-ocr page 1-
ELEMENTA
M U S I C A.
"•I*
-ocr page 2-
/*
ELEMENTA MUSICA
O F
NIEW LI GHT
Tot het welverftaan van
DE MUSIEG
''END E
B A SCO NT I N u O:
^Door Regelen, met Reden en bewys, gebouwd op een
Ware ontledinge 'der eerfte Beginfelen-.
Ha een voorafgaan'de wederlegging vail de dwalingen de^zes, tyds*
\.                      ;EA:A.R.NJ.V;E;NS.
De vinding en opkomft der K onft >
De Mufidc der Oudern
De Redenmaat der Klankenj
De ontdekking van een Wiskunftige Cirkel.
Waar in de Wet der Nature al de Tqonen verdeelt/ i
<•De Stelkonft j De Speeltuigen -
En de Groadlegging van de.Zangkunfl:.
DOOR                                 .- .,/■/
QUIRINUS van BLANKENBURG.
EERSTEDE EL,
IN 'sG R AV EN H A G E,
ByL AUUNS BERU.su, *««
U>.
^X
A:
,
iJi,
*$/
. .
- <s4, o /
-ocr page 3-
By den zelfden L BERKOSKE zyu ook ge(jfukt
en te bekomen, den Auteurs voorgaande Werken
Namentlyk:
't Clavicimbel en Orgelboek der Pfalmen,
waar in, dezelfde Nqten die de Gemeinte zingt
Tot vloeyende Maat-Zangen zya gemaakt.
in groot Quarto.
Wyders,een twede Druk die in 't kort ftaat uittekomen, van
La Double Harmonie d'une Mufique qui en fait deux
en tournant lc Papier, & prouve comment deux
font un & un font deux*
A l'occafion du Manage de S. A. S. Monfeigneur le Prince
d'Orange avec la Princeffe Royale d'Angleterie.
Augmentee de plufieurs
Fugues, Allemande, Courante, Sarabande,
Bouree, Gavotte, Menuets, Gigue,
& autres pieces de Clavecin,
* .•■.-»
-ocr page 4-
PRIVILEGIE.
De St at en van Hoiland en TVeft-VrieJland
Oen te wetcn: Alfo, oiis te kennen is gegeven by Qiiirinus van Blankenbtirg, Orgnnift
in de Nicuwe Kerk in 'sHage^ Dat hySuppliant, in overweginge hoe de Wyzender
Ffalmen die uyt over oude Gezangen van vecl Eeuwen beitonden , beide in StofFe,
en Maat, van den ityl der latere tyden zo verre afwefceii , dat het nodig was , de
felve door de kunfl te hulp te komen , om die met een regtmatigen fin van harmo-
nic tebekleden: Datzulks, hoe wcl zeer difficielj egter door den Suppliant met vecl
appiicatie was ondernomen , en daar van gemaakt een uitvoerlyk Clavicimbel. of
O'gelboek , »iet befchrevene Complete partyeti van Bas en Byfpel , zo , om de zelve feparatelyk te
fpeien , als om gefpeelt te werden (in de plaats van een Bafcontinuo, ten dienfte der gcene die daar
in onkundig zyn ) onder de Pfalmen door den Suppliant gecomponeert > om te fing^n met twe ftcm-
men in concert ; En op dat den Sang zonder tegenftand in de maat mogte vloeyen , 7.0 hadde hy Sup-
pliant , daar toe gcinventeert fig te bedieneti van een kleineverbetering in de Staattcfi derNoten(die'
niemand aan fag> en in de Pfalmboeken t'eenemaal indifferent waren) en eenReglcmentopdeMaatge-
fklt , om , door 't gebrnik van een ilinger , de lengte der Pfalmnoten tc bepalen , En op dat alfes
mogte grondig en ordentelyk gefchieden , zo hadde den Suppliant daar nevens befchreven deiiodfgeEle-
menta Mufica , zo tot onderwys van het voorfz. Spelenalsvan den waren Grond van't Singen, metby-
voegingevan demiddelcnhoeiemandde Pfalmen, zonder Meefter, by fig zelven leeren kan: welkeWer*
ken , tot elkanderenbehoorende, den Suppliant wenfle, tot opwekkingeeniligtingevan'tgemeen, door
denDruk publicq te maken , maar alzodeMufiek tot op een (lip na, zeer naeuw luifterde, endatbaat-
zugtige Mcnfchen menigmaal hun profyt zogten , in flegte , en vitieufe Nadrukfels te maken en te
verkopen , 20 kecrde hy Suppliant zig , met aller onderdanigft refpect tot ons, zeer ootmoediglyk
verzoekende, dat hetOnze goede geliefte zy, aan hem Suppliant op zyne boven genoemde Werken,
namentlyk zyn voorfz Clavicimbel, of Orgelboek ; zyne Pfalmen om te Singen , met twee» of drie
ftemmen.in concert ; zyn nieuwe vond van zonder de minfte verandering in de Noten, alleen door
een kleine verbeetering in de Staarten, den Sang in deMaatte doen vloeyen, en die door behulprart
een Slinger te bepaalen ; ende wyders zyne Elementa Mufica , tot onderwys van 't voorn: Spel> en
Specialyk tot Den waren grond van 't Singen , in Franfch en Duitfch , tot wederzyds genoegen be-
fchreven , gratieufelyk geliefden te verleenen Onze Privilegie voor den tyd van vyftien eerft komende
Jaren , om die alleen en met uitfluiting van alle andere te mogen doen Drucken » zonder dat imand
fal veimogcn de felve in 'fgeheel often deelen of met verandering van Tituls na te Drukken, of na
gcdrukt zynde binncn deze Landen te verkopen : Ende dat onder zodanigen poenaliteit als wy naar
Onze Souveraine IVSagt en Wysheid goediglyk daar op zoudengelieven teftellen : SOO IS 'Tdat vcy
de zaake ende het voorfz verzoek overgemerkt hebbendc , ende genegen wezende ter bede van den
Suppliant, uitonfe Regte Wetenfcbap Souveraine Magt endeAutoriteit den felvenSuppliant, Gecon-
-fenteert, Geaccordeert en Geoclroyeert hebbcii., Coiifenteercn » Accordeeren , Odtroyeren Hem
hy defen dat hy geduerende den tyd van vyftien eerft agter een volgende Jaaren , het voorfz Boek of
Werken, in dier voegen als fulks by den Supliant isverfogt, en bier voorenuitgedtukt ftaat, binnen
den voorfz onfen Lande'alleen fal mogen drucken , doen drucken, Uitgeven ende V7erkopen , ver-
biedende daar omme alien ende een ygelijken het l'elve Boek of Werken , in 't gelieel often deele te
Drukken , na te Drukken , te doen Na-drucken , te Verhandclen , of te Verkopen ofte elders Na-
gedn.kt binnen den felven onfen Lande te brengen , Uitgeven , ofte te Verhandelen en Verkopen*
cp Verbeurte van alle Naargedrukte , Ingebragte, Verhandelde ofte Verkogte Exemplaren, ende een
Boete van drie dtiifent Guldens daar en boven te verbeuren , te appliceeren een derde part voor den
Officier , die de Calange doen fal, en een derde part voor den Armen der plaatfe daar het Cafus voor-
vallcn fal, ende het reitcrende derde part voor den Suppliant, ende dit t'elkens zo meenigmaal als de
felve fnllen werden agtcrhaalt, alles in dien verflande dar wyden Suppliant met defen onfen Odtroye
alleen willen gratificeren tot verlioedinge van zyne fchade, door het Na-drukken van het voorfz Boek
of werken daar door in geenigendeelen vcrllaande den innehouden van dien te authoriferen, ofte ad-
voueren ende vecl min , het felve, onder Onzen protcxtie, cndebefchenningeeemgmeerderCrcdiet,
aanficn, cite reputatie te geven , ncmaar den Suppliant, in cas daar inne icts onbehoorlyks zoudein-
fill ccren
-ocr page 5-
P R I V I L E G I E.
flueeren alle het felve tot zynen lafte fal gehouden wezen te vcrantwoorden : totdien eindc Wei ex-
preflelyk begeerende, datby aldien hydefenonfeil O&roye voor het felveBoekof VVcrken , fal willen
ftellen, daarvan geene geabbrevieerde ofte gecontraheerde mentie fal mogcn makeu , neniaar gehouden
wezen , het felve OSroy in 'tgehcel en zonder eenige Omiffie , daar voor te Drucken of re doeti
Drucken 5 ende dat hy gehouden fal zyn Een Exemplaar van het voorfz Boek of Werken op groot
papier , Gehouden , en wel Geconditioneert, te brengen in de Bibliotheek van onfe Univerfireit tc
Leyden binnen den tyd van fes weeken na dat hy Suppliant het felve Boek ofWerken fal hebben be-
§innen uit te geven, opcen boetevan fes hondert guldens, na IZxpiratie der voorfz fes weeken by den
uppliant te verbeuren ten behoeve van de Nederduitfe Armen van de Plaats alwaar den Suppliant
woont en voorts op pcene van met der daat verfteeken te zyn van hetEffecl: van dezen Octroye: dat
oolc den Suppliant fchoon by het Ingaau van dit Octroy een Exemplaar geleverc hebbende aan de
voorfz onfe Bibliotheecq by zo verre hy geduurende den tyd van dit Oclroy het zelve Boek zoude wil-
len Herdrukken met eenige Obfervatien, Noten, Vermeerderingen, Verandering en Corre&ien of an-
ders hoe Genaamt of in een ander Formaat, gehouden fal zyn wederom een ander Exemplaar van het
felve Bock of Werken, Geconditioneert als vooren, te brengen in de voorfz Bibliotheek binnen den
zelven tyd en op de Boeten en Poenaliteit als voorfz Ende ten einde den Suppliant defen onfenCon-
fente ende Octroye moge genieten als na behooren , laften wy alle ende een ygelyk die 't aangaan
mag dat zy den Suppliant van denlnhoudenvandezen doen lateii, ende gedoogen, Ruftelyk, Vrede-
lvk ende volkomentlyk genieten ende gebruiken , Caflerende allebelet terContrarie. Gegeven in den
Hage onder onzen Grooten Zegele hier aan doen hangen > op den vyftienden November in't Jaaronfes
Heeren ende Zaligmakers feventien hondert een-en-dertig.
J. G. van BOETZELAAR. vt.
Ter Qrdonnantie van de Staten,
WILLEM BUYS.
Den Autheur heeftzig hy Contract verbonden dat van alle de Werken
Indebovcnftaande Privilegie gementioneerd, geene zullen mogenwerden
gcdrukt als alleen door L. BERKOSKE, of zyn ordre.
-ocr page 6-
BERIGT
A A N D E
KONSTBEMINNERS
DIE NOCH ONKUNDIG ZYN-
I. IS1I1I1I1I Is voor de Geleerde niet dat ik
lll^^Hl hierdeGrondenderKonft, die
||| T g$f ik door myne ftudien, van on-
IllllilliS der een donkere wolk daar die
mmmmmm me£ bedekt waren eerft heb op-
gegraven , en daar na met een aandacht van
60 jaren heb beproeft en befchaaft, maar het is
voor U Ed. leergierige die nog onkundig zyt
dat ik hier de vrugten van mynen arbeid open
leg.
II. 't Is wel aan d'een' zyde waar dat men
door een geftadige opmerking, gevoegd by een
oeffening van vele jaren een kunft zonder veel
( a )                       on-
-ocr page 7-
B E R I G T.
onderwyzinge, al zo wel als zyn moeders tale
kati magtig wordcn ; maar 't is ook aan d'an-
der' zyde bekend dat een klare opening van
goede gronden iemand in korte tyd kan d'oo-
gen openen.
III.  \ Is niet genoeg dat men.na lang leeren
niet verder als tot d'uitvoering van 't gefchre-
vene komt , men moet ook Wetenfchap heb-
ben : want, Door kennis van de ftoffe {peek
men met halve moeite beter als andere met veel
arbeid de Bas-Continuo; Door kennis leertmen
de hantftukken met meer gemak en men ont-
houdze; Door kennis zit men, als'tftukuitis,
niet als of de handen gebonden waren , maar
men fpeelt of preludeert verder iets uit eige ge-
dachten; Door kennis heeft men ook'tvermaak
van de ftoffe te doorgronden en het fyne daar
van te fmaken en in de kunft een voorfpoedlge
opgang te maken.
IV.  Als ik my nu voorftelde dat ik door Y
verbeteren en verligten van de middelen om tot
die kennis te geraken, by de Wereld eerendank
zou behalen zo zag ik terftond in 't vqrfchiet
voorbarige geeften verfchynen die my, eer
myn Boek nog half gcdrukt was , al begonnen
te beoorlogen, voorziende dat zy daar door in
-ocr page 8-
B E R I G T.
him gemeene {lender van ondervvyzen zouden
werden verhinderd.
V.  Hier tegen wil ik hen, dieprofefliedoen
van de Harmonie, als vriendenverzoekentwee
dingen te willen overwegen .-Eerftelyk, de ver-
baZende zelfftrydigheden, dubbelzinnigheden,
verkeerdheden, en daar nevens 't gebrek aan
noodige middelen zonder welke men zig niet
kan uitdrukken, die ik in 't begin van de
voorrede gemeld en in myn Boek uitvoerlyk
heb verklaart; en aan d'ander zyde, dat zy geen
luiden zyn die door verfcheide ftudien en talen
de bekwaamheid hebben om zo een zware ma-
terie als de Mufiec van zo veel Barbarifche ver-
warringcn te konnen verloffen : zonder te fpre-
ken van myn hooge jaren die hen beloven dat
ik hen niet lang zal in de weg zyn: weshalven
zy zig dan behooren aan de reden t'onderwcr-
pen.
VI.  Maaraan U Ed. die nog onkundig zyt
wil ik verzoeken, dat het U Ed. gelieve hen
tot ware en duidelyke onderregtingen te ver-
pligten 5 vermids U Ed. het regt hebt van te
mogen zeggen, ik verfta 't niet, gymoetklaar-
der fpreken.
VII.  Onze leering is zogemakkelyk dat vvy
(a 2)                          in
-ocr page 9-
B E R I G T.
in plaats van ons aan de Tieranny van 70 Tran-
fpofkien (bl. 126) overteg^n,dewaarheid
daar van op de grootte van een ducaat konnen
fchry ven 5 En , dat wy d'oploffinge van alle de
zwarigheden van dat groote werk van de diffo-
nantien wel konnen in een notefchelp fluiten.
Schep dan moed 6 Leergierige en laat U Ed.
door de Reden d'oogen openen.
VOOR-
-ocr page 10-
VOORREDE
Aan den Onpartydigen
L E Z E R-
gCSSOgE guide eew , die wy ten opzigte der wetenfchappen be-
^) D § leven waar in wy, ten deele door 't gewapend oog ten
$&&$&& deele door de Wiskunft en natuurkunde niet alleen tot in
de diepfte geheimeniffen der dingen hier beneden nemaar
zelfs tot de hoogfte aan den Hemel verder als ooit zyn doorge-
drongen , toont , hoe veel doorlugdge verftanden hunne onver-
moeiden arbeid daar aan hebben opgeoffert. Alleen de Mufiec 5
die Hemelfche-Kunft van harmonie, Na dat hare gronden, Natuur-
en Wiskundig, door de geleerde gelegd , opgehelderd, en in ver-
fcheide eeuwen bearbeid en verbeterd zyn, kit , ten opzigte van
d'onderwyzing tot gebruik der ftoffe nog en zucht onder 't jok
van zo veel duiftere en verwarde beginfelen dat , zo zy , door
de harmonie en de lange ervarenheid met haar zelven liolp , het
onmogelyk zoude zyn dezelve te leeren. Zo , deze uitfpraafc
iemand vremd voorkomt zal ik vragen of 't geoorlofd is de na-
men der dingen verkeerd , verdubbeld , dubbelzinnig en contra-
didoir
of in zig zelfsftrydig te maken ; en of men daarenboven
hen nog mag berooven van dat Regt dat de heele wereld in alls za-
ken geniet namentlyk d'allernoodigfte adjelliva of Bjivovrden waar
mede de natuur en dVigenfchappen der dingen , ziende op het ge--
brink, worden uitgedrukt ? Dat het alclus in de muliec gelegen is zal
in 't vervolg uitvoerlyk blyken. Staat ru t1 onderzoeken of men van
* 2                                          eei;
-ocr page 11-
VOORREDE.
een kunll, in fcodanig een gefteldlieid van fcaken wel regelen- kaa
geven.
2.  Hier van fchryft Rameau (§ ) Dat'er geenRegelen zyn, en dat de
gene die men ons tot nog toe heeft gegeven ons zodanig van ons
oogmerk verwyderen dat men'er nooit toe zoude konnen komen to
ons't gevoel der harmonie door de ooren daar toe niet geleide ; Dat 'er
niet een mufikant is die by zig zelven deze waarheid niet gevoelt;,
Dat het eenigfte raiddel om deze gevoeligheid magtig te worden is
het fpel van de Bas-Continuo op de Clavicymbel en den Orgel. En
verder NB- Dat men tot nog toe de beginfelen tot dit fpel niet heefc
uitgevonden. Voorts pag. 55.. Het blykt genoeg dat de bloote er-
varentheid de Muiicanten tot nu toe heeft beftiert ; en zulks voor
al ten opzigte van de diilbnantien. Wyders (pag. 93 fprekende van
Corelli) wel hoe! zal my iemand zeggen, dezen Cbmponift, wiens
harmonie zo fchoon* en zozuiveris, heeft niet geweten wat hy deed?
Gy maakt ons zonder twyfFel wat wys , want dat is niet te geloo-
ven: Neen, zegt hy, twyffel daar niet aan, want 't zyn deze cyf-
fers die ons-daar van verzekeren.: en, om u daar van te overtuigen,
't is uit de werken van Corelli dat wy die waarheid zullen halen.
3.  Hier op zeg ik halte, dit gaat te ver, want het met die zaak
heel anders is gelegen. Om den leerling hier van het wezentlyke te'
vertoonen ftaat te letten Eerftelyk , dat het tegen de natnur en de
reden ilryd dat een kunft die zo wel op zyn voeten flaat en zo uit-
ftekend naaw luiftert, in zig zelven niet en zou zyn Reden en Regel
hebben. Wil men weten waar indie zal beflaan; Men zal, totalle
fpel en zang of compofitie eerft verkiezen en vaMellen. Be groote
nveg
die men zal gaan; welke dan is zonder cylfers, want d'accoor-
den zyn daar in geregeld : als iemand die weet dan hoeft men hem
door cyffers niet te zeggen wat hy nemen zal: Maar als den Auteur
een ancfre weg inflaat, of door onverwagte grepen't gehoor van den
toehoorder wil verraffen dan moet den fpeeldsr wel door een cyffer
gewaarfchoud worden. Zo dit wierd waar genomen zou de Bas-Con-
tinuo in d'Amfterdamfche plaatdruk niet zo heel en al met cyfferS'
overdekt zyn : 't welk niet bewyft dat 'er geen Regelen zyn , maar
alleen dat ze den fpeelder niet en weet, en dat hem darom alles met
cyffers word gedifteert of voorgefchreven om die ( door de iimpele-
lezin-
{§) Nouveau SyfUme c'cMufiqueThi^rique, Paris 1726. dans la Preface pag. VI. VII.'
-ocr page 12-
v« u viiivuiKuguc uicciLci is ucKwaum om lemand de lias-Con tin no
Zo t'onderwyzen ; daar dan bykomc dat dikwyls de meefter al ?n
weinig als de leerhng bekwaam is ora erg-ens reden van te seven it
Jaatftaan om let zonder cyffer of de minfte fraye ftof uit eiiren U
dachten tefpelen. Een tweede zaak waar van wy ons zeer hebben5
beklagen , is: Dat grote meefters zig zelden of nooit op het onrle
den van gronden en 't opbouwen van regelen hebben geJefrt • in t7
gendeel zyn ze daar in zo nalatig geweeft dat ze de dwalineen u-aT
neer die door d'mftellingvan onbezonne weetnieten zyninWooen
in de plaats van die uit teroeyen, invoJgen en dat meer is no- J nil
Jiulpe bewyzen.
                                                                     rt v"u'bG
4.. 'tis nietgenoeg dat vele kloeke fcbryveren in 't verhandeleit
van de vinding , opkomft, Kedenmaat, Harmonie, Temperament
&c hebben uitgeblonken : Dit alles kan ons weinig heJpen > V o-I
brink is hier de boodfchap. De voornaamfte die ons daar 'toe een
klare en ware weg heeft aangewezen is Guido Arerinus , die de irf
letteren van Pans Gregorius zkfubjlantiva en zyn lyft van 6 namen
als adjefava, en daar nevens hunne eigenfchappen, beftaande in mol
en dur heeft voofgedragen, willende dat men door de verzettin* van
Ai Zangryjn 't beloop der klanken t'eJkens den hoofdtoon en de oe-
r.oden zoude kennen (*). In de plaats nu dat men dit heilzaam licL
naar den aangroei onzer hedensdaagfche klanken 00k zoude verde-
uitbreiden zo is 't zelve , na dat heL7oo maal verjaard was, ten tyde
van de niewe noot Si in Vrankryk zo fchandelyk misiiandeld als wv
in t vervolg zullen zien: Want zy hebben de letteren verworpenen
de namen bedorven Duitsland, darentegen gebruikt niet andersate
letteren en befpot dWdelykheid der namen , zonder aan der ze
ver nuttigheid de minfle plaats te gunnen ; darenboven onderfche -
denze geen mol oUur want die woorden betekenen by hen een ten
Voorts zo heeft den eerften niewefing die aldaar heeft een h srezkii
den zelven b ofiJgenoemt en ons akc daar door veranderd in\dhc
t welk zo veel ingang heeft gehad dat het by alle Auteuren nu zo
pa en valt itaat , dat men \ niet mag of kan veranderen. Wvders
Jiebbsn zy 00k contradiaien of in zig zelfftrydige uitdrukkingen dio
naS^dS^n.2^ de St0^e EiSenamcn' en Ad'eigsnfctop. meldeade By*
* 3>
-ocr page 13-
VOORREDE.
to verwerplyk zyn dat zy van de Franfchen wel m,ogen zwygen;
Maar in kalien , daar Guido zyn fakkel heeft aangefteken , is men
wyzer geweeft want daar is dat licht tot heden toe ongefchonden
bewaard. Wy hebben egter tot nog toe geen kondfchap dat eenig
Italiaanfch Auteur dat groote werk van Regelen tot de Compoiitieen
de Bas - Continuo te bouwen , heeft ondernomen 5 veel min in zyn
volheid vokrokken.
y. Rameau fchryft (*) dat een eenig man nietbekwaam is eenftof
die zulke diepe gronden heeft uit te vorfchen. Hy heeft over dat
zware werk drie boeken (maar op zyn Franfch zonder noemen van
letteren) met veel fchoone aanmerkingen over d'accoorden gefchre-
ven. Aan d'ander' zyde zien wy Matthefon, die in zyn Organiften-
proef over de Generaalbas deze zaak heel anders behandelt. Hy
noemt de gebruikers der namen Salbaders en Solmifatores ; en leit
hen te laft dat zy (T) uit de ftandplaats des halventoons Mi Fa bet
modus
onderfcheiden , 'twelk vanverre van de waarheid is; Waarop
hy dan die onfcliuldige Mi Fa van blad tot blad den oorlogaandoet,
overwint en daar over zegepraalt: Voortspleit hykragtig uit demo-
den der oude Grieken die tot d'onze geen betrekking hebben : hy
ftekzig ooktegen de transpolkie vandejcala (+)en vervat zyne lee-
ringein 4.8 proefftukken ,zeggende (§): Longum iter eft per prtecepta;
breve
£3? efficax per exempla. Lang is de iveg door geboden of Rege-
len
, kort en uitvoerlyk door voorbee/den. Daar ik op antwoord dat
voorbeelden een zaak wel ophelderen of verklaren maar niet bewy-
Zen. Exempla illuftrant Jed non probant.
6. Na zulke twee voorname Auteuren hoeven wy geen andere tot
tot bewys aan te halen , die zonder llyl of fiot een deel letterlyke
beginfelen, waarnemingen , en gemeene bekenteniffen Regelen noe-
men, dit1shier niet van nooden; alleenlyk zullen wy bier aanmerken
dat Matthejon zo wel als Rameau ons van weerkanten bevdligt dat'er
geen Regelen zyn. Vraagtiemanddoor watmiddel dan d'allergrootfte
meefters tot zo hogen crap van uitmuntendheid in de kunft zyn geklom-
men, die wete3 dat hier toe zyn twee dingen van nooden , Eerfte-
lyk een goed vernuft en doordnngende geeftgevoegd by een groote
neer-
(*) In de Voorrede van zyn Trachat vaa de Harmonic, Madz. 3.
(t) Per locationem Hamtomiy bladz. 200. §. CXLVI.
($) Bladz. 05. -
$} Op het Tytelblad.
-ocr page 14-
V O O R K E D E
neerftighdd; Ten anderen bet hooren van nitgekzen nrafiec + die
door Ictngheid van tyd iemand kan aankleven en als natnurlyk eige
worden. Door 't gebruik leeren wy onze moeders taal : Zo wy 'c
geluk hebben van geboren te zyn van ouders die welfprekende wa-.
Tea , zullen wy hen daar in navolgen. ; maar hoe flegc fpreekt hec
£emeene volk. flier uk mi te willen belhiitefl dat men omeen taal of
funH magtig te worden niet anders als voorbeelden van noaden heefc
zoii een groote dvvaling zyn: Want men kaneen niewe taal inkorte
tyd titoer goede gronden en regelmatig onderwys in mserder per-
feclie leeren als in lange jaren door 't gebruik ; De zaak is dat men
door onktind en gebrek van reden onbekwaam is van zig zelven te
oordeelen; En of fchoon de mufiec , boven alle wetenfcbappen, zo
gdedertierend is datze door de foarmonie h-aar zelven helps zo is die
hnlp by een o-nkundige zeer onvolmaakt om dat hy, doorvoorbeel-
den zonder goede reden onderwezen zynde, een meuigte van jaren
van no'Oiien heeft eer hy door een gedurig gebruik van goede Autem
ren, Cdoor de gewoonte die men zegt dat detweede natnur is) llyl-
valt word:- 'twelk een voordeel is daar alle niewelingen van zy nuu>
gefloten. Als men mi hier by voegt htt gebruik van flegfle muliec
en van een oudeftyl,zo kan men daar uit licht opmaken dat de zeld-
zaamheid van goede , en 't gebruik van vele laffe en llegte Aureu-
ren j zo als m myn jeugd hier veel in zwang gingen , geen vefheve
en volgeefHge ftof maar in tegendeel vele lomperyen moeften voorc-
brengen.
7. Hier op moet ik hiergedenken dat myn Vader, hebbendedoor
Liefhebbers , die in Italien hadden gereift , verftaan dat de muliec
aldaar tot een veel hooger trap van volmaaktheid was geklommen ,
door kooplieden al de befte en niewfte werken teVenetien heeft doea
opkoopen en met hare koopmanfcfiappen doen hervvaartsovervoeren :
Deze waren d^'enigfte die hem konden vermaken. En , wanneer ik
daar na in myn jeugd zou muliec leeren , zo mogt ik anders geen
boeken als deze gebruiken ; waar mede dan myn gedachten wierden
opgevolt ; 'fwelk van dien uitflag was dat ik geen andre lomperyen
mogt hooren : maar warom , dat wift ik niet, want Kegelen en Ke-
denen waren my onbekend.
8- Als ik nu daar na in't jaar 1680. op d'Academie zynde, onder
andre dingen 00k de wiskonft zoude leeren, zo begeerden myn Pro-
feiror, die in myn fpelen behagen vond, dat ik hem van de Bas-Con-
tiinio
1
-ocr page 15-
,1
VOORREDE-
dnuo eenige opening wilde geven : Maar a!s ik hem niet anders als
van voorbeelden, gewoonten , ftyl, harmonie, en van't uiterlyke,
tot uitvoering van 't gefchrevene , wift te fpreken zo zeide hy my
Nos Matbematici wy , als Wiskonftige nemen nook iets aan zonder
proef van Reden en bewys. De muiiec is een kunft die in Reden.
beftaat ; zo gy die niet en weet zo zoektze en wanhoopt niet vait
.die te vinden ; doorboort uw boeken met verftand, en de reden zal
u openbaar worden: want het is onmogelyk dat een zo uitmuntende
kunft die zo naaw luiftert niet inwendig op vafte gronden zoude
itaan, 'tWas op die zelfde tyd dat de Philofophie van Defcartes te
Leiden zo kragtig in de mode was dat, die zig daar aan niet overgaf
voor belagchelyk wierd gehouden: dus moft ik mede Ieeren aan alle
dingen eens te twyffelen om waarenonwaar van elkanderen tefchei-
den. My dan daar op nog verder aanmoedigende zeide hy,zoeknaar
een eerile waarheid die de proef kan uitflaan en ziet dan een tweede
en een derde daar uit af te leiden: als gy dan de flam van den boom
vind zullen de takken en vrugten wel volgen. Op dezen raad zocht
ik terftond naar eenige gewiffe gronden; wyders viel ik met grooten
yver aan ?t onderzoeken van de compolitie myner lofweerdige Ita-
liaanfche Auteuren , daar ik de twee Schalen, "dienende tot aanwy-
zinge van de tonen van 't hedensdaagfche tweederJei fpel uit maakte:
en in de gedaante van een A en Y voorftelde, zo als men die, met
derzelver befchryvinge, in XVIfte Hoofdlluk biz. Ji. kanzien. Dus
verre dan zynde gevorderd , vond ik my , by zekere gelegenheid
ten liuize van Mr. Schombag , Organift van de Hoofdkerk, die 00k
een liefhebber van de Wiskonft was : hy zei my zeer onverwagt,
Is dat evenwel niet jammer dat'er tot zc een fraaye kunft als de mu-
iiec is geen regelen zyn .? ik, daar door aangefteken ( niet denkende
dat ik ooit van die kunft myn beroep zoude maken) was niet fpaar-
zaam in hem de ftam van myn boom en twee of drie takken open te
leggen. Plier op heeft hy gebouwt , en zekere gronden befchreven
die men nu nog noemt de Regelen van Schombag.
9. Na dat ik dan tot Myne Regelen de grond had gelegt, heb ik
die tot meerder volkomenheid verder aan de werken van d'uitmun-
tendfte Auteuren getoetlt en befchaafd , zo dat zy nu y8 jaren de
proef hebben uitgeftaan. 'k Heb 00k zorg gedragen dat de voor-
noemde gronden niet in Meefters handen zouden vallen zo als myne
twee bovengemelde fchalen , die ik aan een Heer die na Farys gong
mee*
-ocr page 16-
ft:
V O O R R E D E
meegedfelt had, welke door hem aldaar aan een meefter vertoond
zynde , terflond zyn aangenomen en voor een Franfche unwinding
uitgegeven: Hier van heefc Campion een klein boekje gemaakt waar
van d'armoedige uitdrukkingen het tegendeel vertoonen • 20' als in
onze befchryvmg biz. 5:6 •/• 17 klaarlyk blykt, waar in men kan zien
hoQ men , pronkende met anders veeren , te kort fchiet in die wel
voor te dragen.
10. ( 1) De verkiezing van tonen , volgens de natuurlyke fchik-
king der klanken die hoog en laag kan gcnomen worden , is onze
eerfte fcba/a: uit deze , die wy van de ouden gee'rft hebben- be-
llaat ons eerfte fpel of modus, waar irTftaat aan te merken (2 ' Dat
'er dnederlei foort van geJuiden , naamlyk molle , dure' en mid-
matige in zyn begrepen ; waar van ons Guido de twee eerfte heefc
aangewezen. (3) Dat de verzetting der fchale maakt verkoze, ver-
worpe en toevallige tonen : (4.) Zo 00k Ciaflen of Perioden , elk
onder hun eigen hoofdtoon. (5 ) Dat wy maar twee accoorden heb-
ben, welke twee een zyn, waar van't eerfte is net ara«/We, ftaan-
op zyn eigen Bas, en het tweede, defzelfs Reprefentant offlmoo/l.
ftaande op een gefubftitueerde Bas, waar door 'tacoord onvolmaakt
is. (6) Dat wy bevindea dat het Principale accoord is een quint en
dat van de Juppoojl een 6. (7) Dat by later tyden de tonen door
kruiflenen mollen zynde vennenigvulgdigd,alle de klanken,toetfen,
fnaren en pypen door Letteren zyn genoemd , en de Naamfchale
daar aan toegepaft. (8) Dat de letter dood is , en de zangnaam vol
zin. (9) Dat die alles geen Kegelen zyn , maar alleen de ftoffe daar
menze uit maakt. ( 10) En dat de tweedejeha/e, die eindelykison
gekomen , ten opzigte van de verkiezing van tonen , een foort van
een Kegel kan genaamd worden.
11.  Maar , dat den eerften volflagen Kegel die wy hebben vaftge-
fteld is, Dat den Hoofdtoon het volmaakte accoord totkomt, en dat
men van daar, op of neergaande, op den Naburigen toon een6moet
nemen, Reden , Dat de quint daar op genomen zynde, hy een nie-
wen hoofdtoon zoude fchynen. Dat hier uit het verbod van twee
qumten fchynt gefproten te zyn. p'en eerften regel dan die wvheb
nen aangetekent is
                                                                    J n
Neemt een hooger of een lager als den Hoofdtoon een 6.                f
12.  Die's in 't Jaar 1680. myn eerfte begin geweeft, waar op ik
dan verder voortvarende , het overige heb ondernomeh ; 'c welk in
t eerft een wydluftig werk wasn't geenik daar na, befebaafd en be-
korc
-ocr page 17-
V O O R R E D K
kort zynde,aan d'ervarentheid heb opgedragen die my, hoewel men
zegt Exparientia fal/ax , niet heeft bedrogen , wyl ik my altyd
met die vrngt , dat men in korte tyd door reden kan de gronden
veritaan en geholpen zyn 5 daar van heb bedient.
13. Zynde myne jaren nu zeer hoog , vind ik my, in plaats van
te mogen rnften, aangedrongen om myn gering talent niet mee in 't,
graf te nemen maar ten nutte van'tgemeen aan de wereld opte offe-
ren. Hier in vind ik twee zwarigheden.
14.1K heb bevonden hoe moeyelyk het is oude gewoonten, al waren
die nog zo kwaad, tegen te gaan ; en aan d'ander zyde , hoe de
meefters, by de welke zy gebrnikt worden, dezelve verdedigen. Zo
heb ik gezien dat een Frans Meefler die heel wtl zong en 00k wat
krabbelde op de clavicimbel, ttgen zeker fleer, die de Bas-Con-
tinuo leerde, zei, men miileid u met uw letteren, gy moec metna-
men leeren, die vloeijen beter : dus plakte hy papiertjes met tit re
mi fa jol la
op de clavieren. De goeije man bedocht niet dat de
Zangnamen niet voltallig , en door zyne transpoiitien met quid pro
quo
niet te vervullen waren.
]?. Ik heb gelezen wat onderfcheid dat men al over honderden
van jaren heeft gemaakt tuiren meefters en meefters. Guido Arctium
fchryft dat'er tullen Muftci & Cantores een allergrootfte onderfcheid
is, wyl d'eerftgenoemde zyn die gene die de wetenfehap bezitten
en de muliec door de reden zelver maken , maar dat d'andere zyn
d'uitvoerders van 't gene haar is voorgefchreven. Andere Auteuren
die 't zelfde getuigen gaan nog verder, (*) zeggende, Een Mujicus
en een Cantor verfchelen zo veelalslicht en dmfternis; want d'eerft-
genoemde zyn de fchry vers en de tweede zyn maar leezers. Ilier
van is in Italien het fpreekwoord, wanneer daar een kloek zinger of
fpeelder word voorgefteld , dat men terftond vraagt kan hy fchry-
ven ? dat is te zeggen componeren.
\6. Dit onderfcheid word by veele niet gemaakt: De onkundige
wereld , die zig aan 't uiterlyk vegaapt , flrykt hier over een heel
ander vonnis : Want, zo haaft als ieraand eens fraai fpeelt zo is 't
daadlyk 'k heb daar zo een groot Meefter gehoort. Nego cotifequen-
tiam,
Die is ganfeh geen gevolg, wyl hy kan een blinde uitvoerder
zyn van een andermans werk ; en zo kan 't wezen dat hy in de bo-
vengenoemde dtufternnTe wandelt en niet bekwaam is eenige reden
van zaken te geven.
I?.'
(.*) Zie Matthczoos Org. probe, biz. 48 /' XCII,
-ocr page 18-
"
VOORREDE
if. Als ik nu tot gemak en dienft van de Ieerlingen uit goeder
deugd al wat ik (geholpen door Studien daar d'opgemelde mufican-
ten met van weten) tot het wei verftaan van die kunfl aangetekend
en federt meer als vyftig jaren heb ondervonden goed te zyn , aan dc
wereld (wyl ik haaft van hier meen te vertrekken) ml nalaten, wat
Zald'er gebeuren ? Zal ik, als iemand die misdaan heefc my moeten
bereiden tot den ooriog ? Zal den eenen zeggen dat boek zal niet
deugen , eer \ half gedrukt is, om dat by'er Efibemol in gebrand-
merkt heeft gezien? Jin den anderen, Men moet geen reden eifTen
want zo je raifonneert 20 benjemis;En den Derden, Of men 'tboek
goed of niet goed zal vinden dat dependeert van de meefters. enz.
18.   Vrienden dat gaat te verr'! ik appelleer. Tot wie ? Niet tot
de znlke,die ifc met ftilfwygen verby ga, maar tot alle onpartydige,
ja tot onkundige zelfs; waar voor ik dit boek met voordachtzo een-
voudig heb gefchreven als my„doenlyk was, in hope dat men my
zoude konnen lezen verftaan; is 't niet ind'eerfte lezing laat het in
de tweede of derde zyn: want de verfcheidenheid dcr floffen maakt
dat d'eene door d'andere moet geholpen worden.
19.   Zynde dan fpeciaal ons oogmerk de leerlingen te hu!p te ko-
men 20 zal't ons geoorlofd zyn zo wel d'allergeriiigfte beginfelen
als d'allerverhevenfte ftoffen aan te halen : Wane die met Ietterwys is
kan niet woordkundig zyn; Die de woorden niet wel weet kan geen
reden voeren; Die geen reden verftaat kan geen zaken verhandeJen,
veel min tot de geheimen der, konft indringen.
          i
- 20. Als wy dan zullen ondernemen ware gronden, nit de donkere
wolk daar onze kunft mee overdekt is, voor 't licht te brengen zo
willen wy , om in die waarheden te werden gehandhaaft , oris aan
niemand overgeven als alleen aan 't hoogfte Regt, 't welk alleen de
magt heefc om de dwalingen te vertreden. Dit Regt heeft niemand
als de Godlyke Reden daar alles voor moet buigen : Zy is een vonk
van dat Jieilig licht dat God den menfeh heeft ingefchapen.
21. Onder die banier is'tdat wy ons tot bet maken van eenealler-
noodzakelykfte Reforme of verbetering in de middelen ter onder-
•wyzinge begeven: Aannemende dat goed; verwerpende dat kwaad;
vervullende dat ontbreekt ; en beproevende 't geen bewezen moet
fcyn: Om deze kunft , die een Dochter van d'ailerfynfte wysgeerte
en wiskunft en de zwaarfte van alle ftudien is, zo veel doenlyk, op
gewifle gronden te ftellen : Want in den bloemhof van Apollo hebben
de diftelen en doornen zodanig de overhand dat het onmogelyk is'e
ware wezen der dingen op die voet voor te dragen , veel min Hege-
2                                          leu
-ocr page 19-
VOORREDE.
ten daar op te boirwen. Dit onkruid moet eerft aan een kant, Die
duifternis moet eerft weg , anders kan men de waarheid niet zien.
Daarenboveft alwaar 't dat men die zag zo zou men ons nog niet
gelooven ; want den eerften onnoofelen zou terflond tegen ons de pen
opvatten en met verfcheide Auteuren zyn Efimibemol', en de kruis
die mol hiet , en den halventooon die men ut re noemt, verdedigen ;
en zo zoude waarheid tegen zo veele getuigen niet konnen beflaan.
22.  Zo als ik dit fchryf verfchynt luer een Vifcher, die geen lief-
hebber is van Schol. 'tis d'Heer I. P. A. Fifcher, Organift en
Klokkenifl van de Domkerk t'Urregt, die in een niew boek van de
klokken en \ klokkefpel dat zo even uit komt, gewag maakt van
een oud verfchil dat 'er tuflen my en zekereMeelters is geweeft over
het noodig of onnoodig zyn van Cis en Dis in de balfen der klok-
ken; waar op hy zig, op *t midden van de vierde bladzyde aldus
verklaart: De ^ c en §§ d (zegt hy) is in't onderfte O&aaf zeer
noodig: ik kon defzelfs veelvuldig gebruik en groote noodzakelyk-
heid genoeg aantoonen, doch, als een al te bekende zaak aan de
Kunftkenders, is zulks onnodig: hoev/el daar over is proces gevoert
tulTen d'Heer Q. van Blankenburg en P. Hemony, waar van de be-
iliirers van die queftie de onnoodzakelyk en ongedienftigbeid van Cis
en Dis meinen kragtig bewezen te hebben: hoewel (zegt hy ver-
der) NB: dat daar toe nog een groot en ruim veld voor de Revifie
open is. Hier op zeg ik neen, want daar is prefcriptie, wyl de
zaak meer als 62. Jaren is geleden; zo dat ik uit dien hoofde myn
proces voor altoos zoude moeten kwyt zyn,zo de zaak door opper-
llen Regter niet heel anders was uitgewezen.
23.  't Was in 't Jaar 1676. dat d'Ed. Groot achtbare Heeren der
Stad Gouda my d'Eer deden van my tot de verkiezing van niewe
klokken by den vermaarden klokkegieter Mr. P. Hemony t' Amfter-
dam te gebruiken: ik ordonneerde Cis en Bis in den Bas, hoewel
die nergens in Holland zyn. Haar Ed. Groot Achtbare namenze
aan: Maar, als den Organift en Klokkenift van Delft D. Schol tot
opnemer van \ werk was geroepen vraagde hy of haar Edele Groot
Achtbare die twee klokken gekoft hadden ? Zo ja , dat men die
liever met verlies zoude weergeven als behouden. Dit maakte veel
opfchudding: ik verdedigde my met* een klein boekje van een vel
papier, \ gcen Mr. Schol beantwoorde; befluitende zyn Traclaat
met een fraai Vers, luidende als volgt:
u
-ocr page 20-
WTmr-^"*-" - -.-
VOORREDE.
Z)« Cw f« Z)/.r <//> 2;ys ter Gez/iu,
i> Atf «»tf een volmaakt gebouw?
Quirinus geeft het woord van Ja,
Kan 't bier vcor ons dan met bejla ?
*         *           *           *
Hy raad de St ad en kid-haar om
Tot let dot meeften tyd blyft .flom
:
jfa ieder flag hjl een pond gnat,
Zy hangen daar ah kvend-dood, enz.
Voorwaar een defcig Poeet, maar nog grooter Organift: want het
heugt my dat, toen 't eerfte werk van Corelli uitkwam, hy op een
vol Confert het Boek nam, zeggende, datik wift dat dit het eenig-
fle exemplaar was ik lei 't zo aanftonds op 't vuur. 't Was in die
tyd dat al de Clavicimbelen nog een kort clavier hadden; daar men
nu in tegendeel moeite zoude hebben om 'er een te vinden, wyl
zy nu alle worden lang gemaakt. Zo veranderen de tyden.
24. Zo is 't 00k gegaan met de Mtifiec der oude Grieken van over
twee of 3000. Jaar, die by foute van een ^< geen Cadens, en by
foute van een b hun laatfte Modus Jaftius niet konden maken :
En zo is 't 00k met die der Latynen geweeft, die, van de tyd af
dat het Gregoriaanfch gezang door den Paus van die naam, anno
691. is ingevoerd , nog 4.C0. jaren zonder ^ of \,> is gebleven,
tot dat anno 1024.. eenen Guido Aretinus is opgeflaan, die den eer-
ften tuffencoon op B heeft ingevoert: Van welke deugdzame inflel-
linge de £, ter naawer nood in 't voornoemde Gregoriaanfch heeft
mogen invloeijen, maar de :££, hoe nut, hoe noodig,is nog heden
ten dage daar in onbekend s maar men zingtz1 uit de Natuur.
2j. Van dit foort van Mufiec zyn 00k velevan onze Pfahnen,die
zodanig buiten regel zyn dat die door een goede bekleedinge van
partyen naawlyks tot den hedensdaagfchen ftyl zyn over te brengen;
want het is groote kunft van kwade ftof goed werk te maken. Hier
door komt het dat 'er verfcheide Pfalmboeken met zeer flegte bafTen
zyn in 't licht gekomen.
26. Dit heeft oorzaak ^egeven dat een van de hoogfte Heeren van
dezen Staat my heeft verzocht de ifo. Pfalmen met behoorlyk By-
fpel, ten dienft van 't gemeen te maken : Hier in neb ik} na myn
gering vermogen, my bevlytigt; en, vermits de lengten der No ten
tot de Poezy onbekwaam waren ('t welk d'oorzaak is dat men die
even lang zingt) zo heb ik dezelve, zonder iets anders als de ilaar-
** 3                               ten
-ocr page 21-
■—■»•»------------
VOORREEDE.
ten daar aan te veranderen, tot vloeijende Maatzangen hervormd.
Daar men de Kinderen de Maat mee leeren kan, en door de aange-
name trant een luft tot den Pfalm-zang inboezemen. 'K heb nog
raeer gedaan: 'k heb tot die Pfalmen zingende Batten gemaakt, op
dat die, met twee ftemmen, gevoegd by 't Spel van myn Clavicym-
bel en Orgelboek ('t geen ik in 't Jaar 1732 heb doen driuken) tot
een voile Muiiec mogte dienen: maar de tuffenkomft van zaken heeft
dit anders geichikt.
27.  Slegte Basmakers zeggen Dat myn Pfalmboek vol fouten is:
Zy hebben gelyk : want den haaft: van den Drukker en de belofte
van een der Plaatfnyders, die aannam al de fouten die ik op \ eerfte
afdrukfel zoude aanwyzen zo wel te verbeteren dat'er geen tweede
proef zou van nooden zyn, 't welk hy niet heeft nagekomen, zyn daar
d'oorzaak van. Deze beiehuldiging is onnut, want daar zal geen een
boek verkoft worden 't en zy door my volkomen van druivfouten ge-
iuiverd. Maar als ik van myn zyde die itryers zal ancwoorden Dat
hunne baffen by uitnemendheid goed zyn om de leerlingen daar in
de fouten van hun maakfel aan te wyzen , dat 's een andYe zaak.
Daarenboven , op 't zeggen dat myn gemelde boek met voile par-
tyen te zwaar is, dient eerftelyk, dat het niet veel lichter kan zyn;
en aan d'ander' zyde dat enkele Balfen , al zynze goed , door een
Leerling niet zo wel met partyen kunnen bekleed worden als door
my. Dit tot narigting van de nyd die byt.
28.   Ik heb nog meer artykelen , die 'k alleen met een woord zal
aanraken. Den 1 eensn zeit uw boek is al te grooc ! Dat is waar;
Slaat het eerfte deel over; maar leg dan de wapenen af en gelooft de
waarheid. Den 2. ziet , Twiftredenen over de beginfelen te lezen is
verdrietig: Dat is waar- maar zy openen de oogen tot het verjtaan
van allerlei boeken : darenboven heb ik tot vermaak verfcbeide aau-
gename lloffen daar onder gemengt. De 3. zeit , Gy Ichryft het
geen wy weten: Dat is waar, maar dat moct zo zyn voorde Leer-
lingen. De 4. wederom ; Gy herhaalt in 't rweede deel de ftoiFen
die in 't eerfte reeds befchreven zyn : Dat is waar ; maar men kau
geen keten van zaken maken als men eenige fchakels daar uitlaat.
De ?. zeit , Uw boek zal goed zyn als je dood bent : Dat is waar;
want dan zal de tyd uit zyn van Efopus , toen de beeften fpraken.
29 Laat ons dan met de Engelen eindigen , die in Harmonic zon-
gen Eere zy GOD in de hoogite en Vrede op der Aarde!
R E-
-ocr page 22-
REGISTER
D E R
HOOFDSTUKKEN
.VAN 'T
EERSTEDEEL.
I. \/An d'Elementen ten opzigte der Wetenfchappen. biz. r:
II. V Van de Proportie of Redenmaat der klanken ; zo verre
als een Leerling die van nooden heefc om 'er een denkbecid
van te maaken. bl. 2.
III.  Van de Mufiec, en hoe die beftaat uit klanken en tydverdee-
lingen, die door Noten en Maat-SIaan worden geregeld: en
wyders van de Trommel, biz. 5".
IV.  Van de naam Bas-Continuo , wanneer gevonden 3 en v/aar
toe dienftig. biz. 6.
V. Van des zelfs fpel, en waar 'c in beftaat. bl. 7.
VI.   Van de Namen der Klanken by d'Oude Grieken; en hoe die
van de Romeinen in Letteren zyn veranderd. biz. 8? iot
VII.  Van de 7. Letteren; derzelver fchikking en byvoegfelenvan
KruifTen Mollen. biz. n.
VIII.  Van de linien en fleutels, en derzelver verwerpelyke veran-
deringen; voor al onverdraaglyk op 't Clavier : door ons
weggenomen door middel van de linien van de Viool en Bas
tot de t'zamenhang der Klanken zo by een te voegen , dat
die altyd blyven. biz. 73, 15.
IX. Van dlnftelling der Bynamen ut re mifafol Ia;blz. 17. En
van Guidoos Clavier met den eerflen Tuifentoon (7 ; Daar
de voorfchreve Naamfcbak op drie plaatfen aan is toege-
paft, welke men Gamma noemt. biz. 20.
X. Van de $$;, en van 't misbruik van de I en \$ biz. 21. Der-
zelver toepaffinge op 't Clavier, biz. 2?.
XI. Van dezevendenaamiS^diede&rtf/tfvoltalligmaakt. biz. 2$;
X1J. Van de Franfche Gamme double, of de toepafling der voorlz
Namen op twee plaatfen. biz. 28. Befnoeid. biz. 20. Ver-
dubbeld; in zig ftrydig; en tegen deNatuur verkeerd inge-
bruik gebragt. biz. 30, 31, 33- "                                  vm
-ocr page 23-
.
REGISTER DER HOOFDSTUKKEN.
XIII.  Van deZang-namen, betrekkelyk totZang enSpel. biz. 34:
Van de Schale. biz. 36. Dwaling by foute van die. biz. 37.
Van de Duitfchen veracht; Van d'ltalianen gehandhaafd.
biz. 39.
XIV.  Van de Hoogduytfche benamingen tot Zang en Spel, door
letteren. biz. 40. Compleet in KruilTen enMollen. biz. 42.
Verkeerd gebruikt. biz. 44. Hun Contradiftie en dwaling in
eenCirkel aangewezen. biz, jo. Een Vers op dezelve. biz. 61.
XV. De verbetering der Namen, biz. 46. Derzelver vervulling.
biz. 48.
XVI. Van tweederley Spel of Modus, biz. 49. De twee Schalen
met hun Namen afgebeeld. biz. $1. In Vrankryk overgebrogt,
biz.??. Aldaar geeigend en gebrekkelyk voorgedragen. biz.
56. Van de agt Kerktoonen. biz. 58.
XVII. Nader bericht over tweederley Spel, en het Chromatyc. biz.
61.   De verwarde Moden van d'Heer MatthefonineenPlaat.
62.   Van een derde Spel. biz. 6$.
XVIII. Transporteur, op een Cirkel van al de bedenkelyke Klanken
der ganfche Muiiec , waar op de Natuurlyke Scala van 7.
Namen rond gaat. biz. 66. Franfche misllagen in 't benoe-
men. biz. 72. Door de Duitfchen befpot., Door den Cirkel
beflegt. biz. 73.
XIX. Franfche uitdrukkingen op de Tranfpofitie; De Moden , en
de Toon. biz. 74. Door Mr. Rameau zeer net op Noten af-
gebeeld. biz. 78. Maar niet wel benoemd. biz. 76, 80.
XX. Van Tropus en Modus by d'Ouden. biz. 81. Hun Sca/axm
toonen. biz. 82. Hun 12. Moden op 6. letteren. biz. 83.
Maar op dezevende letter misgevallen. biz. 84- Door d'Heer
Matthefon kragtig voorgedragen oni daar uit te leeren. biz.
86. De dwaling der Ouden vertoond in een Vers. biz. 87.
XXI.  Van den Halventoon. 89. En dat'er tweezyn, waar van den
hoogften heerfcht en den anderen, Mi Fa zig fchikt naaralle
voorvallen. 90. Dat deze,die dezwakfteis, door Matchefon
word beoorlogd en. verwonnen. Hy wil dat alles gefchtede
door exempelen. D'ongerymdheid daar van getoond. 91,92.
XXII.  Transporteur op 5t Clavier, met een Plaat, verioonde de
vohnaakte , onvolmaakte, en buitenfpoorige verkiezing van
toonen. Vergeleken by 't Paradys, en de Landen daar buy-
ten , rot aan de Noord- en Zuyd-Pool. 96. Buitenfporig-
heden. 97,101. Een glas vergeleken by de Transpoiuie. 98.
De
-ocr page 24-
REGISTER DER HOOFDSTUKKEN.
De kwade uitlegging wederleid.
Het voorfchrift der Natuur, tot de verkiezing van Tonen.1
103. Beveftigt door de Trompet-Maryn die wy vertoonen.
90. Dwaling van Mattliefon in \ befpotten van Pythago-
ras, wederlegd. 104,. Van 'tGeluid^'Echo, de zweving van
een klok in 't luyen ; de vereeniging van al wat ftrydig is,
in een Orgel. 10?. 90.
XXIII.   De Stelkiinft , opengelegd door 't hedendaagfch Tempera-
ment met quinten , beproefd aan reine groote terflen. 108.
Van de Wolf. in. 't Bewys dat de zweving van de quint
is het veertigfte deel van een toon. 112. Het gefneede Cla-
vier, 113. 'T wegnemen van de Wolf door d'Heer Neidt-
liarts nieuw Temperament waar in alle de klanken van't Cla-
vier elk hun aandeel in die valsheid dragen. 114., 108.
XXIV.   De Wet der Natuur , in een Cirkel van groote terflen die
alle de klanken verdeelt, daar te gelyk de quinten een aan-
gename zweving door bekomen zonder die in't byzonderte
ftellen: 117.
XXV. De ware Grond van 't zingen. 125". Eenvoudig voorgefteld.
129, 130, 131. Word aan de Leerlingen met verkeerde na-
men 3 r en door 70 en meer veranderingen van lleutels die
zy niet en kennen, onderwezen. 126. D'eerfle grond door
d'oeffening van Intervallen. 131.
XXVI.  Van de Speekuigen. 134.. De niewgevonde Harp met aller-
lei kruiffen en mollen. De Cymbel en de berugte Pantaleon.
I351. De Staven , en hoe zy dienen tot het flellen der klok-
ken. 136. 'tMiddel ora die te befpelen : En 't gewigt en de
maat van de laatftgenoemde. i 39.
XXVII.  Van de Clavicymbel; over 100 jaarennog defeft. 14.2. Zelfs
die van Ruckers met twee clavieren. 144. Dat dezelve zyn
bekwaam om door byvoeging van een Regifter , meer als
een dozyn voorname veranderingen van geloid, gelyk d'or-
gelen , voort te brengen. 14.5". Van 't Clavicord. 14-6. De
Luit en de Theorbe. 14.7.
XXVIII. Van den Orgel} daar men 't geluid van de Trompet, Ba-
zuin, Jagthoorns , Cornet, Hobois, Ballon, Dwarsfluit,
Flute-douce, Flajolet, en zelfs der menfchen ftemmen mee
kan voortbrengen , Behalven al de mengelingen die nog daar
en boven daar in woirden gevonden, die men elknaar haren
-ocr page 25-
REGISTER DER HOOFDSTUKKEN.
aart rnoet kunnen doen hooren. Darom dient een Organ ill
den ftyl van alle Speeltuigen en vaa de Zangmufiec te we-
ten: want net is als een Opera die wei te gebruiken 14.8
REGISTER
DER
HOOFDSTUKKEN
VAN T
TIVEEBEDEEL.
Waar in de Gronden eenvondig, en de Regelen
op dezelve worden Voorgedragen.
I. T 7 An de 7 klanken der Ouden , die men Seal a diatonica
V noemt. 157. Daar letteren en Names aan zyn toege-
paft. 158.
II.  Van de Letteren, kruiflen en molJen. ijo. Met alle de daar
toe dienende letternamen. 160.
III.  Van de Bynamen. En van drie foorten van geluiden. 161.
IV.  Van de Transpoikie. 162. Van't Modus, DePerioden, 'c
Jdjedif en Subjlantif. 163. Met een Transporter voor de
7 namen, in een cirkel, verbeeldende 't clavier. 164.
V.  Van de Specien of Intervallen : goed en kwaad , groot en
klein, en hoe te kennen. 166.
VI.  Van d^Accoorden; waar in zy beilaan, en hoe t'onderfchei-
den. 170. Dat van een 4. de bovenfte , en van een 5 d'on-
derfle is hoofdtoon. 171.
                                                   I
VII. Vergelyking van de twee moden (authenti & plagali) der
Ouden met onze twee moden , in twee colommen tegen el-
kander geiteld. 172. Dat de clavicimbelen als Terfflometers
zyn. 174..._
yill. Van de Regelen in algemeen. 175.
IX. De
-ocr page 26-
1
REGISTER DER HOOFDSTIJKKEN.
IX. De verkiezing van tonen door de Sea/a. i?6. D-n Hoofd
toon werd t'elkens bekend door den Introdu&ear, ;& 0f h"
X ?oorddhne||°if7rn 0nveranderlyk akrd het volmaakte ac-
' Xl Yan ^Xb^ik rer A€coorden op cjen Bas , en , van seen
twee Odtaven of twee Quinten te maken. 170
               **
XII. Van deu Introdu&eur, en verfcheide regelen 181
XIII.  Twee manieren van emdigen, by oits genaamd Detente ft?
Cadence, Denlngang end'Inval: waar van d'eerfte word Ve?
toont op de plaat lint a 5, en de tweed e J. 4- 7, g. bv hf7 .0!"
XIV.  Van tweederlei Spel En de twee Schalen uf^lle Lone 00
noten, met daccoorden, itf. Wcttea die aanbeidegemee
zyn. 187. Envoor'ttweedeSpelin^byzonder. En va
Re utfa la met voorbeelden 1111 Corelli 189
XV- Van deSprongen. 190. 't Welk zyn naflagen van accoorden
XVI. Van'tgebroken ,PI 2o genaamd, omdat men St"
der brengen tot \ geheel; >t welk dan meefl fprongen war-
den 't Beftaat in Eerjlelingen en Byloopers. 103 S Vdke
Jaatite men meet toegeven.
XVII. Van de Diflbnantien. 193. By vele een zware zaak, maar
hier kort en klaar open gelegd. jpj.
                            ' aar
XVIII. Van >t Chromatyc. io<5. »t Welk is een Genus.nHxtmn Dat
geenszins een gecouleurde toets alleen , maar wel vele te za-
men een Gems cbromatkvtn maken. Zie de>^ 0p de p w
nL^det'^ef erDardeeenTe,n00t " ™ Van Mffi!
XIX, Van 't Gehoor en dat het zelve 't eezio-t te hnvc, •*■„',. , o
Verfcheide middeien om t « bebf»ef ™
          ^^ ^
a.ndTeMaat,berchreyenbk.,33. Dat die in de woorden
'■- 8&S5&T* yW"b"U ™~de,e»gte
***
RE-
-ocr page 27-
REGISTER
D E R
L A T E N,
Naar de Letters zal zig de Binder reguleren.
i. De Letteren op linien met de drie Sleutels. biz. 14..
2.  't Clavier van Guido d*A°. 1024,. En zyn driederlei toe-
paffing van Zangnamen. 20.
3.  Tweederlei toepaffing van de Franfche Auteuren,genaamd
Gamme Double: te verre uitgebreid. 28.
4.. Derzelver yerkeerde en verwarde benamingen. 31.
j. D'eerffce vinding der twee Moden, vertoond in een IY„
6.  Hoogduitfche Cirkel van de Moden. $9.
7.  De verwarde Sclialen van Mattliefon. 6,2.,
8.  Zyne drie wonderlyke voorbeelden opNoten. 63J
p. De twee ware Schalen,met byvoeging van een derdeMen-
gelfpel genaamt Chromatyc. 65.
10. Transporter generaal op al de Klanken van de ganfche
Mufiec. <58»
K. 11:
-ocr page 28-
REGISTER DER PLATEN.
K. ii- ^are Transpoiitien die te verre gaan. 74..
L. 12. Vertooning van der Ouden Authenti & Plagali modi; De
gcdienftigheid van Mi Fa in alie voorvallen; Aanmerking
op de Trompec en Trompette Marine; en de Harmonic
der flrydige geluiden in den Orgel. 90.
M. 13. Transporter op 't Clavier. 94..
N. 14.. De ftelkunfl:, ofhet Temperament der Klanken; den toon
in een flel-hamer. Het niew Temperament van Neidhardt.
108.
P. if. Tgefnede Clavier en 't Archicymbahim. 113.
O. 16. De niewgevondcn Cirkel aller klanken, vertoonende hoe
de Wet der Nature dezelve verdeelt. 119.
Q. 17. D'Onnutte overdaad in Jo. Tranfpofitien met allerlei
veranderingen van lleutels, om daar mee te leeren zin-
gen. 126.
Rr.R?. 18a ip- Een voorgeflelde Fuga. i?o. Uitgewerkt Aa. 1725".
tegen malkanderen tuflfen biz. ijo. en i$i.
A A. 20. Afbeelding van de diftantien der Klanken en 't bereik der
ftemmen op 't Clavier, t^p.
BB. 21. Transporteur op de XII. coetfen defzelfs. 164..
CC. 22. Vertooning van d'Intervallen en d'Accoorden. $66.
DD. 23. De twee Moden in twee Coiommen met de cjffers tot
d'Accoorden. 172.
»»* 3                                 • 24;
-ocr page 29-
REGISTER DER PLATEN.
• 24. 't Gehruik der Accoorden en 'c mydeii van 3. O&aveu en
2. Quinten. 179.
DD*. 25. De twee Finalen of middelen om &e eindigen. 183.
EE. 26, 27. De twee Schalen op Noten met d*Accoorden tegen
FF.
          malkanderen tuflen 186, en 187. Vertoonende 't Spel
van de groote ea van de kleine Ters.
Gg. 28. Defcente mineure, & Cadence Coup6e. 180;
HH. 20. De Diflbnantien, hoe die worden verkregen en afgeloft.
I I. 30. Van 't gebroken, en van de Maat. ipp.
. .' ! 0 ..;.'. ..
■, '::% ■
l ' ■ :.::.. j /.-J i-i
,.*2                                                    r ' ' <'
*                                                       t
IN
-ocr page 30-
Pag. i
I N L E I D I N G
TOT
D'ELEMENTA MUSICA
O F
WARE GRONDEN
VAN DE MUSIEC
L HOOFDSTUK.
VAN D'ELEMENTEN.
At d'Elementen eigentlyk de HoofdflofFen zyn daar \
Heel-al uit beftaat; Daar groote boeken van zouden
te fchryven zyri als men de natuur zoude wilien on-
derzoeken en Zig cot het verhandeJen van d'eerile
-------------7 oorzaken den dingen inlaten , is een ieder bekend:
Nogtans word dit woord, daar allesinisbegrepen, by vele inzoeen
ruiraenzingenomendat men zig daar van bedient om de gronden van
een afgezondert lid uit de menigte der wetenfehappen daar mede te
betekenen: En, zo als \vy zien datEudides, inzyn verzameling van
debeginfelender meetkonft, bellaande in linien, figurenendecevol-
gen van die, ons pok daar in heeft voorgegaan, zo durvenwv hem
volgen en de gronden van onze kunft, ten opzigte van des zelfs
groote uitgeftrektheid, waar van d'onwrikbare beginfeJen in de na
tuur leggen, wel mede met den Tytel van Elementen verheerlvken •
te meer , om dat zy verre boven de meetkuntt gaat, en ziz tot m
het onzigtbare en het fynfte van de Philofophie uitftrekt.
2. Dus gebrmken wy die naam om daar mee te kennen te eeven
dat ons voornemen is om de kunft uit haar Elementen op te haJen en'
zo veel in ons is , op een vaften voet te ftellen , om daar aan een
Nieuw Licht te geven ; op dat de gene die in deze eeuw door een
A                                       dui-
-ocr page 31-
f                      Inleiding tot ware Gronden
duiftere wolk moeten dringen om den troon van Apollo te naderen5
door den naaften weg daar toe mogen geraken.
3. Wy willen dan zien onzekunft ukdegrondop tehalen, omden
aangroei en voortgang daar van te overwegen, en te toonen hoe die aan
d'een' zy opgeheldert, en aan d'ander' zy misbandek is; om daar na het
goed van \ kwaad te fcheiden en'tLicht op den kandelaar te ftellen,
II. HOOFDSTUK.
Van de Proportie of Redenmaat der Geluiden.
jRoportie is een welverdeelde gefchiktheid der dingen die
-tot malkander in een regelmatig opzigt ftaan , 'twelkmen
Reden noemt.
2.  De Schikking der geluiden gefchied door het redenmatig verdee-
len van een fnaar, 't zy door metinge of door getallen.
3.  Het verdeefen van een fnaar in regelmatige tonenword byd'au-
teuren onderwezen op een expres daar toe gemaakt werktuig met
eene fnaar, \ geen men Monochordon noemt: Maar vermksde leerlin-
gen dat niet gereed hebben konnen zy die proeve nemen op een Cla-
vacimb-el, en met eenen dat voordeel genieten dat zy ieder punt van
verdeeling konnen vergelyken met de daar toe opzigt hebbende toets
cp 't Clavier.
4.. Dit doende zal by twee dingen gewaarworden: eerftelyk ofhy
de voorgenomen letter in zyn meting getroffen heeft; en ten ande-
ren, dat 'er een gering onderfcheid is tuffen't afgemeeten gedeeke en
de fnaar daar 't zelve tegens word gehoort : Want d'afmetinge ver-
deelt de geluiden in d'allervolmaakfte fzamenklanken , die ik onder-
itel dat in den beginne zo gebruykt zyn; maar in later tyden, wan-
meer de klankeri in menigtezyn aangegroeid, heeft men die volmaakt-
heid daar op niet verder konnen ukbreiden: 't welk d'oorzaak is dat
men, in later miiliec, van ieder klank een klein weinigje van dievol-
maaktheid heeft moeten laten vallen om tot die ukbreiding bekwaam
te werden. Deze vermindering word genoemt het Temperament:
*t geen wy in ons tra&aat van de ftelkunft zullen onderwyzen.
5. Om dan met de paffer op een fnaar alle de klanken aan te wy-
%en, en te doen zien op't hoeveelfte gedeeke ieder van dezelve iste
\Juadenj zo verkieft daar toe uVlangfte fnaar op de Clavicimbel, die
wy
-ocr page 32-
Van cfe Mtifiec en de Bas-Continuo.               3
wy C noemen ,' eii teke'nt hem met N\ i. Zo de daar aevens leg-
gende fnaar met den vorigen een zelfde geluid iieeft (2,0 als men die
vind , wanneer de fnaren op dat iuftrument met paren leggen) zo
worden die twee een Unifoon genoemt: want die twee maken geen
interval of openftand, maar zyn met hun beide Een.
6.  Deelt dan de voornoemde fnaar C. in tien gelyke deelen, en zet
op net eerfte tiende part een Vioolkam, of liever een houtje daar de
fnaar tuflen word geklemt , ora dat afgezonderd tiende deel te doen
zwygen, en hoort dan d'overige 9 deelen tegen 10, 'twelk is de ge-
heele fnaar (of zyn unifoon) zo zult gy 'tgeiuid hebben van D op
de Clavicimbel : tekent die plaats met een 2, en noemt die D tegen
C een Seconde. Deelt dan die fnaar in vyven s verzet de kam op 't
eerfte vyfdc part en hoort de 4. overige deelen tegen deheele fnaar J
( dat is 4. tegen J ) zo zult gy \ geluid hooren van E , getekend No.
3, die men tertia of de derde noemt , te weten E tegen C. Deelt
dan de fnaar in vieren, fepareert daar met de kam een vierdepartvan,
en hoort dan de 3 overige deelen tegen de heelen fnaar 4., zoo hebtgy
F, dat is N'-4. genaamd een quart te weten F tegen C. Deelt dan de
fnaar in drie gelyke deelen , verzet de kam en hoort dan 2 tegen 3
20 hebt gy G getekend N;. <j, die men noemt een Quint, of G te-
gen C. Deelt de fnaar daar 11a in vyven en hoort drie vyfde part te-
gen 't geheel , zo hebt gy A, getekend N . 6, genaamd een zes, te
weten A. tegen C. Deelt dan de fnaar in vyftienenlioort8- tegeit 15*,
zo hebt gy y\B a getekend N '. 7 ,* die 00k daar naar genoemt word
een zeven , als B tegen C. Eindelyk zet de kam in \ midden van de
fnaar en hoort de helft tegen 't geheel, zo hebt gy de groote C te-
gen de kleine C dat is i tegen 2, getekend N . 85 en genaamd Od:aaft
7.   Hier van is de boveriftaande befchryving eenvoudig begreped
in d'onderftaande letteren en- getalleiu
I I
,«.- :
&-
H
,
Terti;
B
Quint
Sexta
I
a 1
3
u
1 I 2';l;\3!|'<|' 5I <5 / p ■[■%
£ *
:\ v^itnym mrj mt
-ocr page 33-
4                      Inleicfing tot ware Gronden
Om die gemakkelyk t'onthouden leert van buiten I tegen 2 is een
o&aaf, 2 tegen 3 een quint , 3 tegen 4 een quart , 4. tegen 5 een
ters, 3 tegen J een zes, en 9 tegen 10 een feconde. Ziet hier van
het Clavier in de vyfde plaat.
Verdere uitbreiding bier over te maken hebben wy onnoodig geaclit,
zynde dit hier alleenlyk by gebragt om den leerling te doen zien dac
8- Deze Verdeelingen zyn niet door gilllng of ter keure van eenig
Inilelder in de wereld gekomen, maar als een wet ons van de Nature,
door middel van Redenmaat en getal, voorgefchreven, daar dekun-
ftenaar wel iets aan kan geven ofnemen maar d'oorfproukelyke fchik-
king , die met de fchepping der wereld is begonnen zal pal en vaft
blyven tot aan den jonltendag, zodanig, dat, indien de Muiiec ver-
looren of in eenig gewefl nog niet gevonden was, zy in geen andere
accorderende klanken zoude konnen te voorfchyn gebragt worden
als reeds is gefchied ; Ter oorzake dat men op de voorfclireve punten
die ons de Redenmaat aanwyfl aangename t'zamen klanken ontmoeE
en dat al wat daar van afwykt ftrydig en vals is , zo dat men geen
goede verdeeling kan maken of men moet noodzakelyk op die punten
van verdeeling vallen.
p. Uit deze verdeelingen fpruit te gelyk d'ordre der tuflen wydtens
waar mede de klanken op een Ry zyn van elkanderen afgelegen, welke
is, Dat zy in heele en halve toonen zyn gefcheiden; Te weten met
sheele tonen en daar na een halve, en dan 3 hele toonen en 1 halves
•waar mede dan de voorfchreve Ry of halve, die men de natuurlyke
noemt, voltallig is als • — . — • . — • — • — • •
C D         EF G         A          Be
welkers klanken, wel gebruikt zynde, elkanderen op een lieflyke wy-
%Q volgen of te gelyk klinkende, een aangename harmonie maken.
III. H O OF D S T U K.
VAN DE MUSIEC.
|E Mufiec is een kunft die welverdeelde geluiden op nec-
gemete tyd gedeeltens doet hooren.
Van het geluid in 't byzonder ; En waar in het beftaat
En hoe het gene dat men meinteen enkele klank tezyn ,
uit een menigte van kleine gemaakt is; En hoe uithun veelheid, en
meer
-ocr page 34-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              y
meer of minder grootheid , en verfcheidenheid van mengeling , den
aart en kracht der geluiden voortkomt; En hoe deze verfcheidenheid
ook zelfs in een eenige Maar, hoe eenvoudig die ook fchynt, word
gevonden; daar van zullen wy elders handelen, om datzulksde wys-
geerte en de wiskonft raakt , die een Jeerling niec kan verftaan zon-
deralvorensdaarin tezyn onderwezen: Zynde ons beftek hier alleen
de kunftbeminners in 't Jeeren van zang en fpel behulpzaam te zyn.
3.  Wat aangaat de Tydverdeeling die men de Maat noemt , die
gefchied onder 't muiiceren door 't wenken of flaan met de hand , die
aan de partyen net punt des tyds aanwyft waar op zy moeten t'za-
men komen:
4.  Welker Tydgedeeltens worden afgebeeld door verfcheide gedaan-
tens van noten, waar mede de traagheid, fnelheid, en allezoorten
van bewegingen in de zwier of den trant worden aangewezen.
y. Als verfcheide geluiden zonder tydmaat worden gehoort , zo
kan men die geea muliec noemen : zo als aan d'ander zyde de trant
of de maat zonder onderfcheidene klanken mede met die naam niec
kan genaamt worden.
6.  Maar de Trommel, als die op een vermakelyke wyze door een
ervaren fpeelder, die de verfcheidenheid der lengtens aartig weet te
mengelen en verdubbelert word geroert, mag bynaar onder de muliec
inflrumenten worden getelt: ziet Pf. 150: vs. 4.. ten minften maghy
iig beroemen van de ganfche helft der mufiec een bezitter te zyn.
Als nu ieder trommelflag een byzonderen toon gaf, zo zoude die
niet alien volkomentlyk mufiec zyn nemaar zelfs vele , die op de
aartigheid van den trant niet veel ftuderen , verre overtreffen.
De keteltrommen klinken ut fol by beurten en maken een foort van
een bas, niet ongelyk aan de twee tonen van de lier.
7.  De muliec is tweederlei, Vocaal of Inftrumentaal, dat is zang
of fpel't welk elk bezonder of beide te gelyk word ukgevoert. Syn-
phonie is enkel fpeelwerk. Harmonie is d'aangename overeemkomft
van welgeftelde geluiden ; maar de perfonen die dezelve voortbren-
gen worden partyen genoemt : niet, dat zy partydig zyn, maar in-
tegendeel dat ieder zyn party tot zamenftemming heefc gekozen. Zo 'er
vele t'zamen komen noemt men de mufiec een Concert: maar die van
3. partyen word een Trio , ea een enkele ftem of fpeeltuig met zyn
Bas, een Solo genoemt.
A 3                                  8. On-
-ocr page 35-
6                        Inleiding tot ware Gronden
8. Onder die alle word tot onderfteuning en beitiering een byfpel
gebruikt 't welk is de Bas-Continuo.
IV. HOOFDSTUL
Van de Naam BAS-CONTINUO.
Vs-Continuo is een fpel van Bas en Partyen 't welk op een
Orgel, Clavicimbel 3 Theorbe, Harp, of ander veelfnarig
r*^^^, fpeekuig onder de muiiec word gebruikt.
2.  Het dient tot een Byfpel onder zang en fpel ; het regeleert de
hoogte ; onderfteunt de partyen ; legt de zangers den toon in de
mond; vervult en fterkt de t'zamenkomende geluiden.
3.   Die middel moeten wy Italien dankwycen , daar dit fpel in't
begin der vooriede eew heeft gebloeit, zynde , naar 't fchryven van
de Brolfard, in zyn lofwaardige Di&ionaire deMufique pag. 12. on-
trent den jare 1600 uitgevonden.
4.  Dit fpel is in 't eerft Bas-Continuo genoemd, ten opzigt van het
doemalig gebruik.
