|
BR.18/4.3T.32.
|
|||||
|
i
|
|||
|
1P
|
|||||||||||||
|
fi?HJF,J/.
|
|||||||||||||
|
g-VVl (1
|
|||||||||||||
|
n
|
|||||||||||||
|
&
|
|||||||||||||
|
VOLKSZANGEN
BIJ HKT
VAN ZIJNE MAJESTEIT
den 12 Mei 1874,
|
|||||||||||||
|
I C. S. ADAMA VAN SCHELTEMA.
|
|||||||||||||
|
AMSTKRDAM, — L. J. ECKEI,.
|
|||||||||||||
|
1 Ex. 5 Cents, -100 Ex. ƒ i.-.
|
|||||||||||||
|
Wie heeft niet lief zijn vaderland
Als \'t besle deel der aard,
Wie bidt niet, dat Gods Vaderhand Daar vorst en volk bewaart!
Verga, wie zijn geboortegrond Met smaad en ondank noem,
Maar, heil, wie luid zijn eer verkondt In \'t loflied van zijn roem.
En heften wij in lied en daad
Hoog op oud Neêrlands vaan,
\'t Zij meest, omdat Gods magt en raad Geprent zijn op haar baan
God schonk ons vrijheid, welvaart, eer, Gegrondvest in zijn Woord;
Looft, volk en vorst, dan Hem, uw Heer, Met heilig dank-akkoord.
|
||||
|
])e koning zal zich in God verblijden.
Ps. 63 : 12.
|
|||||||
|
Weldadigheid en waarheid bewaren den
koning; en door weldadigheid ondersteunt hij zijnen troon. Spr. 20 : 28. |
|||||||
|
Vreest God, eert den koning.
i Yeti: 2 : 17.
|
|||||||
|
F EEST "MA ESC H.
|
|||||||||||||||||||
|
bracktig.
|
|||||||||||||||||||
|
Neêrlaud hijsch uw vlag in top, Wimpel met 0 - ran - je haar,
|
|||||||||||||||||||
|
^mmmmm^mwmmm
|
|||||||||||||||||||
|
Statig rijs uw feestzang op, \'s Koning* jubel - dag is daar.
—koor^/__ |
|||||||||||||||||||
|
Blijd\' in feesttogt op-ge-gaau; \'t Oud Wil - hel - mus
klink vooraan! Galmt het uit, Verenluid, Bij\'t Hoezee klink |
|||||||||||||||||||
|
liel-der op Ons Wilhelmus van Nassanw, En ons rood en
|
|||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||
|
wit en blaauw.Oraagaan de oude leus ge-trouw Hoog\'t Oranje in top.
|
|||||||||||||||||||
|
\'t Daukfeest, dat ons zingen doet,
Nu God vijf en twintig jaar Land en Koning heeft behoed, \'s Konings jubeldag is daar ! KOOR. Blijde in enz. |
Stad en dorp in feestgewaad
Maken \'twoord der krooning waar; Feestvreugd toont op elks gelaat, \'s Konings jubeldag is daar! KOOR. Blijde in enz. |
||||||||||||||||||
|
God van zegen, dat Uw hand
Necrlnnd zijn Oranje spaar! Altoos declc een dankbaar land Nassau\'s roem en jublen daïir! KOOR. Blijde in enz. |
|||||||||||||||||||
|
ORANJ E-MARSC 11.
|
|||||||
|
\'t Is feest en \'t ga voorwaarts uu vrolijk eu blij ! Zingt
oudencnjougeu, zingt dienstbaar eu vrij. \'t Is feest voor Oranje,\'t is |
|||||||
|
feest voor uw vorst ;\'t Wilhelmus stijg dankbaar ons Hink uit de borst.
|
|||||||
|
eens Willem aan Neêrland verbond, Daagt heden voor beiden als
|
|||||||
|
zilveren feest, Hem roeme gansch Neetland met dankbaren geest.
\'t „Getrouw tot den dood aan mijn volk eu miju land,"
Deed Nassau drie eeuwen aan Neerland gestand, Dit makc ons dit heden ten heiligen stoud; Eu \'t feest onzes Konings bevestig dien bond. koor. \'t Oranje en Wilhelmus galm enz. Leev Willem van Nassau, Oranjevorst leev!
