-ocr page 1-
"o*7        -.BB..1B77.H.6-
1/nv*
.
-ocr page 2-
-ocr page 3-
jfiWJJT.P\'
I •\'(.\' S 1:
VOORSTEL
tot het vaststellen van een plan
VOOK DE
Uitbreiding der Gemeente Utrecht.
SEPTEMBEB 1877.
-ocr page 4-
-ocr page 5-
De ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen,
dat de Raad neme de volgende besluiten:
De Raad wenschende over te gaan tot het vast-
stellen van een algemeen plan voor de uitbreiding
der gemeente , besluit:
1°. De Raadscommissie bedoeld bij art. 166derge-
meentewet uit te noodigen, aan hem zoo spoedig
mogelijk voor te dragen eene gewijzigde verordening
op het bouwen en sloopen, waarin o. a. de navolgende
hoofdbeginselen worden opgenomen:
A.    Het is verboden op gronden, binnen de gemeente
gelegen, gebouwen te stellen, te herbouwen of
te veranderen, anders dan overeenkomstig de
door Burgemeester en Wethouders in het belang
der openbare orde, veiligheid en gezondheid te
J geven voorschriften en na van hunnentwege op
de plaats aangegeven rooijing.
B.    Buiten de stadssingelgrachten zal, binnen het
rayon waarover het algemeen plan voor de uit-
breiding der gemeente zich uitstrekt, niet ge-
bouwd mogen worden dan:
1°. in de rooijing der in het algemeen plan voor
de uitbreiding der gemeente opgenomen straten
en wegen;
2°. buiten die rooijing, wanneer voldaan wordt
aan de navolgende voorwaarden:
-ocr page 6-
2
a.  dat de te stellen gebouwen zullen staan aan
eenen weg of aan cene straat, die minstens
aan ééne zijde in vrije gemeenschap staat met
een, der in het algemeen plan voor de uit-
breiding der gemeente opgenomen straten of
wegen;
b.  dat nimmer gebouwd worde op minder dan
vier meters uit de as van den weg of straat
sub a bedoeld, onder dien verstande dat, zoo
de lengte van dien weg of straat, gemeten
tusschen twee op het plan voor de uitbreiding
der gemeente gebragte straten, meer dan hon-
derd en minder dan 200 meters bedraagt, op
niet minder dan vijf meters uit de as van
den weg of straat mag gebouwd worden en
dat, zoo die lengte meer dan tweehonderd
meters bedraagt, die afstand minstens zes
meters moet zijn;
c.  dat de as van den weg of de straat minstens
dertig meters verwijderd zij van de assen der
daarnaast liggende of op het algemeen plan
voor de uitbreiding der gemeente aangegeven
wegen of straten, voor zoover die in dezelfde
rigting loopen, als de aan te leggen weg of
straat;
d.  dat de assen der straten of wegen zullen zijn
regte of regelmatig flaauw gebogen lijnen;
3°. binnen geheel beheinde grondstukken, mits niet
ter plaatse waar straten of wegen op het alge-
meen plan voor de uitbreiding der gemeente
-ocr page 7-
3
gebragt ontworpen zijn en onder voorwaarde,
dat die gebouwen nimmer zullen mogen be-
woond worden.
C.    De in het algemeen plan voor de uitbreiding der
gemeente op te riemen straten en wegen, zullen
eene breedte hebben van minstens twaalf meters,
tenzij zij langs eenen spoorweg of een water
van minstens vijf meters breedte liggen, of dat
. zij eene mindere lengte dan honderd meters heb-
ben , in welke gevallen de minimum breedte op
tien meters kan bepaald worden.
D.    Burgemeester en "Wethouders zullen kunnen be-
palen, dat op de kruispunten van straten een
of meer hoeken onbebouwd zullen* blijven, onder
dien verstande, dat de daardoor ontstaande
schuine rooijlijn, die de rooijlijnen van twee
straten verbindt, geen grootere lengte zal be-
hoeven te hebben dan vijftien meters.
E.    De hoogte van de te bouwen of te verbouwen
perceelen, gemeten van den bovenkant van de
straat tot de nokken, zal niet meer mogen be-
dragen dan één en een vierdemaal de breedte
van den weg of straat, waaraan die perceelen
zullen staan.
F.    De minimumhoogte der vloeren van de gelijk-
vloersvertrekken zal bepaald worden door Bur-
\'gemeester en Wethouders, in verband met de
hoogte, waarop de riolen en straten liggen of
zullen liggen.