<?. 't Woord Bas, 't weik beduid Bafis, is in de mufiec de laagfle der
partyen, tot welke alle d'andere hun opzigt hebben: het woord cori-
tinuobetuigt dat dit fpel tot een gedunge onderfteuning jsjrigefteld:
hoewel men in de hedensdaagfche mufiec het tegendeel ziet 3 wylmen
dikwyls de Bas-Continuo doet ftilflaan.
6.  In Duitsland noemt men hem de Generaalbas, als zynde d'alge-
meene ftof der mufiec daar in begrepen.
7.   In Vrankryk word dit fpel lAccompagnement geheeten , als
dienende om door zyn hulp en onderfteuning de mufiec te geleiden.
8.  In Italien word het nu maar met een enkelwoord als, Organo,
Cimbalo, Arcileuto 6 Theorba uitgedrukt.
9.  'tWelk wy zouden mogen noemen het Grondfpel, om dat het
'tfondament van alles is : want de gantfche ftof, en 't beleid van de
Compolkie is daar in begrepen: Zo dat de gene die de Bas-Coritinuj?
met verftand leert 00k leert de Compofitie zonder dat hy 't weet.
V. HOOFD-
-ocr page 36-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo,              Jj
V. HOOIDST'U K.
Van 't SPEL en waar in het beftaat.
j. ®|IV!]$|ccompagneren of Bas-Continuo fpelen , is, op voorgeftel-
|Ijf^\|| de enkele Basnoten voor de vuift een Byfpel van accoor-
jkIIIjIn ^en voort^ren^en dat de zelfde ftoffen vervat die 'er den
f*p8* Auteur op gemaakt heeft.
2. Dit is niec doenlyk 't en zy men door eenig bylicht daar toe
werde geholpen, by voorbeeld , als men een Violiuo Solo ; of een
Partitura (dat is, een afzetzel of uittrekzel van de partyen die boven
elkander flaan) voorheefc : want dan kan men zien wat de ftoffe is,
en 7t byfpel daar naar te fchikken. Want
2. Op enkele gegeve noten al 's makers invallende gedachten te
raden, is niet alleen onmogelyk in de Jiedensdaagfche mufiec , waar
in , vele Auceuren in dertele ja zelfs wilde gedachten , vol knepen
en aartige omwendingen uitfpatten , om de toehoorders met onver-
wagte klanken te verraffen en vermaak te geven ; Maar zelfs in de
oude, eenvoudige en flatige miifie'c, in deweike men, by 't inflellen
van dit fpel ook tTeffens heeft bezorgc , alle duiftere plaatfen , daar
de ftof van de gemeene weg kwam af te wyken , door teikens tot
waarfchouwing te verlichten ; vaflftellende dat'er een gemeene of
bekende weg moet zyn die men onderftelt dat een verftandig Speel-
der weet, die dan, zo lang als de ilof binnen die bepaling blyft, gQQn
aanwyzingen door cyfFers oftekenen beiioeft.
4.. Zo als te zien is in de werken van de Italiaanfche Autheureri die-
van die tyd af dat de Bas-Continuo zyn begin heeft genomen , tot in
de helft van de vorige eew toe met geen andre als nodige tekenen zyn
beladen geweefi: Als : in 't vierde werk della grazie di mufica moder-
na
, di Guilk Sampietro di Negro, in Venetia 1625". In de tweede
druk van 't elfde werk van Le Varie mufiche, delfignor Rafaelo Ron-
tani a una e due voci
, per cant are nel Cimbalo 0 inaltri flromenti da
coi po
, in Roma 1632. Nieolo Fontei, /';/ Venetia 1636. Madrigali
gnerrieri e amor oft
, di CI audio Mont ever de. Venet. 1638. en andre
meer (ondermy beriiftende) in deweike bet aanmerkelyk is dat men in
die tyd de J3 nook anders heeft gebruikt als omdeplatte toets van B.
te
-ocr page 37-
$                     Inleiding tot ware Gronden
te betekenen; en dat wyders al hun tekenen beftondenin a,3>4., J, 6y
7, 8, 9; en >& en [/, die 00k nevens de getallen (20 welals by deno-
teri) wierden gebruikt.
?. Men kan voor d'onkundige wel 't ganfche byfpel van de "Bas-Cdnti-
nuo met tekens en cyffers boven de noten uitdrukken , om zonder
verftand van zaken de ftof te konnen vinden: 20 als hedensdaags veel
fchied.
6.  Men kan 00k de ftof door Reden en bewys Ieeren verftaan, en
alleen d'afwendingen , die men niet raden kan, door tekens aan-
wyzen.
7.  't Eerftgenocmde middel oordeelen wy verwerpelyk, behalven dat
hec uitrekenen van die getallen (waarvan ten minften drievierde deel
onnut is} het fpelen geweldig tegen houd, en maakt dat men gevaar
loopt van te mitten ; behalven dat men af hangt van d'otiordentelyk-
heid die men dikwyls daar in ontmoet; zo is dit middel 00k 20 arm,
en 20 onvrugtbaar , dat men , dus fpelende een reeks van vele jaren
blind blyft, 2onder de ftoffe te verftaan of eenig voorfpel uitgedach-
ten te konnen voorbrengen ; maar 't kwaadfte van alien is dat men
dan onbekwaam is om eenig ftuk, dat niet vol cyffers is, te fpelen:
8.  Daar menaand'anderzyde, metkennisonderwe2en2ynde3 alles
met verftand gemakkelyk en cierlyk doet, de gebreken zelfs verbe-
terende: waar door men eindelyk in dekunftkan een hoogen opgang
kanmaken. Want alsiemand2ingenof op eenige inftrumenten fpeelen
kan die 2al 2ig door die gronden terftond bequaam vinden om de
Compofitie t'ondernemen ; daar in tegendeel de geene die blindeling
van de cyffers afhangen konnen 2onder de2elve niets fpelen, en nog
veel minder preluderen.
VI. HOOFDSTUK. ■■
Van de Namen der Klanken by d^Ouden.
En leeft van jtpollo dat zyn Lier 4. fnaren had i Dat die
door zyn opvolgers Hyagnes en Terpander , tot 7 zyn
vermeerderd ; En van de Grieken , dat zy ''t beleid van
klanken met een Ry van vieren hebben begonnen, welke
zv een Tetracbordon noemden : dat zy de zelve herhalende, tot 2,
en
-ocr page 38-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo
2. Laat het ons daar op geoorlofd zvn hW nn n» ™.„„            r
^-biedigheid wy buLI inftdbng^K^ "^
srander dat men behoeft te antwoorden, doen zienKl . P>
warde en te gelvk noodelooze uicdnikkingenVy le^S?!6 ₯*"
trachorden, en *t gene tot onderwys daar toe LhoonTebtn
noemt, waar van wy om der zelyer^VermatigebmW^fef"
te toonen onze vertaling hebben hier by gezet cenlPoriSheidaan
3- Tafelder i? Diatonyke ofnatuurJyk verdeelde fnaren naar vqv
ftema of de fchikkinge der Oud-en.
                           "*«-ca naar tby-
o a Nete Hyperboleon De iefte van die boven d'andre *,■„«„
g g Paranete Hyperboleon. De lefte op een na
          g g
>, f Trite Hyperboleon-. De derde der te boven eraande
m ^-eNeteDiezeugmenan. De laatrte der afgezonSe
%         r T,ranSe DlezeuSmenon- Der zelver l?atfte op een fla
3          c Trite Diezeugmenon. De derde der zelve
S-------'h Paramefe. Naaft de middetoon.
^ -----a Mefe. De middetoon.
g Lycbanos Mefon. Den aanwyzer van de middetoon
a)
w -
CO
h Hypate Hypaton. De Principale der pnncipalen P
A Proslambonomenos. De Nieuwverkregene
                         ^
r Hypoprpslambanomenos. Den onder Nieuwbyvoezden
a n m • Ziec hier van h« XX Hoofdftuk.
         yvoe^en-
4- >fe Manser nu waar mededeGriekfcheMnlW r^n j • ,
voorfchreve Klanken , met onnut e ewooldWen inol^ WdeW
« ^t nog maar ^Semg^f
vcrgeiyKing van hunne verdere
B                                            uic-
-ocr page 39-
io                    Inleiding tot ware Gronden
uitdrukkingen , waar van de menigte hunner veranderlyke en bui-
tenfporige merktekens , die fchuins , rechtilaande, omgekeerde of
leggende, met Barbaarfche kunftwoorden waren overladen , waar
van de menigte zo groot was , dac het de Nakomelingen ongeloove-
lyk moec voorkomen dac Jiet getal derzelve isgeklommen (zegt BoT-
fard pag. i jo) tot 124.0. welke ondraagelyke ballaft, toen de muiiec
in die geftalte cot de Latyaen is overgebrogt, door hen met eene
ilag is verworpen.
5.  Wanneer zy tot het noemen der Klanken de navolgende i> La-
tynfche letteren hebben ingeftelt.
ABCDEFGHIKLMNOPQ.
Waar na, de Pans Gregorius Magnus, in 't jaar $91 hebbende aan-
gemerkt dat in de letteren, na elk zevental, de klank van de 8fte over
al de gelykenis van d'eerfte droeg, Het herhalen van d'eerfte 7, tot
het maken van een onbepaalde Ry van klanken, heeft ingefteld en 't
gebraik aanbevolen: Waar door dan de muiiec alleen uit de navol-
gende (zo genaamde Diatonyke of Natuurlyke ) letteren heeft beftaan;
A B C D E F G, a b cde f g, a b c, enz.
6.  Waar van de gemelde Paus, die zeer geleerd indeMufiec was,
een oneindiggetal Bedezangen, Choorzangen, Pfalmen, Litanienen
wat dies meer is, heeft gemaakt en in de Kerken en Kloofters inge-
voert om 's morgens, 1s middags, 's avonds en 7s nagts gezongen te wor-
den: die zoo algemeen in 't gebruik hebben poftgevat dat die nog tot
den dag van heden door de ganfche wereld, onder de naam van 't
Gregoriaanfch worden gezonden en gefpeelt.
7.   Die tot verder Oudheid wil te rug treden zie den geleerden Sa-
lomon van Til in zyn Digt-Zang enSpeelkonft zo der Oudenals by-
zonder der Hebreen , die van Salomons Zangers en Spcellieden
C biz. 370) fchryft datze 4.000 in getal en in 24. benden verdeeld wa-
ren. bl. 380.
8.  Nogtans is dit een vafte waarheid dat de verdeeling der Klanken
niet aiiders is geweeil als hier is befchreven
VII. HOOFD-
-ocr page 40-
Van de Mufiec en de B as-Con tinuo.             it
VII. HOOFDSTUK.
Van de LETTEREN.
I. I!fipYE Letteren (die wy tot ons oogmerk Nomina Propria Sub-
m iW$m ftantwct noemen) zyn vafte en ftilftaandeOnveranderlyke-
MM£$M £igenamen, daar de Toetfen en fnaren der fpeeltuigen,
de Pypen in een Orgel, de Klokken in een Speelwerk, en ook zelfs
de KJanken die daar door worden voortgebragt, mee worden genoemt.
2.  Zy zyn om die wel uit te drukken d'eenvoudigfte, korfte en,
klaarfte merktekenen die men daar toe zouden mogen verkiezen : want-,
alhoewel de getallen I. 2. 3. wel mede eenvoudig, kort en klaar zyn
zo en is 't ons egter niet geoorlofd dezelve daar toe te gebruiken om.
dat zy ons in de Specien, die men mede met getallen fchryft (zoals
wy die in ons tweede Hoofdftuk met i, 2, 3, 4., ?, 6, 7, 83p. vervol-
gens hebben op een Ry gezet) zouden doen dwalen.
3.  Men kan in veel millagen vallen als men naar den niewen ftyl de
Franfchen de Bynamen, utre mi, in plaats van letteren, tot net noe-
men der toetfen of Klanken wil gebruiken: Zo als wy, boven verwag-
tinge, op zyn plaats zullen toonen.
4.. 't Is aanmerkens weerdig dat onze groote kunft alleenuit 7. let-
teren beftaat daar men geen achtfte kan byvoegen als die de gelyke-
nis van d'eerfte draagt: als ABCDEFG, abc enz.
?. De klanken, die door die letteren of namen werden verbeeld,
zo als wy die in 't tvengemelde tweede hoofdftuk , hebben befchre-
ven,zynop heele en halve tonenvanelkanderen afgelegen: van E tot
Fen van B tot C is een halve toon , maar tuffen elk paar andere let-
teren is d'opening een heele toon.
6. De natuurlyke fchikking der Klanken is , Dat den halven toon
Zyn plaats heeft tuffen twee heele tonen , aan d'een zy twee en aan
d'andere zyde drie als te zien is in d'onderftaande
Keten der gemeene of Diatonyke Klanken.
T A BC D JEF G B_c d ef g a b~p d _eT- g"
Denhalven toon vind zig akyd tweemaal in 't Oclaaf, ( dat is in een
Ry van 8 Klanken) even veel op wat letter men die begint.
B 2                                    7. peze
-ocr page 41-
*fr                   Inleiding tot ware Gronden
7.  Deze Keten van Klanken, die men met een kunftwoord noemt
een Schale of Zang ladder, is bydeouden Diatonica, datia, devol-
toonige genoemd , als of zy wilden zeggen dac de Ry van klanken
daar mede vol of compleet was.
8.  Zy is 00k tot op den dag van lieden de gewoonlyke en voltal-
lige Ry of keten van onze gemeene klanken , die op de vlakke toet-
zen van alle orgelen en clavicimbclen hun vafte en onveranderlyke
plaatfen hebben, genoemt.
, 9. En gelyk men die door 't hervatten van hun zevental tot een.
onbepaalde menigte kan uitbreiden zo heeft men in Duitsland een Ry
van vierherhalingenvan de voorfchreve letteren gemaakt, afbeelden-
dc het ganfche clavier , en ieder letter kenbaar gemaakt om te kon-
nen onderfcheiden in 't hoeveelfte zevental elke letter t'huis hoort,
maar d'oude letter B hebben ze in een H verandert en darentegen de
ware B aande verheve toets tufTen A en B zodanig toegeeigent,. dac
zy de molgemaakte B maar iimpel b noemen.
jo. De gemeldeRy beftaat dan in 7 Capitalen7 gemeene en twee-
maal 7 getekende letteren met een , twee, of drie kleine ftreepjes daar
boven : De capitale worden groote, de gemeene d^ngeftreke s en
de volgende met een twe of drie ftreepjes, een geftreke twe geftreke en
drie geltreke genoemt. DetiuTenkomende toetfen noemt men cis, dis,
lis engis, en worden alleenmet byvoeging van een s aande letter ge-
fchreven , als cs ds fs. gs.
11.  Met deze letteren kan men zonderlinienofnoten, tenbehoeve
van de gene die den arbeid niet willen doen van d'overdadige menig-
te van veranderingen van ileutels en de flrydige verzettingen der let-
teren op de linien te leeren , alle mufiec en zelis de zwaarfte tabu-
laturen voor 't clavier fchryven :
12.  Nogtans heeft datfoortvanTablaturenweinigopganggemaakt,
ter oorzake dat men met noten op linien te zetten drie ongelegent-
heden daar van weg neemt Eerftelyk , dat door een noot niet al-
leen de letter maar 00k te gelyk de lengte deszelfs word uitgedrukt;
't welke in de letter tablatuur uit twe byzondere tekens moet werden
verflaan: ten tweeden, dat door de noten op linien het klimmen en
dalen der klanken met al zyn graden klaar word afgebeeld ; daar in
tegendeel de letteren in eene lyn alle even hoog ftaan : ten derden,
om dat de fchale der verkoze tonen, die men dientte weten eermen
begint te fpeelenofte zingen, met een fleutel voor aande regelwerd
gefte.ltj 't welk in 4e voorfchreve tablatuur niet gefchieden kan.
VUL
-ocr page 42-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             13
VIII. H O OF D S T U K.
Van de LINIEN en SLEUTELS.
Elinieert papier is tot de muliec zo als wit papier tot
fchrifc j want linien alleen hebben nog naam nog let-
ter; daar om, eer men 'er noten op fcliryft zet men op
een van dezelve een letter, daar men dan van daan tele,
om d'andere te vinden : deze eerfte letter word aangemerkt als een
oorfprongkelyke, en word een flleutel genoemt, om dathyons ope-
ning geeft van de letteren , namen en de hoogte derklanken die door
de linien worden vertoont. 't Ontlluiten der linien had door een
eenige letter konnen gefchieden : maar d'inftelders hebben'er drie
verkoren die wy kortelyk Gefleutel, Ce ileutel en F fleutel , maar
niet zo als de FranfcheGerefol, Ce fol ut enFut fa, noemen^
2.  In oude tyden fchreef men de letteren op 8 linien te weten Al-
pha op d'eerfte, Beta op de tweede, enz. maar by meerderheid van
klanken zette men die letteren op en tuflen de linien ; doch zonder
Ileutel, om datze nooit van linie veranderden: eindelyk heeft meh in
plaats van 8. vier, en daar na vyf linien gebruikt. Ten tyde van den
Paus Gregorius telde men met het latyns ABC op een tuflen de li-
nien tot 7 letteren (*) daar Guido Aretinus heeft een Fvoor aan ge-
zet, op dat die, op zyn inftelling van ut re mi fa fol la zoude paf-
fen. (t)
3.  Maar in later tyden zyn dezelve , naar d'uitbreiding der klan-
ken en de vergrooting der Speeltuigen tot elf vafte linien vermeerderd,
die op 't clavier patten zo als wyze in de voorgaande plaat boven de
toetfen metgetallen hebben aangewezen : Daar onder hebben wy met
bogen vertoont hoe verre de ftemmen der menfchen gemeenlyk kon-
nen reiken : Maar hoewel de zelve zig verder als de $ linien uitftrekken
en das het getal der tonen op de fpeeltuigen nog veel verder gaat,
zo heeft men voor 't gemak van 't gezicht, tot alle zang enfpel in't
algemeen maar vyf linien vaftgefteld die men , met een daar toe die-
nende Ileutel , uit de voorfchrevc elf verkiefl: : En als 't beloop der
tonea
(*) Printz zing en Klinkkunft bi. IO$, 108.
tt) E>e Broffard, p. 159.
B 5
-ocr page 43-
i^.                        Inleiding tot ware Grondea
tonen hooger of lager als de voorfchreve vyf lienien gaat zo mag men
daar boven of onder tot twee of drie kleine linien by voegen: 20 als
hedendaags alle mufiecboeken uitwyzen. Men kan door deze by-
voeging veel onnutte veranderingen van fleutels voorkomen , daar
men met zo weinig befcheidenheid mee plag te werk te gaan als of
men meinde dat het zeer vermakelyk was t1elkens de linien op zo
velerhande wyze als doenlyk was van letteren veranderd te vinden.
4.   Om van 't gebruik en misbruik in linien en fleutels een volko-
men bevatting tegeven dient de navolgende plaat. Onder de-tetter A
vertoont zig 't geheele bewerp van \ gene tot het uitdrukken der
klanken beboort: Als eerttelyk de elf vafte mullec linien, met getal-
len geteikend, om in zommige voorvallen tot uitlegging gebruikt te
worden. Ten tweeden , Alle de letteren , vertoonende het ganfche
clavier. Ten derden de middenlyn metflippen, om de tweemaal $,
die'er boven en onder ftaan , elk in't byzonder t'onderfcheiden;
waar van het bovenfte vyftal aan de bovenfte party van de mullec,
als de Handviool, Fluit, Bobois, Trompet, en by vele 00k aan de
vrouwe ilem die men Cantus of Superius noemt, eigen is: maard1on-
derfle J behooren tot de Bas , \ zy dat die gezongen of op een
Ballon, Violoncello of Strykbas, of op den Orgel, Clavicymbel, of
Theorbe tot de Bas-Continuo gebruikt worden : d'Overige linien
dienen tot de midden party en. Ten vierden , de drie eerlyice fleu-
tels, waar van de G fleutel d' agfte, de C fleutel de zesde , en d'F
fleutel de vierde linie verbeeld , te weten, zo, dat de linie daar de
fleutel op ftaat is de zo veellle in hoogte als door de gcnoemde ge-
tallen is aangewezen.
5.  By de letter S ziet men 9 veranderingen van fleutels, waar van
de twee laatfte aan de twee eerfte gelyk zyn : in fomma 7 verande-
ringen, in gevolge van de 7 letteren, die men wil dat men op ieder
linie en op ieder opening tuflen dezelve zal konnen beginnen: 'tmid-
del om die aan te wyzen, is de fleutel die de maker van't mullec met
5; van de gemelde elf linien , uitkieft ouTer zyn gedachten op uit
drukken; zo als men, b^voorbeeld, tot deBasneemtde 1,2, 3,4. en
j de linie met de F fleutel op de bovenfte op een na. Maar als \ nu
gebeurt dat de tonen wit hoger als de vyfde linie gaan wat raad dan ?
Zal men dan terftondd'F fleutel, (als by N«. ll) op de middenlyn
zetten om denoten binnen de linien te houden ? dat zy verre. Zoo 't
een misftand is notenjmet bylinien boven of onder d'eerft verkorene
vyf
-ocr page 44-
-ocr page 45-
Van de Mufiec eri de Bas-Continuo.             i'j
vyf Iinien uit te drukkenzo isdiezeergering. Maardeleerlingen mec
onnodige veranderingen van ileutels te plagen, is eeu onverdraag-
lyke Tiranny , 't is kwaad genoeg als 't noodzakelyk is ■, want,
behalven dat het lang werk en zeer moeyelyk is dat men een zelve
linie dan a dan b dan c moet noemen , zo is \ ook een middel om
de leeriingen in de Iinien wankelbaar te maaken : Daarom behooren
d'auteuren die veranderingen , zo veel doenlyk te myden : voor al
is 't onbehoorlyk dat men in de Bas-Continuo zomtyds den Tenor
dan weer den Alt gebruikt : men kan 't met een van beiden (als 'c
nood doet) wel afzien : Het vyfde werk van Corelli is , zonder die
verandering in de Bas-Continuo , tot genoegen van vele herdrukr.
En wat aangaat de bylinien die daar uit fpruiten , beziet eens hoe
vele dat 'er by alle auteuren aan dehoogfte Viool van de eoncerten wor-
den bygedaan. Had men de Franfche lleutel willen aannemen zo had
men in de hoogte, een linie minder boven by te voegen. Wymogen
ook aanmerken dat de twe ileutels die wy met N". II. en V. hebben
geteikent meeft zyn vervallen ; als mede dat de Cantus, of C fleutel
opd'onderlyn uit hoofdedat het bereikvande vrouweftem beter met
de Vioolfleutel over een komt , by vele niet meer word gebruikt,
waar door dan de vrouwen en kinderen dat voordeel genieten dat al
wat op de vioolfleutel 't zy voor de ftem > de fluit Hobois , Trotn-
pet of ander fpeeltuig gefchreven is , voor haar niet meer verbor-
gen is.
6. Wyders hebben wy onder de letter C ten opzigte van't clavier
nog te meld en dat, zo als de veranderingen van fleutels op de en-
kelde Iinien zwaar en laftig zyn, zy op de tweemaal 5 te gelyk nog
tienmaal moeyelyker zyn3 zo dat ze den leerling noodzaken alle die
plaatfen van buiten te leeren of in 't byzonder te ftuderen zo zy een
diergelyk i'tuk uit een boek willen fpelen: De Auteuren moetenmet
my toellemmen dat zy door zulke buitenfporigheden hunne werken
onbruikbaar maken. Deze zwarigheid , die in 'e clavierfpel wel de
grootfle van alien is , kan niet alleen zonder moeite of eenige nieu-
we leering, maar ook zelfs door middel van nog een voordeel aande
Tablature toe te brengen , worden weggenomen , namentlyk 5 dat
men de tweemaal $ Iinien zo dicht aan een voegt dat'er geen meer
openiug tuflen beide blyft als dat men'er maar een linie , (wanneer
men die van nooden heeft) kan tullen beide voegen, waar door dan
t clavier , 'tgeen in eene maffa de ganfche uitbreiding. van klanken
' beyat,.
-ocr page 46-
£
fk
&■
o
ffi*.
-Ur
-JO-
■4d-
tit
w
■*&?
s
a
0 -
£
i&
-&-
^£t
■^
£—
-m*—
t&
#
^
&£•
2
J>1
-^
#-
^
&
-tt-----
^
©-
~^"
A
F
*
D
e
II IIL IV Y. VI, VII. VIII. IX.
I.
&-
£-
9-
dB-
l
+^
:8-
&-
1&-
^f
4-9*
&-
e-
*£-
&-
^
e-
'/I        Tf.
2ia/3. A lienor. JLliri J\^jCj^^f. V/^^^^l^^^^t^e-
-e—                                                            :-- *-e—-
—---------                                                —------------                                           ,r-Y>- -.....          -;------------ -—•-—,.7T ,., . __..
^
L/;? J.,—
7*
zf
^
—e₯-—
<"\*& '-----&—ty~' •; ?"\»^
y \
-«£-
B.,4
If1 ,:l
-ocr page 47-
x6                   Inleiding tot ware Gronden
bevat, door die aan een fchakeling van alle linicn, naarzynenaarten
nature eigentlyk word afgebeelt 5 makende een keten van alle de
klanken daar zig alle trappen en fprongen in haar ware geilake op
vertoonen en te gelyk coc allerlei uitdrukkingen bekwaam'zyn, bon-
der dat daar op eenige exceptie of tegenwerping op te maken is» als
alleen dat men als de tweemaal J linien een duimbreed van elkan-
der zyn afgelegen men op elk vyftal in 't byzonder kan fchryven
wat tot de regter of linkerhand behoort. Dit kan even zo wel op
onze tzaamgevoegde linien onderfcheiden worden door middel van
de plaatfen 5 daar men mogt in twyffel llaan , de iteerten der no-
ten die tot regterhand behooren, opwaarts, endievandelinkerhani
nederwaarts te fchryven. Op deze linien is 't veel gemakkelyker te
fpelen om dat zy digt by een zyn , daar d'andre in tegendeel, door
de wydte, aan 't gezigt moeijelyk vallen. Deze Keten, die wy met
de letter B daar onderhebbenaangewezen, is onze Tablature diewy
almeerals 50 jaren gebruikt en aan ontelbare Kunftbeminners hieren
in andere landen, altyd met voile goedkeuring htbben megedeek; zo
als wy die 00k in onze gedrukte werken 3 namelyk in de Duplicata
ratio mufices
, en in ons Pfalm boek met complete accoorden , hier
en daar metFugen verrykt, en in dittegenwoordigewerkvercoonen.
7.   Beziet nu hier tegens, by de letter C, hoe in \ gemeen ge-
bruik, in druk en in fchrift, de letteren of noten in die ledige plaats
zig niet alleeen overdwerfTen enverwarren maar ookgedurigverkeer-
de gedaanten van wydte aan ons oog voorftellen, waardoordeSpe-
cien kwalyk worden afgebeeld.
8.  Hier van is zelfs het twede voorbeeld niet vry, hoewel die li-
nien elkander volgen , zo dat men die dicht aan een zoude konnen
voegen : maar dan zoude het oog in die menigte konnen dwalen:
daarom moet1er een opene plaats tulfen beidezyn, die men niet vul-
leii mag. Dit is het Hoogduitfche Tablatuur voor 1t clavier , daar
de C lleutel op d'onderlle linie ftaat; en daarbovende hoogfte linie,
zo \ clavier tot d gaat, een heel oclaaf, of anders zes toonen, die
men heel dikwys van nooden heeft/aan te kort komen.
9.  Hetderde Voorbeeld hebben wy ten overvloede hier by gevoegc
om te toonen dat zo men de Gfleutelop de onderlyn (diemennoemc
■de Franfche lleutel, die een tyd lang in gebruik is geweelt) in 't al-
.gemeen had willen aannemen , het 00k een gewenite zaak zou ge-
weell zyn voor de kinderen dat men de linien van de regter en lin-
ker-
-ocr page 48-
Van de Muficc en de B as-Con tinuo.             i7
kerhand met de zelfde letters had genoemt. Men behoort de eerft
beginnende metgeen ftrydige iinien te plagert, zy konnen met de
Franfche en de Bas fleutel aanftonds te regt komen, en ah zy die
wel vaft hebben dan zullen zy met vermaak de gemeene G fleutel
daar alle ksderen voor de Fluit en de Viool op ftaan, al fpelende
IX. H O O F D S T U K.
D'INSTELLING vande BYNAMEN.
»/ re »/ jfe /»/ la.                            • -
E Bynamen (die wy tot ons gebruik Nomina Jdjeffiv*
zuHen noemen) zyn lofle of verzetbare namen f e de
--------- nature en d'ordre der klanken yerbeelden, en aan delee*
teren worden toegepaft. Zy blyven daar geen vafte plaats oP hoiiden
maar laten zig hoger en lager daar op verfehuiven; 't we k men
noemt Tranfponeren.
                      - ,.                 . » ^^^ men
2 Zo lang als de Diatonyke Ry of gemene Keten van Letteren
by haar genng getal zonder bytonen bleef was men zonder Naam-
fchale want men had maar op die letteren te fpelen, zy waren de
Schalezelver: Zo dat men op geen verfchuivingen hoefde te denken
In die ftaat is deMuhep, hoewel in haar Gregoriaanfche letteren te
naaw bepaald, van 't jaar dpi af, vier eewen lang gebleven, tot
dat 'crin V jaar 1024 m de Stad Aretio in Italien een Benedidynec
Monnik, genaamdI Gmdo, is opgeftaan, die in danmcrking dat de-
ceive in Ferwden (dat zyn1 Bepaaide gedeeltens, waar van de Klan-
ken die onder eenen Hoofdtoon ftaan een volkomen zin befluiten\
welker ordre en fchikking geenfzins in de doode letter maar in ver-
koze tonen beftond, die men konde verhoogen en verlan^en, de bo-
venftaande 6 namen daar toe als een Scbaale heeft ingeltelt! om de
leerlingen door dat middel, de ftoffe der Perioden en te ee vk hare
verfchmvmgen op hooger of lager klanken zigtbaar te veftoonen
, 3\ ~ r coe verkoos hY de 6 eerfle woordlcden of fvllaben nit
den loffang van St. Jan Baptiii, lihdende . ■'-
               lyJlaDenL?1!
C                                       UT
-ocr page 49-
x8                - :ii Inieldirig tot #are Groncfen
VT aniant taxis fonare tfbris MV vh pftorum FA mull ttiorum
SQL ve Folluti LA bit reatim SanBe Joannes.
4.. De tuilenwydtens of Diftantien dezer 6 namen waren dezelfde
ajs die der letteren, re weten-, die wy boven, en onder de naam
Yin Scala Diatonka3 dat is, -de Voltoonige of complete Schale der
Natuurlyke, klanken hebben befchreven; welke dan aldus op de let-
teren paifen.
A BC P EF.G a Jb_e
ut re mi"fa fol la.
"Waar op dan te letten ftaat dat hy de woorden mi fa aan den hal-
ventoon heeft verbonden,- en gewilt dar nooie geen heele'acoon met
die namert zoude genoemt word eh.
5.  Nn zo hadden die 7 letteren maar 6> namen. Had hy gewilt hy
had gemakkelyk tot de zevende letter, uit het volgende woord Sanc-
te Joannes eznji of ttx\ fa konnen in ftellen, maarhy is daar van
weerhouden door de ftrydige natuur die men tulfen fommige klan-
ken ontmoet:want men kan aan de bovenftaande Naamfcliale (daar
den halventoon in ''t midden tulTen twee heele toonen ftaat) aan h
een nog aan ht ander end geen zevende letter byyoegen zonder te
vallen op een Wank die men duur (dat is ftraf of wreed) noemt waar
door men zomtyds een valfche Retatie ontmoet die in de doemalige
Muiiec in een zelve Periode niet was geoorlofd, zo als by onsy?
la fol fa, 't welk zo d'er geen meer klanken by komen die d'onaan-
gename geheugenis van fi tot fa uit wiifen ? verboden is. ,
6.  Hier op komt in aanmerking dat een Ry of Schale ran 6 namen
bekwaam is om een volkomen zin te maken: 't welk niet alleen blykt
nit liederen van den ouden tyd, maar 00k inde hedendaagfcheMil*
fiec, en byzonderlyk in de Jagthoorns en Trompet ftukjes die zig
niet geern verder als op c d e f g a uitbreiden. .
         ; [u
7.  Als nu de Mufiec hooger gaat als de boven gemelde7<s;, zo
heeft de voornoemde Gnido gewilt dat men de woorden mi fa (die
den haiven toon betekenen) aan de letteren b c zoude voegen3 waar
door dan ut op G komt ftaan als.
T A BC D JiF G a b_c d e
,/fi:rja$ re niifa M lsu. >un .;■ run/, • "'•*<'■-••■■
ut re mi fa fol la ut re mi fa fol la r •, I .;•
Eflde op dat zulks 00k op^t eerAe A ^ C, Epude paifen zo heeft
hy
-ocr page 50-
Van #TvfnSec en dc Bas-Cbrttinuov             fj
hy by d'onderfte A nog eerrg gevoegt die hy metdegriekfche let-
ter F C Gamma genaamd ) heeft getekent; mifFchien ter gedachtenis?
van dat de Mufiec der Grieken toe de Latynen is overgebragt. 'i 1$
daar van dat de ganfche Schale nog heden de naam van Gamma
draagt.
                                                                                   ; f
8. Guido hier riiedt nog niet te vredtn°, heeft, in aanmerkm^
dat men zyn Zang Schale in de ganfche uitgeftrektheid der Jetteren,
niet meer als op twee plaatfen (namelyk C en G) konde gebruiken,
de kunlt nog een graad verder willen uitbreideni, niet korinehde zig;
alryd met den ouden Zingzang vergenoegen. Dus heeft hy zig niec
ontzien dMnftdling van den bovengemelden Paus, die de Muiiec'in
vlakke letreren had bepaald, te dvertreden, door zyn ut j tot den
derde verandering, op de letter F te zetten: als
F G a • be d e ;
1
ut re mi fa -fo! la •"
                     ",M •'
o. En alhoewel de fa hier door, tuifen de letteren a en &, ej»
een ledige plants kwam'te vallen zo ftond hy daar op niet verle^enj
maar nam de fkmtheid van 't oud gebruik door een niewe ihzetting''
te verbeteren,-Hoor middel van een kleine niewe toetsj 'een weinig
bdveh dVndere verheven, tuffen a en b te plaatfen: zo als wy die
met-zyn niew clavier nevens de dnederlei vefzettingen van Ut welke
men de Gamma rioeme, in de volgende Plaat zullen afbeelden.
io« Hebbende dan aldus d'eerfte verheve toets tuffen de platte Jet*,
teren ingefteld , Zo: volgdea hief-uit terftond twee zwarighedeny
waar van d1eene was de niewigheid daar/men van alle eewen'af ge-*
woon is zig tegen aan te kanten; en ti'andere, dat hy/nu ziende fuer
twederlei B.» zig tot:het wel onderfcheiden van deze, door een ze-
ker kenteken 't geen den aartvan hun geluidmogte afbeeldenvJheeie
wUlen verkfaren; • '* vrvjh ivjf\:-.'.'.rj'. J .!:• •»<-:.<• too sl'.t'f. ; ..V
11. JHy:ihid dat yoordel niet 'tween wy hed$nfda,agsgenieten >(vajfc
iootai een %( of |> ,eea letter to koanen verhoogen of vertegen. sa^
tiers had hy op zyn niewe toeii de letter B met byvoeging van cent
p (to a"ls* wy^B'j'jjEj j> Ay tt&enen•)- konnen zetten. En gelyk
'^y^t'i^f^f^eft'^et^rit'-Ke^b'eii dat hergeluid van de platte »B is*
4uur ,;firaf of/fVherp. tn dat dar'omde naam van Fa daap op niet We!
kan villetfy 20'is;aarf cTandeFzyde hst geluid Van zyn verheven toets'
; J
                                          C 2                                          van
,.--! f." •-.''■ -H (')
-ocr page 51-
*',
V\              A Inleiding tot ware Gronden r
van een zoete of zachte natuur, en darora door hem en federt die
tyd door rfe heele wereld, mol en fa genoemd. (*)
12.  Om die reden heeft hy ('t gene zeer aanmerkensweerdig is)
de oude b, die toen 4.00 Jaren de platte toets in .eigendom had be-
zeten, van zyn wemge p'laats afgenomen en op Zyn verheve toets
verplant, om dat hy rondis (zo als Jiem OQk d'ltalianen tondo of
totundo noeraen) (t) waar mede hy dan mol heeft willen beduiden:
Hier tegens heeft hy de geclaante van dWde b in een vierkant met
fcherpe hoeken verandert, als ^ , om daar door bet fcherp of duuv
te betekenen, welke hy aan de platte toets heeft toegeigent.
13.   Dit deed hy om de leerlingcn te dwingen de nature der klan-
ken, te leeren kennen: Waar toe hy dan maakte een lyft of afbeel-
ding van de drie bovenverhaalde verzettingenvan de Naamfchale
op de letteren, door de verplaatfing ,van den Hoofdtoon ut op F,
C en G; Zo als die met zyn vermeerderd clavier hier nevens te
aien is; ; h nrrr.. :'.
14* Om mi de, leerlingen de verplaatfingen der Namen wel in te,
fcherpen dede men hen deze Gamma of Lyll aldus van buiten leeren,
G fol re ut, A la mi re, b fa [3 mi, C Jot fa ut,. D la fol re,
E la mi9'F ut fa;
Met byvoeging van deze uitlegging ; Dat, G
fol re ut
is te zeggen dat de letter G kan genoemt worden /o/, of
re, otuty Sol, Zo den Hoofdtoon ut op C, en re zo die op F is
gezet, maar ut zo de G zelver den hoofdtoon is: Wederom, A la
mi re*
dat is, dat A zal w.ezen la of mi of re;, La zo den Hoofd-
toon ut op C j mi zo die op F, en re zo die op G zyn begin heeft
genomen. Maar b fa [^ mi (of, zo als zommige zeggen, B fa H
mi) beduid dat de niewe toets most fa, en de platte B mi genoemt
worden.
iy. Men heeft 00k voor de Leerlingen deze Gamma afgebeelt op
de gedaante van een Hand, en hen de namen op de leden der Vin-
geren doen opzeggen, 't welk alles voor ieraand, die daar geen be-
vatting van heeft zeer moeijelyk fchynt, maar als men 't wel, inziet
is de zaak eenvoudig, want zo haaft als men den Leerling dede ver-
ftaan waar den halven toon ftond zo had hy maar den zeiven mi fa
te noemen ea d'overige Namen, zo als zy vielen, daar af te leiden:
\ welk in de doemahge mufiec genoeg was: Want dien halven toon
bekend
SBroflard pag, rtfe.
BroffarJ pag. x87«
-ocr page 52-
&
'fItJaIblC DEFG
9cvr<dti^oorn?.
^rww__________
          AAoptCidAswr.
r A^fac JD EJT C A^DC D EF G A
I I ' I ' I \ ' I " /
I I * I ' I I ' « ' I
tct re   mijfc i sot   &>.    \
SOL WL
u&* re mioL sol U>-
    re yii&   s°C  tp-
\       \ ■ \           \ u£~ re ml
.
ut re wfou sot   leu uk    re   mijib s sot U.
c «•
-ocr page 53-
Van de Mi$ec en de Bas-Continuo.             zi
bekend zynde wift men terilond den Hoofdtoon en de Schale> en
men kende de Perioden en hoe de Mufiec veranderde van toon, h
welk de grootlte kragt in de kunft is.
        ' .-!                         ■*.
16.  Hier van daan komt het fpreekwoord, mi et fa funt tota mu-
fica-, \
welk in de tyd dac 'er nog gcen kruiiren waren, in een rui-
menzin genomen zynde, een waarheid was: Niet, dat in die fimpele
woorden, naar de doode letter genomen, de heele kunft begrepen
was, maar dat het grootfte licht in het kennen van den halven coon
tuflTeh de heele, befloten lag: Wyders, zo den halven toon wegge-
nomen word zo is de ganfche muiiee dood.
17.  Over deze Initelling van Guido fchryft Printz in zyn Zing
en Klinkkunft: bl. 107. Dat de beroemde Kircherus het daar voor
houd dat het fchynt als of Guido die niet door Menfchelyke Kloek-
heid maar veel' meer door een zonderlinge ingeving Gods had uitge-
vonden, wyl door die voas (zo noemt hy de Namen der Zangfchale)
jde natuur der mullec op 't allerbefte word verklaart en de modi (te
weten 't gebruik der Klanken onder den een of den anderen hoofd-
toon") onderfcheiden, en den Zeteldes halven toons aangewezen, in
den welken der ganfche Harmonie Ziele en Vermogen beftaat.
18.  Deze geleerde Man gaai wat te verre; Hy had veel meer de
Harmonie een gave Gods mogen noemen, wyl door dezelve 't Heel
All beklyft, waar in de muiiee maar een byzonder deel heeft.
ix: HO OFDSTU K.
Van de % y en van 't Misbruik van de b en \$.
i. SOW^JIE %& is een teiken waar door een daar opvolgende noot,
I 1^ letter of cyffer een halve toon word verhoogc en aan
s ^JLxS de regter zyde op een verheve toets verplaatit, zonder
GD$Q(£3g dat de letter verandere of de noot op hooger plaats ver~
zet word.
2. Hy is, Na dat de B op den eerflen ruffentoon van Guido had
ftand gegrepen, uit het bannifFement daar hy met het kwaad gezel*
iciiap van 124.0 Griekfche chara&ers in geraakt was, weder ingeroe*
C j                                        pem
-ocr page 54-
li                        Inleiding tot ware Gronden
pen en by de Latynen en andere Volkeren met zyn oude NaamDie*
fis herfteld.
3. Gelyk by Guido de B, en by ons het teken [, , is mol ot zacht
van aart, zo is de ^ darentegen duur of fcherp. Gelyk dan de M
verhoogt alzo verlaagt de ^ een noot een halve toon 3 op een ver*
heve toetsna' de linkerzyde.
4» Gelyk een molle toon akyd is het opperfte deel des halventoons,
Zo is de >& in tegendeel d'onderile van de twee klanken, daar den
halven toon uit befkaat.
, f. En zo is 't 90k met Fa en MI: Welker eigenfchap de leerling
zig kan in de memorie prenten met op de Vocalen te lecteri die zig
jndeze twee namen bevinden3 zigvoorftellendedatde letter /? daar in
beduid mol, en dat i is duur: Van welke betekeiiis wy ons in 't ver-
volg 00k zullen bedienen.
6.  Maar gelyk de b van Guido iseeneenige verheve toets dietuflen
3e letteren A en B is. ingeftelt , daar men hem Bemol dat is de
molle Bnoemt,zo is de >& in \ tegendeel ingelteld tot een algemeene
vefhooger Van alle letteren: By voorbeeld
a y &cd,d e W f g j fr{ e/ ^ f ^ g a
; ; 4it re mi fa'utre mi&l ;i ut re mi fa
7.  Had Guido dit voorzien, zpnder twyffel zoude hy 00k een
algemene verlager of molmaker hebben ingeflelt, Daar men nu by
gebrek van een nieuw teken d^tar toe niet alleen de letter b, maar
00k die y Cdie nu beide wedirom als valie leetfren .elk hun eigen
toets hadden) voor de tweede maal van hun wettige plaatfen heefc
berooft.
           r ',                         • •         , „,,
8.  Eerftelyk heeft men de letter b gemaakt tot een "Zadelvoor al-
le Paerden, want gelyk de Kruis ( ^ ) een noot verhoogt alzo ver-
laagt Jxem de Mol (zo noemeh Wyijet teken j/^enverzet hem een haK
Yen, topnnaarde linkerzyde. l^areiijjoven worizyn,naani (mol) $p een
dubbelzinnige en verleidende wyze misbruiktj dqor de letteren of
namen verkeerdelyk daar mee te noemen. By voorbeeld, Wheb-
j)eri vaftgeftek,-d^t een-imol^ewaakte ,B zal^enpemt worden Bemol;
J)e. letter B is &et iubftanuye, 'en %w®pf$ mol ,hj?c adjective; of, by.
g#v#eg4e wo^rd pm.defzeIfs 'e^en&p; j.ie weten^ght:) te betfeke^
Ji$fteri; Nu is dt Vraag, ho*e zafrphep een' mbTgemaakte E o£ an-
ders
t
-ocr page 55-
Van de Miifiec en de Bas-Continuo. .          13
tiers een b E noemeu? 't gemeene antwbord zal dubbelzinnig wezen
E Bemol, inde plaats E mol; en even zo 00k mi bemol, of nog er-
ger, een bemol van mi enz.
p. Maar de vierkance B of f^, is een veel zwaarder lot te beurt
gevallen, want die heeft boven de beduidenis van de gemeene letter
B, nog-twee andere bedieningen gekregen, namenclyk, om de no-
ten die door een b verlaagd zyn weer te verhogen, en om de gene
die doQr een ^K verhoogd zyn- wederom te verlagen en elk op zyn
oude plaats te herttellen (*). Dus betekeut by in 't generaal een
vlakke toets, dat is te zeggen zonder M. of b (die men in Vrankryk
een Natuurlyke noemc) en word 00k darenboven daartoe gebruikt
by voorzorg op twyffelagtige plaatfen, wanneer men denkt dat een
voorga^nde ;& ofhmogc in confecmentie getrokken worden, daar
hy dan , als een overtollig teken ', zonder dat zulks fchaden kan,
word bygezet.
10. Men kan 00k even zoo door bet zetten van een >& by een
rfoot die door een b is verlaagd, of door een ^.d'gene die door
een ^verhoogd was, herftellen: Want zo veel als den eenen ver-
hoogt, even zo veel verlaagt den anderen, dus zo kan de Jierftellin-
ge op deze wyze zo wel als doorde y gefchieden, zo dat men die
laatflgenoemde teken niet van noden had. Gok vindmen in de Mu-
fiecboeken van over iionderd Jaren dat de y by geen andere letter
als- de B alleen is gebruikt geworden » zo- als wy in 't V. Hoofd-
ftuk $. 4. met Auteuren hebben bewezen. .'
j j. Maar terwyl die \j enLy federt die tyd tot dat gebruik by de
"W"ereld zyn aangenomenzo mag men hen ook,onder dezelfde goed-
keuringdiemen aan andere expres daar toeingeilelde tekens geeft, la-
terjpalleren, daar wy niets hebben by te voegen als dat men diemoet
zeer (Juidelyk ilellen9 want men vind menigmaaj de vierkarite L in
de Flaatof Schrjft zo kjein, ofte wel in een ander teken zo ver~
ward, dat men twyfFelt bfjiv fcherp of rond is: daarenboven vind
men hem tulfen de gedrukte noten in verfcheide gedaantetts: zom-
tyds als een bloot vierkant waar door hy voor een noot kan aange-
zien worden; zomtyds, met. vier ftaarten, zomtyds met twee, d'ee^
he opwaarts en d'andere nederwaarts: En wanneer hy, zo als 't be-
hoort, maar eene ftaart hecfrz© is 't Lighaam zeer, zelden wel ge-
■ '.ur-qiU'A'.i-t/: c^.: ;, ,                       .. i< maaktj
(*) $roffard Pag. 11.
ijg
-ocr page 56-
24                    Jnleiding tot ware Gronden
maakt, zo dat men dikwyls twyffek oft een b of een U isl Waar
door men in een barbaarfche valsheid kan vallen: want onder alls
de ftrydige klanken is deze de ergfte als men van twee party en een
letter aan d'eene zy mol en aan d'andre zy duur te gelyk laat hoo-
ren. Wy hebben dan, om tufTen dezelve nooit te konnen dwalen,
<fc vierkante y (die het tegendeel is van de ronde b) geen zwa-
riglieyd gemaakt van hem akyd met de flaart nederwaarts te fchry-
ven, als fc| of |/j: "Waar in wy door vele zyn nagevolgd. En wat
aangaat de molle b, Wy zien in d'Amfterdamfche en andere gegra-
veerde Mufiecboeken dat men federt vele Jaren dit rond, tot ge-
mak, een weinig fchuins maakt, als L ,'t welk darom niet laat zeer
wel verftaan te worden. 'T waar te wenfchen dat Guido deze twee
tekens b en V\ had ingeftelt zo warend'er uit de letter B zo vele
dwalingen niet gefproten: want, de Franfche verbafteringen aan een
zy geileld, zo zullen wy, ten opzigte van de Duitfchen hier alleen-
lyk zeggen dat, alhoewel men altyd a b c, en nooit a h c zegt,
de letter H by hen in dit geval zodanig heefc poll gevat dat men
hen niet mag tegenfpreken: en even zo beduid liy, de letter b al-
leen genomen zynde, niet anders als den tuflentoon tulfen A en H
zonder datmen de molgemaakte B van nooden heeft aldus [/ B uit
te drukken.
12.  Wy konnen licht de H infphikken om dat die, zonder tegen-
fpraak de platte B beduid: Maar de twee laatftgemelde ^1^ en * j* b} zyn
geen H nog geen B maar alleen byvoegfelen, waar van 't eerfte de
noten die door een %: of b veranderd zyn, op hun natuurlyke
plaats herftelt, en 't andere alleenlyk de noten mol maakt en eeniial-
ven toon verlaagt.
13.  Van de 4g, die als gezeid is, alleen tot verhooging dient,
valt nog dit te berigten dat men die in 'c eerft wyflyk en befchei-
dentlyk ende nooit zo overdadig als nu heeft gebruikt tot zoverre
dat 'er twee kruilfen by eene noot konnen komen, 't welk dan een
dubbelde verhooging veroorzaakt: by voorbeeld^ x fjdie alsdan
op g word genomen.
14.. Den Leerling moet in agt nenien dat, hoewel de Tufletoonen
op't gemeen clavier tweezins worden gebruikt namelyk tot de J^,
yan d'een1 of de ^ van d'ander' zy, 't welk eigentlyk twee verfchillende
gelui-
-ocr page 57-
Van de Mu/Iec en de Bas-Continuo
gehuden fcyn; men nogtans op de gemelde toetfen w j-Il.j 2*
ccne fnaar heeft, waar nit voortkomt da f "fl?«*«* J»«r
gentlyk als eigendyk gebruik moeten dienen De Z'"-
         J°nei"
yicymbel word, om die gebrek eenigzins te" hu?nt ^ Va" de cla"
fchikt dat dekruiffen en mollen, die inde m fiP teIIkomen z<> ge-
vallen, op de verheve toetfen eigendyk wort **"*'? vo°r"
20 beftaat Jiet clavier eigendyk uit de XerES geVOnde»' En
^C
          bE                  %F onderitaande toonen
C                 D               E F A G ^ A ^B
En oft k warn te gebeuren dat het In ftrnm««#.                 VH C
nier gefteld was, zo hoefc zig den Leerfi?,? P een ander' ma"
meren: Men gebruikt de CiavicymbeJ zozkhyT' °^ '" bck°m"
XI. H O O F D S T U K.
VAN D E 57.
«H? ne Eew de/ tot een S^db^fedf To'"
merk-isgeweefld'oude Sangfchale daar mede vol efme^ ,c °0*-
gelyk te maken, om de verzetungen, die, zoW 3 w deIettei;en
Mv.en.oa geen naa,n had al «^^^&«£?«
tot het voleinden van efn an of period* S»taft. d"hy
fcheid was in de Gamma van Guido ni« z£t£r
           % 0nde,V
de/ is ingefteld iien wy den Haiventooo/LTaS\^S ^T ^
we fchale, (die een Oflaaf, dat is 8 KlankerThJ, ?> a™ dLe n,e-
beiloiten van een zin kari dienen, terwyl S*^ daa? J? «*
in 't verby gaan, maar nooit tot een ilot 3eb ^ of'/" *?
zo hy eens tot een belluit icwam te dienen a, £t 51,kt£f (= wel»
als dan verzet, ende hy van naam ,3r"°7 Hoofdtooa
onderwyzen der Cade/fen en PeriodenSX tfone ' Wy '" '
3- Deze twee halvetonen wel „ tonnes onderfcheiden baart groot
-ocr page 58-
%$                        Inleiding tot ware -Gronden
gemak in de compofitie of t'zamenftelling der mufiec, door dien de
mi en de ft dan elk byzonder worden onderwezen, waar van de
laaftgenoemde is een voorlooper, die op cadens voor af gaat en,wyl
die in zekere voorvallen (fpruitende uit de tranfpofitie) met een Sfc
word geteikent 3 zo heeft men in Guidoos tyd, toen 'er geen Krmi-
fen waren, in vele voorvallen daar aan niet konnen voldoen: waar
van wy nog eenige overblyffelen zien in de Pfalmen met 4 ftemme
van Andreas Spethe, gedrukc te Heidelberg in 't Jaar ifoo', daar
verfcheide cadenllen in llaan met een kleine ters op de valnoot, inde
plaats van de groote, die door een )& moeft aangewezen worden:
5t welk de grootfte fout is die men hedenfdaags zqu konnen begaan;
En geen druk fout in dat Boek, om dat de partyen die daar agn ver-
bonden zyn, het tegendeel bewyzen.
4.. Wat aangaat nu de Kunfl van 't Zingen, die niet anders is als
d'uitvoering van voorgefchreve noten, daar toe is al die kennis niet
van nooden; Men kan wel lezen wat'er ftaat zonder 't zelve te ver-
ftaan: maar dit blyft egter altyd waar, dat men d'eigenfchappen der
benamingen niet mag verdraaijen of de dingen dubbelzinnig of tegen
luin natuur noemen.
5.  De Schale mag ^iaar beduidenis niet verliesen want zy dient
tot Memoric om de Standen, Graden, Claflen, Eigenfchappen, Ge-
tallen, en de plaatfen waar op de kruiffen en mollen vallen mee te
berekenen; en in de compofitie de onderregtingen daar aan toe te
pafTen.
6.   Hier toe is de Schale, die nu door de Si voltallig is geworden,
volkomendyk bekwaam, wyl zy ons alle de kruiffen en mollen uit-
levert; daar wy in tegendeel zien dat in de Gamma van Guido, ut
op G gezet zynde de 3fc niet kan bereiken, om dat de zevende naara,
daar aan ontbreekt: als
T             A            BC             D            EFjG
\\t            re            mi fa            fol            la               li ut
Derhalven is 'er niets zo redelyk als dat de fchale vol zy, om te
konnen regt deur tot den hoofdtoon gaan.
7.  Deze is d'Oorfprongkelyke en de eenige Diatonyke of voltooni-
ge Schale die de natuur .heeft voortgebrogt 3 waar van zig d'Ouden
hebben bedient, en waarmede de Klanken, ten Tyde van het ge-
ring getal der fnaren alleen met letterea zyn genoemt daar men in
den
-ocr page 59-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.               17
den aanwas derzelve , deeze gelykvormige fchale van namen aaa
heeft toegevoegd, ora bee natuurlyk beloop der klanken, in dezel£
de ordre van heele en hafvetonen, hoger en lager, op andere lette-
ren daar mede te verplaatfen, zo als wy leeren zullen.
XII. H O O F D S T UK.
Van de Franfche G AMME DOUBLE.
i. ^^^^^ 1Hebben hier boven gezien hoe Guido Aretinus , in
q&w$M
d'elfde Eew, wanneer de Mufiec nog zonder $%. of [/
W(m/ww& was, zyn zangfehale van 6 namen nogcansop 3 piaat-
fen heeft aangewezen ; ^Te weten, d'Eerfte op C, als zynde d'Oor-
fprongkelyke of natuurlyke ftandplaacs van onze gebruikelyke Ry of
Keten van Klanken; De tweede op F, die in den eerflen graad aan
de linkerzyde daar van afwykt tot de mollen; en de derde op G,
die op de regterzyde zig keert tot de KruhTen: En, alhoewel in die
laatfte geval de )8C op f zig, by foute van een zevende naam zig niet
zigtbaar vertoonde, zo belet zulks egter niet dat die inde natuur
leit en dat'er 3 ClafTen zyn waar van de laatfte aan de zyde der
kruilTen is hellende; Zo aJs men by vervolg van tyd tot tyd heeft
gezien dac die %& heeft moeten te voorfebyn komen.
.2, Hiej; toe had Guido, uit de zevende of laatfte regel van 't vers-
je waar uit hy zyn 6 Zingnamen heeft ontleent 00k wel een zeven-
de, als Sa of Si konnen maken maar, hebbende tegens d'Inflellinge
van den Paus, die al de tuffetonen had verbannen, reeds een niewe
mol met een verheve toets tulfen a en b gemaakt en op die niewe
toets de letter B verplant en aan zyn oude toets een ongehoord en
vreemd teken , als Q ofh. toegevoegt, zo fchynt het als of hy deze
laatfte >*K , uit zeker inzigt zal hebben nagelaten: want dat hem
4len toon zoiide onbekend zyn geweeft is geen'szins te gelooven.
3. Als nu v'yf of zes Eewen daar na, door d'lnftellinge van de Si,
de 7 zingnamen zyn voltallig en aan de 7 letteren gelykvormig ge-
maakt, wat was'er toen anders overig als de voornoemde Si op de
3 openftaande plaatfen in Guidoes Gamma ofZanglyltin te vullen ?
Maar neen: een brave geeft heeft zig verkloekc in,/££van Guiddos
D 2                                     voor-
-ocr page 60-
18              - Inleiding tot ware Gronden
voorfchrift, de Schale uit G (met tegenftaande dat die eigentlyk is
de Griekfche T of Gatnme , daar 'c ganfche opftel de naam van
draagc) daar af te fnyden; affchaffende alzo van d'oude Inflelling der
drie namen 5 het yoornaamlle Lid dat hedenfdaags 't allermeeit nut
is, om dat de Muliec zig verder over de kruiiTen als over de mollen
uitbreid.
4.. Hier uit is gefproten de zogenaamde Gatnme Bauble. Dit Meef-
teriluk beflaat, volgens alle Franfciie Auteuren (*) uit twee Ryen
namen en eene Ry letteren: als
Gl
U1ME DOUBLE
E fi mi ,
D Ja re
C fol uc
B fa fi
A mi la
G re fol
F ut fa
Waar van d'uitlegging is dat de letter A
zal genoemt worden mi of /a, mi 200 d'er
een {^ (die wy mol noemen) by de B
flaat, en la zo 'er geen U is; zo 00k B
is fa zo 'er een \j , maar fi zo 'er geen
is enz.
5.  Hiertegens valt in te brengen dat, wyl een [/ de noot verlaagt
en mol maakt en dat in tegendeel een )9K dezelve verhoogt en fcherp
maakt, daar twee ftrydige Schalen uit voort komen, dat'er zo wel
een model of voorbeeld van de ^ als van de \> aan den Leerling
behoort te werden ge^even: zo als wy boven hebben aangewezen
hoe ut re mi fa fol la ft ut uit C begonnen zynde, op d'oorfpronke-
lykeletterenpaft, maar uitF met een q op de verruylde letter Bvalt,
daar de ut op G begonnen zynde, %g op de / voort brengt.
6.  Als wy nu volgens de hedenfdaagfche wyze de Mufjec in 't ge- ^ ;
bruik van meerder kruiiTen of mollen door de Tranfpofitie voorzet-
ten, zo ftaat te letten dat men alcyd op de vyfde letter naar de reg-
ter of linker zyde een ^ of[> meer of min zal bekomen. Zo als
men volkomelyk'kan zien in de hier nevenflaande Figuur, die te ge-
lyk vertoont hoe zig de Muliec ter regter en linker zyde over de
kruiffen en molle onbepaaldelyk kan ukbreiden, makende als twee
vleugels die zig allengskens van het gemakkelyke tot in het ondoen-
lyke toe uit ftrekken', daar de C, als d'oudfte zyn Zetel in 't mid-
<♦) Zie pag. 9. by l'Affillard, Rouffeau, en andcre. -c»^ f^-tt^JA^nCS,
-ocr page 61-
Jm Mils icf tie jparfcLtte
Ou,imparf&ite par Ltj cLffzr&tit&j
Cx
& S 4 3
4 S 6~ 7
e *a*<rf*c *& *2> 5c Me *jc
2 1 O J.       2, 3
•23 <f C P 2> JC
h2> bC b£
. I . I | I | I         I         <
I
vd W he
tar utr ut
^e \£ V& \p
re re ^a ju
\>a \d \oi
yi, mt- mi
c If
xa  xd *a.
•ny      mi          mi
xc  %f xc,
xd  x<i xd
^st      la/ i«>
C la^j&S\%a
Oil
Squivoaiuf.
ma, we
ttr
-ocr page 62-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              29
den heefc, bezittende alleen de vlakke of Diatonike tonen .• al§,
*E. *B. F. C. G. D. A. E. fyB. )&F. ^C.
Zo gaat de SmA* uit F over eene , en uit {, 5 over twee molten
als * [> : enz. En gelyk de .SWd uit G maar eene i% heeft, zo
zal die uit D over twe kruiiren gaan enz.
7.  Hier uit zien wy hoe 't gebruik der Klanken met een zelv
Schak gaat over kriuffen ter regter, en over moilen ter linker zyde.
Daar de Scbale uit C, zonder of b (die dezelfde is) geen derde
by mag genoemt worden, hoewel d'Auteuren van dat heerlyke Ge-
nus Diatomcum
nu nog reutelen, als of dit in de hedenfdaagfche mu-
fiec een byzonder geflacht was waar in men geen $% of b mogte
aanraken. Wy zien dat de Gregoriaanfche bepaling, die men over
tien of 1200 Jaar heeft gevolgt, lang dood en te niet is, want men
die niet alien met de b en fc] van Guido gebruikt maar 00k zelfs
worden de hedenfdaagfche kruiffen in alle voorvallen van cadencfen
daar in gefpeelt en gezongen. Voorts zo zoti 't belagelyk zyn te-
genwoordig naar een ftuk Muliec te zoeken waar in men niet een 5K;
of b zoude ontmoeten.
8.  Beziet hier nu eens het wys beleid der gene die tot onderreg-
ting der Leerlingen 't model, van de regter vleugel met kruiiren 't
welk is de Scala uit G, daar de Si op «c/valt van Guidoos Gamma
hebben afgefneden. Men zoude hier op konnen zeggen, wat is daar
aan gelegen wylmen door't wel in agt nemen des halven toons (dat
hier eigentlyk de Zaak is) de voornaamfteverzettingen overde kruif-
fen wel invullen kan? Ik antwoord, dat dit niet alleen een waarheid
is maar zelfs dat men op die voet de heck Gamma niet van nooden
heeft, want de Scala alleen moet het werk doen, zo als een Kind
zulks met een oogilag op onzen Tranfporteur, waaropdezelve rond
gaat, terllond zien kan. Maar die is hier, van deze affnyders, de
meening met- Zy willen dat men de namen ten opzigte der kruiffen
zal laten m 't wild loopen, en de lioten 't zy met of zonder $k
met een zelfde naam noemem : En, dewyl dit aan onpartydige, die
door kwaad onderwys aan de vooroordeelen van verkeerde bevat-
tingen nog met vaft zyn, ongelooflyk fchynt, Zo is 't van nooden
hier op de voornaamtte Franfche Auteuren te hooren, om te verne-
D 3             .                                meii
«
-ocr page 63-
jo                        Inleiding tot ware Gronden
men of, en hoe zy deze verkeerdc wegen aande Leeriingen voor-
dragen.
9. Maar alvorens daar toe te komen moeten wy den Leerling nog
waarfchouwen zig niet te laten mifleiden door die oude manier van
de ganfche Mufiec nu nog te onderfcheiden in Bemol en Beduur,
zouder van de kruifTen na behooren tebandelen: En dat men zig 00k
niet moet vergapen aan een Gems Chromaticum als of eeneenige^r
de heele Mnfiec dede van gellacht veranderen: een zelve Scala op
andre letteren van gelyke diitantie verzet zynde, blyft dezelfde, of
hebbenwe op de 12 toetfen 12 geflachten? of zoo 't is omdat mooi-
je woord chroma, dat is verwe, daar in te mengen, zo moet men
ons ten minflen zeggen of Guidoos niewe B geel of groen is geweeft
en of men de kruilfen blaaw of rood heeft gemaakt.
De verbetering waar in de kunft: federt zo vele Eewen is aan ge-
groeit, Jyd niet dat men zig langer van deze beuzelingen, als of't
hoofdzakelyke gronden waren, bediene; hoewel daar juift zo heel
veel met aangelegen is, wyl dezelve met weinig onderregting kon-
nen overwonnen worden. Maar een derde onverdraaglyke en 011-
vergevelyke zaak is , dat men, willende de voorfchreve Gamme Dou-
£/^gebruiken, geen zorg heeft gedragen om tebeletten dat die niet
ganfch en gaar wierd bedorven en tot een Doolhof van biindheid
en verwarring gemaakt: Want, na dat men de Leeriingen de voor-
fchreve Gamma op de navolgende wyze heeft doen van buiten leeren,
Amila-i Befad, Cefolut-, Delare, Mfimi, Efutfa, Gerefol, zo heeft
men, in plaats van elke letter en ieder Sylkbe in't byzonder aan
te merken, toegelaten dat men die alle drie heeft in eengefmolten
en tot enkelde namen gemaakt, 't welkniet aan d'onknnde der Leer-
iingen maar aan "t kwaad onderwys van zogenaamde Meeflers is te
wyten: Dit milbruik, van ieder drieral vande Gamma tot een mafia
en (<fot nog 't ilimte is^) tot enkele Subjlantiva te maken is eindelyk
door de tyd zo vaft ingeworteld dat men zelfs onder de voornaamfte
Kunftenaars by na niet anders hoort fpreken. Dus zeit een Violift
als hy de letter A van de Clavicimbel opeift om'er een Snaar naar te
flellen, flaat eens ylmila; en de Fluitenift, laat my eens hooren uw
Cefolut: Ik vraag zomtyds of zy 00k geen Cefaci of Alare van noq-
den hehben? En niet tegenftaande de letter alleen hier de zaak is en
dat die bywoorden daar nevens ganfch onnut en zonder eenige be-
duidenis zyn, zo ziet men dat voorname Auteuren wanneerzy over
't on-
-ocr page 64-
"Van de Mufiec en dc Bas-Continuo.              31
't onderwys van de Zangkunft fchryven, zig niet konnen onthouden
van tegen alle reden elke letter met dit drietal te noemen ■, 't welk
van honderd Leerlingen naawlyks een verilaat.
10.  Zo zegt Ml. l'Amllard, Ordinaar Mufiec Meefter van den
Koning, in den zevenden Druk van zyn Boek genaamd Zeer lichte
beginfelen om de Mufiec wel te leeren (*) Als men een b vind by de
Sleutel van F ut fa dan zalmen, van een noot die op dezelfde linie
ftaat, zeggen, zie daar een ut op F ut fa door y mol; maar zo
d'er geen b by ftaat zal men .zeggen, zie daar een Fa op F tit fa
door y carre. Merkt hier dat dezen Auteur door de voornoemde
uitdrukkingen toont dat hy zulk een afkeer heefc vande letteren dat
hy ze niet bloot durft noemen, dus hangt hyze een dubbelde man-
tel om, om die te bedekken, zo als nti de mode is.
11.  Maar als wy nu in het derde geval eens vragen hoe de gemel-
de F ut fa zalgenoemt worden als'er een ^ by de fleutel ftaat dan
is. *er niemand t'huis: want die ^j£, die in der daad Si is, heeft by
hem geen naam; 00k zoud't heel kwalyk paffen dat hy van een
noot, ftaande op ^/zoude. zeggen zie daar een Si op F ut fa door
de kruis. Wat ftaat ons nu hier in te doen? 't naaile is dat we zo
als boven gezegd h, aan hun voornaamfte Auteuren raad vragen om
te zien of wy hier over een goede uitfpraak uit hunne Schriften zul-
(en hekomen. Maar Lezer vleie u niet dat zy de Reden plaats ge-
yen; gy zult tegens verwagting zien hoe zy nog tot in de tegen^
voordige Eew zig onderwerpen aan de voornoemde bepaling van
B mol en B duur, die men in vorigeTyden, toen'er nog geen kruif-
fen in de "Wereld waren, in de mufiec heeft gemaakt: willende lie-
ver zig tegen de natuur aankanten als middel zoeken om de kruilfen
naar behoren te noemen.
12. Beziet hier op den geraelden Mulicus van den Koning die in
zyn voornoemde Boek op de zevendebladzyde zegt Ik geef bier twee
Regelen die onfeilbaar zullen effen Jlellen de zivafighe'den. van alls
Tranfpofitien.
Vraagt men wat dit voor Regelen zyn, zo dient,
dat hy wil dat men in Bemol en Beduur de namen der klanken on-
yerfchillig zal over de kruilfen laten deurgaan noemende die zonder
onderfcheid eveneens als of'er geen kruiffen by ftonden: Maar de
noten die door een b zyn mol gemaakt laat hy niet ongemerkt deur-
gaan,
(♦) t'Affillard, pag. 9 & 10.
-ocr page 65-
--mm---—
*^"------ i^m|.vjwi*.,. ■.e.^wjpn^w|ii;jyiaM.ii.J».iuui?i ■■^^.iW^ilJf'i^lSiBll.^i''. ,i.u u.jjjji .a-.
I .,UIJ)I.W.J.!LWMK|.. '"■'■,!> ..-—,-
O
J
x^ u/
i lla ro
^
-e-
a
z^ ,
H3u
3
a
^2-
-e
JL_
^
:e-
%
lupn.j.             i/trcmifitJblla Ji ut-utfilaJoijumi re ut
J)e7io77iiruitw7ZJ> <SrrcrmeeJ>.
0
+o.«
r-G-j
^T
o
X o
ti"
9
- ■ —■ --
c <:
SC
/rS -^ r
dl7U
p
PO0
+n
lO a °
v*y
M
liane
^faJbl lajCL ufcre mi- Ju,/^mi i^eutlUylaJ'ol la
'j'a
liynuddire ut-} cni J a.
r>
*SV
II
^
K3
Q
h
*pf*. 3
a
€K
KD
g^JI H II
miJlZ J&ilt ji ll£ rC TllU mi^re at si lasoi* JU vtli.
jZrii&r Re miJaJbilaJ'i^ it re:jR.eutJ°CllafcrtJ:a<mir&.
'I
<-^ r~\ Lx
^3. r\
a
ESb
-e-
^te*
n
Kit
te^-
:
rm
^
; i
J'clfwfcl           laA.miJuSirl la- J>i.
la, J'i it            r&. I ./fc^ la, J'i it         re.
f H
itej> J'i it re.
: >
JJ22.
jd:
-e-
°PO n g _n-^
2X
re 7tll/xZ J'erl J^ , ut J'i la J'cri la j'i u£,
^itej
        la Ji it re ut, ut J7^ la Jal Lv j'i ut.
DJot&z,/anrefuce ere*J^OUu?£<2lt;ScIariw.elern^.is.
I
!
/""\_
<■*«■—«t**Jt*M
-ocr page 66-
32                    Inleiding tot ware Gronden •.
gaati, want die noemt hy fa: Maar die door een *& zyn fcherp ge-
maakt wat naam zullen die hebben ? Wy zien hoe dac hy zig
niec ontziet die ook ftoutelyk fa te noemen. Dus noemt hy in
'c zingen t'elkeiis den heelen toon met namen daar men den hal-
ven toon, door verflaat, en wederom den halven toon met woar-
den die den heelen toon uitdrukken: en op dat men daar in niet
zonde miftaften zo zet hy onder de noten denamen zo verkeerd als hy
wil dat die zullen genoemt worden, waar van wy de Copy hier op
de nevenftaande Plaat vertoonen.
13.  Deze fclione manier onderwyfl ons Rouffeau nog kragtiger in
zyn viermaal herdrukt Boekgenaamd Klare, zekere en lichte Metho-
de om te leeren zingen: in welkers Voorrede hy zegt dat dit is Een
Licbtgeving op de zivarigheden die federt eenigen Tyd in de Mufiec
zyn ingewerd;
als, de verfcheidene Tranfpofitien die,om verre <wer-
pende d'Ordre der Klanken ■>
behoorende tot ieder noot, aan ver-
Icheide Perfonen moeite geven, die hier zullen middel vinden om
alles te zingen naar de natuur, zo wel door b mol als door b vier-
kant
ofte wel door de vierkante L alleen.
14.  Deze lichteMethodeis dat hy, Na ons,op de 1? blatzydeeen
kragtige indruk gegeven te hebben van heele en halve tonen en dat
van mi tot fa en van ft tot ut de tnifenwydte niet meer is als een hal-
ven toon, ons op de 24-fte en tien navolgende bladzydenmet 28 voor-
beelden zeer net vertoont al de foorten van Tranfpofitien van de
fchale door alle bedenkelyke veranderingen van fleutels, kruiffen en
mollen, daar hy tot uitlegginge de namen der klanken, volgens de
fchale, voor aan heeft gezet; wel verftaande de namen die met de
fteutel vaft ftaan; maar wat aangaat de verroerlyke of tuirenin val-
lende klanken die door 't byzetten van een ^of \j of een L wor-
den verandert daar van zegt hy onder aan de bladzy,als ier een noot
is daar een b op voorgaat diezal men Fa noemen en een halven toon
lager zingen, maar hoemen die zal noemen als'er een %( voor gaat
daar fpreekt hy niet van, hy zegt maar dat men die zal een halven
toon hooger zingen: en onder aande 1 2de bladzy ftaat van.de/; dat
men, zo die door een b verlaagd is, moet zorg dragen van la tot Ji
maar een halven toon te maken. Zo zeit ook Mr. De Saint Lam-
bert (*} van la tot de Bcmol vany? is een halve toon, zo als even
te vo-
(*) Traite de I'Accompagment p. 3.
-ocr page 67-
Van <Je Muflec en de Bas-Continuo.             3j
te vooren van Re tot de Bemol van mi , en van d§ Bemol van mi
tot wi. Boivin (.*) g*at no£ verder, daar hy 2egt dat ook de 2fa
dient tot de ^ van »« en (Tut tot de ^ van ft. Dqzq tekenen,
zegt den grooten fchryver Rameau (T) veranderen niet de namen
der noten daar zy byftaan, fchoon men de leerling, totgemak, een
^< laat/en een U laat Fa noemen, want op de volgende bladzyde
onderwyit hy deze ftrydigheid met voorbeelden op noten en de na-
men daar by zo verkeerd als TAffilJard.
i j. Als wy de Namen niet volgens derzelver betekening mogen.
gebruiken waar toe zynze dan nut? Zo zy zullen dienen onTer de
letteren door af te fchaffen zo moeten zy tot alle klanken voltallig
en eenvoudig, maar niet verward, verbafterd en met allerlei verdub-
belingen worden voorgefteld , zo als ik nog nader yind dat Boivin
fpreekt van C fol ut famineur, D la re fol Diefe, B fa mi bemol et F
ut fa mineur {
t)
16". Als men de letteren wil bannen, waar toe wil men die dan
©veral onnut en overtoiling by voegen ? Als men de Guidonlfche By-
jiamen tot vafte namen van Klanken wil gebruiken zo moetenze ei-
gentlyk en onverandelyk zyn, zonder ooit de molle klanken (i of de
fcherpe fa te noemea: zo als Roujfeau , die zonder aanzien van heele
of halve tonen de namen onverfchillig over al de klanken laat doorlo-
pen? ^Alexandre Frere , fchryvende over de tranpofitie veroordeelt
deze inltelling zeggende (-j*) 't is wel mogelyk door dit middel de to-
nen zo als zy gefchreven zyn, met al de kriiiffen en Bemollen die
men daar by zal ontmoeten te zingen, maar dan zal men in het tref-
fen der klanken nooit zeker zyn zonder behulp van eenig fpeeltuig;
en men zal twee jaaren doorbrengen zonder te kennen 't geen men
door de gemeene weg in 6 maanden kan leeren; \ is dan onnut deze
manier voor te flaan wyl d'uiterfte moeite en d'eindelooze tyd die
men daar toe moet gebruiken de vrugt die men daar van geniet niet
kan evenaren, behalven dat men dikmaals zonder hoop van een goe-
den uitflag de leering moet laten varen Zo veroordeelendiefchry-
vers elkanderen , zonder te denken datz' all' t'zamen, door 'tafftap-
pen van Guidoos leering, in drie dwalingen over een komen: i. Door
*c verwerpen van 't gebruik der letteren , 2. Door dubbelde namen
onder een te fmelten, en 3. Door de leerlingen eerft door de woor-
den
{*} Traite del'Ac p.3. (t) Traitedel'Ac. p. 14. (?) Traitdel'Harmon. pag. 111,182.