Dat vrede en dat voorspoed uw rijkstroou omzwecv! Uw feest is ons feestdag, en \'t raderlaudsch lied Klinkt jubleud zoover Neerlands driekleur gebiedt. koor. \'t Oranje eu Wilhelmus galm enz. |
|||||||
|
V O L K. S L [ E 1).
|
|||||||||
|
Zegen, magtig God, den Koning,Geef dien luisteraauzijn kroon,
Dat tot in der armsten woning, Liefde in al - Ier harten troon: |
|||||||||
|
Wat verkee-re, Neêrland ee-re In Oranje uw liefde en magt:
gjll§g^fllgglPïgïigllsgïgrt
Nassau\'s zonen Trouw tetoonen Blijf den roem van \'t laatst geslacht.
Tachtig jaren strijd met Spanje,
Worstling in uw kracht en naam,
Bond het harte van Oranje Met het hart van Neêrland zaam;
Zamen dragend,
Zameu wagend,
Offrend daaglijks goed en bloed. Was uw hoede,
Heer, Algoede,
Al hun wijsheid, hoop en moed. |
|||||||||
|
God der vaadreu, zie genadig
Neêrlauds volk en koning aan;
Wat veraudre, doe gestadig Beider pad te zamen gaan. Zij \'t verblijden,
Strijd of lijden.
Tot ons verste nageslacht Prijs, o Heere,
Prijs en eere
In Oranje uw trouw eu magt. |
|||||||||
|
AAN MIJN VADERLAND.
|
||||||||||||||
|
Dierbaar Neêrland, aan de ba - ren, Ken9 ontnoekerd in Gods
|
||||||||||||||
|
kracht, Blijf in voor-spoeden ge - -va--ren Toonbeeld
|
||||||||||||||
|
van Gods trouw en magt; Wat bezwijke, \'s Heeren hand Houde uw
naam, uw roem in stand, Wat bezwijke, \'s Heereu hand Houde uw |
||||||||||||||
|
naam, uw roem in stand.
|
||||||||||||||
|
God schonk vorsten, staatsliéu, helden
U als aan geen land op aard,
Die, met roem bekroond, voorspelden \'t Heil ons tot decz\' dag bewaard; Zoo hield, Neörlaud, \'3 Heeren hand Door zijn knechten u in stand. |
||||||||||||||
|
Hoc geniulig nicnignutlen
Keerde God uw ondergang, Deed Hij zwaard en staatslist falen;
Rijst dan dank en bcdezang! Wat bezwijke, \'s Heeren hand Houde. NeMand, 11 in stand. |
||||||||||||||
|
Blijf, mijn vaderland, erkennen,
Wat voor u de Algocde deed; teer uw kindren zich gewennen
Aan zijn dienst in lief en leed; Heerlijk houdt Gods vaderhand Dan, mijn Neêrland, u in stand. |
||||||||||||||
|
GOD HEEFT NEÊBLANÜ GROOT GEMAAKT.
|
|||||
|
Neêrland, land van magt en zeeën, Waar ons oog be-woiulrend
ziet, Blinkt der vaadren naam ons tegen, Kn ge - na - de uw ^iil3jiüsllIüiËP^liülÜïlIiüiS|J
grond geschied. Toen het o - ver -moedig Spanje, Slaver-nij u
dreigen dorst, Gaf, in Willem van Oranje, God een vader n en vorst. \'I—4. Zingtdan,Nefrlandsdaukbrescholen.PrijstGodsweldiianons ge-
schied; Gods genade niet verholen, Maarverheerlijkt in uw lied!
Nooit de toon des danks verzaakt: God heeft Neêrland groot gemaakt.
Toen na eeuwen drukkend duister, Vorsten smeedden zaam verbonden,
Vrucht van trotsche priesterniagt, Plannen, Nederland ten val,
God met frisschen morgenhuster Haar, de held van God gezonden,
\'t Woord der waarheid wederbragt; f Willem stond voor Neêrland pal.
Waar was, als in Xeêrlands dreven, I Legers, vloten, lagen, listen,
Toen voor \'tgrootsehe worstclpleit, Wat op aarde ooit zege won, Gansch een volk den Heer te leven, Koningen en priesters misten,
Trouw tot in den dood bereid ? \' \'t Poel waarop godloosheid zon.
