-ocr page 1-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
êv<.». U> l
BRIEFWISSELING
TUSSCHEN
den Oud-Katholyken Pastoor J. RENFTLE
te Mehring in Beijeren
EN
den Aartsbisschop van Utrecht
bij de Oude Klerezy in Nederland.
-^MM^**-
UTRECHT
J. G. ANDRIESSETST & ZOON.
1872.
-ocr page 4-
-ocr page 5-
VOORBERIGT.
Het is bekend, dat er den 8sten December 1869 door den
Paus een Algemeen Concilie geopend is, namelijk te Rome in de
St. Pieterskerk, aan welk Concilie door hem de naam gegeven
is van Vatikaansch Concilie; dat dit Concilie vier openbare zit-
tingen gebonden heeft, waarvan de laatste den 18den Julij 1870,
en dat het vervolgens geschorst is den ÖO^ten October 1870. In
die vierde zitting is door den Paus, met goedkeuring van het
Concilie , zoo als hij in zijn decreet zegt, onder andere een nieuw
leerstuk afgekondigd en vastgesteld, namelijk: dat de Paus,
sprekende als Herdet en Leeraar van alle christenen even onfeil-
baar is als de Kerk zelve, en dat dus zijne uitspraken, niet
wegens de toestemming der Kerk, maar uit zich zelve, boven
alle keur zijn
(irreformabiles). - Wat die goedkeuring van het
Concilie aangaat, dit is waar , indien men daaronder verstaat, dat
de groote meerderheid der aanwezige Bisschoppen voor dat decreet
gestemd heeft. Maar zoo het beteekenen moet, dat eenvoudig
door die meerderheid , zoo als die daar verkregen is , een geldig
besluit der Katholieke Kerk is uitgebragt, dan begaat de Paus
met zijne aangematigde en vermeende onfeilbaarheid eene zeer
grove dwaling. Het is meer dan genoeg bekend, hoe, voor dat
het Concilie te zamen kwam , in verschillende landen, vooral in
Duitschland, zich stemmen , zeer ernstige stemmen, onder anderen
van Bisschoppen, verhieven om luide te protesteren tegen het
vermetele en verderfelijke plan om den Paus onfeilbaar te doen
verklaren. Niet minder is het bekend, welk eene hevige oppositie
er in het Concilie zelf tegen de zaak gevoerd is, en dat toen
-ocr page 6-
4
eindelijk de zaak ging doorgedreven worden, 70 Bisschoppen op-
zettelijk wegbleven ten einde niet te stemmen, 88 bepaald tegen
stemden, en 62 voorstemden in zekeren zin (juxta modum).
Dit laatste moet noodzakelijk, daar het te doen is om eene be-
paalde en duidelijke uitspraak wat er geloofd moet worden, ge-
rekend worden gelijk te staan met niet stemmen : want zij stem-
den voor niets bepaalds. Daar heeft men dus 220 stemmen,
die niet voor het decreet gestemd hebben , dat is één-vierde ge-
deelte van het geheele getal: want er waren oorspronkelijk 914
Bisschoppen , waarvan er echter 22 overleden waren, terwijl ver-
scheiden anderen om ziekte of andere redenen naar hunne bis-
dommen waren teruggekeerd. Men heeft dan ook maar begrepen,
dat het beste was, in de acten van het Concilie, die gepubli-
ceerd zijn, den uitslag der stemming achterwege te laten. En
dat zou men nu voor een decreet der Kerk willen laten doorgaan!
Wat eene ongerijmdheid ! Een elk, die met de regels des geloofs
bekend is, weet dat in de Conciliën geene uitspraken over het
geloof kunnen gedaan worden dan met morele , dat is, nagenoeg
algemeenheid van stemmen. Drie-kwart van het geheel zal toch
waarlijk wel door geen gezond verstand voor nagenoeg algemeen
gehouden worden.
Nu is het helaas ! \'ja, maar al te waar, dat nagenoeg al die
opponerende Bisschoppen , in hunne bisdommen teruggekeerd, de
eenen wat vroeger, de anderen wat later, zich aan het decreet
van den Paus onderworpen hebben , en in hunne bisdommen heb-
ben laten afkondigen, dat een elk op verbeurte zijner zaligheid
verpligt is te gelooven, dat de Paus onfeilbaar is. Zoo is maar
al te spoedig de vrees in vervulling gegaan, die de Aartsbisschop
van Utrecht (niet de Pauselijke Aartsbisschop, maar de oude wet-
tige Aartsbisschop) in een brief van 2 Junij 1870 aan een zijner
geestelijken aldus uitdrukte : „Over het Algemeen Concilie zou
„nog al wat te schrijven zijn. Het begint daar duchtig te spannen.
„Maar of de Jezuiten , met hun speelpop, den Paus , er zich veel
„aan storen zullen ? Ik vrees er voor. Het gaat wel niet naar
„hetgeen zij zich voorgesteld hebben; maar het schijnt, dat zij
„besloten hebben door te zetten, mits zij maar eene meerderheid
„van stemmen in het Concilie krijgen kunnen v hoe dan ook.
-ocr page 7-
5
„Dan zullen zij wijd en zijd laten klinken : ziedaar de Kerk heeft
„beslist, en nu is het uitgemaakt, dat de Paus onfeilbaar is.
„En wee hem, die dan nog durft tegenspartelen ! En hoe zullen
„de Bisschoppen zich dan houden ? Als elk weer thuis is, is
„de kracht gebroken, en de Jezuiten voeren den hoogen toon."
Ach! wat een ellende , dat juist zij, die aan het hoofd der kudde
staan, en voor allen toonbeelden van onwrikbaar geloof moesten
zijn, zoo laaghartig en zoo onwaardig met de waarheid spelen.
Is dan wat zij, eer zij naar Kome gingen, en ook te Kome zelf
onder den adem van den Paus, zoo manhaftig als waarheid deden
klinken, voor hen in eens onwaarheid geworden ? En zulks ter-
wijl er geene enkele nieuwe reden is aangevoerd, die zij te Kome
ook niet reeds kenden ! Bah ! die ontrouwe wachters in Israël!
