-ocr page 1-
BB..1Ö76.I.18.
-ocr page 2-
BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT
A06000030632404B
3063 240 4
-ocr page 3-
»
DE "PERKINS,
HEEÏ-WATBR VERWARMINGSTOESTEL
voon
VERWARMING EN VENTILEERING
TAN
PALEIZEN, BUITENPLAATSEN,
OPENBARE GEBOUWEN KERKEN, KAPELLEN, SCHOLEN,
MAGAZIJNEN, KANTOREN, SPOORWEGSTATIONS, m en,.
*                                                                                   EN VOO il II KT
VERWARMEN van DROOGKAMERS, BADKUIPEN, enz. enz.
uoon
R. R. GIBBS.
AMSTERDAM,
B. VAN DER LAND.
*M&
PÖÖ-
-ocr page 4-
I
TOH7.
-ocr page 5-
DE "PERKINS/\'
HEET-WATER VERWARMINGSTOESTEL
VOOR
VERWARMING EN VENTILEERING
VA»
PALEIZEN, BUITENPLAATSEN,
OPENBARE GEBOUWEN, KERKEN, KAPELLEN, SCHOLEN,
MAGAZIJNEN, KANTOREN, SPOORWEGSTATIONS, eke. enz.
BH VOOB BET
VERWABMEN van DROOGKAMERS, BADKUIPEN, enz. enz.
DOOB
R. R. GIBBS.
AMSTERDAM,
PLASJES EN BE&ROOTIMES
WOBDEN DOOR ti «sciunKhmst VAN
Spuistraat 6 en 8 te Amsterdam,
VEIttmtEKT DOOK
ROBERT RENTON CIBBS Esq.
. VKOEQEV BEBTüUKDEK VAN DE FIRMA:
A. M. PERKINS & SON.
-ocr page 6-
-ocr page 7-
DE "PERKINS,"
HEBT-WATER VERWARMINGSTOESTEL
VOOR
VERWARMING EN VENTILEERING
VAN
PALEIZEN, BUITENPLAATSEN,
OPENBARE GEBOUWEN, KERKEN, KAPELLEN, SCHOLEN,
MAGAZIJNEN, KANTOREN, SPOORWEGSTATIONS, en*, ekz.
IN VOOB HET
VERWABMEN van DROOGKAMERS, BADKUIPEN, enz. enz.
DOOR
R. R. GIBBS.
AMSTERDAM,
T
*
.
r.
.•
••
PLAMEff M BE&ROOTIN&EN
WOUDEN DOOR TUS9CHENKOMST VAN
Spuistraat 6 en B te Amsterdam,
\\ i.KM KI U 1 DOOK
ROBERT RENTON GIBBS Esq.
VKOEQEU BESTUURDER VAN DE FIRMA !
A. M. PEBKINS & SON.
-ocr page 8-
DE "PERKINS,"
HEET-WATER VERWARMINGSTOESTEL
VOOB
VERWARMING EN VENTILEERING
VAH
PALEIZEN, BUITENPLAATSEN,
OPENBARE GEBOUWEN, KERKEN, KAPELLEN, SCHOLEN,
MAGAZIJNEN, KANTOREN, SPOORWEGSTATIONS, ».. e*z.
EN VOOIi HIT
VERWABMEN van DROOGKAMERS, BADKUIPEN, enz. enz.
DOOR
R. R. GIBBS.
AMSTERDAM,
B. VAN DER LAND.
-ocr page 9-
VOORBERICHT.
In den tegenwoordigen tijd, waarin bij het
bouwen van Huizen, Openbare Gebouwen, Gestichten,
enz., meer en meer rekening wordt gehouden met de
gezondheidsleer, vermeende ik geen ondienst te doen aan
HH. Ingenieurs, Architecten, Aannemers en andere
belangstellenden, de vertaling uit het Engelsch van:
"The Royal PERKIN\'s Patent Hot-Water
Heating Apparatus",
tvelke ik aanvankelijk alléén ten genoegen van ecnigc
mijner zirienden had ondernomen, ook in ruimer
kring verkrijgbaar te stellen, om daardoor meer
-ocr page 10-
algemeen bekend te maken hoe men tegenwoordig in
Engeland van de verbetering op \'t gebied van
verwarming en ventilatie gebruik weet te maken.
Ik beveel dus dit boekje in de bijzondere attentie
van veele belangstellende lezers aan.
DE VERTALER.
Amsterdam, September 1878.
