-ocr page 1-
"^ llo3^ BK.ia79.I.^>0
-ocr page 2-
-ocr page 3-
/fa./êfóJCSo.
/ /
VERSLAG
VAN DE
ÖP 5 JULI 1870 TE DEVENTER GEHOUDEN VERGADERING
COMMISSIE VAN ADVIES VOOR DEN AANLEG
VAN
VELUWSCHE L0CAALSP00UWEGEN.
-ocr page 4-
-ocr page 5-
VERSLAG
VAN DE
OP 5 JULI 1879 TE DEVENTER GEHOUDEN VERGADERING
VAN DE
COMMISSIE VAN ADVIES VOOR DEN AANLEG
VAN
VELUWSCHE LOCAAlSPOORf EGEN.
-ocr page 6-
-ocr page 7-
VERGADERING Tan de Oommissie van Advies
voor den aanleg van Veluwsche Locaalspoor-
wegen
en de oprichting eener Locaalspoor-
wegmaatschappij op Zaterdag den 5 Juli 1879
in den foyer van den Schouwburg te Deventer.
Tegenwoordig waren de Leden van het Comité:
H. C. van der Houven van Oordt en M. Wolff
en verder de Heeren: D. Bas Back er, W. J. H.
Bake, B. A. Bakker, A. F. H. van Troosten-
burg de Bruijn, G. C. Orommelin, W. H. Dik-
kers (als genoodigde), M. van Doorninck, Jhr.
P. C. W. van der Feltz, Mr. J. A. van Hasselt,
A. J. van Hoijtema, J. H. Koersen, J. C. Maal-
drink, Mr. H. R. van Marie, C. J. L. Mos, J.
Mulder, W. C. T. van Nahuijs, H. J. van
Opstall, Mr. J. H. van Roijen, J. P. Ruijs,
D. Vreede, W. Walter en Mr. H. J. Wunder.
De Heer H. C. van der Houven van Oordt
opent de Vergadering, zegt dat van de Leden van
het Comité de Heer Mr. Weerts wegens plotseling
-ocr page 8-
t
opgekomen ongesteldheid deze Vergadering niet bij-
wonen kan, en de Heer Vas Visser wegens ziekte
van een zijner kinderen buiten \'s lands is; spreker zal
de vrijheid nemen, tot dat de leden een voorzitter
benoemd hebben, zich voorloopig met de leiding der
Vergadering te belasten. Hij heet de hier aanwezigen
welkom en deelt mede, dat de meeste der tot leden
der Commissie van advies benoemde Heeren die benoe-
ming hebben aangenomen; alleen de Heeren Jhr. van
Borssele en Baron van Wassenaer van Hoe-
kei om hebben de aanneming nog in beraad gehouden
met het oog op andere aan de gemeente Ede gedane
voorstellen 1). De Heer Prins te Amsterdam heeft
wegens vele bezigheden en de Heer Brantssen van
Rhederoord om zijn gevorderden leeftijd en zijne
zwakke gezondheid voor de benoeming bedankt; de
laatste heeft op verzoek van het Comité in zijne plaats
aanbevolen den Heer W. Klaassen te Spankeren.
De Heeren Baron van Heeckeren van Mole-
caten, Mr. W. K. Baron van Dedem, Baron
van Wijnbergen, Jhr. Mr. J. van der Feltz
en Mr. Gregory zijn met kennisgeving, onder opgave
van verschillende redenen, de Heeren W. G. Boel e,
van Rijn, Wertheim, Hulscher, van Braam,
Berns en de Heus zonder kennisgeving afwezig.
1) Later hebben deze beide heeren het lidmaatschap der commissie van
advies aanvaard cu deelgenomen in de voorloopigc lecning.
-ocr page 9-
5
De Heer J. H. van Meurs, hoewel te Deventer zijnde,
was door plotselinge ongesteldheid afwezig.
De Voorzitter herdenkt en betreurt dat de Com-
missie van advies een gevoelig verlies heeft geleden
door het overlijden van den Heer Rouwenhorst,
wethouder der gemeente Apeldoorn, een man, die
door zijn groote schranderheid en technische kennis
de zaak der locaalspoorwegen groote diensten had
kunnen bewijzen.
De Heer Mr. Gregory van Elburg verzocht schrif-
telijk den Heer W. C. M. Snijders als zijn gelas-
tigde toe te laten.
De Voorzitter acht dit moeielijk en ziet in de toe-
lating en aanneming van plaatsvervangers een bezwaar-
lijk antecedent; hij stelt, de medewerking van Elburg
zeer waardeerende, daarom liever voor genoemden Heer
S n ij d e r s te benoemen tot lid der Commissie van
advies; als ook den Heer Dik kers, burgemeester
van Ootmarsum, die op uitnoodiging van het Comité
hier aanwezig is om eenige mededeeling te doen over
eene vergadering te Bentheim gehouden door belang-
hebbenden en belangstellenden in Twenthe. — Tot
de aanneming van die Heeren wordt bij acclamatie
besloten; de Heer Snijders wordt binnengeleid en
beide Heeren teekenen als leden de presentielijst.
