|
iO*8*. *-SS4*
|
||||||||||||
|
>t>vi
|
||||||||||||
|
TOELICHTING DER WIJZIGINGEN
|
||||||||||||
|
(IF.HIlAfJT IX J(K
|
||||||||||||
|
PROEVE
|
||||||||||||
|
HERZIENING DER WETGEVING
|
||||||||||||
|
VOOR DE INVOERING VAN EEN
|
||||||||||||
|
GRONDBOEK
|
||||||||||||
|
BR UNO TIDEMAN.
|
||||||||||||
|
EX BIBLIOTHECA
|
||||||||||||||||||
|
. C. NABER
1858 - 1950 |
||||||||||||||||||
|
\'Xïh $M ft&fïf£-ft13t*:j
|
||||||||||||||||||
|
.} \'./ ;
|
||||||||||||||||||
|
< i\'-ai M
|
||||||||||||||||||
|
?:& ! A.?|\'\'i M
|
||||||||||||||||||
|
»ftf0lW£4!K:
|
||||||||||||||||||
|
... .,\' .jU.
/V-v:,
|
||||||||||||||||||
|
* V «"\':r
|
||||||||||||||||||
|
U.R. IITP
Q4 |
||||||||||||||||||||||||
|
frtfC102>
|
||||||||||||||||||||||||
|
TOELICHTING
|
||||||||||||||||||||||||
|
.
|
||||||||||||||||||||||||
|
WIJZIGINGEN, DIE, TEN GEVOLGE VAN ONTVANGEN
OPMERKINGEN, ZIJN GEBBAGT IN DE PROEVE
VAN EENE
HERZIENING DER WETGEVING
OP DE OVERDRAGT EN DEN EIGENDOMSOVERGANG
VAN ONROERENDE ZAKEN, MET DE INVOERING VAN EEN
GRONDBOEK,
WAARVAN DE INHOUD AUTHENTIEKE BEWIJSKRACHT
ZOU BEZITTEN,
DOOR
BRUNO TIDEMAN,
Notaris te Amsterdam. |
||||||||||||||||||||||||
|
UITGEGEVEN TE AMSTERDAM ,
bij J. H. & G. VAN HETEREN.
|
||||||||||||||||||||||||
|
BIBLIOTHEEK DER
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
|
||||||||||||||||||||||||
|
f
|
||||||||||||||||||||||||
|
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT f Q > x
|
||||||||||||||||||||||||
|
A06000016913042B
|
||||||||||||||||||||||||
|
1691 3042
|
||||||||||||||||||||||||
|
Als gewezen lid der ontbondene Staatscommissie va» 9 Februari)
1869, ter herziening van de wetgeving op den eigendom dei- onroerende zaken, het hypotheekstelsel en het Notaris ambt, heb ik, nadat het verslag dier commissie, met Z. M. besluit tot hare ontbinding, was uitgegeven, mijne meening over de vraag, of het negatief- dan wel positief-stelsel hij den eigendomsovergang van onroerende zaken de voorkeur verdiende, in eene brochure onder vorcnslaanden titel ontwikkeld. Ik heb mij daarbij als een voorstander van het positief
stelsel verklaard, en voorgesteld het aanleggen van een Grond- boek, waarin men bij ieder kadastraal perceel den eigenaar zou vermeld vinden en al de zakelijke regten, die op het goed rusten. Wetende, dat het ontzaglijke wapen waarmede men dit stelsel
bestrijdt, bestaat in eene beschuldiging van onuitvoerbaar- heid, om sla g t igh eid en kostbaarheid, zoo heb ik de uitvoering zelve van het ontworpen plan, van stap tot stap aangewezen, door 1°. het wetsontwerp, dal hiertoe zoude noodig zijn, te schetsen; 2°. de verdere bepalingen met modellen van registers enz. te ontwikkelen in een ontwerp van een Koninklijk besluit, en dacht ik hierdoor te hebhen bewezen, dat het plan niet onui t voerlij k is. Ik heb, verbeeld ik mij, door aan den kantonregter het votum
