HUISHOUDELIJK BEHEER

SEIVATIS \'VKTKRANORUH.

�>*;! (ABT. 119 UKK WET VAN HET UTB. STUD.-COBPS.)

J. DE Kil UU F F.
187 4.

<------------------------

HUISHOUDELIJK BEHEER

SENATUS YETERANOKUM.

(Art. 119 der Wet van het ��tr. Stud.-Corps.)

Stoom-Snelpersdrulc van L. E. Bosch & Zoon.

HUISHOUDELIJK BEHEER

SENATU8 VETERANORUM.

TITEL I.
Algeincene bepalingen.

Aht. 1. Overeenkomstig art. �S der Corps-Wet

kiest de Senaat, terstond na de installatie van nieuwe

leden, uit de vertegenwoordigers der faculteiten een

Pro-Rector, Vice-Ab-actis en Piscus.

Deze keuze geschiedt met gesloten briefjes.

Aht. 2. Behalve de werkzaamheden, die door de Corps-
"Wet of door dit Reglement aan de verschillende leden van
den Senaat zijn opgedragen, kan de Rector ��n of meer der

leden met de vervulling van bijzondere werkzaamheden
belasten. Zie ook Corps-wet art. 117.

.Deze zijn verplicht de hun aldus opgedragene werk-
zaamheden te vervullen, op boete van f 2.00.

Akt. 3. Eene commissie om den Senaat te vertegen-
woordigen zal in den regel bestaan uit den Rector en
den Ab-actis. Bij het begroeten vaD een Hoogleeraar
bestaat de commissie uit den llector en den Vertegen-
woordiger der Faculteit, waartoe de Hoogleeraar behoort.

Abt. 4. Ieder lid van den Senaat, aan wien volgens
art. 2 bijzondere werkzaamheden zijn opgedragen, en
eveneens iedere commissie uit den Senaat, is verplicht,
zoodra mogelijk nadat de werkzaamheden zijn afgeloopen,
al de ontvangen stukken, alsmede de aanwezige copi�n
der uitgegeven stukken aan den Ab-actis van den Senaat
ter depositie in het archief ter hand te stellen.

Wanneer de Senaat aan een zijner leden het schrijven
van brieven heeft opgedragen, is genoemd lid verplicht
binnen 4 dagen een afschrift daarvan aan den Ab-actis
ter hand te stellen, die dan gehouden is het afschrift
binnen 4 dagen in het Corre,spondentie-boek over te
schrijven.

Abt. 5. Ieder lid van den Senaat, dat buiten den

vacantie-tijd voor meer dan 2 x 24 uren de stad ver-
laat of na den vacantie-tijd langer dan 2 X 24 uren af-
wezig blijft, is verplicht daarvan zoo vroeg mogelijk
aan den" Rector schriftelijk kennis te geven, met opgave
van den tijd, gedurende welken hij waarschijnlijk zal
afwezig blijven, en de plaats, waar hij zich waarschijn-
lijk zal bevinden.

De Eector geeft op dezelfde wijze kennis van .zijne
afwezigheid aan den Pro-Eector.

Ait".\\ 6. Ieder lid van den Senaat, dat om eene of
andere reden zijne werkzaamheden niet kⁿn vervielen,
^;s verplicht zijn plaatsvervanger in staat te stellen zijne
werkzaamheden waar te nemen; zoo ook deze niet in
zijne plaats kan optreden, stelt hij den Rector de be-
noodigheden ter hand.

Art. 7. De leden van den Senaat zijn verplicht de
brieven, d^;e zij in hunne bijzondere kwaliteit ontvangen,
in de eerstvolgende Senaats-vergadering ter tafel te bren-
gen, en tevens aan den Ab-actis ter hand te stellen.

De leden van den Senaat zijn verplicht de brieven of stuk-
ken , die bij hen in plaats van bij den Ab-actis bezorgd
zijn, binnen 36 uren aan den Ab-actis te doen toekomen.

Art. 8. Geen lid van den Senaat mageenige bestel-

ling of uitgave voor den Senaat doen, tenzij deze, of in
dringende gevallen de Rector daartoe zijne toestemming
hebbe verleend. Tevens is hij verpligt de bestelling
hetzij mondeling op de eerstvolgende Sen. verg. hetzij
schriftelijk den Prorector op te geven en in den loop
der maand, waarin hij de bestelling gedaan heeft, de
rekening van het bestelde bij den Fiscus te laten be-
zorgen.

Zij, die de bepalingen van dit artikel of die van artt.
4, 5, 6 of 7 overtreden, worden beboet voor f 2.00.

TITEL II.
Van den Itector.

Art. 9. De Rector is met het beleggen en de lei-
ding der Senaats-vergaderingen belast.

Art. 10. De Rector geeft den Ab-actis binnen 36
uren bericht van de inschrijving van ieder die zich
heeft aangemeld om lid te worden van het Stud.-corps,
op boete van � 1.00, welke boete voor iedere 24 uren
later met f 0.50 wordt verhoogd.

TITEL III.
Van den Ab-actla.

Art. 11. De Ab-actis is gehoudeu de bij hem inge-
komen brieven in de eerstvolgende Senaats-vergadering
ter tafel te brengen.

De Ab-actis is verplicht de brieven, die bij hem inko-
men of overeenkomstig art. 7 aan hem «orden ter hand
gesteld, in behoorlijke volgorde genummerd Ie bewaren.

