|
\'?*r
|
||||||
|
tv*
|
||||||
|
Kast 225
|
||||||||||||
|
PI. O N°.24
|
||||||||||||
|
.
|
||||||||||||
|
\'U
|
||||||||||||
|
./)
|
vim is
|
|||||||||||
|
KUNST-VERZAMELING
HODSHON, nagelaten door wijlen de Hoogwelgeboren Vrouwe
Baronne. Doua»b. RÖELL, Geh. HODSHON. |
||||||||
|
OUDE
SCHILDERIJEN.
|
||||||||
|
GEÏLLUSTREERDE CATALOGUS
VIJF GULDEN.
|
||||||||
|
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT
|
||||
|
2717 560 7
|
||||
|
ZW.ÏÏ.2<j..
|
|||||||
|
Kunst-Verzameling Hodshon,
nagelaten door wijlen de Hoogwelgeboren Vrouwe
Baronnesse Douairière RÖELL Geb. HODSHON. CATALOGUS
VAN
SCHILDERIJEN
Verkooping in DE BRAKKE GROND te Amsterdam
op ,\'Donderdag 25 ^Bpiil 1872
des middags ten 12 ure precies
TEN OVERSTAAN VAN DE NOTARISSEN
C O M M E L I N & RICHARD
en onder directie van:
C. F. KOOS en C. F. ROOS Jr, Rokin, A 4^-
W. J. M. ENGELBERTS, Museum Trippenhuis. J. C. VAiN RAITELENDAM, Museum van der Hoop. G. J. SCHOUTEN (Expert), Prinsengracht, CC 511. |
|||||||
|
BEZICHTIGING DER SCHILDERIJEN
op Toegangskaarten, verkrijgbaar bij de Directeuren der Verkooping,
22, 23 en 24 April, van des voormiddags 10 tot des
namiddags 4 uur.
|
|||||||
|
VOORWAARDEN DER VERKOOPING.
|
|||||
|
De verkoop geschiedt a contant, in geld of in
Nederlandsche munt- of bankbiljetten te voldoen. De koopers betalen 10"A opgeld tot dekking der
kosten. De koopers zijn gehouden onmiddellijk na afloop der
zitting den koopprijs en het opgeld aan de Notarissen CoMMELIN & RlCHARD te voldoen, en daarna het door hen gekochte in ontvangst te nemen. De verkoopers zullen voor het gekochte alle moge-
lijkc zorg dragen, doch zij zijn na den toeslag niet meer voor beschadiging, gemis of wat ook aansprakelijk. Men zal de volgorde van den Catalogus niet als regel
nemen. Hoogte en hreedte der Schilderijen zijn uitgedrukt in Nederlandsche maat.
|
|||||
|
De Catalogus is te verkrijgen:
bij de 11.11.
Te LONDON......Colnaghi, 14 Pall mail, East.
........H. Koekkoek Jr. 16 Charlotte Street, Bedford Square W. C.
„ PARIJS.......Francis Petit, Rue St. Georges, No. 7.
„ .........A. Febvre, „ „ „ „ 14.
„ BRUSSEL.....H. V. VAX GoCH, Montagne de la Cour.
.......llENRY LE ROY & FlLS, „ „ „
„ ANTWERPEN . . F. DE LA IlAYE, Ruc des Emaux, No. 3.
„ BERLIJN......F. N. LEPKE, Unter den Linden.
„ DRESDEN.....Arnold, Kunsthandelaar.
„ LEIPZIG......C. G. BoERNER, Directeur der Kunstveilingen, aldaar.
„ FRANKFORT A/M. J. KoitLBACHER, Directeur van het Frankforter kunstverein.
„ „ A. Prestel, Uitgever. „ MUNCHEN.....Geb. WlMMER, Kunsthandelaars.
„ KEULEN......HÉHERLÉ, Handelaar in oudheden.
„ ........J. F. MICHIELS, Kunsthandelaar, 31 Passage.
„ CARLSRUHE . . . II. GUDE, Professor aan de Akadcinie van schoone Kunsten.
„ DUSSELDORF . . BlSMAYER & Krauss, Elberfelder Strasse.
„ BREMEN......J. D. DREYER, Directeur van het Kunstverein.
„ WEENEN.....MlETHKB & WAVVRA, Planken Gasse No. 7.
„ ST. PETERSBURG. Necri & Zoon.
„ NEW-YORK. . . . Goupil & Co.
„ HARTFORT (Connecticut), J. G. Batterson, 650 Mainstreet, Beeldhouwer.
„ ROTTERDAM. . . D. A. LAMME, Wijnstraat.
„ \'S HAGE......D. DlRKSEN, Hofspui.
,. AMSTERDAM. . . C. F. Roos & C. F. Roos JR., Rokin A 4»2-
... VV. J. M. ENGELBERTS, Rijks Museum.