-ocr page 11-
BESCHRIJVING
VAN DEN
"PERKINS PATENT TOESTEL.\'\'
Deze toestel bestaat — in zijn eenvoudigsten vorm — uit een
metalen pijp zonder einde van kleine afmeting, door welke een snelle
circulatie van heet water plaats grijpt. Een klein gedeelte van de
pijp welke het vuur insluit, is opgerold, terwijl het grootste
gedeelte op de meest geschikte wijze door het te verwarmen
lokaal geleid wordt. De spiraal, welke het vuur omgeeft, moet
altijd lager dan elk ander gedeelte der pijpleiding geplaatst wor-
den, zoodat, wanneer het water daarin verhit en daardoor lichter
dan het overige water wordt, hetzelve naar het bovengedeelte
van den toestel rijst en het koude water vervangt, hetwelk op
zijne beurt in het spiraalvormig gedeelte komt en daar verhit
wordt. Door dat het water zoodoende afwisselend met het vuur
en met de atmospheer in aanraking komt, vindt een voortdurende
circulatie plaats, daar het water de hitte, die het van het vuur
aanneemt, weder aan de atmospheer afgeeft, wanneer het met
dezelve in aanraking komt. Door middel van dezen ingesloten
waterstroom, wordt bijna de volle hoeveelheid der aan het vuur
ontleende hitte aan de lucht in het lokaal medegedeeld, terwijl
de zwavelachtige en schadelijke producten der verbranding door
den schoorsteen verwijderd worden. Aan het hoogste punt van
de pijp zonder einde is een luchtketel aangebracht, die de lucht-
blazen opneemt, ten einde het water in staat te stellen zich onge-
hinderd uit te zetten, naarmate dat het verwarmd wordt.
De schets Fig. i toont duidelijk het beginsel aan, op hetwelk
de werking van den Pcrkins toestel berust; a b c dis een metalen
-ocr page 12-
6
buis zonder einde, ongeveer een duim (25 raM.) in middellijn; van deze
wordt « de "vlocipijp" genoemd en b de retourpijp; e is de pijp-
leiding in liet lokaal en d is de spiraal in welke het vuur geplaatst
wordt; r is een korte pijp, drie duim (76 mM.) in middenlijn welke
de "expansiepijp" genoemd wordt; f is de "luchtpijp," ^rde"vul-
pijp." De pijpen ƒ en g kunnen geopend en gesloten worden
door schroefpluggen, welke in de einden dier pijpen aangebracht zijn.
De werking van den toestel be-
nr
rust op het verschil in dichtheid
van de beide waterkolommen «en
b. Het is klaar, dat, wanneer er
vuur gebracht wordt in de ruimte,
ingesloten door de spiraal d, het
zich daarin bevindende water
j
c
spoedig warm wordt — zal uitzet-
ten en zijn specifiek gewicht min-
der worden, waardoor het in de
c
spiraal en verder door de pijp a
c
naar boven stijgen zal. Terwijl
het verwarmde water in de pijp a
naar boven stijgt, daalt het water
in de pijp b, treedt onder in de
(2
spiraal d, wordt op zijn beurt
door het vuur verhit en rijst
dientengevolge door de spiraal
en in de pijp a. Het water, dat,
terwijl het door de spiraal tf ging,
een aanzienlijke verhooging van
temperatuur heeft ondergaan en
dientengevolge gerezen is, ver-
                      pig. 1.
liest natuurlijk gedurende zijn doortocht door de pijpleiding c
veel van zijn hitte, tengevolge waarvan het weder begint te
dalen; het resultaat hiervan is een voortdurende circulatie, die
gedurig in snelheid toeneemt, tot dat eindelijk het punt bereikt
is, dat het water, gedurende den korten duur van zijn door-
tocht door de spiraal, niet meer warmte opneemt, dan weder
-ocr page 13-
7
afgegeven werd gedurende zijn loop door de verdere pijpleiding.
Deze circulatie duurt onafgebroken voort zoo lang er eenig vuur
overblijft en zelfs nog eenigen tijd daarna, totdat het evenwicht
tusschen de beide waterkolommen hersteld is.
Het is klaarblijkelijk, dat, wanneer de pijp zonder einde geheel
vol water is, vóór dat eenig vuur er onder gebracht wordt,
dezelve, wanneer zulks het geval wordt, niet langer in staat zal zijn
het geheele volume water te bevatten, daar dit door de hitte uit-
gezet is. Een luchtketel is derhalve aan het boveneinde der
pijpleiding aangebracht, waarin het water een uitweg vindt,
wanneer het begint uit te zetten. Deze expansiepijp e en de
vulpijp g zijn ten opzichte van elkander zoo geplaatst, dat, wan-
neer het water gelijk staat met den bovenrand van de vulpijp,
het slechts den onderkant van de expansiepijp bereikt en dus de
geheele pijp ledig blijft. Het is derhalve onmogelijk den toestel
verder te vullen door water in g te gieten evenmin als door de
luchtpijp/, daar deze, juist met het doel om zulks te voorkomen,
met een bocht naar beneden geplaatst is. De expansiepijp is
derhalve altijd ledig, wanneer de toestel koud is. Voor dat er
eenig vuur aangelegd wordt, wordt de toestel tot aan g met water
gevuld en de beide pluggen op de pijpen ƒ en g geschroefd, om
dezelven af te sluiten; wanneer alsdan het vuur ontstoken wordt
en het water in de buis e stijgt, wordt de daarin gebleven lucht
samengeperst en wordt zoodoende de drukking geregeld, zoodat
onnoodige spanning in den toestel voorkomen wordt.
