-ocr page 1-
m
>"■■
X
IP^rifMtttf^^»
ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
*
VEENENDAAL.
DOOR
X
Ph. J. HOEDEMAKER.
OVERGEDR.TJKT
UIT
„GOUD UIT SCHUIM.\'
X
t,.....>i
UB-ZUID
PKF
217
AiMSTERDAM,
HÖVEZEE & ZOON.
1870.
<>
I.
v*%---------<ft^. —J«-,-
m
-ocr page 2-
mmsk
-ocr page 3-
fodf/
pltF
w\\r*
3
3fc üferfc
ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
VEENENDAAL.
Ph. J. HOEDEMAKER.
OVERGEDRUKT
„GOUD UIT SCHUIM."
AMSTERDAM,
HÖVEKEE & ZOON.
1870.
UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK UTRECHT
A06000035867534B
3586 7534
-ocr page 4-
-ocr page 5-
DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEK-
ARBEIDERS TE VEENENDAAL.
Veenend aal - Ik had er mij zelven nooit reken-
schap van gevraagd, maar zeker was het, dat ik dezen
naam nimmer kon hooren uitspreken, zonder te denken
aan eene vereeniging van groote armoede met bizarre
orthodoxie, van vunzige huizen, blaauwe slaapmutsen
en sombere gelaatstrekken. Het behoeft dus niet gezegd
te worden, dat mijn ideaal van wat eene eerste ge-
meente moest wezen, geenzins aan Veenendaal ont-
leend was. Toen het beroep naar deze standplaats tot
mij kwam, scheen het mij toe alsof ik met evenveel
of liever even weinig blijdschap, eene roeping naar
Frederiksoord zoude ontvangen hebben. Kortom, er
was slechts ééne gedachte die mij troostte — dat men
mij wel kon roepen, maar dat ik daarom nog niet
verpligt was om te komen.
Ik kwam. — God kan den weg dien men gaan moet,
zoo kennelijk aanwijzen, dat het een daad van opstand
zoude wezen andere wegen te kiezen. In vele opzigten
is het mij ook zeer meegevallen. Zonder in verdere
1*
-ocr page 6-
4           DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
bijzonderheden te treden, kan ik zeggen, dat het en-
semble geheel anders was als ik mij had voorge-
steld. Er was echter ééne zaak, die mij niet meê-,
maar tegenviel; er bestond namelijk behoefte —groote
behoefte, niet aan brood, maar aan onderwijs, aan
godsdienstige en maatschappelijke opleiding, aan alles
/ wat den mensch tot mensch maakt.
Men wist mij te vertellen, dat de groote katoen-
fabriek, die eenige jaren geleden hier opgerigt was,
eene groote en tevens gunstige verandering in den uit-
wencligen toestand van de gemeente te weeg had ge-
bragt. Zij had werk verschaft, arbeiders van buiten
geroepen, eene nieuwe vroeger ongekende bedrijvig-
heid doen ontwaken, en geld in de lade van den win-
kelier en in de kas van de gemeente doen vloeijen. Maar
zij had ook de kinderen van de scholen genomen, voor-
dat zij het hoogst noodige onderrigt hadden genoten,
zij had ook beslag gelegd op hunne kracht en hunnen
tijd, slechts niet op hun rustdag. Men deelde mij
mede, dat de arbeid op de fabriek hoofdzakelijk door
zeer jeugdige kinderen verrigt werd, en dat men de
/ ouders slechts ter wille van die kinderen aannam.
//Krijgen die kinderen dan geen onderrigt meer ?//zoo
vroeg ik.
//Wat zal ik zeggen,// kreeg ik ten antwoord, //zij
worden reeds vroeg van school genomen; er zijn zelfs
gevallen, waarin zij op den leeftijd van nog geen zeven
jaren op de fabriek geplaatst worden. Wat zij geleerd
hebben wordt spoedig weder vergeten, daarbij moeten
-ocr page 7-
5
TE VEENENDAAL.
zij werken tot acht en soms tot tien uur des avonds.
\'s Morgens is het reeds vroeg dag, zoodat de lust tot
leeren bij hen wel vergaat. En dan komt daar nog
bij, dat zij zulk een onaangename lucht uit de fabriek
medebrengen, dat niemand hun gaarne onderwijs zoude
willen geven. De onderwijzer van onze bijzondere
school heeft het beproefd, maar het werk spoedig weder
moeten staken.//
Ik wilde daarop weten hoe het met het catechetisch
onderwijs gesteld was, maar bemerkte al zeer spoedig,
dat dit evenveel te wenschen overliet. //Zaturdag \'s mid-
dags hebben zij vrij,// zoo vertelde men mij, //maar
dan hebben de dominees geen tijd, en des avonds zijn
zij niet, of bijna niet te krijgen.//
Daarna onderzocht ik, of zij nog al gebruik van de
kerk maakten, en of er gelegenheid was om hen in
het huisbezoek te naderen, maar op beide vragen was
het antwoord zeer onbevredigend. // De kerk was te klein,
er waren zeer weinig vrije en niet zeer vele gehuurde plaat-
sen en de arbeiders waren meestal op de fabriek, zoodat
men ze zelden of nooit te huis kon vinden. </ — Maar wat
ik het verschrikkelijkste van alles vond, was dit, dat de
gemeente zelve aan dezen toestand gewoon was geraakt,
en deze meer dan 1500 arbeiders onbewust buiten den
kring van het gemeentelijk leven was gaan plaatsen. Mijn
voorganger, Ds. W. Sypkens, had moeite gedaan om een
catechiseermeester te krijgen, de poging was mislukt,
en het was in overleg met hein, dat ik dit punt tot voor-
waarde stelde, waaronder ik de beroeping aannam.
-ocr page 8-
Ü            DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
De arbeid alhier werd dus met behulp van een gods-
dienst-onderwijzer begonnen.
Indien ik nu van de gelegenheid, mij hiertoe door
Ds. van Wisseling aangeboden, een dankbaar gebruik
maak om iets aangaande dien arbeid mede te deelen,
dan doe ik dit niet zonder schroom.
Ik moet de aandacht vragen voor een lokaal belang,
terwijl er duizend zaken zijn van algemeen belang,
die de aandacht meer en beter verdienen. Er is even-
wel iets, dat mij bijna vrijmoedigheid zoude geven om
de Evangelisatie onder fabriekarbeiders onder de meer
algemeene te rekenen.
Onder de verschillende tijdvragen kan ook die naar de
verbetering van den toestand der fabriekarbeiders gesteld
worden. In nieuwsbladen en rapporten van commissiën,
tijdschriften etc. wordt zij veelvuldig besproken. Het is
geene lokale maar eene Europeesche kwestie, en terwijl
eene wettelijke regeling des arbeids in onze fabrieken
en schoolpligtigheid wordt voorgesteld, als het eenige
middel waardoor het belang der kinderen kan gesecu-
reerd worden, kan het welligt goed zijn om mede te
deelen, wat de kerk doet om hunnen toestand te ver-
beteren, terwijl de staat nog altijd raadpleegt en wacht.
Daarbij is het kleine en groote, het lokale en gemeen-
schappelijke belang, in het koningrijk Gods, als inde
maatschappij ten naauwste verbonden, ja onafscheide-
lijk van elkander. Wanneer de Haarlemmermeer droog
gemaakt wordt, kan dit als een aanwinst voor geheel
ons land worden beschouwd.
-ocr page 9-
7
TE VEENENDAAL.
Wat nu mij zelven betreft, de gelegenheid om eenige
meer uitvoerige mededeeling te doen van onzen toestand
aan de vrienden, die ons tot hiertoe reeds hulp hebben
verstrekt en anderen tot verdere medewerking aan te
sporen, is mij welkom.
DE FABRIEKBEVOLKtNG.
Het aantal arbeiders in de drie grootste fabrieken
hier gevestigd, wordt op vijftien honderd geschat,
maar zij vormen slechts een gedeelte van de fabriek-
bevolking, want van oudsher bestaat de burgerij
voornamelijk uit wevers en sajetfabriekanten, die
ieder een kleiner of grooter aantal knechten onder zich
hebben.
Wanneer men van de station komende, den rijweg
volgt, ziet men reeds in de verte vier lange witte rijen
van arbeiderswoningen gebouwd, in de schaduw van
de groote fabriek. Het is een liefelijk tafereel. Wat
ziet het er van buiten netjes uit, hoe geheel anders
dan die onafzienbare reeks huisjes daarachter, de mees-
ten oud en bouwvallig, zonder de minste zorg naast,
of liever achter en door elkander geplaatst! Tus-
schen die beide ligt r/de fabriek//, par excellence zoo
genoemd, een grootsch gebouw, vijf verdiepingen hoog,
dat vooral des avonds een prachtig effect oplevert,
wanneer het van onder tot boven verlicht is.