op te dragen en de vormen hoogst eenvoudig te maken, de be- schuldiging van o msl agt i gheid doen verdwijnen en eindelijk eene raming van kosten gemaakt die, al waren zij drie a vier malen hooger, in verhouding tot het nut voor het algemeen, zeer gering is te noemen. Ruim anderhalf jaar is dit boekske in handen van het publiek
en 700 a 800 exemplaren zijn meest onder de oogen van hen, die den inhoud kunnen bcoordeclen. In de voorrede lokte ik dringend uit tot het mij kenbaar maken
van op- en aanmerkingen. 1*
|
||||||
|
4
|
|||||
|
Onderscheidene regtsgeleerde vrienden hebben de beleefdheid
gehad dil te doen. De heer P. J. Bachicne deed dit openlijk door in de Tliemis
zijne aanteekeningen, die hij er op maakte, te doen drukken. Die aanteekeningen heb ik beantwoord in het Bijblad tol het
Correspondentieblad van de Broederschap der Notarissen in Ne- derland. Velen van hen, die hunne opmerkingen maakten, waren blijkbaar
voorstanders van het denkbeeld, en zij, die tegenstanders zouden kunnen genoemd worden en met name de Heer Bachiene, erkennen, dat, in beginsel, hel positief stelsel de voorkeur verdient boven het negatief stelsel, ook zooals het door de Staatscommissie verbelerd werd, maar bleven de onuitvoerlijkheid volhouden, echter, zoo ik meen, zonder die te bewijzen. De Heer Bachiene zeide, dat het kadaster ongeschikt was om als Grondslag van het Grondbock te dienen. Lang dacht ik over een afdoend middel om dezen uitval af te weren, zóó, dat de bevoegde kamprcgters niet alleen zouden moeten erkennen, dat ik niet buiten gevecht gesteld was, maar dat ik mijne partij ontwapend had. Ik heb daartoe van Hunne Excellentiën de Ministers van Jus-
titie en Financiën in Junij van dit jaar gevraagd een brief van aanbeveling aan de Ileeren Hypotheekbewaarders om mij kosteloos de noodigc statistieke en andere inlichtingen te verstrekken. 1111. EE. maakten hierin bezwaar blijkens hun antwoord van
25 Junij 1872. N°. 14, en 1 Julij 1872, N«. 148, 2de afd. A; doch vertrouwden, dat ik, op eene beleefde ollicieuse vraag aan die Heeren Ambtenaren gerigl, mijn doel wel zoude bereiken. Dien wenk heb ik gevolgd en den 16den Julij 11. aan de 34
Heeren Bewaarders eenen gedruktcn brief gezonden , houdende ten slotte de vragen: a. Hebben de kantons, waarin uw arrondissement verdeeld
is, dezelfde grenzen als de daarin vervatte kadastrale ge- meenten, of zijn er kadastrale gemeenten, welke in meer dan één kanton gelegen zijn? En zoo ja, welke? De eerste vraag werd algemeen toestemmend beantwoord. b. Hoevele kadastrale gemeenten zijn er in uw arrondissement?
