-ocr page 1-
------------
I
Practisch! Goedkoop! V-ri. _ swbaar t
Wenken en Raadgevingen
roor zuinige Landbouwers.
„\'©e Veearf § in j^uis
**
i
1
11
Met een besehrtyvlng Tan meer dan 100
ran de meest gebruikte
Geneesmiddelen voor dieren
DOOR
II. LAMMERS HJz., Pharmaceut.
VELP bij ARNHEM
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-
A06000029117250B
-ocr page 5-
WENKEN EN RAADGEVINGEN VOOR
ZUINIGE LANDBOUWERS.
„DE VEEARTS IN HUIS"
MET EEN BESCHRIJVING VAN
MEER DAN 100 VAN DE MEEST GEBRUIKTE
GENEESMIDDELEN VOOR DIEREN,
DOOR
H. LAMMERS HJz,
PHARMACEUT.
VELP bij ARNHEM.
Prijs: 50 Ct
C. /o/o
-ocr page 6-
-ocr page 7-
INHOUD.
1. Ziekten ^
van paarden.
Bladz.
Hazenhak.....    56
Kloven in den hoef . .    51
Ziekten der hoeven . .    51
Verlamming in de lenden  63
Egelsvoet.....    55
Keelziekten.....    35
Verlamming in de knieschijf 57
Kniezwam.....    53
Koliek......    26
Hitte. Temperatuurs-
verhooging ....    38
Gewrichtszwam. Uitwas.    53
Kreupelheid.....    57
Longontsteking. ...    35
Maagpijn......    11
Maagontsteking. ...    25
Maagcatarrh.....    11
Maagoverlading ...      9
Mondzeer. Tongblaar. .    45
Hielgezwel. Mok ...    55
Nierontsteking ....    29
Dikke hak. Piephak . .    56
Kniegezwel. Knieboogs-
kloven. Rasp ...    55
Bladz.
Abnormale Ontlasting .    22
Gebrek aan eetlust . .    11
Oogontsteking ....    49
Buikpijn......    26
Bloedverlies.....    50
Verlamming in den schoft  58
Dampigheid . . . .    37
Darmjicht.....    26
Darmcatarrh . . . .    22
Droes. Droesgezwel . .    35
Ziekten van de keelklieren 35
Diarrhee. Buikloop . .    i.2
Brand. Ontsteking. . 21,  38
Bevriezen.....    63
H ielgezwel.....    62
Koorts ......    21
Klauw- en Voetgallen .    62
Gezwellen.....    22
Uitvallen der haren . .    70
Hals- of Keelklieren . .    h\'i
Blaaskoliek , ....    29
Te overvloedige Urine-
loozing .....    30
Belemmering op het water    29
-ocr page 8-
II
Bladz.
61
Bladz.
Rheumatische Hoef-
ontsteking ....    43
Rheumatiek.....    43
Zadelwonden ....    55
Ontsteking van het
Sprongewricht ...    58
Verlamming in de
schouders.....    53
Lendelamheid ....    54
Zenuwknoop ....    53
Spat.......    58
Kniegallen.....    62
Versteende gallen...    63
Legger......    53
Straalverrotting. , .
Straal- of Hoefkanker.
Verkoudheid ...
Peesknoop, Schuifelbeen
Verzwikken. Verstappen
Slechte spijsvertering.
Storing in de spijs-
vertering ....
Verstuiking ....
Verstopping . 9, 11
Witte Vloed . . .
Kwetsing van de schoft
Wonden.....
Wormziekten . . .
61
35
53
53
11
9
53
19
44
56
63
30
2. Ziekten van runderen.
Belemmering op het water 29
Hitte. Temperatuursver-
hooging . . , . . 38
Verlamming in de lenden 54
Abnormale ontlasting. .    22
Gebrek aan eetlust . .    11
Oogontsteking ...    49
Windzucht.....     17
Diarrhee. Buikloop . .    22
Brand. Ontsteking. . .    38
Uiergezwel.....    22
Koorts......    21
Gewrichtszwam ...    53
Uitblijven van de geslachts-
drift......    44
Gezwellen.....    22
Blaaskoliek.....    29
Te overvloedige urine-
loozing.....    30
45
57
16
36
53
11
25
11
9
45
39
Klauwzeer . . .
Kreupelheid . .
Lekzucht. Likziekte
Longontsteking
Kniezwam . . .
Maagpijn . . .
Maagontsteking. .
Maagcatarrh. . .
Maagoverlading .
Mond- en Klauwzeer.
Gebreken in de melk
-ocr page 9-
III
Bladz.
Zog- of Melkkoorts . . 31
Te weinig melk geven . 32
Nierontsteking .... 29
Verlamming in de schoft 53
Verlamming in de lenden 54
Zenuwknoopen ... 53
Legger ..,,.. 53
Peesknoopen. Schuifelbeen 53
Verzwikken. Verstappen . 53
Bladz,
Ongedierte.....73
Slechte spijsvertering . 11
Verstuiking.....53
Verstopping . . 9, 11, 19
Witte vloed.....44
Wonden......63
Wormziekte.....30
Storing in de spijsvertering 9
3. Ziekten van varkens.
Maagontsteking. ,
Maagcatarrh
Maagoverlading .
Mond- en Klauwzeer.
Miltvuur. . . ,
Pokken ....
Vlekziekte . .
Slechte spijsvertering
. 25
. 11
. 9
. 42
38, 41
40, 41
38, 41
. 11
Abnormale ontlasting .    22
Gebrek aan eetlust . .    11
Oogontsteking ...    49
Bloedverlies.....    50
Worg. Keelontsteking 14,  41
Darmcatarrh. . . .    22
Diarrhee. Buikloop . .    22
Bevriezen.....    63
Hoesten......    37
Klauwzeer.....    45
Krampen.....    42
Maagpijn......    11
Storing in de spijsvertering 9
Verstopping. . . 9, 11, 19
Wonden......63
Wormziekte.....30
4. Ziekten van schapen,
22
11
49
70
50
22
Diarrhee. Buikloop .
Ontsteking ....
Koorts.....
Gezwellen.....
Hitte. Temperatuursver-
hooging ....
Abnormale ontlasting
Gebrek aan eetlust
Oogontsteking
Lintworm . . .
Bloedverlies. . .
Darmcatarrh . .
22
21
21
22
38
-ocr page 10-
IV
Bladz.
Gebreken in de melk .    33
Te weinig melk geven .    32
Schurft......    71
Slechte spijsvertering .    11
Storing in de spijsvertering    9
Verstopping. . 9, 11,    19
Wonden......    63
Wormziekte.....    30
Bladz
71
72
16
71
11
25
11
9
45
Klauwzeer ....
Diarrhee bij lammeren
Likzucht, «ziekte
Longwormziekte
Maagpijn . .
Maagontsteking.
Maagcatarrh. .
Maagoverlading
Mond- en Klauwzeer
5. Ziekten van geiten.
Abnormale ontlasting
Gebrek aan eetlust
22
11
Oogontsteking
Bloedverlies. .
49
50
Brand. Ontstek
HR
38
Uiergezwel ,
Gezwellen .
22
22
Klauwzeer .
45
Maagpijn
Maagontsteking
Maagcatarrh.
Diarrhee . .
11
25
11
22
Maagoverlading ...      9
Mond- en Klauwzeer. .    45
Melkgebreken ....    33
Te weinig melk geven .    32
Slechte spijsvertering. .    11
Storing in de spijsvertering    9
Verstopping. . .9, 11,    19
63
30
31
73
Wonden
Wormziekte
Zogkoorts .
Ongedierte .
6. Ziekten van honden.
Oorpijn......    65
Oorworm.....    66
Schurft......    65
Rheumatiek.....    65
Hondenziekte ....    65
Ongedierte.....    73
Oogontsteking. .
Bloedverlies . .
Diarrhee. Buikloop
Maagpijn . . .
Maagcatarrh. . .
Maagoverlading .
49
50
64
11
11
9
-ocr page 11-
V
Bladz.
Wonden.......63
Wormziekte.....25
Blad*.
Storing in de spijsvertering 9
Verstopping . . 9, 11 , 19
7. Ziekten van plurmgedierte.
Zwakte. Verbuiging in de
beenderen.....     68
Borst- neus- en luchtpijp-
catarrh......     69
Croup en Diphtheritis .     69
Diarrhee.......     25
Ontsteking van de smeer-
klier (Pip).....
     66
Kalkpooten......     67
Bevroren kam.....    67
Poederkam......     67
Rheumatisme.....     68
Verstopping.....   
8. Verscheidenheden.
Insectenpoeder ....
Luizenzalf......73
Mestpoeder voor koeien,var-
kens, schapen, geiten enz.
Muizengif......
Voederen, verplegen en
fokken van paarden . 49
Rattengif.......
Restitutiewater.....57
Zuiveringspoeder voor
paarden, koeien en
schapen.......49
Voorbehoedpoeder voor
honden.....        64
Drachtigheidspoeder voor
koeien.......44
Ongedierte......73
Kalmeerpoeder voor koeien
en varkens.....    49
Paardevliegenolie ...     76
Paardevliegenzalf ...     73
Bronstpoeder voor koeien
en varkens.....    48
Boterkleursel.....     75
Boterpoeder.....     74
Desinfecteerolie ....     74
Conserveeringszout voor
eieren.......     76
Eierleggen......     74
Vreetpoeder voor schapen
en geiten.....     72
Hoeflijm.......    51
Hoefzalf.......     51
Hoenderpoeder ....     74
-ocr page 12-
-ocr page 13-
INLEIDING.
Zonder twijfel is \'t van het grootste gewicht, om bij
de in het landbouwbedrijf voorkomende storingen, ver-
oorzaakt door het plotseling ziek worden der huisdie-
ren, spoedig raad te kunnen schaffen. Doordat hij dik-
wijls op hulp moet wacbten, kan de eigenaar dikwerf
een zwaar verlies lijden door den dood van een dier,
dat groote waarde bezit.
Dank zij zijn hedendaagsche ontwikkeling, is de
landbouwer meestal in staat, de ziekten der huisdie-
ren te onderscheiden. Gewoonlijk ontbreekt het hem
slechts aan de doelmatige geneesmiddelen, om die ziek-
ten snel en met goed gevolg te kunnen bestrijden.
Te dien einde zal dit boekje (zonder daarom de
zaakkundige kennis van den veearts in alle gevallen
ontbeerlijk te willen maken), den landbouwer in drin-
gende gevallen, of wanneer een veearts \'t zij in \'t ge-
heel niet, \'t zij slechts met groote offers te ontbieden
is, als raadsman ter zijde staan met doelmatige wen-
ken en het aanwijzen van beproefde geneesmiddelen.
De schrijver heeft op grond van jarenlange onder-
vinding in verschillende landen in dezen bijzonderen
tak der artsenijkunde, een verzameling van geneesmid-
delen voor dieren bijeengebracht, die aan de hierbo-
-ocr page 14-
Q
ven vermelde behoeften voldoen. Daarin wordt den
landbouwer zoowel tpgen de meest voorkomende in-
wendige ziekten van den veestapel, als tegen uitwen-
dige gebreken, vooral het uiterlijk schoon (in \'t bij-
zonder der naarden) betreffende, een aantal middelen
ten dienste gesteld, die, tengevolge hunner zaakkun-
dige, afdoende samenstelling, van steeds betrouwbare
werkdadigbeid zijn.
lederen voorzichtigen landbouwer is hier de gele-
genheid gesehouken, zich tegen de bovenvermelde mis-
standen te wapenen.
Het verdient aanbeveling vooral die in dit werkje
aangegeven geneesmiddelen in voorraad te hebben, die
een zekere werking hebben tegen acute ziekten, als :
koliek bij paarden, w ind/inlit der koeien, miltvuur
en rlekzlekte der varkens, enz.
Enkele geneesmiddelen, die doorloopeud ingegeven
moeten worden, onderscheiden zich door kun gehalte
aan phosphorzure kalk, deze hebben de dieren noo-
di<^- voor de vorming en instandhouding hunner been-
dereu en zij wordt door het voedsel, op zichzelf, niet
in voldoende hoeveelheid aan liet lichaam verstrekt,
daarom wordt de voor den opbouw van het organisme
benoodigde hoeveelheid phosphorzure kalk aan de spie-
i"en en zenuwen onttrokken. Dit heeft ten gevolge, dat
met de verweeking der beenderen enz. ook vermage-
ring, uitputting, zwakte en ziekelijkheid optreden.
Anders is het echter gesteld, als de phosphorzure
kalk door toegift bij het voeder, aan het lichaam der
dieren iu rijke mate wordt toegevoerd. (Zie No 43.)
Is in de behoefte der beenderen aan phosphorzure
kalk voorzien, dan komt het overschot aau de spieren
-ocr page 15-
8
en zenuwen ten goede. Deze worden daardoor krach-
tiger en geven hei, dier bard, stevig vleesch, \'t geen
arbeidverrichtende dieren energieën weerstandsvermO"
gen, aan andere dieren een productievermogen schenkt.
Zelfs indien meer phosphorzure kalk gevoerd werd,
dan strikt noodiff is, zoo is dat nog geen verkwis-
ting, want de niet-verbruikte, d. w. z. de niet in
bloed, melk, spieren, zenuwen, beenderen, enz. over
gegane phosphorzure kalk, komt door de uitwerpse-
len in de mest terecht en maakt deze rijker aan een
stof, die een grooter productie van het land tengevolge
heeft —• daar phosphorzure kalk het hoofdbestand-
deel is van alle kunstmeststoffen.
De phosphorzure kalk is voor alle veesoorten aan
te bevelen, bovenal echter voor alle drachtige, zoo-
gende of melkgevende dieren en voor aankomend jong
vee. De drachtige dieren moeten niet alleen bun ei-
gen beenderen voeden en onderhouden, maar ook voor
het embryo een nieuw beendergestel vormen.—
Het melkgevende of zoogende dier moet vergoe-
ding hebben voor de aanzienlijke hoeveelheid kalk,
die bet dagelijks door haar melk afstaat; bovendien
verlangt men, dat de melk veel kalk bevat, opdat zij
een deugdelijk voedsel voor bet zuigende dier zij en
ook een krachtig voedsel voor kinderen. Ben meik-
koe, die dagelijks 15 Liter melk geeft, staat daarin
bet phosphorzuui van 50 Gram phosphorzure kalk af ;
daarvoor moet vergoeding gegeven worden, indien men
wil, dat de koe steeds goede melk blijft geven en
niet per slot van rekening te gronde gaat.
Het aankomende jonge dier eindelijk, dat geen moe-
dermelk meer krijgt, heeft kalkrijk voedsel noodig,
-ocr page 16-
4
daar hiervan de vorming der beenderen, den bouw-
van bet dier in den eersten graad afhankelijk is. De
landbouwer moet dus de melkkoeien, het jonge vee, de
schapen, de lammeren, de fokmerrien, de veulens
en de
varkens
zonder voorbehoud een toegift van pkosphor-
zure kalk bij liet voeder geven.
In bet mestpoeder (No. 43) zijn groote boeveelbeden
twee-basiscb phosphorzure kalk opgenomen. Men moet
vooral in \'t oog bouden, dat de pbospborzure kalk op
zichzelf uiet
zoo geschikt is, maar dat juist de werking
afhankelijk is van de voortreffelijke samenstelling van de
veepoeders, al naar het bijzondere doel, waarvoor ze
bestemd zijn.
(Bestellingen worden steeds per omgaande tegen
rembours of bij vooruitbetaling verzonden. Verpakking
wordt niet berekend.)
Bij  bedragen  van 10  Gulden af vrachtvrij.
n il           il 20 " 5 % korting.
« i,             ii 30 ii 10 °/0 ii
i, ,i             n 40 ii 15 % ii
» n             n 50 n 20 °/0 ii
-ocr page 17-
5
Lijst van alle geneesmiddelen in dit boekje
opgenomen.
