|
BK. 1873. 1.8.
|
||||||||
|
OQ3
|
||||||||
|
r
|
||||||||
|
\\
|
||||||||
|
.S-.B
|
||||||||||||||
|
IS t
|
||||||||||||||
|
»
|
||||||||||||||
|
KLEINE
G E B E D E N,
BENEVENS NOG KfiNIGH IN DICHTMA \\T,
zeer dienstig voor jongo en oude personen,
WAAKACHTKK GEVOEGD IS :
R IJ M L IJ\'S T
VAK DE
Boeten des Ouden en Nieuwen Testaienls, ,
BENEVENS EENE
L IJ S T
VAN DF.nZELVEK
BOEKEN, KAPITTELS, VERZEN, WOORDEN EN
LETTERS VAN DEN GEHEELEN BIJBEL. Twaalfde druk.
AMERSFOORT.
W. J. GORDON.
1879.
|
|||
|
OP HET GEBED.
|
||||||
|
Met wat diepe eerbiedigheden ,
Moet een mensen zijn aangedaan , Die in nood tot God zal gaan , En Hem nad\'ren in gebeden;
Hij moet bevjn in \'t gebed. Voor den Ileerscher in den hoogen ,
Als wiens aldoorstralende oogen
Zien de minste feil en smet. Echter mag hij tot God nad\'ren
Met vrijmoedigheid in \'t hart, Als hij voelt der zonde smart;
Opdat God de bron en ad\'ren
Van het heil, uit gunst bereid, Hem ontsluite in eeuwigheid. |
||||||
|
Joh ter Hofstede.
|
||||||
|
5
|
|||||||||
|
DE TWAALF ARTIKELEN ONZES CHRISTELIJKEN
GELOOFS. 1. Ik geloof in God den Vader, den almachten Schep-
per des Hemels en der aarde 2. En in Jezus Christus, zijnen eenig geboren Zoon,
onzen lleere. 3. Die ontvangen is van den Heiligen Geest: geboren
uit de Maagd Maria. 4 Die geleden heeft onder Pontius Pilatus: is gekruist,
gestorven en begraven, nedergedaald ter helle. 5. Ten derden dage wederom opgestaan van den doode
6. Opgevaren ten Hemel zittende ter regterhand Gods
des almagtigen Vaders. 7. Van waar hij komen zal te oordeelen de levenden
en de dooden. 8. Ik geloof in den Heiligen Geest.
0. Ik geloof in eene Heilige, algemeene Christelijke
Kerk, de gemeenschap der Heiligen. 10. Vergeving der zonden.
11. Wederopstanding des vleesches.
12. En een eeuwig leven.
|
|||||||||
|
EENIGE GEBEDEN
VOOR
JONGE EN OUDE PERSONEN.
|
|||||||||
|
GEBED OM BEKEERING.
Algenoegzame en zegenrijke God! dewijl ik in zonden
ontvangen en in ongeregtiglieid geboren , en zoo van natuur |
|||||||||
|
6
|
|||||
|
een kind des toorns ben, en nogdage-lijks door mijne zonden
de schuld vermeerder. 0 Meere! geef mij toch een levendig gezigt viin de leelijkheid en schadelijkheid derzelve, opdat ik daarin niet. verder mag voortgaan . maar als een ellendige en verlorene in Christus mijne zaligheid zoeke; wederbaar en vernieuw mij door uw Woord en (leest, ten einde ik in uw koriingryk mag ingaan, en tot eere van Owen naam leven. Amen. MORGEN-GEBED.
Getrouwe menschenhoeder! hoe groot is uwe goedertie-
renheid, dat Gij mij, onwaardige, in dezen nacht hebt bewaard; neem mij veider onder uw opzicht, opdat ik als een kind des lichts in uwe vrees voor uw aangezicht wandele; de ijdelheid der jeugd hate en uwe geboden be- waren. O Meere! neig daartoe mijn hart dooi uwen geest, om Christus wille. Amen AVOND-GEBED.
Goede en weldoende God, het is uwe goedheid , dat gij
mij nog in dezen dag hebt gespaard, daar ik wegens mijne zonden het leven verbeurd had; vergeef\' mij , o genadige God, al mijne zonden, waarmede ik mij heden besmet heb, en reinig mij door Christus bloed en geest, neem mij dezen nacht onder de schaduw uwer vleugelen, opdat ik in den dood niet ontslape, maai in gezondheid ontwake en U vroeg zoeke met dankzegging. Amen. GEBED VOOR DEN ETEN.