De huisjes op den \\oorgrond zijn, zooals ligt te
begrijpen is, gebouwd door de directie van de fabriek
-ocr page 10-
8            BE WFRKZAAS\'HFIEN ONDER 1>K FABRIEKARBEIDERS
voor de vele vreemdelingen, die door haar naar Veenen-
daal gelokt zijn. Zij vormen een sprekend contrast
met het Veenendaal van vroegeren tijd, dat ginds op
den achtergrond ligt. Maar of het er van binnen ook
zoo netjes uitziet? Wandel die breede straten door.
Het is stil. Ik veronderstel namelijk dat gij bij
voorkeur uw bezoek niet des avonds na werkuren of
des Zondags gebragt hebt, want hadt gij dit gedaan,
dan zoude ik u een geheel ander tafereel moeten schet-
sen van rumoer en gejoel, waardoor hooren en zien u
vergaat.
Uitgenomen eenige vrouwen, die voor de deur zit-
ten aardappelen te schillen of bij de pomp een soort
van vergadering houden, schijnt het rijk ingenomen
te zijn door kinderen, die hoog noodig naar de be-
waarschool moesten, maar die nu, vvelligt is het beter
voor hunne magere ligchaampjes, profiteren van de
lucht, de ruimte en de modder. Waarlijk zij zijn
Adamskinderen bij uitnemendheid, blijkbaar kersversch
uit de aarde genomen; hier en daar staat een deur
open, nu kunt gij uzelven overtuigen of het binnen
in die woningen ook netjes is. Gij ziet men kan
hier ook onderscheid maken tusschen de huizen, waar
gij zonder bedenken durft gaan zitten, en die waar
gij blijde zijt eene verontschuldiging te vinden om
staande te blijven; maar regt gezellig ziet het bijna
nergens uit.
Wilt gij niet eens een gesprek aanknoopen met deze
huismoeder ? Er is geen beter middel om op de hoogte
-ocr page 11-
TE VEENENDAAL.                                        9
van de fabriekbevolking te komen, want hare ge-
schiedenis is met enkele wijzigingen, die van honderd
anderen. De goede vrouw heeft haar deel gehad van
het leed der wereld. Zij is eene weduwe en heeft vijf
of zes kinderen, — drie zijn er op de fabriek, een gaat
er naar school, terwijl het kleine meisje op het oogen-
blik te huis is; zij moest anders vooral nog naar school
toe; //maar een mensch heeft zijne kinderen al eens
noodig om boodschappen te doen en de aardappelen te
wieden; zij is nog te klein om op de fabriek te gaan.
Mijnheer wil haar nog niet hebben, maar als wij eens
een jaartje verder zijn, zal het wel lukken.// Een paar
jaar geleden is zij met haar gezin uit de Betuwe ge-
komen;// het gaat een mensch wel aan zijn hart zijne
kinderen zoo te zien opgroeijen, want ze leeren hier
niet veel goeds; maar wat zal ik u zeggen: het is
niet gemakkelijk voor ons gelijken om aan de kost te
komen, en ginds lijden wij gebrek; ik heb anders
brave kinderen, daar valt niets van te zeggen; maar
ik ga ze ook goed voor; drinken of dobbelen, zooals
de meesten hier doen, daar komt niets van in.//
Vraag haar, of zij of de kinderen lezen kunnen; gij
zult hooren dat er een of twee zijn, die aardig goed
een kapittel uit den bijbel kunnen voorlezen, (wat
men al niet lezen noemt!)
//Kan ze geld overhouden ?// daar valt niet aan te
denken. Zij is al blij als ze zondagsche kleeren heeft
voor de\' jongens om naar de kerk te gaan; want ze
stuurt ze niet als ze er niet knapjes uitzien, en ver-
-ocr page 12-
10         DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
der heeft ze altijd schuld, de eene week wordt afbe-
taald, wat de vorige week gebruikt werd, en dan
«men wil ook wel eens een stukje vleesch hebben.//
//Gaat ze naar de kerk?// Zij is er wel eens in ge-
dweest, maar niet heel dikwijls; plaatsen zijn er niet
/ te krijgen; op de vrije banken kan ze niet hooren en
/staan kan ze niet uithouden. //En de kinderen dan ?//
Ja, de kinderen; ze gaat ze genoeg voor, en meer
kan een ouder al niet doen.//
Ik zie, gij breekt het gesprek af, het, heeft bijna
geene verdere toelichting noodig. De meeste arbeiders
zijn van buiten ingekomen en menige Diakonie heeft
reden om dankbaar te zijn, dat de fabriek haar van een
of meer lastige perceelen heeft ontheven. Het is op
de fabriek voornamelijk om de kinderen te doen,
vandaar is het dat vooral groote gezinnen en vele
weduwen hier gekomen zijn. Deze menschen hebben
het ongetwijfeld veel beter dan zij het elders hebben
zouden en toch zal de armste en meest onkundige
onder hen laten blijken, dat het meer de dwang der
omstandigheden dan de vrije keuze was, die hen hier
heeft gebragt.
//Wat wordt er van de kinderen!// Meestal wordt er
op deze wijze uitdrukking gegeven aan dit gevoel,
dat het ouderhart eer aandoet; en waarlijk, wat wordt
er van de kinderen? vragen wij. De ouders hebben
nog eenig idee van godsdienst — de kinderen zijn
op weg om ze geheel te verliezen. Zij worden als
werktuigen gebruikt en beginnen zich zelf van liever-
-ocr page 13-
TE VEENENDAAL.                                                \\\\
lede als niet veel beter te beschouwen. De rustdag
wordt doorgebragt in trage rust of onheilige spelen.
Lezen kunnen zij niet; daartoe zijn zij te spoedig van
school afgenomen, en indien zij het konden, zij zijn
op weg dit geheel te vergeten. En bij dit alles komt
er bij deze kinderen een gevoel van zelfstandigheid,
— de natuurlijke orde is omgekeerd, zij verdienen het
geld voor de ouders, zij treden op als zelfstandige
personen in de maatschappij, — en dat dit gevoel van
onafhankelijkheid niet zeer gunstig werkt op godsdienst
en zedeleer, het is ligt te begrijpen. Ontucht is daarom
iets gewoons, en weinige huwelijken worden er vol-
trokken, die niet noodzakelijk waren.
Spaarzaamheid, die echt Hollandsche deugd, wordt
bijna nergens gevonden. Deze kinderen hebben geen
vooruitzigt; op de fabriek zijn zij en op de fabriek
zullen zij blijven, week in week uit, tot hunnen laat-
sten ademtogt toe. Het verschil tusschen het eene
gezin en het andere bestaat in het aantal handen die
er zijn om te arbeiden; indien er eene waarheid is,
die door allen beaamd wordt, het is deze, dat kinde-
ren een erfdeel zijn van den Heer.
Maar indien er veel geld wordt verdiend, men rigt
er zich op in; de toestand wordt er niet beter door,
men leeft boven zijne inkomsten, staat altijd in het
boek van den winkelier en heeft altijd de bank van
leening als toevlugtsoord.
Wij hebben meer bepaald van de vreemdelingen ge-
sproken. Voor zoover de arbeiders echter uit Veenen-
-ocr page 14-
12           DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
daal zelf afstammen, is de invloed van den gemeente-
lijken geest en het kerkelijk leven bij hen te bespeuren.
De gemeente onderscheidt zich gunstig van vele ande-
ren, is regtzinniger, en vele, zeer vele vromen worden
hier gevonden. Maar dit alles ligt meer buiten den
kring van het onderwerp, dat wij thans bespreken.
Het zoude verkeerd zijn om te miskennen wat er reeds
vóór onze komst op het gebied van inwendige zending
gedaan was. Wij behoefden slechts voort te zetten wat
anderen begonnen. Het eerste werk was, om de over-
tollige middagbeurt af te schaffen, ten einde tijd te
winnen voor de zondagschool, zoowel in de gemeente
als in de drie buitenbuurten. Het klassikaal onderwijs
werd ingevoerd, eene woning gehuurd, alwaar de ca-
techiseermeester wekelijks bijbellezingen hield, en de
Zaturdag middag werd aan het catechetisch onderwijs
gewijd. De eene werkzaamheid leidde tot de andere
en zoowel mijn collega, Ds. Hogerzeil, die intusschen
gekomen was en met kracht de inwendige zending
steunde als ik en de catechiseermeester, hadden werk
in overvloed.
DE CENTEN-VEREENIGING.
Er was slechts ééne behoefte, die zich deed gevoelen, en
wel die aan geschikte localiteit. Telkens weder stuitten
wij op deze behoefte en werden daardoor bij de uitvoering
van verschillende plannen belemmerd. Er was een mid-
denpunt noodig voor al onze werkzaamheden. Veel werd
-ocr page 15-
13
TE VEENENDAAL.
er over de oprigting van een gebouw voor Evangelisatie
gedacht en gesproken, maar hoe meer wij er over na-
dachten, des te meer vermenigvuldigden zich de be-
zwaren en het scheen vooreerst wel bij spreken te
zullen blijven.