-ocr page 8-
4
II0. Burgemeester en "Wethouders uit te noodigen
zoo spoedig mogelijk zamen te stellen en bij den
Raad ter tafel te brengen, een algemeen plan
voor dè uitbreiding der gemeente, in verband met
de door den Raad in beginsel vastgestelde wijzi-
gingen der verordening op het bouwen en sloopen
sub 1°. bedoeld en in den geest van het overgelegde
conccptplan.
Utrecht, 13 September 1877.
J. P. HAVELAAR.
J. A. FRUIN.
W. J. M. BOSCH.
VAN ITTERSUM.
H. ELINK SCHUURMAN.
II. VERLOREN VAN THEMAAT.
B. J. L. DE GEER.
A. C. J. VAN EELDE.
F. W. C. KRECKE.
-ocr page 9-
Bij herhaling is in den Raad aangedrongen op de
indiening en vaststelling van een algemeen plan voor
de uitbreiding der gemeente en meermalen werd reeds
gewezen op de noodzakelijkheid eener herziening van
de verordening op het bouwen en sloopen.
Intusschen wordt de toestand in de buitenwijken
steeds meer bedenkelijk; in de laatste jaren toch werd
- daarin zeer veel aangebouwd en nog steeds wordt
daarmede voortgegaan. Hoe verblijdend dat verschijn-
sel op zich zelf ook zij, men kan toch niet zonder
bezorgdheid opmerken, dat dit bouwen geschiedt zon-
der eenig bepaald plan, en dat tal van naauwe kron •
kelende straten ontstaan. Reeds spoedig zal het
onmogelijk zijn, zonder in buitensporig hooge kosten
te vervallen, behoorlijke toegangen tot die wijken aan
te leggen, flinke doorgaande straten te maken en
ruimte en frissche lucht in die nieuwe deelen der
stad te brengen.
Voor zooveel langs openbare wegen gebouwd wordt,
verkrijgen de straten tegenwoordig, ingevolge het
bepaalde in art 6 der verordening op het bouwen en
sloopen, eene breedte van acht meters, slechts enkele
malen gelukt het de eigenaars te bewegen die op tien
meters te brengen, terwijl de straten of gedeelten
van straten vóór 1859 aangelegd, bijna allen minder
dan acht meters breedte hebben. Dat nu voor toe-
gangswegen en hoofdstraten eene breedte van acht
Aan
den Baad der Gemeente Utrecht.
-ocr page 10-
6
meters geheel onvoldoende is, zal wel geen betoog
behoeven. Worden de gebouwen niet aan eenen weg
gesteld dan is het dagelijksch bestuur geheel magte-
loos. Niets bindt dan den bouwheer; vrij kan hij
naauwe stegen en sloppen aanleggen, mits hij, voor
zooveel hij op afgesloten terreinen bouwt, slechts zorg
drage dat er toegang besta voor de brandbluschmid-
delen; niemand kan hem eene rooijing opdringen.
Gaat men op den plattegrond der gemeente na,
hoe klein het aantal openbare wegen is en hoe groot
sommige perceelen zijn, dan kan men zich niet ont-
veinzen, dat de toekomst der nieuwe wijken voor een
groot deel in de handen van bouwspekulantcn berust.
Zij alleen beslissen over de rigting en breedte der
straten, over de grootte der blokken, althans voor
zooveel zij niet aan een bestaanden weg of aan een
bestaand pad bouwen. Elk voor zich verdeelt zijn
terrein in straten en bouwterreinen, meestal zonder
eenig overleg met zijne buren en buiten alle verband
met de door hen aan te leggen straten.
Thans nog is het, hoewel reeds bezwaarlijk, toch
mogelijk de toekomst der nieuwe wijken te verzeke-
ren door doelmatigen aanleg van straten en toegangs-
wegen. Nog eenige weinige jaren en men zal groote
kapitalen moeten besteden, om redelijk te maken wat
bedorven werd.
"Wie den toestand der buitenwijken kent, zal die
schildering niet te donker noemen, het is echter mis-
schien niet overbodig op enkele bijzonderheden daar-
van te wijzen.
