-ocr page 1-
BR.187^". 1.25.
^
j
-
-ocr page 2-
-ocr page 3-
tët&Z
aast
REGLEMENT
VOOR DU
KAMERS VAN KOOPHANDEL
EN FABRIEKEN
IX
lsTEIDElI:t3L.A.2SriD.
AMERSFOOKT,
15. BLANKENBEBG &\'ZOON.
------------------------------------
—.....-----------------------------------==z--------=
-ocr page 4-
\'t ii :.i, >\' \'
-ocr page 5-
REGLEMENT
VOOR DE
Kamers van Koophandel
en Fabrieken
IN
NEDERLAND
vastgesteld bij Kou. Besl. van 9 Nov. 1851, Stbl. N°. 142,
MET DE DAARIN GEBRAGTE WIJZIGINGEN
bij Kon. Besl. van 16 Febr. 1854 Stbl. N°. 13, 11 Aug. 1859
Stbl. No. 80 en 12 Juli 1873 Stbl. N°. 108.
EN EENIGE
Aanteekeningen en Bijlagen.
>>*:•
AMERSFOORT,
B. BLANKENBERG & ZOON.
1875.
-ocr page 6-
-ocr page 7-
BESLUIT van den (Jden November 1851
St.bl. n°. 142, houdende vaststelling van
een
REGLEMENT, bevattende
algemeene bepalingen betreffende
de Kamers van Koophandel
en Fabrieken
met de wijzigingen daarin aangebragt
bij Kon. besluiten van 16 Febr. 1854
St.bl. no. 13, 11 Aug. 1859 St.bl. n<>. 80,
12 Juli 1873 St.bl. n<>. 108.
.Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der
Nederlanden, Prins vanOranje-Nassau, Groot-Hertog
van Luxemburg, enz., enz., enz.
Overwegende, dat het raadzaam is, de verordeningen
betreffende de Kamers van Koophandel en Fabrieken te
herzien;
Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsrhe
Zaken, van den 6den Octobcr 1851 n°. 282, 6deafdeeling;
Den Raad van State gehoord (advies van den 7den No-
vember 1851 n°. 10).
Hebben besloten en besluiten vast te stellen het navoI-
gende Reglement, bevattende algemeene bepalingen
betreffende de Kamers van Koophandel en Fabrieken.
Art. 1. In alle gemeenten, waar de uitgebreidheid van
handel en Fabrieken het, volgens het oordeel der gc-
ineentebesturen, wenschelijk maakt, worden, onder Onze
goedkeuring, Kamers van Koophandel en Fabrieken ge-
vestigd.
De gemeenten, waar thans Kamers Tan Koophandel en
Fabrieken zijn gevestigd, worden opgegeven in bijlage No. 2.
-ocr page 8-
4
Art. 2. De bestemming dezer Kamers is:
I". aan het Algemeen Bestuur en aan de provinciale en
gemeentebesturen, binnen welker gebied zij gevestigd zijn,
hetzij op daartoe haar te kennen gegeven verlangen,
hetzij uit zich zelve, inlichtingen te geven, adviezen uit
te brengen of voorstellen te doen over onderwerpen, den
handel of het 1\'abriekwezen betreffende,
•2°. aan de handelaars en fabrikanten der plaats, waar zij
gevestigd zijn, zoodanige mcdedeelingen te doen, als de
gezegde besturen zullen verlangen, of als zij in het belang
van handel en fabriekwezen zullen nuttig achten.
Omtrent de medcdeelingen Tan wege de Regering aan de
Kamers te doen zie bijlage ïïo. 1.
Aüt. 3. De briefwisseling tusschen de kamers en het
algemeen bestuur zal plaats hebben met de verschillende
ministeriele departementen, voor zoo verre zij regtstreöks
door die departementen worden geraadpleegd.
Wanneer de kamers uit zich zelve berigten of voor-
stellen aan het Algemeen Bestuur willen doen toekomen,
zal dit in het algemeen geschieden door tusschenkomst
Onzer Commissarissen in de provinciën.
In spoed vercischendc gevallen kan hiervan worden
afgeweken; doch zullen niet te min, gelijktijdig met, of
zoo spoedig doenlijk na de inzending der berigten of
voorstellen, afschriften daarvan aan Onze Commissarissen
in de provincie worden medegedeeld.