De ondervinding heeft bewezen, dat slechts twee verschillende afme-
tingen van pijpen benoodigd zijn voor alle soorten van toestellen van
welke grootte ook en men heeft bevonden, dat de meest geschikte
maten zijn: voor de groote soort is/ioEngelsche duim, (34 mM.)
voor de kleine 1 Eng. duim. (25 mM.) Deze maten zijn algemeen
aangenomen en er worden thans geene toestellen met een andere
afmeting van pijpen vervaardigd. De groote maat wordt gebruikt voor
bijna alle toestellen, welke eene pijpleiding van 500 Eng. voet (1 Eng.
voet = 30 cM.) en meerdere lengte hebben; de kleine maat voor die
met minder dan 500 voet, hoewel laatstgenoemde in sommige gevallen
voor veel grootere toestellen en in bijzondere gevallen zelfs in verbin-
-ocr page 14-
X
ding met de grootere pijpen gebruikt moet worden. Aan den
anderen kant kunnen de pijpen van groote afmeting dikwijls
zeer geschikt voor een pijpleiding van slechts een of twee honderd
Eng. voet lengte aangewend worden. Fig. 5 vertoont een door-
snede op ware grootte van de speciale heet-waterpijpen in beide
afmetingen. Deze toont aan hoe groote ijzerdikte zij hebben in
vergelijking met de gewone gas- of stoompijpen. Deze pijpen
FiS. 5.
GROOTSTE AFMETING           KLEINSTE AFMETING
iVu" buitenwerks X                 I" buitenwerks X
\'/»" binnenwerks.                    %" binnenwerks.
worden expresselijk voor den Perkins toestel vervaardigd van het
beste geslagen ijzer, dat te verkrijgen is. Zij worden van zacht ijzer
vervaardigd, zoodat zij gebogen kunnen worden zonder gevaar
van breken en zijn zoo taai, dat bijna alle spiralen in kouden
toestand machinaal gebogen worden, terwijl het zelden voor-
komt, dat een pijp breekt, zelfs bij vrieswêer, als wanneer zij \'t
allerbroost zijn. Alle pijpen zijn zoo sterk, dat zij zonder gevaar
een enorme drukking kunnen weerstaan; bijna alle toestellen
worden dan ook met een hydraulischen druk van 3000 Eng. pond
(anderhalve ton) op den vierkanten Eng. duim beproefd, om te
zien of alle verbindingen dicht zijn vóór het vuur ontstoken
wordt en de afwezigheid van lekkende verbindingen of bochten
bij dezen toestel is overal spreekwoordelijk geworden, hetgeen
toegeschreven moet worden aan de zorgvuldigheid en aan de bijzon-
dere inrichting van de verbinding zelve.
Fig. 6 vertoont een doorsnede van de Perkins verbinding,
welke gevormd wordt door middel van een linkschen en recht
-ocr page 15-
Pig. 6.
schen draad, waarvan de waarde bij alle soorten van machines
nu zoo algemeen erkend wordt, dat zij thans in de geheele
wereld in gebruik is en er zijn weinig personen, die haar nuttig-
heid niet opgemerkt hebben bij het samenkoppelen van spoor-
wagens. Hoewel het gebruik van dezen draad thans zoo algemeen
is, was dit niet het geval toen de Heer Perkins vele jaren gele-
den zijn vroegere, tamelijk leelijke verbinding verbeterde, door
deze nette en stevige verbinding te ontwerpen en deze gelegen-
heid wordt gaarne te baat genomen om te vermelden, dat hij
de eerste was, die op de idee kwam van de aanwending van
een rechtschen en linkschen schroefdraad.
Geen menie of cement wordt bij deze verbinding gebruikt en
het groote geheim van hare sterkte is gelegen in het feit, dat het
eene geheel massieve metalen verbinding is; daarom zijn geene hulp-
middelen als menie als anderszins noodig. Het einde van de eene pijp
wordt machinaal gevlakt en het einde van de andere pijp conisch
gemaakt; de beide einden worden in verbinding gebracht door de
socket, welke op beiden past. Doordat de schroefdraden rechts en
links zijn, wordt de verbinding gemaakt zonder de pijpen te wrin-
gen, door de socket in eene richting te draaien. die op beide schroef-
draden te gelijk loopt. Dit belet niet alleen het verwringen van
de pijpen, waardoor de verbinding vernield wordt, maar tevens
wordt daardoor een groote moeielijkheid voorkomen, namelijk om
een gebogen pijp te draaien, waar daarvoor geen plaats is.
De schroefdraden zelf zijn niet bestemd eenige verbinding uit
te maken en dienen alleen als middel om het conische einde
-ocr page 16-
IO
van de eene pijp in het vlakke einde van de andere te forcee-
ren. Gewoonlijk dringt eerstgenoemde \'/io Eng. duim diep in
het vlakke einde en dit is de eigenlijke verbinding, daar het in-
gedrongen gedeelte van het conische einde zijn eigen zitting
vormt en daarin volkomen sluit; het past daarin inderdaad zoo
juist, dat de verbinding even gezond wordt als de pijp zelf en,
zooals men licht begrijpen kan, sterker dan deze, want de vor-
ming van het conische gedeelte is zoo, dat het naar de pijp toe
in sterkte toeneemt en de socket dient weer tot versterking van
deze. Soortgelijke verbindingen hebben eene waterdrukking van
een beproevingspomp doorstaan, waarvoor de pijpen zelve be-
zweken. Wanneer op de eene of andere wijze de beide einden
der pijpen niet zuiver op elkander komen en er de kleinst mo-
gelijke ruimte tusschen beiden bestaat, zal het water zijnen weg
door de socket vinden, zoodat men nimmer op de schroef
rekenen mag om de verbinding dicht te maken. Wanneer, om
kort te gaan, het water voorbij het conische gedeelte komt, zal
het onvermijdelijke gevolg daarvan zijn, dat de verbinding lekt
en het is een belangrijke eigenschap van deze verbinding, dat,
wanneer zij niet volkomen daar-
gesteld is, zulks onmiddelijk blijkt.
