van de wyze, naar
Land-genooten, voor wiehy dit keurlyk werk beTchreef,
maar ook door de meeffce Gerechts-Hoven en Rechtban-
ken van andere Landen, waarvan men die der Neder-
landen geenfins mag uytfluyten, met byzondere achtin-
ge ontvangen wierdt, en wel in die maate , dat het ge-
zag van deezen zo hoog verlichten Man ( behoudens al-
len eerbied, aan zyne voorgangers, die in de bewer-
kinge van diergelyke fi:ofFen veel roems behaald hebben,
verfchuldigd) tot zo hoogen top van waerde is opge-
ftecgen^ dat die verhandeling tot hiertoe beoordeeld
ftrafFelyke zaaken te moeten oordeelen en vonnis vel-
len, allefins en op eene voldoende wyze te können on-
derrechten , als in zich vervattende veele gevallen en
belliffingen, welke den Lyfftraffelyken Rechter können
voorkomen, en by heni met alle geriiftheyd moogen
gevolgd worden; waarom ook de Schryvers, die naa
den Heer C arp zoviu s de verhandeling der Lyfftraf.
felyke zaaken ondernomen hebben, geene zwaarigheyd
maakten, die met het gezag van deezen wyd-beroemden
Man te ftaaven, en dus by den naauw - gezetten Rech-
ter te doen ingang vinden, waarvan ook een byzonder
blyk heeft gegeeven de Heer Pieter Bort, Ad-
vokaat voor de Hooge Gerechts-Hoven van Holland en
Weft-Yriesland, in z\'jnTra-ocr page 13-
weezen. Myne gedachten dan gericht hebbende, hoe
en op wat wyze ik beft aan dit myn oogmerk langs den
gevoegelykften wcg^ zoude hebben können voldoen,
vertoonden zich wel aan my in den eerften opflag zeer
veele, en, zo \'tmy voorquam, onovervvinnelyke zwaa-
righeden, welke my dit voorneemen, hoezeer uyt ge-
voelens van liefde en genegenheyd voor myne dier-
baare Vaderlanders voortgefprooten, fcheenen moey-
lyk te maaken, en my aanteraaden, hiervan hoe eer zo
liever aftezien, en my zeiven bezig te houden met wat
anders, \'t gene moogelyk beter aan myne geneygdhe-
den zou hebben können beantwoorden; maar evenwel,
de luft en begeerte om het ontworpen e zyn beflag te
doen erlangen in my fteeds opwakkerende, befloot ik,
de zaak\' wat naader met een bedaard oog te over wee-
gen , en in overleg te neemen, wat door my in deezen,
met inzigt tot de gemeene nuttigheyd, zoude können
worden toegebragt?
Schryver ^ merkende wel haaft uyt de Voorrede, die ik
voor den ingang van \'t zelve geplaatfb vond, \'s Mans
2edigheyd, zich verfchoonende, by de hand gevat te
hebben eene zaak, welke door zo veele beroemde Schry-
vers, die zich in de verhandelinge van \'t Rechtsge-
bruyk der LyfftrafFelyke zaaken, niet zonder de aange-
naame vruchten van hunnen arbeyd te plukken, ge-
queeten hadden, zo wel voor als in zynen leef-tyd, zeer
uytvoerig. was behandeld geworden, en dus met alle
reden vreezende, dat de herhaaling van eene en dezslf^
de ftofFe, hoezeer ook juyft niet in allen gevalle te
wraaken zynde, met verdriet en walginge zoude können
fteeds aangroeijende, meer en meer toeneemende^ ja
dagelyks opgequeekt wordende boosheyd (waartoe de
bedurven zeden der menfchen in die tyden zeer veele
en verfcheyden nieuwe hoedaanig- en omftandigheden,
op welke men moogelyk nooit had können denken, in
\'t pleegen der misdaaden en wanbedryven opleverden,
en waardoor miffchien de meer eenvoudige Rechter
zoude können in verlegenheyd gebragt worden omtrent
de verkiezinge van eene naar de misdaad wel geëvenre-
digde ffcrafFe, waarin zelfs de meer kundige Rechter
dikwerf te kort fchiet, terwyl ondertuflchen by hem
niet weynig weegen moet de behandeling der Lyfftraf-
felyke zaaken, in wier beoordeelinge niet van een ge-
ring voor- of naadeel, tot de burgerlyke t\'zamenleevin-
ge betrekkelyk, maar van \'s menfchen tydlyk en eeu-
wig welzyn, tegen \'swaerelds goed niet opteweegen,
gehandeld wordt) te raade geworden zynde, deeze
hoezeer ook uytgeputte ftofFe nogmaals om de reeds by-
den naauwgezetten Rechter, naar\'t voorfchrift des ge-
meenen Rechts, naar de inftellingen van het Duytlch
Ryk, naar de gewoontens en plaatfelyke Wetten van
\\ Keurvorftendom Saxen, te verhandelen, tefFens
met eene juyfte en ter zaake dienende aanhaalinge van
de Rechterlyke gewysdens, welke, op iedere der in
aanmerkinge komende misdaaden, of wel op haare om-
Handig- en hoedaanigheden, toegepaft zynde, können
in ftaat weezen, den Rechter in de afdwaalinge van
den waaren weg der gerechtigheyd te verhinderen, en
hem in dit zo zeer gewigtig tyds-gewrigt, het welk niet
zwaar genoeg op \'t harte kan gedrukt worden, voor-
deü Wei\'ks, of ten minften zich vleyende, aan de
openbaare nuttigheyd in \'t gemeen, en aan den Rech^
ter, ja zelfs aan alle behandelaars der LyfftrafFelyke
Rechcs-gedingen, in \\ byzonder, geen gering voordeel
te zullen toebrengen, vertrouwende, dat, zo de ver-
wachting zyn oogwit mogre beantwoorden , hem in dat
geval een overvloedige Oogft van aangenaamc vruch-
ten zou te beurt vallen; doch, indien hy zich hierin
mogte bedroogen vinden, dat hy zich in dien gevalle
met de herdenkinge aan zynen goeden wil en genegen-
heyd, in de onderneeminge deezes Werks betoond j
zou verluftigen.
\'s Mans oogmerk, dat hy zich in de bewerkinge dee-
zer wyd-uytgeftrekte ftofFe had voorgefteld, en \'t welk,
aldus by hem naar dit beftek uytgevoerd zynde, der
Godlyke voorzienigheyd behaagd heeft, met zodaanige
vley my, het by u en by alle Rechtfchapen Liefheb-
bers der Gerechtigheyd te zullen gewettigd worden,
dat ik het der pyne waerdig geacht heb, den voor-
naamften inhoud van dit zo overheerlyk Werk ook my-
nen Land-genooten meetedcelen. -ocr page 16-
fcheen , dewyl dit alles meer aan \'t oogmerk van onzen^
Schryver was dienftbaar, dan het wel aan onze Land-
genooten konde te ftade komen, hoezeer ik niet
ontkennen kan, dat Wetten, Inftellingen en Gewys-
dens van andere Landen, den Rechter in allen gevalle
können verlichten, verklaaren en beveiligen. Ik nam^
dan het befluyt, my enkelyk en alleen tot het gemeen
Recht, naar welks richtfnoer de Heer CarpzoviuS\'
dit Rechts-gebruyk der Lyfftraffelyke misdaaden heeft
©pgefteld, te bepaalen, achtende dat ter onderrechtin-
ge myner Land - genooten voldoende te zyn , en my
vleyende^ dat, hiervan een behoorlyk uyttrekfel ge-
maakt zynde, elk Rechter zon bebben een Voorfchrift 5,,
naar \'t welke hy met alle geriiftheyd de zee der Lyfftraf-
felyke Rechtspleegingen zou können bevaaren, en voor
fchipbreuke beveyligd zyn; en, met betrekkin ge tot de^
gemelde Wetten-, Infteliingen en Gev/ysdens ^ meende*
ik, dat dit gebrek zeer ligt zoude aantevullen zyn, in-
dien ik ten opzigte der misdaaden ^ wier ftraffen naar
de Wetten en gewoontens, in Holland en Weftvries-
land ftand grypende, van dé zodaanige, welket ge-
meen Recht vaftftelt en iavoert, onderfcheyden te zyn
bevonden worden., eenige korte aanmerkingen toevoeg-
de. Het quam my voor, dat ik op geene ongevoege-
lyke wyze- het Werk verkorten kon, wanneer ik van de
250 Hoofdftukken, binnen welke de Heer Carfzovius^
zyne verhandeling beperkt heeft, 8 derzei ve afnam 3 wei-
Me- niet anders handelen ^ dan enkelyk van zaaken, hm
Keurvorftendom Saxen betreffende, en van zekere-
misdaaden, neem.eens, Wichelaarye, Duyvels-konfte-
marye, Tooverye, en van andere weynig voorvallende-
m zeldzaam geftraft wordende wanbedryven wier ver-
met betrekkinge tot ons Vaderland, waarin de Hervorm-
de Godsdienll , voor zo veel de eerftgemelde aanbe-
langt, alie bygeloovigheden heeft gezuyverd en opge-
heven , en wier verhandeling gevolgelyk my ook toe-
fcheen van weynlg nuts en voordeels te können wee-
zen, tefFens overweegende, of met het voorgemeld
Werk zou können gezuyverd worden van veele fpits-
vindige redenkavelingen, aanhaalingen van Rechtsge-
leerden en befliffingen hunner gefchillen., welke den
Rechter, vooral, indien hem tot de oorfprongklyke
Schriften derzelven om de onkunde der Taaie, waarin
ze befchreeven wierden , de vrye toegang zy afgefloo-
ten, flechts verlegen en verward maakt, en mitsdien5
of in deezen de veyligfte weg niet wierde gekoozen , in-
dien men zich alleen met het ftellend Recht vergenoeg-
de? Ik had ook wei luft en genegenheyd om de Wet-
ten , by den Schryver ter ftaavinge van \'t verhandelde
uyt het Roomfch-Burgerlyk Recht bygebragt, den Ne-
derduytfcl^en Leezer medetedeelen, dewyl bet tocll
verzenden naa zodaanige Rechts - plaatfen, welke by
lem met geene moogelykheyd können worden naage-
zien; doch, my daarin eenen geruymen tyd bezig ge-
houden hebbende, ondervond ik wei haaft, dat het
voorgenomen beftek merkelyk zoude uytdyen , en moo«
gelyk wei de uytgeftrektheyd van \'t oorfprongklyk Werk
des Schryvers te boven gaan, behalve dat het my ook
voorquam juyft van die noodzaakelykheyd niet te zyn
ten opzigte van zulke Wetten, wier inhoud door den
Heer Carpzovius, voor zo veel de weezendlykheyd
derzelve betreft, hier en daar wordt uytgehaald, en dus
meende ik daarvan te können afzien eabefluyten, en-
iyk by den Leezer ter zyns onderrechtinge können ont-
beerd worden , in onze Nederduytfche Spraake overte-
brengen. Tan nog mindere noodzaakelykbeid achtte
fk het te zyn, de plaatfen uyt het Geeftelyk Recht byge-
bragt, hoezeer ook in de meefte gevallen den Rechte?
