-ocr page 1-
BR..1Ö72.I.53.
-ocr page 2-
-ocr page 3-
IIHLW VRIJHEID
Wijze: Die Wacht am Rhein.
Drie honderd jaren nu geleên,
Toen Neêrlands zonen dapperstreên,
Heeft God verlost, heeft God verlost!
Maar Neêrland \'t heeft uw bloed gekost.—
Een zondental, een zondental,
Van Smaad aan God, en wat niet al
Dat was de oorzaak van die smart
O! Nederland het viel u hart.
Dat was \'t begin, dat was \'t begin;
Zij gingen moedig \'t strijdperk in,
Dat oude volk, dat oude volk;
Voor u was \'t wel een donk\'re wolk.—
O, oude Briel, o , oude Briel!
Vergun me, dat ik voor u kniel,
Gij waart de plek, gij waart de plek ;
Ons volk trad Spanje op den nek !
O Schoone stad, o Schoone stad!
\'k Heb nimmer u zoo lief gehad,
Daar om zij u den dank gebracht,
Gij streedt met moed en alle kracht.
O! oud geslacht, o oud geslacht,
Aan U zij ook de eer gebracht;
Wat waart gij sterk, wat waart gij sterk ;
Ja wij zegenen nog uw werk!
Treed nu terug gij Spaansch gespuis
Vertrek van hier en ga naar huis,
Zeg aan uw volk, dat Neêrlandsch bloed
Is voor hun eigen landschap goed;—
Kom Alva! kom, waar is uw eer?—
Zij ligt met u in \'t zand ter neer.
Wij jub\'len vrij, wij jub\'len vrij,
Komt scharen we ons op eene rij !
Maar boven al aan God de eer!
Want die zijn hulp was toch noch meer,
Dan al het volk van Nederland,
Die sprak en \'t volk, dat was aan kant ,
Wij vieren feest, wij vieren feest,
Wee hem die God den Heer niet vreest I
Verheft uw lied, verheft uw lied !
\'t Is God die uw de stof thans biedt,