Art. 4. De kamers kunnen zich, wanneer dit tot het
bekomen van inlichtingen of het doen van mededeelingen
verèischt wordt, ook mei elkander, gelijk ook met. andere
personen of collegien in betrekking stellen.
Art. 5. Om tot lid eener kamer benoembaar te zijn,
wordt verèischt dat men den ouderdom van HO jaren
hebbe bereikt; wone ter plaatse waar de kamer gevestigd
-ocr page 9-
5
is en aldaar gedurende ten minste vijfjaren bestuurder
cener onderneming\' van handel en van 1\'abriekwezcn of
in eenige met die takken van nijverheid in verband staande
betrekking zij geweest.
In liet Kou. besluit van 9 Nov. 1851 was aan dit art. uog
cene alinea toegevoegd, luidende „ Consuls van vreemde mo-
geudheden zijn niet benoembaar."
Deze alinea is vervallen ingevolge Kon. besl. van 12 Juli
1873 Stbl. No. 108.
Omtrent dit artikel valt nog op te merkeu.
J°. dut liet geen vereischte is dat men Nederlander zij, om
tot lid eeuer kamer vau koophandel benoembaar te zijn.
Deze bepaling is zeker vreemd, omdat art. 9 vereischt dal
de kiezer Nederlander zij. liet artikel laat echter daaromtrent
geen twijfel.
Zie in dien zin Missive van den Min. vau biun. zaken vau
20 Febr. 1852 (bijv. StbL No. 301).
2°. dat het geen vereischte is, dat de gekozene nog inderdaad
bestuurder eener onderneming van handel enz. is. Het is gc-
noeg dat hij zulks gedurende 5 jaren geweest zij.
Zie in dien zin Missive van den Minister van biun. zaken
1864, vermeld in Gemeentestem No. 057.
Dit gevoelen wordt echter bestreden in Gemeentestem
No. 65Ü, 1207, 1212.
3°. dat de in het artikel vermelde 5 jaren, moeten vervuld
zijn op het oogenblik der verkiezing.
Ook hier zijn de woorden duidelijk, om benoembaar te zijn.
Wij kuunen ons dus niet vereenigen met het gevoelen der
geachte redactie van de Gemeentestem No. 1205, dat het vol-
doende is wanneer die voorwaarde vervuld is bij het aanvaarden
der functien.
Ware dit zoo dan zoude een benoemde, die nog geen 5 jaar
bestuurder eeuer onderneming van handel enz. geweest is, met
het inzenden zijner geloofsbrieven kunnen wachten tot die tijd
vervuld is. En dit geldt te meer omdat er geen termijn is
bepaald binnen welke de geloofsbrieven moeten worden inge-
leverd.
4°. Dat niet is bepaald wie eigenlijk beslissen moet of een
gekozene de vereisehten bezit.
Onzes inziens zal dit door de kamer zelve moeten geschieden.
Het is overeenkomstig de beginselen onzer staatswetten,
dat het Collegie, waarin de gekozene moet zitting nemen,
beoordeelt of hij daartoe de vereisehten bezit, met andere
woorden, zijne geloofsbrieven onderzoekt.
Zie Gemeentewet. Prov. wet etc.
Art. 6. Het getal der leden zal door Ons voor elke
kamer afzonderlijk worden bepaald.
Zie bijlage No. 2.
-ocr page 10-
fi
Art. 7. Om de twee jaren treedt de helft der leden af.
De aftredenden zijn op nieuw benoembaar.
Na de eerste benoemingen zal het lot de beurt van
aftreding regelen.
Vervolgens neemt een nieuw benoemd lid zitting naar
de orde van aftreding zijns voorgangers.
liij het vervullen eencr tusschen tijds opengevallen plaats,
wordt de nieuw benoemde geroepen om den diensttijd
van zijnen voorganger aan te vullen.
In het Kon. besl. van 9 Nov. 1851 luidde dit art.
Jaarlijks treedt een derde enz. Dit werd, zoo als nu in den
tekst staat, gewijzigd bij Kon. besl. HAugs. 1859 stbl. Jfo. 80.
