-ocr page 1-
-ocr page 2-
j/^yA \\Ö623
-ocr page 3-
t &3
:
i
.
Instituut voor
Oudgermaanse Taal- en Letterkunde
aan de Rijksuniversüeit
, ie Utrecht
-ocr page 4-
-ocr page 5-
1
M
w
o
s
w
Q
E*
hi
r\\
M
pa
©
pq
9
Q
w
fc
H
^
VAN
-3
flfi
Pu
O
••
UI
>n
w
fc
O
tf
*
-ocr page 6-
-ocr page 7-
-
.
WORP VA1V THABOR,
KRONIJK VAN FRIESLAND.
Insfi\'uut voor
Oudgermaanse Tag!- en L«;*cr*cunde
aan de Rijksuniversiteit
te üiiüchi
-ocr page 8-
.
Snelpersdruk van J. R. Miedema, te Leeuwarden.
BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT
A06000028729659B
2872 965 9
i
-ocr page 9-
WORP TYAERDA VAN RINSUMAGEEST,
VIJFDE BOEK
DER
ER0NÜE1N m FRIESLAND,
BEVATTENDE
DE GESCHIEDENIS VAN HET BEGIN DER
ZESTIENDE EEUW.
UITGEGEVEN DOOR HET
FMESCH GEXOOTSVUAr
VAN GESCHIED", 0UDHEID- EN TAALKUNDE.
I jNlVERSiTEiTS \\
BIBLIOTHEEK j
| UTRECHT J
TE LEEUWARDEN , b«                                                  ^ v^* v
H. KUIPERS.             ,##^VvvO^Ce
1871.                      / °M ,.;^P
Instiluut voor
Ouifgermaanse Taal- en Letterlcuid»
aan de Rijksuniversiteit
ie Utrecht
-ocr page 10-
-ocr page 11-
VOORBERICHT.
Na een langen tijd de Kronijk van Worp van Tltabor te
hebben laten rusten, heeft het Fricsch Genootschap de nodige
middelen gevonden, om ook het vijfde boek dier kronijk uit te
geven. De uitgave van dit vijfde boek is te belangrijker, omdat
er wel van de drie eerste en ook van het vierde boek een vrij
aanzienlijk getal afschriften beslaat, maar voor zooverre wij
hebben kunnen gewaar worden, slechts twee exemplaren van het
vijfde boek aanwezig zijn. Het oudste, dat bij de uitgave ge~
volgd wordt, komt voor in een H. S. op de Provinciale Biblio-
theek, en aldaar bekend onder den naam van zijn vroegeren
bezitter J. de Kempenaer. Naar het schrift en de band te oor-
deelen moet het afkomstig zijn uit het midden der zestiende eeuw.
Een ander afschrift, in het bezit der familie van Beijma
thoe Kingma, is van veel minder hoogen ouderdom, minder vol-
ledig en voor de uitgave van geringere waarde. Twee frag-
menlen, beide afbrekende midden in de procedure tegen Gerbrant
Mockema en Jemma Heer Juwsma A°.
1512, worden aange-
troffen in een Handschrift bij de Stedelijke Bibliotheek van
Amsterdam, en in een dergelijk bij het Provinciaal Archief van
-ocr page 12-
VI
Friesland. Over deze vier kopien vindt men meer vermeld in
een verslag voorkomende in de Vrije Fries, deel III no.
2,
van het jaar 1843.
Dit vijfde boek omvat de geschiedenis van slechts vijf en
twintig jaren,
1499—1523, dat is de geschiedenis van Fries-
land onder de Heerschappij van de Saxische Hertogen en ver-
volgens gedurende den strijd tusschen den Hertog van Gelderland
en Keizer Karel den vijfden, lot aan de geheele onderwerping
van Friesland aan den laatste als Heer van de gczamentlijke
i
Nederlanden. De uitvoerigheid van deze behandeling is dan
ook de oorzaak, dat de inhoud van dit boek door de latere
geschiedschrijvers op verre na niet uitgeput is. Schotanus b. v.
haalt dit boek van Worp van Thabor meermalen aan, doch
heeft betrekkelijk er slechts weinig uil kunnen overnemen.
Dit deel is zeer rijk aan officieele stukken, waaronder vecle,
die niet in het Groot Placaat en Charterboek zijn opgenomen.
Onder de stukken die wel in \'t Charterboek voorkomen, zijn er
twee van vrij grooten omvang, die ook bij Schotanus en Winse-
mius gelezen worden, en daardoor meer dan andere van alge-
meene bekendheid kunnen geacht worden te zijn. Om die reden
heb ik gemeend ze bij dezen druk achterwege te kunnen laten ,
te meer dewijl de afschriften daarvan in dit Handschrift bui-
tengewoon slordig en vol fouten , ja op vecle plaatsen volkomen
onverstaanbaar zijn. Ik heb mij dus vergenoegd met daarvoor
naar de genoemde werken te verwijzen. Zie bladz.
61.
In vergoeding daarvoor heb ik eenige van elders nog onbe-
kende stukken als een aanhangsel bij dit deel gevoegd, welke
-ocr page 13-
I
VII
belangrijke bijzonderheden behelzen, betreffende den overgang van
Bolsward in September
1523, waarmede de onderwerping van
Friesland aan Keizer Karel V voltooid is geweest. \' Die stukken
zullen te meer de belangstelling wekken, omdat daaruit blijkt,
welk aanzienlijk aandeel de vermaarde Mr. Bucho van Aytta
gehad heeft in de onderhandeling over de erkenning van de
Bourgondische Suprematie. Zij zijn afkomstig uit een Archief
van Bucho van Aytta, voor het meerendeel betrekking hebbende
op het Proces gevoerd tusschen Keizer Karel den vijfde en
Karel Hertog van Gelder voor den Koning van Frankrijk als
scheidsrechter. Die aanzienlijke verzameling van stukken be-
vindt zich in het Rijks-Archief, terwijl kopien daarvan genomen
berusten bij het Friesch Genootschap.
Leeuwarden , 1 Februarij 1871.
J. G. OTTEMA,
Secretaris.
-ocr page 14-
VERBETERINGEN.
Van pag. 69—74 staat in margirie 1504, lees 1505.
Van pag. 75—86 1504, lees 1506.
Van pag. 87—89 1504, lees 1509.
Van pag. 90—96 1504, lees 1512.
-ocr page 15-
WORP VANTHABOR,
KRONIJK VAN FRIESLAND.
HIER BEGINT DAT
Vyfde Bueck.
HOE DAT HARTOCH ALKKUT MET HARTOCH HEX-
DRICK ZYX ZOEX EERST IX FRIESLAXT IS GE-
COEJIIEX EXDE IX ALLE STEDEX IS GEHULDICHT.
Int jaer ons Heren dusent vier hondert (*) jaer daer nae dat 1499
hartoch Albert van Beyeren Graeue van Hollant mit Graeue
Willem syn zoon wt Vrieslant worde gedreuen, is hartoch A1-
bert van Sassen Marckgraeue van Myssen Lantgraeue van
Duringen met hartoch Hendrick zyn zoone eerst in Vrieslant
gecomen toe Harlingen an toe schepe wt Hollant den 19 dach
July, ende daer hebben hem eerlick ontfangen dye prelaten
ende houelingen wt Oestergo ende Westergo ende syn den
seluen dage met hem gereist nae Franicker. Ende binnen
Franicker zyn hartoch Albert ende hartoch Hendrick beide ge-
huldicht op Sinte Maria Magdalenen auont tot euige Guber-
natoers van Vrieslant van wegen des heili gen Homschen ricks
(*) Negen en negentig, hondert.
1
-ocr page 16-
WORP VAN THABOR .
\'J.
1499 daer nae op sint Maria Magdalena dach zyn die heeren gereist
aa Bolswert ofttle syn daer oeck gehuldicht in gelicker forma
als toe Franickcr voersz. is. Daer nae den 24 July, dat is
op sint Jacobs Apostels auent, sint hartoch Albert met hartoch
Hendrick zynen zoen ende met hem veel prelaten ende heer-
schappen van Sneeck nae Leuuarden gereist, ende die heeren
quaemen by Huesmare wech, sóe hebben daer geweest dye van
Leuwarden met crucen ende phanen, ende hebben den hartoch
een voetval gedaen, haer ontschuldiggende vanden misdaden
ende rebelleringhe, dye int vocrleeden jaer waren geschiet. Dye
hartoch heuet haer opgenomen in sinen genaede, ende den dage
daer nae, dat is op sinte Jacobs dach naeder misse, hebben
dye van Leuarden hartoch Albert ende hartoch Hendrick syn
zoen gehuldiget voer eerfgubernatoers van Yrieslant van we-
gen Ke. Mat. ende des Romschen ricks tot oldehoff inder
kercke. Opten seluen sint Jacobs dach heft hartoch Albert voersz.
synen ersten raodt binnen Leuarden gecoren wtt Oestergo ende
Westergo. Wt Oestergo Paulum Abt van Clarecamp, mr. Bucko
pastoer toe Husum licenciat in dye rechten, mr. Nanno pastoer
toe Leuwarden, Rienck Emega toe Kammengabuer, Schelte Ty-
aerda oppergeest ende Tako Wbbama. Wt Westergo heer
Petrum Abt van Oldecloester, heer Benedictus pastoor toe
Franicker doctor inden rechten , Schelto Liauckama toe
Sneeck, Jarich Hotnia opt Nylant ende Hessel Martena toe
Franicker. Dese voersz. met den cancelaer solden van des
Hartochs wegen berechten al die saecken dye anden heer
worden versocht.
Woe dat «loncker Fox Jlfytert by Groningen
worde geslagen.
Opten seinen dach dat hartoch int lant quam, dat was den
49 Julij, is Nytert Fox die al worde genoempt Joncker Fox wt
-ocr page 17-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                       3
Leuwarden gereyst met nu hondert knechten nae graeue 1499
Idzart van ower Eems, omme den Damme van wegen des
Hartoch van Sassens van den graeue voersz. in toe nemen, om
die stad Groningen daer mede te benauwen. Alsdan Joncker
Fox toe Oupwolde quam ende aeten ende droncken\' aldaer
met syn knechten, soe hebben dye Groningers dat vernomen
ende syn met haer burgers ende knechten omtrent dusent wt
die stat nae Joncker Fox toe Oupswolde getogen. Ende als
Joncker Fox dye Groningers sagh an (-J-) soe hy noch wel met
synen folck wel had mogen ontkomen, maer hy was soe
moedich ende acht die Groningers soe cleyn, dat hy haer niet
wolde wieken, maer is vromelick tegen haer int velt te slag
gegaen. Ende syn by Oupswolde te samen gecomen ende sterk-
lick tegen malcander gefochten. Ende want dye Groningers
bet met bussen ende ander instrumenten van oerloch ende
met macht van volck waeren voersien, soe is Joncker Fox
toe laesten geuondt, al soe dat hy niet langer mochte staen
te vechten, ende heeft noch een wyl tyt leggende op syn knie
vroemelick gewert. Ende dye Groningers knechten hadden
hem geerne gevangen, maer hy wolde hem niet gevangen
geuen, ende is daer geslagen met twaliff ofte darthien knech-
ten opten 22 dach July, dat is op Maria Magdalena dach.
Ende vel van syn knechten syn geuangen ende die ander ont-
liepent nae den Dana ; Joncker Fox wort doet binnen Gronin-
gen gebrocht ende in dye Minnebroederskercke voer sint
Maria Magdalena outaer begraeüen. Als hartoch Albert hoerde
dat Joncker Fox syn cappitein was doet geslagen, is hij seer
drouich geueest, want dese Joncker Fox was dye meeste
ende victorioste cappitein daermen in dye tyden wiste aff
te seggen.
(f) Sagh an , lees sagh aniomen.
V
-ocr page 18-
4                         WORP VAN TJ1ABOR,
Van het BUI ende een schattinge owcrt tlant.
1499 Doe hartoch Albert vanden Landen was gehuldicht als
voersz. is , is hem onthieten een geschenck van Oestergo en
Westergo lot een propin ses hondert gouden gl. dat beliep
ouer alt lant dye twintichsto pcnninck ende det soude we-
sen binnen ses maenden betaelt. Als dan hartoch Albert dus
als voersz. was gehuldiget ende angenomen voer een heer
ouer al Vriesland, dat is van Staueren toe Gerkesbrugge, soe
was sijn menige ende begeerte Groningen toe beleggen om
dye sampt dye Ondanden onder syn subiectie te brengen nae
luyt syn commissie hem van Maximilian gecoren Keyser ge-
geuen. Ende want hy niet dan drie hondert vremde knech-
ten bi hem hadde, soe heeft hy briuen wtgesonden ouer heel
Vrieslant , dat dye vierde man wt Oestergoe ende Westergo
solde toe volle getuicht comen totten hartoch toe Leuwarden.
Onder dissen dat dit geboot voorsz. owert lant ginge, soe heeft
hy een ander gebot wtgaen laten, dat dye Vriesen souden thuis
bliuen ende daer voor solden geven den XII penninck van den
pachte, dye sy toe huer gaven of fan haer eigen renthen.
Dese schattinge worde geeisschet, buitten wille ende con-
sente des geinenen landes, van sommige heerschappen ende
geestelickheit, als heer Benedicto toe Franicker ende mr.
Bucko Licenciat in die beide rechten pastoer toe Husum.
Dese twe schattingen voersz. waren dye oersaeck, daer dye
rebellicheit voor Franicker wt quam, als ghy nae sullen
horen. Des in dach Augusti is hartoch Albert met syn
heren ende sommige Vriesche heerschappen wt Leuwar-
den gereden, om dat Bilt toe besien ende dat toe ordineren
toe syn profyt. Ende dat Bilt was doe gemeten op xxu hon-
dert morgen goet lant sonder blieken. Daer nae den 18 dach
Nouembries des auonts heeft hartoch Albert gesent wt Leu-
-ocr page 19-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      5
warden ander half hondert kneckten toe Dresum in Dantu- 1499
madeel en hebben daer iqj huysluiden gefangen endc een ofte
twe doetgeslagen, om datse dye schattinge niet hadden be-
taelt.
Groningers hebben den tïraeue van Einden
in den Dam belecht.
Daer nae omtret sinte Bartolomeus hebben den Groningers
den Graeue van Oostvrislant inden Dam belecht mit groete
macht van volck. Als dit hartoch Albert van Sassen heeft
gehoert soe heeft hy syn brieuen ende hoeden wtgesont ouer
al Vrieslant, dat man bi man, al dye beneden tsestich jaren
ende bouen achtien jaeren waeren, met vollen tuich souden
comen toe Wiswert int cloester (want Wiswert lach doe noch
buitten Leuwarden) om die graeue toe ontsetten. Onder
dissem isser een boed van den graeue gecoemen, dat hy geen
nood hadde ende dat dye Groningers al weder thuis waren.
Doen werden den Vriesen oerlof gegeuen, dat sy oeck weder
thuys solden reissen. Daer nae den anderden dach Septem-
bris sende hartoch Albert drie hondert knechten van Har-
lingen toe schepe totten Graeue inden dam.
Een dach toe Leuwarde gehouden tusschen
den Hartoch ende Gronningers ende
den Bisschop van Utrecht.
In het selue jaer van 99 omtrent sinte Martinus sint geco-
men toe Leuwarden tot den hartoch van Sassen Graeue Id-
zaert van Emdcn, bisschops Fredricks raet van Wtreeht, ende
die volmachtige van Gronningen, om te tractoren van zoen
tusschen den hartoge van Sassen ende die Gronningers. Nae
vele communicatien daer gehat, hebben Gronningers haer
-ocr page 20-
WORP VAN THABOR ,
6
1499 beraedt genoemen een weeck lanck op die punten, die hem
luiden toe foeren worden gehouden vanden hartoch; daer om
heuet die hartoge sinen Raet ende heren gesent toe Gerkes-
cloester den 26 Septembris, om daer een antwort van die
Gronningers te ontfaen. Daer is op den tyd geen soen ge-
maeckt, maer een bestant durende ses maenden, tusschen den
hartoch ende Groningers. Daer nae den 27 dach Octobris is
hartoch Albert van Sassen van Harlingen wt Vrieslant toe
schepe met den Graeue van Emden gereist nae Emdcn ende
voert in Myssen in syn lant, ende heeft hartoch Hendrick syn
jonxste zoen voer een gubernatoer ende heer in Vrieslant
ghelaeten. Ende hartoch Hendrick woende toe Franicker op
Ziardama huys, dat Eduer Ziarda, zalige Douwe Ziarda wyf,
hartoch Albert hadde ingedaen hen tot dei\' tyd, dat hy ander
vesticheden in Vrieslant crege, ende dat Hof ende ouerste
recht worde toe Franicker geholden. Omtrent sinte Kathe-
rine lach in Drenthe by Helpen een guede gaerde van knech-
ten, dye geen heere ofte dienst een hadden. Tot dese knech-
ten syn gereist die Gronningers ende hebben hoer een groote
somme van geit geloeft, waert dat sy hem den dam wouden
winnen ende leueren, welcke die knechten voersz. hebben an-
genomen te doen. Ende daer op hebben die Gronningers vel
bussen eruit ende ander instrumenten van oerloch den dam
mede te bestormen doen gesent tot dye knechten. Als dese
knechten den Dam begonsten an te stormen, soe sinse we-
der affgetogen, seggende dat sy den Dam niet mochten win-
nen, ende wolden nochtans ,dat geit euenwel van die Gro-
ningeis hebben, dat hem onthieten waer, hadden sy den Dam
gewonnen. Dus syn die knechten ende Groningers contrari
ofte oneens geworden , want Gronningers haer dat geit niet
wolden geuen, ende dye knechten syn met dye bussen naet
lant van Holsten gereist; daer heeft dye Goninck van Den-
merken dye knechten aengenomen ende isser mede in Dit-
-ocr page 21-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                       7
mars getogen om dat lant in te winnen. Ende daer synse
van den Ditmaers verslagen den 27 dach February Anno
1500.
Ilat Blockhuys toe Harllngen gemaeckt
ende een nluue schattlnge wtge-
boeden van den hartoge.
Int jaer ons heren 1500 in die vaste hewet Hartoch Hen- 1500
drick een Blockhuys begonnen toe timmeren toe Harlingen ,
om vesticheit by dye zeekant \'te hebben ende dye Vriesen
daermede te beduingen, ende oeck alst noede dede tot syn
wille volck int land toe crigen. Ende om dit huys toe ma-
ken heeft die Hartoch veel Vriesche huysen by Franicker
ende Harlingen laeten ondergrauen ende neder werpen, ende
dye steen toe Harlingen ant huys voeren. Ende dyegene dye
de huysen toe quamen worden niet veel gevraeget oftse dye
huysen wolde vercopen of geuen. Dit heuet oeck groet mur-
muratie ofte auersie onder dye heerschappen tegen den heer
gemaeckt. Omtrent Annuntiationis Marie sende hartoch Hen-
drick boeden ende brieuen in alle steden, deelen ende cloes-
ters van Oostergoo ende \'Westergo en Soeuenwolden, dat een
ytlicke deel, stede ofte cloester, by al dat geen dat men by
den heer mochte verhoren , binnen soeuen dagen solden geuen
den heer, dat een deel iu hondert golt gl , dat ander u hon-
dei\'t, oock sommige 50, 60 ofte 80 golden gl. naedat dye
deelen groet waeren, ende oeck nae den gunst daer geenre
dye by den heere waren, ende sucks wt, ofte te minsten
daer inne consenterende. Desgelicks oeck steden ende cloes-
teren yegelick nae synon rickdommen ende oock dye gunst,
soe waren veel dorpen onde oeck deelen in Oestergo ende
Westergo, dye noch oeck dye olde schattinge , als dye tuin-
tichste penninck ende twalefste penninck, niet een hadden
-ocr page 22-
WORP VAN THABOR,
8
1500 betaelt. Ende nu quam de niuwe schattinge daer op, alsoe
dat dye Vriesen worden desperaet ende verbaedts ende heb-
ben niet veele van dese niuue gebracht; want aldese voersz.
schattingen worden den Vriesen opgelecht buitten haer con-
sent ende sonder redelicke oorsaeck, ende bouen die contrac-
ten ende dye eerste ouercomst met hertoch Albert van Sassen
aengegaen, doe hy eerste int lant quam.
Hoe Hessel Martena toe Bolswert is gccomcn
met knechten om die seattinge w(
toe penden.
Om dese voersz. schattinge wt toe penden vanden huis-
luiden is Hessel Martena met dardehalf liondert knechten van
Franicker toe Bolswert gecoemen den 21 dach April is , dat
was opten paeschen dingdachs, ende heuet scherpe brieuen wt
gesonden in alle dorpen om Boelswert in Wonseradeel gele-
gen, dye noch die schattinge niet hadden betaelt, dat sy dye
niuue schattinge met den olden solden betaelen toe Boelswert
by sinte Marcus dach, dat was den 25 dach Aprilis. Ende
wie den schattinge by den dach voersz. niet een betaelde
ofte brochte, dye moste des anderen dages dubbel geuen.
Sommighe hebben den voersz. schattinghe voer den dach
voersz. gebrocht ende sommige ouer den dach. Ende wye
den schattinge nae den dach voersz. brachte, daer woldense
oeck dye pena van hebben , of sye streken hem dye schat-
tinge weer toe ende wolden se niet ontvangen. Op Sinte
Marcus dach is gecoemen toe Bolswert Haring Douwe z. wt
Abbegae ende brachte dye schattinge van syn dorp. Maer
want hy die voer Sinte Marcus dach niet een hadde gebracht,
soe naomen sy hem gevangen ende toegen met hem in Ab-
begae voer dat huys, ende woldent in hebben, maer syn moe-
-ocr page 23-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                       9
der ende twe broeders, dye opt huys waeren , woldent dat 1500
huys niet ouer geuen. Als dye knechten dat huys niet moch-
ten crigen soe brandense daer twe huysen ende toegen met
Haring weder toe Bolswert.
Des anderen dages, dat was op Paeschen achten den 26
dach Aprylis, sende Hessel Martena een hoop knechten mit
Haring voorsz. weder in Abbega voer dat huys ende maeckte
voer dat huys een ronde circkel, ende leyden Haring daerin
ende wolden hem daer sy hooft af slaen, of sy solden dat
huys op geuen.
Dit siende syn moeder ende twe broeders is haer ouer Hae-
ring ontfermt, ende hebben dat huys den knechten ouer ge-
geuen, dye dat mit 25 knechten besetten, ende dye ander reis-
den weder nae Boelswert totten hoop.
Des seluen 26 dach Aprilis, is een hoop knechten getoe-
gen nae Schraerdt ende branden oeck daer sommighe huysen,
daer omme dat sy dye schattinge niet een hadden gebracht.
Als dye huysluyden sagen, dye om ende by Bolswert woende,
dat Hessel Martena knechten wtten naeme des hartoges dus
branden vingen ende schatten boeuen des hartog brieff ende
segel, ende sonder redelicke oersaeck, soe sinse voerbolgen
geuorden ende hebben mit malcander gesproken ende opgeset,
dusdanige swaricheit ende gewelt tegen te staen, ende niet
langer toe liden van den heeren.
Opten 27 dach Aprilis quam een Sassens knecht vant huis
in Abbegae inder Ylst omme aldaer broedt toe coepcn, ende
worde aldaer van den Ulsters verdroncken. Oeck toegen opten
selften dach een knecht vant huys voersz. nae Fraenicker, dye
oeck van den Vriesen worde gecregen ende verdroncken.
-ocr page 24-
WORP VAN TflABOR,
10
Gen dach bidcn Vriesen geholdcn In Oldecloester.
1500 Den ^9 dach Aprilis, dat was des woensdach nae paesch
achten, hebben sommige delen ende dorpen wt Westergoe een
dach geholden toe Oldecloester, ende daer syn oeck sommighe
heerschappen mede gecomen, als Siuerdt Aelua, dye ouerste
om dat oerloch tegen den hartoch te voeren van den Vriesen
worde gecoren, ende Tyerck Waltha toe Tzerckwert, Douwo
Hiddama toe Pingium, Doytze Bonga met meer anderen, ende
daer hebben sy het eendrachtelick geslooten, datse Harlingen
ende Lunkercke met macht van volck wolden besetten, om
den Hartoch met syn volck in Harlingen te benauen, dat dye
huysluyden geen meer schaede van haer solde geschien. Doe
dese heerschappen met dye Vriesen wt Westergoe Lunkercke
end Tzum hadden beset, soe haddense scherpe ende strenge
brieuen gesent tot alle steden ende delen in Oestergoe Wes-
tergoe ende Soeuenwolden, datse by lyff ende goet ende by
den brant in aansiens des brieffs van stonden aen by hoer
voer Franicker solden coemen, om den vrydom ende Vriesche
previlegien te beschermen., ende den hartoch wt den lande
toe driuen. Alsoe dat dye meeste deel van den landen syn voer
Franicker gecoemen; daer nae hebben dye Vriesen voer Fra-
nicker andermael brieuen ende boeden an alle dye gene dye
voer Franicker niet waeren, datse by den pene voorsz. sonder
langer voertrecken voer Franicker solden coemen. Alsoe dat
voer Pancraty, welck is den 42 dach in Mey, heel Vrieslant
eendrachtelick van Staeveren toe Gerckesbrugge is gecoemen
voer Fraenicker, om den hertoge van Sassen wt dye landen
te verdriuen, ende dye Vriesche preuilegien ende vridom toe
beschermen, wtgesecht sommighe steden ende heerschappen.
Als in Westergoe waeren die burgers van Sloeten niet wt,
om des huys wille binnen Sloeten, daer dye hartoge met zyn
dyenaers hadde beset. Oeck laegen dye knechten opt huys
in Abbegae. Dye burgers binnen Sneeck waeren onder mal-
-ocr page 25-
11
KRONIJK VAN FRIESLAND.
cander contrari, want dye gemene burgers wolden mede voer
Franicker, mar Schelto Liauckema heerschap aldaer, dye een
was van des Hartogs hoexten raet, met dye andere burge-
meesters ende rickdom wolden niet wt. Waeromme dye ge-
meente binnen Sneeek is verbolgen geworden den 14 dacli
in den Mey, ende hebben den olden raedt aftgeset ende een
nieuwe gecoeren nae haer synne, ende sint voert mede foer
Franicker gecoemen.
Woe tusschen den Hartoch ende den Vriesen
Is gearbeit om soen
Als die Vriesen noch laegen in Ludingekerke, Harbaium
ende Tziun, soe sinder twe erbare maannen als heer Willem
commandeur van Spittael by Sneeek ende heer Jelle pastoor
toe Rauwert (wt scrifte ende doer bedens Mr. Buckens, die
mede fluchtich was toe Leeuwarden opt huys) gereyst toe
Ludinghekerke, daer die heren doen waren bij een, ende heb-
ben an den heerschappen ende Vriesen begeert, dat sie dese
twyst solden nederleggen, ende dye Hartoch solde syn onbe-
hoerlicke lasten, ende voert olde voerleden saecken ende mis-
daden solden an beyde syden vergeuen ende vergeten wesen
etc. met veel andere reden.
Hierop hebben dye Vriesen geantwoert, datse van genen
zoen wolden hoeren, ofte dye hartoge solde met synen wolcke
wt dye landen reisen ende Vrieslant voerlaten. Met dit ant-
woert reysden dese voersz. heren in Franicker aenden har-
toge, ende hilden hem dat toe voeren, daer hy geenreleye wys
nae wolde luysteren, dat hy wt Vrieslant solde reysen ende
verlaeten dat, maer wolden dye Vriesen weder toe huys rey-
sen, dese tegenwoerdighe rebellicheyt solde wesen voergeuen.
Dit wolden die Vriesen niet doen. Als die Vriesen eendrach-
telick aenden sesten dacli veer van Franicker, als toe Lu-
-ocr page 26-
12
WORP VAN THABOR,
1500 dingekercke , Herbayum , Aenyum , Monkebayum ende Tzum
hadden gelegen, ende dat anhvoert van desen heeren voerz.
hadden gehoert, dat dye hartoch niet wolde rumen ende Vries-
lant verlaten, soe synse naeder an Franicker getoegen, ende
hebben dat rontom weldelicken belecht ende een ytelick heer
in syn plaetse. Als Medum, Wonseradeel, Bolswardera ende
Barradel op dat West van Franicker Ly Lanckum; Donge-
radeel, Dantumadeel, Tyetzerkteradeel, Achtkerspelen ende
Golmerlant toe Doengum; Menaldamadeel, Baerderadeel,
Ydaerdardeel ende Wirdum met dye Vriesche knechten heb-
ben gelegen toe Olde Zyardema. Dye Soeuenwolden lagen
toe samen toe Hallum; Feruarderadeel met ses hondert man-
nen woerden, by die ordinantie des gemene raedes voer Fra-
nicker, geschickt in Wiswert by Leuwarden om te waeren,
datter geen meer vreemde knechten solden comen op dat
huys toe Leuwarden, ende dat dye knechten op dat huys
genen schaede solden doen in den omlanden. Doe isser
oeck van dye Vriesen voer een raede gecoeren, door welcke
dat oerloch solde worden geregiert, als wt Westergoe drie,
wt Oostergo twe ende wt dye Seuenwolden twe.
Die bussen van Groningen ende dat huys toe SIoc-
ten gewonnen ende van
een kapitein verdronken.
Inden gemenen landes raede wordet begrepen ende gesloeten
voer Franicker, dat men boeden solden sendentoe Gronnigen,
om haer groete bussen; ende want Gronningers dye bussen
niet wolden leenen, ofte sy wolden daer borgen ofte panden
voer hebben, daer om worden gesloeten, dat men wt elcke
kercke in heel Oestergo ende Westergo een kelck solden
nemen ende dye Gronningers toe panden setten voer dye bus-
sen. Ende waert saecke dat dye bussen verloeren worden
(alsl nae geschiede) soe solden dye Vriesen een ofte twe
-ocr page 27-
13
KRONIJK VAN FRIESLAND.
guede mannen daer toe ordineren, dye dat tegens dye Gro- 1500
ningers solden werdieren, wat dye kelcken beter waeren dan
dye bussen, ende hyer hebbense an beyde syden segelde
brieuen opgemaeckt. Daer nae doe dye hartoch van Sassen
den stryt tegens den Vriesen hadde geuonnen, ende dye bus-
sen voerz. hadde gecregen, ende dye heerschappen , dye de
bussen van dy Gronningers hadden geleent, noch waeren bal-
lingen wt dye landen ende laegen meest al te zaemen toe
Campen; doe senden Gronningers een van haer stede boeden
toe Campen an dye heerschappen, datse dye voerz. kelcken
solden inlossen binnen veerthien dagen, ofte sy wolden dye
kelcken toe brèeken ende vercoepen. Dit hebben dye Gron-
ningers gedaen boeuen hoer zegelde brieuen ; want sy wel wis-
ten, dattet dye heerschappen ende landen op dye tijt niet mo-
gelick [was te doen. Den 16 dach in den Mey quam Jonc-
ker Osualdt, Drost toe Sloeten opt huys van wegen des har-
togs van Sassen, gaen vant huys voersz. met vier ofte vijf
knechten; dit hebben dye Geestmannen gesyen binnen Sloe-
ten, ende hebben hem geuangen noemen , ende hebben dit
voert dye Vriesen voer Franicker denuncieert, ende hulp bc-
geert dal huys voert toe beleggen , want dye rentemeester
noch opt huys was, met 15 knechten. Doe sint toe Sloe-
ton gecoemen Winbritzeradeel met Sneekers dye Geestman-
nen toe hulpe, ende hebben dat huys belecht, datter niemant
wt noch in mochte. Onder dissen ist componeert, dat dye
Rentemeester dat huys solde ouergeuen in handen der Vrie-
sen, ende Joncker Oswaldt dye geuangen was solde vri we-
sen, ende solden t saemen met hoer knechten ende gueden
vry ende veylich wt dye landen reysen, welcke sy hebben an-
genoemen, ende syn den 20 dach in den Mey vant huys wt
den landen gereyst, ende dye Woltmannen hebben dye muren
ende toernen van dat steenhuys neder geuorpen, ende dat eerdt
boluerck, dat dye heeren om dat bohverck hadden gemaeckt,
-ocr page 28-
14
WORP VAN THABOR,
1500 Jiebben sy inden graeuon geuorpen dyo omt huys gingen.
Alt schut datse opt huys vonden, als hacken, scerpentinen
stcenbossen met hij tonnen bussen cruyt, hebben se iot dye
Vriesen voer Franicker gebrocht. Den 15 dach Mey is een
capitein van Gronningen gecomen, hetende Adriaen van
"Wiek, ende wolde reysen tot dye Vriezen voer Franicker (als
hy seyde) om syn solt aldaer toe verdienen, ende als hy quam
toe Visflyt in een herberge te teeren , soe heeft hy hem be-
roemt, dat hy groeten solt van dye cancelaer te Leuuarden
opt huys mochte verdinen, met veel meer ander woerden.
Waer wt dye heerschappen met dye huysluyden daer woe-
nende hebben quaeden moet ende suspitie op hem gecregen,
als dat hy een voerraeder ofte verklicker soude wesen , ende
hebben hem daer by den hals genoemen ende verdroncken.
«®@»
Srienen wt Hollant ende Sticht anden Vriesenvoer
Franicker gecomen , ende een dach met die
Groningers toe Docknm geholden.
Int begint des maents Junij omtrent Bonifacij Martiris, heeft
hartoch Philips van Bourgondien, ende oeck wt beuel des
voergenoemde hartoges , Johan graeue van Egmondt ende heer
Cornelis van Beergen, hebben boeden ende brieuen gesent in
Vrieslant an hartoch Hendrick in Franicker belecht, ende
oeck aenden Vriesen voor Franicker, begerende, datse an
beyde syden hoer twisten ende schelingen in syn handen,
dat hy dye met vruntschap mochte nederleggen etc. waarop
dye Vriesen hebben hebben geantwoert, datse met eenige
hueren vrunden corts solden dachvaert holden, ende datse
voerden seluen dachvaert geen antwoert mochten ontbieden.
Oeck woldense niet consenteren, dat dye boede met des har-
toges voersz. brieff in Franicker tot hartoch Hendrick soude
-ocr page 29-
15
KRONIJK VAN FRIESLAND.
reysen. Desgelick hebben oeck dye steden van Oueryssel , 1500
als Deuenter, Campen ende Zwoll, anden Vriesen gescreuen,
begerende dat men guede mannen solden senden \\vt Vries-
lant in Stichte, om een soen te maken tusschen den bartoch ende
den Vriesen. Waerop dye Vriesen hebben geantwoert, datse daer
noch niet op waeren beraeden etc. Daer nae den xi dach
Juny hebben dye Vriesen een dachwaert gehouden met dye
Gronningers toe Dockum. Van dye Gronningers sint daer ge-
comen Egbert Conningen ende Geert Liuues Burgemeesters
ende Gelmerus Cantor Secretarius; daertegens sint wtgesent
van dye Vriesen Edo Jongama ende Douuo Galis mit andere
heerschappen, ende hebben daer met malcanderen begrepen
ende gesloeten, dat deze Vriesen ende Gronningers met hoer
omlanden solden malcander eendrachtelick met lyf ende guet
toe hulpe coemen tegens alle landes heeren ende vreemde
knechten, die enige plaetsen van Oestergo, Westergo ende
Soeuewolden ende in alle Gronnigerlanden ende gebieden .
wolden aenfechten ende beschaeden; om dit met alle macht
tegen te staen, soe solden oeck alle hvist ende schelinge
tusschen den Vriesen ende Gronningers aldus lange geweest
cesseren ende in guede bestande wesen, so lange dat oerloch,
dat dye Vriesen doe tegen den hartoch van Sassen hadden ,
ower waere, ende dan by guede mannen, dye men dan van
beyde seyden daertoe solden deputeren, te bliuen toe een soen-
licke zoen ofte rechtelicke recht. Ende middeler tytvryende
onbeschaediget ondermalcandoren te reisen ende verkeren.
Maer Gronningers hebben dese contracten voorsz. quaelick ge-
holden, doe hartoch Albert met ontset int lant quaem, als ghy
nae sult hoeren.
Doe dye Vriesen aldus als voersz. is met al haer macht een-
drachtelicken voer Franicker laegen ende Hartoch Hendrick
lach toe Franicker op Ziardama huys , ende had de by hem
wel 3 hondert wtlantsche knechten , dye alle dagen schormot-
-ocr page 30-
WORP VAN THABOR,
10
1500 singhe tegen den Vriesen hilden, alsoe datter an beyde syden
veel bloets gestort worde. Want dye Vriesen voer Franio
ker droncken alle dagen hem droncken ende foll. Dit wis-
ten dye Vriesen ende knechten, dye in Franicker lagen, ende
quamen niet veel wt die stat voer middach, maer naemid-
dach ontrent Vespertyt soe waeren dye Vriesen voer Fra-
nicker opt vrolickste ende dronckenste, ende liepen dye vianden
voermetelick ende onwyslick tegens ende soe versumede men-
nich Vriese syn lyf op schutgevaert. Disse faem ende tydinge
is gecomen in Myssen aen Hartoch Albert van Sassen, dat
dye Vriesen hem afigegaen waren, ende hadden sya soen be-
lecht in Franicker , soe heuet hy an alle syn vrunden ende
ouerlantscho heeren ende coerfursten hulp cnde_bystant be-
geert tegen dye Vriesen, dat hy syn soen mochte ontsetten,
ende heuet met hulp synder vrunden ende cuerfursten ende
ander heeren een groet hoep knechten vergaedert, ende be-
reide hem in Vrieslant toe coemen. Op ten 15 dach Junij
zyn heer Freedrick van Iselsteyn, Joncker Floiïs syn soen, dye
Dickgraeff van Medenblick met andere Jonckers ende cappi-
teinen gecomen wt Hollant met 19 scheepen aen Vrieslant
ende laeueerden ondert tlant tusschen Woerckum ende colde
hoel wel twee dagen lange. Ende tegens dese schepen syn
dye Vriesen toe Harlingen, toe Surig en daer omtrent by den
zeestrande getoegen, alsoo dat dye schepen aent lant niet dorsten
comen maer sy schoeten met groete chraft nae dye Vriesen,
ende syn om seyldt nae des graues lant van Ouereems , want
Hartoch Albert daer oeck van boeuen neder quam mit
ontset.
<*-as=>
-ocr page 31-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     17
Een Heeraut geschtckt totden Vriesen voer Fra-
nlcker van Hartoch Philips van Burgondlen,
met brlenen aenden Hartoch In Franlc-
ker ende oeck aenden Vriesen.
Opten 5 dach July hewet Hartoch Philips van Burgondyen 1500
synen heraut gesent met brieuen in Vrieslant, een brieff an
Hartoch Hendrick van Sassen binnen Franicker, ende een
aenden heerschappen ende gemene Vriesen: dat sy al haer
twisten ende schelingen aen beyde syden souden stellen aen
ende in handen heeren Johan van Egmondt graeue, ende
heeren Cornelis van Bergen, om meerder quaets ende bloet-
stortinge te schouwen etc., welke copie van woert tot woert
hier nae screuen staet:
Gopia van Hartoch Philips brief.
Philips Eertshartoge van Oestentrick, Hartoch van Bur-
gondien, van Brabant, Graeue van Flaenderen ende Artoys etc.
Lieue besondere, alsoe wy altyt begeren dye twisten ende
schelingen , wesende tusschen den hoechgeboeren furst Har-
toch Hendrick van Sassen onsen neue, ende v luden, metter
vruntlickheit te nedergeleit toe worden, wy onlanx an v
gescreuen hebben, die selue tuisten ende schelingen in onsen
handen te willen stellen, ende der gelicken hadden wy ge-
screuen ende begeert an onsen voersz. neue van Saxen, be-
lasten onsen stadhouder van Hollant, dy graeue van Egmond
dese sake van onsent wegen te handelen ende beleiden,
waerop ghy gheantwoerd hebt ghehat, dat ghy corts een
dachwaert houden sout met enige uwe vrunden ende geal-
lierde, ende dat ghy ons voer dye selue dachwaert anders
geen antwoert gheuen mocht, ende hebbe niet willen laten
lyden onsen boede, dye met onsen brieue tot den seluen Har-
toch Hendrick reysen souden. Ende want wy all noch hyer
op geen antwoert van u gehat een hebben.
Begeren woert, dat dye voerz. geschillen neder geleittende
2
-ocr page 32-
18                           WORP VAN THABOR,
1500 ü> onzen handen gestelt worden. Scriuen wy tegenwoerde-
lick an onsen voerz. neue dye .Graeue van Egmondt ende
heer Cornelis van Bergen, Ridder onsen ouerste rnaerschalck,
dat sy terstont in onzen stede van Enckhuysen ofte andere
plecken, dye hem best ende voegelickst daer to duncken zall.
Soe ist dat wy seer eernstelicken begeren an v dat ghy
sulcke stede end plecke, als v by onsen voerz. Stalhouder
ende ouerste rnaerschalck beteyckent zal worden, van ston-
den aen v gedeputeerde ende raets vrunden by hen schicken
ende senden wilt, om onse begeerte ende meninge in desen
saecke vorder ende int lange te verstaen. Begerende oeck
voerts seer eernstelicken , dat ghy desen onsen bode wilt
laeten lyden met onsen brieuen , dye wy oek scriuen an on-
sen neue voerz. van Saxen deser sake beroerende , in welcke
ghy ons eer ende sonderlicke liefte beuysen sult. Anders
sullen ons leed syn dye ongeualllen , dye v daer van sullen
mogen gheschien Lieue besondere, onse heer Godt sy met v.
Gescreuen in onsen stat van Brussell, den 24 dach in Junio
Anno XVc. Ondergescreuen Phs. Hanneton.
Desgelicke hebben oeck by den Heraut voersz. heer Jan
van Egmont ende heer Cornelis van Bergen , nae luit haer
commissie van hartoch Philips voersz. hoer gedaen, brieuen
gesent, een an hartoch Hendrick in Franicker ende een aen-
den "Vriesen voer Franicker, begerende, dat beyde partyen
dye begeerte van hartoch Philips wolde voervolgen, assigne-
rende hem een tyt toe Enckhuysen toe coemen etc. Om
claerder verstant deser materie te hebben, soe volget hyer
nae die copie van den brieuen, dye heer Johan ende heer
Cornelis voersz. anden hartoge senden.
COPIA.
Hoechgeboren furst genaeden here, wy gebieden ons tot uw
genaeden, ende derselue belieue te weten, hoe dal onse ge-
naeden heer dye Eertshartoge ons gecommitteert heeft te
trecken in dye stadt van Enckhuysen ofte andere plecke, dye
-ocr page 33-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                       49
best ende geuoeghelickste daer toe dienen sall, om met uwe 1500
genaeden deputeerden ende dye gedeputeerde van den Friesen
te handelen ende te spreken, gelick uwer genaeden syen
sullen by den inholden van den brieuen , dye onsen genaden
heere voersz., daer omme an uwe genaeden scryft, dye wy
uwer genaeden senden by den brenger van desen. Waer-
omme wy an uwer genaeden scriuen ende begeren van we-
gen onsen genaeden heeren, nae inhoudt syne genaeden briuen,
uwe gedeputeerde tot Enckhuysen willen senden van voens-
dage naestcoemende acht dagen, twelck is den 8 dach van
Julyo toe comende, ende uwe genaeden geleit willen geuen
den Vriesen, dye alhyer toe Enkhuysen toe dachwaert sullen
coemen. Wy scriuen den Vriesen, dat sy uwer genaeden
deputeerden oeck geleide geuen. Ende wilt ons antwoert sen-
den by den bode brenger deses lettere, oft selue uwer ge-
naeden belieuen zal ten voersz. dage passé te wesen tot Enck-
huysen voersz. omme te volbrengen dat beuell ende dye be-
liefte van onsen voersz. genaeden heere. Weest God almach-
tich beuoelen, dye v. hoechgeboren furst, spaere lancklick.
Gescreuen inden Haege den 28 dach in Junyo anno XVc.
Wuer genaeden goetwillige, dye graeue vanEg-
mont, heere tot Barum , Stathouder generael van
Hollant, Zelant ende Vrieslant. Ende Cornelis
broeder tot Bergum etc., ende Maerschalck van
onsen genaeden heere den Eertshartoge.
Egmont. Cornelis van Bergum.
Die gedeputeerde vanden Vriesen ende
die scepen wt Hollant.
Op desen voersz. brieuen ende ansoekinge van Hartoch
Philips hebben dye Vriesen gesloeten, dat die Eerbaere hee-
ren ende heerschappen, als heren Peter Poppingawyer abt toe
Oldecloester, Mester Hetto Jongama vicarius toe Bolswert,
heer Douwe pastoer toe Harlingen, Edo Jongama toe Rau-
-ocr page 34-
20                          WORP VAN THABOR ,
1500 weit ende Douwe Galis toe Ackrum, solden reysen toe Enck-
huysen, om met dye voersz. heeren toe spreken , dat dye
Vriesen van den Hartoge van Sassen mochte verlost worden.
Maer als dese voersz. gedeputeerde te Staueren quamen, soe
heuet hem dat geleyde niet behacght ende hebben daer om
een ander verwacht.
COP/A VANT LAESTE GELE1DBRIEF DAT HEER JOHAN ENDE
HEER CORNELIS DEN VRIESEN GAWEN.
Wy Johan Graef van Egmondt, heere tot Barum, Stad-
houder generael van Hollant, Zelant ende Vrieslant, ende
Cornelis van Bergen here tot Molen Souenbergen, Gronen-
broeck etc. Maerschalck ons aldergenaedichsten heere den
Eertshartoge van Oestentrick, Hartogen von Burgondien, van
Brabant etc. als gedeputeerde ende geschickte van onsen
aldergenaedigslen heere den Eertshartoge voersz., geuen by
desen onsen brieuen vast ende seker geleydt den geschick-
ten van den heerschappen ende gemeenten van Frieslant, dye
met Chaerloos den Heraut van onsen genaeden heere des
Eertshertoghe voerz. commen sullen en met den geschickten
van Hartoch Hendrick van Sassen int getalle van vijff ende
tuintich persoenen ofte der onder, te schepe, ofte anders soe
hem dat believen sall, gewaepent ofte ongewaepent etc. omme
toe coemen toe Enckhuysen wt Vrieslant by ons, durende den tyt
van 14 daegen oft soe lange hem noet syn sall. Ende van Enck-
hnysen in vribehalt sonder argelist, ende beloeuen hem luyden te
vrien van alle ruitteren, soe wel van onsen genaeden heren van
Sassen als van onsen genaeden heeren den Eertshartoge voersz.
want wy sekerheyt van onsen genaeden heeren van Sassens
Cappiteinen genoemen hebben. Beuelen daer omme alle
Gappiteinen, Ruitteren, Officieren van onsen voersz. genae-
den heeren ende alle anderen onse voersz. geleyde onfer-
breecklick te holdene opte verbuerte lyfs ende guedes. In
orkunde van dezen, ende omdat wy dit aldus onderhouden
willen hebben, s»e hebben wy in gebreecke van onsen se-
-ocr page 35-
KR0N1JK VAN FRIESLAND.                      21
gele» dit geteikent met onsen handteikenen. Gedaen toe 1500
Enckhuysen den 24 dach in Julio anno 1500.
Egmondt. Cornelis van Bergen.
Doe dit geleidt toe Staueren an dye gedeputeerde quam ,
was dye slach toe Boinsterzijl al verloeren.
Die Vrlesen syn by Bomstersyl gereist ende Har-
toch Albert Is In die JMarne ende
Aedwert gecoemcn.
Doe die Groningers hoerden dat Hartocli Albert van Sas-
sen met groete macht van volck in Eemderlant byden graeue
gecoemcn was , om syn zoon te ontsetten , dye in Franicker
vanden Vriesen belecht was, soe hebben sy al dye Vriesen
wt dye Marne, Hommertze, Fredewolde, Langwolde etc.
dye onder haer verbont ende gebiet saeteu, geboeden dat sy
eendrachtelick souden reisen in dye Marne opt waeter, om den
Hartocli tegens te staen, dat hy met syn volck daer niet solde ouer-
coemen, ende geloefden hem, dat sy oeck hem te hulpe met bur-
gers bussen ende eruit wilden coemen, dat sy niet hebben
gedaen. Oeck hebbeu dye Groningers boeden ende brieuen
gesent an dye Vriesen voer Franicker om hulp ende troest
van volck, want Hartocli Albert sekerlick quam met groete
macht om synen soon toe ontsetten, ende sy wilden oeck met
al hoer macht den Vriesen hulp ende byslant doen, den Har-
toge met syn hulpers tegens te staen etc. met veel andere
reden. Doen \'hebben dye gemene Vriesen voer Franicker
ordineert ende gecoeren dese naegescreuen heerschappen, als
Aesgoe toe Mantgum, Aucke Keinpo z. Vnya toe Wirdum ,
Wattye Harinxsma toe Sloeten, Botto Sterkenburch ende
Worp Tyaerda oppergeest, syn brueder Tete Feddrichz.
Gerbranl Mockama, ende dese voersz. heerschappen syn met
dusent Vriesen gereist by Bomstersyl, ende hebben daer an
dye VVeslersyde des waelers een schanse gemaeckt ende den
-ocr page 36-
WORP VAN THABOR,
\'22
4500 zyl opgebroecken, opdat het lant daer solde owerfloyen, ende
dye Hartoge met syn volck daer niet solde doer coemen,
maer wat sy des daeges van den zyll braecken, dat heb-
ben dye huysluyden des nachts dye by dye zyl woeaden we-
der geniaeckt, omdat huer landen geen schaedt solden lyden
vant waeter, oeck hebbensc sommige vanden heerschappen
voersz. dye hant geuolt, dye hoer eygen baet meer dan
tgemene orber sochten, dat dye zyl all düs is digtghebleuen
tot groete achterdeel ende verderfnissc der landen, noch-
tans worde dye zyl boeuen aff gehroecken, dat dye hartoch
mit syn volck daer niet mochten ouercoemen. Onder dissen
dat dye Vriesen aldus by den zyl voersz. vergaederden, soe
is hartoge Eerck van Brunswick mit andere heren mit nu
dusent knechten ouer dat waeter inden Marne gecoemen, ende
heuet een slag tegen dye Vriesen wt Groninger gehiede ver-
gaedert aldaer geholden, daer dye Vriesen sint veriaget, ver-
slaegen ende geuangen , ende dat lant worde aldaer jammer-
lick beroeft ende gebrant. In die voersz. slag worden doet-
geslaegen Jarich ten Burgh ende Euuo toe Eusum heerschap-
pen met veel andere huysluyden. Daernae den 8 dachJuhj
syn daer by nu dusent knechten van Hartoch Alberts volck
wt dye Marne ouer den dyep by Aedwert gecoemen, om den
huysman aldaer te beroeuen. Dit hebben dye Vriesen ver-
noemen by Bomstrazyl ende hebben daer een hoop reisgers
tegens gesent, dye veel van dye knechten hebben dootgeslae-
gen ende verdroncken, ende dye ander syn geueecken in
Aedwert. Ende thien worden daarvan gevangen, van welcke
zoeuen terstont worden gesent voer Franicker int heer, dye
daer worden gehangen an raeden. Niet lange daer nae quam
Hartoch Alhert met al syn heren ende knechten ouer Gron-
niger diep ende sloeg hem neder in Winsum, Aedwert ende
daer omtrent.
<*2K«>
-ocr page 37-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      23
Ambesaten van den Vricseu an den <*roiini-
gers ende van den slag.
Doe den Vriesen by Bomslcrzyl den Hartoge van Saxen 1500
voeruachten, ende dye hartoch lach in Aedwert ende Win-
sum, soe syn loe Gronningen gereist Aesgoe toe Mantgum met
sommige andere heerschappen, ende hebben hem geuraecht,
oft sy oeck den Vriesen toe hulpe wolden coinen met hoeren
macht, nae luyt dye contracten ende ouercomst toe Dockum
gemaeckt, als voersz. is. Hyer op hebben dye Gronningers
dye heorscliappen geantwoert , dat sy haer stat wolden be-
waeren ende dye niet versumen, maer schut, cruyt, cost ofte
dranck wilden sy hem luydcn genoech seoden om haer geelt.
Doen hebben dye heerschappen hem geuraecht oft hem luy-
don al vergeten waere dye contracten, dye sy te Dockum met
malcanderen hadden gesloeten den XI dach Jimij onferbreeo
klick te holden , als dat iegelick een ander soude by staen
met lyf ende guet om alle lantsheren ende knechten wt dye
lande te weeren etc. Int affscheyden hebben dye Gronnin-
gers dye heerschappen getroest met eenen loegen, seggende
alsoe vroe als dye hartoge wt Aedwert toech met syn knech*
ten nae Bomsterzyll, soe wolden sy met al haer macht den
hartoch op den rugh slaen, dat sy niet hebben geholden. Als
dan dye Vriesen wel acht dagen by Bomsterzyll hadden ge-
legen , ende dye hartoge met syn volck quain niet aen, maer
bleuen al still leggen lol Aedwert ende Winsuin, ende daer
omtrent, ende dal wt cloeckheyt, want hy sommige Vriesen by
hem hadde, dye wel wisten ende dye hartoch informeerden,
dat dye Vriesen met soe groeten macht van volck, als sy doe
by een hadden, niet lange by een daer solde bliuen, om dat-
tet in onledicht van dye bow ende hoytyt was, alsl oeck ge-
schiede. Want doe dye hartoge niet anquam, ende dye Vriesen
daer by acht dagen hadden gelegen als voersz. is, soe syn voel van
dy Vriesen weder loe huys gereysl legen dye heerschappen ende
-ocr page 38-
24
WORP VAN THABOR,
-1500 gerneinte wille om hoer hoy toe respen ende vergaederen. Ende
dat deden meest dye huysluyden wt dye Soeuenwolden. Daerna is
hartoch Albert met all syn heeren ende macht gecoemen an
Bomsterzyll, ende met hem Edzaert Graeue van Eemden met
huysluyden wt syn landen ende veel heerschappen wt Gro-
ningerlant, dye van dye Gronningers waren verdreuen ende
worden bydcn graeue van Emden ontholden. Oeck hadde
dye hartoch groet machtich ende veel geschut van slangen,
halve slangen, tumelaers ende andere veltgeschut ende laech
met syn folck ende gheschut an dye Oesterzyde want waeter.
Als dan hartoch Albert meerckte , dat dye Vriesen veel ver-
liepen . soe is hy den 14 July met hartoch Erick van Bruns-
wick ende veel ander ouerlantsche Graeuen, Ridderen ende
Jonckheeren ende oeck heeren Frederick van Iselstein ende
meer andere wt Hollant als voersz. is, ende voert met al syn
macht owert water geswommen tegen dye Vriesen. Dye
Vriesen hebben hem eerst manlick geweert, alsoe dat sy wel
vyf wren vroemelick hebhen gevochten. Maer want dye Vrie-
sen als voersz. is veel waeren verloepen ende waeren op dat
pas geen anderhalf duseat, soe sinse ten laesten verloepen ,
een iegelick syn wcch. Daer worden by dye hondert Vrie-
sen geslaegen , altesamen huysluyden ende Vriesche knech-
len wt Oostergoe ende Seuen wolden. l)esc slag geschiede
op den dach voersz. ses wren nae middage.
Hoe die Vriesen voer Franickcr worden
verslaegen ende veriaecht.
Doe dat gerucht quarn voer Franicker onder den Vriesen,
dye slerck noch voer den stadt iegelick op syn plaetse lae-
gen, dat dye slag toe Bomsterzyl was verloeren, soe is Siuerdt
Aelue des nachts nae diusionis Apostolorurn met syn heer
opgebroecken ende heimelick wech getoegen , ende heelt
-ocr page 39-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     25
dat dye ander Vriesen voer Franicker niet toe kennen ge- 1500
geuen. Doe dit vernaemen Doyama heer, dat Zuyuerdt met
syn heer was opgebi oecken , ende heimei ick wechgetoegen ,
soe syn sy oeck wech getoegen ende lieten Gronningers groete
bussen, daer dye kelcken voer toe pande stonden (als voersz.
is) in hoeren scrans , dye Franickers hebben gecregen. Doe
bleuen noch in hoere scrans voer Franicker, Medema heer
ende Rypstra heer, dese braecken oeck op ende wolden
wech reysen, ende mochten oeck wel onbeschadiget wech ge-
coeinen hebben, maer daer was een wyff met vitalie int
heer, die daer seyde, datse niet solden wech reysen, want Si-
uerd Aelue met al Westergo quam weder toe hem voer
Franicker. Ende dit was al geloegen , maer sy seydet daer-
omme dat sy haer cost ende byer mochte vercoepen, dat sy
met haer hadde. Ende soe duer giricheyt eens wyf is daer
mennich vriese geslaegen. Daer nae den 16 dach July, dat
is dach nae diuisionis Apostolorum, is Hartoch Albert gecoe-
men met al syn machte voer Franicker, om synen soen tont-
setten. Oeck quamen dye heerschappen , burgers ende knech-
ten wt Franicker om dye Vriesen te slaen. Eerst hebben
dye Vriesen hem coenlick geweert, alsoe datter hondert ende
elue in dye scranse worden geslaegen, eer datse weecken.
Maer doe sy sagen, dat sy an alle hoeken worden angeuoch-
ten, soe zynse geueecken nae Medum ende Tzum, daer veel
int velt worden doet geslaegen ende dye ander ontliepen ; in
dese slag bleuen doet by vyf hondert Vriesen , onder welke
worden oeck sommige heerschappen geslaegen, als Hessel
Jongama toe Congum, Liuue Fundens toe Joerwert, Wytzo
Laesz. toe Boxum, Hero Rienckz. toe Dronryp, Kempo
Jacklaz. to Hielsuin, Jarich Wiebez. van der Schelghc ende
Siuerdt in den poelen.
<*&!£«\'
-ocr page 40-
26                         WORP VAN THABOK ,
Veel Priesters doet geslaegen ende Leu-
warden Is geplondert.
1500 Dages daernae dat die slag voer Franicker was geschiet,
reysde Harloch Albert met alle syn macht nae Leuwarden,
ende syn gecoemen toe Aengum int regeliers cloester ende
hebben daer genoemen al haer cleinnoedien, als kelcken,
cyboryen, met al dat sy mochten dragen; soe isser een knecht
van des Hartoch soldaten gecoemen ende nam een sulueren
monstrantie, daer dye waerdige heylige sacramenten in \\vae-
ren. Ende hem is een priester naegeloepen, begerende van hem
dye sacramenten \\vt dye monstrantie , oft hy woudet den Hartoch
claegen, daer heeft hem dye knecht terstont dootgeslaegen, ende
bleef daer doot int veelt leggen totten darden dach, want
alle dye andere, dye int cloester waeren , liepen wech van
anxte. Des seluen dage, dat was den 17 July, quaemcn dye pas-
toer van Minnertsgae mit syn vicarius ende wolden met hartoch
Albert spreken ende componeren voer dat dorp ende gemeente
Minnertsgae; maer soe gering sy quaemen by dye knechten,
al eer sy den hartoch seluen mochten toe woerden coemen,
worden sy beyde doetgeslaegen. Opten seluen dach voersz.
naemen dye hartoges knechten toe Beelckum dye heylige \\vaer-
dige sacramenten ende tradense met voeten, van welcken sa-
cramenten opten seluen stede, tot desen dach toe, veel mira-
culen ende wonderlicke werken sint geschiet. Als dye har-
toge toe Leuuarden is gecoemen met alle zijn macht, soe ist
al geplondert ende genoemen van des hartoges knechten, dat
in Leuuarden was. Ende naemelick hebben sy feel goets
ende geit, suluer taeken ende ander clennoedien ende wer-
licke gueden genoemen wt dye Predickers ende Minnebroders
cloesters, dat dye heerschappen ende burgers daer hadden ge-
flucht. Dye stat van Leuuarden onthieten altyt dye Vriesen,
te wile daer sy voer Franicker, dat sy all wolden doen, dat
guede Vriesen by tlant schuldich waeren te doen. Desgelicks
-ocr page 41-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
i>7
outhictcn sy oeck dye Cancelaer, dye toe Lcuuurden vati des 4500
hartoges van Sassens wegon, dat huys Leuuarden trou toe we-
sen, ende hoepten alsoe tussclien beyden onbeschadiget toe
bliuen, wiet van beyde paerten won ofte verloer. An dye
stadt Leuuarden hingh veel in dye lyden dye victori. Want
hadden dye van Leuuarden dye Vriesen trow geweest, soe
souden dye Vriesen Franicker bet gewonnen hebben met dat
groete gesehut, dat dye \'/.assens lieercn opt huys hadden. Des-
gelick hadden dye Leuwarders den hartoch van Sassen trou
geweest, ende op dye Landen orn Leuuarden leggende gebrant
ende geroeft, soe mosten dye Vriesen met groete macht ende
oncostcn dye stadt belecht hebben, twelck dye Vriesen swaer
ende voerdrietlick solde geweest hebben, ende solden eer
soen van den hartoge begeert hebben. Maer Leuuarders
meninge was, als dye Friesen Franicker hadden gewonnen ,
soe soldet hemluyden niet swaer wesen thuys binnen Leu-
warden toe winnen, ende mochten als dan tgeschut dat op-
pet huys was tot hoeren selues stats profyt holden. Maer
dit is altesaemen anders geuallen, want Franicker is niet ge-
wonnen, dye hartoghe heeft triumpheert, ende Leuuarders
hebben geen voerndel gehat, maer meer schaedt geleden dan
enighe ander stat in Vrieslant.
Die Vriesen verliepen ende Snceck componeerde
met Hartoch Albcrt van Zasscn
Als die Vriesen sagen dattet in alle plaelsen was verloeren
met hemluyden, ende dat. Leuwarden soe worde spolieert
ende dye burgers gefangen ende gebonden, dye tusschen bey-
den hadden styl geseeten, ende datter niemant worde gespaert,
keereken noch doesters, geestelick noch waerlick , soe isset
al goloepen wtt Vrieslant, edel ende onedel, riek ende aerm,
Priesters, Monneken ende Nonnen, ende syn gereisl in Hol-
lant en Sticht van Wlrecht, toe Gronuingen ende andere
-ocr page 42-
\'28                          WORP VAN THABOR ,
1500 plaetsen, daer een itlick hem best meende toe ontholden. Doch
dye gemene hnysluyden onthilden hem in die Soeuen "Wolden
ende daer omtrent. Des soendach nae dat dye slag voer
Franicker was verloeren, dat was den 19 dach July, quam har-
toch Albert van Sassen binnen Sneeck met acht hondert man-
nen ende bleef daer des nachts, doe hebben sommige van
die raetsheeren in Sneeck geleydt cregen vanden hartoch, ende
hebben doer hulp ende bystandt van heeren Willebroedt van
Scoeuenburch voer dye stadt Sneek gesoent, alsoe dat dye stat
Sneeck solde geuen vyer dusent gulden, dye helfte toe sinte
Michgiel, ende dye ander helft voer karstyt naestcomende te
betaelen.
Die huysluyden hebben gesoent metten Hartoch Tan
Sassen ende op wat conditiën ofte articulen.
Doe die huysluyden aldus als voersz. is een weeck ofte
twee buitens lande ende aenden Soeuen Wolden hadden ge-
ueest, ende het geldt, dat sy by hem hadden, begonste te min-
deren, soe hebben sy geleydt van hartoch Albert begeert ende
vercregen ; want dye hartoch niet wolde toe laeten, datmen
geheel Vrieslant souden branden verderuen ende vernielen dat
hartoch Hendrick syn soen geerne hadde gesien. Maer hartoch
Albert een oudt wys ende veruaeren furst was ende heer, ende
wolde dye Vriesen lieuer toe genaede nemen , datse dye lan-
den mochten bouwen ende hem ende syn eeruen haer jaer-
lickse tinse ende schattinge geuen, om hoer staet daer mede
tonderhouden ende versolten, dan dye Vriesen lang wt dye
lande te holden. Daer omme heeft hy dye huysluyden gaerne
geleide gegeuen, een itlick dorp besonder, als sy alder naest
mochten hebben tegen den hartoch gesoent ende componeert;
sommige dorpen hebben gegeuen hondert gouden gulden, sommige
% sommige 3 ofte vier hondert, min ofte meer nae rickheyt des
-ocr page 43-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     \'29
folcks ende groetheit des misdades. Ende daertoe mosten alle 1500
huysluyden ofte bueren, dye insoenden, hoer geweer, wapen
ende harnas, brengen toe Leuwarden opthuys, ende geen
waepen, geweer nochte scerp lange tyde daer nae op hoer
scoeten ofte spietsen draegen. Oeck mosten dye huysluyden
wt yder dorp besonder toe Leuuarden comen voer den har-
toghe oft syn deputeerden, bloet voet, bloet houet ende onge-
gordet, ende doen daer een voetvall, ende voersweren alle olde
preuilegien ende nie, ende besonder dat Reuersael brief dat
hartoch Aibert den Vriesen hadde gegeuen , doe hy ofte syn
volmacht eerst int lant quaemen Anno 4498, ende woert alle
dat gene te doen binnen ende buytens lants tot eeuige daegen
nae haar vermogen, aldat dye hartoch ende sy eeruen hem luyden
beuoelen te doene. Oeck datse genen westicheden int lant
souden maken of helpen maken sonder consent des hartoges
ende syn eeruen. Dese voetvall, eedt ende reuerentie hebben al-
lene gedaen dye huysluyden, want dye cloesters ende hew-
schappen mosten een ytelick voer hem self componeren, ende
waeren in dese voersz. soen niet begreepen.
Hartoch Aibert van Sassen heeft Gronningen
belelt ende van slnen «loof
Naedat hartoch Aibert van Sassen die Vriesen als voersz.
is hadde veruonnen ende synen soen ontset, soe heuet hij veel
gemeerkt ende ouergeleit, dat hy geen geweldich heer van
Vrieslant waere, soe lange hy Gronningen onder syn gewalt
niet een hadde, daer hy dye Vriesen mede mochte bedwingen.
Waerom is hy met al syn heeren ende knechten, dye met hem
in Vrieslant waeren gecoemen, omtrent sint Jacob gereis^ voer
Gronningen in Aeduert ende Seluert, ende Graef Edzart van
Emden met dye heersehappen wt Gronningerlant, dye oeck
-ocr page 44-
WORP VAN ÏI-IABOn ,
30
1500 (lliaet Gronningers waeren, hebben hem trouwelick geholpen.
Doe heuet dye hartoch een hoep knechten gesent \\vt Sehvert
voer den Bottringe poerte; dye hebben zuaerlicken met hoeft-
stucken, tumelaers ende andere groeue geschut inden stadt
geschoeten. Als hartoch Albert dus by ses weeken woer
Gronningen hadde gelegen, ende dye pestilentie in syn heer
was, soe bedreue hy niet voele voer dye stadt ende moste met
schanden van dye stadt hebben gescheyden. Dit vernam Fre-
dricus van Baeden biscop toe Wtrecht, dye des hartoges neue
was, dat dye hartoghe geen groete voerspoede voer Gronnin-
gen hadde, soe is hy tot den hartoge comen binnen Seluert
met den raet van syn drye steden Oueryssell, als Deuenter
Campen ende Swoll, ende heeft een zoen ofte bestant lusschen
dye hartoch ende stadt Gronningen gemaeckt. Ende dye har-
tocb is van Gronningen opgetoegen met zyn volcke, ende is
sieck geworden binnen Emden, ende gestoruen inden munte
meysters huys, geheeten Teus Nicaner, opten xu dach Septem-
bris anno 1500. Een jaer vyf weeken ende vyf dagen daernae,
dat hy eerst in Vrislant quam ende gehuldicht worde voer
een heer, is hy toe Eemden gebalsemt, ende van zijn zoen
ende heeren opgevoert nae Myssen in syn lant. Maer als
hartoch Hendrick met syn doode vaeder quam toe Weesel int
lant toe Cleue, soe heeft hy syn vaeder voert opgesant ende
hy is van Weesel gereyst tot hartoch Philips van Burgondien
in Brabant ende is niet in syn persoen weder gecoemen in
Vrieslant
Heer WUlebrodt mit knechten in Stellingwerf
ende die van Stellingwerf hebben den
Hartoch geswoeren.
Doe Hartoch Albert van Gronningen opbrack ende syeeck
toe Eemden worde gefoert, als voersz. is, doe sende hy
-ocr page 45-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                       31
Graeue Hugo van Lyfwick heer van Pcnninck ende heer Wil- ^50(J
lebrord van Scouuenburch syn ouerste ritmeester met an-
derhalf dusent knechten weder in Vrieslant , om te straffen
ende subiect te maken dye noch rebel waeren. Soe is heer
Willebrordt gereyst met dye knechten inde Wolden ende Stel-
lingwerf om dye te beduingen. Want Stellingwerf hadde
noch toe dye tyt, toe den Hartoge van Sassen niet geswoe-
ren noch gehuldigt, noch gene schattinge noch tinse ge~
geuen , waer omme is heer Willebrordt met dye knechten leg-
gen gaen toe Oldebercoep , ende heeft al Stellingweerf op-
gescreuen als daer tot hem toe comen. Daer hebben sy den
Hartoch geswoeren ende gehuldicht , ende een ytlick huya
gegenen m gouden gulden ende daermede gesoent.
Die ballingen wt Vrieslant hebben knechten an
genoemen om den Hartoch van Sassen
wl die lande te drluen.
In desen tyt waeren noch veel heerschappen ende oek som-
mige burgers ende huysluyden ballingen wt dye lande, dye
noch met den Hartoch niet hadden componeert, ende ont-
hilden hem meest toe Gronningen, Cainpen ende Zwoll ende
in andere plaetsen. Soe ist geschiet omtrent sinte Michiel
datter in Gelderlant by Hardcrwick laegen een hoop knech-
en, opten gaerde, tot dese knechten syn gereyst Tyerck
Waltha ende Tyaerdt Mockama ende Tzalling Liuue z. ,Tel-
linge, ende hebben gesproeken met dye hiiysluyden, als
Thoeft vanden Bosck etc. dye hem geloefden ende swoeren met
hem te reysen in Vrieslant ende dye Sassens heeren weder wt
dye landen te driuen, soe syn dye heerschappen met dye
knechten op dye wege gestoegen, ende wisten anders niet of
dye hofmans solden strax met dye knechten nae Frieslant reysen.
Maer dye Cappiteins leyden dye heerschappen met dye knechten
voorby Zutphen nae Sticht, ende bleuen leggen by Deuenter ende
-ocr page 46-
32
WORP VAN THABOR,
\'deden dye huysluydendaergroeteschaede. Doe ontboedenhoer
dye Biscop ende 3 steden Oueryssel, datse van daer solden reysen
ofl sy wolden op liaer slaen, soe sintse daer van daen ge-
toegen ende sint gecomen ant lant van den Berge ende an-
den cant vant sticht van Munster, daer oeck den huysman
groete schaede doende. Als dye huysluyden voergaederden,
ende wolden op hoer slaen, soe hebben hem dye twe Capi-
teinen voersz. versteken ende syn heymelick vanden hoepe
getoegen met datgene, datse van de heerschappen voersz. had-
den ontfangen. Doe wolden nochtans dye knechten , dye by
den heerschappen waren gebleüen, een niuen hofman kyesen,
ende met dye heerschappen reysen int lant van Vrieslant
ende hoer lyf by hem laeten. Dit was al gesloeten by veel
heerschappen, datse dit wilden doen. Onder dissen ist ge-
schiet , dat Sicke Siuerdt z. was toe "Worms gereyst tot doc-
tor Haring synen broeder, om hem te claegen dye groete al-
lende end jammer, dye Hartoch Albert van Sassen met synen
volcke in Frieslant hadde gcdaen, ende noch dagelicks deden,
beyde ovver geestelick ende waerlick, opdat doctor Haring
voersz. den Roemschen Coninck sulcks mochte toe kennen
geuen, hem biddende, dat syn Koenelick Mat. an des Harto-
ges regenten in Vrieslant voerden Vriesen wolden scriuen.
Want dese Haring wt den Haeg in Vrieslant was geboren,
doctor in beyde rechten ende toe Worms Canoniek ende des
Roemschen Coeninck Maximiliaen ouerste ende heimelickste
raet, ende is toe Worms gestoruen ende begraeuen int jaer
ons heeren 1513. Als dan dye voergaende Sicke van doc-
tor Haring synen broeder was gescheyden , soe is hy gecoe-
men toe Coelen by een doctoer genoempt doctor Hesseler ,
ende. was groet by den Hartoch van Sassen ende synen hee-
ren, met welke doctor dye voersz. Sicko veel woerden hadde
van den Hartoch van Sassen, van Vrieslant ende van den
voerleeden rebellicheit voer Franicker geschiet. Onder an-
-ocr page 47-
KR0N1JK VAN FRIESLAND.
:i:s
dere woerden heeft Sicko het lant van Vrieslant seer aerm 1500
ende clein gemaeckt, ende dat dye Hartoch weinig vrunden
hadde in Vrieslant, dye hem trouw waeren; ende soude hyt
tlant met macht van volck onderhoklen , hy solde weynich
wttet lant hebben. Doch wolde dye Hartoch tlant afstaen
ende verlaeten, hy meende dye Vriesen souden hem een
reedelick penninck op dagen geuen voer syn oncosten ende
arbeit opt lant gedaen. Op welcke woerden dye doctor heeft
geantwoert: waert dat dye Vriesen van die meninge waren hy
wolde Sicko een brief mede geuen an dye canceler Segemont
Plug ; hy presumeerde , Sicko soude guede audiëntie criegen.
Doen wast gerucht toe Mechelen, dat dye heerschappen met
dye knechten al in Vrieslant waren; daeromme heeft dye
cancelaer tot Sicko gesecht, dat hy splde reysen ende spree-
ken met dye heerschappen , dat dye knechten weder wt
Vrieslant souden trecken; ende op Sicko woerden ende doc-
tor Hesselers brief heeft hy wt geset 12 persoenen , dye den
saken van heel Vrieslant ende besonder vanden ballingen
solden machtich wesen , welcke persoenen souden wesen 4
prelaten, 4 heerschappen ende 4 burgers van dye steeden
ende landen wegen. Hyer mede is Sicko gereist tot den
heerschappen, ende als hy by hoer quam, waeren sy bereit,
ende wolden met dye knechten van Harderwick nae Vries-
lant reysen. Maer als Sicko haer syn commissie vanden
cancelaer heeft te kennen gegeuen , ende hoe hyt met hem
hadde gelaeten, soe heeft dat den heerschappen wel behaegt,
ende hebben op dye woerden dye knechten oerloff gegeuen.
\'.\',
-ocr page 48-
34
WORP VAN THABOR,
Die ballingen wt Vrieslant hebben met den
Hartoch van Burgondien ende Hartoch
Hendrik van dassen componeert.
1500 Onder dissern syn Hartoch Philips van Burgondicn ende
Hartoch Hendrik van Sassen, dyen Vrieslant van Hartoch
Albert sinen vaeder ten eerwe was gegeuen, vergaedert toe
Brussel int, hoff met ytelick van synen raede om te tracte-
ren ende te sluilten, welcke van haer beyden soude heer
van Vrieslant worden ofte bliuen; want dye ballingen had-
den boeden an Hartoch Philips gehat, oft hy Vrieslant onder
syn domini ende protectie wolde nemen ende coepen den
Hartoge wt den lande; sy wolden hem guede ondersaeten
wesen. Soe ist gevallen, dat Boldeuin Luityez. van Boels-
werd en Aggo Leuckama van Macknm syn gecoemen toe
Brussel, daer dye heeren vergaedert waeren, ende hebben ge-
sproecken met sommige wt Hollant, om Vrieslant vry te coepen
vanden Hartoge van Sassen , welcke woerden syn voer den hee-
ren inden raedt gecomen, ende dye heeren hebben dat voer guet
ontfangen , indyen Aggo ende Boldewyn alsulcks wolden voer-
folgen ; dese woerden syn geleyt an dye ballingen wt Vries-
lant gesent beyde Hartoch Philips ende Hartoch Hendrick ,
om met dese heeren ofte huere volmachtigen.een dach toe
holden toe Breda in Brabant, ende beyde geestelick ende
ende waerlick van dye Vriesen hadden geleydt tot vyftich
persoenen twe maenden durende nae datum des geleydtsbrief,
dye daturn was den 6 dach in Nouembris anno 1500, den
dach toe holden toe Breda (op Sinte Andries Apostel), den
22 dach in Nouembris. Tot desen syn gereist, volmacht heb-
bende van den ballingen heer Harrnen, pastor toe Ferwert,
heer Albert pastoer toe Stiens , heer Jelle pastoer in Follegae;
item van dye heerschappen Edo Jongcma, Edo Douwoz,
Gerbranda Douwo Galez, Tierck Waltha , Jw Boerda, Jan
Boerda, Hienck Kamstra, Siuerd Wybez, Ritske Jukarna,
-ocr page 49-
KRONLJK VAN FRIESLAND.                     35
Sasker Heringa , Wattya Herinxma, Douwo Hiddama, Wlcko 1500
Ygo z; item huysluyden Tyaerdt Sybren z, Aggo Leuckama,
Boldewyn Luytyen z. Als deze voersz. Vriesen waeren ge-
comen toe Breda den 28 dach Nouembris, soe is daer een
boede tot hem met een brief gecoemen vanden heeren, datse
solden coemen toe Antwerpen, vonden sy daer heer Segemont
Ploeg ende heer Hans van Wertenburch des Hartochs van
Sassens raeden, ende heer Cornelis van Bergen, Hartoch
Philips raedt, volmachtich gedeputeert van desen voersz. twe
Hartogen, om to verstaen ende te hoeren den eersten oer-
spronck, ende reeden vanden rebellicheyt in Vrieslant, tegen
Hartoch Hendrick geschiet. Dye Vriesen hebben daer voer
den heeren geseit, dat dye rebellicheit was geschiet doer
weldelicke saken ende swaere schattinge ende veel niuue
inscttinghe van onreedelicke schattinge, dat dye Vriesen niet
toe wolbrengen was , boeuen des Hartogen brieuen ende ge-
loftenisse , dye hy dye Vriesen gaeue , doe hy eerst int lant
worde gehuldiget, welcke zyne Rentemeisters ende onderheeren,
hebben wt syne naeme gedaen, hoewel dattet buyten des
Hartoch weten mach wesen geschiet. Nochtans is dit dye
saeck geweest, waeromme dye Vriesen Hartoch Hendrick in
Franicker hebben beleit, ende tegens hem rebbelleert. Soe
is Hartoch Albert synen vaeder gecoemen ende heeft hem
ontset, dat mennich man an beyde zyden syn lyf heeft gecost.
Om dese schelen neder te leggen ende om merder quaet ende
ongeluck , dat daer naemaels mochte wt rysen , te scuwen ,
begeren wy dat Hartoch Hendrick van Sassen wil ontfangen
vanden Vriesen een somma van penningen toe kennisse gue-
den luyden, ende gewent tlant van Vrieslant weder ower.
Ende of hy ons dye penningen niet betroude te betalen, hy
draeg Hartoch Philips van Burgondien tlant ower, dye hem
als wy verhoepen dye penningen zal betaelen, welcke wy
eendrachtelick, dye hyer tegenwoerdigh syn , als volmachtige
van dye ander ballingen, dye hyer niet tegenwoerdich syn,
3*
-ocr page 50-
WORP VAN THABOR,
36
1500 begeren van bcyde Fursten ende heeren. Op dese woerden
syn dye heeren ten raede gegangen, ende hebben gesloeten ,
datter twe \\vt Oestergo, twe \\vt Westergo ende twe \\vt dye
Soeuen wolden souden reysen in Vrieslant, ende spreken met
dye gemene landen, om volcomen macht toe brengen wt
tlant, oft sy lleuer wilden wesen onder Hartoch Philips, dan
oft sy lieuer wolden bliuen an den Sassens heeren. Ende op
wat conditien men dat mochte ordineren, dattet het lant
orbaerlickt ende profyttelickte mochte wesen. Ende hyer
enen dach weder op te holden toe Brussel , int jaer naestco-
mende opten 2 dach February.
Hoe die ballingen aen Graeve Hu go In Vrieslant
om gelelde screwen ende die eerste ordinantle
van schattlnge In Vrieslant worde gemaeckt.
Doe hebben die ballingen zes gecoeren, die in Vrieslant
souden reysen om dye wille ende meninge der Vriesen toe
verstaen als voersz. is. Dit waeren dye deputeerden dye in
Vrieslant souden reisen, als Edo Jongama ende Siuerdt
Wybe z. in Oestergo, Aggo Leuckama ende Boldewin Luytyen z.
in Westergoe, heer Hylcko ende Wlbe Ygo z. indeu Soeuen
Wolden. Dese gedeputeerde reysden nae Vrieslant ende quae-
men inden Guneer, soe hebben sy daer van daen boeden
gesent andes Hartoges van Sassens Stathouder in Vrieslant
om geleide. Als dit geleide quam, soe was daer niemant
dyet claerlick conde verstaen, soe subtylick ende duster wasset
gescreuen. Daer mede ginck dye dach toe niete, want dye
gedeputeerde op dat geleyt in Vrieslant niet dorsten comen
ofte reysen. Als Graeue Hugo van Lyswick ende heer Wille-
brordt Rentemeister met dye andere regenten in Vrieslant,
ende dye andere Vriesche heerschappen , dye guet Zassens
-ocr page 51-
KRÜNUK VAN FRIESLAND.
37
waeren , ende in syn raede saclen ofte andere officien van 1500
synder wegen bediende, als naemelick Hossel Martena , Hero
Hottinga, Schelte Tyaerda opper geest, Schelto Liauckama etc,
hoerden dat dye ballingen wt Vrieslant soliciteerden in Bra-
bant an Hartoch Philips van Burgoendicn, om Hartoch Hen-
drick wt dye landen te coepen , ofte dut Hartoch Hendriek het
land soude renuntieren ende owerdraegen den Hartoch van Bur-
gondien, ende dat Hartoch Hendrik dae wel was genegen, soe
heeft heer Willebrordt heel Vrieslant laeten sweeren op niues
houdt ende\' trow toe wesen, niet allene Hartoch Hendriek, maer
oeck Hartoch Georgen syn broeder, ende heuet oeckvanSta-
ueren tot dye Lauwerts ofte Gerkesbrugge alle steden ende
doerpen geset ende geordineert op een jaerlixe tax oft schat-
tinge, dye sye alle jaren van lant, huysen ende huere bees-
ten den Hartoch van Sassen souden betaelen. Dese jaerlixe
tax is eerst gepubliceert ende wtgeseyt den 4 dach Septern-
bris Anno 1500 ende een. Dit is altemaal daeromme ge-
daen, opdat dye Hartoch van Sassen tlant van Vrieslant niet
soude vercoopen ofte afstaen, als hy sach den groeten op-
comst, dye hem jaerlix tlant opbracht. Int jaer voersz. om-
trent Sinte Thomas Apostel heuet Hans Grombach, hofman
toe Leuuarden op huys, knechten gesant te Feruart, die daer
branden Jemma heer Jusma huys ende Tzallingma huys, dat
doe Geerbrant Mockema besat van syn vyffs wegen. Want
Jemma ende Gerbrant noch ballingen wt dye landen wac-
ren.
«aSS®»
-ocr page 52-
38                        WORP VAN TIIABOR ,
Die ballingen wt Vrleslant hebben enen ilach
geholden (oe Gent ml( den raede van
Hartoch Philips van Burgoendlen
ende Hartog Hendrick van
Sassen.
1501 Int jaer ons heeren XVc ende een hebben die ballingen wt
Vrieslant hoer deputeerden ende volmachlige gesant in Flaen-
deren, ten dage dye inden jaere voerleden tAntwerpen begre-
pen was te holden, den anderen dach February als voersz.
is met Hartoch Philips van P.urgondien ende Hartoch Hendrick
van Sassen ofte haer volmachtigen, om enen ytlicken (*) af-
scheidt ende antwoert te hebben van den heeren van dye
saeken met hoer gehandelt. Als dye ballingen toe Gent
quaemen , soe syn hem daer toe moet gecomen heer Cor-
nelis van Bergen, des Hertogen van Burggoendiens raede ende
oeck Hartoch Hendrick van Sassens raede wt Vrieslant als
heer Segemont Plug cancelaer, heer Johan van Woerten-
burgh , Meester Bucko , Hero Hottinga toe Wommels , Schel-
to Tyaerda oppergeest, ende daer worde beyde paerten een
brief toe voeren geleesen van wege des Hartoges van Bur-
goendien, aldus inhoudende : In also vere myn aldergenae-
dichsten heer dye Eertshartoge Philippus ower compt met
myn G. H. van Sassen, aengaende dye afflossinge van Vries-
lant, alsoe hy hoept dat hy corts doen zall, soe begeert myn
genaedige heer dat hyer naeuolget : Inden eersten begeert
hy dat dye ondersaeten int generael in Vrieslant hem sullen
geuen van den dage, dat hy Vrieslant in nemen sal, in enen
jaer daer nae vyftich dusent gouden gulden. Ende metter
sommen sullen sy van alle ongelden of beden ende andere
subuentien voer dat jaer vry syn. Ende begeert myn genae-
dige heer alsoe vyf jaeren, dene nae den anderen durende,
l*) Lees: «cntlicken."
-ocr page 53-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     39
alle jaeren durende vyftich dusont golden guldens als boeuenl5(H
ende zullen dye Vriesen hyer aff gude sekerheit geuen nae
alle allen behoef. Ten anderen wil myn genaedige heernae-
den vyf jaren niet meer van den ondersaten vanden lande
begeren, dan syn olde dominie. Ende voert een beede van
dye staten van dye landen, dye welcke sy synre genaeden
consenteren sullen, nae hueren vermogen ende hoeren guede
wille, sonder enige beduanck ofte geweld. Hyermede wil
myn G. H. dye ondersaten guetlick tracteren als andere on-
dersaten van synen lande, ende hoer houden in guede justie-
tie ende guede pollisien. Ende oeck by syn oude preuile-
gien guede costumen ende vsantie te bliuen. Gedaen tot
Gent den 8 dach in Februario anno XVc ende een. Hyerop
hebben dye ballingen van heer Cornelis van Bergen geuraecht,
wat dye bede soude wesen, dye Har toch Philips naden vyf
jaren vanden staeten wolde begeren. Waerop heer Cornelis
den ballingen gene wtslag wolde doen. Maer hy heuet hem
luyden geseit, datse daer niet aen dorsten twyvelen oft Har-
toch Philips solde met Hartoch Hendrick by Paesche naest-
comende accorderen, ende worden heere van Vrieslant. Maer
heer Segemont Pluch des Hartoges van Sassens canceler in
Vrieslant sprack aldaer met dye ballingen , ende consuleerde
ende riet hem luyden, dat sy hem op sulcke handelinge niet
solden verlaeten, maer souden se affslaen ende solden in
soenen ende bliuen by den Hartoge van Sassen; hy wolde
hem behulplick wesen, datse om enen redelicken pennich
solden weder int lant comen. Maer sy hebben bet geloeft
heer Cornelis van Bergen , ende meer nae hem gehoert dan
naeden canceler, daer sy ower syn bedroegen. Want dye
Hartoch van Sassen heeft Vrieslant gehouden, ende Hartoch
Philips heeft daer niet meer nae gedaen. Nochtans syn
daer meder tyt wt informatie des cancelaers ende heerschap-
pen voergenoempt, dye met hem daer waeren , wel compo-
<
-ocr page 54-
40                          WORP VAN THABOIt,
1501 neerden niet den stadhouder van Vrieslant ende int lant ge-
comen.
«
Een huys in Oongeradeel toe Ee van den foal-
lingen beset ende weder gewonnen
ende gedestrneert.
Anno XVc ende een heeft Gerbrant Mockama 12 Vriesche
ballingen gesent wt Gronningen in Dongerdeel toe Ee op
Popke Mockama syn broeders huys, datse dat souden beset-
ten, want Gerbrant ende Popke noch beyde ballingen waren.
Ende Gerbrant heeft dye 12 gesellen geloeft, waert dat sy
van den heeren van Vrieslant op huys worden belecht, hy
solde haer ontsetten. Als dit Graeve Hugo Stathouder van
Vrieslant vernam, heeft hy tot Schelto Tyarda opper geest
gescreuen, dat hy van stonden an soude wtbieden Dantuma-
deel, Collmerlant ende Achtkcrspel, want hy ower dese drie
Grietman was om thuys voersz. toebeleggen.
Oeck geboedt Graef Hugo Tako Hemstra ende ïzalling
Liuue z. Jellinga, dye doe all in soent was, ende vanden hee-
ren Castelein ende excismeester toe Dockum ordineert, dat
sy oeck met haer volck voert huys solden trecken. Dese
heerschappen met dye Vriesen voersz. hebben opten Paeschen
achten , dat was den 18 Aprilis thuys belecht. Den 21 heeft
dye Stathouder hondert Duitsche knechten met geschut als
halue ende heele slangen ende oen hoeft stuck toe dye Vrie-
sen voert huys gesent. Maer want dat huys dick ende sterk
was van muren soe mochtet noch halwe noch heele slangen
doerschieten, dan allene met den groete busse worden dye
muren doerschoeten. Dye opt huys laegen wolden nae geen
Vriesen schieten, dan allene nae den Duytschen knechten,
daer om. waeren dye huysluyden, dye voert huys lagen, hoer
-ocr page 55-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      41
gunstich ende haddent voer guede gesien, datse behoudens 4501
Hues wech hadden geweest. Als dan dye groete busse opt
huys begonste toe schieten ende gaeten duer dye muren
maeckte, ende sy vernoemen geen ontset, soe sinse verslaegen
geweest. Ende tusschen den Dondersdage ende Vrydage inder
nacht synder ses vant huys geloepen, dye voer middernacht
solden waecken, te wyle dat dye ander sliepen, ende syn met
tlyf ontcomen. Daer omme syn sy noch meer verslaegen , dye
opt huys waeren gebleuen, ende hebben des Vridages daer-
nae, dat was den 23 dach April, thuys opgegeuen, ende
syn affgegaen op genaede ende kennisse der heeren, ende
worden gebracht toe Franicker op Zyaerdema huys daer doe
thof op worde geholden. Dat huys werde den seluen 23 dach
Aprill gebrant, ende destrueert. Dingsdage daernae dat was
den 27 dach Aprilis, worden twe van den voersz. gesellen
in paelen geset toe Franicker, ende dye ander om een rat
gehangen, dye ene vanden twe dye in paelen worde geset, was
genaempt Jelle Kint of in Vriesck Jelle bern. Dese Jelle
hadde Hartoch Hendrick van Sassen doe dye Vriesen hem in
Franicker belecht hadden, veel spyt ende oneerlickheden ge-
daen in woerden ende wercken, waarom hy nu dese swaere
ende ongehoerde doet moste lyden. Als dese Jelle zes wren
inden pael hadden geseeten, soe sprak hy noch ende claegde
gene pine groeter, dan syn hart wolde hem toebreeken van
colde ende dorst.
Die handellnge In Brabant met den ballingen Is
annlhllleert. Ende die ballingen hebben
knechten angenoemen.
Als dye ballingen tot Mey hadden gewacht ende dye han-
delinge in Brabant niet tot effect quam, er worde impedyeert
-ocr page 56-
42                         WOKP VAN THABOR,
1501 van des Furstes onderheeren van Sassen, dye in Vrieslant
regierden, ende oeck sommige Vriesche heerschappen, dye in
des Hartoges officien waeren , ende niet tegen den Hartoch
rebelleert, soe syn dye heerschappen dye noch ballingen
•waeren , sommige ingesoent, ende sommige dye niet in soenen
wolden ende oeck niet wel mochten, om dat sommige heer-
schappen gueden vergeuen waeren, datse met groet geit
mosten weer coepen, hebben hoer buyttens lande onthouden,
alstoe Gampen , toe Swol ende veel toe Gronningen. In dye
tyden laegen een hoep knechten op dye gaerde, dye geen
dyenst noch heer hadden, in Oweryssel by Deuenter ende
by een closter geheten Honep. Tot dese knechten syn som-
mige heerschappen van dye ballingen gereist, als naemelick
Wlke Ringa , Tyaerdt Mockama , Tyerck Waltha , Hertman
Galis, Jw Iusma, Feye Wnama ende Jaucka Wnama etc.
ende hebben metten Cappiteinen gesproecken, ende alle dagen
op vaste guede geloef met dye knechten gemein geholden, oft
sy met hem in Vrieslant wouden reysen, om den Hartoch
van Sassen weder wt dye lande te driuen, ende op wat con-
ditien ende forwerden datse met hem luyden wilden reysen.
Als dye heerschappen dus by den knecten waren, om met
haer te sluytten ende accorderen, soe waren sommige knechten
onder den hoop dye daer op wachten, datse dese heerschap-
pen allene mochten heimelick crigen, ende leueren ower in
des Hartoch van Sassens ofte syne regenten ofte Stathouders
van Vrieslants handen, om gunst ende gauen toe crigen, daer
toe , als sommige seyden, vanden Hartoch oft syne regenten
in Vrieslant syn bewillichl ende becoft geweest. Als dan
dese heerschappen op een tyt met dye knechten hadden ge-
handelt , by dat cloester voersz., ende gingen van den hoop
knechten nae hoer heerberge ende waeren gecoemen achter
een bosck boemen, syn haer haestelick 20 ruyters toe peerde
wt den hoop knechten voersz. nae gecomen, ende hebben
dese heerschappen voersz. angetast ende gewangen ende van
-ocr page 57-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                       43
stonden an spolieert van all hoer geit, datse by haer hadden, 4501
ende reeden met haer nae Wildenburg. Doe dese heerschappen
waren geuangen, doe ontliep daer een heerschap genoempt
Kempo Edo zoon .Tongama met enen ander heerschaps diener, dye
geuangen was; dese twe syn haestelick geloepen nae den hoop
knechten, ende hebbent den cappiteinen geclaecht, dat dye Vrie-
sche heerschappen worden vencklick wechgeuoert. .Van ston-
den an syn dye hofmannen ende knechten, dye poerden had-
den , hoer nae gereden ende hebbense beloepen ten halwen
wege, daerse wesen wolden. Maer als dese knechten oft
ruytters, die dese heerschappen gevartgen hadden, saegen
datse van den ander knechten worden vcruolget, soe hebbense
dye heerschappeu laeten loepen ende syn met dye peerden
ontreeden. Maer doe Wlke Ringia sach, dat hem ontset
quam, ende dat die knechten, dye geuangen hadden, den vlucht
gaeuen, doe nam Wlke den knecht, dye hem syn gelthadde
benoemen, by den hals seggende : neen stalcke, ick wil myn
geit eerst van dy weder hebben , dat du my heuest genoe-
men , eer ick dy laet gaen. Ende want dye knecht beanxt
was, ende dye hem veruolgden waeren hende by, soe heuet
hy Wlke den buydel toe^ geworpen ende hadde dye tyd niet,
dat hy syn eygen geit daer mochte wtnemen. Ende alsoe cregh
WTlke syn eigen geit weeder ende des knechts geit daartoe,
inaer dye ander heerschappen bleuen haer geit quyt. Dit
geschiede den X dach inden Mey anno XVc een. Opten sel-
uen dach hebben vyf gesellen van dye, dye dese heerschappen
hadden gevangen, geleydt begeert van den cappiteinen om
haer te veranderen. Maer alsoe geringe als sy by den hoep
quamen, worden daer drie doetgeslaegen ende twe geuan-
gen, dye des anderen dages, dat was den XI dach Mey ,
worden door dye spietsen geiaeeht. Ende voert des morgens
toegen dye heele hoep knechten met dye heerschappen voersz.
nae Vrieslant toe, ende syn gecomen in ende omt cloester
van Assen in Drenthe by Gronningen.
