-ocr page 1-
r* -^-«�>-                                                  - -
. ;./�; V.\\ . ���
HwnNWwW?*
-ocr page 2-
INSTITUUT VOOR
SOCIALE-GENEESKUNDE
/
RIJKS-UNIVERSITEIT UTRECHT
<
hy* \\o5\'99^
i
-ocr page 3-
In
\' !Y
� J. °
1
-
\'
:
,
-
.
-
.
\\
-ocr page 4-
-ocr page 5-
DE GENEESHEER
IN
NEDERLANDSC��-INDI�.
-ocr page 6-
j
Het auteursrecht van dit werk is verzekerd overeenkomstig de
Wet van
28 Juni 1881 (Ind. Stbl. No. 199.)
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT
A06000021822063B
2182 2063
-ocr page 7-
DE GE�EES��EEB,
IN
NEDERLANDSCH-INDI�,
MM>H
Dr. C. L. VAN DER BURG.
EERSTE DEEL
Land, klimaat en bewoners; hygi�ne; de uitoefening der genees-
kundige praktjjk.
Tweede verbeterde en vermeerderde druk.
1" b.bUOfHEEK DER
RIJKMVERSITEIT
" UTRECHT
SGRAVENHAGE,
MARTINUS NIJHOFF.
1884.
-ocr page 8-
\'De stelling: de minimis non cural lex, moei, ten opzichte der
�geneeskunde, worden omgekeerd."
RoJEI\\T Dlll\'lTT.
-ocr page 9-
INHOUD.
VOORREDE voor het eerste Heel..........
INLEIDING................
Indccling van hel hoek, 4.
LAND EN KLIMAAT.............
Uitgestrektheid, 6. � Verdeeling, 6.�Bodem, 7.�
Grootte, 8. � Klimaat, 9. � Invloed van warmte
en vochtigheid, 16. � Oostmocsson, 18. � West-
moesson, 20. � Licht, 22. �Stof, 23. �Maanlicht,
24. � Aardbevingen, 24. � Grondwater, 26.
WONINGEN................
In het algemeen, 28. � Scholen, 29, � Kazernen,
33. � Gevangenissen, 37. � Hospitalen, 38. �
Kerken, mesigifs, 40. � Komedie-gehouwen,40.�
Logementen, 41. � Liefdadigheidsgestichten, 41. �
Woningen der Europeanen, 41. � hl. der Chineezen,
53. � ld. der inlanders, 56. � Kampong\'s, 58.
Aanhangsel: Begraafplaatsen.........
BEWONERS...............
Getalsterkte, 61. � Inlanders, 62. � Als zieken,
62. � Rerooking. 64. � Stanggic, 64. � Pijn.
65. � Intonatie. 66. � Rijgeloof, 67. � Batoe
pipisan.
68. � Ontwikkeling der vrouw, 70. �
Leeftijd 71. � Zwangerschap, 72. � Verlossing.
73. � Navelstreng, 74. � Kraamvrouw, 75. �
Nageboorte, 76. � Verpleging van het kind, 77. �
Geslachtsdrift. 78. � Verwondingen, 81. � Besnij-
denis. 82. � Panoc, 83. � Bleek zien, 83. �
Mondholte bij «WA-kauwen. 83. � Afvijlen der
landen. 84. � Lichaamstemperatuur,84. �Ziekten,
84. � Begrafenis. 85. � E-i;, 85. � Chineezen.
86. � Als pati�nten, 87. � Sing-sic, 88. � Be-
grafenis, 89. � Feesten, 89. � Ziekten, 90. �
-ocr page 10-
INHOUD.
II
Europeanen, 91. � Stand, 92. � Taal, 92. �
Baboc\'s. 93. � Ziekten, 94. � Begraven, 96. �
Armeni�rs, 96. � Kleurlingen, 97. �Typen. 98. �
Karakter. 100. � Kruisingen, 106. � Arabieren,
107. � Negers, 108.
KLEEDING................Pagina 109.
Inlanders, 109. � Chineezen, 111. � Arabieren en
Hindoes, 111. � Europeanen, kleurlingen en Negers,
111. � Militairen. 119.
BADEN EN LICHAAMSRE1NIGING {Minerale Wateren) ... � 121.
Koude baden, 122. � Volbaden, 122. � Stortbaden,
124. � Regen, 125. � Schepbaden, 125 � Aantal
baden en tijd van bet bad, 126. � Zeep en vervang-
middclen, 128. � Baden bij menstruatie, 129. �
Kramas, 130. � Tj�bok. 131. � Zitbaden, 131 �
Baden voor pasgeborenen, 131. � ld. voor kinderen,
132. � Te zamen baden. 133. � Zeebaden, 134.�
Minerale bronnen. 134. � Badplaatsen in Europa,
138. � Reiniging van den soldaat 138.
Aanhangsel : h�andschc schoonheidsmiddclen .... � 139.
VOEDSELS................ � 144.
In hel algemeen............. � 144.
Voedseh van dierlijken oorsprong....... � 148.
Viervoetige dieren, 149. � Vleeschblibken, 153. �
Den-dong. 154. � Melk, 155. � Boter, 157. �
Vogels, 157.� Eieren, 161. � Vogelnestjes, 161.�
Reptielen. 162. � Visschen, 162. � Trasi, 167. �
Tempo ja. 167. � Ongewervelde dieren, 168. �
Honig. 169.
Vocdsels van plantaardigcn oorsprong...... � 171.
Rijst, 172. � Rijstbouw. 178. � Sago, 183. �
Ainylaeeac, 183. � Peulvruchten. 185. � Aard-
vruchten, 185. � Kokos|wlm. 187. � Pisang.
188. � Groenten, 189. � Vruchten, 190. �Suiker.
200. � Ingelegde groenten en vruchten, 201. �
Champignons, 202.
Toespijzen,............... � 203.
Tjabi. 203. � P�t�, 206 � Asam. enz. 206. �
Gurcuma, 207. � Kerri,\'2�7. � Ingelegde zuren,
208. Soja. 209.
Aanhangsel: Eetbare aardsoorten.......... � 211.
-ocr page 11-
INHOUD.
DRANKEN ................
Water, 213. � Rivierwater, 214. � Zuivering,
216.�Putwater, 218. �IJs, 218. �Kollie en tliee.
221. � Tjien tjau, slattong, oghio, 222. � Verdere
dranken 223. � Sm bat, 224. � Spirituali�n, 224.�
Bier, 226. � Arak, toewak kras, 227. � Bier,
\'131. Km.
231.
ETENSUREN EN SAMENSTELLING DER MAALTIJDEN . . .
Inlanders, 232. � Europeanen, 235. �Soldaten,
236. � Kleurlingen, 237. � Cl�neezen, 238.
VOEDING DER KINDEREN............
Moedermelk, 240. � Min, 240. � Kunstmatigevoe-
ding. 242. � Oudere kinderen. 244
GENOTMIDDELEN..............
Hel rooken van tabak, 247. � liet kauwen van
sirih, 249. � Het schuiven van opium, 252. �
Hasiseh, 256.
Aanhangsel: De co�tus...........
BEWEGING EN RUST.............
Inlanders, 260. � Chineezen, 261. � Europeanen,
261. � Slaap. 265. � Pidjiet en oeroet, 266.
Rijtuigen, 269. - Hel dragen van kinderen. 271.
AKKLIMATATIE..............
Statistiek. 274. � Sterfte in liet leger. 275. �
Onwaarde der statistiek en de redenen daarvan.
278. � Europeanen in de statistiek, 283. � Invloed
van liet (rnpische klimaat in het algemeen. 285. �
Symptomen. 286. � Leeftijd. 287. � Geslacht.
287. � Mannen. 287. � Bloedsomloop, 287. �
Slaperigheid en slapeloosheid, 289. � Milt. 291. �
Spijsverteringskanaal. 291. � Lykverschijnselen.
292. � �rine-afscheiding, 293 � Huid. 293. �
Zweel. 294. � Itoode hond. 295. � Muskieten.
298. - Furunkels, 300. � Huidklcur in het alge-
ineen. 300, � Haren en nagels. 301. � Gevoelig\'
heid der huid,301. � Vermoeidheid, 302. � Tremor.
302.   � Erethismus nervosus, 303. � Genitali�n,
303.   � Smegina. 303. � Hel psychische leven.
304. � Vorming van gemoed en verstand. 311. - Vrou-
wen. 314. �Geslachtsleven.314. � Anaenne,315. �
Oud worden. 317. � Kinderen. 318. � Ontwikke-
-ocr page 12-
IV
INHOUD.
ling, menstruatie, 322. � Zonnewarmte en werken
in den grond, 325. � Temperamenten,326. � Inlan-
ders, 327. � Kleurlingen, 328 � Chincezen, 329. �
Verplaatsing naar bergstreken, 330. � Verplaatsing
naar Europa, 335. � Schoolgaan, 340. � Voort] ilan-
ting van Europeanen. 341. � Kolonisatie, 345.
LEEFREGELEN..............Pagina 350.
DE UITOEFENING DER GENEESKUNDIGE PRAKTIJK IN
HET ALGEMEEN............» 354.
Bevoegdheid. 354. � Onbevoegden. 350. � Straf-
bepalingen, 361. � Wie praktijk uitoefent, 364. �
Vroedvrouwen, 364. � Stadsgeneesheeren, 365. �
Plaatselijke geneesheeren, 368. � Particuliere genees-
heeren, 369. � Uitgaven en inkomsten, 370. �
Positie. 372. � Hulp inroepen. 373. � Tijd
en aantal der visites, 375. � Vervoermiddelen,
375. � Trommel, 376. � Gerechtelijke geneeskunde,
378. � Certificaten, 379. � Onderlinge verhouding,
389. Consulten. 391. � Specialiteiten, 392. �
Wetenschappelijke omgeving, 393. � Opleiding van
van inlanders lol geneesheer, 396. � Uitrusting, 396.
ALPllABETlSCll REGISTER............ 399.
\\LPHABETISCHE LUST VAN EIGENNAMEN......445.
-ocr page 13-
VOORREDE
voor het eerste deel.
Liefde tot het land, waarin ik thans meer dan de tweede
helft, van mijn leven, dus mijne beste levensjaren, doorbracht,
en liefde tot mijn werkkring hebben mij dit boek doen samen-
stellen.
Hoe dikwijls is het mij voorgekomen, en zeker velen Indischen
geneeskundigen met mij, dal ik dagen lang moest zoeken om
een eenvoudige zaak te weten te komen! Vele deelen van
tijdschriften, of vele brochures en boeken moesten worden
nageslagen eer bel doel was bereikt�of onbereikbaar gebleken.
Dan kwam dikwijls de wensch bij mij op, hadden wij maar
een boek, waarin de zaken van Ncdorlandsch-Indic, die voor
een geneesheer noodig zijn te welen, bij elkaar voorkomen,
al was zulk een boek niet volkomen. Denkende, dal anderen
het gemis van zulk een boek ook wel zouden bespeurd hebben,
besloot ik, reeds voor vele jaren, pogingen aan te wenden er
zelf een te schrijven; ik verzamelde gegevens, maar wachtte
met de rangschikking, totdat ik, naar mijne meening, door
een langdurig, onafgebroken verblijf en door eene uitgebreide
praktijk, genoeg ondervinding zoude hebben gekregen om zelf-
slandig te kunnen oordeelen en mededcelingen, uit die ondervin-
ding geput, te kunnen doen.
lii de inleiding heb ik, in korle trekken, het doel van dil
werk uilcen gezel; thans wensch ik het een en ander in hel
midden Ie brengen over de bewerking van dit eerste deel.
De inhoud er van is vooral hygi�ne, voorafgegaan door eenige
mededeelingen over land, klimaat en bewoners, waarvan de
kennis mij nuttig scheen voor den geneesheer, en gevolgd door
-ocr page 14-
VI
VOORREDE.
hef verhaal van het een en ander, dal de uitoefening der ge-
neeskundige prak lijk in India bijzonders oplevert.
Ik schreef geen leerboek der hygi�ne voor Nederlandsch-Indi�,
noch een hoek voor hel publiek. In heide gevallen zou de be-
handeling eene geheel andere hebben moeien zijn, dan zij
thans is. Een leerboek zou veel uitgebreider moeien wezen,
zou zaken moeien behandelen, die thans achterwege konden blij-
ven, en veel systematischer moeten zijn bewerkt. Een popu-
lair hoek zou bijna alles kunnen missen, wat thans is mede-
gedeeld over inlanders, Chineezeu en andere bewoners, daar
het alleen voor Europeanen nut zou kunnen hebben; de toon
moest dan ook anders geweest zijn, en geheel andere zaken
zouden moeien behandeld zijn.
Ik schreef een boek voor gevormde geneesheeren, die zich in
Indi� willen vestigen, in de hoop, dat ook de medici, die
daar reeds langer verblijf hielden, hel zouden kunnen gebrul*
ken. om er eens iels in op Ie zoeken of hun herinnerings-
vermogen Ie hulp Ie komen. Voor zoover de hygi�ne betreft,
beschouwe men de mededeelingen als aanvullingen van hel-
gcen over de behandelde onderwerpen in elk handboek der
gezondheidsleer Ie vinden is, meer bepaald als aanvullingen
met hel oog op de bijzondere omstandigheden in Nederlandsch-
Indi�.
Bij de bewerking stelde ik mij voor in gesprek Ie
zijn mei eenige collega\'s, al nam die samenspreking den vorm
eener alleenspraak, en wel van een heel lange, aan.
Daardoor leed somtijds de zuiver systematische behandeling
der onderwerpen en dwaalde hel gesprek wel eens af. Dal
kon. dacht mij. geen kwaad: \'I bock zou er meer leesbaar
door worden, vrijer in de behandeling, terwijl de moeielijk-
hcid. die daaruit kon ontstaan om iels Ie vinden, zou kunnen
opgeheven worden door de toevoeging van een zeer uitgebreid,
alphabetisch register der behandelde onderwerpen. Dat is ge-
schied. In dal register is het zoeken zoo gemakkelijk mogelijk
gemaakt, door de onderwerpen onder elk zelfstandig naam-
woord Ie brengen, dal de zaak aanduidt, bijv. opvoer/ing der
-ocr page 15-
VOORREDE.
VII
kinderen staal onder opvoeding �n onder kinderen; karbou-
wenvleescli onder lios Imbalus, buffel, karbo, karbouw, hobo,
moending
en vleesch, enz.
Waar mij dal noodig scheen, deelde ik Maleisclie, Javaan»
sche, Sundaneescbe of uit eene andere taal genomen woorden
mede; daarbij was alleen zucht naar duidelijkheid een leiddraad;
nimmer evenwel werd een dier woorden gebruikt zonder loe-
lichting door toevoeging van een Nederlandsen woord of van eene
wetenschappelijke diagnose. Taalkennis stond daarbij niet op
den voorgrond: dus is niet altijd er bij gezet in welke laai
eene zaak den opgegeven naam draagt, maar koos ik het meest
gebruikelijke woord; over de spelling van woorden uil poly-
iiesische talen zeide ik hel een en ander op pag. 172: al die
woorden zijn cursief gedrukt om vergissingen te voorkomen.
Ten opzichte van de wetenschappelijke determinali�n leeken
ik aan, dat ik , zooveel mogelijk ook daarvoor maar ��n naam op-
noemde en wel den meest gebruikelijkeu of dien van het meest
voorkomende voorwerp. Er zou, zonder die bekorting, geen eind
aan sommige bepalingen komen; o. a. bij de visschen en bij de
planten is hel geen zeldzaamheid te vinden dal een zeilde Ma-
leische naam op drie. vier of meer dieren of planten loepas-
selijk is; daarom achtte ik mij verplicht eene kritische keuze
te doen uit het beslaande materiaal; dal was meer in overeen-
slemming met de strekking van een boek, waarin zo�logie en
botanie niet op den voorgrond konden staan. Uit dal oogpunl
scheen het, voor dit eerste deel, niet noodig de autoriteilsna-
nien bij de determinatie te noemen.
Met grootere zorg en meer en d�tail trachtte ik zulke onder-
werpen te behandelen, waarover weinig o( niets is gepubliceerd,
zooals bijv. het baden, de aanwijzingen voor het verblijf in
een koel klimaat. of voor een vertrek naar Europa, en der-
gelijken.
Ik hoop door dit boek te gemoct te komen aan de klacht
van zoovelen, dat de behoefte aan een groole bibliotheek in Indi�,
bij het dikwijls veranderen van woonplaats, zoo lastig is;
-ocr page 16-
VIII                                                   VOORREDE.
immers om lek tuur Ie bezitten over de medische onderwerpen,
daar Ie huis behoorende, moet men zich voorzien van de reeds
tamelijk uitgebreide, wetenschappelijke tijdschriften . waarin die
behandeld worden. Eene concentratie van wal den Indiscben
medicus noodig is Ie welen kan die klacht doen verkleinen.
Dal de eerste poging daartoe vele gebreken zal bezitten, is
eene opmerking, waarvan ik de waarheid volkomen gevoel.
Bij de beoordeeling van dit werk moge men dit, hoop ik,
niel uit bel oog verliezen. Daar komt bij, dal ik voortdurend
Ie Batavia gevestigd was, eersl als officier van gezondheid,
daarna als particulier geneesheer; velen nu, die meer van Indi�
zagen, beweren, dal zulk een Bataviasche ondgasl Indi� niet
kent. Hel zal mij dan ook niet verwonderen, als hel gezegde:
»qui audiunt, audita dicunt, qui vident, plane sciunl" bier
toepasselijk zal zijn en men aan bet boek een Bataviascben
stempel zal erkennen. Ik meende daarin evenwel geen reden
Ie mogen vinden, mijn plan te laten varen; vooral, omdat
het regelmatig bezoek der vergaderingen van de Vereeniging tol
bevordering der geneeskundige wetenschappen in Nederlandsch-
huli�
mij telkens de gelegenheid opende met collega\'s in aan-
rakiug te komen, die den Indisch an Archipel op vele plaatsen
hadden bezocht.
Met voorbedachten rade liel ik bijna alles buiten bespreking
wat in geneeskundige werken, in andere talen geschreven over
het bcele klimaat en zijne gevolgen, is gepubliceerd: niet
omdat ik aan die werken, handelende meestal over Fransche
en Engelsche koloni�n, geen waarde toeken; integendeel, ik
achtte hel noodig die voor mij zelveu te besludeeren; maar,
omdat ik aan dit boek een zuiver Nederlandsch-Indisch karakter
wenscble Ie geven. Een zeer enkele maal wees ik op Brilsch-
Indi�
of op Singapore, waar dal niet vermeden kon worden.
Overigens zal hel altijd de persoonlijke meening zijn, die
aangeeft, wal er in een boek van dezen aard behandeld moet
worden en wal niet. Alleen de hoop, dat de keuze der be-
sproken onderwerpen, de goedkeuring der meerderheid moge
-ocr page 17-
VOORREDE.                                                       IX
verwerven, moet den schrijver leiden bij die keuze. Zoo zijn
er bijzonderheden uil hot. leven der inlanders, der Chineezen,
der bewoners in bet algemeen aangestipt, die, hoewel niel
behoorende op zuiver medisch terrein, er toch toe kunnen bij-
dragen , de bevolking beter Ie doen kennen en beoordeelen.
Van der Hoeven\'s »Anthropologiscli onderzoek" leert ons, dat
zulke zaken ook waarde hebben voor den praktiseerenden arts.
Dit eerste deel vormt, naar het mij toeschijnt, een voldoend,
op zich zelf staand geheel, om de uitgave daarvan te recht \\aar-
digen, terwijl niel met zekerheid kan worden beloofd, wanneer
de beide andere deelen zullen verschijnen. Hel rangschikken
en bewerken mijner aanteekeningen is mij alleen mogelijk in
de weinige avonduren, die mijne overige werkzaamheden mij
vrij laten; boe onregelmatig die vrije uren voorkomen, zal men
gemakkelijk inzien. Daarom kan ik alleen beloven, zoo spoedig
mogelijk, het vervolg te zullen gereed maken.
Moge dit boek, als een eerste poging op dit gebied, eenigs-
zins voldoen aan bet plan, waarmede hel werd bewerkt; moge
het door mijne collega\'s, onder wie ik zoo vele vrienden tel,
ontvangen worden met die welwillendheid, waarover ik mij zoo
dikwijls mocht verheugen; moge bel tevens aanleiding geven
tot op- en aanmerkingen, die kunnen dienen om later een
leerboek of eenige leerboeken over de bier behandelde onder-
werpen te doen verschijnen.
Wij willen immers hopen, dat de lijd zal komen, waarin
leerboeken over hygi�ne, ziekle- en genezingsleer, materies
medica, enz., speciaal voor Nederlandsch-Indi�, noodigblijken ,
omdat er medici voor en in Indi� gevormd zullen worden!
Thans is een leerboek nog niel noodig, daar de gelegenheid
ontbreekt om uitsluitend voor Insulinde tot medicus te worden
opgeleid.
Ten slotte vergunne men mij een woord van oprechten dank
aan mijnen vriend Dr. C. H. A. Westhoff , die zich de moeite
getroostte het geheele manuscript en de drukproeven door te
lezen, en die mij daarbij menigeu nuttigen wenk en menige
-ocr page 18-
\\
X                                                      VOORREDE.
belangrijke opmerking ten beste gaf. Zijne collegiale hulp
wordt door mij op lioogen prijs gesteld.
Dit schreef ik ongeveer, als voorrede voor ilen eersten druk
van dit werk, dal welwillend door de Vereeniging lol bevor-
dering der geneeskundige wetenschappen in A\'. /. is uit-
gegeven. De spoedig gebleken noodzakelijkheid van een
tweeden druk, toen de eerste nog maar eene maand oud was,
gaf mij de overtuiging, dat ik niet onjuist bad geoordeeld,
in de meening, dat zulk een boek over Nederlandsch-Indi�
gewenseht was. Toch dacht ik kritiek te moeten afwachten,
voor ik een tweeden druk bewerkte. En zij werd mij, gelukkig,
niet onthouden. Dankbaar maakte ik gebruik van menige
opmerking, die zooveleu mij welwillend gaven, als zij niet
streed met mijne zienswijze. Moge het boek er beter door zijn
geworden.
Batavia, Sept. 1883.
v. d. Bi�rc.
-ocr page 19-
IN L E I D i N G.
In tic oorspronkelijk Nederlandsche litteratuur over genees-
knnde ontbreekt, naar ik ineen, lol nog loc een werk, dal
afzonderlijk bestemd is de ziekten te hespreken, die vooral in
de keerkringsgewesten veelvuldig voorkomen. Zeer zeker
liclilicn vele Nederlandsclie geneesheereu, zoowel ;ils die van
andere nationaliteiten in Nodcrlaudsrhen dienst . zich nuttig
gemaakt door hel schrijven van hoeken en tijdschriftartikelen,
die alleen over ziekten, als de hoven bedoelden, handelen.
Evenwel beslaat er geen werk in de Nederlandsche laai, dal
als een handboek voor de kennis der tropische ziekten kan
worden beschouwd.
Hel voor de 17\' eeuw zeer goede boek van Du. Bontius
is in hel Latijn geschreven en niet in zijn geheel in het
Nederlandsch vertaald. Wil men de bijdragen door Neder-
landers geleverd voor de betere kennis der tropische ziekten
hestudceren, dan is hel noodig een groot aantal verhandelingen
te verzamelen, die in zeer verschillende Nederlandsche en
Nederlandsen-Indische tijdschriften zijn verspreid en tevens
kennis Ie nemen van, ais brochures of kleine boekwerken
uitgegeven, monographie�n over tropische ziekten. Is het dus
van belang te achten, een boek Ie bezitten, iu onze moedertaal
geschreven, dal de hier bedoelde ziekten regelmatig bespreekt,
zeker is dal niet minder hel geval, wanneer men bedenkt, dat
Nederland ie tweede plaats inneemt iu de rij der mogendheden,
die uitgebreide bezittingen hebben iu de keerkringsslreken.
Te verwonderen is hel wel, dal in zulk een slaat zoo
weinig werk gemaakt wordt van de studie der ziekten, die
het meest in tropische landen voorkomen, waar het de vorming
-ocr page 20-
2
van geneesheeren geldt. Aan de hoogesrholen werd vroeger
de leer der ziekten in de tropen iiiiiniier afzonderlijk onder-
wezen: zij werden wel besproken op de colleges, aan pathologie
enz. gewijd, maar de leeraren, geroepen ook daarin onderwijs
te geven, waren in den regel hoogst zelden in de gelegenheid per-
soonlijke ondervinding op den voorgrond Ie plaatsen. Er zijn
inderdaad ziek te-processen, die in verreweg de meeste hand-
boeken der geneeskunde niel eens genoemd worden, en waar-
van de kennis toch noodig moei geachl worden voor den
geneesheer, die korteren of langoren lijd in tropische gewesten
zal moeten practiseeren.
Bij de opleiding der militaire geneeskundigen aan \'sllijks
kweekschool Ie Utrecht werd ten minste rekening gehouden
met de beslemming van sommige kweekelingen voor Oosl- of
Wesf-lndi�, van anderen voor de Zeemacht. Maar allen geno-
ten hetzelfde onderwijs gezamenlijk en nimmer werd gebruik
gemaakt voor bel speciale onderwijs van de ondervinding door
geneesheeren in Indi� opgedaan. Hij de verplaatsing van het
korps kandidaten voor militairen geneesheer naar Amsterdam
werd in zooverre gedacht aan de belangen der voor Indi� en
voor de Marine bestemde leerlingen, dal hun de gelegenheid
gegeven werd de lessen Ie volgen, die dooi\' een der oudste
officieren van gezondheid van de Zeemachl over tropische
ziekten werden gegeven.
De geneesheer, die in Indi� aankomt, heeft in den eersten
tijd een moeielijken werkking. Niel zelden slaat hij plotseling
alleen te midden eener bevolking, wier taal hij niel kent,
wier gewoonten hem volkomen vreemd zijn, en tegenover
ziekten, die bij wellicht wel eens heelt hooren noemen, maar
nooit heeft gezien en gewoonlijk ook niel heeft bestudeerd.
De eigenaardigheden, die de geneeskundige praktijk opleverl
ten gevolge van het menschenras, waarmede hij te doen heeft,
of van het klimaat, waarin hij zich bevindt, zijn hem volko-
men vreemd en bij heeft eenige maanden noodig om zich, ten
jiiinsle een weinig, te ori�nleeren. Zelfs de gewone, dage-
-ocr page 21-
3
lijksche gang van zaken is liem onbekend en hij ondervindt
groote moeielijkneden in hel geven van een juist antwoord
op lol hein gerichte vragen over het al of niel geoorloofde
van hel gebruik van spijzen en dranken, welker namen nog
nooil zijn oor bereikten; over bel gewenschle van hel gebruik
van baden: over hel schadelijke of onschadelijke van in-
of uitwendig toegepaste, inlandsche geneesmiddelen en der-
gelijken meer.
Algemeene regelen mogen hem daarbij leiden lol hel geven
van. in /.iju oog. zeer gepasle antwoorden �niet zelden slaat
hij de plank mis, omdat de studie hem niel in staal stelde
genoeg te welen van de omstandigheden. die zijn oordeel
moeten vestigen.
Andere moeielijkheden doen zich voor bij de beoordeeling
der noodzakelijkheid van een verblijf in de bergstreken of van
een vertrek naar luini/xi.
Over de meeste dier aangelegenheden is, vooral in het Ge-
neeskundig Tijdschrift voor Sederlandsch-Indi�, wel iels te vinden,
ook wel in de boeken, die als populaire handleidingen zijn
gepubliceerd, maar voldoende kunnen die hulpmiddelen niet
worden genoemd.
Toen ik nader kennis maakte met Mun.vrrt\'s boek: Le
m�decin des villes et des campagnes, kwam de wensch bij mij
op, dat voovlndi� zulk een werk mocht beslaan.
Eindelijk besloot ik te beproeven dien wensch le vervullen,
al heb ik voor mij zelveu de volle overtuiging dien geestigen
schrijver op lange na niel le kunnen op zijde streven. Juister
druk ik mij uil dooi\' le zeggen, dal genoemd boek den laatsten
sloot gaf aan een reeds lang gekoesterd plan, om een werk
over de geneeskundige praktijk in Itali� le schrijven.
Ik slelde mij voor, dat in zulk een boek veel moest ver-
meld worden, wat men iu den regel in geneeskundige boeken
niet aanheft. Munaret uu gal\' bel voorbeeld, dat zulk eene
opsomming mogelijk is en nul lig kan zijn en dal voorbeeld
spoorde mij tol navolging aan. Evenwel bepaalt zich daartoe
-ocr page 22-
V
4
dan ook de overeenkomst, zooals bij eenc oppervlakkige ver-
gelijking reeds blijken zal.
Dil werk is dus Ie beschouwen ;ils een boek voor gevormde
geneesheercn, die naar Indi� wenschen te gaan of daar ge-
vestigd zijn. Misschien is er voor sludeerenden ook wel wat
in te vinden, maar zeer zeker niel genoeg, zoo daarbij niet
andere geneeskundige werken worden geraadpleegd.
Ik stel mij voor drie afdeelingen Ie onderscheiden , waarvan
de eerste, in algenieene trekken de praktijk in Indi� Ie bc-
handelen zal hebben, en waarin dus onderwerpen besproken
worden, die de geneesheer voor alles dient Ie kennen, om
geen vreemdeling Ie zijn in hel land, waar bij zieken zal
verplegen, terwijl daarin verder de hygi�nische maatregelen in
de beete gewesten behandeld worden.
De tweede afdeeling beeft ten doel de kennis van ziekte-
vormen, die in tropische streken meer dan in andere landen
worden waargenomen, en de verschillen Ie doen zien, die in
het ziekteverloop, de behandeling en dergelijken voorkomen.
Daarbij staat voortdurend Nederlandsch-Indi� op den voorgrond
en stelde ik mij telkens vragen van dezen aard: Moet deze
ziekte geheel beschreven worden\' Is bel alleen noodig enkele
afwijkingen Ie beschrijven? Geeft alleen de behandeling, de
voorzegging, de oorzakenleer aanleiding tot opmerkingen? Het
gevolg daarvan is dus, dal bijv. longtering niet wordt be-
schreven, maar daarbij alleen op de behandeling wordt gelet:
dat Indische spruw, framboesiac en dergelijke uitgebreider
worden besproken: aandoeningen van de lever een groote
plaats innemen, enz,
Een derde afdeeling kan malcria Indien genoemd worden en
bespreekt Indische geneesmiddelen.
Ik achtte het onnoodig in een boek van dezen \'aard telkens
de bronnen optegeven, waaruit ik pul Ie. Laler is mij dal
verzocht, maar in den regel is bel mij thans niet meer mo-
gelijk die bronnen terug te vinden.
Men begrijpt licht, dat, al heeft eene ruime ondervinding
-ocr page 23-
i)
mij in staat gesteld een eigen oordeel Ie vellen over de meeste
der behandelde onderwerpen, toch dikwijls Ie rade werd
gegaan niet hetgeen anderen reeds bekend maakten, evenzeer
als ik meende soms Ie mogen herhalen, wal reeds vroeger door
mij was gepubliceerd, maar loch hier te huis behoorde. Nu
en dan plaatste ik Ier aanwijzing een naam lusschen haakjes
of noemde een opstel, dal mij van dienst was.
-ocr page 24-
V
LAND EN KLIMAAT.
Zeker zal men hier wel goenc uitgebreide beschrijving, in
geneeskundigen /in. van NcderUindsch-hdi� verwachten. Er
kan alleen eene algonieene lieschouwing geleverd worden,
terwijl al liel belangrijke, wal over verschillende |ihi;ilsen
als geneeskundig lopographische beschrijvingen is gepubliceerd,
achterwege dienl Ie blijven. Behalve dal zelfs een uittreksel
van die plaatsbeschrijvingen een boekdeel zoude vullen, zou
bet altijd een uittreksel blijven en de geneesheer, die zich op
een bepaalde plaats wil vestigen, loch in de noodzakelijkheid
verkeeren zich eigen Ie maken, wal over die plaats, vooral
in Indische tijdschriften, is bekend gemaakt. Eene beschouwing
van Insulinde in hel algemeen mag evenwel niet ontbreken.
De Oost-Indische Archipel ligt . voor zooverre zij onder Ne-
derlandsch gebied behoort, tusschen 9!>° en 141\' Oosterlengte
van Grcenvcich en tusschen 7°30\' Noorderbreedte en 9° Zuidcr-
breedte: dus geheel en al in hel hecle klimaat. Zij beslaat uil
een verzameling groote en kleine eilanden, die, wal haar
dierenwereld en haar plantengroei betreft, voor een gedeelte
tot Azi� moeten worden gebracht. terwijl een ander gedeelte
meer de typen van Auslali� vertoont.
Alfred Russel Wallach was de man. die hel eerst in hij-
zonderheden aantoonde, dal de oostelijke en westelijke helft
van Insulinde. uit een physiseh-googra|diisch oogpunt . niet
aan elkaar gelijk zijn, al bad George Windsor Earl dal reeds
in algemeene trekken gedaan. Hij vond in die Iwee gedeelten
contrasten in bijna alle afdeclingen der natuur: in de geolo-
gische forma tien, in den plantengroei, in de dierenwereld, in
de diepten der zee, in de menschenrassen. Al die contrasten
bier op Ie sommen ligt builen de grenzen van dit boek: ge-
-ocr page 25-
7
iioeg zij het op te merken, dat Sumalra, Borneo, Java, Bali
en de lusschen gelegen eilanden, uit dit oogpunt beschouwd,
lol Azi� moeien worden gerekend; lerwijl de oostelijker gele-
gen. (\'rtehi\'.s, de MnhiLhrn en de eilanden len oosten van Bali
lot Australi� naderen. Alleen wal de mensclienrassen betreft
moet Wallacu\'s meening worden vermeld, dat de Maleijers,
aan wie de Maleisehe Archipel zijn naam ontleent en die in
geen ander werelddeel voorkomen, de bewoners der westelijke
helft zijn, terwijl de Papoea\'s, die de oostelijke helfl bewonen,
als een geheel afzonderlijk ras moeien worden beschouwd.
De lijn evenwel, die de heide menschenrassen van elkander
scheidI, ligt iels meer oostelijk dan die de heide afdeelingeii
nii een zo�logisch en holanisch oopunl begrenst.
Waar in dil hoek van inlanders gesproken wordt, is in het
algemeen het Maleisehe ras bedoeld, lerwijl, hij onderlinge
verschillen lusschen de heide rassen en lusschen de bewoners
van onderscheidene plaatsen, daarop, voor zooveel mij noodig
voorkwam, is gewezen.
De bodem der eilanden van den Indischen Archipel is van
zeer verschillende samenstelling.
Terwijl sommige eilanden alleen gevormd zijn door koraal-
banken, zijn andere door vulkanische uitbarstingen ontstaan
en weder andere door beide formati�n te zanien gevormd.
De binnenlanden van Java o. a. beslaan uit groote berg-
vlakten, met vele nog werkzame of uitgedoofde vulkanen; de
veelal steil afgesneden en hooge zuidkust van dat eiland is
grootendeels gevormd uit sedimentaire zand- en kalksteen,
basalt- en andesict-rolsen, allen van tertiaire vorming, terwijl
de noordkust door aanslibbing zich voortdurend uitbreidt. Aan
die noordkust zijn hier en daar breede standen, die evenwel
op sommige gedeelten al zeer spoedig eenige lionderdc voeten
rijzen. Ook Sumalra bestaat aan de kusten, voor een groot
gedeelte, uit aangeslibden grond, maar de binnenlanden hebben
hooge, waaronder enkele vuurspuwende, hergen. Borneo is
-ocr page 26-
8
door Europeanen, alleen aan de lage, moerassige kusten
bewoond. De Molukken hebben in hel algemeen een rotsach-
tigen, vulkanisehen bodem.
Wenschl men, in korte woorden, aanlegeven hoe hel staat
met den invloed dier eilanden op de gezondheid, dan is hel
nuttig eene verdeeling te maken in kustplaatsen en in plaatsen
in de binnenlanden gelegen: waarbij de eersten moeten worden
beschouwd als de warmste niet alleen, maar ook als die,
waar zich de meeste iniasmatisebe invloeden doen gevoelen, dus
als de ongezondste. Dit geldt voor Java, Sumatra, Borneo en
de lusschen gelegen eilanden, terwijl de Moluksche eilanden,
ook aan de kustplaatsen, niet ongezond zijn. Men vergele
vooral niet, dat de beersebende winden een grooten invloed
hebben op den gezondheidstoestand eener plaats, daar zij vele
stollen kunnen medevoeren: als gevolg daarvan kan juist
het omgekeerde gezien worden, wal men meende Ie zullen vinden.
Men maakt zich dikwijls geen goede voorstelling van de
grootte der genoemde eilanden: nuttig kan bet daarom zijn
een paar vergelijkingen te maken. De provincie Friesland is
kleiner dan de residentie Batavia; Wallach geel\'l een kaartje,
waaruil blijkt, dat Engeland, Schotland, en Ierland in hunne
gewone ligging binnen den omtrek van het eiland Borneo
gemakkelijk kunnen plaats vinden, terwijl er dan nog zeer
belangrijke stukken land overschieten. Hij merkt verder op,
dat indien uien kaarten had van Insulinde en van Europa,
geteekend op dezelfde schaal, en men de uiterste westpunten
op elkaar legde, het eerste zich lot ver in Centraal Azi� zou
uitstrekken: zulk een dubbele kaart is Ie vinden achter bet
werkje van Kuyper: »(hsl-lndie." Sumatra is grooler dan
Groot-Britlannic en Ierland samen: Java en Luzon zijn ieder
veel groot er dan Ierland.
Hel zij mij vergund, ter verduidelijking nog een paar voor-
beelden in cijfers aan te voeren. De gelallen, achter de lan-
den geplaatst, zijn vierkante geographische mijlen.
-ocr page 27-
9
Romeo 12962..... Duilschland 11800 (zonder Eha.s en
Sumalra 7828.....Frankrijk         9748. Lotharingen).
Celebes         3294..... Grool-Brillanni� 5M8.
Java            2513.....�Ww                2510.
Timor           615.....Nederlanden        ;\'»94.
Dal is, meen ik, voldoende om eenige denkbeelden te vormen
omtrenl de belangrijke grootte van den Nederlandsch-Indischen
Archipel.
Bevreemdend mag liel inderdaad genoemd worden.
dat vele Nederlanders, sedert meer dan twee eenwen bezitters
van die uitgestrekte gewesten , in hel algemeen zulk een onvolko-
men denkbeeld hebben van die grootte. Daartoe draagt \\vaarschijn-
lijk veel bij hel feil, dat de Europeesrhe bewoners van Indi� zich
zoo dikwijls verplaatsen, waardoor na een langdurig verblijf
bijna alle Europeanen elkaar eenigszins bekend zijn, zoodat de
in Europa blijvenden daaruit opmaken, dat men in Indi� niet
ver van elkaar af woont.
De Indische Arehipel heefl een klimaat, zoo warm en zoo
vochtig, dal men een dergelijken toestand bijna in geen ander
deel der aarde aantreft. Wij moeten een blik werpen op de
meteorologische verschijnselen in dal gewest. Waarnemingen
van dien aard worden op zeer vele plaatsen in Indi� gedaan.
maar helaas niet alle verdienen vertrouwen. De besle zijn,
zooals wel van zelf spreekt, die van hel magnetisch en me-
leorlogisch observatorium te Batavia. Reeds vroeger heb ik
een overzicht van de daar gedane waarnemingen, uit een
geneeskundig oogpunt belangrijk Ie achten, gepubliceerd en
meen dat hier gedeeltelijk Ie moeten herhalen. Hel strekt
zich uit over de jaren 1866 lol 187i"). Hel is van belang te
welen, dal bel genoemde observatorium ligt op 6°11\'0" Zui-
derbreedle en een tijdsverschil heefl oostelijk van Greenwich van
7 uren, 7 minuten en 19 seconden, terwijl het slechts zeven
meters boven de oppervlakte der zee is verbeven.
De verschillen in den baroniclerstaud zijn zoo gering, dat
zij uit een geneeskundig oogpunt geen waarde bezitten; de
-ocr page 28-
V
10
gemiddelde stand is 7118,02 millimeters, wal gereduceerd lol
hel zeepeil, eene hoogte geeft van 7�>9,4 iti.m.
Do lemperal uur-waarnemingen hebben eene veel hoogere
waarde, voor ons doel. Alle cijfers van den thermometer»
sland zijn die van de verdeeling volgens Celsius.
De gemiddelde temperatuur bedraagt 2o°84.
De hoogste temperatuur was ")°7: de laagste bedroeg 19°4.
Terwijl dus bel grootste verschil lussehen alle aangeteekende
cijfers 14°."» bedroeg, was bel grootste verschil in de dagclijk-
sche gemiddelden slechts S°.>5.
De warmste maanden van hel jaar zijn April, Mei, Juni,
Augustus, September, October en November, waarin de ther-
monietcr gewoonlijk hoven hel jaarlijksclic gemiddelde rijsl .
terwijl de temperatuur in de overige maanden daaronder
blijft.
In December, Januari en Februari heerschen W. Z. VV., W.
en W. N, W. winden en dan is hel koeler, terwijl van Mei
tol October oostewinden waaien en de temperatuur dan hooger
is. Hij volle maan is het, in den regel, iels warmer.
Wal de dagelijksche wijzigingen in den warmtegraad betreft,
valt op te merken, dal hel gedurende IOV2 a 11 uren van
de vierentwintig warmer is dan de gemiddelde temperatuur.
Hel koelsl is bel \'s morgens lussehen )> en 0 ure en wel
ongeveer een kwartier voor zonsopgang, hoewel de juiste tijd
in de verschillende maanden eenigszins varieert.
Het grootste verschil, dat op ��n <la^ werd gezien, bedroeg
112. en het kleinste was 1°5. In hel algemeen is hel dage-
lijksche verschil hel groolsl in Augustus en hel kleinst in Fe-
hruari, waaruil zich gemakkelijk hel feil laai verklaren, dal de
weslnioesson. die in Februari heerschl, minder onaangenaam
op hel lichaam inwerkt , dan de ooslmoesson.
Verdeden wij den dag in vieren dan vinden wij:
Van zonsopgang tol \'s middags 12 ure, de grootste warmte
in October en November, de geringste in Januari en Februari.
Van \'s middags 12 ure lol zonsondergang, de hoogste lempera-
-ocr page 29-
II
tuur in Mei, Augustus en September, de laagste in Januari
en Februari.
Van zonsondergang tol middernacht, de hoogste warmtegraad iu
April, Mei en September, de laagste in December, Januari en Februari.
Van middernacht, tol zonsopgang is het het warmst in Juli
en Augustus, het koelst in April en Mei.
Over deze waarnemingen zal nog straks iels in hel, midden
gebracht worden, terwijl wij de meteorologische observati�n
hier eerst allen hij elkaar willen plaatsen.
Reeds werd gezegd, dal Indi� zeer vochtig is, en dat blijkt
duidelijk uit de hier volgende cijfers. Stelt men de saturatie
van den dampkring op 1000, dan is de gemiddelde vochtigheid
Ie Batavia 87)8: de groolsle in Februari 882: de geringste in
Augustus 790. In de maanden van Januari lot Mei, in Au-
gustus en September is het \'s morgens om zes ure het voch-
tigst: terwijl de groolsle vochligheid wordt waargenomen hij
westewind en de geringste bij N. N. 0. wind.
De dampspanning is gemiddeld 20.(52 m.m.; zij is het hoogst in
\'April, 21.40 m.m.; het laagst in Augustus, 29.47 m.ni. Een mini-
mum vindt men dagelijks om 6 en 11 ure \'s morgens, en een maxi-
mum om 9 of 10 ure \'s morgens en om 6, 7 of 8 ure\'s avonds.
Wat de gemiddelde hoeveelheid gevallen regen betreft, be-
draagt die jaarlijks 1928 m.m. De geringste hoeveelheid viel
in 1868 en bedroeg 1577 m.m.; de grootste, 2501, in 1872.
Naar den tijd van het jaar verschil! de hoeveelheid regen zeer;
iu Januari valt de meeste; in Augustus de minste, waarbij
iu het oog moet worden gehouden, dat er in Juni en October
nog Iwee maxima, iti Mei en November twee minima zijn
waarlenemen. De helft van de jaarlijksche hoeveelheid regen
valt in December, Januari en Februari.
Donder, die 06 tot 77 malen per jaar wordt waargenomen,
boort men hef meest in November, bel zeldzaamst in Juni.
Wal de windrichting betreft, en nu volg ik niet meer de
genoemde meteorologische waarnemingen, is die in de twee
groote seizoenen, oost en westmoesson, reeds door de namen
-ocr page 30-
V
12
zelve verduidelijkt. Die beide moessons komen nog uitgebreid
lor sprake. Thans willen wij reeds opmerken, dal de kust-
landen, die de warmste zijn, belangrijken invloed ondervinden
van de land- en zeewinden. Te Batavia is, zooals van zelf
spreekt, de zeewind een noorde-, de landwind een zuide-
wind. Over de oorzaken van bel ontslaan dier winden beboet\'
ik niet nilleweiden. De zeewind komt ongeveer legen 10 ure
\'s morgens door, wordt langzaam sterker en bereikt legen 2
a 5 ure \'s middags zijn maximum, om langzaam afnemend
legen G ure \'s avonds op Ie bonden. Er volgl dan een paar
uren windstille, waarna de landwind even langzaam doorkomt,
\'s nachts baar maximum bereikt en legen ongeveer 7 of 8
ure \'s morgens eindigt. De zeewind is gewoonlijk veel sterker
dan de landwind. De eerste is meestal beet en des te war-
iner, naarmate bij over een breedere strook verbit land is
heengestreken: zoodal bij op plaatsen, meer in hel binnenland
gelegen, werkelijk hinderlijk zijn kan.
De landwind daarentegen is meestal zeer koel; die koele
wind doel geen kwaad, terwijl de beete, opdroogende zeewind
veel meer aanleiding geeft tol katarrhale en rheumatische aan-
doeningen, een onderwerp, waarop ik nader terugkom. Bo-
vendien brengt die zeewind nadeelige beslanddeelen in de
lucht, ten gevolge van het slrijken over de meest moerassige
en ongezonde gedeelten van bet strand.
Voor andere plaatsen in lndi� beslaan niel zulke juiste
meteorologische waarnemingen als voor Batavia. Blijkt uit de
boven opgegeven cijfers, dat de gemiddelde temperatuur te
dier slede is 2�°84, men vindt die door vroegere waarnemingen
hooger opgegeven en wel 26°19. Dal verschil moei hoogst
waarschijnlijk geweten worden aan de mindere zorg, die men
vroeger wijdde aan bel opstellen van den thermometer. In
bet meteorologisch observatorium toch is de standaard-thermo-
meler, met de meeste zorg, onttrokken aan den invloed van
uitstraliug, wind, verdamping enz. Vooral de uitstraling van
den grond maakt de temperatuurwaarnemingen, in den regel.
-ocr page 31-
13
iels hoogcr. Dit mag niel uil hel oog worden verloren bij
de booordcoling van don warmtegraad, gedaan op gewone lher-
momelers. Voor don medicus is hel van belang in hel oog Ie
houden, dal de menseh, als levend en zich bewegend voorwerp,
wel aan den algemeenen gang van de temperatuur, zooalsde stand-
aardthermometer die aanwijst, is onderworpen, maar bovendien
al de invloeden ondervindt, waaraan die warmtemeteronltrok-
ken is. Door het loopen en verblijven in den zonneschijn, in den
wind, in den regen , door verdamping van hel zweel en dooi\' vele
andere oorzaken, is de menseh onder zoo geheel andere om-
standigheden, dal voor hem bel temperatuurverschil grooter
is dan de standaarillhermometer dal doet. kennen.
Het schijn! mij wel nul lig van enkele belangrijke plaatsen
in Nederlandsch �ndi�, waar meteorologische waarnemingen
gedaan zijn. aanteekening te houden van den gemiddelden
warmtegraad, al mag daarbij niel uil bel oog worden verloren,
dat de nauwkeurigheid der opgaven niet in vergelijking kan
komen met die van bel meteorologisch observatorium Ie Batavia.
Yoor Soerabaija vind tmeneeuegemiddelde temperaI uur van 27°4.
Te Fianjoewangie was dat gemiddelde 2I>°6 (Zolli.nger) :
Te Klallen (Soerakarta) 23°S (Schneider) ;
Te hidang, 24° 1 (Reiche) ;
Te Padang-Pandjang, 20°� (Kervel);
Te Fort da Koek, 21°2 (Charlier);
Te Pajakombo, 1Y>° (Sneltjes);
Te Siboga, 28°� (Wrede);
*
ft
Te Padang-Sidempoean , 24°8 (James) :
Te Solok, 2�°3:
Te Ran, 24°�,                                                        / J
Te Ajarbangis, \'2�°l;                                                    J
Te Singkel, 27°U :                                                         g
Tc Goenoeng Siloli, 28° 1:
Te Tebing-Tingie, 26°4 (Lindman);
Tc Telok-Betong, 29°3 (Wienecke);
Tc Ken koelen , 29° 3 (de Hu ut er) ;
-ocr page 32-
V
14
Te Maniak, 28°9 (Lindgreek) ;                               BANKA.
Te Pengaron, 21>°9 (Deelken);                                   \\
Tc Baiidj\'crniasiii, 27°8 (IIelfiiich) :                           l S
Te Montrado, 2�°71 (Filet):                                     ( I
k co
Tc Singltawang, 2!»°1 (SonnemaniN Rebentisch) : )
Te Makasser, 25°8 (Broekmeijeii :
Te Jtfaros, 26°4 (Bol);
Tc Bonlhain, 2G°4i» (Hubers van Asse.nraad);
Te Amboina, 26°4 (Moilmke):
Tc Ternale, 2�c7 (Rosma.n):
Indien wij de waarnemingen, waaruit de bovenstaande
gemiddelden geput zijn. in Kaar geheel overzien en vooral ;ils
wij een blik werpen op die van Batavia, leeren wij daaruit
hoc gering in werkelijkheid de temperatuurverschillen zijn.
Die voortdurend hooge warmtegraad zou waarschijnlijk niet
zoo goed verdragen worden. indien er niet een factor aanwezig
was, welke ten opzichte van de inwerking der hooge tempe-
ratuur op bel nienschelijk lichaam niet mag worden uil het
oog verloren. Die factor is bel geringe verschil in duur van
dag cu uacbl: met zeer kleine verschillen staal de zon twaalf
uren lang aan ikn hemel om daarna voor een even langen
lijd Ie verdwijnen. Hel gevolg daarvan is. dat de warmte in
Indi� dragelijker is dan in de heele zomerdagen in Europa en
in Noord-Amerika , waar der zonnewarmte zooveel meer uren vau
hel cl maal ter inwerking vrij staan. Er is gedurende den
korten uachl in die lauden maar zeer weinig afkoeling moge-
lijk : in Indi� brengt bovendien de inrichting van sleden en huizen
mede, dal de warmte heler verdragen wordt. Ook helpt daarbij
hel groot e vochlighcidsgcballe in de laag gelegen streken; de
rechtstreeksche inwerking der zonnestralen is, op de bergtoppen
waar de lucht niet zoo vochtig is, lastiger voor het gevoel dan
in de lagere plaatsen.
Verder dragen de reeds genoemde afwisselingen lusschen land-
en zeewind daartoe zeer veel bij. Minder is dit het geval
mei de oosle- en westewinden, die in de naar beu genoemde
-ocr page 33-
1.1
inoessons waaien. Vooral in den droogen moesson zijn de
heerschende winden voor hel gevoel niel zelden brandend heet.
In de overgangsperioden lusschen de beide inoessons zijn
de windrichtingen meer afwisselend, heerscbl dikwijls \\vind-
slille en onweder, en is gewoonlijk de warmte hel meesl liin-
dei\'lijk voor hel gevoel. Als algemeene regel moeten die kente-
riugslijden als de ongezondste worden aangemerkt.
Op het eiland Celebes waail somtijds een zeer slerk opdroo-
gende wind: op Sumatra\'s Westkust, vooral in de bovenlanden,
koml nu en dan ook een wanne, verschroeiende oostewind
voor, die den naam longkisan draagt.
Omtrent de regenwaarnemingen verschijnen maandelijks,
van wege hel observatorium, uitgebreide niededeelingen over den
gehcelen hdischen Archipel. Voor verreweg hel grootste ge-
deeltc worden die dooi\' gcneeslieeren gedaan en is hel dus
gemakkelijk daarover bel noodige voor iedere plaats Ie kennen.
In West-Java regenl hel meer dan iaOost-Jara. Op de plaatsen
binnen \'s lands meer dan op de kustplaatsen. Unit en zorg op
Java, maar nog meer Uadang-Pandjang op Stnnatra, zijn als
buitengewoon rijk aan regen bekend.
Natuurlijk veranderl de gemiddelde warmlegraail naarmate
men plaatsen bezoekt. die hooger of lager gelegen zijn. De
bergstreken zijn veel koeler, soms zelfs zeer kond en al is
de sneeuwlinie onder den evenaar op een groolen afstand van
de zee-oppervlakle, toch worden rijp en ijs in de hoogste
bergstreken wel eens gezien. Bovendien zijn de dagelijksche
verschillen in den lliernioinelerstand op de bergen soms grooter
dan in lager gelegen gedeelten. Op de Sindoro, in de residentie
Kadoc, vind ik de temperatuur aangegeven als te zijn\'s morgens
26°, over dag 44° en \'s avonds 36° Faiik.
Zeker is hel niet van belang ontbloot te weten, dat in hel
algemeen op Java de naar het westen gekeerde berghellingen
koeler zijn dan de oostelijke.
Het laai zich gemakkelijk denken, dat de groote vochtigheid,
gepaard met zeer hooge temperatuur, aanleiding geeft totver»
-ocr page 34-
V
1�
schijnselen, die elkaar schijnbaar tegenspreken. Do, eerste
is oorzaak van «Ie groot e moeite in hel bewaren van boeken,
instrumenten en eigenlijk van alles, wal men noodig heeft : terwijl
ile tweede even lastig kan zijn hij bewerkingen , waarbij men wel
eenigen lijd iels nat zou willen houden: ieder, die zich scheert,
weel dal bij zich moei haasten, omdal anders de zeepschuim is
opgedroogd. Inlanders droogen zich na hel, baden niet al\', maar
loopen toch uiel mei natie kleederen . ook omdal, do wind die spoe-
dig dool opdrongen. In den droogen moesson ziel men nicl zel-
deii de uiteinden der groote bladeren van pisang-boomen , van vele
varens en andere planlen gedeeltelijk bruin, zelfs zwarl verbrand
door de inwerking dor zonnestralen, terwijl het meer naar den
slam gelogen gedeelte eene frissche, groene klem\' heel�.
Beide factoren, warmte en vochtigheid, dragon dan ook hij
lol oen ruime ontwikkeling van bol rekkelijk lagere organismen
in do planten- en dierenwereld, waardoor o. a. de bibliotheken
belangrijk worden geschaad. Ook op bol mensohelijk lichaam
oefenen die beide oorzaken oen grootcn invloed uil, die uil
do cijfers der meteorologische waarnemingen niet zoo dadelijk
kan worden opgemaakt. Zoo is de voortdurende, belangrijke
vochtigheid der lucht zeker een der voornaamste oorzaken,
dal verreweg de meeste menschen hij ecnigc krachtsinspanning,
vooral bij meehanisehen arbeid, hij lichaamsbeweging, zeer
sterk zweelen, al is de gewone temperatuur, onder den dage-
lijkschcn gang der werkzaamheden voldoende om het langs de
huid afgescheiden vocht voortdurend lo doen verdampen, zonder
dal, zich zweetdroppels vormen, ten minste hij personen, die
langeren lijd in hel tropische klimaat verblijf hielden en dus
als geakklimaleerd beschouwd kunnen worden. Juist deze
omstandigheden maken hel, begrijpelijk , dal, verkoudheden zoo
dikwijls en in zoo hevigen graad voorkomen in een land, waar
men a priori het tegenovergestelde verwachten zou. Immers de
inwerking der zeer warme zonnestralen veroorzaakt bnitcnge-
woon snelle verdamping der over het lichaam verspreide
droppels zweet, welke nog sneller wordt, zoo het te gclij-
-ocr page 35-
17
ker tijd waait. Dan gaal het verdampen dikwijls zoo spoedig en
wordl tevens de werkdadigheid <lcr huid voor eenige oogen-
lilikkcn zoo legen gehouden, dal liel zweel zijne zouten op de
huid teruglaal als kleine kristallen, die zich dan als een zeer
ruw stof voor hel gevoel niet de hand laten herkennen. S0111-
niige gevoelen dan ook . hij liet plotseling komen in den ster-
ken zonneschijn, enkele maken koude rillingen, die waarschijn-
lijk verklaard moeien worden uit die snelle verdamping van
het vocht, dat aan de landoppervlakte is verzameld.
Wat hier gezegd is, moet voornamelijk van toepassingwor-
den beschouwd op Europeanen, die reeds langeren lijd in fndi�
verblijf hielden. Pas aangekomenen transpireeren in den regel
veel sterker. Hunne huid werkl, dooi- de nog ongewone om-
geving, waarin zij geplaatst zijn, veel meer door sterke af-
scheiding der zweetklicren, en wel in die male, dat de op-
drogende werking der heele zonnestralen minder of in het geheel
niel bemerkbaar is. Werkelijk zien wij dan ook, dal zijniet
zooveel door verkoudheids- en rheumatische aandoeningen wor-
den aangetast dan reeds langer verblijfhoudenden. De iuhoor-
lingen vertoonen al die verschijnselen in veel mindere mate.
Zeer zeker ziet men wel eens een koelie, wien hel zweet met
hrecde stralen langs het lichaam gutst, wanneer hij met een
zwareu last heladen rondloopt of anderen zwaren arbeid
verricht. Maar de gewone regel is, dat inlanders niet buitenge-
woon sterk zweelen, terwijl een regelmatige verdamping aanleiding
geeft, dal hunne huid, op hel aanvoelen, zeer koel is. Het is niet
al te gewaagd hier een voortdurende inwerking van het klimaat
bij opvolgende geslachten aan te nemen en Ie zeggen, dal
inboorlingen de mindere gevoeligheid voor hitte en vochtigheid
hebben overge�rfd. Immers vindt men denzelfden toestand,
al is die dikwijls niet zoo slerk uitgedrukt, hij kleurlingen en
treft men die niet aan bij afstammelingen van zuiver Europeesche
ouders, terwijl zij uil Indo-Europeanen geboren, dus van
een tweede of derde Europeesche generatie in Indi�, al meer tot
2
-ocr page 36-
IS
de inlanders naderen, wal hunne huidwerkdadigheid be-
treft.
Ieder weel, dat iu hel algemeen zich twee tegengestelde
tijdperken in de weersgesteldheid voordoen, die nis Oost- en
Westmoesson bestempeld worden en waarvan de eerste
(voor het gedeelte van den Archipel, dat aan den schrijver
dezes meer bepaald bekend is) in de maanden Mei tot November,
de tweede van November tot Mei heerscht. Dat er dikwijls
jaren komen, waarin de afscheiding niet zoo bijzonder duidelijk
is, laat zich begrijpen, ofschoon die mindere duidelijkheid wel
meer afhangt van den algemeenen indruk dan van juiste
waarneming. De uitdrukkingen Oosl- en Westmoesson zijn
uit een wetenschappelijk oogpunt zeker Ie verkiezen boven
drooge en ualtc moesson , omdat de windrichtingen wel degelijk
in die lijden juist zijn, zooals de naam aangeeft en dit
met den regen niel zoo volkomen bet geval is. Wel valt
verreweg de meeste regen in Januari , Februari en December,
maar de Ooslmoesson is volstrekt niel altijd droog, zelfs is er,
zooals wij zagen, in Juni en October nog een maximum waartene-
meii van gevallen regenmassa\'s. Een blik in de staten der regen-
waarnemingen overtuigt ons al spoedig, dat er niel veel dagen
zijn, waarop geen regen valt, al is de hoeveelheid hoogst ver-
anderlijk.
Niettegenstaande deze waarheden, zal de indruk, dien vooral de
kustplaatsen op den pas aangekomene maken, zeer verschillen
naar den lijd, waarop bij in huliv aankomt. Zoo zal de eerste
gewaarwording in hel midden van tien Ooslmoesson, bij aankomst te
Batavia, \'m den regel niet zeer aangenaam zijn. Een spiegelgladde
zee, door geen of zeer weinig wind bewogen , ziel bij voor zich en
onder eene verschroeiende warmte naderl hij den ingang dei-
rivier, waarvan de oevers uil een donkerbruine, soms wal
roodgekleurde, uitgedroogde, met groote spleten voorziene klei
bestaan, terwijl hel waler eene tamelijk ondoorschijnende,
weinig heldere vloeistof is. De donkerblauwe, hoogstens door
-ocr page 37-
19
eenige lichte, wille wolken afgebroken, heldere hemel welft
zich hoven hem. De witgepleisterde huizen en de met kiezel-
sleenen bestrooide wegen weerkaatsen een sterk en schitterend
licht, zoo sterk, dal de waarneming van d�tails op eenigszins
grooten afstand niet mogelijk is, wat nog verergerd wordt
door de sterke trillingen der opstijgende, verhitte lucht.
Is er volstrekt geen wind, dan is op groole vlakten lncht-
spiegeling geen zeldzaamheid. De wegen zelve vertooncn kleine
scheuren en harsten , terwijl langs de randen enkele grasscheuten
zichtbaar zijn, die met moeite eenige groene kleur laten
schemeren dooi\' de dikke, hen bedekkende stoflaag. Terwijl
hij de stad doorrijdt, gewoonlijk in een hotsend en vuil rijtuig,
dal den algemeen gebruikten naam «wagen" geheel verdient, ziel
hij alle gehouwen en de weinige boomcn bedek! mei een dikke
laag stol\', die gewoonlijk een bruin roodachtige kleur vertoont.
(Intmoet hij hier ofdaareene vlakte, die niet gras bedekt schijnt,
dan neemt hij daarop dezelfde roodbruine kleur waar, met
enkele groene schakeeringen, waarin sommige geheel zwart
verbrande plaatsen zijn Ie zien, terwijl de boomeii ook daar
mei diezelfde stoflaag zijn bedekt en alleen pas uilgeloopen
takjes der tamarinde-boomen en waringin\'s (Urostigma benja-
ininum en andere soorten een helder lichtgroene kleur ver-
toonen. De inlanders, die zich te voet bewegen, munten niet
uit door overvloed of rijkdom van kle�ren en bij hen, die
vrachten dragen, vormt het afloopende zweel, vermengd mei
stol\', wankleurige figuren op rug en borst. Overal vindt hij dat
stof, de wanhoop der zindelijke huisvrouwen, terug en eerst
legen den avond begiul de indruk wal minder ongunstig te
worden. Dan laten zich de verschillende kleurscliakeeringen
en daardoor de vormen der voorwerpen beter onderscheiden.
In de door stof bedekte heggen neemt hij kleine, witte, roode
en paarsche bloemen waar en hel groen der boombladeren
wordt meer zichtbaar: maar lang duurt dat niet. Spoedig is
de nacht met zijne duisternis ingevallen, eene duisternis, die
hij zelden zoo in zijn geboorteland waarnam.
-ocr page 38-
20
Verminder! een heldere sterrenhemel of een prachtige ma-
neschijn die duisternis en geeft de landwind eenige verfrissching,
dan vertoont zich voor lieni eene natuur, die liij nhn-
mer zoo zag en die liein in verrukking brengen kan. Hel
zoo schitterende maanlichl. waarbij zeer goed kan worden
gelezen, doel de slerren verbleeken, die anders zichtbaar zou-
den zijn in den omtrek der plaats, waar de maan staal, Ier-
wijl verder daarvan verwijderd de slerren pralen met een glans,
die slechts zeer zelden \'m Europa, in een helderen winternacht,
wordt gezien. De melkweg breidt zich als een lichtende strook
over den heniel uit; mei vreugde worden de sterrenheelden, de
Groote Heer en Orion, herkend, terwijl zich aan de tegenover-
gestelde zijde de Scorpioen en hel Zuiderkruis vertoonen. Niet
zelden is die nachtelijke pracht voorafgegaan door sterk we�r-
licht in hel zuiden, waarbij zich de boven de bergen opge-
stapelde wolken telkens op andere wijze verlicht, phanlastisch
gekleurd, voordoen.
De diep ingesneden bladeren van de palmen, die «principes"
der plantenwereld, worden zacht door den wind bewogen, en
doen, zooals een uitstekend schrijver (Van Nikvelt) te recht
zegt, denken aan zich bewegende, schitterende zwaarden,
waarin hel maanlichl wordt teruggekaatst.
Komt dezelfde vreemdeling echter in den Westmoesson in
lndi� aan, dan is het beeld, en dus de eerste indruk, geheel
anders. De lichtblauw gekleurde hemel is afwisselend niet
wille, grijze, of donker gekleurde wolken bedekt, die niet
zelden als schapenwolkjes zich voordoen, terwijl de zee niet zoo
kalm en eden is, ja niet zelden de sterke golfslag oorzaak is, dat
voorloopig aan verlaten van het schip niet kan worden gedacht.
De wind steekt dan met vrij hevige kracht op, evenwel
niet te vergelijken met storm in Europa, en een zware,
ondoorzichtige, alle geluid verdoovende regen breekt door; een
regen, waarvan Dn. Bontius zeide, dal zij aan een tweeden
Deucalions-vloed doet donken. Na zulk een bui wordt hel
-ocr page 39-
21
kalm: een aangenaam, door de wolken getemperd, licht wordt
door de verschillende voorwerpen, zelfs op grooten afstand,
teruggekaatst. zoodal de lichtblauw gekleurde hergen een
fraaien achtergrond vormen voor hel schoone panorama. De
rivieren zijn gevuld met water, dat, nimmer doorschijnend, eene
vuilgeele massa gelijkt. en de oevers zijn bedekt met een
heerlijken plantengroei. De verschillende tinten van groen zijn
gemakkelijker waar te nemen, en zelfs de donker gekleurde,
oudere bladeren vertoonen een frischheid, die alleen door de
jonge uitloopers wordt overtroffen. Tusschen dien hoofdtoon
vindt men de geel of rood gekleurde bladeren van sommige
boomsoorten verspreid, terwijl bloemen en vruchten gemak-
ke�jker te onderscheiden zijn. De spoedig opgedroogde, slechts
voor korten tijd morsige wegen weerkaatsen niet zulk een
sterk licht en de witgepleisterde huizen zijn niet met de on-
oogelijke, dikke stoflaag bedekt. IVlen vindt het niet bijzonder
warm, omdat de zon niet zoo onafgebroken schijnt en de
westewind verkoeling aanbrengt, terwijl des avonds bij zons-
ondergang bel drukke geiluil en gcljilp der vogels een aange-
nanien indruk maken, die wal later op den avond wordt
gewijzigd door hel voortdurend gebrom, gesis en geljirp der
(luizende insecten en door de verbazende geluiden door een
massa groolc kikvorscheu en kleine padden voortgebracht.
De avonden zijn gewoonlijk donkerder door den dikwijls ,be-
Irokken hemel, maar in het algemeen heerscht er meer frisch-
heid en levendigheid dan in den Ooslmoesson.
Deze heelden der beide moessons passen voornamelijk op de
kustplaatsen, daar in de binnenlanden, vooral in de hooger
gelegen streken, de afscheiding der jaargetijden niet zoo
scherp is en de eiken middag vallende regens de geheelc natuur
daar doorgaans een frisscher aanzien geven. Dikwijls stelt
men zich die prachtige natuur niet juist voor. Multatuli
heeft veel meer gelijk door Insulinde «een gordel van smaragd"
te noemen, den �En Haak door Ie spreken van het »land der
-ocr page 40-
22
kleuren, land der zon." Juister, maar minder fraai, zou de
laatste gezegd hebben: »laml der kleur en kind der zon", als
hij onder kleur uitsluitend de groene bad verstaan. Gerust
kan beweerd worden, dal de overige kleuren, die men door de
prachtige teekeningen van bloemen en vruchten leert kennen,
moeten worden gezocht. maar niet van zelf in bet oog vallen.
Het sterke licht, nog teruggekaatst door breede wegen en
wit gepleisterde buizen, maakt bel nemen van bijzondere maat-
regelen bij verblijf in de open lucht niet noodig. Alleen bij
verhoogde gevoeligheid van hel netvlies kan het nuttig zijn een
rookbril (van zoogenaamd Londen-smoke-glas vervaardigd, dal
is glas, waarin zeer lijn verdeelde koolslof is gemengd) te
dragen, die niet te sterk geliud mag zijn. Opmerkenswaardig
is hel, hoeveel meer men door zulk een bril op hel midden
van den dag ziel en hel gebruik er van zou zeker aan te
bevelen zijn aan personen, die een landschap wenschen te
leekenen. De bijzonderheden worden dan veel duidelijker waar-
genomen. Hel zonlicht is hel meest hinderlijk in de eerste mor-
genuren, tot ongeveer negen ure voor den middag. Zoodra
de zonnestralen, na dal uur, meer «Ie loodrechte richting na-
deren, is hel lichl niet zoo lastig meer. Ieder, die werk-
zaamheden in de open lucht Ie verrichten heeft, is dat feil bekend.
Evenwel mag nimmer hel voortdurend gebruik van de zoo
even genoemde rookbriUen voor gezonde oogeu worden toege-
staan; men is verplicht dat zeer bepaald af Ie raden.
Ten gevolge van de buitengewoon groote afstanden, die de
practiseerende geneesheer voor de uitoefening zijner betrekking
heeft afleleggen, worden de geneeskundige bezoeken altijd in
een rijtuig gedaan. Het groote tijdverlies, dal daarvan hel gevolg
is, wordt nuttig besleed door te lezen. De praeticus brengt zoo
doende een groot gedeelte van den dag door, lezende bij eene zeer
sterke verlichting, en na eeuige jaren ondervindt hij daarvan
den invloed in hel feit, dal hij des avonds sterker kunst-
licht noodig heeft om goed te zien, waarbij de inrichting der
-ocr page 41-
33
galerijen, die aan ee»e zijde open zijn, wellicht van invloed
is, oindal natuurlijk van die open zijde geen terugkaatsing van
lichl plaats vindt. Al is het duidelijk, dat hel acconiodatie-
vermogen niet lijden kan onder die voortdurende inwerking
van sterk liclit, zon blijkt het toch niets ongewoons, dat
des avonds een licht convexe bril veel bijdraagt tol het
gemakkelijk maken van den arbeid. Misschien is evenwel in
de voortdurende, sterke contractie der pupil daartoe een oor-
zaak te vinden; immers zou men daarbij kunnen deuken aan
een vermoeidheid van alle accomodatie-spieren, wat nog des
te meer aanneembaar is. omdat het heele klimaat eene ver-
slapping van hel zenuw- en spierstelsel in het algemeen ver-
oorzaakt. VI kan op physiologische gronden het verband
tusschen deze beide functi�n niet bepaald worden aangetoond,
al moeten integendeel pupilbeweging en inspanning der ac-
comodatiespieren als afzonderlijke spierwerkzaamheid worden
beschouwd, zoo staat het genoemde feil toch vast. Dat die
invloeden zich bij, zelfs zeer geringe, hypennelropie spoediger
doen gevoelen, behoeft wel geen beloog.
In de huizen heerscht over dag gewoonlijk een getemperd
lichl ten gevolge van hel sluiten der jaloezie�n. Nadeelige ge-
volgen daarvan zijn de sterke verlichting dei\' open galerijen en
de soms belangrijke duisternis, die in de gesloten kamers
heerscht. Die voortdurende, snelle afwisseling, bij beweging
in huis, tusschen donker en licht maakt hel netvlies gevoeliger
voor indrukken en geeft meermalen aanleiding tol prikkeling
der retina met vaatverwijding, een ziekelijke toestand, die vooral
hij myopen buitengewoon dikwijls gezien wordt.
Het reeds meermalen vermelde stof (dal voornamelijk in den
Oostmoesson van de wegen opwaait en bestaat uit lijn gereden
kiezelsteenen gemengd met opgedroogde paardenmest) is oor-
zaak van hel veelvuldig voorkomen van conjunctivitis, vooral
van conjunctivitis vesiculosa en phlyctenulosa, terwijl hij inlan-
ders, die zich niet laten behandelen, of als zij dat doen, toch
-ocr page 42-
V
24
steeds de oogen slerk blijven wrijven, ook keralitis geen zeld-
zaamheid is.
Van den invloed, dien hel maanlicht rechtstreeks op den
inenscli zoude hebben, is liet inoeielijk zich een denkbeeld Ie
vormen. De temperatuur is bij helderen maneschijn, volgens
den standaardthermomeler, iels hooger dan in donkere nachten.
Maar hier blijkt duidelijk, dat de volkomen afsluiting van dat
instrument van alle vreemde invloeden niet hel juiste beeld
geeft van wat in de natuur geschiedt en voor de praktijk
noodig is te weten. Voor het gevoel zijn die heldere avonden
en nachten gewoonlijk koeler dan de donkere en waarschijnlijk
zal hel wel aan sterkere uitstraling moeten worden loege-
schreven, dat verkoudheidsziekten, na hel verblijf in de open
lucht op zulke avonden, meer dan op andere voorkomen. Eigen-
aardig is de mode op de hoofdplaatsen om juist die heldere
avonden uil te kiezen lot het geven van muziekuitvoeringen,
vuurwerk en dergelijke in de open lucht; een natuurlijk
gevolg trouwens van hel aangename licht, dat de maan dan
verspreidt. Evenwel noemde ik die mode eigenaardig, omdat
iedereeen weel, hoc gemakkelijk dan kou geval wordt en men
toch juist die lijden blijft verkiezen lol een verblijf builen
terwijl men anders \'s avonds Ie huis zijnde er niet aan deukt
gebruik Ie maken van tuin of erf. Na zulke avonden, vooral
als het \'s middags heeft geregend, is de geneesheer dikwijls
in de gelegenheid bij kinderen darinkatarrhen waar Ie nemen
en bij volwassenen neus-verkoudheden, lichte bronchitiden en
facialis-aandoeuingeu Ie zien. Een paar malen zag ik, door
die oorzaak, verlamming der laatstgenoemde zenuw ontstaan.
Een maanhoofd heb ik nimmer waargenomen. Zeer veelvuldig
was ik evenwel in de gelegenheid personen te zien, die gere-
geld de eene of andere kalarrhale ongesteldheid vertoonen, na
verblijf in den helderen maneschijn.
INu en dan komen aardbevingen voor, die voor den genees*
heer alleen belang kunnen hebben door het ontstaan van
-ocr page 43-
25
belangrijke verwondingen en door den invloed, dien angst en
schrik op het zenuwstelsel kunnen uitoefenen. Van het laatste
zag ik ernstige gevallen door de uil werking, die zij hadden
op hel verloop eener reeds beslaande ziekte. De aardbeving
zelve veroorzaakt dikwijls duizeligheid of misselijkheid en
braking. Verder wordt beweerd . dal na aardbevingen de sterfte
grooter zoude zijn en er meer ziekten zouden voorkomen.
Dil geloof is onder inlanders algemeen. Ook Dit. Bleek�r
meende, na de door hem bijgewoonde aardbevingen iu Mei en
Juni 1842, een grootei\' aantal zieken te hebben geobserveerd.
Hij deelt mede. dat. terwijl v��r de aardbevingen vooral veel
intermiltent.es gewoon waren, na dal natuurverschijnsel integen-
deel die koortsen verdwenen en plaats maakten voor katarrhen
en rheumatische aandoeningen. Ik geloof evenwel, dat opliet
ontstaan der laatstgenoemde aandoeningen minder die aard-
schuddingen van invloed waren dan het levens dooi\' Dr. Hlkk-
kkk medegedeelde feil, dat aan die aardbevingen ecnige buiige
dagen voorafgingen en de regentijd lol het laatst van Juni
aanhield, terwijl hij anders in den regel in Mei ge�indigd is:
er waren menigvuldige en hevige onweders, van stortregen,
windvlagen en snelle temperatuurswisselingen vergezeld.
Ik heb zeil\' meermalen en enkele tamelijk hevige aardschud-
dingen bijgewoond. maar van een dergelijken algemeenen in-
vloed op den genius epidcniieus evenmin iels kunnen bemer-
ken, als van het toenemen van hel aantal zieken. Bovendien,
zoo het feil waar was, zou hel er mei den gezondheidstoestand
van Tcnialc, van Banda, van Padang en omstreken , en van vele
andere plaatsen in Indi� treurig uitzien, omdat het aantal daar
voorkomende aardbevingen waarlijk niet gering is. Van ver-
schillende zijden vernam ik hel feil , dal de gezondheidstoe-
sland der bevolking van Amboina zeer verbeterd was, nadat
opdat eiland belangrijke aardbevingen hadden plaats gevonden ,
terwijl anderen in de Molukken het optreden van koorlsepide-
niie�n, na zulk een natuurverschijnsel, hebben geconstateerd.
Wie belang stelt in den gang en de veelvuldigheid der aardbe-
-ocr page 44-
<
26
vingen in den Indisch?» Archipel kan de gegevens er voor
vinden in de uil gebreide st;i(en voorkomende in hel Natuur-
kundige Tijdschrift voor .\\edcrlandsch-lndie, welke staten elk
jaar worden voortgezet.
Ten opzichte van de afwisseling der moessons verdient nog
afzonderlijke vermelding de buitengewoon groole en dikwijls
zeer snelle verandering in den stand van het zoogenaamde
grondwater. Kr hehoort niel vee! opmerkingsgave toe om den
zeer verschillenden stand van hel water in allerlei soorten van
putten waar te nemen: in den Oostuioesson zeer ledig, zoodal
er niel zelden gebrek aan water ontslaat, zijn zij in den \\Yesl-
nioesson dikwijls lol bijna gelijk mei den beganen grond ge-
vuld. Maar dal verschil is ook na elke regenbui duidelijk te
zien.
Indien de zeer verleidelijke theorie van Naegeli, omtrent
den invloed der splijtzwammen, waarheid is, en de sleeds
voortgaande onderzoekingen daaromtrent duiden er hoe langer
hoe meer op, dan is zeker hulir het land, waar zich de in-
vloed van die organismen sterk moet doen gevoelen. \\Vcrke-
lijk zijn er dan ook vele Teilen, welke die theorie steunen.
t�enc ruime ondervinding leerde ons, dat verreweg de gezondste
lijden van hel jaar die zijn, waarin voortdurende warmte en
droogte of voortdurende regen en vochtigheid heersenen. Men
vatte het woord droogte, in dezen zin, niet in een al Ie nauwe
heleekenis op, na hetgeen is medegedeeld over de betrekkelijke
vochtigheid der lucht. Evenwel is hel een niet Ie ontkennen
feit, dat hij den overgang van den \\Vesl- in den Oostmoesson
de hoogte van het rivier- en putwater daalt en dat vooral de
oevers der rivieren hoe langer hoc meer bloot komen en onder
den invloed der zonnewarmte uitdroogen. Dan vallen er nu
en dan weder regens, die de oevers in een kleimassa vcran-
deren, welke daarna op nieuw opdroogt. Hetzelfde proces heelt
plaats in de kentering tusschen den Oost- en den Westmoes-
son. Juist in die tijden nu worden de meeste ziektegevallen
-ocr page 45-
27
waargenomen, is hel in de praktijk \'t drukst. Zeer zeker wer-
ken ook nog andere invloeden in dien lijd mede om ziekten
te doen ontstaan, zoodat sporadische gevallen ook dan het
meest voorkomen, maar epidemie�n, vooral van besmettelijke
ziekten, zijn dan gewoonlijk het hevigst, al kunnen zij nog
eenigen lijd doorgaan, als de moesson zelf reeds is ingetreden.
Naegeli zoekl nu juist in die afwisseling van droogte en voch-
tigheid de hoofdoorzaak voor het vermenigvuldigen der splijt-
zwamnien en hel zou niet Ie verwonderen zijn, als eene ver-
trouwbare statistiek op Java een steun werd voor zijne theorie.
Dergelijke waarnemingen zouden alleen mei goed gevolg kun-
nen gedaan worden door geneesheeren, wier studi�n niet wor-
den gestoord door de beslommeringen der praktijk. De prac-
tiseerende artsen kunnen alleen den algemeenen indruk terugge-
ven, dien de gang van zaken op hen maakte. Een onbetwistbaar
feit is het in de laatste 20 jaren, dat de lijden, vooral van de
kentering lusschen �ost- en West moesson, hel grootste aantal
zieken opleverden en dal epidemie�n meestal in de kenterings-
tijden zelve, of kort daarna, een aanvang namen.
Vele andere natuurverschijnselen hebben zoo weinig of geen
invloed op den gezondheidstoestand, dat het mij onnoodig
schijnt daarover uitgebreid te handelen.
Bij de hier besproken invloeden van het land en wal daarbij
behoort, zouden gevoegd kunnen worden de verschijnselen die
het gevolg zijn van de inwerking van de voortdurend heersebende
warmte op bet menschelijk lichaam. Beter schijnt het even-
wel daarvoor later een afzonderlijk hoofdstuk over akklimatatie
te nemen.
-ocr page 46-
WONINGEN.
Wij moeten ten opzichte der woningen eenige rubrieken
afzonderlijk beschouwen, die alleen bij uitzondering in elkaar
loopen. De woningen namelijk voor vele personen Ie zaaien,
die der Europeanen, der inlanders en der Chineezen. Slechts
in zeldzame gevallen woont een Europeaan in een Chineesch
huis, meer nog in een inlandsche woning, terwijl Chineezen
dikwijls in inlandsche woningen trekken.
Vooral\' ga de opmerking, dat gebouwen mei verdiepingen
in hel algemeen niel zijn aan Ie bevelen. Een voorname reden,
om liever alleen gelijkvloers Ie bouwen, al geschiedt dat ook
mei eenige ophooging, en geen bovenhuizen aan te brengen,
ligt in de veelvuldigheid der aardbevingen. Een tweede reden
is dat de benedenkamers, juist door die verdieping vochtiger
en minder luchtig worden: men behoeft slechts de huizen met
meer dan eene verdieping binnen te lieden, om dal waarle-
nemen; op de plaatsen, waar zulke buizen beslaan, worden
dan ook gewoonlijk de benedenverblijven niet bewoond, maar
voor koetshuizen, pakhuizen, enz. gebezigd. Ook te Batavia
blijkl bet in de kazernen met twee verdiepingen, dat alleen
de bovenverdieping gezond is Ier bewoning, zoodat de lijdelijk
als hospitaal gebezigde kazernen, wat de benedenlokalen betreft,
onbruikbaar zijn. Een derde reden is, dal trappen Ie moeien
klimmen in een becl klimaat onder de ferme, lichamelijke in-
spanningen behoorl, die op zich zelve reeds vermoeiender zijn
dan in een koeler gewest, terwijl ongewoonte dat nog verergert.
Wil men eene verdieping aanbrengen , dan moeten nimmer de
kamers gelijkvloers als slaapkamer gebezigd worden en kunnen
hoogstens voor eetzalen enz. dienen, terwijl hel dan nuttig zal
-ocr page 47-
29
zijn de ventilatie (e verbeteren door het aanbrengen van openge-
werkte, ijzeren roosters, waarover nog geproken zal worden.
Hel is een zeldzaamheid huizen te vinden, die, bij een lang-
durigen Oostmoesson, niel hier of daar barsten in de muren,
soms alleen in de kalkhedckking, vertoonen. Die barsten kun-
nen in den regel niel veel kwaad, en gewoonlijk komt de af-
wijking iu den natten Westmoesson weder in orde. Vooral
particuliere woningen hebben daarvan veel Ie lijden: gouver-
nementsgebouwen minder. Bovendien lijdt de kalkbedekking
der muren en de kalk. lusschen de voegen dei\' sleenen, zeer
veel door hel pikken der ringmusschen, boeroeng gredja (Passer
montanus): de muren zeil\' worden dan door inwatering dik-
wijls zwak.
Publieke gebouwen : scholen , kazernen, gevangenissen, ketting-
kwartieren, hospitalen, kerken, komediegehoiiwen en dergelijke
vallen lot uu toe in Indi� niel zoo buitengewoon onder de
zaken, waarover hij oprichting de meening der geneeskundigen
wordt gevraagd. Toch zou dal zeker veel nut hebben. \'I Is
wellicht goed, al is hel ook in hel kort, op de inrichting
van dergelijke gehouwen Ie wijzen, zooals zij dikwijls is en
zooals zij Ie wenschen zou zijn. Uitgebreid kan dat onderwerp
hier natuurlijk niel worden behandeld; \'I zou op zich zelve
een groot boekdeel kunnen vullen, terwijl de geneesheer,
geroepen om zijne ineening over dit onderwerp Ie zeggen,
toch in elk afzonderlijk geval de bijzonderheden moei raad-
plegen en verstandig zal doen kennis Ie nemen van hetgeen
de literatuur hem daaromtrent leert. Gelukkig is hel te
achten, dat bouwmeesters, vooral in den tateren tijd, ook
hunne studi�n aanvullen door eene grondige kennis der maat-
regelen, die de hygi�ne iu het algemeen voor huizen nood-
zakelijk acht.
Een zeer belangrijke zaak is de inrichting der scholen.
Niemand trekt het in twijfel, dat een eerste voorwaarde voor
de gezondheid der kinderen, bij hel gezamenlijk verblijf ge-
-ocr page 48-
30
durende eenige uren in ��n lokaal, is de �W<I*> hygi�nische
inrichting van dat lokaal.
Vooral particuliere scholen en ik spreek hier meer bepaald
van hel mij bekende Batavia) laten dikwijls zeer veel te
wensclien over. De meeste dier scholen zijn gevestigd in
gewone huizen, zonder dal er eenige wijzigingen werden
aangebracht, toen zij voor scholen werden bestemd. Een der
scholen voor voorbereidend onderwijs was, slechts een klein
aantal jaren geleden, gevestigd in een lokaal, dal vroeger
als photographisch atelier werd gebezigd. Wie zijn portret
wel eens in Tndi� heeft doen maken, kent de hooge, mees-
lal benauwde warnilegraad, die in dergelijke inrichtingen
heerschl. Elk geneesheer heelt kunnen opmerken, hoe. <lik-
wijls vooral zeer jonge kinderen ziek worden, nadat hun
portret is gemaakt en sommige photografen zijn daarvan
zoo overtuigd, dal zij de ouders van Ie voren waarschuwen
voor hel gevaar. Ten einde zoo snel mogelijk te kunnen werken,
heslelt de pholograal\' gewoonlijk jonge kinderen legen half
negen of negen ure \'s morgens: hel sterke licht maakt dan
etui zeer kort poseeren mogelijk; maar de warmte is dan in
hel atelier al zeer groot en niet zelden moeten de kinderen
meermalen achtereen poseeren. \'I Is niet te verwonderen,
dal. bij de meestal ongewone kleeding op dal uur van den
dag en het vervoer in ongeschikte rijtuigen, de kinderen na
zulk een uitstapje ziek worden. Wanneer men mij raadpleegde,
gaf ik steeds als mijne meening, dal kinderen niet in hun
eerste levensjaar moeien worden blootgesteld aan de gevaren
van hel, al is hel ook kortstondige, verblijf in oen photogra-
phisch atelier. Dal in een lokaal, vroeger lol zulk een doel
gebruikt, eene school voor de jongste kinderen bestond, was
dus geheel aftekeuren. De nieuwe, zoogenaamde Fr�belschool,
Ie Batavia door de Vereeniging voor voorbereidend onderwijs
opgericht, voldoet zeer goed aan de cischen der hygi�ne.
Ook de overige particuliere scholen bieden, uil een hygi�-
nisch oogpunt, vele punten aan, die als gebreken moeten
-ocr page 49-
31
worden opgevat. Zij zijn meermalen in zeer sterk bebouwde
buurten geplaatst en reeds daardoor bestaai er gebrek aan den
n.....ligen luchttoevoer, die nog wordl verminderd door liel
sluiten der jaloezie�n of door het aanbrengen in de raam-
en deuropeningen, van, mei dik katoen bekleede horretjes
welke worden noodig geacht, len einde de aandacht der kin-
deren niel naar buiten af Ie leiden. Niel zelden geefl de
plaatsing der schoolborden nog op nieuw aanleiding om de
luchtverversching te verminderen. In sommige scholen , bijv.
in een gedeelte der hoogere burgerschool voor meisjes, bestaan
de lokalen alleen uil een soorl van loodsen, die aan de eene
zijde door een muur zijn afgesloten. Daarbij lieel\'l men hel
nadeel, dal er hijiia geen luelilslrooining bestaai en dal het
licht slechts van eenen en wel dikwijls van den verkeerden kant
invalt. Ilovendien geelt, als er niet zooveel hoornen staan,
dal hel licht, maar daardoor ook de ventilatie, verminderd
wordt, de grond een sterke reflexie, die men dan tracht Ie
verminderen door hel aanbrengen van zeilen (uil dik zeildoek
vervaardigde schennen). Daardoor wordl dus het lokaal bijna
geheel afgesloten en is het, door de reten der zeilen invallende,
licht zeer nadeelig te achten.
Op den toestand van den bodem wordt in het geheel geen
achl gegeven en men ziet dikwijls tegen de muren in die
schoollokalcn een landkaartachlige, groene leekening op een
paar voelen afstand van den bodem, door de optrekkende
vochten en gevormde schimmels veroorzaakt.
Ook lalen de slaapzalen, eigenlijk niets dan gewone kamers,
veel te wenschen over. Met veel moeite is hel mij destijds
gelukt ten minste wat meer luchtverversching Ie krijgen, door
in een paar kostscholen de klamboe\'s (bedgordijnen) af te schallen.
Kr waren wel ouders, die daartegen bezwaar hadden, om de mo-
gelijke muskietensteken; maar de onderwijzers zagen gelukkig
het noodzakelijke der verwijdering, zoowel voor luchtverversching
als voor heter toezicht, in. Privaten en badkamers lalen ook
meestal veel te wenschen overig.
-ocr page 50-
32
In veel beteren toestand verkeeren dn gouvernementsscholen.
Die lokalen zijn , in de laatste jaren hoog uil don grond ge-
bouwd, mei flinke vloeren van Eskozijnsche steenen voorzien
en hebben de noodige voorzorgen voor het beleden van hel
zien naar builen, door doelmatig aangebrachte jaloezie�n; er
bestaat gelegenheid tol goede venlilalic, al wordl daarvan niet
altijd hel noodige gebruik gemaakt; hel eenige, wat ik er op
aan Ie merken hel», is, dat de zon er niet genoeg kan insehij-
nen op dagen, dat hel lokaal niet gebezigd wordl. UiL is een
gevolg van omloopende galerijen of afdaken. Ook zou de plaat-
sing der vier lokalen, waaruil die scholen in den regel beslaan,
op ��ne rij, Ie verkiezen zijn boven de thans gevolgde, waarbij
de vier kamers gevormd worden door een groot vierkant, door
middel van Iwee elkaar kruisende muren , in vieren Ie verdeelen.
Verder dunkt mij een achthoekige vorm der schoollokalen nog he-
ler, dan een vierkante: hiermede bedoel ik, da Hiel goed zoude
zijn de vier hoeken schuin al\' Ie werken, bijv. door hel aan-
brengen van muurkasten ol\' smalle, schuin geplaatste pilaren.
De plaatsing der gouvernementsscholen is in hel algemeen
goed gekozen; de ruimte er om heen is groot, genoeg.
De inrichting voor middelbaar onderwijs, hel Gymnasium
Willem 111, voldoet in hel algemeen tamelijk goed aan de
hygi�nische eischen. Toch zou meer venlilalic in de school-
lokalen wenschelijk zijn. Er zijn alleen ramen aan eene zijde
en een oi\' twee deuren ei\' tegenover; de laatste zijn evenwel
onder de lesuren altijd gesloten. De ramen der schoollokalen
liggen aan de noord-oosl- en aan de zuid-weslzijde en komen
onder een smal afdak uil, wal minder gunstig geacht wordt.
Ik was in de gelegenheid waartenemen, dat in een der lokalen
verscheidene jonge lieden Iegelijk ziek werden niet zeer hevige,
rcniilleerendc koortsen en typheuse verschijnselen. De oorzaak
kon in hel lokaal zeil\' evenmin worden opgespoord als in de
naasle omgeving er van, maar de ziekte kwam niet. meer voor,
loen de kamer eene andere bestemming kreeg. Na de opheffing
van hel internaat (in 1879) wordl de uitstekend geventileerde
-ocr page 51-
33
en zeer gezonde, buitengewoon ruime slaapzaal niet meet\' ge-
hruikt. De beste controle op de goede inrichting van het
Gymnasium, ten aanzien der hygi�ne, leveren de zickeuregis-
lers. Hoogst zeldzaam waren belangrijke ziektegevallen; lichte
katarrhen en verder chirurgische aandoeningen: kwetsuren,
beenbreuken, enz. namen het grootste ziekencijfer in. In negen
jaren, dal mij de geneeskundige behandeling der leerlingen
was opgedragen, kwamen onder hen slechts drie sterfgevallen
voor en wel ��n inlander; aan longtering met hevige bloeding,
��n aan moeraskoorls, en ��n ten gevolge van toevallige, doode-
lijke zelfverwonding door een geweerschol. De beide eersten
overleden ten huize hunner familie. Op eenige honderde jon-
gelieden is die sterfte bijzonder gunstig te noemen.
De kazernen zijn tamelijk goed; ten minste te Batavia zijn
de kazernen in het groote, militaire kampement niet ongezond
Ie noemen, al zou liet wenscbelijk zijn de verdiepingen afte-
schaffen en de zijgalerijen, die door groote, poortvormige ope-
ningen met de buitenlucht in verbinding slaan een anderen,
veel minder besloten vorm te geven. De kavallerie-kazerne te
Batavia staat, met bel daarbij behoorende kampement, op een
der plaatsen, die als zeer ongezond bekend zijn.
De militaire geneesheeren en de officieren der genie leggen
zich voortdurend mei den meesten ijver toe op het aanwijzen
van verbeteringen bij den bouw van nieuwe of liet veranderen
van oude kazernen. De aanwijzingen, door Dit. Swavixg en
Dn. LrciiTMANs, op eene groote vergadering der Vereeniging tot
bevordering der geneeskundige wetenschappen in 1870, gedaan,
zijn niet zonder vrucht geweest. In hel beele klimaat zijn
vooral, zooals voor alle gebouwen, plaatsen met een droogen,
zandachtigen bodem, liefst in de boog gelegen streken, voorden
bouw van kazernen aan te bevelen. Daarbij is het paviljoen-
systeem hel beste en wel met ruimen afstand tusseben de ver-
schillende gebouwen. De gebouwen zelve belmoren zeer vele
openingen, ramen en deuren, Ie bezitten.
3
-ocr page 52-
54
Er kunnen hij de gebouwen overdekte loodsen of aan de
noord- of zuidzijde overdekte galerijen zijn, waarin de soldaten
over dag huilen de zon kunnen verblijven; maar nimmer moe-
ten die aan de oost- of westzijde worden aangebracht: daar
mag hel dak alleen zoover over hel gebouw reiken, dat de
zonnestralen nog gelegenheid behouden des morgens voor negen
en des middags na drie uren in de kamers of zalen Ie schij-
nen. Daartoe is ecu dakoverstek van twee tot twee en een
halven meter voldoende: zulk een dakoverstek belet ook hel
indringen van den regen, die dan, zonder in Ie slaan, een
hoek van 40° met den horizon maken kan.
De richting, waarin de gehouwen moeien slaan, is vooreen
groot gedeelte afhankelijk van de meest gewone windrieh-
tingen, en daarbij dient in hel oog Ie worden gehouden, dal de
wind wel toegang mag hebben, maar er toch ook gelegenheid
moet zijn zich er voor Ie beschermen. Zoo veel mogelijk moet
men evenwel bedenken, dal de inwerking der zonnestralen in
de gebouwen, gedurende eenige van de minst warme uren,
dringend noodig is. Over de plaatsing van kazernen ten op-
zichle der hemelstreken gaf de Heer J. I\'u. Ermemng in hel
Tijdschrift van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, Al\'dee-
ling Nederldtwkeh-Indi�\', zeer behartigenswaardige wenken. Bij
ijzeren en houten omwanding mag de zon niet te lang op de
wanden en in de chambr�es schijnen, omdat hel anders te
warm daarbinnen wordt: daarom moeten de chambr�es van
zulke kazernen de richting Oost-West naderen, en wel onge-
veer Onst-Zuid-Oosl naar West-Noord-West. Bij die richting
heeft men in de periode der noorder declinalie (dus van Mei
lot October ongeveer voldoende morgenzon en zoo weinig mo-
gelijk avondzon. In de overige maanden zal men meer avond-
zon hebben. Voor de bewoners der kazernen is de morgenzon
verkieslijk, omdat de gebouwen \'s morgens ontruimd zijn en
de bewoners dus dan den minsten last van de zon hebben.
Niet altijd kan die beste richting gevolgd worden: wanneer
het bijv. op eene plaats bijna uitsluitend \'s namiddags regent.
-ocr page 53-
35$
dan zal eene plaatsing meer Oost-Noord-Oost naar West-
Zuid" West verkieslijk zijn, ten einde in den westmoesson de
meeste morgenzon in de chambr�es te krijgen. Bij steenen
omwand�igen bestaat er geen bezwaar om de ruime loetreding
der zonnestralen in de kamers te verzekeren. Smalle, bam-
boezen kazernen moeien dezelfde richting hebben als houten
of ijzeren.
Ten opzichte van de windrichting merkt dezelfde schrijver
op, dat hel, over het algemeen, de voorkeur verdient, indien
de meest heerschende en hevigste winden zich bewegen in de
lengterichting van het gebouw, dus loodrecht op de chambr�es.
Bij de nieuwere kazernen is de plaatsing der ramen, tus-
schen de rijen kribben, van belang, omdat daarbij de muren die
kribben groolendeels beschutten, wanneer de wind loodrecht
op hel gebouw staat. Een plantsoen om hel gebouw kan veel
bijdragen tot beschutting tegen wind.
De luchtverversching in kazernen, hospitalen en dergelijken
wordl voor een groot gedeelte verkregen door nok-venlilatie,
waarbij eene schuine plaatsing der plafonds is aan te bevelen
(in het algemeen hoe schuiner, (leste beter): verder moeten
onder en boven de ramen openingen zijn aangebracht, waar-
van de bovenste door jaloezie�n , de onderste door pivoteerende,
houten luiken kunnen worden gesloten: evenwel kan de hooge
warmtegraad der Incbl tusschen hel dak en hel plafond aan-
leiding geven tot een zoo sterke verplaatsing van lucht, dat
de intrede van versche lucht dooi\' ramen en andere openingen
voor de bewoners het gevoel van onaangenamen tocht ver-
norzaakt. Dit kan men trachten Ie verminderen door tus-
schenschotten tusschen dak en plafond Ie brengen. Ook zijn
daken van ijzer of pannen mei nokventilatie bij regen lastig
door het inregenen, tewijl atappen daken (zie later) dan niet
meer als ventilator werken, omdat de nlap slap wordt en,
naar beneden hangende, de opening afsluit.
De nieuwste kazernen te Magelang ,lc.Malang en tf\'. Hi�lenzorg
voldoen veel meer aan de eischen der hygi�ne dan de oudere:
-ocr page 54-
V
36
het algemeene model dezer nieuwe verblijven is een groot
vierkant middengebouw voor dagverblijf en daaraan aan twee
zijden verbonden slaapzalen, waarvan er een of twee aan elke
zijde staan. Officieren, die als soldaal in hel leger dienden.
hebhen evenwel bezwaren tegen deze inrichting, vooral niet
het oog op het verblijf der vrouwen en kinderen in de kazernen:
deze laatste zouden in die nieuwe woningen geen voldoende
dagverblijf bezitten, waarin de, afzonderlijk niet dal duel
opgerichte, loodsen maar gedeeltelijk voorzien.
De bovengenoemde algemeene regelen zijn voor hospitalen,
ketliii�fkwartieren en sladsverhaudeii evenzeer te volden. De
Heeren Van der Elst en Walland hebben een uitstekend plan
voor hospitaalbouw gegeven in Deel XIX van het Geneeskundig
Tijdschrift voor V. /.. waarvan vele d�tails ook voor de
andere der genoemde gehouwen nuttig kunnen zijn. De
studi�n dier bijzonderheden kunnen hier geene plaats vinden:
ik hen verplicht mij lol algemeene opmerkingen te bepalen,
omdat elk afzonderlijk gebouw ook lol afzonderlijke beschou-
wingen aanleiding geefl en de kennis, noodig lol het geven
van behoorlijke adviezen in dergelijke gevallen, zoo groot is, dal
zij uit een aantal werken , ouderling vergeleken , moet verkregen
worden. Daar de bedoeling van dit werk veel meer is den
praktiseerenden geneesheer lot leiddraad Ie strekken dan den
gouvernement sgeneeshcer of den officier van gezondheid in
hunne speciale betrekkingen , meen ik mei hel gezegde Ie kunnen
volstaan, wat de kazernen betreft: evenwel zal ik straks nog
eenige opmerkingen moeten geven over hospitalen. De op-
richting, ja zelfs de inrichting van burgerlijke hospitalen,
scholen, gevangenissen, dwangarbeiders-kwartieren en derge-
lijke openbare gebouwen is, volgens «bel Reglement op de
burgerlijke geneeskundige diensl" van 50 Maart 1882, over-
gelaten aan de hoofden van gewestelijk bestuur, die zelfstandig
kunnen handelen of, als bel hun goed dunkt, adviezen kunnen
inwinnen van deskundigen.
In den regel zullen adviezen over zulke gebouwen niet
-ocr page 55-
57
worden gevraagd aan jongere geneeskundigen, tenzij zij als
eerstaanwezende officier van gezondheid of als alleen slaande,
plaatselijke geneesheer dienst verrichten; gewoonlijk worden die
adviezen alleen door de chefs van den dienst of van de afdeelingen
nitgehrachl, dan wel die van jongere geneeskundigen in hunne
handen gesteld: hij belangrijke bouwplannen op kleinere jdaatsen,
worden daarheen oudere geneeskundigen in kommissie gezonden
om hunne meening Ie doen kennen, wal ook altijd plaats heeft
hij de oprichting van kazernen . kampementen , reconvalescenten-
gestichten en dergelijke: somtijds is dit ook hel geval hij de
oprichting of wijziging van gevangenissen, waarbij rekening
Ie houden valt met de voorschriften van hel Departement van
Justitie omtrent de afscheiding der verschillende soorten van
gevangenen en dergelijke meer.
De behoorlijke inrichting van de laatst genoemde gebouwen be-
hoort zeker lol de moeielijksle vraagstukken. De gevangenissen in
Indi� zijn in het algemeen slechl . maai\' hel valt niet Ie ontkennen,
dal ei\' belangrijke bezwaren verbonden zijn aan hel vereenigen van
denoodige zekerheid der afsluiting, van de afscheiding der verschil*
lende klassen, en van de hygi�nische maatregelen. Vooral schijnt
het mij toe, dal de menschlievendheid, hoe schoon die ook zijn
moge. wel eens wal al Ie ver kan worden gedreven tegenover
personen, die t\\ar maatschappij lol last verstrekten en wier ver*
wijdering daaruit, voor korteren of langeren tijd noodigwordt
geacht. Men begrijpe mij, hoop ik, niet verkeerd. Vooral de
verdienstelijke studi�n van Dit. 0. Swavi.no over de «Oorzaken
der ongezondheid van de gevangenissen op Java" hebhen doen
zien, hoe langen tijd de hygi�ne verwaarloosd is bij de inrich*
ling van die gehouwen lol opsluiting. Maar al houdt men de
regelen der gezondheidsleer, zooveel mogelijk, in het oog, toch
behoeft een gebouw, lol straffen bestemd, geen paleis te zijn.
De eischen der hygi�ne moeten hare grenzen hebben en er ligt,
schijnt het, iels onbillijks in. den gestraften, voor de inaat*
schappij dooi\' eigen schuld onbriiikbaren individu, in heter en
aangenamer verhoudingen Ie brengen dan hem, ilie niets mis-
-ocr page 56-
58
deed. Me» zou zoo ineenen, dat lief meer op den weg der
echle humaniteit ligt eerst voor de braven in de maatschappij
zorg te dragen en de slechten later een beurt te geven. Ge-
lukkig is hel daarom, dal al reeds voor krankzinnigen maat-
regelen zijn genomen Ier hetere verpleging, dan tol nog toe
het geval was. Alleszins is het verantwoord te achten, dal
die ongelukkigen, wier tijdelijke of voortdurende verwijdering
uit de maatschappij noodzakelijk wordt bevonden , het zoo goed
mogelijk hebben, in alle opzichten. Voor hen is het oprichten
van gebouwen, die op paleizen gelijken, geene nuttelooze uit-
gave, evenmin als het af te keuren valt, dal hun leven op
allerlei wijze wordt veraangenaamd: wat bovendien de genees-
kundige behandeling dringend eischl. Of evenwel de philan-
thropie niet wat al te ver wordt gedreven, door het verblijf
in gevangenissen, vooral voor inlanders, lot een desideratum
te maken, is een belangrijke vraag. Toch schijnt dal in den
laatstcn tijd wel eenigszins hel geval te zijn.
De civiele hospitalen voldoen, over het algemeen, al zeer
weinig aan de vereischten, die voor zulke gebouwen moeten
gesteld worden. Zonder in nadere beschouwingen te treden
over al de gebreken, die de tegenwoordige stadsverbanden aan-
kleven en waarvan ook sommige, militaire hospitalen niet vrij
zijn, moet nog eens worden herhaald, dat het paviljoensysteem
verreweg de meeste voordeden aanbiedt, en dat over een zoo
groot mogelijke ruimte voor de omgeving moet worden beschikt.
Reeds werd bij de beschouwingen over kazernen in enkele
nadere d�tails getreden, die ook op deze gebouwen van toepas-
sing zijn. Hier verdient nog te worden vermeld, dat de zie-
kenzalen in den regel voor niet meer dan \'10 of hoogstens 50
lijders moeten zijn ingericht, terwijl elk bed een bodemopper-
vlakte rnoet hebben van minstens 8 vierkante meters en de
kubieke rimnte voor eiken lijder ongeveer 40 kubieke meters
moet bedragen. Er behoort voor elke afdeeling van lijders een
afzonderlijk dagverblijf te bestaan, wal de luchtverontreiniging
-ocr page 57-
39
in de zalen vermindert: de rust van zware zieken bevordert;
lichtere zieken in de gelegenheid steil zich te vermaken of nut-
tig bezig te houden en hen minder blool stelt aan het zien van
het lijden der ernstiger kranken; aan die minder ernstige pa-
li�nten een afzonderlijke eetzaal verschaft, dus bijdraagt tot de
zindelijkheid in de zalen: en ten slotte voorkomt, dat in de
ziekenzaal te veel kasten, tafels, enz. worden geplaatst, die
den knbieken inhoud verminderen en altijd verzamelplaatsen
van stof en vuil zijn.
[s het beschikken over veel ruimte in de omgeving nuttig
voor Inchtverversching en voor het aanleggen van een plant*
soen, men wordi daarbij beperkt door de eischen eener goede
administratie en voldoende politie. Daarom zijn hospitalen voor
niet meer dan 600 bedden aan te bevelen. Ook is een opeen-
hooping van een groot aantal zieken, bij de beste hygi�nische
voorzorgen, niet wenschelijk.
De paden in het plantsoen moeten goed aangestampt en met
fijn grint bedekt worden.
De plaatsing van de kribben in het midden der zalen, met de
hoofdeinden naar elkaar, maakt de reiniging gemakkelijker en
vermijdt de doode hoeken ten opzichte der ventilatie. De
vensters worden van jaloezie�n voorzien, ten einde het licht te
kunnen temperen, dat, hij de genoemde plaatsing der kribben,
hinderlijk zou kunnen zijn. Hoe hooger de vensters zijn, des
te beter: liefst tol aan de zoldering toe. Hel aantal en de
grootte der vensters en dei\' deuren is afhankelijk van het aan-
lal bedden; voor elk bed behoort 2,!\'» vierkante meter licht-
vlakle genomen Ie worden.
Terwijl de vloeren minstens 0,60 meter hooger moeten liggen
7
dan de begane grond der omgeving, behoort die verhooging
door droog zand verkregen te zijn. Een kleine helling van het
midden der vloer, naar de zijden is wenschelijk voor de ge-.
makkelijker reiniging. De muren der hospitalen worden door
cementbepleistering, stucwerk of door beschildering zoo unper*
meabel mogelijk gemaakt, omdat ruwere bekalking meer aan-
-ocr page 58-
40
leiding geeft tot hel bewaren van stof, slechte gassen en der-
gelijken.
Een gladde zoldering, zonder halken, is de heste: hij nok-
venlilatie moet vooral op het zindelijk houden van het dak wor-
den gelet en moet de noodige inrichting tot afsluiting bestaan.
Dat een operatiekamer en een kamer voor geopereerden af-
zonderlijke gehouwen vormen, spreekt van zelf. In de laatste
moet elke zieke over minsten 80 kuhieke meters lucht kunnen
heschikken.
Ten slotte de opmerking, dat deuren of openingen, die naar
andere bewoonde vertrekken voeren, niet lot liet ventilatieop-
pcrvlak mederekenen. omdat men nooit hel eene bewoonde
vertrek door hel andere mag venlileeren (Van der Elst en
Walland.).
Overal, maar vooral in hel hcete klimaat, is het van belang
ook de aandacht Ie vestigen, op de hygi�nische verhoudingen
van gehouwen, ingericht voor publieke vermakelijkheden of voor
groote bijeenkomsten van anderen aard, als: kerken, mesigit\'s en
dergelijke. Ventilatie en nog eens ventilatie is daar hoofdzaak.
Het geringe verschil van den warmtegraad in en buiten de gebou-
wen geeft aanleiding, dat er zelden of nooil tochl beslaat.
Als er maar genoeg openingen in de oinwandingen zijn, is
er altijd een voldoende luchtstroom, zonder dat afzonderlijke in-
richtingen voor luchtverversching noodig moeien worden geacht.
Van zelf wordt, door de aanwezigheid van vele menschen in
een lokaal, de lucht warmer en 1 reedt door de openingen naar
builen om door versche lucht vervangen te worden. De meeste
kerken voldoen niel aan dal vereischte, terwijl bovendien de
deuren, onder de godsdienstoefening, nog worden gesloten. Bij
de oprichting van nieuwe kerken zou op het noodige aantal
deuren en vensters, vooral der laatstgenoemde, moeten worden
gelet.
De gebouwen bestemd voor publieke amusementen (komedie,
opera en dergelijken; leveren in Indic hel bezwaar op, dat hel
-ocr page 59-
41
zeer moeielijk is de noodige openingen aan te brengen en toch
een goede akustiek Ie behouden. Het schijnt noodig en beier
de laatste liefsl aan de eerste op te offeren, wal dan ook ge-
woonlijk gebeurt. Hoe dikwijls heli ik zangers en zange-
ressen hooren klagen over ile inspanning, die van hunne slem
werd gevorderd door hel zingen in een gebouw, dal bijna met
een open loods was te vergelijken. Dat die klachten niet over-
dreven zijn, is duidelijk en wordt wel bewezen door het audi-
torium, dal zich met luisteren buiten liet gebouw tevreden
stelt (nonlon).
Groote muziekuitvoeringen hebben gewoonlijk in de open lucht
plaats. Dat door het bijwonen daarvan meermalen ziekten
ontstaan, slipte ik reeds aan. Niet alleen hel bijwonen van
zulke vermakelijkheden des avonds kan nadeelige gevolgen heb-
ben, maar ook het ongewone verblijf in de morgenluchf (ge-
woonlijk van 7 �9 ure heeft invloed, vooral op Europeesche
kinderen; die invloed openbaart zich hel ccrsl door slaperig-
heid en niel zelden door andere lichte ongesteldheden. Ook
een morgen-muziekuitvoering sleept in den regel eenige, geluk-
kig meestal niet gevaarlijke, darmaandoeningen na zich.
De logementen zijn, ten minste Ie Batavia, in hel algemeen
slecht, uil een hygi�nisch oogpunt. De kamers krijgen te
weinig lucht en zonlicht.
De liefdadigheidsgeslichlen zijn voor liet grootste gedeelte in
gewone, soms eenigszins lot het doel gewijzigde, huizen ge-
vestigd. Enkele voldoen goed. andere zeer weinig aan de ei-
sehen der hygi�ne.
Wij kunnen nu overgaan tot de beschouwing der woningen
van de Europeesche bevolking.
Bijna alle Europeesche woonhuizen zijn naar hel zelfde type
gevormd met slechts weinig wijzigingen. Grool of klein, ge-
lijken zij bijzonder veel op elkaar.
Alle zijn gebouwd naar den ouden, Griekschen bouwtrant.
-ocr page 60-
42
al is lief dan ook, dat wetenschappelijke bouwmeesters terecht,
vooral de kleinere huizen, als groteske navolgingen van dien
stijl beschouwen. Historisch laat zich het ontslaan van de
voorliefde lol dien stijl verklaren uit hel feil, dal de oude.
Oost-Indische Compagnie op de minst gezonde gedeelten van
hel strand, dikwijls de eenige, die voor haar beschikbaar waren,
sleden bouwde iu den Iranl der Nederlandsche sleden. De
invloed van gebrek aan lucht deed zich daar. Iegelijk met ma-
laria-invloeden, gevoelen, (iroole sterfte en epidemie�n waren
hel gevolg er van. Men breidde dus de steden, meer land-
waarls in. uit en wenschle levens ruime, luchtige huizen.
Het gevolg was. dat er gebouwen ontstonden met zeer ruime
voor-. binnen-en achtergalerijen, die zoo groot genomen wer-
den, dal er voor de kamers Ie weinig plaats overschoot.
Toen de groote, veel bezochte recepti�n en partijen nog in
zwang waren, hadden de bewoners dier huizen genoegen van
de ruime zalen. waarin zoovele personen tegelijk zich konden
bewegen, dansen, eten en kaartspelen. Nu de tijden minder
gunstig zijn. uit een Gnanti�el oogpunt beschouwd, zijn die
huizen voor velen te ruim en zijn de groote galerijen onge-
zellig, duur om gemeubileerd te worden, en zouden velen de
kamers grooter wenschen. De nieuwste modellen der hoofd-
officierswoningen zijn de beste, die ik ken.
Het algeiueene type uu is dit: een open voorgalerij; een
binnengalerij mei kamers er naasl; een open achtergalerij. Dat
soms een paar kamers van de voor- of achtergalerij zijn afge-
nomen. dal een aan drie zijden open pendopo zich achter het
huis bevindt ; dal de binnengalerij nu eens in de lengle-, dan
weder in de dwarsche afmeting van het buis ligt, zijn kleine
wijzigingen. Als regel moet worden gesteld, dal er slechts
aan elke zijde ��ne rij kamers mag zijn met deuren, die naar
de binnengalerij, en deuren of ramen, die naar builen open-
gaan. Binnenkamers, die lichl en lucht uit de tweede hand
ontvangen, zijn steeds ongezond en mogen, als zij nu eenmaal
beslaan, nooit lol slaapkamer worden gebezigd. In kleine
-ocr page 61-
43
woningen kan de binnengalerij lol slaapvertrek worden in-
gericht. Het is wenschelijk , vooral aan de kustplaatsen, dat
de lengte-as van het huis van Noord naar Zuid verloopt mei
eene afwijking van hoogstens 18 19°. Ook in de binnen*
plaatsen blijft die richting het nieesl wenschelijk met hel oog
op de mogelijkheid om de zonnestralen steeds in de kamers,
die dan naar Oost en Wesl gekeerd zijn, te kunnen doen
schijnen.
Bij die plaatsing heeft men aan de noord- en zuidkusten
der eilanden nog het voordeel, dat de land- en zeewind, als
men dat verlangt, door de geheele lengte van het huis kunnen
worden geleid, wat aan de oost- en westkusten dan niet het
geval is, maar waar insolatie toch hoofdzaak blijft.
Men vergelijke, in elk afzonderlijk geval, het gezegde over
de richting der kazernen en pass� de daar gegeven regelen,
naar omstandigheden gewijzigd, op particuliere gehouwen toe.
Heeft men de vrije keus van grond tol oprichting van een
nieuw huis, dan is een hoog gelegen, zandachtig terrein altijd
het beste. Die vrije keus komt niet dikwijls voor: men
moet dan trachten zich te helpen door den grond goed omte-
spitten en eenigen tijd braak te laten liggen; de omzetting van
aanwezige organische stoffen is dan gemakkelijker en vrije
luchtbeweging bevordert de verwijdering van schadelijke gassen.
Daarna kan vermenging met zand, of zeer langen tijd in den
zonneschijn gedroogd en koraalsteen, den bodem verbeteren. De
aarde, die wordt uitgegraven tot het maken der fundamenten,
mag, onder zulke omstandigheden, niet gebruikt worden lol hel
ophoogen van de vloeren: daartoe moet zand worden gebezigd.
Het is voordeelig de huizen Hink hoog uit den grond te bou-
wen en wel des te hooger naarmate zij meer naar den zee-
kant of naar rivieroevers gelegen zijn. Men kan gemakkelijk
waarnemen, dat de vroeger bij de scholen genoemde, groene,
landkaartachtige teekening tegen de muren des Ie hooger stijgt,
naarmate men de zee nadert. Wordt er gezorgd, datereeni-
ge ventilatie onder de huizen door kan plaats hebben, dan is
-ocr page 62-
44
dal zeer nuttig. Bij huizen mei steenen vloeren behooren
daartoe gewelven aangebracht Ie worden: bij die mei planken
vloeren kunnen steenen neuten en daarop geplaatste balken
voldoende worden geacht. De hoogte hoven den grond verschilt
naar de omstandigheden, maar kan gemiddeld op een halven
lol een nieter gesteld worden.
Steenen vloeren zijn steeds Ie verkiezen: het beste zijn die van
marmeren of van Eskozijnsche steenen. Behalve bel gmole voor-
deel, dal die vloeren veel minder nadeelige stoffen in zich
kunnen opnemen en gemakkelijker schoon Ie bonden zijn dan
houten vloeren of die van gewonen, rooden sleen, bieden zij
ook veel meer weerstand aan de veroveringen, die de wille
mieren zich dikwijls veroorlooven. Zij hebben alleen bel na-
deel, dal men er aan gewoon moei zijn. omdat zij anders de
ondersle lichaamshell� Ie slerk afkoelen, en bij kinderen, die
er mei bloote voelen op loopen of zeer dun gekleed er op zil-
len. licbl aanleiding geven tol darmkalarrben en fluor albus.
Ook goed aangelegde vloeren van portland cemenl zijn aanbevc-
lenswaardig, waarbij dan levens bel onderste gedeelte der muren\'
mei dal cement kan worden bekleed.
De wille mieren, waarover bij de voedingsmiddelen uitge-
breider gesproken wordt, zijn voortdurend Ie bestrijden vijan-
den in bijna alle buizen. Dagelijks herhaald toezichl is drin-
gend noodzakelijk. Er zijn verschillende middelen Ier ver-
drijving en dooding aanbevolen: niet of zeer weinig verdam-
pende, minerale vergiften schijnen bet mcesl werkzaam Ie zijn:
evenwel slaal sublimaal bovenaan, «lal in sterke oplossing
in de openingen, door de dieren zelve gemaakt, wordt ge-
goten, of waarmede grond onder de vloeren wordt gedrenkl.
Die sublimaatoplossingen moeien altijd met een slerk riekende
slof, bijv. terpentijnolie worden vermengd, om daardoor
toevallige vergiftigingen te voorkomen. Wellicht zullen ook
stukken gelatine, waarin zwavelkoolstof fijn verdeeld is,
en die in den laai sten lijd vooral in Frankrijk legen gewone
mieren mei goed gevolg zijn aangewend, in Indi� nuttig wor-
-ocr page 63-
ili
den bevonden. De gein line losl door de vochtigheid van den
bodem langzaam op en geeft zoo telkens aan de zwavelkoolstof
gelegenheid om te verdampen. De gewone wille mieren heeten
in hel Javaanscli rajap, in hel Maleisen anai-anai; een kleine,
zeer lastige soort heet. Ie Batavia, raugas. De wetenschappe*
lijke namen vindt men hij de voedingsmiddelen genoemd.
Om hel huis moet de grond goed vasl aangelioogd zijn en
met graszoden worden hedekl: nog heler is het. rondom
hel geheele huis een schuin aftoopende, goed gecementeerde
stoep te hebben. Daardoor heel\'l hel. in stroomen van de
daken neervallende, water heter gelegenheid zich van het huis
zelf Ie verwijderen.
Breede, om hel geheele huis loopende galerijen beletten
zoowel de inwerking van de zonnestralen, als de behoorlijke
luchtverversehing. Hoogstens mag hel dak eenigszius uitsteken,
of in plaats daarvan alleen de ramen door zeer kleine afdaken
worden beschut, die dan hel indringen van den regen,
zoowel als Ie hevigen zonneschijn beletten, maar dus ook
licht onderscheppen. Zij moeten ongeveer anderhalve el breed
en liefst van ijzer vervaardigd zijn.
De muren zijn in de grootere huizen van steen, in de
kleinere dikwijls van planken of van bamboe. Vooral op
plaatsen, waar veel aardbevingen voorkomen. zijn planken
omwandingen te verkiezen. De muren, zoowel die van sleen als
die van bamboe, moeten worden aangestreken met kalk. Dat is
veel beter dan behangsels, die dan ook maar zelzaam worden
gezien. De laatste geven te veel gelegenheid lol verzameling van
slof en vereischen bovendien zeer groote kosten voor onderhoud.
Hoe eenvoudiger de muren zijn, hoe minder versierselen
met lofwerk en dergelijken er zijn aangebracht., des te beter.
Ook hel dikwijls zeer fraaie stukadoorwerk is een verzamel\'
plaats van slof en wordt door eene soort van sluipwespen
gaarne gebruikt lol hel maken hunner aarden woningen. Zoo-
wel uil een hygi�nisch als uil een tinanti�el oogpunt zijn de
eenvoudige, witgekalkte muren verreweg het best.
-ocr page 64-
46
De zolderingen der woningen worden gewoonlijk van hout
vervaardigd, waarbij de planken dan onder tegen de balken
worden aangespijkerd. Die houten zolderingen zijn in den
regel geverfd. Evenwel worden niet zelden tot het maken
van plafonds stevige matten van gevlochten bamboe gebezigd,
die dan mei Chineesch papier worden beplakt en daarna met
kalk gewit. Vooral in de woningen van minder allooi vindt
men zulke plafonds; ook in sommige inlandsche scholen. Zij zijn
zeer bepaald af te keuren, omdat de kalk gemakkelijk los laat,
vooral door het loopen van ratten, muizen en dergelijke dieren
over het plafond, door het uildroogen en scheuren van het
papier, enz. Die losgelaten kalk zwcefl in de hicbl en geett
aanleiding tot kalarrbalc ontstekingen der luchtwegen, maar
nog meer lol inflanmiatie der conjunctiva. Houten zolderingen
zijn dus veel heler: maar men zorge daarvoor bijzonder droog
houl Ie nemen, omdat de planken anders inkrimpen en zoo
doende vrij brcede openingen in de voegen ontstaan, waardoor
stol\' en vuil naar beneden valt. In de bijgebouwen voor be-
dienden is in den regel geen zoldering, maar eenvoudig hel
dak. In groote, ook in vochtige woningen, kan het nuttig
zijn in de zolders galen te maken, die met een opengewerkt,
ijzeren rooster zijn voorzien: dat rooster moet dan zoo zijn inge-
richt, dal het naar willekeur kan worden afgesloten. Vooral in de
straks Ie vernielden paviljoens zijn zulke roosiers aan te bevelen.
Ue vensiers moeten zoo groot mogelijk genomen worden en
bebooren zoowel glazen ramen, als jaloezie�n lol sluiting te
hebben, evenzeer als de deuren, die in de open lucht uitko-
men. Voor binnendeuren der kamers is het heter gcheele
deuren met pancelen te gebruiken. In den regel kunnen de
glazen ramen geopend blijven, ook des nachts, ten minste aan
die zijden van hel huis, waar de wind niet te veel indringt:
de jaloezie�n geven bij sluiting nog genoeg doorstrooming van
lucht en maken de kamers minder benauwd. Voor de jaloe-
zie�n buitens huis is eene groene kleur aan te bevelen. Het
dient te worden afgeraden. de vensters van zoogenaamde sta*
-ocr page 65-
47
tie- of overgordijnen te voorzien: zij belemmeren de luchtver-
plaatsing te zeer en geven bovendien eene slechte verdeeling
van licht.
De heste daken zijn die van djatli-hout (Tectonia grandis)
met pannen gedekt: de zeer duurzame daken van geribd ijzer
maken de huizen te warm, maar sirappen kunnen met goed
gevolg worden gebruikt. Goede sirappen worden vervaardigd
uit de wortels van rf/aZ/i-hoomen of van ijzcrhoul (Eusideroxy-
lon Zwageri): het. zijn plankjes in den vorm van platte pannen.
In plaats van hout word! ook dikwijls de minder duurzame
bamboe gebezigd. Vooral moeten de zinken of koperen noten
tusschen de daken hoog genoeg worden gemaakt, omdat zij hij
de zeer hevige regens overloopen, dus lekken en daardoor Ie
veel vochtigheid in huis brengen. Het reinigen dier goten,
vooral het verwijderen van ingewaaide bladeren, enz. vereischt
groote zorg, maar is dringend noodig.
In verreweg de meeste huizen bestaat de hevloering uil
vierkante, roode, gehakken vloersteenen: daaroverheen wordt
soms vilt, zeer sterk geleerd, uitgespreid, of de voegen tus-
schcn de steenen met teer eenige malen aangestreken: terwijl
daarover nu matten gelegd worden, die hij vloeren van mar-
mer of van Eskozijnsche sleeuen niet noodig zijn. In hel laatste
geval belmoren alleen in de slaapkamers kleine tapijten of mat-
ten hij de liedden Ie worden gelegd. De vloermatten zijn ge-
maakl van rolan, lijn riel ol\' gespleten bamboe, kleine voet-
matten worden ook vervaardigd uil den schil der rijpe kokosnoot.
De eerste zijn de meest gebruikelijke: zij bestaan uit aan
elkaar verhouden, in de lengte gepleteu, rotan eii zijn zeer
koel. Uit een medisch oogpunl bieden zij het nadeel aan, dat
zij, vooral nieuw zijnde, zeer glad zijn in de lengterichting
der rolan en zon aanleiding geven tot uitglijden met de gevol-
gen daarvan: verzwikking, ontwrichting, beenbreuken . maar
verreweg het meest lot eene afschaving der huid fl�tj�l , die dan
evenwijdige, op regelmatige afstanden geplaatste, roode streep
jes vormt. De rotan laat dikwijls los en staat dan met eeu
-ocr page 66-
V
48
boogje naar boven; behalve dat gevaar bestaai daarover te
vallen, zag ik meermalen verwonding van den voetrug, ver-
oorzaakl door insnijden van den zeer scherpen ro/anrand, wan-
neer de bloote voel onder zulk een boogje kwam. Verwon-
ilingen van den voetzool door uitstekende stukjes rotan, en bij
een val ook van andere lichaamdeelen. o. a. van liet oog, nam
ik dikwijls waar. Iitlandsehc bedienden bobben de gewoonte
bij zieke kinderen een klein slokje rotan, uit de mal gesneden,
mei speeksel op de glabella te kleven. waardoor zij verlichting
meenen aan Ie brengen. De ro/an-maltcn zijn door den Officier
van gezondheid C. de .Mooi.) lol uitstekende verbandstukken
gemaakt . waarover latei\' wordt geliandeld.
De fijne, uil Brilsch~Indi� aangevoerde, dikwijls niet zeer
fraaie, zwarte en roodc figuren versierde matten hebben de
genoemde nadeelen niet, maar zijn zeer duur.
Matten van geplette bamboe, paloepoe gebeelen, waarbij die
platte, geplette stukken naast elkaar worden bevestigd, hebben
hel gebrek van dikwijls uitsteeksels Ie krijgen en daardoor ver-
wondingen te veroorzaken. Zoogenaamde Buitenzorgsche mat-
len worden uil eene ro/ansoorl vervaardigd : waarschijnlijk is
daarvoor eene Galamus-soort in gebruik, die hoek walat heet:
ook die matten krijgen dikwijls scherpe, uitstekende stukken.
Hel geheele bekleeden van den vloer met lapijtwerk, dat
in den laats ten lijd hier en daar in de mode is gekomen,
verdient onvoorwaardelijk afkeuring, omdat zich daaronder
Ie veel stof verzamelt: daarom mogende matten ook niet vast
gespijkerd worden.
In het algemeen zijn de meubelen op verkoopingen (vendutie�n)
aangekocht en doel hel vermengen van allerhande soorten
van meubelen den goeden smaak geen eer aan. Bij uitzondering
bestaat er eenheid in hel ameublement, die alleen hij de rijk-
en wordt aangetroffen.
In de huizen vindt men geene muurkaslen. In die leemte
moet dus worden voorzien door houten kasten Ie plaatsen.