Art. 8. De benoeming van leden, zoo tot het zamcn-
stellen van nieuwe, als ter vervulling van openvallene
plaatsen in reeds bestaande kamers, geschiedt door de
kiesgeregtigde handelaren enfakrikantcn der plaats, waar
de kamer is gevestigd.
Art. 9. Om kiezer van leden der kamers van Koop-
handel en Fabrieken te zijn, moet men:
1°\' Nederlander, meerderjarig\', ingezeten der gemeente
en in het volle genot der burgerlijke en burgerschaps-
regten zijn;
2°. ter zake van eenig bedrijf van handel of fabriekwezen
in het patentregt zijn aangeslagen, voor of boven eene,
door ons, het gemeentebestuur en de Gedeputeerde staten
gehoord, voor elke kamer te bepalen som.
Hetgeen men als deelgenoot eener firma in het patenl-
regt draagt, wordt met persoonlijken aanslag gelijkgesteld.
Zie bijlage No. 2.
Art. \'10. Van de uitoefening van het kiesregt zijn,
behalve zij die een der in het vorig artikel genoemde
vereischten missen, uitgesloten, die geregtelijken afstand
van hunne goederen aan hunne schuldeischers gedaan
en deze niet ten volle betaald hebben.
-ocr page 11-
7
Art. 11. Er wordt om de twee jaar, in de maand
November, eene vergadering van kiesgeregtigden gehouden,
om de plaatsen aan te vullen der leden, die alsdan aan
de beurt van aftreding zijn, of die, binnen de twaalf
maanden voorafgaande aan die verkiezing, door overlijden
of andere oorzaken zijn uitgevallen.
(4.)
Deze vergadering wordt eene maand te voren, van
wege het gemeentebestuur door aanplakking en aankon-
diging in een der dagbladen, bekend gemaakt.
Bij die bekendmaking wordt de plaats genoemd waar de,
door het gemeentebestuur opgemaakte, lijst der kiesge-
regtigden ter inzage ligt.
Bezwaren tegen de lijst, hetzij die den klager, heizij
die andere ingezetenen betreffen, kunnen gedurende acht
dagen te rekenen van den dag der aankondiging, bij het
gemeentebestuur worden ingeleverd. Dit beslist over de
ingebragte bezwaren, en brengt die beslissing ter kennis
van de belanghebbenden.
Deze kunnen gedurende acht dagen, te rekenen van
den dag dezer bcteekening, bij de Gedeputeerde Stalen
in hooger beroep komen.
De beslissing van Gedeputeerde Staten wordt aan de
belanghebbenden medegedeeld, de lijst daarnaar veran-
derd en door het gemeentebestuur gesloten.
De verkiezing ter vervulling der plaatsen, die door
ontslag, overlijden of om eene andere reden openvallen,
geschiedt binnen het jaar na dat openvallen. De lijst van
kiesgeregtigden opgemaakt voor de laatste gewone verkiezing,
wordt voor deze verkiezing tusschentijds gevolgd en tot dal
einde van kracht verklaard.
(2.)
(1.) Aldus vastgesteld bij Kon. Besl. van 11 Augs. 1859
Stbl. No. 8 0. Iii het Kou. Besl. van 9 Nov. 1851, luidde
deze Aüuea:
Er wordt jaarlijks in de maand November eene verga-
dering van kiesgeregtigden gehouden, om de plaatsen aan. te
rullen der leden, die niet het einde des jaars aan de beurt
. ran aftreding zijn, of die door overlijden of andere oorzaken
zjn uitgevallen.
-ocr page 12-
8
(2.) Deze alinea is ingevoegd bij Kon. Besl. van 11 Augs. 1859
Stbl. No. 80 en bevatte achter de woorden „binnen liet jaar
nadat openvallen" ook de woorden „en insgelijks in de maand
November" welke woorden vervallen zijn verklaard bij Kon.
Besl. van 12 Juli 1873 Stbl. No. 108.
Ofschoon dit artikel dit niet uitdrukkelijk zegt is het
duidelijk de bedoeling, dat alleen zij die in de termen vallen
van kiezers te kunnen zijn, bezwaren tegen de lijst kunnen
inbrengen.