könnende yerfterken, mynen Leezer medetedeelen, de-
wyl het my toefcheen, dat hetzelve Recht niet is van
dat gezag, waarmede het Roomfch-Burgerlyk Recht
voorzien wierdt, als waartoe doorgaans in deeze Lan-
den by ontHentenifle van Wetten, gebruyken en ge-
woontens, toevlugt genomen wordt, en vooral in die
gevallen, welke de Wetgever niet heeft kennen voor-
zien noch bepaalen , en die met geene moogelykheyd
by den Rechter op de Wet zelve zyn toetepaflen. •
de , zo als hetzelve door my hier boven is ter neêr ge-
fteld, heb ik, onder afbiddinge van \'s HEEREN zegen
en byftand over deeze myne poogingen, het geluk en
genoegen moogen génieten, hetzelve alzo ten eynde
te brengen, waarin de volgende Leydraad door my ge»
houden wierdt;
vertaalden Uyttrekfels my niet konnende bedienen van-
\'t Opfchrift, by den Heer Carpzoviijs gebruykt,
waarvan de reden niet duyfter is, en ook niet verder
behoeft uytgehaald te worden, en my bepaald hebben^
de, de^ vertaaling van dit Werk, voor zo^ veel\' \'tüyt-
trekfel\' aanbelangt, enkelyk en alleen tot het gemeen
Recht te beperken, maakte ik geenezwaarigheyd, het
Opfchrift des Schryvers te veranderen, en hetzelve der-
wyze interichten, als het by my aan \'t hoofd deezes
Wei-ks geplaatft te zyn gevonden wordt,- meenende In
oordeelende daartoe verpligt te zyn, opdat ik den Lee-
zer geen verkeerd denkbeeld van den inhoud des Werks
mogte toedienen, terwyl ik \'t echter niet ondiertftig\',
Imide 5 hier ter plaatfe indachtig te maaken,, dat, dewyl
de Heer Carpzovius het oorlprongklyk Werk gefchree-
ven heeft 5 met oogmerk om de verhandeling der by hen%
voorgenomen ftoffe naar \'t gemeen Recht, met aantoo-
ninge der Wetten en gebruyken , in Saxen ftand gry-
pende en aangenomen, interichten, het my volftrekt
onmoogelyk is geweefb, het Sasifch Recht geheel voor-
bytegiian^ maar ik genoodzaakt vvierd, hetzelve op
veele plaatfen intemengen, waarin ik te minder zwaa-
righeyd maakte, omdat het my voorquam, dat hetzelve
Saxifch Recht, zo niet in \'t geheel g ten minften in\'
veele opzigten, niet t\'eenemaal afkeerig is van de Wet-
ten, gebruyken en gewoontens, in den Lande van Hol-
land en Weffcvriesland voorgefchreeven en ingevoerd
behalve dat~hetzelve in allen gevalle den Rechter een-ocr page 20-
:zes -ocr page 21-
indien ik achter hetzelve plaatfte een Regifterdef vertaal-
de Konftwoorden 5 waartoe ik my te meer verpHgt acht-
te, omdat ik my bevond in den nood van eenige der-
zelve in onze Nederduytfche Spraake uyttedrukken
waarvan my tot hiertoe door niemand der Rechtsgeleer-
den-, die in de voorfz. Taaie gefchreeven^ hebben, eenig
voorbeeld was toegediend geworden.
de onbekend weezen, dat alle Werken doorgaans voor-
zien zyn met een Register van Woorden en Zaa-
ken , opdat daardoor den Leezer zicb zou können in
ftaat ftellen, alles met éénen opilag naategaan, heb ik
echter gedacht, om den arbeyd, in de bewerkinge van^
\'t zelve verdrietig vallende, en veel tyds naa zich flee-
pende, zonder dat daarvan eenig nut en voordeel, geë-
venredigd naar de moeyte, welke in deezen moet worg-
den aangewend, te wachten ftaat, dit te können naalaa-
ten , uyc overweeginge, dat voor den aanvang deezes
Hoofdstukken, vervattende het Opfchrift der Stoffe
in dezelve verhandeld wordende, waarin ik te minder\'
zwaarigheyd vondomdat voor elk Hoofdftuk zich we-
derom ontdekt een korte inhoud der Stoffe, welke daar--
In verklaard wordt,, en waar uyt het my toefcheen, dai-ocr page 22-
laat, dat opzetlyke, voorbedachte en^ls waare het met
eene opgeheven hand gepleegde Misdaaden ongeftraft
blyven, de Godlooze gerechtvaerdigd, of de Recht-
vaerdige gedoemd worde, waarom men zich wel mag
verzekerd houden, dat een Land, waar in Recht en
Gerechtigheyd naar \'t Voorfchrift der Godlyke Wet ge-
handhaafd wordt, in alle opzigten en omftandigheden
zal gezegend zyn, zo heb ik ook gegronde redenen
van vertrouwen, dat ook diezeii^e GOD myne zwakke
poogingen 9 ten nutte van mynen evennaaften, ter be-
houdinge des menfchlyken geflachts, en ten dienfte van
myn Vaderland, aangelegd, met zynen al lerdierbaarflen
Zegen zal bekroon en. Ja,, zo het den HEMEL mogte
behaagen, zich ook in deezen aan my niet onbetuygd te
laaten, zal het my gewiflelyk opipooren, mynen overi-
gen leef-tyd, dien de HEERE my nog in zyne voorzie-
nigheyd beftemd heeft, enkelyk en alleen daartoe aan-
teleggen , om nog by vervolg den Neêrlandfchen Rech-
ter deeze en géene Stoffen toetedienen, waardoor ik
hem wenfch in ftaat te ftellen, zo wel in Burgerlyke als
in LyfftrafFelyke zaaken met eenige doorzigt te können
recht doen , terwyl het my in allen gevalle tot byzonde-
re voldoeninge zal verftrekken, wat in\'deezen, hoe ge-
ring het zelve ook zyn mogte, ten voordeele-myner
dierbaare Land-genooten te hebben toegebragt.
T I E N: D E.
VanGifmenginge en haare Straffe.-ocr page 26-
gepleegd, wordt-ocr page 27-
ftrafte van\'t zelve.-ocr page 28-
ergerlyke wyze leeyende perfoonen gepleegd wordt. Blad%. 421
^ordt.-ocr page 29-
zelve.-ocr page 30-
Van Kerkroof en de ftraffe van dien.-ocr page 32-
Van des onderzochtens naauwkeurige ondervraaginge.-ocr page 34-
Van de algemeene Richtfnoeren der vermoedens-blyken. 1230
Van het uytvoeren der Pyniginge.-ocr page 35-
Van de verligtinge der ftrafFe in isade Mam.en.-ocr page 37-
INHOUD.
(yke^ zwaare en grmwLaame misdaad, 2. Us, qui dejec. vel effud. L. 4. jr. de cu-
Dood/lag IS zwaarer misdaad, dan [tod. reor. §. i. infU de Oblig. qua ex quafi
n)er - en onder fcheyden.
daad verfcheydenflrajfen gefield zyn,
derzoeks? ro.
gedachte worden hygehragt.
neemen^ doch nooit op uytgang, geüen wor-
den. 13.
beneemen ?
gens hen, die afgeworpen ofuytgeftort hebben, gerecht worde; doch
geenfins, indien lyfftraffelyker-wyze uyt de-ocr page 41-
met hoedaanigheden bekleed, die of uyt een overlegd opzet en voornec-
men, of by verraad, of tegen naabeftaanden en bloedverwanten, als va-
dermoord , of door tuiTchenkomfte van geld, ais doodiiag door omkoop,
of door vergif, als gifmenging, of uyt inzigte tot voordeel met roof,
als ftraatfchendery, gepleegd wordt.
anders,, dan een boosaartig bedryf, \'twelk door denmenfche gepleegd
wordt.
fcheyden worden, dies de met wille gepleegde misdaad altyd eene mis-
daad bly ve; doch de buyten opzet gepleegde misdaad verfchoond wor-
de, om die reden, dat de argliftigheyd uyt den wille voortvloeyt, ge-
volgelyk onderfcheydtdewilhet wanbedryf van datgene, \'twelk geen;
wanbedryf is , en de zonde van datgene, \'t welk geene zonde kan ge-
noemd worden, C. cumvoluntate. 54. de Sent. excomm. L. de Ftirt.