Het besluit om tot de stichting van een gebouw
voor fabriekarbeiders over te gaan, was dus geen ge-
volg van een opzettelijk en onderling overleg. Er zijn
zoo van die kleinigheden, waarvan de gewigtigste
besluiten afhangen, en waarin wij later de hand Gods
moeten erkennen.
Ik had een zendingsrede gehouden naar aanleiding
van Neh. 10 : G, //doch wij bouwden den muur, zoodat
de gansche muur zamengevoegd werd tot zijne helft
toe: want het hart des volks was om te werken.//
//Niet om te praten, niet om te klagen, niet om te
bedillen,// zoo paraphraseerde ik al improviserende,
maar om te werken.//
In den loop der rede kwam de toestand van onze
eigene gemeente ter sprake en zonder de portee van
dit gezegde zelf te gevoelen, liet ik mij ontvallen:
//indien er onder onze 5000 gemeenteleden, 2000 ge-
vonden werden, die 5 jaren lang, iedere week één
cent wilden geven, zouden wij een gebouw kunnen
oprigten, dat in de behoefte aan geschikte lokaliteit
voor de werkzaamheden van onze inwendige zending
voorzag, zonder iemand buiten af lastig te vallen. —
--------en dan klagen wij nog over armoede! wij heb-
ben niet zoozeer groote krachten, als wel de vereeni-
-ocr page 16-
14        DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
ging van kleine krachten van noode om iets voor het
Godsrijk tot stand te brengen.// Dienzelfden avond
nog zeiden onderscheidene vrienden onafhankelijk van
elkander tot mij: //wij moesten dat maar eens beproe-
ven!// Dienzelfden avond nog besloten mijn collega en
ik dezen raad op te volgen, en in den loop van die
week, bragten wij in onze gemeente eene //Centen-
vereeniging// die circa 1500 leden telde tot stand.
Wij voorzagen echter, en de uitkomst bewees, dat
wij ons niet bedrogen hadden, dat wij, om allerlei
lokale redenen, deze zaak, niet langer dan één jaar
konden gaande houden; van daar dat wij pogingen
aanwendden, om hulpvereenigingen, op andere plaatsen
te stichten, die ook gedeeltelijk, boven verwachting
gelukt zijn.
Het was ons om het geld te doen, voorzeker, maar
evenzeer, om het denkbeeld, dat de sympathie en
hulp van velen ons in onze onderneming hadden on-
dersteund.
Wij hadden het oog op den zedelij ken invloed, die
van dit denkbeeld kon uitgaan.
Er wordt veel gevraagd en ook gegeven, maar
indien het goed zal gaan in onze vaderlandsche Kerk,
dan moeten de aanvragen van alle zijden vermeerde-
ren; dit zal het bewijs zijn van toenemend leven en
steeds vermeerderde werkzaamheid.
En toch valt het niet te miskennen, dat de ver-
schillende christelijke belangen nu reeds op de schou-
ders van enkelen drukken.
-ocr page 17-
TE VEENENDAAL.                                           15
Meer behoeft er niet gegeven te worden door de
enkelen wier namen op de expeditie-kantoren van col-
lectanten in onze groote steden bekend zijn, maar
meerderen moeten leeren geven.
Er worden reizen gemaakt om sommen bijeen te
brengen, voor christelijke scholen b. v., die gemak-
kelijk door de vrienden binnen den kring van hunne
naaste omgeving gecollecteerd konden worden, indien
zij slechts den regten weg daartoe insloegen, en eene
contributie van één, vijf, of meer centen per week
vroegen.
Wij kunnen een voorbeeld aanhalen uit onze eigene
gemeente. Sedert een tiental jaren heeft de kerke raad
eene som van /\' 4000 in zijn bezit, die bestemd is
om gebruikt te worden tot stichting van een oude
mannenhuis, wanneer het geld, hiertoe vereischt, bij-
een zal gebragt zijn. Het werd berekend dat een
geschikt gebouw minstens / 30.000 zoude kosten.
Er bestond dus weinig uitzigt dat het thans levende
geslacht zulk een gebouw zoude zien verrijzen, indien
men namelijk moest wachten, totdat de som van
/ 4000, door de interesten vertiendubbeld was. Even-
wel deed de behoefte aan het gesticht zich meer
gevoelen. Wat te doen? De kerkeraad verzocht we-
kelij ksche contributies en ontvangt nu f 70 iedere
week, voor dit doel, uit den boezem van de gemeente.
Dat onze centenvereeniging door deze nieuwe on-
derneming bijna geheel verdrongen werd, behoeft
naauwelijks gezegd te worden. Er is trouwens ook
-ocr page 18-
16        DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
meer sympathie, althans meer algemeene sympathie
voor deze zaak, dan voor de Evangelisatie, omdat het
hier de stoffelijke behoeften der armen geldt.
Maar het is noodig iets meer van deze centenver-
eeniging zelve te zeggen.
Ons eerste werk was om eene commissie uit den ker-
keraad te doen benoemen, die zich met de leiding van
het werk der in - en uitwendige zending zoude belas-
ten. Deze commissie werd versterkt, door twee leden
uit de gemeente.
Het beginsel, dat de vertegenwoordiging van de
gemeente zich in eenen normalen toestand van de kerk,
met den arbeid der zending moet belasten, lag hierbij
ten grondslag. De kerk verliest haar prestige, hare
kracht, indien het leven in de gemeente zich buiten
haar om openbaart, indien zij weigert de kanalen te
openen, waardoor het leven kan stroomen. Wij had-
den het reeds in deze gemeente, tot schade én van
het kerkelijk leven, én van het belang der Christelijke
school, die van de kerk los gemaakt was, ondervonden.
De volgende circulaire, door Ds. Hogerzeil opgesteld,
werd door ons rondgezonden:
L. S.
Binnen onze gemeente bestaat eene dringende be-
hoefte aan het werk der inwendige zending, dat ons
eene dure roeping oplegt. Wij hebben het oog op
onze vele fabriekarbeiders, onder wie de onkunde in
het Woord Gods zeer groot is. Wie van nabij met
-ocr page 19-
TE VEENENDAAL.                                           \'17
hen bekend is, hun maatschappelijk en godsdienstig
leven nagaat, op den treurigen toestand let, waarin
hunne kinderen opgroeijen, die reeds op negen- en
tienjarigen leeftijd naar de fabriek gaan, gevoelt leven-
dig dat eene Christelijke zending onder hen noodig is.
De Kerkeraad der gemeente is hiervan diep door-
drongen, en heeft aan eene commissie uit zijn mid-
den , die door twee leden uit de gemeente versterkt
is, opgedragen om dit werk te leiden en te bevorderen.
Eene eerste behoefte is een geschikt lokaal, dat
voor evangelisatie, naai-, bewaar- en zondagschool en
jongelingsvereeniging kan gebruikt worden. Zoo lang
dit ontbreekt, kan er weinig met vrucht onder dit
groote gedeelte onzer bevolking begonnen worden.
Daarom zijn de eerste pogingen der Commissie om
dit te verkrijgen.
De verwachting van den Kerkeraad worde niet be-
schaamd ! Hij beschouwt het als zijn duren plicht, dat
de gemeente het werk der zending tot het hare make.
Zoo velen helpen, znllen zijne pogingen bekroond worden.
De arbeid zij in den Heer, en dus een arbeid des
gebeds, dan kan hij niet ijdel zijn.
Be Commisau! van den Kerkeraad voornoemd:
Ph. J. Hoedemaker, 1
TT ,T TT                             l Predikanten.
H. V. HOGERZEIL,         \'
J. van Schoonhoven, 1
B. Bomas,                    J O"****»-
H. VAN DER SCHANS, Diaken.
H. van Broekhuizen, \\ uden der Ge-
M. VAN EDE.                    J meente.
2
-ocr page 20-
18           DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
Bij deze circulaire werd eene lijst van onze centen-
vereeniging gevoegd, waarop de volgende bepalingen
vermeld stonden:
1.
Door de wekelijksche bijdrage van een cent wordt
men lid van deze vereeniging.
2.
Wie meer dan een cent bijdraagt, wordt gerekend
voor evenveel personen de contributie te voldoen, als
hij centen betaalt.
3.
Men verbindt zich voor een jaar.
4.
De vereeniging heeft verzamelaars, die leden wer-
ven, hunne bijdrage wekelijks ontvangen en verant-
woorden bij een daartoe aangestelden ontvanger.
5.
De ontvanger stort zijne gelden maandelijks bij een
der predikanten, in wiens handen tevens eene lijst
van alle leden der vereeniging is.
6.
De commissie voor in- en uitwendige zending te
Veenendaal beschikt over de gelden der vereeniging.
-ocr page 21-
19
TE VEENENDAAL.
7.
Aan het einde van het jaar, zal aan ieder lid eeu
bewijs van lidmaatschap uitgereikt worden.
Het volgende versje, dat zeker niet veel dichterlijke
waarde had, maar slechts dienen moest om het denk-
beeld waarvan wij uitgegaan waren, aan te geven in
eenen vorm die geschikt was om de aandacht te trek-
ken, stond aan het hoofd der lijst:
vGroote sommen gaart men
Met veel centen, even ligt
Als men groote huizen
Met veel kleine steenen sticht.
