-ocr page 1- -ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-

^ " / .....

-ocr page 5- -ocr page 6-

m

. -v.\',\'"

- \'

iij,;«\' „

te .. •

■Vt •■

... ... , .. \' ^^ !»■ ■
.-«w^-î-îV.\' .
■ ■mtâii

rî-\'

-ocr page 7-

over de ontbinding

IS

l\'llEmil FllEIlfiS.

iimies

"11 pf"

Ij J i

-ocr page 8-

Typ. J. VAN BOEKHOVEN, Utrecht.

"Vi

-ocr page 9-

X\'ibft (lecji\'\')

OVER DE ONTBINDING

IN

és 11 gelde Traw

n

Dn,

01168.

u

PROEFSCHRIFT

TEU VEHKniJOINO VAN DEN OIlAAIl VAN

i 1 IS-1 MIMB

aan de flijks-pniversiteit te ptrecht ,

NA MACIITIOINO VAN DKN HKCTOU-MAONIFICUS

t\\

J

d^ m. Th. houtsma,

IIooicle«riiRr In dr Ktcultvtt der liCttrrfn rn W^sbfirrfrte.

/

VOLGENS HESLUIT VAN DKN SENAAT DEK UNI V EIISITEIT

TP.QEN UE IIGDENKINaEN VAN

DE FACULTEIT DER WIS- EN NATUURKUNDE

TK VEIIDEDIOKN

op Vrijdag 17 April 1896, des namiddags te 3 ure,

JOHANNES COENRAAD MARX,

Koboron to Amstordam.

bibliotheek dek

_ RIJKSUNiVtLRiil BIT

UTRECHT.

UTKKCIIT,

J VAN nOEKHOVKN
1800.

-ocr page 10-

I

i v

\' \' - • \' \'

tr.

fr

-ocr page 11-

y^AN DE j^AGEDACHTENIS MIJNER PuDERS

-ocr page 12-

y^AN DE j^AGEDACHTENIS MIJNER PuDERS

-ocr page 13-

Aan het einde mijner academische studiën gekomen, gevoel
ik mij gedrongen, ope^üijk mijnen dank te betuigen aan mijne
leermeesters, de Hoogleeraren in de facidteit der Tris- e7i
Natuurkunde, voor hun gewaardeerd onderioijs, dat ik in zoo
ruime mate heb mogen genieten.

Inzonderheid-ü, Hooggeleerde Kapteyn, hooggeachte Promotor,
breng ik mijnen dank voor Uw uitstekend onderricht, voor
Uw steun, mij verleend bij het samenstellen van dit proef-
schrift , en voor Uwe werkdadige belangstelling in mijn
maatschappelijk leven.

Ook U, Hooggeleerde Grinwis en Julius, betuig ik mijm
erkentelijkheid voor hetgeen ik van U heb mogen keren, en
voor hetgeen ook Gij gedaan hebt, om mij eene positie in de
maatschappij te bezorgen.

Uio onderricht in de mathe^natische theoi\'ie der leven»ver-
zekeringwetenschap, Zeergeleerde
JIounieu, zal mij, naar ik
vertrouw, bij de toepassimj dier theorie^ van veel nut zijn.

Ten slotte een woord van dunk aan het College van Curatoren
en aan de Wis- en Natuurkundige Faculteit, voor hetgeen zij
gedaan hebben om mij eene Rijks-studiebeurs te vcrschaffeti,
waardoor mij het voortzetten en voleinden mijner studiën werd
mogelijk gemaakt.

-ocr page 14-

\' ; \'V

; i».

• y

-H i

>.-■. r\'

i

-ocr page 15-

INHOUD.

Bladz.

INLEIDING......................................................1

HOOFDSTUK I. Methode van Weieustrass......................11

HOOFDSTUK II. Methode van Mittao-Lefflek..................23

HOOFDSTUK III. Methode van Fuenzei............................32

HOOFDSTUK IV. Over liet geslacht vnn eene functie en over do

bepaling van den uitwendigon cxponentieelon factor 43

HOOFDSTUK V. Voorbeelden....................................5G

I. Sinus-funotio. Cosinus-functie... ...... ... 5G

II. Sinussen van hoogere orde................................68

III. Do rociproko r-functio....................................7!)

IV. De ff-funotie van Weiekstuass, do O- en S-functies van
J
acoiu..................................................80

HOOFDSTUK VI. Over het geslacht van do afgeleide van eene functie

viiii geslacht «u................................i)7

HOOFDSTUK VII. Andere eigenschappen.............11(5

STKI.LINGKN..................................................131

-ocr page 16-

. . .... . ;

W\'- \' ■

/ \' \' ■

i • • ■

■ 1-

1

.rs.j-

^ \' i

-ocr page 17-

INLEIDING.

1. Eene geheele transcendentale functie is eene functie,
die holomorph is in het geheele eindige gebied en die het
punt 2 = 00 tot essentieel kritiek punt heeft. Zulk eene
functie kan voorgesteld worden door eene oneindig voort-
loopende reeks, gerangschikt volgens de opklimmende machten
van de variabele z,

Ao ■]- Al zA. z^ .....,

welke convergeert voor alle eindige waarden van s, en dio
we
G (z) zullen noemen.

Deze geheele transcendentale functies hebben met do
geheele rutioneele functies voel punten van overeenkomst,
maar ook punten van verschil. Een van deze punten van
verschil wordt ons geleverd door do ontbinding in factoren.

Zijn do nullen van eene geheelo rationecle functio f{z)
van den graad

«1) "ïj ^fsj.....,0«.,

waarbij \\vo zullen onderstellen, dat geen dezer grootheden
gelijk aan nul is, dan kan deze functio geschreven worden
in den vorm:

II

V = 1

1 _ JL

Hierdoor zou men geneigd zijn om , wanneer van eenp

1

-ocr page 18-

geheele transcendentale functie G (z) de nullen gegeven zijn
door de reeks■

«1, «3, «3,.....5 .....

in eene zoodanige volgorde, dat

Um I Ov 1 = 00,

V = 00

terwijl we wederom onderstellen, dat geen dezer grootheden
nul is, deze functie te schrijven in den vorm

1 - -

G{z)=G (0) n

V = 1

Dit is echter in het algemeen foutief, omdat het oneindige
product in het tweede lid aan eene bepaalde voorwaarde
moet voldoen, om eene functie te kunnen voorstellen, die
holomorph is in het geheele eindige gebied.

2. Om deze voorwaarde op te sporen, merken we in de
eerste plaats op, dat het oneindige product

I I (1 &.)

V = 1

waarm

bi, h, .....

complexe getallen voorstellen, stellig convergeert, wanneer
de reeks

-f .... -h - ... .

absoluut convergeert, d. w. z. wanneer do reeks der moduli
van de termen dezer reeks convergeert. Het oneindige
product wordt in dit geval ook absoluut convergent genoemd.
Van zulk een absoluut convergeerend product kan l)ewozen
worden, dat do waarde er van niet Jifhangt^van do volgorde
of van de groepeering der factoren, zoodat men met zulk
een oneindig product mag handelen als met een product van
een eindig aantal factoren. Dit geldt niet voor oneindige
producten, waarvan de convergentie niet absoluut is, en daar
we deze eigenschap toch gaarne wenschen te behouden,

-ocr page 19-

stellen we als voorwaarde, dat de oneindige producten, die
we behandelen, absoluut convergent zijn.

Ook kan nog bewezen worden, dat een absoluut conver-
geerend product alleen dan nul kan zijn, wanneer een der
factoren nul is.
3. Beschouwen we thans het oneindige product

P= U (1 n,),

V = 1

waarin

7Cl, Ui, ils,...... Uy,.....

holomorphe functies van z zijn in een zeker gebied (F).
Opdat dit oneindige product eene holomorphe functie van s
in het gebied (U) voorstelle, moet in de eerste plaats het
oneindige product absoluut convergent zijn in het gebied (B)
en in de tweede plaats moet het in dit gebied uniform
convergent zijn, d. w. z. mot elk positief getal t moet men
een positief getal ?• kunnen doen overeenkomen zoodanig,
dat, voor alle waarden van c in hot gebied (£)

I ^-^»K^

wanneer n > r en waarin P„ het product der eerste fi
factoren 1 -f voorstelt.

Het oneindige prochict zal uniform convergent zijn in een
zeker gebied, wanneer dit het geval is in dat gebied met
de reeks

1 «1 1 I «a I I «3 1 ..... I «V 1 .....

Het oneindige product

H (l «v)

V = 1

zal dus eono holomorpho functio van z voorstellen in het
gebied (F), wanneer do reeks

. i «1 1 1 «3 1 I «s I ..... I «V 1 .....

uniform convergeert in dat gebied.
Baar elko functio, dio holomorph is in zeker gpbied (F),

-ocr page 20-

dat den oorsprong bevat, ontwikkeld kan worden in eene
geheele reeks in z, waarvan de convergentiecirkel geheel en
al in {E) ligt, kunnen we dus ook zeggen, dat, wanneer
van de- reeksen

u, = &v,i &v,2 .. •  4- • • • = 1, 2,.. .)

de stralen der convergentiecirkels gelijk of grooter zijn dan
een bepaald positief getal Ä, en wanneer de reeks

\' h^i I I W2 I 1 ws I ..... h^v I .....

unifoiin convergent is voor alle waarden van z, die voldoen
aan de voorwaarde
\\ z \\ dat dan, voor die waarden
van z, het oneindige product

fl (1 %)
V — \\

eene holomorphe functie van z voorstelt, die dus ontwikkeld
kan worden in eene geheele reeks in z, welke convergeert
voor de waarden van ^ waarbij
\\ z \\ <A.

4. Een bijzonder geval van het bovenstaande is voor
hetgeen later zal behandeld worden van groot belang.
Stellen we dat de reeks met dubbelen ingang

00 00
V V

V = 1 n = 0

convergent is.

De voorwaarden, noodig en voldoende hiervoor, zijn:
1». dat de reeksen

lA.o I I I I .....

convergent zijn, voor alle waarden van r. Noemen wo do
sommen hiervan A^;

2". dat de reeks van positieve grootheden

Al A2A^ ..... . •

convergent is.

Zijn deze voorwaarden vervuld, dan is, daar

Uy = 4- 4- .....^^^^ ^.....

dus

.....

-ocr page 21-

voor alle waarden van z, waarbij \\ z \\ ^ A,

I I ^ Ay.

De reeks

I «1 I I «3 I I «s ! ..... 1 «V 1 .....

is dus, zooals gemakkelijk in te zien is, uniform convergent
voor alle waarden van die voldoen aan de voorwaarde
en dus zal het oneindige product

P= n (l Uy)

V = 1

voor die waarden van z eene holomorphe functie vans zijn,
die dus in eene geheele reeks in ^ ontwikkeld kan worden.

5. Merken we nog ten slotte op, dat wanneer eene functie,
holomorph in zeker gebied (E)^ bepaald is door een in dat
gebied absoluut en uniform convergeerend oneindig product,
de logarithmische afgeleide van die functie gevonden kan
worden door de som te nemen van de logarithmisclie afge-
leiden der factoren van het product, wanneer ten minste
z
niet eene zoodanige waarde heeft, dat een der factoren nul
is; waarin dus ligt opgesloten, dat de reeks, gevormd door
de logarithmische afgeleiden der factoren van het oneindige
product uniform convergeert in het gebied
(E), wanneer we
hiervan uitzonderen do punten gelegen in do onmiddelijke
nabijheid van do in
{E) gelegen nulpunten der functie.

Zijn we in het bijzonder geval, dat hierboven is aangehaald,
dan is die reeks in het beschreven gebied ook absoUiut
convergent.

(5 Keeren we nu terug tot ons punt van uitgang Wo
kunnen thans dus zeggen, dat het oneindige pro(hict

OD f «•»

oene holomorphe functie van s in het geheele eindige gebied
zal vooratellen, wanneer do reeks

f l il- .....-1- ^ .....

f\'l 1 "3 "y

-ocr page 22-

6

uniform convergeert voor alle eindige waarden van z. In dit
eenvoudige geval verandert deze conditie dus in de voor-
waarde-, dat de reeks

fr

a

,t :

1

1

«1

02

convergent moet zijn.

Bij de gevallen dat de reeks 2

divergeert, kan het

= 1

voorkomen, zooals we zien zullen, dat toch een oneindig

product, samengesteld uit de factoren 1

eene holo-

a„

morphe functie van 2 in het geheele eindige gebied voorstelt.
Men mag dan echter de volgorde der factoren niet willekeurig
veranderen, maar moet deze behouden zooals ze gegeven is
geworden door de methode, waardoor de holomorphe functie
gebracht is in den vorm van een oneindig product. In dit
geval zal het dus wenschelijk zijn. de productuitdrukking
zoodanig te veranderen, dat op de volgorde der factoren niet
meer gelet behoeft te worden.

In de meeste gevallen echter zal, als de reeks —

V = 1 (^v

divergeert, dit ook het geval zijn met het oneindige produc

1 -

II

v= 1

De in het geheele eindige gebied holomorphe functie ..

/ [Z-f- i)

bijvoorbeeld heeft tot nullen de reeks

-1,-2,-3,......

" 1

en nu is zoowel de reeks ^ —, als het oneindige product

v=l f

00 f ,

II 1

V = 1 l J

divergent. Hieruit blijkt dus, dat, wanneer het in die gevallen
toch mogelijk is tot eene ontbinding in üictoren to koni.en,

-ocr page 23-

die factoren een ingewikkelder vorm zullen hebben, dan we
tot dusver hebben ondersteld.

7. Cauchy is de eerste geweest, die getracht heeft eene
uitdrukking voor de ontbinding in factoren te vinden. Door
toepassing van de rekening met residu\'s komt hij tot het
volgende resultaat:
Zijn de nullen van eene geheele transcendentale functie
f {z)

«1 , «2 , ....., rtv,....., I rtv I > O

en hunne graden

«1 , Ïl2 , ...... ,.....

dan kunnen we schrijven:

waarin G eene gesloten kronnno is, die door geen enkele der
punten a^ heen gaat, en waarin het productteeken 11 betrek-
king heeft op alle punten
a^ gelegen binnen C. Verder zijn
to en t twee gewone punten gelegen binnen C, cn is

T^/ \\ ; z-tfis)

Laat men nu do kromme C al grooter en grooter worden,
zoodat ten slotte al haar punten in het oneindige komen to

liggen, dan wordt dus^^^uitgedrukt als een oneindig product

van factoren f"\' ~ \', vermenigvuldigd mot ;]een expo-
V«y — foJ

nentieblen factor

c-8-i-i Je\'"«*\'\',

waarin do integraal to nemen is langs den omtrok van eene
geheel in hot oneindige liggende kronnno.
Deze formulo van
Cauciiy kan niet beschouwd worden als

\') CAUniY, Kxorcicos ilo JlntliéinntiqucH, t. III. Zio Ukiot et IJouguKT,
TIk-oho (Ich fonotioiiB cllipticiucH, otl. II j). aOf) c>. v.

-ocr page 24-

8

eene reeds geheel en al afgewerkte uitdrukking voor /"(O,
omdat de daarin nog voorkomende integraal niet uitgewerkt
is. Wel kan de formule gebruikt worden om haar toe te
passen op bepaalde voorbeelden, vooral wanneer de gegeven
functie zoodanig is, dat we eene reeks krommen
G kunnen
bedenken, waarvoor de integraal meer en meer tot nul
nadert, . bij het oneindig worden van de krommen C. We
verkrijgen dan
f (t) uitgedrukt in den vorm van een oneindig
product, welk oneindig product dus convergent moet zijn
maar in de meeste gevallen niet absoluut convergent zal
wezen. Daar echter de opeenvolging der krommen.
G bekend
is, kennen we van dit oneindige product de opeenvolging
der factoren.

Laten we echter in het algemeen de kromme G op eene
willekemige wijze oneindig worden, dan zal in den regel het
oneindige product divergent zijn, en dan moet ook de integraal
oneindig zijn, omdat, wanneer deze eindig is en dus de
exponentieele factor eene steeds van nul verschillende functie
TDepaalt, de toevoeging van dien factor het divergecrende .
product niet tot eene eindige waarde kan terugbrengen.
Hieruit kunnen we besluiten, dat het wellicht mogelijk moet
zijn den exponentieelen factor te splitsen in een oneindig
aantal factoren e^vC), zoodanig, dat het oneindige product
van. de factoren
(a, — t)"\'. wel absoluut en ook uniform
convergeert.

8. Werkelijk is het AVeiersïrass gelukt do ontbinding in
factoren van eene geheele transcendentale functie (J^) deze
wijze tot stand te brengen ■). De mogelijkheid daartoe heeft
hij niet afgeleid üit eene beschouwing van do formule van
Cauchy, maar uit de formule van Gauss voor do ontbinding

in factoren van de reeds vroeger vermelde functie ^y

\') Wkiekstkass. Zur Tlioorio der cindcutigon luiulytisclinn Fmictioncn.
Abh. der Königl. Akad. dor Wisseiischafton zu Harlin 1870. Ook in do
Abhandlun;jcii nus dor Fiinctionciilehro.

I

-ocr page 25-

9

Gtauss schrijft deze functie in den vorm van het volgende
absoluut en uniform convergeerende oneindige product:

V = 1 \' \'

of

z

U\' -f 11

— t

i>

il

\' = i

Hierdoor is Weierstrass er toe gekomen om te trachten de
vraag op te lossen, of niet elke geheele transcendentale
functie voorgesteld zou kunnen worden als een oneindig
product van factoren van den vorm

waarin G (z) eene geheele rationeele of transcendentale functie
is en k en l constanten zijn. Zulk een factor noemt
Weierstrass eene priemfunctie.

Eene priemfunctie is dus geen lineaire functio van s, maar
heeft, evenals deze, slechts een enkel nulpunt en een enkel
kritiek punt. Duiden we hot kritieke punt door c aan, dan
is de meest algemeeno vorm van zulk eene priemfunctie:

0. We zullen in hot volgende beginnen met do behandeling
van de methode van
Weierstrass , en dezo tloen volgen door
tweo andere methoden, die tot hetzelfde dool leiden, maar
eerst opgesteld zijn, nadat do uitkomst van
Weierstrass
bekend Avas, n. I. de methoden van Mittag-Lei-tle» en van
Frenzel.

Daarna stellen wo ons voor, een hoofdstuk to wijden aan
do bes})roking van hot geslacht van eene functie en aan de
bepaling van den uitwendigen exponentioelen factor, om dan
to -komen tot do bohandoling van eenigo voorbeelden, waarbij
wo echter gelegenheid :jullon hebben nog verscheidene zaken
van moer algomeenen aard te besproken, o. a. het bepalen

-ocr page 26-

\'i:

10

van den productvorm van eene functie, die door eene lineaire
substitutie uit eene gegeven functie wordt afgeleid.

Vervolgens wenschen we over te gaan tot eene uitvoerige
behandeling van de kwestie van het geslacht der afgeleide
eener functie van gegeven geslacht, en dan te eindigen
met het vermelden van eenige andere eigenschappen, die
gevonden zijn door verschillende schrijvers, die zich onledig
hebben gehouden met het door ons te behandelen onderwerp.

li

-ocr page 27-

HOOFDSTUK 1.

Methode van Weierstrass.

1. Is gegeven eene oneindige reeks van grootheden

«1 , «2 , «3 ......, ffy,.....

die alio van nul verschillen en die voldoen aan de conditio

Urn 1 fl» I = 00,

V = as

dan zal in enkele gevallen de reeks

V = 1

convergent zijn. De reeks

00
V

zal dan dus voor allo eindige waarden van z uniform conver-
gent zijn.
In velo gevallen is eerst do reoks

1

V

y >= 1

waarin een geheel positief getal > 1 is, convergent.
In dio gevallen zal dus do reeks

V

V CS 1

uniform convergent zijn voor allo eindige waardon van z.

-ocr page 28-

12

In het algemeen echter moeten we veronderstellen, dat we
geen getal ^ kminen aangeven, waardoor de reeks

V

V = 1

convergent wordt. Dit is bijv. het geval \'), wanneer de
grootheden a^ zijn

log log log ......

Stellen we toch

TT

1

Sn= ^

v = 3

dan is

5„>

Verder is

n - 1

log V.

n - 1
{log ny ■

n

{log ny {log ny {log ny \'
De tweede term van het tweede lid nadert tot nul,
wanneer n oneindig groot wordt, maar de eerste term van
het tweede lid neemt met n oneindig toe. Dus is de reeks

log V J

steeds divergent.

2. In die gevallen is het echter steeds mogelijk eene
oneindige reeks geheele getallen /

mi, ?n2, Ws,....., niy,.....

die ieder ^ O zijn, te bepalen, zoodanig dat de reeks

«7

V

v = 1

uniform convergent is voor alle eindige waarden van s.

We hebben hiertoe slechts een oneindig aantal positieve
grootheden

V

M, f2, ^s,......

\') Zio IIEKMITE, Cours h la fncultó dos Scicnccs 1"« 6d. p. 86.

-ocr page 29-

13

aan te nemen, waarvan f < 1 en die eene convergente reeks
vormen, en dan getallen m^ te bepalen, zoodanig dat

fv.

Deze getallen niy zullen de reeks

2 \'"v ^

V = 1 ffy

uniform convergent maken, voor alle eindige waarden van z.

Om dit te bewijzen, stellen we, dat | s | < | a„ | en houden
ons alleen bezig met de termen

V

z

» 1

Nemen we t zóó aan, dat
z

^ f, dan is voor alle

^ e, en dus

volgende termen

öy

1

zoodat we verkrijgen

<H„ 1

^ f» 1 f,. 2 .....

< f fi fa .....

00
V

en daar het tweede lid eeno eindige wïiardo heeft, is dit
ook het geval mot het eorsto lid. Hot eerste lid is- dus eeno
uniform convergento reoks voor allo waarden van s, die
voldoen ïian do voorwaarde | s | < | a„ |, on liotzelfilo zal dus
het geval zijn met ilo reoks

1

V

y 8 I

die er slechts door een eindig aantal termen van vorschilt.
Daar vorder «„ willekeurig is aangenomen, kunnen we dus
zeggen, dat bovenstaande reeks uniform convergent is voor
alle eindige waarden van
z.
Nemen wo bijv. voor do oneindige reoks éj, <s, ... de

-ocr page 30-

14

reeks f, t", t^,...... dan is hier i" = e^ dus Diy = v — 1.