Hierom is\'t ook, dat in misdaaden doorgaans deeze drie zaaken in op-
merkingekomen, opzet, daad en misdaad. Opzet, opdat iemand voor-
neeme te misdoen. Daad, opdat de misdaad daarop volge. Misdaad
opdat die naar de Wet geftraft worde. Dewyl dan hy, die zonder op-
zet om te dooden iemand ombrengt, buyten zynen wille misdoet, is
het zeker, dat hy eygentlyk geenen doodflag pleegt, en gevolgelyk dan^
ook niet als doodflager moet geftraft worden.
- XIV. Ten Derden; deeze gedachte wordt niet weynig gehulpen
door het Burgerlyk recht, naar de zin van de L. i. §. 3. tt. ad L. Cornet,
deficar. L. i. C.eod.L.i.-rt.ad L. Cor nel. deficar. in welke plaat-
fen ter beteugelinge van de Wet Cornelia uytdrukkelyk de lift ver-
eyfcht, doch de fchuld uytgeflooten wordt.
Cor nel. deßcar. vindt men het getuygenis van zeker Raadsbefluy t, waar-
men, iemand ombrengt, met banniffement moet geftraft worden.
naar \'t welke by de Ifraëliten, uyt krachte van GODS bevel ^ fes Vry-
ftedenwaareningevoerd, werwaards het dengenen, die buyten opzet
iemand gedood had, vryftond, zynetoevlugt te neemen, waarin hy zich
zo lang moeft ophouden, totdat, de Hoogepriefter gefturven zynde,,
^t aan hem geoorlofd waare, in zynevaderlyke Stad weêrtekeeren,,
Exod. 21:12.13. Wie iemandflaat, dat hy ßerve, die %al z-ocr page 44-
ten dien eynde drie vereyfchtens afvorderen, naamelyk den quaadem
naam des treffers, de vermoedens-blyken van \'t opzet om te dooden,
blykèn zich opdoen.
hy, die een\' ander\' met een zwaerd treft, zonder voorneemen om te
dooden, doch buyten zynen wille aan hem eene doodlyke wond toe-
brengt, met de gewoone ftraffe zo wel moet worden aangedaan, als
of hy zulks opzetlyk om te dooden, gedaan hadde, wederom by an-
deren voorgefproken, wier gevoelen (myns achtens!met het rechten
de waarheyd meer overeenftemt, om die reeden, dat hy, die met een
zwaerd treft, flechts meenende eene wond toetebrengen, zich t\'eene-
maal in lift bevindt, en, omdat hy weet, of ten miiiften behoort te
weeten, dat geene wond op bepaalde en voorgefchikte wyze, voorai
met een zwaard ofdiergelyk werktuyg, ter doodinge bequaam, kan ge-
geeven woorden, is het ook niet te ontkennen, dat de zodaanige met
een opzet om^ te dooden, is bezwangerd, als wiens wil tot het treffen,
en gevolgelyk tot alles, wat uyt eene liftige treflinge onmiddelyk voor-
valt, gebfagt wordt. En, om aan dit gezegde meer lichts bytezetten,
Kal ik ter ftaavinge deezer gedachte de volgende gronden by brengen.
ongeoorlofde zaake, de hand leent, moet verantwoorden voor alles ,
wat buyten zynen wille en voorneemen volgen kan, zo naamelyk de
de veroorzaaker derzelve naar allen fchyn of gedacht hebbe, of hebbe
können denken, of ten minften behoorde te denken op datgene, \'t welk
daaruyt ligtelyk kon voortkomen, L. 6. C.adL. Jul de vipubl.
voorneemende te quetfen, aan eene ongeoorlofde zaake de hand leent,
vooral, dewyl aan hem bekend is, dat de wonden geenfints naar eene
bepaalde maate gegeeven worden, en daaruy t onmiddelyk veeltyds de
dood opvolgt ? Ten w^elken opzigte doorgaans de treffer zich in lift be-
vmdt; hj handelt toch liftiglyk, omdat hy quetft, en dus door het quet-
fen tot den dood aanleyding geeft. Dat toch in \'t ftraffen der misdaaden
doorgaans met anders, dan lift, vereyfcht wordt, daarin komen de
Rechtsgdeexden eenftemmiglyk met den anderen overeen.
field zy, dat het naar allen fchyn buyten zyn voorneemen zou können
worden uytgeftrdtt; in dat geval is de daader waarlvk fchuldig, en
wordt hy,hoezeer ook opzet om min te zondigen gêhad hebbende,
uyt hoofde der opgevolgde misdaad geftraft.
tegen de natuurlyke vrindfchap handelt hy ookop\' eene hftige wyze,.
omdat hy met een zwaerdof diergelyk werktuyg, waarmede gemeen-
lykdoodlyke wonden en ilagen, uyt welke noodwendiglyk de dood
volgt, worden toegebragt: en moet gevolgelyk deez doodilag vooral
door lift, en niet door fchuld, gepleegd te zyn, gehouden worden.
Want, fchoon met betrekkinge tot hem, die de treffing doet, de lift
niet gericht zy tot het pleegen van den doodilag zeiven, moet echter ge-
zegd worden, dathetliftig bedryf, naamelyk het treffen,\'t welk met
een zwaerd of diergelyk werktuyg gefchiedt, uyt hoofde van zynen ey-.
genen aart en krachte, wel inzonderheyd tot doodsgevaar zich uy tftrekt,
gelyk dat by fommige Rechtsgeleerden wordt aangedrongen. En ver-
keert hy, die op zulk eene wyze de treffing doet, gewiffelyk in Hft, als
welke uyt de hoedaanigheyd van de voorafgaande en opvolgende daad
beweezen wordt, L. 10. C.de refcind. ven dit. en wordt by hem, die
uytboosaartigheydwat verricht, uyt welks hoofde hy met den dood
ftraf baar is, opzetlyk misdaan, L. i.\'rt.de cedilit. edi-ocr page 50-
voorkoomen, in welk geval de ééne onderftelling de andere onderftel-
Ung opheft. En wat, zode gilfingenen onderftellingen aan elkandere
^elyk zyn ?
naamelyk met den dood ftraf baar is niet flechs de zodaanige , die met op-
zet om te doodcn iemand heeft omgebragt, maar ook hy, die uyt een
liftig en boosaartig voorneemen een\' ander\' met een zwaard getroffen -
heeft, niet hebbende de wil om te dooden, zo de dood gevolgd zy:
welke gedachte nogtans eenige bepaaling lydt;
doodflager van den aanbeginne noodwendiglyk niet had können denken
op den dood, die naderhand gevolgd is; neem eens, zo iemand buyten
voorneemen om te dooden een\'ander\'treffe met zulk een werktuyg, of
op zo eene wyze, waardoor iemand zeer zeldzaam wordt om.gebragt,
en echter de dood daarop volge, by voorbeeld, zo iemand met het wer-
pen van eenen fl^een, of het toebrengen van eenen vuyftflag, een\'ander\'
doode. Want, nademaal de doodflager, als boven reeds is aange-
roerd, om die reden in liftte verkeeren gezegd wordt, omdat hy met
een zwaerd of ander werktuyg treft waardoor gemeen- en noodwen-
diglyk iemand gedood wordt, volgt daaruyt, dat hy op zo eene wyze,
waardoor zeer zelden de dood veroorzaakt wordt, de treffing doende,
nietliftiglyk doodt, en gevolgelyk die doodflag veel eer door fchuld,
dan wel door lift, gepleegd te zyn moet onderfteld worden, dies OOk
Hoofdfluk breeder ftaat gehandeld te worden.
doodflag uyt eene liftige treffinge, welke nogtans zonder opzet om te
dooden gefchiedt, niet van zelve, maar by toeval, zy opgevolgd; neem
eens, zo iemand met zwaerdof hout een\' ander\' treffe, ende getrof-
fen ter aarde vallende den hals breeke, of, zo de wond niet doodlyk
zy, echter de gequetfte, het zy door verzuym, ofwel door andere by-
komende toevallen, overlyde; in welk geval de doodflager de gewoone
ftraffe niet ondergaan moet. Want het bovengezegde (dat naamelyk aan
hem, die aan eene ongeoorlofde zaakede hand leent, moet geweten
worden alles, wat buyten zyn oogmerk uyt dat bedryf gevolgd is) gaat
flechts aan met betrekkinge tot het onderwerp, waarontrent de eygewt-
verkeert, enten opzigte van dat gene, \'t welk aan dat onderwerp van.
zelve of onmiddelyk wordt toegevoegd, of daarop noodwendiglyk vol-
gen moet, doch geenfms met betrekldnge tot datgene,. \'t welk by toe-
val uyt die boozezaake,. waaraan de hand geleend wordt, voortkomt,
omdat air dat gene, \'t welk by toeval uyt zeker weik gebeurt, en als
eene daarvan afgezonderde uy twerking voortkomt, zo ten opzigte van
de quaadheyd, als met betrekkinge tot de goedheyd, in geenen deele
aan den werker geweten wordt, waarop men kan naazien het 7xven en
twintig fte Hoofdftuk, waarin van den door fchuld en by toeval gepleeg-
den dobdiiag ftaat gehandeld te worden.
dóodjlagérs opteleggen ftraffe,.
eenig inzigt voor perfoonen.
den ^ dan onedelen en menfchen van lae^e-
ren ftandy doch enkelyk in willekeurige
ftra ffn^ en vooral y noanneervan lyfftraffe
gehandeld wordt. 4.,
fchap is ten huydigen dage in ongehruyk
geraakt y in wier plaatfe de willekeurige
ßrafgekomen is,
9. De in hooge merdig
daaders verdienen zwaerer ßraf,
fchen, zachter, dan geringe, arme, of in laegeren rang gefteldie men-
fchen, geftraft worden. Welk richtfnoer by de L. 4. §. i. ^r. de in-
eend. ruin. -ocr page 57-
menfchen %al verflagen hebben, ky ^kerlyk gedoodlü.orden. ïiisge-
lyks, %o iemand %ynen naaßen met voor dacht %al gedood hebben Matth.