,. „ . . . J. C. VAN PAPPELENDAM, Museum van der Hoop. „ „ . . . G. J. Schouten, Prinsengracht, CC fin.
|
||||
|
Zoo als wij reeds in ons voorloopig bericht meldden,
bestaat de uitmuntende verzameling RöELL HODSHON, slechts uit vijf en twintig schilderijen. Echter onderscheiden zich deze kunstwerken, met
uitzondering van twee of drie, die van meer onderge- schikten rang zijn, door hunne uitnemende kwaliteit; zoo zelfs, dat misschien in de aanzienlijkste verzame- lingen in Europa, dezelfde meesters even schoone stukken aanbieden, doch in geen geval de hier bedoelde in kwaliteit overtreffen. De toegang tot de verzameling Röell Hodshon,
is voor buitenlandsche belangstellenden altijd min ot meer moeilijk geweest. Ziedaar de oorzaak dat, terwijl de gallerijen van de Heeren SlX, VAN LOON en andere aanzienlijken hier te lande van algemeene bekendheid zijn, de verzameling RöELL HODSHON niet geheel in dit voorrecht mocht deelen. Om hieraan zoo veel mogelijk te gemoet te komen,
|
||||
|
hebben wij gemeend de Catalogi door middel van de
etsnaald te moeten verrijken, en daar het aantal van vijf en twintig stukken ons geen groot bezwaar aanbood, hebben wij het passend gevonden, van alle schilderijen zonder uitzondering een afdruk te doen vervaardigen. Wij bedoelen daarmede niet dat alle kunstwerken hier voorkomende op gelijken rang kunnen geplaatst worden, maar wij zijn overtuigd, dat zelfs de twee a drie, die niet op den naam van meesterstuk aanspraak maken, door hunne hooge zeldzaamheid en zuiveren staat een begeerlijke aankoop kunnen geacht worden voor menig openbaar Museum. Vooral ook, met het oog op de wenschelijkheid van het verkrijgen van een meer volledige geschiedenis der schilderkunst, zijn ze onmisbare en hoogst welkome bijdragen. Wij zijn er verre van verwijderd, al deze etsen
als welgelukte proeven te beschouwen, doch men gelieve in aanmerking te nemen, dat het denkbeeld om schilderijen door geïllustreerde Catalogi meer al- gemeen bekend te maken, ten onzent iets geheel nieuws is, en als het ware voor Nederland eene eerste schrede op dit terrein. Hierbij komt, dat wij slechts enkele dagen voor iedere reproductie konden toestaan, en dus geen enkele mislukking herstelbaar was. Als eerste proeve echter, gclooven wij dat de Hceren
Graveurs zich in het algemeen verdienstelijk van hunne taak hebben gekweten, en vergelijken wij hun geleverden arbeid bij de geïllustreerde werken in dien geest, ons uit den vreemde toegezonden, dan waarlijk gevoelen |
||||
|
wij ons tot lof en erkenning van verdienste geneigd.
Wij achten ons echter verplicht optemerken dat hunne
taak zeer is verlicht geworden door onzen teekenaar, den Heer BOLAND, die met den meest mogclijken ijver en een onafgebroken zor^ alle teekeningen naar de schil- derijen met zulk eene nauwgezetheid en uitvoerigheid heeft vervaardigd, dat ze de compositiën zoo getrouw mogelijk teruggeven; wij wenschen dan ook dezen even bescheiden als bekwamen kunstenaar geluk met den uitslag der ondernomen taak. Men zal zich wellicht verwonderen, dat wij den
gebruikelijken vorm niet gevolgd hebben, door met angstvallige zorg den oorsprong van ieder schilderij te vermelden, of door de Catalogue Raisonné van SMITH aantehalen, welk werk trouwens niet door vol- ledigheid en juistheid uitmunt. Naar onze bescheiden meening zijn zoodanige opgaven noodzakelijk en wen- schelijk bij schilderijen, waarvan de identiteit moet bewezen worden, die in een betrekkelijk kort tijdsver- loop van eigenaar veranderen, en nu eens in handen zijn van een voornamen verzamelaar, dan weder het eigendom van kunsthandelaars worden. Hier echter hebben wij een hoogeren rang te doen gelden — een veel hoogeren toon aan te slaan; wij bieden den kunst- liefhebbers eene allerzeldzaamste en heerlijke verzame- ling aan, die circa eene eeuw in het bezit van de familie HoDSHON RöELL is gebleven, die, als waardige kenners, de schilderijen, met onafgebroken, bijna tot vereering opgevoerde zorgen omringd heeft. |
||||
|
Welke biographie, hoe volledig ook, weegt op tegen
deze buitengewone en hoogst zeldzame onderscheiding ? Misschien zal men hier of daar aanmerken, dat
wij in onze vluchtige beschrijving der verzameling, in eene soort van gelijkvormigheid van loftuitingen ver- vallen zijn, dat de woorden fraai, uitmuntend, buitengewoon enz. enz. bij circa ieder kunststuk herhaald zijn geworden. Wat zullen wij antwoorden ? De schuld ligt niet aan ons, — wij staan hier voor meester- stukken van kunst, wij hebben eerst met liefde er kennis mede gemaakt, ze later met steeds klimmende bewon- dering bestudeerd, en zijn verzekerd, dat wij, het staat vast en zeker, nog beneden de waarheid zijn gebleven in onze waardeering. Paarlen van deze zuiverheid zijn bijna niet te vinden en zonder eenige vergelijking hoe- genaamd. |
|||||||
|
G. J. SCHOUTEN.
|
|||||||
|
Maart 1872.
|
|||||||
|
DIRK VAN BERGEN,
geboren te Haarlem A°. 1645, overleden A°. 1689?