Maar niet alleen ontrouwe wachters. Als wreede wolven stellen
sommigen zich aan, die nu zelf hunne kudde gaan verscheuren
omdat er onder zijn, die getrouw durven blijven aan hetgeen
naar hunne eigene overtuiging waarheid is. Zoo zien wij het in
Düitschland, waar onder de geestelijkheid van den tweeden rang
en onder de leeken eene zeer groote beweging tegen die nieuwig-
heid ontstaan is. Er zijn daar Pastoors, die uitdrukkelijk en
standvastig weigeren dat leugen-decreet af te kondigen. Het ge-
volg daarvan is, dat zulke Pastoors door hunnen Bisschop met
den Kerkdijken ban geslagen en van hunne betrekking vervallen
verklaard worden. Gehoorzamen nu zulke Pastoors niet, omdat
het vonnis blijkbaar onregtvaardig is, en blijven de gemeentena-
ren hun getrouw, of zijn er onder de Pastoors, die zich aan het
decreet onderwerpen , leeken, die de nieuwigheid niet willen aan-
nemen , dan wordt ook tegen die leeken gewoed. Alle hulp der
godsdienst wordt hun geweigerd; alle sakramenten, zelfs de doop
aan hunne kinderen.
Die mishandeling daar heeft die Katholijken, die trouw willen
blijven aan de oude waarheid, en zich daarom Oud-Katholieken
noemen, doen uitzien naar hulp elders. Hun is bekend geworden
het bestaan in Nederland van eene Oud-Katholieke Kerk met eene
geregelde organisatie van Bisschoppen en Pastoors , die reeds sedert
160 jaren door de Pausen wordt vervloekt en uitgestooten, omdat zij
zich niet wil onderwerpen aan de steeds toenemende aanmatigingen
-ocr page 8-
6
en snoode willekeur van Rome, maar die desniettegenstaande
standvastig zich blijft houden aan de Katholijke eenheid, en aldus
in de Kerk een altijddurend , levend protest tegen de Roomsche
willekeur is geworden. De Jezuiten hebben goedgevonden haar
den scheldnaam van Jansenisten te geven. Zij zelve noemt zich
de Oude Klerezy. Tot deze hebben de Oud-Katholieken van Duitsch-
land zich gewend om hulp. Reeds in April werd door tusschen-
komst van anderen het eerste aanzoek aan den Aartsbisschop ge-
daan. Hier werd over onderhandeld. De Aartsbisschop stelde op
den voorgrond, dat op de onbetwistbaarste wijze moest blijken
van de katholiciteit van hen, die geholpen wilden worden, en
wel door onderteekeningj van de geloofsbelijdenis van ïrente.
Hierop is nu eindelijk een formeel verzoek gekomen van den Heer
Joseph Renftle, Pastoor te Mehring in het bisdom Augsburg in
Beijeren , waarop door den Aartsbisschop een uitvoerig antwoord
gegeven is. Reeds meermalen is van deze zaak in verschillende
dagbladen melding gemaakt, doch meestal zeer onnaauwkeurig of
minstens onvolledig. Er is daarom begrepen, tot volledige in-
lichting van het publiek de correspondentie zelve in druk te geven,
zoo als zij hier volgt, en wel in de eigen taal , waarin zij ge-
voerd is, doch daarnevens, opdat allen haar verstaan mogen, eene
authentieke vertaling in het Hollandsen.
-ocr page 9-
BRIEF
VAN DEN HEER RENFTLE AAN DEN AARTSBISSCHOP.
-ocr page 10-
Revendissime Domine Archiepiscope !
Quae mense praeterito in urbe Monachii a viris catho-
licis deliberata et statuta sint, ex sacerdotibus Tuis ad
illum congressum delegatis sine dubio jam compertum
habebis. Fidem nostram integram , consilia nostra recta,
et angustias, in quibus ob eandem fidem versamur,
maximas esse agnoveris.
Pancratius, dioeceseos Augustanae, in qua parochia
Meringensis sita est, episcopus me dogma horrendum
de Papae infallibilitate rejicientem censuris gravissimis
affecit parochianisque me secutis beneficia omnia dene-
gat. Et quum nuper intra parochiae hujus fines com-
firmationis sacramentum impertiret, nonnullique ex
meis patresfamilias chrisma ab eo peterent, eis injunxit,
ut dogma illud nominis subscriptione profiterentur mi-
hique renunciarent, sacramento fidei solidandae ad
animarum corruptelam usus. Deo gratias agamus quod
pauci tantum capti sunt.
Sperans f ore, ut animo Tuo prompto omnes scru-
puli exempti sint, Te Reverendissime Domine, diserte
rogo, ut quamprimum Confirmationis sacramentum
parochianis meis largiaris. Tres anm praeteriti supra
centum confirmandos sistunt, qui una voce mecum
orant, ut subsidia spiritualia sibi fiant.
-ocr page 11-
Hoogwaardige Heer Aartsbisschop!
Ongetwijfeld zult gij reeds van uwe priesters, die gij
naar het Congres, in de vorige maand in de stad
Munchen gehouden , hebt afgevaardigd, vernomen heb-
ben, wat er op dat Congres door Katholijken verhan-
handeld en besloten is. Gij zult daaruit verstaan hebben,
dat ons geloof ongeschonden is, onze bedoelingen regt
zijn, en de verdrukkingen, waarin wij om dat geloof
verkeeren, zeer groot zijn.
Pancratius, de Bisschop van Augsburg tot wiens
bisdom de parochie Mehring behoort, heeft mij, omdat
ik het verfoeijelijk leerstuk van de pauselijke onfeilbaar-
heid verwerp, met de zwaarste straffen getroffen, en
weigert aan de gemeentenaren, die mij volgen, alle wel-
daden der godsdienst. En toen hij onlangs binnen mijne
parochie het H. Sakrament des Vormsels bediende, en
eenige mij getrouwe huisvaders ook dit Sakrament van
hem verlangden, vorderde hij van hen, dat zij dat
leerstuk zouden onderteekenen en belijden en mij ver-
loochenen, aldus van het Sakrament, dat dienen moet
tot versterking in het geloof, misbruik makende om de
zielen te verleiden. Gode zij dank dat slechts weinigen
gevangen zijn.
Hopende dat al wat uw gemoed nog konde bezwaren
zal opgeruimd zijn, verzoek ik u thans, Hoog Eerw:
Heer! met bepaalde woorden, zoo spoedig doenlijk het
Sakrament des Vormsels aan mijne gemeentenaren toe
te dienen. Van de drie vorige jaren zijn er meer dan
honderd vormelingen, die met mij instemmen in het
verzoek om de geestelijke hulp te ontvangen.
