-ocr page 1-
mm io<j«-(6
BR..I872.1.11
/
-ocr page 2-
-ocr page 3-
^~"
/fë
I) E
til»
~^m*-f
EENE SOCIAAL-GENEESKUNDIGE STUDIE
Git het Hoogrduitsch
VAN
Dr. F. W. MULLER.
Tweede Druk.
Cr$£Ag?rZ}~
Z U T F E 3V ,
w.
C. AVANSLEVEN.
1872.
ix
-ocr page 4-
-ocr page 5-
;..._. o
f {\'-&*•/-.■ ■j:~\'i
V • v II\'1 - . ■
r> e
PROSTITUTIE.
„/3££U—
EENE SOCIAAL-GENEESKUNDIGE STUDIE.
Uit het Hoogduitsch
Dr. Fr. W. MULLER.
-«■*V2*vtfS%«*\'-
% V T F E W ,
W. C. WANS LEVEN.
-ocr page 6-
-ocr page 7-
DE PROSTITUTIE.
Voor eenigeti tijd verscheen te Munchen eene kleine brochure
getiteld: //Moet de prostitutie onbeteugeld zijn en algemeen of
vanwege de politie geregeld en onder haar opzicht in toegelaten
huizen? Een opwekkend woord tot de regeering en den landdag."
Zij was het werk van een hooggeachten schrijver, die het belang-
rijke vraagstuk der prostitutie daarin kort maar afdoende behan-
delde. Toen reeds stonden ook wij op het punt de vruchten van
onze ervaring op dit gebied openbaar te maken. Daar wij ons in
het bijzonder bezighouden met de studie der syphilis, bezaten wij
een rijken voorraad van bouwstoften tot beantwoording dier vraag.
"Wat wij toen nalieten moge thans plaats vinden, nadat wij bo-
vendien den sedert verkopen tijd gebruikten om de prostitutie
niet meer alleen van het standpunt der geneeskunde maar in al
hare verhoudingen te beschouwen. De reden waarom wij vroeger
ons voornemen niet ten uitvoer brachten, was gelegen in onze
overtuiging, dat een zoo verdienstelijk geschriftje, eene zoo ern-
stige waarschuwing tot de regeering en de vertegenwoordigers des
volks onmogelijk het beoogde doel kon missen. Ons eenvoudig
onderdanenverstand ging daarbij van de meening uit, dat de ge-
zondheid van geest en lichaam der bevolking de voornaamste
grondslag is van den staat, en dat wanneer die gezondheid be-
dreigd wordt door een blijvend en met groote snelheid toenemend
gevaar, er geen dringender plicht bestaat dan dit zoo spoedig en
zoo goed mogelijk af te wenden. Wat baten de beste wetten en
instellingen een volk, dat, ten minste voor een gedeelte, zedelijk
en lichamelijk ziek is? "Waarlijk, het kwaad sluipt in het duister
voort, en velen gelooven nog altijd, dat men het kan doodzwijgen.\'
Zij vreezen door de zaak openlijk te bespreken het euvel te ver-
breiden, wijl ze niet zien hoe lang het reeds onder ons woedt.
-ocr page 8-
i
Men stelt tegenover do prostitutie een donderend anathema, een
eeuwigen vloek; zij is een afschuwelijk voorwerp, waarvan men
zich met verontwaardiging afwendt. Men acht het beneden zich
haar te beschouwen alsof het ongeluk van zoovele duizende men-
Bchen niet moest opwekken tot nadenken over de schaduwzijden
onzer maatschappelijke toestanden. In lijnrechten strijd hiermede
vinden anderen in de prostitutie slechts eene aanleiding tot belang-
wekkende historietjes, tot prikkelende vermakelijkheden. Hunne
edele humaniteit en de wijsheid hunner beschouwingen vindt men
vereenigd in deze twee volzinnen: suum cuique en mundus vulfc
decipi, ergo decipiatur. — Zoo ontmoeten wij overal de eenzij-
digsie en voor een gedeelte de meest bevooroordeelde zienswijzen;
bij geene enkele plaatst men zich op het objectieve standpunt.
En dit is vooral betreurenswaardig ten aanzien van die mannen,
welke in de eerste plaats er toe geroepen zijn aan deze zaak, die
zoo gewichtig is in hare gevolgen, hunne geheele opmerkzaamheid
te wijden, op haren toestand het oog te vestigen en dien te re-
gelen.
Aan deze omstandigheid is het voornamelijk te wijten, dat men
zich in Beieren ten minste nog op hetzelfde standpunt bevindt,
dat in bovengenoemde brochure met zooveel warmte en behoed-
zaamheid wordt bestreden. "Wij kunnen ons slechts troosten met
de gedachte, dat wij niet de eenigen zijn, bij wie het in dit op-
zicht zoo erg is gesteld. In alle landen, vooral in de groote ste-
den, neemt de prostitutie zoo schrikbarend toe, dat slechts de
onnadenkende vrij kan blijven van de meest ernstige vrees voor
de onvermijdelijke gevolgen van dezen toestand. Zeker is het eene
moeilijke taak dien kanker in zijne diepste diepten te peilen en
zelfs in zijne fijnste schakeeringen na te speuren, en nog moeilijker
is het dergelijke waarnemingen en hare uitkomsten openbaar te
maken. De tijden zijn echter voorbij, toen men van de Voorzie-
nigheid verwachtte, dat zij in het beslissende en gevaarlijkste
oogenblik, evenals te Sodom en Oomorra, onmiddelijk zou tus-
schenbeide komen en langs buitengewonen weg de menschheid van
de pestbuil bevrijden, door welke hare levenskracht vernietigd
wordt. De tijd der wonderen ligt achter ons; het menschdom is
meerderjarig en moet zelf zijne zaken regelen. En inderdaad heeft
jrich reeds menig verdienstelijk man met dit onderwerp bezigge-
-ocr page 9-
5
houden. Ik herinner hier slechts aan de welbekende namen:
Pakext-Düciiatej.et, Ebegieb, Dufoub, Potton, "Wihiam
Tait, Avé-Lallemant, Löwe e. a. — Doch steeds zijn het
slechts zeer weinigen, die zich van het wezen en de beteekenis
der prostitutie eene duidelijke voorstelling hebben gevormd. Slechts
zeer weinigen kennen de geschiedkundige grondslagen onzer heden-
daagsche toestanden, en nog veel kleiner is het getal van hen,
die de verschillende gestalten en. de vertakkingen der prostitutie
kennen. Toch kan het tegenwoordige slechts met het oog op het
verledens juist begrepen en de prostitutie dan alleen met goed
gevolg bestreden worden, wanneer men zijne\' aandacht niet slechts
op een harer takken vestigt, maar op het kwaad in zijn geheel,
op alle fijne draden, die het door alle klassen der maatschappij
heen weeft.
Hoe velen spreken en schrijven over dit vraagstuk zonder het
geringste denkbeeld te hebben van den omvang der zaak en hare
gevolgen. Men vergenoegt zich de prostitutie als de ondeugd
y.<x.t ï^oyjjV aan te duiden en bekommert er zich verder niet om
in hoever men tot de keus dier benaming gerechtigd is.
Men denkt er intusschen niet aan, te spreken over de oorzaken,
waardoor zooveel ongelukkige wezens ten val gebracht werden,
men let er niet op hoe gering hunne verantwoordelijkheid, hoe
groot die der gansche maatschappij of van eenige harer snoodste
leden is, en toch is dit juist het punt, waartegen de aanval\' moet
gericht worden. Eene doeltreffende handelwijze ten aanzien der
prostitutie is slechts mogelijk, indien men daarbij nauwlettend het
oog vestigt op de factoren, die haar veroorzaken en bevorderen:
de bordeelhouders, koppelaarsters, enz. Spreke men over die ziel-
verkoopers ook het strengste vonnis uit, over de door hen verleide
meisjes zij het oordeel ten minste menschelijk. — Indien men de
prostitutie slechts in haren grofsten vorm beschouwt, haar slechts
bij de laagste klassen der maatschappij wil zien en enkel hare
uiterste afdwaliugen en grootste buitensporigheden gadeslaan, kan
misschien eene strenge beoordeeling eenige verontschuldiging vin-
den. Doorgaans valt den minderen standen hierbij de treurige
onderscheiding te beurt niet op het medelijden en de reddende
hand der hooger geplaatsten, maar enkel op hunne minachting en
veroordeeling te mogen rekenen. En toch, wat vermag de onge-
-ocr page 10-
6
lukkigo tegen de ijzeren vuist der onuitsprekelijke ellende, waar-
van de schande het gevolg was? Is het de schuld van het arme
kind, in den poel der zonde geboren, dat niemand het redde?
Ik kan mij niet onthouden de woorden van Thomas Morus op
dit gebied toe te passen: //de verworpenen dragen niet zoozeer de
schuld, dat zij verworpen zijn, maar de zedelijke maatschappij
Leeft er minstens evenveel schuld aan." — Novellen en romans,
waarin grisettes verheerlijkt worden, zendt men jaarlijks bij vele
duizende exemplaren de wereld in, en jong en oud leest ze met
genoegen. Voorstellingen van opera\'s, treur-, tooneel- en blijspe-
len, waarvan de hoofd- en titelrollen zulke wezens ten onderwerp
hebben, worden onophoudelijk door een overgroot getal toeschou-
wers onder daverende toejuichingen bijgewoond. Terwijl men zoo
de meer beschaafde dames du demi monde in het openbaar letter-
lijk verheft, vervolgt men de lagere klassen der geprostitueerden
met den heftigsten wrok en brandmerkt haar als de vertegenwoor-
digsters der afschuwelijkste ondeugd. En toch is de kern bij bei-
den geheel dezelfde; het onderscheid is slechts gelegen in het
omhulsel, in bijkomende omstandigheden, wier verscheidenheid
gegrond is op de ongelijkheid, welke zich in het menschelijk le-
ven, in zijn geheel zoowel als in zijne kleinste bijzonderheden,
van de wieg tot het graf vertoont. Ik herhaal het; slechts in haar
geheel kan de prostitutie juist gewaarderd, slechts aan de hand
der geschiedenis kan zij in hare tegenwoordige vormen volkomen
gekend en met vrucht bestreden worden.