-ocr page 67-
49
Deze nemen altijd oen zeer groote plaats in en beletten dus
de vrije circulatie der lucht. Daarom is het aan te bevelen,
die kasten, zooveel mogelijk. in de galerijen te zetten ten
einde den kamerinhoud uiel Ie verkleinen. De grootte dei-
kamers is toch meestal, zooals gezegd werd, voor een grool
gedeelte opgeolferd aan de meerdere ruimte der galerijen.
Zeer groote, ijzeren ledikanten zijn de beste; zij zijn voor-
zien van meestal zeer harde, met kapok gevulde hullzakken,
kussens en rolkussens. \'I Is een voordeel te achten in groote
liedden, voor twee personen, twee aan elkaar sluitende buit-
zakken te plaatsen, wat vooral voor een gemakkelijker he-
handeling van zieken aanbevelenswaardig is.
De ledikanten worden omgeven met zeer doorzichtige gor-
dijnen (klamboe), die meestal geopend blijven en door zooge-
naamde enilirassen worden opgehouden; onder die gordijnen
hevindt zich een tweede stel van tule of eene andere zeer
dunne stol\', dnl door luiken kan worden opgenomen en hij hel
naar lied gaan gesloten wordt, nadal hel lied niet een soort
van hezempje (sapoe lidi) is gereinigd van muskieten (njamoek).
Dal wegjagen van muskieten noemt men kipas, eigenlijk waaien,
ook wel h�boel.
Ook voor kinderen worden Holst ruime, ijzeren ledikanten
genomen, waarvan de omwandingen met dunne kussens worden
hek leed, ten einde kneuzingen hij hel omwentelen Ie voorko-
inen. Men voorziet kinderbedden meestal van een stuk zeildoek
of van een fijne mat. Die. fijne matten, onder hel gewone
laken. worden door Europeanen gaarne gebruikt omdat zij
een. aangename koelte aan hel bed geven. De bultzakkcn
moeten zoo dikwijls mogelijk naar huilen worden gebracht om
Ie luchten, en ook dikwijls van nieuwe kapok (van Gossypium
indicum en (i. aiiiorcum worden voorzien. Rolkussens (banlal
Uoeling.
zijn zeer aangenaam . daar zij de koelte vermeerderen,
omdat de lichaamsdeelen hij hel gebruik ervan elkaar niet
raken. Voor kinderen moeien zij worden afgeraden, omdal
zij wrijving der genitali�n, met de gevolgen daarvan, kunnen
-ocr page 68-
*~
50
veroorzaken. Rolkussens zijn gemakkelijk bij verbanden voor
beenbreuken, o. a. bij ribbenbreuk, omdat zij veel tot hel
onbeweeglijk houden van den lijder kunnen bijdragen.
Hel meest algemeene verlichtingsmiddel, buiten Batavia, is
petroleum en voor nachtlichten klapperolie, soms kaljang-oWe.
De petroleum wordl dikwijls gebruikt in lampjes, uit me-
dicijnfleschjes vervaardigd, mei een blikken pijpje er in,
waarbij een streng katoen lot pil dient. Die lampjes walmen
buitengewoon sterk.
Te Batavia wordl algemeen gasverlicliling gebezigd. Het is
af te raden \'s nachts het gaslicht, tot een klein vlammetje
ne�rgedraaid , Ie laten branden, omdat dikwijls groote kapellen
en motten binnenvliegen, die zulk eene kleine vlam uitdooven,
waarna hel lichtgas zich in de kamer verspreiden kan.
De bijgebouwen, stalling, keuken, bediendenkamers, badka-
mer, privaat, enz., belmoren langs opene, maar overdekte
galerijen bereikbaar te zijn.
Onder de bijgebouwen komen in de eerste plaats in aan-
merking de zoogenaamde paviljoenen, alleen staande, kleine
gebouwen, die meestal Ie laag gelegen en daardoor zeer voch-
tig zijn.
De stal vereischt bijzondere oplettendheid ten opzichte van
behoorlijke afwatering; deze moet bij voorkeur geschieden langs
goten met portland-cement vervaardigd. Zoo mogelijk moeten
die goten in een stroomend water uitloopen.
De keukens hebben zeer dikwijls geen schoorsteenen, maar
een verdeeld dak, waarvan de bovenste helft iets over de on-
dersle heensteekt. Een lange, steenen bank met eenige van
voren opene, vierkante gaten, vormt de slookplaals. Als
slookmateriaal wordt hout,dikwijls niet geheel droog, gebruikt.
De rook moet een uilweg vinden door de opening in het dak.
Voor een Hollandsche huismoeder ziet zulk een Indische keuken
er afschrikwekkend uit. Alles is met roet en bruin stof bedekt.
-ocr page 69-
BI
Dat het keukenpersoncel dikwijls aan oogontstekingen, vooral con~
junctivitis, en aan lichte laryngitis lijdt, is dus niet te verwonderen.
Badkamers en privaten vertoonen gewoonlijk al zeer weinig
luxe, wat voor de eerste vreemd kan genoemd worden in een
land, waar dagelijksche baden gewoonte en vereischte zijn.
Het spreekt van zelf, dal behoorlijke afwatering een hoofdzaak
is, terwijl het aanbeveling verdient een gedeelte van den vloer
hooger te maken, zoodat het droog kan blijven. De voortdurende
vochtigheid van den vloer en van de muren der badkamer is de
natuurlijke aanleiding tot snelle vorming van schimmels en la-
gere soorten van wieren. Het schoonhouden der vloeren vor-
dert bijzondere zorg, omdat de licht groene aanslag, door die
planten, de vloeren bijzonder glad maakt en dus het gevaar
voor vallen, met de gevolgen daarvan als: beenbreuken, ont-
wrichtingen, enz., groot maakt. Toch zijn de vloeren ge-
woonlijk zoo glad, dat het nuttig is in elke badkamer een
vloer van houten raslerwerk te hebben; als er zwangere vrou-
wen zijn, die gebruik moeten maken van de badkamers, is
zulk een houten vloer dringend noodig.
De privaten zijn gewoonlijk boven eenvoudige, gemetselde
of gegraven putten geplaatst, waarinde faecaalmassa\'s met den
stand van het grondwater rijzen en dalen. Die hoven stroo-
mend water verdienen verreweg de voorkeur. De privaten
zijn een geliefkoosde verblijfplaats van kakkerlakken, waarte-
gen eene oplossing van borax in gom een uitstekend vergif
is. Die oplossing wordt, in kleine potjes hier en daar neergezet.
De inrichting der privaten verschilt niet van die in Europa:
men zal de bijzondere regelen voor den houw daarvan, naar
de omstandigheden gewijzigd, moeten loepassen. Een alge-
meen voorschrift is niet te geven, zooals mij, bij de bespre*
king daarover ten behoeve van Batavia, is gebleken, toen dit
onderwerp in den geneeskundigen raad werd behandeld.
Bij elk huis behoort minstens eene put, die, al is het wa-
ter ongeschikt tot drank, toch in het noodigc wasch-
-ocr page 70-
52
en badwater kan voorzien. Over hel water Ie Batavia gal\'
de Hoer J. C. Bernelot Mokns in Deel XV, en over dat te
Tjildlja/i de Heer .1. 11. Nagelvoort iu Deel XVI van het Ge-
neeskundige Tijdschrift voor V. /. zeer belangrijke mededee-
lingen. Thans voorzien de Artesische pullen op vele plaal-
sen in Indi� de bevolking van eene voldoende hoeveelheid, uil-
slekend drinkwater.
De gewone pullen worden iu kleinere woningen, o. a. in
bel militaire kampement Ie Weltevreden, wel eens voor twee
of vier woningen hestemd, wal ook op andere plaatsen hel
geval is.
Hoe ruimer de omgeving van een huis is, des Ie beter. Als
regel moeien de huizen dus zoo ver mogelijk uit elkaar slaan.
De oudere, naar Europeescheu Iranl gebouwde sleden, zooals
de slad Batavia, Sam\'araug, Socrahaia, zijn daardoor ongezon-
der. omdat de noodige luclitververscbing ontbreekt. Dikwijls
kan men nog waarnemen , hoe in die opeen gehoopte huizen
een onaangename, drukkende warmte heersebt. De erven om
de huizen kunnen vooral aan de noord- en zuidzijde van
hoornen worden voorzien. Aan den oost- en westkant mogen
de hoornen niet zoo dicht hij de huizen slaan, dal zij de in-
werking der zonnestralen verhinderen. Waringin-])oo�aea mogen
niel dicht hij de huizen slaan, omdal bunne zeer uitgebreide wortels
de fundamenten ondermijnen en de massa\'s afvallende vruchten
daken en goten verontreinigen. Klapperboomen zijn in tuinen
af Ie raden, vooral zoo er kinderen iu huis zijn, wegens bel
gevaar der verwonding of dooding door afvallende vruchtenen
bladeren. Over vergiftige planten, die in de tuinen en de
kampong\'s voorkomen, wordt in hel tweede deel gesproken.
Hel rein houden der erven en van de sloolen (slokkari) daar-
ombeen zou, in het algemeen belang, meer politioneel toezicht
vereischen dan thans wel bel geval is. Gelukkig staan de hui-
zen gewoonlijk nog al ver uil elkaar en kan de wind er lus-
schen door spelen, want de wijze waarop de erven gereinigd
-ocr page 71-
53
worden, kan niet. anders dan zeer nadeelig voor de gezondheid
zijn. Er wordt namelijk niet geharkt, maar de afgevallen
bladeren, enz. worden niet een bijzondere soort van stijve be-
zerns (mpoe lidi) bij elkaar geveegd, waarbij zeer veel stol\'
wordt ontwikkeld, al tracht men dat opstuiven door water-
besprenkeling zooveel mogelijk Ie voorkomen. Ieder, die de
studi�n van Pasteur, Tynoall eu zoovele anderen, over de
stofdeeltjes in de lucht en hun invloed op de verspreiding van
kiemen, bestudeerd heeft, zal begrijpen hoe slecht een derge-
lijke reinigings-methode is. Minder nadeel bestaat bij hel ver-
branden van den afval der erven na het vegen, dat ook dik-
wijls geschiedt. Indien de steeds toenemende bebouwing met
kleinere huizen (groole worden in de laatste "2l> jaren niet ge-
maakt) doorgaat, zal het nuttig zijn een dergelijk aanvegen
der erven, in het belang der volksgezondheid, Ie verbieden.
Het verdient aanbeveling, op groole erven, vooral als er
veel struikgewas is, ganzen te houden. Zij verdrijven de slau-
gen, waarschijnlijk door hun geschreeuw, en maken dus het
verblijf veiliger. Sommigen beweren, dat de ganzen slangen-
eieren eten en dus de productie voorkomen en anderen, dat
de faeces der ganzen door de slangen worden verafschuwd.
Ter verkoeling zijn soms boven de etenstafels groole beweeg1
lijke schermen (pongfca) opgehangen, die door een louw heen
en weder worden gelrokken; vooral de Engelsehen houden
veel van die, uit Britsch-Indi� overgebrachte, gewoonte. Per-
sonen, die er niet aan gewoon zijn, krijgen daardoor licht
rheuinalische aandoeningen.
De woningen der Chineezen, op de hoofdplaatsen, zijn gc-
woonlijk van steen en slaan zeer dicht op elkander, waarbij
aan elkaar grenzende huizen altijd veel verschil in grootte
of in plaatsing verloonen; daardoor ziet een Chineesche wijk
er erg onregelmatig uit. Dat verschil in vorm is met opzet
aangebracht, om de goede geesten de herkenning gemakkelijk
-ocr page 72-
54
Ie maken. Hel algeineene type is een ruime vestibule, die in
<le grootere huizen door eene voormuur mei eene houten,
verlakte deur en Iwee vensters is afgesloten; die vensters
gaan nooit of hoogst zeiden open. In kleinere huizen, vooral
zoo zij winkels zijn, is de voorwand overdag geheel open en
wordl \'s avonds en \'s nachts door perpendiculair naast elkaar
geplaatste, losse planken afgesloten. Aan deuren en vensters
zijn rood of geel gekleurde papiertjes mei spreuken er op
bevestigd. In de vestibule staal altijd tegenover de deur de
offertafel, mei een paar slinkende vetkaarseu of gloeiende
offerhouljes en daarboven hangt de afbeelding van een afgod.
Een smalle deur naast die lafel voert in een klein gangetje.
Die deur is bovendien voorzien van een of twee katoenen gor-
dijnen. die niel zelden in hel midden door een grooten, in
dat gordijn zelf gelegden knoop van elkaar worden verwijderd.
Het gangetje koinl uil op eene, in hel midden opene, plaats,
waaromheen een overdekte galerij. Naast hel gangetje vindt
men een slaapkamer met eene deur in den gang en een altijd
gesloten glazen venster, dat in de galerij uitkomt. Tot andere
kamers krijgl men toegang door de galerij, of zij zijn er boven
geplaatst.
Zulk een Chineesche slaapkamer wordl voor driekwart inge-
iiomen door een houten ledikant, dat van voren nog is afgesloten
door zijden, met goud geborduurde gordijnen, en dal niet te
bereiken is, dan over een zeer breede en groole bank, op lage
pooten, voor dal bed geplaatst. Buitengewoon vuile gordijnen
van neteldoek sluiten het weinigje licht, dat door hel venster
zou komen af, terwijl de deur, dikwijls gesloten, nog wordl
voorzien van een sitsen of zijden gordijn, waaroverheen een
zoogenaamde kree,zijnde een gordijn van dunne bambuc-lMen ver-
vaardigd, door de gespleten �amfcoe-stokjes op zeer korten af-
stand van elkaar door louw Ie verbinden. Die krees worden
ook somtijds in Europeesche huizen gebezigd tol afsluiting
der galerijen; zij zijn luchtig, maar moeten worden opgehaald,
ais men naar builen wil zien. omdat de evenwijdig loopende
-ocr page 73-
55
strepen, waar men door heen zien kan, vermoeiend op
het netvlies werken, waarschijnlijk door de vorming van na-
beelden. Die heide gordijnen nu worden nimmer opgehaald en men
moet er onder door kruipen om in de kamer te komen. Bijna
altijd brandt in de kamer, dag en nacht, een roodgeverwde
vetkaars of een klein petroleumlampje. Als men nu nog weet,
dat de bultzak in het bed bijna nooit wordt verwisseld en
nimmer naar builen gebracht; dat verlossingen, ziekte en ster-
ven daarop hebben plaats gehad; dal hel bed zelf en de bank
daarvoor jaren achtereen dienen tot slaapplaats van vader,
moeder, kinderen en hunne verzorgsters, dan laat het zich
begrijpen, dat er van frischheid in zulk eene kamer zelfs geen
sprake zijn kan. De bank voor het bed, dikwijls een bal�-bat�
van bamboe, maakt hulp bij kunstmatige verlossingen bijzonder
lastig. Men moet dan op die bank en soms wel in het bed
geknield liggen. Zelfs het gewone ziekenonderzoek wordt daar-
door beinoeielijkt, maar dat duurt gelukkig niet zoolang als
kunsthulp bij eene bevalling. De bank verwijderen gaat niet,
omdat zij daartoe te groot is: hoewel de vrouwen daartegen
veel bezwaren hebben, is hel nog het best haar op die bank
te doen plaats neinen, en dan heeft men weer den last, dat
zij veel te laag liggen.
De grootere woningen bezitten dikwijls ruime galerijen, maar
de slaapkamers, al zijn zij wat grooler, zijn altijd benauwd
en hebben te weinig lucht. Uit een hygi�nisch oogpunt is
het zeer wonderlijk waar te nemen, dat de Chineezen,
over het algemeen, zoo gezond blijven in die huizen en bij
hunne wijze van leven; een onderwerp, waarover nog nader
zal worden gesproken.
De Chineesche woningen zijn gewoonlijk zeer vol met meubelen
van verschillende soort; bij rijken vindt men Europeesche en
Chineesche; bij armen enkel Chineesche meubelen en verder
huisraad van bamboe. Vele bedrijven worden in de woonhuizen
zelve uitgeoefend en er schiet voor bewoning niet veel meer,
dan de reeds besproken slaapkamer, over. Dat er onder die be-
-ocr page 74-
S6
drijven zijn, welke nadeelig op do gezondheid moeien inwer-
ken, is duidelijk. Men moet zelf hebben onder vonden welke be-
nauwende geuren er heersenen in de woningen van een blauw-
verwer of van een loekang batik of toekang ifel�p (verwer van
sarong"$, hoofddoeken, enz.) om er zich een denkbeeld van (e kunnen
vormen.
De vensiers zijn mei blinden gesloten, die in horizontale
richting in het midden opengaan. l)e onderste helft wordt
soms door een paar stukken hout. of bamboe gesteund en doel
dan als tafel dienst. De bovenhelft wordt met een touw aan
den muur bevestigd.
De woningen worden op nieuwjaar goed gereinigd en daar-
bij wordt zeer veel water verbruikt , dat evenwel niet wordt
weggenomen, waardoor de huizen bijzonder vocbig blijven. Op
andere lijden van hel jaar wordt geen schoonmaak noodig geacht
maar hoogstens nu en dan eens geveegd.
Reeds is gezegd, dat die woningen zeer dicht op elkaar slaan,
meestal zelfs legen elkaar aan. De straten zijn bovendien smal,
dienen niet. zelden lol hel houden van pasar (markt) en zin-
delijkheid is daarbij een ongekende zaak.
Stalling voor paarden wordt, in de meeste gevallen, builen
de woningen gezocht. Indien Chiricezeu in meer alleen staande.
huizen wonen, houden zij gaarne varkeus, aan wier verblijf
niet de minst»; zorg wordt besteed.
Als men een Chinees in behandeling heelt en voor hel huis
een vuurtje ziet branden, is de behandeling afgeloopeu,omdat
de pati�nt dood is. Kr worden dan ook dadelijk wille gordijnen
voor de deur gehangen en een paar groole, witte, papieren
lanlaarnen met groene letters voor den ingang geplaatst, Ier-
wijl die lanlaarnen anders, dikwijls van geel papier gemaakt,
met rood e en zwarte lel leis prijken.
De woningen der inlanders zijn van bamboe vervaardigd . soms
niet houten stijlen als geraamte.
-ocr page 75-
57
Het dak is gevormd door gekruiste bamboeAMm, die niet,
nlap gedekt zijn. Onder alap verstaat men de aan elkaar be-
vestigde bladeren van verschillende palni-, bamboe- en gr�ote
grassoorten; Hasskarl noemt negentien planten, wier bladeren
tot alap gebezigd worden. De uitgeloogde en gedroogde bla-
deren worden daartoe in een dwarsche richting om een lat
of een platgeslagen stuk bamboe gebogen, zoodat elk\' blad een derde
van het naast liggende bedekt, en dan met een gespleten stuk
rotan bevestigd.
Er is over den bouw en de inrichting, evenzeer als over de
soorten der inlandsche huizen heel wat te zeggen. Het uilge-
breidsle en beste, wat ik daarover ken, is wat Java betreft be-
schreven in Veth\'s Java. Wie zich, bij aankomst in Indi�,
een goed denkbeeld wenschl Ie vormen van de verschillende
vormen der inlandsche huizen, heelt de gelegenheid modellen
daarvan te zien in het museum van het Bat&viaasch genooi-
schap voor kunsten en wetenschappen Ie Batavia. Voor
mijn doel is die d�tailteekening niet noodig. Voldoende is
bet te welen, dat de meeste huizen, in Wesl-Java, op den
vlakken grond gebouwd zijn, die daartoe soms eenigszins is
opgehoogd en aangestampt. De woning zelve beslaat uit een
voorgalerij, door een eenvoudig afdak van alap gevormd, mees-
lal met een hekwerk van bamboe omgeven, of aan de zijwan-
den afgesloten door een pagar (\'omheining) van gespleten en
tamelijk ruw gevlochten bamboe. Deze pagar\'s kunnen aanlei-
ding zijn, dat, bij inbraak, als de delinquent zich door eene
daarin gemaakte opening heen werkt, zich op zijn rug of zijn
borst dergelijke evenwijdige afschavingen dei\' huid vormen, als
op pag. 47 voor de rotan-matten beschreven zijn; Dr. Fr.
Schaeidkr noemt die excoratie�n zeer juist nolenbalk-vormig.
In de galerij staat, een bal�-bal�, dat is een bank van bamboe
vervaardigd. Vele werkzaamheden, bijv. weven, spinnen en
dergelijkcn worden in die galerij uitgeoefend. Binnenshuis
vindt men twee kamers, die lot slaapvertrekken dienen, en
daar achter nog een kleine, overdekte plaats tot keuken inge-
-ocr page 76-
58
richt. Paarden worden meestal gestald in een zoogenaamde
gadogan, een groote, houten kooi, met atap gedekt. Kippen,
katten (met een zeer korten, haakvormigen staart) en een
leelijke soort van, op jakhalzen gelijkende, honden loopen vrij
rond. De laalsten eten allen mogelijker) afval en uitwerpselen
en hebben daardoor hel nul, iets tol de zindelijkheid hij te
dragen.
In de voorgalerij vindt men gewoonlijk een paar kleine, ronde
kooien van mandwerk met de veel geliefde, grijze of witte
tortelduiven. De omwanding der huizen hestaat uil. gevlochten
bamboe, niet zelden mei bufl\'elmest en zand opgevuld, somtijds
met kalk gewil: hij de rijkeren ook wel uit planken. Zulke
huizen laten door verschillende openingen lucht genoeg toe.
Deuren en vensters, welke laatste ook eenvoudig openingen
in de omwandingen zijn, kunnen met bamboezen luiken worden
gesloten. Ook de sluiting geschiedt, in den regel, door ham-
hoezen schuiven.
Zulke inlandsche woningen worden dikwijls door min gegoede
Europeanen bewoond en schijnen geen nadeeligen invloed op de
gezondheid uitteoefenen. Alleen moei men er aan deuken, dat
bij koortsen met huiduitslag, vooral hij mazelen , de verpleging in
die huizen een bijzondere aandacht vordert ten opzichte van tocht.
Omtrent den invloed, dien de woningen der inlandsche vor-
sten op Java, de steenen, ommuurde kraton\'s, op de gezond-
heid uitoefenen, heb ik geen ondervinding opgedaan en onthoud
mij dus van het uilen eener meening, evenzeer als omtrent
dien van de woningen op de overige eilanden.
Zooals men weel zijn de inlandsche huizen gewoonlijk tot
kampowfs vereenigd. Voor Icampong het woord ><dorp" te be-
zigen kan alleen er toe strekken een verkeerd begrip er van
te geven De kampong\'s worden gewoonlijk door een enkelen
rijweg en verder door smalle, in alle richtingen kronkelende
voetpaden doorsneden. De voetpaden zijn zoo smal, dat hulp
door brandspuiten bij brand dikwijls onmogelijk wordt. Al
-ocr page 77-
*9
die wegen zijn slecht, \'t Zijn kleiwegen, die door \'t loopen
meestal in het midden iets hooger worden, en in den west-
of natten moesson in modder worden herschapen , zoo glad.
dat het loopen er op door schoenen dragende Europeanen hijna
onmogelijk wordt, al vindt men wel eens een enkele uitzondering.
Reinheid hehoort tol de in de kampong\'s onbekende zaken.
De putten zijn gewoonlijk eenvoudige gaten in den grond; enkele
malen met een bamboe-pagar omgeven. Vele van die pulten
zijn schijnbaar gedempt door er een paar boomstammen of een
stuk gevlochten bamboe overheen te leggen, en er dan aarde
op te werpen. Later verrot dal hout of die bamboe en wie
hel ongeluk heeft er overheen te loopen, tuimelt naar beneden.
Gewoonlijk hebben die putten een zeer kleine iniddellijn en
blijft de vallende er in hangen, geklemd tusschen de wanden.
Mij zijn vele gevallen van kneuzing, verwonding, beenbreuken
en dood door zulk eenval bekend. Het is mij eenmaal gebeurd,
op een erf, aan een Europeaan toebehoorende en door hem
bebouwd, waar de groote rijweg naar het huis over zulk een
niet bekenden, slecht gedempten put heen liep, dat een der paar-
den, voor den wagen, gedeeltelijk in dien pul verdween.
AANHANGSEL
De verschillende begraafplaatsen laten, zoowel wat ligging,
als wat inrichting betreft, veel te wenschen over. De inland-
sche kerkhoven zijn overal verspreid en de bedekking der lijken
met aarde is in den regel onvoldoende. Er bestaan bepalingen
genoeg op het begraven van lijken der inlanders, maar daar-
aan wordt, meer bepaald bij hel heerschen van epidemie�n.
dus als dal juist het meest noodig is, weinig de hand gehouden. De
Chineesche, begraafplaatsen, vooral die van rijke Chineezen,
zijn veel beier en de groote, uit vier zware balken van zeer
hard hout, vervaardigde kisten worden in gemetselde kelders
-ocr page 78-
60
geplaatst. De kerkhoven der Europeanen staan onder goed
toezicht van plaatselijke commissi�n en gewoonlijk onder helieer
van een Europeeschen beambte. Zij munten somtijds, bijv. te
Batavia, uil door fraaien aanleg en nel onderhoud, zoowel als
door een menigte monumenten, die evenwel dikwijls denzelf-
den vorm verloonen. Er zijn vele gemetselde grafkelders in
persoonlijk eigendom: de gewone graven worden om de tien
a twaalf jaren geledigd. De vochtigheid van den bodem en de
hooge warmtegraad dragen veel hij lot uiterst spoedige omzet-
ling van lijken.
Dierenlijken , vooral die van paarden . worden op grootere plaal-
sen op afzonderlijk daarvoor bestemde plaatsen hegraven. Die
begraafplaatsen staan onder toezicht der politie, wat evenwel
veel te vvenschen over laat. Iti de binnenlanden is dal weg-
ruimen van dierenlijken dikwijls geheel onvoldoende, zooals de
ondervinding leerde in de epizo�lie, die in 1878 begon en in
1882 nog aanhield. Er waren bepalingen in overvloed op hel
verbranden en begraven der groote hoeveelheden gestorven
dieren, maar de toepassing daarvan was hoogst gebrekkig.
Zelfs gebeurde het, dat de slecht bedekte kuilen, die tot be-
graven gediend hadden, openberstlen door de uilzetting der
daarin besloten lichamen, en de gasvormige producten der onl-
binding door die openingen ontsnapten. Aan de weinige zorg
bij hel begraven van karbouwenlijken werd door sommigen
hel ontslaan en voortduren eener koorts-epidemie in West-Java
toegeschreven.
i
-ocr page 79-
BEWONERS.
Zonder een nauwkeurig»!, anthropologische studie Ie willen
maken van de bewoners der Nederlandsch-Indische eilanden,
zullen wij een Mik werpen op de bevolking en wel voor-
namelijk uil hel oogpunl der geneeskundige praktijk.
De geneesheer in Tndi� heeft Ie doen mei de meesl ver-
schillende menschenrassen, die zoowel zuiver, als op alle
mogelijke wijzen gekruist, dal land bewonen.
De hoofdfactor is natuurlijk de inlandsche bevolking, dal
wil zeggen de twee vroeger genoemde hoofdgroepen , de Maleijers
en de Papoea\'s Die beide groepen ((invallen nog verschillende
soorten, waavan bel hoofdtype hetzelfde blijft, maar die in
bijzonderheden, zoowel van lichaamsbouw als van kleeding,
onderling verschillen. Op bel eiland Java vindl men bijv.
Soendaneezen en Javanen, als voornaamste bewoners, ofschoon
bijna alle andere volkeren vertegenwoordigd zijn; op Madura,
Madureezen; op Sumalra, Maleijers, Halaks, Atjineezen: op
Borneo, Dajaks, en zoo voorts; in de Moluklcen, vooral men-
schen, die lol de tweede hoofdgroep bebooreu of er toe naderen,
dus Papoea\'s, Alfoeren, Boegineezen, enz.
Daarop volgen in getalsterkte de Chineezen en hunne al\'-
slammeliiigen: daarna Europeanen en mei beu bij de wet
gelijkgcslelden; vervolgens Arabieren, nog eenige andere
vreemde oosterlingen en eindelijk Negers. Er is geen grool
voorstellingsvermogen loe noodig om Ie begrijpen, welk een
eigenaardige afwisseling, vooral onder de bevolking der hoofd-
plaatsen, beslaat, waar al die soorten van menschen met al
hunne kruisingen voorkomen. De medicus zal, bij de uiloefening
van zijn ambt, rekening Ie houden hebben met de de nationaliteit
-ocr page 80-
62
zijner pati�nten en de eigenaardige gewoonten en hebbelijkheden,
die elk volk aanbiedt. Daarom bespreek ik vooral zulke bij-
zonderheden, welke, in een of ander opzicht voor de behan-
deling van zieken, of meer uit een ph\\siologisch standpunt,
belangrijk kunnen worden geacht.
Ik zie mij genoodzaakt in een werk, op persoonlijke onder-
vinding gegrondvest, Ie zwijgen van wat ik niet zelf weet
en gezien heb, met uitzondering van een enkele opmerking
hier en daar, die, in verband met de strekking van het boek,
niet mocht achterwege blijven. Dan is evenwel de schrijver,
bij wien i\'< te rade ging, telkens genoemd.
Wie met Dajaks te doen heeft zal Pf.relaer\'s boek over dat
volk; wie naar de Molukken gaat Van Ho�vell\'s werk; wie de
Minahassa wenscht te bewonen Graafland\'s geschrift kunnen
raadplegen en zoo vele andere. Evenwel gelden de volgende
opmerkingen voor het grootste gedeelte der bevolking van
Indi�.
Wij beginnen met de inlanders.
In de gewone, particuliere praktijk beperkt zich de behan-
deling van inlanders meestal tot die der bedienden van Euro-
peanen; veel zeldzamer wordt hulp ingeroepen door hen, die
op zich zelf in de kamponcj\'s wonen. Officieren van gezond-
heid en stadsgeneesheeren hebben in de hospitalen steeds een
zeer groot aantal inlanders in behandeling, maar de gang van
zaken daar verschilt hemelsbreed met die in de buitenpraktijk.
In die gestichten immers is ligging en voeding bij de wel
geregeld en daarbij is rekening gehouden met de gewoonten
der verpleegden, voor zooverre dal; mogelijk is. Hun worden
ligmatjes en katoenen of lederen hoofdkussens, met kapok gevuld,
verstrekt, somtijds ook een enkele deken en aan zware zieken
een bultzak; terwijl de voeding bestaat, uit rijst met eenige
bijspijzen, eieren, vleeseh, geroosterde kip en dergelijke.
Daarmede eindigt de invloed, dien de nationaliteit op de
-ocr page 81-
63
Verpleging heeft, en de geneesheer hehoeft, bij de behan-
deling, verder niet op allerlei vooroordeelen te letten, maar
kan rustig zijn gang gaan. Dikwijls is het, vooral bij een
groot aantal zieken, met het oog op de onvoldoende vertrouw-
baarheid van het bediendenpersoneel der ziekengeslichten, nut-
tig de behandeling zoo te regelen, dat men zeil\' van het inne-
men der geneesmiddelen getuige zijn kan. Daartoe laat men
eenigen voorraad Iegelijk bereiden van de meest gebruikelijke
medicijnen, liefst in vloeibaren vorm, omdat men zich dan
beter kan overtuigen, dat die zijn doorgeslikt; men laat den
pati�nt eenvoudig �trima kassie" (ik dank u) zeggen, wat hij
natuurlijk met een mondvol vloeistof niet doen kan. Die maat-
regel is niet overbodig, omdat anders vele der voorgeschreven
geneesmiddelen niet worden gebruikt.
De behandeling van de meeste koortsen, van syphilis en
dergelijke ziekten kan gemakkelijk op die wijze worden ingesteld.
De voeding, die van liet hoogste belang moet worden geacht,
vereischt streng toezicht op het administratieve en bedienende
personeel. Omruilen en verkoopen van spijzen zijn geen zeld-
zaamheden en het is moeielijk, die geheel te voorkomen.
Bij de behandeling der bedienden van particulieren heb ik
mij als regel gesteld, den pati�nten altijd eerst de vraag te
doen, of zij Europeeschc geneesmiddelen willen hebben of
niet. Zeer dikwijls is het antwoord ontkennend en men voor-
komt dan onnoodige uitgaven van den kant der meesters. Als
het zich laat aanzien, dat eene ongesteldheid niet bijzonder
snel verbeteren of herstellen zal, is de beste raad zulk een
bediende naar zijn kampong te laten vertrekken want een in-
lander (en ook Chineezcn en andere oosterlingen) neemt het
niet kwalijk als een pati�nt sterft, maar wel als hij. nie�e-
genstaande de ingestelde behandeling, lang ziek blijft. Na een
dag of drie, vier verzoeken zij gewoonlijk om het eerst eens
aan te zien of inlandschc obal (geneesmiddelen) te mogen bezi-
gen. Wat het terugzenden naar de kampong\'a betreft, moet
-ocr page 82-
64
men zich daartegen verzetten bij besmettelijke ziekten. die anders
nieuwe foei ter verspreiding krijgen.
De kamers, die in de bijgebouwen aan bedienden ter bewo-
ning worden gegeven , zijn gewoonlijk zeer slechte woonkamers
en nog slechtere verblijven voor zieken. Vier muren, waarvan
de voorste een deur en een open venster mei een houten luik
bevat en een dak, zonder zoldering, vormen dal verblijf. De
deur en bel luik worden zorgvuldig gesloten: de zieke ligt op
een Imle-baU, waarvoor een gordijn van sits hangt. De zinde-
Iijkheid laat alles Ie wenschen over. Eenc palita eene lamp.
vervaardigd uil een hakje van een kokosschil mei olie gevuld,
waarin een opgerold stukje kaloen als pil dient s\' avonds lol
verlichting. Is de ziekle van eenigszins ernsligen aard, dan
wordl de kamer zoo henauwd mogelijk gemaakl , door de vul-
ling mei hel geheele personeel van familie of bekenden, terwijl
een hak mei smeulend vuur hel uoodige kooloxyde aanbrengt,
vermengd mei den rook van op dat vuur gebrande doepa (myr-
rhe ol\' oen mengsel van geraspl. droog suikerriet, kaneel, klap-
perolic en menjan of menjan (benzo� alleen, slanggie (zie onder),
f/�lah ka�iari (Canarium commune o� sairoe manila (\'Sapola achrasi.
Die berookingen geschieden, uil bijgeloof, hel liefsl op Don-
derdagavond d. i. aan den vooravond van den gowijden dag,
Vrijdag.
De slanggie is een compositum van verschillende, plantaardige
en dierlijke, welriekende slotren. Die van Makassar wordl voor
de hesle gehouden. Mij werden als heslauddeelen genoemd:
Ras� (civel van Viverra Zibetha);
Timpaocs (de hallen, lesles. van Viverra Indica f?));
Kiong (een schelpdier!:
Kajoe garop (hel bout van Firus procera):
Menjan mirra (roode benzo� :
Kajoe tjindana (Sandalum album);
Kajoe poeljoc (verschillende Myrlaceae);
Rasamala (Liquidambar Altingiana):
Suiker miei de hesle soorten;.
-ocr page 83-
68
Te Batavia wordt in plaats van suiker ook gedroogd suiker-
riet gebruikt, in de Preanycr mengt men er wel lakka (Myris-
tica iners en akar tjampakka de wortel van Dianella montana)
onder. Er zijn ook andere samenstellingen, die in kleinigheden
van de genoemde afwijken.
De genoemde omgeving vindt men ook bij inlanders, inden
kampong wonende in bamboe-huizen, terwijl zij niet zelden
ook bij Chineezen en bij de zoogenaamde inlandsche kinderen
wordt aangetroffen.
Ren groot verschil in subjectieve opvatting door den lijder
leveren de uit- en inwendige aandoeningen. Terwijl de pijn
van wonden, beenbreuken, verzweringen en dergelijken licht
wordt geteld, is er gewoonlijk een groote overdrijving in
de uitingen, als er pijn iu den buik of in hel hoofd
bestaat. Vooral vrouwen hebben er slag van dan een ijselijk
misbaar Ie maken, of volkomen tegengesteld, neer te liggen
zonder te willen spreken, met gesloten oogen, schijnbaar
den mond niet kunnende openen en dikwijls met verschijnselen
die aan hysterie doen denken. In den beginne, als men daar-
aan niet gewoon is, staat men aan grove vergissingen ten
opzichte der prognose bloot en wel het meest door die voor
verschillende aandoeningen Ie ongunstig te stellen, hetzij,
dat men geen rekening houdt met hel meestal zeer gunstige
verloop van verwondingen, hetzij dat de klachten, door de
lijders over inwendige aandoeningen geuit, Ie zeer voor vol-
komen juist worden gehouden. Toen ik pas korten tijd in fndi� w»s,
werd mij eene inlandsche vrouw gebracht mei eene doordrin-
gende, gesneden wond door hel kniegewricht, waarover ik
een visum repertum opmaakte mei ongunstige prognose voor
het verloop. Mijn chef aan bet hospitaal maakte mij oplel-
lend op het gewoonlijk gunstige verloop van dergelijke ver-
wondingen bij inlanders en achtte de voorzegging te ernstig
gesteld: werkelijk genas die zieke in eenige dagen, zonder
eenig nablijvend slecht gevolg.
5
-ocr page 84-
6ti
Bijzonder hoog belang steil de inlander altijd in den eetlusl
en hel »tra soeka makan nasi" (hij heelt geen Irek in rijst) is
een criterium voor hem van ernstige ziekte.
Bij de opsomming der verschijnselen of bij het beantwoorden
van gestelde vragen, is hel dikwijls moeielijk van den lijder
zelf behoorlijke antwoorden te ontvangen. Hij is ziek en
laat dat praten aan de omgeving over, waarvan er een,
twee, drie of meer te gelijk hel antwoord geven. Weten
die niet dadelijk Ie antwoorden, dan herhalen zij de vraag
aan den lijder en dienen zoo als tusschenpersonen. Zoo
mogelijk, is dus hel begin van bet onderzoek het verwij-
deren van die ongewenschte tolken. Dal de geneesheer.
tol behoorlijk handelen, minstens het gewone, algemeen ge-
sproken Maleisen moei kennen, is duidelijk. Hij lette dan vooral
op de intonatie van hel antwoord, die zeer veel afdoet tot
de waarde van het gezegde. Indien er bijv. gezegd wordt van
een zieke: «dia balok satijn", zonder een bepaalden klemtoon,
dan beteekenl dat, dat er wal hoest bestaat, maar van weinig
beteekenis; hoort men evenwel denzelfden zin, maar met den
klemtoon op, of beter een iets langer aanhouden van den let-
tergreep ba, dan vvordl bedoeld, dal de hoest erg is en wel
des te erger naarmate die lettergreep langer vvordl aange-
houden. In hel eerste geval zou men dien zin kunnen
vertalen: «hij hoest wat, en anders mankeert hem niets":
in het tweede: »hij doet niets dan hoesten." Wordt er
gezegd: »tlia batok doang" met een heel lang aangehou-
den a in balok, dan beteekenl dal, dal er voortdurend hoest,
zonder ophouden, bestaat. Bij dat voorbeeld zullen wij hel
laten: het diende alleen om te wijzen op dat. lang aan-
bouden van ��uc lettergreep in hel woord, waarop hel
meeste gewicht wordt gelegd. Die eigenaardige wijze om de
aandacht vooral op een woord te vestigen, vvordl overgebracht
op het Nederlandsen, dat de zoogenaamde inlandsche kin-
deren spreken, wat daardoor een zeer vreemde uitdrukking,
soms iets zangerigs, krijgt. Alleen opletten en oefening kunnen
-ocr page 85-
67
er toe leiden de noodige waarde aan de antwoorden te geven.
De eigenaardige taal, die Nederlandsen verbeelden moet en
door die zoogenaamde inlandsche kinderen gesproken wordt,
leert men al spoedig verstaan, al komt het ook, zelfs na jaren
lang verblijf, voor, dat men eens een enkele uitdrukking niet
vat. Zeer curieuse voorbeelden zouden daarvan zijn op te geven,
maar daarvoor schijnt hel mij hier niet de plaats.
Na dit uitstapje spreken wij nu verder over de inlanders,
als pati�nten. Bij /i-am/wn^-bewoners wordt de geneesheer
hoogst zelden bij het begin der ziekte geroepen. Gewoonlijk
zijn reeds eenige middelen van algemeene bekendheid gebruikt,
of is er al een doekoen \'zie later) aan het werk geweest. Chinine,
castorolie, oogdroppels en santonine (nog meer semen santonici,
dat den eigenaardigen naam van obat tj�kok, »medicijn, die
in vloeibaren vorm wordt ingegeven" draagt, daar er gewoon-
lijk een aftreksel of een mengsel met stroop van gemaakt
wordt) hebben burgerrecht gekregen en worden als huismid-
delen veel gebruikt. Zij worden gewoonlijk in de particuliere
apotheken gekocht. Men kan er vrij goed op rekenen, dal
de geneesmiddelen, die zijn voorgeschreven, worden gebruikt,
wanneer de pati�nt er zelf om gevraagd heeft, maar moet zich
volstrekt niet verwonderen, als er nog wat anders bij genomen
wordt. De di�etregeling is het lastigst, omdat die zoo zelden
wordt opgevolgd en het hoofdvoedingsmiddel, de hard gekookte
rijst, in vele gevallen nadeelig, niet wordt nagelaten.
Bovendien vindt men steeds eenige maatregelen genomen, die,
als gevolg van verschillende soorten van bijgeloof, geluk moeten
aanbrengen voor den pati�nt. Ik sprak reeds van het branden
van vuur, waarop doepa of menjan, enz. gestrooid wordt. Ver-
der wordt op verschillende lichaamsdeelen een kruisje of een
ander teeken gemaakt met vochtige «WA-kalk, waarop dan
nog dikwijls een schijfje citroen wordt geplakt, of het halve
lichaam wordt ingewreven met curcuma, soms met prikkelende
middelen, als azijn, kajoepoeti-o\\ie en dergelijke gemengd. Ver-
-ocr page 86-
68
schillende bladeren, tusschen een paar sleenen fijn gemaakt,
vormen een groen gekleurd mengsel, dal op hel voorhoofd.
op de maagstreek, enz. word) ingewreven. Hel mengen en
kneuzen van versche hinderen geschiedt op een langwerpig
vierkanten, door voortdurend gebruik eenigszins uilgeholden,
harden steen, waarop de hinderen, meestal reeds tusschen de
vingers een weinig gekneusd, verder, met wal water of olie, lol
een pap worden bereid, door er een ciliiidervormigen steen
langzaam over heen en weer te rollen. Zulk een sleen heel
bgloe pipisan. Opmerkingswnnrdig is hel geduld, dal de vrou-
wen bij zulk eene bewerking aan den dag leggen. Sommige
bladereu worden eerst geklopt , andere hoven een gloeiend vuur
licht geroosterd en dan tusschen de vingers gerold en van olie
voorzien, waardoor zij zachte, lenige pleisters vormen. Welke
hinderen daarvoor al zoo in aanmerking komen . wordt in hel
derde deel Ier sprake gebrachl.
Indien dergelijke geneesmiddelen alleen voor uitwendig ge-
bruik, hij inwendige aandoeningen, bestemd zijn, is hel ver-
standig zich niet al te veel legen hel loepassen er van Ie
verzetten, daar hel vertrouwen er in zeer groot is. In vele
gevallen hechten de inlanders hooge waarde aan hespuwen
der lijders mei hel, door een «WA-pruim rood gekleurde speeksel,
vooral als die vieze operatie door een /W/t (priester) kan wor-
den gedaan. Gebeden, s�d�ka\'s (feestmalen en dergelijken
moeien natuurlijk ook helpen.
Wij zullen nog meermalen gelegenheid hebhen op handelingen
te wijzen, die hel gevolg zijn van bijgeloof. Dal bijgeloof is
zoozeer met hel volksbestaan vereenzelvigd, dnl het misschien
eerst over eenige eeuwen mogelijk zal zijn, er geen rekening
mede Ie houden. De voorzegging, hel geheele verloop moei
met dnl bijgeloof overeenkomen, al zouden ook vcrschil-
lende middelen noodig zijn, om hel gewcnschle gevolg te
verkrijgen. Een verstandig protest er legen helpt volstrekt niet
en kan ook, hij den algemeenen stand der geeslesontwikkeling,
(hans nog niet helpen. Eersl eene veel meer algemeene beschn-
-ocr page 87-
«o
ving zal later wellicht eenig resultaat geven: maar het is bekend,
dat ook bij de meest beschaafde volken alle bijgeloof niet is
verdwenen. Wie lang in lndi� is, zal hebben geleerd, dal
zijn eigenbelang medebrengt rekening te houden met het ge-
zegde en loetegeven, waar het geen kwaad kan. Vooral bij
de praktijk over kinderen, ook van Europeanen, bestaat er soms
werkelijk gevaar, indien men niet toegeeft aan de ingewortelde
denkbeelden der inlandsche hedienden, die zich niet ontzien
een handje Ie helpen, wanneer hun eenmaal opgevatte denk-
heeld niet dadelijk uitkomt.
De verzorging der kinderen is, ongelukkig genoeg, dikwijls
voor het grootste gedeelle opgedragen aan baboe\'s (kindermei-
den), die met haar bijgeloof de Europeesche kindermeiden
verre overschaduwen. In dit opzicht staan de half-inlandsche
kindermeisjes niet veel hooger dan gewone inlandsche vrou-
wen. .Natuurlijk mag nooit iets worden toegegeven, wal
ook maar in hel ininsl misschien schadelijk zou kunnen
worden.
Maar hel toestaan van volkomen onschadelijke zaken kan
wel eens nut hebhen. Een enkel voorbeeld ter toelichting. Ik
had een Europeesch kind van eenige maanden oud in behan-
deling, dal hij hel nauwkeurigste onderzoek en de telkens
herhaalde waarneming geen enkele afwijking vertoonde, maar
voortdurend huilde, ten gevolge daarvan niet voldoende rust
had en vermagerde. De moeder verhaalde mij, ten einde
raad, dal de baboe beweerde, het kind zou zeker heler wor-
den, als hel door een hadji met sirih werd bespuwd; de vraag
was alleen of dal kwaad kon doen. Ik antwoordde, doordat
verhaal de overtuiging te hebben, dat die baboe hel kind op
de een of andere wijze deed schreeuwen, alleen om den haar
hekenden hadji een weinig geld te doen verdienen, en ook
dat die onoogelijke operatie geen kwaad kon doen. Men liet
den priester komen, hetaalde hem goed en van dat oogenblik
af, was het kind rustig; natuurlijk omdat de baboe het niet
meer plaagde en haar zin had gekregen.
-ocr page 88-
70
Men weel, dal inlanders groote waarde hechten aan zekere
uitwendige teekenen. vooral ten opzichte van den haargroei
bij dieren, die zij voor hun gebruik noodig hebben; ook bij
nienschen hechten zij daaraan veel gewicht. Zoo herinnert
men zich, hoe de inlandsche hooiden in den «Max Havelaar"
van Multatuli elkander opmerkzaam maakten op den oeser-
oeseran \'een
haarwervel) hij den kleinen Max. Vooral voor
vrouwen zijn sommige kenteekenen zeer gunstig, bijv. twee
kruinen op het hoofd, een lange hals, groote ooren hij een
korte gestalte, saamgroeide wenkbrauwen, sproeten in hel
kuiltje van de hals, een lange neus. rechl vooruitstekende
groote teen: vooral zeer gunstig is hel, als de vrouw lang hoofd-
haar draagt en zij dit, uit het had komende , over den rechter-
schouder laai hangen. Minder gunstig acht men dunne of
korte haren, korte, stompe vingers, van hel hoofd afwijkende
ooren. haarwervels op den rug van de hand, enz. De ken-
teekenen van meer intiemen aard laten wij rusten (v. d. Toorn).
Buitengewoon omslachtig zijn de maatregelen, die noodig
worden geacht bij verlossingen: bel is goed eens een blik op
den gang van zaken bij de bevalling eener inlandsche vrouw te
werpen, natuurlijk alleen uit een geneeskundig oogpunt, daar
er bij een elhnographische beschrijving nog veel meer zou
moeten worden vermeld. Beschouwen wij eerst de ontwikke-
ling der inlandsche vrouw, ten einde het beeld beier te voltooien.
De inlandsche vrouw is in den regel vroeger huwbaar
dan de Europeesche: evenwel niel veel vroeger dan niet-
inlandsche meisjes in Indi� geboren. De gemiddelde tijd der
eerste menstruatie vall in hel 15« a 14\'\' levensjaar. De
haren, die zich, omstreeks dien lijd, onder de armen en aan
de schaamdeelen ontwikkelen, worden zorgvuldig met een tangetje
uitgetrokken, evenzeer als de haardharen bij den man , bij wien de
schaamharen evenwel blijven beslaan. Een enkele inlander, die
een hooge positie in de maatschappij inneemt, laat wel eens
een dunnen knevel groeien: oude inlanders doen dal wel met
-ocr page 89-
71
den geheelen baard. Op wratten of moedervlekken laten
zij, evenals de Chineezen, de haren zeer lang groeien
en sparen die altijd. De. grijze haren van oude inlanders
hebben een groenachtige, naar koper gelijkende tint. In de
handboeken voor gerechtelijke geneeskunde wordt, bij verre-
gaande verrotting, o. a. als een onderscheid tusschen een
inannen- en een vrouwenlijk opgenoemd, dat de haren op den
mons veneris zich bij den man met een punt, in den vorm
van een driehoek, naar boven uitstrekken; terwijl zij bij de
vrouw horizontaal eindigen. Dit gaat voor inlanders niet door;
bij mannen eindigt die haagroei zeer dikwijls ook horizontaal.
Men zal altijd moeite hebben den juislen leeftijd van een
inlander te bepalen: daar slechts enkele meer beschaaf-
den die kennen, blijft het altijd een gissen en raden.
Daarom is de juiste leeftijd van het intreden der menstruatie
niet met zekerheid hekend. Bij jonge kinderen kan de tand-
onlwikkeling en het wisselen der tanden een leiddraad zijn,
om eenigszins den ouderdom te bepalen; men houde daarbij
in het oog, dat de verwisseling der tanden in Indic:gemiddeld een
jaar vroeger begint dan bij kinderen in Europa. De geslachts-
drift is al spoedig vrij sterk ontwikkeld en vele meisjes, aan
dien drift geen weerstand kunnende bieden, roepen de hulp in
eener doehoen (meestal een oude vrouw, die als geneeskundige
bekend staat) om te zorgen, dat zij geen kinderen kunnen
krijgen, al houden zij regelmatig en zelfs druk inticmen om-
gang met mannen. Hoewel gelukkig de gewoonte, om eene
inlandsche vrouw als huishoudster, dat wil zeggen als vaste
concubine, te nemen, meer en meer verdwijnt, zoo komt die
toch nog dikwijls genoeg voor en een der hoofdbepalingen
daarbij is, dat de vrouw zich verbindt geen kinderen te zullen
krijgen: eene voorwaarde, die in de meeste gevallen wordt
vervuld. Werkelijk schijnen die doehoen\'» de kunst te verstaan
door uitwendige manipulali�n eene liggingsverandering vanden
uterus, door voor- of achleroverkanteling, te weeg te brengen,
welke een grootere kans geeft, om niet zwanger te worden.
-ocr page 90-
72
Voor zooverre daarvan blijkl, ziel uien er geene nadeelige ge-
voJgeii van. VVenschen die maagden (?) laler Ie huwen, dan
weten de doekoen\'s den uterus, alweer door uitwendige hand-
grepen, op zijne plaats terug Ie duwen. en zoo de vrouw
weder in een toestand te brengen. die haat\' geschikt inaakl
zwanger te worden. wal elke. man als een vereischte voor eene
goede vrouw stelt. De operatie geschiedt in heide gevallen,
terwijl de pati�nt op den rug ligt, door drukken, wrijven en
knijpen van den huik. waarbij nooil de uitwendige genitali�n
worden aangeraakt. Vrouwen, die zich zoo lieten bewerken,
verklaarden mij, dal zij, onder de operatie veel pijn in de
liezen en in de streek van liet heiligbeen hadden gehad, soms
eenige moeielijkheid hij de urineloozing ondervonden. maar dal
alles na twee of drie dagen rust te bed. weder in orde was
jiekouien. Daar de mannen, hoewel niet overal, bijhethuwc-
lijk er op gesteld zijn bloed te zien, na de uitoefening van den
eersten coitus, welen de dus bewerkte vrouwen, hem wel eenige
droppels te vertoonen en voor ongerepte maagden te fungeeren.
Die genoemde doekoen\'s worden ook wel door Europeesche.
gehuwde vrouwen geroepen om Ie voorkomen, dal zij te veel
kinderen krijgen. Hel is evenwel opmerkelijk , dal de bedoelde
operatie bij vrouwen, die reeds een- of meermalen zwanger
waren, hel beoogde doel bijna nooit bereikt.
Terwijl de Europeesche geneesheeren geen bepaalde leekenen
kennen, om het beslaan der graviditeit, in het begin, met
volkomen zekerheid vast te stellen, beweren de inlandsche
vroedvrouwen, dal zij die zekerheid reeds 8 of hoogstens 14
dagen na de conceptie bezitten. Zij rekenen tol die zekere
symptomen; blauwe kringen onder en om de oogen, zwel-
ling van den hals, sterk pulseeren en beven van de halsslaga-
deren, kloppen van de slagaderen in den onderbuik (art. iliac.
ext. en art. epigastr. , donker blauwe kleur der aderen, uil-
zetting der heupen, zwelling der borsten mei uilzetting der
melkvalen en dergelijkeu: vooral spelen de lusten daarbij een
groote rol en wordt het. in het belang van het kind . noodig geachl
-ocr page 91-
7\'
daaraan altijd Ie voldoen , wal tol de zonderlingste vertooningen
aanleiding geeft, zooals wij o. a. hij de eetbare aarde nog
nader zullen vernielden. Intusschen is het gebruik van een
groot aantal spijzen en dranken verboden, terwijl andere wor-
den aanbevolen. De verschillende meeningen daaromtrent
op te sommen heelt evenmin nut, voor ons doel. als de
vermelding van wal een zwangere vrouw mag doen of moet
laten. Steunende op bijgeloof zijn die bijzonderheden, uit
een anlhropologiscb oogpunt wetenswaardig, voor den prakti-
seerenden geneesheer van weinig belang en verschillen voor
bijna elke plaats, of naar de persoonlijke inzichten van een
geslacht, eene familie of eene doekoen.
De normale ligging van de vrucht ineenen zij, is mei hel
hoofd naar beneden en den anus naar boven, terwijl bij de
geboorte hel hoofd naar voren en de anus naar het heiligbeen ge-
richt wordt. Geregeld worden klachten der aanstaande moeder,
van welken aard ook, verklaard uit eene verkeerde ligging dei\'
vrucht, die men dan door wrijvingen en uitwendige uianipu-
lati�n tracht te verbeteren. Soms schrijft men die klachten
ook toe aan het niet voldoen aan den wil van hel kind.
Bij de verlossing ligt de barende vrouw op een matje, ter-
wijl de doehoen lusschen de uileen gelegde beenen ne�rburkl
en met hare vingers, niet olie bevochtigd, de uitwendige ge-
nitali�u wrijft. Verder wordt de buik op de plaats, waar de baar-
moeder te voelen is, gestreken, gewreven en geknepen (oeroer.
De vliezen breken zij niet door, maar houden zich altijd aan
uitwendige handgrepen en brengen de vingers of de hand niel
in de vagina, behalve als er een band of voet voorvalt, die
zij dan trachten terug te brengen. Dan wordt tevens door
wrijven en knijpen van den buik getracht eene keering op hel
hoofd Ie krijgen.
Duurt de verlossing Ie lang naar haren zin, dan wordt een
lange doek, boven den baarmoeder bodem, sterk om hel mid-
del gesnoerd; den echtgenoot, die zooveel mogelijk altijd moet
tegenwoordig zijn, omdat het kind verlangt bij den vader te
-ocr page 92-
74
komen, gelast voortdurend op het hoofd der barende te blazen,
of met zijn uitgespreide beenen over haar heen te gaan staan
en zoo van haar weg te loopen. \'t Kind zal hem dan volgen,
denken zij. Is de aanstaande vader niet aanwezig, dan wordt
zijn hoofddoek op een rijststamper geplaatst, opdat het kind
dien voor den vader zou aanzien. Komt het kind niet.
dan worden deuren, vensters, kisten en kasten open ge-
zet, zelfs alle kleine doosjes, naaldenkokers, enz. opengemaakt:
mannen en vrouwen laten hei haar loshangen: er wordt
met geld gerammeld, soms in een koperen bekken, of een
bakje met gekookte rijst en wat geld er in voor de genitali�n
geplaatst, in de hoop daardoor het kind naar builen te lokken.
Helpt dal alles niet, dan wordt er gebeden en de man moet
een rijststamper onder of langs het huis werpen, terwijl de
kraamvrouw op den buik wordt gestampt en getrapt. Nog
verzoekt de doehoen dan de oudste der aanwezige vrouwen hare
voelen in koud water te mogen wasschen, waarna zij dit water
aan de barende Ie drinken geeft. Ook wordt haar wel urine
te drinken gegeven van den oudsten man of van den hoogsten
in rang van hel geslacht. Geeft dal. ook niets, dan laat men
de zaak aan »Toean Allah" (God) over en doel niets meer of
roept een Europeesrhe vroedvrouw of een dokter.
Komt het hoofd door. dan steunen sommigen den bilnaad:
scheurt die in, dan laten zij de wond aan de natuur over.
Bij bloeding worden de ledematen sterk afgebonden en een
doek met azijn om hel hoofd gelegd.
Het pasgeboren kind blijft tusschen de beenen der kraam-
vrouw liggen tot de nageboorte is uitgedreven. Daarna wordt
de navelstreng tusschen vinger en duim gedrukt en het bloed
er uit naar hel kind toegedreven, om de lucht, zeggen zij, in
den huik van het kind te persen. De navelstreng wordt dan
op een afstand van drie vingerbreedlen afgebonden: soms nog
op een tweede plaats, soms in hel geheel niet en met een scherp
stukje bamboe, w�lad geheeten, doorgesneden. Eenmes of een
schaar houden zij voor brandortg: liever bijlen zij den navel-
-ocr page 93-
78
streng door, wal hel kind onkwetsbaar zou maken. In hel
stukje navelstreng, dal aan het kind bevestigd blijft, wordt
somtijds een peperkorrel gebracht; dit wordl altijd gedaan als
de streng niet is afgebonden.
Het kind wordt nu gewasschen mei een mengsel van water,
eurcuma en kalk, soms met wal. azijn, en daarna met hedak
(zie later) bepoederd en in een mroruj (rok) gerold. De navel
wordl met geraspten klapperdop ol\' met fijn gemaakte belelbla-
deren en zout bedekt en op de groote fontanel een pap van
versche, gekneusde bladeren gelegd, waartoe soms een mengsel
van dawoen inggoe (bladeren van Ruta graveolens) met azijn
gebezigd wordt, maar die meestal beslaat uil. asam djawa (Tama-
rindus indica), dj�roek tipis (Citrus limonellus) en l�moe-lies (de
bekende radix zedoariae van Curcuma zerumbet).
De moeder wordt, op Java, met lauw water gewasschen of
liever begoten en moet dan in een hall\' ziftende, hall\' liggende
houding een paar uren blijven rusten, maar niet slapen, wal
door trekken aan het hoofdhaar belet wordl. Somtijds wordl
het lichaam met een mengsel van betelbladeren en peper inge-
smeerd en een drank ingegeven, beslaande uit een mengsel van
asch, tamarinde en zout in water opgelost, waarmede ook wel
de genitali�n worden gewasschen. Als de lochiae cruentae
sereus worden mag de vrouw opslaan en de buik wordt dan, op
eene bijzondere manier, zeer stijf in een lang en smal laken ge-
wikkeld, dat daartoe aan een der si ijlen van hel huis wordl
bevestigd, terwijl de vrouw door heen en weer draaiende
bewegingen dien doek aandoet. Men meent, dat daardoor op-
stijging van de baarmoeder en van hel bloed naar hel hart en
het hoofd wordl tegengegaan. Die doek heel bene/koen.
Bij de Alfoeren op Noord-Celebcs wordt de kraamvrouw, on-
middelijk na de bevalling, op haar rusfbank boven een vuur
geplaatst. De geheele familie is daarbij tegenwoordig en de
verschillende betrekkingen steken allen hunne handen uil naar
het vuur, om die als zij goed warm, liefst heet zijn geworden,
zoo snel mogelijk op hel naakt liggende kind te plaatsen:
-ocr page 94-
76
Daardoor wordt hel wicht, naar hunne meerling, schadeloos
gesteld voor hel gemis der warmte van den moederlijken schoot.
Keeren wij evenwel naar Java terug.
De moeder mag, als de lochiae sereus worden, ook baden,
wat zij trouwens wel eens vroeger doel. Evenwel blijft zij,
naar aanleiding der voorschriften van den Islam, veertig dagen
na de bevalling onrein, of heter uitgedrukt de reiniging,adoes
>iipa.s,
duurt veertig dagen. Die ol�icieele veertig dagen hebben
hun invloed ook op Europeesche vrouwen doen gelden, die
zich veelal in al dien tijd niet durven baden.
De nageboorte wordt met zout en tamarinde, soms met asch
en azijn in een pot gedaan en dan of begraven , of in het water
(rivier of zee \\ geworpen, of wel met den pot in den nok van
het huis opgehangen. Wordt zij begraven, dan wordt gewoon-
lijk tevens een klapper geplant, die dan den leeftijd van het
kind aangeeft. Meermalen wordt de nageboorte ook op een
klein vlotje van bamboe gelegd, met bloemen en vruchten om-
geven , en, door een paar kaarsjes verlicht , in de rivier ge-
plaatst, om zoo aftedrijven: dat alles is dan een (dier aan de
boafa\'s, die beschouwd worden de zielen der voorvaderen in
zich te huisvesten. De boaja is de zoogenaamde kaaiman
Crocodillus biporcatus). De nageboorte mag niet met warm
water in aanraking komen, dan zou het kind ziek worden.
Vooral wordt groote aandacht gewijd aan de oneffenheden
in den navelstreng. Een geheel gladde streng duidt er op, dal
er geen kinderen meer zullen volgen; hoe meer knobbels of
oneffenheden er in zijn, hoe meer kinderen de moeder nog zal
krijgen , terwijl ineen loopende knobbels op later Ie verwachten
tweelingen duiden.
Bij schijndoode kinderen blaasl de doehoen dooi\' een bamboe
hard in het oor; hij hel met den helrn geboren worden, ver-
wijdert zij de vliezen.
Ongeveer twee of drie dagen na de hevalling laten de vrou-
wen, ook vele Europeesche en half Europeesche, zich door
doekoen\'s den buik knijpen en wrijven. wat angkat proel ge-
-ocr page 95-
77
noenid wordt, woordelijk: don buik oplichten: zij meenen,
dal de baarmoeder vooral is afgezakt en dat die naar hoven
moet worden gewerkt: een geloof waarschijnlijk ontstaan door
de niel zeldzaam voorkomende verslapping van den vagina-wand,
mei zeer geringe uitzakking.
Het kind heeft niet veel kle�ren noodig. Eene oio \'een ge-
lijkheenige driehoek van dubbel, dikwijls sterk gekleurd, katoen
of het bovenstuk van, niet goud geborduurd laken , waarvan
de lop rond is weggesneden en die horst en buik bedekt.
wanneer hel uitgesneden gedeelte aan den hals wordt gelegd
en met banden bevestigd, terwijl de beide punten van den
driehoek om de lendenen worden gevoerd en met banden vast -
gemaakt), een baad je of buisje van katoen en een broekje of
een lap katoen, als kleine luier: ziedaar alles. In de eerste
weken wordt de groote fontanel altijd bedekt gehouden met
de genoemde pap van plantendeelen. Gewoonlijk zoogt de
moeder hel kind zelve, maar algemeen is het vooroordeel, dal
het kind niet genoeg voedsel krijgt op die manier. Hel moet
ook eten hebben en daarom wordt tamelijk zacht gekookte
rijsl gemengd met rauwe, of even gepofte pisang radja of
pisang ambon (Musa paradisiaca . en dat mengsel den kinderen,
reeds in de eerste levensdagen in den mond gestopt, op de
wijze, waarop worst wordt gestopt. Zelfs geschiedt dit al.
voor dat de zogsecretie voldoende is ter zooging. Dit instoppen
heet doelang, meer bepaald blek. Verwonderlijk is hel, dat de
meeste kinderen die behandeling verdragen en er hij groeien,
al komt het een enkele maal voor, dat die manoeuvre de prop
rijsl in de luchtpijp doel verdwalen en het kind dus slikt.
Een praktisch speelgoed, om het zoo eens Ie noemen, hebben
de inlandsche moeders voor zeer jonge kinderen. Speelgoed
is minder juist, omdat hel alleen dient, om er naar Ie kijken.
Het bestaat uit een slervormig kussentje van verschillende
soorten van sterk gekleurd katoen, waarvan franjes hangen
van glaskralen , kleine stukjes gekleurd katoen, kleine, gekleurde
kwastjes, enz. Dit voorwerp wordt boven het kind opgehangen
-ocr page 96-
18
of vastgehouden en biedt, door de levendige kleurschakeeringen
een telkens van aanzien veranderend voorwerp, waarnaar de
kinderen gaarne zien. Door vele Europeanen wordt zulk
een kussentje voor jonge kinderen gebruikt en, met recht,
als praktisch aanbevolen.
Hel is bekend, dat bij sommige nog weinig beschaafde
volken hel vreemde gebruik bestaat, dat o. a. in Bearn bekend
is onder de uitdrukking «faire la couvade." De zaak is, dat
de vader van hel pasgeboren kind zich ziek en zwak voordoet,
onmiddelijk na de geboorte, terwijl de moeder handelt, alsof
er niets gebeurd was. Over den waarschijnlijken oorsprong
van deze zonderlinge handelwijze gaf de Heer G. A. Wilken
belangrijke inededeeliiigen in den »Indischen Gids." Het ge-
bruik bestaai in den Indischen Archipel op het eiland Boeroe,
waar Van der Hart hel waarnam, nadat het reeds door
Wouter Schouten met de volgende woorden beschreven was:
"De vrouw blijfl na haare verlossing niet in bed; maar zij
«begeeft zig aanstonds met het jonggeborene naar de rivier,
»en zig-zelve, als ook het. teder wigt, wel gewasschen en
«gereinigd hebbende, keert zij wederom tot haare bezigheden,
"en alles loopt wel af. Maar daarentegen, wanneer eene
"zwartin in de kraam komt, laat de man, die zig zeer zieklijk
»en belachlijk weet aan te stellen, zig, als kraamheer, ter
>deege koesteren en oppassen, terwijl de zwakke kraamvrouw
»aan het werk moet, om den man wat lekkers toe te bereiden,
»en hem wat voedzaams te geven, opdat hij spoedig weer op
»de been mag komen." Ook onder de Dajaks is de couvade
in gebruik.
Zinnelijkheid van het geslachtsleven is een eigenschap, die
sterk bij inlanders van beide seksen is ontwikkeld; misschien
brengt het voortdurend verblijf in een klimaat met hooge tempera-
tuur er hel zijne toe bij. Zeer zeker is de geringe ontwikkeling
van het moraliteitsgevoel ten opzichte der geslachtsdrift daarbij
van invloed. De inlanders houden wel de actie van geslacht-
-ocr page 97-
7V<
elijke vermenging, en ;il wat daarmede in onmiddellijk
verband staat, voor de omgeving geheim, dat wil zeggen niets
anders dan die actie zelf: zij vinden liet geven van een zoen, (of
eigenlijk het besnuffelen en beruiken van eens anders aangezicht
(tioem), waarin hun kussen bestaat;, in het publiek onfatsoenlijk,
maar houden gesprekken met hunne kamaraden , hunne vrouwen
en zelfs met hunne meesters of meesteressen, die de laatsten
niet zelden doen blozen, als zij er nog niet aan gewoon zijn.
De zaken worden roniluil en dikwijls tamelijk ruw bij haar
naam genoemd en het is bijzonder moeielijk te voorkomen, dal
Europeesche kinderen, bij wier opvoeding men eenige reserve
wenscbelijk achl . niet reeds op zeer jeugdigen leeftijd kennis
hebben gekregen van zaken, die zelfs ouderen in Europa niet
altijd bekend zijn. Kleine kinderen loopen bij een bevalling
rond en kijken toe wat er gebeurt: verhalen het geziene aan
elkaar en maken opmerkingen over het verschil in geslacht bij
mensen en dier. Alle zaken, die men in den regel voor
kinderen te weten minder wenschclijk acht, worden in hunne
tegenwoordigheid besproken en dikwijls met voorliefde van
alle kanten bekeken, \'t Is niet te verwonderen, dat tengevolge
daarvan de geest, in de ontwikkelingsperiode en dikwijls reeds
lang voor dien tijd, zich met beschouwingen bezig houdt, die
met de geslachtsdrift in verband slaan. Niet genoeg kan
Europeeschen ouders worden aanbevolen, op dergelijke om-
standigheden toe te zien; want de treurigste gevolgen er van
zijn elk geneesheer hekend. Pogingen bijv. om den coitus
uit te oefenen tusschen broertjes en zusjes van 6 en � jaren,
onanie met de gevolgen daarvan en dergelijke kan men
waarnemen. Bij inlanders is onanie een zeldzaamheid: vooral
waarschijnlijk omdat het voldoen aan geslachtelijken lust niet
zeer bemoeilijkt wordt. Toch maken vrouwen zich daaraan
wel schuldig, o. a. op Bali (Dr. J. K. Jacobs) en komen alle vor-
rnen van afwijkingen in de geslachtsdrift voor. waarover het
niet noodig schijnt verder uit te wijden.
Nog moet met een enkel woord worden melding gemaakt.
-ocr page 98-
80
da) niet overal in don Tndischen Archipel het vroeger
genoemde denkbeeld heeft ingang gevonden, dal eene jonge
vrouw, als maagd, len huwelijk wordt genomen. Integendeel,
hel hij vele minder beschaafde volken bestaande oordeel over
eene vrouw, die langen lijd maagd blijft, vindt men ook hier
terug. Zoo bijv. hij de Balaks op Sumatra; hoewel bij hen eene
verloofde of getrouwde vrouw, die zich vrijheden met andere
mannen dan haar eigenen veroorloof!. Ier dood wordt veroor-
deeld. zijn jonge meisjes geheel en al vrij in hare handelingen
en zal eene inaagd gehlevene, jonge dochter niet licht ten
huwelijk worden gevraagd. De Ba lak wenschl zich eene
vrouw, die veel aantrekkelijks voor mannen heeft en daarvan
bewijzen ondervond: hij zegt, zeker plastisch genoeg: «Hel
»is geen lekkere koek, waarop zich nooit een vlieg nederzet"
(W. Hennv).
Ook het lijdelijk verruilen of iiilleencn van getrouwde vrouwen
wordt in Indi� gevonden. De Dajaks o. n. in de Wesler-Af-
ilrplint/ run Borneo
ruilen dikwijls onderling, voor eenigenlijd,
van echtgenoot en komt een vreemdeling in een kampotig
aan, dan moet de man die denzelfden naam als die vreemdeling
draagt, hein huisvesten en zijne vrouw afslaan. De orang-
s�kah
van Bill�on, die op prauwen wonen, hebben ook zulk
eene gewoonte. Krijgt de prauw-bewoner bezoek van een
man, dan laat hij die met zijne vrouw alleen en gaal onder-
lusschen op een trom slaan, terwijl hij zich naar het voorste
gedeelte van den prauw begeeft; dit slaan van de trom, be-
geleid door een soorl van lijkzang, heel lonijong (Ecoma
Verstege;.
Het jus primae noclis wordt op sommige plaatsen nog door
den vader der bruid uitgeoefend, o. a. bij de Alfoeren van het
district Tonsawang en bij de Balaks in de afde�ling Groot\' en
Klein-Mandeling: bij de laatste voornamelijk onder de hoofden
en aanzienlijken: het draagt daar den naam mandai \'Riedel .
Wilken).
Hel geloof, dat het zien eener geslachtelijke vereeniging tol
-ocr page 99-
SI
navolging aanspoort, Itrcngt den Javaan, die de rijst als een
persoon beschouwt. er loc, om des nachts met zijne vrouw
naakt langs de rijstvelden te loopen en daar aan Lingga en
Yoni, wij zouden zeggen aan Venus, te offeren (Sollewijn
(jelpke . Met hetzelfde doel gaal de bewoner van Norssa-laoel
Molukken
des nachts naakt in zijn plantsoen en bootst, bij
de hoornen staande, de acte van den eoitus na Cv. Ho�vell).
Uitwendige aandoeningen worden veel meer waargenomen
dan inwendige en daarbij slaan verwondingen op den voorgrond.
Toevallige verwondingen van de voelen zijn natuurlijk zeer
veelvuldig bij menschen, die slechts bij uilzondering sandalen
dragen. Op de hoofdplaatsen worden die alleen door rijke-
ren en dan nog meestal alleen in huis gedragen; soms in den
eenvoudigen vorm van plankjes met twee blokjes er onder
en een ronden knop er boven op, die tussclien den grooten
en den tweeden leen wordl vastgehouden (kl�l�k); soms als
lederen zolen met van gouddraad voorziene bovenstukken, die
de leenen vrijlaten (bakiak), terwijl een enkele maal lederen
sloffen (liplck in gebruik zijn. In de bergslreken dragen de
koelie\'s stukken buffelleer mei een paar bandjes aan den voel
bevestigd, omdat de groole wegen daar mei ruw aan stukken
geslagen keien zijn bedekt.
Khagades der voelen zijn bijzonder veelvuldig en kunnen,
onder een afzonderlijken vorm, als blak, voorkomen, een ziekte-
vorm. die later besproken wordt.
De voetverwondingen verloopen betrekkelijk gunstig; bij
bloeding bindl de gewonde het lid zoo laag mogelijk, met
een dun touwtje af, of gebruikt penawar djambi, panawar djambi
Cibotium djambianum) of gebrand katoen. Overigens worden
dikwijls mengsels van bladeren gebezigd om de wonden op te
vullen. Tetanus is niet zeer veelvuldig, maar komI toch voor.
De moeielijksl te genezen wonden zijn die door bamboe veroor-
zaakl: zij geven aanleiding lot uitgebreide verzweringen op de plaats
der verwonding, door de prikkeling der /w»»/wcvezels, en dikwijls
(i
-ocr page 100-
tt
nog tot bel. ontstaan verzweringen op andere plaatsen van het
lichaam. Misschien moet hierbij in vele gevallen aan een slechten
bodem, door constitutionele aandoeningen gedacht worden,
want syphilis is geen zeldzaamheid.
Andere verwondingen ontslaan veelal door scherpe werk-
tuigen en soms door onwillekeurige hoornstooten van buffels.
Kinderen, die op den rug van die dieren rijden, worden door
een onwillekeurige beweging van den kop der buffels soms
belangrijk in den buik verwond.
De nablijvende litteekens hebben een veel lichtere kleur
den de normale huid, maar worden mettertijd dikwijls don-
kerder; zoodal de kleur dier teekens als een kenmerk van
den ouderdom kan worden beschouwd. Er is dus een periode,
waarin de litteekens weinig in het oog loopen.
De verwonding na de besnijdenis (masok slam) komt zeer
zelden in behandeling, hoewel sommige jongens vrij belangrijke
ontstckingsverschijnselen met koorts, na die operatie, krijgen.
De besnijdenis zelve ziet men slechts bij uilzondering. De
jongen wordt met den operateur omgeven door eenige mronrjs,
die een paar omslanders vasthouden. Eenige uren van te voren
is den adspirant-geloovige een koud bad toegediend , dat somtijds
herhaald wordt, en gedurende al die uren worden de geni-
tali�n met koud water begoten, waardoor eenige mindere
gevoeligheid ontstaat. Het pracputium wordt met de vingers
naar voren getrokken en dan met een scherp stuk bamboe of
met een stomp mes afgesneden, waarbij gewoonlijk de binnenste
plaat niet wordt gekliefd. Deze wordt, zoo noodig, met een
ruk over den glans heen getrokken, waardoor eene inscheuring
ontstaat. Na de operatie wordt koud water gebruikt of eenige
samentrekkende, gekneusde bladeren met wat curcuma op
de wond geappliceerd. Dat na zulk eene ruwe behandeling nog
al eens ontsteking volgt, is niet te verwonderen. Zelden even-
wel wordt daarvoor Europeesche geneeskundige hulp ingeroepen.
Ook bij meisjes wordt een klein gedeelte van de clitoris weg-
geoonien.
-ocr page 101-
83
Lichtere kleur van enkele huidplaatsen (patwe) komt dikwijls
voor en wordt bij Europeanen ook wel gezien, vooral op
de donkerder gekleurde lichaamsgedeelten. Somtijds zijn die
vlekken bij Europeanen geelbruin gekleurd. Zij komen in een
meestal ronden vorm voor op de huid van den hals, de borst,
den buik en de ledematen. Panoe komt het meest overeen
met pityriasis versicolor en heeft haar ontstaan te danken aan
eene zwam, Microsporon furfur.
Die sterkere wijzigingen in de huidkleur zijn gemakkelijk
waartenemen, maar het vereischl eenige oefening, of ten minste
een langer verblijf in Indi�, om te kunnen zeggen of een
inlander bleek ziet, er slecht uit ziet. Komt men pas in een
land aan, dan valt een algemeen type het meest in het oog;
dit is in alle landen zoo, maar vooral daar, waar de huidkleur
zeer donker is. In den beginne vindt men, dat alle inlanders
op elkaar gelijken en in de eerste dagen vergist men zich
wel eens tusschen mannen en vrouwen (voorul als de eerste
geen hoofddoek op hebben). Later ziet men minder het type,
dan wel de individuen en vindt dan even groote verschillen als
tusschen onze eigene rasgenooten. Hoe langer men in een
land verblijf houdt, hoe moeielijker het wordt het type goed te
vatten en te beschrijven. De beste beschrijving van een volks-
type, wat het uiterlijk betreft, wordt geleverd door hem, die
korten tijd ergens verblijft.
Bijzondere vermelding verdient nog de gewoonte om sirih
te kauwen, waarover later uitgebreider gesproken zal worden.
Hier moet alleen vermeld worden, dat de mondholte daardoor
veranderingen in aanzien ondergaat. Het tandvleesch, het ge-
hemelle en de tong worden helder vuurrood gekleurd; ook
het speeksel krijgt die kleur; de landen worden zwart en
dof; bij oudere individuen krijgt de tong in het midden een
donker bruine, soms bijna zwarte kleur met roode randen en
spleten: zij krijgt een droog en ruw voorkomen; de lippen
worden rooder en de huid om de lippen lichter, bij zeer oude
-ocr page 102-
84
menschen zelfs wit, verkleurd. Daarbij onslaan in de mond-
h�eken niet zelden kloven en lichte ulcerati�n. De vrouwelijke
Chineesche kleurlingen en sommige inlandsche vrouwen dragen
een klein doosje niet bijenwas (pale) bij zich, en bezigen dat
om de lippen in te wrijven, ten einde daardoor de verkleuring,
als gevolg van hel «nA-kauwen . Ie voorkomen.
Het afvijlen der snijtanden. bij de puberteit, wordt aanlei-
ding, dat de landpulpa bloot komt, in ontsteking geraakt en
dientengevolge vrij dikwijls periostitis van den tandkasrand
der bovenkaak ontstaat: soms met caries van bet bovenkaaks-
been. De sterke zwelling van den bovenlip en den neus is
daarbij opmerkelijk. Dal afvijlen der landen geschiedt door
priesters ol door doekoei�s. De snijtanden der bovenkaak worden
afgebeileld lalah) of met puimsteen afgeslepen (pasah). Daar
hel glazuur door die bewerking verdwijnt, worden de landen
mettertijd zwart: het gevolg daarvan is, dal niet afgeslepen.
dus witte tanden leelijk worden gevonden en de inlanders er
zich op toeleggen hun landen zoo spoedig mogelijk mooi zwart
te maken. Welke middelen zij daartoe bezitten, bespreek ik
nader bij de inlandsche cosmetica. Die eigenaardige mode heeft
aanleiding gegeven om witte tanden, met verachting, »tanden
als van een hond" Ie noemen.
Hel. verdient opmerking, dat volgens verschillende waarne-
iners de normale lichaamstemperatuur bij inlanders lager is
dan bij Europeanen. Geneesheeren, die vele waarnemingen
daarover deden, stellen die op 36°5 C.
Onder de ziekten, die veel voorkomen, belmoren, vooral bij
kinderen en hij vrouwen. verbazende hoeveelheden wormen.
Darmaandoeningen zijn niet zoo algemeen. Ilheumatische toe-
standen worden nog al eens gezien. Aderspatten kunnen.
vooral bij koelies, een belangrijken omvang bereiken. Syphilis
is zeer verspreid, maar komt zelden onder regelmatige behan-
deling, vandaar vele, oude litteekenen. verlies van den neus.
-ocr page 103-
85
van het oog en dergelijke. Lepra komt meermalen voor en
heet kusta en kendal. Phthisis pumonalis is volstrekt geen
zeldzaamheid. Pneumonie wordt bijna nooit, in hevigcn graad,
gedurende het leven gezien; pneumonia calarrhalis nu en dan,
terwijl die ook hij de sectie niet zelden wordt gevonden.
Asthma komt zeer dikwijls voor. Miasmalische ziekten zijn
veelvuldig. Misvormingen, als aangeboren gebreken, komen
zelden voor; evenwel vindt men ze toch. Vele oogen hebben
belangrijke cornea-vlekken, gewoonlijk het gevolg van conjuric-
livitis neonalorum. Pterygion is zeer algemeen.
Over lata en mala glap, waarover men zoo dikwijls hoorl
praten, kan hier niet worden uitgewijd. Krankzinnigheid is
niet zeldzaam; cretins worden ook aangetroffen; zij hebben
dikwijls visioenen; de meeste cretins vindt men in Hedjany
(op de Westkust van Sumatra), terwijl er ook voorkomen in
de Padanysche en in de Palembangsche bovenlanden; zij hebben
daar dikwijls ferme kropgezvvellen, die, zonder cr�tinisme ook
op Bali en Borneo veel voorkomen. Beri-beri is op sommige
plaatsen endemisch, op andere nu en dan epidemisch.
Het bovenstaande is een korte opsomming, die in het tweede
gedeelte van dil boek nader wordt uitgewerkt.
De begrafenis heeft zeer spoedig na den dood, maar altijd
bij dag, plaats. Sterft iemand \'s middags tegen 5 of 4 ure,
dan wordt er haast gemaakt om de begrafenis nog voor zes
ure te doen plaats hebben, \'t Is niet te verwonderen, dat, onder
zulke omstandigheden, wel eens van schijndood wordt gehoord.
Ten slotte nog de vermelding van eene gewoonte, die alleen
om der curiositeits wille hier eene plaats vinden kan. lnland-
sche vrouwen meenen het uitwerpen van slijm bij hoest, de
ontlasting van faecali�n en dergelijken kinderen gemakke-
lijker te maken door zelve mede te kuchen, te schrapen, te
drukken, enz. Het is een vreemde vertooning eene baboe te
zien nederhurken voor een kind, dal bezig is zijne behoefte
-ocr page 104-
*fi
Ie doen, en die vrouw steeds te hooren herhalen �-�, �-�. Die
gewoonte is zoo algemeen, dat men soms de ontlaste stoffen
zelve door die twee letters aanduidt.
De Cbineezen. in het bijzonder de meer bemiddelde, laten
zich gaarne door Europeesche geneeshecren hehandelen. Zij
hebhen , vooral hij koortsachtige ziekten, in het algemeen meer
vertrouwen in Europeesche dokters dan in die van hun eigen
landaard of in inlandsche doekoen\'s Evenwel worden de laatste
ook wel geraadpleegd, als Chineezen mei inlandsche vrouwen
zijn gehuwd. Dit is eigenlijk een kleine afwijking op den ge-
wonen gang van zaken. Immers wij kunnen opmerken, dat
bij Chineezen juist het omgekeerde geschiedt van wat hij Neder-
landers in Indi� plaats vindt, indien beide met inlandsche vrou-
wen huwen of in concubinaat leven.
De Nederlandsche man neemt dan zeer veel inlandsche ge-
woonten over, schikt zich bijzonder naar de vrouw; zijne
kinderen hebben meer een inlandsch type; in een woord, de
Europeaan gaat achteruit. De Chinees evenwel blijft Chinees
in zijn handelen, gewoonten, voeding, enz., zijne kinderen
hebben veel meer hel Chineesche type; de inlandsche vrouw
schikt zich in Chineesche kleeding, gewoonten en gebruiken.
Men kan dus zeggen, dal de inlandsche vrouw, in dit opzicht,
den Nederlander tot zich trekt, terwijl zij omgekeerd door den
Chinees wordt aangetrokken. Misschien is een reden hiervoor
te vinden in de omstandigheid, dal Europeanen, in den regel,
inlandsche concubines krijgen, die reeds moeder geweest zijn
van een zuiver inlandsch kind. terwijl de Chineezen er bij-
zonder veel werk van maken altijd eene maagd te krijgen als
echtgenoot of concubine. Al kan de statistiek nog niet uit-
maken, dat de feiten juist zijn waargenomen, toch is de be-
wering bekend, hoe de kinderen eener weduwe, die reeds
vroeger moeder was, niet zelden op den eersten man gelijken.
Ook van dieren wordt dat gezegd; al kan ik in wetenschap-
-ocr page 105-
87
pelijke werken geen bepaalde feiten vinden, zoo hebben mij
toch liefhebbers van honden verhaald en doen zien, dat de
jongen eener teef, bij latere geboorten, meermalen overeenkomst
bezitten met den reu, die bet dier voor de eerste maal be*
zwangerde. Veefokkers zeggen hetzelfde omtrent hun dieren
en vrij algemeen is het geloof, dat een merrie, die, de eerste
maal zwanger van een ezel, een muildier voortbracht, later
nooit meer veulens werpt, die niet eenige overeenkomst met
een ezel of een muildier vertoonen.
De Heer J. E. Teysmann verhaalde mij, dal bij planten iets
dergelijks gezien wordt. Ent men namelijk een tak met ge-
kleurde bladeren op een boom van dezelfde soort, die alleen
groene bladeren heeft, en laat men dien goed tot ontwikkeling ko*
men, dan zal, ook na verwijdering van dien tak, de boom zelf ge-
kleurde bladeren voort brengen.
Men heeft gesproken van een stempel, dien de uterus,
ontvangen zou bij de vorming der eerste vrucht. Dit be-
teekent natuurlijk niets. Evenwel zou het voor de physiologie
der voortplanting van belang zijn, indien de hier genoemde
zaken nader werden bestudeerd. Zeer zeker is, in ons geval,
de omgeving niet geheel buiten rekening te laten, daar het
bekend is, hoezeer ook daardoor invloed op den individu wordt
uitgeoefend, zooals wij bij de bespreking der kleurlingen nader
zullen zien.
Ten opzichte van het geduld bij geneeskundige behandeling
komen Chineezcn en inlanders met elkaar overeen; lang mag
de behandeling niet duren of zij roepen andere hulp in. Het
komt ook wel eens voor, dat zieke Chineezen aan den genees-
heer de vraag stellen, of de behandeling lang zal duren; bij
een bevestigend antwoord verzoeken zij dan soms om maar
een of ander vergif voor te schrijven, waardoor zij spoedig uit
hun lijden zijn. Dat inroepen van de hulp van een anderen
dokter geeft aan de praktijk bij Chineezen iets onaangenaams.
Men moet maar doen, alsof men \'t niet merkt, als een ander
-ocr page 106-
H*S
geneesheer tegelijk den lijder behandel! en overigens flat in
geen geval kwalijk nemen De praktijk wordt, in hel oog van
sommigen, daardoor verlaagd tol geldmakerij, eene meening,
die niet geheel onjuist is te noemen. Kr is evenwel niet veel
legen te doen. Ook hij Chineezen zijn altijd vele omstanders
hij zieken. Keeds hij de beschouwing over Chineesche wonin-
gen zagen wij hoe slecht de slaapkamers uil een hygi�nisch
oogpunt zijn; levens zijn zij zoo donker, dal het onderzoek
daardoor nog wordt bemoeilijkt. Hel is mij maar zelden gelukl
een ernstige pati�nt uil zulk een ongezonde kamer te doen
verplaatsen naar een luchtiger verblijf. Trouwens mijne on-
dervinding in de praktijk bij Chineezen is niel zeer groot. Op
de hoofdplaatsen namelijk bevindt zich die praktijk gewoonlijk
in handen van een of (wee dokters en is bet een zeldzaamheid,
dal een ander geneesheer eens een Chinees behandelt. Con-
sullen komen nogal voor. Over hel algemeen zijn de Chineezen
zeer exigenl tegenover hunne geneesheeren, eisenen spoedige
en dikwijls herhaalde bezoeken en vragen dikwijls uitleg van
den aard der ziekte en van de ingestelde behandeling.
Chineesche geneesmiddelen, waarvan de meeste, zooals in bel
derde deel blijken zal, bekend zijn. worden dikwijls tegelijk
met de door den Europeeseben geneesheer voorgeschrevene,
gebruikt. Ue doseering, vooral van de sterker werkende, is
slecht en niet zelden komen er gevallen voor . waarin aan ver-
giftiging door medicijnen te denken valt.
Zeer vreemde praktijken worden daarbij gezien. Bij een kind.
lijdende aan sluipen, zag ik Chineesche dokters (sing-sie) on-
der de nagels van vingers en leenen naalden sleken, mei de
bedoeling, zeiden zij, om openingen Ie maken, waardoor de
s�tan (duivelj ontsnappen kon.
De mond van pasgeboren kinderen wordt van slijm en
speeksel gereinigd door er vermillioen (Ijoe-s�h in Ie wrijven :
ditzelfde middel wordt op de gesmette plaatsen der huid ge-
strooid, zooals inlanders daarvoor hhlnl; zie later) en Euro-
peanen pulvis lycopodii bezigen.
-ocr page 107-
80
Ernstige zieken vindt uien soms in hun beste kleederen met
handschoenen aan te bed, of met naakt bovenlijf, bezig
met groote woede een sabel door de lucht te slaan, om den
duivel Ie dooden. Beide vertooningen kunnen diaphorctisch
werken.
De Chineesche dooden houdt men zoolang mogelijk boven
aarde; wel worden zij vrij spoedig gelegd in eene, dikwijls
reeds bij hel leven aangeschafte kisl , maar de teraardebe-
stelling heefl zoo laai mogelijk plaats. Daar voor bet bewaren
van het lijk een tamelijk hooge, dagelijks toenemende belasting
moet worden betaald, is hel natuurlijk een luxe, dal bewaren
Ie rekken. In tegenstelling inel de zeer eenvoudige inlandsche
begrafenis, wordt bij de Chineesche buitengewoon veel vertoon
gemaakt. INadeelige gevolgen heefl het bewaren der lijken niel,
omdat zij in de kisten volkomen zijn afgesloten.
Sommige feesten geven aanleiding lol verwondingen en an-
dere aandoeningen. Zoo is de hoofdzaak bij een dier feesten
po-tv of r�boelan] bel bemachtigen van spijzen en snuisterijen,
waarbij dikwijls vechtpartijen plaats vinden. Dij het feest der
lantaarnen, genaamd tsap-yo-meh, worden zeer groote, van bam-
boe
en hout vervaardigde toestellen rondgedragen. Deze zijn
mei papier beplakt en verbeelden huizen, schepen, bloemen.
dieren, enz. Daarbij worden kleine kinderen ook lot decora-
Iiel\'gebruikI. Zij worden op kleine slulsels bovenaan bainboe-
zen spijlen vastgesnoerd en zoo rondgedragen, meestal in een
dikken walm van bij den optocht gebruikte fakkels. Lange
krukken dienen om de kinderen nu en dan onder de armen
Ie steunen. Uren lang worden die arme kleinen zoo rondge-
voerd. Men zegt, dal er wel eens de dood op volgt; ik weel
uil eigen ondervinding niet ui\' dal waar is.
De Chineezen zijn zeer wellustig en hebben dikwijls, als zij
het kunnen belalen. een harem. Onanie is een fout, waaraan
-ocr page 108-
90
vele kinderen zich schuldig maken, en die niet wordt tegen
gegaan. De ouders lachen er om en antwoorden , als men er op
wijst: »och, hij vindt zoo prettig" (dia poenja soe.\'ca bagitoe).
Phimosis komt zeer veel voor.
Er schijnt zich betrekkelijk vroeg presbiopie te ontwikkelen :
vele Chineezen hebben een convexen bril noodig bij hun werk.
Zij nemen daarvoor Europeescbe brillen, liefst met groote
glazen; of in China vervaardigde brillen uit een zeer door-
zichtigen, soms met donker bruine of zwartachtige vlekken
voorzienen steen geslepen (een soort van bergkristal). Cataracta
senilis komt nog al eens voor, evenzeer als nu en dan myopie.
Hoogst zelden ziet men Chinecsche vrouwen met de bekende
kleine, door inwikkeling misvormde voeten; die voeten zelve,
ontdaan van het verband , heeft, voor zoo verre mij bekend is,
nimmer een geneesheer in Indi� gezien, ten minste in de lit-
teratuur is daarover niets te vinden. Mits. Gray zag die in
China een enkele maal en beschreef dat in de Uevue brittanique
van 1880�Sept., terwijl Prof. Welciier Ie Hallc zulk een voet
en het geraamte er van heeft beschreven in bet Archiv f�r An-
thropologie; het museum te Dresden bezit van dien voet afgietsels.
Er wonen in Nederlaudsch-Indi� drie soorten van Chineezen.
namelijk: de K�-, de Hokkian-, de Canton-Chineezen. Deeerst-
genoemden houden het meest de gewoonten van hun geboor-
teland, zijn de slimste en doorgaans de meest ontwikkelde.
De Chineezen nemen, ter gelegenheid van hun nieuwjaars-
feest, dat eenige dagen duurt, nimmer geneesmiddelen. Zij
hebben een bijgeloof, dat epidemi�n bestreden kunnen worden,
door koppen van schapen op de hoeken der straten in den
grond te graven: ook houden zij, in zulke tijden, optochten,
steken veel vuurwerk af, doen bezweringen en beloften, enz.
Zij laten niet zelden Chineezen uit China overkomen, die met
dergelijke aangelegenheden goed bekend zijn, ten einde deze
menschen zorg te doen dragen, dat er niets aan de formali-
teiten ontbreekt.
-ocr page 109-
91
De Europeanen in Nederlandsch-Indi� zijn voor het grootste
gedeelte Nederlanders; verder veel Engelschen en Duitschers
en eenige andere nationaliteiten. Hel is voor den practiseeren-
den geneesheer noodzakelijk vele talen voldoende te verstaan
en te spreken om zijne pati�nten behoorlijk te behandelen.
Nederlandse!), Engelsch, Duitsch, Fransch en Maleisen, zooals
dat gewoonlijk gesproken wordt, zijn in de eerste plaats dringend
noodig. Gemakkelijk is het als men wat Javaansch en enkele
Chineesche woorden kent. Verder kunnen de eischen al niel
gaan.
Ontegenzeggelijk heeft, het langdurig verblijf in de tropen een
belangrijken invloed op de persoonlijkheid en beginnen vele
Europeanen iets typisch Indisch te krijgen, waaraan zij, bij
terugkomst in Europa, gewoonlijk te herkennen zijn. Ik be-
doel hiermede niet, dat de huidkleur donkerder wordt, iets
wat ik bij hel akklimatatieproces wil bespreken, maar welde
geheele wijze van zijn en handelen. Daar men, zelfs op de
hoofdplaatsen, niet kan beweren, in hel midden der volle Eu-
ropeesche beschaving te zijn, maar zich vele dingen moet ont-
zeggen en zich dikwijls zelf moet helpen, wat op de meer
eenzaam gelegene plaatsen nog sterker is, komt men daardoor
in de noodzakelijkheid zich met vele zaken te bemoeien, die in
Europa aan anderen kunnen worden overgelaten. Het gevolg
daarvan is het vormen van een goed uitgedrukte, persoonlijke
meening en het gevoel van anderen te kunnen missen, dus een
hooge mate van zelfgenoegzaamheid, die niet altijd een aan-
gename eigenschap kan worden genoemd.
De Europeesche maatschappij in Indi� draagt het karakter
van ongedurigheid, een gevolg van de voortdurende verande-
ringen van personeel en van het vaststaande feil, dat slechts
weinigen in Indi� komen met hel doel om er te blijven.
Daardoor ontstaat de zucht om spoedig of veel geld te ver-
dienen , of een goede maatschappelijke positie te krijgen; liefst
beide.
Het valt, helaas, niet te ontkennen, dat er menschen naar
-ocr page 110-
92
Indic togen. wier geestelijke ontwikkeling op een lagen trap
stond, maar die door hard werken of door gelukkige omstan-
digheden, zich daar een positie veroverden, hetzij in de amb-
lelijke. heizij in de linanti�ele wereld, die verheven was hoven
de plaats, die zij door hun verstand en hunne kennis zouden
moeten innemen. \'I Is niet Ie verwonderen, dal gehrek aan
inlellcctueele uitspanningen, gepaard met den invloed, dien hel
klimaat op het sensorium in het algemeen uitoefende, er toe
leidde, zulke personen genot te doen vinden in meer zinnelijke
vermaken, die den stempel der beschaving missen. Te betreu-
ren valt het zeker, dal sommige schrijvers die uitzonderingen
en uitzonderingen worden zij hoe langer hoe, meer) als hel
beeld hebben willen doen doorgaan van alle uil Indic terug-
keerende Europeanen. en daardoor zich aan onwaarheid schul-
dig maakten in hunne schilderingen. Hij onze beschouwingen
over den invloed van het klimaat zullen wij gelegenheid vinden
over dit onderwerp uitvoerig te spreken.
Tol voor weinige jaren was, inel enkele uitzonderingen
waaronder de soldaten behoorden de blanke huidkleur vol-
doende om een lid der groote Europeesche maatschappij te
zijn, dat mei de andere leden ongeveer in positie gelijkstond.
.Natuurlijk niet in ambtelijke positie. maar wel in maatschajt-
pelijken stand. Kr was maar ��n sociale stand. Later is dal
veranderd: er is een tweede stand gevormd, dit; meer alge-
scheiden is van de/i eerst bedoelden. Er zijn personen, gekomen;
die handenwerk verrichten, die aan groote fabrieken en der-
gelijke inrichtingen verbonden zijn. die kleine winkels open-
den, enz. Verdween, len gevolge van den voor allen gelijken,
jnaalschappelijken omgang, in vroegereu lijd, bij de uitspraak
der taal. al spoedig elk provincialisme om plaats te maken voor
gewoon Nederlandsen, doorspekt met woorden, die alleen in Indi�
de hun toegekende b�teekenis badden. thans vindt men vele
personen, die nog plal Amsterdamsen, Rotterdauisch en der-
gelijke idiomen spreken. Aan de bedoelde , eigenaardige Indische
woordvormen en woordbetekenissen herkent men niet zelden
-ocr page 111-
93
den man, die langen tijd in hidi� verblijf hield. Ongetwijfeld
dragen vele der bedoelde uitdrukkingen hel kenmerk. alkom-
stig te zijn uil den lijd, toen niel het beschaafdste gedeelte
van Nederland\'s bevolking naar «den Oost" toog. Dat kanap�\'s
� banken", rijtuigen «wagens" en dergelijken meer genoemd
worden, bevestigt die meening; dal hel veelvuldig voorkomen
van darmaandoeningen oorzaak was tol de uitdrukking: »hel
in den buik hebben", en dal de mededeeling daarvan, ook
in gezelschappen, niel onder stoelen of banken werd geschoven
is een andere bijdrage tol de juistheid er van. Er wordl
evenwel ten dien opzichte bij een jongere generatie veel ver-
betering in de vormen waargenomen.
Sommige zinvormingen zijn uil hel Maleisch overgenomen
als: »zich lekker of onlekker voelen" en dergelijke.
De voortdurende verandering van personeel brengt ook on-
gesladigheid in den kring der medische praktijk mede. De
meeste inwoners zijn door verandering van eigen woonplaals
of door de verplaatsing der geneesheeren zoo gewoon telkens
door een anderen dokter behandeld te worden, dat zij er ge-
makkelijk toe overgaan van geneesheer te verwisselen. Een
huisdokter, in de ouderwetsch Nederlandsche beteekenis van
dat woord, komt zelden voor. Natuurlijk is er geen regel zonder
uitzondering. Ik kom trouwens op dit onderwerp nog later terug.
De opvoeding der kinderen is in de laatste jaren oneindig
veel beter dan vroeger het geval was. Vooral de grootere
ontwikkeling van hel huiselijke leven draagt daartoe veel bij.
Er zijn meer en beschaafdere, Europeesche vrouwen gekomen
en het gevolg daarvan is. dat de moeders thans de verpleging
en opvoeding harer kinderen minder dan vroeger aan baboes
overlaten. De schandelijke handelwijzen der baboe\'\'s om kleine
kinderen zoel te houden, die vroeger niet zelden voorkwamen,
zijn zoo goed als verdwenen. Toch heeft men inlandsche he-
dienden noodig en blijven zij toezicht vereischen. De genees-
-ocr page 112-
94
heer A. ML J. Bolsius deelde in deel XVII van liet Geneesk.
Tijdschr. v. N. I. eene vergiftiging van zijn eigen kind mede
door de zaden van Datura stramonium (? fastuosu�n) (keljoe-
boeng),
welke de baboe in het bed strooide in misschien en de
rijstepap kookte, ten einde het kind stil te houden. Dn. F. J.
van Leent verhaalt in den 6� Jaargang van het Nederlandsch
Militair geneeskundig Archief, dat hem een geval bekend is,
waarin de min opium onder de nagels harcr vingers verborgen
had, welk middel moest dienen om het kind rust te geven.
Een volkomen zuivere statistiek omtrent de sterfte van
Europeanen in India is niet goed mogelijk. De meesten ver-
blijven slechts van hun 20�2!>ste jaar tot hun 40�4�ste in
Jndi�, terwijl voor de groote massa (militairen en ambtenaren)
eene keuring, v��r hun vertrek, is voorgeschreven en dus ge-
woonlijk gezonde individuen aankomen. De expediti�n, met
haren nasleep, bederven al dadelijk de statistiek voor militairen,
hoewel de daardoor onstanc fout eenigszins kan worden voor-
komen door groote tijdruimten voor het overzicht te nemen.
De militaire sterftestalistiek is nog de beste, daar, zooals wij
later zullen zien, de registers van den burgerlijken stand voor
dat doel volkomen onbruikbaar zijn.
Bijna alle Europeanen zijn anaemisch; een toestand, die
alleen in de twee eerste levensjaren zeldzaam, overigens regel
is. De Europeesche meisjes, in Indi� geboren, zijn vroeger
geslachtsrijp, dan die in Europa geboren.
Mannen zijn in den regel gezonder dan vrouwen.
De veelvuldigheid der darmaandoeningen geeft aanleiding tot
het feit, dat de meeste huismoeders zich onledig houden met de
beschouwingen, die Hamerling in zijn «Aspasia" als een bijzon-
dere liefhebberij van Pebicles\' echtgenoote heeft genoemd. Zij
zijn daarbij in haar recht, en de geneesheeren vinden in die
moederlijke zorg dikwijls belangrijke aanwijzingen voor de
diagnose.
-ocr page 113-
\'J�
Het is noodig met de nationaliteit rekening te houden.
Dikwijls worden behandelingswijzen, die in het vroegere
land der inwoning werden voorgeschreven , medegebracht. Vooral
Engelschen hebben afwijkingen van do gewoonlijk in Duilschland
en Nederland gevolgde behandeling en men moet daarvan wat
weten. »Bi!ious affections" staan bij ben bovenaan en er
worden veelal sterk werkende gcnccsmidden voorgeschreven;
opium , brandy, champagne, kalk water zijn geliefde medicijnen.
Franseben houden meer van zachte en verkoelende mixturen
met lichte aetherca. Uitwendig vinden zij alle heil in arnica
en hare bereidigen, terwijl zij groote voorstanders zijn van
d�potmiddelcn.
Het verdient vermelding, dat vele Europeesche vrouwen de
eigenaardige houding van hel lichaam bij het. loopen van
inlandsche vrouwen, maar nog meer van kleurlingen, over-
nemen. Die houding is bijzonder recht, met den buik cenigszins-
vooruit en de armen langs het lichaam; bet is niet overbodig
daarop acht te geven, omdat de geheele houding soms doet
denken aan zwangerschap, die toch niet bestaat. Vergissingen,
op het uiterlijk afgaande, komen nog al eens voor. Maar het
is niet die houding alleen , welke wordt nagebootst. Opmerkens-
waardig is de neiging van vele Europeesche vrouwen, maar
nog meer van kreoolsche, om de gewoonten van half inlandsche
vrouwen over te nemen. Men vindt onder de krcolen percents*
gewijze meer vrouwen met inlandsche gewoonten, ondeugden
en neigingen dan onder de kleurlingen. Dit is een gevolg van
de opvoeding, die dikwijls aan bedienden wordt overgelaten,
terwijl kleurlingen meer bun best doen tot Europeanen te naderen.
Wij kunnen in het algemeen de praktijk der zoogenaamd
interne ziekten onder vier hoofdgroepen brengen. Zij zij:
1° verkoudbeids- en rheumatische ziekten; 2° malaria-aandoe-
ningen; 3° die ten gevolge van anaemie; 4° ziekten van den spijs-
verteringstoestel en zijne aanhangselen, speciaal van de lever.
-ocr page 114-
\'.l�
Deze vier leveren de meeste zieken in de particuliere praktijk,
waarin vrouwen en kinderen verreweg liet grootste contingent
vormen. Anaemie is de hoofdfactor van al de ziekten,
waaraan vrouwen lijden: fluor alluis is zeer gewoon: velvor-
ming op iets meer gevorderden leeftijd bijna constant.
Chirurgische aandoeningen zijn zeldzamer dan interne. Sy-
pliilis. oogziekten en beenbreuken vormen het grootste cijfer dier
zieken. Groote operati�n komen weinig voor. omdat personen , die
genoeg inkomen of fortuin bezitten, al spoedig besluiten de
eene of andere kunst bewerking, die niel onmiddellijk noodig is.
uittestellen lot zij in Europa daartoe kunnen overgaan. In
enkele gevallen is dal ook wel aanteraden.
Dikwijls worden lijdelijke of voortdurende verplaatsingen
naar een koeler klimaat gevraagd of aangeraden, een onderwerp
waarover latei\' uitgebreid gehandeld wordt.
Verlossingen worden op de hoofdplaatsen in den regel door
Europeesche vroedvrouwen verricht: de geneesheer assisteer!
alleen hij buitengewone gevallen. In de binnenlanden helpen
veelal inlandsche vroedvrouwen (doehoen\'s-.
Weinige Europeesche vrouwen zijn in staat zelve hare kinderen
behoorlijk 1c zoogen.
Hel hegraven van overledenen moet in hel warme klimaat
sneller plaats vinden dan in Europa en het is de gewoonte.
dal de teraardebestelling den dag na het overlijden geschiedt.
De Armeni�rs, die, voor een groot gedeelte, eene afzonder-
lijke klasse in de Indische samenleving vormen, moeten mei
de Europeanen op eene lijn worden gesteld, van het standpunt
beschouwd. waarop wij ons thans geplaatst hebhen. Zij
vormen een afzonderlijke klasse, omdat zij zich gewoonlijk
weinig met hel overige gedeelte der maatschappij inlaten en
onder elkaar huwen, met elkaar omgaan, enz. Zij zijn
meestal een lichamelijk ferm ontwikkeld ras van menschen.
-ocr page 115-
97
die eenvoudig, maar goed leven en zeer huiselijk zijn; zich als
trouwe pati�nten onderscheiden, daar zij bijna nooit met
zoogenaamde inlandsche geneesmiddelen knoeien; verstandelijk
goed zijn gevormd en bijna allen Nederlandsen of Engelsch
sommigen alleen Maleisen) als vreemde taal spreken.
Een afzonderlijke beschouwing verdienen de menschen van
gemengd ras en vooral de afstammelingen van Europeanen
door vermenging met inlandsche of half-inlandsche vrouwen.
In verschillende hoeken over Indi�, zoowel van natuur-weten-
schappelijken als van litt�rarischen aard, worden typen van dal
gemengde ras gegeven: in de laatstgenoemde boeken dikwijls
alleen om den lezer te amuseeren met de vreemde wijziging,
die de Nederlandsche taal in hun mond ondergaal.
Daardoor vormt men zich gewoonlijk een onjuist beeld van
die menschen. Al trachl de schrijver de uitspraak der woorden
nog zoo juist door lettercombinatie!] weer te geven, de lezer
zal alleen dan welen, hoe hij die lezen moet, wanneer hij
zelf de reeds genoemde, eigenaardig zangerige wijze van sprc-
ken heeft gehoord. De uitbreiding, die het aantal scholen , vooral
(iouvernemenlsscholen, in de laatste jaren heeft ondergaan, doet
die laalwijziging meer en meer verdwijnen: zeker worden nog
wel uitdrukkingen gebezigd, die sterk aan het Maleisch doen
denken en is het moeielijk ook zuiver Europeesche kinderen te
doen vrij blijven van een Indisch accent, maar in het algemeen
hoort men veel minder dan vroeger den hier bedoelden taai-
vorm spreken. De beste voorbeelden . die ik er van in de litt�-
ratuur ken, vindt men in de boeken (romans en schetsen) van
Mevr. Frank. Zij heeft zich onthouden van de overdrijving,
waaraan zoovele anderen zich schuldig maakten. vooral waar-
schijnlijk, omdat het zoo moeilijk is den juisten vorm dier
spreektaal na te volgen.
Men kan gerust beweren, dal hel gemengde ras in den
regel te weinig wordt bestudeerd en dat dientengevolge en-
7
-ocr page 116-
98
kele, dikwijls slechte, voorbeelden als type hebben gediend.
Die mensche.i zijn, hun eigendommelijkc opvoeding en ontwik-
keling in aanmerking genomen, zoo slecht niet, nis zij maar
al te dikwijls worden voorgesteld. Zij zijn anders dan Euro-
pennen, anders dan inlanders, natuurlijk � zij zijn eenesoort
op zich zelve.
Gelukkig vindt men personen genoeg, die zich hunner aan-
Irekken en hen juister heoordeelen. Onder die personen behoort
in de eerste plaats de Heer A. .1. W. van Delden, die in zijn
� Indisch Staatsbestuur" de kleurlingen recht laat wedervaren
en hen met warmte verdedigt legen onware beschuldigingen.
De geneesheer behoort met hunne neigingen en gewoonten
rekenschap te houden; hij moet hunne taa! kunnen verslaan en
vooral niet doen blijken, als hij de eene ol \'andere onduidelijk\'
heid daarin niet dadelijk begrijpt. Liever een omweg gemaakt
om er achter te komen, wat de lijder meent, dan rechtsteeks
Ie vragen, wal hij bedoelt. \'I Laatste heeft iets vernederends
in hun oog, omdat zij meenen en wenschen goed Nederlandsen\'
te kunnen spreken.
Itij de hier volgende beschouwingen moet in hel oog gehou-
den worden, dat ik inij er op toelegde zooveel mogelijk typen
Ie geven, maar dal alle denkbare overgangen van kruising
voorkomen, een onderwerp, dat nog meermalen ter sprake zal
gebracht worden.
De geneesheer vindt onder de mannelijke kleurlingen nu eens
robuste, buitengewoon sterke menschen, dan weder zeer ma-
gere, zwakke, anaemische individuen. Die twee typen maken
het grootste aa/ital uit. Het eerste is het meest, gewone bij
kleurlingen . die hunne jeugd in Europa hebben doorgebracht,
\'t Schijnt, dal hel gematigde klimaat een zeer gunstigen in-
vloed op de lichamelijke ontwikkeling dier menschen uitoefent,
vooral in den lijd, dat de groei hel sterkst is. Hel tweede
type is algemeen bij de armere klasse, die dikwijls in de
meest ongezonde buurten (vooral in den onmiddellijker) omtrek
der stad Batavia) woont. Eeaigc jaren ondervinding, als officier
-ocr page 117-
M
van gezondheid der Bataviasche schutterij. hebben mij de waar-
iieid doen kennen, dal de beide genoemde typen scherp tegenover
elkander slaan en niel dikwijls tusschentrappen voorkomen.
Bij vrouwelijke kleurlingen is dal minder hel geval. Wij
vinden bij baar, vooral bel volgende: in de jeugd, kinderen
mei dikke buiken, weinig ontwikkelde borstkas en magere ex-
tremileiten: dan vroege geslaehlsrijpheid in bel 131\'levenjaar ge-
middeld), waarbij de buik in omvang afneemt, de borstkas en de
extremiteiten beier ontwikkelen, banden en voeten klein blijven
en niel zelden fraai zijn gevormd: dikwijls belangrijk groote
borstklieren; zeer lang, rijk en dik, zwarl hoof liaar, soms ge-
lijkend bijna op paardenhaar wat de grofheid belreft; ta-
melijk groote vruchtbaarheid of volkomen steriliteit. Na hel
dertigste jaar begint meestal een belangrijke vetvorming en
neemt de omvang van bel lichaam uitermate toe. Gewoon»
lijk zijn de moeders goede minnen voor hare kinderen.
Dn. F. A. (]. Waitz meent opgemerkt te hebben, dat hel
eerstgeborene der kinderen, die een Europeaan bij eene kleur-
linge verwekt, bet donkerst gekleurd is en volgende kinderen
telkens lichter en blonder worden: eene opmerking, die zeker
zeer vele uitzonderingen toelaat.
Behalve de malaria-invloeden, die als hoofdoorzaak tot hel
ontslaan van bel zwakke type moeten worden beschouwd , vooral
tengevolge van bel voorkomen van koortsen, moet onder de oor-
zaken lol ziekle worden gerekend de slechte , ondoelmatige voe-
ding, die aanleiding is lol vele darmzieklen. Verder vindt men
vee! sypbilis, en zeer dikwijls longtering (Ik behoud dezen
naam, die in de laatste jaren bestrijders vindt, omdat
hij in duidelijkheid en kortheid wint. wal bij in juistheid
derft).
De verstandelijke ontwikkeling der kleurlingen loopt zeer
uileen. Er zijn hoogst beschaafde. goed ontwikkelde personen
bij, met een ferm verstand en helder oordeel: maar ook
anderen, wier domheid \'niet enkel onwetendheid] aan hel
ongelooflijke grenst, zonder nog stompzinnigheid te kunnen
-ocr page 118-
100
worden genoemd. Vooral voorbeelden van de laatste soorl
dienen in romantische verhalen lot amusement van den lezer.
maar ook tol verkeerde beoordeeling, in hel algemeen, buiten
lndi�.
Het karakter der kleurlingen is een mengsel van overdreven
goedhartigheid en verregaande slechtheid. De laatste is zoowel
het gevolg van slechte opvoeding als van ijverzucht en onder-
drukking. \'I Is nu eenmaal zoo. dal nog vele Europeanen op
hunne afstammelingen van gemengd bloed neerzien, als op een
inenschenras van geringer allooi, al maken zij een enkele uil-
zondei\'ing op die beschouwing, bijv. voor hunne eigene vrouw
en hare kinderen. Ook inlanders en (Ihineezen deelen die meening ,
wellicht ten gevolge van hel feil . dal kleurlingen gewoon zijn
met heiden meer familiaar om Ie gaan dan Europeanen dal in
in den regel doen. Toch geeft zoowel de behandeling uit de
hoogte dooi\' Europeanen, als uit gemeenzaamheid door
inlanders en Chineezen, den kleurlingen een gevoel van onder-
drukking, dat niet zelden aanleiding wordt, lol haat, welke,
hij de meestal lol drift geneigde inborst, de schromelijkste
gevolgen voor hel karakter na zich sleept. Daarbij is een
hool\'dlrek van hun karakter jaloezie, die door de handelingen
der vrouwelijke kleurlingen wel eenig recht van bestaan heeft.
Zeer waar is voor hen het gezegde van Schiller: «Eifersuchl
isl eine Leidenschafl. die mil Eifer sucht was zu leiden
schafft." In dal opzicht hebben de type-scheppende roman-
schrijvers niet overdreven. Dat er aanleidingen genoeg zijn
tot jaloezie, ook bij gehuwden, is zelfs eenmaal (misschien
wel meer. openlijk in een jaarverslag door het hooge kerkbestuur
in Indi� gepubliceerd.
Maar ik sprak ook van. zelfs overdreven, goedhartigheiden
niet zonder reden. Kleurlingen hebben veel voor elkaar en
voor hunne vrienden over: zij ontzien zich. zoo noodig,
geen moeite en kosten om anderen genoegen te doen en ver-
loonen daarbij dikwijls groole zelfopoffering. De vrouwen
zijn, als zij eenmaal vertrouwen hebben in eene ingestelde.
-ocr page 119-
101
geneeskundige behandeling, zeer goede en onvermoeibare zieken-
verpleegsters; evenwel moet de geneesheer scherp toezien, dal
er niet tegelijk geknoeid wordt niet een inlandscbe doehoen, en
voortdurend bedacht zijn op den invloed van inlandscbe voor-
oordeelen en van bijgeloof.
Vooral groole waarde moei de medicus hechten aan de
bestudeering van het karakter zijner pati�nten en hun ver-
Irouwen trachten Ie winnen door eens een praatje te maken
over onderwerpen van den dag, door het aannemen van een
sigaar ook al is die slecht\' of van kleine geschenken van
vruchten en dergelijken. Vooral minder ontwikkelden zijn voor
zulke zaken zeer gevoelig.
Een zeker wantrouwen tegenover Europeanen is geene zeld-
zaainheid: dal wantrouwen uit zich vooral door een eigenaardige
geheimzinnigheid: uien zal hij het binnen komen iemand
plotseling, zonder reden, zien wegloopen en dan kalm terug-
komen: of hij hel passeeren van een deur, die zien toeslaan:
of een papier, een brief bijv., zien omkeeren, zonder dat men
plan had er in te kijken: ergens een doekje over zien werpen,
terwijl er niets is. enz. Vragen worden met een omweg of
niet beantwoord; daardoor maken kleurlingen dikwijls een
slechten indruk hij hunne komst in Europa.
Eigenaardig is de wijze waarop, vooral vrouwelijke, kleur-
lingen diepe droefheid te kennen geven; zij blijven namelijk
Ie bed liggen, alsof zij ziek zijn: wellicht is een gevoel van
spierzwakte hij droefheid daarvan oorzaak; terwijl zij , in hunne
jeugd, niet leerden zich in hel minst te beheerschen.
Slechts zelden zal men kleurlingen aantreffen, die, ten op-
zichte van hel verdragen van het klimaat, meer tol Europeanen
naderen; gewoonlijk verhouden zij zich, uil dal oogpunt, als
inlanders. Als regel kan een verblijf in de gematigde lucht-
streek voor hen onnoodig worden geacht. Hunne huid komt
veel meer met die der inlanders overeen, zij is gewoonlijk koel
en eenigszins vochtig hij het aanvoelen. Ook de kleur nadert
meer tot die van hel Maleische ras, maar varieert van bijzon-
-ocr page 120-
102
der ilonkerbmin lol. in zeldzame gevallen. Mank. De kleur
van liet haar is zwart of zeer donkerbruin; bij enkelen blond,
hoewel dal een uitzondering blijft. Dal kleurverschil, ook van
de huid, is soms zeer opmerkelijk. Me» vindt bijv. de dochter
van een Europeeschen man en eene Javaansche vrouw niet zeer
donker gekleurd, maar de kindereu dier dochter, ook vaneen
Europeeschei) vader, buitengewoon donker. Het waarom ligt
i» het duister; het eenige, wat daarbij iels ter verklaring geve»
kan, is het atavisme, de neiging lot teruggang tol vroegere
vormen, waarover de theori�n van Dar win nadere toelichtingen
geven, \'t Is trouwens geen zeldzaamheid, ook zonder kruising,
te vinden, dat kleinkinderen op de grootouders gelijken.
Het gelaalslype nadert altijd meer lot hel Maleische: kleine
ingedrukte, eenigszins breede neus, donker bruine iris, voor-
uitstekende juk- en opperkaaksbeenderen, breede lippen. Toch
zijn bij dat type mooie vrouwen niet zeldzaam en is de lichaains-
bouw in den regel zeer fraai bij jonge lieden, terwijl de be-
wegingen zich door losheid en bevalligheid onderscheiden; be-
kend is hel, dal lipperljes" uitstekende danseuses zijn.
liet zou ons Ie ver voeren, de theori�n omtrent den invloed
van vader en moeder op hel kind. waarover reeds Virgilhis
eene gevestigde nieening had, nader uil een te zetten. De,
meening van dien Domein, dal de moeder vooral invloed heeft
op de grootte van bel kind, vindt in de kleurlingen wel eeni-
ge» steun. Zij zijn gewoonlijk niet groot.
De lenigheid der gewrichten. die bij sommige iniandsebe
vrouwen zoo buitengewoon slerk is, vindt men hij kleurlingen
bijna in dezelfde mate. Meermalen zag ik de mogelijkheid om
de vingers achterover Ie huigen lol op de dorsaalvlakte van
den voorarm. Men weel, dal de iniandsebe danseuses zich,
door oefening, er bijzonder op toeleggen die lenigheid te ver-
krijgen, en wie het nooit zag, zal leekcriingen van die dan«e-
ressen dikwijls overdreven vinden, indien phologrammen, dus
door de aaluur zelfgemaakte afbeeldingen, niet daar waren om
hem hel feit Ie bewijzen. Vele kleurlingen houden er va» hunne
-ocr page 121-
103
gewrichten door rekking of snelh beweging te doen kraken, wat.
de inlanders ook aangenaam vinden. Over eene andere gewoonte,
het knijpen en wrijven \' pidjicl en oeroel) spreek ik later uitvoeriger.
Ook de levenswijze tier kleurlingen nadert, als zij niet door
omstandigheden tol eene andere worden gedwongen, wat de
voeding betreft lot de inlandsche manier van leven; en al zijn
zij genoodzaakt een Europeeschen modus vivendi te volgen, toch
zullen zij, bij elke gelegenheid, trachten daarvan af te wijken.
Wat rijst met de handen te kunnen eten, eenigc inlandsche
kwee-kwee (gebakjes) te kunnen machtig worden, of zich Ie
goed Ie kunnen doen aan wat onrijpe vruchten met suiker en
Spaansche peper (roedjak) blijft steeds een genot.
Nog is het der opmerking waardig, dat kleurlingen, maar
ook dikwijls in Indi� geboren Europeanen kreolen) bij een
langdurig verblijf in Europa al hel typisch Indische in hunne
handelingen en denkwijzen verliezen en, in Europa, met Euro-
peanen volkomen gc�jk slaan. Keereu zij evenwel naar Indi�
terug, dan behoort het lot de zeldzame uil zonderingen, zoo
zij Europeescb blijven; al spoedig nemen zij weder Indische,
beter noem ik het, inlandsche gewoonten en denkwijzen aan.
Hel zien der tropische plantenwereld schijnt voldoende om al
de Europcesehe invloeden weder in kracht Ie doen verminderen.
Terwijl ook de huidkleur iu Europa iels lichter wordt, begint
die bij terugkomst al spoedig weer een donkerder lint te
krijgen. Ik herinner mij hierbij, hoe een goed opmerker,
eenmaal, toen hem werd gezegd: »\'l is of jufvrouw X na
haar terugkomst in Indi� weer donkerder van kleur is gewor-
den", antwoordde: «Och! dat is niet te verwonderen; \'t
waas van Europcesehe beschaving, dal er over lag, trekt er
weer af!". De voortplanting van kleurlingen in Europa maakt,
dat hunne afstammelingen somtijds reeds in het tweede ge-
slacht, geene leekenen meer van hunne inlandsche afkomst
vertoonen. Ik ken zulke, iu Europa geboren, kinderen van
kleurlingen, die geheel hel zuiver Europeesche type vertoonen.
Er worden onder de kleurlingen enkelen gevonden, die een
-ocr page 122-
104
grool, bijna onbeperkt vertrouwen hebben in de geneeskundige
behandeling door Europeesche dokters, maar de meeste ver-
kiezen verreweg de inlaudsche behandeling en knoeien toch in
het geheim, al laten zij zich schijnbaar door hun geneesheer
verzorgen.
In hel algemeen zijn zij zeer productief voor het menschelijk
geslacht. Terwijl de statistiek in Europa aantoont, dal de
gemiddelde normale productie der vrouw op ��n kind in de
Iwee jaren moei worden gesteld , komt dat gemiddelde voor
kleurlingen hooger en is, in vele gevallen, ��n kind per jaar.
Dit is misschien een gevolg van het feil, dal de menstruatie
meestal ��ne maand na den parlus op nieuw intreedt, ook
al zoogen de moeders hare kinderen zelve. Tweelingen zijn
niet veelvuldig. De pogingen lol het voorkomen van zwanger-
schap zijn niet algemeen of onvoldoende; vele, tot den hoogeren
sland behoorende vrouwen maken na den coilus gebruik van
koud-waterinspuitingen. Veel meer worden pogingen aange-
wend tol hel opwekken van abortus, dikwijls met goed gevolg.
Mechanische middelen worden daartoe nooit of hoogst zeldzaam
gebruikl, ten minste niet direkt op de. vrucht en hare omgeving
inwerkende, mechanische middelen, wel indirekte als rijden,
dansen, zich laten vallen en dergelijke: bijna altijd echter
vvordl er wal voor ingenomen , waaronder de onzinnigste, soms
zeer gevaarlijke middelen: zoo zag ik lijn gestampt glas met
buskruid en brandewijn er voor nemen, waardoor een gaslro-
enteritis mei doodelijken uilgang ontstond; vele plantaardige
middelen worden daarvoor aanbevolen en helaas! ook genomen,
in hel derde deel van dit boek zullen die nader besproken
worden; een belangrijke vergiftiging door de zaden van Croton
tiglium (?) heb ik onder zulke omstandigheden gezien. Soms
worden ook prikkels op den buikwand, de genitali�n en de
onderste ledematen aangewend.
Hel is een der onaangename zaken in de praktijk, dat den
geneesheer zoo dikwijls middelen worden gevraagd om de
vrucht al\' Ie drijven, een verzoek, dat natuurlijk even regel-
-ocr page 123-
10S
matig van de hand word! gewezen. De ondervinding leerl,
dal men liet daarbij moei laten en geen pogingen moei aan-
wcndcn de vrouw, of dikwijls ook den echtgenoot, Lol andere
gedachten te brengen door moreele overtuiging: dit wordt zeer
euvel geduid en men wendt zich lot een anderen dokter, die
natuurlijk evenzeer weigert: dan wordt eene doehoen geroepen,
die wel zoo «lief" is den ecnen of anderen raad Ie geven.
Terwijl il nor alhus en dergelijke vloeiingen hij kleurlingen
veel minder voorkomen dan hij Europeesche vrouwen, zijn
afwijkingen in den stand kantelingen en in den vorm knik-
kingen der baarmoeder niet zeldzaam. Hel vertrouwen in de
behandeling van zulke aandoeningen is door de vele goede. rc-
sullaten, die trouw worden oververteld, zeer toegenomen.
«Die trouw worden oververteld" schreef ik daar, en niet
zonder reden. \'I Is opmerkelijk hoe gaarne kleurlingen onder
elkaar gesprekken voeren, die in heirekking staan tol beval-
lingen , inenstruaalsloornissen, uleruslijden, enz. Er behoort
niet zelden veel geduld toe, die verhalen aan Ie hooien, welke
lot in de geringste bijzonderheden mededeelingen inhouden
over doorgestane of bijgewoonde verlossingen. of over de
stoornissen, die vriendinnen en kennissen in haar menstruaal-
periode hadden. Al die zaken boezemen haar buitengewoon
belang in. zooals De Graaff reeds in de 17\'\' eeuw opmerkte.
Een karaktertrek van mannelijke kleurlingen is, dat zij
allen wenschen op bureau\'s of kantoren werkzaam te zijn.
Handenarbeid is hun onaangenaam; hoogstens als opzichter,
en bij meer ontwikkeling als machinist. willen zij werken.
maar bureauwerk is hun illusie. Zij schrijven in den regel
zeer netjes. Wordt lichaamsbeweging noodzakelijk bevonden,
dan is de jacht daartoe een geliefkoosd middel, een uitspanning
trouwens, die zij toch gaarne nemen.
De kleurlingen krijgen spoediger een oud voorkomen dan
Europeanen en naderen ook in dat opzicht meer tol inlanders.
Bij vrouwen vall dal spoedig oud worden veel meer in hel
oog dan hij mannen; misschien hangt dal wel samen met de
-ocr page 124-
106
verandering, die de huidkleur bij haar ondergaat door de algemeen
gebruikelijke gewoonte om hel gelaat, den hals en het bovenste
gedeelte van de borst niet b�dalt (zie later) te bepoederen.
De openingen der zweel klierljes worden op den duur daar-
door verstopt en het daarin verblijvende poeder verandert van
kleur, waardoor een lint ontstaat, die hel best door het woord
groezelig wordt aangeduid. De afscheiding van het zweet wordt
er door belemmerd en de huid krijgt een droog en Hels aanzien.
Het is werkelijk verwonderlijk, dal velen het bepleisteren met
zulk een wille massa mooi vinden.
Enkele, meestal vrouwelijke, kleurlingen kauwen sirih,
vooral als zij wat ouder worden. Men moet daarop soms
rekenen bij de beoordeeling van de kleur der tong en dei-
lippen.