De Voorzitter deelt mede, dat in eene vergadering
van het Comité het denkbeeld is geopperd, om aan
de Commissie van advies voor te stellen uit haar midden
-ocr page 10-
6
een voorzitter te benoemen, die alsdan met het Co-
mité meer in aanraking komende, kennis kon nemen
van belangrijke voorkomende zaken, op derzelver be-
slissing invloed kon uitoefenen en bet Comité met zijn
raad kon ter zijde staan. Over dit denkbeeld was het
gevoelen der leden echter verdeeld; persoonlijk is
spreker zeer voor een zoodanige benoeming; niet met
het doel om de werkzaamheden van zich af te schui-
ven en op een ander over te dragen; dat zij verre
— het Comité ziet tegen de werkzaamheden niet op; —
maar wel omdat de verantwoordelijkheid van het Co-
mité in moeielijke gevallen daardoor veel zoude ver-
minderd worden, en niet minder omdat de Commissie
van advies dan als \'t ware bij het Comité vertegen-
woordigd is.
Het gaat bezwaarlijk om telkens bij de minste aan-
gelegenheden eene zoo talrijke vergadering als deze
bijeen te roepen; toch zoude het dikwijls wenschelijk
zijn, dat het Comité bij min of meer gewichtige aan-
gelegenheden, vóór eene beslissing te nemen, het hoofd
der Commissie van advies kon raadplegen, ook over
het al of niet noodige eener vergadering van bedoelde
commissie.
Bij den Ned. Westph. Spoorweg is evenzoo gehan-
deld. De voorzitter van den Raad van advies stond
daar steeds den concessionarissen met raad en daad
ter zijde.
De Heer Bas Backer deelt dat gevoelen niet.
-ocr page 11-
7
Afzonderlijke vergaderingen kan de Commissie van
advies toch niet houden; bovendien zou die betrekking
eene groote verantwoordelijkheid tegenover de Com-
missie van advies na zich slepen en niemand zal licht
bereid zijn, deze taak op zich te nemen.
De Voorzitter meent dat deze motieven denood-
zakelijkheid niet wegnemen en eerder er voor pleiten.
Het is echter het Comité, zooals gezegd is, niet te
doen om de verantwoordelijkheid van zich af te schui-
ven ; maar om in moeielijke gevallen iemand te hebben
op wiens kennis, ondervinding en onpartijdigheid het
Comité een beroep mag doen.
De Heer Vreede vraagt of het Comité met die
benoeming eene tijdelnke of eene doorloopende bedoelt.
De Voorzitter antwoordt: de benoeming heeft
hetzelfde karakter als de geheele Commissie van advies.
De Heer Mr. van Roijen gelooft, dat vooraf be-
hoort te worden beslist of de Raad van adviseurs een
voorzitter zal benoemen, al dan niet; immers in het
Comité zelf heerschte daaromtrent verschil van meening.
De Voorzitter zal de vraag in stemming brengen;
hij voor zich vindt de benoeming wenschelijk en noo-
dig: nog eens, niet om van werkzaamheden ontslagen
te worden; maar met het oog op de toekomst, wan-
neer er moeielijke kwestiën kunnen rijzen; de leden
van het Comité zijn overtuigd somtijds te kort te
zullen schieten.
De Heer Bas Backer vindt dan eene commissie
-ocr page 12-
8
van drie leden voor zaken van dagelijksch bestuur
wenschelijker dan één lid; bovendien vindt hij den
titel van voorzitter minder gepast.
De Voorzitter boort met genoegen dat de Heer
Bas Backer thans nog sterker dan spr. zelf het
denkbeeld is toegedaan en aan de uitvoering uitbrei-
ding wil geven. Ook hij vindt drie leden beter, en
hij neemt dus gaarne dat voorstel over.
De Heer Bas Backer stelt dan voor den Heer
van der Houven van Oordt ook tot voorzitter
van den Raad van advies te benoemen.
De Voorzitter meent eerst het vorige voorstel
van den Heer Backer te moeten behandelen en stelt
aan de Vergadering voor, dat zonder hoofdelijke stem-
ming aan te nemen, hetwelk goedgekeurd wordt.
Hierdoor is dus aangenomen dat eene commissie door
den Raad van advies te benoemen het Comité ter
zijde staat.
De Heer Mr. vanRoijen vraagt, nu dit laatste
punt is aangenomen, eenige voorlichting of eene aan-
beveling, ten einde tallooze herstemmingen en wei-
licht geheel toevallige benoemingen te voorkomen;
een vereischte is dat de leden verspreid wonen.
De Voorzitter ziet in eene dusdanige aan bei eling
nog al bezwaar.
De Heer Mr van R o ij en geeft in overweging
voor de afzonderlijke sectiën der banen een dubbeltal
aan te bevelen.
-ocr page 13-
ii
De Heer Mr. van Marie stelt voor om eene com-
missie van vijf leden te benoemen in plaats van drie;
er zouden dan gekozen worden voor elk der lijnen
één lid, en één wonende in het centrum. Dan zal
men voorkomen, dat de eene lijn de voorkeur ver-
krijgt boven de andere.
De Heer van Nahuijs stelt voor, de Vergadering
eenigen tijd te schorsen, ten einde onderling in over-
leg te treden, omtrent de te benoemen personen,
waardoor men herhaalde stemmingen zal voorkomen.