1.     Universeel Purgeerpoeder.
2.     Universeel Zuiverings- en Spijsverteringszout.
3.     Spijsverteringsdroppels voor paarden en runderen.
4.     Engelsch paardenpoeder,
5.     Zwitsersch veepoeder.
6.     Universeel varkenspoeder.
7.     Likziicktpoeder.
8.     Engelsche Tympaniet-essence.
9.     Windzuclitpoeder.
10.     Poeder tegen hittigheid en ontsteking.
11.     Grezwelzalf.
12.     Uierzalf. Ontstekingszalf.
13.     Diarrheedroppels voor kalveren.
14.     Diarrheepoeder voor kalveren.
15.     Diarrheepoeder voor varkens.
16.     Diarrheepoeder voor paarden.
17.     Diarrheepoeder voor koeien.
18.     Diarrheepoeder voor schapen en geiten.
19.     Diarrheepoeder voor ganzen, eenden en kippen.
20.     Koliektinctuur of Krampdroppels.
21.     Poeder tot bevordering der urineloozing.
22.     Poeder tot regeling der uriueloozing.
23.     Worrnpoeder voor paarden en runderen.
24.     Wormpoeder voor varkens en schapen.
25.     Echt Welzenpoeder (Middel tegen Zogkoorts.)
26.     Universeel Melk- en Nutpoeder.
27.     Melkpoeder voor schapen en geiten.
-ocr page 18-
o
28.     Melkzuiveringspoeder.
29.     Droespoeder.
30.     Droes- of Keelziektedroppels
31.     Poeder tegen dainpigkeid.
32.     Hoestpoeder voor varkens.
33.     Vlekziekte- en Miltvuurpoeder.
34.     Vlekziekte en Miltvuurolie.
35.     Miltvuur- en Vlekziektedroppels.
36.     Vlekziekte- en Miltvuurtinctuur.
37.     Middel tegen Kramp(zoogenaamdGrebrek)bi) varkens
38.     Bevangenheids- en Rheurnatiekpoeder.
39.     Vloedtinctuur.
40.     Antiseptische essence.
41.     Mond- en Klauwzeerpoeder.
42.     Waschessence tegen Mond- en Klauwzeer.
43.     Mestpoeder voor runderen, varkens en schapen
(wLammers Veepoederw).
44.     Stier-, runder-, of bronstpoeder voor koeien.
45.     Bronstpoeder voor varkens.
46.     Kalmeerpoeder voor koeien.
47.     Poeder tegen ridsigbeid van varkens.
48.     Zuiveringspoeder voor paarden, runderen, scha-
pen, enz.
49.     Oogbalsem.
50.     Bloedstillende essence.
51.     Negenderlei gewrichtsolie.
52.     Hoefzalf. Hoefvet.
53.     Hoerlijin. kwaliteit I en II.
54.     Smeersel tegen kliergezwellen.
55.     Essence voor peesknoopen, enz.
56.     Smeersel tegen peesknoopen, kniezwam, gewrichts-
zwam, zenuwknoopen, enz.
-ocr page 19-
7
57.     Smeersel tegen lendelamheid.
58.     Waschwater tegen b) Kniegezwel a) Hielgezwel.
59.     Poeder tegen a) Kwetsing van de schoft b) Za-
delwonden.
60.     Universeele bijtende zalf tegen a) Hazenhak b)
dikke Hak.
61.     Restitutiewater.
62.     Roode Engelsche Spatpleister.
63.     Universeel spatzalf tegen a) Spat- b).
64.     Waschessence tegen straalverrotting.
65.     Poeder tejren straal verrotting.
66-    Poeder tegen straal- of hoefkanker.
67.     Zalf tegen gallen.
68.     Middel tegen vei-steende gallen.
69.     Wondbalsem.
70.     Universeele heelzalf.
71.     Voorbehoedpoeder voor honden.
72.     Diarrheepoeder voor honden.
73.     Poeder tegen bondeziekte.
74.     Wormpoeder voor honden.
75.     Rheumatiekwater voor hondeu.
76.     Oorolie voor honden.
77.     Schurftolie voor honden.
78.     Waschwater tegen Pip.
79.     Kalkpootenzalf.
80.     Tinctuur tegen bevroren kam.
81.     Kamwondtinctuur.
82.     Wassching tegen poederkam.
83.     Zalf tegen poederkam.
84.     Rheumatoline voor pluimvee.
85.     Tweebasisch phosphorzure kalk.
86.     Borstpoeder voor pluimgedierte.
-ocr page 20-
8
87.     Croup- en Diphteritis penseel vocht.
88.     Kracht- en Voedingspoeder "Veevreugde.w
89.     Melk- en Mestpoeder wBoerenlust.»
90.     Middel tegen het uitvallen der haren van
paarden.
91.     Schurftolie voor schapen.
92.     Lintworm poeder voor schapen.
93.     Longwormpoeder voor schapen.
94.     Vreetpoeder voor schapen en geiten.
95.     Diarrheepoeder voor lamineren.
96.     Insectenolie voor veeluizen.
97.     Iiisecten,- luizen- of paardevliegenzalf.
98.     Waschpoeder voor vee.
99.     Ontsmettingsolie.
100.     Kippenpoeder.
101.     Boterpoeder.
102.     Boterkleursel.
103.     Zout om de eieren te conserveeren.
104.     Paardevliegenolie.
105.     Conserveeringszout.
-ocr page 21-
9
INWENDIGE ZIEKTEN.
Overlading van de maag.
Het komt dikwijls voor, dat door te overvloedig
gebruik van voedsel (te veel eten) een overmatige uit-
zetting en bezwaring van de maag veroorzaakt worden.
Het gevolg is dan: storing in de spijsvertering. Het meest
geschiedt dit, als de dieren door lichamelijke inspan-
ning uitgeput zijn of als ze een zwakke maag hebben
en te gulzig vreten, \'t Spreekt vanzelf, dat in sommige
gevallen ook het voedsel de aanleidende oorzaak kan
wezen. Moeilijk verteerbare, opzwellende voedings-
middelen zijn het gevaarlijkst; in \'t bijzonder : graan-
vruchten of meel, grof-gemalen koren dat te droog ge-
voerd wordt, erg vette klaver of te versch hooi.
Ofschoon storing in de spijsvertering nog geen eigen-
lijke ziektetoestand is, zoo kan uit de verwaarloozing
ervan licht een gevaarlijke ziekte ontstaan, als b.v.
verschillende maag- en darmziekten, koliek, windzucht,
diarrhee enz.
Ben storing in de spijsvertering openbaart zich door
steunen en geeuwen, angst, (vreesachtigheid), lusteloosheid
en traagheid, veelvuldig en zeer lang gaan liggen ; de dieren
vreten niet meer en bovendien valt een volkomen stil-
stand in de functie der spijsverterings-organen te con-
stateeren.
Behandeling : Zoo de bovengenoemde kenteekenen
zich voordoen, is het hoofdzaak voor een spoedige
-ocr page 22-
10
doorstraling van het lichaam te zorgen en hiertoe be-
diene men zich van het
1. Universeel Purgeerpoeder.
Dit is een voortreffelijk middel, dat gebruikt kan
worden bij paarden, runderen kalveren en varkens,
zoowel in gevallen van storingen in de spijsvertering
als van hardlijvigheid en verstopping.
Gebruiksaanwijzing : Bij paarden en koeien geve men
het poeder in 2 dagen en wel : den eersten dag op
de nuchtere maag één derde, \'s avonds weer een der-
de en des anderen daags op de nuchtere maag nog
een derde.
Het poeder smaakt vrij bitter en \'t is daarom raad-
zaam het niet op het voer te strooien, maar ieder
deel, met water aangemengd, in den bek te strijken.
Voor kalveren en varkens is een half pakje genoeg,
dat, precies als boven, ook in drieën gegeven wordt.
Voorts is het noodig, den geheelen dag door, het zieke
dier met wollen doeken het lichaam (de buikstreek)
goed af te wrijven en het op den dag, dat er ingege-
ven wordt, niet te voeren.
Als men dit poeder nauwkeurig volgens voorschrift
ingeeft, treedt reeds binnen eenige uren beterschap in,
d. w. z. de aanval is voorbij, hoewel het dier nog niet
volkomen gezond is. Om instorting te voorkomen,
moet men nog gedurende langen tijd licht verteerbaar
voedsel geven in kleine hoeveelheden. Nog beter is het
als men op het voer bij eiken maaltijd een kleine lepel
vol Universeel zuiverings- en spijsverterings-zout geeft met
een lepelvol gentiaan, tot de zwakte der spijsverterings-
organen voorbij is.
-ocr page 23-
11
2. Universeel Zuiverings- en Spijsverterings-zout
Dit voortreffelijke, uit volkomen onschadelijke, vaak
beproefde minerale geneesmiddelen samengestelde zout,
is het beste middel voor dieren, bij welke zich gebrek
aan eetlust en slechte spijsvertering voordoen. Het
zuivert het bloed, wekt den eetlust op en regelt de
digestie.
Men noemt het met recht »universeel» zuiverings-
zout, want bij elke zuivering van het lichaam (voor
inwendig gebruik) kan het toegepast worden. Het is
niet voor bepaalde ziekten bestemd, maar moet op
verschillende tijden, hoofdzakelijk in voor- en najaar
bij verandering van voedsel gegeven worden.
Gebruiksaanwijzing: Men geeft bij iederen maaltijd
één eetlepel vol, met drie eetlepels veezout vermengd,
op het voedsel, dat met water een weinig bevochtigd is.
Gebrek aan eetlust. Slechte spijsverteering.
Maagcatarrh.
Slechte spijsverteering der herkauwers.
Verstopping van de boekpens.
In dit hoofdstuk zijn alle ziekten samengevat, die
hoofdzakelijk ontstaan door een ontsteking van de
slijmhuid van maag en darmen, bij herkauwers door
zwakte en werkeloosheid der drie voormagen.
De oorzaken zijn doorgaans in slecht voeder te zoe-
ken. Slecht kan het voedsel worden, wanneer het in
gisting geraakt, of als het in een onreine voederbak
gegeven wordt; voorts kan het voeder ook door toe-
-ocr page 24-
12
voeging van andere slechte stoffen bedorven worden.
Behalve het voedsel kunnen ook kouvatten, groote
lichamelijke inspanning of een stoffige, vuile stal de
directe oorzaken zijn.
De ziekten openbaren zich door gebrek aan eethist,
opzwelling van het lijf, lichte buikpijn, onregelmatige
pols, dikwijls ook koorts.
De eetlust is tijdelijk verminderd, de dieren worden
zeer kieskeurig in hun voedsel, vreten doornat stroo,
likken aan muren en voederbak ; ook is de dorst minder.
De uitwerpselen zijn of droog en hard, dikwijls met
slijm bedekt (verslijming) of week, papperig en slecht
verteerd (zwakte in de spijsverteriugs-organen) ; zij
hebben meestal een walgelijke reuk (bedorvan maag).
De tong is beslagen, de slijmhuid van den bek is
vuil, met dik vocht bedekt of ook wel volkomen droog,
de rand van het tandvleesch wordt bleek, dikwijls
ook blauwachtig rood.
Behandeling: Allereerst moet er voor gezorgd wor-
den, dat de stoelgang weer geregeld zij, men geve
dus een laxeermiddel en wel het
Universeel Purgeermiddel (No. 1).
Is de ontlasting geregeld, dan geeft men :
paarden : het Engelsche paardenpoeder No. 4. i . .. ...
runderen : het Zwitsersche veepoeder No. 5. [ ie e -J
varkens : het Universeel varkenspoeder No. 6. > Pa^\' \'
Bij deze poeders kan men nog kleine hoeveelheden
keukenzout of Universeel zuiveringszout voegen.
Van groot gewicht is het nog langen tijd ligt ver-
teerbaar voedsel in kleine hoeveelheden te geven,
-ocr page 25-
13
liever te weinig dan te veel. Het is beter den dieren
matige beweging te verscbaffen (zonder inspanning),
dan voortdurende rust. De overgang tot gewoon voed-
sel moet uiterst geleidelijk zijn.
Als na-kuur kan men nog bittere, geurige poeders
door bet voedsel mengen, als : kalmoes, gentiaan, lau-
rierpoeder en jeneverbessenpoeder.
4. Engelsch Paardenpoeder.
Dit poeder voorkomt de voornaamste paardenziek-
ten, als men bet geregeld geeft, liet beperkt de slijm-
afscbeiding en verboedt den overgang tot snotziekte.
Voorts bevordert bet den eetlust, maakt bet paard
moedig en fier en geeft bet een fraai uiterlijk, n.1.
zeer mooie, gladde baren.
Van dit poeder geeft men elk paard bij iederen
maaltijd een lepelvol op bet drinkwater. Bij snotziekte
moet men de portie verdubbelen.
5. Zwitsersch Veepoeder.
Dit poeder zuivert de ingewanden, sterkt de maag,
bevordert de ontlasting en urineloozing, zuivert bet
bloed, voorkomt bitte.
Tevens drijft bet de overtollige gal af, verdrijft
windzucbt en is een uitstekend middel tegen ontste-
king of dampigbeid in de longen.
Gezond vee geeft men 2 maal per week twee lepels
zout met zemelen vermengd op vocbtig gemaakt
voer. Is ecbter bij een os of koe reeds een ziekte uit-
gebroken, dan geeft men dagelijks 2 a 3 lepels te-
gelijk.
Jong vee geeft men naar den leeftijd een balven
tot een beelen lepel.
-ocr page 26-
14
6. Universeel Varkenspoeder.
Dit poeder heeft zich in korten tijd groote beken d-
heid verworven, daar het niet alleen bij de meeste
varkensziekten de beste diensten bewijst, maar ook
omdat het \'t beste voorbehoedmiddel is tegen vlek-
ziekte, miltvuur, en de zoo gevaarlijken worg of keel-
ontsteking.
De spreuk : „Ziekten voorkomen is gemakkelijker
dan ziekten genezen," geldt vooral voor de bovenge- .
noemde varkensziekten.
Men moet daarom niet wachten tot de ziekten zich
voordoen, maar het Universeel Varkenspoeder gere-
geld geven, liefst dagelijks een lepelvol door het
drinken gemengd.
Bemerkt men, dat een ziekte in aantocht is, dan
geve men driemaal daags telkens een lepelvol.
Een hoofdvereischte is, dat de hokken heel zinde-
lijk gehouden worden.
Dit poeder maakt ook, dat het dier een buitenge-
wone eetlust toont en het snel en zeker vleezig en
zeer vet wordt.
Varkens met zwakke beenderen
geve men het onder No. 43 genoemde mestpoeder, en
wel voor zeugen, zoolang de biggen nog zuigen, onder
toevoeging van eenig veezout. Biggen daarentegen,
die niet meer zuigen, geve men het mestpoeder met
een flinke toevoeging van melksuiker.
Bovendien late men de dieren zich veel in vrijheid
(buiten het hok) bewegen.
-ocr page 27-
16
Likzucht. Likziekte.
Genieten van vreemdsoortig voedsel. Ontaarding van den eetlust.
Likzucht is de volgende ziekte, die ontstaan kan
door storing in de spijsvertering ; zij wordt veroorzaakt:
\'t zij door zuren in maag en ingewanden, \'t zij door
gebrek aan minerale voedingsstoffen.
Men noemt deze ziekte ook wel knaagziekte, daar
het zieke dier aan alles knaagt; het belikt kribben
muren, vreet kalk, aarde, haren, afval van leer, enz.
Men onderscheidt:
1.     de likzucht of knaagzucht der runderen;
2.     de likzucht der kalveren;
3.     het wol vreten der schapen en lammeren.
a. Likzucht der runderen.
Het veelvuldigst komt deze ziekelijke toestand bij
het rund voor: de likzucht doet zich meestal voor bij
stalvoedering, zelden bij vee, dat in de weide loopt.