Voor de getallen kunnen we dus kiezen de getallen

0,1,2,3,.....

en we kunnen dus zeggen, dat steeds, voor alle eindige
waarden van z, de reeks

z

a.

1
y = 1

uniform convergent zal zijn.
We kunnen nog opmerken, dat het geval, waarin

0

v = i a,

uniform convergeert, op te vatten is als een bijzonder geval
van hetgeen hier het laatst is behandeld. We hebben dan
slechts alle getallen Wy gelijk aan ^u — 1\' te nemen.

3. Weierstrass plaatst zich dan ook dadelijk op het meest
algemeeno standpunt, en onderstelt dus dat er eene oneindige
reeks grootheden

«1 , «2, 03,....., öy,.....

gegeven is, die alle van nul verschillen, en die voldoen aan
de voorwaarde

li7n I ffy I = 00,

V = CD

en verder, dat er aan deze grootheden toegevoegd is eene
reeks positieve geheele getallen

7ni, m^, 711$,....., w,,.....

zoodanig, dat

V = 1 (Iv

eene uniform convergente reeks is voor allo eindige waarden
van
z.
Hij bewijst dan:

1", dat er steeds eene geheele transcendentale functie
Go {z) te construeeren is, dio de gegeven reeks a^ tot
nulpunten heeft, en

-ocr page 31-

15

2°. dar elke andere geheele transcendentale functie, die
dezelfde nulpunten heeft als Go(z), gebracht kan worden in
den vorm:

_ e««. Go{z)

waarin G (s) eene • geheele rationeele of transcendentale
functie is.

4. Weierstrass voert daarbij nog in de volgende hulp-
grootheden :

E(x,0)=l - X
E {x,l) = {l - x)e\'
E{x,2) = ll -

E(x, m) = (1 - £c) = i \' .

Deze functies E {x, m) kunnen geschreven worden in den
vorm van eene reeks

1 -f ^ ____-f .r"« * .....

welke convergeert voor alle eindige waarden van x en waarin
do coC\'flicienten

«1 , «2, . . . , rtj., . . .

reöel zyn en kleiner dan do eenheid in absolute waarde.

Dit berust op do volgende stelling:

Zijn /"(?/) = flo ai 7/ -t-.....-j- a„ r .....

en (f) (a;) = /^i a; -f.....-f .....

tweo geheele reeksen, en is do 2\'\'" reeks absoluut convergent
voor
\\x \\ <. A en alsdan | rp (x) | ^ en is do 1"\'® reeks
absoluut convergent voor
y B, torwyl A on B positieve
gotJillen voorstellen, dan kan, wanneer wo in do 1"\'® reeks
stellen
y = <p (x), dio reeks geschreven worden als geheele
rooks in .r, welke absoluut en uniform convorgeert voor do
waardon van
x waarvoor | re | < yl.

-In het geval der functio

E(x, ni) = (I — x)^^^

-ocr page 32-

16

is

= = l .....

CC ocP" oc^
= ^
.....

zoodat dus f {x)] en dus ook (1 — a?) /" [qp (a;)] als geheele
reeks in
x geschreven kan worden, die voor alle eindige
waarden van
x convergeert.
Daar voor | a; | < 1

^^^ = T ^ • • • • m • • • •
is voor die waarden van a?,

1 ;t"\' 1 2
E {x, m) = (1 - e^""r^\' e-"ÏTFI -• • • •

^m 1  2

= e ~ w l w 2 — • • • • .
Vervangt men nu in

y door

1  3

~ m \'i ~

dan ziet men dat de ontwikkeling van E (x, m) moet zijn

1 «1 a;\'" ^ «2 a;" 3 -f____ a;\'"  .

Deze coëfficiënten moeten nu in absoluto waarde kleiner

dan de eenheid zijn. Door toch in

f{y) = = y   .....

te stellen

, = = f 4

ziet men, dat de coöfficienten van do ontwikkeling

fU\' (ic.)j = 1 a: a;® .....  .....

positief zijn; en stelt men in f {ij)

^ = = t T ..........\'

-ocr page 33-

17

dan is het duidelijk, dat men eene dergelijke ontwikkeling
verkrijgt, waarvan de coëfficiënten echter deels grooter deels
dezelfde zijn.
Nu is echter voor | | < 1:

ip (x) = log ,

dus

= = l ..........

i — X

waaruit dus volgt:

(m=l, 2, 3,.....)

Verder is dan:

E (x, m) = (l-x){l-i-  .....)

= .....

= 1 «1 \' «2 a.\'" 2 ..... «ta;"\' \' .....

waaruit dus volgt:

I «, I ^ 1.
Vervangt men dus in de reeks

«1 ic" ^ -h «3 rc\'" 2 .....

X door een positief getal ^ kleiner dan 1 en de coëfficiënten nt
door hunne absoluto waarden, dan is de som van die reeks
kleiner dan

1 -r

5. Construeeren we nu met do gegeven reeks groot-
heden (ly en de daarbij bepaalde getallen m^ do functies

l«v } ((y)

en vormen we verder met deze functies het oneindige product

dim kunnen wo bewijzen, dat dit oneindige product absoluut
en uniform convergeert voor elke eindige waardo van en
dus eeno geheele transcendentale functie van ^ definieert.

-ocr page 34-

18

Zij A een willekeurig positief getal en beschouwen we die
waarden van s waarvoor
\\ z \\ A. Daar de grootheden | a-, |
oneindig toenemen, is er een getal aan te geven, zoodanig
dat 1 ttv I > ^, als V ^ IJ. Beschouwen we dan het oneindig
product

® f z
II

V = ƒ) V " V

Elk der factoren E kan geschreven worden in den vorm:

i-

[W.

»1, i

{-]

""v 1

«i-W

(V)

.aj

.....=

ter^vijl we dan tevens weten, dat, wanneer we in Uy{z), z
vervangen door A, de grootheden en de coëfficiënten «^m
door hunne absolute waarden, de som van die reeks kleiner
is dan

niy 1

\'"v 1

\\ay\\- A \'

(L

1 -

We kunnen nu terstond zeggen, dat het oneindige product
fl

v = p

absoluut en uniform convergent is voor alle waarden van z,
die voldoen aan de voorwaarde daar-we hier

verkeeren in het bijzondere geval, dat we in de inleiding
hebben behandeld (§ 4). De reeks met dubbelen ingang

1-

A
l«» J

ao »

V V

V SS p i ■ = 1

rti\'

namelijk is convergent, want er wordt voldaan aan do hiertoe
noodige voorwaarden: , .

1". dat de reeksen

>1V" ^

Wv 2

A]

(6

«a\'

«1

U/»J

convergent zijn, voor elke waardo van >• gelegen tusschen
p en
cc. Do sommen A, van deze reeksen toch zijn,/ooals

-ocr page 35-

19

we zooeven gezien hebben kleiner dan

"\'v 1 I a.

, - . —

2". dat de reeks

..... A4-.....

convergent is. De som van deze reeks toch is kleiner dan
die van

A

Oy

^ I
I flv I —

V

en deze reeks is convergent, omdat de verhouding van hare
termen met de overeenkomstige van de convergente reeks

^ I "v 1

V

V =p

de eenlieid tot limiet heeft, als v oneindig toeneemt.
Het oneindige product

I\'/fè\'"\'-)

is dus absoluut en uniform convergent voor allo wannlen
van z, waarbij en daar de toevoeging van het

eindige aantal factoren

niets aan do convcrgentio zal veranderen, is ilus het oneindige
product

1 /»\\f

11 E

.vel

09

= II

1

<W

\\(1y J

V = 1

V IfJLV
,r »1

ook absoluut en uniform convergent voor do waarden van z,
waarbij | s | ^ en daar A willekeurig is aangenomen, is
dit product zelfs voor allo eindige waarden van
z absoluut on
uniform convergent. Het kan dus ontwikkeld worden in
eene geiioelo reeks in
z, die voor alle eindige waarden van
convergeert.

-ocr page 36-

20

Daar het oneindige product alleen nul kan worden als een
der factoren nul wordt, en daar de factor

\'"y

E

\' z

— fl - —"

l tty.

slechts nul wordt voor z = a^, hebben we dus eene geheele
transcendentale functie van
z, Go (z), in den vorm van een
oneindig product, geconstrueerd, die de gegeven reeks

«1 , «3 , «3 5.....j öv).....

tot nulpunten heeft.

6. Deze functie Go (z) is echter niet de eenige, die aan
de vraag voldoet. De functie e-"\'. Go
(z) bijv. heeft natuurlijk
dezeltde nullen als Go
(z) en geen enkele andere, daar de
factor e-"\'. voor geen eindige waarde van
z nul wordt.

"Wanneer we dus onderstellen, dat de geheele transcenden-
tale functie
G (z) dezelfde nullen heeft als Go{z), dan kunnen
we vragen den meest algomeenen vorm van
G {z) te bepalen.

Het quotiënt, dat we zullen aanduiden door Gi(z),

is eene functie, die voor elke eindige waarde van z eene
eindige van nul verschillende waarde heeft. Daaruit volgt
dat de functie

1 cl Gi (z)
(z) d z

voor elke eindige waarde van z eeno eindigo waarde heeft
en dus ontwikkeld kan worden in eene reeks

C, Ca 5 Cs -h . . . .
die in het geheelo eindige gebied convergeert.

Integ^eeren wo dezo functio tusschen de grenzen ü en c,
dan verkrijgen we:

log Gi = C Cl 2 -f.....= C\' Ö (5)

-ocr page 37-

21

en dus G(2) = Ce\'\'K

waarin G (z) eene gelieele rationeele of transcendentale functie
is, die voor
z = O verdwijnt, en waarin

Go{oy

of daar Go{0) = l,

C=G (0).

7. Is de oorsprong ook nog een nulpunt van de orde
van de functie
G (z), dan moeten we den factor z^ nog
toevoegen en verkrijgen:

waarin nu

G{z)

C =

Jc = 0

De meest algemeene vorm dus voor eene geheele trans-
cendentale functie, die de gegeven reeks tot nulpunten
heeft en daarenboven nog in den oorsprong nul wordt
als is:

G (z) = Cz>\' e» w n E f —, =

V t= 1 V. f\'y

>"v 1 V

r = 1 V "y / .

= II

1

«vJ

AVe hebben hierbij stilzwijgend aangenomen, dat do nullen
«V alle enkelvoudige nullen waren.

Is do ordo van de nul (t,,jK, dan ondergaat do voorgaande
redeneering geen verandering, en dan verkrijgen we voor
G(z):

- » i r ^ ^(-^Y

y = 1 ( V (fy J I

Wo kunnen echter ook eenvoudigheidshalvo de voorgaande
fQnnule wel blijven behouden, wanneer wo dan slechts
onderstellen, ilat de nul ciy ook j>y keer voorkomt in do reeks

Ol, «ü, Os, . . .

-ocr page 38-

22

De factoren E f— , m^ zijn alle priemfuncties, zooals we

y Cly j

deze vroeger gedefinieerd hebben. Ook kunnen we den
factor C, de l factoren z en den factor als zoodanig
opvatten, waardoor dus bewezen is, dat elke geheele trans-
cendentale functie voorgesteld kan worden als een product
van priemfuncties.
Hebben we het bijzondere geval, dat de reeks

1

V

V = 1

convergeert, dan wordt de algemeene vorm

y = 1 V ^y .

en convergeert reeds de reeks

a.

V

y = 1

dan heeft men

= n fl-—]■

y = 1 V (iy J

Heeft de functie G (z) geen nullen, dan is de algemeene
vorm

en heeft ze slechts een eindig aantal nullen , «2,.. .. , «„,
behalve,
z —O, dan is

1 -

cs^e^w ii

y = 1

-ocr page 39-

HOOFDSTUK 11

Methode van Mittag-Leffler.

1. Differentieeren we logarithmisch de door Weierstrass
gevonden formule:

V 1(-Ly

rtyj
1

1\' -

r-1

r = l «V

a.

\'y-1
V

1

Z — (f„

,0

(?(Ä) = II

y = 1

dan verkrijgen we:

y = 1

hetgeen dus wordt voor het geval, dat er geen wortels
nul zijn,

^ ^ - - «y r = 0 f» l"y

y = l

Cr (.)

en dit weer voor het geval, dat do reeks

val

^=(-\') ^^

Ci (s) \' \' ■ y - 1 - «y \' r = O «y

of, wanneer wo = w 4- 1 stellen,

convergeert,
.(tj

1

-ocr page 40-

24

«j ]\'

0.-1
- S

1

z — a.

r = 0 ^ï/

V = 1

en wanneer .a = 1, dus w = O is,

v

, = 1 u — a.

Zooals we reeds in de inleiding hebben opgemerkt, moeten
de tweede leden van deze vergelijkingen absoluut en uniform
convergent zijn in het geheele eindige gebied, uitgezonderd
de plaatsen in de onmiddelijke nabijheid der nulpunten
wanneer we eenmaal weten, dat het oneindige product van
Weierstrass absoluut en uniform convergent is in het geheele
eindige gebied.

Omgekeerd zal men door uit te gaan van eene beschouwing
dier tweede leden, dat is dus eigenlijk van

V _J_ "
z - fl,\'

door integratie kunnen komen tot de productuitdrukking van
G {z). Dit is het dan ook hetgeen Mittag-Leffler doet in
zijne methode, zooals deze ons wordt medegedeeld in den
Cours van
Hermite \').

2. We zullen hierbij gebruik maken van de volgende
stelling, die analoog is met die, welke we als bijzonder geval
in de inleiding bij de oneindige producten hebben behandeld.
De reeks >

«1 ..... -I- . . .

waarin ....., ..... functies zijn van xr, dio

ontwikkeld kunnen worden in reeksen als

Uy = &V.0  - ^\'v.s ... iv.^  ... (r = 1, 2,...)

1

waarvan de stralen der convergentiecirkels , gelijk of grooter
zijn dan een bepaald positief getal A, zal absoluut en
uniform convergent zijn voor allo waarden van die voldoen

;

\') IlKiiMlTK, t. a. p. p. 84 c. V.

-ocr page 41-

25

aan de voorwaarde | | ^ ^ en zal voor die waarden van z
in een geheele reeks in ^ ontwikkeld kunnen worden, als de
reeks met dubbelen ingang

CD CD

V V

v = 1 fi = O

convergeert. De condities hiertoe noodig hebben we reeds
in de inleiding opgegeven (§ 4).
3. Zij dan wederom de reeks a,, waarbij
I «v I > O en
lm | a^ j = oo,

V r= CD

de reeks der enkelvoudige nullen van eene geheele transcen-
dentale functie
G (z).
Beschouwen we nu eerst het eenvoudige geval, dat de reeks

V J_

convergeert.

Zij voor r ^ i), I O» I > >1, dan kan elke term van de reeks

_J_

v = p ^ fl»

ontwikkeld worden in eene geheele reeks in z

^ = - --Lfn-^ 4 ....

Z —fly Oy ^__fl» l flv ff»

= .....,

welko reeksen alle convergeeren voor de waardon van z
waarvoor | c | ^ yl.

Vervangen wo dan in deze reeksen z door A en do groot-
heden fl, door hunne moduli, dan zyn de sommen van deze
reeksen

1 _ 1 Ifl»!

/1» =

A - I fl» I I fl» I I fl»T —

Vorder is do reeks
.....=

convergent, omdat do verhouding dor termen mot de

-ocr page 42-

26

overeenkomstige van de convergente reeks

1.

V _

■J = P (^V

de eenheid tot limiet heeft, bij het grooter worden van
Hieruit volgt dus, dat de reeks met dubbelen ingang

by, ^

cc 00

V V

» =p (i = O

convergent is, dus dat de reeks

1

I,

V

y^pZ- Cly

absoluut en uniform convergent is voor de waarden van s,
waarvoor
\\ z \\ A. Voegen we aan deze reeks toe het
eindige aantal termen

v = 1 2 - «v\'

waarvan de som oneindig wordt in de punten

«1 > «2}.....,

dan zal dus de reeks

V

y- \\ Z — (ly

absoluut en uniform convergent zijn voor alle waarden van z,
waarvoor
\\ z \\ A, uitgezonderd de plaatsen in de onmidde-
lijke nabijheid van de punten

fll, 02, ,

jii Daar» verder de grootheid /I willekeurig is aangenomen,

iÜ \' kunnen we dus ook zeggen, dat de reeks

V ^

V SS I Z (ly

absoluut en uniform convergent is voor allo eindige waarden
van Zy uitgezonderd de plaatsen in de onmiddelijke nal)ijheid
van de punten

«lj «2,....., «V,.....

G\' (z)

De functie ^ ) ( heeft ook eeno eindige waardo voor elke
G{z)

iii!

-ocr page 43-

27

eindige waarde van z, die niet samenvalt met een der
punten a,, en nu is te bewijzen dat het verschil

1

G{z) v = i^-«v
zelfs in die punten eene eindige waarde heeft.

Daar G (z) nul wordt in het punt2;=:rt„, kunnen we
schrijven:

G{z) = {z-a„)H{z),
waarin H (z) eene geheele transcendentale functie is, die niet
nul wordt in het punt
z = a„.
Hieruit leiden we dus af:

G{z)
en dus

Cr\'(z)__1 H\' (z)

a {Z) Z - (In 11 {Z) \'

hetgeen eene eindige waarde oplevert voor z = «„.
Daar de andere termen van de som

V __L_

yZiZ — a^

eindig zijn voor z = hoeft dus

V JL_

G (z)

in dit punt oone eindige waarde.

Dit zelfdo kunnen wo natuurlijk bewijzen voor alle andere
punten in do reeks voorkomendd.
Do 1\'unctie

. _ V _L_

G (z)

zal dus absoluut en uniform convergent zijn in het geheelo
.eindige gebied, en kan dus ontwikkeld wonlen in eeno geheelo
reoks in dio voor allo eindigo waardon van s convei-goert
en dio wo gelijkstellen aan do afgeleido
{z) van eene

_ . ë\'A\')

z-a,^ H{s)

-ocr page 44-

28

holonaorphe functie. We hebben dus
G\' {z) ^^ 1

_ V

= G^ {z).

G{z)

Integreeren we deze vergehjking tusschen O en dan
verkrijgen we

\' log{z-ay)-log{-ay)\\ = G{z),

G{z)

log

wanneer G {z) die integraal is van G\' {z), welke voor z = 0
verdwijnt, en (7 = G (0).

log G {z) = logC G{z) v log ^^ ^

1 -

» = 1

» = 1 l ClyJ

dezelfde uitdrukking, die ook Weierstrass geeft.
4. Wanneer eerst de reeks

I:\'
i I. ■

1

u 1

V

V = 1

waarin w > O, convergeert, dan zal de reeks

V _L_

yZlZ-dy

niet absoluut en uniform convergent zijn, maar dan zal,
wanneer we invoeren het polynomium

do reeks

1

V

v = l

Lz — a,

\' z \'

00 fM

- V

l«J

V = 1 Oy" {Z-Oy)

wel absoluut en uniform convergent zijn voor allo eindige
waarden van z, uitgezonderd de plaatsen in do onmiddelijke
nabijheid van do nulpunten (ty. • .

Voor f ^p en I 2 I ^ /I kunnen wo toch schrijven:
-g" ^ • 1 ^ -g" f 1 I A ■ . ]

(ly^\'lz-ay)  ^ \' 1 _ jL (C H (fy \'^aj\'^"\')

li.
II

)\' I

-ocr page 45-

29

en vervangen we hierin 2 door A en a, door den niodulus,
dan is de som van die reeks

M 1

A"

1

1 «VI - A\'

Daar nu de reeks

□0

V

y =p

convergeert, is dit ook het geval met de reeks

00

^Iv,

v=p

dus met de reeks met dubbelen ingang

CD CC

ï by,^ Al\'

V =p n = u

De reeks

00
V

V =p {S - ffy)

is dus absoluut en uniform convergent voor allo waarden
van 2, waarvoor | s | ^ /I, . waaruit dus weer volgt, dat
de reeks

OD ryil

absoluut en uniform convergent is voor alle eindige waarden
van
s, uitgezonderd de plaatsen in do onmiddelyke nabijheid
van do nulpunten Uy.
Do functie

C/{2) - _

" ^ IP

G{2)

U\'yJ

zal nu weer, ook in do punten eene eindige waardo
hebljen. Innnors

^ _ ^ 1 , H\' (2)__^_ __

ci,r(z-a,)-11 {2)  h

hetgeen eene eindige waardo oplevert voor z =

« 1

-ocr page 46-

30

Bovenstaande functie kan dus weer ontwikkeld worden in
eene geheele reeks in
z, G\' {z), die in het geheele eindige
vlak convergeert. We kunnen dus weer schrijven:

1

G\' {z)

- S

. «v J .

= G\'iz),

G{z)

en vinden hieruit
Giz)

C

log

V = 1 \' v (ty J \\Cly J

V i-f-LV

waarin

Q.

dus

Tii;:
i

li;
I \' i

>\' \' !

•l: ?
^ f \'

.rtj tty\'^ 2 tty^^\'"^ co tty" r = l T Uvj \'

1 -

"V ,

övJ

G (z) = n

V =1

1

hetgeen wederom de uitdrukking van Weierstrass is.
5. Kunnen we ten slotte geen. ge tal co aangeven waardoor

« 1

V

v = 1

(,: !
\\

convergeert, maar hebben we de getallen niy bepaald, waardoor

Wy 1

V

V =1

uniform convergeert voor alle eindige waarden van 2, dan
geven we de polynomia
P een veranderlijk aantal termen,
door te\' stellen

"" (ly Ö,« ■ ■ ■ ay^y —

f-1

\'"v

(ly .

en kunnen dan evenzoo bewijzen, dat de reeks
1

\'«y

\' z \'

Mv.

= V

V

y=:l

-hP,

Z — Uy

absoluut en uniform convergeert in het geheele eindige gebied,
uitgezonderd do plaatsen in do onmiddelijke nabijheid van
de nulpunten Oy.

\':! I

-ocr page 47-

31

Verder zal dan weer de functie

G\'jz)

Uv;

_Z — «v

geschreven kunnen worden als eene geheele functie in 2,
G\'{z), die in het geheele eindige gebied convergeert, dus

1

V

V = 1

G\'iz)

— V

G (z) v = iL2-a,
waaruit weer volgt:

G{z) = C e» w n

waarin

z

layj

1

= G\'(2),

Oy)

"y- ,

v=rl

f z ] z 1 z" Is"» 1

zoodat ook in dit geval de uitdrukking van Weierstrass
teruggevonden is.

