-ocr page 1-
fntrn<*J?3
BR.1874.I.33
-ocr page 2-
-ocr page 3-
.
jSkfttfrn hv Jlmtmptt#
ORNAAMD
DE CHOLERA-COMMISSIE
TE UTRECHT,
opgericht in 1866.
Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 8 Juli 1874, N°. 48.
Stoom-iioekdrukkerü en Steendrukkerü „de Industrie" Utrecht.
-ocr page 4-
-ocr page 5-
8 Ju lij 1874.
N°. *8.
A 1\'SCHRI F T.
Wij Willem III, bij de gratie Gods, Koning
der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Beschikkende op een aan ons ingediend verzoekschrift
van Mr. Scipion Henri Vernède en vier anderen, allen
wonende te Utrecht, daarbij overleggende de Statuten
der voor minder dan dertig jaren aangegane vereeniging
genaamd »cte Cholera Commissie te Utrecht," en ver-
zoekende dat deze vereeniging door ons moge worden
erkend;
Gelet op de voorschriften der wet van 22 April 4855
(Staatsblad n°. 32) in het algemeen, en op art. 6 tweede
lid dier wel in het bijzonder.
Op de voordragt van onzen Minister van Justitie van
den 30 Junij 1874, 2de afdeeling A, n°. 135;
Hebben goedgevonden en verstaan de Statuten van de
vereeniging genaamd: de Cholera Commissie te Utrecht,
gelijk die bij het verzoekschrift zijn overgelegd, goed
-ocr page 6-
te keuren, en de vereeniging mitsdien als regtspersoon
te erkennen.
Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering
van dit besluit.
Montreux, den 8 Julij 1874.
(get.) WILLEM.
De Ministei van Justitie,
(get.) de Vries.
Overeenkomstig het oorspronkelijke,
Be Secretaris-Generaal bij het Depart. van Justitie,
(get.) Clant.
Voor eensluitend afschrift,
De Secretaris-Generaal voornoemd,
Clant.
-ocr page 7-
STATUTEN DER VEREENIGING
GENAAMD
DE CHOLERA-COMMISSIE
TE UTRECHT,
opgericht in 1866.
Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 8 Juli 1874, N°. 48.
Art. 1.
Het doel der Vereeniging is de voorkoming en be-
strijding der Cholera.
               Art. 2.
De werkzaamheden regelen zich naar drie tijdperken.
Het eerste tijdperk treedt in wanneer de Cholera in
het land of in naburige rijken heerscht.
Het tweede tijdperk treedt in wanneer zich een geval
van Cholera in de gemeente of in de onmiddelijke na-
bijheid vertoont.
Het derde tijdperk treedt in wanneer de Cholera zich
in de gemeente verspreidt.
Art. 3.
Voor het eerste tijdperk bepalen zich de werkzaam-
heden tot het doen wegnemen en opruimen van alles
wat de ziekte kan bevorderen.
-ocr page 8-
-2
Bij het ingaan van het tweede tijdperk wordt een
bureau van onderstand geopend.
Verder bepalen zich de werkzaamheden gedurende het
tweede en derde tijdperk tot het zoo noodig ontsmetten
van woningen, waarin de ziekte is uitgebroken, en het
bezoeken en ondersteunen van lijders.
Art. 4.
Tot den werkkring der vereeniging behoort nog het
uitgeven van verslagen en geschriften en het onder-
steunen of in het leven roepen van instellingen en maat-
regelen, welke aan het doel der vereeniging kunnen
bevorderlijk zijn.
Art. 5.
Leden der vereeniging kunnen worden zij, die zich
tot deelneming aan de werkzaamheden of tot de betaling
eener jaarlijksche contributie verbinden.
Art. 6.
Jaarlijks wordt minstens éénmaal in de maand Januarij
eene vergadering der leden gehouden.
Art. 7.
Het Bestuur is belast met de regeling van hetgeen
tot. den werkkring der vereeniging behoort en zorgt
voor de uitvoering der besluiten, welke door de leden
genomen worden.
Art. 8.
De leden van het bestuur worden verkozen in eene
-ocr page 9-
3
vergadering der vereeniging »bij volstrekte meerderheid
van steramen der aanwezige leden.
Art. 9.
De inkomsten der vereeniging bestaan uit jaarlijksche
contributiën en vrijwillige giften.
Art. 40.
In de eerste vergadering der leden van elk jaar wordt
door het Bestuur rekening en verantwoording gedaan.
Art. H.
De vereeniging is aangegaan voor den tijd van 29
jaren en 14 maanden.
Art. 42.