-ocr page 58-
44             ,            WORP VAN THABOR,
Gronningers hebben l>y consent der herschap-
pen dye knechten angenoemen om den
Dam toe «Innen.
1501 Doe dye knechten als voersz. is toe Assen quamen, heb-
ben dye Gronningers met die heerschappen gesproken, datse
hoer dye knechten wilden ouergeuen, soclang datse den
Dam mochten ouerfallen , ende dan woldense hoer stereken
met geschut, puluer, cloeten ende ander instrumenten van
oerloch, om den Hartoch van Sassen wt Vrieslant te driuen.
Dil heeft den heerschappen wel raet gedocht, ende het scheen
oeck vorogen groet \'hoep ende troest toe wesen, den Har-
toch mede toe veruinnen. Doe Gronningers aldus met dye
Vriesche heerschappen hadden gesproeken ende gesloeten,
soe hebbense oek met dye hoiluyden van dye knechten alsoe
gesproeken ende accordeert, datse met dye knechten hoer
den dam solden leueren , om eene somma van penningen,
doch dat Gronningers hoer solden helpen met schutt ende ander
noettruft steden mede te winnen. Dye oersaeck dat dye van
Gronningen den Dam soe haetieh waren is dit : Dye vanden
Dam hadden altyt onder dye Gronningers gebyedl ende ver-
bont geweest , ende waren met dye van Gronningen in een
schut, ende worden geheten damsters schutters, dye voer-
maels in Vrieslant met Gronningers veel quaets hadden ge-
daen , daer ick int voergaende boeck meer van hebbe ge-
screuen. Maer int jaer ons heeren 1495 hebben dye van-
den Dam wat schelinge ende questie met den Gronningers
gecregen, alsoe dat Graeue Edzart van Emden den Dam
heeft ingecregen ende dye van Gronningen veel quaets daer
wt gedaen. Nu waren meest al dye heerschappen wt Gron-
ningerlant inden Dam, die quaet Gronningers waren, want
Gronningers hoer veel schaede in haer huysen ende gueden
hadden ghedaen , daeromme dat sy niet weder met Gron-
ningers wolden zeegelen ende onder haer verbond wesen.
Ende dese heerschappen hilden haer an Graeue Edsart van
-ocr page 59-
KHONIJK VAN FRIESLAND.                      45
Emden, cnde sterckten ende inciteerden hem alle tyt tegen 1501
dye stat ende burgers van Gronningen. Om dese heerschap-
pen nu te crigen ende onder haer subiectie te brengen, soe
syn Gronningers mit al hoer macht ende knechten voersz.
voerden Dam getoegen. Maer eer sy den Dam toe dege be-
leyden, soe hebben dye knechten op Heer hemelfaerts dach ,
dat was den 20 dach inden Mey, dat blockhuys op Delfsyl,
dat dye Graeue van Eemden in hadt. met gewalt overvallen
ende hebbent al gedoet, dat daer op was. Daer sint twe
cappiteinen int anfallen doet gebleuen, deno hete Willem
van Meppel, dye ander Withien van Elborch.
Daer nae op Pinxster auont , dat was den 29 dach in
Mey , hebben dye knechten den Dam angeuallen ende stnrc-
klick gestormt, maer sy worden wei lor aflgeslaegen , daer
veel knechten doet bleuen.
Die Stalhouder van Vrieslant liewet knech-
ten an genoemcn ende die landen
geschat.
Doe den Dam sus van Groningers ende knechten was belechf,
soe hebben dye Slathouder ende regenten van Vrieslant oeck
meer knechten in Vrieslant laeten coemen om den Dam o ft. noede
dode te ontsetten ende dye ballingen ende knechten wederstant
te doen oft sy den Dam hadden gecreegen ende dan voert gecoe-
men. Inden tyden heeft Graeue Hugo Stadholder, met dye ander
regenten ower Vrieslant, van Staueren toe Gerksbrugge
een schattinge wt geboeden, als dat een ytlick aerm ende
riek solden geuen een enkel gouden gl., ende daerinne sol-
den den ricke den armen toe hulp coemen. Dese voorsz.
schattinghe solde wesen om dye knechten daer mede toe
loenen. Terwylen dat dit geschiede in Vrieslant, laegen
-ocr page 60-
46                         WORP VAN TBABOK ,
1501 Gronningers mot haer knechten int beleeh voer den Dam.
In den Dam was breek puluer of })ussen cruyt ende vitalie.
Sy veruachten van den Graue van Eeniden ontset, maar hy
toefde soe lange , datse inden Dam groet gebreck hadden ende
hoeden den Dam op toe geuen beholdens liues. Maer Gron-
niugers woldens tot geen genaede nemen. Waeromme hebhen
hem dye burgers ende naemlick dye heerschappen, dye daer
binnen waeren , wt Gronningerlant vroemlick geweert, hem
noch verlaetende op den Graeue van Eeniden.
Den llam is vanden Oraice van Emdcn ontset
ende veel burgers van Ciroiuilgen
geslaegen.
Als Gronningers een wyle voer den Dam hadden geleegen
ende Graeue Edsart vernam, dat inden Dam groet gebrek was,
alsoe datse den Dam niet langer mochten holden sonder ont-
set, soe heuet dye Graue al syn Vriesen in Eemderlant met
dye hotiagers vergaedert, ende is den 15 dach Juny ower
dye Eems gecomen met al syn macht, omden Dam toe ont-
setten. Als dan dye knechten, dye voerden Dam lagen, hoer-
den dat den graeue ower den Eems met al zyn macht was
gecomen, soe syn Gronningers met dye omlanden voer den
Dam blieuen leggen, ende dye knechten syn den Graeue te
moete getoegen , om een slag met hem inden velde te slaen.
Dye knechten, dye voerden Dam lagen, waren een paert Ower-
landers ende een paert Nederlanders. Als dan dye knechten
ende Graue an malcander quamen , doe traeden dye Ower-
landers wt dye oerde ter syde aff aenden Graue. Waerdoer
heeft dye Graeue dye owerhant gecregen ende heeft meest
al dye hoep Nederlandsche knechten geslaegen. Ende voert
syn dye heerschappen, burgers ende knechten wt den Dam
-ocr page 61-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      47
gecomen ende hebben dye burgers van Gronningen ende 1501
huysluyden wt Gronningerlant elendelick verslaegen, veriaget
ende gevangen, ende al Gronninger schut dat voer den Dam
was gecregen. Daer worden geslaegen wel hondert burgers
wt Gronningen ende veel gewont.
Groningen is beleent van CJraef Hugo, Stad-
houder van Vrieslant ende Gratie
Edzart van Eemden.
Doe Graeue Hugo, Statholder van Vrieslant, hoerde, dat den
Dam was ontset ende dye Gronningers met dye knechten verslae-
gen soe heuet hy all dye heerschappen, dye oflicien van den heere
hadden ende den vyften man wt Oestergoe, Westergo ende
Soewenwolden wt geboeden, ende is met dye knechten, dye
int lant waren, ende met dye Vriesen voersz. ghereist voer
Groningen, ende sloeg syn leger neder in Aedwert. Ende
Graue Edzart lach met syn volck in Winsum. Doe heuet
Graeue Hugo Stadhouder van Vrieslant gebrantschat alle
dye landen, dye onder Gronninger gebiet waeren , an dye
Westersyde van Gronningen al tot Gerksbrugge toe. Ende
Graue Edzaert schatte alle dye landen, dye onder Gronnin-
ger gebiet waeren , geseeten an dye oestersyde van Gronnin-
gen. Oeck heeft hy alle casteleins huysen, dye tusschen den
Dam ende Gronningen stonden, dye Gronningers daer voer-
tyds hadden geinaekt, opgebrant of met syn volck beset. Doe
dye heerschappen by een weeck in Aedwert hadden gelegen,
is hem oerlof gegeuen, ende syn met dye Vriesen weder
thuys gereyst. Maer Graeue Hugo met dye knechten bleef
in Aedwert ende liet daer een Blockhuis timmeren, ende
heuet dat geset by Winsum op Gronninger dyep ende heuet
dat sterek met dicke wallen laeten om bebolwerken ende
-ocr page 62-
48                           WORP VAN THABOR,
•1501 ombcgraeuen. Ende heuct een brugge laeten maken, dye wt
dat huys ginck ower dat diep, alsoe dat alle dye scheepen,
dye wt ofte in Gronningen wolden, moesten hoer zeilen stric-
ken voer dat huys. Met dit huys heuet dye Hartoch van
Sassen ende syn onderheeren dye stadt van Gronningen me-
nich jaeren daer nae soe zeer benawt ende beschadigd.
Blschop Fredrick van Wtrecht met dye steden
hewet een bestande gemaeckt tusschen den
Hartoch van Sassen ende die van («ron-
ningen ende Douwe fialls Is toe
Franlcker gerecht.
Als Graue Hugo, Stathouder van Vrieslant, ende GraefEd-
zart van Eemden van wegen, ende wt den naeme des Fur-
sten van Sassen voer Gronningen laegen, soe is Fredericus
van Baeden, bischop van Wtrecht, met dye ridderschap wt
sticht ende met dye raedt der drie steeden als Deuenter,
Campen ende Zwoll, omtrent Sinte Mattheus gecoemen toe
Aedwert tot Graeue Hugo, om een soen ofte bestant te ma-
ken tusschen den Hartoch van Sassen ende Gronningers, ende
daer is een bestant gemaeckt, op dat pas tusschen dye paer-
ten tot mitsfasten toe. Ende dye bestant is altyt verlanget
vanden enen dach tot den anderen, op welcke dye paerten
hebben onder malcanderen gereist, gecoft ende voercoft, tot
dat men screef XVc ende vyf nae Paeschen. In dit selue
jaer is Douwo Galis z., heerschap toe Ackrum, dye dus
lange balling wt den lande hadde geweest, op geleyt int lant,
gecoemen, om met den Stathouder toe spreken, ende in te
soenen. Als hy een wyle tyts int lant hadde geweest, soe
quam hy toe Sneeck, daer worde hy op Sinte Franciscus-
nachi geuangen, ende vanden bedde gehaelt, ende bleef een
-ocr page 63-
• KRONIJK VAN FRIESLAND.                     49
dach ende nacht, in Eling Goslicks huys toe Snecck geuangen. 1501
Des anderen dages, dat is den 5 dach Octobris , quam des
Hartoch van Sassens prouoest van Franicker niet twe wa-
gens knechten, ende brochten hem te Franicker op Zyaer- \'
dama huys. Als dye Vriesche heerschappen waren toe Fra-
nickcr vergaedert, om voer syn lyf toe bidden. Doe des
Vridages, dat was den 8 dach Octobris , dye heerschappen
voer middach voer hem wilden supliceren , liet Graeue Hugo
des morgens voer ses vren hem heimelick onthoefden op
Ziardamahuys , ende dat daer omme dat hy langer int lant
waer gebleuen, dan zyn geleydt inhilt, ende had noch met
dye heeren niet componeert. Douwo meende ende seyde,
dat syn geleydt noch niet vvt was. Nae sin doet cofte syn
wyf dat doode lichaem van den heeren.
Dat geit Is in Vrieslant afgeset ende heer i\'ornelis
wolde op der.Schelling een huys maecken
van geweld.
Anno XVc ende twe golden die golden guldens 30 strs., 1502
ende worde op heylige drie Coningen dach gepubhceert, dat
dye gouden gl. van gewicht solden woert aen 28 strs. doen.
Vo ert heuet Hugo burchgraeue tot Leising, heere toe Pen-
ninck , Stathouder in Vrieslant by raede daer staeten in Vnes-
lant beide geestelick ende waerlick geordineert, gesloeten
ende geboeden van wegen des Hartoch van Sassen, by ver-
buertenisse liues ende guedes, dat inden landen van Vries-
lant solde voertaen gaen vaelwierde (*) munte naeden aestima*
tien by den Eertshartoghe Philips van Oestentrick , Hartoch
van Burgoendien etc. in syn landen gemaeckt, ende gestelt
anno XlIIJc , XGIX. Voert heuet hy dye sulueren penningen
ende geit, naemelick in Vrieslant by Hartoge Albert saliger
(*) Gevalueerdc.
4
-ocr page 64-
50                         WORP VAN TMABOR .
1502 gedachtenisse, ende oeck inden sticlite van Wtrecht ende toe
Gronningen gemunt, afgeset. Oeck dat een iegelick mochte
weten, hoe sy hoere schulden betaelen souden, soe heeft
dye voersz. Stalhouder geordineert ende geboeden, dat men
alle schulden mochten betaelen met alsulcke penningen , als
dye schulden waren gemaekt, ten waer saeke datter andere
contracten ende vorwaerden tusschen den schuldenaers be-
grepen ofte gemaeckt waren. Oeck te wetene in alle naer
ende lossinge der landen met alsulcke penningen o ft betaling,
als sy daer voer wtgegeuen hadden , ende dat nae costume
ende recht vander landen voer datum dises opgelechl, betaelen
mochten , angaende dye pachten vanden jaer voerleeden, dye
nu verschenen waeren . mocht men betaelen met 22 valweerde
strs. tusschen dat ende toecomende Mey. Ende indien daer enige
gebreken in waeren , bilde dye voersz. stadhouder tot syne ver-
claringhe. In dit jaer in Mayo hebben Gronningers haer
volmacht opgesent in Mysseu an Hartoch Georgen van Sas-
sen, om haer stadt ende ornlanden vry toe coepen ofte eer-
lick toe belenen. Maer sy syn weder thuys gecomen ende
hebben op dat pas niet bidreuen, want dye Hartoch wilde
van geen woerden hoeren, of hy wilde geweldich beer van
dye stad Gronningen wesen, om Vrieslant daermede toe on-
deiholden. Int jaer voersz. omtrent Magdelene, is heer Cor-
nelis van Bergen met dye sculte van Amsterdam ende met
meer andere Baliuwe ende sculten wt Hollant gecoemen op
ter Schellinge , om daer een blockhuys te setten ende dat in
te nemen. Dit heeft vernoemen Graeue Hugo, stadhouder
van Vrieslant, ende is tol hem gereist opter Schellinge, ende
beeft al soe met hem gesproecken ende accordeert, dat daer op
dat pas geen is gecoemen. Ende heer Cornelis quam mit
Graue Hugo toe Franicker op Sinte Jacobs auont, ende reisde
op Sinte Jacobs dach weder in Hollant.
-ocr page 65-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
51
Hartogh Georgen van Sassen is gecoemen in
Brabant tot Hartogh Philips van
Burgondien.
Anno XVc ende twe, is Hartoch Georgius van Sassen in 1502
Augusto in Brabant gecoemen tot Hartoch Philips van Bur-
goendien, Hartoch van Brabant etc., want dese Hartoch Ge-
orgen was Hartoch Albert van Sassens , dye eerst in Vries-
lant worde gehuldiget, zoen, ende hadde Vrieslant gecoft
van Hartoch Hendrick synen broeder, dye niet weeder in
Vrieslant wolde comen , nae dat hy van dye Vriesen in Fra-
nicker hadde belecht geweest. Daeromme is Graef Hugo
stathouder met sommige Vriesche lieerschappen weder thuys
in Vrieslant gecoemen, ende Graeue Hugo reysde den ande-
ren dags van Leuuarden nae Gronningen, met hondert man-
nen toe peerde ende te scheepe , om soen met malcanderen
toe maken. Maer sy conden niet accorderen, want Gron-
ningers generleye wys hoer wolden geuen onder den Har-
toch van Sassen, ende daer worde noch bestande tot mits
vaste toe gemaeckt. Int jaer ons heeren XVc ende twe den
46 dach Octobris, syn dye dicken doergebroecken , ende dat
solte waeter is ower heel Vrieslant gegaen, ende heeft groe-
te schaede gedaen aen dicken, zylen, ende huyson. Ende
dat huys toe Harlingen lede grote noet, want daer groote
gaeten vanden anslag van waeter braecken inden wall. Om
dese perickel in toocomende jaeren te schouwen , heeft Graef
Hugo, statholder jaers daernae tegen den tyt twe hoefden
wt laeten steeken inder zee, int noert west van dat huys ,
daer ontellicke veel holt anginge ende dye hoefden worde»
worden gcuolt met loefriodt. Ende een yegelick deel van
dye vyf deelen, als Franickera , Menaldema , Baerdera, Hen-
naerdera ende Barradeelen, moesten daer brengen hondert
voer riet, ende noch mocht ment niet follen. Dit huys heuet
4*
-ocr page 66-
52                         WORP VAN THABOR ,
1502  Harlingen beschermt tot noch toe , dattet niet van den zee
is geslaegen.
Een Landdach toe Franicker geholden om die
zeedicken toe maeken.
1503      Anno 1503 omtrent sinte Gregorius syn alle Prelaeten,
heerschappen ende stemmen der landen van Vrieslant opge*
screuen van Graeue Hngo Stalhouder toe Franicker toe coe-
men. Als sy daer eendrachtelick waren gecoemen wt Oes-
tergo , Weslergoe ende Soeuen "Wolden , soe is daer hegree-
pen ende gesloeten, dat tgeheel gemene lant toe gelicke dye
zeedicken solden maken eens, ende Oestergo ende Westergo
solden yegelick een ander toehulpe coernen , dye toe quaet
hadden. Ende oeck dye Soeuenwolden daer sy geschickt
worden. Ende hyer toe syn gecoren ende gecordineert twa-
lif mannen als wt Oestergoc vyer, vyer wt Westergo, ende
vyer wt dye Soeuenwolden, van een iegelick een prelaet, een
heerschap, een stadtman ende een huysman. Dese twalif hadden
in hoer handen ende macht zylen ofte slusen toe leggen, dicken
toe maken, hoe hoog ende hoe leeg, ende voer al toe ordineren,
dat des landes nut ende prolyt mochte wesen. Om dit or-
berlick te ordineren hebben dese twalif voersz. alle dicken
om Vrieslant besien ende gemeeten, waer dattet meeste van
nood was , ende hoe veel een yegelick soude dicken. Dese
hebbent geordineert ende gekent, dat Oestergoc in allent gene,
dat van oldens an Oestergo heuet gehoert, solde in Oestergoc
bliuen met hoer dicken, ende dan solden sydie olde Ee we-
der op graeuen. Dye Ee was een oltt veer ende ginck wt
Dockumer diep an Leuuarden, ofte van Leuwarden nae Doe-
kum, ende hadde op voele plaetsen meer dan. hondert jaeren
droeg geweest, alsoe datinen daer met geen schepen mochte
-ocr page 67-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     53
doer vaeren. Maor allo schepen, dye van Dockum nae Leu- 1503
warden ofte van Leuwarden nae Dockuin wolden, mosten doer
Rinsmageest dye Morck op. Dye Ee worde begonnen toe
graeuen by Wyswert ende olde Galeyen ende datt omtrent
Sinte Joannes mits soemer anno 1503. Int jaer voersz. heuet
dye brant in Vrieslant op vele plaetzeu veel schaede gedaen,
want opten 18 dacli inden Mey is Hindeloepen meest al heel
opgebrant niet dye kercke. Item daernae omtrent sinte Peter
ende Paulus is dye leen begonnen toe branden opper Ilaula,
toe Backefeen , toe Giethoorn , ende veel andere plaetsen ende
heeft bouen maeten groete schaede gedaen inden 1\'ene, int
holt ende rogge, want dye brant lange duerdo. Item op-
ten laesten dach Augusti des morgens ten 4 wren, worde
dat Mynrebroeders cloester toe Bolswert meest alliiel ver-
brant, wtgcsecht dye kercke. Op veel andere plaetsen heeft
dye brant veel schaed gedaen in veel plaetsen in dit jaer.
«SUS»
Har toch Cteorgen van Sassen eerste in Vrieslant
gecoemen ende van een Landdach toe
Franlcker geholden.
Anno 1504 in die Mey omtrent den 12 daeh , is Hartoch 1504
Georgen van Sassen lantgraeve van Du ringen, ende Merck-
graue van Myssen doer Brabant eerst gecomen in Vrieslant
toe Harlingen an.
Dese Hartoch Georgius, als ick voer hebbe gescreuen, was
Hartoch Alberts oldste zoen van Sassen ende daeromme eerf-
heer van sine vaeders landen. Waeromme hadde Hartoch
Albert toe eerue gegeuen Hartoch Hendrick syn iongste z.
Vrieslant, ende worde toegelicke met syn vaeder Hartoch
Albert in Vrieslant gehuldicht voer een eerfgubernatoer van
wegen des heyligen Roeinschen riek ende Key. Mat. anno 99
-ocr page 68-
54                           WORP VAN ÏHABOR ,
als boeuen opt tlanxt int capittel is gescreuen. Maer want
Hartoch Hendrick in Franicker vanden Vriesen hadde be-
leclit geweest anno XVc, soe hadden Jiy gesuoeren persoen-
lick nimmermeer bet in Vrieslant toe comen.
Waeromme hy Hartoch Georgen zyn broeder tlant van
Vrieslant heeft owergedraegen , ende Hartoch Georgen heeft
hem steeden ende dorpen, ende sloeten weder geuen in
Myssen. Dese Hartoch Georgen, was een wys, geleerdt
verstandelijk man ende Godfruchtich, schoene van lichaem
ende hoegh van bloede, ende had al an hem, dat enen eede-
len ende gueden prince toebehoerde, maer was niet soe li-
berael als Hartoch Albert zynen vaeder. Als dan dese Har-
toch Georgius acht dagen toe Harlingen opt huys hadde ge-
weest, soe is hy toe Franicker gereist op Zyardama huys,
ende heeft daer voerscreven tot hem toe coemen opden 20 dach in
Maio alle praelaeten, heerschappen, grietsluyden ende vol-
machtigen van dye gemene gemeente om saken, dye hy hadde
te insinueren. Als sy dan toe Franicker quaemen, soe worde
hoer daer wt enen brief geleesen, alle datgene dat dye Har-
toch van hem begeerde ende hebben wolde , van welcke syn
der sommige van dye articulen van dye landen guetwillich
angenoemen. In sommige is oeck groet swarichheit ge-
niaeckt. Onder welcke daer een artickell was geleesen, als
dat dye heerschappen haer onroerlicke gueden solden vanden
Hartoch ende synen eeruen in leen ontfangen. In welcke
artickel dye heerschappen in geenderlye wys wolden consen-
teren. Maer hebben mei malcander gesloeten, datse den
24 Mey solden eendrachtelicken coemen by een toe Leu-
warden, om daer met een ander toe accorderen , wat sy op
desen artickel den Hartoch solden responderen. Opten dach
voersz. syn alle heerschappen wt Oestergo, Westergo ende
Soouenwolden toe Leuwarden gecoemen, ende hebben , nae
veele communicatien gehat, met malcanderen vyf heerschap-
pen gecoeren ende deputeert, dye anden Hartoch solden rey-
-ocr page 69-
55
KRONIJK VAN FRIESLAND.
sen wtten naeme ende van wegen alle heerschappen \\olmach- \'
tich, om den voersz. punct ende artickel aff te crygen. Want
sulckcs in Nederduyslant niet geuoenllick was, dat euighe
eedel man syn eerfgoedcn vanden heer beleende, waeromme
sy hoer sulcks niet een verstonden, ende conden haer daer
niet mede behelpen. Endewaert dat hy haer dat niet verdrae-
gen wolde, dat hy haer dan dye gewoonte ende rechten van
dye leengueden int scrifte gaeue , opdat sy haer daerop wisten
toe regnleeren. Dit waeren dye volmachtige deputeerden
vanden heerschappen gecoeren, dyo met den Ilartoch colden
spreken ende accorderen : wt Oestergoe Rinck Camstra toe
Hielsuin, Edo Jongama toe Rauwert, wt Westergoe Hsro
Ockinga toe Burgert, Siuck Eininga toe Deinum ende Aesgo
Hoxwyer toe Mantgum. Dese deputeerden hebben daernae,
eer sy conden sluiten metten Hartoch , by consent der ge-
meenre heerschappen, noch vyf volmachtige wt dye heer-
schappen tot hem gecoeren, als wt Oestergo Doecke Martena
toe Goernium , Sybet Schelteina toe Dockum, Epo Douwe z.
toe Iirnsum, wt Westergoe Epo Aelwa toe Witmaersum, Hobbo
üoeke z. toe Winsum; dese voersz. deputeerde syn gei eyst den
vyften dach Juny toe Harlingen, opt huys tot den Hartoch, ende
hebben met hem veel ende lange reeden gehat, eernstelick bege-
rende , dat zyn vurstelicke genaede hem luyden den punct den
leengueden roerende wolde verdraegen, want het den gemene
heerschappen seer was contrari etc. Maer dye Hartoch wolde
niet wieken van zyn concept, ende bleef daer styf op, dat dye
heerschappen ende haer eeruen haer eerflicke gueden solden toe
leen van hem ende syne eeruen ontfangen, soe hebben sy
aenden Hartoch selfs niet veel bedienen. Alsdan dye gede-
puteerde heerschappen voersz. met dese saeck seer waeren
begangen, ende dorsten in des Hartoch tegenwoerdicheit al
niet spreecken , dat sy dochten ende tot haer defensie ende
excusatie wel solde dienen , soe is des Harloges Maerschalck
met haer allene in een caemer toe Harlingen gegangen opt
-ocr page 70-
                           WORP VAN THABOR ,
1504 huys, ende heeft haer met groete neersticheit daartoe adhor-
teert ende geraeden , datse den Hartoch hyer inne toe wille
souden weesen, ende niet alsoe seer contrari, hy solde hoer
groete preuilegien ende vryheden wedergeuen etc. met veel
meer ander reeden, hoer informerende. Doe heuet Edo
Jongama gesproeken totten Maerschalck, seggende dat hy
voer syn persoon daer nu noch nimmermeer in solde consen-
teren, dat hy don eygendom van syn goederen, dye syn ower-
olders ower hondert jaeren ende langer in vryheit haer kin-
deren hadden achtergelaeten, ende van syn olders an waeren
geerft, nu solde ouergeuen, ende als hy storue, dattet dan
syn kinderen weder solden coepen vanden heere. Hy ende
alle heerschappen waren willich den heere jaers een seeker
tax oft pensi toe geuen van haer gueden, als guede onder-
saeten schuldich waeren te doen. Maer den eygendom van
syn eerfgoeden, wolde hy an hem holden ende niet over-
geuen. Wt dese woerden ende meer andere daer gehruckt
heelt dye Maerschalck vernoemen, ende angemerckt dye on-
willicheit der heerschappen op dye artickel tleen roerende ,
ende heuet dat den Hartoch toe kennen gegeuen, ende dye
Hartoch heuet dat laeten staen op dye tyt. Dye Hartoch dor-
ste dye heerschappen noch niet al toe seer vertoernen, sor-
gende voer een opstall tegen hem, waert saeck, dat hy dye
heerschappen al toe seer belaste tegen haer wille, want had-
den dye heerschappen eendrachtelick tegen hem willen rebel-
leren , Vrieslant soude hem swaer weest hebben te holden.
Daeromme dat dye gemene huisluyden meer wt dwanck dan
wt liefde subiect waeren, ende dye huysluyden mochten een
oploop maeken, maer sy mochtent tot geen effect brengen
sonder hulp ende bystant der heerschappen. Hieromme lietet
dye Hartoch met dese artickel vanden leengueden, ende ey-
schede den twintichten penninck van al hoer renthen jaerlix.
Doe begeerden den deputeerden van den Hartoch, datse hem
nietten gemene heerschappen mochten beraeden. Daer nae
-ocr page 71-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      57
hebben se alle heerschappen weder toe Leuwarden voer-1504
screuen , ende hebben haer des Hartochs eische geproponeerf,
dat een yegelick daer solde seggcn , wat hy wolde doen ofte
laeten, op datse naemaels den deputeerden geen schuldt
mochten geuen. Doe hebben dye heerschappen etc. een-
drachtelick den deputeerden volcomen niaclit gegeuen, ruitten
Hartoch toe handelen ende taccorderen, soe nae al sy moch-
ten. Als sy weder toe Hai\'lingen opt huys quaemen by den
Hartoch, soe hebhen sy hein geboeden den 35 penninck.
Ende nae veel woerden ende communicatien heuet dye Har-
toch met dye gedeputeerde geaccordeert , ende gesloeten op
ten 22 dach Juny, als datse hem solden geuen jaers den 21
penninck van haer renthen ende hoer possessie, datse seluen
gebruckten vry ende onbelast. Ende daer mede vry ende
onbelast van alle schattinge dye dye Hartoch ende syn eruen
op dye heerschappen ofte haer landen mochten leggen. Ende
hyer op heeft dye Hartoch dye heerschappen in Oestergoe
ende in Westergoe ende dye Soeuenwolden een bryef gege-
uen, dat syn drie briuen te saemen, desgelick hebben dye
heerschappen den Hartoch Ie zaemen een brief gegeuen, als
ghy hyer nae sult vinden.
Hartoch Gicorgen heeft knechten gesent tegen»
(Gronningers ende is gereyst toe Sneeck
tot den hlschop van Wtrecht.
Den 21 dach in Mayo reysde die Hartoch van Franicker
toe Leuuarden ende heeft opten seluen dach al syn knechten
ende veel Vriesen gesent nae Gollum ende Aedwert, om den
paelen van Vrieslant toe besetten, dat Gronningers geen
schaedt int lant solden doen.
Want bestant tusschen den Gronningers ende Hartoch den
23 Mey wt was. Opten 23 dach in Mayo quam Graeff Ed-
-ocr page 72-
WORP VAN THABOR,
58
1500zaert van Eeniden te Leuwarden, ende toefde niet lange,
maer reysden nae Harlingon tot den Hartoch, ende heuet
corlelick met hem gesproecken, ende is haestelick wederom
nae syn lant gereyst.
Daer nae den 12 dach Juny ist bestandt weder verlangdt
tusschen den Hartoch ende Gronningers tot Sinte Marten in-
den winter. Opten 25 Juny is Hartoch Georgen gecomen
binnen Sneeck, ende daernae opten seluen dach quam daer
tot hem heer Frederick van Baden, Bisschop tot Wtrecht,
ende hebben daer een dach niet malcanderen gehouden. Eude
opten 27 dach Juny des morgens vroe, reisden dye Bischop
weder nae Follenhoef ende dye Hartoch nae Harlingen.
Die Hartoch heeft vanden geestelfckheit
schattinge geeyscht.
Opten 25 Juny , te vvyle dat dy Hartoch toe Sneeck was ,
syn voerscreuen alle geestelicke Prelaeten van Vrieslant toe
Franicker toe coemen , ende daer worden hoer voergeholden
ende afgeeyschet, dat sy schattinge ende trybuyt solden ge-
uen den Hartoch van Sassen van hoer landen, want sy soe
wel beschermt worden van den heere als dye ander Vriesen.
Dit hebben dye Praelaeten eendrachtelick tegengestaen, ende
wilden daer generley wyse in consenteren, want hoer sulcks
in geestelicke ende keyserlicke rechten waer vorboeden te
geuen , ende den heer toe eyschen. Oeck inden eersten con-
tracten, met Hartoch Albert loflicker gedachtenisse aen ge-
ghaen, den geestelickheyt versegelt ende geloeft is , bij haer
preuilegie to laeten, etc. met veel andere woerden van beyde
paerten daer gebruckt. Ende mochten op den dach niet ac-
corderen, ende syn met onminne van des Hartoges depu-
teerde gescheyden.
-ocr page 73-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
59
Daernae opten vu dach in Julio zijn dye Praelaten audermael 1504
voerscreven van den Hartoch opten seluen saeck ende daer
worde hoer den 20 penninck van hoer landen, maer hoer
corpus of dye landen, dye sye seluen au hoer cloester, solden
vry ende onbelast wesen van schattinge ende jaerlixe taxen ,
welcken dye praelaeten onwillich hehben geconsenleert ende
genoemen, want dat den heere soe beliefde.
Die Hartoch gehuldlcht iu Franlcker
vyf dcelen.
Opten 27 Juny dat was opten seluen dach, doe Hartoch
Georgen ende dye Bischop van Vtrecht sceiden van Sneeck ,
reysde dye Hartoch toe Doengum by Franicker, ende daer
syn by hem gecoemen dye vyf deelen als Franickerdeel,
Menaldemadeel, Barradeel, Hennaerderadeel ende Baerdo-
radeel, ende hebben den Hartoch ende syn eeruen , ende in
hoer gebreecke Hartoch Hendrick synen broeder, ende synen
eeruen gesworen onderdauich ende troue toe wesen sonder
enich tegenseggen , onderdanich ende gehoersaem toe wesen,
oeck generley saeke te beginnen , noch in raede toe wesen,
dye tegens hem ende syne eeruen in enige maniren mochte
weesen. Ende alsoe naeden hoechten vermogen, als getrouwe
onderdanen tegens hoeren heren geboert ende toebehoert,
trouwelick holden. Aldus als voersz. las een van des Har-
toges raede den Vriesen te foren wt een brief; als den brief
was geleesen, staecken den Vriesen den ij foortste fingeren
op ende swoeren; den Hartoch onthiete hoer weeder een
gueden heer toe weesen. Daernae den eersten dach July
hebben Wymbritzerdeel den Hartoch gehuldicht binnen Sneeck.
Ende dages te voeren was hy gehuldicht van "Wonzerdeel by
Bolwerl int volde. Den 3 July hebben Leuwardera, Ferwer-
-ocr page 74-
60                          WORP VAN THABOR ,
1504 dera , Ydaerderadeelen, Rauwerderahem mit andere cleinne
deelen daer omtrent, den heere gehuldicht toe Wiswert int
cloester. Den 4 July hebben de heer gehuldicht beyde Don-
gerdeelen ende Dantumadeel toe Dockum. Binnen den vyften
dach July hebben dye Soewenwolden, Stellingweerf ende al
dye landen daeromtrent aen Gercksbrugge toe, den heere ge-
huldicht toe Beergum int cloester. Ende dit waeren dye
laeste, dye den Hartoch hebben geswoeren , ende alle dese
delen ende landen voersz. hebben den Hartoch gehuldicht
ende geswoeren in alle manieren als dye vyf deelen toe Doen-
gum hadden gedaen.
Die heerschappen hebben den Hartoch gesworen.
Doen Hartoch Georgen ower al Vrieslant was gehuldicht van
den huysluyden, soe heeft hy alle heerschappen wt Oestergo,
"Westergo ende Soeuenwolden ende Stellingwerf! voerscreuen
tot hem toe coemen toe Leuwarden den 8 dach July , om
hem daer plicht ende eedt toe doen, ende biïeuen van hem
te ontfaen, ende hem brieuen weeder toe geuen. Soe heb •
ben dye heerschappen hem daer geswoeren, Hartoch Georgen
ende syn eeruen, ende oft sy niet waeren, Hartoch Hendrick
synen broeder ende syn eeruen, getrou ende ghehoersaem toe
wesen, hoer beste te weruen ende doen , haer schaede ende
hender toe keren, in allen saeken te handelen, dat syner
genaeden, zyn broeder ende broeder erwen an lyf ofte eere
schadelick mochte wesen , ende dat yemant dat van ander
hoerde ofte vernam, sulcks te melden, ende keren, ende
alles te holden nae hoeren vermogen , als trouwe onderdanen
tegen haer heer gehort. Op dese handeling ende eedt heeft
den Hartoch den heerschappen drie brieuen gedaen, als
Oestergop een , Westergoe een , Soeuenwolden ende Stelhng-
-ocr page 75-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     61
werf tsamen een. Oestergoe brief worde gedaen Frans Min-1504
neraa toe Leuwarden , Westergoe brief Hessel Martena toe
Franicker, Socuenwolden brief Epo Douma toe Eernsum te
bewaeren.
Die Copia van Hartooh Georgius brief den
heerschappen gegeuen.
Zie dit stuk in het Charterboek van Friesland II, 31, (235);
bij Winsemius fol. 387, en bij Schotanus fol. 495.
Die heerschappen hebben den Hartoch op syn
brief tsaemen een reuersael gegeuen.
Doen Hartoch Georgen den heerschappen in Westergoe
en den heerschappen in Oestergoe tsaemen, ende dye heer-
schappen wt dye Soeuenwolden ende Stellingwerf tsaemen,
een wel besegelt brief gegeuen hadde, in forma als voersz.
Soe hebben dye heerschappen wt Oestergo, Westergo ende
Soeuenwolden ende Stellingwerf den Hartoch tsaemen een
Reuersaelbrief gegeuen, in forma als dyo naegescreuen co-
pie vermeit:
Copia van dat brief dat die heerschappen iiartoge
georgen van sassen op zijn brief weder
gegeuen hebben.
Zie dit stuk in het Charterboek van Friesland II. 33,
(235) by Winsemius fol. 390, en by Schotanus fol. 490 , niet
de onderteekeningen.
-ocr page 76-
m                         WORP VAN THABOIl,
Van nluwe statuiten ende ordlnantien die Hartoch
Gcorgen op die selwe tyde In Vrie«-
lant macckte.
1504 Hartoch Gcorgen gaef den Vriesen kuer oft zij dat recht
van Zassen oft des Keysers rechten in Vrieslant wolden ge-
brucken. Ende als sy bet waeren gcneiget tot des Keysers
rechten, want dye in Vrieslant altyt waren gebruckt, soe
heeft hy geleerde experte mannen ordineert int lant, dye wt
dye keysers rechten solden trecken ende maken statuten oft
lantrecht, daer dat ouerste recht toe hoeve ende Grictsluy-
den, yegelick in syn grietenien, haer nae solden reguleren,
ende alle menschen , dye dat toe doene hadden, guede ju-
stitie ende recht administreren , welcke ordinantie ende sta-
tuiten hy seluen (als een geleerdt man) heeft geexamineert
ende approbeert, ende by een guede ordinantie ende forme
laeten scriuen ende met syn eygen signet onderteikent, den 3
dach in Julio. Ende daernae publiceert, ende geboeden by
zyne ongenaede ende eernstelicke straffinge, een yegelick dye
ordinantie ende statuten tot syn wederroepen, dye hy an syn
furstelicke macht hilde. Ende want dese ordinantie ende sta-
tuten geprent zyn ende in Vrieslant mennichfoldicht, daer-
oinme scryf ick daer niet meer van in dese cronicke.
Een niiiwe ordinantie onder den heren toe
hoc we.
Hartoch Gcorgen heeft een niuwe ordinantie onder syn heeren
te hoeue gemaeckt, want sus lange, van der tyt dat Hartoch Hen-
drick synen broeder wt desen landen reysden, heeft hy dat lant
regiert met statholders. Want Hugo, graeue van Lisninck, heer
-ocr page 77-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                       63
van Penninck, was dye eerste Statholder ende regierde Vrieslant 1504
van dye tyt dat Hartoch Hendrick wt den lande reysde , anno
XVc totdat Hartoch Georgen self int lantquam, anno quarto.
Maar nu heeft dye Hartoch geordineert ses regenten, dye dat
lant als Oestergoe, Westergoe, Soeuenwolden ende Stelling-
werff souden regieren , van welke regenten twe waren Duit-
schen, twe "Vriesche heerschappen, ende twc geleerde. Dye
twe Duytschen waeren heer Willem Trux ende heer Siuerdl
Lutsing , beyde ridders ende geleerde mannen, dye twe Vrie-
sen Hessel Martena ende Frans Minnema, dye twe geleerde
dye cancelaer , dat altyd een Doctor was , ende Meester Buck o
Pastoer toe Wirdum Licentiaet inden rechten ; van dese voersz.
regenten waer heer Willem Trux dye ouerste ende prince-
paelste. Oeck heeft dye Hartoch ordineert, dat daer soeuen
persoenen int ouerste recht solden sitteu, als een wt dye
regenten, dye ouerste hofmeester was, ende twee geleerde ,
ende vyer wt dye Vriesche heerschappen waren bysitters;
dese mosten vyernmels jaers inden cancelarie te Leuwarden ,
dat, is alle quatertempers, recht holden. Ende op yeglick
quatertemper xmj dagen, ende onder wylen langer of corter,
daer nae dat daer dan veel ende sware saken quaemen
wt te rechten, daer worden dan wtrecht alle saeken , dye
beroepen worden vanden Grietman an dat hoege recht. Oock
saken dye den Grietman doer swaricheit der excessen niet
mochten wtrechten , als crimenale saken of dye dat lyff an
gaen.
Dat In» II\' ende dat owerste recht Is toe Leuwarden
ordineert oeck een maet over all Vrieslant.
Doen Hartoch Albert ende Hartoch Hendrick zyn zoen
Vrieslant eerst in naenien , is dat heeren hoff ende hoege
-ocr page 78-
64                          WORP VAN THABOR,
1504 recht toe Fraiiicker geholden op Zyaerdema huys, want Har-
toch Albert eerst met zyn zoen in Vrieslant quam, belende
dat van Eduaert Zyaerda zalige Douwo Zyaerda huysfrou.
Ende hy ga ff Eduaert voersz. brief ende zegel dat buys weder
ouer te geuen , wanneer sy ofte hoer eeruen dat begeerden,
ende dyo Hartoch meer vasticheit int landt hadde. Maer dye
heeren hebben dat niet geholden. Daernae dat Hartoch Hen-
drick wt dye lande reysde, ende Graeff Hugo worde Stat-
houder, heeft hy \'t huys toe Harlingen gebout, ende daerop
met syn wyff gewoent, ende oeck dat hoff ende owerste recht
geholden. Maer nu heeft Hartoch Georgen dat hoff ende
ouerste recht toe Leuwarden ordineert te holden, ende heeft
daer voert slot een huys begonnen in Junio te timmeren,
dat dye Gancelary wort genoeinpt, voor alle dye gene dye
aent ouerste recht hadden te doene. Voer dese tyde hadde
een ytlick stadt ende deel in Vrieslant voerscheiden ellen,
ende voerscheiden geuichte, ende voerscheiden kannen, ende
sonderliuge mate van zaede. Nu heeft Hartoch Georgen ordineert
ende geboeden, datmcn ower heel Vrieslant een maet van
koorn ende ander saet , een inaet van wyn ende byer, een
ellen souden gebrucken , dye maete van des loepens, dye
maete van wyn ende byer, als van den omkannen, half
kannen, mengelen ende penten, opten maete van Leuwarden,
dye ellen soude wesen nae lanckte der ellen van Woerkum.
Men moste nae den tyden geen gewichte, dan Goelsche
geuichte brucken in Vrieslant. Oeck heeft Hartoch Georgen
in desen tyd het Bill laeten meten ende is gemeeten op....
Ende daer sint vyer gecoemen wt Hollant, welck ricke
mannen waeren , dye dat Bill van den Hartoch hebben ge-
huert thyen jaeren lanck , alle jaeren voer thyen dusent golt
gulden, daer voer solden desen vyer voersz. tByl bedicken
ende der zylen ende sluyscn in leggen op hoer eygen cost
ende loen.
-ocr page 79-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     63
Hartoch ftcorgcn raysdc wt Vrieslant in Sassen
ende MysscH cntlc vanden scliattingc ende
den excysen aldaer etc.
Doen Hartoch Georgen alle dinck als voersz. is, ende noch 1504
veel meer hyer niet gescreuen , in Vrieslant liadde geordinoert
ende dye Blockhuysen toe Harlingen ende Zyaerdema huys
wel beset ende prouideert met volck, sehutt ende vitalie voer
rebellieheit ofte enige opstall der Vriesen, soe is hy gereyst
omtrent Sinte Margareta van Leuwarden wt Vrieslant opt
blockbuys toe Wynsum in Gronningerlant, ende heeft daer
oeck in alle noettrufticheit prouideert, als dy andere lmysen
voersz., ende is voorts gereist ouer dye Eemse in Oest Vries-
lant tol Graef Edzart , eude daer voert van daen nae Sassen
ende Myssen in zyn lant. Ende heuet dye Vriesen,. beyde
geestelick ende waerlick , belast met sware schaltinge ende
excysen. Want dye heerschappen mosten geuen den 21 pen-
ninck van all hoeren lantrcnthen. Ende voert alle anderen
geestelickcn enJo waerlicken, kereke ende gasthuyse renthen
den 21 penninek. Ende van een ytlick huys ofte herdstede
een haluen golden gulden , dit is tsamen eens voer all taxeert
ende geset, als dat c ye Vriesen beyde geestelick en waer-
lick, kereken ende andere godts huysen, solden geuen den
Hartoch van Sassen, soe lange als hy gubernatoer waer van
Vrieslant, van een jtlicke golden gulden renthen des jaers
drie sts. toe schattinge , die 28 een goldt gl. maken, eude
daerinede dye schaltinge van dye lmysen betaelt. Van dese
drie sts. betaelden den lantheren dye helfte ende dye meyers
dander helfte , het waer saeck daltet in dye huringe der landen
soe worde bedongen , dattet dye meyer heel nioslc belaelen.
Oeck moesten dye Vriesen geuen van een ytlicke tonne byer,
dye van buytten in quam , ende int lant worde gedroncken ,
acht stuuers toe excys , van byer , dat binnes lants van Slaueren
5
-ocr page 80-
66
WORP VAN THABOR,
1504 tot Gerkesbrugge worde gebrouuen ende vercoft, 4 sluuers.
Maer wat dye cloesters, herschappen ende huysluiden binnen
hoer eygen huys brouden ende droncken, dat was vry excys.
Van Romeni, Rastert ende allen hieten wynen xxiiij sts. Van een
aeme Petows, Polyet, ende andere lichte wynen, 14 sts.
tol excijs. Van alle laeken, dye snoeder waercn dan Leyts,
soeuen sts. Van een Leyts laken, ende al dye costelicker
waeren , 14 sts. tot excys. Doch hadden sommighe beer-
schappen vry excys binneu baer huysen van Haerlemer
coite tot een seker getal van tonnen byers ; desgelick had-
den oeck dye cloesters sommige een aem, sommige twe,
drie , ofte vyer , dat wast hoechste , vry excys , tot miswyn ,
dat een cloesler meer, dat ander myn, daernae datse veel
bel loefden ofte veel priesters hadden. Om desen excysen toe
onlfangon , heeft dye Hartoch (*) op dye paelen van dye
landen: als by dye Guner inden Lemmer, toe Staeueren, toe
Mackem , toe Ilarlingen , opter Leye, toe Dockum, toe Col-
lum etc. ende ander plaetsen oft haeuenen, daer schepen
mochten ancoemen. Ende hoewel dye Vriesen als voersz.
beswaert waren met schattinghc ende excysen , hadden noch-
tans dye Hartoch ende syne regenten hyer mede te vrede
west, ende dye Vriesen met nie lasten ende exlraordinarys
schattingo niet molestert ende belast, dye Vriesen sonden
hem sonder enige murmuratie int ewich guet willich hebben
gedient, want dye Sassens heeren administrerdcn ende deden
een yegelick guede justitie, onperlylick , den armen soe wel
als den rieken , sonder enige persoenen wt toe nemen , ende
bilden guede ruste ende vrede binnens landes ouder rnelcan-
deren. Oeck hebben dye Sassens heeren tlants nut ende
profyt met grote neersticheit aengesyen ende geuordert, in
(*) Excysmeesters gestclt.
-ocr page 81-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     6T
dicken, zylen ende sluysen te maken ende olde \\vaeterenl504
ende feeren op te graeuen ende repareren.
OM
Van een trondcrllck ding toe Coldum
in * rlcslanf gesciet.
Int jaer voorsz. op Sinte Maria Magdalene auont, is een
wonderlick ding toe Coldum geschiet. By Hertman Galis
huys was een jonck man, dye een emmer liet vallen in een
putte, ende want dye puit diep was , soe heeft hy een led-
der in dye put set , ende daer by needer geclomnien, ende
als hy in den put quam, soe vyel hy vanden ledder ende
was terstont doet. Dit vernaemen dy ander mannen, dye
daer niet veer a(F waeren ; want het hy daege geschiede,
ende syn gecoemen ende wolden hem helpen. Ende een van
dye is needergeclommen inden put om den ander te helpen,
maer als hy een vaedem ofte anderhalf inden putt was ge-
coemcn, is hy oeck van den ledder geuallen ende haestelick
doet gehleucn. Daernae dye darde man, ende dye vyerde
syn oeck dosgelick inden putt gcclommen endo doot gehleuen;
om dit wonder toe besyen, syn by den puit gecoemen man-
nen ende wiuen, al dye int dorp woenden, maer niemant
dorste inden putt dimmen, doch waeren daer twe mannen
om dit wonder bet toe ondersoeken, dye. yegelick een lang
tow om haer lyf worde gebonden, maer als sy acht of ne-
gen foelen dyep inden putt waren gecoemen, villen sy
oeck beyde vanden ledder voer doet, maer sy worden soe
haestelick weder wt den putt met touwen getoegen , datse we-
or tot haer seluen quaemen ende beluiden dat lyf. Om dit won-
der noch bet toe ondersoeken , hebben sy een hont needer
inden putt gelaeten aen een tow gebonden, ende terstont
5\'
-ocr page 82-
08                           WORP VAN THABOR ,
4504 was hy doet, sy lieten oeck met een tow needer inden putt
een lanterne met een namende keerse, ende terstont ginck
dye keerse wt; daernae hebben sy dye vyer mannen dye doet
waren , met liaeken wt den puit gehaelt, ende op Magdalenen
dach begraeuen, ende dye putt worde gedampt. Desgelicks
is oeck geschiet in Haskerdicken anno xinjc ende lxxxviij ,
daer ick voer van hebbe gescreuen.
««Se.
t Uestant tnssclicn llartoch Cicorgcn ende Gron-
nlngcrs Is wtgegncn ende Cronningcn
is beleent.
Anno XVc ende vyff nae Paesck achten is dat bestant tus-
schen den Harloch van Sassen ende Gronningers wtgegaen.
Dye regenten van Yrieslant hebben een dach met Gronningers
geholden toe Gerkeskloesler; maer want sy niet consten ac-
corderen , soe ist open oerloch geuorden. Terstont hebben
dye regenten knechten gesent in Aeduert ende hebben dat
beset. Oeck liebben sy Hermen Leuckama huys beset ende
dat sterek beboluerekt tegen Gronningers. Ende want Har-
tocli Georgen van Zassen in alle dit oerloch seluen in persoen
voer Gronningen ende in Vrieslanl niet een was, soe heeft
Graeue Edzart van Eemden, als ouerste hofman ende rit-
meester van wegen des Fursles van Sassen, al dit oilog
regiert, het volck van oerloch ende den beleg op des Fursten
costen geordineert, ende heeft alle maenten vanden llartoch
van Sassen veer syn selues liue gehat vijc gouden gl., ende
daer toe alle synen dienaeren ende knechten rickelicken ver-
soltet ende gelocnt. Ende dye graeue hadde den Hartoch
enen eedt gedaen, ende sulcke contracten met malcanderen
gemaeckt, dat wanneer dye Graeff niet langer beliefde Ie
dienen, soe solde liy den Hartoch syn dienste drie maenden
-ocr page 83-
60
KRONLTK VAN FRIESLAND.
Ie voeren opseggen, eer hy wt des Hartoch dienste ginge. d504
Alsdan Graef Edzart, van wegen des Furste van Sassen,
dye dat volck alle maenten versolte, met macht voer Gron-
nitigen lach, ende hadde hy hem veel burgers ende huis-
luyden wt Emder lantt, ende oeck veele heerschappen wt
Gronningerlant, dye oeck vyanden der stat van Groningen
waeren (als vocrsz. int jaer van xnuc ende xv) gelegen inden
Dam ende in Aedwert. Oeck heeft hy Iloegkercke om be-
graeuen ende bebolwerckt, ende daer volck opgeset. Tliuys
op Aedwerderzyl toe Winsum ende Wiedewolt voersz. waren
oeck wel bcset tegen Gronningers, alsoe datse op geenre
plaetsen ofte poerten mochten in crigen, dan allenc wt dye
heer poorte nae Drente wt, ende daervau deen hebben sy
in cregen turft\' ende rogge.
Graef Ecdzart heeft Wcerdcnbras gemaeckt
op die stichse gronde.
Om dan te behinderen, dat Gronningers wtt Drenthe niet
solden in haelen, soe heeft dye graef toe Leuuarden ge-
screuen an dye regenten van Vrieslantt, datse tot hem in
Aedwert wolden sènden vyf hondert Vriesen, want hy met
dye knechten een blockhuis docht te maeken aenden Drcnt-
sche syde tegens Gronningers. Doe lieten dye regenten
brieuen wt gaen in allen steeden , doelen ende dorpen in
Oestcrgoe Wcstergoe, dat yegclicke stat ende dorp, nae
aduenant vdn groeticheit, solden wt maken geraede vroeme
mannen welgerist van wapenen, tot dye somma van vyf hon-
dert mannen; dese Vriesen solden een itlick alle inaenden
hebben vyer golden gulden voer hoer costen ende solt, ende
dye gemeente, dye niet mede wt waoren, solden dit betaelen.
Doen hebben dye regenten twe heerschappen gecoeren ende
-ocr page 84-
70                         WORP VAN THABOR,
1504 geordineert, als \\vt Oestergo Schelto Tyarda opper Geest,
wt Westergo Aesgo toe Mantgum , dye ouerste hofluiden
van dese knechten solden wesen, ende dat oerloch regiren
in Aedwert tegens Gronningers, ende oeck in affweesen des
Graefs dat owerste recht vueren onder dye Vriesen voerz.
ende oeck ower dye landen, tusschen Gronningen ende Gereks-
brugge. Als dese heerschappen met dese knechten ofte Vrie-
sen voersz. in Aedwert quamen tot den Gracff, is hy opge-
broecken wt Aedwert met alle dye knechten, dyer daer wae-
ren, ende reisde voerby Haeren in Drente, ende cofte daer
een eeruc van een man op dye stichse gront by Glinne toe
Nyorbrugge, ende heeft daer allo dye omlanden met leppen
ende schoppen wtgeboeden ; oeck hebben dye regenten van
Vrieslant alle cloesters in Oestergoe ende Westcrgoe paerden
met corten ontboeden ende den Graef aldaer gesent. Daer
heeft dye Graef met dye knechten int tvelde gelegen , ende
heeft daer een sterek huys met wyde graeuen ende dicke
wallen gemaeckt met weldiger hant.
Wie stceilcn wt stichtc van Wtrccht arbeiden om
Gronningen toe ontsetten ende te beletten
dat dat liuys niet solde gcinaeckt
worden.
Die stichlse steeden als Wtrecht, Acmswort, Deuenter,
Campen ende Zuoll, hebben dat qualick genoemen, dat dye
Grane buitten haer consent ende wille een sterek blockhuys
maeckte , om Gronningen dacrmedo te winnen, wantGronnin-
gen met ant stichte hoerde, ende dcde alle bischopen plicht
ende eedt, gelick dye drye steden Oweryssell, hoe weel dat Gron-
ningen rontom in Vrieslant lecht, ende solde daerom geen heer
hebben, dan den Keyser, gelick den anderen Vriesen, nochtans
-ocr page 85-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    71
hoert Gronningen mede an Sinte Marten toe Wlrcclit, als 1504
\\vy vinden in cronicken ende oude brieuen. Soe heeft Henri-
cus dye darde Keyser van desen naeme Barnulpho, den
20 Bischop van Wtrecht, ende syn successoren Gronningen
tot euige daegen (*) int jaer ons Ilceren dusent ende veer-
tich. Gronningen was noch doe ter tyt geen stadt ende was
genoempt Groenegae. Nae mitter tyt hebben dyo van Gronni«-
gen poerten ende muren gemacckt, daer veel oerlocli, partye
ende rebellieheit inden stadt Gronningen is wtgecoemen , al-
soe dat dye burgers van Gronningen mostent Herberto,
den 26 Bischop van Wtrecht, anno 1140, loeuen endesweren,
dat se voertan om haeren stadt geen muren solden maken,
daer ick int darde boeck dezer Cronicken int 9 capittel van
hcbbc gescreuen. Ende metter tyt is deze stadt soe maclilich
ende weldich geworden, datse al Vrieslant tusschen dye Eemse
ende Lauwcrts ofte Gercksbrugge liggende, hebben onder
haer verbont ende geualt gecregen, niet sonder veel oerlocbs
ende bloetstortinglie tegen dye heet schappen vant lant, dye
onder Gronniger verbont niet wolden wesen. Hoewel dat
Gronningers dyo Bischoppcn alle tyt hebben gchuldicht ende
gesuoeren, nochtans woldonse altyt meer preuilegien ende
singulariteiten, dan dye ander drye steeden Oueryssel. Oeck
warense dye Bischoppen onderdanich, soe veel hoer selfs be-
liefde cade niet meer. Om dese ende ander saeken heeft
nie twist ende questio tusschen dye stichse steden geneest,
want Wtrecht ende Campen wolden Gronningen ontsetten ende
den Graef wt den velde slacn, daer hy lach ende macckle een
huys op hoer bocdum ende gront, welcke hoer niet stonde
toe lyden. Deucnter ende Swoll wolden geen cryg ende oer-
loch om Gronningcr wille aermemen, seggende dat Gronnin-
gers niet hy haer racdt woldon doen, hebben hoer seluen wt
hoer eygen vermectelheit vele orlochs opten hals gehaelt, mits
{*) gegcuen.
-ocr page 86-
72                        WORP VAN THABOR ,
150-1 datse ander landen met gewelt onder hoer subiectie wolden
brengen, ende hebben dye eerste ouerspronk ende oersaeck
geweest, dat dye Vriesen den Hartoch van Sassen int lant
hebben gehaelt. Dit heeft altemael Fredericus van Baeden
Bischop heimelick agiteerdt, ende belet dat men Gronningcn
niet solden ontsetten; want Hartoch Goorgen syn neuo was,
ende daerom voer goot aensach, dat dye Hartoch Gronningcn
kreeg om Vrieslant beth toe onderhouden ende bc-
duingen.
Hyerom hebben dye stichsc steeden met dye ridderschap veel
daegen geholden met malcanderen, ende alst bynae al ge-
sloeten waer , datse Gronningcn wolden ontsetten, ende brieuen
in Gronningcn hadden gesent, datse hoer op ontset mochten
verladen, soe heeft dye Bischop met sommige wt dye ridder-
schap ende sommige burgers wt Dcuenler ende Swoü dat al-
toos weder opgesloelen ende bcleth, soe lange dat dat Block-
huys volmaeckt was.
Ende soe dat Gronningcrs hoer aldus opten stiehtse ont-
set verlieten , soa synse daormede bedroegen , anders hadden
sy met haer eygen burgers ende knechten, dye sye binnen
dye stat hadden, scluen wel machtig geneest den Graeff
dye dacr met weynich volck toe felde lach, toe verslaen.
Als dit huys voerz. sterek met dicke wallen ende wyde graf-
ten volmaeckt was , soe hebbent dye Zassens , dye voer Gron-
ningen laegen, genoempt "Weerdenbras. Dye reeden van desen
nacine was dit: Soe wanneer een hoop knechten oft G1011-
ningens burgers wt Gronningcn quaemen, om schufgeweer met
dye Sassens toe holden, oft wat in toe haelen, soe riepen
dye Sassens toe dye bras compt wt, dacrom noemden sy dat
huys Werdenbras. Want dat huys solden den bras, dye wt
Gronningen quam, weeren of tegen staen. Als dit huys on-
tient Assumptionis Marie volmaekt was, ende met schut ende
prouande wel was beset ende prouideei t, doe reisde dye
Graeff met syn knechten nae Acdwert, ende heeft dye hecr-
-ocr page 87-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                       73
schappon met dye Viïesen weder nae huys Iaeten reysen in 150i
de maent Augusto.
Die Racdt van Gronningcn ende stichsc steden
hebben een daeh gcholden In Gelderlant
voerden Roemschcn Conlnck.
In desen soemer was Hartoch Philips van Burgoendien met
Maximiliaen Roemschen Coninck synen vaeder, met veel Har-
togen, Graeuen ende heeren in Gelderlant, ende vochten tegen
Kaerl, Hartoch van Geldre, want Hartoch Philips van Burgondicn
hilde Gelderlant voer syn , daerom dat Kaerl van Burgoen-
dien, Hartoch Philips aldeuaeder, hadde Gelderlant gecolt van
Hartoch Aernt, ende omdat Hartoch AlefT synen vaeder Har-
toch Aernt hadde geuangen ende qualick tracteert, soe heeft
Hartoch Aernt synen soen onleerft, doen hy wt dye geuanc-
kenisse quam, ende heeft Hartoch Kaerl van Burgondicn tlant
voercoft, ende sekten als men seyde gehuldicht als oen heore
van Geldre, wacrom is Hartoch Kaerl van Burgondicn anno
1475 met groclc macht van volck in Gelderlant gereyst, ende
heeft steeden, sloeten ende tgehele lant met veel oerloch ende
grocte hloetstortinge ingenoemen, ende Hartoch Aleff gewan-
gen, ende dese Kaerl van Geldre was doe een clein jonge van
acht ofte negen jaeren, ende worde gefoert in Brabant, daer
vrou Marie, Hartoch Kaerl van Burgondicn dochter, hem eer-
lick ende met grocte ncerstichcit heeft opgeuoet, ende here
Hartoch Philips hoer soene vanden fonte in syn docpsel. Nae
vrou Marie doet is dese Kaerl gecocmen in handen vanden
Coeninck van Vranckrick, daer hy mennich jaer als een Ba-
roen hy was; want syn moeder een dochter was vanBorbon.
Daernae, anno 1491, is dese Kaerl met liulpe ende bystandt
Goenincks van Vranckrick weder in Gelderlant gecoemen,
-ocr page 88-
74                           WORP VAN TEIABOR ,
1504 ende heeft met veel ocrlochs ende bloedstortinge Gelderlant
weeder in gecregen, ende heeft veele oerlochs lange tyt gc-
hat tegens dye Brabanders ende Hollanders ende andere lan-
den, an Gelderlant leggende, ende heeft veel bloet gestort
ende mennich elendich arm mensch gemaeckt. Oeck wolde
desc Hartoch Kaerl van Geldre zyn lant vanden Keyser Maxi-
miliaen niet belienen, maer hildehem anden croon van Vranckrik.
Om dese ende andere reeden ende oersaeken hebben Maximili-
aen Ro. Koninck ende Philips syncn zoon Gellcrlant stereklik
angeuoehten. Ende veel van syn steden hem afl\'gegaen, ende
hebben hoer onder den Hartoch van Burgondien begeuen,
als Aernem, Doesburch, Ilarderwick , Hattum mit dat slott
etc. Rem dye heere van Batenhurch van der Maas, met
veel andere Jonckercn ende Ridderschap, hebben oeck den
Hartoch van Geldre verlaeten en syn an Hartoch Philips ge-
gaen. "Waerom Hartoch Kaerl van Geldre \\vt raedt zyn
heeren ende steden, dye hem noch trow waeren, is wt Nyn-
waegen voersz. Hartoch Pliilips synen neue te voet genallen,
ende daermede ist orloch gesoent ende soe opgenoemen, dal
Hartoch Philips soude houden , dat hy in hadde gecreegen
in Gellcrlant, ende dye Hartoch van Geldre solde holden ,
dat hy noch in hadde. Onderdissem dat dye Roemsche Co.
aldus in Gelderlant was , soe hebben dye raedt van Gron-
ningen ende dye stichse steeden enen dacli geholden tegen
den Graef van Eemden ende regenten van Yrieslant voer den
Roemschen Goninck ende Philips synen soen te Hattum in
Gelderlant omtrent cxaltationis sanlc crucis. Daer hehben dye
stichse steeden voer den Coeninck Gronningen rechtelick an-
gesproecken tegen den Furste van Sassen, allegerende dat dye
stat Gronningen hoert onder dye Bisschopp van Wtrecht ende
an Sinte Martens mantel etc. Maer want Hartoch Georgen
des Conincks ende des Bisschops neue was , soe een hebhen
sy niet bedreuen; want dye Bisschopp sterekte heimelich den
Furste van Sassen tegen dye stadt Gronningen, waer hy
-ocr page 89-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      75
mochte, ende hyer ommo heeft dat capittel van Wtrecht met 1504
dye stichtse steeden tegen den Hartoch van Sassen of synen
volmachtigcn niet bcdrcuen. Want dye Ro. Co. Maximiliaen
met alle lantsheercn waren den Ilartoch van Sassen gunstich,
wtgenoempt Ilartoch Kaerl van Geldro , 0111 Gronningen in
toe crigcn ende Vrieslant daermede toe onderholden.
Gracf Ectlzart van Ëmden cmle «les Furstcs on-
dcrliccren zyn voer Gi-onningcn
tuist geuorden.
Doen des Hartoges van Sassens volmachten als Graef Eed-
zart van Eemden met dye regenten \\vt Vrieslant voerden
Roemsehcn Coninck toe Ilattum tegen die stichse steeden te
daege haddc geweest, als voersz. is, ende dye Graeuo we-
der voer Gronningen was gcreist, ende lach noch in des
Hartoges van Sassens solt soe ist geschiet int begin vant jaer ons
Heeren 1500, dat dye Graef van Ouerems heeft dissentie off
schortinge gecregen met sommige van des Hartoges van Sassens
ondcihcercn, dye mede voer Gronningen laegen, alsoe dat dye
Graeff auersie ofte affkeringe hadde op den ouerlanders ende is
met toernigen moede van hoer gescheiden, ende is met syn volck
gaen leggen inden Dam, daer dye Gracf doe heer owcr was , ende
hy heeft nochtans syn toernicheit alsoe dissimuleert oft tempe-
reert, dat dye Sassens heeren, dye voer Gronningen lagen in Aed-
wert ende ander placlsen, niet hebben gemerekt, oft niet
wolden mereken, of. niet hebben geachtct; want sy merck-
ten ende saegen wel, dat dye stadt Gronningen hoer niet
lange conde ontholden worden sonder ontset, ende daer was
gene suspitic van enige ontset, doen dat stichte van Wtrecht
dat niet anstastc. Ende hyer.wacren dye Sassens heren soe
mocdich ende stout op, dat sy den Gracf of niinant bobben
geachtct.
-ocr page 90-
76                         WORP,.VAN THABOR ,
Gronnlgers waren gesloeten ende accordeert den
furst van Sassen voer^een ccuwlch lieer
toe huldigen ende wacrdoer tselue
ts vcrloepen.
1504 Als Gronningers een heel jaer hadde weest belecht, soe
waeren dye burgers binnen dye stat seer benaudt, om ge-
breck van vitalie, want dye stat was vol volck van burgers
ende genomen lantsknechten. Ende daermen allyt afnempt
ende nimmer meer doet toe, dat will sonder twywel ten
laesten een endt nemen, soe ist geschiet nae paeschen , dat
dye raet der stat Gronningen is vergaedert opt raethuys, om
te raeden ende te spreken met den gilden ende gemeente
voert raethuys voersz., wat sy doen solden , want dye Bis-
schop met dye stichse steden hadden hoer gelaeten, alsoe
datter geen hoop was van ontset. Ende dye victualie was
op, dat sy dye stadt niet langer mochten holden. In dye
tyden was toe Aechvert een Ridder wt Myssen genoempt heer
Vytt, ende was dye ouerste van Aeduert, dyet oerloch
voerde van wegen des Hartoges van Sassen voer Gronningen
naest den Graeue van Eemden, welcke Graeue op dat pas
lach in den Dam, ende was met onminne van heer Vytt ge-
scheiden. Dese heer Vytt was een wreed houeerdich, slarck
man, ende dede veel wreetheit den burgers van Gronningen,
dye liy geuangen creeg.
Alsdan dye raedt van Gronningen met dye gilden ende me
dye gemene burgers aldus waeren vergadert opt raethuys ende
merekt als voerz. is, soe hebben sy eendrachtelick gesloeten,
datsy heer Vytt solden inhaclen, ende dragen hem den stat
ower van wogen des Hartoges van Sassen, ende den Hartoch
van Sassen huldigen voer een eewich heer. Ende daer syn
sekere persoenen toe gecoeren ende gedeputeert, dye nae
Aedwert solden reysen, om heer Vytt van stonden an in te
haelen. Soe ist geschiet als deso deputeerden gingen vant
-ocr page 91-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     77
raethuy3, ende dat schip al toe gemaekt, ende dye cussens 1504
lagen int schip, daer dese gedeputeerde solden op sitten,
soe syn daer tvve burgers ,wt Gronningen, als een man ende
een wyf gecoemen opten merckt voert raethuys (daer al dye
stadt van Gronningen noch was byeen) dye van Aedwert
quamen, ende hadden daer geuangen geueest. Ende want
sy aerm waeren, soe lyet haer Vyt haer noes ende oeren
affsnyden , ende hadse soe weder in Gronningen gesent. Als-
dan dese twe voersz. menschen opt raethuis voer recht ende
raet ende opten mercht voer hoer mede burgers hem lyeten
syen, ende claegden den groeten ellende ende schoffieringe,
dye hem luyden was angedaen van des Hartochs van Sassens
onderheeren, soe isser een gescrei ende murmeratie onder
den burgers gecomen, ende hebben toe gelicke geroepen,
dat sy lieuer den stadt van Gronningen wolden anden brant
steken, dan sy alsulke boose wrede tirannen wolden inhaelen
voer baren beeren. Ende hyer om syn dye deputeerde, dye
heer Vytt solden inhaelen, wederom geroepen, ende hebben
haer noch sommige dagen in hoer aermoede geleden. Daer
was sulcke armoet in dye stadt, dat gemene burgers al haue-
ren broct aeten.
llic van «ronnlngcn hebben legacten gesonden
acn den Ciraef van Kinden omme hein
den stat owcr te leiicrcn.
Onder dissen ist gehoert inden stat Gronningen, dat dye
Graef van ower Ems hadde auersie ende scbelingo met heer
Vytt, ende ander ouerlantsche heeren of jonckeren, dye voer
Gronningen laegen, ende lach* alleen met syn volck inden
Dam. Soe hebben Gronningers heimelicke brieuen ende boe-
den gesent aenden Graef inden Dam, om syn gunst ende syn
-ocr page 92-
78                          WORP VAN THABOR,
1504to verstaen, ende of sy hein den stat van Gronningen ower
droegen voer hem seluen ende syn eeruen, ende ofhyseoeck
wilde ontfangon op alsulcke conditien, wat preuUegien ende
vryheeden hy den stadt wolde geuen. Als dye Graeue dit
hoerde, soe heeft hy hem scer liellick ende goellick tegens
dyc Gronningers gehat, ende heeft haer al gegeuen, dat sy
hegeerden. Doe dye Gronningers dit hoerden, soe syn sy
goslocten, om Gracff Edzart van over Ems in te haelen voer
een recht cerflick heer, ende hebben legaeten tot hem
gesent met volmacht, om hein dye stadt owertedragen,
ende met hem te sluytten op wat articulcn ende vri-
heeden. Ende hy heeft hoer daer gelooft, dat hy den stat
ende burgers hy alsulcke vryheden solde laten, als hyse
vant, wanneer sy hem inhaelden. Occk heeft hy gelooft,
dat hy dye Zassens onderheeren ende knechten, dye voer
Gronningen in Aedwort ende in ander plaetscn laegen, niet
solden inden stadt laeten comen, maer hy solde met syn
selues volck of huysluyden cocmen, soe machtich alst hem
geliefde. Oeck heeft hy onthieten, dat hy den stadt Gron-
ningen den Hartoch van Sassen niinmermeer soude o\\verle-
ueren etc. Des soe hebhen sy hem wederom consenteert,
dat hy een burch ofte veste in Gronningen soude maken,
soe groet ende sterek het hem beliefde. Als dye legaeten
weder in Gronningen quamen , ende hildcnt den burgers te
voeren, hoe sy metten Graelf hadden geslocten , soe hebben
sy al geroepen, dat sy den Graef wilden hebben voer hoeren
heer. Ende hebben van stonden an alle schattinge ende
excysen binnen hoer stat afgeset, opdat sy altyt in vryheden
sonder schattinghe ende excys onder den Graef voersz. moch-
ten bliuen. Want als gecreuen is, dye Graef had hoer geloeft,
dat hy hoer solde laeten, alsjiy hoer vonde.
«SS*>
-ocr page 93-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     79
Gracuc Edzart van Emden is in Gronningen
gchaclt ende liet een borch in
Gronningen maken.
Int jaer ons Ileeren 1506 op Moye dach is Graef Edzart 1504
van over Eems \\vt den Dam gereist nae Gronningen met ij
dusent man, ende dye Gronningers sint liem te gemoete ge-
coemen buitten den stat toe Hogcrbruggc, ende hebben met
groeter heerlickheit onfangen ende met cruce ende vaen gehaelt
tot dye Poelpoertc in dye stadt, ende syn met hem gegaen
in Sinte Martens kereke, ende hebben hem daer houdt ende
trou geswoeren, ende gehuldieht voer een eerfheere. Ende
dye Graef heeft dye huldinge ende stat ontfangen van wegen
des heyligen Roemschen ricks , ende heeft hoer weder gesuo-
ren een guet heer toe wesen, ende Jioer nimmermeer den
Hartoch van Sassen oucr te leueren, ende hoer allo preu ile-
gien ende vryheden te holden, gelick doen sy wacren, doe
hy dye stadt innam ete, Hyer mach men mereken , dye wan-
ckelheyt des fortuins ofte auontuer. Dye van Gronningen
hadden noyt voller ende wrecder viant dan den Graef van
Ower Ems, als hy oeck voer den Dam ende monnichmael
voer Gronningen heeft beweesen, hadden oeck Gronningers
den Graef wederom alle spyt, schemp ende quaet gedaen,
dat sy mochten. Ende den sy opten Paeschen dach soe
seer voruloeckten ende voermalediden, als ye mensche
onder sonne is vermaledyt, den hebben sy voert op
Meye dacli daernae met crucen ende vanen ingehaelt voer
haeren heer, ende daer was in dye tyt groete vrocgde
ende blytschap in Gronningen, want sy seer hadden be-
naudt geweest, ende hieten den Graef hare verlosser te
wesen , ende dye kinderen opter straaten songen, heer Vytt
is Gronningen quyt. Terstont doe dye Graef in Gronningen
gehuldieht was, doe liet hy een sterek burg anleggen opten
zuydt oester syd byden Ilccrpoerte binnen des stals botwerek ,
-ocr page 94-
80                          WORP VAN THABOR ,
4504 ende lyet dat omgraeuen ende met een dicke wall bebol-
wcrcken , ende met stercke poerten ende toernen omleggen.
Oeck is hier te mereken, hoe veel quaets dat dye wrede
onderheeren oft dinaren mennnigen gueden cedelen heere
doen. Want hadde dye Furst vas Sassen selfs persoenlyck
op dat pas voer Gronningen geweest, hy solde hem soe ge-
naedelick ende doegdelick tegens dye burgers van C\'rronningen
hebben geliad, dat sy hem met groeten triuinphe eendrach-
telick solden hebben ingeliaelt; want daer waeren inden slede
van Gronningen sommige burgemeesters ende vanden rickdom,
dye guet Sassens waeren, ende hebben oeck voer ende nae
desen tyt mennichwerf daernae gearbeit, dat sy don Ilartoch
van Sassen geern hadden gebat een heer ower Gronningen ,
ende hadden dye gilden van Gronningen nielt chrachteliek
met voersichticheit tegen gestaen, dye Fui\'st van Sassen
hadde lange voer dese tyt syn wille al gedaen in Gronningen ;
ende oeck nae desen tyt dat dye Graef in Gronningen al was,
waeren daer voele in Gronningen, dye den Hartoch van Sas-
sen lieuer hadden gebat voer een heer, dan dye Graef, ende
dat ouermits den olden haet , dye sy op den Graef hadden ,
ende oeck want dye Furst van Sassen eedelcr was van bloot
ende groeter van faein ende boeter van nacin. Maer tegens
dye wille Goedls mach geen raet, nocb geen cloeckheyt.
•aSSe
-ocr page 95-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                       81
Hartoch Oeorgen van Saxen heeft syn racde gcson-
den aen den Rracwc van Eemden om te
weten van wiens wegen hy Gron«
ningen liadde Ingenoemen.
Doen heer Vytt met die andere Sassens heeren endehoofd- 150 i
luyden, dye voer Gronningen laegen , ende dye regenten van
Vrieslant te Leuvvarden saegen, dat dye Graeff in Gron-
ningen worde gehaelt mit crucen ende faenen, ende daer ge-
huldieht voer een heere, soe worden sy seer toernich ende
verstoort; want hy dat buyten raedt ende hoeren weten dede,
ende hebben terstont boeden ende brieuen an den Hartoch van
Zassen in Myssen gesent hem alle gelegentheit scriuende. Als
dye Hartoch dit fernaem , is hy seer vermoyt, niet wetende of
dye* Graef Gronningen synen behoef hadde ingenomen of niett,
ende heeft terstont synen raedt in Vrieslant totten Graef
gesant, om van hem te weten, op wat conditien ende van
wyens wegen hy Gronningen hadde ingenoemen. Dye Graef
heeft des Hartoch raede ten antwoerde gegeuen, dat hy om
sedere twist hangende tusschen den Hartoch van Sassen ende
den stichte van Wtrecht Gronningen hadde ingenoemen,
sequesters wyse van wegen des Keiserlicke Mat. ende des
Roemschen^Jricks dye tyt tot eynde des twistes in te holden.
Ende als dye Sassens scriuen, soe hadde oeck dye Graef
mede geantwoert, dat hy dye stadt wt beuel des Key. Mat.
hadde ingenoemen om dye voersz. saeke. Ende hoewel dye
Graef dusdanige saken fingeerden, als dat hy Gronningen
om des twistes wille voersz. hadde ingenoemen, dat was
inder waarheit niet, alst nae klaerlick ende openbaerlick is
geuorden. Maer dit heeft hy geseyt daarom, dat hy den
Furst van Sassen ende allen menschen noch een wyll sus-
pens wolde holden, ende niemant sekerlick souden weten ,
wat syn meninge was; hoewel den Sassens rael heeft meerck-
lick getuiwelt, dat hy Gronningen niet tot des Furstes profyt
6
-ocr page 96-
82                           WORP VAN THABOR,
4504 heeft ingenoemen, nochtans dat sy gene beuel van den Har-
toch van Sassen hadden dye knechten toe onderhouden, ende
oeck mede anxte hadden, dat hy dye knechten, dye wel
vyer dusent sterck in legeren lagen voer Gronningen, mochte
annemen ende daermede in Vrieslant als Oestergoe, Wes-
tergoe trecken, om dye Sassens daerwt te driuen ende den
seluen onder hem te trecken, soe hebbense uit best met hem
geraeden, als datt hy Gronningen np sulcke conditien tot einde
des twistes solde inhouden.
lies Hartoges van Sassens Maerschalck heeft die
knechten voer Gronningen betaelt ende
oerlof gegewen ende Gracf Edzart
Statholder gemaeckt ower
Gronnlngerlant.
Daernae omtrent Bonifacy syn die regenten van Vrieslant
tegens dye stichse steeden te dach gereyst, om den twyst
tegen den Hartoch ende haer hangende te tracteren ende
termineren. Ende sy quaemen omtrent Sint Vyt weder toe
Leuuarden. Tewyl dat dye regenten in Stichte waeren, is
des Hartochs ouerste Maerschalck wt Myssen ende in Vries-
lant gecoemen met groete schat ende geit om dye knechten,
dye voer Gronningen laegen, daermede te versolten, ende
is voer Gronningen gereyst, ende heeft dye knechten gans
wtbetaelt, ende een yegelick is syn wech getoegen. Ende
daer moste niet een joncker, hofman noch knecht coe-
men in Gronningen oft doerreysen, maer hem wor-
de wel eeten ende drincken gebracht voer dye poerte,
ende dit naemen dye knechten seer onweerdich, dat sy van-
den Graef buytten den stadt worden geholden , dye sy lan-
ger dan een jaar hadden gedyent om den stadt toe winnen.
-ocr page 97-
83
KRONIJK VAN FRIESLAND.
Doen hebben oeck dye maerschalck voersz. ende Hartoges
raede den Graef Stathouder ouer Gronningerlant (dat is van
dye Lauwerts tot den Eems, want dat lant plaegen Gronnin-
gers toe regieren) gemaeckt met sekere articulen ende scrif-
ten, hoe hy hem daerin tegens den Hartoch solde holden ,
ende dat tot haer wederseggen. Ende daervoer hebben sy
hem alle jaren seker solt onthicten vandes voersz. landes in-
coemen renthen , ende daertoe 30 dusenl kurfurstcrs guldens
eens toe betaelen, als dye Hartoch hem des stathouders-
schip verliete. Dit hebben dye Zassens al gedaen , om den
Graeff met vveldaeden tot hoer toe trecken, ende meenden
noch metter tyt Gronningen toe crygen. Ende oeck opdat
hy hem tegen den Hartoch van Sassen niet solde setten, om
Vrieslant voert in toenemen ende den Hartoch daer wt te
driuen, want sy wislen well dat dye geinene Vriesen huer
niet guet waeren, ende solden lichtelick metten Graeff toe-
geuallen hebben, hadde dye Graeff sulcks wat begonnen.
Ende dye Hartoch hadde geen geit, dat oerloch langer Ie
holden, daerom hebben sy groet anxte gehad vanden Graeff,
ende hebben hem op dat pas all geconsenteert ende onthie-
ten, dat hy begeerde, ende dus heeftet gestaen tot int jaer
ons heeren 1542, dat dye hoeuelingen worden gerecht te
Leuwarden, dat dye gemene Vriesen niet sekerlick conste
weeten, of dye Graeff Gronningen tot des Hartoges, ofte tot
syn selfs profytte in hadde, ende dye Sassens regenten in
Vrieslant den Graeff mennichwerff openbaerlick voert ge-
mene lant schelden ende voerraeder bieten, ende veel quaets
van hem spraecken, ende dye Graeff desgelickes weder van
dye Sassens, nochtans wildent dye Vriesen niet geloeuen , of
dye Hartoch ende Graef waeren heymelick al owereen, ende dat
om\' dat groete quaet dat hy den Vriesen hadde gedaen int
jaer ons heeren als voersz. is; ende oeck altoes voer Gron-
ningen den Hartoch van Sassen helpende ende sterckende
tegens dye Vriesen ende Gronningers. Maer nae doe dye
6*
-ocr page 98-
84                        WORP VAN THABOR,           ffl
1504 hoeuelingen om des Grauen wille worden gerecht, doe wor-
den dye Vriesen ontwaer, dat hoer dingen geen simulatie
was. Aldus heeft dye Graue Gronningen met dye omlanden
ouer dye Lauwerts, ende dye Sassens Oestergo, Westergoe ende
Soeuenwolden met vroede geregeert , sonder oorloge tot dat
men schreeff 14. Nochtans hebhen dye regenten van Vries-
lant hirentusschen alle jaeren des winters, alst hart vroes,
vreemde knechten\'f[inden steeden gelecht, om anxt van don
Graeff, sorgonde dat hy dan met macht solde coemen ende
nement tlant in. Ende hoewel dye Graeff van ower Ems
end Gronningen met. alle dye omlanden in hadde ende re-
gierde , nochtans heeft dye Hartoch van Sassen dye twe
blockhuisen in Gronningerlant als Winsum ende Weerden-
bras seluen inholden, dye weel bewaerende met zyn eygen
volck ende alle noettruftichheit.
Een Landdach te ILeuwardcn geholdcn om die San-
den opt ïïillt ende ï>uten§ dicks van EBaI-
letn toe Aïcrkesbrngge ende die
woeste landen etc.
Opten octauo Petri et Pauli soe syn voersercuen vanden
regenten wt Oestergo, Westergoe ende Soeuenwolden alle
Prelaeten, hoewelingen , Grietrnans, ende wt een yegelick
dorp twe huysluyden , te Lcuwarden toe coemen. Doen sy
daer quaemen op den dach voersz-, soe synse vergaederl toe
Nychoff inden kereke, ende daer heeft dye ouerste Maer-
schalck van Hartoch Georgius wegen dye gemene landen drie
puicten voergeholden , dye eerste was oft daer yemant wacr
dye recht oft reden hadde opten landen opt Bill leggende;
dye ander was ofter yemant recht ofte reeden hadde opten
-ocr page 99-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      85
landen liggende buytten den dick nae Hallum aff ende dat
voert nae Gronningen; dye derde om dye landen dye woest
ende onherich laegen tusschen Wertna ende Oldeborn ende
tusschen dye Wolden ende Grow etc. Want dye landen
buytten dick, meenden sye te bedicken tot des Hartoges
profyt , ende van dye woeste ende onherige landen wol-
den sy goet lant met dicken ende waetermollens maeken,
ende dye landen , dye opt Byll bedickt waeren, wolden sy
coepen ende met geit betaclen. Maer dat hesft geen ver-
uolch gehat, want daer waeren sommige hooflingen ende
kloosters, dye recht ende reeden hadden opten^landen buyt-
ten dick van Hallum om nae Gronningen, dye onwillich wa-
ren oin dese landen afftestaen off te vercoepeii\', want daer
is met heeren quaet kars eeten, sy coepen wel maer be-
taelen qualick. Ende dese wtsettinge omt Bill hebben dye
heeren daerom gedaen; want daer waeren sommige cloesters
als naemelicken Marigaerd ende Aengum , dye groete landen
opt Bill hadden, voerscheyden ende affgegraeuen van ander
omleggende landen. Ende hadden tlants brieuen ende zege-
len, dat hoer landen in voertyden mede waren bedickt van-
den heer ende voerhuert; daerom murmererden dese cloes-
terluyden opten Har toch. Ende als dese cloesters nu qua-
men ende begeerden hoer landen weder te hebben vant ge-
mene lant, dye se hoer in voortyden hadden gegunt, soe
wolden hoer dye heeren met den mynsten penninck off coe-
pcn , maer dye landen wildense niet aiïstacn; ende aldus
hebben dye cloesters hoer landen mist, ende hebben daer
oeck geen belalinge affgecrcgen, want dye heren wilden dye
landen niet nae dye waerdy bctaelen.
«=ex2»
-ocr page 100-
83                           WORP VAN THABOR,
Graeue Kendrlck van BfoIIburg Is Stathouder
van Oestcrgoe, Wcstergoe en Sewcn*
wolden gcniaeckt.
150 i Opten selwen gemene dach w.orden dye regenten afgeset
ende daer ; worde een nieuue Statholder weder geset, ende
solde van weegen des Hartochs van Sassens Stathouder wee-
sen nae inholdens syn titels van Westvrieslants. Dese was
met den Maerschalck in Vrieslant gesent in Vrieslant van
den Hartoch van Sassen, hebbende een commissiebrief anden
Preelaeten, Eedelingen, Grietmans , Rechters etc. , datse hem
solden ontfangen ende onderdaen weesen. Deese Statholder
was genoempt Graef Hendrick van Stolburch heere van We-
penroede (*) ende was een seer guet heer, dye God vreesde,
ende alle menschen eenpaerlick guede justitie administreerde,
ende niet sochte dant lants welfaeren. Ende dit was dye
andere Stathouder , dyet tlant van wegen des Hartochs van
Sassens administrerde ofte regierde. Dese Graef ende stat-
houder met des Hartoges ouerste Maerschalck ende andere
heeren sint wt Leuuarden gereist in Gronningerlant ende in-
den Dam , ende hebben den landen verscreuen datse haer
solden huidige ende eedt van wegen des Furstes van Sassen.
Maer der wolde nemantt coemen, om den Hartoch van Sas-
sen toe huldigen ende sweren, sy seyden, sy wolden bliuen
by Graef Edzart van Emden. Int einde van dit jaer heeft
Graef Edzart geit laeten munten binnen Gronningen. Op
dit geit stonde : Edzardus Gomes et senator Gronningensis ,
daer waer dye Eurst van Sassen niet op bonoempt, waerom
ist van d» n heeren vorboeden, dat het in Vrieslant niet
gangber solde wesen, naemelick dye hoeren schattinge met
te betaelcn. In dit jaer worde in Oestergoe op Rinsmageest
een Rott geuangen, dye seeuen hoefden hadde; dese Rott
(•) lees: Wernigerode.
-ocr page 101-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     87
worde Schelto Tyarda heerschap aldaer presenteert, dye veel 1504
menschen sagen.
>mtn
Gracf Hendrlck van Stolburch Is gestorven ende
boeg water heeft grocte schaede gedaen
In Vrieslant.
Anno XVc ende negen is Graef Hendrick van Stolburch,
Stathouder van Vrieslant gestoruen te Colen, int begin Ja-
nuary, als hy boeuen an Hartoch Georgen heeft geweest,
ende solde weder coemen in Vrieslant. Dese Graeft Hen-
diïck worde seer beclaecht vanden Vriesen, beyde geeste-
lick ende waerlick, want hy dye landen van Vrieslant in
groeten vreede ende justitie regeerde. Int jaer voersz. opten
26 Septembris isser soe groeten tempeest ende wynt geueest,
dat dye zeedicken om Vrieslant syn ingebroeken , ende dat
waeter is met sulcke craft ende gewelt ower alle zeedicken
gevallen, dat men sorchde dat geheel Vrieslant solde hebben
verdroncken. Want daer veel menschen ende beesten voer-
droncken , ende veel huysen dreven wech , daer menschen ,
honden ende catten op saeten; kisten , trisoren, bedden ende
andere roerlicke gueden dreuen sonder getal wech nae dye
wolde toe , alsoe dat dye schaedt niet was te verduieren,
dye doen in Vrieslant geschiede in menschen, huysen ende
beesten. In dese storm hadde Siuerd Aelue syn dienars
wtgesent, om syn beesten in te haelen, ende nae is hy oek
sulfs te hulpe gecoemen, ende als sy arbeyden om dye
beesten te bergen, soe is dat water hem luyden soe weldich
ouergecoemen, dat dye voersz. Siuerdt daer met vier menschen
verdroncken is; dit is Suierd Aelwa dye principael mede
voer Franicker was anno XVc daer ick boeuen int lanxte
-ocr page 102-
88                        WORP VAN THABOR ,
1504 van heb gescreuen. Dese xxvi dach Septembris plegen dye
Vriesen wt ouder geuoenle seer hoeglick te vieren inder
eeren der grorioser maget Maria. Dye reeden waerom dat
dye Vriesen desen dach virden is dit: Anno 1345 quam
Graef Willem van Hollant met groete macht van volck met
scheepen ouer den zee by Staeueren an, om den Vriesen on-
der syn subiectie te brengen. Daer worde dye Graeue voersz.
voerslaegen met 18 opten 20 Septembris. Om God ende syn
gebenedide moeder te dancken int euich voer dye victori, soe
hebben dye Vriesen inden tyden endrachtelick gesloeton ende
angenoemen den voerseiden dach alle jaeren toe vieren, dat
oueral Vrieslant tot desen dach is geholden. Daernae doe
dye Hartoch van Sassen Vrieslant onder syn subiectie hadde
gebrocht, ende syn regenten in Vrieslant hoerden , dat dye
Vriesen den dach voersz. vierden, daerom dat hoer voervae-
ders den Graevo van Hollant hadden verslaegen, soe heb-
bent sy verhoeden, dat men dye dach voertaen om dye sa-
ken willen niet solden vieren. Ende want nu op desen sel-
uen dach in Vrieslant soe groeten elende, jammer ende
schaede (veel meer dan ick hebbe gescreuen) was geschiet,
soe hebben dye Vriesen murmereert tegens den heeren des
Furstes van Sassen, seggendc dat sy den schaede ende plaege
gehatt hadden , daerom datse den dach niet hadden geviert
inden eere Goedts ende syne gebenedide moeder, als hoer
voervaeders hadden ingeset. Doen dit vernaemen den heren,
soe hebben sy weder geconsentert, dat dye gene dye wol-
den den den dach voersz. mochten vieren sonder ongenacde
ende strafïingo des heeren.
«©3»
-ocr page 103-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     89
Dfc graue van Benthcm Is Sfatholder geworden
In Vricslant ende Is een Landach gehou-
den om dye zcedlcken.
Omtrent Martini in Nouembri is die ouerste Maerschalck \'1504
des Hartoges van Sassen in Vricslant gecoemen, ende heeft
met hem gebroch Ewerwyn Graue van Bentem, dye Stathou-
der in Vrieslant soude wesen van wegen des Furstes van
Sassen, ende dit was dye darde Stathouder dye Vrieslant als
Oestergo, Wostergoe ende Soeuenwoldon heeft regiert van
des Hartogen wegen van Sassen. Dacrnae anno 1510 opten
20 dach January hebhen dye heeren voerscreuen alle pre-
laeten, heerschappen ende volmachtigen wt yegelicke deelen te
Leuwarden te coemen, om den zeedicken te repareren, \\vaer-
om dye landen op swacre schattingen worden geset. In dese
landach worde oeck gesloeten ende ordineert vanden heeren,
dat alle priesters hoer eygen huysen souden maken ende
staen holden op haer eygen eesten ende loen.
«©SS»
Jeinmc heer Juwsnia Gerbrant Slochama hccr-
schappen ende ICempo Bopper gcuangen
toe Leuwarden van den heeren.
By tyden des Furstes van Sassen woende foe Leuwarden
een muntemeester genoempt Hero Mantemeester. Dese Hero
worde gefonden, dat hy quat geltt hadde geslaegen , waerom
hy reysde wt dye lande, ende bleef een wyl tyt balling wt
den lande. Terwyle dat dese Hero wt dye lande was, soe
is hy by een wyf gecoemen, daer hy van heeft vernoemen,
dat Graeff Edzart van Emden onder wylen sende brieven tot
sommige in Vrieslant, ende dat sy dye brieuen ouerbrachte;
ende want Hero voersz. luyden liet, dat hy van den Stat-
houder ende raedc wt Vrieslant was verdreuen, soe heeft
-ocr page 104-
90                             WORP VAN THABOR,
1504 dat wyf vryer tot hem gesproeken, alsoe dat hy seer veel
bescheydt van dit wyf creeg, dat hy anden Stathouder ende
heeren van Vrieslant screcf om geleidt, ende dat hy sulcke
saken met den heren hadde toe spreeken, daer lant ende
Iuyden an lach etc. Dye heeren hebben hem geleidt ge-
geuen, dat hy solde coemen toe Smallingae int cloester,
ende daer syn sommige heeren inder nacht tot hem gereyst,
ende hebben alsulcken bescheydt van hem gecregen, datse
terstont Kempo Roeper toe Collum lieten vangen ende toe
Leuwarden opt huys brengen ende pingen. Dye heeft nae
sommige heerschappen gemelt ende beclapt alst nae open-
baer worde. Des soendach nae Visitationis Marie was inden
tyden toe Leuwarden inder eeren van onser lieuer vrouwe
omganck, ende soe quamen veel heerschappen ende ander
gemeen volck, niet allene wt Vrieslant, maer oeck wt an-
der landen , ende veel gingen daer in dye processie, ende al
dye octaeue duer, nakent in een linnen slaeplaken beslae-
gen. Anno 1512 was dese omganck den 14 July, des ande-
ren dages, dat was opten maendach den 15 dach, des morgens
vroe is dye proeuoest met 4 knechten vant huys toe Leu-
uarden gecoemen, ende ginck tot Wopke Lurts huys , daer
Gerbrant Mockama heerschap inden heerberge lach, ende
heeft hem daer geuangen ende gehonden toe Leuwarden opt
huys gebracht ende gepinicht. Dit vernam Tyaerdt Mocka-
ma, dat Gerbrant syn broeder was gheuangen, want hy in-
den seluen heerberge was, ende liep tot den minrebroeders
int cloester, daer hy voerburgen lach tot den 17 dach July.
Doen ginck hy met sommige ander, naeken met een slaep-
laeken om, dye statt Leuuarden doer , in sulcke omgangen
doer straeten ende plaetsen, daert gewoenlick was te gaen.
