-ocr page 1-
W>KV) 110/5"
BR.1675.1.16
-ocr page 2-
-ocr page 3-
4,. 0f,JT,/é.
CONTRACTEN
TOT
WIJZIGING DER VOORWAARDEN VAN
KANAAL-OPLEG
TUSSCHEN DE
MARKTE VAN NOORD- EN ZUIDBARGE
EN DE
DRENTSCHE KANAAL - MAATSCHAPPIJEN.
LJedrukl hij WlLl.raOE Ou..vu ma te Assen.
-ocr page 4-
/
-ocr page 5-
CONTRACTEN
TOT
WIJZIGING DER VOORWAARDEN TAN
KANAAL-OPLEG
TUSSCHEN DE
MARKTE VAN NOORD- EN ZUIDBARGE
EN DE
DRENTSCHE KANAAL .MAATSCHAPPIJEN.
Gedrukt bij WOLDfOK Giutama. te Assen.
-ocr page 6-
-ocr page 7-
CONTRACTEN TOT WIJZIGING DER VOORWAARDEN
VAN KANAAL-OPLEG TUSSCIIEN DE MARKTE VAN
NOORD- EN ZUID-BARGE EN DE DRENT-
SCHB KANAAL-MAATSCHAPPIJEN.
I.
Voor mij Meester Joachimus Lwnsingk Tonckens , No-
taris, standplaats hebbende te Hoogeveen, arrondissement
Assen, provincie Drenthe, compareerden, in de tegenwoor-
digheid der na te noemen en mede ondergeteekende ge-
tuigen,
de Heer Hendrik Leendert van der Lely, directeur der
Drentsche Kanaalmaatschappij, wonende te Hoogeveen, en
als zoodanig handelende voor en namens de Drentsche
Kanaalmaatschappij, ter eenre, en
de Heeren Jonkheer Meester Anne Willem van Holtlie
tot Echten,
Notaris wonende te Assen, Hendrik Seerpius
Gratama
en Jan Rigterink, beiden grondeigenaars, de
eerstgenoemde wonende te Assen en laatstgenoemde wo-
nende te Oosterhesselen, Meester Jan Albert Willingc
-ocr page 8-
ę
Gratama, Procureur bij het Provinciaal Geregtshof van
Drenthe, wonende te Assen, Hermanmes Folierus Gosse-
laar,
grondeigenaar, wonende te Emmen, gezamenlijk in
hunne qualiteit van volmagten of gemagtigden van de
Marke van Noord- en Zuid-Barge, als zoodanig overeen-
komstig de acte van scheiding van de Marke van Noord-
en Zuid-Barge, meer bijzonder van het Oosterveen dier
Marke, op den drie en twintigsten October achttien hon-
derd zeven en zestig voor den Notaris Meester Bjuch
Jo/iannes Oosting
te Emmen verleden, benoemd: de drie
eersten in eene speciaal tot dat einde bijeen geroepen
vergadering van eigenaren van het Oosterveen dier Marke
van Noord- en Zuid-Barge, van den een en dertigsten
October achttien honderd vier en zeventig, blijkens op
dien dag ten overstaan van den te Emmen standplaats
hebbenden Notaris Meester Sjuck Johannes Oosting verle-
den, waarvan een afschrift aan deze acte zal worden
geannecteerd en — de beide laatsten in eene speciaal
daartoe bijeengeroepen vergadering van ingelanden van
\'t Veenschap Barger-Westerveen, gehouden den negentien-
den December achttien honderd vier en zeventig, blijkens
besluit van dien dag, waarvan een afschrift door den
secretaris-boekhouder van het Veenschap afgegeven, aan
deze acte zal worden geannecteerd, om te gelijk met de-
zelve ter registratie te worden aangeboden, na vooraf door
de lasthebbers in tegenwoordigheid van mij Notaris en
getuigen voor echt te zijn erkend en ten blijke daarvan
door de lasthebbers, benevens mij Notaris en getuigen te
zijn geteekend, te zamen vertegenwoordigende de marke
van Noord- en Zuid-Barge ter andere zijde.