Als wij hier op geschiedkundigen grondslag, van het zuiver
objectief standpunt, ver van den ouden sleur onze beschouwingen
ontwikkelen, worden wij enkel gedreven door den wensch, dat
het ons moge gelukken de oplossing van dit belangrijke vraagstuk,
zij het dan ook slechts voor ons vaderland in meer beperkten zin,
te bevorderen.
De behoefte aan voldoening der natuurdrift is zoo oud als de
menschheid zelve; zij is het gevolg der natuurlijke zucht tot
voortplanting, die allen levenden wezens is ingeschapen. In het
begin kon de bevrediging dier behoefte weinig hinderpalen ontmoe-
ten; toen echter later de toenemende vermeerdering der menschen
en hun samenwonen op verschillende plaatsen de instelling van
wetten en gebruiken ten gevolge had, moesten deze ook eene re-
-ocr page 11-
7
gel ing van de gemeenschap der geslachten in liet leven roepen en
beperkten zij die meestal door de instelling van het huwelijk. Dit
■was niet slechts de gelegenheid tot voldoening der natuurlijke be-
hoefte; er •waren moeilijke verplichtingen mede verbonden o. a.
die van het onderhouden der vrouw en een bij de toenmalige
vruchtbaarheid van het menschelijk geslacht vaak zeer groot getal
kinderen. In deze instelling des huwelijks ligt echter tevens eene
verhindering van genot voor eene geheele klasse van mannen en
vrouwen, voor den jongeling, die de middelen niet bezit tot on-
derhoud van een huisgezin, voor het arme meisje, dat, minder
gelukkig dan zoovele anderen, geen aanzoek tot eene echtverbin-
tenis ontvangt. En toch eischte de natuur ook bij hen hare rech-
ten en nam ongetwijfeld haren loop. Ik wil er hier niet van
spreken, dat de ouden hun gast, den vriend, die na eene lange
moeilijke reis afgemat bij hen zijn intrek nam, alle geneugten van
den eigen haard trachtten aan te bieden en hem daarom zoo vaak
eene vergoeding voor het gemis van het huwelijksbed poogden te
schenken. Volgens mijn gevoelen heeft dit geene overeenkomst
met ons begrip van prostitutie, het is eer eene soort van polyga-
mie of iets dergelijks. Daarentegen moet ik er op wijzen, dat de
oude volken, daar zij wel begrepen niet in staat te zijn dit
maatschappelijk kwaad geheel te verdrijven, het zochten te beper-
ken door de prostitutie tot den dienst eener godheid te verheffen
en haar in hunne tempels eene plaats aan te wijzen. Zoo ont-
moeten wij haar meer of minder in den godsdienst van bijna alle
volken, in Chaldea, Armenië, Syrië, Cyprus, Phenicië, Grieken-
land, Italië, Egypte, (Cf. M. Rabtjtaux, de la prostitution en
Europe etc. Paris 1851). — Toen later de invloed der kerk afnam
of ten minste door dien van den staat meer of min verzwakt en
vervangen werd, verscheen in de meeste landen naast de gods-
dienstige eene door de wet erkende prostitutie. Dat het echter
nooit aan geheime prostitutie ontbroken heeft, maar deze bijna
overal sterk vertegenwoordigd was, behoeft niet gezegd te worden.
De toestand werd uit den aard der zaak steeds meer ongeregeld
en ontmoedigend. Aan den zedelijken hemel dier tijden schittert
eeuwen lang slechts de ster van het maagdelijk Oermanie. //Sera
juvenum Venus; eoque inexhausta pubertas nee virgines festinan-
tur; eadem juventa, similis proceritas, pares validaeque miscentur:
-ocr page 12-
8
ac robora parentum liberi referunt." (Taciti Grermania cap. 20). —
De volken der oude wereld daarentegen schenen zich door woesten
zinnelijken lust te willen vernietigen; het Christendom vond de
maatschappij geheel ontzenuwd en aan het diepst verval ten prooi.
Het wilde ook op dit gebied eene hervorming voor alle tijden
brengen en deed daartoe de edelste en meest grootsche poging,
toen het den maagdelijken staat aanprees en gemeenschap van
goederen, of juister gezegd afstand doen van allen overvloed ten
behoeve der armen, beval. Daarentegen is het niet te ontkennen,
dat het onnatuurlijke celibaat, i. e. de volstrekte verloochening
van de natuurlijke geslachtsdrift, groote onheilen heeft teweeg-
gebracht. Zoo wordt ons, om slechts één voorbeeld aan te voeren,
authentiek medegedeeld, dat in de middeleeuwen de geestelijkheid
te Parijs op de afschuwelijkste wijze tot pederastie en sodomie was
vervallen (Cf. Historiae occidentalis libri duo, quorum prior orien-
talis, alter occidentalis inscribitur, van den in 1244 overleden
Kardinaal Jacobus de Vitriaco. Douai, 1597; II, 7.) — Doch dit
alles kan niet het Christendom ten laste gelegd worden, maar en-
kel der verkeerdheid en dweperij van eenige zijner belijders. Bo-
vendien dringt het Christendom zijne leer aan niemand op; het
maakt zich slechts meester van hem, die zich vrijwillig overgeeft.
Den waren Christelijken geest vatten slechts weinigen; de groote
meerderheid wordt beheerscht door lage zelfzucht, die enkel dit
leven genieten, alleen voor zich genieten wil, die wil najagen en
grijpen wat maar na te jagen en te grijpen is. Vandaar de
groote ongelijkheid van toestand, het naast elkander bestaan der
Bcherpste tegenstellingen — hier onmetelijke rijkdom, daar de
grootste armoede. Zoo werden dan ook allengs op den grond, pas
door het zich verbreidende Christendom geheiligd, de beste grond-
slagen voor de prostitutie gevonden, en het kan ons onder zulke
omstandigheden niet verwonderen, dat ook de Christelijke kerk
(ten minste eene harer afdeelingen, provinciaal concilie te Milaan
1565) zich verplicht achtte de vraag niet met een eenvoudig ver-
bod te beantwoorden, zooals toch het beginsel vordert, maar
slechts eenige beperking te gelasten. De bij Löwe (Dr. Ph., die
Prostitution aller Zeiten und aller Völker, Berlin 1852) aange-
haalde plaats zegt onder anderen: //Curent (episcopi) etiam in
unaquaque ciyitate locuin eis assignandum ab hominum frequentia
-ocr page 13-
9
et a majoribus ecclesiis reinotum, ubi ommos habitent" etc. etc.
Dit kan ons te minder verwonderen, wijl juist de geestelijkheid
bijzonder aan de aanvallen van zinnelijken lust was blootgesteld
en helaas ook — gelijk reeds gezegd is — dikwijls er voor be-
zweek. Zelfs onder de hoofden der kerk verspreidde zich in den
loop der eeuwen het vreeselijkste zedenbederf. Zoo zien wij in
de 14e eeuw te Avignon — de toenmalige verblijfplaats van hefc
pauselijke hof — volgens Petbaeca\'s verhaal 11 bordeelen dicht
bij het paleis van den Paus en gedeeltelijk zelfs onder de leiding
van abdissen. Deze huizen noemde men //meisjeskloosters," en de
pausen ontzagen zich niet ze tot eene bron van inkomsten te ma-
ken. In het jaar 1347 gaf het bestuur van Avignon voor deze
bordeelen een reglement, dat Joiianna I, Koningin der beide
Sicilien en Gravin der Provence, bekrachtigde. Tijdens het con-
cilie van Constanz in 1414 bevonden zich daar ongeveer 1400
//gemeene vrouwspersonen," van welke eene niet minder dan 800
goudguldens verdiende\'. In 1472 achtte het bestuur van Nördlin-
gen
zich genoodzaakt den geestelijken het bezoeken der bordeelen
bij dag te verbieden; in 1542 werd te Bome door pauselijke be«
ambten belasting geheven van 4500 publieke vrouwen, enz. (Cf,
Raumeb, Geschichte der Hohenstaufen, II, 390 v.v.)
Hoe zwakker de invloed van den godsdienst op de harten der
menschen werd, des te meer zag de wereldlijke macht zich ge-
drongen de zedelijke orde krachtig te handhaven. Van de kerk
ging dus in den loop der eeuwen ook de regeling en beperking
der uitspattingen in het verkeer van beide seksen op den staat
over. Deze had bij de zaak slechts in zoover belang, als de rech-
ten van derden of zijne eigene er door benadeeld werden, en dit
was de oorzaak, dat het onderwerp meestal slechts oppervlakkig
en met te weinig waardeering van den bestaanden toestand werd
behandeld. Mozes (III, 20:1—6; 21:9) dreigde met steeniging
en vuurdood; Solon strafte de gewone publieke vrouw met alge»
meene schande, doch richtte tevens, om aan.de natuurdrift zijner
medeburgers voldoening te verschaffen, door den staat geregelde
bordeelen op. Te Bome stonden de lichtekooien, wat staats- en
privaatrecht aanging, beneden de andere inwoners; voor het ove-
rige liet men haar begaan, indien zij zich slechts bij de aedilen
hadden aangemeld, Later, in den tijd der Christen-keizers, werd.
-ocr page 14-
•:
10
verbeurdverklaring, lijf- en doodstraf toegepast (met opheffing der
openbare buizen). In de middeleeuwen strafte men met gevange-
nis, schandpaal, allerlei lijfstraffen, vooral de reeds vroeger ge-
bruikelijke geeseling, en zelfs met den dood (door vuur of zwaard).
De nieuwere tijd dreigde met gevangenis, tucht- en werkhuis,
verbanning enz. Doch wat baatte dat alles? Incidit in Scyllam,
qui vult vitare Charydiin. — De prostitutie bestond te allen tijde
en is thans van grooter omvang dan ooit. Hoe strenger de straf-
fen zijn, hoe meer het kwaad zich verbergt en den gevaarlijksten
vorm aanneemt. Hoe lichter daarentegen de straf is, hoe minder
indruk zij maakt en hoe geringer hare uitwerking wordt. Boven-
dien waren in de middeleeuwen de straffen niet zelden van dien
aard, dat zij het zedelijk gevoel volkomen moesten vernietigen.