c. Hoevele scctiën en hoevele nummers (de laatste ten naastebij)
bevatten die kadastrale gemeenten te zamen? |
|||||
|
b
d. Zijn er andere bezwaren bij u bekend (buiten dat, hetwelk
uit de primitieve opnaamstelling werd geput) om uit de kadastrale leggers en registers een Grondboek in te vullen naar een model als het bijgaande ingerigt ? en zoo ja, welke? Ik heb het genoegen gehad van velen dier Heeren antwoorden
te ontvangen, houdende van de meesten die gevraagde statistieke opgaven en van sommige meer of min uitvoerige beschouwingen over de uitvoerbaarheid. Het hoofdbezwaar bij de laatste was, dat de Leggers niet altijd,
naar hunne meening, de ware eigenaars aanwijzen, dat vele per- ceelen staan op "N. N. en consorten" of "en mede-eige- naren" of "de gezamenlijke erfgenamen van N. N." Hel tweede bezwaar was dat het invullen der ingeschreven
en nog van waarde te achten hypotheken en van de andere be- kende zakelijke regten, welke op de goederen drukken , te veel nazien van registers en nalezen van overgeschrevcnc stukken zou eischen, om dit binnen een niet te groot tijdsbestek en met de noodzakelijke naauwkeurigheid te doen. Andere bezwaren, buiten het vele schrijfwerk, dat het invullen
van de kadastrale kenmerken en de namen der bij het kadaster bekende eigenaars zou vorderen, zijn er niet gemaakt, die eenig- zins in aanmerking komen. Ik wensch de beide hoofdbezwaren thans bepaaldelijk te be-
antwoorden. Het is bekend dat aanvankelijk de opnaamstelling der per-
ccelen bij het kadaster geschiedde op (zooals men het noemt) goede mannen zeggen, zooals de bewoner of gebruiker, in- dien hij werd aangetroffen, toen opgaf, of oude belasting-kohieren leerden, enz. Maar dit is meer dan 30 jaren geleden, en de toen genoemde
en ingeschreven eigenaar, hetzij goed of verkeerd geboekt, werd de debiteur der belasting, die hij betaalde of waarvoor hij werd vervolgd. Sedert zijn zeker veel meer dan drie vierden der perceelen
in eigendom overgedragen of overgegaan, ten gevolge van over- geschrcvene stukken, die, voor ons doel, voldoende bewezen wie de eigenaar is. Omtrent een betrekkelijk klein deel blijft dus de |
||||||
|
(i
|
|||||
|
vraag over: "is svel de naam. die de kadastrale legger sedert
"30jai\'en als de eigenaar aanwijst, die van den waren eigenaar? "of is ook bij overgang van den eigendom een verkeerde per- "soon als eigenaar genoemd?" Doch dan heeft die veronderstelde verkeerde persoon langeren
of korteren tijd daarin berust, zonder eenige poging om er ver- betering aan toe te brengen. Wanneer nu eene wet, waarvan het ontwerp reeds vóór en bij hare behandeling in de beide kamers algemeen bekend wordt, het voornemen te kennen geeft, om die opnaamstelling bij het kadaster als Grondslag voor het Grondbock aan te nemen; wanneer tevens ieder uitgenoodigd wordt, om kosteloos kennis te nemen van die inboeking, en zoodanig eigenaar laat ook dan niets van zich hoorcn, zoo heeft hij zeker geen regt om zich te beklagen, vooral indien de weg tot latere verbetering daarenboven altijd opengehouden wordt. Met de primitieve opnaamstelling in het Grondboek wordt
alzoo bedoeld, dat deze geheel overeenkomstig de kadastrale leggers zal geschieden, zooals die op één door de wet bepaald oogenblik zullen bestaan en daarin later geene veranderingen worden ge- bragt, dan overeenkomstig de wet. Maar, vroeg een der Heeren wier oordeel verzocht was, hoe
dan met de perceelen aan velen in gemeenschap toebehoorende? Het antwoord was: Zoolang er gemeenschap bestaat, is het vol- doende dat dit blijko door den naam van den eerstgenoemden eigenaar te stellen, met de bijvoeging, en mede-eigenaren. Door dit bijvoegsel wordt ieder belanghebbende genoopt naar
bet stuk te zien, waaruit blijkt, dat er een gemeenschappelijk eigendom is, aan wie het behoort en wie er over kunnen be- schikken. Het blijkt bijv. dat er vier personen zijn, A. , B. , C. en D., en nu veronderstelt men dat A. zijn vierde verkoopt; dit verandert, voor zooveel het Grondboek betreft, niets in den eigendomstoestand van het perceel, alleen ziel men uit het trans- port van A. aan X., dat het perceel nu behoort aan X., B., G. en D. Een der Heeren schreef, B. kan zijn onverdeeld eigendom toch
