-ocr page 1-
•n/-? //o&r BR..187Ö.2.26
-ocr page 2-
-ocr page 3-
jfe. te?$ï< T7Z& -
-^mT(Ö^
ff
DE GESCHIEDENIS
VAN HET GEZELSCHAP
mnj
„NAT
IIIT iffll
VOORDRACHT
GEHOUDEN OP DE 400* VERGADERING ,
VIERING VAN flET VIER-EN-TWINTIGJARIG BESTAAN,
den lsien December 1877
J. D. VAN DER PLAATS,
Buitengewoon Lid.
GEDRUKT VOLGENS BESLUIT DER VERGADERING.
U T R E CII T,
J. VAN BOEKHOVEN.
TOr.
.nn~-
-ocr page 4-
-ocr page 5-
DE GESCHIEDENIS
VAN HET GEZELSCHAP
„NATURA DÜX NOBIS ET AUSPEX."
-ocr page 6-
-ocr page 7-
fyi.tffiïïl&
DE GESCHIEDENIS
VAN HET GEZELSCHAP
„NATURA DDXII ET WW
VOORDKACHT
GEHOUDEN OP DE 400ste VERGADERING,
BIJ DE
VIERING M HET YUHH1IITIUA1IG BESTAAN,
den lsien December 1877
DOOR
J. D. VAN DER PLAATS,
Kiiitcngewoon Lid.
GEDRUKT VOLGENS BESLUIT DER VERGADEIIING.
UTRECHT,
J. VAN BOEKHOVEN.
1878.
-ocr page 8-
-ocr page 9-
Aan hunnen Eere-Praeses
Prof. P. H ARTI NG
WOHDT DIT BOEKJE
OPGEDRAGEN
de Leden.
-ocr page 10-
-ocr page 11-
Niet voor de pers was deze voordracht oorspronkelijk
bestemd; het doel, waarmede zij werd gehouden, was
slechts om het vielen-twintigjarig bestaan niet onopge-
merkt te laten voorbijgaan.
Op verzoek der Leden is dit verhaal in een enkel punt
gewijzigd. Overigens zijn inhoud en vorm geheel onver-
anderd gebleven, al was er aan den laatste — wegens
den korten tijd, die mij tot het samenstellen overbleef —
veel te verbeteren.
De Aanteekeningen dienen vooreerst als bewijs voor de
besproken feiten en voorts om, wie meer uitvoerige
bijzonderheden wenscht, het naslaan gemakkelijk temaken.
Eindelijk zijn er enkele zaken in opgenomen, die in het
eigenlijke verhaal minder goed konden worden geplaatst.
De beteekenis der Bijlagen is uit zich zelve duidelijk.
Moge dit boekske bij de tegenwoordige Leden de belang-
stelling in hun Gezelschap nog verhoogen; den Oudleden
eene aangename herinnering zijn aan vroeger tijden.
-ocr page 12-
-ocr page 13-
DE GESCHIEDENIS
VAN HET GEZELSCHAP
„NATURA DÜX NOBIS ET AUSPEX."
Mijne Heeren, Leden van N. D. N. E. A.f
Wij zijn heden avond te zamen gekomen om eene f eed-
vergadering
te houden. En wel mocht hij, die U tot
bijwoning uitnoodigde, ze zóó noemen. Feestelijk toch
zijn wij gestemd bij het vieren der vierhonderdste ver-
gadering, van het vier-en-twintigjarig bestaan onzer ver-
eeniging, een ouderdom eerbiedwaardig en zeldzaam onder
de academische gezelschappen.
Vier-en-twintig jaren van vruchtbare werkzaamheid
liggen achter ons. Gij hebt gemeend, dat het ons voegde
om heden een blik te werpen op wat er is gedaan door
onze voorgangers, om een toon van warme dankbaarheid
te doen klinken voor Hem, die hen steunde; in hunne
pogingen.
Het is ons een genoegen heden den tijd te herdenken,
die achter ons ligt. Want ook eene vereeniging bezit
hare geschiedenis; ook zij gehoorzaamt aan de groote
wet der ontwikkeling: vooruitstrevende of teruggaande.
-ocr page 14-
10
Het is goed kennis te nemen van wat er reeds vóór
ons is gedaan; te dikwerf werd anders een nieuwen strijd
noodzakelijk, waar het pleit reeds lang was beslist.
Met genoegen heb ik de taak op mij genomen, eene
geschiedenis van ons Gezelschap te schrijven. Edoch, zij
was niet gemakkelijk. Het gold eenige honderde blad-
zijden gesebreven schrift, in den vorm van notulen, rap-
porten, verslagen, brieven, nauwkeurig te lezen en tot
een geheel samen te stellen. Eenvoudig en onopgesmukt
is het verhaal, dat ik U zal geven; ik heb slechts gestreefd
naar nauwkeurigheid, volledigheid, waarheid.
I,
Op Donderdag den lsten December van het jaar 1853,
\'s avonds te 6 ure, waren ten huize van den hoogleeraar
P. Harting een tiental studenten vereenigd. Het waren
de heeren P. Q. Brondgeest, Th. van Doesburgh,
F. J. Dui\'ONT, J. II. van Geuns, W. M. Gunning, J. van
Hoek, P. de Jong, H. W. Sciiroeder van der Kolk,
H. Snellen en J. Tip.
Het doel, waartoe de hoogleeraar deze studenten had
samengeroepen, bestond in de oprichting van een gezel-
schap ter onderlinge opwekking tot, en bevordering van
de studie der natuurwetenschappen 1). Met graagte namen
de aanwezige hoeren deze uitnoodiging aan. Geen onder
hen, of hij had den Hoogleeraar leeren waardeeren en
hoogachten als professor; wat was er niet te genieten op
bijeenkomsten, waarin hij zich een der hunnen zou rekenen!
Een reglement2) enxooster 3) waren weldra vastgesteld.
Met bestuur werd gevormd uit den Hoogleeraar als prae-
-ocr page 15-
IJ
ses, benevens een secretaris en een penningmeester,
waartoe de heeren Schroeder van der Kolk en van Geuns
werden benoemd 4). De werkzaamheden zouden bestaan
in eene voordracht en in theses, de laatste ten getale
van minstens zes, te verdedigen door één der leden,
terwijl drie anderen als officieele opponenten optreden •\'•).
Voor vrije mededeelingen kon daarnaast in ruime mate
tijd overblijven; er zou van deze gelegenheid veel gebruik
worden gemaakt. Als vergaderplaats werd eene kamer
op. de Hoogt aangewezen, tot vergadertijd de Maandag
om de vier weken te half zeven ure.
Eenvoudig, zoo als Gij bemerkt, was de aanvang.
Geen reeks van reglementen en bepalingen, die de vrijheid
belemmeren, geen ophef of uiterlijk vertoon, zoo dikwijls
teeken van innerlijke zwakte. Met het noodzakelijkste
stekte men zich tevreden; ik reken op uwen ijver\'en uwe
liefde voor de natuurwetenschap, sprak IIarting, en hij
werd niet teleurgesteld. Philosophen en Medici zouden
elkander het merkwaardigste uit die wetenschap mede-
deelen, tot eigen oefening, tot onderlinge leering. En
waar hunne kennis faalde of tekort schoot, was hunne
praeses daar, die— kenner in alle deelen van het ruime
gebied der natuur — hen zou terecht wijzen en voort-
helpen. Zijne tegenwoordigheid, men kon het voorspellen,
zou aan de bijeenkomsten een waardigen, wetensehappe-
lijken zin geven, zonder de vrije gedachte of den gezel-
ligen toon te belemmeren.
Ondertusschen was nog menige zaak te regelen. De
heer A. J. Bergsma, die door een onwillekeurig verzuim
geen kennis van de eerste bijeenkomst gedragen had,
werd eenige dagen later als mede-oprichter\' aangenomen \').
Eene commissie, bestaande uit de heeren Tip, van Does-
-ocr page 16-
12
mjrgii , Snellen en Gunning , werd opgedragen een naam
voor het gezelschap uit te denken7). Zij stelden een vijf-
tal voor: Ovquvos; Felix qui rerum potuü cognoscere
causam; Natura studiis; Tö
o>, rè ïv, rö nav; Natura
dux nobis et auspex,
waarvan de laatste na eenige dis-
cussie met groote meerderheid werd aangenomen 8).
Fier op zijn naam, is het Gezelschap aan die leus trouw
gebleven.
Terwijl wij thans door een bediende van het Gebouw
van thee en bier worden voorzien9), was dit in die dagen
veel huiselijker ingericht. Samen met het tegelijkertijd
opgerichte medisch gezelschap Aesculapio sacrum, onder
leiding van professor Donders, dat echter weldra te niet
ging 9), schafte men twee theeserviezen en lampen aan,
het gebrokene samen gelijkelijk te bekostigen 10). Later
kwam men in het bezit van gaslampen; gebreken in den
gasometer werden door den heer Krecke op scherpzinnige
wijze hersteld 11). Voor iedere vergadering werd door
elk lid eene bijdrage van f 0,10 gegeven ter bekostiging
van vuur, water, melk, suiker en thee12). Toen later I3)
klachten oprezen over de slechte verzorging dezer laatste
twee artikelen, werd eene groote trommel tot berging
aangeschaft \'*).. De fiscus was op boete van f 1,— ver-
plicht telkenmale den sleutel van deze mede te brengen ls).
Eerst eenige jaren later begon men ook bier te drinken \'•).
Kort na de oprichting reeds werd besloten om het Gezel-
schap dienstbaar te maken tot het bijeenbrengen van inland-
sche natuurvoorwerpen "). Twee Custodes, een Zoöloog-
en een Botanicus werden met het toezicht op deze ver-
zameling belast \'*). Op de wandelingen en grootere ex-
cursies werd in de eerste jaren veel voor dit museum
bijeengebracht, en rijkelijk stroomden geschenken van de
-ocr page 17-
13
leden toe. Zoo gaf de heer Dupoxt l") een herbarium
van planten uit den omtrek van Rotterdam, Herder-
schee 20) eene hooggeroemde collectie Duitsche en Oost-
Indische insecten, de Liefde 21) eene prachtige verzameling
Fucaceën en andere Algen. Men ziet, al spoedig waren
het niet alleen inlandsche naturaliën meer 22). Ook door
personen buiten het Gezelschap werden soms voorwerpen
afgestaan 23). Herhaaldelijk lezen wij , dat aan van Ameuon-
gen, den toenmaligen custos van het Zoölogisch Museum,
f 3,— is gegeven voor het opzetten van eenig dier 24).
Dank zij de bemoeiingen van den Praeses, werd door
H.H. Curatoren der Hoogeschool aan het Gezelschap een
lokaal en eene kast afgestaan, om daarin de verzameling
te bewaren 2r>).
Gij zult U zeker verwonderen, dat van dit alles zoo
weinig is overgebleven. Hoofdzakelijk moet dit worden
geweten aan de slechte verzorging. Herhaaldelijk werden
klachten aangeheven over dezen ongunstigen toestand 28).
De Custodes beloofden een catalogus te zullen opmaken 27);
in deze behoefte werd later voorzien, wat het herbarium
aangaat, door den heer Krecke28), die ook in andere
opzichten zich voor de verzameling zeer verdienstelijk
heeft gemaakt 29).
In 1807 werden op nieuw plannen ter verbetering aan-
genomen, en benoodigdheden daartoe aangekochts0),
maar daarbij bleef het. De kamfer werd in een doosje
naast de insecten gelogd\'11); in het herbarium liet men
allerlei larven ongestoord hun vernielingswerk voortzet-
ten 3i). Deze toestand van verwaarloozing duurde tot aan
het jaar 1874, toen de heer Loiué voorstelde, de ver-
zameling aan de Academie te schenken *s). Dit vooi^tel
schudde de leden wakker; met bijna, algemeene stemmen
-ocr page 18-
14
werd het verworpen. Op herhaalde aansporing\' van den
Praeses **) sloegen de Custodes de handen aan het werk:
de Zoöloog kocht kamfer en spiritus35), de Botanicus
reinigde en sorteerde het herbarium s6).
