-ocr page 1-
W&Q-
cS&
i^
^«Mö"**^
VT^l
f**®.
-ocr page 2-
^
YAM [ó
\'
AA. qu.
-ocr page 3-
\\
-ocr page 4-
BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT
A06000031470507B
3147 050 7
-ocr page 5-
O
/s
? \'
i
— 1
SINT LUCAS GILDE te HAARLEM
IN
1631.
(Medegedeeld door den Adj.-Archivaris van Haarlem C. J. Gonnist.)
c broederschap der Schilders te Haarlem, had in
den aanvang der zeventiende eeuw den weg inge-
slagen, dien zij door hare andere Hollandsche kunst
genootcn betreden zag. Het was nog zoovele jaren
niet geleden, dat het penceel vooral in dienst had
gestaan der bijbclsche- en kerkelijke historie of van
tijd tot tijd zijne hulp leende tot vergoding van helden en episoden
der fabellecr, eenc richting der kunst welke te dier tijde in Italië
sterk aan de orde was en door de Schilders die het zuiden bczoch-
ten, naar huis werd medegebracht.
Maerten Van Hf.emskerck onder de Haarlemmers, laat ons vrij
goed opmerken, wat hij in Rome had zien verkondigen en leeren,
maar hij is ook zoo wat de laatste, die zijne heiligen of kerkelijke
personen in eene klassieke omgeving te voorschijn brengt. Na hem
1
-ocr page 6-
_ 2 —
maakte men zich los van die traditiën en zocht ecne eigen, bovenal
eene vaderlandschc kunst. Zich afwendende van het ideale, ten minste
zoo weinig mogelijk zich bekommerende met bovenaardsche verzuchtin-
gen, even weinig dwepende of even krachtig brekende met de
grieksch-romeinsche herlevingsrichting, sloeg men de blikken van den
hemel naar de aarde en riep het, van de zuiderzon vermoeid en naar
verkwikking smachtend oog, terug naar de groene velden van het
polderland. Van de bouwvallen der Komeinsche paleizen en de in
puin zakkende zegebogen der overwinnaars, keerde men zich naar
de hecht onderhouden raadhuizen der vaderlandschc steden, van de
Madonna\'s en heiligen naar de Regenten in hunne vroedschapkamers
of naar de keurmeesters der lakenen in hun staalhof. Van het boven-
aardsche tot het gewone en alledaagsche, dat was wel een stoute
stap\', daar in het Zuiden werd het beproefd oin vormen te geven aan
geheimenissen, nooit door iemand aanschouwd en de zinnen en ge-
dachten te brengen, daar waar alleen de fantaisie toegang had. Een
streven, dat al naarmate der verbeeldingskracht van den kunstenaar,
bij oneindige .schakeeringen, glorierijke overwinningen kon bezorgen,
maar ook jammerlijke nederlagen kon ten gevolge hebben.
En nu ging men hier in het Noorden, op het ingedijkte moeras-
land aan de zee, den ouden weg verlaten en een nieuwe kunst zoe-
kcn. Was hier zooveel te zien, dat de moeite waard was om te
worden geschilderd? De korporaalschappen der schutterijen, de ovcr-
liedcn der gilden, wie zag ze niet dagelijks rondom zich ? Wie molens
of weteringen wilde aanschouwen, behoefde immers slechts de stads-
poort uit te gaan: wie galjoenen of schepen begeerde, kon op het
IJ of in den Amstel, op de rivieren en in de binnenvaarten zijn oog
naar hartelust verzadigen; wie zijn vermaak stelde in buurkermissen
kon zich den gansenen zomer door, op het land met de huislicdeu
-ocr page 7-
c
— 3 —
vermeien; paardenmarkten vond men overal en aan ruitergevechten
was geen gebrek in een land dat sedert tientallen van jaren in ooi-
log was.
De keus was dus moeilijk, hoe groot de verscheidenheid der
onderwerpen, maar dan van zeer gewonen aard, ook wezen mocht.
Maar de Schilderschool wilde breken met de overleveringen van een
tijdvak dat men voor goed afgesloten hield. Om de gesehiedenis ter
hand te nemen, kwam slecht overeen met de leer eener kunst die
een nieuwen weg ging zoeken, daargelaten nog het feit, dat in Hol-
land de kleuren op het palet, nimmer bij voorkeur of in hoofdzaak
voor de historie zijn bestemd geweest en dat veld zooveel mogelijk
aan de etsnaald is vrijgelaten.
Er bleef dus niet veel anders over, dan zich te wenden, tot
hetgeen men rondom zich zag\', het gewone hollandsche landschap,
met zijne weiden en duinen en stroomen, de vrome en vroede poor-
ters in beeld te brengen; een weinig verheven, ja, maar een onuit-
puttelijk onderwerp, dat voor de eerste eeuwen afwisseling genoeg
aanbood en zoolang het niet aan Schilders mangelde, niet ten einde
zou komen voor de laatste Vendrig der Schutterij, de laatste over-
man der gilden zou zijn ten grave gebracht.
En daar bestond in Haarlem ter zeventiende eeuwe niet veel vrees
voor, want lang was de rij der Schutters en Regenten, die nog ston-
den te wachten om voor hun portret te poseeren en mocht Krans
Hals ook schilderen zooveel hij kon, hadden Frans Pietersz. GREB-
BER en CORNELIS EngELSZEN VERSPRONCK reeds tal van gebaarde
en baardelooze hoplieden der loffelijke Schutterij op het doek ge-
bracht, Joannes Veuspronck en PlETER Ki.aesz. Soutman moesten
zich gereed maken, om de met ongeduld bevangen Schutters te pen-
ceelen, die, met de minder voortvarende en meer tot talmen neigende
-ocr page 8-
— 4 —
Gasthuisregenten en Spinhuisvaders, hunne beeldtenis op het doek
wenschten te aanschouwen.
Mocht nu het portrct-eischend poortrental groot wezen, de broe-
derschap der Schilders ging er tegen opwassen, en er ligt weinig
overdrijving in, wanneer we de stad Haarlem tegen de helft der ze-
ventiende eeuw bij ééne groote schilderkamer vergelijken. Geheele
huisgezinnen beoefenden de kunst. Wie F"rans Hals noemt, denkt
ook aan zijn broeder Dirck Hals en heeft zijne zonen Harman,
Nicolaes, Reynier en Hendrik Hals voor den geest. Frans
Pietersz. Grebber met zijne kinderen Pieter Fransz. en Maria
Grebber en zijn naamvoerders Mouris Jansz. , Aelbert en Frkdrik
Grebber bloeiden in den tijd waarvan we spreken. De naam WOU-
WRRMAN behoeft slechts genoemd te worden, om te herinneren hoe
PHILIPS met zijn broeders Pieter en Jan den Schildersaanleg erfelijk
medebrachten van hun vader Pauwels Joosten Wouwerman. Sai.o-
mon de Brav, met zijne zonen Jan, Jacob, Dirk en Josephus. en
zijn oomzegger Albert De Bray, de kunstkweekende broeders
Adriaen en Isaac Van Ostade, Salomon met zijn zoon Jacob Van
Ruysdael zijn bij ieder bekend. Dit zijn nu nog maar de voornaam-
sten, doch wanneer we de op zich-zelven arbeidende kunstenaars
gingen opnoemen zouden we vooreerst niet ten einde komen. Pieter
De Moi.ijn, Gaeif Meynderts Fabricius, Hendrik Gerrits Pot,
Pieter Jans Bagijn, Judith Leyster, Pieter Saenredam, Frede-
rik en Cornelis Vroom, Willem Heda, Guiljaem Polydanus,
Gerrit Claesz. Blkeker, Frans De Hulst, Wouter Knijk, Barth.
Molenaer, Thomas Wijck, met eene menigte anderen, hooren in
dien tijd thuis.
Bij den omvang, die de broederschap door het toetreden van
zoovele leden kreeg, maar vooral door de beteekenis en het gewicht
-ocr page 9-
— 5 —
van zulk een edel en breed vertakt bedrijf als de kunst, werd het
meer en meer noodig de keuren, de grondwet van den gilde, te
herzien, aan te vullen en uit te breiden. In 1514 en 1590 waren
reeds keuren uitgevaardigd, maar moge ook destijds de Schilderkunst
met goed gevolg te Haarlem beoefend zijn, nhnmer had men toen
gedroomd van de vlucht, die zij nu stond te nemen. Nieuwe tijden,
nieuwe wetten dus.
Het is op die lang verholen gebleven keur van het St. Lucasgild,
dat in de volgende bladzijden de aandacht gevestigd wordt. Dit stuk
was voor weinig jaren, in 1870, toen Dr. A. Van der WILLIGEN
zijn boek Les Artistes de Harlem in het licht zond, hem nog onbe-
kend, gelijk hij het op blz. 5 uitdrukkelijk vermeldt en zelfs als niet
bestaande aanduidt. Daarin echter vergiste zich de geleerde schrijver,
want niet lang daarna, in 1873, werd op de verkooping der boe-
kerij van wijlen Mr. J. Van Dam van Noordeloos te Rotterdam, te
koop aangeboden bet Wapenboek van St. Lucasgilde te Haarlem , dat
in eigendom is overgegaan aan het Archief dier stad. Dit register,
getiteld »St. Lucas-Gilden Wapening en Lijck-Sieraten A°. 1635" be-
vat allereerst de 18 blazoenen van de 14 ambachten of bedrijven,
welke onder het gild behoorden en afbeeldingen van de lijkkleeden,
waarmede de gildebroeders, naar gelang van han kunst of beroep,
werden begraven (hoogst waarschijnlijk door Salomon De Bray) in
kleuren geteekend. Verder de, eigenhandig door Salomon De BRAY
geschreven, straks af te drukken stukken, met de eigenhandige naam-
teekeningen van Deken, Vinders en gemachtigden. Het boek heeft
vroeger tot de gildepapieren behoord, maar is door Jacobus Konino
omstreeks 1816 gebruikt voor zijne bekroonde verhandeling: »Over
den oorsprong enz. der boekdrukkunst", in zijne boekerij gebleven en
-ocr page 10-
— 6 —
daaruit (1833) overgegaan in bezit van den Heer Van Dam van
Nuokdei.oos. (Zie Catal. handschr. Jac. Koning bl. 10 N. 62.) Ge-
lukkig dat het nu weder zijne oude plaats inneemt naast de andere
gildeboeken van St. Lucas.
In die aanstonds volgende keur, zal men veel bevestigd zien,
wat Dr. Van DER Willigen nog maar bij gissing kon vermelden.
Sommige zaken echter treden in een ander licht, dan waarin ze tot
nu toe waren beschouwd. Zoo hield men het er voor, dat de tafc-
reelen waarmede de vergaderkamer was versierd, te danken waren
aan de goedwilligheid der Schilders, maar reeds in art. 3 zal men
zien, dat de toetredende gildebroeders tot het schenken van een
kunststuk hunner hand verplicht waren, ja zelfs, dat met angstvallig-
heid de maat wordt opgegeven van de schilderij, de geëtste plaat,
het geschilderde glasperk, het gesnelen of gehouwen beeld enz. enz.
welke als «blijde inkomste" moesten aangeboden worden.
Dat de nieuwe organisatie den bloei der kunst niet aan banden
legde of belemmerde, maar het welvaren der broederschap naar
wensch heeft bevorderd is vrij goed bekend en blijkt duidelijk uit de
naamlijsten van dien tijd. Het kan bovendien afgeleid worden uit
deze omstandigheid, dat het in omvang en beteekenis toenemend
gild in 1636 een eigen vergaderplaats heeft bekomen in het I\'rincen-
hof boven het broodwegerskantoor, waarheen alle reeds verworven
schilderijen, beelden en voorwerpen van kunst werden overgebracht
en waar bij de eerste vergadering den 7 Juli 1637 het volgende in
het notulenboek werd opgeteekend:
De heere deecken Mr. Florens van Dijcic, uytnemendt schil-
der, (heeft) tot een eerste gifte aan den gemene Gilde, en tot sier-
ïaedt van deesen kamer, ter kamere vereerdt een principael gegooten
Troonie (borstbeeld) op het leeven, gedaen bij den heerlijcken e»
-ocr page 11-
— 7 —
alder beroemsten Miciiael Angelo Bonaroti , sijndc deselve bij den
heer deecken van DlJCK mede uyt Italien \'t huys gebracht.
Na deze lange voorafspraak, doen wij hier de stukken volgen:
Aen den E. Heeren Burgermeesteren der
stadt Haerlem.
Verthoonen revercntlijcken den Deecken Vinders ende voornaem-
ste Gildebrocderen van St. Lucas (ofte Schilders) gilde binnen deeser
stadt, hoe dat sij supplianten bevinden dat van over langer handt soo
deur onachtsaemheyt en versloffen der vooryghe overhoofden en regen-
ten des selvyghen gildts, als weerspalticheyt van sommyghe aenbe-
hoortyge Leedematen van dien, het selvyghe Gilde tot sulcken verval
ghekoomen te sijrJ datte ordonnantie hier voortijden bij den E. Heeren
Hurgermeesteren deeser stadt tot sustentatie vant selve Gildt gemaeckt,
ghenoechsacm insouffisant bevonden weit, omme een ijder lottct selve
Gildt specteerendc te inooghen constringheeren totte aenhoudingh van
de selve Gilde. Ende alsoo hen supplianten voois. Gilde wel het
oudste ende voorbarighste gilde deeser Stadt van over veele jaren
altoos es gheweest, jae sulckx dat sij supplianten achte 1 dat om des
selffs achtbaerheyts halven, alle verval van dien in alle inooghclijck-
heyt behoort ge .veert ende alle tgheene daertoe eenichsints oorsaeckc
soude moogen gheeven, ghedempt te weiden deur bequame ende klare
ordre bij UE. vuyt auctoriteyt UE. competerende daer toe ghcstatu-
eert, ende alsoo sij supplianten de beste kennisse ende weetenschappe
hebben, waer wt henluyder disordre is ontstaende Soo hebben sij
supplianten metten anderen geraemt ende in geschrifte ghestelt (vol-
gens Uwer E. ordre hun in Aprillis 1630 ghegheeven) alsulcke artycu-
len ende ordonnantién als sij luyden achten en bevonden hebben hen
seer nootsaeckelijck tot onderhoudt van heurluyder voois. Gildt te
-ocr page 12-
— 8 —
sijn, hebbende in de selve waerghenomen en gheobserveert soo vecle
de teegenwoordyghe tijt gheleegentheyt der saecken lijden mochten,
alle poincten en artycule van hunne oude keure ende ordonnantiën
naer dewelcken sij hen tot nu toe hebben gereguleert, Oversulcx
keeren sij supplianten hen luyden tot UE. eerbiedelijcken versouckende
dat UE. ghelieven de voors. ordonnantie ende nieuwe artyculen te
visiteeren ende dien volgende deselve vuyt UE. autoryteyt of ende
tot maintinement van \'t voors. Gilde te statueuren ende bevestyghen,
Twelck doende etc.
Putter de Moi.ijn
Outgbrt Ariss. Akersloot
Willem Claess. Heda
Sa. de Bray 1632 ,\'„
C. Corneliss, Schilder.
CORNELIS CLAESZOON. VAN WlERINUE
F. VAN DlJCK
IsAACK HAUNCK out vinder.
ORDONNANTIE,
                                           ENDE
KÜERE,
OP DEN GILDE ENDE DEN GEMEENEN GILDEBROEDEREN
VAN HET SCHILDERS
OFTE
St. LUGAS-GILDT
BINNEN
HAARLEM,
VAN DEN JAARE 1631.
-ocr page 13-
— 9 —
Tafels-wijze verspreydinge der konsten Hantwerck en
Ambaghten en Nee ringen, onder den Gilde van
St. Lucas sorteerende en slagh rey ckende.
, Meesters.
Vrije gasten Handelaars
\' discipulen. Leerlingen. Jongens.
I. riaetsnijders, etsers.
,2. glaeseschrijvers, verlichten.
I 3. beeldtsnijders, houders, off gieters.
/ architecten.
Schilders.
Gesellige
overste ge-
staende bij
die van de
konst als
nare als
14. gemenghde kon-
sten als
Landmeeters.
alle mathematice.
alle sellsame kon-
stige werklieden.
/ Groffschilders.
Vergulders, Stoffeerders,Spiegelmaeckers.
Affzetters. Webbebriefjensmaeckers.
Depen- lPrimunrders, huyseverwers.
denten of IStoeldreijers, geschilderde houtkramers.
aenbe- /geleybackers, en verkoopers.
hoortige"Tdruckers off maeckers.
der kon- Jalle wie verwe penseel off graeffijser ge-
sten als J bruyekt ofte eenyge beeldtwercken
maeckt.
alle die yets den konste racekende han-
delt off verkoopt.