met hypotheek bezwaren. — Hel is zoo, het is echter eene hypo- theek, ouder eene ontbindende of eene opschortende voorwaarde aangegaan. De hypotheek wordt te niet gedaan of wel begint eerst op het geheele perceel te kloven , als er eene scheiding der ge- meenschap plaats heeft en aan het kantoor wordt ingeleverd. |
|||||
|
7
Het is voldoende, dat deze voorwaardelijke verbindtenis in kolom 4
wordt vermeld. Het gehcele perceel is vóór de scheiding niet als verhypothekeerd te achten. Als de hypotheekhouder zijn pandregl wil ten uitvoer leggen, kan hij slechls het onverdeeld regt van zijn debiteur in de gemeenschap verkoopen, niet een deel van het perceel. Wat betreft de bijvoeging onder den naam des eigenaars van
"de gezamenlijke erfgenamen"; het is zeer voldoende als het zóó wordt overgebragt; ja, er wordl voorgesteld altijd in het Grondboek die bijvoeging te doen, zoodra van het over- lijden van den eigenaar blijkt, opdat de belanghebbenden zien mogen, dat de eigenaar dood is en men dus moet opletten , of men bij de beschikking over hel perceel handelt met de regie erven, hclzij bij versterf, hetzij volgens testament. Ieder erfge- naam of ander belanghebbende bij de nalatenschap is in zijn eigen belang genoopt en moet verpligt worden om, door het doen inschrij- ven van de doodakte, die bijvoeging te laten doen. Daardoor zorgt hij dal de regier op het belang van ieder der erven zal toezien. Er is nog ecne niet dikwerf voorkomende inboeking, waarop
geene aanmerking door anderen werd gemaakt, maar waarop ik zelf wil wijzen. Het is bij vermaking van onroerende zaken als bezwaard
goed, ten behoeve van kinderen van den bezwaarden bezitter, reeds geboren of nog geboren te worden. Ik meen, dat het voldoende zou zijn die pcrceelen te stellen ten name van N. N., (de kinderen van) natuurlijk met verwijzing naar den titel, waaruit het lidci-commissair verband blijkt en gekend wordt. Wat aan iemand aankomt onder fideï-commissaire verpligting,
om het onverteerde of onvervreemde er van aan een\' ander of aan anderen over te laten, komt natuurlijk op naam van den bezwaarden eigenaar, daar hij regt van vervreemding heeft, met verwijzing naar den titel, waaruit dit voorwaardelijk regt blijkt, in kolom 4 en het memoriaal breedcr vermeld. Na deze toelichtingen en na zoovele deskundigen geraadpleegd
te hebben, die gcenc nieuwe bezwaren opperden, is het, dunkt mij, bewezen, dat men binnen ccnige maanden het Grondboek en zijn dubbel kon gereed hebben , indien de registers gedrukt waren en het noodige personeel van schrijvers aangenomen was, om de boeken in te vullen overeenkomstig de kadastrale leggers. |
||||||
|
8
|
|||||
|
En thans overgaande tol de behandeling van het tweede hoofd-
bezwaar, zal ik hierin eenen geheel anderen weg inslaan. Ik wil het bezwaar, als onoverkomelijk, gaaf aannemen, en een zeer gepast middel aan de hand doen, om die klip om te zeilen. Even als ik dadelijk de juistheid heb erkend van de bemerking
van eenen Direkteur der Registratie, dat, — bij het bewaren en in de orde van inzending in een band verzamelen van de titels, de o verschrij vings en i nsch rij vingsregis Iers zeer gevoegelijk konden vervallen, waardoor tevens zoovele registers worden bespaard, dat men dan, zonder vermeerdering der geraamde kosten, invhet Grondboek 2 perceelen op een blad kon stellen in plaats van 4 of 5 — evenzoo, zeg ik, geef ik aan een der Heeren Hypotheekbewaarders de eer, dat hij mij op het denkbeeld bragt, om primitief niets van de hypotheken en van de zakelijke regten van vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, enz. enz. in het Grondboek te brengen, maar dit alleen te doen ten gevolge van (na de opening) in te leveren stukken, met deze wetsbepaling, dat de vroegere ingeschrevene hunnen rang en hunne regten behielden gedurende één jaar, doch binnen dat jaar bij vernieuwing kosteloos moesten ingeschreven worden, op straffe dat zij anders bunnen rang zouden verliezen en hunne reglen tegen derden, die later ter goeder trouw regten op het perceel verkregen, niet zouden werken. En dan eene vernieuwing der hypothekaire inschrijvingen om