Afkeer wordt bij ons gewekt, als wij bij Hüllman (Stiidtewesen
des Mittelalters, Bd. IV) lezen, dat de raad van Bazel in de 13»
eeuw een geestelijken wellusteling liet ontmannen en het zondige
lichaamsdeel openlijk ten toon stellen, of wanneer wy in het Jus
Ripense (1263) de bepaling vinden, die ook in het oude Lubeck-
sche recht van kracht was: //ut ipse ab ea per vicos civitatis sur-
sum et deorsum per veretrum suum trahatur." (Avé-Lallemant,
das deutsche Gaunerthum, III, 1G1). — Dat deze handelwijze der
wetgevende macht niet tot het doel kon leiden, spreekt van zelf.
Iedere kwaal wordt slechts dan grondig genezen, als men haar in
den wortel aantast. Dien vinden wij hier in de menschelijke na-
tuur en daarna, wat het gewichtigste is, in de ellende. Slechts
de heiligende invloed van den zuiveren godsdienst kan elke kiem
der zinnelijkheid, die zich niet mag ontwikkelen, bij den mensch
verstikken. Hij alleen brengt het vleesch onder de heerschappij
van den geest, en de schoonste zegenpraal van den mensch is ze-
ker de overwinning van zich zelven. Gelukkig het volk, waarvan
alle standen door een godsdienstigen geest worden bezield! Die
zin moet den kinderen zoo vroeg mogelijk worden ingeboezemd;
hij moet met hen in grootte en kracht toenemen; de veredeling
des harten is het gewichtigste deel van de vorming der jeugd.
Juist onze tijd loopt gevaar deze waarheid te vergeten en positieve
kennis hooger te stellen dan innerlijke waarde van den mensch;
nog is het mogelijk dat onheil te voorkomen — verzuimen wij het
niet! — Veel meer in het oog vallend is echter de tweede oor-
-ocr page 15-
11
zaak: de ellende. "Werkte deze niet mede, door natuurdrift alleen
zou het meisje nimmer gebracht worden tot prostitutie, dat is
//tot overgave aan den eersten den beste tegen betaling." De zin-
nelijke natuur leidt (in gewone gevallen ten minste) altijd weder
tot eene bepaalde verbintenis (concubinaat enz.) Pakent-Ducha-
telet zegt, dat van de 5000 te Parijs levende publieke vrouwen
slechts 3, zonder door uitwendige omstandigheden er toe gedwon-
gen te zijn, het pad der schande insloegen. Doch hiervoor behoef
ik geene opgaven der statistiek aan te voeren; ieder die oplettend
het leven beschouwt, merkt dit terstond op. Moeilijker dan hefc
constateeren der kwaal is de aanwijzing van het geneesmiddel —
een reeds veel besproken en helaas, nog weinig zijne oplossing
genaderd vraagstuk, dat zich nog lang, wellicht altoos en steeds
dringender, aan de menschheid zal voordoen. Het openbare leven
moet voor de vrouw een onbetreden gebied blijven; slechts het
aanzijn van den man behoort aan het heden, dat der vrouw aan
de toekomst. De man moet voor het tegenwoordige zorgen en zich
inspannen, de vrouw het geslacht der toekomst ter wereld bren-
gen en het in den stillen huiselijken kring opvoeden. In hare
armen moet de man, teruggekeerd uit het stormachtige gewoel des
levens, kalmte en vrede vinden. Maar hoevele vrouwelijke wezens
moeten alleen den levensweg bewandelen?
Wat moet van deze
worden ? — Ik geloof niet, dat op die vraag een voor alle landen,
volken en tijden gepast antwoord is te geven; elke staat moge dit
met het oog op zijne bijzondere omstandigheden doen.
Zoolang het ons onmogelijk is de ellende dezer jeugdige vrou-
welijke wezens weg te nemen, mogen wij ons ook niet door haar
noodzakelijk gevolg, de prostitutie, laten afschrikken, maar deze
moedig in het oog vatten. Kunnen wij haar niet geheel overwin-
nen, wij moeten en willen trachten haar zooveel mogelijk onscha-
delijk te maken.
Men heeft goedgevonden bij dit vraagstuk op hooghartigen toon
te antwoorden: //met de ondeugd moet men geen verdrag sluiten."
Zonder nog te doen opmerken, dat men de prostitutie, gelijk wij
reeds hebben aangetoond, liever eene kwaal der geheele maat-
schappij dan eene ondeugd moet noemen, mogen wij hier wel wij-
zen op de gevolgen, die zulk eene overdreven nauwgezetheid kan
en moet hebben. Te allen tijde en overal is de prostitutie zelfs
-ocr page 16-
12
voor de hevigste vervolging niet verdwenen; zij heeft slechts ge-
tracht haar gelaat met een dichteren sluier te bedekken, zich in
duistere schuilhoeken teruggetrokken, en juist omdat zij zich ver-
borgen had, was hare werking nog verderfelijker. Overal ga men
verstandig en bedachtzaam te werk. Duldt men de prostitutie en
maakt men haar enkel onschadelijk of ten minste zooveel mogelijk
onschadelijk, dan is dit voorwaar minder het sluiten van een ver-
drag met de ondeugd dan het voldoen aan eene erkende behoefte
met het oog op bestaande verhoudingen.
Twee bijzonderheden zijn het, die de prostitutie van onzen tijd
vooral gevaarlijk maken; ten eerste hare buitengewone toeneming,
die allerwegen op te merken is, en in de tweede en voornaamste
plaats de verandering, die zij in hare gedaante heeft gebracht en
voortdurend brengt ten gevolge der wijzigingen, die in den toe-
stand der maatschappij onder onze oogen plaats vinden. Het stre-
ven van onzen tijd naar gedeeltelijke opheffing van het onderscheid
der standen en naar hunne gelijkmaking, ten minste wat het
uiterlijk voorkomen betreft, heeft ook bij de slachtoffers der pros-
titutie navolging gevonden. Vormden zij vroeger in elke plaats
in vele opzichten eene volkomen afgezonderde caste of vereeniging,
die zich door hare kleeding onderscheidde en slechts zeer zelden
door voorkomen en wijze van zich te gedragen de klasse, waaruit
zij was voortgekomen — de infama classis — verloochende, de
hedendaagsche prostitutie kent die beperking niet meer. Zij ver-
eenzelvigt zich met alle standen en is er zoo mede vermengd, dat
zij bijna niet meer te herkennen is. Hare kleeding, hare bescha-
ving, die trouwens meest alleen het uitwendige betreft, hare ma-
nieren, alles is in overeenstemming met den kring, waarin zij zich
gewoonlijk beweegt. Wijl het burgerlijk element in onzen tijd
den voorrang heeft, is zij daarin ook het meest vertegenwoordigd.
Ik zeg: //het meest," want wij hebben behalve de burgerlijke
prostitutie, die evenveel schakeeringen heeft als de burgerstand
zelve, ook nog die van de lagere en allerlaagste soort zoowel als
de nabootsing van het aristokratische element. Heeft men zich
over die gelijkmaking niet te beklagen, des te meer over de ver-
woesting, die de hierdoor vrijgelatene en overal verspreide prosti-
tutie onder alle deelen der bevolking aanricht. Niet gebonden
door de noodige beperking, integendeel yoorzien van een vrijbrief
-ocr page 17-
13
tot uitoefening van haar heilloos beroep, zoekt zij overal de zwakke
punten op, waartegen zij bare aanvallen, in het verborgen juist
het gemakkelijkst, kan richten. In Oostenrijk, Beieren en andere
landen meende men een goed werk te doen door de tempels van
Venus te sluiten en het houden van geheime huizen op strafte te
verbieden. Wat heeft men er echter door verkregen? Hetgeen
op enkele punten samengetrokken was heeft men over eene tal-
looze menigte punten verdeeld; in plaats van een goed ingedijkt
water heeft men ontelbare kanalen en beken, die veel uitgebreider
zijn en oneindig meer punten van aanraking hebben. Met één
woord: van de geregelde prostitutie heeft men de ongeregelde,
algemeen verbreide, onbeteugelde gemaakt. Men heeft aan onzede*
lijkheid, lichtzinnigheid, eigenbaat, winzucht, verleiding en harts-
tocht vrij spel gegeven. Een kleiner kwaad werd in een veel
grooter veranderd, dat meer en meer het kenmerk eener nationale
ramp verkrijgt. Dat zijn de vruchten der hersenschimmen van"
hen, die meenen eene dringende behoefte van alle volken en tijden
door een pennestreek of door maatregelen van politie te kunnen
onderdrukken. Alle pogingen zijn vergeefsch, die aangewend wor-
den om zulke ongerijmde theorieën in toepassing te brengen,
"Want hoe kan men beletten, dat duizenden, die als fatsoenlijke
lieden beschouwd worden, aan jonge, alleen wonende dames ge-
meubileerde kamers verhuren en hoe kan men verbieden, dat deze
jonge dames zich op de straat door //fatsoenlijke" heeren laten
vergezellen, van hen bezoeken ontvangen, enz? — Terwijl men
de bordeelen uitroeit, concessioneert men zwijgend de Venus vul-
givaga en verplaatst de prostitutie uit hare afzonderlijke verblijf-
plaatsen midden op de markt des levens. Verba monent, — exempla
trahnnt; a bove majore discit arare bos minor! Het voorbeeld, de
verleiding, de algemeen aangeboden gelegenheid moet steeds ver-
derfelijke gevolgen hebben.