De aanleidende oorzaak schuilt in verkeerde voeding,
en in sommige streken door gebrek aan keukenzout;
voorts door gebrek aan phosphorzure kalk of te sterke
zuurvorming in maag en ingewanden ; eindelijk door
langdurige prikkeling der spijsverteringsorganen. Men
moet daarom vermijden:
I. zuur voedsel van veenachtige weiden ;
II. hardstengelig voedsel met veel winterstroo en,
ten slotte
III. onregelmatige voedering en onreinheid in kribben
en stallen.
-ocr page 28-
1G
b.  Likzucht der kalveren.
Bij kalveren treft men dikwijls aan, dat zij zichzelf
of andere dieren, voorts muren, kribben enz. belikken.
In de meeste gevallen is dit meer speelschheid en kan
gemakkelijk tegengegaan worden door bet vroegtijdig
voeren van booi. Duurt bet dan nog voort, dan kan
de oorzaak liggen in veel zuren in de maag of gebrek
aan moedermelk.
In dat geval beeft men te zorgen, dat de kalveren
zoo spoedig mogelijk aan ander voedsel gewend wor-
den; aan oudere kalveren kan men één of twee-
maal daags likzuchtpoeder geven en moet men dat met
melk, warm van de koe, vermengd ingieten.
c.  Wolvreten van schapen.
Deze zeer lastige kwaal treft men beel dikwijls aan.
Met groote gulzigheid vreten de schapen zich de wol
af; jonge lammeren beknabbelen de wol aan het uier
van de moeder.
Ook hier moet men de, oorzaak in verkeerd voedsel
zoeken; bij lammeren zijn de omstandigheden als bij
de kalveren.
Voor schapen moet men een sterke voedering met
rauwe aardappels en ligt verzurend voedsel geheel
vermijden.
Ook gebrek aan keukenzout is een veelvuldig voor-
komende oorzaak.
Verwijdert men de knagende schapen van de overige,
dan kan men deze voor de ziekte behoeden.
Behandeling: In alle gevallen van likzucht is dade-
lijke voederveranderirg een eerste vereischte; daarna
-ocr page 29-
17
voere men het Ukzuchipoeder No. 7, één- of tweemaal
daags een koffielepel.
In het drinkwater geeft men kleine beetjes veezout.
Daar deze ziekte als ze niet vroeg genoeg tegenge-
gaan wordt, dikwijls ernstige gevolgen na zich sleept,
als : ziekte in de beenderen of uittering, moet geen
landbouwer talmen, maar bij de eerste verschijnselen
helpend tusschen beide komen.
7. Likzuchtpoeder. Rimpacher knaagpoeder.
Likzucht is, zooals bekend is, eene ziekte, die bij
verwaarloozing beenderziekten en zelfs uittering ten
gevolge kan hebben. Men zegt van deze ziekte terecht,
dat de dieren op bun bloed teren, want alle goede
sappen, die nog voorradig zijn, worden verbruikt, om-
dat de dieren overal aan likken, bet goede voedsel
niet vreten willen en alle denkbare stoffen verorberen,
die niet de minste voedingswaarde bezitten, integen-
deel vaak schadelijk zijn.
Men moet daarom niet talmen, maar bij het eerste
verschijnsel der likzucht dadelijk het likzuchtpoeder
geven en het gebruik daarvan langen tijd volhouden.
Gebruiksaanwijzing: Men geve bij iederen maaltijd
4 lepels vol likzuchtpoeder met 4 lepels veezout ver-
mengd op het met water vochtig gemaakte voedsel.
Opzwellen. Trommelzucht. Windzucht.
De oorzaak van deze hoogst gevaarlijke ziekte is
een ziekelijke gasontwikkeling, bij paarden in de maag,
bij herkauwers in de darmen. Zij komt ook wel bij
varkens voor. Zij ontstaat door het gebruik van gis-
-ocr page 30-
18
tende voedingsstoffen, vooral bij groote zwakte in de
spijsverteringsorganen of na het overmatig gebruik
van moeilijk verteerbaar voedsel. Deze ziekte open-
baart zich door hevige, plotseling optredende en snel
toenemende opzwelling van den buik (de pens); de
linker hongerkuil staat bol naar voren, en is in korten
tijd gevuld en klinkt als een trommel, wanneer men
er tegen klopt. — De dieren vertoonen onrust en angst,
halen snel adem, vertoonen groote zwakte in het
achterlijf, houden op met vreten en toonen een voort-
durende aandrang tot ontlasting.
Gevolgen der Ziekte : Door de snelle en aanzienlijke
gasoritwikkeling ontstaat tengevolge van het naar voren
dringen van het middenrif gebrek aan adem ; gevolgd
door verstikking; bovendien wordt door het samen-
drukken der bloedvaten de bloedsomloop gestoord, \'t
geen beroerte veroorzaakt. Het verloop der ziekte is
zeer snel en reeds na korten tijd treedt de dood in,
wanneer niet bijtijds hulp geboden wordt.
Behandeling: Het eenige, zekere middel, dat men
hiertegen aanwenden kan, is de echte Engelsche Tym-
panietessence, die volgens voorschrift gegeven, dade-
lijk hulp brengt.
8. Engelsch Tympaniet-Essence.
Hiervan geve men om het halve uur 2 eetlepels
vol met V2 liter kalkwater of kamillenthee, waardoor
men van te voren 2 eetlepels vol meel geroerd heeft.
Uit den endeldarm moet men met de hand, die
te voren met olie ingesmeerd is, de faecaliën verwij-
deren en dan een lavement van zeepwater geven.
Bovendien is het noodzakelijk, de dieren met een
-ocr page 31-
19
strooband op te toornen en den kop hoog te binden,
opdat zij gemakkelijker ademen en de gassen door
opboeren (uitstoten) ontwijken kunnen.
Meestal, ik kan haast wel zeggen in alle gevallen,
komt het voor, dat tengevolge van groote zwakte nog-
maals een lichte aanval terugkomt of zich een sto-
ring in de spijsverteering openbaart.
Het is dus noodzakelijk nog eennakuur te doen, en
daarvoor gebruike men het Windzuchlpoeder No. 9.
Bovendien verdient het aanbeveling nog langen tijd
éénmaal daags een aftreksel van kamillen of komijn
warm in te gieten.
Daar deze ziekte zich meestal bij den overgang van
droog op sappig (groen) voer voordoet, moet men er
vooral voor zorgen, dat die overgang zoo geleidelijk
mogelijk zij.
Men geve ongeveer 14 dagen lang steeds groen-
voer met stroo, of vóór het naar de wei gaan eerst
een droog voer.
Q. Windzuchtpoeder.
Yoor een nakuur bij wind- en trommelzucht moet
men van dit poeder 3 maal daags een eetlepel vol
op het voeder geven.
Hardlijvigheid en Verstopping.
Bij dieren met langzame spijsvertering komt, in-
dien ze weinig beweging hebben, dikwijls verstopping
voor; deze kan veroorzaakt worden door voeder, dat
moeilijk verteerbaar, te droog, of te veel vocht verlan-
gend is, of door ophooping van onverteerbare stoffen.
-ocr page 32-
20
Ook de overgang van groen- op droogvoer kan ver-
stopping ten gevolge hebben, waarom die overgang
zoo geleidelijk mogelijk moet zijn.
Kenteekenen: de ontlasting heeft langzaam plaats,
de hoeveelheid is gering, de uitwerpselen zijn droog,
meestal met een taai slijmachtig vocht omhuld, vaak
treed koorts op. De dieren worden traag, hebben wei-
nig eetlust, krijgen een opgezet lijf, dikwijls zelfs kram-
pen.
Als niet bijtijds hulp geboden wordt, volgt opstop-
ping van den darminboud, daarop koliek, ontsteking
van de darmslijuivliezen en bij veronachtzaming kan
zelfs vuur en bloedvergiftiging optreden, welke on-
voorwaardelijk den dood ten gevolge hebben.
Behandeling: Bovengenoemde ziektetoestand heet hard-
lijvix>heid,
als de dieren nog regelmatige, zij het ook har-
de ontlasting hebben. In dat geval is het voldoende
éénmaal daags eenige lepels Universeel purgeerpoeder
No. 1
te geven, dat dan spoedig beterschap brengt.
Neemt men bij de hardlijvigheid ook nog hevige koorts
en inwendige hitte (temperatuursverhooging waar, dan
moet men in plaats van purgeerpoeder, het hitte-poe-
der
No. 10 volgens voorschrift geven.
Als voeder geeft men zemelenwater, knollen of ander
vochtrijk voer, en men geve den dieren dikwijls be-
weging. Ontbreekt de ontlasting geheel, dan lijdt het
dier aan verstopping. In dat geval moet men vooral voor
een spoedige verwijdering der ontlasting zorgen en
daarvoor neme men den volgenden drank. Men kookt
V4 pond kamillenthee met 1 Liter water, zeeft dit,
mengt er ongeveer x\\„ pond lijnolie door en geeft
dit mengsel in ; als geen ontlasting volgt, geeft men
-ocr page 33-
21
na eenigen tijd nog glauberzout en wel \'/4 pond in
1 Liter warm water opgelost, waana zeker ontlasting
volgen zal. Bovendien kan men het dier eeu lavement
zetten van een beetje keukenzout, water en zeep. De
zeep (een klein stukje) wordt in warm water opgelost,
daarbij wat keukenzout gedaan en dit mengsel in de
endeldarm gespoten.
Voedsel moet volstrekt vermeden wordeu ; daareo-
tegen kan men dikwijls drinken geven (zuiver water
(verscb) met een weinig keukenzout of glauberzout.)
Als nakuur verdient bet aanbeveling, nog laugen
tijd weinig en gemakkelijk verteerbaar voedsel te ge-
ven ; bovendien geve men nog éénmaal daags volgens
voorschrift bet Universeel Purgeermiddel No. I.
10. Hitte- en ontstekingspoeder.
Het Hittepoeder moet gebruikt worden in alle ge-
vallen, waar inwendige hitte (temperatuursverhooging)
valt waar te nemen. Men geve dus den dieren als zij
veel drinken weinig te vreten, een drogen bek hebben
en harde ontlasting kwijt raken, bij eiken maaltijd
een lepel met een kop vol hittepoeder door zemelen-
water gemengd.
Buitengewoon goed is dit poeder, bij gezwollen uier ;
dan moet men bij iederen maaltijd 2 eetlepels vol
geven, in dat geval moet echter tegelijker tijd een
uierzalf gebruikt worden. Voor gezwollen uier zijn er
twee zalfsoorten, al naar den aard der uier-ontsteking.
Vertoont het uier aanzienlijke temperatuursverhooging
en is het ondanks bet gezwel nog zacht, dan moet
men de ontstekingszalf (No. 12) gebruiken. Is echter
-ocr page 34-
22
Let uier hard en vertoont het op verschillende plaat-
sen harde, bijna klonterige punten, dan moet de ge-
zwelzalf (No. 11) gebruikt worden.
11. Gezwelzaif.
Deze zalf is vele malen beproefd bij gezwellen, melk-
klonten, uiergezwellen, halsgezwellen, bij paarden voor
droes; bij al deze ziekten bewijst de gezwelzaif voor-
treffelijke diensten, als men de zieke plaats driemaal
daags er goed mee inwrijft.
12. Uierzalf of ontstekingszalf.
Deze voortreffelijke zalf is hoofdzakelijk voor ge-
zwollen en verhitte uiers bestemd. Zij kan echter bij
alle ontstekingen aangewend worden. Bij uierontsteking
melkt men \'s morgens en \'s avonds voorzichtig het
uier leeg, baadt het, door het een half uur lang in
eeu lijnmeelaftreksel te hangen, wascht het met lauw
water af, droogt het met een zachten doek en wrijft
het dan voorzichtig met zalf in. Voor inwendig ge-
bruik geve men zoutige purgeermiddelen en gemakke-
lijk verteerbaar voedsel.
Diarrhee. Abnormale ontlasting. Darmcatarrh.
De oorzaken der diarrhee kunnen verschillend zijn,
als b.v. zeer waterhoudend sappig voer, nl. groeavoer,
slecht water, kouvatten, snelle voederwisseling, enz.
Bij zuigelingen (zuigende kalveren) is gewoonlijk
een onvoldoende voeding van het moederdier de schuld,
dikwijls echter ook kouvatten door een kouden, voch-
tigen stal.
-ocr page 35-
23
Diarrhee is in het eerste stadium niet zoo gevaar-
lijk en kan spoedig en gemakkelijk genezen worden.
Laat men de ziekte te ver gaan, dan. kan. de toestand
zeer gevaarlijk worden, vooral bij zuigende kalveren,
Men moet daarom niet te lang wachten, maar bij de
eerste waarneming een geschikt middel aanwenden.
Als zoodanig zijn bekend :
13. Diarrheedroppels voor kalveren.
14. Diarrheepoeder voor kalveren.
Diarrhee kan bij veronachtzaming licht kwade ge-
volgen na zich sleepen. Hoofdzakelijk komt het bij
kalveren en jong vee, ook bij speenvarkens voor, dat
heel snel een diarrhee optreedt, die, als het goede
middel gegeven wordt spoedig weer genezen zal. Duurt
de diarrhee reeds verscheidene dagen, dan moet men
haast maken om nog hulp te bieden, want, vooral bij
kalveren heeft reeds menig landbouwer de treurige
ervaring opgedaan, dat een veronachtzaamde diarrhee
den dood van het kalf ten gevolge had.
Het diarrheepoeder, evenals de-droppels blijven jaren-
lang goed en daarom behoort ieder veehouder ze in
voorraad te hebben.
Ben hoofdvereischte bij diarrhee is, dat men den
zieken dieren goed droog stroo, goed voer en een
warme plaats geeft.
Als nakuur verdient het aanbeveling nog dikwijls
een afkooksel van kamillen en pepermuntkruid in
te gieten. Beide middelen worden met tusschenpoozen
van drie uur, een vierde van \'t pakje gegeven.
-ocr page 36-
24
15.   Diarrheepoeder voor varkens.
De diarrhee kan voor varkens, vooral jonge dieren,
zeer nadeelige gevolgen hebben. Vooreerst worden de
varkens inplaats van vetter, lioe langer hoe magerder,
dan treden bij voortdurende diarrhee licht andere
ziekten op, en in vele gevallen volgt de dood. Daar-
om moet men bijtijds het bovengenoemde diarrhee-
poeder voor varkens aanwenden. Een klein papje is
voldoende voor 4 jonge varkens, (speenvarkens). Men
kookt het poeder in 5 Liter water 5—10 minuten
lang, zeeft de vloeistof door een linnen doek en geeft
de eene helft \'s morgens, de andere helft \'s avonds
met het drinken in.
16.  Diarrheepoeder voor paarden.
Tegen hardnekkige diarrhee heeft dit poeder bewe-
zen een uitstekend middel te zijn. Vóór het gebruik
roert men het poeder, waardoor men circa V2 pond
meel mengt, met water tot een slikartsenij en strijke
daarvan driemaal daags een gedeelte ter grootte van
een kippenei op de tong.
17.  Diarrheepoeder voor koeien.
Van dit poeder moet men met een tusschenruimte
van vier uren telkens de helft met 1/i Liter warm wa-
ter aangeroerd, ingieten of in zemelenwater geven.
Men moet de dieren door wrijven aan \'t zweeten
brengen, met warme dekens omwikkelen en in een
warmen, tochtvrijen stal brengen. Men geeft weinig
-ocr page 37-
25
droogvoer (goed hooi) vermijdt alle groen voer en geeft
voor drinken geen koud water maar een warmen
meeldrank.
18. Diarrheepoeder voor schapen en geiten
Drie maal daags een eetlepel vol te geven.
IQ. Diarrheepoeder voor ganzen, eenden en
hoenders.
Wil men de dieren door de diarrhee niet laten
vermageren, dan geeft men van dit poeder driemaal
daags zooveel als op de punt van een mes gaat, met
wat gekookte, gewreven aardappels — en houdt de
dieren in een warmen stal of hok.