Maer als hy quam by dat predickers cloester, ginck hy daer in ende
wordt daer gecleet ende heimeliek wt den slat gebrocht nae Ber-
gum, ende reysde daervan daen nae Gronningen met wyff ende
kinderen, ende quam niet weder in Vrieslant, soe lange
-ocr page 105-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   91
dye Hartoch van Sassen heore was van Vrieslant. Ende syn 1504
gueden leggende in Vrieslant werden vandon hoeren ver-
geuen. Daernae den 18 dach July sonden dye hoeren knech-
ten vant huys toe Leuwarden nae Ferwert, ende naemen
Jemma heer Juwsma heerschap geuangen wt den kcercke,
ende brochten hem te Leuwarden opt huys , ende hehben
hem oeck gepinicht
Landagcn gheholdcn toe Leuwarden ommc
den geuangen herschappen.
Doen dye heerschappen toe Leuwarden opt huis waeren
geuangen, soe worden daer wel twe gemene daegen toe
Leuwarden geholden van den gemene prelaeten ende heer-
schappen , supplicerende anden Stalhouder, dat men hrieuon
soude scrieuon ancien Graeff van PJemden, doer wat oersa-
ken ende reeden hy lyet luyden, dat hy alsoe met den pre-
laeten ende heerschappen stont in Vrieslant, dat wanneer
heen beliefde, sou soudt Vrieslant tot syn willewesen. "Want
wt sulck woerden alle prelaeten worden suspect geholden
van den Sassens hoeren. Waerop dye Grauc van Eemden
antwoerde, dat hy sulcke woerden noch hadde gesproecken,
noch niet gene prelaeten oft heerschappen hadde gchandelt,
dat den Furste van Sassen ofte zyn landen yet schaedelick
mocht syn in syne eero ende weluaeren. Daernae int begin
des maenfs Augusti heft dye Graeff van Benthem Stathouder
in Vrieslant voerscreuen alle prelaeten ende heerschappen,
wt ytlieke deel twe priesters ende twe huysluydeu, vol-
macht wesende vander gemeente alle saeken met den heeren
concluderende. Als dye landen by een waeren vergaedert,
soe synder acht heerschappen, twe prelaeten ende sommighe
huysluyden geordineert, dye gacn solden tot den heeren,
-ocr page 106-
WORP VAN THABOR,
92
1504 ende voerstaen haer menige ende begeerte. Doe dye depu-
teerde by den heeren quamen, soe nam dye stalhouder dye
woerden ende proponeerde , hoe dye Graef vam Emden veel
muyterye wtt stelde, om desen landen van Vrieslant den
Furste van Sassen affhandich te maken, ende stonde te ver-
moeden ende te besorgen, als sy oeck sekere ondcrrechtinge
daervan hadden , dat hy vander meninge solden weesen,
schier ofte morgen met macht van volck in te vallen, waer-
duer dye Furste van Sassen ende dye landen in groeten
schaede mochte coemcn, om dan sulcks te remedieren ende
prouisie daerop te doene off hy sulcks yet attendeerde. Ende
want dat niet sonder groete costen inochte geselden, soe
waer syn begeerte, dat dye lauden wilden consenteren een
schaUinge op dye lantrenthen te leggen , daermen dye knech-
ten mede mochten voersolten , alst noede dede. Dit hebben
dye deputeerden weder an den prelaeten , heerschappen ende
gemeente gebrocht. Daer worde vanden staeten vanden lan-
den geconsenteert ende gesloeten, dat dye enckel gulden
renthe ouer alt lant solde geuen drie stuuers.
Een Landach toe Leuwarden geholden om den
geuangen heerschappen toe hoeren.
Oplen 16 dach Augusti worden weder van den heeren
voerscreuen toe Leuwarden te comen, alle prelaeten, heer-
schappen ende volmachtigen vanden gemeente wt ytlicke deel,
om toe hoeren wat dye heerschappen inder geuanckenisse
hadden geiecht. Ende eerste worde daer aff geleesen , wat
Kempo Roeper hadde geiecht, in forma als hyer nae ge-
screuen staet:
-ocr page 107-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     93
Kempo Roepers bekentenisse.
Kempo Roeper secht, dat hy is gecoemen toe Gronningen 1504
tot Drost Vdo van Coldenburch op den poertc op syn slap-
kamer, ende heeft hem om een Aernls gulden toe leen ge-
beeden, hy hadde in Vrieslant by Gerbrant Mockama te
doene, dat wolde hy gacrne wtrechten. Soe heeft dye Droste
gesecht, jae wel, doch soe verre ick wil een een boeschap
an denseluen Gerbrant beuelen, dye moste my wtrechten.
Doen heeft Kempo gesproken, wat my moegelick is , wil ick
geerne doen. Doe heeft hem den Drost 1 gulden geleent
ende hem noch een Aerns gulden gedaen, ende daerby be-
uolen dat hy Gerbrant Mockama solde seggen, waert saeke
dat dye Drost met owermacht van volcke in dese landen
quaeme, dat Gerbrant dat beste by hem doen wilde , het
soude hem toe goede coemcn. Doe Kempo dit botschap hoer-
de, ^sprack hy dit is my swaerlick te doene. Doe antwoer-
de dye Drost, du heuest cost ende clederen , waerom wilslu
het niet doen ? Doe nam Kempo dye boetschap an. Ende
dye Drost verboedet hem by synen lyue dat nieinant te seg-
gen. Alsoe heeft Kempo den boelschap an Gerbrant als-
boeuen gescreuen is gebracht. Daerop Gerbrant antwoerde,
Kempo, daer staet ons lyf ende guet an, woemen sulcks
van ons wys worde. Doet heuet Kempo eerste van zyne
saeke, sinen landen ende dicken aengaende, gehandelt, eer
hy dat, daer hem den Drost befoelen hadde, geseit heeft.
Soe heeft Gerbrant op den boetschap geantuoert: ist sake
dat dye Drost met macht van volck cornet , soe wil ick op
Ropte huis toe Metzelwyer in Dongerdeel wieken , soe sal
dy Drost dat huys opeyschen laeten , soe wil ick dat opge-
uen, ende hem dan behulplick syn metten landen Donger.
deel an Oesterzyde des Paessens ende Feruerdcradeel, met
lyf ende guet tot des Drostes wille. Soe heeft dye Kempo
den Drost geantwoert ende gesecht heeft, ende gaef Kempo
-ocr page 108-
94                          WORP VAN THABOR ,
4504 dye twe Aernts guldens vry ende quyt. Dit is Kempo laosle
afscheit vanden Drost, ende Kempo wil hierop leuen ende
steruen.
<&&>
Racrnau vorde Cierhrant Mockama bekcztfcnlsse
gclcscn oucrt gemene lant In forma
naegescreuen.
Gerbrant Mockama bekent, dat Kempo Roeper tot hem is
gecomen ende hem te kenen gogeuen hadde , dat dye Drost
van Grondingen met acht dusent mannen in dese landen coe-
men wolde, of hy mot hem wolde toevallen ende behulplick
syn. Soe heeft Gerbrant. sulke saeken Tyaerd Mockama synen
broeder te kennen gogeuen, ende oeck Jemma heer Juusma
vorgeholden , soe hebben sy alle drye daerin consenteert, ende
Kempo beuoelen sulcks dye Drost toekennen te geuen ende
seggen , wanneer hy met sulcke macht quani, wolden symet
sampt Dongerdeel ende Feruerdeel met hem toevallen , ende
voert voer Leuarden leggen ende dat stormen. Alsoe heeft
Kempo Roper toe kennen gegeuen, nae dyen sy daer inne
geconsenteert hebben , dat den Drost inden syn gebat heeft
te doen, welcke bekentenisse Gerbrant met syn eygen hant
heuet onderscreuen etc.
I&aernae Is «161111110 heer Jtisnta bckcnlenisse ge-
lescn In forma als hlernac volcht.
Jemma heer Juusma kent ende secht, dat een monnick ,
meester Aerndt genoempt, met hem eernstelick van dos Graeue
van Oostvrieslant wegen mennichwerf gehandelt heeft voer
drye ofte vyer jaeren , doch heeft Jemma hem in dye tyd geen
gehoor gegeuen noch willen geuen, soe is dye prior van Ap-
-ocr page 109-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     95
kedam tot hem op een, tyt gecoemen, op naestcomende Aduent 1504
twe jaer geleden, ende daer saken met hem gehandelt. Doe
heeft Jemma heer Juusma tot hem geseit in latin: Doe op
dine macht eade compt. Daernae is dye voersz. meyster
Aernt inden Meye met suhtile reeden weder tot Jemma ge-
coemen, ende hem voergeholden , dye Graeff syne schattinge
ende excys wilde holden ende met ses dusent mannen inden
landen coemen, dye om drie plaetsen innemen, als dye Wol-
den wt dye landen van Geldre, wt des graeuelanden voer Har-
lingen opt waeter met scheepen dat lant beleggen, ende be-
uaeren datter geen ontsf^t inden lande coeme. Ende Franicker
to stormen. Wen dan alle landen ingenoemen waeren , wol-
den sy Leuuarden beleggen ende stormen; daernae dat block-
huys beleggen ende wthongeren. In sulck handelinge heeft
Jemma heer Juusma geconsentecrt ende gesecht, hy wolde
den graeff met lyf ende guet behulplick wesen.
Daer sint vier hecrscappcn gelaten tot die
Beuangen heerschappen om dese scrlftcn
te examineren.
Doe dese bekentenisse,\'dus, als voerscreuen is, voer alt
gemene volck was geleesen, soe murmererden dye gemene
staeten van den landen seggende, men mochle scriuen ende
lesen wat men wolde, ende oft dye heerschappen sulcks
al wat hadden gesecht, dat haddense van groete pine ge-
secht; maer waert datse selfs tegenwoerdich waeren ende be-
kendent dan sonder piningen, soe mochtment geloeuen. Dese
murmeratie ende reeden quam voerden Stathouder ende an-
deren heeren opt huys, waerom sy hebben wtgeset ende con-
senteert, datmen mi herschappen wt setten solden, dye boe-
uen souden gaen tot den geuangen heerschappen, ende hoe-
ren wat sy iechten, ende dat dan weeder den gemeente te
-ocr page 110-
96                        WORP VAN THABOR ,
4504 te publiceren. Dit syn dye vyer heerschappen van den ge-
mene heerschappen geordineert Hessel Martena, Peter Cam-
minga, Edo Jongama, Tyaerdt Burmania. Als dese gedepu-
teerde voersz. opt huys quaemen inden poerte, soe worde
Geerbrant Mockama daer wt een gat gehaell, ende int by-
wesen der vyer heerschappen voersz. ende heer Hans Schenck
van Tautenburg, Ffridts Grombach den Cancelaer ende Tho-
mas scriuer, dye Gerbrant Mockama weder te voeren geleeson,
dat liij voermaels soude geiecht hebben, ende ouert tgeheele
volck was gelesen vant huys, ende hem worde tgeuraecht of
hy dat noch bekent stonde, welcke hy niet heel versaeckte,
als ick hyernae sal scriuen. Daernae gingen dye heerschap-
pen voersz. met den anderen heeren voersz. nae Jemma heer
Juusma ende hem worde oeck toe voeren gelesen, dat hy
solde geiecht hebben. Ende Jemma stont altemael bekent, ende
iecht noch veel meer. Dese laeste bekentenisse van Gerbrant
ende Jemma worde oeck gescreuen ende voerden gemeente
gelesen in forma naegescreuen.
Gerbrant Mockama laeste bekentenisse.
Opten 17 dach Augusti anno 12 in Hessel Martena, Peter
Hayes, Edo Jongama ende Tyaerd Burmania te\'genwoerdicheit,
so van dye gemene landen daertoe geordineert zyn, is Ger-
brant Mockama syn eerste bekentenisse voergeleesen, is hy
daer noch by gebleuen, allene daerin geandert, dat hy met
Kempo Roeper op geen getal van volck, als in dye selue
bekentenisse staet, sonder dat Drost Vdo met macht comen
soude, gehandelt heeft.
Jemma heer Juwsma laeste eekentenisse.
Opten 17 dach Augusti anno 12 hewet Jemma heer Jusma
sonder pin in tegenvvoerdicheit Hcssell Martena, Peter II a-
-ocr page 111-
97
KRONUK VAN FRIESLAND.
yes Gammenga, Edo Jongema ende TyaertU Burmania , van 1512
den landen daertoe geordineert, bekent, dat Tyaerdt Moc-
kama op Woensdach voer Sinte Joannes voorleden tot Doc-
kum opten dick tot hem gecomen, ende gesecht, dat dye
Graeue soude met syn macht Soendach nae Sinte Joannes in
desen landen coemen , om dye in te nemen. Gaff hem Jem-
ma ten antwoerde , hy soudt hem van lijf ende guet bren-
gen. Doen badt Tyaerdt Jemrna, sulck den hoeuelingen in
Ferwerderadeel ende syn vvyfs vrunden te kennen te geuen,
want hadde hy een vrunt gecregen , dye solde meer vrun-
den maken, maer hy wildot geen woert hebben. Gerbrant
Moekama heeft tegen Jemma voer Palmen in Claes Korfs
huys op dye zyl gesecht, dye Graeue wolt coemen met
macht, soe willen unsen broeder Tyaerdt ende ick veerdich
weesen, ende dye landen voerden hapt opnemen, dye niet
met will, dye moet; sechtet dye hoeflingen in Feruerdera-
deel; wildy aldus doen ? doe seyde Jemma, also wil ick doen.
Dat heeft Jemma in tegenwoerdichheit der hoeflingen voersz.
met syn eygen bant onderscreuen Inden seluen tegcnwoer-
digheit der heerschappen is Jemma dat eerste bekenfenisse
oeck voergelesen, dat hy noch bekent ende daerby blyft ende
gebleuen is.
4
Dye heersehappen gerecht ende sommige heer-
schappe huscn van den hccren bcset met
knechten.                                              ,
Doen dese publicatie van desen heerschappen voert gemene
lant als voersz. is was geschiet, syn dye acta van den Stat-
houder opgescreuen nae Myssen tot Hartoch Georgen van
Sassen. Daernae dat dye hoeren antwoort hadden.vanden
Hartoge voersz., hebbense voerscreuen alle Grietsluydenende
7
-ocr page 112-
98
WORP VAN THABOR ,
1512 officiers des Hartochs in Vrieslant foe Leuuarden te coemen
met hoer harnas opten 16 dach Nouemhris ; ende opten sel-
uen dach worden op eene oerdoys voert huys onthoeft Ger-
brant Mockama ende Jemrna heer Juusma toe Ferwert,
ende worden toe dye minrebroders in dyo kereke eerlick be-
grauen. Wtt dese hve heerschappen doet, hebben veel
heerschappen groet haet ende nyt ende afkeringe opten
Hartoch van Sassen ende syne onderheeren goeiegen. Dages
daernae, dat was opten 17 dach Nouembris, werde op dat
selue ordoys Kempo Roeper gerecht, ende worde eerst ont-
hoeft, daernoe geferndeelt, ende aen een yegelicke poerte toe
Leuuarden een ferndel gehangen. Int selno jaer ontrent
Sinte Katherine daernae hebben dye heeren Roptahuys toe
Metzelwier in Dongerdeel met knechten beset. Wennich
daernae hebbense oeck beset met knechten Obbaninhuys
toe Ee in Dongerdeel. Voer Karstyt lieten dye Sassens hee-
ren oeck met volck besetten , Hero Hottinga huys toe Worn-
mels, daer doe Tyetze Harinxma zalige Hero wyl\' op woonde.
Veel dagen enilc stonden geholdcn tusschen
Hartoch Ocorgcn ende den Krncsc oft
hacr foejdcr racden.
Als dese saeke aldus tusschen den Hartoch van Sassen
ende den Graevc van Emden om Gronningen oude Gronnin-
gerlant was hangende , heeft Hartoch Goorgen in mcniger-
ley maniren den Graeue laeton aensoecken , dat hy Gronnin-
gen ende Gronningerlant soude resigncren , ende syn gerech-
tichheit van Key. Mat. gegeuen laeten geblicken, dye
Graeue presenterende dye 30 dusent golden guldens, dye
hem van des Hartoges raedc voennaels toegesocht was , dat
sy hom den stathouderschip van Gronuingerlanden commit-
«
-ocr page 113-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
99
teerden, soe wanneer hem dye landen voersz. vanden Har- 1512
toch affgenoemen worden , als voer int capittèl gescreuen is.
Daernae is tusschen den Hartoch ende Graeue met scriften
gearbeyt, dat dye Hartoch hem geboeden heeft all zyn ge-
rechtichheit ganslick te stellen in enige onpartige rechtereu,
welcke dye Graeue heeft geweygert; want hy int besit van
Gronningen ende dye Omlanden was. Daernae heeft Har-
toch Georgen syn beswaringe Key. Mat. te kennen gcgeuen,
waerop Key. Mat. Phylippum Eerlbischop van Coelen ende
Hartoch Willem van Gulick ende Berge heeft geordineert
dye questie ende schelinge tusschen Hartoch Georgen ende
Graeff Edzart te verhoeren. Ende want dye Graeue Gron-
ningen nochte Gronningerlant wolde rumen ende den Har-
toeh ower draegen , soe hebben dye commissary voersz. den
saken Key. Mat. geremitteert; Hartoch Georgen syn recht te-
gen Graeue Edzart veruolgende heeft an Key. Mat. veruor-
uen, dat hy den Hartoch ende Graeue voer syne Mat. pre-
sentlick te eerschinen peremptoerlick heeft geciteert. Maer
dye Graef is presentlick niet eerschenen voer Key. Mat., dan
doer syne raede geantwoert ende onschult voertgebrocht :
doen heeft Key. Mat. den voersz. sake opgenoemen ende des
Grauen raede dese nae bescreuen affscheit gegeuen : aldus
den gesenden des Grauen van Eemden is van den Ro. Key.
Mat. dye claegen van Hartoch Georgen van Sassen tegen den
Graeue van Eemden te Nuits voer Key. Mat. raede ende com-
missarien gedaen heeft met eernster ende vlyte bewegenisse
heeft dat selue den Graeue zyn eer ende glimp oneert; ende
Key. Mat. daer aff wtspraeck sonder letsel ende achterdeel
zynre eer niet doen een mach; ende synre Mat. alsoe veel
alst mogelick is sulcks geerne verhoeden solde ende nie-
mant beschamen. Daerom sullen den Graeue geschickten
hoeren heeren te kennen genen, dat Key. Mat. eernstige me-
ninge ende belieue ofte beuel is, dat hy hem met Hartoch
Georgen van Sassen om den voer genoemde dachten , oeck
T
-ocr page 114-
100
WORP VAN THABOR,
•1512 omdat onrecht van Gronningen metten eersten guetlicken
obdraegen te vrede stellen. Geschiet dat nyct ende dye
Graeue noch eens ongehoersaem gefonden wordet, soe solde
dye Key. Mal. oei\'saek hebben ende des niet langer veihoe-
den den wtspraeck daer afï te doene, ofc andere redelicke
ende rcchtelicke wegen soecken , welcke dan , als K. Mat.
vermoede , den Graef swaerlick ende onlydelicke worden solde;
daerom geeft dye Key. Mat. om sulcks te verhoeden desen
guetlicken verdraegen den partien te kennen. Actum Aus-
burg opten 2 dach Aprylis, Anno viftien hondcrt ende dar-
thien.
Noch gehandelt om compositie tnsschen den
Hartoch curie tien Graeue ende copla
des K. Nat. maiiilael tegen Rraeuc
Edzart van Emden                     
I513 Om desen voersz. Key. Mat. affsceydt heeft Graeue Edzart
den Hartoch geen antwoert opgegeuen noch gescreuen. Macr
veele menschen te kennen gegeuen , dat hem foei ongelicks
geschiede van Hartoch Georgen van Sassen ; waerom
dye Bischop van Munster met dye Graeue van Schau-
uenburch Rietberg ende van der Lippe tusschen hoer bey-
den , alsoe den rechten waerheit te vernemen, maer daer is
dye tyt niet vruchtbaers gehandelt , ende dye sacck is on-
geendicht gebleuen; want dye Graeue van syn concept nie
wolde wieken. Daernae heeft Hartoch Georgen den Key.
Mat. weder angesocht om den voorgenoemde handelinge zy-
ncr Mat. wtspraeck te vernemen , \'t wclck alsoe geschiet is
als syner Mat. copia hyer naeuolgendc declareert,
-ocr page 115-
KRONIJK VAN FRIESLAND                      101
Gopia des Key. Mat. mandaets tegen den graeue
Edzart van Emden.
Wij Maximiliaen van Godts genaeden gecoren Ro. Key. tot 1513
aller tyden vermeerder des ricks in Germanien, toe Hongeren ,
Dalmaüen , Ci oatien etc. Coninck , Eertshartoch van Oestent-
rick , Hai toch van Burgoendien , toe Brabant, Palsgraeue etc.
Doen den Edzai t Graeue toe Eemden toe weeten, als vvy dy
in voerleeden tyden door onser keyserlicke citatie ende gebots
brieue opten 14 dach te voerschinen geeyschet ende gelaeden
hebben, ende onsen Key. wtspraeck dye den eerweerdigen Eerts-
bischop van Goelen Philips, des heyligen ricks in Italien Eerts-
canselier, onsen lieuen neue ende Kuerfurst, ende den eersaemen
onsen lieuen Loedcwick van Eessensheiin Lantcornmenduer toe
Couelens, inden twisten tusschen den hoeggeboren Georgen Har-
toge tot Zassen , Lantgraeue in Duiïngen ende Marckgraeue
tot Myssen onsen oem, Furslen ende raedt ende ewigen Gu-
bernatoer van Vrieslant aenden eyne, ende dy aenden ander
syde te boeren ende te weruen , nae inholt derselwer onser
citatieTi daerom tot dy gesent. Maer nu dat wy daer claer-
licken inne beuinden, dat du den voersz. onsen lieuen oem
ende Fursle, Hartoge van Sassen, nae owerleden willen eer llar-
toge Aelbrecht van Sassen zyns vaeders, onrecdelicken ende
tegen onsen commissie beuel ende declaratie ende tegen dyn
eygen wille, scriften ende eedt geueigei t hebbest dat leen
uwe Graefscbap tontfangen, ende daer of behoerlicke hulde
ende manschap te doen , ende dat du boeuen, dat hy dy syne
lenen Stalhouder in Oestvrieslant ende den Omlanden gestelt,
ende dy Stathouder derselwer landen te noemen ende te
scriuen gegunt heft, om denseluen landen te beuaeren, ende
syner conti ari gedaen hebbest, ende noch doeste, ende dye
appellatie dyer landen an syne lene geschiede beletste, des-
gelicks dye genoemtlicke renthen niet een betaelste, noch
ten rekeninge brengste, ofte syn behoerlicke deel niet een
-ocr page 116-
10<2                             WORP VAN THABOR ,
1513 brengste, daertoe dye van den Dam ende dye van den 01den-
ampt, ende meer tot der huldinge ende gehoersaemheit niet
een briengest. Oeck dye versekeringe ende cautien der lan-
den, tegen betaelinge des gelts, als dye op den Omlanden
voersz. is, niet affscheiden ende wilste, tegen recht ende
reeden, desgelick den brief ende contract tussen u beyden
gemaeckt niet een holdeste. Alsoe dan dine sulcke voeme-
men onreedelicken ende tegen onse commissie ende declara-
tie is, ende ons als Keyser daerop te versien ende remedie
te vinden toebehoert, welcke du sonder weygeren , ende be-
duanck schuldich biste te doen, welcke wy al doer vorder
uersoeck onsers voergenoemender oem van dy gans verachtet
bevinden. Daeroni soe gebieden wy dy, om verhoedinge onseis
ende des ricks swaere ongenaede ende straffinge, daertoe
onser ende des heyligen ricks acht ende onueracht, ernstelick
met desen brieff, ende willen , dat du ende des leens eeruen
dye Graefschap met alle andere stucken ende gueden, dye
ons ende des heyligen ricks leen roeren, van nu voertaen
vanden voersz. onsen oem ende Fursten, Hartog Georgen van
Sassen ende synen eerfgenaemon toe leen ontfangest, *hein
daeraff geuoentlicke huldinge, eedt, ende manschap doende,
getrou , gehoersaem ende dienstich te syn, ende al te doen,
dat een guet leenman synen leenheeren schuldich is te doene,
daertoe seggen wy diens leens hulde ende eedt aff, die du ons
in eniger manieren verbonden verste , ende dy dacrmede te-
gen dit onse beuel dachte te behelpen, in chraft des briefs ,
vry, ledich ende los. Also dat du hem ende syn eerfgenae-
men van nu voertaen daermede verbonden bliueste , dy oeck
des tytels des Stathoudersampts, alsoe lange syne G. dat lae-
ten will, gebruckkeste. Ende dye Appellatie an syne lieue
te doen niet meer voerhinderste noch verbedeste. Oeck dye
aulhoriteit trouuelicken onderholste, ende gene vermindringe
daerinne te geschien een lideste, ende dye gewoentlicke wil-
lige renthen inden Omlanden, als dyn Ampt toecompt ende
-ocr page 117-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     103
toebehoert, vlytelieken inbrengeste, alle jaer behoerlicke re- 15^
kening daeraff doe.ste. Oeck, wat du op desen tyt daer niet
betaelt een liebste, betaelste. Ende dye vanden Dam ende
vanden Uiden Ainpt ende anderen, dye onsen oem Ilartoge
Georgen noch niej gehuldicht een hebben, ende niet geswoe-
ren syn, daertoe duingeste dat sy synre lieue hulde ende
eedt doen. Ende voert alle voerlbrengeste, dut tusschen
onsen voersz. oem ende Fur sten van Sassen ende dy gesloeten
is toe doen, desgelicke guede cautien ende voersekeringe ge-
ueste, als syn lieue sulek geit, als dy opden Omlanden voer-
sereuen is, betaelt, dat du dan synre lieue dye selue Omlan-
den van stonden an sonder weygeiiuge ende schaede ouer-
leuerste ende in syi.en handen setteste. Ende dat du alle
dese voersz. articulen elck besonder binnen twe maenden,
nae sichte deses onses briefs, ganselicken volbrengeste, soe
als du schuldich biste te doen, ende \\vy ons aen dy versien,
dat du daerin doen salste, daerinne doestu onser eernstelic-
ker vernianinge genoec\'i. Ende ist, dat du soe niet een
doeste, ende noch meer ongehoersamheit beuisen wilste, soe
werden wy doer owerheyt beduongen nietten boeuen gescre-
uen ende anderen penen ende straffinge legen dy , als tegen
onsen ende des heyligen ricks rebellen, ende verachteren
voert te vaeren, daernae weet dy oeck toe rechten. Gegeuen
in onsen ende des heyligen ricks stat Coelen, opten 21 dach
Septembris, nae Christus geboerte XVc jaeren ende darthien,
onses ricks des Roemschen inden 27 , ende des Hungersche
inden drye ende tuintichsten jaere.
•Sïbö»
-ocr page 118-
404                       WORP VAN THABOR ,
Kae dit voersz. jflandat heeft Kcy. Mat. noch een
niyssluc brief au graef Edzart gcsent
.
COPIA.
••>\'•\' Maximiliaen etc. Edele lieue getrouwe, wy Jiebben in voer-
geloden tyt inden tuisten dye tusschen den hoeggeboeren Geor-
gen Ilartoch van Zassen , Lantgraue tol Duringen endeMarck-
graeue tot Myssen , onsen lieuen oeme ende Fursten, raedt
ende enigen Gubernatoer der landen van Vrieslant, andenen,
ende dy an danderen deel bangende syn , opten verhoringe van
onsen commissarien tot Nuys ende nae tot Coelen in den
saeken gehandelt, bebben \\vy denseluen onsen oerne Hartocb
Georgen , wt reedelicke oersaeken onsen Key. Mat. mandaet
ende gebotsbrief gegeuen ende wt laelen gaen , inboudende,
wat daeraff onse will ende meninge is, an dy scriuen. Ende
dat selue mandaet tot noch toe vertogen is aen dy te sendeu.
Is daeroni dat wy vermoeden, dat du midler tyt met syner
lieue dy verenicbt ende guetlick verdraegen ende sulck, als
du hein van reeden ende reclitsweegen schuldich biste, guet-
licken gedaen sulste hebben , soe als wy dy doer dyne ge-
scbickte toe Ausburch in onsen affscheiden oeck scriftelicken
hebben weeten laeten. Maer om dat wy van syner lieue ver-
achtel kennen , datt du in dinen onreedelicken voernemen
ende ongehoersaeinheit verhart bliueste, ende onse voersz.
vermaninge niet een achtste, soe een konden wy niet langer
ophouden ende vertrecken , wy een hebben dat voersz. onse
mandaet, ende sulcks als daervan rechtswegen toe behoert,
tot synre lieue rechten begeren laeten wtgaen. Daerom is
onse eendiachteliekc beuel ende genaedige raet, dat du dese
saeken niet vorder een verachteste, maer dy in sulcke mani-
ren tegen synre lieuen holdestc ende bcuyste, dat du geen
oersaeck een geueste nae inhouden desseluen mandaets tegen
dy voert te vaeren, dat een wolden wy dy niet verswygen,
-ocr page 119-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     405
ende du salste daerin doen onsen eernstigen meninge. Ge- 1513
geuen tot Sinte Goar op den Rijn den 28 dach Octobris an-
no 1513 etc.
Nyettegenstaende alle voersz. K. Mat. mandaten ende
missiuen heeft Graefl\' Edzart Gronningen met dye Omlanden
onder syn geualt geholden, ende den Hartoch geen resigna-
tie der Omlanden, noch rekenschap van dye profytten daer
afl\' willen doen.
Anno 13 voersz. int leste des maents Nouemhris hebben
dye regenten van Vrieslant te Aedwert int cloester geholden
enen dach tegen den Graeue van Emden. Dye Graeue is
seluer niet gecoemen, maer heeft syn raede aldaer gesent
opten dach. Maer sy een condon niet accorderen, ende sint
met viantschip van malcanderen gescheiden. Daerteboeuen
hebben dye Grauen raedt aldaer opten tyt laeten luyden,
dat haer heer niet langer dan dye twalef nachten hem in
ruste dochte te holden, welcke oeck alsoe vvt sekere oer-
saeken worde befonden. Want hy corts wt des Coenuicks
van Engelants dienste waeren gecoemen. Waerom dorste
dye Hartoch van Sassen ofte syne volmachtige geen langer
bestant maken met den Graef, sorgende dat dye Graef met
macht van folck soude coemen in Westvrieslant, ende dye
Vriesen solden eensdeels met hein toevallen , ende dye Sas-
sens verdriuen , want dye Sassens heeren wel merckten,
dat dye Graeff veel heimelicke vrunden ende fautoers
in Vrieslant hadde, besonder van den Vetcoepers partye,
beyde heerschappen ende huysluyden, om [den heer-
schappen wille, die anno 12 vanden Sassens te Leuu-
warden gerecht worden om des Graefs wille. Ende hoewel
dye Sassens heeren wel wisten, dat veel Vriesen ge-
neecht waren lotten Graeue voersz., zij hebben dat nochtans
als wyse heeren dissimuleeit om meerder muyterye ende re-
bellicheden binnens lande te vermyen, ende dat niet gecor-
rigeert. Om dese ende andere oersaken wilden dye Sassens
-ocr page 120-
106                      WORP VAN THABOR,
1514 heeren in Vrieslant regierende den besfandt niet langer voer-
langen. Maer anno 14 den 16 dach Januarij ist bestant wtgegaen
ende open oerlocb geuorden tussehen Hartocb Georgen van
Sassen , ende Gubernatoer van Vrieslant ende syn hulpers
ende vrunden anden ene syde , ende graef Edzart van Em-
den ende dye stat Gronningen anden ander syde. Ende
yegelick heeft syn burgen , sleden ende sloeten vastgemaeckt,
ende op malcanderen geoerlocht te water ende te lande.
Int jaer ons heeren XVc ende 13 den 15 dach Nouembris
begonnet toe vriesen. ende vroes sonder opholden tot den
begin February des jaers van 14. Als dan Hartoch Geor-
gon van Sassen met gene vrundschap tot syn gerechticheyt
ende wille conde coemen tegen den Graef Edzart van Oest-
vrieslant, ende hem niet beliefde om saken voersz. den be-
stande te verlangen , soe heeft hy vyf dusent knechten won-
nen , dye doer Stichte ende den Soeuenwoldeu reysden "ower
ys in Emderlant ende quaemen eersten in Reyderlant, met
dye bestanden wt was, ende hebben daer geroeft , gebrant
ende veel doetgeslaegen , ende toegen doe voert in Emder-
lant tot Hartoch Herdrick van Brunswick, ende dese hoep
knechten worden nae genoempt dy suarte hoop.
Hartoch fieorgen Is gecoemen voer Groiinlii-
gcn cndc heeft Kesscn ende Witte
Wyruiu besct.
Daernae int begin vanden April, dat was omtrent mits
vasten , quam Hartoch Georgen seluen wt Myssen voer Gron-
ningen in Aedwert, daer dye "Westvriesen in laegen. Dye
Hartoch besette met syn volck dat cloester toe Eessen ende
-ocr page 121-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
107
maeckte dat sterck. Oeck hadde liy slerck beset met syn 1514
volck dye Werdenbras opttén Drentse syde , ende tliuys toe
Wynsum op Gronninger dyep; dye Gronningers beueerden
datse geen vitalie solden in crigen. Oeck leyde hy een
hulcke met 10 ofte twalifl\' rinscheepen met folck ende ge-
schut buytten voer dye zyll buytten op den Eemse , dat dye
Graeff ende Gronningers niet solden in crigen \\vt deer zee.
Den Graeff van Einden ende Gronningers hadden den Dam
sterck geniaeckt ende met knechten beset. Oeck hebben
sy een kercke geheten Hoegerkercke sterck geniaeckt met
wallen ende graften, ende den Sassens daer wt veel quaets
gedaen; omtrent Annuntiatiouis Marie sende Hartoch Geor-
gen dusent knechten toe Witte Wyrum int cloester ende
heelt dat beset; dese knechten hebben dat blockhuys op
Delfzyl ingenoeinen, dat dye Graeff daer hadde ingenomen
ende hadde begonnen te maken, ende met haer volck beset.
*3»«K»
Een Landach beroepen te Leuwarden die ower-
mits den comste tan Oraef Kdzart verliepe,
die anderde man wt Vrleslant toe
Colluni.
Opten eersten Aprilis is Hartoch Georgen seluen te Leu-
uarden geooemen . ende voerscreef by hem toe coemen te
Leuuarden opten 7 dach Aprilis, alle Prelaelen, Priesters
ende heerschappen, ende als sy daer quaemen, worder ge-
nen landach geholden, maer dye dach wort geordineert te
holden opten 20 dach Aprilis, dat was dondersdach nae
Paeschen. Want onder des was Graef Edzart ouer den Emse
gecoemen, ende hadde dye knechten int cloester te Witte
Wyrum verjaget ende voerslaegen, ende voert heeft hy dat
blockhuys toe Delfzyl met gewelt genomen, ende veel doet-
geslaegen ende veel gefangen, onder welcke worden daer
-ocr page 122-
108                         WORP VAN ÏHABOR,
1514 drye hoefluiden als Heronimus Mas s Claes van Olms ende
noch een. Als dit voernaemen dye Sassens knechten in Essen ,
soe dorsten sy den Graeff niet vernachten, maer sye liepen
al te saemen wt cloester nae Weerdenhras ende Aeduert.
Doe dese tydinge toe Leuuarden an Hartoch Georgen quam,
soe screef liy ouer al Vrieslant, dat dye anderde man wt
Vrieslant solde coeinen toe Collum, ende daer voergaede-
ren , want dye Hartoch anxte hadde, dat dye Graue met dye
Gronningers dat cloester Aeduert o( een ander van des Har-
toch legers solde anfallen. Maer dye Graeff toeg weder ower
dye Emse in syn lant. Als dan dye Vriesen een weeck toe
Collum hadden geleegen, soe worde hem opten gueden vry-
dach, dat was den 14 dach Aprilis , weder orlof gegeuen,
dat elck mochte thuys reysen, want dye Hartoch hadde
seker tydinge, dat dye Graef weder oiver dye Eemse in syn
lant was gereist. Opten 10 dach Aprilis, dat was manedach
nae Palmen , quamen toe Leuuarden hy Hartoch Georgen
dye hisschops raede van Wtrecht met dye raeden den stee-
den , heyde van Ouersticht ende Oedersticht, sampt dye
raede Van Gronningen, om enen soen ende compositie te
maecken tusschen den Hartoch ende den stat Gronningen ,
maer doer worde niet bedreuen noch niet gueds gesloeten.
,                               «SIS*»
Een Landach toe Leuwardcn gehouden om schat-
tinge ende supplicatlc van den heerschappen
anden hartoch om de 31 penninck.
Opten 20 dach van Aprill zijn te Leuarden gecoemen Pre-
laelen, Priesteren ende heerschappen als voersz. is, ende Har-
toch Georgen nam self\' dye woerden ,staende voer den cancela-
rie, ende dede een lange relatie, want hy een gelerdt wei-
sprekende Furst was, van dat ongelick, dat hem van den
-ocr page 123-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      109
Graeff van Emden geschiede , waerdoer hy daegelick in groe- "1514
ten merckelicke ende suaere moeyenisse ende oncosten quam
etc. met meer lange reden; int sluytten begeerde hy, omt
orloch te continueren ofte volbrengen, een schattinge als van
den gouden gl. een oert van den gulden , dats 7 guldens st.
Ende dit solden dye renteniers ofte landtherren alleen staen
ende betaelen. Dese schattinge dochte dye renteniers ende
naemlick dye heerschappen swaer to wesen, om datse inden
winter in Acduert voer Gronningen hadden gelegen op hoer
eygen nadeel ende costen ( ofte andere op hoer stede geuon-
nen. Waerom gaeuen dye heerschappen op dye tyt een sup-
plicatie aenden Har/och , begerende an syn Fur. Ge., dat hy
anmerckende dye groete oncosten , dye sy by synen Furstelicke
Genaede gedaen hadden, ende noch daegelicks deden, hem
luyden wilden vry ende quytt laeten den 21 penninck, den
sy syne Genaede jaerlicks schuldich waren te geuen, ende
dat Reuersaelbrief in allen anderen articulen in syn macht te
bliuen. Dese supplioatie presenteerden den Hartoch gecoeren
van allen anderen heerschappen, heer Goslick Jongama, Hes-
sel Martena, Doctor Keinpo Martena, Peter Camminga,
Tyaerdt Burmania , Rienck Camstra ende Edo Jongama opten
22 dach Aprilis. Op dese supplicatie nam dese Hartoch syn
beraedt, ende wolde dye heerschappen een guet. antwoert
geuen. Ende nae langen boraodt met syn heren wt Sassen
heeft hy hemluyden ten antwoert gegeuen, dat dye heerschap-
pen wt Oestergoe, Westergoe ende Seuenwolden hem solden
holden voer Gronningen, ofte waer hy het begeerde, vyfhon-
dert knechten ses maenden lanck, yegelick knecht des maents
nu gouden gulden; dit wolden dye heerschappen niet doen,
ende seyden dattet hem niet volhrenglick was, ouermits dye
groete costen dye sye dit jaer by den heer hadden gedaen.
Daernae den 14 Juny syn dye heerschappen eendrachtelick
yet te Leuuarden gecoemen, voerscreuen van den volmach-
tige voersz. om te veruolgen dye handelinge met den Hartoch
-ocr page 124-
110                          WORP VAN THABOR ,
1514 om den 21 penninck oitecoepen. Doe accordeerden ende
sloetten sy met den Hartoch, als dat dye gemene heerschap-
pen wt Oestergoe, Westergoe ende Soeuenwolden solden deri
Hartoch den dienste holden twe maenden lange vyf hondert
knechten, geuende yegelick knecht des maents nu gouden
gulden, ende dye genen knechten conden crigen en\'e seluen
niett wilden dienen, dye solden den Hartoch geuen soe veel
geit, als syn renthen beliepen vanden lopende maenden.
Ende soe souden dye heerschappen coemen te Leuwarden voer
dye cancelarye , ende holden daer munster, ende daer coren
sy twe hopmannen ower dye knechten , als Jancke Üenema
heerschap te Blye ower dye knechten wt Oestergoe ende
Seuenwolden, ende Epo Aelua herschap toe Witmaersum
ouer den knechten wt Westergoe, ende een yegelick hofman
hadde een vaendraeger, trommer ende scriuer, ende reysden
dye seluen dach wt beuel van den Hartoch nae Adwert voer
Gronningen, ende hyermede solden dye heerschappen vry,
los ende quyt wesen van den 21 penninck, die Anno XVc
ende vyer doe Hartoch Georgen worde geliuldiget. Maer wat
landen ende renthen sye nae den datum voersz. hadden inge-
coft. ende noch naemaels van huysluyden, cloesters ofte anders
mochten ancoepen, dye nu niet worden afg\'ecoft, daer solden
sy jaerlixe schattinge van geuen den heer; hyer op solde dye
Hartoch geuen den heerschappen genoechsaeme hesegelde
brieuen ende quitantie. Om dit brief wel te maken, want
den heerschappen daer groet macht an lag, worden van dye
gemene heerschappen geordineert Hessel Martena, Doctor
Kempo Martena, Peter Camminga, Rienck Camstra, Tyaerdt
Burmania ende Siuerdt Abbinga. Daernae is Hartoch Geor-
gen weder nae Gronningen geroist, ende maeckt een leger
te Seluert int cloester, ende hoeft voert te halue wege an
Gronningen geschanst, ende hebben alle dacgen tegen mal-
cander schutgeweer gehouden, dat mennich man coste syn
lyf. In dye tyde hebben dye Zassens Hogerkercke met geualt
-ocr page 125-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   111
ouergeuallen, ende veel doet geslaegen, daer worden 60 1514
knechten gefangen, dye al toe Leuuarden gebracht worden,
ende saeten daer lange geuangen opt stats fleyshuys. Oeck
heeft Ilarlocli Georgen van Sassen dat blockhuys op Delfzyl,
dat dye graeff hadde besct, met geualt ouei gefallen , ende
al den hals affgesteeken, wat hy daerop creeg, ende heeft
thujs slecht gemaeckt. Nu wil ick wederkeren int graeuen
lanf , ende bescriuen wat dye Brunswickse heren daer hebben
bedreuen.
Hartoch Hcnclrlck van Brunswick heeft gewon*
ncn Int greue lant Stickhtiyscn Lingen enile
voert voer den Ocrt gesvoeten.
Naedat die YYredenbuch was genomen als voersz. is, toeg
Hartoch Hendrick van Brunswick met al zyn macht voer dat
huys Sticklmysen, daer veel volck voer doet bleef. Ten laes-
ten hebben sy thuys geuonnen inet subtylheit; want opt huys
laegen meestal huysluyden wt den Graeuen lant. Doe nae-
men dye Brunswickse alle -dye huysluyden , dye opt huys
laegen, wywen ende kinderen , ende dreuense voer hoer hen
op den grafts wall vant huys , ende riepen doe ant huys ,
datso dat huys solden opgeuen, of sy wolden hoer wyuen
ende kynderen voer hem in dye graft driuen, ende daerop
ower den grafte gaen, ende bestorment huys. Doe kreeten
ende kermden dye kynderen ende wyuen soe lange an hoeren
mannen ende olderen , datse worden beweget ende gaeuent
huys op, ende gingen afft huys boholden lyf ende goot.
Dnernae wan oeck dye Harloch dat huys op Lingen met som-
mige heerschappen huysen ; daernae toeg dye Hartoch met
-ocr page 126-
112                         WORP VAN THABOR.
1514 veel macht voert thuys toe Lierroedt ende heeft dat sterck
belecht. Doe dye Graef thuys op Lingen met andere huy-
sen hadde verloeren , soe worde hy cleynmodich ende toeg
tot Aurick ende brochte alle victalie opt slott, ende toeg
daervan daen binnen Emden , ende sende syn kinderen met
een deel van zyn goederen wt syn lant , ende ruimde self
oeck syn lant ende toeg binnen Gronningen. Als Hartoch Hen-
drick een wyle voer den Oert hadde gelegen , soe wolde hy
syn schanse naeder ant huys brengen , ende stonde selue hy
den graeuers, ende ordineerde alle dinck nae syn sinne.
Doe worder een slange vaut huys geschoeten , ende schoot
Hendrick van Brunswick doert hoeft ende daer van stonden
an doet gebleuen , ende liet jonge Hartoch Hendrick synen
soen , dye by hem was , ende Hartoch Eerck synen broeder
in groeten rouue ende droefte.\' Hartoch Eerck zyn broeder
ende Hartoch Hendrick syn soen seinden dat doede lichaem
gebalsemt met groeier familie ende eerlicke staet op in syn
lant tot synen moeder ende syn wyf. Doen Hartoch Hen-
drick van Brunswick aldus voerden Oert in Oesturicslant
was geschoeten , soe waeren syn hoeren ende knechten secr
verslaegen, ende braeken op van den Oert ende worden
voersc. van Hartoch Georgen datse met all hoer macht
met hem voer Gronningen solden coemen. Ende Hartoch
Georgen heeft hem seer bedroeft om den doet van Hartoch
Hendrick, want hy syn prinsepael getrouue voerfechter had-
de verloren, ende hy seluen was in vremde landen, in groe-
ten last ende cost van oerloch ende wiste oeck wel, dat veel
Vriezen hem niet gunstich waeren, om dye heerschappen
int jaer van 12 gerecht als voersz. is. Ende oeck om den
swaere schattinge, welcke dye Vriesen tot dit oerloch had-
den gegeuen, hoewel dat Hartoch Georgen dese suare schat-
tinge van den Vn°scm niet nam wt giricheit ofte wrectheit,
inaer daervan noede worde gedrongen om syn oerloch te
-ocr page 127-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     113
veruolgen , tegen den Graefende Gronningen. Doen Graef Ed-1514
zart hoerde, dat Hartoch Hendrick van Brunswick was ge-
scoeten , soe was hy l>et gemoet ende hoepte syn lant noch
toe holden, dat hy te voeren wel half verloeren hadde ge-
geuen. Ende hy toeg sonder toeuen wt Gronningen nae
Sutphen tot Hartoch Kaerl van Geldre om ruytleren ende
knechten, ende hy creegh van den Hartoch nu dusent rutters
ende quain daermede weer hinnen Gronningen.
Die Dam belecht ende gewonnen.
Nae Hartoch Hendrick van Brunswicks doet quam dy Har-
tochinne van Brunswick met hondert. ende 25 peerden wt
hoer lant voer Gronningen, om haer zoen te haelen ende
hem in syn lant toe brengen, ende daer tlioe huldinghe; met
hoer quam oeck Hartoch Eercks wyf, dat Hartoch Georgens
suster was, om haer man oeck weeder thuys te haelen.
Maer dese voersz. heeren wolden niet thuys , eer sy den
doet van Hartoch Hendrick hadden gewroeken. Als dan dye
Brunswickse heeren ende knechten waeren voer Gronningen
gecoemen tot Hartoch Georgen, soe hehbense alle daegen
tegens Gronningers schermutsing geholden ende malcanderen
an beyde syden groete schaede int volck gedaen. Maer om
dye stat Gronningen toe winnen, een worde noch niet veel
bedreuen; dit anmerekte Hartoch Georgen, dat hy lange
voer Gronningen met groete oncoslen hadde gelegen, ende
een groet deel van den schoene boemer was voerloepen,
soe was hy cleinmoedich ende seer bedroeft, want syn
schat begon te verminderen ende hy wiste wt synen lande
als Myssen, Duringen ende Sassen niet veel meer te crigen,
want dye landen bloot waeren geschat om dit oerloch. Oeck
hadde hy veel Sloeten ende landen voerset om geit; waer-
omme worde in Myssen, Duringen ende Sassen Vrieslant ge-
8
i
-ocr page 128-
114                          WORP VAN THABOR ,
1514 noemt Vrothlant; want alt schat, dat bouen \\vt dye landen
quam in Vrieslant, worde verteert ende al heipet niet,
ende Westvrieslant was oeck soe bloet geschat, dattet niet
veel meer mochte opbrengen, waerom heeft Harfoch Geor-
gen hem met synen vrunden ende heei en beraeden,
dat hy den Dam wilde beleggen. Doen heeft hy Seluert,
Aedwert, Weerdenbras, Winsum ende andere festicheeden
besel met volck ende knechten om Gronningen te waren, dat
sy niet in crigen solden; ende Hartoch Georgen is met dye
Brunswickse heeren ende dye hoep van knechten ende sommige
Vriesen gereist voer den Dam omtrent Magdalene ende heeft
dye stadt belecht. Als dye leger voer den Dam sommige
dagen hadde gelegen , soe leeden dye knechten groeten ar-
moede; want daer niet veel pi ouiande mochte coemen te wae-
er noch te lande, soe wolden dye knechten daer niet langer
leggen, maer sy begeerden den stat toe stormen, welcke
Hartoch Georgen noch niet wolde consenteren, om den bloet-
stortinge te vermiden, waerom heeft hy een hoede met briuen
gesent inden stadt vraegende, of sy den stat wolden geuen
oft niet. Otto van Diepholt antwoerde , datse dye stat niet
wolden opgeuen; want inden Dam waren soeuen hondert ge-
munsterde knechten, ende oeck soe voel frome burgers, dye
groeten geweer deden ende hadden stolten moede. Doen
heeft dye hartoch met groet swaer geschut inden stadt ge-
scoeten dye huysen boeuen aff ende dye poerten ende boluerck
op veel plaetsen, ende scoeten oeck brant inden stat; maer
dye burgers met dye knechten hebben dye brant gelescht,
ende nachtes weder dye poerten ende wall weder gereparert,
wat dages worde (te schoeten. Daernae sende dye Hartoch
weder brieuen ende vraegde, oft sy noch niet tot genaede
wilde coemen ende geuen dye stat op in synen handen; maer
dye ouerste Hofman voersz. wilde den stat noch niet opge-
uen. Doen consenteerde den Hartoch, dat men den stat soude
stormen. Doen begeerde dye jonge Hartoch Hendrick van
-ocr page 129-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     145
Brunswick van Hartoch Georgen, dat men om wraek synen 1514
vaeder voer den Oert gescoeten all souden doet slaen , wat
inden stadt worde gefonden, geestelick ende waerlick, wyven
ende kinderen. Maer Hartoch Georgen woldet niet consen-
teren sulcke wreetheit. Doen wordet gesloeten, dat men
geestelicke luyden, wiuen ende kinderen solden sparen, dye
anden veste niet worden gefonden ofte int harnas, maer alle
burgeren ende knechten sold men doet slaen ende niemant
geuangen nemen. Anno 1514 opten 5 dach Augusti heeft
Hartoch Georgen den Dam met gewelt owergeuallen ende
met stormender hant geuonnen. Daer worden alle mansper-
soenen doetgeslaegen in den Dam, dye in drye dagen daer
binnen worden gefonden, inden kerck voert heylige sacrament
opten altaren worde niemant gespaert, alsoe datmen inden
kercke gingen tot den enckel toe in den bloede, daer wor-
den geslaegen knechten ende burgers te samen XIlc ende 36
mannen, zes wyven ende een kint, wennich burgers ende
knechten ontquaemen, dye owert bolwerck vielen, ende liepen
binnen Gronningen tot den Graef. Olto van Diepholt ouerste
hofman worde gefangen ende toe Leuwarden gebrocht opt
huys; dye Sassens knechten hebben dye stat geplondert ende
spoliert. Dese groete bloedstortinge in den Dam dode prin-
cepael dye jonge Hartoch van Brunswick met zyn volck, om
wraeke synen vader in Oesturieslant gescoeten. Occk hadden
dye burgers van den Dam Hartoch Albert van Sassen enen
eedt gedaen ende trou gesuoren, inden tyden doen Graf Ed-
zart denseluen Hartoch enen eedt ende onlfangen heeft voei\'
enen heer; ende nu waeren sy Hartoch Georgen rebel ge-
uorden ende holdent met den Graef. Aldus moeten vaecke
dye onschuldige ondersaten betalen, dat dye heren misdoen.
Doen dye Dam worde geuonnen, doe verloeren dye Sassens
oeck vertich mannen, dat meest al edelluyden waeren wt
Myssen ende wt het hertochdom van Brunswick , want dye
Edelluyden den Dam eerst an stormden om den Hartoch toe
8*
-ocr page 130-
WORP VAN THABOR ,
116
1514 behagen en de syn leedt te wreken, waerom Hartocli Geor-
gen sommige eedelluyden, Ridders geslaegen wt syn lant
Joncker Wigboldt van Eusum gebroeders. Oeck sende Har-
toch Georgen van stonden an aen den Bisschop van Mun-
ster, ende liet reconciliercn alle dye geuide plaetsen, dye ge-
uioleert waeren, op syn costen.
Handellngc gedaen tusschen den Furst Tan
Sasscns endc Gronningers.
Doen den Dam was gewonnen , doe reisde die jonge Har-
toch van Brunswick ende Hartoch Eerck synen oem met hoe-
ren heeren weder in hoer lant, ende Hartoch Georgen van
Sassen liet inden Dam tot beuaringe der stat Carlewitz
mit zes hondert knechten. Oeck consenteerde hy dat alle
dye burgers van den Dam, dye toe lywe waeren gcbleuen,
dat sy weder inden stat mochten coemen ende sweren hem
trou, ende koepen haer gueden weer van dye knechten.
Ende hy brack seluer op van den Dam met alle syn heren,
knechten, ende macht, ende reysde weder in Aedwei t, Sel-
uert, ende\' andere plaetsen voer Gronningen , ende heeft den
stat an alle hoecken belcclit, alsoe dat sy daernae meer be-
naudt worden, dan ye te voeren. Want sy nu den Dam
hadden verloeren, dye altyt een voerpoert van Gronningen
hadde geweest. Nochtans deden Gronningers vele vroerne
feiten tegen haer vianden, ende sloegen malcanderen menni-
gen stouten man aff. Alsdan Gronnigers dus an alle canten
was belecht, datse niet mochten incriegen, soe hegonde dye
vitalie te becriinpen, alsoe dat dye schaemele burgeren be-
gonden gebreck toe crigen. Oeck hadden sy vreemde knech-
ten in den stat , dye met dye burgers in den cost laegen,
ende geen gebreck wolden lyden. Ende daer was geen
-ocr page 131-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   117
hoep noch troest van ontset. Want alle larits heeren, 1514
dye ondert Roemsche riek waeren ofte stinden, faueerden
Hartoch Georgen ende waeren den Graef contrari, behaluen
Hartoch Kaerl van Geldre, dye den Key. rebel was, ende
hilde hem onder den croen van Franckrick. Dese Hartoch
Caerl was Graef Edzart gunstich ; want hy tot Georgen geen
goet hart droeg , als hy nae beuees. Doen sus als voersz.
is gebreck ende armode in Gronningen begonste te coemen ,
ende saegen wel datset niet langer mochten ontholden, soe
hebben Gronningers met malcanderen gesproecken ende ge-
sloeten, datse Hartoch Georgen van Sassen wolden kyesen
tot een beschermheer, ende draegen hem dye stat ouer op
sekere conditiën, ende hebben gesent meester Willem pas-
toer van Gronningen tot Hartoch Georgen toe Leuwarden,
met volcomen macht van recht ende raedt , van alle Gilden
ende gesuoren gemeente binnen Gronningen, wat hy met
den Hartoch handelde ende sloet , dattet stall ende macht
soude hebben. Mr. Willem voersz. is tot Leuuarden tot
Hartoch Georgen gecoemen, ende heeft hem den stat Gron-
ningen gepresenteert , als volcoemen macht hebbende, behol-
delick dat dye stadt Gronningen solde hoer preuilegiën, dye
sy van Key. ende Coningen hadden, gebrucken ende genie-
ten , ende oeck den gerechticheit ouer hoer omlanden hol-
den , dye sye sus lange hadden gehat. Oeck solde dal huys,
dat Graef Edzart binnen Gronningen hadde gemaeckt, on-
der voeten ende slecht wesen, ende solde na gene veste
noch sterekte binnen Gi-onningerf bouuen, maer wel een pla-
santich huys ofte een princehek huys, daer syn F. G. met
eere mochte inuoenen , met sommige andere articulen , daer
geen swaricheit voer den Hartoch in was gelegen. Hartoch
Georgen bad meester Willem des auonds te gaste ende was
vroelick met hem. Meester Willem dranck Hartoch Ge-
orgen Gronningen toe op conditiën voersz.; dye Hartoch
heeflet van hem lieflicken geuacht. Hartoch Georgen liet
-ocr page 132-
b
118                        WORP VAN THABOR,
1514 gen liet den pastoer des auonds vant huys eerlicken in syn
herberge brengen, ende beual hem hy solde des anderen da-
ges \'s morgens tot hem coemen; hy wolde hem des nacht
opten handelinge tusschcn haer gohat beraeden, ende seggen
hem des morgens .guet antuoert, alsoe dat Meester Willem
niet twiuelde, of twas al claer tusschen den Hartoch ende
den stat Gronningen; want die moeste rickdom waeren seer
geneecht tot Hartoch Georgen, omdat hy seluen in syn per-
soen een guetlick,\', recht, waerdelick ende lieflick prins ende
furste was , ende hadden hem lieuer dan een ander heer.
Des nachts heeft Hartoch Georgen den handelinge tusschen
hem ende Gronningers syn heeren ende raeden te kennen
gegeuen, ende met huer omgelecht, wat hy den pastoer van
Gronningen voer een antuoert solde geuen. Doen hebben
syn onderheren hem afgeraeden, dat hy nae soe veel oncos-
ten, als hy voer Gronningen hadde gedaen, tot soe schent-
licken zoen niet een solde coemen, alsdat Gronningers nu,
dat sy niet bet een mochten, Graeue Edzart van Oesturies»
lant van noeden ingchaalt, ende hem geconsenteert, dat hy
een sterek huys binnen Gronningen tot syn wille inochte
bouwen, ende syn Furste Genaede soude nu lyden, dattet
huys, dat binnen Gronningen getimmerl was, solden destru-
cren ende geen sterekheyt ofte veste binnen Gronningen heb-
ben etc. met meer woorden, alsoe datse den Hartoch op een
ander fundament brochten , dan hy des auonds met den pas-
toer van Gronningen hadde gehandelt. Des morgens quam
Meester Willem pastoer van Gronningen weder opt huys lot
Hartoch Georgen, om eiutlicke afscheidt van hem te ontfan-
gen. Doen heeft den Hartoch den pastoer tot den afscheidt
gegeuen, dat hy hem alsoe hadde beraeden, dat hy geneecht
was in alle genaede met Gronningers te handelen, ende haer
een guet heer toe wesen, ende hoer groeter toe maeken,
dan sy nu waeren. Maer hy wokle boeuenal dat huys, dat
dyc Giaef in Gronningen hadde, in hebben ende houden, to
-ocr page 133-
KRONIJK VAN FRIESLAND                    119
syn wille bouuen ende gebrucken, met meer ander articu- iMi
len, dye hy Gronningers niet wilde laeten voegen. Ende
Mr. Willem scheyde met droeuigen ende toernigen moede
van den Hartoch, ende reysde weder binnen Gronningen.
Want dese Meester Willem regierde dye stat Gronningen,
ende dye stat Gronningen dede niet, of het ginck al doer syn
handen , ende wat hy riede ende wolde , dat geschiede in
Gronningen; ende hy was was meer geneecht tot den Hartoch
van Sassen tot een heer ouer Gronningen te hebben, dan
tot eenige andere lantsheeren. Ende niet allene Meester
Willem voersz., maer meest alle dye rickdom binnen Gron-
ningen waeren Hartoch Georgen gunstich, ende hadden hem
lyef omme synen deugdelicken lenen. Want anno sexto,
doen Graef Edzart Gronningen in creeg, hadden sy lieuer
ingehaelt Hartoch Georgen dan den Graeff, hadden syn Fur-
ste Genaede doe seluen voer Gronningen ofte in Vrieslant
gewest, maer doer wreetheit van syn onderheeren wordet
doe beleth, dat het tot geen effect quam, gelickt nu oeck
van synen onderheeren worde behindert, die meer hoer
eygen baete ende profyten sochten, dan des Furstes, tot sy-
nen groeten schaede ende schande, als ghij nae in dit boeck
sullen hoeren.
«SS»
Communicatie tnsschen Graef Edzart ende
Gronningers geholdcn omme llertoch
Caerl van Geldre tot enen heer
van Gronningen toe bc-
willlgen.
Doen Meester Willem toe Gronningen quam met datantr
uoert ende afscheide des Furstes van Sassen, ende dat on-
der den gemeente werde gehoert, soe riepen sy alle gelicke
-ocr page 134-
120                          WORP VAN THABOR ,
1514 dat zy om leeuen noch om steruen onder den Hartoch van
Sassen wolden gaen. Doen hebben Graef Edzart ende
Gronningers met malcanderen gesproeken ende gesloeten,
dat sy Hartoch Kacrl van Geldre wolden kyesen voer
een heer ower Gronningen ende dyo Omlanden van den
Emse tot den Lauwertzee ofte Gerksbrugge, tot opten vor-
uarden ende conditien, als sy doe ouor een quamen, by al-
soe dat hy moed ende macht hadde Gronningen te ontsetten.
Tuelck Hartoch Kaerl van Geldre nae communicatie ende
beraede met syn heren heeft angcnoemen. Inden beginne
dat Hartoch Georgen toerloch tegen Graef Edzart ende Gron-
ningen aenheef, vreesde hem altyt voer Hartoch Kaerl van
Geldre, want Hartoch Albert zynen vaeder hadde in voerle-
den tyden met Roemsche Key. Mat. veel quaet in Geller-
lant tegen den Hartoch gedaen , waarom int begin vant oer-
loech wolde Hartoch Georgen vruntschip met Hartoch Kaerl
van Geldre maken, ende sende hem een sulueren trysoer;
Hartoch Kaerl van Geldre wolde dat niet hebben, noch ont-
fangen, ot hy wolde weten op dat conditien ende fundament
hem dat was gesonden. Ende want hy daer gene wlspraeck
van conde crygen, soe heeft hy dat verbetert met andere
clenoedyen, ende weder met danckbci heit an Hartoch Ge-
orgen gesent.
Graef Edzart heeft Gronningers den Eedt ver-
lactcn, ende Hartoch I&aerl van Geldre Is
binnen Gronningen gehuldlcht
Alsdan Hartoch Kaerl van Geldre met Graef Edzart waere
geslocten als voersz. is, ende dye Graef was weder van Zut-
-ocr page 135-
121
KRONIJK VAN FRIESLAND.
phen in Gronningen gereyst, soe heeft dye Hartoch voerga- 1514
dert vyer dusent knechten, ende heeft Willem van Oyen
ende Werner Spigel, als volmachlich van synen wegen, met
dye knechten vocrsz. gesent nae Gronningen, dye reisden
doer Twent ende Drent, met hoer hebbende sommige wa-
genen met victualiën, ende quaemen daermede binnen Gron-
ningen omtrent Alreheyligen. Doen dye Geldersche knech-
ten aen quamen, weeck dye swarte hoep onder dat gescut
vanden Weerdenbras, want sy tegens dye Geldersche geen
moedt hadden te slaen. Dye Geldersche knechten bleuen
buyten Gronuingen leggen, ende Willem van Oyen ende
Waerner Spiegel met hoer familie toegen binnen Gronnin-
gen, omme te volbrengen, dat binnen Zutphen was begree-
pen. Daer heeft Graef Edzart van Emden dye inuoeners
van Gronningers den Eedt verdraegen ende quylgescholden,
dye sy hem ende synen eeruen Anno 1506 hadden gedaen,
ende hoer gedancket van hoer goetwillicheit ende trouuic-
heyt, die sy by hem hadden gedaen. Daerna worden ter-
stont gehuldicht, inden naeme ende van wegen Hartoch
Kaerl van Geldre ende syn eeruen , Willem van Oye binnen
Gronningen. Dat huys binnen Gronningen, dat Graef Edzart
hadde laeten bouuen, worde by consent des Hartoch van
Geldre, gedestrueerd ende slecht gemaeckt, dat Graef
Edzart doe mishaegde ende den Hartoge van Geldre
daernae faecke hwet gerouuet. Hyermede is Graef Ed-
zart met bedroefden moet ende toernich wesende wt
Gronningen , omdat het huys werde gedestrueert, ende is
gereist ouer dye Emse in zyn lant. Willem van Oyen reysde
met dye knechten weder nae GeUlerlant ende loefden Gron-
ningers, datse voer Sinte Nicolaes solden worden ontset.
Doen dye Geldersche knechten van Gronningen weder reisden
nae GeUlerlant, doen geboedt Hartoch Georgen, dat dye
Vricsen vt Oestergoe, Westergoe ende Soeuenwoldon by hem
souden coemen, om den Geldersche te veruolgen, ende by
-ocr page 136-
122
WORP VAN THABOR,
1514 met dye swarte hoep hebben dye Geldersche veruolget al tot
Wmmen toe, ende heeft veel van dye Geldersche doetgeslae-
gen; hem worden oeck twe Edelingenaaffgeslaegen wesende
wt syn lant. Dye Hartoch is weder mil syn suarte hoep nae
Gronningen gereist, ende dye Vriesen yegelick weder nae
huys.
«SS»
Van den scattinghc die Hartogh Georgen leg-
gende voer Gronningen int Jaer van 14
heeft schat van den Vriesen.
Als Harlog Georgen aldus lange noch voer Gronningen lach
met veel knechten, waerom hy alle maenden groet geit be-
hoefde, omme dye knechten te versolten ende loenen, wt
syne landen was niet meer te halen. Oeck was Vrieslant
soe seer geschat, dat hy daer niet meer dorste schatten om
een opstal hinnens landes. Want int begin van dit jaer, doe
dye vyf dusent knechten eerste int lant quaemen, gaf dye
golden gulden renthe nu sts; daernae inden vaste noch vyer
sts. nae Assumptionis Marie noch 6 sts. behaluen dat geit,
dat dye huysluyden gauen, elckander wt te winnen, als sy
van den heere worden geboeden. Summa met leringe ende
ander oncosten, dye dit jaer ouermits toerloch syn geuallen,
quam alle gouden renthen boeuen dye 28 sts. ende dye gou-
den gl. dede doe 28 sts. Alsoe dat dye heere schatte dit jaer
dye heele renthen van dye landen ower all Vrieslant. In dese
schattinge worde niemant angesien, noch geestelick, noch
kercken. Daernae doe dye Hartoge geen meer schattinge
dorste eyschen van den Vriesen, begeerde by van den cloes-
sters toe leen, van dye sommiga een hondert, ende sommiga
twe ofte drye hondert gouden gl., daernae dat dye cl\'oesters
-ocr page 137-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      123
riek waeren, hebben geleent, ende dye hartoch rentemeester 1514
toe Leuuarden gaff yegelicke cloesteren obligatiebrieuen dat
geit te betalen. In wat kereken dye heoren conde verey-
schen, dat geit in blocken waer, dat mosten dye pastoren
ende kerekfouden , hoer geuen op renthen, desgelick waer-
licke priesteren, heerschappen, coepluyden , dye voernoempt
waren, datse geit hadden, moesten den heere lenen op rent-
hen, soo lange dye princepael summa worde betaelt. Oeck
hebben sommige coepluyden te Antwerpen, toe Amstelredam
ende andere steeden in Hollaut geit ofte laken gesonden toe
leen, daernae hebben dye steden oeck geit moeten leenen.
Als Sneeck vyihondert, Bolsuart hij hondert gouden gl. etc.
Inden tyden waeren sommige waerlicke priesters in Vrieslant,
dye niet alleen den Hartoch geen wolden leenen , maer oeck
diet wel hadden, dye schatlinge voersz. van hoer possessie
wt chrigelheit niet wolden geuen , seggende dat hemluyden
niet was geoerloft, tot sulcken oerloch schattinge toegeuen,
want Hartoch Georgen den graue lant van ower Emse ende
Gronningers ansochte, ende tot syn subiectie wolde brengen,
dye hem van Roemsche Co. Mat. niet een waeren gegeuen,
hy geen rechtuaerdich oerloch voerhanden hadde, ende onder
alsulcken decksel maeckten sy dye Vriesen ongehoersaem
ende onwillich. Doen committeerden dye heeren eerste dye
Deekens, dat sy dye onuillige priesters souden duingen dye
schattinge toe botaelen , als dit niet holpe, wordet dye Griets-
luyden elck in syn deel van den heeren beuoelen, dat sy den
schattinge souden eyschen van den priesters, ende op den
onuillige executie doen. Ende als daer murmeratie van quam,
dat dye waerlicke rechters executie solden doen opten priesters,
doe maeckten dye hoeren twe fiscalen als Mr. Bucko pastoer
toe Oldehof te Leuuarden in Oestergo ende Mr. Tyaerdt pas-
toer te Steens in "Wcstergoe, dat elck reisden met 12 oft 13
knechten ende deden executie opten priesters , dye noch niet
gegeuen hadden ende niet geuen wolden. Ende dit heeft dye
-ocr page 138-
124                         WORP VAN THABOR ,
]514froeme hoeggeboren furst Iaeten doen, niet wt wreetheit,
niet wt ghïcheit, maer dye noodt heeft syn Edelheit daer-
toe gedrongen, om dat suaere oerloch, daer hy in was,
daer syn eer ende al syn welfaeren an lach; want syn
knechten, dye voer Gronningen laegen, dy hy sus lange
alle maenden hadde betaelt, ende nu niet langer mochte be-
taelen , worden onwillich ende wolden niet langer anden vian-
den tot groeten schaede ende afterdeol van den Furste van
Sassen etc.
Den Hartoch geboedt dat die Vriesen den Jaer-
llxcn tax solden afcoepen etc.
Als Hartoch Georgen aldus voer Groeningen lach, ende
alle maenten veel geit behoefde, om syn knechten te versol-
ten , ende hy genen ra ede wiste om geit te criegen, noch te
lene, noch toe schatte, soe heeft hy voerscreuen te Leuuar-
den te coemen, omtrent Martini in Nouembri, volmachtigen
van den geestelicken, ende huysluyden wt Oestergoe, Wes-
tergo ende Seuenwolden. Daer heeft des hartochs Maer-
schalck voergeholden, dat Hartoch Georgen begeerde ende
wolde, dat dye Vriesen solden affcoepen den jaertax, dye
sye den heer alle jaeren schuldich waeren , dat is drie sts.
vanden gulden renthe, dat hadden dye heeren alsoe geordi-
neert, datse met darthien penningen een souden mogen af-
coepen, dats alsoe te verstaen, dye een gouden gulden des
jaers den heere te schattinge, dye soude nu eens geuen 13
gouden gulden , dye jaers twe gaeuen, dye solden den heer
26 golden gl. geucn ende soe voertan, ende daermede in euich
vanden jaertax vry, ende dye geen geit hadden souden bren-
-ocr page 139-
KRONIJK VAN FRIESLAND ,                   125
gen toe Leuuarden golt, suluer , tinuaerck , dats potten , 4514
ketelen ofte anders, wat dye huysluyden hadden. Ende men
soldet al met dye wichte ouerleueren, ende wat clck pondt
ende loet solde gelden was al van dye regenten des lants
redelicken goset ende waerdycrt. Doen vraechdon dye Vrie-
sen, ingoualle dat sy den jaertax , dye sy den heer plaegen
te geuen, afcoften, waermede dan den Har toch dese landen
van Vrieslant soude onderhouden. Daerop antuoerde des har-
tochs Maerschalck, dat syn furste genaede landen , steeden,
burgen ende sloeten hadde in Sassen, Myssen ende Duringen
daer hy jaers soe veel incomste ende profyte van hadde, daer
hy syn staet eerlicken met mochte onderhouden syn landen
met Vrieslant. Oeck hilde syn genaede dat Bill ende dye
Excysen van wynen, byeren ende lakenen, daer hy Vrieslant
mede mochte onderhouden , waerom dye Vriesen niet dorsten
sorgen, dat dye Furst van Sassen ofte syn eeruen den Vriesen
immer meer enighe nieuwe swarichedcn voerden jaertax sol-
den opleggen, maer guede quitantie geuen dat dye Vriesen
int euich daervan souden geuriet ende quiteert wesen. Tot
wyle dat dit onderhanden was, ende dye Vriesen hiertoe on-
willich waeren, maer solden hoer beraeden, quaemen dye
Geldersche int lant ende creegen een groet deel vant lant tot
hoer handen, als dye Soeuenwolden, Geestorlant, Staeueren,
Sloeten , Sneek , Bolswert met al Wiinbritseradeel, Wonse-
radeel etc. Ende van alle dese landen steden, ende dorpen
cregen dye Sassens heeren geen meer schattinge.
««ra»
-ocr page 140-
126                       WOBP VAN THABOR ,
1514             Van Jancke Donuama toe Oldebocrn.
In tyden was een heerschap in Vrieslant genocmpt Janke
Douwama ende woende toe Oklehoern. Dit was een kloeck
verstandel man ende was veel mede voer Gronningen, ende
by Hartoeh Georgen van Sassen ende all zyn heeren wel gc-
sien ende veel geacht. In dyen tyden omtrent Sinte Michiel,
doet in handen was, datt Graef Edzart van Eemden den IIar-
toch van Geldre Gronningen wolde ouerdraogen, doen be-
geerde dese Jancke voersz. van Hartoeh Georgen, dat hy
mochte reysen nae Roem, daer hy een bedevvart schuldich
waer; dye Hartoeh heeftet hem geconsentcert ende dye Sas-
sens heeren schenckten hem dye wyn, ende droncken den foy
met hem niet quaets van hem suspicerende. Doen toech met
hem Sicke Douue Zoen Gaelis, den graef Hugo van Ly. des fur-
stes van Sassens Stathouder gerecht hadde syn vaeder toe Fra-
nicker op Syaerdama huys, als boeuen gescreuen staet, int
jaer van XVc ende eene. Dese twe heerschappen reisden wt
Vrieslant ower nae Hollant ende voert in Brabant, ende ble-
uen daer een tyt toe Brusel, Loeuen ende andere steeden,
terende om haer geit. Daernae omtrent Martini als sy ver-
naemen , dat Hartoeh Kaerl van Geldre volck voergaerde,
om Gronningen te ontsetten, reisden sy wt Brabant, nae
Gellerlant tot den Hartoeh, ende quaemen nae met den Gel-
dersche in Vrieslant tegens den Furste van Sassen. Ende
Jancke was den Hartoeh van Geldre een groet hulpe , om-
Vrieslant in te crigen. Want hy was inden Soeuenwolden
veel geacht ende ontsien. Dese Jancke was nae groet by
Hartoeh Kaerl van Geldre. Ende dye Geldersche deden met-
ten eersten niet veel in Vrieslant, daer macht an lach of
het was by syn weten ende raed. Maer nae sommige jae-
ren , doe dye Geldersche meenden , datse wel beuortelt wae-
ren int lant, wolden sy den Vriesen meer last opleggen,
dan sy in den beginne hadden beloeft. Daer Jancke niet in
-ocr page 141-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   127
wolde consenteren, maer sette hem daertegens. Waerom
ginck hy den Hartoch van Geldre aff, ende reysde wt Vries-
. lant, ende viel aan den Key. Mat. ende Bei goensche, ende
was groet ende welgesien int hof van Burgoendien, ende
quam toe Leuuarden hij Georgen Schenck vryheer tot Tau-
tenburcb, Stathouder van Key. Mat. in Vrieslant. Nae wenich
tyt worden dye stathouder ende Jancke voersz. vianden, al-
soe dat dye saecke quaeme te hoeue in Brabant tot Jancke
verderfnisse, als ghy nae op synen tyd in dit boeck sullen
vinden. Dit hebbe ick hyer cortelicken geroert om beth tot
voerstande toe coemen. Want Jancke voersz, nae in dit
boeck vaeck sal worden genoempt.
Hartoch KaerI van Geldre sende syn volck In
Vrieslant ende creeg een paert vant
lant In.
Ter wyle dat Hartoch Georgen met macht noch in Aed-
wert ende andere plaetsen voer Gronningen lach, ende dye
schattinge van dye Sassen metter tyt worde wt gepeenet. Waer-
omme groete murmeratie onder sommige was. Doen ver-
gaederde Hartoch Kaerl van Geldre knechten , om Vrieslant
in te nemen, hy sonde Lenardt heer van Suartsenburch
als ouerste hofman, ende Arclens rentemeester van Gelder-
lant, met sommige andere jonckers ende edelluyden wt Geller-
lant ende met soeuen hondert knechten in Vrieslant; ende
met haer quaemen Jancke Douma ende Sicko Douuesz. Ga-
les heerschappen voersz., sy voeren aff van Hardarwick,
ende quaemen aen op Geesterlant by Merderhoeck opten 22
dach Nouembris, ende reisden terstont nae Sloeten ende
naemen dat in; want Sloeten doe niet sterek was.
-ocr page 142-
128                          WORP VAN THABOR ,
15-14 Daeges daernae togen sy voert naeder Hst. Doe sonden
Joncker Reiloff van Eusum, Sicko Leuckama ende Low Doe-
nya heerschappen toe Sneeck boeden acn den Sassens hce-
ren toe Leuuarden, ende dye heren wolden dat niet ge-
loeuen, ende scholden den boeden seggende, dat hy loeg ,
ende \'t was een wtsetlinge omme moiterye int lant toe ma-
ken. Doen toeg Low Doenya solfs wt Sneeck nae Leuuar-
don, ende noch woldet dye heeren niet geloeuen. Onder-
dissem cregen sy sekere tydinge, dat dye Goldersche int
lant waeren. Doen senden sy heer Gromhach met busse, pul-
uer ende sommige haecken. Want dye Sassens heeren had-
den lange voeren alt geschut van Sneeck genomen, rnacr oer
sy te Sneeck quaemen, hadden dye Geldersche Sneeck all
in. Want op den 24 dach Nouembris, dat is Sinte Kateri-
ne auont, quaemen dye Geldersche van der Hst voer den
stat ende seyden, datse van den Hartoch von Geldre waren
gesent, dat sy wt naeme ende van wegen des Goenicks van
Vranckrick Yrieslant souden weer vry maken, ende sy maen-
den den burgers van Sneeck niet dan allo minne ende vrunt-
schap, ende waert saeck dat sy haor niet met minne wol-
den inhaelen, soe wolden sy den stat anfallen met gewalt.
Als dit Joncker Reylof van Eusum hoerde ende hy sach ,
datse geen geschut inden slat hadden, daer sy haer met
mochten verueren , ende den vianden buyten houden , ende
sy hadden toe Leuuarden aenden heeren ontboeden om hulp
ende geschut, ende daer quam niet. Doen geboedt hy dat
men den poerten solden open doen , ende hy met Sicko
Leuckema ende dye meeste paert van dye burgers liepen tot
den Oesterpoert wt, ende bergden hoer lyf, ende dye Gel-
dersche quaemen binnen Sneeck. Doen voersc. die Gelder-
sche dye burgers, dye wt Sneeck waeren geloepen, datse
weer inden stadt op hoer eygen solden comen; want sy
maenden hem niet dan minne ende vrunlschap. Op dese
woerden quaemen daer veel Vriesen in den stadt, maer dye
-ocr page 143-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  129 •
heerschappen als Joncker Reyloff van Eusma, Low Doenya 1514
ende Sicko Leuckama reisden toe Leuuarden, ende quaemen
niet weder binnen Sneeck, soe lang als dye Geldersche daer-
in waeren, dat was tot datmen screef 22. Doe dye Gelder-
sclie Sneeck aldus inhadden , soe quaemen Tzalling Bottinga
heerschap op Nylant, Epo Aelua heerschap toe Witmaersum,
Douwo Burmania met meer heerschappen binnen Bolswart
by Goslick Juuinga, ende voersc. dye huisluyden wt Won-
seradeel, datse by hem solden coemen binnen Bolswart om
den Geldersche daer wt te weeren. Doen quaemen daer veel
huysluyden byden heerschappen voersz., maer veel bleuen
thuys ende quaemen niet. Want dye gemene huysluyden in
Vrieslant alle goet Gelders waeren, om dye swaere schat-
tinge dye Hartoch Georgen ende syn heeren van hemluyden
eyschten. Opten 2G dach Nouembris, dat was dages nae
Sinte Katherina, toegen dye Geldersche wt Sneeck nae
Boelswart ende doen sy by Boelswert quaemen , wolden dye
heerschappen hem tegen staen, maer dye huysluyden wolden
tegens dye Geldersche niet doen, ende liepen wt dye stadt,
yegelick daer sy woonden. Doe tocgen dye heerschappen
oeck wech nae Franicker mit sommige van dye rickste bur-
gers, ende dye Geldersche quaemen in Bolswart. Want
Boelswart doe niet rechte sterck was, ende sy hadden oeck
geen ofte weynich geschut in.
«©Se»
Docr wat oersaeck die Vrlescn soe geringe
aenden Geldersche vielen.
Doen die Geldersche eerst int lant quaemen, riepen sy vry
Vriesck sonder schattinge ende excys, ende maeckten den
Vi iesen wys, datse van Hartoch Kaerl van Geldre int lant
9
-ocr page 144-
130                        WORP VAN THABOR ,
1514 waeren gesonden van wegen ende wt naeme des Co. Mat.
van Vranckrick, om den Vriesen weder vry toe maken, als
zy ouer hondert jaeren waeren, ende dye Hartoch van Geldre
begeerden van den Vriesen geen jaerlickse tax, noch excys
van byer, ofte laeken, dan allene alst van noeden waer,
solde mede contribueren om den knechten tonderhouden, soe
lange dye Furst van Gelder soude niet dan een bescherm-
heer ofte potestaet van Vrieslant wesen. Sulcke woerden
ontboedt Jancke Douues oeck aen syn vrunden in den Soe-
uenwolden, daer hy wel was gesien. Ende ick geloeue, dat
Jancke seluen in dien tyden anders oeck niet wiste, ofte sy
waeren gecoemen om den Vriesen vry te maken. Mit sulcke
listige subtyle woerden cregen dye Geldersche dat hart ende
gunste der gemene Vriesen tot haer kant , alsoe dat terstont
met hem vyelen dye Soeuenwolden, Wymbritzeradeel, Won-
zeradeel, Hennaerderadeel, Baerderadeel, Raederahem, Wt-
tingerdeel, mit meer deelen , hier niet genoempt. Oeck veel
•• heerschappen naemelicken van dye Vetcoepers partie, oeck
sommige Schuringen, meer niet veel. Den Schyringen heer-
schappen meest al te saemen met weinich Vetcoepers heer-
schappen bleuen noch by den Furste van Sassen, ende hol-
den haer binnen Leuuarden ende Franicker. Oeck sommige
buïtens lande in Stichte ende Hollant; dit duerde vant jaer
van 14 al tot het jaer van 23, soe lange als dye Geldersche
iu Vrieslant regierden. Ende niemant sal hem veruonderen,
dye dit leeset, dat dye gemene Vriesen den Furste van Sassen
verlieten ende gingen aenden Hertoch van Geldre, want alle
menschen weetlick ende condich is, dat dye Vriesen woenende
van Staeueren ofte dye Zuyderzee tot den Lauweits ofte Geerks-
brugge , boeuen soeuen hondert jaeren hebben vry geweest,
ende genen heer bekent dan allene den Keyser, hoewel sy
middeler tyt mennichmael van omleggende lantsheren be-
crachtet syn geueest, ende owermits hoer selfs inwendige
twedracht ende partie tot subiectie syn gebragt, meer nie
-ocr page 145-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   131
lange durende, ende hoewel dan dat alle menschen wt dye 1514
natuer geneicht tot vryheit syn geboeren, want TuIIius secht
dat alle eygendom onsalich ofte elendich is, maer dyegene
dye de soetticheit des vrydoms gesmaket hebben, is sy al der
onsalichste Ende want dye Geldersche int lant comende rie-
pen terstont datse gecoemen waeren, ende datse souden sit-
ten sonder tribuyt, excys ende dominie, ende daer leefde doe
noch vel Wiesen, dye lange in vrydom hadden geleeft, ende
noch den olden smaek niet hadden vergeten , soe vyelen sy
terstont met den Geldersche toe, ende waeren bereit haer
lyf ende guet by den Geldersche toe setten, op datse ten
einde tot den ouden vrydom ende preuelegien mochten weder
coemen. Ende op sulcke verhoudinghe ende meninge hebben
dye Vriesen, den Geldersche waren, den Hartoch van Gelre
ofte zyn volmachtigen geswoeren ende anders niet. Maèr doet
nae contrarie worde beuonden , dat dye Geldersche den vry-
dom niet sochten , doen flaude oek dye, gunst der Vriesen tot
den Geldersche.
Hartoch Georgen van Sassen reysden op In
syn lant ende quant niet weder In Vrles-
lant. Die suarte hoep quant In 01dc-
cloestcr.
Doen die Edele Hartoch Georgen, die noch in Aeduert voer
Gronningen lach, hoerde dat dye Geldersche in Vrieslant wae-
ren gecoemen , ende hadden Sloten, Sneeck ende Boelswert
ingenoemen, ende dat veel Vriesen met den Geldersche toe
vyelen, soe worde dye guede vroeme Furst seer verslaegen,
want hy wl geoerlocht was en hadde geen meer geit, ende
dye swarte hoep was veel by hem ten achteren ende riepen
-ocr page 146-
132                       WORP VAN THABOR ,
1514 alle daegon om geit, waerom was hy heel verslaegen, ende
ontboedt Hans synen soen, te Leuuarden doe ter tyt synde,
by hem te coemen opten Veerdenbras ende reysden tsaemen
op in Myssen in syn lant. Hy gaff don suarte hoep schoene
woerden, dat hy hoer eerlick als een vroem Furst vvolde be-
talcn, ende datse solden trecken in Vrieslant ende straften den
Geldcrsche Vriesen. Daernae brack dye suarte hoep op voer
Gronningen ende toegen in Westurieslant, ende quaemen den
9 dach Decembris in Oldecloestcr, ende meenden Bolsvvart
Ie crigen, ende met heur quaemen Andries Ploeg cancelaer
ende Otto Schenck , dat Sassens heeren waeren, ende Goslick
Jongema, Hessel Martena , Tzalling Boüinga, Gerrolt Heerma,
Epe Aelua, Sybrant Rorda, Douwo Burmania met meer heer-
schappen , dye niet Gelders wolden worden. Ende als sy sae-
gen, dat Boelswart wel beset was met knechten. Oeck ver-
gaerde Myrck Syrckz. den 7 wolden ende wolde daer-
mede coemen voer Oldecloestcr. Oeck was dye suaitehoep
niet willich Bolsvvert te stormen ende tegen den vianden te
slaen, om datter geen geit was. Dit siende dye heerschap-
pen reysden sy weder binnen Franicker ende Leuuarden.
Ende dye suarte hoep brack op van Oldecloester den 13 dach
Decembris, ende spolieerden alle dye dorpen by Oldecloestcr
ende reysden nae Monnekebayum, ende dye Sassens hoeren
dye Franicker, Leuuarden met alle dye Omlanden noch in
hadden, ende heel Oeslergoo, gaeuen dye hofluyden van den\'
Suarten hoep brief ende segcl, datse hoer binnon drie maen-
ten solden betaelen, waerom toog dye Suarte hoep wt Vrios-
ladt ende maeckten een gaerde ende laegen aenden cant van
Hollant.
«*£®»
I
-ocr page 147-
KRONIJK VAN FRIESLANü.                     133
flfyc Geldersehe besetten veel heerschapshuysen.
Doen den Geklersche Sneeck ende Bolswart ia hadden,
ende alle dye omlanden met dye Soeuenwoldeu waeren hoer
trow ende gunstig, als voersz is, oeck seude dye llartoch
van Gelder meer knechten in Vrieslant, doen besetten dye
Geldersehe veel heerschappen huysen. Inden eersten den 27
dach Nouembris togen sy met sommige Vriesen inden nacht
\\vt Sneeck toe Yrnsum, ende cregen Epo Douuesz. huys ende
besetten dat, ende brochten Epo geuangen binnen Sneeck,
ende Epo swoer den Geldersehe trou te wesen, daer hy mede
vry quam. In dyen tyden togen Sybrant Roerda toe Leu-
uarden ende kregen van den Sassens 27 knechten , ende be-
setten Ilero Hottinga huys tegens den Geklersche , want hy
Haring Duorgoen Hero dochter hadde te wyf; daer nae be-
setlen dye Geldersehe Douuo Peters huys toe Wiuert. Daer-
nae besetten sy oeck Juw Decama huys toe Baerdt. Oeck
branden dye Geldersehe wt Boelswert toe Schraerdt Syuerdt
Aelua huys ende Wybe Sybrantsz. huys , opdat dye Suarte
hoep dye niet souden besetten, dye doe noch laegen toe
Monnekebaiuni. Int begin van December quaemen wt Hol-
lant vyer cogge schepen met volck, by hoer hebbende drye
royschepen, an Gesleilant ende meenden Sloeten in te cri-
gen; maer dye Geeslluyden sloegen dye clocken ende quae-
men by een ende dreuense weer vanl lant, ende schoeien
een royschip inden gront, daer een van verdronek ende ses
wolden gefangen, dye ander scheepen seylden weder nae Hollant.
Daernae opten 11 dach quaemen weeder scheepen wt Hollant
in Vrieslant tusschen Staeueren ende Woerckum ende meenden
by Hindelopen antlant toecoemen. Doen toegen dye Vriesen daer
tegens wt ende naeinen haer twee scheepen, veel geschuts
ende byers. Terwyle dat dye Suartehoep noch lach\\oe Mon-
nekebaium, doen vingen dye Geldersehe Vriesen toe Oester-
littens op ten 15 dach Decembris Stoftel Bredenbach, dye
-ocr page 148-
134                          WORP VAN THABOR ,
1514 by den Sassens eScismeester was toe Sloeten, ende Loedowick
Rentemeester vant Bill ende Waldecker, dye een hofman
was onder den Suarten hoep , dese worden gebrocht binnen
Sneeck, ende van daer voertgesonden in Gellerlant tot den
Hartoch. Op den 14 dach Decembris brande Hessel Martena
wt Franicker Lunkercke op, wtgesecht dye kereke met dat
viercant ende dye olde Abdye. Op ten 29 dach Decembris
toech dye heer van Suai tsenbureh met 12 hondert knechten,
ende met hem dye huysluyden wt Wynbritseradeel ende
Wonseradeel ende dye Woltluyden, tegen den Suarten hoep,
dyen doen laegen te Gerkiscloester ende daer omtrent. Maer
dye Suarte hoep weeck voer haer lien, ende toegen op nae
Couorden ende Benthein, dus is dit jaer van 14 met suaere
schattinge brant ende roef in Vrieslant voergaen, dat niet
dan een begin van meerder lurbatie, brant, ende bloetstor-
tinge was, als ghy sult horen.
ogKSo
Van den jner 15 hondert ende 15.
Al eer ick die gesten die geschiet syn int jaer van 15 in
Vrieslant begin te scriuen , soe isset te weten, dat Hartoch
Georgen van Sassen, doen hy wt Vrieslant met synen z.
Hartoch Hans reysde nae Myssen ende verliet Vrieslant, doen
had hy noch dye maclitichste ende meeste deel van dye
heerschappen van Vrieslant tot syn bant, dye haer huysen
ende gueden hadden verlaeten , omdatse geen Gellers wolden
wesen, ende waeren geueecken in Leuuarden\' Franicker ende
Harlingen, dye hoer oeck bilden an den Furst van Sassen
mei dye deelen by dye voersz. steden leggende, als Fra-
nickerdeel, Barradeel, Menaldemadeel, ende hadde sine vol-
machtige noch toe Leuuarden opt huys, ende dye voersz.
heerschappen, steden ende deelen hilden ende sterekten de
-ocr page 149-
«
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    135
Furste van Sassen soelange, als hy syn gerechtichëit van 1545
Vriesftint Hartoch Kaerl van Rurgoendien ouerdroeg, ende
verliet dye voersz. heerschappen, steden ende deelen hoeren
eedt hem gedaen, hoewel veel huysluyden woenende in dye
delen voersz. met dat hart ende gunst guet Gellers waeren,
maer sy dorstent om den anxte van den Sassens regenten
toe Leuuarden opt huys wesende ende dye steden voerz. niet
openbaeren. Ende naedat dese heerschappen ende deelen
voersz. van den Furste van Sassen den eedt, hem gedaan,
was quitgeschouden, bleuen sy an Hartoch Kaerl van Bur-
goendien, van Drabant, Graeue van Vlaenderen, Hollant ende
Zeelant, ende swoeren hem trow ende boude, ende oerloech-
den met hem tegen den Geldersche mit haer adherenten in
Vrieslant; daertegens hadden dye Geldersche in, steeden als
Sneeck, Roelswert, Sloeten , Worckum ende Staeueren met
met dye heele Soeuenuolden , Geesterlant, Wynbritseradeel,
Wonseradeel, Hennaerderadeel, Raerderadeel, Rauuerderahem.
In Oestergoe Doccum met beyde Dongerdelen, Dantumadeel,
Feruerderadeel, Colmerlant, Achtkerspelen , Ydaerderadeel.
Alle dese landen voersz. niet veele heerschappen gingen
mettertyt onder den Geldersche, ende oerlochden met den
Geldersche tegen dye ander heerschappen, steden ende landen
voerz. al tot datmen screef 1522, doe dye Giaue van Moers
met alle dye Gellersche wt Sneeck worden gedreuen, maer
daerna begon dye macht der Gellersche in Vrieslant metter-
tyt te verminderen. In dit jaer van 15 begonnen dye Gel-
lersche Vriesen, toe Staueren, Woerckum , Hindeloepen,
Molckwerem, in den Hage ende andere dorpen op Geesterlant
ende buyttendyx, in "Wynbritseradeel ende Wonseradeel woe-
nende, veel dubbelde seinscheepen laeten maken, ende roefden
daermede op den Zuiderzee, ende naemen boeuen maeten
groet guet van hoer vianden, ende naemelick deden sy den
Hollanders ende Oesterlingen groeten schaede opten zee. Sy
voeren oeck met hoeren seynschepen ouer in Hollant ende
-ocr page 150-
136                         WORP VAN THABOR ,
1515 beiwfden daer dye eylanden, als Thessel, Wyringen, Vliolant
ende naemen dan feel goet ende fingen veel volck, ende
brochten dye gefangen binnen Sneeck, daer dye Geldersche
hoer hoff ende raedt bilden; dese luyden dye dit deden wor-
den in dye tyden genoempt ende waeren al Vriesen, daer
groete Pyer ouerste van was. Dese groete Pyer vas eea
eygenerfdt riek huysinan ende was een goet vreetsaem man
van syn seluers natuer. In dit jaer van 15 den 29 January
branden Fraenickers Kimsert met dye kerke ende onder an-
deren groete Pyers lmys, want hy toe Kimsert woende,
waerom worde groete Pyer vertuyfelt ende creeg tot hem
30 ofte 40 huysluyden van Kimsert, Arum ende Witmaersum
ende andere dorpen, dye oeck een paert voerbrant waeren
van den Sassens, wt Franicker ende Harlingen ende hoer
adherenten, daernae worden sy wel ses hondert sterek. Doen
lieten sy scheepen maken ende roel\'den toe zee op hoer iian-
den opt waeter, dat groete Pyer voernoemdt worde ouer all
Duitslant. Aldus verbranden, verdreuen ende beroefden dye
Vriesen inaleanderen, als dye Gellersche Vriesen tegen den
anderen Vriesen, diet eerste met dye Sassens hilden ende
nae met dye Curgoensche hilden, ende dye heeren an beyde
syden hilden dat oerloch lange draegen, ende lieten die
Vriesen malcanderen verderuen , ende wolden dat tot genen
eynde brengen, op dat dye Vriesen van noede daertoe solden
worden gedrongen , datse met wille een lieer solden kyesen.