Leerling van ADRIAAN VAN DE VELDE. /,/„;:**... \'—. Nr. 1.
*\'V\' LANDSCHAP,
rijk gestoffeerd met paarden, figuren en
verschillend vee. |
||||||
|
In een bergachtig landschap ziet men een zwaar
beladen kar, bespannen niet een paard en twee koeien, een hollen weg inrijden, op de kar bevinden zich cene vrouw en kind, terwijl verschillende koeien, schapen, enz. door een jong meisje begeleid, de kar volgen; wat meer op den voorgrond neemt een witte muilezel de vlucht, door een herder ver- volgd wordende. Geheel op den voorgrond stroomt een beekje,
dat door een witten os en verschillend ander vee doorwaad wordt. Het zonlicht doet op de hoofd- groep een allervoortreffelijkste werking en laat de fraaie schildering allervoordeeligst uitkomen. Het landschap is uitmuntend van teekening en wordt bekroond met een zeer fijne harmonische lucht van een zeer schoone schildering. Dit alles verheft deze schilderij tot een der
fraaiste werken van dezen meester, en doet ons aan de beste voortbrengselen van Adriaan van de Velde denken. Doek, hoog 58, breed 72 centimeters.
Geteekend rechts op den voorgrond D. V. Bergen. |
||||||
|
DIRK VAN BERGEN,
Nr. 2.
/./.,... ^- DE RUSTPLAATS.
|
||||||
|
Deze schilderij, tegenhanger van de voorgaande,
is geheel en al van dezelfde kunstwaarde te achten. Aan den voet van een ouden muur zitten
twee vrouwen waarvan de oudste in ernstig on- derhoud niet hare gezellin schijnt te zijn; op den voorgrond eenc liggende koe, een beladen ezel, benevens eenig wild op den grond uitgespreid, pikant door de zon verlicht, terwijl verschillende koeien enz. in de schaduw\' terug blijven. Op den tweeden grond schapen, wadende door cene rivier. Het landschap en de lucht zijn allerfraaist van behandeling en het geheel is het vorige kunstwerk volkomen waardig. Doek, hoog 59, breed 69 centimet<rs.
Geteekend op den voorgrond te midden van de schilderij D. V. Bergkv. |
||||||
|
L. BOURSSE,
Geboren te........? overleden te ........ ?
Leerling van...... ?
^e/..,^..s....-<. Nr. 3.
BOEREN BINNENHUIS.
|
||||||
|
In een eenvoudig ingericht binnenhuis ziet men
eene jonge vrouw, zedig gekleed, met de zorgen voor het middagmaal bezig; op den achtergrond duidt het afgehaalde bed nog het morgenuur aan; ter rechterzijde ziet men een slapend kindje in de wieg; op de tafel, met een smirnaasch kleed bedekt, zijn verschillende voorwerpen, die aan ongesteld- heid van het kind doen denken. Op den vloer een bezem, een vogelvlerk en andere voorwerpen. De uitmuntende schildering en sierlijke kleur van dit kunstwerk, doet ons aan de fraaiste voort - brengselen van den Delftschcn van der Meer en Pieter de Hooghe denken, terwijl de waarde nog aanzienlijk verhoogd wordt door de uiterste zeld- zaamheid der stukken van dezen meester. Doek, hoog 51, breed 59 centimeters.
Geteekend onder aan het stuk rechts, L. BoURSSE 1656. |
||||||
|
•
|
|||||||||
|
R. VAN BRAKENBURG,
geboren te Haarlem 1605, overleden 1702, Leerling
van Adriaan van Ostade. ,/aAo *\'~t o-r**.. "NTr 4
BOEREN DANSPARTIJ.
Ofschoon het vertrek, dat de kunstenaar ons
hier te aanschouwen geeft, van zeer geringe weelde getuigt, heerscht hier echter de vreugde geheel en onverdeeld. Een man van middelbaren leeftijd bespeelt de
lier, terwijl een jongen de muziek op de fluit be- geleidt. Ken jong bocrenpaar is lustig aan den dans en schijnt de omstanders door hun voor- beeld op te wekken; ter linkerzijde aanschouwen eenige kinderen, ieder naar zijn leeftijd, dit feest- vieren, terwijl een kat zich ook recht te goed doet. Vele voorwerpen, kwistig aangebracht, verrijken deze voorstelling, waarvan verschillende partijen aan Jan Steen doen denken. De heldere, fijne, zilverachtige toon, die dit
schoone doek onderscheidt, benevens de aller- fraaiste schildering maken het tot een der beste kabinetstukjes van dezen meester. Het kunstwerk draagt het jaarmerk 1700, en is dus van twee jaar voor den dood des kunstenaars. Doek, hoog 31, breed 40 centimeters!