-ocr page 9-
5
De welke hebben verklaard te zijn overeengekomen, tot
•wijziging van het contract tusschen voornoemde Maat-
schappij en de Marke van Noord- en Zuid-Barge gesloten,
bij acte verleden voor den opgemelden Notaris Meester
•Toachimus Lunsingh Tonchens te Hoogeveen, den eersten
Junij achttien honderd negen en vijftig, als volgt:
A.         Artikel vier van het contract, op den eersten
Junij achttien honderd negen en vijftig, ten o ver-
staan van meergemelden Notaris Tonclcens te Hoo-
geveen, tusschen partijen gesloten, wordt gewijzigd
met dien verstande, dat daarin in plaats van de
woorden „de derde tot een peil van vijftien el
vijftig duim boven Amsterdamsch peil (15.50 -f-
A.P.) worde gelezen: de derde tot een peil van
zestien meters boven Amsterdamsch peil (16 -\\-
A.P.) met een boven slagdorpel, niet hooger dan
op dertien meters vijftig centimeters boven Am-
sterdamsch peil";
B.         dat met afwijking van het bepaalde in artikel
twee van bovenvermeld contract door de Maat-
schappij aan het kanaal boven de genoemde derde
sluis vijftig centimeters meerdere diepte onder peil
zal moeten gegeven worden, dan in genoemd arti-
kel twee voor de kanalen in het algemeen is
voorgeschreven en geene mindere breedte in den
bodem dan vijf meters en vijftig contimers;
C.         in de plaats van artikel drie van genoemd con-
tract zal een nieuw artikel drie komen, luidende:
„De Maatschappij zal het kanaal in de strook A
tot op het genoemde punt, circa zea duizend vier
-ocr page 10-
6
honderd meters beoosten de Ermergrens, met de
daarin (in artikel vier) voorgeschreven laatste sluis
moeten hebben opgelegd voor of op den eersten
December achttien honderd zes en zeventig."
1). Na deze sluis zal geene opschuttende sluis in
de lijn der Drentsche Kanaalmaatschappij mogen
geplaatst worden.
"Waarvan acte.
Aldus gedaan en verleden te Assen, ten huize van de
weduwe Kuipers aldaar, den een en dertigsten Mei acht-
tien honderd vijf en zeventig, in\', de. tegenwoordigheid van
Lourens Koster, Notarisklerk, en van Boele Smeenge,
dienstknecht, en beiden wonende te Assen, als getuigen,
die benevens de Comparanten aan mij Notaris bekend zijn.
En hebben de Comparanten en de getuigen de minute
dezes, welke in bewaring van mij Notaris gebleven is,
onmiddelijk na voorlezing, nevens mij Notaris onderteekend.
H. L. van der Lely, A. W. van Holthe tot Echten, H.
S. Gratama, J. Bigterinh, J. A. Willinge Gratama, H.
F. Gosselaar, L. Koster, B. Smeenge, J. L. Tonchens.
Geregistreerd te Hoogeveen den eersten Junij 1800 vijf
en zeventig, deel 54 folio 127 rectovak 1. Een blad
geen renvooi. Ontvangen voor recht f „80, voor 88 op-
centen f „305, samen een gulden tien en een halve cent
f 1.105. De ontvanger, Heijl.
"Voor woordelijk gelijkluidend afschrift,
J. L. Tonokens.\'
-ocr page 11-
CONTRACT MET DE DEENTSCHE VEEN- EN MIDDEN-
KANAALMAATSCHAPPIJ.
II.