Art. 12. üe stemming geschiedt bij ongeteekende
briefjes.
Het voorzitterschap der kiesvergadering wordt waar-
genomen door den Burgemeester of door diens plaatsver-
vanger.
Twee, daartoe door den Burgemeester aangewezen leden
van den Raad zijn stemopnemers.
Beide teekenen den naam op van eiken kiezer die een
briefje in de bus werpt, en bij het ledigen der bus de
uitgebragte stemmen.
De keuze geschiedt bij volstrekte meerderheid van
stemmen.
Wanneer bij de eerste stemming geene volstrekte meer-
derheid is verkregen, wordt dadelijk eene lijst opgemaakt,
tweemaal zooveel namen bevattende als er nog personen
te benoemen zijn.
Op die lijst worden gebragt zij die bij de eerste stem-
ming de meeste stemmen op zich hebben vereenigd.
Uit deze personen wordt, in eene volgende vergadering,
bij eenvoudige meerderheid van stemmen, eene keuze
gedaan.
Indien de stemmen staken, is de oudste in jaren de
benoemde.
Ingeval van gelijken ouderdom beslist het lot.
Bij Kon. Besl. 2 Maart 1852 bijv. Stbl. p. 187 is bepaald.
Dat door den Burgemeester van Amsterdam in die gemeente
twee onderbureaux worden aangewezen, ten einde hem in het
openen der stembriefjes behulpzaam te zijn.
Het voorzitterschap in elk dier onderbureaux wordt waar-
genomen door den plaatsvervanger van den Burgemeester.
-ocr page 13-
9
Twee door den Burgemeester voor elk bureau aangewezen
leden van den Baad zijn stemopnemers".
Het woord Kiesvergaderiug heeft aanleiding gegeven tot de
vraag of de kiezers zich bepaald tot eene vergadering moeten
vereenigen, dan wel of de verkiezing kan geschieden gelijk de
verkiezingen voor de gemeenteraden enz. In de praktijk is de
laatste wijze van handelen aangenomen die zeker voor de
kiezers het gemakkelijkste is, en ook geheel overeenkomstig
den verderen inhoud van het art. dat geheel past bij de
inrichting van een stembureau. Zie gemeentestem, No. 1212.
Er is niet voorgeschreven dat aan de kiezers stembriefjes
moeten worden toegezonden. J)e bedoeling zal het wel zijn,
en zoo wordt het ook begrepen door de betrokken gemeente-
bestureu.
Art. 13. De kamers kiezen jaarlijks, uit haar midden,
eenen Voorzitter en eenen Plaatsvervanger.
Art. 14. Elke kamer kiest zich, uit ol buiten haar
midden, eenen Secretaris. Uit haar midden gekozen
houdt hij op lid te zijn.
De Secretaris wordt benoemd voor den tijd van drie
jaren, maar is telkens weder benoembaar.
Bij de beraadslagingen van de kamer beeft de Sccrc-
taris eene raadgevende stem.
Art. 15. Aan elke kamer wordt, door den gemeen-
teraad , uit de kas der gemeente waar zij gevestigd is,
eene jaarlijks te bepalen som toegelegd, ter bestrijding
van noodzakelijke kosten en van de bezoldiging van den
secretaris en verdere beambten.\'
De leden genieten geene bezoldiging.
Art. 46. Jaarlijks, in de maand Januarij, zal door de
kamer rekening en verantwoording over het afgeloopen
jaar aan het gemeentebestuur worden ingezonden.
Hetgeen van de toegestane gelden niet gebruikt is,
zal in korting strekken van de toelage over het volgend
jaar.
Art. 17. Elke kamer stelt haar reglement van orde
vast. Dat reglement en de later daarin te brengen aan-
vullingen of wijzigingen behoeven, alvorens te worden
ingevoerd, de goedkeuring van den gemeenteraad. Dij
-ocr page 14-
10
weigering van den gemeenteraad, kan de kamer de goed-
keuring van Gedeputeerde Staten, en indien ook deze
haar weigeren, Onze goedkeuring vragen.