Vele achtenswaardige en kundige mannen zijn met afschuw van
de oprichting van toegelaten huizen vervuld. Zij verlangen van
de alleen wonende publieke vrouwen een onergerlijk gedrag op de
straat, het wonen in afgelegen wijken, wekelijks geneeskundig on-
derzoek van regeeringswege en vooral strenge maatregelen tegen
koppelaars, bordeelhouders, enz., indien zij zich jegens de meisjes
-ocr page 18-
14
te buiten gaan. Docli ik ben van gevoelen, dat de taak, hierdoor
aan de politie opgedragen, veel te moeilijk is en op deze wijze
vele bezwaren niet te overwinnen zijn. Hoe toch zal men op de
heimelijke ontucht toezicht houden en juist waar zij het gevaar-
lijkst is? Hoevele onervarene jongelieden worden door //Dappel-
Bchicksen" (Avk-Lalleman, deutsches Gaunerthum) naar afgelegen
hoeken gelokt om daar, na of dikwijls zelfs gedurende het voldoen
aan hun lust, de begeerde prooi te worden van ruw geweld. On-
getwijfeld is dit alleen van toepassing op de laagste klasse der ge-
prostitueerden, maar handelt men goed, indien men aan zulke
onreine elementen vergunning geeft zich openlijk en vrij met de
bevolking te vermengen? Ik geloof dit ten sterkste te mogen ont-
kennen en ben dus met warmte het gevoelen toegedaan, dat alleen
van doeltreffend ingerichte en zorgvuldig gecontroleerde bordeelen
voor onzen tijd iets goeds te wachten is. Waar deze huizen zijn
opgeheven, is het getal der geprostitueerden niet slechts ontzet-
tend vermeerderd, maar de ziekten, welke aan die onzuivere bron
haar ontstaan te danken hebben, zijn er ook schrikwekkend toege-
nomen. De venerische ziekten der geslachtsdeelen en in specie de
syphilis, zijn veel meer verbreid dan men vermoedt of gelooft. In
het bijzonder kan men wat Beieren betreft, door opgaven der sta-
tistiek bewijzen, dat sedert de opheffing der bordeelen in 1861 de
geheime ziekten buitengewoon toenamen. Terwijl bij het bestaan
der vroegere voorschriften de afdeeling voor syphilis in de alge-
meene ziekenhuizen altijd slechts middelmatig bezet was, is sedert
1861 de bevolking der ziekenzalen voor mannen in die afdeeling
drie- tot viermaal grooter. Daarentegen is het aantal lijderessen
in dezelfde ziekenzalen voor vrouwen bijna in nog grooter verhou-
ding afgenomen, doch geenszins omdat de geslachtsziekten der
vrouwen verminderd zijn. De oorzaak is de opheffing van alle be-
Bchermende maatregelen en van alle controle, de onuitvoerbaar-
heid en het ontoereikende van de waakzaamheid der politie. De
lichtekooien hebben plein pouvoir, maken gebruik van alle kwak-
zalversgeneesmiddelen en begeven zich niet naar het ziekenhuis
voordat haar de hoogste nood er toe dringt. Zoo — de eerste
verschijnselen der ziekte miskennende — loopen zij in grooten ge-
tale op de straat rond, zetten hare kostwinning voort en storten
eene menigte onervarene lichtzinnigen in de diepste ellende door
-ocr page 19-
15
het vergift, dat zij — tegen goede betaling — op hen overplan-
ten. En welk eene rijke bron van onheil is de ziekte van slechts
ééne publieke vrouw! Zoo verhaalt — om alleen uit vroegeren
tijd een voorbeeld aan te halen — Manabdtjs, die in het begin
der 16" eeuw leefde, dat te Valencia eene voorname grisette bin-
nen weinige dagen meer dan 400 personen besmet had; //Coepisse
.intern in Valentia Hispaniae Taraconensis, insigni civitate, a no-
bili quodam scorto, cujus noctem elephantiasus quidam ex equestri
ordine miles quinquaginta aureis emit, et cum ad mulieris conculi-
turn
frequens juventus accurreret, intra paucos dies supra qua-
drinqentos infectos esse....."
Het cijfer der venerische i. e. es usu Veneris veroorzaakte ziek-
ten geeft een zeer juisten maatstaf tot beoordeeling van den toe-
stand der prostitutie in elke stad. Want de venerische ziekten
sijn uitsluitend Tiet gevolg der prostitutie, der Venus vulgivaga.

De regeering van elk land beijvert zich het volk voor besmette-
lijke ziekten te behoeden. Het is de plicht van den staat zoo
goed hij kan ook voor het lichamelijk welzijn der burgers te zor-
gen, en het is altijd raadzamer eene ziekte te voorkomen dan haar
uitbreken al te wachten en dan maatregelen er tegen te nemen..
Daarom gebruikt men op zoo uitgebreide schaal voorbehoedmiddelen
tegen de overbrenging en verspreiding der cholera, daarom heeft
men de koepokinenting bij de wet bevolen, daarom handhaaft men
in de zeeplaatsen de quarantaine, daarom verzuimt men geene
maatregelen van voorzorg bij het heerschen van besmettelijke ziek-
ten. Maar wat geeft ons het recht niets te doen tegen de uitbrei-
ding eener hoogst gevaarlijke ziekte, die evenzeer het leven van
eenigen als de gezondheid en het welzijn van het algemeen bedreigt ?
Men onderwerpt in Beieren alle honden elke drie maanden aan
een onderzoek om zoo de uiterst zeldzame Rabies canina te voorko-
men; maar men laat toe, dat de bevolking, als het ware voor het
oog der regeering en met haar medeweten zich met het vergift der
syphilis besmet, dat in heillooze werking weinig voor de watervrees
behoeft onder te doen. Men wendt thans op alle wijzen lofwaardige
pogingen aan om het mannelijke gedeelte der bevolking krachtig en
weerbaar te maken; men richt overal badhuizen, instellingen voor
gymnastiek, enz. op, maar men geeft daarentegen duizendvoudig ge-
legenheid de prooi te worden eener kwaal, die de gezondheid zoo
-ocr page 20-
10
niet geheel, dan toch grootendeols, niet zelden voor altijd onder-
mijnt; die zich van de ouders op de kinderen en kindskinderen
overplant en het volk verzwakt en ontzenuwt. En dan toeft men
nog met het nemen van maatregelen, die alleen nog geschikt zijn
het gevaar te voorkomen of ten minste zooveel mogelijk te verarm*
deren!
Vroolijk en onschuldig, met den blos der gezondheid komt de zoon
van den landman in de hoofdstad der provincie, om een handwerk
te leeren of zich in het reeds geleerde meer te bekwamen. Onbe-
kend met de schaduwzijden van het leven in eene groote stad, be-
zwijkt de onervarene, die niets weet van syphilis, eenmaal in een
zwak oogenblik voor de lokstem der verleiding. Hij wordt ziek
zonder te vermoeden waardoor. Één punt des tij ds was voldoende
om den levenslustigen, krach tigen jongeling tot een kwijnenden
zieke te maken. Schijnbaar wordt de slepende kwaal door locale
behandeling, enkel met het oog op de aangetaste deelen, genezen,
maar de wortel van het kwaad blijft in het bedorven bloed terug.
Zoo sluipt de ziekte met tusschenpoozingen van schijnbare beter-
schap en nieuwe uitbarsting voort tot zij hare laatste vormen aan-
neemt, en hij die telkens als hersteld werd beschouwd, lijdt dik-
wijls aan dezelfde kwaal, die nu heimelijk werkt. Niets is meer
waar dan de uitspraak van Prof Sigmt/nd: //Alle geneesheeren
kennen de behandeling der syphilis, doch slechts weinigen genezen
haar werkelijk. De een huldigt het uitsluitend gebruik van jodium,
de ander dat van kwikzilver, een derde weder de enkel uitwendige
behandeling met afleidende en zweetverwekkende middelen of hij
gaat zoo ver, dat hij slechts het mercurialisme behandelt, dat hij
zelf bij zijne patiënten door zijne kunst heeft veroorzaakt. De
meesten verkrijgen geen bevredigend resultaat, omdat zij geene stel-
selmatige behandeling weten te volgen."
Zóó vinden wij de werking dier verderfelijke ziekte van geslacht
tot geslacht en wordt haar heilloos zaad overgeplant van de ouders
op de kinderen. En dan verwondert men zich nog, wanneer schijn-
baar gezonde menschen een zwak, ziekelijk kind voortbrengen, als
ouders, die een gezond en sterk gestel schijnen te bezitten, een
scrophuleus kind hebben, dat later sterft aan tuberculose of op zeer
jeugdigen leeftijd het slachtoffer wordt eener ziekte, die den genees-
heer der oude school onverklaarbaar voorkomt en door hem met
-ocr page 21-
17
itcn een of anderen vreemden naam bestempeld wordt. Hadden wij
de syphilis niet, wij zouden ook eene menigte andere ziekten niet
hebben; haar zaad brengt overvloedig vruchten voort.
Breiden wij onzen gezichtskring uit en beschouwen wij den toe-\'
Btand der prostitutie in verschillende steden en landen. In geene
Duitsche stad vinden wij haar naar evenredigheid in grooteren bloei
dan te Hamburg. Wie ooit te Hamburg was zal van de bewoon-
sters der Schwieger- en Dammthorstrasse, der groote en kleine
Drehbahn, der Ulrikus- en Davidstrasse en van de vele verdachte
huizen en herbergen van St. Pauli weten te verhalen. De buiten-
gewone toevloed van vreemdelingen, de uitbreiding der nijverheid
en der middelen van verkeer, het woelige zeemansleven, dat alles
heeft in deze grootste koopstad van Duitschïand een toestand in het
leven geroepen, die als zeer ongunstig te beschouwen is, want hier
is de heimelijke ontucht en de onbeteugelde prostitutie weergaloos
vertegenwoordigd. "Wel zijn te Hamburg ook bordeelen — in 1859
vond men er 124 met 714 bewoonsters en bovendien 194 ingeschre-
vene alleen wonende publieke vrouwen; in 1867 slechts 96 bordee-
len met ongeveer 600 bewoonsters en 274 afzonderlijk wonende pu-
blieke vrouwen — doch de meeste bordeelen bevinden zich, wat
gezondheidsmaatregelen betreft, in slechten staat. Dit geldt vooral
van die, welke zich in de Breiten-, de Kurzer- en de Kirchen-
strasse, den Specksgang, Schulgang, de Gerkenswiete en den Ami-
damachergang bevinden. Het toezicht op de bordeelen en de daar
buiten wonende publieke vrouwen is onvoldoende, overal plaatst de
prostitutie zich onbeschaamd op den voorgrond, en de afzonderlijk
wonende grisettes maken veel gebruik van de zoogenaamde bestel-
huizen (maisons de passé), eene ook in Frankrijk, Engeland en
Amerika zeer geliefkoosde instelling. — Die stand van zaken te
Hamburg moet ieder, die niet opzettelijk blind is, elk vooroordeel,
allen afkeer ten aanzien van regeling der prostitutie vanwege de
regeering door toegelaten huizen voorgoed benemen. Ieder naden-
kende moet er door tot do overtuiging gebracht worden, dat dit
het eenige middel is tot beteugeling van een noodzakelijk kwaad
en alle andere maatregelen slechts gedeeltelijk en enkel in zeer
kleine provinciesteden, waar nog een landsvader]ijk stelsel van be-
stuur denkbaar is, kunnen toegepast worden. Men zal echter tevens
2
-ocr page 22-
13
inzien, dat do bordeelen — zelfs wanneer hun getal meer dan toe--
reikend is — niet aan de verwachting beantwoorden, indien zij niet
doeltreffend ingericht en bestuurd worden, en wanneer zij de be-
Btelhuizen (maisons de passé, houses of assignation) en de geheime
prostitutie tot mededingers hebben.
