-ocr page 1-
BR.1877. 1.16
-ocr page 2-
-ocr page 3-
----------«—                                             _                 —-ii«i|^n.ii -»-
WET
VAN HET UTRECHTSCH.
Studenten Scherm^ en Gymnastiekgezefscbap
0\'&^BEF1A»"
W
tTRF.Cn-i\'. BTJ C. VA3 BKItTl\'M.
-ocr page 4-
-ocr page 5-
WET
VAN HET UTRECHTSCH
Itn&ratra £r!)Enn- ra \'iifmnasttrligmlsrliap
.OIiTMFI^
l\'THKCHT, BIJ C. VAN «OtBS.
-ocr page 6-
INHOXTD.
Blad!.
HOOFDSTUK I. Algeraeene bepalingen ... 3
HOOFDSTUK II.   Van de Leden. ....*.      4
HOOFDSTUK III.    Van de Commissie ....      7
HOOFDSTUK IV.   Van Vergaderingen ....     14
HOOFDSTUK V.   Slotbepalingen......    lfi
-ocr page 7-
».
J
-ocr page 8-
-ocr page 9-
HOOFDSTUK I.
Algeineene bepalingen.
Art. 1. Het doel van het Utrechtsen Studen-
ten Scherm- en Gymnastiekgezelschap „Olympia"
is de beoefening der Wapenen en der Gym-
nastiek.
Art, 2. Er zullen lessen gegeven worden ia
het schermen met degen, sabel en stok, en in
de Gymnastiek.
Commissarissen zullen ook andere oefeningen
toelaten, indien de meerderheid der leden haar
verlangen te dien opzichte te kennen geeft.
Art. 3. De lessen zullen gegeven worden in
het lokaal Olympia.
Art. 4. De lessen zullen gegeven worden
door meesters die door de Commissie worden
benoemd en ontzet.
Art. 5. De dagen en uren der lessen «uilen
tyj den aanvang van eiken cursus door de Com-
missie geregeld en door aanplakking bekend ge-
maakt worden.
De cursus loopt van 1\' October tot 1° April,
-ocr page 10-
4
Indien de meerderheid der leden haar verlan-
gen te dien opzichte te kennen geeft zullen de
lessen gedurende de kerstvacantie voortgezet
worden.
Art. 6. Er zal zoo mogelijk ieder jaar een
Assaut gegeven worden. Bij genoegzame deel-
neming zal de commissie telken jare een Huis-
houdelijk Concours uitschrijven.
Art. 7. Tot bijwoning van het Assaut noo-
digt de commissie de in de stad Utrecht woon-
achtige Autoriteiten uit, en voorts andere per-
sonen en commissien voor zoover zij dit wen-
schelijk acht.
Art. 8. Er zal op \'t lokaal Olympia aanwezig
moeten zijn een exemplaar dezer wet, alsmede
eene lijst der gewone en honoraire leden en der
commissarissen, benevens eene lijst van werk-
uren.
HOOFDSTUK II.
Tan de leden.
Art. 9. Niemand zal lid kunnen zijn tenzjj
hij lid zij van het Utrechtsch Studentencorps.
-ocr page 11-
5
Abt. 10. De leden verplichten zich tot het
naleven der wetten en van het reglement van
orde. Ieder lid is verplicht zich een exemplaar
dezer wetten aan te schaffen a 25 Ct. bij den
Fiscus verkrijgbaar.
Art. 11. Er zijn geheelwerkende, halfwer-
kende, toeziende en honoraire leden.
Abt. 12. Van alle lessen zullen de geheel-
werkende leden kunnen gebruik maken op eene
contributie van/10,— \'sjaars; de halfwerkende
leden kunnen naar verkiezing van het onderwijs
in \'t schermen alléén op eene contributie van
ƒ 7,50, of van dat in de gymnastiek alléén op
eene contributie van ƒ5,— \'s jaars gebruik
maken, welke keuze bij den aanvang van eiken
cursus aan de commissie moet worden opgegeven.