Art. 12. De Ab-actis moet den inhoud der door hem ge-
schreven brieven naar volgorde overschrijven in het bij hem
berustende correspondentieboek, van belangrijke brieven
den woordelij ken, van alle overige den zakelijken inhoud.

Art. 13. Zoo iemand als lid van het Stud-Corps is
ge�nstalleerd, is de Ab-actis verplicht diens naam, alsmede
den datum der installatie, binnen 8 dagen op de lijst
der leden en op het afschrift daarvan, dat op de Stud.-
Societeit berust, te plaatsen.

Zoo iemand op eene of andere wijze heeft opgehouden
lid te zijn van het Utr. Stud.-Corps, is de Ab-actis ver-
plicht diens naam op de lijst der leden en het afsclnift uit
te schrappen, en daarachter in te voegen den dag en de
wijze, waarop die persoon het lidmaatschap heeft verloren.

Art. 14. De Ab-netis bewaart de convocatie-billetten
voor Corps-vergaderingen, publieke Senaats-vergaderingen
en stemmingen.

Wanneer deze moeten gehouden worden stelt hij de
billetten, behoorlijk ingevuld en door hem onderteekend,
aan ��n der Ministri ter hand. (Zie art. 5-?).

Ingeval hij aan deze verpligting niet voldoet wordt hij
beboet voor f 2.50.
s Aht. l�. De Ab-actis is belast met de zorg voor
het archief van het Utr. Stud.-Corps.

Art. 16. Wanneer er in eene Corps-vergadering zaken
zijn behandeld of voorgevallen, die op de Soci�teit en
de Bibliotheek moeten worden bekend gemaakt, is d<»
Ab-actis belast met het doen dier bekendmaking.

Art. 17. De Ab-actis is verplicht alle veranderingen
in en bijvoegselen tot de Wetten van het Corps binnen
8 dagen na hare vaststelling in een daartoe bestemd
Wetboekje over te schrijven , op boete van f 1.�. Hij
moet zorg dragen, dat dit wetboekje op iedere Corps- en
Senaats-vergadering aanwezig zij, op boete van f 0.50.

Abt. 18. De Ab-actis draagt zorgt, dat op de Stud. -
Soci�teit en de Academische Bibliotheek een exemplaar
der Corps Wet voorhanden zij.

Hij is verplicht in die exemplaren alle veranderingen
in en bijvoegselen tot de Wetten binnen 14 dagen na
hare vaststelling over te schrijven op boete van f 2.

Art. 19. Bij de installatie van nieuwe leden van het
Corps zorgt de Ab-actis, dat het benoodigd aantal
exemplaren der Corps-Wet voorhanden zij.

Art. 20. De Ab-actis draagt zorg, dat op elke Corps-
en Senaats-vergadering de notulen, die hij verplicht is
te houden, aanwezig zijn in een gesloten zak, met den
sleutel om dien te openen, op boete van /\' 1.00.

Art. 21. Bij Corps-vergaderingen zorgt de Ab-actis,
dat minstens 5 minuten voor het uur, waarop de ver-
gadering zal gehoudeu worden, in het lokaal, waar ze
zal gehouden worden, een genoegzaam aantal presentie-
lijsten aanwezig zij.

De oningevulde presentie-lijsten berusten bij den Ab-actis.

Art. 22. De Ab-actis draagt zorg, dat bij verkiezin-
gen een genoegzaam aantal stemlijsten aanwezig zijn op
de plaats , waar de stemming zal gehouden worden.

Art. 23. Bij afwezigheid van den Ab-actis wordt
hij door den Bro-B,ector vervangen.

Van den Pro-Hector.

Aut. 24. Zoo de Rector overeenkomstig art. 5 vau
dit Reglement aan den Pro-Rector heeft medegedeeld,
dat hij langer dan 2 x 24 uren afwezig zal zijn, geeft
de Pro-Rector binnen 86 uren na liet ontvangen van
genoemde kennisgeving aan de leden vau den Senaat,
die in de stad zijn, \'t zij mondeling , \'t zij schriftelijk
bericht, dat hij de functi�n van den Rector zal waarne-
men, met bijvoeging van den tijd, gedurende welken de
Rector waarschijnlijk afwezig zal zijn.

Abt. 25. De Pro-Rector bewaart de diploma\'s voor
hen, die na of zonder novitiaat lid van het Utr. Stud.-
Corps worden en voor hen, die tot honorair lid van den
Senaat benoemd worden.

Hij moet 8 dagen na de Senaats-vergadering, waarop
iemand als lid van het Utr. Stud -Corps wordt ge�n-
stalleerd , diens diploma, behoorlijk ingevuld en door alle
leden vau den Senaat onderteekend, mede biengen en
kau voor /\' 1 voor elk outbrekend stuk, beboet worden.

Bij de groote installatie, vermeld in art. 167a dei-
Corps-Wet, moet hij zorgen dat de diploma\'s uiterlijk

binnen 14 dagen na de installatie, aan de nieuwe leden
kunnen worden uitgereikt, op boete van /\' 0.50 voor
elk ontbrekend stuk.

Evenzoo zorgt hij dat de diploma\'s aan de nieuwe hono-
raire leden van den Senaat binnen 14 dagen aan hen
kunnen worden verzonden Voor elk ontbrekend stuk
kan hij door den Sen. voor /\' 2.� beboet worden.

Art. 26. Bij afwezigheid van den Prorector, wordt
hij door den Vice-Ab-actis vervangen.

TITEL V.
Van den Vice-Ab-actis.