Maagontsteking,
die licht doodelijk worden kan, openbaart zich door
razende buikpijn, verstopping, dorst, oprispingen met
onaangenamen reuk, slijm afscheiding uit den neus,
biaken, geen eetlust en gevoeligheid in de maag. De
pols slaat snel en zwak. De ziekte kan licht ontstaan
door kouvatten, als de diereu in verhitten toestand
koud water drinken, of aan uitwendige koude zijn
blootgesteld. Heel dikwijls ook na het gebruik van
vergiften, die dienen moeten om het dier een fraai
aanzien te geven.
Is kouvatten de oorzaak, dan moet men den buik-
wand met mosterdspiritus inwrijven of men legge mos-
terdpleisters en houde het dier goed warm.
-ocr page 38-
26
Ook kan men met goed gevolg koude omslagen over
buik en buikwand leggen.
Voor inwendig gebruik geve men een slijmerig af-
kooksel van althaea of lijnzaad, als voedsel, afkooksels
van haver, gerst of iijnkoeken.
Bij verstopping zette men lavementen en geve ook
Y4 Liter wonderolie met 1 Liter gerstewater en wel
tweemaal binnen het uur. Bij diarrhee geve men een
pijnstillende slikartsenij. Zijn de voorafgegeven vergif-
ten bekend, dan moet men de daarbij behoorende tegen-
giften ingeven.
Koliek
Koliek — Buikpijn — Darmjicht
Onder koliek verstaat men verschillende ziekten
van maag en darmkanaal, die zich hoofdzakelijk
openbaren door plotseling optredende aanvallen, verge-
zeld van buikpijn.
Koliek ontstaat \'t zij door kouvatten, \'t drinken
van koud water in verhitten toestand, \'t zij door te
sterke (straffe) voedering. Ook voeder, dat gauw gis-
ten gaat, als jong gras, versch hooi, kan aanvallen
van koliek veroorzaken.
De koliekpijnen worden veroorzaakt door overma-
tige uitzetting van afzonderlijke afdeelingen van de
maag-darmbuis, tengevolge van krampen en door ver-
stoorde voortstuwing van den darminhoud, zoowel
als door prikkeling van de slijmvliezen der darmen.
Optreden : Koliek komt hoofdzakelijk voor bij paar-
den en treedt plotseling zonder voorafgaande waar-
schuwing op; zij openbaart zich door een gevoel van
-ocr page 39-
27
angst, buikpijn en door volslagen stilstand in de wer-
king der darmen. Ook breekt het koude zweet uit,
terwijl ooren en voeten de natuurlijke temperatuur
bebouden. Al naar het karakter (temperament) van
het paard merkt men meer of minder hevige uitingeu
van pijn op, die bij wijlen ophouden en dan dikwijls
geheel achterwege blijven, of spoediger des te heviger
terugkeeren. De dierea zijn onrustig, prikkelbaar, ver-
stappen dikwijls, krabben met de voorpooten, slaan
met de achterpooten naar hun buik, zien dikwijls
om bijten naar hun lijf en zwaaien met den staart;
zij gaan dikwijls liggen, staan weer op gaan wéér
liggen, rollen over den grond, blijven dan eenigen
tijd op den rug liggen met krampachtig tegen het
lijf opgetrokken pooten, terwijl zij steunen en kreunen.
De lust tot eten ontbreekt, de geluiden der spijs-
verteering zijn niet meer waarneembaar; de ontlasting
is gering of ontbreekt geheel.
Verloop : Dit is zeer verschillend. Wanneer te rech-
ter tijd een middel bij de hand is, volgt snel beter-
scbap, in \'t tegenovergestelde geval, of darm-en buik-
vliesontsteking öf darm verlamming en bloedvergiftiging
met den dood.
Deze ziekte is dus zeer gevaarlijk. Men moet daar-
om steeds een geschikt middel bij de hand hebben en
steeds in voorraad houden, daar de minste vertraging
het dier kan doen verloren gaan.
Een voortreffelijk onfeilbaar middel is.
20. Koliektinctuur of Krampdroppels.
Men moet de koliektinctuur steeds in voorraad hou-
den en dadelijk bij een aanval van den inhoud van
-ocr page 40-
28
een flacon driemaal om het half uur een derde geven.
Zoodra . beterschap intreedt, geeft men een licht
purgeermiddel, \'t beste is wonderolie met lijnolie ver-
mengd, van ieder een half pond.
In plaats van wonderolie kan men ook boom- of
olijfolie nemen. Tevens moet men het dier met warme
doeken bedekken. Met voeder en drinken moet men
nog langen tijd voorzichtig zijn.
Bovendien moeten bij het begin der ziekte de rug,
het lijf en de beenen met stroobossen gewreven worden
tot het dier begint te zweeten. Het geheele lichaam
moet met een meugsel van 80 Gram terpentijnolie, 20
Grarn geest van salmiak en 20 Gram wijngeest inge-
wreven worden, ook zoolang tot het zweet uitbreekt.
Men wikkelt dan het lijf en den rug in wollen
dekens en houdt het paard zoo langen tijd aan \'t
zweeten.
Bij verstopping moet men de zich in den endeldarm
bevindende drek met de met olie ingesmeerde hand
er uit halen en alle kwartieren een lavement zetten
van warme kamillenthee of aftreksel van hooizaad.
In zeer ernstige gevallen kan een aderlating goede
diensten bewijzen.
Nierontsteking.
Vertoont zich in de urine afscheiding van zand, dan
geeft men het dier een eetlepel Spijsverteringsdroppels
(3) gemengd door een emmer water, twee keer in de
week.
Is de urine met bloed vermengd, dan verdienen af-
kooksels van vlaszaad en warmwateromslagen op den
-ocr page 41-
29
rug over de nieren aanbeveling. Oudere dieren moet
men bovendien gestoofd voedsel en dikwijls goed koud
water geven.
Nierontsteking ontstaat soms door slecbt voer kou-
vatten, langdurigen zwaren arbeid, of door het lang
dragen van het zadel. Om na te gaan of het nier-
ontsteking is, drukt men met de hand op de flanken
of liezen, waarbij het dier zich zeer gevoelig zal toonen.
Het dier heeft een koortsige pols, vermindering der
urine en, nu en dan, koliekaanvallen. Men geve het
dier eenige weken lichamelijke rust, goed stroo, groen-
voer of haver in kleine hoeveelheden en dikwijls een
verkwikking van frisch water met toevoeging van meel.
Bovendien wrijve men de huid met kamferspiritus in,
legge over de nieren warme dekens of Priesnitz om-
slagen, en geve als laxeermiddel het Universeel purgeer-
poeder No. 1
en lavementen.
Blaaskoliek — Belemmering op het water.
Deze ziekte kan zeer verschillende oorzaken heb-
ben. Zij openbaart zich op dezelfde wijze als koliek,
doch dikwijls gaat het dier in de houding staan om te
wateren, echter zonder resultaat. Het dier moet juist als
bij koliek behandeld worden, echter moet men zorgen,
dat door kamillen- of hooidampen eene opzwelling der
urine organen verkregen wordt en geeft men het
21. Poeder tot bevordering der urineloozing.
Men roert het poeder met water aan tot een slik-
artsenij, strijkt om het uur een gedeelte daarvan ter
-ocr page 42-
30
grootte van een kippenei op de tong en laat dan wa-
ter drinken. In \'t bijzonder wordt er op gewezen, dat
het prikkelen der geslachtsorganen volstrekt vermeden
moet worden.
Paarden, die lijden aan
te overvloedige Urineloozing,
dat wil zeggen, te dikwijls en te veel kleurlooze urine
loozen (\'t geen door slecht voeder ontstaan kan) geve
men het
22. Poeder tot regeling der urineloozing.
Dit poeder roert men met water aan en strijkt drie-
maal daags daarvan een gedeelte ter grootte van een
kippenei op de tong. Bovendien moet men het dier
warm houden, het behoeden voor kouvatten en het
gezond, onbedorven voeder geven.
Van de Wormen.
Bijna al onze huisdieren hebben last van wormen.
Men onderscheidt verschillende soorten van wormen,
waarvan sommige volkomen onschadelijk zijn, andere
daarentegen de dieren zelfs ziek maken; hoofdzakelijk
zijn het dau storingen in de spijsvertering en ook in de
voedselopname, onregelmatige eetlust; de dieren worden
mager en ontwikkelen zich niet behoorlijk ; nu en dan
raken zij wormen kwijt. Dikwijls wrijven zij met den neus
langs den muur.
Van deze woekerdieren of parasieten (de wormen)
moeten onze huisdieren verlost worden. Zulks is dan
-ocr page 43-
31
ook een dure plicht van eiken landbouwer, des te meer
nog, daar het
23.   Wormpoeder voor Paarden en Runderen.
24.  Wormpoeder voor Varkens en Schapen.
een zeker middel is.
Men geve het wormpoeder in drie keeren met water
aangemengd en op de tong gestreken ; de eerste maal
\'s avonds; dan het tweede gedeelte den volgenden
dag op de nuchtere maag en het derde deel \'s middags ;
daarbij geve men slechts weinig voeder. Kalveren en
varkens geve men van het kleine pakje 2 a 3 maal
daags een lepel vol met melk aangemengd.
Als men wormpoeder ingeeft, moet er op gelet worden,
dat niet slechts enkele wormen, maar de geheele wor-
menklomp afgedreven worden.
Dit resultaat verkrijgt men bij \'t gebruik van worm-
poeder.
Zog- of Melkkoorts der Koeien.
Bij koeien met tengeren lichaamsbouw, die veel
melk geven en kort voor het kalveren te overvloedig
gevoerd werden, treedt, als de verlossing gemakkelijk
en vlug in zijn werk gegaan is, de zoogenaamde zog-
of melkkoorts op, een ziekte, waaraan de meeste koeien
sterven. De verschijnselen zijn maar al te bekend en
ik behoef ze daarom niet te vermelden.
Wat de genezing er van betreft, kan ik met recht
constateeren, dat er geen algemeen middel bestaat;
de middelen zijn naar de hevigheid der melkkoorts
-ocr page 44-
32
en naar het stadium verschillend; de zoogenaamde
melkkoortspoeders helpen wel in enkele lichte aan-
vallen, zij kunnen echter niet als een universeel middel
beschouwd worden.
Men kan daarom H.H. veehouders niet genoeg op
\'t hart drukken, een middel te gebruiken, dat wer-
kelijk in staat is, de zogkoorts te voorkomen, dat
middel is het
25. Echte Welzenpoeder.
Het echte Welzenpoeder is het eenige middel, dat
de zogkoorts voorkomen kan, maar dan moet het
precies volgens voorschrift en vroegtijdig genoeg ge-
geven worden.
Het Welzenpoeder geeft men in het achtste uur Da
het melkworden. Den eersten dag geeft men om de
twee uur een lepel vol. Den tweeden en derden dag
om de 3 uren eveneens een lepel vol. Van den vierden
dag af geeft men tweemaal daags 3 lepels vol.
Het Welzenpoeder kan men met water vermengd
ingieten; \'t is evenwel beter, als men het met een af-
kooksel van een lepel arnica en een lepel kamillen
goed vermengd en dit mengsel nog warm ingiet.
De resultaten zijn verzekerd. Men brengt het dier
in een warmen en tochtvrijen stal.
Het te weinig melk geven.
Het komt veelvuldig voor, dat de hoeveelheid melk,
die een koe geeft, soms in meerdere of mindere mate
afneemt, ja zelfs zoo erg, dat het melkverlies op de
normale opbrengst zeer duidelijk merkbaar is.
-ocr page 45-
33
Het verlies aan melk wordt veroorzaakt deels door
onregelmatige, onvoldoende voeding, deels door ziekten.
Het is heel goed, als de veehouder bij het verminde-
ren van de melk niet te lang wacht, vóór hij zich van
een probaat middel daartegen bedient, daar hij zich
anders schade in zijn beurs berokkent, want het in-
grijpen te rechter tijd kost niet zooveel als het verlies
aan melk. Daarom moet men zich bij de eerste ver-
schijnselen bedienen van het beproefde
26. Universeele Melk- en Nut-poeder.
Proefnemingen op groote hoeven of meierijen be-
wijzen, dat gedurende de eerste 8 dagen na het toe-
dienen van dit universeel melkpoeder, de melkafschei-
ding tot 400 °/0 stijgt en dan langen tijd op die hoogte
blijft, terwijl het poeder ook de algeheele gezondheids-
toestand van het dier bevordert. Ja, in een geval,
waarbij een koe door melkkoorts haar melk verloor,
trad na het ingeven van dit poeder de melkafschei-
ding weer in.
Gebruiksaanwijzing: Van dit universeel melkpoeder
geeft men den koeien driemaal daags 2 eetlepels vol
vóór het voederen, liefst met water aangemengd en
op de tong gestreken.
27. Melkpoeder voor schapen en geiten.
Dit poeder dient tot vermeerdering en verbetering
van de melk van schapen en geiten.
De melk wordt aanmerkelijk zuiverder en beter,
aangenamer van smaak en gemakkelijker verteerbaar,
dus beter te gebruiken. Bij schapen, die niet gemolken
-ocr page 46-
34
worden, wordt door het gebruik van dit poeder de
wol vermeerderd en ook fijner. Als men dit poeder
aan verscheidene geslachten of generaties van schapen
doorloopend verstrekt, krijgt men wol, die aanmerkelijk
fijner is, zoodat ze op de fijnste zephirwol gelijkt.
Blauwe en dunne melk
komt niet minder dikwijls voor. Het is de plicht van
iederen landbouwer hier wat tegen te doen, wil hij
niet de opbrengst aan boter en kaas of het aantal
zijner directe afnemers zien verminderen.
Zoodra de melk van een koe niet dadelijk goede
boter geeft, zooals men dat gewoon is, of als ze over
\'t algemeen een waterachtig, minder goed aanzien
heelt moet men dadelijk het reeds vele jaren, met het
beste gevolg aangewende
28. Melk-Zuiveringspoeder
gebruiken, dat men liefst vóór het voederen moet
geven en wel 2 a 3 maal daags 2 eetlepels vol.
Reeds na 24 uur op zijn laatst wordt deze fout in
de melk door het gebruik van dit poeder volkomen ver-
holpen.
Vertoont zich een enkele maal zelfs
Roode melk,
zoo geve men behalve het zuiveringspoeder nog door
het drinken 3 maal daags een eetlepel vol van het
volgende mengsel: 4 deelen glauberzout en 1 deel
salpeter.
-ocr page 47-
85
Droes en Keelziekten der paarden.
Droes is een algemeen verbreide paardeziekte, die
zoowel door kouvatten (b.v. in \'t voor- en najaar door
\'t wisselen der haren) als door besmetting ontstaan
kan. Het paard, dat aan droes lijdt, is vermoeid,
zweet gauw, beeft weinig eetlust en hoest. Uit de
verwijde neusgaten vloeit aanvankelijk slechts weinig
vocht, later dikke slijm. Bijna gelijktijdig met die slijm-
afscheiding vormt zich in de keelholte een gezwel, dat
het dier bij het kauweu hindert. In den regel wordt
dit gezwel een zweer, dat later van zelf opengaat.
Bij het ontstaan van de ziekte houde men heb paard
warm, dekke het met een wollen deken toe en legge
een verband of zwachtel om den adamsappel (larynx).
Bovendien verdient het aanbeveling bijtijds gebruik
te maken van het beproefde
29. Droespoeder.
Spoedig krijgt men een goede uitwerking, als men
dit met water aan mengt tot een slikartsenij en 4 maal
daags een gedeelte ter groote van een kippenei op
de tong strijkt. Wil men nog vlugger resultaten zien,
dan gebruike men bovendien nog de
30. Droes- of Keelziekte-droppels.
Van deze droppels geve men 4 maal daags 50 droppels
op brood of suiker, of men vermengt ze met het
boven genoemde slikartsenij. Tevens geeft men door
het drinken één a twee eetlepels vol glauberzout.
-ocr page 48-
3(5
Longontsteking.