Toeziende leden hebben toegang tot het lokaal,
doch mogen niet aan de lessen of oefeningen deel-
nemen. Hunne contributie bedraagt ƒ 2,50 \'sjaars.
Abt. 13. Indien een lid van het Utrechtsch
Studentencorps, geen lid van Olympia zijnde,
in het lokaal verschijnt gedurende de uren dat
de leden werkzaam zijn, zal hij zonder nadere
verklaring als toeziend lid beschouwd worden,
waarvan de Ab-actis hem onmiddelijk zal kennis
geven.
Abt. 14. Indien een toeziend lid deelneemt
aan lessen of oefeningen aan het geheel- of half-
werkend lidmaatschap verbonden, zal hij zonder
-ocr page 12-
6
nadere verklaring als geheel- of halfwerkend lid
worden aangemerkt.
Evenzoo zal een halfwerkend lid als geheel-
werkend worden beschouwd, zoodra hij deelneemt
aan lessen of oefeningen aan het geheelwerkend
lidmaatschap verbonden.
De Ab-actis zal hiervan onmiddelijk den be-
trokken persoon kennis geven.
Abt. 15. Alle leden, behalve de toeziende
leden, hebben stem in alle zaken.
Art. 16. Ieder lid heeft het recht voorstel-
len te doen, die hij verplicht is schriftelijk bij
den Ab-actis in te zenden.
Abt. 17 Ieder lid heeft het recht van in-
troductie. De introductie strekt zich uit tot
vreemdelingen en tot in Utrecht woonachtigen,
voor zoover dit laatste met toestemming der
Commissie geschiedt; met uitzondering echter
van studenten, aan de L\'trechtsche Hoogeschool
ingeschreven en aldaar studeerende.
Abt. 18. Ieder lid is verplicht den naam
en de woonplaats van zijn introducé in te schrij-
ven in het daartoe in \'t lokaal aanwezige boek.
De introductie zal telkens na verloop van veer-
tien dagen vernieuwd moeten worden.
Voor ieder verzuim betaalt het introduceerend
lid 25 Ct. boete.
De introducés mogen aan de oefeningen deel-
nemen.
-ocr page 13-
7
Art. 19. Voor een Assaut ontvangen de
geheelwerkende leden elk drie, de halfwerkende
leden elk twee introductiekaarten, uittereiken
aan hen die geen lid van Olympia kunnen worden.
Abt. 20. De toeziende leden hebben op een
Assaut slechts voor hun persoon toegang.
Aet. 21, Indien een lid zijne contributie en
boeten niet vóór 1° Februari betaald heeft, ver-
valt hjj in eene boete van/1,—, welke boete,
zoo hij vóór 1° Mei het verschuldigde nog niet
voldaan heeft met ƒ 1,— zal verhoogd worden.
Zoo hij voor 1* December daaraanvolgende niet
voldaan heeft zal hij van z\\jn lidmaatschap ver-
vallen verklaard, en zijn naam terstond op het
lokaal Olympia en op de Studenten-Societeit
als wanbetaler bekend gemaakt worden; terwijl
hij niet dan na \'t voldoen van het verschuldigde
zijn lidmaatschap kan terug erlangen, noch in
\'t lokaal zal mogen worden geïntroduceerd of
toegelaten.
Indien iemand na 1° Februari lid wordt is
hij gehouden binnen ééne maand zijne contri-
butie te betalen op boete van ƒ 1,—.
Aet. 22. Ieder lid is aansprakelijk voor de
door hem aan \'t lokaal of aan de gereedschappen
toegebrachte schade, en gehouden deze binnen
twee maanden te vergoeden, op straife van na
dien tijd van het lidmaatschap vervallen te wor-
den verklaard.
-ocr page 14-
8
Voor schade, door vreemdelingen aangebracht,
is hij, door wien ze geintroduceerd zijn, aan-
sprakelijk.