De Heer Mr. van R o ij en gelooft dat het beter
is voor elk der lijnen afzonderlijk iemand te benoe-
men en herhaalt zijne vraag aan het Comité om aan-
bevelingen te doen.
De Heer van Nahuijs vereenigt zich met dit
verzoek.
De Voorzitter zegt dat het Comité zich liefst
van aanbevelingen onthoudt. Tot herinnering dient
dat de sectiën der lijnen zijn:
1.   ZwolleDieren.
2.  RhenenWageningenEde.
3.   Ede—Almelo.
4.  AlmeloTwentheDuitschland
terwijl als het centrum Apeldoorn is aan te merken.
Hij stelt verder voor vooreerst slechts de leden te
benoemen voor het centrum en de drie eerstgenoemde
lijnen en met de lijn Almelo-Twenthe-Duitsehland te
wachten totdat de hoofdrichting aldaar zal zijn be-
-ocr page 14-
10
paald, welke hoofdrichting voornamelijk «afhangt van
de financieele medewerking der concurreerende ge-
meenten.
Daar de vergadering zich hiermede vereenigt, ver-
zoekt de voorzitter den Heeren Mos en Bake het
stembureau te willen uitmaken, aan welk verzoek deze
Heeren voldoen.
Na de stemming deelt dit bureau bij monde van den
Heer Mos mede, dat er zijn uitgebracht 25 stemmen
en wel op de Heeren:
Mr. H. R. van Marie te Derenter 21 stemmen.
D. Bas Backer te Apeldoorn 19 stemmen.
W. C. T. van Nahuijs te Zwolle 15 stemmen.
Mr. H. J. Wunder te Wageningen 12 stemmen.
A.  D. Vree de te Wageningen 10 stemmen.
Mr. J. A. van Hasselt te Apeldoorn 6 stemmen.
Mr. J. H. van R o ij en te Zwolle 6 stemmen.
H. J. van Opstall te Rijssen 3 stemmen.
Mr. J. A. Baron van Heeckeren van Mole-
caten te Hattem 2 stemmen.
Jhr. Mr. J. van der Feltzte Twello 2 stemmen.
B.  A. Bakker te Hattem 1 stem.
Mr. H. F. Gregory te Elburg 1 stem.
van Troostenburg de Bruijn te Heerde 1
stem.
J. C. Maaldrink te Deventer 1 stem.
De eerstgenoemde drie Heeren zijn dus bij vol-
strekte meerderheid van stemmen benoemd, terwijl
-ocr page 15-
11
voor een vierde lid een tweede vrije stemming moet
plaats hebben.
Bij die tweede stemming zijn uitgebracht 26 stem-
men *) en hebben verkregen de Heeren
Mr. H. J. Wunder te Wageningen 20 stemmen.
A. D. Vree de te Wageningen 6 stemmen
zoodat zijn gekozen de Heeren:
Mr. H. R. van Marie te Deventer.
D. Bas Backer te Apeldoorn.
W. C. T. van Nahuijs te Zwolle.
en Mr. H. J. Wunder te Wageningen.
Nadat die Heeren op uitnoodiging van den voor-
zitter verklaard hebben hunne benoeming aan te ne-
men, dankt de voorzitter de Heeren stemopnemers
voor hunne moeite. Hij verzoekt verder de vier ge-
kozen Heeren plaats te nemen aan de bestuurstafel
naast het comité en thans over te gaan tot de benoe-
ming van eenen voorzitter.
Na eenige gedachtenwisseling tusschen de Heeren
Bas Backer, van Roijen, Vreede en van
Oordt over deze benoeming wordt het voorstel van
den Heer Bas Backer om die uit de vier benoemde
heeren en de leden van het Comité te doen plaats
hebben met algemeene stemmen aangenomen.
1) De Heer Weerts was inmiddels ter vergadering gekomen doch
moest zich sj>oedig weder verwijderen.
-ocr page 16-
12
De Heer van Oordt verzoekt de Heeren vorige
stemopnemers hunne taak weder te willen opvatten.
Daar die Heeren aan dit verzoek voldoen, wordt
tot de stemming overgegaan; de Heer Mos deelt mede
dat er zijn uitgebracht 25 stemmen, waarvan op:
den Heer van der Houven van Oordt. . . 10
» „ Mr. H. R. van Marie.....7
» » D. Bas Backer........7
» » W. C. T. van Nahuijs.....1
De Heer van Oordt zegt tegen de aanneming
van deze betrekking principieel bezwaar te hebben om
de vroeger medegedeelde redenen.
Men gaat tot een nieuwe stemming over, waarbij
worden uitgebracht op de Heeren:
Mr. H. R. van Marie 14 stemmen.
D. Bas Backer 10 stemmen.
W. C. T. van Nahuijs 1 stem.
De Heer Mr. van Marie neemt op aandrang van
verschillende zijden de benoeming aan; wordt dus ge-
proclameerd tot Voorzitter en aanvaardt die functie,
waarna hij den Heeren Stemopnemers dank betuigt
voor de genomen moeite.
Aan de orde is nu het op het convocatiebiljet ver-
melde punt:
Samenstelling van locale comités.