Want dye ene tyt sende dye Hartoeh van Gellre knechten
int lant dye met syn paert van Vrieslant voerdoruen dye
ander paert van Vrieslant, dye metten Sassens ende Bur-
goense hilden; dan senden dye Btirgoense weder knechten
int lant tot hoer vrunden ende partie, dye dan verbranden
ende verdomen dye ander paert van Vrieslant, diet met dern
Geldersche hilden. Ende dit duerde wel 7 jaeren van dat-
men screef 14 tot datmen screeff 22 doen Sloeten geuonnen
worde, als ghy nae sullen hoeren in dit boeck.
-ocr page 151-
,•
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     437
Opten laesten dach Decembris worde Jarich Elerozoens Het- 4515
tinga huys belecht van den Geldersche, ende opten 2 dacli
February gafT Jarich thuys op, ende ging met dye knechten,
dye hy by hem hadde opt huys, aft\' behoudens lyues ende
guedes, ende dye Geldersche besctten thuys met hoor volck.
Op nyjaers nacht quaemen Leuuarders met twe hondert man-
nen toe Jorwert woerden kercke om den huysluyden toe van-
gen , dy daer in waeren. Want dye huysluyden in Wester-
go meest alle nachten in dye kercken sliepen om anxle van
den vianden. Toe Jorwert inden kercke waeren 25 huysluy-
den dye hoer soe wt den kercke verweerden, dat Leeuarders
dye niet mochten crigen. Onder dissem sloegen in alle kerc-
ken daeromtrent dye clocken, ende dye huysluyden vergae-
derde, waerom dorsten dye Leuuarders daer niet langer bli-
uen, doen sloegen sy daer een man doet ende branden twe
huysen ende toegen weder binnen Leuuarden. Daernae opten
22 dach January togen Leuuarders met burgers ende knechten
toe Weidum, Jellum ende Beers brandende daer sommige huy-
sen, ende naemen veel guet ende sendent met schuytten nae
Leuuarden. Onder dissen sloegen dye kloeken ende dye huys-
luyden wt Baerderadeel, Raederahem ende andere delen quae-
men wt ende naemen dat guet met dye scepen ende sloegen
wel 20 knechten ende vingen veel burgers, want dye Vriesen
naemen sy geuangen ende alle dye vreemde ende wtlantsche
knechten sloegen sy doet. Optten 28 dach January quamen
Jancke Douwema, Jw Jwsina, Sicke Douwoz. met 4 hondert
huysluyden wt Rauwarderahem, Ydaerdera ende Wttingera-
delen ende maeckten een leger toe Barrahuys tegen Leuuarders.
Opten dach voersz. quamen Leuwarders wt tegens hoer wel
met anderhalf duse:;t sterek, burgers ende knechten. Doen
dye Vriesen saegen, datse soe sterek wt quaemen, soe wee-
ken sy in Wirduymerbueren ende veldwert in ende veel lie-
pen op Wnyahuys. Doen staeken Leuuarders Wnya beste
huys ende dat zael an braut, ende vielen inden roeck ouer
-ocr page 152-
138                          WORP VAN THABOR ,
1515 dye muiren ende kregen den keiler vant huys in, ende sloe-
gen 54 "Vriesen doet inden keiler ende lusschen den singel
muer ende thuys, maer dye boeuen den keiler bouen opt
huys ende geuulft waeren, deden sulken geweer, dat dye
Leuuarders het huys bouen niet consten crigen. Onder dis-
sem quaemen Murck Sirck z. met dye Woltluyden den Vrie-
sen te ontset. Doen Leuwacrders dat vernaemen toegen sy
weder in hoer statt, ende dye opt gewelft van Wnyahuys
ontquamen. Daernae branden dye Leuuarders Jw Jwsma
huys toe Wyrdum ende dye mollen. Doen branden dye Gel-
dersche weder Epo Aelua huys toe Witmaersum , want Epo
was binnen Franicker ende hildet met dye Sassens.
Opten 29 dach January quaemen van wegen ende wt nae-
mc Hartoch Kaerl van Geldre te Dockum Tyaerd Mockama,
Toenis Keteler ende Hendrick van Lochum, met ses hondert
knechten; Hartoch Georgen van Sassen hadde noch in Doc-
kum leggen een hofman genoempt Winckebusck met nu hon-
dert knechten. Onder disse waeren veel Geldersche knech-
ten, dye met sommige burgers van Doccum, dye oeck guet
Gelders waeren, moyterye maekten ende gaeuen Dockum op
inden Geldersche handen. Doen toeg Winkebusck met dye
ander burgers, dye geen gelders wolden wesen, wt Doccum
nae Leuuarden. Als dye Geldersche Doccum dus in hadden,
soe verscreef Tyaerd Mockama met dye ander Geldersche
voersz. alle dye Vriesen wt beyde D ongerdeelen, Dantuma-
deel ende daer omtrent, hoer raedende ende van huer bege-
rende, dat sy anden Hartoch van Geldre solden gaen om vry
ende Vriesck toe bescermen, sy solden wesen vry sonder
schattinge ende sonder excysen, ende brucken al dye preui-
legien ende vriheden den Vriesen gegeuen van Keyseren ende
Coningen, ende dye Hartoch van Geldre niet dan een be-
schermheer toe wesen van Vrieslant. Doer dese subtile ende
schoene beloftenisse vyelen alle dye Omlanden met sulcke
-ocr page 153-
139
KRONIJK VAN FRIESLAND.
voersz. conditien ende anders niet. Doe naemen dye Gelder» 1515
sche Tyardahuys op Rynsmageest in ende beseften dat met
haer volck, want Sclielto voersz. was binnen Leuuarden
geueecken met veel andere heerschappen , dye den Furste
van Sassen niet wolden verlaeten ende gaen ancien Gelder-
sche. Int selue jaer den 22 dach February toegon twevaen-
tys knechten by 800 met sommige burgers wt Leuuarden toe
Holwert, ende branden dat dorp schoen wt met dye molen ,
want sy mede waeren gegaen anden Geldersche partye, ende
haer heerschappen, naemelicken Syts Bottinga, waeren prin-
cepaele mede van dye Geldersche. Daernae op Sinte Ma-
thias dach toegen dye knechten met sommige burgers ende
ballingen wt Leuuarden in Smallingerlant ende branden in
Oldegae 35 buysen. Dit syende dye ander dorpen daer om-
trent sloegen dye kloeken ende quamen byeen, ende hebben
den knechten voeriaecht ende sloegen 12 doet, knechten ende
burgers, daer worde mede geslaegen Mr. Dirck procuroer
loe hoeue ende Jelle Bockez. Grietman in Smallingerlant met
synen zoen. Dese Jelle wolde gen Gelders worden, ende hadde
daerom dat huys verlaeten, ende hildet met zyn zoen binnen
Leuuarden. Den 11 dach Marty brande Fridts van Groinbach
drost opt huys van Harlingen dye kerekburen aldaer. In-
den Maert hadden dye Sassens scepen toegemaeckt om
te roeuen op dye Geldersche Vriesen. Hyertegen bereyde
groeto Pyer met syn volck hoer schepen ende toegon op den
zee. Doen quaemen sy op den 19 dach Marty met xi cogge
schepen van Hoern aff den Vriesen te gemoete om met hoer
te slaen, maer dye Vriesen hebben den Zassens verwonnen
ende cregen al hoer schepen; dit geschiede voer Hoern in
Hollant.
In dit jaer van 15 den 16 dach Marty gaf Claes van Ohns
hofman van wegen des Furst van Sassens op thuys toe Win-
sum by Gronningen op in dye Gronningers handen, naedat-
-ocr page 154-
140                       WORP VAN THABOR ,
1515 ser acht daegen hadden voergelegen, sonder noot, want hy
wel was voersien met prouande, geschut ende alle wat een
huys van noeden is, maer hy hadde gebreck volck opt huys
ende dye van Gronningen scoeten dat huys inden gronde del.
In ditselue jaer den 5 dach van April, dat was optea Witte
dondersdach, gaeucn dye Sassens knechten den Dam veder
op in des graeuen handen van Eniden, ende dye stat Gron-
ningen, heholden lyf ende guedt ende haer geschut, want
sy inder stat geen meer prouande ende drincken hadden.
Ende dye Graeue ende Gronningers hadden alle stromen ende
wegen beset datste geen vitali mochten crigen. Den Graeue
ende Gronningers gaeuen den knechten brief ende segel,
datse hoer met hoer goet souden veiligen laeten toe Coeuer-
den tot dat hem dye huysluyden niet solden beschaedigen.
Maer soe vroe dye knechten een halue mile gecoemen waren
buytten den Damme, quaemen dye boereu ende naemen al
haer schepen met geschut ende guet.
Opten 4 dach Aprilis vergaederden toe Boelswert al dye
Soeuenwolden , Geeslerlant ende Wonscrdeel, ende logen des
anderen dages , dat was opten witten Dondersdach , in Lun-
kerck ende Lidluin ende hcsetten den cloesters om Franicker
ende Ilarlingen toe beuaeren, dat sy niet solden in crigen,
ende oeck dat sy geen Gellersche Vriesen wt hoer steden
souden beschaedigen; ende laegen daer soe lange als dye
Suarle hoep weder int laut quam. Daernae opten 12 dach
in Aprill quain Syaerd Mockama van Doccum met een Vaen-
thien Geldersche knechten in Maergaerde, ende beseften dat
tegens dye Lcuuarders, opdat sy geen schacde solden doen
opten Geldersche Vriesen in Feruerderadeel ende Dongerdeel.
Twe dagen te voeren jaegden Lcuuarders 6 ofte 7 knechten
van dye Geldersche op den toern toe Fintgum ende sy kre-
gense met brant ende roeck van den toern ende sloegense
doet. Ende om wraeck van dese knechten branden dye Gel-
dersche wt Maergaerde Doctor Kempo Martenahuys toe Coer-
-ocr page 155-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   141
nium. Opten 23 Aprilis inder nacht toegen wt Leuuarden 1515
100 ende vyf knechten met sommige Doccumer hallingen nae
Doccum , ende sloegen binnen Doccum vier mannen doet,
onder wekken was een heerschap wt Dantumawolt, genoeinpt
Taeke Buraa, want Dockum doe noch niet fast gemacckt
was. Ende want doe alle beyde Dongerdeelen ende Dantu-
madeel Gellers waeren, soo sloegen oweral dye clocken an ende
dye huysluyden quaemen wt. Dit vernaemen dye knechten van
Leuarden ende toegen haestclick nae hoer scheepen, daersy mede
gecoemen waeren, dye inden kaeg laegen ende treckende voert
nae Leeuuarden ende hebben met him cllif burgers gevangen
nomen wt Doccum. Als sy met haere schepen quaemen toe
Banderhuys by den brugge, daer waeren veel huysluyden ver-
gaedert, ende hadden balcken ende ander scheepen voer den
brugge gebracht, ende meenden den knechten soe te slaen. Dye
knechten dat syende sprongen wt haer schepen ant lant met
haar gescutt, want sy by hem hadden acht haecken ende 40
roeren , ende scboeten soe seer in den huysluyden , dye geen
ofte weynich roeren hadden, dat sy mosten wieken. Daer
worden twee huysluyden doetgeschoten ende vyf gewont ende
van dye Sassens knechten worden drye gewont. In dit jaer
omtrent Paeschen begeerden dye Geldersche negen stuuers
van dye golden gulden rent om dye knechten daermede te
versolten , dye Vrieslant solden vry maken. Dit mishacgde
dye gemene Geldersche Vriesen, maer sy mosfen nochtans
geucn, wolden sy vry wesen. In desen tyden waeren Hartoch
Georgens volmachtige toe Brusel ende toe Mechelen ende
tracteerden daer met Hartoch Kaerl van Burgondien ende
syn raede, dat dye Borgoensche solden Hartoch Georgen een
summa van penningen genen, ende hy solde hoer Vrieslant
ouerdragen met al syn gerechlicheit, dat hy daerop hadde,
ende dat by consent des Boemschen Keyser Maximiliaen.
-ocr page 156-
142                          WORP VAN THABOR ,
4515                                öy» Suarte hoep.
Nae Paeschen in dit jaer van 15 begon die Suarte hoep
nae Vrieslant te reysen ende quam den 23 dach in April toe
Dieueren, dye heer van Suartsenburch met een vaenthien
owerlantsche knechten ende veel Vriesen laegen in Stelling-
werf om den Suarten hoep toe keren. Den 24 dach in April
quaemen Jacob Warnauuert ende Casper van Olms ouerste
hofluiden met den Suarten hoep in dye woude, maer dye
Geldersche Vriesen hadden daer geen moet tegens haer te
slaen, waerom weeken sy nae Gronningen niet sonder schade
van volck. Doen togen dye Suarte hoep voert ende branden
in den wolden, daer sy doer reysden, veel huysen ende
quaemen in Doccum den 26 Aprilis vyf dusent sterck. Doen
braecken dye legeren in Lunkercke Lidlum ende Tzum op,
ende toegen in Sneeck ende Boelswert. Ende Franickers
quaemen wt ende branden Tzum , Lidlum een paert ende
Lunkercke all heel, datter te voeren staen bleef, als dye
kercke met dat vyercant ende dye olde Abdye, ende hebben
dat schone cloester al heel wt den gronde gedestrueert. Ende
Fridts van Grombach drost toe Harlingen opt huys heeft den
steen van den pant ende Abdye naederhant laeten haelen
ende macckte daer toernen van opt huys tóe Harlingen.
Dye Gellcrsche ende burgers waeren oeck te voeren wt Doc-
cum geloepen , eer dye Suarte hoep quam. Den 28 dach in
Aprill toegen dye Suarte hoep wt Doccum ende quaemen
toe Rauuert, ende dye Geldersche liepen van Edo Jongama-
huys ende stakent anden brant. Doen branden dye Suarte
hoep Rauwardebueren, ende reysden voert ende bleuen des
nachts toe Boesum. Den 27 Aprillis, doen noch dye Suarte
hoep in Dockum lach, riep Hendrick van Montfocrt met syn
Geldersche knechten van Hero Hottinga huys toe Wommels,
ende staken dat huys anden brant. Doen quam Jarich Hero
Hottinga soen, ende nam syn huys weder in , ende beset dat
-ocr page 157-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    143
verbrande huys met knechten, want dat stienwerck stonde 1515
noch heel ende was wttet water opgemaeckt ende daer een
eerdwall buttenom. Opten seluen dach liep Paulus van
Rauensteln mett syn Geldersche knechten an Jw Decama huys
toe Bardt ende branden dat schoene huys. Denseluen daege
verliepen dye Geldersche Douwe Peters huys toe Wiuert.
Want Douwo was mede Gelders ende Douuo quam opt huys
ende hrande syn eygen huys, opdat daer geen quaet van solde
geschien. Doen dye Suarte hoep toe Boesum quam, doen
was dye heer van Suartsenburg met dat ouerlantsche Vaen-
thien noch niet weer toe Sneeck gecomen wt den Wolde,
daer sy gereyst waeren met dye Wolt-Vriesen, om den Suar-
ten hoop toe keeren, als voersz. is, ende Arcklens moste meer
kneehten by hem in Sneeck hebben, waerom verscreef hy
een vaentyen wt Bolswert toe Sneeck tot hem toe coemen.
Doen wolden den ander twe vaentyens knechten toe Bolswert
by den burgers niet bliuen, maer toegen in denseluen nacht
wt Bolswert ende verlieten den stat ende borgers ende quae-
men toe Sneeck. Want alst nae blickte , soe wast al ge-
maeckt werck metten Geldersche ende Suarten hoep, daer
inne te leggen; dat dye Suarte hoep ende Geldersche wel
wisten, hoe sy met malcander stonden, blicket daerwt genoech,
want, als ghy sullen hoeren, doen Graef Edzart van Oost-
vrieslant toe Doccum was gecoernen den Geldersche toe hulpe,
doen hadde hy geerne tegen den Suarten hoep geslaegen,
ende dye Vriesen waeren oeck willich, maer Arcklens wildet
niet toelaeten. Aldus speelden dye hoeren met malcanderen
soe lange, dat dye Vriesen an beyde syden waren voerduruen.
Doen dye knechten des nachts wt Boelswert waeren gereist,
doen waren dye burgers verslaegen ende hadden genen moet
dye stat alleen to holden ; waerom liepen sy elck, waer sy
hem conden bergen, ende lieten haer goot in Boelswert staen,
dye rickste burgers toegen veel binnen Sneeck. Dye selue
nacht doen dye Suarte hop lach toe Boesum, ende dye Gel-
-ocr page 158-
144                          WORP VAN THABOR ,
1515 dersche hadden Boelswert verloepen, doen branden dye Gel-
lersche wt Sneeck datt snaters cloester Sigerswier ofte Groen-
dick met ende al, datter niet bleef staen. Doen dye suarte
hoep dye toe Boesuin laegen den brant inder nacht by Sneeck
saegen , sloegen sy des daeges daernae, dat was Meyeauont,
hoer trommen ende gingen met al den hoep nae Boelswert
ende cregen Boelswert in met veel guet, ende sloegen vyer
olde mannen doet, dye sy in Bolswerl vonden, dye niet
mochten wech coemen. Dye Suarte hoep bleef binnen Bouls-
wert leggen ontrent drie weecken, ende verdomen aldat om
ende in Boelswert was.
Gracue Edzar,t quam met folck In Doccum ende
die Ccldcrschc naemcn die Sassens sche-
pcn op die suydcr zee.
Terwyle dat die suarte hoop noch in Boelswert lag, doe
quacmen te Doccum Edzart graoue van Emden, I.eenertheer
van Suartzenburch ende Joncker Wlrick van Oldorsum met
gescut ende veel volcks den Geldersche te hulpe tegen den
suarten hoep. Sy laegen te Doccum lange tyt ende voerdor-
uen, al datter was gebleuen\', ende haelden veel beesten wt
Westergoe ende van Leeuarden, ende beroefden den huys-
luyden , dye niet Gellers waeren gesworen , ende voerden alt
goet nae Gronningen toe. Dus worde Vrieslant an beyde
syden elendclick voerdoruen, gebiant ende geplundert. Dye
Suarte hoep met Leuuarden, Frannicker ende Harlingen,
dye Sassens waeren, voerduruen ende verbranden dye Vrie-
sen, dye Gellers waeren, desgelicks vorduruen ende verbran-
den dye Vriesen, dye Gellers waeren, met den Graeue van
Emden den Vriesen ende dorpen, diet met dye Sassens bilden ;
-ocr page 159-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   145
dus bedroefden den enen Vries den anderen, yegelick holdende 1515
syn partie ende heer, dye hy hadde gecoren. Ende het is
waergeuonden in Vrieslant, dat onse heer Christus spreeckt
in Euangeli: dat alle riek in syn seluen gedeelt sal worden
verdurven. Dye Graeue van Emden sende veel brieuen toe
Sneeck an Arkles, ende begeerde op den Suarten hoop te
slaen. Ende Arckles screef al wederom an den Graef, dat
hy al still soude leggen met syn volck, soe lange hy haer
ontboede. Want Arckles was van wegen des Hartoges van
Geldre Stathouder in Vrieslant ouerdye steden ende landen ,
diet met den Hartoch van Geldre hilden. Lenart heer van
Suartsenburg was ouerste hofman ende befelsman ouer den
knechten ende vant oerloch, daerom mochte dye Graeue van
Emden, noch dye heere van Suartenburch tegen den Suarten
hoep niet slaen buytten consent van Arckles. Sus dede dye
Suarte hoep syn wille in Vrieslant soe lange, dat dye heer-
schappen ende steden, diet nu mit den Sassens hilden, had~
den Bergoens gesuoren. Den eersten dach May quaemen toe
Sneeck ambesaeten des Coenincks van Vranckrick, ende toe-
gen voert toe Boelswert tot den Suarte n hoep, om hem an
te nemen in des voersz. Coenincks dienste. In desen tyt doen
den Suarten hoep noch toe Bolswart lach, was Hyeronimus
Suees in Hollant tot Enckhuysen, ende liet daer veel schepen
toe maken, dye hem solden ouer den zee in Vrieslant bren-
gen met dye betaelingen, dye den Suarten hoep solden hebben,
soe ist geschiet opten 14 dach May dat Hieronimus voersz.
opten ze quam met 36 schepen, ende wolden vaeren met
dye betaelingen toe Harlingen. Dit vernaemen groete Pyerr
met syn seynschepen, ende toegen met 18 schepen dye Hol-
landers toegemoet. Doen sy den Vriesen sagen ankomen,
doe schoeten sy al hoer geschut ten eersten aff, maer dye
Vriesen schoeten geen bussen los, eer sy den ander binnens
schoet hadden, ende doen schoeten sy hoer geschut off,
ende vielen aenden ander ende naemen hem aff 28 scheepen,
10
-ocr page 160-
146                      WORP VAN THABOR ,
4515 ende acht scheepen ontquaemen, ende Hieronimus Suees ont-
quam met den betalinge in Enckhuysen doertsee ter nauuer-
noet. Dye Vriesen quaemen toe Worckum met dye scheepen
aen, ende hadden veel geschut ende boeuen vierhondert ge-
uangen gecregen. Dit hoerden dye Suarte hoep in Bolsuert,
dat dye Geldersche Vriesen dye schepen, daer hoerbetaeling
in was, hadden nedergeleit, syn sy verbolgen geuorden ende
toegen des anderen dages daernae, dat was des dingesdaege
in dye cruisdagen, wt Boelswert ende branden al den husen,
daer in Bolswart stonden, ende daertoe 15 dorpen in Won-
seradeel ende Winbritseradeel met vele kercken. In Winbrit-
seradeel brandense Nylant meest al heel op, Foldsgare, West-
hem met dye kercke, in Wonseradeel, Burgert, Hartuirt,
Longerhou met dye kercke Hixtum, Schettens, Exmoer
met dye kercke, Allingwier, Pandergae, Hislum, Ded-
gum met dye kercke, Zerckquert met den kercke. Opten
seluen dach voersz. toegen Fraenickers wt ende verbranden
Wynsum ende Oesterlietens. Alle dese voersz. dorpen worden
opgebrant, datter niet veel huysen staen bleuen. Dewile dat
dye Suarte hoep in Bolswert lach , waeren sy met al haer
macht voer Sneeck , daertegen quamen dye Geldersche coen-
licken tegen hem wt den stat, ende hilden wat schutgeueer,
maer sy wilden op malcander niet bytten. Doen branden
dye Suarte hoep sommige huysen toe IJsbrechtum ende toe-
gen weder in Bolswertt.
4
Bolswert ende Woerckum gebrant met
veel dorpen van den Suarten hoop»
Opten 19 dach in den Mey, dat was saterdachs nae heer
hemelvartsdach, toegen dye Suarte hoep wt Bolswert ende
staeken den stat in alle hoecken ende straeten anden brant
-ocr page 161-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   147
ende dye stat brande heel op, wtgesecht cloesters ende kerc- 1515
ken ende een klein straetken bij den witte Beginen, want
dye worde verdeget met dat cloester. Oeck bleef hyer ende
daer een heel ofte half huys staen, maer seer weynich. Heer
Goslick Jongama was self in dye stat by den Suarten hoep
ende mochte syn eygen huys niet beschermen, maer moeste
mede branden. Dye Suarte hoep bleef des nachts toe Wei-
dum, Bers, Boxum , Hiellum ende daeromtrent, ende sy bran-
den alle dorpen van Boelswart op, daer sy door gingen ofte
reysden toe scheep oft toe lande; al dat roofde guet, datse
in ende om Bolsvvart hadden genoemen, dat voerden sy met
schepen nae Leuuarden. Sy branden onderwege op dese nae-
gescreuen dorpen, als Oestereindt, Burpvert, Hertwert,
Hydaerdt, Wommels, Itens, Lutkewirum, Boesum , Oester-
lietens, "Wiuert ende Brifzert. In dese voersz. dorpen bleuen
sommige huysen staen, maer niet veel. Den 2G dach May
toegen den Suarten hoep voert, ende sloegen hoer leger toe
Berlekum , Aenyum , Beetgum ende daer ontrent by den dick.
Den 28 dach Mey braecken dye Suarte hoep op van Borle-
kum, ende toegen te voete den dick om nae Woerckum.
Dye burgers van Woerkum hadden haer guet te voeren in
schepen gebracht, ende als dye Suarte hoep anquam , togen
dye Gelclersche met dye burgers voer wt Woerckum te wae-
ter ende te lande , yegelick syn weegen, ende staecken hoer
stat anden brant; dye Suarte hoep veruolgden hom opten
ree ende branden hem thien ofte ellif scepen aff. Den 29
dach May branden dye Suarte hoep ColdUm, Molqueren ende
Hindeloepen. Den 30 dach Mey branden dye Suarte hoep
Woerckum al heel wt, datter te voren was gebleuen staen, met
dye kercke ende den schoenen toern , welck alle schepen een
baken ofte leyken was, dye wt den Noertzee dat Vlye ofte
Maersdiepe inne qüaemen. Als den Suarten hoep wt Woerckum
opbrack, ende reysden toe voet den dick wederom, ende
bleuen toe Berlekum lange leggen, soe hadden sy veel goet
10*
-ocr page 162-
448                       WORP VAN THABOR ,
4515 toe Woerckum ende inden dorpen om Woerckum van huys-
luyden genoemen, ende dat haddense in schepen gebracht,
ende daer vvaeren veel knechten, dye dat solden beschermen,
ende meenden daermede binnenslands toe Harlingen, Franic-
ker ende Leuuarden te coemen, maer dye huysluyden tus-
schen Woerckum , Bolswert ende Sneeck buytendix woenende
hebben hem alle dye scheepen metten gueden genoemen, ende
alle Duytsche knechten, dye by ofte in dye schepen waeren,
hebben sy verdroncken ofte doetgeslaegen, ende naemen nie-
mant geuangen. Doen dye Suarte hoep noch in Bolswert lach,
naemen sy hoer ouerste hofluyden gefangen, als Jacob War-
namer ende Casper van Olms, seggende hem ouer, dat sy
daer knechte betaelinge onderholden, ofte ten minsten belet-
ten , dat het niet een quam , ende dit geschiede doen dye
Hollantsche scheepen genoemen waeren van den Geldersche
Vriesen als voerz. is, ende daer worden twe ander ouerste
hofluyden van den knechten geordineert als Michael van Or-
lingen ende Costen van Milden ende sy woerden den twee olden
geuencklick met wt Boelswert soelange dye knechten betaelt
worden.
Wat Hartogh Cieorgcn van Sassen Co.
Kacrl van üpanglen tlant van Vries-
lant heeft overgedragen.
Als die Suarte hoep met den Vriesen , diet met hoer hil-
den anden enen syde, ende dve Geldersche met hoer Vriesen
aenden ander syde, Vrieslant aldus verbranden, verdomen
ende spolieerden, soe waren dye\' volmachtige des Furst van
Sassen, dye Harlingen, Franicker ende Leuuarden met dye
huysen noch in hadden, in Brabant te Brussel ende tractor*
-ocr page 163-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   149
den met Hartoch Kaerl van Burgoendien, om hem Vrieslant 4515
ouer
te draegen met des Furstes van Sassens gerechtich-
heedcn, dye hy vanden Keyser daerop hadde, voer een somma
van penningen. Ende als sy nae veele communicatien ende
tractaten syn geaccordeert, soe hebben terstont dye Bergoen-
sche een bestant met den Hartoch van Geldre gemaekt vyer
maenden durende, ende began den 7 dach Juny ende worde
gepubliceert toe Leuuarden, Franicker, Harlingen , Sneek ,
Bolswert, Gronningen ende in alle ander plaetsen, steden, dee-
len in Frieslant. Daernae den 23 dach Juny quam heer Flo-
rys van Iselstein van wegen Co. Mat, van Spangien Hartoch
van Burgondien etc. toe scheep toe Harlingen an, ende toeg
voert toe Franicker ende Leuuarden, ende met hem quaemen
als volmachtigen van weegen Hartoch Georgen van Sassen,
heer Syuerdt van Lutzinck Ridder ende Andries Ploeg, Can-
celaer, brengende met hem brieuen ende volcoemen commis-
sie, dat Georgen Hartoch. van Sassen hadde Vrieslant ouer-
gedraegen met all syn gerechtichheit, dye hye daerop hadde,
Kaerl Coninck van Spanien, Hartoch van Burgoendien, Bra-
bant etc. Waerommme quaemen alle dye heerschappen, dye
dus lang den Hartoch van Sassen hadden trou geweest, ende
met hem tegens den Geldersche gehouden, binnen Leuuar-
den. Ende opten 26 dach Juny absolueerde heer Syuerdt Lut-
sinck ende den Cancelaer voersz., wt beuel ende commissie
Hartoch Georgen van Sassen, alle den Vriesen heerschappen,
huysluyden ende steden , dye soe lange den Furste van Sassen
trou hadden geweest, ende niet den Hartoch van Geldie niet
toegeuallen een waren, van hoeren eedt, dye sy den Hartoch
van Sassen als Eerfgubernatoer van wegen Key. Mat. ower
Vrieslant hadden geswoeren, ende begeerden, ende baeden
van wegen des Fursten van Sassen voersz., dat sy goetwil-
lich onder den Hartoch van Burgoendien, van Brabant, Graeue
van Hollant etc. wilden gaen , ende hem huldigen voor Eerf-
heer. Doen dye heerschappen ende burgers van Leuuarden
-ocr page 164-
150                      WORP VAN THABOR,
1515 Franicker ende Harlingen, met dye ander Vriesen, dye den
Hartoch van Sassen dus lange hadden trou geueest, ende
met hem tegens den Geldersche gehouden, waeren vry ende
van hoeren eede als voersz. is ahsolueert, soe hadden dye
heerschappen ende steeden voersz. veel communicatien onder
malcandercji, oft sye ondert huys van Burgoendien op sulcke
condition ende suarichheden, als sy onder den Furste van
Sassen hadden geweest, volden gaen of niet. Daer waeren
sommige dye meenden, sy wolden ondert huys van Borgon-
dien gaen op alsulcke contracten ende voeruerden, als dye
eerste contracten voermeiden, dye Westergoe met Hartoch
Albert van Sassen, inden jaere 1400 ende 98 , doen heer
Willebrordt Scauburch overste int lant quam, want dese
laetste schattingen, excyten ende swarichheden hadde dye
Hartoch van Sassen den Vriesen opgeleegen tot syn self seg-
gen om den rebellicheit voer Franicker geschiedt, als boeuen
inden jaere van 1500 gescreuen is. Ende want dye heer-
schappen , steeden ende Vriesen, dye nu met wille sonder
duanck onder den Hartoch van Burgondien gingen, tegent
huys van Burgondien geenen rebellichheit hadden beueesen,
soe waert oeck billick ende stonde in reeden, dat dye Bur-
goensche heercn hoer in sulcke vriheden ende preuilegien
soude aimemen ende holden, als sy waren, eer den rebellich-
heit tegen den Furste van Sassen geschiede. Dit vernam heer
Florys, dat dye heerschappen ende steden alte samen niet
willich waeren op sulcke conditien onder den Burgoenschen
toe gaen, waerom hydt hy dye Suarte hoep leggen toe Ber-
lekum tot groete schaede van den omlanden, ende wolden
hoer genen solt geuen, soe lange dye Vriesen daer wesende
den Burgoensche niet hadden gesuoeren ende angenoemen
veer een Eerfheer, ende hadden dye heerschappen ende stee-
den ontslaegen geueest van don Suarten hoep, sy hadden soe
lichtelick ende met alsulcke suaricheden hem onderden Ber-
goensche niet gegeuen. Maer om den Suarten hoep quytt te
-ocr page 165-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    151
worden ende den Geldersche tegen te staen, soe hebben nae 4545
voele communicatie ondermalcanderen 62 beerschappen met
dye stat Leuuarden ende ander Vriesen, daertoe Leuuarden
vergaedert, Coninck Kaerl van Spangien, Hartoch van Bur-
gondien, Brabant, Graue van Hollant Zelant etc. angenoemen
ende gehuldiget voor een Eerfheer van Vrieslant in Sinte Vyts
kerke toe Oldenhoff binnen Leuuarden opten eersten dach
July, beholtlick dat hy den landen van Vrieslant van wegen
Key. Mat. solde ontfaen ende regeren, ende daerop behoer-
licke commissie van den Keyser met den eersten in Vrieslant
te presenteren. Doen liet Florys Graue van Bueren heer van
Iselstein, dye den eedt van den Vriesen hadde ontfangen,
golt ende sulueren penningen werpen in den kercke onder
dat volck. Oeck sloeg hy, wt naeme des Coninxs van Spaen-
gien, Hartoch van Burgoendien voersz., mit tgulden sweert
inder kercken voer dat hoeg altaer, binnen Leuuarden opten
dach voersz. vyer heerschappen toe Ridder als Hossel Martena
Tyaerdt Burmania, Tzalling Bottinga ende Kempo Martena.
Oeck loefden heer Florys den heerschappen voei sz. dye preui-
legien, dye sye vandon Hartoch van Sassen hadden, nimmer-
meer te voerminderen, mer toe vermeren met meer articulen
hyernae gescreuen.
Vopla vanden oirercomstc des Coenlnxs Tan Span-
glcn, Hartoch Tan Burgoendien etc. ende die
heerschappen steden ende Vriesen.
Omme vereninge verdrach metten doerluchtigen Furste,
Kaerle prince van Spaengien met het tlantschap van Vries-
lant is, als hiernae gescreuen, verenicht ende besloeten int
eerste, wil dye voergenoemde eedele heer onsen Stathouder
-ocr page 166-
152                          WORP VAN THABOR ,
1515 yet sonder (*) geordineert van wegen des doerluchtigen Fur-
sten leueren ende doen syen behoerlieke commissie key. Mat
angaonde dye landen van Vrieslant, ende onderhoudinge van
dyen, ende dye selue wit naeme ende tytel als eerfheer ende
gubernatoer des key. Mat., in allen manieren van justityen
voersien. Item soe veel onsen heer, dye Stathouder van we-
gen onsen genadigen heere den Prince van Spaengien, desen
landen anneme te regieren ende in regieringe te onderhouden
in allen maeten, maniren, vryheden, soe hyer voermaels
dye hoeggeboeren ende duerluchtige Fursje Hartoch Georgen
van Sassen etc. gedaen ende toegelaeten heeft. Doch niet
weiniger , immers soe veel alst mogelick is, mit meerder
vriheeden ende genaeden onderholden ende dye heerschappen,
dye by ons genaedigen heer van Sassen getrou ende gehoer-
saem gebleuen, ende nu willich tot den huldinge sint], ende
hoer jaerlixe lasten afgecoft ende afgedient hebben, sullen
voer hoer gueden ende meyers vry ende van alle lasten nu
ende tot euige daegen vry veesen ende bliuen, ende daer
ouer genoechsame certificatien geuen. Oeck dat dye Vriesche
onderdanen buylten hoer Vriesche paelen in crig noch in
andere suaricheden niet geeyschet sullen worden. Ende soe
tot enige tyden twiste tusschen den Prince van Spangien
ende enige landen ende ondersaeten int generael fallen moch-
ten, sullen by twe guede mannen vanden Prince wegen ende
twe vanden Vriesche landen onderdanen wegen ontseheyden
ende wtrecht worden. Dat alles tot een waerheit ende vesti-
cheit hebben wy heerschappen daer landen van Vrieslant ytlick
voer hem selues, dye willich syn, onse solues hantscrift bier-
onder screuen opten 29 dach Juny anno 1500 ende 15.
(*) Yet tonder, d. i. Hoogd. Jetzunder, By Schotanus staat alsnu.
-ocr page 167-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    153
J>csc naegescreuen heerschappen deden holdln-
ge ende zworen Kaerl prince van Spanten
hartoch van Burgoendlen opten dach
voersz. binnen Lcuwarden.
1515
Heer Goslick Iuuinga.
Heer Heessel Martena.
Heer Tzalling Bottinga.
Heer Tyaerd Burmania.
Heer Kempo Martena.
Rienck Camstra.
J\\v Bottinga.
Douwo Burmania.
Rienck Rioordz Rorda.
Schelto Roerda.
Gerrolt Heerma.
Gerrick Tzessens.
Taecko Hemstra.
Sybrant Roerda.
Lolcke Heslinga.
Hobbo Hermana.
Lolle Heroz. Ockinga.
Edo Martena.
Epo Martena.
Tyaerdt Popkama.
Folkert Aggens.
Siuck Eminga.
Wytze Camminga.
Sippe Mockama.
Siuerdt Abbinga.
Liuue Abbinga.
Sybe Meckama.
Adser Abinga.
Sirck Boccama.
Poppe Meilama.
Taeke Glins.
Epo Aelua.
Hessel Abbinga.
Sicko Leuckama.
Rinck toe Kammingabuer.
Hette Decama.
Low Doenya.
Onne Zijtzama.
Hessel Bockama.
Serp Osinga.
Willem Hemstra.
Herco Heslinga.
Kempo Douuez.
Feddo Doetinga.
Jeppe Stannie.
Jarich Heroz. Hottinga.
Sydts Eminga.
Peter Camminga.
Wilcko Hollinga.
Aleff Hemmema.
Hette Hemmema.
J\\v Decama.
Sicco Gratinga.
Hans Douwoz.
Toenis Fernia.
Dóecke Heslinga.
Doeke Sybez.
Siuerdt Beima.
Luue Siuerdtz. Beima.
Sippe Hemstra.
-ocr page 168-
154                          WORP VAN THABOR ,
1515 Deze voersz. heerschappen hadden hoer huysen ende guc-
den, dye buyten dye steden stonden, voorlaten ende hoer
inden steden als Leuuarden, Franicker ende Harlingen onder-
holden , om haer eedt ende eer den Furste van Sassen ge-
daen te beschermen.
Dye suarte hoep wi Vrieslant ende Graef Ed-
zart wt Oockum getogen.
Doen deso heerschappen , steeden, ende Vriesen voersz. den
Prince van Spaengien Hartoch van Burgoendien etc. hadden
angenoemen van wegen key. Mat. ende het Roemsche riek
voer een Eerfheer, ende hem plicht ende huldt gedaen, doen
worde dye Suarte hoep hetaelt met 60 dusent golden gl. in
geit ende laeken, dye sy van hoeren besoltinge by den Furst
van Sassen tachteren waren, ende Dachfelder ouerste cappe-
tein des Coenincks van Vranckrick naem hoer aen in des
Coenincks solt opten 2 dach July, ende reysden den 4 dach
July wt Vrieslant nae Franckrick. Ontrent denseluen tyt reys-
den oeck van Sneeck 600 Geldersche knechten ende dat ouer-
lantsche vaendel nae Gellerlant, ende voert nae Franckrick,
dye meest all in Suytzerlant vanden Suytzers worden geslae-
gen. Doen screef oeck heer Florys van wegen den Prince
van Spanien den Graeue van Emden, dat hy solde vertrecken
van Dockum. Dye Graeue van Oestvrieslant toeg met syn
volck van Dockum in syn lant, ende heeft hem beth bedacht
ende mot syn vrunden wyslick ouer gelecht, hoe dat hy wt
Gronningen ende Gronningerlant doer lange oerloch was ge-
comen, ende haddet Hartoch Kaerl van Geldre ouergedrae-
gen, Hartoch Georgen van Sassen doer veel ende lange oer-
loch moste Vrieslant verlaeten ende dragent ower in handen
-ocr page 169-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   155
des Prince van Spanien, hy considererde ende anmerekten 1515
oeck dye macht des Princes voersz., datter alsoe hem metter
tyt niet meer orberlick soude wesen, dat hy met den Har-
toch van Geldre hem soude setten tegens Kaerl Prince van
Spanien, Hartoch van Burgoendien besonder , want hy nu in
groete ongenaede was des Roemschen Keysers om den rebel-
licheit des Furstes van Sassens, ende dat hy des Keysers
brieuen ende mandaeten soe vaecke hadde veracht ende ver-
smaet. Om dese ende andere oersaken den Graeue van Em-
den daertoe mouerende heeft hy duer syn boeden heer Flo-
rys van IJselstein Stathouder van Vrieslant angesocht, dat hy
een middeler woude wesen tusschen Roem. Key. Mat. ende
hem, dat hy in Key. Mat. ende Karle prince van Spaengien
genaede ende hulde mochte weder cocmen, twelck heer Flo-
rys metter tyt tot effect heeft gebrocht, alsoe dat Edzardt
Graeuen van Emden noch binnen anderhalf jaeren seluen per-
soenlick quam in Westurieslant tot heer Floris, ende oer-
lochde met hem tegen den Geldersche, als ghy nae sullen
hoeren. Daernae gauen dye Sassens regenten in Vrieslant
van wegen des Furstes van Sassen ower, ende resigneerden
in handen van heeren Florys van IJselstein, als eerste Stat-
houder in Vrieslant van wegen den Prince van Spanien, tlant
van Oestergo, Westergoe ende Soeuenwolden met den stee-
den voersz. ende huysen, als thuys toe Ziardema toe Frani-
cker, thuys toe Harlingen, dat geschut dat den Furst op
den drye huysen hadde, solde daer noch een jaer op bliuen
tot bescherminge der huysen vrs. onder den inuitarisbrief ofte
register ende daertoe galf dye Prince den Hartoch van Sassen
syn obligatiebrieff dye bussen te restitueren nae den jaer,
ofte het waer saeck, datse middelertyt ouer een quamen om
een somma van penningen voer dye bussen voersz. te betae-
len, alst nae geschiede, want dye bussen bleven op dye drye
huysen vrs. voerden somma van penningen, dye Hartoch Goor-
gen daer voer ontfangen heeft. Oeck restitueerden ende
-ocr page 170-
156                        WORP VAN THABOR ,
1515 oueroaeuen dye volmachtige des Furstes van Sassen, in han-
den des Princes ofte heer Florys syn Gedeputeerde, dye
steede ende slot van Medenblick. Want dese stede ende slot
Hartoch Albert hoeglicker gedachtenisse was mede onder-
set, ende nae , als hy Vrieslant ontfinck , eruelick ende ewege-
lick gegeuen van Philippo Hartoch van Burgondien, dese
jonge prince van Spaengien vaeder. Hyermede scheyden dye
Sassens heren met al haer familie, dienaers ende officiers wt
Vrieslant den thienden dach July voersz. ende haer macht
was daernae in Vrieslant gedaen, nae datse Vrieslant hadden
regiert ende heeren van Vrieslant te weten Oestergoe, Wes-
tergoe ende Soeuenwolden geueest ontrent xvu jaeren vantt
jaer van 98, in Aprill tot dit jaer van 1515 in Julio, datsie
weder wech reysden. Dye eerste dyet lant in creeg, was
Hartoch Albert van Sassen, Marckgraeue van Myssen, Lant-
graeue in Duringen ende worde met Hartoch Hendrick syn
jonckste z. in Vrieslant Hartoch. Hendrick woendde op Syar-
dema huys toe Franicker. Daernae int jaer xvc worde hy
in Franicker belecht van den Vriesen. Ende nae dat Har-
toch Albert Franicker hadde ontset, soe toeg hy met synen
vaeder wt Vrieslant ende quarn nie weder int lant, maer
nae syns vaeders doet, dye int selfde jaer binnen Femden
sterf, resigneerde hy Hartoch Georgen syn olste broeder
Vrieslant met all syn gerechticheit, daer hy daerop hadde.
Daernae int jaer xvc ende vyer quam Hartoch Georgen in
Vrieslant ende worde gehuldicht in alle steeden ende deelen
in Oestergoe, Westcrgoe ende Soeuenwolden, voer een Eerf-
gubernatoer van Vrieslant van wegen Key. Mat. Dese Har-
toch, Georgen was dye derde ende laeste heer van Vrieslant
wt dye eedele Sassens. Tegens dese Hartoch Georgen stonde
op Hartoch Kaerl van Geldre, dye soe lange met hulpe der
Vriesen tegens hem heeft geoerlocht, dat hy Gaerlo Hartoch
van Burgondien, van Brabant, Graeue van Flaenderen, Hollant
etc. heeft moeten ouerdraegen alle syne gerechtichneden,
-ocr page 171-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    157
dye hy hadde van Key. Mat. ende dat Roemsche riek, op 1515
Vrieslant.
Vanden Stathoudcrs in Vrieslant
by den Sassens tyden etc.
Dye eerste Stathouder in Vrieslant van wegen den Fursten
vas Hugo Graeue van Lyswinck heer van Peninck. Daer nae
anno 4, doen Hartoch Georgen weder wt Vrieslant reisde,
ordineerde hy regenten, diet lant solden regieren, van welcke
den princcpaelste ende owersle was heer Willem Trux. Daer-
nae anno sexto worden dye regenten weder affgeset, ende
Hendrick Graue van Stolburch heer van Wernigeroe, dye worde
dye anderde Stathouder in Frieslant. Daernae int jaer van
negen sterf Graue Hendrick voersz., ende nae hem worde
dye darde Stathouder van Vrieslant Eweruin van Benthem
Graeue. Ende dit was dye laetste stathouder in Vrieslant van
wegen des Furste van Sassen. Dit is cortelicken gerecapete-
leert ende wederom gehaelt, dat elck op syn plaetse opt lang-
ste in dit boeck is geschreuen van den edelen Fursten van
Sassen ende hoer Stalhouders, dye in Vrieslant hebhen
geregeert.
Opdat dye Vriesen, dye nae ons sullen coemen ende gene
kennisse hebben van den Furste van Sassen, dan allene sul-
len hoeren, dat dye Hartogen van Sassen hebben guberna-
tores ende heeren van Vrieslant gewest, mogen dan oeck dye
waerheit weten, hoe ende in wat maniren sy hebben Vrieslant
geresigneert ende ouergedragen, ende doer wat oersaecke
Kaerl. Prince van Spanien, Hartoch van Burgoendien etc. eerst
in Vrieslant is gecomen. Soe wort hierna gescreuen den co-
pia van den ouerdracht der landen van \'Vrieslant tusschen
den Prince van Spanien ende den Furste van Sassen gesciet.
-ocr page 172-
158                          WORP VAN THABOR ,
1515 Deze copia is te vinden in \'t Gharterboek. II. fol. 104. by
Schot. fol. 569 en Winsem. fol. 427.
"Van dit tractaet vinde ick geen datum, want dit geen for-
melick brief van den resignatie van Vrieslant is, maer allene
een tractaet sluittinge is, dat dye gedeputeerden ende vol-
machtige van beyden heeren onder malcander gesloeten, daer
princepael brieuen formelick syn wtgemaeckt, alsoe dat men
dat sin ende verstandt van alle handelinge ende brieuen dese
materi rorende, diet tractaet mach crigen ende verstaen.
Hoewel hyer geen datum staet, het is nochtans seker, dat dit
tractaet is gesloeten int beginne vandenMeye (f) intjaer 1515,
want Hyeroniinus Suees van des Fursten van Sassen wegen
was met dye betaclinge van den Suarten hoep opten Suyder-
zee ende woldet ouerbrengen in Vrieslant, maer dye Gelder -
sche Vriesen naemen syn scheepen ende hy ontquam met dat
geit, als voersz. is, ende dat geschiede den 14 dach Mey
ende dat geit hadde dy Furste van Sassen of syn gedeputeerde
ontfangen van den Prins van Spanien, daerom was dit tractaet
voersz. al gemaeckt.
Item dat in dit tractaet woert mentie gemaeckt hoe Philips
Coeninck van Castilien, Hartoch van Burgondien etc. synDo-
minie ende eygendom , dye hy te woeren op ende in Vrieslant
hadde, heeft toegestanden ende ouergedraegen Hartoch Albert
van Sassen ende syn eeruen, op conditien, dat hy dat lant we-
der tot hem mochte nemen betaelende den voersz. Hartoch
80 hondert (*) florenen Renenses met den oncoste daerop ge-
daen. Dit weet ick niet, van wat dominie, dit is te ver»
staen, want het kentlick ende openbaer is ende oeck gene
brieuen ende cronicken wort befonden, dat Philips Hartoch
van Burgoendyen dye eerst Hollant in wan tegen vrou Jacob
syn nichte, noch nae Hartoch Kaerl synen z. hoewel hy wel
( ) Het was 22 April.
(*) lees: 350 duseut.
-ocr page 173-
* |
KRONIJK VAN FRIESLAND.
                   159
arbeyde omt Iant van Vrieslant inte crigen, als boeuen int 1515
jaer van 1470 is gescreuen, noch Philips Goeninck van Cas-
tilien syn zoen voersz. nimmermeer enige dominie, macht,
geualt in Vrieslant als Oestergoe, Westergoe ende Soeuen-
wolden hebben gehat int generael ofte particulaer. Het is
waer dat sommige Graeuen van Hollant is dit lant gegeuen
van een ofte twe Roemsche Keyseren ende oeck int lant heb-
ben geregeert, daer ick int darde boeck deses Cronick van
hebbe gescreuen. Oeck daernae Hartoch Albert van Beyeren
ende heer Willem syn soen Graeuen van Hollant hebben dit
lant in gehat ende syn nae een jaer geueltlick weder wt
Vrieslant gedreuen, oft dat heer Philips Coninck van Casti-
lien hem wolde usurperen dominie ende eygendom op Vries-
lant voersz., dat mochte hem geen eygendom maken, dan pre-
tense. Want Sigismundus Ro. Key. Mat. int jaer 1418 heeft
by syn besegelde brief van previlegien den Vriesen geabso-
lueert van allen loftenissen, eeden, ende brieuen dye enige
lantsheeren ofte steden voer datum deses voersz. gedaen.
Desgelick heeft Fredericus dye darde van dese naeme Roem.
Key. Mat. den Friesen oeck in syn preuilegien wt volcomen
Keyserlicke macht geabsolueeert. Ende daertoe Maximiliaen
Eerts Hartoch van Oestenrick, Hartoch van Burgoendien, Graeue
van Hollant, tot wille ende begeerte syns vaeders Frederici
Rom. Key. Mat. voergenoemt, by consent des Hartochinne
ende Graefinne synre huysfrouwen, ende oeck by raede deer
groesten ende Eedelingen van Hollant heeft geconfirmeert
dat syne vaeder vorsz. den Vriesen heeft verleent ende daer-
toe geabsolueert ende vry gegeuen allen eeden, lasten ende
bonden, dye sye enige Graeuen van Hollant mochten hebben
gedaen. Dit heb ick cortelicks gescreuen ende verhaelt, dat ick
te voren in andere boecken opt langste hebbe gescreuen. Daer-
men wt mach mereken, dat den Vriesen van allen eeden ende
beloftenissen den Graeuen van Hollant ende andere heeren
gedaen, oeck met segelde brieuen ouergegeuen, sint ahsol-
-ocr page 174-
160                       WORP VAN THABOR,
1515 ueert. Ende gene lantsheren enige dominie op Vrieslant
hadden, dan alleen Key. Mat. ende dat Roemsche riek, eer
Hartoch Albert van Sassen als een gubernatoer van wegen
Key. Mat. in creeg. Rem Hartoch Georgen ofte sin gedepu-
teerden scriuen int begin van dit voersz. tractaet oneerlick
ende ondegelick int generael van alle Vriesen, als om haer
ingeboren ontrouicheit ende wreetheit te duingen ende tem-
men, ende dye rebelle halsen onder een jock te brengen etc.
Dit hebben dye Vriesen an Hartoch Georgen van Sassen niet
verdient, want behaluen dye heerschappen wtgecoempt in dye
platte landen haer huysen ende gueden verlieten, ende weeken
in Franicker, Leuuarden ende Harlingen om den Hartoch trou
toe wesen, soe waeren noch meer heerschappen, dye int Hollant
ende Sticht laegen. Oeck veel burgers wtt Sneeck, Bolswert ende
Staueren ende Woerckum, ende oeck sommige huysluyden ver-
lieten haer eygen huysen ende gueden, ende woenden inden
steeden voersz., ende oeck sommige buyttens lants, soe lange
als dye Geldersche in Vrieslant waeren. Soe waeren noch veel
Vriesen wt den steden ende oeck dye landen, dye geerne byden
Sassens souden hebben gebleuen, hadden sy den cost met haer
wyuen ende kinderen op ander plaetsen weeten te crigen.
Oeck solden Bolsuerders ende Snekers haer steden tot profyt
des Furstes van Sassen wel gehouden hebben, hadden sy ver-
sien weest met geschut. Dye Sassens hadden Snekers in
voertyderi haer bussen genoemen ende haddense gefoert op
haer huysen, doen sy noch niet feel geschut int lant hadden,
ende "als dye Geldersche eerst op Geesterlant aen quaemen,
sonden Sneekers boeden toe Leuuarden aenden Sassens om
volck, geschut ende puluer, datse hoer stat tegens den Gel-
dersche mochten beschermen. Doen wolden dye Sassens hee-
ren opt huys toe Leuvvarden wesende dat niet geloeuen ende
seyden , dat sulcke dingen worden wtgeset, om datse geen
schattinge wolden geuen, ende dreigden den boeden int hon-
degat te werpen , hyer wt ist opentlick datter veel Vriesen
-ocr page 175-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  161
wt duanck ende niet met wille aen den Geldersche bleuen. 1515
Ende alsmeri naa den waerheit alle ding sonder parthie wil
ordelen, soe salmen vinden dat Hartoch Georgen van Sassen
den Vriesen eer ende meer heeft Verlaeten, dan die Vriesen
hem. Want soe vroech hy hoerde, dat dye Geldersche Sneeck
ende Boelsuert twe opene steeden in hadden, toeg hy met
Hartoch Hans zyn zoen wt Vrieslant ende quam nie weder
int lant, daer hy noch drye stercke steden in hadde, ende
dye machtichste ende meeste paert vanden heerschappen ende
den meesten deel van Westergoe met heel Oestergoe tot synen
hant. Dye Suarten hoep quam in Oldecloester meer doer naer-
sticheit der heerschappen, dan doer des Hartoch, meer want
dye heerschappen geen geit hadden voerden suarten hoep ,
soe wolden sy Bolswart oeck niet aen, ende dye Sassens he-
ren ende regenten woldent geit, daermen dy knechten mede
solde betaelen, al plocken ende schatten vanden scaemelcn
huysman, daer sy mede worden desperaet, want sy geen
meer mochten geuen, ende dy ander heeren, dye groet schat
ende groet goet onder den Hartoch int lant hadden voergae-
dert, wolden den gueden vroemen heer niet voerleggen. Daer-
om is Hartoch Georgen meer doersyn seluens cleinmoedicheit
ende syn onderheeren ende officiers giericheit ende quaedo
raet dan der Vriesen ontrouuicheit wt Vrieslant gccoemen,
datmen noch met meer reeden ende bescheit wel soude mo-
gen beuysen, maer is hyer te lange te verhaelen.
Doe Heer Floris van Iselstein metten Sassens heeren opten
10 dach July weder wt Vrieslant tot den Prins in Brabant
was gereist ende dat bestandt noch duerde, soiiciteerden
sommige heerschappen anden Prins van Spanien, om den
voersz. ouercomst, tractaet ende sluittinge tusschen heeren
Florys ende deu heerschappen geschiet, van Garolo Prins van
Spanien geconfirmeert ende geapprobeert te worden, dat al-
soo is geschiet, van welck dye copia hyernae folcht.
11
-ocr page 176-
162                          WORP VAN THABOR,
1515 Zie deze Copia in het Charterb. II 90. bij Schotanus fol.
574 en bij Winsemius fol. 433.
Doen dat bestande van vyer maenden wt was, worde noch
bcstande gemacckt van drie jaeren, maer dat worde in Vries-
lant niet geliolden, want dye Gcldersche Vriesen, dye in
Brabant waeren, ende boer guet genoemen tusschen Harlin-
gerf ende Bolswert, roefden op den Burgoensche steeden,
ende Vriesen desgelicks tasten Franickers weder wt, ende
vingen ende naemen, wat sy vanden Geldersche Vriesen
mochten criegen, soo lange datter in Vrieslant tusschen don
Burgoensclie ende Geldersche open oerloch worde. Maer dye
Hollanders ende Geldersche saeten daer stil toe buytten Vries-
lant, sy coften , sy voercoftcn, sy comersierden onder mal-
canderen, recht oft hem luyden niet roerde. In desen tydcn
voergaederden sommige verbrande huysluyden van Arum,
Wytmaersum , Kimsert ende ander dorpen daer omtrent, ende
worden mettertyt bowen hondert sterck ende worden ge-
noemt Arumer Suartcn hoep, daeromme datse te Arum eerst
voergaederden. Desen deden voer Franicker, Harlingen ende
opt Bill groeten schacde nemende ontallicke veel beesten.
In Oestergoe toe Ferwerdt was oeck een genoempt Ricke
Vries, die sommige voerduruen huysluyden tot zynen hanl
hadde ende dede Leuuarden ende opt Bill groeten schaede
veel beesten roeuende. Doe namen dye Bikkers 60 knechten
an op hoer solt ende cost, dye haer van den Gcldersche Vrie-
sen soldi n beschermen, soe lange hoer nott ofgcdorschet worde,
welcke voernaemen dye Geldersche Vriesen , ende quaemen
opt Bill, ende hebben veel knechten ende huysluyden opt Bill
woenende geslaegen ende geuangen, ende naemen met hem
veel peerden ende beesten ende branden sommige huysen.
Terwyle dat bcstant voorsz. noch duerde, hebben dye Gel-
dersche binnen Sneeck een Land.icb geliolden opten 11 dacli
Septembris anno 1515. Tot desen dach worden allen platte-
landen ouer all Vrieslant voersc. (want dye Geldersche allen
-ocr page 177-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     163
landen, delen ende steeden in Oestergoe, Westergoe ende 1515
Soeuenwolden voer haer holden behaluen Leuuarden, Franio
ker ende Harlingen) ende \\vt elcke deel den Grietman met
twe ofte drie huysluyden den volmachtigen. In welcke dach
dese naegescreuen articulen sint begrcepen ende gesloeten van
den staeten van Vricslant daer voergaedert toe onderholden
steed ende vast.
Inden eersten om onhoudinge van knechten, die men sall
gebrucken ende leggen, daermens meest van noeden sall
syn tegen den vianden, hebben sich dye landen guetuillich
laeten vinden, ende by raedt myn genaedige heer van Geldre
een rechte ordinantie te funderen, daer men hoer mede sal
onderhouden.
Item ofte onse ondersaeten yet wolden verucruen, gelick
sye sus lange gedaen hebben, met roeuen, fangen ofte an-
ders , het geschiede dan an wat persoen het wil, zullen dye
gemene landen metten klokslag veruolgen ende dat wrecken,
soe vele dye gemene lantschappen met goet ende bloot moe-
gelick sal syn te doene.
Item als dye clocken slaen, soe sullen alle manspersoenen,
dye sint boeuen 20 jaren ende onder tsestich, bereit syn ende
wesen met harnas toe coemen tot dengenen, dye daer ge-
schickt syn, ende volgen ende gehoersaem syn.
Item dit geschiende sal dye ongehoersaeme, dye dan ihuys
mochte gebleuen wesen, oft enige andere ongehoersaemheitt
toenende is, sall eerst gestraft worden, voer wy yet voerne-
men te doene tegen onse wederpartye.
Item indien oeck enige particularc persoenen geuonden wor-
den ende onderstonde tgemene nutt ende weluaert toe weren,
soe veel hoer mogelick is, dye luyden sal yegelick Grietman
anteikenen ende toe Sneeck den heeren int scrift leueren,
ende men salse straffen, alsmen landts verraeders schuldich
is te doen, sonder genaede.
11*
-ocr page 178-
164                       WORP VAN THABOR,
15 Item sullen oeck alle Grietsluyden, soe froech sy thuys
comen, den inwoenders der Grietenien veruyttigen harnas te
holden yegelick nae syn staet.
Item alle ballingen, dyo sich nu buytens lande holden,
ende oeck dye inden landen syn, ende noch niet gesuoren
hebben, sullen voor Sinte Michiel coemen, ende dan gelick
dye gemene lantschappen, sy sullen yegelick besonder gelick
wcsen hyer vry ende veilich te coemen, ende wederom in
hoer woensaemheit te trecken, dye clan coemen, men salse
een guetlick incomst laeten eerfaeren nae gelegen daer saken,
dye dan oeck niet een comt byder tyt vorscreuen, sall euc-
lick ende alle tyt wt dye landen van Vrieslant verwesen syn.
Item alle desen articulen sullen dye Grietsluyden, soe vroech
sy thuys coemen, in allen Grietenien laeten publiceren ende
besueren alsoe te achteruolgen, dye daer contrari doende is,
Salmen straffen, als luyden dyet gemene nutt ende \\veluae-
ren niet lyden ende syen mogen.
In desen dach voersz. toe Sneeck geholden worde getracteert
ende gcsloeten , datmen by raet ende consent des Hartoch van
Geldre twe geleerde welsprekende Vriesen van allen saken wel
geinformeert souden senden anden Co. Mat. van Vranckrick,
wien dat arblrament vanden tuysten ende gescheele, wesende
tusschen den Prince van Spanien en den Hartoch van Geldre,
Vrieslant rorende by consent beyde heeren voerscreuen was
gecompromitteert. Daeromme schickten dye Goldersche Vriesen
twe op tot den Co. Mat. voersz. met credentie briuen van alle
staeten van Vrieslant, wtgesecht Leuuarden, Franicker ende
Harlingen, ende heerschappen voergenoempt gesegelt, dat sy
den Co. Mat. van Franckrick solden informeren ende te ken-
nen gcuen, woe dye saeken van Vrieslant hem hadden tus-
schen den Prince van Spanieu ende dye Hartoch van Geldre
ende dat alle staeten van Vrieslant, wtgesecht Leuuarden ,
• Franicker, Harlingen, ende sommige heerschappen, Hartoch
Kaerl van Geldre hadden eendrachtelick gecoeren ende aen-
1
-ocr page 179-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     165
genoemen voer een heer ende beschermer der landen van 1515
Vrieslant, begerende dat syn Co. Mat. sulcks duer syn arbi-
Irament wolde confirmeren, ratificeren ende approheren.
Want syn Co. Mat. dat boeueu allen anderen carslen heeren
mochte rechtelick doen, omdat dye Coningen van Vranckrick
hadden Vrieslant eerst wt. dye heydenscho Coningen macht
onder den croene van Vranckrick gebracht, ende het .kar-
stene geloeue in Vrieslant eerst laeten predicken , ende alsoe
metter tijt heel totten harstene geloeve gebrocht. Oeck om
sonderlinge diensten ende vromicheden der Vriesen by den
Coningen van Franckrick gedaen, hadden sy den Vriesen den
euige vriheit gegeuen. Desen nae gescreüen hebben den Gel-
dersche Vriesen Jmet hoer oratoren ende ambesaeten gesentt
aenden Co. Mat. van Franckrick Anno 1515 ontrent Martini.
Item dat dye Vriesen hebben hem geholden ende hoer lan-
den in ruste ende vrede geregeert nae insettinge der Conin-
gen van Franckrick, soe lange sy niet worden angefochten
van de Graeuen van Hollant.
Item dat dye Graeuen van Hollant eerst hebben gemaeckt
allen discordien ende twedrachten, dye in Vrieslant eerst heb-
ben geueest, sommige heerschappen ende steden met gaeuen
ende beloften tot hem treckende, doer welcke sy somtyden
heel Vrie&lant hebben onder hem gecregen.
Item dye donatien Caroli Calui ende Lodouici dye anderde
sint van geene macht. Int eerst vant sy geen Keyseren maer
allene Roemsche Coningen waeren. Ten anderen want sy in
hoer donatie brieuen dye Preuilegien der Vriesen niet men-
tioneert, noch reuoceren ofte te niete maken, noch dat dye
donatie by consent der Vriesen niet is geschiet.
Mit dese ende andere voersz. articulen worden geschickt
in Gelderlant aenden Hartoch, heerschappen ende huysluyden,
volmachtige vanden staeten van Oestergoe, Westergoe ende
Soeuenwolden. Als wt Oestergoe meester Minno pastoor toe
Rauwert, Jancke Oenema, heerschap, ende Taeke Montiama
-ocr page 180-
166                           WORP VAN THABOR,
1515 huysman wt Wesfergoe, heer Riuerdt Pastoer toe Oela, Edo
Jongoma heerschap endo Tyepke Bottez. huysman, wt den
Seuenwolden, meester Gaele, pastoer toe Boern, Fed-
drick Rorda ende Franck Roelofz. huysman wt Stelling-
werf. Dese reysden tot Aernem in Gellerlant, om met
den Hartoch van Geldre te communiceren van datgene,
dat toe Sneeck in den landach was gesloeten ende begrepen,
ende voert syn furstellcke genaeden bidden van weegen ende
wt naeme vanden gemene staeten der landen van Vrieslant,
dat syn furste genaede seluen, wolde coemen, in Vrieslant
sich den staeten van Vrieslant presenterende, omdat dye
Burgoensche met hoer adherenten lietsn luyden ende seyden,
dat dye Hartoch van Geldre tlant van Vrieslant wolde ver-
laeten ende hem niet meer onderwonde; maar sommige Gel-
dersche heerschappen met Suartsenburch ende Arcklens on-
derholden den knechten, ende dat oerloch, wacrdoer veel
Vriesen, dye noch met den Burgoenschen bilden ende geneecht
waeren Geldersk te worden, worden getoegen van den Gel-
dersche. Ende waer dat syn F. g. per;;oenlich int lant quaem,
daer solden veel steeden beerschappen ende huysluyden Gel-
Iers worden, dye nu noch met den Burgoensche bilden. Bye
Hartoch van Geldre heeft den geschikten van Vrieslant eer-
lick ontvangen ende getracteert ende montlicken ten ant-
woerde gegeuen, dat hy Vrieslant nimmermeer wolde ver-
laeten, verbuytten , meer lyf ende guet, lant ende luyden by
hoer te settcn, indien sy des weder by hem wolden doen,
hoer geuende brieuen anden staeten van Vrieslant, van welcke
dye copie byernae folcht:
Kaerle van Gelre ende van Gulck enije Graeue
van sutpiien etc.
Onsen vruntlicken groet, waerdige, hooggeleerde, eerbaere,
vroeine, wyse, ende voersichtige lieuen gelrouuen , wy heb
-ocr page 181-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   467
ben uwen geschickten ende deputeerden met haeren creden- 1515
tien ende boetschappen vander samentlicker lantscliappen
wegen doeglick ontfangen, guetlick verhoert ende wel voerstaen,
daerop wy den seluen een guetlick antwoert gegeuen heb-
ben aen v samentlick toe brengen, als ghy aen denseluen
wel voerncrnen sult, ende want wij denseluen uwen frunden
onder anderen by onse furstelicke eere toegesecht hebben ,
v ende dye samentlicke ondersaeten ende staelen der Vries-
landen nimmermeer toe verlaeten, dan lyf ende leuen, lant
ende luyden ende alles, wat wy ter werlt vermoegen, by v
op te setten, soe veer ghy ons in gelicken doet, als ghy ons
doer den voersz. v deputeerde vrunden doet verboetschappen
hebt, als ghy al eer langer ende breeder van uwen vrunden
voersz. verstaen sult, daer ghy v vastelick op vcrtroes\'.en
ende verlaeten moecht, soe wy ons by v holden ende beuysen
sullen, als een vroeme furste toe staet, dat wy v soe in
allen gueden te kennen geuen uwen eerbaerheit ende waer-
dicheit, dye God onsen Heeren beuaeren moet. Gegeuen in
onsen stat Aernnem op onsen lieuen vrouuen conceptionis dach
nostro sub secreto anno dusent vyfhondert ende 15.
Den Eerbaeren waerdigen hoeggeleerden vromen
wysen ende voersichtigen heeren , abten , prelae-
ten, heerschappen , steden ende ganse gemeente
des saemlicken onsen Vrieslanden van Oestergoe,
Westergoe ende Soeuenwolden, onsen lieuen ge-
trouwen ende guede vrienden.
Oeck sende den Hartoch van Geldre met den voersz; am-
besaeten brieuen an synen Ganceler ende racden binnen
Sneeck residerende, van welcke dye copie hyernae volcht:
Copia.
Kaerle Hartoch van Geldre ende van Guilck Grauo van
-ocr page 182-
168                       WORP VAN THABOR ,
1515 Sutphen. Lieue Raede onde getrouuen, \\vy hebben by uwen
geschickten ende deputeerden vrunden, van wegen der stae-
ten onser lantschappen van Vrieslant tot ons geschickt, cre-
dentie ende boetschappen ontfangen, met ytlicke articulen
l)yden staeten vanden landen accordeert ende gesloeten. Daer-
op wy denseluen deputeerden onsen antwoert gegeuen, ende
weder anden staeten onser lantschappen gewaerdicht hebben
te scriuen, als ghy in hoeren rappoert wel voerstaen sult.
Ende want wy dan dye selue onse landen ende ondersaeten
geensins in gelicken oeck weder doen , als sy an ons doen
voerboetschappen hebben , als ghy alles breder ende wyder
van hem verstaen sult, oft dan onse wedepaert enyge mey-
terie, oft yetwes tegens donderdaenen onsen Vrieslanden
voernoemen mochten worden, beueelen wy u mit gansen eernst
daertegen te doen, ende versoeken van allen den genen, dye
onse wederpartye draegen. Desgelicks hebben wy oeck al-
hyer doen bestellen in onsen lantschap. Wy weerden onsen
lieuen Raede ende getrouuen eerstes dages mit volcomen
macht ende gestalt tot v. voegen, hierbeneue vertrouwen oeck
corts van ons vernemen, datmen alsoe ouer wech niet scre-
uen mach, dat ghy alsdan middeler tyt onsen saeken aldaer
ouerall alsoe stueert ende regeert, als tot eeren, wel-
uaert onser inder seluer tuyst dienen sall, gelick u des ende
alles gueis ganslick te betrouuen, dat sullen wy oeck mit v.
samentlick bedencken ende voer oegen holden. Gegeuen in
onsen sladt Aernhem op onsen lieuen vrouwen conceptionis
dach anno 1515 etc.
Wat rappoert ii t Ctellcrlant aenilen Staten van
Vrieslant ende van heer Floris brief.
Met. dit antwoert ende brieuen voersz. sint die ambesaeten
-ocr page 183-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    169
weder wt Gelderlant gecóemen in Vrieslant, brengende haer 1515
report anden landen montlick ende scriftelick, terstont sint
dye copien vanden brieuen gesent in alle Grietenien in Oes-
tergoe, Westergoe ende Soeuenwolden, dat dye Grietsluyden
den brieuen aenden waer voer allen Vriesen solden publiceren.
Oeck worden dese copien heiraelick gesent in den Burgoensen
steden, als Leeuarden, Franicker ende Harlingen, waerdoer
veel heerschappen, huysluyden ende burgers inden steden
voersz. geneecht worden tot den Hartoch van Geldrc. Oeck
lieten dye ambesaeten luyden, dat heer Florys sonder commis-
sie des princes van Spanien in Vrieslant was gecóemen. Deze
faem vernaern heer Florys ende sende synen brieuen aen allen
hoecken van Vrieslant, dye Gelders partie hilden , dat se den
loegen der ambesaten niet souden loeuen etc. van welke
brief dye copie hyernae folcht:
Copia.
Florys van Egmont, heer toe Iselstein, sinte Martensdick
ende Scherpenessen etc. Stathouder generael in Vrieslant.
Andachtigen ende lieuen besonderen , wy worden metten waer-
heit berecht, hoe ytlicke priesters ende heerschappen syn
geueest aen heer Kaerle van Geldre, ende sich daerwt geven
als ambesaten des ganses landes van Vrieslant. Ende den-
seluen heer Kaerle van Geldre ytlicke onwaerachtige saken
an te draegen. Ende soe nu weder om thuys comende w
groete loegenen ende onwaerachtigheyden wederom anbrengen,
mits dat sy v moegen brengen ende hoer partylicke saeken
met v wtdraegen. Ende om sulcks beter te weercke te bren-
gen, stroyen sy ende seggen tot w, dat wy hyer in dese lan-
den van ons selfs, ende niet van onsen genaedigen heer den
Prins van Spanien solden wesen. Ende dat wy solden ge-
neicht syn om oerloch, twedracht ende onschuldig bloet te
-ocr page 184-
170                          WORP VAN THABOR ,
1515 storten, hoe wy doch diergelicken presumeren ende oeck een
deels wel weten , dat sulcks alle voersz. v. wille , consent ende
heuel niet is geueest. Doch hebhen wy ons bedocht v opdat
selue • te aduerteren ende verschoenen, ende laeten v in den
besten vorden waerheit weten , dal ons genaedige heere dye
Prince van Spanien ons heeft, wt syn furstelicke genaede
hoff, dye dato van den 8 Decembris , gescreuen , dat heer
Kaerle van Geldre ende syn Furste genaede oeck den Coe-
ninck van Vranckrick heeft gescreuen, dat hy in Vrieslant
geen niu oerloch wil maken , ende indien syn luyden in Vries-
lant sulck beginnen, haer geen hulp doen. Wy sint hier in
Vrieslant oeck van ons selfs niet gecoemen , dan wt sonder-
linge beuel ende groeten begeerte onsen g. b. den Prince van
Spanien , alst blickt, ende syn furstelicke genaede commissie ,
dye men u ende alle Vriesen opentlick sal toenen, als ghy
dat begeert. Wy sint oeck niet genegen enige orloch, tue-
dracht ende bloedstoi tinge in Vrieslant toe maken, dan sint
bereit, indien ghyt begeert, u allen gcestelick ende waerlick
edel ende oncedel van wegen onsen g. lieuen here dye Prince
van Spanien in genacden op te nemen, ende alle datgeen soe
sy tcgens den Furste van Sassen mochten ende hebben mis-
daen ende onrechtelick gehandelt, geheel ende all cleyn ende
groet in genaede oins Gods wdle te vergeuen ende vergeten, ende
tot genen tyt des toe gedeneken, oeck v in genaeden toe onderhou-
den, ende alle beswaringe, soe V een jaer renlhen oft excysen ende
andeis byden Zassens boeuen v vermoegen mochte opgelecht
wesen, te mitigeren ende tot redelicke vermogen manieren te
stellen. Ende alsoe van onsen genaedigen Princes wegen
van Spanien met v leuen, dat ghy aen ons guet geuallen
sult hebben. Ende soe ghy sulcks an ons begeert, mogen
ghy v volmachtigon by ons schicken, den willen wy mits
dese een vry sterck geleit geuen an ende aff te trecken , om
met ons op dat gene als voersz. is te handelen ende trac-
teren. Desgelycks wederom, indyen ghy v van sulcke voersz.
-ocr page 185-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   171
priesters ende heerschappen ende anderen logentaelen laet bren-1515
gen, ende den Geldersche geit ofte bystant in clein oft int
groet geuet, ofte doen, ende v in niuuen oproer met logen-
tael laet brengen, willen wy desgelicken ende meer geit van
v hebben. Ende den geen, dye oproer maken ofte stereken,
willen wy straffen, een ander tot een exempell. Twelck wy
v allen ende een ytlyck int sonder geuen te kennen ende met
v vredelick, indyen dat mogelyck sall wesen, te leeuen , sint
wy geneecht. Gegeuen toe Leuwarden , onder onsen signet
den 18 dach Decembris anno 1515.
Van des Hartoch van Geldre aenden stat van ineeck
tcgens den lieer Florys brief voersz. ende van
dambesaeten in Franckrick gesent.
Nae dat dese heer Florys voersz. brief was wtgesent
aenden Geldersche Vriesen ende sleeden, soe is Arckles van
wegen Hartoch van Geldre, Stalhouder in Vrieslant, omden
landen ende steeden , dye doe Gellers waeren , met dese brie-
uen gereist in Gelderlant aen den Hartoch, hem dit tonende,
waer op Hartoch Gaerle van Geldre een brief heeft gesent
an den steede ende raede van Sneeck, haer informerende te-
gens heer Florys voernemen, ende dat syn Furste crenaede
dem seluen metten eersten denckt te voegen in Vrieslant, dat
nochtans niet geschiede , van welcke brief ick dye copie hier-
nae sall setten. Te wyle dat dye ambesaeten noch in Gelder-
lant by dye Hartoch waeren, worden daer twe geleerde man-
nen van den Vriesen geordineert by consent des Hartochs dye
metten articulen voersz. solden reysen an Co. Mat. van Vranck-
rick, om syn Co. Mat. te informeren, woo sich dye saeken
van Vrieslant hadden tusschen den Prince van Spanien ende
dye Hartoch van Geldre, als voersz is. Van den Geldersche
Vriesen worden wtgeseth Idzert pastoer toe Grow, doctor in
-ocr page 186-
172                          WORP VAN THABOR ,
1515 beyde rechten, dye des Paus commissaris ende collector was,
daer ick int jaer van twaleuen te voren van heb gescreuen,
ende met hem meester Augustinus Haye Martens z. doctor in
dye medicinen, een groett oratoer int Greecks ende Latine,
dye veel autenticke brieuen, ende cronicken van Vrieslant
met hem nam in Franckrick om syn articulen ende foernemen
te beuisen , ende hy loefde een yder dat syn weder te bren-
gen, dye hem sulck hadden geleent, maar hy heeft se alte
saemen by hem gehouden, waerom ick hem vaeke hebbe
voermant ende geboeden, dat hy sulcke oude autenticke brie-
ven ende preuilegien solde weder te hande brengen, dise hem
hadden gedaen, ende om den eere van Vrieslant niet aliene-
ren noch in vremde handen brengen. Tegen dese ambesaeten
voersz. sende heer Florys ende dye Burgoensche Vriesen nae
Franckrick meester Bucko, pastoer toe Leuuarden, Licen-
siaet in beyde rechten, een welsprekend man. Meer met wat in-
structie ende articulen hy is gereistheb ik nietjcoenen vereyschen.
Item den 23 dach Nouembris anno 1515*heeft Gabbo Schel-
tema met syn hulpers opt Bill veel goets genoemen ende heer
heer Tyaerd Burmania huys gebrant. Dit heeft heer Tyardt
voersz. vernoemen , ende heeft des anderen dages knechten wt
Leuuarden gesent toe Hallum , ende hebben thuys angefochlen,
daer Gabbo met syn vrunden saeten drincken. Daer worde
Frans Stanie, heerschap met den huysluyden geslaegen ende
Gabbo Scheltema ende Tyepke Goslinge gefangen ende toe
Leeuuarden opt huys gebrocht. Dit hoerden dye Geldersche
ende toegen den 25 dach Nouembris wt Sneeck, ende vingen
Douwo Abbez. toe Pingjum ende brochten hem binnen Sneeck
«©MS»
Karle llartoch van CJeldre ende van Gullck,
Graeue van Sutphen, heere van Vrieslant.
Lieue getroue onse lieue Raedt. Int getrouweliem oeck dye
-ocr page 187-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   173
Graef ersocht tot Ercklens beuelen in Vrieslant heeft ons ge-1515
toent ende geptesenteert scriften van onsen beuelsluyden al-
daer, met ingelechter copien enige scriften heeren Florys
aen v gesent mach hebben, wt uwer vcrsoeck ende verscri*
uen, twelck ons vremdt geeft, nae dyen ghy wete, dye selfte
heer Florys anders niet een soeckt dan moyterye ende tuyste
te maken, ende luyden lyet, hoe dat dye Prince van Casti-
lien den landen van Vrieslant hebben soude, dat sich metter
waerheit nimmermeer befinden sall, want wy geen syns v
ende dye landen van Vrieslant een dencken te verlaeten. Dan
lant ende luyden by v op Ie setten ende by v te leuen ende
te steruen, ende daeromme onsen heeren ende neuen dye
Coeninck van Vranckrick ende anderen onsen heeren ende
maegen te beloeuen, als ghy metter waerheit beuinden sult,
Dencken wy daerom ons oeck eerst dages selfs in persoenen
in onsen Vrieslanden te voegen. Ende eer sulcks geschiet
onsen licuen raet ende getrouuen voersz. mit allen bescheit
voer te schicken, dat ghy des een guet behaegen sult heb-
ben, dye voer dese voersz. voerleeden hoechtyt gecoemen
solde hebben. Dat ouermits meerckliche ende treffelicke on-
lcede, daer wy in syn, hebben moeten gebreecken, niet êen
heeft willen syn, als ghy allen vorder van hem verstaen sult.
Alsus wilt alsulcke brieuen ende scriften voert meer vermy-
den wes syne comste, dye aldan , mit toedoen van v, alsulcke
regiment ende ordinantie van onsen wegen maken sal, daer
mit dye samentlicke lantschappen aldaer een guet benoegen
hebben sullen. Des getrouuen ende verlaeten wy ons entlicken
tot v gh. Gegeuen in onsen stat Aernhem op Dingsdach nae
Sinte Pontiaen nostro sub sigillo anno dusent vyf hondert 15.
Onsen lyeuen getrouuen burgemeesteren, schepen
ende raet onsen stat Sneeck.
Anno 1516 binnen dye octaue Epiphanie worde dye Weer-
denbras by Gronningen wt geroit ende Ewerwyn Graue van
-ocr page 188-
174
WORP VAN THABOR,
1516 ^entem hetaelde dye knechten, dye opt huys gelegen hadden,
haer solt, ende naem dat geschut nae hem.
Int selue jaer betaelde heer Florys van Iselstein dye knech-
ten , dye binnen Leuuarden, Franicker ende Harlingen la-
gen , ende toech voer in Brabant totten dach, dye te Meche-
len soude worde gehouden. Eer hy wt Vrieslant reisde,
loefde hy den heerschappen ende steeden dye Burgoens gesuo-
ren hadden, dat hy binnen twe rnaenden nae den tyt solde
weder cocmen met vrede int lant, of met sulcke macht, dat
hy dye Geldersche wt Vrieslant soude driuen ende des oer-
loch een eynde maken. Omtrent vasten naemen dye Gelder-
sche Vriesen een roefschip dat een Schot toe hoerde met
veel gucts. Den 22 dach February cregen dye Vriesen opten
Zuydcrzee Hessel Martena wyf ende Jw Bottinga wyf met
veel burgers van Franicker ende worden vencklick gebrocht
binnen Sneeck.
Int begin Marty quam Arcklens weder wt Gelderlant toe
Sneeck. Terstont vcrscreef hy geestelick ende waerlick wt
Westergo ende Soeuenwolden by hem te coemen toe Sneeck
om daer eenen Landach te holden, opten vyften dach Mar-
ty, ende daer proponeerde Arcklens veell puncten, als van
knechten toe onderhouden, oft dye Burgoensche steeden ende
Vriesen yet wolden attenteren tegen haer vrunden, datmen
dat mochten tegenstaen.
Item vanden ballingen dye noch niet ingesoent maer rebel
waeren. Item om een gued middel te vinden , waer doer
men dye landen ende steeden van Vrieslant mochten ouer
een brengen etc. met meer anderen. Onder andere puncten
worde daer gesloeten , dat allo Grietsluyded solden voer sekere
persoenen, daerloe van Arcklens ende den hoegen raet ge-
deputeert , rekenschap doen van dye negen stuuers ende an-
dere schattinge gegeuen, ende dye Grietmans dye roste noch
onbetaelt wt te duingen, ofte executie daervan te doen. Oeck
wordet daer gesloeten, dat dye gemene landen, als Oester-
-ocr page 189-
,
ONIJK VAN FRIESLAND.                   175
hoe, Westergoe ende Soeuenwolden, Gronningen ende Gron- 1516
ningerlant, solden dusent knechten holden op haer solt te-
gen dye Bergoensehe oftet buytten ghinghe. Daernae den
xi dach Marty reisde Arckles toe Collum, ende verscreef daer
oeck geestelick ende waerlick wt Oestergo by hem te coe-
men, ende sloet daer oeck articulen met hem luyden voersz.,
daernae toech Arckles tot Gronningen ende dede daer desge-
licks. Terwyle dat heer Florys was in Brabant, toegen som-
mige heerschappen met burgers ende knechten wt Leuuar-
den ende Franicker toe Blye voer Jancke Oenema huys,
daer Janke ende syn wyf seluen op waeren met knechten ,
sy schoeten seer an dat huys, ende yseren doer ant huys te
stucken, ende Rickle wort doet geschoeten, noch bleef dat
huys des daeges ongeuonnen, want dye burgers ende knech-
ten mosten des nachts weder in hoer steden wesen, Doen
datt beleen affgetoegen was, reysdo Jancke vant huys ende
dorste hem daer niet weder op betrouuen. Daernae den 12
Marty togen Leuuarders weder toe Blye, ende wonnont huys
ende brandent. In dese tyden in Martio arbeyden metgroe-
ten eernste ende neersticheit sommige heerschappen binnen
Leuuarden, dye Bergoensehe partie holdende, ende dat (alst
scheen) by consent ende weten heeren Florys, Stadhouder
ouer den Burgoensche steeden ende Vriesen, an sommige heer-
schappen , dye an dye Geldersche waeren, datse op vry \\ast-
geleyt by malcanderen mochten coemen, om op sekere arti-
culen toe verenigen tot vrede, velfaert ende eere der landen
van Vrieslant, een steeden vasten vrede met malcanderen te
holden, hem an geen van beyden te keren met lyf noch met
guedt, ende onder hom noch onder haeren gene geualt van
roewen, branden, vangen ofte doetslaen laeten geschicn.
Want doch dye Prince van Spanien ende Hartoch van Geldre
een verdrach gemaeckt hadden met malcanderen, dat dye
platte landen van Vrieslant van beyde hoeren in ruste solden
staen. Ende geen van hoer dye landen toe beniden ter tyt
-ocr page 190-
WORP VAN THABOR,
176
4516 sy dat verclaert hadden, wye dye ouerheyt van Vrieslant toe
standen wort, ende dan dye gemene Vriesen dengenen be-
hoerlicke onderdanicheit te beuysen etc.
Dit ist sin des brief dye heer Tyaerdt Burmania ende Ryenck
Camstra, raetsheeren des Princes van Spanien in Vrieslant
sampt hoer vrunden, dye in desen saeke mede handelden,
screuen wt Leuuarden den 19 dach Marty an Edo Jongama,
Tyerck Walta, Hayo Doeckez. ende anderen heerschappen,
hoer vrunden. Als dese handelinge vernamen dye Geldorsche
regenten met sommige heerschappen ende seynschipsluyden,
dye meer gewyn in tyden des oerloch dan vreede hadden,
hebben dese salichlicke ende nutte handelinge voersz. niet
mogen lyden, seggende dat dye handelinge voersz. niet
dan een decsel waer om meerder quaet ende moyterye inden
landen te maecken, ende dye Burgoensche heerschappen
sulcks wtsetten van vlauuicheit ende desperatie, want sy
vermeerckten, datt haer cryg geen voertganck solde hebben.
Waerdoer daer geen meer worde gedaan. Den 27 dach
Aprylis naem groete Pyer met syn seynscheepen voer Enck-
huysen een huilck wel gelaeden met rogge, holt ende joepen
byer ende brachlet te Woerckum. Den 18 dach Mey naemen
dye Burgoensche Jemma heer Jusma huys toe Foerwert,
ende bebolwerckten dat, ende setten daarop vyflich knechten,
om den huysman daer omtrent ende dat Bil te beschermen
tegen den Geldersche Vriesen.
Dye Burgoense quamen met macht Int landt.
Anno 1516 dach May quam heer Florys met veel schepen,
hoeden ende pleytten ende twe dusent knechten van Enck-
huysen aff seylen voer Woerkum, daer dye Geldersche Vrie-
sen laegen opten ree met dye Schotscbe broken huylck ende
-ocr page 191-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   177
thyen ofte ellif rinschepen, dye sye opter zee hadden genoe- \\%iq
men. Dye Burgoensche wonnen dye Scotsche barck met ge-
ualt, ende branden vyer rynscheepen, ende sloegen veel
doet, worpen veel wt dye scheepen int waeter, dye verdron-
ken, veel sint daer geuangen, dye al toe Harlingen sint ge-
toert. Daernae senden heer Florys Lubbert Turck met 1500
knechten nae Harlingen ant lant, ende hy seylde met dye
genoemen scheepen toe Enckhuysen. Doen den knechten toe
Harlingen waeren gecoemen, ende heer Florys was noch toe
Enckhuysen , toegen heer Godschalck Jongema, heer Hossel
Martena , Epo Aelua, Jw. Bottinga , Douwo Burmania met dye
knechten voersz. ende noch drye vanttyes knechten wt Leu-
warden, Franicker, Harlingen den 18 dach Mey binnen Bols-
wart , ende voersc. dye dorpen daerontrent tot hem toe coe-
men, ende doen den Prince van Spanien behoerlicke eedt,
ende betaelen den Prince behoerlicke dominie, dye sy hem
schuldich waeren. Ende des anderen dages beleydense Hero
Hottinga huys toe Wommels. Dye Geldersche , dye daerop
laegen, gauent huys op boholdens lyues ende gudes , ende dye
Burgoensche setten daer 50 knechten op ende toegen weeder
in Bolswert.
«SE»                                                 \'
Ulc Geldersche met den Yricsen quacmen
voer Bols wart.
Doen die Geldersche binnen Sneeck vernaemen, dat dye
Burgoensche binnen Bolswert waeren , toech dye heer van
Suartsenburg met 7 hondert knechten in Oldecloester met
vel huysluyden van Geesterlant ende Wymbritzerdeel, opten
19 dach May, ende wolden Bolswert bestormen. A.ls dye
heerschappen ende knechten in Bolswart condschap hadden,
dat dye Geldersche Vriesen ende knechten boeuen twe dusent
12
-ocr page 192-
178                          WORP VAN THABOR,
1516waeren vergaedert in Oldecloester, ende dat dye Soeuenwol-
den ende ander Geldersche Vriesen oeck quaemen tegen hem
aen, besweeck hem dye moet ende weken \\vt Bolswart
nae Franicker ende IIai lingen. Want Boelswert doe noch geen
wal omhadde, dye van weerde was, want flus daernae be-
gonuen dye burgers met hulpe dye Geldersche Vriesen daer
ontrent te graeuen ende boluercken om haer stat. In desen
tocht worde Epo Aclue gefangen, heerschap toe Witmaersum ,
ende toe Sneock gebracht ende sat daer lange geuangen. Nae
dat dye Burgoensche wt Bolsuart waren gereist, ende dye
Geldersche weder in, toech heer Lenait van Suartzenburch
den Vriesen ende knechten dages nae Sacramentsdach, dat
was den 23 May, toe Wommels, voer Hero Hottinga huys.
Opdat huys waercn 50 vroeme knechten met geschut, pro-
uande ende alle nottrufte wel versien , ende thuys was sterck
staende int water ende noch rontom met een eerden wall.
Sye laegen voer dat huys tot den Sondach, dat was den 25
Mey. Doen vraechden hoer den heer van Suartsenburch, oft
syet huys ende hem seluen wolden geuen in syn handen.
Dye opt huys waeren , begeerden een cort beraet, ende he-
raeden hem, dat sy thuys ende hemseluen gaueii in handen
des heeren van Suai tsenburch , dye dat huys innam , ende sende
dye knechten, dye opt huys hadden gelegen, onbeschaedicht
met haer geweer nae Franicker, ende dye Vriesen brandent
huys ende ondergroeuen dye muren vant huys ende worpent
onder de voeten. Opten dach voerz. dages daernae, als dit
was gheschiet, toegen dye Vriesen yegelick weder thuys ende
dye knechten hleuen in Oldecloester leggen, ende daer quae-
men noch drye vaendclen knechten toe, ende hy 60 ruylters
van Gronningen, dye al van den Hartoch van Geldre worden
int lant gesent.
«®S«>
-ocr page 193-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     179
Die Bergoensche branden Rlnsmageest, dacr \\§n\\
worden Teel knechten geslaegen toe Genum.
Int solue jaer voersz. den laesten dach May, te wyle dye
Geldersche noch laegen in Oeldecloesler, togen wt Leuwar-
den ende Franicker twe hondert knechten, ende methaerdye
hofman op Jemma heer Jusma huys, genoempt dye rechter
van Bommel, met een deel zyner knechten, dye hy opt huys
hadde, ende toegen inder nacht op Rinsmageest, ende sloegen
inden anganck een man doot, dye buytten waeck hilde, ende
branden voert dye Geest meest heel op. Maer Schelto Tyarda-
huys, daer dye Geldersche oplagen, dorsten sy niet an, ende
hadden dye Geldersche, die opt huys laegen, moet gehat,
sy mochten den meesten part vanden gebuerte met schieten
vant huys wel hebben beschermt. Als Poppe j|eem^a ende
Syts Roerda toe Genum met den huisluyden by ende om Cla-
rencamp voerz. den brant opter Geest saegen, soe wisten sy
wel, dat dye Burgoensche daer te werck waeren. Sy hebben
vergadert den huysluyden, dye sy metter haest by een conden
crigen, ende laegen stille by Genum ende Hoege Beyntum,
veruachtende den Bergoensche, als sy weder van den Geest
quaemen. Als dan dye Burgoensche den Geest hadden ge-
brant, naemon sy alt guet ende beesten vander Geest ende
Claercamp , dye sy mochten drieuen ende draegen , ende reys-
den weder nae Ferwert. Mer als sy quaemen by Genum des
morgens voer den sonne opganck, vyelen dye hvysluyden
voersz. den knechten an, ende sloegen malcanderen dapper-
lick, ende hoewel dye knechten machtiger waeren dan dye
huysluyden, noch cregen dye huysluyden dye overhant, ende
sloegen wel 70 vromer knechter doet. Daer bleef oeck doet
dye rechter van Bommel, Hofman op Jemma heer Jusmahuys.
Daer worden oeck gechoeten in syn aerm een jonck vroem
heerschap, Poppe Obbema ofte Hemstra, daer hy nae sturue
12*
-ocr page 194-
180
WORP VAN THABOR,
1516 ende was den princepael, dye metten huysluydden desen
slag dede.
•lemma heer Josma huys geuonncn ende
Franlcker ende Lcuwanlcn belecht.
Anno 1516 den 3 dach Juny toegen opten voeten al dye
Soeucnwolden ende Stellingwerf, Geesterlant ende Winbrit-
zeradeel eendrachtelicken, ende quacmen in Oldecloester,
ende toegen denseluen dach voersz. met den heer van
Suartsenburg, ende dye ruytters ende dye knechten sloegen
neder in Monkehayum tegen Franicker, soe lange Arckles
van Gronningen tot hem quam met grof geschut. Dacrnae
den 8 dach Juny brachte Jancke Oenema ende dye ander
heerschappen in Oestergoe alle dye huysluyden wt Donger-
deel, Dantumadeel, Feruerderadeel op dye benen, ende toe-
gen voer Jemma heer Jusmahuys , ende by hem quam Arckles
niet groet geschut van Gronningen. Dye Burgoensche knech-
ten opt huys gauent op beholden lyf ende guet. Daerom
reisde Arckles met den heerschappen, dye Gelders waeren
ende huysluyden wt Oestergoe toe Steens, ende sloegen daer
een leger tegens Leuuarders. Daerna den 15 dach Juny
voergaederden Raederahem, Wttingerdecl ende kregen een
leger te Deinum tegen Leuuarders. Dye ruytters van Dei-
num toegen des eersten nachts voer Leuuarden, ende laegen
heimelick by dye molen voer Wirdemerpoerte, ende naemen
den 16 dach al Leuuarder koyen, dye des morgens vroeg
wt den stadt worden gedreuen, ende brochtense toe Deinum
met twe mannen, dye sy daer hadden gefangen. Daernae
sinte Joannis dach geboorte, dats den 24 dach Juny braeck
dye legor op toe Steens, ende sloegen haer neder voer Leu-
uarden , by bet gerecht in een camp ofte veelt, datnae Sinte
-ocr page 195-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   181
Joannis camp worde genoempt, ende maeckten daer een wal 1516
om, ende schoeten alle daegen in dye statt. Ende Leuuar-
ders schoeten weder inden Gellersche schansen, ende hilden
alle dagen tegen malcanderen schermutsinge, ende aen beyde
syden bleuen veel doet, ende dit belech duerden tot assump-
tionis Marie. Franickers quaemen ock alle dagen wt tegen den
leger in Monnike baium ende sloegen ende vingen oeck mal-
canderen veel volcks aff. In desen somer, te wyle dye
Geldersche met dye Vriesen sus laegen voer Leuuarden
ende Franicker, soe waeren dye Vriesen van Staueren,
Hindeloepen, Workum met den anderen bie den zee-
strant voersz. alle dagen opten zee, ende deden den Hollan-
ders groeten schaede, nemende hoer scheepen, dye van Oesten
quaemen gelaeden. Ende wat Hollantsche schepen, diese ge-
noemen hadden, niet mochten met hem krigen, omdat dye
Hollanders machtiger wt quaemen, dan sy waren, dye stae-
kense andenbrant; soe groet was dye haet ende neydt tusschen
den Hollanders ende Vriesen, dye nochtans in tyden van vrede
malcanderen niet mogen ontberen.