-ocr page 11-
7
Tusschen de "Weerdbarrière en den Centraal-Spoor-
weg, eene lengte van tien minuten gaans, bestaat
geene enkele redelijke straat, die van de Bemuurde
Weerd en de Laauwerecht toegang geeft tot liet uit-
gebreide en reeds gedeeltelijk bebouwde terrein daar
achter gelegen. De "Weerdsingel zal weldra geheel
bebouwd zijn en is dit geschied, dan is alle gelegen-
heid benomen, om behoorlijke toegangswegen tot eene
belangrijke wijk te maken, tenzij men groote som-
men bestede tot onteigening van gebouwen, die thans
zijn of worden gesteld.
Hetzelfde dreigt het geval te zijn met de Noord-
waarts van de Bildtstraat gelegen gronden, welke
nu met die straat alleen gemeenschap hebben door
drie stegen: de Goede steeg, de Beckersteeg en de
oude Kerksteeg; alleen de laatste kan nog met de
vigerende verordening in de hand tot eene breedte
van acht meters gebracht worden. Naar de zijde
van de Kapelstraat, die zelf bij de Bildtstraat naauwe-
lijks zes meters breed is, en van den Kleinen Singel
hebben die terreinen alleen uitgang door het Moorde-
naarspad, waarvan de ingang eveneens zeer naauwis.
De bouwgronden ten Oosten van den Oosterspoor-
weg, die zoo uitnemend geschikt zijn voor den aanleg
van nieuwe straten, geraken evenzoo in een ongun-
stigen toestand. Yier wegen geven over dien spoor-
weg toegang tot de uitgestrekte terreinen die begrepen
zijn tusschen de Bildtstraat, de Maliebaan, den Malie-
singel, den Tolsteegsingel, den Krommen Rijn en
de oostelijke grenzen der gemeente, terreinen die
-ocr page 12-
8
eene oppervlakte beslaan, grooter dan de stad binnen
de Singelgrachten.
Allen leiden naar naauwe straten en wegen en
toch zullen die de hoofdtoegangswegen der nieuwe
wijk moeten \'zijn. De toegangen zijn 1°. de overweg
bij de Nieuwe Baan; de paralelweg tusschen dien
overgang en de Oudwijkerlaan heeft op sommige
punten eene breedte van minder dan vijf meters;
2°. de 3° Baansteeg, waarvan het gedeelte tusschen
de Maliebaan en den Spoorweg slechts 3.85 me-
ters breed is; 3". de overgang bij de Zonsteeg,
welke steeg in een smallen weg langs de Min-
stroom en in de Oudwijkerdwarsstraat uitloopt;
4°. de weg die langs den regteroever van den Krom-
men Rijn voert, waar de breedte zeer gering is en
die na Noordwaarts te zijn omgebogen zich splitst in
twee wegen het Absteder zandpad en de Notenboom-
laan, die elk eene breedte van acht meters hebben.
• Zeer enkelen uitgezonderd hebben de straten in de
buitenwijken geen grootere breedte dan acht meters;
met sterke slingeringen en scherpe hoeken volgen zij
de rigting der bestaande veldwegen en paden en daar,
waar het vroeger zoo gemakkelijk zoude geweest zijn
een regelmatig net voor ruime doorgaande straten
te vormen, vindt men thans bijna uitsluitend naauwe
straten en enge stegen, die zonder eenig plan, zon-
der eenige orde aangelegd als doorheen geworpen\'
schijnen.
Sommige terreinen, als bijv. de gronden tusschen
het Absteder zandpad, den spoorweg en de Noten-
-ocr page 13-
o
boomenlaan en die tusschen de laatstgenoemde straat,
den spoorweg en de Groene laan , zijn voor zoover
zij langs den openbaren weg strekken reeds bijna ge-
heel bebouwd ; zoo nog enkele huizen gesteld wor-
den zal de gelegenheid benomen zijn, om door be-
hoorlijke straten de binnengedeelten dier perceelen te
bereiken. Het valt wel niet te betwijfelen, dat dan
weder een tal van sloppen, poorten en stegen zullen
ontstaan en dat op den duur die , en vele andere
perceelen in denzelfden treurigen toestand zullen
komen x waarin sommige wijken der binnenstad ver-
keeren. Wat daar thans geschiedt, zal ook spoedig
elders plaats hebben. De uitgestrektheid der bouw-
terreinen geeft geen waarborg, dat de opeenhooping
van woningen zal voorkomen worden; hetgeen buiten
de Weerdbariere reeds bestaat bewijst dit. Naauwe
stegen, soms 2 a 3 meters breed, talrijke sloppen en
binnenpleintjes waar de frissche lucht nimmer toegang
heeft worden daar thans reeds gevonden. Stegen en
sloppen als de Hofsteeg, de Kollewijnsteeg, de Molen-
werfsteeg, de Hopakker , de Naauwe Janssteeg, de
Goede steeg, de Beckersteeg, de Lakmoessteeg. de
Keisteeg, de Stijfselsteeg, de Wijde steeg, de Vis-
scherssteeg, de Laddersteeg, de Kroonsteeg, de
Hoenderhof en zoovele anderen ontsieren reeds
nu de onmiddelijke omgeving der binnenstad en
toonen aan wat de toekomst der nieuwe wijken
zijn zal, zoo de gemeente niet krachtige maatrege-
len neemt.