Meere des Hemels en der aarde! zegen mij met deze
uwe gaven, opdat mijn zwak en behoeftig ligchaam daar- door gesterkt wordt, geef mij ook oen gezicht van mijn geestelijk gebrek en onmagt, opdat ik mag hongeien en dorsten naar de volmaakte geregtigheid van uwen Zoon, en daarmede verzadigd worden ten etuwigen leven. Amen. |
|||||
|
7
DANKZEGGING NA DEN ETEN.
Menschlievende God! uwen naam zij geloofd, dat gij
mij met deze uwe liefdegaven hebt gevoed; voedt ook mijne ziel met het brood des lérens, en sterk mijn hart door nwe genade, opdat ik mijne krachten moge besteden in uwe dienst, en tot eere van uwe naam leven. Amen. GEBED VOOR MEN NAAR DE KERK GAAT.
O menschlievende God! hoe groot is uwe goedheid, dat
Gij mij nog Inat leven in dezen welaangenamen tijd. de dag van zaligheid . waarin Gij mij noodigt tot uw bede- huis, uw woord aan te hooren Maar, Heere! Gij weet, dat het gedichtsel van des menschen hart van zijne,jeugd aan alleenlijk boos is; verlicht dan mijn verduisterd ver- stand, dat ik mij zelven en mijn bedorven aard leerken- nen, en neig mijn hart tot U en uwe waarheid; geef mij onder het gehoor die genade, dat ik stil, aandachtig en eerbiedig voor uw aangezigt mag zitten, op de verkon- diging van uw wooid acht geve, en naar den eisch van mijnen weg in kennis en ware godsvrucht toenemen; roer mijn hart en maak mijne ziel begeerig naar de ge- meenschap van Jezus Christus, uwen Zoon, opdat ik in Hem mijne zaligheid mag zoeken, tot prijs van uwe ge- i.ade. Amen. GEBED OM TE BIDDEN, ALS MEN IN DE KERK OP
ZIJNE PLAATS KOMT. O gioote God! ik ben door uwe goedertierenheid heden
weder in uw huis gekomen; geef dat uw dienstknecht uw woord ons niet alleen zuiver mag voorstellen, maar een ieder zijn bescheiden deel geven, hetzelve zij totovertuU ging van onbekeerden en tot troost en moedgeving van uw volk; dat wij niet alleen hoorders mogen zijn, maar door uw geest en genade hetzelve mogen beleven en be- wandelen; dit bidden wij, om de verdiensten van uwen Zoon Jezus Christus. Amen. |
||||
|
. /
|
||||||
|
8
|
||||||
|
GEBED NA DE GEDANE PREDIKATIE, ALS MEN TE
HUIS GEKOMEN IS. O algenoegzame en zegenrijke \'iod ! die niet alleen alge-
noegzaam zijt in U zelven maai\' ook voor arme, onmag tige en ellendige zondaars, die Gij in Christus, den Zoon uwer liefde, nu met bewijs van uwe heiligheid en met betooning van uwe regtvaardigheid, mij kunt regtvaardN gen, door uwen gees\'. heiliger, en zonder eenige krenking van uwe deugden zaligen; o Heere! toon mij uwe goedheid en wordt in mij verheerlijkt. Trek mijn hart af van de ijdelheden der jonkheid en leg\' uwe vreeze in mijn bin- nenste, opdat ik aan U. mijn Schepper! in de dagen mijner jongelingschap veel mag gedenken, en u boven alles vreezen, dienen, uwe geboden bevaren. Zegen ten dien einde het gepredikte woord en maak het vruchtbaar m mijne ziel. O Heere 1 leer mij door uwen,Geeft, en doe mij aangroeijen in uwe voorhoven, opdat ik mij mag vertoonen als eene spruit uwer planting, en als een werk uwer handen, waardoor Gij verheerlijkt kunt worden. Amen. GEBED DER KINDEREN, OM \'s MORGENS IN DE
SCHOOL TE GEBRUIKEN. Goede»tierene (>od! geef ons een hart om U te danken,