God zal Neêrland niet begeven,
\'t Volk, dat door zijn arm behoed, Worstlend tot een hooger leven, En geloot\' werd opgevoed. God blijft voor onz\' erfgrond waken, Strijden, als IIi| eenwen deed, Als maar wij niet hem verzaken, Die zijn trouwe nooit vergeet. |
|||||
|
N E E Jl LA N DS L E Ü8.
|
|||||||||
|
\'t Wilhelmus van Nas-sou-wen, \'t Oranje klonk als leus Eu
krijgszang der ge - trouwen, Van a • del, volk en Geus, Toen
doodsnacht om - me - waarde Om vest en huis en kiel, En \'t Oosten vro - lijk klaarde Door\'t winnen van den Briel.
|
|||||||||
|
Van Englauds vrije stranden
Dreef Phlips der geuzenvloot.
Als prooi voor Alva\'s tanden Of voor den hongerdood;
Maar geestdrift niet te dooveu, \'t Geloof der heldenziel,
Gaf in \'t „Oranje boven" Hem \'t antwoord uit den Briel.
|
|||||||||
|
Drie eeuwen zijn getuigen
Voor \'t vrijheid minnend hart,
Dat niets een volk kan buigen, Dat zwaard en beulen tart.
Toen aan Philip van Spanje Het Neèrlands hart ontviel,
Wou Willem van Oranje \'t Voor altoos met den Briel.
|
|||||||||
|
\'T RL LJ FT OB ANJ E.
|
|||||||||||||||||
|
Zou hier niet O-ran-je blijven, Leus en keus van Ne-dei-
land, Waar der vafi - dren krijgs - be - - drijven Glo-rie |
|||||||||||||||||
|
z}jn van stad en strand?
|
|||||||||||||||||
|
Koon.
" Ei
|
|||||||||||||||||
|
Ja, het blijft Oranje boven, \'t Blijft O - ran-je O-ran -je boven,
Zoo lang wij iu God gelooven, Wiens liefde eens O-ranje ons schonk. |
|||||||||||||||||
|
Waar een Vorstenhuis inoog vallen, Magtig God, der vaadien hoeder,
Of het hart zijns volks verliest, In het bangst vau strijd en nood, |
|||||||||||||||||
|
Maak Oranje, als hoofd en broeder.
Tot bij\'t verst geslacht hier groot. KOOn. Ja, het blijft, enz. |
|||||||||||||||||
|
Dierbaar blijft Oranje ons allen,
Leuze, die ons hart zich kiest. koor. Ja, het blijft, enz. |
|||||||||||||||||
|
Ons „Wilhelmus van Nassouwen," I Doe „Oranje boven" \'t blijven,
Zal ons strijdleus zijn en lied, j Zoolang Neêrlands naam besta, Waar aan \'t hoofd van zijn getrou- j En der vaadren krijgsbedrijven, ,
Neêrlands volk Oranje ziet. (wen j Toonbeeld zijn van uw gena. koor. Ja, het blijft, enz. Koon. Ja, let blijft, enz. |
|||||||||||||||||
|
HET LIED T)N\'K VRIJHEID.
|
|||||||
|
Waakt op, heft aan den jn-belzang, Gij, Neêrlands zonen, mannen-
ÉiliilP^^iïigEËÊilililiïIËüfeiipJ
kooren; Doet, kroost <ler e-dlen, warsch van dwang, Het lied dev
vrijheid hooren. Uw volksbestaan is duur ge-kocht, De troon, die
hier zich vrijheid zocht, En in der helden midden vond, Rust on van
|
|||||||
|
bloed doorweekten grond.
Geen voetbreed grands kent gansch het land,
Die niet met bloed is vrijgestreden;
Zoo werd de vrijheidsvaan geplant Bij strijdzang en gebeden.
Vergeet\' dan nooit ons hart den dag, Die Neêrlands grootheid worden zag; Toen man en vronw voor \'t hoogste goed Zich waagde en gaf met vroom gemoed. Wij zingen, Heer, in jubelkoor,
tJw trouw, in wat de vadren deden;
liw woord ging hun als vuurzuil voor, Waar zij voor vrijheid streden.