E
-ocr page 68-
34                    Inleiding tot ware Grondea
den van mi fa en ft ut \ gelnid van den halven toon met alle kracht
in te prenten, en daar na, die eerfte indruk, door een Si Bemol en
X^adiefe weer uit te wifFchen. De natuur leert ons dat elk. ding moec
zyn eigen en vafte naam hebben, behalven de bynanien daar men
qdjetlivehk deszelfs eigenfchappen nice betekent.
XIII. HOOFDSTUK.
Van de Zangnamen betrekkelyk tot Zang en Spel
J. |Mv| \t wy tot den opbouw der fpeelkunde te gelyk hetZang-
i^J middel van Guido gebriuken is geen'szins buiten reden:
*$Jzig$§ Want Zang en fpd zyn Tweelingtn die ekaederen vol-
komeutlyic gelyicenen, zy zyn beide door Vrou Natuur van eenerlei
flofre en uic een zelfde Baarmoeder ter wereld gebrogt en zodanig
te zamen verbonden dat zy doorgaans eJkander omheizen enallehuU
pe bewyzen: byzouderlyk hetft de Zangkunft eigenfchappen om de
Speelkunll op te helderen en in 't wegnemen van vele zvvarigbtden
te dienen; zy ilypt net verltand en doet ons van de klanken oorde-
len, zo dat zy ons door 't gehoor de grootfte deur opent om de
kunil in zyn binnenfte te befchomven: Want zo haaft als men be*
kwaam is met de ftem alle klanken te treffen, en metgdloteneoogen
alle de geluiden die men ons op eenig fpeeltuig doet hooren, zon*
der milieu te noemen , to ij> men in ftaat om alle de Klanken die
men denkt, of die men van een ander hoort, op noten te zetten, 'e
y/c\XL den eerften Trap is om met groote voorfpoed een hoogen op~
gang te maken.
2. Onder de middelen om in de diepfte geheimen der konft in te
dringen verdient de kennis van den halven toon d eerlle plaats. Men
meet wel te fpreken van Molle en Dure; maar van de middelen om
die by 't gehoor wel te ondericheiden en te treffen daar op worden
•\py geenzins voldaan.
3 De voornoemde Guido is d'eerfte geweeft die ons het middel
van door Mol en Duur den aart der klanken, en door 't verfchuiven
vande Naamfchale , den hoofdtoon en de ver«;oze klanxcn tot leder
period-- met haare eigenlchappen heefcaangeweezenomde Zangkunft
daar m-de te onderwyzen.
                                                      $. Hier
-ocr page 69-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo,             3^
4. Hief van heeft hy een boek j genaamd Micrologosgefchreevenin
welkers voorrcde hy Zegt dat hy door dit middel in 'c zingen imand
in een maand verder brengen kon als men te voren in veele jaren
zoude hebben gedaan. Met deze wetenfcbap heeft hy verfcheide
landen doorfeifl en de verdorve mui'iec verbetert, tot dachyeindelyk
door Paus Benediclus tot Romen is beroepen. Zie Prins biz. 108.
J. Heeft heel Italien tot het wel onderfcheiden der Perioden, elk
met zyn hoofdtoon en deszelfs onderhoorige Klanken, methaareei-
genfchappen De Tranfpoiitie van de fchale, in een tyd dat het clavier
nog eenvoudig was, zo nut en noodig geacht/zo veet te meer is die
dan nu, in de wydluftige uitbreiding der klanken onzes tyds tot 19
Of 20 in 't Octaaf noodzakelyk: Want door die wildernisisdeTran-'
fpofitie duifter en moeijelyk geworden , zo dat een leerling zig zon-*
der een behoorlyk hulpmiddel daar niet door redden kan.
6.  Hier op ftaat aan te merken , dat het groot getal der fnaren ,
al waar 't zelfs dat het ging tot 31 in1t Octaaf, daar doOr geenver-
andering in d'eenvoudigheid van d'eerfl'gevonde Diatonyke fchale komt
te veroofzaken : Want de Muliec is , en zal altyd blyven by haar
eerfte verdeeling van lieele en halve tonen : zo dat men de fchale
der Klanken van ieder periode door een fimpele verhooging of verla-
ging komt te verfchuiven (ongeagt de gefteldheid van 't (peeking,
daar men zig dan mee moet belielpen.)
7.  Zo iemand hier wil tegen in brengen dat vermits Guido zyn
zangmiddel niet over al heeft konnen onderwyzen , heel DuitslancJ
niet alleen zoiider zyn ut re mi fa fol la de muliec heeft behandelt,
maar zelfs daar tegen een grooten haat opgevat; noemende de g£rie
die dit middel gebruiken , fpotsgewysSolmifatores} Terwyl aan d'an-"
der' zyde alle duitfche en daar aangrenfende volkeren de noten in 'd
zingen met letteren noemen, alsce, cis, de, dis, e, ef, fis, ge,-
gis, a, Be, Ha, ce enz. waar door dan al de klanken elk een eigerf
naam bekomert. En dewyl wy zien dat onder de Duitfchen zoveeld
uitmunten'de meefters worden gevonderi, zo isdevraag, Wyl'er zd
veele zyn die zonder 't geb'ruik van ut re mi fafol toteenhoogen trap1
in die kunft zyn geklommen , of men dan by gevolg niet magzeggeri
dat de Naamfcbale van Guido onnut is?
8.  Ik antwOord, dat, fchoon deze tegertwerping hier fcbynt vaii
gewigf te zyn , zy in \ tegendeel niets behelft dat Guido kaft ver*-
E 2.                                                   QGt-
-ocr page 70-
36                   Inleiding tot ware Grondea
oordelen: Want gefteld zynde dat men ut re mi fa fol welkan miflen;
20 volgt daar geen'szins uit dat men geen fchale van nooden. heeft:
Want j gelyk'er veele wetenfchappen zyn die geen ldiale konnen
ontberen , zo is die voor al in de mufiec noodzakelyk > wyl Tt on-
mogelyk is eenig ftuk of lied te maken zonder alvorens daar toe vail
te ftellen Eerftelyk een Verkiezing van zekere klanken volgens een
Scale die dezelfe aanwyft , als zynde de ftof daar dat ftuk van zaf
worden gemaekt; en ten anderen, een grondige kennis van den aact
van elke klank en hoe men die in 't maken van Mufiec moet gebrui-
ken. Hier toe is \ goed de klanken met namen , die hun eigenichap
uitdrukken , elk byzonder te konnen noemen, om die dan op de let-
teren , die vaft ftaen , te konnen plaatfen en verplaatfen. Laat dat
dan Hebreuwfche , Griekfche of ArabifcLe namen , of in derzelvec
plaatfen getaJlen of tekenen zyn , 20 blyft dit egter waar, dat alle
yolkeren zig de halve tonenen de heele die daar aan hooren ,. inhaar
natuurlyke gedrag moeten voorftellen, 'twelk dan is een fchale.
9. Zelfs zo zyn al de klanken die men in alle boeken voor aan elke
jregel nevens de fleutel ziet uitgedrukt altemaal fchalen van verkooze
tonen , maar ora dat 'er ill een ftuk mufiec verfcheide verzettingen
van de fchaale zyn waar uit de perioden beftaen die daar door danal-
leen maar letterlyk of plaatfelyk worden aangemerkt zo worden die
maar flegts gefpeelt zonder dc reden van hun verkiezing , ik laat
ftaen d'eigenfchap en de natuur van elke klank en wat aan dezelve
toekomt, eens te onderzoeken:
io. Wat nu verder aangaathet wel uitdrukken dezer verkoze klan-
ken dat gaat zo florzig in zyn werk dat men zelfs voorname auteu-
ren vind die de vereifte tonen,, die onvermydelyk in een muiiekftuk
moeten dienen , verzuimen, by de fleutel te zetten. Hier in heeft
zelis gedvvaalt den. grooten Corelli,, die in zyn vyfde werk (aviolino
folo) gedrukt te Bologne in 't jaar 1700, in de tweede fonaat, wel-
kers hoofdtoon is de molle B 9 in de plaats van beide te.kens bb,
maar een h heeft voor aan gezet , zo dat deb by E , die in de ver-
kiezing een vaften toon is , en onvermydlyk moet nitgedrukt , mot
gemaakt en ,. na de Italiaanfche wyze Fa genoemt worden 3. by de
ileutel niet is te vinden. Even zo heeft hy in de VI , en IX en XI
fonaat die ^ 5 die onder de verkoze klanken van 't grootfte gewigt
is ,, als zynde zo veel als 't roer van 't fchip zonder 't welke men de
haven, nietkanbezeilen, verzuimt nevens d'andere by de Ileutel te zet-
ten;
-ocr page 71-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.                37
ten. "Wei is waar dat hy die in al de regels met een ^ by ieder noot
lieeft gezet , raaar dac is daarom niet wel , want daar is een groot
©nderfcheid tuflfen iets dat algemeen is , en 't geen als een uitzon-
dering word aangewezen 't welk dikwyls een zaak doet kwalyk ver-
ftaan: Waar uit men dan moet befluiten dat een fchale daar^mennaar
fpeelt of zingt , en daar de maker van 't muiiec naar heeft moeten
werken, klaar en volkomen behoort te worden uitgedrukt.
11. De fchale dan is (zo als wy geleert hebben) een lyft van 7 ge-
bruikelyke klanken , die \vy uit een menigte van 20 derlei foort van
letteren daar de mufiec mee is verrykt moeten kiezen om ons te die-
nen tot de ftof daar wy zang of fpel van zullen maken : zo is 'c dan
onbetwittbaar dat de fchale, en de menigte der hedendaagfche klan-
ken twee verfcheidene dingen zyn, die elk haar byzondere maar niet
beide eenerlei namen moeten hebben.
12 't Schaad niet dat wy dan nog eens zeggen, dat d'eerReNamen
die ons tot hetnoemen der gemelde menigte moeten dienen zyn lette-
ren, die men niet zonder deuiterfteonredelykheidnadatzyons 1200
jaren wel gedient hebben , kan affchaffen. Of zal men op de franfe
wyze met Alexandre Frere biz. 44. zeggen Fa is nu Ut, Si bemol is
veranderd in Ut, enz. Of zullen wy op zyn hoogduits uit haat te-
gen die namen die letteren verdubbelen en zeggen dat den hoofdtoon
C zal op D of op Dis ftaan of zal men de namen der fchale nomberen
en zeggen met Campion biz. 22 dat N\ 1 zal hebben een 3 en yr
No. 2 een 6, enz. of zullen wy de zake by 't hair trekken om tezoe-
ken naar middelen, die,, alsze gevonden zyn ons niet veritendigen't
gene ons noodig is te weten.
13. Terwyl wy dan uit deze voorbeelden zien hoe de klanken
(zo wel als alle de dingen der wereld) twe namen moeten hebben,
d'eene om hec ding , en d'andere om deszelfs eigenfchap , ordrey
of relatie te betekenen zo is de vrage of'er tot nog toe by eenigau-
teur ooit beter benamingen als die van Guido zyn ingefteld ? In 't
jaar 1605. zyn door een onbekende de navolgende 7 namen opge-
worpen Bo Ce Di Ga Lo ma Ni Bo , die zo weinig. ingang hadden<
dat men nog A'. 164.J. t'Amllerdain by Janfonius een nieuwe latyn-
fche Rudimenta met Guidoos leeringe heeft herdrukt. Niet lang
daar na heeft een ander, oordeelende dat het beter was de oude ge-
wettigde namen te behouden en met een zevende te verryken aan de
E 3>                                          aes^
-ocr page 72-
38                    Inleiding tot ware Gronden
zes fyllaben van Guido de zevende naam Si by gevoegt, Waar meg
dan 't Ottaaf gevold zynde , de verzettinge der zangfchale niet als
zeer zelden behoefde te gefchieden. Ziet hier van den geleerden
Brofiard p. 163. Deze byvoeging is terftond inVrankryk en in Hol-
land aangenomen ; Maar in ltalien was men zo verre van Guidoos
leeringe te verlaten dat men, om die des te meer te behouden, het
woord ut C't welk in d'uitfpraak de klank fluit) heefc verbetert en in
Do verandert:
14.. In Engeland darentegen heeft men 'tgetal dezer namen vermin-
dert oordeelende dat het genoeg was den halven toon te noemen}
en nog een paar namen als byloopcrs daar by te voegen, zo dat zy
zig met de 4. namen mi fafol la vergeno^gen • waar van d'onderregting©
tot gebruik in alle engellche Pfalmboeken is te vinden." Dit middel,
'c geen den leerling noodzaakt den halven toon over al te onderfchei-'
den kan wel in 't zingen plaats hebben maar 't is geen'szins genoeg-
zaam om tot verftand van de compolitietedienen ;. want mi fa is geen
ft ut: De fchale rnoet vokallig zyn, om'eralle de eigenfcbappendec
klankendoorregelen redenop tekonnentoepaflen;als, wie den Hoofd*
toon is, wie deszelfs onderhoorige of verkoze toonen zyn , welk
cTeerfte, en welk de tweede fcherpe is die als een voorlooperonstot
den hoofdtoon rnoet inleiden, voorts weike de heerfchende of onder-
hoorige klanken zyn, daar wy de ordre, de rang en 't opzicht hietf
na in 't breede van zullen onderwyzen, waar door wy dan onweder-
iprekelyk van de nuttigheid van deSeala zullen word overtuigd.
if. Voorts zo is het nietgeoorloofd onze kunft te berooven vail
een voorregt dat haar zo wel als alle andere dingen der geheele we-
reld toekomt , namentlyk van -zrg te mogen uitdrukken met twee
woorden waar van 't eene de ftofen andere d'eigenfehap daar van be-
tekent, wy moeten om de muiiec wel en verflaanbaarte onderwyzen
door de Lettered, ah1 Subftantiva, de vafte plaatfen der klanken, en
door de Bynamen als Adjettiva dezelvcr eigenfehappen vertoonen:
Want het gebruik van bynamen zonderietteren, of vanletterenzon-
der namen ( al waar 't zeifs dat men,in derzelver plaatzen zig met an-
dere duifte of dubbelzinnige middelenkondebehelpen ) iseenrenden-
looze buitenfporigheid : darentegen is 't gebruik van woord en by-
woord een algemeene wet die zelfs de kinderen in de fcholen niet on-
bekend mag. zyn.
16. Dat
($) ZietPrintz. biz. 132.
-ocr page 73-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             39
16.  Dat nu de Guidonifche naamfchale daar toe beter is als alle
d'andere middelen die men metveel twyffelagtige omilag van woor-
den daar toe zoude konnengebruiken, isbovenbewezen. Menmoet
daar niet tegen in brengen datze moeyelyk is want wy zien hoe licht
het gemeene volk een hedje leert, en iioe gemakkelyk deklankenaen
de woorden biyven hangen. Gefchied dit dagelyks op een lengtevan
yeerzen , zq 1$ ?er opk niets zo licht als 6 of 7 onnoozele Syllab.11
aan hun klanken te hegten. Deze gebruikte Guido als een memori-
kunft om de leerlingen door Mi bet {cherp of duur; door Fa hetmol-
lig of zoet ; door-mi fa den halven toon ; en door de daar aan vol-
gende klanken de gemeene (die nog mol nog fcJierp zyn) wel vaftin
te prenten ; van wike dan , den aart bekend zynde, 't gebruik moft
worden onderwezen.
17.   Die deugdzaam beginfel, zo nut, zo licht, zo noodig, is niec
to haait in handen gevallen van onvernuftige zo genaamde meefiers,
die dit nietverftonden, of'tis.zo kwalyk onderwezen dat het total-
lerhande verbazende buitenfporigheden in Vrankrykisuitgefpat die in
Duitslandniet hebbende konnen ftandgrypen , d'oorzaak zyn geweeft
dat men zig daar alleen voor de enkelde ietteren heeft verklaert.
18.  Alzo heeft den annen Guido ander lieden misilagen moeten
ontgelden, werdende door den voornoemden Matthefon te Hamburg,
in de Tytelplaat van zyn boekgenaamd Das befchutfte Orcheftre ver-
oordeek en in een eeuwig graf tot vergetenheid met dit onverant-
woordclyk byfehrife begraven
ut mi jol Re fa la Sunt Cab'f (ntritf tota) Mufwa.
19.  Waar tegens wy zeggen dat 'sMans gemakkelyk en heilzaam
onderwys in Italien het eewige /even heeft; En dat wy de rtLampen
die Matthefon tot fpot op deszelfs Grafnaald doet branden , als zes
Heliceh moeten aanziendie de bovengennelde 6 namen doen uitblinken;
En dat d'Aaneenfchakeling van ut mi fol en Re fa fa , door 't eerite
drietal 't Modus oft ipei van de grovte, en door ?cT weed e, dat van,;
de Kieine ters afbeekien: toonende alzo dat'er inde Kunfl is Tweder-.
kifpet-,
't wek wel onderwezen zynde is, Tota Mufica.
20.  Dus willen wy dat Guidoos beeld, dat hy tot fchimpboven't
Graf heeft gezet, verheerlykt werde met dit Gpfchrifu
Sol rj-ji fa Re
dat is, £0/, te weten "Jpollo^ maakt my Re, dat is Koning: om dat
zyn wetten door duizend duizuiden wordeo gehoorzaamt.
XIV,
-ocr page 74-
4<s                        Inleiding tot ware Gronden
XIV. HOOFDSTUK.
Van de Hoogduitfche Benamingen tot Zang en Spel.
Et zoo veel zorg als men in Vrankryk de letteren heefc
verdonkerc en eindelyk ganfeh verlaten, met zoveelyver
heefc men dezelve in Duidland opgeheldert, en met vol-
tallig makende byvoegfelen verrykt om te dienen tot Zang en Spel.
2.   Wy hebben in 't vorige getoonc hoe die 7 letteren over ruym
duizend jaren zyn ingelleld , met die omftandigheden dat men , om
die tot een grooter getal uit te breiden , Deze/fde moefl herhaelen;
dat d'agfte letter altyd aan d'eerfle mo eft gelyk zyn: als A B C D E
FG, abed e fg, a &c.
3.  Hier op is de Vraag: waar van daan komt de Hoogduitfche H?
Z1 en is geen Mufiecletter die in de fcalafonorwn begrepen is ; Z1 is
nog veel minder een agfte letter die aan d'eerfte gelyk is : wat dan?
Z'is by naar geen letter , want H magis eft adfpiratio quam Jiterat
H is meer een flerke uitaafleming als een letter; zo dat men in d'uit-
fpraak duizendmaal a, in plaats van H zal verllaan.
4.  Wyl dan de gemelde H onder de mufiec letters een baflerd is ;
en kwalyk luidende ; en buiten d'ordre (want men zeit a b c ende
niet a H c) en t'eenemaal onnoodig; en in Italien, Spanje , Vrank-
ryk , Engeland , enz. ganfeh onbekend, zo is *t vremd dat in Duits-
land 5 by voorval van d'een of d'auder niewsmaker 5 die fchoone H
zo in'tgebruik isgekomen: is ditgefchied door onkunde of by abuis,
om dat Guidoos y vierkante B wat na een h fchynt te zwemen, za
had men dat voor een misflag nioeten te boek zetten : men kan im-'
mers de gemeene B van de mol gemaakte, door Ybyvoegen van het
teken b (naar'c voorbeeld van d'andere letteren) zeelwel onderfchei-
den: of zo men voor zwakkeverftanden, ter oorzake van de kwaadc
gewoonce, ten overvloede by deSimpele B een noodelooze ^ of V\
wil byvoegen , dat kan geen kwaad , want de voornoemde £7
is dan van nulliteit: anders behoort mendegemelde l=j niet andersals
tot herftcllen van zyn eige letter (wanneer die veranderd is) te ge-
bruiken:
-ocr page 75-
Van de Mufiec en dc Bas-Continuo.             41
bruiken: fchoon 1t misbruik wil, dat men hen ooktoteen algemeene
herftelden by alle de letteren , 'c zy datze door een % verhoogd of
door een [; verlaagd zyn , heefc verkoren. Die is in alle landen
deurgedrongen en in 't gebruik zo bevefligd dat men moet zeggen
Tranfeat, het moec zo blyven.
$. Aangaande nu dat men in Duitiland door de enkele letter B de
molgemaakte £,B verflaat zouder dafer het teken [, by ftaat, daar
op dient, dat zulks ontrent de muiiec noten nooit ^em plaats heeft,
wyl daar nooit geen B word mol genomen 't en zy dat hy door het
mol makend teiken {, daar toe verlaagd is : daar hy dan 00k naar
moet genoemt worden, Bmol dat is, een verzachte of mol gemaak-
te B.
6.  Maar , daar is , behalven dit nog een beter middel van benoe-
mjfng , 't weik men niet genoeg kan pryzen , 't welk is, dat men in
Duitsland heeft uitgevonden aan alle de letteren , "t zy datze Ver*.
hoogd of verlaagd of eenvoudig zyn, met enkele fyllaben , elk hun ei-
gen naam te geven : 'twelk gefchied door 'tbyvoegen van d'fyllabe
is als'er een ^C , en es of as als'er [; by ftaat. Dus had men dan
00k de letter B als'er een )& byflond, ftwelk zeerzelden gebeurt)
gevoeglyk^/, en darentegen de molgemaakte B, ofZ-B, Ba, konnen
noemen, om die beide van de gemeene Be te onderfcheiden.
7.  De Muiiec is hedensdaags zodanig met kruilfen en mollen over-
laden dat men in plaats van 12 toetfen in \ O&aaf tegenwoordig in
de boeken 20 klanken vind uitgedrukt.
8.  Werkmeifter , in zyn Tra&aat van de'Bas-Continuo bl. ip. be-
fchryft ons derzelver Namen aldus :
't Is bekend (zegt hy) dat alwaar een ^ ftaat de noten allemaal
een andre naam bekomen en dat hen de Syllabe is word bygezet,
als C, cis: D, dis: F, fis: G, gis. Deze zyn reeds wel bekend:
Maar als by E , Aoi H een % gezet word zo moeten die eis, ais,
en bis genoemt worden 1 Welke dan zyn Superfemitonia : want eis
vak tulTchen e en/; ais op b en bis tulichen b en c.
9.   (In de benaming der halve tonen is een gemeene dwaling inge-
geflopen, dat men de ftekken die op 't clavier verheven ftaan, (als
cis, dis, enz, Semitonia pleeg te noemen, daar zy maar enkele Klan-
ken zyn: Maar, als twee klanken, als c en cis, g en gisi, H enc
tegen elkander worden gehouden dan zyn 't Semitonia.)
lr                                    10. Wy-
-ocr page 76-
41                    Inleiding tot ware Gronden
10. Wyders heefc men ook cot ieder letter een b, welkers bena-
ming door de Syllabe es gefchied: Deze worden zo als eenige willen
Subjemitonia genoemt: als wanneer d'er een b voor dec ftaatzo word
die nieuwe toets genoemt Ces, voor de d des, voor de e es, voor
de f fes, voor de g ges vQor de a aes of zo als bekend is as, voor
H Hes of zo als gebruildyk is B molle.
ii. Verder befchryft ons den Auteur de kruilTen met namen: Als
een ^ voor de c ftaat- zo word die genoemt as , voor de d dis,
voor e eis, voor defjis, voor degg/j, voor de H His, Dus verre
Wermeifter (*)
iz Ilier op is aaaroerklyk dat de Duitfchen die aldus al de klanken
zo welkruifi'en en'mollen a]s gemeene elk met een eigen rraam konnen
noemen, zy oak .dezelfde gebruiken om daar mee te zingen 't welk
tot het wrel treffen der klanken een groot middel en van die uitwer-
king is datze alle de gene die naar de Franfche mode aan twee of
drie verfchilknde klanken een zelfde naam geven, in gewisheid verre
te boven gaan.
13. Op deze namen zegt den voornoemden Auteur verder. Dat
wyl men op "t clavier, en byzonderlyk in orgelen zo veel Super-en Sub-
jemitonia niet
hebben kan , en dat ook 't clavier zig in dier voegenlaat
temperen dat men die wydluftigheid nietgebruiktzo houde ikheton-
ondig te zyn dat men een zelfde toets in '/ clavier twee namen geefc.
Volgens-deze uitfpraak geeic ons den Auteur veertien voorbeelden
op noten vertoonende dat $$a op b, ^Xc °P d , %e op /,
U X / op g, ^^opf, Wyders £ e op dis, ^ d op as, [; g op
fts, [rcopH, 1,00? gis, If ope, ffbHopa, ybeopd, en I bd
op c vallen, om dat men , by foute van de daar toe noodigetuffe
toonen die niet auders nemen kan.
14,. Wy we'ten wel dat tot zo veelderlei namen de regte fnaren of
toetfen op gee-nerlei fpeeltuigen (uitgezondere op de handvioolende
violoncello waar op de fnaren tot allebedenkelyke klanken blootftaan)
konnen gevonden worden, en dat wy, voor zo veel zulks de toet-
fen aangaat gedwongen zyn quid pro quo te nemen, maar't en is ons
daar om niet geoorloofd de klanken met verkeerde letteren te noemen :
in 'c tegendeel is 't een onvermydelyke noodzakelykheid die met
Jiaare ware eige namen niet alleen te noemen maar ook met de no-
tea
(*) Werkmcifler over de Generaal bas bl. 19, 21, 24.
-ocr page 77-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              43
ten op de linien zo te fchryven als of 'eralledetoetfenwaren: Want
2,0 men , in de mufiec de noten aldus tegen de waarheid noemt of
fchryft zo kan zulks de grootfte verwarring en verbaftering baren
die'er in de Compoikie of de Bas-Continuo zoudekonnenvoorvallen.
By voorbeeld: men begeert op/de k-leine ters, die eigentlyk beftaat
uit de drie letteren/'g ha : zal 't dan geoorlofd zyn die ters f gis te
te noemen , om dat die lnaar tuflen g en a op \ gemeen clavier ei-
gentlyk op ^ggefteldis? /tegen-g/'i beflaat uit detwenaburige lette-
ren/ engdaarmen, meteen menifte waarheid van zoude konnenzeg-
gen 't is een kwae Seconde : die 'tons niet geoorlofd is in diequa-
liteit te noemen veel min te-fchryven , om verfcheide redenen die
men zal zien in 't overwegen van 't gebruik van een Seconde in tegen-
ftelling van een ters, en voorts van de fcherpe gis in tegenftelling van
a mol, of om op zyn hoogduits klaarder te fpreken een a die door
het teken [> is verlaagd, verzocht en mol gemaakt 3 die wy daarom
een molle a of a mol noemen.
1?. Maar zacht! ik moll tfjzeggen, want in Duytfland heeft men
zig van de beduidenis van'tlatyns woordmolle, omtrent de klanken,
zeer onvoorzigtiglyk berooft zo dat men in hun taal geen a mol, e
mol, bmol, inde ware betekeningzeggen kan. By dezeniewigheid is
nog een tweejffont, waar van bier na. Ondertuffen zien wy hier hoe
twee zulke itrydige klanken, die verfchillen als mol en duur, water
en vuur by hem d'een voor cTander genoemt, ja zelfs, opeenverlei-
dende wyze even eens gefchreven worden ? in 'c gebruik van quid,
pro quo
word die zo genaamde vereeniging op een toets, hoewel
vals, uit nood geleden; maar men mag dat kwaad niet fchryven.
16. Wy moeten hier niet vragen of degis, voor een fy a oneigent-
lyk gebruikt zynde, aangenaam klinkt, want den Auteur meent ja,
verklarendeonszyn gevoelen (*) met tezeggen, dat de groote ters geen
perfelle confonantie of zuivere t'zamenklank is: Keden om dat liy een
vooritander is van Neidhardts gelyk zwevende temperatuur, "t welk
is dat niew middel waar door men op de clavicymbel de Wolf Cdat
is het vals overfchot ,'t geen 'er in de verdeelingder klanken overbfyfc)
in jonge wolven verandert : En hier door is 't dat hy dat pronkju-
weelj vt welk d'eenigfte volmaakte t'zamen klank is die wy op \
cla-
(*) Op de 28 b!z.
F 2
-ocr page 78-
44                   Inleiding tot ware Gronden
clavier hebben, onrein noemt, te weten, na dat hy 't zelverbedor-
ven he eft,
17 Maar laat ons wederkeeren tot gis en as, om door een voor-
beeld (in plaats van vele die zig over allekruiffen en mollen uitftrek-
ken) een overtuigend bewys van V groot vcrfcbil in derzelver ge-
bruik te geven.. Het ondenverp ishier, dekleine
,*S a I [>a S
verheve toets die tuffen g en a is. Stelt dat des
zelfs Bas is een d ( of een andereletter zogywilt) I " c ' zP^J
20
moet gy van de gcmelde verheve toets, zo gy hem gis noemt,.
©pwaarts tot a , en in de bas nederwaarts van d tot c gaan: maar,
2,0 gy hem as of [/ a ( of een molle a) noemt, zo moet die boven-
party dalen van [/rftotg, en de Bas moet klimmenvan dtot beofe:
lleden, dat men telt van de d opwaarts tot >&g -fletteren, die men
konftwys noemt Quarta Superflua dat is, een vergrootte quart, maar
van d tot \,a zyn ? letteren , welke maken een Qukita Diminuta
dat is, een verkleinde quint, cTeene is een valfchequart, d'andreeen
valfche quint, die ook beide Tritonus worden genaamt: vandewelke
het wederzyds verfchillend gebruik, zo als't hier boven ftaat, door
ajle Auteuren word beveftigt.
i8- Even alzo is'tongeoorlofd de laatftgemelde ]j e in de BzsdistQ
noemen, want daar door word wederom den waren zin der compo-
fitie verdraaid. Dit Onaangezien , zoo is in Duitftand het woord
Dis tot het noemen van (> e zo algemeen, dat men zeldenofnooitvan.
es hoort fpreken: Tot zo verre zelfs dat de geleerden Matthefon in,.
alle zyne werken doorgaans deze contradi&ien Cis dur en mol, £)j&
dur en mot, Fis dur en mol, Gis dur en mol,
&c. (hoewel in eenan_
dr«;n zin ) op zyn Duits voor goed gebruikt. 't zelfde lot is ook ^a
wel te beurtgevallen, die men in plaats van aisom de lichtigheid ook
wel b noemt: aan d'ander zyde heeft het woord Hes, tot het bete-
kenen van de gemelde. b, te veel gelykheid met het woord es, 'twelk
ke beduid.
ip. Men zoude op een zeernatuurlyke of eigentlyke wyze deze
twyffelingen, te gelyk met die mallei, konnen wegnemen, zonder
gevaar van niet verftaan te worden: want gelyk men ziet De
djs, des, Ge gis, ges, zo konde men even zo wel Be bis, bess
<^inog beter Be ha, bi zeggen.
20. Verv-
-ocr page 79-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             45
20.  Verder ftaat'er op de hier voor gemelde voltallige naamlyft
nog die te weten , dat'er in de mufiecboeken by de C of F nooie-,
en by de G of D zeer zelden een ^ word gevonden, weshalven dan
de namen van Ces en Fes Ges en Des nergens toe dienen, 'c en zy in
uit der maten buitenfporige tranfpolkien die men nietgebruikt. Maar
in de kruifTen gaat men verder als in de mollen tot zo verre zelfsdaj:
men in Corelh, Teleman, Clerembault, voorbeelden vind van twee
kruilfen die tegelyk by de letter F (te weten eeiv by defleutel en nog
een by de noot) worden gevonden: die dan tweemaal verhoogd zynde
op G valt. Maar wyl de voors. >)£ De noot niet meer verhoogt als
een kleine halve toon, en dat Lwee van deze tot het maken van een
heele toon niet konnen toe reiken, om dat die beftaat uit een groote
en kleine halve toon te zamen, zo heeft men tot het betekenen van
den grooten halven toon een groot enkel kruisaldus X ingeftek, die
dan word genoemt Die (is. enarmonicus of d'opper overeenftemmige
kruis, ende zulks niet ten onregte, want de %x f 5 diealsdan op
G valt, maakt door zyn reine groote terstegen J, e ('t en ware dat
iemand die fnaar, tegen 't gemeen gebruik op ^ d had geftelt) zeer
onverwagt een aangename harmonie die boven de voorgegane kruiften
in lieflykheid uitmunt.
21.   Van alle deze dingen moet een leerling gewaarfchouwd zyn
om zig geen verkeerde bevattingen te laten in prenten waar door
men den waren zin der zake kan komen te verliezen : zo als by
Toorbeeld dat niewe hoogduitfche kunft woord waar door dit teken
\. de naam van mol worn afgenomen en aan Ters overgegeven, op
een manier die zo abufyf en zo zelfsftrydig is dat'er de Franfche naam
•van E fimibemol geen handwater by heeft, wane die flrekt zig niec
verder uit als zyn eigen zelven om de verzachting van e door het te-
ken I na waarheid te beduiden , maar hier vergeet de j, zyn pligt
en laat zig gebruiken om op een zeer oneigentlyke wyze een kleine
ters te beduiden. Dit misverftand heeft monfters voortgebrogt waa*^'
van wy 'er hier een zullen ontleden :
Vraagt iemand wat het is ?'
Het is nog vlees nog vis,
Maar 't is een molle Dis,
F 33                                   22, Laat^
-ocr page 80-
46                   Inleiding tot ware Grondeti
2 2. Laat het ons geoorlofd zyn hier onze eerfte Kinderleffen, die by
de Jieele wereld federt meer als duyzend jaar hebben ftand gehoudeft
en nog■ houden, 0111 dac het volflagen waarheden zyn, eens te her-
halen. Eerftelyk vraag ik wat is mol ? is 't niet een geluid van een
zachten aart, 't zy dac by 't is van nature, in d'oorfpronkelyke Ry
van klanken, of dac by, by uitzondering, door bet teken \, is ver-
laagd en mol geworden ? Ten anderen vraag ik of bet woordZ)«niet
onwederfprekelyk diiur is> als zynde door bet teken ^ verhoogd en
fcherp gemaakt, en darom dis of $£</ genaamd, op dezelfde wyze als
men de kruiffen van c, /en g, cis fis en gis noemt.
23. Mec wat febyn van reden kunnen de Duytfche Auteuren dan
de tonen die door een L zyn mol gemaakt de namen van 't feberp
toeeigenen? Dit is nogtans bybenzo gemeen dat zelfsMattbefon, in
'teerfte deel van zynGeneraalbas, op 'c elfde proefftuk, 't welk een
ftuk mufiec is dat over drie mollen gaat (te wetenmolle B, Een A)
fprekende van den Hooftoon, welk^JEis, denzelvennoemtdiefchone
Majeftetifcbe Dis. Even zo doet Joh. Dav. Heinchen die in zyn zo
genaamde mulicale cirkel {*) d'A 00k gis noemc , en nog darenbo-
ven gis dur en dis dur, enz. 't welk nog een andere niewigheid is,
waar van wy in ons boofdftuk van twederlei Modus zullen fpreken.
24.. Zoo 'c geoorlofd is een toon die in zachtbeid uitmunt de naant
van feberp te geven zo mag ik 00k zeggen dat myn kat een egel is; en
dat ik zeg in ernft dat Dis mol is een ens non ens, een iec dat niet,
en een wit dat zwart is; en dat de verkeerde beduidenisdaar mende-
ze buitenfporige uitdrukklng toe gebruikt tegen alle reden en ver-
ftand aanloopc.
XV. H O O F D S T U K.
De VERBETERING der NAMEN.
1 ^MWjm^ we^ a^s men *n Duitfland al de letteren door een gerin-
QlWjtfM ge byvoeging tot bet vertoonen van. alle kruiffen en mol-
^L^0l len heefc bekwaam gemaakt zo wel konden wy Guidoos
Zangnamen 00k door een kleine verand'ering in deVocalen ofKlink-
let-
(*) Joh. Dav. Heinchen over de Genemalbas biz. 261. Hamburg 1711
-ocr page 81-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             '^7
letters, tot het uitdrukken van alls bedenklyke Klanken ookvoltallig
maken: Maar die veelheid is hier onnoodig want de voorfchre Zang-
fclvale bekomt hare kriiifTen en mollen door de verzetting of Tranfpo-
/itie
terwyl de Ry van Namen blyft in haar geheel.
2.   In de Zangkunftleeren wy dat De \, hlet Si, en Be X&bietFa,
en dat d'overige namen daar van afvloeye'n : Zo "er dan onderwegen
in de fchale een niewe # komt in vallen 20 verandert hy de noot in
eenyz en den Hoofdtoon word daar door verzet. Even zo is 't met
de ^ , waar door die noot (daar hy by ftaat) 2-Vz word, en d'overige
noten der fchale hy vervolg 00k van namen veranderen. 7t Is aldus
dat wy met de 7 namen der fchale al de klanken , behoorende tot hec
fpel van ut (daar wy tot nu toe van fpreken ) al de veranderingen in
de letteren en kruifTen en mollen konnen noemen.
3.  Maar federt dat'er by 't voornoemde fpel van ut (gaande over
groote ters, waar van het denaamvan/;/^Mr draagt)nogeen tweede
fpruitende nit de kleine ters , die men minenr noemt, is opgeko-
men, waar in men Eerftelyk in'tklimmen toe den hoofdtoon een >^
meer bekomt die men geen fi kan noemen, om dat in dit fpel den
hoofdtoon, die naaft hemftaat, geen ut is, enTenanderen dat men
van den hoofdtoon tot den middentoon of Dominant'e neerdalende een
niewe f, of molle toon vind die de naam van Fa van zyn oorfpron-
kelyke plaats niet kan afnemen en zig zelve toeeigen, zo moeten wy
de gemelde ££ en {, in dit fpel als twee niewe klanken aanmerken,
die men darom dan met byzondere namen van de onde ft enfamoe-
ten onderfcheiden. Want gelyk 'er in 't eerlle fpel maar 7 klanken
in de jchale zyn , zo zynd'er in dit tweede fpel 9. waar van wy de
fchalen in'tvolgendehoofdftukiw/ Tiveederki fpel, naar den regel zul-
len vertoonen en behoorlyke namen daar toe verlchaften om ons daar
mede wel te konnen uitdrukken.
4.. Tot dit oogmerk fchynt ons wederom de belle aanleiding tege-
ven d'lnfteUinge van Guido Aretinus die zo gelukkig in 't uitdrukken
van den halventoon door de woorden mi ja is geweeftdat het fchynt
dat hy daar in met voordacht de letteren i en a, als de bekwaamfte
om dur en inol of fcherp en zacht af te beelden , moet hebben aan-
gemerkt: want de letter i fchynt ons het fcherpe, en de a het ver-
zachtegeluidin de mond te leggen : Weshalven deleerlingen die door
mi fa geleert hebben om zig den halven toon in te prenten , geen
moeite zullen hebben om door deze twee letteren i en a wanneer zy
due
-ocr page 82-
48                    Inleiding tot ware Gronden
die in een naam ontmoeten zig 00k het fcherp en mol t'elkens te
herinneren.
y. Wy moeten hier ontrent geen dwaalgeeflen gelooven die, om
him onvermogen tot het gevenvan regelen tebedekken, de befchry-
vingvan'tgebruik deshalven toons befpotten, noemende'tzelvehal-
vetoonige grillen, en mi fa byuitnemend een vreeflyk fpookfek Wy
zullen die Heeren, ter plaatfe daar zulks te pas komt, degroetenis
doen. OndertufTen mag men ons hoofdftuk van d'uitnemendheid des
halvens toons eens inzien om van 't gewigt en de nuttigheid deszelfs
een denkbeeld te bekomen.
6.  De namen dan , waar door ons, als door door een Memorie-
kunft
de natuur en 't gebruik der klanken moet te binnen komen,
wilien wy, door de daar toe verkozene i en a zien bekwaam te ma-
ken. Hier toe dient eerflelyk dat zo men in 't twede fpel by de/*een
t, vind dat wy die zullen y# noemen: want zo wy hem als TAffillard
de naam van fa toeeigenen zo breken wy de t'zamenhang dergraden
of de keten der klanken. Op dezelve wyze konnen wy cok demiin
ma veranderen. Men moet ons niet weigeren die namen aan te ne-
men, Want dengeleerden Huygens heeft die van ons wel wilien ont-
fangen zo als hy die in zyn Cycle Harmonique by zyn logaritmifche
uitcyfferinge (*) heeft doen drukken; die 00k door Mr. de Broffard
in zyn deftig mufiecwoordenboek (f) zyn goedgekeurd.
7.  Terwyl wy dan van deze twee voorname Auteuren verlof heb-
ben om de fcherpe door een a te verzachten wilien wy hoopen dac
het ons 00k zal geoorloofd zyn d'andefe klanken door een ilcherpte
maken. Als wy dan een ut daar een >& by ftaat it noemen, zo zal
daar door de Scala van 't twede fpel (die tweeledig is en in 'topklim-
men door deze /* tot den hoofdtoon, en in 't dalen door Sa tot den
middentoongaat) zyn voile getalle van tonen hebben: welkedanzyn
o adjeHiva die men op den cirkel van 29 Klanken kan zetten waar
men wil. Noteert dat men die , hoewel hy in 'c klimmen in de Scale
een vaften toon is, nooit by de fleutel voor aan de regel zee, maar
de/tf word, naar omftandigheden van zaken , met een (/ by de fleu-
tel gezet,of nagelaten , zo als wyleeren zullen.
8.  Dit fpel, dat zeer aangenaam is, verzoeken wy dat wegens de
it en/rt, de naam van Chromatyc niet werde gegeven: wy noemeri
die
(*) Hiftoire des Ouvrnges des favans, Mois d'Oftobre, 1C91. pag. 5.
(f) Di&ionaire de mufique pag 163 & 228. troilieme Edition.
-ocr page 83-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             49
• ditgeen Genus maar een Modus dat zyn vafte tonen heefc, die pal in
hunne gangen geregeld zyn: maar wanneer men in een derde fpel mec
een gedurige verandering van wit en zwart een keten van-klanken wil
maken waar van cTongeftadigheid en 't valfch opzigt der tonen een
klagende muiiec voortbrengen,zo is \ billyk dat men 'tzelve van een
harinonieus en lieilyk fpel met de naam van Chromatyc of muiiec van
allerlei couleuren onderfcheide. "Waar toe wy ook namen tot alle
bedenkelyke klanken hebben ingefteld, zo als men die in ons hoofd-
ftuk van twee of driederlei fpel hebben befchreven.
XVI. HOOFDSTUK.
Van tweederlei fpel of MODUS.
I- J»fraj|jf En Modus is de modnlatie, manier of't konftwys gebruik
m k||i& van eenige klanken die tothet fpel zyn uitgekozen: Den
^J^p^ Toon is de letter, die als dan den Hoofdtoon van 't fpel
is: En vermits deze twee onaffcheidlyk aan elkander verbonden zyn
zo dwalen zommige Auteuren in die namen te verwarren en 't een
woord voor 't ander te nemen, als Campion pag. <5, 7. enz.
2. 't Woord Toon heeft vyfderlei betekeningen waar van'er geen
een'op 'e woord Modus pall; namentlyk 1, Een enkelgeluid dat met
een letter van de Muiiec over een komt; 2, Eengrooteofkleinecoon,
die de Ouden in 't verdeelen liunner klanken Tonus Major en Tonus
Minor
hebben genoemt; 3, Een valfche toon, die in zig zejveofte-
gen anclere ltrydig is: + , En bepaalde hoogte van de muiiec, die
men Opera toon , Choortoon , of Cornetten toon noemt : J, den
Hoofdtoon, of den Capitalentoon , die men noemt den Toon van 7c
ftuk- welke is de kfte noot van de Bas. De franfche Auteuren., noe-
men'hem La Capitale of ook Le Ton tonlque : Maar, let wcl, den
Toon is
V Modus niet, maar de Letter is den Toon of den Hoofdtoon
van het modus: 't welk _hy met voordack ten twedenmale zeggen 0111
alle misverftand voor te komen.
3. Het Modus is , zo als wy gezegt hebben , Tweederlei, en
word gekent aan de ters: want als men van de Letter, die als dan
Hoofdtoon is, by trappen opgaat zal men de derde letter (die men
Tertia noemt) op twederlei diitantie of tuilenwydte daar van„afge]e-
e:en vinden te weten op twee heele tonen of opanderhalven toon C^ven
6
                                                    G                                            veel
-ocr page 84-
                   Inleiding tot ware Grondcn
vesl of die befhan uit de gemeene of vlakke toetfen als c-e, <*-f of
uitkruiffen ofmollenlals c-\,e, rf#f, of *&$$», en2.)welkewydte
men noemt /Wtow of i/nnr : die is dan onze groote of kleine ten
daar den Hoofdtoon ut of re naar genoemt word. Mr. de S. Lambert
wiJ dat men den laatftgemelden zal noemen la, zeggende in 't iaaft
van zyn voorrede dat het is om dat de Sextain Stn toonwezent-
Jyk atyd Minor is. hec tegendeel is waar , want hy is een van de
gemelde twee veranderlyke Klanken, waar van den eenen in 'cklim-
jnea en den anderen m 'c dalen word gebruikt te weten de & in'too-
gaan en de Ja in 'c dalen , maar alzo deze laatfte in de Miifiec veel
menigvuld.ger is als d'eerfte zo is 't te gelooven datTiylfceftzwarhr-
heid gemaakt om die zo dikwyls/ bemoltt noemen:' zyndeonzenit
we naam> hem. onbekend , en het noemen van twee verfcheide to-
nen in een Oftaafmet een zelve naam , ongerymd: als Re, ut, fa
la,Jol, fa, mi, re:
En aan d'ander zyde is zyn Scala ixiStkWmmttL
nog ongerymder, wane als'er by die zesde nooc een ^ ftaatzozou-
dehy moeten zeggen../*, ft, ut, m, mi, fadiexe, M dieze, la
4.. Van deze verkoze tonen, zo als -die tot het een en 'c aider fpel
mt de grooce of kleine ters, fpruiten, hebben wy voordeleerlingen
twee lyiten of fchalen. in de volgcnde forme opgeftelt die zy moeten
van buiten.leeren om op ieder letter uit de Wildernis van 20 klan-
ken die men hedensdaags in een Oftaaf heeft , tokens door die 7 of
© namen terftondI de verkoze tonen tot leder fpel te ondekken /die
zy dan als MpHvoa op de letteren, die wy Subftantiva , noemen,
zullen plaatfen en verplaatfen naar de wet die hen door den hoofdtoon
met zyn tens werd voorgefchreven. Den Hoofdtoon van de groote'
ters is Ut ; des zelfs onderhoonge tonen zyn de 7 reeds veelmaal
gemelde gemeene of zo als-men zegt NatuurlyJce klanken die men Smith
Dja&omea
noemt* welkers NaamJyfc «-•:•
                                            1
^ j Uo ? rmi fa fel Ja Ji lK' ut fi la M f* mi ^ ut.
Up deze Ar«fe ftaat te merken dat men daar mede klimten daak over
een en dezelfde tonen daar. in. tegendeel den hoofdftoon van't fpel van
de kleine ters is re die een- fcliale voorbrengLdie niec verder eenvoudifr
isalstot den Middentoon toe, daar zy zigin twe-en deeltendoor een
byzondere weg tot den hoofdtoon op gaat en door een andre weder-'
om- tot den middentoon afdaalt. Waar van de Naamlyft of Scala uit
dc. volgende 9, klanken beltaat.
                                     fj             ^^.nP
JiQ: ml fa fol. la ii;^ ic. re.:. re ut [/ fa la M fa. mi re..
""*% Difc:
-ocr page 85-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.            yi
?. Dit is hec reglemenc van klanken dat in de hedendaagfche Mu-
fiec heefc poll gevat. Die 't zelve zullen wilJen tegenfpreken ofdaar
aan twyftelen zullen haar oogen moeten gelooven als zy 't zullen be-
proeven aan alle hedensdaagfche goede mufiec boeken, daareen vafte
en regelmatige ftyt in heefc pofl gevat:; Daar Lully voor hec Franfch
en Corelli voor 't ltaliaanfch de voornaamfte Hoofden van zyn , die
in de voorledene eew gebloeit hebben : zo als blykc uit hun werkcn
die alle in de gemelde eew gedrukt zyn : Waar op aanmerkelyk is
dat die in/zelfde tyd.dat deModeme, of welgegronde hedendaagfche
ftyl reeds by de honderd jaren in Italien bekend was, men hier en el-
ders nog Auteuren vond die de Cadens niet verflonden, gaande won-
der introdu&eur tot den hoofdtoon, 't welk zo onimakelyk klinktdat
een kind tegenwoordig die fout niet zal begaan.
6. In 't maken der voornoemde fchalen is myn eerfle ontwe rpge-
weeft die van a/ in de gedaante van een a j en van Re ( om dat die
zig om hoog in cweea deelt) als een Y te vertoonen; als
f QJCode Tnajeur toOTlmeur.. "
re- ^%o-e*pitoie,-/J?£
Capitate
m.
lit mi soCJleJu £z,Su?it tpta^fC
usica-.
:
-ocr page 86-
jr 2                     Inleiding tot ware Gronden
r. Ik had my wel konnen behelpen door die beide op mufieclinien
te zetten maar eensdeels voldeden de noten myn oogmerk met, om
dac.zy de heele en halve tonen niet zienlyk afbeelden, om den leer-
ling van dac gewigdg punt, zonder\ welke alles ydelis, d'allerfterk-
fte' indruk te geven ,; ten anderen zo ftaan de noten vaft , maar de
fchale zyn loile naamlyften die op allerJei Jetteren konnen vallen:
darom heb ik die met de namen der klanken in een zigtbaregedaante
willen voorftellen : Doch hebbende naderhand gemerkt dat de tweede
fchale , boven open zynde, gevaer liep om van 't ware beloop der
klanken aan d'onkundige een verkeerde bevatting te geven, zohebik
die verandert , en beide Schalen in twee Colommen ofgebeelt waar
van de twede zig aan den middentoon opent en om hoog op den
Jioofdtoon Com van daar ook bepaaldelyk te konnen verderopgaan)
weer toeilnit: zo als in de plaat in 't zesde Hoofdftuk van de Bas-
Continuo te zien is.
8. De letter verkoren, de Toenaam van den Hoofdtoon ut of re
vaftgefteld , en de verkoze tonen daar 't muiiec fhik van gemaakt is
ontdekt zynde , ftaat te weten , dat wy onder dezelve vinden drie
foorten, namentlyk verkozene, die nit de zangfchale beftaan , Toe-
vallige, die dezelve te bniten gaan, en verworpene, die in die ftof
('t en zy men die wilde forceeren) niet te pas komen:
o. De verkoze tonen van 't eerfte fpel zyn niet anders als de Na-
tnurlyke fchale der Ouden daar Davids harp met tien fnaren uit be-
ftond 3 daar de Pfalter of't hakkebord ('t geen een ongeacht fpeel-
tuig maar by my zeer pry/1 yk is als't wel gebruikt word) van gemaakc
is; daar de natiuir 't vonnis over nytwyft in ""tbepalen der klanken in
de Jagthoorns, Baznynen enTrompctten, die geen anderealsdevoor-
fchrevene konnen uitleveren , zo als die by d'Ouden en ook by deKe-
forme van Pans Gregorius zyn gebruikt geworden; maar op een heel
andere wyze als wy, die niet anders als een ut of re tot Hoofdtoon er-
kennen , die wy elk met zyn eigen fchale van verkoze tonen op allerlei
klanken (dieinonzeeewen in 'c gebruik voltallig zyn) konnen over-
brengen wyl onze Jetteren overal met kruisfen en mollenmeeralsdub-
beld verzien zyn: Dusheeft de oude muiiec heel andere gangen, waar
van wy ten deele nog overblyfzelen konnen zien in oudegezangen die
met een afgebroken zin eindigeoi; alsmede ontrent de Cadenll'en die
men bygebrek vanTulFentonen in deoude muiiec veel maalvindmec
een kleine ters op de val noot, 't welk nu een zeer groote fout is.
jo. De Klanken die by ons hieren daar door een ^ of b'defcha-
le
-ocr page 87-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             53
le te buiten^gaan , zyn ToevalJige tonen ; daar dan , indie fpel, een
verzetting van den Hoofdtoon uit fpruit. Ora deze verzetting te lee-
ren heeft men maar de Zangfcbale in 't volgende Hoofdftuk in den
Cirkel te zien, die terftonds zal wyzen op wat hoofdtoon die fchale
verzec is, af te rekenen van de niewe ^ , diein dit fpel hktfi, of
van de niewe /, die jfa word genoemt. Dit fpel is eenvoudigen ge-
makkelyk aan de leerlingen fontleden, weshalven mend'onderwyzimr
daar mede moet beginnem
                                                                 b
ii. Maar van het tweede Modus of fpel van de Kleine ters 'c
welk federt de vermenigvuldiging der klanken is opgekomen , ftaat te
Jetten dat het is vcel fchoonder maar ook veel kunftiger als 't vorige
Het eerfte fpel klimt en daalt ( als gezeid is) eenvoudig over een eri
dezelfde tonen, maar het tweede met hooger als tot de middentoon
toe, gaande verder door een andre weg naarboven als naarbeneden.
In 7 klimmen kan de fehale niet op de Hoofdtoon voleinden als door
middel van een $$ by de ut : Welke wy den introdu&eur of
inleider noemen, pm dat dat eenvoorloper is die ons tot den Hoofd-
toon brengt: dezen noemen wy, om onderfcheid te maken // of
op zyn Italiaans, daar de ut Do hiet , di : Om dat by ons, dele-
ter / de & of hetfeherp betekent. Staat te letten dat deze H noot
voor aan de regelby defleutei wordgezet. Maar in 't dalen kan men
zig met op den middentoon (in Vrankryk de Dominante genaamd)
neder zettenals door middel van een \, , die wy geen'szins la willen
noemen maar/*, om dat hy is een/ welkers 7,0m mol te worden,
in een a veranderd is, dit gefcheid om onderfcheid te maken: want
fa is geen fa. Zo die twee verfchillende klanken alle bei fa worden
genoemt, zo konnen wy van 't gebruik derzelver geen afzonderlyke
onderregting geyen. Deze molle fa word zomtyde door een ?, bv
de ileutel als of hy een fa was , voor aan gezet : Welke men daar
van door zekere omftandigheden moet kunnen onderfcheiden • zo als
wy hier na zullen leeren.
12. Als wy 1111 onze bovenftaande twee Schalen met dehedensdaafr-
fche muliecftukken zullen vergelyken om te zien ofzy daar mede
in dezelfde verkiezing van tonen over een llemmen, zou men zom-
tyds daar aan konnen twyffelen als men bevond dat d'Autcuren (die
zeer llorzig zyn in de vafte verkoze tonen by de fleutel uit te druk-
ken; tegen onze befchryving kwamen te ftryden. Den leerline moet
Zjig hier door met laten verleiden maar vaft in zyn fchoenen ftaan ■
Want de Jtof is daarom te meer nog te min, want die tonen zyn on-
veranderlyk, en zo cTauteuren daar in verfehillen zo beftaat zulks
G 3                                  alleen-
-ocr page 88-
54                    Inleiding tot ware Grondcn
alleenlyk daar in dac zommige meenen dac het even ^e! is ofde
kruiflen en mollen voor aan by de Ueutel zyn gefteld dan of die over
't heele blad by de noten gezaaid ftaan, 't is wel waar dac z'ulks de
ftoffe niet verandert: maar , als men ordentelyk wil een regelmatige
flyl plaats geven zo moeten die klanken, diegeneraal zyn, altyd by
de ileucel, en d'uitzonderingen en veranderingen alleen by de noceii
gezec worden^om alzo hec wezentlyke van het toevaJlige te leeren
onderfcheiden.
13. Om hier van wel ce konnen ordeelen zal den feeding eerflelyk
de fchikking der klanken in heele en halve tonenCwelkeis onzefchale.,
zo als die eerfl door harmonie en meetkunfl: gevonden en daar na
door 'c gebruik van veele ecwen geweccigd is) als een eewige waar-
heid aannemen ; zonder die, een gevalle van tegenfprekers, die him
verftand in knibbelaryen willen tonen , in twyffel ce crekken : want
als \vy over de grond redencwiflen zullen wy 'c gebouw nooic ma-
ken. Ten anderen zal in 't volgende Hoofdftuk blykenhoe die fcha-
le , die by d'Overouden enkel en eenvoudig was , zig op de he-
densdaagfche menigce van klanken laac verhoogen, verlagen en over
alle conen omvoeren. Als men dezeTranfpotitiewelverftaaczalmen
konnen zien of d'Auteuren Inui verkoze klanken cot zang of fpelwel
of kwalyk hebben uicgedrutcc. Waar van wy hec onderzoek den leer-
ling, als een zaak vande grootftenuteigheid, cotde kennis de ltoffe,
aanpryzen. Om die ce doen zal men allereerlt aanmerken De Letter
die den Hoofdtoon van \ link is, welke men la Finale noemt om
dac die akyd is De lejle noot van de Bas. Ten cweedenzalmen zien
of de nocen die een cershoogcr als den Hoofdcoon zyn , een grooce
of kleine cers daar op maken , Die gedaan zynde zullen wy ce gelyk
den Toon en zyn Modus met de vooriehreve Letter , die wy groot
of klein maken, becekenen , by voorbeeld-D noemen wy naardegro-
te cers ut, maar d, naar de kleine cers re, en daar van daan optellen-
de vinden wy al de daar coe behoorende conen.
14.. Willen wy nu deze waarheid aan de werken van Corillicoecfen
zo zullen wy bevinden dat in alle de Sonacen uic F, C en Z), de co-
nen van onze eerfte Schala volkomen zyn uicgedrukt: maar aan die
uic G, A en E zyn , ontbreekc die wezentlyke >■% (genaamd ft) die wy
de voorloper of lncroducteur noemen zonder welke men op den Hoofd-
coon mec geen Hoc of cadents eindigen kan. Wederom, aan de gene
die uic |/B, of/,
E zyn, ontbreekc den vierden toon fa, die zo wel
als de vorige ft een onvermydelyke vafte toon is die men niet kanont-
. beeren.
-ocr page 89-
-■^ r"—»wy'!ry —^......*■■■ ■■.-■ ■"■■'-'^-wipm:-,,'■■''.r*-ww.i.^.11^^11.^-,.,pyg„?...^"V'^^r^^°^T1'T"''■■y-*i*y"---■
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             5j
beren. Maar 't gene nog erger is, vinden wy in de negende fonaat
van zyn derde werk, daar'hydekleine ters, dieons het Modus moct
aanwyzen, verzuimt heeft voor aan de regel te zetten : Miifchien op
die gedachte dat de leerlingen zo ongewoon zyn de {; a te gebrui-
ken, dat hy die liever by al de noten heeft wjllen voegen als wagen
dat men die zoude verzuimen te nemen. Wat aangaat nil verder
d'overige fonaten van 't Ia-aft genoemde fpel van de kleine ters , al$
& i Ifb , r, d, e 3 •#£/» gt daar van zullen wy in de yerhandeling
van die tweede Modus nader fpreken.
15. Wy beleven mi de tyd niet meer van de Moden der Oude
Grieken, als Jonicm\ Dorius, Phrygius, Lydius, zonder ^ of |y
noch 00k van Aytfhmti en plagali modi , waar mede in een lied of
Melody 3 naar dat den Hoofdtoon zyn plaats had in 't midden of aan
een van beide einden der fchale , het Modus wierd ouderfcheiden;
zoo als men aan d1qude gezangen kan zien. Awthentl modi heeft zyn
loop van den. hoofiltpon af een heel O&aaf opwaarts.maar Plagali
Modi
gaat een quinrboven en een quart beneden den hoofdtoon: zo
als wy in de plaat met twee voorbeelden hebben vertoont. Zangen
fpel heeft by de hedensdaagfche uitbreiding van de Muliec zodanig
den vryen toom•> dat men, wel verre van gehouden te zyn zig te
bepalen in een. O&aaf, tegenwoordig naar t bereik van de fte'm of
het fpeeltuig zo hoog en zo laag gaat ais men wily daarom zyn deze
twee hamen , die geen'szins het Modus maar alleend'uitbreKlingvan
Klanken betekenen,, tegenwoordig mil en ganfeh buiten gebruik :
Darenboven raakt dit alleen maar de Melodie of de wys, maar de
Bas of Bas-Continuo niet, zo dat wy hier van hadden konnen zwy-
gen: maar 't fchaad niet dat men 't weet;-om niet verleid te worden
3oor velerley dmgen die men ten onregte de naam van Modusgeeft;
zo als wy in 't vervoig zullen zien hoe dt fchryvers zig nog tot he-
den= toe in 't gebruik van: de woorden Tonus Modus en Tropus ver-
gilTen.
16. Onze twee voornoemde fchalen van tweederlei fpel zyn al over
veele jaren hier van daan na Vrankryk overgevlogen. Hier van fchryft:
Campion (*) dat Mr. Maltot die een meelter was op de Theorbe en;
de Gnittarre dezelve had uitgevonden en, alseen byzondertekeri van*
Vriendfchap aan hem meegedeeJt. .Hy had dat fpeeltuig (zegt hy) 't
't geen men te vorefr niet. als in een. groot getal van jaren kondemagtig;
wor^
(*} Traitc d'Accompagnement & de- Compofition ,, par k Si; Campion ;. Ocuvre fe-
cund, pag. 7;
-ocr page 90-
<j6                       Inleiding tot ware Gronden
worden, doordit middelin zeer weinig tyds heel uitvoerlyk gemaakt;
Eer hy my dezen regel van d'O&aven {zo noemthy defchalen) gege-
venhad, was ik nergens zekervan, hoeweliknogtansmyne gronden.
van iTalderbetfe meefters had ontfangen. Hy gaf my't O&aaf van ut
en ivopfchrift, zeggendedathier in deganfche muiiec beftond. Van
dat oogenblik'af begreep ik dit en twyffelde nietmeer aan de harmo-
nic Mr. Clerambault bekent dat hy dezen regel heeft begrepen zo
haaft als men hem die gaf. 'kHeb ookinsgelyks dezelve aan verfchei-
de Meefters, myne goede vrienden mee gedeelt, die aanftonds hun
beginfelen hebben verlaten om zig van deze tebedienen.
17. 't Is de moeite weerd de manier te zien waar meedc voor-
noetnde Campion deze zaak in zyn boek onderwyft. I, Eerftelyk noemt
hy de 12 Klanken of toetfen van 't clavier door zangnamen : Want
die door de 7 letteren te doen is in Vrankryk zo veel als verboden;
Ten II, noemthy ons de fpecien, zo als'tgebruik is, metgetallen;
maar III. de noten der fchale, daar hy de fpecien aan toepaft, noemt
hy mede met die getallen ; 't welk aan twee kanten kwaad is, want
behalven dat men daar in dwalen kan zo drukken zy d'eigenfehap des
klanks niet uit.
III.
Tot de 7 Noten in de klim-
mende fchale van 't fpel
vande Ters Major
neemt.
Op d'eerfte van den toon neemt
een 3 major J en 8
Op de feconde een 3 minor, 4
en 6 major.
Op de derde , een 3 minor , 6
minor en 8
De 4. de, een 3 major en 5:, en
6 major.
De 5 de, 3 major, > en 8-
De 6de, 3 minor, 6 minor en
een van beide dubbeld.
De 7 de, een 3 minor, valfche
5", en 6 minor
De 8 fte, is aan d'eerfte te gelyk,
&c.
II.
I.
De 12
De 8
Klanken
Specien
ut
Qftaaf
li
Groote 7
Si Bemol
Kleine 7
la
Zes
Sol dieze
Kleine 6
foi.
Quint
C Quart major
Fa dieze
-NDrietoon of
C valfche quint
fa
Quart
mi
Groote ters.
Mi Bemol
Seconde
re
Kleine Seconde
Ut dieze
Uniilon
ut
i____j**
-ocr page 91-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              57
18.  Daarentegen heefc de goeye man 00k font in zyn fpecien:
want ut tegen fol dieze is geen 6 maar een valfche quint, at tegen
fa dieze is geen $ maar ecn valfche 4, en ut tegen 2// dieze is geen
feconde. 'c Waar beter , eer men met een andermans veren kwam
pronken, dat men eerft zyn les leerde. Het befluit is, dat men niet
moet zeggen neemt op Nu. J een 3, j en 8, maar neemt op fol 3,
f, 8 , met byvoeging van de letter daar dan die/0/ op ftaat: 'twelk
dan wezen zal, een C, of D, of E, enz. Hier op volgen dan 24.
Tranfpofitien welkers noten by hem insgelyks met i, 2, 3,4., in
plaats van ut, re, mi, fa, worden genoemt, om dat die namen by
hem tot het noemen van de toetfen der fpeeltuigen in plaats van
letteren dienen. Hy noemt 00k 't fpel geen Modus maar een groote
toon of een kleine toon; en even 20 noemt hy 00k de fchalen Ton
majeur d'Ut,
en Ton majeur de Re, bl. 6, bl. 8 en 22.
19.  Wy moeten ontrent de klankenhier in 't verby gaan 00k aan-
merken hoe al de tuffetonen zyn van tweederlei gebruyk , want zy
dienen zo wel voor een M van d'eene als voor een b van d'andere
zy: maar deze twee eigenfchappen verfchelen, naar onze flelling,
een vyfde deel van een toon, 't ^qqh zommige noemen een comma,
't welk dan zouden zyn twee byzondere geluiden, zo de tulfetonen elk
twee fnaren hadden; maar wyl zy 'er maar een hebben zo behelpt men
zig daar mee in beide voorvallen , waar van d'eene goed , maar
d'andere onrein is: de goede noemen wy eigendyke, maar dYmreine
worden om derzelver oneigentlyk geluid wolven genoemt : nogtans
worden zy, als 't nood doet, ftoutelyk als quid pro quo, d'een in
des anders plaats genomen; maar op dat dit zelden zou gebeuren zo
zyn de tui£toetien tot de meeft gebruikelyke klanken daar naar
gefteld.
20.   De Tranfpofitien van de fchale die op zuivere klanken vallen
zyn , onder aan den tranfporceur in't tradaat van de Bas-Continuo
in 't VI Hoofdftuk door 't woord goede aangewezen; daar 'tgemen-
geld foort Cwaar in de fchale zig uit nood 00k van onrein bedient")
na volgt: maar die in 't left komen noemen wy buitenfporige, wane
behalven de wolven zo lopen ze altemaal over de verhevene tuiFe
toonen, in de plaats van te gaan over de vlakke toecfen die naar 't
gemak van de hand gemaakt zyn. 't Is dwaasheid ongebaande en
moeijelyke wegen tc gebruiken ten zy dat zulks uit nood gefchiede
als by voorbeeldals men door een zodanige tranfpolitie iemands mis-
H                                                   11a
l&)
-ocr page 92-
$8                    Melding tot ware Gronderr
flag, die in 't zingen zyn toon verkeerc had gevat, wilde bedekkenr
ofce wel eenig blaastuig dac te hoog of te laag ftond, involgen: om
deze reden betaamt het een meefter zulks te konnen doen, hoewel
zulks mifTchien in geen tien jaren zal vaa noden zyn.
21.  Men plag van zulke kwaadaartige Tranfpofitien niet te weten.
Want in alle myne bovengenoemde loflyke, hoewel oude, italiaan-
fche boeken der voorledene eeuw is 'er geen een voorbeeld van te
vinden : nogtans waren de kruisjes (die niet lang na Guydoos \> zyn
©pgekomen) toen al meer als 600 jaren in de wereld geweeil:: Ook
ben ik in myn eerfte jeugd. (ontrent den jare 1664.) zo onderwezen;
dat de Moden die men teen gebruikte beftonden in 8 2.0 genaamde
Kerktonen Primi toni,Secundi toni, Tertii, Quarti, Quint, Sexti,,
Septimi & Offavi toni,
welker beduidenis was
d, g, a, e, C, F, D, G,
1 2. 3 ±567 8>
welker modulatie of beloop van tonen zig nietverder uitllrekte als over
een of twee mollen ,' en aan d'ander' zyde over twee of by toeval
over drie kruilfen: blyvende alzo binnende palen van die verkiezing
van tonen die wy met het woord Bon op de 6 goede tonen die onder
den Tranfporteur ftaan , te weten pB 3 1, C, G , D, A, hebben
aangewezen.
22.  Mr. Maffon * is van gevoelen dat de twee Moden , genaamd
le Mjde Majeur & le Mode Mineur , (daar hy mee onderwyft) op
hoger of lager tonen gezet zynde, behelzen al't geene by d'Ouden
wras onderwezen, ook zelfs de voorn. 8 tonen die men iif de Kerken
gebruikt, uitgezonderd eenige die buiten regel zyn. Het tegendeel is
waar, want van onze twee moden is 'er maar een (te weten als onze
ut op C ftaat) die op de tonen der Ouden kan gezet, maar niet ver-
zet worden, 't welk is haarlieder Jonicus: d'andere verfchillen alle-
maal- maar den hntften, genaamd Jajlius, hebben zy by foute van
een l/B , om de valfche relatie van \$ tot F (die zy niet konden
wegnemen) verworpen. * Mogten d'Ouden eens opzien zy zouden
ver-
*  C. Maffon * Tradtaat van de corapofitie, vierde druk, p. 9,
*  Zje J. D. Heinchen Generaal bas, biz. 261. 1711.
*  Zic ons XXiie Hoofdftuk van dc Moden der Ouden.
-ocr page 93-
'■ - t
Van de Mufiec en cle Bas-Contintio.             jp
verfleld Ilaan in 't vergeiyken van hun verminkte tegens onze ver-
heerlykte modens; ziet by voorbeeld hun Phrygius en uypophrigius
die met een halven toon beginnen.
23. 'c Is genoeg dat wy zien dat hedendaags, na 't voorbeeld der
Italianen nict alleen de Franfchen maar 00k de Duitfchen deze twee
Moden omhelzen; doch met dat onderfcheid, dat zy al zo yverige
Litteratores als de Franfchen Letter banners zyn. 't Waar nog te ver-
dragen mogt het daar by blyven , want men kan , in de plaats van
Guydoos enkele woorden wcl circumlocutien of omilag van redenen
tot adjeftiva gebruiken.
24.. Maar hier volgt nog een erger niewigheid, naamlyk, dat men
in Duitslanden en verdere geweften de twee eigenfchappen van mol
en duur van de noten heeft afgenomen en aan de terffen toegevoegt,
zo dat men daar al de modens noemt op de volgende wyze: daar
wy onze letteren tot uitlegginge hebben nevens gefteld: als
c dur is
C
dis gur
bA
dmoll
d
b. moll
l*>
f dur
F
cis dur
^c
g moll
g
dis moll
be
b. dur
bB
fis dur
>*F
c moll
c
gis moll
Xg
dis dur
(,£
Hdur
^B
f mol
f
cis moll
S$c
e dur         E
fis moll U f
a dur
         A
H moll    ^ *»
ddur         D
e moll         e
g dur         G
a moll        a
24.. Den Auteur beveftigt hier mede dat 'er volgens 't algemeen
gevoelen in de hedensdaagfche mufiec tweederlei fpel of modus is, af-
hangende van de tweederlei ters die op den hoofdtoon flaat, welke
is groot of klein, die door Tranfpolitie, wordende omgevoert, 24,
veranderingen dat ii te zeggen verzettinge van hoofdtoon en modus
voortbrengen. Hier van maakt den Auteur den nevenftaanden cirkel,
beftaande in 24. deelen door hem in een welgevonden t'zamenhang zo
gefchikt dat die d'ordre, waar in de voorn. tonenelkanderenbeftaan,
of, zo als hy dat noemt, aan elkander vermaagfchapt of bevrindc
zyn, aanwyft; 't welk zeer nut is om te leeren hoe menziggevoeg-
lyk van den eenQn toon in den anderen kan begcven.
H 2                           ij1. Maar
1
-ocr page 94-
;■*> •■ ■ - -■
'
*M?/iari j) aast d *5%7em eke 7ZJ
Qjfti/jica
er Circwl.
\
-x
\n
-ocr page 95-
6o                   Inleiding tot ware Grondeti
2?. Maar dat men daar mede zoude konnen den cirkel fluiten en
van d'uiterfte mollen in de kruiffbn overkomen is onmogelyk: Want
hoe verder dat men zig in de mollen begeeft hoe meer dat men zig
van de Kruiiren verwydert; welke zig niet konnen vereenigen of in
malkander vloeyen 't en zy onder een verkeerde naam, als men de
molle tonen met de namen der kruiffen noemtzo, als hier in den cir-
kel daar door den Auteur (bl. 261 ) |/E en i^d beide worden dis,
en [/A en #g beide gis genoemt: zo als wy daar in metkrommelinien
hebben aangewezen. Maar fchoon genomen dat zulks eens gefehie-
de zo en zou daar mee de natuur der klanken niet veranderd zyn.
Het gebruik der mollen is regt het legended van dat der kruiffen;
mol en duur zyn van een Contrarie natuur, En zo men van d'eenein
d'andre , met kwyt fchelding van dat verfchil wil overvallen y zo
kan men den toehoorder wel een enkelde reis daar mee verraffen.,
maar dat is de gebruikelyke weg niet.
26. Maar zacht, ikverfpreek my. De woorden van mol en duur,
daar de heele wereld een b of $$ , ofte wel, het opper of onderdeel
van den halven toon door verftaat , betekenen hier de ters, en zo
moeten wy hier den Auteur al die zelfs ftrydige ukdrukkingen van
cis dur en cis mol, fis dur en-fis mol ten goede houden, want zy zyn
in Duitfland de mode; en daar kan men die verltaan: maar als men
by ons aan twee verfclieide toetfen een zelfde naam geeft en daren
bove-n nog mol en duur noemt; waar van wy met twee kromme li-
nien in den cirkel twee voorbeeldenaanwyzen daar den Auteur [/Een
/&d allebei dls en l/^den. $$gbeidegis noemt, dat is onverdraaglyk ;
daar dan nog een derde zaak bykomt namelyk , dat men , door dit
woord, niet de letter maar deszelfs ters moet verflaan. Enzulksnog
daarenboven met een verkeerde uitdrukking want de terffen van alle
tyden af nook mol of duur maar altyd Major of minor zyn genoemt
geweeft. Dit heeftmen in Duitfland zogelieventeveranderen: men
kan 00k met regt een ters niet mol of duur noemen want zy be-
ftaat in twee klanken waar van'er maar een kan mol zyn. Waar toe
dienen dan hun woorden van es en as die zygemaakt hebben om een
letter klaar en zonder eenige twyfFelinge daar mee tenoemen: Ende
eindelyk wat aangaat het betekenen van de groote of kleineters, dat
kan gefcheiden door de letter zelfs, die wy, groot of klein maken,
za als. in de figure te zien is: als G, at C, d, F, g enz. Die
-ocr page 96-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              61
wy Ggroote, # klcine, Cgroote, dkle'me, Fgroote, g kleine noe-
men, enz.
27. Gebrek van uitdrukkingen , dubbelzinnigheden , contradic-
tien*j en verdere omwegen zyn niet het gene wy zoeken: Wymoe-
ten regt door zee gaan ; En , om de natuur cler klanken te leeren
kennen, eenvoudige en klare middelen voordragen, om daardoorte
konnen oordeelen hoe men die zal gebruiken waar op wy dan dit
Hoofdftuk met dit versje bcfluiten;
Coiwemet nulli qui ftrum dijjidet ipfe.
Molle dis, molle gis
Slaan den bal altyd mis,
Want die beide zyn fcherp
Naar 't natuurlyk bewerp;
En Dis mol is een grol,
't Schorte hem in den bol,
Die de noten al t'zaam
Heeft berooft van hun naam;
En die water en vuur
Noemt van eene natuur;
En de letteren dan
Mol nog duur ndemen kan;
Maar de ters krygt de naam ,
Schoon daar toe onbekwaam.