26:52: Alle, die\'t %waerd neemen,%uUen door \'t %waerd vergaan,
Apoc. 13.: \\o.Xo iemand met den %.waerde %al doodendie moet zelve
met den zivaerde gedood voorden. Waarly k alle deeze plaatfen fpreeken
in \'t algemeen, enwyzenalletoegeevendheyd voor perfoonen van de
hand,te meer,dewyl ook het fesdeGebod,gj)\' 7Jdt niet doodßaan,
is algemeen, en zo wel Edelen als onedelen verbindt. Hiervandaan
is het, dat den Koning David om den doodiiag, aan Uria gepleegd,
de ftraf des zwaerds wordt aangekondigd, h^t zwaerd, zegt de Pro-
feet Nathan, zal tot in der eeuwigheyd van uwen huyv^e niet wyken,
2 Sam. 12; 10. En, fchoon Joab van edelen huyze en in de hoogfte
krygs-waerdigheydgefteld waare,wordt aan hem nogtansom het on-
fchuldig bloed, by hem in vreedes-tyd vergooten, door Koning Salo-
mo het leeven benomen. De Heer, zegt die Vorft, %al7^yn bloed op
zynen kop doen -weêrkeeren, omdat hy op twee mannen, rechtvaerdiger
en beter, dan hy, is aangevallen, en die met den zwaerde gedood heeft,
I Reg. 2 : 3:2. En de Profeet Elias beftraft den Koning Achab ter zaa-
ke van den aan Naboth gepleegden doodiiag met deeze woorden: Hebt
gy doodgeßagen en eene erfelyke bevJtting ingenomen} zegt de Heere; in
plaatfe, dat de honden het bloedNabothsgelekt hebben ^zullen de hon-
den uw bloed lekken,Ja het uwe, i Reg.. 21:19.
blonken, en andere teligter doorzyn voorbeeld tot het pleegen van
diergelyke misdaad zouden können uytgelokt worden, C. cum quidam
de Jure - Jur, L.\'è.C. de Epifcop. -ocr page 59-
Jé folut.
Ketten opzigte van doodilag zeker, dat de C. ad. L. Cornel de
ficar. en alle andere wetten, welke de wil en het opzet ftraffen, naar
de gemeene gewoonte zyn-opgeheven. En daarom wordt hy, die eeni-
ge wonden toebrengt zelfs met voorgenomen opzet om te dooden, geei-ocr page 66-
gepleegd worden ; en, zo de doodilag met opzet om te dooden be-
gaan zy, moet die enkelyk als een liftige doodflag worden opgegeeven.
Doch, indien \'er geen opzet om te dooden worde gevonden, wat
wapenen in dat geval tot het pleégen van doodilag naar allen fchyn be-
quaam te zyn gezegd worden, en waaruyt de lift des doodflaagers zou
können worden afgemeeten , deswegens kan geen bepaald richtfnoer
opgegeeven, maar moet deeze zaak aan de befcheydenheyd des omzig-
tigen Rechters worden overgelaaten, die de foorten der wapenen, ook
allerhande en onder die de minfte omftandigheden met een naauwkeu-
rig en oplettend ooge zal naagaan; neem eens, door wien, op wat
wyze, en aan welk gedeelte des neêrgeflagen de treffing gedaan zy, en
gevolgelyk, wat wapenen, en hoedaanige treffing te houden zy voor
zulk eene, welke naar alle fchyn en doorgaanster doodinge bequaam,
en waaruyt de treffer zo eene droevige uy tkomft had können voorzien,
ligtelyk zal können bly ken.
flag dus genoemd wordt, omdat die niet flechts met eenen degen of
zwaerd ,maar ook met een ander yzeren werktuyg of met yzeren wa-
penen, gepleegd wordt, §.5. Infi, de publ ju die. Want, fchoon in
de L. T. §. TT. ad L. CorneL de ficar. by de woorden, dat boez,eer
hy de trejfing met y%er gedaan hebbe, nogtans de ßraf B E HO ORT
VERLIGTTE F/ORDEN, enz. Het tegendeelfchynevoor-
zien te zyn, moet echter die plaats van een byzonder werktuyg, naa-
melyk van eenenworden opgevat: welke genomen wordt
voor een vat, tot het kooken van water bequaam, uyt koper en aarde
gewrocht, dies met zodaanigen i^/^/, fchoon van yzer zynde, geen
liftige doodilag gepleegd worde. Of zou men ook moogen zeggen,
dat die wet van eenen toe valiigen doodflag handelt, als naamelyk met
een yzeren werktuyg de doodflag by onvoorzien geval gepleegd word;
\'t welk nogtans tot hem, die willens met yzer treft,, nooit moet wor-
den juytgeftrekt.
ke van kleyner foorte zyn, als dolk, korte degen, hamer, mes., en
kleyne byl, met welke wapenen iemand, indien hy met dezelve een\'
ander\'doode, waarlyk eenen liftigen doodflag pleegt, en met den dood
ir.oet geftraft worden. Want de l\'f^et Cornelia,-wdY^ de doodflagers
dood behoore gejtraft te zvorden ?
raadgeever, daar in tegendeel de laft.ganfchelyk ftrekt ten voordeele van
den laftgeever, L. i. ?r. de Mandat. en \'er is wat meer in laftgeeven, daix
wel in raadgeeven.
wyze de laftaanneemer wel zy de. tweede oorzaak der misdaad, doch:
de naaile aan de uytvoeringe te zyn gezegd worde ?
opfpraak, verbintenis uyt hoofde eener fchandelyke zaake, nietig is,,
L. ó. 2. 7J-. mandat. moet echter dit enkelyk verftaan worden met
betrekkinge tot die opfpraake, welke tuiTchenlaftgeever en tulfchen laft-
aanneemer geboren wordt ten behoeven van hem, tot wiens nadeeledc
laft is ftrekkende; uyt welken hoofde de laftgeever uyt de misdaad zelve
ter zaake van den gegeeven laft,.en niet voornaamelyk uyt den laft, ge-
houden wordt.
des doodflags onderhevig wordt, zo de misdaad gevolgd zy: want,,
omdat hy (gelyk zo even gezegd is) uyt de misdaad verbonden
wordt,.zal hy dezelve nog niet volkomentlyk daar zynde,. geenfms
verbonden zyn, noch als doodflager moeten geftraft worden»
doods in misdaad van doodflag te doen ftand grypen, niet noodwen-
diglyk het opzet om te dooden wordt gevorderd; maar het\' genoeg
is, dat de doodflager in lift verkeere, en liftigly k tot den opgevolgden
dood aanleyding geeve, volgens deL. 35. 5r. ad L. Cornel de ficar.
\'t Welk gewiflelykby hem, die \'t quetfen van iemand met een zwaerd
of degen belaft, gedaan wordt, vooral, dewyl de wonden niet op ze-
kere maate gegeeven worden, ja de plaats veeltyds de wonden dood-
lyk maakt , en het dikwerf door dedraajingeenbuyginge des lighaams
gebeurt, dat de fteek of flag zwaarer aankomt.