De laatste wetsherziening verplicht beiden tot het uit-
hrengen van een jaarlijksch verslag 37).
Wanneer dus thans de leden voortgaan met het geven
van geschenken, en op de wandelingen, evenals weleer,
ijverig voorwerpen verzamelen, zal het museum weldra
in bloeienden toestand geraken, en een parel te meer zijn
in Natura\'s diadeem.
Onder leiding van Prof. IIarting verliepen eenige voor
het gezelschap zeer gelukkige jaren. De notulen uit dien
tijd overtuigen ons bij aandachtige lezing hoe uitstekend
de vereeniging aan haar doel beantwoordde. Natura was,
en is nog altijd, een werkgezelschap; er werd veel en
goed gewerkt. Wanneer men nagaat, hoeveel moeite
het ons kost om twee of zelfs ééne dragelijke thesis te
vinden M), dan kan men een gevoel van bewondering
niet weerhouden bij de gedachte, dat vroeger op iedere
vergadering minstens zes stellingen werden verdedigd.
En zij waren van goed gehalte. Alle groote vraagstukken
van den dag, toen wellicht talrijker dan nu, werden be-
sproken 39), en de Praeses droeg zorg, dat geen belangrijk
nieuw feit den leden onbekend bleef.
Voortdurend lieten zich een aantal nieuwe leden voor-
stellen, en doorgaans werden zij aangenomen 40). Het
aantal candidaten voor het lidmaatschap was dikwijls zeer
groot. Herhaaldelijk \'\'\') werd voorgesteld een maximum
voor het aantal leden te bepalen; eerst echter in October
18G5 werd dit op 25 vastgesteld **). Die maand werden
niet minder dan 18 personen voorgesteld, waarvan echter
-ocr page 19-
15
slechts 7 konden worden aangenomen \'\'s). De wedijver
tusschen de leden, ieder om zijn eigen candidaat te doen
slagen, gaf daarbij aanleiding tot heftige. weinig waardige
discussies en stemmingen **).
De aftredende leden wijdden steeds nog zoo lang mogelijk
hunne krachten aan het gezelschap. Dikwijls vervulden
zij werkzaamheden ""\'), enkele malen namen zij debetrek-
king van Secretaris *•) of Botanicus 47) waar.
Oorspronkelijk werden zij honoraire leden genoemd;
weldra werd deze naam echter veranderd in dien van
buitengewonef,s). Bij de wctsherziening van 1859 werd
besloten, alleen candidaten als zoodanig aan te nemen 49);
enkele malen is echter van deze bepaling afgeweken r,°).
Gedurende eenige maanden werd over de buitengewone
leden gestemd 5l); weldra echter zag men het verkeerde
van dezen maatregel in 5-).
Den 15den Juni 1858 bedankte de laatst overgeblevene
der oprichters, de heer H. W. Sctiroeder van der Kolk,
voor het lidmaatschap. Ach! veel te kort daarna werd
hij ook der wetenschap ontnomen 53).
Met het stijgend aantal leden konden ook de werk-
zaamheden vermeerderd worden. Naast de verhandeling-
en de theses werd eene mondelinge voordracht •"•\'\'), spoedig
daarop vrije voordracht genoemd 5S), ingevoerd. Ook werden
op iedere vergadering vragen gedaan, te beginnen met
de jongere leden, en beantwoord door de ouderen r\'0).
Men mocht twee der theses door zoodanige vragen ver-
vangen r\'7). Verder besloot men .om de veertien dagen,
en wel des Dinsdags, te vergaderen r>8).
In 1860 werd eene bepaalde commissie belast met het
uitdenken van nieuwe werkzaamheden 59). Zij stelde voor:
het houden eener historische voordracht, het geven van
-ocr page 20-
16
critiek op de verhandeling en het terugbrengen van het
aantal theses, dat men tot vier verminderd had, op zes60).
Alleen het eerste werd aangenomen \'\'). Omtrent de theses
was eenigen tijd vroeger bepaald, dat men ze zou rang-
schikken en in een afzonderlijk boek opteekenen \'2); men
sprak er zelfs over om ze uit te geven <,n). Van \'t een en
ander kwam echter niets, hoewel de zaak later nog eens
werd opgewarmd6\').
Het maken van gemeenschappelijke wandelingen be-
hoorde van den vroegsten tijd af tot de eigenaardigheden
van Natura. De eerste moet plaats hebben gevonden op
Maandag 19 Juni 1854,s), de tweede op 23 Februari
185600); van beide is ons echter niets naders bekend67).
Den 5don April van het laatste jaar wandelde men naar
Houderingen, en mat er met ketting en astrolabium een
stuk land op68). Den 9den Mei 1857 werd een dergelijke
tocht gemaakt69); beide malen bracht men het stuk land
in kaart70) en deponeerde deze in het archief, niettegen-
stuande — zoo luidt het zeer waarheidlievend in de notulen —
de bewerkingen der heeren Dibdits en Kapteijn de laatste
maal een verschil van 4,92 □ Rhijnl. Roeden vertoonden 71).
Den 9dcn Juli 1856 werd een driedaagsche tocht onder-
nomen naar Rotterdam, Leiden, Scheveningen, Haarlem
en Amsterdam7\'2). Het volgende jaar maakte men een
tiendaagsche tocht door Noord-Holland en de Zuiderzee,
daarbij Enkhuyzen, Wieringen en Texel bezoekende. Een
fraai herbarium7*) is het blijvend resultaat van dien
tocht, die door den heer Dibbits uitvoerig is beschreven7\'1).
Van den tocht door Zeeland in den zomer van 1859 kon
ik gcene bijzonderheden te weten komen Tn), ofschoon de
historiograpliie van den heer Groneman op kosten der
-ocr page 21-
17
kas voor het archief is gecopieerd 76), en men ze zoo be-
langrijk vond, dat er ernstig sprake van was, dit verhaal
te laten drukken ").
De kleine wandelingen van 12 Mei 1800 en 1 Juni 180178)
slaan wij over, om te komen tot den tiendaagschen tocht
door Bergsland, welke wederom door Dibbits werd be-
schreven; bij welk verhaal Salverda eenige ondeugende
aanteekeningen voegde7a).
Den 2den Mei 1803 werd een geheelen dag gewandeld
naar Bunnik, Zeist en het Jagershuisje *°), terwijl het
volgende jaar een tocht naar het Schollevacrs-cilancl bij
Rotterdam, met zijn gevleugelde bewoners, werd gemaakt.
Hierover bevindt zich, behalve de liistoriographie81),
eene gedrukte beschrijving van liet eiland82) in het archief.
Den 19tlcn Mei 1805 werd een tweedaagschen tocht naar
het Beekberger bosch ondernomen. Midden in dit oer-woud
werd de heer Röntgen als lid geïnstalleerd83).
De tocht van 5 Mei 1800 naar Amersfoort en Maars-
bcrgenth)
was de laatste van het oude Natura.
Wij moeten thans eenige oogenblikken stilstaan bij de
verhouding van Natura tot andere academische vereenigin-
gen. De oudste rechten heeft hier de Stildenten-Almanak.
In liet jaarverslag over 1854 werd in weinig vleiende
bewoordingen over Natura gesproken811); de verontwaar-
digde leden kwamen herhaaldelijk te zamen om middelen
te beramen ten einde dit onrecht te herstellen88). Zij
besloten het volgende jaar een kort, zakelijk verslagover
hunne verceniging in te zenden 87), dat men dan ook in
den Studenten-Almanak voor 1850 gedrukt vindt88). De
Redactie betuigde schriftelijk haar leedwezen over hare
vergissing 89).
In den almanak voor 1803 komt eene plaat voor, ge-
2
-ocr page 22-
18
teekend door den toenmaligen Secretaris van Natura,
Thiebout, waarop onder meer prentjes ook Prof. Harting
is afgebeeld, met de leden van Natura den stroom der
ware wetenschap bevarende.
Uit Leiden en Amsterdam werd kennisgeving ontvangen
van liet oprichten van gezelschappen, een soortgelijk doel
als Natura beoogende90). Enkele leden daarvan woonden
gedurende korten tijd de vergaderingen van Natura bij 9\').
Aan onze hoogcschool werd het gezelschap Beresjü op
zijn verzoek als bevriende vereeniging erkend92).
Natura is nimmer beschouwd als eene vereeniging uit-
sluitend voor Corpsleden. Wij zijn er zelfs niet geheel
zeker van, of alle oprichters wel tot het Studenten-Corps
behoorden. Als wetenschappelijk mensch mag men hierin
geen onderscheid maken, had Prof. Harting gezegd, en
in 1805 herhaalde hij dit met nadruk\'3). Toch bestond,
om licht te begrijpen redenen, steeds verreweg het
grootste aantal deelnemers uit Corpsleden; sedert het
bedanken van Leiimans (10 Dec. 1872) zelfs geheel.
AVij spraken reeds vroeger over den band met het
medisch gezelschap Aesculapio sacrum. Toen dit en een
ander dergelijk te niet waren gegaan, stelde de heer
Templeman van der Hoeven in Januari 1857 voor om
een medisch gezelschap op te richten als onderdeel van
Natura1\'\'). Nadat Prof. Harting echter had aangetoond,
hoc ook de medicijnen tot do natuurwetenschappen be-
hooren, en op Natura ruim gelegenheid was om medische
onderwerpen ter sprake te brengen, trok van der Hoeven
zijn voorstel in 9r>).
Beter gelukte een ander plan, namelijk het oprichten
van een gezelschap tot oefening in het anatomisch teekc-
nen. Prof. Harting opperde daartoe op de wandeling
-ocr page 23-
19
van 19 Juni 1851 het denkbeeld "), en in de vergaderingen
van 12 en 23 October werd tot de oprichting besloten.
Gedurende korten tijd was deze sectie van Natura zeer
bloeiend; na eenige jaren ging zij echter te niet. Haar
archief rust in dat van Natura9\'\').
Het is hier wel de geschiktste plaats om te spreken
over het voorstel van den heer Middelburg om voor de
leden insignia aan te schallen08). In een uitvoerig ge-
motiveerd rapport90) concludeerde eene commissie daar-
over benoemd, tot verwerping van het voorstel, en dien
overeenkomstig werd besloten ln0). Eene tweede poging
van den heer Andreoli had even weinig succes101);
sedert heeft men — en te recht — deze zaak nimmer
weder ter sprake gebracht.
Gedurende al dezen tijd werd het praesidiaat van
Natura vervuld door Prof. Harting. Bij ontstentenis van
dezen nam doorgaans het oudste lid deze betrekking
waar102). Toen den llden Februari 1802 de heer Gorneus
Bellaar Spruijt als loco-praoscs fungeerde, verkreeg aan
het einde der vergadering de fiscus Thiebout het woord
tot liet voordragen eener bijdrage, getiteld: Elegie op den
loco-praeses van dezen avond,
en van den volgenden inhoud:
Mijn waarde President, hoe zou een fiscus uiten,
Hetgeen Gij voor ons deedt, o ed\'le spruit der Spruijten.
Met vastheid hebt Ge weer dit praesidiaat gevoerd,
En door uw schoone taal ons allen diep geroerd.
O, Goddelijke Kees! heb dank voor al dat goede;
Dat Jupiter U steeds voor elk gevaar behoede.
Natura geeft U dank, wat kan zij meerder doen;
Want Gij zijt hare hoop, haar eer en haar blazoen!
«Herhaald applaudissement en aanhoudend geroep van
-ocr page 24-
2U
bis! deed den dichter besluiten ons nogmaals op de vrucht
van zijn genie te onthalen.»