Longontsteking treedt zeer verschillend op. Men
kent een zoogenaamde goedaardige, die in eenige dagen
overgaat en een koortsige, die den dood ten gevolge
kan hebben. Kouvatten, vooral ook temperatuursver-
andering, zijn de oorzaken. Er vertoont zich bij de
dieren een sterke slijmafscheiding door den neus en
een beklemde ademhaling. De pols slaat snel; pooten
en ooren voelen koud aan.
Men zorgt allereerst voor een goed gereinigden, ge-
luchten en ontsmetten stal met normale temperatuur.
Potten met heet water, waarin men een theelepel
terpentijnolie ter verdamping doet, om een weldadige
atmosfeer te krijgen, zijn zeer aan te bevelen.
Men geeft goed, gezond voeder en bij gebrek aan
eetlust 3 maal daags een eetlepel spijsverteerings-
droppels (No. 3) met l/9 emmer water te drinken,
voorts het spijsverteeringszout (No. 2.) Bovendien moet
men eenige malen per dag de huid met stroo en
borstel afwrijven.
In koortsigen toestand bedekt men het dier met
een linnen dek en wikkelt de pooten in flanel.
Men brengt het dier in een warmen stal en geeft
bij hevige koorts koude lavementen. Als voeder geeft
men geplette, gebroeide haver in matige hoeveelheid.
Hooi moet echter vermeden worden.
Als versterkend middel kan men ook rauwe eieren
toedienen. Houdt de koorts verscheidene dagen aan,
dan legge men pleisters van mosterdzaad op de borst,
die \'men er 5 a 6 uren op laat liggen. In het drinken
geeft men poeder tegen hittigheid en ontsteking (No. 10)
-ocr page 49-
87
Dampigheid der paarden — Beklemdheid
op de borst — Aamborstigheid.
Deze ziekte ontstaat meestal uit chronische long-
catarrh of uit borstziekten. Haar ontwikkeling wordt
sterk bevorderd door te overvloedig, moeilijk verteer-
baar voedsel of door rauw voedsel.
Aamborstigheid is dus een longziekte en uit zich
door moeilijke en zware ademhaling, door een stoots-
gewijze, trekkende beweging van buik- en borstwanden,
meestal ook door een korten, hollen hoest.
De dampigheid kan alleen met goed gevolg bestreden
worden, als zij nog in den beginne is. Als verouderde
kwaal is ze meestal ongeneeslijk. Men moet daarom
niet te lang wachten, maar dadelijk een geschikt middel
zoeken en dat is het zoogenaamde
31. Poeder tegen Dampigheid.
Men geeft van dit poeder 3 maal daags telkens 4
lepels vol tegelijk. Het beste is, dit poeder met een
beetje water, waarin een lepel keukenzout opgelost is,
aan te mengen en het kranke dier op de tong te strijken
Men kan het ook met water verdunnen en ingieten-
32. Hoestpoeder voor varkens.
Dit hoestpoeder roert men met water aan tot een
slikartsenij en strijkt dan 4 maal daags een gedeelte
ter grootte van een walnoot op de tong. Bovendien
geeft men ééns per dag een lepel vol glauberzout door
het drinken.
-ocr page 50-
38
Ontsteking en Hitte bij paarden en runderen.
De echte verschijnselen der ontsteking zijn : uitingen
van pijn, gezwellen, hitte (temperatuursverhooging) en
meestal koorts. De ontsteking kan in- of uitwendig
zijn. Bij beide is echter inwendige temperatuursver-
hooging aanwezig, in \'t leven geroepen door bloed-
aandrang.
Bij uitwendige ontsteking komt het voor, dat zich
etter afscheidt, mea noemt de outsteking dan een
etterende.
Ia al deze gevallen betoont zich, zoowel bij paar-
den als bij koeien, het nieuwe poeder tegen ontsteking
of hittigheid (No. 10.) van voortreffelijke werking.
Is de ontsteking uitwendig en etterend, dan moet
men smeren met de ontstekingszalf No. 12.
Miltvuur en Vlekziekte der varkens.
De vlekziekte is de gevaarlijkste der varkensziekten
en er sterven jaarlijks duizenden dieren aan. Volgens
de nieuwste ontdekkingen is de vlekziekte besmettelijk.
Zij ontstaat door een splijtzwam, de zoogenaamde
staafjesbacil, en maakt dat het geheele lichaam ziek
wordt. Het dier krijgt: opzwelling van de milt, ont-
steking van de nieren ; de huid wordt rood gekleurd
en bovendien komen er vaak maagziekten bij voor.
Waaraan Miltvuur en Vlekziekte te herkennen zijn.
Het dier wil niet vreten, beweegt zijn kop angstig
heen en weer, woelt in het stroo en krijgt aan hals,
borst, buik en tusschen de achterpooten roode strepen,
die langzamerhand blauw worden. Na den dood worden
-ocr page 51-
39
die strepen altijd blauw. Het dier heeft groote hitte
in den kop, kan niet slikken of slechts niet groote
moeite; soms vormt zich op de tong een witte blaar,
zoo groot als een erwt (gerstenkorrel), die spoedig
zwart wordt, in welk geval meestal de dood intreedt.
Bij enkele dieren ontstaat ook aan de buitenzijde van
den hals een brandblaar; de borstels op die plaats
\' worden dan wit en gaan rechtop staan. De staart, die
als het dier gezond is, een krul heeft, hangt slap neer,
de borstels staan rechtop en de spieren zijn verzwakt,
zoodat het het dier gewoonlijk ligt of waggelend rond-
loopt. Ondanks de groote temperatuursverhooging ont-
breken dorst en eetlust, dikwijls is de stoelgang ver-
stopt of zijn de uitwerpselen droog en hard; vaak
ook wordt het pas-gegetene weer uitgebraakt of wel
een geelachtige massa.
In den beginne vertoont zich een roodachtige, dan
blauwe, eindelijk zwarte uitslag en de huid zet op.
De ademhaling wordt steeds korter en rochelender
en onder krampen volgt eindelijk de dood. Een goede
vlekkoorts is ternauwernood te genezen, daar men in
de meeste gevallen het juiste tijdstip om een genees-
middel toe te dienen, laat voorbijgaan. Hot verdient
daarom aanbeveliag een voorbehoedmiddel in voorraad
te houden, dat zoowel vlekziekte als miltvuur voorkomt
alsook de gevaarlijke worg en de pokziekte der varkens.
Als zoodanig beveel ik aan het beroemde
33. Universeel Vlekziekte en Miltvuurpoeder
voor inwendig gebruik. Voor zieke varkens lost men
van dit poeder 1 koffielepel vol in een halven Liter
-ocr page 52-
40
kokend water op en geeft dit om de 3 uren in, ook
kan het poeder tusschen twee onwels gelegd worden
en zoo ingegeven. Varkens, die men voor miltvuur
enz. bewaren wil, geeft men om de 2 dagen een hal-
ven konielepel vol in een halven Liter kokend water
opgelost of tusschen 2 ouwels gelegd. Voor kleine
varkens geve men slechts de helft van de aangegeven
dosis. Een soms op de tong voorkomende witte blaar
(gerstekorrel) moet voorzichtig opengesneden worden.
Bovendien kan men universeel varkenspoeder geven.
Wie miltvuur rationeel verdrijven wil en er zijn
varkeus goed tegen beschermen, moet ook gelijktijdig
34. Vlekziekte- en Miltvuurolie
aanwenden, ter voorkoming en genezing van Miltvuur,
Vlekziekte, Pokken, Mond- en Klauwzeer, en andere
huidziekten.
Ter voorkoming der ziekten neemt men een eetlepel
vol olie en vermenge die met een Liter lauw water.
Hiermee worden de dieren 1 a 2 maal per week
afgewasschen. Zieke dieren worden dagelijks met dit
mengsel van olie en water gewasschen. Zeer voordeelig
zou het voor iederen landbouwer zijn van deze vlek-
ziekte- en miltvuurolie (ook desinfecteerolie genaamd)
steeds een flesch in voorraad te houden en in alle
stallingen af en toe met een verdunning, als hier-
boven genoemd, muren en vloer te besprenkelen of
bespuiten om daardoor de lucht en het vee van de
ziektekiemen vrij te houden.
In plaats van het miltvuur en vlekziektepoeder,
kan men ook
-ocr page 53-
41
35. Miltvuur- en Vlekziektedroppels
gebruiken.
Zoodra ziet. de eerste verschijnselen van vlekziekte
vertoond hebben geeft men den varkens om de 15 of
25 minuten 10 droppels van dit middel op brood, suiker,
ouwels of ia water. Wanneer de dieren in \'t geheel
niets meer tot zich nemen willen, moet de voorkeur
aan ouwels gegeven worden, daar deze in den bek
kleven blijven.
Overal waar zieke dieren zijn, geve men den gezonden
8 a 10 dagen lang \'s morgens, \'s middags en \'s avonds
hiervan 10 droppels. Het komt soms voor, dat de
dieren, na deze droppels als voorbehoedmiddel gebruikt
te hebben, onrustig worden ; deze onrust gaat echter
vanzelf weer over. Heerscht de ziekte in sommige
streken in hevige mate, en wil men zijn varkens voor
besmetting bewaren,
dan geeft men den gezonden dieren
\'6 maal daags 10 droppels in het voer.
De Vlekziektedroppels moeten prompt ingegeven
worden ; men wachte zich echter, meer dan 10 droppels
tegelijk te geven en verstrekke vooral niet meer dan
15—20 doses met de vermelde tijdruimte daar tusschen;
want zoowel een grootere dosis als een vermeerdering
van het aantal malen, dat men in moet geven, kunnen
schadelijk werken
36. Vlekziekte- en Miltvuur tinctuur.
Tegen Miltvuur, Vlekziekte, Pokken en Worg (keelziekte)
Aan zieke varkens geve men van dit tinctuur om de
3 uren een koffielepel vol op een halven Liter warm
-ocr page 54-
42
water. Als voorbehoedmiddel geeiï men om de twee dagen
V2 koffielepel met J/4 Liter warm water. Jongere dieren
krijgen de helft. Bovendien moet men altijd Miltvuur-
olie aanwenden als genees* en als voorbehoedmiddel,
zoowel als ter voorkoming van besmetting.
Zieke varkens moeten van de gezonde
gescheiden worden.
Krampen bij varkens, \'t Gebrek.
Krampen komen heel dikwijls voor, deels als neven-
verschijnselen, bij andere ziekten, deels epileptisch.
Dit laatste (vallende ziekte) heet \'t Gebrek.
De ziekte kondigt zich aan door plotseling schreeuwen,
waggelenden gang, neervallen, spier- of zenuwtrekkin-
gen, bewegingen der pooten, knarsen met de tanden
en ten slotte ontlasting en urineloozing. De aanvallen
dureD tot 15 minuten.
Sedert vele jaren heeft zich het
37. Middel tegen Kramp (Gebrek) voor varkens,
een uitstekend middel hiertegen bewezen.
Hiervan geeft men 3 maal daags één eetlepel, (voor
jonge varkens l/2 eetlepel vol) in melk, een uur vóór
het voeren. Bovendien legt men op den kop koude omsla-
gen en als \'t mogelijk is zette men warme lavementen.
De zieke varkens moeten van de gezonde gescheiden
worden.
Voor varkens, die dikwijls het gebrek hebben, ver-
dient snelle vetmesting aanbeveling (Zie No. 6.)
-ocr page 55-
43
Rheumatische Hoefaandoening.
Deze bestaat in een oppervlakkige ontsteking van
den vleeschwand der teenen, die overgaat op de kroon
en de voorste zijdeelen. Hierdoor wordt de samenhang
tusschen vleesch en hoorn verminderd en er ontstaat
een afscheiding, eigenlijk uitzweeting van een bloedige,
etterachtige vloeistof.
Door den last van het lichaam wordt het hoef been
naar binnen gedrukt en als gevolg daarvan de kroon
naar beneden getrokken ; — als de ontsteking niet
bijtijds verdreven wordt, ontstaat een zoogenaamd
reebeen, waarbij de losse verbinding en het zakken
van het hoefbeen blijft, en de zool zich aan de straal-
punt meer en meer welft en dunner wordt.
Een ontwikkeld reebeen is heel moeilijk te genezen,
daarentegen is de vorming er van gemakkelijk te voor-
komen, als men zoodra de ontsteking begint, het be-
proefde Eeebeen- of Kheumatiek- poeder aanwendt.
38. Rheumatiekpoeder.
Zoodra de eerste verschijnselen eener rheumatische
hoefaandoening zijn waar te nemen, geeft men het
Rheumatiekpoeder met water aangemengd tot een
slikartsenij, om de 3 uren een gedeelte ter grootte van
een kippenei. Te gelijker tijd wrijve men de stijve,
ontstoken, maar niet open deeleu dikwijls per dag
met de Negenderlei Gewrichtsolie. De dieren worden goed
warm gehouden, de voeten met wollen doeken om-
wikkeld.
Als bij paarden, die een kroonontsteking hebben
eenige dagen na het ingeven van het Eheumatiek-
-ocr page 56-
44
poeder de ontsteking nog niet verdwenen is, maakt
men, ongeveer een vingerbreed van de kroon verwij-
derd, om de geheele hiel een inwrijving met een bijtende
zalf om de ontsteking af te leiden.
Het week houden van den hoef door warme voet-
baden, inwrijven met de hoefzalf, zoowel als lang-
durig ontzien van het dier en licht voedsel, zijn hoofd-
voorwaarden voor de genezing.
Witte Vloed.
De witte vloed ontstaat meestal door onvolledige
verwijdering van de nageboorte. Hij bestaat uit een
witgekleurde, riekende vloeistof, die gewoonlijk stoots-
gewijze uitgedreven wordt, soms in belangrijke hoe-
veelheid, hoofdzakelijk bij het liggen. Bij langdurig
aanhouden van deze kwaal worden de dieren ondanks
hun goeden eetlust en ondanks het goede voer ver-
moeid, en vermageren ze ; tevens wordt de melkafschei-
ding veel minder.
Behandeling: \'deze moet in- of uitwendig zijn. Voor
inwendig geeft men de vloedtinctuur. Geeft deze niet
de verlangde werking, dan wordt het dier ingespoten.
Daarvoor gebruikt men de Antiseptische essence.
39. Vloedtinctuur.
40. Antiseptische Essence.
Beide onschadelijke middelen zijn bij een goed ge-
bruik de zekerste middelen om den witten vloed snel
te kunnen genezen.
-ocr page 57-
45
De vloedtinctuur is voor inwendig gebruik en wordt,
met water verdund, ingegoten. Men mengt daartoe een
koffielepel vol vloedtinctuur met een halven Liter
water dooreen en giet dat mengsel in. Het is noodig,
dit 3 maal daags te doen.
De vloedtinctuur is veel beter dan een poeder en
moet steeds gebruikt worden met de antiseptiscbe
essence. Deze is voor uitwendig gebruik en wordt in-
gespoten in de geslachtsdeelen. Voor een inspuiting
heeft men noodig 1 a 2 lepels vol essence op een half
pintje, liefst warm, water. De inspuitingen moeten \'s
morgei] s en \'s avonds geschieden.
Mond- en Klauwzeer.
Deze ontstaat meestal door besmetting en het uit-
breken der ziekte heeft gewoonlijk plaats 2 a 6 dagen
na de besmetting. De ziekte komt het meest bij koeien
en varkens voor, minder bij paarden en gevogelte.
Een bepaald middel, om mond- en klauwzeer snel
te genezen bestaat er niet. Breekt de ziekte uit, dan
is bet beste, wat men doen kan : afwachten tot ze van
zelf weer overgaat.
Daarentegen is er een uitstekend voorbehoedmiddel,
dat, indien het prompt en vroeg genoeg gegeven wordt,
werkelijk de gevreesde ziekte voorkomen kan.