Wil men voor \'t behoud van zielen,
Voor Gods rijk iets bouwen gaan,
Ieder, rijk of arm kan helpen,
Breng uw cent, uw steen slechts aan."
In Rotterdam kreeg ik op en na eene meeting, al-
daar gehouden om onze vereeniging aan te bevelen,
1240 leden. Dank zij de ijverige en volhardende be-
moeijingen van Broeder C. Rutteman, bleef dit getal
onverminderd tot het einde des jaars. In Amsterdam,
alwaar ik mede over onze fabriekarbeiders en werk-
zaamheden gesproken had, liep de hulp-vereeniging
door eene gebrekkige organisatie te niet, of liever, bleef
zij voortduren., maar zonder veel teekenen van leven
te geven. Ds. Zigeler heeft, met behulp van eenige
zijner hoorders, het verzuim eenigermate hersteld
en daardoor aanspraak op onze dankbaarheid; maar
2*
-ocr page 22-
20         DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
in vergelijking met hetgeen er te Rotterdam geschiedde,
is er te Amsterdam slechts weinig gedaan.
Verder kwamen er kleinere vereenigingen in de vol-
gende plaatsen tot stand:
In Dordrecht en Dubbeldam onder toezigt van den
Heer P. Horst. In Utrecht en de Bildt onder die van den
Heer H. de Leur. En in Delft onder den Heer Metselaar,
ook hielpen ons enkele andere vrienden, onder hunne
kennissen.
HET GEBOUW.
Na vele vergeefsche pogingen gedaan te hebben, om
een geschikt stuk grond te bekomen, gelukte het ons
in de nabijheid van de fabriek een terrein te vin-
den, waarvoor wij bijna de dubbele waarde moesten
betalen, omdat wij niet alleen met den tijdelijken be-
zitter, maar ook met den erfpachtsheer te doen hadden.
Het gebouw werd aanbesteed, opgerigt, ingewijd en is
thans in gebruik, ofschoon nog niet geheel afgewerkt.
Wij zullen niet zeggen dat het fraai is, maar het
is zeker doelmatig. Er zijn sommige eischen die on-
vereenigbaar zijn; zoo was er eene groote ruimte noo-
dig; daarbij moesten er minstens drie lokalen wezen,
die te gelijkertijd konden gebruikt worden, maar de
eerste eisch was, en de voornaamste tevens, dat dit
alles slechts weinig moest kosten. Het denkbeeld van
uitwendige schoonheid werd hierdoor van zelf op den
achtergrond gedrongen.
Twee gebouwen onder twee daken, werden naast
-ocr page 23-
21
TE VEENENDAAL.
elkander geplaatst. Het eene moet dienen voor bijbel-
lezingen, zondag- en avondscholen, het andere voor
jongelings- en knapenvereeniging, bedestonden en de
verschillende andere werkzaamheden, aan onzen arbeid
verbonden.
In het laatste gebouw zijn twee vertrekken, door
twee groote dubbelslaande deuren van elkander ge-
scheiden; het eerste bevat slechts één groot lokaal, en
heeft het aanzien van eene kleine dorpskerk, omdat
het boogvormig gestucadoord is. In de zalen der ver-
eenigingen zijn planken zolders gelegd.
Beide gebouwen zijn vereenigd door eene porte-
brisée, zoodat het geheel tot ééne groote zaal kan ge-
maakt worden. Het platform staat in een hoek van
het groote lokaal, tegen den binnenmuur, zoodat de
spreker, wanneer de porte-brisée geopend is, door al-
len in de beide gebouwen gehoord, en door de mees-
ten gezien kan worden.
Onze banken zijn naar eene eigene teekening ver-
vaardigd, en kunnen tot verschillende doeleinden ge-
bezigd worden, üe pooten en zij stukken zijn van ge-
goten ijzer, slechts de zitting en leuning is van hout.
De leuning kan omgeslagen worden, zoodat de kinde-
ren van dezelfde klas in de zondagschool, op twee ach-
tereenvolgende banken, niet achter elkander, maar
met het gelaat naar elkander toegekeerd, zitten. De
onderwijzer is dan gezeten, aan het einde van de klas,
hetzij in het middenpad, of tegen den muur, maar
zóó, dat hij zich, zoo ver mogelijk van de naastbij-
-ocr page 24-
\'22          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
zijnde klassen bevindt. Op deze wijze kunnen er 20
klassen, ieder van acht of tien kinderen, in dit locaal
op denzelfden tijd geplaatst worden.
Ook kan de leuning, in het midden van de bank,
vastgemaakt worden, zoodat de kinderen rug aan rug
op denzelfden bank zitten, wanneer het getal te groot
is om hen op afzonderlijke banken te doen plaats
nemen. De zitting is met dit doel iets breeder dan
gewoonlijk gemaakt.
Dezelfde leuning, omgedraaid, dient ook als tafel
gedurende de schooluren.
In het geheele gebouw wordt dus geene ruimte door
afzonderlijke tafels ingenomen. Twee banken, waarvan
de leuningen dezelfde breedte hebben als de zittingen,
plat gelegd en naast elkander geplaatst, vormen de
bestuurstafels der vereenigingen. Wanneer zij tot dit
doel gebruikt worden, wordt er gewoonlijk een kleed
over gelegd, waardoor zij geheel het aanzien van ban-
ken verliezen.
Deze banken zijn zeer goedkoop, en daarom kunnen
wij ze voor Evangelisatielokalen, die tevens voor zon-
dagscholen en bijzondere scholen moeten dienen, zeer
aanbevelen.
Een groote boogvormige deur verleent den toegang
tot ieder der beide gebouwen, terwijl er lantarens in
het bovenlicht moeten geplaatst worden, die het licht
op den ingang werpen.
-ocr page 25-
2*J
TE VEENENDAAL.
DE WERKZAAMHEDEN.
De Jongelingsvereeniging telt een veertigtal
leden, en daaronder velen, die den Heer in waarheid
vreezen, en zich geheel aan zijne dienst gegeven heb-
ben. De meesten hunner zijn onderwijzers in onze
zondagscholen, en bij het huisbezoek, hebben wij dik-
werf reden om hunne persoonlijke werkzaamheid in
den kring van hunne naaste omgeving te zegenen.
Zondag \'s morgens komen zij reeds te zeven uur
bijeen om eene bedestond, des avonds om eene bijbel-
bespreking te houden.
Eene bibliotheek brengt goede lectuur in de huis-
gezinnen.
De gewone werkzaamheden op hunne vergaderin-
gen zijn hun een spoorslag om kennis van allerlei
aard op te doen. Zoowel Bijbelsche en historische als
natuurkundige onderwerpen worden besproken, en de
verhandelingen over deze verschillende vakken door
hen geleverd, getuigen dikwerf van degelijke prepa-
ratie, waarbij gebruik gemaakt is geworden van alle
hun ten dienste staande middelen. Behalve de gewone
werkzaamheden, wordt er geregeld verslag gedaan van
de predikatie des zondags morgens gehouden, en iedere
maand spreekt de catechiseermeester over de sterre-
kunde, waarvan de jongens reeds een tamelijk goed
begrip hebben verkregen.
De knapenvereeniging is langzamerhand ont-
staan , uit eene bijbelbespreking, door een der zondag-
-ocr page 26-
24            DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
school-onderwijzers met zijne beste leerlingen des
zondagsavonds gehouden. Zij bestaat iets langer dan
een jaar, en neemt steeds toe in bloei. Een vijf-en-
twintigtal jongens boven de vijftien jaren vereenigen
zich \'s woensdags onder de leiding van een predikant,
en tot nog toe is het niet noodig geweest, om boete
te stellen op afwezigheid of nalatigheid in het vervul-
len van opgegeven werkzaamheden.
Het is waarlijk aandoenlijk om te zien, met hoe-
veel geestdrift de vergaderingen worden bijgewoond,
en hoeveel moeite het kost om ze ten tien uur gesloten
te krijgen wanneer wij bedenken, dat deze jongens
zonder uitzonderingen, vóór het daglicht, het bed
moeten verlaten, om dan tot acht a tien \'s avonds in
de fabrieken te arbeiden.
Ook deze vereeniging heeft eene bibliotheek, met
ongeveer een honderdtal nummers, waarvoor zij zelve
eene som van ƒ25.— hebben bijeengebragt, ieder twee
centen wekelijks bijdragende.
Een jaar lang werden zij met oude proeven van de
Christelijke Familiekring voorzien; genummerd en ge-
ènvelloppeerd, gingen deze van hand tot hand, terwijl
een bibliothecaris zorg droeg, dat de orde niet ver-
stoord werd, en dat ieder lezer het juiste nummer op
den bepaalden tijd bekwam.
De werkzaamheden op de gewone vergadering ver-
schillen eenigszins van die der Jongelings-Vereeniging.