Het is nog altijd eene open vraag of de praeses vóór
1859 als gewoon lid kan worden beschouwd. Het eerste
Reglement toch is verloren gegaan I03), en slechts twee
aanduidingen heb ik gevonden, die elkander echter tegen-
spreken: 1° dat Z.H.Gel. den 20 October 1857 boete bc-
taalde wegens te laat komen, en 2° de bewering van
Dibbits op 6 November 1858, dat de praeses niet bcboet-
baar was. Het Reglement van 1859 rekent hem onder
de gewone leden l04).
De praeses zwaaide een hamer van sandelhout, met
inscriptie op zilveren plaat voorzien l0s). In 1874 schijnt
de toenmalige Secretaris van het bestaan van dit werk-
tuig — dat zich echter in zijn archief bevond — geen
kennis te hebben gedragen, want men besloot tot den
aankoop van een nieuwen hamer 108). De laatste echter,
minder solide dan zijn voorganger, is reeds vernietigd,
en weer prijkt de oude hamer in praeses hand. Geve
ze dezen de kracht en de wijsheid van Hem, die ze zoo
lang heeft gevoerd!
De Penningmeester had met zijn fiscaat dikwijls veel
moeite, ofschoon zoo min als nu, de regelen van het
boekhouden werden in acht genomen lo7). Nu eens lezen
wij van den uitstekend bloeienden toestand der financiën los),
dan worden weer maanden lang bittere jammerklachten
over wanbetalers aangeheven l09). Och! er is niets nieuws
onder de zon, ook voor geen penningmeester.
De Secretaris had oorspronkelijk alleen notulen te
schrijven. Het rondbrengen der vergaderingbriefjes toch,
was langen tijd aan den defendens der theses opgedragen11").
Eerst tien jaren na de oprichting kwam dit ten zijnen
-ocr page 25-
21
laste111). De schedula\'s vermeldden oorspronkelijk alleen
de theses m), later ook de andere werkzaamheden l13).
Eerst waren zij geheel geschreven "*), daarna werden
gedrukte formulieren aangeschaft"5), eindelijk werden
voor iedere vergadering nieuwe briefjes gedrukt116). Na
eene mislukte poging om het jongste lid met het bezorgen
te heiasten \'"), werd dit aan een bediende opgedragen ,1S).
"Wij verzenden ze per post,19): een teeken van den vooruit-
gang der beschaving.
Het doet mij leed, hier van twee secretarissen te moeten
gewagen in zeer ongunstigen zin. Maar de waarheid
boven alles! Gij meent heden de 400sto vergadering te
vieren; het is slechts de 299ste. Op de 193stc vergadering
(6 December 1866) toch, is terstond op 12 Februari 1807
de 294ste gevolgd. Het was eene aardigheid van den
toenmaligen Secretaris. Hij had dergelijke meer. Nu eens
zijn zijne notulen van twee achtereenvolgende vergaderin-
gen absoluut identisch, op den datum na l2°), dan weder
zijn ze niet afgemaakt \'2\') of niet onderteckend m).
Zijn opvolger schoot in andere opzichten in zijn plicht
te kort. Hij vergeet voortdurend den datum der ver-
gadering te vermelden ,2:t); laat tegen het uitdrukkelijk
voorschrift der wet m) de theses uit de notulen weg IS5),
en schijnt onbekend met het feit, dat op de 312d0 ver-
gadeiing de 313d0, en niet de 314dc behoort te volgen.
Welke Secretaris het is geweest, onder wiens toezicht (!)
het archief ten dcele is verdwenen, is ons onbekend,
doch het feit is slechts al te waar. Het lust mij niet de
treurige opsomming te doen van wat er eens was, maar
niet meer is \'**). Herhaaldelijk wees ik er reeds met een
enkel woord op. Liever spreken wij den wensch uit
dat de tegenwoordige en toekomstige leden naar hun
-ocr page 26-
22
vermogen zullen bijdragen ter verrijking onzer verzame-
ling. Zoo is men sedert eenigc, jaren weder begonnen
met bet toezenden der dissertaties 127); zeker eene schrede
op den goeden weg.
Wij moeten nog eenmaal op de werkzaamheden terug-
komen. De historische bijdrage viel niet in den smaak
der leden, en werd in 18G2 afgeschaft,28). Des te meer
schiep men behagen in het uitdenken van vragen. Wan-
neer men deze leest, kan men soms een schaterlach niet
weerhouden. Zoo interesseerde zich b. v. een der leden
voor een aap met dertien ribben1"), een ander verzocht
om inlichtingen over het vermeende braakwekkend ver-
mogen van cigarenasch in wijn l3°). Een derde hield
uitvoerige beschouwingen over de wijze, waarop men in
Amsterdam huismusschen vangt, en — ze laat ontsnap-
pen l31). Vooral één lid was hierin sterk; de eigenaar-
digheden van Alblasserdam waren voor hem eene onuitput-
telijke bron tot vragenl32), afgewisseld door mededeelingen
omtrent vergelijkende proeven tot het verdrinken van een
katl33) of over jonggehuwde vrouwen, die dagen achter-
een blijven slapen l31).
Prof. Harïinct hoorde dit alles welwillend aan, en wist
steeds aan de discussie eene wetenschappelijke wending-
te geven. Niet het onderwerp, maar de wijze van behan-
deling was hem maatstaf voor de waarde der vraag.
Waar iemand b. v. informeert of «de koeien er ook eene
menstruatie op nahouden» ,85), ontvangt hij eene beris-
ping over den onwetenschappelijken vorm zijner vraag,
maar terstond daarop belangrijke mededeelingen over het
onderwerp.
Tot allerlei zaken wist Harting zijne leerlingen aan te
-ocr page 27-
23
sporen. Wij spraken reeds over het landmeten en het
anatomisch teekenen. Vergunt mij nog één voorbeeld.
Toen Z.H.Gel. in 1861 den kephalograaf had uitgedacht,
werden de leden spoedig met dit instrument bekend ge-
maakt , hunne hoofden gemeten en zelfs de heer Tiiiebouï
tot kephalografist van het Gezelschap benoemd tM).
O! het moet een heerlijke tijd zijn geweest voor de
leden van Natura: met een man als Harting te mogen
samen zijn als met een vriend, in hem een even uit-
stekend als welwillend raadgever te bezitten, telkenmale
leering, voordeel, genot puttende uit zijne mcdedeelingen.
Wat ligt er niet veel verborgen achter die eenvoudige
woorden, welke wij in de notulen na de beschrijving van
iedere vergadering lezen:
«Praeses resumeert de debatten.»
of:
«Praeses geeft het gebruikelijke resumé.»
Geen wonder, dat de leden herhaaldelijk van hunne
dankbaarheid blijken gaven. Den 15den December 1850
overreikte de heer van Doesburgh uit naam van allen
•Harting 125 exemplaren van zijn fraai uitgevoerd litho-
graphisch portret. Harting schonk aan ieder der leden
er één. Den 4dcn October 1859 bood hij den leden een
souper aan, en herhaaldelijk vereerde hij hen afdrukken
van verschillende verhandelingen l37).
Het tienjarig bestaan werd den lsten December 1803
herdacht met eene feestrede van Boüvin l3S); na afloop
vereenigden zich de leden ten huize van den Praeses l39).
In Juni van dat jaar was de feestelijke buitenjool gehouden,
waaraan ook eenige buitengewone leden deelnamen. Men
reed naar Darthuizerberg, bezocht het graf van Nelle-
steyn
en dineerde te Doom. Staande het diner over-
-ocr page 28-
24
hanrligde van der Litii den Hoogleeraar een album met
portretten van veertig leden l40). Den 17dnn OctoberlSöu
werd dit gecompleteerd en Harting tevens een fraaien
fauteuil aangeboden U1), waarop bij met zijn portret ant-
woordde 14ï).
Wij zijn met ons overzicht genaderd tot aan den zomer
van 18G8. Den 9llen Juni werd de 316dc vergadering, de
laatste van dezen cursus, op de Hoogt gehouden. Na
ailoop der werkzaambeden werd de eerstvolgende ver-
gadering bepaald op 15 September; de Praeses wenschte
den leden eene genoegolijke vacantie, en sloot de ver-
gadering met een hartelijk woord.
Hij zou ze niet weder bijwonen!
II.
Hij zou ze niet weder bijwonen. In den zomer van
1868 trof hem het ongeluk, dat een schaduw werpt
over zijn werkzaam leven. Het stelde bem buiten
staat om langer eene vergadering te leiden. Den leden
van Natura kwam die slag onverwacht; zij werden er
door verbijsterd. Een geheel jaar lang rustte de ver-
eeniging; het schip van Natura dreigde te zinken, te
vergaan, overgeleverd als het was aan wind en golven,
beroofd van zijn bekwamen grijzen loods.
Eindelijk ondernamen het de beeren Herten, Coert,
Paul Harting, Jentinck en Andreae, waarschijnlijk op
aansporing van den ouden Praeses, om Natura weder
tot werkzaamheid te brengen. Zij riepen de leden te
samen op Zaterdag \'23 October 1869. Achttien was het
-ocr page 29-
25
getal der getrouw geblevenen. Weldra was men het
eens over den te volgen gedragslijn. Vóór alles echter
had men eene handeling van piëteit te verrichten: men
benoemde Prof. Hakting tot Ecrepraeses. Hij nam het
aan, schriftelijk, in een brief, die tevens zijn afscheids-
groet behelst.
Aan de leden van het Gezelschap
Natura Dux Nobis Et Auspex.
Utrecht, 22 November 1869.
Waarde Medeleden en Vrienden!
Wanneer een kapitein , na jaren lang met een goed schip
en eene brave bemanning op zee gezwalkt te hebben, ein-
delijk door de gebreken van den ouderdom gedwongen wordt
aan wal te blijven, en nu zijn weder uitzeilend schip na-
staart en het een laatst vaarwel toewuift, dan moet hij onge-
veer hetzelfde gevoel ondervinden, als dat, hetwelk ik thans
ontwaar, nu ik U dezen brief schrijf.
Uit de lange reeks van jaren, gedurende welke ik aan het
hoofd van Natura Dux Nobis Et Auspex stond, heb ik geene
andere dan aangename, daarmede in verband staande herin-
neringen, en deze zullen mij blijven vergezellen gedurende
mijnen nog overigen levenstijd. Zij zijn even zoo vele licht-
punten, waarop ik steeds gaarne eenen terugblik zal werpen,
al wordt daardoor ook mijn tegenwoordig gemis dubbel
gevoeld.
Kan ik voor U voortaan niet meer zijn, wat ik zoo gaarne
zoude willen wezen, weest verzekerd dat de bloei van het
door mij zoo geliefde Natura mij steeds na aan het hart zal
liggen, en dat ik zeer gaarne met de beperkte middelen,
welke mij thans nog ten dienste staan, al doen wil wat in
mijn vermogen is, om dien bloei te blijven helpen bevorderen.
• Gij biedt mij het eere-praesidium aan. Ik aanvaard dit
onder dankzegging. Zoo wordt de band, die mij aan U
-ocr page 30-
26
verbindt, niet geheel verbroken. Maar laat dit geen bloote
titel zijn. Komt tot mij, even als vroeger, wanneer Gij bij
het een of ander mijn raad of hulp behoeft. En, — wanneer
het betere jaargetijde weder zal aangebroken zijn, — laat
ons dan nogmaals te zamen eene natuurhistorische wandeling
doen, gelijk wij het vroeger gewoon waren, om, terwijl wij
rondzwerven in onze schoone omstreken, de natuur te midden
der natuur gade te slaan, en als vrienden, die hetzelfde doel
hebben, — zoo schoon uitgedrukt door de zinspreuk van
ons gezelschap, —• te zamen te verkeeren.