Op heden te Assen den vijfden Julij achttien hon-
derd vijf en zeventig zijn voor mij Meester Spiek Johannes
Oo&ting
, Notaris, standplaats hebbende te Emmen, arron-
dissement Assen, Provincie Drenthe, in tegenwoordigheid
der twee na te noemen en medeondergeteekende getuigen,
verschenen:
De heer Johannes Lekker, Hoofdopzigter der Drentsche
Veen- en Midden-Kanaalmaatschappij, wonende te Emmen,
in hoedanigheid van gemagtigde van de heeren Meesters
Hermanus Adrianns Nelbens Sterling en Adrianus den
Bandt,
beiden Advocaten, wonende te Dordrecht, inhoe-
danigheid van Directeuren der Drentsche Veen* en Midden-
Kanaalmaatschappij , gevestigd te Dordrecht, en als zoodanig
gepatenteerd aldaar blijkens bewijs daarvan door het Ge-
meentebestuur van Dordrecht afgegeven den zeven en
twintigsten Augustus achttien honderd vier en zeventig,
onder nummer zes honderd en zeven en zeventig, krach»
-ocr page 12-
8
tens onderhandsche acte van procuratie van Junij jongst-
leden, welke ongeregistreerd aan de minute dezes zal
worden vastgehecht om te gelijk met dezelve ter registratie
te worden aangeboden, nadat dezelve bevorens door den
lasthebber, in bijzijn van mij Notaris en getuigen voor
echt was erkend en ten blijke daarvan door den lastheb-
ber, de getuigen en mij Notaris geteekend, ter eenre en
de heeren Jonkheer Meester Anne Willem van Holthe tot
Echten,
Advocaat en Notaris, Hendrik Seerpius Gratama,
oud-Directeur der Posterijen, en Jan Rigterink, Lid der
Provinciale Staten van Drenthe, de beide eerstgenoemde
wonende te Assen, en laatstgenoemde wonende te Ooster-
hesselen, Meester Jan Albert Willinge Gratama, Procureur
bij het Provinciaal Geregtshof van Drenthe, wonende te
Assen, en Uermannus Folkerus Gosselaar, verveener, wo-
nende te Emmen, gezamentlijk in hunne qualiteit van
volmagten en gemagtigden van de Marke van Noord- en
Zuid-Barge, als zoodanig overeenkomstig de acte van
scheiding van de Marke van Noord- en Zuid-Barge, meer
bijzonder van het Oosterveen dier Marke, op den drie en
twintigsten October achttien honderd zeven en zestig, door
mij Notaris verleden, benoemd, de drie eersten in twee
speciaal tot dat einde bijeengeroepen vergaderingen van
eigenaren van het Oosterveen dier Marke van Noord- en
Zuid-Barge van den een en dertigsten October en den
dertigsten December achttien honderd vier en zeventig,
blijkens daarvan op die dagen ten overstaan van mij No-
taris verleden acten in minuut onder mij berustende en
de beide laatsten in eene speciaal daartoe bijeengeroepen
vergadering van ingelanden van het Veenschap Barger-
-ocr page 13-
9
Westerveen, gehouden den negentienden December acht-
tien honderd vier eu zeventig, blijkens besluit van dien
dag, waarvan een afschrift door den secretaris-boekhouder
van het Veenschap afgegeven, mede aan deze acte zal
worden geannecteerd om te gelijk met dezelve ter registra-
tie te worden aangeboden, na vooraf door de lasthebbers
in tegenwoordigheid van mij Notaris en getuigen voor
echt te zijn erkend en ten blijke daarvan door de last-
hebbers benevens mij Notaris en getuigen te zijn geteekend,
te zamen vertegenwoordigende de Marke van Noord- en
Zuid-Barge, ter andere zijde.
Dewelke comparanten hebben verklaard met elkander te
zijn overeengekomen en aan te gaan de volgende overeen-
komst:
Artikel Een.
De Maatschappij verbindt zich om het Oranjekanaal op
te leggen langs haar zoogenaamd Oosterveen tot aan de
Zuidoostelijke scheiding met het Markgenootenveen, alles
in de rigting van haar thans reeds gedeeltelijk bestaand
hulpkanaal en wel door binnen vijf jaren na de dagteeke-
ning van dit contract het bestaande hulpkanaal tot aan
voornoemde Zuidoostelijke scheiding met het Markgenooten-
veen door te trekken, met dien verstand, dat die door-
trekking met November achtienhonderd taehtig zal zijn
geschied en vervolgens na die vijf jaren het hulpkanaal
langs haar Oosterveen tot een kanaal van het volle ver-
mogen of hoofdkanaal te maken binnen twee jaren nadat
de hierna vermelde verbinding zal zijn tot stand gekomen.
Artikel Twee.