Needer- / I. Goud en zilversmeeden,
gedeelte l 2. boeckbinderen, druckers, en zetters,
bestaande! 3. koperslagers, Geelgieters.
uyt de 14. tin en Loodtgieters, orgelmakers, pompmakers,
handt- I leydeckers.
wereken ,_-j. Glasemaeckers en verkoopers.
ambagh- j 6. borduurwerekers, tapijt, en damaste beeldt-
ten en nee-1 werekers.
ringhen f 7. blickwerekers, lantaarnmaeckers, en alle die
1 vandeesenl mette bout soudeeren.
\\ gilde als \\ 8. ijserkramers, en uytdraghers off draeghsters.
St.
Lucas-
Gildt.
-ocr page 14-
— 10 —
ORDONNANTIE
ENDE
KUERE
OP DEN GILDE ENDE DEN GEMEENEN GILDEBBOEDEBEN
VAN HET SCHILDERS
OFTE
St. LUCAS-GILDT
BINNEN
HAARLEM.
Bij ende uyt wie en welcken den Gilde bestaet, Ende
wat konsten hantwercken en neeringen onder
de zelve sorteeren.
i.
In den eersten soo sorteeren onder deesen Gilde van Sta. Lucas,
Als voorneeinpste hooftgedeelte, ende bij den welcken den Gilde
voorneementelijckcn is bestaende den Schilderen en gesellige konste-
naeren als, i Plaetsnijders of etsers, 2 Glaasz\'schrijvers en verlighters,
3 bceldtsnijders, houwers, off Gieters. 4 en voorts de gemenghde
konsten, als Architecten, Landtmeeters, en voorts alle Mathematice
ofte Wiskonstenaeren ende alle Seltsame konstighe wercklieden, mecde
alle dceser voors. konsten dependenten en aenbehoortige Als Groff-
schildcrs, verguUlers, stoffeerders, affzetters, Primuurders, Huysever-
wers, stoeldreijers, geleybackers, druckers off maeckers, en voorts
alle wie en wat verwe, penceel, ofte graeffijser gebruyekt, ofte beeldt-
wereken maeckt, ofte yets den konsten, en konstige handtwereken
en neeringen voors. conccrnecrende maeckt, handelt drijft, ofte raeckt
of verkoopt. Onder welcken voors. Gilde mede sorteeren en begree-
pen zijn (1) den Gout: en Silversmeeden, ende alle die Gout ofte
-ocr page 15-
— 11 —
Zilver, verwercken, off verkoopen (2) den boeckbinderen, druckers en
Setters. (3) de koperslagers, en Geelgieters endc alle die in kooper
wercken off verwercken (4) de Tin en Lootgieters, ende alle die in
tin off Loodt wercken ofte verwerken, als Orgelmaeckers pompmaec-
kers en Leydeckers, (5) oock meede de glaesemaeckers en verkoo-
pers. (6) de borduyrwerckeis ende alle Tapijte en damaste beeldt-
werckers. (7) de blickwerckers, lantaernmaeckers, en voorts alle die
met de bout ofte kaerssen eenich werck sondeeren, ofte die iets den
handtwercken en neeringhen voors. concerneercnde handelen drijven
ofte raecken ofte koopen omme wederomme te verkoopen als de
(8) ijserkramers, en uytdragers of draeghsters, en alle dergelijcken
den neeringhen en handtwercken voors. dependent ende aenbehoor-
tich sijndc. Ende en sal in deesen (\'.ilde van S\'. Lucas, van nu voorts
aen, en naer deesen niemant moghen zijn, ofte koomen ofte oock in
eenyger manieren onder t zelve mogen sorteeren, ofte eenyge premi-
nentie, vrijheydt, ofte rechten van deesen gilde, ofte der neeringhe
van dien genieten, ofte aen sigh treckken, zonder eerst ende voorens,
in allen manieren den gildt rechten (hier naer beschreeven volgende)
soo voor inkoomen, als anders aen Vinderen van den zelven Gilde
punctuelijcken te hebben voldaen, en betaelt; ende voorts naer dien
volgens zijn qualiteyt en doen onder den Gildebroederen van sijn
soortte en neeringhe geregistereert ende ingeschreven te sijn. Naer
t welcken (ofte dan zij) midts dragende alle ordinarijs, en J;uijghe
I.aste van den Gilde sal mooghen sijn, en blijven onder den voors.
Gilde rustelijcke en vredelijck sorteeren, ende zonder iemants weder-
segghen of bekreun hunne neeringhe konst ende handtwerck doen
ende drijven Alles volgens deese keure ende perticulieve specificatie
der articulen van dien.
-ocr page 16-
— 12 —:
Gildt-recht, Inküomen, en Jarige Lasten der Gilde-
Broederen.
2.
Ende zullen allen dengeene t zij dan man ofte vrouwe die wee-
gens haere konste handtwerck off neeringhe (in den eersten Articule
klaerlijcken gementioneert) behoren ofte slagh-reycken, niet moghen
doen, handelen, drijven, ofte maecken, ofte koopen omrae te ver-
koopen, ofte in eenijger manieren iets eenijghe der voors. konsten,
neringen en handtwereken concerneerende, ofte aengaende, vermoo-
ghen ter handen te trecken, ofte te doen; ofte den meesterschappe
van deesen aen sigh te trecken, ofte in dier qualiteyt zijne neeringhe
te voeren ende te drijven, souder eerst ende alvoorens voor dies aen
vinderen te hebben voldaen, en betaelt t Recht daer toe staende Ende
dit op pene, voor den gecnen die bevonden sal werden ter contrarie
te doen en naer voorgegaene waerschouwinge op dies betrapt ende
bekeurt sal warden, van te verbeuren ter eerste male 6 gulden, ter
tweeden male 12 gulden, en ter 3» malen 24 gulden, onvermindert
en boven tgeeue noch te betalen voor zijne inkoomen en Gildtrecht,
en voorts versteecken en inhabyl om binnen de drie eerste volgende
Jaren naer date van de derde bekeuringhe, in de gepretendeerde ofte
onwettich aen zigh getrocken cpjaliteyt van Gildebroerschap onder
deesen Gilde geleeden ofte aengenoomen te werden en zullen de boe-
ten van deesen, gaen: d eene helfte voor den Heere ende d\' ander
helft voor den Armen bos van deesen voois, gilde.
3-
Welverstaende, dat niemandt onder deesen Gilde tot meester
geleeden, ofte aengenoomen en sal mogen werden ofte hij en hebbe
ten minsten drie Jaren met, ofte bij een meester, off meesters als
leerlingh, ofte discipul geleerdt, ende gewrocht; ende bovendien ten
-ocr page 17-
— 13 —
minsten een Jaer als vrije gast met een meester, off op zijn selven
gewrocht, en geldt gewonnen. Zoo oock meede en sal hij tot het
selve recht van meesterschap eghter niet mooghen toegelaeten werden
voor den ouderdom van 20 Jaren. Ten ware bij sonderlinge excelentie
in sijn konste, ofte handtwerck, en dit ten oordele van vinderen en
den geenen bij hen over dies beroepen; ofte oock bij vroegere huwe-
lijck, ofte oock, dat hij ware wetlelijcken gemondicht ofte andersints
bij uytdruckelen beveelen van Magistraten ende sal bij yder inkoomendt
gildebroeder voor güdtreght ende inkomen als meester betaelt moeten
werden als volght, te weeten bij die van de konst:
Een meester Schilder sal voor sijn inkoomen en aenneemen van
Meesterschap, aen en ten profijte van den voors. Gilde geeven, een
nieuw vol afgemaeckt stuckjen Schilderij van sijn handtwerck, houdende
ten minsten de groolte van twee kennemer voeten vierkant, en sal
voorts booven, ende neffens dien aen vinderen ten profijte van den
voors. gilde, eens betalen de somme van vijfthien car. gulden waer
meede hij sal sijn gequalificeerd en aengenooinen als Mr. dier konsten
en sal daer voorens bij allen gildebroederen moeten gekent en aen-
genoomen werden.
De gesellige Konstenaren.
Een meester Plaatsnijder sal voor sijn inkoomen en meesterschap
aen \'t voors. gilde geeven een nieuw-gesneeden plaat houdende ten
minsten de grootte van acht kermer duymen vierkant, ofte een stuck
penwerck ten minsten van twee voeten vierkant al van zijn eygen handt,
en sal voorts booven en neffens dien, in maniere als voors. aen vin-
deren eens betalen de somme van vijffthien car. guld. waer meede
hij sal zijn aengenoomen en gequalificeert als voors.
Een meester Glazz Schrijver, zal voor inkoomen ende meester-
schap aen \'t voors. gildt geeven, eer. nieuw geschreeven en gebacken
-ocr page 18-
— 14 —
perck van sijn eygen handtwerck, houdende ten minste de groote van
acht keimer duymen vierkant, ofte dan een geloodt, geschreeven en
gebacken glas houdende de grootte van 2 kenner voeten vierkant
meede van sijn eygen werck, en sal voorts boven en neffens dien in
maniere als vooren, aen vinderen van den voors. Gilde eens betalen
de somme van vijfthien car. guld. vvaermeede hij sal zijn aengenoomen
en gequalificeert als voors. is.
Een Mr. Ueeldtsnijder, houwer, off gieter zal voor zijn inkoomen
en meesterschap aen, ende ten profljte van den voois. Gilde geeven,
eenigh gesneeden, off gehouwen off gegooten beeldt: ofte beeldtwerck,
van alle zijen schoon, houdende de hooghte ten minsten van twaeliff
kermer duymen, ofte een ander stuck werck hallif rondt houdende de
grootte van twee kermer voeten vierkant en sal voorts met, ende
neffens dien, in maniere als vooren aen handen van vinderen betaelen,
eens vijfthien gulden, waermecde hij sal sijn aengenoomen en gequali-
ficeert als voors. is.
Voorts zullen den gemenghde konstenaeien als Architecten, landt-
meeters en voort alle mathematice off Wiskonstenaers meede alle
konstige wercklieden en maeckers van zeltzaemheeden voor hen in-
koomen en meesterschap aen, ende ten profijte van den voors. Gilde
geeven (alhoewel hier niet perticulierlijck gespecificeert zijnde) eenige
stucken ofte wercken van hen konst ende werck even, ende gelijck
zijnde aen de waerde der stucken ende wercken ghegeeven bij die van
de voorgementioncerde konsten, en dit ten oordele van vinderen ende
den geenen bij hen over dies beroepen en voorts met, ende neffens
dien betalen eens vijfthien car. guld. als vooren , ende zullen alsdan
meede zijn aengenoomen en gequalificeei-t als voors.
4-
Nu ingeval iemandt deeser voors. konsten in de selve sijnde ge-
-ocr page 19-
— 15 —
qualificeert als meester, hadde kindt ofte kinderen, in de voois. kons-
ten opgetooghen, de outste ofte de eerst inkoomende zoon, als
Mr., zal voor zijn inkoomen en meesterschap, aen den gilde gegeeven
hebbende een stuck werekx van zijne konste ende handtwerek, met
daer neffens aen vinderen eens te betalen drie guld., tvolle gildtrecht
en meesterschap als anderen hebben en genieten mits hebbende de
qualiteyten en bejaertheyd als int begin van het 3e artijeul is geseydt
en sijn daer meer zoonen die sullen \'t meesterschap mooghen winnen
met zes gulden in manieren als voois, en ingeval iemandt quame te
houwen met een dochter van eenen der konsten in gelijcker qualiteijt
van meesterschap zoo sal de oudste ofte eerst inkomende in gelijcken
manieren gelijcke giltrecht ende meesterschap moghen hebben en
genieten, mits betalende aen vinderen in gelijcker voegen eens de
somme van zes car. gul., even en dezelve preminentie, en beneficie
zal oock moogen hebbe ten selven prijse en in gelijcker manieren den
geenen die met den naergelate weduwe van een Mr. der konste zal
komen te trouwen.
5-
Ende zullen de geenen die hen met de schilder neeringhe, koopen
en verkoopen van Schilderijen, printen ende pampierkonst, meede
gesneeden en gehouwen, ofte gegooten beelden ofte beeldtwercken,
en voorts allen anderen konstige stucken en wereken der voors. kons-
ten, uytgenoomen dan alle gehouwen hertsteen ofte gesneden hout-
werek ofte eenijge andere wereken deesen gilde subject zijnde welcke
binnen deser stadt ende derzelver vrijdom in eenige timmeringhe zal
dienen alle welcken bij niemandt anders en sullen moghen werden
geleevert gemaeckt ende verkoft als hij de daatlijcke werekers en
meesters der selver onder deesen gilde in behoorlijcken forma sortee-
rende, willen eraeeren en met dezelve handelen en hen neeringhe
-ocr page 20-
— 16 —
drijven, zonder nochtans dat deselve door hunne datelijcke kunde,
konst ofte handtwerck tot het zelve zijn gequalificeert ofte bequaem.
Deselve nochtans, om reedenen zullen moghen werden tot sulckx
toegelaten, ende het Gildt recht in dier voeghen te weeten om te
handelen, koopen en verkoopen, en met open winckel houdinghe
hunne neeringhe met alle wercken der konsten voors. (alles volgens
deese keure) te moogen drijven ende doen; mits betalende voor het
inkoomen en winckelrecht, aen hande van den vinderen van deesen
gilde, eens de somme van veertigh car. guld. Waermeede zij sullen
zijn gequalificeert in voeghen als in deesen artijcule is gementioneert
en verder niet, en zullen voorts alle jarige lasten moeten draghen als
de M""i der konsten, en zullen eghter ende eevenwel maer zijn ge-
noomen en weesen in gelijcken grade met den vrije Schilderen, gasten
en werckgesellen deeser konsten uytgenoomen dat haer bovendien is
toegelaeten open winckelinge te doen en voorts alles zoo als in deesen
is gespecificeert.
6.
Nu de leerlingen en discipelen de welcke haer drie leerjaren met
een meester ofte meesters hebben voldaen en nu begeeren of met
een meester ofte op haer selven hare werck te doen en geit te winnen
als vrije Schilders, Gasten ende Werckgesellen der voorgeseyde kons-
ten, dezelve zullen tot zulcx werden toegelaten mits aen vinderen
voor hen inkoomen als vrije gast ofte werckgesel eens te betalen 42
st» ten profijte van den Gilde, en neffens dien iets van haere konst
ende handtwerck te geeven tot Vinderen discretie, en dit welver-
staende soo dese gast voor ons als discipel of leerlingh onder deesen
gilde heeft gesorteert, maer soo niet zoo sal hij noch eens soo veel
moeten geeven te weeten 4 guld. 4 st., dan die ware de soon van
een Mr. deser konste zoude van deesen geheel vrij sijn, uytgenoinen
-ocr page 21-
— 17 —
dat sij van haer konste ofte handtwerck aen den gilde hebben te
gheevcn.
7-
Nu wat acngaet alle deeser voors. konsten dependenten en acn-
behoortige, als (\'jrofschilders, vergulders, stoffeerders, affsetters, Pri-
muurdcrs, huy severwers, stoeldieijers, geleybackers, druckers off
maeckers, en voorts alle wie en wat verwe off penceel off graefijser
gebruyckt ofte beeltwercken maeckt ofte iets de konste en konstige
handtwercken en neeringe voors. aengaende maeckt. handelt, drijft
ofte raeckt of verkoopt alle dezelve zullen voor hen inkomen en mees-
terschap ten pronte van den gilde aen handen van Vinderen betalen
eens de somine van vier guld. 4 sis. Waer meede hij sal hebben \'t
volle recht en meesterschap der doenten en wercken in deese articule
genomineert. En off het gebeurde dat iemandt van den dependenten
in desen articule genomineert door sijnen ijver, vlijt ende naersticheyt
in eenijge des voorens gemelde konsten soo veele quame te vorderen,
dat hij zigh vertroude te hebbeu genoeghsame qualiteyt omme als
meester onder de konst te moghen sorteren en hij metter daet oock
sulckx wilde effectueeren, de selve zal mits hebbende in sijn voorige
doente als Mr. onder den gilde gesortecrt over de 4 Jaren, tvolle
gildtrecht der konstenaeren en Mr. van dien moghen hebben en ge-
nieten met boven zijn proefstuck te betalen aen vinderen noch eens
de somme van zeeven en een halve gulden.
8.
Welverstaende, dat alle deese inkoomgelde, alsoo en in manieren
als bij ijder artieul van dien is gespecificeert sullen werden betaelt,
bij ingebooren burghers ende burger off poorters kinde. Maer die
maer simpelijcken een inwoonder ware deselve sal voor zijn inkoomen
.en koope van (Hldtrecht, neffens en boven de genomineerde Stucken
3
-ocr page 22-
— 18 —
werckx van ijdcr konst noch eens soo veel moeten geeven en betalen
te weeten in den 31 Articulen in plaetse van vijfthien, dertigh guld.
in het 4» Artic in plaetse van drie en zes gulden, zes en twalif guld.