Eerst worden er eenige verzen uit de Heilige Schrift
gelezen. Ieder lid maakt daarop met vaak komieken,
-ocr page 27-
TE VEENENDAAL.                                           25
maar wezenlijken ernst, aanmerkingen. //Hij sprak dit
of dat woord niet goed uit; lette niet op de teekens;
op de tusschenzinnen; las eene vraag zonder verheffing
van stem; of het geheel ietwat zangerig.// Deze zijn
zoowat de gewone aanmerkingen, die met groote on-
aandoenlijkheid worden aangehoord, en niet verhinde-
ren , dat de gekritiseerde van heden, aanstaande week
met dezelfde vrijmoedigheid weder het platform betreedt.
Daarop wordt een dichtstuk voorgedragen, en wee
hem, die zich nog niet van den //zangtoon// of //den
heiligen toon// heeft weten te ontdoen!
Onderscheidene leden der knapenvereeniging kon-
den een jaar geleden niet of slechts gebrekkig lezen,
maar hebben het nu door gestadige oefening geleerd.
Vragen worden voorts gedaan, en beantwoord.
Het behandelde op de zondagschool naverteld, en
eene geschiedenis uit een boekje verhaald.
Om de veertien dagen, brengt een der weinige
leden die schrijven kunnen, een opstel ter talel.
Maar de voornaamste werkzaamheid, en die waarin
de jongens het meeste belang stellen, wordt door
den predikant verrigt. Hij is namelijk verpligt iedere
week een stuk uit de kerk- of zendings-geschiedenis
te verhalen, waarvan een der leden, op de eerstvol-
gende vergadering een kort resumé geeft.
Er is veel esprit de corps onder deze jongens; zij
scheiden zich, soms welligt meer dan wenschelijk is,
van de anderen af, en verbinden zich om niet te
dobbelen, alsmede om geen misbruik te maken van
-ocr page 28-
26            DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
sterken drank. Een streng toezigt wordt door hen
op elkander gehouden.
Uit het gezegde kan reeds genoeg blijken, dat het
werk onder en door de knapen een van de meest in-
teressante deelen onzer werkzaamheid is.
/DE LEZINGEN.
Reeds vóór wij ons gebouw hadden, hield onze
catechiseermeester geregeld twee wekelijksche lezingen
in de drie buitenbuurten, en eene wekelijksche gods-
dienstoefening in een huisje met dit doel in de fa-
briekstad gehuurd. Onderscheidene belangstellenden
woonden deze lezing bij. De woning was echter te
klein en te bedompt, zoodat dit gedeelte van den
arbeid gestaakt werd.
In den loop van deze maand wenschen wij het
Evangelisatiegebouw, voor de werkzaamheid van bijbel-
lezingen open te stellen. Ue predikanten en de cate-
chiseermeester zullen elkander geregeld afwisselen.
Wij hebben alle verwachting dat deze godsdienst-
oefening goed slagen zal.
Onze kerk is te klein naar evenredigheid van de
tegenwoordige bevolking, en er bestaat hoegenaamd
geen uitzigt dat zij vergroot zal kunnen worden,
omdat de meeste plaatsen eigenaars met erfregt hebben
/ en het aantal nieuwe plaatsen, dat men bekomen
zoude, op verre na de kosten van verbouwing niet
zoude kunnen dekken.
-ocr page 29-
TE VEENENDAAL.                                          27
/De meeste arbeiders zijn dus genoodzaakt om te
staan of ver van den kansel te zitten, zoodat velen
aan de kerk ontwend zijn.
Eene geregelde godsdienstoefening met vrije plaat-
sen is dus voor de mindere klasse eene dringende
behoefte, en indien wij haar tot hiertoe nog niet ge-
opend hebben, dan is dit hieraan toe te schrijven, dat wij
de nieuwe organisatie onzer werkzaamheden eerst lang-
zaam tot stand kunnen brengen. Sedert eenige weken
worden deze bijbellezingen geregeld gehouden.
lederen dingsdag avond wordt er evenwel eene meer
wetenschappelijke lezing voor de vereenigingen en
hunne begunstigers in het lokaal gehouden.
De profetie van Jesaja, het leven van Paulus, wer-
den achtereenvolgens, door mij en Ds. Hogerzeil be-
handeld. Thans is het leven van Jezus aan de
orde gesteld, en wij leggen ons toe om, zonder dat
het stichtelijk element geheel voorbij gegaan wordt,
wetenswaardige bijzonderheden uit de geschiedenis, de
oudheidkunde, de apologetiek, naar aanleiding van
het Schriftwoord, mede te deelen.
Deze lezingen worden door een steeds grooter getal
belangstellenden bezocht, en zijn de voorname bron
van inkomsten voor onze jongelingsvereeniging.
Nu en dan treden er verschillende andere sprekers uit
andere plaatsen op. Entreegeld wordt alsdan gevorderd,
dat dienen moet om de inkomsten van ons fonds voor
een //oude-mannen en vrouwenhuis// te vermeerderen.
Twee lezingen werden er reeds gehouden door de
-ocr page 30-
28          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
H. H. van Lummel uit Utrecht en Ds J. H. Gunning Jr.
uit s\' Hage. De een sprak over den dampkring;
waarbij verscheidene natuurkundige proeven genomen
werden; de tweede over Dante Alighieri, — eene
lezing, die, wat zich uit het onderwerp niet verwach-
ten liet, met zeer veel bijval ontvangen werd.
• DE ZONDAGSCHOLEN.
De Zondagscholen hebben vooral in den laat-
sten tijd veel uitbreiding ontvangen. Er worden thans
zes van die scholen gehouden. In drie buitenbuurten
geven de jongelingen onderwijs, en groot is de toe-
vloed van kinderen en bejaarden, die anders grooten-
deels van de gelegenheid om Gods Woord te hooren,
zouden verstoken blijven. De onderwijzer der Chris-
telijke school spreekt in zijn eigen lokaal over de
bijbelsche geschiedenis, en lokt daardoor vele eenvou-
digen, die blijde zijn, dat zij mogen profiteren van
het onderwijs, door de kinderen ontvangen.
Op twee achtereenvolgende uren zijn er zondag-
scholen in het gebouw voor Evangelisatie. Hier is
het onderwijs klassikaal. Een vijftiental onderwijze-
ressen is mede behulpzaam. Het is een liefelijk
gezigt om die schare te overzien, en den bezoeker
moet het opvallen, dat er zoo vele groote meisjes en
jongens gebruik maken van dit onderwijs. Op vele
andere plaatsen zouden zij zich aan de zondagschool
ontwassen rekenen.
-ocr page 31-
TE VEENENDAAL.                                          29
Onder deze kinderen zijn er velen, van wie wij
met grond gelooven, dat zij den Heer waarlijk lief
hebben of Hem heilbegeerig zoeken.
Onberekenbaar is de invloed der zondagschool op
de huisgezinnen en de kinderen zelve, ook uit een
maatschappelijk oogpunt. Zij beijveren zich om te
/ leeren lezen, ten einde hunne teksten te kunnen op-
zeggen en het genot te hebben van de traktaatjes,
die nu en dan uitgedeeld worden. Velen, die geen
gebruik maken van de catechisatie, komen naar de
zondagschool, en doen daar hunne bijbelkennis op.
Welke beteekenis deze school heeft voor de fabriek-
•/arbeiders, kan welligt uit het volgende voorbeeld
/ duidelijk worden.
Van oudsher worden er in Veenendaal op vier ach-
tereenvolgende dingsdagen in October en November
ossenmarkten gehouden. Geen enkele os is er thans
meer te zien, maar de markt is in een woeste kermis
ontaard.
Gedurende deze weken, staat de directie toe, dat
de arbeiders tot elf a twaalf uur \'s nachts werken,
opdat zij die dingsdagen vrij kunnen hebben, en groot
is de losbandigheid en zedeloosheid, waardoor deze
dagen gekenmerkt worden. Velen vergoeden zich dan
voor hunne ingetogenheid gedurende het overige ge-
deelte van het jaar, door verregaande brooddronken-
heid. Het is dan alsof het onderscheid tusschen goed
en kwaad tijdelijk wordt opgeheven. Twee jaren lang
hebben wij pogingen aangewend, om de kinderen van
-ocr page 32-
30          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
onze zondagschool van de plaatsen, waar de zonde
gediend wordt, verwijderd te houden, door hen in onze
lokalen te verzamelen en hun op andere wijze genoe-
gen te verschaffen.
Verleden jaar waren de jongens in de woning van
een bestuurslid der jongelingsvereeniging bijeen, ter-
wijl de meisjes in de openbare school waren vergaderd-
/ Slechts één harer werd gemist.
De predikanten gingen met enkele vrienden die ge-
komen waren om hen te assisteren, van plaats tot
plaats, en waarlijk, wij konden dikwerf onze tranen
niet bedwingen, wanneer wij daar, boven het woest
getier op de straten, plotseling uit de een of andere
vergaderplaats, het liefelijk psalmgezang of het welbe-
kende zondagschool-lied hoorden aanheffen.