(ieteekend R. BkakENBURG 1700. |
||||
|
G. D O U,
|
|||||||
|
geboren te Leiden in l6l3, overleden te Leiden in 1680.
Leerling van REMBRAND VAN RlIlJN. JONG MEISJE BIJ KAARSLICHT.
|
|||||||
|
In eene nis bemerkt men cene jonge en
bevallige huishoudster, die eene kaars voor de lantaarn in orde maakt, welke zij tot dit doel L;erccil houdt. De tafel is met groenten, wild en kcukengcrcedscha]) bc lekt van zeer groote verscheidenheid en buitengewoncn rijkdom. Het licht der kaars, dat deze voorwerken ten volle beschijnt, en het meisjcsbecld maken een toover- aclitig effect, terwijl de drapcricïi in de nis aller- aangenaamst en vol harmonie verlicht zijn. Men weet waarlijk ni:\': wat men het meest
moet bewonderen, of het prachtig ge\'iccl van het stuk, dan wel zijn uitmuntende uitvoering, of ook den voorbccldeloozcn zuiveren toestand. In een woord dit meesterstuk is ;en parel van
den eersten rang. Paneel, hoog 28]4, hrecd 23 centimeters.
Gctcekend met zijn schoone handteekening op het bankje G. Dou. |
|||||||
|
C. DUSART,
|
|||||||
|
geboren te Haarlem in 1665, overleden te Haarlem (?)
Leerling van ADRIAAN VAN OSTADE. /s p»!1**** *— Nr. 6.
„...v/^..„//^>-- H£T KEGELSPEL.
|
|||||||
|
Dit uitnemende stuk vertoont ons Dusart op
den hoogsten trap van zijn talent. Inderdaad liet is zeer zeldzaam, dat men com-
posities van deze afmeting en rijkdom ontmoet; en het zou zeer moeiclijk zijn eene nauwkeurige beschrijving er van te maken. Een vijftigtal figuren, ieder bezig de kermis op
zijn manier te vieren, is in beweging, \'t Is een tooneel vol gloed en leven — de compositie is allergelukkigst — de kleuren zijn schoon, even als de teekening uitmuntend, en de toestand van het meesterstuk onberispelijk is. In zeker opzicht overtreft Dusart in dit heerlijk werk zijn meester, Adriaan van Ostade, wal teekening en opvatting betreft en herinnert aan diens schoonste producten. Voorzeker — men zal elders geen voortbrengsel van dezen meester vinden, dat met het hier be- doelde op gelijke lijn gesteld kan worden. hoog 90, breed 74 centimeters. Doek.
Beneden rechts geteekend Cor>ï DUSART 1685. |
|||||||
|
C, DIT 3 AH T
|
|||
|
ANTHONIJ VAN DYCK,
geboren te Antwerpen in 1599, overleden te Londen in
1641. Leerling van P. P. RUBBENS. , /u-*. Nr. 1.
DE JONGE TOONZETTER.
(Lubertj. organist te Groningen.)
|
|||||||
|
In deze schoone schilderij, heeft de beroemde
van Dyck ons het nee plus ultra der verheven macht van zijn palet gegeven. Voorwaar, in dit uitnemende stuk spreidt de groote meester zijn heerlijke gave van teekening, gevoegd bij ecne groote uitvoerigheid, op eene waardige wijze ten toon. Zie die deftige houding, dat hoofd, die han-
den, — bewonder die kostuumsbehandcling — kortom dat edel geheel — en geef toe, dat dit verheven schoone werk waardig is, eene eereplaats te bekleeden in een vorstelijke gallerij, als een heerlijk gedenkstuk van dit onvergelijkelijk talent. |
|||||||
|
hoog 112. breed 81 centimeters. Doek.
|
|||||||
|
\'
|
||||||||
|
\'„ ! /...../
|
||||||||
|
A. B. VAN HECKE,
geboren te.......? overleden te.......?
Leerling van.......?
t/ A\'^j. Nr. 8.
DE SLAGER IJ
|
||||||
|
Dit stuk, dat bijna een stil leven voorstelt,
omdat de figuren er geen hoofdrol in spelen, is zeer fraai uitgevoerd. Daar de schilder betrekkelijk weinig geprodu-
ceerd heeft, is dit stuk van veel waarde voor Musea met het oog op de geschiedenis der Schilderkunst. hoog 113, breed 93 centimeters. Doek.