Den van U ontvangen brief, met U aller naamteekeningen,
zal ik als een voor mij kostbaar kleinood bewaren. In de
uren van eenzaamheid zal ik hem opnemen en mij daardoor
in gelukkiger dagen verplaatsen. Ontvangt mijnen dank voor
de daarin uitgedrukte gevoelens en tevens de verzekering
der voortdurende warme belangstelling, waarmede ik steeds blijf
Uw <dler toegenegen vriend,
P. Harting.
Het terugtreden van Prof. Harting was de zwaarste
slag, die Natura kon treilen. Maar waar men veel ver-
loor, werd niet weinig gewonnen. De gezamenlijke Hoog-
leeraren der Philosophische Faculteit, benevens de Medische
professoren Donders, Engelmann en Koster werden tot Eere-
leden
benoemd U3), en namen dit volgaarne aan \'**). Latei-
kwamen daarbij nog drie nieuwbenoemde Hoogleeraren,45).
De Praeses werd in \'t vervolg gekozen uit de gewone
leden; hem terzijde stond een Vice-Praeses, later146)
Vicarius genoemd. De oude betrekkingen van Secretaris
en Fiscus bleven bestaan. Het aantal theses bleef op vier
vastgesteld; tegen het houden eener improvisatie schenen
toen gewichtige redenen te bestaan \'*\').
De 317\',c vergadering vond plaats op Dinsdag 23 Nov.
1800. Aanwezig waren 20 gewone, 8 buitengewone en
-ocr page 31-
\'27
6 eereleden. Niet lang bleef echter de toestand zoo gun-
stig. Met aantal eereleden op iedere vergadering aanwezig
werd gering; de reien der gewone leden dunden snel.
Onder de uitstekende leiding van zijnen eersten praeses,
J. L. Herten, bleef het Gezelschap zijn ouden roem hand-
haven. Na zijn bedanken (5 Octoher 1870) oordeelde
men het echter noodig tot buitengewone maatregelen
over te gaan. Had men vijf jaren vroeger van de 18
candidaten slechts 7 kunnen aannemen, thans was de
stortvloed van pliilosopheu naar deze academie uitgedroogd,
en noodigde men 17 personen per gedrukte circulaire uit
tot het lidmaatschap 148). Slechts ö namen het aan; de
medici bedankten allen. Bijna tegelijkertijd trof der ver-
eeniging het verlies van haar eerelid Prof. Miquel U9). In
verdubbelden ijver zocht men een tegenwicht voor het
geringe getal. Het aantal theses bleef op vier gehand-
haafd ls0); eene tweede vrije voordracht, ontleend aan
een gedeelte van de geschiedenis der natuurwetenschap-
pen, werd aan de eerste toegevoegd ""). Het was eene
uiterste poging. Weldra zag men zich genoodzaakt slechts
om de vier weken te vergaderen l52); het geringe gevolg
der vorige maal schrikte af, om ten tweeden male alle
philosophische en medische studenten uit te noodigen,53).
De cursus 1872/73 begon. Reeds terstond bedankten
een aantal leden, en onder hen de ouderen, de steun en
kracht van het gezelschap. Op de volgende vergaderingen
waren dikwijls niet meer dan vier of vijf leden tegen-
woordigl5*); slechts op zes van de acht konden werk-
zaamheden worden vervuld \'").
In October 1873 kwam de crisis. Moedeloos geworden,
wenschten enkelen in stilte naar de opheffing. Maar een
krachtig woord van den toenmaligen praeses, Costekus,
-ocr page 32-
28
stak hen een riem onder het hart 156), en op voorstel
van van Cleeff waagde men het nog eens, een aantal
studenten uit te noodigen 157).
Tien nieuwe leden traden toe 15S): Natura was gered!
Moet ik U verder verhalen, wat er in den allerjongsten
tijd is geschied? Gij hebt het zelve doorleefd. Medici
en Philosophen, in bonten rei, maar eendrachtig ver-
eenigd, hebben geen anderen wensch, dan de bloei van
hun Gezelschap. Als verjongd staat Natura krachtig vooraan
in den rei der academische vereenigingen.
De steun der Eereleden is ons niet ontvallen. Hun
aantal vermeerderde met vier I59), nadat de heer van Lidt
de Jeude had voorgesteld ook de adsistenten onder hen
op te nemen lli0). De lezing voor weinige weken door
den heer Jonkman gehouden 1S1), is ons een waarborg
hunner hooggeschatte sympathie.
De werkzaamheden ondergingen voortdurend veran-
deringen. De historische voordracht bleef slechts kort
bestaan, en maakte plaats voor cene Improvisatie ,,s).
Eene Critiek op de lezing werd ingevoerd ,63), het aantal
stellingen tot één verminderd 164), dat der opponenten
tot twee 165). Vrije mededeelingen komen op bijna elke
vergadering voor.
Den 10dcn Februari 1875 werd de wet herzien "").
Eene betere regeling der stemmingen, eene verandering
in de wijze van aannemen der nieuwe leden l67) waren,
behalve de reeds genoemde, de hoofdveranderingen. Aan
den Praeses werd het vervaardigen van een jaarlijksch
verslag opgedragen 168); over de plichten van Zoöloog en
Botanicus, en de herleving van het Museum is reeds ge-
sproken. De vergaderdag is sedert December 1873 op
-ocr page 33-
29
Woensdag om de veertien dagen vastgesteld 169). Met
Harting hebben wij echter het locaal op de Hoogt ver-
loren. Het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen is
sedert de reorganisatie de vergaderplaats. Eenmaal opende
Physica ons zijne gastvrije deuren I7°).
Wandelingen waren ook bij het gereorganiseerde Natura
niet zeldzaam. In Juni 1872 bezocht men Wolfhezen ,71),
in 1874 Schcveningen ,7S), in 1875 Bloemendaal en Zand-
foortVi).
Waar het hem mogelijk was, deelde de Ecre-
praeses onze feesten. Van zijne voortdurende sympathie
ondervonden wij menigmaal blijken 174).
Waar wij spreken over feesten, mag niet vergeten
worden de groote Reunie van 1876. Met een aantal
Eere- en buitengewone leden vereenigden wij ons toen
aan een gemeenschappelijk déjeuner 17s).
Den 26slcn April 1872 ontving Prof. Buys Ballot de
leden van Natura ten zijnen huize 17°).
Nog enkele losse feiten, om deze geschiedenis volledig
te maken.
Met echt wetenschappelijke vrijgevigheid besloot men
den 19dcn Mei 1875, f 40 te geven ten behoeve van het
LEEUWENHOEKS-fonds 177).
De notulen behelzen uitvoeriger dan vroeger een over-
zicht der verrichte werkzaamheden 178).
De heer Baudet gaf het Gezelschap een lessenaar ten
gebruike l7°).
liet archief werd nagezien en gecatalogiseerd \'*°).
Aan het einde van dit overzicht gekomen, staan wij
een blik terug.
-ocr page 34-
30
Wij zien Natura, uit heterogeene bestanddeelen ge-
vormd, saamgehouden door Hahting\'s invloed, zijne plaats
innemen tusschen de academische gezelschappen. Begaafd
met de frissche kracht der jeugd, neemt het snel in
omvang en beteekenis toe.
Maar met de jaren vertoonden zich gebreken. Het hel-
dere licht der wetenschap werd beneveld door naijver of
zorgeloosheid. En terwijl men toen meer dan ooit de
vaste, bekwame hand van Hem, diede ziel dcrverccniging
was, behoefde, ontviel deze aan het Gezelschap. Een tijd
lang was noodig om zich van dien slag te herstellen;
toen lichtte het zich weder op, gelouterd door den tegen-
spoed. Het bleek bestand tegen uitputting, en sedert
de crisis van 1873 heft het weder fier het hoofd omhoog.
Wij hebben eene roemrijke geschiedenis achter ons.
Niemand heeft zich ooit beklaagd of geschaamd, lid onzer
vereeniging te zijn geweest. Vele der Oudleden bekleeden
liooge betrekkingen in de Maatschappij, of hebben de
hoogste onderscheiding erlangd, die een wetenschappelijk
man deelachtig kan worden ,81). Meer dan één tellen wij
onder onze hooggeschatte leermeesters\'").
Daar is in de gcheele geschiedenis van Natura eene
leidende gedachte, één met den persoon van zijn Oprichter.
Er zijn in den laatsten tijd stemmen opgegaan, die de
toekomst donker inzagen. Maar zoolang een deel van
Harting\'s geest nog in ons is, hebben wij niette vreezen.
Stijge dan heden een vroolijkc juichtoon ieder onzer
uit de borst, en zij het:
Leve Prof. Harting en zijn Gezelschap!
-ocr page 35-
AANTEEKENINGEN.
1.  Notulen 1 Dec. 1853. — Art. 1 der Reglementen.
2.  Harting las een concept-reglement voor, dat na eenige wijzigin-
gen werd aangenomen. Not. 1 Dec. 1853. Het werd den 12Jen Decem-
ber onderteekend. Een nieuw geschreven reglement in een prachtband
gebonden werd den 13dcn Februari 1854 door den heer van Geuns
aan het Gezelschap aangeboden. Beide exemplaren zijn echter verdwenen.
3.  Not. 1 Dec. 1853. Vastgesteld 10 Jan. 1854.
4.  Op voordracht van den praeses. Not. 1 Dec. 1853.
5.  Not. 1 Dec. 1853. —Utr. Stud.-Alm. voor 1850, Bijlage C. blz. 182.
6.  Not. 9 Dec. 1853.
7.  Not. 1 Dec. 1853.
8.  Not. 12 Dec. 1853.
9.  Het was eene korte herleving van een vroeger gezelschap. Het
wordt alleen in den Almanak voor 1855 en daarna niet meer genoemd.
10.  Not. 9 Dec. 1853 en 13 Febr. 1854. Den 4"« Oct. 1859 werd
besloten tot den aanko >p van een nieuw servies en een waterkaraf.
11.  Not. 5 Mei 1803.
12.  Not. 13 Febr. 1854.
13.  Not. 25 Sept. 1854.
14.  Not. 23 Oct. 1854.
15.  Vergelijk Not. 29 Jan. 1855.
10. Not. 23 Febr. 1858.
17.  Not. 13 Febr. 1854. — Utr. Stud.-Alm. v. 1850, blz. 182 en 183.
18.  Not. 25 Sept. 1854.
19.  Not. 13 Maart 1854. Het eerste geschenk.
20.  Not. 23 Oct. 1854. — Utr. Stud.-Alm. v. 1850, blz. 183.
21.  Not. 25 Maart 1802. Bij zijn bedanken —0 Oct. 1803—gaf hij
aan het Gezelschap nog een ander herbarium ten geschenke.
22.  Eerst werden ook naturaliën uit onze koloniën opgenomen, later
uit alle landen.
23.  Not. 17 Oct. 1805.
24.  B. v. Not. 13 Mei 1850.
25.  Not. 25 Sept. 1854. — Utr. Stud.-Alm. v. 1850, bl. 183. Later
verkreeg de kast eene plaats in het vergaderlocaal, Not. 11 Maart 1802.
20. B. v. 10 Maart 1803.
27.  Not. 11 Maart 1802.
28.  Not. 24 Maart 1803.
29.  Hij determineerde de planten op de wandelingen gevonden (zie
-ocr page 36-
32
Not. 5 Mei 1863 en 31 Mei 186-4) en verrijkte de verzameling met vele
geschenken (b. v. Not. 10 Maart 1863). Zie ook liet Jaarverslag van
den Botanicus, uitgebracht op 13 Oct. 1875. (Archief D. N". 4).
30.  Not. 7 Mei 1867.
31.  Jaarverslag van den Zoöloog op 13 Oct. 1875.
3\'2. Jaarverslag van den Botanicus op 13 Oct. 1875.
33.  Not. 2 Dec. 1873.
34.  Not. 4 Nov. 1873. — Jaarverslag Botanicus 13 Oct. 1875.
35.  Op 2 Dec. 1873 en 11 Dec. 1875 werden blanco-credieten daar-
voor verleend.
36.  Jaarverslag, zie boven.
37.  Not. Buitengew. Verg. op 10 Febr. 1875. — Reglement van 1869,
Art. 28\'.