Bij het einde van den lijd «waarvoor de vereeniging
is aangegaan" of indien door drie vierden van het getal
der leden besloten wordt, eerder tot de ontbinding der
vereeniging over te gaan, wordt op eene daartoe uit-
geschreven vergadering der leden de bestemming aan-
gewezen van de bezittingen der vereeniging.
Aldus vastgesteld op de vergadering van 6 Juni 4874.
-ocr page 10-
HUISHOUDELIJK REGLEMENT.
Art. i.
{Man de Leden.)
De leden worden onderscheiden in:
a.    werkende leden;
b.    contribuerende leden.
Werkende leden behoeven geene contributie te betalen.
Contribuerende leden verbinden zich alleen tot de be-
taling eener jaarlijksche bijdrage, waarvan het minimum
op een gulden bepaald wordt.
Art. 2.
Werkende leden zijn zij, die deelnemen aan de werk-
zaamheden der commissie gesplitst in twee afdeelingen.
De lste afdeeling belast zich met het bezoeken van
huisgezinnen of lijders.
De 2de afdeeling zorgt voor de administratie.
Geen lid kan in beide afdeelingen werkzaam zijn.
Art. 3.
Leden mogen nimmer als leverancier of werkbaas
optreden.
Art. 4.
Die lid verlangt te worden meldt zich schriftelijk bij
het Bestuur aan, met opgaaf of hij tot de werkende of
tot de contribuerende leden wenscht toe te treden.
-ocr page 11-
5
Het Bestuur geelt van de aanmelding binnen acht dagen
kennis aan de leden. Over de toelating wordt uiterlijk drie
weken daarna door de leden op eene vergadering beslist.
Art. 5.
(Van het Bestuur.)
Het Bestuur bestaat uit:
een Voorzitter;
een Vice-Voorzitter;
een Eersten Secretaris;
een Tweeden Secretaris; en
een Penningmeester.
Art. 6.
Het Bestuur wordt door de leden uit de werkende
leden gekozen, en verdeelt onderling de belrekkingen
opgenoemd in artikel 5.
Art. 7.
Een lid van het Bestuur mag tegelijkertijd niet meer
dan één der betrekkingen, vermeld bij artikel 5 bekleeden.
Art. 8.
Aan het Bestuur kunnen door de leden Eereleden
worden toegevoegd. Aan hen kan nimmer één der be-
trekkingen, opgenoemd in art. 5, opgedragen worden.
In de vergadering van het bestuur hebben zij een
adviserende stem.
Art. 9.
Het Bestuur treedt in overleg met het Gemeente-
bestuur, de Geneesheeren, de Apothekers, de Vereeni-
-ocr page 12-
6
ging tot Verbetering der Volksgezondheid en andere
ligchamen tot bereiking van het doel der commissie.
Art. 10.
Het Bestuur benoemt en ontslaat de noodige bedienden
en regelt hun werkkring en salaris.
Art. 11.
Jaarlijks in de maand Januarij treedt één der leden van het
Bestuur volgens een rooster af. Hij is dadelijk herkiesbaar.
Eereleden van het Bestuur worden voor hun leven
aangesteld.
Art. 12.
De Voorzitter belegt en leidt de vergaderingen. Wan-
neer minstens vijf leden schriftelijk te kennen geven dat
zij eene vergadering verlangen, moet hij er eene binnen
acht dagen beleggen.
Bij ontstentenis van den Voorzitter treedt de Vice-
Voorzitter in zijne plaats.
Bij ontstentenis van dezen op vergaderingen treedt de
oudste in jaren der aanwezige leden voor hem op.
Art. 13.
De Secretarissen zorgen voor het geregeld boekhouden
aan het Bureau en hebben het oppertoezigt over den
dienst aldaar.
Hunne werkzaamheden verdeelen zij verder naar onder-
ling goedvinden.
Art. 14.
De Penningmeester ontvangt en beheert alle gelden.
Hij doet van de ingekomen gelden en geschenken gedu-
-ocr page 13-
1
I
rende het heerschen der ziekte wekelijks opgave in de
dagbladen, welke het Bestuur daartoe aanwijst.
Hij betaalt geene rekeningen dan die vooraf door den
Voorzitter zijn goedgekeurd.
Hij doet jaarlijks in de maand Januarij rekening en
verantwoording aan de leden.
Art. 15.
(Van de Vergaderingen.)
Oproepingen voor vergaderingen geschieden in den
regel uiterlijk drie dagen vóór den dag der bijeenkomst.
De Voorzitter heeft de bevoegdheid daaraan, onder
mededeeling der redenen, af te wijken.