de 25 jaren aannemen. Men was dan zeker dat men geene, welligt reeds te niet ge-
dane regten, verkeerdelijk zoude inboeken; dat alle oude, doch door verzuim niet geroijeerde regten, voor goed te niet zouden gaan en dat de crediteuren, die nalatig bleven de vernieuwing te doen, elk verzuim alleen zich zelven te wijten zouden hebben. De vorin dezer eerste vernieuwing, als overgangsmaatregel,
moet zoo eenvoudig en onkostbaar mogelijk gemaakt worden, bijv. voor de hypothekaire regten, het doen inschrijven in hel Grondboek van een certificaat van nog bestaande inschrijving, afgegeven door den hypotheekbevvaarder, dat, in dit jaar van overgang geligt wordende, vrij van zegel moest zijn, of wel de inlevering van het borderel, houdende het bewijs der inschrijving ; voor andere zakelijke regten zou de titel of een afschrift van de gedane overschrijving in de registers bij den hypotheckbe- waardcr, door dezen evenzoo in dat jaar vrij van zegel af te geven, moeien ingeleverd worden, Behoeft men hiertoe nieuwe |
|||||
|
9
|
|||||
|
titels en kan men die binnen dat jaar niet verkrijgen, dan
geeft de ontworpen wet het eenvoudig middel aan de hand, om voor het bewaren van het regl te zorgen, tot dat men aan hel voorschrift der wet heeft voldaan. Ziedaar dan naar mijne overtuiging, door eenvoudige redenering
en onwraakbare getuigen bewezen, dat in het door mij voorge- stelde Grondboek de kolommen I, a. b. c. en II, a, b. c zeer wel overeenkomstig de leggers kunnen ingevuld worden, en heb ik aangetoond, dat dit — door de daarbij vast te stellen wettelijke bepalingen — voldoende zou zijn, om na één jaar van overgang een Grondboek te hebben, dat volle vertrouwen zou verdienen. In mijne brochure zijn dientengevolge onderscheidene veran-
deringen noodig geworden. Ook moet er voorzien worden in het geval dat uit art. 182 B. W. onzekerheid mogt ontstaan in den eigendom van onroerende zaken, die na de ontbinding der gemeen- schap aan den langstlevenden der ouders aankwamen. Ik heb die veranderingen voor de bezitters van mijne "Proeve"
hierachter in eene Nota opgegeven. Toen ik mijn antwoord op de aanleekeningen van den Heer
Bachiene aan ZED. had gezonden, kreeg ik een beleefd weder- antwoord, dat hij wel genegen zou zijn verder met mij den strijd voort te zetten, doch \'\'dat de zaak niet aan de orde was." Ik moet vermoeden, dat de geachte schrijver hiermede bedoelt
"niet in bewerking bij het ministerie, veel min ter "beoord eel ing aan den Raad van State ingediend." Immers, dat het in meer algemeenen zin niet aan de orde
zou zijn, dat het algemeen belang niet dringend verandering in dezen vordert, zou niet ernstig kunnen beweerd worden. De geest van het volk is in het algemeen wars van reglsgedingen , en dit doet een massa gebreken iu de wetgeving niet zoo open- baar worden, als anders het geval zou zijn. Het zou eehler weinig moeite kosten onderscheidene van die gebreken, door de praktijk aangewezen, op te sommen en de heillooze gevolgen er van met namen en dagteckcningen bekend te maken. Voor den regtsgeleerde is het voldoende te herinneren, dat, om stel- lige zekerheid te hebben omtrent het eigendomsregt aan onroerende zaken en dientengevolge volkomen zekerheid van hypolheckregt, men al de titels van de vorige 20 of 30 jaren |
|||||
|
10
|
|||||
|
moet nazien, met gespannen aandacht beoordeelen en dan nog
soms met negatieve bewijzen ziel) moet tevreden stellen, zoodat de zekerheid meest niet verder dan tot hoogc waarschijnlijkheid kan worden opgevoerd. Dit kan, dunkt mij, niet gezegd worden cene zaak te zijn, die niet aan de orde is, vooral niet na de benoeming, hel werk en het verslag van de bovenbedoelde Staatscommissie. Verandering der wetgeving is naar aller overtuiging noodig.