Misbruik van alcoholica of van opiurn is zeldzaam; uitput-
ting door overdreven voldoen aan den geslachtsdrift komt
veel voor.
Terwijl dikwijls de zeer fraaie, witte tanden der kleurlingen
worden bewonderd en vrouwen buitengewoon veel werk
maken van hel onderhoud dier deelen, door die bijv. met
afzonderlijk daarvoor gezochte, kleine, ronde, witte steentjes
te wrijven, hebben mij toch de Nederlandsche, Fransche en
Amerikaansehe landartsen, die ik leerde kennen, verklaard
bijna nooit zulke belangrijke landaandoeningen in andere
landen te hebben gezien als bij kleurlingen in Indic. Die
heeren hebben dan nok voortdurend een drukke en winslge-
vende praktijk.
Ten slotte zij opgemerkt, dat hel altijd een moeieUjke taak
zal blijven een goed overzicht van kleurlingen te leveren;
de redenen daarvoor zijn vooral de buitengewoon veelvuldige
kruisingen der rassen en ook de onzekerheid der afstamming.
Bij de geringe moraliteit blijft bet laatste punt altijd zeer
laslig uil te maken. Van de kruisingen stelle uien zich het
meest gekompliceerde voor. Ik ken hier menschen, wier
afstamming aldus te formuleeren valt:
-ocr page 125-
107
Europeaan. Afrikaansche Armeni�r. Snendaneesrho Europeaan. Javaansche
Xeperin.
                        vrouw.                           vrouw,
zoon.                               dochter,
zoon.                                                    \' ~ \'
dochter.
dochter.
Tol welk vnlkstype moet men zulk een kind mi rekenen ?
Het negertype is overheerschend in dit geval, wat ook wel te
hegrijpen is. De kruisingen komen evenwel nog veel samen-
ges telder voor.
De oude Portugeesrhe namen, die men bij kleurlingen aantreft,
strekken dunkt mij tot bewijs, dat hunne voortplanting, reeds
sedert een paar eeuwen, niets te wenschen overlaat.
Voor een statistiek, die eenige waarde voor de physiologie
zou hebhen, zijn de registers van den burgerlijken stand
onbruikbaar. De wet kent Kuropeanen en met hen gelijk-
gestelden; de laatsten nu bevatten allerlei soort van menschen
en het is mij hekend , dat bijv. een inlandsche christen , gehuwd
met eene inlandsche vrouw, zijne kinderen uit dat huwelijk
in de registers van den burgerlijken stand liet inschrijven als
Europeanen. Hij behoeft daarvoor zijn. meestal uil den
bijbel genomen, naam maar een kleine wijziging Ie geven en
bijv. Jonathan tot Jonathans Ie vervormen: zijn gehoorle- ol
huwelijksakle worden toch niet gevraagd. .Men begrijpt hoe
moeilijk hel dan wordt zuivere gegevens te verkrijgen; ja zelfs,
dat de moeielijkheid lol onmogelijkheid stijgt, zooals ik later
uitvoerig bespreken zal.
De Arabieren kan men uit een praktisch oogpunt gelijk stellen
met inlanders. Het is noodig iels van de oude theori�n omtrent
warmte en koude hij ziekten en van de geneesmiddelen der
oude Arabische school te kennen. Zij zijn zeer sterk in die
onderscheidingen en volgen die school in hunne meeningen.
-ocr page 126-
108
De Negers zijn slechts in een gering aantal aanwezig; zij
zijn bijna allen afkomstig uil hel leger, sedert den tijd, dal
van dr Kust van Guinee Negers als soldalen werden aangevoerd.
Hun afstammelingen niet inlandsche vrouwen houden hel neger-
type zeer sterk, zelfs eenige geslachten lang. Zij zijn in hel
leger gelijkgesteld niet Europeanen en worden len gevolge
daarvan door de inboorlingen zwarte Hollanders (wang wolanda
dam)
genoemd. Zij zijn zeer groote liefhebbers van spirituali�n
en daardoor erge dronkaards. Uil een physiologiscfa oogpunt
bieden zij o. a. de bijzonderheid aan van buitengewoon groote
genitali�n te hebben. I)k. G. Luchtmans verhaalde van een
Neger, die tweemalen een lintworm, waarvan hij een stuk was
kwijt geraakt. in de urethra bracht en zoo liet voorkomen van
een laenia in de blaas simuleerde. Men kan daaruit opmaken.
hoe groot hel linnen der urethra bij die inenschen is. Guinea-
worm heb ik nooit gezien.
-ocr page 127-
K L E E D i N G.
Bij de beschrijving der kleeding zal ik mij weder tot algemeen-
lieden bepalen, evenzeer als dat ook bij de behandeling der
inwoners heeft plaats gehad. Soms, \'t is waar, werd en
wordt ook bier tot bijzonderheden afgedaald, maar den was
dat uit een geneeskundig oogpunt noodzakelijk. Ik schrijf
geen ethnographie van den Indischen Archipel, maar geef
alleen opmerkingen uil die wetenschap, voor zooverre zij
van meer rechtstreeks belang zijn voor den beoefenaar der
geneeskunde, liet kan wenschelijk zijn in enkele opzichten
later door hel raadplegen van meer uitgebreide werken de
soms bijna aphoristische mededeelingen aan te vullen; vooral
voor de streek, waar men gevestigd is. Batavia, waar ik
thans reeds meer dan 22 jaren verblijf, geeft zoo wal
van alles te zien, en op eigen ondervinding baseerde ik mijne
schetsen , aangevuld met de studie van wat anderen publiceerden.
De gewone kleeding van den inlander bestaai uil een vrij
grooten, vierkanten, met figuren gekleurden, katoenen doek,
die in elkaar gevouwen op hel hoofd wordt gedragen: een
gekleurd, katoenen baadje; een nauwe, katoenen broek en een
lange katoenen sjerp, die om het middel wordt gewonden (kain
pandjang).
De vrouwen dragen geen hoofddoek! soms in den
zonneschijn alleen een stuk gekleurd katoen over hel hoofd:
een langer baadje dan de mannen, zoodal hel over de knie�n reikt.
terwijl hel op de borst dubbel is gevoerd : een sarong, die bij wijze
van rok wordt gedragen : de Javaansche vrouwen bovendien een
borstdoek, terwijl door allen een zeer lange doek (slendang) over
den schouder wordt geworpen, die gewoonlijk dient om het een
of ander Ie dragen. Kinderen loopen naakt, of dragen de vroeger
-ocr page 128-
110
genoemde oio (pag. 77) benevens een gouden of zilveren plaat
lol bedekking der schaamdeeleu, die in het Soendaneesch ampok,
in hel Maleisch tjaping heel. Dal is de kleeding van den mid-
(lelsliinil en van alle inlanders in hun gewone doen, waarbij
nog komt de ioedoeng, een groote, platle hoed van bamboe, van
verf en vernis voorzien, die hij hel werken op het land, ook
wel door vrouwen, gedragen wordt.
Feestelijk uitgedoscht, dragen de mannen dikwijls een vest
lot boven loegeknoopl, een baadje en een broek van laken en
sandalen (zie pag. 81) of schoenen. De vrouwen hebhen dan
dikwijls kleedingstukken van zijde. Over de hoogst ondoel-
inatige, bij staatsblad voorgeschrevene, officiecle kleeding der
inlandsche ambtenaren zal ik niets zeggen; zij wordt trouwens
maar enkele uren in hel jaar aangetrokken.
Arme lieden dragen alleen een baadje en een stuk .sarong:
koelie\'s
onder hun werk meestal alleen een korten sarong. De
gewone kleeding word) altijd door aangehouden en alleen bij
het baden voor een oogenblik afgelegd; soms wordt bij hel ter
ruste gaan, een enkel klcedingsluk uitgetrokken; is hel pakje
versleten, dan wordt een nieuw aangeschaft. Veel zindelijk-
heid in de kleeding is een bijzonderheid; zij wordt, eenmaal
per jaar vernieuwd en de mooiste kl�eren worden, in ��n
huisgezin, gedragen door den oudsten zoon. Hel eenige klee-
dingstuk, waaraan veel waarde gehecht wordt is de hoofddoek,
fselangan Ic�pala, die o. a. zeer zorgvuldig voor nat worden
wordl beveiligd.
Javanen en de meeste Soendaneezen dragen altijd een kris.
Met is onnoodig over dit wapen nader uittewijden: men zou
daarover een afzonderlijk boek kunnen schrijven.
Als regel wordl hel hoofdhaar bij volwassenen niet afgesne-
den. Dij kinderen wordt hel hoofd kaal geschoren; bij jongens
heeft dil uiterlijk op hun tweede jaar plaats, waarbij dan
volgens voorschrift van Mohamrd , twee lokken moeien blijven
slaan, die Icoeljir of gembak heeten; hij meisjes blijft alleen
op de kruin wal baar staan (koenljoeng). Het afknippen
-ocr page 129-
111
daarvan (toeg�l) heeft bij de besnijdenis en hij het huwelijk
plaats.
De beschrijving van den haartooi kan hier achterwege blijven,
onder aanteekening alleen, dal de vrouwen niet zelden valsche
haarvlechten (tj�mara) in haar eigene haren mengen.
De Chineezen dragen als gewone kleeding een strooien hoed
met tamelijk breeden rand; een wille kahaai, waarover nog
een dergelijke of een zwarte; een zeer wijde, zwarte of blauwe,
katoenen broek, waarvan liet kruis bijna tusschen de knie�n
komt: laken schoenen mei dikke, zachte zolen, hij goed weer
maar bij regen, schoenen met houten zolen , die in hel midden,
in de dwarste gepleten zijn. Hunne zeer fraaie staalsieklee-
ding en die bij begrafenissen is dezelfde, die in China wordt
gedragen. De Chineesche vrouwen kleedcn zich in den regel
als inlandsche en alleen bij buitengewone gelegenheden in de
echte Chineesche kleeding. Waaiers (hipas) en zonne-of regen-
schermen (pajong) zijn zeer gewild. De laatste, van bamboe
en papier vervaardigd, worden ook dooi\' inlanders en Europea-
nen gebruikt.
De Arabieren dragen, zoowel als de Hindoes, die somtijds
tijdelijk verblijf houden, de kleeding, die zij in hun eigen land
droegen, bij beiden voornamelijk beslaande uit wit katoen;
hij Arabieren vermeerderd met een gekleurd, dikwijls gebor-
duurd vest.
Deze kleeding van de niet-Europeanen geeft weinig aanleiding
lot beschouwingen. Zij schijnt in hel algemeen zeer goed voor
het klimaat geschikt en wordt dan ook door Europeanen voor
een gedeelte, namelijk als nacht- en huiskleeding, gevolgd.
De Europeanen, kleurlingen en Negers hebben allen dezelfde
kleeding. Zij volgen de Europeesche modes voor avond- en
-ocr page 130-
112
feestkleeding, zoowel voor mannen als voor vrouwen. Bij
de gewone bezigheden worden door mannen in den regel wit Ie,
katoenen kleederen gedragen: wal bij vriendschappelijke teza-
menkomsten ook wel gebeurt. De meesten dragen een over-
beind, een das, een witte broek , kousen, verlakte of witte,
linnen schoenen en een witte jas. Bij laken of gekleurde
broeken wordt een onderbroek gedragen; velen hebben flanellen
onderhemden. Haar drukking om het middel dikwijls slecht
wordt verdragen, hebben sommigen de gewoonte om bretelen te
gebruiken, wal aanbeveling verdient. Het hoofddeksel is de
gewone kleine zwarte of grijze hoed, soms een helmhoed van
kurk: bijna nooil strooien hoeden. Vroeger liepen mannen
des namiddags gewoonlijk blootshoofds, wat thans zelden meer
geschiedt.
De nacht kleeding bestaat uit een zeer wijde nachtbroek van
dun. gekleurd (of gebatikt) katoen en een witte kabaai. In
huis sloffen (tjanella).
De vrouwen dragen in huis sarong en kabaia, waaronder
een hemd, of een onderlijfje {koetang) en soms eene broek:
verder sloffen, die in de laatste jaren van hooge hakken zijn
voorzien. Ken hoed wordt slechts bij zeldzame gelegenheden
opgezet, ofschoon hoeden hoe langer hoe meer in gebruik komen,
bij het reizen per spoortrein, bij feestelijke bijeenkomsten en
dergelijke. Handschoenen worden gewoonlijk alleen op partijen
gedragen.
Als de dames dure, gebatikte of zijden sarongs dragen, hebben
zij veelal de gewoonte er een tweeden, minder duren onder
aan te doen.
De gewone sarong is een uitstekende onderlegdoek bij ver-
lossingen. Zij is groot genoeg: altijd dubbel, gemakkelijk te
verwisselen en wordt door bloed niet sterk gekleurd. Ook
voor ziekenkleeding is die open rok zeer geschikt. Men zij er,
vooral bij aandoeningen van bel darmkanaal, op bedacht hel
dragen van kousen en zelfs van een broek des nachts, voor te
schrijven. omdat de sarong door de bewegingen in bed naar
-ocr page 131-
11 o
hoven schuift en zoo de onderste lichaamshelft Ie veel wordt
afgekoeld.
Sommige mannen, o. a. alle Engelschen, dragen \'s nachts
een sarong.
De mannelijke kleurlingen van den middelsland hebben zelden
andere dan witte kleederen. Hunne vrouwen, in dien stand,
bijna altijd sarong en witte kabaia. Japonnen zijn in liet da-
gelijksche leven, een uitzondering, evenzeer als kousen, broe-
ken eu hemden. Koelang\'s zijn zeer gebruikelijk.
Zeker voldoet de wijze, waarop de Europeanen zich kleeden,
volstrekt niet aan de eischen van het klimaat en de gcnees-
heeren geven bel voorbeeld van ondoelmatige bedekking door
altijd zwarte kleeren te dragen. Op hoofdplaatsen ten minste
geschiedt dat altijd. De reden daarvan is niet te zoeken in
de poging om er deftig uit te zien, maar wel in de noodza-
kelijkheid. Men rijdt den gansenen morgen rond door stol\' of
regen, komt ook in kleine buizen, ontmoet dikwijls niet zeer
zindelijke kinderhanden, enz.; hel gevolg daarvan is, dal po-
gingen om witte kleederen Ie dragen schipbreuk lijden op de
omstandigheden, welke zulke witte kle�ren al spoedig een
minder friscb aanzien geven. Zwart houdt zich beter, al is
het overigens niet aan te bevelen.
Het is natuurlijk weinig rationeel gedurende de warmste
uren van den dag meer en dikkere kleedingslukken te nemen
dan gedurende den koelen avond- en nachttijd; maar de gepaste,
luchtige nachtkleeding is, ten minste in haren tegenwoordigen
vorm, ongeschikt voor de dagelijksche bezigheden. De, in vele
opzichten, praktische Engelschen dragen o. a. in Britsch-Indi�
en te Singapore een veel betere, dagelijksche kleeding, die
cenigszins nadert tot de kabaai en nachtbroek. Zij hebben
witte pantalons en witte, mei ��ne rij knoopen tot aan den
hals gesloten jassen, met een kleinen, opslaanden kraag en
groote, kurken hoeden met wil katoen of witte zijde bekleed.
Men vindt dal evenwel niet gedistingeerd genoeg in de Neder-
landsche kolonie.
U
-ocr page 132-
1 14
Als de meesl praktische en uil een hygi�nisch oogpunt beste
kleeding moei men de wil katoenen noemen. Linnen is te
warm, waartoe veel bijdraagt, dat de kleederen in don regel
niel gemangeld, maar gestreken worden. Lichte, zoogenaamde
Chineesche zijde is ook goed.
Hel dragen van flanel is aanbevelingswaardig, oindal hel
een slechte warmtegeleider is, zooals alle wollen stoffen, en
levens veel vochl, door de huid afgezonderd, opslorpt. Door
de dikte van hel flanel kan ile verdamping van dal vocht sleehls
betrekkelijk langzaam plaats vinden, wal, in verband mei de
slechte warmlegeleiding, hel snelle veranderen van temperatuur
aan de lichaamsoppervlakte voorkom!. Herinnert men zich
hierbij wal over de inwerking van zonnewarmte en wind
vroeger is gezegd (pag. 16 , dan springI hel voordeel van flanel
duidelijk in hel oog. Kr zijn ook vele inlanders. die flanel dragen
en voor reizigers moei men flanellen onderklefren als onmisbaar
beschouwen. Hoe theoretisch juisl deze beschouwingen ook
zijn, geel\' ik toch aan ouders nimmer den raad hunne gezonde
kinderen, van jongs af, aan flanel Ie gewennen, omdal ik hel
voor heler houd , hel lichaam. zoo mogelijk . legen de telkens
lerugkeerende invloeden van den atmospheer te harden. Men
moet evenwel mei de individualiteit, den erfelijken aanleg, enz.
rekening houden : zoo moei aan personen , die eenmaal dysenterie,
Indische spruw of andere belangrijke darmaandneningen door-
stonden; die neiging hebben lol rheunialiscbe ziekten: bij wie
longtering erfelijk is. enz. hel dragen van flanel worden voor-
geschreven. Evenzeer is hel noodig voor allen . die veel in de
open lucht werken. Steeds moei voor onderkleederen wit
flanel worden gebezigd. De zeer gebruikelijke, donker ge-
kleurde, flanellen jassen zijn voor den avond of den nacht
ook aan Ie bevelen, vooral voor geneesheeren, die zoo dikwijls
\'s nachts worden geroepen: beter achl ik voor hen evenwel een
ruime, tamelijk dikke chambrecloak, die hel voordeel aanbiedt,
dal men spoedig klaar en toch warm genoeg gekleed is. Andere
personen doen goed . wanneer zij \'s avonds uilgaan. gebruik Ie
-ocr page 133-
11!\'.
maken van oen plaid of een warmen omslagdoek. Zoo oppef-
viakkig beschouwd zou men meenen, «lal in een warm land,
waiir de slaiidaardlhcrinometer zoo weinig verschillen doel
kennen, dergelijke maatregelen overbodig moeien worden ge-
acht: de ondervinding doel hier evenwel een uitspraak, welke
legen die beschouwing indruist. Zeker zullen er genoeg
Europeanen, die lang in huli� verblijf hielden, gevonden wor-
den, welke hel hier gezegde, schouderophalend, overdreven
noemen, omdat zij zelve nimmer zulke voorzorgen namen en
er toch geen nadeel van ondervonden: maai- zij verkeeren in
hetzelfde geval als moeders, die haar kinderen pap geven, om-
dat er ook wel kinderen mei papvoeding terecht komen. Fkii-
iiinam» uk Lksskps zeide in een loost op hel afsclieidsdiuer der
eerstvertrekkeude personen ter doorgraving der landengte van
Panama: «Weesl niet bevreesd voor hel klimaat, maar wacht
u in dat warme land voor koude!\'\': die raad is uitstekend.
Kik geneesheer heeft in huli�, ruimschoots gelegenheid onder-
vinding op Ie doen over de inwerking van de leniperaluurs-
verschillen der lucht en van den wind : hij zal na die onder-
vinding het hier gezegde beamen.
In huis zijn deze maatregelen onnoodig. Hoe meer het huis
openstaat, des Ie beter: men behoeft niet hang te zijn voor
tocht, die eigenlijk in fndi� niet voorkomt. Immers tocht
ontstaat vooral door het verschil in temperatuur, dat in kou-
dere streken heersenen kan tusschen verwarmde kamers en
koude gangen of tusschen hel warme huis en de koude bui-
lenlucht: hij is ook wel hel gevolg van het indringen van
sterken wind in nauwe en met hoeken voorziene straten. Al
die oorzaken voor lochl beslaan in huli� niet. De warmte*
graad binnen- en buitenshuis verschilt niet zooveel om lucht-
stroomen te doen ontslaan, die lochl kunnen genoemd
worden. Zeer slerkc windstroomingen zijn zeldzaam en de
wegen zijn breed, de huizen laag genoeg om die stroo-
iningen gemakkelijk te doen passeeren. \'t Is waar,\'t kan wel
eens ferm door de huizen heen waaien, maar die wind heeft
-ocr page 134-
1 l(j
in den regel niel den nadeeligen invloed van lochl. omdat hij
niel zooveel verschil in wannle oplevert.
Men begrijpe mij vooral niet verkeerd en beschuldigc mij
niel van inconsequentie, als ik vroeger gewezen heb op den
invloed der snelle verdamping van hel zweel, hij de inwerking
van wind en thans die inwerking schijnbaar gering acht. Ik
hel» toen vooral ook den machtigen invloed der zonnestralen
er bij in aanmerking gebracht, waaraan ik meen. in dit op-
zicht . grootere waarde Ie moeien toekennen dan aan den wind.
Het beste hoofddeksel, al is hel niel zeer fraai van vorm.
is een hehnhoed van knik ol\' van gevlochten bamboe mei wille
zijde ol\' wil katoen bekleed. Daarin is van binnen een dunne,
meestal bamboezen ol\' strooien rand, die om het hoofd sluit.
Die kurken helmhoeden zijn licht. absorheeren weinig warmte
en laten genoegzaam lucht doorstroomen.
Als schoeisel zijn wille, linnen schoenen, met lederen banden
versterkt, aan Ie hevelen. De gewoonlijk gedragen, verlakte
schoenen worden in den zonneschijn gloeiend heel. Hij wcrk-
zaamheden op hel veld. op landelijke ondernemingen, op jacht,
enz. loopen ook Europeanen niet zelden mei bloote voelen.
waarbij zij dan aan dezelfde invloeden onderworpen zijn als
de inlanders.
De sloffen, die in huis worden gedragen door mannen, zijn
alleen in huis bruikbaar. Keeds een kleine wandeling, mei
stollen aan, geefl een krampachtig gevoel van vermoeidheid in
de voetzolen; dat is niel. Ie verwonderen, als men bedenkt,
dal de sloffen aan den hiel geen steun vinden en dus met de
eenigszins omgebogen leenen moeien worden vastgehouden.
Nog veel erger is dit bel geval mei de thans in de mode zijnde
damessloffeu mei zeer hooge, bijna onder hel midden der
voetzool geplaatste, hakken, die een bijzonder kleine ondervlakle
hebben. De nadeelen, die door verschillende schrijvers aan
schoenen met hooge hakken zijn toegeschreven, zijn vooral hel
gevolg van de veranderde richting, waarin de aantrekkings-
kracht der aarde op hel zwaartepunt des lichaams in de buik-
-ocr page 135-
117
holle inwerkt: daardoor wordt de houding vnn hel lichaam
gewijzigd, wal ten gevolge heeft, dal, hel. os sacrum dieper
gedrukl wordl lusschen de ossa inominata; de vorm van hel
hekken verander! dus, en daardoor de ligging der zoo belang-
rijke organen in hel hekken. Vooral voor kinderen en jonge
meisjes, hij wie de. heenvorming nog niet geheel is afgeloopen,
zal dus die invloed van hooge hakken zich doen gevoelen.
Maar behalve hel hier aangevoerde, hebben die hoog gehakte.
sloffen nog hel nadeel der telkens herhaalde spiercon tra dien
in den voetzool; die spiersamentrekkingen zijn bij hooge hak-
ken sterker, omdat bel achterste gedeelte der sloffen, door die
aanhangsels, zwaarder wordl. Ik heb eenige vrouwen maanden
lang zien lijden aan hevige, krampachtige pijnen in de planta
pedis, die aan geen andere oorzaak konden worden loegeschre-
ven dan aan die hooge hakken. Plaatselijke behandeling hielp
in die gevallen volstrekt niet en hel eenige, afdoende hulp-
middel bleek mij Ie zijn. hel dragen van pantoffels (geen
sloffen) ol\' schoenen zonder hakken. Dan verdween de pijnlijke
aandoening,naeenigen tijd, van zelve. Ik heb de vaste overtuiging,
dal afwijkingen in den stand van den uterus en menslrualie-
sloornissen niet zelden liet gevolg zijn van die ongelukkige mode
om hooge hakken onder de schoenen en sloffen Ie dragen.
He gewoonte der vrouwen om Ie buis, »ongekleed" Ie zijn
geelt nog aanleiding tol enkele beschouwingen. «Ongekleed"
beteekenl hel dragen van sarony en kabaia; hij vrouwen, die
zeer op een scboonen lichaamsbouw gesteld zijn (en dat zijn
natuurlijk de meesten) vermeerderd met een vrij dik en stijf
onderlijfje (koetang). Die losse, luchtige kleeding is voor bel
heete klimaal. en vooral voor hel verrichten van huiselijke
bezigheden zeer passend. Zij is een navolging der inlandsche
kleeding en werd al vroeg in Indi� gedragen door daar gevestigde
Europeesche vrouwen, zooals o. a. blijkt uil de plaat en de
beschrijving, die Van Ljivschoteis reeds in bel laatst der 16°
eeuw daarvan gaf. Evenwel moei het dragen daarvan niet
worden overdreven, zooals maar al Ie dikwijls gebeurl. Voor
-ocr page 136-
118
kleurlingen, die niet in de noodzakelijkheid komen zich ook
wel eens anders Ie kleeden. is deze opmerking overbodig; voor
Europeesche vrouwen niet. Zij verwennen zich dikwijls door.
ook des namiddags en avonds, in sarong en kabaia rond Ie
loopen en voelen zich dan onaangenaam, stijl, bemoeilijkt in de
ademhaling, enz. als zij eens gekleed moeten zijn in Europee-
se hc kleeding. De grootere hoeveelheid kleederen, die dan
moet worden aangetrokken, gcel� hovendien aanleiding tol
meer warmteontwikkeling en als men eenige vrouwen hij el-
kaar ziet, bijv. op een avondbijeenkomst, is hel niet moeilijk
uit Ie maken, wie gewoon is zich \'s avonds Ie kleeden en wie
niet. De laalsten doen zich al spoedig door een hoogere gelaats-
kleur en door sterke zweetafscheiding kennen. Zwangerschap
maakt hij die verwende personen een. in Europeesche oogen
behoorlijke, kleeding onmogelijk. Indien vrouwen nu eenmaal
zoo verwend zijn . dan zijn voor de avond* en nachturen kabaaieu
van een dikkere, warmere stof aan Ie hevelen, evenzeer als dal hel
geval is hij anaemischc, of van ziekte herstellende vrouwen. In
die zoogenaamde overkahaaieu heerschl dikwijls een groote luxe.
De kleeding der Europeesche kinderen is zeer goed. Zij
voldoe! aan alle eischen. Pasgeborenen krijgen eeu buikband
van dubbel katoen, waarvan hel buitenste stuk in handen is
gespleten (een veelhoofdig verband), gorila of arnbel genaamd, die
straks nader beschreven wordt en twee , later ��n katoenen luier,
die eenvoudig wordt omgeslagen en mei een breeden hand
bevestigd benevens een kabaai.
De gorila wordt hij Europeesche kinderen gebruikt lol onge.
veer de 7° ol\' 8\' levens maand.
Iels grootere kinderen dragen dikwijls eeu oio. waarover
reeds gesproken is: nog grootere een lijfje en een broek, waarbij
moet worden opgemerkt . dal de broek mei knoopen aan hel
lijfje moet bevestigd worden, en zelf mei een knoop moet zijn.
gesloten. Banden, die om hel middel worden vastgemaakt
zijn te veroordeelen, omdat zij de beweging van hel bloed
zoowel als die der spijsuiassa in hel darmkanaal, hinderlijk
-ocr page 137-
119
zijn. De meeste kinderen loopen blootsvoets, en dragen kousen
en schoenen alleen hij bijzondere gelegenheden.
De kleeding der militairen is onpraktisch, wat reeds blijkt
uit het feit, dat de gewone uniform, zoowel door officieren
als door soldaten, op expediti�n dadelijk wordt gewijzigd. Zij
verkiezen een tamelijk ruime, wollen jas, in den vorm van
een atilla mei ��nc rij knoopen en voorzien van zakken niet
kleppen er overheen, een strooien hoed dikwijls mei een stuk
pisangblad er in on linnen schoenen; enkelen houden veel van
slopkousen. De kleeding, die de soldaat zich nu moet aanschaffen
uil de magazijnen, heol\'l, wal de bovonkle�rcn betreft, vooreerst
hel nadeel van, als zij nieuw is, veel blauwe kleurstof af Ie
geven, zoodal de handen en dikwijls hel gelaal daarmede
besmet zijn: passen doel zij bijna nooil en de dunne katoenen
slof hangl in alles behalve artistieke plooien om het lichaam
en de beenen.
De kleur is ongeveer dezelfde als die der kleediug van mei
dwangarbeid gestrafte inlanders: wat niel bijzonder pleizierig is.
Hel hoofddeksel, een soorl van k�pi is veel Ie zwaar en
beschut volstrekt niet voor zon en regen.
Ook hel schoeisel past slechts zelden goed.
Kr valt ten dien opzichte zeer veel te verbeteren; vele proe-
ven zijn en worden genomen met andere hoofddeksels, wollen
hemden (a la Garibaldi), buikbanden, couvre-nuque\'s en der-
gelijken, maar resultaten daarvan zijn mij niet bekend.
Den soldaten wordt levens een overjas verstrekt van een
vrij dikke, grijsbruinc slof, die den regen goed tegenhoudt
en aan de vereisen Ie n voldoet.
De officieren hebben, gelijk van zelve spreekt, eenige grootere
vrijheid in hunne kleediug. Toch zou die veel te verbeteren
zijn, waarvoor (1885) plannen beslaan, naar men zegl. Of
het wenschelijk is, zooals thans geschiedt, alle militairen van
hel geheele leger dezelfde kleeding, met zeer kleine wijzigingen
-ocr page 138-
120
voor de verschillende wapens Ie doen dragen, is eene vraag
die hier niet behandeld kan worden.
Wij komen, voor Europeanen, dus lol het resultaat, dal
de beste kleeding beslaat in flanellen ondergoed en katoenen
bovenkle�ren, mol een hclmhoed en linnen schoenen, die door
lederen strooken versterkt zijn.
Voor vrouwen zijn lichtgekleurde, ruime peignoirs aan te
bevelen en zouden de thans bijna geheel niet meer in gebruik
zijnde sainaars zeer praktisch en uit een hygi�nisch oogpunt
uitstekend zijn.
Nog verdient vermelding, dat alle personen, die aan een
helangrijke darmaandoening hebben geleden of daartoe voorbe-
schikl zijn, hel voortdurend dragen van een buikband moet
worden aanbevolen, terwijl aan vrouwen, onder die omslan-
digheden , het dragen van een broek moet worden voorgeschreven.
De verbanddookon , die gedurende de menstruaalperiodc ge-
woonlijk worden gedragen, vervaardige men van niet te grol\'
katoen, al vereischt een dunnere stof meer verwisseling dan
een dikke. Te dikke doeken geven , bij de grootere gevoeligheid
der huid , aanleiding lot ontvellingen en het dikwijls verwisselen
is op zich zelf een voordeel. Het voorkomt prikkeling der toch
reeds eenigszins geirrileerde genitali�n en de. als gevolg daarvan,
optredende fluor alb�s.
Na de bevalling is hel dragen van een gor�a algemeen in
gebruik. De fjorila of ambet is een veelhoofdig verband uit
twee gelijkvormige, langwerpig vierkante stukken katoen ver-
vaardigd, waarvan de middenstukken in de breedte op elkaar
bevestigd zijn. Het. eene, in zijn gebeel gelaten, stuk wordt
om den buik gelegd; hel, andere, in hoofden verdeelde, wordt
daarover heen bevestigd door de strooken van weerszijden aan
elkaar vast te knoopen. De gor�a is een zeer nuttig kleeding-
stuk, dat goed aansluit, omdat men de hoofden naar eigen
keus kan vastknoopen of losser bevestigen.
-ocr page 139-
BADEN EN LICHAAMSREINIGING.
(Minerale wal eren).
Al hebben zich. in de laatste jaren, o. a. in Oostenrijk
(V. Heiira) stemmen doen hooren. die de leer verkondigen.
dal de huidkultuur, door veelvuldig wasschen en haden, eer
na- dan voordeelig moei worden geacht, zoo heeft de honderdc
jaren lange ondervinding locli geleerd, dal de reiniging en
verpleging der huid in een heel, klimaat wel degelijk moet geacht
worden noodig te zijn tot het behoud der gezondheid. Wel vindl
men menschen, die zich nimmer baden, omdat zij er uiet tegen
kunnen, en die zich dus bepalen tot wasschingen, soms mei
lauw warm water: maar die enkele uil zonderingen. waarover
nog later gesproken zal worden, bevestigen eenigszins den
algemeenen regel. Wij hebben reeds vroeger opgemerkl, hoezeer
de huidwerkdadigheid in een warm klimaat wordt aangewakkerd
en hel laai zich begrijpen, dat zorg voor een orgaan van zoo
hoog belang, van hel grootste gewicht moet worden beschouwd.
Herinnert men zich hierbij de globale cijfers, die de physiologic
voor de zweelkliert jes aangeeft. als bedragende ongeveer 2800
per vierkanten duim of niet minder dan 7.000,000 ongeveer
voor een man van gewone grootte, terwijl de lengte der
zweetklieren te zamen op ongeveer 28 mijlen geschat wordl.
dan springt de noodzakelijkheid van buitengewone zorg voor
die belangrijke organen nog meer in hel oog.
Het is bekend. dal hel zweel dikwijls een bijzondereu.
eigenaardigen geur verspreidt . die voor verschillende individuen,
soms voor verschillende faniili�n. verschillend is: ja waardoor
enkele menscheurassen zich van anderen onderscheiden. De
alles behalve opwekkende schildering, die Dr. Minaret ons
-ocr page 140-
122
geeft, van de geuren, die een Pransche boer verspreidt, als hij
den geneesheer raadpleegt over aandoeningen der voeten of
der genitali�n, vindt gelukkig in India geen toepassing. Wel
kan men opmerken, dat de donkergekleurde inenschen, in hel
algemeen, sterker rieken dan de lichter gekleurden, terwijl
de eigenaardige mengeling van de geuren van hoter-, bokken-
en andere zuren hij de eersten over hel geheele lichaam
verspreid is en hij de laalslen zich meer lokaal voordoet, vooral
onder de oksels en, hij mindere zorg voor reinheid, ook aan
de voeten, vooral lusschen de Iconen. �usschen die uitersten
vindt men verschillende trappen van ge ur ver spreiding, die vrij
regelmatig toe- of afnemen, naarmate de huidkleur donkerder
of lichter is.
Hetzelfde verschil valt op te merken hij de afscheiding van
huidsmeer, die hij donkergekleurden sterker is en aanleiding
geeft, dal de huid, in den regel, des te glanziger, soms zelfs
glimmend, wordt . naarmate de kleur minder licht is.
Hel water te Halavia, dal tol baden gebruikt wordt, heeft
een gemiddelde temperatuur van 26 a 27° C. Dal water wordt
gebruikt of als volbad, door onderdompeling, of als schephad
ten minste door Europeanen en hunne omgeving. Inlanders
en Chineezen baden veelal in de rivieren, waarin het water
een iels hoogere temperatuur heeft. In de bergstreken zijn
ook rivierbaden bij Europeanen in gebruik. De vrij groole
kracht, die hel stroomend water daar somtijds heeft, kan
nuttig effect doen bij enkele ziektetoestanden.
Omlreul den invloed, die bel volhad op hel normale, men-
schelijke lichaam heelt, deed Du. K�neut, officier van gezondheid.
Ie Batavia, belangrijke waarnemingen. Hij een luchltempera-
luur van ,"l° \'alles volgens den honderddeeligen thermometer]
begaf hij zich in een waterhad van 26°9, dat 600 kilogram
water bevatte. De lichaamstemperatuur, in de mondholte
gemeten, na het ontkleeden, was 56°8.
Vooral\' zij nog gezegd dal, de hoogere luchttemperatuur geen
-ocr page 141-
123
invloed op die van het water had, dal, voortdurend bewogen,
na 8 uren met de lucht in aanraking geweest Ie zijn slechts
0°1 in warmte toenam.
Na 20 minuten verblijf in hel volbad was hel gevoel van
koude zeer sterk; door hel klappertanden was het moeielijk
de temperatuur in de mondholte te bepalen. De ademhaling
was normaal, 12 maal per minuut: de pols evenzoo, 80 slagen
per minuut. De temperatuur in de mondholte steeg eerst lol
"»7°." en daalde later tot �702 ; zij bleef dus hooger dan de voor
hel had waargenomene. Die stijging is waarschijnlijk hel gevolg
van hel wegdrijven van het bloed uil de extremiteiten, wat des
te waarschijnlijker wordt . als men wed , dal de vvarmlegraad
tusschen de teenen, na had, was gedaald lol 28°.
De wanulegraad van het badwater, die, zooals gezegd is,
hij hel begin der proef 26^0 bedroeg, was hij het einde 27°2,
dus 0°� gestegen.
Wordt die stijging der temperatuur uitgedrukt in kilo-calori�n
(��n kilo-calorie is gelijk aan de hoeveelheid warmte uoodig
om ��n kilogram water ��n graad in temperatuur ie doen
stijgen), dan zijn in 20 minuten door hel lichaam 180 kilo-
calori�n aan hel water afgegeven. Volgens Liebbrmkister\'s
proeveii nu zijn 180 kilo-calori�n voldoende om ."»7 grammen
eiwil of 20 grammen vel of 40 grammen koolhydraten te
verbranden.
Een gewoon gebouwd mensch geefl in 20 minuten \'M) kilo-
calori�n al\', welke hoeveelheid hij sterke beweging lol 100
calori�n stijgt. Hel bad ontnam dus aan hel lichaam bijna
hel dubbele van de hoeveelheid warmte, die bij sterke beweging
verloren wordt. Hieruit kan men de gevolgtrekking maken, dal
een gewoon, koud volbad de stofwisseling zeer sterk bevordert.
Hel is dus tegenaangewezen hij koorts). Dal de stofwisseling
vermeerdert, blijkt uil hel feil, dal de lichaamstemperatuur
niet daalde. (Hij koorts is de stofwisseling toch al vermeerderd
en een bad doet dus kwaad).
Deze proef bewijst evenwel niet geheel afdoende, daar Du.
-ocr page 142-
124
K�nert zelf bij een latere proef, die 40 minuten duurde,
slerhls 120 kilo-calori�n verlies vond.
In alle gevallen wordt de stofwisseling door een kond volbad
vermeerderd en ik ben hel volkomen met de zoo even aangegeven
uieening van Dit. K�neiit eens, dal in den regel, zulk een bad
kwaad doel bij koorts, al zijn er omstandigheden, waarin zeer
koude ijsbaden, door hel verlagen der temperatuur, bij koor Is
nul kunnen doen.
Stortbaden zijn niel zoo algemeen in gebruik, evenmin als
volbaden. De meesl gewone manier van baden voor Europea-
nen is hel sehepbad. Slorl- en volbaden beliooren meer lol
de artikelen van weelde, ten minste op de hoofdpplaalsen.
Hel vullen der daartoe benoodigde vaten vereiscbl banden-
arbeid in minieren zin dan voor schepbaden en kost dus meer
geld. In de bergslreken wordt nog al gebruik gemaakt van
stortbaden, die dan door hel aanbrengen van een hollen
bamltoe. panl.joran genaamd, in den loop eener heek worden
gevormd en meestal in de open lucht worden genomen. Men
moei aan zulke stortbaden gewoon zijn om die aangenaam Ie.
vinden , hoewel sommige personen die dadelijk de voorkeur geven
hoven anderen. De afkoeling is, voor bet. subjectieve gevoel,
veel grooler door een ferm stortbad dan door een volhad.
Niet zelden gaal de eerste aanwending van een stortbad met
een gevoel van beklemdheid gepaard, wat ook wel hij baden
met onderdompeling plaats vindt. Hoe weinig men dal ver-
wachten zon. zijn toch eenigc gevallen van verdrinken in de
badkamer hekend. die waarschijnlijk hel gevolg zijn van dal
plotseling opgekomen gevoel van beklemdheid niel onmacht
gepaard.
Dal stortbaden, regenbaden, douches en koud-wateromslagen
in een heel klimaat, als geneeskundige behandelingswijze,even-
zeer aanwending kunnen vinden als in een koelere luchlslreek,
spreekt van zelf. Wij beperken ons. voor het oogenblik
evenwel, lol de bespreking van het baden door gezonde personen.
-ocr page 143-
12S
Sommigen houden\' er van een regenbad te nemen, door.
gekleed in een sarong, onder een dakgoot te gaan slaan, als die ,
na een lievigen regenbui, veel water afvoert. Dit is dus een
ferme douche. Voor Europeanen heeft het loopen in een lro-
pischen stortregen, ten minste als dat wat lang duurt, gewoon-
lijk nadeelige gevolgen: belangrijke kalarrbale of rbeuinalische
aandoeningen, niet zelden niet koorts gepaard, zijn daarvan
de gewone gevolgen. Zelfs zag ik door hel langdurige verblijf
in een regenbui hevige aandoeningen van hel centrale zenuw-
stelsel onstaan. Voor inlanders kan hel verblijf in den regen
geen kwaad en zij verlustigen er zich in , vooral de kinderen ,
om naakt in een ferme bui Ie loopen. Wanneer wij later de
akkliuialatie bespreken, zullen wij gelegenheid hebben op die
gehard beid legen weersinvloeden terug Ie komen.
Zooals gezegd is worden aan de kustplaatsen gewoonlijk
sehephaden genomen isiram) en wel door mannen, in den regel,
geheel naakt, door vrouwen gekleed in een sarong. Hel koude
water wordt met een schepper [gajong), van blik of van een
uilgcbolden klapperdop vervaardigd, over hel lichaam geworpen;
inlanders bezigen ook wel omgebogen, groote bladeren daartoe.
Velen hebben daarbij de minder goede gewoonte het gelieele
hoofd, of ten minste hel behaarde gedeelte daarvan. niet te
bevochtigen, wal natuurlijk aanleiding geeft tot vermeerderden
bloedsaandrang naar de hersenen. Bij beslaande maag- of
darmkatarrhen geeft de afkoeling der huid en bel terugdringen
van het bloed uil de huid-haarvaten dikwijls aanleiding lot een
gevoel van drukking en volheid in het epigaslriuni. Dat kan
worden voorkomen door eerst, met de hand , hoofd en borst
nat Ie maken, dan een fermen straal water te laten vallen
op de maagstreek en eerst daarna hel gewone schepbad Ie
nemen.
Schepbaden moeien niet langer dan een kwartier duren.
Bij een langdurig verblijf in liitli� wordt niet zelden hel
gebruik der gewone schepbaden onaangenaam; men vindt
-ocr page 144-
12G
personen . die vele jaren achtereen gewoon waren zich dagelijks
tweemalen Ie luiden en dan bemerken, dat zij, doorliet voort-
zellen dier gewoonte, een koortsig gevoel krijgen, dal enkele
malen lol werkelijke koorts stijgt. Den znlken is het gebruik
van volbaden aan Ie bevelen , die dan gewoonlijk goed worden
verdragen.
Inlanders, en de meeste (lliineezen - beschouwen hel nemen
van een bad alleen als een middel lol afkoeling en niet tol
reiniging: zij gebruiken geen zeep, en loopen even naar de
rivier of naar een nul , als ze bet warm hebhen , en droogen
zich niet af, wal ook niet noodig is.
Hel voorschrift, om na bel baden . liefst mei een ruwen band-
doek , zich sterk al\' Ie wrijven, is in Europa noodzakelijk;
\'I kan in fndie geen kwaad . maar bel is niet absoluut noodig,
om daarmede zoo consci�ntieus Ie zijn. \'I Water verdampt
toch snel genoeg.
l)e werkelijke reiniging van hel lichaam heeft bij inlanders
en Chineezcn niel plaats: Europeanen nemen ook wel eens
een bad Ier verl\'risscliing alleen , maar beschouwen bel toch in
den regel als een middel om door zeep en door wrijvingen het
lichaam van de aanklevende voldeden of oiireinhcdcn Ie zuiveren.
Verfijnde inlanders hebben mij wel gezegd, dat de aangenaamste
manier van baden is. zich eersl eenige scheppen water over
hel lichaam Ie werpen, dan wal Ie wachten, tot men een
gevoel van koude krijgt door de verdamping van het water,
(Mi daarna op nieuw zich Ie sirammen. Dit voorschrifl wordt
door Europeanen van zelf opgevolgd . omdat zij zich eersl hel
lichaam nat maken, daarna inzeepen en dan nog eens scbep-
baden gebruiken.
De meeste Europeanen baden tweemalen daags: mannen
gewoonlijk \'s morgens vroeg, bij bel, opstaan en \'s middags tegen
�i of 6 ure. als zij van hunne werkzaamdenen lerugkeeren:
vrouwen wal later op den dag, legen l� of 11 ure, als zij
-ocr page 145-
127
hare huiselijke bezigheden hebben verricht, en dan nog eens
\'s middags. Zeer dikwijls wordt den geneesheer raad gevraagd,
omtrenl den meest doelmatigen lijd van den dag lot het baden.
Uit een physiologisch-hygi�nisch oogpunt dient men te bedenken,
dat alle plotselinge veranderingen van temperatuur, op de be-
reikbare lichaanisdeelen aangebracht, nadeeligegevolgen kunnen
hebhen: daarom kan ik mij niet vereenigen met den raad , in
vele boeken gegeven, om onmiddelijk na het verlaten van hel
bed een koud had Ie nemen. Al is de gewoonte om in bed
een deken of een bedekkend laken Ie gebruiken volstrekt niel
algemeen, toch heeft men hij hel verlaten van bet bed een
gevoel van verhoogden vvarmtegraad, die natuurlijk niet essen-
li�el bestaat. De plotselinge afkoeling in hel bad kan niel
voordeelig zijn voor de gezondheid: daarom heb ik altijd aan-
geraden, niel onmiddelijk uit hel bed naar de badkamer Ie
gaan, maar zich te bepalen tol hel uitspoelen van den mond, hel
afwasschen van gelaal. hals, borst en handen en dan eerst
een half uur of een uur rond Ie loopen voor het had genomen
word) Toch zal men personen aantreffen, die ook na zulke
voorzorgen hel morgenbad niel aangenaam vinden: mannen
worden gewoonlijk door hunne werkzaamheden verhinderd latei-
in den morgen te baden en bevinden zich dan wel bij hel had
van \'s middags !> of (> ure. De gewoonte, die zeer enkele vol-
gen , om meer dan tweemalen daags, zelfs des avonds voor hel
naar bed gaan Ie baden (al hehooren onder die enkelen ook
geneesheeren;, verdient afkeuring: er is dan een te veelvuldige
afwisseling in de invloeden, die op de huid inwerken. Het
is een slechte gewoonte, door sommigen aangenomen, om na
hel middagbad. legen hel vallen van den avond, in huis-
kleeding stil in een stoel, in de open lucht door Ie brengen;
gemakkelijk ontslaan dan verkoudheidsaandoeningen.
In de meeste boeken over hygi�ne wordt aangeraden niet
onmiddelijk na het eten te baden. Inlanders en Chineezen,
ook vele Europeanen, sloren zich daaraan volstrekt niel. Ik
geloof ook niel, dal er eenig nadeel in is om, kort na hef ge-
-ocr page 146-
12S
liruik van spijzen, schepbaden te nemen. Er is in Europa
meermalen plotselinge dood, liij rivierbaden of zwembaden,
korl n;i hel eten, waargenomen, maar de nieuwste onderzoe-
kingen omtrent dat onderwerp, vooral in Duitschland, hebben
Itij de sectie doen zien, dal de dood daarbij liet gevolg was
van slikking door hel indringen van sjtijsinassa\'s in het strot-
lenhoofd en in de luchtpijp. De verklaring van den plolselin-
gen dood woi\'dl daar tegenwoordig gezocht in de grootere
gevoeligheid om misselijk te worden door de kabbeling van
het water, terwijl de daardoor waarschijnlijk ontstaande bra-
king, door de drukking van het water onmogelijk of zeer moeilijk
geworden, aanleiding geeft, dal de spijzen in de organen voor
de ademhaling worden gedreven en zoo stikking veroorzaken.
Voor zooverre mij hekend is, heel\'l nooil iemand in Indi�gehoord
van een nadeelig gevolg van het baden kort na het eten, waar-
schijnlijk, omdat dan gewoonlijk schepbaden genomen worden.
Woiden algeineene baden niel goed verdragen dan komen ferme
wasschingen mei zeepwater, gevolgd door die mei zuiver water
Ie pas. Voor gezonde mensehen is hel onnoodig, zuiver water
Ie vermengen met arak, brandewijn, eau de Cologne, azijn,
vinaigre de loilelte ol\' andere riekende toiletartikelen. Bij
sommige ziekten kunnen die, zooals men weet, Ie pas komen.
Hel vrij algemeen verspreide gebruik om welriekende bloemen
in hel water Ie werpen heel\'l geen enkel nadeel.
De eenvoudigste zeepsoorten (saboen) zijn de beste. De gewone
wille zeep, die ook in Indi� zelf uit klapperolie (kokosnotenzeep)
bereid wordt. is zeer aan Ie bevelen. Voor kinderen, wier
huid, bij de gewone kleeding, meer met onreinhedeii in aan-
;raking komt en voor volwassenen, die veel buitenshuis wer-
ken, dus ook voor geneesheer en,\'is het gebruik van eenvoudig
bereide leerzeep zeer aan te bevelen. Voor kleine ontvellingen,
lichte huidaandoeningen, als kleine puistjes en dergelijken, is
leerzeep een goed werkend geneesmiddel. De geur der teer
verdwijnt bijna dadelijk na afwassching met koud water.
-ocr page 147-
129
Eene Indische zeepsoort, saboen hola. bestaande uit geelbruin
gekleurde zeepballen wordt door inlanders veel gebezigd. Zij
maken bovendien, voor bel vvasschen van kleederen evenwel
meer dan voor lichaamsreiniging, gebruik van de vruchten van
Sapindus rarak, die r�r�k, rarak, ook krak of boewah langit
heelen. De vruchten schuimen sterk, als zij worden gewre-
ven en zouden bedwelmende eigenschappen bezitten, waarom zij
levens gebruikt worden tot bel dooden van luizen. Mei liet-
zelfde doel, als zeep namelijk, bezigen de inlanders nog de
ranken van aroij kakedjoan (Conocephaleus suaveolens); den bast
van aroij kidang (Mimosa species?): den bast van kilokkch (Inga
leucoxylon); dien van lengsar (Irina glabra, 1. lomentosa); van
leungsier (Irina integerrima); de vruchten van soempoer (Dille-
nia en Colbertia species?); den bast van sowagie aroij (Gouania
spec. omn.); den basl van Ijundjieng Inga purpurescens); en
anderen. Ook vvordl Ier reiniging wel gebruik gemaakt van
lamai\'indeinoes, asam djawa (Tainarindus Indica).
Nog moei de geneesheer bel zijn plicht achten Ie wijzen
op bet groote gevaar, waaraan vrouwen van alle nationaliteiten
zich blootstellen door te baden gedurende den tijd der menstrua.
Er is wel geen geneesheer cenigen lijd in de heele luchtreek,
die geen voorbeelden beeft gezien van lirble ongesleldheden
lol zeer ernstig ziek zijn, ten gevolge van overtreding van dil
gebod, \'t Gaat soms jaren lang goed en dan komt er in eens
een hevige ziekte van den uterus, of zelfs een algemeene aandoening
van het lichaam, die zich alleen laat verklaren door bel baden
in de menstruaal-periode. Verreweg de meeste vrouwen hebben
kunnen opmerken, hoe beginnende, maar nog niel waargenonicne,
bloedvloeiing plotseling onderdrukt kan worden door een koud
had en verder, hoe hel eersle bad, na de afgeloopen stonden
dikwijls aanleiding geeft, dal er voor eenige uren weer wal
bloed verschijnt. Voorzichtigheid is bier zeer noodzakelijk en
zelfs moei aangeraden worden, bij de toch noodzakelijke was-
sehingen , niet mei bloote voelen door bel in de badkamer staande
!)
-ocr page 148-
150
waler l<\' loo|ien. maar daarbij liefsl liouten sandalen aan Ie
doen.
Na eenc normale verlossing geschiede de reiniging met lauw
warm waler; den tweeden of derden dag mei gewoon kond waler:
terwijl een gewoon had den 8\'\'", 9\'" of 10\'" dag kan worden
toegestaan: het wel wat onreine volksgeloof, dat de vrouw de
eerste 40 dagen niet mag baden, berust op geen enkelen ratio-
nelen grondslag. Bij welke ziekten wel of niet mag gebaad
worden, bespreek ik later.
Voor hel reinigen van hel hoofdhaar wordt vrij algemeen
gebruik gemaakt van een zeer lichte oplossing van potasch,
in den vorm van miruiuj. Dit heet harnas en is een samen-
gestelde handeling, die meestal mei behulp van een Iweede
persoon wordt uitgevoerd. Men bezigt daarvoor de verbrande
stengels van de rijstplanl . die in waler worden gezet, waar-
door natuurlijk de zouten er van, en wel voornamelijk de
potasch, worden opgelost. Die oplossing [m�rang geheeten)
wordt, na 24 uren geslaan te hebben, door een doek ge-
lilt reerd [wring) om tol uilwasschen van hel haar en
afwasschen van de huid des hoofds te kunnen worden gebruikt.
Is hel haar daarmede goed uilgewasschen, dan volgt een
Iweede wassching met zuiver waler en ten slotte nog eene
met water, waarin citroensap van dj�roek lipis (Cilrus limo-
nellusj is gemengd; daardoor wordt natuurlijk het nog aau-
vvezige alkali weggenomen. Somtijds wordt dat citroenwater
met sterk riekende bloemen geurig gemaakt, of zulk bloemen*
waler afzonderlijk gebruikt. Vooral door inlandsche en half-
inlandsche vrouwen wordt daarna hel droge en ruwe haar
met versche klapperolie lenig gemaakt. Inlanders bezigen
lot reiniging van het hoofdhaar ook de bladeren der halim�h�
(Kleinhovia hospita). Daar de beschreven reiniging van het
hoofd een langen lijd vereischl en die operatie in de
badkamer, met een halfnaakt lichaam, geschiedt, moeten
zwakke of van ziekte herstellende personen er voorzichtig mede
-ocr page 149-
I.-J1
zijn. Gemakkelijk onstaat! dien(engevolge verkoudhetdsziek-
teu.
Door alic Europeanen en door vele inlanders, vooral hoog-
geplaalsten. is de gewoonte aangenomen, o ui aan la fel een glas
of kom mei water voor iederen persoon te zetten, ter
reiniging van de handen. Dal water wordt dikwijls aangenaam
riekend gemaakt door er de bladeren van dj�roe/cpoeroet (Papeda
Rumphii) in te leggen.
Een uitstekend nuttige gewoonte is door de Europeanen van
de inlanders overgenomen, namelijk het gebruik van koud water
Ier reiniging na stoelontlastiug en urineloozing; zij maken
daartoe ook wel gebruik van zoogenaamde bidet\'s. Dat wasschen,
door middel van eene flesch, heel ij�buk en is hij Nederlanders
in Indi� bijna algemeen. De Engelschen, die zich altijd, zoo
veel mogelijk, aan hunne gewoonten uit hel moederland vasl-
\'houden, blijven meestal ook hierin de Europeesche wijze van
reiniging met oud couranten-papier volgen. Er kan wel geen
quaestie bestaan over hel, groote voordeel, dat de reiniging
mei water bezit. Er worden daartoe altijd op de privaten
llesschcn, met water gevuld, gevonden en de normale lucht-
temperatuur doel de verdamping van water snel genoeg plaats
vinden om het afdroogen onnoodig te maken.
Zilhaden vinden, hoewel niet algemeen in gebruik, toch
iauielijk veel aanwending. Sommigen krijgen, bij het zitten
in koud water, hloedsaandrang naar hel hoofd; om dien te
voorkomen is het raadzaam eerst het gewone schepbad en
daarna hel zithad te nemen.
De baden lol reiniging van pasgeboren kinderen hehooreii,
evenzeer als in Europa, eenigszins verwarmd te zijn tot onge-
veer 54°C. Moet daartoe rivierwater gebruikt worden, wat in
den droogen lijd op slrandplaatsen zonder Artesische putten
meestal het geval is, dan moet dat water eerst geruinien lijd
gestaan hebben ter hezinking, want dal rivierwater is altijd
-ocr page 150-
i :,i
vuil. Nog heler is hel In filtreeren. Overigens geschied) de
reiniging als in Europa gebruikelijk is. Al dadelijk wordt, na hel
eersle, had hrilnl, zie pag. 141 als slrooipoeder gebruik)
(Mi (lal vervang! in den regel ook hel in Europa gebruikelijke
lieksenmeel. Inlanders laten reeds den tweeden of derden dag
na de geboorte de kinderen in gewoon kond water dus van
ongeveer 26°C. temperatuur\' haden en daarmede word) geen
kwaad gedaan. Voor Europeescbe kinderen is hel evenwel
voorzichtig, gedurende de eerste ." of 4 weken nog lauw warme
haden ie geven, vooral omdal hij verreweg* de meeste kinderen
zich lichle geelzuchl onwikkell. Men gewenne hel kind lang-
/.aineihand aan eene lagere temperatuur van hel badwater.
Een had daags is voldoende; hel hes! wordl dal gegeven
in den morgen legen ongeveer negen ure. Terwijl natuurlijk
de onmiddellijke reiniging mei water, na elke urineloozing en
na elke ontlasting, dringend noodig is. is hel levens goed des
middags legen vijl\' ure hel kind nog eens geheel af te wassehen.
mei lauw warm water in de eerste weken en met koud water,
als het wal ouder is. In het algemeen kunnen kinderen zeer lang
volbaden blijven nemen: de hewegingen in zulk een had zijn
zeer nuttig; krijgen zij scbepbaden, dan moeien die hoven hel
hoofd worden uitgestort en wel twaalf lol vijftien malen ach-
lereen. Na hel tweede jaar kunnen schepbaden tweemalen
daags worden gegeven. Sommige geneeshceren raden aan hel
lichaam der kinderen mei olie in Ie wrijven, eene handeling,
waarvan ik liet uut niel kan hegrijpen: integendeel kan zij
door onderdrukking der huidwerkzaainheid nadeelig zijn.
Zwembaden zijn aan Ie bevelen. op plaatsen. waar daartoe
gelegenheid bestaat.
In Hrilsch-Indi� wordt veel gebruik gemaakt van lauw warme
haden. wat in Nederlandsch\'Jndir slechts hoogst zelden en bijna
alleen als geneeskundige behandelingswijze plaats vindl. Een
lauw warm had kan soms een alleraangenaamst gevoel geven.
vooral hij groole vermoeidheid. Ik ondervond dal zelf meer-
-ocr page 151-
155
malen. Hel verscli verkregen, artesisch pulwater is lauw warm
en kan als badwater worden gebezigd. Te Batavia is voor de
bevolking een tamelijk grool, gemetseld bassin mei artesisch
water opgericht. waarvan druk gebruik wordt gemaakt lol baden.
Til. oen moreel. maar evenzeer uit een pliysiologiseh-hygie-
nisch oogpunt . keur ik hel gezamenlijk baden van verschil*
lende personen, vooral in badkamers, al\'. Het is bij jonge,
meisjes van 12 IS ol\' 20 jarigen leeftijd gebruikelijk om
bij morgeuhezoekeii te zamen naar de badkamer Ie gaan:
laat liet zich reeds denken, dat de gevolgen daarvan, bij den
invloed van een warm klimaat en op den genoemden leeftijd,
niet Ier beschrijving geschikt zijn, daar, zooals J. L. Casper
terecht opmerkt, bel heiliger doel der zedelijkheid booger staat
dan bel beiligt; doel der wetenschap, niel minder is de \\verke-
lijklieid. die men somtijds door intieme niededeelingen leert,
kennen. Hel hehoorl onder de plichten der ouders, om dat samen
baden van jonge meisjes, zonder een enkele uitzondering, streng
Ie verbieden. Kon slecht voorbeeld evenwel doel volgen en
daarom is hel gelukkig, dal de vroeger niel zelden voorkomende
uitspanning, om met eeu grool gezelschap mannen en vrouwen
Ie gelijk een bad te nemen , bijna geheel is verdwenen ; maar
zelfs hel baden van man en vrouw Iegelijk behoort niel plaats
Ie vinden, al zou hel alleen zijn ter vermijding der glossen.
die inlanders zich niet ontzien daarop Ie maken.
Nog een enkel punl komt bij de lichaamsreiniging in aainner-
king. Ken bewijs voor, maai\' ook een gevolg van de sterken!
huid werkzaamheid, is de snellere groei van baren (ramboel) en
nagels (koekoe), zoodal beid»! na korleren tijd moeten verkort
worden dan in Europa. Behalve de gewone waarneming, die
ieder voor zich zelven daaromtrent doen kan, vroeg ik er de
kappers naar. dit; in Europa ook dat bedrijf hadden uitgeoefend,
en allen verzekerden mij, dat de haargroei in hel heete
klimaat sneller plaats vindt.
-ocr page 152-
134
liet gebruik van tandpoeders en mondwater geeft tot geene
bijzondere opmerkingen aanleiding.
Er bestaai in Indi� zeer weinig gelegenheid tot het gebruik
van zeebaden. Alleen een paar afgelegen plaatsjes zijn daartoe
geschikt, en dan nog moet men bekend zijn mei, den Chinee-
schen eigenaar van een enkel, tamelijk bruikbaar huis, waarin
men zich dan moet behelpen. Bovendien ontbreekt de, in
andere zeebadplaatsen, zoo gunstig werkende golfslag. Alleen
Ie Makassar is die golfslag eenigszins aanwezig: daar worden
dan ook wel zeebaden genomen, vooral omdat daar geene
rivier in zee uitmondt en er dus weinig krokodillen zijn. Ook
Ie Padang bestaat bij Poeloe Pinang gelegenheid om zeebaden
Ie nemen, even als Ie Ol�l�h (Aljeh), Ie Menado, Ie Ambal
{hagelen)
en op eenige andere plaatsen.
Als geneeskundig voorschrift is het aanwenden van zeebaden
bijna in het geheel niet in gebruik. Aan de slrandplaalsen
kan wel eens, bijv. bij chronische beenzweren, gebruik ge-
maakt worden van locale baden met, in tonnen aangevoerd,
zeewater: die aanvoer kost evenwel zooveel geld aan transport.
dat aan kunstmatig nagemaakt zeewater de voorkeur wordt
gegeven.
Nederlandseh-Indi� bezil op verschillende plaatsen bronnen,
die mineraalwater leveren. In de eerste dertig deelen van hel
Natuurkundig Tijdschrift voor IN. I. komen 51S mededeelingen
voor over minerale bronnen in Nederlandsch-Indi�: bovendien
nog negen dergelijke beschrijvingen in hel Geneeskundig Tijd-
schrifl voor N. 1.. vijf in het Indisch Magazijn, negen in hel
Naluur- en Geneeskundig Archief voor N. I. en vijf in hel
Tijdschrift voor N. I.. I\'il deze opsomming blijkt wel de
rijkdom van Inmlinde aan minerale bronnen. J)e meeste
zijn evenwel op plaatsen gelegen, die niet gemakkelijk te
bereiken zijn: uil een praktisch geneeskundig oogpunt be-
-ocr page 153-
138
hoeven zij dus niet vermeld Ie worden. In de genoemde
opstellen wordt van verreweg de meeste wateren de scheikun-
dige samenstelling medegedeeld. De kennis daarvan danken
wij vooral aan den Heer 1\'. J. Maier , terwijl verder onder-
zoekingen gedaan zijn door de Heeren .1. C. Bernelot Moens ,
SCHARL�E, I\\0ST VAN To.N.MNCE.N , AlTUEER, BLEEKRODE en
anderen. Mei hel oog op de ligging van de meeste bronnen
heeft liet geen nul hier die chemische onderzoekingen nader
uiteen te zetten, evenmin als hel noodig is al die bronnen
Ie noemen.
Een zeer kort overzicht mag evenwel niet ontbreken; hel
is opgemaakt volgens de gegevens, die Dr. Fr. Schxeider
in een Bijblad van het Tijdschrift van hel Aardrijkskundig
Genootschap te Amsterdam vermeldde. Hij onderscheidt twee
hoofdsoorten: de warme minerale bronnen (thermen) en de
koude zuurbroiinen (natropegae).
Dl Nederlandsch-Indi� zijn 195 warme bronnen bekend,
waarvan op Java 95, op Celebes 67 en op de overige eilanden
55 voorkomen. Zij ontslaan allen door bel waler van den
dampkring en bevatten vrij zwavelzuur, zoutzuur, boor zuur,
kiezelzuur en koolzuur; zwavelzure, zoutzure en koolzure
alkali�n en aarden: zwavclalkali�n en zwavelaarden.
Van de warme bronnen, die bereikbaar zijn, worden de
volgende opgenoemd:
Vijf palen van Djamboe dipa ligt, 3500 voet boven de zee,
aan de zuidelijke helling van den Tankoeban-prahoe, een warme
bron, waarvan het water opwelt in een kunstmatig bekken.
De inlanders maken van dit water veel gebruik legen rheuina-
lisme. De temperatuur er van is 40°. (Djamboe dipa vier
palen voorbij Lembang, heeft een gemiddelde luchttemperatuur
van 21°, die soms lot 1!>° daalt). De samenstelling koml
eenigszins overeen met Aix les Bains in Savoye (de vermaarde
Aqua gralissima der Romeinen), met Warmbnmn in Silezicen
met Toeplilz in llohemen. Het is dus een warm, adstringee-
rend, ijzerhoudend waler.
-ocr page 154-
156
In tic nabijheid van Tji-alar, in Krawang, liggen do warme
bronnen Tji-pannas op .Wil voet) en Tji-pabela (op 3000 voet).
Tji-pannas heelt een temperatuur van 4."°: het water smaakt
/eer zuur en is groenuchlig van kleur. Tji-pabela houdt zwavel
en aluin. Beide bronnen liggen tegen de helling van den Tang-
koeban-prahoe.
Op hel plateau van Rengat�ngan liggen twee hronnen aan
den voet van den Goenoeng Wajang. De samenstelling is die
van verdund Karlsbader water: het klimaat is aangenaam koel:
de ligging 4500 voet hoven de zee.
Nabij Pandeglattg in Bantam. op drie palen afstand van die
plaats, is eene bron tegen de oostelijke helling van den Goc-
noeng-Karang
, waarbij een badhuisje is opgericht.
De bron Kali-amjal aan den voel van den Goenoeng-Sindoro,
dicht hij Wonusobo, is een indifferente Iherme.
Een andere bron, die ook Tjipanas heel , ligt op een uil-
looper van den Gedeh; 5528 voel hoog, dicht hij hel recon-
valescenlengeslichl SindangUija.
Sisipan, aan den grootcn weg van Builenzorg, ligt dichl hij
hel gezondheids-�lablisseuienl Gadok en hezil een primitief in-
gericht hadhuisje, met (wee kamers, elk met eene in den grond
inmetselde badkuip. Hel water is troebel, melkachtig wit,
heeft een temperatuur van 54°. riekt en smaakt onaangenaam
naai\' zwavelwaterslofgas. liet koml veel overeen mei Hom-
burger water.
Tji-koppo ligl ten zuiden van l�nditk en behoort lol de ijzer-
houdende hronnen.
In Rembaiig ligl de badplaats Beltliof Boekli, een zwavelbron.
De bron Sigorili hij Haloe, op eenigen afstand van Malang.
Op bel eiland Madwrii ligt bij Sampaiig een zwavelbron. die
veel door inlanders legen huidziekten wordl gebruikt.
Zes en zeslig hcete bronnen zijn in de Minahassa, lusschen
Tondatio en Laiigoivang, gelegen. Hi.kkkkii noemt die streek hel
hoogland van Tompasso. Hel klimaat is er aangenaam koel,
2700 voelen boven de zee, en niet zoo vochtig als hel hoogland
-ocr page 155-
137
van Java. Op den zuidelijken oever v;in liet meer van Tondano
ligt de warme bron van Kalms met helder, kokend kalkwaler.
Over de heetc bronnen in de Minahassa publiceerde Dn. A. B.
Meijer eenige analysen in hel Natuurkundig Tijdschrift voor N. I.
Op Sumatra verdienen vermelding de bronnen van Maloea,
in de omstreken van Bondjot.
De koude of lauw warme bronnen zijn alcalische, niet een
praedomineerend gehalte aan koolzure natron, en murialische,
met veel chloornatrium (lot 58 gram per liter water), terwijl
alle iodiuui bevatten.
In alle residenti�n van Java worden dergelijke bronnen ge-
vonden: zij komen dikwijls in afgelegen streken voor of, als
zij bereikbaar zijn, is bet toch niet mogelijk er langen tijd
van gebruik Ie maken, omdat in de overige verzorging niet
kan worden voorzien.
In de residentie Soerabaja vindt men te midden der rijstvel-
den de iodium-bronnen van Waroe en dicht daarbij die van
Genoek-waloe in het Gendeng-gebergiti. Zij zouden tol gebruik
geschikt kunnen gemaakt worden.
In de residentie Samarang ligt Pelanloengau, een bad-�lablis-
sement, waarvan de geschiedenis en de tegenwoordige staal
uitvoerig in Deel XVI van het Geneeskundig Tijdschrift voor
N. I. beschreven zijn door den officier van gezondheid N. P.
van ueii Stok.
Eene belangrijke bron is daar de Pablengan bij Kali-uela �
waarvan hel water door Europeanen in plaats van Selterswater
wordt gedronken en door inlanders wordt gebruikt lot het be-
reiden van een zeer geurigen rijstkoek , gemblong geheeten (Veth).
Ook op de andere eilanden komen eenige iodium-houdende
bronnen voor.
Du. Schneideb zegt, iiiiii hel shit van zijn belangrijk opstel,
hoe daaruit blijkt: »dat de bovenlanden van West-Java als aan-
�>gewezen zijn tol de oprichting van een �tablissement voor
� warme baden; dat Soerabaja een bij uitnemendheid geschikte
»plaats is voor de oprichting van �tablissementen voor iodium-
-ocr page 156-
158
»baden: dat Semauw dringend moei worden aanbevolen voor
de stichting van een asyl voor de ongelukkige leprozen der
«Molukken; dat het hoogland van Tompasso voor een algemeen
sanilarium bijzonder geschikt is."
Hit Europa worden alle soorten van minerale wateren naar
Indiii aangevoerd, en zij worden dikwijls gebruikt bij dezelfde
ziekten. waarvoor zij in Euro/m aangewezen zijn. Hel effeel
van de reis naar, en van Iiel verblijf op de badplaatsen ont-
breekl natuurlijk, terwijl bovendien zeer vele flesseben bedor-
ven aankomen.
Ik geloof, dal de geneesbeer in Indi� voorziehlig handelt,
zoo hij zich onthoudt van hel aanbevelen van een bepaalde
badplaats in Europa, bij bet zenden van pati�nten lot herstel
hunner gezondheid naar de gematigde luchtstreek. Ten eerste
duurt de reis naar Europa ongeveer vijf a zes weken, in welken
lijd de lijder onder geheel andere omstandigheden verkeert,
en dus hel ziektebeeld niet zelden belangrijke wijzigingen
heeft ondergaan, en ten tweede zal een in Europa gevestigde
geneesheer geacht moeten worden heter op de hoogte te zijn
van de verpleging, de omgeving, de levenswijze, de kosten
en zoovele andere omstandigheden, die op de keuze eener had-
plaats invloed kunnen uitoefenen.
Op dit onderwerp kom ik nog terug hij de beschouwingen
over hel wegzenden van lijders naar een koelere luchtstreek.
Ten slotte verdient nog niet een enkel woord melding te
worden gemaakt van bet hoogst moeielijke, hygi�nische vraag-
sluk omtrent de reiniging van den soldaat. Onder gewone
omstandigheden, in vredestijd, is de lichaamsreiniging in de
kazernen niet moeielijk, al beeft die niel altijd behoorlijk plaats.
In de groote garnizoenen, en in vele kleine, beslaat gelegen-
beid lot hel nemen van een bad, meestal een rivierbad, in de
dienstvrije uren. Op de dagen, dat groote manoeuvres, para-
-ocr page 157-
139
des enz., in den regel des morgens vroeg. worden gehouden,
ontbreekt de tijd om v��r liet begin der exerciti�n zich be-
lioorlijk te wassclien ol\' te baden. Op expediti�n is hel, zooals
wel van zelf spreekI , dikwijls gedurende vele dagen onmogelijk
aan de lichaamsreiniging de noodige zorg Ie besteden: maar
men weel bel: a la guerre coinine a la guerre, daaraan vall
niets veranderen. In alle gevallen geeft de ruime gelegenheid
lot bel nemen van rivierbaden in Indi� nimmer aanleiding lol
beschouwingen, als die der verbazende moeiten, waarmede de
militaire geneesheer in Europa, (en opzichte der lirhaamsrei-
niging van den soldaat. beeft Ie kampen.
AANHANGSEL.
hdandscke schoonheidsmiddelen.
De inlanders houden bijzonder veel van reukmiddelen, die
bijna allen uil het plantenrijk afkomstig zijn , ofschoon enkelen
van dieren worden verkregen, zooals de bekende eivel. ros�
en timpaoes zie pag. 64. Zeer algemeen, ook bij kleurlingen
en bij sommige Europeanen, is het gebruik oin vcrsche of
gedroogde bloemen, bladeren en wortels lusschen dekleederen
te leggen, die daardoor een geur verkrijgen, welke niel
zelden alleen voor iulandsebe of half-inlandsche neuzen aan-
genaam is.
Indi� is zeer rijk aan welriekende planten; sommige rieken
zelfs zon sterk, dal de geur iets bedwelniends heeft en hoofd-
pijn veroorzaakt.
Onder de plantendeeleu, die lusschen dekleederen gelegd wor-
ilen, vinden wij de wortels van nkar want/i ; Andropogon
muricatus) in bijna elke kle�renkasl: de jonge, gedroogde takken
van dilletn of djoekoel (c/dam (Pogosteinon sp. div.); de bladeren
van pandan rampeh (Pandanus latifolius en odoratissimus); de
versche of gedroogde bloemen der volgende planten; m�lalli,
malatti
(Jasminum sambac); landjony (Miniusopselengi); luinamja
-ocr page 158-
140
wangi (Uvaria odorata); kananga nroij (Arlobatrys in termedia);
m�lalli lougkeng (Pergularia odoratissiuia ; paljar Icoekoc Law-
sonia ulba ; poedak Pandanus inermis: kruk-nusi Pergularia
accedens ; kambodja Pluiniera aculifolia : sirih gilding Nyclanthes
iirbor Iristis: IjampalclM Talauiua cbauipacca, T. inulabilis,
Kneda Horsfleldii) en andere.
7
Inlanders branden "<»k wortels en liutil, somseenigesoorten
tegelijk, en hangen de kleederen dan in den rook, die de aethc-
rischc olie medevoert. Zoo worden dikwijls Ie/.amen verbrand :
iilmr Ijampakka (Dianella montana . kajoc garoe (Ficus procera
en luk/ut Myristica inersi: ook bezigt men daartoe lembako,
labak (Nicotiana sp. div. .
Amber, ook ambregris genaamd , afkomstig van de cachelot
of potviscb (Physeler macrocephalus , ikan Man of ikan
/moes,
wordt gaarne als renkmiddel gebezigd, voornamc-
lijk in den vorm eener oplossing in alcohol, als ainberes-
senee. Ook wordt zij . met rozen* en andere welriekende
oli�n lol ballen gekneed, in afzonderlijk daartoe gemaakte gou-
den of zilveren, opengewerkte doosjes, als renkmiddel bewaard.
Hel lichaam zelf wordt met welriekende stollen ingewreven:
zoo houden de vrouwen er van om zich. na het baden, in Ie
wrijven mei den lijngeslaniplen bast van kapinmigu Dysoxyluin
laxillornm : terwijl \\erder hel illineeren der huid mei eene
vette olie. gemengd met aetherisehe oli�n, zeer gewild is.
De veile oli�n zijn gewone klapperolie, kaljang-o\\\\e (van Arachis
hypogaea), en nridjen-oYie van de zaden van Sesaiuuui indicum ;
deze vette oli�n maakt men welriekend door baar Ie koken
mei sommige der bovengenoemde bloemen of bladeren . of door
baar ie vermengen met /iajoepoelih-oYw van Melaleuca leuca-
dendron en andere soorten of mei kaneelolic van verschillende
(.innamomum-soorten .
Diezelfde oli�n worden ook als haarolie gebezigd, waarbij de klap-
perolic . die licht rans wordl . een zeer kenbaren geur verspreidt.
Tot bepoedering van bei aangezicht, den bals, en soms
van bijna bel gebeele lichaam. is algemeen bedak in gebruik.
-ocr page 159-
J 41
Bedak is niets anders dan een lijn rijslemeel, vervaardigd van
uilgcgisle rijst, welke gisting geschiedt door er voortdurend water
(iji te gieten, dal telkens wordt weggeworpen, zoolang hel
nog zuur wordt: bedak wordt veelal mei de eene of andere
geur doortrokken, door er de reeds genoemde bloemen, wortels
enz. lusschen te leggen. Dal poeder wordt door Europeanen.
vooral door vrouwen en kinderen , veel gebruik! : de nadeelen
van hel voortdurend bepoederen daarmede zijn reeds vroeger
opgesomd (pag. 106\\
Dal bijenwas somtijds lol bescherming der lippen bij
wnVtkauwen gebezigd wordt, werd reeds vermeld (pag. 84 .
De Javaan hcefl bovendien verschillende zalven. waarmede
hij zich hel lichaam inwrijft; bij plechtige gelegenheden zijn
hel bovenlijf en de armen bloot, en die worden tlan met, meestal
door curcuma, koeujil, koening, koenir (Curcuma longa;, geel-
gekleurde zalf. uil plantaardige vellen vervaardigd . ingesmeerd:
soms worden ook die zalven welriekend gemaakt. welriekend
namelijk in inlandschen zin. Die zalven dragen den naam boreh.
De boreh is tamelijk vast. kleverig en geeft een onaangenaam
gevoel op de huid, vooral als zij opdroogt: daarom wordt aan
hooggeplaatste vrouwen wel toegestaan in bruidkostuum, waarbij
armen en schouders ook bloot zijn. zich, in plaats van mei
Itoreh, in Ie wrijven mei hel uitgeperste sap van panda n-M&Aer en
Pandanus odoratissimus), dal aan de huid een zacht blonde
lint geefl.
Reeds werd opgemerkt (pag. 84), dat de landen, door hel
kauwen van sirih eene zwarte kleur krijgen: evenwel worden
ook nog andere middelen gebezigd, die aan de landen de zoo
gewensehle. zwarte kleur geven en, uil een inlandsen oogpunt,
dus nis schoouhcidsmiddclcu in aanmerking komen. Immers
de Javaan vindI dien. door de inwerking van hel mengsel, dal
bij stW/»-kauwcn gebruik! wordt. roodgekleurden mond met
zwarte lauden zoo fraai, dal hij den mond zijner liefste vergelijk!
mei een door rijpheid opengebarsten granaatappel. Als middelen
nu. die de tanden mooi zwart maken, mangsi gigi, komen in
-ocr page 160-
142
aanmerking: hel elen der onrijpe vruchten van delima (Pnnica
granatum . waarbij dan klapperwater gedronken wordt; het
sap. dat hij hel schillen en daarna branden uil de takken der
ki-bangbara, ki-lak�lan of ki-ljalilcet (Antidesma heterophylluui
vloeit en op ijzer wordt gedroppeld; de gestampte schil van
Ui-horen hodas of ki-kores laldki (Psychotria sp.); hel sap van
ki-m�rak (Scepasma buxifolia): de schil of bast van poetal
Harringloiiia sp. . die gekauwd wordI en waarna klapperwater
wordt gedronken, waarin een sluk heet ijzer is geworpen,
dal er 8 dagen in moet blijven liggen : hel sap van tater fSolanum
verbaseifolium,; hel sap, dal uil het eene einde der afgesneden
lakken van tjocjer (Ricinus salicinus) loopl, als hel andere
einde wordt verhit, en dal op ijzer is gedroppeld; en eenige
anderen meer.
Als tandpoeder gebruikt men de lol kool verbrande schil van
de betelnoot, pinang (Areca katechu).
De. Chineesche vrouwen houden er van zich zwarte, hoog
op het voorhoofd geplaatste, half-cirkelvormige wenkbrauwen
Ie schilderen , terwijl de eigen wenkbrauwen worden afgeschoren.
Zij verwen bovendien de randen der oogleden zwart, de koonen
wil of rood , enz. Ter bevordering van den haargroei gebruiken
zij het vet van den kruin van hel paard (ma).
Arabieren maken de oogharen en de wenkbrauwen zwarl
met antimonium-bereidingen. die reeds in de verste oudheid
lol dat doel werden gebezigd, en houden zeer veel van rozen-
olie, als cosmelicum.
Vele inlanders verwen de nagels rood met een mengsel van
oli�n en het sap van patjar koekoe of inai (Lawsonia alba).
Ter bevordering van den groei der kinderen, van den haar-
groei, van de zachtheid der huid, van de ontwikkeling der
vrouw, van de spijsvertering, van de krachtsontwikkeling,
van den glans der oogen, in een woord van de schoonheid in
hel algemeen, komen, volgens �nlandsche begrippen, die ook
bij Chineesche en t�uropeesche kleurlingen ingang hebben
gevonden, verschillende dranken en inwrijvingen in aanmerking,
-ocr page 161-
147.
die iiiel onder de geneesmiddelen geleld, maai- als cosmetica
worden beschouwd. Zij dragen in het algemeen. den naam
djamoe en beslaan uil zeer verschillende, in den regel vrij
schuldclooze, afkooksels en aftreksels van kruiden, soms ook
uil hel uitgeperste sap van stengels en bladeren. Zoo vindt
men aanbevolen ter verkrijging van een fijne huid, het inwrijven
met hel vruchtensap der blimbing bessi (Averrhoa carambola):
van den geslampten vruchtsch.il der doekoe [Lansium domesticum :
of wrijvingen met den geslamplen bast van kapinango Dysoxylum
laxiflorum). zoowel als mei den ondcraardschen stam van pangkh
Zingiher gramineiim ; lol bevordering van den haargroei een
aftreksel van de in si ukken gesneden lida boaja (Alo� barbadensis),
welk aftreksel eersl in den dauw moet hebben geslaan: ook
de gestampte geheele plant van sommige Lycopodium-species
(koempaai).
Ik noem alleen deze. omdat men die nog onder de cosmetica
kan rangschikken, terwijl de eigenlijk djamoe\'s, naar Euro-
peesche beoordeeling, meer lol de geneesmiddelen naderen.
Later hoop ik, in hel derde deel, in de gelegenheid te zijn
de samenstelling van eenige djer mengsels op te geven, vooral
met het oog op den invloed, hoe gering dan ook. dien zij op
de ffezondheid hebben kunnen.
-ocr page 162-
VOEDSEL S.
In hel algemeen.
Wij komen nu aan een zeer belangrijk gedeelte onzer algemeene,
levens hygi�nische, beschouwingen over Nederlandsch-Indi�.
Terwijl de, in de vorige afdeelingen vrij streng uit elkaar
geboudene, mededeelingen over inlanders, Chineezen en Euro-
peanen bij de reinigingsmiddelen al eenigszins in elkaar begin-
nen Ie loopen, zal dit thans nog meer liet geval zijn, onidal
vele voedsels door allen worden gebruikt.
Ik lien zoo vrij liel woord voedsel, legen de regelen de
spraakkunst, in liet meervoud Ie gebruiken, omdat daardoor
beter mijne meening wordl uitgedrukt dan door voedingsmid-
delen. Immers bespreek ik hier en daar ook de toebereide
voedingsmiddelen.
Op de grootere, aan zee gelegen plaatsen is de keuze der
voedsels al zeer gemakkelijk. Wenscbl men eene voedings-
wijze Ie volgen, die met de in hel moederland gebruikelijke
overeenkomt, dan is het niet moeielijk dien smaak Ie volgen,
al is hel, dal men hel eten minder lekker vindt en er minder
afwisseling in kan brengen. Nog gemakkelijker is hel natuur-
lijk eene inlandsc.be la lel Ie hebben.
Up binnenplaatsen, maar vooral op buitenposten. wordl de
zaak lastiger en is men wel genoodzaakt zich vooral lol de
voortbrengselen van bet land Ie bepalen, aangevuld door ver-
duurzaamde levensmiddelen, die men mei zich voert of in
voorraad heelt.
Een Hollandscbe huismoeder zou vreemd opzien, zoo zij zich
plotseling verplaatst zag in de goedang (provisiekamer) van een
-ocr page 163-
u:�
eenigszins bemiddeld, Buropccsch liuishniideii in de hinnenlan-
ilen. De groote afstanden, dikwijls ook de moeielijke aanvoer
over slechte wegen, maken hel in voorraad houden van groote
hoeveelheden noodzakelijk en de ffortlmuj krijgl daardoor iels
van oen wel vonrzienen winkel.
Vervalscliingen van producten . door hel land zelf voortge-
hrachl , zijn zeldzaam. Ken paar bekende vervalsrhingen, door
bijnienging mei andere sloH\'en . zullen o. a. hij de melk, hij
de vissehen. hij den wijn, enz. Ier sprake komen. Officieel
worden levensmiddelen voor den handel, in den regel, niet
gekeurd. Hel slachtvee wordt, hoewel niel regelmatig, door
veeartsen of dooi\' inlandsrhe ambtenaren nagezien. Voor leve-
C$�
ranli�n aan hel gnuvernemenl heeft keuring door daartoe he-
iioemde komniissi�n plaats.
He groote warmte en de vochtige hichl zijn oorzaak . dal
levensmiddelen . die niel op de eene of andere wijze verduurzaamd
zijn. spoedig bederven. Vleescli en viscb kunnen, toebereid,
in de laag gelegen plaatsen niet langer dan hoogstens 2 x 24 uren
worden goed gehouden : veile vleeschspijzen . waaronder vooral de
vogels medetellen, worden zeer gauw rans. Amylacea. niel
melk gekookt, zijn binnen 24 uren zuur geworden; zulke
spijzen, voor kinderen als pap klaargemaakt, moeten ineen kom
mei water worden geplaatst en na hoogstens 7 uren gestaan
Ie hebben niel meer worden verstrekt. Alle mei azijn bereide
spijzen krijgen binnen weinige dagen, als zij mei de lucht in
aanraking zijn. een bedekking mei schimmels, waardoor zij
nog niel dadelijk als bedorven zijn Ie beschouwen, voor zoo-
verre zij onder den azijn hieven. In het algemeen is bel
goed de schotels mei spijzen, Ier bewaring, in een hak niel
water Ie plaatsen, opdal de veelvuldig voorkomende mieren
C-D
er niel hij komen: daartoe plaatst men onder poolen der etens-
kaslen hakjes mei water, of sleenen hakjes met eene verboo-
ging in hel midden, zoodal de poolen droog blijven , maar met
een kunstmatig miniatuurgrachtje zijn omgeven. Ook worden
wel vliegenkasten, met gaas hekleed, aan louwen opgehangen.
IQ,
-ocr page 164-
I4G
pii daarin hel eten geplaatst; di( dool men. len minste Ie Ba-
lavia,
meer tegen de mieren dan legen de vliegen , die niet zooveel
voorkomen. fJskislen en ijskasten zijn nuttig lol het bewaren
van spijzen. Geneesmiddelen, die zoet smaken of spoedig gisten,
moeten altijd in een kom mei water worden geplaatst.
De groole. algemeene regelen der voedingsleer moeten in
Indi� evenzeer als in Euro/m worden loegepasl: zij behoeven
hier niel Ie worden herhaald. Wel verdienI aangeteekend Ie
worden, dat hij een verblijf in de heele luchtstreek van
Europeanen, vet minder goed verdragen wordt dan in koudere
streken en hel verbruik er van. naar het schijnl . niet zoo
groot behoeft Ie zijn.
Dierlijke voedsels zijn in heide evenzeer noodzakelijk en
moge vet in mindere hoeveelheid noodig zijn. hel, kan toeh
niet worden gemist.
De Europeaan geniet niel zelden in Tndi� helere inkomsten
dan in zijn vaderland en is daardoor, vooral zoo hij lot de
lagere klassen der maatschappij behoort. in staat zich beter te
voeden. Bedenkt men, dal voor verwarming in bel geheel
geen uitgaven noodig zijn en voor kleeding minder dan in
Europa, terwijl men zich. zoo noodig, in een zeer klein, soms
van bamboe gebouwd buis kan vesligen, dan valt bet in hel
oog, dat de voeding beter kan zijn dan die in Europa was.
Werkelijk hongerlijden komt onder Europeanen bijna nooit voor.
Slechte, ondoelmatige voeding veel meer bij de hoogere dan
bij de lagere standen, omdal de laatste minder uitgaven hebben
aan modc- en luxe-art ikelen en geen si and hebben op te houden.
Het is dikwijls treurig, zoo weinig oplettendheid er geschonken
wordt aan het eten en toch is goed en doelmatig voedsel iu
een heet klimaat voor niet-inboorlingen een levensquaestie, omdal
alle voedingsmiddelen de organen passeeren, die onder de partes
minoris resistentiae moeten gerekend worden, en de behoorlijke
vernieuwing van bloed, bij de voortdurende hooge temperatuur,
misschien een belangrijker factor in hel leven uitmaakt dan
in koelere streken,
-ocr page 165-
147
De vraag of de voedingswijze van vreemdelingen moet ge-
wijzigd worden in den zin, waarin inboorlingen gewoon zijn
die te volgen, dan wel ol\' zij beter doen hunne vroegere levens-
wijze vol te houden, wordt verschillend beantwoord.
Ik meen, dat bier de gulden middenweg moet worden be-
wandcld en ben daartoe door waarneming der feiten gekomen.
Reeds a priori laai bet zich begrijpen. dat eene plotselinge
verandering in de voedingswijze nadeeligen invloed moei uiloe-
fencn, omdat de gewoonte ten rechte onder de sex res non
naturales wordt gerangschikt.
Wie in zijn geboorteland aan vleeschvoeding gewoon is en
onmiddellijk overgaat tot hel eten van rijst met Spaansche peper
en gedroogde visch, afgewisseld door vreemde vruchten, moet
daarvan nadeelcn ondervinden.
De Chineezen, die in vele opzichten als voorbeeld kunnen
strekken van taaie emigranten , blijven een grool gedeelte hunner
eigene gewoonten volgen en combineeren die met enkelen van
de inlandschc levenwijze. Zoo doen ook de meeste Europeanen,
vooral de Nederlanders. De Engelschen en ook vele Fransehen,
volgen veel meer hunne oude, Europeesche wijze van leven,
vooral voor de laalsten niet zelden met minder goede gevolgen :
de Engelschen hebben gewoonlijk een zeer sterke constitutie
en schijnen er beter tegen te kunnen hunne gewoonten
van »home" Ie volgen. Daarentegen is de soupe maigre, met
het Indische brood en eau rougie, die vele Fransehen als voedsel
nuttigen, eene zeer onvoldoende combinatie.
Terwijl ik mij voorbehoud later op de verdeeling der maaltijden
terug Ie komen, is het hier de plaats te verhalen, hoe enkele
malen, vooral op eenigszins gevorderden leeftijd aankomende,
Nederlanders, een afkeer loonen van de Indische levenswijze en
dan »op zijn Hollandsch" willen blijven leven door het nuttigen om
zeven ure \'s morgens van een eenvoudig ontbijt van brood en kaas
mei thee, om twaalf ure koffie met brood, en om zeven ure\'s avonds
een Europeesche tafel. Zij zijn wel genoodzaakt die manier van
leven te laten varen, daar zij al spoedig bemerken, dal die
-ocr page 166-
I4N
niel mei lief klimaat i» overeenstemming is. Men moge be-
wereu. dal hol heete klimaat een geringere hoeveelheid dierlijk
voedsel noodig maaki en daarvoor theoretische gronden aan-
voeren. de zon algemeen onder Europeanen voorkomende bloed s-
armoede doel in de praktijk hol onjuiste van die theorie /.ion.
07712533
Is die beschouwing evenwel gedurende eenigen lijd tol maatstaf
en leiddraad gebruikt dan wordt door don geneesheer een
krachtige voeding, vooral van dierlijke spijzen: vleesch, eieren
melk . bouillon . voorgeschreven en kost liel de «rnolslo moeite
den eens begaiien misslag Ie herstellen.
Nogmaals, goed, dierlijk voedsel is ook in hel heete klimaat
dringend noodig, al helmeCi daarbij niel zooveel vol gebruikt
Ie worden . als in koude streken. Evenwel verdient hel op-
merking, dal de Chineezen, die zeer veel volle spijzen gehrui-
ken, zich daarbij goed bevinden.
Volgens Dr. F. .1. va\\ Lrrnt\'s beschouwingen over beri-beri,
zouden voor die ziekte de inlanders vooral zeer gevoelig zijn .
omdat in hunne voeding een genoegzame hoeveelheid vet e,n
6
eiwithoudende sloffen ontbreken: eene meening, die niet ge-
heel dooi\' mij wordt gedeeld.
In do volgende bladzijden leg ik er mij. volgens hel plan
van dit boek. op toe de voedingsmiddelen te bespreken, die of
in Europa niel in gebruik zijn of onder oen anderen vorm van
toebereiding daar worden gebezigd. Daarbij behandel ik eerst
de spijzen van dierlijken oorsprong, dan de plantaardige vne-
dingsmiddelen . vervolgens de toespijzen en eindelijk do dranken.
Na eene beschouwing over de verdeeling der maaltijden, zal
ik de voeding de kindereu bespreken. om daarna de zooge-
iiaamde genotmiddelen te loeren kennen.
Vb�dueh van dierlijken Mrxpbny.
Dat er onder de voedingsmiddelen, uil bol dierenrijk afkomstig,
sommige zijn. die door godsdienstige voorschriften voor onrein
-ocr page 167-
149
gehouden worden, is bekend. Wij behoeven die hier niet op
Ie noemen, maar zullen er. zoo noodig, op wijzen.
Hel rundvleesch staal bovenaan, vooral als voedsel voor
Europeanen. Er zijn zeer goede ossen , vooral van Madura, waar
Sumanap de hoofdplaats der veeteell is. Verder worden op
verschillende plaatsen runderen (xapie, sampie, Icmboe), die zeer
veel naderen lol de zebu\'s, aangelokt. De bult dezer dieren is
zeer gezocht. Pas aangekomenen vinden hel rundvleesch meestal
Ha uw van smaak en dit ligl evenzeer aan de geheel andere
voeding van hel dier. als zeker ook aan de weinige zorg, die
zoowel gedurende hel leven als na den dood voor het rund
gedragen wordt. Kr zijn namelijk wel slachterijen, maar geen
geoefende slachters en de verdeeling \\an hel vleesch heeft toch
belangrijken invloed op den smaak. Voor biefstuk bijv. worden
allerlei verschillende slokken verkochl. die er niet veel van
hebben. Somtijds krijgl men uitstekende stukken vleesch.
liet vleesch van Balineesche runderen beeft een zoetachtigen
smaak en riekt eenigszins naar muskus. \'I Is daarom veel
minder waard en wordl niel gaarne gegeten.
Mei een enkel woord zij hier vermeld, dal de slachterijen,
zoowel door plaatsing als door inrichting, zeer slecht aan de
hygi�nische eischen voldoen.
Hel vleesch der wilde runderen, Ixinleng hos sonda�cus),
is zeldzaam verkrijgbaar.
Kalfsvleesch is zelden, of nooit . Ie koop. Ken zeer enkele
maal mest een veehouder, voor zich zelveu. een kalf, en dan
kunnen vrienden oen sluk ten geschenke ontvangen.
Hel rundvleesch is zeer geschikt lol hel bereiden van soep
en bouillon.
Onderde runderen neemt de karbouw, k�bo, karbo, moending
Bos bubalus), een eerste plaats in. Karhouwenvleesch wordl
zeel veel gegeten en is, als bel afkomstig is van jonge diereu,
die niel voor veldarbeid of in het algemeen als trek vee gebruikt
zijn, zeer smakelijk. Inlanders eten ook veel karhouwenvleesch,
maai\', len gevolge van een waarschijnlijk Hindoese)) bijgeloof.
-ocr page 168-
1�O
nimmer hel vleesch van zoogenaamd wille karbouwen-
Daarom mogen aan hel Gouveruemenl nooit witte karbouwen,
als slachtvee, geleverd worden. De Mohamedanen laten een
karbouw of eene koe allijd slachlen door een bedienaar van
de moskee, evenals de Isra�lieten dal laten doen door een
geestelijk persoon. Die man heel in hel .Maleisril modin <lja-
gallon,
en hij krijgt, voor zijne moeite, een slnk vleesch van
den hals van hel dier.
Hel slachten en verorberen van een karbouw speel) hij alle
inlandscue feestmalen een hooge rol. Hel vleesch van oude
karbouwen heelt een flauw zoeten smaak, die ook eigen is
aan soep of bouillon van karbouwen vleesch bereid en die dal
vleesch daardoor voor zulk een bereiding minder geschikl
maakt.
De Chineezen eten nooil karbouwenvleesch.
Uit hel rete Malpighii, dikwijls mei een kleine laag der culis,
van de karhouweuhuid, worden langwerpig vierkante stukjes.
als kleine balkjes gevormd, gesneden en na cene, niet altijd
dezelfde, bereiding gedroogd. Zij vormen dan de zoogenaamde
kroepoek karbo, die, vooral in Midden-Java, zeer veel hij de
rijst wordt gegeten, nadal zij in olie ofin boter gebakken zijn.
De tong, lidali. wordt dikwijls gerookt en gedroogd, en
vooral te Tjandjoer op die wijze goed bereid.
De eisclien. die men aan goed rundvlcesch hij de keuring
stellen mag, zijn bekend. Met een enkel woord kan er nog
op gewezen worden, dal niet altijd het vleesch van zieke, of
bij epizo�ti�n van verdachte, dieren moet worden afgekeurd
ter consumptie. De officier van gezondheid Dn. H. de Cock
gaf, op grond zijner onderzoekingen, in Deel XXII van hel
Geneeskundig Tijdschrift voor Nederlandsch-lndi� als kenmerken
voor eetbaar rundvleesch de volgende: De kleur wisselt al\'
van licht of donker purperkleurig lol rozerood: dit hangt
voornamelijk af van de wijze van slachten, daar bij doodbloeden
van hel dier het vleesch weinig bloedhoudeud, dus licht gekleurd
is; terwijl bij bet slachten met een slachlmasker of bij doodschieten,
-ocr page 169-
151
na slolling v.-m hel bloed, het vleesch donker gekleurd zal zijn.
Dil laatste is verkieslijk. Hel vetweefsel moei hard en vasf
zijn; bij drukking moet hel vleesch vast en elastisch aanvoelen,
de karakteristieke vleeschgeur mag niet ontbreken: hel sap
van hel vleesch moei zwak zuur reageeren en de spiervezclen
moeien, inikroskopisch onderzocht, goed begrensd, en zeer
duidelijk dwarsgestreepl zijn: er mogen geen vreemde vonnbc-
standdeelen als sporospermiae. Cyslicercus cellulosae of Trichina
spiralis in voorkomen. Dn. de Cock zegt: »dat alle vleesch,
hel welk aan genoemde eigenschappen voldoet , onverschillig van
� welk beest hel afkomstig is. geschikt is voor consumptie."
Schapenvlcesch, kambing wolanda, domba, biri-bivi, is veel
minder vel dan in Europa en is zeer aangenaam van smaak.
Hij hel toenemen der Engelsche bevolking wordt er meer
gebruik van gemaakt dan vroeger. Inlanders eten het ook
wel, maar loch minder dan geilenvleesch, dat daging kambing
heel; daging beteckenl vleesch in het algemeen.
Hertenvleesch, menjangan. roesa, (Cervus equinus, C. russa,
en de van Br�sch-lndi� ingevoerde Cervus dama) is zelden te
verkrijgen op de hoofd plaatsen: liefhebbers van de jacht ver-
schallen hel zich zelven; \'lis zeer lekker, als de herten in hel
wild geschoten zijn. In de binnenlanden worden ook wel ki-
dang\'s
(Cervus muuljac en kanljil\'s (Moschus javanicus) gegeten,
Van de hazen koml op Java de Lepus nigricollis in het wild
voor; zij wordt klienlji of kuwcloc genaamd, maar ook wel
onder den naam haaspeper levend verkocht. Dat is de eenige
vorm, waaronder hazen gegeten worden, en dan zijn zij nog
niet te vergelijken met de Europeesche soorten. Konijnen (Lepus
cuniculus) zijn uit Euro/m aangevoerd en met een zeer enkele
uitzondering, altijd wil; zij komen als voedsel bijna niet in
aanmerking en heeten klienlji.
Varkens vleesch, babi, dal door kleurlingen spek genoemd
wordt, is veel in gebruik. De Chineezen zijn er, even als de
meeste niet-Mahomedaansche inlanders, groole liefhebbers van
en teelen varkens aan. De Indische varkens hebben meestal
-ocr page 170-
152
een geheel zwarte, of zwarl bruine huid mei een schuin
verloopenden, witten hand van rlen snuit naar don hals (Sus
villalus). Soms wordt jacht gemaakt o)i wilde varkeus. Imhi
oelan
Sus harhalus , die een uitstekend vleesch leveren , wanneer
zij in bergslreken hebben geleefd: minder goed is hel vleesch,
wanneer de varkens aan hel xeeslrand verblijf hielden en zich
daar o. a. voedden met visch. Hel varkens vleesch is veel
minder vel, dan in Europa: hel heeft een wille kleur eu gelijkt,
ook in den smaak, veel op kalfsvleesch. Hij de rijsllalel wor-
den kleine, vierkante stukjes varkensvleesrh, aan een houtje
geregen en geroosterd scsulr. die ook van ander vleesch ge-
maakt wordt . gegeten.
De Ehineezen bereiden, hehalve houillon, nog een zeer gezocht
gerecht met dil vleesch, namelijk bah-mi. De heslanddeelen
daarvan zijn. hehalve varkensvleesch en vet, oesters, garnalen,
houillon van varkensvleesch. een soort van vermicelli uil meel
bereid, "" genaamd, verschillende groenten en een soort van
platte champignons, koeping tikoes geheeten Exidia purpures*
eens, E. pelliculae. Deze champigiionsoorl komt ook in
Duitschland voor als Exidia auriculae Judae). Hel is een zwaar
verleerbaar gerecht . dat evenwel door Europeanen ook gaarne
genuttigd wordt.
Paardenvleescli is in den laalslen lijd op }liil<lni-.lnni ook
wel door inlanders als voedsel gebezigd en wordt. op sommige
andere eilanden, waar vele paarden voorkomen, zooals bijv.
Soembn. hij feestelijke gelegenheden gegeten.
Honden vleesch wordt enkele malen dooi\' K�-Cliineezeii gegeleu:
vooral zijn zij helusl op zeer jonge, licl\'sl zwarte honden, die met
06611273
uien. aardappelen . soja en cenige andere ingredi�nten lol een soort
van ragout worden gemaakt. Ook Halaks eten honden vleesch.
lu (\'liinn worden ook kallen en ratten gegeten, maar deChi-
iie.ezen in Imlir elen die nooit.
Zelden komt hel zeer smakelijke vleesch der kalongs, \\lie-
gende houden l\'leropiis edulis , let\' tafel.
Op Nieuw-Gu\'umt worden enkele huideldieren, waaronder de
-ocr page 171-
1S5
koeskoes (Phalangisla ori�ntalis), daar mab genaamd, ge-
geten.
Zeer dikwijls wordl vleesch gebruikt, dat op de eene of andere
wijze verduurzaamd is, als gerookt vleescli; ham ; saucijs; worsl
in slopflesschen mei zout verpakt: rauw spek in blik; vele toebe-
reide vleeschspijzen en, in vet gedompeld . in l)lik verpakt. In hel
algemeen zijn die toebereide vleeschspijzen door het verpakken
en bewaren iu blik van hoedanigheid veranderd : zeer versch
bereide blikken hebben dikwijls nog veel van den oorspion ke-
lijken smaak behouden, maar verreweg de meesten hebben allen
denzelfden, niet onaangename» smaak. Hel vleescli zelf is even-
wel eenigszius ontleed, waul de vezels laten van elkaAr los, zoo-
dal hel vleescli gemakkelijk in de lengte ie verdeden, maar
moeielijk Ie snijden is. Tweemalen nam ik vergiftiging door
vleescli uil Mikken waar: eens van drie personen , die gekookte
long uil een blik hadden gegeten en eens van vier personen»
die Ainerikaaiisclie romed-beal\' hadden \'gebruikt. Trouwens
een slachter in Amerika heeft, volgens mededeelingen te vinden
iu bel Nederlandsril Militair-Geneeskundig Archief voor 1882, ver-
klaard, dal voor vleeschblikken gewoonlijk de slecblste stukken
worden gebezigd. Die stukken worden in ijs gelegd . klein ges»e-
den, gezouten en met pekel overgoten. Daarna worden zij hall
gaar gekookt en iu bussen gedaan . die worden loc gesoldeerd. Ge-
durende twee uren worden die bussen gekookt, dan een gal
er in gemaakt. waardoor men liet sap laai wegloopen: nu
worden zij op nieuw gekookl , nog eens uitgegoten en dau voor
goed dicht gemaakt. Men liegrijpl , dal de inhoud dus niel
veel waarde heeft.
De meest versche vleeschblikken komen uil Australi�, en die
zijn de beste: de schape.nlongen bijv. houden zich zeer goed:
evenwel is hel niet Ie ontkennen. dal zulk vleescli spoedig
tegenstaat en voor ilagelijksch gebruik niet kan dienen. Ik
meen dat Ie moeten toeschrijven aan de eenloonigheid van den
smaak , terwijl bovendien proeven bewezen hebhen. dal de voe-
ding met dal vleesch, op den duur, storend op de spijsverte-
-ocr page 172-
l\'54
ring werkt. In Australi� wordl het vleesch ongekookl in de
bussen gedaan; deze worden daarna geheel gevuld met bouillon
of inel water en dan loe gesoldeerd ; len slotte worden zij in
een had inel zoal water tol boven 100°C. verhit; de inhoud van
die Mikken beval dus alle voedende beslanddeelen van hel vleesch
De vleeschblikken mei Gjne soorten van vogels, enz. komen
natuurlijk alleen voor rijkeren in aanmerking. Men kan gerust
beweren, dal in Indi� meer algemeen gebruik gemaakt wordl
van wal de Duilschcrs in ��n woord «Delicatessen" noemen
dan in Europa. Sardijnen, pal� de foie gras en andere soorten,
anchovis, haring en dergelijke komen tamelijk veelvuldig op
tafel. Hel zoogenaamde vleeseh-extrael van Liebig wordl alleen
gebruikt om soep of bouillon kraehtiger Ie maken: alleen ge-
noiueu is bel een onsmakelijke zelfstandigheid. die niel genoeg
voedingstoffen beval; hel kan inel melk gemengd een goede
voeding opleveren, maar is dan niel zeer aangenaam Ie nemen,
riesehjes mei houillon-extrael van Niei\'Wkmiujzk.n zijn zeer
goed en ook voor zieken aanlebevelen; \'t is een zeer sterk, maar
vloeibaar vleescb-allreksel. zonder vel, dal mei heel water
vermengd een goede, aangenaam smakende bouillon vormt, ol
onvermengd theelepelsgewijze kan genomen worden: in dien
laats len vorm deed hel dikwijls veel nul, o. a. bij hevige
verbloedingen.
Een inlandsche wijze om vleesch ie verduurzamen is de be-
reiding van den-de na. Den-deng wordt van alle vleeschsoorten
gemaakt, maar dal van hertenvleesch bereid is bijzonder gewild.
Hel vleesch wordt in platte stukken gesneden) en zooveel mo-
gelijk van pezen en van vet ontdaan, Die stukken worden aan
beide zijden ferm ingewreven met zout (garam), peper (lada),
tamarinde (amm djawa)ea langkwas (Alpiniagalanga) en daarna
inde zon gedroogd, waarbij er bijzonder op gelet wordt, dal zij
niel door regen worden bevochtigd. Zij worden dan zeer hard
en blijven lang goed. Hij het gebruik worden zij �f eenvoudig
geroosterd. �f mei wat olie of boter gebakkeu. Den-deng is
een goed, aangenaam smakend voedsel, dat gemakkelijk schijnt
-ocr page 173-
ll>;>
te verteren. Den-deng heefl hel voordeel, dat alleen de bui-
5
lenste lagen goed uitgedroogd zijn, die daardoor hel midden-
gedeelte, dat alle voedingsstoffen blijfl bevatten, legen rotting
beschermen. In de Transvaal noenil men sonrlgclijk toebereid
vleesch, biltong.
Kr is ecue maatschappij opgerichl, die zich voorstelt bevro-
ren, versch vleesch van Australi� rechtstreeks naar Batavia over
Ie brengen.
Melk, socsoe, is van verschillende dieren in Indi� verkrijgbaar.
Op plaatsen, waar koeien worden gehouden, is koemelk de
meesl gebruikte soorl en verschilt in samenstelling niel merk-
haar van die der koeien in Kuiv/xt. Hel verkrijgen van goede,
zuivere melk van leveranciers is zeer moeielijk; vvanl al zijn
die menschen zelve er op gesteld goede en zuivere melk Ie
leveren, hunne bedienden zijn gewoonlijk weinig te vertrouwen,
liet melken zelf vereischt reeds een buitengewoon nauwkeurig
toezicht; al houd! men zelf koeien, de koeienjongen (loekany
sampie
zal altijd trachten eenige melk (en verkoop meester
Ie worden en, gesteld al. dal men niet een eerlijken inlander
Ie doen heefl . locb zal de gewone slordigheid en de weinige
zorg voor reinheid een groote oplettendheid van den meester
noodig maken.
De Oesschen, voor de melk gebezigd worden, zonder zeer
streng toezicht, niel voldoende of in hel geheel niet gereinigd.
Menschen mei oen fijn ontwikkelden smaak proeven wel
onderscheid (usschcn de melk van Europeesche en van Indische
koeien. De laatste smaakt iets waterachtiger, namelijk minder
zoel, en heelt een zeer enkele maal ecu lichten , muskusachtigen
bijsmaak.
7
Karbouwenmelk wordt sleehls hoogst zeldzaam of nooit ge-
nulligd op de hoofdplaatsen van Java. Op de buitenbezittingen
wordt wel karbouwenmelk gedronken, maar overigers meer
van die van geiten gebruik gemaakt. Deze dieren zijn gemak-
keiijk te onderhouden door gras en bladeren (vooral waroe
(Hibiscus elatus) en dadap Krylhrina sp. div.); en kosten zeer
-ocr page 174-
156
weinig geld bij aankoop. Hel is bovendien een voordeel, dat
men de geiten kun melken, wanneer men wil. en dus op elk
oogenblik versche melk heefl.
K
399999
zelinneumelk is in Indi� uooil verkrijgbaar. Kr zijn geen
ezels en de pogingen om die dieren uitvoeren, mislukten steeds.
Vlij zijn gevallen bekend waarin |iaardenmelk . van bel gewone
Javaansche paard, werd gedronken en, gedurende een epizo�tie
van veepesl. zelfs als voedsel werd gebruikt voor zuigelingen.
Chineesche kinderen zuigen wel eens bij bonden.
Op vele huilciihezillingen is geen koemelk Le krijgen: geilen-
melk somtijds schaars, in dal geval wordt door Europeanen
meestal gebruik gemaakt van gecondenseerde melk uil blik.
waarvan de zoogenaamde »S\\viss eondensed uiilk" bovenaan
staal: men weel dal die bereid is door koemelk, met suiker
lol stroopdikle Ie verdampen. Zij beval:
water...... 18 28 °/0          rietsuiker..... 24 ."() °/0
boler....... 1.1 14 »             albumiualeu. . 24 28 »
melksuiker.. 14 IN »           zouten........ 2 2,ti »
Die gecondenseerde melk is. o. a. bij een hevige koorts-
epidemie in de residentie Hautain nok aan iulaudsebe kinderen
verstrekl . als de moeders Ie veel waren uitgeput om hen
zelve Ie zoogcu. De «Alpenniilch" uil Homanxho�H al\'koin-
slig verdient nog meer aanbeveling, omdat zij eenvoudig
ingedikt is door koking bij eene drukking van drie athnios*
l\'eren. en er geen suiker bij is gevoegd. Zij moet voor
bel gebruik geschud worden. om de room behoorlijk te ver-
deelen. Ook in \\edrrltmd wordt tegenwoordig zulke, eenvoudig
ingedikte melk bereid.
De vervalsehiiigen, die bij Ie koop aangeboden melk voorkomen,
zijn gewoonlijk water, meestal uil een rivier ol\'sloot afkomstig,
dus slecht water, dal een zanderig bezinksel in de flesschen
leruglaal , en ook wel klappermelk eene emulsie van klapperolie,
ol\' klapperwaler: zeer zelden wordt daartoe suikerwaler gehe-
zigd: terwijl ook afgeroomde melk wordt verkocht voorgoede.
07113825
Daar klappermelk in de pioscoop van Hekken dezelfde kleurs-
-ocr page 175-
i:it
veranderingen geefl itls gewone melk. is ilil instrumentje in
Imii� van weinig nul. al geefl klappcrmelk niel de eigenaardig
blauwe, maar een grijze kleur. Somtijds is goede karnemelk
verkrijgbaar, onder anderen Ie Halaria op bepaalde dagen.
Boter, uionlega. wordl soms in fndir bereid, maar is dan
gewoonlijk minder aangenaam van smaak dan de uil bel huitcn-
laml aangevoerde, (luk die laatste is, vooral vooral voor Hollan-
ders, geen lekkernij: daarvoor verschilt zij Ie veel van de in
Nederland gebruikelijke. Zij kouil voor in blikken . of wel in
grootere vaatjes, die dan gesloten en nog in een tweede val.
met zont gevuld, worden verpakt. Vloeibare boter aee, wordl
uil Verzie aangevoerd, maar alleen dooi\' Armeni�rs gebruikt.
Chiiieezeu maken soms boter na . door een mengsel van klap-
per-ol\' olijfolie mei meel en zout.
Kaas. hedjoe, wordl in verschillende soorten uil Europa aange-
bracht: een zeer enkele maal wordl zij ook in Jndi� bereid, maar
beslaat dan gewoonlijk uil eenigxius in elkaar geperste kaasstof.
Onder de vogels bekleeden, wal de voeding betreft, de kippen
eene eerste plaats. Kr zijn bij Europeanen en Ghineezen bijna
geen gewone maaltijden zonder kip, in den eenen of anderen
vorm toebereid. De kippen, njam. die iels kleiner zijn dan
Europeesche kippen, zijn op vele kleinere plaatsen bijna bel
eenige dierlijke voedsel en voor een pas aangekomene is hel
verbazingwekkend wal er al niet van die vogels wordt gemaakt.
Voor de Europeesche tafel vindl men van de gewone gebraden
kuikens tol kippenbiefstuk Ine en voor de half-inlandsche rijst-
lafel zijn de variali�u der bereiding van hoendervleesch ontel-
baar; zelfs de magen dier vogels worden daarbij in stukjes
gesneden toegediend als sambal zie later hij de toespijzen .
Kippenvleesch is een goed voedingsmiddel: evenwel komen
er aan de zoogenaamde rijsllal\'el enkele moeielijk verteerbare
bereidingen van voor. Uil. boek zou door een opsomming dier
Verschillende bereidingen ontaarden in een kookboek.
Het schijnt mij, wanneer de geneesheer, die zich in Indi�
-ocr page 176-
ir>8
vestigt, kennis genomen heeft van de zaken, die daar als etens.
waren worden gebruikt, niel overbodig toe, zoo hij zich
ih\' moeite getroost eens een Indisch kookboek in Ie zien.
Hel zal liein dan gemakkelijk vallen Ie beoordeelen, hoe hel
mei de verteerbaarheid en de voedingswaarde der te gebruiken
spijzen staal: en dit kan hem niet onverschillig zijn, reeds voor
gezonden, die hem raad vragen, maar nog meer voor de beoor-
deeling der spijzen, die zieken of reconvalescenten wenscbeii
Ie nuttigen en waarbij hij. vooral in den beginne, namen
van toebereide scholels hoorl. die nog nimmer zijn trommelvlies
bereikten. Kan men in Europa op de vraag: »mag ik kip eten?"
in den regel onmiddellijk een antwoord geven, in Indi�behoort
de arts wol degelijk eersl Ie vragen, welke bereiding daarvan
bedoeld wordt: daarom moei hij len minste eenigszins op de
boogie zijn van de bestanddeelen, die in de bereidingen voor-
komen. Vooral bij inlandsche en half-inlandsche vrouwen vindt
men. als zij ziek zijn of geweest zijn, den vreemdsten trek naar
spijzen en behoor! men vragen daarover Ie kunnen beantwoorden.
Ik acbl bel bier de plaats mei een enkel woord er op Ie
wijzen, dal ten opzichte der voeding van zieken, de meesl
bizarre, soms bijgeloovige denkbeelden beslaan , waarmede men
rekening beel\'l Ie houden. Zoo er. om een paar voorheelden
Ie noemen, ontsteking beslaat, ver/wering intreedt, of zweren
zichtbaar zijn. is hel geloof algemeen, dat kippenvleesch
11820684
nadeel doel: hij huidziekten zou hel eten van visch nadeelig
zijn : hij oogziekten vooral garnalen, ikan bandang (zie later), enz.
Alleen eene zeer langzaam voortgaande, algemeene beschaving
zal dergelijke denkbeelden kunnen wegnemen , en in dal opzicht
doel de verpleging in hospitalen goed, omdat daar kan gezien
worden, boe o. a. kippenvleesch geen nadeel doel aan verzwe-
ringen. Onder hel minder ontwikkelde publiek moet de genees-
heer wel eens toegeven en dan. in bel hier bedoelde geval,
toelaten, dal rundvleesch alleen gebruikt wordt: toch kan hij
er telkens op wijzen, dal kippenvleesch geen kwaad doel: alleen
onthoude hij zich het imperatief voor te schrijven, als er iets
-ocr page 177-
M
anders Ie krijgen is. omdat «lio handeling geen ander efl\'ekt
zou hebben dan liel vertrouwen in zijne kunde ie verminderen.
Deze en dergelijke, eigenlijk tamelijk onschadelijke, vooroor-
deelen zijn het, waarop ik vroeger doelde toen ik, hij hel
bespreken der inlanders is hel algemeen, zeide, hoe soms de
noodzakelijkheid bestaai om loe te geven. wal men niet bepaald
goed acht (pag. 69).
Wie geroepen is voor ziekeninrichlingen en dergelijke kippen
Ie koopen, denke er aan, die altijd levend Ie koopen. jonge
dieren Ie nemen en. na zich overtuigd Ie hebben, dal in den
krop geen steentjes. zand. enz. zijn gebracht, voor een dozijn
kippen een gewichl Ie eisehen van minstens negen pond.
Kippenbouillon wordt veel gebruikt, zoowel als op zich zelf als
in soepen . terwijl eene. ook voor zieken , goede bereiding bestaai
uit rijst . waarin een stuk kippen-of duivenvleescli wordt gaar
gekookt ol\' gestoomd nasi limj.
De bekende Chineesche schotel. kim-lo genaamd. beval
als hoofdbestanddeel kippenvleesch met een soort van macaroni,
groenten, soja enz. Indien de inlanders zich de betrekkelijke
luxe verooi loven om kippenvleesch te eten. hebben zij de ge-
woonte om de kleinere beenderen, zooveel mogelijk, lijn Ie
kauwen en mede in te slikken.
Kapoenen [ajam k�biri) zijn zeer gewild: de operaIie, noodig
lot liet vormen dezer dieren, wordl op primitieve en ruwe
wijze uitgevoerd dooi\' de cloak in Ie snijden en de testes
op hel gevoel met den vinger te verwijderen.
Nog moet melding gemaakt worden van de in hel wild leven-
de kippen, hosch-kippen zooals zij genoemd worden (Gallus
bankiva), die in hel Maleisch ajam n/as, ajam oetan heeten;
zij worden zelden gegeten, maar. als zij een enkele maal
worden geschoten . leveren zij een vogelvleescb, dal door kenners
zelfs boven dal der Europeesehe patrijzen wordt geroemd.
In de tweede plaats komen de eenden, b�b�k, ilile, als voe-
dingsmiddel, onder de vogels in aanmerking. Zij worden veel
minder gegelen dan kippen, waarvan hel gemiddelde verbruik,
-ocr page 178-
Min
ctiider Europeanen cm mei hen gelijkgesleldrn. worill geschal
op ��n kip per dag m pel\' hoofd. Tamme eenden worden
I :i 11 k-I i) k veel vcrhruiki . vooral door dr (Ihincezeu. en daaronder
Itehooren de gewone, in Indi� voorkomende eend Aiias radjali
en afstammelingen van Alias hnsehas . die in lid oog vall
door haar /eer opgerichte» gang. welke dien der pingu�ns nadert,
en ilc zoogenaamde Manilla-eend Alias inosrliala . die veel
groeier is. maar alleen als jong dier geslaehl aangenaam smaak I.
Van de eenden is vooral de tiiHiviex ook belibics genaamd.
Anas arriiala zeer gewild. Op Midden-Java en in de Padang-
sihr horen/n mini
worden eendvogels gedroogd: ook worden die
gedroogde eenden uil China aangevoerd.
Hanzen, ijaurfsa. Anser einerens worden evenzeer als kal-
koenen. kalkoen. .Vleleagris gallopavo veel verorberd. Er
vall niets bijzonders over Ie zeggen, dan alleen, dal vele
in liulii: geboren vrouwen geen kalkoeiienvleeseh willen eten,
omdat hel kwastje op de borst aan varkens doel denken en
varkensvleesril, in navolging der Mahomedaneu. liefst niel
genuttigd wordt.
Duiven, bneraeug dam, poenpi, zijn zeer gezoehl en komen
op Eiiropeeschc tafels dikwijls voor. Daaronder, vooral jonge,
gewone duiven, maar ook /lerkoeloel\'s Turtur-soorten .
Andere vogels zijn zeldzamer, behalve snippen, boeroeng snip,
hl�k�lt
Seolopax sleniira . al verliezen die veel van haar aan-
gi\'iniiiien smaak, daar zij. len verkoop, worden gevangen en
niel gescholen.
Nog Itehooren genoemd Ie worden patrijzen, ajam-ajaman,
Perdrix .lavaniea en enkele vogels, lol de groote afdeeling
der vinken hehoorende, terwijl pauwen, boeroeng m�rak Pavo
iiiuliciis een zeer enkele maal. in de binnenlanden, worden
geschoten. Reizigers verhaalden mij, dal zij op afgelegen
plaatsen, zieb soms alleen mei pauwenvleesch voedden en de Luit-
generaal W. (]. vos Sciherbrand sehreef mij, dal hij weken
lang. in hel Lebaksche van de jachl bad geleefd en daar vooral
pauwen school, wier vleesch een uitstekend goede bouillon leverde:
-ocr page 179-
1GI
oude pauwen hebben laai vleescb, maat\' daarvan bereide rfe«-
iIchi� is zeer smakelijk.
lil. Europa worden ook Mikken mei vogels aangevoerd.
waaromtrent hetzelfde vall op Ie merken als over vleesehblik-
ken in bel algemeen.
Versche eieren, Iclov, worden nagenoeg alleen gegelen, als zij
van ki
4
ppen en eenden afkomstig zijn. De eendenciereu worden
vooral Ie Malaiig, maar ook op andere plaatsen . toebereid mei zonl
en als gezouten eieren opbewaard om voornamelijk bij de rijsl tafel
Ie worden gegelen. Die bereiding geschiedt door asch of tot poeder
gestampte baksteenen. mei een gelijke hoeveelheid zout Ie
vermengen en er met water een kleiachtige massa vau te maken.
die om bel ei wordt gelegd en bevestigd door alles in een groot
blad Ie rollen. Ka lien dagen zoo bewaard Ie zijn, zijn zij
klaar, maar ineeslal laai men ben langer liggen. Zij beeten
dan tUor ami. en hebben uitwendig eene zwarte kleur, die
zich somtijds aan de buitenste eiwillagen mededeelt. \'I Is
niet ie ontkennen, dal zij dikwijls een minder aangenamen
smaak bobben, die nu eens aan bedorven eieren herinnert, dan
eens een gewaarwording van bloemengeur geeft . die men bij
eieren niet wenscht. Goede, gezouten eieren zijn evenwel een
goed voedsel en kunnen op expediti�n. bij epidemie�n en der-
gelijke van veel nul zijn.
Soms worden eieren van parelhoenders gebezigd. terwijl
ganzeneieren in den regel alleen in gebak worden gebruikt.
Bij bel eierenverbruik behoort men Ie welen, dal een inlandsch
bijgeloof die voor zeer schadelijk houdt bij alle aandoeningen
der buikorganen en vooral bij diarrhee. Dit nu is een voor-
oordeel, dal bestreden behoort te worden; de meesle buiklijders
verdragen zeer goed eiwit of eieren in hun geheel en bel is
dikwijls bel eenige afdoende middel om hunne krachten te
onderbonden. Inlanders elen soms bedorven eieren als lekkernij.
Onder de voortbrengselen van bel vogelenrijk, die lot voedsel
dienen, belmoren nog de eetbare vogelnestjes, smang boeroeng,
afkomstig van de gierzwaluwenofsalanganen(Hirundo s. Cyp-
11
-ocr page 180-
102
sehis esrulenla). Vooral de Chineezen hechten zeer groote
waarde ;ian de versterkende kraelil de/er nestjes en, daarliet
�Men er van geen kwaad doel . kan men hel gebruik wel toe-
slaan: als y.e gaar gekookl zijn. vormen zij slijmige massa\'s, die
niet veel smaak bezitten.
Schildpadden worden zelden gegeten: alleen de kora-kora
Cisindo diardii komt nog al eens op Chineesche tafels voor.
Vele Chineezen en enkele Europeanen zijn groote liefhebbers
van de sehildpadeieren. die hij koking niet volkomen stollen.
een zachte schaal bezitten en. in het algemeen, een glibberigen
indruk maken. Die sehildpadeieren zijn afkomstig van depenjoe
Care) la imhricata. Ghelonia viridis), hel dier. dal de bekende
schildpad voor den handel levert. en welks vleesch nok wel
eens gegeten wordt.
Vooral door Chineezen. maar ook wel dooi\' inlanders en
enkele Europeanen, worden kikvorsehen, gekookl of gebraden,
gebruikt: meestal de kodok Ijina Rana brama), en somtijds
een veel voorkomende paddensoort, leodok Bufomelanostictus).
Van de slangen eten de Chineezen soms de oelar sawah
Python bivitlatns.
Een zeer enkele maal komt hij hen ook hel vleesch der le-
giianen, minjawali, hijanvk Varanus bivitlatns Ier tafel. Dit
vleesch wordt op Bornpn veel gegeten. zoowel als de eieren
van den minjawah.
Visch wordl zeer veel gegeten door alle volksstammen in
tndi�. Zij vormt wel het hoofdbestanddeel der dierlijke voedsels
voor den inlander, die. soms versche, maar gewoonlijk visch
in gedroogden slaat eet. Gedroogde visch heel in hel Maleisch
ikatt htiiitj. Die droging geschiedt bij groote visschen. na
verwijdering der ingewanden, eenvoudig op stellingen in de
zonnewarmte, meestal zonder dat zij eerst ingewreven zijn met
zout: terwijl kleine visschen. altijd zonder zout, in hun geheel
in het zand worden gelegd om door de zonnestralen gedroogd
-ocr page 181-
I r.:.
te worden. Gedroogde viscb blijft niet langer dan ongeveer
drie maanden goed en wordt al vroeger flauw van smaak\'
Ik zal mij moeten beperken tot de opgave van de meesl
belangrijke, ook door Europeanen gegeten, vischsoorten, daar
eene opsomming van alle eetbare soorten, zoo niet onmogelijk,
zeer vervelend zon zijn en een groote plaats zou innemen,
zonder nut Ie doen. Dn. P. Bt.eeker noemde in zijne «Bijdrage
lot de geneeskundige lopograpbie van Ratafia" meer dan 380
daar voorkomende, eelbare vischsoorten op. In bet algemeen
is viseb een goede voeding en dal moet ook van gedroogde
viscb worden gezegd . waarbij de opmerking niet achterwege
mag blijven, dat niel zeer nauwkeurig acht wordt geslagen
op den ouderdom der visschen na bet vangen, zoodat niet
zelden eenigszins bedorven viscb gedroogd wordt, die natuur-
lijk nadeelig is voor de gezondheid. De Heer C. 0. Gelpke schrijft
aan hel gebruik van gedroogde viscb bet ontstaan van beri-beri
toe: boe goed zijn opstel over dat onderwerp ook geschreven
moge zijn en mei hoe groote overtuiging bij zijne meening
die toch veronderstelling blijft verdedigt, het valt nietteont-
kennen, dal de legenschriften van de Heeren Van der Elst
en Dr. Wernich die meening een grooten schok hebben toege-
bracht. Men zou trouwens ook verwachten, dat beri-beri dan
veel menigvuldige)\' moest voorkomen. omdal bijna alle inlan-
ders gedroogde viscb eten.