38.  Zie b. v. de klachten in Not. 15 Nov. 1876 en 30 Oct. 1877,
maar ook reeds in Not. 5 Oct. 1864.
39.  In 1863 werd er veel gesproken over de ontwikkelings-hypothese.
40.  Reeds op de allereerste vergadering werd een lid voorgesteld.
Gedeballoteerd werd er b. v. 20 Nov. 1854,11 Dec. 1855, 1 Nov. 1859 enz.
41.  Door den heer Schroeder van der Kolk twee malen: op
20 Jan. 1857 en op 17 Nov. (1 Dec.) 1857.
42.  Not. 17 Oct. 1865. Eenige jaren vroeger (15 Nov. 1859) was
besloten, dat eene naamlijst der leden zou worden opgemaakt en in
het vergaderlocaal opgehangen.
43.  Not. 31 Oct. 1865 en 14 Nov. 1865.
44.  Idem.
45.  Zie b. v. Not. 27 Nov. 1860.
46.  Not. 6 Mei 1862.
47.  DimilTS bleef tot langer dan een jaar na zijn bedanken de Bota-
nicus van het Gezelschap. Not. 25 Febr. 1862.
48.  Not. 3 Maart 1856.
49.  Reglement van 1859, Art. 12. Zie ook Not. 5 Oct. 1864.
50.  B. v. ten behoeve van den heer Andreoi.t, bij zijn aftreden het
oudste lid. Not. 22 Oct. 1862. — Den 23"" April 1872 werd bepaald,
dat men minstens twee jaren gewoon lid moest zijn geweest, om
buitengewoon lid te kunnen worden
51.  Not. 9 Febr. 1864.
52.  Not. 5 Oct. 1864.
53.  Hij overleed te Deventer, den 1541 Juli 1867, 31 jaren oud.
54.  Not. 3 Maart 1856.
55.  Not. 14 Oct. 1856.
56.  Not. 1 Juni 1858.
57.  Not. 5 Oct. 1864.
58.  Not. 22 Oct. 1855 en 11 Dec. 1855. Anderhalf jaar vroeger
(13 Febr. 1854) was een gelijkluidend voorstel verworpen. Omstreeks
1802 werd eene Pauze ingesteld.
-ocr page 37-
33
59. Not. 1 Nov. 1859. De commissie bestond uit de heeren Dibdits
(rapporteur), Salverda en Groneman.
CO. Zie ook Not. 5 Oct. 1864.
Cl. Not. 15 Nov. 1859. Er werden van dit Reglement 300 ex. ge-
drukt, waarvan, behalve het authentieke exemplaar (gebonden, en
onderteekend door de leden. Archief D. N". 2), nog 85 ex. overge-
bleven zijn.
02. Not. 15 Nov. 1859.
63.  Not. 5 Oct. 1864.
64.  Not. 5 Oct. 1864.
65.  Zie Not. 12 ïuni 1854 en Nn. 96 dezer Aanteekeningen.
66.  Zie Not. 19 Febr. 1856.
67.  Bouvin vermeldt ze niet in zijne feestrede. Zie N°. 138.
68.  Zie het verslag dezer wandeling in het Notulenboek.
69.  Idem.
70.  De eerste maal op Vrijdag 11 April 1856; zie het Verslag.
71.  Zie Not. 9 Juni 1857.
72.  Zie het verslag in het Notulenboek.
73 Zie Jaarverslag Botanicus op 13 Oct. 1875. Not. 20 April 1858.
74.  Oorspronkelijk was de heer Middelburg tot historiograaf be-
noenid, maar zijn verslag werd voor het archief ongeschikt gerekend
(Not. 29 Sept. 1857), en daarom den heer Dirbits opgedragen het te
wijzigen (Not. 3 Nov. 1857). De beschrijving van den laatste is be-
wnard gebleven (Archief E. N°. 1).
75.  Ook Bouvin wist er niets over mede te deelen. Zie zijne feest-
rede: Archief\' D. N". 1. — De tocht moet 1 Juli 1859 begonnen zijn;
zie Not. 14 Juni 1859. — Het herbarium der Zeeuwschc reis bestaat
nog, maar verkeert in een zeer ongelukkigen toestand (Jaarverslag
vau den Botanicus op 13 Oct. 1875) — Reeds in liet jaar 1858 had
Hartins de leden tot een tocht naar Zeeland uitgenoodigd (Not.
15 Juni 1858), maar dien zomer waren de leden verhinderd.
76.  Not. 17 April 1860.
77.  Not. 21 Febr. 1860 en der vier volgende vergaderingen.
78.  Zie Not. 1 Mei 1860 en 28 Mei 1861. Er zijn geene verslagen
van gemaakt.
79.  Dit verslag bevindt zich in het Archief E. N:\'. 2. De tocht
duurde van 2—12 Juli 1860.
80.  Zie het verslag in het Notulenboek.
81.  Deze tocht werd gemaakt op 14 Mei 1864. Te Nieuwerkerk
bepaalde men de lengte van ieder der vijftien leden, en vond die ge-
middeld 1,7384 M. De heer Brester mat 1,845 M.; de heer Scheffer
1,6525 M.; zij waren de grootste afwijkingen. Zie de historiographie
van N. v. d. Wall, Archief E. N". 3".
82.  Archief G. N°. 5.
83.  Zie het verslag door N. v. d. Wall, Archief E. N°. 4.
3
-ocr page 38-
34
84.  Zie Not. 1 Mei 1866. Een verslag bestaat niet.
85.  «Het werkgezelschap door Prof. Harting opgerigt, draagt nog
maar al te zeer de blijken van minder algemeene belangstelling, en
beantwoordt daardoor slechts gedeeltelijk aan zijn doel», zoo luidt het
op blz. 134 der Utr. Stud.-Alm. v. 1855.
86.  Not. 29 Jan. 1855, Buitengew. Verg. 1 Febr. 1855 en 2CFebr. 1855.
87.  Vergelijk Not. 29 Nov. en 11 Dec. 1855 en 22 Jan. 1856, en een
brief in het Archief.
88.  Utr. Stud.-Alm. v. 1856. Bijlage C. blz. 182.
89.  Zie de brief in het Archief.
90.  Zie Not. 30 April 1855, 24 Febr. 1864 en 13 Dec. 1865.
91.  Not. 30 April 1855.
92.  Not. 28 April 1857. Het was een gezelschap voor llebreeuwsche
letterkunde.
93.  Not. 17 Oct. 1865.
94.  Not. 26 Jan. 1857.
95.  Not. 3 Febr. 1857.
96.  Not. 12 Oct. 1854.
97.  Archief M. N°. 1—3. Vele zaken betreffende het Teekengczelschap
zijn mij niet recht duidelijk. O. a. schijnt het in 1858 ten tweeden
male te zijn opgericht, onder een vorm waarin het minder nauw dan
vroeger met Natura samenhing.
98.  Not. 16 Maart 1857.
99.  Opgesteld door de heeren Sghroeder v. d. Kolk, Brondgeest
en v. Tieniioven. Archief D. N". 1".
100.  Not. 31 Maart 1857.
101.  Not.\' 15 Nov. 1859.
102.  B. v. gedurende de ongesteldheid van Prof. Harting 26 Jan.—
20 April 1858.
103.  Zie N°. 2 dezer Aanteekeningen.
104.  Reglement van 1859, Art. 6.
105.  Not. 6 April 1854 en 12 Juni 1854.
100. Not. 4 Nov. 1874.
107.  De oudere kasboeken zijn over \'t algemeen slordig bijgehouden.
Slechts eenmaal — over 1870 — is eene Rekening en Verantwoording
in behoorlijken vorm opgemaakt.
108.  Not. 19 Nov. 1861, 26 Jan. 1864 enz.
109.  Not. 22 Oct. 1855 enz.
110.  Not. 12 Juni 1854 en 14 Oct. 1856.
111.  Not. 0 Oct. 1863.
112.  Not. 12 Juni 1854.
113.  Reglement van 1859, Art. 33; Not. 25 Sept. 1854.
114.  Not. 11 Dec. 1855.
115. Not. 5 Febr. 1856, 14 Oct. 1856 en 20 Oct. 1863.
116. Not. 29 Nov. 1865.
-ocr page 39-
35
117.  Not. 23 Oct. 1866.
118.  Idem.
119.  Sedert 11 Dec. 1875.
120.  Not. 6 Dec. 1860.
121.  Not. 21 Mei 1867.
122.  Idem.
123.  Van de 301»to—316dc Verg. is de datum niet vermeld.
124.  Reglement van 1859, Art. 17.
125.  B. v. 301, 302 , 304 enz. vergadering.
126.  B. v. de teekeningen vervaardigd door de leden van het anato-
misch teekengezelschap (Not. 12 Oct. 1854), de kaarten der opgemeten
stukken land, één of twee catalogussen van het archief, enz. De eiken-
houten kast, waarin het archief wordt bewaard, dateert van het jaar
1866. Not, 6 Nov. 1866.
127.  In het archief bevinden zich 16 dissertaties. \' Van 1867—1876
is er niet ééne ingekomen; na 1876 slechts twee. Die van van der Lith
(Net. 21 Mei 1867) ontbreekt.
128.  Not. 22 Oct. 1862.
129.  Not. 10 Dec. 1867.
130.  Not. 12 Febr. 1867.
131.  Not. 28 Maart 1867
132.  B. v. 12 Maart 1867.
133.  Not. 25 Nov. 1867.
134.  Idem.
135.  Not. 12 Maart 1867.
136.  Not. 17 Dec. 1861.
137.  B. v. 7 Febr. 1800 en 10 Febr. 1868.
138.  Zij had tot titel: «Korte schets van N. D. N. E. A., en Ency-
clopaedisch Overzicht over de Natuurwetenschappen». Zij is bewaard
gebleven (Archief D. Nn. 1). Het Geschiedkundig Overzicht is echter
verre van volledig.
139.  Not. 1 Dec. 1863.
140.  Zie het verslag dezer feestviering door J. G. v. d. Lith , Ar-
chief E. N«. 3.
141.  Not. 17 Oct. 1865. Den 23"™ Oct. 1866 werd Harting door
de leden een souper aangeboden.
142.  Not. 31 Oct. 1865.
143.  Not. 23 Oct. 1869.
144.  Not. 4 Nov. 1869.
145.  De Prof. Rauwenhoff, Oudemans en Dibbits.
146.  Bij de wetsherziening van 10 Febr. 1875.
147.  Not. 4 Nov. 1869.
148.  Not. 11 Oct. 1870.
149.  Hij overleed 23 Jan. 1871. Not. 30 Jan. 1871.
150.  Not. 30 Jan. 1871. Zie ook 23 Mei 1871.
-ocr page 40-
36
151. Not. 23 Mei 1871.
452. Not. 7 Nov. 1871.
153.  Idem.
154.  Er waren aanwezig: 10 Doe. 1872, G leden; 3 Maart 1873,
5 leden; 10 Juni 1873, 4 leden.
155.  Niet op 3 Maart en 10 Juni 1873.
156.  Not. der Buitengew. Verg. van 28 Oct. 1873.
157.  Idem.
158.  Slechts de heer van Sciiaik bedankte voor de uitnoodiging.
150. De heeren Dr. M. Snellen, Dr. R. Houst, H. F. Jonkman
en Dr. G. J. W. Bremer.
100. Not. 15 Nov. 1870. Zie ook Not. 30 April 1874.
161. Over vleeschetende Planten, op 14 Nov. 1877.
1G2. Not. 29 April 1873.
1G3. Bij de wetsherziening van 10 Febr. 1875.
164.  Not. 17 Oct. 1877.
165.  Bij de wetsherziening van 10 Febr. 1875.
100. Den 8"ten Dee. 1874 was daartoe eene commissie benoemd, be-
staande uit de heeren Murray Bakker, van der Plaats en Winkler.