De eigenaar van een draaimolen was, naar wij ver-
f nemen, zóó vertoornd over deze nieuwigheden, dat hij
dreigde niet weder te zullen komen, indien men hem
/ niet beter ondersteunde.
/ DE NAAI- EN BREISCHOOL.
Deze is aan de zondagschool verbonden, en werd
door een veertigtal meisjes bezocht, die anders waar-
schijnlijk geene gelegenheid zouden hebben om mees-
teres van de naald en de breipen te worden.
Deze school, gediscontinueerd wegens gebrek aan
lokaliteit, moest weder georganiseerd worden. Eene
commissie van dames is reeds door onze commissie
benoemd, om deze zaak onder haar opzigt te nemen.
-ocr page 33-
31
TE VEENENDAAL.
Deze school heeft een aanvang genomen en wordt door
circa vijftig meisjes bezocht.
DE AVONDSCHOLEN.
Twee weken geleden werd van den predikstoel afge-
, kondigd, dat er gelegenheid zoude zijn om onderrigt
I in het lezen en schrijven te ontvangen, en dat men
zich op een bepaald uur bij de commissie in het ge-
bouw voor Evangelisatie daarvoor had aan te melden.
Ons plan was om deze school, evenals de zondag-
school, klassikaal in te rigten, met behulp vaneenige
jongelieden en de hulponderwijzers der verschillende
scholen. Sedert eenigen tijd was hier reeds een begin
mede gemaakt door eenige dames, die kinderen bij
zich aan huis ontvingen.
Toen wij evenwel op het bestemde uur in het ge-
bouw kwamen, was dit reeds opgevuld met kandida-
ten, terwijl verscheidene moeders gekomen waren, om
door hare tegenwoordigheid, meer klem aan de bede
harer kinderen bij te zetten; dat er aan het opschrij-
ven van namen niet te denken viel, en wij genood-
zaakt waren om een uitstel van eenige weken te ver-
zoeken, ten einde over deze zaak nog eens onderling
te kunnen raadplegen, de methode vast te stellen en
de uren te kunnen regelen, is te begrijpen. Om de
onkosten aan deze avondschool verbonden, heeft de Com-
missie besloten zich in de eerste plaats tot het gemeente-
bestuur te wenden met het verzoek dat het deze school
-ocr page 34-
32          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
voor zijne rekening zal willen nemen; gelukt deze po-
ging niet, dan zal er evenwel spoedig een begin mede
gemaakt worden.
y DE BEWAARSCHOOL.
Deze bestaat reeds lang. Opgerigt door Ds. v. d.
Ham, laatst predikant te Utrecht, werd zij na zijn
vertrek en dood gedirigeerd door mejufvrouw Swellen-
grebel te Utrecht, die haar al die jaren, met veel
moeite en opofferingen in stand heeft gehouden. Na
de oprichting van de groote fabriek, heeft deze school,
meer dan te voren, voorzien in eene groote behoefte.
Vele kinderen worden hier door de gemakzucht der
ouders heengezonden, en verkrijgen toch eenig oncler-
rigt. Joden zenden hunne kinderen hier ter school, en
het kan moeijelijk geloofd worden, dat zij die nu zoo
luide en zóó van harte medezingen : \'/ waar Jezus komt,
daar zegent Hij,// den indruk daarbij ontvangen, later
geheel zouden vergeten.
Deze school heeft een jaarlijksch tekort van f 300.—
Evenwel heeft de commissie voor inwendige zending
haar aanvaard, en onder het opzigt van Mevrouw Huet
en eenige andere dames geplaatst.
DE MORGEN-BEDESTONDEN.
Toen wij eene plaats voor ons gebouw, in de nabij-
heid van de groote fabriek zochten, was dit gedeelte-
-ocr page 35-
33
TE VEENENDAAL.
lijk met het doel om in den schofttijd des morgens
van negen uur tot half tien, de gelegenheid te geven
aan vele arbeiders, die ver van huis wonen, daar te
komen, ten einde een gedeelte uit Gods Woord te
hooren voorlezen, te zingen en te bidden, terwijl zij
hun morgenmaal nuttigden. Wij dachten: er zijn zoo
vele oude, eenvoudige menschen, zoo vele huismoeders,
die geene huisgodsdienst hebben en welligt hier zul-
len komen.
Tot nog toe heeft de uitkomst niet aan onze ver-
wachting beantwoord. Het kan zijn dat dit gedeeltelijk
is toe te schrijven aan het schoone zomerweder, en
waarlijk, wij moeten erkennen, dat menschen, die den
ganschen dag in de fabriek opgesloten zijn, veront-
schuldigd kunnen worden, indien zij eenige oogenblik-
ken van de frissche lucht wenschen te genieten.
Wij houden de bedestonden thans slechts eenmaal
\'s weeks, des woensdags, om later, wanneer het blij-
ken mogt, dat er meer behoefte komt, of wanneer
wij een meer doelmatigen vorm er voor gevonden heb-
ben, het getal te vermeerderen. Zij worden tegen-
woordig door dertig of veertig arbeiders bezocht.
HET BIJBELDEPÓT.
Het Bijbeldepöt is verleden zaturdag geopend. Ge-
durende het afgeloopen jaar werden er reeds over de
honderd bijbels en testamenten door den predikant
aan huis verkocht. Hij gaf ze tot verminderde prijzen,
3
-ocr page 36-
3-4          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
en stelde de armen in de gelegenheid om ze te be-
talen met twee, vijf of tien centen per week. In en-
kele gevallen slechts werden zij weggegeven, omdat
het gebleken was, dat men van de gratis verspreiding
misbruik maakte.
In ons depot wenschen wij dezeltde methode te
volgen. Twee leden onzer^commissie hebben op een
bepaald uur in het evangelisatie-gebouw zitting, en
te oordeelen naar hetgeen ons reeds ter ooren kwam,
zullen er zeer vele bijbels op deze wijze onder het volk
gebragt worden. Binnen weinige weken zijn er reeds
bijbels-tot eene waarde van f J,50 verkocht.
DE SPAARBANK.
Deze ligt nog in het verschiet, maar eenige voorbe-
reidende stappen zijn reeds genomen, en wij hopen
ze eerlang tot stand te kunnen brengen. Spaarzaam-
heid gelijk wij reeds gezegd hebben, is juist geene
deugd, den fabriekarbeider eigen. Het geld, weke-
lijks ontvangen, wordt ook wekelijks verteerd. Men
leeft zonder zorg voor de toekomst, en het gevolg
hiervan is, dat de bank van leening, de zoogenaamde
wriend der armen,// de eenige toevlugt is in tijd van
nood. Voor den ouden dag wordt in het geheel niet
gezorgd.
Wij houden ons overtuigd, dat indien het ons ge-
lukken mogt deze zaak tot stand te brengen, er hier-
door veel zoude gedaan worden om den fabriekar-
beider in zijn eigen oog te releveren.
-ocr page 37-
35
TE VEENENDAAL.
HET 0UDE-MANNENHU1S.
Het oude-mannen- en vrouwenhuis kunnen wij ook
noemen onder de stichtingen, die de kerkeraad in ver-
/ volg van tijd tot stand wenscht te brengen. Wij deelen
daarom den inhoud van de circulaire mede, die door
den kerkeraad in het begin van dit jaar binnen de
gemeente verspreid werd. Aan het hoofd van deze
circulaire was eene voorstelling van het gebouw, dat
wij wenschen op te rigten, gegeven, met het dubbel
doel, om belangstelling in de zaak op te wekken, en
om een concrete uitdrukking te geven aan het denk-
beeld van een gesticht voor oude lieden, om daardoor
zoo veel mogelijk te verhinderen, dat men later deze
zaak op zeer onvoldoende wijze zoude trachten tot
stand te brengen.
"Inwoners van Veenendaal!
//Dat er aan een Gesticht voor oude mannen
en vrouwen, inzonderheid in deze gemeente, groote
behoefte bestaat, wordt algemeen gevoeld en erkend.
//Dat er bij eene commissie, die zich tijdens Ds.de
Vijver en onder zijne leiding met de inzameling
van gelden belastte, alsmede bij de Diakonie onzer ge-
meente, sommen berusten die tot dit doel moeten
strekken, behoeft niet eenmaal herinnerd te worden.
//Dat er evenwel eene reeks van jaren moeten ver-
loopen, voor dat dit kapitaal genoegzaam geaccresseerd
3*
-ocr page 38-
36          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
zal zijn om aan zijne bestemming te kunnen beant-
woorden, wij mogen dit hier zonder aarzeling bij-
voegen.
//Overtuigd, dat wij, als voorgangers der gemeente,
niet verantwoord waren, indien wij lijdelijk bij dit
resultaat bleven berusten, doordrongen van de behoefte,
die zich telkens op nieuw en in meerdere mate doet
gevoelen, zijn wij echter sedert lang op middelen be-
dacht geweest, waardoor wij spoediger tot een begin
van uitvoering zouden kunnen geraken.