De Heer van Oordt zegt dat het hoog noodza-
-ocr page 17-
13
keiijk is meer leven in de zaak te brengen, en krach-
tige opwekking tot deelneming moet plaats vinden;
hetgeen naar de meening van het comité het beste
bevorderd wordt door op verschillende plaatsen locale
comités op te richten, die meetings kunnen uitschrij-
ven en daarop de zaak toelichten; dit heeft o. a. met
veel succes te Epe plaats gehad; Spr. vraagt Jhr. P.
C. W. van derFeltz, hier tegenwoordig of ZEd.
daaromtrent ook eenige mededeelingen kan doen.
De Heer van der Feltz deelt mede dat er in
lijpe en Vaassen, na het verspreiden van strooibiljet-
ten meetings zijn gehouden, alwaar hij voorzitter was ;
gesteund door den Heer Bak e en anderen heeft hij
daarvan veel voldoening gehad, daar er niet minder
dan 80 aandeelen in het waarborgfonds zijn genomen.
Ook zijn er populaire circulaires verspreid, waarin het
doel der onderneming en de wijze van werken werd
uiteengezet. Volgens den Heer Mulder was ook te
Vaassen de belangstelling groot; als men nu maar
ziet dat er eenige voortgang komt, zal de deelneming
niet verflauwen.
De Heer van Oordt bedankt voor deze mededee-
lingen; dergelijke pogingen kunnen het bereiken van
het doel zeer in de hand werken, moeten worden ge-
waardeerd en tot navolging leiden. Hij deelt mede
dat de opmeting der lijn Rhenen-Apeldoorn geëindigd
is; dat men nu bezig is met de lijn Dieren-Zieolle;
terwijl de lijn Apeldoorn-Decenter-Tiventhe eveneens
-ocr page 18-
u
spoedig ter hand genomen wordt, omdat het tech-
nisch personeel in drie sectiën of brigades is verdeeld.
Bij de oprichting van locale comités kan men het
den belangstellenden en belanghebbenden beter duide-
lijk maken, dat het thans gevraagde kapitaal eigen-
lijk geen werkkapitaal is. Het gevraagde kapitaal moet
dienen tot waarborg bij ieder, bij wien men zich om
hulp en steun aanmeldt, dat de zaak ernstig en eer-
lijk wordt aangevat. Het moet z. i. meer door par-
ticulieren dan door de gemeenten worden bijeenge-
bracht, en is meer te beschouwen als eenvoudige en
soliede geldbelegging. De gemeenten en, zoo spreker
hoopt, ook de provinciën en het Rijk moeten van het
denkbeeld van subsidiën uitgaan, hetzij door schen-
kingen in eens, door jaarlijksche bijdragen of rente-
guarantie. Authoriteiten in de financieele wereld zien
de zaak ook zoo in , en achten het vinden van het
eigenlijke werk-kapitaal niet moeielijk, wanneer slechts
flinke subsidiën voorafgaan en de Maatschappij door
haar eigen aandeelen-kapitaal waarborgen aanbiedt
voor het nakomen van hare verplichtingen. Natuur-
lijk moet echter eerst de Maatschappij worden opge-
richt en het bijeenbrengen van het maatschappelijk
kapitaal voorafgaan. Het is de eerste taak der locale
comités die oprichting mogelijk te maken, wanneer
zij de spoorwegen willen; het comité ziet in het tot
standkomen eener algemeene maatschappij beslist de
eerste voorwaarde voor het tot standkomen van de
-ocr page 19-
15
wegen. Vervolgens zullen die comités bijdragen en
subsidiën moeten trachten te verkrijgen van gemeen-
ten en particulieren, evenals zulks bij den aanleg van
andere kunstwegen steeds is geschied.
De voorzitter (Mr. van Marie) zegt: het denk-
beeld van den Heer van der Houven van Oordt
is dus nu tot de aanwezige heeren het verzoek te rich-
ten om in hunne respectieve en nabijgelegen gemeen-
ten comités op te richten tot bevordering van de deel-
neming in de zaak.
De Heer M o s vraagt, of die naburige comités zich
met elkaar in verbinding kunnen stellen.
De voorzitter (Mr. van Marie) antwoordt dat de
vrijheid daartoe bestaat, doch dat het geheel van plaat-
selijke omstandigheden zal afhangen.
Jhr. van der Feltz vraagt wie die Comités moet
benoemen, waarop de voorzitter (Mr. van Marie)
antwoordt, dat dit ook van localen aard is en veel
van de persoonlijkheden afhangt. De plaatselijke le-
den der Commissie van advies bijvoorbeeld kunnen
het initiatief nemen voor het houden van een mee-
ting; uit een dergelijke vergadering kan dan een plaat-
selijk comité gekozen worden.
De Heer van der Feltz vraagt daarop, „maar
als men niet genoeg op de hoogte der zaak is om
voldoende inlichtingen te geven?"
Hierop antwoordt de Heer van Oordt, dat in
zulke gevallen de leden van het comité of één hun-
-ocr page 20-
16
lier, en inzonderheid de aanstaande secretaris, die
toch ook lid van het comité zijn zal, steeds bereid
zullen worden bevonden over te komen en de zaken
toe te lichten en te verduidelijken.
De Heer Vreede zegt dat er te Wageningen reeds
sedert jaren een spoorwegcomité bestaat; terwijl daar
de lust tot medewerking niet ontbreekt; maar er zijn
daar ook nog andere plannen aanhangig en dit is de
reden dat de Heeren Jhr. van Borssele en Baron
van Wassenaar van Hoekelom nog niet tot de
Commissie van advies zijn toegetreden.