167.  Art. 43, 44 en 45. — Art. 12 en 13.
168.  Art. 20».
169.  Not. 2 Dec. 1873.
170.  Voor de vergadering van 10 Dec. 1872.
171.  Zie het Verslag door CoSTERUS, Archief E. N°. 5. Not. 4 Juni
en 12 Oct. 1872.
172.  Deze wandeling werd gehouden den 7dcn Juni 1874. De historio-
graphie, door den heer Costerus toegezegd, wordl nog steeds ver-
wacht.
173.  Op 2 Juni 1875. Zie het Verslag door S. Birnie, Archief E. N°. 6.
174.  Zie b. v. Not. 1 Febr. 1870 en 9 Mei 1871.
175.  Zie omtrent de toebereidselen Not. 15 en 29 Maart 1876. De
reunie werd gehouden op Woensdag 28 Juni 1876.
\'176. Not. 23 April 1872.
177. Not. 19 Mei 1875. Als blijk van erkentelijkheid ontving het
Gezelschap twee ex. van het «Gedenkboek v. h. Leeuwenhoeks-Feest,
samengesteld door Prof. P. Harting.» Archief G. N°. 8.
179.  Not. 17 Nov. 1875.
180.  Den 29sten Nov. 1876 vertoonde de Secretaris den door hem op-
gemaakten Catalogus.
181.  De tegenwoordige Hoogleeraren: de Boer, Dibdits, Grinwis,
W. M. Gunning, J. G. Kapteijn, W. Kapteijn, Place, Salverda,
Snellen, Spruijt en Talma waren gewone leden van het Gezelschap.
182.  De Hoogleeraren: Grinwis, Talma, Dibbits en binnen kort
ook W. Kapteijn.
-ocr page 41-
Bijlag-e I.
VERGADERINGEN.
De Buitengewone Vergaderingen zijn met vette letter gedrukt.
1.
1 Dec. 1853.
24.
5 Febr. 1856.
51.
3 Nov. 1857
2.
9 JJec.
25.
19 Febr.
52.
17 Nov.
1.
12 Dec.
26.
3 Maart.
53.
1 Dec.
2.
16 Jan. 1854.
27.
1 April.
54.
15 Dec.
3.
13 Febr.
28.
15 April.
55.
20 Jan. 1858.
4.
13 Maart.
29.
29 April.
56.
9 Febr.
5.
0 April.
30.
13 Mei.
57.
23 Febr.
(!.
8 Mei.
31.
27 Mei.
58.
9 Maart.
7.
12 Juni.
88.
10 Juni.
59.
23 Maart.
6.
3 Juli.
60.
20 April.
8.
25 Sept.
61
18 Mei.
;;.
12 Oct.
33.
30 Sept.
62.
1 Juni.
9.
23 Oct.
34.
14 Oct.
63.
15 Juni.
10.
20 Nov.
35.
28 Oct.
11.
19 Dec.
36.
11 Nov.
64.
21 Sept.
12.
29 Jan. 1855.
37.
25 Nov.
65.
5 Oct.
4.
1 Febr.
38.
15 Dec.
66.
19 Oct.
18.
26 Febr.
39.
26 Jan. 1857.
67.
2 Nov.
14.
19 Maart.
40.
3 Febr.
68.
16 Nov.
15.
3 April.
41.
17 Febr.
69.
30 Nov.
16.
21 Mei.
42.
3 Maart.
70.
14 Dec.
17.
18 Juni.
43.
16 Maart.
71.
25 Jan. 1859.
44
31 Maart.
72.
8 Febr.
18.
24 Sopt.
45.
28 April.
7ïi.
22 Febr.
19.
22 Oct.
46.
12 Mei.
74.
8 Maart.
5.
5 Kot.
47.
26 Mei.
75.
22 Maart.
20.
12 Nov.
48.
9 Juni.
76.
5 April.
21.
29 Nov.
77.
3 Mei.
ii.
11 Dec.
49.
24 Sept.
78.
17 Mei.
23.
22 Jan. 1856.
50.
20 Oct.
79.
31 Mei.
-ocr page 42-
38
80.
14 Juni 1859.
117.
5 Nov. 1861.
156.
3 Mei 1864.
118.
19 Nov.
157.
17 Mei.
81.
4 Oct.
119.
4 Dec.
158.
31 Mei.
82.
20 Oct.
120.
17 üec.
159.
14 Juni.
83.
1 Nov.
121.
28 Jan. 1802.
84.
15 Nov.
122.
11 Febr.
160.
5 Oct.
85.
29 Nov.
1215.
25 Febr.
161.
19 Oct.
80.
13 Dec.
124.
11 Maart.
162.
9 Nov.
87.
24 Jan. 18G0.
125.
25 Maart.
163.
22 Nov.
88.
7 Febr.
126.
9 April.
164.
6 Dec.
89.
21 Febr.
127.
6 Mei.
165.
17 Jan. 1865.
1)0.
0 Maart.
128.
21 Mei.
166.
31 Jan.
01.
20 Maart.
167.
14 Febr.
92.
17 April.
129.
7 Oct.
168.
28 Febr.
;»:;.
1 Mei.
130.
22 Oct.
169.
15 Maart.
9é.
15 Mei.
131.
4 Nov.
170.
9 Mei.
95.
29 Mei.
132.
18 Nov.
171.
23 Mei.
!)(J.
12 Juni.
133.
134.
2 Dec.
16 Dec.
172.
7 Juni.
97.
18 Sept.
135.
27 Jan. 1863.
173.
26 Sept.
98.
2 Oct.
136.
10 Febr.
174.
17 Oct.
7.
16 Oct.
137.
24 Febr.
175.
31 Oct.
99.
17 Oct.
138.
10 Maart.
176.
14 Nov.
100.
30 Oct.
139.
24 Maart.
177.
29 Nov.
101.
13 Nov.
140
21 April.
178.
13 Dec.
102.
27 Nov.
141.
5 Mei.
179.
24 Jan. 1866.
103.
11 Dec.
142.
19 Mei.
180.
7 Febr.
104.
22 Jan. 1861.
143.
2 Juni.
181.
20 Febr.
105.
5 Febr.
182.
6 Maart.
106.
19 Febr.
144.
6 Oct.
183.
17 April.
107.
5 Maart.
145.
20 Oct.
184.
1 Mei.
108.
19 Maart.
146.
3 Nov.
185.
14 Mei.
109.
16 April.
147.
18 Nov.
186.
29 Mei.
110.
30 April.
148.
1 Dec.
187.
11 Juni.
111.
14 Mei.
149.
15 Dec.
112.
28 Mei.
150.
26 Jan. 1864.
188.
25 Sept.
113.
11 Juni.
151.
9 Febr.
189.
9 Oct.
152.
24 Febr.
190.
23 Oct.
114.
24 Sept.
153.
10 Maart.
191.
6 Nov.
115.
8 Oct.
154.
5 April.
192.
20 Nov.
116.
22 Oct.
-t K M
19 April.
193.
6 Dec.
-ocr page 43-
39
294.
12 Febr. 1867.
12.
5 Oct. 1870.
355.
4 Febr. 1874
295.
26 Febr.
325.
11 Oct.
356.
18 Febr.
296.
•12 Maart.
i 326.
25 Oct.
357.
4 Maart.
297.
28 Maart.
327.
9 Nov.
358.
18 Maart.
298.
7 Mei.
i 328.
22 Nov.
359.
30 April.
299.
21 Mei.
329.
6 Dec.
i 360.
20 Mei.
300
4 Juni.
330.
30 Jan. 1871.
361.
4 Juni.
301.
18 Juni.
331.
14 Febr.
j 332.
28 Febr.
362.
21 Oct.
302.
15 Oct. \')
: 333.
14 Maart.
363.
4 Nov.
303.
29 Oct.
334.
28 Maart.
364.
18 Nov.
304.
12 Nov.
335.
9 Mei.
365.
8 Dec.
305.
25 Nov.
336.
23 Mei.
366.
10 Febr. 1875.
300.
10 Dec.
337.
(i Juni.
16.
10 Febr.
307.
?
367.
24 Febr.
308.
18 Febr. 1868.
13.
9 Oct.
17.
6 Maart.
309.
?
338.
24 Oct.
368.
15 Maart.
310.
17 Maart.
339.
7 Nov.
369.
21 April.
311.
?
340.
21 Nov.
370.
5 Mei.
312.
27 April.
341.
13 Febr. 1872.
371.
19 Mei.
314.
12 Mei.
342.
12 Maart.
18.
27 Mei.
315.
26 Mei.
343.
23 April.
372.
3 Juni.
316.
9 Juni.
14.
14 Mei.
344.
4 Juni.
19.
373.
13 Oct.
28 Oct.
8.
23 Oct. 1869.
345.
15 Oct.
374.
17 Nov.
9.
4 Nov.
346.
12 Nov.
375.
1 Dec.
317.
23 Nov.
347.
10 Dec.
376.
11 Dec.
318.
7 Dec.
348.
10 Febr. 1873.
377.
2 Febr. 1876.
319.
1 Febr. 1870.
349.
3 Maart.
378.
16 Febr.
10.
1 Febr.
350.
18 Maart.
379.
1 Maart.
320.
15 Febr.
351.
29 April.
380.
15 Maart.
321.
1 Maart.
352.
10 Juni.
381.
29 Maart.
322.
15 Maart.
382.
3 Mei.
323.
30 Maart.
15.
28 Oct.
383.
17 Mei.
11.
19 Mei.
353.
4 Nov.
384.
31 Mei.
324.
24 Mei.
354.
2 Dec.
J) De datums der vergaderingen in dit academiejaar vindt men niet in de Notulen
(zie Aantekeningen, N°. 123), en zijn zooveel mogelijk uit liet kasl>oek en op andere
wijzen opgespoord.
-ocr page 44-
40
385.
1 Nov. 1876.
391.
28 Febr. 1877.
20.
17 Oct. 1877
386.
15 Nov.
392.
21 Maart.
397.
30 Oct.
387.
29 Nov.
393.
25 April.
398.
14 Nov.
388.
14 Dec.
394.
9 Mei.
399.
28 Nov.
389.
1 Febr. 1877.
395.
23 Mei.
400.
1 Dec. 1877.
390.
14 Febr.
396.
8 Juni.
AANTAL DER VERGADERINGEN
GEDURENDE HET ACADEMIE-JAAR:
Gewone.                           Buitengewone.
7........2
10........2
15........2
10
15
17
16
17........1
15
15
10
13
15
14
14
e vergaderingen gehouden.
8........4
13........1
7........2
8
9 . . ......1
11........3
12........1
12
4........1
1833—1854   .
1854—1855   .
1855—1856   .
1856—1857   .
1857—1858   .
1858—1859   .
1859—1860   .
1860—1861    .
1861—1862  ..
1862—1863   .
1863-1864   .
1864—1865   .
1865—1866   .
1866—1867   .
1867—1868   .
1868—1809   zijn geen
1869—1870   .
1870—1871    .
1871—1872   .
1872—1873   .
1873—1874   .
1874—1875   .
1875—1876   .
1876—1877   .
1877
Te zamen: 299                                    20
-ocr page 45-
Bijlagre II.
LEDEN.
EERELEDEN.
NAME N.
Hoogleeraar
in de faculteit der:
Daturn
van benoeming.
R. van Rees.....
Wis- en Natuurkunde.
23 Oct.
1869.
Overleden 23 Aug. 1875.
F. Donders......
Geneeskunde.
Idem.
C. H. D. Buys Ballot . .
Wis- en Natuurkunde.
Idem.
M. Hoek.......
Idem.
Idem.
Overleden 3 Sept. 1873.
F. A. W. Miquel . . .
Idem.
Idem.
Overleden 23 Jan. 1871.
W. Koster......
Geneeskunde.
Idem.
C. H. G. Grinwis. . . .
Wis- en Natuurkunde.
Idem.
P. J. van Kerckhoff. . .
Idem.
Idem.
Overleden 2Ü Jan. 1876.