Waarom zal men daarbij weder half werk doen, en niet door het positief stelsel moedig aan te vatten, op eenmaal zoo- veel mogelijk de wetgeving verbeteren? Het is waar, het Grondboek kan niet op één punt des lijds
volmaakt te voorschijn treden. Maar het kan geopend worden op de namen der eigenaars, die thans op de leggers van het kadaster bekend staan, onder oproeping tot verbetering van iederen belanghebbende. Door de vernieuwing der inschrijving van al de nog be-
staande hypothekaire en andere zakelijke regten, binnen één jaar na de opening te bevelen, zou men aan het einde van dat tijdvak een vertrouwbaar Grondboek bezitten, waaraan, ingaande van dal tijdstip, dan ook de authentieke bewijskracht kon toege- kend worden . Het getuigenis van zoovele Heeren Hypotheekbewaarders (wier
eigenbelang door mijn plan niet zou bevorderd worden, hetwelk aan hunne verklaring te hooger waarde geeft) dat zij mijn voorstel niet on u i l voerlij k achten, is, dunkt mij, van veel gewigt. De poging, door mij gedaan, om op nieuw een\' steen aan te
brengen voor het door mij als gewenscht en voor het algemeen belang hoogst noodzakelijk geacht gebouw, zal, hoop ik, weder cene. kleine stoot zijn, om het tijdstip der vervulling te vervroegen. Amsterdam, Julij 1872. B11UN0 TIDEMAN.
|
|||||
|
NOTA
VAN
DE VERANDERINGEN, AAN TE BRENGEN
IN DE
PROEVE VAN EENE WETSHERZIENING,
HIERVOREN GEMELD EN TOEGELICHT.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
van boven
of van
onderen af blz. regel, gerekend. 14, 15 v. o. Door te halen: eenigzins ingewikkeld.
22, 9 \'/ Invoegen lusschen de woorden: het — tn
de akte, liet woord: beding.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
n De komma achter eigendom valt weg.
v. b. Door te halen : en van deel en nommer van
het register van inschrijving. n Te veranderen : dertig, in vijfentwintig.
n Te veranderen het woord der, in : met het.
De dertien onderste regels vallen weg.
De drie bovenste regels idem.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
De nummers 4, 5, 6 veranderen in 2, 3, 4.
v. o. In te vullen: N°. 5. Het Algemeen Register
voor het kantonskantoor, met alphabeth. N°. 6. Hel Memoriaal bestemd
om onder een volgnommer breeder omschrij- ving te geven aan hetgeen zeer korlelijk in kolom 4 van het Grondboek is vermeld, enz. v. b. De woorden Heeft er in dien tijd — inge-
voegd, vallen weg. ii In te voegen achter inmiddels, de woorden:
ter goeder trouw.
« Te vervangen de woorden: Deze afschriften
■— aanduidt, door: Bij Koninklijk besluit wordt bepaald, welke akten in brevet uitge- geven mogen worden, benevens de vorm dier afschriften en uittreksels. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
12
|
|||||
|
Te veranderen de woorden: het over- of
inschrijvingsregister waarin het stuk is ge- boekt, in: de over- of inschrijvingsband waarin het stuk is gehecht. Daarachter te voegen: met de woorden ja
of neen, en, zoo noodig, met het N°. van het memoriaal waar de gronden voor de uit- spraak breeder teerden aangeteekend. In te voegen tusschen den Gden en 7den regel:
Ieder is bevoegd zich te overtuigen of de door hein aangeboden stukken zijn gebragt op het eerst volgend open vak of vo/gnommer van het Dagregister. In te voegen achter het woord verbanden,
de woorden: of andere den eigendom beper- kende regten; en achter den laatsten regel 8°. Certificaten van al of niet bestaande inschrijvingen in de oude Registers. Bij te voegen achter den regel: en in de leggers.