Aldus gewijzigd bij Kon. be9l. van 18 Febr. 1854 Stbl.
No. 13. In het oorspronkelijk besluit van 9 Nov. 18ól luidde
het: „Elke kamer stelt haar reglement van orde vast. Het
behoeft alvorens te worden ingevoerd, de goedkeuring van den
Gemeenteraad."
Art. 18. In streken, waar belangrijke handel en vele
fabrieken, niet op enkele punten vereenigd, maar over
verscheiden gemeenten verspreid zijn, kunnen kamers van
koophandel en fabrieken worden zamengesteld uit de
handelaars en fabriekanten van meerdere gemeenten.
In dat geval zal de plaats, waarde kamer gevestigd is,
geacht worden het grondgebied dier onderscheidene ge-
meenten te omvatten.
De aanwijzing van het getal leden in iedere gemeente
te kiezen en de wijze van stemopneming wordt, voor
deze kamers, door Gedeputeerde Staten onder Onze goed-
keuring geregeld.
De raden dier onderscheidene gemeenten regelen onder-
ling de jaarlijks aan de kamer toe te kennen som, en het
deel dat ieder dier gemeenten daarin moet dragen, onder
goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
De rekening en verantwoording der kamer zal worden
ingezonden aan het bestuur der gemeente, binnen welker
gebied de kamer hare zitting houdt.
Zoodanige regelingen hebben plaats gehad:
Hoogezand. Kon. besluit 10 Maart 1852 No. 87, bijv. StbL p. 236.
Veendam. Kon. besluit 26 Maart 1862 No. 47, bijv. Stbl. p. 236.
Abt. 19. Alle vroegere reglementen en verordeningen,
de kamers van Koophandel en Fabrieken betreffende, zijn
vervallen met den lste April 1852, op welken dag debe-
staande Kamers worden ontbonden, en de nieuwe Kamers,
volgens de bepalingen van dit besluit te benoemen, ia
werking treden.
-ocr page 15-
11
Bij Kon. besluit 18 Febr. 1852, No. 67, is de termiju van
opheffing der bestaande kamers en optreding der nieuwe be-
paald op 1 Juni 1852. (Bijv. Stbl. p. 182.)
Art. 20. De vergaderingen tot het kiezen voor de nieuwe
kamers, worden gehouden in de maand Februari 1852.
Tengevolge van de wijziging van art. 11 bij Kon. besluit
11 Aug. 1859 Stbl. No. 80 werd bij dat Besluit bepaald:
„ De eerstvolgende aftreding van leden der Kamers van
Koophandel en Fabrieken heeft plaats met het einde van 1860.
Dan treedt af zoowel het derde deel uitmakende de leden,
wier diensttijd had moeten eindigen met het einde van 1859,
als de door het lot aan te wijzen helft van het derde deel,
welks aftreding reeds nu nas bepaald met het einde van 1860.
De andere helft der leden treedt af met het einde van 1862."
„In de maand November 1859 zal eene verkiezing plaats
hebben om de plaatsen aan te vullen der leden, die op dat
tijdstip door overlijden of andere oorzaken mogten zijn uit-
gevallen."
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met
de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad geplaatst
en in afschrift aan den Raad van State medegedeeld zal
worden.
\'s Gravenhage, den 9n November 1851.
WILLEM.
De Minisier van Binnenlandsche Zaken,
Thorbecke.
Uitgegeven den 19n November 1851.
De Staatsraad directeur van het Kabinet des Konings,
A. G. A. van RAPPARD.
-ocr page 16-
Bijlage No. 1.
0.    Missive van den Minisier van Binnenlandsclic Zaken,
tenopzigte van het mededeelen derberigten, wegens
handel en nijverheid ontvangen, aan de respectieve
Kamers van Koophandel en Fabrieken, d. d. 20 Juni
1852, (Bijv. Stbl. pag. 262).
Voortaan zullen de berigten wegens handel en nij-
verheid van de Nederlandsehe gezanten, consuls en
handels-agenten ontvangen, aan de Kamers van Koop-
handel en Fabrieken worden medegedeeld naar de
volgende regels:
1.     Wanneer een voldoend aantal exemplaren beschikbaar
is, ontvangt elke kamer er een.