Aut. 27. De Vice-Ab-actis houdt de notulen van de
Senaats-vergaderingen; hij draagt zorgt, dat die notulen
op elke vergadering aanwezig zijn in een gesloten zak
met den sleutel om dien te openen, op boete van f J.00.

Airr. 28. De "Vice-Ab-actis geeft, zoo dikwijls de
Rector eene Senaats-vergadering, hetzij gewone, hetzij
publieke belegt, hiervan kennis aan alle gewone en ho-
noraire leden van den Senaat, (aan deze laatste voor zoo
verre zij in de stad woonachtig en nog lid van het Utr.

Stud.-Corps zijn), minstens 24 uur v��r het openen
der vergadering, met uitzondering in het geval van Art.
53 al. 4, met opgave van tijd en plaats der vergadering,
der werkzaamheden, zoo de Rector hem die heeft medege-
deeld en de kleeding zoo de Corps-Wet of de Rector
hieromtrent iets bepaald heeft.

Hij bewaart de daartoe bestemde billetten en geeft den
Senaat kennis wanneer er geene genoegzame hoeveelheid
meer voorhanden is, op boete van f 5.�.

Art. 29. De Vice-ab-actis noodigt hen die voor den
Senaat moeten verschijnen, daartoe tot het bestemde
uur schriftelijk uit (uitgezonderd het geval vermeld in
art. 33 der Corpswet). Hij verzoekt hen, die als leden
van het Corps zullen worden ge�nstalleerd de som van
f 7,50, het diploma van inschrijving bij den Rector
Magn. en het bewijs bedoeld in art. 9 der Corpswet
mede te brengen, terwijl hij aan hen, die volgens art 1 3
der Corpswet van het novitiaat zijn vrijgesteld, nog liet
verzoek richt. om de bewijsstukken voor hunne vrijstelling
over te leggen. Hun, die als leden van den Senaat zul-
len worden ge�nstalleerd, verzoekt hij de som vau / 7,60
mede te brengen.

Aut. 60 De "Vice-Ab-actis is verplicht alle verande-

ringen in en bijvoegselen tot het Reglement van den
Senaat, binnen 8 dagen na de vaststelling, in eendaar-
toe bestemd boekje over te schrijven, op boete van
f 1.00. � Hij draagt zorg, dat dit boekje op iedere
Corps- en Senaats-vergadering aanwezig zij op boete
van f 0.50 en legt een exemplaar op de Soci�teit en
de Bibliotheek.

Bij de installatie van nieuwe leden van den Senaat,
zorgt hij dat voor ieder dezer een Senaats-E-eglement
aanwezig zij.

Art. 31. Wanneer in eene Senaats-vergadering zaken
behandeld of voorgevallen zijn, die op de Soci�teit en de
Bibliotheek moeten worden bekend gemaakt, is de Vice-
Ab-actis belast met het doen van die bekendmaking.

Art. 32. De Vice-Ab-actis geeft hem, die tot hono-
rair lid van den Senaat is benoemd, binnen 2 X 24
uren daarvan kennis, op boete van f 2.00.

Abt. 33. Bij afwezigheid van den Vice-Ab-actis,
wordt hij door den Pro-Eector vervangen.

TITEL VI.
Van den Figcas.

Akt. 34. De Fiscus mag geene rekeniugeu vol-
doen of andere uitbetalingen doen dan met schriftelijke
machtiging van den Rector of Ab-actis. Zoo die reke-
ningen of uitbetalingen in betrekking staan tot de bijzon-
dere werkzaamheden van een der leden van den Senaat,
moeten zij ook door hem, wiens bestuur zij betreffen,
vooraf zijn goedgekeurd.

Akt. 35. De Fiscus is verplicht op de eerste Senaals-
vergadering, welke gehouden wordt nadat 4 weken ver-
loopen zijn sedert het goedkeuren van eene rekening en
verantwoording der Corps-kas of Feestkas, of sedert het
vaststellen eener begrooting, genoemde rekening en ver-
antwoording of begrooting in de daartoe bestemde boeken
behoorlijk overgeschreven, benevens de authentieke be-
grootiug of rekening en verantwoording, aan Rector en
Ab-actis ter viseering aan te bieden, op boete van � 1.00,
welke boete op iedere volgende vergadering, waarop
de aanbieding niet plaats heeft, met / 0.50 verhoogd
wordt.

Abt. 36. De Fiscus geeft in de eerste Senaats-ver-

gadering na 1° Januarij nauwkeurig opgave van de
leden en oud-leden van het Corps, die hunne contribu-
ti�n en boeten niet hebben voldaan en daarom van hun
lidmaatschap ontzet of op de Studenten-Societeit moeten
worden aangeplakt, op boete van f 2.00 voor elk ver-
zuim.

Art. 37. De Fiscus is verplicht, wanneer de Se-
naat voor eigen gebruik uitgaven gedaan heeft, in
eene eerstvolgende Senaats-vergadering de rekening daar-
van ter tafel te brengen, en van ieder, die daaraan
heeft deel genomen, zijn per hoofdelijken omslag bepaald
aaudeel op te vorderen, op boete van / 2.00

Art. 38. De Fiscus is verplicht de leden van den
Senaat op die vergadering, waarop zij tot betaling hun-
ner boelen verplicht zijn, aan hunne verplichtingen te
herinneren, op boete van f 1.00.

Art. 39. Bij afwezigheid van den Fiscus, wordt bij
door den Pro-Eector vervangen.

Van den Magister Ceremoniaram et Kjm-
larum en van den Cantor.