Art. 23. Leden, die van hun lidmaatschap
geheel of gedeeltelijk ontslagen wenschen te zijn,
zullen hiervan voor 1° October schriftelijk aan
de commissie kennis moeten geven.
Art. 24. De werkende leden die promo-
veeren of om andere redenen de Hoogeschool
verlaten, doch in de stad Utrecht blijven wonen,
kunnen nog gedurende twee jaar hun lidmaat-
schap behouden, zoo zjj van dit verlangen schrif-
telijk aan de commissie kennis geven. Zij betalen
dan dezelfde contributie en hebben op de ver-
gaderingen slechts eene raadgevende, geene be-
slissende stem. Dit lidmaatschap kan telkens
op schriftelijke aanvrage door een besluit, op
eene algemeene vergadering te nemen, voor twee
jaar verlengd worden.
Art. 25. Het insigne voor de leden is een
roode sjerp met gouden franje. Dit insigne
moeten zij voor eigen rekening aanschaffen. Bij
het deelnemen aan een assaut zijn de leden
verplicht het insigne te dragen, op boete van
ƒ B,— bij verzuim.
Art. 26. Tot eereleden kunnen alleen zij
benoemd worden, die gedurende drie achtereen-
volgende jaren werkend lid van Olympia zijn
geweest, hunne verschuldigde gelden betaald
-ocr page 15-
9
en zich jegens het gezelschap bizonder verdien-
stelyk gemaakt hebben, en daartoe met eene
meerderheid van minstens f der geldig uitge-
brachte stemmen op eene Algemeene Vergade-
ring verkozen zyn.
Art. 27. De eereleden behouden de rechten
van gewone leden, hunne stem is echter slechts
raadgevend. Zij zijn onderworpen aan de bepa-
lingen van orde.
Art. 28. Het insigne der eereleden is een
zilveren penning, dragende aan de voorzijde tot
inschrift: de sol justitiae, om het wapen der
gemeente Utrecht, en aan de keerzjjde: Olympia,
\'t jaar der benoeming en den naam van het eere-
lid, boven twee gekruiste sabels. Dit insigne
wordt bekostigd uit de kas van het Gezelschap.
HOOFDSTUK III.
Tan de Commissie.
------------
Akt. 29. Het bestuur over het gezelschap
is opgedragen aan eene Commissie van vij f leden,
die uit hun midden een Praeses, een Ab-actis,
een Fiscus, een Custos Supellectilis en een Vice-
Ab-actis benoemen. Zjj verdeelen onderling hunne
werkzaamheden door een huishoudelijk reglement.
-ocr page 16-
10
Abt. 30. De commissarissen worden op de
jaarlijksche Algemeene Vergadering, zoo mogelijk
steeds op den 15den November te houden, met
volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte
stemmen voor een jaar gekozen, By hun aftre-
den zijn zij terstond herkiesbaar.
Abt. 31. Zoo een lid, tot commissaris ver-
kozen , terstond of binnen 1 jaar voor zijne be-
noeming bedankt, vervalt hij in eene boete van
f 5,— tenzy hij reeds een jaar commissaris
was geweest.
Een half werkend of toeziend lid, tot commis-
saris verkozen, wordt geheel werkend lid, zoo
hij zich zijne benoeming laat welgevallen.
Abt. 32. Het insigne der commissie is een
aan een rood en wit koord gedragen zilveren
schild op gekruisten sabel en degen, met het
inschrift; „Commissie Olympia" en het jaartal
van benoeming.
De Commissarissen zijn verplicht dit insigne
voor eigen rekening aanteschaffen.
Zij zijn verplicht op Algemeene Vergaderingen
het insigne te dragen, op boete van ƒ1,— by
verzuim.