Maak waardig ons der vaadren naam, Voeg tot uw vrees ons hart ook zottn), Zoo erve ons kroost, als heiligst pand, Ken vrij en roemrijk vaderland! |
|||||||
|
\'T IS KEEST IN NEDERLAND.
|
|||||
|
Vrolijk. Eeti\'ifjc stemièien.
\'t Is feest, \'t is feest in Ne-derland, Des Ko-nings zilvreD
feest! Men zingt en springt van al-lmi kant, En ja-belt blij van
koor. w I
geest. Hoe-zee, hoe-zee, Dat God Hem vree Eu eer en voorspoed
geer, Gezegend zij Geen vorst als hij; Leev, Koning Willem leev!
In stad en dorp, te land, ter zee.
Is alles vlag en vreugd,
\'t Is feest, ca oud en joug doet meê, In \'s Koning» heil verheugd.
KOOR. Hoezee, hoezee, enz. Het werk staat stil, de school is leeg,
Geen grootje suft of breidt;
Den Koning eert de uaauwstc steeg Met groen en vrolijkheid.
KOOK. Hoezee, hoezee, enz. \'t Wilhelmus en Wien Neêrlandsch bloed
Weerklink voor land en troon;
De Koning leev\', en God behoed\' Zijn volk, zijn huis, zijn kroon.
KOOR. Hoezee, hoezee, enz. |
|||||
|
LEEV\' KONING WILLEM LEEV\'!
|
||||||||||||
|
Vrolijke heweging.
Zing, Neêrlands jeugd, zing blij te moe, Heft aan : de Koning
|
||||||||||||
|
leev! Zingt op zijn feest de beê Hem toe: Dat God U ze - gen
|
||||||||||||
|
mmwmwm
|
||||||||||||
|
=5=!=Ii=i=^li=P§l]|
|
||||||||||||
|
geev ! Hoe - zee, Hoe - zee, Leev\', Koning Willem leev !
|
||||||||||||
|
\'t Oranje sieve borst en hoed,
Waar \'t feestlied opwaarts zweer\'; \'t „Wilhelmus" en „Wien Neêrlandsch bloed"
Sehall\' bij \'t: ,de Koning leev\'!" Hoezee, hoezee,
Dat Koning Willem leev\'! Hoor, goede God, der kindren beê,
Dat onze Koning leev\'!
Dat voorspoed, eere, liefde en vree Zijn huis en troon omgeev\'!
Hoezee, hoezee, Leev\', Koning Willem, leev\'!
|
||||||||||||
|
Bij den Uitgever dezes is mede verschenen en door alle
soliede Boekhandelaren in het Rijk verkrijgbaar: VOOR HUIS EN SCHOOL. Twee e» driestemmige liede-
ren, door C. S. Adama van Scheltema. 1ste stukje / 0.05 Idem. Idem. 2de » » 0.10
Idem. Idem. 100 Ex. » 7.50
PHILIP PHILIPS. In het i.and der Vreemde
I.INOSCHAP. Zangen des geloofs, naar het En |
|||||||||||
|
>. 2.90
» 0.60 |
|||||||||||
|
gelsch, door C. S. Adama van Scheltema......
Idem. Idem. Volks-Editie......
|
|||||||||||
|
--------------------Voor Zang en Bedestond. Met
Hollandsche en Engelsche tekst en houtsnee Gra-
vuren. door C. S. Adama van Scheltema....... » \'2.75 Zinot den Heer. Vierstemmige liederen voor Zon-
dagschool en Huisgodsdienst, naar het Engelsch door C. S. Adema van Scheltema, 1ste en 2de stukje, ieder............................... » 0.20 Natuur en Leven. Vijt-en-Vcertig tweestemmige
liederen met accompagnement voor Piano, naar G. Chr. Dieffcnba ch, door C. S. Adama van Scheltema................................. » 1. — Idem. Idem. Volks-Editie....... » 0.60
Voor de KONING WILLEMSHU1S-VEREENIG1NG tot
bevordering van Christelijke en Volkszang is ter perse: ONS GEZANGBOEK, Psai,m- EN GEZANGBOEK voor
huiselijk en openbaar gebruik. |
|||||||||||
|
Atnsterdamarhe Stoomdrukke^) va» lttwlufï/.i\'ii & Hulmer.
|
|||||||||||