Ieder ters is in tween,
Mol en duur elk maar een>
XVII. H O O F D S T UK.
Nader Bericht over Twederler Spcl en 't ChromatyL.
'■ ^^^^. Y zien dan hoe alle Auteuren beveiligen dat'er uitkrag-
^m^M te van de Twederlei ters hedensdaags maar tweederlei
&|§i|!i!>£3l^ fpel of Modus is't welk dan onverfchilJig is of zy 't met
dat woordj of verkeerlyk Tonus of Genus, dat is een geflacht, root
men.
H %                               2. Deze
-ocr page 97-
tfa                      Inleiding tot ware Gronden
2.  Deze twee Geflachten van Toonen worden niet onaartig ver-
geleken by die der menfehen. Matthefon heefc ons daar in voorge-
gaan: ik denk, zegt hy, Dat het fimile van demenfchelykegezigten
en geftalten niet oneffen pad op onze Modes muficos daar de Ma-
jor es
het genus Mafculinutn en de Minor es het femininum fchynen te
vertoonen. Ik zal wat verder gaan en een Koning met een Konin-
gin nit het kaart fpel bntleenen die in onze Kunft met beterregtdie
eertytels mogen dragen. De tonen van 't eerfte fpel over de groote
ters zyn manhaftig, aanmoedigend, helder en vrolyk; maar die met
de kleine zyn beweeglyk en vleyende: Ook is'er by delaatfte, (ge-
lyk als by de vrouwen) een rad of twee meer in horologie: Ut ftel
ik dan als Koning van de tonen en Re als de Koningin s die elk met
hare onderdanen by beurten regeren, en zulks op ieder letter of toon
daar zy zig tot de regering nederzetten.
3.  Laat ons nu zien wat voor onderdanen ons door Matthefon in
beide fchalen Modi Majoris&cModisminoris wordenopgedifcht: wel-
ke wy, om haar byzondere uitmuntendheid(*)nevenstweederleikun-
ftige voorbeelden door hem daar opgcmaakt *j* hier nevens met twee
platen vertoonen.
Op het tweede voorbeeld zegt hy, Hier vind zig in 3$ notenC,
als Hoofdtoon Notte Unique of finale 6 maal ; cis als chorda ele-
gantior, eens; d, als necefaria, 2 maal ; dis als medians 3 maal;
e al peregrinus eenmaal; / als necejjaria 3 maal; fis als elegans een-
maal; g als quinta of dominans 0 maal; gis als elegans in 't klimmen,
en naturalis in 't dalen z maal; a als naturalis in't klimmen en elegans
in 't dalen 3 maal; b als elegans in 't klimmen en naturalis in'tdalen
3 maal; en //als natur in 't klimmen en elegans in 't dalen eens. De
Oeconomie (zegt hy) is regtmatig.
4.. Wy zien in d'eerftgemelde twee fchalen hoe den Auteur door
deze menigte van klanken de gemelde Koning en Koningin veel ryker
wil maken al zy in der daad zyn ; want htm hof is op verre na zo
talryk niet als het zig daar vertoont. Die de waarheid wil fchilderen
moetze eenvoudig voorftellen: immers moil den opfchik van d*Ele-
gant iores
met d'andre vremdelingen die den Hoofdtoon van plaats
doen veranderen daar afblyven in tegendeel verfchynen hier al de
foorten van klanken met haar twaalven; daaronder Finalis3 Elegans,
Necef-
(*) Afc//fo/e* Thcoretifchc vorbereitinglium Gcncralbafz, biz 20. idem biz. 83, 84. t
_!___ ___..' ..:..........................___^^L-,___! !
-ocr page 98-
Chordae eicaant. Chorda, cleg aril. C/wrdcLcleaa7it.
*/PCodi ?7iaj. <jftodi min.ajcerio, ^/ftoc.jn.Lri.acj'cerzx),
%
X3Z
3GE
EE
-**
^fr-
I
\H-
\Hr
WW
nrrrar.                                      aerear.                                     jpercdf^
Qfcala ^srfCodi mawru.
4
0 XO-
• XO.
J
-%k<h
jszzks:
f
s
i
.8
8
1
I?
4
S
5s!
* * s
Q/ca/a Tflodi uunorij-, aufcendenda.
I
i 2
1 3
4
-^#-«
.
liA UO
0 *o
1
1 [
«H v A
A 1/ V »1 V-/
1
>A \A C 9 )&♦
\J Xv
u # i;o ho
.*
Si
>'
4|
>
*
N
I
^         ^
^ M
A!
Ode a/a Tflodi 7?ii?i07^tJ,dedce7zdcrioe.
J
fc
2
4
=s
azzfizc
e—N-
1
r
•I*
I?
ft     <
55
*! fei
ft
ft
ho.
I
J^Y
-ocr page 99-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.               63
Necejfarius-, Peregrinus, Medians, Dominans, £5? Naturalis. Dit
zyn de namen niet van de 7 Klanken daar At Scala Moditertia Mao-
ris
in beftaat : en de vier buiten klanken j/d, tj^, %f en /,a die
den Auceur zeer kunftig in 'c begrip van vyf maten hier heeft tepas
gebrogc bewyzen dat hy in dit Paradigma of voorbeeld, 't welk hy
zegt uit c te zyn, vier malen van Hoofdtoon verandert.
5.. Men zou daar, zo men wilde , nog meer andre tonen konnen
in vlegten maar alle die buiteklanken zyn goen ware hovelingen van
onze gemelde Koning of Koningin, maar veel zztMi-mi-ci of Harle-
kynen, die daar van buiten inkomen, 'tzy totvermaak, oftewelom
den Koning met zyn hofgezin naar een andre ftandplaats te geleiden.
Want, zo als ^$/"in zyn Scala modi minoris afcendendo vand, is le
ton Senfible , PAvantcoureur
of, zo als wy hem noemen den Intro-
dutteur
of dTntreetoon om ing te gaan ; even zo is $$g de voor-
looper van A, die in de Scala modi major is van D een dienaar van
de cadens is : maar ^.a of ais dient tot een veel verder afwyking,
want zyn voleinding flrekt tot b. By deze drie eleganten zoude
men billyk nog een vierde konnen noemen 't welk is de % d waar
mede men in egaat; maar als de^ihier, op zynfranswordmediante
genoemt zo geeft men hem een Ampt zonder bediening, want hy
nergens geen mediateur van is: zyn eenigfte hoedanigheid ( daar men
hem die naam om fchynt te hebben gegeven) is dat hytuflende twee
klanken daar de quint uit beftaat in 't midden ftaat: zo dit d'oorzaak
van zyn naam is zo moft hy Nota media hieten , maar dat kan 00k
niet zyn , want als'er een 6 op de bas ftaat dan is hy niet meer in 't
midden maar alleen een iimpele ters, wat aangaat Monfieur' Peregri-
nus
in de Scala Modi minoris defcendendo deze is even zo een EJgans
als de bovenllaande daar wy terftond van gefproken hebben, want
hy is de leidsman om door die zeer gebruikelyke cadens die hem de
privilegie geeft van niet te mogen uitgefloten worden, in g te gaan.
Wy zouden ons verder konnen inlaten om van de twee chorda Ne-
ceffaria re fa
en van de Naturales la en ft te fpreken en te vertonen^
dat deze geen twee foorten, maar d'eene zo welalsd'anderewezent-
lyk Naturales in de fchale zyn: maar w'hebben reedsgenoeg gezegt om
klaar te vertoonen dat dit is't verwarde Hof ;zeer bekwaam om een
leerling van de ware bevatting af te wenden. Als wy hier opnuden
Auteur verder voortlezen om zynuitlegging over deze fchale 'k wil zeg-
gen,
-ocr page 100-
cz>
omncj>yra(fuj' C/ironiati-cl-dr Aiientur*
$
^fe^
------------------ ^5
5>
6~
^
<T-
iJfcJNfcsA
~T
"TEZ
*E*
Xt
2*^=M
%
3S
V
f*
*
TZ
M
W=0l
O/^met ?ninder Comp/tmen£erL
95
ld>u 7^il/en httr ay rwg ee/z Sxempel
etc *M&do niajori, lit nit;
li^aar in oe 12. aracferiovk natuurli/A z&Mj ter neder Ste/fan .
?,
<r_
9
<5~
7^" PKir
«h-^
3E
s
§^i§3
m
llit^yftatthej'onj' Oraanisten SPrcr&e-17'iff. /;&. <?J. <?f -
,-'*^»—-
-ocr page 101-
6\                   Inleiding tot ware Gronden -
fchale te verflaan , zo vinden wy dat hy terftond valt op de Onden >
als Euclides die derde half honderd , en Pythagoras die 500 jarea
voor Chriftus hebben geleefd , handelende van Dorius, Phrygius,
Lydius, en andere Genera Mufices Gracorum en hoe die ten deelc
Separatim, ten deele Conjundim zyn gebruikt geweeft, daarwyniet
mee te doen liebben, Die een zaak wil verhandelen moetze verdee-
len. Hy moefl eeril de fchale natuurlyk eneenvoudigendaarnad'in-
vallende veranderingen in't byzonder hebben befc'hreven: maar, wel
verre van daar, vertoont hy defchalenganfchverward; zondertwyf-
fel ora dat hy wil dat den leerling op zyn manier alleen door exem-
pelen verftendigt werde.
6.  Wy bedanken echter den Auteur dat hy de Solmijatores de ge-
nade doet van de twee moden met hun Namen ut mi en re fa te er-
kennen, en in zyn voorbeeld van den zinger en de Tranfpoiitie van
een glas (*) de fchale uit C met ut re mi, en de twee halve tonen
met zwarte noten uit tedrukken : met oorlof dan zullen wy hier, by
die twe terfTen ut mi en re fa, deQuinten voegenenzeggenutmifol,
re fa la, funt tota mufica,
wel verftaande dat aan die KoningofKo-
ningin, de Ambitus, dat is, 't beloop of den dmloop der klanken
(die hen als ware hovelingen dienen) werde toegevoegd, zo als wy
die in 't voorgaande Hoofdfluk klaar hebben aangewezen. Ut mi
fol, Re fa la
, zyn de hoofdpilaren daar 't heele gebouw op ruft ,
en d'andere tonen dienen tot bekleeding om hun {chale voltemakenj
't welk door geen balterd klanken gefchieden kan.
7.  Wy ziillen dan van dit verwarde Hof ons affcheid nemenomde
wezentlyke form der fchalen daar eigentlyk de grohd van de zaak in
beitaat , in lY^.; "?Te gedaante te befchouwen: Waar van wy een
voorbeeld uit Matthefon in de nevenftaande plaat by N. B. vertoo*
toonert , die door hem s hoewel hy daar in uiterlyk de ware Seal a
tertia majoris
heeft afgebeeld, door hem alleen is by gebragt om
den leerling daar mede nog in een anderfoort van een wildernis (door
38 hairklooveryen op de gefteldheid der fnarenj tewerpen. Opde-
zelfde plaat hebben wy de ware twee fchalen, zo als die by de heele
wereld tegenwoordig in gebruik zyn op noten vertoont; daar in de
ganfche natuur, buiten de tertia major £5? minor geen derde by is te
vinden uit gezonderd dat men die twee geflachten kan in eene fchale
t'zamen voegen om daar van te maken een
DER-
(•) In Org?.niflen Probe d'A. 1719. $ XLIX, L1I, &c. * CXI1I.
-ocr page 102-
Van de Mufiec en de Bas-Continu©.             6j
DERDESPEL.
't^Welk is dat men op een zelfden hoofdtoon de fchalen van beide
terflen door elkander mengelt, waar door de klanken dan op halve
tonen elkander volgen, 't welk vele ftrydige en onaangename one-
moetingen baartzeerbekwaamom wanhoop, wee, en rouwklagten daar
mee af ce beelden. Dit droevig Spel 'c geen by (TAuteuren wel ituks-
gewys maar niet doorgaande word gebruikt, mogen wy met regc dc
naam van Chromatyc geven ende liet woord Genus duplex oiMixtum
coepalTen, om dat die Mufiec is een vermenging van 'c eerfte en 'c
tweede Spel. Men heeft grooc ongelyk dac men , 20 haaft als 'er
maar een eenige >& of [r word ingevoegt terftonds de heele Schale
de naam van Chromatyc geefc, als of die een ander geflacht was, daar
doch dit teiken niet anders beduid als een verplaatling van den hoofd-
toon, die een natuurlyk of Diatonyc, ende niet een Chromatyc lid
van de Schale is. Even als de Molle of verzachte h van Guydo, daar
de Schryvers dan daadlyk een Gems Chromatkum van niaken , daar
hy in tegendeel niet anders is als dezelfde Schale die zyDiatonyc noe-
men, welke door een b is van C op F verplaadh 'c Grieks woord
Chroma beduyt verf, en is, na alle fchyn daar uit gefproten dat de
TuffecOnen op 'e Clavier een andre couleurhebbenals de vlakke. An-
ders beduit het Italiaans woord Croma een der kortfte noten: want,
onze agtfte en zeftiende deelen werden by hen Croma en Semicroma
genoemt. Hier van fchynt by de Duitfchen het woord Coloraturen
zyn ooriprong te hebben, 't welk den opfchik door fnelle Noten be-
duid : maar dat zommige meenen dat het Chromatyc een dartel Spel
zoude zyn, dat is geenzins alzo. Dk voornoemde Mengelfpel alleen
is, dan by ons het
GENUS C.H..R O M A T IC U M.
Om't welke naar behooren wel te onderwyzen wy op de evenge-
melde plaat de twee eeuvoudige of oorfprongkeiykefchalen hebben
bovenaan gezeten, de derde of chromatyke, daar onder om die te-
^ ^qn: elkande.ren te vergelyken.
9. En
-ocr page 103-
m
c\
QJca/a Mcrdt tertLtSu lllaiOriJ
J.
-e-
XX
XI
JilL.__
%
XJ
xt
XI
u
lit re /ncjaj>ol l& j>l ut. ut jl la *tc£fxL mc re ut.
ofcala niodL tertia, iJlinariJ.
J^t^
-e-n
-----,——mt
-e-
m-i2
33
&~U
C7•        $Le mt-jh, j>erlla jl it re. re ul j>a la Jalfa -nit re.
5.
«
cJ) a
iTLt
lJ'\
It'jsalj'tlla. la j'a j>t ut it re-yQe it utj't 'At la
(
±n
-e
Q *<
-W—7
:P[Oj
xo
Q--
,//
/^/ /V./' /fe 7/7/ TV/ TV 2?2<Z 7 V it T*&
Zx «//*
~"sr~~~
~~7y*
—.—i
._—-
~
Qu
i^,. /-\ •
dr U u
n » t » e m i
&
sr€>
UT R$M»&
-ocr page 104-
66                   Inlciding tot ware Gronden
9.  En, om alles daar toe klaar en duidelyk te konnen uitdrukken ,
20 hebben wy 00k aan alle de klanken, hoedanig die 00k mogen zyn,
duidelyke namen gegewen: geen niewe, maar dezelfde, die wy, op
zyn Hoogduitfch door een kleine verandering in de Pronuntiatie of
uitfpraak daar toe Jiebben bekwaam gemaaktj die, hoewel men alle
tonen daar mee kan noem'en , niet anders als tot Adjediva moeten
gebruikt worden : want deLetteren moeten de Letteren, en deScala
moet de Sca/a blyven, om in dit fpel zo wel als in de twee vorige
den Hoofdtoon op een andre letter te konnen verzetten en de Pe-
riodens onderfcbeiden.
10.  Om deze zaak regtjn de grond te konnen befchouwen heb-
ben wy den navolgenden Cirkel aller Klanken gemaakt daar zig alles
klaar, zo als het in de natuur legt, op zalvertoonen.
XVIII. HOOFDSTUK.
TRANSPORTEUR
OP DE.N
Cirkel aller klanken, waar in deNatuurlykScaJa rendgaat*
N de Natuur zyn veele klanken: nit die alle Kieft merfer
7 of 9, die dan zyn als een fchale of lyft van de gene die
tot de ft of der muiiec zullen dienen.
z.' dl^erfte Lyft van 7 klanken is de Ry van de tonen die by d'oude
Hebreen en Grieken zyn gebruikt, van dewelke wy d'oorfprongken
de Redenmaat in ons twede hoofdfliik, en 't bewys en d'uitwerking'
in 't een en twintigfte, door de Trompet en des zelfshoutenamaak-
fel met eenefnaar, Trompetmaryngenaamd, hebben getoont, waar
nit blykc dat dit zevental is een voorfchrift van Natuur daar wy aan
moeten gehoorzamen.
3. Een onkundige zal zeggen, of deze lly van klanken door c de
f g a b c,
of ut re mi fajol la ji ut of door andre namen word ge-
noemt dat ons dat moet onverfchillig zyn als wyze maar door geen
©nregttnatige of buitenfporige bynamingen verduifteren en verbafte-
ren; zo als de Grieken weergaloos hebben gedaan ; gebruikende tot
-ocr page 105-
Van de.Miifiec cti de Bas-Continuo.             67
1mn 16". klanken of fnaren , Namen die tot zang nog fpel geen be-
trekking hebben en die, als menze vertaalt, onnut en onverftaan-
baar worden bevonden : welke wy om hun wanfchapenheid in ons
zesdeHoofdftuk als zeer aanmerkenswaardig nevens't Grieksinonze
taal hebben overgezet. En dit darom nog te meer, om dat men nog
heden ten dage Auteuren vind die de dwaasheid hebben van die in 'c
Grieks , fchoonze nergens toe nut zyn (als Paranete Hyperbokon ,
Parhypate Afezon, Hypate Hypaton, Prqflambanomenos &c. van huii
armoedige \6 fnaren t'ontleenen om die aan onze voltallige fpeeltui-
gen van 4,0 toetfen die federt 1200 jarenmetgoedeletterenzyn voor-
zien geweeft, op een onverftaanbare wyze toe te paffen.
4. Maar een verftandige zal zeggen dat men op de veelheid dec
hedensdaagfche klanken die op de fpeekuigen hun vafte plaatfen
hebben, het voornoemde Zevental, dat in zyn O&aafeenvolkomen
zin beiluit en bekwaam is orcfer liederen nit te maken, kan hoogen
en lagen, dat is op kleinder of grooter fnaren of fluiten overbrengen
om de ftemmen te gemoet te komen zonder het beloop of de fchik-
king der klanken, beftaande in heele en halve tonen, te veranderen
die elk byzonder moeten konnen genoemt worden} cTeerfte door dc
Letteren; en de twede door een Schale van Namen; waarvan mende
verzetting noemt Transpoiitie.
$. Waar op te letren ilaat dat dieTranspofitie by deGrieken nooit
is gebruikt geweeft, Reden, dat die op de fchikking van hunne 16.
fnaren onmogelykwas,behalven dat zydaar in ookin opzigtvandiein
een meerder getal van fnaren te vinden zyn verhinderd geweeft door
een -zeker geheim dat in de-natuur, als een fteen des aanftoots is op-
gefloten, 't we Ik wy in ons Hoofdfluk van de Stelkunft zullen open
leggen ; Dat onder de geleerde over 't wegnemen van die zwarigheid
door een temperament, veele eewen is getwift; Dat de vrugt van al
hurt arbeid eindelyk daar op is uitgekomen dat men den heelen tooa
heeft gedeelt in vyf gelyke deelen waar van drie vyfde maken een
grooten, en twee vyfden een kleynen halven toon, waar van wy
de verdeeling boven aan den cirkel der tonen hebben gevoegt; Dat
de verhooging door de $$ en de verlaging door de b elk maar een
kleine halve toon bedragen ; Dat 'er tuflen die twee het vyfde
part van den heelen toon open ftaat; Dat men die beide klanken wel
van nodeir heeft om die elk byzonder naar hunnen aart te gebrut-
1 z                                         ken,
* Printer! eerfle Deel Cap. XI, biz. 40.
-ocr page 106-
6%                      Inleiding tot ware Gronden
ken, maar dat men 't clavier niet wel met zo veel toetfen kan over-
laden; Dae daarom de verhevene toetfen, of tultentonen, toe twee-
derlei gebraik moeten dienen, waar van'teene eigentlyk en't ander
oneigentlyk is, 't welk een vafeheid baart, die, door den iever in rt
overdadig tranfponeren, in 7t hedendaags gebruik geleden word.
6.  Wat aangaat de voorfz. Ky of Schale van c d e f g a b c die
kon by de Grieken op alle hunne klanken niet meer als op een eenige
plaats vallen. Hier uit beftond hun Modus of fpel dat zy Jonicus en
Hypjonicus noemden. Nu is wel waar dat zy van dezelfde letteren
nog een ander fpel maakten , 't welk Hypolydius wierd genaamd,
maar, tuffchen deze twee was groot onderfcheid: want, het eerfte
had tot zyn Hoofdtoon C, en 't accoord was c e g c; maar het
tweede was gebouwd op F, en had tot zyn accoord c f a c \ eerfte
wierd by hen authenti en 't ander plagali modi genoemt.
Op deze 7 letteren haddenze 6 paar Modens, die, om datze nog
i% nog |/, gebruikten niet konden elkanderen gelykformig zyn, of
getranfponeert worden. *
7.   Wy darentegen hebben maar Twee Modi maar die zyn zo veel
ryker van ftofdat het belagchelyk is d'armoedige Tropi der Grieken
daar nevens te gedenken. Deze laten zig beide op de 12 toetfea
onzer fpeekuigen verzetten : waar van wy op dezen Tranfportew
den leerling de verzetting van 't eerfte Zevental op de gemakkelyklte
Wyze klaar en zigtbaar voorllellen,, door de namen der verkoze to«-
nen op-een cirkel van alle de klanken die de natuur tot de Mufiee heeft
epgeleverd
te doen rond gaan , daar een kind zonder moeite. ter~
ftond op kan zien vvat die klanken zyn en waar zy, op ieder verzet-
ting van de fchale, t'huis hooren.
8.   Maar eer wy daar toe treden dknt den leerling wel van de
waarheid: dezer verdeeling, en hoe den heelen toon in vyven , en-
den Cirkel. van klanken in 3,1 deelen beftaat, door eenig bewys ver-
zekerd te zyn. Dit is in ons XXIV. Hoofdftuk te vinden daar zuiks
niet alleen uit Auteuren maar 00k nit de grond der nature klaarlyk
blykt. Als nu een onkundige praat van een toon in vieren en van
JvJjfemitQiiia, die quarttonenzynyEn, dat de Grieken't oclaafin 27
of 32 deelen hebben verdeelt, die moet men niet hooren, want "t
eerfte is valfch,en\ tweede raakt de muggeziftery van 't zoeken naar
tsmpenunenten,: Maar, dat men de natuur kan by't hair trekken om
deai
* Zie ons XXfte Hoofdftuk.
-ocr page 107-
Sfanjpoi^teur gene?xil
Cerclc a3 totu £eJ of*onj>
J 4
rD
A->
-ocr page 108-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             69
tfen heelen toon in twee gelyke helften te deelen dat is waar, maar
dan worden wy daar door berooft van al dat by ons in de harmonie
zuiver en lieffelyk was en aan d'ander' zy overJ'trcomt van een me-
nigte niewgebore valsheden die wy, wegens hun afkomft (die wy
in ons temperament zullen vertoonen) jonge wolven noemen : die
luft heefc daar raee te fpeelen kan zyn hart opbalen, wy zullen hem
niet benyden dat by zig aan zo een gelykzwevend of rondom be vend
temperament , \ geen wy een ontftelde Clavicimbel noemen , tot
bederf van een zuiver gehoor, verluftige.
9.  Maar als 'er een geleerde op 't toneel komt die, vol van Tonus
Major
, Tonus Minor, limma Met jus en Minus, en Commafa die in
geen gebruik zyn ons wil wys makendatde verzetting van deScbale
een toon boger terftond een heel ander Modus maakt,die moeten wy
insgelyks veroordeelen , en hem tot een Jrcbkymbalum met reine
ouinten verzenden. Wyders, als \ nu al gebeurt dat men in \ ver-
zetten der febale een oneigentlyke klank of een quid pro quo uit nood
komt te gebruiken , zo ontkennen wy wel uitdrukkelyk dat zulks
een ander Modus voortbrengt want die verandering kan ten boogften
niet meer als Tropus of Figura genoemt worden : Gelyk by voor-
beeld, als de gedaante van de Scala by eenes menfehen aangezigc
wierd vergeleken zo en zoude een lange neus of een groote mond
niet beletten dat bet beele gefte-1 een aanzigt was, maar bet zoude
alleen in de Figuur eenige verandering maken.
10.   't Is aldus dat wy in de Moderne Mufiec twee Moden bebben,,
waar van het tweede veel ryker en fchoonder, en by gevolg veel
kunftiger als 't eerfle, by d'Ouden is onbekend geweeft: Wel is waar
dat z'ook Moden bebben gehad waar in de kleine ters op den boofd-
toon flond, maar zy verfcbeelden in 'c gebruyk der klanken zo veel
vande bedendaagfche verbeterdemanieren (waar inzy by gebrek van
tonen zelfs in \ maken van een cadens te kort feboten ) dat hunne
maakzels, by d'onze vergeleken zynde vol fouten zouden worden
geoordeelt. Dus moeten wy hunne Moden , die door uitkiezing van
klanken, zonder byvoeging der ontbrekende, by hen gebruikt wier-
den, niet meer gedenken.
11.  Wy moeten ons van de twee hedensdaagfebe Moden, om die
©p de menigte van onze klanken te leeren verzetten, een vafl denk-
beeld maken, om daar in geen fout te begaan: want, als wy daar
in dwalen zullen wy het gebruik der ftoffen niet verftaanj Reden dac
L 3,                                            aile;
-ocr page 109-
yo                    Inleiding tot tyare Grondeti
a!le Mufiecftukken beftaan nit zekere gedeeltens die elk hnii eigen.
hoofdtoon en Modus hebben: deze noemt men Ptriaden: derzelvei:
onderhorige tonen moec men van buken weten , en daar op afge-
recht zyn om die op ieder verandering van toon terftond met haar
vereifte accoorden te konnen vinden. DeMufiec gaat ras en de maat
is een Tiran, die geen oogenblik tyd geeft om zich te bedenken,
maar 'c verftand van de ftof is niet zwaar, als \ maar den leerling
naar behoren word geopenbaart.
12.  Dit zeggen wy ten beiten van diegenegen zyn deftoffe te ver*-
ftaan; Anders voor de gene die daar in onbewuft zyn gebruikt men
een middel om evenwel het fpel te konnen uitvoeren 't welk is, dat
op al de noten d'accoorden die men nemen moet door cyffers wor~
den uitgedrukt, waar door dan een onkundige dezelve kan fpelen en
onkundig blyven. Want zulk fpel is even zt> kunftig als \lezen vail
een taal die men niet verftaat.
13.   D'eerfle geopende deur om tot de geheitneniflen der warfc
kunll in te dringen is de kennis der klanken, hier toe is het boven-
gemelde Zevental, 't geen by d'Ouden eenvoudig is gebruikt om dat
hun odlaaf met 7 klanken vol was, den eerflen trap; die by ons3
op de hedensdaagfche menigte van 19 in't oftaaf, een gedurige ver-
zetting is onderworpen.
14.. Om nu dit Diatonyke Zevental op de bovengemelde menigte van
letteren zonder dwalen te konnen plaatfen en verplaatfen moet men
de Naainfcala zelfs te luilp nemen, want men kan kwalyk zeggen.
De letter C zal nu op F of op G ftaan: Wy moeten bier twee din-
gen onderfcheiden, te weten de 7 klanken en de plaatfen daar men
die op zetten zal; daarom is 't noodzakelyk aan die klanken byzon-
dere Namen te geven, om daar van te konnen fpreken; en zulks nog
te meer om dat hun verzettingen op de 12. toetfen van't clavier (die
in drie foorten, namelyk kruiffen, mollen en gemeene beftaan^ ten
opzigte der twee Modem 14. veranderingen maken, belialven nog ?
paar buitenfporige nit d'oneigentlyke tonen, ala l>d, ^d, [;g,
\y a-, ~%-a
, die op 't gemeen clavier niet en zyn daarnogtans kloeke
geeflen, hoewel buiten reden, hedensdaags mee voor den dag ko-
men.
I51. In de plaats van de Transpolitie de ware Namen te gebruikea
vinden wy zommige die de klanken der {ch^le nomberen met r, 2,3 ?
4-j ) 3 6, 7, 8 7 en ieder halven toon door een klein ftreepje aanwy-
zen,
-ocr page 110-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             71
isen, als 34., 78} out die daar mede op de letteren te plaatfen en
verplaatfen. Hier op ltaat aan te merken; dat die een zeer goed
middel is om in de Specyen (Seconde, Ters, Quart, Quint, Sext,
Zeven, Octaaf) die men met dezelfde getallen fchryft, re dwalen;'
behalven dat die getallen de eigenfehappen der klanken niet uitdruk-
ken zynde het ongeryuvd te zeggen 4 is mol, neemt op die 4. een ?;
3 is duur of fcherp* neemt op de 3 een 6, enz. maar nog erger is
'c als die nombers een ^ of [; word toegevoegt, zo als aan de
nombers van de fpecien gefchied: Engenomen dit kon al palfereri zo
zouden egter die getallen tot het noemen der kianken van 't twdede
fpel nog minder deugen om dat die Scala twee wegen heefc die men
door die nombers. niet als op een zeer verwarde wyze zoude konnen
voordragen; behalven dat die uitdrukkingen, in de plaats van door
mondfyliaben of enkele woordleden, dan met omflag van woorden
zouden gefchieden. Ons belluit is dan dat de befte weg is korte en
eenvoudige namen daar toe te gebruiken daar men te gelyk de too-
ijen en derzelver eigenfehappen mee kan betekenen.
16.  Maaf ik hoor hier iemand zeggen w'hebben geen bynamen
van nooden, wy zingen alles met de letteren die wy door een kleine
byvoeging, als c, cis, d, dis, hebben bekwaam gemaakt om alle
bedenkelyke Klanken met hun eige en ware namen daar mede te noe-
men, 't ^een door Guidoos namen niet kan gefchieden: Hier van
fchryft Werkmeifter in zyn Generaalbas, pag. 23,. dat derzelver ge-
bruik in lichte mufiec wel aangaan konde maar dat zy in ons tegeu-
woordig Syftema met de §§ en b niet konnen toereiken. Deze te-
genwerping konnen wy aanftonds wegnemen; want, behalven dat de
;k en b door de verzettingen van de fchale worden uitgewiftzoheb-.
ben wy daarenboven nog het voordeel van tot alle buiten gewoone
kruilfen en mollen, op zyn hoogduitfeh-, de namen, doOr de boven-"
gemelde kleine verandering, als ut, it, re, ri ma, mi, enz. tot hec
noemen van alle klanken bekwaam te maken. Maar dit is de zaak-
niet.
                            ,'                                         ,,'„.. ... .
17.  Het gene hier tegen den letterzang en tegen rt veranderen der
zangnamen in dubbele woorden of in getallen, van vt allermeeftege-
gewigt is, is, Dat dit zingen alleen gefchied door \ noemen der
plaatfen daar men de klanken in't Speeltuig op-vind, 'twelkeen*'
fupcrjicieel of niterlyk werk is, t geeri den'ieerling blind laat, zo?
men hem niet te gelyk den aart der geluiden en den grond of de re-
dent
-ocr page 111-
72                   Inleiding tot ware Gronden
den van hun verkiezing tot zang of fpel open legt: 't welk dan al
wederom niet door duiftere en onregtmatige of buiten fporige mid-
delen (zo al wy daaglyks zien) maar door een fchale van woorden
daar men, niet alleen de plaats , maar ook de fchikking, de natuur
en d'eigenlchap der geluiden tot gebruik op kan aanwyzen , moet
gefchieden. Hier op mogen wy dan hier de Spreuk welgedenken,
de letter is dood , maar de woorden zyn vol zin. ''t Is hier van dat
Guido in zyn voorrede fchryft dat hy een leerling door dit middel
in een maand tyds verder brengen kon als voormaals d^uden een.
verftandig inenfch in veele jaren niet hadden konnen doen.
i8- Als'er nn aan d'andere kant ook dwaalgeeften zyn die de ge-
zonde reden met voeten treden en in plaats van verfland tegebruiken
de namen vervvarren en eeuvondige dingeii zo dubbelzinnig maken
dat die ten laatften onverftaanbaar worden; als, Efi ml Bmol, Bfa
fi becar
, D la re Jol dieze, Ami la re dieze ,Futfa mineur &c. zo als
wy boven hebben getoont; door.welke buiteniporigheden men Guidoos
bynamen als de peft haat, tot zo verre zelfs dat Matthefon, degenc
dieze gebrniken, opentlyk befpot, noemende hem SaJbaders, Sol-
mijatores
'tgeen op zyn beft beduid weetnieten en dwazen die, bui-.
ten 't (poor loopende, zig van dat vreesljk Spookjel Mi Fa, (zegt
hy) en andere Halftonigegrilkn bedienen: wy moeten bekennen dat
hy aan d'een1 zy gelyk heeft, want grooter dwaasbeid als deze geloof
ik niet dat men in 't noeinen van een enkel ding zoude konnen be-
gaan: Maar aan d'ander' zyde moeit hy ook de reden plaats geven
en bedenken dat een ding dat den wnti\ misbruikt, aan den ander
die 't wel gebrnikt kan zeer dienftig en nut zyn.
10. Wat nu hier in gedaan? in Vrank'ryk heeft men de Letteren,
te gelyk met Guidoos zangnamen, eerft aangenomen en dezelve daar
na agter die namen doen eclypferen en eindelyk geheel verduiltert,
tot zo verre zelfs dat men, om die geheel ui't te roejen,dezelve niet
meer eenvoudig durft noemen: In Duitsland darentegen heeft men
de Letteren zo hoog verheven dat men die met chromatyke byvoeg-
ielen, palfende op alie foorten van klanken, heeft verheerlykt, en
in die hoedanigheid ook aan de Zangmuliec opgedragen ; terwyl aan
d'ander zyde Guidoos zangfchale door hen niet alicen als qnnut is
verworpen maar ook voor eewig ten grave gedoemt.
20. Zy dwalen beide: want, die tothet betekenen van twee dingen
maar een eeuige naam gebriukt is van de beduidenis van het tweede
ver-
-ocr page 112-
Van de Muficc en de Bas-Continuo.            73
•verfteken. Alle volkeren gebruiken tot het noemen der dingen twee
woorden : De kinderen in de fcholen weten dat Subjlantivum &
adjettwum (\
ftoflyk en1! byvoeglyk) moeten t'zamen gaan: Hoe is
'tdan mogelyk dat menzo een harnas kan aantrekken om metzo veel
drift als of 'er 's lands welvaren aan hong, de bynamen, daar men
d'eigenfchappen der dingen mee moet betekenen, teverwerpen, ter-
wyl andere dieaannemen en in derzelver plaatfen deletteren bannen?
2[. Gelyk het verwarren en 't wegnemen van de woorden en na-
men daar men zig in den menfchelyken ommegang mee moet uit-
drukken een bederf zou zyn van alle zaken, zo zou zulks 00k ze-
kerlyk de Mufiec over hoop werpen zo de floffe dezer kunft niet
klonk, en alwatvals en kwaad is zelver aanwees en ons na verbete-
ring deed omzien. Maar dat partyen tot het verdedigen van zulkeii
handel elkander .beoorlogen is een zaak van d'alleruiterfte onrede-
lykheid.
           •.' ,'i*
22. De Mufctf'is een hemelfche kunfl, daar geen wanordrein mas:
worden toegfclacen: Zy beftaat in Harmonie: zo wy daar van willen
profeilie doen zo moeten wy niet oorlogen, maaraccorderen Laat
ons dan zien of wy konnen vrede maken. Het congres te beleeeen
op den berg van Parnas ten overflaan van Apollo en Orpheus is te
verr1 te zoekcn: 00k zouden wy de zaak aan d'Oudheid niet ver-
blyven. Maar, het een eemge, daar wy ons moeten aan ovenjeven
is deGodlyke Reden, dievonkdesLichts, daarallesaanmoetgehoor-
zamen. Wy willen dan hopen dat beyde partyen zig daar toe zul-
len laten vinden door elk, het gene in zyn vermogen is, daar aan
toe te brengen: namentlyk, Dat Vrankryk aan de verduiflerde Let
teren
wederom vry gelei geve om , zo als in Guidoos tyd, in 't
openbaar te mogen verfchynen; en, dat Duitsland de beJrave By-
namen
toelate te mogen verryzen, om beide hun regtveerdize zaak
te mogen verded.gen en zig daar op te vereenigen/Vaar Toe wy
Italien als Middelaar verzoeken om in de geregtidieid te foreign „f«
hebbende DeFakkel van Guldo, om dob? deSSSjoUtf? < d van
t verzetten des halven toons afhangt) de Perioden te kennen en den
aart der klanken t onderfcheiden , tot heden toe nog ongefchonden
bewaart. Dan w, len wy zien of de gezonde Reden ons wil guX
zyn in t hcht vercler op den kandelaar te zetten. fn hope dan van
die vereeniging hebben wy tot een gedenkteken van die ondenienW
den bovenftaanden Girkel opgeregc, als zynde den warenHoekS
waar op wy moeten bouwen.
                                                         C1*
K                                      XIX.
-ocr page 113-
74                      Inteiding tot ware Gronden
XIX. HOOFDSTUK.
Van de Franfche uitdrukkingen van't MODUS,
of den Toon en deszelzelfs Transpoiitie.
Y hebben reeds getoont hoe redenloos men de fchoone
Gamma heeft mishandelt, door de wezentlyke letter,
daar ieder klank door moet wordea betekent , agter
twee zangnamen te doen eclipferen; Smeltende deze drie te zatnen
tot eene mafia, ora die voor enkeldeSubftantive namen te doen deur
gaan : Nu moeten \vy eens verder zien op wat wyze zy ook d©
Transpotitie of de verzettinge van de fchale zullen onderwyzen.
2.  Wy wilien hun niet vergen de klanken van het dcrde fpel , toe
verhooging of verlagrng, met woorden uit te drukken, want het is*
hen op hunne gronden onmogelyk, wyl zy daar toe geen namen
hebben, dus zullen wy ons genoegen met op het eerfle en tweede
fpel hunne gevoelens te hooren.
3.  Mr. de St. Lambert ,in zyn niew tra&aat van de Bas-Continuo *
fchryvende van de TranspoHte noemt het fpel van D groote De la re
Majeur
, dat van E met vier kruiflen E ft mi Majeur; A met drie
Kruitfen A mi la Majeur: En aan dTander zyde C kleine , met drie
mollen , C fol ut Mineur; en F met vier mollen , F ut fa Mineur >
enz. Alle deze uitdrukkingen zyn net verkeerd, en van den auteur
zonder opmerking niet anders als door gewoonte gefchreven, want
de letteren DE A cf behelzen alleen de waarheid, en de bynamen
die zonder zin en abulif daar byflaan, betekenen kleine terfen , daar
hy van \ fpel Majeur, en groote terffen daar hy van Mineur fpreekt.
Zie«, by voorbeeld, D la re Majeur, en merkt dae la en re beide
Op eene kleine ters nitkomen: en aan d^andere zyde van c fol ut Mi*
neur,
dat als men van fol of ut opgaat de tenia Major of groote ters
voort komt. Van dit foort van uitdrukkingen geeft ons den auteur
4.2 voorbeelden, waar onder zommige (die hy rare noemt, om dat-
ze zelden of nooit toorkomen ) met regt barbarifch mogen genaamc
worden. Wy konnen niet laten van deze Rariteiten eenige in de
nevenftaande plaat te vertoonen.
'tKan
* Parys 1707. op de 55 en volgende bladzyden.
-ocr page 114-
S.SCambert
raf-
do.
-e-
xc±
m
3S
TL
-o-
-e
n
n
XTZ^I
-e-
H
E
=^FQ
ir
AJfiHa Hemol -miTisewr.
Jl3tiEa CDiez^ mmeur*.
S£*
<P^
3X
-a
XI
^.
P
o
^
=affi
5*
U
-a
n O °
u
7} Jfa Si Di£'z*e min^i^r.
G fl<? SolHemo-l mineur'.
P<WS9-
D.
O
2
^X2
-©-
X).
^
^
-&
X^D
2.*
33
fete
m
- o^y^.—
J2?^ Si 2>ie-^e rnifveur
&.(fo.
S
3
^
Jijf
3.
5.
4. 35
-e-
Sdt
-Q-
J? 2^ SiS ecarre. J5 &a SijBecarre.
8 J? a Si
V1
C urea J>ortes de B Ta Si.
yA^utre Soctrava??ce ae la ^Transposition.
J2-b_______g ^1
^agg
^
-ocr page 115-
Van de Mufiec en tie Bas-Continuo.             75
't Kan een enkele reis gebeoren dat'er, door een ongemene by-
voeging een tweede kruis by een noot, die reeds nevens de fleutel
door een kruis verhoogd was, gevondenword; maar, overdaadvaii
kruhTen en mollen by de fleutel zullen wy daar Jaten, als te zwaar
Offl den leerling met die onnutte ballad te kwellen : anders Ronden
wy deze dubbelzinnige uitdrukkingen wel op een eenvoudiger en
beter manier verklaren. By voorbeeld, neemt uit pag. 59. Eft mi
Bemol Majeur.
Hy zegt voor eerft, Dat E, die hier als Capitale
hoofdtoon itaat, is een E B mol, ik zeg neen, hy is een E mol of
1/ E: dat is een mol gemaakte E , en geen B; in de twede plaats
word hy bygenaamd Si en Mi \ welk twee dure of fcherpe flamen
zyn, hoe kan hy dan mol genoemt worden? Une poire molle if eft
pas dure
, een molle E kan geen Si of Mi zyn: ten derden zo ver-
ftaat men in Vrankryk door Si de platte B, anders genaamt de h
Becarr6, en door Mi de platte E, die beide hier geen\szins te pas
komen, want zy, als bafterden uit de fchale of Ry der onderhoorige
tonen tot het {pel zyn uitgefloten: tot een proef, zet Ui op \; E in
onzen I ransporteur. Laatftelyk , indien E mol is Majeur , zo als
hier gezegt word, zo kan hy onmogelyk geen Mi of Si zyn, want
als men vandezelve opwaarts tek zo vind men dat de terts van d'een,
zo wel als van d'ander Mineur is: Darenboven is de Capitale toon
geen monfter met twee hoofden om Si Mi genaamt te worden maar
een enkeld regerend hoofd 't welk is ut of re daar d'onderhoorigc
tonen van uitgaan en wederom op t'huis komen.
5. Rouffeau, die in zyn Novelle Methode 20 vOor d'eenvoudigheid
pleit onderwyft: de Transpofitie met elf bladzyden, gevuld met alle
bedenkelyke foorten van veranderingen van fleutels ten getale van
116 voorbeelden , zeer vefmakelyk om zig daar in te verluftigen-
verdeelende dezelve in 7 hoofdftukken , als C, ^jB, f, &, D, e9
J!;
die hy noemt C fol ut tierce mineur-6 j B fa ci tierce majeure, F
tit fa tierce mineure
, G re fol tierce majeure, D la re tierce majeure ',
E fi mi tierce minture, A mi la tierce majeure; in de plaats van te
zeggen C kleine, ^Bgroote,f kleine,Ggroote,DgToote,Ekleine,
en A groote. In \ ovcrwegen van al die ballaft, waar mee de Mu-
liec tot zinkens toe overladen was, zyn zommige auteuren te rade
geworden een gedeelte daar van over boord te werpen om de leeringc
wat te verlichten,
K 2                                    6. Hiec
-ocr page 116-
y6                    In!eit!ing tot ware Gronden
6. Hier op is nu de vrage, welk gedeelte zyeigentlyk hebben ver-
oordeelc en verworpen; zyn 't niec die onnutte bywoorden die zon-
der zin, of, als men'er eenige betekenis zoude willen uithalen, het
tegendeel van den vereiiten zin behelzen, en darom, alsverleidende
verwerpelyk zyn? oneen! 't zyn de goede letteren die , na datze-
ons meer als duizend jaren wel gedicnc haddenin Vrankryk, omhec
misbrutk van de bedurve Gammc ce bedekkenzyn afgefchafc, in-wel-
ker plaatfen men de Zingnamen tot valle namen van coetfen enfna-
ren heeft aangeftelt, en dat met zulken geweld, dat men al de gene
die met letceren hadden geleert hceft overreed dat zy kwalyk onder-
wezen waren, en dac men, om hen op de Franfche manier op den,
regten weg te brengen , kleine papiercjes met de Zingnamen ut re
mi
heeft opde coeden van deClavimbelsgeplakc \ 'cwelk by d'dnnoo-
zele teriionds ingang had, om datze beter met la fol fa mi re nt als'
met agfedeba konden nederwaarts tellen. Op deze wyze heb-
ben zy de letteren hoe langer hoe meer gebannen en de Zingnamen
in dezelver plaatfen overal waar zy konnen, in gebraik gebrogtr
zo als hun nieuwe fchal'e met de gebanne letteren (die zy, zo zedie
al uitfpreken of fchryven , als nietig achcen) daar nevens gefteld.
Die dan aldus door die niew Subflantwum van 't Adje&ivum verfte-
ken zyn moeten noodzakelyk de mufiec lezen zonder die te ver-
ftaan: ofte we!, dewyl 't natunrlyk is dat alle dingen op de wereld
twee namen hebben, zo moet'er by hen een ander middel zyn waac
mede zy zig in dat gevai konnen behelpenr.
ut is C 7. Wy hebben hier van uit Campion (*) een uitvoer-
ii is I43 lyk voorbeeld gegeven daar hy deze namen nomberc,
fi bemol [/ b §n de Speeien van gelyken : voorwaar een deftig mid-
la
         A del om in die beide te dwalen. Aan d'ander zyde ,be-
foldieze^g vlytigt hy zigin ,t.myden van de veelheid van woorden,
fol G en geeft daar van dit voorbeeld; ik fpeel, zeit hy, een
fa dieze^f ftuk nwtiecuk/a k/eine, *klaat andre zeggen Amtla oven
fa          F de kleine ters, ik en zie geen noodzakelykheid in deze
mi         E uitbrciding.
mi bemolhE Deze goede Man zietniet dat dezefchalenieten.deugt-;
re         D want de Namen , genomen zynde tot Suhjlantiva in
ut dieze^o plaats van letteren, zoonbreken'er 9 zonder welkemea
ut C alle de klanken der. hedensdaagfche mufiec Hiet noemen
kaiu.
(.*). Campion, pag, 22...
-ocr page 117-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              77
kan. Maar zyn 't Adjefliva zo is die overtollig wyl het Odaaf va'i
de Diatonyke of voltoonige fchale met d'Addkie of vermeerdering
van Guido niet meer als 7 klanken iniluit.
8. Alexandre Frcre bekragtigt het wegnemen dezer uitbreiding
zeggende pag. 4.. Dat men in plaats van C fol ut met de kruh en de
kleine ters
eenvoudiglyk Ut kruis kleine, en in plaats van B fa ft bemol
kleine ters
alleenlyky? bemol kleine xeggen kan. Wyders gebruikt hy
door zyn ganfche boek, in de plaats van Letteren, de Stemnamen
enkeld waar mede hy Subflantieelyk de plaatsaanwyll daar den Hoofd-
toon ftaat, maar om door Adjettive of byvoeglyke woorden deszdfs
eigenfchap uit te drukken gebruikt hy N. B. dezufde ftem namen als te
voren, die hy,om daar in niet te dwalen, komt teonderfcheiden als vole;t:
field dat G, met een >& voor aan de fleutel, den Hoofdtoonis, zo
noemt hy de plaats van G , fol, maar de qualkeit of boedanigheiTi
van die fol, noemt hy ut, zeggende fol veranderd in ut; Even zo
noemt hy al d'andre tonen, als, La veranderd in ut, mi veranderd
in ut, fi enz. in ut. Insgelyks , la verandert in Re , mi, veran-
dert in Re, enz. Door welke uitdrukking klaarlyk werd gezien dat
door ut en re den Hooftoon word genoemt en door de tweede naam,
de plaats daar hy op ftaat.
0. Roujjeau toon dezelfde zaak,- door middel van allerfei. fleutels
met de daar aan geheehte kruiffen en mollen, maarom datzulksdui-
fter is zet hy met klare woorden de regte naam van den hocfdtoon
met zyn verkoze klanken met kleine lettertjes op de kant, zo dat
■ men niet dwalen kan •' want , wyl al die fleutels zeer weinig men-
ichen bekend en de meefte buiten gebruik zyn zo kan men hier no"-,
twyffelen of den Auteur de fleutel naar de naam of naar de letter wil
noemen: maar
10.  Rameau, in zyn wydlnfcig Tradaat van de Harmonie (Parys
1722) is tegen de letteren zo ingenomen , dat by u\\ begin van zyn
derde boek p. 169. een enkele colom van 7 namen (zonder bytei-
kens) tot een Gamma voorfchryft, wel uitdrukkelykdaar toenemende
ut re mi fa fol la ft ; begerende pag. 173 dat de drie fleutels in de
plaats van F Jleutel Ce fleutel, G Jleutel zullen genoemt worden Fa
fleutel, Ut fleutel
en Sol Jleutel.
11.   DatVr twederlei fpel of Modus is getuigt hy ookop verfcheide.
plaatfen : Hy zeit pag. 198. Zo wy op ut een groote ters zetten zo
zeggen we dat wy zyn in ut Majcur : maar zo wy kern een kleine.
& .1                                       ter-s*
-ocr page 118-
7$                        Inleiding tot ware GrOftden
ters geven , zo zeggen we dat wy zyn in ut Mineur. Deze uit-
drukking gaat over twee zyden mank: eerft zo wecen wy niet ofhy
door ut hier verftaat den Hoofdtoon zelver, ofcewel, de plaats daar
den hoofdtoon opftaat , maar als wy verder lezen van ut Mineur ?
zo zien wy dat het woord ut hier gebruikt word als eendoode letter
die niets betekent als de hoogte, maar 't woord Majeur of Mineur
vertoont des zelfs ters s met zyn aanklevende tonen , tot de ftoffe.
Waarom zeit hy dan niet liever zo als Alexandre Frere, ut veran-
derd in re? want als men ut zegt, zo heeft men de groote ters alin
den zin: 'k antwoord, dat hy p. XXiti in zyn regifter ( zonder re*
denering of bladwyzing) zegt , dat d'eerfte noot van 'c fpcl van de
groote ters is ut, maar van de kleine la, dit ftryd tegen zyn boven-
gemelde ut mineur, ofte wel , hy wil dat dit een ut is die la hiet.
Wat lager zeit hy tot Alex. Frere zig bedriegt: maar hy heeft onge-
]yk: hier is een geheim in opgeiloten dat men niet kan Gntvouwen
zonder eerft in 't fpel van de kleine ters degrouden daar van met goe-
de redenen open te leggen: En , of die by dezen Auteur te vinden
zyn ftel ik aan \ oordeel van de gene die maar met een half oog het
begin van zyn voorredezullen inzien.
12.  Hy zegt j Quelque proges que la Muiique ait fait jufqu'a
nous, il femble que Tefprit ait e.te moins curieux d'en aprofondir les
veritables principes, a menfure que Toreille eft devenue feniible aux
merveilleux effets de cet Art, de forte qu'on peut dire, Que la raU
Jon y a perdu de fes droits
, tandis que Fexperience s'y eft acquife quel*
que autorite. Dat is, dat in de Mufiec de Redcn heeft van haar Regc
verloren 't gene dErvarentbeid heeft verkregen. Et plus has : On
neglige aujourd'hui tous les avantages qu'on pourroit tirer de cette
Jiaifoiij en faveur d'une experience de limple pratique.
13.   Ondertulfchen toont hy op de 382fte en volgende bladzyden
1J voorbeelden uit alle toonen op noten, met de vereifte eyffers tot
hct vinden der accoorden , en kleine getallen tot aanwyzing van de
vingeren , die goed en leerzaam zyn , mics dat men de ftoffe cum
grano falls
in zie, dat is, dat men'er zig door geen contradidien in late
abuferen : Want, volgens zyn eigen grondfteiling fpreekt hy wel-
en hy verftaat zig zelven ; maar een ander die dat Molquerens niet
en ken, zal verfteld ftaan op de woorden van Ton mineur d"Uty Ton
majeur At ft bemol:
enz. Want uit nt fpruit geen mineur maar een
ters Majeur , maar nicy? fpruit die mineur : dat is verkeerd; om \
wel-
-ocr page 119-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             79
welke te regten geen ander middel is als dat men de voornoemde
woorden van ut en fi bemol (by cms C en \; B) letterlyk of fubftan-
tivelyk verfta, waar van de woorden Majeur en Mineur de Adjectiva
zyn. Nu, wat aangaat fi bemol in \ byzonder, daar van is boven,
in 't verhandelen van E fi mi bemol reeds gefproken; daar wy nit St.
Lambert pag. 3 wel mogen byvoegen dat, Van de Bemol van Si tot
aan Si ,
en , van Re tot aan de Bemol van Mi, en van La tot de
Bemol van Si is een halve toon. Dit is nu de Franfche mode, dat men
de fcherpe zacht en de molle fcherp noemt, als of men zeide een
fluweelen egel , of een wolle Lancet. Men heeft in Vrankryk ver-
geten dat men nu 700 jaren door Mi het fcherp of duur , en door
fa de Bemol , of de letter B 5 die door een (, verzacht is, heefc
verftaan , d'eerfte als een naam uit de Ry van de Zangfchale, d'an-
4ere als een letter diemolisgemaakt, als [/B die wy B mol noemen
gelyk men zeit e mol, a mol, dat is een e en a die mol is gemaakt
zo als men 00k zeit kruis f, kruis c , kruis g, tot het wel uicdruk-'
ken der Letteren, die federt den Paus Gregorius hebben gefloreert
en nu uit Vrankryk zyn gebannen , daar men nu twee zangnameit
gebruikt, den eeuen die den koofdtoon met een verkeerden zin op-
geeft en den anderen om deszelfs Modus of gebruik te vertoonen 'c
welk zo veel is als een flrik om in te verwarren.
14.. \ fs aldus dat den Auteur in zyne voorbeelden pag. 3S4. door
Ton Majeur van Re verAaat dat Re (die onze d is) zal Hoofdtoon
zyn, en wegens 't woord Majeur ('t welk de groote ters betekent)
nu zal Ut genaamt worden. Staat teJettendatde kleine ters die whRe
volgt, nogtanshierop/teword Majeur genoemt. Aan d'ander zyde
vinden wy een Ton mineur van Ut, dat is by hem een Ut die Re is
fof La, naar zyn ftelling) zo 00k Ton majeur van fi bemol die nu
Ut, en Ton mineur van fi bemol, die dan Re is; enz. Warom, in
plaats van Re majeur, Ut mineur, Si bemol majeur, Si bemol mineur,
enz. met gezegt D groote, C kleine, !/B groote, [^B kleine; 't
geen wy met een enkele letter, groot of kkin , konnen betekenen,
alsD, c, I? B, f; b-? 'Men wil liever in contradictien vallen en abui-
zen veroorzaken, als zig van letteren dienen.
if. En wat aangaat Ton majeur en Ton mineur dat zyn woorden
die de Meetknnli raken : Tonus major en Tonus minor zyn eigentlyk
een grooten of kleinen heeien toon, welkers redencal is 9 tegen 8,
en 10 tegen 9.
                                                                          Voorts
... __..._._..-.i_....:          . __._i.&]£k$te$m3t.
-ocr page 120-
8o                   Inleiding tot ware Gronden
Voorts zo is 't woord Ton by die uitdrukking niet eens vail noo-
den, want Re majeur, Mi majeur, is genoeg: behalven dac Ton \
geen hy hier ten onregte gebruikt voor mode dubbelzinnig is,|want
het heefc vyfderlei betekening darenboven zo is 't hier verkeerd by-
gebrogc, wane Modus is, Modulatie ofgebruik van klanken gaande
over de groote of kleine ters.
16. Men zou met veel hoofdbreken konnen ondekken * 1. wat
Alexandre Frere meent met een Ut die fol is , en een Fa diez die
re, en een mi bemol die«/is. 2 OfRouJfeau met zynniewe, vondom,
zonder transpoiitie alle klanken , \ zy molle of fcherpe tegen hun
natuur onder dezelfde naam te doen deur gaan : En 3 aan d'ander
zyde de leerlingen te pynigen met verre over de honderd verande-
rmgen van tleutels : eene hulpe die veel erger is als 't gebrek. 4. ot
wel rjffillard en andre meer, die ftoutelyk tegen de nature een ^
de naam van ut of fa, re of fol toeeigent; J of met Campion die de
graden der fchale met getallen la Jeconde, la troijieme, la quatriemc,
la cinquieme
, la fixieme, la feptieme, noemt, als of hy luft had 0111
die in de cyffers van de Bas-Continuo te verwarren. 6 of met Rameau
die het Modus oft Spel, tegen 't beloop der tonen noemt Ton Ma-
jeur de La, majeur de Si] mineur de Fa;
enz. 7 of met Maffon, die
op Futfa bequar of Futfa bemol zyn gronden bouwt. 8 en hoe men
de Duitfche auteuren moet verliaan die de betekenis van de woorden
mol en dur van de noten hebben weggenomen en aan de terflen over-
gegeven; waar door men in Duitsland geen een noot mol of dur noe-
men kan, wyl zy die woorden aan Cis mol en Dis mol hebben over-
gegeven : welke uitdrukking de Franfche E fi mi bemol majeur niet
een hair hoeft te wyken.
if. Alle deze armoedigheden van hun befte Auteuren, bevefligen
hoe zy in \ uitdrukken van den Toon en 't Modus verlegen llaan : zy
laten zien dat dit twee dingen zyn ; maarhunhardnekkigheidom Guy-
doos
middel tot het klaar vertoonen dezer zake niet te gebruiken,
doet hen vallen in d'alleruiterfte zelfs ftrydigheden en buitenfporig-
heden; daar de geleerdfte hunner fchryveren, door een al te groote
toegevendheid nog ichynen hun zegel aan te hangen.
18. On-
* 1 Psg. ai, 2.7.                2 In de Voorrede.
3 P.tg 24-                           4 P-ig 18, 19-
.5 lJ.ig vt.                           6 Pag. s«<5.
7 Pig. 19.                           h tkirkhen Werkmeiftcr Matthef.
-ocr page 121-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              8r
iB. OndertulFen ziet men aan d'andere kant dac de mufiec, door
datzeeen vryekunft is, aanieder *§ krukofkrepel toelaathetweinige
dac by weet aan andre C onderwyzen : zo vind men , in alle land'en
een foort van meefters (met verlof dat ik zo noeme de gene, die,
zo haaft zy eenige beuzelingen grif geieert hebben, zig voorEazen
uitgeven,en de leerlingen, die minder weten alsdemeefter, watwys
maken) fpreekende van dingen die 'zy niet en verftaan, en alszy zig
niet wel konnen uitdrukken, verzinnen zy een kunftwoord, regt of
averegc, en zo komen de buitenfporigheden inde Wereld,die de ge-
leerde, in de plaats van die uic te'roeyen niet alleen door de vinge-
ren zien, maar zelfs befchaven , verbeteren en niewe ukleggingen
toevoegen , en zo neemt de dwalmg, die als onkrnid voortloopt,
eindelyk de overhand, & jurant difcipuli in verba magiftri, En de
leerlmg zweert dat zyn uyi een vaik is, waar van Jiy zig met plai*
zierwit voor zwart, I fcherp voorzacht, vierdubbeld vooreenvou-
dig\byvoegelyk voor 't wezentlyk, en h zelfflrydig' voor \ rew-
zinnige laat in. de hand fteken.
                                                      °
XX. HOOFDSTUK.'-
: Van 't TROPUS of MODUS der OUDEN.
•EN leeft van Mercurius CO dat hy had nitgevonden drie
fnaren en dat Apollo (2) in 'c jaar der wereld 2671 daar
een vierde had bygedaan, welke t'zamen maakten een
Ry van 4. fnaren die men in 't grieks Tetracbordon noemde, (1)
derzelver klanken zegt men geweefl ce zyn onze e, f, p-, a be-
ginriende met een halve toon.
• 2: Of nu Apollo met deze 4 fnaren op een Rybekwaam is geweefl:
zulk een gerngt te baren dat niet alleen alle menfchen , maar zelfs
de dieren in de BoiTen daar door waren aangedaan, tot zo verre dat
men hem-een meer als menfchetyke eere bewezen, en zyn lier tot
fir .                  . . : '              , . ■
(1)  De Broflard pag. $6.                                         , .,..,.
(2)  Printz. zingen Klinkkunft biz:. 13.
(3)  D' Broff. ISC.
-ocr page 122-
%z                    Inleiding tot ware Gronden
aan \ geftarnte verheven heeft, laat ik de verftandige lezer Oorcfee-
len: myn gevoelen is, dat hy zyn lier heeft weten te verflellen of
dat hec een viool geweeft is , waar mede hy \ verftand of de ver-
wagti ng van d'onkundige te bovenging:
3. By dit eerfte Tetrahordon zyn in volgende tyden nog^fnaren,
doch wederom met een halven toon, als e f g a d daar aan gevoegd:
welke dan maekten als twee Tetrachorden. Naar dk voorbeeld
heeft men daar na nog twee gelykvormige Tetrachorden daar boven
aan gemaakt en eindelyk heeft Pythagoras daar onder nog een A »
om tot een O&aaf te komen, bygedaan.
4.. Dezefnaren, ten getalle van ij, vertoondenzig, met een ope-
ning in 't midden, op de griekfe wyze aldus (ij
T                 A           H c d e
Hypopros- Profianiba-           efga                       e fg, a.
larobanom. nomenos. Synape Diazeugfis Synape.
&ynape, z*eit Matthefon (4) is een t'zamenvoegmg en Diazeugfis eere
icheiding, waar mede deTetrachordes een vierde deel van de toon-
ordenig van elkander waren afgezonderd, waar door dezelve dan in
in alle gefkgten een vollen graad open liet. Deze Diazeugfis zoude,
na Domi meining de Moden der Offlaven by* de ou.de Grieken onder-
fcheiden hebben. Verder (2) noemt hy een dienftige en nadenkelyke
aanmerking, dat de Grieken den grooten toon a-h als een Vacuum of
ledige ruimtehebben aangezien en in geen geflachten ingevuld, ende
daar tulTehen in leggende k3 zo veel men weet, ganfcb met hebben
gebruikt.
f. Hier nit Wykr onwederfprekelyk dat de Griekfche moden by
d'onze niet konnen werden vergeleken, ende dat zy die met per ter-
tiam Majoreu & Minor em
hebben onderfcheiden;, als 00k, dat die
by ben niet wierden geregdd naar een Scala^ maar dat hunne mo-
de plaatfelyk waren; en onvermydelyk van de tonen der Tetrachor-
den afhongenj wyders, dat onze Cadens door den halven toon by
hen niet is in gebruik geweek en dat onze mi fa C daar Matthefon
20 veel mee op heeft ) hen ganfch onhekend was : want in de tyddat
zy ban. moden hebben opgeregt lieten zy zig aan den halven toon
20
«i), Afctttefon fcwede druk § CLXIV.          (z) CLXV1I.
-ocr page 123-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             83
to weinig gelegen leggen als aan 't invullen van den openftand Dia-
zeugfis,
daar zy door't maken van een [/ mol, tuflfen a en h , de
valfche betrekking van f op h (20 als Guydo Aretinus te Romen ge-
daan heeft) mee hadden konnen wegnemen: 'c welk in later tyden b
gefchied, wanneer 00k Thimotbeus milefius tuflchen c-d en f-g de££
heefc ingeftelt, daar by hem eindelyk 00k nog nader indeilingen,
die men Enarmonye noemc, op gevolgd zyn. (*)
6. la dezeti ftaat waren de Klanken der Oude Grieken, daar zy't
beleid van him zang en fpel; en de ftelling hunner Speeltuigen C die
heel anders was al d'onze) naar hebben gefchikt; en daar hunne
Moden, \ zy faoog of laag of tuffen beide, van afbongen; waar van
de verkoze tonen op de navolgende wyze waren bepaeld, zo als
Matthefon zelir getuigt (t)
Dc MODEN der OUDEN GRIEKEN.
De lyft van hun verkoze tonen tot ieder fpel, nevens 't onder-
fcheid van Authenti of plagali modi , is als volgt. (\.)
a Authenti JEol'ms                  ahcdefga acea
modi.
a Plagali, Hypoacottus           efgahcde eace
modi.
C Auth.          Jonicus                  cdefgahc cegc
C Plagal.         Hypo jonicus           gahcdefg   gceg
d Auth.           Dorius                  defgahcd dfad
d Plag.            Hypodorius           ahcdefga   adfa
e Auth.           Phrygius               efgahcde ege
e Plagal.         Hypophrygius       (icdcfgah    liege
F Authen.       Lydius                  f. gahcdef F a c f
F Plag.            Hypolydius           c 5'-e fgahc   cfac
G Auth.           Mixolydius            g a !♦ c d e f g g d g
G Plag.            Hypomixolycius     dei^ahcd   dgd
(*} De Broflardpag. <;6. 155, l?7, i?9.                                                  '?' C *S
(t) Matthefon, Eerfte Orcheftre biz. 5$.
(i) Pnntz. Satyrifche Comprnift, eerfte deel biz. 3$, 3*
L 2
-ocr page 124-
84                      Inleiding tot ware Gronden
7.  't Is aanmerkingsweerdig dat zy met meer als 12 Moden op de
6 letteren C, </, e, F, G, a hebben ingeflelt, en dat de zevende
is misgedeeld. Zy hebben nogtans bezogt op de H 00k Moden te
maken: als
Jaftius -' - - H. c d e f g A h          H f c autli.
Hypojaftins - - f g a h c d e f - - f h f           plag. '
maar om de valfche tTzamenklank van li tegen f is by hen deze mode
onwettig verklaard. (*) Om deze fout weg te nemen hebben wy
geen griekfche leermeefter van nooden want wy zouden hem zeg»
gen j jzet een $%. by /of een b by H3 en de zwarigheid is wegge-
nomen.
8.  Van deze Moden ende dat die alleen door meerder of minder
hoogte op de Tetrachorden wierden onderfcheiden. brengt ons den
Auteur overvloedig bewys uit de getuigenilTen der ouden van over
2200 jaren: als (1) dat Euclides fchryft dat de Modens verfcheide
oclaven waren, die Lydifcb, Mixalydifcb en Phrygifcb genoemt en
door \ woord -r^W dat isfigura beduid wierden. (2) Dat Ariftides
zegt dat Dorius uit lage ■, Pbrygius nit middenmatige en Lydius uk
hoge ftemmen beftond : en (3) als men uit de Phrygifche in den
Lydifche , of uit de Lydifcbe in de Dorifcbe Mode wilde overgaaa
men wegens de hoogte , moll de fluiten verwilfeJen , en dat een
Modus niet andersis als de verhooging of verlaging aller Tetracbor-
denoiQiiarten.
(4-) Waar tegen, %eit Mattbejon, on'ze hedendaagfche
Somifaders en Sahbaderszvg wilfen verharden (in ftaande te houden)
tot een Modus eenerlei blyft zo lang den heerlyken ;zetel van bunnen
halven toon niet verandert word, men mag dan een gezang of lied
(hooger of lager; verzetten zo als men wil. ($) -Dat ieder Modus
heeft zyn eigen diepte en zyn eigen hoogte waar door zy onder-
fcheiden worden. (6) Wyders zegt den Auteur Dat de.twee byzon-
dere ba/<ve tonen onzer Solmifatores
niet het geringfte meer te zeggen
hebben als d'overige tonen. (7) Want Jrijloxenes geen woord van
den Haheti toon had gerept. En of fcboon Euclides van den halve
toon
heeft gefproken zo is zulks geen'rziris gefchiedln opzicht tot de
Modos. (8) Wyders dat hy lang gezocht heeft wie, van die balf-
tooni-
(*) Matth. I. Orcheft. bl. 59..
(1)  Zie Matthefon Generaalbas fchole biz. fl. §. CI.
(2)  CI1.                  (3) CVI1I.                     (4; Ibid.               (5) CXL
ifi), CVU. (7) CXX. W) CXXIII.
-ocr page 125-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             85-
toonige grill en d'oorzaak is geweeft. (9) . Boetius, die over Euclides
enandere Auteuren van die Modens zeer omflandig en uitvoerlyk
.heeft gefchreven , gedenkt geen een woord van den halven toon.
( 10) Men kan 00k uit de Oude Grieken niet toonen dat bet onder-
fcheid der zangwyzen uit den zetel des halven toons zyn oorfpronk
heeft om zig naar dat Vreeslyk Spookfel Mi Fa te richten; 't welk
ganfch gewis dernieweLatynen onnutteJioewel kunftige verwarde uit-
vinding isjwaar mede zy nog tot dezen dag toe leeren Dat de hoogte
en diepte der klanken geen Modus makcn
j maar dat, van hun ze/fsge-
ii-ajfe Moden en tonen elk
, zonder verandering van zyn eigenfchap en
iverking, zo diep en zo hoog kan verzet ivorden ah men veil.
9.   Op deze wyze befchryft den Auteur verfcheide bladen om
Zonneklaar te bewyzen dat den Halventoon of 00k mi fa by d1Ou-'&£/?i
geen'szins het kenteken van 't Modus zyn geweeft. Hy heeft gelyk ,
want die is een waarheid die niet alleen by de Grieken , maar oolc
by ons tot de huidigendag toe onwrikbaar vaft ftaat, welkeniemand
ontkent. Dus zo komt het oils vremd voor dat. den Auteur zig zo
kragtig wapent om dat vrecjlyk Spookjel met zo veelgeweld tebeftry-
den ; want daar is geen eer aan te behalen: want dat fpook is een
ens non ens, een veronderftelde blaauwe niet, die, op de minfte be-
ftryding zig aan alles onderwerpt.
10.  Die zulk een Oorlog begint is verzekerd van d'overwinnmg;
maar d'eer laat ik daar : want niemand heeft myns wetens ooit ge-
fchreven dat mi fa het kenteken van een Modus was, by gevolgdan
was't onhoodig zo een ongebore ftelling te weerleggen. 't Is de
TcrlsMajor of Minor alleen die'e ware kenteken van een Modus is:
En dat den Auteur by zig zelven van deze waarheid is overtuigdis
bovendp verfcheide plaatfen gebleken. Maar wat aangaat den Hal-
ventoon men moet onderfcheidmaken. 't Is den hooglten van de twee
halve toonen die ons in 'tOclaaf der verkoze tonen waarlyk en klaar-
lyk altyd den hoofdtoon aanwyft: maar dat die zoude't Modus bete-
kenen daar Zyn geen gedagten na.
11.  Wat nu den Auteur heeft bewogen om die onnoozele mi fa
(die zo weinig te zeggen heefc dat men veeltydsdaar maar over heen
fpeelt om tot andere klanken van meer belang te komen^ endaarbe-
nevens d'onfchuldige Solmifatores, die van 7c jaar 1024. af de namen
in vrede gebruikt hebben, met zo veel hevigheidaan te taften, dunkt
my
(9) CVI.
                      (io) CXX1IL
-ocr page 126-
86                    Inleiding tot ware Gronden
my dat men uit den haat die de Duitfchen tegen de namen hebfoen
opgevat, zeer wel kan afmeten. De zaak is, dat hier mi fa by hem
als pars pro totd word genomen , om , zoo 't mogelyk was , daar
mee de ganfche fchale zo leelyk uit te fchilderen, dat die daar door
geheel mogc worden veroordeeld.
12.   Deze overwinning kon hy wel behalen overaldeFranfchezelf-
ftrydigheden en Barbaarfche fouten waar mee zy de fchale hebben
bedorven , maar niet over de gezonde Reden die onwederfprekelyk
mee brengc dat de letteren als doode werktuigen vaft ftaan; en dat
men een lyfl of fchale van levendige ivoorden, tekenen of namen daar
nevens moet hebben om de klanken die men tot hetfpelverkieltdaar
mede te noemen en derzelver gebruik daar op aan te wyzen; waar
toe buiten alle tegenfpraak Gujdoos namen met de vervulling van
dey?, d^envoudiglle en de befte zyn; te meer als wy die, op zyn
Hoogduits, met een kleine verandering door een i of a tot het uit-
drukken van alle kruilfen en mollen bekwaam maken.
13.  Als men nu hier tegen zoude willen indringen om met Niewe
bewyzen uit Oude Grieken te beveftigen dat zy geen fchale hebben
gebruikt en by gevolg dat wyze dan 00k wel konnen ontberen, zo
zal ik antwoorden dat zy in die tyd 00k geen |/ ift haar malle vacuum
of Diazeugjis ('t welk is die armoedige openftand tuflchen de twee
bovenile en onderfte Tctrachorden) en nog veel min een $& tuf-
fchenf-g en r-</hebben gehad, zo als boven, door hun twee laatfte
en (om dit gebrck) afgefchafte twee moden Jajlius & Hypojajlius,
is bewezen: waar uit niet alleen blykt dat hunne modes zeer naaw
waren bepaa^d , maar 00k dat hunne klanken tot het vervoeren van
een geregelde fchale daar op t'eenemaal onbekwaam waren Daren-
boven waren zommige van hun moden met een halventoonbeginnen-
de, 't welk nu een verbode bnitenfporigheid is. Ook waren over
hunne Modens vierderlei gevoelens (*) verder waren die ook ten
d eele naar de Janden en de verkiezing der volkeren en ten deele
naar de maat of den trant der mutiec genaamd; die wat meer be-
duide als mi fa, zegc Matthefon, die al zyn bewyzen uitdeGriekea
haalt.
14,. Darenboven was by hen het gebruik der klanken heel anders
als by 011s, om dat zy by gebrek van tulfe tonen vele dingen hebben
moeten doen die in de hedendaagfche Muliec verboden zyn 't welk
voor-
(*) CXXXVIII. CXLIV. CXIV.
-ocr page 127-
Van dc Mufiec en de Bas-Continuo.              87
voornamentlyk blykt in de cadeirfTen waar in de ^ of den halven
toon als een aangenaam cieraad tot het niaken van een finaal by uit-
nementheid uitmunt. Maar dat Matthefon zo kragtig voor de Grie-
ken pleit dat heeft een heel ander oogmerk; want, dat hy by zig
zelven wel beter weet bewyft hy onwederfprekelyk met zyn uitmun-
tende compoiitie genaamd Der Vingeren Ipraak, waar in, naar den
ftyl der hedensdaagfche Muiiec , zyne vingeren van oogenblik tot
oogenblik een taal fpreken die de Grieken op hun foort van Toncn
enModen onmooglyk niet konden voortbrengen.
15;. Laat ons dan niet zeggen d'Ouden hebben over 2000 jaren
zo gedaan wy moeten 00k zo doen : want, zo wy met de weten-
fchappen en knnllen een paar duizend jaar te rug treden zo sullen
wy, gelyk d'Ouden, zonder compas langs de wal varen , en den
gefternden hemel zal een .platte zolder zyn, die dTOuden door den
Keus Atlas lieten onderfteunen, op dat hy door rt zwaar gewigt dec
fterren niet zoude nederzakken e» ons verfmoren.
16. Het Sterrendak, 7t Gewelf, den Hemel, 't Firmament*
't Uitipanfel en 't Verblyf der Goden, hoog verheven,
Had tot zyn Bodem d'aarde, een vlakte zonder end ,.
Zo als d'Aloudheloi docht. Daar na wierd ons gegeven
Een Rond; Dwaalftarren; en, den Omloop van de Zon
Te leeren, die, zo als de Maan om d'Aardkloot gaande,
Saizoenen; Dag en Nacbt; en invloed maken kon
Op dat vaft midden punt 't welk ftil en pal was ftaande.
Maar federt dat ons glas twee honderd voeten hoog ,.
De Dwaalflar dood ; en toom den omloop der Planeten
Met Sterren daar rond om; komt ons 00k zo voor 't oog
Den Aardkloot met de Maanr 00k had men nook geweten.