Abt. 33. De Commissie belegt vergaderingen
en handhaaft de orde op het lokaal, zij moet
zorgen voor de goede instandhouding van de aan
het Gezelschap toebehoorende goederen, en is
belast met de regeling van het Assaut en het
-ocr page 17-
11
Concours, en met de uitvoering van de door
eene Algemeene Vergadering genomen besluiten.
De Commissarissen hebben ten allen tijde toe-
gang tot het lokaal, en hebben het recht een
reglement van orde uittevaardigen, dat op het
lokaal aanwezig zal moeten zijn.
Abt. 34. De Commissie zal bij de oefenin-
gen de volgorde kunnen bepalen.
By afwezigheid van Commissarissen op het
lokaal is de handhaving der orde aan het oudste
aanwezige lid opgedragen.
Art. 35. De geheele Commissie is verant-
woordelyk voor het beheer der geldmiddelen.
Abt. 36. Het zal der Commissie vrijstaan
op de uren dat er geen les gegeven wordt voor
de leden van Olympia, den toegang tot het
lokaal ook te verleenen aan andere vereenigingen
of personen; hiervan zijn echter die vereenigin-
gen uitgesloten die leden van het Utrechtsche
studentencorps, welke geen lid van Olympia
zijn, of als zoodanig zijn vervallen verklaard en
niet gerehabiliteerd, in bun midden opnemen.
Deze vereenigingen of personen zullen hun
evenredig deel moeten betalen aan de jaarlijk-
sche reparatiën van eigendommen van Olympia
welke ten hunnen gebruike worden afgestaan.
Voor buitengewone door hen toegebrachte schade
zyn zij geheel aansprakelijk.
Abt. 37. De Praeses is belast met de lei-
-ocr page 18-
12
ding der vergaderingen en de handhaving der
orde gedurende dezelve.
Hij is verplicht op de jaarlijksche Algemeene
Vergadering van den 15den November verslag
uittebrengen omtrent de lptgevallen van het
gezelschap gedurende het afgeloopen jaar.
Bij ontstentenis van den Praeses treedt de
Fiscus in diens plaats.
Art. 38. De Ab-actis houdt de notulen der
Algemeene Vergaderingen, die de Praeses na
goedkeuring onderteekent, en voert de corres-
pondentie.
Hij is verplicht telken jare aan de Eedactie
van den Utrechtschen Studenten-almanak een
verslag in te dienen van de lotgevallen van het
gezelschap gedurende het afgeloopen jaar. Hij
is verplicht bij het einde van eiken cursus de
wetsveranderingen die in dien cursus zijn vast-
gesteld, te laten drukken en aan alle leden te
doen toekomen.
Abt. 39. De Fiscus is belast met het gel-
delijk beheer en is verplicht op den l,tM No-
vember zijn kasboek te sluiten en op den 15den
November op de jaarlijksche Algemeene Verga-
dering rekening en verantwoording te doen van
zijn beheer gedurende het afgeloopen jaar, welke,
rekening en verantwoording acht dagen te voren
op de Studenten-societeit en vier dagen op het
lokaal Olympia ter inzage zal moeten liggen.
-ocr page 19-
13
Hij is verplicht op dezelfde vergadering de in
kas zijnde gelden en de door hem betaalde
quitanties te vertoonen. De Praeses zal uit de
vergadering twee leden benoemen om de reke-
ning en verantwoording na goedkeuring te onder-
teekenen.
Abt. 40. De Commissie zal in de eerste
week na den 15den November tweemaal op het
lokaal Olympia en éénmaal op de Studenten-
societeit zitting houden om de gelden te innen.
De daarvoor bestemde dagen en uren zullen te
voren op bovengenoemde plaatsen en in het
Utrechtsch Dagblad worden bekend gemaakt.
Art. 41. De Fiscus is verplicht terstond na
genoemde drie betaaldagen aan de leden, die
hunne verschuldigde gelden alsdan niet zullen
hebben betaald, quitanties te zenden. Wanneer zij
voor 1 October daaraanvolgende nog niet hebben
betaald zal hjj hen schriftelijk daartoe aanmanen.