In nog ongunstiger licht vertoont zich aan ons de regeling of lie-
ver de niet- regeling dezer aangelegenheid in de hoofdstad van het
Oostenrijksche keizerrijk. Al het afkeurenswaardige, dat van Ham-
hurg
moest vermeld worden, vindt men ook te Weenen. Deze stad
levert uitstekend het bewijs waartoe men komt met verouderde,
scheeve voorstellingen, met den drang van clericalen invloed en met
theorieën, waarvan de geringe waarde door de practijk bewezen
wordt. Men wilde te Weenen de prostitutie door politiemaatrege-
len uitroeien en sloot daarom de openbare huizen, doch verkreeg
geene andere uitkomst dan dat de heimelijke ontucht zich op de
meest uitgebreide schaal teugelloos deed gelden. Alle razzia\'s, pa-
trouilles en observatiën hebben slechts ten gevolge, dat aan de let-
ter der gegeven voorschriften voldaan wordt; zij zijn echter volstrekt
niet in staat het euvel weg te nemen of ook maar te verminderen.
Zulke maatregelen werken slechts zeer onvoldoende, meestal zelfs
schadelijk. Dit is de reden, dat Weenen meer dan eenige stad
van Duitschland en Oostenrijk, ja van Europa, het tooneel is der
onbeperktste prostitutie, aan geene controle hoegenaamd onderwor-
pen. De toestand is te Weenen in dit opzicht zoo ongunstig en
bedroevend, dat men in geene stad er een tegenhanger van vindt.
Weenen heeft bij een getal van bijna 800.000 inwoners geen enkel
geconcessioneerd toegelaten huis (house of prostitution), daarentegen
ongeveer 18 geheime bordeelen, die in zulk een verwaarloosden
toestand verkeeren, dat — het bewijs van dit feit kan geleverd
worden — | van hen, die deze huizen bezoeken, door venerische
ziekten worden aangetast. En daar te Weenen de prostitutie als
middel van bestaan over het goheel niet wordt geduld en geene
concessie van bordeelen noch inschrijving van publieke vrouwen
plaats heeft, moet zich do bevolking dezer groote stad eo ipso be-
palen tot de menigte der onder geenerlei opzicht staande, geheel
aan zich zelven overgelatene vrouwen, wier aantal, volgens officieele
modedeeling, ongeveer 20.000 bedraagt.
Indien men bekend is met deze omstandigheden, die in andere
-ocr page 23-
1!)
steden van Oostenrijk (L\'mz, Triest, Of en en Pesth, Brunn, 01-
mutz, Presburg, Budweis,
enz.) niet veel beter zijn, zal het geen
verwondering wekken, dat juist in Oostenrijk de syphilis en de ve-
nerische ziekten in het algemeen zoo buitengewoon verbreid zijn.
Deze toestand veroorzaakt, dat te Weenen en in andere steden van
Oostenrijk de ziekenhuizen zoo onevenredig bevolkt zijn met lijders
aan geslachtsziekten en alle graden en vormen der syphilis hier
meer dan ergens vertegenwoordigd zijn. Hetzelfde moet ook van de
Oostenrijksche militaire hospitalen gezegd worden; in vele garni-
zoenshospitalen is de afdeeling voor syphilis het gansche jaar door
het sterkst bezet. — In Hongarije is het eenigszins beter gesteld,
wijl daar overal, zelfs in de dorpen, naast de heimelijke plaatsen
van ontucht, waarop geen toezicht gehouden wordt, goed ingerichte
bordeelen bestaan en door deze de nadeelige invloed van gene wordt
verminderd.
Eene scherpe tegenstelling ten goede met den zoo even geschets-
ten toestand levert ons Berlijn. De beschaving en ontwikkeling
zijner inwoners en het voorbeeldig bestuur der politie zijn de oor-
zaken, dat hier de prostitutie in eene geheel andere gedaante ver-
schijnt en venerische ziekten weinig voorkomen. (Volgens Gustat
Sentzke: //Die Prostitution unserer Zeit" Berlijn 1867 — pag. 16,
was van de in de Charité behandelde lijders aan venerische ziekten
in 1864 de verhouding tot het getal inwoners ongeveer 1: 1000 en
in 1866 nog gunstiger, namelijk 1:1100. Bovendien zegt de schrij-
ver, dat ook de verhouding van de buiten het gesticht waargeno-
men gevallen ongeveer dezelfde was en de ziekte over het geheel in
hevigheid verminderd is.) "Wel vindt men te Berlijn goed ingerichte
toegelaten huizen (in 1859 24 bordeelen met 240 meisjes, boven-
dien ongeveer 600 ingeschrevene, alleen wonende grisettes; in 1867
17 bordeelen en ongeveer 850 alleen wonende meisjes, doch de
prostitutie, in haar geheel beschouwd, schijnt zich daar steeds vrij
te bewegen, hoewel zij beperkt is binnen scherp getrokken gren-
zen. Deze worden gevormd door wekelijksch, geneeskundig onder-
zoek en gepaste verordeningen der politie. Zoo worden alle voor-
bereidende maatregelen der ontucht: onverhinderde vertooning der
geprostituëerden, haar rondzwerven op openbare plaatsen, haar aan-
lokken en ondubbelzinnig te kennen geven van haar onzedelijk be-
drijf, die men in andere steden zooals Hamburg, Weenen, PestJtt
-ocr page 24-
20
Triest, Leipzig, Dresden enz. overal aantreft, te Berlijn (volgens
G. Sentzkb L c. pag. 11), door de volgende politieverordeningen
voorkomen: //Vrouwspersonen, die (§ 146 van het strafwetboek)
ondanks herhaalde waarschuwingen op de straat rondzwerven, in
gemeenschap met andere deernen eiken nacht lokalen bezoeken,
waar gedanst wordt, en bevonden worden door syphilis te zijn aan-
getast; vronwspei\'sonen, die onbewimpeld verklaren zich te prosti-
tueeren, wordt bij wijze van gerechtelijke waarschuwing bevolen
zich in het openbaar onergerlijk te gedragen, geene woningen in de
nabijheid van kerken, scholen en kazernen te betrekken, niet op
straten en pleinen rond te zwerven, zich wekelijks éénmaal te on-
derwerpen aan een geneeskundig onderzoek, enz." — //Bij overtre-
ding van deze voorschriften worden zij met eene gevangenisstraf van
4 weken of daarbeneden bedreigd. Hebben zij in strijd met de ge-
noemde bepalingen gehandeld, dan worden zij aangehouden, gerech-
telijk verhoord en hare tegenwerpingen onderzocht. Blijken deze
ongegrond te zijn, dan worden de beschuldigden öf nog éénmaal met
eene waarschuwing ontslagen öf na dikwijls herhaalde overtreding
bij gemotiveerd besluit tot gevangenisstraf van drie, daarna van
acht en veertien dagen, eindelijk van vier weken veroordeeld." —
Hoewel wij het goede in deze maatregelen gaarne erkennen, kun-
nen wij ze niet onvoorwaardelijk goedkeuren. "Want de prostitutie,
in meerdere of .mindere mate aan zich zelve overgelaten, is steeds
eene gevaarlijke zaak, waarvan de gevolgen niet te berekenen zijn.
Is zij ook voor het oogenblik zoo goed mogelijk beperkt en gere-
geld, men heeft bij hare altijd durende veranderingen en gedaante-
verwisselingen volstrekt geen waarborg voor de toekomst. Om
deze reden en de vele andere, bereids door ons aangevoerd, zijn
wij evenals tegen elke soort van vrije beweging op dit gebied, ook
tegen de wijze van regeling te Berlijn. De toestand te Praag
komt veel meer overeen met onze wenschen en denkbeelden. Daar
wordt door strenge maatregelen het bedrijf der Venus vulgivaga
zeer bemoeilijkt, daarentegen vindt men er een — wel is waar niet
toereikend — aantal bordeelen, wier inrichting, ofschoon de belas-
ting hoog is opgevoei\'d, goed kan genoemd worden. — Welke voor-
deelen heeft zulk eene instelling niet! De anders op alle punten
zich boven mate ten toon spreidende onzedelijkheid, die zooveel ge-
legenheid tot verleiding aanbiedt, wordt daardoor naar wensch be-
-ocr page 25-
21
teugeld, terwijl cener onmiskenbare behoefte voldoening wordt ver-
schaft in de bordeelen, en, indien deze doeltreffend bestuurd wor-
den, tevens de eischen der gezondheid bevrediging vinden. Niets
kan op het algemeene welzijn heilzamer invloed hebben dan wan-
neer de oorsprong van zoovele onheilen beperkt wordt binnen zoo
nauw mogelijke, wel geregelde en licht te bewaken grenzen. De
prostitutie is nu eenmaal noodzakelijk en niet uit de maatschappij
te verbannen; men kan dus niet beter doen dan de openbare onze-
delijkheid in eene van het openbare leven afgezonderde veranderen
en zoo de occasio peccandi wegnemen door haar aan het gezicht der
bevolking te onttrekken. Nimmer kan dit doel echter bereikt wor-
den en het nut van goed ingerichte en bestuurde bordeelen werke-
lijk blijken, indien men daarnaast, zooals in de meeste provinciën
van Duitschland, in Italië en andere landen, eene Venus vulgivaga
laat bestaan, gecontroleerd, zoo het heet, door inschrijving bij de
politie en geneeskundig onderzoek. Want een voldoend toezicht is
niet verkrijgbaar, namelijk in dien zin, dat de nadeelen van het
kwade voorbeeld en de verleiding weggenomen en daarentegen de
noodige waarborgen voor het lichamelijk en zedelijk welzijn des
volks gegeven worden.