Men gebruikt daartoe het:
41. Mond- en Klauwzeer-poeder
en de
42. Waschessence tegen Mond- en Klauwzeer.
-ocr page 58-
46
Het poeder geeft men op het voer en wel rekent men
per stuk vee een lepel met een kop. \'t Is voldoende
het ééns per dag te geven. Bovendien kan men nog
glauberzout in het drinken oplossen, maar niet te veel
en niet te dikwijls.
De waschessence werkt ontsmettend. Ze is zeer scherp
en mag slechts met water verdund aangewend worden.
Men neme voor ontsmettingsvloeistof 2 lepels vol
essence op 1 Liter water en schudt dat goed dooreen.
Met deze vloeistof wascht men meermalen daags de
voeten (klauwen) zoowel als den bek van het dier.
Voorts sprenkele men den vloeistof door den stal, zoo-
dat deze er naar riekt.
43. Mestpoeder voor varkens, runderen en schapen.
(Lammers\' Veepoeder).
Dit poeder bevat alleen uitstekende bestanddeelen,
die groote voedingswaarde bezitten, tevens den eetlust
opwekken en de spijsverteering bevorderen. Het poeder
moet gedurende langen tijd dagelijks gevoerd worden ;
per stuk vee rekent men 6 a 8 pakjes. Een proef-
neming met een enkel pakje is volkomen nutteloos,
daar de resultaten eerst na 3 a 4 pakjes zichtbaar
zijn. Men geeft van dit voortreffelijk, volkomen on-
schadelijk mestpoeder 3 maal daags telkens 3 lepels
vol in zemelenwater met zout vermengd.
Voedering der paarden.
De manier van voederen hangt geheel af van \'t geen
het dier verrichten moet. Onregelmatige of slechte
-ocr page 59-
47
voedering wreekt zich. heel snel door het ontstaan van
ziekten, die voor korteren of langeren tijd het op stal
zetten van het dier noodzakelijk maken.
Zware werkpaarden moeten liefst haver, of koren,
dat even gekookt heeft, hebben. Paarden van lichter
slag geeft men haver en hooi: de hoeveelheid richt
zich naar den aibeid, die het dier verricht. Hoe meer
inspanning er van het dier gevergd wordt, hoe grooter
rantsoen het hebben moet. Voor alle dieren is kaf beter
dan hooi. Zeer gemakkelijk verteerbaar is gesneden
hooi, dat met pekelwater bevochtigd is. De dieren eten
dit heel gaarne.
Als drinken moet men 4 maal daags 1/a emmer ge-
ven. Rivierwater is beter dan bron- of welwater, daar
dit laatste licht verkoudheden veroorzaken kan.
Daarentegen moet men de paarden ook niet aan
warm water wennen. Drenken en voeren, dadelijk
na gedanen arbeid in verhitten toestand is niet goed;
men moet de dieren eerst met stroo, borstel en ros-
kam wrijven, terwijl de pooten met de hand droog ge-
gewreven worden. Eerst na afkoeling geeft men drinken
en voer. Daarna moet men de paarden een weinig
laten rusten, dat is beter voor de spijsvertering. Ook
heeft het dier wat rust noodig, als het na het drinken
weigert voedsel te nemen, Zeer slecht is als men b.v.
op zekeren dag voeder voor enkele dagen achtereen
geeft, zonder zich den anderen dag om het dier te
bekommeren. Komt men den derden dag in den stal,
dan vertoont zich een opzwelling der beenen, of de
zoogenaamde schurft.
Ben eerste vereischte is nu een zindelijke stal, over-
vloedig, goed voedsel en rust. Men geve het paard
-ocr page 60-
4S
eenige malen daags beweging, door het buiten wat
rond te leiden. Aanvankelijk bestrijkt men de plaats
met de ïïeelzalf (No. 70.) en dan legt men koele om-
slagen. Blijft de hitte achterwege, en is de kreupelheid
nog niet geweken, dan wrijft men met restitutiewater
(No. 61.) Voor inwendig geeft men een beetje Zuive-
rings- en Spijsverteeringszout No. 2.
Bij het fokken van paarden, wordt door landbouwers
hier en daar nog een verkeerden weg ingeslagen :
Het is toch lang niet hetzelfde, welke merrie men
bij den hengst brengt. Oude merriën b.v. en dieren,
die gebreken hebben, of met eigenaardigheden behept,
zijn, moeten absoluut van het fokken uitgesloten worden
want de gebreken der paarden gaan dikwijls op de
jonge dieren over.
Men moet steeds dieren nemen, die gelijksoortig zijn,
wat grootte en lichaamsbouw betreft.
44. Stier-, runder- of bronstpoeder voor koeien.
Een voortreffelijk middel voor koeien, die niet bollig
of stierig worden willen. Voor het gebruik geeft men
de koe ongeveer acht dagen lang weinig voedsel en
dan in tweemaal binnen een half uur het bronstpoeder
met water aangemengd en op brood gesmeerd. Als
het dier na twee uur rustig gebleven is, brenge men
het naar den stier.
45. Bronstpoeder voor varkens.
Dit moet men geven volgens de voorschriften op
de pakjes vermeld.
-ocr page 61-
4\'J
46. Kalmeerpoeder voor koeien,
die te vaak bollig zijn en als gevolg daarvan niet
drachtig worden. Dit poeder is steeds een voortreffe-
lijk middel gebleken. Men geeft driemaal daags telkens
3 eetlepels vol in zemelenwater.
47. Poeder tegen ridsigheid bij varkens.
Een voortreffelijk middel ter onderdrukking der ge -
slaclitsdrift bij mest varkens.
Men geeft \'s morgens, \'s middags en \'s avonds tel-
kens een lepel vol, liefst door een dikken drauk.
48. Zuiveringspoeder voor paarden, koeien
en schapen.
Een voortreffelijk middel, als na de geboorte van
het jonge dier de nageboorte niet van zelf afgedreven
wordt. Dit middel onderscheidt zich van alle andere
poeders op dit gebied, doordat het de beste en zekerste
resultaten geeft en geheel onschadelijk is.
Bij \'t gebruik wordt het poeder met water vermengd
en in drie keeren ingegoten. Voor schapen is de helft
genoeg
49. Oogbalsem.
Deze balsem is een uitstekend middel tegen oog-
ontstekingen. Ze wordt onverdund door middel van
een zacht penseel tusschen de oogleden gestreken;
misschien 2 a 3 maal daags.
Bij een oogontsteking moet men er goed acht op
geven, of de ontsteking soms veroorzaakt wordt, door-
dat er iets in het oog gekomen is (b.v. zand); deze
-ocr page 62-
60
verontreiniging moet onvoorwaardelijk vóór het ge-
bruik van de zalf uit liet oog verwijderd worden.
50. Bloedstelpende Essence.
Een voortreffelijk middel in alle gevallen, waarin
het noodzakelijk is, het bloed te stelpen ; men moet
het altijd in voorraad houden. Vóór het gebruik ver-
dunt men. ongeveer twee eetlepels vol essence met
twee eetlepels vol water, drenkt daarmee een stukje
lijnwaad of een schoone spons en drukt dat op de
wonde. Zoodra het bloeden ophoudt, legt men een
verband.
51. Negenderlei Gewrichtsolie.
Dit uitstekende middel, dat zoowel voor menschen
als voor alle huisdieren gebruikt kan worden, is tot
nu toe het beste en zekerste huismiddel gebleken
tegen alle aandoeningen van jicht of\'rheutnatiek, tegen
steken in de zij (pleuris), tegen verlamming\' (kreupel-
heid), over-vermoeidheid, verzwikking enz.
Vóór het gebruik moet de ffesch goed geschud wor-
den, en er dan 3 a 4 maal daags goed mee inwrijven.
52. Hoefzalf.
Tegen broze en zieke hoeven, evenals ter bescher-
ming der hoeven van paarden, die veel over een harden
groud moeten loopen, worden de meest verschillende
zoogenaamde hoefzalfjes aangeprezen, die meestal niets
anders zijn, dan een mengsel van vet en bedorven,
slechte zalf enz. en die dientengevolge bitter weinig
nut stichten, integendeel zelfs schadelijk zijn.
-ocr page 63-
51
Deze hoefzalf bestaat uit de beste ingrediënten en
deze zijn in zoodanige verhouding door elkaar gemengd,
dat de poriën der hoeven niet verstopt raken, zooals
met andere zalfsoorten het geval is.
Deze hoefzalf moet men dagelijks met een borsteltje
op de buitenste hoornhuid smereu en ook binnen den
hoef op de zool.
Voordat men de hoefzalf of het vet gebruikt, moet
de hoef telkens eerst met zeepwater gereinigd worden.
Opdat de hoef zijn elasticiteit behoude, heeft hij
vocht noodig. \'t Is daarom zoo goed bij droog weer
de hoef te bevochtigen en daarna in te smeren. Is
de hoef verdroogd en bros, dan zijn weekmakende
omslagen van lijnmeel noodig.
53. Hoeflijm voor a) scheuren, b) kloven
in den hoef.
Kwaliteit I. Kwaliteit II.
De hoef wordt voor het gebruik van de lijm met
een in ether en benzine gedoopt bosje werk volkomen
gereinigd en de zieke plaats met een mes of rasp een
beetje ruw gemaakt. De lijm wordt nu door middel
van een verwarmde spatel of mes in de spleet gebracht.
De voet moet zoolang omhoog gehouden worden, tot-
dat de lijm volkomen hard geworden is. Dan kan men
er ook nagels door slaan.
Het- beslaan van den hoef moet met de meeste zorg
geschieden, daar door een onoordeelkundig beslag een
waardevol dier waardeloos wordt. De hoef is één van de
voornaamste lichaamsdeelen van het paai\'d, want, als
door verkeerd hoefbeslag ziekten ontstaan, is het dier
-ocr page 64-
52
onbruikbaar. Bij \'t beslaan moet het ijzer op den hoef
passen, niet omgekeerd.
Het afsnijden ter zijde mag alleen voor bet aller-
noodigste plaats bebben en dan nog beel voorzicbtig.
Men moet aan den buitenkant niet teveel afnemen,
daar anders het gebeele gewicht van het lichaam op
het midden van de zool drukt, maar men moet slechts
de doode hoornmassa van de zool verwijderen en den
hoefwaud van hiel tot punt zoo natuurlijk mogelijk
besnijden.
Halsklieren.
Deze ziekte openbaart zich door opzwelling van
den gorgel (de keel) tusschen de knobbels van het
achterste gedeelte der kinnebak, waaruit een zweer
ontstaan kan. In dergelijke gevallen geeft men het
paard gras of ander week voedsel en gebruikt dan
het
54. Smeersel tegen Kliergezwellen.
Een dikwijls j>robaat gebleken middel tegen opzwel\'
ling der klieren. Als men het dadelijk en geregeld
toepast, door driemaal daags in te wrijven, zal de
goede werking van het preparaat weldra zichtbaar
zijn. Boveudieu is het gebruik van Droes- en Keel-
poeder (No. 29.) ter bevordering der genezing zeer aan
te bevelen.
Vertoont er zich een zweer en wil men de verette-
ring bespoedigen, dan legge men warme lijnmeel-
pappen of een trekpleister. Met bet opengaan (door-
gaan) van de zweer, komt ook de eetlust terug.
-ocr page 65-
53
55. OmsIag-Essence
tegen Peesknoop, Knie- en Gewrichtzwam, Legger, Zenuwknoop en
Verzwikking van paarden en runderen als de kwaal nog in
den aanvang is.
Twee eetlepels vau deze essence doet men in een
flesch met ys Liter water, bevochtigt daarmee watten
en linnen en legt acht dagen lang \'s morgens en \'s
avonds nieuwe omslagen.
Als na dit tijdsverloop geen beterschap ingetreden
is, dan moet men het smeersel tegen deze ziekten
aanwenden.
56. Smeersel
tegen Peesknoop, Knie- en Gewrichtszwam, Legger, Zenuwknoop en
Verzwikking van paarden en runderen.
De werking van dit middel is voortreffelijk. Men
verbindt de plaats, die daarmee ingesmeerd is (met
een penseel), goed, zoodat de dieren niet likken kunnen.
Voor het gebruik moet men driemaal daags de plek
insmeren met een penseel.
Kreupelheid in Schouder of Schoft.
Schouder- of Schoftverlamming.
Verlamming en Kreupelheid in schouders of schoft
is een ontstekingachtige prikkeling van de spieren
der schouders of van het opperarmgewricht, die ge-
makkelijk te herkennen is door het nasleepen van
den voorpoot, die tevens meer buiteuwaarts gezet
wordt en met de punt van den hoef omlaag. De
voet wordt minder naar voren gebracht en minder
-ocr page 66-
54
opgebeurd. De kreupelheid valt het meest op bij het
trekken en bij het beklimmen van hoogten.
De behandeling hangt af van den aard van de
kwaal. Bij temperatuursverhooging van de betroffen
deelen moet men allereerst koudwater compressen leggen
en als de hitte verminderd is, wrijft men het in met
Smeersel of Negenderlei gewrichtsolie (No. 51.)
Bemerkt men geeu temperatuursverhooging in de
buurt van de zieke plaats, dan verdient wrijven met
restitutiewater (No. 61.) aanbeveling ; bovendien legt
men het dier wollen dekens om, brengt het, door het in
een kring in korten draf met den zieken poot aan den
buitenkant te laten loopen, licht aan het zweeten en
laat het dan in den stal nog zweeten, nadat men een
zoogenaamd Priesznitz compres gelegd heeft, dat da-
gelijks vernieuwd moet worden.
Verlamming of Kreupelheid in de heup of lenden.
Deze wordt dikwijls veroorzaakt door uitwendige
gewelddadigheid en bestaat in ontsteking der gewrich-
ten of der spieren. Zij kenmerkt zich hierdoor, dat het
dier niet achterwaarts wil loopen en den achterpoot
niet recht opbeurt, doch naar buiten nasleept.
Hiertegen wordt aanbevolen het
57. Smeersel tegen Lendelamheid.
Nadat men eenige dagen lang op het heupgewricht
een zoogenaamde «Lehmansfcrich» (als afkoelend mid-
del) of compressen van ijswater gelegd heeft, moet men
dit voortreffelijk smeersel gebruiken en wel driemaal
-ocr page 67-
55
daags. Het smeren kan men nog aanvullen met warme
compressen, die men tweemaal daags vernieuwt; deze
compressen bereidt men door het uitkooken van ar-
nicabloesem en jeneverbessen. Men moet den dieren
rast laten houden en het achterlijf ondersteunen met
een dwarshout, daar de dieren bang zijn om te gaan
liggen.
58. Waschwater tegen a) Hielgezwel — Mok,
b) Kniegezwel — Rasp.
Mok is een vochtige huiduitslag aan de buiging van
den hiel; verzuimt men een goed geneesmiddel te ge-
bruiken, dan ontstaat een zoogenaamde struifvoet of
egelsvoet, die onmogelijk meer te genezen is.
Het uitstekende waschwater tegen mok bewijst de
beste diensten, als het bijtijds toegepast wordt; met
dit water wordt de zieke plaats, die eerst met zeep-
water goed gereinigd is, 3 a 4 maal daags goed ge-
wasschen. Bovendien verdient het aanbeveling den
voet dikwijls met een warm mengsel van water en
melk te wasschen.
Zadelwonden en Schoftkwetsuren
zijn verwondingen van de huid, op de plaatsen waar
het tuig drukt, die veroorzaakt worden door kort,
nauw of te wijd gareel, of door drukking van het
zadel, slecht zitten bij het rijden of kwetsing door
ander tuig ontstaan kunnen.
Ter genezing van dit ongemak gebruikt men
-ocr page 68-
56
59.   Poeder tegen a) Kwetsuren van de Schoft,
b) Zadelwonden, voor uitwendig gebruik.
Men bedient zich met goed gevolg van dit poeder
als men een eetlepel vol in een Liter water oplost.
Dat oplossen gescliiedt het gemakkelijkst in een
flesch, die men goed knrkt en verscheidene malen
flink schudt. Als alles volkomen opgelost is, giet men
zooveel als men noodig heeft op watten of linnen en
legt om het half uur een versch compres.