-ocr page 12-
10
Ne de fldei nostrae sinceritate dubitares, his litteris
symbolum Tridentinum a me subscriptum addidi, quod
confirmandi quoque nostri coram Te profitebuntur.
ïuus reverentissimus servus
Joseph Renftle, Parochus.
Meringae die 4to Oct. 1871.
Professio Fedei.
Ego Josephus Renftle firma fide credo et profiteor
omnia et singula , quae continentur in Symbolo fidei,
quo sancta Romana Ecclesia utitur, videlicet: Credo in
unum Deum, Patrem omnipotentem, factorem coeli et
terrae, visibilium omnium et invisibilium. Et in unum
Dominum Jesum Christum, Filium Dei unigenitum,
et ex Patre natum ante omnia saecula: Deum de Deo:
lumen de lumine: Deum verum de Deo vero: genitum
non factum, consubstantialem Patri, per quem omnia
facta sunt: qui propter nos homines, et propter nostram
salutem descendit de coelis, et incarnatus est de spi-
ritu sancto ex Maria Virgine, et homo factus est. Cru-
cifixus etiam pro nobis sub Pontio Pilato, passus et
sepultus est: et resurrexit tertia die secundum scrip-
turas , et ascendit in coelum, sedet ad dexteram Patris;
et iterum venturus est cum gloria judicare vivos et mor-
tuos, cujus regni non erit finis. Et in Spiritum sanc-
tum, Dominum ac vivificantem: qui ex Patre filioque
procedit, qui cum Patre et Filio simul adoratur et con-
glorificatur, qui locutus est per Prophetas. Et unam
sanctam Catholicam et Apostolicam Ecclesiam. Confi-
teor unum Baptisma in remissionem peccatorum, et
expecto resurrectionem mortuorum, et vitam venturi
saeculi. Amen.
Apostolicas et Ecclesiasticas traditiones reliquasque
ejusdem Ecclesiae observationes et constitutiones firmis-
sime admitto, et amplector.
-ocr page 13-
14
En opdat er geen twijfel omtrent de opregtheid van
ons geloof overblijve, voeg ik hierbij de Geloofsbelijdenis
van Trente, door mij onderteekend, dewelke ook door
de vormelingen voor U zal uitgesproken worden.
Met den meesten eerbied Uw Dienaar
Joseph Renftle, Pastoor.
Mehring 4 Oct. 1871
Geloofsbelijdenis.
Ik Joseph Renftle geloof vastelijk en belijd alle de
artikelen en elk artikel in het bijzonder, bevat in het
geloofsbegrip, waarvan de Boomsche Kerk zich bedient,
als volgt:
Ik geloof in èénen God, den almagtigen Vader,
schepper van hemel en aarde, van alle zigtbare en on-
zigtbare dingen. En in éénen Heer Jezus Christus,
den eeniggeboren Zoon Gods, voor alle eeuwen uit
den Vader geboren; God uit God, licht uit licht, waar-
achtig God uit waarachtig God; geboren en niet ge-
maakt; een in wezen met den Vader; door vvien alle
dingen gemaakt zijn; die om ons menschen en ter onzer
zaligheid is nedergedaald van den hemel, en het vleesch
heeft aangenomen door den Heiligen Geest uit de
Maagd Maria, en mensch geworden is; die ook voor
ons gekruist is onder Pontius Pilatus, geleden heeft en
begraven is; en ten derden dage verrezen is volgens
de Schrifturen, en opgeklommen is ten hemel, en zit
aan de regterhand des Vaders; die ten tweede male
komen zal met heerlijkheid om te oordeelen levenden
en dooden; wiens rijk geen einde zal hebben. En in
den Heiligen Geest, die Heer is en levend maakt; die
uit den Vader en den Zoon voortkomt; die met den
Vader en den Zoon tegelijk wordt aangebeden en ver-
heerlijkt; die door de Profeten gesproken heeft. En in
ééne, heilige, katholijke en Apostolische Kerk. Ik be-
-ocr page 14-
12
Item sacram Scripturam juxta eum sensum, quem
tenuit et tenet Sancta mater Ecclesia, cujus est judicare
de vero sensu, et interpretatione sacrarum Scriptura-
rum, admitto: nee eam uriquam, nisi juxta unanimem
consensum Patrum accipiam et interpretabor.
Profiteor quoque septem esse vere et proprie Sacra-
menta novae Legis, a Jesu Christo Domino nostro in-
stituta, atque ad salutem humani generis, licet non
omnia singulis necessaria, scilicet Baptismum, confir-
mationem, Eucharistiam, Poenitentiam , extremam Unc •
tionem, Ordinem et Matrimonium, illaque gratiam con-
ferre: et ex his Baptismum, Confirmationem et Ordinem
sine sacrilegio reiterari non posse. Receptos quoque et
approbatos Ecclesiae Catholicae ritus, in supradictorum
omnium Sacramentorum solemni administratione recipio
et admitto.
Omnia et singula, quae de peccato originali et de
justificatione in sacrosancta Tridentina Sinodo definita
et declarata fuerunt, amplector et recipio.
Profiteor pariter, in Missa ofïerri Deo verum, pro-
prium et propitiatorium Sacrificium pro vivis et de-
functis: utque in sanctissimo Eucharistiae Sacramento
esse vere, realiter et substantialiter corpus et sangui-
nem una cum anima et divinitate Domini nostri Jesu
Christi fierique conversionem totius substantiae panis in
corpus," et totius substantiae vini in sanguinem, quam
conversionem Catholica Ecclesia Transsubstantiationem
appellat.
Fateor etiam sub altera tantum specie totum atque
integrum Christum, verumque Sacramentum sumi. Con-
stanter teneo purgatorium esse animasque ibi detentas
fidelium suffragiis juvari.
Similiter et sanctos una cum Christo regnantes ve-
nerandos atque invocandos esse, eosque orationes Deo
pro nobis offerre, atque eorum reliquias esse venerandas.
-ocr page 15-
13
lijd één doopsel ter vergeving der zonden, en ik ver-
wacht de verrijzenis der dooden en het leven der toe-
komende eeuwen. Amen.
Met vast geloof neem ik aan en omhels de Aposto-
lische en kerkelijke overleveringen, en de overige on-
derhoudingen en geboden derzelfde Kerk.