-ocr page 48-

HOOFDSTUK HL

I\'

t ■

èi:
Uli

Methode van Fbenzel.

1. Frenzel heeft laten zien dat men door toepassing
van de methode van
Cauchy, dat is dus door gebruik te
maken van de rekening met résidu\'s, ook kan komen tot de
algemeen geldende uitdrukking voor eene geheele transcen-
dentale functie, ontbonden in hare priemfuncties.

Daar de redeneering van Frenzel niet exact is, zijn we
genoodzaakt, ter vermijding van dit gebrek, zijne methode in
een gewijzigden vorm hier voor te dragen.

2. De résidu van eeno meromorphe functie F {z) ten
opzichte van eene pool «, waarvan de verkorte notatie is:

is de waarde van do integraal:

! :

genomen langs den omtrek van een klein- cirkeltje, waarvan «
het middelpunt is en waar binnen geen andere polen gelegen

•) Fke.vzel. Dio Diirstollung dor eindeutigen nniilytischon Functionen
durch unendliche Producto und Pnrtialbruchen. Zeitschr. f. Math. u. Phys. v.
SCHLÖMILCH XXIV (1879) p. 31G e. v.

-ocr page 49-

1

33

zijn. M. a. \\v. de résidu is gelijk aan den coëfficiënt van

in de ontwikkeling van F (z) in de nabijheid van z = a.
Is de pool enkelvoudig, zoodat

n^)

F{z) =

Z — a

waarin f (z) niet oneindig wordt voor z = a, dan is de
ontwikkeling in de nabijheid van
z = u\\

F {z)    .....

z — «

en dus

^ F{Z)=f{n).

Is de pool i>voudig, zoodat

fiz)

dan is de ontwikkeling in de nabijheid

van 5 = «:

f{a) {z- u)r («) ....-)- .. •
F (2) =----^^JIlilL---

^^ {Z-aY

dus

- (ïrrryr-

3. Zij nu wederom gegeven eeno geheele transcendentale
functie
G{z), die in den oorsprong eene nul bezit van do
ordo )., terwijl de andere nullen

(t\\ , <k, Os, .... , üy, ... .

resp. do ordegetallen

Pu Pi, i\'s,----, Pv,----

bezitten, en voldoen aan do voorwaarde

Urn I (/v I = 00.

» = te

Wo onderstellen verder, dat wo verkeeren in het geval,
dat do reeks

S — a

P.

V___^^

convergeert.

-ocr page 50-

49

Giz)

heeft dan den oorsprong en de reeks Oy tot enkelvoudige
polen.

Beschouwen we nu de integraal:

o^ [ Ttt^^ dz = ^.f F{z) dz
2 TT ij, G{z) {Z — t) 2 TTlJ,

genomen langs den omtrek van eene willekeurige gesloten
kromme s, die we kunnen aannemen dat den oorsprong
omsluit en niet mag gaan door een der punten a,.

Liggen de. punten Oj,....., a„ binnen deze kromme,

hetgeen ook het geval moet zijn met het punt t, dan is
volgens
Cauciiy:

De functie

2M

1

4-/" (2)

Nu kmmen we schrijven:

l

F(z) =

Z \' \' \' \' ) z — t
waarin f{z) holomorph is in de nabijheid van 2 = O, en ook:

1_
z-V

-\\-fA3)

F{z) =

Z — CL

waarin fyiz) holomorph is in de nabijheid van z = üy. Dus ia:
/ F(,z) = — en / i\'^(s) =

zoodat we verkrijgen:

G
G

en verder is:

r(0 t yt\\ t-üy"^ \'Inij. G(Z)(Z-l)

Schrijven we nu:

^ - 1 4- ^ -4- 4-

/«-i

In

-ocr page 51-

35

<lan kunnen we voor de laatste integraal schrijven:

1 f a,- V i-\'f rf, I

Tri./, - a{z) ^

f 1 ,

2

2

Nu is weer:

±. f ^±dz-r -^4- V r
2 TT 2./, G (z) C^io)(2) V ^(«v) (2)\'

In de nabijheid van 2 = 0 kunnen we schrijven:
dus:

en verder is:

r =

2« G (2) fly"* \'

dus:

waaruit volgt:

" r 1 /
.....

. ji-ï .m. J-,/.

en eindoiyk:

am -T ffv ^ flv^ ^ ^

4- AO) ^r(o) .... (ii^^i/^-Mo)

^ 2 TT i ./, (2) 2 - <

-ocr page 52-

36

B

t

= S P.
r v = i

t — a.

(lyj^
l.-l

(0)

t^ f G\'

TT iJs C

2 TT ij, z^ G{z)z — t
Integreeren we deze vergelijking tusschen O en dan wordt:

G{t) = Ct\' U [fl--

vrrlLl. dy J J

(z) 1

dz.

waarin, evenals vroeger,
en

t = o

t

Q.

tü O " \'

Iflv J

~ Uy ^ 2 « 2 i-

en w\\aarin

V = tf(o) ^r (0) ...  (0) -

G\'{z)
Z" G{z)

-L.f

TTlJ,

t

1-

dz.

lO — i

L O)

Nemen we nu den omtrek s zoo groot aan, dat voor alle
punten van den omtrek geldt | 2 | > | < | , dan kunnen we

t

de in U voorkomende loy 1 —j\\ ontwikkelen in eene reeks
volgens opklimmende machten van ,

,0, (1

1 r

— _ V

.= 1 r \'

en verkrijgen dan voor de in U voorkomende integraal:

__V JLf^lS^az

Evenals hierboven, hebben we nu weer:

2in j, G {z)- (/• - 1)!\' ^^^ c///

-ocr page 53-

37

— -_\\_-4- V

en

ifi^) (0) .... (0)
t [ \\ " j) I

4- V 1_\\ _t_ Ar-l)/0\\ -J- V

r l(r-l)!^ ^ = 1 «/ •

4. Laten we nu den omtrek s al grooter en grooter
worden, zoodanig dat ten slotte al zijne punten in het
oneindige liggen, dan komen er ook hoe langer hoe meer
punten Oy binnen
s te liggen, en ten slotte zal in de uitdruk-
king voor
G (t) het product een oneindig product worden en
ook in
U de som over v eene oneindige som.

We kunnen nu bewijzen, dat de reeks, waaraan gelijk
is, absoluut en uniform convergent is. Hiertoe geven we
«erst deze uitdrukking nog eene kleine transformatie.

We hebben gesteld:

G(z) - z -rnv^

waaruit volgt, dat do functio/"(2) enkelvoudig oneindig wordt
in de punten

«1 , «3 , . . . , (/y , . . .

Nemen wo lui aan een Avillekeurig positief getal A, en zij
voor v\'^l, «y > /l, dan bestaat er geen bezwaar, daar l
«indig is, om te schrijven:

n.\') = ^ . . . y T W

~ — »1 Z — Oi ^ — "i—1

I —1

_ V

» = 1 ^ — f\'v

waarin ,,, {z) holomorph is voor | | ^ /l.
Hieruit volgt dan:

dus wordt bovenstaande uitdrukking:

\'v\' (- D\'-i [r- 1)!  {z),

V = 1

- j

{S - (tyï

-ocr page 54-

38

dus:

(0) = - (r - 1)! (0),

y _ 1 Uy

zoodat de oneindige som van ü:
t^ \\ 1

V

V

Pv

.=7 1 r ((r-1)!
zich herleidt tot:

i\' ( 1

Pv

^(r-l) (0) 4_ V

= 1 a/ )

V

Hiervan is nu in de eerste plaats absoluut en uniform
convergent voor de waarden van
t, die voldoen aan | ^ | <
het gedeelte:

r=Z i r (r-1)!\'
Immers voor die waarden van i is •

absoluut en uniform convergent, dus is dit ook het geval met
(0) ^ (0) ....
Verder is ook het gedeelte

00 cjs fr f)

V V JLJz.
r = 7 \\ » = ! Uy

absoluut en uniform convergent voor\' diezelfde waarden
van
i. Vervangen we toch t door A\' en do grootheden
door hunne moduli, en stellen wo:

i^v _ ,

dan is voor eeno andere waarde van ,

cc
vzzl

A /

oo

V

r

k = l

«J

(ü 1 1 üy

<

(tl

. A« 1.

De door partieele sonnnatie uit do reeks moL dubboleii

-ocr page 55-

39

ingang afgeleide reeksen Ar zijn dus convergent, en daar dit
ook het geval is met de reeks:

A

ai

«j

volgt hieruit weer, evenals vroeger, dat de reeks:

00 <x, f ri

V V II.
r=tr i v = i r

absoluut en uniform convergent is voor de waarden van t,
die voldoen aan | i | < /l.

U is dus geheel en al absoluut en uniform convergent
voor I ^ I < , en daar /I willekeurig is aangenomen, is
U
absoluut en uniform convergent voor alle eindige waarden
van de variabele. We kunnen dus voor U weer de gewone
notatie
G (t) aannemen, en vinden dan voor G (t) de product-
uitdrukking:

= fl
V = l

5. We hebben nu nog slechts te onderzoeken, of het
hierin voorkomende oneindige product wel absoluut en uniform
convergent is.

Uit de bovenstaando uitdrukking zien wo, dat dit onoindigo
product gelijk is aan

Van deze uitdrukking is do teller eene in het geheelo
eindige vlak holoniorplio functie, en evenzoo is dit do noemer,
terwijl daarenboven eene functie is, die nergens nul
wordt. De geheele uitdrukking stelt dus voor eene eenwaardigo
functie, die nergens in het eindige vlak oneindig wordt, ook
uiet in het punt ^ = ü, daar de uitdrukking zich in dit punt
herleidt tot:

Py

l f(y

1

G(0 .

L

-ocr page 56-

40

Het oneindige product stelt dus voor eene holomorphe
functie en is dus stellig uniform convergent. Het is nu ook
gemakkelijk in te zien, dat deze convergentie absoluut moet
zijn. We hebben toch geen beperkende bepaling gemaakt
omtrent de wijze, waarop de kromme
s al grooter en grooter
moet worden, m, a. w. omtrent de volgorde der priemfuncties
in het oneindige product. We mogen dus die volgorde kiezen
zooals we willen, en steeds zal het oneindige product gelijk
zijn aan de eenwaardige uitdrukking:

C f

De waarde van het oneindige product hangt dus niet af
van de volgorde der priemfuncties, m. a. w. de convergentie
is absoluut.

6. We zullen nu nog dezelfde functie G (t) op eene eenigzins
andere wijze behandelen en daardoor komen tot een voor ons
belangrijk theorema.

Op pag. 34 hebben we gevonden de formule:

== i- . V - J_ f

Git) t ^ y^it-Uy^ 2ni},G {2) {z - t)

Integreeren we nu dadelijk deze vergelijking tusschen O en t,
dan vinden we:

G{t)=Gt^ U fl-

» = 11 f, j

waarin:

7-r ^ f (z) , f, n,

Ui = — 5—log 1 - — dz.

2 n tjf G (Z) z .

Deze integraal kunnen we nu herleiden op eene analoge
wijze als boven is geschied, en vinden e;" dan tenslotte voor:

u - V JL^^\'z^iO) , j^l
= i r I (r-l)\\ ■^.r, (r/ C

Laten we nu weer de kronnne s oneindig worden, dan
wordt het product in
G (t) weer een oneindig product en de
som over y in Ui eene oneindige som.

iii!

-ocr page 57-

41

De reeks, waaraan Ui gelijk is, is nu niet in haar geheel
absoluut en uniform convergent, wel een gedeelte er van,
n. 1. het stuk:

V _ \' \' V"/ I V I

r=r i r ( (r-1)! a/ ) \'

dat is de functie G (t).
Er blijft dus van Ui over:

^ V Jl V J^. I il. V ÜL-

y = i Oy ^ 2 y = i a/ ^ ~ W v = i rt,"\'

Stellen we dit voor door tTo, dan vinden we voor G(t):

t

^

l\'y.

G(t) = C t^ II 1 - ^ X

V = 1 "

Voor het geval, dat het product:
® r
MPy

v=1 l. (lyj

divergent is, heeft deze schrijfwijze geen boteekenis. "Wel
editor voor hot geval dat dit product beperkt convergent is,
en dus ook do sommen:

V P\' V Pi. V P^

► = 1 ((y Cy^\'......\' y = l fy"\'

Er volgt dan uit, dat wo in dit geval do functie G (t) ook
in bovenstaanden vorm mogen schrijven, waarbij wo in do"
oneindige, sommen de ternieii op dezelfde wijze op elkaar
nioeten laten volgen als dit geschiedt met do factoren van
het oneindige i)roduct.

Wo zullen in het vervolg gelegenheid hebben, dit theorema
liorhaaldelijk too te passen.

iMorken we nog ten slotto op, dat wo door do methode
van
Fkknzel eeno uitdrukking gevonden hebben voor do
functie
G (t) of G (s), dio l)ij de methoden van Weieustiuss en

-ocr page 58-

42

Mittag-Leffler onbepaald bleef. We hebben n. 1. gevonden :

.... . ^

(0)

G{z) = zno) ^r {0) .....

r^l x r I (r-1)!

p.

=1 «•/ )\'

waann:

G{z)

Voor de berekening is echter deze uitdrukking niet zeer
geschikt. We zullen daarom in het volgende hoofdstuk op
de bepaling van de functie
G {z) terugkomen.

-ocr page 59-

HOOFDSTUK IV.

Over het geslacht van eene functie en over de bepaling
van den uitwendioen exponentieelen factor.

1. Door Laguerre \') on Vivanti zijn met betrekking
tot het onderwerp, dat ons bezighoudt, eenige benamingen
ingevoerd, die we hier zullen vermelden en in het vervolg
ook steeds gel)ruiken zullen.

Laouerre noemt eene geheelo transcendentale functie eene
functie van geslacht lo (Fr. genre, Eng. class^ D. Rang, It.
genere) wanneer de nullen a^ zoodanig zijn, dat

1

V

convergeert voor = w -f- 1, ü» 2, . . . .
De kleinste waarde, die
m hebben kan, is dus 0.
• Vivanti vat al deze functies, die een geslacht hebben,
samen onder den naam van
functies van de eerste klasse, en
noemt tle antlero
functies van de tweede klasse. Bij deze
functies moeten wo dus do roods meermalen vermelde

- \') liAOUKltKK. Sur quolquofl équatioiiH tnuiBConduntoB. C. U. XCIV (1882)
1\'- 160 o. v.

Vivanti. Alcuni teoroiui huIIo fuiizioni intoro. Oiornulo di Jfatcinaticlio
di H
attaolixi. XXII (1884) p. 243 o. v.

-ocr page 60-

44

getallen m^ gaan bepalen. Deze getallen noemt Vivanti de
convergentiegetallen., en hij merkt daarbij op,«dat deze naar
omstandigheden gewijzigd kunnen worden, want, wanneer
men in de reeks
m, de eerste n getallen vervangt door
willekeurige anderePi, Pi, ■ •.., ih: dan zal daardoor de reeks

® r 2 "v ^

1 lö7.

die dan wordt:

5

fv 1 ®

» = n l

z

Z

V

» =1

a.J

niet ophouden absoluut en uniform convergent te zijn in het
geheele eindige gebied.

Verder noemt Vivanti de functie eene eenvoudige functie.,
wanneer de in de algemeene uitdrukking voor G [z) voor-
komende factor e^(-), die de
uitwendige exponenticele factor
wordt genoemd, zich herleidt tot de eenheid, dus wanneer de
functie
G (z) de waarde nul heeft.

2. Laguerre heeft een kenmerk voor het geslacht van
eene functie gegeven. Het is het volgende \'):

Wanneer bij het oneindig toenemen van z, eene zeer groote
waarde van |
z | gevonden kan worden, waarvoor

G (2)

gelijkmatig tot nul nadert, dan is do functie G {z) van
geslacht w.

Het l)ewijs van deze stelling lieeft veel overeenkomst met
de hiervoor behandelde methode van
Fhenzel; wc kunnen
dit bewijs dan ook terstond uit een der formules van hoofd-
stuk Hl afleiden.

\') liAOüEKKK. Sur la (Ictorminntion du gonro (ruiio lonction traiiBcondanto
entière. C. K. XCIV (1882) p. 035 c. v. Heter in
FoKSYTll. Theory of
functions
uf a complex vnriiUilc, p. 91.

-ocr page 61-

45

Op pag. 36 hebben we gevonden, dat we schrijven kunnen:

1 ■ - mi

l «V;.

J — Oy

«—1

/•(»-!) (0)

(cü- 1)!

2 uil. G{z) z-t

Breiden we nu de kromme s op eene willekeurige wijze
uit, zoodanig echter, dat die kromme nooit gaat door eenig
nulpunt van de functie
G {z), dan wordt de som over eene
oneindige som. Stellen we dan verder de maximum-modulus

van langs den omtrek van de kromme s gelijk aan M,

dan is:

Git) - t ^ yZx^\'

iz) 1

dz

\\ 2 n ij, Z —

Daar nu

1 f
2 TT i J, ^ (

G{z)z-t

-L-fJ^-i

is bovenstaande uit(h-ukking kleiner dan üf, en daar M tot
nul nadert, nadert ook

1 f G\'{z) 1

1 / JL (iL 1

2 n ij,z>\' G iz) z-t "

tot nul.
We hebben dus:

£1(0 „JL. V „
G{t) ~~ t

1

t — a.

. «v; -

1

/-(ü) f/■\' (0) -I- .. .. _ (0),

on hieruit door integratie:
G (0 = C^^tfC) fl

fl - J-1

(t,J

waarin {t) de voor z = 0 verdwijnende integraal is van

(0=nO) (0) ....  (0),

zoodat dus (/) ten hoogste een polynomium van graad w is.

-ocr page 62-

46

Evenals we dit in hoofdstuk III hebben gedaan, kunnen
we aantoonen, dat het bovenstaande oneindige product
absoluut en uniform convergent is, zoodat dus uit den vorm,
die we voor
G (t) gevonden hebben, volgt, dat deze functie
van geslacht a> is.

3. Het is duidelijk, dat dit kenmerk van Laguebre ons
slechts van eene bepaalde soort van functies toelaat het
geslacht te bepalen, en wel van die functies, waarvoor

voor eenige eindige waarde van o;.

Dit is bijv. het geval met de sinusfunctie.

We hebben hier:

G\' {z) _ cos z _ . é\' g-\'^ _ . e?\'\' -f 1 _
G{z) ~ sinz ——1 "

g — 3 r «■» Gl g2 i r foj 9 J

cos z
sin z
cos z
sin z

fj — ürsinO ircotf} _

Voor r = O) en sin O > O wordt dus Urn
Voor r = co en sin fj (O wordt dus li?n

I

.\\i !
\'\'! I

t

IJl :

terwijl, wanneer sin 0 = 0 en we aan r zulk eene waardo
geven dat
z niet samenvalt met een der oneindig ver gelegen

cos z

punten «v, (lo waarde van —;—aldaar eindig zal zijn.

sm z

We kunnen dus waarden van | z | aangeven, waarvoor
tot nul zal naderen, waardoor dus aangetoond is,

z sin z

dat sin z van geslacht 1 is.

4

Toch moet men voorzichtig zijn iri de gevallen dat hot
kenmerk van
Laguerre van toepassing is. Stellen we dat
de functie
Go (z) van geslacht w is en dat het kemnerk van
Laoueiire er op kan worden toegepast, dus dat

\'1.
i\'i !

\'ti i
;r* !

i 1

■if;

.^^z" Go {z)

-ocr page 63-

47

Beschouwen we dan de functie:

waarbij we stellen, dat (jp {z) een polynomium is van graad
O) p, waarin p een geheel getal is.
We zullen dan niet vinden:

maar wel:

G\' (z)

lini

= 0.

.^^z^\' p G(z)

Immers:

en daar q/ (z) van graad « -f-;; — 1, zal eerst

Jll(±

z*\' p

voor z — cc verdwijnen.

We zouden ilus, door toepassing van het kriterium van
Laoukure, ten onrechte

meenen, dat de functie G (5) van

geslacht lu p was.
We zullen dus de voorwaarde:

aan een nader onderzoek moeten onderwerpen, of liever de
integraal

Want bovenstaande voorwaarde is .slechts gebruikt om aan
te toonen, dat deze integraal tot nul nadert, wanneer de
l^ronnne s op eene willekeurige wijze tot het oneindige wordt
uitgebreid.

We kunnen nu bewijzen, dat bij elke functie van
^jeslacht 10 deze integraal nadert tot eene geheelo functie in /,
Wanneer do kromme
s op eene willekeurige wijzo tot het
oneindige wordt uitgebreid.

-ocr page 64-

48

Immers, uit de reeds in dit hoofdstuk gebruikte formule
van pag. 36 volgt:

t" f Cr\'jz) 1 I

TiiJ, \' "

—■f

1 71 tj.

2 n ij, z^ a a{t)

dus

lim

ZZ G{z)z-t G{t) t

_ V

1

t — O,

1 P.
»= 1

We hebben nu bij do methode van Mittag-Leffler
gezien, dat

t

1

G{t) t yZi^\'

It-ciy

Lf/yJ

gelijk is aan eene geheele functie G\' (t), waaruit dus volgt
dat de integraal

2 TV ij. z" G(z)z-t
nadert tot eene geheele functie

G\' (O-.,\' (O-

Uit de formule op pag. 42 is nu nog af te leiden, dat

G\' (t) = (j/ (t) eene geheele functie ■ in t, die met
den term t" begint,
zoodat dus do integraal

2 71 ij, z-G{z)z-t
nadert tot eene geheele functie

waarvan de graad dus w lager is dan dio van G\'(t), dus
w -f- 1 lager dan dio van
G (t).
5. Omgekeerd zal ook, wanneer we bewezen hebben, dat

-ocr page 65-

de meergemelde integraal nadert tot eene geheele functie in t,
en wel steeds tot dezelfde geheele functie, hoe we de kromme s
ook tot het oneindige uitbreiden, daaruit volgen, dat de
functie
G {t) van geslacht w is.

Immers er volgt dan uit, dat de uitdrukking:

_Jl_ V

1

1 IK

V=1

t — a,

G(t)

absoluut en uniform convergent is, zoodat dan volgens
hoofdstuk II de functie
G {t) van geslacht u) is.