dat Gij ons geschapen hebt, ons nog leven en gezondheid verleent, met deksel en voeding onderhoudt, ja, zoodanige midden beven velen ons doet voorkomen, waardoor wij kunnen , toenemen en in de kennis van Uw Wooid en allerlei wetenschappen; maar, o Ileeie! wij zijn van der jeugd af aan bedorven, stout en verkeerd; geef ons dan die genade, dat wij onzen meester mogen gehoorzaam ei: onderdanig zijn, in de school eerbiedig, naarstig ons mogen bevlijtigen, om wel lezen en schrijven te leeren, en laat uwe vreeze bovenal het beginsel van al onze wijsheid zijn, opdat wij U vioeg mogen zoeken, en met |
||||||
|
9
|
||||
|
Thimotheus van kindsbeen af mogen geheiligd worden en
it Uw Woord wijs gemaakt worden tot zaligheid; door het geloof in Christus Jezus; neig ook onze harten daar- to<*, dat wij alle boosheid en verkeerdheid, zelfs buiten het opzigt van onze ouders en meesters, mogen laten, dat wij elkander niet mogen schelden, niemand stoolen of slaan, niet vloeken, noch Gods naam lichtvaardig ge- bruiken; maar dat wij in liefde, vrede en in uwe vieeze lubt mogen hebben te wandelen, en U alzoo, o Ueere! mogen behagen en als Uwe kinderen tot Uwe eere leven, en daarna zalig sterven, om des Heeren Jezus wille. Amen. NA-GEBED ALS DE KINDEREN UIT DE SCHOOL GAAN.
Getrouwe God! hoe dierbaar zijn uwe weldaden, die Gij
aan ons boven vele anderen bewijst, wij danken U, dat Gij ons wederom in dezen dag hebt bewaard en dat wij onder Uw opzigt getuchtigd, geleerd en onderwezen zijn; o Heer! zegen ons weik en de onderwijzing die aan ons gedaan wordt; geef ons het verstand, dat wij opmerkend en leerzaam mogen zijn en dagelijks toenemen; neig onze harten, om U te vreezen en onze ouders en meesters onderdanig te zijn. Bewaar ons ook in dezen avond en aanstaanden nacht; Uw goede Geest geleide ons, opdet wij als gehoorzame kinderen Uwe geboden mogen houden; verstoor alle werken des satans; bewaar ons lieve vader- land; breid in ons en anderen uit Uw koningrijk; heilig ons in Uwe waarheid, opdat zelfs uit den mond der kin- deren Uw lof verkondigd wordt, en wij tot Uwe eer leven mogen , om Uws lieven Zoons wille. Amen. DANKZEGGING NA DEN ETEN.
Dankwaardige God! gedankt zijt Gij voor den rijkdoir
van Uwe goedheid, die Gij zoo overvloedig aan ons bewe zen hebt, naar ziel en ligchaam. Tot nu toe immers heb Gij U zelve aan ons niet onbetuigd gelaten, in dezen da |
||||
|
10
|
||||||
|
fii in dit uur. door ons wederom te verzadigen met eene
voed ba re spijze geeft nu, Heer! dat onze zwakke en bouw- vallige ligciiamen daardoor versterkt, verkwikt, ja gezond gemaakt mogen worden. Maai\' voedt ons voornamelijk naar de ziel door uw Geest en door uw Woord, en ver- geef genadiglijk al onze zonden, alles en alleen om de verdiensten van den Zoon Uwer liefde, Jezus Christus Amen. |
||||||
|
Eenige Gebeden in Dichtmaat.
GEBED VOOR DEN ETEN.
O Vader! die al \'t schepsel voedt,
Kroon deez\' Uw gaven met Uw zegen, En spijs en drenk mij met dit goed
Van Uwe milde hand verkregen; Üpdat het mij tot heil gedij!
Uw gunste blijf mij altoos bij. Amen
DANKZEGGING NA DEN ETEN.
Gij hebt mij weder beweldadigd.
O "eer! uw naam zij dank gezeid ;
Gij gaaft mij spijs, ik ben verzadigd: Lof zij Uw\' goedertierenheid!
Geeft mij toch steeds mijn nooddruft, Heer! En doe mij leven tot Uw eer. Amen.
GEBED DES MORGENS.
Heer! ik loof U voor Uw trouw,
Daar ik \'t morgenlicht aanschouw; i>ij, o üod! zoo groot als goed, Ilebt mij dezen nacht behoed. |
||||||