Beneden rechts geteekend: A. B. VAN HECKE. |
||||||
|
.7. ^K^-^.\'J\'.\'M.
|
|||||
|
/\'Jjy-^-***- -,«^«.
|
|||||
|
MEINDERT HOBBEMA,
geboren in Friesland (?) overleden te......(?)
Leerling van ......(?)
jK*......./.--* Nr. 9.
BOSCHRI.1K LANDSCHAP IN
GELDERLAND. |
|||||||
|
Wij staan hier voor een bijna onmogelijke taak.
Hoe van dit onvergelijkelijke meesterstuk eene beschrijving te geven, het talent van dezen meester waardig? Hoe zelfs te beproeven er een oppervlakkig denkbeeld van te geven : Waar zou men moeten beginnen, om de rijkheid van voor- stelling te prijzen of recht te doen wcèrvaren aan de tooverachtige penseelsbehandeling van dit paneel, dat nergens zijn mededinger heeft ? Is het noodig melding te maken van dat meer
dan gelukkig aangebrachte zonlicht, en tevens van de heerlijke helderheid in de schaduw ; of eindelijk in verrukking te geraken, bij het aan- schouwen van die buitengewoon kwistige stoffage, met een lucht zoo lijn en toch zoo bezwangerd met dampen ? Waarlijk, men weet het niet, want alles is er in alles — en wel tot den hoogsten tra]) van volmaaktheid opgevoerd. Laat ons slechts dit zeggen : „kom, aanschouw
en bewonder dit meesterstuk !" Ge zult ten aan- zien van de geheele artistieke wereld verklaren — dat ge hier te doen hebt met een meesterlijk wonderwerk — geheel alleenstaand en niet te overtreffen. hoog 53, breed 68 centimeters. Paneel.
|
|||||||
|
Geteekend op den eersten grond M. Hodbema.
|
|||||||
|
N. HOREMANS,
geboren te......? overleden te ... .
Leerling van......?
Jf/v, /A../^.- »* NÏ- 10.
HOLLANDSCH BINNENHUIS.
|
||||||
|
Vijf personen zijn vereenigd in een eenvoudig
vertrek. Eene keukenmeid doet verantwoording aan den
Heer des huizes van de uitgaven, die zij gedaan heeft, en haar vrolijk voorkomen doet vermoeden dat zij niet te veel verspild heeft. Drie andere personen, twee vrouwen en een
jongman, doen den geliefkoosden vaderlandschen drank eer aan. De heldere toon, die in deze schilderij heerscht,
geeft het geheel een zeer aangenaam en eigen- aardig voorkomen. hoog 46, breed 57 centimeters. Doek.
|
||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
: -
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
N. MAAS,
|
||||||
|
geboren te Dordrecht in 163:2, overleden te Amsterdam
in 1693. Leerling van Rembandt. PORTRET VAN EENE JONGE DAME.
Portret van eene aanzienlijke Dame, in rijke
kleeding. Op den achtergrond een aangenaam landschap. Het vleesch, de handen, — alles is prachtig
gepenseeld, en de schilderij verdient eene eere- plaats, onder de beste voortbrengselen in dit genre, van dezen meester. |
||||||
|
hoog 71, breed 60 centimeters. Ovaal, Doek.
|
||||||
|
\'
|
||||||
|
N M A A i
|
||||||
|
N. MAAS.
Nr. 12.
PORTRET VAN EEN JONG EDELMAN.
|
||||||
|
Dit stuk is een waardige tegenhanger van
het voorgaande; men bewondert dezelfde fijne uitvoering — dezelfde verheven penseelsbehan- deling. hoog 71, breed 60 centimetres. Ovaal doek.
|
||||||
|
FRANS VAN MIERIS,
(de oude.)
geboren te Leiden in 1635, overleden te Leiden in 1681
Leerling van Gekard Dou. //j*v, 2/*/*wv-\'- Nr. 13.
DE WIJN PRO KV ER.
|
||||||
|
Voor eene tafel, schijnt een vrolijk man zijn
vreugde te verdeden tusschen den god der drui- ven en het narcotische kruid. Hij houdt in de hand een dier reusachtige bokalen, met welke onze voorouders zooveel op hadden, en hij schijnt niet minder dan zij, het tintelende vocht te waar- deeren. Voor hem op de tafel duiden pijp en tabak aan, dat ook zij weldra aan de beurt zullen komen. Alles in dit schoone stuk is uitnemend behan-
deld, en den grooten meester waardig. Paneel, hoog 19, breed 15 centimeters.
Rechts beneden geteekend: F. V. M. |
||||||
|
EMANUEL MURANT,
geboren te Amsterdam in 1622, overleden te Leeuwarden
in 1700. Leerling van Pu. WOUWERMAN. .\'j/n /~____.. Nr. 14.