E. Mulder......
Idem.
Idem.
Th. W. Engelmann. . .
Geneeskunde.
Idem.
,
N. W. P. Rauwenhoff. .
Wis- en Natuurkunde.
9 Mei
1871.
J. A. C. Oudemans . . .
Idem.
2 Febr.
1876.
H. C. Dibbits.....
Idem.
1 Nov.
1876.
Dr. M. Snellen ....
Adsistent bij de Physica.
45 Nov.
1876.
Dr. R. Horst.....
» » » Zoölogie.
Idem.
H. F. Jonkman ....
» y> » Botanie.
Idem.
Dr. G. J. W. Bremer . .
» » » Scheikunde
U Febr
1877.
Thans leeraar a. d. Veeartsenij-
school.
Aantal der Eereleden 17. — Overleden é.
-ocr page 46-
42
GEWONE LEDEN.
Als datum van opname is de dag der ballotage genomen; als datum
van bedanken die der vergadering, waarop dit is medegedeeld.
Cursief gedrukt zijn de namen van hen, die geene buitengewone
leden zijn geworden.
Datum van
NAME N.
Opname.
Bedanken.
Prof. Dr. P. Harting . . .
P. Q. Rrondgeest ....
Th. van Doesburgh. . . .
F.  J. Dupont......
J. H. van Geuns......
W. M. Gunning.....
J. van Hoek......
P. de Jong.......
H. W. Schroeder v. d. Kolk
H. Snellen.......
J. Tip........
A. J. Beib\'sma.....
L. T. Pompe......
N. Mouthaan......
Th. Kroon.......
J. Haffmans......
A. H. Kuijper......
J. W. Herderschee ....
P. Templeman v. d. Hoeven
A. V. G. van Hoek. . . .
A. D. van Riemsdijk . . .
J. Heijligers......
C. H. C. Grinwis ....
G.  P. van Tienhoven . . .
P. A. Seret.......
26 Jan. 1857.
12 Juni 1854.
25 Dec. 1854.
26 Febr. 1855?
23 Oct. 1854.
M.
Pil.
M.
M.
M.
M.
M.
M.
M.
Pil.
Pil.
M.
PH.
M.
M.
M.
M.
II.
M.
PH.
M.
Pil.
M.
M.
X
U
O
—i
A
o
u
ft
O
1
19 Dec.
29  Jan.
15 Juni
19 Dec.
12 Juni
1854.
1855.
1858.
1854.
1854.
1/9 Dec. 1853.
j 12 Dec. 1853.
16 Jan. 1854.
13 Febr. 1854.
13 Maart 1854.
13 Maart 1854.
8 Mei 1854.
31 Maart 1857.
25 Dec. 1854.
23 Oct. 1854?
22 Jan. 1856.
11 Nov. 1856.
| 28 Oct. 1856.
28 Oct. 1856.
; 16 Maart 1857.
! Overl.SDec.\'57.
I 23 Febr. 1858.
j 24 Sept. 1855.
30  Sept. 1856.
I 26 Jan. 1858.
I 26 Jan. 1858.
20 Nov.
19 Dec.
18 Juni
18 Juni
5 Nov.
5 Nov.
5 Nov.
1854.
1854.
1855.
1855.
1855.
1855.
1855.
-ocr page 47-
43
Datum van
NAMEN.
Opname.
Bedanken.
5 Nov.
29 Nov,
14  Oct.
28 Oct.
28 Oct.
28 Oct.
25 Nov.
15  Dec.
15 Dec.
20 Oct.
20 Oct.
20 Oct.
20 Oct.
3 Nov.
1855.
1855.
1856.
1856.
1856.
1856.
1856.
1856.
1856.
1857.
1857.
1857.
1857.
1857.
26  Jan.    1858.
3 Febr. 1857.
19 Oct.    1858.
30 Nov.   1858.
2 Nov.   1858.
27  Jan.    1861.
5  Oct.    1858.
17 Mei
    1859.
| 5 April 1859.
! 13 Dec.   1859.
H. Q. Hesselink......
R. F. Westhoff......
P. Ankersmit.......
H. A. Middelburg \')....
C.  A. Lamping......
H. C. Dibbits.......
H. P. Kapteijn......
E.  Lindeboom ])......
H. A. Groskamp \').....
N. Messchaert.......
J. Scherpenhuijzen.....
J. Vroesom de Haan . . . .
F.  G. Groneman......
M. Salverda.......
A. van Ameyden van Duijm .
W. F. Vos........
K. Snellen \').......
D.  de Feijfer.......
F.  H. J. Giesbers.....
A. A. Moll........
C. B. Spruijt.......
H. B. J. Kok.......
G.  Heijnis........
A. C. Vreede •)......
J. A. Andreoli......
C. Ooms.........
P. A. Tukker.......
C. H. Thiebout Jr......
H. J. Menalda v. Schouwenburg
J. F. L. Schroeder v. d, Kolk .
M.
M.
M,
M.
M.
Pil.
II.
M.
H.
M.
M
M.
PH.
I\'II.
IL
II.
M.
! 24 Jan.
j 16 Nov.
! 22 Jan.
30 Oct.
! 12 Juni
1860.
1858.
1861.
1860.
1860.
17 Nov. 1857.
1  Dec. 1857.
I 21 Febr.  1860.
8 Oct.    1861.
24 Jan.    1860.
7 Febr. 1860.
Overl. April \'59?
6  Mei    1862.
27  Nov.   1860.
16 April
  1861.
5 Febr.  1861.
22 Oct.    1862.
11 Febr.  1862.
28 Mei     1861.
5 Mei     1863.
6 Mei    1862.
19 Oct.
    1864.
15 Dec
15 Dec,
1857.
1857.
20 April 1858.
5 Oct. 1858.
19  Oct. 1858.
2  Nov. 1858.
8 Febr. 1859.
11 Oct. 1859.
1 Nov. 1859.
1 Nov. 1859.
20 Maart 18G0.
15 Mei 1800.
16 Oct. 1860.
16 Oct. 1860.
M.
M.
rn.
M.
M.
H.
M.
M.
Pil.
Pil.
PU.
M.
\') Leden van «Mutua Fidesn, een tweede Studenten.Corp\'s. dat van 1855-1860 heeft
bestaan.
-ocr page 48-
44
*j
Datum van
NAMEN.
"3
,^^—\'
fa
Opname.
Bedanken.
F. K. A. Rombach.....
M.
16 Oct. 1860.
10 Febr
. 1863
G. W. Vonk.......
16 Oct. 1860.
16  Oct. 1860.
17  Oct. 1860.
17 Oct. 1860.
Overl. J
22 Oct.
15 Dec.
24 Maai
uni \'61.
W. Rive.........
M.
1862.
H. Onnen .......
M.
1863.
tl863.
M. van Thiel......
51.
30 Oct. 1800.
4 Nov.
1862.
F. E. Vos........
M.
30 Oct. 1860.
4 Nov.
1862.
T. Place.........
M.
13 Nov. 1800.
22 Oct.
1862.
P. de Boer........
5 Maart 1861.
6 Oct.
1863.
0. J. A. de Haart......
8 Oct. 1861.
26 Jan.
1864.
A. Brester........
PH.
8 Oct. 1861.
19 Oct.
1864.
M.
8 Oct. 1861.
4 Nov.
1862.
F. W. Krecke.......
PH.
22 Oct. 1861.
9 Nov.
1864.
22 Oct. 1861.
6 Oct.
1803.
J. H. F. Prahl......
19 Nov. 1861.
26 Jan.
1804.
N. van de Wall.....
PH.
2 Dec. 1862.
17 Oct.
1865.
H. J. Jacobson......
16 Dec. 1862.
14 Juni
1864.
M.
10 Febr. 1863.
10 Febr. 1863.
5 Oct.
14 Juni
1864.
1864.
Mr. B. J. P. v. d. Kemp . .
PH.
10 Febr. 1863.
15 Dec.
1863.
R. II. C. Scheffer1). . . . .
24 Maart 1863.
6 Dec.
1864.
N. A. Hingst.......
PH.
2 Juni 1863.
6 Nov.
1866.
A. E. de Perrot......
20 Oct. 1863.
14 Juni
1864.
ï. Breesnee \').......
18 Nov. 1863.
18 Nov. 1863.
31 Oct.
5 Apri
1865.
1864.
W. H. v. d. Heijden ....
M.
18 Nov. 1863.
31 Oct.
1865.
H. C. M. Fock......
18 Nov. 1863.
26 Sept.
1865.
PH.
18 Nov. 1863.
9 Oct.
1866.
Paul Harting.......
PH.
26 Jan. 1864.
5 Oct.
1870.
G. J. Hofs Jr......
PH.
26 Jan. 1864.
14 Nov.
1865.
H. Weijenbergh \') . . . .
PH.
9 Nov. 1864.
23 Oct.
1866?
\') Geen lid van het Utr. Studenten-Corps.
-ocr page 49-
15
Datum van
NAMEN.
3
eg
f*
Opname.
Bedanken.
N. P. Kapteijn . . .
J. de Vrij.....
J. L. Herten .• . . .
G. H. Bakhoven . . .
G. A. Murray Bakker .
E. v. Rijckevorssel . .
P. H. R. van Rosscm.
W. H. J. van Nooten .
M. Denekamp. . . .
E.   (T. Wijnkes . . .
C. H. A. Westhoff . .
W. C. Röntgen . . .
J. Coert......
A. Grothe.....
J. F. M. Caudri . . .
F.  A. Jcntink. . . .
J. A. Stricker . . .
C. M. Lnlofs. . . .
11. Ch. Plcijtc . . .
A. G. H. Moll . . .
F.  A. Rive.....
H. F. Jonkman . . .
W. Kapteijn . . . .
E. v. Popta ....
G.  v. Brakel . . . .
S. Talma.....
J. L. Andreae. . . .
Aart Vos.....
M. A. Noordewier
P. W. Onnen....
J. E. v. d. Meulen . .
J. P. v. d. Stok . . .
A. H. Pareau. . . .
15 Oct. 1807.
25 Sept. 1866.
28 Febr. 1871.
7 Mei 1867.
23 Oct. 1806?
9 Oct. 1806.
17 April 1860.
24 Mei 1870.
25 Sept. 1800.
15 Oct. 1807.
25 Sept. 1800.
31 Oct. 1805.
28 Maart 1871.
29 Oct. 1807.
5 Oct. 1870.
28 Febr. 1871.
23 Nov. 1809.
9 Juni 1808.
6 Nov. 1866.
10 Dec. 1867.
9 Juni 1868.
5 Oct. 1870.
30 Maart 1870.
15 Oct. 1807.
5 Oct. 1870.
25 Oct. 1870.
12 Nov. 1872.
9 Nov. 1870.
7 Dec. 1869.
5 Oct. 1870.
25 Oct. 1870.
12 Nov. 1872.
12 Nov. 1872.
9 Nov.   1864.
9 Nov.   1864.
9 Nov.   1864.
9 Nov.   1864.
9 Nov.   1864.
9 Nov.   1864.
9 Nov.   1864.
9 Nov.   1864.
9 Nov.   1864.
17 Jan.    1805.
15 Maart 1865.
9 Mei    1865.
PH.
M.
PH.
PH.
I M.
PH.
,PH.
, PH.
\' M.
\'PH.
|m.
| PH.
[M.
\\:.
PH.
PH.
PH.
PH.
PH.
H.
PH.
PH.
PH.
31  Oct.
31  Oct.
31  Oct.
31  Oct.
31  Oct.
31  Oct.
31  Oct.
31  Oct.
14  Nov.
1  Mei
9  Oct.
9  Oct.
9  Oct.
9  Oct.
9  Oct.
9  Oct.
6  Nov.
1865.
1865.
18Ü5.
1865.
1865.
1805.
1865.
1865.
1805.
1800.
1800.
1800.
1800.
1800.
1800.
1860.
1800.
II.
M.
M.
PH.