I N H O U D.
den doodßager van geene ßräffe.
der en over dein dit geval aan den doodßa-
ger opteleggen ßraße, •verfcheyden- gron-
den hyhreyigende. 3- 4.
in onmin is, en hem willende treffen, het ongeluk heeft den middelaar,
die ter bewaaringe van rufte en vxeede in \'t gefchil tuffehen beyden komt,
te treffen en te dooden, in welk geval de doodllager ook de gewoone
ftraffe moet ondergaan. Daarentegen, lydt deeze gedachte ook uyt-
zondering in hem, die befprongen zynde zich te verweeren getracht,
en den middelaar, die ter bewaaringe van rufte en vreede in \'t gefchil
is tuffehen beyden getreeden, gedood heeft; want de zoodanige is aan
de ftraffe der Wet Cornelia van de moorders niet gehouden, maar zal,
het zy op eene buytengewoone wyze naar \'s Rechters wülekeure,of
wel ganfchelyk niet, moeten geftraft worden; vooral, indien hy \'t ge-
vaar des doods niet hebbe können ontwyken.
den perfoon des neêrgeflagen pleege, noch door het treffen van iemand-
een\' andef door toedoen van eenig opkomend geval doode,maar flechts
eene ongeoorlofde zaak liftiglykvolbrenge, en iemand by de gebeur entffe
van zäier toeval neêrflaaeens, zo iemand zich by.nacht voor
de deure van Titius begave, niet weetende, of Titius tliuys zy, dan
niet, en het venfter met zynen degen doorftiete, of door het loffen
eener fchiet-buffe den kogel door de deure fchoote, en dengenen, die
by toeval in \'t voorhuys ftond, doode: in welk geval, waarlyk niet
kan ontkend worden, dat de doodflager in lift verkeert, en eene onge-
oorlofde zaak verricht, en gevolgelyk eenen Hftigen doodflag pleegt,
en voor alles moet verantwoorden, wat uyt die ongeoorlofde daad,
welke op eene liftige wyze volbragt wordt, gevolgd is, naar \'t gene
boven aan de 11^. en 22®. onder deelen des eerflen Hoofdftuks\\^2.m%^-
iiaald.
flager met den dood moet geftraft worden, omdat\'er tegen de Godlyke
Wet gezondigd, en liftige doodflag gepleegd is. Wat hiertegen (m)
zeker Rechtsgeleerde mooge aanruyffchen, meenende, dat in dit geval
de lift noch door rechte wegen, noch door omwegen, kan worden toe-
gepaft op datgene, \'t welk is opgevolgd,en daarom den Rechteraan-
maanende, den Vorft raad te vraagen, wat ftraf hy den daader be-
hoore opteleggen ?
kyf meer by toeval, dan met v^ynen wille ,%al gedood hebben,moet ver
ligt worden enz. Waarin te gelyk de reden wordt uy tgehaald, dat
naamelyk alles, wat veel eer uyt een onverwacht toeval, dan door lift,
gebeurt, doorgaans aan \'t noodlot, en niet aan de fchaade, moet ge-
weeten worden, volgens d6 L. i. C. ad L. Cornel. de ficar. Waarop de
Rechtsgeleerden met eenpaarigheyd aantekenen, dat een onverwacht
geval eygentlyk met is een onvoorzien geval, waarin geene fchuld be-
vonden wordt, maar, dat\'er is een haaftiglyk gereezen gekyf, waarin,
gewiffelyk eenige fchuld doorfteekt.
doodflags gehandeld wordt, eenvoudiglyk en in \'t algemeen de dood-
ftraf op den doodflag gefteld te zyn bevonden, terwyl in geen beden-
ken gebragt wordt, of de nederflag uyt heet bloed? gepleegd zy, dan
niet ? En gevolgelyk wordt van onze handen niet geëyfcht eenig onder-
fcheyd te maaken. En waarlyk, zo anders gezegd Wierde, zouden de
misdaaden nooit geftraft worden, dewyl genoegzaam nooit eenige dood-
flag zonder toorn gepleegd wordt.
jur. Xogj, door eene onbev^onnen hitte in woorden geraakt, het pleegen
van eenen dooäßag verweeten hebt, en van dien dag af een jaar %y door-
geloopen, de^l de opfpr aak van hoon- binnenst jaar verjaard wordt ^
kond gy over den gepleegden hoon niet worden aangefproken. Waaruyt
volgt, dat de hooner zich tegen de opfpraake van hoo\'n met het enkel
verzet van heet bloed niet kan verdeedigen , \'tenzy de verjaaring van
tyd daarby kome.
is-juyfc zo klaar niet: want da^r ter plaatfe wordt gehandeld van eenen
in tweefpalt zonder lifl; gepleegden doodflag; neem eens, zo iemand
geen opzet om te dooden gehad, of met zulk een werktuyg getroften
hebbe, waardoor zeer zelden nederflag gepleegd wordt: in welk geval
de doodilaager gewiifelyk in geene lift verkeert, en gevolgelyk ook de
doodflag nooit als een liftige doodflag moet geftraft worden, \'t Welk
nogtans tot het aanweezend geval, waarin iemand, door gramfchap aan-
gezet , zynen evenmenfch met opzet om te dooden of op eene liftige wy-
ze ombrengt, ganfchelyk niet moet worden uy tgeftrekt.
Turpill. waarvan het eygentlyk verftand is, dat hy die ligtvaerdiglyk
befchuldigt, niet vervdtin debyde (n) Wet Remmia tegen de lafte-
raars ingevoerde ftraffe, maar om de onbezonnen hitte, welke in dit
geval is buyten fchuld van lafteringe, van alle ftraffe wordt vrygekend;
en zulks buyten twyfiel daarom, dat het befchuldigen in zich zelve is
eene geoorlofde zaak, en gevolgelyk een ligtvaerdig befchuldiger om
zyne onbezonnen drifte van de ftraffe der lafteraars Hgtiglyk verfchoond
wordt. Doch de doodflag, ook eene andere hoegenaamde misdaad, in
zich zeiven eene ongeoorlofde en verbooden zaak is, zo ligt geene ver-
fchooning vinden konnende; en kan derhalve de bewysreden in de ge-
zegde L. I. §. 5. van eene in zich zelve geoorlofde zaake tot eene on-
geoorlofde zaake of misdaad met geene uytwerkinge eenig befluy t op-
maaken.
richtfnoer, dat naamelyk eene uyt gramfchap gepleegde misdaad door-
gaans ligter geftraft ivordt; omdat dit richtfnoer eygentlyk van gram-
fchap, welke uyt eene wettige oorzaake voorkomt, moet worden
opgevat.
wettige oorzaake, welke, zoniet in \'t geheel, ten miml;en gedeelte-
wag maakt, was mgevoerd geworden, dat dè lafteraars op hun voorhoofd met
eene K wierden gebrandmerkt, betekenende KALUMNIATOR, opdat
zulke booswichten daaraan konden gekend worden,
komt geenfms voor uyt wettige oorzaake, welke nimmer verfchoont.
Zo dan eene wettige oorzaak aan \'t heet bloed waare voorafgegaan,
neem eens, zo iemand door een\' ander\' uytgedaagd, of op andere wy-
ze beleedigd zy, zal in zulk geval de zodaanige, die door gramfchap
en hooggaande finarte aangezet zynde den uytdaager of beleediger
doodt, buy ten allen twyffel van de gewoone ftraffe bevryd worden.
Doch ganfch anders, zo iemand, zonder wettige en aanneemelyke re-
den in gramfchap ontfteeken, zynen evenmenfch doode., van welk ge-
val wy hier fpreeken, höedaanig een van de gewoone ftraffe des dood-
ßags in geenen deele moet verfchoond worden.
raade gepleegd wordt.
eenvoudige en onderlegde , of wel voorbe-
dachte doodßag,
raade doodt j is veel eer eenftraatfchender,
-dan wel een doodflager.
bedachten raade doodflag pleegt, dan wé,
die uyt zekere onvoorziene gemoeds - drifte
iemand neêrflaat.
%waerdin deez^entevoore overlegden en bedachten doodflag ook plaats
hebbe, dan wel, of de flraf des doodflags verzwaard, en in dit geval
de flraf des rads behoor e toegelaaten te ivorden ?
L Y K, omdat niemand zal konnen ontkennen, dat hy, die naa voor-
gaande overlegginge en uyt voordacht een\' ander\' doodt, veel eer een
ftraatfchender, dan wel een doodilager, genoemd wordt. Want dus
wordt doorgaans de ftraatfchendery befchreeven, iemand op eene ge-
heymeen bedriegelyke wyze, en niet voorde vuyft, van achteren te
befpringen en te dooden, of iemand in den ftillen nacht omtebrengen
bedektelyken zonder te fpreeken noch te waarfchouwen, dat hy zich
Verweere. \'tWelk gewilfelykde zulke doen, die doodilag uyt voor-
dacht pleegen, zich zeiven dusdaanigen tyd en plaats uytkiezende,
dat de befprongen zich met veel moeytezou konnen verweeren. En is
niets meer zeker, dan, dat zulk een ftraatfchender of befpringer de ftraf-
fe des rads moet ondergaan, gelyk dat de dagelykfe ervaarenheyd ge-
noegzaam aanwyft.-ocr page 92-
ruftingen en overleggingen, vooral, indien ze tot de daad zelve komen,
fchoon de uy twerking niet volge, ook met den zwaerden moeten ge-
ftraft worden; doch met een zw^aarere ftraffe, zo de doodilag volge,
opdat naamelyk met ééne en dezelfde ftraffe niet worde aangedaan
degene, die met overleg en voorbedachten raade doodflag pleegt, en
gevolgelyk zwaarer misdoet, en de zodaanige, die door zekere ge-
moeds - drifte gaande gemaakt zynde eenen nederflag pleegt, welke
misdaad ligter wordt opgenomen.
zy tuifchen beyden gekomen, onder wier voorwendfel de doodflager
zyn opzet en voorneemen om te dooden ter uy tvoeringe gebragt heeft;,
maar ook,zo ganfchelyk geene reden noch vyandfchap zy voorafge-
gaan , hoedaanig een doodflag verraaderlyk te gefchieden gezegd wordt;
neem eens, zo iemand, in \'tgezclfchap van Titius zich als eenen reys\'
genoot bevindende, hem zonder de minfte tuffchenkomftevan reden of
tweefpalt treffe.