Hoe ieder lighaam Hep; veel minder hoe de Zon
(Tot wien, door wien 't Heelal heefe leven, kracht en kkarheidjfi
Niet ftrydrig met dit Aim d'omloop wezen kon.
Zyn kring is 't Midden ; en., V Eenvoudige is de waarbeidi
Simplicitas Veritatis Sigillitm; maar verwarring is
De Froef der onwetenheid.
17. De wysheid der Oude Grieken, zo verre als die inde Wiskunlt
beftond, irtoeten wy heel anders aanwerken als de wetenfchap der/
Specie
-ocr page 128-
8$                    Inleiding tot ware Gronden
Speellieden : Want cTeerfte, die wy in hoogachting liouden , hebben
ons verfchaft eewigdurende waarheden, d'andere daarentegen, niet
als hec wilFelvallig gebruik dat zy van de klanken by verandering van
tyden hebben gemaakc. En wyl de kunften en wetenfchappen door
de tyd aangroeijen en zig verbeteren , hoe is het mogelyk dat men
ons nu na twee en twintig verloopene eewen nog wil verpligten ons
daar aan te gedragen ? is'er ook wel iets zo buytenfporig als hun
124.0 raadlelen geftoffeerd met hanepooten (*) waar mede deMuiiec
der Grieken Ao. 591 tot de Romeinen is overgekomen ?
18. ls'er ook iets onredelyker als dat men nu nog rammelt van de
Meze en paramcze tot aan de Projlambanomenos en Hjpoprojlamba-
nomenos
toe ? 't welk Onnutte namen zyn die niets beduiden als de
beurten op dewelke die klanken zyn ingefteld ; daar niets aan ont-
breekt als dat men vergeten heeft dag en datum daar by te zetten:
zo veel gedrnis maken ze tot het noemen van een reeks van 16 klan-
ken die men met 16 letteren noemen kan : Moeten wy ons nu nogfchik-
ken naar hun vier Tetrachorden die elk met een halven toon begon-
nen, en in'c midden met zo een fchandvlek als de fehooiie Diazeugfis
van elkanderen, waren gefcheiden zonder de noodige [/ daar in te
vullen : zo mogen wy dan ook op de wyze der Grieken de £$ wel
ontberen die ons in zo vele voorvallen tot het maken van een aange-
narae Cade/is noodzakelyk is ? wy mogen den wyzen raad der Grie-
ken , die alleen in illo tempore naar den aart hunneT*gebrekkelyke
toonen goed was, geen gehoor geven, om dat zy, by foutevan de
voornoemde halve tonen, ieder Mode op zig zelve moeften behan-
delen , daar wy in den hedensdaagfchen overvloed van klanken een
ruim veld hebben om ons op allerhande wyzen daar in te verlufti-
gen ? Matthefon gaat te verre als hy op zyn goed Grieks praat van
Half toonigegrillen: wil hy zyn Schip, op zyn goed Grieks, zonder
compas of halve tonen in zee llieren, wy darentegen zullen, op zyn
goed Italiaans ons van dezelve bedienen, om op de Transpolitie en
't beleid der halve toonen regelen te bouwen.
(*) De Broffard, pai. 159-
.....
.........                    1
XXL
-ocr page 129-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             89
XXI. HOOFDSTUK.
Van den HALVENTOON.
EN Halventoon is het cieraad, de kracht de ziel, van
de Mufiec : zonder hem is alle Zang en Spel onver-
draaglyk.
2.  Hy is5 van den Heelen toon, deli el ft; ofte.wel zo veel mear
of min als de natuur ons door de Redenmaat heeft aangewezen.
3.  Hy beftaat uit twee ftrydige geluiden die de Latynen de naam
van duur en mol hebben gegeven : welke benamingen dan door 'c
gebruik van zo vele eewen aan die klanken eigen zyn.
4.  Door het dure verftaat men een hard of ftraf geluid *t welk men
in Engetend fcherp noemt: Het molle darentegen is van een zachten
en lieffelyken aart.
j. Deze twee geluiden hebben die eige.nfchap: Gelyk het zoet
3at na 't zuur komt de fmaak aangenaam is, zo is 00k het molle
dat na het dure of fcherpe volgt het oor zeer behaaglyk ; in tegen-
deelj gelyk het zuur op het zoet niet wel fmaakt , zo is 00k een
dure (*^r klank die na een molle volgt ganfch niet aanvallig, dus zo
worden wy door het fcherpe niet genoodigt om daar op te rulten •
maar op het molle willen de partyen of medeklanken geern in Har-
mcnie te zamen komen. Uit dit duur en mol beftaat de Cadens, die
van alle Muiiecftukken een lieffelyk aftcheid is.
6. Mattbefon brengt ukZar/iws by dat (f) den halve toon is het
zout , de faus en d'oorzaak van alle goede Harmonie in de Mufiec.
Wyders, in den grooten halven toon beftaat al het goede in de Mu-
fiec en zonder hern is alle modulatie zonder Harmonie en hard en
wreed en als kwalyk hudende. Daar d'Hr. Mattbefon byvoegt dat wel
den halven toon het zout is maar tot de Harmonie niet en doet.
7. Den
(*) II femitonio e il fale e il condimento e la cagione d'ogni buona Harmonia ndl*
Mufka, pag. 217, vol. 1. Nei femitonio maggiore confifte tutto iJ buono neJJa Mufica
c fenza lui ogni modulauone e ogni Harmonia c dura, afpra, c qua/I inconfonantc *
(t) Matthefon, eerfte druk van d'Organiften proef, in dc Theoretifche Vooifcereidine
tl- 101. $ CXIVII.
                                                                                               
M
-ocr page 130-
po                   Inleiding tot ware Gronden.
7.  Den halven toon, die tot de Cadens dient is de hoogfte van de
twee die in 't octaaf zyn : Die wy in \ eerfle Spel Si tit en in \
cweede it re noeraen. Men maakc nooit geen floe of cadens als door
den voornoemden halven toon; die men onmogelyk niet kan mitten
zonder de heele muiiec te bederven. Zyn ondernoot is een dure of
fcherpe, die, zyn plaats hebbende naaft, den hoofdtoon, den zelven
altyd aanwylt, en daar op voor afgaat : wesbalven hy by ons de
voorlooper of ItitreduHeur en by de Franfche le ton Stnfibh word
ffenoemt. Hy is een Tiran , die meer kracht heefc als al de rege-
Te/i t'zamem Hy heerll over al de tonen van zyn periode. Daar hy
komc moeten al d'andere zwigten of gehoorzamen, zonder hem is
de muiiec zonder flot, want men kan niet als door hem tot den
Hoofdtoon ingaam Ziet zo zyn onze halve tonige grillen'-, daar wy
in onze regelen van zullen rekening doen.
8.  Wat aangaat nu den benedenften Halve toon , die door Matthe-
jbu
word dat vreejlyk fpookfel Mi Fa genoemt die verklaren wy te
wezen zo mak als een Lam, want hy fchikt zig naar allerlei omftan-
hedeiv : zo als wy in de plaat daar de Trompet Maryn op ftaat vol-
komentlyk bewyzen: waar op dit versje paft:
Mi FA, die zachte toon, is aller klanken vrind;
Maary?, dien dwingeland, is die hen ftiert en bind.
9.  "'t Is tegen den zachten halven toon dat Matthefon den Oorlog
•voert, naar alien fchyn om zig van d'overwinnig te verzekeren: en
zo moet hier den onnoozelen 't gelag betalen ; want zo hy den ///-
irodullmr had aangetaft, die zou tegen zyn befchuldiger hebbenop-
geilaan , om zig te verdedigen door een wet zonder uitzondering,
waar mede hem in de hedensdaagfche mufiec het regt van voorlooper
en aanleider tot de Uniting op den hoofdtoon is gegeven. Dien re-
gel word niet alleen door alle volkeren van Europa maar 00k door
Matthefon zelfin zyn loflyke Compolitie beveftigt: waar om dan den
ftyl der Grieken die van dien halven toon zwygen voorgedragen ?
10.   Maar nog buitenfporiger is het befpotten van die heeren SoJ-
mifatores.j
Dat zy hunne Modos per Locationem Hemitonii otidtr-
icheiden willen (*):want behalven dat het een eewige waarheid is dat
den bovenften halventoon, door den Introducteur ons den hoofdtoon
c                                                                                                     aau«
(,*),Matth. Org. pr. biz. 100. J, CXLVI:
-ocr page 131-
JPl&a&U TTLocIl*
*_y/CulAe?ttiy ITLodi.
~o—
~f
4* ' * *
tG
/> T 1
J
q
m
• "
q
fsAvJt
d
w
r
vk) c:
1
i
©
az
IS
:a
a
•-g
JMl jF^AUAmi de faiM lessens.
6~S J°
          ^(T 7&<y llLf X(T X76~874k7fr
Z3T
^
s:
3
■e4-
ffces
&
^e-
-e-
e
-e-
^C
-*»
g
£
'7idica. (<j ^d
d 7d
e
^m
f*
r
a3
c3X
—■■£*[ —
&m J-j-j-^p
-e-
H
©^
e-
-0-
u
<7£- &z '<Jro?nve£fe *f^
^ /2*f &£•"
IX
f-tk&p^xti'
2*. Sunertttcuzj^—©■
( ^_. Oc/-aaf ——
8. .7-V■ As fan t-ZQ.
-ocr page 132-
Van de Mufiec en de Bas-Cominuo.           $i
.aanwyft: En dat de ftandplaats van den onderften, ons in 'tfpelvan
dekleine ters hec Modus openbaar maakt (zo als zulks te zien isuid
de voorftellingen van Matthefon zelfs, waar in hybekent dat de twee
hedensdaagfche modi door ut re mi en re mi fa worden onderfchei-
den) wyl mi fa in 't eerile Modus ftaat op de derde, en in 'ttweede
Modus op de tweede plaats: zo is hier aan te merken dat hy teg-en
de waarheid de SoJmijatores befchuldigt dat zy per locationem hemi-
tonii
dat is, uit de plaatiinge des halventoons, hunne moden onder-
feheiden , wyl hec wereldkundig is dat geen menfeh dezelve tegea-
woordig anders , als door de groote oikleim ters die op denhoofd-
toon ftaat (en van 'c Modus net eenigfte kenteken is ; daar ook \
zelve Major of Minor naar genoemt word) zal onderfcheiden.
11.  De gebreken der ouden moeten ons al zo weinigals^misbruik
der hedensdaagfche onkundige tot Voorbeelden dienen, 't en isganfck
geen regel 't geen Matthefon op net Tytelblad zegt (*) de weg is
lang door geregeld1 Onderwyzingen; kort en kragtig door voorbeel-
den : hier tegen zeg ik Voorbeelden verlichten maar bewyzen niet.
12.  My is verhaalt dat op Batavia in Ooftindien een Orgel is met
vier Clavieren , waar in twee Ryen pypen van 16 voet hoog boven
elkander in 't gezicht flaan, ik denk niet dat men hier dat voorbeeld
zal volgen. De Chinezen hebben op hun feefldagen ter eeren van
Joosje (hunnen afgocl) een muliec die (zo als men my heeft willen
verzekeren) beftaat uit gezang zonder halve tonen, waar van de val-
fche relatien by hen , als een fmakelyke Saus by de fpyze worden
geprezen: waar van wy een voorbeeld op de plaat boven de Trom-
pet maryn hebben aangetekend.
Hier by gebruikenze geen Batten maar zingen t'zamen dezelfdc
klanken, fpelende daar onder met dwars fluiten van riet, welkerga-
ten tot die tonen gemaakt zyn. Hier by voegenze ook een fpel van
klapperdoppen (zo als men die daar noemt) dat zyn Cocos noten
die overdwars doorgezaagd, verdund, en met een hals en eenlange
fnaar verzien zyn die met een ftrykftok befpeelt worden ; voorts
kleine klokjes alsporceleinekommen, enlangeregtebazuinen; waar
onder zy danOen met holle handbekkens in ieder hand, die zy op de
maat op elkander flaan. Zy vinden den halven toon te laf om haar
te behagen, 't moet alles fchreewen en razen.
13. Dit
(*) Longumiterefr per pracepta; breve & efficax per exempla.
(f) Exempla illuftrant zed non probant.
M 2
-ocr page 133-
^1                     Inleiding tot ware Gronden
13. Dit Zyn wel Voorbeelden: Maar, hoe zeer dat Mattbefmt te-
gen dat vreejlyk fpookzel Mi Fa, en die halftonige grillen is ingeno-
men, zo gelooven wy egter niet dat hem die Indiaanfche heeltonige
grillen
zouden bebagen ; immers de Moren op Batavia hebbend'er
geen zin in , want , na datze de muiiec der Europeanen gefmaakt
hebben houden zy geen andre muiicanten als die op onze wyze fpe-
len en zingen.
14.. Het Gregoriaanfche mufiec is 00k een Voorbeeld , en daarom.
nog te meer ora dat het na 4.00. jaren zonder $& of It te hebbenge-
dient, nog tot heden toe met een kleine verbeteringblyft Hand hou-
den; Nogtans zal nook geen Auteur in'tmaken van muiiec die armoe-
dige ftyl , die op ontelbare plaatfen zonder floe of cadens tegen de
hedensdaagfche kunft zo ftrydig is dat een goed meefter zo veel te
doen heeft als hy kan om die door baflen en partyen te verbeteren,
tot een Voorbeeld nemen: al zo weinig als de Moden derOude Grie-
ken, daar Matthefon zo veel kragtige, 'kwil zeggen kragtelooze ar-
gumenten uic maakt.
ij. En wat aangaat zyne 4.8 Proefftukken \ welk de Foorbeelden>
zyn waarvan hy op 't Tytelblad zegt datdiedezelvereinen wel kan
fpelen een meefter is dat kan waaren nietwaar zyn: Waar, zo den
fpeelder de ftof in zyn binnenfte met verftand en reden doorgrond;
maar in tegendeel, niet waar zo hy de ftof niet verflaat maaralleen
door geweld van oeffeninge d\ikvoering daar van is magtig gewor-
den, want hy fpeek dit Machinalement, en hy is geen Meefter, om
dat hy dat een ander niet kan leeren als wederomStt^r/fcw/ofuker-
lyk, als by fimpele LeElure of lezinge. (*)
16. het voorbeeld 't geen den Auteur, by brengt van eenzesjarig
dochtertje (f) dat uit ^^handftukken zo licht fpeelde als men nit C
zoude doen wil ik gelooven , mids dat men my toefta dat een kind,
^t geen men op klompen of holblokken heeft leeren danflen zulks za
wel zal doen als een ander met fchoenen.
(*) Zie den Auteurs eerfte druk 1719 bl. 48.
(T) Matthefon, 1 dcelvan 't Orcheft. biz. 7%
XXII.
-ocr page 134-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.            93
XXII. HOOFDSTUK.
TRANSPORTEUR
op 5t CLAVIER.
A dat wy de verzetting van de Seal a hier boven op den
Nacuurlyken Cirkel aller klanken (*) hebben vertoorit,
Zo is hier nog overig des zelfs toepaffing op 't gemeen
Clavier aan den leerling voor te dragen. Hier toe dient dezen cweeS-e^
Tranfporteur men een verfchuivende fchale over \ Clavier , welkers
tulfetoetfen elk twee letteren hebben, om dat zy tot tweederlei klan-
ken moeten dienen , die elk een vyfde part toons van elkander ver-
fchillen, zo als in den voorgaanden cirkel bl. 68 klaar te zien is.
2. Walks gemeen gevoelen is dat de tuiletoonen enkeld, en dat
alle halve tonen even groot zyn , waar door dan ""t ganfche Clavier
zou beflaaii in een Ry van 12 gelyke halve tonen. Laatons, totge-
mak van den leerling, onderftellen dat dit waar is, zo zalhy, omde
fchale te verplaatfen, niet anders hoeven tedoenals, voor ieder toon
twee deelen, en voor elken halven toon een deel tenemen; latende
de verheve toetfen als of zy enkeld waren maar deurloopen ; Maar
men zal egter niet verzuimen hen te doen aanmerken dat zy dubbeld
en van tweederlei natuur zyn, (te weten de % van d'eeneende \;
van d'ander zy) waar op ftaat te letten dat men in 't noemen of in'c
op fchryven der klanken zig niet moet vergiffen met aan een molle
klank de naam van een ^ of aan een fcherpe die van en mol off/
te geven : Dit zal ons de Naamfchale, die binnen in den hier boven
gemelden Cirkel rond gaat, terftond aanwyzen, want behalven dat
zy ons doet zien in wat ordre de heelc en halve tonen tot zang en
fpel moeten wordengefchikt, zo toont zy ons 00k door de namen
van watNjftuur de 7 tonen zyn, om die, volgens haren aart, opde
menigte van 19 of 20 klanken in een O&aaf zonder millen wel te
plaat-
(*) Zie 't IX. en XVIII. Hoofdfluk.
M 1
-ocr page 135-
94                    Inleiding tot ware Gronden
plaaifen. Hier toe zal men gcdachtig zyn Cc geen boven reedsge-
leerd is) dat ut en fa zyn molle of zoete, en mi en ft //ar^offcherpe
tonen: Als men dan, by voorbeeld, zee de ut van het veffchuivend
papier op de vlakke B ( die de Duitfche H en de Franfche Becarre
noemen) zo vale de mi zoo \ fchynt op Jj e : nogtans zal men hem
$£ d of dis maar geen'szins es of e mol noemen, want mi is niet/wo/
maar duur. Wederom, zet, ut op degemeldel; e, zo zal de fa op
2fcg vallen : maar , 1t is niet geoorlofd hem gis of $£g te noemen,
want het woord fa is mol, en zo zal dien toon vand'ander'zydezyn
naam ontfangen en ^a of#mol hieten enzovoorts. (*) Wyveroor-
deelen dan de gene die, in de plaats van een Naamfchale , getallen
of bloote letteren gebruiken : want daar door word ons d'eigenfehap
der klanken niet aangewezen.
3. De reden warom op 'c Clavier den eenen tulfentoon tot een $g
en den anderen toe een |> is gefteld , is , dat men derzelver fnaren
fchikt , tot het geliud daar zy aller meefl toe moeten dienen. By
voorbeeld , \> a komt zelden en §£g heel dikwyls te pas ; als men
dan wezentlyk een a mol van noden heeft zo gebruikt men de kruis
g daar toe ; die dan , alhoewel vals , door nood geleden word.
Deze valsheid word quid pro quo, of anders 't oneigentlyk gebruik
genoemt; waar van wy de letteren hebben boven, maar di'eigentljke
die goed zyn onder aangeftelt.
4,. Die valsheid is dan 't geen men een wolf noemt: dezen te wil-
len overwinnenis hooy gedorfcht: de^ekerde hebben eewen langhier
op te vergeefs gearbeid en niet anders als wanlchepfels konnen voort-
brengen, Reden , dat zy hebben willen vinden \ geen in de natuur
niet en is. Eindelyk heeft een Theologant , genaamd Neidhardt,
in 'c begin dezer eeuw , door een niew Temperament, elke wolf of
valfche toon in drien gedeele, en elke reine grootecers een derde part
daar van doen dragen. Naar deze inftelling zyn al die znivere ters-
fen een vyftiende deel van een toon te groot, zo dat daar uit dan een
heel leger van jonge wolven is gelproten; goed voor degenediehun
ooren wel aan een altyd durende valsheid , zonder ooit iet te hoo-
ren dat zuiver is, willen gewennen. Hier door dan zyn al de halve
tonen even groot en by gevolg de tranpolitie 00k gemakkelyk, een-
parig en onverfchillig : waar van wy elders gezegt hebben dat het
fpel
(*; Zie 't XIV Hoofdftuk §. 12, 13, 14, 15, i<5, 17,, 18, 19.
-ocr page 136-
"..... ■■■" """ " ""'
■£7ra njporteur.
I InP'
- ;i_____
1
*Parfiia\ kc\ \\?e\ I fc/1 huj jl^I I ird ftej i |*/i na\
X^ Musi^ a e pa rja its
On, imvcirfaite pcvr Icj difftr&ntc.
SProd/UsCkioriJ d& La> Srtanifpozfi,tio7V.
4 -*- & 7
s *i% *&fc *p *2> m, ne %jc
if % \£ \>$
if ^ bjaJrc
O J. 2 3
'& <fC & % JL
*0  k h£
90   ba W
or       utr ut
re       re ^a
%   ** %
*y
y w & %
wt tnC mi
ma md ₯&__.
141 la
«: , i
£*S
*£ *£ *&i
₯ W *M
fSi si
%oiMt
OU
oquivoquej.
2) u< 77lade> JfCaJ&ivr.
_ _ r\ A.
i
-ocr page 137-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              95
fpet, by gebrek van eenige verandering , in die onophondentlyke
zwarm van onreine t'zamenklanken laf en fmakeloos is. Maar dc
liefhebbers van overdadige tranfpotitien roemen dit , om datze die
in dit temperament ten wederzyden, tot aan de uiteinden der kruif-
fen en mollen , )a zelfs tot in de verdubbelinge der zelve , onver-
fchillig konnen uitbreiden. Waar op wy dan dit hebbenaan te mer-
ken: Zo deze gelyk zwevende temperatuur Czo als men die noemt.)
over al eenparig is, wat ho eft men dan een fpel op de kleine verhe-
vene toetfen met d'uiterfle moeyelykheid te fpelen daar men 'tzelfde
met gelyke verdeeling van klanken , op gemakkelyke toetfen beter
verrichten kan?
5.  Maar wat is eigentlyk bet oogmerk van de Tranjpofitie ? is 't
miifchien de eer van zulke heldendaden op.die moeyelyke en tegen
de hand aanloopende toetien uit te voeren? Hier van konnen zygeen
voldoende reden geven : wat dat men wilde zeggen dat dit is oin
zig naar eenig blaastuig, dat een halve toon van't clavier verfchilt,
te konnen fchikken, zo zullen wy antwoorden , dat men de Trom-
petten en Fluiten door ftukken-en de Hobois en Ballon door veran-
dering van rietjes kan verhoogen en verlagen en dat verfchil wegne-
men; 't welk nogtans zelden van nooden is: want daar is een alge-
meene regel op de hoogte der klanken , waar naar die fpeeltuigen
gemaakt worden.
6.  Maar daar is een andrereden waromhethoog noodig isder-rans-
poiitie grif en grondig te verftaan namentlyk , dat'er in de hedens-
daagfche mufiec geen een Sonant, Motett, Cantaat ofregelmztig lied
is dat niet beftaat uit zekere perioden die elk hare byzondere verko-
ze klanken hebben die uit de verzetting van den Hoofdtoon voortko-
men: Deze klanken moet men we ten en door de fchalen altyd in
gereede geheugenis hebben, en op alle gebruikelyke verzettingen zo
afgeregt zyn , dat men zonder zig te bedenken , terltond zig daar
van kan bedienen: of, by foute van dien , zal men nooit compone-
ren of eenige Oof uit eigen gedagten fpelen.
7.  Hoe verre nu men zig met deze ftof in de kruiflen of mollen*
mag laten vervoeren zullen wy niet bepalen ; hier in zal een ieder
zyn fmaak volgen, Maar, op dat een leerling hier van mag zelver
oordeelen , hebben wy hier dezen Transporteur met een verfchui--
vende fchaie over 't clavier voorgeftelt en daar nevens al d'uitkom-
ften. van deTranspolitie aangetekend, om zigtbaar te vertoonen hoe
• de
-ocr page 138-
96                   Inleiding tot ware Gronden
deToonea van Nature hareCkuTen of graden hebben, die elk in den
vyfden toon van de anderen zyn afgelegen; wyders hoe de zangna-
men die op de tuflfetoetfen vallen elk twee letteren ontmoeten zynde
met een kruis van d'eene en een mol van d'andere zy getekend, wel-
ke een vyfdepart toons van elkander verfchillen, zo als men op den
draaijenden cirkel zien kan: En, wyl de gemelde kleine toetfen daar
toe geen twee fnaren hebben, zo zyn zy, in 't gebruik, aan d'een
zy goed en aan d'ander zy vals: deze laatfte zyn 't die men wolven
noemt. Wy hebben de Claffen of Graden van de Transpofitien der
fchale, volgens 't hedendaags gebruikelyk temperament in haar na-
tuurlyke ordre gefteld. Daar zyn 6 Toonen, of ftandplaatfen, waar
van de klanken der fchale zuiver en goed zyn : deze hebben wy in 't
midden gezet en onder de mam van goede vertoont die, fchoon zy
niet zo volmaakt zyn dat zy den hoogf\Qti trap daar in konnen be-
reiken , nogtans zo na daar by komen dat zy zeer aangenaam en
Harmonieus en de befte zyn die ons de natureopleveren kan. 'tZyn
de navolgende
1>B F C G D A
Na deze volgenten wederzyden de gene waar in men dewolf ont-
moet die, hoe verder men ter regter of linker zyde van de Harmo-
nieufe klanken afwykt hoe men meer wolven vind , niet alleen
tot in de buitenfporigheid maar zelfs tot in het onhandelbare en dub-
belzinnige toe; onbetamelyk om iemand voor te leggen.
8. Laat het onsgeoorlofd zyn, volgens deze fchikkingder nature,
't gebruik der in 't midden ftaande goede klanken te mogen verge-
lyken by 't genot van 't Paradys^ waar in alles goed was. Hier in
kan men zig met aangename geluiden veriuftigen : En zo men luft
heeft daar buiten te gaan om zig ook met de wolven te vermaken zo
moet men gedagtig zyn dat in alle dmgen een middenmaat is en dat
zulks niet anders mag als met verfland gefchieden; want alle over-
daad is kwaad. Maar zo men door ongebaande wegen zig wil te
verre in het buitenfporige begeven , zo zal men ten laatften onder
de Beeren vervallen , in onhandelbare tonen, waar van wy't gebruik
by dat van de Noord- en Zuidpool zullen vergelyken: daar moeten
wy van daan blyven. (*)
p. Als wy nu verder van de Transpofitie van Matthefon zullen
fpre-
(*) Zie biz. 28. §■ 6.
-ocr page 139-
Van de Muflec en de Bas-Continuo.              97
fpreken zo vinden wy daar in weer een ander foort van diflelen en
doornen. Hy zegt, dat ieder verzetting van de Scala een ander Mo-
dus m^kt:
nu, dewyl men niec kan ontkennen dat ieder Modus hedt
zyn eige regelen, zo dient men dan wel van letter tot letter, tocel-
ke verzetting byzondere voorfchriften van 't gebruik der tonen te
hebben. 5t Is op dezen grond dat hy de heeren So/mifatores als een
befpotcelyke zaak aanvryft dat zy de Scala Sonorum, op hoger of la-
ger tonen verzet zynde, meinen de zelfde te zyn. Hy heeft groot
ongelyk: want, ftelt een Scala waar gy wilt; zo gy die in dezelfde
redentuaat op grooter of kleinder maren overbrengt zo blyft zy de
zelfde , volgens 't Axloma of de grondfpreuk uk de beginlelen van
Euclides (*) dat, gelyke dingen, aangelyke dingen bygedaan zynde,
gelyk blyven. Zo nu de vergrooting of verkleining hier tegen in
aanmerking komt , zo blyven de deelen egter fimilcs al zyn ze niet
Mauahs: Daar dan uitvolgt, dat dezelfde verdeelingen in 't grooc
en in 't klein zyn waargenomen.
10.  Maar zo men uit de Ouden de hairkloveryen waar in zy door
't zoeken naar temperamenten gevallen zyn , wil op krabbelen om
de hedensdaagfche Tranfpofitie daar aan te willen toetfen dat is zo
veel als den leerling zand in d'oogen ftrooyen , om hem , door die
verblinding, van de gezonde Reden af te wenden. Hier toe werpt hy
den leerling in een Wildernis van zwarigheden zeggende (t) dat'er
in de Scala Diatonlcochromatica , zyn 38 Intervalla. En , gelyk'er
2  derlei hemitonia en 2 derlei limmata (of liever vederlei hemitonia
naarde hedensdaagfcheftemming) inde wereldzyn, dat'er 00k alzo
3 derlei tonimajores, 4. derlei tertiae minores, 2 derlei tertkemajores,
5 derlei quarten , ? derlei qui men , 4. derlei Sext£e*majores , 2 derlei
Sextimae minores, 4. derlei Septimae minores , en eindelyk^ derley
Septimae majores zyn.
11.  Hier op verhaalt hy verder dat hem een fchriftelyke vraag is
gedaan , of een Cantata uit C, ut re mi &c. ten verzoeke van een
zinger een toon hooger uit D, ut re mi ( waar van hy't voorftel, op
noten vertoont zo als wy 't op de plaae met een groote N. B. heb-
ben
(*) Si jfcqualibus ^Equalia aeljeda fint, tota funt i£qualia ride C. Melc'eri Elem. Eu-
clidis: pag. 20. § 2. Lugd. Batav. 1674.
(t) Matthefon Generaalbas. bl. 55. 6. CVII.
(*; biz. 55- 5. CVII. $. CXI1I.
N
-ocr page 140-
p8                        Inleiding tot ware Gronden
ben getekent) dus getranfponeerd zynde daar door een nieuw Modus
word? Waar op hy zegt, ik heantwoord die in alle refpedt met een
duidlyk en klaerlyk J A,- en meine het zo tronwherdg als ofik't voor
den Traufchemel zeide, en bekragtige zulks met een allerfterk(te.<//-
ler dings. Want (zegt hy) IIet Modus C» als ik het blootelyk op
het Genus Diatonum bezie, Jieeft den Tonum majorem in den eerften,
vierden en zesden graad, minorem in den tweeden en vyfden. Hier
tegen heeft D den Tonum majorem in den tweeden en vyfden , maar mi-
norem in den i, 4., en 6den graad, 't welk juft omgekeerdis. Ver-
der heeft C 2 hemitonia ??wjoi~a in den 3 en 7den graad } maar D heefc
maar een diergelyke in den. derden graat , en een Limma majus in
den zevenden, 't geen in \ Modus C ganfeh onbekend is. Wyders
heeft Calle zyne interval/a regtmatig, D daarentegen 2 zogenaam-
de onregtmatige: gelyk wy alles (zegt hy) met de boveaftaande
Scalen en cakulatien biz. 5:7. Duidelyk voor oogen ftellen. Daar-
om is (zegt hy (*) naar myn gering gevoelen een zodanige tranj-
fofitU'ganfeh en gaar niet te hill)ken
, maar is, zo zy met door de
Hoog/le nood gefchied, een teken van groote onwetendheid
en onerva-
renheid in de regte harmonifche grondregelen, dat is te zeggen als
men tranfponcert en men meent h-et btyft het zelfde Modus,
zo als (f)
lit re en remi by alle Solmifatores, leider! eenertei zyn, zonder op
't onderfcheid van Tonus major of tonus minor te denken.
Deze heerlyke uitfpraak, daar hy met zo veel geleerdheid de he-
dendaagfche fchikking van klanken mee onder de voet treed en , ten
teken van zegepraal de vlag over laat waayen, doet ons omzienhoe
wy hem be(r voor zo een groot licht als hy heeft aangefteken om de
Solmifatores, die^o hy zegt, leider op den doolweg zyn , te regt
te brengen, zulJen dankbaar zyn. Zo eenheldendaad verdient waar-
lyk datmen hem Admiraal make om alle dwaalgeeflen die in zyn ge-
ring, gevoelen
niet willen overkomen tot Jiun plicht te brengen. Dan
zouden wy hem 00k kunnen verzoeken alle fpeeltuigen metbanden,
alsdeLuit, Archiluth, Theorbe, Angelique, Apollon, Guitarre,
Cyther, Viola di Gamba, &c. te willen verbieden, often minften
een algemeene verbetering daar in te maken, om alle valsheid voor
tee komen.
hz. Maar zacht! Niet al te voorbarig; hier verfchynt een Print%
te
(•;$. CX.VI. (t)cxx.
-ocr page 141-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             pp
te veld, die, vers uit Italian komende, hem metzynSatyrtfchecom-
poniiten op 't lyfvalt. Hy befchryft in zyn derde boek op de67ite
en volgende bladzyden verfchejde Temperamenten en verklaart dat
het belie is het hedensdaagfche ('t geen w' in 't volgende hoofdtuk
zullen befchryven) van 't welke hy , met duitfche woorden klaar
zegt da/s darinnen eln tonus fi grofs ift als der andere. De Broilard,
fprekende van de Tetrachorden der Grieken zegt het zelve. Maar,
gelyk men geeiten vind die. alles tegenfpreken zo hebben wy, om
ons van de waarheid te ovemiigen, Het Orakel der Nature raadge-
vraagt 't ^cen ons matbemaiice van deze waarheid door een Cirkel
waar in alle de klanken haarzelven verdeelen (zoals wy in'tXXIVTte
hoofdfluk konnen zien) heeft verzekert. Waar op ik dan /"// recon-
ventie
ook in alle refped wederom met een duidelyk en klaar f A.
durf verzekeren dat beide heele tonen ut-re en re-mi in 't tranfpoiie--
reirvan \ modus tertia.majoris van C op D evengroot zyn, 'tgeen
ik ook van ganfcher herten op myn Trouw en waarheid met het
allerfterkfte Allerdings bekragtige.
13. Edoch, Gelyk 'er vele dingen onder een zekere voorwaarde
kunnen waar zyn, .die men andsrs als onwaar zoude verwerpen, zo
willen wy ons hier, in dezezake, gerekkelyk dragen en onderilel-
\zxi dat den auteureen Archicymbalum heeft waar in zig de Tonus ma-
jor
en Tonus minor onder zyne hier boven aangehaalde 38 interval-
len bevinden. Zy hy op deze verdeelmg al de tranfpolitien dec fo/-
mifatores
wil veroordeelen zo moet hy eerft privilegie verzoekenom
alle clavicymbelen op deze wyze te doen ftelien. En fchcon geno-
men hy had nu die verdeelmg al naar zyn zin, zo zoude hy nog
evenwel moeten hooren, Tropus is gcen Modus.
14,. De bovengemelde Vrager ftrykt met den voornoemden Frintz
het zelfde vonnis. Hy zegt (*•) Dat een zodanige tranfpofitie even
zo weinig een niew modus maakt, als een glas dat hy van 't een end
van de tafel wegneemt en op 't ander end zet, een ander glas word.
Hier heeft denAuteur wederom zyne redenen tegen; en zo zou men
wel eewig de lana caprina konnen redentwiften en de waarheid met
iikvlugtert ter zydert ftelien, om rtiet gehouden te zyn goede reden
van wecenfchap te geven.
15V OndertuiTen blyftdk een eewige waarheid dat de 6 bovenge-
mel-
(*; $. cxxn.
N 2.
-ocr page 142-
ioo                       Inlciding tot ware Gronden
melde Standplaatfen BFCGD A, waar op de Seal a. volkome
goed, of, om naar de konft ce fpreken, na genoeg aan de volmaakt-
heid is, wyl men niet nader komen kan, alle 6 een zelve modus y en
in alle deelen elkander gelyk (te weten Similes) van gedaante zyn,
zonder dat hun verhooging of verlaging op grooter of- kleinder fna-
ren daar ices toe doet: want gelyk een fchilder iemands aanzicht kan
grooc of klein afmalen en de voile gelykenis behouden , zo zal ook
een Scala, lied of muiiecftuk op hooger of lager tohen overgebragt
zynde een zelfde Scala en modus zyn.
' 16. Maar de Schalen die ter regcer en linker zyde daar van afwy-
ken zyn de wolven onderworpen die, als men verdergaat, van crap toe
trap aangroeijen, tot in de verwarringe toe; nqgtans blyven zy het
zelfde modus : want, wyl alle Auteuren ons verzekeren dat'er maar
twee in de wereld zyn, te weten 'c eene van-de groote en 't andere
van de kleine ters zo is't ganfeh tegen reden- ons te willen vertellen
dac de verplaatfing van een Scala op een andre letter een mew modus
maakt; want dan moelten d'er eens zo veel moden als Letteren zyn.
De tutlenkomft van de wolf baart wel een groote verandering onder
de geluiden, maar wyl die in minder als een heele of halve toon be-
ftaac zo kan een meer of minder volmaaktheid in \ een of 't ander
gedeelte het heele geflacht niet veranderen. Een aanzicht, 't zy dat
het meer of minder fchoon is, blyfc evenwel een aanzicht; en dat
van een man kan nooit in dat van een vrouw, nog de groote ters in
een kleine veranderen.
17. Al deze Hiftorien van't glas , van Tonus major en Tonus minor
van't verwerpenderZangwoorden ; Het nietachten des halven toons;
Het hoog achten der Griekfche moden; en het opdiffen van twee
verwarde fehalen, en zyn al t'zamen de befte middelen om iemand
van de ware weg der leeringe af te keeren, op dat men zig aan zy-
ne exempelen, (waar van hy zegt dat, dieze fpelen kan zig mag roe-
men een meefter te zyn ) zoude overgeven.
Hy noemtze Proefftukken , en dat zyn z' ook , zo wel ten op-
zigte van de verbazende moeijelykheid die hy in 't laatftvan zyneer-
fte en tweede deel door d'alterkwaadaartigfte getranfponeerde tonen;
voorftelt, alsdoorallerlei veranderingen van fleutels, die wy meinen
alleen een oeftening te zyn, daar geen verfland in fteekt. Ziet bier
van 9 behalven vele andere voorbeelden in deze plaat een volkomen
verruilling van wit tegen zwart (*).
                                         Waar
4*) la't twede deel, 't 24fte proefftuk: biz. 230, 234.
-ocr page 143-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              ior
Waar in men te gelyk ziec hoe zig de .mollen , op de zelfde toet-
fen in kruiilen veranderen.
iS. De toetfen van 't "Clavier zyn tot d'oorfprongkelyke letteren,
naar 't gemak van de hand gemaakc, zo als zuJks tot welwezen van
'c fpel ende harmonie en tot een vryinoedige en cierlyke uitvoering
behoort. Van den heelen toon d-e en den halven e-f is de wydte der
toetfen even grooc; in tegendeel heefc den halven toon van ^.f tot
g
naawlyks een halve breedte: maar den heelen toon van e tot ^/is
ruim de helft breeder als van d tot e; zo is 'c ook van d'ander1 zyde
met den heele toon \/b-c , en den halven toon a-\,< b. Laac mi een
ervare hand het gebruik der gewoonlyke toetfen met vermenging van
kruiffen en mollen op de verhevene, in zyn mage hebben, wat on-
gewoonte zal hem overkomen als hy dit alles moeten anders om kee-
ren en de verheve toetfen voor oorfprongkelyke en de platte voor
kruiiTen en mollen gebrniken r Ik vergelyk dit fpel by dat van de
floute kinderendit nit dartelheid over de paaltjes en balyen loopen
in de plaats van over de gebaande weg te gaan: en by de gene die
eenviool in de nek of onder de knie befpelen ; of zo als een zeker
duitfeher eens by my met de rug naar \ clavier ging ftaan en metde
kneukels fpeelde : ik zei hem, fta regt en dan zal 'c beter gaan.
19 Laac ons hooren wat Printz Satyric (*) uic Bigelius , ten lafte
van d'Auteuren, die hedensdaags uic buitenfporige tonen componeren
bybrengt. Men weec, zegc hy, als men op 'c clavier in plaacs van
grooce halve conen, kleine gebruikt wat gehuil dac ztilksgeeft, daar
den toehoorder d'oorzaak van onbekend is. Hy geefc 4. kragcige re-
dens daar van; en daar na vaart hy voorc mec te zeggen zo beder-
ven dikwyls d'Auceuren , door overmatige tranfpoikien haar.eigene
compotitien en Melodyen, die, zo zy uic hun regce tonen gemuli-
ceert wierden goed en aangenaam zouden zyn.
• 20. Maar ten lafte der gene die hum roem ftellen in 'c overdadig
tranlponeren ftrykt hy een veel erger vonnis, ik heb (zeic Printz)
menigmaal overdochc warom doch zommmige componiiten zo won-
derlyk cranfponeren maar geenandre oorzaak daar van konnendoor-
gronden als, dac zy niec anders konnen vinden waar mee zy iecs
nieuws of ongewoons mogcen op de bane brengen om byd'onverftan-
dige in verwondering en aanzien te komen \ welk hen by de verftan-
dige
(*) Derdedeelbl. 74, 75-
N 3 -
-ocr page 144-
ici                 Inleiding tot ware Gronden
dige weinig roem bybrengt. maar veel meer overtuigt dat zy de mu-
iiec ex fund anient o niet veritaan.
21. Hier op zal iemand vragen waar omm'endieTranfpoficie, die
door Matthefon misduid en door Printz verworpen word , dan moet
l'eeren ? Dit is de grond waar van wy reeds gefproken hebben, maar
'c fchaad niec dat wy voor regtzinnige leerlingen Jiier die lichte les
die van zo een zwaar gewigt is, nog eens herhalen. d'EerJle zaak
die wy moecen weten om cot kennis van de ftof der muiiec te komen
is, dac wy, d.en Hoofdtoon en't Modus bekendzynde, door middel
van de Tranfpolitie moecen weten niec alleen wat voor klanken in een
link muiiec in 1c begin en in 't end, maar ook in elke Periode, de ftofFe
van Zang en Spel zyn. De Uveede is, dac men in deZangkunft het
beloop der tonen, 'tgeen men Modus, aModulat tone noemt, grondig
moec verftaan , om onfeilbaar den Halve toon, daar 'c al aanbangt,
van de heele tonen ce onderfcheiden: want deze, niet wel waarge-
nomen zynde veroorzaken niec alleen valfche relatien, dac is cezeg-
gen verbodene opzichten , nemaar zelfs hec aldergroocfte kwaad dat
men doen kan, dac is, dac men een nooc , cegen zyn welgekozene
accoorden, een halvecoon ce hoog of te laag zingc, 't welk degroot-
fte valsheid is die men zoude konnen bedenken. 't is wel waar._dat
men de klanken, door een uicwendige of Superficiele kennis van linien
nocen en byceikens, ofzo als de Duitfchen, door eenSubjlantwelet-
terzang , kan treffen : maar, 't is beter derzelver grondoorzaak en
reden te weten, dan zal men minder dwalen. Maar wat aangaat de
Tranfpolicien zo als die de gemeene man voorkomt , namentlyk het
tranfponeeren van gemaakce muiiec , dat is een Dcrde zaak die bui-
cen gebruik is en nooic gefchied'een zy om een byzondere oorzaak,
die in jaar en dag niet voorvalc; voor al is het tranfponeren van een
halve toon hooger of lager barbarifch. 'tis kunflig, 'tiscurieus, 't
is raar dat iemand over een touw loopt , op zyn handen gaat, aan
eene voet hangt, of met zyn hoofd op een ronde bal, of op depunt
van een degen daar een ftuk geld op leit, met de beenen in de iugt
itaac, Maar die luy zyn wyzer als onze cranfpoiiceurs want zy'kry-
gen geld van kyken , maar de faztftgenoemde Haiftofiige gril/en > die
vals klinken daar zal niemand geen duic voor geven, Een ftuk mu-
iiec een halve toon hoger of lager te verfchryven en dan. heimelyk
op d'uitvoerig te blokken om daar eer mee te behalen is dwaaslieid
-ocr page 145-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.            103
en 't en deugt niet : wane de wolven die men in -zulk een fpel ont-
moet zullen 't oor veel leelyker voorkomen als de gene die van een
verftandig componift in een ituk voorzigtiglyk zyn te pas gebrogt.
Behalven dat nog darenboven zulke tranfpolicien den fpeelder teg'en
de hand vallen en hem de teere , cierlyke en lieiFelyke behandeiing
van 't clavier ontweldigen.
                                                               l                         |
22. Nemende dan ons affcheid van al deze bnitenfpengheden zul-
Jen wy wederderkeeren toe Salomons Tempel, tot Davids harp en toe
bet voorfebr'/ft der Nature , \ geen zy ons met alleen door de Re-
denmaat in de verdeeling van een fnaar, {*) tot een keten van klan-
ken op een effen baan heefc opengelegt en getoont hoemen, terreg-
ter of linker zyde in dezelfde redensftand met qninten voortgaande
altyd meer en meer van de harmonie afwykt en tQn laatften in aller-
hande zwarigheden rait; Maar 00k getoonc hoe de Natuur dieklan-
ken metgeweld in deTrompetten5< Baznynen, Jagthoorns enz. heefc
bepaalt en aan dezelve de wet geitelt van niet verderals tot zodani-
hen getal van Natnnrlyke klanken zig te mogen , of em naer waer-
heid te fpreken, zig te konnen uitbreiden: vaer van ons die Blaas-
tuigen door 'tgehoor overtuigen. Maar, 'tgeen alle verwagting te
boven gaet is dat wy dezelfde uitwerking en 't bewys daar'van op
een houte Speeltuig met eene fnaar, 'twelk men, om deszelfs gely-
kenis in 'tgeluid een Trompet maryn noemt met onze oogen zien en
         *-+
met handen taften konnen. 't Geen wy , tot plaizier van den leer-
ling , als een aanmerkens waardige zaek, daar de natuur zyn Ze^el
aan hangt, 00k hier nevens voordragen. Waar van die de zaak is.,
dat, of men fchoon de hand, tot het bekomen van andre toonen als
op de voorfchreve lyft ftaan j op de fnaar zet, hy zal weigeren dezel-
ve voort te brengen , oftewel, zomen om hem te dwingende duini
zet op de helft tuifen g--c, c--e, of e--g zo zal hygeen toon maar
een onzeker vals geluid geven waar mede hy fchynt in twyffel ftaan;
welk van beide letteren hy zal doen hooren.
23. De oorzaak van deze uitwerking is de redenmaat, die met de
duim aan de fnaar word getroffen of niet getroffen: wai^zo men de
duim zet op een plaats die de fnaar fcheid in twee deel!^ die als ze
op de wyze van V monochordan tegen elkander gemeten , ofte wel
gehoord zynd£ , zouden vals klinken, zo kunnen zig die tweeftry-
dige gedeeltens in 't lighaam van de heele fnaar niet vereenigen, en
ZOO'
(*) Zie ons tweede Hoofdftuk , in de p.laat biz. 2.8.
-ocr page 146-
104                      Inleiding tot ware Gronden
zo kan hy den gee i lien toon niec geven. Zo iemand antwoord dat
die nogtans gefchied in de kleinfteof hoogfte tonen, zo dienc ten ant-
woorde , dat die deeltjes ("re weten der bygeluiden ) te klein zynom*
zig tegen zo een groot overwigt te verheffen, des zo worden die van
het grooc geluid mgeflokt en in de heele maifa vereenigt.
24.. i.ier komt na in k byzonder te pas, dat, hetgenewy opden
Eeninaar van de Trompet maryn voor onze oogen zien , eveleens zo
gefchied in de hoilekoker van de Trompet, daargeenfnaarinis, nog
geen duim om die in redenmatige of onredelyke gedeekens te ver-
'deelen , want de luclit is de fnaar die zig zelven verdeelt , en Ver-
hoogt en V/erlaagc naar kgewigt dat hem in k blazen door denTrom-
petter word toegevoegt.
De^Heer Matthefon befpot Pythagoras (*) dat hy over's Menfchen
Hem op gelyke wyze heeft geredeneert, dus zegt hy, waar is doch
Pythagoras, die der menfchen ftem zo monochordialifch heeft in en
uit verdeelt? zal menig menfeh, ja menig kind dat natuurlyker wy-
ze een ftem om te zingen heeft, weten of zien kunnen watvoorkun-
llige, Subtile, rigtige, afgemetene en fnelle beweginge zyne keele
maakt ? Het is zelfs den aHerdiepzinnigften onbegrypelyk hoe zulke
bewegingen, zonder toe doen des vernufts, zonder tal, zonder cir-
kel of maat of gewigt
en zonder ons weten in onzen eigen hals ma-
chinalifch gefchieden konnen.
2j. Wy antvvoorden, dat in de Nature, al wat groot is , in een
verzameling van kleine gedeekens beflaat; Dat in een groot geluid,
zo het rein is, die gedeekens harmonieus zyn ; Dat die harmonie
niet anders als uit bas, ters, quint of by omkeering uit bas, quart,
zes beilaat ; Dat de ftrydende geluiden elkanderen verdeftru£ren;
Dat de deftructie of vereeniging van deelen gefchied in de lucht die
de hoog geagte zee de Philofophen is die, in dat water, datdehan-
dsn niet nat maakt, kan fcheiden en fzamen voegen , k geen wyniet
en zien maar nogtanszeer wel weten , zynde vank gene 'cr in de lucht
door k geluid gefchied zodanig overtuigt dat wy zulks zo veel als
door onze ooren zien ; Dat wy in onze kunft over het onzigtbare
het regt WHben van te mogen zeggen Pluris eftauritus tejlis unus quam
oculaii decern.
Dat ons gehoor ons kan ondekken k geen. wy met
onze oogen door meten of wegen niec kunnen gewaar worden; Dat
,de beweging die k geluid in de lucht maakt een zekere figuur of ge-
daante
(*( Organise Probe 1719. biz. 102.
»
-ocr page 147-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             roy
daante heefc die men in de weeromflag van den Echo tot twee e»
ineermalen gewaar word; Dat de zweving tufTen twee pypen in een
orgel ons klaar doet hooren datzig in de lucht twee ftrydige figuren
bewegen die, niet op elkanderen pallende, zig ftooten en flaan, en,
nietkonnende zig vereenigen , zig beurt om beurtJatenhooren;Dat
men in 't luiden van een klok gewaar word, daar die figuur aan d'een
zy gedrongen en aan d'ander zy ruimte gcgevea word , waar door
d'eene flag hooger als d'andre klinkt.
27.  "Wat nu verder den aart der geluiden betreft, die konnen wy
door de verfcheide mengelingen der regillers in een orgel gemakke-
lyk opmaken; en als met handen taften uit wat deelen alle foorten
van klanken beftaan: 't welk de kunftenaars weten en te wydluftig is
om hier plaats te vinden: maar
28.  't Gene boven al aanmerkelyk is, is die grouwzame ftrydig-
heid die zig aan onze oogen vertoont als wy de gedeelten van een
zwaar geluid op fchrift befchouwen ; die nogtans, zodegronden
zwaar genoeg zyn om de kleine tegenflryders te overweldigen, zig
tot een zeer aangenaam geluid vereenigen: 't welk allemenfchen die
niet, gelyk wy, door d'ondervinding daar van overtuigd zyn, on-
gelooflyk moet voorkomen.
Neemt hier een proef van met de zes meeft gebruikelyke regiflers
genaamd Prellant 8 voet, O&aaf 4. voet, Quint 3 voet, Superoclaaf
2 voet, Tertiaan en Cimbel een voet; en tekent de klanken die zy
op het accoord C, E en Gzullen voortbrengen, flaat dan de drie let-
teren te gelyk zo zullen daar de klanken die wy op de plaat met
vierkante zwarte noten hebben aangewezen uit fpruiten, die op 't
gezigt onsafgryilelyk vals zullen voorkomen, te wetenh c d e g gs h
c, 'twelk men 00k op de clavicymbelkanproberen; waar uit men zal
befluiten dat die onmogelyk geen lielfelyk geluid konnen voortbrengen.
Nogtans gefchied dit mirakel niet alleen alle oogenblik op den or-
gel, maar zelf met nog tienmaal erger flrydigheden, want voile gre-
pen ja diflbnantien zelfs zullen met een voile vereenigingons gehoor
lieffelyk ftreelen. Vraagt iemand, Hoe kandat wezen? 'kzeg, De
groote vilfen eten de kleine: Een zwarepyp overweldigt de minde-
re en maakt die alle tot een lighaam waar in zy t1 zamen accorderen.
Zoo kragtig is de Nature genegen om het ftrydige te vereenigen en
het verftrooide tot d'eenvoudigheid te brengen.
2p. Zo keerea wy dan wederom tot onze eenvoudige Naamfchale,
0                                               als
/
-ocr page 148-
ic6                     InleiHing tot ware Gronden
als tot een Afbeeldfel cf Copy van de keten van klanken die ons de
Nature in de drie bovengemelde blaastuigen heeft voorgefchreven.
Deze fchale of keten is de ftof van het modus van de groote ters:laat
nu die fchale op de clavicymbel verfchoven worden , hooger of la-
ger, ora even hoog te zyn metde tonen van eenBazuyn , jagthoorn
of Trompet, \ zy dat die Operatoon, Cornettentoon of opeenan-
dre hoogte ftaat, zo meinen wy met goet regt dat de voornocm.de
fchale, na de verfchuivinge het zelfde modus blyft.
30. Hier tegen zal iemand inbrengen dat 'er verfcheide tempera-
menten zyn en dat de verplaatzing der fchale op de verdeelifig der
klanken kan verloopen of op een wolf vallen en dus in zekere gedeel-
tens daar mee verfchelen. Deze tegenwerping is mil en van geender
waerde, want de ftelling van de clavicymbel is de modulatie van het
lied niet; en de hairkloovery der geleerden over 't comma en andere
fnipperingen in de ftelkunft, en het maakfel vati de muliee , zyn
twee. Het liedtje gaat zyn gang of fchoon de verpkatfing der fcha-
le eenige verandering in de. fchikking der klanken komt t'ontmoeten.
De ftrydigheden die men daar in vind moet men verdragen, men
kan tegen de iiatuur niet: Daarenboven is 00k daar in zeer aanmer-
kelyk dat in een voile muliee die kleine valsheden zig onder 't groot
geluid verbergen en in een fineken; en, wel verre vante mishagen,
een zekerefaus offmaak (zo als men zegt) daaraangeven-t zoftrek-
ken de ftrydigheden dikwyls tot cieraad. Een groot hoogdukfeh or-
gelmaaker Iveeft my verzekert dat hy eens een regifter. dat met een
klein pypjeii op een quart fprak in een groot orgel heeft gemaakt *c
welk een zeer pleizierige uitwerking deed, 't geen aan de uitwendi-
ge reden geweldig vremd moetfehynen, om dat de quart tuflfen de
ters en quint een weergalooze ftrydvoert: maar d'ondervinding leert
ens dat de Bojis of pr&portie de dingen verdraaglyk maakt. Zo dat
aiet en was zo molten wy peper en zout en azyn van de tafel bannen.
31. Na dac wy dan door de Trompet maryn de wet der Nature
mtrent de fcala Jonorum
, Ende door de zigtbare ftrydigheden in
iTorgel regifters de wreemghig der gelulden onwederfprekelyk hebben
bewezen , z«Uen wy door het Temperament 00k de getykwrmig*
hei&van di fcbafo,
en tot hoe verre men die, zondervanverdeeling
te veranderen, door onzen Tranfporteur (die den eerften fteen rs
daar wy onze kunft op moeten bouwen ) op grooter en kleinder fna-
jfe,a kaa overbrengen, wiskunftig <loen blyken,
XXIU
-ocr page 149-
Van de Mufiee en de Bas-Continuo.           107
XXIII. H O O F D S T U K.
Van 't Temperament, of de Stelkunft.
I.
Lswy deSchikking der klanken indeNatuurmet aandacht
befchouwen 20 vinden wy dac daar een geheim in is opge-
iloten dat niemandop aarde ooit zal vereffenen. Wyl daar
nog meer zwarigheid in is in (Je quadratura circuit, dac is , hec le-
veren, van een vierkant 20 groot als ecn rond ; En als 't vergelyken
van den omtrek, die wat langer is alsdrieraaal demiddenlyn die hem
doorfnyd, zonder dat men ten vollen kan weten hoe veel; hoewel men
in zulks te meten allengskens wel kan nader komen. Maar hec te-
gendeel vinden wy in de zuivere quinten , die, hoe meer men die
tot een progres van muiicale graden of trappen wil uitbreiden hoe
v'erder zy van de harmonic afwyken, verr1 van daar dat het mogelyk
zoude zyn ooit een cirkel van Tonen daar van ce maken: Reden,
dac ieder reine quint een 4-ofte deel van een toon ( zo als wy onwe-
derfprekelyk zullen bewyzen) te groot is omd'andere klanken ingoe-
de harmonie t'ontmoeten.
2.  Maar , gelyk fpitsvindige verftanden zelden ruften zonder de
kunften op d'een of d'andre wyze te willen vermeerderen, zo heefc
men om 00k in dit geval tot hec verder uitbreiden der klanken een
middel te vinden, al in tyds in de weer geweeft om met verdubbeling
van toetfen, in verfchillende voorvallen, de ftrydige klanken te ver-
vangen.
3.  By voorbeeld ftelt de quinten c-G en G-d rein, zo zal die rfeen
2'orce deel van een toon te hoog zyn om met d'andere te aecorde-
ren: om dit gebrek weg renemen heeftmen op een niew clavier dat
men jtrchicymbalum noemt, deDdubbeld gemaakt, waar van d'eene
D met A en d'andVe met G in een reine c'zamenklank zal over een
flemmen zo als in de nevenftaande plaat op D en *D word aangewezen.
En
(*) Zie 't gebruik van dit clavier in Joh. Alb. Bans 2iel r©€rcn4e zangen Haarlem,
l!fyZ. En by Fater vander Elft.
O 2
-ocr page 150-
io8'                     Inleiding tot ware Gronden
En zo zyn'erdrie plaatfen opzo een clavier waar inde reine qtiinterr>
by kwade ontmoetingen , elkander konnen vervangen : 'c welk ten
uiterften moeyelyk is.
Dit heefc de Ouden verpligt zig in 't midden der tonen tehouden;
daarzy ook meerendeels doorde Trompetten, Bazuynen, en (waarin
die uitbreiding onmogelyk is) in zyn Kromhoorns bepaald geweeft.
Wy lezen dat de Muliec in Salomons Tempel beftond nit 4.000 rau-
ficanten , in 12 benden verdeeld , waar door dan 250 fpeelders en
zangers in een volkome harmonie over een kwamen. Dae fpel van
10 fnaren, Davids harp, en dePfalterCzonder te fpreken van deTe-
trachorden der Grieken ) waren in die volmaaktheid begrepen. Beziet
nu eens daar tegen de wydlufrige uitbreiding onzer hedensdaagfche
kianken op ons gemeen clavier daar men , niet te vreden zynde met
12 fnaren in 'tO&aaf (om letterlyk te fpreeken) een getal van 19=
of 20 op kan noemen , en ziet eens hoe wyd die van d eerfte vol-
maaktheid afwyken.
. 4. Dit zullen wy beftgewaar worden door de befchryving van het
Temperament , "t welk daar in beflaat dat men de reine quinten,
die als gezeid is te groot zyn om in de harmonie te konnen rond
gaen , zo veel befhoeit , dat zy ten minften twee derde deelen van
den cirkel op 't clavier konnen bereiken. Om nu bier toe een tern-,
perament te vinden hebben zig vele geleerde geweldig afgeflooft en
elkandereu niet konnen verilaan : Want als zy de quinten te goed
maakten dan bedurven zy de terffen. Printz SatyrLc, befchryft ons (*).
een heel hoofdftuk van allerlei temperamenten waar van hy ons Tt na-
volgende als het befte aanpryfti. Zyn voorfchrift luid als volgt:
5. Stelt de terts c tegen e rein, daar na de quinten eg, gd, da*
nederwaarts zwevende dat men \ naauwlyks merkt , en zo men dan
bevind dat de quints e nietmeer of min zweeftals de voorgemelde,
zo zal de temperatuur haar gematigde rigtigheid hebben. Stelt ver-
der naar de voorgemelde ktteren alle cTOcliaven en dan de groote
terffen/itotd, ej totg, gstote, ftota, aistotfs, btotg, aisxotc?
es
tot a, b tot d en ds tot b rein ; en eindelyk al d'O&aven ; Dan
zal het ganfche milrument zyne mogelykfte reinigheid hebben.
"Verder zegt hy nogmaals dat deze Temperature hem het alderbefle
gevalt waar in de quint httwerendectvaneencQmmafrfgenomQn.cn am
de quart gegeven word.
• 4.. \
£*}; In \ derde deel fel, C?.
-ocr page 151-
I
STe
empeTafne^nt.
*
-e-
•
o
A
r\
^
^v
•
0
V
\j
./•
A
C\
•
o
•
\j
6erjfe fyeel. *"
'* ,
3> ^-preuve.
1, X,
■e-
*
2
zr
x
He-
»
H
i
in
1]
"57
*>
7/
j~/
i
9>e
JL__Q_ 1
-e-
₯D~
2?:3eelM
-e-
BEE
-P/
x?.
.y<?
'/
KyV^id/iardte mew ^9ernverrz?7urit^i7a^.
«.
fe^MJMI
^TT
)
tZ±
at
UjJH
-ocr page 152-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.            109
6.  \ Is van deze verdeeling dat M. de BrofTard (*)fchryft, datze-
ker geleerd man (waar van de hiftorie zegt Bontempi, ons nog naam
nog eew noemt) hebbende gemerkt dat het aan'tgehoor niet onaan-
genaam was dat de quint iet of wat wierd verkleint, door dat middel
heefc uitgevonden dit gelukkig en admirabel temperament * \ welk
door die kleine vergrooting van de. quart den tweden heel en /coz/van
het Tetrachorde even groot maakt als den eerjlen, en by gevolg be-
kwaam om, zo als deze, in twee halve tonen te worden verdeelt.
7.  Tot uitlegging zegt hy, dat, als dequart be in't Tetrachorde
rein was, den heelen toon ^/^noodzakelyke kleinder moftzyn als c d\
'twelk 00k een gevolg is van reine quinten. Maar de quart door het
temperament vergroot zynde is e zo veel verhoogd dat d e zo groot
is als c d. Waar op wy zouden moogen vragen of Mattbefon uitde4.
Tetrachorden der Grieken of uit een overladen Archicymbalum zyn
tonus major en tonus minor heeft gehaalt om de bovenftaande hiftorie
van'tglas en't modus tot Comdennatie van de Solmifatores op te bou-
wen ? Die tyden zyn verby; -men ftelt zo geen claviymbelen.
8.  Wy bedienen ons federt een eew of meer van 't bovenftaande
Temperament, 't welk wy, aader opgehelderd , met een proefop ie-
<der quint om al de klanken van lid tot lid in 'c verband te leggen den
leerling hier in een plaat op noten voordragen.
De zwarte noot is de fnaar die geftelt word : de witte , die ge-
fteld is; en de vierkante met de ftaart is de proef.
9.   Alvorens deze Helling te beginnen is 't hoognoodig te wetea
hoe hoog de Clavicymbel moet ftaan: of men die zal ftellen totVio-
lons; die 't geern wat hooghebben om te'beter te klinken, of naar't
femeen bereik der ftem-men. Hier op is een Reglement rt welk by
e heele wereldis aangenonien, 't geen men noemt Operatoon; waar
naar 00k de blaasinftrumenten , als Fluyten , Hobois, en zelfs 00k
Trompetten en Jagthoorns worden gemaakt , om dat zy , uit ver-
feheide landen by eengebrogt zynde, te zamen moeten accorderen ;,
daar ook de zangmuiiec naar word gemaakt; waar door 00k de orge-
gelen aan dien toon zyn verbonden.
10.  D'Orgelmakers, wetende dat men hier te land in de Kerkea
zelden of nooit muftceert, zoeken hun voordeel in d'orgelen een tooa
©f ahderhalf hooger te maken , zo men de voor zorg niet heeft vara
hem
(t) Difttonaire de raufiquc pag. 1*73.
O5
-ocr page 153-
no                     Inleiding tot ware Gronden
he» door een goed beftek tot het tegendeel te dwingen : want hier
by profiterenze niet alleen vele ponden gefchaafd lood en tin, maar
't heele lighaara van 't gebomv word in al zyn deelen daar door 20
veel kleinder: zo dat zy onder de naaam van 16 voet, een klank van
14. voet konnen leveren.
11.   Om dan d'eerfle fnaar te ftellen zal men , zo men operatoon
begeert, die klank ondeenen van een Fluit die dezen toon heeft: ofte
wel , men maakt een vierkante ftuit zonder gaten , daar'een fchui-
vende ftok in pall op welkers vier zyden men verfcheide hoogtens kan
aenteikenen om orgelen naar te proberen: Dezeword een Toonfluit
fenoerat : maar alzo alle flatten in hun geluid nooit pal flaan maar
oor warmte en kouw, vocht en droogte , en hard of zacht blazen
zig veel kiinnen verhoogen en verlagen , zo is het belle model tot
een vaften toon, een Klinkend metaal.
12.  Om dit niet verr' te zoeken heb ik gevonden hoemen dit mo-
del konde hebben in de flelhamer zelfs, door hemalseenklokje, aan
een fnaar of een draad hangende, den toon van de bovenfte c vande
ciavicimbel te doen klinken. Hier toe heb ik hem uit een ftuk doen
i'meden : niet van ftaal maar van goed zweedfch yzer en ongehard;
en de kruin daar van doen plat flaan en een gat daar in boren, om-
'er 't haakje van te maken. Dit maakfel laat zig met de vyl hoger
en lager ftellen op zo een toon als men begeert: hoger door hette
verkorten en lager door 't te verdunnen. Hier toe zyn de gemene
ftelhamers onbequaam want zy klinken niet of gaan valfch, , door
dien zy van twe llukken krui&wys door elkander geileken te zamen
gelaft zyn: want deze t'zamenvoeginge is nooit zo volkornen of daar
blyft akyd iets over dat qualyk gevoegd is , 't geen dan klinkt als
een gefcheurde bel. Behalven dat hun cierlyke gedaante van dun en
dik ftrydigheid in *t geluid voorbrengt,
13.  De toon dan genomen zynde, ftelt op die hoogte d'eerfte
zwarte noot^", en daar na deszelfs o&aaf e C rein; en tegen die Cde
quint g: maakt dan om te leeren, die quint eerft rein, en laat dan
dieg beneden zyn volmaaktheid een klein haartje zakken, zo,, dat
die fzamenklank een kleine beweging in 'tgeluid maakt diemenzwe-
ving noemt: dit is wel een onvolraaaktheid maar zo gering dat men, in.
plaats van die onaangenaam te vinden > daar in behagen fcheppen kan.
Hoe deszelfs fiagen fnelder gaan hoe men verder van de volmaakt-
heid is: hier op lettende zalmen altyd konnen hooren of men de vol-
maakt
-ocr page 154-
Van de Muftec en de Bas-Centinuo.              in
jnaaktheid nadert dan of men daar van afwykt. Hier moet menzeer
naaw op letten, want als de zweving zo naby aan de volmaaktheid
is kunnen wy by t gelioor naawlyks onderfcheiden of de quint boven
of onder het punt van zuiverheid zweefc, 'c welk men, met de flel*-
hamereeu weinig te drukken, kan onderzoeken. Stelt dan verder
op dezelfde wyze de j. eerfte quinten zo als die gefchreven ftaan , en'
hoort dan of de leftgellelde e tegen d'eerile c een reine groote ters
is: is die e te hoog zo zyn de quinten te groot, maar is hy te laag
zo zynze te klein: dan moet men die zo lang verbeteren tot datze
alle vier even groot zyn en, dat de laatilgeftelde e op een reine groo-
te ters tegen d'eerfte c uitkomt; 't welk dan is d'eerile proef: Dan is
het zwaarfie werk gedaan, want in 't vervolg heeft ieder quint Zyii
eigen proef, 't welk duurt tot op ^g tegen e, maar verder niet,
want daar ftuiten wy, om dat Vr op \ gemeen clavier tot de kruif-
fen geen meet fnaren zyn. Stelt dan even zo ook het tweede deeJ,
gaande nederwaarts tot de mollen, dat is te zeggen, ftelt van de
quint C f d'onderfte noot en weinig hooger als rein en neemtde proef
opwaarts, zo als de ftaartnoten uit-wyzen; en met de andere quin-
ten zo voortgaande zult gy eindigen op p e: want daar zyn geen.
verder inaren tot de mollen. Hoort dan de leftgeftelde ?%g van 'c
eerfte deel, tegen de zwarte \?e van 'c tweede, zo zult gy vinden
dat deze twee geluiden zig zeer kwalyjc ontmoeten , want •% g te-
gen y £ is geen 5 5 maar een kwade 6, zo als 't getal der lettercn zal
uitwyzen.
Dit terfdiil dan (als men een $& g voor een ^tf, een [? e voor
een &</, en J> # voor een 1&u oneigentiyk gebruikt) fceftaat in rt
vyfde deel van een toon: zo als behalven 't reeds gegeven bewyg;
ookia^t volgende hoofdftuk nit de natuur zelfs zalblyken: dit word
om zyn vals geluid een Wolf genoem?.
14.. Deze wolf komt ons hier cegens vefwagtinge in de ftelkunftte
pas, want hy verfchaft ons een proef die onwederfprekelyk bewyft uic
net hoeveelfte deel van een toon de zweving van een quint beftaat.
d'Auteuren zyn hier over m verfchil: wy darentegen kunnen op de
proef verzekeren dat die is het veertigfte deel van een toon. Maar
eer wy daar toe komen moeten wy voor af dit aanmerken, dat, zo
lang als twee geluiden t'zamen zweven of beven , geen menfch op>
de wereld kan zeggen in 't hoeveelfte gedeelte zy van de volmaakt-
heid
-ocr page 155-
in                      Inleiding tot ware Gronden
heid afwyken: maar als die twee t'zamen rein klinken en op elkander
zonder eenige beweging flilftaan zo zyn wy door onze ooren volko-
men van hun volmaaktheid verzekerd. Paiier en liniaal en 't mono-
cliordon Jiebben haar gebreken die in kleine afwykingen beftaan, Dat
een ftip geen grootte, en een lyn geen breedce heefc is niet waar,
maar word by ons zo onderfteld, maar 't geiioor is zuiver en net en
kan ons niet bedriegen: Want even als wy met de hand konnen voe-
len of een ding beeft of ftilfhat even zo kunnen wy de beving ofde
ftilftand der geluiden met de ooren voelen, omnes fenfus funt tadus.
De geluiden, hoewel onzigtbaar, zyn met onligchaamlyk, maar be-
kwaam om ons aan te raken : dit zien wy aan den echo die tegert de
muur vliegt'dat hy werom ftuit, en ten tweden male tot ons komt
en ons oor beweegt; zo kunnen wy ook fnaren endrinkglazenals wy
die op hun toon toeroepen, doen antwoorden; zo zien wy ook dat
een al te kragtig geluid bekwaam is om met eene flag ons oorvlies zo
teforceren dat men 'er doof van is. Dit zy dan, ten opzigte van
de muliec hier zo veel als afgehandeld om te konnen bejluiten dat
Jiet oor is den opperllen regter en kan in deze proef niet dwnlen.
Stelt de eerfte 8 quinten van 't hier bovenftaande Temperament zui-
ver en rein, als volgt,
c c         d d          e e         %$£ SKf $$c ^c
G G A A * ^B £B                                 UG
C C D D E E           $*F- 2KF *C $$C
Hoort dan de iaatflgeftelde $£G tegen d'eerfle c zo zult gy be-
vinden dat die twee geluiden tYamen een reine groote ters maken,
dat is te zeggen, dat die 8 quinten door 't wegnemen van die 8 zwe-
vingen zo veel verhoogd zyn dat de %%G in I'a veranderd is: nu
zo verfchilt \a met $&g een vyfdepart van een toon, daar uit
volgt dat ieder zweving is het achtfte part van een vyfdepart, dat is
het veercigfte part van een toon , want j maal 8 is 4.0. Q. E. D.
Door dit middel kanmen voor plazier aannemen een clavier het veer-
tigfte deel van een toon te verhoogen of te verlagen, als men begint
met een letter daarmen de zweving heeft afgenomen: by voorbeeld
ftelt de quint c tegen F rein, zo is de c een veercigfte verhoogd,
enz. even zo kan men een clavicimbel een vyfde, 2 vyfde, 3 vyfde,
4. vyf*
-ocr page 156-
■■
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.           113
4 vyfde, enz. verhoogen, en wiskunftig van die verfchillen fpreken.
De zwevingen zullen wy fnipfels noemen: En zo 'er Auteuren zyn
die het fpatium enafmonicum , 'tgeen by ons is een vyfdepart, naar
hun ftelling grooter of kleinder maken en *t zelve een comma, en de
quints zweving een quart comma noemen dat raakt ons met, wy zul-
len ieder zweving een Snipjel, en ieder vyfdepart een Wolf heeten,
te weten wanneer men quid pro quo of den pnregten toonindcplaats
van den regten komt te gebruiken.
. 15". Daar zyn 6 wolven op 't clavier in 't gemeen gebruyk
te weten als men ^ c |;e f ^g bb en C
voor
                      l/d^d^Q |/a ^a ^honeigentlykgebruikt
De letteren van tejigehjyke klanken , zo als die wezentlyk op
ons clavier zyn habbenwy, op de verheve toetfeninonzen transpor-
teur voor aan, maar d'oneigentlyke tot onderfcheid agter aangeitelt
\6. De fchalen die van 't oneigentlyke vry en elkanderen eelyk-
formig zyn, zyn deze Zes,
                                                     6 *
Vb, f, c, g, d, a.
Waar van men de hoedanigheid in onze cirkel in \ Zefliende Hoofd-
iluk kan onderzoeken : d'andere die ter regter en linker zyde daar
van afwyken zyn de wolf onderworpen.
17. Hier van heeft Salinas , toen 't gebruik der tufletoonen nog;
gematigd was, gezegt, dat men'er in ieder o&aaf twee ('t welk dan
wezen zou %& an {;a oUis en as'-) moft invullen en dat men d'an-
dre wel kon ontberen : (*) Maar naderhand heeft men nog; een XC*
daar by begeert Deze byvoegfelen noemtmen fuper en fubfcmitonia
.andere noemen'tQuart tonen , maar zy: weten met wat zv zea-fren
Men deelt geen toon in vieren , dat is vals. De afbeelding- vfn zo
een gefneden clavier vertoont zig hier in de plaat. Ik heb verfcheidp
grooteOrgelen en Clavicymbelen van^Rukkers met deze invullinsren
gezien, maarhelaas! die volmaakheidisdoordeneenen wyshooofJI en
. den anderen weet met hier en daar weg genomen. Men had immers
• die dne bygevoegde toetfen klein genoeg konnen maken om de hand
van eeivonkundige met in de weg te ftaan,
                    ic.l
£) Lifer. III., pag; 1C6. Wcrkmdfter bit' 'c9. )1                                  l 8'" $$
(t) Inntz. Saiync bk. 74, 75-        " ($)'Meidhardt ili. 4© ': '                        "*
P
-ocr page 157-
6 dinner.
=cutnl)alqrrt>rJ\ ]\ 9 r-fjj^ ^ 4 _l—H^ ,j—h*" Jl—K
U3203&40I3&00
lAimC
m
-ocr page 158-
H4                 Inleiding tot ware Gronden
13. Maar tegens veler verwagtinge korae hier nog eeiT andre zaak
op \ tapyt , die is , dat terwyl men aan d'een zy de bovengemelde
verbetering weigert aan te nemen men aan d'ander' zy fchreewt te-
gen de Wolven. Werkmeifter fchryft, dat die moeten dehondenen
ravens ten deel worden ; Maar Neidhardt maakt het nog erger } hy
zegt dat een zodanig inftrument niet veel anders klinken zal als ge-
Jank der honden over hec doode lighaara van Jefabel.
19. Men ziet we.l aan deze uitdrukking dat hier wat meer drift is
als vvel de waarheid meebrengt ; want deze klanken mogten zo hui-
]en men zou ze niet gebruiken : maar wy bevinden dagelyks het te~
gendeel in \ nemen van quid pro quo op clavicimbelen die volgens \
bovenftaande temperament, (dat nu in 'tgemeen gebruik is)gefteld
zyn, tot zo verre zelfs dat men 't zig een eer rekent de getranspo-
neerde tonen tot in d'aller laatlte buitenfporigheid te. konnen uitbrei-
den, zelfs tot aan d'onmogelykheid om verderte konnen gaan; wyt
eindelyk de tonen dubhelzinnig worden en de kruilTen in mollen fchy-
nen te veranderenals ^Ce valt op f, ?&h op c, en %& X f opg: en
>$< d tegen de natuur voor l/e deurgaat. (*)
Zo loopt men oplteken als men om k u nil vcrlegen is. Dit middelis
goed als de weg onder water ftaat: maar zonder nood zig daar mee
te pynigenals men beter kan, is een openbare dwaasheid. Enzois't
dat men , in plaats van zig te leggen op de heerlykheid der ftoife}
om die wel tTondeden en op klare redenen tegrondveflen., zynheete
kunft ftelt in een party dollemans transpofkien , daar geen verftand
-in lteekt als in de moeyelykheid van d^uitvoering: want het zyn ei-
gentlyk dezelfde ftoffen daarze by foute van beter wetenfchap op vrem-
de toetfen mee pronken, ne videantur uihil agere.