Is zij echter behoorlijk gemaakt,
dan heeft het water geen toe-
gang tot den draad in de socket
en daar dezelve dientengevolge
niet roest, kan zij, in geval van
verandering, ten allen tijde zon-
der moeite losgeschroefd worden.
In de praktijk is de spiraal
d fig. i in een ijzeren kast
geplaatst, welke het "fornuis"
genoemd wordt en waarvan fig. 7
het plan aangeeft. Het vuur
wordt op den rooster a a en
binnen in de spiraal c c aange-
legd en de vlammen, die door
-ocr page 17-
11
de steenen brug b verhinderd worden direct in den vuurgang
te komen, gaan door de voorzijde van de spiraal, waar de
pijpen de zigzag-vorm hebben; hier verdeelen de vlammen zich
en gaan rechts en linksch langs de spiraal door de ruimten ff
tusschen dezelve en de buitenkast, waarna zij eindelijk in den
vuurgang komen. Bijna de geheele binnenzijde van de spiraal
is aan de directe werking van het vuur blootgesteld, terwijl de
geheele buitenkant in aanraking komt met de heete gassen op
hun doortocht naar den schoorsteen. De kleine middellijn der
pijpen en dientengevolge de groote oppervlakte, welke aan het
vuur blootgesteld is, maken deze soort ketel bijzonder spaar-
zaam. De voor denzelven benoodigde brandstof is coke of glans-
kool, welke van boven er in geworpen worden door een ronde
opening in het gegoten ijzeren sluitstuk, welke van een deksel
voorzien is om die te kunnen afsluiten, wanneer zij niet gebruikt
wordt. Onder het boveneinde bevindt zich een vuurvaste steen
drie Eng. duim dik, welke het ontsnappen der warmte belet en
het deksel beschermt. In den voorkant van het fornuis ziet men
de aschkolk-deur en twee kleine deuren s s, waarin men nu en
dan een haren borstel steekt om de vuurgangen te reinigen. Het
vuil, dat door den borstel voortgestuwd wordt, valt door een
valluikje aan het achtereinde van het fornuis (wanneer het open
is) in de aschkolk, van waar het gemakkelijk door middel van
een voor dit doel bijgeleverden schraper verwijderd wordt. Het
valluik wordt geopend door een handel aan den buitenkant van
het fornuis, welke tevens tot tegenwicht dient om het luik ge-
sloten te houden wanneer de toestel in werking is, daar anders
de trekking benadeeld zou worden door de koude lucht, die
dan in den vuurgang zou treden.\'
Daar het zeer bezwaarlijk zou zijn bij het schoonmaken van
den rooster al de opgehoopte asch enz. door het kleine ronde
gat in de bovenplaat te moeten halen, heeft men een middel
bedacht om den geheelen inhoud van de vuurkast gemakkelijk
van onderen te verwijderen. De roosterbaren zijn namelijk in
een raam bevestigd, hetwelk als \'t ware op hengsels draait en
waaraan een handvat aan den buitenkant van het fornuis aange-
-ocr page 18-
12
bracht is, welke door een veerpal in positie gehouden wordt.
Door aan die veer te trekken, valt het handvat naar beneden,
waardoor eene zijde van het raam met de roosterbaren daalt, ver
genoeg om het vuur en de asch in de aschkolk te doen vallen.
Het handvat wordt daarna opgelicht en weer door de veer in de
juiste positie gehouden. Het vuur en de asch kunnen, nu
zij in de aschkolk liggen, door den krabber weggehaald en
verwijderd worden.
Er zijn 12 soorten van ijzeren fornuizen van de volgende
afmetingen; alle grootere worden van steen gemaakt.
LANG.
BREED.
HOOG.
IN S
I". I.
I.64
X
0.76
X
I.I4
M. 600
» 2.
1-52
»
0.72
I
I.I4
» 5°°
» 3-
ï-37
»
0.72
»
I.I4
» 450
» 4-
i-34
!
0.61
I
O.99
» 400
» 5-
1.19
>
0.61
ï.
O . 99
» 35°
> 6.
1.11
:
°-53
-,
O.99
» 3°°
» 7-
0.96
1
o-53
J
O.99
1 250
» 8.
0.81
t
o.53
1
O.99
» 225
» 9-
°-73
I
0.45
J
O.99
* 200
» 10.
0.58
»
o-4S
ï
O.99
> 170
> 11.
0.48
diameter
1
O.99
» 140
» 12.
0.48
1
J
O.83
» 90
IN STAAT OM TE VERHITTEN.
700 »              I
65O »              »
Fig. 2 is een voorstelling van de wijze van aanbrenging in
een school. Hetzelve stelt een van de drie scholen voor, welke
voor Sir John Brown te Sheffield ingericht zijn geworden.