Wurgocnse qnamen met macht ende ontsettcn
Lcunanlcn ende Franicker ende toegen
voer nol snert.
Doen die Geldersche sus met den Vriesen voer Leuuaerden
ende Franicker laegen, soe vergaederden dye Burgoensche
veel knechten ende scheepen in Brabant, Hollant ende Zee-
lant, ende quaemen den 14 dach Augusti toe Harlingen met
anderhalf hondert scheepen ant landt, daer waeren wel 70
heeren. Als heer Floris van Iselstein, Stathouder van wegen
des princes van Spanien van Vrieslant, dye Graeue van Nas-
souuen, dye heeren van Artoyen, dye heer van Seuenbergen, dye
-ocr page 196-
182                          WORP VAN THABOR ,
1516 heer van Valein , dye heer van Roy, dye heer van Castel, dye
heer van Flecteren ende heer Feelix met seeuen heeren \\vt
Spaengien, dye nae Ferdinant Coeninck van Spaenien, Har-
toch Caerls groete vaeders , doet in Brahant waren gecoemen,
hem presenterende dye eroene van Spaenien, ende veel meer
ridderen ende edehnannen, met negen dusent knechten, on-
der welken waeren veel Spaengers ende Waelen ende soeuen
hondert Suytzers. Als dit vernaemen dye Geldersche ende
Vriesen, dye voer Leuuarden ende Bayurn laegen, braken op
haestelick, ende quaemen meestendeel op onsen vrouuen nacht
assumptionis omtrent twalef wren toe Tabor int kloester.
Dye heer van Suarfsenburch met meesten deel knechten ende
huisluyden reisden in Bolswart, ende Arckles met den ander
knechten ende huysluyden toegen in Sneeck. Opten 16 dach
Augusti toegen den ganse hoep in Ogecloester, ende maeck-
ten voert dammen ouer alle wateren ende graeuen, datse met
peerden ende wagens mochten ryden van üegecloester toe
Tzeerckwert, ende daer maeckten sy een leger. Dye heer
van Nassouuen ende veel heeren met hem wolden Bolswert
stormen, maer heer Florys, dye ouerste van all dat volck
was als Stathouder van Vrieslant, dochte dat geen raede te
wesen, seggende dat alle menschen kenlick was, dat dye
Bloem van heeren vant huys van Burgoendien tegenwoerdich
was voer Boelswert, binnen Bolswart waeren niet daen een
hoep bloete boeuen, niet wat naeken boeren, het mocht ge-
schien datter een Duyts ofte Spaens heer worde geslaegen dye
den prince van Spaenien lieuer waer dan heel Vrieslant mit
den gronde. Oft dan sulckes geboerde, dye prince niet ander
heeren solden hem (als Stathouder ende dye dit oerloch son-
derliuge gecommitteert was) schelden, dat hy sonder discre-
tie ende voersichticheit met syn dolle hoeft dye heeren hadde
affliuich geinaeckt, waerdoer hy een ongenaedich heer soude
hebben, ende schande voer alle heeren ende Fursten. Hyer-
mede ging dye storm aff, nochtans worden daer veel geschoe-
-ocr page 197-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   183
<en , geslaegen, oeck groete personagien, naemelick worden 1516
veel Spaengers ende Waelen geslaegen vanden huysluyden,
dye mede \\vt liepen !e roeuen ende branden, want dit volck
dye conde van dit lant niet een hadden. Doen branden sy
Tzerckwert ende om Bolswert, al dat den Suarten hoep int
jaer voerleden hadden laeten staen ende niet gcbrant. Daer-
nae opten 23 dach Augusti quaemen dye Burgoensche macht
van volck wt Oldecloester ende Oegecloester voer Sneeck,
ende stelden hoer geschut tusschen Ysbrechtum ende Sneeck
opten laen ende schoeten met hoer groet geschut in Sneeck.
Snekers quaemen tegen hem wt ende setten hoer groete
slange op den Dickshorne legens Ysbrechtum , ende scocten
tegens dye Burgoensche oerde. Als dan dye Burgoensche
sagen, datse op Sneeck geen gewyn hadden, soe weynden
sy hoer oerde nae der Ylst, ende meenden dat toe beroeuen
ende branden. Maer Snekers toegen wt met scheepen voer
hoer, datse inder Ylst niet mochten comen. Waerom reys-
den sy met alden hop weder nae Oldecloester, ende bran-
den Ysbrechtum, Tyallahuysen, Folsgare, Tyrns, Nylant etc,
al wat te voeren niet was gebrant. In dese toch worden veel
Burgoensche doetgeslaegen vanden huysluyden, dye in laegen
leyden , ende wat sy buytten den oerde beliepen, dye slo-
gense doot.
ttyc Bargoense leger brack op van Ilolswart
ende van Dockum ende van Irnsum,
Den 24 dach Augusti brack dye Burgoense leger op van
Bolswert, ende toeg wt Oldecloester ende Oegecloester, ende
sloeg hem neder in Monnekebayum. Opten 20 dach Augusti
senden heer Florys van Yselstein soeuen vaentyes knech-
ten nae Dockum, om dit in te nemen. In Dockum
-ocr page 198-
184                       WORP VAN THABOR,
1516 waeren veel huysluyden wt Oestergoe met twe vendelen
knechten. Ende want Dockum doen ter tyt met wal ende
graft niet wel was voersyen, soe dorsten dye Geldersche den
Burgoensche in Dockum nie vernachten, meer dye huysluyden
toegen yegelick syn wech, ende dye knechten gingen in der
oerden nae Collum. Dye Burgoensche hebben den knechten
veruolcht, ende bouen hondert daervan geuangen. Terwyle
dat dit te Dockum geschieden, reysde heer Florys van Isel-
stein ende Graeff Foelix met dye ander hoep knechten wt
Bayum nae Yrnsum, ende beleyden Epo Douwesz. huys,
daer Epo Douwez selfs op was met Abbe Sasskers Heringe
syn susters rnan met 30 mannen. Ende des daeges als sy
voert huys quaemen, boedt heer Floris hoer datse vanthuys
souden gaen behoudens lyues ende guedes, ende geuent thuys
op in syn handen, welcke sy niet wolden doen, want sy
verlieten haer op den Geldersche ende op Jancke Douwema
met den Woltvriesen, datse haer souden ontsetten. Daernae
schoeten sy vanthuys, ende wonden twe knechten, ende scoc-
ten een van Gracf Foelix trauanten doet, waerom worde
Graef Foelix toernich ende boes, ende lyet met groet geschut
opten toernen ende thuys schieten , ende schoetent huys op
drye plaetsen doer. Doe worden sy, dye opt huys laegen,
beanxt ende begeerden barmharlicheit, ende boeden thuys
op te geuen beholden hoer leuen, maer graeff Foelix, om
wraeke syns dienaers, woldese tot geen genaede nemen. En-
de als dye Burgoensche niet rusten schieten ant huys, ende
daer een was genen hoep van ontset, soe hehbenset huys op-
gegeuen, ende hoer seluen inden heere genaede, ende ter-
stont worden daer thyen gehangen, om dye toornen boeuen
vant huys , ende sestien onthoeft, den 28 dach Augusti; dye
twe heerschappen wolde Graef Foelix terstond laeten onthoef-
den, maer dye Vriesche heerschappen holdende den Burgoen-
sche partye, dye daer tegenuoerdich waeren, hebben gebe-
den, dat men dye twe heerschappen solden reserueren tegen
-ocr page 199-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   185
Epo Aelua , heer Hessel Martena ende Jw Bottinga wyuen, i5iQ
dye toe Sneeck saeten geuangen. Daernae hebben dye Bur-
goensche dat huys geplondert ende gebrant. Oeck hebben
sy dcnseluen daeh Irnsum, Ackrum ende Boem gebrant. Dit
aldus geschiet toegen dye Burgoensche knechten weder in
Baium ende heer Florys met den anderen knechten in Leu-
warden. Dye twe heerscliappen voersz. worden gefancklick
gebrocht toe Franicker. Daernae hebben heer IJessel Martena
ende Jw Bottinga gescreuen aen den Geldersche toe Sneeck,
dat Epo Douwoz. ende Abbe Heringa dat leuen was gegunt
doer hoer ende anderen frunden bede op sulcke conditien,
dat Epo Aelua ende hoer vrouwen solden wt dye geuancke-
nisse vry wesen, tegen den twe heerschappen voersz., ende
beliefden hem dat niet te doone, soe wolde Graef Felix dye
heerschappen noch rechten, desgelick screuen oeck dye twe
heerschappen aen Janke Douwes ende andere heerschappen toe
Sneeck. Dye Geldersche screuen ende ontboeden weder strack
ende onweerdich aenden Burgoensche heerschappen ende wol-
den dye vrouwen niet vry laeten tegen Abbo ende Epo voersz.
Als Graef Foelix dat antwoert hoerde, worde hy toernich ende
gram ende sende sonder toeuen dye twe heerschappen met
den boel toe Harlingen, ende lietse dae beyde onthoefden op-
ten dartienden dach Septembris.
«SS»
Een Klockhuys to Dockam.
Doen die Burgoensche Dockum in hadden, als voersz. is ,
begonnen sy daer toe maken een blockhuys boeuen dye Ee ,
ende braeken Remmartsmahuys met al dye huysen op den
dick ende opten keppels neder, ende maeckte daer dye graefte
vant huys, daer all dye deelen daerom leggende mosten aen
graeuen. Als dat huys was gemaeckt, worde heer Tyaerdt
-ocr page 200-
186                       WORP VAN THABOR ,
1516 Burmania daer drost op geordineert van heer Florys van
Yselstein Stathouder. Ende alle dye ballingen wt Dockum
ende heerschappen om Dockum, holdende den Burgoensche
partye, quaemen in Dockum. Ende alle dye deelen als Fer-
uerderadeel, Dongerdeel, Dantumadeel mosten Burgons swe-
ren, ofte haer huysen ende gueden verlaeten, ende trecken
aenden Geldersche, oft daer sy hem mochten bergen. Doen
Dockum was geuonnen, sende Lubbert Turck een vendie
knechten op Rinsmegeest voer Tyaerdahuys, dat dye Gelder-
sche in hadden, ende als dye Burgoensche aen quaemen, ver-
lieten dye Geldersche dat huys , ende dye Burgoenschen be-
setten dat met hoer volck. Daernae toech Lubbert Turck
met vyf vendele knechten toe Collum, ende schatte all Gron-
ningerlant ouer dye Lauuerzee ende Gerkesbrugge. Dit ge-
schiet sloegense haer leger toe Bergum int Cloester, ende
schatten all Smallingerlant ende Opsterlant. Daernae beset-
ten dye Burgoensche thuys thoe Dockum ende dye statt met
knechten, want Dockum worde oeck vast gemackt , ende
Lubbert Turck toeg met dye ander knechten weder in Mon-
kebayum.
Die Wurgociisc op Geesterlant, die Gel-
dersche voer Dockum.
Opten 8 dach Septembris int jaer voersz. sonden heerFlo-
rys wel hondert schepen opten Zuyderzee, datse toe Wor-
kum, Hindeloepen ofte an Geesterlant souden ancoemen opt
lant, om Sloeten te beleggen , (als hy lyete luyden) maer het
was niet te doen om Sloeten te winnen, meer om Geester-
lant te brantschatten, op dat hy mochte glorieren ende seg-
gen, dat hy al Vrieslant met geueldiger bant doergegaen ende
gebrantschattet, hoe wel dat hy met alle dye heeren ende
-ocr page 201-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   187
groete macht van volck in Vrieslant niet hadde gedaen, dat 1516
waerdich is te scriuen, omt tlant van Vrieslant onder den
prince van Spanien te brengen, ende den Geldersche te be-
krenken, dan allenige dat hy ende dye Geldersche elck hoer
tyt den Vriesen gaeuen, immer toenden een bal met te spe-
len, want als dye Burgoense int lant quamen met macht van
volck, soe weeken dye Geldersche ende lagen still in hoeren
sleeden, ende lieten dye Vriesen, dye haer party hilden, be-
roeuen, verbranden ende vangen. Alsdan dye Burgoensche
knechten wt Vrieslant waeren, ende hadden al hoer wille int
lant dye Geldersche subiect gedaen, soe quaemen dye Gel-
dersche met macht van volck ende deden opten Burgoensche
vrunden, gelick dye Burgoensche opten Geldersche Vriesen
hadden gedaen, soe lang dat heel Vrieslant bloet ende buis-
ter worde. Te wylen dat dan dye Burgoensche opte Zuyder-
zee waeren met scheepen als voersz. is, ende dye Vriesen van
Geesterlant wt Doenyaweerstal, ende wt Wimertsedeel buyt-
ten dix, benoerden dye strant, dat sy niet dorsten an koe-
men, soe quaemen dye heer van Suartsenburch ende Arck-
les met veel Vriesen wt Oestergoe ende Westergoe ende Soe-
uenwolden ende twe venle knechten toe Gollum, ende daer
quaemen tot hem den 15 dach Septembris Tyaerdt Mockama,
Jancke Oenema met meer heerschappen, ende toegen met den
hoep voer Dockum, ende meenden dat in te crigen, eer dye
stat ende thuys sterker worden, meer sy bedreuen niet,
ende reisden weder om nae Gollum. Dit vernam heer Flo-
ris, dat dye Geldersche voer Dockum waeren, ende sonden
den 16 dach Septembris vyer venlen knechten nae Dockum,
ende veruolgden den Geldersche al ouer Gerkisbrugge in
Gronningerlant. In desen toch vingen dye Burgoense Wybe
Sackes heerschap, ende brochten hem toe Leuuarden, dye
daerop een cerdoys worde onthoeft den 23 dach Septembris,
den Wybe was een guet man, maer hy hadde met dye stadt
Leuuarden (want hy binnen Leuuarden woende) den Bur-
-ocr page 202-
188                          WORP VAN THABOR ,
1516 goensche geswoeren, endè liep nae heimelicken wtt Leuuar-
den, ende worde Gelders, daerom moste hy steruen.
Dye Burgoensche branden Geesterlant.
Doen dese Burgoensche knechten weder quaemen wt Oester-
goe, toeg heer Florys seluen met andere heren, heerschap-
pen ende knechten toe schepe van Harlingen aff, ende seyl-
den om nae Geesterlant, ende als sy soe nae quaemen, dat
seyt mochten gronden, traeden den heeren met den knechten
ende Vriesen, dye by hoer waeren, wt den schepen, ende
maeckten hoer slagorde int water. Dye Vriesen, die opt lant
waeren, schoeten met craft in den Burgoenschen oerden ende
traeden den Burgoensche int waeter coenlick te gemoet. Doen
scoeten den Burgoensche hoer geschut aff, datse hadden in
den scheepen , ende schoeten een doet. Soe geringe dye Vrie-
sen opt lant dat saegen, gaeuen sy den vlucht, doe traeden
dye Burgoensche opt lant, ende in een teyken van victory
branden sy terstont Mirns , Backhuisen, Backeleen , Laxem,
etc. opten 21 dach Septembris. Met heer Florys waeren veel
heeren als Graeff Felix, dye heer van Wassenaer, dye heer
van Valein, dye heer van Soeuenbergen, dye heer van Fla-
teren, dye heer van Castel, dese stonden al int waeter int
voerste gelidt. Dese heeren met den heeren toegen al toe
Staueren, ende laegen daer thyen daegen stille, ende screuen
ouer all Geesterlant, dat alle dye gene, dye binneu 10 dae-
gen met hem wolden componeren, dye solde met een jaertax
vry wesen. Binnen desen tyt verdingde se niet met den Bur-
goensche, om anxte van den Geldersche, dye in Sloeten lae-
gen, waerom toegen dye Burgoensche wt Staueren nae Sloe-
ten den lesten dag Septembris. Dye Geldersche quaemen wt
Sloeten te "Wickel den Burgoensche tegen. Doen dye Ballin-
-ocr page 203-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     189
gen wt Sloeten ende Woerckum dat saegen, onderliepen sy 1516
den Geldersche den wech, datse niet weder mochten coemen
binnen Sloeten, ende baeden heer Florys, dat hy nu voert
wilde treden met alden hoep aen Sloeten, want Sloeten hem
niet mochte wederstaen, omdat dye Geldersche meest al wt
Sloeten waeren, ende mochten oeck niet weder binnen coe-
men, waert dat dye Burgoensche oeck traeden nae Sloeten.
Doen antuoerde heer Florys, ick sall Sloeten wel crigen, alst
tyt is, ende wende vlux syn oerde van Sloeten ende branden
all Geesterlant op, datter niet bleef dan weynich huysen,
daer craemen waeren , want sy den craemen ende kercken
doen spaerden, ende toegen weder in Staueren ende Woerc-
kum. Nyet lange daernae toegen dye Burgoensche wtWoer-
kum, ende flux daernae quaemen dye Geldersche met twee
vendelen knechten, ende Groete Pyer met syn volck, ende
naemen Worckum in. Groete Pyer toeg alle daegenmet syn
seinschepen wt opten zee, ende naem veel schepen ende guet,
ende wat Hollanders dat hy creeg sloeg hy al doet, of hy
verdroncse. Doen voerscreuen dye Geldersche Hindeloepen,
Molqueren ende andere dorpen daerby leggende , datse by hoer
te Woerkum souden coemen ende voerdingen by den brant,
want sy hem onder den Burgoensche hadden gegeuen. Dit
vernaemen heer Florys dye te Staeueren was ende voerscreef
den knechten wt Bayum, Franiker ende Harlingen. Ende
den 11 dach Octobris quaemen heer Florys ende Graef Foe-
lix met den knechten voer Staueren aenden enen syde, ende
dye heer van Cortgeen quam met den voersz. knechten van
Harlingen aff aenden ander syde van Woerckum. Dye Vrie-
sen ende Geldersche, dye in Worckum waeren, stelden hem
eerst toe weer tegen den Burgoensche, maer als sy saegen
dat dye Burgoensche aan beyde syden aen quaemen, ende
dye hoep was groet ende weldich, soe gaeuen sy denflucht,
ende liepen soe haestich nae hoer schepen, dat daer veel ver-
droncken, ende veel worden geslaegen, ende wel hondert ge-
-ocr page 204-
190                      WORP VAN THABOR,
1516 uangen , dye andere ontquaemen te water ende te lande. Daer-
nae den 16 dach Octobris quaem heer Florys met ander hee-
ren inder IJlst met drye dusent knechten toe schepe van Stae-
ueren ende Worckum. Maer denseluen nacht ontving heer
Florys een brief, ende als hy dat hadde geleesen, reysde hy
toe middernacht haestelick met all syn volck weder wt Drylst
nae Staeueren ende Woerckum. Hyer mach men oeck wel
merken, dat dye heeren geen eynde van dit oerloch begeer-
den, want hadden dye Burgoensche dye tyt weynich daegen
inder IJlst gebleuen, ende hadden dye stromen bewaert, dat
Snekers geen cost hadden in gecregen, het hadde met den
Geldersche all gedaen geweest in Vrieslant, want aen Sneeck
lach doen al den macht. Ende dat vernaem (by auentuer)
heer Floris wel anden brief dye hem inder nacht quam als
voersz. is etc.
Dye Burgoensche op Lnngwccr.
Dye 26 dach Octobris toeg heer Florys met ander heeren
ende een groet hoep van knechten op Langweer, ende be-
setten nochtans Staueren ende Woerckum met syn volck.
Alsdan dye Burgoensche op Langweer quaemen, soe branden
dye Vriesen, dye op Edsart Douuema huys laegen te bewae-
ren, seluen dat huys ende liepen wech. Dye Burgoensche
branden Langweer, Boensuaeg ende sommige huysen toe
Oela. Des anderen dages toegen dye Burgoensche foert nae
den Lemmer met schepen ouer Tuiuckemeer, ende onderwe-
gen branden sy Ouster vyfgae ganslick op met dye kercke in
Oldegae. Doen dye Geldersche ende Vriesen, dye in den
Lemmer laegen, saegen dye Burgoensebe ancoemen , verliepen
sy elcks siin wege. Doen heer Florys van Iselstein van den
-ocr page 205-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    191
Burgoenschen wegen Stathouder in Vrieslant, in den Lemmer 45I6
toech, doe hadde alt lant met hem voerdinget, behaluen
den "Woltman, ende dye verbrandt waeren op Gester-
lant ende ander plaetsen. Ende te wyle hy in den Lemmer
lach, soenden oeck dye Woltluyden met hem, alsoe dat heel
Vrieslant versoent was meer wt duanck dan wt liefte, behal-
uen Sneeck, Bolswert ende Sloeten. Dit dede heer Florys,
niet dat hy noch begeerde Vrieslant ouer een te hebben,
maer dat hy hem een groete naem mochte maeken in Hol-
lant, Selant ende Brabant, want hy alle platte landen van
Vrieslant in verding hadde genoemen. Ende dit was ten grote
schaede ende achterdeel der landen van Vrieslant ende tot
langer orloch , ende dye Geldersche worden hyer mede niet
verdruckt, meer gesterckt, want dye Geldersche ontbrack
niet dan geit dat oerloch in Vrieslant toe onderhouden, ende
nu hadden sy oersaeck niet alleen hoer vianden, maer oeck
haer vrvnden to schatten, om datse nu met heer Florys had-
den verdingt. Doen heer Florys met al syn macht in den
Lemmer lach, suspiceerden dye Geldersche, datter niet veel
Burgoensche binnen Staeueren waeren gebleuen. Waerom
toegen Arckles metten knechten ende een hoep Vriesen wit
Sneeck nae Staeueren, ende hoepten dat in te crigen. Doen
dye Geldersche quaemen by "Warns, doen maeckten dye van
Varns geruchte, alsoe dat dye van Mockquerem wtquaemen,
ende stelden hem tegens dye Geldersche toe weer. Doe dit
dye Burgoensche in Staeueren vernaemen, quaemen sy den
Vriesen te hulpe, alsoe datter een edelman wt Gellerlant
worde geslaegen met meer anderen. Ende Jan Brant, een
hofman van den Geldersche knechten worde gefangen, dye an-
der toegen weder nae Sneeck, ende branden sommige huysen
toe Warns.
<3S2e>
-ocr page 206-
192                       WORP VAN THABOR,
1516           Dye Burgoensche besetten Oldeclocster
ende Nlecloester.
Opten 10 dach Nouembris dat is sinte Martens dach auent
nae middernacht, quam Tzalling Bottinga met 1200knechten
in Oldecloester ende besetten dat tegen Bolswart\'. Opten sel-
uen dach voersz. quam Douue Burmania mit vyfliondert Vrie-
sen wt Oestergo in Nyecloester, ende besetten dat tegens
Sneekers. Opten soluen dach op Sinte Martens auont voersz.
doe dye Burgoensche in Oldecloester waeren gecoemen, toe-
gen dye Geldersche met burgers wt Bolswert, ende branden
Ogecloester all heel wt met den kercke, datter niet staeri
bleef, opdat dye Burgoensche daer geen leger een solden ma-
ken. Doen vergaederden dye Geldersche ende heerschappen
binnen Sneeck wesende , ontrent 1500 mannen van seynscheps
luyden ende ballingen, dye wt dyuersche plaetsen van Wes-
tergoe in Sneeck hem onthilden , om datse geen Burgoens
wolden worden, ende toegen voer Nycloester, ende menden
dat toewinnen. Maer dye huysluyden binnen Nicloester weer-
den hem soe manlick, dat dye Geldersche ende Vriesen toe-
gen weder binnen Sneeck, ende lyeten Nicloester ongenom-
men. Dye Burgoensche in Oldecloester ende Nicloester deden
niet tegen Bolswart ende Sneeck, dan datse dye Gloesters
voerdoruen , daer sy in laegen, ende dye naestleggcude huys-
luyclen deden groeten schaede; want daer mochten genen
lantluyden binnen Bolswert ende Sneeck reysen, orn enige
dinck toe haelen ende te brengen. Ende wat man, wyf ofte
dienstboede worden befonden, dye van Sneeck ofte Boclswart
quaemen, ofte daer hadden geueest, om broet ende andere
nottruft, dat dye lantluyden niet mochten ontberen, dye wor-
den terstont geuangen ofte geschat, ofte syn gueden benoe-
men.
-ocr page 207-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   193
llocch water. Dye Bargoensche wt OIiIecIoe-
ster ende Nycloester.
Den 24 dach Nouembris, dats op Sinte Katrinen auontdes 1516
nachts, doer groete wynde ende tempeest des luchts, braken
dye zeedicken oueral Vrieslant in , ende dat solte wacler ginck
oweral Vrieslant, een mans knye hoeger, dant ye man ge-
dencken moclite, want het was een sprinck vloet, ende dye
middel coniur.ctLe van sonne ende maene was opten seluen
dach een verndel voer negen , ende inden rechten loep, soe
was hy des morgens omtrent vyerdehalf wre naeden meridian
van Sneeck. Dit water was alsoe hoeg, datmen met schepen
ower den Indicken mochten vaeren, ende men mochte toe
Sneeck met een snicke tot dye Norderpoerte in vaeren, ende
varen den dick achter dem n . broeders langs totten Oe-
Ciuise                   c
sterpoerte weder wt, men mochten oeck binnen Sneeck van-
den Burgstraete doer den Peperstrate varen ouer den plaetse
voer Doenyahuys anden Wippe. Dit water dede oeck groe-
ten machtigen schaede in Vrieslant, ende besonder in Wes-
tergoe, want daer verdroncken veel beesten, ende den lant-
luyden ontdreef veel guets als kisten, trysoeren, stoelen,
bedden etc. besondere dye verbrant waeren inden soemer ende
beërft laest geleeden, want dye hadden cleine hutten weder ge-
maeckt, daer sy haer guet niet wel mochten in bergen, oeck
dreuen heele hutten wech vanden steeden. Doen dese vloet
opging, waeren heer Florys , Graef Foelix ende andere heeren
metten knechten inden Lemmer, dye hoer op solders huysen
ende opten boys hebben gebercht, daer sy een paert op sae-
ten totten darden dach. Doen dye tempeest ower was, reis-
den heer Florys wt den Lemmer nae Harlingen ende voert
toe Leuuarden. Ende graef Foelix bleef met den knechten inden
Lemmer leggen tot den laesten dach Decembris. Opten dach
Decembris, quam
             mit xvc knechten wt Gelderlant doer
13
-ocr page 208-
194                       WORP VAN THABOR,
1516 Coeuerden in Gronningerlant ende sloeg syn leger neder\'in
Gerkescloester ende Collum, ende began Colmerlant ende
Achtkerspel toe brantschatten, daer omme dat sy heer Flo-
rys wt duanck hadden gesuoren. Als dye Gcldersche dit in
Oestergoe begonnen te doen, verscreeiï heer Florys heer
Tzalling Bottinga ende Douwe Burmania, datse met haer
legers souden opbreken wt Oldecloester ende Niucloester,
ende coemen tot hem toe Leuuarden. Sye toegen denlOdach
Decembris wt Oldecloester ende Nyecloester, ende reysden
nae Leuuarden ende voert nae Dockum. Ende heer Tyaerdt
Burmanie drost te Dockum opt huys ende heer Tzalling Bol-
tinga voersz. met andere heerschappen hadden by drye du-
sent mannen oft knechten\', meer meest huysluyden wt Oester-
goe, dye seer willich waeren tegens den Geldersche te slaen,
ende toegen tegen den Geldersche nae Collum. Als dye Gel-
dersche dat vernaemen , weken sy voert hen nae Adwert; dye
Vriesen vervolchden hoer tot Zuydhoern toe, ende dye Vrie-
sen toegen weder nae huys, maer dye Burgoensche knechten
toegen toe Aengum int cloester, toe Berlckum ende in andere dor-
pen tusschen Leuwarden ende Franicker, ende deden den
huysman hoer eygen vrunden daer groten schaede. Opten
laesten dach Decembris toeg Graeff Foelix met al syn volck
wtten Lemmer, ende branden den Lemmer al heel op, wt-
gesecht dye kercke ende een huys, ende ginck met syn volck
leggen inden Cuner.
Int jaer ons heeren 1517 laegen dye Geldersche knechten
binnen Bolswart, ende waeren veel solt ten achteren van
den Hartoch van Geldre, ende hadden alle dingen gebreck,
dye hem van noeden waeren, \'want om datse geen geit had-
den , soe brochten dye lantluyden daer niet toe coep, waer-
omme deden sy den cloesters ende huysluyden groten schaede
ende geuelt, waerom senden dye knechten wt Bolswert vyer
ambesaeten toe Leuuarden an heer Florys, ende begonden
met hem te tracteren, dat sy hein Bolswert met alt geschut
-ocr page 209-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   195
daer binnen wesende wolden ouerleueren, des soe soldt hy 1517
hem betaelen hoer solt, datste by den Hartoch van Geldre
te achteren waeren. Dit geschiede int jaer van 1517 den
eersten dach January. Heer Florys ende dye ambesaeten sint
met malcanderen verdragen, als dat hy den knechten binnen
Bolswert solde betaelen ses dusent Emders guldens , soe als
sy hadden geeyscht ende sy solden den stadt Bolswart met
dat geschut leueren in dye Burgoensche handen, alst nae
geschieden, want opten iu dach January brachten dye Bur-
goensche dat geit voersz. binnen Bolswert, dat hem dye Gel-
dersche schuldich waeren, ende betaelden den knechten.
Ende sy leuerden den Burgoensche den stat van Bolswert
ouer met al dat geschut, dat daer binnen was, welcke ge-
schut was beeter dau dye ses dusent Emder guldens , dyen dye
knechten ontfingen. Want groete Pyer met syn seinscheps
luyden hadden daer veel geschuts ingebracht, datse opten
schepen van den Hollanders ende Oesterlingen hadden genoe-
men. Dye selue knechten deden den Burgoensche een eedt,
ende bleuen inden stadt Bolswart met weinich schaemele
burgers, dye buytten den cost niet wisten te crigen, dye een
paert oeck onder houden worden vanden Burgoensche. Maer
dye ricke burgers, dye wat hadden te verlieson, reysden wt
Bolswart nae Sneeck tot den Geldersche. Daer waeren oeck
wel by hondert knechten ia Bolswert, dye hoer niet wolden
altreden, noch den stat verraeden of vercoepen, en dye gin-
gen wt dye stat, eer dye Burgoensche daerin quaemen, ende
toegen int hospitael by Sneeck, ende worden wt Sneeck ge-
spyset; want Sneekers woldense niet in hebben, soo lange
datse reysden in Twente tot den Geldersche hoep, dye doe
lach toe Ommen, Goor ende daer ontrent. Dye Hartoch van
Geldre rechten nae den tyt den knechten, dye Bolswart ver-
co ft hadden, waer hy dye ere ge.
«@ISe>
13*
-ocr page 210-
196
WORP VAN THABOR,
Dye Bnrgoensche hebben Sneeck
belecht maer niet gecregen.
1517 Int jaer voers. opten 11 dach January begant te vriesen.
Daernae opten 20 dach January belagen dye Burgoensche
Snceck in vier plaetsen. GraefT Foelix quam \\vt den Guner
met vyer vendelen knechten ende ginck leggen toe Oppenhuy-
sen. Oeck quam een hoep knechten van Slaueren, dye inder
IJlst laegen. r>ycloester worde oeck beset van den Burgoense.
Daer quaem oeck een leger in Thabor, van Leuuarden ende
Franicker met veel geschut ende instrumenten, om dye stadt
Sneeck mede te winnen ofte bestormen, want in Tabor veell
heren ende heerschappen laegen, als heer Florys van Iselstein,
Graeff Foelix, Graeft\' Symon , Joest, Graef van Hoy, Joncker
Lubbert Turck ende Edzart Graeff van Emden; want dye
toe Leuuarden waer gecoemen tot heer Florys, dat heer
Florys hem remis van Maximiliaan Roe. Co. Mat. solde ver-
crigen, om den rebellicheit ofte verachtinge tegen Key. Mat.
gedaen int oerloch tegen den Hartoch van Sassen als voersz.
is. Oeck laegen in Tabor veel heerschappen, dyet met den
Burgoensche hilden, als Joncker Reyloff van Eusum, heer
Hessel Martena, heer Gampo Martena doctor, heer Tzalling
van Bottinga, Gerrolt Heerma, Jw. Bottinga, Hotte Decama,
Douwo Burmania, met veel meer andere heerschappen. Soe
toegen Snekers wt ende branden sinte Joannes cloester dats
bospitael heel op, wtgesecht dye kereke, anxte hebbende, dat
dye Burgoensche daer een leger solden in maken. Sneekers
hadden geen vremde knechten in, want dye Vriesen haer niet
betrouden, om datse Bolswart hadden vercoft, maer Groete
Pyer met syn volck ende veel ballingen wt Bolswert, Worc-
kum, Staueren, dye onder den Burgoensche niet wolden
gaen, wacren daerbinnen.
Ende Groete Pyer met syn volk quam alle dagen wt den
stadt, nu legen den enen leger, dan tegen den ander op
-ocr page 211-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                      197
schutgeweer. Joncker Reyloff van Eusum, dye mede in Tabor 1517
lach, arbeyde met groeten neerstioheit tusschen den heeren
ende den stadt, om soen te maken. Heer Florys wasser wel
toe geneget van wegen den prince van Burgondien , dye stat
Sneeck in gelicke preuilegien ende vryheden als Leuuarden
ende Franicker te ontfaen. Dye burgers hadden geerne ge-
soent metten Burgondien, maer dye heerschappen, Groete
Pyer ende dye ballingen daer binnen wesende wolden tot gene
compositie coemen, want sy waeren den stadt doe machtich.
Terwylen datse sus den stadt in vyer plaetsen hadden belecht,
ende maeckten int conuent van Tabor stormleddcrs, ende
volden veel sleeden met hoy ende bereyden tumelaers, om
ouer inden stat toe schieten, ende verwachten noch meer ge-
schut , dat van Leuuarden soude comen, soe begont haeste-
lick te doyen, waerom togen dye Burgoensche haestelick van
Sneeck met al haer geschut ende ander instrumenten, daerse
den stat mede meenden te winnen, opten 28 dach January
ende hadden niet bedreuen, dan datse een wynmollen had-
den gebrant aen Sneeck voer den Noerderpoerte. Heer Florys
met den Graeff van Emden reysden nae Leuuarden, Graeff
Felix met syn knechten nae den Cuner, Tingnaegelmetsynknech-
ten reysden weder wtter IJlst nae Staueren ende Hyndeloppen.
In Nyecloester bleuen twe vendie knechten leggen al tot
den 22 dach Aprilis, ende deden den huysluyden daer om-
trent groet schaede ende ouerlast.
Graf Felix van Hullkensteln, heer Florys
met den GJraef van Emdenc reysden
In Brabant ten dacge.
üpten 10 dach February brack Graef Foelix op wt den
Cuner met al syn knechten, ende toeg nae Fullenhoeff, ende
-ocr page 212-
198                       WORP VAN THABOR,
1517 voert van VoIIenhoe ouer den Zuyderzee opt ys voerby Campen
nae Nieukerk, ende sloeg daer syn leger. Desanderen dages toeg
hy voert huys toe Arsendick, ende brande daer veel orlochs
schepen, want Hartoch Kaerl van Geldre tyaers te voren
hadde daer een blockhuys gemaeckt met een sterke toern,
om met scheepen wt ende in dye Zuyderzee te comen, want
daer een schoene hauen was, daer groete gelaeden schepen
mochten ancoemen, ende dit huys worde Hulkenstein ofte
Altenae genoempt, omdat het dye Hollanders al toe nae was
gelegen. Voer dit huys quaem Graeff Felix met al syn macht,
ende wan dat huys met geuelt, ende Warner Spigel met den
knechten opt huys worden geuangen. Inden toern, dye seer
sterck was, worde geset een ton bussecruyt, ende dat worde
angesteken ende dye toern scherde tot veel steden, ende het
huys worde gebrant, Graeff Felix toech vanden knechten in
Brabant tot Key. Mat. Maximiliaen. Ende dye hofluyden
reysden met den knechten in Hollant om solt, want sy vyf
maenden een paert ten achteren waeren. Sy worden Stolck
by der Goude betaelt, ende doen naemen oerlof vanden knech-
ten vyer hopluiden, als Kasper van Olms, Recalff, Bartel van
Suoll ende Vyt van As, want dye inden Borgoense landen
niet wolden gaerden. Dese knechten treckende hyer ende
daer quaemen ten lesten int land toe Kessel, ende daer quae-
men alle daegen meer knechten toe, als dat dye hoep soeuen
dusent sterck worde. Met dese knechten quaemen dye Gel-
dersche niet lange daernae voer Dockurn, als ick nae sal
scriuen.
«83®>
-ocr page 213-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   199
Een bestant gemackt tot Caemrlck.
Grote Pyer wan Hyndeloepcn.
In \'t eynde des maents February reisden heer Florys van 1517
Yselstein met Edzart Graeff van Emden wt Vrieslant tot Ga-
rolum, Prince van Spanien, Hartoch van Burgondien etc. in
Brabant, daer Keyser Maximiliaan was met veel duytsche Hee-
ren ende Fursten, ende daer creeg Graeff Edzardt voersz.
doer instantie van hoeren Florys remis van Kéy. Mat. tgene
dat hy tegen Key. Mat. ende dat Roemsche riek hadde mis-
daen, dat hy Gronningen inhilt de facto tegen Hartoch Geor-
gen als voersz. Opten 7 dach Martij hilden Key. Mat. ende
anderen heeren een dach toe Gaemrick. Daer worde een be-
stant tusschen den Go. Mat. van Spanien ende dye Hartoch
van Geldre voer dye ondersaeten van Vrieslant geinaeckt ses
weken durende. Welke bestant began den 25 Marty dats op
Annuntiationis Marie dach. Als dit voersz. bestande in Vries-
lant worde gepubliceert, toech Groete Pyer wt Sneeck met
syn gesellen ende sommige ballingen van Staueren, Woerc-
kum, ende burgers wt Sneeck, toe schepe op den Zuyderzee
ende quaemen voer Hindeloopen, want dye Burgoensche dat
hadden vastgemaeckt, ende daer was ïingnagel met drye hon-
dert Burgoensche knechten. Dit vyl Groete Pyer met syn
volck voerse. haestelick an, ende nam het met stormender
hant, ende sloegen hondert ende 7 knechten doet van den
Burgoensche, onder welcke daer worde geslaegen een bastert
van Cleef ende een van Bochorst. Daer verdroncken oeck
veel, dye hem met schepen meenden te bergen, daer worden
77 geuangen, dye ander quaemen met scheepen wech, Groete
Pyer sloeg geen Vriesen doet, maer alleen wtlantsche knech-
ten. Daernae opten 23 dach van Aprill toegen dye twee veendele
Burgoensche knechten wt Nicloester, dye heer Florys daer hadde
gelecht, alz voersz. is , dat ene vendie toech binnen Bolswert,
dat dye Burgoensche doe inhadden, ende dat ander binnen
-ocr page 214-
200                       WORP VAN THABOR ,
1517 Doccum. Doen toech Groete Pyer met syn volck \\vt Sneeck
tot Nycloester ende royden den wal wtt in den graft, dye den
Burgoensche hadden gemaeckt ende branden den poerte.
Dockam beleent ende genomen vanden
Gelders che.
Onder dit bestant van ses weken voersz. worde in Caeme-
rick ende Brabant wel getracteert ende gearbeit om een soen
oft een deel jaeren bestande in Vrieslant te maken tusschen
den Prince van Spaenien ende den Hartoch van Geldre, ende
als veel luyden meenden ende hoepten ende twiuelden daer
niet an, oft dye heeren solden ouer een draegen om Vries-
lant, soe sende Hartoch Kaerl van Geldre, all eer dat be-
standt wtginck, ambesaeten aenden knechten voersz., dye
int lant van Ketsel laegen, presenterende, indient hem luyden
beliefde hem te dienen, hy wolde ben geuen spietsen, ge-
schut ende eruit ende elcks een hoerns gulden opten
hant, ende vrye rouerye t ende voeren in een landt,
daer sy alle souden riek worden. Als dye knechten hyer
in hadden geconsenteert, doen naemen dye ambesaeten
hoer aen , ende bescheidense op een seker tyt te coemen by
Deuenter. Daer is dye Hartoch van Geldre by hoer gecoe-
men, ende gaf elcks een hoerns gulden opten hant, ende
heeft hoer befoelen, datse souden trecken doer ïuent ende
Drent ende voert in Vrieslant, om Doccum te beleggen, alst
bestant wt was, ende het bestant ginck wt den 6 dach in-
den Mey. Dese knechten waeren wel acht dusent sterek, met
den genen dye wt Gellerlant by den hoep quaemen; by hoor
waeren oeck Jancko Oenema, Aencke Jaerla, Jancko Dou-
wes , Jw Jousma , Sicko Douues met meer heerschappen ,
maer alleer dese knechten voer Dockum quaemen, doen braec-
-ocr page 215-
201
KRONIJK VAN FRIESLAND.
ken onderweegen vanden hoop aff Arckles, Jancke Douwes 1517
ende Sicko Douues, ende quaemen inder Ylst met twc ven-
delen knechten den 11 dach May, ende laegen daer vyf da-
gen. Opten 16 dach quamen sy int cloester Tabor ende ble-
uen een nacht. Maer Arckles met den heerschappen togen
in Drylst vanden knechten binnen Sneeck, ende senden ses
dye treeflickste burgers wt Sneeck nae Gellerlant, als Aggo
Edo z., Pyeter Douwes , Feycko Tyercks , Wlbet Idtsz., Goes-
vrient Goslickz. ende Gerryt crudenier. Jancke ende sommi-
ge anderen sloegen dye voersz. burgers ouer, datse heyme-
lick metten Burgoensche gehandelt souden hebben, om Sneeck
Eurgoens te maken , hyerom riedt Arckles hoer ende wolde,
datse wt Sneeck nae Gelderlant souden reyseri, ende voer
antuoerden hoer daer voer den Hartoch, sye solden geen
scbaede lyden an goet noch an bloet, dat hein luyden niet
worde gehouden, want soe sy toe Aernhem quaemen, wor-
den sy beuaert ende mosten hem naederhant met groet geit
vrycoepen , ende daer thoe lange wt Sneeck bliuen. Doe dye
Burgemeesters ende borgers wt Sneeck waren gereist nae
Gellerlant opten 17 dach May, opten seluen dach toech Arc-
kles ende dye heerschappen ende Groete Pyer met syn volck
ende dye twe vendelen knechten in Tabor voersz. nae Doe-
cum, ende naemen mede wt Sneeck dat groeste geschutt ende
andere instrumenten , dye Arckles binnen Sneeck hadde lae-
ten maken, om Doekum mede te bestormen, ende quaemen
opten 18 dach May voer Doekum aen ende woldent ouerual-
len, maer sy worden weder affgeslaegen van dengenen, dye
daer binnen waeren, ende daer worden wel by twe hondert
geslaegen vanden Gellersche, dye eerste stormden; sy maeck-
ten voer Doekum drie legers, een onse vrouue toe Bergh,
den anderen toe Betterwyrdt, den darden toe Aelsum. Maer
naederhant hebbense naeder anden stat scranst ende rondt om
belecht, ende maeckten met een lege ebbe dammen duars
ouer Doccumerdiep, datse den vloet mochten buytten keren,
-ocr page 216-
202
WORP VAN THABOR ,
1517 ende benaemen alsoe den stat het waeter; sy cregen oeck
groff geschutt van Gronningen ende schoeten met craft inden
stat. Doen dye Geldersche eerst voer Dockum quaemen,
souden dye Geldersche een hoep knechten voer meester Syts
Tyarda huys opper Geest; want Schelto Tyarda syn vaeder
toe Leuuarden was gestoruen anno 1500, ende meester Syts
Tyarda was binnen Leuwarden, ende hadde op het huys ge-
sot 20 mannen met geweer, geschut ende prouande, dyet
solden beuaeren; maer als sy den Geldersche met groet ge-
schut ende macht van volck voert huys sagen, ende hadden
geen hoep van ontset , soe beriden sy hoer ende gauent huys
op, ende gingen aff beholdens liues, ende toegen binnen
Leuuarden tot meester Syts Tyarda hoer heerschap, ende dye
Geldersche besetten dat huys met hoer volck. Dye Gelder-
sche dus voer Dockum leggende, dat daer niet wt noch in
mochte coemen, began binnen Dockum prouande toe onbree-
ken ende cruyt, alsoe dat heer Tyaerd Burmania Drost op
huys binnen Dockum met den burgers ende knechten ouer
een droegen, datmen met den Geldersche spraeck souden
houden. Sy sloeten soe met malcanderen, dat dye heer-
schappen , burgers ende knechten solden den stadt Dockum
met dat huys opgeuen, behouden hoer lyf, geweer ende peer-
den , ende dye Geldersche souden niemant van hoer luyden
beschaedigen aen lyf noch an guet, noch heerschappen, noch
burgers , noch knechten. Des anderen dages, dat was opten
2 dach Juny, gauen sy Dockum op met dat huys, ende heer
Tyaerd met den heerschappen ende met sommige burgers ,
dye geen Gelders wolden worden, gingen den 3 dach Juny
des morgens vroe nae Leuuarden. Doe maeckten Arckles
een wt Gellerlant, gehelen Jan Golsteen, Drost vant huys
binnen Dockum, ende inden stat bleuen Jancko Vnema ende
.Aemcke Jaerla met iiijc knechten ende dye heelen anderen
hoep reisden doer Drente naeden Cunre den 22 dach Juny.
Grote Pyer was met syn volck ende sejnscheepen in den
-ocr page 217-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   203
Guner gereyst, eer dye groete hoop daer quam, ende had- 4517
den veel scheepen groet ende cleyn bouen anderhalf hondert
voergaedert \\vt Vrieslant, Gunere, Blockzyl, Zuartewaeter
Gelmuyden ende aldaer omtrent, wat sy conden crigen.
Die Cieldersche In Hollant veel gcbrant
ende geroeft.
Doen dese schepen in den Cuner als voersz. waren vocr-
gaedert, voer dyen heele hoep knechten, ende Groete Pyer
met syn seinschepen wel vyer hondert sterck altesaemen voeren
aff vanden Cuner den 24 dach Juny, dats op sinle JoannisBaptiste
dach nativitatis des morgens nae acht uren, ende quaeinen inden
morgen tyt in Hollant toe Medenblick ant lant. Daer hilden sy
gemein ende sloeten, dat sy Medenblick wolden in vallen.
Ende sy vyelen den seluen morgen Medenblick an ende won-
nent met stormender hant, niettegenstaende datse een vend-
le knechten in hadden , dye meest al worden geslaegen met
veel burgers, dye ander ontliepen, ende veel quamen opt
huys. Doen plunderden sy den stat ende stakense anden
brant an alle hoecken, ende brandent heel wt met den kerc-
ke ende dat cloester, ende toegen opten seluen dach, dat was
den 25 Juny, voert nae Alckmer ende branden onder wegen
al op , waer sy doer reysden, alsoe dat den roeck van den
brant voerdonckerde dye lucht in Westergoe. Grote Pyer met
syn volck quamen weder in Vrieslant, doe Medenblick was
geplundert, ende gebrant, groet goet met hem brengende,
datse binnen Medenblick hadden gecregen. Ende Groete
Pyer met syn Vriesen waren dye princepael, dyet aen brant
staeken Dye reeden waer desen, want dye burgers van
Medenblick in allen oerlogen in Vrieslant geschiet, quamen
meer dan andere steden van Hollant in Vrieslant, ende cof ten
-ocr page 218-
204
WORP VAN THABOR ,
1517 vanden knechten, al dat sy den Vriesen conden benemen,
als ossen, koyen , peerden, bedden ende andere cleinoedien
ende roerlicke gueden wt kercken ende huysen genoemen.
Ende hadden sy den geroefden gueden vanden knechten soe
geringen niet gecoft, dye Vriesen souden hoer eygen goet
om enen kleinen penninck van den knechten wel weder ge-
coft hebhen. Ende dat meer is, als dye van Medenblick
dat geroefde guet van den knechten om weynich hadden
gecoft, ende dye Vriesen quaemen ende boeden hoer een
eerlicke penninck meer voer eygen goet, dan sy den knech-
len daer voer hadden gegeuen, soe wolden sy den Vriesen
hoer eigen goet niet laelen volgen, dan voer den wterste
waerdy, maer voerdent al nae Hollant toe, dit was dye
princepael oersaeck, waerom dye Vriesen Medenblik branden.
<&&>
Bye Gcldcrsche Alckmer gewonnen ende gcp!on-
dert, en Boclswart is wecder Gelders
geworden.
Dye Geldersche quaemen in Alckmer den 25 Juny ende ere-
gen daer ontallick schat, an golt, suluer, laken, vollen ende
linnen , syde , flaweel ende allerley joueelen ende costelick-
heeden, alsoe dat coepcr, messinck, tinne, bedden ende de-
kens, was daer geen waer ende nie geacht. Sy laegen in
Alckmer totten sondach ende toegen alle daegen wt Alckmer,
ende branden of brantschatten alle dye omlanden tot hoeren
wille ende selues seggen. Dye heeren vanden raede van
Hollant dit verhorende deden wtbyeden dye leenmannen,
ende voert den mj man wt alle steden, ende allen den lant-
luyden, om te coemen den 27 dach Juny binnen Haerlem
byden heer van Iselsteyn. Den leenmannen met alle burge-
en van den steden ende lantluyden sint gecoemen tot Har-
-ocr page 219-
205
KRONIJK VAN FRIESLAND.
lem, om met den knechten ontrent 1500 sterk wesende, dye 1517
heer Florys by hem hadde, daer hofluyden van waren Lub-
bert Turck, Willem ïurck, Peter van Aeldenboeck, Casper
van Vulms, Dorsteyn ende Peter Lutzenburch hen gereist,
om met den Geldersche te slaen, of te keeren , dat se geen
meer schaede in Hollant souden doen. Doen verscreef heer
Florys stathouder vanden Burgoensche Vriesen ende steeden
den knechten, dye in Bolswart waeren, ende dye in Dockum
hadden gelegen. Ende Douuo Burmannie quam van Leuuar-
deu toe Boelswart den 29 dach Juny, ende schickte den
knechten met dat geschut, dat in Bolswart was, nae Har-
lingen ende voeren voert ouer nae Hollant met alle dyeBur-
goensche knechten in Vrieslant wesende, behaluen een paert,
dye in Franicker bleuen, om den Hollanders te ontsetten ,
want Hollant wast van noede. Aldus lieten dye Burgoensche
staen met groete schande dye stadt Bolswert, ende scheyden
daer wt, daer sy int jaer voersz. met soe veel groete hoeren
ende macht van volck voer hadden geweest, ende condense
of woldcnse niet winnen. Ende haddense in dat selue jaer
vanden Geldersche knechten gecoft als voersz. ende haddense
oeck stercker gemaeckt, danse te voeren was. Doen dye
Burgoensche knechten wt Bolswart waeren , quaem terstont
Tyerck Waltha met syn volck daer weder in, ende refor-
meerden datgene, dat dye knechten hadden gedestrueert, an
wallen ende paelen als sy daer wtt toegen. Aldus is dye
stadt Bolswert weder Gelders geuorden.
Die knechten wt Alc knier, ende hebben Asperen
gewonnen ende veel gcbrant In Hollant.
Opten eersten dach July toegen die Geldersche wt Alckmer
met hoer roef ende geuangen naer Bewerwick, dat sy bran-
-ocr page 220-
206                       WORP VAN THABOR,
1517 den ende voer toegen sy nae Sparendam. Doen dat dye hee-
ren, knechten ende lantluyden vernaemen , dye binnen Haer-
lem waeren vergaedert, toegen veel reysgers ende knechten
wt, ende voeruolgden den knechten ende ontiaechden hem
sommige gefangens ende waegens met guet; sommige knech-
ten worpen hoer packen van hem ende schickten hem te
weer, ende al vechtende quaemen sy toe Sparendam, ende
branden Sparendam op met den capelle ende sluysen,
dat daer niet stan bleef. Dye van Amsterdam hadden een
blockhnys tusschen Amsterdam ende Sparendam byden dick
gemaeckt, daer 16 of 17 mannen op laegen , welcke systor-
menderhand wonnen, ende sloegense al doet, dye daerop
lagen, ende passeerden soe voert an voer by Amsterdam nae
Amstorfeen ende brandent al op, daer sy doer reysden, soe
lange sy quaemen int sticht van Wtrecht, ende slogen hem
des nachts neer voer Abcou in Sticht. Des anderen dages
reysden sy foert voerby Wtrecht, ende scheepten by Culen-
burch ouer dye Lecke ende toegen voer Asperen. Ende opten
9 July wonnen sy den stadt met slormender hant, nae datse
drie mael waeren affgeslaegen , alsoe datse wel by duscnt
mannen vcrloeren, alleer sy den stadt wonnen. Doen sloe-
gen sy al doet, wat sy voer den hant in Asperen cregen,
mannen ende wyueo, priesters ende klercken , alsoe dattor
groete jammer geschide; hoefluyden van dese Geldersche
knechten wocrcn Albert van den Busch, Wilke Vries, Hans
van Binsel, Balthasar van ïriclit, Sneewangen, met meer
andere hofluyden. Doen quam dye GraefT van Nassouuen
Stathouder van Hollant met den heeren van Iselstein , van
Wassenaer, Graefl\' Foelix ende meer andere heeren mit groe-
ten macht van volck toe peerde ende toe voelen, ende be-
leyden den Geldersche in Asperen.
-ocr page 221-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    207
Dat huys op Rlnsmageest geaonnen
ende gebrant.
Terwyle dat dye Burgoensche voer Asperen laegen, sende 1517
meester Syts Schelte z. Tyarda by 70 knechten \\vt Leuuarden
op Rinsmageest, ende Ieyden een laege int coern voer Tyaer-
dahuys , dat dye Geldersche in liadden. Opdat liuys lag Douuo
drost van Dockum met 10 knechten. Opten 11 dach Augusti
gingen dye knechten vant huys toe kercken. Doen brack dye
laeg op, ende onderliepen dye Geldersche dat huys, ende
vingen den knechten. Terstont als Golstcn drost toe Dockum
opt huys dat hoerde, sende hy twe hondert knechten, dye dat
huys weder beleyden. Als dat geruchte binnen Leuuarden
quam, dat dye Geldersche den Burgoensche knechten met den
geuangenen hadden belecht, reysden by drye hondert knech-
ten wt Leuuarden, omt huys toe ontsetten. Soe dye Gelder-
sche, dye voert huys laegen, vernamen, dat dye Burgoensche quae-
men, om thuys tontsetten, gaeuen sy den vlucht nae Doccum
toe. Dye Burgoensche hebbense veruolcht ende hebben van
hem vyer off vyf mannen affgeschoeten, ende sommige geuan-
gen. Dae nae toegen dye Burgoensche nae Leuuarden metten
geuangenen, dye sye nu hadden gecregen, ende oeck dye opt
huys saeten geuangen, ende verlieten dat huys, om dat sye
het geen moet hadden te holden, want hoer Dockum, daer
dye Geldersche lagen met macht, te nae lag. Daernae den
darden dag Augusti kregen dye Geldersche thuys weder, ende
brakent all wt, dat hoer diende, eiide voerdent binnen Doc-
kum, ende stakent huys anden brant.
"H94®
-ocr page 222-
208
WORP VAN THABOR,
Dye Geldersche knechten wt Asperen ende dye
Burgoensche In Gelderlant te branden.
1517 Als dye Burgoensche by een maent voer Asperen hadden
gelegen, als voers. is, syn dye Geldersche gescheyden wt As-
peren ontrent den 5 Augusti, want siet van honger daer nie
langer maken mochten, gemerckt dat dye Burgoensche ende
ruitteren beletten, datse geen vitalie mochten in crigen. Ende
sint doert Sticht van Wtrecht ontrent Aaemsfort in den fenen
getogen ende dorsten den rechten wech niet holden om anxte
van den Burgoensche. Dit voornemende dye Burgoensche
sint hem nae gereist, soe wel met dat reistuch als met den
knechten ; dye Burgoenschen branden al dye Veluen op tot
Hatlum toe, voer Ilattum branden sy den voerstat. Hier
tusschen quaemen dye Geldersche knechten , dye wt Asperen
waren gereyst, voer Arnhem, daer dye Hartoch van Geldre
was, ende hy naein een paert van dye hoep knechten binnen
Aernhem, ende dye ander lyet hy setten ouer denRyn, daer
dye Burgoensche soe geringe niet mochten coemen. Daernae
toegen dye Burgonsche van Hattum nae Zutphen, ende voert
nae Aerhem, ende branden al op, daer sy doer reysden.
Voer Aernhem , daer dye Hartoch van Geldre in lach. stelden
sy all haer geschut, ende schoeten met craft in den stadt.
Doen dye Burgoensche hoer geschut eens hadden losgescoten
quarn een brief wt den stadt in dat Burgoensche heer vanden
anibesaeten Co. Mat. van Vi anckrick , dye daer binnen wae-
ren. Doen heer Florys met den anderen heeron den brief
hadden gelesen, terstont worden den trommen geslagen ende
verhoeden by lyf ende guet dat niemant meer brande ofte schaede
doen in Gelderlant, ende reysden voert met den hoep reis-
gers ende knechten wt Gelderlant. Daernae quamen by een
tot Wlrecht volmachtigen van Co. Mat. van Spanien, Hartoch
van Bürgoendien etc. ende Hartoch van Geldre, omeeneuich
soen te maken vanden landen van Vrieslant. Maer dye hee-
-ocr page 223-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   209
ren conden niet accorderen om soen te maken, dan daer 1517
worde een bestant gemaeckt ses maenden durende, ende dit
bestant worde in Vrieslant aff geleesen den 21 dach Septem-
bris, van welcke bestant dye copie hyerna volget:
COPIE DES BESTANTS.
Guede vaste sekere ende gestendich bestande ende anstant
is genoemen, geaccordort ende gesloeten tusschen den Goe.
Mat. van Spanien ter eenre , ende myn heer Caorle van Geldre
ten anderen syden, voer hoer ende den ondersaeten ende in-
uoenderen van Vrieslant, holdende haer beyde syden ende par-
tien , voer dien tyt ende termyn van ses maenden naestco-
mende, ende achteruolgende, beginnende ende ingaende opten
dach van huyden den 17 Septembris anno 1517, durende
welcke bestant ende anstant van oerlogen alle viantschappen,
wegen wanfeiten ende veruolgen van oerlogen cesseren , aff
ende te niet sullen wesen, soe wel ter zee als te lande, ende
sullen dye ondersaeten, dienaren ende chrisluyden vander
eender zyden, van wat staeten ende conditien dye syn, gee-
nerley oploep, nie grepen, anslaegen ofte toetastinge mogen
doen ofte voeruorderen op dye steden, ilecken, slocten ofte
vestenissen, van der ener syden met enigen legeren ouerloe-
pen in nemen scattinge ofte andersins in eniger manieren.
Wy een sullen oeck niemant mogen vangen, spannen, pille-
ren, roeuen, rantsoenen , biantschatten noch beschadigen van
der eenre syden noch vanden anderen, oeck hoeren persoe-
ncn, beesten ofte anderen gueden, in wat manieren dat het
sy, meer sullen allen den ondersaeten ende dienaren van
beyde syden, van wat staeten ende conditien dat sysyn, du-
ren den tyt des bestandes, woenende ende bliuen yegelick
in dye stede ende plaetse van syn gehoersaemheit, vry
veylich ende ongelet, ende onbesorcht van hoeren liues ende
14
!
-ocr page 224-
210                        WORP VAN THABOR,
1517guedes, hoedanich sy syn ofte mogen wesen. Ende tot meer-
der vesticheit ende sterckicheit desselues bestande, dy Co.
Mat. van Spanien ende heer Caerl van Geldre voersz. hebben
voersocht ende gebeeden den Furstelicken Coninck van Franck-
rick , conseruatoer ende beschermer willen wesen van den sel-
uen bestande, hulpe ende bystant willen verlenen ende geuen
dye partye , dyet selue bestant onderhouden sall, om te doen
ende te laeten repareren ende beteren den attentaten ende
ouergrepen, dye den anderen partie niet obserueren solde \\vil-
len ofte mogen doen ende vorderen tegen ende in prejuditie
desselues bestandes. Aldus gedaen geaccordeert ende gesloo-
ten by den ambesaten ende geschlckten Raeden des Co Mat.
van Spanien ende heere Kaerle van Geldre voersz. Inden
stadt van Wtrecht den 17 dach Septembris anno 1517
voersz.
Kaerle, Prlnce rcysde in Spanten ende enen
dachiiarttot Wtrecht tusschen den Co. van
Spanien ende Hartoch van Geldre.
Anno 17 reisde Kaerle Hartoch van Burgondien met veel
schepen in Spanien, om daer nae Ferdinandi Conincks van
Spangien doet, dye syn moeders vader was, ende hadde geen
soenen, dye den croen van Spangien mochte ontfaen. Doen
setten Maximiliaen Ro. Key., Kaerls voersz. groete vaeder, Stat-
holders, dye Hollant, Zelant ende Brabant solden beuaren
ende regieren, als dye heer van Nassouwen, heer Florys van
Iselsteyn , heer Johan van Wassenaer, ende Key. Mat. maeckte
heer Willem van Roggendorff wt Flaenderen Stathouder in
Vrieslant. Onder dit bestant van ses maenden senden Co.
Mat. van Franckrick aenden Kaerle Piïnce van Spanien Har-
toch van Burgondien etc. , ende aen Kaerle Hartoch van Gel-
-ocr page 225-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   241
dre synen ambesaten als heeren Robrecht de La Mantonie 1517
van Boemen, synen raede ende hofmeester ordinaris, heren
Francois Ie Ronge, doctor in den rechten, protonotarius des
Heiligen Stoel van Roeme, oeck Raedt ende meester vanden
requesten ende Senatoer van Melaen, om te verenigen den
geschillen ende tuysten wesende tusschen den Co. Mat. van
Spanien ter eender, ende den Hartoch van Geldre ten ande*
ren zyde, ter causen van den Vrieschen landen met datter
ancleeft, van wekken geschillen dye paerten voersz. hem
voertyts gesubmitteert hadden met seggen ende met arbitrie
van den Coninck van Franckrick. Ende om dit voersz. oer-
loch te cesseren, ende dye paerten voersz. te induceeren tot
vreede ende reedelicke apponctament, rorende den geschille
van Vrieslant voersz., isser een daclvwaer geassigneert inden
stadt van Wtrecht den 27 dach Septembris. Terseluer dach-
uaert sint gecomparert dye ambesaten van Franckrick voersz.
ende van wegen Coe. Mat. van Spanien, heer Hendrick Graeue
van Nassouuen, heer van Brede, heer Antonis van Laleyn,
heer van Montigi van Gulenburch, twede camerlinck, heer
Jacob van Gaure heer van Fresin, hoegbaeliu van Henegou-
uen, alle Ridders van den oerden ende gulden "Vlyese, Mr.
Jan Jongen, raet ende meester van den requesten , ordinarius
van den huyse, ende Phs. Hannetan dye ouerste Secreta-
rius ende audentier van derseluer Go. Mat. van Spa-
nien, ende vanden Hartoch van Geldre voersz. Hendrick heer
van Gent, eerfhofmeester van Geldre, Meester Willem Lanck,
doctor inden rechten cancelier van Geldre, ende Willem
Quinon, comendeur van Sint Jans oerde in dye steden Aern-
hem ende Nimwegen, alle syn Raetsluyden. Dese voersz.
Ambesaten ende raet gedeputeerden, nae veele communica-
tien ende handelingen, hebbent siet — by consent van beyde
paerten voersz. geaccordeert ende gesloeten, angaende dye
geschillen ende tuisten van Vrieslant vreede van Hollant ende
Gellerlant voersz. dat dye voersz. Hartoch van Geldre solde
14*
-ocr page 226-
212                       WORP VAN THABOR,
1517 ouerdraegen, cederen ende transporteren den voersz. co. Mat.
van Spanyen voer hem ende sinen eruen tot euigen dagen
alsulcke recht, actie ende toesegginge, als hy hadde ende nae-
maels soude mogen crigen ende pretenderen aenden voersz.
Vrieslanden met hoeren toebehoren toe waeter ende toe lande,
wtgescheiden allene Gronningen, daer van dye voersz. par-
tien hem submitteren aen den Coeninck van Franckrick, hy
sall voert binnen dye ses maenden, toerekenen vanden daege
vanden conclusie vanden tegenuoerdigen tractaet, oft eer in-
dient hem mogelick sy, doen vertrecken syn ruytteren ende
luyden van oerloge wtten steeden, dorpen ende andere flec-
ken, holdende syn partie inden voersz. landen van Vrieslant,
tot synen costen, ende solden den officiers ende ondersaeten
van dyen quytschelden ende ontlasten van sulcke eedt ende
geloften, als sy hem gedaen hadden. Oeck solde dye Har-
toch van Geldre ouerleueren dye Co. Mat. van Spanien sul-
ke brieuen beuisen ende bescheydt, als hy hadde ofte nae-
maels soude mogen crigen, roerende dye landen van Vries-
lant voersz. Oeck solde dye Hartoch van Geldre doenwtfoe-
ren wt Vrieslant alle syn geschut ende andere instrumenten
van oerloge, dye hy daer hadde, sonder yemants tegenseg-
gen. Dit gedaen by den Hartoch van Geldre, solde Go. Mat.
van Spanien voersz. den Hartoch van Geldre oft synen eer-
uen betaelen dye somma van hondert dusent gouden croenen
met dye somma eens ofte anderen munte nae ad uenant op
terminen nae verclaert. Te weten 25 dusent croenen ter-
stont gereedt, naedat dye Hartoch van Geldre gebrocht had
het inhoudt vant tractaet. Ende Co. Mat. het geit teleueren
te Campen in handen van sekere coopluyden , dye Hartoch
van Geldre noemen soude, Co. Mat. van Spanien doen betae-
len noch 15 dusent croenen het jaere omgecoemen wesende,
ende soevoert an van jaer toe jaer gelicke 15 dusent croe-
nen des jaers, so lange dye hondert dusent croenen vol
ende al betaelt waren, ende tot sekerheit van desen solde
-ocr page 227-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   213
Co. Mat. voersz. toe borge stellen dye steeden van 1517
Hartogenbusck, Dordrecht ende Amstedam ende Goercum,
welcke steden hem soe voerbinden solden, dat by gebreck
van betalinge ten daege ende terminen voersz. of binnen een
maent daernae onbegrepen, dye Hartoch van Geldre voersz.
solde dye borgeren ende ingesetenen derseluer steeden mogen
veruolgen by alle wegen, middelen hem doenlick ende ree-
delick denckende. Inden seluen dach worde oeck een gene-
raele abolitie ende quytscheldinge gedaen, den inwoenderen
des voersz. lants van Vrieslant, dye hem wolden stellen tot
gehoersaemheit der Co. Mat. van Spanien , van allen stucken
ende misbrucken by hem geperpetrert durende dit orloch
voersz., in wat manieren dattet sy ofte wesen mochte, tot
nu toe , sonder dat men hem ter causen van dyen yet solde
mogen eyschen ende imputeren criminalick ofte commerlick.
Ende soe soude een yegelick weder omrae coemen tot synen
gueden, ende dye ontfangen in sulcke staeten, als sy dye
souden vinden. Ende sollen den voersz. ondersaeten van
Vrieslant getracteert worden gelick dye van Brabant ende
Hollant. Daervan Co. Mat van Spanien particulaer brieuen
geuen sonde den genen, dye dat begerden ende behoeuen
solde. Dit was dye syn des tractaets ende soen gemaeckt
binnen Wtrecht by den heeren voersz. Maer dye Hartoch
van Geldre doer informatie ende scriuinge sommiger Vriescher
heerschappen syn partie holdende ende syn regenten in Vries-
lant residerende, heeft den soen voersz. niet willen onder-
houden.
oS£«>
-ocr page 228-
214                       WORP VAN THABOR,
Een nlw tttatholdcr In Vrieslant toe Leuuarden
van die Burgoensche ende brleuen owert
tlant gesent.
1517 Anno 17 naedat die soen voersz. was gesloeten, quam bin-
nen Leuuarden den 24 dach Octobris heer Willem van Rog-
gendorf dye nie Stathouder voersz., ende met hem quam heer
Florys van Iselstein olde Stathouder, dye hem soude brengen
in besit ende leueren hem huysen ende steden ouer. Ter-
stont daernae senden heer Floris ende heer Willem voersz.
boeden ouer all Vrieslant, dat wt yegelick dorp solden comen
twe ofte drie by hem te Leuuarden, want dye heere van
Geldre hadde Vrieslant met syn gerechticheit, dye hy daerop
hadde, den Prince van Spaenien ouergedraegen, ende dye
landen van Vrieslant souden onderhouden worden, als dye
landen van Brabant ende Hollant. Dye boeden lopende doer
dye landen worden met dese brieuen geuangen ende qualick
van den Geldersche gehandelt. Want Reemstick toe Sloeten
opt huys van weegen des Furstes van Geldre ereg een hoede
met sulcke brieuen ende liet hem inder nacht heymelick ver-
drencken. Toe Sneeck worde oeck een geuangen dye niet
bet soude hebben geuaren , hadde hy niet voerbeeden worden,
omdat syn vader binnen Sneeck woende. Toe Dockum worde
oeck een gecregen van Johan Goltstein drost toe Dockum opt
huis, ende dye moste dye brieuen op eeten. Dye Geldersche
seyden, dat dye brieuen valsch waeren ende vanden Bur-
goensche wtgesent, om moyterye in Vrieslant toe maken,
want dye Hartoch van Geldre hadde den Prince van Spaenien
Vrieslant niet ouergedragen ende woldet oeck nimmermeer
verlaeten. Doen dye boeden met den brieuen soe qualick
vanden Geldersche worden gehandelt, ginck dye dach toe
Leuuarden te niete , ende heer Florys reysde weder wt Vries-
lant in Brabant naet thof van Burgoendien, maer dye niuwe
Stathouder bleef toe Leuuarden met een vendie knechten ,
-ocr page 229-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   215
dye meest binnen Franicker worden gelecht. Daernae opten 1517
20 Nouembris voerscreff Arckles wt alle steden ende delen
in Westergoe volmachtige, toe Sneeck toe coemen, om te
hoeren des Furstes van Geldre brieuen ende meningen. Daer
las hy des Furstes brief, hoe dat syn Furstelicke genaede
tot gene tyt wolde verlaeten, maer lyf ende guet by haer
luyden opsetten, indyen dye Vriesen in gelicke forme by hem
weder wolden doen, ende dye Burgoensche hadden hem vals-
lick ende verraedelick ouergeloegen ende gescreuen.
Die gesten Tan den jare van 19.
Int jaer ons heren 1518, als dat bestant van ses maenden
wt was, maeckten dye Burgoensche ende Geldersche heeren
binnen Wtrecht een niu bestant durende een jaer, als van
den 17 Marty des jaers voersz. totten 17 Marty des jaers van
19, van welke bestant dye Copie hyernae volcht.
COPIE.
Alsoe die geschickten Raede der Co. Mat. van Spanien ende
heeren Kaerl van Geldre nu vergaedert sinde binnen dese
stat van Wtrecht. Te weten heeren Antonis van Lalein heer
van Montigni ende van Culenburch twede Caemerlinck ende
Jacob van Gauren heere van Fresyn, hoogbaeliw van Henne-
gouuen ridderen van den oerden, Mr. Albert van Loe alle
raeden, ende meester Phs. Hanneton eerste Secretarius ende
audientyer van wegen der Co. Mat. Ende heer Johan van
Zulen van Niuuelt, ridder, Hendrick heere tot Gent eerfhof-
meester, Willem van Lanck doctor ende cancelaer, ende
meester Willem Quinon Commandur van Nimmegen ende
-ocr page 230-
216                       WORP VAN THABÜR ,
1518 Aernhem, van wegen des heeren van Geldre. Om Ie tracte-
ren ende handelen om sekere difl\'eientien, wesende tusschen
beyde dye Fursten voersz., ouerinits dye clachten gedaen an
beyde syden van owergrepen, dye een yegelick pretendeert
van hem geschiet toe syn, tegen ende contrary den bestant
alhier gemaeckt ende gesloeten opten 17 dach Septembris
laestleeden , voer een half jaer, tusschen hem ende den inge-
setenenen ende ondersaeten vanden landen van Vrieslant ende
anderen gebreken by hem gepretendeert. Syende ende mer-
kende dat sy van den sake ende gebreken voerscreuen op dit
pas niet wel accorderen een mochten, ende dat dye tyt des
bestants cort wtginck ende expereren solde. Soe hebben dye-
selue geschickte raeden by gemene accoerdt ende consente,
wt macht van haer commissie daervan wesende, tselue be-
stant gecontinueerd ende voerlenget, continueren ende voer-
lengen mits desen totten 17 dach vander maent Maert naest-
comende int jaer van 19 denselven dach daerinne begreepen.
Op alsulcke voruarden ende conditien, ende inder voegen
ende manieren, als inden brieuen van den voergaende be-
stant voersz. begrepen ende verclaert staet. Soe dat durende
den tyt derseluer continuatien ende prorogatien alle man-
schappen wegen vanfeiten, oplopen, sullen soe wel toe
waeter als te lande. Ende sullen dye ondersaeten an beyde
zyden mogen aenvaerden ende gebrucken hoer goeden roerlick
ende onroerlick in sulcken staet, als sy dye vinden sullen,
vry ende veylich ende ongeleth, sonder dat yemant, van wat
staet dat hy sy, den anderen sall mogen vangen, spannen,
schatten ofte beschaedigen, an liue noch an guede in enige
manieren. Oeck sal den een nae des anderen steeden ende
vlecken binnen tyde deses bestande niet staen, directelick ofte
indirectelick, heymelick ofte openbaer. Ende ingeual sulcks
vanden eenre ofte vanden andere zyde geschiede, dat men
met daer waerheit beuisen conde, soe een sall dye Furst,
den sulcks geschiet, wyder in desen bestande niet geholden
-ocr page 231-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   217
syn. Dan geschieden enige andere ouergreepen, daerom sall 1518
dit bestant niet gebroken, dan euen well in synder machten
onuerbreecklick geholden worden. Ende dye ouergrepen voer
desen tyt geschiet ende dye contrari don bestant geschien
mogen, sullen lot beyde zyden repareert ende verricht wor-
den, soet nae reedenen ende billicheit behoeren sall. Ende
sal dye karstelicke Coninck van Franckrick conseruatuer wesen
ende bliuen van desen bestande, soe b\'y te voeren geweest
heeft, ende byden voersz. geschickten raeden, inden naeme
ende van wegen hoeren Fursten ende heren voersz., is geac-
cordeerd ende gesloeten, dat dit tegenwoerdige bestant gepu-
bliceert ende vercondicbt sall worden in alle steden ende flec-
ken van Frieslant, daermen geuoentlick is publicatie ende
wtroepinge te doene, opten achten dach van den toecoemende
maent van Martio. Ende den officiers, Amptluyden ende on-
dersaeten van beyde syden ist scherplick beuoelen, tselue on-
werbreecklick toe holden ende achteruolgen opten verboerte
van lyf ende van guet. Aldus gedaen geaccordeert ende ge-
sloeten by den geschickten raede voersz. onder hoere hante-
kenen inden voersz. stat van Wtrecht. Den 24 dach in Fe-
bruario anno 1518. Aldus geteikent A. de Lalein, I. de Gaure,
Loo, Hanneton, Jan van Zulen ende Niuuelt, Ridder, Hen-
drick here tot Gent eerfhofmeester, Guilhelmy, Lanck Can-
celier g. Quinon.
Een nye Geldersche Statholder, een Landach foe
Sneeck ende wtsettiuge der Vriesen.
Int jaer voersz. omtrent Laurenty is toe Sneeck gecomen
wt Gellerlant Arckles, dye sus lange van wegen des Furstes
van Geldre hadde in Vrieslant ouer den Geldersche Vriesen
Stathouder geweest, ende bracht met hem Marten van Ros-
-ocr page 232-
218
WORP VAN THABOR,
1518 sen, heer van Piroyen , dye nu Stathouder soude wesen ouer
dye steden ende deelen in Oestergo, West\'ergoe ende Soe-
uenwolden, dyet met den Hartoch van Geldre hilden. Doen
screeff Arckles an alle prelaeten, heerschappen ende eygen
eeruen, datse volmachtigen solden senden, om hinnen Sneeck
een landach toe holden, ende des Furstes van Geldre menin-
ge te hoeren. Daer heeft Arckles den xi Augusti proponeert.
Int eerste om dat Bill, wat dye landen daer best in rieden.
Want het stonde den Hartoch van Geldre niet langer an toe lyden,
dat dye Burgoense dat Bill souden tot hoeren wille besitten.
Ten anderen dat het den Hartoch van Geldre wel raedt
dochte, datmen in Vrieslant den excys van wyn byer ende
van andere gueden aff setten want als hy vernam ende on-
derrecht worde, soe compt dye landen van Vrieslant daer
geen profyt aff, maer groeten schaede, omdat dye coepluyden
hoer guet niet in Vrieslant, maer inden Burgoensche steden,
daer geen excys wort gegeuen, brengen, waerdoer dye Bur-
goensche landen ende steeden groten baet ende gewyn heb-
ben , dat al is tot achterdeel der landen van Vrieslant. Daer-
om van noeden is den excys aff te setten, opdat dye cop-
man op alle plaetsen in Vrieslant syn goeden vry ende onbe-
schadicht mach gebrucken ende vercoepen. Voert proponeer-
den Arckles, dat dye landen souden raeden ende een middel
vinden, waermede men den knechten ende anderen suarich-
heden, dye den landen mochten anfallen ende ancoemen,
soude onderhouden, als dye excys aff waere, want dye Fur-
ste van Geldre conde qualik den suaricheit van Vrieslant met
syn eerfgueden wt rechten. Op desen artickel gaeuen dye
staeten van Vrieslant, doen toe Sneeck vergaedert, toe een
antuoert, dat dye landen des jaers, soe lange dye landen
van Vrieslant alheel niet ouereen waren, solden geuen ende
betaelen een halfjaar tax, soe alse by tyden dat Furstes
van Sassens plegen toe geuen.
Dye darde artickel dye Arckles proponeerden was om reparatie^
-ocr page 233-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   219
van dicken, dat dye landen daer onder mochten bliuen, be-1518
holden dye nu te hant te seer verduruen waeren.
Alsoe dye Geldersche heeren dese voersz. articulén hadden
proponeerdt, ende begeerden daerop een antwoert, wat dye
landen daer in wolden doen. Soe hebben dye Gedeputeerde
ende Vohnachtige Vriesen sekere articulén ende punten con-
cipieert ende den heeren scriftelick owergegeuen, welcke
artickulen ende puncten sy begeerden vanden Hartoch van
Geldre weder beuestiget te hebben, in forma hye nae be-
screuen.
Soe dye hoeggeboren Furst Hartoch Kaerle van Geldre ons
alder ff. g. heer syn furstelicke genaede raede hyer in Vries-
lant geschickt heuet, om een regiment ordinantie te maken,
daer dye landen tott profyt ons g. heer ende der lantschap-
pen mede mochten onderhouden worden , daer dye landen yt-
licke articklen altera die Laurenty anno 48 in synre ff. g.
stat Sneeck\' voergeholden. Daerop dye staeten der landen
rypplicken beraeden hebben ende angemerckt, dat het van
noede soude syn, voer all besekert ende bewist toe syn van
onsen g. heren voersz., op wat manier dye Vriesche landen
ende doer wien van synen ff. g. wegen sullen regiert ende
preuelegeert syn, hebben dye staeten ytlicke articulén nae
bescreuen bestemmet ende wt geseit, dye welcke verhoepende
ons alder g. ff. ende heere voersz. niet willen weigeren,
ende den staeten der landen voersz. in sulcke articulén,
hyernae ontuorpen van gescreuen in willen voersekeren ende
beuissen met sy ff. g. groet hangende segel, voer hem ende
syn ff. g. eruen ende naecomelingen beuestigen. Alsdan wil-
len dye landen ende ondersaeten vernoegen een opcomste,
daer dye met syn f.g. voer een eerflandis Furste deser Vries-
licker landen sall bekent worden, ende dye ondersaten sich
beuysen, als guede getrouwe ondersaeten toe steyt.
-ocr page 234-
220                          WORP VAN THABOR ,
1518                 COPIE VANDEN ONTWERPINGE DER ARTIKÜLEN.
Wy Kaerle van Gods genaeden Hartoch van Geldre ende
van Guilck ende Graeue van Zutphen etc. ter euiger memo-
rie doen kentlick ende opeidjaer, ende wt chrafte van desen
onsen brieue betuigen ende bekennen, voer ons onsen eruen
ende naecomelingen, voer allen dengene dye desen onsen
brief sullen syen lesen ofte horen lesen, hoe dat wy met
onbreekelicke furste geloeue ons hebben bewillicht, verwil-
coert ende belast met desen onsen brieue, voeruilcoren ende
belasten tot desen naebescreven articulen.
Inden eersten onthieten, geloeuen ende annemen wy alle
persoenen, geestelick ende waerlick, steden, landen, dorpen,
deelen ende inuoenders van Oestergoe, Westergoe ende Soe-
uenwolden in Vrieslant, voor alle geualt ouerlast te onder-
houden , beschutten ende beschermen voer alle heeren Fursten,
landen, steden binnen ende buyttens lants, soe voele ons
mogelick is te doene. Ende dye selue Vriesche landen voersz.
ende inuoenderen nu noch nymmermeer te verlaeten, dan
onse eerflicke landen luyden ende macht by sy op te setten,
niettegenstaende enige contracten compositien by enige Fur-
sten ende heeren daerinne gehandelt mochte worden. Item
in deze voersz. artickel sullen sich dye lantschappen in ge-
licke reuersael wederomme an ons verbinden ende verplichten.
Voert meer dye selue inuoenders voersz. utten landen van
Vrieslant niet te verdachuaerden, noch om enige saken oft
diensten mit gebyet te dringen, ofte ten sy sake, des sy des
geerne deden met horen vryen wille.
Voert geloeuen ende onthieten wy hyer boeuen hulpe ende
bystant, van justitie te houden ende verueruen tegen alle
hoer weder partien.
-ocr page 235-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   221
Geloewen ende onthieten wy den inwoenderen ende landen 1518
voersz. orbarheit, nut ende profyt ende weluaert in sluysen,
waeteren, lant, sant, dicken ende dammen ofte anders te
raemen ende nerstentlick te veruolgen.
Voert onthieten wy ende beloeuen wy meer, in onsen aff
wesen, enen van onsen vernuftichten raede tot een generael
Stathouder ower den Vriesche landen, Gronningen met dye
omlanden niet wtgesecht, toe stellen ende toe ordineren, dye
altyt in onsen aff wesen by den inuoenderen van Vricslant
bliuen ende woenen sall, daer beneuen een hoeg geleerdt
ende voernaem Cancelaer. Ende daertoe sullen dye lant-
schappen van Vrieslant mogen kyesen ses vanden voernuf-
tichten wt Vrieslant, Vriesen geboeren, te weten twe wt
Oestergoe, twe wt Westergoe ende twe wt dye Soeuenwolden,
dye metten seluen Statholder ende Cancelaer sullen regieren
ende alle rechts saeken ende anders verhandelen. Ende vor-
der beuelsluyden van ons in steden ende vesten gestelt,
sullen niet hieten Stadhouders dan Ambtluyden.
Vorder willen wy off onse Stathouders geen beuelsluyden
stellen ende ordineren in onsen steden ende vesten in Vries-
lant buyten consent ende wille der lantschappen off vander
lantschappen verordent.
Voerder geloeuen wy, oft weder tot verloep van oerloch
ende vrede quaeme tusschen ons ende enigen heere ende
Furste, aengaende dye differentien van Vrieslant, willen wy
dan met onser ganser macht steden, landen ende luyden
onser eerflicker landen insonderheit met den vianden aen te
nemen. By alsoe of wy in onsen landen ofte furstdom van
Geldre van enigen heeren ofte Vursten benoedicht worden,
sullen onse lantschappen van Vrieslant alsdan nae horen ver-
mogen ons onsen eeruen ende naecomelingen toe dienste coe-
men in den seluen onsen landen voersz.
-ocr page 236-
222                       WORP VAN THABOR,
4518 Item op desen artickel sullen dye landen hoer reuersaliter
verblinden ende overplichten.
Voert meer geloeuen wy dye inuoenderen deser Vriescher
landen geestelick ende waerlick, allen hoeren olden preue-
legien gerechticheit ende heerlickheit te laten gebrucken ende
genieten, soedat van olts ouer hondert jaren in Vrieslant
geuoentliek is geueest.
Desen artickel voersz. hadden dye Geldersche geset in dese
forrne:
Voert meer geloewen wy alle oude geloeflike geuoenten ende
preuilegien der Vriescher landen te holden ende doen hol-
den , in allet gene onsen hoegen heerlickheeden niet inne
vercort worden, olte enige corruptele ofte abbusie der preui-
legyen ende geuoenten waren, daer met justitie ende politie
ende regument geen loflicke voertganck hadde, sall altyt
staen op onse correctie ende onsen beuelsluyden gedeputeerde
hoefrechters ende geordende met raeden.
Oeck geloewen wij den inuoenderen in onse Vrieslanden
genen last, tzy van schattingen, excyse, nye geuoenten, nie-
fondige of enige saken meer in te setten, raemen, ende stellen
bouen dye puncten ende articulen van denseluen landen
beuillinge ende veiscriuinge.
Dese artickel hadden dye Geldersche after an sett.
Beholtlick in allen of in toecomende tyden, van noeden
worde syn tot nut weluaert onsen ende onse gemene landen
van Vrieslant enige vorandringe van enige puncten te doen ,
sullen wy met gueden rype raede onse deputeerde raede van
Vrieslant voersz. doen, niet anders des torconde etc.
-ocr page 237-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    223
In desen seluen Landach gaeuen dye heerschappen ende 1518
gedeputeerde meer articulen ouer, dye sye van den Furst van
Geldre in een ander brief wolden beuestiget hebben ende
besegelt.
Int eerste dat den Hartoch den heerschappen ende anderen,
dye sich noch onthilden by den Burgoensche, tot gener com-
positie nemen noch remis geuen, heymelick noch openbaer,
off in gene digniteyt van officien stellen, buytten consent
ende weten der lanlschappen of opt wennichte der ses Vrie-
sen van den landen verordent.
Vorder dat dye Furst van Geldre den steden in Vrieslant,
van wat partien sy waeren, geen preuilegien ofte vryheyden
soude geuen of verlenen in preiuditie ende achterdeel der
lantschappen. Ende wy sulcks, wat by den Stathouder of
Beuelsluyden doer quaede informatie was gegeuen, solde nul
ende niet wesen. Dese ende dye andere voersz. articulen
worden Arckles ende den nie Statholder gepresenteert, dye
sye naemen ende setten sommige van dye eerste articulen in
een ander form, ende hebben daer sommige wtgelaeten, ende
sommige toegeset, alst bouen is geteykent, want al dat met
een linie ondergestreken is dat hebben sy wt gelaten, ende
daer sulcken teyken A int spatium staet hebben sy daerin
gescreuen. Dese articulen worden daer niet gesent aen den
Hartoch, mer Arckles hildse by hem ende brochtse den
Hartoch.
Daerna hebben Jancka Douuema, Aucke Jaerla, Jw Jousma,
Sicke Douwes met sommige andere hoer gunners gesent in
Gellerlant aen den Hartoch meester Galko met andere arti-
culen, dye in den landach van den staeten der landen niet
waren begrepen ende geaccordeert. Onder ander articulen
begeerden sy anden Furst, dat sy dye vesten ofte huysen,
-ocr page 238-
224                       WORP VAN THABOR,
1518 als Sloeten ende Doccum, mochten inhebben, ende bedienen,
soe syn furstelicke genaede hemluyden voermaels sulcks sel-
uen hadde offereert ende onthieten, ende nu doer quaede in-
formatie van sommige worde vertogen ende beleth. Sy ver-
boeden hem daer behoerlicke ende genoechsame cautie voer
te doen, dat syn ff. g. noch dye lantschappen daer laste noch
schaede van soude comen. Begeerden daerom noch als vo-
ren syn ff. g. hem hilde ende standich bleue, int gene hem
luyden toegesecht was ende onthieten etc. Doen meester
Galka weder quam wt Gelderlant, ende hadde vanden Fur-
ste niet veruoruen, dat sy Dockum ende Sloeten mochten
inhebben, synt sy toernich geuorden ende verstoerl, ende
gingen voerden Stathouder Marten van Rossen, Ruerd van
Heegen, doctor Hubert Cancelaer ende anderen raetsheren,
ende seyden hem den eedt op, dye sye tot Wtrecht hadden
gesuoren, ende wolden naemelick met den cancelier niet
meer in den raet sitten, want sy hildent op den canselaer,
dat hoer saken by den Hartoch niet tot quamen.
Die gesten vaut jaer van 19. Gen Landdach toe
Sneeck, een nln Gelderschc Statholder etc.
Int jaer ons heeren 1519 quamen tot Sneeck des Hartoch
van Geldre raede, als Hendrick heere van Gent, Doctor Wi-
nolt, Mr. Gerril Licentiaet, ende voersc. volmacht van allen
Pielaeten, heerschappen, steden en deelen, toe Sneeck toe coe-
men den 26 dach February om een landach toe holden. Daer
hen dye staeten van den landen dye onder dye Geldersche
jurisdictie saeten, soliciteert aenden heeren altera Laurenty
int jaer voerleden ouergegeuen, beuesticht ende besegelt met
des Fursten groet segel, soe als Arckles rentemeeter van
-ocr page 239-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   225
Gelderlant den regenten in den dach voersz. hadde onthieten. 1519
Doen begeerden dye Geldersche heeren een reuersaelbrief we-
deiom van den landen, daermede dye landen den Furste van
Geldre ende syn eeruen en naecomelingen solden bekennen
voer een eerfheer, ende soedane jaerlixe penningen, als sy
den Hartoch van Sassen toegekent ende verordent hadden,
tot synre g. staete mede toe onderhouden. Hierop hebben
Jancke Douma ende Jw Jousraa, Sicko Douues (dye alder eerst
met den Hartoch van Geldre hebben gehandelt ende hem int
lant gehaelt) geantwort dat sulcks tot groeten besuaringe der
landen, souden wese, en soe dye lantschappen alle tyt tot de-
sen dach toe verment hebben, dat syn f. g. dye lantschap-
pen van Vrieslant tot hueden van allen laesten, suaricheden
ende geualt der voer, ende den Bergoensche nae vryen ende
ontlasten souden, als syn f. g. datt faeck des lants ambesae-
ten toegesecht heeft. Oeck beuestiget met toescriuuinge der
lantschappen van Vrieslant met syn f. g. hant ondertekent.
Oeck soe dye Sassens tlant van Vrieslant met geualt geuon-
nen ende ingenoeinen hebben , soe hebben sy aller inuoeneren
inachtich geweest, ende met sulcken incomst, zyn f. genaede
nu begeert, te vreede geweest, ende guede benoegen daervan
geiiat. Nu is dit anders gelegen met zyn furstelicke genaede,
want dye Vriesen \\vt lyften ende met gueden harten zyn f. g.
tot enen heer hebben vercoren, ende lyf, goet, bloet, by
synre genaede hebben opgeset, ende noch willen opsetten,
solden dan dye lantschappen van Vrieslant in gelicker eygen-
dom bliven, soe sy by des Sassens tyden waren; des bedenckt
ons niet redelick uoch deu lantschappen niet lydelick te zyn,
want dan elende, lyden, jammer ende schaede in Vrieslant
geschiet niet ander een waer dan mutatie des tytels. Als
doen Sassens nu Gelders. Nyeltemin soe syn f. g. dye lant-
schappen tot gueden dye articulen besegelt gegunt, dye doch
nae alle billicheden vermogen, willen wy dan aengaende een
reuersaelbrief ons beuysen, tusschen syn f. g. ende den lant-
15
-ocr page 240-
226
WORP VAN THABOR,
1519 schappen, dat syn f. g. voer een heer genoechsaem bekent
sall syn,
Jancke Douwema met anderen heerschappen syn
den Celdersche contrari geworden.
In desen seluen Landach heeft Jancke Douma met andere
heerschappen voersz. den cancelaer doctor Hubert voersz. ge-
scholden , als dat hy den moyte stelde ende maeckten tus-
schen den Furst van Geldre ende den lantschappen van Vrles-
lant, want doer syn informatie ende valsche anbrengen dye
Furst van Geldre (dye in hem seluen guet ende oprecht
was) den Vriesen ende hoer niet lulden, dat syn turstelicke
genaede montlick enda scriftelick hadden onthieten, welcke
noch soudo coemen tot schaede ende achterdeel des Furstes
van Geldre, ende voerdeerfnis der landen van Vrieslant. Om
dese twe saeken voersz. (als dat dye Hartoch van Geldre
wolde sulcke dominie ende incomst van Vrieslant, als dye
Furst van Sassen hadde gehat, ende ten anderen dat dye
Hartoch van Geldre den heerschappen voersz. niet wolde be-
trouuen, ende ingeuen dye huysen ende vesten) soe conden
dye Geldersche ende sommige heerschappen niet accorderen,
ende dye articulen • van dye gemene landen geslooten ende
angegeuen met dat Reuersaelhrief quamen tot geen effect.