2Q. Om dit loflyk werk te begnnftigen heeft de voornoemde Neid*
iiardt A . 1706 een boek lit't licht gegeven met een niew tempera-
ment , by hem uitgevonden om de wolven te verjagen , door mid-
del van al de klanken van 't clavier elk hun aandeel in die valsheid te
daen dragen ; waar door hy dan te weegbrengt datmen over 't gan-
fche clavier, in 't transponeren, onverfchiliig over kruiiren en mol-
ten kan rond gaan: k welk hy dan noemt zyn Gelykzivevende Tempt-
ratuur
: Dit 'sheerlyk want dan kan men zig onbepaald in d'alder-
buitenfporigile transpoikien op de verhevene toetfen in plaats van de
tiakke verlufligen zonder eene wolf t'ontmoeten: maar helaas: Hike
wolf
O 2ict de 4 laatfte voorbeeldea op dc plaat by bl. 74.
-ocr page 159-
Van de Mufiea en de Bas-Continua,           115
wolf heeft op zyn vertrek drie jongen gekregen die Jiy verflrooit heeft
over 't ganfche clavier," zo dat al wat men ipeek, is een concert van
jonge wolven.
21.  Deeze niewe verdeeling ftaat in zyn boek in quarto ultgecyf-
ferd met 28 bladzyden vol. maar de getallen klinken niet; en in zyn
ganfche Temperament is niet eene proef of z'is vals; alleen intend
moet de lefte c tegen d'eerlte daar men mee> begonnen heeft op een
Octaaf rein uytkomen. Hier van zegt by: Men houde nu c tegen C: is die
Ottawa rein; goet. Zo niet zo zal men te rug gaan en de begane fouten
op zoeken, \ welk zig met lufl. verrigten laat als men maar de zwevingen
in de kop hat. p. 103. Hier op ftaat aan temerken dat het een volflagea
onmogelykheid is die zwevingen in'choofd tehebben want derzelver
veffcheidenheid is oneindig, en hangt of van 7t verfchil van de lengte, dik.-
te, fpauning en de ilingeringen der fnaren : zoo die van de harmo-
nie afwyken kunnen'wy by 't gehoor niet regtweten hoevetl; daar-
om moet de proef beftaan uit klanken die volmaakt zuiver en rein
zyn j daar 't gehoor op kan zeker gaan.
22.  "Wyhebben gezien dat een Wolf beftaat in 't verfchil van $%g
tot \ja\ middel van denAuteuris dathydeze twee vereenigt door el-
ke groote ters een derde part van een wolf tevergrooten't welk aldus
kan gefchieden: Stelt eerfl; het Octaaf c tegen C rein , en verhoogt
dan van de twee terflfen c-e en e%£g de bovenfte fnaar ( te we-
ten e ea gis) zo veel, dat de drie terffen C-e , e gis en gis c even
groot zyn en op de bovenfte c uitkomen: dan zal men bevinden dat
388 g en \)a een zelide fnaar zyn : En zo kan men 00k metald'andre
woiven doen.
                                                                              t
23.  Die ooren heeft omtehooren diehoore! voor my als ikde klan-
ken van deze drie terllen tegen d'andere die rein zyn vergelyk zo
moet het Matthefon my vergeven dat ik van ditNeidharde Tempera-
ment, \ geen hy doorgaans in zyn boek roemt het befte te zyn(*)
de valsheid niet kan verdragen : want het is niet anders als een ver-
zameling van jonge wolven , die elk een derde part van de groote
wolf zyn, zo als men op onzen cirkel van 31 dcelenzienkan: want
zo als tien de%elen maken een reine groote ters zo zyn deze vervalfte
terffen elk tot tieiv en een derde vergroot , door dien alle kruiffen
en mollen bier zyn in een gefmolten. Hier van hebben wy onder
P 2                                          aan
(*) Biz/ 253-
-ocr page 160-
uoV                 Inleiding tot ware Gronden
aan de plaat van ons Temperament, ten overvloede, een verdeeling
die in 't verband leic aangewezen.
24.. Hier uitfpruit driederlei kwaad 1 want eerftelyk moet men
zyn gehoor aan deze verdeeling, die rond ora 20 vals is dat hy ge&n
eene fhaar heeft waar mede zig een keurlyk oor zoude verluftigen ,
gewennea; 't welk nog erger is als een ongeftelde clavimbel, want
daar is nog iets goeds aan: ten tweeden zo moet men verwagtendat
dit fpeehuig, dus gefteld zynde , op d'eerfte verandering van lucht
'c zy door hitteofkouw, vogtigheidofdroogte, onverdraaglyk wor-
den zal: voornamentlyk in een vertrek daar men muliceert en daar
veel menfchen zyn : want de fnaren in een paar uren meer als men
denkt zullen verloopen , 't welk de reine terffen wel lyden konnen
maar de valfche , die alree zo veel als doenlyk was bedorven zyn,
ganfch niet.
2?. Maar het derde punt, veel wigtiger als de twee voorgaande,
is, dat deze verdeeling, fchoon genomen het Speeltuigbleeft gefteld
(gelyk een orgel) de ganfche mufiec van 't geen daar in allermeeft
lieflyk , kragtig, beweeglyk ja zielroerend is, komt te berooven; 't
welk niet alleen beftaat in dat bemeis cieraad van harmonie, daar de
reine groote terlfen, 't eenigfte pronkjuweel datwe onder det'zamen
klanken zuiver hebben, in uitblinkt ; maar 00k in dat gene dat aan
alle dingen de fmaak en bevalligheid geeft; 't welk is {Farigtas de-
leftat)
de verandering, waar in zig alle menfchen verluftigen,; Ter-
wyl de gelykzwevendheid, die over alle de klanken gelykmatig rond
gaat, by gevolg dan 00k de mufiec laf maakt. 1"
2$. Om alle deze redenen zullen wy dit fchoone Temperament >
als Kondom leelyk^afftappen, om te zienof vrouwNatuuronsgeeii
beter raad zal geven.
-ocr page 161-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.           117
XXIV. HOOFDSTUK.
DE WET DER NATURE
IN E E N
Ciukel van reine groote Terffen
Die de Quinten in een aangename zweving en te ge-
lyk alle klanken regelmatig verdeelt, zonder
die in 't byzonder te ftellen. x
E Reden Ieert ons dat d'eerfte oorzaak tot het uitvindere
der mufiec is geweeft het ontmoeten van een aangenaam
geluid: Dat d'ondekking van de fzamenfiemming der
klanken insgelyks is veroorzaakt door hun lieffelyke harmonie ; die
door d'onderzoekers is bearbeid en door rsdenmaat voorgedragen.
Zo heeft de Natuur in d'eerfte tyden door reine geluiden de vinders
der kunft den weg aangewezen ora tot verder ondekking te komen.
2.  \ Is met deze Harmonie dat den wyzen Koning Salomon, met
zyn weergalooze muliec van 4.000 fpeelders en zangers GOD in den
Tempel heeft verheerlykt. Maarandere, hier mede nog niet tevre-
den, hebben in volgende tyden wyzer wilien zyn en ondernomen de
kunft te dwingen tot het uitlevereri van noggrooter volmaaktheid, maar
't is deerlyk mislukt, zo als wy in 't voorgaande hooftftuk door 't
vertoonen van d'onmogelykheid van reine quinten uit te breiden en
de veroordeeling van 't Archkymbahm hebben bewezen r waar op
het fpreekwoord paft Toilfyttur in a/tum, want zy zyn gevallen.
3.  Wat mo ft nu hier op volgen? niet anders als verwarring en
groote twift onder de geleerde over allerlei verdeelingen, telangoni
liier plaats te vinden en te verdrietigom den leerlingdaarmedemoei-
jelyk te vallen; weshalven wy die, als onnut, afllaanr 00k zynze,
na dat de mufiec met die bailaft van de Grieken tot de Latynen was:
overgekomen, door den Paus in 't jaar 5-91. al t'zamen vernietigt:
zo als wy boven in 't VI. hoofituk hebben getoont. Maar, 'c on-
P 3,                                        iu
-ocr page 162-
n8                    Inlekling tot ware Gronden
kruid is weer Opgewaffen en in deze laatfte eeuwen nog tot veeler-
ger buitenfporigheden uitgeborften, zo dat men door 't overdadig
vermenigviildigen der tonen nogmaals tot het zoeken van alderiei
Temperamenten is gekomen: waar op eindelyk gevolgd is, dat het
naafte dat hier op Jieefc konnen ftand grypen is het hier boven be-
fchrevene Temperament; maar de reden warom, is nog niet open-
baar. Men ziet wel dat'er de reine groote ters de proefvanis en dat
de zweving van de quint daar door zyn redenmaat ontfangt ; maar
dit is niet meer als.een Ratio. Waar op wy vragen, waar is de Ra-
tio rat ion is
?
4.. De Natuur, die ons, door reine quinten, aan d'eerfte muliec
lieeft geholpen, keert weder om ons ten tweedert male tehelpen door
reine eeriTen , die de voornoemde quinten zo verre overtreifen als
een volmaakt rond een gebroken hoepel te boven gaat. Want
5". Als wy zien dat 31 reine groote terlFen indeNature niet alleen
een Cirkel maken maar datze te gelyk 00k alle d'andere toonen en
intervallcn zonder die aan te raken , volkomentlyk regeleren , zo
kunnen wy niet nalaten te bekennen dat dit een Temperament is
dat wy niet gemaakt en hebben , maar dat van 't begin der wereld
in de Natuur heeft gelegen , zonder dat zo vele voornaine geleerde
die gordyn hebben konnen openfehuiven om deze waarheidin'tlicht
te brengen. Den grooten Huygens , daar ik verfcheide malen over
dit drievoudig tiental dat op 31 uitkomt mee heb gezeten , kon wel
uitvinden hoe hy door zyn vergrootglas dat op een groote mall flond
met zyn gezicht den allerhoogften Saturnus , daar dag en nagt even,
lang is, (maar in d'andre planeten nret , om dat die gelyk den aard-
kloot ichuins hangen ) kon bereiken, maardezen cirkel die voorhem
lag heeft hy niet gezien, Reden, dat de verdeelingen die hydoorde
•Jogaritmen daar van gemaakt heeft minder bekwaam zyn als de li-
nien van dezelve zigtbaar te maken.
6. Daar zyn 00k in de boeken van Euclides voorftellingen die
niet door cyffers maar wel door linien konnen bewezen worden, ziet
by voorbeeld in d'Elem. Euclidis d'elfde propofuie. Van't tweede
boek (#) daar onder ilaat deze voorftelling kan door geen getallen
uitgelegt worden.
7. De
(a) In 't Traftaat van de ProfefTor Melder, gedrukt tot Leyden 16-73. pag. 1O5. ftaat
Datam r^ftam ita fecare ut re&angulum comprcherifum fut> tota & fub una SegmcR-
torum iit sequaie altcrius fegmenti quadrato. Hax prepofuio numeris cxpjicari nequit.
-ocr page 163-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             119
7.  De vinding dezsr verdeeling van 31 klanken in \ oclaaf is niet
niew: Pluygens ichryft(b) dat ZarlinusenSalinas (die volgensPrintz
O) in \ midden van de vyftiende eew hebben geleeft) elkanderew
d'eer van deze vond hebben betwift. Pater vander Eift (d) geeft ons me-
de d'afbeekitng van den heelen toon in vyven 20 als wy die boven
aan onzen eerften Circul bl.dS hebben vertoont.
8.  Dat de zuivere grooce terpen in die Cirkel overalle de klanken
rond gaan; en dat de laatfte op 't zelfde Hip uitkomt daard'eerfteop
begonnen heefc; en dat daar door niet alleende geluiden van de gan-
fche muliec in haar jufle proportie of reden tot de harnionie zig van
•fcdfs verdeeld vinden ; nemaar zelfs 00k dat de quintenzonderdieaan
te raken haar natuurlyke zweving bekomen daar van maakt niemand
het minfte gewag: Reden, datmen zig met andere Temperamenten
heeft bezig gehoudenom, waar \ mogelyk, de wolf eenig'szins te
matigeh; waar door dan de zuiverheid der terflen by gevolg moil
lyden.
9.  't Bewys van deze verdeeling door terflen zullen wy niet door
de cyfferkunft, als te langwylig en laftig, maar door een beter mid-
del dat te gelyk veerdig en onfeilbaar is vooriiellen. 'c Welk is,
dat wy den
- Natuurlyken Cirkel aller Klanken.
Waar mee de Nature d'Orakels gewys uitfpraak doet over
derzelver verdeelinge
In de nevenflaande plaat zigtbaar hebben willen vertoonen y waar in
het bewys van deze waarheid zo wel het werk is van linien als- van;
getallen : behalven dat het gehoor over die beide moec het vonnis-
wyzen : 't welk op dereine geluiden onfeilbaar vaftgaat: 00k is d'eer-
fte ondekking van zuivere t'zamenklanken hy d'Ouden niet door ge-
tallen maar door 't Geboor gefchied, en de verdeeling van een fnaar
is daar na gevolgd, doch al wederom zoo, dat het gehoor daar over
heeft moeten \ vonnis wyzen: 'k zeg die van reiiie klanken dieken-
tyfc
(k) Mots d'Oa. 175HU
        (r) Printz zingk. bl. 122. 00 Gent 166Z, in, tteplaau
-ocr page 164-
',
j) te alk d& UClariJce7Z r^e
egc
lexrt
2?x ~^r ^
^eertoru' oc l^aar/ieu) op oerh ouur
jo pal-jdat> ritiar'novid mono ef^peris
^etwu'tj aLs oie hoar niet &rt l£en-
Girt.
-ocr page 165-
ixo                 Inleiding tot ware Gronden
lyk zyn, 6m datze ftil en pal op een punc vaft ftaan, maar d1onrei-
.ne beven en zyn darom ongewis om datze van ftrydigegeluidenzyn
t'zaamgemengd. De reine groote ters, die alle de klankeninzuiver-
heid te boven gaac en daarom tot een proef in 't gemeen Tempera-
ment word gebruikt, is dan by gevolg ook bekwaam om 'erook de-
ze verdeeling mee te maken.
10.  Gelyk men in de cyfferkonfl gebruikt Hulpletteren die tot
middelen dienen om 'er een lorn mee te konnen opmaken; err in de
meetkonil Hulplinien daar men de proei mee bewyft; zo gebruiken
wy hier ook Hulptonen, om de waarheid van't gene wy voorftellen
daar mede te beveftigen; want wy hebben geen 31 fnaren in 't oe-
taafmaar alleenlyk 12, dus zo moeten wy 1.9 klanken, die daar aan
ontbreken en door flippen worden aangewezen , alleenlyk veronder-
ftellen, om ons bewys daar mede tevolvceren: of, zo men met geen
zigtbaar bewys te vreden is zo kau men 't met het gehoor bevefti-
gen op een ftaartftuk met twee clavieren, want daar heeft men ter-
'fto'nd 2f. fnaren in 't o£haf daar men d'overige, als men die van
doen heeft, uit een derde regifler of anders door verflelling kan by
bekomen : Anders kan men op een orgel een klein regifter van 2 voet
van 19 pypen maken, om met Hulptonen wiskunftig en gemakkelyk
de flelling alleen met terlTen,' daar al de klanken van afhangen, een-
voudig te verrigten.
11.   Tot gemak van d'uitvoering hebben wy de 31 klanken niet
alleen met groote en kleine letteren, maar ook door groote en klei-
ne kruiiTe en mollen onderfcheideu , om die alle te konnen noemen:
De groote zyn de gene die wy in de mufiec gebruiken maar doorde
kleine worden de afwezende hulptonen aangewezen. Wy noemen ze
C, 'c klein kruis van c , kruis C, D mol, d't klein moj, D, 't klein
kruis van d, kruis d, e mo/, e klein mol , E , 't klein kruis van e,
kruis e; F &c.
12.' Den rondgangderteriTen op alle de klanken in den cirkel vertoont
zigklaardoorde linien: WantC wyftop E, Eop$fcg, §£g'oph&c.
En de wyzehoe zy in hun progres door elkander zyn geviogten word.
,door de getalien 1, 29, 26, 23, 20, 17, 14., li, 8, 5, 2, 30, 27, &c.
En d'ordre waar in zy in den ommegang elkander volgen , door t, 2,
'3, 4., 5 &c. En de terifen, die wy op 't gemeen clavier rein hebben,
door groove linien ; En de gene die op 't clavier uit een wezentlyke en
een geleende kiank oneigedyk genomen worden door een fyne lyn ;
maar;
-ocr page 166-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.           tl
maar ; die uic een oneigentlyke en een afwezende hulptoon b^ftaan
door ftippen aangewezen. De vier paar grove linien wyzen
<T8
grooce terflen die wy op 't gemeen clavier zuiver hebben, als
AF, A^C; G(/E, GHj EC, E^G; en D^B, dW:
daar men geen negende kan byvoegen; want, als wy, omdieteb*
komen , de kruiflen tot het uiterfte toe uitbreiden zo vind men wel
een enkelde reis twee kruiffen by een F, waar van d'eene bv de flen
tel en dander by de noot ftaat, als M XF, die dan dus tweemaal
yerhoogd zynde, op G valt, maar dat maaktgeen nieuwe ters want
het-is onder een ander naam dezelfde G l/E die wy hier bovenreel
gehad hebben.
                                                                wvcureeas
Dit werd hier gezegt ten opzigte van de toetfen, noten en linien
die alle muiicanten verftaan : Anders is't niet ommogelyk alle die
terflen in getallen te vertoonen : maar dat hoeft niet om datzede
honderdfte menfch met leeft.
                                                         u
De fyne linien toonen ons het navolgende foort van terflen, die in
den Cirkel rein maar op 't clavier onrein zyn , om dat daar quid pro
quo
word genomen: als
                                                    J r,v
frategenCoftfg — #h 6 JKg-c g^g*
l;d-----fof *c~ ^:e £:* $§c fl
bg-----Jrbof*f~*a |
c rt .... „. . -y o c «)
o                                      -a
Enh — SKd '-a h Te "£Ug
f            NX) ?
wat aangaat de terflen IC tegen J, e , en [/f tegen a /, , die Zvn in
geen muiiec boeken tevinden om datmen h»c en [, f niet gebruikt
13. Op deze bafterdklanken valt aan te merken dat als men'de
zelve, met groot hoofdbreken, door Transpofitie op tegen de hand
aanloopende toetfen, komt te gebruiken, dat die dan in zodanteen foel
vaft ftaan en blyven duren : Maar als een ver/landig componifl in 'c
afbeelden van hertstogten als droefheid en vreugd , den toehoorder
wilhet hert raken, dan kan hy , op de gebruikelyke toonen fpelen-
de , met diflonantien en deze valfche tonen wyslyk daar onder te
mengen, op een gemakkelyke wyze zeer groote uitwerkingen doen
Hier toe komen by uitnemendheid de gefnede toetfen te pas daaroni
a
is t
-ocr page 167-
in                 Inleiding tot ware Gronden
is'tonvergeeflykjdezelve wegte nemen, want zyn zyn van tweederlei
rebruik ; ce weten , om wolven weg te nemen daar ze zyn , en om
ze te maken daarze niet en zyn : waar van't gebruik, 'twelk in. de
natuur leit, van groote kracht is.
14.. Die leeren wil zullen wy hier op zeggen , dat wy door dit
Natuurlyk Temperament vierderlei foort van klanken in onze mage
bebben om die in de compofitie te gebrniken: 1 , Reine, zo als on-
ze groote ters die boven al wat'er is inhelderheid uitmnnt; 2, Zwe-
vende , zo als de quinc, die niet volmaakt maar ecbteraangenaam is;
3, DilTonantien, welke zyn middenmatige weerftandbiedende klan-
ken die tot verheffinge van de ftof zyn ingefteld; En ten 4-den ,. De
Wolven, waar van 't gebruik , dat nooit befchreven is, word ver-
oordeek en uitgefehreewt, hoewel zy tot de grootfle kracht in onze
kunft, om d'uiterfte paffien daar me uit te drukken , bekwaam zyn.
15.   Gelyk de zwarte verf in de fchilderkunft leelyk is , zo zyn 'c
by ons de wolven : Men kan zig met dat wangedrogt wel al te ge-
meen maken : Maar zo als een bruine verf, wyslyk gebruikt zyn-
de, de fchoonheid kan dubbelde luifter byzetten , zo kan onze lief-
felyke groote ters, in tegenftelling van driederhandegraden vanflry-
dende geluiden , wonderen doen. Oppofita jiuiQa fe pofita maghilli
C£fcunt.
En zo is dit 00k in onze kunft; wy moeten, zo wel als de
fehilders door de couleuren , met onze klanken kunnen hoogen en-
diepen, aanmoedigen enaffchrikken, juigchen enweeklagen, 'twelk
door de gemeene diflbnantien met zulk een kracht niet gefchieden
kan: En zo is'tverlies van de reine quinten by ons een gelukkigon-
geluk , wyl wy door hun Zweving in zo veel vermakelyke verande-
ringen zyn gevallen,
16.  Om dit fpel nog volmaakter te maken is ons het gefneden cla-
vier van dubbeld gebruik want zo als 't ons aan d'een zy kan dienen
om door 't nemen van eigentlyke klanken de harmonie door 't myden
der wolven te verhoogen zo kunnen wy aan d'ander zy 00k wolven
maken daarze niet en zyn, om den toehoorder als met een droevige
klacht te verraffen. Daar wy dan dit moeten byvoegen , dat d'on-
wetende die van goed en kwaad , peper en fuiker , geen gebruik
konnen maken, zulk een heerlyke vervullinge uit hun orgelen niet en
moften weggenomen hebben zo als hier op drie plaatfen is gebeurt.
Zo hen de verdubbelde tuffentoetfen in de weg ilonden zo was 'er
niets zo licht geweeft als die zo veel te verkleinen dat zy op d'an-
dere
-ocr page 168-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.              123
dere onverhinderd konden fpelen. Maar neea ! daar moil: een niew
temperament zyn 't geen als een donkere wolk door een rondgaande
eenparigheid , alle levendige couleureii wegneemt; 'tgeen men met
regt kan vergelyken by een fchildery op blaaw papier , daar men
zig zo welmee kan behelpen als die liefhebbers, die zig met eenou-
ophoudelyk gezang van jonge wolven verluftigen zonder ooit een
volmaakte of zuivere harmonie t'ontmoeten.
17. Aan d'ander zyde wederom vind men Liefhebbers die zulke
krachtdadige beminners van de zuiverheid zyn datze ten koften van
een verdubbeld clavier een niewe mufiec met reine quinten hebben
wiilen opregten. Zo als Johan Albert Ban te Haarlem in'tjaar 164.3.
met zyn Archicymbalum lieeft gedaan die daar van een boek heeft
gemaakt genaamd Zielroerende. zangen, waar mede by alle menfchen
heeft wiilen -het herte raken ; maar de wereld was te ontkundig en
niet neerftiggenoeg om die fchoone vond te gebruiken veel min ora
dezelve te bewerken ofwat minder moeijelyk te maken: en zo is die
clavier , 'tgeen wy hier nevens in de plaat vertoonen, als onbruik-
'baar veroordeeld. De reden hier van is niet alleen dat het onhandel-
baar is , maar de voornaamfte oorzaak die 't gebruik daar van heeft
verhindert is het vervangen van de tonen die twee uitzigten daar in
hebben : waar toe de gemeene wereld te onkundig is. Van dit ver-
vangen hebben wy d'oorzaak in 't begin van 't voorgaande hoofd-
ftuk van de ftelkunft befchreven ; zo als wy 't zelve tot verder Jicht
op deze plaat met linien aanwyzen beftaande daar in dat als C 3600
tegen G 24.00, en dezelfde G tegen D 1600 reine quinten zyn , en
men naar de laatftgenoemde het oftaaf D 3200 flelt , dat dan die
laatftgemelde D tegen A 2160 geen goede quint zal maken. Om die
gebrek wegte nemen heeft men een tweede D 324odaar by gemaakt,
die dan met A 2160 in redenmaat of getal overeenkomt. Nu moet men,
in fpelen zeer aandagtig zyn om die twederlei D wqi te gebruiken ,
't welk, fchoon men 't al- wel begrepen heeft, zeer moeijelyk en by-
naar ondoenlyk is, om dat die beide D, door de engte tufien Cis en
Dis op de vlakte van de toets zo kwalyk geplaat/l zyn dat men ge-
durig gevaar loopt van die beide te gelyk te flaan. Dezelfde misilag
zien wy 00k by P. vander Elft , Auguftyner, van Gent, die mede,,
over een diergelyk clavier heeft gefchreven. \ Geeft my wonder dat-
men om deze font weg te nemen en een bruikbaar clavier met reine
quinten te maken niet bedacht heeft tot zo een dubbeide letter een
Q. 2                                        be-
-ocr page 169-
124                      Inlciding tot ware Gronden
heter plaats te verkiezen om aande handruimte te geven om die klarr-
ken te konnen vervangen. Zulke zynder drie paar in ''tOdaaf, waar
wy een uitvoerlyke tekening hebben gemaakt dog onnoodig geacht
denzelven hier in te voegen, om dat wy den lezer met weinig woor-
den volkomen hier van konnen verftendigen.
18. De zaak is eenvondig en behoeft geen andre ommeilag als dat
men de geheele reeks van letteren en getallen die zig in de nevensftaande
plaat vertoenen, een toon lager zet, dan zullen dedrie witrelplaatfen
vallen op C, E en Gis , daar men rnimte zal vinden om de vereifte
toetfen teplaatfen; daar wy niets hebben by te voegen, als dat men
de tweederlei letteren, dienu alleen door de getallen bekend ftaan ,,
00k door haar gedaante behoort te konnen onderfcheiden ; om hua
tonos vel numeros amicabiles of refpe&ive klanken waar toe zy in har-
monie betrekkelyk zyn, daar mede aan te wyzen. By voorbeeld de
D 324.0, daar men opwaarts mee tot ^2160 een reine quint maakt,
molt men alleen regt, maar de D 3200, die nederwaarts tot de quint
G 4.800 zyn betrekking heeft moll men flings aldus q zetten , om
d'onkundige, die zo ras geen getallen begrypen, te hulp te komen.
ig. Als wy dan de getallen uitde nevensftaande plaat een toon la-
ger zetten, zo zal, die verandering deCin de plaats van de Z)dub-
beld maken : Deze , die de Hoofdletter is van de middenclafle won-
der *%, of [/ , zullen wy, als hy zyn betrekking nederwaarts tot de
mollen heeft , aldus 3 anders om zetten om ons naar de linkerzyde
te wyzen; maar als hy regt ftaat wyll hy opwaarts : 'tzelfde zullen,
wy 00k van E waarnemen. Dus zo dunkt ons dat het clavier van;
een Archizymbalum behoort te werden gefchikt zo als wy't hier met
de volgende getallen aanwyzen.
5200                 25do
3                   a
3,600. 34-dy. 324.0. 2880. 2592. 2400. 2ido. 1920:
B. >'& C.
         D. E.         F. G. A.
20. Naar dit voorbeeld dan zal men verder al de getallen tot d'ove-
rige letteren of toetfen , tot de vereifte volkomenheid vaneen^r^/-
Qjmbalum kunnen opmaken.
XXV,
-ocr page 170-
Van de Muhec en de Bas-Continuo.            i2j
XXV. HOOFDSTUK.
Den Waren Grond van 't ZINGEN.
Ufiec zingen is een kunfl , om , naar voorgeftelde noten;
op linien, de klanken die zy verbeelden met de flemwel
te trefFen en op netgemete verdeelingen van tyd , met
een aangename leiding en belioorlyk cieraad voort te brengen.
2.  Dit treifen is moeijelyk om dat men de klanken niet zienlyk of
taftelyk (zo als op een fpeeltuig) maar alleen op 't enkel gehoor
moet voortbrengen: En, wyl eenleerlingonkundig is om van dege-
luiden te oordeelen, en de zingmeefter die ze hem heeft voor gezon-
gen, 20 haaft als delesgedaan is, weggaat, zonder hemdaar van een
model te laten, zo hadhy nog wel een ondermeefter vannoodenom
hem de klanken van zyn les in de geheugnis te ververfchen : wane
Zo hy zig oeffent endezelve kwalyktreft zo ontleert hy zyn Jes.
3.  Om deze zwarigheid weg te nemen zal men zig bedienen van
een welgeftelde Clavicimbel om zuiver naar te leeren zingen. Deze
moet men wyslyk gebruiken , dat is te zeggen eenvoudig, zonder
gehoor te geven aan al de buicenfporigheden en verduifteringen die
federt het misbruik van de Gamma in de Zangkunft zyn ingeflopen.
't Eerfte werk dan zal zyn dat men hem de toetfen van 't clavier zal
leeren met letteren noemen.
4.  De Natuurlyke Scala of lyfl van zangtoonen heeft maar 7- klan-
ken , want d'8fte is d'eerfte gelyk , en dient (zo men wil) tot een-
tweede hervatting van 't voornoemde zevental. Wy hebben hier bo-
ren overvloedig getoont dat'er onder de tufTenwydtens twe halve-
tonen zyn , die op den derden en zevenden graad hnn vafte plaatfen*
hebben. W"y zullen den Zangdifcipel de verbazende wildernis daar
de letteren op een fpeeltuig door de verdubbelingen vankruifTenen.
en mollen hedensdaags tot 20 klanken in 't oftaaf mee zyn aange-
groeid geen's zins aanpryzen ; maar wyl het gemeen getal der toet-
fen op't clavier grootcr isalsdatder zangtonen, hem aileenlyk voor-
dragen dat hy \ voornoemde zevental ('t geen een volkomen zinbe-
fluit, daar men liederenvan kan makenj daar op moet leeren hooger-
eji lager plaatfen en verplaatfen.
CLl                                    5> Hien-
-ocr page 171-
n6                  Ihleiding tot ware Groaden
5.   liter toe hebben wy de Transpolkie op 't clavier uitvoerlyfc
befchreven : maar, op dat men ons niet zoude tegenwerpen dat die
moeijelyk was , zullen-wy hier toonen dat het maar kinderwerk is.
Laat een kind van zes of zeven jaar de voorplank van de clavicimbei
afnemen en zien hoe de toetfen van binneii even breed (zyn, laat
hem dan ut zetten waar hy wil en volgens de fchale , tot het ma-
ken van een heelen toon twee ftekken en toe den halven toon maar
een nemen, zo heeft hy de heele cranspolitie geleert;
6.  Wy willen hier niet fpreken van Toms major £jp minor, Semi'
tonium majus& minus
, limma, comma &c. En aan d'ander zydeook
niet van een onnoemelyk getal kruillen en mollen , verwiifcling van
linien en 70 derlei gebruik van fleutels om de ut , zo als men in de
nevensftaande plaat ziet, op en tuffen al de linien te konnen zetten.
Dit is wac meer als Y geen by Mr. de Brolfard word genoemt (*)
Crux tenellorum ingeniorum, De pynbank der tedere verftanden: die
laten wy voor de geleerde. Het zoude ons niet onmogelyk zyn in
de zangkunft al die ballaft, die de leerlingen javeeltyds 00k demee-
fters zelvernieten verftaan, met een flag te vernietigeneneen eenvou-
dig middel daar toe aan de hand te geven; maar het onkruid heeft de
overhand en is te vail geworteld : wy konnen de mullecboeken niet
veranderen. Al dat ons daar aan geoorloofd is te doen, is datwy de
menigte van onnutte veranderingen van fieutels zouden konnen ma-
tigen: zo als wy hier boven, op de 14. en ij bladzyde hebben voor-
gedragen.
7.  Ik heb dit bovengemelde voorfchrifc met 70 veranderingen ( be-
halven de kleine zwarte nootjes waar mede ik de plaats daar ut ftaat
heb uitgedrukt) van een der grootfte Franfche zingmeeflers ont-
fangen met byvoeging dat hec zotten waren die anders leerden :
maar my dunkt dat dit liulpmiddel zwaarder is als 't gebrek , want,
daar een ieder op zyn fpeeltuig maar een of ten hoogften twee fleu-
tels hoefc te leeren daar word den armen zanger met alle bedenke-
lyke foorten van veranderingen geplaagt zo dat den leerling eer hy
die kan verftaan , eerlt al de verwilfelingen van linien en fleutels lee-
ren moet. Als men hier nu byvoegt derzelver drievoudige uitdruk-
kingen van G re fo!, Ce fol ut, Fut fa, waar mede zig de ileutels
noemen zo raakt men nog verder in. verwarring , want de letteren
ach-
(*} Pag 162. ■ .                                                                             : . , ,
-ocr page 172-
%S7ra72jposvtions au hpour LzJfommatib7i.
^^ijApJ.|j^grfNi
it
3E
j
2
fek
R*
SSil
K^
t
«2
*)* \n+% In
3>
t?.»
4^
aLfeiS
^
fe
$£%
f
W
i
^TrancfpajitioTW ouXpour laJYcmiriatum/.
-ocr page 173-
/
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.            127
achtenze niet, en van de twee namen kandtoa maar een waar zyn;.
behalven dat de fleutel , die tot een aanwyzer van de naam dient,
hier meeft een verkeerde hoogte wyft : ik zwyg nog van die andere
dwaling (*) van de noten met kruiflfeneeven eens tenoemen als oFer
geene by ftonden.
8, De Eenvoudigfle uitlegging die men hier van zoudekonnenge-
ven is, dac'er drie Liniefleutels of Letterfleutels zyn die elk een
byzondere hoogte vertoonen 0) zy zyn by ons geaaamd G fleutel,
C fleutel, F fleutel; maar ten opzigte van den zang noemen wyden
eerften jol den tweeden ut en den derden Fa: maar, zo d'er een
M of l? by flaac zo heeft de fleutel zyn naam verj^bren want ditzyit
twee NaamfleuteJs ; de kruis hletjt en de mol hietfa en geeft zyn
naam aan de plaats daar hy ftaat: zo d'er twee kruiflen ofmollen zyn
20 word de naam verzet en aan de laatfte by gekomene gegeven.
Zo noemt men dan de twee kruiflen mi en ft en de molle ut en fa:
Welk van beide de ut of de fa is kan 00k door 't tellen op de linien
blyken: Maar als men 3 kruiflen by de fleutel vind, zo is het zeker
dat'er altyd twee naafl malkander itaan , van welk de hoogfte d-xnfi
is.' in tegendeel van 3 mollen ( waar van'er 00k altyd twee by een
flaan) is de onderlte Fa. Van twee paar kruiflen ofmollen zal men
als boven, door de Jaaft bygekomene, of door tellinge de namen we-
ten; maar van vyf zal men even als van drie oordeelen en de hoog-
fte
krais/ of de laatfte mo] fa noemen, enz. Waar uit blyktdatde
namen alleen van de kruiflen en mollen afhangen en geenileutels tot
uitlegging van nooden hebben.
p. Ten overvloede hebben wy hier de nevenftaande plaat byge-
voegt daar men terftond aan zien kan uit wat hoofd of grondaldeze
verwitrelingen haren oorfprong hebben en hoe dat ieder kruis of mol
in 't byzonder moet genoemt worden ; waar mede dan die zaak h
afgehandeld ; daar wy niets hebben by te voegen als dat wy verbie-
den A mi /a, Be fa ft, enz. te zeggen, want zo men by deletteren
wil namen voegen zo moet men 'er 7 noemen en Befafol la ft ut re mi
zeggen, om dat op ieder letter al de namen komen vallen.
10. Uit de plaats daar den Hoofdtoon op gezet is fpruitdeganfche
fchale. Zo men in 't zingen een vervloge kruis of mol vind die de
Scala te buiten gaat zal men, om die t'onderfcheiden, in d'uitfpraak
van
(.*) Zie biz. 31.                 (t) Z.o als op:de plaat biz. 14. te zienis;
-ocr page 174-
iz8                      Inleiding tot ware Gronclen
van zyn naam een i of een a voegen 5 maar zo de periode Zeer lang
is zo kan men de Scale verzetten.
11.  Maar wanneer men zo verre zal geleerd zyn dat men van de
ftandplaatsder heele en halve tonen (daar'tal aan'hangt) eenvolko-
me Kennis
heeft, zo zal men de namen wegwerpen -, zo als men 'c
a b c doec als men lezen kan ; dit word gedaan als men eindelyk de
mufiec met de woorden zingt. Maar Viool of Fluitliederen kan'men
zonder woorden of namen met la la la zingen 't welk men noemt vo-
califeren
: en als men hapert kan men op dat voorval de namen, die
ons alleenlyk dienen tot een memoriekunft om de klanken by'tont-
houden, te hulp nemen.
12.  'tis geen Keizers gebod dat men , om de bovengemelde Ken-
nis
te verkrygen juift deze namen moet gebruiken 3 want men kan
door verfcheide middelen een zelve zaakteweten komen: de queftie
is alleen om het klaarfte en gemakkelykfte middei voor te ftelkn. In
Engeland gebruikt men maaf 4 namen , vertoonende een halve en
twee heele tonen , waar van men 't gebruik voor aan in de Engel-
fche I'falmboeken gedrukt kan zien. Jk heb de mufiec geleert uit
een Rudimenta mufica latinohelgica , t1 Amfterdam by Janjonius in7t
jaar 164.?. ten tweden male herdrukt ; behelzende de leere der Ita-
lianen die tot de 7 tonen maar 6 namen gebruiken. En dat is zeer
goed om dat het de leerlingen verplicht op den halven toon te letten.
Jndien iemand het verltand heeft van uit omftandigheden de tuflen-
wydtens der heele en halve tonen t'onderfcheiden die heeft geen na-
men van nooden: want dit ftaat vierkant dat een %. ishetonderdeel,
en een j; het opperdeel des halventoons: hier uit ziet men terftond waar
hy ftaat, en d'overige zyn de heele tonen: meer heeft men niet te we-
ten : Noemt ze dan in'tGrieks of Hebreeuws of noemtzeniet, dat's
even goed: maar omze aan een anderte konnen vertoonen moetenze
niet alleen namen hebbenmaar zelfsmoet derzelver<SWtf voltallig zyn
om in alle voorvallende gelegentheden van ieder lid in'tbyzonder te
konnen fpreken, 't welk tothet verilaan van de ftof, om de Bas-Continuo
en de Compofitie te leeren van 5t allerhoogfte belang en gewigt is;
want aan ieder naam word de natuur van zyn klank va/tgemaakt daar
men dan het gebruik aan een kind allengskens , zonder dat zulks
zwaar valt , van kan inboezemen , om daar na , met groote voor-
fpoed, vrugt daar van te zien.
13. Dae
-ocr page 175-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.           1ZQ
<Welk ze niet volkomen doenwa u t noemenL ™hcid ,*<**<*
hen Gis en men ziet zelden dat^y die "20 Sfbeh^' '" ^ by
men.) Dien letterzang is duifterzo men dSJ■ w 7 ? *'noe"
Jialven toon niet byvctgt. Een verftanXV.n " ^°rdeel van den
zingen ieder halv/roofaan te* £^£$ffi£ nlat? in'c
kerlyk van deszelfs ftandplaats tutfen de Sinn™ ' ■ ° "J1? T
uit dezelve kan hy zig inwendig een foort vt ^alaevtannfaeTU,i:
tonen zonder namen , inprenten- Maar h; «•IV ? van verk(>ze
&/M«r daar ^/^ > van fcTrvft 01n dt h '"** Z° is h? de
doet : want de waaregrond vand^ZtJY "" en Weet wathy
kennis des halventoons is gdegen -^ SV^^6"13* in de
fchryft C) Dat Nel femitonio mljore \ dat is ^a"he£bn °<* reiver
toon beftaat al hetgoede vanded een da ten/r?oten i,aIveft
dulatie hard, wreed en kwalykluidend is.
                  ^ hem a,Ie mo*
14.. Laat dan een difcipel van 6 of 7 'hrPn a;~
ded nog vry is, de Seal ut re mi fa Jollfi *J& ™ ^ ™»"-
ten leeren zingen : zo dat un^Lni^^^^tT"1 bm~
hy heeft geen gehoor, want ik Jieb by ervarenfei/L' Zof%a™>
een dwaling is ; Geen menfeh die oordS heeft t bQV0l\dei1 df dlc
verfteken: Zo iemand in zyn opvoedinfof nfm " d^ gehoor
of zang heeft bygewoont, \ hzlker d£hL°? ga"g geduriS fPel
ting zal aanklevl ; maar zo Yemand vaT dTe" T e,eni^bevat"
verfteken s:eweQH zo is hv darnm nU
                      voorbereiding s
van de gefuiden te'oifdeelnXe hem'we?" *?**"* faeroof^
of zou een menfeh onbekwamer zyn al ^l^^/f^gedragen ;
verfch uit het bofch komt ? Die 'GehoorC"? onn?fel vogeltje dat
opening krygen, maar dit vereift feel tyd §n ^ kan 'C d°°r
1 J. Laat den leerling 00k zyn Scala van rn„ n r- 7,
verzetten; en peilt delioogte van £y ftn ??„f J ^ £ ?Ieere«
mt D zeer nut is om mee % beginneri om d£ 1 t^ ^ de^*
door twee verheve toetfen daar inStbaa 1 n™^ haIve tone*
't begin af die bevatting.dat de leLren zvn I 1°^ ,iem dan va»
fnaren en toetfen , raaarde ,n 1,? 6 P^oemer* van de
der levendige ^ ^t^ffig ^oXt^tn.^^
(*) Organifttn Prak 1719 onder aan biz. 101.
                                    ^ Het
-ocr page 176-
130                    Inleiding tot ware Gronden
16.  Het zingen van de fcala is dan d'eerfle les , die zo lang moet
duren tot hy ze ken : waar toe hy de clavicimbel in 't afwezen van
z.yn meefter kan te ixulp nemen om te hooren of hy wel zingt. Wy
gebrniken hier toe voor eerft geen noten of linien , om dat wy geen.
twee dingente gelyk willen over hoop halen.
17.  De twede les zal zyn overde viereerftenotenut re mi fa; waar
op hy in 't zingen moet aandagtig letten hoe de re veel hoger is als-
i-ut, en hoe de mi zig boven de re verheft en uitfteekt ; En in te-
gendeel, als men van mi tot fa gaat, hoe naby dat dit laatfte geluid
is aan't voorgaande,en hoe gemakkelyk men zigopdie fa als op een
aangename ruftplaats neder zet: Na dat men dit wel zal hebben be-
trachtzalmen, om zig te oeffenen, honderdmaal zingen utmi9 utfa,
%t ini-y utfa;
en dan daar na ziginsgelyks oeffenen op ut fa, utfol;
en wel in achtnemen hoe veel hoger de/0/ is als defa. En eindelyk.
't zelfde doen met ut re mi fa fol la , ut la: en daar na ut fol ut la,
ut fol ut la.
Na dit geleert te hebben zal men , zo als met ut re mi
is gedaan, zig even eens oeffenen met op fa tebeginnen; en zingen
fa fol la, fa la, wel lettende hoeveel hooger de fol is boven de fa,
en de la boven dsfol: daar na zal men de fi daar byvoegen en hoo-
ren hoe wreed en onaangenaam dat hy klinkt. Dit dan rypelyk heb-
bende aangemerkt zal men , tot.eenbeiluit na de fi de ut zingen en
wel in acht nemen hoe lieffelyk dat men door dien halven op den
hoofdtoon komt te eindigen. Daar na zal men 00k op dezelfdewyze
de fprongen van boven af nederwaarts leeren, als ut fi la, ut la; ut
fi la fol, ut fol; tot beneden toe; waar mede dande fchale van Dia-
ionyke town,
van V Eerjle modus of fpel van de groote ters, vol is.
18.  Daar na zalmen de fchale van 't Tweede modus of fpel van de
kleine ters, beftaande in Re mi fa fol la fi $£ it re, re ut\ fa la fol
fa mi re,
00k van buiten leeren , en zo als in 't vorige gedaan is,
00k hier, op deze tonen, de zelfde oeffening doen: als Re mi fa,
Re fa ; Re mi fa fol, Re fol; Re mi fa fol la, Re la;
enz. Maar
hier fbataan te merken , dat, wyl deze fchale (zo als boven reeds
geleerd is) twee wegen heeft, een om te klimmen en een ander om
te dalen, dat men niet op den hoogften toon kan komen zonder een
$&by de ut te voegen , zonder welke men zig niet op den Hoofd-
toon Re kan nederzetten : want, als de ut in 't opgaan geen kruis
heeft zo is Re geen Hoofdtoon. Om die dan wel uit te drukken heb-
ben wy geoordeelt dat men hem moet kunnen noemen : darom heb-
ben >.
-ocr page 177-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.           131
ben \vy hem de naam van van it of/gegeven ; in aanmerking dac
d'andre twee dure tonen (to weten mi en fi) 00k met een i worden
uitgedrukt. Dus 10 zalmen in 't klimmen zingen la fi it re. Ilierna
zal men zig oefFenen op Lafiut, Lafiit; La fiut, Lafi it; om die
twee ftrydige klanken van de ut met of zonder §£ te Jeeren onder-
fcheiden; daar men eindelyk dan re tot een beiluit zal byvoegen.
ip. In 't dalen zal men insgelyks aanmerken dat de fi in de fchale
altyd door den molmaker b (die men ten onregte B mol noemt,
want hy is geen letter3 maareenteken dat men by elke letter kan zet-
ten) verzacht word : waar door wy hem, naar 't voorbeeld van de
Fa, die in zyn natuur 00k mol is, de letter a tot een kenteken toe-
voegen; dus zal men hem/# noemen en zig oeffenen met ontelbare
malen Sol la fi, Sol la fa; en Reutfi, Re utfa ; Rent fi, Rent fa
te zingen; en daarna zig met Rent fa la op den middentoon of Do-
minanie neder zetten.' 'twelkmet de//, ten ware in een ander fpel,
niet gefchieden kan.
20.  In 't gaan tot den Hoofdtoon of de Dominante zal men zigge-
wennen op den naaften, te weten op it en mi, en op fa een kleincie-
raad te maken, beftaande in een kort tramblant met een bygevoegde
toon een trap hooger als de noot daar op te laten voor afgaan.
21.  Daar nazal men nederwaarts, zoalsin de klimmende fprongen
is geleerd zig 00k van trappen bedienen , om derzelverwydtemetde
ftem eerfb af te meten eer men den fprong doet, als Re ut fi, Re ft,
Rcutfa, Re fa,
zo ookmetRela, Re Jol, Re fa, Remi, Re re.
22.   Ten overvloede kan men zig op dezelfde fprongen van twee
zyden oeffenen : By voorbeeld zingt de laage Re en dan fa, en daar
na de hooger^, en dan wederom fa: als Re fa te fa, Re fa xtja\ Op
dezelde wyze zal men zig 00k oeffenen op Re Jol re foL, Re mi re
mi^Tle la Te la, Re fi
re fi, Re fa re fa, La re it re. Na die voor-
beeld kan men zelveralle verdere fprongen uitandretoonenbedenken,
waar onder fpecialyk die van het bovengenoemde eerfte fpel van ut
zullengemakkelykvalten, zlsUtmi ut mi, Utfautfa, [ftfolatfol,
enz. met dezeoeffening vannamen, volgens een fchale zal men niet
alleen de klanken wel leeren treffen maar te gelyk 00k van derzelver
ordre, aart, engebnuk een denkbeeld krygen.
23.  Wat aangaat de valfche fprongen , als Fafi, Sami, Sol it,
re fil,
enz. die zal men voor eerit niet ondernemen maar voor 't
laatfle geregt, nevens 't Chromatye Re mi fa fis jol fil la, re it ut fi
R 2                                      fa
-ocr page 178-
iji                      Inlciding tot ware GrontTen
fa la, bewaren, daar men dan een meefter kan bynemen: Anders is *t
niet onmogelyk dat een ieerling die verftand en geduld heefc alledeze
dingen by zig zelven zonder meefter, met behulp, van een clavicim-
bel leeren kan: Darom hebben wy dit dus verre zonder iinien of no-
ten befchreven, want, het zingen of het treffen der klanken is voor
eerft de Hoofdzaak, en de Iinien en noten, om dezelveaf tebeelden,
zyn niet meer als werktuigen die d'Auteureneendubbelde mantel om-
hangen, zo dat men dikwyls niet zien enkan watdaaronderis, hoe-
wel men die eenvoudig kan voordragen, en zeer wel verftaan zonder
elke letter met 3 of 4-derlei namen ; en de drie ileutels met 7 derlei
veranderingen; en de ftoffe met 70 transpolitien te beballaften.
24.. Zo de geleerde in vorige tyden deze buitenfporighedenbadden
voorzien , zy zouden zekerlyk ndddelen hebben beraamt waar door
zy den Zanger zonder moeite, van d'allergrootfte zwarigheden (die
hen door dat onophoudentlyk veranderen in een gedurige onzeker-
heid ftellen) zoude hebben bevryd. W1 hebben hierboven reeds aan-
gemerkt dat iemand die alleen zingt Tranfponeert zonder dat hy 7t
weet ; want wy v in den dagelyks dat een zelve lied van een zelve
perloon (zo d'er geen byfpel is dat hem de wet ftelt) nu hoger dan
lager word gezongen; en aan d'ander zyde dat, zomen iemand met
een goede Bas-Continuo de tonen in de mond geeft hy niet zal kon-
nen laten zig daar naar te voegen : dus zoude men een reglement
konnen maken daar men de grondllag van alle ftof op een gemakke-
lyke wyze binnen weinig omflag mee zoude bepalen; metbyvoeging
van een klein teken waar naar den Clavicimbalill den Zanger zouden
toon opgeven: maar wy mogen geen niewigheden maken.
25;. Als men dan door de kennis van de Scala den zetel der halve
tonen en wat daar van afhangt zal hebben aangemerkt zo zal men
met verftand zingen ; want de ftof bekend zynde moet den zang
meevallen en men zal dan geen namen meer van nooden hebben. Op
die wyze zullen de SoJmifatores de voorftellingen die Matthefon hen
voor ondoenlyk opgeeft, terftond ontcyfferen en (volgens de namen
waar mede wy ieder verandering van toon hebbenaangewezen ) met
oordeel zingen, C *)
26. Wat aangaat de menigvuldige veranderingen van ileutels, ons
dunkt dat men die twee die wy op de plaat by biz. 1?. met een ver"
keerde a hebben aangewezen wel kan ontberen: want die fchoone
- .                              redeu
(*) Zict de plaat by biz. 63,
-ocr page 179-
V
Van de Mufiec en de Bas-Cotitinuo.              133
reden dat men de noten daar door belet met de kopperi of ftaarten
buiten de linien te gaan is zeer arm. Ziet eens de Duitfchen diede
Cantusfleutel, of C Sleutel op d'onderlyn voor 't Clavier gebruiken ,
daar 6 letteren aan te kort komen, waar toe zy dan 3 linien moeten
boven aanhalen. Merkt 00k dat de vioolfleucel No. VII. die men hec
gemeen bereik van de Hem belt over een komt, hiertoe bekwaamer
is 3 Weshalven hy by de meefte Auteuren daar toe gebruikt word. -
27.  Een uitmuntend frans Auteur genaamd Lovlie heeft, tegens
verwagting, al over veertig jaren in een klein boekje(*) waar in hy
een zeer netee verhandeling geeft van de gronden der zangkunft,
getoont dac hy van de bovengemelde dwalingen heeft zyn affcheid
genomen. Hy begint d'eerfle Kinderles met linien zonderfleutel daar
na verhandelt hy alles zeer kort, en neemt my de moeite af van de
verdere beginfelen hier te befchryven wyl hy van alles eenzeer necte
onderregting geeft, welke hy in 't laatit, met een befchryving van
de maat (t) door middel van een flinger, die hyChronometrenoemt,
komt te befiuiten ; daar wy niet op te zeggen hebben als dat zyn
boekje te klein is: 't waar te wenfchen. dat hy'er wat meer muliec
had bygevoegt, ora zig op alles te konnen oefFenen : Hier toe kan
ons het zangboek van IJffillard, door eenovervloedvangoedevoor-
beelden, byzonder dienen, daar na gaat men tot de muliec boeken.
28.  Aangaande het maat flaan moeten wy hier 00k gedenken dac
vele mufiecmeefters dat doen als of zy gras maaiden: die tydverdee-
ling moet met de hand of de voet op en neer te bewegen gefchieden.
De beweging naar beneden noemen wy den Neerjlag., en bpwaarts
den Op/lag. Dit is de Hoofdverdeeling, die een maat (fat is te zeg-
gen een bepaalde lengte van tyd van den eenen neerilag tot den an-
deren) in twee halve maten doorfnyd; wat aangaat de vierendeeleii
die onderfcheid men door een minder bewegiag of Jubdivijie, door
de hand , als die om hoog of om laag is, een weinig te verroeren:
waar van D. vander Hooch in een klein boekje genaamd grondf lag van
't vocaal muliec (*) een volkomen onderregting geeft. Verdere ge-
deeltens die wy achtendeelen en feftienendeelen noemen, fchikken
(*) Elements ou Principes du Chant, par Mr. Lovlie , chez Roger, a Amfterd. iopg,
pag. o.
(t) M. Lovlie pag. 34, 93.
C*) D, vander Hooch, t'Amftcrd. by Eindenberg 1701 Iblz. 9.
-ocr page 180-
134                  Inleiding tot ware Gronden
zig van zelfs. Ik moet nog lagchen om een kind dat in 't fchool een
m een driebeen, en een ;; een tweebeen noemde, niet konnende den
regten naam bedenken: die zeg ik een laften van d'Auteren die de heele
maat een ronde, de "halve de witte, de vierendeelen zvvarte, d'ach-
tendeelen gehaakte, en de zeftiende dubbelhaken noemen: ikgeloof
dat onzen boer die gedaenten wel kan onderfeheiden, maardewaar-
dy is hem onbekend , wy moeten duidelyk fpreken-. Zo is 't ook
met de maxima, tonga, brevis, minima , feminima, fuja gffemifufa
der ouden, die lang verfleten en vergeten zyn.
XXVI. HOOFDSTU K.
Van de SPEELTUIGEN.
ler van zullen wy geen algemeene befchryving onderne-
men, wyl dat werk reeds door verfclieide Auteuren is af-
gelegd: Maar ondekkingen die hen. onbekend waren, om
dat.ze in later tyden zyn voorgevallen zullen wy hier aan de kunfl-
beminners meedeelen.
2. DE HJRP die ook I'faiterium , en wyders Citbara , Lyra,
Barbytos, Sambuca,
enz. wierd genoemt, en totdeze tyd toe zon-
der tuiretonen alleen maar tot d'eenvoudigfte mufiec bekwaam was,
door dien des zelfs vlak leggende fnaren niet toe lieten eenigeverhe-
vene tot kruiflen of mollen daar tulfen te voegen , is uit die laagte
tegenwoordig tot den top der volmaaktheid verheven, want mennu
daar op by uitnemendheid alle Chromatyke tonen zo wel als op een
clavicimbel kan voortbrengen. Toen ik dit d'eerlle maal hoorde wil
ik wel bekennen dat ik daar over verfleld ftond: ik begaf my by den
fpeelder en zag met arendsoogen toe , maar kon niet merken waar
die heerlyke uitwerking van daan kwam, ten Iaacften vraagde ik hem
oft my geoorlofd was te weten door wat mirakel hy al die verande-
ringen in dat fpel kon te weeg brengen. Hy had de goedheid van
my te vertoonen dat'er boven aan de harp kleine klaawtjes waren
die, bewogen zynde, op de fnaren die werking deden die de vinge-
ren op de viool doen, waar door hy de noodige fnaren een halven
toon kon verhoogen; 'c middel daar toe was dat hy door zekerewerk-
jcui-
-ocr page 181-
Van de Muiiec en de Bas-Continuo.             i$$
tuigen die binnen in \ hotic verborgen waren en onder aan de harp
uk kwamen , de bovengemelde kleine toetsjes met zyn voeten kon
bewegen. Hy zei my dat zyn vader genaamd Hohebruckcn in Duits-
land die bad uitgevonden. \ Is te wenfehen dat by van anderemag
werden nagevolgd, en dat zyn lof mag eewig duren.
" 7,. DE CTMBEL, die men 00k een Hakkebord noemt, was, zo
als d'oude harp mee zonder tufletoonen : 'c is onbedenlyk hoe eenen
Fantaleon te Weenen dit gering fpeeltuig tot zulke heerlyke uitwer-
kingen beeft konnen bekwaam maken dathet, allermenfchen verwag-
ting overtrefFende , een verwondering van de wereld is geweefl.
De Keizer die in onze Kunfl uitnmnt , hield bet in d'allerhoogfte
waarde en ontbaalde met dat fpel de gene die onder de Vorllen de
grootlle kenners waren. Den lof van dit fpel bebben wy in vele
Gouranten gezien. Het beflond , voor zo veel ik beb konnen ver-
nemen, daar in, dat den uitvinder van dit fpeeltuig, Ctgeenzeer
groot en met metale en viool fnaren befpannen was) de geluiden
daar op zo aardig will door elkander te mengelen dat men zou ge-
zworen hebben dat'er twee inftrumenten waren : Darenboven was
zyn mufiec by uitnemendheid fraai, en 00k nieuw, om dat by, die
een goed componifl was, die tot dit fpel expres beeft moeten maken:
voegt bier by dat hy met bard en zachtilaan het geluid zokonde ver-
heifen en matigen , dat alle toehoorders daar door ten uiterflen ge-
geraakt waren 't geen op de harp met die kragt niet kan gefchieden.
't Is te beklagen dat dit fpel te zwaar is om by alle menfehen in ge-
bruik te komen.
4.. DE STAVEN-, anders hetStaaffpel genoemd, is een fpeeltuig
van gegoten metaal of van yzer (zo ulster in Duitfland van houten
zyn, die men op ftroo of biezeri vaflmaakt en aldaar eenftroovedel
noemt,) de matale zyn twee of derde halve vinger breed en ontrenc
een halve vinger dik, maar van verfchillende lengtens, waardoorzy
op tonen zyn gefteld: Dus zynze zonder Redenmaat en by gevolg
van geen goede uitwerking; want de baffen klinken als ketels en de
bovenfte als of men op een aanbeeld floeg, maar als men naar't mid-
den komt gevenze 't geluid van kleine Klokjes.
f: Hier op ftaat te weten , dat, zo men dezelve, gelyk de klok-
ken , mogt in evenredigheid brengen , om een eenparig geluid en
fchoone baffen daar door te bekomen , dat men daar van het heer-
lykfle fpeeltuig van de ganfche wereld zoude konnen maken (zo als
area
-ocr page 182-
i$6                   . Inieiding tot ware Gronden
men ook van kleine klokjes zoude konnen doen) door dezelve in be-
hoorlyke ordre te fchikken ,, en kleine hamertjes op zachte fteunve-
ten daar aan te voegen ; mec onderaangehaiigene draden aan een
clavicimbel clavier vaft te maken; daar men hard en zacht op zpude
konnen fpelen , zonder ooit te ontftellen ofverniewing van pennen
noodig te hebben : Maar, dit keeft men tot nog niet werkftellig ge-
maakt, Eerftelyk, om dat de Baffen, naar denregelvan't^y^inre-
denmaat gefchiktzynde , te zwaar zouden wegen om'er een kamer-
fpel van te maken; want zo de bovenfte C woog een pond, zo zou
de tweede 8 , de derde 64., en vierde 5-12 pond wegen ; 't welk te
ver loopt : En , om daar een andre proportie toe te vinden die het
oor zoude voldoen daar toe heeft zig, myns wetens tot nog toe niemand
bevlytigd : Want dat is zeer moeijelyk, wyl ieder lighaam zyn by-
zondere bygeluiden heeft die van de gedaante af hangen.
6.   Ik heb by den grooten Klokkegieter Hemony , die al die heer-
lyke fpeelwerken in Holland gemaakt heeft, in'tjaar 16^6. t'Amfter-
dam een Staaffpel gezien waar van ieder flaaf, op zyn kantgelegd
zynde, een octaaf hooger klonk als op zyn plat : dit kwam van dat
de dikte tegen de breedte flond als 1 tegen2 : zynde halfzo dikals zy
breed waren.
7.  Naar deze ftavenfteldehy zyn klokken ; waar van wy hier zullen
aantekenen, dat gelyk men aan de drinkglazen ziet dat dedunneeen la-
ger toon hebben als de dikke, eenklokzelden zonetgegotenwordof
Jiy zal aan d'een zy wel een weinig dunder zyn als aan d'andere;
by gevolg dan vals. Om dit gebrek weg te nemen moet hygedraait
worden tot dat hy zuiver is, 't welk men aan de klank die hy in 't
draayen geeft kan hooren. Dit gedaan zynde moet men onderzoe-
ken of hy niet te hoog of te laag is; is hy te hoog zo moet hy dun-
der ., maar te laag , korter gemaakt worden : nu is de queftie hoe
veel en hoe men dit op een hair zal trefFen.
8.  Het is een bekende zaak dat de glazen zullen antwoorden als
men hen in hun taal aanfpreekt, 't zelfdedoen ookdefnaren: Roepc
eens in een clavicimbel als zy door de regiflers niet gefmoord zyn,
alle die naar de item gelykenen zullen zig laten hooren. Op dezelfde
wyze zal ook een ftaaf terflond klinken als hy van een flerkgeluid op
zynen toon word aangctafl. Hier door zyn zy 't model van de {id-
ling der klokken ; want, als een klok gedraait word en daar leit een
ftaaf, die den geeiften toon heeft, in'swerkhuis, zozal hy zwygen
zo
-ocr page 183-
Van dc Mufiec en de Bas-Continuo.
137
to lug als zy beide niet wel over een ftemmen, maar zo Jiaafl als
de klok op zyn toon is zal de ftaaf antwoorden
9.  Staven te maken en Klokkente ftellen is geenkunft vooriemand
die ooren heefc. Men kao daar een proef van nemen met ilukken v-
zer , lang en kort , op tonen te brengen. Om ze wel te konnen
hooren moet menze ieggen op twee wolle koorden op zodaniee tus-
fenwydtens als zy zelver zullen aanwyzen : 't welkvermakelvk ii
om te zien ; want als men een ftaaf daar een weinig drooz zand on
geftrooid is doet klinken , zo zal \ zelve , door die beweW, 2jS
al fpnngende op twee plaatfen verzamelen , daar 'c dan zal blyveH
ftil Ieggen , ten teken dat men aldaar mag een gat boren of een an-
der middel gebruiken om de ftaaf mee vaft te maken, zonder aan V
geluid eenig hinder toe te brengen. Dus zo heefc een ftaaf tweepun-
ten daar hy met en khnkt, en een klok maar een, 'c welk is het mid
den punt van zyn cirkel. Om ze te ftellen vylt of llypze dunder zo
ftondehoZoVerger' """       ** "* ***& ™ko^S *Y*** «£
10.  AlseenStaafmetvylenofmethandelen warm isgeworden moet
men wagten tot hy koud is eer men van't geluid mag oordeelen, om
dathy door de warmte zwelt, of grooter word. Zo maakt hem de
.warmte lager; het legended gefchied in d'orgelpypen die, als men z'
in de hand neemt, terftond hooger worden: reden, dat het lood zwlh
t geen de pyP naawer maakt, waar door hy een weinig minder lucht
anlluit: want, de pypen zyn maten van de lucht , die, bewogen
zynde, den toon geeft, laag of hoog, naar demeer of minder grooc
heid die daar in beiloten was En dit luiftert zo naaw, da7wy'c
■klem verfchil met geen pafler kunnen meten , maar door'tgehoor
dat nog fynder en in de mufiec den opperften Regter is, fvorden
wy klaar van de waarheid overtuigt.
                                         ™
11.  Op'twelhoorenen welmetenkomt myhier ingedachten'tgeen
men vertelt van Pythagoras (*) dathy verby eenSmidswinkel£-
de
ziggeraakt vond van de t'zamenklank der hamersen dat hy daar 00
toetradoiii der zelver Reden t'onderzoeken: Dithou ik vaft voor eea
fabel: Want een klinkend ligchaam zal zo haaft als het door een ai-
der word aangeraakt gefmoord of geilopt zyn : nu zo zeg ik dat- de
hamerfteel de knods of de vuift belet te klinken. Zomen hier op ant
(*) Prints zing en Klinkkonft M. 53, 54- Neidhard, bl 10.                            WOOrd
s
-ocr page 184-
138                     Inleiding tot ware Gronden *
woord dat twee aan een gehegte ligcha-men wel te zamen konnen een
geluid geven en dat de fteel en de knods konnen als voor een lig-
haam pafferen (wyl de bewegingen zelfs door aanraking van 't eene
ligchaam in 'tander deurgaan.J Zet antwoord ik, dat deSmids hand
de Heel fmoort , en by gevolg dan Ook de knods. En zo blyft die
afgehandeld dat Pythagoras wel wyzer is geweeft aldat hy zynaan-
dagt aan de Smidshamers zoude .hebben verleent; want 'er buiten dien
duizendandere ligchamen j£y_ da^ar men onbelemmerd het redentalvan
'tcubyc aan zoude konnen onderzoeken. By voorbeeld, ietsdat men
laat vallen klinkt zonder dat Iiet gefmoord is: De keyen zelfs hebben
haar geluid; zo als wy dat hooren als de Straatmakersdaaropflaan,
waar op ik menigmaal heb aangemerkt dat zy een halve, een heele,
en ook wetfen tcrtia minor verfcheelden. f ££bvrQ*b^*~***n?*aA^ &--
12.  Een kaliaanfch kunfrbeminner , hebbende gehoort dat'er in
Holland zulke fpeelwerken waren , kon niet laten dezelve , als over*
heerlyk, tepryzen: maar, hebbende gevraagt door wat middel men
die groote ligchamen, zo als men de fnaren op de clavicimbel doet,
op haar beurt konde doen zwygen , en tot antwoord bekomen dat
dit niet wierd gedaan, wierd het heele Klokkefpel door hem veroor*
deeld , zeggende dat de kwade ontmoetingen der ftrydige geluiden
noodzakelyk 't zelve onverdraaglyk molten maken : Het tegendeel is.
waar , zo als wy alle dag hooren ; waar op men dan vragen mag,
door wat reden ? Ik antwoord, nit onze voorgaande biz. 10? door
't zelfde mirakel dat daar van den orgel befchreven is. Kan dat ge*
fchieden in een gedurend geluid, hoe veel te meer inklanken diever*
dwynen terwyl andere niewe , door haar groote kracht, felkens de
ftervende geluiden bedekken en overweldigen. Zo als wy gezegt
hebben dat de groote viflfen ecen de kleine. Zo genegen is de natuur
allcs te verbeteren en in de goeije vouw te fchikken dat ze zelfs d'al-
lergrootfte ftrydigheden bekwaam is ce vereenigen.
13.   Gefchied dit in de ftrydige zo moet men 't zelfde met veel
kracht in de harmonieuze geluiden ontmoeten, Hier van hooren wy
d'ukwerking dagelyks in 't voorfpel van de klokken als 't uur zal
flaan , waar in de BafTen door hun groote kracht dikwyls 't geluid
der kleine zo bedekken dat men de wys van 't liedje datze fpelen,
niet kan hooren. Dit gebrekkan men met weinigmoeitewegnemen
door middel van de hamers der groote klokken niet zo hoog , maar
der kleine wat hooger te doen lichten, waar door dan^ gewigt der
fiagen zal gematigd zyn..
                                                      14.. Alle.
-ocr page 185-
Van de Muiiec en de Bas-C6ntinuo.           139 6N
14.  Alle de Klokwerken in Holland zyn gefteld naar'het Tempe-
rament dat wy in ons XXIIIfte Hoofdftuk hebben befchreven ; ee
weten met reine groote -terflea , zwevende quinten , en in verre af-
gelegene Transpoiitien 00k wolven. • En , terwyl wy bevinden dat
niet alleen deze , maar 00k nog veel erger ftrydigheden , door de
tufTenkomfte van zwareharmieufegehiiden, in alle de fpeeJtuigen die
niet en ftoppen , als Klokken , Staven, Harp , Pfalter enPantaleon
(die de toejuigching vande heele wereldheeft gehad) zig laten bevre-
digen, 't welk in de verdwynendegehiiden nog gemakkelyker gefchied
als in de deurgaande klanken vaneenorgej, die nohtans in eenfmel-
ten j zo als wy even hebben bewezen 3 zo befluiten wy dat men niet
als met d'nkerlte onredelykheid hetgebruik dezer ftrydigheden zoude
konnen tegenfpreken.
15.  Dus zo heb ik9 tot meerder voortplanting van al wat dekunft.
betreft 00k Jiier het gewigt en de maat van de klokken niet willen
verbergen , maar 7t zelve , zo als ik 'c uit de hand van die groote
meefter Hemony ontfangen heb, hier nevens voegen: En ten over-
vioede daar by 00k nog gedenken
. ...' ■ . \                                                                                                                               '.                                                                               <■ ■
.HET.
HAN DCLAVI ER.
Waar mede die zware lichamen door 't bewegen der
klepeis konnen werden befpeelt, Jih&z&rL-/
' Het geen 5 hoe wel't in Holland zeer gemeen is, in andere Jan-
■den , daar men zulks niet en weet, ongelooflyk moet voorkomen.
Dit gefchied aldus : Men hecht, na dat de klokken in de rondte
van den toren zo zyn gehangen dat d'eene zy tegen d'andre niet o-
verwigtig is, aan ieder klepel een dik koperdraad, 't welk men aan
d'overzy van den toren vail maakt; 't geen z-o moet gefpannen wor-
den dat'er tufien de klepel en de klokmaar een kleine opening blyft;
dan maakt men daar in 't midden een and're draad aan vaft , die,
door een kleine opening in de zolder, regt neergaattot aan't hand-
clavier, 't welk beftaat uit ronde ftokken die , naar de breedte van
de yiiiften , waar mede zy befpeelt worden , van den anderen zyn
afgelegen ; waar van de zwaarite door een voet clavier dienende toe
den bas, worden bewogen.
                          S 2                  'T GE-
-ocr page 186-
T G E W I G T
EN DE MAAT DER
K L O K K E N
C 44000.
Diameter. 1
^
1040.
3:3l
G 13000.
1*9*
H
8s°.
j:ij
A 9200.
7-
c
690.
2: ic£
H 6670.
6:31
cs
620.
2:9.
C 5-500.
?:8r
d
490.
2,: 6J
4
Cs 4880.
5 : 7-
ds
450.
2: 5:.
D 3830,
5:21
e
370.
2:4.
Ds 325-0.
4:9r
f
310.
2:21
£ 2810.
4:7r
fi
270,
2:ii
F 2280.
4:4.
£
234.
mij
Fj 2000..
4:2.
Is
204.
*:9l
G 1620.
3 : 9r
a
172.
1:9.
G.&. 1430.
3:8..
h
1$7*
1:8;
A, 1140,
3-Yr
h
128.
1: 7-
-ocr page 187-
-~rc-—'— -v&r-r-r
't Gewigt en de Maat der Klokken.
141
i:6.
I : 5l-
I : 4r
I *4-
I:3-
I : 2.
l: 1.
t --
108.
cs 98.
83.
ds y%>
64.
S3-
fs 46,
3§<
£* 34-
33.
% 30.
26.
22.
7s 19-
8}
81
J 6.
*s-
14.
*3r
J3-
*&
e
7
f*
/
g
gs
*»:-:
a
g
1
12-.
I
1:2.-
«7-
I I3*
* * 4
IO?
h
cs
J
ni.
20.
Uit de bovenftaande gewigten kanmen terftoad o^mken war
cen nieuw Klokke-Spel/czy groot of klein,ontrent zoude komen*
te koften.: wyders zal 't gewigt der hamer&^drie , en dat \m de
klepels vier per cent bedragen.
XXVII-
SJ
-ocr page 188-
t^i                    Inleiding tot ware Gronden
XXVIJL HOOFDSTUK,
Van de CLAVICYMBEL.
J. J^p^IT SpeeltuigisgeenCymbel met clavieren (zo als denaam
H |OT fchynt mee te brengen) maar een leggende Harp, welkers
%g§?M ftareri door Tangent en , dat 's te zeggert aanrakers, die
men in Vrankryk fpringers noemt, worden geroert. Dit lluk, dat
fchuins en aan'tend finalis, word byonseen Itaartituk maar in Vrank-
ryk Claveinn gjenoemt.
2.  Het is van ditalfeen dat wy hier Zullen Jiandelen. Van de vierkante
zullen we maar in 't verby gaan zeggen dat de gene welkers clavier
naar de linkerzyftaat regebiatig en befpeelbaar zyn, deze worden
Spinetten , genoemt; maar, die 't klavier aan de regterzy hebben
zyn in de regterhand goed, maar knorren hide bas als jongevarkens;
't geen men niet kan beletten om dat de tangent in 't neervallen de
fnaar in twee deelen fcheid , die zo groot zyn dat ze tegen elkander
kunnen geluid geven.
3.  In \ begin der voorlede eew had de belle Clavicimbel maar 4.?
toetfen ; waar van 't onderfle o&aaf beftond uit de 8 letteren van
Guido CDEFGABHc; die, tot verkorting waren door elkan-
derengevlogten, als, C F DGEAB: 'tgeen men nu een kort cla-
vier noemt, maar eertyds had het de naam van een clavicimbel met
de niewe vergrooting, door dien men die in de voorgaande eew maar
onder tot F entoven tot A plag te maken ; zo als ik in myn jeugd
00k orgelen gezien heb.
4.. In die tyd was men in de Transpoiitie zo one'rvaren dat men
om eenig fpel een quart lager te konnen transponeren expres eenby-
zonder tweede clavier in de clavicimbel maakte. Het fchynt onge-
loofiyk , maar 't bewys 't welk ze«r aahmerkensweerdig is ,' zal 't
zelve bewaarheklen, dat de vermaarde RuckerlFen van 't begin der
voorlede eew af tot meer als 30 jarendaar na niet anders hebben ge-
maakt als , Eerflelyk , tot die 2 clavieren maar 2 fnaren en nogtans
4. regifters (want mfh;will toen nog van geen anifonen) waar van't
eene clavier moil flom zynals'tandere gebruikt wierd; Ten aaderea
zo
-ocr page 189-
Van de Mufiec en de Bas-Contrnuo.           143
zo ftond het onderfte clavier een quart Jager aJs orgeltoon en had
om hoog vyftoecfen te veel;. zo als- 00k hec bovenfte clavier de-
zelfde overvloed ora laag. had konnen hebben : maar in de plaats
van die fchoone baiTen uit Jiet onderfte clavier toe gebrnik daar aan
tehegten, zolietmen die niet alleen zonder toetfen maar nienmaak-
te in derzelver plaats een houte blok ,. en daar nevens een kort cla-
vier ; en zulks met groote moeite , wyl de toetfen , door de laatft-
gemelde verwarde letteren kruisgewys over elkanderen molten rei-
ken ; 't welk bewyft hoe onnoodig de vervulling van tonen in de bas
in die tyd wierd geacht.
           . A -nuton.
5". Omcrent ?o jaren daar na heeftAbegonnen deze twee fouten te
verbeteren, 't welk met zeer weinig moeite gefchiede alzo men in \
onderfte clavier maar vyftoetfen had te verplaatfen om/in c te veran-
deren ; en onder aan 't bovenfte clavier een oftaaf niewe by te voe-
gen : hier mede was dan de clavicimbel onder en boven lang clavier
van 50 toetfen, te weten van vier odaven, en een b onder de Jaag-
fte c boven'tgetal. Van deze verandering konnen wy, als men by't
clavier van voren een plankje opent, het bewys zien , door 't niew
hout aan 't bovenfte en de verwarring der getallen, daar Rukkers de
toetfen mee had genombert op 't onderfte clavier.