De geheele lengte van de jongensschool is 109 Eng. voet
(± 33 Meter), de breedte 20 Eng. voet (± 6 Meter) de hoogte
15 Eng. voet ( 4\'/.j Meter). Men zal bemerken dat aan elke
zijde der school twee pijpen bevestigd zijn, terwijl een pijp rond
om elk klaslokaal loopt, behalve dat in het sous-terrein, waarin
een vuur aangelegd is (waarschijnlijk met het doel om daarop
te kunnen koken). Het fornuis, van hetwelk de hitte verkregen
wordt, is in het sous-terrein in een geschikte vuurvrije kamer ge-
plaatst, alwaar het zoo weinig plaats inneemt, dat er nog vol-
-ocr page 19-
All-Saints-Church— Schools,
Sheffield, Encland.
Mets** Flockton 4 Abbott,
Ar c hitects,
7, ST James Street
• ••• --mwmmmmvy///\'--\'\'?"%z ^//^y^:/my •>
PLATTEGROND,
PLATTEGROND VAN HET SOUSTERRAIN.
jfc <5QU£
r
-ocr page 20-
«3
doende ruimte voor een voorraad brandstof overblijft. De twee
expansiepijpen, welke elk 6 Eng. voet lang en 3 Eng. duim in
diameter zijn, zijn aan den muur boven den doorgang bevestigd.
Fig. 3 toont de wijze aan, waarop de pijpen in het schoob
lokaal bevestigd zijn en hoe zij op afstanden van 7 of 8 Eng. voet
door op den vloer vastgeschroefde ijzeren supports ondersteund
worden. De afstand tusschen beide pijpen bedraagt drie Eng. duim
van hart op hart; de afstand van den vloer is ook 3 Eng. duim.
Daar de pijpen slechts ongeveer een Eng. duim van den muur of
plint geplaatst en 1 l/t Eng. duim in diameter zijn, nemen zij zoo
goed als geen te _ benuttigen plaats in, daar geen lessenaar
of schoolbank ooit vlak tegen den muur behoeft te staan. Maar
Fig. 3.
wanneer het pleisterwerk achter de pijpen verwijderd en over
hetzelve hooger op een lambriseering aangebracht is, zullen de
pijpen in \'t geheel niet in het lokaal vooruit springen.
De beste wijze van allen is om de pijpen dicht tegen den steenen
muur te plaatsen (zie Fig. 17) met een geperforeerde ijzeren plint er
voor, waarboven een in de muur gebouwde lijst aangebracht is. Daar
het pleisterwerk of de lambriseering boven deze lijst begint, kan
men de dikte daarvan in mindering brengen van de voor de
pijpen benoodigde ruimte, zoodat de afstand van den voorkant
der geperforeerde plint tot aan de muur niet grooter behoeft te
zijn dan 3 Eng. duim of slechts i\'/2 duim verder vooruitsprin-
gend dan de lambriseering of het pleisterwerk, wanneer wij aan-
nemen, dat laatstgenoemden anderhalve duim dik zijn. Zonder
twijfel is dit de netste en meest duurzame wijze van aanbrenging,
terwijl de kosten van een gewone plint van die der geperforeerde
afgetrokken kunnen worden.
-ocr page 21-
Fig. 17.
Fig. 4 geeft een voorstelling hoe de pijpen om de klaslokalen
aangebracht worden. Zij worden aan de plint bevestigd door
middel van kleine ijzeren haken, \'t geen niet alleen sterk maar
ook netjes is. De voor deze scholen gebruikt wordende pijpen
zijn de grootste der beide onder Fig. 5 voorkomenden.
Fig. 4.
Wanneer de toestel eens vol water is, behoeft het slechts eens
per week aangevuld te worden met ongeveer \'/a uter en n\'ets is
eenvoudiger dan de wijze, waarop dit gedaan wordt. De inrich-
ting is inderdaad zoodanig, dat elke vergissing onmogelijk is.
-ocr page 22-
\'S
Bij het aanbrengen der toestelllen in woonhuizen is het gewoonte-
de vestibules, trappen en de biljartkamcr te verwarmen door middel
van spiraalvormige pijpen, opgesloten in versierde ijzeren kasten
met marmeren topplaten, zooals de doorsnede Fig. 8 aantoont.
De eet- en receptiekamers en de beste slaapkamers worden ver-
warmd door middel van pij[>en, welke achter de plinten of lanv
briseering geplaatst zijn. In de andere slaapkamers worden de
verwarmingsbuizen eenvoudig aan de plinten bevestigd, zooals
Fig. 14 aangeeft.
Fig. 14.