De bijvoeging „en wel steeds tot dezelfde geheele functie,
hoe we de kromme
s ook tot het oneindige uitbreiden" is
essentieel, want neemt men bijv. voor de kromme
s cirkels c,
die men hoe langer hoe grooter laat worden, en vindt men
dan, dat de integraal nadert tot eene geheele functie in t,
dan heeft men nog geen zekerheid, dat de integraal tot deze
zelfde functie zal naderen, wanneer men andere kronnnen
s
kiest, m. a. w. men heeft dan geen zekerheid, dat do
uitdrukking

(O

G{t)

■fii

- Ih

y = 1

t — (L

absoluut convergeert, wel, dat zo beperkt convergent is.
Men weet dus wel, dat men de functie
G (c) schrijven mag
in den vorm van eeno functie van geslacht w, maar men
weet niet, of het hierin voorkomendo oneindige product wel
absoluut convergent zal zijn.

(). Hot is misschien goed, do voorgaande beschouwingen
ook nog op eeno andere wijzo aan te toonen.
Uitgaande van eeno functie van geslacht w:

vinden wo daaruit, door logarithmisch te dillbrentieeren:
-G^ = T ^ yè. «y^^ö\'

-ocr page 66-

50

Voor waarden van waarvoor | 2 | < | Oi |, kan elk der
breuken

_ _

[z - ö,)

ontwikkeld worden in eene reeks volgens opklimmende

machten van

% ■ ___-

zoodat we voor die waarden van z, voor ontwikkeling

krijgen:

waarin:

OD 1

MO) _ _ v _

» = 1 " »

Deze coëfficiënten hebben dus alle eindige waarden, want
er is gegeven dat

1

v

»= 1

a/ \'

convergeert, van af p = w.

Voor waarden van z, waarvoor | «i | < | ir ] < | oj [ , is dezo
ontwikkeling divergent, welke divergentie veroorzaakt wordt

door de ontwikkeling van den term

{z - ai)\'

.2
T

Ol" {z - (lx)  \' \\ ■ «1 \' «1

Vervangt men echter deze ontwikkeling door:

(Tiz)
I «1 l< I < i 1-

(z - cii) ai" r ^ ^

ai"{z-ai) ttx" V\' \' ^ "P"
dan is de ontwikkeling van geldig voor waarden van
waarvoor

-ocr page 67-

51

Voor die waarden van z geldt dus:

A

z

waarm:

= ^(0) I
p p \'

1

1\'

ai"

= ^ en ^ =

Om de ontwikkeling te verkrijgen, die geldig is voor waarden
van 2, waarvoor | «2 | < | s | < | Oa | , moeten we weer de

02"

: £i£)

ontwikkeling

~2

(li" (z — 0«) fls" \' V as
vervangen door de ontwikkeling

1 — 1

l ^i ^fH-...

02- (s - au) oa"
Zoo voortgaande verkrijgen we voor do ontwikkeling, dio
geldig is voor die \\yaarden van
z, waarvoor|o«|<]2]<|11:

= 4" \' 1 ^ -f .... ....

-öirLi^--\' • • • • • • • •

-hB^\'i, S-\'  J5(«)^~-r ^ ^

waarin:

1 1

1

r—1

on B>\\ = ï O

1^0 coölllcienten A zijn dus grootheden, die by hot grooter
worden van meer en meer tot nul zullen naderen. •
Stellen we nu dat
G\' (z) den vorm heeft:

Ö\' (5) = &o - • • • •

AW

p

■1

-ocr page 68-

52

waarin 5 ook oneindig groot mag zijn, in welk geval de
functie
G (2) eene geheele transcendentale functie is, en gaan
we dan bepalen de waarde van de integraal

iz) 1

dz

m

1 f G\'
2 TT i], G

G {z)z-t

genomen langs den omtrek van een cirkel, waar-van de
oorsprong het middelpunt is, en waarvan de straal is eene
waarde van | 2 | , waarvoor | a,, | < | 2 | < | 1 | , terwijl
t
een punt is binnen dien cirkel gelegen.

We moeten dan gaan opzoeken den coëfficiënt van —

z

de ontwikkeling:

J^bo-^hz .... ^-h.z\' Jr

....

■.... ..........

X

1

X 1

Deze coëfficiënt is:

K K xt ....A-b, f—
-f AO» t  -h..... -h vlj") i"-" .....

Het eerste gedeelte hiervan is een geheel polynomium in
waarvan do graad w -j- 1 lager is dan die van
G(z), zoodat,
wanneer
G (z) een polynomium is ten hoogste van graad w,
dit gedeelte verdwijnt, terwijl, wanneer
G (z) eene gelioelo
transcendentale functie is, dit eerste gedeelte ook eeno
geheele transcendentale functie zal zijn, waarvan do coëffi-
ciënten uit die van
G (z) zijn af to leiilen.

Het tweede gedeelte is eene oneindig voortloopendo reeks,
die absoluut convergent is, want in do ontwikkeling voor

convergeert het stuk:

G (z)

4")   i .... A<;> 2\'\' .

-ocr page 69-

53

absoluut voor elke waarde van z, waarvoor 1 2 | < | a„ i | ,
zoodat dus, daar M | < | «n i | , ook de reeks:

^-i-i t   A(;)tp-" .... -

absoluut convergent zal zijn.

Laten we nu n al grooter en grooter worden, zoodat we
dus tevens de straal van den cirkel al grooter en grooter
laten worden, dan naderen de grootheden
A al meer en
meer tot nul en dus zal ook de bovenstaande oneindig
voortloopende reeks tot nul naderen, waardoor we dus

hebben aangetoond, dat de coëfïlcient van dat is de

z

waarde van de integraal

zal naderen tot eene geheele functie in t, waarvan do graad
<0-1-1 lager is dan die van G («), wanneer we den straal
van den cirkel, waarlangs de integraal te nemen is, oneindig
doen toenemen, echter zoodanig, dat do omtrek van dien
cirkel nooit gaat door een nulpunt
a, van G (z).

Het omgekeerde van deze stelling is nu in het algemeen
niet waar, d. w. z. wanneer wc weten, dat de bovenstaando
integraal nadert tot eene geheele functie in t, dan hebben
we geene zekerheid, dat
G (z) eene functie van geslacht (.> is.
Beschouwen wo toch de integraal

1 f

<lan volgt uit de bovenstaando ontwikkeling, dat do waarde
van die integraal is:

b.-i 1 ^ \'
i-
t -f.... ....
Hierin treedt dus op do coêllldent

1

mn)

J^o waardo hiervan kan bij de limiet zijn oneindig groot,

-ocr page 70-

54

en dan wordt dus ook de integraal oneindig groot; maar de
coëflTicient kan ook wel naderen tot eene eindige waarde

(bijv. de waarde O, zooals bij de sinusfunctie geschiedt). Dit

a I

zal het geval zijn, wanneer de reeks — beperkt conver-:

y _ ^ flfy

gent is. De waarde van die som hangt dan af van de
opeenvolging der termen, die ons hier bekend is, daar we
van den eenen cirkel op den anderen moeten overgaan.

Het kan dus voorkomen, dat, terwijl G{z) eene functie is-
van geslacht w, de integraal

1

1 r G\'

dz

G{z)z-t

zal naderen tot eene geheele functie in t, en dit kan dan
natuurlijk ook nog wel plaats vinden, wanneer we in de
integraal w — 1 vervangen door w — 2, w — 3, enz.

Omgekeerd dus kunnen we uit het feit, dat de integraal

J_ f J_ d"

G{z)z-t

tot eene geheele functie in t nadert, niet besluiten, dat G (z)
van geslacht w is. Hoogstens kunnen we zeggen, dat G {z)
alsdan geschreven kan worden in den vorm van eeno functio
van geslacht w, wanneer we daarbij letten op de volgorde
der priemfuncties., Die priemfuncties moeten dan namelijk in
zulk eene volgorde genomen worden, / dat de moduli der
daarin voorkomende nulpunten steeds grooter worden.

7. Wanneer we nu echter weten, dat eeno functie G {z)
van geslacht w is, en wo vinden dat do integraal

G\' {z) 1

dz

— f-
2 TT iJc z^

z" G{z)z-t

nadert tot eene geheele functie »// (/)\', dan zijn we in staat
den vorm van de functie
G (z) geheel en al te bepalen, dus
met inbegrip van de functie
G (z).
We hebben toch gevonden op pag. 48:

JtliO

/A (O

1> (O =

-ocr page 71-

of

dus

G\' (z) = (2) ^ . V\' (z).
Stellen we nu, dat ip (z) den vorm heeft:

y. (z) = do dl z -----f z\'",

dan vinden we\'dus:

^ 1 I ~ai4-2 I 1 j^ m l

O ~ I I I 1 »

do

G{z) = ciiz)-\\-

waarin tp {z) de voor z = 0 verdwijnende integraal is van

(O,.- 1)!

en

iz)

G (2) is dus eeno geheele functie, waarvan de graad w -f-1
hooger is dan die van i/» j en waarvan de coëllicienten uit
die van 1/»
(z) on van {z) kunnon worden afgeleid.

Wo zullen dus nu in staat zijn eenige voorbeelden te
behandelen.

-ocr page 72-

HOOFDSTUK V.

Voorbeelden.

J. Sinus-functie. Coshms-functie.
1. De nullen van sin z worden gegeven door de fonnule:

2 = r TT, (,. = 0, ±1, ±2,....)

terwijl al deze nullen enkelvoudig zijn.

00 ® 1
Daar de reeks v — beperkt convergent is, maar

v = 1 " tt - - • , = 1 (r tt)\'

absoluut convergeert, is bij de sinus-functie w = 1, d. w. z.
sin z is eene functie van geslacht 1.

De vorm van de functie, ontbonden in de priemfuncties,
is dus:

z

1 -

I\' nj

sin z = G z (\'i 11

V = — 00

waarbij in het oneindig product niet // = O moet genomen
worden.

De waarde van C is:

I

--ÏJÏ ...

sin z

G =

= 1,

» =5 o

terwijl G {z) bepaald wordt uit de reeds vermelde eigen-
schap, dat

7- l f cos z \\ , „

hm H—: ƒ —:--- dz = 0.

1 = 0

1,1 = 00 2 TT ijezsinzz — t

m

-ocr page 73-

57

Hieruit volgt, dat
G (z) = Cf, (z) = de voor z = 0 verdwijnende integraal van q/{z),
waarin

cos z 1

e = 0

sm z

1-—4-

= 0,

z = 0

_

31

t = 0

dus is ook G{z) = 0, \') zoodat de volledig bepaalde uitdrukking

\') Do bovenstaande bepaling van do functio G (z) schijnt ons do beste too,
daar zo berust op een algemeen theorema. Zo kan echter oolc op andere
wijzen geschieden.

IIastinos Moore doet het door in do eerste plaats to bowjjzen, dat er

slechts óéno functio f (z) = , is, dio do volgende funotionalo

eigenschappen bezit:

(A,) f {z) is eeno (transcendentalo) geheelo functio vnn do complcxo
voriabolo

(-fl,) liet coniploto systeem nulion van ƒ (a:) i» r = O, ± 1, ± 2......

wellio nullen nllo enkelvoudig zijn.

w.)

lint
e = 0

f (\'2 r) f (4-) = 12 f /" (> -f 4") ■

Ui)

(C) f{-z)=-f{^z),

welko laatste eigenschap ook vervangen mag worden door
rd . f{z)-

(C)

= 0.

h Jog

Lrfcr Ä J, = 0

In do tweedo plaats bowjjst h[j, dat ook lufl onei ndigo product

z II — " * (pxoi\'pt. V = 0)

V =— 00 "

het aysteem eigenschappen (A, Ji, C) bezit, zoodat dit oneindig product

— , waaruit dus volgt dat do functio G{z)

Itllf .T J

rr

Annals of Mathematics (Uni-

* Si

idontisch is mot do funcHo —
ff<^lijk is aim nul.

~1Ia8T1X08 Moouk. - Concerning the definition by a systom of functional

I\'ropcrties of the function /"W =
versity of Virginia) vol. » (»895) p. 43 o. v.

-ocr page 74-

58

voor sm z is:

> OD

sin z = z n

(except. = 0).

1 -

v = - 00

2. In deze uitdrukking mag de volgorde der priemfuncties
willekeurig genomen worden.

Laat men de priemfunctie met index v = —p volgen op
die met index v = dan wordt

V TT

= z n jfi- —

V = 1 i i V TT ]

1

e =

sm z

V TT }

r2

= z

V = 1

1 --^0

V TI-\'J

waaruit volgt, dat de sinus-functie, beschouwd als functie
van z\'y eene functie van geslacht O is.

Neemt men bij elkander de priemfuncties, waarvan de
indices gelegen zijn tusschen —
m en m, en laat men
dan m oneindig worden, dan verkrijgt men de reeds door
Cauchy gevonden uitdrukking:

r z \'

sin z = lim z II 1--

»1 = 00 v = — »il f TT .

Het hierin voorkomende product is nu slechts beperkt

convergent, we mogen het dus niet schrijven in den vorm

van een gewoon oneindig product, dus we mogen niet
schrijven:

1 -

ïf

V TT J

sin z = z

V TT J

Wanneer dit zoo was\' dan zou het er niet op aan komen,
op welke wijze we naderden tot de beide oneindige grenzen
en dan zouden we ook mogen schrijven:

sin z = Hm z

« = co V = — m .

waarin p een geheel positief getal is.
We kunnen nu echter bewijzen, dat dit tweede lid niet

gelijk is aan sinz, maar aan sin z.

1 -

-ocr page 75-

59

Uit de algemeene uitdrukking voor sin z volgt toch, in
verband met het theorema v^in hoofdstuk III\', § 6:

UI p

P 1

Urn e V

1 -

Xe»\'^

= 00 v = — i

V ttJ

sin z = lim z 11

I« = 00 » = — m

Nu is:
V 1 _ 1

1

7}ip_

1

v = _„//7r TT L— W \' — 1

1

1

m — 1 ?n 1
1

~ TT Lwi 1 m 2

_ _ 1__

n v = i 7n X \'\'

mp.

m

Daar nu

1 ^ CnVx

1-1. JL A

. \' m

logp,

= 1 tn

waarin log p de reëelo waardo van de logarithme beteekent,
wordt

Kt

sin 2 = e T \'"SP, Urn z

m = 00 » = — M

MP

lim z 11

W n= » » «= — M

en dus

r, z] 1 .

1--= —- sin z.

y rrj jjJ-

3. Do periodiciteit van do sinus-functie blijkt ook zeer
gemakkelijk uit den productvorm.
Voeren wo in het polynomium:

F (z) = A z(z — n)(z —2 7T)....(z — n n)

waarin A eeno constante is, zoodanig dat
lim F (z) = sin s,

n m 00

en vervangen we in F {z), z door r 4- n-, dan wordt :
F {z-{-rr) = A(z n)z{z--7T)....(z — (u — 1) n)

(z -i- 2 7T) (z 3 Tl).... (z -i- (n -i- l) n),

-ocr page 76-

60

zoodat dus

\' ^ ^ z — nzi \'

en bij de limiet

Um F {z 7ï) = — Urn F (z),

» = 00 H = 00

of

siti {z n) = — sin z.
sin {z 2 7ï) = sin z.

4. Merken we nog ten slotte op, dat Frenzel \') bij de
afleiding van den vorm der functie
G {z) eene foutieve rede-
neering volgt, alhoewel hij tot de goede uitkomst geraakt.

Uit eigenschappen van de sinus-functie bewijst hij, dat G\' [z)
eene enkelperiodische functie moet zijn en zegt nu dat, daar
G\' (z) eene geheele functie is, die in het eindige nergens
oneindig is, ze dit, wegens hare periodiciteit, ook in het
oneindige niet zijn kan, d. i.
G\' (z) is eene constante. Hij
past dus eene eigenschap, die voor de dubbelperiodische
functies geldt, toe op eene enkelperiodische functie, terwijl
hij in werkelijkheid slechts uit de periodiciteit had kunnen
besluiten, dat
G^ (z) eene constante of eene geheele trans-
cendentale functie is.

5. De cosinus-functie kan op dezelfde wijze behandeld
worden als de sinus-functie, en de uitdrukking, die er dan
voor gevonden wordt, is: \'

2 z

1 -

e (2 V -1) T.

cos z = II

V — _ co

(2 - 1)

6. Men kan den productvorm voor cos z ook vinden door
uit te gaan van de formule:

sin 2 z .
cos z = ^r—:—.
2 sin z

Nu is:

e V T (except. r = 0).

sin 2 z = 2 z

I\' TT

y — — 00

\') Fhknzel, t. rt. p. p. 325.

-ocr page 77-

61

Splitst men hierin de even en de oneven waarden van ,
door te schrijven r = 2 en
v = 2 q — dan wordt

sin2z = 2z fl fl- —

u= —00 l. /U TT.

ef\'-X II
f =-00

r. 22 A ^^

1 - 7ö-TT-

(except. u = 0)

Deelen we deze uitdrukking door den productvorm van
2
sin z, dan vinden we :

cos 2 = 11
/} = — 00

7. Ook kan men gebruik maken van de formule:

r. 22 ^

(2 O - ]) ttJ

TT

2

COS z = sm

Uit dei; vorm voor sin z volgt:

[^■^i-H fllLV-

sm

(except. ;\' = 0)

f TT /

(2 ,, -l):j-2z ^

-e 2vt (except. r = 0).

O

v = -oo ^ i) TT

Deelen we deze uitdrukking door

TT

5

1 -L

TT TT

sm ^ =

ea» (except. r = Ü),

1

V = — 00

2,-J

dan verkrijgen we:

O ~

1

cos z =

n f 1 - —-fT-l (Gxcept. = 0).

V = — 00 V J\' i ) \'T J

Deze uitdrukking moet dus identiek zijn met do vroeger
gevondene. Dat dit werkelijk het geval is, is aangetoond
«loor
Wkyr \').

Zonderen wo in den l\'\'\'" vorm voor cos z ook den factor,
die correspondeert met = ü af, dan wordt:

4) 8« a>

l — \\e-- II

nj v = _oo

cos z =

1 - r

(2 r - 1) n)

(except. I\' — 0).

_3t _

\') Kxtniit tl\'uiiü lettre «lo M. Ki). Wkyu M. Hkumitk. Hullotiii don
Sciencea .Math. \'J\'"« Si-rio XII (1" pnrtio) p. \'Jö e. v.

-ocr page 78-

62

Deelen we nu de beide uitdrukkingen op elkander, dan
vinden we voor het quotient:

22 00 _2z__l£ li. I (_1__J_)

-l)7r v-r = e , e v = — — 1 3»/

II eißy

V = - 00

(except. V = 0).
Dit quotient moet gelijk 1 zijn, dus moeten we vinden, dat

S

gelijk aan 1 is.
Werkelijk is:

® r 1

S= V

11

1

— v

— ^

V = 1

zoodat daarmede de identiteit der beide uitdrukkingen voor
cos z bewezen is.
8. Men kan deze kwestie ook algemeen opstellen.
Zij gegeven eene functie G^
(2), waarvan de productontwik-
keling bekend is:

f_J_—L_1-JL_J_4.-L_JL4_ =1

2^-1 2i\'-f-l)~ 1 3^3 5

= a^^e^w II

1 -

"y\' ,

flyj

y = 1

en verder eene functie H {z), die aan G {z) gebonden is door
de betrékking:

i/(2)=: C),
waarin C eene constante is, dio we zullen onderstellen dat
niet samenvalt met een der punten a,, zoodat de nullen van
II (z), z = Gy — ^ alle van nul verschillend zijn.

Het is duidelijk dat II {z) van hetzelfde geslacht is als G (z),
want wanneer

dan is

1 1 1

^ \' r MH" \'

____ = v _

v=r i I c y=r i|«y

v

1

-ocr page 79-

63

Is m de kleinste waarde van

1 —dan is:
«v
r

1 ✓ 1 ® 1

V _J!_i_V ^

en zal dus convergent zijn, als i , ^ ] „ i convergeert.

» = 1 I O. ,

De vorm van de functie if (2) zal dus zijn :

z

1 -

H{z) = II

y = 1

waarin het product te nemen is ook over de factoren,
welke correspondeeren met = O, dus met - Ç = - ^,
en het is nu de vraag om uit de bekende ontwikkeling voor
Cr (2), de functie H{z) te bepalen.

H (0) = G (C) is eene bekende constante.

Deelen we

(h

1

V = 1

door

= CrAeff(f) f|

Mi)

1 -

dan verkrijgen we

//(2) = 7/(0) 1 -P-

^gfiCr {•)-« (O X

1 -

X II

V = 1

(ly - Ç-

Zonderen we in de l\'"" uit(h-ukking voor II(z) do ). factoren,
<lio correspondeeren met Oy = O, af, dan wordt

11 (2) = II (0) [1  X

1 -

X II

. _ . - Oy-U

waarin liet product, evenals bij de 2\'" uitdrukking voor 7/(2),
»» slechts te nemen is over dio factoren, welke corres-
pondeeren mot (ly l Ü.

-ocr page 80-

64

We zullen nu trachten van de polynomia
af te zonderen een stuk, dat gelijk is aan

ov - è\'

Q.

Dit is alleen dan geoorloofd, wanneer,we tevens bewijzen
dat het polynomium, dat er overblijft, zoodanig is, dat
het, gesommeerd over alle waarden van y, een polynomium
oplevert, waarvan de termen absoluut convergeerende reeksen
tot coëfficiënten hebben, want alleen in dit geval mag dit
gesommeerde gedeelte afzonderlijk voor het productteeken
gezet worden. ^

Stellen we kortheidshalve — = ty. dan is:

fl. \'

- Q. (4) =4- (i^) (<v) ....

Q.

Cly

2 a;

1

W! üy"

(1  ty-\\- ty\'-\\-...............

fl»

1

2

fl»^

1

3

flv»

1-

4

1

W (ty"

Verder is:
2

1

Q.

Ifly - ü

en

1

-fly - 2 (fly - • • • • \' tü {Uy -

l ZP l ZP \\

P (fl. - C)" P flv" (1 - tyY

-ocr page 81-

65

Nu is:

= 1 ty^ 

1

1

(1

1

(1

1

(1

1

\\-L

u — l

l-L

2! dL^

_—11 4/: 10/24- I 1 dU ty" \\

••••  TTTTS--- 3!