6. Daar naa heeft men ondernomen een derde fnaar daar op te leggen.
Hier op valt N. B. te berigten dat men aan d'een zy kan een foue
begaan, in plaats van aan d'ander zy een voordeel te genieten. Het
ftaat te weten dac Rukkers de kammen op de zangbodem heeft zo wyd
van een gelegt als'tde fnaren immers lyden konnen om den vereiften
toon te halen. Stelt nu dat de bovenfte c van Rukkers iszeven d'halven
duim, zo zal niewe c, zo menhem aan de linkerzy daar naaft zet,,
door de fchuinsheid van de kam 7 duim lang zyn : 't welk de maat is
vande naaftgelege fnaar die een halve toon lager is als£. Ik heb ver-
fcheide clavicimbelen gevonden die door deze verlenging benadeeld
waren, een's deels door 't breken der fnaren, om dat het inftrument
niet wel zo hoog kan ftaan , en ander's deels door 'c zwaar gewigc:
der fnaren die de klankbodem te veel drukken, 't welk aan 'c geluid
nadeelig is, zo als men met de fourditiesof't leggen van een weinig;
lood op de kam kan bewyzen. Darenboven kan 't 00k zomtyds ge~
beuren dat de kam mar de bas toe zo laag inzinkt dat de fnaren aan
'c octaafje raken. Myn advys is dat men Ruckers maac niet tot 7-
duim mag verlengen , maar dat men de niewe fnaar aan d'ander1 zy
vam
-ocr page 190-
144                     Inleiding tot ware Grondert ■
van de gemelde c zal byvoegen, nevens zyn daar aan hoorende uni-
foon. Die kan gefchieden zonder dat de klankbodem daar door in't
minfte word gedrukt. Dan zal men daar toe in ieder regifter nog ecn
tangent maken, die dan de bovenfte czal zyn, waar toe men'theele
clavier een halve toon hooger zal verfchuiven, en tot de openftaande
fnaar in de bas nog een toets onder aan maken, die dan A zal zyn.
Hier door zal de clavicimbel beter van geluid worden en op zyn toon
koanen ftaan, en met de gemelde A , die d1 Jifte toets en zeer nut
is, verrykt zyn , in de plaats dat anders de vyftigfte zoo veel als
onnut is. Dit gedaan zynde maakt men dat de derde tangent door
een kleine verlenging zo wel van 't onderfte als van't bovenfte clavier
word bewogen, en dan is't laatftgemelde niet meerftom, want men
fpeelt met eene fnaar piano boven , en met drie fnaren forteonder.
Maar het vierde regifter dat voor aan ftaat is niet alleen onnut raaar
zelfs hinderlyk.
7. Alle Staartftukken met twee clavierenhebbentegenwoordigdrie
fnaren, waar door dan dit fpeeltuig fchynt t'eenemaal voltooid te
Zyn : Hier op zou men mogen vragen wat ons bewogen heeft ditzo
omftandig te befchryven ? Drie redenen, waar van de minfte gewig-
tig genoeg is om ons daar toe te verpligten , zyn hier d'oorzaak
van. De eerfte is , dat de hooge prys waar toe die Clavicymbclen
(die by Eleven van de maker voor 20, en de kleine ftaartftukken voor
12 , en de vierkante voor 6 ponden vlaams zyn verkocht) tegen-
woordig tot zo hoge prys zyn geklommen dat dit zekere onderne-
mers heeft aangezet om de menfehen te abuferen met aan een klein
ftaartftuk, 'tgeen maar een clavier, twee regifters en tf toetfen had,
Twee clavieren met het voile getal en vier regifters waar van 't vierde
hier boven gemelt onnut is; te maken: 't welk men dan noemt een
clavicimbel van Rukkers met 2 clavieren: maar het tegendeeliswaar,
want het is als dan een geforceerd inftrument dat miuchien lieffelyk
klinkt maar zekerlyk zacht van geluid is. Men kanze kennen aande
breedte, welke moet zyn van jovolllage toetfen en een blok aan ie-
-&              der end tuffchen de zyplanken. De twee|reden raakt de groote cla-
Vicimbelen , die zommige hebben ondernomen nog verder te ver-
grooten: dithebik altyd zeer kwalyk zienuitvallen: want, als men,
om op de kam een grooter getal van fnaren te brengen , elke wydte
met de paifer een klein haartje vermindert , zo zal de clavicimbel
door 't gevrigt der bygevoegde fnaren, de kracht die by van Ruckers
had
-ocr page 191-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.            14^
had ontfangen, kwytzyn: Het geluid der baffen Iiangt voornament-
lykafvan de ruimte die zy op de kam hebben : darom moeten de
Clavicimbelmakers gewaarfchouwd zyn die liever te ruim als te naaw
te.maken. Die de oogen des verftands wil openen kan terftond zien
dat het geea proportie is, de groote fnaren geen meer ruimte tege-
ven als de kleine,
                                                                           b
8. Nu komen wy tot de derde Reden , welke is een befchryW
van het groot voordeel dat men door 't wel gebruiken van de boven-
gemelde overtollige tangent kan genieten. 'tZal iemand onverwagc
voorkomen als wy zullen zeggen dat wydaarby uitnemendheid zulke
heerlyke en aangenaame uitwerkingen door konnen te weeg bren-
gen datze aan d'onkundige zo wel als aan de geleerde het uiterfte ee-
noegen zullen geven.
                                                                     b
. o. Al dat wydaar toe van nooden hebben is dat wy die vierde tan-
gent, die tot nog toe een verfchoveling isgeweeft, onderdedriean-
dere de voornaamfte bediening geven. Dit zal gefchieden door hem
met zyn regifter te zetten in de has anderhalf of 2 duim van de kam
maaromhoogzodigt daar aan als doenlykis. Wil iemand wetenwat
d'uitwerking daar van zal zyn, die neme een fchryfpen en toetfe een
fnaar dicht aan de kam en verr' daar van af, dan zal hy hooren het:
onderfcheid tuflchen een fpinet en een rend geluid. Dit is een zaak
die van ouds bekend is: Maar dat men door \ maken van zo een fpi-
net in een clavicimbel van Ruckers met twee clavieren kan meer als
een dozyn voorname veranderingen van lpel (zo als door vele re-
gifters in een orgel gefchied) voortbrengen dat is tot onzen tyd toe
onbekend geweeft.
                                                                    J
10. Ik heb deze vond in 't jaar 1708. in een clavicimbel van Joan-
nes Ruckers met twee clavieren van 't jaar 162 5- werkftellig gemaakc
en de vier regifters genoemt Spinetta Uniforms, Cymba/um, Offava
of om Orgelsgewys tefpreken Trompet, Bourdon, Preftant, Ofiaaf'
en om een toehoorder met te meer fnelheid door onverwagte veran-
deringen te konnen verraffen hebben wy de regifters voor aan ge-
brogt om die met een flag van de hand al fpelende te konnen verzet-
ten; waar door wy bey de clavieren over en weer , en 00k te gelyk
konnen gebruiken.
                                                                      & :
. 11. pit Inftrument heeft in die tyd zo veel gerucht gemaakt dat
vekHeeren , Minifters en Princen^zelfs my hebben d'eer gedaan
1 ' . M                                                           T                                                     
van
-ocr page 192-
»
t^6                     Inleiding tot ware Gronden
van my daar op te komen hooren, en, niet konnende begrypen hoe-
'c mogelyk was dat een clavicimbel 2,0 velerhande ukwerkingen kon-
de voortbrengen, my gevraagt of'er niet nog eenig ander fpeekuig;
heimelyk in verborgen was? waar op ik dan de brug (diede tangen-
ten dekc) afnam en toonde dac alles eenvoudig alleen in die 4. re-
gimen beftond ; daar men des begerende , nog wel een Luit en een
Harp van een niewe vinding die defnaren niet drukt, zoude konnen
byvoegen :: zonder te fpreken van een verbetering in't geluid die wy
aan de befle clavicimbel, zonder aan de zangbodem te raken nog.
2ouden konnen te weeg brengem
12.   Om van zo een Kunflclavicimbel de vrugt te gemeten is eerc
goedMeefter inilaat om op al die veranderingen en mengelingen van-
verfchillende geluiden fraye floffen te doenhooren: Maar een leerling
die niet anders kan fpelen als't geen hem voorgefchreven is, kan daar
toe eenige llukjes laten maken ; behalven dat deze clavicimbel 00k
tot het gewoonlyk gebruik niet alleen bekwaam maar zelfs beter is..
Maar ,- zal iemand zeggen , waar is 't Inftrument, en waar zyn de
itukies ? 't eerfte konnen wy t'aller ure vertoonen en d'andere alfpe*
lende maken ; Zo dat hier alle zwarigheid is weggenomen: want de
leerling is terflond geholpen en kan ondertuffen , zo hy wel onder-
wezen word, diergelyke floffen uit eige gedachten leeren voortbren-
gen , 't geen hy daar na dan 00k zal konnen doen op een veel fchoon-
der Inflrument, en op den Orgel zelfs, waar in alle bedenkelyke ver-
anderingen zyn te vinden.
                   m
13.  Het Oavicordium ,\ geen men germgacht, hoewel 'er veel goeds
in lleekt, moeten wy 00k hier gedenken. Het is der Orgamflen flu-
deerinflrument; Het. laat zig niet verr'hooren; 'tis draagbaar; en,
door dat het zo klein is, kan men 'er twee in een_voegen om'er een
fpeekuig met twee clavieren van te maken : Hier toe kan men'er
twee kiezen die elk van een byzonderen aart van geluid zyn. Dit
heb ik 00k eens voor my laten doen ; en hebbende van 't bovenfle
clavier den bodem afgelaten, bevond ik dat dit inflrument, door de
vermeerdering van verdieping , eens zo flerk van geluid was gewor-
den. Ik heb, ten overvloede dit nogmaals aan een enkeld Clavicoord
laten proberen en d'eige uitwerking bevonden. En zo kan'took we-
zen dat de Ruckers clavicimbelen met twee clavieren flerker zyn als
d'enkelde om dat zy wat meer verdieping hebben.
jx. Het
-ocr page 193-
Van de Muliec en de Bas-Continuo.            147
14. Hetis'zeer aangenaam, datmen op een clavicoord met hard en
zacht flaan , het geluid kan vermeerderen of verminderen ; maar aan
d'ander1 zyde is die wederom een groot gebrek dat daar in t'elkens
twee , ja zelfs 00k wel drie toetfen op een zelfde fnaar ilaan , waar
door men belec word fecondes te konnen maken.
ij Men zou niet alleen die gebrek konnen wegnemen , maar
zelfs, zonder 'c inftrument in ?t minfte te belaften , een clavier met
alle bedenkelyke fuperfemitonia (die zonder hinder op een zelfde
fnaar mogen valien) daar in konnen voegen ; en te gelyk 00k de
vrugt genieten van myn bovengemelde aanmerking , dat men door
.een proportioned verdieping het geluid eens zo ilerk zou konnen
maken; behalven dat men 'er 00k een derde fnaar zou konnen by voe-
gen. Ik ftel my voor dat het als dan tot het fpelen van een Bas-Con-
tinuo onder een enkelde item of een Violino Solo zou bekwaam zyn.
16. Van de Luit, (daar ik eertyds op plag te fpeelen} zullen wy
hier niet fpreken, want die heeft, federt de niewe mode van al dac
buitenfporig tranfponercn 3 zyn paspoort; zo als 00k de Guitarre,
de Cyter, enz. Maar de Theorbe houd iland , (niet tegenftaande
men hem tot alle overdadige kruiflen en mollen t'elkens moet ver-
itellen) want in een Opera of vol Concert is hy van een byzondere
uitwerking.
XXVIII. HOOFDSTUL
Van den ORGEL
1. grjll^EN Orgel die , zo als hy door Printz word afgebeeld (/)
E'j^B in zyn eerfte begin maar i3pypen hadennu 't alderheer-
wgggtf® lykfte inflrument van de ganfche wereld is, wy] zig daar
in bevinden de gelykeniflen niet alleen van al de fpeeltuigen die een
gedurend geluid hebben, maar 00k zelfs van der menfehen Jtemmen,
en dat zo eigentlyk dat'er weddenfehappen op zyn gedaan of'er op
myn Orgel gezongen wierd of niet. Den orgel te befchryven ach-
T 2                                /ten
(*)CaP.HI.$.3o.
-ocr page 194-
148                  Inleiding tot ware Gronden
ten wy onnoodigwyl men hier alle dagen kan zien en liooren hoe
men daar mede Xgeluidvan deTrompet, Bazuin, Jagtboorn , Cor-,
net, Gemshoorn , Hobois, Ballon, Dwarsfluit, Flute douce, Flajo-
let, Viola di Gamba , en de Voxhmnana of menfclie Hem kan vaort-
brengen ; Behalven de mengelingen van Nazard, Cymbel, Sexquial-
ter, fcherp enverdere mixture, die dan zynde gevoegd metdaartoe
verkozene gronden, tot ontelbare fraaye uitwerkingen bekwaam zyn,
zonder te fpreken van de kracht der zware geluiden als Bourdon ,
Preftant 16 of 32 voet, die by d'andere gevoegd zynde 't geluidvan
den Orgel een i'traat lengte verder kunnen doen hooren.
2.  Uit deze alle blykt zeer klaar dattothet ampt van een Organift
geen geringe wetenfchap behoort , wyl hy niet alleen een volkome
kennis van den aart en x gebruik aller fpeeltuigen en den ftyl van de
Zangmuficc moet bezitten , maar 00k darenboven vlug en ervaren in
de compolitie zyn , om voor de vuift op den orgel als een geheele
opera van allerlei ft often Cdie niet laf of plat maar , gelyk men he-
densdaags zegt, van goede fmaak moeten zyn) te konnen voortbren-
gen: Daar dan eindelyk bykomt het groot Punt, 'cwelk is de proef
op de fom ; die beftaat in het wel verhandelen van een Fuga offpeel-
text, met uitbreidingen, afleidingen, tegenwerpingen, en verder x
geen tot de kunft nog zoude mogen behooren.
3.  Hier toe hebben wy verfcheide brave mannen in onsLand , die
wy alle eerbewyzinge fchuldig zyn: maar aan d'ander'zyde 00k on-
noozele zielen , die naawlyks water konnen beroeren ik laat ftaan
dat ze zouden met haar klompen op x ys komen : Deze hebben 't
meeite fnaps , want de vrees van , als onwetende te worden verby
gegaan, brengt hen tot allerlei konftenaryen..
4.. Als ik over eenige jaren een ftuk muliec van myn maakfel plag
te vertoonen, dan was 't nook prysbaar; het mod van verre komen
om goed te zyn : maar als ik in de plaats van myn naam van Blan-
kenburg, Di Caflelbhnco, (twelkx zelfde is) in.'tltaliaansdaarbd-
\en zette dan was 'c uitftekend : 't welk zo lang geduurt heeft tot ik
ten laatiien het momaanzigt afdeed ; maar toen begon weer d'eige
Liilorie. En zo is my eens in 't end van December 1725 een voor,-
fchrlft van 12 noten opgegeven met byvoegiage dat ik die fuga^niet
zoude konnen verhandelen : Ik viel hier op aan "X werk en leverde
ze3 meteenklein briefje, den 3 January 1726. Tien jaren daar na
heeft
-ocr page 195-
Van de Mufiec en de Bas-Continuo.             149
heeft men hier van Londen een gedrukt werk genaamt Six Fugues, de
Mr. Handel in 't licht gezien waar van de zesde was deze , welkers
begin wy hier nevens voegen:
(£lldVL>
%
CL.
±-
^m
?. Ik was eerft genegen hier vanniets te laten blyken maar werden--
deonder'cfchryven vanditlwek, nu (in Sept. 1738Odooriemandzo
verre verkleint dat hy wedden wou dat myu werk by dat van d1Heer
Handel niet meer als een kind by een man was te vergelyken, zo moec
men't my vergeven dat ik, genoodzaakt zynde myn eer te verdedigen,
myn bovengemelde link ('tgeen ik, als daar toe uitgedaagd zynde,
Fuga obligata heb genoemt) hier nevens heb doen drukkeii, ora my
te gedragen aan 't oordeel van de heele wereld en 00k zelfs aan dac
van den Heer Handel die ik weet dat my niet zal verongelyken, wyl
hy reeds over myn Emblema Muficum^ waar in, Een twee en Twee
een zyn, llaande op 't huwelyk van de Princes Royaal van Engeland
met zyn Hoogheid den Heere Prince van Orange , zyn gevoelen
edelmoedig heeft verklaart: zo als my 00k uit Weenenden overften
Capelmeeller van de Keizer Joannes JofephusFux, en deVicecapel-
meefterAnconius Galdara met" hihi lof betuiging over die niewe vond
by gefchrifte hebben vereert.
6. Zo ik my tegen de Kwaadaaf digheid van (Teerftgenoemde, en 00k
andere zogenaamde Meefters, die ik inde Voorredehebaangehaalt,
niet meTkragt kWam te Verdedigen, zo zouden zy myn boek 3 't geen
F                   T 3                                        ifc
-ocr page 196-
/
i^o                    Inleiding tot ware Gronden
ik'uit goeder deugd ten beften der leergierige , met 10 veel vlyt he'b
befchreven , verachten en vertreeden , op.dat hun onvcrmogen in't
onderwyzen van de kunfl niet zoude openbaar worden: Daarom heb
ik hier moeten myn proef doen om by d'onkundige die zig door
weetloofe Meefters laten omzetten , zo wel als by luiden van weten-
fchap, die uit hun eigen oogen zien, ingang te vinden.
Jlrs non habet oforem tiifi ignorantem.
Die Regel gaat niet altyd wis
Dat 's Kunflen vyand d'Onkund1 is,
Dewyl door lift en logen
D'onkunde word bedrogen
Wanneer zy, zonder datze 't weet,
De ware Kunft met voeten treed.
Want, als de Kunft word opgedift,
Komt d'Onkund7, die in 't kiezen mift
En ongeftelde fnaren
Laat met de Zangkunll paren.
Waar door zy, die de kunft bemint,
Door valfche fpeelders word verblind/
<£o<JU &*si* fraud X#~>nJ £j*ms?-r0ry't*4sn-<~ .
<£-<*<) is Qfet S<J^<kj
-ocr page 197-
va^yi ■H.JJijjS
I:'!77 ifo |
W^mrfo.
/
4flj ill
s
>r-«r^""*■;-■:*
3s:
35:
-^
___i^-* «**. i—<d^ I L-^-ft*. _
-ocr page 198-
ELEMENTA MUSICA
NIEW LICHT,
Tot het wel verftaan van
D E MUSIEC
EN D E
B ASCONTINUO
Door Regelen met Reden en Bewys
Gebouwd op een Klare ontledinge
der eerfte beginfelen.
Na een voorafgaande Verhandeling van de grove
buitenfporigheden dezes tyds.
TJV E E D E D E E U
VAN DE REGELEN.
DOOR
Q. van B L A N K E N B U R G;
-ocr page 199-
\ Vs
^W^l
£
vn 1 *n >
*J i 1 ff
gg |g r^
-ocr page 200-
nr*"*.
4 i
r %
\ .*»
>: J. a
-17 f.:
. ;.i i
(.-.»                 -"* *; -.-                :• ■
. v .--        w;
i * U. ^
_V ~ # „
-ocr page 201-
V O O R R E D E-
JY hebben hier boven geleert dat al de dingen der wereld
' hebben tweederlei benamingen zonder welke het onmoge-
lyk is zig in zaken volkomen of duidelyk te konnen uit-
drukken , te weten , Subjtantwa of vafte eigenamen daar dezelve
wezentlyk of zelfftandig , en Adjediva of byvoeglyke woorden,
daar hun eigenfchappen mee worden genoemt. Deze waarheid is niet
alleen een les voor de kinderen in de fcholen maar ook voor deMee-
fters , die in 7t onderwyzen geen's zins mogen nalaten zig van die
noodzakelyk middel , om zig wel te doen veritaan , met overleg te
bedienen. Wy zien nogtans hoe dit in de muOec by zommige ge-
heel verzuimd en by andere in noodzakelyke voorvallen zo duifter
en verward word voorgedragen dat daar uit allerlei misverftanden
zyn gefproten. Dit punt is in 't aigemeen, en by ons in 't byzon-
der van zo veel gewigt dat wy 't hier met voordacht ten tweeden
male herhalen; met bygaande vermaning van daar wel op te Jetten
want zonder woord en Bywoord is't onmogelyk degronden wel t'ont-
leden.
Wyfpreken hier niet van kloeke vedknden, die met langheid van
tyd door hun eigen geeften vinding de kunft in top hebben gevoert:
zulke zynder weinig: darenboven is d'ervarenheid veekyds een bedrieg-
lyke leermeefter. De Reden gaat haar verr' te boven; en is de kortfte
weg tot aile wetenfehappen : Daarom moeten wy die najagen en de
naafte en klaarfle middelen zoeken om die wel te gebruiken
O verwegende dan dat de letteren abcax de vyfde eewtot het noe-
men vanfnaren en toetfenbyde Latynen zyn ingeftelden tot nu toe/
V                                   Jieb-
-ocr page 202-
154             V-OORREDE. ■                    x
hebben ftand gehonden ; en dat de Stemnamen , die in de elfde eew
daar zyn bygevoegd , nog heden in Italien daar nevens worden ge-
bruikt; Endat'er totnog toe tothetafbeelden der toetfen en de nature
der klanken geen beter uitdrukkingen zyn uitgevonden , zo zullen
wy toe hct ftellen van die wigtig en hoofdzakelyk fondament waar
op wy de heele kunft moeten bouwen , de gemelde letteren en na-
men , op den zelfden voet als die by Guido Aretinus in 't jaar 1024^
zyn ingefteld, tot Nomina Subfiantiva& Adjediva verklaren; Doch
met die voorbeding dat den leerling dezelve zal zuiver en eenvoudig
aannemen en zig geen's zins tot het misbruik waar door zy verdub-
beld , verbafterd , verward en bedorven zyn (zo als wy in onze
voorbereiding uitvoerlyk hebben getoont) laten vervoeren.
Wat aangaat nu andere verbeteringen dh wy nog zouden mogen
maken, ftaat hier aan te merken dat wy zeer wel weten dat het niet
geoorloofd is in kunften of wetenfehappen eenige gebruikelyke termen
of kunftwoordenaf tefchaffen, Maar als'erredenloozecontradidien,
tegen de \vare gronden ftrydende zyn ingeflopen die zonder 7t min-
fte gevaar van niet verftaan te worden kunnen weggenomen worden
(byvoorbeeld 1. alsmen een E , die door 'c molmakend teken L is
verzacht , met de naam van een fcherpgemaakte D (of & D) in de
plaats van molle E , Lis noemt, en 2. dan \ woord mol in een ver-
keerden zin daar aan*hecht, zeggende Dis mol \ en 3. dat men door
1 laatftgenoemde woord mol ml dat mendaar eenkleine ters door
zal verftaan, die de Jieele wereld minor noemt ; en darenboven 4.
dat men van dat noodzakelyke adje&ivum dat men duizend maal van
doen heeft 0111 een verlaagde verzachte noot mol te noemen zal be-
roofd blyven daar zy fubftantwelyk door 't byvoegen van een s aan
de letter het teken [; konnen uitdrukken en j, E en fcA Ct welk ei-
gentlyk y& E $%A is) Es en As noemen. 't Gaat alle gedachten te
boven hoe men , ten gevalle van den eenen of den anderen flegt-
hoofd die niet will wat mol offcherp was zo een vierdubbelde Bar-
harismus,
in 't gebruik heeft konnen aannemen..
Aangaande d'Hoogduitfche i7, 'tis wel waar dat geen menfeh ooit
gezege heeft a\\c maar akyd a b c, maar, hoewel dit (1) is tegen
cTordre ; en dat (2) H magis eft adjpirartio quam litera , veel eer
is een, uitademing als een letter , en (3) dat hy in d'uitfpraakte veel
gelykt naar de a , waar door men d'een voor d'ander nemen kan;
\$J) Nogtans , am dat het by alle Duitfche volkereri m onverzette-
- lyk
-ocr page 203-
VOORREDE.               i5r
lyk gebruik is door een enkele H de vlakke toets , en door een en-
kele B ofb den verbeven tuffentoon (die de Franfcnen Befacibemol
noemen ) te betekenen, 20 is dit een klei'nigheid die weJ is in te fciiik-
ken , men kan lick een letter leeren. Voorts wat de 4 of ^ aan-
gaat, die is naar de niewe mode getn letter meer, hoewel by abuli-
velyk Bequarre word genoemt ; want volgens d'inftelling van Guido
beduidebyeercydsnietandersals de vlakke b Bom die van de'verheve
toets van B t'onderfcheiden: Maar federteen eewheeft de h 'teene-
maal zyn letter verloren en dient alleen tot herftellen van noten die door
een ^ of {, veranderd zyn , wyl hy eenvoudiglyk niet anders als
net nemen van een vlakke toets beduid. Men kan dit teken wel one-
beeren (alzo de herftelling van een b even zo wel door een %> , en.
die van de ^ door een fr kan gefchieden ) maar 't is ffemakkelvk
en 200 kan men 't aannemen.
                     '                  b             y '
Maar tot de verdere verfchillen over Tropus, Tonus, Modus Ge
mis
, en de grove misbandeling der Stemnamen , zullen wv ons'niet
latenvinden, als zyndeinonzevoorbereiding veroordeeld ■ dus zullen
wy maar regt door zee tot ons oogmerk gaan, met verzock dat dsn.
leerling zig aan de gezonde reden overgeve zonderdaarvanaf tewv
ken : want zo men dan die , dan deze gronden gebruikt zo valt hit
heele gebouw , darom moet men een vail befluit nemen en daar bv
blyven. Dat eens bewezen is is altyd waar.
                                   J
Zo iemand vraagt wanneer men bekwaam is zig tot het leeren van
deBas-Continuo, die't kruim van dekunllis, te begeven, 20 moet
men zig met yerwonderen als ik daar op zal 2eggen dat een kind (dat
oordeel heeft) zelfs eer nog de handen groot genoeg zy 0111 de zce-
pen te befpannen , bekwaam is om de redenen van de Tbeorie of
kenniflfe der gronden , zo zy wel voorgedragen worden, teverflaan
Dit heb lkbevonden: Endaarentegen aand'ander' zyde, ervare ban'
den gezien die niets zonder d'uitlegging door cyffers , veel min lets
nit eige gedachten konden voortbrengen. Dus zo moeeen wv niet
yerwagten dat d'ervarenheid in handgrepen ons de ftoffen zullen op-
dillen, want dan zouden de vingeren wyzer wezen als de bertfenen •
<Nog veel min moet men gelooven dat de wetenfebap beitaat in i
mtvoeren van de moeijelykfle ftukken, vol van allerlei'veranderineea
ran ileutels, bmtenfporige transpofitien , ovcrdaad van kruiflen en
y 2                                moi-
m
-ocr page 204-
i^6                  V O O R R E D E.
mollen, fnellenoten en ontelbare cyiFers; want datzynaltemaal din-
gen daarmen zig, zonder kennis van zaken, in oeffenen kan.
Gelyk hec natuurlyk is dat de kennis voorga en dat d'uitvoering
daar na volge , die , zo ze niec van de kennis onderfteund word,
gevaar loopc van te dwalen: Zo meenen wy datiemand, zo haaft hy
maar op 't clavier de minfte oefFening heefc en in de linien letterwys
is , zig terftond wel toe het ontleden van de grondkennis der ftoffe
mag begeven: Want eerftelyk zo wil zig de hand tot het grypender
accoorden in de Bas-Continuo zeer wel fchikken , ten anderen zo
kunnen wy , door die theoretifche befchouwing van de floffe , de
fpeelftukken (als Suitten , Arien , Fugen, enz.) met oordeel veel
gemakkelyker leeren en door de kennis beter onthouden als 't gene
men door iimple lecture blindling geleert heeft: darom behoort men
in 't leeren van zulke llakken altyd d'uitlegging of de reden van de
compoiitie daar by te hebben op dat ons die mogte dienen tot mo-
dellen, om daar na zelver ook zulkenfloftekonnen raaaken, 'tzelf-
de zeggen wy ook van de Bas-Continno die met oordeel en kennis ge-
leerd zynde veel lichter in d'uitvoering; en van veele fouten vry zal
zyn.
'it is op deze wyze dat wy meinen dat de kunfl behoort te werden on-
derwezen; waar toe wy onsbevlytigt hebben het volgende traftaat,
van d'eerfle beginfelen af, op eene lyn te befchryven: Maar zynde
feeds aan d'een zyde zommige voorname ftoffen onder 't wederleg-
gen der buitenfpoi'igheden, zelfsftrydigheden en andre dwalingen in
onze voorbereiding open gelegd; en het aan d'andere zyde noodza-
kelyk dat men in 't verhandelen van een zaak de t'zamenhang be-
traclite ; zo zullen wy ons niet verontfchuldigen dat w' in dit Trac-
taat al de ftofFen by een brengen die tot den opbouw van deze ver-
handeling moeten dienen : wantofwyfehoon in de voorgaande Inlei-
ding ilukswys iiier en daar in 't wederleggen der ingeflopene wan-
fchapenheden eenige gedeeken daar van hebben moeten aanhalen",
zo en is 't darom niet geoorlofd , in d'aaneenfchakeling der dingen
dezelve over te llaan: alle d'artykelen van de ftof moeten hier voltal-
lig zyn , darenboven moet het den leerling niet onaangenaam wezen
dat men hem tweemaal een ding met andere woorden voordraagt,
wyl het fpreekwoord zeit millies repetita placebunt*
ELE-
-ocr page 205-
*57
ELEMENTEN.
REGELEN en REDENEN»
VAN
Den waren Grond der MUSIEC
E N D e
B A SC O N T I N U O
I. Van de Zeven KLANKEN.
ET Eerfte voorwerp dat zig tot de ftof van zang en fpel
-ir^Bii °aP d°et 1S een Ry of Keten van ? kla"ken , die door
€Wl& cTOude, als een begnp of voile Jyfl van tonen, de naara ^^
Scala Diatomca is gegeven.
                                                             *^*^
2.  Zy word ook de Natuurlyke genoemt, om dat de Natimr ons
cue , door 't Gehoor en de Redenmaat heeftgeopenbaart.
3.  Dat deze fchale bekwaam is oni'er een uitvoerlyk mufiec van te
maken toonen ons niet alleen de Trompetten, Jagthoorns en Bazui-
nen , zo als ook Davids Harp , ApolJoos Lier, en de Tetrachor-
den
of de zeftienfnarige fpeeltuigen der Grieken, maarook zelfs no,? veel
hedensdaagfche muiiec. Dus zullen wy vaftftellen.
4.  Dat de voornoemde Schale met 7 letteren haar voile getal heefr
dat de klanken in de zesde eew tot de Latynen zynde overgebragt'
met 16 letteren zyn genoemd geworden, die in tv/eemaal 7en- z vn
veranderd als T a b c d e f g a b c d e f g a, ter oorzake dat d^achfte let-
ter over al aan d'eerfte gelyk is.
5- Dat de krwiflen en mollen , die na de tiende eew zyn opgeko-
y 3                                 men,
-ocr page 206-
158                        Ware Gronden van
men, gccnYms niewe letteren maar alleenlyk Bytonenzyn, dienen-
de tot lmlpmiddelen om de voornoemde Natuurlyke fchale op groo-
ter ofkleinderfnaren over te brengen: Dat is Transponeren;
6.  Dat Guido Arctium A0. 1024. tot die Transpojitie, door de by-
voeging van een molle B , den eeriten fteen heeft gelegt : 't geen de
liefhebbers van de getransponeerde tonen hem moften dankwyten,
in de piaats van hen te veroordeelen }
7.  Dat deze Injlelling geeri's zins is geweefl: een inbreuk tot ver-
baftering van d'eenvoudigheid der fchale maar in tegendeel eenproe-
ve , dat de natuurlyke Scala Sonorum op verfcheide plaatfen te vin-
den is:
8.  Dat hy met voordacht een zangfchale van 6 namen daar tcgen
over heeft geftelt om door 't gebrek van een zevende den leerling te
noodzaken tot het verzetten van de fchale waar door de floffe in pe-
rioden, die wy weten moeten, werd verdeelt;
p. Dat hy anders wel een zevende naam daar by zoude hebben
gemaakt, wyl 't latyns vers waar uit hy de 6 eerfle Syllaben heeft
genomen 7 regekjes heeft waar van het laatlle met een S begint,
zeer bequaam om 7er een Si of Sa van te maken;
10. Dat de verplaatling de fchale niet vangeflacht verandert, maar
dat zy dezelfde blyft;
. 11. Dat derhalven dit fchoone woord van Genus Chromaticum ofte
wel Genus Diatonico Chromaticum onnut en nietig is: want Chroma is
de couleur vande niewe toets; en Genus is een geflacht van mufiec.
12.   Maar wat is een geflacht ? en hoeveel geflachten zyn d'er?
waar toe dienen die duiftere kunflwoorden, daarmen den leerling door
klare en verftaanbare taal de ware geftake van zaken zonder verwar-
ring beter kan voor oogen ftellen?
13.  Daar zyn, naar onze rekening ,• Twee geflachten of foorten
van fpel in de mufiec, die men hoog en laag kan plaatfen: waar van
ons de ftala fonorum van 't eerfte door de Trompet, en van'ttwee-
- de door een later vhiding biz. $1. word aangewezen.
N. B. Met dit eerfte fpel moeten wyonzeonderwyzing beginnen.
II.
-ocr page 207-
De Muficc en de Bas-Continiio.                rjp
II. Van LETTEREN,
Kruiffen en Mollen > met haren Namen.
J'IBEttcren ' zyn vaftc offtiIftaande eiffe namen , die onver-
fi Watt andcrlyk aan de toetfen , fnaren , orgelpypen, klokken,
SsS/tt linien, noten en fleutels en zelfs ook aan enkele klanken
die daar toe haar betrekking hebben gehechc zyn.
2. Wy noemen die Nomina Subflantiva , dat is , Subftantiele of
zelfftandige namen.
3- Daar zynd'ernietmeer als 7, Namenlyk, Abcdefg: diemen
door die" ettelyke malen te herhalen onbepaaldelyk kan uitbreiden.
4. Men onderfeheid die Herhalingen door Grooce , Kleine Eens-
geftreke en Dubbeld-geftreke letteren, als,
CDEFGABcdefgablcde f g~aVcl: cfeT enz.
met deze letteren kan men zonder linien allerlei liukken voor 'c cla-
vier fchryven.
J. Zy hebben hun vafte plaatfen op de vlakke toetfen van 'c cla-
vier, zo als die in de nevenflaande plaat daar op geteikend zyn.
6.  De klanken die zy verbeelden hebben in de Nature tweederlei
diftanden of tuffenwydtens, deze noemt men heele en halve tonen:
zo heeft men van E tot F, en van B tot C, een halve toon, maar
tu[fen elk paar arid're letteren , als CD , DE,FG, GAm AE is $
heele; zo als onder aan de plaat te zien is.
7.  Tuffen elken heelen toon is een kleine verheve toets waar door
hy in twee halve tonen is doorgefneden, maar de ttiffentoetfen mag
men darom geen halve tonen noemen ; want, een toets is nog heele
nog halve toon, maar alleenlyk het punt van doorfnyding: maar de
wydte van 't eene punt tot het andere is een heele of halve toon.
8.  De tufletoetfen hebben zelver gt^xi letteren , Maar nemen de
naam aan van de naburige letter met byvoeging van een ^ of [..
9.   De kruis $$ verhoogt, de mol I verlaagt de letter of noot
daar hy voorgaat een halve toon. Dit maakt dat hetgebruik der tus-
fetoentfen is tweederlei , fpruitende aan d'een' zy door een % of
aan d'ander1 zy door een [,. By voorbeeld, de verheve toets tuffen
I) en E, is van d'een1 zy een $$ van D en van d'ander zy een mol
of
-ocr page 208-
BE ^ERDEELMC DERKLANKEH &EPAST OPT CLAVIER
JO JJ
AFGEBEELD VOL GENS DE VlSKONST, ETKT
I ^c b<£ I xd he I Wl»' I *£W \ xa \>a> 1 jkc bp I be
, >
*j VOUCff &EMEE1ST OEVDEEE^.
.u
*
4-------•—-r-J-
G
A
JD
J.
fj
. j* - -'-
-ocr page 209-
i£o                        Ware Gronden van
of [> van E. Zo als in de gemelde plaat, zo 'tclavier, als dooreen
verdeelde linie klaar word vertoont.
10. De >& D konnen wy Dis en frE Es noemen. Wy moeten 7t
Duitsland dankwyten datwy alzo elke letter met zyn byteiken (^cof [/)
dooreen enkele fillabe ofwoordlid oogenbliklyk zonderomflag vanby-
woorden klaar konnen uitdrukken ; 't welkinfpelen zangvangoeden
dienft is , als C cis D disE Ffis G gis A B HC: Waar van de voile
lyft van Namen , met een kleine verbetering , zoals. wy diegebrui-
ken, tot ververfching der geheugenis ook hier nevens flaat.
n. De # en (; -> fchoon zy beide op een zelve
C%gb           toets vallen, zyn van een ftrydige natuiir, want, in
^ y fa           de compolitie maakt de §£ een noot fcherp of dur,
. '                maar de [, in tegendeel verzacht en maakt moL
V                     Deze twee konnen geen een zyn. Ook verfchillen zy
b, ba            een vyfde part van een toon ; Waar door dan elke
Wa, ais           tullentoets twee ftrydige bedieningen heeft , waar
A               van d7eene eigentlyk en d'andere oneigentlyk, dat
U a as           is te zeggen (Teene rein en zuiver , en d'andre vals
^ 5 .            is. Hier toe diendea zy wel elk twee fnaren te heb-
r ' f> f ^en ' maar om ^at men *iet ^Pee^tu'S 20 zeer nlQt
&%& X.J.         mag overladen zo word, des noodsd'een voor d'an-
V&i Ses           der genomen.
*£f, fis              12. De Namen der oneigentlyke tonen die in de
F^e            plaat boven aan 't clavier ftaan, hebben wy hier ook
_, .            de bovenlle gezet. Maar d'eigentlyke zo als wy die
■p 1S           volkomen op 't clavier hebben, zyn met groote let-
.                     teren en de namen daar tuOTen uitgedrukt.
X^d, dis                      des dis eis          ges ais bi
D                     C cis D es E F fis G gis A \, ^BC
\>di des              j 3. Naawkeurige liefhebbers maken op drie der
$£ , cis           verheve toetfen (namelyk \,e, 3&g en \;b) tweefna-
C             ren, om $&d, \>a en $&a ook zuiver te konnen ne-
men, zo als my in 't vervolg zullen toonen : Maar
andere , die zo naaw niet en Icnouwen, vereenigen de twee ftrydige
letteren; en fnyden het openftaande vyfde part door midden, laten-
de elk de helft van de valsheid dragen. Hier mee is men dan ai dat
zul-
(A'1/
-ocr page 210-
De Mu/Iec en de Bas-Continuo.               161
ztiirer was kwyt, en de heeJe clavicimbel is eenparig vals: maar goed
genoeg voor ooren die zig daar aan gewennen.
14.. Het tekenfc?, 't welkeertyds alieen de vlakke B bedtiide (die
de Duitfchen H noemen} dient tegenwoordig in 'c algemeen om van
alle letteren de £§ of I te herroepen: Dus betekent hetnietanders
als het nemen van een vlakke toets.
III. Van de BYNAMEN.
?E Bynamen zyn lofTe en verzetbare namen die op ieder
letter (ja zelfs in de hedensdaagfche muliec op elke tus-
fentoets) konnen yallen : Darom noemen wyze Nomina
adjeffiva dat is eigenfchap voerende Bynamen , om dat zy hunne
eigenfchappen aan de letteren daar z' op vallen niede deelen.
c. ut            2. Zy dienen tot een Scala en Iiebben dezelfde tuflen-
.         wydtens der eerftgevondene heele en halve tonen ge-
^ r         naamd Scala diatonica of Natuurlyke Scala van letteren,
o          zo dat die beide op elkander palTen , zo als hier nevens
ftaat. De Kaamfchale of Zangfchale bevat
a la
Drie foorten van Geluiden.
r j            3. De onkundige die zig aan de namen van mol en duur
& J           vergapen meinen dat'er maar twee foorten zyn: zy be-
o           denken met dat zacht en fcherp, als twee uiterfte, een
_          tulTenfoort meebrengen. Dus hebben wy in de Naam-
J Ja         fchale , molle fcherpe en middenmatige. De molie zyn,
e mi die 't opperlle deel des halventoons bezitten , als ut en
fa\ de reden van die benamingis derzelver zachten aart
0           en meegaande geluid. De fcherpe zyn d'onderfte van de
j re        twee daar den halven toon uit beftaat, als mi enji; zo
genaamd om dat derzelver geluid is ilraf en'tlteekt deur.
p           Maar de middenmatige zyn re , fol en la , die van den
f halven toon zyn afgefcheiden.
4.. Maar met de Letterfcbale is 't heel anders gelegen
b Jl want de letteren, op haar zelyen aangemerktzynde, zyn
X                                nog
-ocr page 211-
t6z                        Ware Gronden van
nog mol nog fcherp , maar zyfl kunnen wel voor mol'en fcherp die-
nen naar de bynaam die haar word gegeven. By voorbeeld, 2.0 men
ut, op D zet zo is *%.f een fcherpe want hy is door de mi wiens fcherpe
naam door de Transpofitie daar op gevallenis, fcherp geworden ; Maar
zet ut op >&c, zo zal de naam fa op >&/vallen en hem mol maken
maar zo men ut zet op a, zozal dezelfde ^.fla hieten, enmidden-
matigzyn: enzo is'tmet al deletteren ; die, in haarzelven, aange-
merkt zynde , nog mol nog fcherp nog midmatig , maar alleen
doode werktuigen zyn die geen eigenfchap hebben als die hen door
de namen word gegeven. Men had, zo'tfchynt veel eer mogen zeg-
gen zet ut op \> d zo zal \; g die nu voor 5^fdient , fa worden;
maar daar is ten opzigte. van de toetfen niet aan gelegen want zy
zyn dezelfde onder een andre naam: maar ten opzigte van denoten",
mag men die niet anders fchryven als zo als ze in der daad zyn.
y.. Wy mceten dan vaftftellen dat mi en ft fcherpmakers ,fa en ut mol-
makers, enre , fol, en la midmatigers, en dat de ^ ende [, naam-
gevers zyn : Waar op , tot nader uitlegginge dient dat eene kruys
(. ^:)hiet Si en dat eene mol ([>) hist fa ; En van twee krnifen dac
d'eeneis mien d'andereyr, maar dat twee mollen ut en fa genoemt.
worden enz. zo als wy biz. 127. geleerd.hebben..
IV. Van de Tranfpofitie.
i.^-3?)3£goor Transponeren verftaat de gemeene man het verzetten
^T^\^ val1 een ^tuk muiiec of lied op hooger of lager klanken;..
5jJL>/^ Maar dit is hier 't oogmerk niet. Wy moeten leeren
CS &06& hoe de mufiec gemaak word en ia hoedahige gevallen
de transpofitie ons daar toe helpen moet.
2.  Frintz bepaalt de Transpofitie wyslykaldtis: Transportio modi,
zegt hy , is een verzetting van 't modus nit zyn natuurlyke plaats
of letter op een andere , doch zoo , dat de /pedes ottavtf dezelfde
blyven. ( *)
3.  Wy zeggen't zelfde met andere woorden, namentlyk , dat de
Transpofitie
is een verzetting terfealemt zyn oorfprongkelyke plaats
op hooger of lager lectereri , zo nogtans dat dieinde fchikking van
heele en halve tonen dezelde blylt..
4.. Door
(♦) Print! Saftyr. comp. I Deel bl.4®
-ocr page 212-
De Mufiec en de Bas-Continuo.                  163
4.. Door de transpofitie van de fchale ondekken wy de ftof, of de
klanken daarieder periode van gemaakt is.
5.   Een Periode is een lid of een bepaald gedeelte van een mufiec-
ftuk of lied, hebbende zyn eigen hoofdtoon: daar is niet alleen geen
een Sonata of Cantata , maar zelfs niet een gering lied (zoo 't v/el
gemaakt is) dat niet beftaat uit Perioden , waar in den hoofdtoon
met zyn onderhorige tonen is verplaatfl: darommoet men de tonen
van ieder Jcala in gereede geheugnis hebben om die van oogenblifc
tot oogenblik te gebruiken.
6.  Zo ons 't woord ^Scala, 'tgeen in onzetaal een ladder beduid ,
vremd fchynt , zo flaat hier aan te merken , dat dit eengebruikelyk
woord is waardoor men deze keten van 7 klanken in zyn t'zamenhang
en verdeelingverftaat. Wyzouden omden leerling hier van zoveelte
Ilerker indruk te geven, dezelve in de gedaante van een ladder kon-
nen. vertoonen en de fcherpe en molle daar op elk met een byzonder
teiken aanwyzen, met byvoeging dat men geen gedeelce van dezel-
ve kan verhoogen of verlagen zonder het ganfche ligchaam te gelyk
te verzetcen: want de 7 klanken der Scale zyn, gelyk detrappen van
de ladder , aan elkander verbonden ; zo d'er een van verzet word,
zo zullen al d'andre volgen ; zelfs de ut, die de grond of het hoofd
daar van is, wordallereerft verplaatfl, die al d'andre dan mee voert.
7.  Wy herhalen nog maals dat die 7 klanken der fchale zyn een
voorfchrift van/natuur,en de ftof van 'c eerfte fpel)'t welk niemand
kan ontkennen. ,;
8.  Dat men dit fpel een modus noemt, wiens hoofdtoon is ut\ En
dat de keten van tonen die daar aan verbonden is beftaat in ut re mi
fafol la fi ut
is boven bewezen.
9.  Dat men tot het noemen aller dingen twederlei namen, te we-
ten floflyke en eigenfchaplyke moet hebben getuigt de heele wereld.
10.  En dewyl'er tot nog toe in de mufiec geen beter namen , als
de letteren voor het floflyke, en de zangwoorden tot het eigenfchap-
lyke gevonden zyn , zo willen wy den leerling vermanen geen ge-
hoor te geven aan de gene die een van beide affchaffen : want zon-
iier klare eenvoudige en duidelyke adjeffiva & fubftantiva is 't 011-
mogelyk een zaak te befchryven.
11.   In die verwagting dan tredan wy tot dit wigtig punt van de
Transpofitie, waar door wy den leerling de verkiezing van klanken
tot ieder Periode en te gelyk der zelver eigenfchappen tot gebruik
X 2                                       op
\ ■
-ocr page 213-
j 64                             Ware Gronden van
op de gemakkelykfle wy-ze mogen voordragen ; hier toe zullen wy
Czonder op de /telling van de Clavicimbel te letten daar wy in't by-
zonder van handelen) ons van eene onwaarheid bedienen welks is
dat wy zullen onderftellen dat alle de halve tonen even wyd of even
groot zyn; of , ('t welk 't zelfde is) dac de fnaren van de clavicim-
bel op gelyke halve tonen van elkander af leggen : dan zalmen, om
de fcala op 't clavier te brengen , voor ieder heele toon, twee, en
voor een halve toon maar eene fnaar voortzetten: of anders kanmen
zig de toetfen als even breed (zo als z,y binnen in'tinflrument zyn)
voorltellen en tot het maken van een heele toon t'elkens. een toets
o.verllaan, maar tot een halve toonaltyd de naaft: aanrakende nemen.
Om dit te doen zalmen niet blindeling waarnemen dat de fchikking
der klanken beftaat in twee heele "tonen en een halve , en daar na,
drie heele en een halve, maar men zal 00k; de namen den fcale daar
op toepalTen en wel letten dat van ut tot re , en van re tot mi is een
Jieele toon en van mi tot ja een halve , enz. By voorbeeld, zet ut op
D, zo valt re op E , mi op fis, fa op G enz. en zo zal de fcala van
ut uit D beftaanuitvyf vlakke en twee verheve toetfen , want F en
C zyn als dan tegen Fis en Cis verwhTeld. Den Leerling bezie hier
op, dennevensftaandenTransporteur, waarin, op denCirktl, door
groote letteren de vlakke toetfen , en door dekleine met hare W en
p de verhevenetulfetoonenzynaangewezen., welke laatfte twee hoog
op elkander ftaan , om dat zy tot tweederlei klanken moet dienen,
zo als geleerdis; waar op de fcale, met hetdraayend papier, gezec
zynde met ut op wat letter of tuHentoets, men wil , altydzal uitwy-
zen op wat fnaren deze Scala Naturalis oi Diatonica zal vallen.
12. Den leerling zal zigde verkoze tonen der 6 volgende Claffen ,
die wy d'eerfte zullen gebruiken , zeer vaft inprenten , om op alle
fchierlyke verzettingen van den hoofdtoon afgeregt tezyn: namentlyk
ut op \,B ut op F. ut op C. ut op G. ut op D, ut op A
fa
op \>b
                   ft op $&f. mi op $$f. mi op ^ c.
fa op \fe.                                             Jt op %c, la op JSkc
fi op 2Kg.
en altydingereede geheugnis hebben'datde (, B, als hy hoofdtoon is,
twee mollen meebrengt, te weten e J,en \>b\ En F maar een y.'t welk
is de \}b, maar C, als ftaande op zyn oorfprongkelyke plaats geen.
£n wederom aan d'ander' zyde , dat G gaat over, een ; D over
twee en A. over 3 kruillen gaac. Voeg hier by dat fis is in ordre
d'eerfte
i
-ocr page 214-
^r/'ajijpvrteur
; £fiour le Clavier
Qui nya am 12 touchej-'oaru}/'Octave
n
-—- 4-
■ . -
1
-v*
.i
i&i
-ocr page 215-
De Mufiec eh tie Bas-Continuo.              16$
(Teerfte ; cis de tweede en gis de derde kruis ; zodanig dat , als 't
maar over eene >& gaat men niet anders heefc als $£/; maar over
twee kraifTen gaat men alleen over ^/ en §§r; maar als'er3 kruis-
fen by de fleutel ftaan zo mag men daar op vaftgaan dat het geen
andre als ££/, y&c en %Kg zullen zyn. Even zo is met de mollen :
is'er maareen zo is 't de moiled ; zynd'ertwee zo is men verzekerd
van molle b en molle e, enz. Dit zyn vafte kruillen en mollen die voor
aan de regel by defleutelmoeten ftaan: Hierin milTen zomtydsd'Au-
teuren; darom. moet men zelver de zaak inzien om niet te dwalen.
13.  Wat aangaat nu de verdere Transpolitien , daar in moet men
wel in acht nemen wat wy daar van hier boven reetshebbengeleert:
Nametlykdat de TufTetonen } hoewelze enkeld zyn , nogtans twee
bedieningen hebben waarvan d'eene eigentlyk d'ander oneigentlyk is.
By voorbeeld zet ut op \je zo valt fa op gis, maar men mag hem in
dat geval geen $£g noemen of fchryven , want fa is een molmaker,
darom moet men die toets als dan ^a ofmolle a noemen: wederom,
zet ut op >&fzo valt de *»/ op \fb ■, maar , om dat mi een fcherp-
maker is zo moet die toets als dan kruis a ende niet b mol genoemt
worden: Zo 00k zet ut op yb 20 valt mi op \;e , die in dat geval
dis of ^d word genoemt: maar zetttf op \jB zovaltde fa opj^JS,
die als dan zyn ware naam molle e behoud , enz , daar men , aan-
dagtig op moet letten om in 't toekomende de fpecien wei te konnen
Iserekenen. Zo als wy leeren zullen.
14.  Een toets die wy inYgebruik, bygebrekvan een twedefhaar,
anders raoeten.noemen als hy in der tlaad is, gaat vals en word een
wolf genoemt. Hier van hebben wy twee foorten 5 te weten als de.
§§de plaats van een molle , of de molle die van de kruis bekleed.
Men moet hier maar over heen fpelen en ftoutelyk quid pro quo ne~-
men , want de maker van 't mufiec heeft die tonen met oordeel zo
gefchreven..
ij. "Wat aangaat het transponeren van mufiecftukken , dat valt.
nooit ofzelden voor. Ons oogmerk is hier den opbouw van de we-
tenfchap t'onderwyzen. De machinale arbeid van de Heeren Trans-
pofitoreSj
kan, als men daar toe luftkrygt, van.zelfs geleertworden*,
jt
% 3;                        y." Van»
-ocr page 216-
i66         -               Ware Gronden van
V. Van de Specien of Intervallen.
>EN Interval is de Dijlantie of wydce dalr twee muficale
geluiden , 'tzy t'effens'tzy na elkanderen klinkende , mee
^JllPl zyn van elkanderen afgelegen.
2.  Dq Intervallen worden met het getal der letteren die zy begry-
pen , genoemt en nkgedrukt : Zy zyn de navolgen4e :
2, 3,4., y., 6, 7, 8, 9'- X4-> \V5- -
3.  Die men op't Clavier vind alsvolgt: Twenaaflaan een leggende
letteren maken een Seconde, Drie de Ters, Vier do Quart, Vyfde
Quint, enz. De achtfte letter , die met d'eerfte dezelfde, is , noemt
men een OEtaaf': als, ab, a£c, afod, abed e; aa.
4-, Gelyk men in de cyfferkunfl de getallen hervat boven de 10
(als 11, 12, 13, 14., enz) alzo doetmen in de mufiec met d'lnter-
vallen boven de 7: want 't oclaaf is een; de 9 (behalven zyn
~ byzonder gebruik) is 2 , 10, is 3 , 11 is 4., 12 is 5 , enz. 't
.», , welk moeyelyk zou zyn te rekenen zoniet de7letteren, daar
«' men d1Intervallen van maakt , dezelve gedurigjtwamen aan te
wyzen. By voorbeeld neemt op V clavier de bovenlle en
s- d'onderfte A , die vier oftaven van elkander^afleggen , deze
c noemt men een o&aaf , wederom , zet de gemelde A tegen
A de hoogfte c, die d^ifte toets daar van daan, is, zo is dat een
3 , om dathier niet meer als de drie letteren A, b, c in zyn
begrepen.                                                            ,
5.  Een Leerling moet, om op 't clavier al fpelende d'lntervallen
met een oogllag te kennen (want men heeft geen tyd om te tellen)
zig gewennen altyd te zien op 't oftaaf, en by zig zelven te zeggen
twee meer als 8 is 3 ; en aan d'ander zyndg-een min als 8 is 7; twee
min als 8 is 6.
6.  Alle Intervallen moet men van de grond opwaarts rekenen als
ftaande op de Bas ; maar niet 't onderfle boven tegen de bovezang;
en nog veel min denr malkander. Want de Bas-Continuo eiit van
ons dat wy elkenoot in 't byzonder, als flaande op den bas, als zyn
Bails, moeten aanmerken: zelfs als men een bas maakt tegen een lied,
want elke basnoot is de grond daar men de partyen op bouwt , hier
van is alleen uitgezonderd de fecondejdie over al waar men vind als
een'2 word aangemerkt.
                                                       7. Twee
/ it£ 1
1
i
-ocr page 217-
^AV»m^m^-^^^^^y--:''^^,iiu,,0^mm
SF/iterjfalla.
. . | Quarto..              . ~t , s i , J
erfcdL mcuore*?.
3
I I I J
0 y,f| Wilt___©-
Q^uarta JupetrflucL. Q(j^in^ou.
S&etvL Tmrwriif
_j—»^» ^ ...
PS
^^Cugrn^rtir. m itni-riu-lw'. Seacta ma-jon muter;mm-ima. Septr.maion
—-j— :rji^_r5: TTprnn—.....* —^-----ipy- -x~r _
fe ill n - 4 4,h— #........j -t=.....JL- ~4—
rturi&n minima^
-S___------&L$.______, _
r
G <! C
—_1------------«---------«-jr#-----#-rj - -,-.....—.....-jAL—Q------.......£/'...........-----------.....-----------------—......~r-*Vl—
_}^ #•—- . g------p- • -0-—«—0_-__----- ———•——pr~(Q......ji5""~15—^~^~'"#" "7T~~
/L 1 *~"" r* fl II q I"0" 8 o ^^-^t§^-S~ 8~"ft'-p-tHWfttt
Cap.]3lQjJ7$
-ocr page 218-
Dc Mufiec en die Bas-Continuo,              167
7.  Twee naaft aan een leggende toetfen die met een zelfde letter
worden genoemt maken geen feconde : By voorbeeld , a met kruis
a,g met %$.g,dmet 9%.d;'tis verboden dezetegelyk teflaan: maar,
a met molle b, gis met molle a en <//.? met molle ? of £,(?, fchoonzyop
dezelfde toetfen vallen zyn feconden: Wederom, Twee naaft elkau-
der leggende letteren maken geen ters , als gtegen ^4.a, j tegeng$£,
c tegen %d of dis; maar g met de molle b of \jb\ /met £,#, <rmec
e[t zyn ware terffen. En offchoon eenzelve toets hiert'elkens totde
twee ftrydige tekens $t en [> , 't eene eigentlyk en 't andere o//?/-
getitlyki moet dienen, zo is 't darom niec geoorlofd de klanken ver-
keerd te noemen , veel min te fchryven want het is een gebrek in de
clavicymbel, 't geen wy tot de mufiec niet moeten overbrengen ; of
het zoude ons in 't beleid der ftoffen misleiden : want, deregelen van
't gebruik der kruiffen zyn regt bet tegendeel van die der mollen.
8.  Men vind Clavicymbelen en Orgelen daar de voornoemde drie
ontbrekende klanken op de verheve tulfentoetfen , door byvoeging
van een zeer klein toetsje zyn ingevuld: dit noemt men een gefneden
clavier, waar van wy d'afbeelding by biz. 113. hebben vertoont.
Men vind geeften die deze invulling tegenfpreken, maar ten onreg-
te, wants als die niewbygevoegde toetsjes klein genoegzyn zoftaan
zy niemand in de weg , terwyl de gene die 't ware gebruik daar van
verftaan , de vrugt der zelve, welke beftaatin zuivere geluiden (die
men anders ontberen moet) met veel genoegen genieten.
9.  Die 't ware wezen van dit verfchil wil onderzoeken , bezie on-
zen Transporteur generaal op den cirkel aller klanken ; biz. 68. en daar
nevens het hoofdftuk van deilelkunlt,met de reine terffen ter eenre;
en de wolven ter andere zyde; zonder zig te vergapen aan het daar
onderftaandezogenaamdegelykzwevend temperament, waar in aliede
zuivere terffen , door de byvoeging van jonge wolven vervalft zyn.
Boven op dezen Cirkel hebben wy vertoont dat 'er tweederlei halve
tonen zyn ; als eerftelyk 7 Semitonium minus beftaande uit twee vyf-
dedeel van een toon , 't welk veroorzaakt word door de byvoeging
van een $£ of{; zonder van letter te veranderen : ten anderen Jiec
Simitotiium majus 't geen nit drie vyfde parten beftaat. Deze is den ei-
gentlyken of natuurlyken halven toon die in de fchalen der klanken,
waar naar alles word gefpeelt en gezongen, zyn plaats heeft.
10.  Onder d'Intervailen zyn de 3 en de 6, de 2 en de 7 , zo als
00k de 9 twederlei: zy worden onderfciieiden in groote en kleine,,
~ d'an-
!
-ocr page 219-
id8                        Ware Gronden van
d'andYe zyn eakeld of eenvoudig, als 4., 5" en 8 > zo als 00k de 4f
en [/ j: , die men 00k den Drietoon'noemt, omdat hun twee uiterfte
klanken de wydte van 3 heele tonen van elkander kggQi\ : als c )g< f
en s% fc.
11.  De 2 heefc de diftantie van een fo?/? of ib<sr/w toon. De 7 is
00k tweederlei en beftaat uit een octaaf min een heele of halve toon.
De 3 en de 6 zyn tweederlei en worden genoemt major of minor dat
is, groot ofklein. De groote 3 beftaat uit twee heele tonen, maar
de kleine uit anderhalven toon: als*1?, endf. Degroote6isgemaakt
van een o&aaf min een kleine ters, en de kleine 6 van een 8 mineen
groote ters : als g e, en a f. Een 3 omgekeerd is een 6. Twe rain
als 8 is 6, fiaat §. 5. De 4. heeft de wydte van twee heele tonen en
een halve ; oFvan anderhalve toon en een heele : dat is, van een
groote ters met by voegtng van een toon, of van een kleine met een
halve toon als, c e/', ofdfg,
12.   De Quint beftaat uit twee terffen op malkander , waar van
d'eene groot en d'andere klein is. Z' is met een oogflag te kennen
als men'er een ters in 't midden zet. Twee kleine terlfen maken een
valfche quint : maar een overtollige of kwade quint beftaat uit 2
groote terffen.
13.   De kleine 3 of 6 word door 't byzetten van een §§ aan de
bovenfte of een [, aan d'onderfte noot of letter vergroot en van mh
nor
tot major gemaakt, in tegendeel worden de groote 3 en 6, door
een [; by de hoogfte of een $$. by de laagfte in kleine veranderd.-
14,. 'c Is aanmerkelyk dat de groote 7 en groote 6 tweemalen kon-
nen verkleint worden , te weten door een {, van boven en door een
3£ vanonderen.
15.   Een§£ die in deBas-Continuo boven een noot alleenftaat be-
duid een groote ters, en een \> op dezelde wyze een kleine, zonder
dat 'er een 3 moet by ftaan; Insgelyks beduid een [3 dat men op die
noot die ters zonder ^ of y zal nemen.
16.  Als men vind ^ 4., zo verftaat Jmen daar door dat men eeril
een groote ters en daar na een 4 zal nemen : Maar zo men wil dat
het een valfche 4. zal zyn, zo moet menom ditwel tfonderfcheiden,
het kruisje aan de 4. vaft maken. Zo als't zelfde n»et de {; wordge,
daan : als Afc $\ & 6\; \, 7 £>
17 De
-ocr page 220-
..:         ,-„          ,_          ".                  ■ ■■           "        "
De Mufiec en de Bas-Continuo.              169
17.  De intervallen worden gedeelt in Confonanten3 Dijjonanten en
Valfche. De Confonanten zyndegoede, dieHarmonieusofVolmaakt
rein zyn; De Harmonieufe zyn de Quinten , die zig wel iets bewe-
gen maar zo weinig dat het aangenaam is om te hooren : De Vol-
maakte zyn de groote Ters en 't Odtaaf. De Diffonanten zegc men
te zyn de 2} 4, ? en 9.
18.  Hierop valtaan te merken dat de 4, die men onder de Diflbnan-
ten telt, in zigzelvenzogoedisals de $, want diQ beide beftaan uit
dezelfde letterenj_ want, c f is een 4 en/Teen ?: wederom c g is
een quint en g c een 4. maar de quart en quint ( by voorbeeld cJ en
eg) konnen niet te gelykftaan of daar uit fpruit een feconde3 namelyk
f tegen g , welke is een diflonantie ; die men niet kan wegnemen
zonder een van beide, de 4 of de ?, te laten varen: nu is de queftie
wie van beide voor den anderen zal wyken. De 4 zeit tegen de J,
ik ben zo goed als gy: De J antwoord } ik ben de grootfte vanons
tween: En vermits 'tgeluid van dezen boven den eerften 00k wat meer
uitmnnt zo heeft by zyn proces gewonnen, en de quart is tot zyn
onfcJiuld voor een diflonantie verklaart. Om deze overwinning mag
men de f die op den hoofdtoon ftaat, de Dominante noemen.
19.  Wyhebben goedgevonden d'ontledinge der Intervallen op een
iimpele wyze door htteren te befchryven, om dat een kind, dat pas
zyn a b c weet, daar door terftond dekennis dertoetfen en het vin-
dender Intervallen op 't clavier (waar op zig die zigtbaar vertoonen)
kan leeren, en daar na d'accoorden; welke wy dan met noten op linien
zullen aantekenen, terwyl men der zelverletterenmetm/afer/ez ileu-
tel zal leeren opzeggen: Wantwy in ^begin geen tweeJlrydigefleu-
tels willen gebruiken om dat de leerlingen daar in altyd dwalen. Wy
zullen ons daar toe van de zangnamen niet bedienen, om dat wy die
tot een wigtiger oogmerk van nooden hebben, behalven datze by vele
zelfftrydig, dubbeld, wifTelvallig, en met omflag van woorden bela-
denzyn, 't welkdeFranfche fchryvers veeimaals belet zig naar behoo-
rente konnen uitdrukken: daar wyintegendeel doorde letteren, die
kort, klaar en eenvoudig zyn, t'elkens door een eenig woordlid alle
gebriiikelyke klanken kpnnen noemen: 't welk wy iiopen dat de letter-
haters mag tot bekeering brengen.
Y                                 VI. Van
- \
v
-ocr page 221-
......-                                ........... :                                 ........                                           ■■ -.....
1./0                      Ware Gronden van
VI. Van d'ACCOORDEN.'
jlp3|lEN Accoord is een t'zamenkomft van welgefclukte geluiden;
j^^ 2. Dit woord word in de Muliecineenruimen zingend-
WW& men: want men noemt niet alleen een accoord 'c geen in
volkomen harmonie beftaat, maar zelfs ook als'er diifonantien in zyn
begrepen. Maar door Difcoord verffoat men ongeftelde fnaren of
klanken die tegen de natuur of d'eigenfehap der konft ce zamen ko-
men, by voorbeeld een vals octaaf als cs tegen f, es tegen e enz.
3. Een volmaakt accoord is een volkome harmonie van 3 geluideti
daar geen vierde kan bykomen, of het is de weerga van een van drien:
want al dat daar buiten is, is een diflbnantie.
4.. Een volmaakt accoord heeft tot zyn Capitale of principale toon
een grond of bafts, daar al de geluiden op ftaan: en beftaat uit drie
goede confantien , als Bas , 3, J, 8; met vryheid van verwiffeling,
als, Bas, 5, 8, 3 ; Bas, 8, 3, 5 : want den hoofdtoon boven, in 't
midden ofonder, zoals op de plaat by Cap. VI, word aangewezen >
is 't zelfde accoord.
5.  Zo men de ware Bas daar af laat, zo ftaan de drie overige op
een vremde bas, die wy dan noemen de Suppooft of den Reprefen-
tant van den Hoofdtoon, die in de plaats van den waren grondtoon
tot den Bas dient.
6.  Hier door hebben wy
Twee Accoord err.
Deze noemen wy, I, 't Accoord van de quint 3 en II, 't Accoord
van de zes : waar van 't eerfte is het voimaakte daar al de partyen,
als op hun eigen en wettigen grond op t'zamen komen en met een
cadens of inval daar op beruften: maar het tweede is onvolmaakt om
dat zyn niewe basofgrond is een fuppooft ofgefubfiitueerde 3 ftaande
een ters hooger als zyn Capitale of Principale.
Alle zelTen zyn Suppooften*
₯• Het Accoord van de 6 is't zelfde van 't accoord van de quint
fiaande op een noot een ters lager; en by omkeering , het accoord
van de quint is 't zelfde van dat van de 6 op een noot een ters hoo-
ger. 't Eene is de Frincipaal en 't andere den Reprefentant.
8. d'Ac-
,
-ocr page 222-
" '■■■•'tjfWW^!wf.».-ym,
De Mufiec en de Bas-Continuo^              tyi
'$. d'Accoordfcn zyn, ten opzigte van de Ters ook
Tweederlei.
want, gelyk die is major ofminor, zo volgfcdat wyde ters die men op
den hoofdtoon zetmeteen groote ofkleine letter betekenen. Ditheefc
byzonderlyk plaats ontrent den generalen hoofdtoon van een ftuk :
wantde tweederlei ters, major of minor bepaaltde ganfche mufiec in
twee-derlei fpel of modus, 't welk naar de ters genoemt word.
9.  Maar als 'er een kleine ters in de groote zes, of een groote ters in
een kleine zes is begrepen, zo is hy geen fuppooft, want, als men
het fupplement tot het oftaaf daar by voegt, zo kan die basg een
Hoofdtoon zyn om dat zig in 't accoord een valfche quart bevind.
10.  Als men van 7t vol accoord den Gapitalen toon en daar na
izyn ters of fuppooft wegneemt, zo volgt de quart, die als dan is het
onderfte interval. De quart mag op de Bas geen Hand houden zo
als in 't vorige Cap .§. 18. geleerd is. Want hy is de quint hinder-
lyk, om dat daar een feconde uitfpruit: darom word hy gehandeltals
een diffonantie en moet zig vernederen tot de ters; dan is (zo als
men 't noemt) de quart door de ters /gefolveerd of afgeloft.
11.  In alle accoorden kan men aan de J of 4. die daar in is terftond
zien wie 'er den Hoofdtoon van is; want
Van een 4 de bovenfte, en van een j d'onderfte is Hoofdtoon.
Dit wel aanmerkende kan men terftond alle accoorden kennen. 't Is
hoognoodig zig hier in te oeffenen, want alle oogenblik komt dit in
,'c fpelen van de Bas-Continuo te pas. Daarom hebbenwyin de voor-
noemde plaat by het handje , een menigte van voorbeelden op de
gemeenefleutel (diewy willendat denleerling zaleerft leeren) voor-
geftelt. Hy kan d'accoorden ook zonder linien of noten op 't clavier
keren kennen en daar na zelver latert opfchryven: 't Welk een zeer
hutte oeifening is, want hykan dat niec doen zonder zulks zeer wel
teverftaan, want hy moet allede kruilfen de mollen bezorgen en de
valfche 4. en 5 (daar geen hoofdtoon toe is) wel weten te myden.
12.  Wat nieuws. lemand die een liedje kan zingen zonder van no-
ten of linien iets weten, kan, als menonder dewoorden van dat lied
hier en daar een letter zet die yt vereifte accoord dat tot een Bas-
pontinuo dient aanwyft , terftond , na dat men hem de handgreep
van die weinige letteren zal hebben aangewezen , in weinig dagen
zig zelven accompagneeren. Neemt tot een voorbeeld de Folied'Es-
Y 2                                  pag-
S
-ocr page 223-
1/2                        Ware Gronden van
pagne, dieaatialienbekendis, enhudeBaszynd^4dCFCdJ, dte
weten d met een kleine ters, A en F met een grooce; voegt dan by
elke ters een quint en o&aaf.
VII. Vergelyking van 't Tweedcrlei SPEL
der Ouden met onze twee Schalen.
i.[2'^^gE Oude Grieken hadden 6 paar raoden waar van dever-
^T~^\koze tonen waren een Ry van 7 letteren, uit de Scala
f\X^/%* diatonica zonder ^ of j) , beginnendeopeen der61et-
DSffO -3 teren #, c, d, e, f, g. Deze moden waaren Tweederlei
door de Quint of de Quart die daar in wierd boven of ondef^enomen :
ziet biz .90 By voorbeeld, het fpel Jonicus beftonduit C,e,g,c; en
Hypojonicusuk G, c, e, g ; 't eerfte wierd authe'nti en'tandere plagali
modi genoemt. Maar op de letter B (by de Duitfchen i/genoemd )
gebruikten zy ^cen modus , want daar op viel ge^n accoord, wyl H
tegen F een valfche 5" of 4. is.
2.  Maar federt dat de klanken met kruifTen en mollen voltallig zyn.
geworden heeft dat Griekfche fpel, zonder tuflentoonen ('t welkge-
volglyk daar toe zyn byzondere regels had om zig uit verfcheide ver-
legentheden te redden ) opgehouden, en men heeft zig voor de twee
hedensdaagfche moden verklaart , fpruitende uit het fpelen over de
groote of kleine ten met dedaar aanhoorende modulatie of beloop van
klanken, diemendoor de Transpofitie (welke by de Grieken onmo;
gelyk was) van d'eene op d'andre letter overbrengen kan.
3.  Wy vertoonen in de nevenflaande plaat de verkoze tonen van
'teenen't anderfpel in twee Colommen die wy in't XVI. Hoofdfluk
van onze Inleiding) in de gedaante van een a en Y ('t welk 't zelfde is ,)
liebben voorgefleld; 'tgeen men totverklaring kannazien.
4*. De eerlte colom vervat de Tonen die tot het eerfle Spel be-
hooren, wiens Capitaleis ut en 't accoord ut, ml, fol, van welkers
Scala wy de Transpofiflie in 't XVI en XVIII. Hoofdfluk van onze
Inleiding en hier in 't vierde uitvoerlyk hebben onderwezen.
5. Ter zyden die colom hebben wy de drie foorten van geluiden,'
daar wy in ?t derde Hoofdfluk van hebben gefproken, met figuren
afgebeeld, om derzelver eigenfehappen daar by t'onthouden j ver-
to one nde
                                                                                ©at.
v.' '■
-ocr page 224-
jCe 72lcnde de Ut
etde la         /77lineur&.
S
J'crrtej'
de
Jons.
Captttv/c,
Lit
La
if I, \ Irzh*e-ciuc£.
b
ifatisa&mtrtari/e. ^f&L
4-
X
6~
mi
A
&
'Pvu,£n,&
re
r
/"~~N. Capita/e.
JY^att& CToniatie.
'£*fp&l 2mrv de '
oy7rrcr£e en, *3Clein& S&r&f
0
$■?
-ocr page 225-
•'•''.' ivmmm-,..,*v
De Mufiec en de Bas-Continuo.                  173
Dat een fcherpe of dure toon is het onderdeel des halven toons;
Dat 'er zoo twee in de fchale zyn naamlyk mi en fi \ waar van wy
de laagfte met eene , en de hocgfte (die van 't meefte vermogen is)
met twee punten vertoonen;
                                 =
Dat het fpreekwoord van, Een lager als molis Jcberp, by ons van
groot gebruik is4                                 ,, . ,               , t , , ,
En aan d'ander1 zyde , dat een molle is het opperdeel des halven
toons, als ut en fa , waar van wy d'eerite met een rond en de twee-
de met twee halfronden aanwyzen;
Dat de drie overige midmatige klanken zyn re, fol en la.
6. Wy hebben naar deeze figuren beitels doen maken om daar
mede uit kaartebladeren zulke nooten te hakken die dan, op fyn
papier geplakt zynde , aan blinde menfchen konnen dienen om de
muliec met de noodige (byvoegingingen die hoog en laag, kruis en
mol, en maxima, longa, brevis, datis,heele, halve en vierendeelen
beduiden) by der taft gemakkelyk telezen; Hoog, lsde nootmetde
ftaart opwaarts ; heel, die nog toe is; half, daar een groot en vieren-
deel, daar een klein gat mgehaktTs, waar van men de gedaantekan
veranderen in rond , vierkant of driehoekig om korter noten te be-
tekenen, 't geen wy 00k door andere middelen die minder plaats be-
flaan , konnen vertoonen. Dit in 't verbygaan.