Art. 40. De Thesaurier is altijd Mag. Ceremonia-
rum et Epularum.

Art. 41. De Mag. Cerem. et Epul. is, behoudens de
schikkingen door den Senaat te maken, belust met de
regeling van de installati�n, de serenades en het feest
van 22 Mei

Ar� 42. De Mag. Gerem. et Epul. biedt aan hen,
die als leden vau het Corps ge�nstalleerd worden, de
lijsten voor de verschillende inrichtingen in het Stud.-
Corps ter teekening aan. Hij draagt zorg, dat genoemde
lijsten of handteekeniugen zoo spoedig mogelijk ua de
installatie aan de commissi�n dier inrichtingen worden
terug bezorgd of toegezonden.

Bij de installatie van nieuwe leden van den Senaat
zorgt hij, dat voor ieder hunner een insigne gereed zij,
op boete van � 2,� voor elk ontbrekend insigne.

Art. 43. De Mag. Cer. et Ep. is belast met het
innen der boeten door de leden en hon. leden van den
Senaat, volgens dit Regl. verbeurd. Hij houdt hiervan
afzonderlijk boek.

Art. 44. Bij afwezigheid van den Mag. Cer. etEp. draagt
de Senaat aan ��n der leden zijne werkzaamheden op.

Art. 45. Er wordt uit de leden van den Senaat een
Cantor gekozen, die, zoo hij voor de eerste maal geko-
zen wordt, zijne, benoeming moet aannemen, op boete
van f 2.50. De Rector is hiertoe niet benoembaar.

TITEL VIII.
Van de ITIinistri.

Art. 46. De leden van den Senaat hebben in hunne
kwaliteit de beschikking over de ministri.

Art. 47. Op elke Corps- en Senaats-vegadering moet
��n der Ministri aanwezig zijn. Bij de installatie ver-
meld in art. 167^a der Corpswet, de serenades en de
Corps-vergadering van 22 Mei beide.

Art. 48. Nadat de Ab-actis de in art. 17 vermelde
billetten aan ��n der miuistri heeft ter hand gesteld,
geeft deze ze ter onderteekening aan den Rector nn plakt
ze daarna op de gebruikelijke plaatsen aan (Corps-Wet
art. 12S).

Art. 49. De Mag. Cer. et Ep. heeft het toezigt op

de Ministri en brengt klagten omtrent hen, ter kennis
van den Senaat.

TITEL IX.
Over de honoraire leden.

Art. 50. De benoeming tot honorair lid van den
Senaat geschiedt met gesloten briefjes. Vgl art 114a
der Corps-Wet.

Art. 51. De diploma\'s, die overeenkomstig art. 11 ib
der Corps-Wet aan de honoraire leden van den Senaat,
moeten worden ter hand gesteld, zijn voorzien van
zegels in koperen bussen en van 5 linten met de facul-
teitskleuren. De volgorde der linten is: het lint der
Theologische, der Juridische, der Literarische, der Me-
dische, der Philosophische Faculteit.

Op het diploma voor een honorair lid moet als datum
van onlerteekening die dag staan, waarop het lid, voor
wien het diploma is bestemd, tot honorair lid van den
Senaat is benoemd. Elk lid van den Senaat onder-
teekent het diploma in die betrekking, welke hij be-
kleedde tijdens het opdragen vau het honoraire lidmaat-
schap.

Art. 52. Zij hebben eene adviseerende stem en mis-
sen het regt om een voorstel te doen. (Art. 115 der
Corps-wet).

TITEL X.
Van de Senaats-vergaderingen.

Abt. 53. De Seuaats vergaderingen worden door den
Rector wanneer hij het noodig oordeelt, belegd; hij is
echter verplicht liet te doen, wanneer de Senaat op eene
vorige vergadering daartoe besloten heeft, of wanneer twee
leden van den Senaat hem daartoe schriftelijk uitnoodigen.

De Rector maakt den Vice-Ab-actis tijdig bekend,
wanneer de vergadering zal plaats grijpen, opdat deze
in de gelegenheid zij de vergadering 24 uren te voren
aan de leden bekend te maken. (Art 28).

De Rector moet zooveel mogelijk aan den Vice-Ab-
actis de reden, waarom de vergadering belegd wordt,
mededeeleu.

In dringende gevallen kau de Rector eene ver-
gadering beleggen, zonder dat deze 2� uren te voren
bekend gemaakt is.

Art. 54. De vergadering is alleen dan wettig, wanneer
ten minste drie leden tegenwoordig zijn. Elke vergadering
echter, wettig bijeengeroepen, hoe gering het aantal der
aanwezige leden ook zijn moge, heeft het recht in za-
ken, welke geen uitstel kunnen lijden, te besluiten en
hare besluiten te doen uitvoeren, doch zij moet die aan de
goedkeuring der eerstvolgende, uit het wettig aantal
leden bestaande vergadering onderwerpen, welke de
genomen besluiten bekrachtigt, of anders zoodanige maat-
regelen neemt als zij doelmatig oordeelt.

Art. 55. Voor zoover de Corps-wet of dit reglement
het niet anders bepalen, besluit en benoemt de vergade-
ring bij volstrekte meerderheid van stemmen.

Art. 56. De Ab-actis neemt op de vergadering
plaats aan de regterhand van den Rector, naast hem
de Vice Ab-actis en daarna de honoraire leden. De The-
saurier is geplaatst aan de linkerhand van den Rector»
daarnaast de Pro-Rector en daarnaast de honoraire leden.