__ 1 _ 1 , 1 { tr

{1 - uf- "^(tü - ly.dtf-^ U - U\'

d

dL

u - U

1

\' Z

t."

loj

dl/-\'

li - U

zoodat we vinden:

«V

2 t"

fjv-

.1 -L

z

r

7

la, 1-ty^ 21

U/vJ

31

Werkelijk is deze uitdrukking, gesommeerd over do ver-
schillende waarden van i-, een polynomium, met absoluut
convergeerondo reeksen tot coëlllcienten. Beschouwen we
toch den term

d" (

aj dtyfU-t,

1)!

Daar

dtJ li -

A W-P -f B \' ..-^Lt-

{l-tyY^

is het eersto stuk van dezen term

i^aar nu

ft"
V «3 1 "y

-ocr page 82-

66

absoluut convergeert, zal dit ook het geval zijn met

Sommeeren we dus het eerste stuk van den beschouwden
term, dan verkrijgen we eenen term, waarvan de coëfficiënt
is eene absoluut convergente reeks, en dan is dit in nog
sterker mate het geval met de andere stukken van dien term.
De geheele gesommeerde term heeft dus tot coëfficiënt eene
absoluut convergente reeks en dus zijn de coëfficiënten van

z

^ F

V = 1

absoluut convergente reeksen.

De uitdrukking voor H{z) wordt dus getransformeerd in:

( (T„ \' fly ^ X

V = 1

1 -

H(z) = H(0)

X II

» = 1

«v - C.

en door vergelijking met de 1"® uitdrukking voor H (z)
vinden we:

=ë c) - ê (O - J ƒ , I-)-e. (-f.

Passen we deze algemeene formule toe op het geval dat

G (z) = sm z, ^ = , dus II (z) — cosz,

dan .is

G(2) = 0, ;i= 1, cü = 1,

V

, 1 V C(y Uy ,

1

(except. j\'=0).

2 2

v

12 - 1 2 ,\'j

TT y =1 0,2 ir {2 — i) n y=_

Deze som hebben we hiervoor reeds bepaald en er voor
gevonden de waarde 1, dus

en

ty ^

l-^v v = l«, (rty- C)
1 1

= 1

y = 1 (ly

2 2

F

■ = 1

22

U\'y flv

n

-ocr page 83-

67

en bij gevolg

TT TT

zooals we ook vinden moesten.

9. Hermite \') heeft nog laten zien, dat de twee uitdruk-
kingen, die we voor
cos z gevonden hebben, beide bijzondere
gevallen zijn van eene meer algemeene uitdrukking.
Door
si7i z logarithmisch te differentieeren, vinden we:

1 , V T 1 ,1
cotgz = -— 1 ---h

z V = - 00 — tt

(except, f = 0).

i\' nJ

Vervangen we hierin z door z dan

1

cotg (2 C) = ^ , ^ r--

en trekken we hiervan af de gelijkheid

(except. i>=0),

I\' 7T,

1

cotg b = -j- ï

V V = — 00

dan verkrijgen we

1

1

(except, f = 0),

\\Jt)-

I\' TTJ

r TT

1

4" C — 1\' TT b — l> TT j

Door te integroeren tusschen 0 en z vinden we dan

z

C-r

en uit deze Ibrmule zijn do beide uitdrukkingen voor cos z
af te leiden.

cotg {z C) - cotg b=

V = - 00

t

1

sin C »= _ 00

In de eerste plaats stollen wo b = 0. Hiertoe zonderen
we van het product af den foctor, tlio correspondeert mot
»\' = (), dus den factor

en verkrijgen dan, als wo opmerken, dat cotg b--^ voor

^ = O nul is,

\') IIK11.MITK, t. U. J). p. 10.).

-ocr page 84-

e>^(except. r = 0)^

sin C

V = — co
77

en dus, wanneer we ^ = stellen,

V 7rJv = -oo\\. [2 -1) TT j

e y (except. v = 0),

In de tweede plaats vervangen we in de uitdrukking voor

sin jz -j- ^ ^ ^^^^ ^ ^ TT ^^ ^ ^ en verkrijgen dan

sm ^ ii ^

68
1

n

1

^ — f TT,

22

cos {z -f O

cos C

e 3 4 — (2 » — 1;

2 C - (2 - 1) 77-,

Stellen we nu C = O en ö = O, dan wordt
r 2 z \\ -

COSZ= II 1--3-— e (2v-l)^.

11. Sinussen van hoogere orde.

10. De sinussen van de vierde orde \') worden gedefinieerd y
die van de hyperbolische soort, door de vergelijkingen:

1 ......

2!\'

Bx{z)= z

~io

6!
27

= ......\'

en die van de elliptische soort door de vergelijkingen:

Z^

T!"

2"
öf

«•5

fit

5!


9!\'

\') J. C. en W. Kai\'TKVN. Li;« Sinus du (juiitriumo ordre. Natuurk. Verh.
der Koninkl. Akademie. Deel XX.IV.

-ocr page 85-

69

— 2!

6!

10!

Z\'

~ 3!

7!

11!

V = = (1 -f i) = r(l -h i),

dat we hebben de betrekkingen:

= Bi{z,,) = B{z)- G, {z y) = G {z)A (2;;) = 2) (2);
en verder

\'dF - "rfT - W - -dz -
dA T, dB , dC ^ dD ^

~T~ — = ; —j— = _/:> ; —j— = O.

dz \' dz dz dz

De oorsprong is voor de functies B en Bi eene nul van
de 1«*« orde, voor de functies
C en Ci eene nul van do
orde en voor de functies
I) en Di eene nul van de
orde. De overige nullen worden gegeven door de volgende
tabel:

nullen van A s = ± a» en 2 = ± i Uy
„ „ B z= ± Ik „ z = ±i by

„ „ C Z = ± Cy „ Z = ± l Cy

„ „ D z = ± dy „ z = ±idy , dus

„ „ Al Z = ± Ij Uy „ 2 = ± i ;/ üy

„ „ Bi z =1 ± ,jby „ z = ± i tj by

„ „ Cl Z=-±llCy „ Z—±itjCy

„ „ Dl z = ± ydy z = ± i 7j dy,

waarin o,, by, Cy en dy reëele grootheden zijn.

De nullen van do elliptische sinussen vaii de vierde orde
liggen dus op de reeële as en op de imaginaire as en steeds
vier aan vier op een cirkel, waarvan do oorsprong hot
middelpunt is; terwijl de nullen van de hyperbolische sinussen
van de vierde orde liggen op de lijnen die de hoeken, ge-
vormd door de coördinatenassen, middendoor ileelen en ook

Hieruit volgt terstond, wanneer we schrijven:

-ocr page 86-

70

vier aan vier op dezelfde cirkels als de nullen van de ellip-
tische sinussen van de vierde orde.

In bovenstaande tabel is:

ai=-\\- n 1X2 = rit en Ci = tï ]X2 = 2 rn,

en verder is de afstand tusschen twee opvolgende a\'s con-
stant, zoo ook die tusschen twee opvolgende c\'s en wel
gelijk aan

Tl 1X2 = cx = 2 ai.

We kunnen dus schrijven:

a, = (2 r 1) «1 = (2 </ 4- 1) r TT,

Cy = V C\\ = 2 V r Tl.

Hieruit volgt terstond dat de functies A {z) en C (z), en
dus ook Al {
z) en Ci (2) van geslacht 1 zijn.

De waarden van b, en dy moeten benaderd worden en de
opvolgende
b\'s en d\'s liggen niet op gelijke afstanden van
elkaar. Voor y 4: kan men met zeer groote juistheid gebruik
maken van de formules:

by = —^— ai; dy = —^-

De grootheden a, b, c, d bezitten de eigenschap, dat
«1
<bi<ci<, dl < au < < Co < (Zz < «3 < . . . .
zoodat ook de functies 7i, D, Bi en Di van geslacht 1 zijn.
Imnjers

1

00 1 00

v — < v

/>.2 \\ .

2 »

I b^- ^yZia

dus deze som is absoluut convergent, terwijl

»1 ® 1

V -L \\ V _!_

yZi K ^ v = i c; \'
dus deze som is niet absoluut convergent.
Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de grootheden
d.
11, De vorm der priemfuncties der sinussen van de vierdo
orde is ons dus bekend, en om Me exponentieele factoren
c^w te bepalen, moeten we van al deze functies gaan zoeken

-ocr page 87-

71

de waarde van de integraal

a\' (z) 1

z G{z)z-t

We kunnen nu laten zien, dat we groote waarden van | z |
kunnen bepalen, waarvoor

z G {z)

tot nul nadert, zoodat dan ook, voor die waarden van \\z\\,
bovenstaande integraal tot nul nadert.

Het gemakkelijkste kunnen we dit laten zien bij de hyper-
bolische sinussen van de vierde orde. We moeten hiertoe
die sinussen uitdrukken in de exponentieele functie
e=. Hier-
voor gelden de volgende formules:

Al = ^ (e^ 4- e-\' -}- e- e-\'-\' )
Bi = — — i é\' i e-\'\')
Cl =-^(e-- e-\' —e^\' —e-*\')

A = ^ (c — e-\' -f ie\'\' —ie-\'\').

Het vei\'dere onderzoek gajit nu l}ij dezo vier functies op
dezelfde\'wijze, we zullen ons daarom bepalen bij de functio ^li.

Daar Ai = Di, hebben wo

Al\'
Al

Stellen wc nu

c" — e-\' -f ie" — ie-\'\'
e-\' e*\'

z = (> (cos O i sin 0),

en laten we « oneindig groot worden, echter zoo, dat q
nooit gelijk wordt aan den modulus van eono der nullen
.van ^li. Eenvoudigheidshalvo kunnen wo onderstellen dat do
opvolgende waarden van y gelijk zijn aan de waarden dor
moduli van ilo opvolgende nullen van
Ih — Ai\'.

Ui

n iJc

dz.

Urn g

î = œ ^

-ocr page 88-

72

We hebben nu:

e? = ef cos ^ j QQQ giy^ I gi^i gi^j^

e-" = e-f\'°\'^\\cos (q sin 6) — i sin {q sin fj)|
è\' = (p cos fj) i sin (g cos 6)|

g-iz _ e I cos (() cos 0) i sin (o cos fj)},

waaruit volgt, dat voor q = oo enO<e<-^de uitdrukking
A/

voor vereenvoudigd kan worden tot

-i: \'

Al

A/ (f-ie-\'\'

hm = hm —rj—
p = O) Al (j = 00 C\' e

waarvoor we nog kunnen schrijven, als O < fj <

TT

4 \'

lijj^ ^i\' _ ef Q-""{cos (o sin Q g cog Q) isin (g sin f}-\\-Q cos f)

f = 00 , = co ® ~ "" ^^ {cos {q sin fj p cos 0) i sin (« sin I) « cos O} 1

= 1,

, TT ... TT

en als -p < O <

als

2 \'

Al _ j. 1-ief O -{cos {n cos fj p sin Q) - i sin {q cos fj q sin Q)}
"oo 1 "-""ö>{COS {o COS O p si7i 0) - i sin {q cos fj p sin fj)}

Behandelen we de andere kwadranten op dezelfde wijze,
dan vinden we, dat

TT , , y 3 TT Al

\'Stt

^ < O < ,

/ / . 5

TT <0<—,

4 2 \'

— i

7 TT

4 \'

<0<2.r.

2

T_n
4

TT

<0<

I

-ocr page 89-

73

Stt Ön „ 1 n , ,,

j-, of ^ dan wordt,

wegens de bijzondere aanname der opvolgende waarden van p,
Al nul en Ai niet nul, zoodat voor die waarden van Q

Um ~ = 0.

f = O)

We hebben dus laten zien, dat we voor de functie Ai (z)
groote waarden van | z \\ kunnen aangeven, waarvoor

Um = 0.
z=<x> Z Al

Bij gevolg hebben we hier:
G (z) = (j) (z) = de voor z =z O verdwijnende integraal van
(z), waarin

= 0,

n

Heeft O eene der waarden

-

. 1 11^-...

<Uis is ook G (z) = O en we verkrijgen dus, wanneer we de
nullen van
Ai (z) door «y aanduiden:

--—] C «y .

ffy j

Al (z) =

y = 1

Op dezelfde wijze vinden we, wanneer we de nullen van
-öi (s), Cl
(z) en Dl (z) resp. aanduiden door (iy, yy en i)y,

•v

II

1

(iJ

eJ^

y ■= 1

2!

ot

II

v « 1

1

f\'y J

c

e Vy

go

1

fv

l ^

II

y = I

en I) (z) hieruit af te leiden zijn door «y, en

te vervangen door , ~ en —.

7/ JJ

-ocr page 90-

74

12. Nemen we bij elkander die priemfuncties, waarvan
de nullen dezelfde moduli hebben, nemen we dus de priem-
functies 4 aan 4 bij elkander, dan verkrijgen we

e >>1y »fiay fOy »(\'ay

1

1-f

V O J

y I «vJ

= II I |t = n

•/=l\\. «V j V = 1

4

(2 1)^ TT^J

en evenzoo is

1

Bi(z)= z n

1

•/ = 1

V = 1

1

00

1

1

4 n^]

en bijgevolg ook ,

A(z)= II
»= 1

42

1-

1 -

(2 ^ 1)* 7T*J

V = 1

B{z) = z

1--,

1

4 TT*]

2! y = l

y = 1
2"-

^^ 00 Y

Beschouwen we dus de sinussen van de vierde orde als
functies van dan zijn ze functies van geslacht ü.

13. Behandelen wo nog met een enkel woord <lo hoogere
sinussen in het algemeen \').
De groep van n functies, die de hyperbolische sinussen

\') .1, C. on W. KaI\'TKYN. Uio hölieren öinuH. Sitzh. dor Kais. Akrnl. der
Wissensch. II Abtli. I5d. XCIII (1886).

-ocr page 91-

75

van de n\' orde genoemd worden,\' wordt gegeven door de
vergelijking:

- (/,_!-„)! („ 2 • • • \'
waarin voor achtereenvolgens de waarden O, 1, 2,..., — 1)
genomen moeten worden; terwijl de groep van de n elliptische
sinussen van de n\' orde gegeven wordt door:

H\'i- W — ^ - ÖT^Tny.  ~.....

Zonderen we van deze functies af die, waarvoor == 1 is
en die dus gelijk zijn aan e-\' en e-\' en dus geene nullen
bezitten in het eindige deel van het vlak, dan is van de
andere functies in de eerste plaats de oorsprong eene nul
van orde /t.

Verder hebben de functies ip^ (s) steeds een oneindig aantal
positieve reëele wortels.

Duiden we deze aan door

O\' = 1,2,3,----)

dan worden alle wortels van y/^ (z) gegeven door

= r

2h , . . 2//,

cos- n l Sin -n

n \' n

(/t = 0, 1, 2,...., n

(

f = cos \'

1)

. . 2 TT IH^T

-j- t sin = 1,
^ n \'

waarin

zoodat er, wanneer n even is, ook een oneindig aantal
negatieve reëelo wortels is.
Do wortels van
(z) worden gegeven door

2 /i 1 , . . 2 // 4-1

cos -!- TT l sin----- ----- TT

n n

= r,

»

(//=ü, 1,2,...,«-!)

waarin »; = cos — i sin — = — 1,

) i

zoodat, wanneer n onovon is, (2) een oneindig aantal
negatieve reëele wortels bezit.

-ocr page 92-

76

De grootheden r^,, hébben de eigenschap, dat

^0.1 < n, 1 < rg. 1 < .... < r„_i, 1 < ro.2 < ri,3 <.... <r„_i. 3 < ro,3 < ..

De nullen r^,, van eene zelfde functie i/;^ (s) zijn in het
algemeen niet equidistant, maar voor groote waarden van f

, waaruit we dus kunnen be-

nadert hun afstand tot

TT

\'n

sm

sluiten , dat alle hoogere sinussen functies van geslacht 1 zijn.

14. In de aangehaalde verhandeling wordt vervolgens in
het algemeen bewezen, dat er groote waarden van |
z | zijn
aan te geven, waarvoor

tot nul nadert, waaruit we dus de gevolgtrekking kunnen
maken, dat voor alle functies cjy (2) de exponentieele factor
zich tot de eenheid herleidt.-
Duiden we dus de wortels van (2) aan door tïan
kunnen we schrijven

zi"

1 -

e\',

q,^ (2) =

en dus ook

/X Ti —

,\'<!» = 1 l «ft, v/

15.\' Nemen we weer te zamen de priemfuncties waarvan
de nullen dezelfde moduli hebben, dan wordt:

1-

fl

1 -

X

^V.v V

» -

^ e V. V *\' V p >" **

\'II, V\'

II

.\'«1 v = l

lietgeen zich, zooals gemakkelijk in te zien is, herleidt tot

2»*

gv (2) =

-ocr page 93-

77

n fi-^i

"Wanneer men dus de sinussen van de 71" orde beschouwt
als functies van dan zijn ze op te vatten als functies
van geslacht 0.

16. We kunnen ook gemakkelijk in het algemeen nagaan,
in hoeverre eene functie van geslacht w,

G (z) = Gz^ fl fl - —] e ,
V = 1 l öy j

te herleiden is tot eene functie van lager geslacht, als de
wortels van
G {z) gegeven worden door

= 3,......; = 1, 2,...,«-l)

waarin f = 1^1,

Nemen we dan weer de priemfuncties, waarvan de nullen
dezelfde moduli hebben bij elkander, dan verkrijgen we
achter het productteeken in de eerste plaats een ])roduct

Evenzoo heeft men

fl " 1

fl

en in de tweede plaats een exponentieelen factor
Nu is

« — 1

1

" \' y
. . .

\' y .

.* = o

1

J_ ^
fi

-I-

1 s-

1-I-4 .

ü)

Wanneer nu >ü>, dan zijn al deze sommen nul, dus dan

■ A

-ocr page 94-

.78

herleidt de functie zich tot eene eenvoudige functie in z" van
geslacht O, vermenigvuldigd met de functie

C

Is echter m > w, dan vallen de bovenstaande sommen niet
alle weg, integendeel blijven die, waarbij de index ^t gelijk
is aan w,
2 7i, .. . bestaan en die sommen worden dan gelijk

n — 1 \' ^

aan w. Is dus u}—pn-\\-q, dan herleidt ^ Q^

/( = 0

n —1
h = 0

2 \\ _

zich tot

Tv f
1

JL

2 n

p

zoodat dan G (2) zich herleidt tot

G (2) = C2^ \\] [1--
V = 1 V

dus tot eene eenvoudige functie in van geslacht ver-
menigvuldigd met de functie

17. Voegen we hier nog aan toe eene eigenschap, dio
algemeen geldt voor elke functie van geslacht w en die wel
eenige analogie vertoont met het bovenstaande, namelijk de
volgende:

Elke functie G {2) van geslacht w kan beschouwd worden
als een deeler van eene functie
IJ {2) van geslacht O, wanneer
men daarin
2 door ^ vervangt.

Zijn weer 1, t, de verschillende wortels van

rc" > = 1, dan volgt uit de reeksontwikkeling van de functie
G (z), dat het product

G{2)G{f 2) G (t^ 2) . . . . G (t- z)
eene geheele functio in \' zal zijn. Noemen wo dezo
functie
11(2" ^), dan zullen de wortels van Jl(z) zijn de
grootheden o," ^ wanneer
a, de wortels zijn van G (2).
Daar nu

1

" 1

V __

, = i a

-ocr page 95-

79

absoluut convergent is, is H{z) eene functie van geslacht O,
en daar
G {z) een deeler is van iZ" 1), is hiermede het
gestelde bewezen.

III. Be reciproke F-functie.

18. De r-functie wordt gedefinieerd door de bepaalde
integraal

Deze bepaalde integraal heeft slechts beteekenis, wanneer
het reëele deel van
z positief is. De T-functie is dus ook
slechts voor die waarden van
z bepaald door deze integraal.
Willen we de T-functie ook voor de andere waarden van 2
bepalen, dan moeten we de functie z. g. uitbreiden, d. w. z.
we moeten trachten de bepaalde integraal te transformeeren
in eene andere uitdrukking, die ook beteekenis heeft voor
waarden van waarvan het reëele deel negatief is. Deze
transformatie kan op verschillende wijzen geschieden, maar,
volgens een bekend theorema, is de daardoor gedefinieerde
uitbreiding der functie steeds dezelfde. Volgens
Rujmann
toch kan eene functie, die langs een eindig element gegeven
is, slechts op óéne wijze worden voortgezet, als men do
voorwaarde invoert, dat de functie eenwaardig moot blijven
en slechts discontinuïteiten mag bezitten in enkele punten.

19. In de eerste plaats kunnen we do bepaalde integraal
translbrmoeren tot

r{z) = P{z)-\\-Q{z).

waarin

1-- -L 4-__L__

\' z 2 1 2! (2 2) .....

en

q (2) = co -f c, 2 -h c, -f......

waarin

1 f^hrx
)i.\' J1 x

-ocr page 96-

80

Q (2) is steeds gelijk aan ƒ

alleen dan gelijk aan [ x--\'^ e-\'\' dx wanneer het reëele deel
J 0

van 2 positief is.

Aldus gedefinieerd, heeft de r-functie ook beteekenis voor
waarden van waarvan het reëele deel negatief is.