Even zoo neem ik aan de Heilige Schriftuur volgens
dien zin, dien onze Moeder de Heilige Kerk, aan wie
het toekomt om te oordeelen over den waren zin en
de verklaring der Heilige Schriften, daaraan geeft en
altijd gegeven heeft, en ik zal haar nooit anders ver-
staan en verklaren dan volgens het eensgezinde gevoelen
der kerkvaders.
Ik belijd ook zeven Sakramenten der nieuwe wet,
in den waren en eigenlijken zin, ingesteld door onzen
Heer Jezus Christus, en dienende tot zaligheid van het
menschelijk geslacht, schoon niet allen voor elk in het
bijzonder noodzakelijk zijn, namelijk: het Doopsel, het
Vormsel, het H. Sakrament des Altaars, het Sakrament
van Penitentie, het laatste Oliesel, het Priesterschap en
het Huwelijk; en dat zij genade geven; en dat onder
dezen het Doopsel, het Vormsel en het Priesterschap
niet zonder heiligschennis ten tweeden male kunnen
ontvangen worden. Ik neem ook aan en erken de ge-
vestigde en goedgekeurde gebruiken der Katholijke
kerk bij de plegtige bediening van al de bovengenoemde
Sakramenten.
Ik neem aan en omhels alles wat in bijzonderheden
in het Heilig Concilie van Trente is vastgesteld en ver-
klaard omtrent de erfzonde en de regtvaardigmaking.
Evenzoo belijd ik, dat in de Mis eon waarachtig en
eigenlijk zoenoffer voor levenden \'en dooden aan God
wordt opgedragen, en dat in het Allerheiligst Sakrament
des Altaars het ligchaam en bloed, tegelijk met de ziel
en de godheid van onzen Heer Jezus Christus waarlijk,
-ocr page 16-
14
Firmissime assero imagines Christi ac Deiparae sem-
per Virginis nee non aliorum Sanctorum, habendas et
retinendas esse, atque eis debitum honorem ac venera-
tionern impertiendam.
Indulgentiarum etiam potestatem a Christo in Ecclesia
relictam fuisse, illarumque usum Christiano populo
maxime salutarem esse affirmo.
Sanctam, Catholicam, et Apostolicam Romanam Ec-
clesiam, omnium Ecclesiarum matrem et magistram
agnosco: Romanoque Pontifici B. Petri Apostolorum
Principis Successori, ac Jesu Christi Vicario, veram
obedientiam spondeo ac juro.
Caetera item omnia, a saciïs Canonibus et Oecume-
nicis Conciliis, ac praecipue a Sacrosancta Tridentina
Synodo tradita, definita et declarata indubitanter recipio
atque profiteor: simulque contraria omnia, atque hae-
reses quascunque ab Ecclesia damnatas, et rejectas, et
anathematizatas ego pariter damno, rejicio, et ana-
thematizo.
Hanc veram Catholicam \'fidem, extra quam nemo
salvus esse potest, quam in praesenti sponte profiteor,
et veraciter teneo, eandem integram , et inviolatam
usque ad extremum vitae spiritum constantissime (Deo
adjuvante) retinere et confiteri, atque a meis subditis,
vel illis, quorum cura ad me in munere meo spectabit,
teneri, doceri et praedicari quantum in me erit, cura-
turum ego idem Josephus Renftle spondeo, foveo, ac
juro; sic me Deus adjuvet, et haecsancta Dei Evangelia.
Mering den 4. October 1871.
Josef Renftle Pfarrer.
-ocr page 17-
15
wezenlijk en in eigen zelfstandigheid tegenwoordig is,
en dat de geheele zelfstandigheid van het brood ver-
anderd wordt in zijn ligchaam en de geheele zelfstan-
digheid van den wijn in zijn bloed, welke verandering
de katholijke Kerk Transsubstantiatie noemt.
Ook belijd ik, dat onder elk der beide gedaanten
Christus geheel en gansch, en het Sakrament in waarheid
genuttigd wordt. Ik houd voor vast, dat er een Vage-
vuur is ,"^en dat de zielen, die daar opgehouden worden,
door de gebeden der geloovigen geholpen worden.
Evenzoo dat de Heiligen, die met Christus heer-
senen, geëerd en aangeroepen moeten worden, en
dat zij voor ons gebeden aan God opdragen, en dat
hunne overblijfselen moeten vereerd worden.
Ten nadrukkelijkste belijd ik, dat men beelden van
Christus en van de moeder Gods altijd Maagd en van
de andere Heiligen mag hebben en houden, en dat
men daaraan eene behoorlijke eer en vereering mag
bewijzen en toebrengen.
Ook erken ik, dat door Christus aan de Kerk de
magt gelaten is van aflaten te geven, en het gebruik
daarvan heilzaam is voor het Christenvolk.
Ik erken de Heilige, Katholijke en Apostolische
Roomsche Kerk voor de Moeder en Leermeesteres van
alle Kerken, en ik beloof en bezweer aan den Room-
schen Paus, den opvolger van den Heiligen Petrus den
eersten der Apostelen, en den plaatsbekleeder van
Christus, ware gehoorzaamheid.
Ik neem ook zonder eenigen twijfel aan en belijd
alle andere dingen, door de Heilige Canons, door de
Algemeene Conciliën, en bijzonder door dit Heilig
Concilie van Trente overgeleverd, bepaald, en uitge-
sproken: en tegelijker tijd doem ik, verwerp ik, en
vervloek ik al wat hiermede strijdig is, en alle ketterijen
-ocr page 18-
16
zonder onderscheid, door de Kerk gedoemd, verworpen
en vervloekt.
Dit ware Katholijke geloof, buiten hetwelk niemand
zalig kan zijn, hetwelk ik thans met" vrijen wil belijd
en voor waarheid erken, beloof ik en zweer ik geheel
en ongeschonden, met de hulp van God, tot mijnen
laatsten adem te bewaren en te belijden, en door mijne
onderhoorigen en door hen, voor wie de zorg in mijne
bediening mij aangaat, zooveel in mij is, te doen hou-
den, leeren en prediken, ik Joseph Renftle.
Zoo waarlijk helpe mij God en dit zijn heilig Evangelie.
Mehring 4 October 1871.
Josef Renftle, Pastoor.
-ocr page 19-
^:ctt~w"oo:r,:d
VANDEN AARTSBISSCHOP AAN DEN HEER RENFTLE.