DE BOERDERIJ.
|
||||||
|
Deze meester, wïens stukken tot de uiterste
zeldzaamheden behooren, verdient in ieder op- zicht de onderscheiding, met welke hij genoemd wordt. Met den grootcn Paulus Potter, wordt hij dikwijls vergeleken, en vooral daar, waar diens talent ons onthaalt, op zijne zorgvuldige en fijne penscelsbehandeling. \'t Is dezelfde opvatting, hetzelfde geduld, en
men zal dan ook elders, geen stuk van Murant aantreffen, van deze uitnemende kwaliteit — eene kwaliteit, die het stuk steeds eene ecreplaats zal verschaffen, in eene der eerste gallerijen. hoog 42, breed 42 centimeters. Doek.
Achter een boom geteekend: E. M. |
||||||
|
E MTJRMIT.
|
||||||
|
// /,\'. *^ti/</ - «J/\'-
|
||||||
|
r.J/!.,7„„./J/
|
||||||
|
CASPAR NETSCHER,
geboren te Heidelberg in 1639, overleden in den Haag
in 1684. Leerling van G. Terburg. A^c . tt&i-fi Nr. 15.
PORTRET EENER .IONGE DAME.
|
||||||
|
()p den voorgrond van een allerbevalligst land-
schap, is eene jonge en bevallige dame gezeten. Haar rijk kostuum is versierd met prachtige paarlen en kostbare edelgesteenten, waarbij de fijne vleeschkleur van hoofd en handen wonder- lijk schoon uitkomt. Alles, en het laatsgenoemdo niet het minst, is
afgewerkt, met de meest mogelijke uitvoerigheid en talent — zoodat dit stuk, een heerlijk en aller- bevalligst voortbrengsel van den grooten Netscher, mag genoemd worden. hoog 47, bieed 38 centimeters. Doek.
Links op de plint geteekend G. NETSCHKK. |
||||||
|
C. NETSCHKK.
|
|||||||
|
i i
|
|||||||
|
1s. n„**x,? - ~/~:
|
|||||||
|
CA.SPA.R NETSCHER.
PORTRET EENER AANZIENLIJKE DAME.
|
||||||
|
Eene aanzienlijke dame bevindt zich in een
zeer rijk binnenhuis. Zij is gezeten op een rood fluweelen armstoel, terwijl voor haar eene tafel staat, bedekt met een uitmuntend smirnaasch kleed. Haar japon is van zwart fluweel, en versierd met kostbare juweelen. \'t Is een uitnemend stuk van dezen kunstenaar,
en diens meester G. Terburg, waardig. hoog 46, treed 39 centimeters. Doek.
Beneden geteekend op de japon G. NETSCHER. |
||||||
|
C.MJSTSCHIB
|
||||||
|
././, ü.J,,,,,/ ,/,./
|
||||||
|
#,„„<•/. /./ ,<,</,
|
||||||
|
CASPAR NETSCHER.
/W/v* >* <• ƒ• JMT. 17.
VIER KINDEREN IN EENE NIS. |
||||||
|
Indien men zich ooit verbaasd heeft, indien
men ooit in verrukking geraakt is, over het schoone talent van Netscher — waarlijk hier is dit op de rechte plaats, hij die nis. versierd met een prachtig smirnaasch tapijt en fraaie gordijnen. Vier kinderen, drie meisjes en een jongen,
staan in eene zeer losse en bevallige houding in de nis — en spelen met eene prachtige cypersche kat. Die vier lieve kopjes — ze doen ons den- ken aan Keepsake portretten. Alle vier zijn gekleed in het rijke kostuum der
aanzienlijken van de I7de eeuw, en de hoofden, handen, kortom alles is onovertrefbaar schoon uitgevoerd — terwijl de kleuren uitnemend en wonderbaarlijk harmonieeren. Men gevoelt bij het aanschouwen, van dit zoo
bij uitstek geslaagde meesterstuk, een diepen eer- bied voor het talent van den maker — want nooit zal men van dezen meester indrukwekkender, breeder opvatting aantreffen. Nooit is zijn palet zoo rijk en uitvoerig geweest, en terecht kan hier gezegd worden, dat de kunstenaar, zich zelven als het ware overtroffen heeft, en met een werk van den eersten rang, de kunstwereld verrijkt heeft. Paneel, liuuy 44, breed 35 centinietres.
Beneden links geteekend: O. NETSCHKR 1. . 1668. |
||||||
|
C NM\'iV.i; H.
|
|||||
|
D. J S£ü.tfffrr ACttfyu.
|
|||||
|
G. J, PALTHE,
|
|||||
|
geboren te Degenkamp in 1681, overleden te Deventer
in. . . ? Leerling van J. Pooi, te Amsterdam. U* , 7^e:~y*. Nr. 18.
BINNENHUIS.
(Lamplicht). In eene boerenwoning, is eene oude vrouw
bezig koeken te bakken, terwijl haar zoon, den maaltijd afwachtende, haar iets vertelt, waarnaar zij aandachtig luistert. Op den tweeden grond beijvert zich een persoon, het avondeten in orde te brengen, door een mand met groenten aan te dragen. Hoewel dit stuk geen aanspraak kan maken,
op eene eerste plaats in de collectie, onderscheidt het zich toch, door eene zeer zuivere en goede behandeling ; terwijl de waarde nog verhoogd wordt, door de groote zeldzaamheid, der schilde- rijen van dezen kunstenaar. Paneel, hoog 50, breed 41 centimeters.