Uit de definitie volgt terstond, dat de functie enkelvoudige
polen heeft in de punten
z = O, — 1, — 2,... Verder
wordt de functie in geen enkel punt van het eindige deel
van het vlak nul. Dit is echter niet zoo gemakkelijk te zien
uit de hierboven gegeven definitie, daarom zullen we liever
van eene andere definitie uitgaan.

x\'-^e-^dx en F {z) is

20. Gauss heeft de bepaalde integraal, die de r-functie
definieert, wanneer het reëele deel van 2 positief is, getrans-
formeerd in

r {2) = lim

14-

1

1

j\'

Het tweede lid van deze vergelijking heeft ook beteekenis,
wanneer het reëele deel van 2 negatief js, en we zullen
dus dit tweede lid kunnen gebruiken als definitie voor de
uitbreiding van de r-functie. Doen we dit, dan kunnen
we aantoonen, dat de aldus gedefinieerde functie is eene
eenwaardige functie, die nergens nul wordt,
üit het bovenstaande leiden wo toch af:

-•-M\' tI

lo(j r (z) = lim

zlo(j i< — log z —log

1

waarin we die logarithmen genomen hebben, welke bepaald
worden door

% 1 = 0.

log z r {z)= lim

y = OD

Daar nu

z log V - log 1

V

d

r

-ocr page 97-

81

mogen we schrijven:
2

- 1 \'

log p = log — log — ....log

zlog^-log\\l -^ Arzlog\\\\ -^ -log^l^^

dus

logzr{z)= liiii

v
» = 1 l

1 1

- log

1

zlog

1

Deze reeks heeft voor elke eindige waarde van s, welke
niet samenvalt met een der punten — v, eene eindige waarde.
Onderstellen we toch dat \\ z\\<^p en beschouwen we de
termen

zlogil  —

i\' J I\'

De algemeeno term hiervan kunnen we schrijven:
1 1
4- 1 f-" 1-

W 2 V

_z{z-l)

...•=^(1 0,

— 2 ------ 2 i-3

waarin f tot nul nadert, wanneer i\' oneindig toeneemt. Van
af oen term met een genoegzaam grooten index, nemen dus
<le termen van de reeks evenzoo af als do termen van do

convergente reeks i]—j-, waaruit dus volgt, dat do be-
schouwde reeks, dus ook
log z r(z), eene eindige waarde
hoeft voor elke eindigo waarde van z, welke niet samenvalt
met een der punten —1,—2,—3,.... Do functie
r (z) is
dus oeno oenwaardige functio, die nergens in het eindigo

vlak nul wordt. Do functio is dus eene holomorphe

functio in het geheelo eindige gebied, met ilo enkelvoudige

nullen O, — 1, — 2, — 8..... Wo kunnen dus deze functio

• schrijven in den vorm van een oneindig product, en kunnen,
om hiertoe to geraken, verschillende wegen inslaan.

G

v

M=p

-ocr page 98-

82

■ Uit de bekende nullenreeks, weten we reeds, dat de
functie van geslacht 1 is.
21. Allereerst kunnen we uitgaan van de formule:

z

log r [z) Um

^logriz)-^logril) =

1-

zlogv —logz—log 1 -Y" ~ — — 1

Door te differentieeren, leiden we hieruit af:

1 1

log r (z) = Um

CLZ y ï= co

en door nogmaals te difierentieeren:

; T. / X 1 , 1 1 I 1 .

^Jog r{z) = -^  . . . .  . . . .

Vermenigvuldigen we deze vergelijking met dz en inte-
greeren we tusschen de grenzen 1 en dan vinden we:

^12 2 1.

z

• ___L_

• • • • ^ Ir 1 2 4-

_ ;^log r (1) is de constante van Euleb, gewoonlijk voor-

(IZ

gesteld door dus

iL

dz

24-2
2 ;-J

.... 4-

i>

Vermenigvuldigen we weer met dz en integreeren we
tusschen de grenzen O en
2, dan verkrijgen we:
log r{z-\\-\\)-log r{\\)=:-yz-\\-{z-log{\\ 4-s))4-

-log 14-4- ••••

f)]

-log

14-

1

of
log

log

r(2 4-i)

I\' J .

log

... 4-

-ocr page 99-

83

dus

1

e "

en

22. We kunnen ook uitgaan van de formule van Gauss:

1 ® r

v l

, — : log

r{z) , = 1 \\ i, j
en dan trachten deze te brengen in den vorm

We hebben hiertoe slechts te bepalen de grootheid

^ \' W = 1 l l\' l> J

" f 1 , I\' r
= s 1 \\--log ^

V = 1 W\'

Nu is:

r 1 , y 1

--log —2—

Lr J\'

v

V = 1

V = 00 iJ O t\' i - J

=

V = 00

hetgeen eene andere uitdrukking is voor de constante van
Kuleh y. Dus

G {Z) =

en

1

1

r (2)

V

Zi\'y\' II

V 1

23. Ook kunnen we de methode volgen, zooals die in
hoofdstuk IV is opgesteld, en dus
G {z) bepalen, door eeno

-ocr page 100-

■ 84

2 niic

G {z) z{z- t)
wanneer we daarin stellen

1 _ 1 .
^^^ z r (z) r(z 1)
Gaan we uit van de definitie:

r(z) = F(z) 0(z),
dan kunnen we bovenstaande integraal schrijven in den vorm

éil 1> « \'»j^ré-iL

en de waarde van deze integraal zal dus gelijk zijn aan de
som van de residu\'s t. o, z. van de polen gelegen binnen
den cirkel, waarlangs de integraal genomen wordt.

We beginnen met te onderstellen, dat voor tien straal q
van den cirkel geldt:

w < p < 1,

en kunnen dan de limietwaarde van de integraal vinden
door (», dat is dus door n, oneindig te doen toenemen.
We hebben nu:

= - T = --T W =

_ _ iL
t = 0
i

é \'\'

^ F{z) = ^G\'(t)[F{t l) (J(t-\\-\\)] =
= - | ,1 1.)-

want

beschouwing van de integraal

f G\' {z)

dz ^

-ocr page 101-

85

1

{p t}

(_v)U l 2 2 \' 21(2 8)
1

-...{-ly-i

(-1)\'

■ 1

1

Uit (2 1) =

volgt nu

(2 1) (2 1) = = = a (2),

€n hieruit verder:

G\' (2) = 1) G\' 1) & (2 1).
Dit geeft ons, wanneer we in aanmerking nemen, dat
(?(-1)= (?(-2) =____= 0 ona(0)=l:

Hierdoor wordt:
en de waarde van do integraal is dus

1

1 (I

log r (t 1) -f V

t r -VI-/- ^ iy

Ciaan we tot de limiet over, dan wordt de waardo van de
integraal;

(2 1) r (2 1)

- f - , ■

Gebruiken we nu de formule van pag. 82:

log r (H- 1) = Urn

1

1

log n —

dt

-ocr page 102-

86

dan blijkt, dat de limietwaarde van de integraal is:

\'logn

1

1

—^— Urn

t m = cd

w-f Ij

1

log n

= —— Urn

t n = 00 U

1 1

n t

t

Urn

We hebben dus:
G {z) = {z) — de voor 2 = 0 verdwijnende integraal van
q;\' {z), waarin

dus

G (2) = / 2 en (? (0) = 1,

dus

1

i>

IV. De a-functie van Weierstrass, de fj- en de (^-functies

van Jacobi.

24. De (T-functie van Weierstrass, die tot uitgangspunt
dient voor de theorie der dubbelperiodische functies, wordt
gedefinieerd door hare ontwikkeling in priemfuncties.
De nullen van de functie worden gegeven door de fornmlo

, V = O) (X) ,

wiuirin zoowel als v alle geheele waarden van — 00 tot -j- 00
kan doorloopen, en waarin w en w\' twee zoodanige groot-
heden zijn, dat hunne verhouding coini)lex is. Hierbij zullen

we onderstellen, dat het reëele deel van \'\' negatief,

IQ

-ocr page 103-

87

tr u\' i

q = e~,

■rui

p = e

kleiner dan 1 is.
Daar men kan bewijzen, dat de dubbel oneindige som
» 00 1

2 ii -

(i = - 00 » = - oo , »

absoluut convergeert als ^ 3 \'), is de functie eene functie
van geslacht 2, en wordt nu verder geheel en al bepaald
door de formule:

1 ï»

a(s) = s ^ 1 1 _ -i- e V.v 2 V.»\' (exc. .u = ,> = 0).

/i =: — 00» = — ooV fffl,»/

25. Met deze a-functie staan in verband de O- en de
/^-functies van
Jacobi.

De Oi-functie heeft evenals de {hi-functie dezelfde nullen als
de (T-functie.

evenals die van

(lus dat de modulus van

Gewoonlijk wordt do fji-functie gedefinieerd door de fornuile:

en

» = — »

De Oi-functie wordt gedefinieerd door tie formule:

en

» = — 00

Wo kunnen echter ook zoowel de Or als do ,\'^l-functio

\') Zio byv, Tanxkky ct Moi.K. Kléineiits <lo lu théorie ilos fonctions
olliptiqucR. t. I. |). \'24 e. v.

-ocr page 104-

verkrijgen door de beschouwing van het niet absoluut conver-
geerend product

Z

2 II II

fl — - od v = - 00

1 -

z Um 17

jn = 00 jx = — m

(except", n = 0)
dan verkrijgt men tot uitkomst:

Oi (2)

OD CD

(exc. (I = V = 0).

Volvoert men de vermenigvuldiging, zooals dit aangegeven
wordt door de volgende wijze van voorstelling:

1 - - —] X lim n Um n fl - —-] j
(except. r = 0)

0/ (0)

Volvoert men daarentegen de vermenigvuldiging aldus:

—]

2 Um II 1--X n

n = 00 V = — n y. Oo, m = oo ft =—

(except, r = 0) (except. fx — O)

dan verkrijgt men tot uitkomst:

»\'>1 (z)
f>i\' (0) ■ •

26. Past men nu de eerste wijze van vermenigvuldiging
toe op de functie
a(z). dan verkrijgt men, in verband met
het theorema van hoofdstuk III, § 6:

Um 1

1

Fl = 00 V = - M

waarin

Q (z) = Um ^ —t- lim ^

m = 00 = — m ,0 ntsooys: — n

M -

Um

UI a 00 (i >=-« Ojn , y .

(exc. fl = 0) (exc. >> — 0)

« 1 2- " r ^ 1 2-

Um V lim- V Um 1 -fTr-a

msioofiss m " " (i ,0 kcsoove: — n Vw a to fl es — m "ft, y

(exc. /t = 0) (exc. = 0)

\') Zio UuiOT ct Bouqukt. t. II. !>. p. .t>3.

-ocr page 105-

89

Nu is:

»»1 ml

lim V--lim V — = 0,

m — cc n = —m Ii, 0 m = œ ft = — m

(exc. 11 = 0) (exc. = 0)

en

li7n ^

n = CD » z= — «

lim

V.W = 00 (i

V

= — m (^11, » J

(exc. V = 0)

p O)

1

= li7n V

» r= OD » = — n

7 Um ii

u C0\' m = 00 n = 1 I\'* w\'® — a- w-^J

(exc. r = 0)

Uit

1 2 z
cotg z—--\\- lim i] -5—^

z „ = „ ^ = 1 — /i- TT-

volgt nu

. p 10 n 10 , 0) ;;; - r co

cotg-= — , - --hill 1 -3—7-j-J—

to p (Ü TT TC _ 00 u = 1 /\' f" — M W-

(lus

V =

lim

s 00 fi

(exc. p — 0)

lim il

M = 00 V = — n

^ . p Ü) TT

= um 1 — cotg — =0.

„ = 00 » == - » w U)

(exc. p — 0)
Verder hebben Ave:

00 œ

V V

(1(2) 2

^ 4--A.-I- 1

/ita — ao»c= — oo\\i\'(i,w ~

(exc. /I = y = Ü),

dus

I o „ 3 ^

" It

V V

^ - ■ ^ fjj _ - x» = - ÔD

(f,1.y ■ «

"m.»./

(exc. = = 0).

-ocr page 106-

90

Volvoeren we de sommatie op de wijze, zooals we thans
op het oog hebben, dan mogen we het element, dat tusschen
haakjes staat, splitsen in de drie elementen:

1 1

2 a^, v\'\'

= O

O)

en ,

w

want we zullen zien dat die sommaties van elk der 3
elementen eindige waarden opleveren.
We hebben toch:

7« J . " f \'"1

lm ^--1- lim V lim ^ —

t = 00 ft = — m flft ,0 n = 00 » = — n = 00 fi = — in W/i, 1

(exc. fl = 0) (exc, r = O)

en

1

m

lim —

m=oofi = — m ^

dus

2

1

1

ü)

. — 00 ft = — w _

2

__ 1 ^ _
(O

= 0,

= lim 2

,11 (O

lij7i il —
m = 00 ft = — w J«______

(O

\' (exc, fi = 0)

Verder

lim 2

« = 00 V = — n

li)?i 2

-m W

m = cc ^ = — OT

(exc, r = 0)

= lim V

-2

r (O

n t= 00 V = — H

(exc. = 0)

t(jz= lim 2

M = 00 f( r= 1

(O\'

Uit .

(2

-ocr page 107-

91

. V (ü -n "

tg-= hm 1 -

m = 00 ft =l

U)

o /9 o

TT" l>~ (O 7T-

volgt nu

2 J/ co\' TT

CO\'

(O

= — lim V.

TT )rt = 00 ft = 1

2^0)\'

2 co\'2

dus

1

N = oov = — II w«=oo(x = — m ^

^ - «(X. V

(exc. = 0)

,. IT . 1\' CÜ TT „

= hm 1 — tg-= 0.

„=oov=-n Ö> W

(exc. I\' = 0)
We verkrijgen dus:

»11 " r \'"11

li)n. V V /im v —

w=ao(i = — in ">t ,0 « = 00 V = — h \\w = oo ft = — m i\'ft, K .

(exc. /t = 0) (exc. r = 0)

Ct>

/

1"

2

(t)

Cf

2 .

en bijgevolg:

^(2) = -- . = — • 7/

co

flus

Ol (-) = 0/ (ü) 6\'-V a (2).
Evenzoo vinden wo:

(2) = {h\' (0)6\'.T(S),

-ocr page 108-

2

92

/

co

12 J

27, Deze uitkomst kan gecontroleerd worden, omdat er
voldaan moet worden aan de volgende betrekking \'):

waarin

O (z) i Öi iz) 0-2 (z) Os (2)

waarm

\' co l

We vinden hier:

»1 (z)

e "

i fji (z) i Ol\' (0)

Nu is:

(0) (0)

= ttttt: = ^ )

en
dus

i Ol\' (0) O (0)

7/ iu Ij\' 0} = TT i,

i Ol (2)

28. Dooi\' middel van de formules:

2

O2 (2) = Ol

O3 =

-ocr page 109-

93

en

{>3(2) = -^yp

0J cj\'\\

2 J\'

2

2

{y (z)

en met behulp van de formules voor eene lineaire substitutie,
door ons op pag. 62 e. v. ontwikkeld, kunnen we nu ook de
andere O- en o--functies in hunne priemfuncties ontwikkelen.
Voor de fjj-functie bijv. vinden we

02(2) = ÛI(-|-11 II

(i = - 00 V = - 00

1-

Y

waarin dan nog H (2) nader bepaald moet worden.
Volgens de formule op pag. 66 is

co\'

2 / , 4 ~

— ~

U)

to

= — COV = — GD

(exc. II = = 0)

(O
"2

U)

V F

^ T ■ 4 ^

(O

T

»3 O /V 9 »2 <» ®

Ü) (Ü 00»=—oo

CU

(exc. « = 1; = 0)

en

CU
ö"

Ui\'

Ofi, y Ojt, y

2

"(X.V O

Nu is

<X> CD

.V V ___

M = - 00 y OC 3

V.1

(exc. = 1\' = ü)

-

CU

(I

CJ)

-ocr page 110-

94

4 _ 4

en

£0"

1

V (2)

d

La(2)J

fJL = —CC v=— OD 2

Ufi^y

(exc. ft = y = 0)
dus

23 ,22 22-2 , 2 2 1 , , 22^
IT(2) =--- 2 7]^----ö- 2 ^-----ei2- -^ =

dz

CJ

(O \' 03 (0~ CÜ ^ ft>

= -22

JL^lL

O) 2

We vinden dus:

\\ 00 ® / 2
) II II 1--^

V \'V.v 9 .

(k (2) = Ol

V.v——

2 \\

= n n fi-

(1)

üu.y--

v.v 2 \'

Op analoge wijze, kan de productontwikkeling van de andere
functies gevonden worden, en we verkrijgen dan, wanneer
we de volgende verkortingen gebruiken:

^ = — X v=: — ct

d_
dz

JL

dz L ff (i).
d_ [0^(2)
dz n
(2)

a\' (2)

2

-

(2)-

ten slotte de volgende stellen vergelijkingen:

0i(2) = 0i\'(O)e-\'"2 11 II 1-

H = — 00» = — » .

fj.(2) = 02(0)C-\'\'(r V) ll fl

1

1 -

(1)

\'V.v "" O

(i ns — » » = —
= fl fl

"M . V - j

Ü) -j- w\'

\'V.v -

— — at

-ocr page 111-

95

=  n n Zi-

O)

- -2

/i = — 00 V = - 00

en

e^\'^v.v^ (exc. = r ^ 0)

. ») 00 00

1-

»ft,»

(lt=- 00V=- 00

(2) = (0) x) n n fl--^

n = —00» = —col O

V tv.» f

=  n n (i--

^ = -OOV = -a: ^ W -f O) ƒ V.

V "k.v ^ "2 \'

^^ (2) = (0) e (v- x) ft 11 (l--

= — OD»S= - 00

29. Deze formules kunnen ook gevonden worden met
behulp van de drie z. g. co-functies van
Wkierstkass, ffi, a«, 03,
die gedefinieerd worden door do vergelijkingen:

2

r«) wO

n-x".

Uit

t)

ff, (2) = 6\'-\'"

Cü]

ff

.2

«, -f

2

(T2 (2) = e-Cr f\')^

/

ff

0

Ol = Ol\' (0) a (2)

-ocr page 112-

96

volgt:

2 (2) = 61 (.

f a >»

-\'"--Ta

co

= 61\' (0) e— ^

62

_ t — _ —
3 \' "
* (Ji (2)

e—- (Tl (2) = Ö2 (0) e"\' " (Tl (2).
Aldus vindt men de volgende formules:
rji (2) = Öi\' (0) (T (2); a\'i (2) = (0) ^ (T
(2)

02 (2) = 02 (0) e—-\'-^ (Tl (2); (2) = Oi (0) e-\'\'^ ai (2)

03 (2) 03 (0) <t2 (2); »i (2) = (0) e-\'^^a. (2)

fj (2) = O (Ü) e-"^ (T3 (2) ; {t (2) = O- (0) as {2).

Door middel van de formules voor lineaire substitutie kan
men nu weer gemakkelijk de productvormen der co-functies
vinden.
Men vindt er voor:

. 00 c

(t» (2) = e

II II

H=— ODV = — OD

. O) tü ttf\'

«=1, à, ü;2 = ---, 0)3 = -^J

en substitueert\'men deze uitdrukkingen in de formules voor
de O- en de »"^-functies, dan vindt men weer de bovenstaande
productvormen voor deze functies terug.

= 61\' (0) a

-ocr page 113-

HOOFDSTUK VI.

Over het geslacht van de afgeleide van eene functie

van geslacht w.

1. Het vinden van het geslacht van de" afgeleide van eene
functie van geslacht w is een vraagstuk, dat vele onder-
zoekers heeft beziggehouden, zonder dat het hun gelukt is
hot geheel en al bevredigend op te lossen.

Nadat eenige bijzondere gevallen bekend geworden waren,
waarin de afgeleide van hetzelfde geslacht is als de functie
zelf, heeft men ondersteld, dat dit ook in hot algemeen zoo
zou zijn, en heeft men getracht, daarvan het bewijs to
vinden. In hoeverre men daarin geslaagd is, zal uit het
volgende blijken.

In de vroeger ontdekte gevallen, dat bovenstaand theorema
doorgaat, is dit een gevolg hiervan, dat alsdan ook oen
ander theorema toegepast kan worden, het theorema van
Kollk namelijk.

In de C. R. van 1882 heeft Laouekre geannonceerd, dat,
wanneer
F {£) eene eenvoudige functie van geslacht O of 1
is, dio alleen reëelo wortels heeft, de afgeleide functie (c)
Qok alleen reëelo wortels zal hebben, en wel zoo, dat tusschen
twee wortels van
F{z) een enkele wortel van F\'{z) gelogen is.

VivANTi en Cesauo hebben dit theorema uitgebreid op

-ocr page 114-

98

eenvoudige functies van willekeurig geslacht, die geen wortsl
nul, maar overigens ook alleen reëele wortels bezitten.

We zullen aan de hand van Yivanti deze theorema\'s
bewijzen.

2. Allereerst bewijst Vivanti, dat de wortels van de
geheele functie

00
A = O

geconjugeerd zijn met die van de geheele functie

OD
i = 0

wanneer &h de geconjugeerde waarde van c^ is.

Hieruit volgt terstond, dat eene geheele functie met reëele
coefflcienten reëele of 2 aan 2 geconjugeerde wortels heeft.

Verder wordt omgekeerd bewezen, dat, wanneer eene
eenvoudige functie die
Vivanti steeds door ci>{z) aanduidt,
reëele of 2 aan 2 geconjugeerde wortels heeft, ze reëele
coeflicienten zal bezitten, waaruit weer volgt, dat wanneer van

G (z) = gëw ^ (2)
de coëfficiënten reëel zijn, dit ook het geval zal zijn met do
coëfficiënten van
G (z) en q, ( z).

3. Hierop volgt het bewijs van hot theorema:

Indien eene geheelo functie van geslacht w met reëele
coëfficiënten meer dan een reëelen wortel heeft, dan ligt
tusschen twee opeenvolgende reëele wortels een onovon getal
wortels van de afgeleide functie.

We hebben toch:
G\' (z) _ X

G (2) - 2 ^ " \' , r 1 (2 -
en uit do vorige theorema\'s is het duidelijk, dat het tweedo

\') ViVAMTi. Alcuni tcorcmi otc.

ï) Wij bepalen ons hier, en in \'t vcrTolg, tot functies van do lo klasse.
(Zio pag. 43).

-ocr page 115-

99

lid reëele coëfficiënten heeft, dus voor eene reëele waarde
van 2 eene reëele waarde aanneemt. Zijn nu a^ en ai twee
opeenvolgende reëele wortels van
G (z), (ai > a^.), dan is het
duidelijk,, dat, wanneer men in bovenstaande vergelijking
substitueert 2 = -f é, waarin f genoegzaam klein is,
(?\' (z)

qT^ Gene zeer groote positieve waarde heeft, en wanneer

men substitueert z = ai — f, eene zeer groote negatieve
waarde.

Daar nu G (z) bij het doorloopen van het reëele interval
van «i tot tti niet nul wordt of van toeken verandert, moet
G\' (z) dus voor z = ai f en voor z = ai — t verschillende
teekens hebben, zoodat er tusschen a^ en ai een oneven
aantal wortels van
G\' (z) ligt.

4. Heeft eeno eenvoudige functie alleen reëele wortels,
dan ligt er tusschen twee opeenvolgende wortels slechts een
enkele wortel van de afgeleide.