zet en voorneemen, en het verraad twee zaaken in zich vervatte, naa-
melyk het overlegd voorneemen en de hoedaanigheyd des verraads, ech-
ter, dewyl ook de verraader uyt voordacht misdoet, en nergens op den
verraaderly k gepleegden doodflag eene zwaarer noch byzondere ftraf ge-
fteld is , zou men können zeggen , dat ook in dit geval de gewoone
ftraf des zwaerds ftand grypt, onverminderd de boven aangehaalde be-
wy sredenen, waardoor de ftraf des rads fchy nt bew eezen te worden.
zet en uyt voordacht gepleegd is, deftrafdesradsofeene andere zwaa-
rer, ftraf, dan die des zwaerds, nergens gefteld te zyn bevonden wor-
de, echter, dewyl veelerhande redenen en omftandigheden, waardoor
de overlegde doodflag meer gruuwzaam en haatlyk gemaakt wordt,
können voorvallen; neem eens, zo iemand een\' ander\' door behendig-
heyd en belaaginge het zy op den openbaaren weg, of wel in zyn ey-
gen huys, \'t welk aan een\' ieder\' tot eene veylige fchuylplaatfe móet
verftrekken, doode, dies deeze misdaad veel eer aan ftraatfchenderye,
dan wel aan eenyoudigen doodiiag, fchyne gelyk te zyn,moet in dit
geval gezegd worden, dat de Rechter, die de gewoone ftraf tot af-
fchrik van anderen eenigermaate verzwaart, van de paaien der gerech-
tigheyd geenfms afdwaalt.
genomen , maar ook bovendien van de reden niet ontbloot is. Het is
toch onwraakbaar, dat in \'t voorfchryven der ftraffen niet flechts op
den fchuldigen, maar op het (9) voorbeeld zelve, gezien wordt, opdat
en gmuwelyk ftiik pleegen zou- Op welk voetipoor Komulus getree-
den zynde insgelyks tegen de Vadermoorders geene ftraf gefteld heeft,
ook meenende, dat het onmoogelyk was, dat iemand zo een wreedaar-
tig en afgryzelyk fchelmftuk zou durven uytvoereo.
dat hy, die eenen Vadermoorder gedood had, niet Hechts ongeftraft
bleef, maar oók bovendien met loftuy tingen vereerd wierdt. Wat is\'er
toch met de natuure zelve meer ftrydig, dan, dat\'er iemand is in
menfchlyken fchyn en gedaante,die echter den beeften^welke niet
Hechts hunne Vrucht, maar ook hunne Ouders, lief hebben, in woeil-
en wreedheyd overtreft, om diegenen, terliefde van welken hy \'t aan-
genaam licht befchouwd heeit, onwaerdigiyk van \'t zelve te berooven,
\'en zyne eygene ingewanden en de aan hem toevertrouwde panden op
eene wreede wyze te vermoorden ï\'
\'en Keyzeren der Romey nen tegen-de Vadermoorders eene byzondere
ftraf uytgedachr., opdat dezulke, die de natuur xelve in hunne pligt
den ontrokken worden, hebbende overzulks goedgevonden,, datzy,
die over deeze misdaad waaren verv/eezen, in eenen lederen zaic\'te ge-ocr page 97-
dat die tot vechten genegen, en een vyand van demethemingenaay-
de Slange is, of, omdat de waakzaame Haan door zyn gekraay den
Vadermoorder niet toelaat zyne pyn en fmart door den ilaap te verlig-
ten, of, opdat, het afgebroken gekraay door de voorbyvaarende fche-
pen gehoord zynde, een ieder ter befchouwinge der allerzwaarfte ftraffe
van eenen Godloozen Vadermoorder wordeiiytgenoodigd. Eene Slang,
omdat die aan gelyke misdaad fchuldig is, dewyl ze zelve^s moeders
buyk verilonden hebbende in \'t hcht quam; of, omdat een Adder en
vSlang doorgaans aan menfchen den meeften fchrik en vrees aanjaagen.
Een Jap., omdat die buyten m^enfchlyke gely keniffe niets van eenen
menfche heeft, gelyk ook niet de Vadermoorder.
ftraf gefteld geworden. Welke ofnog hedensdaags in gebruyk zy, daar-
aan kan men twyffelen om de getuygeniffen deswegens door beroemde
Rechtsgeleerden gegeeven, enkelyk leerende, dat deeze ftraf en haare
afgryzelykheyd door \'t gebruyk derbykansgeheelewaereld, endoor
eene andere foorte van ftraffe naar de hoedaanigheyd van elk Land is te
niete gedaan; neem eens, dat de Vadermoorders met denxwaerde ge-
ftraft y. of leevendig in de aarde gedolven, of gevierendeeld, of den hon-
den ter verfcheuringe overgegeeven, of verworgd worden. (D).
in zyn Land de Vadermoorders aan den ftaart van een paerd of aan ze-
kere foorte van wagens vaftgemaakt zynde, en op eenen balk of teene
horde zittende, op eene fchandelyke wyze na de ftrafplaatfe worden
weggefleept, waar ze onthalft, en de. geknotte lighaamen aan een ver-
heven rad gehecht, en eyndelyk te famen met openbaare verkoopinge
of verbeurd-verklaaringe van alle hunne goederen geftraft worden.
noemde ftraf des lederen zaks met vier beeften in misdaad van Vader-
moord nog in gebruyk, en geenfms door de gewoonte vernietigd is,
rads, ondergaan moeten-ocr page 100-
gedaan P
moet deeze ftraf geenüns tot die perfoonen worden uytgeftrekt; men
fchaame zich toch zonder Wet te fpreeken, ISlov. 18. Cap^s- Ja blykt
zelfs uyt het gezegde §. i. wel duydelyk\'s Keyzers goedvinden, dat
zy, die andere perfoonen buyten Vader en Moeder, Grootvader en
Grootmoeder, zuilen gedood hebben, met den zwaerde moeten ge-
ftraft worden.
het ia \'s Rechters willel^eure gefteld is, in hooggaande misdaaden de
ftrafnaar befcheydenheyd te konnen verzwaaren, 13. de poen.
INHOUD.
hunne kinderen het recht van leeven en dood.
Welke %,y dsflraf des Kindermoords?
ne onechte- of fpeel-kinderen dooden j tnoet
-ocr page 104-
gelyk bellaapen hebben, gebruykt is geworden, of, dat hy waarlyk.
zelve niet weet, of hy vader zy; gewiifelyk in dit geval of ook wel ia
\'t onzekere heeft de ftraf des Vadèrmoords geene plaats, doch moet de
doodilager met den zwaerde geftraft worden. Want, de vader onze-
ker zynde, is de Vadermoorder ook onzeker, en kan gevolgelyk de
ftraf van Vadermoord geene plaats vinden, gelyk ook het fpeelkind niet
door zynen vader, maar wel door een\' ander\',, die geene betrekking,
heeft, fchynt gedood te weezen.
ganfch vreemd en eerloos worden te boek gefteld, zulks echter ten op-
zigte van de uytwerkinge des Burgerlyken rechts enkelyk waar is vol-
gens de No-V. 89. cap.fin. Nov.i^.cap.fin.T.Q zyn toch naar \'t bloed
en de natuure wettige kinderen.
van de L. Un. de {n) bis, qmpar.vellib. occid.tQgQij]LYan Ouders
in \'t meerder getal te gewaagen bevonden wordt. En is het bovendien
van een zeer bekend Recht, dat, veele tegen eenen éénigen misdoen-
de , ze alle voor \'t geheel gehouden worden-ocr page 110-
het kind onder bedde of ftroo zettende; of, indien Ouders hunne kin-
deren gedood hebben, hen met een mes doorfteekende, of den hals af-
fnydende,oChen met de handen op eene wreedaartige wyze verfcheurea-
de, den ftrot affteekende,de herfenen inflaande,en hen op die wyze
van kant helpende;ofop\'tkind zittende, en \'t met kracht en geweld
verftikkende; of \'t kind met voeten fchoppende en verduuwende; of het-
zelve nog leevendig zynde in water, riviereofput werpende; of ook
\'s kinds nek of hals verbreekende; of \'t kind nog leevendig zynde
(0 gruuwel!) onder de aarde fmoorende en begraavende; ja, \'t welk al-
lerley e wreedheyd te boven gaat, het kind nog leevendig zynde den hon-
d-en of zwynen ter verfcheuringe voorwerpende.
ke de bewysredenen, welke in \'t voorgaand Hoofdfiuk ter ftaavinge
deezes zyn bygebragt, hier wel inzonderheyd herhaald worden.
ook der fl;raffe onderhevig maaken, L. i.L.fin. C.eod. tit.