In het 5" articul in plaetse en voor veertigh guld. taghtigh guld. In
het 61\' Articul in de plaetse van veertigh en twee sts en vier guld. 4
sts, vier guld. vier sts en aght guld. aght sts ende in het 7« Articul in
plaetse van vier guld. 4 st* en zeeven en een halve gulden, Aght
guld. Aght sts en vijfthien guld.
9-
Ende zullen bij vinderen alle degeenen die in descn Gilde van
St. Lucas sullen komen, ende t gildtrecht van dien hebben voldaen
en betaelt, datelijcken ijder op sijn eygen plaetse, en bij sijn soorte,
konst ende handtwerck geregistreert ende met name en toenacme ter
boecke gestelt en ingeschreeven werden, ende van deese henne in-
kompstc en aennceminge tot Mr. ende gildebroeder aen ijder ink»
mende gildebroeder oock gegeeven werden Schriftelijcke Acte bij den
Deecken van den voors. Gilde off 2 vinderen onderschreeven en ge-
tcyekent zijnde, mits betalende soo voor schrijven van deesen als voor
de knecht, de minuteyten en kleenigheeden daertoe staende ende dit
alles ten eynde en opdat ijder hebbe of des noodt moghte zijn, bewijs
en blijck van sijn voldoeningh en Gildtreght.
10.
Nu degeenen, die eerst als leerlingh off discipul onder deese
voorgeseyde konsten, tzij dan van buyten of van binnen deeser Steede,
Alhier ter eerster male zullen kooinen te wereken, ofte deese konste
beginnen te leeren ende aen te vanghen, deselve zullen gehouden zijn
binnen zes weecken naer dat zij vast bij een meester der gesoyder
konsten zullen besteedt zijn, hen bij vinderen in den Gilde te laetcn
aenschrijven ende alsdan voor hen inkomen betalen de somme van
-ocr page 23-
— 19 —
twee carolus gulden tot veertigh grooten t stuck. En zal in geval van
versuym in deesen, de Mr. respondeeren voor den discipul off leer-
lingh, ten ware hij klaerlijcken wiste te betonen sulckx genogh bij
hem vermaendt en aengedreeven te zijn, ende t selve gansch buyten
sijn schulde te weesen, in welcken gevalle de leerlingh ofte desselfs
ouders voor zich selven sullen moeten instaen en boetschuldich weesen
(alles onvermindert en boven t voors. inkoomgeldt) in manieren en
op pene van een derde gedeelte der boeten gemelt int articul, te
weeten, ter eerster bekeuringhe (naer voorgegane waerschouvv) 2 guld.,
ter tweede male 4 guld., en ter derder male acht guld., en voorts
versteecken van binnen een jaer naer dien niet te mogen in den gilde
als leerling off discipul geleeden, ofte aengenoomen werden, ofte
de konste bij eenigen Mr. van den gilde oeffenen ofte exerceeren.
Ditte, te weeten het inkomen, alsoo te betalen off betaelt te worden
bij burgers, ofte burgers* off poorters kinde, maer die maer een in-
woonder waer, sal voor inkoomen moeten geeven vier guld., maer
die een zoon van een gildebroeder en Mr. der voors. konsten waer,
en in des vaders konste vervolgende, sal van dcese geheel vrij zijn;
dan moet sigh eevenwel op peene als voors. is binnen de gestelde
tijdt van 6 weecken bij vinderen laten aenteyckenen.
11.
Maer de leerjongens en gasten der dependenten en aenbehoortige
deser konsten als groffschilders, vergulders, Stoffeerders etc ., dewelcke
binnen deeser stede eerst in den handtwercken en neeringe voors.
zullen komen, en beginnen aen te vangen, deselve zullen niet moogen
bij der strate ofte huysen om Goodts willen gaen bidden off beedelen,
en sullen voor inkomen betalen, te weeten, een burger off poorters
kinde, zes stuyvers, en een vreemden of van buyten komende twaliff
st» en zal als voorens geseydt int 100 Artijcul binnen zes weecken
-ocr page 24-
— 20 —
naer sijn vast bestcen en blijven bij een Mr., deese moeten koornen
betaelen en sigh iaeten aenteeckenen, alles in manieren en op peene
en te gaen als int selve articul is geseydt, dogh de soon van een
gildebroeder en meester in \'s vaders eygen hantwerck, neeringhe en
doen vervolgende, sal van dien geheel vrij sijn.
12.
i. Voorts soo en sullen de Gout- en Zilversmeeden, ende alle
die in Goud off Zilver wercken off verwercken ofte verkoopen.
2.     Meede den boeckbinderen, druckers en setters.
3.     De koperslagers en geelgieters, en alle die in koper wercken
off verwercken.
4.     De Tin- en Lootgieters ende alle die in Tin off loot wercken
of verwercken; als ürgelmaeckers, pompmaeckers en leydeckers.
5.    Oock meede glasemaeckers en glasverkoopers..
6.     De borduurwerckers ende alle Tapijt en Damaste beeldt-
werckers
7.     Meede de blickwerckers en lantaarnmaeckers, en voorts alle
die met dé bout ofte kaersen eenich werck soudeeren. Ofte die iets
den ambachten, handtwercken en neeringe voors. conserneerende han-
delen, drijven off raecken, koopen off verkoopen.
8.     Als de ijserkramers en uytdragers off draeghsters ende alle
dergelijcke, de neeringe, handtwercken van deesen Gilde dependent
ende aenbehoortich sijnde, Alle deese sullen voor hen inkoomen en
meesterschap, aen vinderen van den voors. gilde van St. Lucas eens
betalen, twee en veertigh stuyvers, en boven dien als naer ouder ge-
woonten 4 st. voor den knecht van deesen gilde. Ditte wel verstaende
alsoo voor burgers off poorters kinde, maer een inwoonder geen
burger sijnde sal voor sijn inkoomen en meesterschap moeten betalen,
nogh eens soo veel, te weeten vier guld. vier stuyvers ende de ge-
-ocr page 25-
— 21 —
seyde vier stuyvers voor den knecht, alles op peene en in manieren
en te gaen als geseydt is in het 2e Articul.
I3-
Ende ware het alsoo dat iemant van den meesteren der Ambachten,
handtwercken en neringen hiervoorens in den I2n Articule gementio-
neert, hadde kinderen, in zijne neeringe en hantwerck onderweesen
en opgetogen, soo sal de oudste zoon in den handtwercke en nee-
ringe van sijnen vader mogen koomen en t Gilt recht winnen, mits
voor zijn inkoomen en meesterschap te betalen 12 stuyvers voor den
gilde en 4 st. voor den knecht en sijn daer meer kinderen in deselve
neeringe en handtwercken opgevoedt, deselve sullen t gilt moogen
winnen ende den meesterschappe van dien met vier en twintigh stuyvers
en 4 sts. voor den knecht; dit alles wel verstaende die in hen ouders
eygen selffs doen en neeringe continueeren en vervolgen, maer den
geene die van deese kinderen souden willen overgaen in een ander
neeringhe en handtwerck, meede onder deesen gilde sorteerende, dezelve
soude voor sulck gildt recht en meesterschap van dien moeten betalen,
twee derdepaarten van het ordinaris inkoomgeldt, te weeten Acht ende
twintich s\'.uyvers en neffens dien de 4 st. voor den knecht, waer meede
dese sullen moogen hebben ende winnen t meesterschap en t volle
recht der neeringen en handtwercken in het voorgaende en 12e
Articule genomineert sijnde, ende off het gebeurde, dat iemant die
in den gilde niet. en waer, quame te huwelijcke met een dochter van
dese, die sal \'t gilt recht en meesterschap dier neeringe meede moghen
winnen met 24 st. als geseyt is van de Jonger zoonen, t se\'ve sal voor
gelijcken prijs mogen hebben en genieten dengeue die met een weduwe
van deesen sal koomen te huwen.
14.
Nu de Leer Jongens en gasten off werckgesellen, die de handt-
-ocr page 26-
— 22 —
wercken en ambachten voois, in den I2n Articule gementioneert eerst
zullen komen te leeren ofte binnen deser steede aen te vangen, deselve
sullen niet mogen bij de huysen ofte straten gaen bedelen ofte om
Godtswille gaen bidden, ende sullen binnen ses weken naer dat sij
vast besteedt ofte bij een meester aengenomen sijn, voor hen inkomen
als leerlingh off gast aen den vinderen, ten prefijte van den gilde
moeten komen betalen, zes sts. welverstaende een burger of poorters
kinde sijnde, maer soo niet, sal voor inkomen moeten betalen twaliff
sts., doch de zoon van een gildebroe\'der en meester van eenen deeser
hantwercken sal van dien geheel vrij sijn, welverstaende in s vaders
eygen handtwerck en neeiinge vervolgende, doch moet sich eevenwel
bij vinderen laten inschrijven en aenteeckenen, en ingeval van versuym
in deesen zal de Mr. respondeeren en boeten voor den gast ofte
leerjongen, alles op peene en in manieren en te gaen als gementioneert
in het ioe articule van deze keure.
En sal ijder Mr. van deesen Gilde tsij dan van wat soorte, konst,
ofte hantwerck dat het soude mooghen sijn die eenigen discipul, leer-
jongen ofte gast aenneemen sal, gehouden sijn binnen de acht daghen
sulckx den deecken en vinderen aen te seggen ofte te doen weeten,
omme denselve discipul, leerjonghen off gast bij provisie te moghen
aengeleyckent worden, doch sal eghter 6 weecken respijt hebben, om
den gast off leerjonghen te beproeven, dan de eerste ses weecken om
sijnde sal fijnael en eyntlijck bescheyt moeten geeven van t blijven off
continueeren des aengenoomen discipuls, leerjongens ofte gasts, en
sal naer dien in geval van vertreck off wegli van den aengenoomen
gast off leerjonghen, gehouden blijven te respondeeren voor derzelver
inkoomgeldt, ten ware dan dat hij vindereu genogh tijdtlijck van
deszelven Gasts ofte Leerjonghens vertreck hadde gewaerschout,
-ocr page 27-
— 23 —
alles en in manieren als is geseyt in het 10e Articule van deese
keure.
16.
Voorts soo sullen allen den gildebroederen ende den geenen die
onder desen voors. gilde van St. Lucas sorteeren ofte slagli reycken,
soo meesters als discipulen en gasten off leerjongens als oock meede
den dependenten, en aenbehoortighe van deesen gilde, ijdel naer sijn
qualiteyt, ten profite van den voors. gilde jaerlijcx in den Meymaendt
ofte immers voor de St. Jans kermisse alhier (als vindcren sullen
ommegaen ende den jaerlijcxsen ordinaris ommegangh en visite van
den gilde sullen doen) betalen t gene volght te weeten
De meesteren der Schilderkonste ende de gesellige konstenaren,
als Plaetsnijders, Glaseschrijvers en verlichters, beeldtsnijders — houders
en gieters, en den vermenghde konstenaeren, als architecten, lantmceters
etc, zoo oock meede den handelaers deser konsten, ijder voor sijn
hooft twalif sts.
De vrije Schilders, Gasten en werckgesellen deser konsten, ijder
voor sijn hooft 6 sts.
De leerlingen en discipulen deser voors. konsten ijder voor sijn
hooft drie sts.
Voorts meede alle deeser voors. konsten dependenten, als groff
schilders, vergulders etc. alle gementioneert en genomineert in het
7e artijcule, de Mis. van dien ijder voor sijn hooft 6 sts.
De gasten en Jongens derzelver ijder twee sts.
Oock meede den Gout- en silversmeeden ende alle die gout ofte
silver verwercken, de boeckebinders en druckers, de koperslagers en
geelgieters etc, de tin- en loodtgieters etc, de glaseinaecksrs en ver-
koopers, de borduurwerckers etc, de blickwerckers etc, de ijserkramers
en uytdragers off draeghsters ende alle dengeene in den I2n Articule
-ocr page 28-
— 24 —
genomincert, van welcke den meesters van dien jaerlijcx ten profijte
van den voois, gilde van St. Lucas ijder voor sijn hooft sullen betalen
ses sts. ende den Jonghens en gasten van dien ijder twee sts.
Ende soo wie ten dage van ommegangh in gebreecke sal blijven
van deesen te betalen nochle oock binnen de 14 dagen naer dien
t selve geldt aen den deecken of vinderen, ofte ter bestemder plaetse
niet en quame te brengen, die sal, als de knecht naer deesen om
het selve Jaergeldt sel koomen, aen den knecht voors. (alles boven
en onvermindert het geseyde jaergeld; voor sijn gangh moeten betalen,
de Mrs. twee sts. en de gasten en leerjonghen 1 st., ende nogh oock
dan niet geevende nochte oock binnen de acht daghen naer dien niet
brengende ter bestemder plaatse, sulcx dat den knecht ten tweeder
male om dies soude moeten komen, soo sullen zij alsdan ten profijte
van den knecht noch eens soo veel moeten geven, te weeten de
meesters 4 sts. ende de gasten en jongers 2 sts., alles boven en onver
mindert het voors. jaergeldt, ende oock als dan niet geevende, sullen
sijn vervallen in alle de voorgeseyde kosten ende oock die nogh verder
met roepen voor de E. Heeren Burgermeesteren off verbieden van
sijn werek te doen en anders om deese souden mogen werden
gedaen, ende boven dien \'t jaergelt dubbelt moeten betalen , te weeten
de overhelft voor den Armenbos van den voors. gilde.
I7-
Welverstaende dat ijder gast, kneght ofte leerjonghen, t sij dan
van buyten of van binnen deser steede, die alhier bij een meester sal
koomen te wereken ofte te lee ren ende langer dan 6 weecken naert
vast besteen bij denselven Mr. sal blijven continueeren en vervolghen,
in deesen sal sijn vervallen en schuldich wecsen ende t jaergeldt ten
tijden voors. sal moeten betalen, en offet naer dien off binnen den-
selven jare gebeurde, dat hij van meester veranderde alwaere het oock
-ocr page 29-
— 25 —
tot meermalen zoo sal hij eevenwel met eens in den jare dit jaergelt betaalt
te hebben mogen volstaen en niets meer schuldich weesen en sal de
eerste Mr. daer bij hij in deesen vervallen sij ingeval van vertreck
off wegh gaen van deesen Gast ofte Leerjonghen, gehouden sijn voor
deesen te responderen ende te betalen, dan ingeval deese gast off
leerjonghen geen geit bij hem en hadde gewonnen, en als nogh off
ten tijde van ommegange ware bij sijne aenwijsinghe binnen deser
steede, soo zal de Mr. van dien vrij zijn.
18.
Nogh meede dat soo wie meer als eene soorte der geseyde kon-
sten, handtwercken ofte neeringhen, onder deesen voors. Gilde van
St. Lucas sorteerende mochte ofte wilde doen, drijven ende ter han-
den trecken, deselve sal (hebbende voor sijn eerste inkomen onder
deesen gilde betaelt tvolle recht daer toe staende) oock de andere
konsten, neeringen en handtwercken onder deesen gilde Sorteerende,
die hij meer wilde doen ende ter handen trecken, mogen doen ende
desselfs gildt reght mooghen winnen, mits betalende voor \'t innekoomen
ende gildtreght tot die begeerde soorte van konste ofte neeringe twee
derden deelen van het volle recht datter tot een nieuw gildebroeder
is staende, als bij exempel een goutsmit konnende oock meede glase-
maecken soude sulckx moghen doen, ende dit soort recht winnen, met
noch eens voor inkoomen te betalen acht en twintich stuyvers, twelck
is f van 42 sts. en soo voorts met alle neeringhen en handtwercken
in het 12e articule genomineert die hij meer konde off wilde doen,
en wilde hij bovendien oock de Schilder konstige neeringe doen,
soude voor dit recht maer hebben te betaelen Ses en twintich guld.
13 stuyvers en ware hij inderdaet oock selve een schilder ofte een
gesellighe konstenaer, als plaetsnijder off glaazschrijver etc., hij soude
sulck recht moghen winnen, met 10 guld. neffens sijn proefstuck te
4
-ocr page 30-
— 26 —
betalen ende alsdan oock als meester onder den Schilderen off ge-
sellige konstenaren mogen sorteren in vollen forma, Dit alles wel
verstaende voor de burgers off poorters kinderen, maer den shnpelen
inwoonderen zouden nogh eens soo veel moeten geeven, alles volgende
den 8» articule van deesen keure. Eeven en gelijcke recht sullen alle
de soorten der konsten, handtwercken en neeringhe onder deesen
gilde sorteerende op den anderen hebben en behouden en \'s anders
neeringe in maniere als voorens geseydt mogen doen ende en winnen,
mits hebbende de behoorlijcke qualiteyten en alsdan ten profijte van
deesen gilde maer twee derde deelen van t geit ende inkomen te be-
talen, maer de jarige lasten sullen voor ijder neeringhe moeten worden
betaelt sulckx als er toe staet, al deede iemandt van den gilde-
broederen oock ses Soorten van handtwercken off neeringhen, onder
desen gilde Sorteerende, te gelijck.