Art. 42. De Custos Supellectilis is verplicht
nauwkeurig aanteekening te houden van de eigen-
dommen van Olympia, en hiervan vóór de jaar-
lyksche Algemeene Vergadering van den 15d,n
November eene inventaris te maken, welke, na
door de vergadering goedgekeurd te zijn, door
twee daartoe door den Praeses te benoemen
leden zal onderteekend worden.
Art. 48. De Vice-Ab-actis treedt bij ont-
stentenis van den Ab-actis in diens plaats.
-ocr page 20-
14
Art. 44. De Commissie heeft het recht hen,
die minstens een jaar commissaris zijn geweest,
met algemeene stemmen tot eere-leden der com-
missie te benoemen.
De eere-leden der commissie hebben toegang
tot het lokaal en de vergaderingen, waar zij
eene raadgevende stem hebben. Zij zijn onder-
worpen aan de bepalingen van orde.
Zij die voor de aanneming dezer wet als com-
missaris zijn afgetreden, worden gelijkgesteld
met eere-leden der Commissie.
HOOFDSTUK IV.
Van de Algemeene Vergaderingen.
Abt. 45. Eene Algemeene Vergadering is
wettig, wanneer zij minstens drie dagen te voren
door aanplakking op de Studenten-societeit, op
\'t lokaal Olympia en in het Utrechtsch Dagblad
is aangekondigd. In dringend noodzakelijke ge-
vallen is 24 uur te voren voldoende.
Akt. 46. Op schriftelijk verzoek van min-
stens vijf leden is de Commissie verplicht eene
Algemeene Vergadering bijeen te roepen.
-ocr page 21-
15
Aet. 47. Tot het nemen van besluiten is
het niet noodzakelijk dat een bepaald aantal
leden tegenwoordig zij.
Abt. 48. Alle stemmingen geschieden in per-
soon; stemming over zaken geschiedt monde-
ling; over personen met gesloten briefjes. Be-
noeming van personen bij acclamatie heeft niet
plaats.
Art. 49. Er kunnen geen voorstellen wor-
den aangenomen of besluiten genomen dan met
volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte
stemmen. Bij staking der stemmen wordt her-
stemd. Bij herstemming wordt geen volstrekte
meerderheid vereischt. Bij herhaalde staking
beslist de stem van den Praeses wanneer de
stemming zaken betreft, en het lot wanneer de
stemming personen betreft.
Akt. 50. Geene zaak mag op eene Alge-
meene Vergadering worden behandeld, waarvan
niet vooraf op de convocatie-billetten is melding
gemaakt. Een voorstel tot wetsverandering kan
slechts in behandeling komen, wanneer het acht
dagen op het lokaal Olympia en op de Studen-
ten-societeit heeft voorgehangen. Een voorstel
tot wetsverandering dat verworpen is, kan niet
dan na zes maanden weder worden voorgesteld.
-ocr page 22-
16
HOOFDSTUK V.
Slotbepalingen.
Abt. 51. In alle gevallen waarin de wet
niet voorziet, handelt de Commissie naar recht
en billijkheid.
Abt. 52. Deze wet treedt in werking op den
14den Maart 1877.
De wet van Olympia is na herziening
vastgesteld en goedgekeurd en gedrukt
volgens besluit der Algemeene Verga-
dering van den 16deD Februari 1860.
(Was get.) W. J. ESSERS, Praeses.
H. CaNTZLAAR, Ab-actis.
C. J. SlCKESZ, Fiscus.
Met de na den 16d" Februari 1860
vastgestelde veranderingen aan eene
herziening onderworpen en aldus vast-
gesteld en herdrukt volgens besluit der
Algemeene Vergadering van Vrijdag 2
Maart 1877.
A. F. van Lijnden, Praeses.
A. W. F. A. FAUEE, Abactit.
C. O. SCHOT, Fiscus.
J. LüDEN, Custos Sujiellectilis,
M. M. W. PENNINK, Vice-Ab-actis.
-ocr page 23-
OLYMPIA.