Ofschoon ik reeds onwillekeurig de voornaamste vereischten tot
regeling dezer moeilijke zaak heb aangestipt, is het noodig dit punt
uitvoeriger te behandelen
De eerste vraag is hier steeds: moet men de prostitutie zich vrij
laten bewegen, haar derhalve in het openbaar dulden, behoudens
toezicht van politie en geneeskundigen, volgens het door Pasquier
in Frankrijk ingevoerde stelsel, of moet men haar bedrijf alleen in
toegelaten huizen vergunnen? "Wij moeten ons ten sterkste voor
het laatste verklaren en het eerste op de reeds aangevoerde gron-
den onraadzaam noemen.
Men moet het lestaan der Venus Pandemos vernietigen door de
oprichting van toegelaten huizen en tevens door met alle middelen de
Venus vulgivaga te bestrijden. Doch de goede uitslag hangt hier ge-
lieel af van de uitvoering der te nemen maatregelen. Men zal het
reeds zoo lang bestaande Jcioaad niet noemensioaardig verminderen,
indien men zich met het coneessioneeren van eenige openbare htiizen
vergenoegt. Mier is niet zoozeer spralce van het oprichten van toe-
gelaten huizen als wel van de rechte wijze om ze in te richten en
-ocr page 26-
22
daardoor tevens de geheime prostitutie te doen verdwijnen. "Want van
de vijf toegelaten huizen zijn er gewoonlijk drie in elk opzicht het
tegendeel van -wat zij moeten wezen.
Als hoofdregel stellen wij dus:
I.     De openbare huizen moeten zonder uitzondering zuivere staats-
instellingen zijn, op staatskosten worden opgericht en beheerd. Het
bestuur er van moet steeds in handen zijn van een volkomen onafhan-
kelijk , door de regeering aangesteld persoon en onder het onbeperlcte
oppertoezicht van een geneesheer; het openbare huis moet steeds eene
//inrichting van politie" wezen.
"Want wie ook als bijzonder persoon
om vergunning tot oprichting van een bordeel verzoekt, hij ver-
raadt daardoor reeds zokere mate van zedelijke verdorvenheid, zoo-
dat men nimmer van hem kan verwachten, dat hij zijne taak op
de rechte wijze zal vervullen. Voor den houder van een bordeel is
zijn bedrijf niets anders dan een middel om geld te winnen. Pu-
bliek belang bestaat voor hem niet, indien het met zijn eigenbelang
in strijd is; de bewoonsters van zijn huis zijn hem meestal niet
meer dan eene koopwaar, dan werktuigen, die niet zelden op de
vreeselijkste wijze misbruikt worden. Hare gezondheid is hem on-
verschillig voor zoover zijn belang er niet in betrokken is. Ja,
zelfs hare bijzondere ontvangsten worden haar dikwijls door hem
afgeperst. En tegenover die gruwelen van het leven in een bor-
deel — helaas, maar al te zeer bekend — zijn de arme schepsels
volkomen hulpeloos, want, daargelaten nog, dat dit alles, volgens
den aard der zaak, in het geheim plaats heeft, het meisje is door
zoo veelsoortige banden aan het bordeel gekluisterd, dat haar mond
steeds voor elke klacht over haar treurigen toestand moet gesloten
blijven.
II.     Zulke toegelaten huizen in den vorm van staatsinstellingen
moeten niet Blechts in voldcend getal bestaan, maar ook aan de
behoeften en eischen van alle klassen des volks beantwoorden; hier
moet dus evenzeer voor den onbemiddelden arbeider en den soldaat
als voor de hoogere standen, bovendien voor vreemdelingen, reizi-
gers, enz., gezorgd worden.
III.     Geen toegelaten Jmis zonder verantwoordelijk geneesheer, met
onbeperkte macht. Het is niet genoeg, dat de bewoonsters van het
huis gezond zijn en blijven, wat slechts door de leiding van een
ervaren geneesheer mogelijk is, men heeft nog iets anders in het
-ocr page 27-
23
oog te houden. De ondervinding heeft mij geleerd, dat een bordeel
als het niet onder volkomen goed toezicht staat, evenveel kwaad
als in het tegenovergesteld geval goed teweegbrengt en dat over het
geheel in de lordeelen veel meer syphilis gebracht dan daaruit mede\'
gevoerd wordt.
Ik kan mij daarom geen toegelaten huis voorstellen,
dat waarlijk aan zijn doel zal beantwoorden, waarin niet de bezoe-
kers aan een even streng onderzoek worden onderworpen als de pries-
teressen van Venus zelven.
Dit kan slechts door «en kundig genees-
heer geschieden, nimmer door leeken. "Want de syphilis is niet
enkel, wanneer zij pas ontstaan is, in haar eerste tijdvak, besmet-
telijk, hoe algemeen dit gevoelen helaas onder het publiek, ja zelfs
onder de geneeskundigen der oude school nog verbreid is. Om een
zoo gewichtigen maatregel als de nauwkeurige visitatie van alle be-
zoekers te kunnen toepassen zonder iemand lastig te vallen en met
inachtneming der vereischte geheimhouding, komt ons het in eenige
Italiaansche huizen bestaande gebruik aanbevelenswaardig voor, waar
ieder binnentredende een klein masker (halfvizier) wordt aangeboden.
IV. In het huis moet de orde stipt gehandhaafd worden; slechts
op bepaalde uren mag de toegang vergund zijn, en de sluiting moet
steeds geregeld plaats hebben; alle aanleiding tot overspanning moet
vermeden worden; drinkgelagen, hazardspelen, dansvermaken, nach-
telijke uitspattingen moeten ten strengste verboden wezen. Slechts
wanneer de lordeelen politieinstellingen worden,
kan men zooveel
ander kwaad, dat in openbare huizen zich gewoonlijk voordoet, met
goed gevolg bestrijden. Ik herinner hier aan de ontelbare zakken-
rollerijen en diefstallen van gevonden voorwerpen, die er plaats
hebben, maar doe vooral uitkomen, dat slechts op deze wijze de
bordeelen zullen ophouden de schuilhoeken der misdaad te zijn. Een
streng toezicht op de binnentredenden is volstrekt noodzakelijk.
Overal is de misdadiger aan de vreemdelingenpolitie onderwor-
pen, — zou hij enkel in het bordeel vrij zijn? De bordeelen wa-
ren dikwijls, reeds in oude tijden, een toevluchtsoord voor de mis-
daad en eenigen zelfs de verzamelplaatsen der beruchtste personen.
Dat echter de waakzaamheid niet moet strekken tot bemoeilijking
der binnentredenden, maar slechts tot veiligheid van ieder in hefc
bijzonder en van het geheel, moet hier evenals op het gansche ge-
bied der politie in het oog worden gehouden.
,V. Jegens de geprostitueerden in de toegelaten huizen moet met
-ocr page 28-
24
de meest mogelijke Immuniteit gehandeld worden. Hare persoonlijke
vrijheid mag niet geschonden en van hare diensten niets overmatigs
gevergd worden; -wat dit punt betreft moet men duidelijke bepah\'n-
gen maken, waardoor de menschenwaarde niet gekwetst, doch der
hebzucht van sommigen paal en perk gesteld wordt. (Cf. I.)
"Vooral mag men de geprostitueerden niet verhinderen het huis te
verlaten, wanneer dit kennelijk met het doel geschiedt tot een eer-
baren levenswandel terug te keeren. Tot de uitvoering van zulk
een besluit moet op alle wijzen en zonder te letten op mogelijk be->
staande schulden, medewerking verleend worden, zoodra de gepro->
stitueerde voor getuigen verklaart, dat zij haar bedrijf wenscht
vaarwel te zeggen en zich zedelijk te gedragen.
VI. Er moet voor gewaakt worden, dat allen die den rijpen
leeftijd niet bereikt hebben, de toegang tot het huis niet worde
vergund.
VIL Bij de reeds vermelde gezondheidsmaatregelen moet nog
gevoegd worden, dat ieder bezoeker aangemaand toordt zich in het
daarvoor geschikte oogenblik behoorlijk ie reinigen.
Er behoort niet
slechts te worden gezorgd, dat de noodige voorwerpen daartoe voor-
handen zijn, maar ieder bezoeker moet zich aan de verplichting
onderwerpen een aanwezig voorbehoedmiddel als waschwater te ge-
bruiken. Dit moge velen zonderling of onbeduidend voorkomen,
de ondervinding heeft mij zeer dikwijls hot gewicht van die voor-
zorg bewezen en mij overtuigd, dat het inachtnemen er van eene
onvermijdelijke voorwaarde is voor het algemeene welzijn, voor de
«loeltrcil\'onde inrichting van openbare huizen en de daardoor zeker
te verkrijgen beperking der syphilis en andore venerische ziekten
tot een minimum. liet is hier echter de plaats niet dit punt ver-
der te behandelen en verslag te geven van de door mij en ook door
geneeskundigen in andere landen genomen proeven en verkregen
uitkomsten.
Deze voorschriften zouden voldoende zijn om het kwaad binnen
de noodige grenzen te beperken en de openbare huizen zoo in te
richten, dat \\ der bezoekers verzekerd kan zijn geen gevaar te
loopcn.