Te veranderen: eene afzonderlijke wet, in:
bij Koninklijk besluit. In te voegen: Art. \\ 82 wordt ingetrokken
en vervangen door: Indien de langstlevende der ouders, die minderjarige kinderen heeft, niet binnen drie maanden na de ontbinding des huwelijks den gemeenschappelijken boedel doet beschrijven, verliest hij of zij van regts- wege de voogdij en moet de kuntonregter dadelijk eenen anderen voogd benoemen. Te voegen achter het woord eigendoms-
overdragt, de woorden : de laatste. Te voegen achter dien regel: of althans van
de dagvaarding van den eigenaar om het regt te erkennen of tegen te spreken. Te veranderen art. 3 als volgt. Al de hgpo-
Ihekaire inschrijvingen, welke vóór de opening van het Grondboek in de oude registers zijn geschied en op dat tijdstip nog van waarde zijn, moeten, om hunnen oorspronkelijken rang en hunne werking tegen derden te behouden, binnen een jaar na de opening, bij vernieuwing worden ingeschreven in het |
|||||
|
13
blz. regel.
Grondboek. De vorm dezer handeling wordt
bij Koninklijk besluit bepaald, niet vrijstel- ling van zegel- en andere landsregten. 82, 1 en 2 v. b. vallen weg en van art. 5 de 10 laatste
woorden.
83, 6 » Hierachter te voegen: De verificateur zendt,
binnen zes maanden na de opening van het
Grondboek, aan den Officier bij de Regtbank in het arrondissement, eencn staat van de inschrijvingen ten laste van voogden of daar- mede gelijkstaande personen, die nog niet doorgehaald, of vernieuwd zijn. Bij Koninklijk besluit wordt de wijze bepaald, waarop het O. M. voor de vernieuwing zorgt. 83, 13 i> Achter te voegen: De laatste zinsnede van
het vorig artikel is hiermede toepasselijk.
», 16 v. o. Te vervangen de woorden: waarvan — binnen
door: de eischen lot afscheiding en de inbe- slagnemingen moeten op de perceelen, waarop die zakelijke reglen rusten, binnen 84, 6 v. b. Daarachter te voegen: De stukken worden
vrijgesteld van zegel- en registratieregten.
v , 8 v. o. Daarachter te voegen: Deze akten en von-
nissen zijn mede vrij van zegel- en registratie- regten. De sectie en hel nommer van de woonplaats van den eigenaar en van den schuldeischer, worden, zoo de akte vóór de opening van het Grondboek werd verleden, ingevuld, ten gevolge van een ongezegeld ver- zoekschrift van belanghebbenden, houdende de opgave er van en ingeleverd ten kantore van het Grondboek. 85, 1 v. b. Te veranderen de woorden: die inwerking-
brenging, in: dien dag.
v , 14en15 v. o. Te veranderen de woorden : de drie maanden
in artikel 10 dezer overgangsbepalingen ge- noemd, in: het jaar der invoering. i/, Bij te voegen: art. \\i. De minderjarigen,
ten wier behoeve, door de bepaling van het
ingetrokken art. 182 £. W-, eene huwelijks- gemeenschap na den dood van den eerslover- ledenen der ouders, voortduurt, verkregen |
||||
|
14
|
||||||
|
blz. regel.
|
||||||
|
echter geen regt van mede eigendom aan de
onroerende zaken, welke sedert aan den langstlevenden der ouders zijn aangekomen, maar alleen eene regtsvordering om de waarde dier goederen in de gemeenschap te verant- woorden. 87, 19—15 v.o. Vallen weg de woorden: Fan de perceelen
— registers. 89, 4 v. b. Vallen weg de woorden: is geboekt in het
overschrijvingsregister en. ii, (i ii Te voegen achter het woord gehecht, het
woord : is.
ii , 8 en 9 n Vallen weg de woorden : geboekt in het in-
schrijvingsregister en. n , 12en 13 u Vallen weg de woorden: over ingewikkelde
aanvragen. ii, 3 v. o. Vallen weg de woorden: ingeschreven zijn
in hel over- of inschrijving sregister en.