Art. 57. Bij eene Corps verg of publieke Senaats-.
vergadering komt de Senaat een kwartier uur voor
de opening der Corps vergadering of publieke Senaats-
vergadering bijeen, op boete van f 0.50 voor den te
laat komende.

Art. 58. Wanneer op het uur der vergadering noch
tle Rector noch de Pro-Rector aanwezig is, wordt de
vergadering door den Ab-Actis geopend De vergade-
ring gaat daarna terstond over tot de benoeming van
haren Voorzitter.

Aiit. 59. De Rector behoeft aan denzelfden persoon
over dezelfde zaak niet meer dan drie malen het woord
te verleenen.

Art. 60. Ieder lid van den Senaat, dat op de verga-
dering stoornis verwekt, wordt door den Rector met
� 0.50 beboet.

Aut. 61. Bij de publieke Senaats-vergaderingen wor-
den geene notulen gelezen.

Art. 62. De serenades worden als publieke Senaats-
vergaderingen beschouwd.

Art. 63. De leden en honor. leden van den Senaat
zijn verplicht gedurende de vergadering hunne insignia
om te hebben op boete van � 0.50.

Art. 61. De leden van den Senaat, die om welke
reden ook de Senaats-vergaderingen in \'t geheel niet
bijwonen, worden, zoo zij vooraf geene schriftelijke ken-
nisgeving hebben gezonden, met f 2.50 beboet.

De leden van den Senaat, die om welke reden ook

bij het openen der Senaats-vergadering niet aanwezig
zijn, worden, zoo zij vooraf geene schriftelijke kennis-
geving hebben gezonden, mety 0.50 beboet.

Voor elk kwartier, dat zij te laat komen betalen zij,
bovendien f 0.50, welke boete echter nooit meer dan
f 2.00 kan bedragen.

Dezelfde bepaling geldt voor hem, die de vergadering
v��r het sluiten verlaat.

Om redenen van billijkheid kan de Senaat echter de
in dit art. vermelde boeten verminderen of kwijtschelden.

Art. 65. De boeten, in het vorige artikel vermeld,
worden ook opgelegd aan de leden van den Senaat,
die wel vooraf eene schriftelijke kennisgeving hebben
gezonden, doch die geen redenen aanvoeren, die hun weg-
blijven, te laat komen, of te vroeg heengaan wettigen.

Akt. 66. De boeten in art. 63 en 64- vermeld, worden
verdubbeld zoo het eene publieke Senaats-vergadering is.

Evenzoo worden de leden van den Senaat, die eene
corpsvergadering niet bijwonen, beboet voor het dubbele
der som, die zij, zoo het eene gewone Senaats-verga-
dering ware geweest, zoude hebben moeten betalen.

TITEL XI.
Reglement voor den Schouwburg.

Art. 67. De leden van den Senatus Veteranorum
zijn tevens Commissarissen van den Schouwburg. (Corps-
wet. Art. lil).

Art. 68. Naar een door den Mag. Cerem. et Epul.
opgemaakten rooster, zal elk der leden van den Senaat,
gedurende een telkens door den Senaat vast te stellen
tijd , op die dagen, waarop eene Schouwburg-voorstelling
plaats heeft, op de Studenten-Soci�teit zitting houden,
des namiddags van 3V,�4\'/, uur, tot het uitreiken van
entree-kaartjes aan leden van het Utr. Studenten Corps
en van bevriende corpsen, op boete van � 2.00.

Art. 69. Hij die belast is met het uitreiken der
kaartjes, is tevens verplicht, de Schouwburg-voorstel-
lingen , in zijn termijn vallende, bij te wonen op boete
van � 2.50.

Art. 70. Hij zal quatalis plaats nemen op de voor
hem aangeduide plaats in het parterre, de rechten der
Studenten handhaven en voor de goede orde zorg dragen.

Art. 71. Bij eventuele moeielijkheden zal hij zijn

penning omhangen, en zoodanig handelen als de om-
standigheden hem zullen voorschrijven.

Art. 72. Hij zal zorg dragen een kwartier uurs voor
den aanvang der voorstelling aanwezig te zijn op boete
van ��n gulden. Diezelfde boete zal op hem worden
toegepast, zoo hij v��r het einde der voorstelling de
hem aangewezen plaats in den schouwburg verlaat.

Art. 73. Bij voorgekomen ongeregeldheden zal hij
voor den Senaat ter verantwoording kunnen geroepen
worden van zijne handelwijze; mocht die blijken in strijd
te zijn geweest met zijne bevoegdheid, zoo zal hij bij
meerderheid van stemmen voor f 2.50 beboet worden.

Art. 74. Hij heeft vrijen toegang tot den schouwburg
op vertoon van een doorloopend diploma; dit diploma
zal hij gehouden zijn aan zijnen opvolger te doen toe-
komen voor de volgende voorstelling, op boete van/1.50.

Art. 75. Hij, die zitting moet houden tot het afleveren
van kaartjens en als Commissaris de voorstelling moet
bijwonen, kan zijn plaats door een ander lid van den
Senaat doen vervullen.

Art. 76. De prijzen der plaatsen worden geregeld
door gemeenschappelijk overleg van den Direkteur en
de Commissarissen.

Art. 77. Het Senaatslid, belast met de uitgifte van
kaartjes, ontvangt 5 Commissarissen-kaarten, die hij tot
8| ure slechts aan leden van den Senaat naar orde van
aanvraag mag afgeven. Na dit uur staan zij ook voor
honoraire leden ter beschikking.