-ocr page 20-
t
Henricus, Dei gratia Archiepiscopus Ultrajectensis,
dilectissimo nobis in Christo, admodum Reverende- Do-
mino Josepho Renftle, Parocho Meringensi, salutem
in Domino!
Pervenerunt ad nos litterae tuae, datae Meringae
die quarta mensis Octobris hujusce anni, per quas
nobis communicas, quonam modo ordinarius tuus, Epis-
copus Augustanus, te fidelesque tibi adhaerentes, te-
cumque abhorrentes a profana ac impia novitate fidei, et
exinde renitentes novum dogma infallibilitatis papalis
subscribere ac profiteri, gravissimis censuris perculsit,
nee non Sanctum Chrisma ab eo petentibus omnia Christi
dona denegavit. O crimen infaustum! O injuriam ipsi
Spiritui Sancto illatam, per os Pauli ad nos clami-
tanti, frustra nos credere nisi Evangelium qua ratione
nobis praedicatum est teneamus, imo anathemate feri-
endum declaranti quemquem evangelizantem praeter id
quod accepimus, etiamsi angelus e caelo fuerit.
Non tarnen exiguo nobis gaudio fuit, per litteras
tuas accipere, nonnisi paucos e tuis per injustam istam-
Sacramentorum denegationem captos fuisse ad fidem
paternam infitiandam. Maximas Deo gratias, cujus po-
tentissima gratia hoc operatum est. Ille etenim est,
a quo omne datum optimum et omne donum perfectum
descendit; illius certe donum est ut in fide permanea-
mus et per fidem salvemur 5 nam non su fficientes sumus
cogitare aliquid a nobis quasi ex nobis; sed sufficientia
nostra ex Deo est, qui et idoneos nos facit ministros
-ocr page 21-
t
Henricus, door Gods genade Aartsbisschop van
Utrecht, aan den in Christus ons zeer geliefden, den
Zeer Eerwaardigen Heer Josef Renftle, Pastoor van
Mehring, heil in den Heer!
Uw brief, gedagteekend uit Mehring den vierden
October dezes jaars, in welken gij ons mededeelt, hoe
de Bisschop van Augsburg, onder wien gij staat, u en
de geloovigen, die u aanhangen, en die met u de on-
heilige en snoode nieuwigheid des geloofs verfoeijen, en
daarom weigeren het nieuwe leerstuk der pauselijke
onfeilbaarheid te onderteekenen en te belijden, met de
zwaarste straffen getroffen heeft, en hun, toen zij het
H. Vormsel van hem verzochten, alles ontzegd heeft,
wat ons door Christus is geschonken, is ons geworden.
Wat een heillooze misdaad! Wat eene beleediging,
den Heiligen Geest zelven aangedaan, die door den
mond van Paulus ons toeroept, dat zij te vergeefs ge-
looven zoo wij het Evangelie niet houden op die wijze
als het ons gepredikt is, ja zelfs verklaart, dat een
elk die een ander Evangelie predikt, dan hetgeen wij
ontvangen hebben, vervloekt moet worden, ook al ware
hij een engel uit den hemel.
Intusschen was het ons eene niet geringe vreugde,
uit uwen brief te vernemen, dat slechts weinigen der
uwen door die onregtvaardige weigering van Sakra-
menten gevangen zijn geworden om het voorvaderlijk
geloof te verloochenen. Groote dank zij Gode, door
wiens alvermogende genade dit is uitgewerkt. Hij toch
-ocr page 22-
20
«
novi testamenti. Enixe rogamus Deum, nee non plane
confidimus, quia qui opus hoc bonum in iis coepitper-
ficiet usque ad diem Christi.
Congratulamur et tibi, dilectissime frater! quod Deus
misericordiarum Pater, servaverit te in tentatione, ne
deficeret fides tua, imo quod tanto gratiae suae robore
te confortaverit, ut non veritus sis pro tuendo fidei de-
posito, quae a Christo ejusque Ecclesia nobis tradita
fuit, summam contumeliam pati, quasi fuisses ethnicus
et publicanus. Non te terreat, frater! furor servilium
adulatorum omnipotentiae papalis. Non te terreat ne-
fandum illorum anathema. Istiusmodi anathema non
aliter se habet ac benedictio, de qua Christus nos do-
cuit. Si quis fuerit filius pacis, pax illi deprecata re-
quiescet super illum; sin autem, ad deprecantem re-
vertetur. Sic et anathema injuste irrogatum non te
tanget, sed redibit in ipsum infidelem ac injustum ju-
dicem. Isti sunt judices, de quibus ipse Deus declarat:
nescierunt, neque intellexerunt, in tenebris ambulant.
Ad illos terribilis haec vox divina: usquequo judicatis
iniquitatem et facies peccatorum sumitis ?... . Ego dixi:
dii estis; vos autem sicut homines moriemini et sicut
unas de principibus cadetis. Tam longe abest nocere
tibi illud anathema, ut potius cum Apostolis gaudere
quaeas quoniam dignus habitus es pro nomine Jesu, id
est pro veiïtate, contumeliam pati. Perge igitur, fra-
ter ! Tene quod habes, ut nemo accipiat coronam
tuam.
Maximo nobis hic gaudio fuit, quod Congressus Mo-
nachiensis, dum se accinxit strenue ac indefesse pug-
nare pro incolumi servanda catholica fide, etiam dili-
gentissime ab omni lue schismatis se abstinuit. Hanc
viam ipsimet in longo ac vehementissimo certamine se-
cuti sumus. Hac sola via nos invicem occurrere ac
commune certamen inire possumus. Et certe hac sola
-ocr page 23-
21
is het, van wien alle goede gift en alle volmaakte gaaf
afkomt; voorzeker is het eene gaaf van hem, dat wij
in het geloof blijven en door het geloof behouden wor-
den : want wij zijn niet bekwaam uit ons zelven iets te
denken als uit ons zelven, maar al onze bekwaamheid
is uit God, die ons ook tot bekwame dienaars maakt
van het nieuw verbond. Vurig bidden wij God, en wij
hebben een volkomen betrouwen, dat hij die dit goede
werk in hen begonnen heeft het ook voltrekken zal
tot den dag van Christus.