Thans stelt men te Wageningen zijne hoop op deze
Maatschappij en hare definitieve vestiging, doch wan-
neer zal zij gevestigd zijn? men wil aldaar wel too-
nen dat men werkzaam is, doch z. i. maken de Sta-
tuten
het hoofdpunt uit.
De voorzitter (Mr. van Marie) dankt voor de ge-
dane mededeelingen en zegt dat men ook te Deventer
de vestiging van deze Maatschappij wenscht en op den
goeden uitslag der onderneming hoopt. Uit het ge-
sprokene maakt hij op dat de leden, ieder in zijnen
kring, het in het leven roepen van locale comités zoo-
veel mogelijk moeten bevorderen; het comité kan niet
anders doen dan den uitslag dier pogingen afwachten.
Alvorens er tot de behandeling der Statuten wordt
overgegaan vraagt en verkrijgt de Heer Mos, burge-
meester van Hattem, het woord: Hij en andere bur-
gemeesters hebbeu van HH. Gedeputeerde Staten ont-
-ocr page 21-
17
vangen hun besluit van den 17 dezer maand N°. 29,
waarbij die Heeren o. a. mededeelen dat zij van den
Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid heb-
ben ontvangen een adres van Mr. Weerts c. s. thans
concessie aanvragende voor den aanleg van locaal-
spoorwegen als: eene hoofdlijn van Oldenzaal over
AlmeloDeventerIilienen , en eene lijn Dieren
ApeldoornZwolle, terwijl later wordt gezegd dat uit
de vroegere aanvraag om concessie: EpeElburg en
ApeldoornStation Hattem behouden blijft.
Hij vraagt of dit een andere concessie of eene ver-
anderde richting is, wat men wil en wat de bedoe-
ling is, voornamelijk ten opzichte van zijne gemeente
Hattem.
De Heer van Oordt antwoordt dat het comité
de beide richtingen HattemStation Hattem en Hat-
tem
Zwolle aanvraagt, omdat het geheel van de deel-
neming zal afhangen, welke van die beide concessiën,
zoo ze verleend zijn, zal kunnen worden aanvaard.
De Heer Mos weet toch Aai HattemZioolle een eigen
rivierovergang eischt; en die eisch is groot. Aan de
gemeenten Zu-olle en Hattem en ook de andere be-
trokken besturen zij het oordeel overgelaten of die
eisch te groot is. Het comité heeft beide richtingen
aangevraagd om later te kunnen kiezen.
De Heer Mos dankt zeer voor de ontvangen in-
lichtingen, doch hetgeen de Heer van Oordt zegt,
leest hij in het ontvangen stuk niet.
2
-ocr page 22-
.;           ;
\' é                            i
18
De Heer van Oordt merkt op dat hem niet be-
kend is, welke stukken de Heer Mos ontvangen heeft,
doch dat door het comité concessie is aangevraagd
voor de rechtstreeksche verbinding met Zioolle, en
voor de aansluiting aan den Centraal-Spoorweg Sta-
tion Hattem.
De voorzitter (Mr. van Marie) stelt aan de orde
de bespreking van de concept-statuten.
De Heer Bas Backer merkt op dat er in de
artikelen 19, 20, 21, 22, 30 en 40 functiën worden
opgenoemd, die niet bij de Commissie van advies te
huis behooren; maar wel bij de commissarissen; zoo-
dra de statuten zijn vastgesteld, worden er immers
Commissarissen benoemd en dan défungeert de Com-
missie van advies.
De Heer Vreede is het met het zoo even gespro-
kene volkomen eens, niet de Commissie van advies
maar de aandeelhouders stellen de statuten, alsook de
richtingen en tracés vast. Deze laatsten worden im-
mers nu niet vastgesteld; z. i. moeten Commissarissen
dat doen, dan kunnen de gemeenten later zelven ook
zorgen dat zij als \'t ware »ijzer voor zilver" krijgen,
zoodra de Maatschappij gevestigd is.
De Heer van Oordt beaamt de opmerkingen van
den Heer Bas Backer nopens de vermelde artt. der
statuten. Echter zal men bij de pogingen tot het
plaatsen van aandeden moeten kunnen zeggen, op
-ocr page 23-
19
welke voorwaarden men tot deelneming uitnoodigt.
Het Comité meende dat wellicht te eerder tot deel-
neming zoude worden overgegaan, wanneer men wist
op welke wijze de benoemingen zouden geschieden,
door de mannen namelijk, die belangeloos de zaak
hadden helpen voorbereiden. Het Comité bijvoorbeeld
dat belangrijk heeft deelgenomen, kent de namen der
leden van de Commissie van advies, maar niet die
van de latere commissarissen. Eene dergelijke wijze
van handelen wordt bij de oprichting van vele naam-
looze vennootschappen gevolgd. Spr, zegt dit om de
opneming dier bepalingen te motiveeren, zonder de
waarde te ontkennen van hetgeen de Heer Back er
heeft opgemerkt. Aan den Heer Vreede antwoordt
hij dat de opmetingen globaal zijn, dat het een zoo-
genaamd galopontwerp is, dat de richtingen natuur-
lijk kunnen en zeker hier of daar zullen gewijzigd
worden, daar de ontworpen tracés geen wetten van
Meden en Perzen zijn. Eerst na de onteigeningswet
is er geene wijziging meer mogelijk.