90 De artikels 8 en 9 vallen weg en
91 worden de artikelen 10 en 11 daardoor het
8ste en 9de. 92, 5—1 v. o. Vallen weg en worden vervangen door: ge-
leverd zijn, om eene overboeking van eene of\'
meer perceelen in hel Grondboek te erlangen. Daorloe moeten die stukken, geschreven op formaatzegel van 25 of 50 cents principaal, eenen onbeschreven kant van ongeveer drie decimeters breedte hebben, en wel op de eerste • en verdere onevene zijden links, op de tweede en verdere evene zijden regts. Zij mogen
het dubbel der regels bevatten,, voor de nota- riële afschriften bepaald. De bewa\\rder stelt en onderleekent op de
breede strook de dagteekening, het deel en nommer van het dagregister en op het stuk zelf dat deel en n°. 93, 1—7 v. b. Vallen weg.
w , 10 v Vallen weg de woorden: in het inschrij-
vingsregisler — gezegd, en worden vervan- gen door ; die buiten de in het vorig artikel |
||||||
|
15
blz. regel.
bedoelde aan het kantoor worden ingeleverd
en op het dag register gebragt zijn. Achter dit artikel volgt: Zoodra een band gevuld is wordt hiervan aan den verificateur kennis gegeven, die zorgt dat binnen ée\'ne maand daarna de aanhech- ting wordt verzegeld. Dit geschiedt door twee gaten door de
strooken en onbeschreven kanten der stukken te drillen, een koord daar door te halen en dit te bevestigen met een daartoe verstrekt cachet, afgedrukt in zegellak. 94, 10 v. b. Hierachter te voegen: deze vermeldingen ge-
schieden met weinige woorden, nimmer meer
dan eenen regel beslaande, doch, zoo noodig, met achtervoeging van het n°. van het Me- moriaal, waar zij breeder zijn vermeld. n , 12 v. o. Hier vallen weg: van hel overschrijvings-
register b, van het inschrijvingsregister d, alsmede aangeteekend en. ii , 2 en 1 u vier wordt: twee, 1 palm wordt: 2 palm
en 15 wordt : 30. 95, 13 i\' Volgen twee artikelen waardoor de vernum-
mering weder sluit
Art. 11. Het Algemeen Register, dat ge-
houden wordt aan het kantons-kantoor, is ingerigt als het voorgaande. Het is een hulpregister voor den bewaarder, die er geene uittreksels van afgeeft. Art. 12. Hel Memoriaal is mei/e een hulp-
register, met een kolom voor het volgnommer; een tweede voor het deel en blad van het Grondboek, alwaar naar dit nommer wordt verwezen; een derde voor het deel en nommer van het Dat/register, indien de regter of be~ waarder breedvoeriger aanteekeningen wen- schen te doen dan in kolom 7 en 8 van het Dagregister kan geplaatst worden. De overige ruimte is voor die aanteekeningen. Ook van dit register worden geene uittrek-
sels uitgegeven. 99 7 i\' Achter ministerie in te vullen : bij het kan-
tongeregt.
|
||||||||
|
L
|
|||||||||||||
|
z
|
|||||||||||||
|
^f
|
|||||||||||||
|
•
|
|||||||||||||
|
16
blz. regel.
100, 8 v. b. Vervallen de woorden: en in het inschrij-
vingsregister. 102, 12 v Te veranderen: de Reytbank in het arron-
dissement, in: de Regier in het kanton. 107, 9—11 i/ Veranderen vier in: twee, 7500 in: 15000
en 38 in: 76.
ii , 15—13 v. o. Te veranderen als volgt: betreffende de over-
schrijvingen die plaats hadden in de oude registers van den dag der sluiting van de kadastrale leggers tot dien der opening van het Grondboek en welke in de veertien dagen van sluiting daarin moeten u , 7—4 i/ Vervallen.
114, 9 v. b. Te veranderen heb ik de dertig jaren voor-
gesteld, in : heb ik nu eene vernieuwing in
het eerste jaar en davrna eene vernieuwing om de vijfentwintig jaren voorgedragen. Het eerste om geene invulling te doen zonder medewerking van partijen. 115, 7 ii Achter domicilie voege men in: en. De
woorden en welke zakelijke regten — geves-
tigd enz., te vervangen door: Hel eerste jaar na de invoering zal men, evenals thans, certificaten van al o f niet belast zijn moeten ligten. Daarna zal men al de zakelijke regten die op het perceel gevestigd zijn en die tegen derden zouden kunnen aangevoerd worden, er op vermeld vinden. Modellen. Van deze vervallen die der over- en in-
schrij vi n gsreg isters en komen eenige kleine wijzigingen dientengevolge in de ove- rigen. |
|||||||||||||