Geteekend G. J. PALTHE 171,6. |
|||||
|
C-. J SALTHE.
|
||||
|
a/M.vr.;..,,,,/,*,
|
||||
|
PAULUS POTTER,
|
|||||||
|
Geboren te Enkhuizen in IÓ25. Overleden te \'s Hage
in 1654. Leerling van zijn vader. ^u../I,-.-. Nr. 19.
DE Z W IJ M K N.
|
|||||||
|
[n een vervallen varkenskot bevinden zich twee
zwijnen, het cene in liggende, het andere in zit- tende houding; het geheel is verrijkt met allerlei bijbehoorende zaken. De achtergrond wordt gevormd door het uit-
wendige van een landelijk huis. — Verder ziet men ter rechterzijde een duiventil en een gedeelte van een landschap, — zie hier de eenvoudige beschrijving van dit uitnemende kunstwerk. Wat meer te zeggen ? tenzij dit, dat dit wonder der kunst, herinnert, aan al het schoonc, dat de groote meester, in zijn beroemden Stier gelegd heeft. Welk eene kracht! welk cene stoute meeslepende
penseelsbehandeling ! En daarenboven, welk eene bewonderenswaardige zuiverheid en uitmuntende toestand! Nooit inderdaad, zal men een mede- üinger van dit onvergelijkelijke sluk vinden — want dergelijke pronkjuweelen der kunst, zijn geheel eenig. Paneel, hoog 56, breed 51 centimetres.
Geteekend niet zijn fraaie handteekening PAULUS PoTTEB, Ft 1647. |
|||||||
|
JAKOB RUYSDAEL,
Geboren te Haarlem in 1636, overleden te Haarlem in
1681. Leerling van.......? , jf. r°», //~^- Nr. 20.
NOORWEEGSCH LANDSCHAP.
|
||||||
|
De beroemde Ruijsdael geelt ons hier een
zijner heerlijkste doeken te bewonderen. De verheven uitvoering, de buitengewone hel-
derheid van de geheele schilderij — een der zuiverste en reinste hemels, die men zich met mogelijkheid denken kan, — ziedaar slechts eenige weinige eigenschappen opgenoemd, waarover men met den hoogsten lof zou kunnen uitweiden. — De schoonc kompositie, die wij hier voor ons hebben, is een waardige mededinger van de schoonste Hobbema, en waarlijk, men zou nauwe- lijks kunnen bepalen, aan wien de palm der overwinning moet toegekend worden. Laat ons echter vergelijkingen daarlaten, en
laat ons Ruijsdael en Hobbema, die vorsten van het landschap in de strengste beteckenis, in gelijke mate vereeren en bewonderen, want de critiek verstomt, bij dergelijke verheven scheppingen. Laat ons slechts uitroepen, voor dit meesterlijke doek: Eere, driewerf eere den onsterfelijken meester, — die den nazaat, zoo heerlijke gedenk- stukken van zijn onvergelijkelijk talent naliet ! 1 >oek, hoog 6". breed 52 centimetres.
Ueteekend, rechts onderaan J. RUIJSDAEL. |
||||||
|
J. «UISJ3AEL
|
|||||
|
P. SAENREDAM,
|
|||||||
|
Geboren te Assendelft in 1595, overleden te.....?
Leerling van F. P. DE GREBBER.
DE ST. MARIA-KERK ENZ. TE UTRECHT.
|
|||||||
|
Deze meester, wiens werken zeer zeldzaam zijn,
wordt hier vertegenwoordigd, door een zeer belangrijk en uitstekend paneel. Waar we in de schaduwen eene schoone hel-
derheid opmerken — daar treft ons in de licht- partijen een fijnen en vergulden toon, die het oog alleraangenaamst aandoet. Voorzeker, alleen dit zou reeds genoeg zijn, om onze ingenomenheid er aan te schenken — ware het niet dat zooveel andere schoone eigenschappen, ons tot bewonde- ring stemmen — zooals daar zijn, de uitgebreidheid van dit stuk, gevoegd bij eene uitstekende uit- voering en hooge zeldzaamheid der werken van dezen meester. Het is een schoon stuk, en van het hoogste
belang voor de kunstgeschiedenis dier tijden. Paneel, hoog loy, breed 139 centimetres.
|
|||||||
|
3
a.
|
|||||||
|
JAN STEEN,
|
|||||||
|
geboren te Leiden in 1636, overleden aldaar in 1678.
Leerling van J. VAN GooijEN. W„/V—\'<- Nï. 22.