Art. 78. De Commissaris-kaarten verleenen toegang
tot alle rangen, terwijl in de boven-loge links vau het
tooneel 5 plaatsen voor Commissarissen gereserveerd zijn.

De prijs der Commissaris-kaarten is gelijk aan die der
parterre-kaarten.

Art. 79. De gewone leden van den Senaat, die van
een Commissaris-kaart gebruik maken, zijn gehouden hun
penning van den Senaat bij zich te dragen en in moeije-
lijke omstandigheden het Senaatslid, dat als Commissaris
fungeert, bij te staan.

TITEL XII.
Van de boeten.

Art. 80. Voor zoover in dit reglement geene bepaalde
boeten zijn voorgeschreven, worden de leden van den
Senaat wegens overtreding van het Senaats-lleglement
met f 0.50 beboet.

Art. 81. Elk lid, dat de plaats van een ander ver-
vult, betaalt bij verzuim dezelfde boeten als deze.

Art. 82. De leden van deu Senaat moeten hunne
boeten op strafte van verdubbeling voldoen op de eerste
vergadering, welke zij bijwonen, na die, waarop de boete
ter hunner kennisse is gekomen. De verder verschuldigde
gelden moeten uiterlijk voldaan worden op de derde ver-
gadering na die, waar zij verschuldigd zijn, op boete
van � 1.�, welke boete op iedere volgende vergadering,
wanneer de betaling alsdan niet plaats heeft, met/l,�
verhoogd wordt.

AitT. 83. De boeten worden gestort in de kas van
den Senatus Veteranorum.

Dit reglement voor het huishoudelijk beheer van den
Senatus Veteranorum is, met opheffing van alle vroegere
bepalingen, aldus gearresteerd in de Senaats-vergadering
van 18 Maart 1874.

W. T. C. VAN DOORN,
ft. t. Sen. Vet. Rector.

ft. t. Sen. Vet. Ab-Actis.

BIJVOEGSEL
TOT HET REGLEMENT VOOR HET HUISHOUDELIJK BEHEKR

SENATUS VETERANORUM,

Over den Senaats-ring.

Aut. 1. De Senaats-ring zal van goud zijn, voor-
zien van den �Sol. Justitiae", en van het inschrift,
,.Sen. Vet."

Aut. 2. Alleen honoraire leden van den Senaat
hebben het recht den Senaats-ring te dragen.

Aut.. 3. De Senaats-ring zal binnen 4 weken na de
installatie van ieder nieuw-benoemd lid op diens kosten,
aan zijnen voorganger, door den Rector, op eene Senaats-
vergadering worden aangeboden.

Aldus gearresteerd in de Senaats-vergaderintj van den
16*» April 1875.

(was gel.) J. E. H�YDECOPER,

ft t. Rector.
(was get.) C. P C. BOSCH,

ft. t loco Vice-Ab-actis.

Titel I. Algemecne bepalingen

ii II. Van den Rector . .

/; III. Van den Ab-actis. .

n IV. Van den Pro-Rector.

u V. Van den Vice-Ab-actis

ii VI. Van den Fiscus . .

ii VII.. Van den Mag. Cer. et. Ep

u VIII. Van de Ministri . .

ii IX. Van de honoraire leden

ii X. Van de Senaats-vergaderingen

u XI. Reglement voor den schouwburg.

ii XII. Van de hoeten. .



		1E6LEMEI� VOOB HET HUISHOUDELIJK BEHEER VAN DEN SENATUS YETERANOKUM. (Art. 119 der Wet van het ��tr. Stud.-Corps.)

		J. DE KRUIJFF. 18 74.



		REGLEMENT

		VOOR HET HUISHOUDELIJK BEHEER VAN DEN SENATU8 VETERANORUM.

		TITEL I. Algeincene bepalingen. *119* _m Aht. 1. Overeenkomstig art. �S der Corps-Wet kiest de Senaat, terstond na de installatie van nieuwe leden, uit de vertegenwoordigers der faculteiten een Pro-Rector, Vice-Ab-actis en Piscus. Deze keuze geschiedt met gesloten briefjes. Aht. 2. Behalve de werkzaamheden, die door de Corps- "Wet of door dit Reglement aan de verschillende leden van den Senaat zijn opgedragen, kan de Rector ��n of meer der



		5 vacantie-tijd voor meer dan 2 x 24 uren de stad ver- laat of na den vacantie-tijd langer dan 2 X 24 uren af- wezig blijft, is verplicht daarvan zoo vroeg mogelijk aan den" Rector schriftelijk kennis te geven, met opgave van den tijd, gedurende welken hij waarschijnlijk zal afwezig blijven, en de plaats, waar hij zich waarschijn- lijk zal bevinden. De Eector geeft op dezelfde wijze kennis van .zijne afwezigheid aan den Pro-Eector. Ait".\\ 6. Ieder lid van den Senaat, dat om eene of andere reden zijne werkzaamheden niet kⁿn vervielen, ^;s verplicht zijn plaatsvervanger in staat te stellen zijne werkzaamheden waar te nemen; zoo ook deze niet in zijne plaats kan optreden, stelt hij den Rector de be- noodigheden ter hand. Art. 7. De leden van den Senaat zijn verplicht de brieven, d^;e zij in hunne bijzondere kwaliteit ontvangen, in de eerstvolgende Senaats-vergadering ter tafel te bren- gen, en tevens aan den Ab-actis ter hand te stellen. De leden van den Senaat zijn verplicht de brieven of stuk- ken , die bij hen in plaats van bij den Ab-actis bezorgd zijn, binnen 36 uren aan den Ab-actis te doen toekomen. Art. 8. Geen lid van den Senaat mageenige bestel-



		6

		ling of uitgave voor den Senaat doen, tenzij deze, of in dringende gevallen de Rector daartoe zijne toestemming hebbe verleend. Tevens is hij verpligt de bestelling hetzij mondeling op de eerstvolgende Sen. verg. hetzij schriftelijk den Prorector op te geven en in den loop der maand, waarin hij de bestelling gedaan heeft, de rekening van het bestelde bij den Fiscus te laten be- zorgen. Zij, die de bepalingen van dit artikel of die van artt. 4, 5, 6 of 7 overtreden, worden beboet voor f 2.00.