Saecken der Neeringe.
19.
Voorts soo en sal niemant, wie hij oock sij van den konsten
en handtwercken ofte neeringe onder deesen gilde behoorende, iet
mogen doen ofte verkopen ofte oock bij de huysen moghen omme
draghen ofte oock voor anderen te verkoopen, ofte hij ofte zij hebben
in allen manieren den gilde en gildtrecht voldaen, alles in manieren
en op peene en te gaen, als in het 2° articule gementioneert. Doch
op den vrije Jaermercten en kermisse sal ijder en oock die van
buyten deser steede sullen komen uyt de provinciën van Hollandt
ende West Vrieslandt ende den anderen geünieerde provinciën, als
oock meede uyt den rijcken, landen en provinciën der geallieerden
en verbondenen, maer verder niet, mogen, met hunne wercken en
waren, deesen gilde subject zijnde, marcten, kramen, voordoen en
verkoopen, in alle manieren soo sij die best sullen moghen ofte
-ocr page 31-
— 27 —
konnen venten en te gelde maecken, uytgenoomen in sulcker voeghen
en manieren als hier naer bij het 21\' articul sal werden gespecificeert
en wel uytdruckelijcken neffens ende bij dien verbooden. Zoo oock
meede werden bij deesen en alhier stricktelijcken verboden alle goe-
deren en ware (den gilde conserneerende), komende uyt vianden
lande en aldaer thuys behoorende, dewelcke bij deesen in allen
tijden werden verklaert voor verbeurt; Tegaen, te weten die bij
vinderen van deesen Gilde sullen werden achterhaelt ende geatray>-
peert in drien, voor den Heere, den Gilde en der Armenbos van
dien, ijder een gereghte derdepaert, ofte andersins zoo als bij placcate
en ordonnantie der H. M. Heeren Staaten naerder bevonden sal
werden te sijn gestippuleert.
20.
En de selve en sullen oock de gildebroederen ende degeene
welcke als meesters ofte anders onder deesen gilde sorteeren, tsij
dan van wat handtwerck, ambacht ofte neeringe (onder den gilde
behoorende) dat het soude mogen zijn, en genoomen sij oock in
alle manieren desselffs giltrecht, soo voor inkoomen en anders, had-
den voldaen en betaelt, niet anders vermoogen voort te doen ende
te koopen, ofte hen neeringh te drijven, als bij ordinaris verkoo-
pinghe, ventinge ende openwinckelhoudinge in en binnen hen huysen
ofte woninghen; sonder te mooghen in ofte op andere plaetse en
manieren te loopen ende voort te staen, ofte hunne wercken, waren
ende goederen te venten ende te vcrkoopen, nochte oock bij den
huyse omme te draghen ofte te loopen neeringe soecken. tsij voor
hen selven ofte anderen uytgenoomen de uytdragers en draeghsters,
als de goederen haer ofte hier ter steede thuys behooren ende den
ketelboeteren, die tot gerijff der burgeren mogen gaen, Welverstaende
die Mrs. sijn dier neeringe van desen gilde, maer geenige anderen,
-ocr page 32-
— 28 —
op peene als geseyt int 2" arti. Doch op de Jaermarckt en burgers-
ofte Weeckmarcten wert aen ijder Gildebroeder die wille (volgens
en naer ijder bij deesen gilde gequalificeert en toegelaten is) toege-
laten ende geconsenteert te mogen marcten, kramen ende met hunne
wercken en waren buyten hun huysen, ter marcten voort te staen
ende deselve te venten ende te verkoopen, in manieren soo als sij
best sullen vermogen, uytgenoomen in ofte op dier manieren als
uytdruckelijcken bij het volgende articul zal verboden worden, ende
sullen dengeenen die hen tegens deese tegenwoordighe articule sullen
te buyten gaen en verloopen, verbeuren telcken male als sij op dies
sullen werden bekeurt Ses car. guld., te gaen deene helft voor de
Heeren en de andere voor den Armenbos van desen Gilde.
21.
Nu alsoo bij menighvuldige bevindinghe en algemeene klage der
gildebroederen, en sonderlinge bij die van de konste, wert bevonden,
alle extra ordinare maniere van verkoopingen (der konsten wercken
ende waren den voors. gilde subject sijnde) als die daer geschieden
bij opentlijcke veylinge en uytroepe, als oock meede alle loterijen,
rijffelerijen ende alle diergelijcke soorte van plaggerijen en ongewoone
en gesochte maniere van venduwen en verkoopingen, te sijn niet
alleen tot disreputatie en verval der konsten, maer oock tot een alge-
meen verderff en ruwijne der dagelijckxe huys ende winckelneeringhe,
aen t welcke deeser steede welvaren int gemeen en perticulierlijcken
den gildebroederen, burgeren, poorteren en goede ingeseetenen deeser
steede, ten hooghsten geleegen is. Soo ist dat deshalven bij deesen
wel uytdruckelijcken en strickte wert verbooden aen alle ende een
ijgelijcken soo buyten als in den gilde sijnde tsij oock in wat manie-
ren ofte hoedanigheydt hij onder dies mochte sorteeren, en oock
meede die van buyten deeser steede inochte koomen op de Jaermarc-
-ocr page 33-
— 29 —
ten, eenige soodane extra ordinare maniere van venduwe off ver-
koopinge als hiervoorens genomineert, naer date van deesen, binnen
deeser steede, ofte derselvcr vrijdom te houden, te maecken ofte bij
anderen te doen houden met eeniger handen wercken, waren ende
stoffe gemaeckt ofte ongemaeckt den gilde subject sijnde, als schil-
derijen en andere konstige en gemeene wercken, goude ende zilver,
en voorts alle metalen, stoffen ofte materijen gemaeckt ofte onge-
maeckt den Gilde eygentlijck consernecrende, aenbehoortigh ende
dependent sijnde, ende dit soowel op den vrijen jaermarckten, ker-
missen ende weeckmarcten als op andere ordinaris tijden, alles op van
te begaen hooghe misdaet teegens den staedt, standt ende t weesen
van deesen gilde, en verbuerte voor dengeenen die in deesen achter-
haelt en geattrapeert zal werden van de gerechte helfte van de waren
en wercken den gilde subject sijnde, die in deeser manieren moghten
sijn geventet ofce verkoft, te gaen in drieën, een derde voor de Heeren
en een derde voor den gilde, en een derde ten profijte van den
Armenbos van dien. Welverstaende dat in deesen sijn exempt en uyt-
geslooten alle executien, ende boedel ende sterff huysen, die binnen
deeser Steede ende derselver vrijdom sullen koomen te vallen ende
anders geen als oock meede die komen te gevallen bij eenigh gilde-
broeders vertreck uyt deeser steede en scheijen uyt de neeringe,
behoudelijcken dattet alle zijne eygene zij zonder iemandts anders
goederen ofte wercken bij menginge alles ter goeder trouwen en op
peene als in deesen en oock meede in den volgende articule gestipu-
leert zal worden. Ende sal den geene die alsoo bij vertreck off
uytscheyden, sijne waren en wercken bij extra ordinare maniere van
verkoopinge en openbare uytroepe heeft verkoft, binnen Ses Jaren
naer date van dien binnen deeser Steede niet moghen in deselve
neeringe ofte konsten, in eenijger manieren koomen doen ofte die
-ocr page 34-
— 30 —
neeringhe drijven ofte opentlijcken exerceeren, nochte oock als gilde-
broeder dier konste ofte neeringe in deesen voors. gilde geleeden ofte
aengenoomen werden. Alles op pene voor den geene die hem in
deesen ontginge ofte hielpe, van te hegaen misdaet teegens den
staat.
22.
Ende eghter, opdat alle saecken recht, ende sonder fraude off
bedrogh moghen toegaen, ende deesen gilde ende den neeringe van
dien van eenijge baetsughtighe onder den name ende deckmantel van
boedel ofte sterffhuys ofte anders, niet en werde in haer gerechticheydt
onderkroopen, en gefrustreert, Zoo sullen vinderen van den voors.
gilde vermooghen in alle boedel- en sterffhuysen ende oock andere
verkopinghen (oock voorens den verkoopdagh) daer hen sal duncken
dat sij geraeckt moghten sijn, vermoogen te gaen en te doen wette-
lijck ondersouck van de waerheydt en gerechtigheyt van dien, op
twelcken hen oock sal moeten werden gedaen behoorlijcke satisfactie
(ter dispositie en soo als de E. Heeren burgermeesteren sullen ver-
staen te behooren en genogh te sijn), sonder welcke satisfactie en
genoghdoeninge oock de verkooppinghe van den geseyden boedel,
ofte sterffhuyse, niet en soude mogen vervolgen ofte voortgaen. Alles
op peene als geseijdt in het voorgaende articul en onder peene voor
den geenen die in deesen van fraude off bedrogh achterhaelt en ge-
attrappeert sal werden van te verbeuren hondert car. gul., te gaen in
drien, voor de heeren, tgildt en derselver armenbos elcx een gerechte
derde paert, en bovendien ingeval de verkoopinge aireede mochte sijn
geschiet, en vinderen noch binnen de 6 weecken quamen kennisse te
hebben van fraude en bedrogh in deesen gepleeght, van de helfte
der verkofte goederen als geseyt in \'t voorijge artijcule, maer naer de
Ses weecken souden vinderen in deesen niet geraeckt sijn, doch hen
-ocr page 35-
— 31 —
actie op de gepleeghde fraude sal twee volle jaren naer date van den
verkoopdagh geduuren.
23-
Nogh meede soo werden allen gildebiocderen ende dengeenen
die onder deesen gilde sullen sorteeren wel stricktelijcken verboden,
te verkoopen ofte bij iemandt te doen verkoopen, tzij dan in wat
manieren dat het soude moogen sijn, ofte oock in hen winckelen te
hebben, ofte te koope te houden, ofte in eenigher manieren te aen-
teeren, ofte te koope te draghcn , eenijge waren, wercken ofte goede-
ren, den Gilde subject sijnde (specificken int 2i<J arti. gementioneert)
den welcken hier binnen deeser steede niet tuys en behooren ofte
eygen en sijn, op pene voor den geene die in deesen naer voorgegaene
waerschouwinge weit achterhaelt ende bekeurt van ter eerster male
te verbeuren vijff en twintigh gul. en oock binnen den tijdt van 8
daghen, sigh deeser wercken en goederen te moeten ontslaen, welcke
boeten sal werden genoomen d\'eene helft van de voois, onvrije goede-
ren, en dander helft van de facteur van dien, ter tweede male van
dies bekeurt werdende sal verbueren vijfftigh gul., in maniere als
vooren, en ter derde male hondert gul. en versteecken van alle Gildt
reght omme naer date van dien binnen een geheelenjare sijn neeringe
als Mr. te mogen doen ofte drijven. Alle welcke boeten sullen gaen
in drien, voor de Heeren, den Gilde en derselver armen bos ijder een
gerechte derde paert, doch werden soodanige factorije en verkoopingen
van buyten goederen, voor ende weegens den buyten luyden, den
Gildebroederen dogh ijder die van sijne eygen neeringe, en handtwerck
concerneeren ofte aengaen gedooght ende vrij toegelaten op de Jaer-
ïnerckten en kermisse, behoudelijcken dat de goederen tuys behooren
in de provincie en als naerder gespecificeert int 19e articul.
-ocr page 36-
— 32 —
24.
Ende en sal niemandt onder deesen Gilde tsij dan van wat soorte
van konste, handtwerck ofte neeringhe (den gilde subject sijnde") dat
het soude moogen sijn ofte weesen, bij zijn selven meesterije mogen
opsetten nochte open winckel mogen houden ofte sijne neeringe met
handel en wandel opentlijcke volgens de keure mogen doen ende
drijven ofte oock dicipulen, gasten ende leerjongens setten, houden,
leeren ende aenneemen en met deselve binnen en buytens huys sijne
wercken doen, maecken ofte laten maecken; en voorts in alle manieren
allerhande werck van sijn konste ofte handtwerck aenneemen, maecken
en leeveren tot allen plaetsen, als alleene den wettigh aengenoomen
meesteren; te weeten ijder in sijn eygen soorte van koust ofte handt-
werek, ende die aen vinderen voor dies hebben ten vollen voldaen
allentgeene tot dien staende, ende oock bij denselven onder den
meesteren sijn geregistreert en tot sulckx met hen acte in vollen forme
bevestight ende dit alles op peene: Voor den geenen die deese ter
contrarie deede, en bij onwettige manier sonder voldoen ofte goct-
kenninge der vinderen, wilde de qualiteyte en rechte van meesterschap
aen sigh trecken, al ware het oock alsoo dat hij sijne drie leerjaren
mochte hebben voldaen en oock het vrije jaer booven dien, ingeval
hij sal ontbreecken in eenijge punten gespecificeert soo in het 3e, 4,
5, 7, 8, 9, 12 ende 130 artieul als oock in desen teegenwoordighe,
van te verbeuren de halve boete, en in maniere en te gaen als geseyt
in het 2" artic. te weeten naer waerschouwinge ter eerster bekeuringe
drie gul. ter tweeder ses gul., en ter derder twalif gul. en voorts
versteecken van binnen drie jare naer date van deesen als meester
onder den gilde geleeden ofte aengenoomen te werden, dogh den
handelaers en den geene welcke dies koopen en gementioneert in het
5e articule sijn toegelaten tot de Schilderneeriuge en handel met den
r
-ocr page 37-
— 33 —
konstige wercken, denselve wert oock gedooght en toegelaten gelijck
met en eeven als de meesteren der konsten, te houden open wincke-
linge ende alle wercken der konste volgens de keure te verkopen
ende te venten, maer in alle vordere preminentien, recht ende vrij-
heeden der meesteren sijn deselve uytgeslooten en sullen hen hebben
te gedraghen, volgens het volgende articul, spreeckende van de vrije
gasten en werckgesellen der konsten, met den wekken sij werden
verstaen gelijck gegradeerl te sijn en verder niet, dan als int geene
perticulierlijck van hen booven en buyten dien wert gcspecificeert be-
vonden , alles op pene als in deesen articule is gestipuleert.
25-
De vrije gasten en werckgesellen der Schilderkonste en der ge-
sellijge konstenaeren als plaetsnijders, glaesschrijvers etc., om den
eysch, aert ende vrijigheydt der konsten, werden oock gedooght ende
toegelaten, (hen drie leerjaren voldaen ende oock voor hen inkomen
als vrije gast aen vinderen betaelt hebbende sulckx als daer toe staet
en perticulierlijcken int 6e artic. is gespecificeert, maer eer niet) met
een meester geit te winnen ofte andersins op hen selven te sitten en
hen werek en konste op hen cygen handt te doen, ende t exerceeren
wes zij best sullen konnen of mogen doen, en sullen oock alderhande
werek van hen doen en neeringe vermogen te maecken, ende aen
te neemen voor hen persoon alleene dogh dit alles met geslooten
winckel Soo oock meede en sullen sij geen gasten of discipulen
mogen setten ofte aenneemen ofte andere binnens huys te wereke
houden, ten ware dat de gfenc die sij alsoo te wereke stelde 1 waren
volkoomen meesters, welcke in deesen sijn onbesproocken. Maer sij
lieden als gasten, Sullen sleghts simpelijcken sonder ander of verder
bemoei off aentrecken van meesterschap alleenigh hen eygen werek
moeten doen, ende mogen verkoopen maer geenige wercken van
5
-ocr page 38-
— 34 —
iemants anders, tsij dan in wat manieren dat het oock zoude mogen
sijn, alles op peene en in maniere als in het voorige ende 24e articule
is gespecificeert.
26.
Oock meede soo en sal geenige Mr. Schilder ofte oock de Mrs.
der gesellige konstenaren als plaetsnijders, glaes schrijvers etc. en
voorts alle dewelcke onder de konst sorteeren, meer teffens ofte te
gelijck mogen hebben dan drie discipulen ofte leerlingen die bij hen haer
geit komen verleeren en noch toe geeven, Dan ingeval hij booven
dit gestelde getal nogh meer discipulen begeerde ende tot sulckx door
versouck off aenloopen van luyden wierde gedrongen te setten, zoo
zal de Mr. voor ijder dicipul ofte leerlingh die hij meer en boven dit
gestelde getal van drie zal setten ofte aenneemen, int jaer aen ende
ten profijte van den gilde betalen drie car. gul., dogh deese overtals
aengenoomen leerlinghen binnen \'t halff jaer weer van hem gaende,
sal met dertigh sts. te betalen mogen volstaen, Welverstaende dat in
deesen exsempt en uytgeslooten sijn de vrije gasten die bij haer sul-
len komen te wercken om loon ende denwelcken zij noch selve geit
sullen toe geeven, dan dit alles ter goeder trouwen en sonder bedrogh
op peene en amende ten discretie van vinderen. Nu wat aengaet de
dependenten en aenbehoortige der konst, als groff schilders, vergul-
ders, geleybackers etc. t selve sal gaen naer consideratie en tot dis-
cretie van vinders, en sullen deselve met kennisse van vinders soo
veele gasten en leerjongens met dit bestemde getal mooghen setten
en aenneemen als hen geleegentheyt en neeringhe vereysschen sal.