M.
PH.
M.
M.
PH.
PH.
6  Nov. 1866.
7 Mei 1867.
29
  Oct. 1867.
29
  Oct. 1867.
-ocr page 50-
46
*->
Datum van
NAMEN.
13
Opname.
Bedanken.
M. E. Mulder.......
H.
29 Oct. 1867.
25 Oct. 1870.
V. A. Julius . . .
PH.
29 Oct. 1867.
12 Nov. 1872.
D. v. d. Horst . .
PH.
18 Febr. 18G8.
15 Oct. 1872.
J. M. Hiebendaal •
PH.
7 Dec. 18C9.
6 Juni 1871.
D. A. Kerkhoff . .
PH.
7 Dec. 1869.
9 Oct. 1871.
J C. Costerus. . .
, PH.
7 Dec. 1869.
4 Maart 1874.
Th. Abrahamsz . .
M.
7 Dec. 1869.
23 Mei 1871.
II. Ch. Pleijte. . .
PH.
1 Febr. 1870.
6 Juni 1871.
G. Kniphorst. . .
PH.
30 Maart 1870.
25 Oct. 1870.
D. L. van Wely. .
M.
Il Oct. 1870.
14 Febr. 1871.
P. M. Heringa . .
PH.
11 Oct. 1870.
21 Oct. 1874.
J. Cf. EU ... .
PH.
11 Oct. 1870.
3 Juni 1874.
J. L. Lehmans \') .
Pil.
11 Oct. 1870.
10 Dec. 1872.
F. C. E. v. Erabden
PH.
11 Oct. 1870.
7 Nov. 1871.
D. II. J. de Rooij .
PH.
9 Nov. 1870.
28 Febr. 1871.
G. Doyer van Cleeff
PH.
28 Febr. 1871.
28 Nov. 1877.
P. Murray Bakker .
PH.
21 Nov. 1871.
Overl.l3Mei\'77.
W. Weevers \') . .
PH.
21 Nov. 1871.
Overl.220ct.\'72.
A. A. W. Hubrecht
PH
21 Nov. 1871.
Juli 1873.
J. Lorie.....
PH.
12 Maart 1872
9 Mei 1877.
J. C. Kaptcijn . .
PH.
12 Maart 1872.
28 Oct. 1873.
3. van Rees . . .
PH.
14 Mei 1872.
13 Oct. 1875.
J. D. van der Plaats
PH.
28 Oct. 1873
21 Maart 1877.
Th. W. van Lidth de
.1,;
ïdc
t
Pil.
4 Nov. 1873
M. A. Brants. . .
PH.
2 Dec. 1873.
30 April 1874.
M. C. J. de Visser .
PH.
2 Dec. 1873.
1 Nov 1876.
F. C. de Btissy . .
M.
2 Dec. 1873
15 Maart 1875.
D. L. Roosenburg .
M.
2 Dec 1873.
A. Huijsman . . .
M.
2 Dec. 1873.
14 Dec. 1876.
B. Frcriks....
M.
2 Dec. 1873.
1 Maart 1876.
S. Birnie ....
PH.
2 Dec. 1873.
\') Geen lid van liet Utr. Studenten-Corps.
-ocr page 51-
47
d
Datum van
NAMEN.
ultt
—•—"
f---.---------
CS
Opname.
Bedanken.
C. Winkler......
2 Dec. 1873.
18 Nov. 1874.
G. J. M. Coolhaas . .
PH.
10 Febr. 1875.
H. Ph. Baudet......
PH.
6 Maart 1875.
H. G. L. v. d. Meulen . . .
PH.
6 Maart 1875.
J. A. Guldenarm.....
M.
19 Mei 1875.
2 Febr. 1870.
C. ten Bosch.......
M.
28 Oct. 1875.
11 Dec. 1875
11. B. van Nes ......
M.
2 Nov. 1870.
A. E. L. W. Bomer ....
PH.
1 Maart 1870.
1 Nov. 1870.
C. E. Paling.......
M.
15 Nov. 1870.
15 Nov. 1870
Q. C. Collard.......
1
Aantal der Leden : 161.
Van deze waren:
Leden van sMutua Fides»......      5.
Geen leden van het Utr. Studenten-Corps .      5*
Medici..............    90.
Philosophen............    71.
Geen buitengewoon lid geworden ....    29.
-ocr page 52-
Uijlaqre m.
13 E S T U U II S L E D E N.
Prof. Dr. P. HARTING
was Pracscs van hot Gezelschap van af de oprichting tot 23 Oct. 1809,
en van af flien tijd Eerepraeses.
PRAESIDES.
Datum ïas
NAME N.
Benoeming.
Aftreding.
23 Oct. 1808.
5 Oct. 1870.
28 Mam-t 1871.
15 Oct. 1872.
J. L Herten . .
J. Coert ....
D. van der Horst
J. C. Costerus. .
P. M. Heringa .
G. Doyer van Cleefl
S. Birnie . . .
5 Oct.      1870.
28 Maart  1871.
15 Oct.     1872.
4 Maart  1874.
4 Maart 1874. I 21 Oct. 1874.
21 Oct. 1874. 2 Fubr. 1870.
2 Febr. 187C.
VICE-PRAESIDES,
van af 10 Februari 1875 VICARIUS geheeten.
Datum van
NAMEN.
Benoeming.
Aftreding.
4 Nov.     1808.
5 Oct.      1870.
28 Maart
   1871.
15 Oct.
      1872.
28 Oct.
       1873.
14 Maart
   1874.
21 Oct.
      1874.
2 Febr.    1870.
1 Nov.      1870.
5 Oct.      1870.
28 Maart   1871.
15 Oct.      1872.
28 Oct.      1873.
14 Maart   1874.
21 Oct.      1874.
2 Febr.    1876.
1 Nov.     1876.
J. Coert.....
D. van der Horst
J. C. Costerus . .
A. A. W. Hubrecht
P. M. Heringa . .
J. Lorié.....
S. Birnie . . . .
P. Murray Bakker .
D. L. Boosenburg .
-ocr page 53-
49
SECRETARISSEN.
Datum van
NAMEN.
Benoeming,
Aftreding.
1 Dec.
1853.
25 Sept.
1854.
25 Sept.
1854.
24 Sept.
1855.
24 Sept.
1855.
30 Sept.
1856.
30 Sept.
1856.
24 Sept.
1857.
24 Sept.
1857.
21 Sept.
1858.
21 Sept.
1858.
18 Sept.
1860.
16 Nov.
1858.
4 Oef.
1859.
18 Sept.
1860.
22 Jan.
1861.
22 Jan.
1861.
24 Sept.
1861.
24 Sept.
1861.
21 Mei
1802.
21 Mei
1862.
5 Mei
1863.
5 Mei
1863.
6 Oct.
1863.
6 Oct.
1863.
24. Febr.
1864.
24 Febr.
1864.
20 Sept.
1865.
26 Sept.
1865.
17 April
1860.
17 April
1866.
15 Oct.
1807.
15 Oct.
1867.
9 Juni
1868.
9 Juni
1808.
1 Maart
1870.
1 Maart
1870.
15 Oct.
1872.
15 Oct.
1872.
21 Oct.
1874.
21 Oct.
1874.
1 Nov.
1870.
1 Nov.
1876.
25 April
1877.
25 April
1877.
H. W. Schroeder v. d. Kolk .
P. Q. Brondgeest.....
P. Templeman v. d. Hoeven .
G. P. van Ticnhoven . . . .
C.  A. Lamping......
M. Salverda......
D.  de Feijfer \')......
H. C. Dibbits.......
G. B. Spruijt.......
H. J. Menalda v. Schouwenburg.
C. II. ïhiebout Jr.......
J. F. L. Schroeder v. d. Kolk .
F. W. Krecke.....
N. van de Wall......
N. A. Hingst.......
Paul Harting.......
F.  A. Bive........
J. L. Andreae.......
V. A. Julius.......
G.  Doyer van Cleef.....
J. Lorió.........
J. D. van der Plaats ....
Th. W. van Lidth de Jeude .
\') I.oco-secrctaris wegens uilstediglicid van M. Salverda.
-ocr page 54-
50
PENNINGMEESTERS (fisci).
Datum van
NAMEN.
Benoeming.
Aftreding.
1 Dec.
1853.
20 Febr.
1855.
8 Mei
1854.
12 Juni
1854.
26 Febr
1855.
31 Maart
1857.
28 April
1857.
21 Sept.
1858.
21 Sept.
1858.
4 Oct.
1859.
4 Oct.
1859.
18 Sept.
1800.
18 Sept.
1860.
22 Jan.
1801.
22 Jan.
1861.
21 Mei
1802.
21 Mei
1802.
7 Oct.
1802.
7 Oct.
1802.
0 Oct.
1803.
G Oct.
1863.
5 Oct.
1804.
5 Oct.
1804.
20 Sept.
1805.
20 Sept.
1805
15 Oct
1807.
15 Oct.
1807.
4 Nov.
1808.
4 Nov.
1808.
24 Mei
1870.
24 Mei
1870.
5 Oct.
1870.
5 Oct.
1870.
9 Oct.
1871.
9 Oct.
1871.
3 Juni
1874.
3 Juni
1874.
13 Oct.
1875.
13 Oct.
1875.
1 Nov.
1870.
1 Nov.
1870.
J. II. van Geuns.    .
Th. van Doesburgh \')
A. J. Bergsma .    .
P. Ankersmit. .    .
D.  de Feijfer . .    .
H. C. Dibbits. .
    .    ,
C. B. Spruijt . .
    .    .
C.  H. ïhiebont Jr.  .    ,
J. H. F. Pi ah! .
    .    .
F. W. Krecke .
    .    .
Ch. L. Landré .
    .    .
E.  H Groenman.    .    .
E.  H. Wijnkes .    .    .
F.  A. Jentink. .    .    .
II. F. Jonkman .
    .    .
D.  van der Horst    .    .
J. M. Hiebendaal
    .    .
J. G. Ett.....
J. van Rees . .    .    .
A. Huijsman . .    .    .
H. Ph. Baudet .    .    .
\') Loco-penningmeester wegens uitlandigheid van van Geuns.
\'
-ocr page 55-
51
ZOÖLOGEN.
Datum van
NAMEN.
~~
Benoeming.
Aftreding.
H. Snellen ....
25 Sept.
1854.
19 Dec. 1854.
J. W. Herderschee . .
19 Dec.
1854.
11 Nov. 1856.
11 Nov.
1856.
17 Nov. 1857.
A. D. van Riemsdijk .
17 Nov.
1857.
23 Febr. 1858.
23 Febr
1858.
30 Oct. 1860.
C. H. Thiebout .Ir. . .
30 Oct.
1860.
5 Mei 1803.
A. Brester.....
5 Mei
1863.
9 Nov. 1864.
N. van de Wall . . .
9 Nov.
1864.
17 Oct. 1805.
R. H. C. Schefter . .
17 Oct.
1865.
26 Febr. 1867.
26 Febr.
7 Dec.
9 Nov.
1867.
1869.
1870.
7 Dec. 1869.
9 Nov. 1870.
12 Nov. 1872.
28 Oct.
13 Oct.
1873.
1875.
13 Oct. 1875.
Th. W. van Lidth de Jeude .
BOT
A N 1
C 1.
DiTB
II VAN
NAMEN.
\'
Benoeming.
Aftreding.
25 Sept.
12 Mei
1854.
31 Maart 1857.
H. C. Dibbits. . . .
1857.
25 Febr. 1802.
25 Febr
1862.
22 Oct. 1862.
24 Febr
1803.
9 Nov. 1864.
R. H. C. Scheller . .
9 Nov.
1864.
23 Mei 1865.
23 Mei
1865.
15 Oct. 1867.
W. H. J. van Nooten .
15 Oct.
1867.
24 Mei 1870.
24 Mei
4 Maai
1S70.
t 1874.
4 Maart 1874.
9 Mei 1877.