Er bestaan verschillende methoden om de verwarmingsbuizen
achter de lambriseering aan te brengen; die volgens Fig. 9 is
wellicht de Leste, voor zoover zij alles verbergt, wat de aanwe-
zigheid van eenigen toestel verraden kan. In dit geval worden de
pijpen ondersteund door ijzeren standaards, die aan dé eene zijde
in de lijst, aan de andere in de vloerdeelen ingelaten zijn. De
plint wordt ongeveer een halve Eng. duim te kort gemaakt en
de daardoor ontstane opening voor den doortocht der warme
-ocr page 23-
i6
Fig. 9.
lucht, wordt door een vooruitspringend gedeelte der lijst ver-
borgen. De plint is tegen de ijzeren standaards vastgeschroefd
en vormt de eene kant van een koude luchtkamer ten einde de
warme lucht in het vertrek te drijven. Ten einde de koude lucht
over al de pijpen te verdeden wordt een strook hout een halve
Eng. duim dik door middel van schroefjes aan den onderkant
der standaards bevestigd en dezelve wordt óf los tegen de ruwe
oppervlakte van den muur gesteld, óf op korte afstanden van
kleine gaatjes voorzien. Hoe grooter deze luchtkamer is, hoe
beter de lucht in het lokaal verspreid zal worden; zij mag niet
kleiner zijn dan vijf bij twee Eng. duim; de koude lucht wordt
van buiten toegelaten door middel van een geperforeerde steen of
andere opening, welke op de meest geschikte plaats in den muur
aangebracht is en een klein luikje moet zoo ingericht zijn, dat
de toevoer van lucht door een persoon in de kamer door middel
-ocr page 24-
\'7
van een kleinen in de plint zich bewegende knop geregeld kan
worden. Het is niet wel mogelijk, dat al de voor de ademhaling
benoodigde versche lucht door dit kanaal aangevoerd wordt,
maar de hoeveelheid is ten minste voldoende om de verhitte
lucht van de pijpen uit te drijven. Het ontbrekende zal van uit
het voorhuis door de spiraalkasten aangevoerd worden.
Een andere methode wordt door Fig. 10 aangegeven, bij welke
de uitlaat is bedekt door een smal koperen of ijzeren rooster in de
lambriseering bij de verbinding van de lijst en de plint, welke in
positie gehouden wordt door middel van twee smalle randlijsten.
De pijpen zijn, zooals men zien zal, lager geplaatst en er is
geen koude luchtkamer, daar de lucht bij den onderkant van de
plint uit het lokaal naar binnen treedt. Wanneer het echter zoo
Fig. 10.
gemaakt kan worden, dat er voldoende ruimte achter den rooster
is, dan kunnen de pijpen bevestigd worden als in de voorgaande
2
-ocr page 25-
[8
Fig. 11.
figuur aangetoond is en een koude luchtkamer onderaan gelaten
worden.
Fig. 9 kan ook gewijzigd worden door de bovenste plint te
m
1&&
Fig. 12.
vervangen door een houten paneel, zooals Fig. n aantoont; de
werking is in beide gevallen dezelfde. De modellen der paneelen
-ocr page 26-
«9
kunnen tot in het oneindige veranderd worden zooals b. v. Fig. 12
en 13 aangeven.
Naar elk der spiraalkasten moet een aanvoer van koude lucht
ingericht worden; deze kan gemakkelijk daargesteld worden
)j* }L ïji >/
Fig. 13.
door tusschen de balken een houten kast aan te brengen, welke
aan het eene einde met de open lucht en aan het andere met de
spiralen in verbinding staat en voorzien is van kleppen om den
toevoer te regelen.
In sommige der apartementen en op de trap, in de vestibule
en portalen kan het noodig zijn de vochtigheid der lucht te ver-
meerderen door middel van de verdamping van water, dat in
ondiepe bakjes op, of in de nabijheid van de heete buizen
geplaatst wordt.
De opstijgende en neerdalende pijpen, welke de pijpleiding in
de verschillende lokalen met het fornuis in den kelder verbinden,
worden meestal langs de trap geleid, vanwaar de slaapkamers der
dienstboden eenige warmte ontvangen.
Het ventileeren zal men beter begrijpen door het beschouwen
der uitslaande plaat Fig. 8, welke de doorsnede geeft van een
nieuwerwetsch woonhuis met drie verdiepingen behalve het sous-
terrein. Boven in het huis in de ruimte onder het dak bevindt
-ocr page 27-
flJLATX^,
FIC.8
DOORSNEDE VAN EEN NIEUWERWETSCH WOONHUIS - AANTOONENDE DE Wl JZE VAN VERWARMING EN LUCHTVERVERSCHIN G
---------------------------: &££r MATS* /W/WK
-ocr page 28-
20
zich een \'\'bedorven luchtkamer" van houtwerk vervaardigd en
met blik bekleed, in welke kamer een spiraalpijp geplaatst
is, welke door een fornuis in den kelder verwarmd wordt. In
kleine huizen zal één fornuis voldoende zijn, beide voor verwarmen
en ventileeren, maar in groote huizen zal het beter zijn voor de
luchtverversching een afzonderlijk fornuis te nemen. Van de geper-
foreerde middenstukken der verschillende lokalen voeren zinken
pijpen in bovengemelde kamer, welke pijpen tusschen de balken
en muren doorgaan, zoodat zij geheel buiten \'t gezicht vallen en
onderaan in de kamer voeren. De aangevoerde bedorven lucht,
welke daar in aanraking met de verhitte oppervlakte der spiraal-
pijp komt, rijst naar boven, waar ze een uitweg vindt door den
luchtkoker buiten op. Boven de spiraalpijp moet een afsluiting
aangebracht zijn om in den wintertijd de vorst buiten te
houden, wanneer de toestel, zij het ook slechts voor eenige
weinige uren, buiten gebruik is. De ventilatie-spiraal kan eventueel
uitstekend, in plaats van onder het dak, in een toren (wanneer
die er is) geplaatst worden. De ruimte boven de bedorven lucht-
kamer wordt dan ingesloten door aan weerskanten van den toren
aangebrachte luchtkokers.