De Heer Mr. vanRoijen was niet in de vorige
Vergadering en vraagt daarom wellicht iets dat toen
reeds besproken is; hij wenschte te weten van welk
geld de Spoorweg eigenlijk gelegd zal worden.
Art. 6 spreekt van een kapitaal van ƒ 1.000.000,
verdeeld in 4000 aandeelen van / 250; hoe komt
men aan het andere geld, vooral als dit millioen
als waarborgfonds onaangeroerd moet blijven \'i
-ocr page 24-
20
Wat geschiedt er later met eventueele winsten?
De Heer van Oordt meent reeds eenigszins het
antwoord op die vragen te hebben gegeven, zoo in
deze als in de vorige bijeenkomst; doch wil gaarne
herhalen dat het maatschappelijk kapitaal strekt tot
waarborg van de nakoming der verplichtingen, die
de maatschappij, zoo wat aanleg als exploitatie betreft
tegenover het Rijk, de Provinciën, de Gemeenten en
de particulieren aangaat. Het springt in het oog hoe
veel een dergelijke Maatschappij vóór heeft bij een
particulieren concessie-aanvrager of bezitter. Evenmin
als eene maatschappij voor gemeentecrediet, eene hy-
potheekbank enz. haar aandeelenkapitaal gebruikt voor
de operaties, die zij doet, evenmin zal de Locaal-
Spoorweg-Maatschappij zulks doen. Bepaalt artikel 15
dat de subsidie minstens 25°/0 zal moeten bedragen,
iedere aanvraag tot het daarstellen eener lijn zal bij-
zonder moeten worden beoordeeld. Is de subsidie,
die men noodig acht bijeen, dan wordt het verdere
werkkapitaal verkregen door obligatiën tegen vaste
renten uit te geven, welke renten de ondervinding
leert dat niet zoo groot behoeven te zijn, wanneer
het onderpand slechts solide is. Men geeft vooral
hier te lande verre de voorkeur aan vaste en matige
renten boven onzekere dividenden; het geld wordt op
deze wijze dus het goedkoopst verkregen. Nu ont-
veinst Spreker — en geen der leden van het Comité —
zich zeker niet dat wel eens groote subsidiën zullen
-ocr page 25-
21
noodig zijn; doch zij achten dit het eerlijkste systeem;
men weet dan ineens, waar men mede af is, men
weet wat men hetalen moet om eenen spoorweg te
bekomen en geen gemeente- of ander bestuur behoeft
zich in aandeelen-speculatiën te steken.
Men zal zich slechts strikt moeten houden aan het
beginsel om geen werk te beginnen, wanneer de mid-
delen niet geheel gevonden zijn. Over de wijze van
exploitatie is nog niets beslist, misschien verdient
eigen beheer de voorkeur; omdat het een nieuwe
zaak geldt, waarbij zuinigheid en eenvoud eerste vei*-
eischten zijn. Misschien zijn groote bestaande maat-
schappijen bereid de lijnen geheel of gedeeltelijk te
huren.
In Duitschland wordt deze soort van spoorwegen
Secundarbahnen genoemd, wat eigenaardiger haar wezen
uitdrukt dan Locaalspoorwegen: eenvoud in construc-
tie, vrijheid in beweging, minder zware verplichtingen,
zijn allen hare kenmerkende voordeelen.
De Heer Mr. van R o ij en dankt voor de inlich-
tingen; hij herhaalt in korte woorden: dus eerst voor-
bereidingskapitaal (dat is afgeloopen); nu grondkapi-
taal; daarbij bestaat weinig risico; omdat het wordt
ingeschreven op het grootboek N. S. of op eene andere
wijze uitgezet en dus de gewone rente geeft; daarna
de lijnen leggen van werkkapitaal, bestaande uit min-
stens 25"/0 subsidie en verder rendeerende obligatiën,
met weg en werken tot onderpand. Z. i. kan men
-ocr page 26-
22
dus de locale commissiën gerust aanraden deel te
nemen.
De Heer de Bruij n vraagt of men aan de locale
geldschieters ook zeggen kan hoe lang ongeveer zjj
hun geld wel zullen moeteii verbinden. Naar zijne
meening is het voorgeschoten kapitaal voor altijd on-
aantastbaar of onopvorderbaar.
De Heer van Oordt geeft toe dat dit zoo is, doch
even als bij Staatsschulden, zijn de stukken zelve
verhandelbaar.
De Heer Bas Backer vraagt verschooning dat hij
nogmaals inlichtingen vraagt en het woord zal voeren.
Hij stelt de bedoelingen van het Comité op hoogen
prijs en is er van overtuigd dat een ieder zulks doet;
maar het komt hem voor, dat misschien het waar-
borgkapitaal van f 1.000.000 beter aangewend zoude
kunnen worden als het als zoodanig verviel en ge-
bruikt werd voor den aanleg en den bouw van den
weg. Nu moet eerst een aanzienlijk kapitaal bijeen-
£;ebracht worden en men verkrijgt er nog niets zake-
lijks voor. Wil men dan werkelijk een spoorweg
hebben, dan moet er op nieuw geld gevonden wor-
den; dit zal bij velen groot bezwaar ontmoeten. Is
het waarborgkapitaal als zoodanig wel noodig? Leve-
ren de afgewerkte gedeelten van den weg niet vol-
doenden waarborg op voor de geldschieters en aan-
deelhouders? Waarom wordt er dan eerst een waar-
borgkapitaal geschapen ?