2.    Zijn er minder afdrukken voorhanden, zoo worden
die uitgereikt aan de Kamers van Amsterdam, Arnhem,
Groningen, \'sHertogcnbosch, Leeuwarden, Maastricht,
Meppel, Middelburg, Rotterdam, Utrecht en Zwolle.
3.    Is het beschikbaar getal nog geringer, zoo wordt
het uitgedeeld aan de Kamers van Amsterdam, Gro-
ningen, Leeuwarden, Middelburg, Rotterdam en
Zwolle.
A. De berigten, waarvan slechts vijf of minder exem-
plaren voorhanden zijn, worden uitgereikt aan de
Kamers die het meest belang bij de behandelde zaak
hebben.
5. In gewone gevallen geschiedt de verzending door
tusschenkomst van Zr. Ms. Commissarissen in de provin-
cien. Berigten die spoed vorderen, worden regtstreeks
aan de Kamers gezonden.
G. De Kamer die berigten ontvangt, deelt die zoo spoedig
mogelijk mede aan de overige Kamers in dezelfde
provincie, en geeft inzage van die stukken aan de
Kamers in andere provinciën, waar de berigten niet
-ocr page 17-
zijn ontvangen, wanneer zij zicli daartoe aanmelden.
De regeling van een en ander wordt aan het onder-
ling overleg der Kamers overgelaten.
Ik verzoek U enz.
De Minister van Binn. Zaken,
(get:) Thorbecke.
b. Bij ministeriele resolutie van December 4874, is het
vorenstaande in zooverre gewijzigd dat de toezending
voortaan zal plaats hebben als volgt:
1.     Wanneer een voldoend aantal exemplaren beschikbaar
is, ontvangt elke Kamer er een.
2.     Bedraagt het aantal exemplaren minder dan dat dei-
Kamers , zoo geschiedt de toezending aan die Kamers,
welke geacht kunnen worden bij het onderwerp het
meest belang te hebben. Van die toezending ge-
schiedt aankondiging in de Nederl. Staats-Courant.
3.     De Kamer, dieberigten ontvangt, welke niet bestemd
zijn om te worden door gezonden, geeft daarvan
inzage aan andere Kamers, die zich daartoe aanmelden.
-ocr page 18-
-ocr page 19-
GEMEENTEN, waar op 1 Januari 1875, Kamers van Koophandel en
Fabrieken zijn gevestigd.
Getal
Minst
D aonslacr in
Datum
Provincie.
K A M E E S.
leden.
het Patentrecht.
van
Oprigtinfr.
Franeker.
Deze kamer wordt zamengesteld uit do gemeenten:
Franeker.
ifenaldumadeel.
BaradeeL
3.
3.
3.
Te samen
9.
ƒ io—
hoofdsom.
1874.
Gorredijk.
7.
1874,
Harlingen.
9.
u 15.—
hoofd», en opc.
1852.
Heerenveen (gemeente Schoterland).
7.
n 10.—
hoofdsom.
1858.
Leeuwarden.
7.
ii 18.—
id.
1852.
Sneek.
7.
ii 12.—
hoofds, eu opc.
1852.
Overijssel.
Almelo (stad).
9.
ii 7.—
id.
1852.
Avereest.
7.
// 10.—
id.
1860.
Blokzijl.
5.
// 10.—
id.
1860.
Delden. (stad)
5.
ii 7.—
id.
1852.
Deventer.
11.
// 18.—
id.
1852.
Enschedé.
9.
// 9.—
id.
1852.
Goor.
7.
// 6.—
id.
1852.
Hengelo.
7.
ii 6.—
id.
1852.
Kampen.
9.
ii 10.—
id.
1852.
Oldenzaal.
9.
ii 8.—
id.
1852.
liijssen.
7.
ii 7.—
hoofdsom.
1856.
Zwolle.
12.
ii 15.—
hoofds. en opc.
1852.
Oronlngen.
Groningen.
Hoogezand.
Deze kamer wordt zamengesteld uit de gemeenten:
Hoogezand. 1 4.
12.
// 15. —
hoofdsom.
1852.
Sappemeer. ] 3.
Xe zamen
Veendam.