Men kan dit bewijzen, door aan to toonen, dat de onder-
stelling, dat het interval van a^ tot ai meer dan één wortel
van de afgeleide bevat, tot eeno ongerymdheid voort.

Eeno enkele uitzondering op dit theorema van Rolle
bestaat er voor de eenvoudige functies van geslacht hooger
dan 1, die niet nul worden voor s = O \'). Voor deze
functies geldt:

_.. V „„ j_

G{z) "

waaruit dus volgt, dat do afgeleido w wortels z = 0 heeft.
Het interval tusschen den kleinsten negatioven wortel (in
absolute waarde) en den kleinsten positieven wortel van do
functie bevat dus
co wortels z = O van de afgeleido. Is w
onovon, dan zal dit interval geen enkelen anderen wortel
bevatten; is w oven, dan bovat dit interval nog een anderen

\') Vivanti. Sullo funzioni intoro tmseondonti. Oiorn. di Mat. XXIII (1885)
r- 9C
0. v. § 21.

-ocr page 116-

100

wortel van de afgeleide. Het is hieruit tevens duidelijk, dat-
de eenvoudige functies van geslacht O en 1, die niet nul
worden voor z = geene uitzondering op den algemeenen
regel maken.

5. Vivanti heeft nog laten zien, dat dit theorema van
Rolle ook nog doorgaat voor eenige andere functies, die
niet meer eenvoudig zijn

\' Past men op eene eenvoudige functie 9 {z) van geslacht w,
met reëele wortels, eene lineaire substitutie
z = u-\\-c toe,
waarin
c reëel is, dan verkrijgt men eene functie die

Vivanti in het algemeen als (a»)-functie noteert, d. i. eene
functie van geslacht w, waarvan de exponent van den
uitwendigen exponentieelen factor op zijn hoogst een poly-
nomium van graad w is, en die door eene lineaire substitutie
{li = z — c) overgevoerd kan worden in eene eenvoudige
functie.

Zijn a, de wortels van q, (z), dan zijn a, - c de wortels
van
X {u). Daar verder

.Y\' («) = 7/ (2),
zullen de wortels van X\'{u) zijn K — c, wanneer by
wortels van
(z) zijn. Mot betrekking tot de plaats staan
dus de wortels van A"\'(?<) met die van X{u) in hetzelfde
verband als die van
q\' (2) met die van q (z).

Daar nu voor <f(z) het theorema van Rolle doorgaat, moet
(Ut\'ook voor X(u) het geval zijn, dus voor de (i/;)-functies
met reëele wortels, die, door eene lineaire substitutie, tot eene
eenvoudige functie met reëele wortels terug to brengen zijn.

0. Vervolgens bewijst Vivanti hot reeds vermelde theorema
van
Laguerre, dat, wanneer eene-eenvoudige functie van
geslacht O of 1 alleen reëele wortels hooft, dit ook hot go val
is met hare afgeleide (die echter in het algemeen niet eeno
eenvoudige functie zal zijn).

\') Vivanti. Sullo funz. int. trasc. § 22.

-ocr page 117-

101

Het bewijs van dit theorema gescliiedt volgens de methode
van
Plana, of, zooals Hermite heeft opgemerkt, volgens de
methode., die aan
Félix Chiö moet worden toegeschreven.
De stelling van Cmö is:
De vergelijking

00 A

v ^ o

v = i z-a,

heeft alleen reëele wortels, wanneer de grootheden a, reëel
zijn en wanneer de tellers A^ alle hetzelfde toeken hebben.
Substitueert men toch in deze vergelijking:

waarin p en q reëel zijn, dan verkrijgt men:

A_^ V ^y {P - - ^ g) _ ^

iq-a, v = i  r \'

hetgeen zich splitst in de twee vergelijkingen:

v aq^-oy) ^^

{p-iiyf

en

a V __= O

Uit dezo tweede vergelijking blijkt nu tlat, bij de gemaakte
onderstellingen, 7 = 0 moet zijn.

Past men nu dezo zelfde methode toe op de vergelijkingen

(p (z) z , = \'

of

^

,J>(z) Z y = l «y (2-«y)\'

substitueert men dus ook daarin

dan blijkt evenzoo, dat ook hier q = 0 moet zijn.
7. Is do functie niet eenvoudig, dan kan de afgeleide zeer

v

y = i

-ocr page 118-

102

goed complexe wortels hebben. Vivanti laat dit zien aan
het voorbeeld

G (z) = e\'^ sin z.

De afgeleide hiervan,

G\' (z) = e\'^ {cos z -{- 2 z sin z),
heeft, behalve eene reeks reëele wortels, ook nog de imagi-
naire wortels:

z = ± 0,771 . . . i.

Bij deze functie heeft de uitwendige exponentieele factor
tot exponent waarvan de coëfficiënt positief is. Was
deze coëfficiënt negatief, dan zou de afgeleide functie geen
imaginaire wortels hebben.

Desaint bewijst n. 1. het volgende theorema.

Eene functie van geslacht O of 1, met reëele wortels,
waarvan de uitwendige exponentieele factor den vorm
heeft, waarin « en reëel zijn, en « negatief, heeft eene
afgeleide, die ook alleen reëele wortels heeft,
u en § kunnen
ook nul zijn

. Desaint zegt, dat dit theorema gemakkelijk bewezen kan
\'worden, wanneer men beschouwt het evenwicht van oen
bewegelijk punt, dat door verschillende vaste centra wordt
aangetrokken, omgekeerd evenredig met den afstand. Op
de manier, zooals boven staat aangegeven, is de stelling
echter ook gemakkelijk to bewijzen.

Tevens kunnen we van deze functies aantoonen, dat voor
hen liet theorema van
Rolle ook doorgaat.

Er volgt O. a. uit, dat do reciproko i\'-functio eono afgeleide
heeft, die alleen reëele wortels bezit, waarvan or telkens

\') Vivanti. Nuovo Ilichcrcho sullo funzioni intoro. Giorn. tli Mnt. XXVI
(1888) p. 803 c. v. § 4.
Î)
Desaint. Sur les fonctions entières. C. R. CXX (1895) p. 548 o. v.
3)
Desaixt neemt ook do functies van geslacht \'2 in zijn theorema op; ik
geloof echter niet, dat hij hiertoe hot rech\'t heeft. Ook zegt hjj: a positief;
het is echter duidelijk, dat dit eeno vergissing van hem is.

-ocr page 119-

103

een ligt tusschen twee opeenvolgende wortels van de
functie zelf.

8. We komen thans tot de uitbreiding van de stelling op
pag. 100 (§ 6), en wel tot het theorema:

Indien eene eenvoudige functie alleen reëele wortels heeft
en niet nul wordt voor s = Q, dan heeft hare afgeleide
alleen reëele wortels.

Het bewijs dat Cesaro hiervan geeft, schijnt ons het
beste toe \').
We hebben hier:

1

zoodat de wortels van q\' [z) gegeven worden door de verge-
lijking:

® 1
r« V _____^ , _ _ O

Schrijven we elk der samenstellende breuken aldus:

__ (/y _ Z-jZ- ffy) _

rtv" (2 - (ty) ~ ffv"  - «>)  M-S - «v)

_ __ J___

dan kunnen we bovenstaando vergoiyking ook schrijven in
den vorm:

O» 1 ® 1

...j., j. 1 v __ _ v

" yri^lT n^^)-"" y = ,rty" \'\'

hetgeen geoorloofd is, omdat

1

v

y = l If/yl-^^

convergeert.

Is (ü onoven, dan gebruiken we do eerste vergelijking en
is u even, dan gebruiken wo de tweede vergelijking, en

\') Cksako. Sur l08 fonctions lioloniorplios do jfcnro quelconque. C. K.
XCI.X: (1884) p. 2(1.

-ocr page 120-

• 104

wanneer we dan 2 1 noemen dat getal co of w 1, dat
oneven is, en wanneer we afzien van de 2 wortels nul,
dan zien we, dat de beide vergelijkingen kunnen gebracht
worden in den vorm:

® 2

waarin c eene reëele constante is, de waarde nul niet
uitgesloten.

Substitueeren we nu in deze vergelijking:

dan zien we, dat ook hier g\' = O moet zijn.

9. Hermite heeft opgemerkt, dat dit theorema ook
bewezen kan worden met behulp van de stelling van Ciiiö,
die echter eerst gecompleteerd moet worden.\'
De vergelijking:

A

y = 1 2 — a,

kan, na met 2 te hebben vermenigvuldigd, ook geschreven
worden in den vorm

A fl <*>

V = _ V A„

» = 1 2 — f/y V = 1

en bepaalt men van deze vergelijking de voonvaarde, waaraan
voldaan moet worden opdat de wortels reëel zijn, dan is die
voorwaarde, dat de producten
A, a, alle hetzelfde teekon
moeten hebben.
De vergelijking

» j
, = 1 2 - «y

waarin de grootheden (i, reëel zijn, heeft dus alleen reëele
wortels, wanneer of al de grootheden A,, of al de producten
A, a, hetzelfde teeken hebben.

\') Zio do opmerking viin IIekmite nchtecdo boven vermoldo mededcoling
van
Cesaro in do C. K.

-ocr page 121-

105

Is nu ü) even, dan stelt men = —, en dan blijkt dus

Oy

v

dat de vergelijking

1

= O

, = (2-ay)

alleen reëele wortels heeft; en is w oneven dan stelt men

Ay Oy = , dus Ay = ~,

Uy II y

en dan blijkt dus ook, dat bovenstaande vergelijking alleen
reëele wortels heeft.

10. Desaint heeft nog eene uitbreiding van het laatste
theorema gegeven, en wel:

Eene functie van even geslacht co, met reëele en van nul
verschillende wortels, waarvan de uitwendige exponentieele
factor den vorm heeft

waarin n en fi reëel zijn, en « negatief, heeft eene afgeleide
functie, die alleen reëele wortels heeft. « en kunnen ook
nul zijn.
We hebben hier:
G\'iz)

G{z)

zoodat de nulion van G\'{z) gevonden worden uit:

« (co 2)2 (co 1) 2 =

y = 1 "v V- "V^

en substitueert men hier weer in

<liin blijkt gemakkelijk, dat ry = O moet zijn.

Ook kan men bewijzen, dat ilezo functies aan hot theorema
van IloLLE voldoen.

11. In eene latere verhandeling \') heeft Vivanti nog
aangetoond, dat men voor de eenvoudigo functies van

\') VivAXTi. Nuovo Kichoroho etc. § 4.

-ocr page 122-

106

geslacht co (co) 1), die nul worden voor z = 0, alleen het
volgende theorema kan bewijzen.

Wanneer qi (z) eene eenvoudige functie is van geslacht to,
die alleen reëele wortels heeft en nul wordt voor 2 = O, en
wanneer we
p noemen dat getal w of w -f 1, hetgeen oneven
is, dan zijn de argumenten van de complexe nulpunten van
q,\' (z) begrepen tusschen

(2 - 1) — en 2 1 ""

P P

en tusschen - (2 A - 1) y en - 2 A y ,

waarbij "k de waarden 1, 2,.....kan aannemen.

M. a. w. Wanneer men het vlak in 2p gelijke deelen
verdeelt door
p rechte lijnen die door den oorsprong gaan en
waarvan er een de.
x-as is, en wanneer men aan eiken
hoek een opklimmend rangnummer toekent, uitgaande van-
den hoek, die boven het positieve deel van do
x-as ligt,
en in positieven zin rondgaande, dan bevinden do complexe
nulpunten van
q>\' {z) zich alle in die hoeken, welke positieve
ordinaten en een even rangnummer hebben en in dio hoeken,
welke negatieve ordinaten en een oneven rangnummer hebben.

Voor het bewijs van dit theorema verwijzen we naar
ViVANTi\'s verh.\'indeling.

12. We hebben dus gezien, dat van do volgende functies:

1°, eenvoudige functies van geslacht O of 1, mot reëele
wortels;

2®. functies van geslacht O of 1, met reëelo wortels en
voorzien van een uitwendigen- exponentiöelen factor
waarin « en (5 reëel zijn, en « negatief;

3®. eenvoudige functies van geslacht to, mot reëelo en van
nul verschillendo wortels;

4°. functies van oven geslacht w, niet reëelo en van nul
verschillende wortels en voorzien van een uitwendigen

-ocr page 123-

107

exponentiëelen factor   waarin a en ^

reëel zijn, en « negatief;

5". functies, die door eene lineaire substitutie z \\ z c,
waarin c reëel is, tot eene der vorigen kunnen terug-
gebracht worden;
de afgeleiden alleen reëele wortels hebben, waarvan er telkens
een ligt tusschen twee opeenvolgende wortels van de functies
zelf, behoudens de uitzondering, vermeld op bladz. 99. Het
is dan ook nu gemakkelijk aan te toonen, dat de afgeleiden
van de genoemde functies van hetzelfde geslacht zijn als de
functies zelf.

Zijn rty de wortels van G {z), en wel a\\ de positieve
wortels en a^ de negatieve wortels, waarvan de absolute
waarden zijn «J^, en zijn
b, de wortels van G\' {z) en daarvan
b\\ de positieve en b"^ de negatieve en de absolute waarden
van deze laatsten (i\'^, dan is

«X «1 1 < < ^il < %

waaruit volgt:

v v _1_

=1

1

1

00

=1

üaar nu do reeks

v

convergeert, en de reeks

1

v

»= 1 I I
divergeert, zullen do reeksen

1

1

A =t 1 ft = l i1a

convergeeren, en ton minste eene van de reeksen

1 " 1

fl = l «U 1

v

divergeoren.

-ocr page 124-

108

Hieruit volgt dus, dat de reeksen:

en V

convergent zijn, en ten minste eene van de reeksen

00

V

. = 1

1

h\' u

divergent, dus dat de reeks

00

v

1 " 1
en S

convergeert, en de reeks

1

. = 1 I

divergeert, waaruit dus volgt, dat G\'{z) van geslacht co is.

13. Vivanti heeft ook getracht in het algemeen te bewijzen,
dat de afgeleide van elke eenvoudige functie van geslacht w,
ook eene functie van geslacht
co. is. Hij is echter later zelf
op dit bewijs teruggekomen \'). We zullen deze poging dus
hier verder laten rusten.

14. PoiNCARÉ heeft opgemerkt, dat het bewijs van do
algemeene stelling, die ons thans bezighoudt, niet zoo gemak-
kelijk zal zijn, en dat men daartoe noodig zal hebbön te
onderzoeken, hoe de functie van geslacht
co zich in het
oneindige gedraagt. Hij zelf heeft hieromtrent het volgende
resultaat gepubliceerd:

Stellen we dat z oneindig toeneemt, terwijl het een bei)aal(l
argument behoudt, en dat « eene grootheid is mot een
argument zoodanig, dat

lim e-«""\'\'^ = 0,

-ocr page 125-

109

dan zal ook

lim G{z) = 0.

ï = cd

Uit de definitie, die Poincaré geeft van het geslacht van
eene functie, blijkt, dat hij hier eenvoudige functies op het
oog heeft. Zijn bewijs gaat echter ook door voor functies,
waarbij de exponent van den uitwendigen exponentieelen
factor een polynomium ten hoogste van graad co is, functies,
die Viv^vNTi met de notatie
xp {z) aanduidt.
Voor die functies hebben wo dus

Urn ef\'"^^ x}i (2) = O,

wanneer

Urn = 0.

Poincaré trekt hier nog do volgende gevolgtrekldng uit:
De bepaalde integraal

.\'0

genomen langs een rechten weg met een zoodanig argu-
ment, dat

= O,

C = 00

stelt eene geheele functio in ^ voor.

SC

Hieruit leidt hij dan nog verder af, dat wanneer wo stellen:

(2)= V AyZ^,
» e= 0

de volgende betrekking zal gelden:

Urn I Ay \\ jXr! = O,

V = x

zoodat WO hieruit kunnon besluiten, dat | A \\ sterker afneemt,
niet het grooter worden van r, dan

1

O-O^hTT

-ocr page 126-

110

15, Hadamard is nu voortgegaan op den weg door
PomcARÉ ingeslagen, en heeft het omgekeerde van deze
stelling trachten te bewijzen.

A priori is reeds in te zien, dat dit omgekeerde niet
steeds door zal gaan.
Poincaré toch geeft een voorbeeld
van eene functie van geslacht 1, de functie

II

1 -

rUog\' vr

die zich in bovenvermelde opzichten gedraagt als eene functie
van geslacht 0. In \'t algemeen behooren de functies van
geslacht 1, die, opgevat als functies van z^, van geslacht O
zijn, tot deze categorie.

Het is dus te verwachten, dat, wanneer we vinden dat | A^ \\
sneller afneemt dan

1

1 \'
(r!) ^

we alleen zullen kunnen bewijzen, dat de functie is öf van
geslacht w, öf van geslacht w 1.
Tot dit resultaat komt dan ook
Hadamard.
16. Do Taylorsche ontwikkeling eener geheele functie is
daardoor gekarakteriseerd, dat de r" machtswortel van de
coëfficiënt van ^ tot nul nadert, wanneer p oneindig toeneemt.

Is dus eene geheele functie G {z) gegeven door hare
ontwikkeling

" G{z) = Ao Al z-\\-A,z^-\\-.....,

en is C \'lo modulus van dus

I a (2) I ^ [ 1 1 vil I c 4- Ms K\' .....,

dan kan men schrijven

waarin X(i>) eene functie voorstelt, die oneindig wordt

>) Hadamard. Étmlo sur les ))ro])iét6fl des Jonctions entières etc. Journal
do Liouvillo, série 4, t. IX (1893) j), 171 o, v.

-ocr page 127-

111

voor p oneindig en die voor alle waarden van p positief is.
Dus is dan

-(1)^U(2)J

Nu wordt door Hadamard aangetoond, dat, zoo men uit
de vergelijking:

X{p) = 2 afleidt p=Y(z)\'),

de functie G (2) niet zoo snel aangroeit als

waarin t positief is, zoo klein als men wil.
17. Passen wo dit toe op eene functie waarbij | Ay | sneller

afneemt dan ^^^, waarin « positief is, dan kan voor de

Xfunctie genomen worden

waarin II eeno constante is.
Immers, wanneer we do A\'-functio zóó kiezen, dat

1 > JL

dan is ook, daar ^ M» I >

ixiöp-\'^\'\'\'

on aan deze voorwaarde moet de A\'-functie voldoen. Dus

Vervangen wo nu (r!)" door

iy^Vv e-\' p*)\',\'

dat is, volgens de fonnulo van Sthilino, door eene grootheid.

\') Om niet tot verwnrring nanloiding to govon, liobbcn wo hier antlcro
notaties ingevoerd dan dio, wolko
IIadamakd gebruikt. "VVat wjj A\'(v) en
nocmeii, heet bij
IIadamakd resp. y (v) en ^ (z).

-ocr page 128-

112

die kleiner is, dan zal de X-functie, waarvoor geldt

[X{p)r ^ (1/2 TT e-" f")"»

ook stellig aan den eisch voldoen.
Dus

^ ^ ~ I e

Voor groote waarden van v, nadert (3^2 n v tot de
eenheid, maar is steeds grooter dan de eenheid, zoodat,
wanneer we n v door de kleinere grootheid 1 ver-

vangen, en de X-functie dus zoodanig bepalen, dat ze
voldoet aan

ook stellig aan den eisch ^ Mv | voldaan zal worden.
We mogen dus stellen

De r-functie is dan

Y{z) = Hz^,
en de functie G (z) zal alsdan niet zoo snel aangroeien als

18. In een volgend hoofdstuk van zijne verhandeling,
waarbij hij echter ook nog terugwijst op eeno vroeger door
hem geschreven verhandeling \'), bewijst IlAnAMAiu) dat,
wanneer van eene geheele functie do coGfllcient | Ay \\ sneller

afneemt dan y"^^» ^^ wortel van deze geheelo

functie een modulus zal hebben die grooter is dan (1 — O -VQ^),

\') IIaiiamaud. Essfti sur I\'^tudc ilea fonbtion» «lonnies jmr lour de\'voloppo-
ïiicnt do Taylor. Journal do Liouvillo, KÓrio 4, t. VIII (1892)" p. 101 o. v.

-ocr page 129-

113

"waarin é oneindig klein is voor p oneindig, zoodat dus de
moduli dezer wortels sneller toenemen dan
X{p).
19. Passen we dit weer toe op het geval dat

of, als we stellen l =

dan zien we, dat de modulus van den p^ wortel sneller

groeit dan •

Is l nu geen geheel getal, en w 1 het geheele getal,
dat onmiddelijk grooter is dan dan is dus de reeks

1

v

f = \\

convergent, en is de functie dus van geslacht a>.

Is echter wel een geheel getal, stel w -f- 1, dan is het
niet zeker, dat bovenstaande reeks convergeert, maar dan
zal wel zeker convergeeren do reeks

1

v

De functie is dus dan van geslacht co 1, misschien van
geslacht
co.

20. Ook kan nu nog bewezen worden, dat de functie is
eene i/\'-functie.

Wo hebben

Cr {s) = (2).

Hadamaud toont nu aan, dat wo kunnen vinden eene
oneindige reeks cirkels uit den oorsprong als middelpunt
beschreven, met steeds grooter wordenilo stralen, waarop

8

-ocr page 130-

114

Hierboven hebben we reeds gezien, dat we ook hebben
dus volgt hieruit, dat op die cirkels ook zal zijn:

qp(2)

Nu is ook door Hadamard aangetoond, dat wanneer we
eene oneindige reeks cirkels kunnen aanwijzen met steeds
grooter wordenden straal, waarop voor eene functie van
den vorm

eëw

bovenstaande betrekking geldt, dat dan G (z) op zijn hoogst
een polynomium van graad l kan zijn.

Is dus }. niet geheel, maar w 1 het eerste geheele getal,
dat grooter is dan
X, dan is G (z) op zijn hoogst een poly-
nomium van graad to, en dus
G {z) eene i/z-functie van
geslacht
to.

Is P. = u -f 1, dan kan het polynomium G (z) ook van
graad to -f 1 zijn, en dan is dus
G (z) öf eene i/;-functio van
geslacht w, öf eene functie van geslacht w met een uitwen-
digen exponentieelen factor waarin G (s) een polynomium
van graad w 1 is, öf eene i^-functie van geslacht w -f 1.