Ende Jancke Douma, Jancke Oenema ende Jw Jousma anmer-
kende, dat dye Hartoch van Geldre hemluyden den huysen
tot Sloeten ende Dockum niet betrouden, ende den landen
meer suaricheden ende eygendommen wolden opleggen, dan
dye eerste contracten met hem aengegacn vermochten, daer
sy niet een wilden in consenteren (hoewel veel heerschappen
den Geldersche partie holdende met den cancelaer ende Gel-
dersche toe vielen in preiuditium ende achterdeel der landen
-ocr page 241-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   227
van Vrieslant) soe sint sy naderhant wt Sneeck gereist nae 1519
Gronningen, ende wolden met den Cancelaer niet meer han-
delen , noch raeden, noch weder in Sneeck comen, soe lange
hy daer int regiment was. Doen dese heerschappen voersz
wt Sneeck waren, ontstaecken dye cancelaer met dye drosten
op den huysen toe Dockum ende toe Sloeten , ende sommige
ander Geldersche ende Vriesche heerschappen , dye den Har-
toch wolden behaegen, datt vuer ende toernicheit noch meer
tusschen den Hartoch ende heerschappen voersz. ende brach-
tent soe veer, dat den heerschappen voersz. wt beuel vanden
Hartoch van Geldre worden Gronningen verhoeden, datse
daer niet langer mosten woenen noch bliuen. Doen togen
sy toe Deuenter, Gampen, Swoll, Wtrecht, ende ower al
daer sy quaemen, worde hoer nae gescreuen, datse nergens
mosten bliuen, welcke sy aenden Geldersche niet hadden
verdient. Sy reisden vanden eenen stadt tot den anderen,
soo lange datse doer guede middelaers genaede ende remis
cregen vanden Burgoensche, ende mochten passeren in alle
Burgoensche landen, waer dat het hem geluste ende gelief-
de, ende worden noch nae groet ende wel gesien int hoff
van Boergoendien onder den heeren, als ick nae in dit boeck
sall scriuen.
Int jaer van 19 opten 12 Januaiy sterfftoe y^p.s in Oes-
tentrick Maxiniiliaen Roems. Keyser int 60 jaer sins okler-
doms, ende intselue jaer worde binnen Franckfort gecoren
vanden Kurfursten Carolus Coninck van Spaenien, Hartoch
van Burgoondien, van Brabant etc. tot Roemsche Keyser. In
dit jaer voersz. reysde Marten van Rossen heer van Pyreyen
weder van Sneeck in Gelderlandt, ende wolde niet langer Stat-
holder van Vrieslant wesen, omdat hy sach, dat dye Geldersche
beuelsluyden in Vrieslant wesende met sommighe Vriesche heer-
schappen, den rechten wech niet wandelden, omt lant duegde-
15*
-ocr page 242-
228                          WORP VAN THABOR ,
•1519 licken te regieren, want sy sochten hoer seluen meer dant
profyt der gemeenten. Ende int begin van Aprill quam een
nye Stathouder toe Sneeck genoempt Christoffel Graeue van
Moers ende Ferwerden, ende was geordineert vanden Hartoch
van Geldre generael Stathouder van Gronningen ende hoer
omlanden, ouer Oestergoe , Westergoe ende Soewenwolden ,
dye de Geldersche partie hilden. Dese Ghristoffel hadde geen
macht ower dye stadt Moers, noch dye landen, meer syn
suster besat Moers met alle dominien, ende hadde den graef
van Wedt toe man, want syn suster met andere heeren
hilden hem voer een bastert van Moers. Maer sommige sey-
den, dat syn moeder was een eedel persoen, ende syn vaeder
hadde haer getrout op syn doodt bedt.
Een Landach toe Wtrecht. Stoffel geuangen
ende gerecht.
In dit jaer van 19 als dat beslant van een jaer wt was
den 17 dach Marty tusschen den Burgoensche ende Gelder-
sche aengaende Vrieslant, soe sint dye Burgoensche ende
Geldersche heeren ende volmachtige weder toe Wtrecht voer-
gaedert, om een vrede of nie bestant toe maken in Vrieslant.
Maer want sy om euich vrede te maken noot wolden ofle
conden accorderen , want dye Vriesen noch niet noech gelee-
den hadden, soe wolden sy oeck geen meer bestant maken,
maer het worde an beyde syden befbelen, dat niemant den
anderen soude heschaedigen aen lyf noch aen guet, ende dit
worde een wyl tyt in Vrieslant onderhouden van beyde syden.
Maer dye Geldersche onderwonden hem alle platte landen
van Vrieslant toe regieren. Sy ordineerden Grietsluyden in
sommige deelen, dye de Burgoensche oeck Grietsluyden had-
den geordineert, ende mosten dye huysluyden in sommige
-ocr page 243-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     229
deelen in Westergoe beyde heeren jaerlixe tax geuen ofte 1519
schattinge. Ende dyet niet wolden, ofte om anxt van dye
Burgoensche, want sy nae by den steden lagen, niet dorsten
geuen, dye worden vanden Geldersche geuangen. Dye Gel-
dersche vingen doer informatie van hoer Grietsluyden den
huysluyden by Leuuarden , Franicker, ende Harlingen, ende
brochtense binnen Sneeck. Hyerom tasten dye Burgoensche
somtyts weder wt ende vingen Geldersche Vriesen. Maar sy
mercktent soe groet niet, als dye Geldersche. In dit jaer
was Stoffel Bredenbach opten zuyderzee met twe hoeden om
te beuaren, datter geen saet, solt, molt, wyn noch byer
solde comen in den Geldersche steeden, als Sneeck, Bols-
wart , Sloeten, Staeueren, Worckum ende andere haeuenen
onder den Geldersche jurisdictie gelegen; soe isset geschiet
in den begin van den Mey, datse naemen een schip met
byer ende vingen ende bonden den schipper, ende sy dronc-
ken haer droncken ende voll, ende tegen den nacht setten
sy den stuerman van dat schip, daer sy dat byer hadden
hadden wtgenoemen , aent roer van haer hoedt, ende sy gin-
gen leggen slaepen ende beuoelen hem , dat hy soude seylen
op Enckhuysen, maer dye stuerman seylde inder nacht aen
Geesterlant op Oldemirdemar sant. Als sy des morgens op
saegen ende meenden, dat sy by Enckhuysen waren, soe
saeten sy met den hoedt opt sant beèpt, ende mochten niet
aff. Dit vernaemen dye Geestluyden byden zeestrant, dat
daer vyanden ant lant waeren, ende togen wt ende cregen
Stoffel met 25 mannen opten 9 dach May ende brochtenhem
binnen Sloeten.
                                             
Ende dye Graeff van Moers liet hem selffs dye vyfte opten
elliften dach May rechten, ende opden boeck van Sloetmanne-
meer op raeden setten. Dages daernae worden noch een van
syn gesellen by hem op een radt geset, dye andere worden
voerbeeden. Dese Stoffel liadde by tyden des Furstes van
Sassen lange toe Sloeten excysmeester geweest, ende waseeu
-ocr page 244-
230                          WORP VAN THABOR ,
4519 lief ende ontsiende man by den Sassens ende oeck onder den
Vriesen toe Sneek ende Sloeten. Dye sake waerora hy worde
gerecht, was dit, want hy hadde eens van den Geldersche
gevangen geueest, als ick boeuen int jaer 15 hebbe gescre-
uen, ende worde doe in Gelderlant gesent, ende hadde den
Hartoch een eedt gedaen, dat hy hem tegen hem niet meer
solde doen, ende nu tegen syn eedt roefde hy op dye Gelder-
sche Vriesen.
In dit jaer van 19 in den winter Martini ontboed dye Har-
toch van Geldre Groete Pyer met syn seinscheepen luyden by
hem in Gelderlant toe coemen. Daer quam dye Hartoch by
hem met een deel ruyters ende reysden nae Emrick ende
meenden den stat in der nacht heimelick te verasschen ende
criegen.
«as»
Die gesten vaut faer van 30, In Vrleslant geschiet.
1520 *n* Jaer ons lieeren 1520 hadde dye Graeff van Moers Stat-
holder binnen Sneeck een cappellaen genaempt heer Frans,
dese worde ower gesecht, dat hy met geit van den Burgoen*
sche daer toe solde gecoft wesen, dat hy solde Sneeck ouer-
leueren inden Burgoensche, ende dat solde geschien op den
Soendach voer Pinxteren in dit jaer. Want opten dach veel
burgers wt Sneeck reysden alle jaeren nae Boelswert, om
den omganek van ons Lieuen Vrou daer toeholden, ende dan
solden dye Burgoensche in coepluyde eieren binnen den
stadt coemen, voert hadde hy alle dye sloetelen van poerten
ende paelen- des stats Sneeck in was gedruckt ende te Leu-
warden gesent, datse daer sleutelen soude maken laten,
want dye sloetelen van poerten ende paelen worden alle
nachten by den Stathouder gebracht, ende dese heer Frans
-ocr page 245-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     231
woende hy hem als syn cappeJlaen. Dye Graef lyet hem ge- 1520
fangen ende vernam van hem alsoe, dat hy hem sendt toe
Sloeten opt huys. In dese selue somer is toe Sneeck een kris-
knecht geuangen, dye solde gesecht hehben, dat dye Burgoensche
hem hadden geloeft vyftich gouden gl. ende hy soude den stadt
Sneeck op een sekeren dacli anden brant steken an vier hoeken,
ende dan souden dye Burgoensche byder hant wesen ende stor-
men den stat an. Dye Graue van Moers liet dese man quartieren
in vyer verndelen, ende liet hem toe Sneeck voer vyer poer-
ten ende paelen hangen opten •& dach Augusti. Dese man
hiete Otto van Lingen , ende veel menschen seyden, dat hy
ende oeck heer Frans vvaeren onschuldich, ende al datse ge-
leeden hadden, haddense van pine gedaen. Dye Burgoensche
purgeerden hem oeck seggende, datse niemant hadden geit
geloeft, noch gegeuen, om Sneeck toe verraeden ofte barnen.
Grote Pyer Is toe Sneeck gestoruen.
In dit jaer van 20 is Grote Pyer binnen Sneeck gestoruen
in vreede den 28 dach Octobris. Dese Pyer hadde veel coene
feiten gedaen toe lande, meer toe waeter tegens, den IIollan-
ders syn vyanden. Oeck hadde hy dye Oesterse coepluyden,
dye op Hollant voren, groeten schaede gedaen op den zee,
meer niet altyt met recht, ende reeden, want wat Pyer nam
opter zee met zyn seynschepen, terstont alst binnen lant quam,
soe wordet van den Geldersche Statholder prys kent, ende
hy buyt ende paert dat goet ende Pyer creeg daert weynichte
van, want hy voer syn persoen geit noch goet socht, dan
alleen syn vianden toe crencken. Hy sochte anders niet, dan
niet hulpe ende bystant des Furstos van Geldre, Vrieslanl te
vryen van allen vyanden, vremde heeren, schattingen, excysen
-ocr page 246-
232                      WORP VAN THABOR ,
1520 ende andere suarichheden den landen van den Sassens opge-
lecht, ende weder toe brengen tot den olden preuilegien ende
vryheden. Maer doe hy naderhant sach, dat dye Geldersche
van dye meninge niet waren, den Vriesen by hoer olde te
laeten, daernae hilde hy hem stille in alle saken.
Vant oerloch In Sticht tusschen Campen ende Zuoll.
Anno 20 in Julio begant oerloch in Sticht tusschen Campen
ende Zuoll wt een clein oersaek, daer nae soe groeten oerloch
wt rees. Dye eerste oerspronck was, dat Campers seiden ,
datse olde brieuen hadden gefonden, dat alle Oesterse gueden,
dye van Amsterdam ende andere steden quaemen , ende op
Zuoll voren, waeren schuldich toe Campen eerst toe vertollen,
waert dat dye van Zuoll niet meer dan twe voerscheepen
ende twe voerwaegens solden holden, hyer om hilden d;>se
twe steden lang oerloch tegen malcanderen, groeten scliaede,
met hrande, roeuen ende doetslaen den een den ander doende,
ende dye ander Stichse sleden saeten daer stille toe. Doch
arbeyde dye stadt Deuenter met den ridderschap wt Sticht,
om den twe voersz. toe verlicken, meer twolde noch niet
wesen. Dye Bisschop sach oeck doer dye vingeren ende
mochte lyden, dat dye steden malcanderen tribuleerden. Om
dese injurie dye Campers den Suolschen deden, hebben dye
van Suoll hoer voer den Bischop ende vyf Goedes huysen
binnen Wtrecht.hem terecht verhoeden, ende protesteerden
daer opentlick, datse recht ende geen genaede begeerden.
Ende waer dat hoer van den Bischop hoeren heer ende dye
vyf Goodes huysen, daer sy haer saken hadden an begeuen
ofte gebleuen, recht worde geweygert, soe solden sy van
noede daertoe worden gedrongen, datse een anderen heer
solden moeten soecken, dye hem hulpe haer rechticheit te
-ocr page 247-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                 233
beschermen. Maer Bischop Philips van Boergoendien faueer- 1520
den den stadt van Campen meer dan Suoll. Waerdoer dye
van Suoll tot geen gerechticheit conden comen. Maer hy
wees haer anden Keyser. Dit dus staende hebben dye van
Suoll heimolick gehandelt met Hartoch Ka\'erl van Geldre,
om hem tot een beschermheer toe kyesen ende in te halen ,
welck also is geschiet.
Dat Romsche Co. Nat. Carolus die 5 Is gecomen
wt Spanien In Brabant cnde voert in Aeckcn
gecroent in Roemsche Coninck.
In dat jaer is Roemsche Co. Mat. ende Coeninck van Spae-
nien gecoemen wt Spanien binnen den oclaeue van Pinxleren
in Zeelant aen, ende lieuet binnen Ghaelis met den Coninck van
Engelant lange spraeck ende tractaet gehat. Doe senden dye ste-
den ende heerschappen dye Burgoensche partie in Vrieslant hol-
dende sekere deputeerde an syn Mat., om syn Mat. te kennen
te geuen, wat syn Mat. onderdanen in Vrieslant in syn Mat.
affwesen hadden geleeden van den Geldersche, supplicerende
ende begerende, dat syn Mat. sonder langer vertrecken synen
guetwilfigen onderdanen wolden belieuen wt den miserien te
helpen, ende dye Vriesen, dye noch Geldersche partie hilden,
tot syne Mat subiectie doen brengen. Waer op dede dye
Mat. den Vriesen scriuen wt Coelen, dat sy hem luyden ende
patientie hebben tot op den rïeks dach tot Worms. Daer
wolde syn Mat. dye saeck van Vrieslant bescheiden, welcke
ricksdach toe Worms ingaen soude. In dit jaer voersz. om-
trent Sinte Michiel is dye machtige Coninck Kaerl van Spa-
nien dye vyfte van desen naeme, Coe. van Spanien, Eerts-
hartoch van Oestentrick, van Burgoendien, van Brabant etc.,
gecoren Romsche Coninck binnen Aken nae older ordinantie
-ocr page 248-
234                       WORP VAN THABOR.
1520 ende obseruatie gecroent. Daer grote triumphe van Heeren,
Princen, Graeuen, Edelen heeft geweest, ende groete getal
• van volck beyde geestelick ende waerlick. Daer van daen
is syn Mat. met groet getal van Heeren, Princen, ruytteren
ende knechten gereisl nae Coelen, ende foert nae Worms,
om den richdach voersz. toe holden.
Dye gesten vantjaer SI. Ambesatcn aen den
Keyser tot Worms van den Yrlcsen ende
Burgoensche heerschappen ende ste-
den gescat, met sekcre instructie.
Als Key. Mat. anno 1521 in Januario was toe Worms, om
daer een Ricksdach als voersz. is toe holden, soe hebben dye
prelaeten, heerschappen ende steeden in Vrieslant den Bur-
goensche partie holdende gecoeren ende geordineert Doctor
Kempo Martena, ridder ende Key. Mat. Raedt in Vrieslant
ende Sybrant Roerda , dye op solden reysen toe Worms met
sekere instructie vanden landen, dye hyer nae folgen ende
solden daeges elck hebben 40 sts. voer hoer teringe.
COPIA VANDEN INSTRUCTIE AEN DEN KEISER. (*)
Inden eersten toe bidden, dat syn Mat, voer al hem luyden
ontlasten wil wt dye Geldersche handen, helpen will tot een-
drachticheit met rustelicke besitt, gebruck ende possessie van
hueren huysen, domicilien, eerwen, renthen ende gueden.
Ten anderen dat syn Mat. sulck volcoemen hebben voer al
(*) Chtb. II. 112.
-ocr page 249-
KROMJK VAN FRIFSLAND.                  235
in synre Mat. Vriesche landen guede regieringe van recht, 4524
justitie ende behoerlickheden ordineren ende beachten will.
Ten darden ende ten laesten sullen dye voergenoemde
commissarissen bouen den voersz. articulen niett sollicite-
ren, dat dye lantschappen of yemant int generael oft spe-
ciael hinderen mochten ofte preuiditieren. Onderteikent, Wy
Joes (Johannes) toe Lidlum bckcnne voer ons ende dye ander
geestelickheit, Goslick van Jongama ridder, om beede van
den gemenen Aedel ende landen van Vrieslant dye Key. Mat.
onderdanich sint, Tzalling van Bottinga ridder, om beden
wille der stat Franicker, Burgemeisteren recht ende raedt
der stadt Harlingen van wegen etc. voerden armen gemeente
ende ondersaten der stede voersz.
Vorder ingeualle ofte by yemande int generael oft speciael
by Key. Mat. gesoliciteert worde, dat syn Mat. ten voersten
ende den gemene landen in generael oft iemant int particulaer
hinderlick, preiudiciael ofte schaedelick mochte wesen, daer
van synre Mat. byden Commissaryssen te aduerteren ende
onderrichtinge te doene, ende syn Mat. oetmoedelick te bid-
den niet geschien te laeten buyten den lantschappen eerst
daer op te verhoren ende te verboeren ende te veruyttigen
Ondertekent Joës abt van Lidlum van den gemene geeste-
licke priesteren voersz., Goslick van Jongama ridder hebbe
dit ondergescreuen om bede die gemene Aedel ende landen
van Vrieslant, dye Key. Mat. onderdanich sint, Tzalling van
Bottinga ridder om bede wille der stadt van Franicker, Bur-
gemeesteren, Schepen ende raedt daer stadt Harlingen be-
kennen als voersz. is.
-ocr page 250-
236                       WORP VAN THABOR,
1521 Art/kel voer die Geestelfckheit van den seluen
commissaeien voersz. gesoliciteert. (*)
Bidt oeck die geestlicheit van Vrieslant onder syn Mat.
subiectie, protectie ende beschermenisse geseten, dat dye
selue syn Mat. geheuen will, hemluyden by all hoer geeste-
licke preuilegien (van olts by Pauslicke heylicbeden ende Key.
Mat. gegunt, gegeuen ende geconfirmeert) toe te laten ont-
holden, ende handt holden , als hem daerop by den edelen
ende welgeboren heeren, heer Florys van Egmont heere tot
Yselstein voertyts in desen synen Mat. Vrieslanden, StathoU
der Generael toe seggen gedaen is , sy met horen innigen,
deuoetigen gebeden willicb voer den Almaclitigen Godt om
syn Mat. te verdienen. Onderteykent Wy Joës Abt toe Lid-
lum bekenne voer ons ende dye ander geestlicheit voersz.
Mit desen Instructie reisden dye voersz. gedeputeerden
naer Worms aenden Keyser, ende laegen daer lange tyt,
ende sint voert Key. Mat. naegeuolcht in andere steden ende
landen, al eer sy hoer afscheidt cregen van den Keyser,
ende dat om voele suare saken, dye syn Maj. dye tyt hadde
te handelen, alsoe datse niet weder thuys quamen eer in
December, als ghy nae wt hoer raport sult hoeren, maer ick
wil erst veruolgen dye gesten dye in dit jaer van 21 in
Vrieslant sint geschiet, ende oeck cortelick van dat oerloch
in Sticht, want dat Vrieslant in vele mede roert.
Een nye Statholder toe Lenwarden gecoemen
van wegen Key. Mat.
Anno 21 worde den Eedelen Welgeboren Willem van Rog-
(*) Chtb. II 112.
-ocr page 251-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
237
gendorf van Key. Mat. verdragen dat Stathouderschap van 1521
Vneslant, ende in syn plaetse quam dye eedelen welgeboren
heren , lieer Georgen Schenck , vrye heer van Tautenburck ,
dye lange hadde geueest drost toe Wollenhoef opthuys, ende
hadde toe wyue Anna Egmonda Mulaerts dochter, ende hy was
op dit pas int hoff van Burgondien, ende suppliceerde daer
dat hy mocht wesen heer Willem van Roggendorffs Stathol-
der in Vrieslant Lutenant, ende hy is doer hulpe ende gunst
van sommige heeren, als naemelick heer Florys van Iselstein,
geuorden Stamouder van Vrieslant, welke landen hy soe wys-
lick heeft geregeert, ende hem soe vromelick tegens den
Geldersche heeft gebruckt, eerst in Vrieslant, nae in Stichtse
ende Oueryssel, ten laesten in Gelderlant, dat hy van Key.
Mat. tot meerder officien ende groeter digniteiten is promo-
ueert, als ick nae op syn tyden sall bescriuen; hy quam
binnen Leuuarden volcomen commissie hebbende van Key.
Mat. den 24 Marty, dat was palmen dach.
In dit jaer den 7 dach Aprilis, dat was Paeschen achten
dach , brande dat suster cloester toe Aelsuni all heel wt met
kercke ende all, dat daer niet bleef staen.
In dit jaer den 22 May heeft Christoflel Graef van Moers
allen den Omlanden van Gronningen van Gerkesbrugge all
tot den Emse voerscreuen tot hem toe coemen binnen Gron-
ningen. Want hy niet alleen Stathouder was van Vrieslant
ouer dye Steden ende landen, dye de Geldersche partye hil-
den, meer oeck ouer Gronningerlantt. Ende daer hebben
alle Staeten vanden landen, als Prelaeten, heerschappen,
egeneerfden , huysluyden , hem gesuoren van wegen des Furstes
van Geldre, alle syn beste te vorderen, ende alle quaet te
verhoeden, nae haer beste vermogen. Sus lange hadden dye
-ocr page 252-
238                         WORP VAN THABOR,
1521 landen om Gronningen den Geldersche genen eedt gedaen,
allene hadde dye slat Gronningen gesuoren anno 14.
Dye van Suoll hebben den Hartoch van Geldre In
hoer stadt gehaclt tot een beschermheer ende
die Ridderschap In Sticht geuangen.
Nae dat dye steeden van Oueryssel als Campen ende Suol
lange tegen malcanderen hadden geoorlocht ende elckanderen
groeten schaede liadden gedaen in branden , roeuen ende doet-
slaen , ende Philips van Burgondien Bisschop tot Wtrecht alst
schene foueerden meer den stadt Campen dan Suol, soe
hebben dye van Suol den 10 July inder nacht den Hartoch
van Geldre ingehaelt tot een beschermheer ende hein eedt
ende pligt gedaen. Dye selue nacht waeren alle dyo drosten
ende ridderschap van üueryssel vergaedert toe Nyebrugge by
Ommen, om met malcanderen toe spreken ende raeden, datse dye
schelinge tusschen Campen ende Svoll mochten nederleggen. Dit
wysten dye van van Zuolle ende hebben dye Geldersche in
derseluer nacht voersz. nae Nyebrugge geschickt, ende hebben
een groet paert van den Ridderschap, dye met niemant vy-
antschap haddon, daer geuangen, ende dye ander ontlie-
pen. Dye gevangen worden brocht binnen Suoll. Hyer had-
den dye van Suoll groeten schande ende opspraeck van, voer allen
heeren ende in allen landen. Indye selue nacht voersz. maeck-
ten dye van Suoll oeck twe kogge schepen wt met volck
dye inder nacht oft daegraet quaemen uor Hasselt, ende
meenden Hasselt toe verrasschen ende den stat in te criegen
met dat dye poerten opgingen, alleer dattet yemant wiste , datse
den Geldersche hadden ingelaeten. Maer dye van Hasselt worden
den lage wys ende beschermden haer stat. Weynich daernae
vergaederde dye Hartoch van Geldre veel volck wt Gelderlant
-ocr page 253-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  239
ende verscreef dye seinscheepen wt Vrieslant by hem te coe-1521
men
, ende beleyden Hasselt op drie oerden. Daertegen scre-
uen dye van Campen aen den Bisschop ende Deuenter ende
huer andere frunden, ende cregen een hoep volck hyeen, heyde
te water ende te lande, om Hasselt te ontsettan. Dit vernam
dye Hartoch van Geldre ende brack op Marie Magdalene nacht
met alle syn legers op van Hasselt, ende ygelyck toeg syn
weg. Dye Hartog binnen Suoü ende dye seinschepen weder
nae Vrieslant; ende soe worde op dat pas ontset. Niet lange
daernae voorscreef dy Hartoch van Geldre weer dye sein-
scheepsluyden wt Viieslant tot hem toe coemen tot Gelmuy-
den, ende boedl oeck wt den darde man wt Gelderlant, dye
oeck by hem quaemen, ende hy began Gelmuyden sterck te
maken, om Hasselt, Campen ende dye Zuyderzee daermede
te duingen, hy brack al dye huysen op, dye op ende inden
dick stonden , ende maecktet clein ende ronde , ende maeckte
daer een graeue ende eerden wall om met sterckten op den
wall ende inden groaue. Campers met hoer vrunden voer-
gaerden volck om dit werck te beletten, maer sy haddent gene
macht. Ende Gelmuyden vorde genoempt Gelremonden, omdat
Hartoch Kaerl dat sterck hadde gemaeckt ende met geuelt
beset. Daernae den xi Septembris began den Hartoch voersz.
met weldigerhant een Blockliuys te maken an Hasselt voerden
brugge aen den dick, ende doe dat huys gemaeckt was wordet
geheeten Corflhuysen, omdat het van groete coruen vol aerde
eerst worde begonnen. Dit huys lyet dye Hartoch voer Hasselt
maken, omdat dye van Hasselt (want sy veel knechten in
hadden) niemant souden beschaedigen, dye van Suol tott
Gelmuyden of oeck van Gelmuyden tot Suoll met prouande
of met anderen gueden wolden reysen.
«83©»
-ocr page 254-
240                       WORP VAN THABOR,
1521         Kcy. Mat. antwoert den gedeputeerde hoer
mede gegeuen opten articulen vanden
landen wegen owergegeuen.
Ontrent Sinte Thomas in dit jaer quamen weder toe Leu-
uarden dye ambesaten van den steden, landen ende heerschap-
pen , dye Burgoensche partie in Vrieslant holdende, van Key.
Mat. brengende hoer raeppoert aen den genen dye haer wt-
gesonden hadden, sus inholdende als hye nae volcht.
copia. (*)
Edele, lieue besondere, als soe wen geschickten brenger van
desen, dye wy in onsen stadt Worms op hoer anbrengen
aflgeueerdicht hadden, sulcks als wy nae gelegenthoit des tyts
ende onsen geschaften alsoe doen mochten, gecomen synde
in onse stadt Mechelen tot onsen lieuen vrouue ende nioye
dye Eertshartoginne van Oestenrick etc. hem was beuoelen
dat, sy noch wat tyts toeuen souden, verhoepende dat men
hem naemaels beter ende meerder bescheit souden mogen ge-
uen, op den saeken hemluyden gelast ende beuoelen van uwen
wegen. Tuelck tot hyertoe vertrocken is , owermits dye groele
ende suare lasten, dye wy pehat hebben om te verstaen dye
boese opsetten, dye onreedelicke voernemen van den Co. van
Franckrick ende syne wapinge daermede hy gepoecht ende
gepint heeft onse staeten, coninckricken , landen ende heer-
lickheden in te nemen, ende metter chraclite. ende geuelt
to ontueldigen, soe in Spanien ende Itulien. als in dese onse
Nederlanden. Daer tegen wy sulcke prouisie gedaen hebben,
dat wy metter hulpe Goedts ende van onsen vrunden, gea-
lierden, dienaren ende ondersaten, dye selue onse Conlicke
landen ende onderdaenen beschut, beschermt ende verlost,
ende den vianden ouer all voerdreuen ende verslaegen heb-
ben. Ende dye stat ende slot Doernick, dye een groete
O Chtb. II. 113.
-ocr page 255-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   241
steercke vermaerde stadt is, gelegen inden middel van onse 1521
landen, ingecregen hebben. Ende dese anmerckende hoepende,
dat wy v oeck seer corts sullen mogen verlossen vanden
schaeden, lasten ende verdriete, daer ghy lange tyt in ge-
weest hebt, tot onsen groeten onwille ende ongenochte, ende
daer wy nu goeden raet ende middel toe weten, soe hebben
wy gedacht uwen voersz. geschickten te weerdigen, om v
sulcks an te brengen ende te kennen te geuen. Ende dat wy
niet dencken v langer in suleken staeten ende verdriet te lae-
ten. Als van den regumente ende justitie in Vrieslant, wy
hoepen daer wel ende doeglick in versien toe hebben , son-
derlinge van enen gueden froemen Stathouder, ende voerts
van raetsluyden, dye met den anderen dye justitie, eere,
ende uut ende welfaert van ons ende onsen landen te be-
rechten wel vorderen sullen, ende daerinne soe versien, dat
een yegelick des een goet vernoegen sall hebben. Als van den
preuilegien ende vryheden, dye enige aen ons soude mogen
versoken ende begeren , in preiuditie van onse landen ende
ondersaeten van Vrieslant. Wy hebben tot hyer geen gege-
uen ofte verleent int generael oft particulaer, ende syn van
gene menhure enige toe geuen sonder aduys ende gueden raet.
Soedat wy hoepen , dat niemant reeden hebben" sall hem des
te beclaegen. Aengaende den compositien ofte belastinge,
daer dye priesteren ende geestelicke persoenen in Vrieslant
sich beclaegen, wy sullen ons daer aff naeder laeten infor-
meren , ende daerinne ordineren , soe wy vinden sullen ree-
delick ende billich toe zyn. Ende dye tyt hangende sullen alle
saeken bliuen in sulcken staet, als dye nu syn , soe wy dese
ende andere saeken vorder hebben doen seggen ende\'verclae-
ren uwen geschickten voersz., om v daer raport van te doen,
dus wilt hem des geloeuen, ende dese onse treflicke antwoert
inden besten nemen ende keren, v altyt voegende ende bewy-
sende gelick goede trouwe ondersaten schuldich syn te doene,
soe ghy hyer toe gedaen hebt, ende wy v des guets betrouuen.
16
-ocr page 256-
242                      WORP VAN THABOR,
152i Edele lieue besondere, onse heer Godt sy met v; gescreuen
toe Oudenaerde den xj dach Decembris anno 1521. Onder-
teykent Charles, ende by den Secretarius Haneton.
Blscop van Wtrecht vergaederde knechten Inden
Cnner ende Steenwlck die nae In Vrieslant veel
quaets deden dit was die BIscops hoop.
Heer Philips van Burgoendien Biscop tot Wtrecht vergaer-
den in Hollant ende andere plaetsen veel knechten, daer heer
Willem van Roggendorff alle ouerste van was. Dese knech-
ten quamen inden maent October ouer dye zuyderzee , ende
sloegen hoer leger inden Guner, recht oft sy daer solden leg-
gen, tot bescherminge des lants van Oweryssel legen den
Geldersche in Suoll ende Gelmuyden wesende, maer l was
al om Vrieslant te doen. Dye Burgoensche wolden knechten
in Vrieslant hebben, dye den Vriesen noch Geldersche partie
holdende soe veel quaet ende schaed souden an doen, dat sy
sich willich onder Key. Mat. solden geuen. Ende want het
noch een bedecksel was in Vrieslant van een bestandt tus-
schen den Burgoensche ende Geldersche, soe dye Geldersche
geen oersaeck souden hebben noch nemen , dye Burgoensche
ondersaeten in Hollant, Vrieslant ofte andere horen landen
an te tasten ende te beschaedigen. Dat dit dus is geschiet,
als ick hebbe gescreuen, blickt hyer wt, want op dese selue
tyt als Roggendorf voersz. met den knechten inden Cuner
lach ende oeck in Steenwick oeck veel Biscops ofte Burgoen-
sche knechten. Doen rechten Douue Burmannie, wt beuel
ende consent des Stadhouder heren Georgen Schenck, vier
veenle knechten opt Bill ende naem daeraen ontrent vyer
hondert knechten, ende schicklen dye toe Harlingen wt,
ende toegen tot den knechten inden Guner, ende sonden
-ocr page 257-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   243
brieuen ende boden in Lemstervyfgae, dat sy solden comen 1521
tot hem in den Cuner ende verdraegen. Doen screef dye
Graeff van Moens aen Doenyewerstall, Schoeferlant ende
Lemstervyfgae, datse solden reysen inden Lemmer om den
vianden\' te keren, voer datse an quaemen ende solden met
haer verdingen. Dit vernaemen dye knechten in den Cuner
ende quaemen nae den Lemmer toe, daer dye Vriesen laegen.
Dye Vriesen begonnen tegens te staen, maer dye vianden
quamen soe sterck an dringen , dat dye Vriesen dat velt mos-
ten verlaten , daer worden weynich geslaegen ende sommige
gefangcn, dye andere ontliepent. Daer worde Fredrick
Pioeda grietman van Scoeterlant geuangen. Doe branden dye
knechten den Lemmer ende oeck een paert van Oesterzee ,
ende mosten met den knechten componeren ende brantschat-
tinge geuen. Ende niemant dye met henluyden componeerden
mochten langer stilsaet krigen dan ellef weken, want dye
Geldersche alsoe in Sticht Oueryssell hadden dye huysluyden
gedaeh. Daernae reysden heer Willem van Roggendorff ouer
in Hollant, ende voert naet hoff van Burgondien, ende dye
knechten , daer Claes Wolderstoff owerste hofman van was ,
braken op wt den Cuiner ende toegen in Doenye Werstal,
ende voert in Sclioelerlant, Stellingwerf, Achtkerspelen, Col-
merlant ende alle dye landen daeromtrent tot Gerkesbrugge,
\'ende brantscliatten alle dese landen vsz. >ot boer wille, ende
dye niet wolden geuen, worden hoer huysen gebrant, ende dit
seinde om geen ander saeken, dan datse den Gelderscbe par-
lie hilden. Daernae toegen dese knechten in Buencloester
ende laegen daerby acht dagen ende wolden voert reisen in
Dongerdeel ende brantscliatten daer oeck, als sy in dye ander
deelen voersz. gedaen hadden. Dit vernam dye Graeff van
Moers dye Geldersche Stamouder, dye toe Snecck woende ,
daer noch tGelders holl\' was, ende reysde met drye ofte vyer
seinscheps knechten ende ander Vriesen toe Dockum, C!aer-
camp ende daeromtrent, ende bleef daer leggen ende weerde
16\'
-ocr page 258-
244                       WORP VAN THABOR,
1521 dye knechten, datse niet in Dongerdeel souden coemen. Als
dye Graeue van Moers ende dye Biscop hoep sus sommige
dagen hadden gelegen tegen malcanderen, brack dye Graeue
van Moers op met syn volck, ende reysden weder nae Sneeck,
ende dye Biscop quam wt Bouuecloester, ende quam ende ginck
leggen in Bergercloester.
Dese knechten vocrsz. quaraen In Westergoe.
Dye landen van Westergoe met den stadt Leuuarden arbey-
den ende soliciteerden by hoer Stathouder, dat dese knechten
voer by Leuuarden in Westergoe, mer Georgen Schenck
wolde datse in Westergoe solden reysen , want hy weel wiste
wat commissie dat hy van Key. Mat. hadde. Hyer wt ist oeck
kentlick dat dye knechten vant hofl\' van Burgondien waeren
gesent in Vrieslant om den Vriesen, dye noch Geldersche
partye hilden, soe moet te maken datse Key. Mat. tot hoer
heer solden begeren, als ik voer nebbe geschreuen. Sus ble-
uen dye Geldersche Biscopshoop by een weeck leggen in Ber-
gum, om dye schelinge tusschen den Stathouder, ende Wes-
tergoe niet dye stat Leuuarden. Ten laesten quaemen dye
voersz. knechten voer by den stadt Leuuarden op Sinte Ste-
uensdach doet hulpe des Stathouders in Westergoe met alle
hoer macht, ende sloegen hoer leger toe Arum ende ander
dorpen daeromtrent, ende deden groeten schaede in allen dee-
len ende dorpen daernae by, ende all an Sneeck ende Bols-
wert, want dye twee steeden doe noch Geldersch waeren
ende worden nau ende wel beuacht, alsoe datse den steeden
niet mochten doen.
<*%%*>
-ocr page 259-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   245
Die ge sten geschiedt In Vries lant Anno 1533. 1522
Anno 22 in Januario lach die Biscops hoop toe Aerum ,
Witmarsum , Achlum ende daeromtrent, ende brantschatten
alle dye dorpen ende cloasters tot hoer selues seggen, ende
dye geen Key. wolden sueren, mochten niet langer salue-
gaerde voeren, ende brantschat krigen dan ses weken om
reeden voersz. Doen toeg dye Graef van Moers wt Sneeck
mett knechten ende Seinscheeps luyden nae Woerckum ende
besetten dat, want hy sorgde, dat dye Biscops hoop dat
soude in nemen ende makent vaste. Dese knechten toe
Aerum leggende brochten Hinnaerderadeel ende Baerderadeel
daertoe, datse Key. Mat. oft zyn Stathouder ende volmach-
tigen mosten loeuen ende sueren , alle jaren den geuoentlicke
tax, dye sye by tyden des Fursles van Sassen plegen toe
geuen, soude betaelen. Ende dye sus lange den Geldersche
allenige hadden den jaerlixe tax betaelt, mosten nu voert an
Key. Mat. Stathouderen renthemeesteren toe Leuuarden den
tax geuen. Ende dit duerde soe lange dye Geldersche int
lant waren , ende dat Key. Mat. anno 23 het lant al heel
onder syn subiectie creeg. Om anxte van desen knechten
hadden dye huysluyden hoer roerlicke gueden inden steeden
geflucht ende dye geen Keysers wolden sueren in Wonsera-
ende Winbritseradeelen, dorsten nachts in haer huysen niet
slapen, maer onthilden haer nacht in dye steeden off keerc-
ken. Soe ist geschiedt, op heylige drye Coningen nacht van-
der hant gaende, dat daer van Arum wt den hoep drye
royscheepen met knechten quamen toe Tyrnse by Sneeck ,
ende vochten den kercke an. Dye huysluyden daer binnen
wesende hebben hem coenlick tegen den knechten verweert.
Doen schoeten dye knechten doer dye noerder kercke duer
een huysman doet in dye kercke, voer sloegense dye glaesen
vant choer te stucken ende klommen daer geueltlick in.
Doen vloeden den huysluyden opden kercken toeren ende
-ocr page 260-
246                          WORP VAN THABOR ,
1522 dipten dye clocken, ende worpen soc crafüch met stenen
aff, dal dye knechten den toern niet mochten winnen. Dye
knechten souden den kercke aen den brant gestoken hebben,
om alsoe dye huysluyden met roeck ende brant vanden toern
te crigen, meer dye clocken in alle dorpen daer omtrent
dipten, ende dye huysluyden quaemen byeen om den kercke
te ontsetten, oeck senden Sneekers een schip met volck wt,
waerom dorsten dye Bisscbops knechten daer niet langer
bliuen ende reysden weder nae den hoep toe A er urn. Als
dan dese knechten in Westerlant groete schaede met roeuen
branden ende schatten hadden gedaen, om den Vriesen dye
de Geldersche partie hilden, ende oeck veel van dyen tot
subiectie vanden Keyser gebrocht, soe brakense van Arum
op den 13 dach January ende gingen ouert ys toe Marien-
gaerdt int Cloester, daer slogen sy hen des eersten nachts
neder. Daernae reysden sy inden Cuner ende meenden daer-
van Roggendoriï hoer solt toe ontfaen. Ende als sy Roggen-
dorfT daer niet vonden, ende oeck geen geit cregen, soe
staeken sy den Cuner au beyde einden aenden brant, ende
branden beyde eynden op , ende het middelste bleef staen.
Doe togen sy voert op in Drent ende schatten daer oeck, ende
nae Lichtniisse toegen sy in Gronningerlant ende gingen leg-
gen inden Dam, ende begonnen daer oeck toe schatten, als
sy in ander plaetsen hadden gedaen. Doe screuen dye van
Gronningen toe Sneeck aen den Graeue van Moers hoer
Stathouder, ende dye Graefl\' voert anden Hartoch van Geldre
om ruytters ende knecliten, alsoe datter in ende om Gron-
ningen voergaederden drye dusent ruytters ende knechten,
ende daertoe soe veel huysluyden wt dye omlanden by Gron-
ningen ende Gronningers schutters mit geschut, ende toegen
nae den Dam om tegens den hoep te slaen. Dit vernaemen
dye Bisschops hoep ende weken wt den Dam , ende meenden
ower den Dillaert te coemen, mer dye ruytters hebben haer
den wech onder reeden, datse daer nietouermochtencomen,
/
-ocr page 261-
247
KRONIJK VAN FRIESLAND.
ende reysden doe nae Westphalen. Dy e Graeff van Moers 1522
met syn volck heeft den hoep veruolcht tot een cloester toe
geheten Appels. Dye knechten reysden voert op nae Deuen-
ter, ende verliepen yegelick syn weges. Den darden dages
February worde den Cuner voert opgebrant, dat te foeren
was staen gebleuen vanden Vriesen , wtgeset dye kercke ende
tslot. Oeck branden dye Vriessen alle dye scheepen, dye
inden Guner lagen.
«©Se»
Dat ocrloch tuschen die Burgoensche ende Geiler*
sche partye in Vrieslant began weder toerysen.
Daernae dat die Bisscop hoep wt Vrieslant was getoegen,
began dye crieg tusschen dye Burgoensche ende Geldersche
weder toe onlfangen, want om dat dye Burgoensche ofte Bis-
schops hoep voersz. ytlicke delen ofte Grietenien, dye te voeren
Gelders hadden geueest, nu hadden gedrongen byden brant
Key. Mat. den jaertax te geuen, ende voert dye Geldersche
Vriesen dye Geldersche partye boldende beroeft ende brant-
schat, soe meynden dye Graeff van Moers Geldersche Stat-
houder in Vrieslant, dat dye Burgoensche het bestandt had-
den ingebroken, ende daertegen gedaen , waerom hy weder
taste op den Vriesen Key. Mat. partie holdende, alst blickte
wt dese nae gescreuen copie aen allen Grietenien inWester-
goe Key. Mat. partye holdende vanden Graeff van Moers wt
Sneeck gesent.
Gopia. (*)
Ghristoffel Graeue toe Moers ende tot Zaer den Stathouder
(*> Chtb. II. H5.
-ocr page 262-
248                       WORP VAN THABOR ,
1522 generael Lieue besondere, soe dye van Leuuarden den weder
partye myns g.h. met prouande ende anders bystant doende ,
ende daer byneuen een deels van dye verbonten ende onder-
saeten syn f.g. penningen ende een jaertax , ende weder dye
selue met verseeglinge alle jaeren dye selue penningen wt
ende tegens den tractaet vanden bestande, waerdoer ick
geoersaeckt worde ingelicke wederomme op v te veruolgen
ende snlcks te becoemen. Is daeromme van wegen syn f. g.
myn eernste gesinne, dat ghy terstont comen ende soedani-
gen penningen ingelicken in minen handen doet betaelen ende
wt rechten. In dyen sulcks oeok niet geschiet, denck ick
vorder daerop gedacht te zyn. Daernae ghy v moegen welen
te rechten. Datum Sloeten den 28 dach January anno dusent
vyfhondert ende twe ende twyntich. Ondertekent Cristoflel.
«SUS»
Douvo Drost toe Snlckhuysen met een
ven Ie knechten.
Douwo drost van Dockum lach in dese tyt met een vendie
knechten dye Gelders waeren toe Snickhuysen in Achtkarspel
ende veruachtcn meer knechten dye van Dockum daer hy hem
solden coemen. Dit vernam heer Georgen Schenck van wegen
Key. Mat. Statholder toe Leuuarden, dat dye Geldersche daer
een vergaringe van knechten maeckten, sorgende dat dye hoop
groeter en weldiger mochte worden tot schaede ende achter-
deel Key. Mat. onderdanen in Vrieslant, heeft dye knechten
van Franicker by hem laeten coemen te Leuuarden ende is
met den voorsz. knechten ende burgers ende knechten van
Leuuarden ende andere Vriesen gereist, ower ys nae Suyr-
huysen, daer dye Geldersche knechten lagen, ende is dye
Geldersche onwersyens haestelick owergecomen ende heeft
den hoep verslaegen, gevangen, veriacht. Douwo drost worde
-ocr page 263-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   249
geuont ende liep doer dye Wolden ende quam binnen Sloeten, 1522
heer Georgen Schenck worde door den aerm geschoeten,
ende veel van syn volck worden oeck geuont. Dit geschieden
den 5 dach February. Daer nae den 22 dach February
sehickten dye Stathouder heer Georgen Schenck burgers knech-
ten wt Leuuarden ende Franicker ende oeck huysluyden ower
ys toe Woerckum, ende verbranden daer vyf seynschepen
met den Geldersche baerse, dye daer lacgen befroren, ende
naemen met hem seyl ende takel ende al dat toe den schee-
pen hooide; meer inden burgers huysen deden sy geen schaede \',
dye burgers waeren voer wech getogen nae Coldum ende
Molquerem alse dye Burgoensche sagen aencoemen, dit ver-
nam dye Graef van Moers Geldersche Sfathouder ende liet
dye clocken slaen in alle dorpen om Sneeck ende Bolswert,
ende dye knechten wt Sneeck ende Boelswert met dye huys-
luyden toegen nae "Worckum, oin den vianden daertoe ver-
soecken , oeck quam alle dye Zuyde Home wt nae Worckum;
doen dit dye toernwacht.er toe Woerckum op dye toern sach,
soe riep hy van den toern, dat alt lant ende ys swart met
volck was, dye nae Woerckum toe quaemen, doen toegen
dye Burgoensche met hoer sleeden weder wt Worckum nae
Franicker ende Leuuarden, dye Geldersche Vriesen hebben
hem veruolcht ende sommige geslagen.
Dye Geldersche Heten aresteren ende aenbrengen
die renthen van den genen, die tegen hem met
Key. Nat. hilden In Vrleslant.
In dit jaer van 22 Johan Goltsteen bewelre van wegen den
Hartoch van Geldre toe Dockum opt huys seynden brieuen
aen alle Grietenien in Oestergoe, datse souden vercondigen
ouer dye kercken hoerder Grietenien, ende lieten verbieden
-ocr page 264-
250                       WORP VAN THABOR,
4522 dat niemant dye ballingen, dye de Geldersche weder partie
•waren, enich pachten ofte renthen voorschenen ofte in toe-
comende tyden verschillen mochten , solden geuen ofte be-
taelen, buytten syn weten ende consent, dan onder hem
holden ter tyt hy hoer anders liet weten. Ende dye tegens
syn beueel yemant sulcks gaeue , dye wolde hy van wegen
des Furstes van Geldre dubbelt soe viel af nemen, ende
daertoe eernstelick straffen. Oeck geboet dye sulfte Goltsteen
voersz. dat alle dye gene, dye landen , renthen , huysen ofte
andere gueden den Ballingen ende den Burgoensche partye
toecomende gebrucken, sulcks ende hoeveel daer elck van
gaff, den rechter ytlicke van syn dorp solde angeuen , ende
scriuen laeten, ende dye scriften hem ouerschicken sonder
enige simulatie by verboertenisse liues ende guedes, ende by
dye rebellicheit een ander tot een exempell, dye sulcks niet
liet opscriuen. Sulcke brieuen gingen wt Dockum van Golsteen
den 40 dach Martii, desgelicks geboet dye Graeff van Moers
oeck in Westergoe.
Steenwick van den Gellersche belecht ende
JMichel van Pomeren doet geschoeten.
In dit jaer den 27 dach Marty beleiden den Graeff van
Moers Steenwick met dye Vriesen wt Stellingwerf, Schoe-
terlant, Doenyewerstall ende andere Vriesen. Ende daer
quam tot hem wt Gelderlant Michel van Pomeren met ses
vendie knechten. In Steenwick laegen veel knechten vanden
Bisschops van Wtrecht heer Phs. van Burgoendien daer in-
gelecht, daer in Stellingwerf! roefden, branden ende fingen.
Opten laesten dach Marty hebben dye Geldersche den stadt
bestormt met groeter chraft, ende worden met gewelt weder
affgeslaegen, daer veel van den Vriessen ende knechten wor-
-ocr page 265-
251
KRONIJK VAN FRIESLAND.
den geslaegen, ende meer geuondt. Daer worde inden slach 1522
oeck geschoeten dye vornoemde cappilein in Duslant ende
Franckrick Micliel van Pomeren , Jiaddet liuys van Hattuin
beleent voer een somma van penningen van Hartoch Kaerl
Geldre, want hy liadde toe wyf Joncker Jans dochter des
Hartocha van Geldie Lastert broer. Doen. dye storm van
Steenwick dus was verloren ende Michiel van Pomeren ge-
schoeten, brack dat belech op vanden stadt ende reysden elck
weder thuys.
Dye eerste oerspronck wacr om die stad Sneeck
rebelleerden tegen den Geldersche.
Doen die Bisschops hoep lach toe Arum als voersz. is,
doen brochten dye huysluyden om Sneeck ende Boelswert
woenende doer anxte van den knechten voersz. hoer roerlicke
gueden in Sneeck ende Bolswart, opdat het hem vanden
vianden niet solde worde genomen. Ende ouermits dye harde
ende lange furst, want het vroer vierthien dagen nae Sinte
Peter ad Cathedram sonder opbolden, soe wasser groet ge-
breck in dye omlanden ende oeck mede in Sneeck ende
Boelswert, ende dye huysluyden mochten hoer eygen saet
niet sonder groet suaricheit weder wt dye steeden crigen ,
datse daer seluen hadden ingebracht. Oeck mosten dye
hackers toe Sneeck geen broet vercoepen den lantluyden
buytten den stadt woenende, ofte dye lantluyden mosten niet
buyten dye stadt voeren buytten consent ende oerlof van den
Stadhouder ofte syn volmachtige, want dye hadden dye sloe-
telen van poerten ende paelen, ende dye Burgemeesters had-
den daer geen macht van. Oeck hadden dye Gelderrche ver-
boeden by lyf ende goet, dat geen Vriesen dye hoer partye
hilden , mosten reysen toe Leeuuarden, Franicker ofte Har-
-ocr page 266-
252                       WORP VAN THABOR,
1522 lmgen. Desgelick hadde oeck verhoeden den Burgoense Stat-
houder heer Georgen Schenck syn steeden als Leeuuarden,
Franicker ende Harlingen, dat sy den Geldersche Vriesen
geen saet, hyer, noch hroot mosten vercoepen, alsoe dat dye
Geldersche Vriesen opt lant woenende groeten gehreck ende
armode hadden, om datse om hoer geit geen saet ofte hroet
mochten crigen. Soe ist op een tyt geschiet, dat een lantman
quam wt Sneeck vaeren ende hadde een hroot in syn schip
leggen, dat hy binnen Sneeck hadde gecoft ende met swaricheit
wt cregen, doe quam hem een lantman in een schip te ge-
moete, ende sach dat broot in des anders mans schip leggen,
ende nam twe blancken ende worp dat den ander man in
syn schip, dye dat broot hadde, seggende, nemt dat geit en
doet my dat halve broot off ick sall v hyer doet steeken ofte
ghy my, dye man dede den anderen man dat halue broet
ende naemt tgelt. Oeck toegen dye Geldersche faek wt
Sneeck ofte sonden hoer volk wt, dye den huysluyden vingen
ende bonden, dye onder den Burgoensche jurisdictie woenden,
oft oeck hoer eygen huysluyden, dye vermeit waeren, datse
toe Leeuuarden , Franicker ende Harlingen geweest hadden,
om hoer noottrufticheit toe coepen, ende brochten dye ge-
fencklick binnen Sneeck. Om dese voorsz. saeken wolden
dye huysluyden den burgers binnen Sneeck doet slaen, als
sy buytten den stadt in den Omlanden quamen, om haer
comenschap te doen.
Waerdoer dye neringe binnen Sneeck verginck, ende dye
scamele burgers ende inwoonders leeden groeten armoede,
om datse inden Omlanden niet dorsten reysen, hoer cost toe
winnen. Ende als dye ricke burgers tegen dit vangen, binden,
ende schatten wat seyden, soe worden sy van den Geldersche
gedreicht, dat men hoer een paert in Gelderlant souden
senden anden Hartoch.
Ende opdat dye Graaff van Moers syn opset ende wille
te beth tot effect solde mogen brengen met dye burgers
-ocr page 267-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    253
ende stadt Sneeck, arbeyde hy met alle neersticheit ende 1522
subtylicheit vremde kneohten inden stadt toe crigen, om
also den burgers weldich ende machtich toe wesen, ende
een blockhuys binnen Sneeck toe maken op dye nye stadt.
Dit sus staende ende elckander suspect wesende, hebben dye
ricke burgers, dye dit gevvelt vanden Geldersche meest con-
trari was, heymelick boeden gesent an Sicko Liauckama hoer
heerschap, dye toe Leuuarden ballinck lag, hem dye stat
van Sneeck toe weten doende ende mede biddende, dat hy
met heeren Georgen Schenck Key. Mat. Stamouder in Vries-
lant wolde spreken, dat hy een drie of vyer hondert gouden
gl. in hoer hand wolde schicken om dye schamele amptluy-
den, burgers ende inuoenders daermede toe onderhouden,
ende tot hoer hant ende wille te trecken , sy hoopten eer niet
lange niet hulpe voorsz. een anslag te maken , datse vanden
Geldersche souden ontslaegen worden, ende den stadt tot
subiectie Key. Matt. te brengen. Sicko Leuckama heeft met
hulpe van den Stathouder eene somma van penningen binnen
Sneeck geschickt, in syn vrunden handen. Daerna syn dye
schamele burgers , dye nergens noch binnen noch buyten lands
mochten off dorsten reysen , om den cost toe winnen, onder-
holden , ende des maents een stucke gelts geuen, ende togen
dye alsoe tot haer hant. Als dye Graeff van Moers met dye
cancelaer sagen, datse geen knechten binnen Sneeck tot hoer
hant ende wille mochten crigen, omdat dye burgers daer
scherp waeckten, doen arbeyden sy dat groeue schut wt
Sneeck toe crigen, ende want dat sy dat op hoer selves ge-
leydt niet dorsten doen, omdat het tusschen hoer ende dye
burgers niet wel stonde, soe heeft dye cancelaer gesproken
met dye burgemeesleren , dye goet Gellers waeren, seggonde,
dat dye Furst van Geldre hadde gescreuen aenden Graeff van
Moers, dat hy met all syn macht wolde Steenwick beleggen,
op dat dye Burgoense daer wt geen meer schade in Vrieslant
solden doen, ende dye Graeff van Moers solde met allt tlant
-ocr page 268-
254                       WORP VAN THABOR,
1522 daermede vooreomen, ende dye Forst van Geldre begeerde
aenden stadt Sneeck, datse hoer drie groote bussen als dye
noetslange, veltslange ende halue cartouwe hem voor Steen-
wick wolden lenen, hy woldet altyt aen hem voordienen ende
vergelden. Dye Burgemeesteren dorsten dit niet doen buitten
weten ende consent vanden ses ende dartich gecoren gemente.
Sy hebbent den 36 toe voeren geholden, als dat dye Hartoch
van Geldre begeerde, datse hoer grof!\' geschut wolden mede
senden voer Steenwick, want syn genade dochte dat soe sterck
toe beleggen, dattet hem niet lange soude tegen staen. Die 36
hebben geantwoert, dat hem sulcks niet stonde te consente-
ren, want sy seluen voor den vianden laegen , ende mochten
hoer schut niet ontberen , mer dye Furste van Geldre solde
geschut laeten haelen wt Zutphen, dye beth dan sy van ge-
schut waeren voersien. Als desen anslag oeck te niete ginck,
soe hebben dye GraefT van Moers ende die cancelaer een an-
der anslag gemaeckt, om dye arme burgers wt Sneeck toe
crigen, omdat sy dan met die ander burgers, dye hem con-
trari waren , hoer wille te beth mochten doen, als dat dye
GraefT van Moers ouer dye hogtyt van Paschen solde brieuen
binnen Sneeck senden , dat alle dye gene, dye met Harmen
van der Hall wolde vaeren tot thuys Altenae, dye solde toe
Sloeten by den GraefTcomen, dye hem ytlick Iwe gouden gulden
op dye bant solde geuen. Doen dese opset dye ricke burgers ver-
naemen, dye des Geldersche oiuluechdelicke voornemen sus lange
hadden tegen gestaen, ende dye stals weluaeren gesocht, soe heb-
ben sy met malcanderen geraeden ende gesproken, om een eyndo
te maken, ende hebben hondert golden gulden enen schipper, ge-
noempt Heyn Doeskis , gegeuen, hem seggende, dat hy trou
soude wesen ende onderhouden daermede dye schaemele burgers
ende datse met hem ter zee solden waren ende maecken met den
eersten een anslag ; sy wolden met een hoep burgers op syn haat
.., wachten ende hem toe hulp coemen.
-ocr page 269-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   255
Van den oploep binnen Sneeck en hoe die CJcl- . roo
lersche daer wt worden gedreuen.
Opten Passchen dingdach dat was den 20 Aprill ist ge-
schiet dat Hein Doeskis voersz. liet met een tromme onislaen
binnen Sneck, dat alle dye geen dye dyenst wolden hebben
ende vaeren met hem ter zee, solde tot hem comen en hy
woldense een yegelick een golden gulden geuen op dye bant.
Dit horende dye Cancelaer, Sierck Doenya, Bocke Peter z. met
meer andere Burgemeesteren, dye goet Gellers waren, heb-
ben den tromslaeger verhoeden , dat hy sulcks niet meer solde
omslaen. Doe is dye tromslager gegaen tot Heyn Doeskes
hem seggende, dat dye Cancelaer met dye Burgemeesteren
waren opt stadthuys, dye hem hadden verhoeden, dat hy
sulcks niet meer moste omslaan. Soe is Hein Doeskis met
syn gesellen met toernigen moede opt stadthuys gegaen tot-
den Cancelaer ende den raet, ende hebben hem gevraecht,
waarornme datse den tromslaeger hadden verhoeden , dat hy
sulcks niet meer soude omslaen; sye hadden een paert butter
noch broot in horen huysen, daer was in den stadt geen
neringe, sy mosten nergens reysen om den cost toe winnen,
ende sy wolden hoer niet geuen, oft hoer meninge was, dat
dye schamele burgers van honger souden vergaen. Dye Can-
celaer met al don raet in groeten anxte was, heelt geant-
woert, dat het om dat beste was gedaen, om meerder quaet,
dat daer mochte wt comen, te beschermen. Hein met syn
gesellen seyden, hy hadde hoer lang genoeg brillen vercoit,
sy wolden met den Geldersche rancken niet langer bedroegen
wesen, met dyen toegen sy hoer messen van leer ende sloe-
geu opten raedt. Dye raedt heeft den ilucht gegeuen van dat
raethuys, ende liepen een paert achter vant huys , een paert
voer. Dye Cancelaer, Bocko Peter z. ende sommige ander
vyelen van boeuen den trappen aff, ende liepen in den kercke.
Dye achter wt liepen, quamen int cruce broedercloester. Mit
-ocr page 270-
256                       WORP VAN THABOR,
1522 flat dyt geschieden, quamen wt alle dye ander burgers met
hoer geueer op dye plaetse, dye quaet Gelders waeren, ende
hebben dye sloetelen van dye poerten ende sluytboemen van
den heeren genoemen , ende Helen dye olde sloeten affslaen,
ende nie daer an maken. Voert soe hebben sy den olden
raet affgeset, dye goet Gellers waeren, ende een niuue raedt
gemaeckt; woert dreuense wt den stat alle Grietsluyden,
seynscheepsluydcn , dye jaergelt vanden Geldersche hadden ,
ende met den burgers niet wolden sueeren den stadt trou
toe wesen.
•gü»6g»
Dye Graef van Aloers is binnen Sneeck gecomen
ende dye nyc raedt hebben artlculen
aengegeven den Graeff.
Daernae den 2 dach Mey quam die Graef van Moers bin-
nen Sneeck, dye meest alden winter te Sloeten hadde gelee-
gen, ende ontboedt by hem te coemen dye olde ende nye
raedt, om te verstaen , hoe disse oploep in Sneeck was ge-
comen, nae veel woerden (dats den anderen dages , dats In-
uentionis crucis groet hoeg tyt was om dye omganck) int-
sluytten wordet begreepen, dat se des maendaegs daernae
weder solden by hem comen, ende midler tyt solden scheer-
plick porten ende paelen beuaeren, dat dye stadt in eeren
bleef ende geen vreemde volck in quamen. Des maendach
nae crucis, dat was den vyften dach inden Mey, quamen
beyde oude ende nye raet byden GraefT, ende daer voer-
claerde dye nye raet, doer wat oersaken dese oploep geco-
men was binnen Sneeck. Als int eerste, dat die Grietsluy-
den vingen, bonden ende schatten den huysluyden, dye sy
in Sneeck brochten, ende maeckten alsoe den huysluyden
contrari dye stadt Sneeck, welcke dye burgers niet langer
stonde toelyen. Desgelicks deden oeck dye seynscheeps luyden,
-ocr page 271-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   257
dye alle geuangen ende geroefde gueden, dat sy te waeter 4522
ende te lande ende van vrunden ende vianden naemen, ende
broehteiit toe Sneeck, ende buyttent endo partent aldaer.
Waerdoer dye burgers veel vianden creegen beyde buyttens ende
binnens lants. Voert vraegdon sy den raet of hy enige raet wiste
om hondert last rogge inden stat toe crigen voerden burgers, in
afcortinge van hoer schulden , dye sy by den Geldersche
knechten hadden opgescreuen. Hyerop antworde dye Graeff,
dat met hulpe der burgeren wel wolde raedon , datter rog
inden stadt soude comon. Doen vraagde dye Graeff om dye
sloetelen van poerten ende paelen ofte sluytbomen , want het
stonde doch in reeden, dat hy van wegen des Furstes van
Geldre van yegelicke poerte ende sluytboem drye ofte meer
hadde. Hierop antuoerden dye raet, datse met dye 36 gecoren
met een wolden spreken, want sy dat buytten hoer niet
machtich waren, ende geuen op den woensdacb naestcomende
een antwoert. Opten woensdach voersz. dat was den 7 dach
May, nae dyen dye raedt hadde gesproken met den volmach-
tigen van den gemeente ende dye hofluyden vanden gilden ,
senden dye Graeff van Moers opt stadtshuys aenden raedt
Michel van Horstein, Mr. Hubert ende Bernardus syn scriver,
om een antwoert te haelen. Doen gaff hoer dye raedt dese
naescrenen vyer artickulen, dye sy den Graeff solden presen-
teren, daer hy hem op soude beraeden, ende geuen den hur-
geren daer des anderen dages een antwoert daerop. In eerste ,
datt hy den burgers solde bestellen 83 dusent golden guldens,
dye sy ten achteren waren by den Geldersche ende op hadden
gescreuen, dye heer Leenaert van Suartsenburch ende Arckles
rentemeester van Gellerlant van wegen des Furstes van Geldre
geloeft hadden toe betaelen, doen sy den knechten eerst in
Sneeck brochton , Anno 1514. Ten anderen, of hy geen raedt
toe dye penningen nu wiste, soe solde hy den burgers
van Sneeck dat huys toe Sloeten in leueren voerden pennin-
gen tot een onderpant. Ten darden, wolden dye burgers vyf-
17
-ocr page 272-
258                         WORP VAN THABOR,
1522 tich last rog vanden Graeflf geleuert hebben in den stadt, in
afcortinge van haer schulden. Ten vierden, wolde hy, dat
dye burgers hem souden trou wesen, soe moste hy vercrigen,
dat dye burgers in alle landen onbeschaedicht souden mogen
reysen ende vaeren, gaen ende staen, coepen ende vercoe-
pen, te water ende te lande, als dye steeden in Gellerlant
deden\', om al soe te stillen dye dachten van dye schamele
burgers, daer sy dagelicks groete elende ansaegen ende ar-
moet, welcke hem niet langer stonde toe lyen. Tot dese
voersz. articulen wiste dye Graeue van Moers geen raet,
ende dorste daer geen antwoert op geuen, anxt hebbende dat
sy hem solden holden ende setten voer dye penningen voersz.,
waer om is hy in een van syn dienaers cleederen met een
vrou ende een cleyn kint by hoer hebbende, dat hy op synen
knyen hadde , heimelick des morgens vroe in een cleyn schip-
ken wt den Stadt voeren door Sanlaen voorby Bolswert nae
Sloeten. Als dye burgers waer worden, dat dye Graeue wt
den stadt was, hebben sy hem met drye scheepen veruolcht,
ende wolden hem geset hebben om saken voersz. , maer hy
was hoer ontcomen ende quam niet weder in Sneeck. Nae
weinich dagen toeg doctor Hubert cancelaer oeck van anxte
heimelick wt den stadt van Sneeck nae Boelswart ende voert
tot den GraefT binnen Sloeten. Desgelick togen oeck des
graues scriuers ende dienaers wt Sneeck nae Sloeten. Daerr
nae den 10 dach May quam Joncker Michel Horsten binnen
Sneeck gesent vanden Graeue met een commissiebrief inhol-
dende , dat hy des Grafls Lutenant soude wesen binnen Sneeck,
ende creeg noch veel burgers, dye noch Gellers waeren, tot
syn hant. Onder dissem sprack Horstein heimelick met som-
mige lichte burgers, dye hy wiste goet Gellers te wesen,
datse met den andere schamele burgers souden spieken, dat
hy yegelicks des maents wolde geuen vyer eemder guldens ,
datse den Furste van Geldre wolden dienen, ende sy souden
coer hebben, ofl\' sy inden stadt wolden bliuen ende wesen
-ocr page 273-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  259
hem trou, dan oft sy lieuer opden seinscheepen wolde \\ve-1522
sen ende vaeren in Gelderlant, toe Altenae. Dit vernam
dye Raet ende liet dyen gesellen verbyeden, datse by
voerboertenisse der stadt geen geit van Hartstein solden
ontfangen, ende dyet ontfangen hadden, soldent hem
weeder geuen. .Sommige van dese gesellen, dye haer
wiuen ende kinderen niet wolden verlaeten, hebbent
tgelt weder gegeuen. Dye ander dye dat geit niet wolden
wedergeuen , dronckcn hem droncken ende voll, ende inden
dronckenheit quamen sy met haer geueer ende Hartstein met
hem op dat Stadtshuys, daer dye heeren noch byeensaeten , ende
riepen met luyder stemmen: slaet doot, slaet dool. Dye Raet
worde voerwert ende liepen achter vant raethuys affintcruce-
broeders cloester, dye stats clocke worde geluytt, ende dye
tromme sloegen allarm, dye burgers quamen byeen ende
jaechden Hartstein met syn gesellen inden kercke; daer worde
Harstein inden costerye een dach bewaert, ende nae vansy-
nen gunners heymclick wt den stat gebracht, ende dye an-
deren worden geuangen ende naederhant wt den stadt ge-
dreuen. Dese Hartstein met syn adherenten ende ander bur-
gers , dye guet Gellers waren, hebben laeten luyden ende
gesecht onder den burgers, dat Sicko Leuckama heerschap
van Sneeck, dye vander tyt dat dye Geldersche eerst binnen
Sneeck quamen, Anno 1514, hadde balling geweest wt Sneeck
met vrou Luttya Harinxma ende toe Leuuarden gewoent,
hadde knechten tot zyn bant ende was der meninge met een
verrassinge Sneeck intoe nemen, ende dye burgeren ende
inuoenderen, dye guet Gelders waren, te straffen ende ver-
deruen. Sicko voersz. dit horende heeft gescreuen aenden
raedt van Sneeck, dattet hem seer verureemde, dat dye bur-
gers van Sneeck sulcks van hem seyden, dat liy den stadt
Sneeck yet soude doen, wesende tot hoer achterdeel ende pre-
juditien , ende enige burger schaedige an lyf ofte guet, hy
hoopte dat alle dye burgers binnen Sneeck condich was, dat
17*
-ocr page 274-
260                          WORP VAN THABOR,
1522 hy noch syn voeruaeders, dye Sneeck voer mennich jaeren
hadden geregeert, sulck niet aenden stadt Sneeck noch an-
den burgers hadden beuesen, waerom hij begeerden vanden
raet, datse hem wolden geuen geleydt, dat hy binnen Sneeck
mochte comen, om hem voer den burgers toe verantwoerden
ende syn ecre te beschermen. Doen is Sicko geleydt gege-
uen om in Sneeck toe comen , ende hy wort opten 27 dach
Mey geleydt van Leuuarden toe Nyeloester, ende daer qua-
men Sneeckers ende haelden hem eerbeken in , ende hy heeft
hem also byden burgers voerantwoert, dat hy by wille van
den burgers inden stadt is gebleuen, ende was heerschap
ende olderman van Sneeck, soe lange hy leefde.
«BW®
Gcimuiden belccht ende (wc stuivers op
die gulden renthe.
Den 7 dach May anno 22 heeft Georgen Schenck commis-
sie ontfangen van Key. Mat., dat by solde trecken tot Enck-
huysen, daer hy xvc knechten solde vinden, daermede hy
solde trecken in dye landen van Oweryssell ende doen daer-
nae Key. Mat. beuel hem gedaen. Soe heeft dye Statholder
eerst met Key. Mat. raeden ouergelecht, dat van noeden sol-
de wesen vanden landen van Vrieslant Key. Mat. gesworen
vyfhondert knechten aen te nemen opdes lants costen, of dye
Geldersche wt Dockum ende Sloeten yet wolden tegen Key.
Mat. ondersaeten attenter en. Dit is met gemene accoort Key.
Mat. raeden ende consent sommige heerschappen ende Burge-
meesteren van Leuuarden alsoc gesloeten, datmen opten golden
gulden renthen solden leggen twe sts. tott onderhoudinge van
vyfhondert knechten, daer heer Tyaerdt Burmania Hofman van
worde geordineert, ende laegen in Ciaeicamp tegen dye van
Dockum, Maer, want dese knechten tot costinge van dese
-ocr page 275-
KROMJK VAN FRIFSLAND.                   261
landen worden onderholden, was angenoemen ende gesloe-1522
ten van den gulden twe sts. toe geuen, hebben sommige
heerschappen daertegens opponeert, ende wolden haer twe
stuuers van huer landen niet geuen. Daer wt verrees groet
dissentie tusschen den Stathouder, raedt ende enyge heer-
schappen , die niet wolden betaelen. Heere Georgen Schenck
is gereist met dye knechten voersz. van Enckhuysen toe
Hasselt, ende heeft int eerst opgeeyscbt van wegen Key. Mat.
dat huys Corffhuysen, dat dye Geldersche hadden geinaeckt
toe Hasselt voer den Brugge opten dick , ende gaeuen sy dat
huys op, soe mochten sy affgaen beholden lyff ende hoer
geweer, deden sy nu dat niet, hy wolde dat huys bestormen
ende all hangen. Dye Hofman opt huys genaeinpt Hans be-
riedt hem met syn knechten ende gaft huys op, ende ginck
nae Zuoll, ende als hy daer binnen quam, worde hy ge-
fangen ende met twe syner knechten gehangen , omdat hy
het huys sonder noet hadde opgegeuen. Daernae opfen 11
dach May toeg Georgen Schenck met al syn macht voer
Gelmuyden ende beleyde datt. In Gelmuyden was Willem
van Merwick met drie hondert vromer knechten, dye hem
vromelick verwerden tegen den vianden om den vlecke to
holden.
Die Gellerschc Vriesen hebben Tessel ende
Wleringen
bianlscii.it.
Ter wylen dat Gelmuiden was belecht, toegen den Vriesen,
dye noch Gellers waeren , met twintich seinschepen in Hollaut
op Tesselt. Dye Tesselaers hebben gecomponeert met /den
Vriesen, datse op hoer lant niet solden roeuen noch branden,
daervoer solden sy binnen sekeren dagen den seinsceeps-
-ocr page 276-
262                       WORP VAN THABOR ,
1522 luyden betaelen thien dusent Phs. gulden , ende voer dese
penningen hebben sy gyselers mede vant lant genoemen
ende in Vrieslant gebracht. Oeck togen sy op ten 27 dach
inden Mey op Wiringen , ende branden daer ontrent 60 huy-
sen , daernae wordet gesoent, dat dye Vriesen daer geen meer
souden branden noch roeuen , ende daer solden dye van Wi-
ringen binnen cortcn tyt betaelen iiij dusent Phs. gl., voer
welcke penningen dye Vriesen gyselers mede naemen in
Viieslant. Doen dye Graef van Moers vernam binnen Sloeten,
dat Sicko Leuckema in Sneeck was gecomen, screef hij een
brief an den stadt van Sneeck, van welcke dye copie hyernae
geschreuen is.
Gopia.
Eersame voersichtige liewe vrunden, ick worde van wegen
myns genaodige heer onderrecht, vvoe ghy ytlick vanden wee-
derpartieii zynre F. G. aldaer ingelaeten ende met denseluen
conuersatie gehouden , wacr in dye geinene landen uiercklick
lasten ende periculen gelegen syn. Soe dan sulcks buytten
weten ende wil myns genaedigen heer ofte myns van syn
F. G. wegen, ende contrary v eer ende eedt geschiedt is,
can ick niet bed\'encken, waerom dye selue wederpartien
aldaer ingelaeten synt, ende ghy altyt voer ende p.ae mennich-
voldich met een ander anders verbonden, geloeft ende geswoe-
ren hebben. Is daerom myn gesinne, van wegen syn Furste
Genaede my willen laeten weten, waeromme dye selue weder-
partye voersz. ingelaeten syn ende sulcks geschiet is. Doch
of ghy enigesyns boeuen billicke reeden ende oeisaeken v
eer ende eedt der meninge waeren, dye stat alsoe in handen
der wederpartien myns genaedige heeren te brengen ende
vercopen, des men nochtans tot v niet versien een heeft, ende
dye gemene landen alsoe in vorder last ende verloep brengen,
Yermanen v als dan, ghy aldaer toe gedencken, ghy myn
-ocr page 277-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    263
genaedige heer Zynre F. G. gesent niet affhandieh een maken 1522
ende in syne F. G. vianden handen nie leueren ende bren-
gen, off ghy conen gedencken Zynre F. G. solde sulcks op
v ende op uwen op zynre tyt wederom gedencken te verhae-
len, hyer aff v weder bescreuen antwoert was, sich myns G.
H. nae vermogen v eedt versien ende verlaeten sall, waer-
nae sich syn Furstelicke genaede sullen weten toe rechten.
Oeck heeft men van wegen myns genaedigen heer op toeco-
mende dach binnen der stadt Bolswert voersc. ende beraernt
enen gemenen Landach. Daeromme van wegen myn G. H.
ghy alsdan daer v volmachtige oeck by schicke, om voert
syn F. G. meninge te voerstaen. Datum Sloeten den 29/49
dach May Anno 1522.
Een Landach toe Boelswert vanden CJraef van
Mocrs tegcns die Sneeckers geholden.
Anno 22 den 2 dach in Junio is binnen Boelswarl int
Mynrebroeders reu enter een landach gehouden van den Gel-
dersche, daer den Graeff van Moers met den cancelaer ende
volmacht van allen steden ende deelen noch Gelders wesende,
met volmacht van Sneeck tegenuoerdich wesende. Daer
vragde dye Graeff Sneeckers aff, wt wat oersaeck dye eerste
opstall binnen Sneeck was gecomen opten Paeschen Dings-
dach laestleden. Ten anderen, wt wat oersaek sy knechten
hadden genoemen, wantse doch geen heer hadden. Ten
darden, wt wat oersaeck dye hofman Hein Doeskis hadden
den knechten voergeholden, dat hy een heer wiste, dye hem
luyden des maents solde geuen vyer Eemder gulden etc. met
noch twe ofte drie puncten. Hyerop hebben dye van Sneeck
geantwoert, seggende ópten eersten punct, dat dye opstall
-ocr page 278-
264                       WORP VAN THABOR,
1522 eerst was gecomen, ouermits armoedt, honger ende gefareck
onder dye schaemele burgers, dye rogge noch broet in haer
eygen huysen hadden ende mochtent oeck niet betaelen.
Opten anderen punct seyden Sneeckers, datse dye scamele
burgers, dye nergens geen neringe mochten doen, solt gaeuen
om haer daermede te onderholden. Den darden punct hebben
Sneeckers ontkent, meer heer Woll hadde daer vyer gesel-
len toe gecoft, dye den Hofman dat solden ouerseggen.
Als dese voersz. met meer ander puncten waren met lange
woerden an beyde syden verantuoert, soe spracken dye Stae-
ten van den landen daertoe, dat men solden ordineren ende
kyesen twee preesteren, twe heerschappen ende twye eygen
eerfden huysluyden, onpertylick wesende, dye den scheelinge
tusschen den Graaft van Moers ende den Sneeckers solden te
rechte verstaen, handelen ende nederleggen, maer daer worde
niemant betonden, dye ouer dye saeck wolde gaen, om anxte
van den Graeff, want dye gemene presteren ende huysluyden
dye Sneeckers gunstiger waeren dan den Graeff, soe dat nie-
mant wolde doen. Doen liet dye Graeff seluen ytlicke articu-
len scriuen, dye hy dye volmachtige van Sneeck mede gaff,
dye men den gemeente van Sneeck solden voorholden, ende
hem daer een antwoert wederop scriuen.
Articulcn van den Graeff anden Stadt Sneeck gescnt.
Inden eersten dat van alsulcke oploep ende onwerstant bin-
nen Sneeck by den mynsten als den meesten geschiet mach
syn, daer myn G. H. in vertoernt mach wesen oft yemant
synre G. oeck misdaen mochte hebben, daeraff sall myn ge-
naedige heer of dye generaele Stathouder Graeue tot Moerse
van wegen syn F. G. den stadt Sneeck met allen hoer inge-
setenen, inuoenderen, borgeren of van wat staeten dat sy
-ocr page 279-
KRONUK VAN FRIESLAND.                     265
syn, geuen segel ende brieuen, dat eyntlick alletgeen inden 1522
oploop voersz. misdaen off geschien is, vergeten ende verge-
uen sall wesen, ende des nu noch lot gene tyt verhaelen
noch vermanen.
Oeck zall myn G.H. versegelen ende geloeuen , niemant dye
in desen oploep bedacht, daerby geueest oft schuit mochten
bebben, laeten off bieten arresteren , vangen oft nergens ver-
ueeren oft voerbrengen laeten. Dan oft men op yemant tot
enige tyt enyge opseggen krigen , voer denseluensalmen doen
aenspreeken met recht voer hoeren behoerlicken rechter,
ende des sall dye generael Stathouder voersz. den eersamen
burgemeesteren, schepen ende raet der stat Bolswart beuil-
ligen , ende vernogen, dat sy om vesticheit deser articulen
ende puncten, opdat dye toe beter onderholden sullen wor-
den, met syn edelheiden te besegelen ende voer hem geloe-
uen, des dye eersame raedt om synen wille geern ^oetwillich
doen will.
Oeck dal geen Grietsluyden oft anderen , dye wt der stadt
vertogen syn, weder incomen sullen dan by consent myns
G. H. beuelsluyden , burgemeesteren ende acht Gedeputeerde
ende dye ses en dartich daer stadt Sneeck. Orcunden van
desen articulen, dat sy all dus byden voersz. generael Staf-
houder in by wesen burgemeesteren ende raedt der stadt
Bolswart, sampt dye deputeerde vander lantschappen , ge-
schiet syn, heeft dye Generael Stathouder syn, sampt dye
stadt Bolswart, hoer geuoentlicke signetten onder opt spatium
geset, dingelsdach nae asscentionis domini Anno dusent vyf-
hondert ende 22.
Dit sinnen dye gedeputeerde daer lantschoppen dye byden
voersz. deser articulen ouer ende an syn geweest, ende ge-
sloeten is dat sy opgeleydt daerby syn sullen. Datmen sy
dye gemeente van Sneeck alst voersz. verholt, want dye graeue
suspiceerden, dalment dye gemente van Sneeck niet publice-
-ocr page 280-
266                      WORP VAN THABOR ,
1522 ceren solden, daerom solden dose naegescreuen als tuigen
daer by wesen, alsmense laesen, alst oeck geschiede inden
kercke toe Sneeck, heer Wibe pastoer toe Lutke Wyrum,
Hans Stapert, Hessel toe Reen, Taco Syuerdt z. toe Wons,
Pyer Anskis in Doenyegae.
Dat Gelmnyden worde ontset van den Hartoch van
Geldre ende die Bnrgoensche nedergelecht.
Anno 22 naedat die Furst van Geldre Gelmuyden hadde
ontseth, ende heer Georgen Schenck Stathouder van wegen
Key. Mat. van Vrieslant was toe Follenhoe, quam hem com-
missie van Key. Mat. dat hy solde reysen tot Enckhuysen,
Daer Jancka ünema, Jancke Douma ende J\\v Jousma, dye
van den Geldersche partye gegaen ende Keysers gesuoren,
waeren hem verwachtende, om met hem in Vrieslant toe
trecken, ende tlant ouer een te brengen alles by raedt der
voersz. persoenen , soe is den Stathouder met den heerschap-
pen vrsz. ende omtrent dusent knechten te Staeueren ange-
coemen opten 12 dach Juny, ende hebben daer een wyl tyts
gelegen ende den stadt vastgemaeckt, ende daertoe eensterck
huys met muren, toernen, wallen ende graften angeleit.
Terwyle dye Statthouder was toe Staeueren, als voersz. is,
lach heer Tyardt Burmania met vyf hondert knechten toe
Claercamp tegen den Geldersche in Dockum. Oeck laegen
by Goeuerden dye Gellersche met 1500 knechten, ende want
dye Stathouder binnen Staeueren niet veel knechten by hem
hadde ende lach rontom in syn vianden, want Woerckum
Sloeten, Geesterlant met alle dye omlanden ende heell Soe-
wenwolden noch Gellers waeren, ende Staeueren was noch
niet sterck, soe hadden dye Gellersche van Coeuerden ge-
iïnge op Staeueren mogen coemea, ende den Stathouder
-ocr page 281-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     267
oueruallen, waerom hoeft dye Stalhouder Tyaerdt Burmanie 1522
met syn vyfhondert knechten opgescreuen tot hem binnen
Staeueren toe cornen, voernemende den vc. knechten in Key.
Maj. solt, ontlastende tlant daervan. Nae dat heer Tyaerdt
Burmania met syn knechten wt Glarencainp was gebroken, ende
nae Staueren gereist, quaemen dye Geldersche 1500 sterck
opten 28 dach in Claercamp oppergeest, ende daer omtrent;
dit horende dye Stathouder schickte heer Tyaerdt Burmanya met
twe vendie knechten nae Mariengeerdt, om dat toe besetten
tegen dye Geldersche, ende daer toevoeren dye Grietenien Key.
Mat. partien holdende opgeboeden, om man by man daerby toe
comen. Ende all eer dye huysluyden eendrachtelick wt quae-
men by den knechten, braeken dye Geldersche op wt Claer-
camp ende togen nae Mariengaerde toe opten 22 dach Juny.
Heer Tyaerdt met syn knechten ende huysluyden, dye hy by
hem hadde, dorsten den Geldersche niet vernachten, want
dye Geldersche sterker waren met reysgers ende voetknechten
dan hy, ende toegen voer heen toe Steens ende voert nae
Leuuarden. Dye Geldersche hoep veruolgden dye ander toe
Steens, ende toegen voert nae Berlckum opt Bill ende by
Franicker, ende roefden, branden ende brantschatten Key.
Mat. onderdanen. Ende hebben brieuen gesent wt Dockum ,
mit datse opbraken , om den huysluyden toe verueren ende
meer geit toe krigen an Leuwarderadeel, Franickeradeel,
Barradeel, Menaldemadeel etc. datse aensiende des briefs
haer volmachtigen souden schicken , om met hemluyden te
verdingen, van welcke brief dye copie hyernae volcht.
COPIA VAN EEN GeLDERSBRIEFF.
Raeden beuelsluyden onsen genadigen Lieuen heer Hartoge
van Geldre in Vrieslant laeten weten, v samptlicken rechte-
ren, gemene ingeseten, geestelick ende waerlick der Griete-
nien Leuwarderadeel, Soe Georgen Schenck van Tautenburch
-ocr page 282-
268                          WORP VAN THABOR ,
4522 mit een deel heerschappen ende andere vergaerde Hollanders
buyten beuell der Key. Mat. sich inden vlecken ende lant-
schappen onsen G. H. voersz. ergeuen, om dye selue toe be-
schaedigen , ende anders toe beduingen , waertegens wy in-
gelicken als rebellen dencken toe procederen , v allen beue-
lende ende eernstelick gesinnen in naem ende van wegen
zyner F. G. gy wt ytlicke dorp twe volmachtigen by ons
schickcn in onsen leger. Dye seluen wy vermits desen
geleyd aen ende aff geuen, om onsen genaedigen heer hul-
dinge ende dedinge als dat behoert te doene, ende als dan
worder met ons te handelen, als lot uwer aller weluaeren
best dienen sall. Soe ferre ghy oeck sulcks niet een doet,
gedencken wy v van wegen synre F. G.met roeff ende brant
te straften anderen in exempell. Oeck een hebben wy v
niet willeu voersuiegen, woemen dat vastelicken ende
sekerlicken, wt sekere scriften ende instructie Georgen Schenck
voersz. voor Gelremuyden geeregen, v daer inne beuinden, dat
dye selue met synen adherenten van Key. Mat., om den on-
dersaeten onsen g. here te beschaedigen, commissie noch be-
uel hebben , dan wtt syner eygen bedencken gesoliciteert heeft
niet bedenckende , wat schaede ende ouerlasten v daer wt co-
men mochten. Gelick dat meester Geert Mulaerts brieuen
ende oppositien worder wel inholt. Daerom ist niet anders
dan tot bederfnisse der landen , des ghy v allen acht nemen
ende v eer hoe beter toe vreden mochten comen stellen, daer
nae wilt v weten te rechten Datum Dockum, principis nostri
sub secreto opten 22 dach Juny Ao. etc. 22. Opten voersz.
voerscriuinge heeft elcke dorp besondere wt Leuuarderadeel,
Menaldumadeel ende Barradeel, dye .nie noch heel Gellers
hebben geueest, hoer volmachtigen geschikt inden Geldersche
leger, om met hemluyden te componeren, ende hebben voer-
dingt niet langer dan elliff weken, ende daervoer moesten sy
van stonden aen, aennemen te geuen vyer jaer tax, beholt-
lick dat sy geen huysen of bruggen opbreecken, dicken, of
-ocr page 283-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    269
dammen opgraeuen, geen wapengetuich of veruolginge in 1522
generley manieren doen ofte handelen souden, dat den Gel-
dersche moehte tegen wesen, ende oft beuonden mochte \\vor-
den, dat sy daer tegen deden, solden dye saluegaerde null
ende van gener waerden wesen. Hyer een boeuen hebben
dye selue Geldersche voersz. dat Bill all heel meest opgebrant,
ende togen den 26 dach Juny weder in hoer leger toe Claer-
camp. Dye ruyters togen in Doekum, om onder wylen een
tog te doen opt Bill ende dat te becoemen , ende dye voet-
knechten toegen voert op nae Bergum , ende voert doer den
Wolden ende quaemen toe Zeerckgeest by Sloeten, ende dye
Graeff van Moers heftse ouersetten iaeten op Geesterlant, ende
toegen toe Hemmelen ende daernae toe Warlens ende Scherll,
recht oft sy Staueren wolden stormen, daer dye heer van
Tautenburch met syn volck lach, ende maeckten dat sterck.
Den 5 dach July togen dye Geldersche knechten voer by Sta-
ueren nae Worckum, ende bleuen daer leggen. Daer quam
dye Graeff van Sloeten met drye seinschepen tot haer.
Van een roef dat die selnscheepsluyden opter zee
namen ende een Blockhuys In den Lemmer.
Opten vu dach July saegen die Geldersche te Woerckum
van den kereken toern een hoep Oestersche scheepen incoe-
men by Harlingen. Om dese scheepen toe nemen, toegen dye
seinscheepen van Woerckum toe Mackum wt op den zee,
ende naemen dye scheepen welgelaeden met rogge, teer, asche,
was ende oestersbyer ende brochten dat goet toe Mackum,
binnen den sluysen. Dit hoorende dye Graef van Moers is
mit dye knechten gereist van Worckum toe Mackum,
ende dye schippers ende coopluyden vry gekent, maer datt
-ocr page 284-
WORP VAN THABOR,
270
4522 goet prys, om datse met clat goet voeren op Hollant. Dye
burgers \\an Dolswart ende andere Geldersche Vriesen hebben
den rogge van den Graeue gecoft ende worden alsoe omset
met rogge ende broet. Dat ander goet liet dyo Graeff voeren
nae Worckum ende Stoeten. Doen dit goet was gebuyt ende
veruoert, brack dye Graeff van Moers met dye knechten op
van Mackum, ende toeg inden Lemmer, ende liet daerop
den dick aen den haeuen een blockhuys maken met een wyde
graft ende een dicke eerden wal omgetogen. Om dit huys
toe maken, voorscreef dye Graeff alle dealen die Gelders
waeren , datse in don Lemmer souden comen te graeuen by
groeten penen ende byden brant. Opten 24 dach July senden
dye Graeff van Moers dye seinscheepen luyden by dye hon-
dert sterck wt den Lemmer toe Wirdum, dye dat solden op-
branden , om dat sy haer rantsoen als ses hondert golden
guldens, daer sy met den Geldersche ruytters ende knechten
doen sy opt Bill als voersz. is hadden voerdinget, op hoer
tyt niet hadden betaelt, sy branden toe Wirdum drye huysen.
Onder dissem componeerden sy met den seynscheepluydcn,
datse geen meer solden branden , ende sy souden geuen acht
hondert gouden gis. Daer voer naemen dye Geldersclie den
Wicarium toe Wirdum inede toe Sloten, soe lange dye pen-
ningen nae quaemen.
Een landach toe Harllngcn geholden daer .lancke
Vnama, Janke lïouivenia ende Jw «fousma
toen den den owercoinst met Key. Slat.
aengegaen.
Den 22 dach July Anno 22 is een landach toe Harlingen
geholden, van allen steeden, prelaten ende heerschappen
ende volmachtige wt alle deelen in Oostergoe ende Wester-
goe, Key. Mat. partye lioldende, in welke dach hebben int
-ocr page 285-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  271
eerst dye heer van Tautenburch Stadhouder ende dye heer 1522
van Castren getoent, dattet oerloch ende voart alle voerne-
men Key. Mat. werck was etc. als voersz. is.
Ten anderen proponeerde dye Stathouder, dat hy toe hans
den knechten wt Staueren mochte ontberen, omdat dyeflecke
wtter noet was gebracht, wes dye landen daerom goet doch-
ten, om wat voor te nemen tot Key. Mat. eere ende profyt
ende weluaert der landen. Daer woude hy lyff ende leuen
an wagen ende hangen, van welcken hy begeerde der landen
willen ende aduys te verstaen.
Ten derden worde dye landen voergeholden ende getoent
Janke Vnama, Jancke Douwema ende Jow Jousma remis
ende\' commissie met articulen by den Keyser gegunt, ludende
als nae uolget:
Kaerles byde Gratiën Goedts gecoren Ro. Key. alle tyt voer-
meerder des ricks , Coninck van Germanien , van Spanien, van
Arragon , van Nauarre , van beyde Cecilien , vanHyerusalem,
van Hongarien, van Dalmatien, van Croatien etc Archidux
van Oostentricke , Hartoge van Burgoendien, van Lottring,
van Brabant, van Styr, van Karinte , van Carnole , van Lim-
burch, van Lutzenburch ende van Geldre, Graeue van Has-
burch , van Vlaenderen, van Tyroel, van Artoys , van Bur-
goenien, Palsgraue ende van Hennegouuen, Lantgraeue van
Elsaeten , Prince van Suauen , Merckgraeue van Burgauie ende
des heyligen ricks , van Hollant, van Zelant, van Spire, van
Kynsburg, van Naemen ende van Zutphen , Graeue, Heere
van Vrieslant, van Windesmerck , van Poertenau, van Zalins
ende van Mechelen. Allen den Ingesetenen van steden ende
platte landen onsen lant van Vrieslant saluyt. Alsoe Jarike
Vnema, Jancke Douwema ende Iw Iousma den welcken tot
hoeren vorsoeke wy in onsen gratie ende genaede ontfangen
hebben, ende sekere conuentie ende tractaet met ons ge-
-ocr page 286-
272                       WORP VAN THABOR,
1522 maeckt hebben, soe wel voer henluyden als oeck voer v al-
len, by denwelken wy belooft hebben, dat alle dye ondersa-
ten , dye in onsen gehoersaemheyt hem sullen willen begeuen,
gratie ende genaede hebben sullen, tselue blicke mach byden
briuen vanden seluen conuentie ende ouercomst. Soe ist dat
wy des angemeerckt doen te weten een yegelick van v, dat
allen den genen, dye hemluyden begeuen sullen willen an
ons, sullen ontfangen worden in onsen genaede ende
gratie, ende tgunt des hem luyden byden voerscreuen
Jancke Vnarna, Jancke Douwema ende Jw Jousma ter causa
van dyen toegeseit sal worden — wy in ganser wille ende
meninge sint, tselue v tondeiholden ende laeten onderhouden,
naeuolgende dye brieuenvandyeouercomstevoersz., sonder daer-
tegens yet te doen ofte laeten doen. Gegeuen in onse stadt van
Brugge den 20 dach van Meye, in \'tjaer ons Heeren dusent
vyfhondert ende 22, ende van onsen ricke , toe wetene vanden
Romschcn ende Ilongarien het darde, ende van Spaenien het 7.
Een conventie ende orercomst voersz. van den
landen voersz. van Vrieslant tolden persoo-
ncn voerss. gesolicitecrd. (*)
Dye Key. Mat. wil alle Edelen steden ende platte landen
van Vrieslant, dye tot noch toe Zyne Mat. gene hulde ende
eedt gedaen hebben, "ende mits desen Keys. Mat. eedeende
pliclite doende sint, ontfangen ende voor goede ondersaeten
an nemen op conditien hyernae volgende:
Inden eersten will Key. Mat. hoer aboleren, remitteren ende
quytschelden allo misdaden ende misbruck, dye sy misdaen
mochten hebben voer dato van desen.
Ten anderen, omdat Key. Mat. ende syn eerfgenaemen hae-
(*) Chtb. II. 119.
-ocr page 287-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   273
ren schaede in Vrieslant sonder haeren schaede ende mynste 1522
quetsing daer lantschappen onderhouden mogen, is by Key.
Mat. belieft, dat geheel Westerlandt, te weten van Staeue-
ren toe Gerkisbrugge , sullen Key. Mat. all jaeren schuldich
wesen te betaelen, boeuen bet Bilt ende andere rechten ende
dominien der hoge heerlicheit betreffende, dye somma van
vyerthien dusent gouden gl. ende boeuen dese somma voersz.
vil Key. Mat. noch synen eeruen ofte eerfgenamen den Wes-
terlanden nimmermeer hoeger belasten ofte besuaren met
enige precarien , inpositien, subuenticn, excisen ofte andere
exactien.
Ten darden , het Bill is geestimeert op 16 dusent golden
guldens jnerlickse renthen, woe Key. Mat. vermende, dattet
soe veel niet bedraegen mach, sullent dye Westerlanden soe
goet maken , by alsoe dat Key. Mat. hoer dat ouer geuen sall,
in sulcke groete ende mennichte van morgen taelen, als eerst
b edickt is geweest, sonder belastinge.
Ten vyerdeu, Gronningerlant, toe welen van Gerkisbrugge tot
an dye Eems , is taxeert op acht dusent guldens ,\' soe sye hyer
te voeren enen Graeue van Eemden, ende nu tegenwoerdich
enen heer van Geldre betaelt hebben ende betalen.