Ook u, zeer geliefde broeder! wenschen wij geluk,
dat God, de Vader der barmhartigheid, u bewaard heeft
in de bekoring, opdat uw geloof niet bezwijken zoude,
ja u met zulk eene kracht zijner genade versterkt heeft,
dat gij niet geschroomd hebt voor de handhaving van
het pand des geloofs, dat ons door Christus en zijne
Kerk is overgeleverd, de hoogste versmaadheid te lijden,
alsof gij een heiden en een tollenaar waart. Laat de
woede der slaafsche vleijers van de pauselijke almagt
u niet vervaard maken, broeder! Laat hun snood ana-
thema u geen schrik aanjagen. Met zulk een anathema
is het even zoo gesteld als met de zegening, waarvan
Christus ons leert. Zoo iemand een kind des vredes
is, 2al de vrede, die over hem wordt afgeroepen, op
hem rusten, zoo niet, dan zal die vrede terugkeeren
op hem zelf, die hem afroept. Zoo ook zal deonregt-
vaardig uitgesproken vloek u niet treffen, maar hij zal
terugkeeren op den ontrouwen en onregtvaardigen reg-
ter zelven. Die regters zijn dezulken, waarvan God
zelf verklaart: zij hebben het niet verstaan, noch bevat,
zij wandelen in duisternis. Tegen hen laat Gods vree-
selijke stem zich aldus hooren: hoelang zult gij onregt
oordeelen, en het aangezigt der kwaaddoeners begun-
stigen ?.... Ik zeide wel: gij zijt goden; edoch gij zult
sterven als menschen, en gij zult te gronde gaan gelijk
-ocr page 24-
22
via, si Pastori et Episcopo animarum nostrarum ita
placuerit, victoriam in ejus Ecclesia reportare poteri-
mus. Quicumque etenim ab unitate Ecclesiae recedit
non errorem vincit, sed per errorem vincitur. Hinc
et magnopere nobis placuit subscriptio tua Symboli
Tridentini catholicae fidei. Signum nobis est In unitate
ejusdem fidei nos ambulare.
Non solum autem nobis communicas injustam repul-
sam, quam parochiani tui a suo Episcopo passi sunt,
verum et rogas nos ut nos ad te transeamus et te ad-
juvemus administrando fidelibus tuis parochianis sanc-
tutn Confirmationis sacramentum. Propositio sane magni
momenti ! Rogas nempe, ut ordinern a canonibus con-
stitutum perturbemus, ac in aliena dioecesi invito or-
dinario pontificalia munia exerceamus. Rati sumus, in
re tam gravi non sine consilio procedendum. Capitulo
nostro desiderium tuum proposuimus. Duplex hic quaes-
tio nobis instituenda fuit. Altera: utrum liceret nobis
hocce in casu institutionem canonicam supergredi. Al-
tera: num forte etiam officium nobis ducendum sit.
Ad resolvendas has. quaestiones prima nobis aucto-
ritas fuit ipsum jus ecclesiasticum, nempe: Deer. Grat.
part. I, dist. 1. Ibi distinguitur inter fas et jus. Fas
dicitur quodcumque legi divinae seu juri naturali con-
forme est, quod vero buic repugnat nefas. Jus vero
nuncupatur quodcumque a lege humana aut more hu-
mano constitutum. Summa illa lex charitatis, a Christo
in Evangelio praedicata: «omnia quaecumque vultis,
ut faciant vobis homines, et vos eadem facite illis:
haec est enim lex et prophetae,» merito lex divina,
vel potius naturalis dicitur. Quid igitur summum fas
nisi quidquid lex illa charitatis jubet? Tantum fas illud
omne jus ab hominibus constitutum superat, quantum
divina majestas humanam vilitatem. Hinc nobis visum
est, nedum nefas esset te adjuvare, econtra summum
-ocr page 25-
23
andere vorsten. Het is er zoo verre af dat die vloek
u zoude schaden, dat gij u veeleer met de Apostelen
kunt verblijden, dat gij waardig bevonden zijt voorden
naam van Jezus, dat is, voor de waarheid, versmaad-
heid te lijden. Ga dan voort, broeder! Houd hetgeen
gij hebt, opdat niemand uwe kroon neme.
Het heeft ons hier zeer verblijd, dat het Munchener
Congres, terwijl het zich aangegord heeft, om moedig
en onbezweken te strijden voor het onverminkt hand-
haven van het katholijk geloof, zich te gelijkertijd
zorgvuldig onthouden heeft van al . wat geleek naar
scheuring. Het is dezelfde weg, dien ook wij zelf in
onzen langdurigen en allerhevigsten strijd bewandeld
hebben. Alleen op dezen weg is het, dat wij elkander
ontmoeten kunnen en eenen gemeenschappelijken strijd
kunnen aangaan. Ën voorzeker ook langs dezen weg
alleen zullen wij, zoo het den Herder en Opziener onzer
zielen behagen mag, de overwinning in zijne kerk kun-
nen behalen. Want al wie afwijkt van de eenheid der
kerk overwint de dwaling niet, maar wordt door de
dwaling overwonnen. Daarom heeft uwe onderteeke-
ning van de katholijke geloofsbelijdenis van Trente ons
zeer behaagd. Het is ons een teeken, dat wij in de
eenheid des geloofs wandelen.
Maar niet slechts deelt -gij ons mede de onregtvaar-
dige afwijzing, die uwe gemeentenaren van hunnen
Bisschop ondergaan hebben; gij verzoekt ons tevens tot
u te komen en u te helpen door aan uwe gemeente-
naren het H. Vormsel toe te dienen. Dat is voorwaar
een voorstel van hoog gewigt. Want hiermede verzoekt
gij ons, de orde, die rloor de kerkregels is vastgesteld,
te verstoren, en in een ander bisdom tegen den zin
van den eigen Bisschop bisschoppelijke bedieningen uit
te oefenen. Wij hebben gemeend, dat wij in eene zaak
van zooveel gewigt niet mogten te werk gaan zonder
-ocr page 26-
24
nobis fas esse. Officium charitatis nobis est, fratribus
quasi omnibus Christi donis despoliatis ac semivivis re-
lictis, opem ferre.
Altera, ac certe non minor, auctoritas nobis est doc-
trina sanctorum Patrum. Ulustrissimus Dominus Varlet,
Episcopus Babyloniensis, in secunda sua Apologia. (Se-
conde Apologie) venerabile agmen doctissimorum Pa-
trum, hac de re testantium, adducit. Audiamus unum
pro omnibus. S. Cyprianus sic scribit ad Stephanum.