Onder hazenhak verstaat men een opzwelling van
de hoefbeen-kruis-zenuw, en piephak (dikke hak) is
een opzwelling van den knobbel vau het hielbeen bij
het spronggewricht. De laatste kwaal ontstaat licht
door slaan tegen harde voorwerpen; daarom geeft
men in dergelijke gevallen een ruimer stal en be-
kleede muren. In beide gevallen doet zich, als de
kwaal nog in den aanvang is, kreupelheid voor en is
het gezwel nog warm en zacht; in verouderde ge-
vallen zijn de gezwellen hard en valt er geen hitte
meer waar te nemen. Voelen de gezwellen nog warm
aan, dan moet men de zieke plaatsen met heelzalf(No.
70)
besmeren en koude compressen opleggen. Is de
hitte verdwenen, dan gebruikt men
60.  Universeel bijtende zalf tegen a) Hazenhak,
b) dikke Hak (Piephak)
Een voortreffelijk middel tegen de beide genoemde
ziekten. Met deze zalf worden de zieke plaatsen twee-
maal daags ingewreven, tot ze genezen zijd. Daar de
zalf zeer scherp is moet men er voorzichtig mee zijn.
Een ziekte, die zeldzamer voorkomt, doch vooral
-ocr page 69-
07
aangetroffen wordt bij jonge paarden, die op ongelijke
oneffen weiden grazen, of bij zwakke paarden, die on-
voldoend voeder krijgen, is
Verlamming van de Knieschijf.
Het dier trekt den kop omhoog, de hiel wordt ge-
bogen, het paard blijft stilstaan en strekt een der
achterpooten naar achteren.
Het toeval brengt bij veulens nu en dan de knie-
schijf vanzelf weer in de goede houding. Zoo dit niet
het geval is, brengt men het dier in een koetshuis,
bindt een touw om den hiel, gooit het andere eind
over een balk, waarop één persoon de poot nu om-
hoog trekt, terwijl een ander van achteren af de ver-
schoven knieschijf weer op zijn plaats brengt.
Dan geeft men het dier eenige weken rust, voeder
het goed en brengt het op vlakken weidegrond.
Als het hoefijzer afgesleten is, moet men naar voren
staand ijzer laten aanleggen.
Bij verlamming wrijve men de knieschijf bovendien
met
61. Restitutiewater.
Een voorbehoedmiddel tegen kreupelheid van paar-
den en runderen (trekdieren), die veroorzaakt wordt
door rheumatiek, verrekking, verstuiten, overmatige
uitzetting der gewrichtsbanden, kortom door loopen
of trekken.
De inhoud van een flesch of al naar men noodig
heeft van een gedeelte daarvan, wordt met 2 deelen
rivier- of regenwater flink geschud of geroerd, en zoo
mogelijk in een gekurkte flesch gedaan, of in een em-
-ocr page 70-
58
mer of tobbe bewaard, die met een natte doek bedekt
is, voor gebruik gereed gehouden.
Wanneer uu de plaats, waarvoor men bet gebruiken
moet klein is, zooals bij kreupelheid in het bielge-
wricht, bij gallen, zenuwen etc, dan is het voldoende,
3 of 4 maal daags flink te wasschen en weer droog
te wrijven.
In geval van schoft- (schouder-) lamheid, als ook
van lendelamheid is het echter noodig, meer wasschin-
gen per dag te geven en wel, door middel van een
badspons over den zieken schouder en den geheelen
poot. Daarna legt men telkens doeken, in een ver-
dunning van Restitutiewater gedoopt, tot verhooging
van de werkzaamheid op den zieken schouder, welke
doeken, zoodra ze warm worden, door versche en koele
vervangen moeten worden. Gedurende de kuur moeten
de dieren voor krachtsinspanning bewaard blijven en
de uoodige rust hebben.
Wasschingen met deze verdunning van 1 op 2 over
den rug en de buigspieren der pooten versterken de
dieren, wat voor leeftijd ze ook hebben, stellen ze tot
grooter krachtsinspanning in staat en herstellen op
nauwelijks te gelooven wijze het vermoeide organisme.
Restitutiewater moet steeds op een koele, donkere
plaats in goed gesloten flesschen bewaard worden,
dan blijft het jarenlang goed, zonder zijn kracht te
verliezen.
Schale en Spat der paarden.
Schale is een gezwel of een langzamerhand optredend
uitwas aan het spronggewricht.
-ocr page 71-
59
Ze kan ontstaan door veirekking, door hard loopen
op ongelijken grond, door steigeren, springen, mis-
stappen of door verkeerde draaiing van het been.
Men moet het paard volkomen rust geven. Vertoont het
gezwel een verhooging van temperatuur, dan legge
men compressen of verbanden van een oplossing van
salpeter in water.
Is de ontsteking opgehouden, dan gebruikt men
spatpleister of spatzalf.
Onder spat verstaat men een opzwelling van het
been aan de eene zijde van het spronggewricht, waar
dit in het scheenbeen overgaat. In vele gevallen is
echter niet veel van opzwelling of verdikking waar
te nemen, hoewel de ziekte bedenkelijk kan zijn.
Beenspat is een regelmatig gevormd uitwas aan het
been, dat inwendig en vlak voor het gewricht zit.
Deze ziekte ontstaat door bovenmatige inspanning of
door verrekking Ook is zij overerfelijk. In meerdere
of mindere mate gaat zij met kreupelheid gepaard.
De uitbreiding van het spat, die niet zoo snel plaats
heeft, maakt zich kenbaar door een verhevenheid aan
het spronggewricht, dat in normale omstandigheden
glad is. Als het dier in den stal komt, dan trekt het
den achterpoot krampachtig omhoog en zet hem even-
zoo neer. Loopt het paard zich warm, dan verdwijnt
de kreupelheid en vertoont zich eerst weder, als het
dier een tijdlang stil gestaan heeft. Als het paard den
zieken poot neerzet, treedt het gewoonlijk op de punt
van den hoef.
Als het spat nog niet in been veranderd is dan ge-
bruike men spatpleister of spatzalf.
-ocr page 72-
00
62. Roode Engelsche Spatpleister.
Deze voortreffelijke, naar een Engelsen voorschrift
bereide spatpleister, verdient wegens zijn werking en
andere goede eigenschappen boven alle andere gelijk-
soortige middelen, met name de zalfjes, verreweg de
voorkeur.
Bij \'t gebruik maakt men de pleister bij zachte
warmte vloeibaar, zorgt dat ze niet te heet wordt en
brengt ze dan niet te dik met een stukje hout op de
huid. Daarna bedekt men het met gesneden werk.—
Zijn de haren op die plaats zeer lang, dan moet men
ze van te voren afknippen, doch niet te kort, daar
de pleister anders niet houdt.
63. Universeel-Spatzalf.
Evenals bovengenoemd pleister, heeft ook deze uni-
verseel spatzalf reeds uitstekende diensten bewezen,
dank zij de voortreffelijke samenstelling der uitgelezen
bestanddeelen. Daarom verdient zij de voorkeur boven
andere zalf soorten.
Met deze zalf moet vaa de betrokken deelen 2 maal
daags dik insmeren.
Straal verrotting.
is een gevolg van te sterke afsnijding van het hoorn,
dat daardoor verrot en week wordt en een kwalijk
riekende vloeistof afscheidt. Dit kan ook vernauwing
van den hoef tengevolge hebben.
Als oorzaak kan slecht, vochtig stroo of onreinheid
aangewezen worden. Allereerst verdient het aanbeve-
-ocr page 73-
61
ling de slechte hoornstof door middel van een mes te
verwijderen en dan te behandelen met de
64. Waschessence tegen Straalverrotting
en met het
65. Poeder tegen Straalverrotting
bestrooien.
Als de straal niet erg draagt, moet men die reini-
gen, er werk door trekken, met gebrande aluin be-
strooien en met teer bestrijken.
Als hoefbeslag verdient op zachten bodem een
maneschijnijzer aanbeveling. De straal moet daarbij
zooveel mogelijk ontzien worden, de draagrand naar
vereischte afgesneden worden en de punten van het
hoefijzer moeten laag zijn.
De hoeven houde men zindelijk en in den stal zorge
men voor overvloed van stroo.
Straalkanker - Hoefkanker
is volstrekt niet het gevolg van straalverrotting. De
weeke deelen, die de hoornstof vormen, gaan hierbij
niet langer in hoorn over, maar veranderen in een
grijze, vuil-witte, weeke massa. Deze ziekte strekt zich
dikwijls uit van den straal tot de zool en de kroon,
waar de hoornstof weggevreten wordt. De ziekte ver-
toont zich eensdeels door het naar buiten groeien van
paddestoelvoi-mige massa\'s anderdeels door voortdurend
dragen en verweeken.
Als de ziekte ver gevorderd is, loopt het dier kreu-
pel.
-ocr page 74-
62
Men moet de woekergezwelien in den hoef voor-
zichtig losmaken, zoodat de lederhuid van den hoef
niet beschadigd wordt en ook de gezonde deel en uiet
aangedaau worden. Bovendien moet men de losse
stukjes hoorn verwijderen.
Dan worden de ontaarde weeke deelen met werk,
dat in ruw carbolzuur gedrenkt is, ontsmet en ver-
bonden. Den volgenden dag wordt de week geworden
massa met een houtspaander voorzichtig afgekrabt.
Daarna bestrooit men de wonde plekken dagelijks met
66. Poeder tegen Straalkanker
en legt er een verband om.
Vooral moet men er voor zorgen, dat de stal goed
gereinigd exi ontsmet wordt met chloorkalk ; den vloer
bedekt men rijkelijk met stroo.
Gallen.
Hielgal. Voetgal. Kniegal.
Onder gallen verstaat men vochtige, waterachtige
opzwellingen der gewrichtsholten, aan het sprong- of
hielgewricht, hielgallen genaamd, of van de zenuw-
scheede aan het scheenbeen of de hiel, voetgallen ge-
naamd.
Zulke gallen kunnen ontstaan door te groote in-
spanning, door misstappen, door te vroegtijdig in ge-
bruik nemen van jonge dieren, ook ten gevolge van
sterke mesting of te veel rust.
Men onderscheidt versche gallen, die nog warm aan-
voelen en oude gallen, die ook met den naam ver-
steende gallen aangeduid worden.
-ocr page 75-
63
Bij versche gallen moet men verscheidene dagen
verkoelende compressen (één lepel vol loodazijn op
een Liter water) of Priesznitzomslageu leggen en dan
de betrokken plaatsen 1 a 2 maal daags insmeren met
de
67. Zalf tegen Hoefgallen.
Bij de versteende (oude) gallen moet men eenige
weken afkoelende compressen of Priesnitzomslagen
leggen en dan éénmaal de zieke plaats met het
68, Middel tegen oude Gallen
penseelen. In al deze gevallen moeten de dieren ge-
durende de ziekte zeer ontzien worden en magere
dieren moeten goed gevoerd worden.
Bevriezen. — Bevroren ledematen.
Het stijf worden van sommige lichaamsdeelen is
dikwijls het gevolg van te koude standplaats, en kan
licht het afsterven van dat lichaamsdeel veroorzaken.
Vooral de hoeven en de achterste deelen van de
achterpooten zijn aan dit gevaar blootgesteld. De kwaal
openbaart zich door het opzwellen van de bevroren
deelen.
Warmte aanwenden is niet raadzaam ; daarentegen
wèl compressen van koud water.
Ook mogen de ledematen niet gewreven worden,
voor de vorst er uit getrokken is. Is dit geschied,
dan bestrijke men de plaats, om mogelijke ettering te
voorkomen, met
-ocr page 76-
G4
69. Wondbalsem.
Een voortreffelijk geneesmiddel voor alle wonden,
zoowel door zadel of tuig veroorzaakt, als door slaan
of stooten. De balsem wordt met een dotje watten
op de wonde gelegd; de genezing heeft snel plaats,
zonder dat de wonde draagt of\' dat er bederf bij komt.
70. Universeel-Heelzalf.
(Tegen hardnekkige, boosaardige wonden.)
Voor dragende, etterende wonden, zoowel als brand-
wonden is deze zalf altijd met het beste gevolg te
gebruiken. Bij \'t gebruik is \'t voldoende, de zalf een-
voudig op de wonde te strijken, of, zoo de wonde erg
draagt, ze met zuivere watten te beleggen, die, als \'t
mogelijk is, vastgehouden moet worden door middel
van een strook linnen of een zwachtel van gaas.
Wie zijn hond liefheeft en hem voor ziekten be-
hoeden wil, zorge steeds het
71. Voorbehoedpoeder voor honden
in voorraad te houden. Men geve dagelijks, al naar
het dier groot is, 1/s a een heele theelepel daarvan
door het voedsel.
Diarrhee bij honden.
Deze ziekte kan licht ontstaan door kouvatten, over-
lading der maag, door het gebruik van slecht of be-
dorven voedsel, beschimmeld brood enz.
Een uitstekend middel daartegen is het
-ocr page 77-
G5
»
72.  Diarrheepoeder voor honden.
Hiervan geeft men om de 3 uren een theelepel ^ ol
tot beterschap intreedt. Daarna is het voldoende 2
maal daags een theelepel te geven.
73.   Poeder tegen Hondeziekte.
Van dit poeder geeft men 3 maal daags zooveel
als op de punt van een mes gaat, met of zonder melk ;
aan groote honden geve men het dubbele.
74.   Wormpoeder voor honden.
Dit wormpoeder geve men lieist eens per dag op
de nuchtere maag. Men strooit het op de tong of
legt het tusschen ouwels. Aan jonge honden moet
men slechts de helft van een poeder geven.
Rheumatiek bij honden.
Men houdt het dier, goed toegedekt, een kwartier
lang boven de wasem van een heet afkooksel van ka-
millen en geeft bovendien 4 maal daags een eetlepel
vol
75. Rheumatiekwater.
Een ziekte, die zich nu en dan bij honden voordoet,
is de
Oorpijn.
(Inwendige Oorworm).
Voor welker verdrijving mijn
-ocr page 78-
66
76. Oorolie.
goede diensten bewijst. 1 a 2 maal daags droppele
men 30 droppels in de oorschelp.
77. Schurftolie voor honden.
Met deze olie wrijft men de dieren éénmaal daags
in en wascht ze om de 2 dagen met Teer- of Creolinzeep.
Na 10 a 20 dagen volgt volkomen genezing.
Voor kleine of jonge honden verdunt men de schurft»
olie vóór \'t gebruik met een gelijke hoeveelheid water,
en wrijft de dieren om de 2 of 3 dagen met vaseline-
zalf in.
Ontsteking der Stuitklier (Pip).
De vogels hebben op de staartwervels een klier,
stuit- of smeerklier genoemd. Deze zondert een vet-
achtige stof af, die door de vogels gebruikt wordt om
hun vederen in te smeren, ter voorkoming van nat
worden. Raakt nu de uitmondingsbuis van deze klier
dicht, zoo ontstaat er een ontsteking, en dientenge-
volge afscheiding van etter. Dit ziekteverschijnsel
draagt den naam van pip.
Men maakt een kleine insnijding, zoodat de etter
kan uitvloeien en gebruikt verder
78. Waschwater tegen Pip.
Men wascht de plaats hierboven aangegeven 2 a 3
maal daags goed af met een zuiver linnen lapje, als-
dan treedt genezing snel in.
-ocr page 79-
67
Kalkpooten.
Deze worden veroorzaakt door zoogenaamde schurft-
mijten, welke graven in en onder de huid der pooten.
Hierdoor ontstaat een ontsteking, welke de vorming
van scliubbetjes tengevolge heeft. Deze kleven door
een taaie massa aan elkaar. Ten laatste ontstaan dikke,
grauwe korsten, die sterk jeuken, en waaraan de pa-
tient voortdurend krabt en pikt.
Men smeert de korsten goed met groene zeep in.