Er is dus werkelijk periculum in mora en dit heeft
-ocr page 14-
10
de ondcrgeteekenden bewogen de hierbij gaande voor-
stellen aan den Raad te doen.
Tot het brengen van afdoende verbetering in den
bestaanden toestand staan twee wegen open:
1°. Onteigening uit kracht eener aan te vragen
onteigeningswet van de terreinen benoodigd voor den
aanleg en de verbreeding van wegen en straten.
2°. Beperking van het regt der grondeigenaren om
op eigen grond te bouwen, in verband met een door
den Raad vast te stellen bouwplan.
Het is duidelijk , dat de aanwending van het eerste
middel tot buitensporig hooge uitgaven zoude leiden.
De eigenaars, die voor hunne af te stane gronden
ruim zouden betaald worden, zouden bovendien in de
aanzienlijke waardevermeerdering hunner perceelen
eene tweede bron van voordeel vinden. De gemeente,
die later nog de kosten van bestrating, rioleering en
verlichting zal moeten dragen, zoude daarentegen
bovenmatig bezwaard worden. In verschillende groote
gemeenten o. a. in Rotterdam en \'s Hage is dan ook
reeds bepaald geworden, dat de gemeente geen gron-
den voor straten overneemt, tenzij die door de eige-
naars kosteloos aan de gemeente worden overgedragen
en nadat zij door dien eigenaar bestraat zijn.
Wil men den weg sub 1" bedoeld volgen, dan zal
men genoodzaakt zijn al spoedig den grond voor een
groot deel der te maken straten te onteigenen, anders
loopt men gevaar dat de gronden die men zal noodig
hebben bebouwd worden, waardoor de kosten van
latere onteigening al weder verhoogd worden. Vele
-ocr page 15-
11
dier wegen en ontworpen straten zouden echter jaren-
lang geheel of gedeeltelijk; onbebouwd blijven en dus
weinig nut stichten. Gedurende die jaren zouden de
renten der daarvoor aangewende kapitalen dan geheel
verloren zijn. Het is eindelijk ook niet zonder be-
zwaar alle details voor de verdeeling der nieuwe
wijken door den Raad te doen vaststellen. Waar men
op voorname huizen met groote diepte gerekend heeft,
zoude de eigenaar misschien kleinere wenschen te
bouwen en omgekeerd. Feitelijk is dan ook het
tweede middel voor de grondbezitters minder bezwa-
rend dan het eerste.
Tegen het tweede middel kan worden aangevoerd,
dat daardoor de vrijheid der grondbezitters, om met
hun goed te doen wat zij voordeelig achten, beperkt
wordt. In zekere mate is dit juist, wel zal niemand
kunnen gedwongen worden huizen te bouwen of straten
aan te leggen, maar toch zal het eigendomsregt in
zooverre beperkt worden, dat de eigenaar niet meer
geheel vrij zal zijn in de keuze van de plaats waar
hij zijn gebouw zal doen verrijzen. De ondergetee-
kenden meenen echter, dat die beperking noch on-
regtmatig, noch onbillijk zoude zijn.
Zij meenen dat de Raad bevoegd is die beperkende
bepaling vast te stellen en beroepen zich voor die
meening ten overvloede op een arrest van den Hoo-
gen Raad van 3 Mei 1875 (Weekblad v. h. R.