-ocr page 27-
23
De Heer Tan Oordt antwoordt dat deze vraag de
geheele wijze van werken betreft, die door het Comité
in beginsel is aangenomen. Men kan over dit beginsel
van meening verschillen. Ééne zaak is zeker, dat
men wel doet of geheel met aandeelen of geheel met
obligatiekapitaal te werken; de beide stelsels tegelijk
toe te passen kan noodlottig worden. Het laatste
stelsel wordt hier voorgesteld, het te formeeren aan-
deelenkapitaal dient slechts tot waarborg bij voorko-
mende calamiteiten. Met goed gevolg is het door het
Comité voorgestane stelsel bij andere maatschappijen
toegepast; deskundigen verzekerden het Comité dat
het kapitaal op deze wijze gemakkelijker zou worden
gevonden. Gelijk Spreker vroeger reeds opmerkte, de
geldgevers weten liever waar zij aan toe zijn, hebben
liever vaste, zij het ook kleinere, renten. Men heeft
ook gevraagd: »waarom de Maatschappij niet vast
opgericht?" het door de Wet voorgeschreven bedrag
van het kapitaal was aanwezig, het verdere zou later
wel komen. Het Comité is hiertoe echter niet bereid
en acht dit gevaarlijk en veikeerd; het wil van den
aanvang af alle lichtvaardigheid vermijden. Vóór het
maatschappelijk kapitaal in hoofdzaak gevonden is,
willen de leden niet beginnen; liever willen zij vruch-
teloos hebben gearbeid.
De Heer Vreede verwijst in antwoord aan den
Heer Bas Back er naar de laatste zinsnede van art.
7 der concept-statuten.
-ocr page 28-
24
De Heer Wol ff wil nog liever wijzen op de vóór-
laatste zinsnede van genoemd artikel. Daar staat met
zoovele woorden uitgedrukt dat het kapitaal dient tot
waarborg van de exploitatie; de bedoeling is dus niet
dat het zelve tot aanleg of exploitatie zal dienen.
De Heer van Oordt merkt op dat in elk geval
de beslissing eventueel bij de aandeelhouders zelven
berust.
De Heer Bas Backer vraagt of bij eene storting
van 25n/0 bij art. 9 bepaald de waarborg toch niet
zeer gering is.
De Heer van Oordt antwoordt dat zulks eene
kwestie van persoonlijke of zakelijke zekerheid is; de
verplichting tot storting blijft toch bestaan; daar de
8 andeelhouders voor de geheele som verbonden zijn.
Alleen de opvraag van het kapitaal blijft facultatief.
Eveneens handelt men bijv. bij assurantie-maatschap-
pijen en banken, waaronder er zijn, waar tot slechts
5 a 7 °/0 wordt gestort.
De Heer Mr. vanRoijen acht persoonlijke aan-
sprakelijkheid even goed. Hij betwijfelt wel eenigszins,
of het waarborgfonds positief noodig is en waarschuwt
tegen eene strikt volgehouden vergelijking met andere
niet geheel gelijksoortige maatschappijen, waarbij alleen
groote calamiteiten meerdere storting noodzakelijk maken
en wier werkzaamheden en operaties in aard verschil-
leu. Groote calamiteiten bij spoorwegen zullen weinig
voorkomen, de exploitatie te laten varen en dus het
-ocr page 29-
25
geheele kapitaal prijs geven acht hij niet waar-
schijnlijk.
De Heer van Oordt gelooft wel degelijk aan
groote calamiteiten bij spoorwegen, zoo bij den aan-
leg als bij de exploitatie. Gaarne wil hij de ver-
plichte volstorting in het Comité ter sprake brengen; hij
erkent dat daarin misschien veel goeds kan gelegen zijn.
De Heer Vree de vereenigt zich met het door den
Heer Bas Backer opgemerkte over de wenschelijk-
heid van volgestort kapitaal, doch volstrekt niet met
de overbodigheid van het waarborgkapitaal, door den
Heer van R o ij en besproken; dat kapitaal geeft aan
de zaak meerdere vastheid, het waarborgt ook tegen
te veel locale opvattingen en geeft de Maatschappij
een algemeen karakter.
De Heer Wunder deelt ook het gevoelen van den
Heer Bas Backer omtrent volfourneering, vooral
met het oog op eigendomsovergang. Hij wenscht
echter eerst beslist te zien of er een waarborgkapitaal
zal zijn, al dan niet, en zoo ja of er al dan niet
volfourneering zal plaats hebben. Persoonlijk zou hij
zijn voor eene storting van 75 °/u; maar eene storting
van 25 n/0 en de persoonlijke aansprakelijkheid voldoet
hem niet.
De Heer Mr. van R o ij en merkt op dat de Heer
Wunder over het hoofd ziet, dat de eerste ondertee-
kenaar voor de geheele storting moet instaan; is deze
solvabel dan is het z. i. voldoende.