De Maatschappij stemt toe in eene verbinding van het
-ocr page 14-
10
Oranjekanaal met de verlengde Hoogeveensche Vaart,
welke verbinding zal geschieden in de nabijheid van het
punt, waar beide voornoemde kanalen zich verlengd zijnde,
zouden ontmoeten en wel door middel van een Sluis, die
buiten kosten der Maatschappij evenals alles wat tot die
verbinding behoort en dus ook de voorziening in het
waterverlies moet worden daargesteld en onderhouden,
terwijl wat het waterverlies, de goede constructie, het
onderhoud en het beheer der Sluis betreft, daarin op de
meest volledige wijze moet worden voorzien hetzij door
een stoomtuig of op eene andere wijze. Tot verzekering
van de kanaalregten zal door de Maatschappij een tolboom
kunnen worden gelegd op het zuidoostelijke einde van het
Oranjekanaal en daar geheven worden van de schepen,
die van het Oranjekanaal komende door de verbindings-
sluis geladen afvaren, het gewone afvaartsregt van een
gulden (f 1.—) per dagwerk of zes drie vierde (674) cents
per scheepston en van de met turf geladen schepen, die
van het Hoogeveensche Kanaal door de verbindingssluis
op- en afvaren, een regt van drie cent opvaart en drie
afvaart per scheepston; komen zij van het Hoogeveensche
Kanaal en varen het Oranjekanaal af, dan zullen de drie
cents opvaart komen in mindering der verder op het
kanaal te betalen afvaartsregten.
Het inwijken boven de Sluis en in het Oranjekanaal
zonder waterverlies zal blijven geoorloofd. Wordt eene in-
wijking gemaakt tusschen de Sluis en het Oranjekanaal,
dan heeft de Maatschappij van het Oranjekanaal het regt
den tolboom te verleggen ten Zuiden dier wijk.
-ocr page 15-
11
De bepaling van dit artikel, dat de verbinding zal ge-
schieden buiten kosten der Maatschappij, sluit niet in zich,
dat de Mark e zich daartoe verpligt.
Artikel Drie.
Zoolang Sluis Vier in het Oranjekanaal bestaat, ver-
bindt de Maatschappij zich door opmaling bij die Sluis
het bovenpand zooveel mogelijk te voeden uit het pand
daar beneden.
Artikel Vier.
De Marke van Noord- en Zuid-Barge. ontslaat de Drent-
sche Veen- en Midden-Kanaalmaatschappij voornoemd van
alle verpligtingen tot meerdere kanaalopleg, die nog mogten
of kunnen voortvloeijen uit het tusschen beiden gesloten
contract van vijf December ach tienhonderd drie en vijftig,
verleden voor den te Emmen geresideerd hebbend Notaris
Meester Lambertns KnipJwrst.
Hiervan is uitgezonderd het graven van het onvoltooid
gebleven gedeelte der Wijk welke de Maatschappij van het
het Oranjekanaal verpligt is te graven uit het Oranjeka-
naal naar het Bargermeer.
Het gedeelte dezer Wijk zal moeten worden gegraven
en geheel gereed opgeleverd binnen den tijd van twee jaren
na de dagteekening van dit contract.
Artikel Vijf.
Bij eenig verschil over dit contract zal de beslissing zijn
bij den Minister van Binnenlandsche Zaken.
Aldus gedaan en verleden op den tijd in plaats als in
het hoofd dezes is gemeld in tegenwoordigheid van Laurens
Koster
kantoorbediende en Hendrik Popken landbouwer
beide wonende te Assen, welke getuigen, evenals de com-
-ocr page 16-
12
paranten aan mij Notaris bekend de minute dezes onmid-
delijk na gedane voorlezing met de comparanten benevens
mij Notaris onderteekend hebben.
(Was geteekend:) Joh. Lokker, A. W. van Holthe tot
Echten, H. S. Gratama, J. liigterink, J. A. Wďllinge Gra-
tama, H. F. Gosselaar, L. Koster, II. Pokpen, S. J.
Oosting.
(De Eegistratie luidt:
Geregistreerd te Assen den vijftienden Julij 1800 vijf en
zeventig deel 98 folio 149 recto vak 3 twee bladen geen
renvooijen. Ontvangen voor regt f „.80 voor 38 opcenten
f W.30V2 te zamen een gulden tien en een halve cent.
De ontvanger
(geteekend) H. van Meun.
Voor woordelijk gelijkluidend afschrift,
S. J. Oosting.