Van slechts enkele vischsoorten heef! de ondervinding geleerd,
dal zij voor zieken nadeelig zijn: van andere, dat zij vergiftig
zijn. terwijl bovendien wordt beweerd, dat enkele visschen
opzettelijk mei vergif bedeeld worden. daar de vangst geen
voortdurend geluk zou aanbrengen, als er geen slachtoffer bij
valt. Die vergiftigingen belmoren bier niet verder Ie buis.
De Chineezen zijn bijzonder goede kenners en ook groote
verbruikers van versche visch.
Haaienvleesch, ikan poetjoek, hijoe, (Carcharias javanicus) is
zeer hard. maar wordt vooral gedroogd en gerookt gegeten,
terwijl haaienvinnen een duur betaalde delicatesse voor de
-ocr page 182-
1G4
Chiueesehe tafel zijn. Die vinnen zijn eenvoudig in de zonue-
warmfe gedroogd en vormen dan eene lioornachtige massa, welke
bij koking opzwel!. Men hezigl die vinnen, evenals de eetbare
vogelnestjes, in sin1]!. I)p haaien hecleii in hel Gliineescli hang
hi:
de haaieuvinneu, die in kleine slukjes gesneden in den
handel voorkomen, hong lil koel.
Onder de roggen is de ikan pare (Trygon lymna] zeer gezocht
en een rog met zwart vleeseli (A�tobatis narinari een lekkernij
voor Chineezen.
De lophobrnnchii. scleroilerinen en gymnodonten zijn de eenige
famili�n der visschen. die nooit door inlanders worden gegeten,
h�tzij omdat men ze Ie hard vindt . of omdat aan hun vleeseli.
bijzonder aan dat der gymnodonten, vergiftige, bedwelmende
eigenschappen worden toegeschreven.
Paling f\'Angnilla elphinston�i . ikan moa, h�loef, meestal ikan
paling
genaamd , wordt niet zeer veelvuldig gevangen, behalve
in enkele streken, zooals bijv. de Preanger-Regenlschappen, maar
evenaart de Europeesche palingen in smaak . soms ook in
grootte; paling wordt hier en daar in visebvijversaangekweekt.
Van de clnpeidae vindt men enkele echte haringsoorten, die
als ikan l�tnbang (Spratella kowala en ikan boelan-boelan,
(Megalops macrophlhalnius bekend zijn, terwijl hiertoe ook
behoort een elftsoort, ikan Iroehock (Glupea marrura . die op
Sumalra\'s Noord-Oostkust in grooten getale voorkomt en waarvan
de gezouten en gedroogde knil. ook Iroeboek of telor (roeboek
geheeten , een voornaam voedingsmiddel der inlanders uitmaakt.
De Heer (irambem; gaf in «den Indischen Gids" interessante
mededeelingen over de vangst en de bereiding van dien visch.
Onder de anchovissoorlen is vooral de ikan Iri (Engraulis
encrasicholoides; E. rhinorhyngos en E. Iri zeer gezocht.
Deze kleine visschen worden gewoonlijk gedroogd of gezouten
en dan gebakken gegeten. De ikan Iri wordt ook gebezigd
om er de zoogenaamde Makassaarsche, roode vischjes van Ie
bereiden, die voornamelijk te Makassar worden gemaakt, maar
ook wel op andere plaatsen. De vischjes worden van den kop
-ocr page 183-
163
ontdaan, mcf zoul gemengd on daarna behandeld met water,
waarin rooile rijsl, peper en ragie is gekookt. Hagie is een
gislstof en wordt gemaakt uit rijst, uien, kentjoer (Kaempferia
galanga , peper en eeiiigc andere ingredi�nten lol een poeder
gemengd. Op hel eiland Cclcbes heet de ikan tri, ikun loerie.
Ikan bondam/ of Imndeng Lutodeira of Chanos ori�ntalis) is
een zeer smakelijk voedsel en vormt, in den tijd van hetChN
neesche nieuwjaarsfeesl, een hoofdschotel bij de Chineesche en
inlandsche bevolking; men moet dien visch bepaald verbieden aan
koortslijders en aan pati�nten met gcprikkelden toestand van
bel darmkanaal.
Ikan terbany \'geen vliegende visch, zooals zijn Maleischen
naam aanduidt, Exocoetus javanicus) behoort tot de zeldzaam-
beden der vischmarkl.
Tol de karpers bebooren o. a. ikan lambra of kanljra (Barbus
tambra) en ikan tnas oioelam emas, goudvisch (Carassius aura lus),
uil China afkomstig, maar in Indi� ook geteeld. Die goudvisschen,
vooral in de Preanger voorkomende, zijn buitengewoon lekker.
Op Java worden enkele meervallen verkocht en in verschil*
lende vormen gegeten. De meest voorkomende is ikan l�l�h,
loendoc
of kctiug Clarias punelatus) vooral in hel meer van
Grali, residentie Pasoeroean.
Hippoglossus crumei wordt door Europeanen bot, en in
navolging daarvan door inlanders ikan bot, genoemd, terwijl
aan enkele IMaguria-soorlen, zoowel als aan Solea cornuta, den
naam long, ikan liilah wordt gegeven.
Ikan kapas-kapas (Gerres-soorten) zijn voor de Chineezen
een lekkernij.
Ikan kakap Li les calcarifor is een in zee levende baars,
die gewoonlijk verscli gekookt wordt gegeten, maar zeer
moeielijk goed Ie krijgen is: bijna allijd is bel vleescheenigs-
/.ins week of meelaehlig geworden hij hel vervoer. Sleehls
zeldzaam uoorl men den verbasterden naam »kaalkop" voor
dien visch bezigen. Verwante soorten zijn Diacope en Mesoprion.
waarvan de Diacope melallicus als ikan kakap tiierah bekend
-ocr page 184-
166
slaat. Verder behoor! lol de baarzen de Jacob Evertsen.
door de inlanders meestal ikan krapoe genoemd (Epinephelus
variolosus en K. crapao).
Onder de Caesio-soorten is vooral ikan ekor koening (Caesio
erythrogasler) gewild, alsook fle ikan pinjaloe (Caesio pinjaloe).
Evenals de genoemde Caesio erythrogaster wordt ook Caesio
xanthonolus in het Maleisen ikan ckor koening geheeten en
wordt vooral gedroogd, onder de naam ikan poeloe, genuttigd:
een naam. die ook wordl gegeven aan gedroogde ikan gigi
djaran
(Otolithus lateoides, lillioitles. argenteus, microdon en
inacrophthalmus; in het Chineesch sam gek).
Inlanders eten veel ikan kapas (Tdirysophys berda), die aan
Europeanen niet bevalt.
Ikan k�tang-k�lang (Drepane punclala) en ikan keper (Scato-
jthagus argus, drekviseb) worden evenzeer als ikan gampret
\\Platax xanthopus, 1\'. gampret) alleen door inlanders gegeten.
Sillago-soorten , waaronder vooral S. maeulala, worden spiering
genoemd en evenals die visch bereid. De Chineezen noemen
hem sha-tsan.
Sphyraena jello en S. obtusata dragen den naam snoek of senoek.
Ikan, koeroe (Polynemus in alle soorten) en ikan lajor
(Trichiurus haumela) worden ook gebruikt.
Onder de makreelen bekleedt ikan kembong, kombong (Seom-
ber kanagiirla) eene eerste plaats. Het is een zeer smakelijke
viseb, die gedroogd den naam ikan b�dah of pedah draagt; ook
wordl daarvan een soort van bokking bereid. Verder worden
onder de makreelsoorten gegeten de volgende vissehen: ikan
tingiri
(Cymbium-soorten : ikan lalang (Chorinemus); ikan s"lar
/Selar macrurus); ikan kwee (Caranx fosteri); ikan soesoe
(Lactarius delicatulus), veel gelijkende op ikan kembong, wordt
evenwel door buiklijders minder goed verdragen; ikan parnpel
of bawal ilatn (Parastomateus niger .
Onder de mugilidae wordt ikan b�lanak (Mugil born�ensis)
onder de leuthidae ikan bronang-bronang <Aeanthurus pentazona)
gebezigd.
-ocr page 185-
JG7
V\'iin de labyrint In�ornien is een veel gegeten visch de op Java
algemeen voorkomende ikan gaboes of kootoek (Ophiocephalus
striatus), die versch en ook in zuur ingemaakt gebruikt wordt.
Dit laatste wordt, tot toespijs voor de rijsttafel, ook met andere
visschen, vooral mei ikan kembong en ikan lingiri, gedaan.
Ikan gaboes wordl ook gedroogd en onder dien vorm is vooral
de van Stam ingevoerde zeer gewild: daarvan zijn twee soorten
bekend, namelijk: Ophiocephalus guacha en O. barca.
Tot de laatstgenoemde familie behoort ook de beroemdste en
meesl gezochte der Indische visschen, de ikangoerami(Osphro-
menus olfax). Het verbruik dier visschen is zoo groot, dat
kunstmatige teelt noodig is. om aan de voortdurende aanvrage
te kunnen voldoen.
Een grool aantal visschen wordt op eene bijzonder wijze
bereid, waarbij zij gedeeltelijk tot rotting overgaan. Hel
zeer stinkende produkt dezer bereiding heet trasi of b�laljan,
De kleinere visschen komen daarbij vooral in aanmerking en
worden in hun geheel, meestal mei garnalen vermengd, met
water en zout in een gesloten, aarden pol gezel, waarin men
het mengsel zoolang laai gislen lol alles in een nap is verau-
derd. Het water wordt er algegoten en als saus gebruikt,
terwijl de overblijvende massa in koeken wordl gedroogd.
Inboorlingen houden van die spijs zooveel, dat een rijsttafel
zonder Irasi niet in orde is; ook vele Europeanen zijn er lief-
hebbers van. Te Palembang wordl Irasi vermengd met visch
en doerian (zie later, daarna in een blad gepakt en gepoft. Dit
mengsel, dat meer dan een jaar wordt bewaard, stinkt natuurlijk
verbazend en draagt den naam lempaja.
Onder de visschen, die gedroogd gegeten worden, verdienen
nog vermelding de ikan s�pal Trichopus trichopterus. T.
striatus) en de alleen als delicatesse uil Britsch-Indi� aange-
voerde Bombaij ducks of bummaloh. Deze laatste visch behoort
lol hel zeldzaam voorkomende geslacht llarpodon en heel Har-
podon nehereus G�lnthku .
Van enkele visschen w�rdt het vleesch lot koekjes in elkaar
-ocr page 186-
168
geperst en deze worden dan gedroogd en kroepoek ikan genaamd;
die. koekjes worden. tol gebruik, eerst gebakken.
VW EurojMi en Amerika worden ook vischsoorlen in Idik. ge-
zouten ol\' gedi.....gd aangevoerd. Zoo kan men zich voorzien van
zalm, waarvan de Nederlandsrhe, gekookt ol\' gerookt, de beste
is, baring, hokking, anchovis, paling, sardijnen, zoutevisch,
slokviseli en dergelijke» meer, die bijna alleen door Europea*
nen, soms ook door (Ihineezcn gegeten worden.
Onder de ongewervelde dieren zijn er maar weinige, «liedoor
Europeanen als voedsel worden gebruikt: hij inlanders en
Chineezen evenwel zijn er vele zeer gewild.
Vaii de tlcphalopodeu worden verschillende iukivisselieu
Loligo javauira. Sepia aeuleala gegeten.
Onder de weekdieren komen in aanmerking de oester, (tram
Oslrea imhrieala , die veel mei de Kui\'opoesrhe oester over-
eenkomsl. maar iels kleiner is: zij wordt dooi- Europeanen
rauw en gekookt gebruikt, maar de inlanders eten die nimmer
anders dan gekookt mei groenten ol\' mei lamarimle. Bij Eu-
ropeaneu komen meermalen vergiftigingen er door voor. Er
hes taal nog een minder goede soort, overeenkomende mei
mosselen en koe/ktmj of lulu genaamd. Oesters moeien altijd
van den zoogenaamde» haard hyssiis worden ontdaan, omdal
naar hel sehijnl . juist in dal gedeelte de sloll\'en voorkomen,
die aanleiding geven lol vergiftiging. Hij hel koken van oesters
wordt in hel dagelijksehe leven, even als hij garnalen, een
zilveren lepel mede gekookt: hlijl\'l die blank, dan. zegt men,
is er geen kans op vergiftiging.
Chineezeu eten dikwijls kleine slakkensoorteu, loeloel, kejony,
gelijkende op de alikruik.
De. kokhaan, kriiif/ (lardium edidis is, in de maanden
waarin zij ter markl komt, een zeer gezochte spijs. Op enkele
eilanden wordt ook hel weekdier uil de reuzenschelp Tridacne
gigas: gegeten: op Java niel.
Onder de insekten wordt van de zoo schadelijke wille mieren
-ocr page 187-
169
ook als geliefkoosd voedsel gebruik gemaakt. Die dieren heeten
in hel Javaansch rajap, de gewoonlijk gebezigde naam, en bezit-
len in de zo�logie namen, die op hun zeer vernielende levens-
wijze betrekking hebben, nis Tenues fatale, mordax, alrox,
destructor en dergelijke. De meesl voorkomende soorl is Ter-
nies sumatranum. De mannetjes en wijfjes dezer witte mieren
krijgen, hij hunne laatste ontwikkeling, vleugels en vliegen
dan \'s avonds in zeer groote massa\'s om hel liehl. Men noemI
die vliegende, wille mieren laron. De inlanders plaatsen een
kom mei water onder hel licht, dal dan, daarin teruggekaatst
wordende, die dieren aantrekt. Zij worden daarin vallende,
opgevangen, van hunne vleugels ontdaan en dan geroosterd of,
mei meel vermengd, lol een soorl van koeken gebakken en
zoo gegeten. Zij zouden dan eeuigszins naar amandelen smaken.
Sommige inlanders, maar vooral vrouwelijke, Chineesche kleui*-
lingen, zijn groote liefhebbers van een kleine bijensoort, lawon
Melipoma minuta of .». vidua?): die diertjes worden of alleen, of
met een stuk honigraal in een hlad gewikkeld, daarnageroos-
terd en zoo gegeten. De honig, madoe, is meestal afkomstig
van Melipoma minuta , maar in hel wild vindt men ook nog
andere soorten, die evenwel voor hel grootste gedeelte nog niet
wetenschappelijk gedetermineerd zijn. Honig is een zeer gezochte
spijs, vooral ook hij de bereiding van sommige gebakken.
Groote sprinkhanen, walaug, worden in de Preanger\'Regent-
schappen
als toespijs hij de rijst gebruikt. waartoe zij even worden
geroosterd, p�p�s, lol de vleugels verschroeid zijn; zoo cel
men daar ook wel den hekenden veenmol of aardhond, andjing
tanah
(Gryllota)pa vulgaris), terwijl eene Melolontha-soorl , l�gi ge-
heelen. hij porli�n van lieu sluks, in de warong\'s verkocht wordt-
De Papoea\'s op Nieuw-Guinea eten alle insekten, maar vooral
g rooi e kevers.
Enkele inlanders elen, bij wijze van sambal, ook de zoo naar
kaarsvet riekende, en voor den rijstbouw hoogst nadeelige
walang sangiet (Stencornis varicoris), die tol de groote familie
der wantsen behoort.
-ocr page 188-
170
Deze insekten kunnen evenwel al even weinig tot de voedings*
middelen gerekend worden, als de luizen, koetoe, die de inland-
sehe vrouwen opeten, als zij , achter elkaar gezeten , malkander
den dienst der hoofdreiniging bewijzen.
Eene cicade wordt op Jam onder den naam yari-ny gebruikt:
de rupsen en poppen van den d/a/t\'-vlinder dienen evenzeer
lol voedsel, als de larve van een tor. welke larve uclar rotan
genoemd wordt. Hel is niet van belang nog meer dergelijke
op te sommen.
Onder de krabben worden vooral /d\'/iiliny l\'ortuuus pelagieus
en redjoenyan Palinurus sexdenlatus) gegeten. Vooral de eer-
slen zijn zeer gezocht, en worden gegeten, nadat het vleesch
uil de schalen genomen en mei hunne eieren, mei pieterselie
en andere bijmeiigseleii is lijn gehakt , en dan op nieuw in
de schalen is gedaan en gebakken, (tok worden zij in kerri
gekookt hij de rijst tafel gebezigd. Enkele kreeften en garnalen
zijn zeer aangenaam van smaak en worden veel gegeten. Er
komen door garnalen, oedang, Palinurus homarus, nog al
eens gevallen van vergiftiging voor. waarbij opgemerkt werd.
dal somtijds alleen die menseden vergiftigingsverschijnselen
kregen, die de koppen gegeten hadden, terwijl zij die het
overige gedeelte nuttigden vrij hieven. Sommige personen
hebben last van zwelling en jeukte van bel niondslijmvlies en
de lippen, na het eten van garnalen. Ook zag ik menschen,
die er hoestaanvallen door kregen.
Van de garnalen worden koekjes of op macaroni gelijkende
stukken gemaakt, die gedroogd in den handel komen, en met
olie of boter gebakken, opzwellen en een zeer goed, aangenaam
smakend voedsel leveren. Die koekjes heeten kroepoek oedang.
Verder beslaat er een zeer voedzame bereiding van garnalen.
p�lits genaamd . vervaardigd door de garnalen in haar geheel,
met huid en al, lol een dikke, roodbruine gelei te koken, die
soms lol koekjes wordt gevormd en daarna gedroogd. Ook
bereidt men wel eens haai vpag. 167 van garnalen, terwijl
omgekeerd pelis wel van visch gemaakt wordt door die in een
-ocr page 189-
171
kegel voruiigen mand (koekoesan) zeer langen lijd te kooken en
de vloeistof uil Ie dampen.
De Chineezen elen de garnalen soms rauw, in wijn dronken
gemaakt, waarbij zij de springende dieren opvangen en dan
levend verbruiken.
Van de mimi (Limulus inoluccanusj worden de eieren mei
rijst en azijn lot een smakelijke spijs bereid.
Onder de boloturi�n vindt men vele eetbare, en dus ook veel
gebruikt wordende, die den algeineenen naam tripang dragen.
De Chineezen zijn daarvan jjroole liefhebbers. De tripang wordt,
na de vangst, gedurende een half uur boven vuur opgehangen,
dan ingesneden en geledigd; vervolgens gedurende drie uren
in aromaliseh, zout water gelegd en daarna boven vuur gerookl.
De Chineezen beschouwen deze spijs als een aphrodisiacum.
Er is met tripang wel vergiftiging waargenomen met polsver-
snelling en een uitslag, dat op scarlatina gelijkt.
Oesters en kreeften worden ook in blik, vooral uit Amerika,
aangevoerd.
Opmerkelijk is nog de bij de inlanders bestaande meening,
dat alles, wal uit de zee koinl, goed is voor voeding van den
menseli. Dit gelooi\' brengt er ben zelfs toe, nu en dan de
zoo buitengewoon naar zwavelwaterstofgas riekende krokodillen^
eieren te eten.
Voedsels van plantaardigen oorsprong.
Bij de voorgaande beschouwingen over de voedsels, die uil
het dierenrijk worden verkregen, hebben wij eenigszins de
volgorde verkozen, die in zo�logiscbe hoeken op den voorgrond
treedt. Dit was, zoowel voor hel overzicht als voor de behan-
deling der onderwerpen, het meest aan Ie bevelen. Bij de
thans volgende bespreking der plantaardige voedsels is aan
eene botanische volgorde niet te denken; in de eerste plaats,
omdat het gewicht der beschouwing grooter is, naar mate
-ocr page 190-
172
de planten een grootere hoeveelheid voedsel leveren of een meer
uitgebreid verbruik vinden, en in de tweede plaats, omdat
aan volledigheid hij dit onderwerp nog veel minder k;m worden
gedacht, dan hij de voeding mei dierlijke voortbrengselen.
Hasskarl somt, in zijn hekendc hoekje over de nuttige planten
van Java, �M� planten op, die nis voedsel worden gebruikt;
hel spreekt wel van zelf, dal hei unnoodig is die alle afzou-
derlijk Ie hehandelen. Hadden wij ons voorgenomen alleen
de �uropeesche hevolking van Nederttindsch-fndi� eu hare levens-
wijze in hel oog Ie honden dan zon de zaak veel eenvoudiger
zijn: maar wij willen hier. evenmin als vroeger, de inhoor-
lingen en de (mineezen uil hel oog verliezen. Al vindt men in ver-
reweg de meeste hand- en leerboeken over gezondheidsleer ook
de voeding met plantaardige spijzen in heele landen behandeld,
toch vlei ik mij. dal er nog wel enkele, zaken hij in aanmerking
kunnen gebracht worden, die niel in die boeken te vinden zijn.
Bovenaan, \'l behoeft nauwelijks gezegd Ie worden, slaat de
rijst . die. hehalve voor de hevolking der oostelijk gelegen ci-
landen, Atnbon, Teniale, lt<ui<l<i. Paljan, enz., de hoofdvoediug
der bewoners van Ned&rlaiuhdi-Jiidi� uitmaakt.
De rijst planl heel, evenals de gedroogde rijst. in den bolster
en nog aan de stelen bevestigd, in hei Maleisrh padi; \'m hel
Sundaneesch pan\'. Zijn de rijpe vruchten zonder stelen, dan
heeleu zij gaba, IwNgsal: terwijl zij van hare holsters ontdaan
den naam bras, Itejas, dragen: de gekookte rijst voert den
naam nasi, kedjo.
Dil opsommen van eenige woorden uil Polynesiscbe talen geelt
mij aanleiding lol de volgende opmerkingen. Kr komt in den
laalsien tijd meer eenheid in de wijze, waarop de talen van den
.\\rilfrliiiiilsc/i-hiilisr/irii Archipel mei Lalijnsehc letters worden
voorgesteld: dal is een gelukkig verschijnsel en hel zou voor een
auteur, over ieder aangelegenheid in die streken, zeer u til lig
zijn zich de hesle schrijfwijze eigen Ie maken en die Ie volgen,
zoodra hekend is. welke de hesle is.
-ocr page 191-
17.1
Ik had mij voorgenomen, mei liel oog oji dil hork. Ie
Irachleu cenigszins op de hoogte Ie komen, hoe ik die vreemde
woorden schrijven moest. maar kwam al spoedig lol de onl-
dekkins. dal dil een wauhopige poging zijn zou. daar ieder
der hekonde aulorileilen zijne eigene schrijfwijze voor de hesle
houdl. Bovendien hemerkle ik. dal de kansen op scherpe
kritiek des Ie grooler werden, naarmate ik mij meer aan de
eene of andere wijze zon aansluiten, en er is altijd ielsonaan-
genaanis in. gehekeld Ie worden over handelingen, die men.
hij gebrek aan de noodigc kennis. niel kan verdedigen. Daarom
hel» ik mij aan geen slelsel gehouden en de woorden npge-
schreven, zooals zij klinken in de ooren der meeste Neder-
landers. Leesl men Dililsehe. hVanscho of Engolsrlie hoeken.
waarin Maleische, .lavaansche of Snndaiieesehe woorden voor-
komen, dan is hel dikwijls niel mogelijk Ie hegrijpen wal
er mede hedoeld woi\'dl . zonder die hardop Ie lezen in de
uitspraak der laai. waarin men Iraehlle de klanken lerngle-
geven. Gebrekkig blijl� die voorstelling altijd. .Men kan eene
dergelijke laai alleen in haai\' eigene spelling, dikwijls alleen
mei haar eigene lellerleekens goed schrijven. Al de andere
manieren zijn een gebrekkig hulpmiddel, zoodal taalgeleerden
zelfs heweren, dal hel iVIaleiseh, door hel daarvoor alleen
gebruikelijke Arabische letterschrift, sleehls onvolkomen kan
worden voorgesteld. Zoo, om eens hij onze rijsl te blijven,
is pmli, naai- ik meen, geschreven in den vorm. dien de
geleerden in Ooslersche talen heweren, dal hel meeste nadert
lol de voorstelling in hei Arabische letterschrift; dal moge
juisl zijn. maar ieder hoorl dal woord z�� uitspreken, dal
wij, Nederlanders, paddie zonden schrijven. Hij hel woord
bras hooren wij dikwijls een zeer korte e hissclien de b en
de r, dus b�ras, daar Maleiers en Snndaneezen geen Ivvee
medeklinkers na elkaar kunnen uitspreken.
\'l Klinkt in de ooren dei\' heeren taalgeleerden zeker onl-
zetlend ouderwets, maar toch is hel een feil, dat de thans
gewoonlijk gevolgde manieren om het Maleisen, zooveel mogelijk
-ocr page 192-
174
naar zijn eigen aard, mei de bij ons gebruikelijke letterteekens
aflebeelden on daartoe zon weinig mogelijk letters te bezigen,
bel lezen er vim niel gemakkelijker maakt. AA\'ie geen afzonder-
lijke studie van de waarde der Ieders enz. maakte, ttegrijpl
veel gemakkelijker wal Vas Linschotkx, Bontius, Valentijn,
II.vsskaiii. . om er niel meer Ie noemen, mei hunne onregel-
malige manier van schrijven in bel Maleiscb. bedoelden dan
wat sommige nieuwere schrijvers wenschen Ie zeggen.
Deze. uitweiding boude men mij ten goede.;
De rijst Oryza sativa heeft een groot aantal vari�teiten,
waarvan in den botaniseben tuin Ie Bnifentorg in 1866 een
tachtigtal voorkwamen.
Voor ons doel is bol uoodig Ie welen, dat men onderscheid
moei maken lusschen bras padi en bras k�tan of poeloel; de
eerste s de gewone rijst. de tweede draagt den wetenschap-
pelijken naam Oryza glutinosa. Zij onderscheidl zich door de
balt\' wille, hall\' mode kleur der meer langwerpige en minder
doorschijnende korrels en verder door de bij
03762510
zonderheid, dal
zij bij liet koken zoor kleverig wordt. Vooral voor het bereiden
van verschillende inlandsche gebakjes (kwee-kwee) vindt die
k�tan een ruime aanwending: zij is zeer moeielijk verteerbaar
en dus nooit aan te bevelen. Aan beide soorten onderscheidt
men nog ecne wille (bras /loclili, bejas bodas), eene roode
bras merah, bejas b�ur�um) en eene zwarte vari�teit (bras itam,
bejas hiednng).
De beide laatste soorten worden door menschen
niel veel gegelen: terwijl de zwarte soorl een eenigszins
samentrekkenden smaak heeft. wordt de roode moeielijk ver-
dragen en kan zelfs aanleiding geven lol diarrhee.
Bij de bekende samenstelling der gewoonlijk genuttigde, witte
rijst, volgens Watson gemiddeld op elke 100 deelen: 13 water,
78 zetmeel. 7 stikstofhoudende stoffen, 0.!\'» vet en O.�J anorga-
nische bestanddeelen: Scharl�e on Bern�lot Moens gaven in Deel
XI van bol Geneeskundig Tijdschrift voor N. I. do chemische
bestanddeelen van velschillende soorten van rijst op is het
niet te verwonderen. dat groot e hoeveelheden er van in bet
-ocr page 193-
it:;
lichaam moeten worden gevoerd om een voldoende hoeveelheid
voedingsstof daaruil te verkrijgen. Nog meer wordt dal het
geval door de wijze van loebereiding, die in Indi� algemeen ge-
bruikelijk is. Men weel namelijk . dal rijsl . evenals vele zetmeel-
houdende. plantaardige voedsels in hel algemeen, des lemeer
voor voeding geschikt is , naarmate zij sterker is gekookt, omdat
dan meer zei meel in dextrine is omgezel. De eischen, die
inboorlingen, en in navolging van hen ook de Eui\'opeanan
in Indi�, aan goed bereide rijsl stellen, zijn evenwel van
dien aard. dal van een voldoend gaar koken geen sprake
kan zijn. De Indische vrouwen wensehen de rijsl heel van
korrel, goed wil en zeer weinig of niet aan elkaar klevende
te zien: om dal doel te bereiken wordl de bras in een
mandje gedaan en in water zoo mogelijk in stroomend
water\' zeer lang uitgewasschen. waardoor alle poeder en
alle gebroken korrels worden verwijderd. De rijst wordl dan
mei zeei\' weinig water of alleen niet stoom gekookt . evenwel
slechts zoolang lot de korrels wel uitzetten, maar niet aan
elkaar kleven ol\' uil elkaar vallen.
Meestal geschied! dal stoomen, koekoes, in een mandje van
dirlil in elkaar gevlochten rotan of bamboe, dal op de wijde
opening van een, met water gevalden. koperen, bijna bolvor-
migen kelel ilin/thn/i/ geplaalsl wordl. zoodal de heele walei\'-
dnmp door dal mandje en zijn inhoud heeiislrijkl.
Deze bereidingswijze verklaart dus. waarom door personen,
die zich hoofdzakelijk mei rijsl voeden , zulke verbazende hoeveel-
heden daarvan worden lol zich genomen.
De rijst verleert gemakkelijker koud dan warm: inlanders
eten haar in den regel koud : in hel algemeen zijn koude spijzen
Ie verkiezen in een heet klimaat. De reden, waarom de inlanders
de rijsl koud elen, berusl evenwel niet op de kennis van die gemak\'
keiijker verteerbaarheid. maar wel op vooroordeel. Zij meenen
namelijk, dal bel eten van warme rijsl aanleiding geel\'l tol blind
worden. Dr. Bontius . die zoo gaarne alles geloofde, wal inlanders
hem vertelden, zegt nok. dat warme rijst nadeelig werkt
-ocr page 194-
17G
oji hel geheelc zenuwstelsel en zoo blindheid daardoor oul-
slasm kan. Wij vinden hij dim schrijver meermalen zulke
sprookjes.
Van ff rooi er belang is de ineciiiiig van IIochauii , dal hel elen
van rijsl onder de oorzaken zou heliooren 0111 hoi-Ucti ie doen
ontslaan: eene nieening, die door Dn. B. Simmons wel niel
gedeeld wordl. maar hij dien schrijver locli eenigen sleuu vindl,
daar hij lieweerl . dal de hcslc snorlen van rijsl door lijders
aan die ziekte slecht verdragen worden en eene verandering
van voeding, mei gersl en lioonen. hoog noodig is. Hij kan
niel uitmaken of hel nul oulslaal. doordal de laatstgenoemde
voedingsmiddelen meer laxccrend werken of doordal /.ij meer
potasch hevallen dan rijsl . die weinig polascli lioudl. Misschien,
meent Sim.mons. is eene reden Ie vinden in de bereidingswijze
der rijst in Ja/nu, waar hij zijne waarnemingen deed: men
ontdoet haar daar namelijk geheel van de buitenste schors.
Ital sterk stampen der rijst, om haai\' mooi wil Ie krijgen.
geschiedt somtijds ook in hitlir. Terwijl de omhulsels, dooi\'
hel eerste afslampeu verkregen, de zemelen dus, rf�daft heeleu,
draagt hel stof. hij een tweede stamping verkregen, den naam
ilhkih iilocs. woordelijk lijne zemelen. Die d\'edak aloes wordt
wel gebezigd lot hel maken van een soorl van pap. die Itoeboer
behatoel
beet.
Er is ook eene manier in gebruik om rijst veel gaarder Ie
koken, al doen de inboorlingen dal weinig. Die zeer gaar
gekookte rijst heel dan niel meer nasi, maar rijslepap, hoehoer
nasi,
terwijl halfgaar gekookte, maar Inch reeds zacht geworden
rijsl nasi Ihnliekgenoemd wordt. Wordl de rijst door stooming
in een gesloten, aarden val, zeer gaai\' gekookt, dan is zij een
uitstekend voedingsmiddel: zij draagt, dan den naam vast luit.
en wordl niet zelden bereid door er een stuk kip of\' een duif
mede in Ie laten stoomen, waardoor zij ook uitstekend geschikt
is lol voedsel voor kinderen. Hel is in dat geval voorzichtig die
nasi fim ten overvloede nog door een zeel\' Ie persen, waartoe
men liefst van paardenharen zeven gebruik moei maken. om-
-ocr page 195-
177
dal de Indische zeven \'ajnhkan of halo uil gespleten bamboe
vervaardigd zijn. en de vezels dier bamboe, bij liet persen van
van de nasi Hm door nieuwe zeven, lichtelijk loslaten: wij
zagen reeds vroeger pag. 81 dal juisl die framftoe-vezeltjes
oorzaak zijn lol hel mocielijk genezen van wonden , door bamboe
veroorzaak! . en ilil zal dus in hel darmkanaal evenzoo hel
geval zijn.
Hel kan wel overbodig geachl worden ;il d : preparaten van
rijsl hier op Ie sommen, die ;ils versnaperingen, maar ook
juisl daarom wel degelijk ;ils voedingsmiddelen voorde inlanders,
optreden. Zij worden in hel algemeen alleen door hen goed
verdragen, die van hiiniie jeugd al\'gewoon zijn geraak! die
versnaperingen Ie gebruiken.
Voor inlandsrhe kinderen en voor die van kleurlingen zijn
zij nie! zelden de hoofdvoeding. De soorten . die hij de koking
goed kunnen uitzetten, zijn gemakkelijker verteerbaar dan de
andere: daarom kan aablok zeer gaar gekookte rijst, na de
koking in />wjw</-bladoren gestopt worden aanbevolen en is
k�toepal ongekookte rijsl mei wal zout in mandjes van klapper-
bladeren vervaardigd gestuwd, e» daarna gekookt moeielijk
verteerbaar: over gembloiig sprak ik reeds vroeger pag. 137).\'
Ook de uil rijstmeel bereide, platte koeken, opak genaamd,
zijn gemakkelijk Ie verleren.
F.ene op macaroni gelijkende zelfstandigheid, ui! rijstmeel
vervaardigd, en lol dezelfde doeleinden als macaroni gebezigd.
heet laksa.
Hel bovenstaande zal wel voldoende zijn om een ooi-deel Ie
vellen over hel al of niet vvensehelijke van hel elen der ver-
schillende rijstbereidingen.
Goede rijsl moei fraai wil van kleur doorschijnend, vast
en droog zijn. geen muilen reuk en geen zuurachtigen smaak
hebben, zooveel mogelijk uil heele. volle korrels bestaan, niet
door inseklen zijn aangevreten . in de hand genomen daaraan
geen wil poeder afgeven en vrij zijn van alle vreemde bestand-
deelen. vooral van kalk . die men wel bezigt om aan oude rijsl
12
-ocr page 196-
178
het voorkomen van nieuwe Ie geven: die knik blijft , bij om-
roeren, aan tic hand als een wil poeder kleven. De rijst, moei
vrij zijn van menier; zoo staat er in alle contracten voorrijst-
levering, Die naam wordt gegeven aan de kleine stukjes, hel
gruis, dal van de korrels los laai.
Er mag hier wel mei een enkel woord melding worden
gemaakt van den rijstbouw, zooals die gewoonlijk in Indi�
plaats vindt, en wel alleen voor zoover die uit een hygi�nisch
oogpunt belangrijk is.
De sawah\'s rijstvelden zijn vierkante of langwerpig vierkante
vakken van verschillende grootte, meestal legen de hellingen
der bergen boven elkaar aangelegd. Elk vak op zich zelf is
bijna horizontaal gelegen en geplaatst, zooals dal mei de berg-
helling hel hes! strookte. Die sawah\'s zijn ieder op zich zelf
omgeven door een niet zeer hoog dijkje (galnigan , dat levens
als voetpad diensl doel. Van boven af soms mei /.eer veel
moeite zoo boog opgevoerd loopt water op die sawah\'s en
gaal van elke hooger gelegene met een klein watervalletje,
door eene opening in het dijkje, naar een lagere. Als de
sawah\'s eenigen lijd onder water hebben gestaan, stopt men
den wateraanvoer feu einde de jonge, aangekweekte rijsl-
plantjes in den omgeploegden modder Ie planten. Benige dagen
later wordt weer water toegelaten en loopt alles op nieuw
onder, om weer droog Ie worden, als de rijst rijp is. Dil is
eene korte en zeer onvolledige, maar voor ons doel voldoende,
beschrijving van den gang van zaken hij den nati�n rijstbouw;
de andere, drooge manier van rijslaanplanl komt daarbij niel
in aanmerking.
Er is namelijk veel geschreven, zoowel in Euro/m als in
Brilacli-liulii\' en in de Pransche koloni�n, over den nadccligen
invloed van den natten rijstbouw op den gezondheidstoestand
der bewoners in den omtrek dier rijstvelden.
Vooral R. Bairh Smitii heeft, in zijn werk over de irrigatie in
Piemonl en Lombardije, de zaak voor Itali� in bijzonderheden
-ocr page 197-
17!»
nagegaan, llri is daarbij gebleken, dal in dal land de natie
rijsl kuil uur. vooral gedurende ili\'ii lijd van hel snijden, algemeen
voor ongezond wordt gehouden: ofschoon iln nadeeleu daarvan
I tij na niel worden ondervonden door de vaslr bevolking der si reek ,
waar de kulliiur plaats vindt, maar wel dooi\' personen, die in
dien drukken lijd van rijsl snijden slechts tijdelijk daar verblijf
houden.
86
Ju de genoemde kinden zijn reeds sederl eenige eeuwen
strenge bepalingen, vooral legen de uitbreiding der rijslkulluur.
gemaakt . die evenwel niel, zoo streng worden toegepast. In
Lombardije zijn de oudste, voorschriften daaromtrent van 4 Sep-
lembcr l!>7;>, in V\'wimhI van 1608: daarbij is vooral hel oog
gevestigd op de bepaling der hoegrootheid van kringen om
bewoonde plaatsen, die als verboden kringen voor rijsthouw
moesten worden aangemerkt.
Als men bedenkt, dal in hul ir minstens 4/Ii der inlaiidsclie bevol-
king midden in de door baar bewerkte sawa/i\'s woont, daar
gezond is en vermenigvuldigt, zelfs bijzonder sterk in aantal
toeneemt. dan kan reeds daaruit hel besluit worden opgemaakt,
dal de rijsthouw in Jmli� niel zulk een uadeeligen invloed op
de gezondheid uitoefent. Map uien al aan eenige arcomodatie
der bevolking tegen schadelijke invloeden van dien aard denken,
hel feit, dal de rijsthouw sleehls gedurende eenige maanden
van het jaar plaats vindt . verzet zich wel eenigszins tegen
hel aannemen van zulk eene arcomodatie. Zeer zeker kan de
afwisselende droogte en vochtigheid der rijstvelden er toe bij-
dragen om de ontwikkeling van schadelijke zelfstandigheden te
vermeerderen en vooral zal de gewone slordigheid, waarmede
de inlanders ua liet snijden der padi de overgebleven stengels
op de sawah\'x achterlaten, aanleiding geven lol hel vormen
van rotlingsprnducteii. Kvenwel verlieze men daarbij niel uil
hel oog, dal ook al zeer spoedig op nieuw, op die lijdelijk
droog liggende velden . zich veel en snel groeiend onkruid ont-
wikkelt . indien zij niel onmiddellijk worden gebruikt voor
den verbouw van de zoogenaamde tweede gewassen /mlmn\'dj\'i .
-ocr page 198-
180
zooals mais, liirwi\'. peulvruchten, nfhi iljuirii zie la (er, enz.,
enz. Daardoor worden natuurlijk vele sloffen verbruikt . tliti
anders lol de vorming van nadeolige schimmels, gassen, enz.
zouden bijdragen, waarbij verder kan worden aangevoerd, dal
de porenshcid van don grond afneemt , wanneer er veel afval op
blijft liggen, en dns de gelegenheid lol bel vormen van [melen
mei stilstaand water g-rooier wordl. Dovendicn heeft de onllc-
iling der achtergebleven planlendooleii, ouder den invloed van
de voortdurend heerschende booge temperatuur en van de na-
blijvende vorbligbeid van den bodem, zeer snel plaals.
Wij komen lol bel besluit . dal de gewone wijze van rijslbouw.
de natie namelijk, als nadcelig voor de gezondheid moei
worden beschouwd en dal de drooge verbouwing beier zou
zijn. De uadeelen zijn evenwel in Imlir. bij den straks in hel
kort besebreven aanleg der sinvah\'s, niet zoo groot, als zij in
Moord-Ilalir zijn. waar voornamelijk die moerasachtige gronden
lot rijslbouw" worden gebezigd, welke voor andere cultures geheel
en ;il ongeschikt bleken.
Er is nog een andere factor bij i\\m rijslbouw in bel spel,
die zeer zeker op de gezondheid van mensch en dier een nadee-
ligen invloed uitoefent. Hij is gelegen in bel feil . dal de
inlanders liefst ploegen in den modder: daardoor wordl gedu-
reude eenigen lijd bel water op en in den omtrek der rijst-
velden drabbig en onzuiver en locb drinkt de onverschillige
landbouwer nu en dan een handvol van dien dunnen modder. Dal
ziek worden daarvan bel gevolg is. kan geen verwondering \\vek-
ken. Dij buffels vindt men in de maag soms vrij groote massa\'s
modder, die waarschijnlijk wel hebben bijdragen lol den dood
van bel, door dikwijls ovornialigcii arbeid, reeds uitgeputte
dier. De bier genoemde schadelijke invloeden echter zijn wel
een gevolg van de omstandigheden aan den rijslbouw verbonden,
maar niet van dien bouw zeil\'.
Indien de rijslbouw zoo bepaald nadeelig voor de gezondheid is .
zou dal zeker den inlander wel eenigszins zijn gebleken, en als
het waar is. wal Dr. J. H. F. Soli.ewij.n Gelpee beweert, dat
-ocr page 199-
LSI
de rijslhoiiw in bijna alle rosidonli�n van Jmn belangrijke ver-
liezcn in geld ten gevolge beeft . zouden die beide factoren zeker
reeds sederl lang aanleiding gegeven hebben lol bel opheffen
dier knlluur door de bevolking zelve,
Kunnen wij niel uicl zekerheid aantooneii, dal de t\'ijsl-
kulluiir o|i de inlniidschc bevolking een nadeeligcu invloed
uitoefenl. wal baar gezondheidstoestand betreft. iels anders
is hel. en van algemeene bekendheid, dal Europeanen dik-
wijls koortsachtige, miasmalische ziekteverschijnselen krijgen
in don lijd na hel /«/<//-snijden. vooral zoo /ij in de
onmiddellijke nabijheid van sawali\'x wonen. Die observatie
heeft, omlreeks bel jaar \\8T.i aan de militaire autoriteiten
aanleiding gegeven daarom)renI aan medici inlichtingen Ie
vragen, oiel hel oog o|i groote garnizocnsplaalseii, die
midden in de snivah\\s gelegen zijn. zooals bijv. Willem l.
Hel is mij niel bekend, of men locn, hij de zeer uiteenloo-
|iende, meestal Ihcoretiscb behandelde, adviezen lid een bepaald
resultaat is gekomen. Opmerkenswaardig komt het mij voor,
dal de meimingen, door verschillende, nieeslal hooggeplaatste,
militaire geneeskundigen uitgebracht, bel gevolg hadden, dal
men meende mei hel als waarheid aannemen dier meenigen
eenigszins voorzichtig l.e moeien zijn.
Immers, zoo redeneerde men , al kan de hygin�iie nauwkeurig
\'Zeggen, wat voor de gezondheid van een woonoord noodzakelijk
"is uil de ziekteverschijnselen eener plaats" men bedoelde
zeker: op eeue plaats waargenomen al Ie leiden . welk aandeel
ieder der aan Ie wijzen" aangewezen madeelige omstandig"
\'heden daaraan heeft, moei uil den aard der zaak niel anders
dan bij benadering kunnen geschieden."
Die redeueering is juist: de theorie alleen is niel voldoende:
een bepaald en goed onderzoek naar den invloed van elk der
omstandigheden op zich zeil\' is uoodig en, hel behoeft wel
niel gezegd Ie worden. zeer inoeielijk : soms zelfs zal hel niel
mogelijk zijn een zuiver resultaat Ie kregen.
Ilouill men in hel oog . dal de rijslhoiiw de voornaamste kuituur
-ocr page 200-
182
in buli� is. dan begrijpt men liel hooge gewicht, dal aanhef
verbieden v;m dien bouw in een bepaalden kring moet worden
gehecht; de bepaling van de grootte van zulk een kring is zeer
moeielijk en daarbij mag niet worden vergeten , dat de vergrooting
van den straal, telkens een belangrijk toenemen van de opper-
vlakte ten gevolge beeft. Zoo geelt een straal van 100 el 4V| bouw
grond: van 500 el, 110 bouw: van 2;>00 el, 2800 bouw; van
aOOO el, 11000 bouw: van 8000 el. 7)0000 bouw: NB. een
bouw is gelijk aan ;500 vierkante IUjnlandsehe roeden of 7096,8
vierkante meters. Bepaalt men eenmaal verboden kringen, dan
zal de straal altijd even groot moeien zijn voor verschillende
plaatsen, omdat de uitgeslrekheid dier plaatsen in den regel van
weinig invloed zal zijn op verspeiding der uadeelige stollen.
�r is ook voorgesteld om zulke plaatsen op een tamelijk grooten
afstand Ie omringen met een soort van beg van planten, die
dan de schadelijke stollen zou tegenhouden.
Men mag evenwel gerust aannemen. dat bel voorschrijven
van verboden kringen een veel minder nuttig effect zal hebben
dan de zorg voor een behoorlijke afwatering en hel hebouwen
niet een lwee.de gewas, dal van zelf aanleiding geeft lot het
opruimen van bel grootste gedeelte der Ie velde gebleven over-
hlijfselen van den rijstbouw en lol beter toezicht op de dan
op nieuw bebouwde akkers.
Wal bel eten van rijsl betreft leert de groole. reeds eeuwen
lange ondervinding, dal bel ruime gebruik van dil voedings-
middel niet nadeelig is: echter verdient opmerking, dat de beste
rijst voor voortdurend gebruik is oude rijsl. daar de nieuwe,
pas geoogste rijsl bij enkele menselien irrileereud op hel darm-
kanaal werkt en dus aanleiding geeft lot diarrhee. Wellicht
is deze irriteerende werking, in verband met het hovciigezegde,
ook lol de oorzaken Ie rekenen, die den rijsl houw een slechten
naam uil een hygi�nisch oogpunt hebben bezorgd.
Be bolsters der rijst, vooral die van />mli Itoeloe, \\eroorza-
kt\'ii � als zij mei de huid in aanraking komen een gevoel van
-ocr page 201-
18."
jeukte: om die aanraking te vermijden kleeden arbeiders in
rijstpelmolens zich met grove karong\'s zakken, die uit Europa
worden aangevoerd;.
Het gevoel van jeukte ontslaat door mikroskopisch kleine,
glasheldere, met scherpe punten voorziene naaldjes, die ver-
moedelijk uit kiezelzuur bestaan. Die naalden vindt uien som«
tijds in de faeraal-massa terug, en daarin wordt eene reden
gevonden om op bijzonder nauwkeurige reiniging der rijst aan te
dringen, voor zij gekookt wordt, vooral als zij tot voeding van
lijders met darmaandoeningeu moet dienen.
Als voedingsmiddel in plaats van rijst treedt, in de straks
genoemde, oostelijk gelegen eilanden der Molulckeu, de sago als
volksvoeding op. J)e sago is meestal afkomstig van (]ycas sago,
C. circinalis of C. revolula, maar wordl ook verkregen uit
Saguerus saccharifer, aren otkatvoeng], Corypha gebanga \'gehang)
en Metroxylon en Sagus sp. div., zooals Sagus laevis, S. rumphii
en anderen (kireijjeirai : de stammen dier hoornen worden daar-
toe omgekapt, geklopt en het merg, tot korrels gebracht, als
sago gebruikt; de laatstgenoemde plant levert de slechtste soort.
l)e goed gekookle sago levert een tamelijk goed voedingsmiddel;
zij wordt op verschillende manieren bereid; zoo wordt van, tot
pap gekookte, sago met klapperwater en «mt-stroop (zie achter),
eene spijs gemaakt, die djendol heet; sagokoekjes zijn minder
goed veileerbaar.
Arrowroot (araroet), afkomstig van Maranllia indica, wordt
bijna alleen als voedingsmiddel voor kinderen of zieken door Eu*
ropeanen gebezigd. De Heer F. NV. Nkuhaus vond eenmaal
arrowrool mul �.> °/0 ziukwil verontreinigd, dal waarschijnlijk
di«»r toeval er in gekomen was.
Aardappels Imiiluinj, /�ruhtugj worden op vele plaatsen aan-
geplanl, en zijn bij Europeanen geregeld op tafel; zij zijn
meestal minder smakelijk dan de Europische en men vindt
er weinig verscheidenheden van. \' De liesle komen van Soerabaja;
deze zijn groot, melig en aangenaam van sm
4
aak en worden
-ocr page 202-
184
door velen lekkerder gcvomlcii dan die in Eiuo/xi. In de Preauger-
Regentschappen
worden aardappelen, mei uien lol ballen sauien-
geuiengd, in de warong\'ii verkocht.
Ma�s Zea mays wordl op enkele plaatsen, bijv. in hel Teuy-
yersclie
gebergte en op hel eiland Madimi, boven «Ie rijsl ge-
slcld en ook op Celrhex veel gegelcu. Zij draagt in hel Malcisch
den naam iljngoeng, in de Molulikcn miloe welke naam zeker
wel is afgeleid van hel l\'nrlugccschc iiiillm da India . en wordt
hall\' rijp. geroosterd ook als lekkernij gebruikl: de bairrijpe
korrel beval een /.eer zoel, melkachtig vocbl. Ma is vermengd
mei suiker en rijslentec! en mei dikke klappcrmclk lol koekjes
gebakkeu. vorinl l.irec lalam. (lp Muduro worden fijngemaakte
korrels lol een hal gekneed en vermengd mei de lijngeinaleu
hiimenhasl van bidula ol\' Impusoetignn Souneratia acida), die een
wrangen, zuren smaak he/il. De ma�skorrels worden ook
lang geweekt, daarna platgedrukt en dan geroosterd: in dien
vorm is ma�s gemakkelijk verleerbaar.
Hoede ma�s moet helder geel van kleur en hard van korrel
zijn . en mag niet gerimpeld wezen . daar zij dan onrijp is.
De tarwe heel in hel Malcisch Irigoe, ook een l\'nrlugecsch
woord, of (/(indoen): zij wordt niet anders aangeplant dan door
een enkelen landheer hij wijze van bijzonderheid en soms door
inlanders, bijv. in hel Tenyycrsclut gebergte. Ik*, hoofdvoorraad
voor de bakkerijen komt . ook als meel. uil Europa. vooral
als Hongaar sol i meel: kleine hoeveelheden ook uil Amerika.
Werkelijk lekker, goed hr.....1 rolt is zeldzaam Ie verkrijgen:
Ie Batavia komt een der beste soorten niet in den handel
voor en wordl in de hospitalen verstrekt. Enkele hakkers
maken roggebrood. dal nok aangevoerd wordt in blikken .
terwijl door Uiineezen langs de deuren slechte soorten van
wittebrood. soms met veel zemelen vermengd, worden rond-
gevenl o. a. de roli Ijinijin,
Beschuit hishvie.1) wordl in de Eiiropcesrhc en Gluueesche
bakkerijen bereid : de meest gerenommeerde is die van Samarang.
Aan de groote beschuit fabriek van llr.\\ ti.kv en Pai.mer Ie Reading
-ocr page 203-
is:;
wordeii de verschillende soorten, waarvan sommige lot koekjes
naderen, iu zeer groote hoeveelheden, ook door inlanders, ge-
kocht. Zelfs in de binnenlanden vindl meu die beschuitjes in
de warony\'s voorhanden.
Onder de [teulvrnchteu is een grool aantal als voedsel in
gebruik, vooral als toespijzen bij de rijsl. waarvoor zoowel de
vruchten als de bladeren in aanmerking komen. Zooals bekend
is bevallen vooral ile \\nichten een groote lioeveellieid voedings-
slol. Ik bepaal mij lol hel opsommen van een ige soorten als:
kaljany boontjiex, de gewone snijboon E\'haseolus vulgaris :
kaljany idjoe l\'haseolus radialus : kaljany kapri, /tollouy l\'isiini
sativum ; Italjany iris Gajanus iitilirus : Itatjany nianila
Voandzeia siililerranea : kaljany lanali nf kaljany Ijina Araeliis
hypogaea , waarvan de bereidingen den naam kaljany yorcny,
fcaljany houder,
enz. dragen: van deze laatste is ook de olie,
door warme persing verkregen, in gebruik: die kaljany-o�K,
minjak katjany,
vervangt in de hergstreken, waar geen klapper-
hoornen groeien, de klapperolie, terwijl de lerugblijvende koeken.
boengkil, wel gegeten, maar vooral lot bemesting van den grond
worden gebezigd. De geschilde Araehis bypogca beval percents-
gewijze uitgedrukt.
eiwil 28 \'waarvan 2l> verleerbaar .
vel 4b\'.
verteerbare koolhydraten 7.
water 6,
aschbestanddeelen 2.
onverteerbare ruwe vezel 10.
Zij is dus een zeer goed voedingsmiddel. en smaakt l»>-
vendien, hoewel gewoonlijk eenigszins rans. aangenaam. ou-
geveer als hazelnoten.
(tudei\' rle aardvruchlen . in hel algemeen oebi, oeuui, wi genaamd.
zijn de jams Dioscorca weinig gewild. Sommige zijn zelfs
eenigszins vergiftig. zooals de yadoeny Diosrorea Iriphylla .
-ocr page 204-
186
De knollen der gadoeng werden aan schijfjes gesneden, mei
asch bestrooid, en in de zon gedroogd; daarna worden zij
gedurende 8 of 10 dagen in stroomend water geweekt en
telkens, gedurende dien tijd, afgewasschen. Hel water, waarin
dat vveeken en afwasschen, geschiedt, krijgt zeer prikkelende
eigenschappen en geeft aanleiding lot hoesten. In het begin
van f870 kwam onder de inlanders te Samarang een drooge
hoest voor, waaraan duizenden leden: men beweerde, dat die
hoest zijn ontslaan te danken had aan het drinkwater, dal
uit de rivieren gehaald werd, terwijl juist in dien tijd stroom-
opwaarls zeer veel gadoeng uitgewasschen werd. Goed uitgewas-
schen levert de gadoeng een voedsel, dal gelijk staal met
amylacea.
Somtijds wordt k�ladi, iu het Sundaneeseh lal�s, lallas
Colocasia antiquorum) gegeten. In de omstreken van Builenzorg
o. a. vindt men daarvan kleine aanplantingen. Vele uit Australi�
afkomstige vari�teiten worden evenwel voornamelijk als sier-
planten aangekweekt, om de fraai gevormde en gekleurde bla-
deren. De bolvormige wortels houden veel zetmeel, maar
moeten eerst gekookt ol geroosterd worden. omdat zij anders
prikkelend op het darmkanaal werken. Ook de jonge bladereu
dezer planl worden gegeten.
Oebi iljaim. kal�la Batalas ednlis . waarvan door Dn. Bosch
beweerd werd. dal hel eten er van een oorzaak zou zijn tot
bel ontslaan van aphtbae tropicae, worden vooral in Midden-
Jara
verbouwd. Zij zijn een goed voedsel.
Kuitlang, kenlang is de naam , die aau Europeesrhe aardappels
zoowel als aan (loleus luherosus wordl gegeven; de laatste
heelen in hel Sundaneeseh koemili.
Vooral iu de residentie Hunlam en <»p Sttmatra\'s (lostkust
wordt de kasxave of maniok Jauipha manihol aangeplant.
Zij heel iu hel Sundaneeseh hoei rfangdtir: op Hangkalis noemt
men haar oebi ka/oe. De wortels vormen, geknokt of ge,hak-
ken.....u aangename spijs: nuk worden de jonge bladeren als
groente gegeten . terwijl uil de wortels eeue meelsoort . maiiiokka .
-ocr page 205-
187
hereid wordt. Dit meel heel kassave, als hel iu de lucht is
gedroogd en tapiocca, als het die bereiding op heete, ijzeren
jdaten heelt ondergaan. Het wordt vooral naar Engeland uit»
gevoerd, waar hel o. a. in de fabriek van Huntley euPalmer
voor de bereiding der Reading biscuits dient.
De planl, die in de inlandsche huishouding , een der hoogste
plaatsen zoowel in eigenlijken als in overdrachtelij ken zin) in-
noeml is de kokospalm (Cocos nucifera), waarvan de klappers
afkomstig zijn. �ie naam klapper is een verbastering van het
Sundaneesche Icala/m, en wordt in alle talen gebezigd, ofschoon
die vrucht wel degelijk andere namen bezit , die ik alleen pro
inenioria opteeken. De .Maleische naam dan is njioer, de laag
Javaansche kramb�. Wij hebben voor bet oogenblik alleen Ie
doen met den klapperboom als verschaffer van voedingsmid-
delen en leekenen daarom aan. dal het water uil de noot,
klapperwater, in \'t Sundaneesch tjaidoewhjan,een zoetachtigen
smaak heefl en tamelijk veel wordt gedronken. Meu beschul-
digl rlil klapperwater, waarover bij de dranken nader gesproken
wordl. aanleiding Ie geven lol lendenpijn, als men hel langdurig
of in groote hoeveelheden gebruik); misschien staal dit in
verband mei de onmiskenbare, diurelische werking ervan.
Op enkele plaatsen wordl klappcrwalcr hij de broodbereiding
gebezigd. Hel daarmede gemaakte brood smaakt zeer lekker,
maar wordl spoedig zuur.
Van de. jonge, halfrijpe klappers wordt het binnenbekleedsel
der noot. rauw of op verschillend»! wijzen gekookt, gegeten.
De Papoea\'s op Mnui; Guinea schrappen bel binnenste gedeelte
van de kokosnoot, die bij hen moenki heel. mei een schelp af,
en maken ei\' inel klappervvaler eene, brij van, die moenki-la
genoemd wordl . en die ou geen feesl man onIbreken. Dok
wordl er gebak, zelfs voor de �uropeeschc lafcl, van bereid
klappertaarl .
I)i\' halfrijpe vruchten zijn onmisbaar bij de loe bereidingen
voor de lijst tafel
-ocr page 206-
ISS
Geheel rijpe noten worden gebezigd lul hel bereiden der
bekende klapperolic. Ilel binnenste bekleedsel, bet kiemwil.
eigenlijk de pil zelve, wordl daarloe geraspt muien enwwil
Die snitten of sttnkin wordl gebruikt bij lid bereiden van spijzen;
o. �. wordl daarmede een zeer smakelijke rijstepap, boeboer
stuUen
bereid, die bij diarrbee moei verboden worden, lil
de geperste sanlen wordl. door koking en waterverdamping,
klapperolie tninjali l;�lnpn gemaakt, die in vele gerechten boter
ol\' in Europa gebruikelijke oli�n vervangt. Die klapperolie wordl
ook gebezigd voor de\' vervaardiging der vroeger genoemde
kokosnolenzcep, pag. \\\'lx.
We bladknoppeu. die zieh aan hel bovenslo gedeelte van den
boom bevinden, hel barl genaamd .poetjoek en hoemoel,, worden
als groente gegeten en hebben den smaak van zeer fijne, wille
kool; daarvan wordl ook een ingelegd zuur atjar . voor hel gebruik
bij vleesch en rijsl . gemaakt. Klappernolen . die beginnen uil
Ie loopen. hebben een zeer saprijk, wil iiilspruitsel, t�inhont/
genaamd, dal veel gegeten wordt, als groent»\'.
Van de Saguerus saecharifer uren of liawoenf/ wordl even-
zeer bel barl dotlol, ;ils toespijs hij de rijsl genuttigd, terwijl
de onrijpe vruchten . bocwuh \'ilti/>. gebraden gegeten worden of
wel als roedjak koelamj-ktilvny worden toebereid. Die vruchten
in suikerstroop ingemaakt worden ook naar Europa verzonden
onder den naam glibbertjes. Over de suiker, uil deze plant
bereid, spreek ik later.
Hel beklimmen der klapperbooinen en andere palmen geeft
zelden aanleiding lol ongelukken : wel hef afklimmen . vooral
als de onderste, verdorde bladeren niet niet de noodige zorg
verwijderd zijn en dus afbreken.
Van een kleinen palm. de Zalaera cdulis, saluk, worden de
vruchten rauw en gesloofd gegolcn. Zij zijn zeer mneielijk
verleerbaar.
De jiistin<i Musa sapienlium en Musa jiaradisiaca beeft een
buitengewoon groot aantal verscheidenheden. Kr zijn ongeveer
-ocr page 207-
I Hf)
een UOtal vim bekend. De vruchten zijn /.eer smakelijk on
voedzaam, ten gevolge van liiiai\' rijke gehalte, ongeveer 77°/0
;i;in zei meel, en suiker, zij hclilien een wil, melig vruchlvleescli
van verseliillenileii zoelachtigcn . lielilzuren ui cenigszins samcn-
Irekkeiulon smaak, en worden zoowel rauw. als gekookt of
gebakken gegclen. Zij maken een hoofdbestanddeel uil van ile
pap, ilie aan jonge, zelfs aan pas geboren kinderen der inlau-
ders wordl loegediend. waarbij zij mei gaar gekookte rijsl
worden vermengd. Daartoe wordl gewoonlijk pisang radja
gekozen zie pag. 77 .
De lekkerste soorten zijn pisang nuts, radja, soesoe. amboii,
radja x�rc,
enz. Men leert al spoedig die soorten herkennen
en eigen smaak beslist veelal hel gebruik er van.
Inlanders elen hel meest pisang klocloek, zoowel rauw als
lol groente bereid: ook schrijven zij daaraan geneeskrachtige
eigenschappen toe. he Europeanen prefereeren die soort niet,
maar hebben, even als de (lliineezen. voorliefde voor pisang
soesoe
en pisang mas.
De pitten van den k�nari Ganarium commune smaken naar
amandelen en worden ook in plaats daarvan gebezigd in gebak.
Zij zijn inoeielijk Ie verleren en daardoor zeer schadelijk voor
kinderen. In de Molukken wordl krniiri-iA\'w iu plaats van
klapper olie gebezigd.
Ook de pitten der l,ata/>aitg-\\v»eh\\ei\\ Teruiinalia ratappa
dienen als vervaugmiddel van amandelen, waarvan zij eenigs-
zins den smaak bezitten. Zij zijn gemakkelijker verteerbaar
dan li�nari, maar hebhen purgeerende eigenschappen.
Tangkil, kasoengka (ineliim gnemon , funirulare, edule levert
in ile jonge bladeren een groente en in de vruchten, die naar
knoflook smaken. een voedingsmiddel.
Als groenten komen nog in aanmerking; Amarantus olcracaeus
lui/fin. srnggang . die veel op spinazie gelijkt ; Solanum melongena
l�ronij . de iu Frankrijk als aubergines bekende vruchten.
Cucumis salivus khimon . de gewone komkommer; Cucnmis
melo. meloenen: Citrullus edulis \'samangka . de watermeloen;
-ocr page 208-
190
Allinm cepa (bamang), uien: Allium salivum (fnambang), knoflook:
eindelijk nog de jonge uilspruilsels der bamboe (Bainbusn spec. ,
rebneng gelieeten, welke veel suiker houden en die ook nis zuur
wonlen ingemaakt aljar bamboe . De naam bamboe, ofschoon
van .Vfalahaarsehen oorsprong, is ook onder de inlanders Ie
liatavia algemeen in geltruik.
De wonden door bamboe veroorzaak) genezen buitengewoon
nioeielijk, zooals ik reeds op pag. 81 zeide.eii zullen iu liel tweede
deel afzonderlijk besproken worden. Daarloe belmoren meeslal
de bekende vamhjoe-wonden.
I\'ien en knoflook bairaiifi zijn een onmisbaar bestanddeel
van de toespijzen hij de rijst: bovendien kinnen zij in verreweg
de meeste voorschriften van inlaiidsclie geneesmiddelen voor.
Ik zal mij van eene verdere opsomming der, als groente
gebezigde bladeren, enz. onthouden, daar die geen praktische
waarde zou bezillen, maar slip nog de koolsoorlen aan. daar
die veel worden verbouwd.
Thans zullen wij nog eenige vruchten bopimh\'bwwah bescbou-
wen. die veel worden gegeten en wel dikwijls onrijp, vooral
door de mindere standen. Hel eten van onrijpe vruchten is
zoo algemeen , dat bel ouder de gewone wijze van voedsel
nemen moei worden gerekend. Mij epidemie�n van cholera moet
hel hele) worden; daartoe wordt niel alleen de verkoop ver-
boden . maar zelfs de bloesems aan de hoornen worden vernietigd.
Natuurlijk kan niet van elke vruehl hel voor- of nadeel van
hel eten worden aangegeven.
De gevolgde orde is gedeeltelijk die uil Vkth\'s Java.
Smias, ananas Auniiassa saliva of Briedelia anauassa : zij
houdt zeer scherpe zuren en wordl door vrouwelijke kleur*
lingon zelden gegeten: werkelijk schijnt er eenige waarheid te
schuilen iu de bewering, dal hel elen van ananas aanleiding
zou kunnen zijn tol bel ontstaan van. maar vooral lol verer-
gering van reeds bestaanden fluor albus, terwijl hel verder
niel Ie ontkennen valt, dal de ananas als ennnenanogon en
-ocr page 209-
191
abortivum kun werken, welke laatste eigenschap door inlanders
wordt ge�xploiteerd. Vooral pas aangekomenen moeten voorzichtig
zijn ini\'l elen dezer vruchten , die door de scherpe zuren prik-
kelend op hel darmslijmvlies kunnen werken, evenzeer als door
de moeielijke verteerbaarheid van de si ukken van hel vrucht-
vleesch, dal veel cellulose houdt; verder hevordert hel gebruik
de galsecrelie en de seceriieerende werking der nieren, vooral
als de vrnchl nog niel rijp is. Bij hel elen moei de rijpe
ananas van hare schil worden ontdaan, en in water worden
al\'gewasschi\'ii. lerwijl vele personen gaarne wal zoul er hij
gebruiken, wal de prikkelende werking op hel darmkanaal
schijnt Ie verminderen, lerwijl hel aanbeveling verdient, de
stukken uil Ie zuigen en Ie kauwen, maar niel door Ie slikken.
De zoogenaamde Huilenzorgsclie ananas, eene uil Wcul-Indi�
ingevoerde vari�teit , wordt duur sommigen hoven de gewone
soort verkozen, hoewel de laatste, als zij zeer rijp is, zoeter
van smaak en Kaprijker is. Stukjes van hel vruchtvleesch
worden ook in azijn, als zuur ingelegd, hij de rijst tafel en hij
vloesrlispijzen. gegeten.
Laboe ajar Lagenaria idolalrica is een aangenaam smakende
vrucht, die als geneesmiddel en tevens voedingsmiddel hij sommige
huikaandoeningen, o. a. Indische spruw, moei worden heschouwd.
Djamboe, in verschillende soorten, als o. a. djamboe monjel
(Anarardium occidentale , waarvan de vrurlitslelen, die peer*
vormig, vleezig en zeer saprijk zijn, worden gegeten: djamboe
wolanda
, de advokaal Persea gralissima . meestal half lijn
gewreven, en mei hrandewijn of koffie en suiker vermengd :
djamboe bid/i i\'Psydium guajava : deze vrucht heeft, zooals de
Maleischc naam reeds aanduidt, zeer vele zaden, die, onver-
leerbaar als zij zijn . aanleiding geven lol darmprikkeliug. waarbij
lichte proetitis Van der Blst en zelfs dood. onder op cholera
gelijkende verschijnselen, is waargenomen Si:.m.ui:u.\\k : men zij
dus op de mogelijkheid eener darmaandoeuing door die oorzaak
voortdurend hedachl: djamboe ajar .lamhosa aipiaea : djamboe. ajar
tnawar
\'Jambosa vulgarisV.tf/flWifcotf bal .lamhosa domesl ica : djamboe
-ocr page 210-
192
shimruutf Jambos» alba : alle vruchten, die rauw en gesloofd
door vele personen lekker worden gevonden, terwijl anderen
haar als weinig smaak hezitlciule niet hoogschatten. Vooral
kinderen houden zeer veel van de gewone rf/amfroc-soorten en
ik heli geen nadeel gezien van hel eten er van. Bij deze
opsomming verdienl aangeleekehd te worden, dal ik voor hel
gemak hij hel opzoeken, de verschillende planten , die iIjudiIhm\'
lieeieu. hij elkaar plaatste, al is dal, uil een hotanisch oog-
punts onjuist.
P�paja, papa ja, papajer Carica papaja . die de in den
laatsten lijd zoo veel besproken eigenschap bezit van in haar
melksap een oplossend vermogen voor vleesch Ie hebben.
De papajer werd reeds langen tijd in fndi� hij slechte spijs-
vertering voorgeschreven, voor dal die eigenaardige werking
van sap. qua lalis. was bekend gemaakt, (tok aan de inlanders
was dal reeds lang bekend. zoodal zij eenigszins laai vleesch
met papajerhladeren koken om hel zachter te maken; t�r-
wijl er dal resultaai wel door bereik! wordl. is hel niet Ie
ontkennen. dal hel vleesch door die bijvoeging een minder
anngenamen smaak krijgt . daar hel eenigszins op hall\' ver-
leerd vleesch gaal gelijken. Beter is de ook wel gevolgde
manier om bel vleesch in een papajerblad gewikkeld eenige
uren op ie hangen, volgens inlanders, iu den boom zelf. Aan
paarden en koeien geven de inlanders gaarne papajerhladeren.
als die dieren stoornissen der spijsverteringsorganen hebben.
Hel vrucht vleesch wordt onrijp, gestoofd of met suiker inge-
maakl en gedroogd, tangkaivne ook van andere vruchten bereid
genaamd, gegeten en rijp, rauw genuttigd, soms vermengd
mei wijn en suiker. De papajer behoort onder de vruchten,
waarvan hel matige gebruik wel kan worden aanbevolen, al
kan hel overvloedige eten er van nadeelig worden, omdal er
somtijds lichte diarrhee na volgt: ook beweert men. dal
hel overmatig gebruik aanleiding zou geven bij mannen tol
lijdelijke impolenlie. hij vrouwen lot hel onstaan van fluor
alhus. wal ook geneeskundigen meenen te hebhen waar-
-ocr page 211-
195
genomen. De papajerpitten smaken zeer sterk naar de Eu-
ropisclie slerrekers, en worden ook wel gebruikt, evenwel
vooral als geneesmiddel.
Snoe (Mimusops manilkara, M. bojeri en M. kauki), vooral
saoe manila (Sapota achras), die eenigszins in smaak op de
mispel gelijkt, maar veel fijner en aangenamer is dan de mispel.
Boeiva nona (Anona reticulata) en srikaja (Anona squamosa),
zeer zoete, meelaclitig smakende vruchten, waaraan men, voor-
namelijk aan de eerste, een aphrodisiacale werking toeschrijft,
wat reeds voor Bontius\' tijd aan de Europeanen hekend was,
zooals blijkt, uit de mcdedeelingen van Andiieas Cleijer.
Nangha wolanda, zuurzak (Anona muricata), waarvan het
vruchtvleesch met suiker wordt gegeten en liefst eerst moet
worden doorgezeefd, omdat de aan de pitten hangende vezels
een onaangenaam gevoel in den mond veroorzaken. De zuurzak
beval, zooals de naam reeds aanduidt, vrij sterk prikkelende
zuren; men moet voorzichtig zijn met hel gebruik er van.
Nam-nam (Cynomelra caulillora) wordt slechts zelden rauw
meestal gekookt, ook bij wijze van appelmoes, gegeten.
Krandji (Dialium indum), naar tamarinde smakende vruchten.
D�lima, dalima (1\'unica granaluin), de granaatappel, een zeer
zure, maar aangenaam smakende vrucht, die veel meer als
geneesmiddel dan als voedsel gebezigd wordt.
liulara (Zizyphus jujuba), vooral door de Chineezen zeer gezocht.
Gajam, gajang, (Inocarpus edulis), waarvan de vruchten
gekookt of geroosterd worden gegeten.
Balimbinrj, b�limbing manis (de zoete vari�teit van Averrhoa
carambola}.
Doerian (Durio zibethinus), eene zeer sterk, naar verrotte
uien, slinkende vrucht, waarvan het vruchtvleesch door in-
landers algemeen en gaarne wordt gegeten; vele Europeanen
houden ook van het gebruik dier vruchten. Na het eten zijn
dikwijls eenige congestie naar bet hoofd en buitengewoon veel
oprispingen waarlenemen.
De vrucht is, voor wien zich over den stank heeft heen
13
-ocr page 212-
194
gezet, zeker een goede voeding, al is zij wat moeielijk te ver-
leren. Men schrijft haar eene opwekkende werking voor den
geslachtsdrift en de diuresc toe.
Wallage geeft een enthusiastische beschrijving van hel genol
om Borneosche doerian te eten; velen zullen die uitwijding niet
onjuist noemen. Daarom geef ik ten opzichte van deze vrucht
een paar aanhalingen uil. twee schrijvers over dit onderwerp,
die ook Wallage bekend waren, en uit diens werk, dat, in
de Nederlandsche vertaling door prof. Vetii . den naam «Insu-
linde"
draagt.
Van Linschoten schreef in zijn in 1614 uitgegeven »Ilinera-
rium" in het 57e Capittel: »Van \'t fruyl Duryoens van Malacca"
het volgende: «wordt so seer ghepresen van eenyeghelijck diel
«gheproefl heeft, dat ment niet en can compareren met geen-
«derley fruyte van de werelt, want in smaeck ende goetheydt
«affirmeren dal het alle fruyten Ie hove gaet; maer eerst als-
«mense op doel, riecken gelyck oft het verrotten ayun waer,
»maer in den smaeck heeftmen de leckerheyt."
Paludamus (eigenlijk ten Broecke geheeten), stadsdoctor te
Enkkuizen, schreef aanleekeningen op hel reisverhaal van Van
Linschoten en zoo zegt hij van de doerian: »Dit fruyt is ook
»in sulcken vvaerdye hy die Lesers" (inzamelaars), »dat sy
«meenen men mocht daer niet af versadighen, gheven daerom-
»me dit fruyl heerlycke namen, en de schryven Epigrammen
»daer af."
Wallace zegt. naar de vertaling van professor Veth:
«Wanneer de vrucht in de huizen gebruikt wordt, is de reuk
"dikwijls zoo hinderlijk . dal vele personen nooit kunnen besluiten
«haar te proeven. Dit was ook met mij het geval toen ik er
«te Malakka hel eerst de proef van wilde nemen, maar op
«Borneo vond ik een rijpe vrucht op den grond liggen, die
«ik buiten\'s huis kon eten, en loen ik er eenmaal de landen in
«gezet had, was ik voor altijd tol een doerian-eler bekeerd."
En verder: »van de basis tot aan de spits" (der mei dorens
voorziene, kokosnootgroote vrucht), «kan men vijf flauwe lijnen
-ocr page 213-
193
«bespeuren, waarover de dorens zich een weinig welven; dit
«zijn de voegen der carpellen of kluisjes waarin de vrucht is
«verdeeld, en waarlangs zij niet een stevig mes en eene krach-
»tige liand kan verdeeld worden. De vijf kluisjes zijn van
«binnen salijnachtig wil, gevuld met eene eivormige" (beter
eiachtige) «massa van zacht roomkleurig vleesch, waarin twee
»of drie zaden Ier grootte van kastanjes bcslolen liggen. Dit
«vleesch is hel eetbare deel, maar is in aard en smaak volkomen
»onbeschrijfelijk. Eene rijke hoterachtige vlade, sterk gekruid
«met amandelen, kan er in hel algemeen eenig denkbeeld
«van geven, maar tevens is hel of u daarbij geuren worden
«toegewuifd die u roomkaas, uiensaus, bruine sherry en an-
«dere geheel ongelijksoortige zaken voor den geest brengen.
«Bovendien heeft het vleesch eene wecrgalooze, malsche en
«weelderige lijmigheid, die den �lijnen smaak nog verhoogt.
«De vrucht is noch zoel, noch zuur, noch sappig, maar
«men merkt niets van het gemis dezer hoedanigheden, want
«zij is in bare soort onverbeterlijk. Zij brengt nooit walging of
«eenige andere onaangename gewaarwordingen Ie weeg, en hoe
«meer men er van eet, hoe meer men er van verlangt te
«eten. Inlerdaad doerians te elen is een waar genot, dat
«alleen waard is dat men er eene reis naar het Oosten voor
«onderneemt.
«Wanneer de vrucht rijp is, valt zij van zelve af, en de eenige
«manier om doerians in volkomenheid te eten, is bet oogenblik
«van haren val al\' te wachten, wanneer ook de reuk minder
«overweldigend is. Onrijpe doerians verschaffen, gekookt
«zijnde, eene zeer goede groente, maar worden ook rauw door
«de Dajaks gegeten. In een goed vruchtenjaar worden groole
»hoeveelheden gezouten en in pollen en bamboezen het geheele
«jaar over bewaard , maar zij krijgen dan voor Europeanen
«een allerwalgclijkslen slank, ofschoon de Dajaks ze in dien
«toestand, als toespijs bij de rijst zeer hoogschatten. Men
«vindt in debosschen twee verscheidenheden van wilde doerians,
»met veel kleinere vruchten, die bij de ��ne van binnen oranje
-ocr page 214-
196
»zijn: en het is waarschijnlijk, dat de groote doerians, hoven
«beschreven, die nimmer in liet wild voorkomen, van deze
»afstamnien. Het zou misschien niet juist zijn te zeggen,
»dal de doerian de heste van alle vruchten is: want zij kan
»de plaals niet vervullen van de zuurachtige sappige soorten.
»die, zooals de oranje, de druil\', de maiiggaende manggista"
(manggistan) «door hare verfrisschende en verkoelende hoedanig-
«heden zoo gezond en zoo aangenaam zijn: maar als een voedsel
«van den uitgezochtsten smaak opleverende, is zij onovertroffen
«Indien ik er slechts twee mocht aanwijzen als de volko-
«menhcid in de heide klassen vertegenwoordigende, zou ik zeker
»niet aarzelen mijne keus op de doerian en de oranje als
«koning en koningin der vruchten te doen vallen.
»De doerian is echter somtijds gevaarlijk. Wanneer de
«vruchten heginnen te rijpen, vallen zij van tijd tot tijd af,
«zoodai personen die onder de hoornen wandelen of werken,
«ieder oogenhlik met een ongeluk hedreigd worden. Als een
«doerian in haren val iemand treft, brengt zij veelal eene
"vreeselijke wond te weeg, daar de sterke dorens liet vleesch
«openscheuren, terwijl de slag zelf duchtig nederkomt;
«evenwel is juist dit de oorzaak dat er zelden den dood op
«volgt, dewijl de overvloedige uitstorting van hloed de ontsle-
«king voorkomt, die anders zou kunnen plaats grijpen. Een
«Dajaksch opperhoofd verhaalde mij, dat hij eens tegen den
»grond was geworpen door een doerian die op zijn hoofd
«nederkwam, maar dal, ofschoon hij zich een zekeren dood
voorstelde, hij na een korten lijd hersteld was.
«Dichters en volksleeraars, oordeelende naar onze Europeesche
«hoornen en vruchten, beweren vaak dat hooge hoornen altijd
«kleine vruchten dragen, zoodat haar val onschadelijk is voor
»den mensch, en dat de groote vruchten altijd over den grond
«kruipen. Maar de waarheid is dat twee van de grootste en
«zwaarste bekende vruchlensoortcn, de brazilie-noot (Berlhol-
«letia excelsa) en de doerian, aan zeer hooge hoornen groeien,
«waarvan zij nedervallen zoodra zij rijp worden, zoodat zij
-ocr page 215-
197
»de inboorlingen dikwijls verwonden en somtijds dooden. Hieruit
«kunnen wij twee dingen lecren, vooreerst dat. wij geen alge-
»ineene gevolgen moeten trekken uit eene zeer eenzijdige kennis
»der natuur: en ten tweede, dat hoornen en vruehten, even-
»zeer als de zoo verscheidene voortbrengselen van het dierenrijk,
\'blijken niet uitsluitend te zijn ingericht voor het nut en het
"gemak van den mensch."
Bij die laatste beschouwing hadden de klappers zeer zeker
eene plaats verdiend. Verwonding en dood door het nedervallen
van klappers komen veelvuldig voor. De lange aanhaling uit
Wallace vindt haren grond in de keurige beschrijving en in de
uiteenloopende meeningen, die men over die vrucht kan hooren
verkondigen.
Men beweert, dat de onaangename oprispingen, na het eten
van doerian, kunnen worden voorkomen ol\' ten minste verminderd
door uit een geledigden doerian-schil wat water of thee te
drinken, terwijl ook port* madeira-, en champagnewijn totdat
doel genomen worden.
Timboel of kaloewie (Artocarpus incisa) levert zeer rnoeielijk
verteerbare, maar voedselrijke vruchten, die door duizende
inlanders als een hoofdvoedscl worden gegeten, nadat er een
soort van brood van bereid is (Bleeker).
Soekoen (Artocarpus laevis); nangka (Artocarpus integrifolia);
tjampedak (Artocarpus polyphema); t�r�p (Artocarpus elastica);
al deze vruchten, maar vooral de nangka en de tjampedak, worden
ook door Europeanen gebruikt, maar zijn rnoeielijk verteerbaai\'.
De sterke geur der nangka, herinnert aan dien van doerian. Men
kent zeven soort van nangka, waarvan de grootste dangdang,
de kleinste k�ndil heet; hij de nangka Ij�l�ng groeien de vruchten
aan de wortels.
Tj�rm� (Cicca nodillora), zuurachtig van smaak, wordt vooral
gekonfijt gegeten.
Boent (Anlidesma bunius) met zure vruchten; terwijl de
bladeren als groente worden gesloofd.
Manggis, mangistan (Garcinia mangostana), eeu zeer lekkere,
-ocr page 216-
198
gezonde vrucht, waarvan Dn. Bonti�s niet zooveel ophef gewag
maakt, dal hij, de gewoonte van zijnen lijd volgende, door
boven hel hoofdstuk, waarin hij eene vrucht beschrijft, een epi-
gram te plaatsen, daarin zegt, dal zij de gouden appelen van Hes-
peri�
in smaak verre overtreffen. Deze regels bij Bonti�s luiden:
�Cedant Hesperii longe hinc, Miila aurea, fruclus;
«Ambrosia pasril Maugoslan, et Neclare, divos."
Deze vrucht mag, volgens inlandscbe meeningen, niet aan
koortslijders worden toegediend en zou ook Ie verkoelend zijn
voor huiklijders. In het algemeen zijn inlanders hanger voor hel
eten van �nangislan dan van eenige andere vrucht. Evenals van vele
andere vruchten, slikken zij de onverteerbare |iilleii er van door,
wal somtijds aanleiding geelt lol stoornissen in de spijsvertering.
Dj�roek, alle Cilrus-soorlen, waarvan wij aauleekencu, als
zoete soorten: dj�roek tnanis, djeroek tcefjit of dj�roek keproh
(Gitrus aurantium), de sinaasappel, minder lekker dan in
Europa: djeroek dj�poen (de zoele vari�teit van Citrus nobilis):
dj�roek berdoeri (Citrus inacraranlha : en als zure soorten : djeroek
asam
(Citrus grandis en de zure vari�teit van Citrus nobilis);
dj�roek li/tis (Citrus limonellus), zeergeschikt lol hel maken
van limonade: dj�roek maljan, dj�roek b�sar, dj�roek Mi,pom-
pelmoes (Citrus decumana). In het algemeen moeten de dj�roek�
soorten worden uitgeperst of uitgezogen, daar de cellen er
van veel cellulose bevatten. Het aantal soorten zou nog met
een belangrijk quantum kunnen worden vermeerderd, maar
de voornaamste zijn thans genoemd. De inlanders kennen de
djeroek-soorten allen als zeer gezond en beweren , dat die vrucht
bij geen enkele ziekte behoeft te worden nagelaten.
Boekoe, langmt (Lansiuui domesticum, de eerste iets grooter
en ronder dan de tweede\', een aangenaam smakende, gezonde
vrucht, die evenwel, naar het oordeel der inlanders, opgezet -
heid van de maag zou veroorzaken, en somtijds aanleiding zou
geven tol hel ontstaan van hoest. Bij huikaandoeningen is hel
aan te raden geen doeko�s te eten, daar zij niet gemakkelijk
verteerbaar zijn.
-ocr page 217-
109
Ramboelan, mei do zoeter smakende vari�teit kapoelasan,
(Nephelium lappaceum), waarvan de bekleeding der zaden zeer
onverteerbaar is, maar liet vruchtvleesch aangenaam, zoet
zuur smakend en gezond. De inlanders beweren, dat beslaande
boest en kcelpijn door hel eten dezer vruchten verergert, terwijl
er lichte irritatie van liet mondslijmvlies, zelfs met vorming van
kleine zweerljes, door zoude ontslaan. Die bewering is niet
van allen grond ontbloot. Sommigen beschouwen kapoelasan als
een afzonderlijke soort, Nephelium longanum; terwijl door de
Chineezen ingevoerd is de lilsji (Nepbelium litchi), die ook bijna
uitsluitend door ben wordt gegeten. Een slecble gewoonte,
door inlanders en dikwijls door anderen gevolgd , is bet openbijlen
van de ramboelan: men moet de schil inel een mes openen. Bij
bel doorbijten kan een der haartjes van de vrucht in het gehc-
melte geraken en daar tot abscesvormingaanleiding geven; zulk
een absces in bel zachte gehemelte nam de Heer H. S. Pinkhof
o. a. eenmaal waar.
Mangga (Mangifera indica), een zeer gewilde vrucht; men
schrijft aan het ruime gebruik er van bet ontstaan van furunkcls
loc, wat te verklaren valt uit het feit, dat die huidaandoening
meer dan anders wordl gezien in den mangga-tl^d. De vrucht
heeft een smaak , die het midden houdl tusschen peen en zwarte
bessen; enkele soorten, vooral de mangga kwinie, rieken zeer
slerk; ook de mangga pak�l. Er zijn 23 soorten van bekend,
waarvan de mangga kopjor de saprijkste, maar ook de vezelach-
ligsle is. De gele mangga podang is ook zeer gezocht.
Dj�nr/liol (Pithecolobiuin geminum) behoort tot de peulvruch-
len, die door de inlanders gaarne worden gegeten; die vrij
groote, stinkende vruchten worden plat gedrukt en geroosterd
voor het gebruik. Wordl er veel van verorberd, dan schijnt
de aclherische olie, daarin voorkomende, een prikkelende werking
vooral op de sluitspier van de pisblaas uitteocfencn, ten minste
dan wordl meermalen een belangrijke kramp van die spier
waargenomen, terwijl de sterke vulling der blaas tot hevige
pijnen aanleiding geeft, die somtijds met haematurie gepaard gaan*
-ocr page 218-
\'200
Dit ziektebeeld heet, Ie Batavia, kedj�ngkolan, en zou vooral
veroorzaakt worden door de tot b�w�h toebereide dj�ngkol;
wanneer de zaden van den dj�ngkol ongeveer Iwec weken in
de aarde begraven zijn en dan beginnen Ie ontkiemen, worden
zij b�w�h genoemd, terwijl beweerd wordt, dat de toevoeging
van suiker het ziekteproces bevorderI.
Op het eiland Banka eten de inboorlingen gaarne de vruchten
van Hopea-soorten (kawang, tawang) als toespijs bij de rijst;
zij worden daartoe op de rijst zelve gaar gekookt.
De inlanders zijn groote liefhebbers van suiker, goela, en,
als zij geld hebben, wordt er veel van verbruikt in kollie
thee, lauw water, gebak enz. Zooals bekend is wordt de suiker
bereid uit het suikerriet (Saccharum officinarura), teboe, dat
in stukken gesneden en geschild als lekkernij wordt gegeten.
De jonge uitspruilscls worden ook als gekookte groente bij de
rijst gebruikt. De suiker, die Indi� algemeen gebezigd word I,
is niet geraffineerd. Geraffineerde suiker wordt uil, Europa
aangevoerd, vooral voor de apotheken en zeldzaam voor huiselijk
gebruik.
Een bijzondere bereiding der suiker, die zeer gezocht is,
is de goelali, die cenigszins aan fondants doel denken en bereid
wordt dooi\' cene waterige oplossing van suiker met een zeer
kleine hoeveelheid azijn Ie vermengen en die massa tol een dikke
siroop uit Ie dampen, welke stroop onder bet vast worden sterk
wordt uitgerekt; daardoor ontslaan in de lengte geribde stokjes
van die suikermassa. Hel elen van goelali acht ik, met de
inlanders, nadeelig voor kinderen; er ontstaat diarrhee door.
De goela djawa, goela aren ol\' goela itam is afkomstig van
de «rat-palm (Saguerus saccharifer); zij wordt verkregen door
den bloemstengel, terwijl die nog aan den boom bevestigd is,
met een stuk hout (van de Telranthera rubra, hoeroe b�urhtm
week Ie kloppen en dien stengel drie of vier weken later afte-
snijden, waarna een groote hoeveelheid licht geel, zeer zoet sap,
dat loewak aren heet, uil de gemaakte wond loopt. Daar
de inlanders planten beschouwen als bewustzijn hebbende
-ocr page 219-
201
wezens, gaan bewerkingen, als do genoemde, mei ccremo-
ni�n gepaard, die een vreemden indruk maken. De noodige
gebeden en (diers gaan vooral\': hel kloppen geschiedt eerst,
zachtjes e» dan hoe langer, hoe harder: hel sa]» wordt eerst
in kleine, bamboezen kokertjes opgevangen, die langzamerhand
in grootte toenemen. Al die voorzorgen vindl men noodig voor
een ruimen oogst; als men in eens Ie hard gaal kloppen, o|
met een grool stuk bamboe aankwam, zou de hoorn er van
schrikken en daardoor zou de uitvloed van sap verminderen.
Dat uitloopende sap wordl door koking ingedikt en heelt dan
een donkere kleur, terwijl de zoo gevormde suiker altijd voch-
lig is. Wordt aan de bereiding grootere zorg besleed, dan
krijgt men een vrij drooge, licht geel gekleurde suiker. De
eerste wordl we! in plaats van de Europeesche keukenstroop
gebezigd. Soms wordt goelu djawa bereid uil de langkap (Sa-
g
8
uerus langkap) en die soort is nog zoeter dan de reeds genoemde;
terwijl een enkele maal de bereiding uil suikerriet plaats vindl.
Vooral legen den lijd van het Europeesche nieuwjaar worden
gedroogde dadels yl.onna) aangevoerd, die de Chineesche hande-
laren als nieuwjaarsgeschenk. Iegelijk met de vroeger genoemde
tangkowee (pag. 192), thee, met gouddraad geborduurde sloffen,
Chineesch vuurwerk en dergelijkeu. aan hunne Europeesche
kennissen en kalauleu ten gescheukt! aanbieden.
Bijna alle groenten en vruchten zijn , op verschillende manieren
verduurzaamd, Ie krijgen, als in blik, ingemaakt, in sloplles-
schen, enz. iu de koelere streken worden die Europische
groenten ook aangekweekt en naderen dikwijls zeer tol de oor-
spronkelijke. Een enkele maal zijn daar aangekweekte druiven
en aardbeien te krijgen, die evenwel niet met de Europische
kunnen wedijveren. Uil Australi�, uit China en soms uit Europa
worden, bij de snellere communicatiemiddelen in de laatste
jaren, versche vruchten aangevoerd, als appels, noten, hazel-
uoten, kastanjes en dergelijkeu; die aanvoer geschiedt meestal
in ijs.
-ocr page 220-
202
Van vele Europische vruchten vindt men ;ils "delicatesse",
trcleien , conserven , enz.
Ten opzichte van geconserveerde groenten moet nog worden
vernield. dat gedroogde\' groenten niet Ie fijn verdeeld mogen
zijn. wal op een Ie lang bewaren duidt en dal zij niet schini-
melaclitig of duf mogen rieken. De Mikken donzen. die lol
verpakking dienen, mogen niel buikig zijn opgezwollen, wal
daarin verblijvende gassen verraadt: de groenten uil blik en
de ingelegde groenten mogen nooit week of papperig zijn.
Cacao (Theobronia cacao), Ijoklaad, wordt in een Ie kleine
hoeveelheid aangeplant om onder de voedingsmiddelen Ie kunnen
worden gerekend.
Er heerschl onder de inlanders, maar nog meer onder de
kleurlingen en krcolen, een vaste overtuiging, dat bel eten
van vruchten des morgens zeer gezond is, des middags minder
voorcleelig, en des avonds bepaald gevaarlijk. Eene wederleg-
ging dier meening is wel overbodig.
Reeds bij de ananas is gezegd, dat die vrucht door sommigen
mei wal zoul wordt gegeten; in hel algemeen is het verder
goed eenig zoul Ie nuttigen bij die vruchten, welke harsachtige be-
standdeelen , g�lah, houden, zooals bijv. inangga, mlafc, doe/we, enz.
Van de lagere planlenvorineii komen nog enkelen in aan-
merking voor de voeding. Ik noemde reeds vroeger de cham-
pignon koeping liltoes (Excidia purpurescens, E. pelliculae);
sommigen worden gekookt gegeten , zooals Lycoperdon pulsillum
(djatnoer lombong); de djamoer fc�lang Agaricus sp.); terwijl
de Cliiucezen liefhebbers zijn van sjoeiig/.v (Agaricus alulaccus),
die gedroogd uit China wordt aangevoerd. In de Molukken
vindl men een eetbare champignon , de oelal (Agaricus sajor kajoe).
Djamoer banhong (Pachyma lubcr-rcgiuui) wordt als gciiccsinid-
del gebezigd, maar ook gegeten.
Deze beschouwing over de voedingsmiddelen zal, naai1 ik
meen, voldoende worden geacht, al zouden er nog vele, van
minder kunnen belang, worden bijgevoegd.
-ocr page 221-
205
Toespijzen.
De eerste plaats voor de inlandsche tafel neemt daarbij iu
de Ijab�, lombok, Spaansche peper (Capsicum annuuni en andere
soorten).
De aangename, prikkelende, slerk aromatische smaak der Cap-
sicum-soorten is bekend, evenwel overtreft de smaak der versche
vrucht verre die der gedroogde, of in azijn of zout ingelegde.
De lombok wordt op verschillende wijzen bij de rijst gegeten,
heizij in natura in wal zoul geslipt; hetzij met zout lijn ge-
wreven; hetzij met kamiri (Aleurites triloba) en een weinig
suiker vermengd en met klapperolie of boter even gebraden:
terwijl verder verschillende soorten van sambal-sambalan niet
die vrucht worden bereid. Onder sambal-sambalan verstaat men
allerlei mengsels van groenten, vleesch- en visch-spijzen, die op
kleine schaaltjes bij de rijst worden toegediend: ieder neemt
daarvan eene zekere hoeveelheid naar eigen smaak, en liet zich
zelvcn op hel bord toebereiden van een lekkere rijstlafel hangt,
voor een groot gedeelte af van de behoorlijke doseering dezer
bij- en toespijzen; men vindl daaronder, om enkele voorbeelden
te noemen: gesneden komkommers, met wat azijn en in de
schuinte afgesneden lombok; gekookte snijboomen met lombok:
kippenmagen en kippenlever, in stukjes gesneden; garnalen,
iu hun geheel gebraden, of gedroogd en met een saus bereid:
lijn uitgeplozen en gebraden kippenvleesch (abon-ahon): versch
ingelegde komkommers met kerri bereid: hard gekookte eieren
met tjab�, zout en saus {sambalpenganlen) en een bijna ontelbaar
aantal andere mengsels, dikwijls met lrasi,p�t�enz. vermengd.
Ook in de samenstelling der /cem\'-soorten zie later) komt de
Spaansche peper voor.
Verder wordt daarmede de vroeger reeds genoemde roedjak
bereid , door de lombok \'m ecu aarden pannetje mei een weinig
trasi, suiker, enz. Ie vermengen, en daarin rijpe en onrijpe
vruchten te leggen, die vooral\' in schijven gesneden zijn.
Onder de gewoonlijk gebruikte soorten der tjab� bekleedt
-ocr page 222-
204
de gewone, roode eeue eerste plaats (Capsicum annuum en Cap-
sicmn frutescens, tjab� bcsar genaamd); verder heeft men nog
een groote, soort, tjab� idjoe (Capsicum bicolor) en een kleine
groene, tjab� rawiet, of tjab� s�tan geheeten (Capsicum I\'asti-
giatum), die de scherpste is.
Er groeien in het lieele klimaat /eer vele specerijachtige
planten . die dus eene groote hoeveelheid aelhcrische olie bevatten,
en »het schijnt" zegt. Dr. Bleeker »dal de natuur hier heelt
"Willen tegemoet komen, in de zoo verzwakkende klimaats-
»werking op den mensch, door milde productie van specerijen
»en toongevende eigenschappen bezittende planten, die den
»mensch als hel ware den weg aanwijzen, waarop de atonie
� des ligchaanis, vooral der slijmvliezen is Ie voorkomen of te
«genezen. De inlander, meer ualimrmcnsch, heeft, zich die
"aanwijzing ten nutte gemaakt door het kaanwen van sirihen
«andere specerijachtige basten en kruiden, door het zichillineren
»met aetherische oli�en enz.; maar de Europeaan, die, al het
"Overige gelijkstaande, meer nog door den klimaalsinvloed heeft Ie
"lijden dan de inboorling, veracht in zijne wijsheid, wat de
»natuur hem zoo dringend beveelt: en zoo de mannen zich de
"veerkracht des ligchaanis op andere wijzen welen Ie behouden
«of te herstellen, de vrouwen ondervinden daarvan naar al te
«zeer de bedroevende gevolgen."
Deze aanhaling uil Bleeker\'s «Bijdragen tol de geneeskundige
lopographie van Batavia" heb ik niet gedaan met. bet oog
op de daarin gepredikte teleologie, maar wel, omdat ook
naar mijne meening hel gebruik, in behoorlijke, maar niet
overdreven mate, van die prikkelende middelen, en vooral van
tjab�, nuttig moet worden geacht. Natuurlijk moet rekening
gehouden worden niet den toestand van hel darmkanaal; maar
wij spreken hier van gezonde meiischen.
Terecht vergelijkt Da. Pettenkofer hel matige toevoegen van
specerijen bij de overig»; voedsels, mei hel smeren van de
deelen eencr stoommachine mei olie. Het goede smeersel,
zegt hij, «kan de beweegkracht noch vervangen, noch aanvullen,
-ocr page 223-
2o:;
«maar inaakl de beweging der machinerie�n gemakkelijk en
«regelmatig en vertraagt belangrijk hare slijtage."
Hoe dikwijls hoor! men het eten van tjab� door leeken afkeuren
en zelfs liel gebruik er van afraden door geneeskundigen. In
den regel evenwel zijn dat jongere geneesheeren; oudere practici,
die langer in Indi� zijn, hevelen nicl zelden het gebruik eener
malige hoeveelheid tjab� aan. vooral bij moeielijke spijsvertering
en bij personen, die door haemorrhoidale aandoeningen lastige
verschijnselen builen bel darmkanaal waarnemen. Die raad
heelt in den regel goede gevolgen: opmerking verdient hel
zeker, dat Du. Vidal, in Euro/m, de aandacht der geneeskun-
digen vesligde op bet nul van extractum rapsici annni bij
haemorrhoidale congesti�n.
Men late zich dus, door den, in den beginne, wel wat al Ie
sterken smaak, niet afschrikken lol het eten eener kleine
hoeveelheid gewone Spaansche peper. De tjab� rawiel is al Ie
sterk en verdient minder aanbeveling.
Hel drinken van water doel bel heele gevoel in den mond
sterker worden, terwijl vet het doet verminderen.
De inlanders rekenen de tjab� onder de koude middelen, in
tegenstelling mei de gewone peper, die zij onder de beete
rangschikken.
Het eten van tjab� vermeerdert de afscheiding van hel speeksel,
evenzeer als die van hel maagsap, en bevordert daardoor de
spijsvertering, vooral van amylacea. Volgens sommigen (Henoch)
geeft het elen der prikkelende specerijen aanleiding tot lever-.
hyperaemie: terwijl anderen (Budd) er cholagoga in zien.
De toevoeging van tjab�mn de, met azijn ingelegde, komkom-
mers, augurken, uien enz. (zuren), maakt de inwerking dier zn-
ren op het slijmvlies van het darmkanaal minder schadelijk; even-
wel geeft groene tjab� met azijn ingemaakt, bij haemorrboidaal-
lijders aanleiding lot pijn en persing bij den stoelgang. Ook
is hel eten van jonge tjab� meermalen oorzaak van het onl-
staan van buikpijnen; sommige personen zijn er zeer gevoelig
voor.
-ocr page 224-
20H
Als toespijs ltij de rijs) moet ook beschouwd worden de p�t�,
waarvan de inlanders zoo groole liefhebbers zijn, dal die boom
(Parkia africana) zelden in de kampong\'s wordt gemist. J)ep�lc-
boonen worden door Europeanen wel slinkboonljes genoemd.
omdal die peulvrucbten een zeer sterken, knoflookachtigen geur
verspreiden. J)r. Jan tk.n Brink meende, in een zijne liltera-
rische werken , de opmerking te mogen maken . dal vele landen
en plaatsen door een bepaalden geur worden gekenmerkt, en
karakteriseert de Javaansche hatnpong door den geur van pelt\'.
Zij werkt prikkelend op bet syslema uropo�ticum.
Uit bel plantenrijk lelt IIasskarl 110 toespijzen bij de rijsl
np en bel hoogste cijfer is daarmede niet bereikt. De meeste
geven geen aanleiding lot bijzondere opmerkingen.
Enkelen er van worden bier nog genoemd.
Asam djawa, tamarinde (Tamarindus indica), waarvan de
vruchten, met suiker ingelegd, eene bereiding vormen, die in
Europa meer aftrek vindt dan in Indi�. In de Indische keuken
zijn de versche of gedroogde vruchten onmisbaar, daar zij voor
allerhande bereidingen worden gebezigd. Zij vervangen eenigs-
zins de citroenen, al worden die ook gebruikt. Tamarinde beval
veel scherpe zuren, zooals aciduni malicum, cilricum, tartaricum
en levens bitartaras kalicus; daardoor werkt zij eenigszins pur-
geerend. In kleine hoeveelheden gebruikt doet zij geen nadeel:
daarom kan bij verschillende buikaandoeningen hel eten van, met
asam bereide, spijzen worden toegestaan. Zoo is een zeer gelief-
koosde spijs, ajam goreng asam, dal zijn poolen, vleugels, of slokjes
vleescb van kippen, mei wal zoul en tamarinde ingewreven
en daarna in boter of olie gebraden.
Hij gebrek aan asam-vruchlen worden de kleine bladeren
van den tamarindeboom in de plaats daarvan gebezigd.
Van widjen (Sesamum indicum] worden de kleine zaden
op verschillende soorten van gebak gestrooid.
Vanille (Vanilla planifolia) is bijna alleen bij Europeanen
in gebruik.
Kruidnagelen, (jen/t�, (Caryophyllus aromaticus), en noten*
-ocr page 225-
207
muskaat, pala (Myrisliea fragrans\\ konion mol koriander,
ketoembar (Coriandrum sativum) als specerij in aanmerking,
waarbij nog de kardemom, kapoelaga. kajwl (Amonium earda-
momum) kan worden gevoegd, die later Ier sprake wordt ge-
bracht, bij liet kauwen van sirih.
Yan de kclor Morynga plerygosperma en Morynga polygona,
maar vooral van de eerste) worden de bladeren en de onrijpe
vruchten als groenten gegeten, terwijl de worlelsebors als
vervangniiddel van den mierikswortel dienst doel. en dien wortel
door smaak en geur tamelijk goed vervangt.
Curcuma, kocnir (Curcuma longa, viridiflora en andere soorten ,
ook konneng, koenljie genaamd, wordt zeer veel gebruikt; de
knollen en de ineengerolde, jonge bladeren, rauw of gekookt,
als groente, vooral door kraamvrouwen: de curcuma zeil\'als
kleuringsmiddel van verschillende spijzen. Zij hoeft een licht
adslringeerende werking.
Kaneel, kajoe manis (Cinnamomum aromaticum), kiamies,
wordt lot dezelfde doeleinden als in Europa gebruikt , terwijl
de schil en de bladeren ook wel dienen lot bereiding van
thee voor de inlanders, die ook de sinluk (Cinnamomum sintok\\
de koelit Imvan (Cinnamomum culilawan) en de massoi (Cin-
namomum species?) daartoe bezigen.
Kerri is een samenstel van verschillende kruiden, als klapper
(olie en santen), curcuma, gedroogde gemberwortel, langkwas
(Alpinia galanga), uien, ijab�, djinlen (Anisodrilus carnosus,
Carum carvi), kenljoer (Kaempferia galanga), ketoembar (Corian-
drum sativum), ser� (Graminea, spec. div.), en lada (peper,
Piper nigrum, album), afgekookt in bouillon van kippenvleesch,
krabben en dergelijke. Daarin worden nog verschillende vleeseh-
of plantaardige spijzen gemengd , naarmate men de eene of andere
soort van kerri wil bereiden: zoo komen daarvoor in aanmerking
bondot, moendoe (Lycopersicum csculentum), de bekende pomme
d\'amour: asam seylon (de zure vruchten der Garcinia eambogia
en anderen, waarvan de opsomming te ver zou voeren. Kerri
is een smakelijk toevoegsel hij de rijst, dat evenwel meer door
-ocr page 226-
20ft
Europeanen dan door inlanders en kleurlingen wordt gebruikt.
De laatslen verkiezen gewoonlijk afkooksels van bladeren en
vruchten in water of in bouillon.
Dikwijls wordt ook visch, vooral ikau kembong in bouillon
inet de noodige bijmengsels gekookt, en na 24 uren geslaan
te hebben, onder den naam pindang opgediscbt.
Meer nauwkeurige opgaven omtrent de samenstelling dezer
gerechten behooren in een kookboek te buis: in liet algemeen
zijn zij voedend, lichl prikkelend en maken de rijst lal\'el lekker-
der en voedzamer.
De straks genoemde, gedroogde gemberwortel (van Zingiber
officinale) beet in bet Javaanscb djah�, in bet Maleisch aliaea
wordt zeer veelvuldig bij de bereiding van spijzen bruikt. Dat
zij, met suiker gekookt, een aangenaam smakende confituur
levert, die ook gedroogd in den handel voorkomt, is bekend.
Wij zullen hiermede de opsomming der verschillende boemboe-
Iwemboe
(kruikerijen) eindigen, al is dat onderwerp nog
zeer voor uitbreiding vatbaar. De voornaamste hebben wij
genoemd en teekenden daarbij de, ook iu Europa algemeen
gebruikelijke, als peper, mostaard, enz. niel aan, omdat zij
geen aanleiding geven tot bijzondere opmerkingen voor het
doel. dat wij steeds voor oogen houden.
De zuren, dat wil zeggen de met azijn ingelegde vruchten, wor-
telen, enz., zijn voor een groot gedeelte dezelfde als in Europa en
worden ook van daar aangevoerd, waarbij nog eenige Indische
producten komen als bijv. de jonge uilspruilsels der bamboe; de
asam zeylon (Garcinia canibogia); hel hart van den klapper en
vele anderen: zij dragen, iu het algemeen, den naam aljar-
aljaran,
Djcroeh asam (Citrus grandis;, dj�roek lipis (Gitrus limonellus
en andere citroensoorten worden meestal met zout ingelegd en
daarbij tjab� en andere specerijen gevoegd; som wordt de
opengesneden vrucht daarmede opgevuld. Slechts zeldzaam
legt men die vruchten niet azijn in.
-ocr page 227-
209
De vruchten der gendria, gandaria Wonen ganderia), worden
met zout ingelegd en maken dan bij de rijsttafel een zeer ge-
wilde toespijs uil, waaraan de inlanders een opwekkende wer-
king voor den eetlust toeschrijven; e�ne meening, die gewettigd
wordt, door liet feit, dal de gendria aangenaam bitter smaakt.
Visrli in zuur is ook veel in gebruik (zie pag. 167).
Azijn (tjoeka) wordt uil Eurojm aangevoerd, ol\' in Indi�
bereid o. a. uit den palinwijn en uil de pisang, terwijl ook
tamarinde als vervangmiddel gebezigd wordt. De Europische
azijn is meestal te verkiezen, ook al is die, op de Europeesebe
manier, iu Indi� vervaardigd.
Zooals bekend is, wordt bel zout (garatn), als regeerings-mo-
nopolie verkorbt, voor verreweg bet grootste gedeelte bereid
uil zeewater door eenvoudige verdamping. Er wordt ook zout
in stopflesseben , uil Europa aangevoerd , onder den naam tafel-
zoul , terwijl reeds vroeger is vermeld, dat de kleine vaatjes
met boter in grootere vaten mei grol\' zout verpakt zijn; dil
laatste wordt, na zuivering, ook gebezigd.
De inlanders hebben veel behoefte aan zout en verkiezen
verreweg het goiiverncnienlszoul, dal ten gevolge der bereiding,
eenige magnesiazouten houdt, waardoor hel. ecu licht bitteren
smaak verkrijgt. Dal gehalte aan magiiesia-zouten is welliehl
de oorzaak, dal bij kinderen niet zelden buikloop, met wat
bloeding, ontslaat, door hel elen van rijst met los zout er bij,
een voedsel, waarop vele kinderen zeer verzot zijn. Niet zel-
ilen wordt hel gouvernemenlszoul, als het lol toespijs dienen
moet, eerst gebrand en vormt dan een grijs poeder.
Op elke tafel vindt men een fleschje soja, heizij Japanscbe
soja, of inlandsche, die den naam k�ljap draagt en waaronder
de, Ie Tang�rang, in de residentie Batavia, bereide de beste is;
zij wordt ki\'ljap benleng genaamd.
De Japanscbe soja wordt gemaakt door hel meel der soja-
boonen (Glycine liispida) en tarwcmeel Ie roosteren en te ver-
mengen niet een gistende brij van tarwemeel. Dil mengsel
14
-ocr page 228-
210
blijft eenige dagen in een warm vertrek staan , tot alles met eene
laag schimmel is bedekt; daarna wordt die massa uitgetrokken
niet een oplossing van keukenzout in water en bel daardoor
verkregen vocht "> � !> jaren in vaten bewaard, waarna bel
wordt gefiltreerd en in de bekende, grijze kruikjes afgetapt
voor den handel.
Zoete soja is hetzelfde preparaat. maar vermengd met wal
honig of met gegiste rijst.
De bereiding der k�ljap benleng wordt geheim gehouden.
De Heer P. du. Cloux. assistent-residentie Tang�rang(in 1881),
had de beleefdheid, op mijn verzoek. pogingen Ie doen om
zich met de bereidingswijze bekend te maken. Er zijn een
paar Ghineezen, die het geheim er van bezitten. Eene, mij
door genoemden Deer toegezonden. Maleische beschrijving der
bereiding zegt daarover: »de kaljang k�d�l�," (ook wel kaljang
dj�poeng
geheeten. Soya hispida. waarschijnlijk wel dezelfde
plant als Glycine hispida) «moet eerst gedurende 3 uren gekookt
«worden, en dan slerk worden omgeroerd: daarna moet de
��massa ongeveer 7 dagen binnen\'s huis blijven gisten op groote,
»platte manden, t�lampah geheeten. waarbij zij opdroogt en
«beschimmelt, en dan door een zeel\' worden uitgeperst. Nu
«wordt op nieuw met veel water opgekookt lot alles gaar is.
>Ondertusschen worden verschillende boemboe-boemboe (kruide*
»rijen) met water vermengd, en welp�kak, anghoea,pekIjieen
»nog vier andere soorten, gemengd met suiker, zout enbek�"
(een soort van noga uil suiker bereid). »Dil aftreksel der
«boemboe-boemboe wordt, met kleine hoeveelheden, bij de ge-
»kookte kaljang k�d�l� gevoegd."
De Heer Du Cloux deelde mij nog mede, dat een der vier
ongenoemde kruiderijen een nadeeligeu invloed op de oogen
zou hebben, zoodal een der Chineezen, trouwens een oude man,
die de beste k�ljap maakte, geheel blind zou zijn geworden.
De drie genoemde ingredi�nten zijn: p�kak, adas Ijina,
steranijs, Illiciuin anisalum: anghoea behoort tot de Composilae:
pek ijie, waaronder men flores cassia� van de Cinnamomum
cassia of C. aromaticum verstaat.
-ocr page 229-
211
Men beweert, dat er door de rondrenters wel eens rerral-
sching der kHjap plaats lieefl mei menschelijke urine.
Wauneer men weel, dat 100 deelen so/\'a-boonen ,"7,7!>
deelen eiwit en 20,89 deelen vet houden, dan kan het geen ver-
wondering haren, dal de h�ljap naar bouillon smaak) en een
nuttig bijvoegsel bij verschillende spijzen moei worden geacht.
V A N H A N G S E L.
Nog mei een enkel woord herdenken wij liet elen van aard-
soorten, die als lekkernij op verschillende plaatsen van den
Tndischen Archipel worden verbruikt. De inlanders noemen die
eetbare aarde mei een algeuieenen naam ampoh , en men vindt die
in bijna eiken trarong (inlandschen winkel; te koop, waar zij
vooral door zwangere vrouwen wordt gekocht, in de meening,
dal hel nog ongeboren kind er zoo op gesteld is: daarom elen
die vrouwen ampoh, zoolang zij zwanger zijn, maar talen hel
onmiddellijk na de verlossing.
De Dajaks van den stam der Moilang\'s elen de in de zon
gedroogde aarde, die zij tanah blop of lauah lijal noemen:
terwijl de ampoh op Java, vooral in Bantam, eerst wordt ge-
bakken. Te Soerabaja is eene soort, die zoutachtig smaakt
ten gevolge van hel bestrijken der hall\'gedroogde, van zand
bevrijde aardkoekjes met pekel. Hel chemische onderzoek
dezer zoogenaamde eetbare aarden heeft alleen anorganische
bestanddeelen aangetoond, met bilumineuse klei en er kan geen
voedingswaarde aan deze stollen worden toegekend.
In de steenkolenmijnen van Borneo wordt, vooral door opium-
schuivers, een soort van koolschiefer gegeten, dat als vergil
werkt en bij langdurig gedruik den dood ten gevolge heeft,
al kan chemisch geen vergiftig bestanddeel worden aangewezen.
Over de verschijnselen , die hel gevolg zijn van het eten van
koolschiefer, wordt in hel 2\' deel nader gesproken, zoowel als
-ocr page 230-
212
over die, welke men meent na het voortdurend gebruik der gele.
roode. wille of zwarte ampoh Ie hebben waargenomen bij per-
sonen. die er zoo aan verslaafd zijn als opiumschuivers aan
opium.
Volgens Altiieer moet de reden van het verbruik dezer
aarde gezocht worden in het feil, dal zij vooral bestaat uit
biluniineuse klei, die in kleine holten lucht houdt ingesloten
en daardoor een, voor de liefhebbers, aangeuamen prikkel ver-
oorzaakl. Door die ingesloten lucht wordt ook die eigenaar-
dige geur naar aarde teweeggebracht, die na de eerste
regens oji een drongen grond zoo sterk kan zijn in Indi�.
-ocr page 231-
DRANKEN.
De eerste plaats onder de dranken bekleedt het water.
Evenals over al de andere onderwerpen, in dit boek behandeld,
spreek ik hier alleen over het drinkwater, voor zoo verre de
beschouwingen daarover niet in elk werk over hygi�ne te vin-
den zijn; de vereischten voor goed drinkwater worden bekend
verondersteld.
Reeds wees ik met een enkel woord (pag. 52) er op,
dat de Heeren Bernelot Moens en Nagel voort belangrijke op-
stellen publiceerden over het drinkwater in Indi�, en wel de
eerste over dat te Batavia, de tweede over dat te Tjilaljap.
Vooral de eerstgenoemde verhandeling kan als een model be-
schouwd* worden van de wijze, waarop dit onderwerp in elk
speciaal geval behoort te worden behandeld. Hier spreken
wij evenwel niet van een speciaal geval, maar van het drink*
water in Indi� in het algemeen.
Kan met eenig recht worden beweerd, dat de inlanders
niet bijzonder keurig op hun drinkwater zijn, toch ver-
dient het opmerking, dat zij, zoodra er werkelijk goed
water te verkrijgen is, dat verkiezen boven slecht. Hel
bewijs daarvoor vindt men in het feit, dat zij algemeen Ar-
lesisch-putwaler zijn gaan gebruiken op de plaatsen, waar
zulke putten geboord zijn en voor het algemeen gebruik
zijn opengesteld. De gezondheidstoestand der bevolking is
daardoor, op die plaatsen, belangrijk verbeterd; maar daar-
voor was tijd noodig. Immers weel men, dat het men-
schelijk lichaam zich zoo aan het gebruik, ook van mm»
der voor de gezondheid voordeelige zaken, gewennen kan,
-ocr page 232-
214
dal de verwisseling dier minder goede, ingesta met betere niet
dadelijk eeii gunstig gevolg heeft. Toen de eerste Artesische
pullen (socmoer buur) Ie Batavia voor hel publiek waren open-
gesteld, was het niet zeldzaam, vooral kinderen in behande-
ling Ie krijgen mei lichte darmkalarrhen, waarvan hel ont-
staan aan geene andere oorzaak kon worden toegeschreven
dan aan de verandering van hel drinkwater. Later kwam
dal niet meer voor, dan eene enkele maal hij personen, die
van andere plaatsen kwamen. Hel Artesisch-putwater houdt
somtijds een weinig zwavelwalerstofgas, wal beinerkbaar is
door den reuk hij de pulten zelve: evenwel is de hoeveeU
het van dat gas zoo gering, dal het verdampt door de warmte
van hel water zeil\' en daarin niel chemisch kan worden aange-
loond. Ook ziel men wel eens een klein vliesje op hel water,
gevormd door daarop drijvende petroleum (minfak tanah).
Waar geen Artesische putten zijn, wordt vooral rivierwater of
regenwater gedronken, liet rivierwater is, in de laag gele-
gen plaalsen, meeslal zeer slecht: reeds in het tweede hoofd-
sluk (pag. 18 en 21) werd er op gewezen, dat het rivierwater
op die plaatsen gewoonlijk eene bruine of gele klffur heelt
en altijd troebel is: deze kleuring is hel gevolg van hel
medesiepen van vele organische en anorganische sloffen. Er
zijn zooveel stollen daarin voorhanden, dal, al zet zich hel
grootste gedeelte daarvan als slib binnen 24 uren af, rivier-
water uil de Tji-lioeng (die door Batavia stroomt) na 15 lol
6 maanden gestaan Ie hebben nog niet geheel helder gewor-
den is en men hel zelfs door papier niet geheel helder kan
uitroeren. Hel feil der sterke kleuring van het rivierwater
is zelfs oorzaak , dal vele rivieren daar naar haren naam dragen
in de landstaal: Iji beteekent water of rivier; Tji-lioctuj is de
geelc rivier; Tji-bodas, het wille water; Tji-b�ur�um, de roode;
Tji-andjoer, de modder-rivicr, enz.
Terwijl de stroomen, beken en riviertjes in de bergstreken
dikwijls zeer helder en ongekleurd water bevatten, dat in
smaak veel met regenwater overeenkomt, wordt de troebel"
-ocr page 233-
213
beid en de kleuring sterker naar male de weg, dien het water
heelt afgelegd, langer is. Dat is niet Ie verwonderen, als men
weel, dat de grond, waarover hel water stroomt in de hoogcr
gelegen streken, vooral uit vulkanische sloffen bestaat, nog met
weinig andere grondsoorten bedekt, maar dal, in de lagere strc-
ken, vooral de ijzerboudende beslanddeelcn toenemen, terwijl
het rivierwater, in de rivier zelve, tol allerlei doeleinden ge-
bezigd wordt. In de cerslc plaats worden alle dreksloll\'cn der
bewoners van alle kam/iong\'s langs de rivieren daarin gedepo-
neerd; verder dient de rivier tol badplaats voor de menseben
en dieren, die aan hare oevers wonen, en die minstens eens,
maar gewoonlijk meermalen daags daarin een bad nemen; al
bestaan er verbodsbepalingen op bel werpen van vuil en doode
dieren in de rivier, de zoo dikwijls voorbij drijvende krengen
leveren hel bewijs, dal daaraan niet de hand wordt gehouden,
evenmin als aan zoovele andere bepalingen der wel in Indi�.
De onderzoekingen, o. a. der Rivers pollulion Commission
in Engeland hebben geleerd, dal, de oxydatie der organische
sloffen in rivierwater slechts zeer langzaam voortgaat, zoodat
bijv. een stroom van 15 mijlen lengte, bij een temperatuur van
18° C, geen merkbaren invloed heeft op de hoeveelheid orga-
nische stollen in het rivierwater. Het is dus niet te verwonde-
ren, dat vooral de Noordkust van Java door aanslibbing zich
uitbreidt, en wel gemiddeld jaarlijks met 23 voeten. Dit
wordt nog duidelijker, als men een blik slaal op hel volgende
slaatje, dal uil de verhandeling van den Heer Bbrnelot Mof.ns
is overgenomen en waaruit de hoeveelheid slib in de Tji-lioemj
op verschillende lijden blijkt.
-ocr page 234-
216
1) il 1II
in
Anorganische
Organische
Totale
il c r
slof per
stol\' per
hoeveelheid
W a :i r ii o m i n g.
kubieke nieter.
kubieke meter.
slili per
kubieke meier.
Grammen.
Grammen.
Grammen.
12 Juli
1869.
29.10
15.25
54.55
13 �
_
27.00
4.80
51.80
14 �
li�.22
10.80
66.02
18 �
27.88
5.15
55.00
16 �
22.:»:;
5.00
27.55
17
26.86
5.14
52.00
21» Februai
i �
748.06
150.00
878.06
28 April
01.70
i:».50
107.00
8 Juni
1870.
10180.00
9 Maart
1871.
70.56
16.44
87.00
De snelheid, waarmede die zeer verschillende hoeveelheid slib
door lic! water wordt medegevoerd, varieert evenzeer en bedroeg
bijv. op den 8\'" Juni 1870, toen er een zeer hooge waterstand
(battdjir) was, 1,4 meier per seconde; op den 9\'" Maart 1871
was zij 0,72 nieter per seconde. Volgens berekening zouden
bij bandjir, \'m elke seconde, 89 kubieke meters water worden
afgevoerd, die niel minder dan 907 kilogrammen slib bevatten.
Hol rivierwater schijnt , bij de wijze waarop bel door Euro-
peancn gebruikt werd en soms nog wordt, geen bepaald nadee-
ligen invloed uil Ie oefenen. De inlanders, die niel veel werk
van de zuivering maken, leden onder het gebruik er vanzeer
zeker, wat wel bewezen wordt door de reeds genoemde ver-
belering van den gezondheidstoestand in hel algemeen, nadat
er zuiverder water voor hen verkrijgbaar was.
De zuivering, zooveel mogelijk, die door Europeanen gevolgd
wordt, beslaat vooreerst in het laten bezinken in groote aarden
vaten, tampajan genaam. Deze vaten hebben een peervorm
-ocr page 235-
217
met hel dunste gedeelte naar onderen en een niet zeer wijde
opening boven in: /.ij zijn soms tot vier voeten hoog en men
vindt die nog in verscheidene huizen, in een afzonderlijke
waterkanier, in den grond vaslgemetseld. Die lampajan\'s, vroeger
10063313
vooral uit Japan aangevoerd, worden door dal gebruik aan hunne
oorspronkelijke bestemmiug onttrokken, daar zij in Japan dienst
doen in een soort van tonnenstelsel voor faecaalmassa\'s. Is
het water in die vaten genoegzaam bezonken, dan wordt liet
afgeschept en door leksteenen (batoe saringan) gefiltreerd.
Deze leksteenen, die vooral van Grissee worden aange-
voerd, bestaan uit kalkzandsleen, welke in den verlangden
vorm is uitgehouwen, al naar dat men uitgeholde, vier-
zijdige piramiden of cilinders verkiest. De eerste worden
op een houten stelling geplaatst en het water boven in de
holle van den poreuzen steen gegoten, waaruit het dan, als
de leksteen goed is, langzaam naar beneden droppelt en, voor
het wordt opgevangen met veel lucht in aanraking komt,
waardoor hel nog ecnige schadelijk hcslaiiddeclen verliezen
kan; evenwel zij men er op bedacht de stellingen geheel al\'-
tesluiten door een kastje, dat zijdelings mei eene deur ge-
opend wordt; daardoor voorkomt men, dat het water, bij
het nedervallen , slof uit de lucht opneemt, in plaats van door
oxydatie schadelijke deelen te verliezen. Deze leksteenen zijn
de besle. De cilindervormige leksteenen worden in een val
met water geplaatst, dat dan van builen naar binnen dringt,
maar waarbij men natuurlijk het voordeelige contact met
de lucht mist. Andere wijzen om Ie liltrccreu zijn in het
dagclijksche leven bijna niet in gebruik: alleen wordt wel
eens onder in de leksteenen een laagje houtskool (arang) ge-
plaatst, waarop eenige kiezelsteentjes gelegd worden. Dat is
zeer aan Ie bevelen, daar de in het water zwevende stollen
dan minder in den steen zelven dringen en dit laagje gemak-
kelijk en dikwijls kan worden verwisseld.
Voor het til treereu van grootere hoeveelheden water kunnen
leksteenen niet in aanmerking komen, daar men op die wijze
-ocr page 236-
218
gemiddeld slechts vier liters water per uur kan filtreereu.
Kr moei dan een der andere, bekende wijzen van zuivering
worden toegepast.
De oorlogschepen in Indi� zijn allen voorzien van destilleer*
loeslellen, waardoor steeds uilmuntend drinkwater in ruime
hoeveelheid voorhanden is. Aan boord der schepen van de
gouvernenieiils-iuarine worden Cheavin\'s waterfilters verstrekt,
die uitstekend voldoen.
Het putwater moet, voor hel als drinkwater gehezigd wordt,
evenzeer worden gefiltreerd; uien kieze vooral pul ten, die ver
van bewoonde gehouwen staan en in welker nabijheid zich geen
privaten, zinkputten of stallen bevinden. Mei putwater beval
vele organische bijmengselen, als microscopische planten en
dieren, waarvan Tcrpsino� musica,Nelosira orichalcea , Arcella
aculeata, Arcella vulgaris, Cypris-soorten, Synedra suhtilis.
soorten van Navicula enCymbella, Surirella, waarschijnlijk ook
Synedra gigantea; verder Actinophrys, Amoeba, Vorticella,
Ainphileptus en Rouleren, onder de dieren en Chtonoblastus
elongalus, Leptotrix en anderen onder de planten.
Op plaatsen, waar geen Artesische puiten zijn of hel water
dier putten niet gedronken kan worden, is regenwater de
beste drank.
Als er een ferme regenbui gevallen is, die de lucht, de
daken en de goten goed heelt gereinigd, is hel daarna vallende
water wel hel zuiverste, dal men verkrijgen kan. Het is
evenwel eenigszins lastig, dal men localileil en een groot aantal
tampajan\'s moet bezitten om dal water, ook in den droogen
moesson, in genoegzame hoeveelheid voorhanden Ie hebben.
Sedert er geregelde aanvoer van ijs (ajar-baloe) uit Amerika
plaats vond, maar vooral nadat ijsfabrieken regelmatig de
noodige hoeveelheid bevroren water voor de consumptie lever-
den, is liet gebruik van water als gewone drank zeer loege-
nomen en is de algenieene gezondheidstoestand onder de Eu-
ropeaiien onbetwistbaar ook daardoor verbeterd. Vond men
-ocr page 237-
219
vroeger verschooning voor hel verbazende verbruik van bier,
rooden en rijn-wijn, jenever en brandy in de slechte samen-
stelling van het drinkwater, dal voorwendsel wordt niet meer
gehoord, nadat ijs in voldoende hoeveelheid aanwezig is om hel
drinkwater tot een heerlijken, verfrisschenden drank Ie maken.
Ik hel» wel gelezen, o. a. in Piiaeger\'s "Indische studi�n,"
dal ijs, voor gezonden, onnoodig en soms schadelijk is, ja zelfs,
darmzieklen kan verwekken. Die uitspraak kan ik mij alleen
verklaren uil, de omstandigheid, dat de Heer Praeger, als
officier van gezondheid van Z. Al. Marine, bijna altijd aan
boord van schepen vertoefde, waar ijs en ijswaler in dien lijd
niet dagelijks voorkwamen. Immers, al kan ik de uitspraak
billijken, dal ijs voor gezonden onnoodig is, ik kan niet toestem-
men, dal hel gebruik er van ongezond zou zijn. Hel nuttigen
van ijs is thans, ook onder de inlandsche bevolking der hoofd-
plaatsen, algemeen, zoowel lol eenvoudige afkoeling van ver-
schillende dranken, als lol vervaardiging van geprepareerd ijs
(ijs a la vanille, mei vruchten, enz). Nadeclige gevolgen van
het. gebruik ziet men niet, en in de militaire hospitalen is bet
verstrekken van ijswaler als drank , zooveel mogelijk, algemeen
gemaakt. Bij personen, die niet, aan het gebruik van ijswaler
gewoon zijn, kan men wel eens lichte buikpijn waarnemen,
soms ook duizeligheid , wanneer zij in eens een groote hocveel-
beid er van drinken, maar daartoe bepaalt zich dan ook het
schadelijke: die uitwerking wordl nooit gezien bij menschen,
die er aan gewoon zijn. Hal ijs wel aanleiding kan \\�i)\\(;n tol
plotselinge samentrekking van de spieren van den maagwand,
blijkt uit de oprispingen van gassen, die, vooral bij lijders aan
maagkalarrh, na hel drinken van een glas ijswaler volgen.