Ten vyften, alle eedelen, steden, ende dye opt platte lant
woenen ende in sich onder Key. Mat. willen geuen, sullen
alle gratiën ende prevelegien ende vryheden mede genieten
ende gebrucken f gelick die eedelen ende platte landen van Leu-
uarden, Franicker ende Harlingen nu hebben, ende genieten,
ende in toecomende tyden mogen eerlangen ende gebruckende
worden. Ondersc. Charles Hanneton.
18
-ocr page 288-
274                        WORP VAN THABOR,
Dat die beerschappen In desen landach versz. 1xrc-
drachtig onder malcanderen worden ende Jancka
Donwcma ende Bw Bousma sint nae Hocnen
gerelst sommige artlculen aengeuende.
1522 Doen dese voersz. articulen by Jancke Unema, Jancke Dou-
wema ende Iw Iousma met Key. Mat. voert gemene lant ge-
accordeert den staeten van Vrieslant inden dach voersz. wae-
ren voergeholden, ende oeck dye commissie van Key. Mat.
gedaen, hebben sommige heerschappen daer tegenwoerdich
wesende daer tegen gesecht, ende wolden dye niet ontfaen.
Int eerste omd,atse den eersten ouercomst , byden Graefl\' van
Bueren Anno 1515 ghemaeckt, mochten wesen prejudicieel.
Oeck ende alderrneest dat Jancke Douwema, dye de eerste op-
roer met dye Geldersche tegen den Furst van Sassen in
Vrieslant maeckte, ende veel heerschappen gueden ende ren-
then, dye eerste den Furste Saxen ende nae Key. Mat. altyt
trou ende onderdaen waeren, ende parthye hadden geholdcn,
misbruek ende dye uithanden hadden gebrocht, hoer huysen
gebrant\' ende spolieert, oeck naederhant den Furste van Gel-
dre alïgegaen ende van Key. Mat. remis gecregen. Om dese
voersz ende meer andere saeken waren ytlicke heerschappen
met dye conuentie ende ouerdrach by Jancka Douwema vercre-
gen niet te vrede, alsoe dat op dye landach niet veel worde
geslooten tot des lants orbaer. Doch worde inden seluen [an-
dach geaccordeert, enige te Iloeue an vrou Margariet, guber-
natrix ouer alle Key Mat. landen van herwerts ouer , in syn
Mat. absentie te schicken , dan vermits tselve niet eendrach-
telicken geschiede, ende sommige een mishagen hadden tot
den genen, dye nomineert waren, van welcke meninge dyè
heeren oeck waeren , soe is dit besluyt voor desen tyt ach-
tergebleuen, doch om des toe veruolgen zyn Jancka Dou-
wama ende Iw Iwsma wtt hoor eygen naem nae Hoeue ge-
reyst, daer sy dese nae bescreuen articulen hebben aengegeuen:
-ocr page 289-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    275
(*) Inden eersten is van noeden, datmen onse commissie 1522
van Key. Mat. mede gegeuen een weynich bet verclaert ende
expresselick wtgedruckt wordt, opdat dye van Sneeck ende
Bolswert met sampt het geheele platte lant te vrimodiger on-
bedacht an Key. Mat. sich eergeuen mogen.
Ten anderden, dat men moet onderstaen, Sloeten voer all
eerst te beleggen ende alsoe benauuen, dat ment wtt handen
van den Geldersche, ende dat gecregen sinde, dan Dockum,
ende wat daer anders te doen voergenoemen wort, is niet dan
cost verloren. Dit te doen is niet mogelick, tsy dat het ge-
schiet byden Graeue van Oesturieslant.
Ten darden, dat men williger knechten sou moeten hebben
ende holden , woe dat niet een geschiet, mach men niet goets
scaflen, twelck staet aenden hofluyden ende den betalinge.
Ten vyerden, dat men stelt ter emende alle saeken, dye
toet quaet presumptien strecken, ende lantschappen affke-
ringe maken Key. Mat. beuel ende assistentie te doen.
Ten vyften, dat men acht ende sorch draget van 4en Zuy-
der zee, dat dye bewaert ende inghehouden wort, daer lach
veel an.
Ten sesten , dat men perseuereer in begonnen werk , want
het.waer veel nutter niet begonnen, dan sus te laten leggen.
Ten soeuende, dat men voer all Staueren beuestiget, ende
met schut, puluer ende loet versie, nae noetlruft ende oeck
tegen den winter niet prouande, daer lecht veel an.
Vorder sullen dese naeuolgende artickulen den landen seer
angenaem wesen, ende willick maken, om an Key. Mat. te
gaen, soe sy dan op reeden staan ende Key. Mat. geen schaede
inbrengen, hoepen wy dat sulcks toegelaten sullen worden.
(*) Chtb. II. 120.
18*
-ocr page 290-
WORP VAN THABOR,
276
1522 Dye Key. Mat. belieft, dat syn Mat. Stathouder ende raeden
in Vrieslant gene eedelingen of officianten sullen mogen straf-
fen aen lyf aen guet, tsy dan dat dye saeck waer ende open-
baer is, ende tgene hem opgelecht wort, opentlich voerden
staeten van Vrieslant ouerbracht wort.
Dye Key. Mat. belieft oeck, dat dye gemene Vriesen sullen
hebben ende houden hoer rechten in lus Patronatus, soe sy
dat alle tyt hebben gehat, omme selven te mogen eligeren,
ordineren, stellen ende setten Pastoren, Vicarien ende pre-
benden nae noettruft, sonder inseggen Key. Mat. oft synen
Stathouder, het waer dan dat dye rechte collatoren ende pa-
tronen niet verdragen een conden ofte mochten, soe sall dye
Stathouder met sampt dye Vriesen raedt van wegen Key.
Mat. daer in handelen, ende doen soe recht is.
Dye Key. Mat. belieft dat geen geestelick man, hy sy qua-
lificeert hoe hy wil, twe beneficien in Vrieslant hebben sall.
Oeck een sall niemant in Vrieslant enich proeuen genieten,
off hy sal dat op dye rechte plaetse nae vermogen derfunda-
tien bedienen , tzy saecke dat hem sulks vanden rechten patro-
nen doer redelicke oersaecken admitteert ende toegelaten worden.
Dye Key. Mat. belieft oeck, dat alle Vriesen geen anderen
toll schuldich sullen wesen, te betalen in allen des Keyseis
prouincien , landen, heerlickheden ende steeden, dan soe veele
als des Keysers eygen ondersaeten des landes dye dageltx
moeten geuen ende betaelen.
Jancka Donwama ende .Iw Jouwsma rappocrt
ende een landach toe Lcuwardcn gehouden.
(*)
Jancke Douwema ende Jw Jouwsma thuys comende van
(*) Chtb. II. 121.
-ocr page 291-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    277
Hoeue, is een boede met hem luyden gecomen met briuen 1522
van vrou Margareta aenden Staten van Vrieslant Key Mat.
parthie holdende, doer welcke is een landach voersc. toe
Leuuarden te holden opten 20 Septembris Anno 22, om
dye Staeten Key. Mat. brieuen te verhoeren, welcke inholt
van den brief was, hoe hoer G. was onderrecht, als dat on-
laux by den voernoemden Staeten een landdach begrepen ende
toe flarlingen geholden was geuest, in welcke sekere gede-
puteerde by haer genaede, om sonderlinge saken te kennen
toe geuen, gecoeren ende beuillicht souden geueest syn, ver-
hoepende dat dye voersz. Staeten by alsulcke conclusie tot
vorderinge ende eer deer Key. Mat. ende profyt der landen
ende ondersaeten van Vrieslant, geachtervolget solden hebben.
Begerende noch hoe eer hoe beter dye selue by haer gesarit
te worden, als dye brieuen breder inholden ende dye gemene
Staten getoent op den dach voersz. te Leuuarden in den Can-
celarie. Waerop is geslooten ende geaccordeert te reysen
Gerrolt Heerma, Sybrant Roerde, Wyttya van Camminga,
Jancke Douwema, heerschappen ende Wybo Gerryt z. van
Leuuarden ende Symon Hendrickz. van Harlingen met een
credentiebrief ende sekere articulen hyernae volgende.
COPIA VANDEN CREDENTIEBRIEF. (\')
Alder doerluchtichster groetmogenster Margareta
Eerlshartoginne van Oestentrick Hartoginne ende
Graefinne van Burgondien regente ende guuer-
noer, onsen genadigen vrou onsen gehoersaemeii
trouuen dienst.
Alsoe vue mogentheit den Staten van Vrieslant geestelick
ende waerlick, Edelen, heerschappen, steden ende landen ge-
(*) Chtb. II. 121.
-ocr page 292-
278                       WORP VAN THABOR ,
1522 screuen heeft, omme ytlicke gedeputeerden van t gemene
lantschap Key. parthie holdende in Vrieslant, by v. G. te sen-
den, tselve ter eere Key. Mat. v. G. heere ende neue, immers
tot welfaert ende profyt van den gemenen ende inwoenders
van Vrieslant zoude zyn, tot gueder audiëntie ende expedi-
tien, luyt den tenoer desselfs brieff, met aendachtichheit ende
diligentie wel voerstanden sulx naeuolgende sint de gemene
Staeten geestelick ende waerlick , prelaeten, Eedelen, Heer-
schappen , Steden ende gemene lantschappen binnen Leuuar-
den, daer omme versamelt geueest. Alles doer verscriuinge
vanden Eedelen welgeboren Heren Heer Georgen Schenck
vryheer tot Tautenburch, Key. Mat. Stathouder in Vrieslant.
Waeromme wy Prelaeten , Ridderschap , Raeden, Edelen,
Steeden, Staeten ende gemene stemmen houdende Key. Mat.
onsen alder genaedichsten heer parthie in Vrieslant. Doen
kont opentlick , dat wy nae gemene raetslaeginge ende ryppe
deliberatie den eerbaren ende Eedelen Gerrolt Heerma, Sybrant
Roerda, Wyttya Kammenga ende Jancke Douwema, Heerschap-
pen met sampt Wybe Gerritsz. ende Peter Janz. der steede
Leuuarden Burgemeesteren, onse guede vrunden , tot onsen
volmachtigen ambesaeten ende gedeputeerde met dese creden-
tie ende instructie by v. G. ende by onsen aldergenaedichsten
heer vermogende hoege raede te reysen, ende deser Key.
Mat. mennichvoldige beswaeringe ende groeter miserien te
kennen te geuen, daerop prouisie te solliciteren, soe des
groetelicken van noeden is, ende ons daer aff rapport te doen
afgeweerdiget, gedeputeert, gecommitteert, volcomen autori-
teit ende geualt geuen hebben, ende mits desen comniit-
teren, deputeren, volcomen autoriteit ende macht geuen,
alle na tenoer ende inhout van hoer articulen, instructien
ende mondelinge verclaringe. Begerende ootmoedelicken den-
selftigen willen geuen genedelicke audiëntie ende expeditie.
Geloeuen mits desen oeck, wat by hemluyden gehandelt, ge-
gesoliciteert, vercrefi;en ende wtgerecht sal worden , in ma-
-ocr page 293-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  279
nieren als voersz., trouwelick sonder enige contradicsye stede, 1522
vast ende van waerden holden, volcoemen ende naegaen,
sonder alle fraude ende argelist. Toe orcvnde hebben wy
gedeputeerden vant gemene lantschapswegen, luyt onser sup-
plicatien, den Eedelen ende welgeboren heeren, heer Geor-
gen Schenck vryheer tot Tautenburgh Key. Mat. onsen G. H.
Stathouder in Vrieslant gebeden, dese credentie met syn G.
signet ende geuoentlicke hantteeken te willen beuestigen.
Datum Leuuarden opten 24 dach Septembris Anno 4522.
Heer Georgen (schenck Stathouder, dese voersz. credentie
met den naebescreuen aiticulen doorlesende, heft hy door
oersaeck ende suspetie van enigerleye twist ende partie, dye
derseluer tyt was, als voersz. is, tusschen den Eedelingen
ende Key. Mat. niet in Vrieslant, geueygert dye selue cre-
dentie ende articulen toe besegelen ende onderteykenen. Doch
sy solden tot hoer behaegen dye credentie seluen onder mel-
canderen signeren, ende hy wolde hemluyden met scheepen
van oerloge vorderen, waer hy conde. Doen heeft dye Stat-
houder an vrou Margateta docht te reysen met zeekere beuel,
Tyaerdt van Burmania Ridder, Meester Frans van Alphen
raeden Key. Mat. in Vrieslant ende meester Tjaerdt Elgersma,
dye niet den ander Gedeputeerden voersz. van des lants wegen
syn gereyst tsaemen an vrou Margaret.
COPIA VANDEN ARTICULEN BYDEN LANDEN VAN VlUESLANT ,
DOCH NIET EENDIUCHTELICKEN BYDEN GEDEPUTEERDEN
AN VROU MaRGARIET ENDE KEY. MAT. RAET IN
Brabant gesonden. (*)
Inden eersten, dat alle Vriesen den Heere van Geldre par-
tye holdendo, ende nu sich an Key. Mat. onsen genadigen
heer willen begeuen, in gratie sullen genoemen worden, met
(*) Chtb. II. 122.
-ocr page 294-
280                          WORP VAN THABOR ,
1522 abolitie quytscheldinge van allet gene, soe sy tegens Key.
Mat. ende den Hooggeboren Fursten van Sassen ende oeck
andere landen eiide steden, versekert ende beuestiget sullen
worden, ende voertaen als lytmaten des heyligen ricks ge-
acht te wesen.
Ten tweden, dat Graeue nae Graeue van Hollantt tot euige
dagen ouerden landen van Vrieslant erffheer ende gubernoer
van wegen Key. Mat. ende des heiligen ricks sullen wesen.
Ten darden, dat dye lantschappen of Staeten van Vrieslant
enen beuanten heer des heyligen ricks tot enen potestaet,
thyen ofte twaelif oprechte doechsame persoenen sullen kye-
sen mogen, dye alle saken des hoecheits eeren ende politien
van wegen der eerfguuernoer in steedt Key. Mat. regieren
sullen ende beuaeren.
Ten yyerden, dat dye gemene Viïesen elck in haer Juris-
dictie amptluyden (dyet onderrecht bewaeren) kiesen sullen
mogen.
Ten vylten dat geen Eedelman ofte naemafftich persoen aen
lyf ende guedt om misdaet, sonder dye landen daertoe requi-
reert te syn, zall worden in enige criminele saken condein-
neert, het waer dat dye saeck heel openbaer waer.
Ten sesten een yegelick zall by syn jus palronatus bliuen.
Ten 7 dat geen priester meer dan een beneficie ende selfs
in loco resideren sall.
Ten achten, dat van noeden sall zyn reuocatie te schien van
allen confiscatien der gueden ende dye met sulcks begift syn
van Key, Mat. met anderen manieren contenteert toe worden.
-ocr page 295-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   281
Ten 9 dat byden potesfaet ende Gedeputeerde een redelick 1522
incomst, tot behoef ende eere der eerfgubernoer aen steedt
Key. Mat. ende bescherminge der landen, sonder yet daerom
te besuaren ende belasten ordineren sullen.
Ten 10, dat dye gemene Vriesen in allen tollen, waer sy
gelegen mogen wesen, niet hoeger dan anderen onsen eerff-
guwernoers onderdaenen beswaert, sullen schuldich syn toe
betaelen, ende dat dye Stichse dye tollen nieus opgelecht aff
stellen ende niet beswaeren, als sy sus lange gedaen hebben
ende daegelich noch doen.
Ten 11, dat niemant meer dan een officie ende ampt heb-
ben sal toe gebrucken.
Ten 12, dat geen citatie noch appellatie van geestelicke
noch waerlicke persoenen wt den landen van Vrieslantt toe-
gelaeteu sall worden, ende in dye landen te gebrucken Key.
rechten.
Ten 13, dat dye lantschappen van Vrieslant tot geen cryg
ofte oerloge vorder , dan dye Vrieske boedum streckt, met
reysen ofte contributie geuordert ofte belast sullen worden.
Ten 14, dat articulen ende preuilegien , soe dye landen toe
guede sullen naegelaeten worden, vast ende onverbreeclick
geholden moeten worden, ende hoe gebreck daerin geschiede,
als dan dye voersz. landen van Vrieslant weder omme van
allen eeden ende beloften geabsolueert toe syn.
-ocr page 296-
282                       WORP VAN THABOR ,
Vanden wedcrcomst der voersz. gedeputeerden
ende accoerdt op die lant artlculcn ende een
Landach binnen Leuuarden scholden.
1522 (*) Die voersz. gedeputeerde die te Howe geweest zyn, synt we-
dergecoemen den 27 Octobris binnen Leuuarden, behaluen ,lanc-
ke Douweraa, ende met hem twe commissarissen als meester
Jasper Luuesz. raedt ordinaris in Hollant, ende Jan IJubertz.
schout van Amsterdam, geschickt van vrou Margaiete, tot
welcke versoeck dye Stathouder een Landacli heeft laeten
verscriuen binnen den stat Leuuarden te holden, daer dye
geschicten , Gerrolt Heerma, Sybrant Roerda , Wyttya Cam-
minga, VVybe Gerritz., Peter Janz. ende Synien Hendrickz.
van Harlingen, dye landen rapport ende antwoert getoent
hebben, soe hyernae volget.
Opten eersten artickel, aengaênde dye Remissie vanden
weder partyen.
Antwoert :
Dye Key. Mat. sall den genen, dye onder syn gehoersaem-
heyt coemen ende eedt doen willen, remitteren van allemis-
daden ende excessen tot desen daege toe geschiet, toe water
ende toe lande, binnen bestandt ofte daer buytten, soe aen
den Furst van Sassen als andersyn.
Opten tweden , aengaênde dat eerfgubernaetschip,
Antwoert :
Sy sullen sueeren den Keyser, ende dye van hem comen
sullen, ende alle syn eeruen ende successoren, voer eerfhe-
(«) Chtb. II. 123.
-ocr page 297-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  283
ren ende gubernatoeren vanden landen van Vrieslant, als 1522
van naeme ende van wegen des heyligen Roemschen ricks,
nae vermogen ende inholt des Fursten eedt.
Opten derden artickel, aengaende den potestaet ende\' hogen
raedt,
Antwoert:
Dye Keyser sall hem stellen een man van macht van har-
warts ouer, niet wesende vander hoeger duytscher tongen ,
daer sy reeden sullen hebben met te vrede te wesen. Ende
zal twe van den raede stellen, hetzy wt Vrieslant ofte ander
landen, soedat syne Mat. belieuen sall. Ende als enige van-
den anderen plaetsen vaceren, soe sullen dye staeten depu-
teerden een wt den geestelickheit ende een vvt den Eedelen
ende een vanden steeden, dye met den potestaet, ende an-
deren vanden raeden, drye guede mannen daertoe kyesen
vanden landen van Vrieslant, dye sy gehouden worden den
Key. Mat. te presenteren, dye daer een bequaem aff nemen
sal, om dat by syn commissie te bedienen.
Opten vyerden artickel, aengaende die officianten int on-
derrecht,
Antwoert.
Dye Keyser consenteert, dat elck in syn Grietenien ende
Jurisdictien sullen mogen noemen drye persoenen, daer dye
Key. Mat oft syn potestaet ende raet énen bequamen aff
nemen sall, dye dat by commissie vanden Keyser oedie-
nen zall.
Opten vyften artickel , dat geen Eedelman ofte naemaftich
-ocr page 298-
WORP VAN THABOR,
284
1522 persoen aen Jyf ofte gixel gesti\'aft zall worden, om misdaet,
sonder condemnatie ende bywesen den staeten vanden lan-
den, te weten criminael saeken.
Antwoert :
Bye Key. accordeert, dat in crimine lese maiestatis, dat
dye Keyser oft syn potestaet ende raedt dye kennisse behoert,
geen Eedelman oft naemaftich persoen verwesen sal worden
van lyf ofte guet, ten sy dat eerst ende al voeren daerouer
geroepen sullen wesen twe vanden eedelen ende twe vanden
steden, dye daertoe vanden staeten gedeputeert zullen wesen,
dye present sullen syn om te kennen, tguiit dat aengaende
tselue nae sufficlentie beuonden, ofte byden delinquant con-
fesseert sall wesen , dye welke staeten daer aff toegeholden sullen
wesen haer gedeputeerde te schicken binnen thien daegen,
nae dat sy daer geropen sullen wesen , ende indien sy by-
den seluen tyt hoer gedeputeerden niet een senden, sullen
dye potestaet ende raet alsdan voerts mogen procederen ende
recht doen.
Opten sesten, aengaende geeslelicke beneficien etc.
Antwoert :
Sy sullen mogen nomineren, doer dat oude recht van Jus
Patronatus , alle Pastoren, Yicarien ende prebenden , dye sye
den Keysier oft potestaet ende raet binnen den tyt van twe
maenden geholden sullen wesen te presenteren, dye tselue
conferen sailL
Opten 7, dat geen priester meer dan een beneficie, ende
selfs persoenfiick in loco resideren sall.
-ocr page 299-
KROMJK VAN FRIESLAND.                  285
Antwoert :                                        1522
Nae older geuoente sall geen geestelick man twee benefi-
cien bedienen mogen, ende sall resideren in loco.
Opten 8 artickel, aengaende den reuocatie der confis-
queerde gueden etc.
Antwoert :
Dye Kcy. Mat. accordeert datselffde.
Opten 9 artickel, aengaende dye redelicke incomst ower
den landen van Vrieslant.
Antwoert :
Alsoe dye geschickten dat lieuer te doen hadden by den
gemene landen , soe is die keyser te vreden, dat sy tselue
alsoo doen, om by die ene manire ofte andere te aduiseren,
tot eere ende hoecheit der Key. Mat., een reedelicke incomst,
dye den Keyser genoegen ende den landen lydelick sal wesen
om draegen.
Opten 10 artickel, aengaende dye tollen etc.
Antwoert :
Dye Vriesen een sullen in gene tollen, binnen des Keysers
landen , niet meer belast wesen oft hoeger, dan dye gemene
Hollanders niet toll vr.y synde dagelicks geuen moeten.
Opten 11 artickell, angaende twederlei officien,
Antwoert :
Nyemant een zall twe officien in Vrieslant bedienen mogen,
-ocr page 300-
286                       WORP VAN THABOR,
1522 Opten 12 artickul, aengaende citatien ende appellatien niet
toe laeten \\vt den landen van Vrieslant, geestelicken noch
waerlicken etc. ende Key. Mat. rechten toe gebrucken.
Antwoert :
Dye Key. Mat. consenteert, dat men der geen citatien noch
appellatien toe laeten zall in generley wyse in ciuile saken,
ende dye Keyser accordeert inden landen toe gebrucken Key-
          serlicke rechten.
Opten 13 artickel, aengaende dat geen Vriesen vorder,
dan dye Vrieske boedum streckt, in criegen noch in oerlogen
ofte in andere saken geuordert sullen worden.
Antwoert :
Fiat, dan soe veel als sy by haer eygen consent ende guede
wille doen solden.
Opten 14 artickel, aengaende alle naegelaten preuilegien
toe onderhouden, ende dat Key. Mat. daertoe verholden sy.
Antwoert :
Dye Key. Mat. wil allgene, dat hy den landen toe guede
naegelaten heeft, will syn Maiesteit onverbreecklick holden
ende doen onderhouden.
Item noch byden selfden gedeputeerden twe articulen ouer-
gegeuen, ende byden hoeue apponctucert.
Eersten , dat dye landen sullen mogen ordineren op poli-
tien van dicken , dammen , slusen, diepten ende wateringen.
Antwoert:
Sy sullen mogen ordineren stellen, dicken, dammen,
-ocr page 301-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
287
sluysen , diepten ende waeteren, dyenende tot profiten ende 1522
orbaer vanden landen, dye sye geholden sullen wesen den
Keyser ofte den potestaet ende ract te presenteren , dese selfte
te approberen ende te confirmeren.
Ten anderden, dat dye Key. Mat. Vrieslant niet sall alie-
neren vanden graefschip van Hollant ende dat heylige Roem-
sche riek.
Antwoert :
Dye Key. Mat. sal den Vriesen by syn opene briefen be-
loeuen, tlant van Vrieslant tot gene tyden te vercopen, ween
geuen, alieneren vant Graefschap van Hollant ende dat Hey-
lige Roemsche riek.
Item voert hebben dye selue gedeputeerde voersz. vander
wegen te hoeue an vrou Margareta seriftelick ouer gegeuen
als nae volcht:
Alsoe dye landen van Vrieslant ons gebeden ende geuordert
hebben om an onsen G. V. met sampt Key. Mat. raet te tree-
ken , om ten alderfoeglickste wt desen elende, miserie ende
tribulatie te mogen raeeken, heisy dan met pays, bestaat
ende anstant, off met crighhandel, soe dat dye eysschende,
twelck wy nae alle vermogen an Key. Mat. hoegen raet ge-
brocht ende angegeuen hebben, waerop wy beantwoert syn.
Soe dan pays te hebben anden heere van Geldre genoech ver-
socht waere, ende tot genen effect comen conde, waer ons
niet noet verder daer aff toe spreken, dan wy souden onsen
raet angeuen, in wat vogen ende manieren, dat men den
heere van Geldre met craft wt den landen souden mogen
brengen. Dat woldense guetlick hoeren, ende daer antwoert
nae geuen; wy aen syende dat andere hyer bynae haer raet
-ocr page 302-
WORP VAN THABOR ,
288
1522 gegeuen hadden, hoewel sulcken raet niet geuolcht wart, gaf
men haer dye schuit, daer ouer wy ongaeme quamen onsen
raet tegeuen. Nyetemyn soe wy daer niet ouer mochten , of
wy mosten onsen raet met deelen , soe hebben wy met wegen
ende maniren voergenoemeu , ende onsen G. V. ouergegeuen,
woemen dye nae volget, hopen wy sonder middel, dat daer
wat goets wt comen sall, woe desen oeck niet achtervolget
wort, dencken wy voer guede Key. Mat. ende der lantschap
ons daermede onschuldiget toe hebben, ende syn dese hyer-
nae bescreuen:
Primo, dat Key. Mat. moet doer myn heer van Wtrecht
ofte een andere den heere van Geldre in syn lant trecken
om hem aldaer soe aen te vexten, dat hyt lant van Vries-
lant verlaete, ende daer moest men in perseuereren.
Myn G. V.heeft den scickten doen verclaren by monde , tgunt
daer dye Key. Mat. gedelibereert is te doen.
Secundo, dat van noeden is, ende sonder middel oeck ge-
schien moet, dat Key, Mat. met den Graeue van Oest-Vries-
lant aleantie moet maken, ende dat in soedanige wyse , dat
hy niet alleen persoenlick maer oeck met landen ende luyden
sich eergift in Key. Mat. dienst ende hulp.
Antwoert :
Dye Key. Mat. sal syn gedeputeerde senden by den Graeue
van over Eems, aldaer dye landen van Viieslant oeck hem
mede by sullen voegen, om te tracteren in allen saken ter
eere vanden Key. ende dye meeste profyt vanden landen.
Tertio, dat men dese vyer hondert knechten, dye nu in
Vrieslant versolt worden, wil versyen met bequaeme hopluy-
den ende regierders , dye daer aff verstant ende enen guede
-ocr page 303-
*
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  289
wille ende meninge hebben, ende daer een ordinantie in te 4522
maken te water ende te lande, soe dat alder best dyent,
om dye te voeren tot eere ende weltaert der Key. Mat. ende
tot saücheit ende bescherminge vanden lande, ende datmen
dye knechten willich holt met betaelinge ende anders. Ende
oeck datmen den hoep versiet met geschut ende andere in-
strumenten, tot soe daene handel, waer met men steden ende
flecken mogen noedigen ende destrueren. Oeck waer wel van
noeden, datmen opsicht heeft opten monstringe, also dat dye
knechten niet geuandelt worden in souten ende penningen,
waer met alsmen yet wat doen sall, weinich oft niet mede
vorderen solde mogen.
Antwoert :
Den Key. Mat. sal syn luyden van oerloge doen versien
van guede hofluyden, dyet verstaen , oeck dye ordinantie toe
maken te water ende te lande, aldaer geroert, ten meeste
profyte vanden landen. Ende soude om dat wel te doen,
daer gern op hebben der landen aduys, sall oeck den knech-
ten met wapenenen ende geschut ende andere gereetschap
daertoe dienende versien. Aengaende den monstringe, dye
Key. Mat, soll syn commissaryssen daertoe gedeputeert beue-
len, dat sy alsoe doen, ende sall puniren den genen, dye
hy beuinden sall anders gedaen (e hebben.
Sekerc mishruck ende dachten Inde ï<andach toe
Iicuuarden tegen den Sta thoudcr ende hogen
raet van Vrfeslant owcrgegeacn.
Want dye gedeputeerde voersz., an vrou Margareta ende
Key. Mat. raet ter hoeue, den Stathouder sampt dye raedt
19
-ocr page 304-
290                        WORP VAN THABOR ,
1522 in Vrieslant grotelicken hadden beclaget, soe hebben dy com-
myssaryssen, als Mr. Jasper Luue z. raedt ordinarys in Hol-
lant ende Jan Hubrecht z. Schout in Amsterdam, om dye
voersz. riplick te verstaen, onderstaen , commissie hebbende
inden seluen landach toe Leuuarden, sekere persoenen gede-
puteert, dye den gebreken van Vrieslant solden aengeuen,
ende dye als nae volget by articulen stellen opten dachten
byden naesten gedeputeerden vrou Margareta angegeuen.
Inden voersz. landach zyn 14 persoenen genoemineert, om
der lasten der landen ende zuaricheyden aen te geuen , ende
dye syn te laesten op achte. Dye selue hebben by articulen
gestelt aen dye commissarissen, soe nae volget. (*)
Eedele hooggeleerden commissarien, van weegen ons G. V.
.Margareta met sampt den hoegen raet Key. Mat., alhyer in
Vrieslant geschickt, omrae te verstaen dye besuaringe, lasten
ende gebreeken dese landen van Vrieslant onder alle staeten,
steden, landen\', om daeraff genoechsaem instructie den hoeue
scriftelicken te presenteren, van alsulcke gebreken ende suare
querelen remedie te exhiberen , van "wclcker beneficien voersz.
dye lautschappen onser Genaedigen Vrou met sampt den hoe-
gen raedt ende commissarissen seer hoeglicken bedancken,
ende tot geenre tyt genoechsame mogen of connen verschul-
den, dat wtlicken hartlicken liefde daer inue beuysen, ende
oeck om clement exauditie ende dachtelick tractaet den am-
besaten der landen ter hoeue geexhibeort. VVaeromme duer
laste confidentie dye prelaten , steeden ende landen, angaende
dese nae bescreuen articulen opten bedachten vanden vol-
machtigen ambesaeten, te hoeue geschicket.
(•) Chtb. II. 130.
-ocr page 305-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  291
Artfcolen ende beswaernlsse der Prelaten, 4522
Gestelichelt, «leden ende gemene landen
van\' Vrieslant.
Ten eersten beclaegen die Prelaeten ende geestelickheit be-
swaert te wesen in hoeren preuilegien, dye hem luyden in-
horen renthen ende persoenen gegunt syn, dat haer meyers
sonder enige schattinge Jacobi ende Martine byden eedelen
ende welgeboren heer Florys van wegen Key. Mat. gegunt
ende geconfirmeert toe syn, waer om sy vercort worden.
Ten tweden worden dye prelaten ende cloesters in Vries-
lant dagelix met legeren groetelicken beswaert, ende in ho-
ren gueden grotelicken gespolieert ende beschadicht, soe dat
dye huysen van dye cloestei en afgebroken ende gebrant wor-
den, ende dye knechten met hoer vrouwen in dye kercken
ende sacreide plaetsen hoer nachtrust ende acta venerea ple-
gen ende doen , welcke legeren tot meerder profyt Key. Mat.
endeaden landen voerden Gelderscbe steeden, als Dockum
ende Sloeten, mochten geslaegen worden , ende dye te be-
waren, waerduer dye vianden sullen worden gekrenckt, ende
dye vrienden onbeschadicht bliuen.
Ten darden, dat ouermits den Stathouder heer Tyaerdt van
Burmania, heer Julius van Botniga, heer doctor Kempo van
Martena, mr. Tyaerdt Elgersma ende Jan Rattaller Rente-
meester , boeuen consent der landen ende steden enen gue-
den bestandt, wesende tusschen den groetmogende Key. Mat.
ende den heere van Geldre , ingebroken is duer hoer vreemde
toegen ende anslaegen, soe een somma van knechten tot mit
den hoeg geboren heeren Philips van Burgoendien, bisschop
toe Utrecht, hyer inden landen opten gaerde hy heeren
(*) Chtb. II. 130.
19*
-ocr page 306-
292                       WORP VAN THABOR ,
1522 Tyaerdt Burmannie worden angenoemen, ende in dat Sticht
geschickt, ende corts daer nae is dye heele bisschopshoep
van knechten in dye landen van Vrieslant gecoemen, dye
schattende, brandende ende spolieerende, met hulp ende by-
stant vanden Stathouder ende regenten voersz. met bussen,
puluer, prouande ende met folck, soe dat Key. Mat. landen
doer dye knechten seer voerduruen worden in brande ende
cost, soet een suare duer tyt was. Ende in dye selfte han-
delinge heeft dye Stathouder van Grietenien ende dorpen
grote incomst genoemen, ende nae vertoch des bisschops
hoep een groete somma van restante penningen, daer dye
bisschop toe quamen, heeft opgeboert. Ende inden seluen
winter voerleden tot Suyrhuysen inder Geldersche Jurisdictie
oeck buytten consent der landen geloegen, ende den Gelder-
sche knechten aldaer neder geleit, waervan hy aduiseert
worde om sulcks niet te veruorderen, ende toe Worckum ge-
toegen dye Geldersche schepen ende andere te verbranden;
ende waeren dese aenslaegen niet geschiet, soe souden dye
landen in gueden vreede durende den bestande hehben rus--
telicken geseeten, waer duer Key. Mat. ende dye landen in
groeten onmercklicke ende onuerwinlicke schaden gebrocht
syn, te wetene dat dye burgeren van Leuuarden ende meer
ander steeden, inden vasten laest leden oft daeromtrent, haer
botter by groeten lasten huyden ende andere gueden genoe-
men syn van dye Geldersche opter zee, ende den landen in
roef, brant ende schattinge gecomen.
Ten vyerden, dat doen des Bisschops hoep hyer inden
landen toe brantschatten waren, syn dye van Stellingwerff
toe Leuuarden gecoemen, begerende vanden Stathouder, dat
hy hemluyden in protectie nemen wolde, ende sy behoerlicko
eedt Key. Mat. wolden doen, omdat sy ontlast mochten wor-
den van des Bisschops hoop, twelck dye Stathouder after
wege stelde.
-ocr page 307-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
293
Ten vyften, dat toe Mey voerleden, als dye voerscreuen 1522
anslaegen geschiet waren, dye Stathouder wt den landen
reysden, den omslag makende voer Gelmuden, voerlatende
dese landen desolaet, waer van hy aduiseert worde, dat hy
dese landen eerst wtter last solde helpen , want in Doccum
ende Sloeten geen prouande een waren, sulcks niet ach-
tende, waer daer tot groten moedicheit prouant quam, ende
dye landen der Key. Mat. tot groten schaden, miserien ende
armoet syn gecomen, blickende by den artickel hyernae
volgende.
Ten sesten, dat ontrent Mey voerleden by heer Tyardt van
Durmania mjc knechten voersamelt worden, ende met den
sulfstigen knechten tot Mariengaerdt een leger gemaeckt,
leggende in dye Jurisdictie der Key. Mat. een groete myle
van Dockum. Ende te wyle hy daer een tyt lang gelegen hadde ,
hebben dye voersz. regenten sonder landage te holden, van-
den floreenrenthen twe strs. by brieuen van executien laeten
exequeren, ende persoenen in steeden laeten arresteren, tot
cleine profylte immers tot groete schaede der Key. Mat. ende
den landen. Daer van Mariengaerde getogen tot Foswert int
cloester, ende daernae int cloester Clarencamp, welcke een
halue myl is van Dockum, waer van oeck dye Geldersche
werueckt syn den landen toe beschaedigen ende den Gel-
dersche duer heer Tyaerdt met syn knechten niet gekrenckt syn.
Ten soeuende, dat wt sulken eysschenge vanden dubelt
strs. discordie ende twedracht onder Key. Mat. eedelingen,
duer scriftelicken clachten ende accusatie vanden regenten
aenden Stadthouder inden leger voer Gellmuiden geschiet,
welcke accusatie sommige vanden Eedelingen tot groeten
iniurie is, betreffende dat sy conspiratores tegens Key. Mat.
geueest ende commotie onder den gemene luyden solden heb-
ben gemaeckt tot achterdeel Key. Mat., omdat sy tegenstandt
-ocr page 308-
294                       WORP VAN THABOR ,
1522 deden, den dubbelt sts. vanden floreenrenthen, sonder lan-
dage te holden ende consent, mede te geuen , ouermits hoer
preuilegien, als dese breder sullen blieken byden brief van
den voerscreuen regenten den Eedelingen ouergescreuen.
Ten achten, dat die onderdaenen Key. Mat. groetelick be-
schaedicht syn , in rooff, brant, brantschattinge van den ge-
heelen hoep des soendach nae Sacramenti, doer groete ne-
gligentie ende versumenisse van heeren Tyaerdt ende Douwo
van Burmanie gebroeders hofluyden , soe sy geschickt waren
by den eedelingen ende huysluyden der landen, den Gelder-
sche knechten in Barradeel, Menaldamadeel verstroyt lieten
leggen , waerdan dye hoefluyden vanden anslag der Geldersche
aduiseert zyn , om Mariengaerdt sonder vertreck in toe nemen.
Ten 9, dat dye voersz. officianten ende hofluyden desen
voerleden soemer ten oerloge geordineert geweest ende beuel
gehat, gesocht hebben den cryg te verlangen ende den platte
landen toe verderuen, te schatten ende te platten tot achter-
deel Key. Mat. ende der landen , want den landen onder den
Geldersche protectie sittende seer geneecht, ende oeck om
lieten gaen, dat sy Dockum ende Sloeten wolden mede be-
leggen, daer dye omslag vanden Stathouder ende regenten
niet veruordert worden.
Ten 10, dat van noeden wel wesen , dat ons aldergenae-
dichste vrou brieuen van mandamenten in den landen geschikt,
om dye priuelegien vergunt tot effect toe brengen, want sy
by onsen heer den Stathouder worden impedieert, nadat hy
den 10 dach Nouembris den raet vragende in tegenwoerdicheit
vanden commissarie, wat hy soude met den Grietenien, dye
onthietinge gedaen hadden om den jaerlickse tyns op te bren-
gen, ende hy met vangen, ende brandinge, te veruolgen , te
crigen , luyden synder jurisdictie , dye den landen noyt getont
ende contrarie den natuer vanden landen ende luyden we-
-ocr page 309-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     295
seiJe, soe sy onder gene subiectio ymmers met clementie 1522
ende guetlickheit sint te benoegen, waerop dye volmachtigen
ambesaeten aduys den hoeue geschickt is.
Ten 11, dat dye landen van Key. Mat. knechten behaluen
generaal roeuen, brant ende brantschattinge in desen soemer
syn beschaedicht ende geuancklick invoert, specialick een vrouwe
geslagen, dat sy terstont een doet kint baerde, kysten, try-
soren in vel plaetsen opgeslaegen, bedden, kysten ende pro-
uande genoemen, niet anders of sy vianden waren der Key.
Mat, geueest, ende op den leueringe gelecht sonder betalinge,
nochtans wel betaelt, daer by den Stamouder sampt den re-
genten wel impedieert mochten hebben geweest, welck den
landen suaerlick is te lyden, ende noch dagelix doer quaede
justitie, als den enen misdader van een ander natie deser
landen toe quytten, ende van deser landen in minder schuit
an lyf punieert worden.
Ten 12, dat dye landen Key. Mat. subiect ouermits roef,
brantschattinge nu seer verdoruen worden doer oeliff gouinge (*)
der knechten, dye den landen tot bescherminge gegunt ende
toegcsecht syn te Hoeue by apponctemeute, dye welcke knech-
ten van groeter noet syn om bescherminge der landen ende
benauinge ende beleggen den Geldersche steeden , want men
den stadt Sloeten soe wel des winters als somers mogen be-
leggen, ende benauuen, ende dye landen met lyf ende goet
nae vermogenheit willen doen, om den landen, steeden ende
vruchten toe beschermen, want sie duer dye vruchten beson-
der dat Bilt in desen duren tyt sustenteert worden ende on-
derhouden.
Ten 13, dat dye regenten onbehoerlicken ende tot groten
(•) d. i. oorlof geving.
-ocr page 310-
296                       WORP VAN THABOR,
1522 achterdeel Key. Mat. ende der landen gedaen hebben, omdit
dye Vriesche knechten, daer dye ennde ende anslaegeu van
dese landen meer hebben dan andere knechten, dye alle vren
ende stonden den landen, doer konde mogen verderuen.
Waeromme van noeden is, dye sulftige geschickte Vriesche
knechten aen te nemen , ende in Staueren ende andere plaet-
sen te leggen, daert van noeden is, soe die steeden ende
landen, om reeden voersz. daertoe geneicht syn.
Ten 14, dat itlicke beuanten Key. Mat. den Stathouder te
voren gelecht ende aengegeuen hebben, dat sy met aeht hon-
dert knechteu sampt ytlicke huysluyden, dye sy tot hoeren
hulpe hadden mogen crigen, Slocten belecht hebben, twelck
vanden Stathouder affgeslagen is , ende doen ter tyt soe cranck
in Bolswart stonde, dye sick wel guetlicken onder Key. Mat.
solden hebben mogen begeuen , indyen enige veruolg om Sloe-
ten te beleggen ende te benanuen hadde geueest, waar wt
dye landen ende dye stadt Sneeck voerdoruen worden, zoe
des groetlick te besorgen staet.
Ten 15, is oeck van noeden dat sulcks onderhouden wort,
dat \'koern ende alle saet hyer inden landen wesende tot nutte
der landen ende steeden niet wtgeuoert te worden tot preiu-
ditie der landen, hoe wel tot nu toe wtgefoert syn by manie-
ren van pasborden vanden Stathouder, dye niet aengemeickt
heeft Key. Mat. ende der landen profyt, soe in dit jaer cleyn
ende weynich van vruchten gewassen is geueest. Waeromme
van noeden is, inhibitie te geschien sonder exceptie van
persoenen.
Ten 16, datter ambesaeten inden Landach toe Harlingen
gestelt waren , ende Wytlya Camminga , Jancka Oenama ende
Doctor Peter Camminga hier te Hoeue uerschenen, om cre-
dentiebrieuen te hebben vorden ambesaeten, welcke hem
luyden vanden heeren geweigert worde, ende daernae op
-ocr page 311-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    297
dye vorscriuinge van onsen genaedigen Vrou weeder een landach 1522
geholden, dye welcke ambesaeten inden eersten landage ge-
stelt , inden anderen worden geconfirmeert, zo e dat dye ge-
deputeerden van den Stathouder metten hoegen raedt com-
municeerden, ende sulcks oeck weigeringe dede, ende dye
raet sich stellende tegens den landen in plachte, om dye
nutte ende eere Key. Mat. ende den landen te verlaten.
Ten 17 , dat dye Stathouder huysluyden all hyer te meerckt
wesende ende in huyseren heeft laeten vangen ende op pen-
ningen gesteit.
Ten 18, dat heer Tyaerdt van Burmahnia vanden Eedelen
ende welgeboren heer Florys gesteit ware, om dat blockhuys
ende der stadt Dockum te beuaeren ende beuestigen, dye
welcke heer Tyaerdt door quaede prouisie van prouande,
puluer ende anders den stadt Dockum, sampt dat blockhuys
in handen der Geldersche gebrocht heeft. Ende dat duer dye
selftige oersaeck, soe dye landen van Hollant knechten be-
hoeftich waren , dye regenten der stede Bolswart ledich lieten
staen, soe comen laeten in dye handen der Geldersche,
welcke nu vanden regenten wel prouidert mochten hebben
met knechten, inden steeden Leuuarden ende Franicker leg-
gende, dye de steeden wel hadden mogen ontberen ende lyden.
Ten 19, dat mr. Tyaerdt Elgersma opentlick heeft gesecht,
datmen des Keyses crieg niet haestelicken behoert toe eynden.
Ten 20, dat dye voersz. meester Tyaerdt veel nieuue com-
missie brieuen boeuen oldergeuoente, omme dye geestelick-
heit te exactioneren, opbrengt ende vercriget, waerduer dye
geestelickheit ende waerlickheit quaede toeneyginge an Key.
Mat. hebben.
-ocr page 312-
298
WORP VAN THABOR,
Ten 21, dat heer Julius van Bottinga weduen ende wesen
ende andere luyden onder dye Geldersche jurisdictie renthen
opboert, soe dat daerduer vel Burgoensche renthen byden
Geldersche weder opgeboert worden. Waeromme vermoe-
den (*) is inhibitie opten seluigen opgeboerden penningen van
heer Julius comminuert toe worden dengenen, dye hoer ren-
then opgeboert worden.
Ten 22, soe in desen tegenwoerdigen jaere ontrent Mei
is een landach toe Leuuarden beraemt byden raeden, syn
aldaer ytlicken byden lantschappen gedeputeerden, omme
articulen te concipiëren aen Key. Mat. dye gebreeken te re-
medieren, ende dye landen wt hoer elende ende miserien te
helpen gestelt, hebben dye selfte vor genoemde raede, son-
der weten, wille ende consent der lantschappen , ytlicke arti-
culen wtsendende, an Key. Mat. boeuen gescreuen, met
instructie geschickt.
Ten 23, soe dan onsen genadigen vrou commissarien inden
landen van Vrieslant van wegen Key. Mat., om alle gebreken,
dachten, ende andere te vernemen ende te vragen ende exa-
men, soe dat behoeren sall, heeft geschikt, ende des oer-
saecken behaluen een landach beraemt, heeft onsen g. heer
Stathouder gesecht tot enen Otto Jancke zoen genoempt, nu
Burgemeester binnen Sneeck, dat hy den genen hem nu te-
genstaende sall gedencken, begerende hyer op dye burgemees-
ters te verhoren ende geexamineert te worden.
Concluderende begerende dye gemene platte landen, heer-
schappen, steeden ende lantschappen van Vrieslant, dat ten
hoeue om dese voersz. gebreken den Stathouder sampt den
regenten van stonden aen aff stellen, want daer groet peric-
kel Key. Mat. ende den landen in gelegen is, ende enen an-
(*) Lees ; van noeden.
-ocr page 313-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     299
deren gueden heere voer een Stathouder ende raeden, luyt dye 1522
articulen te hoeue gesloeten ende gegeuen, stellen ende stellen
laet, oft staet te besorgen van meerder disordre ende twyst,
soe inden landen mocht opstaen.
Dit heeft Jancka Douwema van Oldeboern voersz. hebbende
tot zyn hant veel heerschappen, oeck niet van den mynsten
ende dye Key. Mat. parthie altyt hadden geholden, tegen den
Statthouder ende hoegen Raedt gedaan, inden eersten omda t
dye raet sampt meer heerschappen, daer dye Stathouder oeck
mede hilden, dye tractaet ende ouercomst by Jancka Dou-
wema voersz. voercregen van Key. Mat. voert lant van Vries-
lant niet hebben willen admitteren, niet dat dye tractaet voersz.
tlant onnut ende preiudicieel solde geweest hebben, maer
omdat dye persoen, diet hadden vercregen, niet aengenaem
was om reden voersz., want of dese tractaet ende accoert by
Jancke voert lant van Key. Mat. vercregen, tland van Vries-
lant nuttlicker ende profytlicker is, dan dye nae int jaer van
24 by K. M. commissaryssen ende tgemene landt geaccordeert,
laet ick staen tot juditium der geene, dye se beyde sullen
lesen ende met malcanderen confereren. Ten anderen, arbeyde
Jancka om heeren Georgen Schenck Stathouder aff te hebben,
omdat by Edzart Graeue van Emderlant weder Stathouder
ouer Vrieslant begeerde te hebben. Ende hadde vrou Marga-
reta ende Key. Mat. raedt soe voer al indicteert, datse Jancka
commissie hadden gegeuen aen den Graeue toe reysen ende
soliciteren, dat hy sóude aennemen toerloch toe voeren in
Vrieslant tegen den Geldersche. Dit stonden dye regenten
met meer heerschappen oeck tegen, ende wolden den Graeff
niet heben, om syn handelingen tegen den Furst van Sassen
perpetreert. Thadde oeck Key. Mat. ende den landen van
Vrieslant in dye tyden noch niet gedient.
«SSp
-ocr page 314-
300                       WORP VAN THABOR,
Aiislagcn der Geldersche tegen den stadt
Sneeck ende ander plaatsen.
1522 Anno 22 voergaederde die Graef van Moers, binnen Sloe-
ten opt huys woenende, alle dye knechten, seinscheepsluyden
ende ballingen van Sneeck wt Sloeten, Lemmer ende Bols-
wart , ende toeg inder nacht al stille \'met syn volck voer
Sneeck, ende laegen een paert int cloester toe Hospitael, ende
een paert onder den dick by Eersterzyl, omme Sneeck toe
verrassen ende heimelick in te nemen , als dye poerten op-
gingen. Soe ist geschiet op onsen Vrouwen assumptionis
auont, des morgens tusschen vyer ende vyf wren, als dye
poerten opgingen, ende dye wakers van den waeck waren,
ende dye maegden quamen wt den noerder poert om den
koyen te melcken , dat daer aen quaemen gaen nae dye poerte
drie mannen in wiue clederen, ende hadden yegelick een
corff, daer butter in was, aenden aerm, ende een opsteker
op dye mouuen recht off sy landt wyuen hadden geueest,
dye inden stadt hoer butter wolden vercoepen, ende meenden
soe dye poerte op te holden, soe lange dat daer meer had-
den angecomen, ende of hem yemant hadde tegen staen, den
wolden sy den hals afgesteeken hebben. Soe stonde daer een
burger voer den noerder poerte opt rondeel, ende sach dese
drye mannen in wiue clederen aencomen, ende began anden
ganck ende twesen toe twiuelen, dat het geen wiuen waeren,
ende liep haestelick wederom nae den poerte, ende began
den valbrugge op te trecken. Doen dat saegen den mannen
in wiue clederen, ende noch drie mannen dye hoer naefolg-
den, togen opden loep naeden poerte, ende dye burger
voersz. mochte dye valbrugge soe geringe vorden poerte niet
ophaelen, off dye vianden waren daerby, ende haelden den
brug met helbaerden weder met craft neder. Doen verliet
den burger den brugge, ende creeg met nauuer noet doer
hulpe van een ander burger, dye daer onwersiens by quam,
-ocr page 315-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   301
dat klinckket ofte dye clemme doer van den poerte toe; ende 1522
dye Geldersche cregen den brugge in, ende schoeten met
haeken ende roeren inden stadt doer den schietgaeten inden
poerte daer gemaeckt. Doen brack al dye Geldersche leger
op ende riepen met luyder stemme, val an, vall an. Onder
dissem sloeg dye trom inder stadt allarm, ende dye burgers
quamen aenden wal ende op den poerte, ende worpen met
stenen boeuen vanden poerte, dat den Geldersche dye brug
mosten begeuen, ende wieken buylen vanden poerte, voert
ginck dat geschut wt den stadt los, alsoe dat dye Geldersche
aff wecken vanden stadt ende togen yegelick weder nae zyn
plaets, ende dye Graeue na Sloeten, ende dye stadt Sneeck
bleeff ongenomen. Ende dat Godt den stadt ende burgers
doen beschermde buytten enige versienicheit vanden burgers,
hebben dye pastoer ende Sicko Liauckama heerschap sampt
alle dye inuoenders geestelick ende waerlick gesloeten ende
geordineert Godt Almachtich toe loff ende danck , dat syn
gotlicke barmharticheit den burgers doen beuaerden vanden
groeten bloetstortinge, dye de graeue van Moers solde onder
den burgers hebben gedaen, datse alle jaren sullen proces^
sie holden met dat weerdige heylige sacrament op assump-
tionis Marie auont, dat is den 14 dach Augusti.
Omtrent Egidy toeg Heerko Feyke z. heerschap dye Gel-
dersche partye holdende met 20 Geldersche knechten toe
Wiuert op Douuo Pieters z. huys, ende besetten dat ende
woldent sterek maken, om dye passagie te waeter ende te
lande tusschen Leuuarden ende Sneeck ende Franicker te
beletten. Dit hoerden dye Stathouder toe Leuuarden, ende
quam binnen drye dagen, naedat dat huys van dye Gelder-
sche was ingenomen, met knechten ende burgers wt Leuuar-
den ende groet geschut , ende beleyden dat huys, ende schoe-
ten met geschut soe craftich aent huys, dat dye Geldersche
opt huys w«sende hem niet mochten weren, ende onder dat
-ocr page 316-
302                       WORP VAN THABOR,
1522 schieten stormden dye Burgoensche ende wonnen dat huys,
ende Heercke worde met al dye knechten werender hant doet
geslaegen, wtgesecht een dye worde gefangen ende nae ge-
hangen. Int begin Septembiïs beleyden dye Harloch van
Geldre met hulpe van Gronningers ende huer geschut thuys
toe Couoi\'den, ende laegen daer voer 10 dagen ofellif, ende
schoeten met groeter chraft opt huys, alsoe dat Freedrick
van Tuickel drost vanden Bisschops ende steeden wegen opt
huys, dit huys op gafF in handen des Hartochs van Geldre
opten 12 dach Septembris; die Hartoch van Geldre besette
dat huys met syn volck ende maecktent stercker, dant te
voren was.
Opten 22 dach Septembris quamen burgers , seynscheeps-
luyden ende knechten met twe Vendelen wt Bolswart, ende
maeckten Hottinga huys op Nylandt wt op dye weer, ende
toegen voert byden dick om nae Sneeck, ende toenden hem
aldaer ende reysden weder nae Boelswart. Doen dye van
Boelswert weder nae hoer stat waeren gereist, lieten Sne-
kers met dye trom omslaen, dat alle dye burgers met heur
geueer solden coemen op dye plaetse, om sekere woerden
toe onderstaen, ende dye gemeynte voer te holden van ytlicke
burgers , dye suspect waren noch goet Gelders toe wesen,
gesproken, recht eer dye Geldersche voer dye stadt quaemen.
Dat alleer niet lange men solde wat anders in Sneeck ver-
nemen. Alsdan dye gemeinte op den plaets by een waeren,
ende dese voersz. woerden hoer voer geholden, dat se sou-
den ouerleggen, wt wat gront ende meninge sulcke woerden
waeren gesproken, soe is het beuonden, dat dye sulcke
woerden hadden gesproken, met veel ander burgers, dye
suspect, niet mede opten plaets waren, waerom worden sy
tot huer huysen ende andere plaetsen gesocht, ende geuon-
den, ende wt den stadt gedreuen , tot vyftig burgers toe, ende
all meeste van den rickdom, dye hem te Sloeten, Bolswart
-ocr page 317-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   303
ende andere plaefsen onthilden, soe lange dat sy duer com- 1522
positie oft tractaten wederom in Sneeck quaemen. Dit ge-
schiet worden omtrent hondert Vriesche knechten binnen
Sneeck op Key. Mat. solt tot beuaernisse daer stadt, • daer
Ywo Frytsma, Low Doenya swaeger, hofman van was, ge-
lecht. Doe lyet dye Graeue van Moers duer syn brieuen
ende boeden verbieden alle dye Omlanden by Sneeck leg-
gende by lyff ende guet ende byden brant, dat niemant met
Snekers moste handelen , coepen, noch voercoepen toe Sneeck,
niet toe reysen, niet toe haelen, noch toe brengen. Doen
dan dye huysluyden, ouermits anxte vanden Graeue van
Moers, binnen Sneeck geen gueden opten merckte brochten
te vercopen, toegen dye Snekers wt opten dorpen om Sneeck
leggende, ende haelden wt dye weyde alle dye vette beesten
ende brochtense inden stadt, ende beuoelen den genen, dye
de beesten toe quaemen, datse solden nae coemen inden
stadt, men solden hem betaelen. Sy worden betaelt, maer
niet opt duerste.
Int begin Octobris quamen die Burgoensche knechten in
Claercamp, daer heer Tyaerdt van Burmania hofman van
was, ende deden daer geen groet profyt, dan sy het cloester
ende huysluyden daeromtrent wonende groten schaede deden.
Daernae den 40 dach Octobris braken den Burgoense op wt
Claercamp, daer latende een vendel huysluyden leggen in
Claercamp, ende dye Burgoensche toegen in Bergum ende
daer omtrent, ende vingen ende bonden ende naemen al,
wat sy crigen conden, vanden huysluyden, dye noch Gellers
waeren. In Collum , Gerkiscloester ende tot Vrouwen cloester
laegen Geldersche knechten, ende deeden niet tot bescher-
menisse der Geldersche Vriesen tejgen den Burgoensche
knechten in Bergum leggende, meer yegelick verdurf dye
huysluyden aen syn syde. Marigaert was oeck beset met
Vriesen , dye Keysers hadden gesuoren, tegen den Geldersche
»
-ocr page 318-
304                       WORP VAN THABOR ,
1522 knechten in Dockum, dat dye opt Bil niet solden comen.
In dit jaer in Octobri hebben dye steeden Deuenter ende
Campen met dye Hartoch van Geldre componeert ende ver-
drach gemaeckt, dat sy vry, veylich, ombeschaedicht vanden
Geldersche mochten reysen, coepen ende vercoepen in allen
landen, waer dat het hem beliefde. Duer welke oersaeck
veel moeyterye ende murmurratie rees binnen Suoll onderden
burgers tegen den Geldersche, want sy nergens onbeschae-
dicht mochten reysen om neringho te doen, dan alleen in
Gelderlant, daer niet veel was te haelen. Den anderden
dach Nouembris quam Hartoch Kaerl van Geldre self in per-
soen binnen Gronningen met uc peerden. Ende opten v dach
Nouembris hebben dye Gilden ende gemeente den Hartoch
van Geldre houdt ende trou gesuoren in Sinte Walburgis
kercke. Den 6 dach suoren oeck dye Omlanden by Gronnin-
gen houdt ende trou den Hartoch toe weesen als hoer rechte
heer, ende niet lange daernae senden dye Hartoch van Geldre
binnen Gronningen een nieuwe Stathouder genoempt Jasper
van Marwick , ende Graeue van Moerse worde dat verdraegen.
Die gesten vant jaer 33 in Vrleslant.
..„o Inden jaer ons heeren 1523 inden Aprill liet dye Graeue
van Moerse een sterck blockhuys maken met graften ende
een eerden wall toe Worckum op dat westeynde, ende brack
veel burgers huysen op om dat Blockhuys wille, ende waer
daer meninge, hadde hem dye Burgoensche soe geringe niet
ouergecoemen , dat hy den stadt wilde duer graeuen hebben
ende dye ront ende sterck gemaeckt. Oeck lyet hy dye selue
tyt dye kercketoern toe Worckum wast maken, ende beset-
ten dye met geschut, prouande ende knechten. Int selue
-ocr page 319-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   305
jaer omtrent Mey quam dye selue Graeff van Moerse met 6 1523
hondert knechten, ende sloeg syn leeger in Nycloester, ende
schatten Sneeker vyfgae op groet geit; voert sende hy syn
knechten in Raederahem, als toe Deersum, Poppingwyer, Ter-
soel, Sybrandebueren etc. ende plunderden ende beroefden
daer dye huysluyden, ende naemen all dat sy mochten drae-
gen ende driuen, ende sloegent den huysluyden ouer, dat is
tegen den Graeuen gebot ende beuel hadden haer guet toe
Sneeck gebracht te vercopen. Ende als hy van Nyecloester
wederomme quam , ende ginck met syn oerde nae Boelswert
voer by Thabort, soe quamen Sneekers wt ende voeruolgden
haer op Nyelant, ende an beyde syden bleuen doeden ende
geuonden.
Die Stathouder heer€!eorgen Schenck mitten Baedt
hebben hem te hocue verantwoert op tgenc
datter tegen hem van den gedeputeerden
ouergesecht ende by Dommlssarten ge-
registreert ende te hoeue gebracht is.
(*) Georgen Schenck Vryheer tot Tautenburch, van wegen
Key. Mat. Stathouder in Vrieslant met sampt dye Raedt, ver-
meerekende datter te hoeue tegens hem luyden groetlicken
geclaecht was, soe sint dye Statthouder ende Doctor Kempo
Martena van des raets wegen ower getoegen toe hoeue tot
vrou Margareta van des raets wegen ende Key. Mat. hoegen
raet, om tgene te verantuoerden , dat hemluyden ouergesecht
was. Oeck was daer Jancke Douwema van Okleboern met
zyn vrunden, daer aen beyde zyden seer hart gesoliciteert
ende veruolcht worde, op wclcke twist ende schelinge ten
(*) Verg. Chtb. II. 134.
20
-ocr page 320-
306                          WORP VAN THABOR,
1523 Iaes*en beyde paerten der beuel van vrou Margariet te ant-
woert gegeuen worde, als hyernae volcht, Anno dusentt vyf-
hondert 23 opten 9 dach May.
(*) Mynen G. V. heeft ontfangen die informatie gedaen by-
den Commissarien tot haren begerten daerloe geordineert.
Inden winter voerleden heeft oeck ontfangen dye requesten
by prelaeten, steeden ende andere geestelicke ende waerlicke
persoenen geexhibeert ende ouergegeuen.
Item oeck tgene, dat den Guuernoer belieft heeft te vertoenen
ende ouergegeuen, beroerende dye scheelen inden landen van
Vrieslant ende anders.
Myn G. V. heeft eensgelick ontfangen allet tgene, datt dye
Guuernoer mitsgaders dye vanden raeden in Vrieslant ende
ghy hebt willen ouergeuen, om Vrieslant te willen reduceren
tot obedientie van Key. Mat., ende tselue alles doen \\visite-
ren ende ryplicken verstaen.
Ende verstaet myn G. V. eerst wtter informatien, dat dye
voersz. Guuernoer heeft belast geueest, dat hy onprofyttelic-
ken ende onrechtueerdelicken wt gegeuen soude hebben sekere
solten, waerop haer G. int lange gehoert heeft den voersz.
guuernoer ende heeft verstaen, dat dye voersz. payen ende
solten nutlicker hebben geueest gegeuen, danbeholden, soedat
hare F.G. des voersz. guuernoers ende syn diensten wel tevreden is.
Beuindt oeck haer G., hoe dat dye voersz. Guuernoer be-
last had geueest, omdat hy int jaer van 22 hulp ende by-
standt gedaen heeft den knechten van minen heer van Wtrecht.
Daer aff ende ter causa vanden welcken dye oerloge soude
gereesen wesen, gemerckt, dat dye Guuernoer daerin niet
gedaen heeft dat beuel van Key. Mat.
Voerstaet oeck myn G. V. mit dye voersz. informatie, dat
enige andere belast worden, dat sy niet geholden souden
(*) Chtb. II. 134.
-ocr page 321-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    307
hebben hoer behoerlicke tall van knechten, ende dat sy ouer- 1523
last ende onreedelick bedreuen souden hebben, alst breeder
blickt by dye informatie, waerop myn G. V. sal doen hoeren
ende examineren dye voersz. belaste persoenen. Ende indyen
haere G. sy oft yemant schuldich zynt, sal dye straften
ende corrigeren sulcks, als behoren sall.
Aengaende den requesten bouen gementioneert, myn G. V.
heeft doen maken sekere quoyr, ende tselue doen geuen den
Guuernoer voersz., dye elcke antwoert geuen sal, sulcks dat
een yegelick sall hebben toe wreede te wesen.
Item myn G. V. visiterende hetgene, dat geexhibeert isge-
ueest by den voersz. Guuernoer ende dye vanden raeden van
Vrieslant, beuinde dat by quaede ingeuen zekere dachuaerden
ende vergaringe geholden hebben geueest, sonder hueren con-
sent ofte enige committeerden van hemluyden. In welcke
voergaringe ende dachuaerde soe veele gedaen is, dat dop-
settinge vanden dubbelde sts. opten gulden renthen wtgeset
by consent der genen, dye daer in behoeren te consenteeren
ende tot profyt ende onderholdinge van vyf hondert knechten,
als affgestelt ende te niete gedaen geweest, waer aff
haren G. niet toe vreeden is, gemerckt dat tselue compt tot
groete achterdeel vanden Key. Mat., dye noyt belast noch ye
geeyscht heeft tot dye hulpe van zynre oft anders, maer heeft
gehat groete excessiue costen, ende wtgegeuen groete onspre-
kelicke sommen van penningen, onit tlant te preserueren ende
te beschermen, wil daeromme ende beueelt hoer genaede,
dat alsoe daene ende gelicke vergaringe int heimelick oft int
openbaer, sonder consent van heure G. ofte vanden Guuernoer,
niet meer geholden sullen worden. .
Aengaende den middelen\'ende concepten, oeck owergege-
uen byden voersz. Guuernoer, dye raeden ende by v luyden,
vant lant te reduceren tot obediente etc. heur G., beuindt den
selve guet ende loilick, ende heeft heur G. by rypen raede
gemaeckt al sulcke ordinantie ende alsoe danige woerden ge-
20\'
-ocr page 322-
308                          WORP VAN THABOR ,
1523 bat, dat huer G. hoept by hulpe van Godt seer corts tot
obediente te brengen dye rebelle Vriesen ende anderen on-
gehoersamen Key. Mat.
Myn G. V. heeft oeck verstaen dye onder den raeden soude
wesen, om datse onder een ander vrunt ende maecht, ende
dat sy niet resideren. Item dat sy hebben veel andere offi-
cieu, twelck alsoe niet een behoert. Is daeromme haer G.
van meninge, daer toe setten ende seer corts te senden een
guet notabel geleert man voer een raedt met sekere in-
structien, om goede ordinantie toe holden ende op alles toe
remedieren.
Begeert hyeromme myn G. V. niettemin van wegen Key.
Mat. beuelt v, dat ghy v voertaen wilt draegen ende thoenen
guede ende getrouue onderdanen van den Key. Mat. obedien-
tie syn Mat. ende heuren G. ende syn Mat. guuernoer ende
raede, sonder enich partye to holden anders dan Keysers al-
lene. Ende van huer syde zall huer G. huer sulcks tegen v
beuysen, • dat ghy alle sult reden hebben te vrede te wesen.
Ende dye Key. Mat. ende heuren G. te bedanken als ghy corts
wel voernemen sullen in sulcken wyse, dat dye vianden van
den Key. Mat., so\'e wel in Vrieslant als anders, gewilt sullen
hebben, dat sy wyser geweest hadden. Gedaen als boeuen.
Dit sus gedaen hebben dye Stathoüder ende doctor Kempo
gesoliciteerd aen vrou Margareta om scriften an dye prelae-
ten, Eedelen, steden ende anderen van Vrieslant aengaende
hoer rechtwerdige regeringe, gelick hyernae volcht:
Copia.
Margareta Eertshartochinne van Oestentrick
Hartoginne ende Graefinne van Burgoen-
dien, B-egente en Guwernante etc.
Eerwaerdige en Goede , Edele , Lieue ende seer beminde ,
O Chlb. II. 135.
-ocr page 323-
KROMJK VAN FRIESLAND.                  309
alsoe ons sekere tyt aangebrocht ende ter kennisse gecomen 1523
is, dat enige van den princepael ondersaten der Key. Mat.
ons liefs heeren ende neuen in Vrieslant hem beclaechden ,
dat dye Guuernuer ende dye luyden vanden raede aldaer
hoer in horen offieien misdraegen, ende anders ghehandelt
hadden, dan nae wtwysen heuren eedt, dienst ende recht»
uaerdicheit schuldich waeren ende behoerden te doen. Soe
hebben wy, omme daerinne te remedieren ende te scuuen
alle tuist ende tuedracht, dye daer wt soude soe langer soe
meer hebben mogen rysen ende opcomen, tot groete achter-
deel der landen ende ondersaeten van dyen, doen daer sekere
der reedelicke informatie der enigen onser commissaryssen
niet partiael oft suspect wesende der eender often den ande-
ren partyen, dye welcke ons dye selue commissarien all hyer
ouergeleuert hebben. Ende naedat wy dyeselue wel ende int
lange hebben doen visiteren ende ondersoecken, soe een
beuynde wy niet noch dye vanden raede Key. Mat. neffens
ons wesende, dat dye selue Stathouder ofte raeden in Vries-
lant sich anders gedragen ofte gehat hebbeu int generael ofte
particulaer , dan dat guede getrouue officiren schuldich waren
ofte behoeren te doene, naevolgende hoeren offieien ende
diensten. Waeromine wy geoersaekt syn geweest hem daer
aff te dancken. Ende tot hoeren onschult ende ontiastinge ,
ende oeck op datse voer sulcks niet gehouden oft gereputeert
een worden, hebben v daer aff wel willen aduerteren. Be-
geren ende versoeken van onsen wegen , ordineren , lasten
ende befeUu van wegen Key. Mat. denseluen Stathouder ende
raeden van nu voertaen onderdanich ende gehoersaem willen
wesen , gelick guede ende getrouue ondersaeten schuldich syn
van doene dengenen, dye representeren den personen van
den Prince in syn absentie. Ende wy een twiuelen niet naet
wtwysinge der lasten ende beuell, dat wy hem yets (*) ge-
(*) YeU = jetzt = taus.
-ocr page 324-
310                       WORP VAN THABOR,
1523 geuen hebben, sy sullen v wederom guetlick tracteren,
rechte wet ende justitie doen , ende administreren den groeten
gelick den deinen sonder dissimulatie, soet nae recht ende
reden Lehoeren sall, dus wilt v daerinne fuegen, soe wy v
des ende alle guets betrouuen. Ende ghy sult ons daerinne
eere ende liefte beuisen, dat kerme Godt, dye v eerwerdige
ende guede, eedel, lieuen ende seer beminde beuaeren wilt.
Datum Mechlen Anno 1523 den 9 dach Mey ondertekent
Margareta. Ende byden Secretarius Desplegen. Opt opscrift,
den eeruardigen ende gueden eedelen, steden ende andere
representerende staeten vanden landen van Vrieslant.
Die heer van Wassenaer metten Statholder Int
tlant die toern ende tïuiys toe Worckuni
genomen ende «fancke geuangen.
Met dat heer Georgen Schenck Stathouder sampt Key. Mat.
raede in Vrieslant hem hadden purgeert van alletgene
hem luyden was van den Gedeputeerden ende anderen
ouergesecht, alsoe dat Vrou Margareta ende Key Mat.
hoege raedt te hoeue hem allen danckten guede dienst, is
tydinge te hoeue gecomen wt Vrieslant, dat dye Graeue van
Moers te Worckum een blockhuys ende den kerckentoern
vast maeckten. Soe worde Jancke Douma van Oudeboern,
om saken den heeren daertoe mouerende, toe Mechelen ge-
uangen ende te Wuluoerden opt huys gebrocht, Jaer hy op
bleef, soe lange hy leefde, ende sterf opt huys syn naturlicke
doet anno 30. Doen worde van vrou Margareta geordineert
den Eedelen ende welgeboeren heere, heeren Jan vryheer tot
Wassenaer etc. met syn knechten wesende ontrent 900 sterck
met sampt dye heere van Gastre, om te trecken met den
Stathouder in Vrieslant, ende dat huys ende sterckt te Worc-
kum aff te doen, welke beuel den heeren voersz. achteruol-
-ocr page 325-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    311
gende sint gecomen toe Worckum , ende hebben den kercken- 1523
toern eerst belecht. Doen branden dye Geldersche, dye op
den toern waeren, den kercke, nochtans hebben dye Bur-
goensche den toern gewonnen den 14 dach Juny, ende sloe-
gen all doet dye opten toern waeren, wtgesecht negen, dye
sy lieten hangen opt suyd van Woerckum by den zyl. Nae
dat dye toern was geuonnen, beleyden sy dat huys by den
Graeue van Moers, dat selue jaer als voersz. is, daer ge-
maeckt, dye Burgoenschen schoeten vanden toern int block-
huys, dat daer niemant was gebercht. Dye heer van Wasse-
naer driegde hemluyden all te hangen, of sy soldent huys op-
geuen in syn handen. Dye Geldersche gauent huys op, ende
gingen aff beholden haer lyff; dye heeren besetten dat huys
en lieten den schoenen kercketoern te gronde affbreken, dye
seer hoeg ende schoen ende een baken vander zee, daer dye
groete scheepen wt dye norder zee int tlant comende, nae
zeylden.
Een Landach toe Harllagen scholden. (*)
Naedat thuys ende toern te Worckum syn gewonnen heb-
ben dye heeren voersz. een landach beroepen bynnen Harlin*
gen, metten gemenen staeten ende stemmen der landen van
Vrieslant te holden, om een guede middel te vinden, by
welcke tlandt toe vreede ende eendrachtichheit mochte comen.
In welcke landach dye landen eendrachtelickeh aengenoemen
hebben ende gesloeten, in tegenwoerdichheit vanden voer-
noemden heeren van Wassenaer Stathouder ende vanCastren,
tgene hyernae volcht:
Opten 24 dach Juny etc. 23 hebben dye Staeten ende stem-
men der lantschap van Vrieslant te Harlingen tot den gemene
landach vergaedert synde, Key. Mat. partye holdende, nae
(*) Verg. Chtb. II. 137.
-ocr page 326-
WORP VAN THABOR,
312
1523 dye propositie by myn heer Statholder der voersz. lantschap
in tegenwoerdicheit vanden eedelen ende welgeboren heeren
dye heer van Wassenaer, als ouersteveltheere ende van
Castren gedaen, nae rype communicatie ende deliberatie
daerop, aengaende stuck van den cryg, defensie ende be-
schermnisse der voersz. landen van Vrieslant, gesloeten, ge-
consenteert ende eendrachtelick veruilliget, t e weten vanden
prelaeten , geestelicken, Ridderschap, Eedelingen, steden ende
onderdaenen wegen 1500 solten knechten, dat crisluyden synt,
voerden tyt van drie maenten aentenemen, onderholden ende
te betaelen , naemlick dye lantheren een dusent ende dye huer-
lingen 500 solten, omme tot een eynde te coemen, ende den
voernoemde landen ende onderdaenen te mogen verlossen wt-
ten groeten lasten ende miserien, daer sy nu inne syn, doch
dese contributie haer preuilegien onschadelick.
Op welcke veruillinge begeren dye voersz, staeten, landen
eude onderdaenen, dat dye voersz. heere van Wassenaer,
Castren ende Stathouder van Key Mat. ende myn G. V. we-
gen, tot sulcke assistentie met ruyteren ende knechten daer
toe stereken ende versien, ten eynde dat dye vianden weder -
standen, steden ende sloeten belegert, benaut ende erroueert (*)
mogen worden ende te continueren tot eynde toe, hebben
oeck dye prelaeten begeren, datmen in hore cloesteren geen
legeren maken soude.
Begeren oeck dye huysluyden, dye hyertoe contribueren
sullen, datmen hemluyden daerouer niet belastigen noch be-
schaedigen een willen, ende dat dye graeuers genoemen van-
den eynden ende plaetsen naest dye legers geseten. Aldus
gedaen toe Harlingen byden voersz. staeten , opten jaer ende
dach als boeuen.
(*) erroveert d. i. verovert.
-ocr page 327-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  313
Met dese bescheydt ende accoerdt vanden landen is dye 1523
voersz. heer van Wassenaer, heer Gosschalck van Jongama,
doctor Kempo van Martena, ende Wyttya van Camminga nae
hoeue gereyst, tselue vrou Margareta toe toenen ende ver-
claren, ende assistentie begerende om tot een eynde te coe-
men, twelck alsoe by vrou Margareta geconsenteert ende ge-
daen worde met alle diligentie ende neersticheit.
Dye heer van Wassenaer met sampt dye heerschappen
voersz. vedercomende vau hoeue hebben een goet rapport ge-
brocht, alsdat vrou Margareta dye ouerboedicheit ende goet-
willicheit der landen aengenoem was, ende wolde daertoe van
Key. Mat. wegen noch 1500 knechten op \'s T^eysers solten
ordineren, om tlant sonder langer vertrek ouer een tot sub-
iectie Key. Mat. te brengen. Dye 1500 knechten vant tlants
wegen worden corts vergaedert by drye hopluyden, als mr.
Bartolt, Jackle van Coelen ende Belderbosk, ende toe Leu-
narden worden veel grou ende schoen geschut vergaedert
ende reedt gemaeckt. Ende want dye heeren der meninge
waren eerst Dockum te beleggen, omdat den Key. Mat. on-
derdanen opt hoeglandt woenende geen schaede van Sloeten,
Lemmer ofte Boelswart solde worde gedaen, hebben se dat
Carmelite cloester toe Woldsende laeten om graeuen ende
besetten dat met Viïesche knechten, daer Douuo Burmanie
hofman van was. Oeck lieten dye heeren een blockhuys ma-
ken toe Mackum\' aenden dick tusschen tue sluysen, dat
Boelswart wt dye zee niet solde incrigen. Doen seyndendye
van Bolswert ainbesaeten aenden Hartoch van Geldre huer
heer, hem te kennen geuende huer gelegentheit ende gebre-
ken, dahe seer benaudt waeren met dye Burgoensche block-
huysen toe "Woerkum, Mackum, ende datse sonder prouisie
syns F. G. ende ontset huer stat niet langer mochten holden,
off sy mosten den Burgoensche te hande gaen, datse ongeer-
ne solden doen. Dye Hartoch gaff den ambesaeten tot een
-ocr page 328-
314                        WORP VAN THABOR ,
1523 antuoert ende affseheydt, indien sy den stadt Bolswert moch-
ten houden tot Sint Jacob, hy soldese binnen dese tyt ont-
setten met all syn macht, soe verre hy een vroem furst was.
Een toch byden Bargoense Inden §ocuen-
wolden en Cronnlngerlant.
Anno 23 quamen die heere van Wassenaer, dye Stathol-
der ende dye heer van Castren met al hoer macht in Claren-
camp. Maer want Dockum vast ende sterek was ende had-
den veel knechten daer binnen , soe deden dye heeren voersz.
een loptocht voer Dockum, ende toegen op nae Bergum ende
voert inden Soeuenwolden , ende duongen alle dye huysluyden.
datse Keysers solden sweren byden brant. Desgelick screef
oeck dye Graeue van Moers leggende met knechten binnen
Sloeten , datse den Hartoch van Geldre niet souden verlaeten,
ende sueren Key. Mat. byden brant. Insgelick screuen oeck
dye Gelderscbe wt Steenwick aenden gemeinte van Stelling-
werft\'. Dit niet tegenstaende branden dye Burgoense Aen-
wirdt, Oldehaskehoerne , Westermeer , dye Jouwer, Schoter-
lant ende meer dorpen heel op , om datse geen Keysers wol-
den sweren ofte dorsten om anxte vanden Geldersche, want
dye Burgoensche hoer noch niet mochten besehermen. Dye Bur-
goensche quamen inden Wolden den 30 dach July, endebleuen
daer aenden vyften dach. Want sy toegen op in Stellingwerff
ende slogen hem neer toe Oldebercoep, ende duongen dye
oeck tot een eedt Key. Mat. te doen. Voert soe verscreuen sy
daer by hem te koemen, Opsterlant, Smallingerlant ende
alle dye Soeuenwolden, daer sy niet hadden geweest, dat sy
by hem in haer leger souden coemen, ende sueren Key. Mal.
houdt ende trou toe wesen, dat alsoe is geschiet, om den
-ocr page 329-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
315
brant toe ontgaen, Tewyle dat dye Burgoensche heren met 1523
3000 knechten dus in dye wolden waren te werck, soe ver-
gaerden Gronningers a! haer Omlanden, ende reysden den
u dach Augusti nae Roeden, ende voert op dye paelen van
hoer lant, ende hadden by een int vett met burgeren, huys-
luyden, ruyteren ende knechten by acht dusent mannen, ende
dorsten niet voert aen dye vianden. Dye Burgoensche heeren
vermerckende, dat dye Gronuingers dus lagen , ende dorsten
niet voert aen dye vianden; soe braken sy op van 01deber-
coep om Gronningers te versoeken , ende deylden haer volck
in twe heeren, ende quaemen Gronningers aenden syde ende
van achteren aen, daer sy hem niet veruachten, ende sol-
dense al soe hebben verrasset, hadden dat huer reysgers niet
te waer worden, dye tegen den Burgoensche schutgeweer
hilden, soe lange dat Gronningers opbraken, ende reysden
weeder nae Gronningen den 6 dach Augusti. Dye Burgóen.»
sche bleuen dye nacht in Buuencloester. Den 7 dach Augusti
toegen dye Burgoense heeren voersz. met haer macht voert
in Gronningerlant, endé gingen leggen toe Noerthoern, ende
screuen brieuen wt naemen Key. Mat! an al Gronninger-Om-
landen, datse onder vast geleidt souden by hen coemen son-
der geweer toe Noerthoern in huer leger, om Key. Mat.
huldt ende eedt te doen, van welcke brief dye copie hyer-
nae volcht:
Copia.
Johan Vriheer toe Wassenaer ende Valkenburch, Burg-
< graue toe Leiden , Ridder vander Oerde , Georgen Schenck ,
Vriheer tot Tautenburch Key. Mat. Statholder der Landen
van Vrieslant.
Laeten weeten v , Preiatcn , Pastoren , Eedelen , ingeseten
ende gemene meente der generael ende gemene landen vap
Gronningerlant, ende een ytlicke besonder, also dye voersz.
-ocr page 330-
316                       WORP VAN THABOR,
1523 Roemsche Keyserlicke Mat. betrachtende dye elendicbheit,
miserie ende verderfnisse der gemene landen van Vrieslant,
sus lange doer benauuinge ende onrechtlicke occupatie der
Geldersche ende hueren annexie oft geuanten gedreuen ende
gecontinueert, wt genaedelicker Key. Mat. affectie geneicht
is, dese voersz. landen wt dese voersz. eelende ende voer-
deerfnisse tot rust ende vrede ende eendrachticheit te bren-
gen ende te reduceren. Ende ons des haluen met ruytteren
ende knechten ende anderen apparaten van oerlogen in dese
landen , om voersz. syn Key. Mat. meninge te achteruolgen,
geschickt ende geeommitteert heeft. Ist dat \\vy v allen ende
een ytlick besonder ontbyeden, ende vander Key. Mat. eern-
stelicken ende entlicken beuelen, dat gliy tusschen dit ende
morgen middage alle ende man by man alle hier by ons in
onsen leeger toe Noerthoern verschinen sonder geueer, ende
den voersz. Key. Mat. van naetuerlicken rechte eerf heer hulde
ende eedt te doene, gelick anderen eedelen, steden ende lan-
den van Vrieslant gedaen hebben. Ende v voerts met ons
van wegen Key. Mat. van v rebellicheit verdragen, waeraff
wy v genaedelick tracteren sullen, geuende v vry ende vast
geleydt aen ende aff te mogen passeren. Indien ghy het te-
genuoerdigen onsen mandaet ongehoersaem synt, gedcncken
wy naeuolgende onse commissie op v. als rebellen der Key.
Mat. met allen penen van ongenaede te veruolgen. Aduerte-
rende v mitsdesen van vuen schaeden. Gegeuen onder on-
sen eygen hantscrift ende secreten in onsen voersz. leger,
Noerthoern den 7 dach Augusti Anno 23. Onderscreuen J.
"Wassenaer Tautenburch.
Opten dach voersz. quamen by die heeren voersz. toe Noert-
hoern , Langwoldt, Midwolt, Hommertse lant ende alle dye
landen, in Gronninger gebiedt leggende int west van Gron-
ningen, ende hebben Key. Mat. huldt ende eedt gedaen. Ende
voer datse Key. Mat. dus lange rebel hadden geweest, souden
-ocr page 331-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   317
sy geuen vier jaertax dat sinnen acht cjusent golden gulden, 1523
dye helft binnen vier dagen te betaelen, ende dye ander helft
binnen 44 dagen te betaelen. Sy hebben vyer gysselaer wt
dye voersz. landen genoemen voer dye voersz. penningen.
Dye ander landen ouer Gronningerdiep, ende oeck voert
op int oest van Gronningen, hebbent oeck boeden ge-
sent toe Noerthoern aen dye heeren voersz., om met haer te
verdingen , ende wolden doen, als dye andere int west hadden
gedaen. Toe Noerthoern sint oeck toe dye heeren gecoemen
wt Colmerlant ende Achtkarspelen, ende deden Key. Mat. huldt
ende eedt ende trou toe wesen.
Docknm van Key. Slat. belelt ende gewonnen.
Te wyle die heeren van Wassenaer ende Tautenburch van
Key. Mat. wege nochtoe Noerthoern laegen, ende tracteerden
met dye landen om Gronningen , meende Goltsten, ouerste van
Dockum, noch langer vry te wesen, ende seynden wt Doc-
kum syn knechten met scheepen, geschut ende prouant ter
zee, als hy was geuoentlick te doen, om roef ende buyt te
halen. Dit is dye heeren toe Noerthoern noch wesende, te
weeten gedaen, ende braeken van Noerthoern opten 10 dach
Augusti, ende bleuen dye nacht toe Collum, ende toegen dea
anderen dages metter haest voer Dockum ende beleyden dat
ende screuen aen heer Tyaerdt van Burmania , dye toe Marien-
gaerde met huysluyden lach, van stonden aen by hem te
Dockum te comen, alsoe dat Dockum rontom worde be-
leyt byden eedelen heeren van Wassenaer ende van Tau-
tenburch Statholder met 3000 gueder knechten ende een groet
getall van huysluyden oeck met groff geschut ende dat daertoe
dienende, ende schoeten met schoeten met scherpetinen,
scherpemetsen, cartouuen, noodslangen ende mortiren, nacht
-ocr page 332-
318                       WORP VAN THABOR,
1523 ?ntle. dach sonder opholden. Met dat dye heeren voer dye
stadt quaemen , liet Goltsteen Drost van dye stadt cnde thuys
toe Dockum van wegen Hartoch Kaerl van Geldre, Aelsum
ende Beterwirdt branden, op dat dye Burgoensche daer geen
leeger solden maken. Dye Burgoensche heeren lieten een dam
voer Dockum ouert diep slaen, om hem twaeter te henemen.
Onder den belech voer Dockum quaemen toe Gronningen
wt Gellerlant, Marten van Rossen heer van Pyroyen, Maer-
schalk ende Arclas, Rentemeester van Gellerlant; tot dese
quaemen alle daegen Lriuen \\vt Dockum om twe hondert
knechten, oll sy mochten dye stat niet lan ger holden. Gron-
ningers ende dye Geldersche attendeerdent vaecke ende dick-
mael te waeter ende te lande , om knechten in Dockum te
schicken , maer dye huysluyden , op dye paelen ende fonti -
ringe vanden landen, daer dye Geldersche doer moesten,
voenende, waeren daersoe vlux ende neerstich by met die
clocke slag, datse neergens mochten doer raken, want sy
dye Geldersche seer haetich ende contrari waeren, om den
groeten ouerlast hemluyden wt Dockum van Goltsteen gedaen.
Den 18 dach Augusti reysden wt Gronningen by twe hon-
dert knechten met so;nmige ruytters , ende maeckten onder
malcanderen een verdrach, dat dye ruytters een anslach sol-
den maecken in dye wolden, ende dye knechten souden rei»
sen in Dongerdeel ende pinen (*) soe voert in Dockum te coe-
men. Dese aenslach geschiede soe voersz. is, meer dye ruyt-
ters ende knechten ytlicke in syn plaets worde soe getreft
ende veruolcht vanden huysluyden, datse met nauuernoet
ongeslaegen ontquaemen. Opten 25 Augusti reysden Marten
van Rossen wt Gronningen met hondert reysgers ende 300
foetknechten nae Collum, want hy hadde veistaen, dat dye
Burgoensche des anderen daeges wilden aenstormen. Ende
om den storm toe beletten, branden sy sommige huysen te
Buer ende te Collum inden bueren, ende dye knechten nae-
(t) Pinen = trachten. Kil.
-ocr page 333-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   319
men voer hem peerden , ossen , koyen , schaepen , ende al 1523
datse mochten diïuen ende draegen, er.de toegen met dat
roeff nae Gronningen. Dye huysluyden syn byeengecoemen
ende hebben dye Geldersche soe eernstich voervolcht, datse
aen beyde syden geuonden ende doeden cregen. Dye heeren
voer Dockum hadden alle dye huysluyden met wagen
ende peerden tot Leuuarden toe opgescrcuen voer Doc-
kum te coemen, ende bereiden hem tot een storm. Als
dan dye burgers ende knechten saegen , dat dye Burgoense
hem in alles bereiden tot een storm , ende daer quam geen
ontset van den Hartoch van Geldre, noch wt Gronningen,
ende hadden groeten schaede an huysen ende menschen vant
geschut geleeden, soe worden sy verslagen ende cleinmoe-
dich, ende spraeken heerschappen burgers ende knechten met
malcanderen ende metten droste Goltsteen., alsoe dat sy met
den heeren van Wassenaer ende Tautenborch spraeck bilden
ende tracteerden van zoen. Ende nae veel communicatien
ende handelingen synt sy met den heren accordert op sekere
artiekulen, dye sy met malcanderen aennaemen te holden,
ende met brieuen te beuestigen, waerop worden voer gyse-
lers geseth, soe lange dye accoerdt ende contracten worden
gesloeten, gescreüen ende gemaeckt, als van dye Geldersche
Popke Mockama, Sippe Albaeda, van dye heerschappen ende
cruisse vanden Drost, een van dye knechten ende twe van
dye burgers, desc voersz. quaemen inden Burgoenschen lee-
ger. Item van dye Burgoensche gingen hiertegen inden stad t
heer Julius van Bottinga Ridder ende Otto van Diepholt ende
noch vier, dese bleuen snachts in Dockum, ende dye Gel-
dersche inden leger.
-ocr page 334-
320                        WORP VAN THABOR,
1523 Kl* \'iyn rtl° artlcnlen ende pnncten tusschen den
Burgoensche aen die eene, ende die heer-
schappen burgers knechten van Hoe-
kam aen die andersyde gemackt.
Opten 27 dach Augusti anno 1523 is dit tegenuoerdige
naegescreuen tractaet gemaeckt, geraempt ende gesloeten
tusschen den Eedelen welgeboeren heeren Johan Vryheer tot
Wassenaer heren tot Verschoeten ende Walckenburch Key.
Mat. ouerste velt hofman ende Georgen Schenek Vryheer tot
Tautenburch Stathouder Generael derseluer Key. Mat inden
landen van Vrieslant. Ende Johan Goltsteen ouerste ende
beuelhebber vanden stadt ende huyse Dockum, als hyernae
volcht:
Ten eersten sall dye voersz. Johan Goltsteen met zyn huys-
frouwe ende gesinde afftrecken, vry ende veylich passeren
met zyn toebehoeren. Te weten, geit, clennodien, clederen,
peerden ende harnnas, mer sal alle prouande ende huisraet
op datselue huys omueracht, onuerdoruen oft versteken ouer-
leueren ende opten huyse laelen.
Ten anderen sall dye hofman binnen der stadt Reiuer van
Bullich met alle eedelluyden , heuelsluyden , knechten ende
crysluyden als voersz. is veilich passeren.
Ten darden sullen alle heerschappen , burgers ende huys-
luyden, dient gelieft, mogen bliuen met hoer wiuen ende
kinderen by hoer guederen sonder compositien, om daer Key.
Mat. huldt ende eedt te doene, als ander landen hebben ge-
daen. Ende diet niet belieft te bliuen, sall vry ende veylich
passeren als voersz. is. Ende dye gene, diet sall belieuen te
bliuen, sullen anders niet aenfeerden noch annemen, dan
haer eygen toe behoert, by hoer eedt ende heere straffinge.
Ten vierden sullen dye voersz. heeren dese voergemelte
-ocr page 335-
KRONIJK VAN FRIESLAND.
321
persoenen ende luyden doen veyligen ende geleyden doer der 1523
Key. Mat. gebiede, tot in haer geuaersaemheit (*) ende tot
den paelen van Gronningerlant.
Ten vyften sullen alle lantsaeten, ende dye tegen Key. Mat.
gedaen hebben, oeck mogen vrylick passeren, ende diet be-
lieft, sall mogen bliuen.
Des sall voersz. Goltsteen ouerleueren in handen der voersz.
heeren van wegen der Key. Mat. dat huys ende stadt Dockum
met alle geschut, attelarie, cruyt, gereetschap, prouande
clein ende groet, sonder yet hiervan voerruct, vordoruen,
versteecken oft verulucht worden, by inbrekinge des contracts,
daer tusschen beyden Gyselers vorgestalt syn , dese contract
onuerbreeckelicken te holden ende onderholden ende te ach-
teruolgen, morgen te acht uren toe ongeueerlick. Orconden
onsen eygen hantscriften hyer onder gestelt den voersz. dach,
aldus onderteekeut J. Wassenaer. Tautenburch.
Opten 28 dach Augusti toeg Goltsteen wt Dockum, ende
met hem Gabbe Scheltema, ende Douue Doenya heerschappen,
dye mede in Dockum hadden gelecht ende niet beliefde Key-
sers te worden , ende quaemen des auents in Aeduert. Ende
als hy des morgens binnen Gronningen quam, soe worde hy
geuangen ende in syn heerherge gesloeten, omdat hy dye
stadt Dockum met het huys den Furste van Geldre hadde
af handich gemaeckt, mits dat hy dye knechten wt dye stadt
ter zee seinde te roeuen, want in Dockum niet ontbrack dan
volck. Doen Dockum was opgegeuen, nae dat het 18 daegen
hadde belecht weest, besetten dye heeren dye stadt ende
thuys met Key. Mat. volck, ende dye Burgoensche knechten
togen op nae Visfliet ende laegen daer in Gronninger gebiet,
(*) d. i. veiligheid.
21
-ocr page 336-
WORP VAN THABOR,
322
1523 ende vernachten aldaer tot den mj dach Septembris, of daer
yemant mogte coemen tegen Key. Mat. ondersaeten wat doende.
Opten 4 dach Septembris braeken dye Burgoensche knechten
op van Visvliet, ende toegen doer dye Wolde nae Sloeten,
om dat te beleggen, ende dye heeren van Wassenaer ende
Tautenburg reysden nae Leuuarden, ende rusten hem wei-
nich daegen, soe lange dye Stathouder was genesen, dye
inden leger voer Dockum doer syn scholder was geschoeten.
Dye stadt Boelswert worde Keysers.
Doen den stadt Sneeck met den Graeue van Moers con-
trarie worden was, dreuen sy den Geldersche grietsluyden,
seynscheepsluyden ende veel burgers wt Sneeck , dye meest
allen metter woen toegen toe Boelswert, dye metter tyt veel
schaernele eude lichte burgers tot haer bant cregen, alsoe
dat dye Geldersche den stadt Boelswart machtich worden,
ende alhoewel dat daer veel burgers waeren , dye dat Gel-
dersche regiment niet aen stonde, sy dorsten dat nochtans
niet straffen, om vrese van den Geldersche knechten ende
ballingen van Sneeck binnen Boelswert wesenrle. Soe dan
dye Eedelen ende welgeboren heeren, heer van Wassenaer
ende dye heer van Tautenburch Stathouder met knechten,
volcoemen commissie van Key. Mat. hebbende, dye landen
ende steeden, dye noch Gellers waren, tot subiectie Key.