Art. 16.
Er mag op een eerste vergadering geen besluit worden
genomen, indien niet een vierde der werkende leden
aanwezig is.
Op een tweede vergadering besluit de meerderheid der
aanwezige leden over de voorstellen der vorige bijeenkomst.
Voor stemmingen over de toelating van leden wordt
de tegenwoordigheid van tien leden vereischt.
Art. 17.
Alle stemmingen over personen geschieden bij gesloten
briefjes.
Alle besluiten worden genomen bij meerderheid der
uitgebragte stemmen.
Bij staking van stemmen beslist het lot.
Art. 18.
Wanneer bij eene eerste stemming over personen
-ocr page 14-
8
niemand de volstrekte meerderheid op zich vereenigd
heelt, wordt tot eene tweede vrije stemming overgegaan.
Zoo bij eene tweede vrije stemming andermaal geene
volstrekte meerderheid verkregen wordt, moet er eene
herstemming plaats hebben tusschen hen, die de meeste
stemmen op zich vereenigd hadden.
Die bij de derde stemming de meeste stemmen erlangt
is gekozen. Bij staking van stemmen is de oudste in
jaren benoemd.
Art. 19.
Over de toelating van leden wordt beslist bij meer-
derheid der uitgebragte stemmen.
VAN DE WERKZAAMHEDEN.
Het bezoeken van huisgezinnen of lijders.
Art. 20.
De werkzaamheden regelen zich naar de tijdperken,
vermeld bij Art. 2 der Statuten.
Art. 21.
Het Bestuur beslist wanneer elk der genoemden tijd-
perken kan worden geacht te zijn ingetreden.
Art. 22.
t
Bij het intreden van het eerste tijdperk roept het
Bestuur de vergadering\' bijeen; het legt als dan, met
inachtneming van Art. 3 der Statuten, een uitgewerkt
plan voor van voorbereidende maatregelen.
Art. 23.
Staande de vergadering in het vorig artikel vermeld
-ocr page 15-
9
worden de voorbereidende werkzaamheden tusschen de
werkende leden verdeeld, op vrijwillige aangifte van
elk hunner.
Art. 24.
De huisgezinnen of personen, welke de voorbereidende
maatregelen tegenwerken of trachten te belemmeren,
worden aan den lsto» Secretaris opgegeven, en worden
uitgesloten van onderstand, wanneer de cholera zich in
hun gezin vertoont.
»
Art. 25.
De voorbereidende werkzaamheden houden op voor
die gedeelten der gemeenten, welke door het Bestuur ver-
klaard worden in het tweede tijdperk te zijn overgegaan.
Art. 26.
Wanneer het tweede tijdperk is ingegaan, wordt het
Bureau opengesteld gedurende zoovele en zulke uren
daags als het Bestuur noodig oordeelt.
Art. 27.
De leden der afdeeling in Art. 2 sub 1 vermeld,
nemen ieder een gedeelte der gemeente ter behandeling
op zich, tot welk gedeelte zich hunne werkzaamheid
uitsluitend bepaalt.
Zij bezoeken de lijders, houden toezigt op de woningen
en trachten de met het oog op de ziekte noodige maat-
regelen te bevorderen. Zij doelen ondersteuning uit
waar zij zulks noodig keuren.
Huisgezinnen of personen, die weigeren de maat-
regelen ter desinfectie enz. toe te laten, worden van
allen onderstand verstoken.
-ocr page 16-
10
Art. 28.
Wanneer het Bestuur verklaart dat het derde tijdperk
kan worden geacht te zijn ingetreden, mag alleen onder-
steuning worden gegeven in gezinnen waar de Cholera
heerscht, of gedurende drie weken nadat het laatste
ziektegeval in een gezin is voorgekomen.
Art. 29.
Uitgenomen spoedvereischende gevallen wordt geen
zieke als* Cholera-lijder aangemerkt, zonder behoorlijke
verklaring van een geneesheer.
Art. 30.
De rondgaande leden onthouden zich aan het ver-
strekken van wijn en levensmiddelen, welke eenigzins
als geneesmiddelen kunnen worden aangemerkt, aan per-
sonen die nog onder behandeling van den geneesheer zijn.
Art. 31.
Zij houden in een eigen boekje zooveel mogelijk aan-
teekening van hunne bevindingen en van de bons door
hen aan de onderscheiden personen afgegeven.
Bij hunne aanwezigheid aan het Bureau houden zij
zich bij voorkeur op in de spreekkamer.
Administratie.
Art. 32.