In Europa is het denkbeeld geuit, dal de veelvuldig inlndi�
voorkomende maagkatarrhen aan het drinken van ijswater zouden
moeten worden toegeschreven, maar die aandoeningen komen
te veel voor ook op plaatsen, waar geen ijs is te krijgen, om
die meening te onderschrijven.
Het is een zeldzaamheid menschen te ontmoeten, bij wie het
-ocr page 238-
220
gebruik van ijs altijd aanleiding lol buikpijoen of lol licbte
diarrhee geeft; toch vindt men die nu «mi dan. Natuurlijk kan
liet bij enkele aandoeningen voorkomen, dal bel \\oorldu-
rend nuttigen van ijs moet worden afgeraden, of slechls
kleine hoeveelheden mogen worden toegestaan, en dan is hel
nog veel minder nadcelig eenige leugen ijswaler loe Ie dienen,
dan vaste spijzen, die in ijs zijn afgekoeld, bijv. rijslepap,
te laten eten: dit kan verklaard worden uit de omstandigheid.
dat ijswaler gemakkelijker de temperatuur van bet lichaam
aanneemt dan cene hoeveelheid rijslepap, die zoo koud in de
maag aankomende, daar gedurende eenigen lijd, als bet ware,
als een interne, koude fomcnlatie blijft werken.
Er wordt Ie Batavia in de ijsfabrieken meestal gebruik ge-
maakt van goed gezuiverd rivierwater. Het Arlcsisch-put-
water is warm en moet lang slaan eer hel bruikbaar is:
loeh wordt het wel gebezigd, maar bel daaruit vervaar-
digde ijs heeft dikwijls een gele lint of is zeer wit, niel
doorzichtig, ten gevolge van het in kleine blaasjes ingesloten
koolzuur. Vooral hij groole hoeveelheden, bijv. aan boord van
sloomsebcpen, wordt beweerd, dal bet zooveel lucbl houdende
ijs sneller smelt dan bet doorzichtige, zoogenaamde klompijs.
De Heer Neuiiaus vond. dal een half pond klompijs wegsmolt
in ."> uren en 18 minuten, terwijl een dichthoudend stuk
van dezelfde zwaarte in 4 uren versmolten was. Bij andere
proeven verschilde die lijd geen vijf minuten. Hel laat zich
trouwens begrijpen, dat ijs niet veel ingesloten lucht geiuakke-
lijker smelt, omdat al die openbarstende blaasjes een grootere
oppervlakte vormen.
Dat ijs tot het afkoelen van allerlei spijzen en dranken gc-
bruikt wordt, spreekt wel van zelf. In alle groole huis-
houdingen vindt men een tot dat doel ingerichte ijskist of ijs-
kast , waarin ook, met goed gevolg, licht in gisting overgaande
geneesmiddelen kunnen worden geplaatst.
Over het geneeskundig gebruik van ijs spreken wij na-
luurlijk hier niet.
-ocr page 239-
221
Op vele kleinere plaatsen worden door particulieren, soms
door het gouvernement, kleine ijsmachines van Carr� gehouden,
die, vooral bij ziekte, allernuttigst zijn.
Dat de inlanders een dronk koel water altijd hebben ge-
waardeerd, blijkt uil de algemeen, en wie weel sedert boevele
eeuwen, onder ben gebruikelijke koelkruiken {gendie), die, uit
eene eenigszins poreuse aardsoort bereid en voorzien van een
nauwen bals, bet water zeer langzaam doorlaten . ten gevolge
waarvan de oppervlakte dier kruiken altijd vochtig is; hel op die
oppervlakte verdampende water onttrekt natuurlijk warmte
aan de watermassa . in die kruiken voorhanden.
Omtrent koffie {koppie) en thee (t�) dient vermeld Ie wor-
den, dat van de eerstgenoemde door Europeanen in Indi� ge-
woonlijk een zeer sterk extract gemaakt wordt , waarvan een
weinig, met veel melk vermengd, wordt gebruikt. Arabieren
daarentegen roosteren telkens een kleine hoeveelheid booneu, niet
meer dan voor ��ne maal noodig is, en maken daarvan een niet
sterk, dus weinig bitter, maar zeer geurig aftreksel. Ver-
sche koffieboonen kunnen belangrijke diarrbee veroorzaken.
Op de koffieplantages van Ceylon houdt men koffieboonen, die
niet minstens zes maanden oud zijn , voor zeer ongezond.
De inlanders drinken in de koffie- en Iheeaflreksels geen
melk, maar wel suiker, vooral in bet eerste. Op sommige plaal-
sen, zooals in de Preanger en op Stunalra, drinken zij een
aftreksel van de zacht geroosterde koffiebladeren. die in
chemische samenstelling niet veel met de vruchten verschillen:
ook worden gebrande koffieboonen wel gemengd met gebrande
djogonff, maiskorrels. Zij maken soms een aftreksel van de
geroosterde vruchten der cacao (�heobroma cacao): die vruch-
ten zijn evenwel zelden ter hunner beschikking: overigens
zijn zij grootc liefhebbers van een kopje heel water, met of
zonder suiker. Zij koken hel minder goede water dikwijls,
om het als drinkwater kunnen bezigen.
De Chineezen drinken de thee zeer slap, slechts even afge-
-ocr page 240-
222
trokken, liefst in reeds lang in gebruik zijnde, kleine, steenen
trekpotten, en zonder suiker of melk.
Kof�ieboonen, die niet goed gedroogd zijn. kunnen, zoo zij
als lading aan boord van schepen zijn ingenomen, aanleiding
geven tol belangrijke zieklelocvallen. waarschijnlijk ontwik-
kelen zich nadeelige hestandeelen door broeiing en schimmel-
vorming. Een zeer treurig voorbeeld van vergiftiging door
zulk een lading, van eene geheele bemanning van hel schip.
leverde, in het jaar 1879. hel Nederlandsche schip »Bas�aan
Pol": tien van de negentien man der equipage overleden, ter-
wij 1 negen ziek bleven en telkens recidiveerden : toen zij hersteld
waren en de equipage was aangevuld. overleed , in e�ne week,
weder een der nieuw aangeworven schepelingen en waren zeven,
onder wie vier nieuwe, ziek. De reis mei die lading moest
worden opgegeven.
Langs de wegen wordt een drank rondgevenl, waarvan de
inlanders groole liefhebbers zijn en dien zij Ijienljau noemen.
Die drank bestaat uil suikerwaler met een weinig agar-agar
en soelassie-fillen.
Worden de bladeren van eene slingerplant, ilaoen ijienljau,
daaronder gemengd, dan noemt men dien drank tjientjau idjoe,
omdat die bladeren een groene gelei leveren.
Affar-nfiar is waarschijnlijk Fucus amylaceus of Fucus saccha-
rinus; de vierkante stukken vormen bij koking eene reuk- en
smakelooze gelei; zij wordt in de Indische keuken in plaats
van viscblijm en gelatine gebruikt.
Soelassie of lampas is Ocitnum gralissimum en andere Oeimum-
soorlen.
Tjientjau is eene klimplanl en heet ook wel aroij lawoehe
of asfrawoeloe (Cissampelos hirsula <if (1. pareira, de moeder-
plant der radix pareira lira va, en verschillende soorten van
Stepbaniae. o. a. Stephania eapilata).
Somtijds worden de bladeren der lidah Itoaja Alo� barba-
tlensis in dien drank gemengd.
-ocr page 241-
22 7,
Een andere onschuldige drank. die langs de deuren wordt
verkocht, heel sftollong en bestaat uit lauw warm water met
suiker en [bladeren van dj�roek poeroel (Papeda rumphii), in welk
mengsel kleine stukjes hard gekookte agar-agar ronddrijven.
Nog eenvoudiger is ogtiio, beslaande uil suikerwater mei
agar-agar en ijs. In plaats van agar-agar neemt men ook wel koe-
lang-tcaleng,
dal zijn iu stukken gesneden glibbert jes (zie pag.
188).
Klapperwaler wordt wel gedronken. maar meer als genees-
iniddel en bij gebrek aan ander water gebezigd: het wordt,
zooals ik reeds vroeger zeide . beschuldigd, bij langdurig ge-
bruik , lendenpijnen Ie veroorzaken.
Onder de dranken, door inlanders gebruikt, moeten nog de
volgende genoemd worden.
Het water, dat iu de geledingen der bamboe voorkomt, wordt
als verkoelende drank gebezigd.
Van de verschillende (//c/w/.-soorten. vooral van de iljhoek
asam
(Cili-us grandis), gebruik) men hel sap lot bet maken
van limonade.
De half rijpe vruchten der gehang (Corypha gebanga) dienen
lol het bereiden van een verkoelenden drank . evenzeer als de
vruchten van ho� kassoer (Calamus ornatus); ook wel die van
deringoe ol\' dringau Calamus aromaticus en Calamus dulcis),
waarvan ook de wortelstokken worden gebezigd.
Tol hetzelfde doel dienen de vruchten van kadongdong (Pou-
parlia dulcis) en het sap van Uiboeloe (Melabolus spec. div.)
De gedroogde wortels van babadvltan of djoekoet bauw (Age-
ratum conyzoides) worden als thee getrokken .evenals hel houl
van fwcroe kisereh (Tetranthera diversifolia) en van hoeroe
menlek
(Polyadenia pauciflora) en de bast van kajoe manis djawa
(Cinnamomum iners;, kajoe manis Ijina (Cinnamomum aromali-
cum) en kajoe manis zei/Ion (Cinnamomum zeylanicum), benevens
de bast en de bladeren van kilehdja (Cinnamomum nitidum); zoo
ook de afgeschrapte en geklopte wortel van k�jantoeng lalaki
(Polyalthia subcordata).
-ocr page 242-
m
Kras loelang (Chlorantbus officinalis) wordt in zijn geheel mei
wortel on al lot een aangenamen drank afgetrokken en vooral bij
het beklimmen van hergen of hij vermoeiende wandelingen
gedronken.
Tjab� aroij (Chavica densa en Ch. officinarum) verschaft vruch-
ten, die worden gestampt en, met water en suiker vermengd,
een aangenamen drank vormen, banrek genaamd.
Aan de meeste dezer dranken wordt levens eeue gences-
krachtige werking toegeschreven.
Een licht geelbruin gekleurd poeder, srrbal of poklcah ge-
heclen, wordt met kokend water afgetrokken en dan warm of
koud gedronken. Dit aftreksel is verwarmend en hel poeder
wordt wel naar Europa gezonden, waar kleurlingen en Indi-
srhe oudgasten het aftreksel \'s winters drinken.
Serbal bestaat uil de volgende stollen. gedroogd en onder
elkander gemengd:
tjab� djawa (Chavica densa),
tjenk� (Caryophyllus aromaticus),
p��a (Myristica fragrans),
kardemongo Amomum cardamomum),
pool joch (Corypha umbraculifera),
djah� (Zingiber officinale),
sh-<> (Glumaceae of Gramineae),
de vruchtschil van dj�roek poeroet (Cilrus papeda sive Papeda
rumphii),
lada (Pipcr nigrum),
kajoc mams (Cinnanomum sp. div.)
Niet Ie sterke aftreksels van serbal zijn wel aan te bevelen.
Er wordl ook eene siroop van bereid, voor den handel.
Het behoefl wel niet gezegd Ie worden, dal hel gebruik van
spirituali�n in hel algemeen nadeelig is: in hel heele klimaat,
waarvan wij den invloed op hel organisme later zullen
beschouwen, is dat nog meer hel geval dan in koelere
streken en wij mogen daarom den invoer van grootere hoeveel»
-ocr page 243-
225
lieden ijs een geluk achten, daar die van zelf, zooals wij
reeds zagen, aanleiding heel� gegeven tot een minder ver-
bruik van sterke dranken.
Alle in Europa gebruikelijke alcoholhoudende dranken worden
in Jndi� ingevoerd en daar worden nog andere vervaardigd.
Verschillende soorten van fijne wijnen , o. a. port en madeira,
worden. evenals sommige likeuren. door Chineesche kleinhan-
delaren nagemaakt en niet zelden met de oorspronkelijke of
zeer goed nagemaakte �tiquetten in den handel gebracht. Tot
hel kleuren der wijnsoorten wordt wel k�mbang sapaloe (Hibiscus
rosa sinensis) gebezigd, somtijds ook kasomiba., saffloer, afkom-
stig van Carthamus tinctorius. Eene kleurstof uit aniline,die
droog zijnde groen ziet, maar in oplossing eene helder roode
kleur, als magenta-rood. aanneemt draagt ook den naam ka-
snemlm
en wordt tol hetzelfde doel gebezigd: zulk eene aniline-
kleurstof kan. zooals bekend is. arsenik houden. Voor de
bereiding van nagemaakte likeuren dienen arak en inlandsche sui-
ker: de geur wordt er aan gegeven door aromatische plan-
ten, zooals o. a. adas (Timpinella anisurn), djinten (Anisodrilus
carnosus), enz.
Tn het algemeen zijn de wijnen, die ingevoerd worden, minder
versneden, zwaarder, meer alcoholhoudend. Het gebruik er
van zal, onder sommige omstandigheden, als geneesmiddel
noodig zijn: maar het voortdurend. dagelijksch gebruik is
onnoodig.
De Armeni�rs krijgen uil Pet sip wel wel eens schiraz-wijn.
die voor zieken port* of madeirawijn vervangen kan.
Wij behoeven de uitwerking van het misbruik van alcoholica hier
niet uiteen te zetten , maar merken alleen op, dat Dr. Sachs te
Cairo (die de beste monographie over leververellering schreef,
welke er beslaat) het ontslaan van leverabscessen in de eerste
plaats toeschrijft aan habilueel gebruik, maar nog meer aan mis-
bruik van sterken drank. Zeer zeker is in die uitspraak veel waars,
al komen leververetteringen ook wel eens voor bij personen,
die geen misbruik, noch habitueel gebruik maken van spiritua-
15
-ocr page 244-
�S6
li�n, zooals bij pas aangekomenen, hij wie vooral de invloeden
van het heete klimaat in aanmerking komen, daar. zooals wij
later zullen zien de leve.rl\'uncti�n. in den beginne van het ver-
blijf binnen de tropen, zeer worden gewijzigd. Voor een 1">�20
lal jaren voorspelden wij toen eenige jonge officieren van
gezondheid) de veranderingen. die wij in de lever bij sectie
Zouden vinden, niet zelden naar de militaire betrekking, die de
overledene had hekleed. zonder dat wij zijne historia morhi
kenden, en een gewone aardigheid was de lever naar de
militaire charge te henoemen, en van een mineurs-lever, een
stafmuziekanten-lever. enz. te praten: wij hadden dan tevens
een beeld voor ons van de pathologisch-anatomische verande-
ringen, die wij daarmede aanduidden. Daarbij stonden lever-
abscessen en muskaatlever op den voorgrond.
Voor Europeesche vrouwen, meer dan voor mannen, kan
het, bij de gewoonlijk beslaande anaemie, nuttig zijn een glas
rooden wijn voor Ie schrijven : vooral ook . omdat zij , in den regel.
weinig gebruik maken van de prikkelende toespijzen der rijsttalel.
Inlanders drinken geen wijn. uitgezonderd enkele bedienden
en hooggeplaatsten. die veel met Europeanen in aanraking
bomen\', kleurlingen zelden: vrouwelijke kleurlingen bijna nooit;
daarom kan men hij deze raenschen met een enkel glas wijn
soms uitwerkingen krijgen, waarvoor bij Europeanen, die aan
prikkels gewoon zijn, kamfer of muskus noodig is.
Het kan, vooral bij Europeesche vrouwen, nuttig zijn een
glas bier, meer bepaald porterbier, hij het eten aan te hevelen,
wanneer er niet te weinig eetlust bestaat en dus een voldoende
hoeveelheid vaste spijzen tegelijk met het hier word) genomen.
Het lichtgekleurde, Engelsche hier, pale-ale. hevat meer al-
cobol en is weinig aanbevelingswaard. Licht. Hollandscb hier
kan minder kwaad. Sommige vrouwen verdragen evenwel hel
hier niet en vinden, bij bestaanden fluor albus, daardoor verergering.
Indien men een bepaalde soort porterbier wil voorschrijven,
k het laissebien niet van belang ontbloot te weten, dat het,
-ocr page 245-
221?
in Nederland in de bierbrouwerij >de Valk", bereide bier meer
extraotiefsloffen en minder alcohol houdt dan het Engelsrhe,
zooals uil de onderstaande opgave blijken kan.
Extra-stout.
Engelsch......7.48°\'0 extr......8.»°/0 alc.
uit .de Valk": . . . 8.88 ui......6.0 id.
Brown stout.
Engelsch......6.I4°0 extr......6.7% alc.
uil «Ie Valk": . . . 7.66 id......4           id.
Itc iu fndi� bereide, sterke dranken zijn arak, toewak kras
en inlandsen bier.
De uriik moet bereid worden door destillatie der vloeistof,
ilie men na de gisting van rijst verkrijgt. 0e rijst wordt
daartoe zacht gekookt. met veel water omgeroerd en hij dit
mengsel eene gist stol\', lemp�, gevoegd. Nadat de gisting is
afgeloopen. wordt de vloeistof overgehaald. Temp� komt in
samenstelling met ragie zie pag. I6i> overeen: er wordt dan
evenwel kaljang hij hel mengsel gevoegd. In de laatste jaren
wordt rijst all��n zelden lot bereiding van arak gebezigd: zij
wordt vermengd met den afval der suikerfabrieken siroop of
melasse1, of die stroop wordt alleen . zonder rijst, gebezigd. In
de omstreken van Batavia werken de enkele, daar bestaande,
suikerfabrieken nog op de oude manier, waardoor dus veel suiker
in de stroop terugblijft. Batavia levert dan ook de beste arak,
die bijna hel dubbele kosl van die uit Oo.il-.fara, waar de oyer-
blijvende siroop veel minder suiker houdt. Volgens Bn.vrius en
Vai.knti.i.n zouden de Chineezen in fndi� zeenetels of zeekwallen
Hhizostoma purpurciim en li. rapillatum) bij de ara/obereiding
gebruiken, ten einde dat vocht sterker prikkelende eigenschap*
pen Ie geven: ol\' dal nog geschiedt, is mij niet bekend.
De Chineezen onderscheiden twee soorten van arak, die zij
san-tjoe en hong-tjoe noemen.
In Midden^ en Oost-Java heet de arak uit gewone rijst bereid
bad�g, terwijl die. uit k�lan, den naam brotn draagt.
-ocr page 246-
228
De arak voor den biniienlandsohen handel houdt meer dan
507o alcohol; die voor den uitvoer bestemd somtijds tol 80°/o.
Goede arak moet helder, kleurloos of lichtgeel gekleurd zijn,
en bij wrijving tusschen de handen een eigenaardigen, onaan-
genamen, alleen aan arak eigen geur verspreiden.
De werking van arak op het. lichaam moet met die van goede
jenever op eene lijn gesteld worden, hoewel bij ara/f-gehruik niel
de diuretische werking der jeneverbessenolie wordt waargenomen.
De toewak kras wordt uit loewak of l�g�n bereid. Deze
laatste is het sap uit den bloemstengel van de aren-palm.
die ook gomoetoe-\\ta\\m genoemd wordt (Saguerus saccharifer
of Arenga saccharifera). Er wordt ook zulk een sap uit den
klapperboom bereid, dat palmwijn heet, maar minder gewild
is. Ter verkrijging van loewak wordt de bloemstengel behandeld,
zooals verhaald is bij de bespreking der goela aren (pag. 200).
Op het eiland Maditra is de. loewak afkomstig van den
lontarpalm, kaboeng, kawoeng of siwalen (Borassus llabelliformis),
evenals dat op vele andere plaatsen in Indi� ook het geval is. De
zeer zoete toewak smaakt naar rook, omdat de bamboezen kokers,
waarin zij wordt opgevangen, eerst sterk berookt worden,
ten einde de snelle gisting eenigszins tegen te gaan.
De pas opgevangen toewak, die toewak manu of legen heet,
wordt niet algemeen gedronken, omdat vele menschen er buik-
loop door krijgen. Daarentegen werkt zij bij sommige darm-
katarrhen en bij aphthac tropicae somtijds nuttig. Toewak
wordt als gist gebruikt in de bakkerijen (somtijds komt daartoe
de moer in aanmerking, die na de suikerbereiding overblijft).
Dit versche sap nu geraakt zeer spoedig, namelijk na een paar
uren, in gisting; het smaakt dan aangenaam, is kleur- en reu-
keloos en onschadelijk bij het gebruik; het blijft evenwel niel
lang in dien toestand, daar de gisting doorgaat en het sap dan
troebel, melkachtig van kleur wordt en een zuren, prikkelen-
den smaak en een onaangenamen, eenigszins naar zwavelwater-
stofgas zweemenden geur krijgt. Dat zwavelwaterstofgas is che-
-ocr page 247-
229
misch aantetoonen door bevochtigd loodpapier, al is de hoeveel-
heid Ie gering voor quantitatieve bepaling. Die goed gegiste
toewak nu is de toewak kras, sterke loewak, ook wel sagueer
genaamd, zooals die gewoonlijk wordt verkocht. Daarvan
levert ��n boom, onder behoorlijke behandeling, ongeveer 8
liters daags en dat gedurende ongeveer drie maanden. Als de
gisting tot het einde toe snel is voortgegaan. waardoor bijna
al de suiker, binnen eenige uren, in alcohol is omgezet, ver-
krijgt men de jonge sagueer; is evenwel, na afloop der eerste,
sterke gisting, die men bovengisting zou kunnen noemen, het
vocht gebotteld, dan ontstaat er een langzame nagisting, die, na
geruimen tijd, een drank vormt, welke oude sagueer genoemd
wordt. Uit dit vocht bereidt men azijn, die 4 Vj a 5°/0 azijnzuur
beval, en een onaangenamen bijsmaak en geur bezit; die azijn
wordt daarom bijna alleen door inlanders gebezigd (J. H. Scumi�t).
Toewak of sagueer bevat minder alcohol dan het lichtste bier:
zij houdt niet meer dan 50/o alcohol, die bovendien een onaan-
genamen, branderigen geur heelt en zeer scherp, branderig
smaakt, welke smaak eenige uren lang nablijft. Men drinkt
de sagueer of in den toestand. zooals zij boven is beschreven,
�f wel afgetrokken op bittere plantendeelen, zooals in de
Molukken, op den wortel van Garcinea cornea, een boom, die
met den mangistan eenige overeenkomst heeft of op den bast van
akal (Bruguiera gymnorrhiza). Op Sumatra\'s Westkust wordt
de soeri (versche palmwijn) afgetrokken, terwijl er gisting
plaats heeft, op koeliet kajoe katjang-katjang (Jagera), koeliet
lawan
(Cinnamoinum, calilawan) koeliel lanseh (Lansium domesti-
cum) enz., welke bewerkiug eenige malen achter elkaar, met
tusschenpoozing van eenige dagen plaats heeft, waarna het
afgegoten, geheel heldere vocht den naam toewak krijgt, die
dan zeer bitter smaakt (Teysmanx). De dirigeerende officier
van gezondheid P. C. van Goens had de goedheid te Padang voor
mij een onderzoek te doen instellen, naar de daar, vooral
door Europeesche soldaten, veel gedronken soerie. Zij wordt
daai* meestal uit klapperbonmen bereid, die door Niassers van
-ocr page 248-
230
de Bfaleische eigenaren lol dal doel worden gehuurd, Dio
hooinen brengen gemiddeld \'2 � 1 kilo vochl daags op. He
gistende soerie wordl gedurende 12 lol 18 uren afgelrokken
op een aromatisch-bitteren boombast , afkomstig van eeue klim*
plant, liunidci Bricdelia lomentosa?i, ook koitidei-alaes-dalot)
genoemd ; eeue andere klimplanl . galise, olize ol\' oli-oli, in liel Sun-
dancesch aroij garoet penljany geheelen (�ntada pursaelha), kouil
daarvoor ook in aanmerking. Heide planten groeien in hel wild.
Die boomschors wordt in de /.on gedroogd eu daarna boven
vuur geroosterd eu oppervlakkig verkoold; hij kan dan twee-
malen worden afgetrokken. Voor eenige jaren werd , in plaats van
de genoemde boombasten, ook de basl van den gulta-percha-
boom (Urostigma glabellum gebezigd: thans schijnt dat niet
meer bet geval Ie zijn.
Volgens mededeeling vau Dr. Kr. Schmjiukh meugl men. op
hel eiland ttadura, in den loewak dikwijls k�fjoeboetig (Datura
fastuosa . ten einde bel voehl bedwelmender ie maken.
Al de soorten loewak, die op kruiden of basten zijn afgetrokken,
belmoren tol den ouden toewak. Eigenaardig is bet. dat de
loewak, die wal alcoholgehalte betreft als een tamelijk
onschuldige drank moet worden beschouwd. zeer schadelijk.
zelfs gevaarlijk wordl. wanneer, onmiddelijk na bel gebruik
er van. spirituali�n vau welken aard ook worden gedronken.
Al is maar een kleine hoeveelheid bier. arak ol jenever genomen .
dan ontstaat er een allerhevigste dronkenschap, waarbij de
drinkers razend worden. Men heelt eene verklaring van dit
vreemde verschijnsel willen vinden in de omstandigheid, dal
de spiritus in eens al hel koolzuur vrij maakt, dat in de
sterk gistende loewak voorhanden is en dientengevolge her-
senhyperaeinie ontslaat, vooral bij habitueele drinkers, die
toch al neiging lot vaatuitzetting hebben. Mogelijk speelt ook
de betrekkelijk groote hoeveelheid koolzuur, die in het bloed
opgenomen wordt, hierbij eeue rol ,1. H. Scumidt . Waar-
schijnlijker is hel evenwel, dal de sagtteer er toe bijdraagt,
oin de alcohol van de genoemde dranken zeer snel Ie. doen
-ocr page 249-
351
oxydeeren, wal als het essentie�le der alcoholintoxicatie moet
worden beschouwd. terwijl de veelvuldige bijmenging van
k�tjoeboeng niet uil. liet oog mag worden verloren.
Hel drinken van sagweer is aan de soldaten vau het Neder*
landsch-Indische leger streng verboden, maar dat verbod wordt
niet. altijd nagekomen. In de kantines en aan boord der oorlog-
schenen wordt deze drank niet toegelaten.
Te Batavia, misschien ook wel in andere plaatsen, Wordt langs
de huizen een lichtbruin gekleurde, tamelijk sterk mousseerende
drank verkocht, die bier genoemd wordt; dat inlandsche bier
wordt gestookt uit k�lan itam en onder de gisting wordt daarbij
ragie gemengd.
Dat zijn wel de voornaamste dranken, buiten de uit Europa
aangevoerde, die in Indi� worden gebruikt. Er zijn nog wel
eenige andere bekend , bijv. de door Dn. N. von Miklucho Maci,av
vermelde uit Nieuw-Gumea, maar die komen voor ons doel niet in
aanmerking. Evenwel, al was het alleen om der curiositeits
wille. kunnen wij nog met een enkel woord melding maken
van den, door dien schrijver bekend geworden, drank, dien de
Papoea\'s bereiden uit een Piper-soorl. waarschijnlijk Piper
nielhysticiini, keu genaamd. Hij wordt gemaakt, door de
versche /«w-bladeren door kleine jongens Ie doen kauwen; wie
moede wordt geelt zijn kauwsel aan een ander, tot het ten
slotte zacht genoeg is geworden: in een klapperdop met eeu
gaatje er in, wordt wat gras gedaan en daarop worden al die.
met speeksel sterk doortrokken, gekauwde ballen gelegd en
dan uitgeperst. Het grijsgroene vocht wordt in een anderen
klapperdop opgevangen en uit afzonderlijk daarvoor bestemde
bekers gedronken: daarbij hebben de drinkers, want alleen de
mannen maken er gebruik van, het meeste genot, als zij, tegelijk
met het verorberen van die dikke, zeer bitter smakende lekkernij,
kunnen urineeren. Dn. A. B. Meueu berichtte mij, dat deze
drank, onder den naam kama, op alle eilanden der Zuidzee,
gedronken wordt.
-ocr page 250-
ETENSUREN EN SAMENSTELLING
DER MAALTIJDEN.
Dikwijls wordt door schrijvers over Indi� geklaagd over de
moeilijkheid om van een onderwerp een goed heeld Ie geven.
daar de plaatselijke omstandigheden bijna alles doen varieeren;
zoo is het ook met de zaak, die hier besproken wordt. Wij
zullen trachten eene beschrijving te maken, die zooveel mogelijk
in het algemeen juist is en beginnen met de maaltijden der
inlanders, in dit geval meer bepaald der Javanen; natuurlijk
worden de kampong-hewoners bedoeld en niet de bedienden,
in dienst bij Europeesche huishoudens, waarvan zij som-
mige gewoonten hebben overgenomen.
Er wordt in eene inlandsche huishouding eens per dag ge-
kookt en wel \'s morgens tamelijk vroeg: reeds werd vroeger
opgemerkt, dat de rijst nog eenigszins hard moei blijven, na
de koking, en dat zij koud wordt genuttigd.
De maaltijden hebben tweemalen daags plaats, namelijk eens
\'s morgens tegen elf ure, mangan awan, en eens, \'s avonds bij
zonsondergang, mangan voengi. Die maaltijden bestaan in een
zeer groote hoeveelheid rijst, waarbij altijd zout, lombok en
trast wordt gevoegd, en meestal eenige in water gekookte
groenten (sajor). Op de pasar-dagen (marktdagen) is de tafel
verrijkt met gedroogde of gezouten visch; die luxe komt dus
eenmaal in de vijf dagen voor.
\'s Morgens vroeg wordt een kopje, tamelijk slappe, koffie of
water gedronken; beide alijd met een weinig suiker. Als er
wat geld over is, wordt \'s morgens het eene of andere rijst-
gebak {kwee-kwee), wat k�loepat of gablok gegeten, en in den loop
van den dag wat vruchten (boewnh) of een rauwe komkommer.
Wij merkten reeds op pag. 175 op, dat de inlanders zeer
-ocr page 251-
235
groote hoeveelheden rijst eten en verklaarden de behoefte aan
die groote massa o. a. uil de wijze, waarop de rijst wordt
toebereid. De gewone kampong-bevfoaers eten. gemiddeld per
dag en per volwassen persoon, 617 grammen (��n kali) rijst.
Men weet, dat in de rijst de verhouding van slikslol\'houdende
tot stikstofvrije bestandeelcn is als 10 tot 125.
Daar nu de ervaring leert, dat de voeding van liet men-
schelijk lichaam het beste plaats vindt, wanneer in de voedings-
middelen op ��n deel slikstofhoudende voedingsstof 5,5 lot
hoogstens 4,8 deelen stikstofvrije voedingsstoffen aanwezig zijn
is het duidelijk, dat de verhouding van 1 op 12,5 bij de rijst
zeer nadcelig is.
Gemiddeld heeft een gezond mensch in 24 uren noodig 130
grammen eiwit, 84 grammen vet en 404 grammen koolhydra-
ten. Wilde men dus door rijst all��n de 150 grammen eiwit
invoeren, dan zouden er 2562 grammen rijst per dag moe-
ten worden gegeten, eene hoeveelheid, die niet kan worden
genomen. Tot den noodzakelijken toevoer van de genoemde
hoeveelheid vetten of koolhydraten zouden 575 grammen rijst
voldoende zijn.
(In alle gevallen voldoet rijst beter aan de voorwaarden tot
voldoenden aanvoer van voedingsstoffen dan de aardappelen,
waarvan voor het eiwitverhruik 10000, voor dat der koolhy-
draten 2059 grammen zouden moeten worden genomen.)
Bij de gewone voeding van den /caw/w«/-bewoner wordt dus
een voldoende hoeveelheid vetten en koolhydraten door die
617 grammen rijst in het lichaam gebracht; zelfs zou die
hoeveelheid grooter zijn dan noodig is, indien de bereiding
der rijst niet zoo slecht was. Nu worden er nog vetten en
koolhydraten, maar tevens eene hoeveelheid eiwit (waaraan
5/4 van het noodige ontbreekt in de rijst) ingevoerd door het
vleesch, de visch en door de leguminosae, die in water gekookt
bij de rijst worden gegeten ,"lerwijl de tamelijk groote massa
koekjes (kwee-kwee) nog daartoe bijdraagt; de vruchten blijven
levens niel builen rekening, eveuiniu als bet onmisbare zout,
-ocr page 252-
234
dat men np ongeveer S\'o grammen daags stellen kan. Bij
katjang-tanah (Arachis hypogea) is de verhouding van eiwit tot
stikstofvrije bestanddeelen als 1 : v>.
Uit deze redeneering blijkt voldoende, hoe het, bij de sehijn-
baar slechte voeding van den inlander, mogelijk is, dat de man
een tamelijk groole hoeveelheid werk verrichten kan.
Bij rijkeren is de rijst tafel heter voorzien en koml er versch
of gedroogd vleesch (den-deng) hij.
Alleen hij feestmalen vindt men een grootere verscheidenheid
van spijzen, en worden ook horden verstrekt, waarvan de
plaats anders wordt ingenomen door een stuk pisang-bl&A of
een ander grool blad. Die feestmalen (s�d�kah) hebben minstens
twaalfmalen in ecu jaar plaats, hij verschillende aangelegen-
lieden van den landbouw, en nog bovendien op bepaalde tijden
v��r, bij en na de geboorte, na hel overlijden, cuz. De op-
somming van de tijden. waarop s�d�kah\'s plaats vinden. be-
boorl hier niel te huis: wel verdient de gewoonte vermelding,
dal ieder, die als gast een dergelijk l\'eesl bijwoont, er iets
toe bijdraag! hel l\'eesl vieren mogelijk te maken. Daardoor
kosten die herhaalde s�d�kah\'s betrekkelijk veel geld aan ieder-
een en kan, bij een matige berekening, geschat worden, dal
een niel rijke inlander ongeveer l/i» a \'/n van wat zijne huis-
houding in een geheel jaar aau voeding kosl , alleen aan sla-
in�lan\'s
(Maleische naam voor sedekah\'s) uitgeeft. Dat zulk
een belangrijke uitgave invloed uitoefen! op de overige, gewone
voeding, spreekl wel van zelf.
De inlanders hebben de t�jsl met al de ingredi�nten, die
zij er bij eten, elk afzonderlijk in een schoteltje of potje ol\'
op een boomblad, v��r en om zich heen slaan en nemen dan
met den wijs-eu middelvinger en den duim van de rechterhand
een kleine portie, die een weinig vvordl sainengedrukt en
waarbij afwisselend iels van een der toespijzen in den mond
wordt gebracht. Altijd hebben zij een bakje of kommetje mei
water naast zich slaan, waarin de band uu en dan wordt
afgewasschen ol\' vochtig gemaakt,
-ocr page 253-
233
Alleen voor vloeibare bijspijzen wordt een kleine, sleenen,
vrij diepe lepel sendok) mei zeer korleu. sleulvormig uitgehol-
den steel gebezigd. Vleescb en visch worden met de handen
uit elkaar gehaald: slechts voor vruchten niet harde beklecd-
sclen bezigen zij een mes van inlamlsch maaksel.
De strenge opvolging der voorschriften van Mahomkd voor bel
vasten, de poewasa, die eeue maand dmirl , wanneer overdag
zelfs geen speeksel mag worden ingeslikt, bel veel eten in dien
lijd na zonsondergang, en liet inhalen der schade, zoodra de
poewasa voorbij is. veroorzaken, als zoovele di�elfoulen, dik-
wijls daruiuandoeningeu. Hel verdient evenwel opmerking,
dal uien in een heel klimaat langer kan vasten dan in een
koelere liirhlslreek, omdal er minder verlies van warmte plaats
heeft eu omdal. bij de grootere onttrekking van vocht door
verdamping, de voedingsstoffen meer gecouceuleerd worden.
Europeanen eten gewoonlijk driemalen daags: \'s morgens om
7 ure, \'s middags om I ure en \'s avonds om 7 of 8 ure. De
samenstelling der maaltijden verschilt naar de plaats, waar
men woont, zoowel als naar den linanti�elen toestand van hel
gezin. Op kleinere plaatsen en bij lieden met een beperkt
inkomen is rijst mei kip eu groenten de hoofdschotel der drie
maaltijden. Op grootere plaatsen eu bij ruimer middelen is
daarin gewoonlijk meer afwisseling.
De dag wordt in den regel geopend mei een kop koflie of een glas
melk: ook is hei drinken van Selters- of Apollinaris-water, hij hel
opstaan, niet ongewoon en verdient aanbeveling, liet ontbijt
Ie zeven ure bestaat uil brood, eieren, vleescb. enz. met thee
of koffie en wordt naar smaak en omstandigheden gewijzigd.
Hel drinken van een morgendrank om 1 I wv. is uitzondering.
Personen , die Ie huis werken. of om ��n ure ongeveer te huis
komen om Ie eten. nuttigen dan de rijsllafel. waarvan de om-
vang alweer zeer verschilt; velen eten na de rijst mei toe-
behooren nog gebraden vleescb mei gekookte of gebakken aard-
appelen, mei groenten ui\' slade. Zij, die op hunne Imreau.v
-ocr page 254-
256
of andere werkplaatsen dien middagmaaltijd nemen, eten soms
rijsttafel, maar ook dikwijls brood met vleesch en vruchten
of een eenvoudige, koude, Europeesche tafel. Ten Y> ure on-
geveer wordt thee gedronken, terwijl des avonds ten 7 a 8
ure een gewone Europeesche tafel den dag besluit. Die avond-
disch is, voor verreweg de meeste Europeanen, ruimer van
spijzen voorzien , dan zij in Europa gewoon waren.
In de laatste jaren is IJswater, vooral midden op den dag
de hoofddrank en wordt bij de avondtafel een glas wijn ge-
dronken. Het, in de romans en novellen. opgesomde gebruik
van sopi-ajar (jenever of brandewijn met water) is belangrijk
overdreven te achten voor den tegenwoordigen tijd.
Op stoomschepen, die in Indi� reizen doen, zijn de elens-
uren dezelfde als aan wal, maar op die in de vaart naar en
van Europa is de tijd van het eten anders: daar wordt\'s mor-
gens vroeg ontbeten, tegen 10 ure rijsttafel en tegen 8 ure
Europeesche tafel verstrekt.
In de kazernen zijn de uren van voeding, voor het ontbijt
tusschen 5 en 6 ure \'s morgens, en verder 10 ure \'s morgens
en 31/» ure \'s middags.
De voeding der soldaten is voldoende, zelfs, als er niets
verloren gaat, meer dan voldoende. Houdt men bij de hier
volgende opgaven in het oog, wat op pag. 253 gezegd werd
omtrent de voeding van den kampong-bewonev, dan springt
de gunstige toestand, waarin de inlandsche soldaat zich ten
opzichte van hel hem toegekende, dagelijksche ration bevindt,
duidelijk in het oog.
Hij krijgt immers, volgens tarief no 15, per dag:
650 grammen rijst,
250 »        versch rund- of buffelvleesch,
40 »         koffie,
25 »        zout,
5 »         azijn,
behalve de toespijzen, die hij zelve aankoopt.
-ocr page 255-
337
Het versche rund- of buflelvleesch wordt, zoo noodig, ver-
vangen door:
200 grammen gedroogd vleescli (den-deng),
300 »
        gezouten vleesch,
200 »         vleesch uit blikken, of
400 »         gedroogde visch.
Voor Europeesche soldaten is. bij datzelfde tarief, de dage-
gelijksche voeding bepaald op:
3�>0 grammen rijst.
370 »         versch rund- of buffelvleesch.
40 »         koffie.
25 >�         zout,
10 »         azijn, en
200 »         versch brood.
Ter afwisseling of uit noodzaak kan het versche rund- of
buffelvleesch vervangen worden door:
300 grammen gerookt spek.
300 »         versch varkensvleesch (��nmaal \'s weeks),
250 »        den-deng,
400 »         gezouten vleesch,
300 »         vleesch uit blikken, of
375 »        gezouten spek.
Als er geen versch brood verkrijgbaar is voor hoogstens
70 centen per kilogram, wordt de daarvoor vastgestelde
idemniteit toegekend, terwijl groenten en toespijzen, in de
garnizoenen voor eigen rekening worden aangekocht. Opexpe-
ditie�n wordt alles door het gouvernement gekocht.
Kleurlingen eten in den regel rijst, en volgen ten dien op-
zichte veel meer de gewoonten der inlanders dan van Europeanen.
Hoeveel luxe er soms ook op de Europeesche tafels heerscht
toch moet voor bet grootste gedeelte der Europeesche en half*
Europeesche bevolking, en wel bepaald voor hel vrouwelijk
element daarin, de voeding geheel ontvoldoende worden geacht.
Er ontbreekt aan de maaltijden de noodige hoeveelheid eiwit en
-ocr page 256-
258
vet, in welken vorm dan ook: rijst met mjot is de hoofdzaak,
somtijds l\\vee- of driemalen daags. Is er vleesch of visch op
latei dan wordt daarvan een minimum gegeten: \'s morgens
vroeg een kop koffie: in den loop van den morgen l.uer-kiicr
en vruchten, en verder rijst mei sajor: dal is in vele huis-
houdens de hoofdzaak. Uil ligt aan twee oorzaken en wel, ten
eerste aan de neiging van de meeste vrouwelijke kleurlingen
om de inlandsche gewoonten ie volgen en ten tweede aan hel
feil. dal de meeste mannen niet Ie huis zijn op den lijd der
middagtafel, maar hun die gebracht word) op de plaats hunner
werkzaamheid: de vrouwen hehhen dan geen lusl voor zich
zelven moeile Ie doen voor een goede tafel, terwijl /.ij. hij de
zeer eenvoudige spijzen, levens geen lasl hehhen, om hare kin-
dezen liet eten op Ie dringen: wanl de kinderen in �ndi�
hehhen dikwijls weinig eetlust.
De (Ihineezen hehhen de gewoonte driemaal daags Ie eten
en wel om 7. om 12 eu om 7 ure. Zij eten de l�jsl altijd
zacht gekookt en daarbij veel visch . varkensvleescli en groen-
ten: rundvleesch nooit. Zij zijn groole liefhebbers van vruch-
len en betalen voor zeldzame of bijzonder lekkere vruchten
veel geld. Hij feestmalen trachten zij, zooveel mogelijk, aan
den smaak van al hunne gasten Ie gemoet Ie komen en zoo
vindt men daarbij niet zelden een ruime, Chineesche tafel.
Zooals in China gebruikelijk is en een niet minder ruime.
Europeesche tafel voor de overige vrienden.
Ten einde eenig denkbeeld Ie geven. wal er op zulk een
Chineeschen feestdiseh al zoo voorkomt, laat ik hier eeue
opsomming volgen der spijzen van een Chineeschen maaltijd, die
door den Heer eu Mevrouw Ciii.vv Ie (\'anloii werdl bijgewoond en
door de laalsle werd beschreven. Hel is niet ongewoon, hij
(Ihineezen in hdi�, ook zulk een rijk heiaden lalei aanletrelfen.
Bij elk bord slaat peper, zout, suiker en soja.
Op de tafel waren uitgestald en daarvan kou ad lihituin
gebruik gemaakt worden:
-ocr page 257-
\'17>9
in schijven gesneden sinaasappelen,
in schijven gesneden peren.
hittere amandelen .
gedroogde noten,
kleine stukjes eendvogel vleeseh .
groen geverwde. hard gekookte eieren.
kleine stukjes varkensvleesch.
De volgende spijzen werden . in de op te noemen volgorde,
rondgediend:
vleeseh van zeeschildpadden.
gekookte eend,
gehakt van duivenvleesch en ham,
soep mei vogelnestjes.
gestoofd schapenvleesril met jonge bamboe,
oesters ol\' mosselen.
gekookte krabben.
gesloofde, zwarte visch (ihan jtafe),
Ihee en koekjes,
kip met ham.
schildpadsoep mei stukjes vel van schildpadden,
ragout van hondenvleesch zie pag. 1!J2 .
gestoofd vleeseh van een zwarte kat,
gesloofd raltenvleesch,
soep met eene soorl van macaroni (mi),
gezouten visch,
gezouten eieren,
kleine stukjes varkensvleesch,
ham mei groenten,
stelen van de rijsfplant ,
rijst in water gekookl.
ineloenpitten,
dronken garnalen, zie pag. 171),
verschillende soorten van soep.
Vele van deze spijzen zijn reeds vroeger heschreven bij
de opsomming der voedingsmiddelen.
-ocr page 258-
VOEDING D]ER KINDEREN.
De voeding der kinderen weid , ten opzichte van kinderen
van inlanders, in hel eerste levensjaar, vroeger besproken (pag.
77\'. Ileeds spoedig elen zij alles mee.
Voor Europeesche kinderen gelden in het algemeen de voor-
schriften . die ook in Europa gebruikelijk zijn.
Moedermelk staal natuurlijk voor zuigelingen bovenaan, en
anders die eener min. Inlandsche minnen moeten aan een nauw*
keurig onderzoek onderworpen worden voor men haar in dienst
neemt, en vereischen een voortdurend, streng toezicht op
reinheid en voeding. Daar hel eene hooge uitzondering is eene
Europeesche vrouw tot min te kunnen krijgen . moet die raad zeer
streng worden opgevolgd. Is hel in den regel moeiclijk eene goede
min Ie krijgen, omdat de fanatieke Mohaniedanen eene vrouw
onrein achten, als zij hel kind van een kafir heeft gezoogd,
nog moeielijker is het, de eenmaal gevondene min, die meestal
uil de laagste sferen der maatschappij afstamt, eenig denkbeeld
Ie geven van wat Europeanen reinheid noemen. Het houden
van eene min is zeer duur: voor Batavia ten minste kan men
rekenen, dat loon. voeding, kleeding, enz. ongeveer f 100
per maand bedraagt. Men mag nimmer eene min aannemen,
van wie het bekend is, dat zij latah is. een eigenaardige, voor
zoover mij bekend, alleen bij inlanders voorkomende toestand
van het zenuwstelsel, waarover hier niet verder kan gehandeld
worden , maar die in hel tweede deel van dit werk Ier sprake zal
komen. Men bedenke bij het keuren eener min, dat onvoldoende
voeding in den kampong, en het onoordeelkundig laten zuigen
van haai\' eigene kinderen, aanleiding kunnen zijn om het zog
bij den eersten aanblik als te dun, te waterachtig te beschouwen.
-ocr page 259-
241
Dat is dan, op zich zelf nog geen reden om de vrouw af
te wijzen, daar, bij betere voeding, de hoedanigheid van
het zog ook heter wordt, als de vrouw overigens gezond is.
Die verbetering geschiedt langzaam, omdat men ook eerst
langzamerhand de voeding der min veranderen kan. Zulk eene
vrouw, gewoon aan het verorberen van rijst met zout en Ijab�
en aan vruchten voor voeding, aan water of slappe koffie voor
drank, zon ziek worden, indien zij in eens een ander voedsel
kreeg; men gewenne haar langzaam aan vleescbvoeding, maar
boude overigens, zooveel mogelijk, bet voedsel, waaraan zij
van kindsbeen af gewoon was, in het oog.
Indien eenc min is goedgekeurd, mag zij niet in functie treden,
voor zij inet zeep goed is afgewasschen en zich heeft gekramast
(zie pag. 130), terwijl hare kleederen moeten worden verwisseld.
Eene min in buis is een persoon, die voortdurend, onafge-
hroken toezicht vereisebt en die bijna altijd een bron van
onophoudelijke ergernis is voor de moeder. Dal toezicht moet
zicli niet alleen bepalen tot de lichaamsreiniging en de voeding,
maar ook het zog moet nu en dan worden onderzocht en de
min moet zich verbinden nimmer, dan onder vertrouwbaar
geleide, bet buis te verlaten. Dat is de eenige wijze
om te voorkomen, dat zij schadelijke zaken gebruikt in de
eene of andere warong; dal. zij gedurende den lijd, waarin zij
zich als min verhuurde, zwanger wordt; dal zij, zoo zij van
Chineesche afkomst is, misbruik maakt van arak of andere
sterke dranken; dat zij zich van opium of Ic�ljoeboeng voorziet
(zie pag. 94) om bet kind slil te houden.
Vele Europeescbe vrouwen koesteren het vooroordeel, dat
een kind, door eene inlandschc min gezoogd, later een karak-
ler zal bezitten, overeenkomende met dat der inlanders.
Verveelt aan eene min hare betrekking, dan weet zij wel
middelen aan Ie wenden om de zogsecrelic te doen ophouden ;
daartoe worden o. a. gebezigd «Ie lijn gewreven bladeren van
kaljang pandjang (een vari�teit van I\'haseolus vulgaris) ge-
mengd met asch en azijn, welk mengsel op de borstklier
t(i
-ocr page 260-
242
wordt, geappliceerd. Ook worden daartoe warm gemaakte
.«n/i-bladercn gebruikl. die als pleisters op de borst worden
gelegd. In Brilsch-Indi�. hebben de bloemen van Jasminu.ni
sambac (malalli) een grooten naam als lactifugum. Een hand-
vol gekneusde bloemen zou de melksecretie dikwijls in een
dag, maar zeker in Iwee of drie dagen doen ophouden.
Is men genoodzaakt lol kunstmatige voeding, door middel
van zuigflesschen, zijn loevlurht Ie nemen, dan vereischendie
flessclien een buitengewone zorg in liet heele klimaat, waar
de omzetting van organische sloften zoo snel plaats vindt. De
beste zuigflesschen zijn die, welke een plat eivormige gedaante
hebben en behalve de opening, bestemd voor denzuigdop,nog
een Ivveode, zijdelingsche opening bezitten, die lucht toelaat.
Zij hebben het dubbele voordeel. dat er geen uitgeademde
lucht door de melk heenstrijkl en dat het gebruik er van
voortdurend toezicht vercischl; men kan toch het kind niet
alleen laten liggen met zulk een zuigflesch met een gat er in.
Kan men bedoelde flessclien niet krijgen. dan zijn de gewone,
lange eau-de-cologne-flesschen bruikbaar. De flessclien moeten
met zand en lauw warm water minstens tweemalen daags
worden schoongemaakt en liefst, met een lichte oplossing van
bicarbonas nalricus worden nagespoeld. De zuigdoppen van
caoutschouk vereischen bijzondere zorg en moeten in, telkens
te ververschen, water worden bewaard.
De bewaring der melk, die zoo spoedig zuur wordt in Indi�,
verdient besproken te worden. De melk moet, dadelijk na de
ontvangst, worden gekookt en in open vaten, met een vliegen-
deksel van ijzergaas bedekt, worden bewaard. Een zeer goede
melksoort tot voeding voor kinderen is geitenmelk, terwijl men
bovendien gemakkelijker een geit dan een koe kan houden. Er
werd reeds gemeld, dat paarden- en hondenmelk wel eens in aan-
merking kunnen komen ; de laatste zal echter wel tot de Chineezen
beperkt, blijven. Omtrent de verdunning der dierenmelk met
water, om haar voor kinderen geschikt te maken, behoef ik
bier niets mede te deelen.
-ocr page 261-
\'243
Op vele plaatsen in Jndic is geen melk Ie krijgen, dan
de gecondenseerde melk in Mikken, wanrover ik reeds op pag.
156 sprak. Om als voedsel voor zuigelingen te dienen, moei
zij met ongeveer zestien doelen\' water worden aangemengd.
Daarbij lionde men in hel oog, dat die Swiss condensed melk
alleen voor de eerste maanden van liet eerste levensjaar geschikt
is, en dan zeer goed voldoet. Wordt evenwel de toediening er
van, zonder ander voedsel, na «Ie zesde of zevende maand
volgehouden. dan blijkt al spoedig aan de vermagering van het
kind, dal de voeding onvoldoende is.
Voor kunstmatige voeding komt verder in aanmerking rijst,
die zeer gaar moet gekookt worden tot bocboer en dan nog
worden doorgezeefd, met de voorzorgen genoemd op pag. 170.
Tot het maken van pap, eene voeding, die men, door omstan-
digheden gedwongen, somtijds wel geven moet, kunnen verder
dienen maizena, afkomstig van de Caruoubapalni (Coryfa ceri-
fera) in Brazili�: zeer fijn bereid ma�smeel: Hards\'farinaceous
lood lor infaiils: farine lact�e van Nestl� en andere, derge-
lijkc bereidingen. Zij moeten alle dikwijls op nieuw worden
klaar gemaakt en men mag, als algemecnen regel, stellen, dat
zulke pappen in de warme streken niet langer dan !> lot 7
uren goed blijven.
Voor een groot gedeelte heb ik , bij hel opsommen der bij-
zonderheden voor de voeding der zuigelingen, gebruik gemaakt
van hel boekje over dit onderwerp door den Heer N. P. van
der Stok bewerkt.
Voor het eerste levensjaar kan men de lol beden in Neder-
landsch-Indic
meest gebruikelijke middelen voor voeding dei-
kinderen aldus rangschikken:
moedermelk
die eener min
koemelk, ook gecondenseerde uit Romanshorn.
gecondenseerde melk (Swiss condensed melk), alleen voor de
eerste maanden,
meelsoorten en beschuit, voor de laalste maanden,
-ocr page 262-
244
Voor de keuze van een of andere meelsoort moeten dikwijls
individualiteit er bijkomende omstandigheden beslissen.
Reeds vroegtijdig kan men eiwit, met water verdund, toe-
dienen, maar moet, zoo mogelijk, de eieren van kippen nemen,
die men zelf houdt en voedt
Vooral moet er op gelet worden, dat aan zuigelingen geen
vaste spijzen worden gegeven, ook niet door de min, die de
volle overtuiging beeft, dat bel kind honger lijdt, als bel geen
eten krijgt.
Is bet kind een jaar oud, dan begint men bet een kippen-
kluifje of een stuk vleesch Ie laten uitzuigen en zacht gekookte
rijst met bouillon te geven.
Van de vruchten, die reeds zeer vroeg, in bet laatste ge-
deelle van bel eerste en in bet Iweede levensjaar, in aaniner-
king kunnen komen, noem, ik de pisang (vooral pisang radja
seri),
de boewah nona, de srikaja enz.
Brood (als een goede soort Ie verkrijgen is) en vleescb,
aardappelen en groenten, worden evenals in Europa gebruikt
en bet behoeft geen betoog, dat alle prikkelende spijzen en
dranken voor kinderen moeten vermeden worden. Een goed
voedsel is ook de kroepoek, mits van garnalen of visch gemaakt.
�e beste dranken voor kinderen zijn water, melk en zeer
slappe, koude thee; terwijl ook een slap, koud geworden
aftreksel van daocn saga (Abrus praecalorius) aanbeveling
verdiend.
Voor vele kinderen, boven de twee jaren oud, wordt bel
noodig, bun dagelijks een kleine hoeveelheid, met water ver-
dunden, rooden wijn toe te dienen. Die lichte prikkel, onder
den maaltijd gegeven, is, bij de dikwijls zwakke en anaemi-
sche individuen, een gunstig moment, om de weinige eetlust
aan te wakkeren. Algemeen zijn de klachten der moeders
over de groole moeite, die zij hebben om de kinderen te doen
eten; daarbij komt de gewoonte van velen, vooral kleurlingen,
om geen regelmaat in den etenstijd te houden, de kinderen
tusschentijds inlandsche, slecht verteerbare gebakjes (kwee-kwee)
-ocr page 263-
245
toe Ie dienen en hel eten te doen verstrekken, zonder de kin-
deren te dwingen, daartoe plaats aan eene lafel te nemen. Ik
acht de zoo algemeen gevolgde gewoonte om het kind Ie lalen
rondloopen en spelen, terwijl een baboe, met een hord rijst
e. a., het naloopt en nu dan een hap toedient, zeer nadeclig.
De voeding wordt daardoor onregelmatig en het toezicht er
op onmogelijk. Men zij vooral bedacht, dat de baboe\'s van
de wandelingen der kinderen voordurend trachten gebruik te
maken om hun ecnig inlandsch gehak toe Ie voegen: die
menschen niecnen het goed, maar doen daarmede kwaad.
Ten slotte geef ik hier nog de chemische samenstelling van
enkele voedingsmiddelen voor kinderen, Ion einde daardoor de
voedingswaarde Ie kunnen heoordeelen. Zij zijn afkomstig van
Dr. Stutzer (Pharmac. Zeitschrift f�r Russland, 1882, No. 59).
PROCENTE N.
Voedingsmiddelen.
®
«   ca
.9   o
SS   "
ra , 3
> ai
� © N
g-i
U�
koolhy-
draten.
Vel.
Water.
9,90
7,20
5,16
0,28
6,71
12,21
19,93
0,23
1,55
4,16 (Ij
55,48
Farine lacl�e van
Nestl�.......
Wittebrood......
Arrowroot biscuits
van H�ntley en
Palmers ......
Revalesci�re van
Du Uarry.....
Hoff\'s Malzexlract
(houdt 1,20 pc.
spiritus en 7.10
pc. koolhydraten,
extractiefstoffen
en glycerine).
Van vet bevrijde
cacao van Lo-
beck en comp.
Bresden.......
79,50
60,76
4,17
50,28
1,47
1,48
0,411
0,247
73,67
65,65
6,53
10,56
91,29
0,88
2,31
0,13
0,256
0,911
0,08
50,47
6,71
5,18
1,671
-ocr page 264-
24G
P R 0 C E N T E N.
Voedingsmiddelen.
\'
49
ai t 3
UI
Vet. k°°!hHwater.
| draten.
.9g
aarvi
phos
orzui
>
|
S ea
�=�
Van vel be- (
vrijde cacao J No. 1
6,72 (!)
30,95
52,00
6,55
3,78
1,79
van Stol-j
WERK (Keulen) I No. 2
8,52 (!)
52,51
47,59
6,50
5,37
1,95
Mager ossenvleesch.
18,53
5,45
2,59\'
74,26
1,17
0,505
Bouillon daarvan
met watkeuken-
zout gemaakt..
1,81
0,52
2,29*:
0,82
0,318
Kippenvleesch.
i6,r»6
2,85
2,80\' j 76,51
1,28
0,455
Liebig\'s vleesclie.\\-
tracl .........
3,40
�.�
53,85\'
19,57
23,18
8,570
Gerookte West-
l\'aalsche ham..
18,92
56,41
5,40\' : 28,25
11,02
0,495
Koemelk (gemid-
I
dehl)........
4,0
5,5
4,5" , 87,3
0,7
------
Gecondenseerde
Anglo-Swiss con-
densed milk.. .
8,79
10,45
54,22 24,79
1,75
0,552
Hoender \\eiwit.. .
13,48
0,26
0,91* 84,72
0,65
0,055
eieren. ylojer...
13,01
50,00
5,49\'
51,85
1,65
1,210
\' Extractiefstoflen.
" Melksuiker.
Een ei van 50 gram gewicht heeft 27,99 gram eiwit, 16,05
gram dojer, 5,98 gram schaal en bevat: 5,85 gram verteer-
bare eiwitstoffen (2,08 gram in het wit, 5,77 gram in het dojer),
4,87 gram vet (0.06 gram in hel wit, 5,81 gram in het dojer).
In 500 gram mager, goed ossenvleesch zijn evenveel ver-
teerbare eiwitstoffen aanwezig als in ongeveer 15 hoendereieren.
De samenstelling der Anglo-Swiss condensed milk in boven-
slaanden staat en die op pag. 136 vermeld voor Swiss con-
densed milk verschillen veel; zij zijn uit andere bronnen geput
-ocr page 265-
GENOTMIDDELEN.
Onder dezen naam, die uil een taalkundig oogpunt niet zui-
ver gevormd is, maar volkomen de bedoeling uitdrukt, meen
ik drie handelingen Ie moeten brengen, die algemeen in ge-
bruik zijn, namelijk: liet rooken van tabak: het kauwen van
sirih; en het schuiven van opium.
Door Europeanen worden zeer veel sigaren gerookt; waren,
lot voor weinige jaren, bijna alleen Manilla-sigaren in zwang,
in dezen tijd worden ook veel Havana\'s, of wat daarvoor
verkocht wordt, en vooral sigaretten van de bekende fabriek
Lafermk, en pijpen gerookt: voor de laatste komt bijna uit-
sluitend tabak in aanmerking, die uit Europa is aangevoerd.
De genoemde sigaretten, gevuld met zoogenaamde Turksche
labak, geven meer dan andere sigaren aanleiding lot keelpijn
en hoesl en dat niettegenstaande zij hel voordeel hebben, dat.
de tabak niet in den mond komt. De Java- en de Sumatra*
tabak heeft goede soorten: onder de laatste is er eene, de
Ranoe, die buitengewoon zwaar is en alleen in sigaretten ge-
rookt wordt. De inlanders noemen de sigaren van Manilla* of
Havana-model ncroeloc. De tabak zelf draagt den naam tembako
of lm/>o, in het hoog Javaansch sata, op Sumalra santo; terwijl
de bij de inlanders gebruikelijke sigaretten den naam roko (rokok)
dragen, in hel hoog Javaansch Maling.
Die sigaretten bestaan uit zeer fijn gesneden tabak, gerold
in een of ander gedroogd blad , waartoe somtijds de labak zelve
in aanmerking komt, maar gewoonlijk andere bladeren gebe-
zigd worden. Die bladeren zijn o. a. de zeer jonge, nog niet
ontrolde bladeren van de are/j-palm (Saguerus saccharifer);
-ocr page 266-
248
de bladeren van van de kalakalrie of wiroc (Licuala sp. div); de
jonge bladeren van de nipa (Nipa fruticans), die daartoe eerst
worden afgekookt en aan de eenc zijde van de epidermis ont-
daan en de bladeren van djagoong (Zea mays).
De inlanders bewaren de fijn gesneden labak in pakjes, ge-
maakt van ljarieang-]i\\aAeren (Aglaoneina simplex), waardoor
zij een beteren smaak zonde krijgen , of in Kpoeng, palal lipoeng-
bladeren (Phrynium latifolium).
Inlandsche vrouwen en zelfs kinderen rooken ook wel ro/co\'s,
waaraan vele kleurlingen en sommige Europeanen boven andere
sigaren de voorkeur geven.
Over het pruimen van labak wordt later nog gesproken.
De invloed, dien bet gebruik van tabak in (Um eenen of
anderen vorm op de gezondheid beeft, is in Indi�geeneandere
dan in Europa. Wellicht rooken de Europeanen in Indi�:mecr;
daartoe draagt zeker bij, dat de gewone lokalen van verblijf in
huis zoo met de open lucht in verband slaan en dus de
tabaksrook voor anderen niet hinderlijk is. In lokalen, waar
veel menschen verzameld zijn, als komediegebouwen, concert-
zalen enz., wordt in den rcsel niet irerookl
De Chineezen rooken labak uit tamelijk lange pijpen van
bamboe of eene rietsoort vervaardigd, waaraan een zilveren of
koperen mondstuk en een zeer klein kopje van dat metaal,
om er de tabak in Ie doen, is bevestigd. Zulk oen pijp is in
een paar trekken geledigd. De tabak is zeer fijn gesneden,
zoogenaamd apenhaar, en dikwijls geparfumeerd.
Arabieren rooken wel uit de bekende! nargileh of tsjieboeh,
te Ratavia gewoonlijk houga geheeten, een recht opstaande pijp,
waarin op de, meestal met aromatische kruiden vermengde, labak
een kooltje vuur gelegd wordt, en waaronder zich een walcrre-
servoir bevindt, tot afkoeling van den tabaksrook. Een lang,
elastisch roer, met een barnsteenen mondstuk, maakt die pijp
volledig. Ik heb mij meermalen bezondigd , en aan de �tiquette te
kort gedaan, door cenige trekken uit zulk een pijp te weigeren.
Sommige kleurlingen hebben de slechte gewoonte den tabaks»
-ocr page 267-
240
rook in de luchtwegen te slurpen en daar eenigen tijd te
houden, om dien dan, onder het spreken, door mond en neus
naar builen te lafen komen.
Het «WA-kauwen is onder de inlanders, van alle standen en
van heide seksen, algemeen, zoodat zelfs in ziekeninrichtin-
gen de ingredi�nten daarvoor, behoorlijk afgepast, aan de lijders
worden verstrekt. Alleen onthouden zich dikwijls daarvan vrou-
wen, die veel met Europeanen in aanraking komen. Gewoonlijk
heginnen zij met het kauwen tusschen het tiende en vijftiende le-
vensjaar. Ook kleurlingen, vooral vrouwen, kauwen somtijds sirih.
De ingredi�nten, die voor het .viW/t-kauwcn in aanmerking
komen, zijn:
1°. de bladeren der «WA-plant , die in Europa onder den, uit
het Tainiel afkomstigen, naam betel bekend is, in hel laag
Javaansch soeroeh, in het hoog Javaansch scdah heel, en die
den wetenschappelijken naam van Chavica voert. Ghavicazijn
klimmende Piperace�n, waarvan twee soorten worden gebruikt:
de Chavica siriboa, sirih beureum, sirih merah, sirih boa, roode
sirih, die het scherpste aroma bevat, en de Chavica belle, sirih
bodas, sirih poctih,
witte sirih. Die Chavica-soorlen groeien
als klimplanlen legen de stammen der /.vVo/-boomen (Moringa
pterygosperma en polygona), welke daarvoor afzonderlijk worden
gestekt en aangeplant. Bij gebrek aan stWA-bladeren worden
deze wel vervangen door die van de Piper malamir(am; fcehkep,
aroij bakallak),
of die van de Entada monostachya (Ijarioe);
2°. lijne schelpkalk, kapoer sirih, stWA-kalk, uit schelpen
gebrand:
3°. gambicr, kalechu, of komstig vooral van Uncaria gambir,
maar ook van Periploca mauritiana, Cherodendrum inanie,
Uncaria ferrngiuea (die op Sumatra\'s Westkust den naam gam-
bier-loepai
of kait-lcail-toepai voert) en Jasniinum spec. div.
Ter bereiding van gambier worden de bladeren zeer lang
met water afgekookt, en dat vocht, na verwijdering der hlade-
-ocr page 268-
250
ren, ingedikt en in kleine, vierkante, houten bakjes tol stol-
ling gebracht.
Gambiet\' heelt een scherpen . bitteren, samentrek kenden, daarna
zoeten smaak. Er zijn voornamelijk drie soorten van bekend,
van welke de witste, gambier k�mbang, de beste is: deze wordt
in stukjes verkocht, die den vorm hebben van kleine tulbanden
(het gebak bedoel ik);
4°. de betelnoot, pinang, afkomstig van de Areca kalechu,
pinang of djamb�; de noot wordt bij het gebruik van de schil
ontdaan en in stukjes gesneden:
!>°. tabak.
Al die ingredi�nten bevinden zich in eene daartoe ingerichte
doos, de «WA-doos, pakinangan, die van hout of metaal (bij
rijken soms van zilver of goud) vervaardigd is en twee afdee-
lingen voor de opgenoemde stoffen heelt. De eerste is de doos
zelve voor de «WA-bladeren; de tweede heet gagragan en bevat,
doosjes en bakjes, waarvan een afzonderlijk bakje bestemd is
voor de nat gemaakte «WA-kalk, met een stiftje er in, en een
mesje, in den vorm van een klein hakmesje, tot het snijden vau
de pinang-nool; verder is er een bakje voor de pinang zelve,
een doosje voor tabak en een doosje voor gambier.
Op twee of drie op elkaar gelegde «WA-bladeren, waarvan
eerst de steel is afgedraaid en de punt afgebroken, wordt een
weinig natte kalk gesmeerd; een klein stukje pinang-aool, met of
zonder gambier en wat tabak, wordt daarin gerold: de bladeren
dan toegevouwen en dit pakje gekauwd. Vooral als er geen gam-
bier
in gedaan is, krijgt bel speeksel daardoor eene roode of
vuil-bruinroode kleur; hel speeksel wordt nimmer ingeslikt,
maar als het zich, in een tamelijk groote hoeveelheid, heeft
aangezameld, met een krachtigen straal uitgespogen, Ier op-
vanging waarvan binnenshuis een kwispeldoor, lampat loedah
iloedah
is speeksel), pahidon, pak�ljohhan, wordt gebezigd, dat
niet zelden van een edel metaal gemaakt en fraai bewerkt is.
Bovendien wordt, onder hel kauwen der «WA-pruim in den
vollen mond, nog een weinig tabak tusschen de tanden en
-ocr page 269-
251
lippen gebracht; liij bet spuwen of spreken wordt dat labaks-
pruimpje even uit den mond genomen en tusschen «Ie vingers
uitgeperst, of wel met de long tusschen de bovenlip en het
tandvleesch geschoven, waardoor dus die bovenlip wordt voor-
uitgebracht en opgewipt.
Zoo de /rotans-noten schaarsch zijn en dus Ie duur worden,
vervangt men die wel door de rendoe of bienbieng (Pinanga
latisecta), en zeldzamer door de zeer harde en zeer bittere noten
der pinang lansa (Areca glandiformis). Op Amboina wordt in
plaats van pinang ook de bast van aij-timon (Polyphragmon
sericeum) gekauwd.
Een bekende schrijver (p. c. w.) zegt omtrent de gewaar-
wordingen bij hel «WA-kauwen: »gambier of kalk, alleen in
»den mond genomen, moeien allerakeligst smaken: met de
«arekanool smaakt ze reeds wat beter; maar eerst dan, wanneer
»het versche siriblad daarbij gevoegd wordt, ontstaat het ware
«ensemble, dat zamentrekkende, prikkelende, hall\' pijnlijke,
«half wellustige gevoel, dal honger en dorst doet vergeten,
�en het geheele zenuwstel in beslag neemt."
De veranderingen, die de mondholte en hare omgeving door
hel «rtA-kauwen ondergaan, zijn reeds opgegeven bij de alge-
meene beschouwingen over de inlanders (pag. 83), waar zij,
meende ik, Ie huis behoorden, omdat zij een eigenaardigen
stempel aan het gelaat dier menschen geven: evenzeer zijn de
middelen, die gebruikt worden om «Ie zwarte verkleuring der
tanden nog sterker te maken, reeds genoemd (pag. 141). De
bewering, dal «WA-kauwen op zich zelf de tanden niet zwart
maakt, kan ik niet beamen: immers zag ik die zwarte ver-
kleuring ook bij kleurlingen, die «WA-kauwden en geen gebruik
maakten van middelen om de tanden te verwen : hel rooken was
bij hen geen oorzaak lol verkleuring der landen , want ik nam
die waar bij vrouwen, die niet rookten.
Het «WA-kauwen schijnt niet nadeelig voor de gezondheid
te zijn. De minder aangename geur. dien de uitgeademde lucht
daardoor verkrijgt, wordt verbeterd door de zaden van
-ocr page 270-
2X2
kardemom (Amomum cardamonium), Iiapol, hapoelaga, of van
Elettaria cardamomura, hanggasang leumboet, te kauwen.
Overigens is hel beleefd sirih Ie kauwen, als men legen
zijn meerderen spreekt, omdat daardoor, naar men meent, de
uitgeademde lucht wordt gezuiverd.
Dr. Fa. Schneider geeft voor het geval, dat vlekken door sirih-
speeksel van bloedvlekken moeien onderkend worden, de volgende
opmerkingen. Hel roodc pigment van dal speeksel geeft met de
ozon-guajakproef geen blauwe verkleuring: hel wordt door alle
minerale zuren en door aluin goudgeel gekleurd: die gele verklen-
ring veranderd weer in rood door bijvoeging van dubbelkoolzure
soda: hij vermenging mei ammonia en toevoeging van aluin
wordt «WA-speeksel geel gekleurd, terwijl bloed rood blijft;
wanneer verdachte vlekken voorkomen op kleederen, die met
indigo geverwd zijn , moet men die mei eene borax-oplossing uil-
wasschen, omdat indigo daarin niet oplosbaar is.
Hoe belangrijk hel verbruik van opium in den Indischen Archipel
is verbreid, kan worden opgemaakt uil liet feil, dat er onder
de inlanders een liolieve munt hostaal, die g�lenga heet, en
eene waarde vertegenwoordigt van ongeveer zes centen, dal
wil zeggen den prijs van de kleinste hoeveelheid opium, die
men kan koopen. Zelfs arme kampong-bev/omrs besteden
ongeveer elf a twaalf gulden \'sjaars aan opium. Men kan
aannemen, dal de gewone Javaan bijna een vijfde gedeelte
van wat hij voor het dagelijksche onderhoud van zijn huisge-
zin noodig heeft, opoffert aan dat opiiunverbruik. In Oost-
Java,
o. a. in het Malangsche, schuiven zwangere vrouwen
somtijds, omdat zij meenen, daarmede bet kind genoegen te
doen.
Er zijn enkele gedeelten van Indt�, waar het opiumschui-
van niet, of slechls zeer zelden, voorkomt; op Java onder
anderen niet in de Preanger-Regentschappen, waar de invoer
van opium verboden is; terwijl de Soendanees geen opium
-ocr page 271-
2S5
rookt, komen enkele gevallen van overtreding dier bepalingen
voor onder daar gevestigde Javanen of vreemde oosterlingen.
Tol hel rooken of schuiven van opium is noodig een opium»
pijp, p�doelan, of b�doeddan, een olielampje, waartoe dikwijls
de vroeger reeds genoemde, halve klapperdop, met een pitje er
in, dient en hel opium zelve, dat bereid verkocht wordt.
Ongeprepareerd opium heel in hel Maleisril madat, in hel
Javaansch apjoen, geprepareerd Ijandoe. Dal prepareeren
geschiedt door de madat in warm water zooveel mogelijk
op te lossen, die oplossing door een doekje te iiltreeren, en het
zoo verkregen vocht, op een zacht vuur, door koking uitte-
dampeii. Die Ijandoe wordt mei een weinig suiker vermengd en
daaraan wat fijn gesneden tabak toegevoegd; hel mengsel
wordt lot een balletje van de grootte van een erwt gekneed
en is dan klaar om gerookt te worden. In plaats ven tabak
neemt men ook wel de zeer fijn gesneden bladeren van awar-
awar
(Ficus septica), fijn gesneden Chineesch papier, een stukje
pisang of wat g�ndj� in \'t Maleisen gandja (haschisch); de Chi-
neezen ook wel opiumaseb. Die gereed gemaakte balletjes
dragen dan weer den naam niadul, maar worden ook tik�
genoemd.
In plaats van die versch bereide balletjes vergenoegen armen
zich wel mei het uilschraapsel der opiumpijp; evenals in tabaks-
pijpen vormt zich namelijk een aanzelsel in den kop der
pijpen en in het roer; om van dat aanzetsel niels te doen
verloren gaan, sluit men bet mondstuk niet eenige ge-
droogde bladeren af. Dat uilschraapsel heet pl�ret, en wordt
wel in koffie of thee gedronken. Hel morpbinegehalle van
bel toebereide opium en van pl�ret verschilt van 7,3 °/0 voor hel
eerste lot �,36 °/0 voor hel laatsle. Soms wordt een extract
van andiwalie (�inospora crispa) in plaats van opium gebezigd.
Verschillende aromalica mengt nu en dan onder onder het
geprepareerde opium.
De bovengenoemde opiumpijp, p�doelan, is een matig dik
stuk bamboe, dat aan de eene zijde is afgesloten, gewoonlijk
-ocr page 272-
\'234
door hel natuurlijke middelschol, dat zich juist bij eene gele-
ding bevindt. Die bamboe is somtijds zeer fraai met ingesneden
figuren voorzien IJichl bij de afsluiting is, in een kleine ope-
ning, de pijpenkop geplaatst, die den vorm van een puntig
schaaltje heeft, soms mei een tolvormige verdikking eronder,
en die gemaakt is uit hoorn, hout, ivoor, roode aarde of met
ijzer, zilver of goud beslagen, of wel uit die metalen \'/elf
vervaardigd.
Hel halletje bereide opium wordt op het kopje gelegd, een
weinig aangedrukt, aan de lamp aangestoken en dan door
zuiging aan hel open einde der bamboe opgerookt: er ontslaat
daarbij een licht sissend geluid, dal aanleiding gegeven beeft
lol de benaming opiumschuiven. Hel rooken zelf geschiedt
niet altijd op dezelfde wijze. Soms wordt de rook alleen eenige
oogenblikkcn in den mond gehouden en dan gewoonlijk door den
neus uilgeblazen: dat heel in hel Javaansch ng�sis; meestal
evenwel wordt hij ingeslikt of liever in de luchtpijp geslurpt,
daar eenigen lijd gelaten en dan door mond en neus verwij-
derd: dat noemt men nj�r�l.
Is de pijp in tien tot twaalf trekken ledig gerookt, dan legt
de rooker zich neer, om onder den invloed van hel gebruikte
in slaap te vallen. Die slaap is gewoonlijk zeer kalm en de
slaper vertoont eigenlijk geen verschijnselen van opiumvcrgif-
tiging. Dr. N. von Miclucho Mac.lay nam op zich zelven eene
proef met. hel rooken van opium, waarbij hij werd geobserveerd
door Dr. C. Clouth te Honkong, en besebreel die proef in hel,
Natuurkundig Tijdschrift voor N. I., Deel XXXV. Uil hel daar
gezegde ziet men, dal bet rooken der eerste pijpen al zeer
weinig effect bad, en eerst bij de twee en twintigste pijp een
gevoel van welbehagen ontstond, met sterk geinjiceerde conjunc-
tivae, terwijl bij de zes en twintigste pijp eenige vermindering
van het aantal polsslagen en ademhalingen (2 per minuut min»
der) was waartenemen.
Dr. Maclay rookte, in 23/4 uur, 107 grein geprepareerd
opium uit 27 pij pen en ondervond gcene nawerking. Hij val
-ocr page 273-
238
de resultalen zijner proef samen in deze woorden:» Tenslotte
«merk in nop; np, len eerste dal men minstens langer dan
»een uur voortdurend moei rookeu. om eene in hel 002; vallen-
»de werking van hel opium Ie hespeuren: len tweede, dal
.eerst de bewegingsorganen worden aangedaan en daarna de
»zenuwcentra; len derde, dal de zintuigen (gezicht en gehoor;
»aan verkeerde indrukken lijden, maar dal, ten vierde, geen
«Imllucinali�n, beelden of droomen onder het opiumrooken optre-
»den (Ik druk hier bepaald op, omdal mijne waarnemingen
»met de opgaven van de meesle schrijvers, die over opium-
»rooken spreken, in tegenspraak zijn). De werkzaamheid der
«hersenen is eer gedeprimeerd dan opgewekt. hel denken
«wordt voortdurend langzamer en moeielijker. Hel geheugen
»verminderl en len slotte denkt men aan niets.
«Nadat men een voldoende hoeveelheid opium gerookt heeft,
«komt men in een toestand van diepe rust: deze toestand is
«zeer eigenaardig: men heeft een gevoel, dal men naar niets,
«absoluut volstrekt niets (ahsolut r/ar nichts), verlangt.
«Daar men zich volstrekt niets herinnert, volstrekt niet denkt,
«niets wenschl, zoo is men in een toestand om zijn eigen »ik"
«te verliezen.
«Dit gevoel van rust en van niets Ie verlangen is zoo aan-
"Irekkelijk en zoo aangenaam, dat men hel helrcuren zou uil
«dien toestand gevvekl Ie worden."
De meeningen omtrent den invloed van hel matige opium-
rooken op de gezondheid zijn even verschillend, als omtrent
dien van hel alcoholgebruik. Ik verklaar mij een hepaalde
tegenstander er van. De gevolgen van het veelvuldige en ruime
gehruik hehooren in het tweede deel van dit hoek te huis.
Hel opiumschuiven heeft, wat de rijkeren betreft, in hel
eigen huis plaats, terwijl minder bedeelden gewoonlijk gehruik
maken van de zoogenaamde opiumkit, een hoogst eenvoudig,
meestal van bamboe opgetrokken lokaal, waarin eene bal�-bal�,
met eene paar hoofdkussens het ameublement uitmaakt. Dcr-
gelijke lokalen zijn meestal verbonden mei de depots, waar de
-ocr page 274-
2�6
amfioenpachter zijn bedrijf laat uitoefenen, en niet zelden is
een lupanarium daarbij, of dicht in de buurt aanwezig.
Somtijds wordt onder de tabak voor sigaretten wat opium
gemengd.
Enkele, weinige inlanders drinken een kleine hoeveelheid
Ijandoe in koffie opgelost of maken gebruik van baschisch, in
den vorm van een drank, van sigaretten of van een tabaks-
pruim. Zeker is bet, dal drinken of pruimen van zulke ver-
doovende middelen veel nadeeliger is dan bel rooken. Immers
wordt bij het inwendig nemen van Ijandoe de daarin voorko-
mende morphine rechtstreeks in bet lichaam gebracht, terwijl
bij hel schuiven de temperatuur van bel gloeiende opium in
de pijp booger is clan bel onllcdingspunl van morphine. Die
stof is dus veranderd voor zij mei den rook kan worden medege-
voerd. (Mac-Collum , Pharmaceulical Journal and Transactions
3e Serie, No. 596.�1882.).
AANHANGSEL.
Met een enkel woord kan hier nog melding gemaakt wor-
den van de moeite, die Oostersche volken in bel algemeen zich
geven om de uiloefening van den geslachtsdrift lol een grooter
genot te maken.
De inlanders en de Chineezen brengen een band van iu elkaar
gevlochten paardenhaar, waarvan aan alle zijden de uiteinden
der haren naar builen steken, om hel colluin glandis, welke
band somtijds vervangen wordt door de afgesneden ooglidsran-
den van een geit of een schaap; ook leggen zij verschillende,
prikkelende, aromatische middelen op den penis, ten einde de
geslachtsorganen der vrouw Ie irrileeren; die mengsels beelen
djoegi, een woord, dal, volgens Roorda van Eysinga, in bel
Nederlandsril zou zijn overgenomen als jochie. Heiwerkwoord
mendjoegi beleekent aangenaam prikkelen en wordt o. a. ge-
bezigd voor hel wrijven der ooglidsranden, waartoe de Chinee-
-ocr page 275-
257
zen een afzonderlijk instrumentje bezitten. De vrouwen be-
zigen plantaardige, lichte adstringentia en zuren, v��r de
uitoefening van den coitus, ten einde het lumen van de vagina
te vernauwen.
Papoea\'s gaan zoover, dat reeds aan kleine meisjes een soort
van gymnastische oefeningen worden geleerd, die later dun man
ten goede zouden komen hij de uitoefening van den coitus,
terwijl de Dajaks, die bovendien zeer dikwijls pederasten zijn,
den penis dicht hij den glans doorboren met een scherp stukje
hout of heen en aan de uitstekende einden van dat houtje halletjes
of spoortjes bevestigen , die moeten dienen om de inwendige vlakte
van de vagina te prikkelen eu daardoor sterkere samentrekkingen
van den constrictor cunni te krijgen. Een zoo toegeruste penis
bevindt zich o. a. in het pathologisch-anatomische kabinet van
het Groot Militair Hospitaal te Weltevreden.
De Chiueczen gebruiken, ter opwekking, inwendig de zeer
duur betaalde wortel van Panax quinquefolium, die som geheeten
wordt. Ook bereiden zij aftreksels van verschillende embryo\'s,
vooral van geiten en herten, op tjoe of arak. Het meest gezocht
zijn die van tijgers: Ijoc-maljan. Somtijds laat men ook de
pas uitgekomen horens van herten met arak aftrekken.
Inlanders hechten groote waarde aan den met veel omslag
bereiden en gedroogden penis van de hoaja (Grocodillus biporea-
tus) en van de doejong (Halicore dujong): bet afschraapsel van
die gedroogde deelen wordt met water vermengd of afgetrokken
en dat water gedronken. Dat voorbeeld wordt door Europeanen
en kleurlingen gevolgd, die zelfs wel eens gebraden testikels
van herten met hetzelfde doel eten.
Eetbare vogelnestjes, schildpadeieren, haaien vinnen, tripang,
duerian,
oude pinang-noien, boewah nona genieten een zekere ver*
maardheid ten dezen opzichte. Overgevoelige vrouwen van
gekleurd of gemengd ras zenden den man harer tijdelijke keuze
doerian ten geschenke of zetten hem die voor, bij wijze van
liefdesverklaring (Dr. F. J. van Leent).
            ,
Een kleine visch, ikan tangkoer genaamd, dien ik niet nader
17
-ocr page 276-
288
kan bepalen, wordt, gedroogd, in den gordel om het middel
gedragen, waardoor de geslachtdrift zou worden opgewekt;
die visch is zoo zeldzaam, dat somtijds honderd gulden voor
een exemplaar betaald wordt. Hij komt alleen voor, zoover
ik weet, in de residentie lianjocmas.
Men vindt somtijds medegedeeld, dat Arabieren gebruik maken
van obat l�y�n, om sterk te worden (djamoe kocwal). In de
obat legen zou arsenik aanwezig zijn en zij zou wel eens in
zoo groote hoeveelheid gebezigd worden, dat er de dood op
volgt. Het is evenwel waarschijnlijk, dal die obat legen het-
zelfde preparaat is, waarover Dr. J. Gro.neman te Djogjakarla
belangrijke mededeelingen deed in Deel XXI en XXII van
het Geneeskundig Tijdschrift voor N. I. Die stof, ook wel
d�ndang genaamd, wordt door enkele Javanen en kleurlingen
als aphrodisiacum gebruikt, daar zij meenen, dat vermindering
van het vermogen om erecti�n te krijgen daardoor zou verbe-
teren of herstellen. Meestal evenwel bezigt men die obat legen als
geneesmiddel tegen verlamming der onderste ledematen en tegen
syphilitische huidaandoeningen. De slof wordt verkocht in den
vorme van roko\'s, daar zij in een gedroogd palmblad is ge-
wikkeld. De roko legen, van 3�8 grammen wegende, kosten
� 8 tot � 10 per stuk.
De Heer E. Verschooff vond in de roko legen 12,47% strych-
nine, maar geen brucine of cantharidine. Volgens genoemden
schrijver vond Dr. A. W. M. van Hasselt die roko legen vol-
komen identisch, naar het schijnt, met de strychninehoudende
stoffen, die hem herhaaldelijk uit Borneo toegezonden of aange-
bracht waren, als bevaltene het blaaspijl-vergift der Dajaks,
en dat door hen uit Strychnos-soorten, met verschillende bij-
mengsels van plantaardige, mogelijk ook wel van dierlijke af-
komst, bereid werd.
Het komt mij overbodig voor hier meer dergelijke handel*
wijzen medetedeelen, hoewel aanteekening verdient, dat het
opium, tengevolge zijner deprimeerende werking, doorChinee-
zen en inlanders wordt gerekend te behooren lorde middelen,
-ocr page 277-
289
die \'den geslachtsdrift bevoordeelen. De verklaring dezer con-
tradictio in terminis vindt men in de hier volgende aanhaling
uit Jan Huyuen van Linschote.n\'s «Itcrinarium, ofte Schip-
vaert naer Oost ofte Portugaels Indien." (Anno 1614), welk
werk ik reeds meermalen aanhaalde en waarvan een oudere
editie bestaat, die ik evenwel niet ter beschikking had. Na
over eenige redenen gesproken te hebben, die aanleiding geven
tot gebrmk en misbruik van »Amfion", zegt hij : »maer ghe-
«bruyckent meest om die oncuysheyt, want maeckt dat een
«persoon zijn zaet langh op hout ende verlancksaem comt,
«t\'welcke die Indiaensche vrouwen geerne hebben om met den
«man gelijckelick haren nature te volbrenghen, doch die \'t
«veel eet en useert worter metter tijt gheheel impotent en
«onvruchtbaer af, want verdroogt e�� vercoul geheelijc het zaet
«vande persoon «liet ghebruyct, gelijckt de Indianen zelfs
«betuyghen, waarom hel van die groote Heeren seer weynigh
«gebruyckl wort, dan alleenlijck om oorsake boven verhaelt."
-ocr page 278-
BEWEGING EN RUST.
Er wordt, als regel, door de Europeanen, Armeni�rs en Chi-
neezen in Indi� veel gearbeid. Heeft men zich, in Europa,
wel het denkbeeld gevormd, dat het heete klimaat van zelf
een meer gemakkelijk leven medebrengt, dan blijkt het, al
spoedig na aankomst in Indi�, dat men zich heeft vergist.
Inlanders werken somtijds ook veel, maar zeer onregelma-
tig. Er zijn lijden van bet jaar, dat de landbouw van de
bewoners veel arbeid eiscbl, of dat heerediensten moeten wor-
den gepresteerd, maar andere tijden, dal er weinig behoeft
gewerkt te worden. Van de bevolking kan met zeer enkele uil-
zonderingen worden beweerd, dat zij weinig of niets meer
doet dan voor haar levensonderhoud noodig is, en dal is nie
veel; de vruchtbare bodem levert gemakkelijk genoeg voedsel;t
kleeding, wij zagen dat reeds, is niet veel noodig; verwarming
is onbekend, en dus is een kleine verdienste voldoende; sparen
is een groote zeldzaamheid onder de geringere volksklasse; bij
het bouwen van huizen en de bearbeiding der velden helpen
bovendien de bewoners en eigenaars elkaar.
Lichaamsbeweging maken de inlanders over het algemeen
genoeg; zij kunnen verbazende afstanden te voet afleggen, zelfs
beladen met zware lasten, en zij zijn allen goede paardrijders.
Hun geloof aan het onverbiddelijke noodlot maakt hen, als
de omstandigheden daartoe leiden, tot uitstekende, moedige,
zelfs lichtzinnige jagers. Men leide uit het feit, dat het hoofd-
voedingsmiddel, de rijst, weinig voedingswaarde bevat, niet het
gevolg af, dat de inlanders weinig spierkracht en arbeidsvermo-
gen bezitten. Integendeel verrichten zij zwaren arbeid, als het noo-
dig is, en kunnen dat lang volhouden(zie pag. 233). Bij behoorlijk
-ocr page 279-
261
toezicht en goede betaling kunnen zij zeer veel werk doen. Dat
bewijzen de arbeiders in fabrieken en aan groote werken, bijv.
het kappen van bosschen, grondverzet en dergelijke; voor het
laatste kan men, om een voorbeeld te noemen, op 2 a 5 kubieke
meters per man en per dag rekenen.
De inlanders slapen, als bet hun te pas komt, op alle uren
van den dag en overal, met of zonder een klein rolkussen als
hoofdkussen: zij houden zich volstrekt niet aan nachtrust; bij
helderen maneschijn zitten zij.dikwijls een groot gedeelte van
den nacht bij elkaar; bij feesten denken zij niet om slaap;
maar daarentegen kunnen zij overdag uitstekend en vast slapen»
al wordt er ook veel rumoer gemaakt; door dit feit worden
de van hen gevorderde nachtdiensten, als gardoe (nachtwacht)
minder drukkend.
Chineezen leven regelmatiger; zij gaan, ten minste te Batavia,
gewoonlijk om half negen \'s avonds naar bed en staan om vijf
ure \'s morgens op. Zij zijn gewoonlijk zeer arbeidzaam en heb-
ben , vooral als handwerkslieden, voldoende lichaamsbeweging.
Wat de Europeanen betreft is de afwisseling tusschen rust
en beweging, slapen en waken, zeer uiteenloopend.
Verreweg de meeste Europeanen maken te weinig lichaams-
beweging; het valt evenwel niet te ontkenen, dat niet zelden
de oorzaak daarvan gezocht moet worden in de dagelijksche
werkzaamheden. De meeningen, in Europa vrij wel gevestigd,
omtrent den aard en de uitgebreidheid der persoonlijke werk-
zaamheden van Europeanen in India, zijn onjuist. Het blijkt
telkens uit geschriften, dat in Europa het denkbeeld bestaat,
hoe het heete klimaat van zelf aanleiding geeft tot minder
lichamelijken of geestelijken arbeid; dat blijkt nog meer bij
de waarnemingen van pas aangekomenen of vreemdelingen, die
niet zelden hunne verbazing te kennen geven over de groote
hoeveelheid werk, die door ��n persoon in Indi� wordt gedaan.
Er zijn maar weinigen, die een gemakkelijk leven leiden.
-ocr page 280-
262
Ambtenaren werken, om den kortsten tijd te noeme, van 8 ure
\'s morgens tot 3 ure \'s middags en moeten dikwijls, zoo zij een
iets hoogere positie dan klerken innemen, ook nog \'s avonds te
huis arbeiden, waarbij als regel geldt, hoe hooger positie, hoe
meer werk; kooplieden gaan tegen 9 ure naar hunne kantoren
(lokalen, die altijd gesloten zijn, als er niet in gearbeid wordt
en die dus des morgens alles behalve frisch kunnen worden
genoemd) en keeren om !> of 6 ure huiswaarts, terwijl velen
nog \'s avonds werken; aan de groote bouwwerken zijn alle
ge�mployeerden 12 uren van de 24 in arbeid; op de landbouw*
ondernemingen worden de vroege morgen* en de namiddaguren
besteed voor het toezicht en de regeling der werkzaamheden
op het land, terwijl dan de dag en de avond door administratieve
bezigheden worden ingenomen; op de suikerfabrieken moet in
den oogsttijd dikwijls het werk des nachts worden doorgezet;
militairen, in de garnizoenen, hebben gewoonlijk geen zwaren
arbeid, op expediti�n daarentegen wel; en de geneesheeren
hebben waarlijk niet te klagen over te veel vrijen tijd; civiele
dokters hebben hunne ziekeninrichtingen, waarin meestal te
veel zieken zijn voor het kleine, geneeskundige personeel, dat
bovendien armen en laag bezoldigde ambtenaren behandelen moet
en zich genoodzaakt ziet in een behoorlijk levensonderhoud te
voorzien door particuliere praktijk; particuliere geneesheeren, die
een praktijk van eenige beteekenis hebben, zijn, ook ten gevolge
der verre afstanden, hel grootste gedeelte van den dag aan hel
werk en in het aantal militaire geneeskundigen is meestal een zoo
groot te kort, dat zij niel over veel vrijen tijd kunnen beschikken.
Ik heb omstreeks de jaren 1865 en 1864, toen een officier van ge-
zondheid van het Nederlandsche leger, bij zijn kortstondig verblijf
in Indic, zijne verbazing te kennen gaf over het groote aantal zie-
ken, dat door jongere officieren van gezondheid behandeld werd,
nagegaan in welke verhouding de dienst in Indi� op, sommige
plaatsen, stond tot dien in Nederland. Van de toen verkregen
resultaten noem ik twee voorbeelden: hel aantal verpleegde
zieken te Onrust en te Nijmegen was ongeveer gelijk. In de
-ocr page 281-
263
laatstgenoemde stad bevonden zich een hoofdofficier van gezond-
heid, twee der eerste, twee der tweede, twee der derde klasse
en een militaire apotheker der derde klasse; terwijl op het
eiland Onrust was geplaatst ��n officier van gezondheid s�c.
Het aantal verpleegde zieken in het Groot Militair Hospitaal te
Weltevreden bedroeg gemiddeld de helft van het geheele getal ver-
pleegde militairen in geheel Nederland; in dal hospitaal deden
dienst een dirigeerende officier van gezondheid, twee der eerste,
drie der tweede, drie der derde klasse, een militaire apotheker
der eerste, een der tweede en drie der derde klasse; het geheele
aantal varieerde wel eens, maar bedroeg gemiddeld acht of negen
geneesheeren en vijf of zes apothekers, van wie er altijd eenige
tevens bezig waren met het afnemen en afleggen van het exa-
men voor een hoogeren rang, terwijl in de apotheek ook alle
recepten voor het garnizoen en voor het geheele personeel van
de groole gouverneinents-koslschool (het Gymnasium Willem
III) moesten worden toebereid.
Ook Dr. G. Luchtmans maakte in hel Militair Tijdschrift
(1870) de opmerking, dat in 1861 te Amoenlhaij (Zuider-en
Ooster-afdeeling van Borneo) door ��n officier van gezondheid
der 2e klasse, die bovendien het opzicht had over de vaceine,
de zieke bevolking behandelde en nabijgelegen posten moest
bezoeken, werden behandeld 2124 zieken, waarvan vele be-
langrijke operati�n moesten ondergaan; in datzelfde jaar wer-
den in de garnizoensinlirmerie te Zutfen verpleegd tusschen de
300 en 400 lijders door drie officieren van gezondheid, ��n der
eerste, ��n der tweede en ��n der derde klasse.
Ik had, in een ander boekje, de gelegenheid op te merken
hoe de zoo belangrijke opereerinethode volgens Lister soms niet
kon worden toegepast wegens gebrek aan tijd. Doch genoeg
hiervan. Het feit staat vast, dal er in den regel zeer weinig
vrije tijd overschiet voor Europeanen, die hun werkkring in
Indi� kozen.
Is het eenigszins mogelijk, dan doel men verstandig,vooral
-ocr page 282-
264
indien de gewone werkzaamheden een zittend leven medebren-
gen, eenige oogenblikken in de vroege morgenuren of de koe-
lere avondstonden, aan den arbeid te ontwoekeren, ten einde
eene wandeling te maken, paard te rijden of gymnastie
te doen.
Paardrijden is zeker het meest nuttig, omdat daarbij zoovele
spiergroepen in werking komen, zonder dat er buitengewone
vermoeidheid ontslaat en ook omdat de snelle beweging door
de lucht gunstig werkt op de adeinhalingswerkluigen. Even-
wel moeten wandelingen of het toeren in een goed rijtuig,
o. a. bij aandoeningen van de lever of van de milt, boven paard-
rijden worden gesteld. Vele mannen doen voorzichtig bij het rij-
den een suspensoir te dragen, daar het scrotum meestal slap neder-
hangt. De beste, maar ook de duurste, mij bekende suspensoirs zijn
de »U. S. Army suspensory bandage\'s" van Rawso.n, die hen
«Patent elastic self-adjusting" noemt. Vrouwen moeten een
korset of een koelang dragen tot ondersteuning der borstklieren,
die anders, bij het schudden, pijnlijk worden.
Verkiest men een ferme wandeling in de morgenuren, dan
is het aan te bevelen eerst een kop koffie of thee te drinken.
Wie liefhebberij in bloemen heeft, kan in den tuin werken,
maar mist dan natuurlijk het opwekkende van een meer gelijk-
matige en sterkere spierbeweging; en juist die is wenschelijk
om door de eenigszins versnelde hartsbeweging de nadeelen te
voorkomen der congesti�n, die als uitwerkselen der klimaats-
invloeden moeten worden beschouwd, een onderwerp, waarop
later wordt teruggekomen.
Gymnastie is voor kinderen en jonge lieden zeer aanbevelens-
waard en wordt dan ook, gelukkig, op de meeste scholen be-
oefend; dal voor die in-en tevens uitspanning, zooveel mogelijk,
de koelste uren behooren te worden gekozen, is duidelijk. Voor
eerstbeginnenden is hel best de namiddaguren, na 5 ure, te ne-
uien, omdat de ongewone inspanning, gedurende de vroege mor-
genuren, een zoo groote afmatting te weeg brengt, dat het leeren
daarna inoeieliik wordt. Is men eenmaal aan gymnaslische
-ocr page 283-
268
oefeningen gewoon, dan kunnen die ook \'s morgen vroeggeno-
men worden en is dat te verkiezen boven den middag.
Roeien, criquet, biljarten, croquet, lawn tennis en dergelijke zijn
niet minder nuttig; de drie laatste genoemden verdienen ook
aanbeveling voor vrouwen, die wel wat al te veel beschuldigd
worden van leeg te zitten. Het is in de laatste jaren volstrekt
geen bijzonderheid, vrouwen te ontmoeten, die dagelijks een
ferme wandeling doen of paardrijden; maar bovendien geeft
een Indisch huishouden werk genoeg aan de nijvere huisvrouw,
die hare plichten betracht en wel werk, waarbij het niet te
pas komt in een luiaard- of wipstoel te zitten. Hel dikwijls
gegeven type van eene dikke schommel, die, met een s�langan
koentji-koentji
(een sleutelbos aan een zakdoek geknoopt) over
den schouder, van het bed naar een wipstoel schuift, en alleen
wat opleeft in hel. bad, verdwijnt meer en meer. Bij het ver-
minderen van het aantal fortuinen van eenig aanbelang, is van
zelf de noodzakelijkheid lot meer werken, ook voor vrouwen,
geboren. De Engelschen vooral zijn de personen, die systema-
tisch de meeste lichaamsbeweging in Indi� maken en daartoe
wandelen, paardrijden, criquet en zoovele andere spelen ver-
kiezen; zij overdrijven die oefeningen niet zelden.
Het niet nemen van beweging is volstrekt niet altijd het gevolg
van de deprimeerende werking van het klimaat, maar veel meer
van luiheid. Wie in Indi� aankomende een drukken werkkring
vindt, is gewoonlijk gezonder dan wie den eersten lijd in een
luiaardstoel kan doorbrengen; ook dit bespreken wij later.
Niet ieder heeft dezelfde hoeveelheid slaap noodig; dat hangt
af, de gewoonte daar gelaten, van de constitutie. De meeste
Europeanen, die over dag hard werken, slapen 8 a 9 uren, het-
zij alleen \'s nachts, hetzij verdeeld in tweeen , de grootste helft
des nachts en een of twee uren op den middag. Dat laatste
is evenwel volstrekt niet algemeen. Praeger , die weinig tijd aan
den wal doorbracht, trekt tegen dien middagslaap te velde, en
zegt, dat hoogstens een half uur sluimeren in een luiaardstoel
-ocr page 284-
266
mag worden toegestaan. Hij schrijft aan dien iniddagslaap
zooveel leelijke gevolgen toe, dat ik die maar niet zal opsom-
men, vooral ook, omdat ik Lel volstrekt niet met hem eens
ben en er geen argumenten te weerleggen vallen, daar hij
alleen beschuldigt, maar niets betoogt; was dat laatste het
geval, dan zou ik meencn er niet over te mogen zwijgen.
Wiens werkzaamheden er toe leiden des middags niet te rusten,
doet het best, dat ook nooit te doen; zulk een enkele maal
er tusschen in, heeft de middagslaap niets verkwikkends,
maar geeft integendeel een onaangenaam gevoel bij het opstaan.
Voor wien het gewoon is, is die slaap zeer verkwikkend en
bijna een noodzakelijkheid. Praktiseerende geneesheeren, die
een geheelen morgen van 7 tot 2 ure hebben rondgereden,
doen verstandig \'s middags minstens ��n uur te slapen, ook
omdat zij niet verzekerd zijn van een behoorlijke nachtrust.
Dr. C. Swavixg, die meer dan 50 jaren in Indi� doorbracht,
was die meening evenzeer toegedaan en gaf den raad daartoe
aan zijn jongere collega\'s. Het is dan ook een aangenomen ge-
bruik der geneesheeren, als de tijd hun daartoe niet ontbreekt.
Ik meen, dal het hier de plaats is op een paar gewoonten
Ie wijzen, die door inlanders algemeen, door kleurlingen veel,
door Europeanen somtijds worden gevolgd; ik bedoel pidjiel
en oerocl. Die beide bewerkingen zijn niet geheel dezelfde;
pidjiel is meer knijpen , oerocl wrijven. Dal systematisch knijpen
en wrijven nuttig kunnen zijn, ook bij abnormale toestanden
van het lichaam, is hekend, en dal heide als aangename prik-
kels reeds hij de volkeren der oudheid in zwang waren behoeft
niet herinnerd te worden. Zeer zeker zijn die bewerkingen
hoogst aangenaam bij groote spiervermoeidheid, en, hoewel som-
tijds zeer pijnlijk onder de operatie, is hel effect er van uitste-
kend. Nadeelen van die behandeling zijn alleen waarneembaar
bij menschen, die er, om hel zoo Ie noemen, misbruik van
maken en er zoo door verwend zijn, dal zij er niet meer buiten
kunnen, en bijv. niet kunnen slapen zonder geknepen en ge-
-ocr page 285-
267
wreven te worden; dat vindt men wel eens bij vrouwen. Wij
laten de aanwijzingen\' van de toepassing dezer wrijvingen bij
ziekelijke toestanden rusten, tot waar wij die zullen noemen
bij de behandeling van zieken en bespreken hier alleen het ge-
bruik er van in het dagelijksche leven,
Men zou de gewoonte bijna onder de middelen tot genot
kunnen brengen.
In den regel worden beide handelingen door reeds bejaarde,
inlandsche vrouwen uitgeoefend; in zeldzame gevallen vindt
men een man, die er slag van heeft. Daar ik misschien later
niet meer in de gelegenheid zal zijner op te wijzen, deel ik hier
nog mede, dat de geneesheer dikwijls zich verbazen moei
over de scherpe ontwikkeling van het gevoel bij die loelcang
pidjiet (toekang
is in het algemeen iemand, die een bedrijl
uitoefent, door het tweede woord aangegeven), in gevallen
waarin hij zelf niets abnormaals vindt. Wel is waar zou
men het »ada ocrat salah" (er zit een pees of een zenuw ver-
keerd) der toekang pidjiet op eene lijn kunnen [stellen met die
rheumatiek, waarvan gezegd is:
»Was man sich nicht erklaren kann.
"Schreibl man dem Rheumatismus an,"
maar \'t resultaat der behandeling, op die diagnose gegrond,
weerspreekt die meening te dikwijls, om de zaak zoo sterk
te veroordeelen. Het is mij (en niet mij alleen, maar meer-
malen met] andere medici te zamen) dikwijls voorgekomen, dat
klachten over locale! pijn bij volwassenen, of voortdurend
schreien door duidelijke locale pijn bij kinderen, niet uit een
pathologisch-anatomischen grond konden worden verklaard en
waarbij dan ook niets hielp; terwijl nu de loelcang pidjiet een
oeral salah voelde, en die niet door] anderen te herkennen viel,
was het resultaat der zeer pijnlijke massage in den regel het
bewijs, dat\'zij goed had gevoeld.
Bij pidjiet wordt met de volle hand :\'geknepen, en met de
duimen gewreven; het laatste meestal op die plaatsen, waar
een zenuwtak op een harde onderlaag kan worden gedrukt,
-ocr page 286-
\'268
zooals bijv. de nervus siipraorbitalis bij haar uittreden uit het
foramen supraorbitale. Daarbij worden in den regel geen olie
of dergelijke zaken gebruikt. Men staat verwonderd over de
groote kracht en nog meer over het langdurige volhouden,
waarover zulk een oude vrouw kan beschikken. De spier-
massa\'s worden een voor een met de volle hand geknepen en
gekneed, de zenuwen in haren loop met de duimen gewreven.
Oeroet is meer het wrijven van de spiermassa\'s in haar verloop,
waarbij de beweging der hand door een vette olie, liefst met een
aetherische gemengd, wordt gemakkelijk gemaakl. Kajoe-poetih-
olie is daarvoor veel in zwang, maar ook klapperolie en andere
oli�n zijn in gebruik. Meestal worden beide methoden gecom-
bineerd en daaraan toegevoegd het buigen en rekken der ge-
wrichten, zoodat die het bekende knappende geluid voortbrengen,
dat, bij toeval ontstaan , iedereen wel bij zich zelven heeft waar-
genomen , maar dat inlanders en kleurlingen dikwijls willekeurig
voortbrengen, dewijl zij die gewoonte aangenaam vinden. Dat
laten knappen der gewichten, vooral van de vingers, doen
zij ook veelal als zij verlegen zijn. Ook in Europa is het
bekend, dat de meeste Indische kinderen (les petits pays chauds
uit Alphose Daudet\'s Jack) dat kunslje hebben geleerd.
Na de pijnlijke operatie nu van pidjiel en oeroet ontstaat een
gevoel van welzijn, een aangename, zachte tinteling in de
behandelde lichaamsdeelen; vermoeidheid en pijnlijke aandoe-
ningen, door congestieve toestanden ontstaan, verminderen en
de onder handen genomene betreurt geen oogenblik de korte
opoffering, die hij zich door hel pijn lijden getroostte.
Dikwijls worden de gewreven ledematen, of hetgeheele lichaam,
daarna ingewreven met param, een poeder bereid uit Ijab� djavca
(Piper longum, Piper densum), bras ketan (�ryza glutinosa) en bras
padi
(Oryza sativa), waarbij somtijds wat ragie (zie pag. 165)
of kenljoer (Kaempferia galanga) gevoegd wordt. Inlanders men-
gen dit poeder gewoonlijk met water; Europeanen en kleurlin-
gen ook wel met arak, brandewijn of eau de cologne.
Dr. F. J. Kekst beweert, dat het overdreven gebruik maken
-ocr page 287-
269
van pidjiet aanleiding geeft tot zwakte der gewrichtsbanden met
de gevolgen daarvan, spontane ontwrichtingen. Ik heb die
bewering niet kunnen bevestigen.
Bij locale pijnen wordt ook eene afleiding op de huid ge-
maakt, door die lang en zacht met een cent (doewit) te
wrijven tot er een lichte ontvelling ontstaan is: die operatie
heet krok.
Onder de passieve bewegingen bekleedt, in Indi�, het rijden
in een rijtuig de eerste plaats. Vele betrekkingen brengen
van zelve de noodzakelijkheid van het gebruik van rijtuigen mede.
Op de grootere plaatsen is de uitoefening van de meeste werkzaam-
beden niet mogelijk zonder vervoermiddel. Toeren voor plei-
zier of voor gezondheid heeft meestal des morgens vroeg, of des
namiddags of des avonds plaats: \'s morgens zeer vroeg kan de
zon het aangename van het rondrijden nog al sterk vermin-
deren. Voor het genieten van frissche lucht is het rijden
in een open rijtuig, ook voor reconvalescenten, zeer aante-
bevelen; daartoe zijn de morgenuren, tusschen halfzes en
halfacht, het meest geschikt, mits er geen te sterke nevel
hangt; voor den land wind, die des avonds doorkomt, zijn som-
mige reconvalescenten zeer gevoelig, maar dat is \'s morgens
minder het geval; het loeren (even als het zitten) blootshoofds
in den helderen maneschijn leidt bij sommigen tot hoofdpijn,
waarom zij dan gebruik maken van een parasol.
Wil men nuttig effect zien van rijtoeren bij herstellenden
dan moet het rijden plaats vinden in rijtuig op vier wielen;
de zoo in de mode zijnde dos-a-dos op twee wielen zijn
daarvoor ongeschikt. In de eerste plaats deelen zich al de
bewegingen van het paard aan het voertuig mede; ten tweede
rijdt men gewoonlijk achteruit en mist daardoor voor een groot
gedeelte den invloed der inademing van een frisschen lucht-
stroom; en ten derde tocht het (ik weet geen juistere uit-
drukking er voor) onregelmatig in die dos-a-dos. Vooral vrouwen
-ocr page 288-
270
houden er van, alleen gekleed in sarong en kabaai, rijtoeren
in den vroegen morgen te doen en dan zijn juist dos-a-dos
zeer nadeelig. Wie er zijn aandacht op vestigt, zal spoedig
zien, hoe de sarong als een ballon opgeblazen wordt door
den daaronder spelendcn wind, en het is duidelijk dat de
daardoor ontslaande afkoeling der onderste ledematen en van
den onderbuik aanleiding geeft lot ziekten der buiksinge-
wanden. Zoo zag ik meermalen darmkalarrhen, kalarrhale
dysenterie en katarrhalen , witten vloed, ook wel onderdrukte
menstruatie ontstaan door het koude vatten in een dos-a-dos.
Veel heter zijn, voor minvermogenden, karretjes op veeren
(kahar peer), die vele nadeden der dos-a-dos niet bezitten.
De verhuurde dos-a-dos verdienen hun naam ten volle, daar
er zelfs geen rugleuning tot steun in het midden is aangebracht.
Over de keuze van een rijtuig voor praktiseerende artsen spreek
ik in het laatste hoofdstuk.
Wiegen zijn in Indi� gelukkig niet in gebruik, behalve bij
de Chineezen , wier kinderen altijd gewiegd worden. Sommige
baboe\'s leeren aan de kinderen de slechte gewoonte om in een
schommelsloel in slaap Ie worden gemaakt, wat natuurlijk
minstens even nadeelig is als de sloolende beweging der
Europeesche wiegen, al is de beweging der laatste zijdelings,
die der stoelen van voren naar achteren.
Schommelstoelen zijn in elk huisgezin voorhanden en steeds
in de voorgalerij, de gewone plaats om bezoeken te ontvangen,
aanwezig; zij worden, in de laatste jaren, veel meer gebruikt
om er eenvoudig op te zitten dan om er in te schommelen
(gojang); hel is werkelijk een uilzondering anderen, dan oud-
gaslen, uren lang heen en weer te zien wiegelen in zulk
een stoel.
Wij zullen in een volgend hoofdstuk zien, dat de bloeds-
omloop verandert in een heet klimaat; thans wordt alleen
opgemerkt dat een gevoel van vermoeidheid en zwaarte in de
heenen daarvan een in het oog loopend en tamelijk algemeen
voorkomend symptoom is. Hel onmiddelijke � gevolg van dat
-ocr page 289-
271
gevoel is de lust, bijna zeide ik de behoefte, om de onderste
ledematen hoog te plaatsen. De daarvoor zoo geschikte luiaard-
stoelen van verschillend model zijn dan ook algemeen in
gebruik. De behoefte om de beenen hooger te plaatsen is veel
sterker bij mannen, dan bij vrouwen; moge de gewoonte, door
de �tiquette gevormd, daartoe veel bijdragen, wellicht is de
maandelijksche bloedvloeiing en de daardoor verminderde bloeds-
ophooping in den onderbuik ook niet geheel zonder invloed.
Alleen meer beschaafde inlanders gebruiken nu en dan een
luiaard- of een schommelstoel; als zij behoefte hebben om de
beenen uit te strekken, gaan zij op een bal�-bal�liggen; overi-
gens is een door hen geliefde positie het zitten met, onder hel
lichaam, gekruiste beenen, of ook wel hel eenvoudig nederhurken
(djongkok), dat zij bijzonder lang kunnen volhouden.
Zeer kleine kinderen van inlanders worden gewoonlijk te slapen
gelegd, ten minste overdag, in een mand, met groote openingen
lusschen hel vlechtwerk, die hier of daar aan een pnar louwen
wordt opgehangen en dan geschommeld; in plaats van de
mand treedt ook wel een sarong of een kain pandjang, die dan
een soort van hangmat vormt, welke ajoen-ajoenan (schommel)
genoemd wordt.
Pasgeboren, Europeescbe kinderen worden gedurende de
eerste maanden gelegd op een zeer dunnen, met kapok gevulden
hultzak en daarop gedragen. Die kleine bullzak heeft den
weinig welluidenden naam pislap. Op dien pislap liggen de
kinderen ook te slapen en worden dan tegen muskietensteken
beveiligd door een kodjong, zijnde een met gaas bekleede,
kleine tent, van ijzer of rolan vervaardigd, die in elkander
kan worden geslagen, op dezelfde wijze als een rijtuigkap.
Jonge kinderen moeten na \'s avonds zes ure niet in de bui-
tenlucht gebracht worden, terwijl zij \'s morgens na halfzes
reeds naar buiten kunnen gaan.
Kinderen, die nog niet of niet lang kunnen loopen, wor-
den gedragen in een langen doek, slendang geheeten, die
-ocr page 290-
272
gewoonlijk over den rechterschouder van de draagster door
eenvoudig insteken van het eene einde wordt bevestigd; eene
manier van vastmaken, waarover men zich verwonderen moet,
dat die stevig genoeg is, In den, op de linkerheup der draagster,
gevormden zak wordt het kind geplaatst, meestal met de heenen
schrijlings over de heup der vrouw. De methode is voor de
draagster en het kind gemakkelijk en in den regel zonder nadeel;
zij brengt evc.rvvel de noodzakelijkheid mede om zeer op de
reinheid en vooral op huidziekten, bij de baboc\'s, te letten, terwijl
het niet te ontkennen valt, dal er zich door de aanraking der
beide lichamen nog al warmte ontwikkelt. De drukking, die
de draagdoek te weeg brengt, kan soms aanleiding geven lot
belemmering in den aderlijken bloedsomloop van de onderste lede-
maten: ik zag er wel eens licht oedema pedum door ontstaan,
vooral bij zwakke kinderen. Daar bet kind zich voortdurend
aan dezelfde zijde der draagster bevindt, bestaat de mo-
gelijkheid dat de ��ne vrije arm van hel kind zich meer ont-
wikkelt dan de andere; het kan daardoor linksch worden.
De inlandsche vrouwen dragen liet kind nooit aan bare rech-
terzijde; zij beweren, dat hel daardoor spoediger zou sterven.
-ocr page 291-
AKKLIMATATIE.
Ten einde een kort opschrift boven dit hoofdstuk te kunnen
plaatsen, koos ik het woord akklimatatie, dat ongeveer uitdrukt,
wat thans ter bespreking komt. Nadat wij een blik hebben
geworpen op het land, het klimaat en de woningen, die ons
het meest geschikt voorkomen voor de verschillende bewoners,
hebben wij die menschen zelven in \'het kort beschouwd, hun
kleeding, lichaamsreiniging en voeding nagegaan en zijn ge�in-
digd met het een en ander in het midden te brengen over bewe-
ging en rust. Op die gegevens steunende, kunnen wij nu on-
derzoeken , welke uitwerking de genoemde invloeden op de bespro-
ken menschen uitoefenen en in zooverre is dus het gekozen
opschrift onjuist, omdat niet uitsluitend de invloed van het
klimaat en het gewennen daaraan door vreemden hier ter sprake
moeten komen. Ik meen, dat in den regel, door schrijvers
over het akklimatatie-proces, de overige invloeden, buiten den
hoogen warmtegraad, te veel uit hel oog verloren zijn en dien-
lengevolge verschijnselen aan het klimaat werden toegeschreven,
waarvoor wel andere oorzaken zijn op te sporen.
Hel spreekt wel van zelf, dat de voor- of nadeelen van het
verblijf in een land zich het duidelijkst zullen openbaren bij in-
dividu�n , die niet in dat land te huis belmoren, en zoo zal hier
dus de invloed op de Europeanen en op de Chineezen op den
voorgrond treden, al zullen wij daarbij dien op inlanders
niet veronachtzamen. De in vrocgercn lijd dikwijls gestelde
vraag: of de mensch geschikt is om onder alle hemelstreken
Ie leven en voort te planten , moet, in zoo algemeenen zin
gesteld, bevestigend beantwoord worden; immers er leven onder
alle hemelstreken menschen.
48
-ocr page 292-
274
Een andere, gewichtiger vraag, eigenlijk alleen een beter
geformuleerde uitdrukking der vorige, is deze: kan een men-
schenras, onder een zekere hemelstreek levende en daaraan
gewoon zijnde, zonder nadeel voor den individu en met de
mogelijkheid tot voortplanting, naar een andere hemelstreek
worden overgeplaatst?
De mogelijkheid dier overplaatsing, zonder nadeel voor den
individu, wordt bewezen door het gioote aantal menschen, dat
daartoe ten voorbeeld strekt; evenwel is niet elk individu ge-
schikt om eene groole verandering van klimaat, met den aan-
kleve daarvan, te doorslaan. Ongetwijfeld is er wel niemand,
die eene belangrijke verwisseling van luchtstreek beproeft, zonder
er eenig gevolg voor zijn gezondheidstoestand van te ondervin-
den, en zijn er menschen, wier lichaamsgestel hen voor zulk
eene verwisseling volkomen ongeschikt maakt.
Dat er in Nederlandsch-Indi� zeer vele plaatsen, zelfs land-
streken, zijn, die niet alleen voor den vreemdeling, maar ook
voor den inboorling nadeelig op de gezondheid inwerken, is
bekend.
Het zal, vooral ter voorkoming van herhalingen, wel niet
mogelijk zijn, al wat tot dat onderwerp behoort, onder afzon-
derlijke rubrieken te brengen , als daar zijn: de invloed van de
heete luchtstreek op den inboorling; die op den vreemdeling,
zoowel bij zijne aankomst, als bij langer verblijf; de
mogelijkheid der voortplanting van vreemdelingen en dus van
kolonisatie; de grootere of mindere geschiktheid om aan vreemde
invloeden weerstand te hieden; de statistische gegevens, die er
bestaan, om enkele opmerkingen nader toe te lichten, enz., enz.
Mij schijnt het beter en zeker aangenamer al die onderwerpen
te behandelen, waar zij, als van zelve, bij den gang der
redeneering eene plaats zullen vinden.
Wij willen eerst een blik werpen op de gegevens voor statis-
tiek in Indi�, in het algemeen, en de weinige vertrouwbaarheid
dier cijfers aantoonen. Wil men zich bepalen tot wat
-ocr page 293-
27K
bekend is geworden omtrent de sterfteverhouding, dan zijn
de meest verlrouwbare bronnen daarvoor te vinden in de
verslagen van den militair-geneeskundigen dienst. De eind-
cijfers zijn altijd juist: de legersterkte is bekend en het aan-
tal overledenen evenzoo: op die cijfers valt dus niets aan te nier-
ken; wil men die evenwel gebruiken om een inzicht te krij-
gen van den werkelijken toestand dan moeten de resultaten
van een zoo groot mogelijk aantal jaren worden genomen, ten-
einde den invloed te verminderen, die expediti�n, enz. op de
normale verschijnselen hebben gehad. De groote waarde even-
wel der militaire statistiek is voornamelijk gelegen in de om-
standigheid, dal daarbij Europeanen (met uitsluiting der Negers,
die overigens in het leger als Europeanen worden beschouwd)
en inlanders uit elkander zijn gehouden, terwijl beiden, zooveel
mogelijk, onder dezelfde voorwaarden verkeerden, waardoor dus
een vergelijking op goeden grondslag rust. \'t Is waar, die
gegevens loopen alleen over mannen, en wel over mannen van
ongeveer 20��Ojarigen leeftijd, allen, zooveel mogelijk gezond
bij hunne indiensttreding, levende onder dezelfde toestanden,
waarbij alleen de voeding en kleeding naar hel ras zijn gewij-
zigd. Ik wil daarom hier eenige cijfers mededeelen, die
betrekkelijk groote waarde hebben voor onze volgende beschou-
wingen.
De sterfte der Europeanen bij het Nederlandsch-Indische
leger was van hel jaar 1819 lot 1849 gemiddeld 11.590/o.
De grootste sterfte kwam, in die periode, voor in hel jaar
1828, toen zij bedroeg 29.41°/0, en de kleinste in het jaar
1848, toen zij slechls 5°/0 was.
Omtrent de inlandsche troepen heb ik over die jaren geene
goede gegevens kunnen vinden. De genoemde cijfers zijn even-
wel van belang, omdat wij zullen zien, dal in een volgende
periode de gemiddelde sterfte onder de Europeanen is afge-
nouien.
Van hel jaar 1830�1879, dus over eene periode van dertig
jaren zijn de cijfers der sterl�e in hel leger, voor de eilanden
-ocr page 294-
276
Java en Madura, met nauwkeurigheid bekend en de hierbij
gevoegde staat geeft een overzicht daarvan, waarbij bovendien
de kustplaatsen zijn afgescheiden van de plaatsen in het bin-
nenland, eene afscheiding, die reeds vroeger als nuttig is
genoemd.
PROCENTISCHE sterfteverhouding in het Nederlandsch-
Indischc leger over het dertigjarig tijdvak
van 1850�1879, voor de eilanden Java
en Madura.
Gemiddeld.
Voor de kustplaal-
sen.
Voor de plaatsen
binnen \'s lands
Europeanen...
3.93
3.78
7.276
4.211
4.625
2.35
Eer wij overgaan tot eene nadere beschouwing dezer cijfers,
is het wellicht nuttig ook de beide uitersten te noemen, die
in die dertigjarige periode zijn voorgekomen.
De grootste procenlische sterfte voor Europeanen aan de
kustplaatsen vindt men in 1864 met 13.002°/o; de kleinste in
1879 met 3.09°/o.
De grootste sterfte op die plaatsen, voor inlanders, in 1876
met 7.32% en de kleinste in 1830 met 2.467°/0.
Voor de plaatsen binnen \'s lands was hel ongunstigste jaar,
voor Europeanen, 1851 met 8.136°/0 en het gunstigste 1872
met 1.63°/0
Voor inlanders was, op die binnen \'s lands gelegen plaatsen,
de grootste sterfte in 1855 met 7.4°/0, de kleinste daarente-
gen in 1861 met 0.433°/0.
Zetten wij nu al die cijfers nog eens op een duidelijke
manier naast elkaar.
-ocr page 295-
577
MANNEN.
Europeanen.
Inlanders.
5.95
5.78
7.276
4.211
4.625
2.35
15.002
7.52
5.09
2.467
8.156
7.4
J.65
0.455
Gemiddeld sterfte-procent in 30
jaren.....................
Gemiddeld voor de kustplaatsen.
Gemiddeld voor de plaatsen bin-
nen \'s lands...............
Grootste sterfte opde kustplaat-
sen, resp. in 1864 en in 1876.
Kleinste sterfte op de kustplaat-
sen, resp. in 1879 en in 1850.
Grootste sterfte op de plaatsen
binnen \'s lands, resp. in 1851
en in 1855...............
Kleinste sterfte op de plaatsen
binnen \'s lands, resp. in 1872
en in 1861...............
Is het bij de vergelijking van de eerste en de tweede rij
dezer cijfers wel gewaagd om te zeggen, dal percentsgewijze
gewoonlijk bijna tweemaal zooveel Europeanen sterven als er
inliuiders overlijden, en dat gunstige en ongunstige omstandig-
heden een grooteren invloed schijnen uit te oefenen op de eersten
dan op de laatsten? Ik geloof het niet! De cijfers toonen
beide stellingen duidelijk aan, al zal misschien de aanmerking
niet achterwege kunnen blijven, dat verschillende jaren in de
laatste rubrieken mei elkaar vergeleken worden en niet uit
het oog mag worden verloren, dat Europeesche soldalen veel
spirituali�n drinken, lerwijl inlanders dat niet doen.
Voor de bezittingen van Nederland in Indi�, buiten de eilan-
den Java en Madura gelegen, vinden wij over dezelfde dertig
jaren: voor Europeanen eenc gemiddelde sterfte van 4.11°/0;
de grootste sterfte viel, met 6.58°/0, in het jaar 1877; de kleinste,
-ocr page 296-
278
met 1.98%, in het jaar 1875. Voor inlanders bedroeg, op die
plaatsen de gemiddelde sterfte 2.180/o, waarbij de grootsle
sterfte, 3,86%, plaats bad in 1852, de geringste, 1.36°/0, in 1875.
Het jaar 1873 was dus wel een zeer gezond jaar, buiten Java
en Madura, terwijl in het algemeen blijkt, dat de zoogenaam-
de buitenbezittingen minder slachtoffers eischen dan genoemde
eilanden.
Wij bespreken hier de slerfteverhoudingen in bet algemeen
en daarom zijn de genoemde cijfers volkomen vertrouwbaar.
Bij eene andere gelegenheid (in mijne monographie over Indi-
sche spruw) heb ik de redenen uit elkaar gezet, waarom de
statistiek der sterfleoorzaken veel minder vertrouwen moet
inboezemen. Daar heb ik, in algemeene bewoordingen, er
op gewezen, dat de statistische gegeven in de officieele, koloniale
verslagen moeten worden gewantrouwd, omdat die niet met de
noodige zorg worden opgemaakt. De autoriteit, die ten slotte
zich de taak ziel opgedragen, uit de hem verstrekte gegevens
het algemeene overzicht Ie doen samenstellen, laat een tame-
lijk vruchteloozen arbeid verrichten, omdat de gegevens zelve niet
deugen. Die uitspraak verdient nadere toelichting, omdat zij anders
eenvoudig als eene verdachtmaking kan worden ter zijde gelegd.
Reeds in het bovengenoemde boek zeide ik van de mili-
taire ziektestalistiek, dal de steeds gevolgde dienstregeling
zuivere gegevens onmogelijk maakt.
>»leder officier van gezondheid" zoo schreef ik daar »moest
»(en moet nog) op de lijst, die tot het voorschrijven van ge-
»neesmiddelen aan eiken zieke bij zijne komst, in het hospitaal
«verstrekt wordt, binnen twee dagen de diagnose der ziekte
«invullen, ten einde hel wacht register te kunnen in orde houden.
»In dat wachtregister wordt de diagnose niet meer veranderd;
»de zieke telt dus altijd ouder dezelfde rubriek door. Sterft
»hij nu, dan wordt hij opgenomen onder de overledenen aan
»de ziekte, onder welker naam hij voorkomt. Wel kan inde
»sectie-registers worden nagegaan aan welke ziekte hij over-
»leden is (er is daarvoor eene afzonderlijke kolom), maar die
-ocr page 297-
279
«registers worden voor de statistiek der summier-rapporten
»niet gebruikt. Iemand, die dus in het hospitaal komt met
»een ontwrichten duim en sterft aan cholera, vindt men in
»de summier-rapporten onder de luxationes, als overledene."
Dit zal nu na 1 Januari 1885 heter worden, omdat hij de
nieuwe jaarlijksche rapporten een lijst is, waarop ook de oor-
zaak van den dood wordt medegedeeld.