27.
Maer de Mrs. der (Jout en Zilversmeeden, ende voorts alle Mrs.
der neeringen, handtwcrcken en ambachten in het I2« articule geno-
mineert en sullen niet meer als twee leer Jongens teffens en te gelijck
-ocr page 39-
— 35 —
mogen hebben, en sal den eenen altoos een Jaer voor den anderen
gehadt ende aangenoomen moeten hebben, maer gasten de welcke bij
haer geit sullen koomen winnen ende haer drie leer jaren hebben vol-
daen sal ijder Mr. van dese soo veele boven dien moghen setten en
aenneetnen (dogh alles ter goeder trouwenj als hij in sijn neeringhe
en wercken van noode sal hebben.
28.
Vooris soo en sal geenige meester vermougen, eens anders
leerlingh, gast ofte knecht te onderhuieren ofte onbruyck te maecken
ofte aen te neemen, voor en alleer deselve gast ofte leerjongen
geheel en d\'al van sijn voorige M\'. is ontslagen en vrij, Sulcx dat hij
daer met allen geen recht meer aen en pretendeere, ofte oock iets op
hebbe te seggen, op peene voor den geenen die sulcx weetens sal
bevonden werden gedaen te hebben, van ten pronjte van den gilde
te verbeuren drie car. gul., en boven dien noch verder correctie tot
discretie van vinderen naer gewicht des zaecx en anders, soo als zij
zullen bevinden te bchooren; en sal vorder den discipul of gast in
quaestie staende, datelijcken moeten laten gaen, om sijn voorijgen baas
te mogen voldo. n tgeene hij rechtelijck op hem sal hebben te pre-
tendeeren en ofF hij echter deesen gast ofte discipul bleel\'f continueeren
en aenhoudcn sal verbeuren 24 gul., ende de gast zes gul. te gaen in
drien, voor de Meeren, t gildt en desselffts Armenbos elcx een ge-
rechte derdepaart.
29.
Van gelijcken, soo en sal niemandt van den gildebroederen ver-
moogen eens anders werck ende twelcke te vooren aen eenigen an-
deren gildebroeder besteedt ware, aen te nemen ofte aen te vaerden
ofte in eeniger manieren sigh vermogen te ondemeemen, schoon al-
vvaer het oock zoo dat den eygenaer, met den eersten aenneemer
-ocr page 40-
— 36 —
over dies onneens waren, soo lange als de eersten aenneemer op
dies actie sal pretendeeren, op peene voor den geenen die sulckx
wetens haddc gcdaen van te verbeuren 10 gul., te gaen aen t gildt
ende der armenbos van dien elcx een gerechte helfte, en bovendien
de schade dien de eerste aenneemer rechtelijcken bij dies sal pre-
tendeeren geleeden te hebben, ten taxatie van vinderen te vergoeden.
3°-
Oock meede soo en sal niemant in eens anders konst, doen,
neeringe ofte handtwerck moogen treeden, ofte cenijge wercken an-
ders als die van sijn eygen konst, handtwerck ende soorte onder den
wekken hij in den gilde ingeschreeven is, vermogen aen te neemen
ende te doen ofte te maecken ten ware dan dat hij den gilde van
dien volgens t geene gespecificeerl in het 18\' articul hadde voldaen
alles op pene van de halve boeten, en in manieren, en te gaen als
is geseyt in het tweede Articul, en voorts versteecken van binnen
drie Jaren, in de onrecht gepretendeerde en onwettig aen sigh ge-
trocken neeringhe, konst ofte handtwerck in den gilde geleeden ofte
acngenomen te mogen werden. Ten eynde alle de verscheyde soorten
van konsten, neeringen en handtwercken onder deesen gilde sortee-
rende blijve ijder suyver, in sijn eygen soorte ofte rangh, en door
deese toesichte en order geweerdt en verhoedt derselver onschicke-
lijcke menginge en weringe onder een. waer door zoowel deene als
dandere sonde komen te bederven.
3K
Dien volgens, geen Groffschilders off andere dependenten der
konste, en sullen vermogen te maecken ofte aen te neemen fijne
schilderwercken, ofte paneelen te beschilderen zulckx datter bij gilde-
broederen van de konst over geklaeght soude mogen werden, in
welcken gevalle de Groffschilder off ander dependent ware vervallen
;
-ocr page 41-
— 37 —
in de boeten van den vorijge articule. Maer een meesterschilder sal
vermits zijne overste schap, achtinge ende vvaerde dier konste, alle
soorten van Teeckenen, verwe en penseelwerck, onbesproocken moo-
gen doen en aenneemen, al ware het oock groffwerck ofte eenige
andere soorte van werck, ende dit alles vrij en sonder eenige ver-
beurte, Maer een Glaesmaecker sal niet vermoogen eenijge Glasschrij-
vers Werck aen te neeinen, maer sal de besteeders van sulckx aen
den glas schrijveren selve moeten brenghen ofte wijsen, Alles op peene
als geseydt in het voorgaende ende 30" Artikel en zoo vooits met
alle neeringen en hantwercken van deesen gilde, want een gout off
zilversmit en sal niet mogen aenneemen glaesmaeckerij, ofte sigh oock
het plaetsnijden, zonder van dien te voldoen, mogen onderneemen
nochte oock geen kooperslager, Tin ofte lootwercken, maer ijder sal
moeten blijven bij en binnen sijn bepaelde soorte, handtwerck ende
neeringe (ten ware dan in maniere en als geseyt il het l8>\' articule)
ende dit alles op peene als in het 30e Articul gespecificeert.
Voorts soo en sal niemant van den Ambaghte van den glaese- I
maekers en verkoopers, eenigerhande glas, Tin ofte loodt binnen
deeser Steede bij de hondert mogen koopen, ofte ware het alsoo.dat
ijmandt van dr zelver neeringe en gildebroeders meede aenpaerten
woude, en daer toe quame binnen een etmael, soo soudet deselve
gildebroeder mogen hebben in sulcken koop, als het de principalen
koper hadde gekoft, en desgelijcken oock de Tinnegieters en loot-
werckers, de Tinne en loode op boeten voor den geenen die in deesen
sal bevonden werden te ontbreecken van drie car. gul. te gaen d\'eene
helfte voor de heere, en dander ten profijte van den gilde.
33-
Oock meede soo en sal geen borduurwercker binnen deeser stadt
-ocr page 42-
— 38 —
mogen in eenige wercken verwercken fijn gout en zilver, anders dan
als alleen, en weder onfijn gout en silver mede alleen, sonder fijn
en onfijn in een werck onder een te mengen ende en sal oock binnen
deser steede geen borduurwerck mogen verkoopen, tsij soo wel op de
vrije Jaermarcten als anders, dan als het geene dat gevisiteert salsijn,
t welke sal geschieden en gedaen weiden bij de keurmeesters der gout
en Silversmeeden, welverstaende op vinderen kamer ofte ten huyse
van den deecken van deesen gilde van S\'^ lucas ende ter kennisse
van deselve ofte dan van twee vinderen, naer twelcke sigh oock de
Tapijt- en Damaste-beeltwercken, Gout ofte Silver in hen wercken
gebruyckendc , sullen hebben te reguleeren, ende dit op peene van te
verbeuren drie car. gul. te gaen ais booven, telckens als bevonden
sal werden eenijge wercken contrarie verkoft ofte gemaekt te hebben,
met oock vergoedinge voor dengeeue die bij ofte door dies bedroo-
gen waer, ten taxatie van vinderen.
34-
Ende off het quame te gevallen dat een meester van deesen
gilde (tzij dan van wat soorte, konsthandtwerck ofte neeringe dat het
soude moogen sijn) quam afiijvigh te werden ende te overlijden, soo
sal de naergelaten weduwe van deese, in de neeringhe en doenten
van haren overleeden man mogen vervolgen, ende soo lange als sij
weduwe is, rustelijck ende vreedelijck sonder ijmandts bekreun in
deselve blijven zitten ende continueeren, mits voldoende ende op-
brengende alle Jaergelden en lasten, eeven en als bij leeven van haren
overleeden man is gedaen en geschiet, en soo deese weduwe weder
quame te huwen met eenen die geen gildebroeder en waer, deselve
sal volgens het 40 en 13" articul, mits hebbende de noodighe quali-
teyten, het gildt moogen winnen ende de meesterschappe van dien,
-ocr page 43-
— 39 —
en ware het een gildebroeder van een ander neeringe, deselve soude
noch het i8« Articul t sijne profijte hebben.
Ordre van Staet en Regeering.
35-
De keure en electie van den eersten vinder ofte deecken, sal
sijn en blijven als van outs en voor deesen bij het collegie der regee-
rende vindcren. dewelcke deselve jaerlicx, ten eynde van hare dienst
eeven voor hare afgangh, bij meeste stemmen sullen verkiesen en ele-
geeren uyt hen eygen collegie, te weeten uyt de drie lest aengekoo-
men vinderen, den geenen die sij tot sulckx de bequaemsten ende
den gilde meest vorderlijckst achten off bevinden. Ende sal degeene
die sij tot sulckx sullen elegeeren off verkiesen, moeten sijn een Mr.
der Schilderkonste; want van nuw voorts aen end met het eerste Jaer
(te reeckenen van den 24"\' Januarij) naer \'t ingaen van deesen tegen-
woordighe keure, zal dit gemelde eeren-ampt ende deeckenschap van
deesen Gilde van St. Lucas, bij geenen anderen als bij den Mr. Schil-
deren moogen en moeten werden bedient, welcke alle jaren sal
moeten veranderen ende gesamentlijck met sijn meede vinderen, een
anderen ende nieuwen deecken in sijn plaetse kiesen, twelck sal moeten
geschieden en gedaen zijn, (van nu voorts aen ende altoos) voor den
2411 dagh in Januarij, alles op peene (als overtijts bedienen) van te
begaen misdaet teegens de staet, in verschoon van het welcke genige
onschulden ofte exceptien en sullen werden aengenoomen. Ende sal
de Deecken ofte eerste Vinder in der tijt, in saecken van den gilde
hebben hooghste gesagh ende auctoriteyt, en sal onder sijne meede-
vinderen in Collegie en anders hebben en houden de eerste plaetse
en stemme. Ende zullen bij hem in vergaderinge werden gedaen,
alle propositien ofte voorstellen van alle zaecken, doenten ende ver-
-ocr page 44-
— 40 —
soecken, den gilde ende Gildebroederen raeckende en aen t Collegie
van vinderen gedaen off versocht, ofte perticulierlijcken aen hem ver-
voeght sijnde, omme collegialiter daer in gedaen en op geleth te
worden. Ook meede zal hij in de vergaderinge en raetsplcginge hebben
de scheystemme off sooveele als en duble stem, deur hetwelcke, als
vinderen in eenijge besluytinghe twee en twee over elcke sijde sullen
staen, zal verstaen werden, de sijde met dewelcke de deecken steinpt
de meeste stemmen te hebben en sal voorgaen. Soo sal hij meede de
aucthoriteyt hebben en vermoogheu, in saecUe van haeste off anders,
vindeven extra ordinaer te samen te roepen, zoo ter ordinaris vergae\'\'
plaets als elders, naer dat de tijdt, geleegentheyt en zaecke sal ver-
eyschen, t welck vinderen oock sullen gehouden sijn te obedieren ende
en sullen niet verinooghen soader wettige en wichtige redenen van
dies te absenteeren ofte aff te blijven. En sal voorts in alle manieren
deesen deecken ofte eerste vinder in der tijdt, in collegie als anders
werden gehouden ende bij allen gildebroederen werden gerespecteert.
sijnes ampthalven als de eerste en waerdichste persoon van den gilde,
en sal in sijn persoon representeeren en vertoonen \'t Co\'legie der vinderen
aen denwelcken alle adressen, vervoegingen en versoucken, als oock
mede alle communicatie en anders, den gilde en gildebroederen race-
kende, sullen moogen en behoorlijcken werden gedaen, omme bij
hem ter vergaderinge voorgestelt en collegialiter ordeiulijck op geleth
en gedaen te werden. En sal volder over geen\'ge saecken sijn accu-
sabel off beklaegbaer, als alleene over die dewelcke sijn begaen tee-
gens de staet van deesen gilde.
36.
De Vinderen, (wekker Colllegie bestaet uyt vier persoonen te
weeten een deecken en drie vinderen) sullen jaerlijcks meede veran-
dert werden in Januario. welcke vinderen sullen werden geeligeert en
-ocr page 45-
— 41 —
gekoosen bij de E. Heeren Burgermeesteren, tol drie int getal uyt
sesse, dewelcke bij vinderen in der tijdt (die de nominatie van deesen
competeert en als van outs sullen blijven behouden) tol dies sijn ge-
nomineert ende den E. Heeren Burghernieesteren sullen werden voor-
gestelt. Tot welcke nominatie en getal van sesse niemandt en sal
moogen off moeten werden genomineert als de geenen die als meesters
der konsten onder deesen gilde sorteeren, en dewelcken ten minsten
5 Jaren off daerover onder desen gilde in dier qualite hebben gesor-
teert, rustelijck en vredelijck en op dewelcke men niet heeft ofte weet
eenige actie over feyten, begaen teegens de staet, ende dewelcke
binnen den tijt van een jaer voor dien, niet en hebben geweest in de
bedieninge van deecken off Vinderschap; welcke nominatie collegialiter
en bij meeste stemmen van vinderen sal werden gedaeu, strax naer
de gedane keure van den nieuwen deecken ende dit voor den 2411
dagh in Januario tot dqnwelcken zij sullen neemen en verkiesen de
meest bequaemste en aensienlijckste uyt den Mren voois., sijnde van
eerlijcken naem en leeven en hebbende alle qualiteyten als vorens
geseydt.
37-
Nu de dienst ofte bedieninge van Deecken en vinderen en sal
niet langer geduuren ofte bij iemandt mogen werden bedient als voor
den tijdt van een jaer, te weeten van den 24" Januarij tot weder den
24" Januarij des volgenden jaers, en soo al voorts te reeckenen van
jare tot jare van dien dagh. Ende sullen de Deecken en vinderen
altoos in de drie daghen van den 2on tot den 2411 Januarij, geenige
andere zaecke van den gilde, oock hoe noodigh mogen doen ofte ter
handen trecken, als alleenigh de electie en Verkiesinge van een nieuwen
Deecken, ende naer datte, de noinineeringe van dubbeld getal tot
de drie nieuwe vinderen; welck genomineerde getal van zesse zij ten
6
-ocr page 46-
— 42 —
spoedighsten en al voorts bij den E. Heeren burgermeesteren schrifte-
lijcken sullen inbrenghen ende overleeveren omme daer uyt bij de
gemelde E. Heeren Burgermeesteren drie nieuwe vinderen gekoozen
te werden, twelck zij alles ten vlijtighsten sullen bevorderen, ende
voorts meede dat deselve nieuwe geeligeerde ofte gekoozen vinderen,
bij acte der E. Heeren voors. werden geconfirmeert ende voorts be-
eedight. Naer hetwelcke ende niet eer, sullen de voois, deecken en
vinderen mede vermogen in besognes te treeden ende henne eyntlijcke
doenten afdoen, en hen veeckeningen sluyten, en sullen voorts moeten
(op peene van over tijdts bedienen) binnen de acht dagen naer de
gedane be-eedinghe der nieuwe vinderen, met ende aen den nieuwen
deecken en vinderen voois, doen henne absolute rekeningh ende over-
leeveringhe van alle henne dienste en gedane besognes, ende voorts
hen afscheytmael al binnen den bestemden tijdt van aght daghen te
samen eten, ende voorts sigh houden en blijven, sonder eenigh vorder
bemoei ofte bewindt in dier voorschreeven qualite sigh aen te neemcn
ofte te onderwinden. Alles op pene soo voor den geene die hem in
desen verliepe ofte contrarie eenigh ofte ijder punt van deesen articule
deede, van te begaen misdaet teegens den staet van den gilde ende
als overtijts bedienende gestraft te werden. Welverstaende dat de aen-
blijvende vinder, als gekoosen deecken komende het tweede jaer te
vervolgen, ende alsoo over \'t jaer in bedieninge te blijven, in dier
manieren niet en wort verstaen over tijts te dienen, maer wort verstaen
met d\'electie tot deecken, te sijn in een andere en nieuwe bedieninge
overgegaen, alsoo de bedieninge van deeckenschap en vinder sijn
onderscheydelijck, beydes in name ende aucthoriteyt. Ende sullen
degeenen die alsoo hunne rustpoose ofte vrije tijdt hebben, een geheel
ende volkoomen jaer stilsitten, binnen hetwelcke sij niet en sullen
moogen tot vinder genomineert off verkooren werden, nochte en sullen
-ocr page 47-
— 43 —
sij oock in de bedieninge van dien niet mogen binnen dit geseyde
jaer treden, ofte deese geseyde ampten aenneemen ofte sigh onder-
winnen, alles op peene van te begaen misdaet teegens de staet. Ten
ware bij affsterven van eenijghen deecken off vinder in maniere als
volgende sal werden gespecificeert; gelijcke misdaet sullen oock begaen
en schuldich weesen clegeeue welcke tot deecken off vinder gekoozen
wesende, deselve diensten niet en soude begeeren nen te vaerden ende
niet wilde in maniere als behoorlijcke en volgens dese onse keuze
bedienen.