		TITEL II. Van den Itector. Art. 9. De Rector is met het beleggen en de lei- ding der Senaats-vergaderingen belast. Art. 10. De Rector geeft den Ab-actis binnen 36 uren bericht van de inschrijving van ieder die zich heeft aangemeld om lid te worden van het Stud.-corps, op boete van � 1.00, welke boete voor iedere 24 uren later met f 0.50 wordt verhoogd.



		7

		TITEL III. Van den Ab-actla. Art. 11. De Ab-actis is gehoudeu de bij hem inge- komen brieven in de eerstvolgende Senaats-vergadering ter tafel te brengen. De Ab-actis is verplicht de brieven, die bij hem inko- men of overeenkomstig art. 7 aan hem «orden ter hand gesteld, in behoorlijke volgorde genummerd Ie bewaren. Art. 12. De Ab-actis moet den inhoud der door hem ge- schreven brieven naar volgorde overschrijven in het bij hem berustende correspondentieboek, van belangrijke brieven den woordelij ken, van alle overige den zakelijken inhoud. Art. 13. Zoo iemand als lid van het Stud-Corps is ge�nstalleerd, is de Ab-actis verplicht diens naam, alsmede den datum der installatie, binnen 8 dagen op de lijst der leden en op het afschrift daarvan, dat op de Stud.- Societeit berust, te plaatsen. Zoo iemand op eene of andere wijze heeft opgehouden lid te zijn van het Utr. Stud.-Corps, is de Ab-actis ver- plicht diens naam op de lijst der leden en het afsclnift uit te schrappen, en daarachter in te voegen den dag en de wijze, waarop die persoon het lidmaatschap heeft verloren.



		10

		TITEL IV. Van den Pro-Hector. Aut. 24. Zoo de Rector overeenkomstig art. 5 vau dit Reglement aan den Pro-Rector heeft medegedeeld, dat hij langer dan 2 x 24 uren afwezig zal zijn, geeft de Pro-Rector binnen 86 uren na liet ontvangen van genoemde kennisgeving aan de leden vau den Senaat, die in de stad zijn, \'t zij mondeling , \'t zij schriftelijk bericht, dat hij de functi�n van den Rector zal waarne- men, met bijvoeging van den tijd, gedurende welken de Rector waarschijnlijk afwezig zal zijn. Abt. 25. De Pro-Rector bewaart de diploma\'s voor hen, die na of zonder novitiaat lid van het Utr. Stud.- Corps worden en voor hen, die tot honorair lid van den Senaat benoemd worden. Hij moet 8 dagen na de Senaats-vergadering, waarop iemand als lid van het Utr. Stud -Corps wordt ge�n- stalleerd , diens diploma, behoorlijk ingevuld en door alle leden vau den Senaat onderteekend, mede biengen en kau voor /\' 1 voor elk outbrekend stuk, beboet worden. Bij de groote installatie, vermeld in art. 167a dei- Corps-Wet, moet hij zorgen dat de diploma\'s uiterlijk



		U TITEL VI. Van den Figcas. Akt. 34. De Fiscus mag geene rekeniugeu vol- doen of andere uitbetalingen doen dan met schriftelijke machtiging van den Rector of Ab-actis. Zoo die reke- ningen of uitbetalingen in betrekking staan tot de bijzon- dere werkzaamheden van een der leden van den Senaat, moeten zij ook door hem, wiens bestuur zij betreffen, vooraf zijn goedgekeurd. Akt. 35. De Fiscus is verplicht op de eerste Senaals- vergadering, welke gehouden wordt nadat 4 weken ver- loopen zijn sedert het goedkeuren van eene rekening en verantwoording der Corps-kas of Feestkas, of sedert het vaststellen eener begrooting, genoemde rekening en ver- antwoording of begrooting in de daartoe bestemde boeken behoorlijk overgeschreven, benevens de authentieke be- grootiug of rekening en verantwoording, aan Rector en Ab-actis ter viseering aan te bieden, op boete van � 1.00, welke boete op iedere volgende vergadering, waarop de aanbieding niet plaats heeft, met / 0.50 verhoogd wordt. Abt. 36. De Fiscus geeft in de eerste Senaats-ver-



		J5 gadering na 1° Januarij nauwkeurig opgave van de leden en oud-leden van het Corps, die hunne contribu- ti�n en boeten niet hebben voldaan en daarom van hun lidmaatschap ontzet of op de Studenten-Societeit moeten worden aangeplakt, op boete van f 2.00 voor elk ver- zuim. Art. 37. De Fiscus is verplicht, wanneer de Se- naat voor eigen gebruik uitgaven gedaan heeft, in eene eerstvolgende Senaats-vergadering de rekening daar- van ter tafel te brengen, en van ieder, die daaraan heeft deel genomen, zijn per hoofdelijken omslag bepaald aaudeel op te vorderen, op boete van / 2.00 Art. 38. De Fiscus is verplicht de leden van den Senaat op die vergadering, waarop zij tot betaling hun- ner boelen verplicht zijn, aan hunne verplichtingen te herinneren, op boete van f 1.00. Art. 39. Bij afwezigheid van den Fiscus, wordt bij door den Pro-Eector vervangen.