Ep. 68: «Idcirco copiosum corpus est sacerdotum,
concordiae mutae glutino atque unitatis vinculo copu-
latum, ut si quis ex collegio nostro haeresim facere et
gregem Christi lacerare et vastare tentaverit, subve-
niant caeteri___ nam etsi pastores rnulti sumus, unum
tarnen gregem pascimus, et oves universas quas Chris-
tus sanguine suo et passione quaesivit, colligere et fo-
vere debemus, nee pati supplices et dolentes fratres
nostros crudeliter despici, et superba quorumdam prae-
sumptione calcari.»
Tot tantisque testibus nixus Ulustrissimus ille vir non
dubitavit ecclesiastici juris decreta transgredi, ut sub-
veniret Ecclesiae nostrae Batavae, ne, injustissime ac
injuriosissime a Romano Pontifice vexata, penitus peri-
ret. Pium hoc auxilium a sexcentis nobilissimis doctissi-
misque viris ecclesiasticis probatum ac laudatum. Sicque
ipsamet Ecclesiae nostrae historia tertium nobis sugge-
rit argumentum, quo movemur tibi tuisque subvenire.
Unus autem scrupulus nobis restat, necessario sol-
vendus priusquam ad te venire opemque desideratam
ferre possimus. En scrupulus. Numquid constitutione
et legibus Regni Bavarici Episcopo extraneo permitti-
tur illic invito ordinario pontificalia munia exercere!
Nisi hoc permissum sit, valde timendum ne officium
nostrum, charitatis ergo susceptum , causa tribulationum
fieret, sicque forsitan in detrimentum bonae causae
-ocr page 27-
25
raad gehouden te hebben. Wij hebben uw verlangen
aan ons Kapittel voorgesteld. Twee vragen hadden wij
hier te onderzoeken: ten eerste, of het ons geoorloofd
zoude ziju in dit geval het kerkelijk voorschrift te over-
treden ; ten tweede, of wij het misschien zelfs eene
pligt moesten rekenen.
Het eerste wat ter oplossing dezer vragen voor ons
van gezag was, is het kerkregt zelf, namelijk: het Deer.
Grat.
le deel, le dist. Hier wordt onderscheid gemaakt
tusschen hetgeen in zich zelf goed en hetgeen regt-
matig
is (fas en jus). In zich zelf goed wordt genoemd
al wat overeenstemt met goddelijke wet of natuurwet:
wat daartegen strijdt is kwaad (nefas). Onder regt-
matig (jusj
daarentegen wordt verstaan al wat door
menschelijke wet of door menschelijk gebruik is inge-
steld. Te regt wordt die hoogste wet der liefde, door
Christus in het Evangelie gepredikt: «doet aan de rnen-
schen al hetgeen gij wilt dat zij aan u doen: want dit
is de wet en de profeten,» goddelijke wet of liever
natuurwet genoemd. Wat is dan wel in de eerste plaats
en boven alles goed zoo niet hetgeen door die wet
der liefde geboden wordt ? Dat goed staat boven alles,
wat door de menschen als regt gesteld is, even hoog
als de goddelijke majesteit hoog verheven is boven de
menschelijke nietigheid. Daarom is het ons voorgeko-
men, dat, wel verre dat het kwaad in ons zoude zijn u te
helpen, het integendeel boven alles pligtmatig voor ons
is. Het is ons een pligt der liefde, broeders, die als
het ware van al de goederen van Christus beroofd zijn
en half dood zijn blijven liggen, hulp te bieden.
Een ander en voorzeker niet minder eerbiedwaardig
gezag voor ons is de leer der Kerkvaders. De door-
luchtige Heer Varlet, Bisschop van Babylonië, voert in
zijn tweede verdedigschrift (Seconde Apologie) eene
achtbare schaar van geleerde Kerkvaders aan, die over
-ocr page 28-
26
verteretur. Hinc placeat tibi, carissime frater! certio-
res nos facere hac de re, et quidem tali responsione,
ut nullus dubio locus relinquatur. Numquid forsan ali-
quod rescriptum, licentiam continens, a rainistris re-
giis acquiri posset ?
Statim ac scrupulus ille solutus erit perpendere po-
terimus, quonam tempore ad te proficiscemur. Non ut
lubet de tempore nobis disponendum. Nobis ipsis nempe
duobus abhinc annis munus est alumnos pro dioecesi
nostra instituendi ac instruendi in clericos\'ac ministros
ecclesiasticos, Nullum habemus qm vicem nostram nobis
absentibus gerat. Hinc nonnisi tempore feriarum oppor-
tunum nobis erit longe aut aliquamdiu abesse. Hinc et
forsan parochianis tuis aliquamdiu exspectandum erit
auxilium quod a nobis optant. Hoc autem non nimis
illis doleat. Fides etenim nos docet, ubi desiderium
ardens sacramentorum animum implet, fructum sacra-
mentorum non deësse. Ardeant igitur Spiritu Sancto
repleri. Solliciti sint, oratione, meditatione, solitudine,
bonorum operum exercitio, morum integritate ac pugna
contra mundanas cupiditates, cor suum praeparare ut
sit dignum habitaculum Spiritus Sancti. Et minime
ambigendum, quin Spiritus Sanctus illis, etiam ante-
quam chrismate ungantur, dona sua impertiatur, illos-
que confortet ut strenue et indefesse pugnent in cer-
tamine jam inito. Patres nostrates, antequam Episco-
pus Babyloniensis auxilio illis venisset, plusquam vi-
ginti annis Confirmatione privati fuerej et nihilomi-
nus magno robore pugnam sustinuere. Deus ipse pug-
nat pro suis et cum suis.
Salutes, quaesimus, frater! omnes tecum in fide stantes.
Salutes et apprime Dominos Döllinger, Friedrich, ali-
osque antesignanos illustris certaminis. Gratia vobis et
pax a Deo Patre nostro et Domino Jesu Cbristo. Be-
nedictus Deus et Pater Domini nostri Jesu Chrisü, Pa-
-ocr page 29-
27
deze zaak spreken. Laat ons een voor allen hooren. De
H. Cyprianus schrijft als volgt aan Stephanus, 68e brief:
«Het ligchaam der priesterschap is daarom zoo talrijk,
«en door onderlinge eendragt aan eengehecht en door
«den band van eenheid verbonden, opdat zoo iemand
onzer mogt beproeven scheuring te maken en de kudde
«van Christus te verscheuren en te verwoesten, de ove-
«rigen te hulp komen.... want schoon wij vele her-
«ders zijn, wij weiden nogtans slechts eene kudde, en wij
«moeten al de schapen, die Christus zich door zijn bloed
«en zijn lijden te zamen gebragt heeft, verzamelen en
«verzorgen, en niet dulden, dat onze smeekende en
«treurende broeders wreedelijk versmaad en door de
«hoogmoedige aanmatiging van sommigen vertrapt
«worden.»
