-ocr page 1-
Jrtfrt lodjt, BPI.1070.1.37.
-ocr page 2-
%-k
-ocr page 3-
falfy\'sÈiSfi
REGLEMENT
VOOK HET
LEESMUSEUM TE LEIDEN.
Art. 1.
Het Leesmuseum te Leiden is dagelijks open van 10 uren \'s morgens
tot 11 uren \'s avonds.
Art. 2.
Op het Leesmuseum zijn voorhanden tijdschriften, vlugschriften
en dagbladen.
Bij de keuze van lectuur wordt aan de geschriften van algemeene strekking
en algemeen belang de voorkeur gegeven boven die, welke zich de behan-
deling van enkele onderwerpen of vakken van wetenschap ten doel stellen.
Art. 3.
Het Leesmuseum schaft zich deze geschriften voor eigen rekening aan,
voorzoover daarin niet voorzien wordt door de dienstvaardigheid zijner leden
of door bijzondere deswege te maken overeenkomsten.
Art. 4.
Lén der vertrekken van het Leesmuseum is uitsluitend tot leeskamer
ingericht; het is verboden in dat vertrek te rooken en overluid te spreken.
Art. 5.
Het beheer is opgedragen aan vijf Commissarissen, gekozen uit de gewone
leden van het Leesmuseum en aan hen verantwoordelijk.
Art. 6.
De Commissarissen zorgen voor de doelmatige inrichting van de lokalen
en het ameublement, en regelen de bediening.
Zij stellen de instructie der beambten van het Leesmuseum vast en
dragen zorg, dat een afschrift daarvan steeds in de lokalen van het Lees-
museum voorhanden zij.
Zij zijn belast met de handhaving der orde in de lokalen van het Lees-
museum.
-ocr page 4-
2
Zij zorgen, dat de tijdschriften van het Leesmuseum geregeld voorhanden
zijn en dat van die, welke ter leen zijn toegezegd, de volgnommers regel-
matig ontvangen en teruggezonden worden.
In het belang van het Leesmuseum en tot uitbreiding van de lectuur
gaan zij, namens de leden, overeenkomsten aan met opzichters van biblio-
theken en met particulieren. In de keuze der geschriften slaan zij zooveel
mogelijk acht op het verlangen der leden.
Art. 7.
De Commissarissen verdeelen onderling de werkzaamheden van het beheer.
In de vergadering, volgende op die waarin zij benoemd zijn, geven zij
kennis van de schikkingen, die zij daaromtrent hebben gemaakt.
Zij doen zich in hunne administratie bijstaan op zoodanige wijze, als
de behoefte en de staat van het Leesmuseum toelaten.
Art. 8.
De Commissarissen doen rekening en verantwoording van hun beheer in
de vergadering van Februari.
Art. 9.
Jaarlijks treedt een der Commissarissen af; hij is echter opnieuw be-
noembaar.
De stemming over een nieuwen Commissaris geschiedt in eene verga-
dering van het Leesmuseum, na voorafgaande oproeping der leden ad hoc,
met besloten briefjes, bij meerderheid van stemmen der aanwezige leden.
Art. 10.
De leden worden onderscheiden in gewone en buitengewone leden.
Art. 11.
De jaarlijksche contributie der gewone leden is ƒ10, vooruit te betalen
op vertoon eener kwitantie, af te geven door den Commissaris-Penningmeester.
Van het lidmaatschap afziende zijn zij verplicht, daarvan schriftelijk aan
Commissarissen kennis te geven en de contributie van het loopende jaar
voluit te betalen.
Voortdurend verzuim in de voldoening der verschuldigde contributie heeft
de vervallenverklaring van het lidmaatschap ten gevolge.
Nieuw benoemde gewone leden betalen voor intrede ƒ 3 en de contributie
van het loopende trimester, wanneer hun lidmaatschap ingaat, vóórdat de
helft van dat trimester verstreken is.
Art. 12.
Tot buitengewone leden, telkens voor drie maanden, kunnen worden
aangenomen:
a. officieren te Leiden in garnizoen;
h. kapelaans en hulppredikers, als zoodanig binnen Leiden werkzaam;
c.    studenten aan de Leidsche hoogeschool en aan de Indische inrichting;
d.   alle zoodanige personen, die geacht kunnen worden tijdelijk te Leiden
verblijf te houden, ter beoordeeling van de Commissarissen.
-ocr page 5-
3
Zij zijn vrij van intrede-gelden en betalen f 2.50 contributie per
kwartaal.