Kinderen te vondeling - gelegd met dat opzet en voorneemen om hen
van kant te helpen; doch ook wel om daardoor het medelyden der
voorbygangeren te verwekken, en opdat zulke Ouders de fl:rafFe en
fchande van Hoererey en Overfpel zouden ontduyken: dan eens fl:er-
ven ook wel de te vondeling-gelegde Kinderen; doch fomwylen wor-
den ze ook wel door anderen gevonden,leevendig bewaard en opgebragt;
door welke omftandigheden der misdaad ook wel verandering in hun-
ne ftraffe gebragt wordt.
weêr te wandelen gewoon 7^yn, neem eens, in eene Jiraate voor iemands
huis, te vondeling - legge,\' met dat eynde en oogmerk, dat hy, die voor
den Vader gehouden wordt, of ook wel andere, uyt medelyden het op~
neemen, en in \'t leeven behouden, en de daaders langs dien weg de fchan^
de en ftraf e van hoererye en overfpel zouden ontduyken. In welk ge-
val, zo \'tKind buy ten eenig opzet van hem, die het te vondeling - ge-
legd heeft, of te laat, of wel in \'t geheel niet gevonden zynde, door
gebrek van voedfel of door koude vergaan waare, het onwraakbaar is,.,
dat zulke daaders de ftraffe van geeflelinge met eeuwig banniffement
nooit ontgaan konnen.
zaake de hand leent, moet inftaan voor alles, wat buy ten zynen wille
en tegen zyn oogmerk opvolgt, L. 6.C.adL. yuL de vi publ. Waar-
uyt fchynt te moeten beflooten worden, dat in dit geval de daader voor
den dood van het te vondeling-gelegd Kind is verantwoordelyk, en ge-
volgelyk zich aan de ftraffe des zwaerds onderhevig maakt, en wel daar-
om, dat het te vondeling-leggen van een Kind in zich zelve is eene on-
geoorlofde zaak, waaruyt de dood onmiddelyk gevolgdis.
die aan eene ongeoorlofde zaake de hand leent, dan eerft voor alless
moet inftaan , zo naamelyk de uytkomftuytdein zich zelve ongeoor-
lofde daad noodwendig-en onmiddelyk volge, doch geenfms, indien
zulks by toeval gefchiede, en de zaak naar de opgevolgde uytkomfte
niet gefchikt zy ;\'t gene toch by toeval uyt zekere daad gebeurt, kan
aan den verrichter derzelve niet geweten worden: omdat in zulk gevat
de dood van\'tKind uyt het te vondeling-leggen niet noodwendiglyk
voorkomt, maar het Kind uyt die oorzaake, dat het te laat of in \'t:
geheel niet is gevonden, of door gebrek van voedfel, of door koude,,
en zulks by toeval,heeft moeten vergaan, zal ook de daader geenfms
der doodftraffe onderhevig zyn, maar moet hy echter ter zaake van^
^P^^^tlyk te vondeling-leggenmet geeffelinge geftraft worden.
IX. Het D E R D E G E V A L is Zo het te vondeling - gelegd Kind\'
leevendig en behouden worde gevonden. In dat geval moet, naar de-
gedachten van fommige Rechtsgeleerden, de daader zo. wel als in
het tweede geval met geeffelinge en eeuwig bamiiffement geftraft wor-
zaks nooit moet beteugeld wordeii, waarvan wy in dit Hoofdftuk te
handelen hebben voorgenomen. Eerstelyk worden toch van de
gewoone ftraffe des Vadermoords uytgezonderd de zodaanige, die de
vrucht in \'smoeders buyk ombrengen, neem eens, de zulice, die tot
Miskraamen aanleyding geeven, en de vrucht afdryven.
melyke gronden.
vrucht, welke binnen korten tydftervenmoet, ombrengt, niet zo zeer
misdoet,als hy,die op allerhandewyzen aan eene voldraagen vrucli-
te, welke leevendig bewaard en wel kan worden opgebragt, den dood
doet ondergaan, en gevolgelyk moet ook niet de (traf van Vadermoord
enkelyk tegen de zulken,die eene voldraagen vrucht dooden,inge-
voerd, op dit geval worden toegepaft; waaruyt dan noodwendiglyk
volgt, dat de moeder dan eerft de gewoone ftraffe van Vadermoord
moet ondergaan, indien ze haare vrucht, welke \'t leeven ontvangen
heeft, en met betrekldnge totalledeledemaaten derzelve ryp en voL
draagen is, gedood hebbe. Gevolgelyk moet zulk eene, welke de on-
tydig-geboren en onvoldraagen vrucht doodt, zachter geftraft worden.
aanneemelyk en op goede gronden fteunende, en de enkele kennis zq
wel in eenen vjeemden, als in eenen Vader of zoone, om de gruuw-
zaamheyd deezer misdaad voldoende.
ad L. Pompej, de Parricid. §, 6. InjL de publ. judic. Hier kan ge^
vraagd worden , of de %ulkef.die van den Vadermoord kennis gehad
hebben y. niet.zo.wel, als de Vadermoorders ,mt de Jiraffe van Vader.-
moord moeten worden aangedaan ? En zegt Marcianus,. dat niet flechts.
de Vadermoorders ., maar ookzj , die van den Vadermoord kennis ge^
bad hebben, ééne en.dezelfde flraffe ondergaan moeten.
de gezegd; en dat ook h^ydoor wiens liflig opzet dit gepleegd is, of
die van de mis daad kennis gehad heeft,, fchoon ookin den bloedeniét be~
flaande, de flraffe van Vadermoord ondergaan moet.
kennis zonder toegebragte hulpeniemand maakt weetende,en de zo-:
daanige, die de ontdekking.niet gedaan heeft, zich. aan de ftraffe des
natuurlyken doods onderhevig ftelt,meenende,dat iemand,van dierT
gelyke misdaad kenris hebbende,, naar \'s Rechters willekeure\'t zy met
bamiiiremeBt, gevangenilfe, of ook wel.met geldboete, moet geftraft
worden»
paarigheyd goedgekeurd, maar ook bovendien zeer aanneemelyk is; zo,
omdat doorgaans niemand ter ontdekkinge van eenige misdaad gehour
den isv C.Placmt. 6. Qpcsfl^ 2. L.pen.^^- defuri. L.6.C. de ferv.
fug.L. de R.y. Ja is niemand zelfs daartoe, gehouden, hoezeer
hy ook ten tyd® der gepleegde misdaad tegenwoordig en in ftast zy
bytefpringen en hulp toetebrengen,, en dat niet gedaan hebbe. En^
fchoon (X ) zeker Rechtsgeleerde van dit richtfnoer uy tzondere eenen
zoon of zulk eenen, die- onder de magt van hem, tegen wien de
misdaad moft gepleegd worden , gefteld Js, dies nu, de vader uyt
de bloote kennifie der,misdaad worde, gehouden^.indien hy niet. ge?-
waarfchouwd 5 noch ontdekt, of tegenwoordig zynde geene hulp toeger
ibid. Volgt echter daaruyt zo niet aanftonds-, dat de Vader ter zaakö
van dusdaanige kermiife en verberginge der misdaad de doodftralfe moet
ondergaan, maar het is voldoende, indien hy op eene willekeurige wy-
ze gellraft worde; als ook, om den duydelyken zin.,te vinden in d©
L. 2. TT. ad L.Pompej. deParrkid. Debroeder desgenen, dw^tenke-
lyk geweeten, en %ynen Vader niet te kennen gegeeven badis met ban-.
\'nijfement gejiraft evin Zie hier den zodaanigen, die kennis van^
de misdaad had,enkelyk met banniifement geftraft, omdat hy den.te.
pleegen Vadermoord (want, dat de gezegde L. 2. die misdaad in \'t
ooge houdt, blykt uyt het (y) ftot der voorgaande Wet) niet ondekt-
heeft.
ten worden aangedaan. Op deeze wyze vereenigen ze de bovenaan-
gehaalde plaatfen met de L. 2. sr. ad L. Pompej. de Par ricid.
plaats, zo die zonder liftige en opzetlyke wyze gepleegd zy; maar.,
omdat deeze bepaaling gemeen is met Vadermoord, die tegen Ouders,
Echtgenooten en Bloedvrinden, gepleegd wordt, zal ik ook daarom
datgene, waarvan hier ter plaatfe had moeten gehandeld zyn , bewaa-
ren tot de verklaaringe van die gevallen, waarin de ftraf vanVader-
m.oord in \'t gemeen eenige verzachting vindt, waarvan laeger aan de
vyftïende en volgende Hoofdjiukken ftaat gefproken te worden.
Heyland, Mare. 10. Ephef. 5. Ook worden Echtgenooteii gezegd
te zyn mede - genooten van \'t God- en menfchlyk huys, L. C. de
Crim. expil. heredit. Is het dan wonder, dat Echtgenooten, indien
ze elkanderen liftiglyk dooden, aan diezelfde ftraffe onderhevig zyn.,
waarmede Ouders,, die hmine kinderen, en wederom kinderen, die hun-
ne Ouders dooden, tuffehen wie echter eeneminder betrekkmg te re-
kenen is, geftraft: worden ?
woone ftraf van Vadermoord zo aanftonds behoort ftand te.grypen;
want moet niet allerhande Vadermoord met deeze ftraffe beteugeld worr
den, \'t en waare iemand ook den doodilager van Broeder, Zufter of
andere Bloedverwanten, aan deeze ftraffe wilde onderhevig maaken, als
haam op een rad gefteld, of ook wel de daader, op eene horde gebon«-
den zynde, naa de ftrafplaatfe weggefteept worde.
geval , waarin de Bruydegom-zyne Bruyd, welke hy voor de Kerke-
lyke vereeniginge bezwangerd heeft, ombrengt, de gewoone ftraf van
Vadermoord plaats heeft; zo, omdat het Huuwelyk voor de Kerkelyke
vereeniginge niet voltrokken te zyn kan gezegd worden; a/s ook, om^
dat de Bruyd, fchoon de Bruydegom haar, zonder Kerkelyke ver-
eeniging aftewachten, bekend hebbe, voor den Priefterlyken band waar^
iyk en in der daad voor geene Echtgenoote gehouden, en nooit met
het recht van Vrouwe in \'s Bruydegoms »aalaatenfchap bevcordeeM
wordt.