Er is eene Commissie bepaaldelijk belast met de zorg
voor de voedingsartikelen en het aanschaffen daarvan.
Eene dergelijke Commissie is belast met de zorg voor
artikelen van ligging en kleeding. Beide Commissien
-ocr page 17-
11
worden op uitnoodiging van het Bestuur te zamen ge-
steld uit de leden, die zich verbonden hebben tot het
verrigten der werkzaamheden der tweede afdeeling.
Art. 33.
Het Bestuur bepaalt welke voorwerpen aan het Bureau
voorhanden zullen zijn en brengt zulks bij aanplakking
ter kennis der leden.
Art. 34.
De leden der tweede afdeeling zijn verpligt bij beurten
zitting te houden aan het Bureau. Zij nemen de afge-
gegeven bons in ontvangst en houden toezigt op de
afgifte der goederen.
Art. 35.
Al de afgegeven voorwerpen worden met de namen
der begiftigden terstond geboekt.
Art. 36.
Aan het Bureau zijn minstens twee leden aanwezig,
tenzij het Bestuur oordeele dat één lid voldoende is.
De zittingsbeurten worden waargenomen volgens een
vasten rooster; aan de leden met de zittingsbeurt belast,
wordt hiervan minstens 24 uren te voren kennis gegeven.
Is een lid verhinderd te verschijnen zoo is hij gehouden
voor een plaatsvervanger te zorgen.
Art. 37.
Gedurende een bepaalden tijd van den dag is altijd
een der bestuursleden aan het bureau aanwezig. Hij
houdt zitting in de spreekkamer, bezorgt alle inkomende
-ocr page 18-
12
brieven en aanvragen, en houdt van de inkomende ge-
schenken aanteckcning\' in een daartoe bestemd boekje.
Op de uren dat geen bestuurslid aanwezig is, wordt
een en ander door het oudste der aanwezige leden verrigt.
Art. 38.
Alle moeijelijkheden, die zich bij de afgifte van goe-
deren als anderszins mogten voordoen, worden zonder
hooger beroep beslist door het aanwezige bestuurslid
of hem die krachtens het voorgaand artikel zijne plaats
inneemt.
Art. 39.
De bons door de leden der lste afdeeling afgegeven,
worden aan het bureau, in den regel, gehonoreerd. Bij
vermoedelijk ot blijkbaar bedrog van wege de begiftigden
heeft echter het lid, dal. zitting houdt, het regt om de
afgifte van het gevraagde geheel of gedeeltelijk op zijne
verantwoording te weigeren.
Art. 40.
Bij weigering tot afgifte van het gevraagde op een
bon, moet hij, die de afgifte geweigerd heeft, den bon
met zijne handteekening waarmerken, met vermelding-
der redenen van weigering.
Van een en ander moet hij ten spoedigste kennis
geven aan hem die den bon heeft algegeven.
Art. 41.
De bepalingen der twee laatstvoorgaande artikelen zijn
ook toepasselijk op de bons bevattende aanzoek om
-ocr page 19-
13
voedsel of versterkende middelen door geneesheeren aan
hunne patiënten afgegeven.
Art. 42.
Het voorgeschrevene op een bon kan worden vermin-
derd, wanneer do aanwezige voorraad van het gevraagde
artikel te gering is om aan de aanvraag te voldoen.
De aanwezige leden zijn verpligt om ten spoedigste
de noodige maatregelen te nemen, ter verkrijging van
het vereischte.
Art. 43.
Wanneer eenig voorwerp aangevraagd wordt dat niet
voorhanden is, moet hij, die den bon in ontvangst
neemt, dien met zijne handteekening waarmerken met
vermelding der redenen van weigering en daarvan mede-
deeling doen aan het lid dat hem heeft afgegeven.
Art. 44.
Wanneer een geneesheer benoodigdheden voor ligging
en kleeding voorschrijft, wordt zulks alleen aangemerkt
als aanbeveling.
Het daartoe afgegeven papier wordt door de zitting -
houdende leden bezorgd aan het lid dat zich belast
heeft met zorg voor het gedeelte der Gemeente, waartoe
het huisgezin of de lijder behoort.
Art. 45.
Aan aanvragen om artikelen, niet voorkomende op de
lijst bij art. 33 bedoeld, kan, wanneer zulks bepaald noodig
geoordeeld wordt, door de zittinghoudende leden worden
voldaan, door afgifte van een bon op een leverancier.
-ocr page 20-
u
Art. 46.
Zoodanige voorwerpen of verrigtingen welke, in grooten
getale gevorderd, te veel kosten zouden te weeg brengen,
mollen worden aangevraagd aan het Bestuurslid, dat
op de daartoe vastgestelde uren aan het bureau aanwezig is.