Maar er is meer. Niet ieder beseft het gewicht eener be-
hoorlijke statistiek, of heeft lust die, onmogelijk te contro-
leeren, dienstverrichting behoorlijk uittevoeren, en zoo zijn er
geneesheeren, die, het samenstellen dier staten onder de ver-
velende werkzaamheden rekenende, zich de zaak zoo gemak-
kelijk mogelijk maken. De cijfers eenvoudig te fanlaseeren
is al te gewaagd, daarom worden de kolommen, die gewoonlijk
een klein aantal zieken bevatten, behoorlijk ingevuld en de som
daarvan afgetrokken van het geheele aantal verpleegde zieken,
om hel verschil te plaatsen in de rubriek febris intermittens
of een andere veel voorkomende ziekte. De hier uitgebrachte
beschuldiging beperkt zich natuurlijk tot een klein aantal per-
sonen, maar, al is er maar ��n, die dal doet, dan ontneemt
zijne handeling de waarde aan alle andere gegevens, en maakt
al het andere werk geheel en al onnut.
Ik beweer volstrekt niet, dal iets dergelijks alleen in Indi�
gebeurt, maar wel, dat het daar ook voorkomt; de staten
moeten kloppen, dat is de hoofdzaak.
Zoo gaal het met vele statistieken en daarom heeft de onder�
vinding mij tot een pessimist gemaakt hij hel zien van cijfers,
met goede bedoelingen op het papier gebracht.
Met de gegevens voor de staten van den civiel-geneeskundigen
dienst is het dikwijls nog erger gesteld.
De meeste geneesheeren, met dien dienst belast, beschouwen
hunne betrekking als een bijbaantje, el pour cause. De slechte
bezoldiging dwingt hen in hun levensonderhoud te voorzien
door het uitoefenen van burgerpraktijk en daarvoor zou geen
tijd overschieten, als zij hun dienst goed deden.
-ocr page 298-
�280
De administratie is dus geheel en al bijzaak en wordt door het
ondergeschikte personeel gemaakt; hoe zou het anders mogelijk
zijn herstelden van een gewelddadigen dood, in de of�icieele
stalen, tegen te komen, zooals een paar malen geschied is;
bovendien worden de staten gedeeltelijk geleverd door dokier\'s
djawa,
wier begrip van goede statistiek gelijk staat aan dat
der meeste inlanders.
Voor de sterftestatistieken der bevolking leveren inlandsche
ambtenaren de gegevens; onder hen zijn er dikwijls, vooral
onder de dii minores, die niet kunnen schrijven. Verschijnen
zij dus eenmaal in de veertien dagen hij hunne chefs om de
noodige opgaven te doen, dan zijn die opgaven bij het verlaten
hunner woning gewoonlijk nog juist: er zijn in de afgeloopen
halve maand gestorven een man, eene vro«w en twee kinderen;
geboren twee jongens en een meisje; gestorven drie karbou-
wen en een sapi; geboren twee karbouwen-kalveren; enz., enz.
Op de wandeling naar de plaats, waar de opgave geschieden
zal, worden die cijfers nog eens herhaald, maar die wandeling
is lang, rust noodig en na die rust zijn de cijfers wat in de
war, zoodat in de officieele opgaven kinderen met karbouwen,
menschen met elkaar en met dieren verwisseld worden en in
een woord de cijfers gefantaseerd zijn. Beter is hel, denkt
zulk een inlandsch hoofd, maar iets te zeggen , dan het niet
te weten en soms bekruipt hem de lust om te anlwoorden
met de woorden, die hij zoo gaarne bezigt: «bagimann locwan
poenja soeka"
(zooals bet mijnheer aangenaam is), wat hij even-
wel niet durft, met het oog op het gewicht, dal. hij aan zijne
opgaven ziel hechten. Bovendien moeten die staten ook in dit
geval kloppen, en daarom wordt nog nagefanlaseerd.
De officier van gezondheid .1. (i. X. Broekmeuek verhaalde, dat
hij, te Malancf geplaatst zijnde, bij een cholera-epidemie getroffen
werd door het hooge cijfer der geneeskundig behandelden,
dat wil zeggen, der lijders, aan wien door de inlandsche hoofden
cholera-mixtuur van Bleeker was verstrekt, en nog meer door
het belangrijke aantal herstelden. Daar niemand anders dan
-ocr page 299-
581
hij zelf de cholera-mixtuur bereid had, ging hij de hoeveelheid
daarvan na, en nu bleek hem, dal van de herstelden ieder
hoogstens een kwart eetlepel van dien drank had kunnen
krijgen.
Wie den gang van zaken observeerde, zal niet aarzelen
het, door mij, tegen de inwendige waarde der statistische
gegevens, in lndi�, aangevoerde, te onderschrijven.
Dr. P. Bleeker heeft zich, in zijne reeds genoemde "Bijdragen
tot de geneeskundige lopographie van Batavia" en in eenige
andere opstellen en werken , dikwijls zeer veel moeite getroost
om statistische gegevens bij elkaar Ie krijgen, en somtijds de
oorzaken trachten op te sporen van de belangrijke verschillen
tusschen zijne opgaven en die van anderen, bijv. van Dr. W. Bosch.
Hij erkende zelf de onjuiste grondslagen, waarop die cijfers
berusten, maar ging toch mei dien, mijns inziens tamelijk
waardeloozen, arbeid voort.
Men mag, bij geen enkele statistische beschouwing over de be-
weging eener bevolking, volkomen juiste cijfers verwachten;
alleen zooveel mogelijk juiste opgaven zijn bereikbaar en daar-
mede moet in het algemeen de bevolkings-slalistiek tevreden
zijn; maar «zooveel mogelijk juist" is toch heel wat anders,
dan «bepaald onjuist" of "geheel gefantaseerd." Wanneer wij
zien, dat in de officieel uitgegeven Regeerings-Almanak voor
Nederlandsch-Indi�, ten opzichte der cijfers van de hoegroot-
heid der bevolking op de Builenbezittingen, drie rubrieken
worden aangenomen en wel: »1° cijfers, die als tamelijk
«nauwkeurig kunnen worden aangemerkt: 2° cijfers hij be-
»nadering verkregen; 3° cijfers berustende op loutere gissing",
dan vinden wij daarin op nieuw een bewijs, en nog wel een
officieel erkend bewijs, voor de onwaarde dier opgaven.
Uil de handelingen der Nederlandsch-Indische Levensver-
zekering- en Lijfrente-Maatschappij blijkt duidelijk, dal de
sterftelafels, door haar aangenomen, te ongunstig voor den
levensduur zijn opgemaakt, dus dal een verkeerde statistiek
daaraan ten grondslag lag.
-ocr page 300-
282
Reeds op pag. 107 g-af ik een voorbeeld van de wijze,
waarop de opgaven voor den burgerlijken stand onjuist worden :
ik sprak daar ook mei een woord van de kruisingen der men-
schenrassen, die er zoo belangrijk loe bijdragen de statistiek,
ook in de hier bedoelde registers, onverlrouwbaar Ie maken.
In artikel 109 van bet »Reglement op bel beleid der rege-
»ring van Nederlaiidsch-�ndt�" luidt de tweede alinea: »Met
«Europeanen worden gelijkgesteld alle Christenen en alle per-
»sonen, niet vallende in de termen der volgende zinsnede."
Die volgende zinsnede nu is: »Met inlanders worden gelijkge-
»steld Arabieren, Mooren, Chinezen en allen, die Mahomedanen
»of heidenen zijn."
Daar evenwel de vierde alinea van dat zelfde artikel luidt:
»De inlandsche Christenen blijven onderworpen aan liet gezag
»der inlandsche hoofden, en met opzigl lot reglen, lasten en
� verpligtingen aan dezelfde algemeene, gewestelijke en gemeen-
»lelijke verordeningen en instellingen, als de inlanders, die het
«Christendom niet belijden", volgt daaruit, dat zij voor de
opgaven van den burgerlijken stand niet te huis behooren bij
Europeanen.
Dat daarvan wel afwijkingen voorkomen, vermeldde ik reeds
ter aangehaalder plaatse en is een gevolg van de neiging dier
inlandsche Christenen om zich, ten minste in Wcsl-Java, zoo-
veel mogelijk, met Europeanen gelijk te stellen. In Oosl-Java
behouden zij zorgvuldig hunne nationaliteit en genieten alleen,
in den regel, meer welvaart dan hunne landgenoolen.
Besturende en rechterlijke ambtenaren verklaarden mij meer-
malen, dat het een der moeilijkste zaken is, om, met het
genoemde art. 109 voor zich, alle inwoners tevreden Ie stellen.
Bovendien kan, volgens dal zelfde artikel, de Gouverneur-
Generaal, in overeenstemming niet den Raad van Nederlandsch-
Indi�
, uilzondering maken op de toepassing der daar gestelde
regels; en dat gebeurt wel.
Nog brengt het erkennen van kinderen de statistiek in de
war. Mij zijn gevallen bekend, waarin kinderen van Chineezen
-ocr page 301-
28.">
en van inlanders hij inlandsche vrouwen door Europeanen als de
hunnen zijn erkend en dus als Europeanen zijn ingeschreven
bij den burgerlijken stand, omdat de moeders dier kinderen dal.
als voorwaarde stelden bij hare indiensttreding als concubine.
Wij laten die zeldzame gevallen builen beschouwing; maar
vestigen de aandacht er op, dat, al onthouden zich de inland*
sche Christenen in den regel van opgaven aan den ambtenaar
van den burgerlijken stand voor Europeanen, er toch nog eene
mengeling overblijf!, die ik hier nog iets uitgebreider wil
bespreken.
De zoogenaamde Europeanen dan bestaan:
V. uit, over de geheele wereld geboren, blanken en hunne
afstammelingen mei vrouwen van denzelfden oorsprong, dus
kreolen;
2°. Malaijo-Europeanen, onder welken naam ik wensen Ie
verstaan afstammelingen van de eerstgenoemden, met mannen,
maar meestal met vrouwen van Maleische, Javaansche, Sunda-
neesche, Boegineesche, enz., enz afkomst en verder ieder kind
van die vrouwen, dat door een Europeaan als hel zijne wordt
beschouwd;
5°. Malaijo-Europe�idei, die de groote rubriek bevallen van
afstammelingen uit de 2\'\' rubriek, op nieuw met zuivere, of
reeds gemengde rassen gekruist;
4°. Chinez�ide-Europeanen, van Eurojieesche vaders en meest-
al Malaijo-Chineesche moeders;
5°. Chinez�ide-Europe�idei, afstammelingen uit de kruising
van 2 en 4 of 3 en 4;
6°. Sommige Negers (als zij n. I. Christenen zijn);
7°. Afstammelingen van Negers niet vrouwen uit de rubrie-
ken 2, 5, 4, en 5;
8°. Alle nog niet opgesomde kruisingen van alle rubrieken;
Nog vindt men afstammelingen van Europeanen met Ceylo-
neesche vrouwen, maar die zijn weinig in getal.
Deze kleurlingen nu leveren bijdragen, en wel de grootste
hoeveelheid, tol de statistiek der Europeanen, als men de regis-
-ocr page 302-
284
ters van den burgerlijken sland daartoe wenscht te\'bezigen.
Die boeken zijn dus daarvoor onbruikbaar.
Misschien zal de bevolkingsstatistiek, voor zooverre de in-
landers betreft, over eenige jaren eenigszins beter bekend
kunnen worden uil de kohieren der patentbelasting; de fiscus
laat niemand ontsnappen. Voor Europeanen blijft art. 109
Reg. Regl. altijd een nadeeligen invloed uitoefenen uil een ethno-
graphisch oogpunt.
Ook de statistiek der Chineezen lijdt aan hel gebrek, dat ge-
niengde rassen er onder zijn gebracht, voornamelijk Malaijo-
Chineezen met hunne afstammelingen, Malaijo-Chincz�iden.
Ik meen nu voldoende de redenen te hebben aangegeven,
waarom de statistiek in Indi� niet deugt en, bij de bestaande
wettelijke, voorschriften , niet deugen kan. Reeds gaf ik de
redenen op, waarom die van de sterfte in hel leger meer ver-
trouwen verdient en teeken ten overvloede nog aan, dat de
gemengde rassen daarin door een zoo klein cijfer vertegen-
woordigd zijn, dat de invloed daarvan, over het grooleaantal
jaren, verloren gaat.
Hel voorafgaande is tevens mijne verantwoording, waarom
ik van geene andere olficieele cijfers, dan de reeds genoemde,
gebruik maak , waarbij nog moet worden in het oog gehouden ,
dal de sterfte onder de Europeesche militairen een hooger
cijfer zou aanwijzen, indien niet zoovelen, door slepende
ziekten aangetast, naar Europa terug werden gezonden, voor
zij den lijd hadden in Indi� te sterven. Evenwel worden
ook inlanders afgekeurd en kan dus de vergelijking doorgaan.
Het staatje, op pag. 277, geeft ons de overtuiging, dal de
sterfte van Europeanen in de hooger gelegen plaatsen binnen
\'s lands anderhalf maal kleiner is dan in de kustplaatsen,
en van inlanders bijna tweemalen kleiner. Daaruit volgt al
dadelijk, dal de invloeden op die Iwee groole rubrieken van
woonplaatsen zoo verschillend zijn, dat uien die niet te gelijk
kan bespreken. Dit verschil moet dus vooral in klimaats-
invloeden worden gezocht, omdat de overige levensomstandig-
-ocr page 303-
28B
heden gelijk zijn. Mogen tot die klimaats-invloeden zeer zeker
gerekend worden de malaria, die aan de kustplaatsen veel
meer hare werking doen gevoelen, zonder twijfel is daarin
evenmin de eenige oorzaak te zoeken, als in de wijze van leven,
op" die plaatsen, die meer aanleiding geelt tot ziek worden. Wie
ooit de kustplaatsen verliet, om naar het hinnenland te gaan, heelt
de overtuiging gekregen, dat de hoogere ligging wel een groo-
tere koelte medebrengt, maar dat ook daarin niet all��n de oorzaak
kan gelegen zijn, dal men zich, hij eene elevatie van 800 voeten
bijv., reeds zooveel aangenamer en ruimer voelt, meer eetlust
heeft, enz., een onderwerp, waarop wij nog moeien terugkomen.
Wij zullen nu vooreerst nagaan, welken invloed het tropische
klimaat op den mensch in het algemeen heeft, waarbij wij
onze eigene waarnemingen met die van anderen samenvoegen.
De hoofdzaak voor het menschelijke leven is een proces van
oxydatie, dus van verbranding, dat bemiddeld wordt door
ademhaling en bloedsomloop. Op die beide functi�n nu heeft
de voortdurende hooge warmtegraad een belangrijken invloed,
die hier in de eerste plaats ter sprake koml, terwijl de daar-
uit voortvloeiende symptomen daarna uitgebreider behandeld
kunnen worden. Evenals bij zoovele geneeskundige onder-
werpen grijpen echter ook hier de symptomen en hunne oor-
zaken in elkaar.
Men boude vooral in het oog, dat de energie der spier-
werking in een heet klimaat minder is dan in een koud. Terwijl
in hel laatste de koude, frissche lucht op zich zelve reeds als
een prikkel kan worden beschouwd lol energischc samentrek-
kingen der ademhalingspieren, missen de longen in de heete
luchlslreek dien weldadigen prikkel; in verband mei de minder
energische spierwerking, zet dus haar celweefsel zich bij de in-
ademing minder belangrijk uil en biedt daardoor een minder
groote, met haarvaten voorziene oppervlakte voor de inwerking
der dampkringsluchl aan. Is over de geheele wereld een nu
en dan intredende, diepere ademhalingsbeweging, een zucht,
-ocr page 304-
280
als een normaal verschijnsel te beschouwen, in de heete zone
komt zuchten, zonder nog abnormaal te worden. veel menig-
vuldiger, tusschen de normale ademhalingen , als een gevolg van
het gezegde, voor. Het onmiddellijke resultaat van de minder
diepe ademhalingen is, dal het bloed minder zuurstof opneemt
uil den dampkring, die bovendien, volgens velen, in dezelfde
ruimte reeds iels minder zuurstof bevat, omdat de dampkrings-
lucht ten gevolge van de warmte sterker is uilgezet, terwijl
door proeven bewezen is, dat hel bloed uil sterk uitgezette
lucht betrekkelijk minder zuurstof opneemt dan uit gewone.
Mindere opname van zuurstof heeft een mindere vorming van
slagaderlijk bloed len gevolge: hel bloed wordt, in het alge-
meen , van eene meer vencuse gesteldheid , anoxyhaemisch.
Waarschijnlijk neemt de lever gedeeltelijk de functie, aan de
longen toekomende, over en verwerkt, om hel zoo eens te noemen,
meer aderlijk bloed lot de door haar uitgescheiden producten.
Laat dit voorloopig voldoende zijn, als voorafgaande, algemeene
beschouwing, terwijl wij nu de symptomen, die als gevolgen
van het besprokene in aanmerking komen, nader bezien en
er tevens andere bijvoegen.
De warmte heeft eene hoofduitwerking, die beslaat in om-
vangsvermeerdering der lichamen, welke haren invloed ondervin-
den. Het menschelijke lichaam wordt dus door de warmte
ook uitgezet en wel hel gemakkelijkst die gedeelten er van,
welke niet in beenige holten besloten zijn. De verschijnselen,
die de voortdurende inwerking der warmte in hel leven roept,
zullen dus, a priori reeds te verwachten en van meer belang
zijn in die organen, welke eene gemakkelijker en ruimere uit-
zelling toelaten.
De te beschrijven symptomen komen, zooals licht tebegrij-
pen valt, niet hij iedereen en niet steeds in dezelfde hevig-
heid voor. Vooral dient men daarbij bet geslacht en den leeftijd
in het oog te houden, hoewel zeer vele andere omstandigheden
den gang der akklimatalie kunnen wijzigen, zooals de tijd
-ocr page 305-
287
van het jaar, waarin men aankomt, de constitutie, de leef-
wijze, het bestaan van epidemie�n enz. Deze alle zijn echter
minder essentieel.
Omtrent den leeftijd zij opgemerkt, dat jonge kinderen, als
de zeereis hun geen nadeel doet, de verplaatsing goed doorstaan,
evenzeer als bejaarde personen, die gewoonlijk weinig van den
invloed van hel heele klimaat te lijden hebben, ja, zich daarin
meermalen aangenamer voelen dan in een kouder klimaat.
Dat evenwel hel goed verdragen dier verplaatsing door Eu-
ropeesche kinderen cum grano salis moet worden opgeval,
zullen wij nog later zien.
De meest ongeschikte leeftijd tot overplaatsing is wel die
der puberteit, wat zich gemakkelijk laai verklaren. Het or-
ganisme verkeert in dien lijd toch reeds in een opgewekten,
geprikkelden toestand en elke nieuwe prikkel laat dus te ster-
ker zijnen invloed gevoelen.
De geschiktste leeftijd, tol een behoorlijk gewennen aan het
vreemde klimaat, kan lusschen het vijfentwintigste en veer-
ligste levensjaar worden geplaatst.
Hel geslacht heeft een zoo belangrijken invloed, dat ik mij
genoodzaakt zie over mannen en vrouwen afzonderlijk te spreken.
AI wat hier over de symptomatologie bij pas aangekomenen
gezegd wordt, kan van toepassing zijn bij langer verblijf hou-
denden, omdat hel gebeurt, dat ook bij de laatstgenoemden zich
plotseling een ernstiger uitwerking van het klimaat doet ge-
voelen; ook herhalingen van hetzelfde proces bij denzelfden
persoon doen zich voor.
Eerst dus de mannen.
De bloedsomloop is in den regel in den beginne versneld:
de hartslag energisch; de frequentie van den pols varieert
sterk naar de tijden van den dag en naar andere omslandig-
heden. In den vroegen morgen het minst frequent, wordt
-ocr page 306-
288
de pols bij lichaamsinspanning, zelfs bij kleine bewegingen,
zooals bukken, loopen, mechanischen arbeid in bel algemeen,
veel menigvuldige!\', maar koml daarna ook spoedig weer tot
de gewone frequentie terug.
Vooral in de middaguren, tussclien 1 en 4 ure, is die ver-
meerdering belangrijk en kan zelfs nu en dan stormachtig
worden genoemd; daarop hebben, ook zeer geringe, psychische
indrukken een grooten invloed, bijv. hel plotseling ontwaken
na den middagslaap. Die toeneming van het aantal polsslagen
heeft evenwel geen nadeelige uitwerking; de ondervinding
leert aan ieder, dat men zich het gezondst en het aange-
naamst gevoelt, naarmate men meer werkt, ook al is dat
werk van mechanischen aard. \'t Valt niet te ontkennen, dat
het klimaat zelf, maar nog meer de eentonigheid der omge-
ving, een nederdrukkenden invloed uitoefent op den Europeaan ,
die zich naai\' Indi� verplaatste. Werken, arbeiden, zich in-
spannen is daartegen hel meest gevolgrijke middel, zoowel
voor hem, die zich niet gelukkig gevoelende, daarin afleiding
vindt, als voor hen, die tevreden met hun lot, hunne ge-
zondheid daardoor onderhouden.
De snellere bloedsomloop, in verband met de reeds hespro-
ken, minder energische ademhaling en betrekkelijk geringere
opname van zuurstof geeft aan hel bloed een meer veneuse
gesteldheid. Wel geeft de beschouwing, volgens prof. Donders,
waarbij de gaswisseling onder de ademhaling als een dissocia-
lie-proces wordt opgevat, aanleiding om Ie meenen, dat hoo-
gere temperatuur en grootere uilzelling der dampkringslucht
geen invloed uitoefenen op de hoeveelheid zuurstof, die door
de roode bloedlichaampjes wordt opgenomen; wel leidt die bc-
schouwing er toe aanlenemen, dal die cellen altijd even sterk
met zuurstof geladen de longen verlaten; maar de symplo-
matologie der bloedsomloop in een heet klimaat doet het ver-
moeden rijzen, dal het dissociatie-proces niet volkomen vol-
staat oin al de Ie noemen verschijnselen te verklaren. Zijn,
in bet begin van het verblijf, de aderen in de huid van hel
-ocr page 307-
289
hoofd en den hals reeds sterker uitgezet, later deelen daarin
ook die der ledematen, en varices zijn dan geen ongewoon
verschijnsel. Een gevolg dier veneuse congestie, vooral naar
het hoofd is niet zelden, in den beginne, een zeer belangrijke
slaperigheid met goed uitgedrukte behoefte aan veel slaap.
Ongelukkig hij, die dan wel die slaperigheid bespeurt, maar
daaraan geen gevolg kan geven. Bij sommigen namelijk geeft
die congestie aanleiding tot een meer geprikkelden toestand
der hersenen, ten gevolge waarvan slapeloosheid ontstaat, die,
als zij eenmaal er is, door allerlei omstandigheden wordt on-
derhouden, waaronder allen, die er aan lijden, wel eenc eerste
plaats zullen toekennen aan de muskieten (njamoeh), die plaag
van alle nieuw aangekomenen en van vele oudgaslen. Die
tijdelijke slapeloosheid, gepaard met een gevoel van slaperig-
heid, gaat gewoonlijk bij pasaangekomenen spoedig voorbij,
om voor eene sterke neiging tot slaap plaats te maken.
Ontstaat evenweJ slapeloosheid bij personen , die reeds langen
lijd in Indi� verblijf hielden en is daarvoor geen andere oorzaak
op te sporen dan dal verblijf, dan heeft, volgens mijne onder-
vinding, maar ��n middel effect, en dat middel is vertrek naar
Europa. Insoinnolentie geeft aanleiding, dat hel gebruik van
opiaten een gewoonte wordt; terwijl in de laatste jaren ook
veel chloralhydraal wordt gebezigd, om slaap Ie verwekken.
Dal de slapeloosheid niet zeld
1
en hel gevolg is van de zoo veel-
vuldig voorkomende hartaandoeningen, is een feit, maar even-
zeer, dat zij voortkomt zonder eene andere, aanwijsbare oor-
zaak dan den invloed van het klimaat. In beide gevallen is
vertrek naar Europa aangewezen en in hel laatste geval ge-
woonlijk, na een ��n- of tweejarig verblijf in de gematigde
Inchtslreek, afdoende in de gunstige gevolgen.
Uit een zuiver physiologisch oogpunt valt omtrent bloed en
bloedsomloop in een heet klimaat nog zeer veel te onderzoeken;
zoodat bijv. bepalingen der chemische samenstelling na een
korter of langer verblijf: der verhoudingen van de bloedsdruk-
king; van verbruikte zuurstof, van uitgeademd koolzuur en
1!)
-ocr page 308-
290
dergelijke ontbreken. Zoo zou het, in verband met de straks
genoemde theorie van een dissociatie-proces der moeite waard
zijn te onderzoeken of de hoeveelheid zuurstof, die door de
heamoglobuline kan worden opgeslorpt in een heet klimaat
anders is dan in een koel. De mogelijkheid daarvan laat zich
denken, nu door de onderzoekingen van P. Bert is gebleken,
dat het bloed van plantenetende zoogdieren en van varkens,
die op eene hoogte van 3700 meter boven de zee leven, een
veel grootere hoeveelheid zuurstof kan opslorpen dan het bloed
van diezelfde dieren in lagere streken. Terwijl de hoeveelheid
zuurstof, die in de laatstgenoemde streken in 100 kubieke
centimeter bloed kan worden opgenomen, 10 a 12 kub. cent.
bedraagt, is die op de aangegeven hoogte 16,2 tot 21.G
kub. cent. (Comptes rendus: Tom� XCIV, pag. 805.;. Het is
bekend, dat eene zeer snelle verplaatsing van menschen of
dieren naar hooge streken, die meer den 2000 meter hovende
zeeoppervlakte liggen, ziekte veroorzaakt, die als bergziekte
bekend staat (mal des montagnes in Europa, soroche of puna
in Amerika, bies in den Himelaya). Die aandoeningen worden
toegeschreven aan de vermindering der hoeveelheid zuurstof
in het bloed, als gevolg dei- verminderde spanning van dal
gas in de omgevende lucht. Dr. Jourbanet stelde voor de
aandoening anoxyhaemie te noemen. De onderzoekingen van
Bert toonen aan, dat er een soort akklimatatie daarvoor plaats
heeft door vermeerdering de haemoglobuline, waardoor het
bloed meer zuurstof kan opnemen: zelfs zou die vermeerdering con-
slanter worden bij opvolgende generati�n. Iets dergelijks komt
misschien bij langdurig verblijf in hel heete klimaat voor, waar
ook verdunning der lucht, maar door warmte, plaats heeft, al is
die niet zoo groot als in de bergstreken door verminderde drukking.
In onze tropische bezit tingen zal het gebied van der-
gelijke onderzoekingen evenwel nog geruimen lijd braak
blijven liggen, omdat de geneesheeren te veel andere werk-
zaamheden hebben te verrichten, die de voortgezette, speciale
studi�n daarvoor noodig, onmogelijk maken. Is de ontwikke-
-ocr page 309-
291
ling der Indische maatschappij eenmaal zoover gekomen, dat
er aan eene inrichting voor honger onderwijs kan worden
gedacht, dan zal de tijd daar zijn om deze en dergelijke
onderzoekingen op louw Ie zetten en ons een dieperen blik
in den gang van het leven in Indi� te doen werpen dan alleen
door symptomatologie. met speculatieve redeneeringen, moge-
lijk is.
De milt, een orgaan van het hoogste gewicht bij de bloeds-
making, ondergaat, op plaatsen, waar geen miasmatische
invloeden werkzaam zijn, in den regel geene belangrijke
veranderingen. Bij inlanders vindt men de milt niet zelden
klein, zelfs samengekroinpen.
De genoemde wijzigingen in liloedomloop en ademhaling
oefenen ook haren invloed uit op hel spijsverteringskanaal en
zijne aanhangselen, waarvan wij de lever reeds meteen enkel
wooi\'d noemden. Pas aangekomenen hebhen somtijds een ver-
bazenden eetlust, die door Dr. Wassink werd toegeschreven
aan de vermeerderde functie der lever, maar wellicht alleen
nog nablijft ten gevolge van de zeereis, waarop de eetlust
voortdurend goed was, of waarna de gevolgen der doorgestane
zeeziekte een gevoel van noodzakelijkheid tol voedselloevoer
doen ontslaan.
Lang duurt die opgewekte eetlust evenwel niet, maar blijft
gewoonlijk hel langst bestaan voor het etensuur van de zooge-
naamde rijsttafel, ten \\\'1 of 1 ure \'s middags: \'s avonds is hij
al zeer gering; de meesten gevoelen al spoedig dien trek lol
eten verminderen, maar krijgen daarentegen behoefte aan zuur-
achtige, vooral ook koude, dranken en aan verfrisschend,
saprijk ooft. Die behoefte is zoo sterk, dal velen in den beginne
bijna alle vruchten, met een enkele uitzondering, flauw van
smaak vinden. Later verdwijnt die trek naar zuurachlige
dranken gewoonlijk en is ijswaler hel meest gezocht, als niet de
slechte gewoonte om spirituali�n te drinken de overhand krijgt,
-ocr page 310-
292
Een lichte darmkatarrh, somtijds met constipatie, is in den
beginne dikwijls aanwezig.
Na een langdurig verblijf ontstaat droogheid van de mond-
en keelholte met dorst, nog verergerd door het habitueele rooken
van manilla-sigaren, waarbij de zoogenaamde cavila\'s een sterkere,
dusdanige uitwerking hebben dan gewone manilla\'s. De tong is
rooder dan gewoonlijk of met een licht, wit, geel tot groengeel
beslag bedekt. Bij het ontwaken, zoowel des morgens als des
middags, bestaat er een onaangename smaak in den mond; velen
hebhen een lichten maagdarmkatarrh, die zich uit door misse-
lijkheid, meestal \'s morgens vroeg, eene misselijkheid, die licht
tot braking aanleiding geeft van een slijmerige, grauw gekleurde,
zuurachtig-bitter smakende massa; vooral het poetsen der tanden
met een tandenborstel of hel gorgelen met water geeft aanlei-
ding tot braken.
Bij velen, die langen tijd in het heete klimaat doorbrachten,
wordt een zeer lichte darmkatarrh geboren, die voornamelijk
merkbaar is, doordat de ontlaste drekstoffen nimmer vast zijn,
maar altijd brlj- of waterachtig, terwijl des morgens vroeg,
in de beide eerste uren na het ontwaken, drie of vier zeer
dunne stoelgangen plaats vinden, die zich in den loop van
den dag niet herhalen. Die lichte morgendiarrhee is waarschijn-
lijk het gevolg van de inwerking der koudere morgenlucht.
Is de galafscheiding in den beginne vermeerderd, later ver-
mindert zij meer en meer, terwijl uitzetting van de lever
tot de gewone verschijnselen behoort.
Bij akklimateerenden, die aan een toeval van anderen aard
gestorven zijn, geeft de sectie ons een inzicht in de verande-
ringen der spijsverteringsorganen. Het slijmvlies der mond-
holte is bleek, de papillen der tong zijn zeer zichtbaar; de
keelholte en de slokdarm hebben een normaal slijmvlies, soms
met enkele roode plekken; de maag vertoont een lichte ka-
tarrh, met meer vaatuitzetting aan de curvatura major; het
geheele darmkanaal heeft een licht veneus-congestieven loe-
-ocr page 311-
293
stand, flie naar het onderste gedeelte erger wordt; de klieren
van het darmslijmvlies zijn dikwijls met secreet gevuld. De
lever is bijna altijd eenigszins hypertrophisch; hel meest vindt
men de rechlcrkwab, vooral naar hoven, vergroot, hoewel zij
ook dikwijls onder de ribben uitsteekt: de lobus Spiegelii is
minder vergroot en de linkerkwah het minst. (Men houdc in
het oog, dat ik hier van een akklimalatie-proces spreek en
niet van meer belangrijke\' ziektetoestanden in de lever, waar-
bij de linkerkwab zeer zeker niet op den achtergrond treedt;
integendeel bij lang verblijf hondenden vertoont zich congestie
uiterst gemakkelijk naar den lobus sinistrus.) Makroskopisch
is het levervveefsel niet veranderd: bloedvaten en galbuizen
zijn wijd; de galblaas houdt eene zeer donker gekleurde,
kleverige gal.
De urine-afscheiding vermindert en blijft beneden de hoe-
veelheid, in een koeler klimaat afgescheiden; de urine zelve
is dikwijls troebel, heeft een sterken, eenigszins ammoniaka-
len geur, en gaat spoedig in gisting over. Vele personen uri-
neeren niet meer dan 2 of 5 malen in het etmaal, waarbij
natuurlijk individueele wijzigingen voorkomen, en ieder, die
later Europa bezoekt, merkt op, dat daar bij hem een groole
aandrang lot urineeren zich dikwijls herhaalt, terwijl een lang-
durig verblijf in het koele klimaat noodig is om die herhaalde
pisloozing te verminderen.
De huid, \'t spreekt bijna van zelf, vertoont eene zeer groote
werkdadigheid; wij moeten die evenwel nader beschouwen.
Zij uit zich het eerst, na aankomst, door een buitengewoon
sterke zweetafscheiding, die dan geene bijzondere, andere uit-
werking op het organisme vertoont. Dat transpireeren bestaat
voortdurend, maar is het sterkst in de middaguren. Ik her-
inner mij, hoe een nog maar kort in Indi� verblijf houdende
medicus mij eens, des middags, terwijl ik te bed lag, kwam
roepen en zich verbaasde over den toestand, waarin vooral de
-ocr page 312-
204
hoofdkussens zich bevonden; later vernam ik, dal hij zich
ernstig over mijn gezondheidstoestand verontrust had, omdat
hij zulk eene zweelafscheiding niet anders dan colliquatief
meende te kunnen noemen: toch was ik volkomen gezond.
Ook \'s nachts gaal dal sterke zweeten door en de kleederen
moeien hij hel opstaan dadelijk verwisseld worden. Niet zel-
den is de ergste transpiratie aan hel hoofd en den hals voor-
handen: maar ook hel overige lichaam deelt daarin, vooral
de rug. Hel zweel is waterachtig, vloeit in stralen weg en
riekt, vooral kort na de aankomst, zuurachtig, terwijl het
ook zuur reageert: of de chemische samenstelling gewijzigd is,
moet nog worden onderzocht. Voortdurend, ook hij rust, he-
staat er zweelal\'scheiding, die dan evenwel gemakkelijk en
regelmatig verdampt en hij snellere verdamping aanleiding kan
geven tol «Ie vorming der vroeger vermelde, naalvormige kris-
tallen op hel voorhoofd of den kalen schedelhuid pag. 17).
Bij de minste inspanning evenwel, bijv. hij hel in- en uil-
stappen van een rijtuig, hij hukken, trappen klimmen,wordt
die transpiratie sterker: terwijl ook inspannende geestesarbeid
dien invloed, al is hel niet zoo slerk als lichaamsbeweging,
uitoefent. Ook de bedekking met kleederen maakt de zweet-
afscheiding heviger: zij is bijv. sterker om hel middel, waar
broeken en rokken worden vaslgehaald. doordring! daar de
kleederen met vocht, en de verdamping daarvan kan aanleiding
zijn lol lokale, rheumalische aandoeningen, bijv. lumbago.
Die lokale, sterkere transpiratie kan, in hel lol voorbeeld
gekozen geval, verminderd worden door hel dragen van
bretellen, die de vastsnoering om hel middel onnoodig maken.
Bij personen, die zich geregeld baden en behoorlijk reinigen
is slechts zelden de eigenaardige geur van het zweel onderde
oksels waartenemen. Sterker is die, hij minder goede reiniging
en na sterke lichaamsinspanning; hij is meer waarneembaar
op warme regendagen, dan hij groote droogte, wal wel het gevolg
zijn zal van de snellere verdamping op de laatstgenoemde
dagen, die in den regel een geringer vochligheidsgehalte bezitten.
-ocr page 313-
295
Die geur verschilt zeer duidelijk bij verschillende menschen-
rassen en men behoef! niet de ontwikkeling van het reukorgaan
Ie bezitten, die de bekende abdis maagden van gedefloreerde
vrouwen deed onderscheiden, om dal rasverschil waartenemen.
(Zie pag. 122).
Opmerkenswaardig is de sterk, bijna donkerroode kleur,
die de huid al spoedig aanneemt in de oksclholten, aan de
binnenvlakten der dijen en somtijds aan het scrotum, welke
kleur later in eene bruingele verandert en bijna altijd blijft;
vooral is die bruine verkleuring aan de dijen in bel oog loopend
bij personen, die bovendien aan herpes circinatus leden, en
weinigen loopen daarvan vrij. Daarbij ziel men somtijds de
haren op de genoemde plaatsen dikker worden door afzetting
van eene, niet nader onderzochte, poederachtige, roodbruin of
geel gekleurde slof, terwijl de haren zelve bros worden.
Bij een langer verblijf in Indi� wordt de werkzaamheid der
huid niet zelden zeer onregelmatig, ook al is dat niet dadelijk
als een ziekteverschijnsel aan Ie merken.
Komt iemand in den weslinoesson aan, dan bestaat er veel
kans, dat de huidwerkdadigbeid voorloopig zich op geene andere
wijze, dan de boven beschrevene, uit; in den oostmoesson even-
wel, ontwikkelt zich, in den regel, lichen tropicus, roode
hond, kembang kringat.
Die roode hond behoort zeker onder de anomalie�n der huid
en zou, als zoodanig, nader beschreven moeten worden in het
tweede deel van dit boek. Evenwel is lichen tropicus een zoo
constant verschijnsel bij akklimaleerenden, al verschoont bij
niet geheel en al oudgaslen , en is van eene behandeling zoo
weinig te verwachten, dat ik mij verantwoord acht, die aandoe-
ning hier nader te beschrijven. Dat er van medicatie geen
sprake is, hangt samen met den raad , dien de pas aangekomene al
dadelijk ontvang!, om aan dien rooden bond niets te laten doen,
omdat die hem »een ziekte uitspaart", en zeer zeker met de on-
dervinding van alle geneesheeren, dal er niet veel aan te
doen is. Wasschingen met teerzeep of met zwak alkalische
-ocr page 314-
�296
oplossingen, bijv. mei zemelwater, geven wel eens wat ver-
lichting. En nu de verschijnselen van deze gemakkelijk reci-
diveerende, soms maanden lang aanhoudende huidaandoening,
waarvan, naar mijne meening, op het internationale, genees-
kundige congres te Londen, len onrechte is beweerd, dat zij
onder dezelfde rubriek van ziekten zou moeten worden gebracht
als mazelen, roodvonk en scarlatina.
De roode hond vertoont zich als zeer kleine, hoogroode
vlekjes, die bij nauwkeurige beschouwing in hun midden een
klein blaasje vertoonen, somtijds zoo klein, dat hel alleen met
een loup zichtbaar is: daarbij zijn die vlekjes, in het midden,
eenigszins verheven en bevindt zich het zeer kleine, met door-
schijnend vocht gevulde, blaasje op die verhevenheid; gewoon-
lijk echter zijn die blaasjes door wrijven verdwenen. Voor
dat de uitslag zichtbaar is, gaat gedurende een paar dagen
sterk zweeten en huidjeukte vooral\'.
Hoewel over het geheele lichaam roode hond kan voor-
komen , zijn de binnenvlakten der armen, de zijvlakten
der vingers (tusschen de vingers) en de handrug toch de
plaatsen, waar hij zich het meest en het sterkst ontwikkelt.
De rug en de buik worden niet zeldzaam, het aange-
zicht en het hoofd minder, de onderste ledematen bijna nooit
aangedaan: de hals evenwel is een geliefkoosde zitplaats dier
huidaandoening. Nimmer komt de uitslag op de slijmvliezen
voor. De eruptie is in een paar dagen lot het hoogste punt
gestegen, blijft daarop een dag of vier, vijf staan, om met een
afschilfering van zeer kleine schilfers te eindigen, \'t Proces is
daarmede evenwel niet uil, want terwijl sommige knopjes al-
schilferen, ontwikkelen zich weer nieuwe, en zoo gaat hel.
dikwijls maanden lang door. Eenmaal zulk ecu langdurige
aanval doorslaan hebbende, is men nog volstrekt niet gevrij-
waard voor latere accessen, en zelfs de oudste oudgast staat
er nog wel eens aan bloot. Behalve het onuitstaanbare jeu-
ken en steken, vooral in de middaguren en des nachts, on-
dervinden de aangetasten er geen nadeel van; koorlsreactie is
-ocr page 315-
297
nooit aanwezig. Het stekende jeuken kan evenwel zoo erg
zijn, dat het den slaap verstoort en werken bijna onmogelijk
maakt.
Zonder dat er een eruptie, of zelfs een geprikkelcnde toe-
stand van de huid door het oog waarneembaar is, hebben lang
verblijf hondenden, in de middaguren, somtijds last van een
hinderlijk jeuken aan de onderste ledematen, meer bepaald ter
plaatse tusschen de Achillespees en den hinnenkel, maar ook
dikwijls op den voetrug.
Roode hond komt bijna uitsluitend voor bij Europeanen,
vooral bij pas aangekomencn, ook bij �uropecsche, in Indie
geboren kinderen (kreolen), minder hij kleurlingen en bijna
nooit bij inlanders. Hel dagelijks nemen van een bad doet
geen kwaad: de ziekte «slaat er niet door naar binnen", maar
neemt dikwijls onder huidkultuur toe. Bij een verblijf in
hoog gelegen streken ontstaat zij zeldzaam en geneest daar
spoedig. Of roode hond een afleiding maakt van de gevoelige,
inwendige organen, vooral van de lever en het darmkanaal,
is niet zeker, maar wel waarschijnlijk. De ineening, dat ferm
ontwikkelde lichen Iropicus een ziekte uitspaart, heeft in zoo-
verre eenigen grond, dat zeldzaam leveraandoeningen van
eenig belang worden gezien bij personen, die erg rooden hond
hebben; terwijl omgekeerd pas aangekomencn, wier huid niet
zulk een sterke aandoening vertoont, meer bilieusc verschijn-
selen of diarrhee krijgen. Wil men lichen tropicus tot de
ziekelijke aandoeningen rekenen, dan is hij eene akklimatatie-
ziekte, die zich soms uilstapjes bij oudgasten veroorlooft.
Hoe blanker en leederder de huid is, hoe meer kans er op
een ferme eruptie bestaat. Personen met zulk een fijne huid
moeien voorzichtig zijn met het krabben, daar het openscheu-
ren der epidermis niet zelden aanleiding geeft lot lastige ul-
cerali�n, vooral aan de onderste ledematen.
Nu wij toch spreken over de noodzakelijkheid om voorzich-
tig te zijn met het krabben, is hel hier de plaats er op te
-ocr page 316-
298
wijzen, dal die voorzichtigheid, vooral voor nieuw aangeko*
uienen, dringend noodig is bij het bestaan van muskietenste-
ken. Velen gewennen nooil aan die beestjes, en ��n muskiet
in het bed ontneemt hun de nachtrust: Milderen worden er
tamelijk ongevoelig voor, maar )»;is aangekomenen lijden er
zeker liet meest door. Volgens C. L. Doleschall, die zich
met hel bestudeeren der Indische Dipteren veel bezig hield,
komen oji Java voornamelijk Culex nero. C. luridus, C. setu-
losus en (1. cingulatns voor. maar ook Tipula javensis. Op
het eiland Anibon vond hij de grootste Indische mug . (I. am-
boinensis, verder (]. subulifer, (1. aureostriatus en (). varie-
gatus en Tipula long�rornis: terwijl Tipula praepotens in den
geheelen Archijiel gevonden wordt. Zeker zullen er nog wel
andere soorten zijn, die wij nog niel kennen. Men spreekt
nooit van muggen, maar van muskieten, een naam door de
Portugeezen uil Amerika overgebracht; in \'t Maleisen heeten
die diertjes njamoek, terwijl een kleine soort, waarvan de we-
lenschappelijke naam mij niet met zekerheid bekend is, agas
genoemd wordt, eu vrij belangrijke zwelling bij het steken
veroorzaakt. Hoewel alle muskieten lastig en hare steken
onaangenaam zijn, moeten (1. selulosus en 0. luridus, die een
gestreept achterlijf bezitten, als de venijnigste worden be-
schouwd, hetgeen blijkt uit hel feit, dat de steken dezer soor-
len, bij denzelfden persoon, heviger verschijnselen veroorza*
ken dan die van anderen. J)c muskieten in Indut steken zoowel.
hij dag als bij nacht, terwijl Vo.\\ H�mboldt in Amerika op-
merkte, dal de muggen daar alleen\'s nachts lastig waren. Zij
versmaden geene huidplaals, maar hebben wel preferentie; zoo
zijn vooral de zachte deelen van den voel, onder en achter de
enkels en de polsen zeer door haar geliefd.
Het bestrijken der huid mei een aftreksel van quassia ver-
hindert de muskieten om Ie steken: terwijl ook olie-inwrijvin-
gen daartegen helpen,
Hel gevolg van haar steek is een wille en roode, ronde, sterk
jeukende zwelling, die van zelve weer verdwijnt; die zwelling
-ocr page 317-
2!W
ontstaat binnen 8 minuten na den steek en uit zich het eerst
door een wil centrum inel een rooden rand, die 2 centimeter
middellijn heeft: hel jeuken verminder! zeer, door op de zwel-
ling een paar indrnksels, bijv. mei den nagel Ie maken, zon-
der Ie krabben, <d\' door lichte ammonia-oplossing er op te
strijken. De zwelling is veel sterker als men jias aankomt,
dan later en verdwijnt in den regel na ~>6 uren. Is evenwel
de snuit of zuiger blijven zitten dan is dikwijls na 5 4 dagen
nog zwelling en roodheid waarlenenien: wordt zulk een zwel-
ling open gekrabd, dan ontslaat een zweer, die meestal een
slecht aanzien heeft, dikwijls voort vree!, ook in de diepte,
voortdurend sterk jeukt en, speciaal aan de onderste ledema-
ten, bijzonder moeielijk geneest. Toen ik pas eenige dagen
in Indi� was, werd mij, in Juli 1861, bet artillerie-kampement
te Tjikoenier, bij Bekamsie onder .l/r. Cornelis), als standplaats
aangewezen. Onbekend mei wal ik daar noodig had , sliep ik
er den eersten nacht zonder klamboe: mijne voelen waren hij
liet ontwaken zoo door muskielensleken gezwollen, dat hel
onmogelijk was kousen aan Ie trekken. Bovendien had ik bel
ongeluk gehad die knobbels achter den enkel, stuk Ie wrijven
ol\' Ie krabben, en gedurende de eerste drie maanden van mijn
verblijf leed ik aan hoogs) onaangename, bijna lislelvormig
doordringend!! ulcera op die plaatsen.
Maar er kunnen ook ernstiger gevolgen optreden. Lenige
dagen na mijne komst les Tjikoenier kwam daar een sergeant,
die pas uil Europa was gearriveerd. De man was, na twee
dagen verblijf, als bedekt met muskietensteken en kreeg ten
gevolge daarvan zulke belangrijke reaclieverschijuselen , zoo
hevige koorts, dat ik de verpleging in hel kampement niet
durfde voorzetten en hem naar hel hospitaal te Weltevreden
moesl evacueeren.
Bij pas geborene of bij zeer jonge kinderen geven de nms-
kietensleken, in den regel, �eene zwelling: dit komt waar-
schijnlijk omdat die wondjes niet worden gewreven. Men vindt
alleen zeer kleine, oinschrevene, roode puntjes, die veel over-
-ocr page 318-
500
eenkomst hebben mei de roode vlekjes na den heel van
wandluizen, en die hel gevolg zijn eener zeer lichte irri-
lalie.
Een andere huidaandoening, die gemakkelijk bij pas aan-
gekomenen ontstaat, maar ook oudgaslen, vooral in de kente-
ringslijden aantast, is furunculose. Zij is een wezenlijke ziekte
en ik zal die dus hier niet nader beschrijven. Alleen meen
ik te mogen aanteekenen, dat goed gekarakteriseerde slcen-
puisten veel meer bij volwassenen dan bij kinderen voorko-
men, bij welke laatste gewoonlijk eigenaardige, meestal lang-
werpig ronde, roodblauw gekleurde huidabscessen ontstaan.
Ook die abseessen bespreek ik in het tweede deel.
01\', als gevolg der vermeerderde huidwerkzaamheid, ook
moet worden beschouwd, de donkerder kleur, die de huid op
den duur aanneemt, ligt in hel duister.
Dat iedereen bleeker wordt, is een gevolg van anaemie, die
zich bij den verminderden eetlust, de geringere energie der
ademhaling en de afmatting na licbaainsinspanning, waardoor
beweging in de open lucht wordt nagelalen, wel laat verkla-
ren, vooral omdat die oorzaken voortdurend blijven inwerken.
iMisschien moet eene oorzaak voor anaemie gezocht worden in
het, in den laatsten tijd meermalen geconstateerde, voorko-
men van Anchylostomum duodenale (Dochmius duodenale), waar-
over thans niet verder wordt uitgewijd. Behalve dal bleek-
zien evenwel, verkrijgt de huid ook een donkerder kleur van
lichtgeel tot vuilgeel, bijna bruin : die verkleuring is het sterkst
aan het gelaat en de handen, en somtijds goed afgebakend op
de grenzen der plaatsen, waar de bedekking niet kleederen
begint. Bovendien komt zij, zooals wij zagen regelmatig aan
de dijen en onder de oksels voor: zij ontwikkelt zich het meest
bij personen , die veel in de open lucht verkceren en die dan
»door de zon verbrand" heeten. Pracliseerende geneesheeren
hebben daarom gewoonlijk een donkere huidkleur. Bij men-
-ocr page 319-
301
schen met bruine iris word f die huidkleur geelachtig; bij blauwe
iris meer koperkleurig.
Weinige personen behouden hun Europeesche tint, en toch krij-
gen deze nog dikwijls kleine, geel- of bruinachtig gekleurde
vlekken, die iels van levervlekken hebhen. Die vlekken komen
aan alle lichaamsdeelen voor, maar veranderen dikwijls van
intensiteit en ook van plaats. Zij behooren tot de zeer lichte
vormen van lenligo of chloasina endemicum. Een middel, dat
dikwijls helpt om ze Ie doen verdwijnen, is een mengsel van
azijn, b�ilttk en den wortel van langkwas (Alpinia galanga):
vooral dames vragen daaromtrent dikwijls raad.
Kinderen, het meest zeer blanke kinderen, krijgen nu en
dan, uiterst kleine, scherp omschrevene, donkerbruin lot bijna
zwart gekleurde vlekjes, die, niet grooter dan een groote spel-
deknop wordende, zich nu hier dan daar vertoonen, gedurende
twee of drie weken blijven bestaan en dan van zelve weer
verdwijnen. Die pigmentafzettingen dragen in het Maleiscb
den karakteristieken naam laai lalar, vliegenscheetjes.
Dat haren en nagels sneller groeien werd reeds gezegd;
blonde mannen loonen groote neiging tol kaal worden; donker
gekleurde baren worden spoedig grijs. In Europa geboren
vrouwen klagen zeer dikwijls over uitvallen van het baar,
vooral onder het zoogen. Bij Armeni�rs valt het haar dikwijls
pleksgewijze uit. Zelden zag ik uitvallen van hel baar op den
kruin bij Chineezen. Ook de oudste Chineezen hebben nog een
baarstaart, ofschoon men zegt, dat zij wel eens kaal worden,
maar dan den staart wat lager laten staan.
De verhoogde werkzaamheid der huid maakt eene meer
zorgvuldige en herhaalde reiniging van zelf noodzakelijk.
\'t Gevolg van beide is, dat de huid gevoeliger wordt voor
uitwendige indrukken en ook zachter. Bij de gewoonte o. a.
om altijd dunne kousen en lichte schoenen te dragen, wordt
de huid der voetzool veel gevoeliger en vindt men er minder
-ocr page 320-
r»02
eelt ontwikkeld. Ik heb zelfs wel eens tannine-oplossing moeten
doen gebruiken, als waschmiddel en als bad voor de voetzool,
ten einde de pijnlijkheid bij bel loopen te verminderen, die on-
middelijk bij de geringste ongelijkheid van den bodem ontstond
en het gevolg was van niet genoeg Ie loopen.
De voortdurende verhoogde warnilegraad wordt, in de eerste
plaats, door het gevoel waargenomen als hitte, soins met
drukking in hel hoofd, lichte migraine of duizeligheid gepaard.
Snelle vermoeidheid bij lichaamsinspanning en zelfs een gevoel
van uitputting zijn niel zeldzaam: dal gevoel van vermoeidheid
kan zeer langen lijd achtereen, zelfs bij goeden , rustigen slaap,
blijven aanhouden : na eiken arbeid. van welken aard en hoe
kort ook, ontstaat de behoefte om zich uil ie strekken of om
de beenen, terwijl men zit, een hooger steunpunt te geven:
dit moe zijn koinl nog dikwijls in de latere jaren van hel
verblijf in een heel klimaat voor. nadat de eigenlijke akkli-
matatie reeds lang is afgeloopen. Eigenlijk ziek zijn is die
toestand niel. maar bij grenst er aan. Hel meest afdoende
middel er legen is bel verblijf gedurende eenigen lijd in een
koeler klimaat, in de bergslreken dus: zelfs ziel men goede
resultaten, wanneer de werkzaamheden van den aangetasten
45
geen voortdurend verblijf in de bergen gedurende eeuige dagen
mogelijk maken, van bel zijn \'s avonds en \'s nachts in
een koelere streek: daarbij is hel evenwel een vereischte,
dal de verplaatsing er heen gemakkelijk, bijv. per spoortrein.
kan plaats vinden. Kon de verplaatsing volstrekt nietgeschie-
den, dan zag ik meermalen goede resultaten van de toediening
van een decoel. cortic. peruv. rubri.
Op dezelfde wijze kan men wel verbetering brengen in een
lichten tremor. die bij enkelen, na een langdurig verblijf in
Indi� optreedt, zonder dal misbruik van alcoholica of andere
zaken daartoe aanleiding gaf. Ik kan niel met zekerheid zeg-
gen, of die heving ten gevolge van een centrale of van een
peripherische oorzaak ontstaat.
-ocr page 321-
7.03
Niet zelden uil zich een zeer zenuwachtige toestand \'ere-
thismus nervosus door het feil, dal men hij de geringste
aanleiding tranen in de oogen krijgt, zonder dat een verhaal,
gegeven, gelezen of gehoord, zoo aandoenlijk is, en er voor
werkelijk Ireurige feiten een zekere ongevoeligheid bestaat.
De genitali�n ondervinden een grooteren hloedsaandrang:
terwijl de algemeene verslapping der spieren aanleiding is,
dat het scrotum gewoonlijk slap en lang neer hangt, treden
nachtelijke erecti�n en polluliones veelvuldiger op; degeslachts-
drift is sterker: evenals van alle smeerklieren, is de werkzaam-
heid van die aan hel praeputium vermeerderd: hij niet behoorlijke
reiniging, of hij phimosis congenilalis, die veelvuldig voor-
komt hij kreolen , hoopt zich veel smegma op en geeft aanleiding
tol een eikeldruiper, die door behoorlijke reiniging geneest.
Dal de circumcisie, als godsdienstige instelling, onder de
hygi�nische voorschriften in heele landen moei gerekend worden,
is van algemeene bekendheid.
De algemeen vermeerderde, afscheiding van smegma blijkt,
behalve uit de reeds genoemde, zure reactie van het zweel,
die op een grooler gehalte aan vetzuren, uil de glandulae
sehaceae afkomstig. «luidt. ook uil de sterkere ophooping
van oorsmeer in den uilwendigen gehoorgang, waarin die slof
zich dikwijls lol uitgedroogde, harde stukken verdikt, die dan
aanleiding geven lol oorsuizingen, doofheid en otitis externa
van een goedaardig karakter. Reiniging, met voorzichtige ver-
wijdering der stukken, is de van zelf aangewezen medicatie,
die men dikwijls doel verrichten door Chineesche oorenschoon-
makers (een afzonderlijk beroep). Die Chineezen gebruiken
daartoe meestal te scherpe instrumentjes, maar zijn ove-
rigens handig in hun vak. Waarschijnlijk moei wel aan
die vermeerderde werkdadigheid der smeer- en slijmafschei-
dende klieren hel feit worden toegeschreven. dat, zelfs wei-
nig belangrijke kalarrhale slijmvliesaandoeningen (otitis externa,
-ocr page 322-
304
conjunctivitis, urethritis, fluor albus en dergelljken) in fadi�
zooveel langer duren dan in Europa.
Velen hebben last van sterke afscheiding van zeer laai
neusslijm, zoo taai en samenhangend, dal liet moeielijk bij
bet snuiten van den neus verwijderd kan worden, en dus
hel openhouden van den mond, vooral onder het slapen,
noodig maakt. In den drongen tijd is dit verschijnsel het
sterkst uitgedrukt. Anderen krijgen eiken dag aanvallen van
niezen, welke niesbuien ieder niet zelden 20 gewijzigde
ademhalingsbewegingen hebben. Dat ten slot Ie ziekelijk niezen
aanleiding kan worden tot de noodzakelijkheid van een vertrek
naar Europa is door verscheidene gevallen bekend.
Wat nu den invloed van hel klimaat, mei al hetgeen daarbij
behoort, op bel psychische leven betreft, zien wij, dal bij
velen het geheugen vermindert, wal zich vooral schijnt Ie
openbaren door de moeile, die men heeft om eigennamen
Ie onthouden en wel de nieesl recent geboorde bet moeie-
lijkst. Ook ondervindt men , na een lang verblijf, dat
inspannende geestesarbeid in de avonduren aanleiding wordt
lot droomen over de behandelde onderwerpen en tot onrus-
tiger slaap. Maar dal is. naar ik meen, ook alles wal
er ten nadeelc van die inwerking kan worden gezegd. Wan-
neer de loodrechte zonnestralen zoo bedenkelijk werkten op
het centrale zenuwstelsel, als wel beweerd wordt, dan zou
men mogen verwachten, dal er, vooral onder vreemdelingen
meermalen, gevallen van zonnesteek werden gezien; toch is dat
maar hoogst zeldzaam bel geval; noch bij Europeanen, noch
bij Chineezen, die hun bijna volkomen kaalgeschoren schedel
(behalve het kleine plekje op de kruin, waarop de baarslaart
groeit) aan die zonnestralen blootstellen en dien soms alleen
bedekken door een strooien hoed, is zonnesteek eene aandoening
die dikwijls voorkomt. Bijna alleen wordt hij wel eens
waargenomen bij Kuropeescbe soldalen, op militaire excursi�n,
en dan beeft het zware, donker gekleurde hoofddeksel daaraan
-ocr page 323-
r,or>
zeker wel mede schuld, evenals misschien ook jenevermis-
bruik.
Of de drift, de opvliegenheid, die men hij velen kan waar-
nemen, aan den invloed van hel klimaat moei worden loege-
schreven, of dal lol hel ontstaan daarvan bijdraagt de indo-
lentie der inlanders, met wie men dagelijks in aanraking komt,
is eene vraag, die ik geneigd hen, in laatstgenoemden zin te be-
antwoorden. Het groote aantal phlegmatische personen, die zich
om genoemde reden driftig maken, brengt mij tot die conclusie.
Dr. Swavi.ng . die zich zoo dikwijls en zoo buitengewoon
verdienstelijk maakte voor Nederlandsch-Indi�, al werden die
verdiensten zelden erkend, heeft eene opsomming gegeven van
al de akeligheden, die ten aanzien der psyche al zoo aanbel
heete klimaat werden toegeschreven. Wat hij daarover schreef,
is zoo juist, dal ik mij niet onthouden kan hel. bier over Ie
nemen, vooral ook omdat bel Naluur- en (leneesknndig Archief
voor Nedcrlaiidsch-Indi�, waarin zijne mededeelingen voorkomen,
niet gemakkelijk meer te verkrijgen is. Hij schrijft daar ik
laat de noten achterwege :
«Heeft men zeer verschillend over de uilwerking der Tro-
»pen warm te op bel organisme geoordeeld , niet minder verscbil-
»lend heeft men omtrent die uitwerking op den menschelij-
»ken geest gedacht.
«Wil men enkele Europeesche schrijvers en zelfs bewoners
«van dezen Archipel gelooven, dan zonde men ineenen, dat
»wij slechts als planten, als zieke planten kunnen leven. Ve-
»len hebben v��r en mei Geigel opgeteekend, dal de warmte
»der verzengde streken den menschelijken geesl doel inslui-
»meren. Anderen bevestigen, dal hel Tropen-klimaat den man
«tot vrouw, lot grijsaard maakt. Van anderen vernemen wij,
"dal het klimaat onzer streken den inensch lol dier verlaagt;
«dal zinnelijk genol over den geesl zegepraalt. En eindelijk
»lezen wij, dat in heele landen geene bestendigheid, geene
"gematigdheid heersehl, dal de beschroomdheid in laagheid,
»de stoutmoedigheid lot woestheid, de inspanning des geestes
20
-ocr page 324-
."06
»tot razernij, de jaloerschheid tot wreedheid overgaat. Kun-
»sten en Wetenschappen zijn hier volgens hen door geheim-
»zinnigheden verduisterd, de godsdienst door dweeperij be-
«zoedeld, het gezond verstand door fabelen beneveld. De schran-
"dere bewoners dezer streken, vervolgt men, dorsten naar
»eer en aanzien, doen somwijlen zeer belangrijke ontdekkin-
»gen en verheffen zich alsdan met veel geluk; doch zij kun-
»nen zich niet staande houden. Die traagheid van geest en
«lichaam, waarvoor zij eene onwederslaanbare neiging koes-
»teren, maakt hen vroeg of spade werkeloos en verlaagt hen.
«Helaas! wanneer wij rondom ons zien en den Inlander,
»den Chinees, ja den Europeaan van naderbij beschouwen, dan
"moeten wij het bekennen, dat er onder hen vele als planten,
»als dieren, als onbestendige schepselen leven. Maar moeten
»wij dit aan de aanhoudende warmte toeschrijven? Bestaan
»er in dat beschaafd, van alle zijden bevoorregt, Europa geene
«dieren of planten in menschelijkc gedaante? Wij hebben aan
«menigen Inlander meer gevoel en oordeel dan aan den lom-
»pen grasmaaijer toegeschreven, en wij hebben menigen Chi-
"�ieeschen handvverkman naauwgezelter en vlugger zien wer-
»ken dan vele Hollandsche ambachtslieden. Waarom schrijft
»men toch in Europa ten onregle zooveel nadeel aan het kli-
»maat toe? Is het, omdat zij gaarne aldaar voor de edelste
»en geestrijkste menschen, zooals von LiUrow zich uitdrukt,
«willen gehouden zijn? Waarom bevestigt zoo menig Euro-
«peaan alhier het ten onregte vermoed nadeel? Is hel, om-
»dat hij straffeloos als plant of als dier wil leven? of is het,
»dat hij als een buitengewoon wezen wil beschouwd worden,
«indien hij, niettegenstaande dien hoogst nadeeligen invloed
»der warmte, zich als zedelijk schepsel ontwikkeld heeft?
«Met eene moederlijke zorg en liefde, met de grootste voor-
«zigtigheid en oplettendheid neemt de natuur ons ligchaam in
«haren hof op, alwaar de zomer bijna niet eindigt, waar de
«reuk-organen onophoudelijk opgewekt worden. Zoude nu
«diezelfde Natuur door hare eenvoudigheid en verscheidenheid,
-ocr page 325-
:,07
»ons oog uit den slaap trachten te houden. terwijl zij onzen
«geest in slaap wiegt, terwijl zij ons harl toeschroeit ?" (?!).
»Wat zoude men in Europa van eenen tropen-bewoner den-
»ken, die vertelde, dat men in de gematigde luchtstreken niet
«zelfstandig kan denken of handelen, dewijl er dan eens cene
»benaauwende liillc bestaat, die hij niet kent: dewijl er dan
«eens eene koude aanwezig is, waarvan hij zich geene idee
»kan koesteren? Zoude men niet met Schubcrl antwoorden,
«warmte nocli vochtigheid, land noch water kunnen den menscli
� weinig" veel) «veranderen, zoo lang in hem een element
«leeft en werkzaam is, dal even als de zon en hel water de
«bewoonde landen derzelver vochtigheid geeft, en de schep*
»pende gelijk de strijdende elementen der natuur in bedwang
»houdt. En dit zeggen wij ook met Schuberl; want niet de
«warmte van ons klimaat welke door z�� vele hijomstandig-
»heden, zoo als wij later zullen zien, getemperd wordt) doet
«onzen geest inslapen of de zinnelijkheid najagen; maar, zoo
«als Hippocrales en Salluslitis en andere gezegd hebbeu, de
«verregaande valsiglieid en ledigheid: want is het gevoel voor
«liet schoone en het heilige eens hij den mensch ontwikkeld,
«dan is geene zon, al slaat zij tweemaal in liet jaar regl-
°standig op ons hoofd, in staal dal gevoel te onderdrukken.
«Even zoo zeer als in Europa het hart en hel hoofd van
«den mensch door opvoeding, door opleiding ontwikkeld wor-
«den, even zoo zeer zal zich hier de mensch ontwikkelen,
«die als mensch opgevoed en opgeleid is. En even zoo zeer
»als in Europa het voorbeeld van beschaafde mannen de jon-
«gere opwekt, om met ijver en nauwgezetheid hunne maal-
«schappclijke pliglen Ie vervullen, even zoo wordt hier de
«mensch opgewekt, wanneer hij ziet, dal mannen, ouder van
«dagen, hoogcr in aanzien, ware voorstanders zijn van alles
«wat goed en edel, van alles wal regtvaardig en heilig is:
«wanneer hij ziel, dat zij geenszins, zooals in de gematigde
«landen door sommigen gezegd en zelfs geschreven wordt, als
«planten, als dieren, als onbestendige, karakterlooze menschen
-ocr page 326-
no8
«leven. En al ware het niet opzettelijk betoogd, dat in Ne-
pderlandsch-Indi�
Kunsten en Wetenschappen beoefend zijn en
»nog heden beoefend worden, dan zouden wij evenwel" ver-
»klaren, dat de warmte, wel is waar, invloed heeft op de
«zielskracht van den Europeaan: maar geen\' verdoovenden
»geen\' onderdrukkenden, of vernietigenden, dan met eigen wil.
»Het is door dien wil, dat de mensch zich van het redeloos
«dier onderscheidt; het is door dien wil, dal de mensch niet
«aan eene bepaalde geographische breedte des aardbodems, ge-
>lijk de meeste planten en dieren, verbonden is. Onder alle
«hemelstreken kan hij zijn geslacht voortplanten, en naar mate
«de mensch meer ontwikkeld en beschaafd is, naar die mate
»kan hij van do. eene streek naar de andere overgeplaatst
«worden."
Tot zoover Dr. Swaving. Hij schreef dat alles ongeveer
veertig jaren geleden en er behoorde moed toe dal te doen,
vooral dat toen te doen. Maar Swaving had dien eenig waren
en goeden moed, waarvan Dr. .1. G. Framz eenmaal schreef,
dat hij er toe leidt zijne meening «te verkondigen met dat
«alles medeslepende geweld , dal het kenmerk is der innige,
«waarachtige overtuiging".
Waarom er moed noodig was, zoo te schrijven in dien tijd?
Men zie nog eens wal ik schreef op pag. 92, voornamelijk
over de Europeesche maatschappij in vroegere jaren. Daarbij
bracht ik in herinnering, hoe velen naar Indi� togen en daar
een positie op de eene of andere wijze verkregen, die niet
altijd in overeenstemming kon worden geacht met den graad
hunner intellectueele ontwikkeling. Niet te verwonderen is
het, dat zulke personen de weelde van hun verkregen standpunt
niet konden verdragen en, door toegeven aan luiheid en aan
uitspattingen van verschillenden aard, bij hunne terugkomst
in Europa den ongunsligen indruk te weeg brachten, dien wij
leerden kennen, terwijl de waargenomen veranderingen aan het
heete klimaat werden toegeschreven. In Europa vonden zulke
menschen zich van zelf misplaatst; in den regel te veel geld
-ocr page 327-
r.oi)
bezittende om niet hunne vroegere standgenooten op eene lijn
zich te bewegen, waren zij te weinig beschaafd, om zich in
hoogere kringen behoorlijk te huis te voelen.
Zeer zeker, zoolangIndi�aan Nederland toebehoort, heeft men in
de tropische gewesten mannen gevonden, wier energie voldoende
was om tegenstand te bieden aan de uitwerkselen van het
klimaat: die mannen waren hel, welke, niet vasten wil zich
verzettende tegen het gevoel van lichamelijke afmatting, den
geest vrij hielden van indommelen en daarvan de blijken
gaven door groot e organiseerende talenten of door wetenschap*
pelijke onderzoekingen , terwijl zij juist door die energie ook
den invloed verminderden, dien het klimaat op hun lichaam
uitoefende. Behoorlijke inspanning van den geest deed hen
van zelf vergelen, dal het klimaat aanleiding geeft tot ver-
hoogde opwekking van den geslachtsdrift en deed hen tevens
vermijden toe Ie geven aan den drang om veel te drinken.
Die laatste drang leidde er anderen toe misbruik te maken
van spirituosa, welke dienden om hel weinig frissche water
een aangenainen smaak te bezorgen. Twee verzwakkende,
nadeelige momenten werden dus door eigen wil opgeheven.
Maar zij, die dien wil bezaten, waren dan ook de meest
ontwikkelden, de-meest beschaafden, en zij vormden de min-
derheid, die, na terugkomst in Europa vooral, door de meer-
derheid zoo werd overschaduwd, dat men alleen oordeelde
naar de laalste en dan meende juist Ie oordeelen; zelfs zou
eene statistiek de juistheid dier meening hehben doey kennen
als men de moeite genomen had, die te maken.
Waarom nu was het eene uilzondering meer ontwikkelden
naar Indi� te zien gaan\'\'. Er was in Europa minder behoefte
aan weelde, minder overbevolking uit een linanti�el oogpunt.
Een vertrek naar Indi� had iets vernederends, zelfs voor de
familie van den vertrekkende en nog vindt men stijfhoofdigen,
die het zoeken van een bestaan in Indi� als een schande be-
schouwen, al is dat denkbeeld zeer veel in kracht en omvang
verminderd. Wonder was het niet, dat er zoo over gedacht
!
-ocr page 328-
:>io
werd. Vele inlandsche oorlogen maakten, dat men iedereen
gebruiken kon om naar »den Oost" Ie gaan, en, ineenden
de bewindhebbers daar, dal er vrouwen Ie kort kwamen,
welnu, gevangenissen en publieke linizen leverden liet oatbre-
kende. Helaas! ook weeshuizen werden misbruik! om de daar
verpleegde meisjes het gelal der vrouwen Ie doen vergrooten!
Herinneringen aan dergelijke feilen blijven bij een volk lan-
gen lijd hangen, wortelen zich vasl en de gevolgen er
van blijven beslaan, al zijn de feiten zelve vergelen; vandaar
dus, dat fatsoenlijke menschen er tegen op zagen zich, zon-
der de zekerheid van eene goede positie te hebben, naar
Indi� te hegeven.
Nog verdient opmerking, dal de heler ontwikkelden, wier
geest niel leed onder gewaande kliniaatsinvloeden , in den regel,
tl iel zoo heel lang in Indi� verblijf hielden. Is het noodig
een groote reeks namen Ie noemen van hen, die zich op we-
lenschappelijk of op staalkundig gebied onderscheidden in den
hier bedoelden lijd? Ik geloof hel niet: de herinnering aan
mannen als Jan Pietkiiszoo.n Doen, Mr. Joan Maetsuyker,
Hendrik Zwaardecroon , Gustaaf Willem Baron van Ihhoff ,
Mr. Herman Willem Dae.ndei.s, Jka.n Chr�tien Baud op hel
laatstgenoemde, van Uit. Andries Cleyer, Dr. Jacobus Bontius,
Uu.Mi\'iiiis, Horsfieli), Bi.l.me , Dr. 1\'iETEii Bleeker op het eerst*
genoeinde gebied (om alleen overledenen te noemen), is voldoende
om mijne bewering Ie slaven.
Toen gSwAViKG zijne meening uitsprak, baseerde hij die
op juiste waarneming, maar waren de afwijkingen van de
bedoelde verschijnselen in de maatschappij nog voorheerscliend.
Daarom roemde ik den moed, dien hij hij het uilen zijner
denkbeelden len loon spreidde. Later bevestigde de geschie-
denis de juistheid van wal hij toen reeds verkondigde. Naar-
male het verblijf in Indi� minder voordeel opleverde: naarmate
het maken van fortuin, in pccuni�elen zin, daar moeielijker werd:
naarmate er door grooteren toevoer van intellectueele krachten
minder kans bestond om, zonder veel moeite, snel vooruit te
-ocr page 329-
.�11
komen; naarmate de invoer van ijs het gebruik van spirituali�n
«leed afnemen; naar diezelfde mate bleek hel meer en meer, dat
verstandelijke ontwikkeling zeer goed mogelijk was in een heet
klimaat en hel leiden van een leven, dat aan dieren of planten
doet denken, geen noodwendig gevolg van de groote en voort-
durende hitte. Langzamerhand zal zich, ook in Europa, de
overtuiging gaan vestigen, dat de geestvermogens en de intel-
lectueele arbeid, in Indi� gevormd en verbruikt, niet alleen
voordeden afwerpen voor den individu zelven, maar ook voor
hel moederland. Waar wij zien, dat in Indic opgevoede en
\'gevormde jongelieden met glans de wetenschappelijke examens
in Euro/ia alleggen en daarbij niet zelden hunne Europeesche
collega\'s vooruit zijn, moet zich wel de meening eene plaats
verwerven, dat hel hcetc klimaat niet ongeschikt maakt tol
studie. Heeft die overtuiging zich eenmaal baan gebroken, dan
zullen de Europeesche bewoners van Indic zich niet meer door
het hoofd van hun Departement in Nederland hooren toevoegen,
dat hunne hersenen door de Indische zon een uitdroogingsproces
hebben ondergaan. Maar daartoe is het ook noodig, dat niet een
der eersten, die daarvan beschuldigd werd, later in Europa
teruggekeerd en zelf geroepen als raadsman der kroon te fun-
geeren, grond geeft aan hel vermoeden, dat zijne hersenen
weer vocht genoeg hebben opgenomen, om zuiverder (? Neder-
landsche) denkbeelden te gaan voortbrengen over aangelegen-
heden, die hij in Indic geheel anders inzag. (Historische
herinnering aan 1878.)
Wellicht zullen Indische geneeskundigen zich dan ook kun-
nen verheugen in meer erkenning hunner werkzaamheid door
collega\'s in Nederland, dan tot heden gewoonlijk het geval
was.
Beweer ik nu, dat Indic geheel aan de eischen voldoet, die
voor een goede ontwikkeling van gemoed en verstand noodig
zijn? Zeer zeker niet! Ik beweer alleen, dat Swaving\'s
denkbeelden juist waren, ten opzichte van de mogelijkheid,
om een reeds goed ontwikkelden geest zich hier staande te
-ocr page 330-
:,\\-±
doen houden en verder Ie vormen. De vorming van hel
gemoed en hel verstand vereischen meer, dan de uitmunten-
de gelegenheden, die goede scholen aanbieden om te leeren.
De Europeesche inwoners van Nederlandsch-Iadi� wenschen
lerecht hunne afstammelingen Ie zien gevormd in een Euro-
peesche maatschappij, bedeeld mei ruimer inzichten, en voor-
zien van meer middelen in die maatschappij zelve, tol vorming
van den mensch, dan de Europeesche samenleving in heiland
hunner inwoning aanbiedt. Waarlijk, hel is niel Ie verwon-
deren, dat zij het noodig, dringend noodzakelijk vinden hunne
kinderen naar Europa te zenden om lol mannen Ie worden
gevormd, die een helderen Mik in het leven hebben geslagen»
die zelfstandig leerden denken en handelen, die de kunsten
leerden waardeeren en liefhebben. Waul al is liet mogelijk
een behoorlijke dosis wetenschap in lutlic Ie veroveren , er on t-
breekl aan de opvoeding, wal de Franschen F�ducation de la
rue noemen: er ontbreekt een groole, beschaafde maatschappij;
er ontbreekt kunst, in den waren zin van dat woord.
Er ontbreekt F�ducation de la rue op die breede, stoffige,
gemacadamiseerde rijwegen der Europeesche, zoowel als op de
smalle kleiwegen der inlandsche buurten; waar zich nergens
een gebouw met architectonische schoonheid vertoont: bijna ner-
gens de industrie, van welken aard ook, hare producten ten loon
stelt; nergens opgewekt volksleven bestaat: waarop zich alleen
stille, bedaarde inlanders vertoonen, die geen denkbeeld hebben
van Europeesche beschaving of kennis , maar in hunne gesprekken
zoo dikwijls zaken aanroeren, die men den jongelieden liever niet
doet hooren: waarop Europeanen kalm wandelen of rondrijden.
Er ontbreek! een groole, beschaafde maatschappij, die eens
wat anders te hooren geeft, dan gesprekken over promotie,
expediti�n of hals. Hel is niet Ie verwondereu, dal er iels
kleinsteedsch blijft in een omgeving, waarvan het aantal Europea-
nen (en mei hen gelijkgesteldcn] in de grootste steden, als
Batavia nog geen ooOO, en Soerabaija nauwelijks oOOO bedraagt.
of te Samarany nog geen SSOOtal kan hereiken 1881;. Zulk
-ocr page 331-
eene maatschappij moesl ;il ongeschikt zijn voor behoorlijke
opvoeding en ontwikkeling, .il ilroeg de inlandsehe en Chinee-
sche omgeving er niet in ruime male toe bij, die ongeschikl-
lieid nog te vergroot en.
Kr ontbreek! kunst en de mogelijkheid van kunstbeschou*
wing, in Europeeschen zin. \'t Ecnige, wal daarvan Ie vinden
is, beslaat in litteratuur, die, zonder behoorlijke leiding, zoo
veel kwaad kan doen. Somtijds kunnen goed»! ntuziekuilvoe-
ringen worden gehoord. Bouwkunst, die waarde lieel\'l voor
geest en gemoed beslaat er niet: beeldhouwkunst is zoo goed
als onbekend, en schilderijen zijn vervangen door gravures en
platen, die in grooten getale voorhanden zijn. maar weinig
afwisseling aanbieden, daar zij mei honderdeeenvormigeexern-
plaren te gelijk worden aangevoerd. Vochtigheid en insekten
maken het moeilijk een se hilderijenverza meling Ie bezitten.
Wal de inlandsche kunst \'s. v. v. betreft, zij is in voldoende
mate voorhanden: er zijn zeer fraaie musea van: maai\' zij is
meer nuttig tol studie voor reeds gevornuleu, dan lol vor-
ming van den geest, in Europeeschen zin.
De conclusie dezer beschouwingen is dus deze: hel heel e
klimaat is op zich zelf geen beletsel tol vorming en ontwik-
keling van den geesl , evenmin als lol instandhouding der
geestelijke vermogens; maar andere omstandigheden in de In-
dische maatschappij maken de opvoeding in Europa noodzakelijk.
Natuurlijk is hierbij bel bekende gezegde: «mens sana in
corpore sano" van toepassing. Hij, wiens lichaam al te veel den
invloed van hel klimaat ondervindt, behoudt ook geen vrij
werkenden geest. Evenwel kan de wilskracht zeer veel uit-
werken len goede en die wilskracht behoort men Ie bezitten
om, met goed gevolg, het boete klimaat Ie verdragen.
De veranderde omgeving, waarin de Europeaan zich ge-
plaatsl ziet. bij zijne komsl in ludifi, de geheel andere ge-
woonten en de gewijzigde levenswijze kunnen aanleiding geven
lot eene gedrukte gemoedstemming, soms zelfs tot heimwee;
maar men zal die toch wel geen uitwerkingen van het heete
-ocr page 332-
514
klimaat willen noemen. De invloed daarvan openbaar! zich
het meest op hel lichaam, en hel wordt lijd nu eens na Ie
gaan, welke wijzigingen van de beschrevene en welke nog
niet genoemde verschijnselen zich hij de vrouw voordoen.
Wat ik heb medegedeeld over de veranderingen in adem-
haling en bloedsomloop is op de vrouwen evenzeer toepasse-
lijk, als op de mannen. De overige verschijnselen evenwel in
de functi�n der huid, van het darmkanaal, enz. zijn, in den
regel, bij vrouwen veel minder ontwikkeld, al behoort lichen
Iropicus niet onder de zeldzaamheden. Voornamelijk doel zich
hij haar de invloed van hel klimaat kennen in de geslachls-
sl\'eer, die bij de vrouw een zoo gewichtig moment in haar leven
vorm); daardoor vinden wij dus nog niet genoemde symptomen.
Vooreerst neemt de afscheiding van de vaginale slijm toe,
wordt zelfs zoo ruim, dal er een goedaardige, wille vloed
ontslaat, die somtijds een heviger karakler aanneemt, zoodat
de afgescheiden vochten aanleiding geven tot roodheid, jeukte,
met de gevolgen daarvan, onlvellingen en pijn. De menstrua-
tie neemt toe: de bloedvloeiingen in de periode zijn ruimer
en het lijdsverloop lusschen het verschijnen der stonden wordt
korter. Niet zelden is, gedurende de zeereis, reeds afwijking
bespeurd, meestal door vermindering of wegblijven der men-
strua. Hij pas aangekomen, jong gehuwden lette men daarop,
om zich niet te vergissen met zwangerschap. De schade, om
dat wegblijven zoo eens te noemen, wordt evenwel spoedig
ingehaald, door de ruimere vloeiing en ook door de kortere
periodiciteit in den beginne. De menstrua vertoonen zich som-
tijds na 14�21 dagen op nieuw en hel bloedverlies kan zoo
sterk zijn, dal het op dal bij abortus gelijkt. Meestal herstelt
zich na eenige maanden de periode van ongeveer 28 dagen,
maar blijft de sterkere vloeiing beslaan, die langer, 4�6
dagen, aanhoudt en gevolgd wordt door een overvloedige af-
scheiding van vaginale slijm.
Bedenkt men het gezegde op pag. 500 omtrent de oorzaken,
-ocr page 333-
518
die aanleiding geven tot anaeraie, dan valt in het oog, dal die
bloedsloestand zich veel sneller en veel heviger zal ontwikkelen
bij vrouwen. Hel periodieke, ruime bloedverlies wordt niet
zoo spoedig hersteld, omdat de eetlust per se reeds minder is,
terwijl bovendien, ;ils men niet over ruime geldmiddelen te
beschikken heelt, «Ie afwisseling van voedsel Ie gering is om
dien aan te wakkeren, en een ferme, goede voeding niet zelden
ontbreekt. Die anaemie geelt alweer aanleiding om de genoemde
verschijnselen in de genitali�n te doen verergeren. Oorzaak
en gevolg verwisselen van rol en belpen elk;�ar.
De vatbaarheid voor conceptie is zeer groot of geheel afwezig;
neiging tol miskraam en abortus zelf komen dikwijls voor.
De symptomen der anaemie behooren bier niet Ie buis; zij
moeien bij de bespreking der ziektebeelden worden behandeld.
Wel mag hier worden medegedeeld. dal bel voedingsproces
niet zelden wordt gestoord, dooi- bel voorkomen, langs den
rand der long «mi op het slijmvlies der mondholte in hel alge-
ineen, van kleine, ronde, mei geelachtig gekleurden bodem
voorziene zweertjes, met scherpe, als afgestoken randen, welke
het kauwen bemoeielijken.
De bloedsarmoede der Europeesche vrouwen, die zich zoo
snel ontwikkelt, maakt baar bovendien bijzonder gevoelig voor
uitwendige invloeden en beschikt baar voor tot ziekten van
hel darmkanaal en der ademhalingswerktuigen, meestal van
katarrhaleu aard, terwijl de verhoogde werking in de geslachts-
deelen ook den uterus en de eierstokken tot ziek worden prac
disponeert. Dal alles maakt de vrouwen, in den regel, onge-
schikt om hare kinderen te zoogen.
De beschaafde, Europeesche vrouw, uil hare vroegere om-
geving weggerukt, vindt daarvoor weinig in de plaats; beeft
zij een werkkring gevonden, die baar, zoo zij ongehuwd is,
een groot gedeelte van den dag bezig houdt, dan vindt zij daarin
eene afleiding, die evenwel de, in Europa zooveel gemakkelijker,
omgang met andere beschaafde vrouwen niet geheel vervangen
kan. Is zij gehuwd, dan geeft de huishouding werk genoeg,
-ocr page 334-
,\'h;
als hel gezin groot is: in kleine gezinnen evenwel doet zich
gemakkelijk verveling gevoelen. Zeide ik , dat de omgang met
andere beschaafde vrouwen in Europa gemakkelijker is, dan
baseerde zich die uitspraak, zoowel op bel feil, dat men, om
elkaar in Indi� Ie ontmoeten, om uil Ie gaan, een rijtuig
noodig beeft, als op bel Iwecde feil, dal in die kleine inaal-
schappij de keuze van vriendinnen veel beperkter is. Daarom
verlangen zoovele vrouwen naar Euro/m terug, waar zij gezon-
der waren en eene omgeving vonden, die meer met bare wcn-
schen strookte. Uilzonderingen daarop zijn evenwel niet zeld-
zaam; ik wees er reeds vroeger op pag. fl�;, dat vele Europee-
sebe vrouwen eene neiging verloonen om inlandscbe gewoonten
overlenemeii, en zulke vrouwen voelen zich in Indi� veel meer
Ie buis. Voor vele moeders voegl zich bij bel gezegde nog de
overtuiging der noodzakelijkheid om de vorming en opvoeding
harer kinderen aan vreemden, in een verwijderd land, Ie moeten
overlaten, en draagt dal schrikbeeld van bel wegzenden harer
lievelingen er loe bij. baar gemoedstoestand nedergedrukt Ie
doen zijn. Zoo werken ook die psychische oorzaken op bet
organisme en vermeerderen de slechte bloedmaking.
Zooals bekend is, sluit anaemie de velvormiiig niet uit, maar
begunstigt die integendeel somtijds. Vrouwen nemen veel min-
der beweging dan mannen. ook al kan uien zeggen, dat in
een Indo-Europeesch huishouden de moeder, vooral in de mor-
genuren, werk genoeg beeft. Verreweg de meeste Europeesche,
en nog meer de balf-Europeesebe . vrouwen beginnen in de eerste
jaren van bel vierde decennium baars levens dik Ie worden;
vreemdelingen kunnen, reeds spoedig na hunne aankomst, in
den regel de opmerking niet onderdrukken , dal onder boogge-
plaatste vrouwen vele een belangrijken omvang bezitten. De
waarnemingen, daartoe noodig. worden gemakkelijk gemaakt,
door de gewoonte om. voor deftige kleeding . de japonnen vooral
niet te hoog te doen zijn, en ook aan de mouwen zoo weinig
mogelijk lengte te geven.
De anaemie geeft tevens aanleiding tot slechte hloedsverdee*
-ocr page 335-
317
ling inel al de gevolgen daarvan, een onderwerp, dat in de
pathologie te huis behoort , maar waarvan hier alleen wordt
aangeteekend , dal de gelaatskleur , hij het dragen van een korset,
des avonds wel eens iets roze-achtigs hebben kan. Bovendien
in het bekend, dat personen, die niet vee! ijzer in het bloed
hebben, er des morgens slechter uitzien dan later op den dag,
waarop dan ook meer werk gemaakt wordt van het loilel.
Dat wisl CoNSTA.vri.N Huvgkns reeds, toen hij in zijn >Balava-
Tempe" schreef:
»\'s Morgens raeckl men aen de waerheil .
Wat hel Meisken voor gestell,
Wat voor haer, en ofs\' oock liaer lieil ,
Wal gedaenle, vleesch of veil."
Minder dichterlijk, maar met evenveel juistheid in de bedoe-
ling, hoort men. hij de beoordeeling der vrouwelijke schoonheid
in Tndi�, wel de vraag: »Hebl ge haar aan den boom gezien?"
Het vertrek der stoomhoolen van den hoorn, de douane,
heeft namelijk gewoonlijk \'s morgens om zeven ure plaats, en
bet is gebruikelijk dan vrienden en kennissen uilgeleide te doen.
\'t Is onbetwistbaar, dal een \'s middags of \'s avonds verkregen
indruk »aan den boom" dikwijls eene belangrijke wijziging onder-
gaat. De dames welen dal zeer goed: een hooge japon en
een kleine, van den hoed neerhangende, voile zijn de gewone
middelen, door haar gebruikt, om Ie zorgen, dal men niet zoo
gemakkelijk »aen de waerheil raeckl."
Europecsche vrouwen worden, wal de somatische verschijn*
selen verder aangaat, spoedig oud in hel heele klimaat: toch
nog niet zoo snel als bare inlandsdie geslachtsgenooten, die
tegen haar 24s"\' of 2SS"\' jaar alle frischheid hebben verloren.
Vooral de mammae, die zooveel bijdragen tol het vormen van
schoone omtrekken, worden zeer spoedig slap en gaan hangen.
De borslklieren , ook van ongehuwden, die legen baar 2SS"\' of 26sl\'-
jaar in huli� komen , welke in den beginne de normale vastheid
en elasticiteit bezitten, zijn, in den regel reeds na eenige maanden ,
van die eigenschappen beroofd: zeer enkele uitzonderingen komen
-ocr page 336-
7.18
daarop voor: de kunst helpl de gewenschte vormen nabootsen,
want liet gewone middel, liet voortdurend dragen van een
koetang (onderlijfje), is loeh meestal onvoldoende om den schoonen
vorm te behouden. De tepels en hunne kringen worden, ook
zonder zwangerschap, donkerder van kleur: waarschijnlijk is
dat wel een gevolg van de groole gemakkelijkheid, waarmede
zich pigment iu die deelen afzet, in verband mei bel besprokene
over ile verandering der hnidkleur in bel algemeen.
.Men vergunne mij bier eene opmerking, die niel rechtstreeks
bij dil onderwerp behoort. Hij zeer vele vrouwen zag ik op
den lepelkring een of meer verspreide baren. die den vorm en
bouw van de baren onder den oksel of op den scbaanibeuvel
hadden: die haartjes vond ik bij meisjes of jonggehuwden (ook
in Europa geborenen lol bel 24s"\' of 2as"\' jaar. Toen er
eenmaal mijne aandacht op gevestigd was, zag ik die dikwijls tol
dien leeftijd , maar later niel meer. De vraag, of zij uitgetrokken
waren, werd steeds ontkennend beantwoord. In geen handboek
der topographische of stelselmatige anatomie vind ik de baren
vermeld, wal mij vreemd voorkomt: alleen llvitn. spreekt van
haarzakjes, vooral bij brunetten.
Kinderen verdragen, als zij boven de drie jaren oud zijn ,
gewoonlijk de verplaatsing uil een koel naar een warm klimaat
goed. Zeer jonge kinderen blijven gezond, als de zeereis
hun «een kwaad heelt gedaan: maar die zeereis, zoowel heen
als lenig, is voor de kleinen nadeelig. Daartoe dragen ver-
schillende omstandigheden bij. Voor zuigelingen is de zeeziekte
der zoogster, wier zogafscheiding daardoor vermindert, nadee-
lig, ook omdat dan eene kunstmatige voeding, dikwijls met
ondoelmatige voedingsmiddelen, moet worden beproefd. Het
verblijf, ten minste gedurende den slaap, in de niel ruime,
warme hutten, de ongewone voeding, hel veranderen van het
drinkwater, de dikwijls ondoelmatige kleeding zijn zoovele
momenten, die bij elke, ook de koelste, zeereis bunnen nadee-
ligen invloed doen gevoelen. Hel meest gewone gevolg is een
-ocr page 337-
r.19
darmkatarrh, die op zich zelf dikwijls doodelijk verloopt, en
door zeeziekte, waaraan ook zeer jonge kinderen kunnen lijden
nog verergerd wordt. Vaste regel moet hel, zoo \'t eenigszins mo-
gelijk is, zijn, kinderen beneden het jaar oud, volstrekt niet
te doen reizen en in geen geval een zeereis (e laten maken.
De sterfte der Europeesrhe kinderen is geringer in Indi�
dan in Europa. Al kan dat niet met cijfers worden bewezen,
\'t feit zelf lijdt wel geen twijfel.
De oorzaak van die mindere sterfte moet voornamelijk ge-
zocht worden in twee omstandigheden, en wel 1° de betere,
sociale positie der ouders in het algemeen, en 2° het ontbreken
of het milder verloop van eenige ziekten, aan den kinderlijken
leeftijd eigen.
Immers werkelijke armoede komt, onder Europeanen in
Indi�, hoogst zelden voor: bekrompen omstandigheden wel.
Maar zulk een minder goede positie is veel dragelijker dan in
Europa, omdat men geen koude kent en aanvoer van versche
lucht in genoegzame hoeveelheid kan plaats vinden. Bovendien
is het toch altijd mogelijk den kinderen een betere verpleging
te geven dan in Europa, omdat de ouders, des gevorderd, zich
kunnen behelpen met goedkoope en eenvoudige voeding, gedu-
rende eenigen lijd. De gemakkelijkheid , waarmede baden kun-
nen worden toegediend: waarmede de hoogst eenvoudige klee-
ding kan verwisseld worden of des noods kan worden gemist;
waarmede voortdurend hulp kan worden verleend, omdat bijna
geen getrouwde, Europeesche vrouwen werk builen \'s huis
verrichten (behalve vroedvrouwen, die gewoonlijk toch niet
veel meer aan \'t kinderen krijgen doen): waarmede in een
behoorlijke voeding kan worden voorzien, zoowel als in het
verblijf in frissche lucht: waarmede voor armen of slecht be-
zoldigden geneeskundige hulp kan worden verkregen; dat alles
is in het voordeel der kinderen.
Vele der ziekten, aan den kinderlijken leeftijd eigen, komen
niet voor of verloopen veel minder hevig dan in Europa. Croup
bijv. wordt nimmer gezien, evenmin als roodvonk of scarla-
-ocr page 338-
320
tina: dauwworm komt niet voor; mazelen verloopen gevvoon-
lijk met weinig hevige verschijnselen; kinkhoest heeft nooit de
hevige symptomen, die haar in Europa kenmerken: epidemisch
optredende ziekten, behalve cholera en koortsen, maken ge-
woonlijk geene groote invasi�n, treden niet zoo in bepaalde
buurten hevig op, maar vertoonen meer hier en daar, met
onregelmatige sprongen, voorkomende gevallen: daarentegen
komen nog al eens sporadische gevallen van meestal epidemisch
heerschende ziekten, als cholera, pokken, diphteriti.s, enz.
voor. Dit laatste is waarschijnlijk hel gevolg van de groote
oppervlakte, die de sleden in Tndi� beslaan, waarbij opeen-
hooping van huizen niel veel voorkomt. De huizen zelf
hebben, in den regel, ook een groote oppervlakte, zoodat,
wanneer een lijder aan eene besmettelijke in een gedeelte van
hel huis verpleegd wordt, een ander gedeelte, bijv. bet bij-
gebouw, o]» grooleren afstand van den lijder is dan die afstand
tusschen cenige huizen in Europa bedraagt, terwijl bovendien
de lucht zich tusschen de gebouwen gemakkelijk verplaatst. Die
groote afstanden maken hef ook mogelijk, zieken een rustiger
verblijf te geven, daar het verkeer op de wegen niet buiten-
gewoon groot is, en die wegen verder van de huizen afliggen.
Hoogst zeldzaam is hel noodig stroo of dergelijk stollen op de
gemacadamiseerde wegen te doen leggen, ten einde hel geraas
te verminderen.
De ziekten, die kinderen bel meest aantasten, zijn aandoe-
ningen van bel darmkanaal en, in sommige streken, koorl-
sen.
In de laatste jaren zijn de darmaandoeningen meestal kalar-
rhale, zelden dysenterische; zij worden dikwijls gevolgd door
cerebrale aflecti�n en wel vooral door meningitis basilaris.
Al is de sterfte der kinderen geringer, toch valt het niel
te ontkenen, dal kinderen van Europeesche ouders buitenge*
woon gevoelig zijn voor uitwendige invloeden en, niet ten
onrechte, noemde Dit. S. L. Heijma.w hen «vulnerabele wezens
»in vergelijking niel de Javaansche zelfs met de verbasterde
-ocr page 339-
r,21
»(kinderen): broeikasplanten , die men bestendig kopsteren en
«verplegen moei, zullen ze voortkomen."
Pas geboren, Europeesche kinderen zijn, in liet algemeen,
steviger en zwaarder dan inlandsche; de navelstreng klopt bij
de eersten langer en sterker dan bij de tweeden : niet zelden voelt
men die klopping bij Europeesche kinderen nog na 20 minuten,
terwijl die bij inlandsche na ongeveer 10 minuten ophoud!: er ont-
slaan veel gemakkelijker navelhlnediugcn bij Europeesehe, dan bij
inlandsche kinderen, zelfs al is bij laatsten de ligatuur vergeten.
Stuipen komen bij Europeesche kinderen veel meer voor dan bij in-
landsche, en bij de laatsten is ook de periode der tandontwikkeling
met veel minder ziekteverschijnselen gepaard (Dr. F. A. C. Waitz).
Kinderen van inlanders loopen in den regel naakt door
zonneschijn en regen, door wiuil en weer, en ondervinden
daarvan geen nadeelen , terwijl Europeesche kinderen dal alles
niet ongestraft kunnen doen. I\'as geborenen zien er sroed uil
hebben een ros� buidkleur en krijgen al spoedig die eigenaar-
dige, roode, zoogenaamde vleesehkieur. die men bij jonge
kinderen zoo gaarne ziel: zij zijn. bij goede voeding, niel
anaeiniseh en kunnen tamelijk wel weerstand bieden aan on-
gunslige invloeden van wind en weer. Hel is noodig bij de
gewone morgen* en middagwandelingen der baboe een parasol
mede Ie geven, omdat zulk een jong kind bijna altijd op den
rug ligt en de hemel een Ie groole lichtsterkte heelt voor de
nog zwakke oogen. De kinderen groeien gewoonlijk goed en
ontwikkelen lichamelijk sneller dan in Europa: wie veel kinderen
daar zag, krijgt bij zijne komst in �ndi� al spoedig de onder-
vinding, dal hij de kinderen jonger moei schatten dan hun
uiterlijk dicteert. In ol\' na hel tweede levensjaar verdwijn)
meestal de ros� buidkleur en beginnen de kleinen bleek Ie
zien, terwijl zich bij allen een meer ol\' minder hevige graad
van bloedsarmoede ontwikkelt. Juist die bloedsarmoede maakt
hen zoo gevoelig voor temperatuurswisselingen. \'I Is immers
bekend, dal anaemische personen vermindering van warmte-
graad al spoedig als koude waarnemen.
ai
-ocr page 340-
322
De in Indi� geboren, Europeescbe kinderen zien dus bleek en
als zij veel in de open lucht, zijn, geel of bruinachtig, niet
niet zeer roode lippen: verreweg de meesfen hebben lichlge-
kleurd, blond haar; meestal kleine handen en voeten: goede
spiervorming, vooral als die door gymnaslischeoefeningen, hoe
eenvoudig ook, onderhouden wordt: zij zijn groot voor huu
leeftijd; de landwisseling komt iels vroeger dan in Europa,
meestal omstreeks hel zesde jaar: ook de ontwikkeling van hel
genitaal-systeem heeft vroeger plaats dan in Europa : de groei der
haren onder den oksel en op den inons veneris is dikwijls tegen
het. 10\'le jaar waar Ie nemen: meisjes van 9�11 jaar hebben
reeds beginnende zwelling der horst klieren en legen het 14\'1\'\'
levensjaar komen de inenses door.
Gedurende zes jaren teekende ik van 168, in Indi� geboren,
Europeescbe meisjes bet levensjaar op, waarin de menstruatie
zich voor het eerst vertoonde. Ik heb die gevallen gedetailleerd
medegedeeld in bel 19\'1\'\' Deel van het Geneeskundig Tijdschrift
voor Nederlandsch-indi�, en geef hier alleen een verkort overzicht,
in groepen verdeeld, waarbij eene vergelijking met de door prof.
Evers in Nederland verkregen cijfers mogelijk is. De cijfers
zijn percentsgewijze genomen. He menstruatie trad in:
Op den leeftijd van:
                          in Indi�: in Nederland:
10 tot en met 14 jaar ....          S5.65            20.88
15 » .... 18 » ... .         43.4;>            Wl.11
19 jaar en daarboven ....           2.97             21.34.
Het grootste, percentsgewijze aantal valt in Indi� op bet
veertiende, mei 26,78, en het grootste in Nederland op het
achttiende jaar, inel 16,33. Deze cijfers spreken, ook zonder
commentaar, duidelijk genoeg. Omtrent den leeftijd, waarop
de menstrua ophouden, is niets uit goede bronnen bekend:
een onderzoek daarnaar is bijna onmogelijk, omdat de meeste
Europeescbe vrouwen voor dien lijd naar Europa terugkeeren,
en dus het getal observati�n te klein wordt.
Het feit, dal bijna alle kinderen zoo bleek zien , ten minste in
de laag gelegen lauden, maakt dal kindereu, die pas uil Europa
-ocr page 341-
325
aankomen en nog een Europeesehe kleur hebben, den indruk
geven van iels opgewondens, iels koorlsarhtigs. Men mag zoo
eens zeggen: «wat heefl dat kind een heerlijke kleur", de
waarheid is, dat de eerste indruk, ten gevolge van het tot
gewoonte geworden zien van hleeke, gezonde kinderen, niet
aangenaam is. Kinderen, die in de bergstreken geboren zijn,
hebben niet die geprononceerd roode kleur als in Europa,
maar toch een veel frisscher tint dan die uit de benedenlanden ,
en maken dan ook een zeer gunsligen indruk. Vooral Batavia
is bekend om de buitengewoon hleeke kleur, die de
D1B
Kuropee-
sche kinderen er bezitten, ook al zijn ze zeer gezond. Enkele
hooglanden zijn bekend om hunne gezondheid. bijv. tb; vlakten
bij Bandong in de Preanger-Retfenl schappen, waar de opzichters
hij de kinakultuur, mei hunne kinderen, toonbeelden van frisch-
heid zijn.
Jongens van l�- of ITjarigen leeftijd zien er gewoonlijk
slecbl uil, wal moet worden toegeschreven, zoowel aan de,
in de meeste huishoudingen, onvoldoend eiwit houdende voeding,
als aan de op dien leeftijd reeds slerke, geslachtelijke nei-
gingen, die gewoonlijk niel worden Ie keer gegaan. Onder-
zoekingen door den lieer K�nkiit iu hel werk gesteld, bij de
militaire pupillen Ie Gombong, van 7 17 jarigen leeftijd,
hebben geleerd , dal die jongens in den regel iels kleiner en
iets lichter zijn , dan jongens in Europa en dal ook de loene-
ining in lengte en in gewicht, per levensjaar berekend, iels
minder bedraagl dan die iu Europa. Die statistiek is evenwel
nog niet groot genoeg om een bepaald oordeel Ie vellen.
Als algeineencn regel moei men aannemen, dat kinderen,
lot hun 12\'\' of 17/\' jaar. niel builen \'s huis moeten werken of
spelen, van \'s morgens !) lol \'s middags 4 ure.
Hel schoolbezoek kan natuurlijk plaats vinden, omdat zij
dan binnen\'s huis verblijf houden: men zal, op de groote
plaatsen, wel doen ie zorgen, dal de kinderen op zoo kort
niogelijken afstand van de scholen wonen.
-ocr page 342-
r,24
Het is vooral de zonnewarmte, tusschen de genoemde uren,
die veel nadeel doet aan het lichaam van den Europeaan in
het algemeen en aan het kinderlijke lichaam in het bijzonder.
Voortdurende inspanning naar lichaam of naar geest doet geen
kwaad; integendeel, ik herhaal nog eens, dat hij het gezondst
is, die veel werkt, maar lichamelijke arbeid in den brandenden
zonneschijn mag voor een enkele maal, zoo nu en dan, verdragen
worden , dag in dag uit zijn die loodrechte zonnestralen moordend
voor den Europeaan. vooral als hij daarbij in den grond moet
werken. Zeer zeker kunnen vele maatregelen genomen worden
om die hoogst nadeelige gevolgen zooveel mogelijk te voorkomen,
wanneer het voortdurend verblijf in de zon noodzakelijk is,
zooals bijv. bij groote bouwwerken. Onder die maatregelen
tellen wij dan een behoorlijke, doelmatige kleeding, vooral de
goede keus van het hoofddeksel; het regelmatige gebruik van
het bad: goed geregelde voeding: het slapen in een andere
streek, waarheen de verplaatsing gemakkelijk geschieden kan.
het vermijden van spirituali�n en vooral van excessen in Baccho
of in Venere: bet nu en dan afbreken der werkzaamheden en
het tijdelijk verblijf, gedurende eenige dagen bijv., in een koel
klimaat: de schepping der mogelijkheid om van lijd tot tijd,
onder het werk, in de schaduw uit Ie rusten, door het
plaatsen van tijdelijke afdaken van atap op bamboe stijlen, en
dergelijke meer.
Reeds aan Dr. J. Bontius was die nadeelige werking van de
zonnestralen bekend en hij «ontraadt ten stelligste" aan Euro-
peanen in Indi� »om over dag tusschen negen en vier uren op
nslraat te gaan, van wegc de ondragelijke hitte, die eenieder
«zoodanig gevoelt, dal hij in een kwartier uur zich meer
«vermoeit, dan op andere tijden van den dag in twee uren.
«(Aan rijtuigen dacht men toen niet). Ofschoon de namid-
»dag niet z�� nadcelig is, als de voormiddag, zoo raadt hij
»aan van twaalf lol vier uren geene ambtsbezigheden waar
»te nemen, maar een weinig te slapen, of met aangename
«lectuur zich te vermaken. Vermoeiende bezigheden, hetzij
-ocr page 343-
52:\')
»buiten- of binnenshuis moeten van o tot 9 ure \'s morgens,
»of \'s avonds na vier uren verricht worden" (Swaving).
Bij de tegenwoordige inrichting der Indische maatschappij
is de raad van Boimus voor de meeslen niet opvolgbaar;
terwijl het algeineene gebruik van vervoermiddelen de omstan-
digbeden heeft veranderd. Toch blijven zijne opmerkingen
van waarde ook voor dezen tijd.
Vooral het bewerken van den grond voor den landbouw,
voor den bouw van huizen enz. is zeer nadeelig voor den Eu-
ropeaan; dat werk moet door inlanders geschieden, en is ook
voor hen somtijds nadeelig. Verbazend is het aantal personen,
dat hel leven inschoot bij den aanleg van den grooten postweg
over Java, onder Daendels, al mag men die sterfte niet alleen
aan den invloed van de zonnewarmte en hel bewerken van
den grond toeschrijven. De geschiedenis leert ons daarvoor
nog andere oorzaken. Maar ook latere, groote werken, zooals
bijv. het bouwen der vesting Willem 1 en het kampement
te Ambarawa, doen ons zien, hoe nadeelig dat werken in den
grond is. Daar werden van het werkvolk geen dagen lang du-
rende voetreizen gevorderd, voor zij de plaats van bun arbeid
hadden bereikt; daar werden geen zwangere vrouwen, grijsaards
en kinderen aan het werk gesteld; bijna alle inlanders waren
veroordeelden, toch werd het verplaatsen dier veroordeelden
naar Willem I bijna gelijkgesteld met de doodstraf; niet of�i-
cieel natuurlijk, maar door iedereen, die iets van den gang
van zaken wist. Dat hel zelf bewerken van den grond een
zoo nadeeligen invloed uitoefent op den gezondheidstoestand,
mag wel een der redenen zijn, waarom ook kleurlingen zoo
zelden het landbouwbedrijf uitoefenen, al hebben zij zich zelven
dat niet als oorzaak voorgesteld.
ISiet iedereen, ik zeide dat reeds, ondervindt de invloeden
van het heete klimaat, en wal daarbij komt, even sterk. Een
krachtige lichaamsbouw, een sterke constitutie, de eerste
mannelijke leeftijd zijn even zoovele gunstige momenten.
-ocr page 344-
:»26
Hel is bekend. dal men gewoonlijk vier temperamenten aan-
neemt, iiiimelijk hel sanguinische, licl nerveuse, hel lymphali-
srhe en hel bilieuse; ook eene andere verdeeling in dri�en is
niel ongewoon: hel phlegmatische, hel sanguinisch-cholerische
en hi\'i melancholische leuiperament. Die laatste verdeeling,
iloor 11ki.ima.nn gevolgd bij zijne beschouwingen over den invloed
van hel heele klimaat, hooft voor dal doel praktische waarde,
al is zij ook een weinig verouderd. Daarom werpen wij een
Mik op die drie vormen.
Phlegmatische lieden zijn slank, hebben een zachte, weeke
huid, zweden gemakkelijk en krijgen licht huidaandoeningen.
Zij hebben een bleekgeel voorkomen en vooral een gele huid-
linl op de bedekte gedeelten van hel lichaam: de kleur van
haren en oogen is donker : de spierbewegingen zijn krachtig en er
onlslaal niet spoedig vermoeidheid. Goede eetlust en krachtige
spijsvertering kenmerken hun gestel, zoodal di�etfoutenweinig
stoornis geven. Zij houden niet van veel inspanning van den
geest en blijven tamelijk onverschillig, onbezorgd voor de toe-
komst. Zij zijn meestal in denzelfden kalmen geestestoestand.
Sanguinisch-cholerische menschen zijn groot en gespierd of
knrl en dik. mei een stevig beenderenslelsel, breede borst en
ferm gevormden buik. De huid is droog en ruw op hel aan-
voelen en scheidt weinig zweel al\', dikwijls alleen op enkele
plaatsen des lichaams. De hiiidkleur is geelachtig, in het aan-
gezichl mei plekswijs doorschemerende roodheid. De spier-
kracht is weinig ontwikkeld. De eetlust is in den regel goed,
maar de spijsvertering geschiedt langzaam: donker gekleurde,
drooge, harde sloelontlaslingen. Ongelijke hloedsverdeeling komt
veel voor en wel vooral vermeerderde bloedsaandrang naar de
hersenen en naar de buiksingewanden. Dij een zwakken hartslag
is de pols vol en week. Klachten over oorsuizingen, hoofdpijn,
duizeligheid en over haemorrho�daal-symptomen zijn veelvuldig.
Zulke personen zijn geneigd lol drifl . houden zich gaarne niet
arbeid des geesles onledig, verliezen bij tegenspoed snel den
moed, maar kunnen ook uitgelaten vroolijk zijn.
-ocr page 345-
.127
Het melancholische temperament vertoont slanken lichaams-
Itouw met ingedrukte borstkas, dunne beenderen, fijne, witte,
drooge huid, slappe spiervezelen, en bij de hypochondri�n uit-
gezetten buik. Hij blonde baren en lichtgekleurde oogen, heb-
ben de wangen eene roode kleur. De personen met dit tem-
perauient zijn niet sterk, en worden spoedig moe bij lichaams-
beweging. De eetlust is goed, de darmbeweging snel, meestal
zijn er eenige stoelgangen, met onverteerde spijzen gemengd,
per etmaal. De krachtige, snelle pols is regelmatig. Zij hebben
neiging tol dweepen met een opgevat denkbeeld. In hunne
jeugd leden zij aan neusbloedingen of aan klierzwellingen.
Die drie typen vloeien door overgangsvormen in elkaar, zoo-
als in de natuur nimmer vaste lypen volkomen geisoleerd staan.
Zij hebben voor onze beschouwingen gro�te, praktische waarde,
omdat menschen, die hel meesl naderen lot hel eerst beschre-
ven lype, hel geinakkelijksl akkliinaleeren, hel best weerstand
bieden aan de invloeden van hel, hcele klimaat; terwijl de
laatst genoemden de minst geschikte individuen zijn voor over-
plaatsing naar de verzengde zone.
De sanguinisrh-eholerische personen krijgen gemakkelijk ziek-
ten, die in Indi� veel voorkomen en een inllammatoir karakter
bezitten, zooals dysenterie, leveraandoeningen en dergelijken,
maar bieden ook vele kansen van herstel aan en verdragen ge-
woonlijk, na zulk een zoogenaamden «baarschen sloot", vrij
goed, voor hun verder verblijf de invloeden van hel klimaat.
\'t Behoeft wel nauwelijks vermelding, dat inlanders en kleur-
lingen den invloed van hel heele klimaat evenzeer ondervinden,
al zijn zij, in het algemeen, meer geschikt om daaraan
weerstand Ie bieden.
Men vindt, voor zoover mij bekend is, nergens melding
geinaakl van hel feil, dal er inlanders zijn, die onder dien
invloed ziek worden en naar een koeler klimaat moeten worden
gezonden: meer bepaald wordt onder koeler klimaat hier alleen
verslaan «Ie koelere streken van Indi� zelve. Dat malaria-
streken moeten worden verlaten voor gezondere plaatsen, wordt
-ocr page 346-
528
daarmede niet bedoeld; maar men vind) mi en dan een inlander,
op wien de licele luchlstreek zelf nadeelig inwerkt, en die
herstel kan vinden door een tijdelijk of voortdurend verblijf
in de koudere bergstreken. Vooral hij reconvalescenten kan
dat Ie pas komen. Dat hel wegzenden uil de warmere plaatsen
naar koudere, o. a. bij beri-beri., van buitengewoon veel nut is,
blijkt uil de belangrijke geldelijke opofferingen, die het gou-
vernement zich voor de lijders aan die ziekte getroost, ten
einde de bedoelde verplaatsing, op geneeskundig advies, moge-
lijk Ie maken.
Hetzelfde wordt trouwens onder alle hemelstreken waarge-
nonien en wij welen. hoevele in Noord-Europa geborenen en
Ie huis behoorenden de klimaatsinvloeden daar niet verdragen;
zelfs zijn er Noord-Europeanen, die in het heete klimaat zich
gezonder gevoelen , dan ooit in Europa hel geval was.
Kleurlingen zijn reeds veel gevoeliger voor de bedoelde
inwerkingen dan inlanders: voor hen kan het, ouder dezelfde
omstandigheden, waaronder Europeanen lijdelijk of voor goed
naar Europa moeten worden teruggezonden , ook noodig worden
dien maatregel te nemen. Men kan hen evenwel uil een
zuiver anthropologisch oogpunt, len opzichte dier invloeden,
niet geheel gelijk stellen met Europeanen. Hel is een onwe-
derspreekhaar feit, dat de theorie van Dar win over den strijd
om hel leven, zich ook hierin doet kennen. De afstammelingen
van inenschen, die gedurende honderde of (luizende geslachten
weerstand hebben geboden aan de verschillende inwerkingen
van de plaats hunner inwoning, zijn beter legen die inwer-
kingen bestand dan de afstammelingen van hen, die er zich
als vreemdelingen neerzetten. Maar zij, die van heide soorten
afstammen, de kleurlingen dus, nemen van heide ouders wal
over, en men vindt daarom onder hen personen, die niels
van die inwerkingen te lijden hebben, zoowel als anderen,
die eene nog tamelijk groote gevoeligheid hebben overge�rfd.
De afstammelingen dier kleurlingen bieden des te beter
tegenstand, naarmate bun geslachl langer in het heelc klimaat
-ocr page 347-
7)29
verblijf hield; waarbij evenwel bel individueele gesiel niet uit
het oog mag worden verloren, evenmin als dal hij de inlanders
zelven het geval is.
Moge het vreemd klinken en schouderophalend worden aan-
gehoord, dal wel eens een vertrek naar Europa noodig werd
geacht voor een pur-sang inlander, men zij , bij de beoordeeling
van hel wegzenden van kleurlingen, gematigd in het uiten
zijner meening omtrent de noodzakelijkheid daarvan.
Chineezen zijn uitstekende emigranten ; zij verdragen, wellicht
heler dan eenig ander inenschenras, de overplaatsing, zoowel
naar heete als naar koelere landen. Van hel eerste vinden
wij de voorbeelden bij duizenden in Indi�; voor hel laatste
leveren Amerika en Australi� hel bewijs. Dal is des te meer
Ie verwonderen. omdat zij zoo weinig van hunne zuiver
Chineesche gewoonlen afwijken, en in den bouw hunner huizen,
in hunne kleeding, voeding en leefwijze zoo Chineesch blijven.
Een der hoofdoorzaken van die gehechtheid aan de oorspronke-
lijke gebruiken is zeker Ie zoeken in de onveranderlijkheid hunner
godsdienstige instellingen, inzichten en overtuigingen. Die
instellingen brengen mede hel vieren van feesten, op bepaalde
dagen en gedurende zekere lijden, terwijl bel vieren daarvan
alleen mogelijk is, door, over hel algemeen, de Chineesche
gewoonten Ie blijven volgen. Reeds bad ik gelegenheid bij hel
bespreken van dal volk en van zijne woningen , enkele opmer-
kingen daarover Ie maken en ik wees daarbij levens op hel
gebrek aan zindelijkheid in de dicht opeengehoople woningen.
Houdt men daarbij in bel oog hunne gewoonte om zeervetle,
eiwithoudende en moeielijk verteerbare! voedsels te nuttigen, dan
is de weerstand, dien zij aan de invloeden van bel vreemde kli-
maal bieden, wel een bewijs voor hunne krachtige con-
slitutie.
De Chineezen zijn praktische lui: zoodra zij geld genoeg
daartoe bezitten, verschaffen zij zich in de koelere streken
(waar hun hel verblijf ten minste niel is ontzegd) een pied-a-lerre,
om daar nu en dan ecnige dagen Ie kunnen doorbrengen\'
-ocr page 348-
530
Voor lien bestaai ook dikwijls de noodzakelijkheid va» een ver-
plaatsing naar een koeler klimaat.
l);tl de verplaatsing naar die koelere streken of een vertrek,
voor eenigen lijd of voor goed, naar Eurppa voor Europeanen
dikwijls dringend noodig is . hlijkl uil hel reeds besprokene
van zeil\'. De omstandigheden, waaronder een zoodanige, tijdelijke
id\' voortdurende verplaatsing moei worden voorgeschreven, zijn
evenwel eene nadere beschouwing overwaardig. Er is wel-
licht geen onderwerp, dal lol de zuivere Indisch-medischc
zaken behoort, waarover de meeningen der geneesheeren meer
verschillen.
Ik weusch thans over deze zaak alleen te spreken, voor zooverre
zij in betrekking staal lol de klimaatsinvloeden, ook hij zick-
len. om in hel laatste hoofdstuk van dit deel nog lenig Ie komen
op de daarvoor, in de meeste gevallen, gevorderde geneeskun-
dige certificaten, en om in het tweede deel, hij de bespreking
der ziektevormeu telkens er op Ie wijzen . als een ziekle aan-
leiding geelt . lot het uitbrengen van een advies in dien geesl.
Heelt men zich de moeite getroost Ie lezen, wal lol hier toe
over de verschillende inwerkingen van hel Indische leven en
hel klimaat op den Europeaan is gezegd, dan zal men zich
herinneren, dal de ontwikkeling van anaeuaie, mei al hare
gevolgen, bovenaan slaat.
Zoo behoort dan ook auaemic. al is die niet alleen hel gevolg
van klimaatsinvloeden, maar door andere omstandigheden ver-
ooi\'zaakl , bovenaan de lijsl der voorwaarden, waaronder een
verblijf in de hergslreken en, bij hevige gevallen, een vertrek
naar Europa moet worden aanbevolen.
Alle reconvalescenten van eenigszins ernstige ziekten komen
in aanmerking voor een verblijf in de hergslreken en men
verlieze daarbij vooral niet uil bel oog, dal de lijd, waarop
hel vertrek moei plaats vinden, van groot gewicht is. Zoo
zal hel bij koortsen, die een gevolg zijn van miasmata, noodig
wezen die verplaatsing zoo snel mogelijk te doen geschieden,
-ocr page 349-
."> 1
zelfs ;il is, op hol aanslaande verblijf van den lijder. gonees-
kundigc hnlp niet of mneiolijk Ie verkrijgen: de verplaatsing zelf
is een energisch medicament en men kan den noodigen raad
geven voor mogelijke toevallen. Welke Indische geneesheer kent
niet, uil zijne eigeuc praktijk, die plotselinge ommekeer in
koortsachtige ziekten. hij verplaatsing naar een andere om-
geving\'
Er is, in hel algemeen, maar ��ne legenaanwijzing voor
die verplaatsing, maar die heeft dan ook een zeer groot ge-
wichl: zij is hel lieslaan van diarrliee. van welken aard ook.
Reeds vroeger merkte ik mei een enkel woord op, dat darm-
katarrhen gemakkelijk in de bergslreken ontslaan, en levens,
dal men dit minder moet toeschrijven aan liet drinken van het liel-
dere bronwater, zooalsdoor liet pnliliek algemeen wordl aantreno*
men, dan wel aan de zorgeloosheid , waarmedei men zieli. in die
koelere streken, aan dezelfde luchtige kleeding houdl als in de
warmere kustplaatsen. Maar juist voor zieken is die luchtige klee-
ding alleraangenaamst. terwijl niel zelden reeds, gedurende cene
darmziekte. een warmere bedekking is aangeraden en dus een nog
warmere in de bergslreken noodig zon zijn. Ken ruime ondervhv
ding heelt mij geleerd, dal in elke diarrliee een legenaanwijzing
moei worden gezien voor de verplaatsing naar bergslreken.
Ontwikkel) zich dus, ten gevolge van of na eene doorgestane
dysenterie, haemorrhoidaal-diarrliee, Indische spruw of welke
andere darmaandoening ook. anaemie, dan mag daartegen nimmer
een verblijf in de bergslreken worden aangeraden, voor de diarrliee
volkomen genezen is: vooral hij darmkalarrhen is, ten dien op-
zichte, de meest mogelijke voorzichtigheid aan Ie raden. Veel-
eer komt bij ernstige anaemie, als de genoemde oorzaken blij-
ven voortduren, een vertrek naar Europa te pas. Wonen zulke
lijders in sterk bevolkte buurten, dan kan hel nuttig zijn hun
den raad Ie geven hun verblijf, voor eenigen lijd ten minste, te
vestigen in huizen met eene ruime, vlakke omgeving, die veel
verschen luchtaanvoer toelaat; eene omstandigheid, die ook in
de lager gelegen landen wel te vinden is.
-ocr page 350-
332
Beslaande inilt- en leverzvvelliiigen; »slau�ngen" (in den
laatsten tijd vertaald door hel woord stuwing) in liet laatst-
genoeuide orgaan; circulatie-stoornissen ten gevolge van lichte
aandoeningen van het hart; de vroeger (pag. 230) beschreven
vermoeidheid: lichte inaagkatarrhen: verlies van den eetlust,
zonder belangrijke organische sloornissen; zeer vele stoornissen
in de sfeer van hel zenuwstelsel: belangrijke erupti�n op
de huid: ziedaar even zoo vele aanwijzingen voor het lijdelijk
verblijf in koelere streken.
Bovendien is het nemen van rus!, na dikwijls jaren langen,
onafgebroken arbeid, voor velen niet anders mogelijk , dan door
zich tijdelijk aan hunne omgeving te onttrekken, waarbij dan
de koelere bergslreken met haar verfrisschendc, opwekkende
lucht wel het eerst in aanmerking komen.
Psychische oorzaken kunnen bel noodig maken een verblijf
in de bergslreken niet in reconvalescenlengestichten te doen
plaats vinden. Hel logeeren bij bevriende famili�n of bij
bloedverwanten, kan dikwijls gunstiger zijn dan bel verblijf
in een gesticht. Dit behoeft wel geen nader beloog, maar moest
vermeld worden , omdat in de door het gouvernement ge�ischte
certificaten een dergelijke afwijking van den gewonen regel
met redenen moet worden omkleed.
Voor overigens gezonde menschen is bel toch sterk aan te
bevelen, na een lang verblijf in de laag gelegen landen, eenige
�lagen in de hoogere streken door te brengen.
Zoo zou bet voor praktiseerende geneesheeren bijzonder
groote waarde hebben, indien zij jaarlijks in de mogelijkheid
waren zich, gedurende bijv. ��ne week, aan de praktijk Ie
kunnen onttrekken en rust te nemen. Dat is evenwel niet
doenlijk, omdat de ondervinding leerl, hoe de omvang der
praktijk er steeds onder lijdt, ook al is de afwezigheid nog
zoo kort, wanneer die onttrekking aan de gewone bezigheden
niet door ziekte dringend worden ge�ischt. Men wil nu eenmaal
niet, dat een dokter zich eens eene vrijheid veroorlooft, die
ieder ander niet euvel wordt geduid.
-ocr page 351-
.»;>.->
Is het, in de laatstgenoemde gevallen, tamelijk onverschillig,
waarheen de pati�nt zich hegeeft, als hij maar rust geniet
en uit de te warme streken zich verwijdert, voor andere
lijders is dat niet zoo onbepaald. Menschen, die aan asthnia-
tische aanvallen onderhevig zijn, hehhen veel kans zulk een
aanval te krijgen, zoo zij zich te snel naar koelere, maar vooral
naar tevens vochtige, streken verplaatsen. Ook zij men voor-
zichtig met allen, die licht ontstekingachtige aandoeningen
der luchtwegen krijgen en met lijders aan longenturherculose.
Voor hen kan een lijdelijk, maar niet te kort, verblijf in
de bergstreken gunstig zijn, mits de verplaatsing daarheen
langzaam, dus liefst hij etappen geschiedt. Daartoe bestaat
bijna overal gelegenheid. omdat de reconvalescenlengestichten
op verschillende hoogten gelegen zijn. De volgende plaatsen
liggen op de daarbij uitgedrukte hoogten hoven de opper-
vlakte der zee:
Batavia (Waterloaplein)....... 5 meter.
Bidara Tjina..........28 »
Kampong Sfakassar,(reconvalescentengesticht) ietshooger.
Buitenzorg...........26o meter.
Gadok (reconvalescentengesticht]                 . 480 »
De top van den Megamendaeug                       ± 1800
Soekaboemi (Preanger)........601 �
Tji-panau (een buitenverblijf van den Gouver-
neur-Generaal, hij het reconvalescenlenge-
sticht Sindanglaija)........1078
Tjandjoer (Preanger)........471 »
Randong (Preanger)........714
Garoet (Preanger).........710 »
Soemadang (Preanger).......± 450 »
Poerivakarla (Kratrang).......76 »
De pasangrahan, een lijdelijke verblijfplaats, op
het plateau van den Di�ng, (Banjoemas) . . 2045 »
Magelang (Khloe).........384 »
Samarang........... 4 »
-ocr page 352-
334
Oengaran (Oenarang, veel door reconvales-
centen bezocht).........     313  meier.
Willem I...........     476    »
Bojolali [Soerakarta.......±    408    »
Solo............±    100    »
Klatlen...........±    200     »
Djogjaltartti...........     113»
Madioen............       07     »
Malang (Pasoeroean).......±    450
Tosari Paxoeroean).......±   1750
Kan Padangxche benedenlandeti.....     298
Siilii/,- Padungsche bovenlanden �.....     370     �>
Padang Pandjang idem......±    730
Forl de Koel; idem)......±    922     »
Padang Sidempoean [Tapanoli.....     283     »
Hel meer van Tondano (Celebes).....     092     <>>
Dal zijn eenige der voornaamsle plaatsen, die bereikbaar
zijn, ook voor zieken. In elke Regeerings-Almanak van Neder-
landsch\'Indi�
koml eene opgave voor van alle plaatsen, waarvan
do hoogte is bepaald: ik zoclil daaruit die, welke voor bel
bier besproken doel in aanmerking kunnen komen, en voegde
ei\' Batavia en Sqmaraitg Ier vergelijking hij.
De invloed , dien zulk eene verplaatsing naar hoogere streken, in
hel algemeen, op den gezondheidstoestand beeft, is zeer belangrijk.
Dal laai zicli hegrijpen, omdat mei de hoogte de warm te-
graad afneemt : in die hoogere slreken de huizen gewoonlijk
veel verder uil elkaar liggen en er dus gemakkelijker lucht*
ververscliing plaats heefl: terwijl bovendien, in den regel,
malaria-invloeden daar van veel minder heleekenis zijn. Hoe
veel gezonder de plaatsen binnen \'s lands gelegen in hel algemeen
zijn, bleek reeds vroeger uil de daarvan gegevene korte, statis-
lische beschouwingen.
Ken der eerste verschijnselen voor overigens gezonde, geak-
-ocr page 353-
558
klimateerde personen, hij een bezoek aan de bergstreken, is
vermeerdering van den. eetlust. Daarbij voell men zich oneindig
minder spoedig vermoeid hij lichaamsinspanning, is men lichter
in zijne bewegingen, slaapl gewoonlijk heter, voelt zich
meer opgewekl , in een woord, men komt daar lol de
overtuiging, dat hel heele klimaat niet zonder invloed bleei
op het gestel, al merkte men er schijnbaar niet zoo heel veel
van, terwijl men daarin verblijf hield. Onder den algemeen
opwekkenden invloed «Ier lagere temperatuur is, voor de meeste
reconvalescenten, de zoo vermeerderde eetlust een der hoofd-
momenten van gunstigeu aard. Hel is dus de eerste plicht
van allen, die inrichtingen van welken aard ook voor herstel-
lenden in een koeler klimaat heheercu, te zorgen dat de voe-
ding uistekend zij, ten einde de gunstige werking van de
omgeving te gemoet Ie komen.