REGLEMENT VAN OBDE.
De Commissie, gezien artikel 33 dei Wet van
Olympia, haar de handhaving der orde op-
dragende, heeft het volgend Reglement van
Orde vastgesteld:
Art. 1. Er zal in het lokaal eene lijst aan-
wezig zijn, waarop ieder die les in het schermen
wenscht te nemen, verplicht is zijn\' naam te
plaatsen, terwjjl naar die volgorde de lessen
zullen geregeld worden. Hij die bij het af-
roepen van zijn\' naam niet opkomt, verliest het
recht op zijne beurt. Als de lijst is afgeloopen
begint zy weder op nieuw. Hjj die nog geen
les gehad heeft gaat voor.
Ast. 2. Niemand zal de lessen of oefeningen
mogen storen op boete van 25 et.
Art. 3. Niemand zal de aan een\' ander toe-
behoorende wapenen of gereedschappen zonder
diens uitdrukkelijke toestemming mogen ge*
bruiken, op boete van 50 et.
-ocr page 24-
18
Art. 4. Hij die wapenen aan Olympia toe-
behoorende, heeft gebruikt, is verplicht ze weer
op hunne plaats te hangen, op boete van 25 et.
bij verzuim.
Art. 5. Elk die wapenen in het lokaal heeft
moet zorgen dat zijn naam duidelijk boven de-
zelve geplaatst zij, op boete van 50 et. by
verzuim, buiten en behalve de kosten van het
maken.
Art. 6. Ieder die een wapen of gereedschap
breekt is daarvoor aansprakelijk, alsmede voor
de wapenen die de meester breekt, gedurende
het les geven aan of trekken met hem.
Art. 7, Niemand zal mogen trekken zonder
masker en handschoenen noch een ander met
wapenen mogen dreigen, op boete van ƒ 1,50
voor elke overtreding.
Art. 8. Er zal niet mogen gerookt worden in
dat gedeelte van het lokaal waar zaagmeel
ligt, noch onder het schermen of gymnastiseeren
door hen die aan die oefeningen deelnemen.
Ook zullen geene sigaren in het zaagmeel mogen
geworpen worden, alles op boete van 50 et.
voor elke overtreding.
Art. 9. Men zal op boete van 25 et. geene
kleederen in \'t lokaal mogen nederleggen, maar
in het daartoe bestemde kamertje.
Art. 10. Het is verboden honden in het
lokaal te brengen op boete van 25 et. Men
-ocr page 25-
19
moet ze in de kleedkamer vastleggen of buiten
het lokaal verwijderd houden.
Art. 11. Er zal aan rek, ringen, brug,
paard ot bok niet mogen gewerkt worden met
schoenen, van hakken voorzien, op boete van
50 et. voor elke overtreding.
Art. 12. Het is verboden met meer dan
twee personen te gelijk aan de gewichten te
werken, op boete van ƒ 1.—.
Art. 13. Het is verboden met gewichten te
werken op eene andere plaats dan waar het
zaagmeel ligt op boete van 50 et.
Art. 14. Het is verboden zonder toestem-
ming der Commissie toestellen, kisten of derge-
lijke in het lokaal te plaatsen.
Art. 15. By afwezigheid van Commissa-
rissen is het oudste aanwezige Lid belast met
de uitvoering dezer bepalingen, en verplicht zoo
spoedig mogelijk van opgelegde boeten aan de
Commissie kennis te geven.
Art. 16. Tot het nakomen der bepalingen
vermeld in art. 3, 5, 8, 10, 11, 12, 18,
14, verbinden zich ook niet-leden van Olympia,
die toegang tot het lokaal hebben.
Art. 17. Uit reglement van orde treedt in
werking op den 14den Maart 1877.
Aldus vastgesteld 2 Maart 1877.