38.
Ende opdat alle saecke van den Gilde mogen toegaen met ver-
seeckerder en beter ordininge, sonder weder te geraecken in verval
als voor deesen, Soo sullen deecken en vinderen t zij dan om de
14 dagen, ofte ten langhsten omme de drie weecken, en dat op een
seecker uure, hebben ende houden, hunne ordinaris zitdagen en ver-
gaderinge ende dit op hen kamer ofte ordinaris verkoozen ofverkree-
gen plaetse, van welcke ordinaris vergaertijt en plaetse zij alle den
vinderen, met het begin van hen regeeringe, eens voor alle sullen de
weete doen, ende sullen zij vinderen op deesen hen ordinaris versaem-
dagen, heel stichtelijcken moeten passen en niet sonder noot en wet-
tige onschult van dien mogen aff blijven, op peene als sij dan onder
den anderen sullen bestemmen, te gaen ten profijte van hen Collegie
en sullen alsdan Collegialiter in alle saecken van den gilde en gilde-
broederen besogneeren ende doen wes van noode zal sijn en voor sal
koomen te vallen. En sullen alle henne doenten en verrightinge de-
pecheeren en afvaerdigen me*, besluytinge van meeste stemmen, en in
absentie van eene ofte eenijge, soo sal de Deecken met een Vinder
alleen moogen besogneeren ende sluyten, maer in absentie van deecken
sullen drie vinderen moeten te samen en compleet sijn eer sij iets soude
-ocr page 48-
— 44 —
mogen doen off besluyten. Maer twee vinderen sonder deecken, t
welcke verstaen wordt voor de minderhelfte, en sullen niets mogen
doen off besluyten , ten ware dan bij groolen ende extra ordinare haest
en noode, in welcke geval sij iets sullen vermogen te doen, dogh niets
anders als provisionael en tot wederseggen. Soo en sullen vinderen
niet vermogen hunne zitdage ofte vergaderinge te houden of te leggen
in eenijge herbargen ofte drinckhuysen, ten ware dan bij renvooy ofte
zaecke en queste aen hen verbleeven als goede mannen; maer sullen
hen vasthouden en blijven ter eens bestemder versaemplaetse soo veele
hen mogelijcken sal sijn, omme den gildebroederen te bet te gerijven,
te hooren ende hen onderlinge scheelinge ende andere voorvallende
te beslrghten en overdies uytspraeck te doen ende te vonnissen, Soo
veele sij volgens deeser keure tot dies sijn gerechticht en gequalificeert.
Soo oock meede sullen vinderen van alle hunne collegiale doenten
en verrichtingen soo ordinare als extra ordinare, houden ofte bij iemandt
van den gilde doen houden perfecte notitie, ten eynde of des noodt
moghte zijn, dat men weeten magh hoe en wat in ijder zaecke gedaen
en verhandelt is. Ende vorder soo sal ijder van hen gehouden sijn
en sigh wel nauwe moeten hoeden, dat hij niet onvoorsichtelijcke ende
buyten wettigh gebruyek en orde, ofte voor bestemden tijdt, en open-
bare ofte ondecke eenijge seci«ete besluyten ofte collegiale handelinge
en gevallen in dies, als: «ick wildet dus, en die soo en: hij seyde
dit, en die dee dat" ofte iets dergelijcke, door het welcke wierde
ontdeckt en openbaer gemaeckt eenijge handelinge of doente van hen
college t welcke beetcr en behoorlijcke hadde moeten gesweegen wei-
den , Alles op peene voor den geene die sigh bij versuymnis in deesen
ontgingh, van te verbeuren \'t elcken male ten profijte van \'t college
van vinderen dertigh stuyvers, maer degeene die sulckx met opgesetten
wille dede, soude meerder boete, tot discreetie van vinderen, moeten
-ocr page 49-
— 45 —
betalen, ende dit niet alleen te verstaen op vinderen, maer oock allen
dengeenen welcke vinderen-kamer als meederaet off anders in gelijcker
qualiteyt zullen frequenteeren.
39-
Soo oock meede sullen deecken en vinderen goede toesight hebben
te nemen, dat in alle de onderlinge conversatien, gemeenschappen en
samenkomsten van den gildebroederen, als oock op hen vergaderingen
en Sidtdaghen, meede-maeltijden ende alle dergelijcke vrolijke ofte
vermaeckelijcke samenkomsten, werden onderhouden, alle VTuntlijcke,
eerlijcke ende tughtijge gemeensaemheeden, sonder eenijge Iwistinghe.
bescheldinge ofte ander insolentie, alles op peene voor dengeenen
die sigh in deesen en contrarie deesen articule mocht te buyten gaen,
van gecorrigeert te werden en beternisse te doen, soo met geit boeten
en anders, alles naer geleegentheqt des saecke, tot discretie van
vinderen.
40.
Ende sullen vinderen oock beneerstigen, dat met gemeender handt.
ofte dan met eenigh getal van willighe uyt den meesteren, alle de
konsten en kennisse van dien, werden bevlijticht, ende met een samen-
en te gelijcke doeninge van teeckenen, ontleeden en andere konstige
doenten en oeffeningen, werden belraght ende naergespeurt, en voorts
met opentlücke lessen, leeiïnge en demonstratie der bequaemsten, tot
dies den leerwillijghen toehoorderen, gildebroederen en vrije gasten
deeser konsten. ijder sijne konste ende wetenschap, geexpliceert ende
verklaert, Sulckx dat deese stadt en oock den gilde daer off een ecre
hebbe en loff weit gesproocken, Alles en in manieren soo als bij
vinderen op dies sal werden beraempt en ordre gegeeven, naer ge-
legentheydt, eysche en aert van ijder konste ende wetenschap dewelcke
men bij der handen nemen sal. Dogh wort ten hooghsten en als de
-ocr page 50-
— 46 —
eerste gerecommandeert, een vernieuwinge van luyster te geeven aen
de schilderkonste, oyt bij den ouden koninghen en vorsten in hooge
waerden gehouwen.
41.
Ende sal bij vinderen voois, met allen oock meede seer nauwe
toesicht moeten gedraghen werden op de behoedinghe en bewaringhe
der goederen en meubelen van den gilde; ende sullen van alle tegen-
woordighe goederen als oock meede van degeenen die zij naer deesen
nogh moghten bijkrijgen, houden, ofte (bij een ordinaris uyt den gilde-
broederen) doen houden, perfecte lijste ofte register van dien, meede
van alle ouwe bullen, brieven, blieven van renten off obligatien en
anderen stucken en pampieren van belange, soo van dengeenen dier
aireede sijn off nogh mochten koomen, opdat alles verseeckerder en
met beter kennisse bewaert blijve als voor deesen. Welcke registeren
zullen weiden bewaert in de kasse off kiste daer van ijder vinder een
sleutel sal hebben, ofte anders daer het hen geraden duncken sal, en
sullen voorts alle inkompsten van den gilde, sonder eenyge sloffinge
bevorderen ende degeene welcke bij versuyms van vooryge vinderen
moghten sijn verloopen off gepreschribeert weder vernieuwen en hen
van dies laten releveeren, en noch meede alle goederen en meubelen
dewelcken sij weeten, den gilde bij onwettige maniere te sijn onbruyck
gemaeckt, weder soecken te bekoomen ofte dan behoorlijcke restitutie
voor dien. Nu wat aengael de dispence en distributie van de middelen
en ordinaris inkompste, die sij met ofte aen eenyge dinghen en saecken,
soo in hen samenkomsten en anders hebben te doen, t selve werdt
vermaend matelijcken te sullen doen ende in dies niet te overvloedigh,
ofte te vergeeffs verquistende te weesen. Want dit klaerlijck konnende
beweesen werden, soude een misdaet tegens de staet sijn, en oock
yder vinder, ja de Deecken selve over dies accusabel, en soude alsoo
-ocr page 51-
— 47 —
bij vonnisse en uitspraecke bevonden weesende oock weder bij haer
vergoedt moeten werden. Gelijcke misdaet zoude het oock sijn, soo
sij eenyge goederen ofte oock wat het waere van den gilde, buyten
wettigh gebruyck en maniere van Rade, vervreemden en onbruyck
maeckten ofte oock meede verloren.
42.
Soo sullen vinderen oock goede zorghe draghen, dat bij hen ofte
dengeenen die sij uyt den Gildebroederen daer toe zullen gebiuycken,
yder gildebroeder perfectelijcken met naem ende toename weide te
boecke geregistreert, yder bij sijn eygen soorte, konst, neeringhe ofte
handtwerck. Ende neffens dien daerbij gestelt de juyste tijdt en date
van yders inkomen, waervan sij den gildebroederen sullen gheeven
acte, bij den deecken off twee vinderen gesamentlijck onderteeckenl
sijnde. Ende sullen in deselve registeren in margine oock perfecte-
lijcken doen aenteeckenen, \'t affsterven olf den vertreck van yder ge-
registreerde gildebroeder, immers de Mr» en sonderlinghe die van de
konst. Ende sullen oock meede sonder versuym (om van alles beter
kennisse te neemen) jaerlijckx in de maendt van Maije, immers voor
S\' Jans kermisse deser Steede, bij allen den gildebroederen omme
moeten gaen, beginnende van de konst en soo voorts, vervolgens van
soorte tot soorte, tot de laetste der handtwereken en neeringen van
dien, en sullen alsdan \'t ordinaris jaerge t opgaren en sonder eenyge
ooghluyekinge ofte versuymnis moeten invorderen; en sullen telcken
ommegange nieuwe Jaerregisteren moeten maecken, zoo als sij die
dan bevinden zullen, soo van de meesters, gasten als jongens, waeraen
sij alle veranderinge van meer off min, doot off leevende, van den
voorgaenden jare, sullen hebben te bemereken, t welck zij in de blij-
vende registeren yder en elck bij t sijne sullen hebben te nooteeren,
ende sullen vinderen ten dage van ommegangh met hen mogen neemen
-ocr page 52-
— 48 —
een stadtsbode off de kapiteyn van de nachtwacht als van weegen de
E. Heeren Burgermeesteren, ende sullen, als zij bij die van de konst
om sullen gaen, alle, te weetcn deecken en de drie vinderen tegen-
woordich moeten sijn, ten ware dan bij sieckten ofte dat sijns lighaems
onmachtich ware. dan als men sal koomen tot de handtwercken,
ambachten en neeringhen onder deesen gilde sorteerende, soo zullen
twee en twee vinders beurtswijse om den anderen dagh gaende, moogen
volstaen, dewelcke beneffens de stadsboode off kapiteyn ende de
kneght van \'t Gildt met hen en tot assistentie en hulpe, uogh sullen
mogen beroepen een ofte twee van de voornaemste der neeringe ofte
ambachte bij het welcke zij omme sullen gaen en voor hebben dat
mael te versoecken, opdat alles reght ende met beter toesicht magh
werden gedaen ende sullen de geenen, die zij van den handtwercken
en neeringen alsoo tot meedegaen zulllen beroepen, niet vermoogen
sonder wettige onschuli aff te blijven ofte sulckx te weygeren, op
peene van te verbueren drie car. gul., te gaen aen den here, t Collegie
van vinderen en der armenbos van desen gilde, yder een gerechte
derde paert.
43-
Van alle welcke jaerlijckse inkomsten, als oock meede van alle
inkoomgelden ende alle andere inkomste van renten, giften, boeten
ende breucken (aireede in swange off nogh te volgen) pertinentelijcke
reeckeningh sal moeten gehouden werden, als oock meede van alle
gedane dispence ende uytgeeven van gelde bequamelijck en ordente-
lijck, met debet en credit over den anderen staende, alles ten orde-
ninge van vinderen hier op te beramen, en sal deesc reeckeninghe
van deese bij provisie gehouden werden bij den tweeden vinder, de-
welcke oock als penninghmeester alle gelden ontfangen ende uytgeeven
zal, dogh en sal eghter niet vermogen iets uyt te geeven. anders dan
-ocr page 53-
— 49 -
als bij vinderen collegialite wert beslootcn daer de penninghmeest r
acte magh affheemen, twelck in de notitie van hen doenten oock sal
aengetekent werden, ofte dan dat bij schriftelijcke ordonnantie, bij den
deecken off twee vinderen onderteeckent zijnde, wert bevolen, ende
sal de teegen reeckeninghe van deesen ontfaugh blijcken ende sijn te
vinden, soo uyt de notitie en aentekeningh van vinderen-doenten als
voorts uyt de registeren van de inkoinste en jaergelden, als meede de
rentebrieven off andere acte van dien sijnde, welcke oock alle ten tijde
van reeckeningh en overleeveringh zullen teegen een gehouden en
met den anderen vergeleecken werden , en oock moeten overeenkomen,
ende de uytgeeven zullen met de voorgeseyde acte en ordinantien
moeten goetgemaeckt en vtrantwoort werden, ende de geene die in
deesen ontbreecken, en sullen niet werden geleeden of opgenoomen,
ten ware dan dat bij alle den vinderen nogh klare en volkomene
kennisse van dies ware ofte uyt de notitie van hen besognes blijkende
hoe ende waer aen deese uytgegeeven te zijn, welcke reeckeninghe
alsoo gedaen zijnde, sal de zelve onder de nieuwe vinderen berusten
en bij de pampiere en stucken van den Gilde, van jare tot jare bewaert
werden.
44-
Ende zullen vinderen voors. in alle zware en gewichtige saecken
ende alle saecken rakende de staedt van den gilde, als doen van
reeckeningh en overleeveringh, uytsettinge of opneeminge van geld ,
koopen off verkoopen van eenigh vast goedt ofte andersints van groote
quantiteyt van meubelen of ander dinghen off oock doentc van groote
kosten, meede alle saecken raeckende een geheele ofte meer soorten
der neeringen onder deesen gilde sorteerende, tsij dan noopende
eenyge perticuliere keure off proeve op haer ainbaght off handtwerek,
ofte andersints iets van gewichte. als oock meede in alle rechtspre-
-ocr page 54-
— 50 —
kinghen en vonnissinge over misdaden, begaen teegens den staedt
van den Gilde, op ende in alle deesen en dergelijcken, in dewelcke
vinderen sulckx bij meeste stemmen geraden vinden sullen, zij ver-
moogen uyt den gildebroederen ende Mis. van de aensienlijckste en
bequaemste soo veele en sulcke neutrale personen tot hen adsis-
tentie en helpe als meede-raden ofte anders ten overstaen van saecke
te beroepen, als zij des zullen noodigh bevinden ende hen geraden
dunckt, ende wat dat alsoo bij vinderen ende deesen bij-beroepenen
als meede-raden gesamentlijck ofte bij meeste stemmen, in saecken
van den gilde zal werden gedaen ende besloten, alle tselve sal bij
provisie maght hebben en vollen effecte sorteeren, alles ter tijde en
wijle en tot dat bij de E. Heeren Burgermeesteren daer anders in sal
sijn off werden gedaen. Ende welcke gildebroeder die uyt de mees-
teren alsoo als mede-raedt bij vinderen wierdt beroepen, ende met
wille, sonder wettigh onscbult, afbleeff, deselve sal telcken male ver-
beuren drie car. guld., te gaen aen drien, voor de Heere, t Collegie
van vinderen en de Armenbos van deesen gilde, elckx een gerecht
derdepaert. Zoo oock meede zullen vinderen als \'t hen nodigh duncken
sal ende yets sullen hebben den gildebroederen gesamentlijck, ofte
dan eenige soorte van dien alleen aengaende, te verkundigen ofte
gemeen te maecken, ofte andersints iets van eenygc zaecken te be-
vraghen en hen stemmen te hooien, vermooghen, alle de gildebroe-
deren ofte dan eenige soorten van dien alleen , dien het meest zal
aengaen off raecken, te samen te beroepen, ende wie van den gilde-
broederen alsoo beroepen waer en sonder noodt afbleeve en niet en
quame ter bestemder tijdt ende plaetse, deselve sal (als bij den knecht
de bootschap gedaen is van te moeten koomen op boeten van afblijven)
telcken male verbeuren 3 st. ten pronte van den gilde voois., sijnde in
desen exempt en uytgesloten de ziecken en buyten stadts weesende.