//De vraag werd meermalen in onze vergaderingen
geopperd, //of wij niet, uit eigene middelen, op klei-
nere schaal konden beginnen, om latere meerdere uit-
breiding aan de zaak te verleenen, wanneer de fondsen
vermeerderden?// Het gevaar lag echter te zeer voor
de hand, dat de stichting zelve voortdurend den stem-
pel van haren onaanzienlijken oorsprong dragen en zich
waarschijnlijk nimmer daarboven verheffen zoude, om
op eene, den gever van het oorspronkelijk legaat en
der gemeente waardige, alsmede aan de behoefte ge-
evenredigde wijze, tot stand te komen.
Wij konden hiervoor de oogen niet sluiten, en oor-
deelden het voorhands beterom niet dan niet goed
te beginnen.
//Uit de besprekingen was echter gebleken, dat wij,
omtrent twee hoogstbelangrijke punten , in volslagen
onkunde verkeerden; wij konden namelijk evenmin
zeggen, hoevele bejaarde personen binnen deze ge-
-ocr page 39-
37
TE VEENENDAAL.
meente voor zulk een gesticht in aanmerking kwamen,
als wij wisten hoeveel hun onderhoud zoude kosten.
Daarop werden commissien benoemd, die zoowel elders
als hier, omtrent alle zaken, die met de stichting van
een oude-mannenhuis in verband staan, naauw-
keurige inlichtingen hebben ingewonnen.
//Het onderzoek, dus ingesteld, gaf verrassende re-
sultaten. De commissie bevond, dat er meer dan 80
mannen en vrouwen waren, boven den ouderdom van
70 jaar, die geheel of gedeeltelijk door de diakonie on-
derhouden worden, en daaronder zeer velen, die ge-
brekkig gehuisvest of besteed zijn, maar ook — dat
de onkosten van eene inrigting, zooals wij die begeer-
den, op verre na zoo groot niet waren, als wij tot
hiertoe verondersteld hadden.
//Wij treden hier niet in bijzonderheden, maar geven
slechts aan het eindresultaat, waartoe wij na verschil-
lende besprekingen, ook niet deskundigen buiten deze
gemeente, zoowel als na vergelijking van plannen en
naauwkeurige berekeningen, gekomen zijn.
Een gebouw, ingerigt voor zestig personen, zal
/ 25,000 moeten kosten. De kosten voor het jaarlijks
onderhoud van veertig personen, algemeene uitgaven
daaronder berekend, zullen /"3500 bedragen. Wanneer
men nu in aanmerking neemt én, dat de diakonie,
wat de jaarlijksche onkosten betreft, voor de helft van
dit bedrag instaat, daarenboven op zich nemende eene
gelijke som naar proportie voor ieder bedeelde, boven
het getal zooeven genoemd, die in dit gesticht wordt
-ocr page 40-
38           DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
verpleegd, te betalen, én dat men bij eene verstan-
dige administratie op blijvende revenuen kan rekenen,
waardoor een niet onaanzienlijk deel der onkosten wor-
den gedekt, dan kan het niemand verwonderen, dat
wij er toe gebragt zijn om in den naam des Heeren
eene poging te wagen om deze zaak tot stand te brengen.
//Door stil te zitten komen wij niet verder, door een-
dragtige zamenwerking wordt het doel, zooal niet
binnen kort bereikt, dan ten minste benaderd. Wordt
de belangstelling in deze zaak levendig gehouden, dan
is het te verwachten, dat grootere giften en legaten
hierdoor uitgelokt zullen worden.// Zoo hebben wij ge-
oordeeld en daartoe het volgende plan ontworpen, dat
wij ter kennisse van de gemeente wenschen te brengen.
1°. Wij noodigen allen zonder onderscheid uit om
zich te verbinden, minstens voor twee jaren, liefst
langer, tot eene wekelijksche contributie. De kerkeraad
neemt op zich om voor de geregelde ontvangst hiervan
zorg te dragen. Indien de rijkeren onder ons een
gulden, de armere eenige centen, de kinderen en arm-
sten eene cent per week geven, kan niemand zulk eene
bijdrage bezwarend achten. Mogen wij niet met grond
verwachten, dat in eene gemeente, talrijk als deze, op
die wijze minstens zes duizend centen per week
bijeengebragt zullen worden? Welnu, dan is binnen
twee jaar het bestaande kapitaal reeds meer dan ver-
dubbeld, en zouden wij binnen vijf jaar alleen hier-
door in het bezit gebragt zijn van hetgeen wij ver-
langen.
-ocr page 41-
39
TE VEENENDAAL.
2°. De kerkeraacl zal tevens ieder in de gelegen-
heid stellen om een busje te verkrijgen, niet het doel
om daarin vrijwillige giften in ontvangst te nemen.
Ook deze kunnen aanzienlijke sommen opleveren.
3°. Zoodra wij een overzicht hebben van den uitslag
dezer poging, zullen onze verdere plannen bekend ge-
maakt worden.
"Inwoners van Veenendaal! behoeven wij deze
zaak nader bij u aan te bevelen ? Spreken de groepen,
die \'s morgens langs de deuren bedelen, niet luide
genoeg ? Zal het oude-mannenbuis niet eene zegen zijn
voor onze plaats, beide uit een maatschappelijk en een
godsdienstig oogpunt beschouwd ? Wilt gij u geene ge-
ringe opoffering getroosten, om zoovele bejaarden, die
nu gebrek moeten lijden, te kunnen verplegen? Ant-
woordt ons door uwe inschrijving, stelt onze verwach-
ting niet te leur, weet het, dat deze zaak van nu af
aan voor uwe verantwoording ligt, en dat het eene
zaak is waarop Gods zegen kan rusten.//
Namens den Kerkeraad.
Ph. J. Hoedemaker, President.
Wij nemen deze circulaire op in ons verslag van de
werkzaamheden des kerkeraads onder de fabriek-
arbeiders, omdat de geheele bejaarde fabriekbevol-
king, de arbeidende klasse, voor zulk een gesticht
in aanmerking moet komen. Het verblijdt ons hier te
kunnen bijvoegen, dat de uitkomst van onze pogingen
-ocr page 42-
40          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
de verwachting van den Kerkeraad zeer ver overtrof-
fen heeft. \').
En hiermede is ons verslag nu geëindigd. Persoon-
lijke ontmoetingen, voorbeelden en alles wat zich aan
bepaalde personen in de gemeente vastknoopte, heb-
ben wij om redenen, die niet eens vermeld behoeven
te worden, moeten vermijden.
Uit heeft ons onder het schrijven zeer belemmerd,
evenzeer als het feit, dat wij schijnbaar ons zelven op
den voorgrond moesten plaatsen. Ik zeg //schijnbaar,//
want werkelijk is alles wat wij deden en doen, eene
vrucht van besprekingen in den kerkeraad, van over-
leg met mijne collega\'s, vroeger Ds. Hogerzeil,
thans Ds. liuet, die geen gering aandeel van de vele
werkzaamheden op zich hebben genomen, en zonder
wier hulp weinig of niets tot stand zoude geko-
men zijn. Wij kunnen ook den naam van onzen voor-
ganger, Ds. W. Sypkens, hierbij voegen, die onder
veel strijd en tegenstand den grondslag van dit alles gelegd
heeft, in de oprigting van de jongelingsvereeniging.
Dat er zeer veel geld noodig is, om alles in stand
te houden, ligt voor de hand. De gaven van de ge-
meente voor uit- en inwendige zending, zijn in de
laatste jaren vertiendubbeld, want het is opmerkelijk,
dat het bedrag van de maandelijksche collecten voor
de zending, steeds vermeerderende is.
\') Wij hebben nu reeds op deze wijze / 1500 verkregen.
-ocr page 43-
TE VEENENDAAL.                                           41
De jaarlijksche uitgaven voor het onderhoud van de
Christelijke school, die vijftien honderd gulden bedra-
gen, hebben wij niet eens genoemd omdat die school
niet onder de kerkeraads-commissie staat. Maar dit
geeft ons ook vrijmoedigheid, om voor het te kort van
ons evangelisatie-gebouw gaven te vragen. De gemeente
is arm; er zijn slechts weinige gegoede burgers, en
onder die weinigen, slechts enkelen, op wie wij voor
onze werkzaamheid rekenen kunnen.
Eenigen tijd geleden verzonden wij circulaires aan
de kinderen der zondagschool, om hun te verzoeken
deel te nemen aan onze centen-vereeniging. Ds. Huet,
destijds nog niet alhier gevestigd, drong nader op me-
dewerking aan, door een allerliefst stukje in de Heraut
te plaatsen. Het luidt als volgt:
Aan de kinderen der Zondagschool in Nederland.
„Een centje als \'t u blieft."
Wie van u heeft niet wel dikwijls die woorden ge-
hoord , als daar op straat een arm kind met lucifers u
achter na liep en zijn handje rood van kou naar u
uitstak met de bede: //Een centje, als \'t u blieft."