Mat. te brengen, int tlant waren gecoemen ende thuys ende
toern toe Woerckum genoinmen, ende te Mackum een block-
huys gemaeckt, daer dye stadt Bolswert was mede benaudt,
ende Dockum belecht , ende twas lange ouer sint Jacob,
ende men vernam noch niet, dat dye Hartoch van Geldre
enige vergaringe van knechten badde, om den steeden ende
landen, dye syn partie noch hilden in Vrieslanl, te ont-
setten, soe hy hem by huer ambesaeten hadde ontboeden
-ocr page 337-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   323
ende geloeft, soe spraeken sommighe vanden princepael bur- 1523
geren met malcanderen, dye Key. Mat. niet langer dorsten
of wolden rebel wesen, ende senden heymelick boeden aen
heer Goslick Jongema hoer heerschap, dye wt Boelswert
balling haddo geueesf, vander tyt dat dye Geldersche eerst
binnen quamen anno 14, dat hy met dye heeren van Was-
senaer ende van Tautenburch Statholder soude spreken,
ende comen met een hoep volck in Oldecloester , sy hoepten
eer niet lange met hulpe van andere burgers den stat Boels-
wert in handen \'Key. Mat. te brengen. Soe ist geschiet,
dat heer Goslick Jongama, Mr. Jarich Decama met Baerde-
radeel ende Jarich Hottinga met Hennaerderadeel ende som-
mige knechten sint gecoemen in Oldecloester den 26 dach
Augusti. Ende heer Goslick heeft gescreuen an recht ende
raet ende gemeente der stadt Bolswartt, dat hy den stadt
Bolswardt van Key. Mat. wegen opeyste, ende solden heb-
ben , genieten ende gebrucken alle preuilegien, vryheeden
ende gratiën, dye den stat Leuuarden ende andere steeden in
Vrieslant Key, Mat. subiect, hadden , voert alle misdaeden int
generael ofte speciaell, wt Bolswert geschiet, solden verge-
ten ende vergeuen wesen , indien sy hem nu met wille onder
Key. Mat. subiectie ende protectie gauen. Ende alle vreemde
luyden , geestelick, eedel ende oneedel binnen Bolsuert we-
sende, souden mogen sonder enige ander compositie op hoer
eygen reysen, woenen ende soe sy dat vonden gebrucken.
Ende, dye dat niet beliefde, soude vry vast geleydt hebben
te reysen, waer hem luyden beliefde, ende wat knechten int
Geldersche solt hadden gelegen, solden in Key. Mat. solt bli-
uen yder nae aduenant. Op sulcke ende ander articulen heb-
ben volmachtige van des stadts wegen ende oeck der knech-
ten wegen alle daegen binnen Oldecloester met heer Goslick
ende andere heerschappen voersz. gehandelt. Ende als dye
stadt ende heer Goslick al waren accordert ende gesloeten,
soe wordet vanden Grietsluyden ende ballingen van Sneeck
21*
-ocr page 338-
324                      WORP VAN THABOR,
1523 vcrdreuen, met den seynscheepsluyden ende sommige lichte
burgers weder omgestoeten, alsoe datter meest alle daegen
allarm binnen Bolsuert gemaeckt worde, in welke dye prin-
cepael burgers in perickel waren haers lyfs. Ten laesten nae
veel communicatien tusschen den stadt ende heer Goslick ge-
hat, ende nae veel raeden vanden knechten in huer gemeyn,
holden binnen Boelswart, hebben dye burgers veel knechten
ende schaemele burgers tot haer hant gecregen, ouermits dat
hem worde geloeft int Keysers solt te wesen, waerduer dye
macht der wederpartien worde seer gebroeken, ende dye sein-
scheepsluyden sampt alle dye gene, dye niet beliefde te bliuen
ende Keysers te worden, toegen met vyf scheepen van Bols-
wart totten Graeue van Moerse binnen Sloeten, ende dit \\vae-
ren dye princepaelen, dye Sloeten inden belech soe lange hil-
den , dat het niet eer worde opgegeuen. Ende met dat dese
voersz. knechten of seinscheepsluyden met den anderen voersz.
wt Boelswart waren , quam heer Goslick Jongema voersz. daer
weder in van wegen Key. Mat. opten 6 dach Septembris anno
1523, ende daernae worde ende bleef dye stadt Bolswart
Keysers ende deden eedt ende hukle, als dye stat Sneeck
gedaen hadde.
Een Landach by tien eeilelen Iieeren van Was-
senaer ende den heer van Tautenbnrch
ütatholdcr toe Sneeck geholden.
Naedat Doccum was geuonnen, worden die knechten ende
tgeschut geschickt nae Sneeck, om voert Sloeten ende thuys
inden Lemmer te beleggen; maer eerst hilden dye heeren
voersz. een landach to Sneeck, daer dye staeten van Vries-
lant by monde vanden Stalhouder worde voorgeholden, als
hyernae volget, den 15 dach Septembris Anno 1523 etc.
-ocr page 339-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   325
Eerst, alsoe dye lantschap toe Harlingen op dye gewoenen 1523
landach, leest vergaedert sinde , der Key. Mat. ter eere ende
dye lantschap tot guet in recongnitie toe een guetlicke ge-
hoersaemheit ende assistentie neuens Key. Mat. crysvolck den
landen \\rt den groeten lasten ende miserien van oerlogen,
daer sy soe lange in geueest syn, te verlossen, geconsenteert
hebben 1500 solten crysluyden opten vornoemden landen cost
voer drie maanden aen te nemen, holden ende voersolten.
Tot welcke onderhoudinge negen sts. opten golden gulden
renthe ouer dye grietenien, dye onder Key. Mat. protectie
stonden, omme geslaegen syn. Ende soe nu dye darde maent
na corts expererende is, ende dye penningen wtgeuordeit moe-
ten worden, ende indien dye negen str. dye voersz. somma
van drye maenden niet opbrengen een mochten, dattet van
noden waere in tyts prouisie daer inne te soecken.
Ten anderen, of men by onueder ende andere inconue-
nienten Sloeten ende dye Lemmer soe balde voer den wtganck
vanden voersz. drye maenden niet ouercoemen een conden,
hoe dye lantschappen sich bedochten te holden aengaende dye
vorder onderhoudinge der voersz. knechten, omme te mogen
continueren ten einde.
Ten derden, dye legeren voer Sloeten ende dye Lemmer
geslaegen wesende, ende dat indien dye Geldersche wt Gron-
ningen ofte anders, onderstaen wolden, in dese landen enich
oueruall met geualt te doene, om myn voersz. heeren wtten
legeren voer Sloeten ende dye Lemmer Ie locken, datmen
aduiseren solden hoe men die Geldersche wederstaen, keeren,
ende dye landen ende onderdaenen beschermen mochten.
Op welcke propositien voersz. , nae vele communicatien
vandien, hebben opten eersten dye onderdaenen des Griete-
niens, dye beloeft hadden 1500 solten drie maenden te hol-
-ocr page 340-
326
WORP VAN THABOR,
4523 den, aengenoemen dye voersz. somme wt te vorderen ende
betaelen sonder gebreecke.
Opten 2 hebben voert dye andere Grietenien, dye nu tot
Key. Mat. obedientie getoegen syn, by wille aengenoemen dye
voersz. 1500 solten ses weken toe onderhouden ende betaelen,
ter seluer intentie als sy eerst aengenoemen syn by den an-
deren Grietenien om tot een ende toe koemen, ende oftet
noet sy, dat Sloeten en dye Lemmer noch binnen den tyt
\' niet geuonnen een worden, soe sall het staen op beyde dye
heeren verclaringe, of dye selue Grietenien noch vierthien
dagen dye voersz. 1500 solten onderholden sullen buiten last
vanden anderen Grietenien, of niet.
Opten derden artickel, soe willen dye gemene landen sich
nae harnas ende geueer tot defensie der landen ende van hoer
lyf, indien dye landen aengeuochten worden, soe veel hem-
luyden binnenslants mogelick sy, stellen.
Aldus gerelateert by heeren Kempo van Martena Doctor,
Ridder Key. Mat. Raedt ende Mr. Sydts Tiaerda opper Geest
voer dye heeren, gedeputeert daertoe van den Lantschap van
Vrieslaut toe Sneeck tegenwoerdich synde.
we
Vanden belech voer Sloeten ende andere
onder den belech geschiet.
Dese Landach sus toe Sneeck geholden, toegen dye heeren
voersz. veel stercker ende geueldiger voer Sloeten, dan sy
ye voer Dockum hadden geweest, ende laegen daer voer te
waeter ende te lande met dye darde man wt Westergoe,
schietende daer binnen, soe wel van dye schepen als vant
-ocr page 341-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   327
lant, met scherpe metsen, cartouuen , nodslangen ende mor-1523
tiren of tuimelaers, nacht ende dach sonder ophouden, dat-
men tgeschut mochten hoeren toe Zutphen ende Aernem in
Gelderlant ende tot Amsterdam in Hollant. Sy scoeter. eerst
in stucken dye wintmollen, daernae dye rosmolen binnen
Sloeten, alsoe dat sy geen meel inden stadt hadden, dan sy
met mostermollens maelden ende daer maeckten sy koeken
aff, dye sye braeden opten roester. Oeck hadden sy int einde
breek fleys ende byer ende boeuen al bussen cruyt, alsoe dat-
se geen storm dorsten vernachten. Ondert belech voer Sloe-
ten toegen dye Geldersche wt Sleenwick in Stellingwerf ende
branden ende vingen daer, dye sy conden criegen, niettegen-
staende dat dye selue huysluyden hadden met den Geldersche
componeert. Dit horende dye heeren voer Sloeten, seinde
Douuo Hoytez. met dye woltluyden ende een venle knechten
tegen dye Geldersche to Steenwick. Binnen Steenwick was
Christoflel Graeue van Moers, dye wt Sloeten reysde, eer dye
belech daervoer lag, ende seyde tot syn volck binnen Sloeten,
dat hy aenden Hartoch van Geldre wolde reysen om ontset,
maer hy toeg binnen Steenwick, dat dye Geldersche doe in
hadden, ende waer daer soe lange, dat Sloten worde opge-
geuen. Doen verliep hy Steenwick oeck. Binnen Sloeten was
Doctor Hubert Gancelaer, Ryenck ende Kempo Jongama
herschappen gebroeders, ende "Wierdt ende Sicko Koythaen
van Bolswert met dye seynschepsluyden, met meer Gelder-
sche knechten ende ballingen wt Sneeck. In dit belech voer
Sloeten worden dye Eedelen heeren van Wassenaer eade dye
Statholder beyde geschoeten op een tyt inder nacht. Wasse-
naer doer den arm, ende den Stathouder inden syde int lyf,
sy bleuen nochtans beyde int feit voer Sloeten leggen. Alsdan
Sloeten dus sterek was beleit, als datter niemant in noch
•wt mochte, ende groet gebreck aen alles in dye stadt was,
ende dye daer binnen waren nachts noch dachs rusten had-
den vant geschut. Oeck was daer geen gewach van ontset,
-ocr page 342-
328                          WORP VAN THABOR,
1523 soe begeerden sy opten anderen dach Nouembris spraeck met
den heren te holden, ende boeden dye stat op te geuen in
dye heeren handen, beholtlicken datse met hem wolden ne-
men wt Sloeten dye seinscheepen , tgeschut ende dye geuan-
gen, dye sy hadden, mer dat wolden hem dye heren niet
consenteren, nae vele tiactaten syn sy met dye heren accor-
deert, dat dye heerschappen, hofluyden, knechten ende bur-
gers met alle dye gene, die binnen Sloeten waren, mochten
vry ende vrylich wt reysen, waer dat hem beliefde, wtge-
secht inden Lemmer ende toe Steenwick, hebbende een maent
huer beraedt oft dye lantsaeten int lant wolden bliuen sonder
compositie ende doen Key. Mat. huldt ende eedt, als dye an-
der landen ende steeden in Vrieslant hadden gedaen. Oeck
mochten dye burgers van Sloeten bliuen sonder enige com-
positie ende doen als voersz. is. Dese contracten gesloeten
ende beuesticht, toegen dye Geldersche ende Vriesen, dye geen
Keysers wolden worden wt Sloeten. Rienck ende Kempo Jon-
gema gebroeders, Sirck Doenya heerschappen met veel Vrie-
sen ende knechten reisden nae Gelderlant aenden Hartoch ,
Doctor Hubert Cancelaer ende Wierdt van Bolswart overste
hofman van dye seynschepsluyden reysden nae Steenwick aen-
den Graeue van Moerse, nae dat se acht weken ende vyf da-
gen belecht hadden geueest. Nae dat dye Geldersche wt Sloe-
ten waren gereist, als voersz. is, quaemen dye Eedelen nee-
ren van Wassenaer ende Georgen Schenck, Stathouder, bin-
nen Sloeten opten 8 dach Novembris, ende dye burgers de-
den hulde ende eedt Key. Mat., als anderen steeden hadden
gedaen. Doen Sloeten was geuonnen gauen dye Geldersche
thuys in den Lemmer oeck op in handen der heeren voersz.
op artickulen ende conditien, soe dye van Sloeten hadden
gedaen opten 8 dach Nouembris. Ende thuys in den Lem-
mer wt beuel vanden heeren worde vanden huysluyden wt-
geroert ende slecht gemaeckt. Hyermede waren dye Gelder-
sche heel ende al wt Vrieslant geextirpeert ende wtgeroedet,
-ocr page 343-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                  329
nae negen jaren myn vierthien dagen, dat sy eerst in Vries» f523
lant quamen. Doctor Hubert, cancelaer ende Wirdt voersz.
worden beuonden ende gecregen, datse nae Steenwick wolden
reysen tegen den tractaet tusschen den heeren voersz. van wegen
Key. Mat. ende dye Geldersche binnen Sloeten gemaeckt, dat
niemant van hem luyden solde inden Lemmer of toe Steenwick
reysen, ende sy worden heimelick brocht toe Leeuuarden ende
des anderen dages, dat was op den 23 dach Nouembris, worde
Wierdt van Bolswart, ouerste hofman vanden seinscheepen
nae groete Piers doet, binnen Leuuarden voer dye cancelarie
opt ordoys dat hoeft afïgeslaegen ende buytten Leuuarden by
dat gerecht op een radt geseth. Dye cancelaer, want hy
Priester was, sat geuangen toe Leuuarden pp huys ter tyt
dat dye heer van "Wassenaer sterf. Doen worde hy mede ouer-
geuoert nae Hollant ende wort gebrocht nae Mechelen aen
Margareta, dye hem condemneerde tot euige geuanckenisse
opt huys toe Rippermonde in Vlaenderen. Naedat Sloeten
ende dye Lemmer waren opgegeuen , worden dye Burgoensche
knechten geschickt nae Steenwick omdatt te beleggen, alsdat
dye Geldersche binnen Steenwick wesende vernaemen, liepen
sy wt Steenwick ende verlieten dat den 11 dach Nouembris,
ende dye Burgoensche naemen dat in ende besetten dat met
haer volck, ende Georgen Schenck Stathouder maeckte daer
een Blockhuys in.
Van een Lantlach binnen Sneeck geholden nae
dat Sloeten ende thuys in den Lemmer
syn gewonnen. (*)
In desen landach toe Sneeck geholden proponeerde den
Eedelen heeren van Wassenaer ende Tautenburch Stathouder,
(•) CWb. II. 139.
i
-ocr page 344-
WORP VAN THABOR,
330
1523 dat dye stemmen ende Staelen wolden om leggen om dye
betaeling vanden 1500 solten. Oeck om dye knechten noch
een tyt te versolten ende onderhouden tot beschermenisse der
lantschap van Vrieslant, want dye heer van Geldre Gronnin-
gen nae byder bant noch in hadde, ende mochte Vrieslant
noch allen dagen noch veel quaet, schaedt ende ouerlast
doen.
(*) Opten gemene landach toe Sneeck den 10 Nouembris
Anno 1523 beroepen by den Eedelen ende Welgeboren hee-
ren Johan vryheer tot Wassenaer Tautenburch, Stathouder
der Key. Mat. in Vrieslant, hebben dye gemene Staeten,
Prelaeten, Eedelingen, Steeden ende gemeenten dye vyf
maenden voerleden, daer van drye maenden ses weken ver-
accordeert waren, geconsenteert wel te betaelen, mits dye
heeren sampt dye raeden met dye gedeputeerden willen han-
delen met dye luyden vant Bill van des naeuolgende ontholt
tot profyt vanden landen.
Ten anderen, boeuen allet gene en twtterste vermogen by
den landen gedaen, hebben sy noch verwilliget tot eere ende
guet geuallen den Key. Mat. ende dese voersz. lieren in steede
Zyne Mat. noch een maent dye zomina vanden 1500 solten,
ende dye landen renthen buytten dye steeden leggende te be-
taelen, daer enen ytlicken diet vermach binnen dye maent
sullen betaelen, ende dye ander bynnen dye naeste vyer
weeken daernae, ende daernae hemluyden niet meer daer
ouer willen eischen noch belasten.
Ten darden soe dan dye Eedelen ende welgeboren heeren
Johan Vriheer tot Wassenaer als ouerste veltheer der Key.
Mat. in desen landen van Vrieslant ende den Eedelen ende
Welgeboren Georgen Schenck Vryheer tot Tautenburch Stat-
houder der Key. Mat. hoer lyf ende leuen voer dese landen
(») Chtb. II. 134.
-ocr page 345-
KRüNIJK VAN FRIESLAND.                    331
gelecht hebben, ende alsoe vere continueert met hare beyde 1523 •
seluer perickel, moyte ende arbeyt ende volhardicheit, dat
dye landen alouer enn reduceert syn, daer van dye landen
der voersz. heeren niet genoech coennen affdancken ende loe-
uen , soe hebben dye landen vanden renthen buytten dye ste-
den leggende in een kennisse van danckberheit beyde voersz.
heeren 4000 current gl. Biddende beyde den heereu voersz.,
dat sye tselue in dancke willen nemen, ende ytlicke in synen
staet ende vermogen dye landen van Vrieslant willen vorstaen
ende gunstich wesen. Aldus gedaen concipieert ende gelesen
inder presentie vanden staeten ende stemmen dese landen
voersz. Ondertekent Cempo Martena Doctor ende Key. Mat.
raet in Vrieslant.
Item op desen seluen landach den 10 Nouembris Anno 23
toe Sneeck vergaedert zyn geueest dye gemene Staeten stern-
men van Vriesland , Prelaeten , geestclickheit, ridderen, Eede-
len , steeden ende huysluyden , hebben geaccordeert ende ge-
sloeten, ende dat duer mercklicke oersaken, dat dye ganse
somma van dye negen strs. aengaende ytlicke Grietenien ende
vyfte halue sts. aengaende dye ander grietenien, nae dye flo-
reen luyt des rentemeesters registeiboeck, gans wel ende al
sonder rest sall wtgefordert ende betaelt worden. Ende oft
daeromme by singulariteit van persoenen of landen doer ar-
moedt ofte anders gebreke letsel vyel, tselue dye Grietman
met den ingeseten sinder (*) Grietenien sal remedieren ende
prouisie soeken, dat men dye gebreecke veruult.
Ten anderen hebben dye landen vanden renthen buitten
steeden leggende geaccordert van nius totten welcke betae-
linge ses maenden der 1500 solten voer xnu dagen daertoe
buytten, inde tot den schenck van vyer dusent current
gulden den heeren gedaen in remuneratie, ende totten costen
(«) d. i. zyner.
-ocr page 346-
332                        WORP VAN THABOR,
4523 vanden deputeerden ende den ontfanger op yegelicke floreen
renthen te leggen twe sts., dye lant heere dye ene,endeden
huerman den ander, beholtlick van vyer Grietenien, Feruer-
deradeel, Dantumadeel ende beyde Dongerdeelen , die totten
schenck van vier dusent gl. niet schuldich sullen wesen,
waerom sullen dye renthen nae aduenant soe veel myn geuen,
als dye defalcatie dat demonstreren sall.
Ten darden soe hebben dye Prelaeten ende geestelickheit
van huer possessie, dye landen tot een geuall ende voer dese
reys , geconsenteert mede te betaelen, daer sy van protesteert
hadden ende noch naemaels protesteren, daervan vry te bli-
uen, alst billich is.
Ten vierden hebben dye landen voersz. accordeert te stellen
van dese negen stuuers vyfte halue sts. ende 2 stuuers Le-
nert Hugo z. clerk vanden rentemeester vanden landen wegen
toe ontfangen, ende daer van dye raeden Key. Mat. ende dye
gedeputeerden, als van dye Prelaeten wegen dye Pater toe
Aengum, vanden Edelen Wyttye van Camminga, vanden stee-
den Peter Janz., vanden huysluyden Onne Tzalling z., reke-
ninge te doen, dye den landen voert daerafl sullen mogen
reeden geuen, ende dye ouerschiet vanden penningen sullen
tot den landen wille nut holden ende stellen.\'
Opten 4 dach Decembris Anno 23 toe Leuarden opt huys is
gestoruen dye Eedele heer Johan toe Wassenaer toe Verscoe-
ten toe Walkenburg Burchgraeff toe Leyden aen dye wonde
hem voer Sloeten in den aerm geschoeten, van wiens doet
all Vrieslant droeuich was, want hy hem int recupereren, ende
tlant van Vrieslant wt dye Geldersche handen ende ouer een
te brengen, soe vroemelick ende eernstelick heeft gebruckt
tegen den vianden, ende sochte geen verlengen, als sommige
voer hem gelicke commissie hebbende in Vrieslant hadden ge-
-ocr page 347-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                    333
daen, waerouer hy syn lyf ende leeuen heeft geheten, ende 1523
worde opten 21 dach Decembris met eerlicken staet ouerge-
uoert nae Hollant, ende voert gebrocht inden Haeg, int Pre-
«kebroeders cloester by zyn olders heren van Wassenaer be-
graeuen.
«a©®fc>
IBjc Geldersche in JStelllngweriFende van-
den Sic At Key. Hat. gedaen.
Nae den doet des heeren van Wassenaer heeft heer Geor-
gen Schenck den knechten oerlof gegeuen, ende Vrieslant
heeft eendrachtelick in guede rusten ende vreeden geseten
onder Key. Mat. protectie ende syne Mat. Stalholders heeren
Georgen Schenck Vryheer tot Tautenburch wisheit ende guede
regieringe, vry van alle aenstoeten ende oproer van binnen
mennich jaeren. Beholtlicken dat dye Geldersche int jaer
van 24 inden Meymaent quaemen in Stellingwerf ende be-
gondcn daertoe branden, roeuen ende vangen. Dit verne-
mende dye Statholder heeft van stonden aen al Vrieslant met
huer geweer opgescreuen by hem te Leuuarden toe coemen,
om dye Geldersche toe slaen. Doe dye Geldersche dat hoer-
den , toegen sy wederom , daersy van daen gecoemen waeren
ende hebben tot noch toe Vrieslant niet weder aengeuochten.
Dye Stathouder danckte den Vriesen, datse trouuelick ende
eendrachtelick tot syne verscriuinge waeren by hem gecoemen
ende lietse weder nae huys reysen. Ende want ick hyermede
het vyfte boeck deser Cronicken wil besluyten, omdat Key.
Mat., nae des furstes van Sassens regieringe ende der Gel-
dersche inuasie, (nae veele oerloge bloetstortinge, roef ende
brant) in dit jaer van drye ende twintigen Vrieslant van
Staeueren tot Gerkes brugge toe heeft tot synre Mat. gehoer-
saemheit ende subiectie gebracht, ende- nu rustelicken beset,
-ocr page 348-
334                       WORP VAN THA.BOR,
4523 n\'e\' sonder meercklicke hulp ende bystant derseluer Vriesen,
als ick voer opt lanxte in dit boeck nae myn beste vermogen
hebbe gescreuen, ende dye Vriesen nu geen heer bekennen
noch hebben dan Key. Mat. ende syn Mat. in dese landen*
Guuernoers wort geholden , dat hem is versegelt ende geloeft.
Ende om te wetene, wat dye Vriesen weder hebben gesuo-
ren te holden behaluen Key. Mat. besegelde briuen, soe wil
ick int eynde van dit boock beyde eeden hierin scriuen , op-
dat dye Vriesen moegen weten , wat sy Key. Mat. syn schul-
dich toe houden etc.
«ei»»
Forme vanden eedt der Vriesen Key. Mat. gedacn.
Wy burgers , huysluyden, ingeseten der steeden Kerspee-
len van N loeuen ende sueren den Key. Mat. trou, holde, ge-
hoersaem ende onderdanich te zyn, als onse natuerlicke rechte
eeiflicke heer, ende syn Key. Mat. eerfgenaemen, afeom-
sten , successoren , als guede , trouue ondersaeten , ende
willen syne Key. Mat. Stathouders ende regenten endehceren
vanden raede gehoersaem syn, in alle datgene dat ons by
hem vander Key. Mat. wegen beuoelen wort. Ende oft wy
in enige plaetsen yets vernaemen , hoerden oft saegen, dat
dye Key. Mat. ofte syn Staiholders tegens mochte wesen,
sullen wy ende een yegelick besonder dat selue in syn aff-
uesen syn Lutenant ende den vocrsz. luyden van den raede
te kennen te geuen, ende daoruan aduerteren by onsen eedt.
Ende sullen den ordinantie gemaeckt byden Furste van Sas-
sen onderholden ter tyt, dat dye Key. Mat. met dye gemene
landen anders verdraegen zall. Ende willen ons trouuelick
holden, in allen dingen beuisen , als guede vroeme ende ge-
trouwe ondersaeten toebehoort, gelick ende in allen maten
als andere synre Key. Mat. ondersaeten in Vrieslant ye gedaen
-ocr page 349-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                     335
hebben ende doen, sonder argelyst ende bedroch als ons al- 4523
len ende ytlick besonder, dat ons Godt alsoe helpe ende
alle synen heyligen, amen.
«NB
Den eedt die den Stadt Sneeck hebben
gedaen Heyserlicke Slat.
Wy Eedelen , heerschappen , regierders ende burgemeesters,
schepen ende alle gemeente der stadt Sneeck sueren ende
beloeuen den alderdoerluchtichsten, hoeggeborensten, onueruin-
lickste Furst ende heere Caerl byden genaeden Goedts Keyser
van Roemen, Goninck van Germanien, van Spaenien, van
Arragon, van beyde Cicilien ende Hierusalem, Eertshartoge
van Oestentrick, Hartoge van Rurgondien, van Rrabant etc,
Graeue van Hollant, van Zeelant, Heere van Vrieslant, dat
wy hem ende dye van hem coemen sullen, ende allen sinnen
eruen ende successoren, als natuerlicke eerfheeren ende eerf-
gubernatoers vanden landen van Vrieslantt van wegen ende
wt den naeme Key. Mat. heyligen ricks , guede, getrouwe,
onderdanige ondersaeten wesen sullen, ende synre Key. Mal.
hoogheit, recht ende justitie, te helpen onderhouden, dye
vernoemde stede tot eere ende profyt synder Mat. te beuaeren.
Sinder Mat. Statholder, regenten \', cancelaer, ende raede te
eren ende te obedieren ende dat wy nimmermeer in raede of
tractaet comen sullen , daer men tegen syne Mat. ofte synen
Statholder raeden oft officieren spreekt, tracteert ofte handelt,
ende oft wy sulck horden te geboeren, tselue tegen te staen
ende wt te brengen ende voerts generaelicken all te doen,
dat guede ende getrouue ondersaeten schuldich syn ende be-
hoeren te doen. Soe helpe ons Godt ende alle syn heiligen.
Actum et datum in den jaer 1522 den 4 dach Nouembris in
kennisse etc. onsen stats secreet segel hyer onder gedruckt.
<^3*
-ocr page 350-
336                      WORP VAN THABOR ,
1525 -ulc ccdt die de heeren van wegen Key. Mat.
den stadt Sneeck deden.
Wy Georgen Schenk, vriheer tot Tautenburch, Stathouder
Generael vanden landen van Vrieslant, Jasper Luuesz. raedt or-
dinarius inden landen van Hollant, ende Jan Hubrechtz. schout
van Amsterdam, al inden naeme ende van wegen des alderdoer-
luchtigsten , hoeggeborenster ende onueruinlicksten Furst ende
heere heeren Caerl byder genaeden Goeds Keyser van Roe-
men , Coeninck van Germanien, van Spanien, van Arragon,
van beyde Cecilyen, van Hierusalem etc. , Eertshartoge van
Oestentrick, Hartoge van Burgondien, van Brabant, van Hol-
lant, Zeelant etc., eerfheer ende eerfgubernaetor van Vries-
lant, sueren, dat wy dye stadt Sneeck als een lidt vanden
landen van Vrieslant houden sullen in justitie ende guede
regimente, gelick dye ander landen ende steeden van Vries-
lant, dye heylige kerck, geestelicke luyden ende hoeren
gueden , mitscliaders dyer Ridderschip, heeren ende heerschap-
pen aldaer, toe beschermen ende niet te verlaeten, hoer dueg-
delicke preuilegien, vriheiden ende olden heercoem en, ge-
uoenten ende rechten tonderholden. Beloeuen voerts den
weduen ende wesen aldaer te beschermen, endë den onder-
saeten ende inwoenders der vernoemder stadt Sneeck gena-
delick ende guetlick te tracteren, handelen ende in justitie
te onderhouden ende al te doen, dat een guet eerfheer ende
eerfguuernoer des Keysers ricks schuldich ende behoert te\'
doen, soe moet ons Godt helpen ende alle syn lieue Heyligen.
Ende want wy Georgen Schenck, Jasper Liuuesz. ende Jan
Hubrechtsz. voersz. wtte naeme des Key. Mat.denvoersz. eedtbin-
nen den stadt Sneeck op huyden den 4 dach der maent Nouembris
int jaer 1522, gedaen hebben den inuoenders derseluer stadt
nae datten seluen dach wt den naeme des Key. Mat. gelicken
eedt vanden eedelen Burgemeesteren, Raeden ende gemente
van Sneeck ontfangen hadden. Soe hebben wy Georgen,
-ocr page 351-
KRONIJK VAN FRIESLAND.                   337
Schenck, Jasper Lieuue z. in absentie van onsen segelen tot 1523
enen orcondtschap onsen signetten hyeronder gedruckt ende
oeck onse geuoentlieke hantekenen hyeronder gestelt. Ende
ick Jan Hubrecht z. hebbe myn segel hyeraen gehangen ende
minen geuoentlicken hanteken hyeronder gestelt, opten dach
ende jaer als boeuen.
Tautenburch. Liuuis. Jan Hubrecht z.
Dat eynde van dat vyfte boeck deser Cronicken
van vrieslant.
Dnus Mathias Guilhelnii, prependatus in ecclesia Bolsuer-
diensi, scripsit hos libros Cronicorum Phrisie.
22
-ocr page 352-
-ocr page 353-
B IJ L A C E N.
STUKKEN UIT HET AECHIEF
VAN
Mr. BUCHO A YTT A,
BETREFFENDE DEN OVERGANG VAN
-ocr page 354-
-ocr page 355-
a. Tractaat met Bolsward.
COPIE.
1523
Kaerle by der gratie Gods gecoren Roomsch Keyser altyt 16
Vermeerder \'s Rycx, Coninck van Germanie, van Spaegnen, eP\'*
van Arragon, van Navarre, van beeden den Cecilien, van
Jherusalem, van Hongrie, van Dalmacie , van Croacie etc.
Eertshertoghe van Oestenricke , Hertoge van Bourgognen, van
Lothringen, van Brabant, van Styer, van Garinte, van Car-
niole, van Limbourg, van Luxembourg ende van Gelre,
Graue van Vlaendren, van Habsbourg, van Tirol, van Artois,
van Bourgogne, Palsgrave ende van Henegouwe, Lantgrave
van Elsate, Prince van Zwave, Marcgrave van Burgau ende
des heylicx Rycx van Hollandt, van Zeelandt ende van Phiert,
van Kebourg, van Namen ende van Zutphen , Grave, Heere
van Vrieslandt, van opten Windismarck , van Sclavonie, van
Portenau, van Salms ende van Mechelen, Allen denghenen
die dese jegewoirdige zullen sien, Saluyt. Alsoe onse lieve ende
gbetrouwe Ritter, Baet ende Camerlinck Heere Godscalck
Juvinga by onsen ordonnancie ende bevel ende by speciael
commissie by briefven van onse zeere lieve ende zeere beminde
Vrouwe moeye die Eertshertoginne van Oistenryck, Hertog-
inne ende Gravinne van Bourgognen etc. Regente ende Gou-
vernante in onsen landen van herwertsoever van onsen wegen
met den Recht, Raet heerscapen, burgers ende gemeen in-
geseten onser stadt van Bolzwaert in onsen lande van Vries-
lant over zeker tyt van onsen onderdanicheyt ende obedience
gedistraheert diverschen communicacie gehadt heeft ende mit
hemluyden zekere handelinge ende tractaet innegegaen ende
-ocr page 356-
342
1523 inhoudende diversche articulen ouermits denwelcken de voor-
„ noemde stede, die heerscapen, burgers ende ingeseten van
dier in onsen onderdanicheyt gereduceert soude wesen, vanden
welcken commissie ende articulen die teneur in substancie
ende effecte hiernae volght: Alzoo heer Godsckalk van Jon-
ghema, Ritter, by zeekere concept ofte articulen die hy myne
ghenadichste Vrouwe die Ertshertoginne van Oistenrick, Re-
gente ende Gouvernante gesonden heeft, dienende om te re-
duceren Bolzweert ter obediencie van de Keyserlicke Majes-
teyt onder ander heeft doen verthonen, dat om ter voersz. re-
ductie te mogen commen van noode is, de Keyserlicke Majes-
teyt, geve alle heerscipen burgers ende inwoonders der voir-
screuen stadt van Bolzweert een generale abolicie ende oic
speciale voor allen den ghenen dient begheren sullen van
feyten, exploiten , delicten , roverien te lande ende te wa-
tere ende allen anderen rebellicheyden etc. beschadinge
die zy voir de oirloge ende die geduerende gedaen heb-
ben, in wat manieren dattet zy etc. Myne voorsz. genadichste
Vrouwe begeerende, dat de voorscreuen reductie volbracht
mach wordde ende dat voirsz. heerschapen, burgeren ende
inwoonders der voorscreuen stadt van Bolzwart guetelyck ende
gracelyck getracteert werden, heeft belooft ende belovet mits
desen denselven heerscapen, borgeren ende inwoonders ende
allen denghenen die \'t begheeren zullen, te de doen hebben
van den Keyserlicke Majesteyt een generael ende speciael abt>-
licie van allen feyten, exploiten, delicten, roverien te lande
ende te walere ende allen anderen rebellicheyt ende bescha-
dinge, dat zy voir desen oirloge ende die gheduerende gedaen
hebben, in wat manieren dat ghedaen mach wesen, in bestandt
oft buyten bestandt, ende voirts al tgene des zy misdaen mo-
gen hebben, hem voirts belovende dat zij gerestitueerd sullen
wesen in ende tot al hueren goeden erven ende voirts tot
huere goede name ende fame, gelyck zy te voeren waren, ende
dat zy voortaen ende als zy den eedt gedaen ende hem in die
-ocr page 357-
343
obediencie van den Keyserlicke Majesteyt gegeven hebben, zul-1523
len bruycken hoeren voorscreven erven niet jegenstaende eenige *«
confiscatie off dat huer goeden overmits confiscatie mochten
vercoft oft vergeven zijn (oick dat zy zullen bruycken alle pre-
vilegien gelyck andere heerscapen, borgeren ende inwoenders
der steden van Leeuwaerden, Franicker, Herlingen ende
Sneeck, ende hem op als te doen hebben ende verleenen opene
begeselde brieven van de Keyserlicke Majesteyt in goede vorme.
Aldus gedaen by myne voorsz. genadichste Vrouwe in den
Raet te Mechelen den xven dach van Meerte anno vyfthien
hondert tweentwintich ondergeteyckent Marguerite ende van
den\' Secretarys Verde Rue. — Artikelen overgegeven in den
handel ende tractate lusschen den gestrenghen heer Heer
Godscalck van Juvynga Ritter &c. ende die Stadt Bolzweert
van wegen hoichgedachtiger Keyserlicke Majesteit, primo dat
de commissie by den eerstgenoemden Heeren Godscalck Jon-
gema gethoent van die hoichgeboren vrouwe Marguerite on-
derscreven der Stadt geleveert woide mit Keyserlicke Majes-
teyt grooten segel versegelt, voir al eer men yemandt eedt
ende plicht voirhouden werden sal. Secundo, dat de wallen
ende vasticheyt die nu zijn staende ende dat gescut in de voorsz.
stadt Bolzweert te blyven ende dit al ter deffencie van der
voorsz. stede ende dat men die artillerye oft geschut niet en sal
mogen alinieren, dan by beliefte van den Keyser, ende advys
van den burgeren. Tercio, dat de Keyserlicke Majesteit gheen
knechten of crygsluyden in die stadt Bolzweert en sal leggen
dan zoo in tyden des vrede ende oirloghe om bewaerenisse
ende nootroufficheyt waere ende dat by recht ende raedts ad-
vys dat de Keyserlicke Majesteit in ghenen tyden vasticheyt
oft blockhuysen in die stadt Bolzweert oft daeraen bouwen
off maeken sal laeten , ten waere dat van nooden waere meer-
der vasticheyt o(t sterckte te hebben, dewelcke men als dan
in dien gevalle maken sal by Baedt ende advys van den voor-
screven burgers. Dat alle presentacien, landen, huysen, con-
-ocr page 358-
344
1523 senten ende sentencie in tyden des Furst van Gelre ge-
16 schiet machtich zullen blyven, ende geestelick ende weerlyck
" \'elck in zyn recht ende besitte sonder falicant te blyven. Dat
de burgers ende inwoonende ende alle die hem binnen Bol-
zweert onthouden, aen gheenen handel noch saicken in tyden
des Fursten van Ghelre geschiet in Keyserlicke Majesteits lan-
den niet gearresteert off angesproken mogen worden , ende in
anderen landen offt steden wo zulcx gebuerde een voorstander
te zyn vuytgeseyt schulden. Dat alle scippers binnen Bolzweert
wesende, die op huere schepen ennige daghen ten aflteren zyn
restitueert te wesen, dat zy deshalven gheen scade en lyden
ende dye sceepsdaghen een tyt lang in suspens opgescort wor-
den, ende insgelycx sal geschien den schippers dewelcken die
partie van den Keyserlicke Majesteyt geholden hebben. Dat
alle rechten , previlegien , stedebouck , statuyten ende goede
gewoonten der stadt Bolzweert in voortyden gehadt ende noch
hebben ende van denzelven deugdelycke gebruyc van den Key-
serlicke Majesteyt wegen geconfirmeert worden, niet jegenstaende
dat die stadt verbrant is geweest. Dat alle rechten, vryhe-
den , previligien die stede Leeuwarden , Franiken, Haerlingen,
ende Sneeck in \'t gemeen off in \'tbyzonder gegunt ende ge-
geven zyn, ende te hebben daerop zekerheyt van den Keyserlicke
Majesteyt. Dat die Grietenyen van Wonseradeel tot Haer-
lingen off anderen waer buyten dat deel, dan naer older
gewoonten tot Bolzweert te holden niet distraheert off
verlecht sal worden ende die vuytbuyren aen die stadt,
alsoe dat geweest is by geleden tyden, te blyven, Ende
dit al van Keyserlicke Majesteyt wegen mitter commissie ver-
segelt te leveren. Dat alle scade, deluen ende deurgraven
der stadt Bolzweert reparacie geschiet, ende renten uuyterwa-
gen geboert dat welcken Heeren Godschalck van Jvvynga to
nae inochte gaen, der stadt remitteert ende gescenct zy. Dat
die scamele burgeren, die noch eenige pachten ende huyren
aengaende Heeren Godscalck ten achteren zyn, drie jaren quit
-ocr page 359-
345
gescholden worde, aengemeerct die groote scade die d\' inge- 1523
setene der voorsz. stad Bolzwaert ende pachtenaers geleden *6
hebben , Dat int gemeen ende byzondere heere Godschalck \'
hem mitten burgeren ende inwoonende gracelyck ende vrede-
lyck halde ende gheene olde voorde noch handelin^e up te
brecken off gedachtich zyn , des die borgers ende inwoonders
desgelicken by heeren Godtschalck weder te doen. Dat alle die
gheene die aen der stadt Bolzweert geslegen zyn geestelick
of waerlyck, heerscippen, huysluyden ende ballingen van Sneeck
ende andere vry veylich ende onbescadicht van allen beveels-
luyden, ruyteren eade knechten op huer eygen mogen com-
men ende gebruycken ende te doen als huere nabuyren, doende
by den zelven behoerlick eedt den Keyserlicke Majesteit goet
ende getrouwe te zyn. Dat die scamele borgeren die des be-
gheren in Keyserlicke Majesteit solt gelacht worden als an-
dere knechten in Keyserlyke Majesteyts solt liggende, zoe varre
men dieselve behoeff ende zy daertoe nut zyn. Dat Heeren
Godtschalck als een Ridder van trouwen die stadt Bolzwaert
om diepen ende veeren hierby vaeren aengeheven naar byll
naerder Bst sal bystaen, ende ander behulpelyck zyn op te
graven ende die aerme stede mit neringen te voirzien naer
zijn beste vermogen. Item off die stadt eenige ander arti-
clen die nut off nootroufftich waren noch bedoelden ende
inleyden , dat Keyserlicke Majesteyt den scamelen burgeren
daerinne gracelyck ende pie sal voirsien, dat zy zullen reden
hebben de Keyserlicke Majesteyt te bedancken , ende dat die
overmits den voirsz. raet, recht, heerscappen , burgers ende
ingesetene van Bolzweerde den Keyserlicke Majesteyt als Grave
van Hollant ende zyn nacommelingen, graven ende gravinnen
van Hollant eedt doen sullen ende denselven zweeren ende
geloven goet ende getrouwe te wesen, inderzelver vougen ende
manieren als die vanden Stede van Sneeck gedaen hebben,
ons oitmoedelick biddende den voirgenoemden Heeren God-
scalck die heerscip bourgers ende gemeynen ingesetenen van
-ocr page 360-
346
AKact onser voorsz. Stede Bolzwaert den voorsz. Commissie ende
16 articlen te willen approbercn ende ratificeren ende onsen be-
Sept.hoirlycken brieffven dairaff te doen expediëren, doen te we-
tene, dat wy willende in goeder trouwen mit den voirsz.
Heere Godscbalk ende den heerschipen , borghers ende inge-
setenen van onsen voorsz. stede van Bolzwaerde, procederen
wy by den deliberacie van onser voirsz. vrouwe moye Regente
Gouvernante, ten advyse van onser zeere lieve ende getrouwe
den hooft president ende de luyden van onsen secreten Raede
ende financiën neffens haer, geordonneert den voirscreven
commissie ende ariikelen in allen hueren punten ende een
yegelick van die geapprobeert geratificeert ende geconfirmeert
hebben, approberen, raüfficeren ende confirmeren vuyt onser
zonderlinge gi\'acie mits desen onsen jegenwoordigen beneficien,
daertoe gelovende in Keyserlicke ende princelycke woirden
denzelven couunissie ende artickelen onverbreckelyck \'t onder-
houden ende te doen onderhouden tot eeuwigheri daghen. son-
der nemmermeer daerlegens te doen off gedoogen gedaen te
werden, direcktelycken oft indirecktelycken, in wat manieren
dat het zy. Ontbieden daerom onsen lieven ende getrouwen
den Cancellier, den hooft ende president van onsen secreten
ende grooten Raden, den Stalhouder, president ende luyden
van onsen Rade ende rekeninge in Hollant, Zeelant ende
Vrieslandt, onsen procureur-generael ende allen anderen on-
sen Rechteren, officieren ende ondersaeten dien dit aengaen
sal dat zy den voirnoemden Rechters, Raedt, heerscipen ,
borghers ende ingeseten van Bolzwaert ende een yegelyck van
hem van onsen voirscreven approbacie , ratificacie ende con-
.firmacie ende effect van al \'t inhout van desen doen laten ende
gedoogen rustelic ende vredelyck genyuten ende gebruyeken
zouden, hem daertegens eenichsins te vexeren, molesteren
oft traveilleren in lyfl\'ve off in goede, \'hoe dat zy, want ons al-
soe gelyeft. Oirconde van des voirscreven is, hebben wy on-
sen zegel hieraen doen hangen, onsen hoocheyt, heerlyckheyt
-ocr page 361-
347
ende rechten ende een yegelyck zyns rechts in desen bewaert 1523
ende voirsien.
                                                                              "
Gegeven in onser Stede van Bruessel den xvien dach van *
Septembri int jaer ons Heeren duysent vyff hondert drie ende
twintich ende van onsen Rycken te wetene van den Roomsche
ende Hongrien &c. \'t vyffte, ende van Spaegnen ende anderen
\'t achtste. Ende up ten ploy van den brieff stondt gescreven
By den Keyser myn genadichste Vrouwe den Regente, den
Eertsbiscop van Pallarme, hooft vanden Secreten Rade, de
Grave van Hoochstalen, hooft vanden Financien ende den
Heer van Berghen, Ridders, den Domproost van Utrecht,
cancellier van den Ordene, den Heer van Neufville tresorier
ende andere jegenwoirdich ende geteeckent, Dublioul.
Gecollationeert tegens zyn original by my
(get.) de JONGE.
-ocr page 362-
h machtiging verleend aan de HH. Wassenaar
en Tantenbcrg om den Eed van de stad
Bolsward te ontvangen.
Kaerle by der gracie Goids, Gecoren Roomsch Keyser al-
tyt Vermeerder \'s Rycx, Coninck van Germanie, van Spaeg-
\'nen, van Arragon, van Navarre, van beeden den Gecillien ,
van Jherusalem , van Hongrie, van Dalmacie, van Groatie
etc. Eertshertoge van Oistenryck, Hertoge van Bourgoingen,
van Lothringen, van Brabant, van Stier, van Garintie , van
Carniole , van Leinbourg, van Luxembourg ende van Gelre,
Grave van Habsbourg, van Vlaendren, van Tirol, van Artois,
van Bourgogne, Palsgrave ende van Henegouwen, Lanf grave
van Elsate, Prince van Zwave, Marcgrave van Bjrgau ende
des heylicx Rycx van Hollant, van Zeellant, van Phirl, van
Kiburg, van Namen ende van Zuytphen , Grave Heere van
Vrieslant, van opten Windesmarck, van Portenau, van Selms
ende van Mechelen. Onsen lieve ende getrouwe den Heere
van Wassenaer, Ridder van onsen ordene Raet, Camerlinck
ende overste Capeleyn ende den Heere van Tautenberg oick
Ridder ende Gouverneur onses lants van Vrieslant, Salut
ende Uilectie, Alzoe by den Tractaet van den reductie van
onser Stede van Bolzweerde in on?en handen onder anderen
geseyt zy, dat dien Rechters, Raet, heerscippen, borgers ende
ingesetenen van onsen voorsz. Stede ons den behoorlicken
eedt van getrouwicheyt doen zullen als aen hueren Heere et
prince, zoe ende in derselver vouge ende maniere als die
rechters, raden, heerscipen, borgers ende ingeseten van on-
-ocr page 363-
349
ser Stede van Sneeck onlancx gedaen hebben , ende dat wy 1523
hemluyden oick als hueren heere ende prince zweren ende 18
geloven sullen hueren previlegien ouder hercommen , hant-^P\'1
vesten constance ende usance t onderhouden al naer vuytwy-
sen den voirseiden tractaet. "Waertoe wy in onsen persoone
niet vaceren en moegen, ende ons daerom van noot zy yemant
daertoe wt ende ons getrouwe in onser Stadt te committeren,
doen te wetene dat wy U volcomnielyck betrouwende, U sa-
melyck ende elck van U bysondere, bringer van desen geor-
donneert ende gedeputeert hebben, ordonnerende deputeren
U daertoe committerende by desen U in onsen voirseide
Stede Bolzweerd te transporteren ende aldaer den voirsz. stadt
den Rechters ende Raden, borgers ende andere ingeseten
derselver in onsen handen genade ende onderdanicheyt ende
hueren behoorlicken eedt daertoe, ende sulcken als die van
Sneeck gedaen hebben t\' ontfangen, ende insgelycx van onsen
wegen ende in onser ziele als heur luyder heere ende prince
den behoorlicken eedt te doen , onsen briefven van den voirsz.
tractaet hen te leveren ende den hueren te heesschen ende ont-
fangen, ende voirts allen dinge te doene des goede ende getrouwe
Commissarissen ende gedeputeerden voirsz. schuld zijn te doen
ende doen moegen des voirsz. te doen ende des daeraen cleeft
gheven wy U samelyck ende elck van U bysonderen, bringer
des briefis volcommen macht auctoriteyt ende zonderling be-
vel by desen ende in uwe absencie ende soe verre ghy daer-
toe nyet verstaen ende vaceren en mocht, onsen lieve ende
getrouwe Ridder Heere Godschalk Jongema ende Meester
Bernaet Bucho, Doctoer, deken van onsen collegiale Capelle
inden Hage onsen Raden, ende bevelen allen onsen Rechters,
Officieren ende ondersaten, dien dit aengaen mach, dat zy U
luyden ende elck van U besondere, ende in Uwen affwesen
den voirsz. heere Godschalk ende Deken bringer des brieffs
\'tselve doende verstaen, bystaen ende obedieren, want ons
alzoe gelieft. Gegeven in onser Stede van Bruesse] den xvm
-ocr page 364-
350
1523 dach van Septembri int jaer ons heeren duysent vyf hondert
18 drie ende twintich, ende van onsen Rycken te wetene van
eP \'den Roomschen en Hungrien etc. \'t vyflte, ende van Spaegnen
ende anderen \'t achtste. Aldus ondergeteekend. By den
Keyser in zyn Rade, Dublioul.
Gecollationeert tegens de principale com-
missie, by my
(get.) DAMAS.
-ocr page 365-
c. Eede en hulde van Doucke Fonicns aanKarel V.
Ick Doucke Fontens zwere ende belove der alderdeurluch- 1523
tisten hoechgeborensten oirverwynlycxsten Furst ende heere "
Heer Karel by der genaden Goods Keyser van Roomen, Con-
nick van Germanien, van Spaegnen, van Arragon, van beeden
Cecillien, van Jherusalem etc, Eertshertoge van Oestenryck,
Hertoge van Bourgogrien, van Brabant, Grave van Hollandt,
Zeelandt, Heere van Vrieslandt. Dat ick hem ende die van
hem comen sullen ende allen eerven ende Successoren als
natuerlyck Erfheere ende Erfgubernatoer van den lande Vries-
landt van wegen ende vuyt den naem des heyligen Room-
schen Rycke goede getrouwe onderdanighe ondersaet wesen
sal ende Zyne Keyserlicke Majesteyt hoocheyt Recht ende
Justicie te helpen onderhouden, Zyne Majesteyts Stadtholder,
Regenten, Cancellier ende Raeden te eeren ende te obedie-
ren, ende dat ick nimmermeer in Rade off in tractaet comen
en sal daer men jegens Zyne Majesteit off zynen Stadtholder
Raeden ende Officieren sprect tracteerdt off handelt ende offte
sulex wiste te gebueren \'t selffde tegens te staen ende vuyt
te brengen, ende voorts generaelick al te doen, dat een goedt
getrouwe ondersaet schuldich is ende behoiren te doen, zoe
help my Godt ende al zyn heyligen. Oirconden van desen
heb ick myn handteken hier onder gescreven. Datum den u
dach der maent October int jaer ons heeren duysent vyfhon-
dert ende driendtwintich.
(get.) DOECKO FONTENS.
-ocr page 366-
d. Eed en hulde Tan Abba Remersma aan Karel V.
Ick Abba Remersma van Midlum, zwere ende belove den
alderdeurluchtisten hoochgeborensten onverwinlicxsten Furst
ende beere Heer Kaerl by der genaden Goods Keyser van
Roomen, Coninck van Germanien, van Spaengnen, van Arra-
gon, van beeden Cecilien, van Jherusalem, etc, Eertshertoge
van Oestenryck, Hertoge van Bourgondien, van Brabant,
Grave van Hollandt, Zeelandt, Heere van Vrieslandt, dat ick
hem ende die van hem comen sullen ende allen erven ende
successoren als natuerlick erfheere ende gubernatoer van den
lande Vrieslandt van wegen ende vuyt den naem des heyligen
Roomschen Rycke als een goedt getrouwe ondersaet wesen
sal, ende zyne Keyserlicke Majesteyt hoecheyt, recht ende
justicie te helpen onderhouden, zyne majesteyls Stadtholder,
regenten, Cancellier ende Raden te eren ende te obedieren
ende dat ick nimmermeer in Raede off in tractaet comen en
sal, daer men tegens Zyne Majesteyt oft zynen Stadtholder,
Raden ende Officieren spreect, tracteert oft handelt, ende oft
ick sulex wiste te gebeuren, tselfde tegens te staen ende vuyt
te bringhen ende voorts guetlick al te doen dat een goet ge-
trouwe ondersaet schuldich is te doen, zoe help my Godt ende
al zyn heyligen. In kennisse der waerheyt, zoe heb ick mynen
eygenen naem hier onderghescreven.
Datum den U dach der maent October in \'t jaer ons hee-
ren duysent vyff hondert ende drieentwintich.
(get.) Ick ABB REMESMA.
-ocr page 367-
e. Eed en hulde van eenlge Burgers van
Kolsirard aan Marel X.
Wy Douwe Jelmerzoon , Wibren Jacopzoon , Wibren Jou-
cezoon, Rioerd Gaelkezoon , Douwe Sipkezoon, Fonger Sicke- o
zoon , Here Douwezoon , Tiaerd Tzalinghzoon, Jan Guulkezoon,Octb.
Jacop Pietei zoon , Jarich Creiner , Sib\'.e Cremer, Tabbe Here-
zoon ende Hylke Siurdzoon, zweren ende beloven den alder-
dorluchtichsten hogeborensten onverwinlichsten Furste ende
Here , Heer Kaerl by den genade Goeds Keyser van Romen ,
Coninck van Spaengien , van Germanien, van Arragon, van
beide Cecilien van Jherusalem, Eertshertoge van Oestenryck,
Hertoge van Bourgondien, van Brabant, Grave van Hollant,
Zeelandt, Here van Vrieslant, dat wy hem ende die van hem
comen sullen, ende allen ervenen ende successoren, als natuer-
licke eriïheeren ende erfgubernatoren van den lande Vrieslant,
van wegen ende wyt den name des heiligen Roemschen Rycks,
guede getrouwe ondersaten wesen sullen ende syne Keyser-
licke Majesteyt hoecheit recht ende justicie te helpen onder-
holden , zyne majesteyts statholder, Regenten Cancclier ende
Raden te eren ende te obedieren ende des wy nimmermeer
in raedt off in tractaet comen en sullen, daer men tegens syne
majesteyt off zynen Stadtholder Raden ende Officieren sprect
tracteert off handelt , ende off wy sulx wisten te gebueren
tselfde tegens te staen ende wyt te brenghen ende voert ge-
neraeliek al te doen, des guede, getrouwe ondersaeten schul-
dich syn ende behoiren te doen, zo help onss Godt ende al
syn heyligen. In keunisse der waerheit hebben wy alle voir-
screven ende elck besonder van ons gebeden den Erbaren Bor-
gemeisteren, Scepeuen, Recht ende Raidt der Stadt Bolzwert
des zy horen secreten segel voer ons op spacium te drucken,
daer wy Borgeineisteren , Scepenen, Recht ende Raidt hebben
gedaen om bede wille der personen vorscreveu upten iuen dach
Uctobris anno xvc ende xxiij.
23
-ocr page 368-
-ocr page 369-
PROCES-VERBAAL.
BOL8WARD.
15 9 3.
B. BUCHO VAN ZWICHUM.
Zie Gharterboek Vol. II, October 1523.
Vergelijk Schotanus, fol. 619.
-ocr page 370-
-ocr page 371-
MEMORIE ENDE PrOCESZVERBAAL DAER IC B^RNARDUS 1323
BUCHO VAN ZwiCHEM , ÜEKEN VAN ONZER LIEVE VRO-
WE CAPELLE OPT HOFF ENDE RAED ORDINARIS ONZES
GNADIGHEN HEERE DES KEYSERS SYNE MaJESTAS
LANDEN VAN HOLLANT , ZEELANT ENDE WREES-
LANT , LNDE DAT OM TE REYSEN IN WRIESLANT AN
MYN HEREN VAN WASSENAER ENDE DEN StATHOLDER
VAN VRESLANT , ENDE ,IN HOER ABSENTIE TE REYS-
SEN TOT BOELSWART ENDE ALDAER IN NAME DES KEYS-
ZERS HULDINGHE ENDE EEDT TE ONTFANGHEN ENIE
ANDERS NAE TENOR MYNER INSTRUCTIO MY OPT SELVE
STUCK GEDAEN BY MYN GNADIGE VROUWE REGENTE
ENDE GOUVERNANTE VAN DES IvEYSZERS LANDEN HAR-
VERS OVER.
Inden ersten comende van Brussel tot inden Ilagbe opden
dach Maltliei Apostoli den 21 September, heb ie aldaer over
levert twe byslotten briefven van myn gnadigen Wrowe\'den
eene adherescerende an den camer van Justicie, die ander
an den rekenkamer. Ende waer myn credentie seytt, boe dat
my bylast vaer aldaer te toenen ende openbaeren den byse-
gelde tractaet gedaen tuuschen myn gnadigen HeredenKeys-
zers ende den van Boelswart, desgelick de Commissie ge-
daen op Heer Godscalck Juvingba, Ridder Uaet ende Camer-
linck des Keyszers, spreekende van die griettenye \\an\\Voen-
serdeel in vvelcke Boelswart gelegben is. Ende bebbe acbter-
volgende van dien inden voorscreven camer gelaten copie van
myn instruetio ende vanden tractaet ende van die commissie
van die grettenye, desgelik copie van die procuratie om den
eed te ontfangheu ende ut denselven rekencamer ontfan-
ghen copie vanden eed daer die van Sneek myn gnadigen
Heere den Keyszer gedaen badden, ende een copie vanden
-ocr page 372-
358
1523 contrebreef, ende een formulaer om te maeken een conter-
breeff, daer die van Boelswart veder ome solden geven int
ontfanghen vanden bysegelden tractaet, daer ie hoer solde
overleveren. Om daernae my te reguleren als ie met die
van Boelswart solde handelen ende breefven hinc inde over-
leveren.
Desz gedaen bin ie van stonden an gereyst in Vreeslant ende
bin op den 26 dach September voer Sloten int legher gecomen
by myn Here van Vassenaer ende den gouverneur van Wrees-
lant, aldaer sy beyde des nachtes te woren sware gewoent
waeren. Ende denselven myu instructio woergeholden ende
van alles visio ende ostensio gedaen. Ende vant gheen van
hoer beyden mochte vaceren om the reysen tot Boelswart om
aldaer huldinghe en eed te ontfanghen. Soe hebben sy my
geseyt, dat ie achterfolgende die procuratio spreckende op hoer
en in hoer absentie op my ende heer Godscalck solde reyssen
tot Boelswart ende aldaer doen gelick sulx my in die pro-
curatio ende myn instructio bewolen vaer te doen ; ende ga-
ven my daerop literas credentie anden van Boelswart.
Oeck heb ie denselven beyden Heren levert by Sloten breef-
ven van myn gnadigen Wrowe spreckende opt stuck voer-
schreven ende dat sy loesz ende ledich solden laten twe ge-
fangen van Boelswart daer tot Harlinghen opt blockhuusz ge-
fangen vaeren, die eene genaempt dicke Peter, die ander
Gerryt van Mackum. Daerop sy beyden Heren my seyden
dat sy al loesz ende ledich gelaten vaeren op den dachwart
coerts daerwoer tot Sneeck geholden. Maer comende tot
Boelswart heb ie bywonden dat sy niet anders geledicht vae-
ren dan op handtastinge ende veder omme in die gefanginge
te coinen. Ende vat naersticheit ie daeromme nae tenor van
myn instructio an myn Heren van Vassenaer ende de Stadhol-
der ende an den Joncker opt huus tot Harlingen heb gedaen,
soe ist noch my noch Heer Godschalck niet moeglic geweest
sonderlingh den Gerryt van Mackum loesz tbe kryghen dan
-ocr page 373-
359
betalende woer syn raenszoen ach philips gulden en 49 inc- 1523
kei gulden woer de costen dwelcke Heer Godscalck hefft woer
leyt, vant hemluuden toegeseyt vaer dat sy loesz ende ledich
solden weeszen.
Daer nae wt den legher woer Sloeten gereyst nae Boels-
wart bin ie aldaer by Heer Godscalck gecomen op den 28
dach Septembris. Ende inden eersten en woerall met hem
van alles daer vy tot Boelswart in name des Keyszers te doen
solden hebben gecommuniceert visio ende ostensio van alles
gedaen, hebben Heer Godscalck en ie by onsz laeten comen
borghemeesters van Boelswart eerst alleen, ende hoer luuden
onsze credentie ende procuratio getoent ende openbaert visio
ende lectio van den gedaen, ende met denselven gecommuni-
ceert hoe men dat met aller besten manieren solde doen, om
sulcks te publiceeren\' ende vederomme huldinghe ende eed
ende den conterbreeff te ontfangen.
Nae lange communicatio hebhen sy onsz geseyt dat sy be-
geerden dat wy oeck voldeden by onsz comen laeten hoer
andere medegesellen te veten recht scepenen ende die raeds-
luuden van Boelswart, vant sy die eene sonder den ander met
onsz niet mochten entlick sluuten. Nae hoer bylieven ende
bygeertte hebben vy den anderen by onsz laeten comen; ende
hemluuden onsz byweel in name des Keyszers woergeholden
ende van alles op nwes visio ende ostensio van die breven
daer men hun solde over ende veder ontfangen ende daerop
gecommuniceert: soe ist in die communicatie hefonden, dat
vy bigherden dat sy solden sweren onszen gnadigben Here
den Keyszer als erffheer ende erffgubernatoer des heyligen
ricxs ende nae comen graven ende gravinnen van Hollant,
Zelant ende heren ende wrowen van Vreeslant, jegens welcke
sy grote byswaringhe makeden seggende dat sy soe met heer
Godscalck niet hadden traeteeit, dan dat sy onsze gnadigen
Here den Keyszer solden sweren als Keyszer van Rome ende
nae coinende successoren: op welcken heer Godscalck seyde
-ocr page 374-
360
4523 dat hy anders met hoer niet hadde gehandelt, dan dat sy sol-
den sweren den Keyszer gelick andere steden ende landen
van den lande van Wreeslant hadden geswoeren , ende dat
nachden alle steden ende landen van Wreeslant hadden Keys-
zerlicke Majesteyt geswoeren als erffheer ende erffgubernator
etc. byhoerden den van Boelswart sulx oeck te doen: het
hadde sulx altyt syn intentie alsoe geweest; ende voer hoer
nuttigher Keyszerlicke Majesteyt als erfflieer ende grave van
Hollant an the nemen dan als Keyszer , vant indeem , daer
God woerhoeden moet, dat Keyszerdom an een ander heer wt
Oveilant of Franckricke of Italien of Englant quamen, waer
solden sy dan hoer byscarminghe haelen , ende solden eer van
haer vyanden overfallen wesen, eer sy sulx den Keyser om
hulp solden mogten inlimeeien. Die hulp solde oeck seer
cranck veszen als men wt woededen cronicken vel can lees-
zen; alsoe dat om disze swaringe neder te leggen, is onsz van
noeden geweest die borgemeisters van Leverden te veten Pe-
ter Janzzoen ende Vibo Jan Zypers te woerscriven tot bygertte
van den van Eoelswart, vant sy daer groter ^elove op slel-
den.
Op onsze worscriven synt die vorseyde Peter Jansoen ende
Vibo Gerrytzoen by onsz tot Boelswart gecomen op den 29
Septeinbris, ende hebben sy met onsz enden borghemeysters,
scepenen, recht ende raed van Boelswart soe ferre gearbeit
ende in den besten met mer.kandeien bysloten, det sy den
eedt ende huldinghe solden doen in gelyker forme als die van
Sneeck hadden gedaen ; ende den bysegelde tractaet met dank-
baerheit te ontfanghen ende den reversael of conterbreeff in
forma ende maneren als heer Godscalck ende ie van sKeysers
veghe bigerde. Doch mits dat alle dinck pacifllick ende son-
der tvrbatio solde gesceen, bygerden die borgemeisters van
Boelswart, dat vy die sesendartich ende die gesworen meynte
oeck daerby solden laten comen, om hoer consent mede the
hebben. Sulx hebben vy hoer niet mogen veygeren.
-ocr page 375-
361
Ende synt des ander dages die seszendedartich ende die ge-1523
sworen meente by onsz int minnerbroerscloester gecomen,
ende op nws alle dingh woerhaelt. Ende lioevel die seszende-
dartich ende die ghesworen gemeinte groete byswaringhe deden
ende angaven dat hem niet moegelick vaer sulck een eed te
doen of den reversal in sulcke maneren the woersegelen als
vy bygerden , vaut Vreeslant daer zy in gelegen varen, vaer
een lidmaet des heyligen riixs , ende sulxs swerende ende by-
segelen vaere gewolglick een alienatio van den heylighe roem-
sche 1 yck. Daerom mochten sy snlx niet doen , dan volden
gaerne den eed sweren als Keyszer ende doen alle betgheen
daer fromen luuden toebyhoert.
Niet te min nae langhe ende doeglicke informatie, daer ie
ende heer Gotscalck ende die borghemeisters van Leverden
hemluuden deden, hebben sy consenteert, ende die breven in
hoer thegenwoerdicheit laten maecken, soe vel den breef van
den huldinghe ende eed als den conterbreeff ende oeck den
breeff van den eed daer heer Godscalck ende ie hemluuden in
name ende ziele des Keyszers wederomme solden sweren, velcke
breven geleszen ende ryplick over tracteert, hebben die borghe-
meisters in byvesen scepenen recht ende raed ende seszendedar-
dich ende gesworen gemeente beyde breven, te weten den
breeff van der huldinghe ende den conterbreeff van den by-
segelde tractaet met hoer sladsegel bysegelt. Ende desgelick
heer Godscalck ende ie hebben hemluuden vederomme met
onsze segelen woersegelt den contereed, daer vy in name en
ziele des Keyszers solde sweren, ende met menkander concor-
deert, dat men die gemeente opden 2 dach Octobris in die
grote kerek solde laeten comen om aldat r huldinghe ende eed
the doen, ende dat men die voersegelde breven hinc inde int
openbaer solde overleveren , ende datmen den gemeynte solde
den effect van den bysegelde tractaet ende den conterbreeff
seggen sonder in langhe the leszen, dan die huldinghe ende
eed sol men van woert tot woert hemluuden leszen en decla-
-ocr page 376-
362
1523 reren , mitz dat sy mochten weten wat sy solden ende hadden
sweren ende gesworen , ende desgelick van den contereed daer
ie ende heer Godscalck hemluuyden vederomme in name des
Keyszers solden ende hadden sweren ende gesworen.
Op den 2den dach Octobris tot 7 uren des morghens heb-
ben vy laeten singen een misse de Sancto Spiritu Solempni-
ter, ende de gedaen, in een woerheven gestolte ghestaen ende
int openbaer alle dinck in beste woerclaert, alsoe dat sy alle
vel thovreeden vaeren, ende hebben bygert die van Boelswert
eerst ende woeral absolvert te veszen van den eed daer sy
omlanxs den hertoghe van Sassen als erffgubemator hadden
gesworen, oeck van den eed den Here van Gelder gedaen.
Dwelck heer Godscalck ende ie seyden , dat vy sulx in name
des Keyszers solden doen ende hebben hoer declarert den trac-
taet daer onsz gnadige heer die Keyszer in tyden, als hy Prince
van Spangien ende eertshartoge van Oestenriicke etc. vaer,
met den hertoghe van Sassen angaende Vreeslant hadde\' ge-
mackt, wt velcken sy al absolvert vaeren van hoer eed hem
gedaen, indeem sy Keyserlicke majesteyt alsvoeren volden s\\ve-
ren.
Ende angaende den eed den here van Geldre gedaen, dat
vaer een woerdoemlick eed, ende sy mochten byholden hoer
eere ende zielen salicheyt, sulcken eed hem niet holden, sy
vaeren hem oeck niet sculdich te holden.
Alsulcke declaratie gehoert hebben sy seer blyde geweest,
ende niet te min vy hebben hoer in name des Keyszers al
sulcke eeden gedaen, geabsolvert ende declarert tot ewige
dagen absolvert te veszen.
Dit alle als woerscreven alsoe gedaen, is den ganszen luu-
den, Edel ende onedel, borgeren ende inwoeneren ende daer
tot die stad Boelsward geflogen ende inden tractaet bygrepen
waren, aldaer in die kerek gecomen vaeren, den eed daer sy
solden sweren int openbaer geleszen ende declarert; ende als
die alsoe geleszen ende declarert vaer, hebben sy alle hoer
-ocr page 377-
363
fyngeren opgestecken ende is hoer die eed veder op nues 1523
woeigeleszen ende liebben den selven alsoe geswoien als haer
moste God helpen ende al syn heyligen.
Ende hebben heer Godscalck ende ie hem luuden veder-
omme een contereed gedaen in name des Keysers nae tenor
van onsze procuratio, daer vy daer tlioe hadden, ende synt
die breven woersegelt hinc inde int openbaer overlevert ende
alsoe van menkanderen gesceyden, ende hebben die van Boels-
wart Keyszerlicke majesteyt seer gedanckt, dat by hoer tot
genade hadde genomen , ende hoer van alles daer sy tiegensz
Keyszerlicke majesteyt en syn landen hadden gedaen geabsol-
vert, ende volden tot evvige (daghen) goede, getrowe onder-
daen blyven.
Op den 3den dach Octobris synt heer Godscalck ende ie
opt Stadhuusz gegaen ende by onsz laten comen die olde bor-
gemeisters, scepenen, recht ende raed der stad Boelswart
ende hemluuden in name des Keyszers gecontinuert elck in
syne ofücio tot Sinte Simon ende Judas dach naest comende
op velcken dach sy pleghen nae older gewoente die borgemei-
sters, scepenen , recht ende raed te woerwandelen ende ander
nwe in gelicker getal the kieszen; ende hem seyclt dat sy dat
alsdan oeck doen solden , ende sulck gecoren solden sy alle
die namen van de olden ende uwen gecoren mynhere dstad-
holder in een bysloten breeff, bysegelt met die stad secreet, *
met een trowe boede oversenden om daer \\vt te kieszen, daer
hy ineynde allernuttichst tot regcringe der stad te veszen, ende
denselven van weghen Keyserlicke majesteyt conürmeren ende
van elcken ende hoer allen intgelick elck nae syn officio den
byhoerlicke eed te ontfangen off daertoe yemant committeren;
in velcke sy onsz in name des Keyszers seer bydancke-
den.
Daernae hebben vy met denselven gehandelt dat sy daghes
daernae te weten den 4den of 5den Octobris solden omgaen
elck in syn quartier, doer die stad van Boelswart van huusze
»
-ocr page 378-
364
1523 tot huusze, ende hcmluyden vragen, of sy oock inde kerck vae-
ren en svvoren, als die huldinge worde gedaen, ende denghene
daer in die kerck niet geweest Jiadde of niet gesworen hadde
van nws laeten sweren, ende die niet volden sweren wt die
stad jaghen.
Ende daemae op die naeste heylighe dach in een manere
van een publicum edictum laeten wtroepen , dat men allen
dengheenen, daer in die stad Boe lswart vaeren gebleven, die
sol men holden als gesworen, alle hadden sy oeck niet ge-
sworen. Ende indcein sy hir naemals deeden teegen de forma
van den eed by den borgeren van Boelswart den Keyszer ge-
daen, men solde hoer stiallen als rebellen ende meyneedige
luuden, niet theegens staende al volden sy seggen dat sy
niet gesworen hadden. Dvelck alle alsoe the exequeren heb-
ben die borgemeisters angenomen.
Dit al-oe gedaen hebben heer Godscalck ende ie denselven
gebeeden , dat sy hoer r.aersticheyt volden doen ende dstad
Boelswart tot profyte van Keyszerlicke majesteyt vel bywaren.
Myn gnadige heer die Keyszer solde hoer een gnadich heer
veszen, ende alle hoer doeglicke previlegie die syn majesteyt
hoer nw op nws hadde gegeven ende geconih inert ende sy van
oldes doeglick hadden gebruuckt, onderholden ende onder-
holden laeten.
          Ende synt alsoe van menkander geseeyden.
Opden 5den Octobris bin ie gereyst tot Sneeck om aldaer
enighe differentie neder te leggen tuusschen die van Sneeck
ende hoer ballinghen, daer in Boelswart gelegen hadden, vant
die baliinghen bygerden in Sneeck te veszen nae inholt den
tractaet van Boelswart, ende die van Sneeck voldensze noch
niet innemen soe langhe die Gellersze niet gansz wt Wreeslant
woerdreven vaeren. Ende vant ie hoer niet inochte concorderen
heb ie beyder partien vvolmagtighen besceyden by myn heren van
Vassenaer ende dstadtholder in leglier woer Sloten te comen.
-ocr page 379-
365
Ende aldaer is soe ferre gehandelt dat die ballinghen hebben 1523
consenteert wt te blyven soe langhe Sloten niet gewonnen
vaer. Ende alsdan sulx gesciet, solden sy veder omme mogen
in Sneeck elck op syn goeden comen , ende doen alsdan van
nwes huldinghe ende eed gelick andere borgeren hadden ge-
daen. Dvelck beyden Petri alsoe hebben gedaen.
Opden 3 dach üctobris bin ie vederomme by myn heren
van Vassenaer ende dstadholder van Vreeslant in legher woer
Sloten gecomen , (ende) inden legher vesende heb ie beyden
heren advertert van alle datgheene, daer heer Godscalck ende
ie in name des Keyszers hadden gedaen, ende aldaer over-
levert copie van alle breven , mitz dat sy gheen ignorantie
mochten hebben ende hem daerna te moghen reguleren.
SEQUITUR INVENTARIS VAN DIE COPIEN BY Mï IN
HANDEN DES StADHOLDERS VAN WREESLANT
OVERLEVERT.
Int eerst die copie van myn instructie byginnende : memorie
van des meester Bernard Bucho etc. geteikenl met A.
Noch copie van een procuratio om den eed van die van
Boelswart te ontfanKen, spiekende op myn here van Vasse-
naer ende den Stadholder, byginnende: Kaerle bi der gratie
Codes etc. onszen lieven ende getrowen den here van Vasse-
naer etc. den here van Tautenborch oeck ridder ende gou-
vernoer onszer landen van Wreeslant, geteikent met B.
-ocr page 380-
366
1523 Noch copie van den tractaet ende previlegien der stad van
Boelswart by der Keyszerlicke majesteyt gegunt, byginneiide :
Kaerle by der gratie Godes etc. alle den ghenen die deszen
onszen breeff zullen zien Saluyt etc. geteikent met G.
Noch een copie van een conterbreeff daerinne die van
Boelswart bykennen dat sy den voerscreven traetaet ende
previlegie ont fangen ende angenomen hebben , byginnende :
Allen denghenen die deszen onszen breeft sullen zyen of ho-
ren leszen etc. geteikent met D.
Noch copie van den eed die die van Boelswart gesworen
hebben, byginnende: Wy edelen, heerscappen, regeerders ende
burghemeisters etc. geteikent met E.
Noch copie van den contereed daer meester Bernard Bucho
ende heer Godscalc van Jonghema ritter der stad van Boels-
wart in name der Keyszerlicke Majesteyt gedaan, beginnende:
Bernardus Bucho etc. ende Godscalck Jongama ritter etc.
geteikent met F.
Noch copie van die commissie van de Griettenie Voenser-
deel, sprekende op heer Godscalck Jonghema ritter etc. by-
ginnende : Kaerle by der gratie Godes etc. allen denghenen
die diszen onszen breeff zullen zyen Saluyt, geteikent met G.
Bisze copien alle synt alles geautentizeert by een geswo-
ren notarius , in hoer beste forme, ende hefft myn heer dstad-
holder van Wreeslant my syn recipisse hirvan gedaen.
Dit alles aldus als woerscreven. by myn here van Vasse-
naer ende den Stadholder van Wreeslant gedaen ende expe-
diert heb ie van hoer oerloff genomen, ende wt den legher
gesceyden ende op den 11 dach October in Ilage gecomen,
ende aldaer myn repoert als woerscreven gedaen.
Ende op den Beekencamer overgelevert den principael
breeff van den eed, daer die van Bolswart onszen gnadighen
Here den Keyszer hebben gedaen ende met hoer stad segel
woesegelt.
Noch den principael conterbreeff, daerinne die van Boels-
-ocr page 381-
367
wart bikennen, dat sy hebben alsuleken tractaet ende previ- 4523
legie als hemluuden by den Keyszer gegunt ende gegeven is
met danckbaerheyt ontfangen, ende geloven die alsoe tot
ewighe daghen to onderholden, ende met hoer stadsegel by-
segelt.
Noch heb ie aldaer overlevert ittlicke particulare breven
in papier gescreven daerinne [ittlicke particulare herscappen
ende inwoners van den platten lande van Vreeslant bykennen
Keyserlicke Majestcyt hulde ende eed gedaen te hebben.
Noch heb ie aldaer overlevert copie van den contereed dy
my ende heer Godscalck in name des Keyszers den van
Boelswart gedaen.
Noch den tegenwoerdighe procesz verbael van tghene daer
ie ende heer Godscalck in Wreeslant achtervolgende onsze
instructio hebben gedaen.
In kennisze daer waerheyt heb ie Bernardus Bucho myn
hand hir ondergescreven.
Actum, den 12 dach Octobris Ao 1523.
(Was geteekend) BERNARDUS BUCHO.
-ocr page 382-
-ocr page 383-
Iets over Worp van Thabor en zijne chronljk.
Ten slotte nog iets over den schrijver en zijn werk. Pe-
trus Thaborita spreekt van hem altijd als otise Procurator
Werperis (*), en duidt hem eenmaal aan als Werperis, van
Reynsmergheest ghebooren (Archief,
deel III, blz. 375). Inde
aanteekening op deel II, fol. 5, van handschrift B (zie Vrije
Fries
III dl. 2 st. blz. 110) heet hij zich te noemen Worperus van
der Geest. Alloen het titelblad van handschrift B noemt hem
Worperus Tyaerda ex Renismageest, en Sufridus Petrus (-}-),
t. a. p., brengt hem tot de familia Tjaardana. Er is ech-
ter geen spoor te vinden, dat kij tot dit geslacht behoord
heeft, of dat iemand van die familie Prior van het klooster
Thabor geweest is. Dit althans bevestigen de Heeren Jr. Mr.
M. de Haan Hettema en Mr. A. van Halmael Jr., die met
de genealogiën van de Friesche adelijke en andere aanzien-
lijke famiiiën zeer van nabij bekend zijn. Deze naam is hem
dus welligt bij vergissing toegeschreven. Onder de Abten van
Mariëngaarde wordt een Vorperus Tzjaerda als XVIdeAbt
genoemd , gestorven 1352. Men kan hem toch met dezen
niet verward hebben ?
(*) Dat de spelling van dezen naam nu eens Werperis , dan Worperus,
dan Vorperus, en ook Vokperlus , voorkomt, de niets ter zake. Men
vindt zelfs Voperi\'js , doch blijkbaar door een schrijffout, tweemalen in hand-
schrift E (zie Vrije Fries, III deel 2 st. blz. 115).
(t) In het oorspronkelijk opstel (bewaard bij hut Provinciaal Archief) leest
men aldus. „Vorperus , natus in Rynsmagesia, qui pagus est in territorio
Dantumano, filius illegitimus cujusdam viri nobilis ibidem, ei familia Ti ab-
dana f uit, qui cuin ab ineunte aetate literis et religioni deditus esset, evasit
vir in primis doctus ac religiosus, etc." Het woord illegitimus is doorge-
streken en verbeterd in sed non ex thoro legitimo, doch ook hierdoor de pen
gehaald.
Op een der eerste bladen van dit handschrift vind ik: «Verferis de Kyns-
magest. Vide lit. Do. Bendixii, de dato 8 Aprilis 1586."
24
-ocr page 384-
370
Van der Geest noemde men hem, of noemde hij zich,
naar zijne geboorteplaats Rinsumageest; Thaborita naar het
klooster, waarin hij geleefd heeft. Wij weten dus met ze-
kerheid niets van hem, dan dat hij Worp geheeten heeft,
dat hij in 1523 Prior van Thabor is geworden (*), en den 26
Februarij 1538 gestorven is.
In eene aanteekening van den Heer VAN Nauta vindt men
van dezen Prior dit merkwaardig zeggen vermeld: Dat de
duivel altijd zijne wooning in den kop der monniken gehad
heeft.
Wat den tijd betreft, waarin Worp geschreven heeft, dien
meen ik omstreeks het jaar 1500 te moeten stellen. De bij-
zonderheid , welke reeds opgemerkt is, dat bij de namen der
twee laatste Bisschoppen, Philippüs en Henricus , in de
meeste handschriften geene jaartallen gevoegd zijn, en dat
die jaartallen in handschrift A eerst door eene latere hand
zijn bijgeschreven, doet mij veronderstellen, dat die lijst in
het oorspronkelijke opstel niet verder gegaan is dan tot 1496,
Fredericus, 54, en dat overeenkomstig hiermede ook de
lijst der Graven geëindigd is bij Philippüs II, 28 Comes. In
die veronderstelling moet dan het handschrift A, na 1524 ge-
maakt zijnde, er die twee laatste Bisschoppen, benevens Ka-
rolus Imp., 29 Comes, bijgevoegd hebben; gelijk ook het
Franeker handschrift D, dal jonger is dan A, de rij der Gra-
ven heeft voortgezet tot Philippüs III, 30 Comes. Hieruit
besluit ik, dat Worp dit werk geschreven heelt gedurende
de regering van den 54sten Bisschop Frelebicus , en dus
tusschen de jaren 1490 en 1516. In het handschrift van
Alkemade leest men ook op den titel: Vorperi a Rinsma-
geest, monachi in Tabir, waaruit men besluiten mag, dat
Worp deze chronijk opgesteld heeft, voordat hij nog Supprior
was geworden. En daar hij later tot Procurator bevorderd,
(*) Zie Petb. Thab., Archief, d. III, 375.
-ocr page 385-
371
en in 1523 tot Prior gekozen is, komt die tijdsbepaling met
het tijdperk, waarin Worp monnik was, zeer goed overeen.
Nog nader wordt die tijd bepaald, als men let op het vol-
gende, hetwelk lib. I, cap. 8, voorkomt.
»A°. 1492, fuil et helium inler ipsum et Duces y>Bur-
gandiae, usque in praescntem diem.
Et multiplicata sunt
mala, non solum in Gelria, sed et in omnibus terris et
regionihus circum Gelriam, et adhuc nondum est fin is.
Infra vero suis in locis plenius de his dieemus."
Dit toch moet Worp geschreven hebben vóór 1505, dat is,
vóór het jaar, waarin Philippus de schoone met Karel van
Gelder
een tweejarig bestand gesloten heeft.
Nog nader wordt die tijd bepaald door eene aanleeken\'ng
in een der H.S.S. aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek,
welke aanteekening vermeld, dat dit afschrift vervaardigd is
in het jaar 1494 door Frederik Adriaan Westphalen.
Uit het aangehaalde blijkt tevens, dat hij, dit schrijvende,
het voornemen had, zijne chronijk tot op het einde der 15de
eeuw voort te zetten. Echter gaat de Latijnsche chronijk niet
verder dan de 14de eeuw, en het is mogelijk, dat Worp, tot
hoogere bedieningen en meerdere werkzaamheden geroepen,
geenen genoegzainen tijd gevonden heeft, om zijn werk te
voltooijen. Het gevoelen van Suffridus Petrus, datWoRPS
eigen opstel niet verder gaat dan tot 1399, wordt ook door
den Baron Schwartzenberg , t. a. p., aangenomen, en de
wijze van bewerking van het 4de boek, in het Nederduitsch,
verschilt van die der drie vorige boeken ook genoeg, om het
4de niet aan den schrijver der drie eerste boeken toe te kennen.
Daarentegen pleit de uitdrukking, in het verhaal van de
stichting van het klooster Thabor:
«Want ik, die dezen Cronyck hebbe geschreven, ben in
zyn clooster Thabor geprofessyt. Appendix, hietende Wor-
PERUS van der Geest , ende eerstmael Subprior, endedaer-
nae Procurator , ende ten laetsten Prior. Ende is gestorven
-ocr page 386-
372
in \'t jaer ons Heren duysent vyff hondert acht ende dertich,
den 26™ Februarii."
gelijk mede de verwijzingen uit dit boek naar het gestelde in
de voorgaande boeken; dit een en ander, zeg ik, pleit er
zeer voor, dat ook dit 4de boek van Worp afkomstig is.
De afschriften B en D zijn zoo kort na den tijd van Worp,
(naauwelijks 30 jaren) geschreven, dat hij , die vroeger in
het oorspronkelijke handschrift van het vierde boek die aan-
teekening (appendix) , hielende enz., bijschreef, een tijdgenoot
van Worp moet geweest zijn, en alzoo heeft kunnen weten,
wie die ick, die dezen Cronyck hebbe geschreven, was. Hier
komt bij, dat men wel kan veronderstellen, dat de vervol-
ger, zoo hij iemand anders geweest is dan Worp , het werk
van "Worp heeft willen voortzetten , maar niet gemakkelijk ,
dat hij dan zijn eigen werk aan den naam van Worp ge-
schonken heeft. En zoo hij (de vervolger) dit niet gedaan
heeft, anderen kunnen er nog minder belang bij hebben ge-
had , om iels aan Worp toe te schrijven, hetwelk hem niet
toebehoorde.
Stelt men dus, hetwelk voor alsnog mij het meest aanne-
indijk toeschijnt, dat ook dit 4de, in het Nederduitsch ge-
stelde , boek door Worp vervaardigd is, dan moet er voor
die verandering van taal en bewerking eene billijke reden
kunnen opgegeven worden. Die reden meen ik hierin te
vinden. Blijkens den geheelen inhoud der drie eerste boeken,
was het de bedoeling des schrijvers, om eene kerkelijke ge-
schiedenis van Friesland te geven; want de eerste prediking
van het Christendom , de langzaam voortgaande bekeering van
de Friezen, hunne betrekking tot de bisschoppen van Utrecht,
en hunne twisten met deze, zoowel als met de Hollandsche
Graven, maken het onderwerp dier boeken uit. Het hand-
schrift E vertoont boven de 2de bladzijde het opschrüt: Chro-
nicon Episcoporum Frisiae.
En in de 14 eerste eeuwen vond
Worp zeker de kerkelijke geschiedenis van Friesland belang-
-ocr page 387-
373
rijker dan de staatkundige, ten minste voor hem als geeste-
lijke, en daarom stelde hij in de eerste boeken de kerkelijke
zaken op den voorgrond. Doch de 15de eeuw gaf hem een
geheel ander onderwerp. De twisten der Schieringers en Vet-
koopers, die gedurende dat tijdperk dit gewest vervulden,
hadden de staatkundige geschiedenis, boven de kerkelijke, be-
langrijk gemaakt, en den invloed der Utrechtsche Bisschop-
pen , tegen wier gezag de Friezen altijd weerspannig waren
geweest, nog onbeduidender gemaakt dan te voren. In dit
4de boek moest dus de schrijver zich op een geheel ander
standpunt verplaatsen.
Bij het zamenstellen van de eerste boeken had de schrij-
ver de werken van anderen voor zich, en de bronnen, waar-
uit hij putte, waren chronijken, legenden en levensbeschrij-
vingen, dewijl de geschiedenis dier eeuwen door anderen
reeds op verschillende wijzen , geheel of bij gedeelten, was
behandeld. Tot de vervaardiging van het 4de boek, daaren-
tegen , had hij geene bouwstoffen van aanbelang in de werken
van vroegere schrijvers, maar moest hij alles zelf, uit de nog
voorhanden zijnde oorkonden, charters , diploma\'s, zoenbrie-
ven enz., opdelven. Hierbij gaf de rijkdom van stof, bij de
meerdere belangrijkheid van een tijdperk, hetwelk gedeeltelijk
nog in veler geheugen levendig was, hem als van zelf aan-
leiding tot eene meer breedvoerige behandeling, waardoor dit
4de boek alleen uitgebreider is geworden, dan de drie vorige
te zamen genomen.
Eindelijk, hij schreef de drie eerste boeken in het Latijn,
en had zekerlijk ook wel eerst het voornemen, het geheele
werk in die taal op te stellen. Voor de eerste boeken was
hem dit in zeker opzigt ook gemakkelijk, daar de geschriften,
welke hij raadplegen kon en moest, meerendeels ook in die
taal waren geschreven. Maar op het einde van het 3de boek,
waar hij het tijdperk naderde , waarover hij in het Neder-
duitsch gestelde staatsstukken moest raadplegen, begon hij
-ocr page 388-
374
de moeijelijkheid van het Latijn schrijven te gevoelen. Hij
moest dan toch, of de Nederduitsche stukken tusschen een
Latijnsch verhaal invlechten, gelijk hij in de laatste hoofdstuk-
ken van het 3de boek deed, hetwelk wij zien uit het frag-
ment, bewaard in het afschrift G (a°. 1397 enz.), of al die
oorkonden, welke hij in hun geheel wilde bewaren, in het
Latijn gaan overzetten. De misstand van het eerste, en de
moeijelijkheid van het laalste , kunnen hem gemakkelijk be-
wogen hebben, om voor het 4de boek zicli liever van de
Nederduitsche taal te bedienen.
Al deze redenen te zamen genomen, het verschil 1°. van
onderwerp, 2°. van behandeling, en 3°. van taal, regtvaar-
digen zijn besluit, om de drie eerste boeken, als een op zich
zelf staand eerste gedeelte, af te sluiten, en het vierde boek
niet als 4de boek, maar als tweede gedeelte van zijne chronijk,
daaraan toe te voegen. Men moet dan deze boeken beschou-
wen als twee afzonderlijke werken, het eene der kerkelijke
geschiedenis van Friesland, en het andere de geschiedenis
der 15de eeuw, of der partijschappen van de Schieringers en
Vetkoopers, welke twee werken te zamen de Chronijk van
"Worperus Tiiaborita uitmaken.
Deze opvatting geeft ook gereedelijk eene verklaring, hoe
er in handschrift D boven het zoogenoeinde 4de boek staan
kan: Hier begint dat tweede boeck der Cronicken van Vriesland,
en aan het einde van dit boek: Et hic est est fint», sit laus.
Deo trim et uni.
Als bovendien hier het einde is, zoo des
tweeden hoeks als des geheelen werks van Worp, dan is het
natuurlijk, dat er boven het zoogenaamde 5de boek in hand-
schrift D , geen opschrift gevonden wordt, noch als derde
boek
, noch als tweeden boeks tweede stuk , noch als vijfde boek.
Iu diezelfde veronderstelling wordt het ook duidelijk , hoe de
handschriften F en G , en het oudere handschrift B, als chro-
nijk van Worperus van der Geest , niet meer (noch min-
der) bevatten dan vier boeken. Daarentegen verklaart zich
-ocr page 389-
375
de bijzonderheid, dat de handschriften A en E slechts de drie
eerste boeken behelzen, ligtelijk daaruit, dat dit eerste ge-
deelte, deze in het Latijn geschreven boeken, als een op zich
zelf staand werk : Cronicon Episcorum Frisiae, beschouwd zijn.
Wat nu het vijfde boek betreft, komt het mij voor, dat
Worp van Thabor wel het plan gehad heeft, om zijn werk
met de voltooijing van het vierde boek te besluiten, maar
toen hij nu ook nog het einde van den Gelderschen oorlog
en de onderwerping van geheel Vriesland aan den keizer, na
de overgave van Sneek, Sloten en Bolsward in 1522 en 1523
beleefde, zich opgewekt gevoeld heeft, om ook dit tydperk
te beschrijven. Als hoofd van een der aanzienlijkste kloosters
had hij zelf voorzeker een groot deel aan alle die gebeurte-
nissen gehad , en menig traclaat of besluit door de Prelaten
en Edelen gesloten of genomen ook met zijne handteekening
bekrachtigd. Nog vijftien jaren mogt hij die gebeurtenissen
overleven (tot 1538) , en hij heeft dus nog ruim den tijd ge-
had , om ook dit gedeelte van zijn arbeid te voltooijen. Ge-
hjk hij in het vierde boek meermalen naar de drie vorige boe-
ken .verwijst, zoo haalt hij ook in dit vijfde boek gedurig uit
het vierde of derde boek plaatsen aan op deze of diergclijke
wijze.
fol. 503. Ende want ick hyer mede het vyfte bceck de-
ser Cromiken wil besluyten, omdat Key. Mat. nae des Fur-
stes van Sassens regieringe ende der Geldersche invasie in
dit jaei van drye en twintig Vriesland van Staveren tot Ger-
kesbrugge
toe heeft tot Synre Mat. gehoersaemheit ende sub-
jectie gebracht, ende nu rustelicken beset niet sonder meerck-
licke hulp ende bijstant der selver Vriesen, als ick voor op
\'t lanxte in dit boeck nae myn beste vermogen hebbe geschreven.
fol. 277. Ende worden geheten Damster schutters, dye
voermaels in Vrieslandt met Gronningers veel quaets hadden
gedaen, daer ick int voergaende boeck meer van hebbe ge-
schreven.
-ocr page 390-
376
fol. 293. Desgelicks is oeck geschiet in Haskerdicken
anno ximc ende lxxxvii daer ick voer van hebbe geschreven.
Foeke Sjoerds schijnt de chronijk van Worp niet gekend
te hebben. Althans het oordeel, hetwelk hij, in de Inleiding
tot de Beschrijving van Friesland, bl. 9, daarover velt, is
zeer onvoorzigtig. » Vermits," zegt hij, »SüFFRiDUS Petri,
«nopens de verhalen van Friesland zelfs niet al te geloofwaar-
dig is, kan men ligt denken , wat men van zoodanige schrij-
vers, die bij hein zoo hoog te boek staan, te houden hebbe."
Andere schrijvers daarentegen, denken gunstiger over Worp
van Thabor. Winsemius, Schotanus en Emmiüs , hebben
van zijn werk gebruik gemaakt, en van den laatste zegt dit
veel. Doch dit is aan ieder bekend. Minder bekend is het,
dat Ernestus Fredericus a Wicht , in zijne nog ongedrukte
Annales Frisiae perducti ad annum MDCII, van Worp veel
heeft overgenomen. Bovendien is het mij gebleken, dat Cor-
nelis Kempius , in zijne Libri tres, de origiue , situ, quali-
tate et quantitate Frisiae, Col. Agr.
1588, vooral in het eer-
ste en derde boek, zeer veel uit Worps beide eerste boeken
heeft nagesclneven, zonder hem echter ergens te noemen. En
het gezag, hetwelk door deze schrijvers, het zij openlijk, hel
zij stilzwijgende, aan Worp is toegekend, komt mij voor,
allezins gegrond te wezen. Zonder zich met onzekere en on-
gerijmde berigten in te laten, geeft hij een duidelijk en bon-
dig verhaal, hetwelk men met regt eene Geschiedenis van de
vrijheid der Friezen
kan noemen, en dat uit de beste bron-
nen bijeengcbragt is. Een groot aantal staatkundige stukken
zijn door hem, vooral in het vierde en vijfde boek, van woei-de
tot woerde
opgenomen, en daaronder vele, die in het Groot
charterboek
niet voorkomen.
X