fchaale van waar- en gerechtigheyd raadpleege, geenen ftand hou-
den. En overzulks niet de eerftgemelde, omdat het in eene te groo-
te hardheyd beftaan zoude,, aan ééne en dezelfde ftraffe dengenen re
onderwerpen, die zynen vaderen den zodaanigen,die zynen bloed-
verwant , óf den aan hem verzwagerden perfoon, doodtdaar echter de
betrekking tuilchen Ouders en tuffchên kinderen veel naauwer is,
dan wel tuffchenbloedverwanten; en zalgevolgelyk ook de tegen Ou-
ders gepleegde Vadermoord zwaarer en met zwaarere ftrafte m.oeten
beteugeld worden. Ook niet de laatftgemelde, omdat iemand,^die
zynen broeder of bloedverwant doodt, zwaarer misdoet, dan liy,
die eenen hem in den bloede niet beftaanden menfch ombrengt; waar-
om hy ook te recht moet zwaarer geftraft worden, dewyl de ftraf al^
tyd en in allen gevalle met de misdaad miOet evenredig zyn,L. 8. C
ad L, Jiil de vi publ L. \'^.C.de Epifc. audient. L. 28. 3. 10»
«jr. de poen,
foonen, die eikanderen dooden, om de naauwe betrekkinge en
zwaarheyd der misdaad met eene zwaarere ftraffe zouden worden aan-
gedaan, heeft het fommigen goedgedacht, de ftraf der IVet Cornelia
van de moorders in haare uytvoeringe meer fchriklyk te maaken, dat
naamelyk de daaders, eer ze de ftraffe des zwaerds ondergaan, of
op eene horde gelegd zynde naa dè ftrafplaatfe weggefteept, of met
gloeyende tangen gebrand, of het afgeilagen hoofd op een rad ge-
fteld , of de doode Ïighaarnen naa gedaane uytvoeringe gevierendeeld
worden.
melyk is. Want, dewyl geene bepaalde wyze van ftraffe noch in de
L. im. C. de his^qui par. vel lib. occid. noch in de §.6. Infi. de publ.
judic. noch ergens by\'t recht op den tegen bloedverwanten en verzwa-
gerde perfoonen gepleegden Vadermoord ingevoerd te zyn bevonden
wordt., is het zeker billyk, in deeze foorte van misdaad, welke ligter
is, clan Vadermoord, die tegen Ouders gepleegd wordt, doch zwaarer
gaande misdaad met eene tuflchen beyden ingaande ftraffe te beteu-
gelen.
ï N H O ü D.
echtgenooten en zydmagen gepleegden vadermoord voor de uytvoerin-
ge der gewoone ftraffe dit zo dikwerf behoore te onderdaan als het
pleegen dier misdaad is hervat geworden, en dat wel om de 2;eiykheyd
van reden; want hy, die Vader-, Moeder-\' of Zufter-moord dikwerf
hervat, zondigt zo wel zwaarlyk, als de zodaanige, die eenen twee- of
drie-voudigen kindermoord pleegt; dezelfde reden zal toch hetzelfde
recht uytmaaken, L. 32. tt. ad L. Aquïl L. 7. §. 2. C. de revoc.
donat. C. inter. Corporalia 2. extr.de Tranjlat. Ëpifcop.
^t en zy de lift tuffchenisyden kome, \'
den Vadermoord. 12-
ge in acht genomen zynde, zalhy (myns oordeels) van de paaien des
lechts en der billykheyd genoegzaam nooit fchynen afgedwaald te
weezen.
dacht en op7Ml:jk om te dooden gepleegd worde, doch echter onmiddelyk
ii;jteen opzet lyke daad volge \\ zo iemand zyne kinderen of echtgenoote
opzetlyk, dat is, de maate der kafty dinge zo bny tenfpooriglyk en met
zulke wapenen te buytengaande, waardoor gemeenlyk doodflag ge-
pleegd wordt, treffe ^ quetfe of teyftere, dat ze daarvan den dood
moeten ondergaan: in welk geval ik met alle ruymte toeff em, dat de
ftraf der Wet Cornelia van de rnoorders, dat is, die. des zwaerds,
moet ftand grypen.
dermaate gefteld zy, dat die door\'s daaders wille en voorneemen niet
zou konnen beteugeld noch bedwongen wordenja \'t bedryf zodaa-
zy, dat het naar allen fchyn buyten \'sdaaders voorneemen zou konnen
uytgeftrekt worden, in dat geval de daader uyt krachte der opgevolgde
misdaad gehouden en geftraft wordt, fchoon hy den wil en\\et voor-
neemen om minder te misdoen gehad hebbe. Nu dan, eene geweldige\'
treffing of quetfmg, welke met zv/aerd, m.es en diergelyke wapenen
gefchiedt, is zo eene daad, welke door \'sdaaders willeen voorneemen
niet kan beteugeld noch bedwongen worden; gevolgelyk zal hy ook
uyt krachte der opgevolgde misdaad gehouden worden. Want, fchoon
in dit geval de gewoone ftraf van vadermoord in overweeginge van \'t
afweezend opzet om te dooden geenen ftand grype, zal echter de ftraf
van doodilag ter zaake vanhet tuflchenbeyden komend opzet moeten
plaats vinden.
dat de ftraf der Wet Cornelia valide moorders ook dengenen moet wor-
den (^gelegd, die buyten opzet om te dooden iemand ombrengt, naa-
itrnn . trcffeudeof quetlende meteen zwaerdof andere wapenen,
W ^^^^dt vaftgefteld. Want hy, die met een
Vix 1 ™eiyk mden wille om te quetfen, verkeert zo wel in
mt ais zulk een, d.iemet opzet om te doodenis aangedaan; en, om-
mt hy weet, ot ten minften behoort te weeten, dat wonden vooral
ilag bequaam, op eene bepaalde en welgemikte maate te geeven zyn,
kan gewiffelyk niet gezegd woorden, dat de zodaanige geen opzet heb-
be om te dooden. Zo dan iemand ter zaake van opzetlyken doodilag ,
hoezeer ook buyten wille en voorneem.en om te dooden gepleegd,
de ftraffe des zwaerds behoore te ondergaan, zal te meer diezelfde
ftraf in zulk geval ftand grypen, waarin iemand zonder wille en buyten
voordacht den vadermoord gepleegd heeft, dewyl hy, met een zwaerd
of diergelyk moordtuyg treffende, geweeten heeft, óf ten minften
heeft moeten weeten, dat geene wonden naar de maate konnen ge-
geeven worden.
dennoord verantwoordelyk zyn, fchoon de ftraf van vadermoord uyt
overweeginge van \'t afweezend opzet om te dooden behoore verhgt
te worden.
geene plaats heeft, \'t en zy de lift zy tuflchen beyden gekomen, L. 7. -w.
aä L. CorneL de ficar. Want ik ontken, dat hy, die zyne kinde-
ren,. echtgenoote of andere perfoonen, aan wie de vadermoord ge-
pleegd wordt, meteenzwaerdquetft, ofop eene geweldige wyze treft,
in geene lift zou verkeeren; handelt hy vooral wel liftiglyk met de maaté
van kaftydiiige te buy ten tegaan, zo handelt hy ook liftiglyk, treffende
met een zwaerd, hout of ander werktuyg, waarmede doorgaans dood-
iyke wonden en flagen worden toegebragt, waaruyt noodwendiglyk
de dood volgen moet; en mitsdien is deez vadermoord vooral liftig:
want, fchoon ten aanzien des treffers het liftig voorneemen tot den va-
dermoord zelven niet gericht zy, uyt welks inzigte ook in dit geval de
gewoone ftraf van vadermoord geenen ftand grypt, is het echter on-
wraakbaar, dat die liftige daad, naamelyk de geweldaadige treffing-,
welke met zwaerd of diergelyk werktuyg gefchiedt, uyt haare eygene
•krachte en aart zich vooral tot doods-gevaar, en dus tot doodftag-, uy t-
ftrekt, uy t welken hoofde ook de ftraf van dien ftand grypt.
\'voordacht gepleegd zuorde, noch ook onmiddelyk uyt eene Ußige daad
voortfpruyte, doch echter door eene onvoor-zigtige afwejdinge, los-èn
onbedachtzaamheyd, endoor eene ongeoorlofde daad, tot vadermoord
mnky ding gegeeven worde \\ neem eens, zo iemand door wat ongeoor-
iofs te verrichten en uyt eenig ander oogmerk door onkunde of oi-ocr page 142-
aan haar een min dienftig en voordeeUg geneesmiddel ingeevende, buy-
ten voordacht den dood veroorzaakt,.met geeffelinge of banniffement
naar \'s Rechters willekeure moet geftraft worden. Waarom zou hy
dan niet met gelyke. ftraffe worden aangedaan, die wat ongeoorlofds
verrichtende \'t zy uyt onkunde of by toeval den vadermoord veroor-
zaakt?
die aan eene ongeoorlofde zaake de hand leent, voor alles moet inftaan,
wat buyten zyn oogmerk uyt die daad voorkomt, volgens de L. G..
adL. Jul.de vi publ. en overzulks ook voor den daaruyt gevolgden,
.doodiiag of vadermoord,-ocr page 143-