Hoezeer de hier genoemde maatregelen ook door de ondervinding
voorgeschreven en in andere steden hunne goede werking moge ge-
bleken zijn, houd ik mij overtuigd, dat zij altijd nog heftige te-
-ocr page 29-
25
gonstanders zullen vinden. Een voorbarig, laatdunkend veroordeelen
heeft echter nog nooit iets goeds tot stand gebracht. Zelfs den op-
pervlakkigen beschouwer kan het niet ontgaan, dat de tegenwoor-
dige toestand in Duitschland en Oostenrijk, zachtst genomen, hoogst
ongunstig en nadeelig voor het algemeene welzijn is en vooral in
Beieren alles te wenschen laat. Verbetering is dringend noodig;
de vraag is slechts welke middelen de beste zijn. Dat hier geene
eenzijdigheid, geene halfheid plaats vinde! Wil men den aange-
duiden weg niet betreden, dan blijft er geen hulpmiddel over dan
aanneming van het Fransche stelseL Ik laat echter gerust aan be-
voegde oordcelaars de beslissing welke maatregelen voor Duitschland
en Oostenrijk, in het bijzonder voor Beieren, het doeltreffendst
zijn; of onze wetgeving en de inrichting onzer politie het raadzaam
of zelfs mogelijk maken het TVansche stelsel aan te nemen. — De
tegenwoordige verwaarloozing der prostitutie en de in dit opzicht
in Beieren bestaande onverschilligheid moeten intusschen van jaar
tot jaar meer onheilen veroorzaken en de maatschappij steeds in
verhoogde mate benadeelen. Engeland, Spanje, Oostenrijk, Turkije
en de Kerkelijke Staat, derhalve slechts die landen, waar de pros-
titutie geheel ongeregeld is, leveren ons hiervan treffende voorbeel-
den. Blijft alles op den ouden voet, het kan niet anders of de Te-
nus vulgivaga zal steeds vorderingen maken en de in het verborgen
zich verspreidende onzedelijkheid breeder grondslag verkrijgen. Eene
menigte lokalen van openbare samenkomst voor hoogeren en lageren
stand zal men in geheime bordeelen zien veranderen, honderde
sluiphoekcn der onzedelijkheid zullen ontstaan, die haar gift onder
alle klassen des volks zal verspreiden. Op grond hiervan doen wij
een beroep op het oordeel van hen, die de macht hebben verbete-
ring in den toestand te brengen. Men moet het kwaad bij den
wortel aantasten en den eenen of anderen weg ter regeling inslaan:
of men beperko de prostitutie, door de strengste onderdrukking der
heimelijke ontucht en koppelarij, tot welingerichte openbare huizen,
of men wage het de in Frankrijk bestaande voorschriften, die ten
deele reeds in Noord-Duitscldand, Italië, België, enz. onvolkomen
zijn gevolgd, nauwkeurig toe te passen. Ook daardoor kan verbe-
tering aangebracht worden, hoewel ik overtuigd ben, dat dit stel-
sel om de reeds gegeven redenen aan vele bedenkingen onderhevig
en voor Beieren niet aan to bevelen is. Juist de geregelde toestand
-ocr page 30-
20
van Frankrijk in vergelijking met den ongeregelden van Engeland
levert het gewichtigste hewijs voor het door mij uitgesproken ge-
voelen. Ik moet er echter van afzien dit uiteen te zetten, daar
ik den omvang dezer bladen er te groot door zou maken en ik in
dit opzicht geene door eigen aanschouwing verkregene ondervinding
bezit. Terwijl ik mij deze vergelijkende beschouwing tot eene an-
dere gelegenheid voorbehoud, geef ik den lezer hier de titels op
van de voornaamste werken, die hem aangaande deze zaak kunnen
onderrichten: 1) Gonge de Lonquemare, Eclaircissements sur Ie
Hoi de Eibauds. Paris 1748. 2) Dr. J. Jeannel, de la Prosti ution
publique, Paris 1863; 3) Parent - Duchatelet, de la Prostitution
dans la ville de Paris, III. éd., Paris 1857; 4) La Prostitution en
Angleterre, par M. Ie docteur G. Edchelot, 1857; 5) The Greatest
of sur social evile: Prosiitution as it now exists in London etc.
By a Physician. London, 1857; 6) "William Tait, Magdalenism,
a Inquiry into the extent, causes and consequences of Prostitution
of Edimburgh. 2 Ed Edimburgh, 1842. 7) Potton, de la Prosti-
tution et de ses consequences dans les grandes villes et en particulier
dans la ville de Lyon. Paris 1842.. 8) Histoire de la Prostitution
par M. Dufour; 9) Sandouville et Botareau dans Aiinales d\'hygiëne
publique et de médicine legale, Paris, Juillet, 1851. 10) Prosti-
tution in relation te public health. London 1851. —
En nu nog een woord over de gewone bezwaren en vooroordeelen
tegen de toegelaten huizen. — "Wordt ook door de inschrijving der
publieke vrouwen meer waarborg verschaft tegen de verbreiding
der syphilis dan wanneer deze personen onder geenerlei toezicht
staan, in elke groote stad is toch het geneeskundig onderzoek slechts
éénmaal iedere week mogelijk en kan dus van volkomen bescher-
ming tegen venerische ziekten geen sprake zijn. "Wie de verbreiding
en besmettelijkheid van deze beoordeelen kan, moet toestemmen,
dat slechts de bordeelen, waarop behoorlijk toezicht wordt gehou-
den, den vereischten waarborg aanbieden, ■— een waarborg, altijd
ten minste | grooter dan de inschrijving oplevert. "Want bordeel-
meisjes kunnen dagelijks onderzocht worden; dit onderzoek kan
nauwkeurig worden gecontroleerd, en enkel op deze wijze kan de
maatregel, waarop wij zoozeer meenen te moeten aandringen, toe-
gepast worden, het onderwerpen namelijk van de bezoekers der bor-
deelen aan een even streng onderzoek als dat, hetwelk de bewoon-
-ocr page 31-
27
sters moeten ondergaan. Dan slechts kan de Venus vulgivaga en
de geheime prostitutie met goeden uitslag bestreden worden, -wan-
neer men doeltreffende toegelaten huizen opricht en geene andere
verblijven der ontucht, onder welken vorm ook, laat bestaan. De
geschiedenis der bordeelen (en wat deze betreft verwijzen wij naar
het uitmuntende werk van Dr. F. S. Hugel: //Zur Geschichte,
Statistik und Regelung der Prostitution." Weenen 1865) bewijst
het zonneklaar, dat steeds het schaamtelooze woelen der geheime
prostitutie en der koppelarij ten sterkste toenam, wanneer in eene
stad de bordeelen werden opgeheven. Toen Koning Lodewijk van
Frankrijk na zijn terugkeer van den kruistocht in 1254 de sluiting
van alle bordeelen beval, verkreeg het verleiden van vrouwen en
meisjes en de openbare onzedelijkheid zoo de overhand, dat deze
koning, dien de Katholieke Kerk als een heilige vereert, niet aar-
zelde het verbod in te trekken. — Toen in het laatst van 1844
bij kabinetsorder alle bordeelen te Berlijn werden opgeheven, had
dit voor de openbare zedelijkheid en veiligheid zulke kwade gevol-
gen en namen de venerische ziekten daardoor zoo in uitbreiding en
hevigheid toe, dat men zich in 1851 genoodzaakt zag de heropening
der bordeelen (en wel 20 te gelijk) te gelasten. (Dr. Ph. Löwe,
die Prostitution aller Zeiten und Völker, Berlijn 1852). Evenzoo
ging het herhaalde malen in Frankrijk, Spanje en Italië. Het ge-
volg bleef nimmer uit. Vi-\'ór de opheffing der bordeelen in 1844
bedroeg het getal lijders aan syphilis in de Charité te Berlijn 1225,
na de opheffing in 1847 reeds 1814, en zoo vermeerderde het steeds.
Met de wederiuvoering der bordeelen nam ook overal de bovenma-
tige straatprostitutie op dezelfde wijze af, want niemand brengt
gaarne buiten noodzakelijkheid zijne gezondheid in gevaar, en zelfs
de geringe man ziet in, dat eene geregelde prostitutie tienmaal
grooter veiligheid aanbiedt dan eene ongeregelde of onvolkomen ge-
regelde toelating. Be openbare huizen verschaffen liet leste tegen-
gift tegen de geheime prostitutie, den besten waarborg voor de gezond\'
heid des volks, het beste voorbehoedmiddel tegen de openbare verlei\'
ding en het zedenbederf.
Deze omstandigheid alleen is van zooveel
gewicht, dat zij alle bezwaren tegen de bordeelen op den achter-
grond moet dringen. Welk een goeden indruk maakt het, als de
straten eener groote stad niet den gansenen dag met verleidelijke
gestalten bezoedeld worden en men niet overal de lokstem der
-ocr page 32-
2S
schande verneemt, zooals dit nu nog in alle voorname steden van
Beieren gelijk in een groot deel van het overige DuitscMcmd en
van Oostenrijk, doch te Pesth en te TFeenen in de hoogste mate,
het geval is.
Ik kan mij daarom voor de zedelijkheid en het algemeene welzijn
geen gewichtiger maatregel denken dan dat men, wijl het nu een-
maal niet mogelijk is eene zoo diep gewortelde behoefte onbevredigd
te laten, de driften en neigingen der menschelijke natuur volkomen
te verstikken en zooals William Tait zegt, een werk uit te voe-
ren, dat de menschelijke natuur ver te boven gaat, — der prosti-
tutie voor haar bedrijf bepaalde plaatsen aanwijst, haar in het be-
lang der openbare zedelijkheid en gezondheid onder aanhoudend en
streng toezicht plaatst, haar het indringen in de maatschappij en
alle nauwere vereeniging met deze onmogelijk maakt en hare verlei-
delijke aanvallen voorkomt door haar werkkring tot de kleine ruimte
van welgeregelde bordeelen te beperken.
De bewering dat de bordeelen het verleiden van meisjes zouden
bevorderen is, bij eene inrichting dier huizen zooals wij haar voor-
stellen, volkomen ongegrond. Wie met de feiten slechts eenigszins
bekend is, zal juist het tegendeel moeten verklaren. Vóór de op-
heffing der bordeelen te Berlijn in 1844 waren bij de politie onge-
veer 600 publieke vrouwen ingeschreven; na de opheffing was in
1847 dat getal reeds tot 1250 gestegen.