7 Wat aangaat de7noten der fchale, die hebben, by harenameit
00k byzondere Tytels en bedieningen, die men met geen eeneSyl-
labe kan uitdrukken: Darenboven heeft het twedefpel twee klanken
meer in de fchale; en gaat over een andre weg in 't klimmen als in 7t
dalen; waar van wy 't verfchillend gebruik den leerlinginzyn eerfte
leflen niet mogen voorleggen. Dus zo zullen wy onze leering met
het eerfte modus of fpel beginnen , om dat het eenvoudig en met
zwaar is , om'er in \ kort een bevatting van te krygen : Dan zal
men daar na , buiten gevaar van dwalen , daar van een afwending
maken en het twede modus, ondernenien,
3 Al wat wy tot hier toe gezegt hebben zyn geen regelen van de
kun'ft (hoewel zommige die zo zouden noemen) maar alleenlyk befchry.
vingen van de ftof daar men de mufiec van maakt ; en dan wyders
axiomata & communes notiones grondfpreuken gemeene bekentenilfen
en eenvoudige waarheden, bekwaam om regelen daar op te maken:
't welk zekerlyk ondoenlyk zal zyn zo wy ons niet van te vooren ont-
1                           y 3                                  fkau
-ocr page 226-
174                              Ware Gronden van
(laih van alle verwarde dubbelzinnige en verleidende uitdrtikkingen i
welke wy ten dien einde in onze Inleiding hebben wederiegt,
9. Wyders zo is het algemeen zeggen dat'er geen regel is die niec
syii uitzondering heeft : dien volgens is'er tot het maken van liege-
len geen ander middel als Jiet vaftilellen van een groote weg 3 die
men, naar zekere wetten, zal konnen volgen 3 wonder cyffers daar-op
tot uitlegging van nooden te hebben; mids dat alle nitzonderingen,
vremde tonen of zydewegen door cyffers of tekens worden aangewe-
zen : Want het grootfte vermaak van de* mufiec beflaat niet alleen
in de harmonie die men vind in de gemeene weg , maar voorna-
mentlyk in de aartige invallen waar mede d'Auteuren den toehoor-
der weten te verraflen ; welke byzondere gedachten 3 die men niet
raden kan , alleen die gene zyn die men met tekens behoort bekend
te maken ; zelfs zo moet zulks fpaarzaam gefchieden ; want al de
bywegen of invallingen die door een goed Auteur gemaakt worden
hebben in 't byzonder 00k haar eige regelen die men terftond op de
minfte aanwyzing gewaar word. Anders kan men voor d'onkundige
wel alles door cyffers en teikens verklaren: maar dat is de regte weg
om onwetend te blyven.
jo. Om dan d*onderwyzinge door regelen t'ondefnemen sullen
wy den leerling hier een tweede ileutel voordragen , welke wezen
zal d'allermeeftgebruiklyke 3 daar men liederen en mufiecftukken
voor de Hera 3 de viool , de fluit, en andre fpeeltuigen opfchryft,
waar in hy niet anders zal hebben waar te nemen als dat fay dezelfde
letterenvan zyn eerfte ileutel Qte weten deBas ileutel, of de G Ileutel
op d'eerfte linie, 'twelk 'tzelfde is) op de "Vioolfleutel (dat is de G
op de tweede) een linie hooger vinden zal.
11. Voorcs zo willen wy den leerling 00k vermanen dat hy , om
een goed oordeel van \ geluid te krygen, zyn clavicimbel altyd net
gelteld houde, en'00k zelver leere ftellen: 'twelk het belle middel is
om \ gehoor te oeffenen. Men moet gewaarfchoud zyn dat dit in-
ftruaient een foort van een Termometer is, dat met kouw en warmte
klimt en daalt 3 zo dat iemand , die fyn van gehoor is 5 daar aan zal
konnen zeggen of d'eene kanier warmer is als d^andere. Wyderszd
dalen de kopere fnaren door de warmte veel meer ais d'yzere ; zo
dat 9 by verandering van weer de kopere en d^yzere maikander dill-
loopen. 'tWaar te wenfchen datzy eenparig mogten ryzen en da-
len. Hier toe zou veel helped dat zy alle van koper waren ; maar
wyl
\
-ocr page 227-
De Mufijec en de Bas-Continuo.                 17 y
wyl die om hoog niet zo holder als d'yzere klinken > zo worden de
clavicimbelen zelden hier toe gemaakt. Daar is onderfcheid in de
maat der fnaren; de bovenlle C van yzer is 7 9 maar de kopere zes-
d'halven duim; een o&aaf lager isdemaac van d'yzere 14. en van de
kopere lijcftum. Maardederde Cisgeentweemaal 14.maar ontrent 2$
of 26 duim : want hier moet de maat der yzere verminderen , om in
't begin van 't onderfte o&aaf koper en yzer naaft malkander te kon-
nen zetten. De kleine vierkante clavicimbelen 5 die men 5; voet
noemt, zyn tot de kopere befnaring bekwaam ; waar van men de
maat kan onderzoeken. Voorts, Naar de meerder of minder wydte
tuffen de kammen kan men de fnaren fynder of grover verkiezen.
VIII. Van de REGELER
i;^J^8gEN Kegel is een wet^op reden gegrond daar men 't gef
*^T? S kruik ^er kianken Cbeftaande in , op voorgeilelde Bas-
gXZi^ noten de vereifte accoorden te vinden ) naar fchikt.
&Dffi£Sv3 2. Wy hebben in'tvoorigegezienhoedeklanken beftaan
tilt een keten of t'zamenhang van heele en halve tonen, zo als zy in de
Natmir leggen en van d'eerfle tyden af tot op den huidigen dag ge-
bruikt zyn; metgeenander onderfcheid als dat de geleerde, om die
heelnet te verdeelen , over eenweinig meet of min in derzelvertus-
fenwydtens niet zyn over een gekomen: daarwy, omte leerenfpelen>
ons niet mee moeten bernoeijen.
3. Deze keten van kianken (die wy 5 tot het hedensdaags gebruik
een Seal a noemen) is dezelfde die wy in d'eerfte Colom van x voor-
gaandeHoofdftuk als de ftoffevan't Eerftejpel hebben vertoont. Z'is
de gene die men Diatonyc noemt als hebbende in haar modulatie of
beloop van kianken haar voile getal om aan dat fpel , in dien toon ,
te voldoen : Zo ak wy in 't XXII Hoofdftuk metdeTrompet Marya
hebben bewezem
Dit waren in d'eerfte tyden de tonen der Ouden; zy hoefden daa
niet te zeggen:
Formeert uw' accoorden uit de gezetteir tonen
wantzyhaddengeenandere; Dus 20 is dit een Regel die wy niet ge-
maakt hebben naaar die ons als een wet der nature is Yoorgefchreven.
£. Maar
-ocr page 228-
v..
ij6                             Ware Gronden van >
4.. Maar als wy die zelfde fzamenhang van heelben halve toonen
op hooger of Jager fharen willen verplaatfen, om die op de menigte
der hedendaagfclie klanken (zo verre als derzelver verdeeling op 'c
clavier zulks toelaat) met grooter of kleinder Trompetten ofandre
fpeeltuigen willen over een te brengen, zo is'er een fchale van noo-
denom diete verkiezen. Maar die verandert, hetfpel niet, want de
fchikking en 't wettig gebruik der klanfcen, met hun Hoofdtoon, Ia-
trodudteur, Dominante, fcherpe en fuppooften blyft in zyngeheel.
IX. De Verkiezing van T O N E N.
loordezeiSVvzAzmoeten wy, alvorens te beginnen, een ver-
kiezing van tonen maken die de ftoffe van ons fpel zul-
len zyn ; die moet door de transpoiitie gefchieden : die
tonen , gevonden zynde 5 moet men zig by voorzorg,
heel vaft in de geheugnis prenten : want het gebeurt zomtyds dat
d'Auteuren dezelve met de fleutel niet wel uitdrukken. " ,
2. Om de gemelde tonen t'ondekken zoekt eerll deri Generalen
Hoofdtoon , die men noemt den toon van 't ftuk, anders la Finale,
omdathy isde lefte noot of letter daar men opeindigt; dezebekend
zynde, zoekt noten een ters liooger als dengemelden toon, en ziet
of die ters groot of klein is ; is ny groot zo noemt den hoofdtoon
uty maar is hy klein zo moet hy re genaamt worden: Van welkear
of re dan opwaarts tellendemen deszelfs onderhoorige tonen, die in
de colommen ftaan , moet ondekken. Maar om daar na verder de
tonen te vinden daar ieder Periodevangemaakt is, moet ons 00k van
elk den Hoofdtoon bekend zyn; Om die terflond te ontdekken heeft
men zeer klare merktekenen ; als eerftelyk een voorlooper (die men
in Vrankryk npemt/<? fenjibk} die den Hoofdtoon, al daar hykomt,
onfeilbaar aanwyft; Ten anderen, de twee manieren waar doormen
met de Bas een zin of een Periode eindigt, waar van wy de noten
sen Defcente ofeen Cadens^ datis, een ingangofinvalnoemen: Door
deze Cof andere middelen die wy leeren ziillen) den Hoofdtoonont-
dekt zynde , %al men uit de fca/a van den Generaal de ters daar toe
nemen , en naar dat die groot of klein is, daar mee handelen zo als
boven geleerd is j en wel in acht nemen dat ieder Periode zo wel als
den generalen hoofdtoon, zynvolkomenregelmaugheidheeft:.Want
als
\
s
.
-ocr page 229-
De Mufiec en de Bas-Oontinuo,                  177
als den hoofdtoon van \ een oft ander fpel word verzet 20 draagt
hy niet alleen de ganfche fchale van tonen , maar 00k alle de Rege-
len die derzelver gebruik betreffen, met hem.
3. De gemelde voorlooper (die wy een Introdu&eur of Intree-toon
noemen) heeft een zeer duidelyk merkteken waar aan vvy hem ter-
ftond zullen kennen, wantd'eerfteniewefcherpe, C'tzyeen, ty of- *
tewel een \\ daar een mol door is weggenomen) waar mede men de
verkoze coonea , of deSca/a, te buicen gaat, is een niewen Intro-
du&eur die ons een andren hoofdeoon aanwyft; die zeer licht is te
vinden: want, den aanwyzer is altyd een halvetoon lager als zyn
hoofdtoon , deze dan , die door zyn fcherpraakend teken %& of ty ,
(\ welk men daar altyd byzet) zeer zigtbaar en kenlyk is , mill
noit ons den hoofdtoon aan te-wyzen. Dus zo zal men weten dat
%if is denlntr. vang; $£gvantf; ^a van ty; $£f van </; j&d
van e; $£e van ^/; enz. zo als 00k a van ];b; tfb van c; d van
le; e van/; g van f,a; enz -
4-.De letter dan dus oiitdekt zyndezal men,zo alsbovengeleerdis,
deters daaf van bezien, die dangroot zynde door een Groote, of in
cas van eetl kleine ters , door een kleine letter word betekent; By
voorbeeld, het fluk is uit Cgroote (gaande over alle de vlakketoet-
fen zonder %$ of \> ) en men viod een ^fcg, zo is't zeker dat men
treed in a kleine (die wy fchryven met een kleine a) om dat# tegen
<;is een kleine ters. Maar zo men een 1% by een/oncmoet zo is den
hoofdtoon G, die tegen tyb is een groote ters; Dus noemen wy die
periode G groote, die wy betekenen met een groote G.
j.Maarzod'ereennieuwe [, komtintevallendiedevoornoemde ^
of 1} wegneemt, zo is'er watmeer te doen, want een \j hiet fa en
geeft ^yu naam aan de letter daar hy voorgaat: Als men dan daar
van daan telt fa mi re ut zo zal men miffchien twyffelen wie van
beide, $M of Ut hier den hoofdtoon is: maar men moet zien of die
ut een >)£ heeft: zo ook,zo by geval die \; geen fa maar een fa is,
zo zal men boven de naaft gelege la een %$ vinden: deze, die 00k
Introda&eurs zyn, makeft terfiond den lioofdcoon openbaar.
Z                            X. Van
-ocr page 230-
I7g                           Ware Gronden van
X. Van den HOO FD TOON.
1, £?>S£$2EN Hoofdtooa heeft een voorregt boven alle andere to-
&a|"~^»3 nen, waar van dit een- Kegel is.
gjLs^ z. Den Hoofdtoon alleen heeft onveranderlyk,
C«tfv>DS |iet volmaakte Accoord, beftaande in 5, 8, 3.
1 5, Zo haaft als'er maar een van deze drie partyen op wordver-
zet ; of dat'er een 7 ofandre diffonantie by komt, zo is hy geen
Hoofdtoon meer ; en de Intree die wy tot hem zouden maken , is
afgebroken : Zo als wy op d'onderfte linie in de voorgaande plaac
by bet teken Z konnen zien. Want zo men van 't volmaaakt ac-
coord (by voorbeeld) van C de J verandert in een 6 , zo word a
Hoofdtoon ; en zo men daar nevens van de 3 een 4. maakt zo
zal F hoofdtoon zyn; maar zo men de $ en de 4. .te gelyk zet,
beeft het accoord twee hoofden , te weten F en C; Jjisgelyks zo
men by 't accoord van C een'?, voegt , want dan zyn der twee
boofdtonen C en e: \ welk wy b§wy_zen door de bovenoot van de
quart en d'ondernoot van de quint,: Zo als wy in de elfde §. van-'t
VI. Hoofdfhik hebben geleert. Dit heeft op dezelfde wyze 00k
plaats in 't tweede Modus van de kleine ters ;•■' waar toe wy tot
een voorbeeld ftellen d, met de zelfde cyffers als tevoren. Opdeze
beide ftaat te letten dat, alwaar twee hoofdtonen zyn,. den eenen
moet' wyken , zo als wy met zwarte noten hebben aang.ewezen, 't
welk' men noenit folveren. Het accoord dat, boven \ liandje ftaat
heeft geen hoofdtoon;want de & op d is denlntroducleurvande voi-
gende C; hy'kan niet'te gelyk Introdudeur en.hoofdtoon zyn.
XL Van d'AC COORD EN.
%&&M 'M nu de hand aan 't werk te llaan zullen wy hierden eerft-
gemelden Kegel der Ouden met een kleine byvoeging hsr-
halen, en zeggen
Foimeert uw' Accoorden nit de verkoze tonen,
Nemende op de fcherpe een 6 en op de mollen een 5.
De fcherpe zyn in dit fpel mi, en fi, en de molle ut en fa. De dne
overige , re, /o/ en la , konnen , als de bas fprongen maakt, 00k
quinten
-ocr page 231-
De Mufiec en it Bas-Continuo^              17$
quinten hebben ; maar met trappen gaande zynd'er andere Regelen.'
Voorts zo is dit een gemeene bekentenis dat
Een lager als mol is fcherp.
2. Om dan te beginnen zo laat by voorbeeld den hoofdtoon C zyn»
dan vallen de verkoze tonen alleen op de vlakke toetfen van t cla-
vier, en men moet onthouden datdetweefcherpe zyn e en b: Maar4
20 in tegendeel D hoofdtoon is zo vallen de twee fcherpe op detwee
verheve tufletoonen $&f en $$* J w;ar tegens de platte/en C als
dan zyn verworpen.
% De manier nu om nit deze tonen,op een voorgeftelde Bas,zon-
der cyffers, accoorden te formeeren is te zien in de twee voJgende
voorfchriften :
..In 't maken der accoorden zal men zig wagten van dezelve mi
hoog, dan laag, te neemen, zo als wy dieboven 7t woord extfava*
game
hebben aaijgewezen.
Men moet altyd zien hoe veel vingeren dat'er van eenaccoord
konnen blyven ftaan om op dq volgende noot te dienen.,
Z z                      *. Men
-ocr page 232-
*fco                             Ware Gronden va&
4.  Men maakt veel gerucht van dien ouden regel
Myd twee Oitaven en twee Quinten. -
Een kind weet weld#t zo de Bas en de wys een zyn dat dit geeit
partyen maar alleen verdubbclingen of verfterkingen zyn :. En/wyl
jn alle dihgea de verandering behaaglyk. is , zo mishaagt ook de&e
piompheid v en "t is redelyk dat wy ons tot de aangenaamfte en lief-
felykfte accoorden gewennen. Tracht dan, zo veel als't beloop dec
iloife toelaat, de boveanoot op een 3, 5^ of 6, te zetten: maar in
zware voile m'ufiec maakt men tl willens dubbelde odaven.
5.  Wat nu de quinten aangaat, die hebben een heel andere Reden.
B.e Odaven gaanniet. vals , maac de quinten zekerlyk zo men zc
neemt daar de Rem of het fpeelcaig een ozal doen hoorenx want dat
baart een fcconde : anders beftaat die fout alleen in gebrek van ver-
andering en in de plathetd van die verzetting die in haar zelven on-
behaaglyk is; darom is't niet geoorlofd dat die mecde basen de wys
paralel of vervolgens wordengenomen.
6.  Op deze fout is aanmerkelyk dat'er voorvallen zyn waar in de
befte Auteuren honderdmaal twee quinten of odaven maken die zeer
goed zyn: te weten, wanneer die van d'eene in d'andere party wor-
den overgebragt. Hier van hebben wy die twederlei voorvallen ia
dit plaatje, boven 'c woord excufe aangetekent , waar in men klaar-
]yk ziet hoe die font, door middel van de partyen kruiswys over el-
kander te doen pafferen , word weggenomen, in inbeelding beftaat.
Maar dat belet niet dat 'er andre ontmoetingen zyn waar in die t'eene-
maai ongeoorlofd is ; namentlyk, wanneer men daar door ontydigr
en zonder eenige voorgaande aanleiding op een niewen hoofdtooir
komt te vallen. Als, by voorbeeld wanneer wy tegen de vier eerfte
noten van Folie d?Efpagned> ^, d^ e dezeBas^, A, d, C3 met
quinten > zonder de tulTenkomft van een noot tot inleiding om zig
van den boojdtoon d op c te verzetten , zouden maken. Dit klinkt
zeer plat; niet om de quinten (want die kan men kruiswys verzet-
ten )maar ora de ilrydigheid van de C tegen de $&c die men even te
voren op A had gebruikt. Maar in andre voorvallen kan men de laf-
Ji^d d,er agter een volgende quinten door diffonantien wegnemen.
7.  Wat aangaat de terffen die mogen zeer wel elkander volgen 5 want
zyzyn niet alleen altyd lieflyk aangenaam, maar ooktweederlei, zo
dat ze 00k door de verandering behaaglyk zyn : Zo ah men uit de
byfibande. voorbeelden kan hooren,
XIL Van-
-ocr page 233-
De Mufiec en de Bas-Continuo.               i#i
■■'                                                                                                               -                                                                                                                                                                                                                                                                              ■ ' *"
XIL Van den INTRODUCTEUR.
/
EN Introdu&eur , Voorlooper of Intretoon, die (als bo*
ven(geieerd is) ons den Hoofdtoonaanwyft , is onderde
klanken van ft meefte vermogen : Voor hem moet alles
zwichten ; Hy is de geopenene deur van ieder periode;
en h roer van 'c fchip dat ons in de haverTbrengt > zonder 5t welke
men in geen eene* periode 3 *Ic Iaat llaan in een muiiecftuk 5 op den
fioofdtoon kan fhuis komen of ehidigen.
2.  In yt begin van een ftuk kennen \vy hem door den Hoofdtoon,
m&ar in redtr Periode kennen wy den hoofdtoon door den Incroduc-
teur: want by alle voorvallen van verandering word hy klaar uitge-
drukt 3 door een niewe of 1<J 5 zo tils wy geieert hebben.
3.  'tWelk niet alleen piaats heeft als die by een nootwordgevon-
den, maar kelis wanneer een )& boven een nooc bniten de linien en-
keld gezet is; want dan beduid hy , zonder dat'er een 3 word by-
gezet 3 een ters, dat is te zeggen een 3 welkers bovennoot een nie-
we kruis of fcherpe is, en dus by gevolg een Introdudleur,
. 'c Is van hem dat wy zeggen > gaac
Van een %% OpwaartSj
Daardaa by komt dezen Regel
Myd twee Contrarien,
Dat is, als een toets wit word gebruikt zo mag men dezelfde letter
op zwart niet aanraken zo lang als die periode duurt.
4.. Zo wy dezeWet overtredenzo word zulks by ons genoemt wr-
zaken : maar de maker van de mufiec heeft voile vryheid om met
niewe ftrydige tonen allerlei afwendingen te maken en 'tgebruik van
den Introdufteur onverwagt en onverrigter zake aftebreken, en een
ander in zyti piaats te ftellen. By voorbeeld: Men fpeelt uit .Dover
twee kruiflen en de 3SK word van de Cweggenomen , zonder alvo-
rens aan den Hoofdtoon te hebben voldaan, zo is't zeker dat de pe-
riode door den Auteur afgebroken en den Hoofdtoon verzet is. Maar
gelyk 't ons onmogelyk is al des zelfs invallende gedachten te raden *
zo is men gehouden op de noodige plaatfen ons door eenig teken of
Z 3                              cyffec
-ocr page 234-
18* .                      Ware Gronden van ;
cyffer van die verandering te waarfchouwen : anders volgen wy den
grooten weg, 't en zy dat men door eenige omilandigheden of door
'c gehoor het tegendeel gewaar word.
j. Van de gemelde §§, die boven een noot gezet zynde een groote
ters beduid, zegt den Regel
Een groote Ters eifl een Quint,
te weten op de basnoot claar de $£ boven ftaat.
En wat aangaat die 38 zelfs zo zegt den Regel dat
Na den Introdu&eur komt den Hoofdtoon,
Is *t niet aanftonds, zo is'tnaeenig tuflenfpel, ftwelk zomtydskort
zbmtyds lang is, en niec eer eindigt voor dat de periode (zozeniet
afgebroken word ) door een volflagen ingang of inval op den Hoofd-
toon komt te eindigen.
XIII. Twee manieren van Eindigen.
Y hebben bier naauwlyks onze intree gedaan of wy zyn
terftonds verplicht van het eindigen te fpreken : 't Is,
dat de muiiec , in tegenftelling van and're wetenfchap-
pen , dit in *t byzonder heeft dat al wat men fpeelt of
componeert gedurig afhangt van 7t geen'er volgt, dat is te zeggen
van'toogmerk dat men heeft om in zo of zo een toon te voleinden.
't Is noodzakelyk dat men wete waar men naar toegaat : Want , zo
jfr ' lang als men door een voorlooper ofander middelvan het tpekomen-
deflotonbewuft is, kan men niet fpelen : maar'tzelvebekend zynde,
kan men daar van daan agterwaarts alles uitrekenen wat'er op ieder
noot moet genomen worden.
2.  Hier van zegt den Regel, Speel Hoofdtoon of Introdudeur;of
om klaarder, met meer uitbreiding te fpreken :
Hebt altyd een van tween den Hoofdtoon of den Intro-
du&eur in handen. .'
3.  Men vind zomtyds by d*Auteuren heele linien daar men zonder
>t mihfte cyffer door dit middel alles op vinden kan; en zo d'er in een
periode eenige nader aanwyzing mogt van nooden zyn zo raakt
zulks de groote weg niet, die d'eerfte grondllag van de ftof is^ maar
alteen
-ocr page 235-
'
De Mufiec en de Bas-Continuo.               183
alleen de byvoegingen diVer den Auceur tot cieraad hecft inge--
maakt, welke men dan door eenig teken of cyfter mag'aanwyzen.
'c Is billyk dat wy de ftof en de cieraden uit malkander kennen : an-
ders kan men deBas wel metcyffers overdekken en alwat'ertenemen
■ is voorfchryven, om geen regel of.kennis van nooden te hebben.
4.  De twee manieren van eindigen 3 die wy in de Bas ontmoeten
worden by ons een Ingang of een Inval genoemt; Den Ingang, an-
ders gezegd een Defcente 5 is een Paling van een of meer trappen,
waarvande laagfle hoot (zoliy geenfcherpe is) dan Hoofdtoon word;
'tgeen wel is een foorc van een end maar geen volkotnen Hot. Den
Inval, die men een Cadens noemc, is een volkomen eind, waarme-
de een periode of een iluk muliec word beiloten. Van deze beide
luid den Regel
Neemtdenlntrodu&eurvandeleftenootopde lefte op eenna,
5.  Hier in beflaat het wezentlyke van de fluiting ; en d'overige
partyen die men daar byvoegt zyn niet meer als bekleedingen tot
vervulling der accoorden: zo als den leerjing in de navolgeadeplaat
£an zien.
                                                j
De eerfte linie vertoont hoe de boven party zig van den Intro-
du&eur op den Hoofdtoon nederzet : De tvvede , hoe men die met
partyen. bekleed : De derde , hoe des zelfs Bas kan beftaan uit twee
noten die een heelen toon afdalen: En de vierde, hoe men door een
fprong van een quint neer of een quart opwaarcs op den Hoofdtoon
ciadigt.
6.  Hier op is aanmerkelyk dat al de noten van deze vier linien in
eene malfa ce gelyk mogen werden gehoorc; zo als 00k de tweede
met de derde linie , die tot het maken van een Lefcente of een Da-
lende Ingang
in 't byzonder op elkander pallen.
7.   De 7 3 die wy op drie plaatfen in den Bas hebben aangewezen
is in 't accoord een aangenaam cieraad 3 \ welk doorgaans in de ca-
denflen op de valnoot, dat is, op de hominantedie op den hoofd-
toon voorgaat, word gebruikt.
8.  Aangaande nu de vyfde en de achfte linie , die is een uitbrei*
ding van dezelfde ftof op. de viergedeelcen van een maat; waar door
men die in 't gemeen de vier tyden noemt. De bekleeding hier van,
die.op de zesde linie ftaat 3 verzoeken wy dat de leerling gelieve
van buiten- te leeren ; want die is zodanig in 7t gemeen gebruik.be-
vef-
-ocr page 236-
i U
r
w
AS.
W
^
\\
M
m
m*i
m
J-J C
•JLCfreuJc &em,fhLi
2H
g
E
^^
*l
8
#
^
Q)&scent&
£
3^^
e
s
ra
12
zi
^V
-^7
^
CcuLerLcc
7
s
^
fin
P 'd 'r^jJlj
JLQXuitrz t&ms
-ocr page 237-
i $4                       Ware Gronden van
veftigd dat men niet kaa verby zyn dezelve te weten ; zodat men
die by naar voor een regel mag te boek zetten en onderftellendac
die cyffers onnoodig zyn , wyl geen Auteur iets dat daar tegen
ftryd zal maken zonder't zelve cTelkensdoor een byzonder tekenaan
te wyzen: Darenboven zynze, alsdeBas varieert (ofvanzynftand-
plaats, 'jjwelk de Dominance is, afwykt) zeer moeyelyk , want dan
word dezelfde zaak afgebeelddoor heel and'recyffers, waardoprdan
de ftof fchync veranderd te zyn } fchoon zy dezelfde is. Hier van
zien wy zes voorbeelden op de achtite linie, waar in de regterhand
zes maal 't zelfde Joet : daar wy , zo *c noodig was , meer andere
zouden konnen byvoegcn. Als men die wel van buiten kan , moet
men die zoader fchrifc op alle andere toonen leeren vmden , zo zal
men daar na op alle voorvallen afgeregt zyn.
9.   Met kwaadfte dat'er kah voorvallen,^, als men naar de niew— ~-
fte mode , tot het maken van een cadens in £§/ of Sg^, de placte
fen c tot kruiffen gebruikt ^ als Introducteurs om zrg daar mede op
d'eerft genoemde kruilfen ( die in cffe.piaats van de vlakke toetfen nu
hoofdtonen zyci) fleder teeetteto. Ziet Jaiervan detwee eerfte voor-
beelden op de negende lin*: En nog een graad verder'tgeen Corelli
heeft gedaan in d'elfde Sonaat van zyn vyfde weft 5 in 'c left van
$ Allegro; en Qkrembault in zywCantate de T amour £5? Bachus^ daar
by de/ twee kruilfen ftaan, een voor aan de regel en nog een byde
noot, die dan is den Introdutteuromjin ^g alshoofdcoon te eindigen.
Dezedubbelde kruis (of y&x^wovdledteze enarmonic genoemt, en
klinkt fraai, om dat e mol met g een reine ters maken.
10.  Van de Cadens en de Defcente of Ingang hebben wy nog dit
te zeggen dat, zo haaft als wy zieir dat de laatftenoot, die wy mei-
nen hoofdtoon tezulleiizyn (.en daroni het volmaaktfte accoord toe
te komen) de minfte verandering, 'tzy door een dilfonantie of een
6 word toegebragt, terftond daar door die hoedanigheid verlieft, en
het Hot is afgebroken.
11.  Een Cadens word geheel weggenomen als men den Introclu&eur
beletopde Dominance te komen, 'tzy door een [/ daar op te zetten
of door een diergelyke noot daar op telaten voorgaan , die dan de Ca-
dens verbied : Want twee contrarien mag men niet nemen. Aan
ihndtf' zyde zynd'er gevallen waar in men kande viertydenenalle
voorbereidingen maken die tot een Cadens behooren.en , veinzen-
de zo terftond op den hoofdtoon te zullen vallen, het ilot oritwyken.
Hier
-ocr page 238-
De Mufiec en de Bas-Continuo.^             185
Hier van fcyn twee manieren in gebruik,te weten als de bas,die een
quart op of een quint neer moet vallen, een trap opklimt; of anders een
ters neergaat, vallende op den Suppooftin plaats van opdenlloofd-
toon ; welk laatfte geval hiet jupponeren, maar \ eerfte noemen wy
ewperen^ om dat de caderfs daar door geheel word afgebroken.
Van deze twee laatfte gevallen, hoewel die in de bas beftaan eit
door den Auteur zyn uitgedrukt, hebben wy egter niet konnen na-
laten hier eenige voorbeelden op Nocen te ftellen, om dat het zeer
nut is deceive te weten.
12,  Wat aangaat nu verder den ingang of de Dc/cente, die wy ia
de vorige Plaat op de derde linie maar met twee noten hebben ver-
toont, daar nogtans nog een derde (die mede een 6 moet hebben,
om twee contrarien te myden) toe betrekkelyk is, daar zullen wy
in 't volgende Hoofdftuk, in 't verhandelen van onze twee Schalen,
die men in Vrankryk oftaven noemt, uitvoer^yk van fpreken.
13.  Van die vier Tyden (die naar de vier Deelen van de Maat 20
werden genoemt) hebben wy nog dit te berigten. Dat zy zyn de
algemeine voorbereiding tot het maken van een cadens zo als men
ontelbare malen in de boekenvind, met geen ander onderfcheid als
datzy welmet eemgcieraad van eenkleine verandering of byvoeging
in 't gebroken worden opgefchikt: maar de Hoofdzaakblyftdezelfde.
Hier van is de gewoonte dat, als deze voorbereiding in 4.. deelen
beftaat, elk deel zyn verkozen accoord heeft, maar zo d'er maar 3
deelen zyn, zo neemt men nooit de drie eerfte, maar akyd de laat-
fte; 1t zelfde doet men 00k op de 2 tyden nemende de derde en de
vierde, of 00k wel een enkele reis'de twede met de vierde; maar
als'er een eenige noot is zo heeft die maar eene flag: zo als hier op
het Plaatje te zien is.
14,. Ten overvloede zullen wy hier nog byvoegen die ouwerwec-
fche manier van een Periode met het tegendeel van een Cadens te
beiluiten: Deze is alleen gebruikelyk in de Pfalmen, en 't Grego-
riaanfch, wanneer die wys een regel met een halven toon neder-
waarts of een heelen Toon opwaarts komt te eindigen: waar van
wy de Bas de naatu van een contre-cadens hebben gegeven, om dat
hy, in plaats van een quint neer, een quint opgaat, en op de Do-
minance blyft hangen in plaats op den lioofdtoon te vallen.
A a                                  XIV. Van
-ocr page 239-
x86                        Ware Gronden van
XIV. Van twederley SPEL.
tr$E$$5$ffi bebb.cn in *t VII-Hoofdfluk in de Plaat by biz. 1^2. de
|v|\M verkoze tonen tot de twee moden, waar van 't eene
^^^^^ 7. en 't andre 9. graden heeft , met hare namen 5
mms9^i& in twee fchajen of coloramen vertoont, en d'accoor-
den die op de Bas, als by by trappen,op en neergaat, in7t gemeen
gebruik zyn, met cyiFers daar op aangewezen; Nu willen wy, oni
die werkftellig te maken, dezelve Gens opNoten bezien, om de Re-
den die ons tot deze accorden verpiicht t'onderzoeken. Hier toe
hebben wy dezelve in twee Platen Jiier nevens gevoegt, vertoonen-
de de klanken van *t een en \ ander Spel op negenderlei ftandplaat-
fen, tot aan de laat#e bepaling der gebruikelyke tranfpcfuie toe;
welke wy meinen te behelzeival \ gene in d'uiterite uitbreiding
geoorlofd is. In 't midden derzelve hebben wy d'accoorden die
tot alle negen behooren met groote cyffer aangewezen, daar men
om dezelve te vullen , \ oftaaf en de ters t'elkens zal byvoegen.
Een linie lager, ftaat met kleine cyffer-letters de bekleeding die
zeker Franfch Auteur, naar,zyn gevoelen cierlyk , daar op heeft
gemaakt: voor d'overige hebben wy de plaats opengelaten om den
leerling te verpligten die zelver te bewerken; of zo niet, zo kan hy
een Meefter te hulp nemen om hem de handgrepen te wyzen: an-
ders kan hy in 't Boek van de Harmonie van Mr. Rameau-> biz. 382.
dezelve op Notenvinden, daar de vingeren met klein cyffer nevens
flaan nitgedrukt.
2. In d'eerftgemelde Plaat flaan de Schalen der twee Moden
of geilachten (van de groote of kleine ters) met hare namen tegen
over malkander, om te toonen, hoewel die uiterlyk fchynen over-
een te komen, dat zy met hare accoorden in alle deelen tegen el-
kanderen ftrydig-aig: Daarom mogen wy ons op de bloote Namen
niet vertrouwen, want die zouden ons miileiden. Ook zo mogen
wy ons aan de bloote Letter niet overgeven, want die is niet meer
als een doode plaatswyzer: of, zo wy hem eenigen zin of reden
willen toepailen, zo is dezelve betrekkelyk tot beide Moden of Scha-
len, en dus in ftaat om 't een in 't ander te yerwarren; 'ten zy men
daar toe eerfl een goede grond legge.
3. Daar
-ocr page 240-
-^
I
•
,
£e kJvlo dc dc ecu
: v
5
iinrih
1
13
rr
a:
3
. TTe^rce .Majeure^
3
5
1
3
3
n
3
3
a
T3
e^
i
3
i?
s
1
3
3
o
n
5
I
3.
n
sol
Id
%
let
mi fa
ztt
re
si
ut.
w
SI
mi
re
sol fa
%
m
3
i
g
3
3
%
xs^m
*
Hz
5.
f
5
£
£
£
5
^
6
3
a~sm.
t-—
r*
?
3
3
1
13
i
5
3
*
2
I
i
3
I
8
3
13
I
5
S
3
4
3
Q
5
(7:^
5
i
3
3
rs
33
$6
76
7^
i
76
/*
r6
s6
J*
re
.itf
7*
jtf
^
^rm
%
3
5
13
5
3
33
O
1,::
-e
5
3
@
S3
5
^
5
3
5
-
3
b
^S
3
i
3
a
$
i
<J I a)
a
- o
-ocr page 241-
De Mufiec en de Bas-Continuo.               187
3.  Daarom moeten cms hier toe de voornoemde Schaalen dienen
om tot ieder Periode de verkoze tonen uit de menigte der hedens-
daagfche klanken te konnen uitzoeken.
4.  De verkoze tonen hebben onder haar een foort van Regering,
en elk fpel heefc zyn byzondere eigenfchap; \ Modus van de groo-
te Ters is aanmoedigend en vrolyk, maar dat vande kleine is teer
en vleyende, Nogtans zyn d'er Tien Artykelen waar in zy dezelf-
de wetten met elkanderen gemeen hebben9 die wy meinen,dat zeer
gemakkelyk zyn waar te nemen.
5". Ieder Spel heeft zyn Hoofdtoon, en ieder Hoo&ltoon zyn ei*
gen Schale van klanken die van hem afhangen; en daar in zyn ei-
gen fuppooft en Voorlooper, of Introdufteur, behalven de Domi-
nante, Subdominante en den Naburigen, die 00k elk hare bedie-
ningen hebben: Als wy nu weten waar die in beftaat, en hoe die
in ieder Modus te pas komen 3 zo hebben wy de grond van 't heele
gebouw, daar dan niet als de verdere bekleeding aan zal ontbre-
ken.
6. Laat ons dan den algemeinen Kegel der Nature eens boven aan
zetten*
Formeert uw' Accoorden uit de verkoze Tonen,
Om te onderzoeken in hoe vele Punten deze beide Moden over-
een komen en aan dezelfde Wetten onderworpen zyn ; Dan zullen
wy zien. (1) Dat, in beide5 d'Accoorden moeten gemaakt wor-
den uit de verkoze tonen, zonder het ontzien van Kruiflen of Mol-
len, nemende de TeriFen groot of klein, zo als de grondleggingder
verkiezing meebrengt. (2) Dat den Hoofdtoon alleen volmaaktis,
en dat hy, zo haaft als men zyn accoord verandert,ophoud Hoofd-
toon te zyn. (3) Dat men ieder Schale begint met, van den Hoofd-.
toon met trappen opgaande, op den naburigen toon een ($ (die
dan is den Incrodudeuf) te nemen. (4.) Dat men ieder Schale ein-
<ligt met van den Introdudteur op den Hoofdtoon te komen. (y) Dat
men doorgaans heeft Hoofdtoon of Introdu&eur in han-den; of zo
men die tegengaat zo valt men onder een anderen Hoofdtoon. (6)
Dae defzelfs Suppooft altyd heeft een 6; ofzo niet zo is daar door
den toon verzet. (7) Dat men op de Subdominante een y. moet ne-
men.om den Hoofdtoon in handen te hebben; en vermits die daar
laf klinkt zo neemt men 'er de 6. by. (6) Dat de Dominance nook
Aa:                                       het
-ocr page 242-
o
x/fCcr'tiLe* de leu
--."'-"' V■■ •'
3
i
ma
f Off/I
s
EL
%
3
3
u.
4.:
ft y ci
,/s
3
*
3
3
m
\
5
*
*
u
. *-^3
*^'~
M.
^
>*
5
3
3
5
3
3
SK3
3
^^
i
sol fa
3ft£
let
&
^
2i£
Ml
<$<£
re
r<?
#zz
Jl
re
*i
j ■
3
*
i
1
Kd
5
/•:
^>
I
5
6
€^
<T
JL
i
am
3
£
3
#e
3
5
3
n
rr
I
n
I
I
I
S
8
>"*
3
3
§
35EEg
5
3
3
i
3
3
>•■■* —
3*
* .*W.r
6"7#
if
f
jr6<r6
t;tf
**•
jf
r^"
NT
m
gm
E
^^
i
e
5
a
3
il
a
ri
&=
XQ
3
be
%
i
c
12
ac:^
u
n
2:
c
X.
3
te
«£
9
a
s
5
3 --—H?
i2
3
-ocr page 243-
18-8                             Ware Gronden van
het c^ieraad van de groote Ters kan ontberen, by faute van dewel-
ke men geen cadens of volkomen floe kan maken. (7) Dae na dit
flot devolgende ftof daar coe niet b^trekkelyk is, vermids den t'za-
menhang daar door is afgefneden; maar dat de voorgaande Accoor-
den daar van af iiangen; zo dac men cot het vinden van dezelve te
rug moet rekenen 5 zo men niet door een Introdu&eur gewaar-
fchouwd is,
7,  (2) Dat wy, das verre zynde tot op de Dominante geklom-
men, wegens \ verfchil dat wy daar in de twee fchalen ontmoeten,
het befchryyen der overeenkomften niet hooger, konnen brengen;
maar dat wy, daar van daan afdalende moeten aanmerken. (8) Dat
men in beide Moden het a-ccoord van de Dominante op de volgende
noot , fchoon dat daar een valfche quart 4^ en een feconde uit^
fpruit, moet vafthouden; Keden,
Dat men by den Introdu&eur moet blyven tot'er't acoord
van den Hoofdtoon op volgt.
'twelk men noemt Tenue (Taccord. (9) Dat men , dftarvan daan
verder afdalende , op den naaiten of naburigen van den Hoofdtoon
een § moet nemen , waar mede men dan een Defcente of ihgang
in den hoofdtoon komt te maken. (10) Dat, als men met de fchale-
van boven af tot beneden toe een ganfeh o&aaf afdaalt men dan, in
beide moden, twee Defcenten maakt, d'eene op de Dominante en
d'andere op den Hoofdtoon.
8.  In *t algemeen valt op deze daling hier nog aan te merken, dat
van den Hoofdtoon tot de Dominance en van daar tot den hoofdtoon,
al de tuffchen komende noten zelfen hebben: Maar hoe wel dit een-
voudig fchynt zo zyn hier egter twee voorname zaken in begrepen,
' daar men met aandacht op moet letcen: d'eerfte is, dat men in*t ma-
ken van de Defcente of Ingang tot d^n hoofdtoon , in^t eerfte fpel
den Introdudteur van zelfs heeft, daar men diein tegendeelin't twee*
de fpel met voordacht moet maken: Want, doordien deszelfs fchale
boven de Dominante twee wegeiv heeft, te weten in 't klimmen la
ft ut re
en in 't dalen re ut fa la , zo zyn wy genoodzaakt in 't op-
gaan by de ut een ^c te zetten, om'ereen Introdu&eur van te ma-
ken ; die wy dan it noemen-: gel'yk wy in \ dalen 00k gedwongen
zyn de fitt verzachten en door een [, in een/# te veranderen > om
ons
-ocr page 244-
De Mufiec en de Bas-Continuo.              189
om daar mede.op de Dominante te konnen nederzetten. Volgens't
gene wy boven geleert hebben dat de natuur van een >&( of Intro-
du&eur trekc opwaarts en van een mol nederwaarts : Behalven dat
men 00k van de ft niet kan tot de fa verder afdalen zonder in een
■valfche relatie of ftrydig opzicht te vallen , wanty? en fa zyn zulke
vyanden dat in \ zingen van ft la fol fa de iimpele geheugnis van
d'eerfte tegen de laatfte het gehoor onaangenaam is ;'t en ware dat een
van beide een noot was die men als ongeacbt konde latendeurloopen
Cwaar van wy in 'e volgende hoofdftuk van't Toegeven zullen hande-
Jen) maar in voorname noten, die lang , of ander'szins Eerflelingen
zyn mag de/i tegen do fa niet ten toon ftaan.
Van Re, ut, fa , la.
9.  Om zig dan door de laatftgemelde Defcente (die wy re ^ ut5
'fa, la noemen) van de fa op de Dominante neder te zetten ftaat te
letten dat men in deze dating 9 den IntroduCteur van de laatfte op de
laatfte op een na niet zetten kan, om dat zyn $g hier tegen Itry-
dig is, en dat aan d'ander1 zy fa, la is zelver een halven toon, in
welke met al zo veel kracht de natuur trekt om van de molle fa tot
de Dominante te dalen, als, in 't ander gevaf* om van de £j Kruif-
zes of Introdu&eur tot den Hoofdtoon te klimmen: Waar op.dan
hier te leer.en ftaat, dat deze IndaUng is een tweede foort van een
Defcente, die zo veel als *t onderfte boven ftaat,wyl men hier, met
van een mol een halven toon te dalen, zig op de Dominante neder-
zet, even als m^n daar door 'k klimmen van een $£ opwaarts, op
den Hoofdtoon fluyt.
10.  Als men nu hier tegen zoude willen redentwiften en zeggen
dat deze IndaUng zonder fntrodudteur gcen foort van een floe bs-
kwaam is te maken , zo zufien wy antwoorden dat de fa is zo veel
als een Introdu&eur nederwaarts; die 00k by al de beite Auteuren
daar toe word gebruikt, wyl zy zig doorgaatis- van deze laatftgemel-
de daling (die wy la Defcente mineure noemen) bedienen zo we] orti
een Adagio, of de helft van eenig Mitlieckftuk aan de rcpetitie te
eindigen als om 5er de Perioden mee te befluiten. Tot bewys, ge-
ven wy hier van in de navolgende Plaat 00k tien voorbeelden uit de
Violino Solo of het vyfde werk van Corelli\ om te dienen tot leffen,
daar men zig vlytig in moet oeffenen, wyl zy het wigtigfte deel
*aa de Schale zyn. Wy vermanen den leerling die beide wel vaft
A a 3.                                     van-
-
-ocr page 245-
ipo                        Ware Gronden van
van buiten te leeren, als zynde de gemeene weg, oft model daar
men zig, als de Bas met trappen gaat, van moet bedienen.
ii. W' hebben ten overvloede de cyfFers van Corelli, hoewd
men die hier wel raden kan3hier by gevoegt,daar op valt te berig-
ten dat men tot cieraad op de fa , als de noot lang genoeg is ,
een 7. op de 6. mag laten voorgaan; even als op de Valnoot van
de Cadens gemeenlyk een 4.. op de 3. voorgaat. Wyders hebben
wy hier nog twee voorbeelden uit Mafciti bygevoegt, daar wy
de cyfFers, ten getale van 27, als onnut hebben afgelaten.
ia. Deze twee Voorbeelden geven ons met eenen gelegenheid
oni te vertoonen lioe de Slotnoot van de Cadens aan de vorige
ftoffe verbonden is , en niet vermag den Introdu&eur uit de vol-
gende periode te gebruiken : zo als wy in 5t eind van de voor-
gaande zefde paragrapbus by N°. 7. hebben aangetekent; Dus zo
zal men hier aanmerken dat men in de vyfde Maat van dit Voor-
beeld, niet vermag Com twee contrarien te myden) een groote ters
op de b te fcettea 3 om tegen de volgende i& d niet te ftryden 3
want zyn periode is hier nog b Heine 3 daar hy de lefle noot van is:
Zo men daar een Kruis ters op neemt zo ftryd die met al de voorr
gaande Noten, die gedurig den vlakken toon van de kleine ters heb-
ben doen hooren. Deze bailerd groote ters noemen de kenners
la Tierce de Pkardk.
XV. Van de SPRONGEN.
i.QCW>8gIER van hebben wy twee dingen te berigten: Eerftelyk,
r^T~T^j ^at eerL ^oot ^e van ^e Wetten van de Schale (die by
?i.-vj:£v2 happen klimt en daak) vry is en op zig zelven ftaat,
fc moet bezien worden of hy geen fcherpe, of fuppooft of
naafte is, om te befluiten of hy uit dien hoofde geen 6, moet heb-
ben ; zo neen , zo heeft hy op re> fol en la een quint. Dit is in 'e
eerfte Spel licht waar te nemen, waar van wy in 't klein Plaatje op
de 179. bladzy een voorbeeld hebben gegeven, daar al de letteren
in zyn begrepen, die eenvoudigiyk den regel volgen van, neemt op
de fcherpe een 6. en op d'overige een quint: \ weik hier gemakke-
lyk is, om dat het van zeJfs volgt, want mi is d'eerfte fcherpe en te
gelyk
-ocr page 246-
jjjjfiiMBi
*,--* -•
■. *J "
- J- ■■
<^7<^r
(T/^i JHI
n2!
K
H
----r — —a
^
^<f-13jle utJcvIds- f<y*i'
jt[J£
=1
z£zfi
-33
T7»
s
w~g=
/*?/3
o.
,. 4*„ o:
igggg
SPG
e
j-j.sre it il£ j*Os
^
•/**?■ f 7"
/T
#V -e-
i
IS Majetti^i* 7 [1*111 ?Ifp^
.9***3 E
O
t?z7?rpaff.z.
«
U
<%"
7?
^,
/**f'£g
nfftn+i
i
ass
3
*
Cad&rice cauv&&>
i$ej>cer2,£e coupee. Con£reccu£erice,
. Coupee
3=F
3
i
*-o
w
?
&
I
1
5
O
z£-
n
>—t
m
^l
Q
-----*^TJ-
bd
^
13
CLZ
i /
V*)° Jj;
-ocr page 247-
De Mufiec en de Bas-Continuo.                 191
gelyk de fuppooft van den Hoofdtoon* en ft is de twede, en te ge-
lyk den Introdu&eur en gevolglyk aan de 6. verbonden.
2.  Maar op de la , die wy in d'eerfte Colom met een (*) fterretje heb-
ben geteikend, moec men gewaarfchouwd zyn dat menzig nietmoet
Jacen misleiden van een $$ die niet fcherp is : by voorbeeld men
fpeelt uit D over twee kruifien en A word hoofdtoon, zo zal, door
het bykomen van een derde ^ de $fcf terftond ophouden fcherp te
zyn en in een la veranderen. Dit zal een leerling, die niet op zyn
hoede is om gedurig te weten wie den hoofdtoon is , dikwyls doen
miffen ; Te meer , wyl veel Auteuren de kwade gewoonte hebben
van maar twee kruiffen by de fleutel te zetten als'er drie moeten
ftaan; \ geen dan §&f voor een mi doet pafleren. (*)
3.  Maar in 't tweede fpel is la de Dominante en heeft een groote
ters met een quint , en fa , als fuppooft van den Hoofdtoon moet,
hoe wel hy fchynt moty! te zyn , een 6 hebben ; zo als 00k defa-,
zonder te vergeten de miy die men een § moet geven om dat'er
den Introdu&eur op moet ilaan ; zo dat hier niemand van de 6 be-
vryd is als de Dominante, de Subdominante en den Hoofdtoon. Wes-
halven men in dit fpel allerveihgft zal te regt komen met zig aan den
Kegel, Neemt den hoofdtoon en Introdudeur by beurten > over te
geven. (f )
4,. De tweede zaak aangaande de fprongen is , dat zo dezelve uit
zeer fnelle noten beftaan, men mag, gelooven datzy vanaccoorden,
welkers noten na malkander geflagen worden , gemaakt zyn ; waar
van zig de regterhand inplaats van cyffer kan bedienen (.§). Maar
fnelle noten die niet en fpringen zyn gebrokene , en hebben andre
wetten-
                                                                     *
XVI. Van 't GEBROOKEN.
l.ffSS^Ebbende tot hier toegefprokenvan de wezentlyke Text of
g ewJ 4 Grondwetten van de ftof, zullen wy ons verder begeven
liSlLi tot ^e cieraadnoten 3 die men de naam geeft van 't ge-
brooken , en zulks niet ten onregte wyl zy tot het ge-
icel, daar zy uitgefprotenzyn,konnen weder gebragt worden. (40
2. Ten
(*) Zie de nevenftaande Plaat by A, D en E(
(t) Zie dezelfde Piaat by A
U) Zie O.
.
-ocr page 248-
ipz                       Ware Gronden van
2.  Ten opugte van deze mogen wy zeggen dat de mufiec dan ge-
maakt is van eene goede en eene kwade; wyl'er in zulkeTnelle no-
ten doorgaans maar een van de twee harmonieus is. jOe goede zyn
de gene daar de vier tyden van demaat mee beginnen: Nariientlyk,
alssc agtendeelen zyn , cPeerfle , derde , vyfde en zevende nbot:
Deze noemen wy Eerftelingen: Maar, de twede, vierde , zesde en
achtfte zyn By/oopers die men , als ongeacht , laat deufgaan ; Dit
noemen wy Toegeven. Deze laatfte zyn vals , uitgezonderd bier of
daar een , die by geval van een andere word vervangen. (*)
3.  Om deze oorzaakfpecltmen doorgaans die noten niet everilang:
want, als men de goede een vveinig verlengt en devalfcheeen hairtje
verkort zo vermeerdert men de Harmonic Maar als't zeftiende of
twee-en-dertigfte deelen z,yn kunnen'er veel meer deurloopen. Men
moet aandagtig letten welk de Eerjlelingen zyn , want , zo men de
verkeefde noten d'accoorden geeft zo is ailes bedorven. Darom is
de gegraveerde en gefchreve muiiec tot de uitvoering beter, om dat
de noten daar in met flrepen door de flaarten gepaard zyn , waar
door men gemakkelyk kan waarnemen d'eerfte van 'tpaar een accoord
te geven.
4.   Een korte noot, die tuflchen de twee naburige is inge-
ilooten ,' en niet en is d'eerfte van 't paar of een Eerftding,
mag men toegeven.
Dit heeft zelfs 00k plaats in vierendeelen als zy van weerzyden door
een langer noot gedekt zyn. Hier toe moet men waarnemen of de
maat traag of ras gaat.
5.   Ailehodgfteenlaagfte, enal watfpringt moet goed zyn*
Hier van uitgezonderd de cieraad noten. Zie de Plaat by S.
6.  Onder de fpringende moet meu;de noot daa£..men van daaii
en daar men opkomt meerekenen.
7.  Valfche fprongen : die uit dien Jioofde ongeoorloofd fchyneii,
^.yn goed en regelmatig zo zy uit hetnaflaan van een accoord, waar
in men die te gelyk mag hooren, gemaakt zyn. ^ :
8 De valfche , of DiffonantUn,- die daar in begrepen zyn worden
daar na dooc.de kunft goed gemaakt: zo als wyiii.'tvqlgendel^dofdr
ftuk zullen leeren.
(*) Zic op de vorige Piaat P, QyR.
XVII. Vair .
-ocr page 249-
De Mufkc en de Bas*Continno.               193
XVII. Van de DI5SONANTIEN.
E Diflbnanticn zyn in de Mufiec 't geen de fchaduwen
zyn in deSchildery; 't zyn vrywillige ftrydigheden die
men daar in maakt om de Simpele accoorden , wanneer zy
te laf zyn 5 door de tuiFenkomfte van een diflbnantie op
te helderen, om de goede harmonie zo veel te aangenamer te ma-
ken.
2.  Hier op dient voor af dat deOuden ftelden de quart (die,om-
gekeerd zynde, een quint en derhalven met diflbnant is) onder de
confonantien Qf). De reden was dat hy in hunne tnoden en inftel-
lingen als zodanig wierd gebruikt: 00k maakten zy ^ctw CadenflTen
20 als wy, want zy'hadden geen tulFen-tonen. W*y daarentegen.
itdlen hem onder-de diilbnantien om dat hy ons in de cadenflea
dient tot het maken van een feconde tegen de quint, waar voor hy
dan, al3 zynde de minile, moet wyken, daar dan die allervolmaak-
He harmqnie van de groote Ters op volgt. Dus zo zynd'er by ons
zes Diilonantien als
2, 4, 7, 9j #, :fb.
dieenkeld, of aldus t' zamengevoegd, in gebruik zyn
- r -
45*6666 6 6799
2 4 4 4 4* 4* 5* sh Sh 4 7 enz-
. . 2 2 ]/
3.  Om die te kennen moet men die elk in 't byfconderop den Bad*'
maar geen'szins deur, malkander berekenen : alieen de feconde kan
men op zig zelven aanmerken, aldaar men hem vind : als * en ;
3, Staacnu t' pverwegen de.manier hoe men die zal verkryge/r;
en hoe men 'er iig van zal oni'flaan. \ Verkrygen gefchied door
het vafth'ouden en! eindelyk het nailaan van een Noot of Noten die
men,
(f> In Matthefons derdc Orcheft. Vergelykt bh. 499. met 501,
-ocr page 250-
QJ^yEccords
^##5
i d .| |
------------1--------------
^
A. <fimple*f.
3=3
E
a
i
s d j m
*&M
3
-^
4 3 $8 7*
9 8 70 f 87
B<£r 43 6f '43
•
4* $* 4* j?3 43 'fg
-e
s
S
d=§
n
U
$7&r <L(ecc>Jides
Cordii C-pYp, 1^
fea
si
i
4
fe
W
s
5
»mv
D.
^
t*
P
C . 43 2
♦f
2
a_____
3
2$
23
3
^
g3
a
*■ —..... —■
i
i
3
»
r^
E. re
H</£
4 2
—<=Y
autes
i
^q
^e
Hh-f
BDITWQP_
<;^*
iWffifff
.1 /•'
-ocr page 251-
t^4                       Ware (Sronden van
mzn, ats men de ftof 5/w/>e/en eenvoudig wil laten, gewoon is met
de partyen te gelyk te verzetten if). Dit doet men .op twee manie-
ren; d'cerfce is als men de Bas eerit verzet, en de bovenparty Jaac
achter aan komen; als by B, C. d'andere als men de Bas vauhoud ^
terwyl de boven party voor uitgaat, zo als by D met 4* word ver-
toont.
<. 't Is van nooden hier aan te merken wat wy ontrent ^ 64+ en
hebben waar te nemen : By d'eerlt 2 ? mag men altyd een 6 nee-
men, maar by de 6, 4 is ?t met geoorlofd een 2 te voegen 'ten zy
op 't bevel van den Auteur; maar by de % komt altyd de tf en 2 te
pas.
6
7. Op 't Accoord van 4 flaat te Ietten dat hier te gelyk twee
art
Hoofdtonen zyn; want men Jieeft in de Regterhand in \ byzonder
het accoord van de Quint maar in de linkerhand ftaat de grond ceil
toon lager. Deze drie QyfFers zyn zeer licht te vinden, men heeft
maar de Regterhand, met zyn vol Accoord, een toon hooger t*
zetten als de Linker; ofte wel, de noot van de linkerhand een toon
te verlagen terwyl de Regtdrhand blyft ftaan. Deze beide manieren
zyn in veelvuldig gebruik, eu worden doorgaans met Qyffer aange-
wezen.
8- Anders kan men dezelve, of 00k andere die men op een vol-
gende Noot wil vaftgehouden hebben, door ecu zeer gemakkelyk en
eenvoudig teiken zonder getallen aanwyzen, datis> eenkleine boog
of ftreep die zig hitfttekt over zo veel.volgende noten als men daar
onder wil begrepen hebben. Hier van zien wy een voorbeeld in de
dalende Ry van onze twee fchalen daar't accoord van de Dqminante
op de Subdominante word vaftgehouden , 'twelk men noemt Tenue
ff accord. \
Zelve middel behoorde men 5 Cm dat het zo gemakke-
lyk is , in plaats van laftig cyffer op alle bekwame piaatfen te ge*
Kruiken.
9. Men moet weten dat de 4 ftaat in plaats .van de g.y de^in'pjaatp
van de 6, en de 9 in plaats van de 8 ; dus moet menzigwagtenvan
(by voorbeeld) nevens de 9 een 8 te'voegejj 3 zo alt een leerling
,;jLftCh-
(t) Ziet de nevenltaande Plaat by dc letter A.
-ocr page 252-
De Mufiec en de Bas-Confinuo.                 tpf
lichtelyk doet : Want dan is de weg gefloten daar d'aflofllng door
moet gefchieden.
10.  Men moet d'Auteuren niet gelooven die zeggen dat een 9 en
een 2 't zelfde is> want d'aflofling van de 9 gefchied door de b6ven-
party, maar die van de 2 door d'onderfte een trap doen dalen.
11.   De Seconde heefc dit boven al d'andre Specten dat men
hem over al op zig zelven als een 2 mag aanmerken en 00k alzo
behandelen: hier van geven wy by C een zigtbaar bewys y daar hy
ten opzigte van de Bas een 4, of een 9 word genoemt hoewel hy in
beide gevallen dezelfde zaak is: hy kan 00k nog op meer andrema-
nieren van naam veranderen en dezelfde blyven : als by E te zien is.
12.  Van 't ontflaan of afloffen der'diflbndnten ('twelk de Franfche
Auteuren zeer verkeerdlyk noemen fauver 3 zo als men hier zzgtfal-
veren offo/veren)
zullen wy den leerling de moekeafneraen van met
veel hoofdbreken hun wydluftigebefchryvingentebeftuderen: Want
die zaak is zoo eenvoudjg,dat men die in eenoogenblik leeren kan:
Zy beftaat in geen fyncopatien (zo als men die t'onregte noemt) (•]•)
maar in tegendeel hier in, dat een Diflbnantie verkregen word door
het vaft houden van een noot die men belet in tyds op zyn wettige
plaats te komen; waar door dan de afloffing noodwendig moet beftaan
in hem te zetten daar hy wezen moft.
13.  zo men tot de Diflbnantien in'tbyzonder regelen begeert>
zo kan men zeggen, Dat van een 2 d'onderfte (als op de plaat by C)
en van de 9, 7, en 4, de bovenfte noot moet een trapafdalen; Maar
van de valfche quint en quart moet men de boven en ondernoot bei-
de verzetten, volgens den Kegel 5gaat van een fcherpe opwaarts en
van een mol nederwaarts.
14,, Maar te willen zeggen , men moet de 7 met een 6, de 4 met
een 3 , en de 9 met een 8 goed maken, dat is niet akyd waar > want
dezelfde ftof krygt, by verandering van de bas, t'elkens een ander
getal, zo als wy even gezien hebben : Behalvendat men, in plaats
van die te vergoeden, mag van dVene Diflbnantie in d'andre vallen,
(zo als by de letter G is aangewezen) \ welk eea vryheid is die
d'Auteuren gebruiken in het uulaten van die noot die men anders
Zoude vafthouden.
1 J. Dit verraft iemand die de Bas-Continuo fpeelt ; voor al die
geen meefter is : Want al was iemand d'allerervarentiie componift
: ■*'".                                                                  Bb 2                                                         zo
(t) Syncope eft rejedlio, &c. Non continuatio.
-ocr page 253-
tg6                        Ware Gronden van
zo zou 5t hem niet mogelyk zyn te raden al d'onverwagte invaUen
die een deftig Auteur op de Baflen maakt darom is 't onmogelyk
volkomen wel de Bas-Continuo zonder eervig cyffer te fpelen. Maar
aan d andVe kant zyn d'er allerlei merktekenen waar aan men weten
kan wat men nemen moet; waar van men behoort kennis te hebben
om gemakkelyk te fpelen en niet door een volflagen onkunde heel en
al van de cyffers, waar in zomtyds fouten zyn en 't grootfte deel
overtollig en een onnutte ballaft is, af te hangen.
16. Men overwege derhalven onze onderregtingen , waar mede
menzigdan tot deboeken mag begeven,en de getallen ontcyfFeren*
om hun betekening tot in haar binnenfte te leeren bdehouwen*
XVIII. Van-'t CHROMATYC.
j.^SJcGSY hebben ons van de Geleerde te beklagen dat zy in la
t& W ca vele eeuwen als 5er van Guidoos tyd tot nu zyn verloo-
S & pen zo weinig toeverzigt op het verbeteren der miilla-
CflSyQS gen (]ie 7er van tyd tot tyd zyn ingeilopcn hebben ge-
nomen dat zy 5 om eene onnozele tuflentoets die A°. 1024. tot ge-
bruik van een molle f/-, die'geen's zins fefcala ofde modulatie van
den zang verandert maar alleenlyk verfchuift, de ganfche mufiec
«iaar de couleur van die toets (die wy niet weten geel of groen is.
geweeft) in twee geilachten hebben verdeelt en dezelve uiatonyc of
Cbromatyc genoemt. Is Fgroote en Cgroote niet een zelfde modus?
Of, zo 't waar is dat een eenige niewe tufTentoets terltond een niew
geflacht of foort van muiiec maakt zo moecen 'er zo veel geflachtin?
als kruiffen of mollen zyn.
2.  Wy geven van 5t Cromatyc en heel andre Ltffinitie bepaling of
imbedding. Stelt eens-dat op het clavier aide tuflentoetfen rood zyn,
en dat wy , in plaats van een eenige , ons van die alle in een zelve
fcala bedienen, dan zullen wy met regt mogen zeggen dat die mu-
iiec zeer gecouleurd oiCbromatyc is.
3.  Wy hebben op de 6>fte bladzyde reeds van dit derde fpel een.
voorfmaakgegeven, en daar nevens onze twee fchalen of geilachten
(dat zyn moden J van de groote en dektefere ters, met noten opeea
plaat vertoont, en de fchale van dit derde fpel daar onder gezet om
te
-ocr page 254-
De Mufiec en de Bas-Continuo.              i97
te vertoonen hoe "t zelve uit de vermenging der twee vorige beftaat.
Dit laatfte dat vol kruiifea en moilen is,' zoii men y als die £eel en
rood waren, met regt defchala Cbromatica of de gecouleurde fchala
mogen noemen : maar de verw en doet niet tot bet fpel; Het behan-
delen der kruiffen en moilen elk naar bun nattuir, is 't heele werk *
zo dat die derde fpel, om dat het niet anders is als een vermenging
van onze voornoenide twee moden of gellachten, eigentlykde naam.
van een Mengelfpel raoet werden gegeven.
4.. Men vind dit fpel wel by d'Auteuren , maar , gelyk het zeer
droevig klinktr, zo maaktmen'er zelden een heel ftuk mufiec van;
maar het word gemeenlyk bier en daar by gedeelcen in gelaft.
jT. De Regelen daar van zyn in de twee vorige moden begrepea
en voornamentlyk in Ytweede fpel ; 20 dat iemand die 't zelve wel
kan ? in 'e vinden van dTaccoordeh op die mengelfchale niet zal ver-
legen ftaan, zo hy dezeive , zo als die onder aan de twee platen by
biz. iS<5 ftaan uitgedrukc , wel wqqi te heftieren.
6.  Wy bebben bier geen naderregelop tebefchryven als dat men
in 't opgaan kan nemen op de fcherpe een 6 en op de molle een c *
en in 5t dalen op at de noren 76 of zelfen. Dit is de gemeene weir '
daar dikwyls vele cyffers worden bygedaan die het fpel moeijelyk
maken: darom moet de leerling zig bevlycigen om de wetten van de
diflbnantien(dieby ons zeer befiten eenvoudigzyn)aItyd in gereede
gehetignis te bebben om op alle voorVallen■ srfgeregt te zyn en
nooic verlegen te ftaan : Want die deze wel verftaat kan zie ujC fe
grootfte zwarigheden redden.
7.  Maar, gelyk de diffonantien 00k afwykingen zyn zo is men:
verphcht 00k cPeerfte gronden daar zy uit gefprocen zyn voor af te
kennen. Hier toe kan den leerling onze regelen vcrzamelen en vair
buiten leeren om die van lid tot Jid aan de ftoffe toe te patten err
d'uitlegging van alles te vinden. Want dit ftaat by ons vaft dat'er
in de ganfche mufiec geen eene noot is of wy kunnen d7er reden van
geven. De Tbeorie gaat in d'ordre voor , en is zo gemakkelyk te
veritaan dat men die, als ze wel voorgedragen word , aan een kind
kan leeren. 'tis door de Tbeorie dat wy werken met verftand, kon~
nende daar door in eenige maanden op goede gronden zo veel op*
gang maken als men anders door d'ervarenbeid in zo veele jaren riiec
zouden konncn doen: waar van wy volkomenclyk zyn overtuygd.
Bb i                     XIX Vm
-ocr page 255-
Ware Gronden van
XIX. Van 't GEHOOR.
i. 5|iW>8SjEbbende dan de gronden van de kunft dus verre we! ge-
5»T1T p] leert, zullen wy boven verwagting zeggen dat wy hier
t'j^^O nog twee dingen, die d'allervoornaamfte zyn, en zon-
t£^ii»t"cS ^er wejke Wy m jg kunft geen opgang konnen maken,
den leerling moeten aanbevelen : waar van 't eerfte is een neerftige
oeffening van't gehoor. Zo lang als onze ooren geen oogen worden
zal men geen meefter zyn. Men moet van al de geluiden die men
hoort zo wel kunnen oordeelen als of men die kon zien en met handen
taften : zo als wy op een fnaar van de clavicimbel, alleen door een
aanraking (gelyk de fnaren van een clavicord worden aangeflagen)
zonder dietemeten, op 't gehoor wiskunftig konnen aanwyzenwaar
het midden, net derde, 't vierde en 't vyfde part, dat is te zeggen
'to&aaf, de quint, de quart en de ters is te vinden.
2.  En wat aangaat de fnaar : wy konnen begrypen dat hy ( door
de gebrekkelykheid der gereedfchappen daar men die mee maakt)
nooit regt rond maar eenzydig is , waar door , de dikte tegen de
breedte gerekend zynde, zomtyds een bygeluid word gehoort,
'cwelk dan is de ters, quart of quint, ofeenvalfche toon, die zom-
tyds daar in deurfteekt : maar dat verfchil kunnen wy niet meten.
't Gehoor doet ons zien dat een basfnaar die men op de clavicimbel
Zet en door onvoorzigtigheid twee of drie draaijingen geeft (zo als
de touwenhebben) vals is,om dat men de breedte met de dikte ver-
mengt heeft. Zo men hem dan afneemt en , ergens tuffen geklemd
zynde, deurhaalt, zo is hy weer regt en klinkt zuiver. Wy konnen
ook door 't gehoor zeggen hoe lang ieder orgel pyp is, enz. (*)
3.  Om de toonen by 't gehoor te leeren onderfcheiden is het bo-
vengemelde Chromatyc zeer bekwaam mids dat men zig oeffene in't
vergelyken van zuivere geluiden tegen het ftrydig onderfcheid tus-
fen §$ en \, ; en van die lieffelyke groote ters tegens de kleine, en
wederom die tegens de^; en verders deze tegens de diflonantien. C§)
4.. Datnieriemandzoude willen zeggen, ik heb eertydsde mufiec
willen leeren, maar ik had geen gehoor, dat is een dwahng. Want
men
(*) Zie-blz. Hi. en 137- §• i<S            ($) Zie hlz *33. §• l*
-ocr page 256-
De Mufiec en de Bas-Continuo.               %99
mem kan het door een goed onderwys krygen ; ma-ar 't vereifl zeer
veel tyd en moeite ; anders verkrygt men 't in d'opvoeding onder
menfehen die zmgen of fpelen ; en het komt van zelfs. Al dat een
yogekje dat vers uit het bos komt kan leeren daaris geen menfehvaa
verfteken.
y. Verders zo is'er niets dat het gehoor zo flypt en polyft als dat ■
men leert een davicimbel ftellen. 'tis ook redelyk, als'ereen niewe
fnaar wat gerekt is, dat men tig zelven kan helpen.
6. Laat dan den leeriing zyn uiterfte bed doen'om alie de gelui-
den van de davicimbel by't gehoor te leeren onderfcheiden, om met
■een doek voor dbogen te konnen noemen al de toetfen die iemand
aanraakt, en daar nevens te zeggen of een fnaar te Jioog of te laa^
as: Dan zal hy konnen hy der taft fpelen en altyd zeker gaan Hy
km ,zig. ook vermakten met van 't geluid der drinkglazen en \ por-
celein de toonen te raden : Als mede met wynromers , door meer
of mm water daar in te doen, op ut re mi fafol la te brengen • hoe
de cirkel boven water groter word hoe lager den toon is. Hy zal
dan door geluiden-zO wef-als door woorden konnen denken , en alie
klanken op fchryven ; en componeren ; en uic eige gedachten Fan-
tafien
fpelen.
XX. Van de MA AT.
I'lCSSr?SE'r4-me^n Tan de tyd > om de K,anken op allerlei even-
g H g redige deekjes voort te brengen is de tweede zaak waar
&G8£Qg ™n wyjn°S overi'g haddett te fpreken. Deze verdeelimr,
die op de beweging van een hand of voet gefchied, word
de maat genoemt , en is met als door groote oeffeSing te leeren
Zy hukert zo naauw dat'er niet een hair aan mag ontbreken of de
partyen konnen zig verkeerdelyk en vals ontmoeten. ^^„fMi^
***LY- eb^P °P de-133 blz- hec bed^idfeI daar .«n befebreven * '
10
men zig in d uitvoering wil by zig zelven oeffenen , kan menX
boekje van Lovhe met de flinger *J toegebrmken , maar de befte
weg is een meefter te nemen.
3. De Maat heeft ook plaats in de woorden van de Zanemniiec
waar in men zomtyds vid dftt fcenikorte filiate op een tngenool
&>
-ocr page 257-
: '- :
j> Cvrcttt Op- ^SorL'l' • ■ . ■. v*. •, *
jg^^aMiggB
±Q
;^SE^P
^j-Pijjiiijfe
c
u
Q/Cirorb/cwiTio
l^^^ffi^^jff^
z:
*f£
%
iwy
*=*=?
Wr—t
y^—-—
m X* i-4 1 1' 4«| | V „ rf
---------——
V:
SPCttrvrv&r 2re7W&77         ; /Ian, 0eme<r'fc,es72/ ?
-ocr page 258-
200           Ware Gronden van de Mufiec, &c.
fceer verkeerdelyk geplaatfl is. Die kan de zaak geweldigveranderen;
Daar is groot ondericheid tuffen Bedelen en bedeelen , Bekeren en
bekeereti. De dubbelde ee maakt in onze tale die lange iettergreep
kenbaar ; maar in andre moet men die wecen en aandagcig zyn ,
want in *t Italiaanfch is ancera een anker en ancorah te zeggennog-
tnaal J en in 't latyn is fffffricederlyk-en tenere is "vafthouden.
Dus to zegt bet fpreekwoord
Pendere vult jujlus non vult pendere malignus*
4,, Wy hebben , om dit traftaat op-een vermakelyke wyze te ein-
digeri *j onder aan de lefte plaat een Poolfch dansje tohki gevoegt,
waar op wy de woorden zo verkeerd hebben gtttiaakt dac het onryin
7-ig in Kym verandert. Hier mede, vaar wfelj-'leertneerftigy en laat
mynen arbeid UE: aangenaam zyn.
Vertaling der Italisanfche Kunftwoorden,
Largo, Lento, Tar do, Langzaam en eeuvjudig*
Adagio^ Langzaam en cjeriyk.
Grave, Statig.
Moderate * Gematigd.
Andante, Deurgaaride,- eenparig.
A*Battuta, Op de Maat.......... *
Punttto, Als met Punten.
. , .. Pronto, Vaardig.                        r                        ___
Staccato, Spicato,Net en zonder cjeraad.
Ariojo, Cantab He, Zangerig, Welvioeijende*
Affettuofo* Tederlyk,
Soave, Liefiyk*
. t i--
           Languente, Klaaglyk
PreTlo, Prejliffimo, Snel,xeer, Snel.
i//<z i»*w^ JLange Noten verkort op de helft*
Alia Capella, >t Zelfde.'-
* : •■ * <
          *        Piano, Zacht; Pin piano, noclvZachter.
Jtor/f, Sterk.                 - .
Da Capo, Van 't begin.
- f Allegro, Vrolyk.
               i '*.7
l. . _ l-jj "..'.,, Altera Volta, Nog eens. V
Volti, Keer om.
Fine^ Eind.
           ,, .                          s
"-.--:                    : >b .' -. : .1 ,m; : :: ... ■ j; .
E I N D E^ ;:., .;«;* \: i,i -^c.r
.                    _i#w-..JM«w;i 1
\
-ocr page 259-
De verbetering der grootfte Drukfouten.-
en 't moet zyn
maken
Proslambanomenos
Mr. de Broflard
der Franfchen
op en tuffen
Mira
van Guido.
duiftere
onnoodig
uitgeronderd
tweede fout
kruiffen
'twelk wy
in die zelfde
de * of
der ftoffe
d'Ouden
d'Aloudheid
Zarlinus
CXVII.
tweeden
een mol
want dat
Zo hy
fchalen, zyn
moet
D'Heer
in is als in
Tolluntur
elucefcunt
waar van wy
kan 'er
verloren
met het
zyn daar
harmonieufe
XXVII
heeft men
De tweede reden
zy konnen
d'ander zyde
confonantien
Gezette
voorgaande
laatftc
zyn.
men door
Definitie.
Staat,
kan maken . . .
Proslambonomenos
Boffard ....
de
op een tuffen .
Miva.
, of van Guido .
duifte .
ondig
uitgezondere . .
tweefout . . .
kruiften . . .
twelk hy . . .
in zelfde .
de of• . . .
de ftoffe ....
d'Ou......
d'Aloudheden . .
Zartinus ....
CXIVJI. . . .
Bladzy. Regel.
8    - 23    -
9    - 3i    -
10    - 5    -
11     - 15     -
13
    - 19    -
18
    - 1    -
27  d'onderfte
3$    - 34    -
42     - 22     -
42     - 23     -
43     - 21    -
45
    - 19    -
49
    - 29    -
fl
    - 9    -
53
54
20 -
22 -
85 - 13 -
87 - 20 -
89 - 23 -
89 d'onderften
twee.....
en mol . . .
wat dat . . .
Zy hy ...
fchalen, en zyn
moeten ...
Den Heer . .
in is in . . .
Tollantur. , .
illicefcunt
. .. ,
vaar wy . . .
kand'ren . .
verkoren . . .
men het . . ,
zy daar . . .
harmieufe . .
XXVI . . .
heeft ....
De twee reden
2yn konnen
d'ander zynde .
confantien . .
Gezetten . . ,
navolgende . .
latere . * . .
zig.....
men daar door ,
Diffiaitie . .
93
93
-    4
-  20
95 - 15
97 - 23
28
13
I1
104 - 13 -
4 -
107
117 - 16
122 - 20
124,
- 2
-
121
• I
V
127
- II
m
133
- 5
•
I3S
- 8
-
139
- 6
•
142
- I
•
142
- II
-
144
- 33
-
I (52
- 1
-
166
- 26
•
170
" 13
-
175
onder
aan
183
186
186
189
196
17    -
II    -
28    -
24    .
26    .