Het is wel te verstaan, dat deze wijze van ventileering alleen
aanbevolen wordt voor bestaande of in aanbouw zijnde huizen.
Alle nieuwe huizen, waarvan nog alleen het ontwerp bestaat,
moesten zonder twijfel gebouwd worden overeenkomstig de raad-
gevingen der Heeren D\'s. Drysdale & Hayward in hun werk
over "Gezondheid en gemak bij het bouwen van huizen," het-
welk juist is uitgegeven geworden bij E. & F. N. Spon,
48 Charing Cross, London; dit werk moest dóór eiken architect
of particulier, welke bij het bouwen van huizen belang heeft,
geraadpleegd worden.
Om nog op het bovenstaande terug te komen: in groote
huizen zal wellicht een keukenvuur niet voldoende zijn om de
bedorven lucht uit de vertrekken te verwijderen. In zulke ge-
vallen kan de heete spiraalpijp met vrucht aangewend worden.
Wellicht is het van belang hier te vermelden, dat de fabrikant
van den Perkins\' toestel een middel uitgevonden heeft veel beter
-ocr page 29-
21
geschikt om stof en roet uit de binnenkomende versche lucht te
verwijderen dan door middel van zeildoek. Dit geschiedt door
dat men de lucht over en onder met water gevulde            t-
glazen prisma\'s voert, welke boven elkander in een            ^
"~
houten raam geplaatst zijn (zie de afbeelding Fig. 17.)
Op haar doortocht langs deze bakjes wordt de lucht
bijna geheel gezuiverd en dit met een slechts
zeer klein waterverlies, daar het water, dat uit het
eene bakje overvloeit, in het daaronder geplaatste
terecht komt en zoo voort tot onder aan, terwijl
versch water zeer langzaam uit den waterreservoir
door een kleine opening in het bovenste bakje
vloeit. Het vuil wordt van het eene bakje in het
andere gevoerd en komt eindelijk in het riool.
Het water kan met geprepareerd zee-zout verzadigd,
gedesinfecteerd of geparfumeerd worden. De glazen
schitteren bovendien met prismatische kleuren.
Bij het verwarmen van kerken en kapellen van
niet te groote afmetingen kunnen twee of drie pijpen
gemakkelijk langs de muren boven den vloer aan-
gebracht worden, maar in grootere gebouwen zal
deze inrichting geen voldoende warmte verspreiden,
zoodat het alsdan noodig zal zijn meerdere pijpen
in de doorgangen \'t zij boven of beneden de vloer-
lijn te plaatsen; boven, wanneer de zitplaatsen zich
OUTLET
op verhoogde gedeelten bevinden, (in welk geval
een of twee pijpen langs den rand der verhoogde Fig. 17.
RA IS E O BENCHES
scnrirt
\'A^9W              F/.OOA O? PASSACt
Fig. 16.
gedeelten aangebracht kunnen worden, als in Fig. 15 aangegeven)
onder, wanneer zij gelijkvloers zijn. Indien de pijpen onder den vloer
-ocr page 30-
22
gelegd worden, moeten zij door ijzeren roosters bedekt worden.
De kanalen waarin de pijpen gelegd worden, behoeven, daar
dezen zeer klein zijn, niet meer dan drie of vier Eng. duim diep
te zijn en in dit opzicht zijn zij geschikter dan de groote gego-
ten ijzeren pijpen, welke zoo diep ingelaten moeten worden,
daar de hitte meer een oppervlakshitte is; ook zijn zij gemakke-
lijker bereikbaar voor zuivering of herstelling. Het fornuis wordt
gewoonlijk onder den toren of sacristie geplaatst, maar het eerst-
genoemde is aan te raden, als wanneer de schoorsteen in den
toren naar boven stijgt. Het is moeielijk van uit de sacristie
een hoogen schoorsteen aan te brengen zonder het uiterlijke
aanzicht te schaden, terwijl die toch minstens zoo hoog als de
nok van het schip der kerk moet zijn, wil hij niet een oorzaak
van voortdurende moeite zijn. Deze eene omstandigheid is de oorzaak
van de meeste mislukkingen van het verwarmen van kerken.
Men heeft beweerd, dat de rook van den schoorsteen den toren
uitwendig vuil maakt; maar daar de in den Perkin\'s toestel ge-
bruikte brandstof coke is, wordt geen rook ontwikkeld en de
damp van het hout, dat gebruikt wordt om het vuur te ont-
steken, wordt gecondenseerd lang voordat hij den top van een
zoo hoogen schoorsteen bereikt. De schoorsteen kan tot aan
den onderkant van de spits in het metselwerk naar boven stijgen
en van daar met een aarden pijp aan den binnenkant van de
spits tot een paar voet boven de hoogste nis. De conische
vorm van de spits zal eiken neerslag voorkomen, wanneer deze
voorzorg genomen wordt en deze inrichting is niet leelijk voor
\'t oog, terwijl men zeker kan zijn van een goede trekking.