Wat nu de aanwijzingen hel relt om lijders naar Europa
te zenden lol hel herstel hunner «eschokle gezondheid. komen
in de eerste plaats in aanmerking de hevige vormen van alle
aandoeningen, die aanleiding geven lol. hel zenden naar koeler
klimaat. Verder, zooals ook reeds werd opgemerkt, de noodzake-
lijkheid tol hel maken eener badkuur in een der bekende, Europee-
sche badplaatsen : dan de vroeger besproken slapeloosheid : verder
vele hartziekten en ancurysmata. enkele dierziekten, diabetes
mcllitus, vetzucht, marasmus en vooral de reconvalescent ie
van belangrijke verwondingen. Daarbij verdient overweging,
dat hel. voor sommige groole operati�n en vooral voor die,
waar het op de geoel\'endheid en de ondervinding van den ope-
rateur aankomt. zeer wenschelijk kan zijn . die in Eurojta door
specialiteiten Ie doen uitvoeren. Onder die operati�n reken ik
bijv. ovariotomi�n, die van kankergezwellen van de borslklier,
sommige sleeiisnijdingen, enkele plastische operati�n. die voor
polypen in hel strottenhoofd en dergelijke meer.
Hel hlijl\'l steeds aan de beoordeeling van den hehandelen-
den medicus overgelaten, of hij zich in staal acht eene kunsl-
-ocr page 354-
r.�G
bewerking zelf te doen. dan of hij meent beter te handelen
met die aan specialiteiten op te dragen. De moeielijkheid om
de, tol en na sommige operati�n noodige, instrumenten te
verkrijgen mag daarbij niet uit bet oog worden verloren: (er-
wijl men levens wel degelijk bet belang van personen en van
het land (wal de pecuni�ele gevolgen betref) moei overwegen
en met elkaar in verband brengen.
Aandoeningen van hel darmkanaal en van de luchtwegen
zijn geen tegenaanwijzingen voor een vertrek naar Europa,
mits in een gunstigen lijd van hel jaar ondernomen: men
zorge dus. dal zulke lijders legen hel begin van den zomer
in Xoord-Euro/m kunnen zijn, of rade hun anders aan, gedu-
rende den winter in hel Zuiden van Euro/m te verblijven.
Integendeel kunnen de ziekten der genoemde organen zulk een
verplaatsing dringend noodig maken: men ziel daarvan dik-
wijls zeer gunsligc gevolgen, reeds onder de zeereis, terwijl
eene poging om iu de bergen van hidi� herstel Ie vinden mis-
lukte. De geheele verandering van voeding, luchl, omgeving: de
onttrekking aan alle invloeden, die uadeelig konden zijn,
ook al merkte men dal niel zoo dadelijk, brengen het hare
daartoe hij.
Een tegenaauwijzing voor hel gaan naar Europa is een booge
leeftijd. Hel bekende spreekwoord, dal men oude hoornen niet
verplanten moet, gaal ook daarbij door. Ik reken, in bel
algemeen, dal menschen, die ver in de zeslig jaren oud zijn
en een groot aantal jaren in hidi� woonden, daar moeien blij-
ven, ook omdat, zooals reeds vroeger werd gezegd, oude
mensehen zich gewoonlijk in bel heele klimaat aangenamer
voelen dan in het koudere.
Er zijn nog andere aandoeningen, die een vertrek naar En-
ropa
noodzakelijk maken : maar die te noemen is niel zoo ge-
makkelijk. \'I Zijn van die ziekten, waarvan Dr. J. 6. Frantz
zoo juisl zeide: «Gelooft ons toch; wij genezen geen namen:
»wij bestrijden verschijnselen: wij hellen, waar hel zijn kan,
»de ziekteoorzaken op: wij verwijderen schadelijke invloeden
-ocr page 355-
557
»en doen gunstige geboren worden, en soms, ofschoon wij
»uw lijden verzachten, ofschoon wij u zelfs waarlijk genezen �
«welen wij zelve den naam niet van wat u «scheelde".
«Want er zijn vele ziekten zonder naam!"
Die uitspraak van Dr. Frantz behoudt nog altijd hare waarde,
al schrijft de nieuwere richting der zieklekunde voor, dat het
herkennen ecner aandoening zijnen grond moet vinden in ana-
lomisch aantoonbare veranderingen. Zoowel bij vele stoor-
nissen in de werking van den geest, als bij enkelen in h�l
lichaam, is het nog niet gelukt de anatomische basis te vin-
den, die de afwijkingen physiologisch voldoende toelicht. On-
der die sloornissen behoort o. a. de volgende.
Wij krijgen in Indi� personen voor ons, die, na een langer
of korter vei\'blijf in hel heele klimaat, in een toestand zijn
gekomen, welke moeielijk aan iels anders dan aan de voort-
durende inwerking der daar heerschende invloeden kan wor-
den toegeschreven. Een niet zeer hooge graad van anaemie,
gepaard mei verlies van eellusl; slechte slaap, met wakker
schrikken; spoedige vermoeidheid na elke lichamelijke of gees-
telijke inspanning: een voortdurend gevoel van afgematheid:
lusteloosheid in den vroeger aangenamen werkkring; gede-
primeerde toestand van den geesl; opzien tegen inoeielijkhe-
den, maar vooral een zekere angst voor een aanstaanden Oost-
moesson; het afwezig zijn van, te conslateeren, pathologische
veranderingen in eenig orgaan: ziedaar in algeineene trekken
zulk een toestand beschreven. Laat men zulke personen voor
een geruinien tijd naar de bergstreken gaan , dan beginnen zij zich
daar iets beter te voelen; meenen niet zelden, dat zij hersteld zijn:
maar, reeds eenige weinige dagen na den terugkeer tot warmere
plaatsen, beginnen al de verschijnselen opnieuw. Zij erkennen
somtijds, op de daartoe gedane vragen, dal zij alle heil ver-
wachten van een tocht naar Europa,, «maar zeggen dat meestal
niet uil zich zelf.
Zulke personen, wier toestand eeuigszins aan heimwee grenst
maar zeer zeker geen heimwee is, moeten «orden weggezoif
22
-ocr page 356-
358
den en komen, met nieuwe krachten toegerust, hersteld
terug.
Het is onmogelijk te zeggen, na hoeveel jaren verblijf in
Indi�, zulk een beeld zich ontwikkelen kan. Ziet men het nu
eens zeer langzaam voortgaan, en krijgt men voor zich zelf
de overtuiging, dat die onbepaalde klachten zullen leiden tot
de noodzakelijkheid van een vertrek, in andere gevallen
gaat hel proces spoediger, zelfs tamelijk snel. in eenige
weken.
Die afwijkingen in de somatische en psychische verschijnse-
len zijn het, die gemakkelijk aanleiding geven tot simulatie, en
de geheele toestand moet dus door den medicus, met nauvv-
keurigheid, worden bestudeerd, opdal hij niet misleid worde.
Daar bijna alle symptomen subjectief zijn. moet de geneesheer
trachten , zooveel hij kan, achter alle omstandigheden te komen,
die aanleiding kunnen zijn om de aandoening voor te wenden,
maar ook achter die, welke hem de rnoreele overtuiging schen-
ken, dat de klagende persoon een zieke is.
Juist die onbepaalde, maar wel degelijk bestaande, afwij-
kingen genezen gewoonlijk al spoedig, na het vertrek naar
Europa; zij verbeteren, ja verdwijnen zelfs op de zeereis.
Daardoor geven zulke lijders aanleiding, bij hunne komst in
Nederland, tol eene onjuiste, meermalen onbillijke beoordeeling
omtrent de niet merkbare noodzakelijkheid, die toch bestond,
om Indi� tijdelijk vaarwel Ie zeggen. Ontegenzeggelijk loopen
er onder die weggezondenen wel eens simulanten, maar voor
de meeslen was het noodig; en, men vcrgele vooral niet
het »in dubiis absline", dat hier dringend noodzakelijk is.
Het leven kan er me� gemoeid zijn; liever erkeime de genees-
heer, dat hij is beetgenomen door een enkele, dan dal hij
velen blootstelt aan gevaar. Vergissingen, bij rechterlijke
vonnissen wel voorgekomen, hebben geen aanleiding gegeven,
de rechterlijke uitspraken te doen minachten: waarom moet
dat dan met medische uitspraken het geval zijn ? Beide weten-
schappen zijn vrije, en de persoonlijke overtuiging mag niet
-ocr page 357-
339
buiten rekening blijven. Bij bel bespreken der certificaten
wordt daarover nog iets in het midden gebracht.
Ik behoor volstrekt niel tol de geneesheeren, die zich verant-
woord achten personen naar Europa terug te zenden, welke
een bepaalden tijd in hel heele klimaat hebben doorgebracht.
Sommige medici vinden daarloe vrijheid na een lien-, andere
na een vijftienjarig verblijf. Deze quaestie doet zich voorna:
meiijk voor bij ambtenaren, die, door hel overleggen van een
geneeskundig certificaat, pecuni�ele voordeelen genieten, gedu-
rende een verlof naar Nederland, welke niel zijn weggelegd
voor hen, die eenvoudig gebruik maken van de bepalingen,
waardoor zij, na een twaalf- of een vijftienjarig, onafgebroken
verblijf in Indi�, recht verkrijgen dal land tijdelijk te verlaten.
Er moeten, dal behoefl wol geen nader beloog dunkt ine,
ziekteverschijnselen zijn, om ziekle te constateeren en de
geneesheer is niel geroepen, uil een verkeerde opvalling van
humaniteit, hel land te dwingen grootere uitgaven te doen, voor
een enkelen persoon , dan bepaald noodig zijn. Hel is een gebrek
in de wetgeving, dal personen, die meermalen gedurende langen
lijd door ziekte in de onmogelijkheid waren diensten Ie pres-
teeren. bij een tocht naar Europa nog voordeelen genieten
boven hen. die voortdurend hunne krachten len dienste van
den slaal hebben gebruikt. Zeer zeker hebben zieken in
Europa meer geld noodig dan gezonden: maar daartegenover
slaal, dal zij, die niel ziek waren, in den regel meer werkten
en reeds daardoor aanspraak mogen maken op meer ontspan*
ning naar hel lichaam en vooral naar den geest, in eene Euro-
peeschc maatschappij. De noodzakelijkheid van een hooger
verlofstractenaent voor zieke, en wel speciaal voor minder goed
bezoldigde, ambtenaren , zou telkens door eene commissie moe-
ten worden geconstateerd. Hoe zulk eene commissie zou
moeten werken bespreek ik in bel laalsle hoofdstuk.
Sommige, overigens gezonde mensehen, die naar Europa zijn
geweesl, verloonen bij terugkomst in Indi� een veel grootere
gevoeligheid voor de klimaals- en andere invloeden dan v��r
-ocr page 358-
340
hun vertrek. Niet alleen psychisch zijn zij gevoeliger, maar
ook werken die invloeden krachtiger op het lichaam dan vroe-
ger en niet zelden maken zij een zeer hevig akklimalatie-
proces, in den eenen of anderen vorm, op nieuw.door. Daarhij
komt dan gewoonlijk ontevredenheid; men vond in Europa alles
heter: de maatschappij, de voeding, de kleeding, de uitspannin-
gen, alles in ��n woord: dit wist men vroeger ook wel, maar
toen hinderde het niet zoo erg, dan na een paar jaren in die
andere omgeving ter verl\'rissching Ie hehbeu doorgebracht,
\'t Meeste kans op zulk een onaangename uitwerking van een
tocht naar Europa bestaat voor menschen, die niet. al te jong
meer zijn, bijv. veertigers ongeveer.
Op pag. 121 en 125 heb ik melding gemaakt van het feit, dat
sommige menschen, vooral na een langdurig verblijf in Indi�,
het baden met koud water niet goed meer verdragen en daar
koorts door krijgen. Ook dit verschijnsel wordt wel eens
als argument aangevoerd voor de nadeelige inwerking van het
klimaat en door leeken als reden aangegeven, waarom een
vertrek naar Europa noodig zou zijn. Hel betoog, dat het
argument geen steek houdt, is overbodig; al is hel nu juist
niet prettig, als men zich bij die voortdurende warmte niet
eens verfrisschen kan door een bad, en al is het regel, dal
baden noodzakelijk is voor een gezond mensch in Indi�, de
omstandigheid alleen, dat die afkoeling niel verdragen wordt,
is geen reden om Indi� te verlaten. Iels anders wordt het,
wanneer dieper liggende oorzaken kunnen worden opgespoord,
die het ontstaan van koorts telkens na een bad verklaren
kunnen; maar hel grootste aantal niel badende Europeanen
is toch volkomen gezond.
Men vergunne mij, al behoort het misschien niet rechtstreeks
tot de gevolgen der klimaatsinvlo�den, hier eene opmerking
in te voegen over een verschijnsel, dat mij, in mijne praktijk, een
paar malen is voorgekomen, dal ook andere geneesheeren waarna-
men en waarvan ik mij zelven de verklaring ben schuldig gebleven.
-ocr page 359-
341
Ik heb namelijk hij een paar jongens en meisjes van
10�18 jarigen leeftijd een soort van idiosyncrasie (dat.
woord drukt de zaak hel best uit gevonden voor school-
hezoek. De kinderen waren zoowel kreolen als kleurlingen.
Nadat zij cenige dagen de school bezocht hadden, ontstond
hoofdpijn: werd het schoolgaan doorgezel, dan kregen zij
koorts; die koorts verdween, ook zonder behandeling, als de
school niet meer werd bezocht, en kwam telkens, bij herhaalde
proefnemingen, terug. Dat dit niet kon worden toegeschreven
aan den toestand der schoollokalen bleek uit verschillende
omstandigheden: werden die kinderen in een andere kamer,
bij een anderen onderwijzer geplaatst, of werden zij naar
een geheel andere school «ezonden, de zaak bleef dezelfde.
De genoemde verschijnselen bleven volkomen weg bij huison-
derwijs, waarbij evenveel of meer gevorderd werd van de
intellectueele inspanning. De eenige verklaring, die ik mij van
de zaak heb kunnen geven, is dal de tocht naar de school,
door zonneschijn, regen, wind enz. door zulke jongelieden niet
verdragen werd. Vreemd is de zaak zeer zeker, want ik had
onder hen een zeer sterk gebouwden, krachtig ontwikkelden
knaap van gemengd Enropeesch en Javaansch ras, wiens
lichaamsgestel overigens nipt toeliet aan te nemen , dat een beetje
zon, enz. hem zoo zou hinderen. De regelmatige, dagelijksche
terugkeer evenwel van die invloeden scheen de eenige oorzaak
te zijn van de aandoening. Dat is de reden, waarom ik meende
die waarneming hier eene plaats te mogen gunnen, al doe ik
het met eenige reserve. Dit. R. A. J. Snetiilage deelde mij
evenwel mede, dat bij in Nederland ook een jongen had ge*
observeerd, die zulk eene gevoeligheid voor schoolgaan ver-
toonde en dit verzwakt zeker mijne beschouwingen omtrent
de oorzaken er van.
Wij kunnen nu nog een blik werpen op de voortteling van
een menschenras in het klimaat, waarin het oorspronkelijk
niet woonde.
-ocr page 360-
342
Dal is eene zaak, waarover veel is geschreven, en hel on-
07211886
derwerp staal in nauw verband met de mogelijkheid eener
kolonisatie in Indi�. Ik hel» mij jaren lang er op toegelegd
voorbeelden Ie verzamelen eq/ier lang voorgezette voortplan-
ling van in Indi� geboren Europeanen \'dus kreolen of Eura-
zialen; ouder elkander; verder dan het tweede of derde ge-
slacht kwam ik daarbij niet, omdat er altijd weder een versch
Europeesch of inlandsen element hij optrad. De versie af-
slamming, die ik zeil\' kon constateeren, ziet men uit het hier
volgende schema, waarin de eerste rij personen voorstelt in
Europa geboren, en de volgende in Indi� geborenen: M. be-
teekent man; V. vrouw; de met een X geteekende heb ik
niet persoonlijk gekend.
M.
                MX. VX.                 M. V.               Mx. V.
v~~              ir              v~
m" _______ ^^^              v.
twee kinderen met een zuiver Europeesch type.
Tijdens ik onderzoekingen over dit onderwerp in hel werk
stelde, werd mij van eenige zijden medegedeeld, dal er in de
Molukken een eiland was, waarop Europeanen zich, zonder
vermenging met inlanders, sedert een paar eeuwen hadden
voortgeplant: die meusclien zouden blank zijn, blond haar
hebben, enz. Hoevelen , in die streken verblijf hondenden ik
er ook naar vroeg, uien bleef mij bepaalde antwoorden schul-
dig; men had er wel eens van gehoord, maar dat was alles.
Die zeer onbepaalde, en daarom door mij niet vertrouwde,
mededeelingen vinden evenwel eene goed geloofbare bevesti-
ging in hetgeen Dr. A. 15. Meijer te Bresden, in de bekende
Petermann\'s Mittheilungen, zegt over een brief, dien hij aan-
gaande dat onderwerp ontving van den Heer J. G. F. Riedel.
Volgens dien Heer wonen op het eiland Kiser, hehoorende lot
de Alor-gvoc\\) of de Zuid-Ooslcr-Eilanden der Molukken, mes-
liezen die reeds sedert bel einde der 17e eeuw daar geves-
tigd zijn en onder elkaar voortplanten. Zij zijn krachtig ge-
-ocr page 361-
343
bouwd en sommige mannen en vrouwen hebben blond haar en
zijn zoo blank als Noord-Europeanen. Zij hebben allen kleine
handen en voelen. Naar hunne namen te oordeelen, zouden
zij afstammen van Hollanders, Franschen en Duitschers; zij
spreken geen Maleisch, maar Kisersch met eenige wijzigingen;
hunne voorvaderen waren soldaten in dienst der Oost-Indische
Compagnie, die op Kiser twee forten bezat, waarvan de over-
blijfselen nog aanwezig zijn.
Het eiland Kiser of Kisser ligt op 8° Zuider-hreedte, ten
Noord-Oosten van Timor: hel behoort tot de residentie Amboina,
adsistenl-residenlie Banda. Op de kaart door Melvill van
Carnb�k van hel Gouverment der Molukken vindt men op dat
eiland eene kampong, die den naam Lekdoor, zeker wel van
Nederlandschen oorsprong, draagt.
Naar aanleiding dezer mededeeling had de chef van den
geneeskundigen dienst, de Heer IK .1. de Leeuw , de beleefd-
4
heid mij ten gebruike af te slaan een rapport omtrent eene
reis door den dirigeerenden officier van gezondheid L. C. A.
Rombach, in November 1880, gedaan naar de Zuid-Ooster-
Eilanden
Residentie Amboina;.
De reis maakte de Heer Rombach in gezelschap van den re-
sident van Amboina, den Heer J. O. F. Riedel.
Uit zijn rapport neem ik hel volgende over:
»Den 24sle" November zetten wij koers naar hel eiland Kisser,
»waar de radja afwezig was, die zich ter afdoening van zaken
»op het eiland Wetter ophield. Wij namen een loods aan
«boord, die ons den volgenden dag veilig bracht naar Sau,
»eene strandplaats op Wetter, waar wij den radja van Kisser,
«Zacharias Bakkek vonden,........"
«Radja Bakkek aan boord genomen hebbende, stoomden wij
«naar Kisser, waar wij des avonds ten i> ure aankwamen en
»ons dadelijk in draagstoelen begaven naar Delfshaven, eene
»kampong, bewoond door afstammelingen van Hollanders, waar
»eene kerk en eene school zijn en een schoolmeester arbeidt,
»die uit Amboina daarheen is gezonden.
-ocr page 362-
r»44
»In do vorige eeuw had de Oost-Indische Compagnie eene
� vrij groote bezetting op liet eiland Kisser, die gelegerd was
»in liet fort Vollenhoven, aan hel strand gelegen.
»De muren van deze versterking zijn nog aanwezig: van
»de gehouwen is echter niets Ie bespeuren. Tevens waren
�er wn resident en vermoedelijk andere civiele ambtenaren
� op hel eiland aanwezig, zoodat er een vrij talrijk Europeesch
�personeel werd gevonden.
«Hunne afstammelingen wonen nog op hel eiland en hebben
«zich niet vermengd met de oorspronkelijke bewoners, die lol
D0C
«heden nog heidenen en niel veel heler dan wilden zijn.
»I)e Hollandsche afstammelingen dragen allen Hollandsche
«namen, als: Bakker, Joosten, Kaffen. Lert.es, enz. Zij
� zijn Christenen en zenden hunne kinderen vlijtig naar school
�en kerk. Hunne kleeding komt mei die der Ambonsche
«burgers overeen: zij spreken Maleisch, dal niet Ainbonsch-
«Maleisch veel overeenkomt.
� Vrijmoedig kwamen oude en jonge mannen, vrouwen en
��kinderen ons Ie geinoel en ontvingen ons gaarne in hunne
�huizen, die wel van inlandscb maaksel, maar stevig en Hink
«gebouwd zijn en zeer zindelijk worden gebonden. Het was
«een vreemd gezicht voor ons, die weken lang overal wilden
«hadden aangetroffen, zoo op eens te midden dezer kolonie
«verplaatst, mensehen Ie zien, onder welke met blonde
«haren en blauwe oogen, die een zekere mate van beschaving
«deelachtig waren. Zij voeden zich niet rijst, karbouwen-
«vleesch en visch en gebruiken ook veel gekookte djagoeng.
r>Mangga\'s
en oranje-appelen zijn in menigte op Kisser voor-
»handen.
»Ik vermoed, dat de velden door slaven bewerkt worden,
«die zij op hunne handelsreizen in Porlugeesch Timor koopen.
«Eene oude dame, Mevrouw de weduwe Jooste.n, was zoo
«goed ons eene slavin te toonen, pas onlangs van Timor-Deli
� aangebracht en te Kisser verkocht.
«Koortsen komen veel te Kisser voor. Ik kreeg vele aan-
-ocr page 363-
r>4!>
«vragen om cbinine, welk geneesmiddel liier zeer goed bekend
>is: ook vroeg men mij wormpoeders."
I)il belangwekkende eiland zou in een gedeelte zijner bewoners
dus hel onwedersprekelijke bewijs leveren, dal de voorl-
planting van Europeanen in liel heele klimaat mogelijk is:
evenwel wordt mij door verlronwliare zeelieden . die meermalen
die streken bezochten, verzekerd, dal het bier ne�rgeschrevene
niet zoo bepaald als bewijs strekken kan, onidal Kisser onder
de walvisrhvaardcrs den naam heel\'l vele mooie vrouwen Ie
berbergen, en die zeevaarders er daarom dikwijls een bezoek
brengen. Zelfs blijven zij er wel eens voortdurend wonen:
maar ook de tijdelijke bezoeken, mei de gegeven reden als
achtergrond, kunnen de waarnemingen op hel eiland gedaan,
wel iels van hunne waarde ontnemen. .Men verlieze hierbij
de opmerking van den lieer Kombach niel uil bet oog, dal
waarschijnlijk slaven den grond bebouwen.
De physisch-geographische toestand van het eiland Kisser is
mij niet genoeg bekend, om een oordeel uil te spreken over
den invloed, dien de omgeving op de bewoners kan gehad
hebben, evenmin is lid mij bekend, boe zij in hun onderhond
voorzien, welke bedrijven zij uitoefenen, enz., alle zaken, die
van het hoogste gewicht moeten worden geacht bij de be-
handeling der vraag of eene kolonisatie in �ndi� nilvoer-
baar is.
Men moei onder kolonisatie toch verstaan de mogelijkheid
der vestiging, van hel onderbond des levens, van de voort-
planling van hel geslacht, alles zonder nadeel voor de gezond"
heid en zonder een terugkeer naar of nieuwen aanvoer uit
het moederland. Dal daarbij een niet geringe plaats inneemt
de mogelijkheid om werkzaamheden van welken aard ook Ie
verrichten en wel zoo, dal de concurrentie met de oorspron-
kelijke of latere bewoners kan worden volgehouden, spreekt
wel van zelf. Men moet zich daartoe op een economisch
standpunt plaatsen, dat bij de bewerking van dit boek niet
te huis behoort, daar wij ons alleen op een physiologisch
-ocr page 364-
�>4fi
te houden hebben, waarbij voor ons doel vooral hel oog wordt
geslagen op Europeanen.
Voor de Chineezen, om over hen ecrsl een enkel woord Ie
spreken, zon men zoo oppervlakkig beschouwd ineenen, dat
de mogelijkheid eener kolonisatie in Indi� volkomen bewezen
is: men veiiieze daarbij evenwel twee belangrijke factoren niet
uit hel oog, en wel ten eerste, dat verreweg het grootste
getal, zoo niet alle Chineezen, die zich naar Indi� begeven,
uil de zuidelijkste gedeelten van hel Henielsche rijk afkomstig
zijn: dus uil een klimaat, dal dichter komt bij dal, waarheen
zij zich begeven: en ten tweede, dal slechts hoogsl zeldzaam
Chineesche vrouwen, uil China afkomstig, iu Indi� worden
aangelrollen. ten gevolge waarvan bijna alle in Indi� geboren
Chineezen Malayo-Chineezen zijn. die natuurlijk andere ver-
houdingen len opzichte van hel klimaat verloonen. Die Ma-
layo-Chineezen nu hebben, door hunne opvoeding in zuiver
Chineesche gewoonten en in den Chineeschen godsdienst, een
geheel ander karakter dan de Makiyo-Europeanen of de Euro-
peesche kreolen ; hij de eersten is energie voor handel en banden-
arbeid een kenmerkende eigenschap, terwijl de kleurlingen
van Europeesche afkomst bijna allen een afkeer hebben van
bedrijven, waarbij met de handen moei gewerkt worden. De
Chineezen en hunne afstammelingen verkeeren dus in veel
gunstiger omstandigheden.
Wat zijn nu de feiten, die aanleiding geven om terneenen,
dal kolonisatie van Europeanen, hel vormen van een blijvende
Europeesche maatschappij in Indi�, niet mogelijk moet wor-
den geacht?
Zij zijn, in het jaar 1875, in een daaromtrent uitgebracht
rapport door de Vereeniging lol bevordering dei\'geneeskundige
wetenschappen in Nederlandsch-Indi� korl en zakelijk uiteen-
gezet. Van dat rapport, opgemaakt naar aanleiding eener over
die quaeslie gedane vraag door de Nederlandsche Maatschappij
van Nijverheid te Haarlem, maak ik bij de volgende opmer-
kingen gebruik, zonder het geheel en al te volgen.
-ocr page 365-
547
De daarin besproken feilen zijn in de eerste plaats die
welke door de slaalskoniinissie van 18)57 legen de mogelijkheid
cener kolonisalie waren aangevoerd, en wel:
1°. een minder krachlvol leven; waarbij alleen groole ener-
gie, een sterke wil en de, hoop op bereiking van hel doel,
dal men zich slelde, een tegenwicht in de schaal werpen,
hal minder krachtvolle leven is ons hij de beschouwing der
physiologische inwerking van hei klimaat genoegzaam gebleken
uit de veranderingen, die de verschillendefuncti�ndeslichaams
ondergaan.
2°. Hel meer blootgesteld zijn aan ziek worden. Onder
de gunstigste omstandigheden is de gezondheid sleeds slechts
betrekkelijk goed, met zeer groole gevoeligheid voor we�rsin-
vloeden en voor excessen van welken aard en hoe gering ook.
Al houdt men al hel vroeger gezegde, omtrent de onnau\\v-
keurigheid der statistische gegevens in het oog, toch is het
een feit, dat de levensduur der volwassenen, in hel algemeen,
geringer is dan die in Europa. Zeer enkele uitzonderingen
kunnen alleen lol bevestiging van den regel dienen.
3°. J)e kindersterfte is geringer, en hel aantal geboorten
overtreft dal der sterfgevallen; dit zou dus ten voordeele ko-
men fier kolonisalie; maar de bewijzen, dal de voortplanting
goed kan voortgaan, onIbreken.
Evenwel is de vermeerderde sterftekans der volwassenen
in verband tol het groole aantal geboorten , geen afdoend ar-
guinenl legen de mogelijkheid een kolonisalie. De sterftekans
is bovendien onder den invloed der oorzaken op pag. 510 op-
gesomd belangrijk verminderd, vooral in de laatste jaren.
4°. Er was beweerd, dal Europeanen in tropische gewes-
len minder geschikt zijn voor handenarbeid. De ervaring geeft
�laartoe niet hel minste recht. Die bewering gaat alleen door,
wanneer de arbeid in de open lucht moet geschieden, met
diepe bewerking van den grond. De sterfte onder de Euro-
peesche werklieden van den constructiewinkel te Soerabaija en
van vele partikuliere fabrieken is niet grooter dan die onder
-ocr page 366-
548
andere betrekkingen in de maatschappij; en dat, bij het wer-
ken in de open lucht, het nemen van behoorlijke maatregelen
legen de nadeelige invloeden veel goeds kan uitoefenen, be-
wijst hel aanleggen van de haven Ie Tandjong-Prioh bij Batavia :
een der hoofdzaken daarbij is. dal Europeanen des nachts niet
mogen verblijven op de plaats, waar de grond is omwoeld.
Omtrent den handenarbeid moei wel in het oog worden
gehouden, dal de algeiueene spierzwakte en het gevoel van
vermoeidheid dien moeielijker mogen maken, maar dat, bij
1
behoorlijke voeding en verpleging, die arbeid zeer goed kan
worden volgehouden.
Het hier gezegde beeft vooral bel rekking op de laaggelegen
kustlanden: men krijgt de overtuiging. dal kolonisatie daar
onmogelijk is, omdal zij van zelve landbouw insluit en de
bewerking van den grond bel verblijf in de brandende zonne-
stralen noodig maakt, terwijl levens het ontstaan van malaria
door die bewerking wordt vermeerderd.
In de hoog gelegen binnenlanden zijn de omstandigheden
geheel anders: op eene hoogte van 5000 tol ;>000 voeten zal
de Europeaan veel gemakkelijker aan bet klimaat gewennen.
Evenwel zal ook op die hoogte de veldarbeid voorzorgen ver-
eisehen en men zich moeten bepalen tol tuinbouw, koi�ieteelt
en veeteelt, terwijl de arbeid in de open lucht alleen mag
geschieden van 6 tol 10 ure \'s morgens en van ." tot 6 ure
\'s avonds.
Vooral moet de bewerking, nog meer het aanleggen van
sawa/i\'s, het kappen van bosschen en het maken van wegen
streng worden vermeden.
Zal men van eene wezenlijke kolonisatie kunnen spreken,
dan belmoren ook vrouwen Ie immigreeren en wij hebhen
reeds uitvoerig besproken, hoe ongunstig het klimaat, met al
wat daarbij komt, op Europeesche vrouwen inwerkt. Het is
niet te verwonderen , dat, terwijl de geslachtsdrift in het heete
klimaal vermeerderd is, de Europeesche mannen dikwijls hunne
sukkelende vrouwen achterstellen bij gezonde, krachtige en
-ocr page 367-
349
gemakkelijk ter dispositie zijnde, inlandsche vrouwen. De
produklen zijn dus dan weer kleurlingen en de eigenlijke ko-
lonisalie treedt op den achtergrond.
Bovendien blijft de economische zijde der kolonisatie, waarbij
de mogelijkheid eene concurrentie in den strijd des levens met
de inboorlingen op den voorgrond treedt, hier builen beschou-
wing, maar mag niel uil bet oog worden verloren, als de
zaak van een politiek standpunt zal worden behandeld.
Wij komen op grond van al de voorafgaande beschouwin-
gen en medegedeelde feilen lot het resultaat, dat een ware
kolonisatie van zuivere Europeanen in Indi� tot de pia vota
zal blijven behooren en dat bet, mei een goeden wil, wel niet
verder gebracht zal kunnen worden, dan tol de vorming, in
de bergslreken, van eene soorl van Europeesche, maar vooral
half-Europeesche, maatschappijen, beslaande uil oud-gedienden,
die aan het klimaat en levens aan de Indische wijze van
leven gewoon zijn geraakt. Door de vorming van zulke maal-
schappijen, die zeker ten algemeenen nutte zouden komen,
zullen wij de Engelschen in Brilsch-Indi� op zijde streven, die
dergelijke stichtingen, om die zoo eens te noemen, bezitten
in het Darjeeling-Slalion op het Himalaya-gebergte, te Oova-
mund
in Madras, Ie Mysore en op andere plaatsen. Maai\' wij
zijn dan nog ver verwijderd van bet ideaal eener kolonisatie.
-ocr page 368-
LEEFREGELEN.
Hel stellen van algenieene regelen, om zooveel iloenlijk de
gezondheid Ie bewaren, heeft een onbetwistbaar nut. Uiteen
praktisch oogpunt is dat nut evenwel grooter voor maatregelen
van algemeenen aard. dan voor de toepassing der voorschriften
door eiken individu. Mogen er zich voor de uilvoering der
algenieene maatregelen somtijds moeielijkheden voordoen, die
een sociaal karakter dragen, hij hel bepalen van voorschriften
voor individuen. vinden wij bezwaren. die of het gevolg zijn
van pecunieele omstandigheden, of van den onwil, om zich
aan een minder aangenamen gang van zaken Ie onderwerpen.
Kunnen gevormde medici gemakkelijk uit het voorgaande
regelen opstellen lol hel behoud der individueele gezondheid in
Indi�, een korl r�sum� van hel medegedeelde, met enkele
opmerkingen, die daar geen plaats konden vinden, zal wellicht
niet overbodig zijn.
Voor Europeanen gelden de volgende regelen.
De keuze van een geschikte woonplaats is wel hel eerste,
waarop men Ie lellen heefl; maar waaraan men gewoonlijk
hel minste kan doen. Met verblijf in de bcrgsl reken, korl na
aankomst, is zeer aan Ie bevelen. Kan dal niet, dan kieze
men locb de woonplaats zoover mogelijk van hel zeestrand.
Op hel eiland Java zijn Rembang, Bagelen en K�doe de gezondste
residenli�n, terwijl wel mag worden aangeteekend, dal. aan de
kustplaatsen de maanden Juni, Juli en Augustus hel kleinste
ziekencijfer leveren, en in de bergslreken de maanden Januari,
Februari en Maart de gezondste zijn. Vroeger werd reeds
gezegd, dal in den tijd der kenteringen de meesle zieken
-ocr page 369-
331
voorkomen, voornamelijk in de kentering van den Oost- tot
den Westmoesson.
Over de keuze van een woning is uitgebreid genoeg gehandeld.
Men kieze hooge huizen, zonder verdieping, die toegang ver-
leenen aan zon en wind: sluite des narhts de jaloezie�n, maar
niet de glazen ramen, behalve op moerassige plaatsen: en
plaatse de bedden eenigszins hoog van den grond.
De beste kleeding is die van wit katoen. met een groot.
licht hoofddeksel.
Het dagelijksrhe bad moet, zoo spoedig mogelijk . eene ge-
woonte worden , terwijl individueele bijzonderheden het aantal.
den duur en den lijd der baden moeten regelen. Voor ver-
reweg de meeste personen is een schepbad of een stortbad,
des morgens ongeveer een uur na bet verlaten van het bad.
\'t meest aan te bevelen en is een tweede bad, \'s middags tegen
5 a 6 ure, nuttig.
Langzamerhand gewenne men zich aan de Indische tafel, en
vermijde in den beginne de sterk prikkelende toespijzen . zoo-
wel als de vruchten, die scherpe zuren houden, vooral ananas,
en zeer waterachtige vruchten, zooals laboe ajar, komkom-
mers en dergelijke. Voor behoorlijke, eiwithoudende voeding
moet gezorgd worden en vet niet geheel vermeden. Bij een
langer verblijf moeten ook de prikkelende toespijzen, vooral
tjab�, als een noodzakelijk bijmengsel worden beschouwd en
met mate worden gebruikt. Personen, die nooit Ijab� eten,
beginnen Ie lijden aan alonie van hel darmkanaal, in den
regel met constipatie, soms mei diarrhee.
De beste drank is water: op de warme plaatsen ijswater.
dat meeslal een temperatuur van 4° C. heeft. Daarop volgen
melk, koolzuurhoudende, minerale wateren en limonade. Spi-
rituali�n zijn altijd nadeelig. Koffie en thee zijn goed. Wil
men \'s morgens vroeg uilgaan. dan is bet gebruik van een
kop koffie of een glas melk, gebruikt voor men hel buis
verlaat, aan Ie raden.
Hel is belei\' niet te rooken , maar die gewoonte is zoo algemeen,
-ocr page 370-
3S2
dat deze raad bijna iels bespottelijks krijgt. In alle gevallen is
liet verstandig niet te rooken, voor het ontbijt is genuttigd
Men kan, psychisch en physisch, zoo hard werken als men
wil; maar guiiiie zich ook de noodige rust. Gedurende de
koelere uren van het etmaal zijn bewegingen in de open lucht
aan te bevelen, terwijl een slaap van minstens 8 uren der 24
noodig is, die in eens kan worden genoten, ol* in een mid-
dag- en een nachtslaap worden verdeeld. Vooral aan de kust-
plaatsen moet men \'s nachts niet werken: sterke vermoeienissen
moeten vermeden worden: al kan hel geen kwaad, dat men
zich nu en dan eens bijzonder inspant en moe maakt, toch is
bet noodig, voor een gevvensclil, langdurig verblijf in de tro-
pen, zooveel mogelijk Ie voorkomen, dal er dagelijks belang-
rijke vermoeidheid gevoeld wordt. Vooral moei men voorzichtig
zijn mei het afmatten van den geest, en als men bemerkt, dal
men zich eenige dagen achtereen te veel heeft ingespannen, is hel
nemen van rust dringend noodig. Een der eerste leekenen,
dat men Ie veel geestesarbeid verricht heeft . is slapeloosheid
of len minste moeielijk inslapen.
Een kalm, levredeu leven is een groole factor lol gezondheid.
Daarom bestudeer e men het karakter van den inlander,
leere vooral de eigenaardigheden der taal en der inlandsche
gewoonten, waardoor men zich niet al Ie zeer ergert aan han-
delingen. die niet strooken mei een Europeeschen gedachten*
gang.
Excessen in Venere moeten vermeden worden. Na alle
uitspattingen, maar vooral na de hiergenoemde, is hel lichaam
vatbaarder voor ziek worden.
Gezondheidsmaatregelen, door den individu toe te passen, be-
hoeven voor inlanders niet Ie worden voorgeschreven. De lijd
daarvoor is nog niet gekomen: eerst zal de algemeeneontwik-
keling van het volk nog reiizenschrcden moeten doen, voor aan
de toepassing van regelen, die men wenschelijk achl , kan wor-
den gedacht. Hel is al wel, als men bij zieken eenige nadeelige
invloeden kan afweren. De meeste kans van slagen hebben
-ocr page 371-
585
nog algemeene verordeningen, die >\\oov hel bestuur kunnen
gegeven worden en voorzieningen iu hel algemeen belang.
Onder de eersten tellen wij vooral bevelen tot bet rein houden van
de kampong\'s en van de erven der huizen en tol hel behoorlijk
verwijderen van afval door verbranding of d��� depositie op
eene bepaalde plaats: onder de tweeden de behoorlijke, afwatering,
de verlichting, de zorg voor goed drinkwater en het verbieden
van den verkoop van nadeelige stoffen, vooral van vergiften en
van sommige vruchten, tijdens heerschende epidemie�n van
cholera, enz. Terecht zegt Dr. van Leent in den 6\'" Jaargang
van het Nederlandsen Militair geneeskundig Archief, pag. 8!54 :
«Toch worden de door den profeet-hygi�nist Mohamed in den
«vorm van godsdienstige wel ten gegolene gezondheidsmaatre-
«gelen vrij getrouw door hel Maleische ras gehoorzaamd. M�s-
«schien is in dil feil eene vingerwijzing, welken weg men
»door bemiddeling der priesters zou kunnen inslaan om hy-
«gi�nische wellen, op godsdienstige leest geschoeid, nageleefd
»te zien. De invloed, dien de priesters vroeger hebben uit-
«geoefend op de verbreiding der koepokinenting en later op
»het gebruik van Artesisch drinkwater, \'t welk de bijgeloo-
«vige inlander, daar bel diep van onder de aarde kwam en
«een zeer hooge temperatuur had, als van den duivel afkom-
«stig beschouwde, licht ons nog versch in het geheugen. Die
"onmiskenbare invloed zoude dus stellig dienstbaar kunnen
«worden gemaakt in de richting, welke wij bedoelen."
Voor Chineezen en andere Oosterlingen, die den Indischen
Archipel
bewonen, vervalt de opsomming van levensregelen
evenzeer: zij is volkomen onvruchtbaar.
23
-ocr page 372-
*
DE UITOEFENING DER GENEESKUN-
DICE PRAKTIJK IN HET
ALGEMEEN.
Het schijnt mij nuttig, met hel doel, dat hij het schrijven
van dit werk in het oog werd gehouden, het slothoofdstuk
van dit deel te wijden aan de heschouwing van enkele om-
standigheden, die de uitoefening der geneeskundige praktijk in
Indi� kenmerken. Mij ontbreekt geheel en al de ondervinding
van wat in Europa en andere beschaafde landen in de praktijk
omgaat. Spoedig nadat ik het recht had verworven de ge-
neeskundige praktijk uit te oefenen, vertrok ik naar Batavia
en werkte daar als officier van gezondheid en als praktisee-
rend geneesheer. Men vergeve het mij dus, zoo ik somtijds
iets mocht mededeelen, wal over de geheelc wereld zoo is.
De uitoefening der geneeskundige praktijk in Nederlandsch-
Indi�
staat aan iedereen vrij. Immers in artikel 41 van het
«Reglement op de burgerlijke geneeskundige dienst in Neder �
landsch-Indi�"
(Staatsblad 1882, N°. 97) luidt de tweede
alinea: »Het verleenen van geneeskundigen bijstand, door
«verstrekking van inlandsche geneesmiddelen tegen zoogenaam-
»de ziekten van het land, is geene uitoefening der geneeskunst."
Daar nu in de wet evenmin eene bepaling is te vinden van
de geneesmiddelen, die als inlandsche moeten worden aange-
merkt, als van eene nadere omschrijving, wat men onder zoo-
genaamde ziekten van het land te verstaan heeft, opent dit
artikel voor iedereen de vrijheid om geneeskundige praktijk
uit te oefenen. Zelfs kan ieder, die daarin lust gevoelt, alle
mogelijke geneesmiddelen aan zijne pati�nten afleveren, als hij
maar zorgt, dat volgens artikel 85 van genoemd Reglement
-ocr page 373-
«
�sr,
te doen in een verzegeld voorwerp, met zijnen naam er
op: want de verkoop van geneesmiddelen, onder zulke voor-
waarden, is in dat Reglement uitdrukkelijk vermeld, als niet
aangemerkt te worden als uitoefening der artsenijbereidkunst.
Alleen de bevoegde geneesheer, bevoegd door de noodige ge-
tuigscliriften of examens, die plan beeft zich in Indi� te ves-
tigen, moet zich, zoo hij geen eervol ontslagen officier van
gezondheid is, voorzien van eene acte van toelating, op mach -
liging van den Gouverneur-Generaal, afgegeven door den Di-
recteur van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid en daartoe
een zegel van f 50 of, voor verloskunde, van �24 deponee-
ren. Een dergelijk acte van toelating is noodig tot uitoefening
der artsenijmengkunst, en wel op een zegel van f 24 , behalve
voor eervol uit den dienst ontslagen militaire apothekers.
De geneeskundige praktijk onder de inlanders en Chineezen
is, voor zooverre zij de uitoefening daarvan door hunne land-
genooten betreft, aan geen enkele bepaling gebonden, met
uitzondering van die der dokter\'s djawa.
Alleen bevoegde, Europeesche medici bezitten een gesehre-
ven wet en het is een voordeel, dal zij daartoe gestempeld
worden lot officieel erkende deskundigen, tegen betaling der
bovengenoemde akte en van 2°/0 van hun bruto-inkomen.
Al de andere praktiseerende personen zijn daarvan vrij,
omdat zij niet officieel erkend zijn, al weet iedereen, dat zij
in hun levensonderhoud voorzien door hel geneeskundig (?)
behandelen van zieken. Het schijnt mij hier de plaats de
laatstgenoemde menschen wal nader te beschouwen.
Bekend is het grappige verhaal van L. Jo�bert, in zijne
«Erreurs populaires du fait de la m�dicine et du r�gime de
«sant�," over den beroemden nar Gonelle. Alphonse d\'Este,
hertog van Ferrara, bracht eens het gesprek op hel bedrijf,
dat de meeste beoefenaars vindt. Men noemde allerhande
bedrijven en ambachten, maar Goselle beweerde, dat de
-ocr page 374-
»
--\',G
geneeskundigen de overhand hadden ; hij ging eene weddenschap
aan, om dat den hertog, die het tegensprak, binnen vier en
twintig uren Ie bewijzen. Den volgenden morgen ging Gonelle
op weg, met een slaapmuts op, een dikken doek om het
gezicht, zijn hoed er overheen en een mantel, met boog
opgeslagen kraag, om. De eerste, dien hij ontmoette, vroeg
hem, wat hem deerde. Hij antwoordde; »ik hebeen wanhopige
kiespijn". De ander gaf hem onmiddelijk een uitstekend voor-
schrift daartegen. Gonelle teekende zijn naam op, doende
alsof hij het recept wilde opschrijven. Een oogenblik later
ontmoet bij een ander en hetzelfde tooneel herbaalt zich; dat
gaat zoo door, terwijl ieder beweert, dat zijn voorschrift het
beste is. In het paleis aangekomen, geeft het geheele perso-
neel hem voorschriften, allen bewerende het beste te bezitten.
Bij den hertog binnengetreden, roept deze hem toe: «Gonelle!
wat scheelt er aan!" «Kiespijn, Monseigneur, hevige kiespijn!"
«0! dan weet ik een middeltje om er u dadelijk af te helpen:
ge moet dat en dat," maar Gonelle liet hem niet uitpraten,
wierp zijn doek en slaapmuts af en zei: »Dus, Monseigneur,
u is ook geneeskundige? Van mijn huis naar hier ben ik
maar eene straat doorgegaan. en ik heb er al over de twee-
honderd ontmoet: ik heb mijn weddenschap gewonnen, want
gij vindt wel niet zooveel beoefenaars van een ander bedrijf
in zoo korten lijd." .Toubert voegt er de beschouwing bij, hoe
weinig menschen er zijn, die zich niet verbeelden veel van ge-
neeskunde te weten, en gewoonlijk meer dan een geneeskundige.
Vinden wij dus overal die amateurs der geneeskundige
praktijk, in Nederlandsch Indi� vormen zij een bepaalden stand,
die een zeer groot en zeer algemeen vertrouwen geniet.
Die stand wordt bijna geheel gevormd door half-Europeesche
vrouwen van een zekeren leeftijd; huidkleur en ouderdom
gaven Dr. G. Wassink aanleiding haar te betitelen als »ex-
tract-receptenboeken in perkamenten banden".
Die vrouwen worden door liet geheele Europeesche publiek
erkend als geneeskundigen, zoodal het geen bijzonderheid is,
-ocr page 375-
3�7
als den geneesheer de voorslag gedaan wordt, in een of\' ander
ziektegeval met haar te consulteeren. Men neme hier de
woorden, het Europeesche puhliek, in den meest uitgestrekten
zin; er zijn maar zeer enkelen, die ontsnappen aan de daar-
over gevestigde meening; zelfs zijn er bevoegde geneesheeren,
die zich niet verzetten tegen zulk eene behandeling van hunne
vrouwen en kinderen, ja zich zelven er aan onderwerpen.
Reeds meermalen had ik, in vroegere geschriften, gelegen-
beid op die vrouwen te wijzen, en in algeineene bewoordin-
gen aan te toonen, hoeveel kwaad zij kunnen doen. Niemand
doet daarvan eene ruimere ondervinding op dan de arts in
Indi�; bij bijna alle aandoeningen van het darmkanaal, bij vele
van de lever, en bij zeer vele ziektevormen, die men onder
de chirurgische moet rekenen, wordt hare hulp ingeroepen.
Niet alleen minder ontwikkelden doen dal, ook de hoogstbe-
schaafden; ook ambtenaren, die door den aard hunner betrek-
king geroepen zouden zijn, dergelijke misbruiken tegen te
gaan en te vervolgen, als de nieuwste wettelijke bepalingen
in het reeds genoemde Reglement, de noodzakelijkheid daar-
van niet hadden opgeheven.
Die vrouwen trachten, zooveel mogelijk, geheim te houden
wat zij toedienen, om de dubbele reden, dat dan per se
alleen haar geneesmiddel goed is, en dat het zelf leveren van
geneesmiddelen geldelijk voordeel geeft. Bovendien verschaft
dit haar gelegenheid lot schrijven van rekeningen voor gele-
verde kruiderijen. Haar geheele kennis bepaalt zich niet
zelden tot een paar voorschriften van afkooksels van plant-
aardige beslanddeelen, terwijl verder een, meestal geschreven,
receptenboek dienst doet bij minder algemeen voorkomende
ziektegevallen. Van herkennen van een ziektevorm is daarbij
gewoonlijk geen sprake, ook niet al wapenen zij zich met
een stethoskoop en een thermometer, maar zij hebben altijd
een diagnose klaar:
»Denn eben, wo Begriffe fehlen,
»Da stellt ein Wort zur rechten Zeit sich ein."
-ocr page 376-
5S8
Een van die receptenboeken, afkomstig van Mevr. E van
Gent, Detelle, is gedrukt: zeer vele geschrevene hel» ik ge-
zien. Het zijn merkwaardig hoeken, om der curiositeitswille;
zij doen ons nu en dan denken aan hoeken van dien aard uil
den ouden tijd: vooral blijven de Arabische begrippen omtrent
koud en warm daarin voorheerschen.
De opschriften van zulke recepten verloonen de vreemdste
dingen: soms zijn de zaken ruw bij haren naam genoemd\'
soms onder Ooslerschc beeldspraak verborgen. Eenige voor-
beelden , hier en daar verzameld, mogen dat toelichten:
Als men niet kan loopen:
Als de beenen krom zijn:
Om de baarmoeder droog te maken :
Tegen het huilen van kinderen:
Om de baarmoeder al\' te sluiten:
Als de mantri onderweg sterft.
Dit laatste is een voorbeeld van beeldspraak; het opschrift
beteekent onvolkomene impolenlia virilis, zoodal een erectie wel
plaats heefl, maar zeer snel verdwijnt: mantri is de titel van
een inlandschen opzichter.
\'t Schijnt mij overbodig voorbeelden van dwaze voorschriften
Ie geven: zij komen overal voor, ook in Europa: zij zijn daar
niet minder vreemd en mei bijgeloovige handelingen doorspekt
dan in Indi�. Vele voorschriften zijn van inlanders overgenomen,
vele andere zijn een mengsel van inlandsche middelen met
die uit de Europeesche apotheken. Zij hebben nu en dan een
goede uitwerking, maar doen somtijds veel kwaad. De renom-
m�e dier middelen vindt haren grond in hel feit, dat gelukte
genezingen zooveel mogelijk worden bekend gemaakt en slecht
afgeloopen gevallen worden geheim gehouden. Hel minste
kwaad wordt nog door de opvolging dier voorschiften gedaan in
gevallen van chronische diarrhee, waai\' adstringentia te pas
komen; hel is bekend, hoe capricieus, om hel zoo eens Ie noe-
men, die chronische diarrhe�n zich tegenover geneesmiddelen
vertoonen; waar wij de werking alleen aan tannine kunnen
-ocr page 377-
359
toeschrijven, zien wij toch dat hel niet onverschillig is, van
waar die tannine kwam, evenmin als hoe zij wordt gegeven;
daarom helpen dikwijls de inlandsche adstringentia. Omgekeerd
doet de toediening dier samentrekkende middelen in het begin
van een inflammatoire darmaandoening veelal kwaad. Mij zijn
een paar gevallen met doodelijken afloop hekend en vele, die
gelukkiger eindigden, van peritonitis, die moest worden geacht
ontslaan te zijn door de ontijdige toediening van zeer sterke
adstringentia in het acute onlstekingslijdperk eener darmaan-
doening.
De zuiver symptomatische behandeling geelt ook wel eens aan-
leiding tot ernstige verschijnselen. Ik zal een paar voorbeelden
noemen.
Een lijder, met hevige verbloeding uit den traclus intestinalis,
was door analeptica enz. weer zoover gebracht, dal hij bij
kennis was, geen koude extremiteiten meer had, enz.; alleen
klaagde hij nog over een gevoel van benauwdheid in de maag-
streek. Eene zeer bekende dame werd geroepen. De uitspraak
was: «benauwd op de maag, dus een fermen lepel castorolie."
Die werd toegediend en de lijder was eenige uren later aan
een nieuwe darmbloeding bezweken.
Ik had, met twee collega\'s, een kind in behandeling mei
morbus Brightii. Wij hadden een darmkatarrh opgewekt. Er
moest een dame bijkomen. Ik waarschuwde voor het gevaar
daarvan, omdat ik verwachtte, zooals ik aan de ouders mede-
deelde , dat weinig urineeren en veel stoelgang aanleiding zou-
den geven tol hel toedienen van diuretica en adstringentia.
Wat ik voorspeld had gebeurde; er werd een groote flesch
mei kruiden verstrekt, die moesten werden afgekookt. Het
kind kreeg vermeerderde urinelozing, volkomen constipatio alvi,
meleorismus, peritonitis en was den derden dag dood. »Er
»was" zoo zeide men »toch niet zooveel gegeven; maar zeven-
»tien kopjes van het aftreksel"!
Ik verhaal deze zaken om den pas in Indi� gevestigden ge-
neesheer te doen zien, wat hem Ie wachten staat; niet om de
-ocr page 378-
:>(><>
. zaak zelf te veranderen; dat zou oen onbegonnen werk
zijn.
Velen, en zelfs mcnschen, die men geen kunde ontzeggen
.kan, hechten veel meer waarde aan z. g. inlaiidsclie genees-
middeleu, toegediend door verstandelijk weinig ontwikkelde per-
sonen, dan aan de behandeling door een medicus. Bovendien
is het donkbeeld algemeen, dat wij, medici, de inlandsche
geneesmiddelen niet kennen. Do meeste, Indische geneesheeren
kermen die wol en gebruiken alleen die, waarvan zij weten,
dat ecnig effect lo wachten valt.
Nog komt het voor, dat men, hij een zieke geroepen, na het
onderzoek, de gewone vraag krijgt: wat is het eigenlijk ? Anl-
woord, bijv.: haeinorrhoidale diarrhee: dan wordt gezegd, »ziet
»u, dal w�u ik maar weten, wat het is: want dan kan ik
«inlandsche medicijnen nemen van Mevr. X: zij weet natuurlijk
«niet uit te maken wat ik mankeer, maar als ze dal nu hoort,
»dan kent zij wel de medicijnen er voor." Dus vormen van
dezelfde ziekte bestaan in hare oogen niet. Elke ziekte kan
door een = verbonden worden met de eene of andere infusie van
een zeer weinig bepaalde massa kruiden.
De bepaling der hoeveelheid geschiedt namelijk nooit bij het
gewicht, maai- bij oen aantal bladeren; een stukje zoo groot
als een vinger; oen handvol, enz. enz.
Men vindt wel eens aardige ontmoetingen door die knoeierijen.
Ik had oen kind voorgeschreven infusio fol. psydii pyriferi
tegen katharrhale diarrhee. Na een paar dagen was het hersteld
en nu zei mij do moeder, dat ik hel niet kwalijk moest nemen ,
de drankjes waren wel klaar gemaakt, maar niet ingegeven;
het kind had thee gebruikt van djamboe bidji. Daar de pati�nt
dicht bij de apotheek woonde , waar de drankjes waren bereid,
zond ik daarheen het verzoek om, in \'I Maleisch, op te geven,
wal ik aan hel kind van N. N. had voorgeschreven. Men kan
zich hel verbaasde gezicht dier moeder denken, toen het ant-
woord luidde: aftreksel van djamboe bidji.
Ook worden wel eens Chineezen geraadpleegd, vooral bij
-ocr page 379-
:>(>i
keelaandoeningen en bij sommige longziekten; ook bij consti-
lutioneele syphilis, bij kanker, enz.
Ik acht dit min verkwikkelijke onderwerp thans voldoende
l)esproken.
De pas aangekomene geneesheer bereide zich voor op te
verwachten misleiding in bijna elk geval eener darmaandoening,
dal hij niet in een hospitaal behandelt; op misleiding, omdat hem
gewoonlijk niet wordl medegedeeld, dat er andere voorschrif-
len gevolgd werden en hij de zijne alleen gaf om de omgeving
van den lijder in staal te stellen, bij slechten afloop, den arts
daarvan de schuld te kunnen geven: bij goeden afloop, hem
te vertellen., dat hij is beet genomen. En dat verwachte hij
niet alleen van ondgasten: \'t is bijna ongelooflijk, maar toch
waar, dat pas aangekomenen zich soms in de eerste weken al
aan die knoeierij overgeven.
Een enkele dier dames moge werkelijk meenen uit mensch-
lievendheid te moeten handelen en dan ook elke betaling, elk
geschenk weigeren, de meesten laten zich zeer ruim betalen
en schrijven anders rekeningen, alsof\' zij ingredi�nten voor de
keuken geleverd hadden.
Nog komen soms Hindoe\'s in Nederlandsch-Indi�, die zich voor
geneeskundigen, meestal voor oogdokters, uitgeven. Na eenige
dagen verblijf verdwijnen zij plotseling. Jk heb twee dier men-
schen moeten onderzoeken op hunne kennis, maar hen niet
verder gekomen, dan de wetenschap, dat zij cataract waarschijn-
lijk ambrosia noemen, en die met een snepper opereeren.
Er bestaan strafbepalingen (o. a. Gouv. Besl. van \'1 Sept. 1847,
no. 2, bijblad op het Staatsblad no. 809, en Staatsblad 1855,
no. 68) op de uitoefening der geneeskundige praktijk door onbe-
voegden ; zij worden nimmer toegepast, maar alle te niet gedaan
door Staatsblad 1853, no. 99, waarin bepaald wordt: »Deze
«strafbepalingen zijn niet toepasselijk op inlanders en daarme-
»de (?) gelijkgestelde personen , en mede niel op Europeanen
-ocr page 380-
.-)�2
»of met hen gelijkgestelden, die bij ontstentenis, afwezigheid of
«belet van bevoegde genees- of heelkundigen, eene hulp aan
«zieken of gewonden hebhen verleend door toediening van ge-
«neesmiddelen als anderzins."
Als er bij stond, achter hel woord heelkundigen, »of bij
� grooter vertrouwen van den lijder in de behandeling van
»niel bevoegden," dan was de zaak nog duidelijker en meer
overeenkomstig de werkelijkheid. Deze bepalingen geef ik hier
eene plaats, omdat hel niet duidelijk is, dat zij door het
nieuwe Reglement van 30 Maart 1882 zijn opgeheven. Ook
in dat Reglement zijn strafbepalingen, tegen de uitoefening der
genees- en artsenijmengkunde door onbevoegden, opgenomen;
evenwel maken de, in hel begin van dil hoofdstuk, genoemde,
artikelen 41 en 85, de toepassing der bedreigde straffen zoo
illusoir, dat zij even goed onvermeld hadden kunnen blijven
in die wet.
Als curiositeit deel ik nog mede, dat voor zulk eene vrouw,
die een groole vermaardheid had voor inlandsche medicijnen, een
gedenkteeken op haar graf is opgericht, waartoe overigens weten-
schappelijk ontwikkelde inenschen zelfs bijdragen leverden.
.Ylen ontmoet nu en dan van die ziektebeelden, waaraan men
zoo dadelijk geen touw kan vastmaken, vooral bij Chineezen ;
zij zijn meestal het gevolg van toegediende geneesmiddelen.
Daarom is het nuttig te welen, wal er al zoo gegeven wordt
als medicijn, en wanneer; er zijn bovendien enkele, werkelijk
goede middelen onder.
Die goede en die onwerkzame Ie leeren kennen is het doel
van het derrie deel van dit werk, waarom ik er thans niets
meer van zal zeggen.
i\\u wij gezien hebben, wat hel onaangenaamste is bij de
particuliere praktijk in Indi�, willen wij over de uitoefening
dier praktijk zelve nog het een en ander mededeelen.
Verreweg de meeste geneesheeren in lndi� zijn odicieren
-ocr page 381-
:>«:>
van gezondheid, of oud-officieren van gezondheid; zelden komen
particuliere dokters, als zoodanig, aan.
Jn den laalsteu tijd komen somtijds ook gouverneincnls-
geneesheeren in Indi�; zij verkeeren evenwel in bijzondere
omstandigheden, die straks nader worden aangegeven.
Dal er maar zelden pariiniliere geneesheeren, opeigen risico,
naar Indi� gaan, is een gevolg van liet feit, dat hel leven in
Indi� duur is en men over een zeker kapitaal moet kunnen
beschikken om in den eersten tijd Ie kunnen bestaan. Weinige
officieren van gezondheid gaan naar Indi� met het vooraf opge-
vatle doel om den militairen dienst te verlaten: meestal bren-
gen toevallige omstandigheden hen daartoe.
Een lang verblijf op eene plaats, waar zij bel vertrouwen
van hel publiek hebben welen te winnen en waar hel hun
hleek, dat geld genoeg Ie verdienen valt, is een reden om
zich daar te vestigen: de aanbieding van een vertrekkend
collega, die ergens als eenig geneesheer woonde, een
tweede: slechte vooruit zichten in de promotie of overplaalsin-
gen, die men niet verlangt Ie volgen, vormen eenander
argument, en zoo meer.
Men begint dus, na eervol ontslag als officier van gezond*
heid te hebben gekregen, als particulier geneesheer: maarniet
zelden is, al spoedig, weder gelegenheid om in den dienst van
het gouvernement Ie treden, hetzij als civiele geneesheer , bel-
zij als stadsgeneesheer.
De gemakkelijkheid, waarmee dat geschiedt, maakt, dat men
er lichter loe overgaat een ontslag aan te vragen. Ik kan
dat onderwerp van een geheel vrij standpunt hespreken, omdat
ik, na meer dan acht jaren officier van gezondheid te zijn ge-
weesl , den dienst verliet, alleen, omdat ik meende een hetere
toekomst Ie geinoel Ie gaan als particulier geneesheer; er stond
mij in den militairen dienst niets legen: aan een overgang in
civielen dienst heb ik nimmer gedacht, om redenen, die ik
� niet nader behoef uiteen te zetten, daar zij wellicht vol-
doende uil de volgende mededeelingcn zullen blijken. Ik sta
-ocr page 382-
,")t>4
dus np een neutraal standpunt, wat mij recht geeft liet een
en ander over den civiel geneeskundigen dienst te zeggen,
zonder ooit, tot eene oratio pro domo te komen.
Den militair geneeskundigen dienst laat ik rusten; meer
bevoegden dan ik, die reeds veertien jaren geleden mijn militaire
liet rekking nederlcgde, mogen daarover schrijven; ook over de
artsen voor hel krankzinnigenwezen kan hier niets worden
gezegd, dan dat hunne positie en hunne traktementen, als
vaste ambtenaren, goed en billijk zijn geregeld.
De particuliere en civiele (dus dienst) praktijk wordt uit-
geoefend door officieren van gezondheid, die nog geen hoofd-
officier zijn. door civiele en door particuliere geneesheeren:
verder door dokier\'s djaiva: de verloskundige praxis bijna ge-
heel door Europeesche en door inlandsche vroedvrouwen; de
laatsten zijn zoowel vrouwen, die een examen daartoe bebben
afgelegd, (van welke er nog maar weinig over zijn, terwijl
de school tot opleiding dier vroedvrouwen te Batavia is opge-
heven) als inlandsche vrouwen, doekoen\'s, die zich zelven de
kennis van accoucheuse toekennen.
De handelingen dier doekoen\'s zijn bij de beschouwing der
inlanders uitgebreid medegedeeld.
De Europeesche vroedvrouwen genieten in de Europeesche
maatschappij algemeen, en in de Chineesche eenigszins, een
groot vertrouwen; zij hebben een zoo grooten invloed op de
dames, dat haar raad bijna altijd hooger gesteld wordt dan
die der geneesheeren; zij durven dan ook bijna alle verlos-
kundige kunstbewerkingen verrichten; geneesmiddelen toedie-
nen, enz.; zien dikwijls met. eenige minachting op die ge-
neesheeren neer, welke bij verlossingen worden geroepen;
willen dezen aan het verstand brengen, wat zij moeten doen,
en beroepen zich op hare groote ondervinding tegenover we-
tenschappelijke kennis. Zij hebben eene zoo goed gevestigde
positie in de maatschappij, dat tegen hare onwettige hande-
lingen even weinig maatregelen kunnen genomen worden als
-ocr page 383-
368
tegen die vroeger genoemde, praktiseerende dames, terwijl
bovendien art. Sa van hel Reglement van 1882 haar in de
gelegenheid stelt, onwettige handelingen steeds te verdedigen.
Overigens is hel de gewoonte, dat vroedvrouwen, gedurende
de eerste negen dagen na de bevalling, gedeeltelijk als baker
dienst doen , door eens of tweemalen daags het kind te ko-
men baden en de kraamvrouw te verplegen. Zij ontvangen
hij de bemiddelde klassen der maatschappij meestal � 100 per
verlossing en vrij transport.
Wij behoeven ons niet verder op te houden met eene be-
spreking der wettelijke bepalingen op de uitoefening der prak-
tijk; vooral de; werkkring en de positie der geneesheeren is
het onderwerp, dal ik in het oog wensch te houden.
Het is billijk, dat den officieren van gezondheid, die op de meeste,
kleine plaatsen civielcn dienst te verrichten hebben, tegen
eenige geldelijke belooning, op grootere plaatsen de gelegenheid
niet ontnomen is in hun vrijen lijd particuliere praktijk uil
te oefenen.
De civiele geneesheeren beslaan uil twee soorten, namelijk
de stadsgeneesheeren Ie Batavia, Samaraug en Soerabaija, die
ambtenaren zijn in een bijzondere betrekking, en uit plaatse-
lijke geneesheeren, die geen ambtenaren zijn. In sommige
gevallen sluit liet gouvernement nog een soort van abonne-
ment mei een geneesheer voor de behandeling, van een ge-
deelte zijner ambtenaren of ge�mployeerden, zooals bijv. voor
de oudere leeraren van hel Gymnasium Willem III of voor het
mindere personeel bij de havenwerken te Tandjong-Priok.
De stadsgeneesheeren op de drie genoemde plaatsen zijn
ambtenaren in eene bijzondere positie. Zij bekleeden hun amb-
telijke belrekking als hijbelrckking bij die van praktiseerend
geneesheer. Voor de ineeslen hunner is namelijk de gewone
praktijk hoofdzaak, zijn hunne ambtelijke belrekkingen bijzaak.
Dat wordt door het gouvernement zelf erkend, zooals uit
feiten is gebleken. Hel bezit dus ambtenaren, met al de
-ocr page 384-
56G
rechten aan dien titel verbonden, als vast traktement, vrijen
overtocht naar Europa, met hun huisgezin, verlofstraktement,
wachtgeld en pensioen, maar over wie hel niet verder kan
beschikken, nadat de benoeming tot sladsgeneesheer vooreene
plaats is geschied. Dat moge vreemd klinken, hel feil is waar.
Ontegenzeggelijk lijdl in den regel de diensl. aan de stads-
geneesheeren opgedragen, onder den invloed der particuliere
praktijk. Die diensl , welke ook voor andere personen belast
mei den civiel geneeskundigen diensl dezelfde is, beslaat uit
hel loezichl op de vaccine: hel behandelen in en buiten de
stadsverbanden van publieke vrouwen, gevangenen,pradjoeriCs,
djajang schar\'s ,
krankzinnigen, kellinggangers , behoeftigen (dal
is ieder, die hel hoofd van het plaatselijk besluur als zooda-
nig aanwijst), mindere ambtenaren, en de inlandsche bevol-
king bij epidemie�n of in hel algemeen hij ziektegevallen: hel
wekelijksch visileeren van prostituees, dansmeiden, enz: de
uitoefening der gerechtelijke geneeskunde; hel voeren der cor-
respondenlie over den geheelen dienst en hel aanhouden van
de archieven daarover: � en voor de stadsgeneesheeren bovendien
het lidmaatschap van de geneeskundig!\' raden dus publieke hy-
gi�ne), het afnemen van geneeskundige examens, en de verzorging
der zieken in enkele gestichten, zooals het oude-mannenhuis te
Batavia, het Chineesche hospitaal aldaar, diezelfde gestichten te
Samarang, plus de beide weeshuizen, hel bedelaarsgesticht, enz.
De dienst der sladsgeneesheeren slaal onder hel onmiddelijk
loezichl der dirigeerende officieren van gezondheid in de militaire
afdeeling, waarin zij hun werkking vinden: die der plaatselijke
geneesheeren evenzeer, maar bovendien onder dal van den inspco
leur van den civiel geneeskundigen diensl, die zich mei de drie
hoofdplaatsen niet mag bemoeien. Dit laatste hangt samen mei
het bestaan der commissi�n van geneeskundig toevoorzicht,
thans vervangen door de geneeskundige raden, terwijl ei\' misschien
«enig verband bestaai lussebeu de uilzondering der hoofdplaatsen
op den algemeenen regel en de bepaling, dal de eersle slads-
geneesheer (te Batavia) moet zijn medicinae doctor of het examen
-ocr page 385-
567
moet hebben afgelegd voor officier van gezondheid der eerste
klasse, terwijl die eischen niet beslaan voor eene benoeming
tot inspecteur van den civiel geneeskundigen dienst.
Bovendien zijn alle civiele geneesbeeren ondergeschikt aan
den chef over den geneeskundigen dienst, die, op zijne beurt,
weder geheel ondergeschikt is aan den Directeur van Onderwijs,
Eeredienst en Nijverheid. Administratief en gedeeltelijk in hunne
andere dienstverrichtingen zijn de civiele geneesbeeren nog
ondergeschikt aan de hoofden van hel gewestelijk bestuur.
Als men nn weet, dal in de civiele hospitalen of stadsver-
banden altijd honderde lijders zijn, onder welke steeds vele met
belangrijke verwondingen en chirurgische aandoeningen: dat
hel getal der mindere ambtenaren mei hunne gezinnen en der
behoefligen zeer groot is, dan begrijpt men gemakkelijk, dat
er geen lijd overschieten kan voor eene uitgebreide praktijk,
wanneer al die daarop rechl hebbende mensehen eerst krijgen
wat hun toekom). Evenwel heelt degene, die de bepalingen
maakte en de traktementen der sladsgeneesheeren regelde, die
laatste zoo laag gesteld, dat geen geneesheer de genoemde
betrekking zou willen vervullen, als hij er geen particuliere
praktijk bij mocht uitoefenen: de wet zelve is oorzaak, dat de
dienst niet behoorlijk wordt uitgeoefend.
Dat kan alleen goed gedaan worden , als de sladsgeneesheeren
zich geheel kunnen wijden aan hun dienst, wat verkregen kan wor-
den door hen voldoende te betalen , door hun het rechl van prak-
lijk, met uitzondering van consulten, belangrijke operati�n enz.
Ie ontzeggen en hen geheel en al met andere ambtenaren, ook ten
opzichte der plaatsing, gelijk te stellen ; want al acht ik de zeer
vele mutati�n verkeerd, zij kunnen somtijds noodig zijn in hel
belang van den dienst. Wil men destadsgeneesheeren dezelfde
rechten geven als aan de officieren van gezondheid, heneden
den rang van hoofdofficier, dat is, wil men hun liet recht
lot gewone, particuliere praktijk lalen behouden, dan blijft hel,
in alle gevallen, dringend noodig, dal de boven hen geplaatste
autoriteiten zorgen, hun de overtuiging Ie doen houden, dat
-ocr page 386-
568
de betrekking van .stadsgeneesheer de eerste plaats in hunne
werkzaamheden behoort in Ie nemen, de hoofdzaak moet zijn
en dus de particuliere praktijk bijzaak worden, evenals
bij de militaire geneesheeren.
Dit onderwerp is niet aangenaam Ier bespreking, omdat
daarbij schijnbaar beschuldigingen van plichtverzuini legen be-
paalde personen worden uitgebracht: dal denkbeeld is evenwel
verre van mij; ik beweer alleen. dal de bepalingen dwingen
lot het terugbrengen der dienstbezigheden van de sladsgenees-
heeren lot een minimum. zonder bepaalde plichlsverzaking,
omdat particuliere praktijk hun gelegenheid moet geven tot een
behoorlijk voorzien in de levensbehoeften; ik betoog alleen de
wenscheltjkheid. dat de machthebbenden daarin verandering
brengen ten nutte van hel algemeen.
De plaatselijke geneesheeren hebben den hovengcnoemden dienst,
maar zijn geen ambtenaren: zij ontvangen maandelijks/\'200.
zonder pensioen, zonder recht op vrijen overtocht bij terugkeer
naar Europa, of bij ziekte zonder verlofstraktement. Zij moeten
dus in hun levensonderhoud gedeeltelijk, in hunne toekomst
geheel, voorzien door de uitoefening der particuliere praktijk.
Op vele plaatsen is hel aantal personen, die betalen kunnen
voor de geneeskundige behandeling, Ie klein om aan die plaatselijke
artsen een eenigszins behoorlijk bestaan Ie verzekeren. nog
minder om in hunne toekomst Ie kunnen voorzien. Hel
bewijs daarvoor vindt men in de voortdurende. vrijwillige ver-
plaatsingen dier geneesheeren, gepubliceerd in de JavascheCou-
rant, bet oflieieele nieuwsblad: zij probeeren telkens of het ergens
anders niet beter gaal. Hunne posilie is dikwijls niet benij-
denswaardig: zoo zij niet zorgen goede vrienden Ie blijven
met de hoofden van het plaatselijke bestuur, hebbeu zij altijd
door last van opdrachten, van bemoeielijking bij hel krijgen
van transportmiddelen, ja zelfs bij de uitoefening hunner prak-
lijk, want het hoofd der plaats geeft den loon aan; hal hij
een anderen (meestal militairen) geneesheer uit een der nabij
/
-ocr page 387-
:.r.9
gelegen plaatsen komen voor de behandeling van zich zelven of de
zijnen , dan volgt een groot gedeelte van het publiek, vooral van
het gegoede publiek, en de civiele geneesheer lijdt honger, \'t Is
treurig, maar waar; werkelijk geld maken, genoeg om tamelijk
zonder zorg de toekomst te gemoet te gaan. is zeer moeielijk.
Particuliere geneesheeren , die als zoodanig uil Europa komen,
hebben met zeer veel moeielijkheden te kampen: zij hebben
weinig kans op praktijk. De particuliere geneesheeren, die
een goede, of een noemenswaardig»! praktijk hebben, zijn oud-
officieren van gezondheid, die zich in die kwaliteit een basis
gevormd hebben: waarop zij verder hebben voortgebouwd.
Mij is maar een enkel voorbeeld bekend van een Engelsehen
geneesheer, die zich dadelijk als particulier vestigde en geld
genoeg verdiende; van Nederlandsche artsen ken ik er zoo geen.
Die Engelsche geneesheeren werden door hunne landgenooten
geholpen, voornamelijk aan praktijk onder de (Ihineezen, die
meestal gaarne hunne chefs of handels vrienden aangenaam
willen zijn. Zij lieten \'zich op Engelsche manier betalen en
offerden alle gemakken des levens gedurende eenige jaren op, met
hel vooruitzicht van een betere toekomst »at home."
Hel hier besprokene raakt vooral de linanci�ele zijde
van de praktijk; zij mag niet buiten beschouwing blijven,
want men begint al spoedig te behooren onder die oudere
medici, van wie een aardige opmerker getuigde, dat zij een
kleur krijgen, als zij niet worden betaald, terwijl jongere
dokters zulk een gelaatsverandering ondergaan, als zij wel
betaald worden. De fmanci�ele kwestie is voor hem, dienaar
een vreemd land vertrekt, eene hoofdzaak; was zij dat niet,
hij zou in zijn eigen land gebleven zijn. De hoop, een betere
toekomst daar te gemoet te gaan dan in zijn vaderland, deed
hem de, dikwijls overdreven voorgestelde, maar toch bestaande
gevaren der verplaatsing trotseeren. Daarom breng ik die
zaak hier te sprake.
24
-ocr page 388-
370
Een geneesheer heeft, om te kunnen leven, in den tegen-
woordigen lijd en zoo laag mogelijk gesteld, te Batavia noodig
f 1000 a � 1200 \'smaands: te Samarang en Ie Soerabaija
iets minder, omdat hij minder paarden hehoefl. Ie houden: op
de hinnenplaatsen minslens � 400. De huitenposten komen
niet in aanmerking, omdat men daar geen puhliek vindt, grool
genoeg om een dokter van de praktijk te doen hestaan; de
officieren van gezondheid, die er gevestigd zijn, voorzien vol-
doende in geneeskundige hulp.
Een nauwkeurig hijgehouden statistiek der ontvangsten van
twee geneesheeren, die heide eene groote praktijk te Batavia
hadden, omvatlende een tijdperk van circa 35 jaren, heeft
geleerd, dal de practiseerende arts aldaar gemiddeld � 2,35
per hezoek ontvangt; dat wil zeggen, als elke geneeskundige
handeling hij den zieke (dus: gewone visites zoowel als de
hooger hetaalde consulten , verlossingen , operati�n , assistentie
daarbij, consulten huilen Batavia, brieven, avond-, middag-en
nachtvisites) voor ��n bezoek geldt, elk zoodanig bezoek f 2,35
opbrengt.
Daaruit blijkt van zelf. boeveel meer er verdiend wordt
en zou worden ontvangen, als het publiek regelmatig betaalde.
Het verlies, om hel zoo eens te noemen, is niet gering.
De prijs der visites is van � 2,50 lot � 5: voor consulten,
de eerste maal f 25, de volgende keeren bij denzelfden lijder
een dubbele visite: lusschcn 1 en 4 ure\'s middags en van 8 tol
11 ure \'s avonds worden dubbele visites in rekening gebracht,
evenzeer als voor geappoinleerde bezoeken ; bij nachtvisiles wordt
viermaal een gewone gerekend; assistentie bij operati�n bedraagt
� 25; de operati�n zelve worden berekend naar haar gewicht en
naar de maatschappelijke positie der lijders; behoorlijk betaald
worden zij zelden: bef publiek beeft geen geld genoeg om te
betalen, zelfs niet volgens hel matige tarief der provincie
Zuid-Holland.
Voor meer dan een lijder in hetzelfde huisgezin wordt, inden
regel, niet afzonderlijk betaald: op kostscholen en dergelijke in-
-ocr page 389-
7,1 \\
richtingen natuurlijk wel. Over certificaten spreek ik later.
Gewone verlossingen worden gewoonlijk mei � 100 betaald.
Sladsgeneesheeren zijn verplicht zich, ten opzichte van het
berekenen der prijzen voor geneeskundige behandeling van
ambtenaren, wonende in hunne wijk, Ie honden aan de he-
staande bepalingen, die zich trouwens voor gewone bezoeken
uitstrekken lusschen 2 en G gulden per visite.
Bij bezoeken op grooteren afstand worden, behalve de trans*
portkosten, grootere sommen gerekend voor tijdverlies, in
den regel j\'i /\' 1 per paal.
Sommige (amili�n abonneeren zich legen een bepaalde som
per maand of per jaar.
Gewoonlijk wordt, na afloop van elk kwartaal, eene qui-
lanlie, zelden een rekening, geschreven voor geneeskundige bchan-
deling , zonder nadere specificatie. Vergelijk! men de rekenin-
gen der Indische geneesheeren met die van andere plaatsen,
dan zijn die zeer laag Ie noemen , vooral met het oog op de
duurte der levensbehoeften en de hooge, gedwongen uitgaven.
Te Londen belaall men een pond sterling per visite: Ir\\ Singa-
porc
��n guinje of een pond sterling: in Australi� evenzeer: in
Europa gemiddeld f 0.71» tot / 7> per visite, enz.
In vroegere jaren betaalden de Chineezen meer voor genees*
knndige behandeling en waren vrijgevig mei geschenken. Thans
is dal zelden hel geval. Toen een geneesheer aan een
zeer rijken Chinees een tamelijk hooge rekening zond voor de
behandeling van een niet langdurige, maar ernstige ziekte,
maakte de tlhinecs aanmerking op de ge�ischte som. Bij de
opmerking van den geneesheer, dal die pati�nt aan zijn rechts-
geleerden raadsman veel hoogere sommen betaalde voor som-
lijds minder ernstige omstandigheden, kon de man de opmer-
king niel achterwege laten: «Dal is waar, maar een advokaal
»moel ook lang over de zaak nadenken [perhara pikir), en de
�dokter schrijft, in een oogenblik, alles opeen klein papiertje".
De Indische geneesheeren ontvangen Ie weinig voor hun
-ocr page 390-
r,-2
werkzaamheden, daar zij vooral op de hoofdplaatsen, groote
uitgaven ten hehoeve hunner praktijk hebben. Te Batavia bijv.
strekt zich de ruimte, waarop het publiek woont, dat voor genees-
kundigc behandeling in aanmerking komt, over eene oppervlakte
van ongeveer 28 vierkante palen uit; een paal is ongeveer 20
minuten gaans. Het is te begrijpen, dat voor de uitoefening
zijner werkzaamheden de geneesheer dus veel paarden noodig
heeft. Acht is wel het kleinste getal: want al heeft men een
kleine praktijk, de af te leggen afstanden zijn daardoor niet ver-
minderd: integendeel een dokter, die een uitgebreide praktijk
heeft, kan zijne perken stellen en in sommige buurten geen
pati�nten aannemen. Men moet volgens vertrouwbare opgaven
aannemen, dal hel onderhoud van al wat tot het vervoer van
den geneesheer behoort hem / 6000 \'sjaars kost: andere
onkosten voor den prakliseerenden arts zijn bekend: boeken,
tijdschriften, instrumenten , administratie-kosten, enz.
Het is opmerkenswaardig, dat het gouvernement in som-
mige gevallen erkent, dat de praktiseeren.de geneesheer voor
de uitoefening van zijn ambt onkosten heeft, in andere niet.
Zoo betaalt hij minder paardenbelasting dan anderen: maar
het wordt niet erkend, bij de toepassing der wet op de pa-
lentbelasting, dat hij uitgaven heeft, om zijn bedrijf op den
bestaanden voet voort te zetten. De arts mag van zijn bruto-
inkomsten niets aftrekken voor onkosten!
Dit zij voldoende om een denkbeeld te geven van den gang
van zaken. wat hel pecuni�ele deel betreft.
Met uitzondering van de besproken inmenging deronbevoeg-
den, is de uitoefening der medische praxis in Indi� aangenaam.
De geneesheeren bekleeden in de maatschappij eene goede
positie, zoo zij zelf geen aanleiding geven tot hel tegendeel.
Zij worden met onderscheiding behandeld en in den regel be-
leefd ontvangen. Op ongelegen tijden staat, met zeldzame
uitzonderingen, een voertuig van den pati�nt ter hunner be-
schikking; dit is ook het geval, als de geneesheer mei spoed
-ocr page 391-
373
wordt geroepen; men kan er vrij zeker va» zijn, dat de noodzakelijk-
heid om spoedig te komen niet bijzonder groot is, als het ver-
zoek niet gepaard gaat met de komst van een vervoermiddel; in
negen van de tien malen, dal de dokter met spoed geroepen wordt,
zonder dat er tevens een rijtuig wordt gezonden, en hij dan
om een vervoermiddel vraagt, komt dat niet en wordt bijeen
later afgelegd bezoek hem medegedeeld, dal. het z�� erg niet
was, of dat de paarden moe waren of iets dergelijks; uit
die mededeelingen blijkt dan, dat het er niets toe doet of de
dokter zelf moe was of zijn paarden waren afgereden: men
probeerde maar eens of hij menschlievend genoeg zou zijn om
te komen met zijn eigen paarden, die hij er toch voor houdt.
Zoo mogelijk trachten de lijders, die voor de eerste maal
een geneesheer verzoeken Ie komen, bij tijds de aanvrage
daartoe te geven; iets wat bijzonder van belang is met het
oog op de groote, af te leggen afstanden. Daarom worden
ook meestal brieven aangenomen in de eene of andere apo-
theek, die ver van de woning des geneesheers gelegen is;
eene zeer te appreci�eren beleefdheid der apothekers. Te
Batavia is een gemakkelijke wijze, om den geneesheer te
waarschuwen, dat men hem noodig heeft, het bevestigen
van een klein vlaggetje aan den ingang van het erf; dit
kan altijd geschieden langs de wegen, waarvan men zeker
weet, dat de dokter er dagelijks voorbij komt; het uitsteken
dier vlaggetjes, waarvoor elke arts zijn eigene kleur kiest,
heeft het dubbele voordeel van de kans te verminderen om
tweemaal denzelfden weg te moeten rijden en tevens, van de
pati�nten niet, gedurende soms een paar uren, van een hun-
ner bedienden te ontrooven.
De beste manier, die een pati�nt kan aannemen, om zijn
dokter te ontbieden is het zenden van zijn visitekaartje, met
den naam van den gewenschten geneesheer er op geschreven;
die manier wordt veel gevolgd, heeft het voordeel van kort
te zijn en bovendien duidelijk; men behoeft dan geen onlees-
bare handteekeningen te ontcijferen. Mondelinge boodschappen
-ocr page 392-
.".Ti
hebhen alle kans «uu niet goed of in hel geheel niet te reehl
Ie komen: brieven <>f kaartjes worden ontvangen en on eenc
aangewezen plaats neergelegd ; mondelinge boodschappen komen
soms bij een naarden jongen. een naaister of een baboe te
recht en worden dan vergelen: maar al ontvangt men die zeil\',
dan zijn meestal de Europeesche namen zoo verknoeid, dal
zij onherkenbaar zijn. Is hel onbescheiden voorheelden Ie ge-
ven ? Ik hoop hel uiel ! Sommige oud-invvoners worden door
de gansche bevolking hij hun voornaam genoemd, en ieder
kende bijv. te Batavia, loewan Viel, njonja Kooijie, enz.
Dat is dus niet lastig, terwijl die personen ook gewoonlijk
denzelfden geneesheer sedert jaren hebben.
Maar andere namen worden allervreeiudsl veranderd lot on-
herkenbaar wordens toe: zoo bijv. om algemeen bekende na-
men en hunne wijzigingen Ie noemen:
K�KST
wordl
Pioes.
Van Hakfte.n
»
Panaslerl.
Gay.mans
».
Hemmes.
Galois
»
Halowa.
Van H�ut
»
I\'nmriel.
Devonshire
»
Dipoengsir.
J.\\ \'t Velt
»
Empel,
Cbessonniek
>�
Kar san jee.
Lantius
»
Lanloes.
LORRAINE
».
Leuring,
Van der Burg
»
Samborok, enz.
Onder den laatst vermelden naam werden mij wel brieven
toegezonden door Europeanen, die dien naam van inlanders
of Chineezen zoo hadden verslaan. Dal die veranderingen zeer
lastig kunnen zijn is duidelijk: hel is mij gehemd, dat ik hij
een cholera-lijderes geroepen werd, mei een mondelinge bood-
schap , maar na vier vergee�sche pogingen het zoeken naar de
pati�nt moest opgeven: eersl Iwee later dagen vernam ik, wie
-ocr page 393-
575
mij had laten roepen en werd hel mij gelukkig, na bcspre-
king, niet euvel geduid, dal ik de lijderes niel liad kunnen
vinden. Er zijn laehvervvekkende vergissingen door zulke
boodschappen hekend.
De gewone tijd van den dag, waarop geneeskundige visites
worden afgelegd, is van \'s morgens 7 tot \'s middags ��n ure,
en in den namiddag van 5�8 ure. Men kan aannemen, dat
in de Europeesche praktijk gemiddeld zes visites per uur kun-
nen worden gemaakt; in de praktijk ouder Chineezen veel
meer, omdat zij dichter hij elkaar wonen en er geen praatjes
worden gehouden. I)e Zondag is , in den regel, de drukste dag;
dan zijn de heeren niet op hunne hureau\'s of kantoren en de
kinderen niel naar school; dal is dus een geschikte dag om
den dokter eens te raadplegen.
Ten opzichte van het aantal visites mag men aannemen,
dat duizend visites, gemiddeld \'sinaauds gemaakt, niet mogen
worden overschreden om de gezondheid van den geneesheer
niet te henadeelen en tijd genoeg te laten voor behoorlijk
onderzoek. Bij dat gemiddelde komen dan van zelf dagen voor,
die zooveel te doen geven, dat het werk over de hand loopt;
wat vooral het geval is, als men een paar ernstige zieken heeft,
die ver van elkaar wonen en meermalen daags moeten worden
bezocht.
Nog iets over de vervoermiddelen; het is van veel belang
een goed rijtuig te hebben; de keuze daarvan hangt af van
persoonlijken smaak. Drie voertuigen komen op de hoofdplaatsen
vooral in aanmerking: de milord, de coup� en de palankijn.
De overige rijtuigen zijn te zwaar, of die voor ��n paard te
lastig in het gebruik. In een milord zit men gemakkelijk,
maar het in- en uitstijgen met gesloten kap is lastig: als er
geen bekleedsel van den bok naar de kap is aangebracht, hin-
dert de zon voortdurend, brandt op de schoenen en men kan
niet goed lezen; men is slecht beschut tegen regen en wind.
-ocr page 394-
576
Een coup� is beter, maar biedt niet veel ruimte aan om wat
mede te nemen.
Een palankijn met schuifdeuren heelt een geheele bank
vrij, beschut goed legen regen en zon, laat veel lucht door-
strooming toe, maar is gewoonlijk zwaar.
Veel ruimte in het rijtuig is aangenaam, omdat, men boeken
medeneemt voor studie of lectuur en gewoonlijk een trommel
of een kistje met instrumenten en eenige geneesmiddelen, die
onmiddellijk te pas kunnen komen. Zulk een trommel is
noodig, met het oog op den groolen afstand, waarop men
zich dikwijls van huis of van eerie apotheek bevindt; er be-
hoort in te zijn: een trousse, eenige landinstrumenten, een
stethoskoop, een of meer thermometers, een oog- en een oor-
spiegel, eenige naalden lol. verwijdering van vreemde lichamen
uit het oog, hechtingsnaalden en draden, een tourniquet, een
spuitje voor onderhuidsche injecti�n, een verlostang, een paar
windsels en eenige geneesmiddelen, zooals laudanum, morphine-
oplossing en bloedstelpende middelen.
Het Reglement van 1882 bepaalt in artikel 49, dat de ge-
neesheer alleen bij de eerste visite (»in die gevallen, waarin
«huift oogenblikkelijk mogt vereischt worden en hel verlangde
«geneesmiddel niet spoedig genoeg kan verkregen worden";
geneesmiddelen mag verstrekken: maar hel is duidelijk, dat
die bepaling dikwijls moet overtreden worden, in het belang
van den lijder.
Men kieze dus een gesloten rijtuig, coup� of palan-
kijn, voor de morgenvisites, een milord voor de middag-
praktijk.
Luxe behoeft daarin evenmin te bestaan als in de keuze
van paarden, waarvan de gewone inlandsche, Javaansche
paarden het best zijn voor het rondrijden; zij zijn sterk en
taai, vooral als men licht, inlandsen tuig bezigt; zij zijn goed-
kooper dan andere paarden en bieden beter tegenstand aan de
invloeden van hel weder. Bij de verzorging der paarden is
het goed veel toe te geven aan het bijgeloof der koetsiers,
-ocr page 395-
:rn
waarover ik niet verder zal uitweiden; alleen teeken ik dit
aan, omdat verzet legen den wil der koelsiers niet zelden het
gevolg heeft, dat de paarden sterven; want zulk een inlan-
der wil in den regel, coi�le que coiite, gelijk hebben in zijne
beweringen omtrent voeding, verpleging, enz.
In de binnenlanden zijn veel zoogenaamde am�ricaines in
gebruik, vooral tot het afleggen van groote afstanden: ook
wordt daar wel te paard gereden, speciaal bij inspecti�n over
de vaccine, enz.
De regeling der vaccine in Neder landsch-Itidi� zal hij de be-
spreking der pokken beschreven worden.
Op plaatsen, waar geen Europeesch geneesheer of geen
dokter djawa is, en die moeielijk door deskundigen te hereiken
zijn, wordt aan de controleurs en gezagvoerende ambtenaren
een kistje met genees- en verbandmiddelen verstrekt, om even-
tueel de eerste geneeskundige hulp te kunnen verleenen. Dat
kistje houdt in: sulph. chin.; wormpoeder; castorolie; lan-
danum liq. Sydenh.: venkelolie: loodazijn; helschen steen; een
schaal; greingewicht; mortier en stamper: verbandkatoen en
een zeer beknopte handleiding voor \'I gebruik dier mid-
delen.
Bij heerschende epidemie�n, vooral koorts-, pokken- en cholera-
epidemie�n, wordt de behandeling der inlandsche bevolking
opgedragen aan geneeskundigen, die naar de plaats desonheils
worden gezonden. Gewoonlijk zijn zij officieren van gezond-
heid; ook wel de inspecteur van den civiel geneeskundigen
dienst. De behandeling is gewoonlijk globaal, in massa; indivi-
dueele behandeling is onmogelijk, daarom wordt een algemeen
geneesmiddel verstrekt, dat door assistenten en inlandsche
hoofden wordt uitgedeeld, waarbij somtijds ook voedingsmid-
delen van regeeringswege worden gegeven. Dat daarbij zeer
veel knoeierijen plaats vinden is van algemeene bekendheid.
vooral is verkoop van de medicijnen, die gratis moeten ver-
-ocr page 396-
378
strekt worden. algemeen; hel tegengaan daarvan behoort tot
de handelingen der politie.
De uiloefening der gerechtelijke geneeskunde, vooral bestaan-
de in hel uitbrengen van adviezen, beeft meestal weinig be-
leekenis. uil een wetenschappelijk oogpunt. De visa reperta
zij» zeer korl en zakelijk, en bepalen zich. in den regel, lol
hel beschrijven eener verwonding; zooals van zelf spreekt, is
dit vooral van toepassing op de inlandsche bevolking, terwijl
op afgelegen plaatsen, dergelijke visa reperla wel worden op-
geuiaakt door inlandsche hooiden. Voor Kuropeanen komt er
meestal een geneesheer bij Ie pas: eene moeielijkheid daarbij
is de zeer snelle verrolling in hel vochtige, hecte klimaat.
Scheikundige onderzoekingen bij inloxicati�n hebhen meestal
hooger waarde, oiudal de verrolling daarbij dikwijls van veel
minder, of van geen invloed is.
.Niettegenstaande heel wal bepalingen, reglementen, enz.
staal de geneeskundige politic niet boog. Hel zoo belangrijke
onderwerp der prostitutie is in een algemeen reglement op-
genomen, maar dal reglement is niet overal toepasselijk, Ier-
wijl in bijna elke residentie de bepalingen verschillen. De
ingeschreven prostituees worden eens of tweemalen \'s weeks
door den eenen of anderen geneeskundige onderzocht; maar
haar getal smelt weg bij het groole aantal vrouwen, dat zich
aan clandestiene prostitutie overgeeft. Hel is niet gewaagd te
zeggen, dat hel gemakkelijker zon zijn hel kleine cijfer Ie
bepalen der vrouwen, die geen prostituee zijn, in den uilge-
slrektsten zin van het woord, dan omgekeerd ; dal ziel vooral
op de inlandsche maatschappij en, zooals wij vroeger zagen,
is hel vrij goed van toepassing op kleurlingen van den lageren
stand : len minste in de groole steden kan die uitspraak gelden. In
de kampong\'s, in de binnenlanden , is dal wellicht minder hel
geval. In enkele gedeelten van den Indischen Archipel is pro-
slitutie eene zonde, die met den dood wordI gestraft, zooals bijv.
-ocr page 397-
."«>
bij de zoo weinig beschaafde bewoners van hel eiland
yias.
Hel is moeielijk zicli een denkbeeld Ie vormen van liet a;ui-
lal geneeskundige certificaten, dal van de dokters wordt ge-
vorderd. Vooraf wenscb ik. als mijne persoonlijke ineening
ie doen kennen, dal de geneesheer nimmer afgegeven certifi-
calen. van welken aard ook. afzonderlijk in rekening moet
brengen. Ken certificaat is noodig of niel noodig; in het eerste
geval slaal hel gelijk inel een inondelingen of schriflelijken
raad, met een recept, waarvoor men ook geen afzonderlijke
betaling eisehl: in hel tweede geval geel\'t men hel niel af.
Ik hcIiI het strijdig mei «Ie waardigheid van den genceskun-
digen stand, door het eischen van buitengewone betaling.voor
een cerlilicaal, de. mogelijkheid eener heschnldiging Ie doen
ontslaan, dal men certificaten verkoopt. Slechts korten lijd
heb ik voor certificaten afzonderlijk gerekend, in den tijd toen
wij aan de onleerende bepaling waren onderworpen, dal elk
certificaat, afgegeven op den ambtseed, nog eens mondeling
moest worden be�edigd; hel was billijk, toen. zich den verlo-
ren tijd voor een lochl naar hel residenliehiirean Ie doen be-
lalen. Ik rekende in ��u geval zoo hoog aan een armen lijder.
dat ik hem levens kon verzoeken zich daarover Ie beklagen:
daardoor kwam ik in de gelegenheid de zaak ernstig ter sprake,
Ie doen brengen. en ik erkende dadelijk met dat doel gere-
kend te hebben: mijn wenscb, de overtollige en onleerende,
mondelinge be�ediging Ie zien vervallen , werd daardoor vervuld.
Eene uitzondering op hel bovengezegde maken certificaten,
waarop de handleekeningen van meer dan een geneesheer wor-
den gevorderd, zooals dal dikwijls voor chefs of ge�mployeer-
den van handelshuizen bepaald is bij vertrek naar Europa,
wegens ziekte: de geneesheeren, die daarbij den gewonen mc-
dicus in zijne verklaring steunen, beschouwen zich als con-
sulenten, en te recht. Verder belmoren afzonderlijk betaald
Ie worden uitgebreide stukken voor gerechtelijk onderzoek en
-ocr page 398-
580
bet beantwoorden der vragen door maatschappijen voor le-
vensverzekering gesteld. Zij eisenen keuringen, onderzoekin-
gen van bijzonderen aard, veel tijd, soms afzonderlijke studie
en behooren dus ook afzonderlijk Ie worden gehonoreerd. In
Indi� bestaat de goede gewoonte, dal die maatschappijen den
geneesheer belalen, die advies uitbrengt: het gewone honora-
riurn voor elk advies is /\' 2H.
Welke certificaten worden al zoo gevraagd? Ik zal er eeni-
gen opsommen en bespreken, waarvan vele ook in Europa voor-
komen, andere, naar ik meen. alleen het gevolg zijn der
Indische, administratieve bepalingen.
De belangrijkste verklaringen, in hunne gevolgen, zijn ge-
vvoonlijk die, ten behoeve van ambtenaren, voor een lijdelijk
vertrek naar Europa, of naar de binnenlanden lot herstel der
gezondheid, welke laatste somtijds een langdurig verblijf als
noodzakelijk aanwijzen en dus tot overplaatsing aanleiding
geven. Keeds werden de aanwijzingen voor dergelijke verkla-
ringen uiteengezet. De vorm, waaronder die certificatenwor-
den ge�ischt is slecht; hij is deze:
«Geneeskundig certificaat.
� De ondergeleekende, praktiseerend (stads*, plaatselijke enz.)
geneesheer te.....verklaart, op den eed bij de
"aanvaarding zijner betrekking afgelegd, dat hij een verlof voor
»den tijd van minstens.....naar .... drin-
>ffend noodzakelijk acht lot herstel der gezoudheid van . . .
»(datum)
"Handleekening."
De cursief gedrukte woorden worden dooi\' de voorschriften
ge�ischt: ook moet de plaats, waarheen de lijder zal gaan
nauwkeurig worden aangewezen, en, zoo die plaats veraf
ligt, met redenen worden omschreven, waarom geen dichter
bij gelegene kan worden verkozen.
Mijne bezwaren tegen dien vorm zijn 1°. de uitdrukking «op-
den eed bij de aanvaarding zijner betrekking afgelegd"; som-
migen hebben den Hippocra�schen eed gedaan; anderen alleen
-ocr page 399-
r,8i
dien als officier bij het leger: weder anderen den eed voor
den Raad van Justitie, gevorderd bij Resolutie van 13 No-
vember 1829, No. 12; enkelen dien, toen zij benoemd \\ver-
den tot stadsgeneesbeer. De uitdrukking is dus onjuist en
zou moeten zijn: »op den eed daartoe afgelegd." of »op zijnen
ambtseed".
Ook bet woord »verlof" moest vervangen worden door «ver-
blijf": dat laatste gaat den geneesheer aan, het toestaan van
verlof is een administratieve, geen medische, handeling.
De woorden «dringend noodzakelijk" zijn evenzeer een slecht
gekozen vorm: zij vallen in dezelfde categorie van verklaringen
als die voor krankzinnigen vereischt worden, welke niet aan
behoorlijke behandeling in een gesticht kunnen worden onder-
worpen , of er moet verklaard worden, dat zij gevaarlijk zijn
voor hunne omgeving. Men kan immers een verblijf in een
koeler klimaat hoogst wenschelijk achten, zonder dal er levens-
gevaar bestaat voor den lijder, als hij op de plaats zijner inwo-
ning blijft, of zonder dat men met zekerheid kan zeggen, dat
bij daar niet herstellen kan. Dan is de verplaatsing, stricte
dictu, niet dringend noodzakelijk. Zooals de bepalingen nu zijn,
wordt de medicus gedwongen, als hij eene verplaatsing nuttig
of zeer wenschelijk acht, die dringend noodzakelijk te noemen:
de humaniteit eischt in dat geval den wettelijken vorm te volgen,
ook al zou men liever een andere uitdrukking bezigen.
Het zou zeker gunstig zijn, zoo de bepaling bestond, dat
elke ambtenaar, als dat maar eenigszins mogelijk is, jaarlijks
het recht had op eene vacantie van bijv. veertien dagen, waarin
hij dan rust kon nemen of van de kustplaatsen zich, opeigen
kosten. kon verplaatsen naar de bergslreken. Dan zouden de
certificaten, wegens vermoeidheid, niet meer behoeven te wor-
den afgegeven, terwijl de medicus die thans niet mag weigeren.
Certificaten voor eene overplaatsing zijn van denzelfden vorm
ongeveer: daarbij wordt gewoonlijk geen bepaalde plaats
genoemd, maar de plaatsing in een koel klimaat, voor onbepaab
den tijd, als hoodig aangewezen.
-ocr page 400-
Als regel meen ik Ie mogen stellen, dal de geneesheer zeer
vrijgevig moei zijn mei de verklaring, dat een verblijf binnen
\'stands, liefst zoo weinig mogelijk uil de buurt , noodig is,
maar streng behoort Ie wezen in de eischen, die hij zich stelt
voor de verklaring, dal een vertrek naar Europa noodig is.
Mij is, bij bel bespreken dezer zaak, wel eens gezegd, dal een
praktiseerende geneesheer alleen Ie maken heeft met den toe-
stand en den wil van den lijder en niets met de gevolgen, die
zijne verklaring voor bel land beeft. Die rodeneering schijnt
mij onjuist: er wordt geen certificaat afgegeven ten voordeele
van den een, of bet heeft een nadeel voor een ander; onver-
scbillig of liet nadeel personen, den staal, den iliensl of wal
dan ook betreft: de geneesheer moet, als eerlijk man en ge-
trouw aan zijn eed, de belangen zijner lijders ook hierin hehar*
ligen, maar mag niet uil hel oog verliezen, dal de hem geschonken
inacbl geheel is gegrondvest op een onbepaald vertrouwen in
zijne eerlijkheid. Mij beschikt door zijne verklaring over de
uitgave van (luizende en nogmaals (luizende guldens: daarmee
moet bij rekening builden. ook al is hij niet in dienst van
den staal.
Het gouvernement is, ten opzichte van burgerlijke ambtenaren,
voldaan niet de verklaring door ��n bevoegden geneeskundige
afgegeven en, al is die verklaring niets dan een advies, slechts
hoogst zeldzaam. als er zeer dringende en afdoende redenen
van anderen aard beslaan, wordt van dal advies afgeweken
en de ambtenaar, wien bel geldt. bijv. op wachtgeld gesteld
of hem pensioen verleend. Nu de zaak eens zoo geregeld is, ver-
dient bel goedkeuring, dal aan die geneeskundige adviezen booge,
bijna absolute waarde wordt gehecht; aan de medici staal hel
te zorgen, dat die waarde niet verminderc. De beide hoofd-
factoren daartoe noemde ik reeds; zij zijn: strikte eerlijkheid
en hel niet in rekening brengen van het certificaat.
Men slaat bloot aan misleiding, dal was al zoo in Rachel\'s
lijd en de voortgaande beschaving en ontwikkeling maakt die
gemakkelijker: maar men misleide niet anderen. Treurig is
-ocr page 401-
ris.»
hel, «lal somtijds bestaand ol in vooruitzicht zijnd broods-
gebrefc voor vrouw en kinderen er loe leiden kan eene verklaring
af Ie leggen, die niet geheel jnisl is. Men bedenke hierbij, wal
ik schreef over de somtijds geheele afhankelijkheid dergenees-
kundigen van de hoofden van bestuur.
Ik acht de tegenwoordige regeling in dal opzicht,
slecht.
Voor militairen wordt de verklaring eener commissie gevor-
derd, hij hel noodzakelijke van een vertrek naar Europa; voor
vele particulieren, vooral in den handel, evenzeer: waarom
dan niet voor civiele ambtenaren? Men zegt, dat hel zenden
naar de plaatsen, waar zich eene commissie bevindt, van
degenen, die daartoe in aanmerking zouden komen, Ie veel geld
zou kosten door reizen en overplaatsen: ik hen overtuigd, dat
deze uitgaven veel geringer zouden zijn dan thans die voor
verloven naar Europa.
Voor de verloven binnen \'s lands is werkelijke de verklaring
van ��n geneesheer voldoende. Voor die naar Europa, of naar
ik wenschle ook naar Australi�, zouden commissoriale eertifi-
caten noodig zijn. (k zon eene regeling nuttig achten, die ik
hierbij in \'I korl opgeef, ;ils of zij er reeds was, terwijl
opmerkingen lusschen haakjes geplaatst zijn.
Aan eiken Europeeseben ambtenaar kan, wegens ziekte, een
verlof, voor den lijd van niet langer dan Iwee jaren, buiten
Nederlandsch-Indi� worden toegestaan.
Dit verlof kan, na eene commissie van deskundigen gehoord
Ie hebben, in Europa tweemalen worden verlengd , telkens voor
den tijd van zes maanden.
De ambtenaar, die voor een verlof wegens ziekte buiten
Nederlandsch-Indi� in aanmerking komt, moet daartoe een,
onder eede, afgelegde verklaring overleggen van zijn gewonen
geneesheer, waaruit de noodzakelijkheid of de wenschelijkheid
van een verblijf gedurende een zekeren lijd in een gematigde
zone blijkt.
-ocr page 402-
r,84
(In vei. 1 met het gezegde op pag. "80 zou zulk een
certificaat moeten luiden:
»Ik ondergeteekende, . . . .geneesheer te.....verklaar.
>op mijnen ambtseed, dal de gezondheidstoestand van . . . . ,
\'zoodanig heeft geleden, dat zijn herstel in Nederland sch-Indir
«niet waarschijnlijk niet mogelijk) is (dat het verblijf in de
�>koele bergstreken van Nederlandsch-Indi� gebleken is niet vol-
� doende te zijn tot herstel), zoodat ik een verblijf in Neder-
"land (Europa, Australi�,
enz.) voor hem noodig wenschelijk
� acht, gedurende den lijd van minstens.......
»enz. enz."
Hel overleggen van zulk eene verklaring is geen bezwaar voor
personen , gevestigd op plaatsen , waar geen dokter is: zij moeten
«lat nu evenzeer doen.\'
De ambtenaar, aan wien zulk een certificaat is afgegeven,
verkrijgt daardoor bel recht zich Ie begeven naar de dichtst
bij zijne woonplaats gelegen plaats, waar een geneeskundige
commissie, als onder bedoeld, is gevestigd.
Die geneeskundige commissie onderzoekt, des gevorderd mei
voorlichting van den behandeleiulen geneesheer, het geval en
geeft, bij overeenstemmende meening, daarvan blijk, door het
bestaande certificaat voor "gezien" Ie leekenen. Bij verschil
van meening tusschen den onderteekenaar en de commissie
wordt hel certificaat niet voor gezien geteekend en heelt dan
geen verdere waarde. Diezelfde commissie bepaalt de al of
niet noodzakelijkheid van een verhoogd verlofstraktement we-
gens ziekte, volgens de bestaande bepalingen, door hij het
woord gezien, in bet eerste geval te voegen: «voor verhoogd
verlofslrak lement."
(Deze regeling voorkomt hel afgeven van certificaten wegens
ziekte, uit verkeerd begrepen humaniteit; thans koml het wel
voor, dat een ambtenaar recht heeft op verlof\' wegens langdu-
�\'ig, onafgebroken verblijf in Indi� gedurende 12 of IS jaren,
maar, zonder ziek Ie zijn, hel medelijden van den geneesheer
tracht op te wekken en door een certificaat een hooger ver-
-ocr page 403-
385

lofstraktement wenscht machtig te worden, n^eds vroeger
wees ik er op, dat dit niet altijd noodig is; het schijnt mij
alleen verantwoord in die gevallen, waarin belangrijke opera-
ti�n of badkuren noodig zijn.)
De bedoelde, geneeskundige commissie bestaat uit drie be-
voegde geneesheeren en kan gevormd worden op elke plaats,
waar meer dan twee bevoegde geneesheeren gevestigd zijn.
Waar meer dan twee bevoegde geneesheeren wonen, wordt de
commissie gevormd volgens een rooster, dat de president in
bewaring heeft; op dien rooster komen voor alle officieren van
gezondheid , stads-, civiele en particuliere geneesheeren Ier plaatse
aanwezig. De leden voor elke commissie worden steeds door
den president aangewezen; zij worden niet langer dan voor
��ne enkele maal benoemd en aan den lijder wordt niet vooraf
medegedeeld, wie in de commissie plaats neemt.
. (Deze laatste bepaling is noodig in het belang der geneeshee-
ren; immers, indien van te voren bekend gesteld wordt, wie
in de commissie zit, of als zij benoemd wordt voor een zeke-
ren tijd, zullen alle belanghebbenden zich uitsluitend tot hare
leden wenden ter behandeling).
Als president treedt op de oudste officier van gezondheid
in rang of de oudste geneesheer in jaren.
(Het laatste voor het thans nog ondenkbare geval, dat in
Indi� drie burgerlijke geneesheeren op eene plaats zouden zijn,
waar geen officier van gezondheid gevestigd is. Als regel zal
nu de president een dirigeerende officier van gezondheid zijn,
aan wien de praktijk is ontzegd en die dus op een geheel
neutraal standpunt slaat. In Maart 1882 bevonden zich drie
of meer geneesheeren op de volgende plaatsen: Batavia, Bui-
lenzorg
(met Baloe loelis), Samarang, Willem I, Djogdjolcarta,
Soerabaija, Malang, Padang, Fort de Koek, Aljeli, Malcasser,
terwijl des noods nog commissi�n konden gevormd worden te
Bandocng of te Tjandjoer; misschien ook op andere plaatsen
door oproeping van een dichtbij zijnden of toevallig aanwezU
gen geneesheer.)
m
-ocr page 404-
38G
Over den ambtenaar, voor wie» de commissie een vertrek
niet noodzakelijk acht, wordt nader beschikt; hij wordt be-
schouwd gedurende zijn reizen naar de commissie, het verschij-
nen daarvoor, en , bij weigering van het certificaat, ook daarna
tot zijne wederplaatsing, als in dienst op reis te zijn, maar zon-
der daggeld.
Het advies der commissie is eene uitspraak in het hoogste
ressort; aan het gouvernement blijft het overgelaten, dat advies
al of niet op te volgen door toestaan van verlof of door pen-
sioneering, enz.
De ambtenaar, voorzien van het eerstgenoemde certificaat,
is verplicht, onmiddellijk na aankomst, bedoeld stuk aan den
president der commissie te zenden. Geschiedt die inzending
niet binnen 12 uren na zijne aankomst, dan verliest daardoor
de lijder zijn recht op reizen in dienst voor deze omstandigheid.
De president roept de commissie bijeen, hoogstens 24 uren
nadat hij het certificaat heeft ontvangen.
De president en de leden der commissie hebben geen recht
op geldelijke belooning voor dien arbeid. Elke geneesheer is
verplicht aan de oproeping te voldoen; alleen ziekte is een
reden tot weigeren.
Alle ambtenaren zijn aan deze bepalingen onderworpen, met
uitzondering van den Gouverneur-Generaal. Ten zijnen opzichte
wordt, voor een verlof wegens ziekte buiten Nedaiandsch-Indi�,
het advies uitgebracht door de commissie, genoemd in artikel
17 van het Regeerings-Reglement, welke commissie bestaat
uit »het hoofd van de geneeskundige dienst, den oudste in
«rang van de ter plaatse aanwezige officieren van gezondheid
»en den stads-geneesheer te Batavia." (Het is zeker wel de
bedoeling om onder het hoofd van den geneeskundigen dienst
te verstaan den Chef van dien dienst en niet den Directeur
van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid, evenzeer als waar-
schijnlijk de eerste sladsgeneeshcer bedoeld is.)
Door het vorenstaande heb ik mijne persoonlijke meeningen
-ocr page 405-
587
omtrent certificaten en de wenschelijke bepalingen daarvoor, naar
het mij toeschijnt, voldoende uiteen gezet. De macht, thans
aan praktiseerende geneesheeren toegekend, is veel te groot.
Indien het mogelijk was door letters personen voor te stellen,
zonder dat zij in de kleine, Indische maatschappij onmiddellijk
herkenbaar waren, zou ik zeer sprekende voorbeelden kunnen
geven van de werkelijk valsche positie, waarin het gouverne-
ment kan gebracht worden door die certificaten.
De wenschelijkheid, door sommigen verdedigd, om alle Eu-
ropeesche ambtenaren, na een onafgebroken tienjarig verblijf
in Indi�, per se een verlof naar Europa te geven, kan ik niet
beamen. Mij schijnen de bestaande bepalingen voor verlof
na een l�-, onder zekere omstandigheden na een 12-jarig,
onafgebroken verblijf voldoende.
Dit zij genoeg om aan te loonen, dat de geheele zaak der
buitenlandsche verloven eene belangrijke herziening behoeft, wat
trouwens meermalen erkend is. Zulk eene herziening zou moe-
ten geschieden door personen, die de zaak goed kunnen be-
oordeelen en die zelf er geen het minste belang bij hebben,
haar te laten, zooals zij thans is; dus in Nederland, dooroud-
ambtenaren uit Indi�, onder wie een der vroegere chefs van den
geneeskundigen dienst en liefst ook een geneesheer, die in de
particuliere praktijk den gang van zaken heeft leeren
kennen.
Wat zou het ook voor de practici oneindig aangenamer zijn,
zoo zij, in ziektegevallen, die niet aan de groote klok worden
gehangen, geen kans meer liepen rechtstreeksche of zijdeling-
sche beschuldigingen te hooren van een ambtenaar aan een
certificaat te hebben geholpen: de eerbied, door het gouver-
nement voor dergelijke verklaringen getoond, zou dan ook
bestaan bij de individuen zelven, terwijl thans velen zich niet
ontzien aanbiedingen te doen tol hel verkrijgen van zulk
een papier, of chefs voor hunne onderschikten een verlof trach-
ten te krijgen wegens ziekte, omdat zij hen wel om andere
redenen wenschen kwijt te zijn. Dergelijke verzoeken zijn
-ocr page 406-
388
alleen het gevolg van de meening, dal er wel verklaringen
worden afgegeven, die niet volkomen juist zijn.
Bij de certificaten vooral moet de geneesheer voor zich zelven
voldoening vinden in de overtuiging, dat hij handelde volgens
zijn beste weten, hona fide, en een tegenwicht tegen de soms
hoogst onaangename opmerkingen daarover.
Verder worden ook in Indi� allerhande certificaten vereischt,
die overal nu en dan voorkomen als: voor geschiktheid of
ongeschiktheid voor den eenen of anderen dienst; voor afwezig
zijn bij trouwplechtigheid, hij gerechtelijke verhooren, op de
bureau\'s: voor de begrafenis binnen den vastgestelden termijn;
voor den dood door natuurlijke oorzaken ten behoeve van levens-
verzekering, enz. enz.
Alleen de certificaten voor ondergane vaccinatie moeten nog
met een woord besproken worden. In den regel wordt het
inenten zelf gedaan door inlandsche ambtenaren, daartoe
afzonderlijk opgeleid en benoemd: zij heeten manlri tjatjar, vacci-
nateurs. Het is billijk aan die, gewoonlijk zeer geoefende mannen,
de inenting over te laten, onder medisch toezicht, omdat zij
daarin een gedeelte van hun bestaan vinden. Wenschen ou-
ders hunne kinderen door den medicus te zien gevaccineerd, dan
is daartegen natuurlijk geen bezwaar, maar schijnt het billijk
dan toch den manlri tjatjar eene vergoeding te geven.
De verklaringen in Indi� afgegeven zijn dus in vorm ver-
schillend met die in Nederland. Voor de toelating op de scholen
is het voldoende op gewoon papier te schrijven, dat N. N.
met goed gevolg is inge�nt, of dat hij de duidelijke kentee-
kenen draagt van met goed gevolg te zijn gevaccineerd. Maar
bij vertrek naar Europa is het lastig, als men geene goed
ingerichte certificaten heeft algegeven. Daarom geef ik aan
de kinderen, die door mij, of onder mijn toezicht, zijn in-
ge�nt, dadelijk na afloop van het proces, eene verklaring
op zegel (van 50 centen): »dat N. N. met goed gevolg is
«gevaccineerd, dat de pokken een normaal verloop hebben
«gehad en goed gevormde litteekens hebben nagelaten." Staat
-ocr page 407-
389
er dat niet alles in, dan worden zulke verklaringen niet zel-
den van onwaarde geacht.
Ten slotte omtrent certificaten, in het algemeen, nog de op-
merking, dat de geneesheer wel doet, daarin niets minder,
maar ook niets meer te zetten dan noodig is.
Zoo is het voldoende voor de verklaringen, dat een verblijf
in Europa of in een koel klimaat noodzakelijk is, alleen te
spreken van: «tot herstel der gezondheid" of «wegens ziekte",
en daarbij geene diagnose te noemen, waaraan, in den regel,
niemand iets heeft, maar die somtijds onaangenaam is voor
den pati�nt. In de certificaten voor militairen wordt het noe-
men van een ziektenaam vereischt; evenwel, als die openba-
ring voor den lijder minder pleizierig is, heeft men toch al-
gemeene termen, die niet veel zeggen, zooals: langdurige
koorts, kwaadsappigheid, buikziekte, enz.
In de certificaten, afgegeven aan ongeschikte dienstplichtigen
voor de schutterij, moet men daarentegen alleen constateeren
aan welke ziekte de candidaat-schutter lijdt, maar de beoor-
deeling der geschiktheid of ongeschiktheid voor den dienst aan
de officieren van gezondheid overlaten. Wenscht men de aandacht
dier officieren te vestigen op het meer of min hevige van den
ziektevorm, dat somtijds niet dadelijk in het oog loopt, dan
geschiede dat door een particuliere mededeeling en niet op het
certificaat.
Kortheid en duidelijkheid is voor elke verklaring een eerste
vereischte.
De verhouding der geneesheeren onderling is gewoonlijk zeer
aangenaam en zoo goed, als men dat wenschen kan; zeker
draagt veel daartoe bij, dat verreweg de meerderheid hare
opleiding genoot aan dezelfde inrichting voor medisch onderwijs,
en dat de leerlingen van zeven achtereen volgende studiejaren
elkander daar persoonlijk hebben gekend.
De bepalingen, die in 1875 te New-York als «code of me-
dical ethics", en in datzelfde jaar door het «arztliche Bezirks*
-ocr page 408-
.>90
verein" te M�nchen zijn aangenomen en dergelijke, die eerst
onlangs ook te Praag zijn vastgesteld, hadden te Batavia al
eenen vasten grond in 1866, toen bijna gelijkluidende verorde-
ningen door de praktiseerende geneesheeren onderling werden
goedgekeurd.
Het zou te ver voeren de bovengenoemde codes in hun
geheel te overzien. Te Batavia sloten zich de meeste genees-
heeren aaneen in eene «vereeniging van praktiseerende
geneesheeren", die ten doel heeft de bevordering vooral der
maatschappelijke belangen van de leden en der praktiseerende
geneesheeren in het algemeen. Hoofdzaken zijn daarbij, dat
de leden verplicht zijn, bij ziekte van een hunner, diens
gewone praktijk voor hem waar te nemen, en dat zij zich ver-
binden geene pogingen in het werk te stellen de pati�nten van
anderen in hunne client�le Ie zien overgaan. In de codes
bovengenoemd wordt onder »pati�nt" verslaan de lijder, dien
men op het oogenblik in behandeling heeft, zoolang hij niet
den wensch heeft geuit een anderen geneesheer Ie raadplegen.
Te Batavia wordt de beteekenis van hel woord «pati�nt"
uitgebreider genomen, en daarmede bedoeld de persoon, dien
men, als hij ziek is, gewoonlijk behandelt, dus eigenlijk
cli�nt. Hoe men het woord ook opvatte, in beide gevallen,
zal de nieuw geroepene medicus goed handelen, zoo hij den
lijder verzoekt, zijn vroegeren geneesheer in kennis te stellen
met de gemaakte verandering. Toen ik Nederland verliet, was
in elke familie een huisdokter en chirurgijn en werd bij
uitzondering in belangrijke gevallen wel eens een professor
geraadpleegd. Uit de openingsrede van Prof. Huet, in de al-
gemeene vergadering der Nederlandsche maatschappij tot be-
vordering der geneeskunst in 1881, bleek mij evenwel, dat
ten dien opzichte ook in Nederland veel is veranderd.
De bespreking der verhouding van de medici onderling en
die tegenover het publiek is niet nieuw. Bij de oudste schrij-
vers vinden wij daarover aanduidingen: tamelijk uitgebreid
is zij besproken door Hufeland , nog beter en helderder door
-ocr page 409-
.\'91
Munaret, in het in de inleiding genoemde boek; verder door
Dr. .1. G. Frantz, in zijne «Opvoeding van den geneesheer,"
en later o. a. in de zoo even aangehaalde code en in het
hoekje van hel «artzliche Bezirksverein" te M�nchen. Voor
beginnende artsen acht ik de kennis dier werken onmisbaar;
voor ouderen is de inzage er van dikwijls niet onnut tot
scherping van hun geheugen.
Terwijl ik mij een grootc tegenstander verklaar van alle
exclusivisme, dus ook van dat in den geneeskundigen stand, meen
ik met volle recht mij te mogen scharen onder hen, die echte
collegialiteit op zeer hoogen prijs stellen. Aaneensluiting is
noodig, omdat wij, bij de halve kennis, die het publiek van de
medische wetenschap meent Ie bezitten , zoo licht bloot staan aan
verkeerde beoordeeling. Daarom is ook het gebruik eenerniet
algemeen bekende taal voor het schrijven van recepten wen-
schelijk. Daarom loone de jongere arts eerbied voor de onder-
vinding van zijn ouderen collega, maar deze laatste omgekeerd
voor de nog versch in het geheugen liggende, wetenschappelijke,
zij het ook dikwijls schoolsche, kennis der jongeren. Daarom
schokke de een noch de ander het vertrouwen van den pati�nt
in zijn eenmaal gekozen geneesheer, door raadgevingen of het
uiten eener meening, builen dien man om; zelfs zij hij voor-
zichtig in houding en gebaren. De medicus, wiens raad ge-
vraagd wordt door een lijder, die onder behandeling is van een
zijner collega\'s, zij legen over dien pati�nt geen geneesheer.
Bij de strenge toepassing van dit principe zal men zich wel
gevoelen, al is het dikwijls moeielijk vol te houden; het
is de eenig mogelijke, maar ook de eenig volkomene eerlijk-
heid tegenover zijne ambtgenooten.
In een consult kome men rond voor zijne meening uit tegen-
over den ambtgenoot en late het aan den behandelenden genees-
heer over, hoe hij denkt een meeningsverschil in het gelijk
brengen of aan den lijder of diens omgeving mede te deelen.
Wie lang praktiseert weet, dat consulten in de gewone praktijk
slechts in weinige gevallen veel waarde hebben. Er bestaat in
-ocr page 410-
592
Indi� onder het publiek een groole neiging om consulten te
vragen, als de aandoening wat lang duurt; men is zoo gewoon
aan snel verloopende ziektevormen, dat bij chronische proces-
sen niet zelden de lange duur aan den geneesheer geweten
wordt, al zegt men het niet altijd rechtstreeks; ook bij ernstige
ziektegevallen wordt vrij spoedig om een consult gevraagd.
Velen herinneren zich, met mij, den geneesheer te Batavia,
die dikwijls in zulke gevallen werd geraadpleegd en dan de
gewoonte had te zeggen; »Nu, dat is een reglementair geval;
*>we kunnen wel over iets anders praten." Hoewel de behan-
delende arts nimmer het verzoek om een consult moet weigeren,
zal hij hel toch bij minvermogenden zijn plicht moeten achten,
er op te wijzen, zoo hij de geldelijke uitgaven daaraan ver-
bonden bepaald onnoodig vindt. Natuurlijk kunnen consulten
wel hooge waarde hebben, als bijzondere ziektegevallen eene
speciale studie ter onderkenning en behandeling hebben ver-
eischt.
In Indi� is het publiek te klein om, behalve aan tandartsen,
aan specialiteiten op geneeskundig gebied een voldoende voeding,
zonder iets meer, te geven.
De gewoonte, om een enkelen medicus de geheele behandeling
van alle voorkomende ziektegevallen in een huisgezin op te dragen,
is daarop ook van invloed. Er zijn geen dokters, chirurgen,
accoucheurs, enz. in Indi�, zooals in Europa; er zijn geneesheeren,
die al de takken der geneeskunde tegelijk uitoefenen; dit is een
gevolg van het feit, dat op verreweg de meeste plaatsen, waar
medici gevestigd zijn, er maar ��n is en de inwoners dus er
�*an gewoon zijn, dat die dokter voor alles optreedt.
Wil men zich op eenen lak der wetenschap meer speciaal
toeleggen, dan is daartegen geen bezwaar, zooals wel van
zelf spreekt, maar men bedenke wel, dat het materiaal er
voor gewoonlijk gering is: zoo gering, dat de financi�ele gevol-
gen der behandeling onvoldoende zijn om zelf in de meest ge-
ringe eischen van een levensonderhoud te voorzien.
-ocr page 411-
595
Het gevolg van al de genoemde of aangeduide omstandig-
heden is, dat de geneeskundigen in Itidi� worden praktische
artsen, die meestal ruime ondervinding opdoen op het meest
uitgestrekte gebied der geneeskundige wetenschap.
Het geheele Geneeskundige Tijdschrift voor Nederlandsch-
hidi�,
dat sedert meer dan dertig jaren het licht ziet, draagt
den stempel van den werkkring der geneeskundigen in Indi�.
"Theoretische studi�n worden er zelden in aangetroffen,"
zoo schreef ik vroeger. »Daar zij in den regel overstelpt zijn
«door de werkzaamheden aan ziekenhehandeling en verpleging
«verbonden, of door bureau-bezigheden, moeten de dokters
»in Indi� zoeken naar een oogenblik om hunne waarnemingen
«voor publicatie geschikt te maken.......................
«Dikwijls zijn de mededeelingen dan ook volstrekt niets
«anders dan ziektegeschiedenissen, visa reperta, korte berichten
«enz., die evenwel hare praktische waarde bezitten � en in
«vele gevallen meer waarde hebben dan uitgebreide, theoretische
«beschouwingen, � ten minste voor hen, die nog niet gewoon
«zijn aan de praktijk in de heele gewesten, en die daarin een
«schat van waarnemingen vinden, welke als wegwijzers voor
«hunne handelingen kunnen strekken."
Verder maken de herhaalde overplaatsingen der officieren
van gezondheid aan die geneesheeren het doen, maar nog
meer het voortzetten, van wetenschappelijke onderzoekingen
zeer moeielijk. Meermalen zijn enkelen met uitgebreide studi�n
begonnen, maar moesten die staken, daar hun woonplaats veran-
derde; rechtstreeksche of zijdelingsche verzoeken om, in het
belang van zulk eene studie, ter plaatse, waar zij waren, te
mogen blijven, stuitten in den regel af op «het belang vanden
dienst"; een argument, waarvan de helderheid voor sommigen
wel eens wat te wenschen overlaat. Ook de zuivere wetenschap
heeft hare belangen, die, schijnt het, niet uit het oog mogen
worden verloren.
Dit brengt mij van zelf tot de bespreking der wetenschap-
-ocr page 412-
594
pclijke omgeving van den Indischen geneesheer. Hij moet,
op kleinere plaatsen, gewoonlijk zich zelven voorzien van de
noodige litteratuur, door tijdschriften. Op de grootere plaatsen
hestaan geneeskundige leesgezelschappen. Wal hij het meest
noodig heeft zijn die tijdschriften, die een overzicht geven van
de geheele medische wetenschap; ik hehoef die niet te noemen.
Verder bestaat te Batavia, in het Groot Militair Hospitaal
Ie Weltevreden, eene uitgebreide, medische bibliotheek, waaruit
door eiken geneesheer in Indi� hoeken kunnen worden geleend,
op eigen verantwoordelijkheid van den leener voor beschadiging
of wegraken. Die bibliotheek wordt door een tamelijk ruime
subsidie van hel gouvernement aangevuld en in orde gehouden.