De vervanging in Art. 37, 2 alinea bedoeld, is ten
deze niet toepasselijk.
Art. 47.
Het Bestuur kan aan zoodanige personen, die zich
daartoe aanmelden, de vergunning geven om goederen
uit het magazijn tegen betaling te erlangen, hetzij:
a.    voor eigen gebruik; of
b.     om die aan anderen te schenken.
In het eerste geval moet de vergunning zooveel mo-
gelijk worden beperkt tot personen, die in de klasse
der bedeelden kunnen vallen, maar door eergevoel
daarvan worden teruggehouden.
De prijs der voor eigen gebruik af te geven voor-
werpen wordt door het Bestuur bepaald.
In geval sub. b. mag de prijs der goederen niet be-
neden den inkoopsprijs gesteld worden.
Art. 48.
De bij Va. van het vorig artikel bedoelde personen
kunnen geene goederen uit het magazijn bekomen dan
op een daartoe afgegeven en van de overigen wel te
onderscheiden bon geviseerd door het in Art. 37 aan-
gewezen Bestuurslid. Zij moeten het verschuldigde bedrag
terstond voldoen.
-ocr page 21-
15
Art. 49.
De bij Art. 47 onder la b. bedoelde personen kunnen
door het Bestuur worden gemagtigd om eenige wel te
onderscheiden bons af te geven, met vermelding van
naam en woonplaats der begiftigden.
De namen van hen die hiertoe vergunning hebben
verkregen, worden aan het Bureau aangeplakt.
Art. 50.
De leden die aan het Bureau eenige ververschingen
wenschen te gebruiken, zijn gehouden bij te dragen tol
den hoofdelijken omslag, die ter bestrijding der onkosten
daarvan door den bediende wordt geheven.
Yeranderinge n.
Art. 51.
Veranderingen in dit Beglement mogen slechts op
eene algemeene vergadering gemaakt worden, op voorstel
van het Bestuur of op een voorstel door minstens vijf
Leden onderteekend.
Zoodanige voorstellen, naauwkeurig de voorgestelde
wijzigingen bevattende, moeten minstens vier dagen voor
de vergadering in het bureau voorhangen of aan de
leden worden bekend gemaakt.
Overgangsbepalingen.
Dit Reglement treedt in werking daags nadat op de
Statuten blijkens de Staatscourant de Koninklijke goed-
keuring verkregen is.
-ocr page 22-
16
Binnen een maand na gemeld tijdstip treedt het
Bestuur af en wordt een nieuw Bestuur gekozen.
Op gelijke wijze worden alle commissiën ontbonden
en vernieuwd.
De volgens Art. 1 van het reglement van 5 April
1867 benoemde eereleden van het Bestuur treden niet af.
Alle vroegere reglementen en bepalingen vervallen bij
het in werking treden van dit reglement.
Aldus vastgesteld op de Vergadering van 6 Juni 1874.
-ocr page 23-
LEDEN OER VEREENIGING.
Mr. W. R. Boer, Eerelid.
S. Gille Heringa, Eerelid.
Dr. G. VAN O VERBEEK DE MEIJER,
Eerelid.
Mr. S. H. Vernède.
H. W. Th. van Goudoever.
L. Bouman.
W. A. van Rijn.
J. C. van Eelde.
L. T. H Andrau.
W. C. VAN BAERLE.
H. I. de Beer.
S. L. de Beer.
Mr. B. J. H. van Blaricum.
Mr. G. H. van Bolhuis.
W. C. I. Bollaan.
Jhr. A. W. Teding van Berkhout.
Jhr. F. W. J. van Breugel.
J. E. Cornelissen.
H. I. Dahmen.
W. F. Dannenfelser.
Mr. E. C. U. de Balbian van Doorn.
Mr. S. M. A. Dumosch.
T. J. van Everdwgen.
J. Gravendaal.
J. de Groot.
F. C. de Grijs.
R. C van Haagen.
J. J. Haak.
Mr. F. A. van Hall.
J. B. H. Hessing.
Dr. H. C. G. J. G. J. M. van der
Hoek.
Jhr. W K. L. van Hogendorp.
J. Kiers, Jacz.
F.   W. Klokke.
R. Mijsberg.
A. Pos.
N. de Ridder.                         
D. de Rooy.
T. Hart de Ruyter.
G.   H. VAN DER SANDT.
R. Sasse.
A. H. SCHLUTER.
J. G. L Nolst Trénité.
C. Vermeys.
J. H. Wiesman.