N8. 3858), waarbij overwogen werd o. a. „dat de
„opvatting van art. 39 der Verordening" (de Haag-
sche bouwverordening) „door den regter aangenomen,
-ocr page 16-
12
„niet is in overeenstemming met de duidelijke woor-
„den van dat artikel, waarin de verpligting om
„overeenkomstig de rooijing te bouwen wordt voor-
beschreven, voor gronden gelegen aan of langs den
„openbaren weg, en derhalve geheel zonder ecnige
„beperking of de op te rigten gebouwen zich aan de
„grens of wel op verwijderden afstand daarvan op
„die gronden bevinden" en verder „dat het bepaalde
„bij dat artikel niet anders kan worden beschouwd
„dan als eene beperking van het vrije gebruik die
„gronden hoedanige tengevolge van de bevoegdheid
„bij art. 135 der gemeentewet, aan den Raad der
„gemeente verleend, en door dien Haad noodzakelijk
„geoordeeld, met de wet allesins is bestaanbaar en
„met geene directe of indirecte onteigening kan wor-
„den gelijkgesteld."
In vele andere gemeenten bestaan reeds dergelijke
bepalingen. Zoo wordt in de verordening op het bou-
wen enz. der gemeente Rotterdam, vastgesteld in de
vergaderingen van den Raad van 26 Februari, 5 en
19 Maart en 9 April 1857 (gemeenteblad No. 19)
in art. 1 verboden zonder schriftelijke vergunning van
Burgemeester en \'Wethouders binnen het grondgebied
der gemeente eenig gebouw te maken of te herbouwen,
of funderingen te vernieuwen, terwijl in art. 7 dier-
zelfde verordening bepaald is, dat met het bouwen
geen aanvang mag gemaakt worden, dan nadat door
de daartoe aangewezen ambtenaren de rooijing is be-
paald, welke rooijing wordt gegeven naar de voor-
schriften vastgesteld door Burgemeester en "Wethouders.
-ocr page 17-
13
Ook de algemeene politieverordening voor Amsterdam,
vastgesteld den 18e" Augustus 1860 (gemeenteblad
1869 afd. 3 volgn. 20) en laatstelijk gewijzigd den 23
en 24 December 1874 (gemeenteblad 1874 afd. 3
volgn. 18, 37, 38, 41, 46 en 54, en 1875 afd. 3
volgn. 1) bevat daarmede overeenkomende bepalingen.
Art. 511 dier verordening schrijft o. a. voor dat ver-
boden is zonder vergunning van Burgemeester en
Wethouders perceelen of gedeelten van perceelen te
bouwen of te herbouwen of gevels, muren enz. te
maken, te vernieuwen , te veranderen of uit te brc-
ken , terwijl in art. 519 is bepaald, dat bij opbouw
ol vernieuwing van perceelen of gedeelten daarvan,
van frontmuren of afschuttingen Burgemeester en Wet-
houders, waar zij dit noodig oordeelen, voor de regelma-
tigheid der rigting, of tot verwijding of verbetering van
den openbaren weg, het rigtingsvlak kunnen bepalen.
Art. 146 der algemeene policieverordening voor Haar-
lem vastgesteld den 29. November 1876 en gewijzigd
den 14. Februari) 1877, bevat de bepaling dat in
de gemeente niet mag gebouwd worden, zonder in-
achtneming der door Burgemeester en "Wethouders in
het belang der openbare orde, zedelijkheid en gezond-
heid te geven voorschriften ten aanzien van de plaats
waar het gebouw of de gebouwen zullen opgerigt
worden.
Ook aan de billijkheid wordt niet te kort gedaan.
De gemeente neemt, wanneer zij daartoe door de
eigenaars wordt aangezocht en door hen aan enkele
voorwaarden is voldaan, steeds de gronden der straten
-ocr page 18-
14
over, legt daarin riolen en daarop bestratingen aan en
zorgt vorder voor het onderhoud en de verlichting.
Is het nu niet billijk, dat de gemeente, die zich al
die kosten getroost ook ccnige eischen stelt; dat zij
verlangt, dat die straten doelmatig en regelmatig en
in verband met de reeds onder haar beheer zijnde of
later door haar in beheer te nemen straten worden
aangelegd ?
De eigenaars worden niet verpligt te bouwen of
straten te makon zoo lang zij dat niet zelf wenschen.