		-

		*



		16

		TITEL VIL Van den Magister Ceremoniaram et Kjm- larum en van den Cantor. Art. 40. De Thesaurier is altijd Mag. Ceremonia- rum et Epularum. Art. 41. De Mag. Cerem. et Epul. is, behoudens de schikkingen door den Senaat te maken, belust met de regeling van de installati�n, de serenades en het feest van 22 Mei Ar� 42. De Mag. Gerem. et Epul. biedt aan hen, die als leden vau het Corps ge�nstalleerd worden, de lijsten voor de verschillende inrichtingen in het Stud.- Corps ter teekening aan. Hij draagt zorg, dat genoemde lijsten of handteekeniugen zoo spoedig mogelijk ua de installatie aan de commissi�n dier inrichtingen worden terug bezorgd of toegezonden. Bij de installatie van nieuwe leden van den Senaat zorgt hij, dat voor ieder hunner een insigne gereed zij, op boete van � 2,� voor elk ontbrekend insigne. Art. 43. De Mag. Cer. et Ep. is belast met het innen der boeten door de leden en hon. leden van den Senaat, volgens dit Regl. verbeurd. Hij houdt hiervan afzonderlijk boek.



		17

		Art. 44. Bij afwezigheid van den Mag. Cer. etEp. draagt de Senaat aan ��n der leden zijne werkzaamheden op. Art. 45. Er wordt uit de leden van den Senaat een Cantor gekozen, die, zoo hij voor de eerste maal geko- zen wordt, zijne, benoeming moet aannemen, op boete van f 2.50. De Rector is hiertoe niet benoembaar.

		TITEL VIII. Van de ITIinistri. Art. 46. De leden van den Senaat hebben in hunne kwaliteit de beschikking over de ministri. Art. 47. Op elke Corps- en Senaats-vegadering moet ��n der Ministri aanwezig zijn. Bij de installatie ver- meld in art. 167^a der Corpswet, de serenades en de Corps-vergadering van 22 Mei beide. Art. 48. Nadat de Ab-actis de in art. 17 vermelde billetten aan ��n der miuistri heeft ter hand gesteld, geeft deze ze ter onderteekening aan den Rector nn plakt ze daarna op de gebruikelijke plaatsen aan (Corps-Wet art. 12S). Art. 49. De Mag. Cer. et Ep. heeft het toezigt op



		BR.1874.I.40.



		18

		de Ministri en brengt klagten omtrent hen, ter kennis van den Senaat.

		TITEL IX. Over de honoraire leden. Art. 50. De benoeming tot honorair lid van den Senaat geschiedt met gesloten briefjes. Vgl art 114a der Corps-Wet. Art. 51. De diploma\'s, die overeenkomstig art. 11 ib der Corps-Wet aan de honoraire leden van den Senaat, moeten worden ter hand gesteld, zijn voorzien van zegels in koperen bussen en van 5 linten met de facul- teitskleuren. De volgorde der linten is: het lint der Theologische, der Juridische, der Literarische, der Me- dische, der Philosophische Faculteit. Op het diploma voor een honorair lid moet als datum van onlerteekening die dag staan, waarop het lid, voor wien het diploma is bestemd, tot honorair lid van den Senaat is benoemd. Elk lid van den Senaat onder- teekent het diploma in die betrekking, welke hij be- kleedde tijdens het opdragen vau het honoraire lidmaat- schap.



		25

		Art. 77. Het Senaatslid, belast met de uitgifte van kaartjes, ontvangt 5 Commissarissen-kaarten, die hij tot 8\| ure slechts aan leden van den Senaat naar orde van aanvraag mag afgeven. Na dit uur staan zij ook voor honoraire leden ter beschikking. Art. 78. De Commissaris-kaarten verleenen toegang tot alle rangen, terwijl in de boven-loge links vau het tooneel 5 plaatsen voor Commissarissen gereserveerd zijn. De prijs der Commissaris-kaarten is gelijk aan die der parterre-kaarten. Art. 79. De gewone leden van den Senaat, die van een Commissaris-kaart gebruik maken, zijn gehouden hun penning van den Senaat bij zich te dragen en in moeije- lijke omstandigheden het Senaatslid, dat als Commissaris fungeert, bij te staan.

		TITEL XII. Van de boeten. Art. 80. Voor zoover in dit reglement geene bepaalde boeten zijn voorgeschreven, worden de leden van den Senaat wegens overtreding van het Senaats-lleglement met f 0.50 beboet.



		INHOUDSOPGAVE.

		Bladz. 3 6 7 10 11 14 16 17 18 19 23 25
		Titel I. Algemecne bepalingen ii II. Van den Rector . . /; III. Van den Ab-actis. . n IV. Van den Pro-Rector. u V. Van den Vice-Ab-actis ii VI. Van den Fiscus . . ii VII.. Van den Mag. Cer. et. Ep u VIII. Van de Ministri . . ii IX. Van de honoraire leden ii X. Van de Senaats-vergaderingen u XI. Reglement voor den schouwburg. ii XII. Van de hoeten. .