Op hen, die bij het in werking treden van dit Eeglement buitengewone
leden van het Leesmuseum zijn, blijven de vroegere bepalingen omtrent de
contributie toepasselijk.
Art. 13.
De leden zijn aansprakelijk voor de schade, door hen aan eenig tijd-
schrift, boekwerk of meubel toegebracht, en vergoeden die ten genoegen
van de Commissarissen, behoudens hun recht van beroep op de eerstvol-
gende vergadering.
Wanneer zij eenig geschrift, in vollen eigendom aan het Leesmuseum
toebehoorende, na afloop van den leestijd, te huis wenschen te ontvangen,
richten zij schriftelijk eene aanvrage aan de Commissarissen, die het ver-
langde zoodra mogelijk tegen recu afgeven, met bepaling van den tijd,
gedurende welken het ter leen kan worden behouden.
Elke handeling in strijd met deze bepaling wordt door de Commissarissen
ter kennis van de vergadering gebracht en aan hare beoordeeling onder-
worpen.
Art. 14.
Elk lid heeft de bevoegdheid om nieuwe leden voor te stellen. Hij geeft
zijne candidaten voor het lidmaatschap schriftelijk aan de Commissarissen
op, die hen, zoo zij tegen de toelating geen bezwaar hebben, als gewone
of buitengewone leden aannemen en daarvan aan de overige leden kennis
geven.
Wanneer bij de Commissarissen tegen de toelating van een der voorge-
stelden bezwaar bestaat, zoo brengen zij dit ter kennisse van den voor-
steller, die desverkiezende de beslissing aan de eerstvolgende vergadering
opdraagt. Bij de aankondiging dier vergadering wordt uitdrukkelijk ver-
meld, dat zij tot zoodanige beslissing zal worden geroepen.
Art. 15.
De gewone vergaderingen van het Leesmuseum worden gehouden drie-
maal \'sjaars, in de maanden Februari, Mei en October.
Zoo dikwerf de Commissarissen dit noodig oordeelen of 10 leden een
daartoe strekkend verzoek indienen, wordt er eene buitengewone vergadering
belegd.
De vergaderingen worden steeds in de lokalen van het Leesmuseum
en bij advertentie aangekondigd.
Bij stemmingen beslist de meerderheid der aanwezige leden.
De voorstellen, waarover in de vergaderingen zal worden beraadslaagd
en beslist, worden vooraf aan de Commissarissen medegedeeld en door hen,
met de andere onderwerpen ter behandeling, aan de leden bekend gemaakt.
Alleen de gewone leden van het Leesmuseum zijn tot het doen van voor-
stellen en het bijwonen van de vergaderingen bevoegd.
-ocr page 6-
4
Art. 16.
Heeren, buiten de stad en haren onmiddellijken omtrek woonachtig,
kunnen uoor een der leden in het Leesmuseum worden geïntroduceerd.
Hunne namen worden ingeschreven in het introductie-boek, op de wijze
die daarin is aangewezen.
De geïntroduceerden hebben kosteloos toegang tot het Leesmuseum gedu-
rende écne maand; voor langeren tijd kunnen zij worden toegelaten tegen
eene maandelijksche contributie van f 1.
Aan hen die, vallende in de termen der introductie, van het Leesmu-
seum gebruik willen maken zoo dikwerf zij zich te Leiden ophouden,
worden tegen betaling van f 5 doorloopende introductie-kaarten uitgereikt,
geldig voor één jaar.
De geïntroduceerden onderwerpen zich aan het Reglement van het Lees-
museum. De leden, die hen introduceeren, zijn verantwoordelijk voor de
schade, door hen aangericht, en voor de contributie, door hen verschuldigd.
Slotbepalingen.
Art. 17.
Aan elk lid van het Leesmuseum wordt een exemplaar van dit Reglement
uitgereikt. Ook is in de leeskamer steeds een exemplaar voorhanden.
Art. 18.
Voorstellen tot verandering in hel Reglement, \'van de Commissarissen
uitgaande, of door ten minste vijf leden schriftelijk bij hen ingediend,
worden door hen in het Leesmuseum opgehangen voor niet minder dan
8 dagen. In de eerstvolgende, daartoe beschreven vergadering worden ze
in behandeling genomen en aan de stemming der aanwezigen onderworpen.
(Art. 15.)
Vastgesteld in de buitengewone vergadering van het Leesmuseum
te Leiden, den 17d"" December 1870, om in werking te treden
den ls!e" Januari 1871.
\'
De Commissaris-Secretaris van het Leesmuseum,
H. C. ROGGE.