Deze kamer wordt zamengesteld uit de gemeenten:
Veendam. 1 3.
Wildervanb. 1 2.
7.
// 10.—
hoofdsom.
1852.
Xe tarnen
5.
ii 10—.
hoofdsom.
1862.
Winschoten.
5.
// 10.—
id.
1853.
Drenthe.
Hoogeveen.
5.
// 10.—
id.
1869.
Meppel.
7.
// 10.—
hoofds. en opc.
1852.
Limburg.
Maastricht.
12.
// 17.—
id.
1852.
Roermond.
7.
// 14.—
id.
1853.
Vaals.
6.
// 8—.
hoofdsom.
1852.
Venlo.
9.
ii 12.—
id.
1852.
-ocr page 20-
Balage Nü. 2.
GEMEENTEN, waar op 1 Januari 1875, Kamers van Koophandel en
Fabrieken zijn gevestigd.
aetal
Minste aanslag in
Datum
Provincie.
KAMERS.
leden.
het Patentrecht.
vau
Oprigting.
\\. Brabant.
Bergen op Zoom.
7.
/ 7.-
hoofdsom.
1853.
Breda.
9.
// 10—
id.
1852.
Eindhoven.
7.
// 8 —
id.
1852.
Helmond.
9.
ii 8.—
id.
1852.
\'s Hertogenbosch.
9.
// 20—
id.
1852.
Oosterhout.
7.
// 8.—
id.
1866.
Tilburg.
9.
// 8.—
id.
1852.
Veghel.
7.
// 10—
id.
1865.
Boxmeer.
5.
// 7.—
id.
1852.
f«elderland.
Apeldoorn.
5.
// 3 —
hoofds. en opc.
1857.
Arnhem.
9.
// 12—
hoofdsom.
1852.
Doesburg.
7.
ii 10 —
id.
1866.
Harderwijk.
7.
// 6.—
id.
1858.
Nïjkerk.
7.
// 6.—
id.
1872.
Nijmegen.
9.
// 20.—
hoofds. en opc.
1852.
Tièl.
9.
// 15.—
id.
1852.
Zutphen.
9.
// 10.—
hoofdsom.
1852.
\'t.. Holland.
Delfshaven.
5.
// 13.—
id.
1852.
Delft.
9.
// 20 —
hoofds. en opc.
1852.
Dordrecht.
12.
// 30.—
id.
1852.
Gorinchem.
9.
// 10.—
id.
1852.
Gouda.
9.
n 6.—
hoofdsom.
1852.
\'s Gravenhage.
7.
// 16.—
id.
1853.
Leiden.
9.
// 15.—
hoofds. en ope.
1852.
Rotterdam.
21.
// 15.—
id.
1852.
Schiedam.
9.
// 25.—
id.
1852.
Schoonhoven.
7.
// 5.—
hoofdsom.
1862.
m. Holland.
Alkmaar.
7.
// 10.—
id.
1853.
Amsterdam.
18.
// 75.—
hoofds. en opc.
1852.
Haarlem. •
9.
// 15.—
id.
1852.
Helder.
Zaandam.
Deze kamer wordt samengesteld uit de gemeenten:
5.
-
// 7.—
hoofdsom.
1855.
Zaandam.
Crommenie.
Koog a|d Zaan.
Oostzaan.
Westzaan.
Wonnen-eer.
Zaandijk.
7.
1.
2.
1.
2.
3.
2.
Te zamen
18.
// 15.—
hoofds. en opc.
1852.
Zeeland.
Middelburg.
12.
// 12.—
hoofdsom.
1852.
Vlissingen.
9.
// 7.—
id.
1852.
Zierikzee.
5.
// 10.—
id.
1858.
Utrecht.
Amersfoort.
6.
// 15.—
hoofds. en opc.
1852.
Utrecht.
12.
// 15.—
id.
1852.
Friesland.
Dockum.
Deze kamer wordt zameugesteld uit de gemeenten:
Dockum.
Oost Dongeradeel.
West Dongeradeel en Kollumerlaud.
Nieuw Kruisland.
3.
2.
2.
2.
Te zamen
9.
ii 10—
hoofdsom.
1855.