Die doorluchtige man, op zoo vele en zoo aanzienlijke
getuigen steunende, heeft niet geaarzeld de voorschrif-
ten van het kerkregt te overtreden, ten einde onze Hol-
landsche Kerk te hulp te komen, opdat zij niet door de
hoogst onregtvaardige en even smadelijke mishandeling
van den Paus geheel te gronde zoude gaan. Deze lief-
derijke hulp is door duizend van de edelste en geleerd-
ste geestelijken goedgekeurd en geprezen. En zoo le-
vert dan de geschiedenis zelve van onze eigene kerk
een derde beweeggrond om U en de uwen te hulp te
komen.
Er blijft ons echter eene zwarigheid over, die nood-
zakelijk moet opgelost worden eer wij tot U kunnen
komen om de verlangde hulp te bewijzen. Ziehier de-
zelve. Laten de grondwet en de wetten van Beijeren
het toe, dat een vreemde Bisschop aldaar tegen den
wil van den eigen Bisschop bisschoppelijke bedieningen
komt uitoefenen! Zoo dat niet geoorloofd is, is het te
vreezen, dat onze dienst, liefdeshalve ondernomen, eene
oorzaak van beroeringen zoude worden, en aldus ten
-ocr page 30-
28
ter misericordiarum et Deus totius consolatioms , qui
consolatur nos in omni tribulatione nostra: ut possimus
et ipsi consolari eos, qui in omni pressura sunt, per
exhortationem, qua exhortamur et ipsi a Deo. Quoniam
sicut abundant passiones Christi in nobis: ita et per
Christum abundat consolatio nostra. Sive autem tribu-
lamur pro vestra exhortatione et salute, sive consola-
mur pro vestra consolatione, sive exhortamur pro ves-
tra exhortatione et salute, quae operatur tolerantiam
earumdem passionum, quae et nos patimur: ut spes
nostra firma sit pro vobis, scientes quod sicut socii
passionum estis, sic eritis et consolationis. Amen.
Manu nostra subscribimus
Obsequentissimus tibi
Ultrajecti                    Archiepiscopus Ultrajectensis
15 Novembris 1871.                        f H. Loos.
•3t-
-ocr page 31-
29
nadeele der goede zaak zoude strekken. Daarom, ge-
liefde broeder! wees zoo goed ons zekerheid omtrent
deze zaak te geven, en wel door een antwoord, dat
geenerlei grond van twijfel overlaat. Zoude welligt
een verlofbrief van de Ministers des Konings daarom-
trent te verkrijgen zijn ?
Zoodra deze zwarigheid zal opgelost zijn, zullen wij
in overweging kunnen nemen, wanneer wij op reis
zullen gaan om tot u te komen. Wij kunnen niet naar
ons believen over den tijd beschikken. Want sedert
twee jaren hebben wij tot taak, zelf kweekelingen voor
onze dioecees op te leiden en te onderrigten tot geeste-
lijken en kerkelijke bedienaars. En wij hebben niemand,
die bij afwezigheid onze plaatsvervanger zoude zijn.
Daarom alleen in den vacantietijd zoude het ons schik-
ken ons verreweg of voor eenigzins langen tijd te ver-
wijderen. Daarom zullen ook welligt uwe gemeente-
naren wat lang moeten wachten naar de hulp, die zij
van ons verlangen Doch laat hun dit niet te zeer
bedroeven. Want het geloof leert ons, dat zoo eene
vurige begeerte naar de Sakramenten het gemoed
vervult, ook de vrucht der Sakramenten niet ont-
breekt. Dat zij dan vurig haken om met den Hei-
ligen Geest vervuld te worden. Dat ze bezorgd zijn
om door gebed, overdenking, eenzaamheid, beoefening
van goede werken, onberispelijkheid van zeden en be-
strijding der wereldsche lusten hun hart te bereiden,
opdat het eene waardige woonstede worde van den
Heiligen Geest. En dan valt geenzins te betwijfelen,
of de H. Geest zal hun, ook voor dat zij met het
chrisma gezalfd worden, zijne gaven verleenen en hen
versterken opdat zij moedig en onbezweken kampen in
den aangevangen strijd. Onze voorvaders zijn, voor
dat de Bisschop van Babylonie hun te hulp kwam, meer
dan twintig jaren van het H. Vormsel verstoken geweest
-ocr page 32-
30
en hebben niettemin den strijd met groote kracht
volgehouden. God zelf strijdt voor en met de zijnen.
Gelief, broeder! allen die met u vaststaan in het
geloof te groeten. Groet vooral de Heeren Döllinger,
Friedrich, en de andere voorgangers in den roemrijken
strijd. Genade en vrede zij ulieden van God onzen
Vader en van den Heer Jezus Christus. Geloofd zij God,
de vader onzes Heeren Jezus Christus, de Vader der
barmhartigheden, en de God aller vertroosting, die ons
vertroost in alle onze verdrukkingen: opdat wij ook
zouden kunnen vertroosten allen die in eenige verdruk-
king zijn door de vertroosting, met dewelke wij zelf
door God vertroost worden. Want gelijk het lijden van
Christus in ons overvloedig is, zoo is door Christus onze
vertroosting overvloedig. Nu het zij dat wij verdrukt
worden, het is tot uwe vertroosting en zaligheid; het
zij dat wij vertroost worden, het is ook tot uwe ver-
troosting en zaligheid, die uitgewerkt wordt door het
verdragen derzelfde verdrukkingen, welke wij ook lijden ;
zoo dat wij eene vaste hoop hebben voor u, wetende,
dat gelijk gij aan de verdrukking deelachtig zijt, gij
ook alzoo aan de vertroosting zult deelachtig worden.
Amen.
Wij onderteekenen dit met onze hand
Uw dienstvaardige
Utrecht,
                     De Aartsbisschop van Utrecht
15 November 1871.                          f H. Loos.