Fig. 16 toont aan hoe de heet-waterpijpen in kantoren of zit-
kamers aan een gewoon vuurrooster aangebracht worden; zij
hebben geheel het uiterlijk van en zijn werkelijk (holle) rooster-
baren. Zij kunnen bij elk rooster passend gemaakt worden. De
spiraal staat in verbinding met andere pijpleiding in een belen-
dend vertrek of vertrekken, \'t zij daarboven dan wel op dezelfde
verdieping. Wanneer de kamer te groot is om door een gewoon
rooster verwarmd te worden, kan de pijpleiding ook in \'t zelfde
vertrek aangebracht worden. Ook kan een bad, \'t zij op dezelfde,
-ocr page 31-
23
Fig. 16.
\'t zij op een hoogere verdieping of een linnenkamer verwarmd
worden of wel een vuurplaat in een eetkamer kan door zijn
eigen vuurrooster verhit worden. Deze eenvoudige inrichting
kan inderdaad voor vele nuttige doeleinden aangewend worden.
Op deze "pijproosters" hebben betrekking de getuigschriften
ontvangen van C. Saunders & C°., J. A. Cooper Esq. en
C. Hoole Esq.
De ruimte ontbreekt hier om al de verschillende doeleinden
te behandelen, waarvoor de Perkins\' toestel aangewend kan
worden, \'t zij men het gebruikt voor verwarming, ventilatie,
droogen of koken of zelfs voor stoom maken; het heeft
steeds getoond het meest geschikt en het zuinigst van brand-
stofverbruik te zijn. Het is thans eenige jaren geleden, dat
deze zelfde toestel, slechts in een meer primitieven staat, ge-
bruikt werd tot het leveren van stoom voor het beroemde
"Perkins\' stoomkanon" waarmede aan de Polytechnische Inrich-
-ocr page 32-
24
ting te Londen toen proeven genomen werden en \'t welk ge-
durende zoo langen tijd de ernstige aandacht van wijlen den
Hertog van Wellington tot zich trok. De goede eigenschappen,
welke de toestel toen bezat, bezit hij nog, slechts in een
hoogeren graad van volmaking, welke verkregen is door de
vele, op grond der opgedane ondervinding, sedert aangebrachte
verbeteringen en het groot aantal dergenen, die gaarne bereid
geweest zijn voor de goede werking van den toestel te getuigen,
is het beste bewijs voor de groote voldoening, welke het ge-
geven heeft en nog geeft.
-ocr page 33-
VOORDEELEN
VAN HET
"PERKINS SYSTEEM.
Een groote ruimte zal op een aanzienlijken afstand door
één vuur verhit kunnen worden; dientengevolge zal het
Perkins systeem aangewend kunnen worden in vele gevallen,
waar de aanwending van andere systemen onmogelijk zou zijn.
Het is reukloos en bederft de lucht niet; dit is het
groote voordeel boven het "heete lucht-systeem," hetwelk volgens
de verklaring van alle geleerden voor de gezondheid en het leven
gevaarlijk is.
Het is volkomen zonder gevaar, terwijl het "heete lucht-
systeem" zeer dikwijls brand heeft doen ontstaan in de gebouwen,
waar het aangewend werd en reeds de oorzaak is geweest van de
verwoesting van ontelbare kostbare gebouwen in alle deelen van
de wereld.
Het is zeer zuiver, en ook in dit opzicht overtreft het het
"heete lucht-systeem."
Het misstaat niet en het wordt daarom meer algemeen in
-ocr page 34-
2 6
scholen en huizen aangewend dan de omslachtige toestellen met
gegoten ijzeren pijpen. De pijpen zijn inderdaad zoo klein en
kunnen zoo keurig aangebracht worden in overeenstemming met
den vorm en de inrichting van elk lokaal, dat het werkelijk het
eenige geschikte systeem voor woonhuizen is. f
De hitte wordt spoedig verkregen en met de grootste
juistheid naar willekeur behouden of gewijzigd, hetgeen niet van
de groote pijptoestellen gezegd kan worden.
Het wordt algemeen erkend in het gebruik zuiniger te zijn dan
eenig ander toestel.
Het is zeer zeker het meest duurzame van alle verwarmings-
toestellen, daar de pijpen van geslagen ijzer zijn en een groote
ijzerdikte hebben.
Het is eenvoudig, de behandeling is gemakkelijk en het is aan
geene defecten onderhevig.
De "ketel" of "fornuis" neemt minder plaats in dan bij eenig
ander systeem.
1 Het feit dat het verkozen is voor de verwarming van "Huckingham Palace" en
"Marlborough House" is wel het meest overtuigende bewijs van de voorkeur, welke het
verdient voor het verwarmen en ventileeren van huizen.
-ocr page 35-
PLANNEN en BEGROOTINGEN
WOKPEN DOOR TUSSC\'IIENKO.MST
VAN
LAKDBÈ ê 6UBDBBUAH,
Spuistraat « en 8 te Amsterdam,
VEBSTREKT DOOB
ROBERT RENTON CIBB8 Esq.
VROEGER BESTUURDER VAN DE KIBMA:
A. M. PERKINS & SON.
\\
i
\\
j