Wordt het echter door hen verlangd, dan zijn zij
ook zelf de hoofdbelanghebbenden bij eene behoorlijke
riolering, bestrating en verlichting dier straten. Wei-
gerde de gemeente eens al die kosten te dragen, dan
zouden de grondeigenaars haar bezwaarlijk daartoe
kunnen dwingen. Zij zouden dan, of zelf die kosten
moeten dragen, en deze zullen aanzienlijk hooger
zijn dan de waarde van den meerderen grond dien
het gemeentebestuur voor de breedte der straat nood-
zakelijk acht, of hunne huizen zullen, bij gemis aan
behoorlijk bestrate toegangen, zoo zij al te verhuren
zijn, eene veel mindere huurwaarde hebben.
Doch ook de grond, die voor de meerdere straat-
breedte gevorderd wordt, verliest voor den eigenaar
niet alle waarde. De koopwaarde der bouwplaatsen
en die der daarop gestelde huizen is ook afhankelijk
van den zoogenaamden stand, van de toegangen, van
den toestand der straat en van de omgeving. Die
waarde zal rijzen wanneer er zekerheid bestaat, dat
de straat eene behoorlijke breedte zal hebben en ge-
-ocr page 19-
15
makkelijk genaakbaar zal zijn, dat geen sloppen en
stegen de lucht in den omtrek zullen bederven.
De grondeigenaars verkrijgen bovendien de zekerheid
dat hunne straten zullen worden doorgetrokken, dat
zij niet door hunne buren zullen worden ingebouwd
en ook die zekerheid zal een gunstigen invloed op de
waarde der perceelen hebben.
De groote perceelen, die in de buitenwijken door
de openbare wegen worden ingesloten, behooren
meestentijds aan meerdere eigenaren, die veelal niet
dezelfde inzigten, niet dezelfde meeningen hebben.
Wenscht thans een dier eigenaren te bouwen, dan
is hij genoodzaakt, dat geheel zelfstandig en op goed
geluk af te doen, zonder de minste zekerheid, dat
zijne buren later zijne geprojecteerde straten zullen
doortrekken. Het zijn dan en zullen misschien altijd
blijven culs de sac. Zijne perceelen verliezen daar-
door een goed deel hunner waarde als bouwplaatsen,
zij zijn voor het stellen van grootere huizen niet
geschikt. Dit brengt hem er weder toe de straten
naauw aan te leggen en zóó worden de buitenwijken,
die zoo uitnemend geschikt waren voor eene ruime
en fraaije uitbreiding der stad, onherroepelijk be-
dorven.
De ondergeteekenden meenen, dat het nog mogelijk
is de toekomst der buitenwijken te verzekeren, doch
zij zijn tevens van oordeel, dat dit alleen kan ge-
schieden, wanneer zoo spoedig mogelijk krachtige
maatregelen genomen worden. Daartoe is het in de
eerste plaats noodzakelijk, de Verordening op het
-ocr page 20-
1G
bouwen en sloopen te wijzigen, terwijl verder, in
verband met die te. wijzigen Verordening, een alge-
meen plan voor de uitbreiding der gemeente behoort
te worden vastgesteld. Zij hebben de eer de daartoe
noodige voorstellen te doen en daarbij, doch alleen
als toelichting, te voegen een ontwerp van een alge-
meen plan voor de uitbreiding der gemeente, alsmede
een staat der breedten van eenige straten en stegen
in do gemeente. De ondergcteokenden zijn niet in
het bezit van genoegzame gegevens, om een berede-
neerd plan te kunnen opmaken. Zij meenen, dat dit
werk behoort te worden opgedragen aan Burgemeester
en Wethouders, die beter met alle bijzonderheden
bekend zijn en die over uitmuntende werkkrachten
kunnen beschikken, f Iet bijgevoegde ontwerp moge
alléén dienen, om duidelijk te maken, wat zij onder
een algemeen plan voor de uitbreiding der gemeente
verstaan.
De voorgestelde hoofdbeginselen strekken in de
eerste plaats om het vaststellen van een dergelijk
plan mogelijk te maken, in de tweede plaats om,
in aansluiting aan dat plan, de regelmatige en doel-
matige bebouwing der buitenwijken te verzekeren.