Na een dag wassche men de pooten met goed warm
water en verwijdere voorzichtig de korsten. Nu smeert
men de pooten éénmaal daags in met de zeer goede
7Q. Kalkpootenzalf.
Bevroren Kam.
De oorzaak behoeft men zeker niet te noemen.
Hoofdzaak is, te zorgen voor een goed warm hok. De
kam ziet er slap en bleek uit en is dikwijls ontstoken.
Men zet de dieren alleen in een hok en bevochtigt
den kam 2 a 3 maal daags met
80. Tinctuur voor bevroren Kam.
81. Kamwondtinctuur.
In geval van wonden aan de kam, is deze kam-
wondtinctuur zeer aan te bevelen.
Poederkam of Witkam.
Deze ziekte wordt een schimmel toegeschreven. Kam.
-ocr page 80-
es
kin- en oorlellen worden langzamerhand wit of grijs,
\'t Komt voor dat deze ziekte zich uitbreid over den
gekeelen kop en nog verder. Is \'t reeds zoover geko-
men, dan is \'t raadzaamste afmaken. Bij \'t begin der
kwaal is zeer aan te bevelen.
82. Wassching tegen Poederkam.
83. Zalf tegen Poederkam.
Rheumatisme.
De oorzaak is te zoeken in vochtige hokken, waar-
voor vooral jong gevogelte vatbaar is. In de eerste
plaats zorge men voor een droog, tochtvrij hok, den
bodem met zandbedekking. Aanbeveling verdient bo-
vendien een warm waterbad met een halve lepel groene
zeep en mosterd op 1 Liter water. Tegelijkertijd moet
men goed inwrijven met
84. Rheumatoline,
een zeker werkend wrijfmiddel, \'t welk tweemaal daags
moet aangewend worden. Aanbeveling verdient het
steeds in eene richting te wrijven, en wel van beneden
naar boven.
Zwakte der beenderen.
Hier is alleen de oorzaak te zoeken in verkeerd
voedsel, bevattende te weinig phosphorzure zouten.
Vochtige en tochtige hokken werken natuurlijk \'t
ontstaan der ziekte in de hand. Ze zijn kreupel of
-ocr page 81-
09
lam, liggen veel. \'t Kan zelfs zoover bomen, dat poot
en borstbeen krom groeien. Is \'t eenmaal zoover, clan
helpt niets meer. Aanvankelijk kan men zich bedienen
door onder \'t voedsel graan, erwten, stukjes rauw vleesch
en, bovendien, eiken dag een eetlepel (op 25 kippen)
van mijn
85. Twee-basisch phosphorzure kalk.
te voegen
Borst- neus- en luchtpijpcatarrh.
in hoofdzaak een verkoudheid, welke bij een goede
behandeling in een paar dagen over kan zijn. Vooral
warm houden en geen beweging geven. Warme melk
te drinken en 3 maal daags een mespuntje van mijn
86. Borstpoeder.
Dit borstpoeder geeft men, liefst vermengd met ge-
wreven aardappels, voor ganzen, en met gekookte rijst
voor hoenders.
Croup en Diphtheritis.
De meest gevreesde ziekten onder \'t gevogelte, wegens
haar besmettelijkheid. Ze komen in vele opzichten
overeen \'t Zijn bacteriën, die zeer waarschijnlijk met
het voer worden opgenomen. De ziekten zijn te kennen
aan een vetachtige kazige massa, welke zich bevindt
in de verhemelte-bogen, neusholte, op de tong, in de
neusopeningen en oogkassen. Ze zijn lam en zien er
treurig uit. Direct moeten de gezonde dieren in een
-ocr page 82-
70
ander hok, en pooten en buik gedoopt worden in een
(i °/0 Creolin-oplossing. Bij de aangetaste dieren neemt
uien de belegselen op tong, oogen en neusgaten door
middel van een scherp voorwerp voorzichtig weg, om
daarna de zieke deelen te penseelen met
87. Croup- en Diphtheritis-penseelvocht.
Neemt men roode, zwerende plaatsen waar, zoo is
het zeer aan te bevelen, deze plaatsen met citroensap
te bevochtigen. Gedurende de ziekte is het goed ijzer-
houdend water te laten drinken (1 theelepel ijzer-
vitriool op 2 Liter water).
90. Middel tegen het uitvallen der
haren der paarden.
Het komt veelvuldig voor, dat bij paarden op plaat-
sen waar wonden of kwetsuren geweest zijn, de haren
verdwijnen, ja finaal uitvallen.
Daar iu zulke gevallen meestal glad verkeerde
middelen aangewend worden, of minstens eeus gepro-
beerd, heb ik een speciaal voor dit doel geschikte olie
samengesteld, die bij nauwkeurig gebruik in zeer
korten tijd het uitvallen der haren doet ophouden, en
zelfs op plaatsen, waar ze reeds verdwenen waren,
spoedig nieuwe doet groeien.
Met deze olie moeten de paarden driemaal daags
ingewreven worden en de plaats moet eiken morgen
zorgvuldig afgewasschen worden met Teer-zwavel-zeep.
-ocr page 83-
71
Schapenschurft.
Deze menigvuldig voorkomende ziekte bij schapen
kan men met mijn
91. Schurftolie
snel en zeker bestrijden. Men baadt de schapen in een
\'6 °/o oplossing van schurftolie in lauw water (dus 3
deelen olie op circa 100 deelen water of 1 eetlepel
olie op 1 Liter water). Deze afwassching moet men
na 7 dagen herhalen, waarop de ziekte genezen zal
zijn-
                               __________
Tegen de
Klauwziekte of het Klauwzeer bij schapen
gebruike men de onder 99 beschreven desinfecteer-
olie en is een dagelijksch uitwasschen met de daar
aangegeven verdunning voldoende.
92.  Lintwormpoeder voor 10 schapen.
Dit reeds sinds jaren beproefde poeder wordt met
water aangemengd tot een slikartsenij en men strijkt
daarvan driemaal daags een gedeelte ter grootte van
een walnoot op de tong.
93.  Longworm poeder voor 10 schapen.
Dit poeder wordt evenals het vorige met water tot
een slikartsenij aangeroerd en eenmaal per dag een
gedeelte ter grootte van een walnoot op de tong ge-
streken.
-ocr page 84-
72
94. Vreetpoeder voor schapen en geiten.
Bij gebrek aan eetlust en onvoldoende spijsvertering-
geeft uien van dit poeder op de nuchtere maag een
eetlepel vol in zemelenwater. Bij verstopping geve men
bovendien het spijsverteeringszout No 2.
Heel goed is het den buik der dieren met een weinig
kamferspiritus te wrijven.
Diarrhee van lammeren.
Deze ziekte vertoont zich spoedig- na de geboorte
en komt heel veel voor. Tal van lammeren sterven er
aan. De dieren liggen veel, zijn moe, gevoelig voor
koude, staan met krommen rug, zijn onrustig door de
pijn en kwispelen met hun staart, zuigen weinig en
hebben herhaaldelijk slijmerige, kwalijkriekeude ont-
lasting.
Gedeeltelijk is de ziekte erfelijk of ze ontstaat door
kouvatten in een slechten, vochtigen stal,
Om de ziekte te voorkomen voere men de moeder-
dieren aan \'t einde van hun drachttijd wat minder en
geve af en toe wat glauberzout.
Is de ziekte algemeen verbreid, dan moet men van
voeder veranderen.
Den lammeren geeft men het
95. Diarrheepoeder voor lammeren.
Om de 2 uren geeft men l/t theelepel in warme va-
leriaan of kamillenthee opgelost.
Geven de moederschapen te veel melk, dan moet
men ze een weinig uitmelken en goed, onbedorven
-ocr page 85-
73
hooi voeren. De jonge en oude dieren moeten in een
gezonden stal gebracht en tegen koude beschut worden.
96. Insectenolie tegen Veeluizen.
Het zekerste middel om het vee op radicale wijze
van alle ongedierte te zuiveren.
Voor paarden, runderen en varkens doet men 2 eet-
lepels vol insectenolie op 1 Liter lauw water en wascht
daarmee de dieren. Dit wordt na 2 dagen herhaald.
Voor kalveren, schapen en honden neemt men slechts
één eetlepel vol insecten olie op 1 Liter water.
Voor een goede vermenging van de olie is het raad-
zaam zeepwater te gebruiken.
Deze insectenolie is door haar voortreffelijke werking
boven alle insectenpoeders te verkiezen. Deze olie is
tevens een geschikt middel om paardevliegen en steek-
vliegen op een afstand te houden. Men vermengt de
olie, als boven vermeld, en wassche de dieren er vóór
het inspannen mee.
97. Insecten-, luizen- of Paardenvliegenzalf.
De zalf, tegen paardevliegen of steekvliegen aan ge-
wend, heeft dit voordeel, dat ze goed werkt, volkomen
onschadelijk voor het haar is, niet steekt, niet hard
wordt, dus gemakkelijk af te wasschen is, niet zoo
gauw vervliegt en daardoor zuiniger in \'t gebruik is,
gemakkelijk vervoerd kan worden, en dat het breken
van een flesch en daardoor vuil worden van andere
uitgesloten is.
Deze zalf kan men in lichte en in donkere kleur
krijgen.
-ocr page 86-
74
99.  Desinfecteerolie.
Het is een dure plicht van iederen landbouwer de
desinfecteerolie te gebruiken, want het gaat hier om
zijn eigen welzijn, zoowel als om dat van zijn buurlieden.
Door achteloosheid of nalatigheid in \'t reinigen van
zijn stal, en daartoe behoort ook het desinfecteeren,
heeft reeds menig landbouwer eeu aanzienlijke schade
geleden door \'t verlies van vee.
Een groot deel van alle veeziekten vindt haar ont-
staan in gebrekkige ontsmetting.
Door het gebruik van deze desinfecteerolie voorkomt
men stellig ziekten, als : miltvuur, vlekziekte, mond-
en klauwzeer, etc. in den eigen stal.
Daartoe neemt men 1 eetlepel vol op één Liter
lauw water en sprenkelt dit 1 a 2 maal per week door
den stal. Met dezelfde verdunning wordt het vee tij-
dens de ziekte of nog beter wat vroeger, 1 a 2 maal
per week gewasschen.
100.   Kippenpoeder
Met vreugde zal meu overal dit poeder begroeten,want
tot nu toe was er geen krachtdadig middel om ook het
Eierleggen in den winter
te vermeerderen of te verkrijgen.
Voor 20 hennen neemt men dagelijks een eetlepel
vol en mengt dat door het voer (meel enz).
101. Boterpoeder
Dit poeder ruimt niet alleen de zwarigheden uit
den weg, die zich bij het winnen van boter vooral in
-ocr page 87-
75
den zomer- en herfstmaanden voordoen, maar geeft
tevens een grooter botergewin. Mijn boterpoeder is reeds
erkend als het geschikste middel om de boterafscheidiug,
waarover men dikwijls uren of halve dagen werk heeft,
in 10 il 30 minuten te doen geschieden.
Mijn voor H.H. laudbouwers onschatbaar boterpoe-
der, dat zelfs in den heetsten zomer, of bij onweder
— in kleine hoeveelheden — lL a 1 eetlepel vol in
wat water opgelost, bij 5 Liter room gevoegd — de
afscheiding der vetbolletjes in 15 minuten mogelijk
maakt, vermeerdert ook de hoeveelheid mooie, vaste
boter, voorkomt het spoedig ranzig worden en geeft
de boter een schooner kleur en een aangename weide-
smaak, \'t Spreekt van zelf, dat de dieren op doelma-
tige wijze gevoerd moeten worden.
Doet men dit poeder in melk, dan verhoogt het de
roomafscheiding en ontneemt aan melkproducten even
tueel den scherpen, onaangenamen smaak, ontstaan
door voedering met knollen.
Het is dus ook een zeer gewaardeerd preparaat voor
het boerenbedrijf
Als sterk smakende boter met een oplossing van
dit poeder gewasschen en gekneed wordt, dan worden
aanzien en smaak der boter veel beter
Het poeder moet op een droge plaats bewaard wor-
den en blijft altijd goed. In grootere hoeveelheden is
het veel goedkooper.
102. Boterkleursel.
Om aan boter een gezonde natuurkleur te geven
doet men bij de room druppelsgewijze (per Liter on-
geveer 6 druppels) van dit boterkleursel, totdat men
-ocr page 88-
78
de gewensclite kleur heeft gekregen, Daarna handelt
men als gewoonlijk. Door het boterkleursel lijdt noch
de smaak, noch de duurzaamheid van de boter. Het
kleursel is volkomen onschadelijk, en er is reuk noch
smaak aan. Het boterkleursel moet op een koele, don-
kere plaats goed afgesloten bewaard worden.
103. Zout om eieren te conserveeren.
Voor het conserveeren van eieren, ten einde die
het geheele jaar door aangenaam van smaak te doen
blijven. Eieren met dit zout behandeld zijn werkelijk
beter dan de zoogenaamde kalkeieren en zijn van
versche eieren niet te onderscheiden.
104. Paardevliegenolie.
Ter beschutting der paarden tegen de zoo lastige
paardevliegen.
Met deze olie worden de dieren hier en daar be-
streken. De olie laat zich gemakkelijk met zeepwater
weer afwasschen. De haren vallen door het gebruik
ervan niet uit.
Tevens verwijs ik naar No. 97.
Conserveeringszout,
Dit is in elk boerenbedrijf onontbeerlijk voor:
DE BOTER:
Vooropgesteld, dat melk en room met conserveerings-
zout behandeld zijn, moet men bij het botermaken
nemen :
-ocr page 89-
77
1° als de boter ongezouten verkocht wordt, op 1
Liter room 2 maal zooveel als er op de punt van een
mes gaat van het 3-voudige conserveeringszout.
2° als de boter gezouten moet worden op 1 Liter
room 4 maal zooveel als er op de punt van een mes
gaat van het enkelvoudige conserveeringszout.
Keukenzout moet er naar behoefte bijgevoegd wor-
den.
Voornamelijk kleine landbouwers komt deze conser-
veeringsmethode goed te stade.
Daar deze niet wanneer zij maar willen, kunnen
karnen, is hem de mogelijkheid opengesteld de goede
smaak van zijn room en zijn boter veel langer te be-
houden ; hij zal daardoor ook een hoogeren prijs voor
zijn boter eischen kunnen, waardoor de zeer geringe
kosten van het conserveeringszout rijkelijk gedekt
worden.
DE ROOM:
Die scheidt zich op de geconserveerde melk volko-
men af. Ook deze moet men met het drievoudige con-
serveeringszout, en wel V, koffielepel per Liter, ver-
duurzamen, zoodat ze haar heerlijken smaak niet ver-
liest, in \'t geval ze eerst later gekarnd kan worden.
DE MELK:
Om deze in den zomer duurzaam en geschikt voor
transport te maken, wordt vóór het melken in het
melkgerei op eiken Liter melk een hoeveelheid, als
er op een punt van een mes gaat van het 3-voudige
conserveeringszout (of 3 maal zooveel van het enkel-
voudige conserveeringszout) gegeven. Het zout lost het
-ocr page 90-
78
best op en verdeelt zich ook het beste in pas gemolken
melk. Als men het zout in de melk doet, als ze al
koud geworden is, moet men 10 minuten lang flink
roeren.
DE KAAS:
Om deze duurzamer te maken, geeft men op 1 Liter
gestremde melk 1 eetlepel enkelvoudig conserveerings-
zout ia den kaasketel.
Voor kaasmakerijen, die exporteeren, is deze eou-
serveeringsmethode van groot gewicht.
Het beschimmelen van kaas op de planken kan
voorkomeu worden, als men de kazen dikwijls met
een koude oplossing vaa 1 eetlepel enkelvoudig con-
serveeriugszout in lL Liter gekookt water afwascht.
Mijn conserveeringszouten zijn volkomen onschade-
lijk en daarom iederen boer ten zeerste aan te bevelen.
105. Conserveeringszout — enkelvoudig.
Conserveeringszout — drievoudig.