21. Wanneer we dus, om te concludeeren, gegeven hebben
eêne.v;-functio van geslacht
w, dan is volgens Poincaré

« L

lim I Ay

dus I Ay I neemt sneller af dan

1

(^O.-Tï

of m. a. w. I Ay \\ neemt sneller af dan

gCW

1 _

-ocr page 131-

115

De coëfficiënten van de afgeleide functie volgen dezelfde
wet van afname, volgens
Hadajiaed zal die afgeleide
functie dus zijn van geslacht
co of co 1, waarbij zich
dan nog voor kunnen doen de 3 gevallen, hierboven vermeld
<pag. 114)

\') Ik liob van de theorema\'s van PoiNCAiiÉ en IIadamaud de bewijzen
achterwege gelaten, omdat die bewijzen eene te groote plaats zouden innemen,
cn omdat het mij niet doenlijk scheen zo te geven op eeno meer beknopte
wijze, dan in de aangehaalde verhandelingen geschiedt.

-ocr page 132-

HOOFDSTUK VH.

Andere eigenschappen. \'

1. "We willen dit proefschrift niet besluiten, zonder nog
melding gemaakt te hebben van eenige onderzoekingen, dio
op ons onderwerp betrekking hebben.

In de verhandelingen van Vivanti staat nog veel, dat we
hier voorbijgaan. Zijne resultaten omtrent lineaire substi-
tutie \') willen we hier vermelden, omdat die resultaten af te
leiden zijn uit de formule op pag. 62 e. v. ontwikkeld.
We hebben daar gevonden, dat wanneer we in eeno functie

Giz) = G e" w n f 1 - —] e ^ ,

v = l l (tyj

2 vervangen door 2 C, we eene functie

"v - CJ

H(z)=Ga)e"^\') II

y = 1

verkrijgen, waarin

n{z)=G(z ^)- 0(0- V F

y = 1

C J

l«v "yJ I

."y \' «y j l«y \' "J

en

F

\') Vivanti. Sullo funz. int. tnisc.

-ocr page 133-

21- 

117

2 ty"

a„ l — U

A

dL

f n
li -

UvJ
z

7„_1

U - Ü

u — \\

dt

a.

Is G (z) eene eenvoudige functie, dan is dus

\\.ay\' ClyJ -V. CJ
de termen van het tweede lid.
Eene eenvoudige functie van geslacht O wordt dus door eene
lineaire substitutie in eene eenvoudige functie van geslacht O
overgevoerd.

In het algemeen is K(z), zooals we gemakkelijk inzien,
een polynomium ten hoogste van graad
co, zoodat dus H{z)
eene t;;-functie is, en wel eene (i/O-functie, want we hebben
(t/;)-functie genoemd eene i/;-functie, die door eene lineaire
substitutie in eene eenvoudige functie kan worden overgevoerd.

Eene eenvoudige functie van geslacht w wordt dus door
eene lineaire substitutie in eene (i/<)-functie van geslacht w
overgevoerd.

Ook is het duidelijk, dat eene «/»-functie van geslacht co
door eeno lineaire substitutie in eene i/>-functie van hetzelfde
geslacht wordt overgevoerd.

De coëlllcient van z in K (z) is:

1 , X G\'a)

G (O •

, 1 a," ffv - C \' C
Is dus C een wortel van
G\' (z) dan zal K (z) geen term
met
z bevatten. Is G (z) eene eenvoudigo functie van
geslaclit 1, dan valt dus
K (z) weg. Dus:

Eeno eenvoudigo functie van geslacht 1, G {z), zal door
eeno lineaire substitutie 2 | 2 -f C in eeno eenvoudige functie
van geslacht 1 worden overgevoerd, wanneer ^ een wortel is
van
G\' (z). Dit kan dus op oneindig veel manieren geschieden.
Is

fl fl-i-lcT,

^ \' y = 1 l Oy J

H{z) = K{z) =

ï F

y = 1

Is w = O, dan vervallen

-ocr page 134-

118

dan is de coëfficiënt van z in R{z) gelijk aan:

G\' (C)

Cl

Deze coëfficiënt zal nul zijn, wanneer ^ een wortel is van
de vergelijking:

G\'(z)

Cl = 0.

G{z)

Daar deze vergelijking een oneindig aantal wortels heeft,,
kan dus elke i^z-functie van geslacht 1 op oneindig veel
manieren door eene lineaire substitutie in eene eenvoudige
functie van geslacht 1 overgevoerd worden.

Omgekeerd kan ook elke eenvoudige functie van geslacht 1
op oneindig veel manieren door eene lineaire substitutie over-
gevoerd worden in eene functie van geslacht 1, waarvan de
uitwendige exponentieele factor eene vooruit gegeven waarde
C\\z tot exponent heeft. C moet dan een wortel zijn van:

G\' (z)

G{z)
bovenstaande

= Cl.

ook uitdrukken door te

het

"We kunnen
zeggen:

Elke t/;-functie van geslacht 1 is eene (i/;)-functie van ge-
slacht 1.

2. Yoor de t/»-functies van hooger geslacht heeft Vivanti
nog het volgende bewezen:

Elke i/;-functie van geslacht w kan op oneindig veel manieren
geschreven worden als de to" machtswortel uit het product
van to ((F)-functies. die dezelfde wortels hebben als de gegeven
functie.
Zij gegeven:

1 -

V = 1

= Ce^C) X (2),

waarin

^ {z) = A\' z-{-A\'\' z^ . . .

en laten Si, Cs C« w te bepalen constanten zijn.

-ocr page 135-

119

Construeeren we de eenvoudige functies:

II

V = 1

gd

<P2 (2) = n

=1

«v - U

1 -

a, — Cs.

n fl-—

V = 1 M» buJ

dan gaan deze door de lineaire substituties

Z \\ 2—^1
z \\ z — Cs

2 I 2 — Co,
resp. over in de (i/;)-functies:

V = 1
» = 1

1 -
1 -

OyJ

z

öv

(v). (a)= c.e*.«)«» II
» = 1

1 -

ffvJ

waarin

V/1 (z) = Al\'z-\\- Al" ---- Ai^"^

ij;, (2) = 2 . . . . 2"

(2) = 2 -f AJ\' -f . . . .
De coeflicienten
A hierin zijn transcendentale functies van

Cl, Cfl}. •.., U-
Bepalen we nu deze grootheden C zoodanig, dat

____-{-AJ — ca A\'

Al" A,"  AJ\' = O, A"

Ai(») Aé"^ ____ AJ") = O)

welke vergelijkingen een oneindig aantal oplossingen toelaten.

-ocr page 136-

120

dan is

iH>)i (2) . (iph (z). ... (ijj), (z) =

dus

C ^_

^^^ "" (7i Ca . . . a ^^^ • ^^^----\'

hetgeen bewezen moest worden.

3. De Sparre heeft de voorwaarde, waaraan de wortels
van eene functie van geslacht w moeten voldoen, nam. dat
de reeks

a " 1

y — I Uy

absoluut convergent is, in een anderen vorm gebracht.

Duiden we de moduli van de wortels a-y aan door Uy, en
onderstellen we dat deze naar hunne grootte gerangschikt
zijn, dan moet voor eene functie .van geslacht
co,
liin (ßy i — ffiv) = X,

V = 00

waarin een of ander eindig getal is, verschillend van nul.

Wanneer dit toch zoo is, dan zal steeds, van af een term
van een genoegzaam hoogen rang,

ttp)}

of

\\ ^ ^
"p

waarin A een eindig getal, verschillend van nul is.

Verheffen we de beide leden van de laatste ongelijkheid
tot de macht
co, dan leiden we er uit af:

^ >«; 2 co ^

_L- )> u" n (j) A)> n (u A

p n ^ p ^ \'

1) De Spakre. Sur la détermination du genre d\'une fonction holomorplio
dans quelques cas particuliers. C. II. CII (1886) p. 740 o. v.

-ocr page 137-

121

We hebben dan:

" 1

1 . 1

<00
2

Lli 4- 21 -^ ""

1

n^iincoA)"-^ (coA)"-^

en daar deze reeks convergeert, convergeert ook de reeks

v ^

zoodat dus de functie van geslacht a is.

Nadert 1 — tot een eindigen limiet, zooals bij de
hoogere sinussen geschiedt, of is dit verschil constant, zooals
bij de sinus-, de cosinus- en de reciproke r-functie, dan is
dus de functie van geslacht 1.
Voeren we nu nog in de volgende notaties:

ffy 1 - «v = fv ,

Ofy p «v = 2 «/,

«V p - a» = f V éy 1 -j- . . . -f- éy _ 1 = 2 ,

waarbij we p zoo kiezen, dat

li,n A = 0.

y = 00 <*y

We kunnen nu allereerst de zoo even bewezen conditie
schrijven:

Iwi «y" -1 fv = ,

y = 00

en beschouwen we dan do uitdrukking

«y"-^ fy  fy 1 ^ ■ . • ■ 4 ^ j _ ^ f. p-l

P

dan is het duidelijk, dat deze uitdrukking l tot limiet heeft.
Schrijven we nu voor den teller:

dan is het gemakkelijk to bewijzen, dat tot nul nadert,
wanneer
v oneindig toeneemt.

-ocr page 138-

122

Tl is toch in absolute waarde kleiner dan

« —1
"v p _ 1
■u — l ^ \'

«V

dus klemer dan

a — 1 w — 1 / i I s\\w — 1 / / — 1
«V p — CCy _ (OCy Oy) ~ (Cfy — «y) _

= 2 (cü - 1)

(co - 2) (a> - 3)

1.2.3 ^

en deze uitdrukldng heeft nul tot hmiet.
We kunnen dus ook schrijven:

9 , \'w —1 A

Um -^ = L

V=oo P

Noemen we nu ffy het oppervlak, dat begrepen is tusschen
twee cirkels met stralen «y en Cfy j, j dan is

ffy = 7r («^ — ay2) = 4 TT «/ Öy ,
en dan kunnen we de voorwaarde schrijven in den vorm:

„ / u — 2 fj

Um -

y= »

p is dan het aantal nullen begrepen tusschen de beide cirkels.

Stellen we nu dat men, door de naburige nulpunten met
elkaar te verbinden, een net van driehoeken kan vormen,
dat het geheele vlak bedekt, en dat, voor genoegzaam groote
waarden van p, de driehoeken die tusschen de cirkels met
stralen\' «y en a^ p inliggen, dezelfde oppervlakte hebben,
dan geldt voor het oppervlak
S, van een dezer driehoeken:

waarin ^ een eindige, van nul verschillende factor is.

De voorwaarde kan dus ook gebracht worden in den vorm:

lm a/"-"\' Sy = X\\
» = 00

waarin men nog «y\' door c^y mag vervangen, omdat u^ = a/ — 8y
en Sy t. O. z. van «y\' oneindig klein\'is. Dus:
Um a"-^ = )/.

-ocr page 139-

123

Wanneer S^ tot een eindigen limiet nadert, of wanneer Sy
eene constante grootheid is, zooals dit bij de ir-functie van
Weierstrass het geval is, dan is de functie dus van
geslacht 2.

4. Ten slotte willen we nog het een en ander vermelden
uit de verhandeling van
von Puzyna

Is (p {z) eene eenvoudige functie van geslacht w, die niet
nul wordt voor 0 = 0, dan volgt, zooals we reeds hebben
opgemerkt, uit de formule

llÜI^ V ^

qi(Z) y^iUy" (z-a,)\'

dat (jp\' (z) w wortels z = O heeft. De ontwikkeling in eene
reeks van de functie qp (2) zal dus zijn van den vorm:
g,(2) = l A l A .....

Weten we dus eenmaal dat eene functie is eene eenvoudige
functie, dan is uit hare ontwikkeling in eene reeks terstond
haar geslacht te bepalen. Het geslacht van de functie zal
dan zijn
co, wanneer co 1 de exponent is van de laagste
macht van
z. Hierbij is echter nog eene opmerking te maken,
waarop we zoo dadelijk terugkomen.

Uit de bovenstaande ontwikkeling volgt nu verder:

q/ (g) ^ (co 1) A 1 g" (\'0 2) 3 ^ . . ■ .

We hebben nu reeds op pag. 50 gevonden, dat voor
I 2 I < 1 «1 I geldt:

q/ (Z)

qp (2)

waarm

1 *

\') V. PozYNA. Ucbcr den Lnguorro\'sclien Rang oincrcindcutigonftnalytisolion
Function mit unendlich violon Nullstellen. Monatshefte für Mathematik u.
Physik. III. (1892) p. 1. 0. v.

Do schrijver behandelt hierin ook de transcendentale functies met eeno
eindige grensplaats der nullen. Om echter niet buiten ons vastgesteld kader
te gaan, zullen we zijne onderzoekingen hieromtrent laten rusten.

-ocr page 140-

124

Hieruit volgt dus de identiteit:

(co 1) A A ^ ......=

en door gelijkstelling van de coëfficiënten van de gelijknamige
machten van z, vinden we hieruit gemakkelijk:

•Sa 1 = — (CÖ 1) 1

»SL, 2 == — (cu 4" 2) 2

Siu l = — (2 O) 1) l

S-iu s = — (2 (O 3) Aiu s — Su i 2 — \'S\'« 3 1

S2U i l= — {2cO k -f-  1 — \\ AaJ^k —

— »S« 2 -4« i — 1 — .. . — i- 1,

en omgekeerd:
1

C0 1
1

4.1 = —
3 = —

1

Su .

co \'
1

A iu 1 — — 2 ü) 1 w 1

-^3 „ 3 = — 5-1-73 (»Sa „ 2 "h \\ S„jf.i)

ó O) ó

Aa^i <1 =

(-Sa«

3« 3 = — 2 V)  3 -h 1 »S« 2 2 »S« 1)

1

l = —

2tü /H-l

Au n Su i — l . . . -f- i- /S« 1).

Het kan nu gebeuren, dat 1 = 0. Dan is dus ook
^ 1 = O, en de ontwikkeling in eene reeks heeft dan
den vorm:

-ocr page 141-

125

Alhoewel de functie van geslacht w is, zou hieruit volgen,
dat ze was van geslacht w .1.

V. PuzYNA zegt alsdan, dat de functie is van het oneigen-
lijke geslacht w 1.

Zoo zal in het algemeen eene functie van geslacht w zijn
van het oneigenlijke geslacht co ^^ > wanneer

\'S^w 1 = \'S\'« 3 = . • • . = Su k — O,

5. v. PuzYNA brengt hier nog bij te pas de z. g. bijbe-
hoorende functies.

Het is duidelijk, dat we elke functie van geslacht co.

V ,

= n

V = 1

kunnen schrijven in den vorm van eene functie van geslacht
üj k. We hebben toch:

i c" >* » 1 t _1_ / t \\ u n .

, 11 " " V = 1 "v" " _ n .»11" " ^ «v /

g»:

1 -

= I I e»

V = 1

en dus

G{z) = Ce".

1 -

» \' ,

rtyj

v = 1

waarin

k  n QD 1

v jï__ v _

(4= G (z)

, = ito -I- nv = i
Wo kunnen hierbij opmerken, dat door doze verschillende
wijzen van schrijven, eene «/»-functie toch steeds eene
«//-functie blijft.
Duiden we nu de eenvoudige functie

«yj

M (l -

aan door (z), dan noemt v. Puzyna do eenvoudige functie

n fi-^i

=1 l "y .

do Ic\'\' bijbehoorendo functie van {z), en duidt haar aan
door
q^^^k {z).

-ocr page 142-

126

Tusschen die beide functies geldt dus de betrekking:

Wanneer nu de functie van oneigenlijk geslacht (o -\\-k is,
zoodat

Suj^x -- »Sw a^: . . . . = Su^k = O,
dan volgt uit bovenstaande betrekking, dat we alsdan hebben:

qp« (2) = (]p„ 1 (2) = . . . . = gi« i [z),

of in woorden:

Eene eenvoudige functie van geslacht w en van oneigenlijk
geslacht w A is identisch met hare eerste k bijbehoorende
functies.

Een voorbeeld van eene dergelijke functie is de (T-functie
van
Weieestbass (w = 2).

We hebben hier Ss = O, dus is de functie van het oneigen-
lijke geslacht 3, en is

(73 (Z) = 03 (2) \')•

Bij deze functie hebben we nog dit bijzondere, dat steeds
Sp = O, wanneer p oneven is. Hieruit volgt, dat we ook
hebben

(T4 (Z) = (T6 (2)
ffO (Z) = (Sr, {Z)

of in woorden:

Elke bijbehoorende functie van u (z) is identisch met de
onmiddelijk daarop volgende bijbehoorende functie met oneven
index.

Hetzelfde doet zich voor bij de sinusfuuctie en de cosinus-
lunctie.

Bij de sinussen van de orde (w = 1) heeft men:
Si = Si = O, Ss = Sa = Sj = O,......,

\') Do notatio (7« (2) heeft hier natuurlijk eeno andoro botookoniB* als in
lioofdBtuk
v § 29.

-ocr page 143-

127

zoodat ze van het oneigenUjke geslacht 3 zijn, terwijl er
voor geldt:

fl (Z) — qP2 (2) - - (f3 (2)

cpi {z) == qPB (z) = cpe (z) = (JP7 (z)

_1_
w 1

J_
w4-3

6. Merken we nog op, dat, in het geval dat = O voor
2) oneven, uit de bovenstaande tabel voor de berekening der
coëiïicienten van de ontwikkeling in eene reeks volgt, dat
al de coëfficiënten met oneven indices verdwijnen, en dat de
overige coëfficiënten gevonden worden uit de volgende tabellen:
Voor ü) oneven.

1 —--TXT 1

3 =--j—Q ^u Z

Asu = — ö— Si „

Cl (t)

2 =--^—TTj \'S\'« 3

Aiu i = — 2 co -\\-2 ^^^w 3 1 1)

u .1 = — 2 i {si „ 4- 4 1 (slj 8  3 ^ l)

(A;even). ...-j-

Voor to even,

2

.1 = -  1

AQ u — — n— Si u
A to

-ocr page 144-

128

A-Zu Z — —

2ft) 2

4 = — 2 (a 4: ^^^ " -t 3 \'S\'u -f. g)
1

3

• . jt_3 Sli s).

Het is hieruit duidehjk, dat de functies die hieraan voldoen,

sin z a (z) , j. x i.

zooals -, cosz, —, geen termen met z .tot eene

z z

oneven macht bevatten.

Door eene dergelijke beschouwing is het even gemakkelijk

aan te toonen, dat de exponenten der termen van de smussen

van de 4® orde met 4 moeten opklimmen.

{k even)

-ocr page 145-

STELLINGEN.

-ocr page 146-

Ik .
fc-\'

-ri

j ■

Il ■ ■

- ti ■
l •

\'-\'■"\'A,

L. M

l-lrV.

. î.

I

• t

V

U

-ocr page 147-

STELLINGEN,

I.

De manier, waarop Hermite de waarde van G (z) afleidt
voor de functie
sin s \'), is te beschouwen als te zijn analoog
met do in dit proefschrift ontwikkelde algemeeno methode.

11.

De definitie, dio v. Puzyna geeft van het geslacht eener
f\\mctie:

Eene functio is van geslacht w, wanneer co het kleinste
positieve geheelo getal is, waarvoor
G\' (2)

.• = 0

= 00,

5" » G (z)

is onjuist.

111.

Ton onrechte boweort Briot (théorie des fonctions abo-
liennes, 1879):
La méthode de
Riemann présente de grandes diillcultés, et

\') IlKItMITK, t. H. p. p. 102 c. V.

-ocr page 148-

132

ne paraît pas susceptible d\'acquérir le degré de clarté et de
rigueur que l\'on recherche dans les Sciences mathématiques;

IV.

Het begrip differentiaal wordt bij Sturm niet op de juiste
wijze afgeleid.

V.

De functie 9 uit de leer der kleinste kwadraten wordt
door
Chauvenet en Watson, in navolging van Gauss, op
twee verschillende wijzen gedefinieerd.

VI.

De theorie der espérance morale van Daniel Bernouilli is
niet goed gegrondvest.

VII.

Twee lijnen, in een plat vlak gelegen, snijden elkaar in
twee punten; twee evenwijdige lijnen in het positieve en
het negatieve oneindige punt, twee niet-ovenwijdige lijnen in
het eindige en hot dubbel-oneindige punt.

VIll.

Het bewijs, dat Sturm geeft van het beginsel der\'virtueele
snelheden, is onvoldoende.

-ocr page 149-

133

IX.

De logica, waarmede Ostwald zijne energetiek \') verdedigt,
is bedenkelijk.

X.

Bij een zeer elementair onderwijs in de Natuurkunde
verdient het de voorkeur het begrip massa niet in te voeren,
en dus te blijven spreken van het gewicht van een lichaam.

XI.

Tot op dit oogenblik kan er niet beshst worden tusschen
<le verschillende hypothesen omtrent het wezen der z. g.
A\'"-stralen.

XII.

Temperatuursbepalingen, met behulp van een kwikthermo-
meter, tot op
^QQQQ° nauwkeurig, hebben niet de minste
wetenschappelijke waarde.

XIII.

Bij het onderwijs in de cosmograüe moet het behandelen
van de beweging der planeten om de zon voorafgaan aan
• het vermelden van hunne schijnbare beweging van uit de
aarde gezien.

\') Zcitschr. für phys. Chemie XVIII. p. 305 o. v.

-ocr page 150-

134

XIV.

H^ O is eene onverzadigde verbinding.

XV.

Het gas, uit cleveït verkregen, bestaat uit twee elementen.

XVI.

Si Ton ne sait pas tout, si même l\'on ne sait jamais tout,
ce n\'est pas un argument pour cesser d\'apprendre. Il est
mauvais que l\'inconnu bénéfice de ce que nous ignorons. Au
contraire, notre éternel espoir doit être d\'expliquer un jour
l\'inexpliqué; et nous ne saurions avoir sainement un idéal,
en dehors de cette marche ù, l\'inconnu pour le connaître, de
cette victoire lente de la raison, au travers des misères de
notre corps et de notre iriteUigence.

Zola, Lourdes p. 201.

-ocr page 151-

m

■ > j.

■■ t. v.-

- V Klg!?:-\'

• ^

■ y

\\ m>

-ocr page 152-
-ocr page 153-
-ocr page 154-

I:

U

*

-ocr page 155-

- ^ ^^\'f it #

\\NS

<

; . , filg;.-:

■ ^

s- ► \'v

r

C

MiM>ll l> \' r?lT>l irfffc ■IIMit\' I . ifl lai . \'Wtii«^-

jm

-ocr page 156-

mmm^