Arme kindertjes, door hun ouders of misschien door
vreemden uitgezonden, om centen te bedelen en die
dikwijls, als zij niets of niet genoeg meebrengen, met
slagen gestraft worden!
-ocr page 44-
42          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
Dikwijls hoor ik zeggen, dat die bedelarij maar bedrog
is. En ik wil ook wel gelooven, dat er soms bedrog
onder schuilt. Maar die arme kindertjes zelve hebben
toch maar een droevig hard en beklagenswaardig leven.
De politie verbiedt de bedelarij. En dat is ook wel
goed. Want anders zouden er nog meerderen zijn, die
in plaats van werk te zoeken, maar van bedelen zouden
trachten te leven. Als er maar altijd werk te krijgen
was! Maar dat ontbreekt juist zoo dikwijls.
Maar hebt gij wel eens van een Dominé gehoord,
die om een centje bedelt? En die de kinderen wil
leeren om te bedelen?
Ik ken er één. Het is een goede vriend van mij.
En daarom hoop ik maar dat de politie hem niet
pakken zal.
Weet gij hoe hij heet? Het is Dominé Hoedema-
ker te Veenendaal.
Ik heb juist een brief van hem gelezen aan al de
kinderen van de Zondagscholen in Nederland, w, arin
hij u vraagt om een centje als \'t u belieft. Dat kunt
gij hem toch niet weigeren. Maar dat niet alleen, hij
wil iedere week een centje van u.
En hij wil nog meer. Hij wil dat gij zelf een bede-
laartje gaat worden. Dat gij een lijstje maakt en daarop
de namen schrijft van eenige menschen en dat gij van
die menschen iedere week een cent komt halen. En
als gij dit dan het heele jaar gedaan hebt, dat gij dan
al die centen naar hem zult zenden. Is dat niet een
wonderlijke Dominé?
-ocr page 45-
43
TE VEENENDAAL.
Ts Ds. Hoedemaker dan zoo begeerig naar geld?
Zou hij misschien gierig wezen?
Ik geloof het niet. Ik wil hopen dat er niet één
gierige Dominé in ons land is. Want de gierigheid is
een groote, groote zonde, en de Heer zegt dat geen
gierigaard in den hemel kan komen. En als het een
groote zonde is voor iedereen, is het dit nog veel te
meer voor een Predikant.
Maar van Dominé Hoedemaker geloof ik het niet,
ten minste ik heb al dikwijls het tegenovergestelde bij
hem bemerkt.
Maar wat wil hij dan met al die centen doen?
Dat is het nu juist, wat hij ons in dien brief vertelt.
In Vecncndaal is een groote fabriek — een van de
mooiste — zoo niet de allermooiste in ons land. Ik
heb die fabriek gezien, met hare reusachtige stoom-
machines , die een oorverdoovend geraas maken en met
hare honderden van arbeiders, die daarin bezig zijn.
Daar ziet men hoe het katoen wordt schoongemaakt,
tot draden gemaakt wordt en daarvan door den stoom
tot linnen wordt gefabriceerd, waarvan wij onze lakens
hebben.
Maar hoe mooi die fabriek ook zij, toch moet men
medelijden hebben met al die arbeiders, wel negen-
honderd mannen, vrouwen en kinderen, die daarin
den geheelen dag, van \'s ochtends vroeg tot \'s avonds
laat, werken.
Nu, het is vooral voor die fabriekarbeiders en voor
hunne kinderen, dat Dominé Hoedemaker een groot
-ocr page 46-
44          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
gebouw heeft gesticht, waarin Bewaarscholen, Zon-
dagscholen en Godsdienstoefeningen zullen worden ge-
houden.
Reeds is er vrij wat geld voor ingezameld. Maar
er moet nog veel meer wezen. En nu heeft hij dit
bedacht om bij u te komen met de vraag om: //één
centje als \'t u blieft," en in de hoop dat gij ook een
verzamelaar van centen wilt worden.
Als er tien kinderen zijn die ieder tien centen in
de week inzamelen, maakt dit aan het einde van het
jaar twee en vijftig gulden. Als er honderd kinderen
zijn maakt het vijf honderd twintig gulden. Als er
duizend kinderen zijn maakt het vijf duizend twee
honderd gulden.
Ik geloof dat Ds. Hoedemaker recht blij en dank-
baar zijn zal als hij aan het eind van het jaar die som
zal hebben gekregen.
Tk heb er echter ook belang bij dat gij dit doet,
daar ik zelve, zoo de Heer wil, in de volgende maand
te Vcenenilaal ga wonen en dan ook hoop iets voor de
fabriekarbeiders en voor hunne kinderen te mogen
doen, opdat zij den Heer Jezus mogen leeren kennen
en liefkrijgen en alzoo den grooten troost mogen be-
zitten van te weten, dat zij eenmaal in eene betere
plaats zullen komen: waar geen fabrieken zijn en geen
harde arbeid en geen armoede,. . . gij weet wel, welke
plaats ik bedoel.
Tk hoop dat gij zelve den Heer Jezus zoekt, opdat gij
ook een goede hoop moogt hebben voor de eeuwigheid.
-ocr page 47-
45
TE VEENENDAAL.
Het is dan niet om mij of om Domino Hoedemaker,
dat gij dit geld zult inzamelen, maar om den Heer
Jezus , die u vraagt en u vergunnen wil op deze wijze
iets voor Hem te doen.
Nu ik hoop dat gij het zult beginnen. Schrijf maar
eens een briefje aan Dominé Hoedemaker. B. V.
aldus.
Waarde Heer.
Ik wil ook proberen eenige centen in te zamelen
voor het lokaal te Veenendaal. Zend mij s. v. p.
eenige lijsten.
Ik ben uw liefh.
Hier moet gij uw naam schrijven en waar gij woont.
Zet dan op het adres.               Ds. Hoedemaker.
te
Veenendaal.
En doe er een postzegeltje op. En gij zult de lijsten
ontvangen. Maar vooral bid den Heer dat Hij u in
dit werk helpe. En de Heer zegene u en zegene de
arme kinderen te Veenendaal en al de Zondagschool-
kinderen, ja al de kinderen in Nederland.
Uw liefhebbende vriend
P. HUET.
-ocr page 48-
46          DE WERKZAAMHEDEN ONDER DE FABRIEKARBEIDERS
Een twintigtal brieven werden op deze uitnoodiging
door ons ontvangen.
Maar zoo lang het bij de enkelen blijft, kunnen wij
niet verwachten, dat de sommen, die als vrucht van
deze poging in onze kas zullen vloeijeu, meer dan twee
of drie honderd gulden zullen bedragen. Een lid van
onze jongelings-vereeniging heeft mede eenige plaatsen
in de nabijheid bezocht, met inteekenlijsten; ook dit
middel blijkt onvoldoende te wezen; en toch durven
wij hopen, dat meerdere bekendheid met onze zaak
ook meer belangstelling zal verwekken.
Wij hebben, voor zoover wij berekenen kunnen,
rog / 2000 noodig.
Ongaarne zouden wij ons oorspronkelijk denkbeeld,
om de geheele som uit kleine bijdragen van 50 centen
per jaar bijeen te brengen, geheel opgeven. Nu en
dan zijn ons reeds grootere giften toegekomen, en bui-
ten ons toedoen gevraagd, die wij natuurlijk niet ge-
weigerd hebben. Wij hebben hiervan evenwel naauw-
keurig aanteekening gehouden, om later de totale op-
brengst der centen-vereeniging te kunnen mededeelen.
Om deze reden wenschen wij ook later eerst verslag
te doen van de ontvangst der gelden in //de Vereeni-
ging van Christelijke stemmen", wanneer de verschil-
lende hulpvereenigingen geheel ontbonden zijn. Aan
onze donateurs, voor zoover zij ons bekend zijn, zal
dan tevens de geheele rekening en verantwoording
worden toegezonden.
Wij durven evenwel niet hopen dat deze verant-
-ocr page 49-
TE VEENENDAAL.                                           47
woordïng spoedig zal kunnen plaats hebben. Onze
ontvangsten gedurende de afgeloopene maand bedroe-
gen slechts / 35,50. Van de meesten die ons in ant-
woord op onze circulaire en het briefje van Ds. Huet
schreven, hebben wij nog niets naders vernomen.
Het vooruitzigt is waarlijk niet zeer bemoedigend, te
meer, daar er zooveel voor het Roode Kruis gevraagd
en gegeven wordt.
Ons vertrouwen is echter op den Heer, die
onzen arbeid tot hier toe boven verwachting geze-
gend heeft. Hij geve het velen in het hart om ons
te helpen, opdat wij niet bij al de andere lasten dooi-
de verschillende Evangelisatie-werkzaamheden op ons
gelegd, die een voortdurenden geldelijken steun be-
hoeven, onder de last van eene schuld op ons gebouw
gebukt mogen gaan!
Veenendaal,
Sept. 1870.
Ph. J. Hoedemaker.