De bordeelen werpen den besten dam op tegen het woelen der
koppelaars en andere helpers der ontucht. Een meisje wordt veel
lichter verleid in het geheim het bedrijf der prostitutie als eene
bijzaak uit te oefenen dan zich openlijk als priesteres van Venus
aan het reglement van een bordeel te onderwerpen. Daarbij is de
altijd nog met zekere orde verbondene levenswijze in een openbaar
huis veel meer geschikt een meisje op het pad der zedelijkheid te-
rug te brengen dan het geheel teugellooze en ongeregelde leven eener
alleen wonende geprostitueerde, die ongehinderd dag en nacht rond-
zwerft om hare strikken te spannen. Dit bodrijf doet haar spoedig
elk teeder gevoel verliezen en maakt haar bovendien vaak zoo be-
rucht, dat zij veel moeilijker van gedrag kan veranderen en een
ander huwelijk aangaan dan met iemand, die tot het uitvaagsel der
maatschappij behoort.
De bordeelen bevorderen evenmin de verleiding van onervaren
-ocr page 33-
20
jongelingen als van meisjes. Niels is minder gerechtvaardigd datt
de meening, dat het bestaan van talrijke openbare huizen een bij-
zonder gevaar voor de mannelijke jeugd zou veroorzaken. Bestond
dat gevaar, opvoeding en onderwijs zouden de beste bescherming
daartegen opleveren. Hierop kan de aandacht niet genoeg woi\'den
gevestigd. Kinderen -«-orden voor hunne ouders wat deze door de
opvoeding van hen maken. Men opene het kind de oogen en leere
het onderscheiden tusschen goed en kwaad, men misleide het niet
met schrikbeelden, die een tijdlang de verbeeldingskracht boeien,
doch Waarmede later als dwaze bangmakerij wordt gespot, maar
men toone het de werkelijkheid. Het hart, waarin het gevoel voor
het goede en schoone is opgewekt, kan nooit op den dwaalweg ge-
raken. Geen strenge wet, geen vrees voor zware straf, voor schande
en schade kan misstappen voorkomen, maar wel de zedelijke (ethi-
sche) kracht, de kennis, het gevoel van eigenwaarde, het bewust-
zijn van onze roeping, het streven naar volmaking, waardoor wij
de plaats bereiken, die onze bekwaamheden ons in het groote gezin
der menschen aanwijzen. Ziedaar de baak in de zee des leven»,
liet richtsnoer, dat ons steeds den waren weg zal toonen.
Yatten wij dus alles samen, wij moeten zeggen: De openbare
huizen zijn het leste middel om de onvermijdelijke regeling der pros-
titutie tot stand te brengen.
Deze alleen maken het mogelijk do
openbare ergernis tot een minimum te beperken en de uitbreiding
der geslachtsziekten te verminderen. Slechts hun bestaan geeft der
politie het recht en de macht de geheime koppelarij en het bedrij/
der alleen wonende geprostitueerden
met al hunne lichamelijk en ze-
delijk nadeelige gevolgen door maatregelen van bedwang te onder-
drukken en onschadelijk te maken.
De geschiedenis van alle tijden
en volken levert de overtuigendste proeven, dat de noodzakelijkheid
der openbare huizen door niets duidelijker bewezen wordt dan door
de gevolgen van hunne opheffing. Waar die plaats heeft, neemt de
geheime prostitutie boven mate en op de schandelijkste wijze toe, de
onwettige geboorten en de kindermoorden vermeerderen in het oog-
loopend, de syphilis verkrijgt een ongewoon boosaardig karakter en
ongeloofelijke uitbreiding bij burgers en militairen, openbare zedelijk-
heid en veiligheid worden op de bedenkelijkste wijze in gevaar ge-
bracht. Daarentegen wordt door de heropening dier huizen al dat
-ocr page 34-
30
kwaad niet slechts verminderd en verzacht, maar voor een deel vol-
komen onderdrukt en voor het overige tot het minimum beperkt.
Als men een boom wil vellen, moet men de bijl aan den wortel
leggen; wil men de overwinning behalen, men moet den vijand met
gelijke wapenen bestrijden; om een vergift onschadelijk te maken
moet men een tegengift gebruiken. Daarom bestaat er tegen de
prostitutie geen beter antidotum dan, zooals ï\\ S. Huoel het
noemt, haar door de openbare huizen factisch zelve te prostitueeren.
Men ontziet zich niet en houdt het niet voor onleerend in de
avondschemering een grisetje naar huis te brengen, maar velen zul-
len zich wel wachten den drempel van een huis te overschrijden,
waardoor hun goede naam zou benadeeld en veler afkeuring hun
deel worden. Dit is wel onlogisch, maar nojjtans zeer waar. —
//Door de moralische brandmerking der bordeelen," zegt Hugel
(Lc. pag. 175) //zal in het openbaar bewustzijn liet onderscheid tus-
schen goed en kwaad, eer en schande levendig gehouden worden.
Wil men de prostitutie scliandvlelcken, dan moet zij waarlijk ge-
prostitueerd worden, geprostitueerd heeten en zich geprostitueerd ver-
toonen,
wat slechts door de bordeelen geschieden kan, want deze
zijn ware scheidsmuren van goed en kwaad, duidelijke waarschu-
wingsteekenen voor de jeugd, afsluitende grenspalen voor den wel-
lust, tastbare merkteekenen, door welke de openbare meening heb
gevoel voor deugd en ondeugd, tucht en ontucht, eer en schande bij
alle standen wakker zal houden. — Zoodra de prostitutie zich niet
meer geprostitueerd vertoont, maakt zij in het geheim zich meester
van het geslachtsleven der maatschappij in al zijne gedaanten en
verrichtingen. Men ontmoet haar terstond, omgeven met een kun-
tig door haar vervaardigden Kchtkrans, in alle gestalten, vormen
en vermommingen, en het schijnt bijna als stond zij op het punt
het voorkomen eener algemeen vereerde zaak te verkrijgen, wijl
schier niemand er kwaad in ziet aan de zijde eener zoogenaamd
heimelijk geprostitueerde te verschijnen. Dat dit aanhoudende
doordringen der prostitutie in het bijzondere en openbare leven voor
huisgezin, kerk en staat hoogst gevaarlijk is en de vernietiging van
maatschappelijke en zedelijke toestanden, begrippen en levensuitin-
gen ten gevolge moet hebben, spreekt van zelf" — //Waar de be-
hoefte aan bordeelen niet meer gevoeld wordt, hebben deugd en ze-
-ocr page 35-
31
delijkheid de maatschappij verlaten en is de geheime d. w. z. de al-
gemeene prostitutie de normale toestand der bevolking geworden!"
(Die Prostitution in Berlin, Berlijn 1856.) //Laten wij dus een
einde maken aan alle onnatuurlijke, heftige uitvallen tegen de on-
zedelijkheid der bordeelen en dragen wij liever met geopende oogen
en opzettelijk eene geringe schade, dan met gesloten oogen en zon-
der dat wij het willen weten, voortdurend moralische slagen te
ontvangen."
"Wanneer ik dus met alle warmte pleit voor de oprichting van
toegelaten huizen in den vorm van instellingen van politie en onder
het onbeperkte oppertoezicht van een geneesheer,
verlang ik inder-
daad niets anders dan eene wijziging naar den geest des tijds van
den maatregel, die reeds in de oudheid, door den wijzen Solon 5
r eeuwen vóór Christus, genomen werd; want Solons bordeelen (dic-
terien)
waren evenals de lupanarien der oude Romeinen en later
die van de republiek Venetië werkelijke staatsinstellingen.
En met dit gevoelen, met dit voorstel sta ik geenszins alleen;
ik heb voor mij het oordeel van vele billijk denkende, scherpzin-
nige mannen uit het volk, de instemming van beroemde rechtsge-
leerden, ervaren geneesheeren, uitstekende staatslieden.
Zoo zegt Paeent-Ducuatelet: //Het is de plicht der overheid
de geprostitueerden te bewaken, door alle mogelijke middelen ver-
keerde handelingen jegens haar tegen te gaan, haar niet toe te la-
ten zich op den voorgrond te plaatsen, haar in de duisterste hoeken
te verbannen, kortom door de bordeelen haar bestaan zoo min mo-
gelijk te doen blijken. Zijn er geene bordeelen, de geheime prosti-
stutie zal uwe dochters en dienstmeiden in beslag nemen, de huis-
gezinnen ondermijnen, ouders en kinderen en derhalve de gansche
bevolking ongelukkig maken. De bordeelen zijn eene behoefte voor
volkrijke steden/"
Dr. Rotareatj: //De toegelaten huizen zijn niet zoo gevaarlijk
voor de openbare zedelijkheid als de geheime prostitutie, want zij
zijn volkomen afgesloten en de meisjes gaan zelden uit en nooit
zonder toezicht.
Peteb Fbank (medicinische Polizei, Mannheim, 1780). //Nie-
mand zal zeker op het denkbeeld komen de bordeelen als zedelijke
instellingen te beschouwen, maar zij zijn het kleinste van twee
-ocr page 36-
ar
kwaden en zullen, met inachtneming van zekere maatregelen, iri
groote steden nuttig tegen de geheime prostitutie kunnen zijn."
Potton: //"Welk stelsel en welken vorm de regeeiïng ook aan-
neemt, welke veranderingen ook in het bestuur getracht worden,
wij gelooven ondanks alle pogingen onzer overheden en alle verbods-
wetten, niet, dat men ooit in staat zal zijn de prostitutie geheel
te vernietigen." — //De publieke vrouwen, in plaats van op een
enkel punt als in de bordeelen vereenigd te zijn, in plaats van zich
onder streng toezicht te bevinden, vereenigen zich zonder bordeelen,
met de massa des volks. Door deze vermenging verliezen de zeden
steeds meer hare oorspronkelijke reinheid, en aan de nakomeling-
schap wordt een treurig erfdeel bereid."
Mijn gevoelen wordt gehuldigd zelfs door den grootsten geleerde,
op wien zich de Christelijke Kerk kan beroemen, den Kerkvader
ArersTiNrs, wanner hij (de Ordine lib. II, 12) zegt:
//Onderdrukt gij courtisanes, gij zult de losbandigheid overal
hebben."
—«Ö3V5^90>.-------
cl-&s<^