De ondergeteekenden meenen toch dat in het boven-
bedoelde plan alléén moeten worden opgenomen de
hoofdstraten en de toegangen. Zij achten het onnoodig
en voor de eigenaars van gronden zeer bezwarend
een volledig stratennet vast te stellen. De bebouwing
tusschen de hoofdstraten kan aan de eigenaars der
gronden worden overgelaten, mits er voldoende waar-
-ocr page 21-
1\'
borgen zijn dat ook die door hen aan te leggen
straten geen nadeel kunnen toebrengen aan de open-
bare orde, veiligheid en gezondheid en dat die straten
in regelmatig verband met de hoofdstraten zullen
gebragt worden. Daartoe is het noodig, behalve de
door Burgemeester en Wethouders voor te schrijven
bijzondere voorwaarden, ook algemeene voorschriften
vast te stellen, zoodat de geheele aanleg der buiten-
wijken naar vaste regelen plaats hebbe. Voor de
eigenaars zelven is dit trouwens van het grootste
belang, daar zij dan, althans in hoofdzaak, de voor-
waarden kennen, waarop het hun vergund zal worden
te bouwen, zoodat ook bij verkoop van gronden, de
verkoopers de verkaveling van perceelen daarnaar
kunnen regelen en de koopers in de gelegenheid
zullen zijn, de werkelijke waarde der perceelen te
beoordeelen. Spoedig zal men zich naar die nieuwe
verdeeling regelen, en zal men bij splitsing van
perceelen de voorgestelde rooijingslijnen tot grens-
lijnen kiezen, waardoor de bezwaren, die misschien
in den beginne tegen de nieuwe -regeling kunnen
bestaan, geheel zullen vervallen.
Mogt de Raad besluiten tot het in behandeling
nemen der hierbij gevoegde voorstellen; dan verklaren
de ondergeteekenden zich gaarne bereid die mondeling
verder toe te lichten.
-ocr page 22-
Breedte van eenige straten in de gemeente Utrecht.
NAMEN
DER
STRATEN.
NADERE BEPALING
VAN DE PLAATS DER METING.
Ganzenmarkt . .
Voorstraat . . .
Breedstraat . . .
Schoolplein . . .
Oudkerkhof . . .
Westerstraat. . .
Breedstraat . . .
Stationstraat. . .
Oudkerkhof . . .
Voorstraat . . .
Wijde Watersteeg.
Voorstraat . . .
Wittevrouwenstraat
Viesteeg ....
Lange Nieuwstraat.
Steenweg ....
Minrebroederstraat
Steenweg ....
Springweg . . .
Wittevrouwenstraat
Zuilenstraat. . .
St. Jansveld. . .
Wittevrouwenstraat
Naauwe Watersteeg
Parkstraat . . .
»
Lange Nieuwstraat
Lange Smeesteeg .
Minrebroederstraat
Jansdam ....
voor het huis van P. W. van de Weyer .
voor het huis van J. van der Lip .
bh" den Catharn\'ne Singel ....
bh\' den Catharh\'ne Singel ....
B het huis van Mr. van Nellesteijn
bh\' de Boothstraat.
verbreede gedeelte bh" de Oude Gracht . .
bh\' het huis van Mr. de Balbian van Doorn.
» » » n Gies.........
B s , Jhr. de Pesters.....
. , , , Kroon.....• • •
A. n". 592.
bh\' het Hoog Militair Geregtshof
C. n\'. 1002........
bh\' den Singel.......
„ het Schoolplein......
B „ huis van van Weede . .
)Ö het huis van Koning
-ocr page 23-
19
NAMEN
DEK
STEATEN.
NADERE BEPALING
VAN DE PLAATS DER METING.
Wijde Watersteeg. .
Varkenmarkt . . .
Bagjjnenstraat . . .
Zadelstraat . . . .
Koestraat.....
Tweijstraat ....
Nagtegaalstraat . .
Schoolstraat. . . .
Elisabethstraat. . .
Zuilenstraat ....
Hamburgerstraat . .
Korte Slagtsteeg . .
Lange Elisabethstraat.
Jufferstraat ....
Bergstraat ....
Lange Jansstraat . .
Catharn\'nestraat . .
Heerenstraat. . . .
Rodenburgstraat . .
Schoutensteeg . . .
Springweg ....
Predikheerenstraat .
Lange Jansstraat . .
Spoorstraat ....
Nagtegaalstraat . .
Korte Nieuwstraat .
Keistraat.....
Choorstraat ....
Veenstraat ....
Lange Viesteeg. . .
Hardebollenstraat. .
Domtrans.....
Pottenstraat. . . .
C. n°. 700
bjj j liet huis van Hoytink & Co.
C. n°. 830........
n°. 184 . . . ......
bij de Parkstraat.....