De Vereeniging tol bevordering der geneeskundige weten-
schappen in Nederlandsch-Indi�, waarvan bijna alle geneesbeeren ,
pharmaceuten en veeartsen lid zijn, heeft een veel kleinere
bibliotheek, maar bezit een tal van tijdschriften, door ruiling
en aankoop voor de leestafel verkregen, en een zeer rijke ver-
zameling dissertati�n, die aan de Nederlandsche universiteiten
verdedigd zijn. Ook die bibliotheek is Ier dispositie door leening.
De Koninklijke Natuurkundige Vereeniging in Nederlandseh-
Indi�
bezit in hare boekenverzameling een schat van werken,
die voor den medicus van belang kunnen zijn, vooral voor
beschrijvende natuurkennis.
Het Bataviaasch Genootschap van kunsten en wetenschappen,
meer dan honderd jaren bestaande, heeft eene zeer groote en
prachtige bibliotheek, waarin de geneesheer vele bronnen voor
studie kan vinden.
Die drie vereenigingen geven tijdschriften uil. waarvan het
Geneeskundige Tijdschrift van Nederlandsrh-fndi� in het bezit
van eiken geneesheer behoort te zijn, het Natuurkundige
Tijdschrift een tal van mededeelingen bevat, die voor hem
van belang kunnen worden geacht: terwijl het Tijdschrift voor
Taal, Land- en Volkenkunde op het laatstgenoemde gebied
vooral leerzaam is ter betere kennis van de pati�nten, die zich
kunnen voordoen.
-ocr page 413-
301»
Reeds op pag. ."19 en volg. hel) ik op eenige voordeelige
omstandigheden gewezen bij de hchandeling van zieken in
Indi�; voornamelijk treedt de gemakkelijke luchtverversching, en
de oorzaak daarvan , op den voorgrond.
Die oorzaak is de uitgebreidheid der bewoonde plaatsen en
der huizen in de lengte en breedte, maar niet in de hoogte.
Verder is bij de behandeling der zieke Europeanen een voor-
deel, dat werkelijke armoede hoogst zeldzaam is en de noodza-
kelijkste uitgaven ten minste tijdelijk kunnen worden bestre-
den; het gemak, waarmede erediet wordt verleend, is daarbij
van belang. Voor ongehuwde mannen is het raadzaam zich
bij eenigszins belangrijke ziekteprocessen, die verpleging door
de omgeving vereischen, in een hospitaal te doen opnemen. Zie-
kensverplegers of verpleegsters zijn zeer moeielijk te verkrijgen.
Inlanders kunnen in de stadsverbanden op de hoofdplaatsen
of in de hospitalen op kleinere plaatsen worden opgenomen.
De particuliere praktijk levert weinig gelegenheid tot het
doen van belangrijke operati�n, omdat de gevallen, waarin die
noodig zijn, zelden voorkomen en als zij er zijn, de verple-
ging in hospitalen gewoon is.
De algemeene gang van ziekenbehandeling bespreek ik in
de inleiding van het tweede deel.
Een enkel woord over eene, mijns inziens, hoogst belang-
rijke zaak moge hier nog eene plaats vinden. Reeds werd
aangestipt, dat besmettelijke zieken op grooten afstand van
gezonden kunnen worden verpleegd; maar wordt door de ge-
neesheeren wel genoeg in het oog gehouden, dat zij zich zel-
ven mogen vrijwaren, voor zooveel dal hun plicht niet in den
weg staat, voor besmetting?
Prof. Marey heeft dit onderwerp, o. a. in de Juli-aflevering
van de Revue Rrittannique van 1880, besproken en komt tot
de conclusie, dat de geneesheeren nimmer hulp mogen wei-
geren , maar wel alle maatregelen mogen nemen om niet be-
smet te worden. Dit is bijv. toegepast door de medici, die
de pest in Rusland bestudeerden. Hij meent, dat de genees-
-ocr page 414-
396
heer bijv. niet geroepen is bij tracheotomie, wegens croup of
diphtherie, de membranen desnoods weg Ie zuigen, waar-
door velen reeds gestorven zijn; dat is de zelfopoffering te ver
gedreven, omdat de medicus niet zelden sterft tot behoud van
een individu, die hem niet vervangen kan. Hel kan goed
zijn daarop de aandacht te vestigen.
Er bestaat te Batavia eene schoof ter opleiding van dokter\'s
djawa,
die sedert een dertigtal jaren min of meer geoefende
inlanders lot geneesheeren tracht te vormen. Ik heb aan die
school gedurende zeven jaren onderwijs gegeven, toen daartoe
nog gebezigd werd de Maleische laai of liever de conventio-
neele taal, die Maleisch genoemd wordt. Die taal was daar
noodig om ten minste eenigszins begrepen te worden door de
inlanders, afkomstig uit alle deelen van den Archipel. De
resultaten waren niet schitterend, al werden er enkele, prak-
tisch bruikbare menschen gevormd. Thans leeren de leerlin-
gen aan die school eerst Nederlandsch en gaan daarna eerst
over tot studi�n. betrekking hebbende op geneeskunde. De
resultaten daarvan zijn nog niet voldoende te. constateeren; de
nieuwe inrichting is nog Ie kort daarvoor in werking, maar
de eerste gevolgen er van schijnen gunstig te zijn.
Vroeger werden ook inlandsche vrouwen tot vroedvrouwen
opgeleid in een daarvoor bestemd gesticht te Batavia; zij werden
zeer goed voor de praktijk , maar die inrichting is opgeheven , om-
dal de daar opgedane beschaving de leerlingen nog meer ge-
schikt bleek te maken voor concubines bij Europeanen, dan
voor vroedvrouwen.
Ten slotte een en ander over wat men eene uitrusting voor
Indi� noemt. In den regel wordt te veel medegenomen uit
Nederland en daarbij ook veel wat ondoelmatig is.
Een goed cilinderhorologe met een secondenwijzer is drin-
gend noodig; ankerhorloges bederven spoedig en blijken, op
den duur, onbruikbaar.
-ocr page 415-
597
Van de instrumenten neme men alleen de hoogstnoodzakelij-
ke mede.
Het onderhoud daarvan kost buitengewoon veel tijd en moei-
te; hoe minder staal er aan voorkomt, des te beter; scharen,
korentangen, pincetten enz. behooren zooveel mogelijk van
zilver te zijn of liever van Berlijnscb zilver, dat steviger is;
ook vernikkelde instrumenten zijn aan te bevelen, terwijl
nauwkeurig bruineeren van bet staal ook goede diensten bewijst.
De doozen, �tui\'s enz., ter bewaring van instrumenten, moeten
van goed droog bout zijn, zonder bekleeding met fluweel en
met koperen scharnieren, sloten en stellinkjes om messen en
dergelijken op te plaatsen. Alle staal moet met een neutraal
vet worden ingewreven; daartoe kan in Indi� de minjak lawang,
ook kawang, lingkawang, tangkawang, gebruikt worden; dit vet
is afkomstig van Hopea-soorlen.
Men kan bij verschillende apothekers bijna alle noodige in-
strumenten krijgen, wat een groot voordeel is, omdat de ver-
pakking en verzending naar Indi� oefening en kennis daarvan
vereischt bij den afzender. Wie in de gelegenheid is in Europa
het slijpen van fijnere instrumenten te leeren, zal wel doen
daarvan gebruik Ie maken. Het is zeer moeielijk dat goed
gedaan te krijgen.
Ook boeken vereischen zeer veel zorg ten gevolge der voch-
tigheid, de insekten en de muizen, die hen beschadigen.
Ik noemde vroeger een paar middelen tegen insekten op pag.
44, 51 en 145. Veel luchten is een der beste middelen. Boe-
kenkasten moeten van djali-houl (teak-hout, van Tectona
grandis) vervaardigd worden; cvenzoo de zeer praktische boe-
kenkisten, die ik door officieren van gezondheid zag gebruiken.
Deze kisten waren als boekenkasten ingericht en door een
schuifdeksel, van een slot voorzien, gesloten; dergelijke kisten
op en naast elkaar geplaatst vormen een doelmatige boekenkast.
Op \'sLands drukkerij is in 1875 eene »Hollandsch-Maleische
woordenlijst ten dienste van geneeskundigen door H. vonde Wall"
uitgegeven, die veel hulp kan verleenen voor de taal.
-ocr page 416-
398
Wie zelf een apotheek moet houden, doet verstandig die in
Indi� in te richten en volledig te houden; er zijn in Nederland
of liever in Europa maar enkele apothekers, die voldoende op
de hoogte zijn van de verpakking voor Indi�, en dat zijn de
leveranciers der groote apotheken in Indi�. Men staat soms
verbaasd, als men ziet hoe medicijnen er uit zien, die in Indi�
aankomen en door niet voldoend deskundigen zijn verpakt.
Titels en diplomata zijn goed; ieder geneesheer in Indi� is
van zelf dokter, zooals over bijna de geheele wereld; de dr.
wordt door het publiek en soms door den medicus zelf voor
zijn naam geplaatst, al bestaat het recht daartoe niet altijd,
ten minste niet volgens de wettelijke bepalingen, welke dat recht
alleen toekennen aan hen, aan die eene Nederlandsche uni-
versiteit zijn gepromoveerd, of wier doctoraal diploma door
zulk eene universiteit is erkend. Niet iedereen schijnt te be-
grijpen, dat het Nederlandsche »arts", sedert de nieuwe wet
op de uitoefening der geneeskunde, een andere heteekenis heeft
dan het Duitsche »Arzt." De vertaling van het laatstgenoemde
woord door het eerste zou men onwettig kunnen noemen,
hoewel de Indische wet op den burgerlijken geneeskundigen
dienst niet duidelijk in dit geval voorziet. Ook in Indi� kan
tegenwoordig de titel arts worden verkregen, door het aileg-
gen der daartoe bepaalde examens. Daardoor is evenwel die
titel alleen in Indi� geldig.
-ocr page 417-
ALPHABETISGH REGISTER.
orden uit Polynesische talen zijn
gedrukt.
NB. De plaatsnamen en de w
cursief
A.
Aambeij. 205.
Aandoeningen, chirurgische, 65,81,96
-----------------, rheumatische, 17, 25,
53, 84, 95, 114, 135,
267, 294.
Aanslibbing, 7, 215, 216.
Aarde, eetbare, 211.
Aardappel, 183, 186. 233. 244.
Aardbei, 201.
Aardbeving, 24, 25. 28. 45.
Aardbond. 169.
Aardvruchten, 185.
Abon-abon, 203.
Abonnement, gouvernement, 365.
---------------, particulieren, 371.
Abortivum, 104, 191.
Abortus, 104, 314, 315.
Abrus praecatorius, 244.
Absces, 199, 300.
Acanthurus pentazona, 166.
Accomodatie-vermogen, 23.
Acbilles-pees, 297.
Acidum citricum, 206.
-------- malicum, 206.
--------- tartaricum, 206.
Aclinophrys, 218.
Adas, 225.
Adas tjina, 210.
Ademhaling, 285.
Ademhalingswerktuigen, 315.
Aderspat, 84.
Adoes nipos, 76.
Adstringentia, 257, 358.
Advies, geneeskundig, 36.
Advokaat, 191.
Actberea, 95.
A�tobatis narinari, 164.
Afdak, 45.
Afdrijving der vrucht, 104.
Aflection, bilious, 95.
Afgod, 54.
Afscbaving der huid, 47, 57.
Agar-agar, 222, 223.
Agaricus, 202.
-----------alutaceus, 202.
-----------sajor-kajoe, 202.
Agas, 298.
Ageratum conyzoides, 223.
Aglaonema simplex, 248.
Aix les Bains, 135.
Ajakkan, 177.
Ajam, 157.
-------- ajaman, 160.
--------alas, 159.
--------goreng asam, 206.
--------kebiri, 159.
-ocr page 418-
400
Ajam oelan, 159.
Ajar-bangis, 13.
Ajar balne, 218.
Ajoen-ajoenan 271.
Akar tjampakka, 65, 140.
------ wangi, 139.
Akat, 229.
Akklimatatie, 125. 273.
Akte van toelating, 355.
Akusliek, 41.
Alcoholica, 106, 227.
Ale pale, 226.
Aleurites triloba, 203.
Alfoeren, 61. 75. 80.
Alia, 208.
Alikruik, 168.
Alkali, 130.
Alliura cepa, 190.
--------- salivum, 190.
Alo� barbadensis. 143, 222.
A/or-groep, 342.
Alpenmilch, 156.
Alpinia galanga, 154, 207. 301.
Aluin, 252.
Amandel, 189.
Amaranthus olcraceus, 189.
Ambal, 134.
Ambarawa, 325.
Amber 140.
-------- essence, 140
-------- gris, 140.
Ambet, 118, 120.
Amboina, 14, 25, 172, 251. 288, 343.
Ambrosia, 361.
Ambtenaar. 262.
Ambtenaren, mindere, 262, 366.
Am�ricaine, 377.
Amerika, 153, 168, 171, 184, 218.
290. 298. 329.
Amfioenpacliler. 256.
Amfion. 259.
Ammonia, 252, 298.
Amoeba, 218.
Amocnthaij, 263.
Amomum cardamomum, 207, 224, 252.
Amphileplus, 218.
Ampoh , 211.
----------. geele, 212.
-----------. roode, 212.
----------. witte, 212.
----------, zwarte. 212.
Ampok, 110
Amylacea, 145.
Anaemie. 94. 95, 96. 226, 300, 315,
321, 330.
Anacardium occidentale. 191.
Anai-anai, 45.
Ananas, 190, 202.
.--------, Buitenzorgsche, 191.
. West-Indische, 191.
Ananassa sativa, 190.
Anas, 160.
------ arcuata, 160.
------ boschas. 160.
------ mosebala, 160.
------ radjab, 160.
Ancbovis, 164. 168.
Anchyloslomum duodenale, 300.
Andesiel, 7.
Andiwalic, 253.
Andjing-tanah, 169.
Andropogon muricatus, 139.
Aneurysma. 335.
Anghoea, 210.
Angkat proet, 76.
Anguilla elphinslonei, 164.
Aniline, 225.
Anisodrilus carnosus, 207, 225.
Ankerhorloge. 396.
Anona muricala, 193.
-------- reticulala. 193.
-------- squamosa, 193.
-ocr page 419-
401
Anoxyhacmie, 286.
Anser cinereus, 1(50.
Antidesma bunius, 197.
------------heterophyllum, 142.
Antiinonium-bereidingen, 142.
Apenhaar, 248.
Aphrodisiacum, 171, 193, 257.
Aphtbae tropicae. 114, 186, 191,228.
Apjoen, 253.
Apollinaris-water, 235.
Apotlioek. 200, 373, 397.
Appel, 201.
Appelmoes, 193.
Aqua gralissima, 135.
Arabieren, Cl, 107,111,221,248,258.
------------, kleeding tier, 111.
Arachis hypogaea, 140, 185, 234.
Arak, 128, 225, 227. 230. 241, 257,
268.
Arang, 217.
Araroet, 183.
Arbeid, 260.
Arcella aculeata, 218.
�-------vulgaris, 218.
Archief, Natuur* en (leneesk., 134,305.
--------. Nederl. Milit. Gen., 94,153,353.
Archipel, Maleische, 7.
----------, Oost-Indische, 6, 9,15,26.
78, 80. 298.
Areca katechu, 142, 250.
-------glandiformis, 251.
Aren, 183, 188, 200, 228, 247.
--------stroop, 183, 200.
Arenga saccharifera, 228.
Armeni�rs. 95. 157, 225, 301.
Armoede!, 319.
Arnica, 95.
Aromatica, 225, 253. 256.
Aroij aslrawoeloe. 222.
------bakuttak, 249.
------garoel pentjang, 230.
Aroij kehkep, 249.
� - keketjoan, 129.
------tawocloc, 222.
------ kidang, 129.
Arrowroot. 183.
-------------biscuits, 245.
Arsenik, 225. 258.
Artobatrys intermedia, 140.
Artocarpus elastiea, 197.
-------------incisa, 197.
-------------integrifolia, 197.
___� bevis, 197.
�---------polyphema, 197.
Arts, 398.
Arzt, 398.
Asum djawa, 75. 129, 206.
------zeylon, 207, 208.
Ascli, 75, 76, 186, 241.
Assistentie bij operati�n, 370.
Asthma, 85, 333.
Alap, 35, 57.
Atavisme, 102.
Atelier, photographisch, 30.
Atilla, 119
Atjar, 188, 208.
_-----bamboe, 190.
Atjeh, 134. 385.
Aljiiieezen, 61.
Aubergine. 189.
Augurk. 205.
Australi�, 6, 153. 154, 155, 186,
201, 329, 371.
Averrhoa carambola, 143, 193.
Avondeten, 236.
Awar-amar, 253.
Aij-timon, 251.
Azi�, 6, 7.
------. centraal, 8.
Azijn, 67. 75. 76, 138, 145, 200,
203, 205. 208, 209. 229, 241,
301.
26
-ocr page 420-
40*2
Badjoe. 77. 109, 110.
Hagelen, 134, 350.
Bah-mi, 152.
Bahoe, 181.
Baj�m, 189.
Baker. 36:.
Bakiak, 81.
Bakkerij, 184. 228.
Bah,. 247.
Bal. 64.
Bal�-bal�. 55. 57, 64, 255.
271.
lioli. 7. 7!». 85.
Balinbing manis, 193.
Bamlme. 45. 46. 47. 48, 55. 56. 74.
76. 81. 110. 116, 124, 175.
177, 190. 208. 223. 248.
253.
Bamliusa, 190.
Band van paardenhaar, 256.
Ramla. 25. 172, 343.
Bandjertnasin. 14.
Bandjir, 216.
Bandong, 325, 333. 385.
Bangkalis. 186.
Bangsal. 172.
Banjoemas, 258, 333.
Banjoewangie. 13.
Bank. 54. 55. 57.
Banka, 14. 200.
Banrek, 224.
Iliinliil goeling, 49.
Bantam. 136, 156. 186. 211.
Banteng, 149.
Bapasoengan, 184.
Barbus lambra. 165.
Barometerwaarnemingen. 9. 10.
Barringtonia, 142.
Barsten in de muren. 29.
Basait. 7.
Bassin. 133.
B.
Baadje, 77. 109. 110.
Baard dor oesters, 108.
�aardhaar. 70.
Baarmoeder. 71. 75.
Baars. 165.
Babadottan, 223.
Babi, 151.
------oetan, 152.
Baboe, 69. 93. 94. 245. 270. 272.
321. 374.
Btid. J21
�   na bevalling, 70.
�. duur van het, 125.
-  - �tablissement, 137, 131!.
_ . gevaren bij liet, 124. 127. 128.
�. gezamenlijk, 133.
kamer. 31. 50, 51.
-----voor kinderen. 132.
�   kuur. 138. 335.
�. lauw warm. 132.
bij menstruatie, 129.
�  . niet verdragen van bet. 121.125,
126. 128, 340.
�   voor pasgeborenen, 131.
�    plaats. 138. 215.
�. regen-. 124. 125.
-----rivier», 122. 139.
�    . sebep-. 124. 125. 131.
�   . stort-. 124.
-----tijd van bel. 126. 127. 132.
-----vol-. 122. 124. 128.
�   water. 52.
�, ijs-. 124.
�. zee-, 134.
�  -. zit-. 131.
----. zwem-. 132.
Badeg. \'121.
Baden, aantal per dag. 126. 127.
-ocr page 421-
4or»
Bataks. 61. 80. 152.
Italatas edulis, 186.
Batavia, 8. !). 12. 28, 30.41,45.50.
52. 00. 05. 98, 100, 122.
133. 140. 184. 200. 213,
214. 220. 227. 231. 240.
323. 333, 365. 370. 372.
373, 385. 390.
--------. bevolking van. 312.
Batik, 112.
Ha tja ii, 172.
Baloe. 136.
--------pipisan, 68.
-------- saringan, 217.
-------- toelis, 385.
Bawang, 190.
B�urn, 78.
B�b�k, 159.
lied. 47. 49.
Bbdak. 75. 88,106.132.140,141, 301.
Bedelaarsgaslicht, 366.
Bederven van spijzen. 145.
Bedienden, 62, 63.
Bediendenkamers, 46. 50. 64.
Bedgordijn, 31.
Bidoedan, 253.
Bedrijf, 55.
Beeldspraak, 358.
Beenbreuk, 47. 50. 51. 59. 65. 96.
Beenen, gekruiste, 271.
Begraafplaats, 59.
Begrafenis, 85, 89, 96.
Begraven. 85, 89, 96.
Behandeling van inlanders, 62, 67.
Behangsel, 45.
Behoeftigen, 366.
Bejas, 172.
--------bodas, 174.
-------- beureum, 174.
--------hiedung, 174.
B�hassi, 299.
| Bekkenvorm, 117.
I Reko, 210.
j Bekli. 136.
Belatjan, 167.
I Belibies, 160.
Belimbing brui, 143.
- nuntii, 193.
Bengkoen, 75.
Bengkoelen, 13.
Benzo�, 64.
--------. roode, 64.
B�ras, 173.
I Bereiding van geneesmiddelen, 68.
! Bergkristal, 90.
I___streek. 15. 185. :$02. 325. 334
i � vlakte, 7.
| � ziekte. 290.
! Beri-beri, 85. 148, 163, 176. 328.
j Beroep. 105.
j Berooking, 64.
| Berthollctia execlsa, 1%.
Beruiken, 79.
j Beselmil, 184.
-------- . Engelsilie, 184. 187.
| Besmelling, 320. 39.\'».
Besnuffelen. 79.
Besnijdenis. 82. 111.
Betel. 249.
------ bladeren, 75. 249.
------- noot. 142. 250.
Bevalling. 70.
Beving. 302.
Bevloering, 39. 43, 47. 51.
Beweging. 260.
B�w�li, 200
Bewoners, 61.
-----------, getalsterkte der, 61, 312.
Bezem. 49. 53.
Bibliotheek. 16. 394.
Bidma. 193
--------Ijina. 333,
-ocr page 422-
404
Htdnto. 184.
Bidet, 131.
Bielstuk, 149.
Bicnbicng, 251.
Bies. 290.
Bior. 218, 226, 2:50.
�. Engelsch, 226.
-----inlandsch, 227. 231.
Bijawak. 162.
Biljarten. 263.
Billiton, 80.
Bilnaad, scheuring der. 74.
long, 155.
Binnenkamer. 42.
Binnenland van .hum. 7. 20.
-------------� Sumalru, 7.
Biri-biri, 151.
Biskwict, 184.
Bitartaras kalicus. 206.
Blaaspijlvnrgif. 258.
Bodemoppervlakte, 38.
van huizen, 43.
------ van Ned. Indi�, 7.
------ van scholen, 31.
Bnebni\'r bf\'kulnrl, 176.
--------tuut, 176. 243.
-------- santen, 188.
Boeken, 375.
Boekenkast, 375.
Boekenkist. 375.
Boegineezen, 61.
Boekti, 136.
Boemboe-boemboe, 208. 210.
Bom f/kil. 185.
Boeni, 197.
Boeroe, 78.
Boeroeng dara. 160.
gredja, 29.
.--------- m�rak, 160.
--------�� snip, 160.
Boewah, 190.
I �-----Map. 188.
----------long il. 129.
----------vnna. 193. 244, 257.
Boh�me». 135.
Bojolali, 334.
Bokking. 166. 168.
Bolsters van rijst. 182.
Bombay-ducks, 167.
Bondjol, 137.
Bondol, 207.
Bonthain, 14.
Boodschappen, mondelinge, 373. 574.
Boom, 317.
: Hoornen. 52.
Boon, 176.
: Boorzuur, 135.
Bladeren. 125. 139. 185.
234
247.
Bladknop. 188.
Blah. 81.
Blanwverwer. 56.
Bleekheid. 8.°.. 300. 324.
Bl�kck. 160.
Blikken met spijzen. 153. 161.
168.
171. 202.
Blimbing brui, 143.
----------- manis, 193.
Blindheid. 175. 210.
Bloed. 286.
Bloeding. 81. 154.
Bloedsarmocde. 94. 148. 315, 321.
Bloedsomloop, 287.
Bloedsverdeeling, 316.
Bloedvlekken, 252.
Bloemen, 128, 130, 1311.
Bloesem. 190.
Boaja, 76.
4975
Borassus llabellilnrmis. 228.
Borax, 51, 252.
I Bord. 234.
j Boroh, 141.
-ocr page 423-
403
Bronnen , alcalisehe, 137.
�, iodium, 137.
. koude, 135, 137.
- . nmriatische, 137.
. warme, 135, 137.
. ijzerhoudende, 135.
. zuur-, 135.
. .
         , zwavel, 136.
Brood, 184, 187, 197, 237 244.
Brown stout, 227.
Brueine, 258.
Itruguiera gynuioirliiza, 229.
Bruidskostuum, 141.
Bruincercn, 397.
Brij, 187.
Buffel, 82, 180.
- leer. 81.
------niest, 58
Bulb melanostictus, 162.
Buideldier, 152.
Buikbank, 118, 119,120.
Buitenposten, 144, 370.
Buitenzarg, 15,35,136,186, 333,385.
Bult, 149.
Bullzak, 48, 55, 62. 271.
Bummaloh, 167.
Bussen met spijzen, 153, 161. 168,
171, 202.
Buskruid, 104.
Bijen, 169.
------ was, 84, 141.
Bijgebouwen, 46, 50.
Bijgeloof, 64, 67, 68, 69, 101, 149,
150, 158, 200, 272, 376.
Bijspijzen, 62, 203.
Bvssus. 168.
Borneo. 7, 8, 9, 14. 61, 80, 85,211.
258, 263.
Borslklier, 317. 322.
�------ doek, 109.
Mos bubalus, 149.
�  sonda�cus, 149.
Boschkip, 159.
Bossclien, kappen van. 348.
Bot, 165.
Boler, 157, 203.
Bonen gandaria, 209.
Bouillon, 149. 150. 159. 100. 207.
208. 244, 246.
Bouillon-extract, 154.
Bouw, 181.
Bouwlranl, 41.
Brambang, 190.
Brandewijn. 104. 128. 191. 236. 268.
Brandy, 95, 219.
Bras, 172, 175.
------Ham, 174.
�  k�tan, 174, 268.
� �� merah, 174.
------padL 174, 268.
------poelih, 174.
Brazili�, 243.
Brazilie-nool, 196.
Brelellen, 112, 294.
Briedelia ananassa, 190.
-------- tomenlosa. 230.
Bril, 22, 23, 90.
� . Chineesehe. 90.
~�. London-smoke, 22.
--, rook, 22.
Brilsch-Indi�, 48, 53, 113, 132, 167,
178. 242. 349.
Broek, 77. 109. 110. 111, 112. 113,
118, 120.
Brom, 227.
Bronchitis, 24
Bronnen. 134.
c.
Cacao, 202, 221.
-ocr page 424-
406
j Cent, 269.
Cephalopoden, 168.
| Certificaat, 339. 379.
I---------------. Itclaling voor. 379.
------��, commissie voor, 339, 383,
384.
: --------------. eed voor, 379.
j ----------_, model van. 380. 384.
-------------. voor de schutterij, 389.
------------- voor vaccine, 388.
-------------- verlof naar de bergen. 380
|-------------verlof naar Europa. 384
| Ccrvus, 151.
darna. 151.
------cquinus, 151.
� mufiljac, 151.
russa, 151.
Ceylon, 221, 283.
Chambrecloak, 114.
Chambr�e, 34.
Champagne, 95, 197.
Champignon, 152, 202.
Clianos ori�nlalis. 165.
Chavica, 249.
belle, 249.
--------- (lensa, 224.
I --------- ollicinarum, 224.
......-----siriboa, 249.
Chelonia viridis, 162.
Chorodendriim inanie. 249.
China, 90. 111. 152. 201, 202. 346.
Chineessen, 53. 61. 63. 86, 111. 147.
148.
150. 152. 156. 157.
162. 163. 168. 171. 184.
193, 199, 202, 210. 221.
225. 227. 238, 242. 248.
253. 256. 257. 258. 261
270. 284. 301, 303. 329
346. 360. 362. 371.
. Canlon-. 90.
------------, Hokkian-. 90
Cacao van Lobeck, 245.
_----- . Stolwerk, ?46.
Cachelot, 140.
Caesio, 166.
--------erylhrogaster, 166.
--------pinjaloe, 166.
--------. xanthniiolus, 106.
Cairo, 225.
Cajanus indicus, 185.
Calamus. 48.
-------_ aromalicus, 2211.
diilcis. 22.\'!.
---------- ornalus, 223.
Canamun commune, 04. 1811.
Canlharidine, 258.
Canlon. 238.
Cantnn-Chincezen. 90.
Capsiciim, 202. 204.
annimm, 202. 204.
hicolor, 204.
fasligiatum, 204.
1\'rntescens, 204.
Caranx foslcri. 166.
Carassiiis aiiralus, 165.
Carcharias javanicus. 163.
Cardinm wlulis. 168.
Caretta imbricata, 162.
Carica papaja, 102.
Caries, 84.
Carnouba-palm. 243.
Carthamus tinctorius. 225.
Carum carvi, 207.
Caryophillus aro
3
maticus, 206.224.
Cassave. 187.
Caslorolie. 67.
Cataract. 361.
Cataracla senilis. 90.
Cavitas, 292.
Celebes, 7, 9. 15. 75. 135. 184. 334.
Cement, 39. 45.
-------. po
20
rtland., 44. 50.
-ocr page 425-
407
Chineezon. I�!-. 90. 152.
-------------. kleeding der. 111.
------, praktijk liij, 86, 87. 88.
--------�. voeding der, \'2118.
Chinezoide-Europeanen, 283.
Chinezoide-Europcoidci, 283.
Chininc, 67.
Chirurgie, 373.
Cldoasma endeniieiun. 301.
Cldoral-I.ydraal, 280.
Chloranlus oflicinalis, 224.
ChoJagoga, 205.
Cholera, 190. 191. 320.
Chloor-nalrium, 137.
Cliorilieiims, Ilili.
Christen, inlandsche. 107. 282.
Chrysophys berda, 160.
ChlonoMastus clongatus. 218.
Cibotium djambianum, 81.
Cicade, 170.
Cicca nodillora, 197.
CUinder-horologe, 396.
Cinnamomum, 140. 207. 223. 224.
---------------aroiiiaticiini. 207. 2
223.
eassia. 210.
-----------eiililawan. 207. 229.
--------------- inors. 223.
------.�------iiiiidiini. 223.
----------sintok, 207.
� --------zcylanicum, 223.
Circulatie-stoornis, 332.
Circumcisie, 303.
Cistudo diardii, 162.
Cissampelos hirsuta, 222.
pareira, 222.
Citroen. 67. 206. 208.
Citroensap, 130.
Citrullus edulis. 189.
Citius. 198.
---------aurantiuui. 198.
\' Citrns. decumana, 198.
{ -------- grandis, 198. 208. 223.
�         limonellus 75. 130. 198. 208.
--------_ macracanlha, 198.
---------nobilis, 198.
_-------papeda. 224.
Cl vel. 64. 139.
Clarias |iiiiii latns. 165.
Cli�nl. 390.
Clitoris. 82.
Clupea niacrura, 164.
Clupeidae, 161.
Cocos nucifera, 187.
Coitus, 72. 79. 256.
Colberlia, 129.
Coleus luberosus, 186.
Colocasia antiquorum, 186.
Commissie voor certificaten, 339.
------- van geneeskundig toevoor-
zicht, 366.
Composilae, 210.
Comptes reudus, 290.
I Conceptie, 315.
- Concubinaat, 71. 86.
I Concubine, 71. 86. 396.
! Confituur, 208.
Congeslio retinae. 23.
Conjunctivilis, 23, 46. 51. 304.
------ neonatorum, 85.
-------------- phyctenulosa, 23.
-----------------vesiculosa, 23.
Conocephaleus suaveolens, 129.
Conserl\'. 202.
Constipatie. 292.
Constitutie, 265.
Constrictor cunni, 257.
Constructie-winkel, 326.
Consult, 88. 357. 370, 379, 391.
Controleur, 377.
Coriandrum sativuni. 207.
Cornea-vlekken, 85.
-ocr page 426-
408
Corned beal\', 153.
Corypha cerifera, 243.
�    - gebanga, 183. 223.
-----------umbraculifera, 224.
Cosmetica. 139.
Coup�, 375. 376.
Couvade, faire la. 78.
Couvre-nuque, 119.
Criquet, 265.
Cretins, 85.
Crocodillus biporcatus, 76. 257.
Croquet. 265.
Croton tiglium, 104.
Croup. 319.
Cuba, 9.
Cucumis melo. 189.
-----------sa ti v u s, 189.
Culex, amboinensis. 298.
------ aureostriatus. 298.
- cingiilatus. 298.
------luridus. 298.
�� nero, 298.
�   setnlosus, 298.
�      subulifer, 298.
------variegatus, 298.
Curcmna, 67. 75, 82. 141. 207.
------ longa. 141, 207.
viridiflora, 207.
----------- zerumbcl, 75.
Cycas circinalis, 183.
�------rcvolula, 183.
sago, 183.
Cymbella, 218.
Cymbium, 166.
Cynometra caulitlora, 193.
Cypris, 218.
Cypselus esculenla, 161.
D.
Dadav. 155.
Dadel. 201.
Daging, 151.
Pajak, 61, 62. 78, 80, 195, 211. 257,
258.
Dagverblijf, 35. 38.
Dak, 35, 40. 45, 47, 57.
Dakoverstek. 34.
Dakpan. 47.
�alima, 142. 193.
Dampspanning, 11.
Dandang, 175.
Danseres, 102, 366.
Daoen inggoe, 75.
------- saga, 244.
------- Ijienljau, 222.
�arjeeling slation, 349.
Darmaandoeningen, 24, 41. 44, 84,
94, 95, 112. 114. 165.
182. 183, 188, 191,192.
198, 200, 205, 206,209.
214, 219, 220. 221,228.
235. 270. 292, 315,318,
331. 336, 358.
Das. 112.
Datnra l\'asluosa, 94, 230.
--------strainmonium, 94.
�auwworm, 320.
: Decoeliim corticis pernviani rubri, 302.
i D�dak, 176.
. -------- aloes, 176.
\'< Deken. 62.
Delfshaven. 343.
Delicatessen. 154, 167. 202.
��lima, 142, 193.
| Dandang, 258.
j Den-deng, 154. 161. 234.
\' Depolmiddelen. 95.
I D�ringoe, 223.
Destilleeren. 218.
Deur. 40, 46.
Dextrine, 175.
-ocr page 427-
409
Diabetes mellitns. 335.
Diacope, 165.
---------melallicus. 165.
Dialium indum, 193.
Hianella monlaDa, 65. 140.
DJaphorese, 89.
Diarrhee, 331, 358.
Di�el, 67.
Di�ng-gebergie, 333.
Dienst der civiele geneesheeren, 279.
366, 368.
-------------stadsgeneesheeren, 366.
[tieren, ongewervelde, 168.
Dicrenlijk, 60.
Dilkm, 139.
Itillenia, 129.
Dioscorea, 185.
.----------- Iripliylla. 185.
Diphteritis, 320.
Diploma. 398.
Dipteren, 298.
Dissertatie, 394.
Dissociatie-proces, 288. 290.
Djagoeng, 184, 221, 248, 344.
Djah�, 208. 224.
Djajang-sekar\'s, 366.
Djamb�, 250.
Bjamboe, 191, 192.
ajar, 191.
ajar mawar, 191.
bidji, 191, 360.
bol, 191.
dipa, 135.
�:------ monjet, 191.
----------- s�marang, 191. 192.
ivolanda, 191.
Djamoe. 143.
�---------- koewat, 258.
Djamoer bankong, 202.
_______k�lang, 202.
---------- tombong, 202.
1 DjatiAioul, 47, 397.
i D/\'a/t-vlinder, 170.
Djendol, 183.
! Djcnkol, 199.
Dj�roek, 198. 223.
------ asam, 198. 208, 223.
------bali, 198.
�.....� berdoeri, 198.
------b�saar, 198.
�  dj�poen, 198.
- k�prok, 198.
ketjil, 198.
------ manis, 198.
-  � maljan. 198.
poeroet, 131. 223, 224.
-------lipis, 75, 130, 198. 208.
Djinlen, 207. 225.
Djoegi, 256.
Djoekoct baauw, 223.
-----------tcklam, 139
Djogdjokarta, 258. 334. 385.
Djongkok, 271.
C6-D
Dochmius duodcnalis, 300.
Dodfti, 188.
�oejong, 257.
«.«�/,of, 143, 198. 202.
Doekoen, 67. 71. 72, 73, 76. 84. 86,
96, 99, 101, 105. 364.
Hoelang, 77.
Doe pa, 64. 67.
Doerian, 167. 193, 257.
Doewtl, 268.
Doftier djawa, 280. 364. 377. 396.
Dombet, 151.
Donder, 11.
Dood. 52. 55. 59.
Doodkist, Cbineesche, 59. 89.
Doofheid, 303.
Dorp, 58.
Dos-a-dos, 269.
Douane, 317.
-ocr page 428-
410
Douche. 124. 125.
Draagdoek. 271.
Dranken, 142, 213. 222.
-----� . inlandsche, 222.
�� voor kinderen. 244.
--------- der Papoeas, 231.
�_ , sterke. 224.
Drekvisch, 166.
Drepane punclata, 166.
Uresden, 90. 342.
Drift, 3115.
Uringau, 223.
Drinkwater, 52.
Droefheid. 101.
Droom, 304.
Dronkenschap, 230.
Druif, 201.
Duif, 58. 160. 176.
Duitschers, 91.
Duitschland, 9. 12». 152.
Duivel, 88, 89.
Duizeligheid, 219.
Durio zibcthinus, 193.
Duur van hef had. 125.
Dijk. 178.
Dysenterie, 114. 270. 331.
Dysoxylum laxiflorum, 140. 142.
E.
Ei. bedorven, 16L
�, dojer, 246.
-, eenden*, 161.
�, ganzen*, 161.
- -, gezouten, 161.
. kippen-. 161. 246.
. leguanen*, 162.
�. krokodillen*, 171.
. uarellioen-, 161.
. schilpad". 162. 257.
Eierstok. 315.
Eikeldruiper, 303.
Eiwit, 244. 246.
Elctlaria cardamomum. 252.
Elft, 164.
Emhrassen, 49.
Embryo, 257.
Emmenanogon, 190.
Endemie, 85.
Energie. 285, 309.
Engeland, 8. 187. 215.
Engelsehen, 53, 91. 95t 113,
147. 265.
Engraulis, 164.
-------------encrasicholoides, 164.
��� rhinorhyngos, 164.
tri, 164.
Entada monostachya, 249.
9
--------pulsae�ia, 230.
Epidemie. 27. 59. 60. 156. 161,
320. 366. 377.
Epinepheliis crapao, 166.
.------------variolosus, 166.
Epiz�olie. 60.
Ereclio penis. 258. 303.
Erelhisinns nervosus, 303.
Erf. 52.
Eruptie op de huid. 297. 332.
Erythrinae. 155.
Elensial\'el. 53.
�  lijd. 232.
Eau de cologne, 128. 268.
--------flesch. 242.
Educalion de la nie. 312.
�-�, 86.
Eed, 379. 380.
Eend. 159. 160.
------. Manilla-. 160.
Ecndenei, 161.
Eetlust. 66. 226. 238. 244.291.315.
332. 335.
Ei. 62. 161. 203. 244.
-ocr page 429-
411
Etiquette, 248, 252, 271.
Euraziaten, 342.
Europa, 3. 8. 14. 98, 103. 128,138.
168, 178. 184. 201. 224.
290. 371.
_------. /.enden naar, 138. 333.
Europeaan, 17. 58, 61. 86. 91, 181.
221. 235,247, 257, 261,
265. 266. 283. 346.
Europeanen, voortplanting van.
Eusideroxylon zwageri, 47.
Examens, 366.
Excessen, 352.
Exidia auriculac judae, 152,
Exidia pelliculae, 152. 202.
------ purpurescens, 152. 202.
Exocoetus javanicus, 165.
Expeditie, 119, 139. 116, 237.
Extractura capsici annui, 205.
Extra-stout, 227.
Ezel. 156.
F.
Fabrieken, 26J.
Farinc lact�e, 243. 245.
Feesten. 89. 187. 261.
--------. Chineesche, 89. 329.
--------. inlandsche, 150, 187.
Feestmaal, 68, 150. 234, 238.
Kiens procera, 64. 140.
------ septica. 253.
Filtreeren, 132, 214. 217. 218.
Flanel. 112, 114, 120.
Flesschen ter reiniging, 131.
Flores cassiae, 210.
Fluor albits. 44. 96. 105. 120, 190.
192. 226, 270, 303. 314.
Fondants, 200.
Fontanel, pap op de groote, 75. 77.
Food. Hards\' l\'arinaceous, 243.
Fml de Koels. 13, 334, 385,
Frankrijk, 9. 44, 189.
Franschen, 95, 147.
Friesland. 8.
Fr�belschooi, 30.
Fiiciis ainylaceus, 222.
------ saccharinits, 222.
Fundament, 43.
Furunkels, 199, 300
G.
Gaba, 172.
Gablok, 177.
Gadoeng, 185, 186.
Gadogan, 58.
Gadok, 136, 333.
Gagraggan, 250.
Gajam, 193.
Gajung, 193.
Gajong, 125.
Galafscheiding, 292.
Gal�ngan, 178.
Galerij. 23. 42. 45.
Galisc. 230.
Gallus baukiva, 159.
Gambiet; 249. 240.
-----------k�mbang. 250.
---------- toepai, 249.
Gandaria, 209.
Gandja, 253.
Gandoem, 184.
Gangsa, 160.
Gans, 53. 160.
Ganzenei, 161.
Garam, 209.
Garcinea cambogia, 207. 208.
_---------cornea, 229.
----------- mangostana, 197.
Gardoe, 261.
Gar�ng, 170.
-ocr page 430-
412
Geneesheeren . militaire, 262. 364.
Garnaal, 152. 158. 167.170.171.203.
--------. dronken, 171.
Garoel, 333.
Gas, schadelijk, 43. 50. 180.
Gaslicht, 50.
Gebak, 103. 174. 187. 206. 244.
G�bang, 183. 223.
(ielieder). 68.
Gebouwen, publieke, 20.
-------------. richting der, 34.
Geboorten, aantal, 347.
Gebrek, 85.
Gee, 157.
Geelzucht, 132.
Geheugen, 304.
Geit, 151. 256. 257.
GelaatslyjM\'. 102.
Gelatine! 44. 45. 222.
Gelei. 201.
G�lenga, 252.
Gembak, 110.
Gember 207. 208.
Gemblong, 137. 177.
Gemoedstoestand, 316.
Gendeng-gcbergle, 137.
Gendie, 221.
Gendj�, 253.
Gendria, 203.
Geneeskunde, gerechtelijke, 71. 366.
378.
Geneesheeren , 262. 362.
-----------------. bescherming legen be-
smetting, 395. 396.
�------------- Ghineesche, 88.
--------           . civiele. 262. 363. 364.
365.
---------
             geabonneerd hij \'t gou-
vernement, 365.
54
......-. opleiding der. 2.
-. particuliere. 262, 363.
369.
------. plaatselijke, 365.
�. positie <\\nr. 372.
. prakt iseerende. 22.27.
266. 300. 332.
---------- ... stads-. 62. 363. 365,
371.
. trommel voor, 376.
�. uitgaven der. 370. 372.
. verhouding onderling
der, 389.
          � . vervoermiddelen voor.
375, 376
- . wijze van hulp iu roe-
pen der, 373.
Geneesmiddelen, 63. 146. 190. 191.
193. 202 220. 224.
225. 258. 362.
. bereiding van inland-
sche, 68.
. Ghineesche, 88.
. toediening van. 63.
Genitali�n, 120. 303.
Gennek waloc. 137.
Genootschap v. K. en W,, Bataviaasch,
57, 394.
Genotmiddelen, 247. 267.
Genres-soorten, 165.
Gerst. 176.
Geslacht, invloed hij akklimatatie, 287.
314.
Geslachtsdrift. 71, 78. 79. 256. 258.
309, 348.
Geslachtsrijpheid, 70, 94.
Gestichten. krankzinnigen*. 38.
-------------. Iiehladigheids-. 41.
Getalsterkte der bewoners. 61.
Gclah. 202.
. goiivernc
3
iiienls-. 36;}.
-. kleeding der. 113.114.
� � �, voor krankzinnigen. 364.
-ocr page 431-
41*.
Gossypium arboreum, 49.
:-------------indicum, 43.
Gouania, 129.
Goudvisch, 165.
Gouvemementsscholen, 32. 97.
Gouvernementszout, 209.
Gouverneur-Generaal, vertrok naar Eu-
,
                    ropa van den, 396.
Gramineae, 207. 224.
Granaatappel, 141. 19:\'..
Graszoden, 45.
i Graviditeit, 51. 72.
\' Greenwich, 6. 9.
: Grint. 39.
Grissee, 217.
j Groei van hel haar. 70,133.142,143
-----. van de nagels, 133.
Groenle. 189, 200, 203, 244.
----------. ingelegde. 201. 202.
Groot-Brittanni�, 8. 9.
Groot-Mandeling, 80.
Grootte van Nederlanduch-Indi�, 6.
Grondverzet. 261.
Grondwater, 2(1. 51.
Grond, werken in den. 261, 348.
�-------voor woningen, 33. 43, 44.
Gryllotalpa vulgaris, 169.
Guinea-worm, 108.
Gutta-percha-boom, 230.
Gymnasium Willem III. 32. 33. 263,
365.
Gymnastie, 257. 264.
Gymnodonten, 164.
G�tah kanari, 64.
Geur van liet zweet, 121, 122. 294.
Gevaar hij baden, 124. 127. 128.
Gevangenen, 366.
Gevangenis, 29. 37. 38.
Gewas, tweede. 179.
Gewelf. 44.
Gewrichten, kraken der, 103. 268.
-------------. zwakte der banden, 269.
Gierzwaluw, 101.
Gids. Indische. 78, 164.
Gist, 228.
Glabella, 48.
Glas. gestampt. 104.
Glazuur, 84.
Glibbertjes, 188. 223.
Glumaceac, 224.
Glycine hispida, 209. 210.
Gnetunr edule, 189.
��....... funiculare, 189.
--------.. gnemon. 189.
Goedanti. 144. 145.
Goedhartigheid. 100.
Gocla. 200.
--------aren. 200. 228.
--------djawa, 200.
----------Ham. 200.
Goelali, 200.
Goennenq g�deh, 136.
----------- karang, 136.
----------- sindorn. 136.
�-------. ttitoli, 13.
----------- wajang, 136.
Gojang, 270.
Golfslag. 134.
Gom. 51.
Gombong. 323.
Gomoetoe-jahn, 228.
Goot, 47, 50.
Gordijn, 46, 47. 49.
Gorita, 118, 120.
H.
Maai, 163.
Haaienvinnen, 163. 257.
Haar, baard-, 70.
:------groei. 70. 133, 142. 143,301.
; .------, grijs. 71, 301.
-ocr page 432-
414
Haar, hoofd-, 70. 110. 130.
kin ir. 102.
. oksd-. 70. 295, 322.
� olie. 140.
------. oog-. 142.
. schaam-. 70. 71. 295. 322.
------. slaart-. 301.
. lepel., 318.
looi, 111.
- . uil vallen van, 301.
------ vlechl, 111.
wervel. 70.
------ziekte. 295
Haas. 151.
Haaspeper, 151.
Hadji, «8. (19.
llacmaliirie. 199.
Haeraoglobuline, 290.
Haemorrho�den 205. 331.
Hakken aan sloffen, 112. 110. 117.
Halicore dujong, 257.
Ham. 240.
Handdoek, 120.
Handenarbeid, 105.
Handschoen, 112.
Hanggasang leumboel. 252.
Hangmat, 271.
Harem. 89.
Haring. 154. 104, 108.
Harpodon, 107.
�------- nelierens. 107.
Hars, 202.
Hart van den klapjx\'r. 188, 208.
Hartziekte, 335.
Haschisch, 253. 250.
Havanna-eigaren, 247.
Hazelnoot, 185. 201.
Heerendienst, 200.
Heimwee, 313. 337.
Ilekseniiieel. 132.
Helmhoed, 112, 110. 120.
Hemd. 112. 113, 119.
Herpes circinalns. 295.
Heil. 151. 154, 257.
Hertshoorn, 257.
Hiliisrns elalns. 155.
rosa sinensis. 225.
; Hijoe, 163.
| //tW/a#a-gebergte. 290, 349.
! Hindoe, 111. 361.
Hippoglossiis crumei, 105.
Hirundo csculenla, 161.
1 Hitte. 302.
Ho�-kassoer, 223.
Hoed. 110. 111. 112. 113, 116,119.
Ilo�h wulat, 4!!.
Urn-i dangdur. 180.
: Hoemoet. 188.
Hoenders. 157.
; Hoeroe beureum, 200.
!--------kis�reh. 223.
i---------menlek. 223.
i Hoest. 180. 198. 199, 247.
I Hokkian-C.liinee/.en, 90.
; Hollander, zwarte. 108.
Ilololiiri�n. 171.
Homburger water. 136.
Hond. 58. 152. 156.
____. roode, 295.
--------. vliegende, 152.
Hongerlijden, 146.
Hong-tjoe, 227.
Honig. 169.
Ilonigraal. 169.
Hong-hi, 164.
Hong-hi-koet, 164.
Hoofddeksel. 112, 116, 119.
------doek. 50. 109. 110.
------ haar, 70. 110. 130.
------kussen. 02. 201.
____ pijn. 269.
Hopea. 200. 397.
-ocr page 433-
4ir>
Horologe. 396.
Hospilaal. 2!). .".G. G2. 184.
----------houw. 36.
. Chineesch. :\'»G6.
-----------. civiel, 38.
-----------. grootte van een, 39.
-------- . militair. 38.
Houding van lui lichaam, 05.
Iluiifia. 248.
Hout. welriekend, 140.
Houtskool. 217.
Huid. 17. 272.
absces. 300.
functie, 17. 2!):!.
jeukte, 297.
kleur. 101. 103. 295. 300.322.
kuituur. 121.
smeer. 122. 303.
. smetten der. 88.
werkdadigheid, 17. 18, 101.
121, 132. 133. 293
ziekten, 136.
Huis. 28.
------voor Europeanen. 41.
� Cliineezen, 53.
------� inlanders. 56.
------, oppervlakte, 320.
Huishoudster. 71.
Hulp inroepen van geneesheeren, 373.
Huwelijk. 111.
Huwbaarheid, 70.
Hypermelropie, 23.
Hysterie. 65.
Ikan
b�loet. 1G4.
boelan-boelan, ll>4.
bol, 165.
bronang-bronang, 16G.
chor hoon ing. 160.
gaboes, 1(!7.
gum prei. 16G.
gigi djaran, 1G6.
goerami, 167.
kiikiij) 1G5.
mr rn h. 165,
kantjra, 165.
kn pus. 166.
kapas-kapas. 165.
kembong, 166. 167, 208.
keper, 166.
k�tang-k�lang. Hifi.
krting, 105.
koeroe, 166.
kombong, 166. 167, 208.
kooloek, 167.
krapoe, 160.
/./w/. 162.
kwee. 166.
/«/«/�. 1GG.
f�f�A, 165.
Iidab, 165.
fa/an, 140.
lornilor. 165.
lorrie, 165.
ma«. 165.
//»«(. 164.
paling, 164.
pompei, 166.
pa�», 140.
/>fl/v\\ 164.
p�dah, 166.
pin ja lor, 166.
poehr. 166.
poetjoek, 163.
s�/r/r, 166.
Ierland. 8.
Ik/ui bandang, 158. 165.
bandeng, 165.
bawal itatn, 166.
------bl\'dah, 166.
- b�lanak, 166.
-ocr page 434-
410
Ikun sepot, 167.
----soesoe, 166.
Inlaag, 100.
------ lambra, lGf».
----- tankoer, 257.
l�mbang, 104.
------terbang, 165.
lingiri, 106. 167.
------/n. 164.
------troeboek, 164.
Illicium anisatum, 210.
Illineereri der huid. 132, 140. 204.
Impotentie. 192.
Inai. 142.
Indie, bodem van Nederlandsch-, 7.
----, grond ---------------------. 7.
�. grootte----------------------. 6.
�. verdeeling van Nederland$ch-,
0. 7.
Indigo, 252.
Indo-Europeanen, 17.
Indolentie. 305.
Inga leucoxyl�n, 129.
�� purpurescens, 129.
Inggne, 75.
Inktvisch, 108.
Inlanders. 7. 10. 17, 19.23.220.250,
257. 258. 266, 291. 327.
-----------. leeftijd der. 71. 76.
�------ als pati�nten, 62, 67.
-----------. voeding der. 207. 229.236.
Inocarpus edulis, 193.
Insekten. 168. 169. 170. 177.
Insolalie. 43.
Insomnolentie, 2)19.
Inspecteur van den civiel gcneeskun-
digen dienst, 306, 377.
Inspuiting van koud water, 104.
Instrumenten, 336, 397.
Insulinde, 6, 8, 21, 134.
Intonatie in liet Maleisen, 66.
Invloed van aardbevingen, 24, 25.
--------- ~ bergklimaat, 334.
Europa, 98. 103.
-------- de heete luchtstreek, 285.
--------- __ koudwaterbaden, 122.
maanlicht, 24.
_------ � rijstbouw, 178.
-   stof. 23.
zonlicht, 22. 23.
-   zonnestralen, 34, 324.
Inwryving met olie. 132, 140, 298.
lodium-bronnen, 137.
Irina glabra. 129.
------integerrima, 129.
------tomentosa, 129.
j Islam, 76.
Isra�liet, 150.
Itali�, 178, 180.
hik, 159.
J.
Jaargetijden, 21,
Jacht. 105.
Jacob Evertsen, 166.
Jagera. 229.
Jakhals. 58.
Jaloezie. 100.
j Jaloezi�n, 23. 31, 32, 35, 39, 46.
j Jambosa alba. 192.
}---------aquosa, 191.
!---------domestica. 191.
------� vulgaris, 191.
Jams. 185.
Janipha manihot, 180.
Japan, 209. 217.
Japon, 113.
Jas, 112, 119.
�. flanellen, 114.
Jasminum. 249.
-ocr page 435-
417
Jasminum sambac, 139. 242.
Java, 7, 8, 9, 15, 27, 37, 57. 61,
135, 137, 167. 181. 211. 215,
227. 252. 298. 350.
Javanen, 61, 110. 141. 232, 252,258.
Jenever. 219, 228, 230. 236. 305.
---------bessenolie. 228.
Jeuken, 277.
Jochi, 256.
Jus primae noctis, 80.
Kali-angat, 136.
Kali-oela, 137.
Kalk. 29. 45. 58, 75, 177.
------, sirih; 67.
Kalksteen, 7.
�  water. 95, 136.
�  zandsteen, 217.
Kalkoen. 160.
Kali,, 177
Kahewie, 197.
Ka long. 152.
Kambing, 151.
-----------wolanda, 151.
Kambadja, 140.
Kamer, 23, 28, 42. 64.
-------- voor geopereerden, 40.
Kamiri, 203.
Kampement, 37.
Kampong, 58. 63, 206, 215, 378.
-----------bewoners, 67.
------------Makassar, 333.
Kananga aroij, 140.
-----------wangie, 139, 140.
Kanap�, 92.
Kaneel. 64. 207.
-------- olie. 140.
Kanker. 335.
Kankergezwel, 335.
Kan tang, 183. 184. 186.
Kanteling van den uterus, 105.
Kant i lic. 231.
Kantjil. 151.
Kapinango, 140. 142.
Kapoelaga, 207, 252.
Kapoelasan, 199.
Kapoen, 159.
Kapoer sirih, 249.
Kapok, 49. 62. 271.
Kapol, 207. 252.
Kar, 270.
Karakter der kleurlingen, 100.
27
K.
Kaaiman, 76, 257.
Kaalheid, 301.
Kaalkop, 165.
Kaait, 8.
Kaas, 157.
Kabaai. 111, 112, 118, 270.
Kalmia. 112. 113. 117. 118.
Kabneng, 228.
Kadoe, 15.
Kadongdong, 223.
Kaempferia galanga. 165. 207. 268.
Kafir, 240.
Kahar peer, 270.
Kain pandjang, 109. 271.
Kuit-kuit toepai, 249.
Kajoe game, 64. 140.
------mant*, 207. 224.
--------------djawa, 223.
--------------tjina, 223.
--------------seylon, 223.
------ poe/t-olie, 67. 140. 268.
------ poetjoe, 64.
------ Ijindana. 64.
Kakas, 136.
Kakkerlakken, middel Iepen. 51.
Kalakalvie. 248.
Kalapa, 187.
Kalfsvleeseli. 149.
-ocr page 436-
418
Karbo, 149.
Karbouw. 149.
-----------. witte. 150.
Karbouwenhuid, 150.
Kardemom, 207, 252.
Kardemongo, 224.
Karlsbader-water, 136.
Karnemelk, 157.
Karony, 183.
Karpers, 165.
Kasoemba, 225.
Kasoenka, 189.
Kassave. 186.
Kassavc. 187.
Kast. 48.
Kastanje, 201.
Kat, 58. 152.
Katapang. 189.
Katechu, 249.
Kat�la. 186.
Kali. 233.
Katim�h�, 130.
Katjang, 185. 227.
-----------boontjies, 185.
- bonder. 185.
dj�poeng. 210.
goreng, 185.
-----------irf/op, 185.
---------- �\'m. 185.
-------- . kapri, 185.
------ k�d�l�, 210.
-----------manila, 185.
olie, 50, 128, 140. 185.
-----------pandjang, 241.
�------pollong. 185.
----------fanaft, 185. 234.
-----------Ijina 185.
Katoen. 77, 112. 114.
--------. gebrand, 81.
Katua. 231.
Kawang, 200.
! Kaweloe, 151.
Kawoeng. 183, 188, 228.
I Kazerne. 28. 29. 33. 37.
K�bo. 149.
Kaboel. 49.
K�-Chineezen, 90, 152.
Kedj�ngkolan. 200.
Ked/o, 172.
Kedjoe. 157.
K�doe. 333, 350.
Keelpijn, 199, 247.
Kejong. 168.
A\'�/arfi\'. 186.
/f�/o/-. 207. 249
Kembang kringat, 295.
sapatoe, 21$.
h�nari. 189.
--------- olie, 189.
Kendal, 85.
Kentang. 183. 184. 186.
Kenteekenen van graviditeit, 72.
Kentering. 15. 26. 27, 350.
Kenljoer, 165. 207. 268.
Ke>i. 119.
K�piling. 170.
Keratilis. 24.
Kerri, 170. 203. 207.
Kerk. 29, 40.
Kerkhof, 59, 60.
Kelan, 174, 227.
--------. Ham. 231.
Ketel. 175.
K�timon, 189.
K�ljap. 209.
--------- be.nleng. 209. 210.
Kvljoeboeng. 94. 230. 231. 241.
! K�loembar. 207.
i Kcfoepal, 177.
! Kettinggangers. 366.
j---------kwartier. 29, 36.
| Keu. 231.
-ocr page 437-
419
; Kippenvleesch, 240.
Kipas. 49. 111.
Kir ai, 183.
Kirey, 183.
Kiser, 342.
Kissir, 342.
Kist voor controleurs, 377.
Kitak�tan, 142.
Kitehdja, 228.
Kiljaliket, 142.
Kitjantoenq lalaki. 223.
Ki-tokkeh, 129.
Klamboe, 31, 49. 299.
Klapper . 70. 187, 197. 207, 208.
---------- blad. 177.
i ---------- boom, 52, 188, 228
j ��� dop. 75.
i ---------- melk, 156.
j-----------noot. 187. 188.
!----------olie. 50. 64,130, 140. 156,
188, 189. 203, 207, 268.
I------------taart, 187.
;-----------water. 142, 156, 187, 223.
| Klattcn. 13. 334.
; Kleeding. 109.
j----------� der Arabieren, 111.
----------------Chineezen, 111.
..----------         Europeanen, 111.
----------------geneesbeeren, 113,114.
-------_-----inlanders, 109.
----------------- kinderen, 77. 109.110,
114, 118, 119.
-----------. ---- kleurlingen. UI, 113.
,-----�� � militairen. 119.
Negers. 111.
; _-------. � officieren, 119.
j_______- vrouwen. 109.110,111,
112. 117. 120.
:----------� voor zieken. 112.
Klei, bilumincuse. 211.
i Kleinbovia hospita, 130.
Keuken, 50, 57.
Reuring, 94, 145.
Kevers, 169.
Kiamies, 207.
Kibangbara, 142.
Kibooloe, 223.
Kidang, 151.
Kiemwit, 188.
Kiezelsteen, 19, 23.
Kiezelzuur, 135.
Kikores bodas, 142.
-------- laldki. 142.
Kikvorsen, 162.
Kimrmk. 142.
Kim-lo. 159.
Kind. pasgeboren, 74.
Kinderen. 69. 287, 299. 301, 318.
-----------, bad voor, 133.
bij Chineescb� leesten. 89.
-----------. dranken voor, 244.
-~--------, erkenning van. 282.
�, Europeesche, 41. 318. 341.
�, groei der. 142.
, kleeding der. 77. 109, 110.
114. 118. 119.
. zoogen. inlandscbe. 66, 67.
71
-----------van inlanders, 320. 321.
-----------. opvoeding der, 79, 93.
-----------. voeding der, 156. 183,189,
192, 200, 240.
Kinderbed, 49.
�----kleeding, 77.
------ meid. 69.
------ sterfte. 319, 347.
------- ziekten. 319.
Kinkhoest, 320.
Kiong, 64.
Kip, 58. 62, 157. 176/ 203. 206.207.
Kippenei. 161.
-------- lever. 203.
-------- maag. 203.
-ocr page 438-
4-20
Klein Mondeling, 80.
Klerk, 262.
Kl�l�k. 81.
Kleur der huid. 101.103.294.300.322.
Kleurlingen. 17. 97. 224. 226. 248.
257. 266. 283, 328.
---------------in Europa geboren, 103.
- , karakter tier, 100.
�------- . kleeding der, 111. 113.
. mannelijke, 98.
---------------. vrouwelijke. 99.
--------------.tanden der. 106.
�.----------. typen van. 98.
---------------.voeding der. 99. 177,
226. 237.
---------------.voorplanting der. 103.
104.
Klientji, 151.
Klieren, oppervlakte der zweet-. 121.
Klimaat, 6. 9. 135. 136.
.�.----- van Batavia, 9.
-------- � de bovenlanden, 330.
--------, koel, 330.
_-------van de kustplaatsen, 330.
._____� Nederlandsch-Indi�, 9.
Klompijs. 220.
Kneda borsfieldii. 140.
Kneuzing, 59.
Knevel, 70.
Knikking van den uterus, 105.
Knocierij in de praktijk. 101, 104,
361, 377.
Knoflook. 189. 190.
Knijpen, 103. 266.
kodjong, 271.
Kodok, 162.
-------- tjina, 162.
Koekoc. 133.
Knaknes, 175.
Koekoesan, 171.
Knelang-kaleng, 223.
Koelie, 81. 84. 110.
Koelit kajoe katjang-katjang, 229.
------- lawan. 207, 229.
------- lanseh, 229.
Koelkruik. 221.
Koemili. 186.
Koempaai, 143.
Koening, 141.
Koenir. 141. 207.
Koenjit, 141.
Koenljie, 207.
Koenljoeng, 110.
Kocpang, 168.
Koeping likocs, 152, 202.
Koeskors, 153.
Koelang. 112. 113, 117. 264,
318.
Koeljir. 110.
Koe toe. 170.
Koffie. 191. 221. 253. 256.
�� bladeren. 221.
------- boon. 221. 222.
------- lading. 222.
------- plantage, 221.
Kokhaan. 168.
Kokospalm, 187.
-------noot, 47, 187.
-------notenzeep, 128, 188.
Koloni�n, Fransche. 178.
Kolonisatie, 345.
Komediegebouw. 29, 40, 248.
Komkommer, 189, 203, 205.
Konidei 230.
-------- aloes-dalmi. 230.
Konneng, 207.
Konijn, 151.
Kooi, 58.
Kookboek, 157, 158.
Kool, 142. 188. 190.
Kooloxyde, 64.
- schiefer. 211.
-ocr page 439-
4-21
Koolzuur, 135, 220, 230.
Koon, 142.
Koopman, 262.
Koorts, 25, 58, 63, 99, 123, 124,
126. 165, 181, 198. 299.
320. 330.
Koppie, 221.
Koraal-bank, 7.
-------steen, 43.
Kura-kora, 162.
Koriander, 207.
Kurma, 201.
Korset. 264, 317.
Kostscholen, 31, 370.
Koude, 107.
------ vatten. 24, 113, 270.
Kousen, 112, 113, 119.
Kraamheer, 78.
Kraamvrouw, behandeling der. 75. 207.
Krab, 170, 207.
Krabben, 297.
Krak nasi, 140.
Kratnas, 130. 241.
Krambil, 187.
Krandji, 193.
Krant/, 168.
Krankzinnigen, 366.
Krankzinnigengesticht, 38.
Krankzinnigheid. 84.
Kras loelang, 224.
Kraton, 58.
Krawang, 136.
Kree, 54.
Kreeft, 171.
Kreolen, 95.
Krib, 35. 39.
Kringen, verboden, 179. 182.
Kr», 110.
Kristallen uit zweet. 17, 294.
Kroepoek, 150.
----------- Ikan, 168, 244.
Kroepoek karbo. 150.
----------- ocdamj, 170, 244.
Krok, 268.
Krokodil, 134.
Krokodillenei, 171.
Kropgezwel, 85.
Kruiderijen, 208, 210.
Kruidnagelen, 202.
Kruin, 70, 118.
Kruissing van rassen, 61.86.106. 107.
Kunst, 313.
------beschouwing. 313.
------, inlandsche. 313.
Kunstlicht, 22.
Kurk, 112, 113, 116.
Kussen, 49, 77.
Kusta, 84.
Kimt van Guinee, 108.
Kustplaatsen, 7. 8. 12, 21. 43. 125,
144, 276.
Kwee-kwee, 103, 174, 244.
------lalam, 184.
Kwispeldoor. 250.
L.
Labov iijnr, 191.
Lahyrinthiformen, 167.
Lactarius delicatulus. 166.
Lactifugum, 242.
Lada, 207, 224.
Lagenaria idolatrica, 191.
Laken, 75.
Lakka, 65, 140.
Laksa, 177.
Lamp, 50, 253.
Lampas, 222.
Landbouw, 260.
------- wind 12, 14, 43
Lanakap, 201.
-ocr page 440-
4\'2\'2
Langkwas, 154, 207, 301.
Langowang, 136.
Langsat, 108.
Lan.sium domesticum, 143. 108. 220.
Lantaarn, papieren. 56.
Larak, 120.
Laryngitis. 51.
Laron 160.
Larven, 170.
Lalah. 85, 240.
Lates calcariler, 165.
Lawn tennis, 265.
Lawsonia alba, 140. 142.
U-bak, 160.
Lectuur, 376.
Ledikant, 49.
Leefregel. 350.
Leeftijd, invloed bij afcklimatatic, 287.
-------- van inlanders, 71. 76.
Legen, 228.
Legi, 160.
Leguaan, 162.
Lekdoor, 343.
Leksteen, 217.
Lembang, 135.
Lemboe, 140.
Lenigheid. 102.
Lengsar, 129.
Lentigo, 300.
Lepel, 235.
Lepra, 85.
Leprozen, 138,
Leptotrix, 218.
Lepus ciiiiieulus, 151.
------nigricollis, 151.
L�tj�t, 47.
Leungsier. 129.
Leven, invloed der tropen op het psy-
chische, 304.
Levensverzekering" en Lijfrente-Maal\'
sehappij. N. I.. 281.
Leverahsces, 225.
------ functie, 226, 286, 291.
------hypcraemie, 205, 264.
------ vcrettering, 225.
------vlekken, 301.
------zwelling, 264, 332.
Lichaamsbeweging, 260.
-------- houding der vrouwen, 95.
.-------- reiniging, 121.
.-------- temperatuur hij inlanders 84,
Lichen tropicus 295. 314.
Licht, 22, 39.
------, gas-, 50.
------. kunst-, 22.
------, maan-, 20, 24.
------., z�ii-, 22.
Licuala, 248.
Lidah, 150.
-------- boaja, 143, 222.
Licfdadigheidsgestichten, 41.
Liefdesverklaring, 257.
Ligging der vrucht, 73.
Liggingsverandering van den ulems-
71, 72.
Ligmatje, 62.
Likeur, 225.
-------- vervalsching, 225.
Limonade. 198, 223.
Limulus moluccanus. 171.
Linnen, 114, 116.
Lingga, 81.
Linling, 247.
Lintworm, 108.
Lipoeng, 248.
Lippertjes, 102.
Liquidambar altingiana. 64.
Lilsji. 109.
Litteeken, 82.
Lochiae. 75. 76.
Loedah, 250.
Logementen. 41.
-ocr page 441-
423
Naanhoofd, 24.
Maanlicht, 20, 24, 261, 269.
| Maatregelen bij inlandsche zieken, 63.
66.
j Maatregelen tegen zonnestralen, 324.
Maatschappij. Europeeschc, 92, 340.
.---------------, half-Europeesche, 340.
Mab, 153.
I Macaroni, 177.
Machinist, 105.
Macula corneae, 85.
; Madat, 253.
Madeira-wijn, 197. 225.
Madioen, 334.
Madoe, 169.
Madras, 349
Madura, 61, 136, 149, 184,228,230.
Madureezen, 61.
Magelang, 35. 333.
Magenta-rood, 225.
Magnesia, 209.
Mabomedaan, 150. 240.
Ma�s. 180. 184. 221.
j Ma�smeel, 243.
j Maizena, 243.
Makasser, 14. 134, 164, 385.
Makreel, 166.
Mal des montagncs, 290.
| Malang, 35. 136, 161, 252,280,334,
385.
Malatti, 139, 242.
��� tongkeng, 240.
Malaria, 95, 99.
Maleijers, 7, 61.
Malayo-Cbineezen. 284. 346.
---------Chinezoiden, 284.
---------Europeanen, 283, 346.
_------Europeoid�i, 293.
Malzextract, 245.
Mamma, 317.
Man. akklimalalie van den, 287.
Loligo javanica, 168.
Lombardije, 178, 179.
Londen, 296, 371.
lombok. 203.
-------- s�tan, 204.
Longkisan, 15.
Longontsteking, 85.
------ tering, 85, 99. 114, 335. �
-------ziekten, 335, 336.
Lontar-palm, 228.
Lont jong, 80.
Loods, 34.
Lophobranehii, 164.
Lotek, 77.
Luchtspiegeling, 19.
Luchtverversching, 35, 45.
Lniaardsloel. 265. 271.
Luier, 77. 118.
Luik, 35.
Luis, 129, 170.
Lumbago, 294.
Lupinarium, 256.
Lutodeira orientalis, 165.
Luzon, 8.
Lycopersicum esculentom, 207.
Lycoperdon pulsilhtm, 202.
Lycopodium, 88, 143.
Lijk, 71.
Lijken, bewaren van Gbineesche, 88.
M.
Ma, 142.
Maagd, 72, 80. 86.
Maagkatarrb. 125. 219.
Maaltijden, 232.
�---------, Chineesche, 233.
------------, Europeeschc, 235.
------��, inlandsche, 232.
- der soldaten, 236.
���� op stoomschepen, 236.
-ocr page 442-
424
Mand voor kinderen, 271.
Mandai, 80.
.Vandeling,
80.
Mangan awan, 232.
-------- tv�ngi, 232.
Mangga, 199, 200, 344.
---------- kopjor. 199.
�-------- kwinic, 199
---------- pakcl, 199.
---------- podang, 199.
Majiggin, 197.
Mangifera indica, 199.
Mangistan. 197. 229.
Mangsi gigi 141.
Manilla-eend. 160.
-  sigaren. 247. 292.
Maniok, 186.
Maniokka. 186.
.Wantri, 358.
-------- tjaljar. 388.
Maranlha indica. 183.
Marasmus, 335.
Markt. 56.
Marktdag, 232.
Marmer, 44. 47.
Slaros, 14.
Massage, 267.
Massoi, 207.
Masok s�lam. 82.
Mata glap, 85.
Materia Indica, 4.
Matoea, 137.
Mat, 47.
-  in lied, 49.
Mazelen, 58, 296. 320
Medicijnkist, 377.
Meel, 184, 243, 244.
Meerval, 165.
Meer van Grati, 165.
Meester- Cornelis, 299.
Mepalops macrophthalnuis, 164.
Mega-mendoeng, 333.
Melalenca leucadendron. 140.
Melasse. 227.
Melatti, 139, 242.
-------- tnngkeng, 140.
Meleagris gallopavo, 160.
Melinoma ininuta. 169.
----------vidua, 169.
M�liwies, 160.
Melk, 155, 221. 242.
------. bewaren van, 242.
------. ezelinnen". 156.
.------. geiten-, 155. 156.
-----. honden., 155, 242.
------. karbouwen-, 155.
------. koeien*, 155, 246.
------, moeder-. 240.
------. paarden-, 156, 242.
------, verduurzaamde, 156, 243.
------vervalschhig. 156.
Meloen, 189.
-------- pitten, 239.
Melolonlha, 109.
Melosira orichalcea, 218.
M�nado, 134.
Mendjoegi, 256.
Minier, 178.
. Meningitis. 320.
Menjan, 64, 67.
-------- mina, 64.
Menjangan, 151.
Menstruatie, 70,120.129,271,314,322.
------------- stoornis, 117, 129, 270.
Menu van een Chineesch diner, 238,
239
M�rang, 130.
! Mes, 74, 235.
Mcsigit. 40.
. Mesnprion, 165.
, Mestiezen, 342.
MeUbolus, 223.
-ocr page 443-
421>
Mispel, 193.
Misvorming. 85.
Mithheilungen, Petermann\'s, 342.
Modang\'s, 211.
Modder, 180.
Model voor certificaat, 358, 361, 366.
Modin djagallan, 150.
Moedermelk, 240.
-------vlek, 71.
Moending, 149.
Moendoe, 207.
Moenki, 187.
-------- la, 187.
Moer, 228.
Moesson. 15. 26.
�-----, drooge, 18, 218, 304.
------�, oost-, 10, 11,18,23,26,29
----------, natte, 18.
----------, west-, 10, 11, 18, 20. 26,
29, 34.
Molukken, 7, 8, 25, 61,62.81, 138,
183, 184, 189, 202. 229,
342, 343.
Mondholte bij strift-kauwen, 83,251.
----------, zweren in de, 199, 315.
Mondwater. 134.
Mont�ga, 157.
Montrado, 14.
Moraliteit, 78.
Morgendrank, 235.
Morgenlucht, 41.
Moringa polygona, 207. 249.
�� pterygosperma, 207. 249.
Morphine, 253, 256.
Moschus javanicus, 151.
Mossel, 168.
Mostaard, 208.              -
Mug, 298.
Mugil born�ensis, 166.
Mugilidae, 166.
Muis. 46.
Metroxylon, 183.
Meubelen, 48, 55.
Mi, 152.
Miasmata, 8, 181. 330.
Middageten, 235, 336.
-------slaap, 266.
Middel tegen kakkerlakken, 51.
---------------witte mieren, 44.
Middelen voor abortus, 104.
----------- om zog weg te maken, 241.
242.
Microsporen furfur, 83.
Mieren, beschutting tegen, 145, 146.
Mieren, witte, 44, 45, 168, 160.
Mierikswortel, 207.
Milbo da India, 184.
Militairen, 362.
Milk, Swiss condensed, 156, 243.246.
Miloe, 184.
Milord, 375, 376.
Milt, 291.
-  zwelling, 264, 332.
Mimi, 171.
Mimosa, 129.
Mimnsops bojeri, 193.
-----------elengi, 139.
-----------kauki, 193.
----------manilkara, 193.
Min, 240, 241.
Minahasa, 62, 136. 137.
Minjak katjang, 185.
-----� kawang, 375.
--------k�lajm, 188.
-  �- tanah, 214.
-------- tang kawang, 397
--------la wang, 397.
--------tingkawang, 397 .
Minjawah, 162.
Miskraam, 104, 315.
Misleiding in de praktijk, 101,
361, 382.
-ocr page 444-
420
M�nchen, 390. 391.
Maniok. 14.
Musa, 188.
------paradisiaca, 77. 188.
------ sapientium, 188.
Muskaatlever. 226.
Muskiet. 49. 289. 298.
Muskietensteek, 31. 271, 298.
Muur, 29, 39. 45.
kast, 32, 48.
Muziekuitvoering, 24. 41. 313.
Myopie. 2;!. 90.
Myristica fragrans, 207. 224.
�-� iners. 65, 140.
Myrrhc, 64.
Myrtaceae, 64.
Mysore, 349.
N.
Nachtbroek, 112.
------dienst. 261.
------ kleeding, 112, 113.
�- licht, 50.
------slaap. 261.
------wacht, 261.
Nadeelen van inlandschc voorschriften,
359.
Naeueli\'s theorie, 26.
Nageboorte, 74, 76.
Nagels, groei der, 133.
--------, verwen der, 142.
Namen, Portugeesche, 107.
------, verandering van. 107. 374.
Sam-num. 193.
Nanas. 190
.Sanyka. 197.
--------aangdaug, 197.
k�ndil. 197.
tj�l�ng, 197.
-------- wol anti (i. 193.
[ Nargileh, 248.
i Non, 172. 176.
i ��� l�mbck, 176.
| ------ Urn. 159, 176. 177.
. Nationaliteit. 61, 62, 95.
Natron, koolzure. 137.
Natropcgae, \\ 135.
Navel, 75.
------ bloeding, 321.
------streng, 74. 76, 321.
Navicula, 218.
Nederhurken, 271.
Nederland. 1. 9, 156. 262,
263.
| Nederlanders. 86. 91, 147.
Negers, 61, 108. 283.
Nephelium lappaceum, 199.
-------------litchi, 199.
longanum, 199.
Netvlies, 23. 55.
Neusslijm, 304.
New-York, 389.
Ng�sis, 254.
Mas, 379.
Niasser, 229.
Nicotiana, 140.
Nierziekten, 335.
Nieuw-Guinea. 152. 169. 187,
231.
Nieuwjaar. Chineesch, 56. 90.
Nieuwjaarsgeschenk. 201.
! Niezen, 304.
! Nipa, 248.
Nipa fruticans, 248.
: Njamoek, 49, 289. 298.
Njh-�t, 254.
Njioer. 187.
Noessa-laut, 81.
Xoga. 210.
Nonton, 41.
| Nokventilatie, 35, 40.
-ocr page 445-
427
Noord-Amerika, 14.
Xoot, 201.
Notenmuskaat, 206, 207.
Nyctanthes arbor tristis, 140.
Nijmegen, 262.
0.
06a/, 63.
-     l�g�n, 258.
------ tj�kok, 67.
Observatorium, meteorologisch, 9.
Ocimum, 222.
�------gratissiinuin, 222.
Oebi, 185.
------djawa, 180, 180.
------ kajoe, 186.
Oedang. 170.
Oedeina pedum, 272.
Oelam �mas, 165.
Oelar rotan, 170.
------sawah, 162.
Oelal, 202.
Oenarang, 334.
Oengarang, 334.
Oeral salah, 267.
Oeroel, 73. 103. 266, 268.
Oesan, 188.
Ocscr-oeseran, 70.
Oester, 152, 168, 171.
Octvie, 185.
Offerhoutje, 54.
----- tafel, 54.
Oilicieren, kleeding der, 119.
Officier van gezondheid, 33. 37. 62.
363, 364, 370, 377.
Oghio, 223.
Okselhaar, 70.
Ol�leh, 134.
Oli-oli, 230.
Olie, aetherischc. 140. 204. 268.
| Olie, kajoe-poetih-, 67, 140. 268.
j �, kanet\'l-, 140.
���, katjang-, 50, 128, 140. 185.
�. k�nari, 189.
�, Happer-, 50, 64, 130. 140» 156.
185, 189. 203. 268.
�, rozen-. 140, 142.
�, welriekende, 146.
�. widjen; 140.
Olize, 230.
Omheining. 57.
Omslagdoek. 115.
Onanie, 79, 89.
Onbevoegden, praktijk door, 355.
-------.--------. strafbepalingen tegen,
361.
Onderbroek, 112.
Onderdrukking van zweet. 17.
Onderhemd, 112.
Onderlijfje, 112, 117. 318.
Onderwijs, scholen voor voorberei-
dend, 30.
Onderzoek , gerechtelijk, 378, 379.
-------------, scheikundig, 252. 378.
Ongedurigheid, 91.
Ongekleed zijn. 117. 118.
| Onreinheid na de bevalling, 75.
I-------------der voedsels. 149.
\' Onrust, 262. 263.
j Ontbijt, 235.
I Ontvelling, 120. 128.
Ontwrichting, 47. 51. 268.
Onweder, 15.
Omslagen met koud water, 124.
i Oogdokter, Hindoesche, 361.
----droppels, 67.
----haren. 142.
----leden, 142/256.
-----ziekten. 51. 96. 158.
Ooren, schoon maken der, 303.
Oorsmeer. 303.
-ocr page 446-
4\'28
Oorsuising, 303.
Oostenrijk, 121.
Oosterlingen, vreemde, 253.
Oost-lndi�, 2.
Oostmocsson. 10, 11, 18. 23. 26. 29.
Oovamund, 349.
Opak, 177.
Opera. 40.
Operatie, 96. 335. 370.
------kamer, 40
Ophiocephalus barca, 167.
-----------------guacha, 167.
� striatus, 167.
Opiaten. 289.
Opium. 94. 95. 106. 241. 252. 258.
---------asch, 253.
--------kit, 255.
pijp, 253.
- schuiven, 211. 247. 253.254.
--------verbruik, 252.
Opleiding der geneesheeren, 2.
Oppervlakte der zweetklieren. 121.
Opschrift van inlandsche recepten. 358.
Opvliegendheid, 305.
Opvoeding, 79. 311.
Opzichter, 105.
Orang s�kah, 80.
�------- wolanda Ham, J08.
Oryza glulinosa, 174, 268.
------sativa, 174. 268.
Os, 149.
Ossenvleesch. 246.
Osphrumeniis olfax, 167.
Ostrea imbricata, 168.
Otitis ex lei na, 303.
Oio, 77, 110. 118.
Oto�thus argenteus, 166.
� lateoides, 166.
�------ lilhoidcs. 166.
--------� macrophlhatmus. 166.
----------- microdon, 166.
Oude-mannenhuis, 366.
Oudgast, 224. 270.
Oud worden, spoedig. 105. 317.
Ovariotomie, 335.
Overdrijving van pijn, 65.
! Overgordijn. 46. 47.
j Overhemd, 112.
Overjas. 119.
Overkahaai. 118.
Overplaatsing, 367, 381. 393.
Ozon-guajak-proef, 252.
P.
Paal, 371. 372.
Paard, 152, 156. 372. 376.
Paardenmest, 23.
Paardrijden, 264, 377.
Pablengan, 137.
Pachyma tuber regiuni, 202.
Pad. 162.
Padang, 13.25.85.134.229.334.385.
.---------Pandjang, 13. 15. 334.
---------Sindempoeang, 13, 334.
Paddie, 173.
Padi, 172, 173.
------boeloe, 182.
----- snijden. 181.
Pagar, 57.
Pahidon, 250.
Pajakombo, 13.
i Pa jong, 111.
Pakinangan, 250.
Pak�tjohhan, 250.
Pala. 207. 224.
Palankijn, 375. 376.
Palhwidjh, 179.
Pal�, 84.
Pale-ale. 226.
Palembang, 85, 167.
-ocr page 447-
429
Pasgeborenen, kleeding voor, 77,118.
Passer inontanus. 29.
Patal-lipoeng, 248.
Pa Ui de foie gras, 154.
Pati�nt. 390.
Pati�nten, inlanders als, 62, 67.
Paljar koekoe. 140. 142.
Patrijs. 160.
Pauw. 160. 161.
Paviljoen. 46. 50.
Paviljoensysteem, 33, 38.
Pavo mulicus. 160.
Pederast. 257
PMoetan. 253.
Peer. 239.
Peignoir. 120.
Pekak. 210.
Pek tjie, 210.
P�lantoengan, 137.
P�nawar djambi, 81.
Pendopo, 42.
Pengaron, 14.
Penis. 257.
------ van den bnaja. 252.
------------� daejneng. 257.
------ der Xegers. 108.
Penjoe, 162.
P�paja, 192.
Peper, 75, 205. 207. 208.
------ korrel, 75.
------, Spaansclie. 202.
P�p�s, 169.
Perdrix javanica, 160.
Pergularia accedens. 140.
------------odoratissima. 140.
Periode, maandelijksche, 70.
Periostitis. 84.
Periploca mauritiana. 249.
Prrknrloet. 160.
Persea gratissima. 191.
Perzi�: 157. 225.
Paling. 164. 108.
Palinurus liomarus, 170.
-----------sexdentalus, ] 70.
Pnlita, 64.
Palmen. 20. 57. 188.
Palmwijn. 202. 228. 229.
Paloepoe, 48.
Panama, 115.
Panawar djambi, 81.
Panax quinquefolium, 257.
Pandang, 141.
----------- rampeh. 139.
Pandanus inermis, 140.
---------- latifolius, 139.
----------- odoratissimus, 139.
Pandeglang, 136. 141.
Pangl�h, 143.
Pannen. 47.
Panoe, 83.
Pantjoran, 124.
Pantoffel, 117.
Pap. 145, 176. 183, 188. 189. 243.
---- oj» de groole fontanel. 75. 77.
Ptipaja. 192.
-------- pitten, 193.
Papajcr. 192.
-------- blad. 192.
Papeda rumphii, 131. 223. 224.
Papier. Cliineesch, 46. 253.
Papoea\'s. 7. 61. 169. 187. 231. 257.
Param, 268.
Parasol, 269. 321.
Parastomateus nigcr. 166.
Pare 172.
Parkia africana. 206.
Pasah. 84.
Pasungrahan. 333.
Pasar, 56.
-------- dag. 232.
Pnsnernean, 165. 334.
Pasgeborenen. bad voor, 131.
-ocr page 448-
430
Plaatsen, kust-, 7, 8, 12, 21,43,125,
144, 276.
Plafond, 35. 46.
Plaguria, 165.
Plaid, 115.
Planta pedis. 48. 116, 117.
Planten, welriekende. 139.
Plantsoen. 35. 39.
I\'latax gampret, 166.
------- xanthopus, 166.
Pleister. 242.
Pl�ret, 253.
Plumiera aculifolia, 140.
Pneunionia eatarrhalis, 85.
Poedak. 140.
Poeloe pinang, 134.
Pochet. 174.
Poenei, 160.
Poerwakarla, 333.
Poelat. 142.
Poeljnok. 188. 224.
Poewasa, 235.
Pogostemon, 139.
Pokkah, 224.
Pokken. 320.
Politie, geneeskundige. 52.59,60, 378.
Pullong. 185.
Polluliones, 303.
Pols. 287. 288.
Polyadenia pauciOora, 223.
Polyallliia sulicordata, 223.              .
Polvncmus, 166.
Polvpen. 335.
Polyphragmon sei\'iceum, 251.
Poninie d\'amour, 207.
Pompelmoes 198.
Pongka, 53.
Poppen. 170.
Portcrbier, 226. 227.
Portunus pelagicus, 170.
Portwijn. 197. 225.
P\'et�. 203.
P�iis. 170
Petroleum, 50, 55. 214.
Peulvruchten, 180. 185, 199.
Phalangista orientalis, 153.
Phaseolus radialus. 185.
-----------vulgaris, 185, 241.
Phimosis, 90. 303.
Phrynium latifolium, 248.
Phthisis pulmonalis, 85.
Physeter macrocephalus, 140.
Pidjiet, 103, 266. 267.
Pienumt, 178, 179.
Pieterselie, 170.
Pigmentafzetting, 301. 318.
Pimpinella anisuni, 225.
Pinang, 142. 250. 251, 257.
--------- latua, 251.
Piuauga latiseela, 251.
Pindang. 208.
Pioscoop van Heeren, 156.
Piper album. 207.
------densuni. 268.
------longum, 268.
------malamiri, 249.
methysticuui. 231.
nigrum, 207. 224.
Piperaceae, 231, 249.
Pisang, 16. 188. 209. 244. 253.
---------ambon, 77, 189.
---------blad. 119. 177. 234.
---------kloeloek. 189.
--------wies. 188.
_____ radja. 77. 189.
______s�r�, 189. 244.
� ~ soesop. 189.
Pislap. 271.
Pisuni sativum, 185.
Pitliecolnbium gemiuuni. 199.
Pityriasis versicolor, 83.
Plaatsen binnen \'s Innds. 8. 43.144.276.
-ocr page 449-
431
Positie der geneeskundigen, 372.
Postweg, 325.
Potasch, 130. 170.
Po-lo, 89.
Potvisch, 140.
Poupartia dulcis, 223.
Praag, 390.
Pracljocrit\'s, 360.
Praepuliuin, 303.
Praktijk in het algemeen, 354, 372.
---------bij Chineezen. 86, 87, 88.
355.
-------------inlanders. 62, 355.
-------- door onbevoegden, 356.
------, � wie uitgeoefend, 354.
364.
Prauw, 80.
Preanger-Regentschappen, 65, 164,
165, 169. 184, 221, 252,
333.
Presbiopie, 90.
Priester, 68. 84.
Prikkels op den buikwand, 104.
Privaat. 31. 50. 51, 131.
Proctitis. 191.
Prognose, 65.
Prostitutie, 378.
Proslitu�, 366, 378.
Provisiekamer, 144.
Prijs der visites, 370.
Psyche, 305.
Psychotria, 142.
Psydium guajava. 191.
--------pyriferura, 360.
Pteropus edulis. 152.
Ptcrygion. 85.
Publiek. 356.
Puberteit. 84, 287.
Puistjes, 128.
Pulvis lycopodii. 88.
Puna. 290.
Punica granatuin, 142, 193.
Pupilbeweging, 23.
Put, 26, 51, 59. 218.
�, Artesische, 52, 214, 218.
Pulwater, 26, 51, 52, 218.
Pijn, 65, 267.
Pijp, 247, 248.
�, opium-, 253.
Python bivittatus, 162.
Quassia, 298.
R.
Raad, geneeskundige, 51, 366.
Raam, 35. 46.
Radix pareira brava, 222.
------ zedoariae, 75.
Ragie, 165, 227, 231, 268.
Ragout van bondcnvleesch, 152.
Rajap, 45. 169.
Ramboet, 133.
Ramboetan, 199.
Rana brama, 162.
Randjoe-wonden, 190.
Rangas, 45.
Rarak, 129.
Ras, Maleische, 7.
Rasamala, 64.
Rast\':. 64. 139.
Rassen, kruising der, 106, 107.
Rat. 46. 152.
Rau. 13. 334.
Reading, 187.
R�boeng, 190.
R�boetan,
89.
Receptenboek, inlandsch, 357.
Recepten, nadoden van inlandschc,
358. 359.
-ocr page 450-
432
Recepten, opschriften van inlandse!ip.
358.
Reconvalescent, 268. 330.
Recon valescentengesticht, 37. 332.
333. 334. 335.
Redjang, 85
Redjoengan, 170.
Regeerings-almanak, 281. 334.
-------------reglement, 282.
Regen. 11. 15. 212.
-------- bad. 124. 125.
--------. loopen in den. 125.
-------- scherm. 111.
--------waarnemingen, 11. 15. 18.
-------- water, 214. 218.
Register van den burgerlijken stand,
94. 283.
Reglement op de burg. gen. dienst, 36.
Reiniging na de bevalling, 75. 130.
�--------der erven. 52. 53.
Reiziger. 114.
Rekening. 371.
Rembang, 136, 350.
Rendoe, 251.
Rengal�ngan. 136.
R�r�k, 129.
Rete Malpighii, 150.
Retina. 23.
Reukmiddelen, 139.
Reuzenschel p. 168.
Revalesci�re, 245.
Rhagades, 81.
Rheumatiek. 135. 267.
Rhizostoina capillum, 227.
-------------piirpiirenm. 227.
Ribbenbrcuk, 50.
Richting der gebouwen. 33. 34.35. 43.
Ricinus salieiuus. 142.
Riet. 248.
Rillingen. 17.
Ringniusch, 29.
Rivierwater. 18. 21, 26. 131, 214.
Roedjak, 103. 203.
----------kolang ka leng, 188.
Roeien. 265.
Roem, 151.
Rog. 164.
Roggebrood. 184.
Rok. 75. 109.
Roko, 247. 248.
Roknk. 247.
--------legen, 258.
Rolkusson. 49. 261.
Romanshorn, 156.
Roodvonk. 296, 319.
Rook. opslurpen van, 249. 254.
------, welriekende, 140.
Rook bril. 22.
Rooken. 247. 292.
Roosier. 29. 46.
Rotan, 47. 48. 57. 175. 271.
Roti. 184.
------tjintjin, 184.
Rouleren. 218.
Rozcnolie, 140. 142.
Ruilen van vrouwen. 80.
Ruimte voor zieken. 38, 40.
Rund. 149.
------. Ralineeseh. 149.
------ vleeseh. 149.
------. wild. 149.
Rupsen. 170.
Rusland. 395.
Rust. 260. 332.
Itiita \'graveolens, 75.
Rijden, 104. 268.
Rijk. Hemelsche. 346.
Rijp. 15.
Rijst. 62. 67. 77. 130, 172. 177.182,
233. 242.
-   bolsters. 182.
------ bouw, 169. 178.
-ocr page 451-
433\'
Rijst, jonge. 182.
------ ko<;k. 137.
��* meel, 141.
------ pap, 170, 188, 220. 243.
------ pelmolen, 183.
------ poeder, 141.
------, roode, 174.
------, .samenstelling der. 174, 233.
------, stampen der. 170.
------, Melen, 130.
------stengel, 130.
------tafel, 170. 235. 291.
------, loebereiding der, 175.
------ veld, 137, 178.
------ voeding van zuigelingen. 77
176. 177.
------, witte, 174.
------, zwarte, 174.
Rijtuig. 19, 92, 268. 375.
Rijweg, 58.
s.
Saboen. 128,
---------bnla. 129.
Saccharum ollicinarnm, 200.
Saffloer. 225.
Sago, 183.
------koekje, 183.
Sagueer, 229, 230. 231.
---------, jonge, 229.
---------, oude, 229. 230.
Saguerus langkap, 201.
------------saccharifer, 183, 188,
228. 247.
Sagus, 183.
-------laevis, 183.
--------rumphii, 183.
Salak, 188, 202.
Salanganen. 161.
Samaar, 120.
Samangka, 189.
Samarang. 52. 137, 186, 333, 365,
370, 385.
------------, bevolking van, 312.
Sambal. 169.
----------xambalan. 203.
---------pengantcn, 203.
Sam-geh, 166.
Sampang. 130.
Sampi, 149.
Sandaal. 81. 110, 139.
Sandalum album, 64.
Sanitarium, 138.
Santan. 188.
Santen, 188. 207.
San-ljoo, 227.
Santo, 247.
Sanlonine. 67.
Saoe. 193.
------ manila, 64, 193.
Sapi, 149.
Sapindus rarak, 129.
Sapoe-lidi, 49. 53.
Sapota achras, 64, 193.
Sarang booroong, 161.
Sardijn. 154, 168.
Saring, 130.
Sarong, 56, 73. 109, 110. 112, 113,
117, 118, 125,270,271.
Shlh, 247.
Saus, 167.
Savoye, 135.
Sawah, 178. 348.
Sawoe, 193.
---------manila, 64, 193.
Scarlatina. 296, 319.
Scatophagus argus, 166.
Scepasma huxifulin, 142.
Schaamhaar, 70, 71.
Schaap, 151, 256
Schaar, 47.
28
-ocr page 452-
434
S�marang, 52, 137, 186, 312, 333.
S�mauw, 138.
Seinen santonici, 67.
Sendok, 235.
S�nggang, 189.
S�noek, 166.
Sepia aculeata, 168.
Serbal, 224.
-------- siroop, 224.
S�r�, 207. 224.
SSroetoe, 247.
Sesainum indicum, 140, 206.
S�sat�, 152.
Satan. 88.
S�tangan kepala, 110.
----------- koentji-koentji, 265.
Sha-tsan, 166.
Stam, 167.
Siboga, 13.
Sierplant. 186.
Sigaar, 247.
Sigarette. 247, 256.
-----------Laferme. 247.
Sigoriti, 136.
Silezi�, 135.
Sillago. 166.
---------maculata, 166.
Simulatie, 338.
Sinaasap|)el, 198.
Sindanglaija, 136, 333.
Sindoro, 15.
Singapore, 113, 371.
Singkawang, 14.
Smkel, 13.
Sing-sie, 88.
Sinlok, 207.
Siram, 125.
Sirap, 47.
Sirih, 67. 68, 249.
------. bespuwen, met, 68, 69.
------beurmm, 249.
Schapenlong, 153.
Schelpdier, 64.
Schelpkalk, 249.
Schepbad, 124, 125, 132.
Schepper, 125.
Scherm. 53.
Scheuring der bilnaad. 74.
Schildpad. 162.
-----------ei, 162. 257.
Schimmels, 31. 51. 180.
Schip, 218, 231, 236.
Schiraz-wijn. 225.
Schoeisel, 116.
Schoen. 110, 111, 112, 116,117,119
120.
Schommel. 271.
Schommelstoel, 270. 271.
School, 29.
--------- voor dokters djawa, 396.
--------, Fr�bek 30.
--------, gouvemementS", 32, 97.
--------, inlandsche, 40.
---------, kost-, 31,
--------, particuliere, 30.
�-�. voor voorbereidend onderwijs
30.
-----.� voor vroedvrouwen. 364,396
Schoolbezoek. 323, 340.
Schoonheidsmiddelen, 139.
Schotland, 8.
Schutterij. 389.
Schijndood, 76. 85.
Sclerodermen, 164.
Scolopax stenura. 160.
Scomber kanagurta. 166.
Scrotum, 264. 303.
Sectie, 226, 292.
Sedah, 249.
S�d�kah, 68. 234.
Selar macrurus, 166.
Selterswater. 137. 235.
-ocr page 453-
435
Smeer, oor-, 303.
------, voorhuids-, 303.
Smegtna, 303.
----------- auris. 303.
----------- cutis. 303.
----------- praeputii, 303.
Sneeuwlinie, 15.
Snepper voor cataract 361.
Snip, 160.
Snoek. 166.
Snijboon, 185, 203.
Snijtanden, vijlen der, 84.
Soekaboemi, 333.
Soekoen, 197.
Soelassie, 222.
Soemadang, 333.
Saemba, 152.
Soemoer boor, 214.
Soempoer, 129.
Soendaneezen, 61, 110. 252.
Soep. 149. 150, 159, 164.
Snerabaja. 13, 52, 137, 183,
365, 370, 385.
-----------, bevolking van. 312.
Soerakarta, 13, 334.
Soeri, 229, 230.
Soeroeh, 249.
Soesoc. 155.
Soja, 209.
------l,oon. 209. 211.
------. zoete. 210.
Solanum melongena, 189.
----------verbascifolium. 142.
Soldaat, kleeding van den, 119.
---------, reiniging van den, 138.
---------, voeding van den, 236.
Solea cornuta, 165.
Solo. 334.
Solok, 13. 334.
Som, 257.
S�nneratia acida, 184.
Sirih-Wad, 242. 249.
------boa, 249.
bodas, 249.
-------doos, 250.
------gading, 140.
------kalk. 67, 249.
-------kauwen, 83, 84, 106, 141,
204, 247, 249.
�-� mor ah, 249.
------poetih, 249.
------pruim, 250.
------, rooile, 249.
-------speeksel, 68, 83, 250, 252.
------vlekken, 252.
------.witte, 249.
Sisipan, 136.
Siwalen, 228.
Sjerp, 109.
Sjoengko, 202.
Skottong, 223.
Slaaf, 344.
Slaap, 261, 265.
Slaapkamer, 42, 43, 54, 57.
Slaapzalen op scholen, 31.
Slachterij, 149.
Slachtvee, 145, 149.
Slak, 168.
Slam�tan, 234.
Slang. 53, 162.
Slapeloosheid, 289, 304, 335.
Slaperigheid, 41. 289.
Slechtheid, 100.
Slendang, 109, 271.
Slib. 214. 216.
Slof, 81, 112, 116, 117, 201.
Slokkan, 52.
Sloot. 52.
Slijm, neus-, 304.
------, vaginale. 314.
Sluipwesp. 45.
Smeer. huid-. 122, 303.
-ocr page 454-
456
Sopi ajar, 236.
Soroclie, 290.
Sowagie arotj, 129.
Soya hispida. 210.
Specerij. 204. 207. 208.
Specialiteit. 336. 392.
Speeksel bij «(WA-kauwen, 68.
Speelgoed. 77.
Spek. 151.
Sphyraena jello. 166.
-------------oblusata. 166.
Spiering, 166.
Spierwerking, 285. 348.
Spinazie. 189.
Spirituali�n, 108, 224. 230.
Splijtzwammen, 26. 27.
Spratella kowala, 164.
Sprinkhaan. 169.
Sproeten, 70.
Spruw, Indische, 114,180,191.228.331.
Spijsverteringskanaal, 291.
Srikaja, 193, 244.
Stadsgeneesheer. 62, 363, 365. 371.
Stadsverband, 36, 38. 366.
Stal, 50. 56, 58.
Stand, burgerlijke. 107. 282.
------, maatschappelijke. 92.
Stanggie. 64.
Statistiek. 94, 107. 274.
Sta��ng. 332.
Steen tot bereiding van olmt. 68.
------ kolenmijn. 211.
------ snijding. 335.
-------Eskozijnsche, 32, 44. 47.
Stempel op den uterus, 87.
Stepbania, 222.
------� capitata. 222.
Stcranijs, 210.
Sterfte. 25, 275.
Sternocoris varicornis. 169.
Sterrekers. 193.
Slinkliooiiljes. 206.
Stoel. Iuiaard-. 265.
------, wip-, 265.
Sloep. 45.
Stof. 19. 23.
Stofwisseling, 123.
Slokvisch. 168.
Stondenvloed, 70, 120, 129.
Sloomen. 175.
Stoomschip. 236.
Stool, baarsche, 327.
Storm, 20.
Stortbad, 124.
Stout porler. 227.
-------extra-. 227.
Straat, 56.
Strafbepalingen legen onbevoegden, 361
Strooipoeder, 132.
Stroomsnelheid, 216.
Stroop. 200, 201, 227.
Strychnine, 258.
Strychnos, 258.
Studie, 376.
Stuipen. 321.
Stuwing. 332.
Stijlen. 56.
Sublimaal. 44.
Suiker. 64, 65, 191, 192, 200, 221,
224. 225. 253.
-------- fabriek, 227. 262.
-------- riet. 64. 65. 200.
--------water. 222. 223.
Sumanap, 149.
Sumatra, 7. 8, 9. 13, 15, 61,80,85,
137.164.186.221,229.249.
Surirella, 218.
Sus barhatus. 152.
---- bivillatus. 152.
Suspensoir. 264.
Synedra gigantea. 218.
--------sublilis, 218.
-ocr page 455-
437
Syphilis, 63, 82, 84, 96. 90. 258.
T.
Taai Mar, 301.
Taal, 66, 92, 93, 97. 172.
Tabak, 140, 247, 250, 253.
------. Java-, 247.
------pruimen, 248, 250.
------. llanoe-, 247.
------ rooken, 247.
------. Sumatra-, 247.
------. Turksche, 247.
Taenia, 108.
Tafelzout, 209.
Talauna champacca, 140.
--------mulabilis, 140.
Talen, 186.
Tallas, 186.
Tamarinde. 19. 75. 76. 129. 168.
206, 209.
Tamarindus indica, 75, 129, 206.
Tampajan, 216. 217. 218.
Tampat loeda, 250.
Tanah blop, 211.
�� lijat, 211.
Tandarts, 106, 392.
Tanden, afvijlen der, 84.
-------- van kleurlingen, 106. 251.
--------, zwarte verkleining der. 84,
141, 251.
--------, wisseling der. 71. 322.
Tandjong, 139.
-------------Priok, 348, 365.
Tandpoeder, 134, 142.
Tang�rang, 209, 210.
Tangkil, 189.
Tangkoeban prahoe, 135, 136.
Tangkowee, 192, 200.
Tannine, 302.
Tapanoli, 334.
Tapiocca, 187.
Tapijt, 47, 48.
Tarwe, 180. 184.
------meel, 184. 209.
Talah, 84.
Tater, 142.
Tawang, 200.
Tawon, 169.
T�, 221.
Teakhout, 397.
\'lebing-tingie, 13.
T�boe, 200.
Tectona grandis. 47. 397.
Teer, 47.
- zeep, 128.
Tttlok-betong, 13.
T�lor, 161.
-------«sin, 161.
-------troeboek, 164.
Tembuko. 140. 247.
T�moe-ties, 75.
Temp�, 227.
Temperament . 326.
�, bilieus, 326.
, lymphatisch, 326.
-----------------, melancholisch, 326,327.
-----------------, nerveus, 326.
-----------, phlegmatisch, 326.
-----------------, sanguinisch, 326.
------------,, sanguinisch-cholerisch,
326, 327.
Temperatuur van hel hadwater. 122.
---------------des lichaams, 84.
.--------------- waarnemingen, 10, 12,
13.
Tempoja, 167.
Tenygcr-gubcrglv, 184.
Tepel, 318.
------haar, 318.
------ kring, 318.
-ocr page 456-
438
T�rcp, 197.
Termes atrox, 169
�� - destructor. 169.
---------fatale, 169.
---------mordax. 169.
---------sumatranum. 169.
Terminalia catappa, 189.
Ternate, 14. 25. 172.
T�rong, 189.
Terpcnlijnolie. 44.
Terpsino� musica, 218.
Terugkeer uit Europa, 330.
Testes. 64, 257.
T�tampak, 210.
Tetanus. 81.
Tetranthera diversifolia. 223.
----------rubra. 200.
Teuthidae. 166.
Thee. 201. 207. 221. 253.
Theobroma cacao, 202. 221.
Theorie van Naegeli. 26, 27.
Thermen. 135.
Tikc. 253.
Timboel. 197.
Timor, 9. 343.
�� Deli, 344.
------�, Portugeesch. 344.
Timpaoes, 64, 139.
Tinospora crispa. 253.
Tioem. 79.
Tiplek. 81.
Tipnla javensis, 298.
---------longicornis. 298.
--------praepotens, 298.
Tiram, 168.
Tjabc, 203, 207. 209.
--------arm). 224.
--------b�sar, 204.
--------djawa, 224. 268.
.--------. groene, 205.
-------- idjoc. 204.
T/abc, jonge. 205.
��� rawiet, 204. 205.
--------s�lan, 204.
Tjai doew�gan, 187.
Tjampakha, 140.
Tjamp�dak, 197.
Tjandoe, 253, 256.
Tjandjoer, 150. 333. 385.
Tjanella, 112.
Tjaping, 110.
Tjariang, 248.
Tjarioe, 249.
Tj�boh, 131.
Tj�mara, 111.
Tjenk�, 206. 224.
Tj�rm�, 197.
Tji. 214.
�   andjoer, 214.
�   at ar, 136.
budas. 214.
�   b"ureum, 214.
�   koenier. 299.
--� koppo. 136.
�  - to</a/j. 52, 213.
�   lioeiig. 214
�   pabela 136.
pannas, (Builenzorg). 136, 333
�---------. (Krawang), 136.
Tjinljau, 222.
-----------trf/oe, 222.
�)\'oe, 257.
------matjan. 257.
T/oe/cr, 142.
jyoefca, 209.
Tjoe-s�h, 88.
Tjoklaad, 202.
Tjundjieng, 129.
Tocht. 35. 40. 58. 115. 116.
Toedoeny, 110.
Toe^�/. 111.
Toekang batik. 56.
-ocr page 457-
439
Toekang pidjiet, 267.
-----------sampie, 155.
-----------tjelcp. 56.
Toelating, akte van. 333.
Tocplilz, 135.
Toeren. 264. 269.
Toespijs, 185. 190, 200, 203. 209
234.
Toestand, zenuwachtige. 303.
Toetocl, 168.
Toewak, 200. 227. 228.
�� aren, 200. 228.
.jonge. 229.
-------- \'kras. 227. 228. 229.
-----------manu, 228.
,oii(l.!. 229. 230.
-----------.sterke. 229.
--------. zoete, 228.
Tombvng. 188.
Tnmpassn. hoogland van. 136. 138.
Tondano, 136, 137. 334.
Tong. 150, 153, (visch). 165.
------, zweren aan de. 315.
Tonsawang, 80.
Tor, 170.
Tortelduif. 58.
Tosari, 334.
Toto. 168.
Tranen. 303.
Transvaal. 155.
Trast, 167. 170. 203.
Tremor. 302.
Triehiurus haumela, 166.
Trichopus trichopterus, 167.
-----------striatus, 167.
Tridacne gigas. 168.
Trigoe, 184.
Tripana, 171, 257.
Trocbock, 164.
Trommel. 376.
Trygon lyinna. 164.
Tsap-go-meh, 89.
Tsjieboe/c, 248.
Tuin. 52.
Turtnr, 160.
Tweelingen. 76. 104.
\' Tijdschriften. 371.
Tijdschrift. Aardrijkskundig Genoot*
schap, 135.
-------, Geneeskundig, v. N. I..
3. 36. 52, 94, 134. 137,
150, 174, 258. 322. 393.
394.
-------------van het Koninklijk Instituut
van Ingenieurs. 34.
------------, Natuurkundig, voor N. I.,
26. 134. 137, 254, 394.
voor N. I., 134.
-------------. militair, 263.
-------------voor Taal-, Land- en Vol-
kenkunde v. N. I., 394.
Tijger, 257.
Type, 83.
, ------ van Chineesche woningen, 54.
------van Europeeschc woningen. 41.
------ van kleurlingen. 98.
u.
Ui, 165. 184. 190. 205. 207.
Uitgaven, geldelijke, der gcnceshee-
ren. 370. 372.
Uitleenen van vrouwen. 80.
Uitputting, 106. 302.
Uitrusting, 396.
Uncaria ferruginea, 249.
-------- gambir, 249.
Uniform, 119.
j Urelhrilis. 303.
Urine, 74. 211. 293.
Urostigma henjaminuin, 19.
----------- glabellum. 230.
-ocr page 458-
440
Uterus, 129, 315.
--------- kanteling, 105.
--------- knikking, 105.
--------, liggingsverandering, 71.
Uvaria odorata, 140.
V.
Vacantie. 332. 381.
Vaccinateur, 388.
Vaccine, 377. 388.
bewijs, 388.
Vagina. 77. 257.
Vanilla planifolia, 200.
Vanille, 206.
Varanus biviltatus, 162.
Varices, 84, 289.
Varken. 56, 151. 152.
Vasten, 235.
Veearts, 145.
Veenmol, 169.
Vendutie, 48.
Vensier, 39, 46.
Ventilatie, 29, 31, 40, 43.
Vernis. 81.
Verandering der mondholte bij sirih-
katiwen, 83, 251.
��-----------van namen. 107, 374.
Verband, 48, 50.
Verbanddoek, 120.
Verblijf in de open lucht, 24.
Verbranden van afval, 53.
Verdamping van zweet, 16, 17, 294.
Verdeeling van Sed. lndi�, physi-
sche, 617.
Verdieping, 28.
Verdrinken, 124.
Vereeniging tot bev. der Gen. Wetensch:
in N. 1., 33, 346, 394.
-------------Koninkl. Natuurk., 394.
Vereeniging van praktiseeremlegenees-
heercn. 390.
------------� voor voorbereidend onder-
wijs. 30.
Vereischten ter benoeming lot stads-
geneesheer, 366.
Vergiftiging, 44.88.163.164.168.170.
171.211,222, 225. 231.
254. 258.
Verhouding der geneesheeren onder-
ling, 389.
Verkoudheid, 16,17.24,25.95.127.130.
Verlamming, 24. 258.
Verlichting, 50.
Verlof naar de bergstreken. 3. 302,
330, 380.
------------. Europa, 3. 101, 289.304.
335. 339. 383.
---------------------- (wenschelijkc
bepalingen), 383.
Verlofstractement, 339, 383.
Verlossing, 55, 70, 96.112,130. 371.
----------, bloeding na de, 74.
----------bij inlandsche vrouwen, 70,73.
Verloop van wonden, 65.
Vermicelli, 152.
Vermillioen, 88.
Vermoeidheid, 266,270,302,332.348.
; Veroordeelden. 325.
I Verrotting, 378.
| Verspreiding van epidemische ziekten,
320.
Vervalschingen, 145.
Vervalsching van boter, 157.
---------------------likeur, 225.
--------------- � melk, 156.
--------------------- rijst, 177, 178.
--------------------soja, 211.
- - visch, 163.
---------------------wijn, 225.
Vervoermiddelen, 268, 375, 376.
-ocr page 459-
441
Vlekken door nrtA-speeksel, 252.
Vliegen, 146.
--------. kast, 145.
-------- scheetjes, 301.
Vloed, witte, 44, 96, 105, 120. 190.
192, 226, 270. 303, 314.
Vloer, 32. 39, 43, 44. 47. 51.
Voandzeia subterranea, 185.
Vochtigheid. 11, 14, 15, 3J. 47.
Voeding, 62, 63, 23J, 236.
-------- der inlanders, 207, 229, 236.
--------. � kinderen. 156. 183. 189,
192, 200. 240.
--------, chemische samenstelling, 245.
-------- der kleurlingen. 99.177.226.
237.
---------� soldaten, 236.
Voedsel, 144.
--------uit hel dierenrijk, 148.
--------� � plantenrijk, 171.
Voet der Chineesehe vrouwen, 90.
Voetpad, 58, 59, 178.
Voetrug, 297.
Voet ver wonding. 48. 81.
Voetzool, 48, 116, 117, 301.
Vogelnestjes, 161, 164, 257.
Vogels, 145, 157.
Volhad, 122, 124, 128.
Vollcnhoven, 344.
Voorkomen, oud, 105.
Vooroordeelen, 03, 77, 101. 158,175,
241.
Voortplanting der Europeanen, 340.
--------------- � kleurlingen, 103,
104.
Voorzegging, 68.
Vorticella, 218.
Vroedvrouw, Europceschc,96,319,364.
---------------, inlandsche, 96,364, 396.
---------------. school voor inlandsche,
364.
Verwer, 56.
Verwonding, 25, 48, 52, 50, 81,
196, 335. 378.
Verzorging van kinderen, 69.
�.._. � paarden, 370.
� zieken. 319. 320.
Verzwcring, 05.
Verzwikking, 47.
Vesl, 110, 111.
Vet, 141. 146, 148.
- kaars, 54, 55.
�vorming, 90, 310.
Vetzucht, 335.
Vilt, 47.
Vinaigre de toilette. 128.
Vinken, 160.
Visch, 145, 162, 203, 208.
------in blik, 168.
-------, gedroogde, 102.
------ kuit, 164, 167.
------ lijm, 222.
------, roode, 164.
1------vijver, 164.
------in zuur, 167, 209.
Visites, 370.
�------, aantal per dag, 375.
�-------,------------� maand, 375.
--------, prijzen der, 370.
--------, tijd der, 375.
Visum repertum, 378.
Viverra indica, 04.
-------- zihetha, 04.
Vleesch, 62, 145, 149, 192,203.244.
-----�, bevroren, 155.
-------- extract, 154, 246.
-�-�. keuren van, 145, 150.
--------, verduurzaamd, 153.
--------,-------. Amerikaansch, 153.
------- ,------�, Australisch, 153.
Vlekken op de cornea, 85.
------- , roode, 295.
-ocr page 460-
442
Vrouw, acclimatisatie van de, 314.
--------. Chineesche, 90, 142.
---------. Europeesche. 93. 95. 226,
237. 348.
-------. v��r hel huwelijk, 80.
---------. praktiseerende, 350.
. publieke. 366.
. ruilen van de. 80.
� . uitleenen van de. 80.
Vruchl. afdrijving der, 104.
---------, ligging der, 73.
Vruchten, 185, 190. 244.
. onrijpe. 103. 190.
. verduurzaamde, 201. 206.
Vulkanen. 7.
Vuurwerk, 24. 90. 201.
Vijlen der landen. 84.
w.
Waaier, 111.
Waarnemingen, barometer-, 9, 10.
---------------, dampspanning", 11.
, regen-. 11, 15, 18.
-----------------. temperatuur*, 10,12,
13.
-----------------, vochtigheid*, 11.
Wagen. 19, 92.
Walang. 169.
-----tangiel, 169.
Walvischvaarders, 345.
Wandelen, 264.
Wantrouwen, 101.
Wants. 169.
Waringin, 19, 52.
Warmte. 15. 107. 286.
Warmbrunn, 135.
Waroe. 137.
�------bladeren, 155.
Waro)ig. 169, 184, 185. 211. 241.
| Was, 84, 141.
i Waschwater, 51.
Wasscbing. 121. 128.
Water . 180. 213.
--------, Artesisch-put-, 52. 133, 213.
220.
--------, bad-, 52, 122.
------�. uil bamboe, 223.
--------. drink-, 52, 186. 215. 221.
--------. filters van Cheavin, 218.
------. heel. 221.
. Ilninhiirger. 136.
____ . kamer. 207.
-------. Karlsbader-, 136.
--------. lauw. 223.
-------. inineraab. 121. 134. 138.
--------. put-. 26. 51, 59, 218.
--------. regen-. 204, 218.
--------. rivier-, 18. 21. 26, 122,131,
214. 220.
--------, Selters-. 137.
-------, wasch-, 51.
--------, zee-, 134.
--------zuivering. 216. 221.
Watermeloen. 189.
Walcrlooplcin, 333.
Weekdieren, 168.
We�iiichl, 20.
Weeshuis, 366.
Wegen, aanleggen van. 348.
XV�lad. 74.
Wellust, 89.
Weltevreden, 52. 257, 263, 394.
Wenkbrauw, 142.
West-Indi�, 2.
-------Java, 57, 60, 137.
Westmoesson, 10. 11. 18, 20, 26,
29, 35.
Wetten. 354, 378.
Wetler. 343.
Wi, 185.
-ocr page 461-
443
Widjen, 206.
-----------olie, 140.
Wieg, 270.
-------inlandsche, 271.
Wier, 51.
Willem /, 181. 325. 334. 385.
Wind. 8. 11, 12. 35. 115, 116.
��. drooge. op Celebes, 15.
------. -------- Sumatra, 15.
------. land-. 12. 14. 43.
------- stille. 15.
------. zee-. 12. 14. 43.
Wipstoel. 265.
Wimc. 248.
Wittebrood. 184, 245.
Wond. 65.
Woning, 28.
---------der Europeanen, 41.
---------------Chineezen, 53.
�------ �- inlanders, 56.
Wonosobo, 136.
Woonplaats, 350.
Woordenlijst, 397.
Wormen, 84.
Wortels, 139. 140, 223.
Wrat. 71.
Wrijven. 103. 266, 268.
�------ met olie, 132.
Wijn. 192, 225, 226. 244.
-----. champagne-. 197.
------. madeira-. 197. 225.
------. palm-. 209.
------. port,-. 197. 225.
------. roode. 219.
------. rijn-, 219.
------ vervalsching, 225.
------. Schiraz-. 225.
Yoni, 81.
Lis, 15, 201, 218, 223.
�  bad, 124.
�  fabriek, 218.
j � . geprepareerd. 219.
�  kast. 146, 220.
_ kist. 146. 220.
�  machine, 221.
-�. smelten van. 220.
j Uier. 47. 142. 271.
IJzerhout, 47.
z.
! Zalacca edulis. 188.
i Zalf. 141.
Zalm, 168.
i
| Zand. 43. 58.
Zandsteen. 7.
Zanger, 41.
Zangeres. 41.
Zea inays, 184, 248.
Zebu. 149.
Zeebad, 134.
� kwal, 227.
� netel. 227.
� reis, 291, 314, 318. 338.
I � water, 134.
� wind, 12, 14, 43.
i -�ziekte, 291. 319.
i Zeef, 176, 177. 210.
Zeep, 126. 128, 129.
-------. kokosnolen-, 128.
------. iecr-. 128.
: Zegel. 355, 380.
i Zeildoek. 49.
i Zelfgenoegzaamheid. 91.
Zemelen, 176. 184.
Zenuwstelsel, 176, 332.
Zetmeel. 175, 189.
Ziekenklecding, 112.
--------onderzoek, 55.
-ocr page 462-
444
Ziekenverpleging, 62. 63. 101. 249.
395.
--------zaal, 38.
Ziekten, besmettelijke, 64. 320.
�� der darmen, 24. 41.44.84.94.
95. 112. 114. 165. 182. 183.
188. 191. 192. 198.200.205,
206. 209, 214. 219.220.221,
228. 235. 270. 292. 315.318.
--------. liuid-. 136.
--------miasmatische, 85.
Zingiber gramineum, 143.
---------- officinale, 208. 224.
Zinkwit. 183.
Zinnelijkheid. 78.
Zitbad, 131.
Zizyphus jujuba, 193.
Zoenen, 79.
Zog, 240, 241.
�. wegmaken van. 241. 242.
Zoldering, 40. 46.
Zonlicht, 22.
----nescherm. 111.
----nesleek, 304.
�� newarmte, 324.
Zoogen, 77, 96. 315.
Zool, 81, 111.
Zout, 75, 76. 177. 191, 202. 203,
206. 208, 209.
Zoutevisch, 168.
Zoutzuur, 135.
Zuchten, 285.
I Zuid-Zee-eihmlen, 231. �
| Zuigeling, 75, 77, 93, 156. 240. 318
Zuigdop, 242.
; Zuigflescb, 242.
; Zuivering van water. 216. 221.
Zuren . minerale. 252.
--------. plantaardige, 257.
Zutfen, 263.
! Zuur. ingelegd, 167. 188, 191, 205.
208.
Zuurstof, 290.
Zuurzak, 193.
Zwangerschap. 72. 95, 104, 211.314.
Zwavelaardcii, 135.
--------alkali�n. 135.
--------bronnen. 136.
--------koolstof, 44, 45.
--------waterstofgas, 136, 214. 228.
------�zuur. 135.
Zweer, 134. 158.
� in de mondholte, 199. 315.
Zweet . 16, 17. 19.
-------- afscheiding, 16. 17. 293.303.
------�. geur van het. 121, 122. 294.
-------- klieren. 106. 121.
--------kristallen, 17, 294.
--------, onderdrukking van, 17.
-----�-, snelle verdamping van, 16,
17. 294.
Zwembad, 132.
Zwijn. 151, 152.
Zijde, Chineesche, lil, 114,
Zuid-Ooster-Eilanden, 342.                I Zijgalerij. 33.
-ocr page 463-
ALPHABETISCHE LIJST
VAN
EIGENNAMEN.
Altheer, .1. J.. 135, 212.
AsSENRAAD, W. lIl\'IlEKS VAX. 14.
Bair» Smitii. It� 178.
Bernelot Moexs, J. C, 52, 135. 174.
213, 215.
Bert, P., 290.
Bleeker, Dr. P.. 25. 130. 103. 197.
204. 280. 281.
Bleekrode, S. A. Ju., 135.
Bol, P. A., 14.
Bolsius, A. M. J.. 94.
Bosch, Dr. W.. 180. 281
Bontius, Dr. Jacobds, 1, 20,174.175.
193, 198. 227. 324. 325.
Brink, Dr. Jan ten, 206.
Broecke. ten, 194.
Broekmeijer. .1. G. X.. 14. 280.
Budd. 205.
Carnb�e, Melvill van, 343.
Gasper. .1. L., 133.
Charmeh, G. F., 13.
Gleijer. Axdreas, 193.
Clouth. C, 254.
Cloux. P. dij, 210.
Cook, Dr. H. de, 150. 151.
Darwin, Ch.. 102. 328.
Da�det, A., 268.
Deelkex. C. H. E., 14.
Delden, A. J. W. v.vx, 98.
Doi.KSCIIALL, C. L, 298.
Donders, Prof. F. C, 288.
Earl, G. W.. 6.
Ecoma Verstege. C. M. G. A. M., 80.
ElJSIXGA. ROORDA VAN, 250.
Elst, A. van der, 30. 40, 103, 191.
Ermelixg, .1. Pu., 34.
Evers. Prof.. 322.
F. C. \\V\\. 251.
Filet. G. J.. 14.
Frank, Mevr., 97.
Fraxtz. Dr. .1. G.. 308, 330, 337,
391.
Geigel. 305.
Gelpke. G. 0., 163.
Gei.pke. Dr. I. II. F, Sollewijn, 81,
180.
Gext. Mevr. E. van. 358.
Goens. P. G. vax, 229.
De Graaff. 105.
Graafland. 62.
Graij, Mevr., 90, 238.
Gramberg. J. A. G.. 164.
-ocr page 464-
446
groneman, i., 258.
G�xther, 167.
Haar, B. ter. 21.
Hamerling 94.
Hart, van her, 78.
Hasselt, Dr. A. W. M. van, 258.
Hasskarl, J. K., 57, 174. 200.
Hebra. Von, 121.
Heijmann, Dr. S. I,., 320. 326.
Helfricii, C, 14.
Henny, W.. 80.
Hexoch. 205.
HlPPOCRATES, 307.
Hoeveel, van. 02. 81.
Huet, Prof.. 390.
HlJBERS VAX AsSENRAAD, W., 14.
HuFELAXD, 390.
H�MBOLDT, A. V., 298.
huygens. corstantin, 317.
Hyrtl, .1.. 318.
Jacobs, Dr. .1. K., 79.
James, .1. A., 13.
.Ioibert. L., 355.
JOURDANET, 290.
Kervel, L. P.. 13.
Kerst, F. J.. 268.
Kiinert, J. M. E.. 122. 124. 323.
Kuijper, 8.
Leent, Dr. F. J. van. 94.148.257. 353.
Leeuw, D. J. de, 343.
Lesseps, F. de, 114.
LlEBERMElSTER, 123.
LlNDGREEN\', .1. .1., 14.
LlNDMAN, L., 13.
LlNSCHOTEN. J. VAN. 117. 174, 194. 259.
Littrow, Von, 306.
Luchtmans. Dr. «.. 33, 108. 26».
Mac-Collum, 256.
Maclay, N. von Miklecho, 231, 254.
Maieii. P. J. 135.
Marey, 395.
Meijer, Dr. A. B, 137. 231, 342.
MELLVILL VAN (JARNB�E, 343.
Mihlucho Maclay, N. von. 231. 254.
Moens. .1. C. Bernelot, 52, 135, 174
213, 215
Monicke, O. (i. J., 14.
Mooij, C. de, 48.
Munaret, 3, 121, 390.
MlILTATULI. 21, 70.
Naegeli, 26. 27.
Xagelvoort, .1. B., 52, 213.
Neeiiaes, F. W., 183, 220.
NlEVELT, C. VAN, 20.
Paludanus, 194.
Pastegr. 53.
Perelver, M. T. H., 62.
Pettenkofer, 204.
Pinkhof. H. S.. 199.
Praeger. L. F.. 219. 265.
Rebentisch, Sonnemann. .1. H. A. B� 14.
Reigiie, M. Th.. 13.
Riebei., .1. (i. F., 80. 342, 343.
Rochard, 170.
Rombach, L. C. A.. 343.
RoORDA VAN ElJSINGA, 256.
Rosjian, T. F., 14.
Rost van Tonningen, I). W., 135.
Ruijter, H. C. K. F. de. 13.
Sachs, 225.
Sallustius, 307.
Sghari.�e, A.. 135, 174.
Schierbrand, W. C. von, 160.
Schiller, 100.
-ocr page 465-
447
Schmidt, 1. H., 229, 230.
Schxeider, Pr., 13, 57.135,137, 230,
252.
Schouten, W., 78.
Sciiurert, 307.
Semmei.ixk, J., 191.
Sijimoxs, Dr. IJ., 176.
Smith, R. Baird, 178.
Sxethlage, Dr. R. A. J� 341.
SxELTJES, C. J., 13.
Sollewijn Gelpke, Dr. i. II. F.. 81.
180.
SoxXEMAXN RebENTISCH, J. II. A. B.. 14.
Stok, N. P. vax r.ER, 137, 243.
Stutzer, Dr., 245.
Swavisg, Dr. C, 33. 37. 260. 305.
308. 310, 311. 325.
Teijsmanh, .1. E., 87, 229.
Tonxixgex, Rost vax, D. W., 135.
Toorn, J. L. vax der, 70.
�vndall, 53.
Valextijx, 174, 227.
V\'ersciiooff, E., 258.
Verstege, Ecoma. C. M. G. A. M., 80.
Vetii, P. J.. 57. 137, 190, 194.
Vidal, 205.
VlRGIUDS, 102.
Waitz. T. A. C. 99, 321.
Wall. II. vos de. 397.
Wallage. A. R.. 6, 7, 8, 194, 197.
Wallaxd, A. 36. 40.
Wassixk. Dr. G, 291, 356.
Watsox, 174.
Weixiier. 90.
Werxich. 163.
Wienecke. (i. J., 13.
VVilkex, G. A� 78, 80.
Wrede, .1., 13.
zollixger, ii., 13.