-ocr page 55-
— 51 —
45-
Oock meede soo sullen Vinderen voors. niet alleen hebben nauwe
zorge en toesight te draghen voor ofte op die van hen konste alleen ,
maer sullen oock eeven en met een selve bezorghtheydt verplight en
gehouden sijn, alle de andere handtwercken, neeringe ende ambagh-
ten, onder deesen C\'.ilde sorteerende, de handt te bieden en yder van
dien bij zijne gerechticheyt beschermen en behouden en in de noodt-
saeckelijcheeden van haer ambaght ofte neeringe, t/.ij dan mettet be-
vorderen van eenyge proeve, op yder ofte eenige van die handtwercken,
ofte andersints met eenyge perticulierder en specificiver poincten off
articulen op hare doen en neeringe te beramen. Alles zoo den urber,
geleegentheydt en nature van haer doei ende handl werck moghte ver-
eysschen ende zij ten besten, zoo van die perticuliere soorte en nee-
ringe als ten voordeele van den gansenen Gilde verstaen te bchooren
ende zij op dies sullen beraameu.
46.
Soo sullen Vinderen in hen kamer ende versaemplaetse oock
houden ende oprechten, een Armenbos, sluytende met twee verscheyde
slooten, welcke inkoomen alleenlijcken sal moeten werden gedistri-
bueert, aen de arme en behoeftige weduwen en weesen , en die van
den gildebroederen door ziekte ofte anders moghte zijn gekoomen in
decidentie ofte verval ende eenyge hulpe van noode moghte hebben,
allen den wekken zij maentelijcx off anders naer datter dan voor-
handen sal zijn, sullen bedeelen, yder naer zijnen noodt, zoo verre
als het sal mogen strecken, welcke geseyde Bos, vinderen ten hoogh-
sten zullen houden voor gerecommandeert en oock aen ijder Gilde-
broeder en anders recommandeeren, ende voorts deselve in alle be-
slechtinge van questien, peene ende amende gedencken ende benifi-
ceeren, sooveele als hen mogelijck sal sijn, ten eynde deselve eenigh-
-ocr page 56-
- 52 —
sints magh strecken en den armen genoegh doen; en sullen voorshandts
en bij provisie oock tot deesen bos koomen en werden ingebraght
alle dote en gifte van renten en anders, den gilde van outs gegeeven
perticulierlijcken tot de onderhoudt van haren autaer offkercken diens-
ten. Nu de omdeelinghe van deesen, als oock ineede t particuliere
bewint van dien, zullen hebben en gedaen werden bij den Deecken
ende den lesten vinder, die daer van elckx een sleutel sullen hebben
en in tijde van omdeelinge gelijckelijcken uytreycken en bedeylen,
naer zij dan kennisse van zaecke en gebreck sullen hebben off weeten.
Zo oock meede sal hij deese beyde, te weeten den deecken en lesten
vinder toestaen, ten nausten daerop te letten, ende toe te sien dat
deese voors. bos van alles en elck, tzij dan breucken off amende,
tzijne krijge, daertoe dezelve bij deese keure en anders gereghtight
zal zijn.
47-
Nu, ofte eenyghe Deecken ofte iemandt van den vinderen in der
tijdt ende gheduurende hunne dienst ende vinderschap moghte kooinen
a\'lijvigh te werden, soo sal men om \'t Collegie soo veel als doenlijcken
is, compleet te houden, in deeser manieren handelen en toegaen.
Ingeval eenige Deecken quame te overlijden in het eerste hallif jaer
van sijn bedieninge, soo sullen de drie vinderen in der tijdt, uyt de
jonghste en lest affgegaen vinderen, alwaere het oock de oude Deecken,
(als hebbende meeste kennis van gebruycken en gepasseerde saecken)
eenen nieuwen deecken kiesen, om de ontbreeckende tijdt van den
overleeden en dien jare voorts te volst recken en langer niet. Maer
konipt de Deecken int leste hallif jaer te overlijden, zoo-sullen de vin-
deren uyt hen drien een tot deecken kiesen , om den ontbreeckenden tijdt
van den affgestorvencn deecken voorts tevoldienen, en sal deesen tus-
schen tijts gekoosen deecken, te weeten die van\'tleste halliff jaer,ten eynde
-ocr page 57-
— 53 —
van deesen lopenden jare, bij weder-verkiesinge oock noch het vol-
gende jaer als deecken mogen continueeren, en sonder quetsinge van
keure ofte staedt gecontinueerd werden, want het voorgaende hallif
jaer wort verstaen in eens anders en niet in sijn eygen tijdt gedient
te hebben; deur het welcke oock wort verstaen, deese tusschentijdts-
deecken (schoon geen eedt gedaen hebbende) in de persoon van den
overleedene ende desselven gedaenen eedts, beedight en verplicht te
zijn alles en soo verre en in zelver voegen als de overleedene Deecken
gedaen en geweest mocht hebben, zoo vermagh oock deese tusschen-
tijdts-deecken, ten tijde van electie, ganschelijcken, onvermindert sijne
eere en achtinge, mette de keuze van deecken verbij gegaen werden.
in welcken geval hij als maer geweesen vinder van dien jare, met
dandere vinderen , als naer gebruyek sal affgaen. Nu ingeval in \'t eerste
halliff jaer, een ofte meer vinders quamen aflijvigh te werden, soo
sullen vinderen in der tijdt tot de leedige plaetse van dien, en dat
binnen de 8 daghen naer dat deselve plaetse gevaceert sal hebben,
nomineeren dubbelt getal van persoouen, hebbende de qualiteyten als
geseyt int 37e articule, Dewelcke sij voorts schriftelijck bij de E. Heeren
Hurgermeesteren sullen inbrenghen. om den ontbreeckende uyt ge-
koozen en oock voorts beeedight te werden; en zullen alsoo de vacee-
rende plaetsen weder volmaecken. Maer soo der in \'t leste halliff jaer
een vinder kompt te sterven, soo en sal men in diens plaetse geenen
anderen kiesen, maer quamen der twee afflijvigh te worden en dat
het noch waer drie volle maenden voor de verkiesinghe, soo sullen
de deecken en overgebleeven vinders binnen aght daghen naert over-
lijden van den lesten nomineeren 4 nieuwe persoonen in manieren als
voorens geseydt, dewelcken zij voorts bij d\' E. Heeren Burgermeeste-
ren zullen inbrengen, om twee nieuwe vinderen tot de vaceerende
plaetsen te kiesen, welcke naergekooren vinderen (te weten die van\'t
-ocr page 58-
— 54 —
leste hallifT jaer) weder sullen mooghen koomen op de volgende no-
minatie. en oock bij wederkiesinge, t sij dan als Peecken off vinder,
mooghen werden gecontinueert en in de bcdieninghe van \'t vinder-
schap vervolgen, uyt reedenen als vorens geseydt, sonder in eenyger
manieren te culpeeren ofte te misdoen teegens de staet ofte keure van
deesen gilde.
48.
Ende sullen de affgaende Peecken en Vinderen op hare over-
lecveringhe en rekeningc, die sij aen den nieuwen Peecken en vin-
deren sullen doen, mogen beroepen eenyge van de nensienlijckste en
bequaeinste persoonen van den Mrs der konsten van deesen gilde,
omme over deese hare reeckeninge en overleeveringhe te staen, ken-
nisse van zaecke te neemen; naer hetwelcke soo zullen ouwde en
nieuwe vinderen op haer kamer ofte ordinaris versaemplaetse met den
anderen moogen eeten, ende houden hunne affscheydtmaeltijden op
kosten van den gilde, ende dit onbesproocken twee daghen achter
een, en sullen ter eerster dage ouwe deecken en vinderen, maer ter
lester daghe nieuwe deecken en vinderen boven zitten, ende sullen
alsoo in recompense van henne moyten en versuym met den gilde
gehadt ende alsnogh te hebben, met den anderen houden ende eeten
(sonder oock int minste eenyge kosten van dies te draghen) deese
hunne vrolijcke affscheydinge en maeltijden, waerop zij meede bij
gemeen goedtvinden sullen mooghen beroepen en met hen ten eeten
houden, van begin totten eynde toe, de geene die op hare rekeningh
en overleeveringh sijn geweest en overdies hebben gestaen, mits dat
yder van deese genoodighde, en dit ter kennisse van ouwe en nieuwe
deecken, aen de Armenbos zal betaelen eens 30 sts waer meede sij
voorts geenige andere onkosten meer van nae-gelt of anders en sullen
hebben te draghen, maer gans vrij zijn, alsoo in deesen gilde naer
-ocr page 59-
— 55 —
deesen op henne maeltijden off anders, geenyge na-gelden offgelijcke
omlegginge meer gedaen off gegeeven sullen moogen werden, maer
sullen hen te vreeden moeten houden met hetgeene dat uyt koste van
den gilde sal mogen vallen.
49.
De kneght van deesen Gilde zall naer deesen en van nu voorts
aen, moeten genoomen werden uyt den gildebroederen off dependenten
der konsten, tot hetwelcke vinderen in der tijdt zullen hebben te ver-
kiesen, die hen tot dies de bequaemste sal duncken. Welcke knechten
ofte knecht met alle behoorlijcke respeckt, den Deecken en vinderen
in saecken van den gilde zal moeten bedienen, zoo op henne mael-
tijden als anders, en sal voorts precijselijcken moeten passen, op alle
ordinaris en extra ordinaris zitdaghen, zigh te laten vinden bij ofte
voor vinderen kamer, omme haer in dies te bedienen, en sal aldaer
zoo lange moeten blijven, als vinderen Tullen besigh zijn en niet
mogen wegh gaen als met verloff; oock meede sal hij op alle renvoije
off als vinderen ieuwers als goede-mannen sullen zitten, meede passen
omtrent haer te sijn; soo sal hij oock ordinaerlijcken om de twee off
drie dagen sigh ten huyse van den Deecken moeten laten vinden,
omme te onderr.taen off de Deecken oock eenyge bootschappen ofte
iet anders heeft te beveelen ofte te doen; zoo sal hij oock op de jarige
ommegangh ofte als vinders ergens zullen gaen om kennisse van
zaecke te neemen, meede moeten gaen en oppassen; ende sullen bij
den knecht voors. en niemandt anders, de biddinghe van den gilde-
broederen ter begraeffnisse mogen werden gedaen, dogh hij en zal
geenige van dien nochte oock eenyge andere ommeloopen voor wie
dat het oock soude moogen sijn, mogen doen dan als met kennisse
van den Deecken off in absentie van den tweeden vinder, denwelcke
hij gehouden sal sijn altoos van dies de eerste weete te doen. Soo
-ocr page 60-
— 56 —
oock en sal hij niet mogen eenige gildebroederen ter bcgraeffenisse
bidden, buyten de soorte olTneeringe van den affgestorven gildebroeder,
als met consent en toelatinge van den Deecken, ende sal hij op
zodanige begraeffenisse, die bij hem gebeeden zij, moeten passen en
teegenwoordigh sijn, opdat hij weet en hebbe te mereken, wie van
den gebeeden gildebroederen aff zal blijven , t welck hij den Deecken
sal aenseggen ende alvoorts de boeten van dien opgaen en halen.
Oock meede zullen alle maninghe aen de gildebroederen wegens den
gilde, bij hem moeten gedaen worden, als oock meede alle dagingen.
als eenigh Gildebroeder den anderen om eenigh different voor vinde-
ren wil beroepen en daghen, mits hebbende van dien zijn Salaris en
loon, dewelcke bij provisie en tot naerder veranderinghe, sal sijn als
volght: Voort bedienen en passen op vinderen-zitdaghen en t geene
daerbij en intusschen zal vallen te beloopen ende te doen4st3; voort
doen van eenighe boodtschap voor deecken off vinderen (daer hij geen
ander loon zal verdienen) i str en gaet hij meer als tot een off twee
plaetsen 2 st», voor een ommeloop aen vinderen mede 2 st3, voor
een ommeloop en beroep van eenyge voornaemste Gildebroederen om
met vinderen te zitten 3 st3, van yder nieuw inkoomende meester
4 sts, van yder nieuw inkomende discipul, leerjongen en gast I sf,
voor de bedieninghe in vinderen ja;rmaeltijdt 24 st3 daeghs, voor
den jaerlijcksen ommegangh met vinderen 18 st* daeghs, voor een eerste
maninghe van \'t niet gegeeven jaergelt t welck hij van dien gildebroeder
moet hebben: Van de Mrs 2 st3, van de gasten en leerlingen I str;
voor een tweede maaninghe van dien: van de Mrs 4 st» en van de
gasten en leerjongens 2 st3, voor een ghemcene daginghe voor vinde-
ren 1^ str, voor een daginge over beklagh van staat 3 sts, t welck bij
den aenlegger bij provisie sal moeten betaelt en uytgeschooten werden.
Voor een ommeloop aen den geheelen gilde en alle den gildebroe-
-ocr page 61-
— 57 —
deren 30 stuyvers, voor een ommeloop aen de konst: voor een buyten
den gilde 12 sts, voor een gildebroeder 10 sts, voor off van weegens
vinderen 6 sts en soo hy tot eenyge soorten van de handtwercken off
neeringhe (onder den ghilde behoorende) daer beneffens gaet, voor
yder soort bovendien nogh ij paarten; voor een ommeloop aen eenyge
soorten der handtwercken off neeringen alleen, voor particuliere 8 st»,
voor vinderen 5 sts, voor een begraefeniss van de konst 10 sts, voor
een begraefenis ofte te lijckbidden van eenen van de andere soorten
of neeringen 8 sts, voor namaninghen van lijckboeten telck I sf van
yder en voor iemandts het wercken te verbieden als van oudts zes sts.
50.