„ het huis van Mr. Nepveu .
bjj het huis van Mevr. Coenen van \'s Gravensloot.
„ Prof. van Goudoever ....
by het huis van Broekman
bjj het huis van Jhr. Mr. van Tellingen
het huis van Edema.
bij  het huis van van Olst.........
   den Catharijnesingel..........
B   de Schoolstraat voor het huis van Prof. Wijnne.
B   den Atlas..............
   de Vriendschap............
Grachtzjjde vóór de verbreeding.
-ocr page 24-
20
NAMEN
t)EK
STRATEN.
NADERE BEPALING
VAN DE PLAATS DER METING.
C. n°. 722............
bij het huis van H. G. en M. A. Hagen.
, Dr. Mansveld . . . .
Korte Viesteeg. . .
Lange Viesteeg. . .
Domsteeg. . . . .
Achter St. Pieter . .
Catharijnestraat . .
Bakkersteeg . . . .
Boothstraat . .
Jufferstraat.....
Mariastraat . . . .
Pottenstraat. . . .
Oude Kamp. . . .
Domtrans.....
Bregittestraat . . .
Steenweg.....
Ambagtstraat . . .
Zonstraat.....
St. Annastraat. . .
Nieuwe Kamp . . .
Zandstraat . . . .
Haverstraat . . . .
Korte Laauwerstraat.
Nieuwe Zandstraat .
Geertruidasteeg . .
Muntstraat.....
Koestraat.....
Bregittestraat . . .
De Hoogt.....
Korte. Smeesteeg. . .
Korte Nieuwstraat .
Idem......
Zandstraat . . . .
Zadelstraat . . . .
Trans ......
bjj het huis voor Hui nek .
                  Jhr. Ram
„ „ „ , Andreoli.
D. n°. 500. . . .
bij het huis van Vroom.........
bij het huis van Jhr. Mr. de Muralt zuidzjjde
bij het huis van Doesburg......
B „ „ Mr. Berger van Hengst
G. n°. 391. ...........
bij het huis van Mr. de Wilde
C. n". 377........
E. n". 133........
bij het huis van Mr. Boer.
by het\'huis van Takken. .
bü het bureau van het Utrechtsch Dagblad
bij het huis van Jhr. Junius van Hemert .
-ocr page 25-
21
NAMEN
DER
STEATEN.
Breedte
in
Meters.
NADEKE BEPALING
VAN DE PLAATS DEK METING.
bij het huis van van Berkel
Viesteeg . .
Kal verstraat.
Teelingstraat
Trans . . .
6,30
6,20*
6.20 *
6,20*
Ljjnmarkt.....
Slagtsteeg . . . .
Rozenstraat . . . .
Lynmarkt.....
Pottenstraat. . . .
Loef bergmakerstraat.
Vinkenburgsteeg . .
Lange Laauwerstraat.
Kindgenshaven.. . .
Het Zand. . . . .
tot de balie by den ingang van het "Wed
C. n°. 376
Bakkersteeg. . . .
Drieharingsteeg . \'
Achter het Stadhuis.
Lange Jansstraat. .
Korte Jansstraat . .
Groenesteeg. . . .
Achterstraat. . . .
Paauwsteeg . . . .
Jacobiekerksteeg . .
Lange Hamsteeg . .
Zonstraat.....
Molensteeg . . . .
Zuilensteeg . . . ..
Nieuwe Zandstraat .
Stroosteeg. . . . .
Florasteeg . . . .
Zakkendragerssteeg .
Hamsteeg.....
Zuilensteeg . . . .
bij het huis van Viel & Co.
Grachtzu\'de
-ocr page 26-
22
NAMEN
DER
\'STRATEN.
NADEEE BEPALING
VAN DE PLAATS DER METING.
Groenesteeg . . .
Hoogenbergsteeg .
Drakenburgsteeg .
Drieharingsteeg ..
Zakkendragerssteeg
Arkenspoort. . .
Stroosteeg. . . .
Hamsteeg. . . .
Paddenmoes. . .
Hartsteegje . . .
Jan Mejjenpoort .
Paddenmoes. . .
Grachtzjjde
Grachtzjjde
Gracbtzijde
De met een * gemerkte straten zyn vroeger van wege de Stedelijke Gezondheidscommissie
opgemeten; de overige zjjn door den ondergeteekende opgemeten.
HAVELAAR.