DE COURANTLEZER.
|
|||||||
|
Een landman bevindt zich in de herberg, en
schijnt geheel verdiept in de dagbladlectuur. Hij houdt het nieuws in de eene, en de vadcrlandsche pijp in de andere hand. Op de tafel bevinden zich de benoodigdheden, om zijn verblijf in de herberg te veraangenamen, namelijk — een glas bier en de onvermijdelijke tabakszak. De toon van dit keurige schilderijtje is zeer
helder en zilverachtiu; — terwijl de zuiverheid en goede toestand niets te wenschen overlaten. Paneel, hoog 24, breed 20 centimetres; van boven ovaal van vorm.
Van boven yeteekend op de muur J. STEEN. |
|||||||
|
Jiuaj
|
||||
|
f ff Rrnri*ftJJ -"»\'fi\'
|
||||
|
J. F. A. TISCHBEIN,
geboren te Maastricht in 1750, overleden te Heidelberg
in 1812. Leerling van J. H. W. TISCHBEIN. /sro. # "\'—7. Nr 28
EENE JONGE MOEDER MET HAAR KIND.
|
||||||
|
Eene jonge en bevallige moeder wordt ons met
haar allerliefst kindje voorgesteld, in het smaak- volle en keurige kostuum der i8« eeuw. De geheele kompositie en de schoone uitvoering,
doen den uitnemenden smaak van Tischbein eer aan, — een schilder, die, tijdgenoot van zoo smaak- volle meesters, als Watteau, Greuze, Pater enz., dezelfde sympathie had, voor ware bevalligheid en fijne beschaving. Doek, hoog 123, breed 86 centimetres.
Geteekend op de marmeren plint: TISCHBEIN 1796. |
||||||
|
TISCHBKUT.
tip.,.
|
|||||
|
\'A7lr,7„„.7,/,
|
|||||
|
WILLEM VAN DE VELDE,
geboren te Amsterdam in 1633. overleden te I-onden
in 1707. Leerling van zijn vader. STIL WATER MET EENE 31EXIGTE
SCHEPEN EX2. |
|||||||
|
In dit uitmuntende stuk van den hoogsten rang,
heeft de groote meester als het ware zich zei ven overtroffen. Nooit zag men van hem een werk van deze
verheven waarde, van dezen luister. Een stil water, beschenen door het schoonste
zonlicht, vertoont ons eene menigte vaartuigen, groote schepen, brikken en sloepen, in de meest gelukkige en rijkste verscheidenheid. Het geheel wordt verlevendigd, door zeer vele
uitnemende figuren — terwijl eene heldere en harmonische lucht, het heerlijke effect voltooit. Waarlijk, men gevoelt bij het bewonderen van
dit heerlijke werk iets onbeschrijfelijks — men ademt als het ware, de frissche zeelucht, met volle teugen in, en men gevoelt dat de oneindig- heid van het indrukwekkende element, zoo juist en zoo schoon is uitgedrukt, door dien helderen en tooverachtigen toon — die van deze realistische voorstelling inderdaad eene poëtische schepping maakt. Vol eerbied brengen wij onzen hoogsten lof, en grootste hulde aan het genie van van de Velde — die, erkennen wij het volmondig, aan dit doek, de meest wonderbare en verhevene ge- heimen van zijn palet heeft toevertrouwd. Doek, hoog 74, breed 105 oentimeüvs.
|
|||||||
|
Geteekend op een stuk hout, op het strand: W. V. V.
|
|||||||
|
ï
|
||||||||
|
I
|
||||||||
|
EMMANUEL DE WITT,
geboren te Alkmaar in 1607. overleden te Amsterdam
in 1692. Leerling van E. VAN AALST. l*r.***S*-~A"u> Nr. 25.
PROTESTANTSCHE KERK VAN BINNEN
ENZ. |
||||||
|
Wij meenen terecht, voor dit beroemde paneel,
dezelfde vereering te kunnen vragen als voor het voorgaande. Ken werk van dezen hoogen rang, dat nergens
ter wereld zijn tegenhanger vindt, boezemt ons den grootsten eerbied in. De rijkdom der figuren en de uitvoerige, uit-
stekende behandeling der andere zaken, ze treffen ons het eerst. Wat te zeggen van die heerlijke zon, die de
pilaren op den voorgrond verguldt, en ze tevens hult. in dat tooverachtige schemerlicht, en in de weerkaatsingen van dien schooncn toon, waarvan alleen de Witt het geheim schijnt te bezitten, en waarop een Delftsche van der Meer en een Pieter de Hooghe, trotsch hadden kunnen zijn. Welk eene waarheid, welke schoone tegenstel-
lingen — of neen laat ons liever zeggen : welk eene hooge onnavolgbare poëzie en welk een ver- heven en volmaakt talent ! Paneel, hoog 59, breed 44 centimetres; van boven in ronden vorm.
(ieteekend rechts: E. DE WlTT, 1651. |
||||||
|
I
|
||||||||||||
|
T\'7l,J„„J ,7,J
|
||||||||||||
|
\'/rff..„„r/>,A7. ,uv,/,„
|
||||||||||||