Nu de acte. feyten ofte misdoenten dewelcke eygentlijcke strecken
teegens de stael, regeeringe en \'t weesen van deesen Gilde , als zijn:
de zaecken van den gilde ende de keure van dien door nalatighheydt
en sloffen off andere quade practicque te laten vervallen ende te niet
gaen, \'t bedienen van deecken- off vinderschap over bepaelden tijdt en
weder het niet willen bedienen van deselve ampten, het pleegen ende
houden van alle extra-ordynare verkoopingen als gemelt in het
21e Articule, als oock meede deselve met ooghluyckinge te dulden en door
de vingeren te zien, ofte in dezelve eenigh aenpaei t ofte deel te heb-
ben, en alsoo of anders de neeringen van deesen gilde met eenyge
quade practique te bederven , alle bedrogh en valscheydt gepleeght in
saecke en tot schade van den gilde of t gemeene, met onnutte en ver-
geefse dispence de innekompste en middelen van den gilde te ver-
quisten, onbehoorlijcker wijse eenige dingen, goederen of meubelen
van den gilde te vervreemden en onbruyck te maken, onreghtveer-
delijck met weeten en willen den gilde te verkorten, tzij met reecke-
ningh off andersins geit off goederen den gilde toebehoorende naer
zigh te neemen, nogh meede iemandt met eeniger deeser vooriger
S
-ocr page 62-
— 58 —
dilecten en feyten valschelijcken te betichten ofte te beklaghen, en
soo voorts alle doenten en acten die met deesen overeenkomen en
vermaeghschapt zijn, ende dewelcke eygentlijcke toetseeren of raecken
de gemeene regeeringe, stadt ende standt off weesen van deesen voois.
gilde, Alle deese zullen werden gecorrigeert en gestraft met beroo-
vinghe van bedieningen. stemmen en ampten en versteeckinge van
dien voor eenygen tijt off voor altoos, oock meede met restitutie enckel
off meermalen, en voorts met geltboeten zooals bij de articulen, daer
teegens is misdaen, perticulierlijcken is gespecificeert, en daer sulckx
niet en is gedaen tot vindinge van de competente reghteren over
deesen. De reghtspreeckinghe en vonnissinge van deesen sal compe-
teeren en gedaen werden bij vinderen en den geene, bij hen over
dies beroepen als meede-reghteren, tot het welcke vinderen zullen
hebben te beroepen eenige neuterale persoonen van de ouste, aensien-
lijckste en bequaemste uyt den Mrs der konsten off handtwereken van
deesen gilde. En zullen de actie en pretensie over deese begane
dilicte gedueren den tijdt van drie geheele jaren, maer naer dien
sullen zij zijn gepreschribeert en verloopen. Ende ingeval eene ofte
eenyge van deesen dilicte weide begaen bij een ofte meer gildebroe-
deren (t zij oock in wat manieren, staet ofte qualiteyt dat deselve
onder den gilde moghten sorteeren, alware het oock den deecken of
vinderen zelve) en dat bij vinderen collegialiter off anders daerinne
niet en wierde gedaen ofte versien, Soo sal al ende ygelijck Gilde-
broeder (meester zijnde) die wille vrijstaen en vermoogen deselve te
beklaghen ende sijne beklaghte ordentelijcker wijse ingebraght hebbende
zal gehoort en oock op dies reght gedaen werden, Allen twelcke wij
daeromme alsoo hebben aen yder gildebroeder vrijgestelt en toege-
laten, opdat door quade practique, versloffinge en anders, de saecke
van de gilde niet weder en soude komen te vervallen , als voor deesen
-ocr page 63-
— 59 —
is geschiet. en opdat door deese altoos blijve een open wegh en spore,
om deselve weder wettelijcken te erreghten ende op te helpen En sal
degeene die van desen werde beklaeght en reghtelijcke gedaeght om
zijne verantwoordinghe van dies te doen, oock voor de competente
reghteren van deesen moeten verschijnen en sijne saecke aldaer moeten
verantwoorden en oock d uytspraecke over dien moeten obedicren,
en ware het een deecken of vinder, hij en soude niet vermogen,
naer de gedane daginge, als deecken off vinder op de zitdagen ofin
collegie van vinderen te compareeren ofte iets dien aengaende ofte in
dier qualite mogen doen off verhanden (alles op gelijcke peene) voor
ende alleer hij heeft te reghte gestaen en sijne saecken verantwoort
ende hij van deese ingestelde beklaghte geheel ende gants vrij ge-
sproocken is; En moet hier reght verstaen werden, dat deecken en
vinderen, als geseydt is, over dese dilicten oock beklaeghbaer zijn.
te weeten de deecken en dat alleen, en een vinder ofte oock twee
te gelijck, maer niet het geheele collegie van vinderen teffens ofte
oock drie vindcren te gelijcke, ofte de deecken met een vinder teffens
en te gelijck, want bij deese of dit getal, als de meeste helfte hen
bestaen, en bestaet oock in der daet t geheele collegie van dien.
welcke het hooft-gedeelte der competente reghteren is, door \'t welck
sulckx te doen iupracticabel is; Over des ingeval iemandt t geheele
Collegie van vinderen in der tijdt, ofte dan de meeste helfte van
dien als geseydt, in deesen schuldigh ofte culpabel bevondt, dezelve
sal met sijne aenklaghte teegens deselve moeten toeven, tot dat sij
zullen zijn uytter regeeringe en afgegaen , ende ateflan sal men teegens
haer mogen de beklachte instellen volgens de keure en soo als men
te rade zal zijn Ende sal degeene die van deesen iemandt wil bekla-
gen, moeten doen en hebben van alles klaer bewijs, ende sal, als
hij zijne beklaghte wil instellen, bij vinderen moeten instaen ende
-ocr page 64-
— 60 —
hem doen inschrijven met naem en toenaem, als oock meede den-
geenen die hij wil beklagen, en ter wekker cause, En sal naer deesen
inschrijvinge niet mogen geerselt ofte terugge gegaen werden, maer sal
moeten vervolgen, op het welcke de aenlegger voorts bij vinderen sal
versoecken, dat hem een dagh van reghte magh werden geleydt en beteeo
kent; \'t welck vinderen in geeniger manieren iemandt en sullen ver-
mogen te weygeren, maer sullen gehouden sijn, op peene van Staet,
binnen de 14 dagen naer t versoeck deselve te betekenen, alware het
oock extra ordinaer, en sullen van dies den aenklagher verweetyghen,
die alsdan de daginge door den knecht zal moeten, volgens en met
de inschrijvinghe bij hem ter vinderen-kamer gedaen, laten doen, ten
minsten drie daghen voor den beteeckenden dagh van reghte, ofte
anders de beklaeghde zoude voor dien dagh mogen excipieeren en
niet behoeven te antwoorden. Ende zullen ten daghe van reghte, de
beklaaghte ingestelt en partijen ten wederzijden ten vollen gehoort
ende de bewijsen der beklaghte ende de defentie van den verweerder
bij vinderen ende den bij sittende meede-reghteren ingebraght, gesien
en op dies punctueelijcken geleth sijnde, soo sullen vinderen endede
beroepene mederechteren in deesen, als competente rechteren van
dien, over deese naer hen beste geweeten en soo sij des verstaen
reght te sijn, bij meeste stemmen geeven hen vonnisse en doen rech-
telijcke uytspraecke, T welcke ten wederzijden bij partijen punctuee-
lijcken op peene van staet sal moeten geobbedierdt en volkoomen
werden, dogh degeenen die zigh bij deesen zal houden gegrieft off
verkost te weesen en zigh wettelijcken wilde opposeeren ende den
triumphant ofte oock vinderen selve ende de meede-raden neffens dien,
voor de E. Heeren burgermeesteren, welcke de revisie en definitive
sententie over deese competeert, wilde beroepen, zoo sal hij sulckx
vermoogen, behoudelijcken dat hij sigh als opposant off appellandt
-ocr page 65-
— 61 —
binnen vinderen-kamer laet aenteeckenen binnen thien daghen en dat
hij zulckx oock binnen de 6 weecken naev dit gewijsde effectueere,
ofte sal van dien versteecken sijn, en moeten \'t gewijsde voors. obbe-
dieren en punctuelijcken volkoomen, alles op peene als is geseydt.
5\'-
Nu alle feyle, versuymnisse ofte erreur, meede alle acte, feyten
en misdoenten, hoedanigh die oock moghten zij, dewelcke bij iemandt
ofte eenygen gildebroeder buyten ofte in staete sijnde, contrarye eenyge
oude ofte nieuwe keure moghte zijn begaen ofte gecommitteert in
eeniger manieren met dus off zoo, ofte hoe ofte wat dat het soude
moghen weesen, gedaen of gepractiseert tot nadeel van den gilde in
t gemeen, ofte perticulierlijcken van eenyge soorte der neeringen off
handtwercken van dien, ofte anders ins iets hetwelcke te acuseeren
ende te corrigeercn off te straffen ware (uytgenoomen dan de vervreenv
dinghe en ontbruyck-maeckinghe buyten orden of wettigh gebruyck,
van rade, van middelen ofte inkompste van den gilde ofte van eenyge
substentie, goederen off meudelen den gilde in eygendom behoorende
alle welcke weder zullen moeten werden gerestitueert ofte vergoedt
ten taxatie en tot discretie van vinderen van deesen gilde voors.) Sul-
len bij deesen sijn en werden gedaen een algemeene vergeetinge,
vergeevinghe en perdoen, ende werden bij deesen allen gildebroe-
deren in \'t algemeen en yder voor sijn perticulier, geperdonneerd,
gerelaxeert ende geheel vrijgesteldt van alle straffe ende peene (uyt-
genoomen de restitutie der vervreemde en onbruyck gemaeckte goe-
deren, meubelen, middelen ofte eenyge substantie den gilde in eygen-
dom behoort hebbende) over eenighe actie of begaene misdoente of
versuymnisse, hoedanigh die souden mogen sijn, voor date van deese
keure en perdoen bij hen begaen ofte gepleeght, in wat manieren
dat het oock moghte sijn; en wert alles wat van deesen is off is
-ocr page 66-
— 62 —
geweest, gestelt in een vergetelnisse, niet willende, dat in eenyger
manieren off bij eenigh giklebroeder zulckx sal sijn meer gedaght,
verbiedende wel uytdruckelijcken, t selve in eenyge consequentie te
trecken ofte ieinandt, om iets gepasseert voor deesen, te suspendeeren
off voor suspeckt te houden, veel min van dies eenigh verwijt, smaet
ofte moleste te doen, alles op peene voor den geene die contrarie
sal bevonden werden te doen, van te werden gecorrigeert en gepuni-
eert als een steurder van de gemeene ruste. Want ons eygentlijcke
wille is, dat alle de gildebroederen van deesen gilde, allen met den
anderen zullen sijn en weesen met alle onderlinge vrundtlijckheydt en
liefde sonder eenyge gedenckenisse van t verleedene, als waren zij alle
te gelijck en op een nieuw gildebroederen geworden van een geheel
nieuw gildt. Allen t welck wij alsoo verstaen ten beste te behooren.
Nu op de Begraefenisse ofte lijckgange van eenygen afgesturven
gildebroeder ofte zuster, ofte derselver vrouw ofte man, ouders ofte
kinderen, sal yder die wille, vermogen den gildebroederen (wel ver-
staende de meesteren die van sijn ofte des overleedenens eygene
soorte, konste ofte handtwerck zijn en verder niet, ten ware bij consent
van Deecken of vinderen), te doen ter begraeffenisse bidden en noo-
dighen, t welck bij den kneght van deesen gilde ende niemant anders
en sal mogen en moeten werden gedaen, mits daer voorens betalende
voor yder biddinge aen die van de konst vijfthien stuyvers, te weeten
5 voort gildt en 10 voor den knecht, en voor een biddinghe van die
van de andere handtwercken en neeringen twaalif sts, te weeten
4 voort Gildt en 8 voor den kneght ende sal yder gildebroeder, Mr.
sijnde, die alsco bij den knecht te lijckgange gebeeden is, sigh op
de begraeffenisse en lijckganghe voors. moeten laten vinden ende
meede gaen in manieren als hij gebeeden is, op verbeurte voor den
-ocr page 67-
— 63 —
geene die niet en quame van 3 sts ten profijte van den gilde, ten
ware dan dat hij bij ziecte ofte anders, sijns lighaems onmaghtigh waer
en niet uyt konde gaen. ofte meede dat hij ware van huys en buyten
stee, alles sonder fraude. Welcke boeten ten selven daghe bij den
kneght sullen werden opgehaelt en den geenen die als dan niet en
sullen betalen ofte wettigh onschult doen, nochte oock binnen de
drie dagen naer dien aen den Deecken ofte kneght van t gildt ofte
ter bestemder plaetse en quame brenghen, sulckx dat de kneght daer
weer omme soude moeten koomen, deselve sal als dan boven dien
aen den kneght voor deese tweede maninge en komste nogh I str
moeten betalen, en soo voorts voor elcke komste die naer deesen
om dies bij den kneght sal werden gedaen telcken 1 str ende dit ge-
duurende en tot de betalinge toe; ende sal de kneght op deese lijck-
gange moeten tegenwoordich sijn en wel nauwe letten en toesien en
op zijn seel aentekeningh houden, wie en welcke van de gebeeden
gildebroederen affblijven, van alle welcken hij datelijcken naer de
lijckgangh de boeten op sal gaen ijschen ende de gekreegenen van
dien bij den deecken brenghen, aen wien hij oock sal zeggen de
ontschulden, die bij eenige ofte iemandt moghte sijn ingebraght over
\'t affblijven ende sal naer het bescheyt dat hij van den Deecken krijght
deselve weder manen off laten berusten.
Ten uyteynde soo willen en beveelen wij allen gildebroederen van
deesen voors. Gilde van St. Lucas en perticulierlijcken den Deecken
en Vinderen van dien, deese onse teegenwoordighe keure in alle zijne
articulen punctuelijcken te onderhouden ende sonder veynsinghe off
ooghluyckingh bij ygelijck gildebroeder te doen onderhouden, ende
ingeval iemandt of\'.e eenigh gildebroeder haer, noghte oock deese onse
keure en artyculen van dien, niet en wilde obedieeren, maer halsterigh
teegens alle waerschouwinge en verbiedinge toegingh, soo sullen
-ocr page 68-
— 64 —
vinderen deesen en alle soodanige, en dat sonderlingen in de saecken
der neeringhen en oock die van\'t inkomen en gildtreght, met den
kneght en een stadtsboode deselve doen haer wercken en neeringe
verbieden, en belasten hen winckel te sluyten, alles ende totter tijdt
dat hij vinderen ende den Gilde volgens deese onse keure sal hebben
voldaen en gesatifieert; t selve verbodt sullen vinderen oock vermoghen
te doen aen dengeene dewelcke haer uytspraecke en gewijsden* in
boeten en anders, niet en willen volcoomen ofte afdoen, en oock
meede aen den geenen welcke sij tot meermalen eenyge dingen hebben
verboden ofte oock bij hen ontbooden ende uyt versmadenisse niet en
willen voor haer koomen verschijnen; ende sullen degeenen, den-
welcken hun werck te doen alsoo verboden is, niet weder lot zulcx
werden toegelaten voor ende alleen zij vinderen ende den gilde in
alles hebben voldaen, als oock de onkosten van voor den kneght en
anders, in deesen gevallen zijnde.
Aldus gedaen ende beslooten binnen der Stadt Haerlem ten
huyse van den Heere Deecken Mr. Jan vak Boeckhorst op den
22<" May 1631 bij ons onderschreeven Deecken en Vinderen van het
Schilders ofte St. Lucasgilde deeser stadt Haerlem ende den gemagh-
tighden uyttet lighaain der Schilderkonstenaeren, daer toe specialijcken
geprocureert.
J. VAN BOUCHORST                                                  HeNDKICK POT
Deecken                           Outgert Aris Akersloot
P. Moi.ijn                                                    Sa. De Bray
Willem Claess. Heda                                  Gemaghtigde uytet
ligchaam der Schilders.
Deese bovengestelde nieuwe keure ende ordonnantie op het Schil-
ders ofte S\'. Lucas Gildt deeser Stadt Haerlem bij den tegenwoor-
dighen Deecken en Vinderen ende den gemaghtighden uytet ligchaein
-ocr page 69-
— 65 —
der Schilderen op den selven gilde gevonden, samengcsedt en ge-
stelt, ende op den 2 Juny 1631 ter herberge van den Koningh van
Vranckrijck ons ondelgeschreven Outvinderen en beroepen Gildebroe-
deren der konste van deesen voors. gilde van S*. Lucas, vooren ge-
houden ende opentlijcke ten aenhooren van ons allen vooren geleeseu
ende bij ons oock wel verstaen zijnde, Wert bij ons tegenwoordighe
beroepene ende ondergeschreeven oudtvinderen ende gildebroederen
der konsten van desen Gilde, gesamentlijcken in allen sijnen poincten
ende articulen eenstemmelijcken aengenoomen, goedgekeurt. geavoijeert
en gelaudeert, Ende verklaaren voor soo veele in ons is, dat deselve
den gilde is ten hooghsten nut en noodigh ende behoorlijcken gesta-
tueert, ende bij den Gilde en gemeene gildebroederen in allen zijne
poincten aengenoomen en gesubmitteert te werden. T oorkonden der
waerheydt deese met onse gesamentlijcke onderschrijvinge bevestight.
C. Corneliss.
Schilder
ISAACK HALINCK
outvinder
CORNEMS CLAESSEN VAN WiERINGEN.
F. VAN DlJCK.
Die kloeke kunstenaren, ze mogen zwak geweest zijn in zinbouw
en nog minder thuis in spelling, hebben met zooveel uitvoerigheid en
zoo duidelijk hun keur opgesteld, dat we er weinig meer bij behoeven
te zeggen. Hier en daar komt soms wel eens een verouderd en buiten
zwang geraakt woord voor den dag, maar men zal er den aard en de
beteekenis spoedig genoeg van vatten. ^Alleen is het niet overbodig
-ocr page 70-
* \\\\^Wï
66
hier aan het slot ecne toelichting te geven, die bij het begin wellicht
beter op hare plaats zou zijn geweest: dat geldt namelijk een paar
handwerken, die in de «Tafelswijze verspreydinge" worden opge-
noemd: vooreerst Webbebriefjensmaeckers, dat waren dege-
nen die de, dikwijls zeer kunstige, fabrieksmerken in hout of koper
sneden, welke op de geweven stoffen, linnenwebben, moesten gehecht
worden. Tegenwoordig noemt men ze met een uitheemsch woord
(want onze taal is zoo arm!) etiketten. Primuurde rs (van: premo*
ik druk) in een adem genoemd met de huisververs, waren de glad-
schuurders, die het hout, wanneer dat zeer fraai moest beschilderd
worden, vooraf effen en glad schuurden In onzen tijd is dat onder-
deel der kunst opgegaan in het ambacht der huisschilders. Geley-
backers, ook wel als plateelbackers vermeld, waren degenen die
Delftsch aardewerk maakten, eene kunst die in vroeger eeuwen den
hoogsten bloei bereikte, en die men in onze dagen tracht te doen
herleven.
Overgedr. uit Archief Ned. Kunstgesch.
/ ?JJJ