-ocr page 30-
26
•De Heer Wunder zegt dat hij bij niet geheele
storting ook voor de locale commissiën bezwaar ziet
in de inschrijving. Een twijfelachtig solvabel persoon
zal bij niet geheele storting lichter inschrijven; de
locale commissie kan in de soliditeit bezwaar zien en
zal hem toch moeielijk kunnen weigeren.
De Heer Bas Backer vermeent dat als men
het geld ook van den kleinen man moet hebben,
alsdan volle storting noodig is. Iemand toch kan
bij de inteekening solide zijn en later zulks minder
worden.
De Voorzitter (Mr. H. R. van Marie) herin-
nert er aan dat thans de concept-statuten alleen be-
sproken en niet vastgesteld worden. Het Comité zal
het punt van volstorting overwegen en dan een
nadere voordracht doen. Thans eene beslissing te
nemen is ondoenlijk. Het bestaan van een waarborg-
fonds raakt den geheelen grondslag, het beginsel der
onderneming,
De Heer Mos zegt dat de Heer Mulder hem
heeft medegedeeld dat het hem leed deed, dat de
aandeelen ad ƒ 250 niet splitsbaar waren. Zoo dit
mogelijk was, zou men van den minderen man ook
inschrijvingen krijgen. Het is ook Sprekers gevoe-
len en hij geeft het Comité in overweging hierover
te denken.
De Heer Mulder licht het gesprokene nog toe met
een paar voorbeelden van gevallen, waarbij een ver-
-ocr page 31-
27
zoek in dien geest hem zelven door ambachtslieden is
gedaan.
Ook Jhr. van der Peltz ondersteunt dat voor-
stel; hij zegt de Veluwe is schraal en telt niet veel
rijke bewoners; het geld is er democratisch. Hij staaft
dit door een voorbeeld uit vroegere dagen.
De heer Wunder vraagt nu het woord omtrent
de verdeeling der lijnen in sectiën; hij acht dit wen-
schelijk en vooral in kleine sectiën; RitenenWage-
nengen
Ede is eene te groote afdeeling. Ritenen en
Ede stellen weinig belang in de zaak; terwijl Wage-
ningen
dit wel doet. De lijn RitenenEde zal wei-
licht ƒ 300,000 kosten, terwijl WageningenEde is
opgenomen voor ƒ 175,000; dit laatste bedrag is te
Wageningen en omstreken misschien wel te krijgen,
zoodat Wageningen zelve dan wel eene lijn zoude
kunnen leggen.
De Heer van Oordt antwoordt hierop: Allereerst
dient de maatschappij opgericht te worden; later is
er wellicht in het bezwaar van den Heer Wunder
te voorzien. Men moet echter niet vergeten dat de
exploitatie sectiesgewijze van die afzonderlijke lijntjes
zeker een zeer groot bezwaar is. Het hangt echter
veel af van locale omstandigheden.
De heer Wunder antwoordt en bespreekt nog den
bijzonderen toestand van Wageningen. Daar is reeds
eene aanvraag van den Heer Graaf van Rechte-
ren voor het aanleggen van een stoomtram ingeko-
-ocr page 32-
\'28
men. Bij een indeeling in grootere sectiën weet men
reeds te voren dat EdeApeldoorn in de eerste jaren
niet rentegevend zal zijn; WogeningenEde daaren-
tegen is het reeds aanstonds. Alsdan zoude Wage-
ningen
eigenlijk de kosten moeten dragen voor de an-
dere gedeelten der sectie.
De Heer van Oordt acht het onmogelijk op die
zaken vooruit te loopen, dat raakt de détails van
beheer en beleid eener maatschappij, die nu nog niet
bestaat. Die regeling is eene zaak van latere zorg.
In het algemeen zou men wel kunnen vaststellen dat
de Maatschappij de lijnen gedeeltelijk kan aanleggen
mits steeds aansluitende aan bestaande spoorwegen.
De Heer Wunder stemt dit toe, als dan later de
daaromtrent te maken bepalingen maar niet zijn, om
de uitdrukking van zooeven van den Heer van Oordt
te gebruiken een wet van Meden en Perzen.
De Heer Bas Backer wijst op artikel 17 der
concept-statuten; kan dit artikel Wageningen niet hei-
pen? in elk geval geeft het de regeling aan.
De Heer van Oordt merkt op dat het hier niet
eene zaak van het comité geldt, maar dat de belangen
der aandeelhouders hierbij zeer in het spel komen.
Artikel 17 geeft er echter de faculteit toe.
De Heer Bas Backer wijst, daar men nu toch
weder aan \'t bespreken van de concept-statuten is,
op art. 3 1a; volgens die zinsnede zou de maatschappij
zich nog ruimer werkkring kunnen scheppen door
-ocr page 33-
20
aanleg en exploitatie ook van gewone spoorwegen
volgens de wet van 1875. Spreker dacht dat de
oqrichting der Maatschappij enkel geschiedde tot aan-
leg en exploitatie van locaalspoor- en stoomtramwegen
volgens de wet van 9 Augustus 1878.
Wat is voorts de bedoeling van § 3: „het vervoer
langs gewone wegen?"
De Heer van Oordt antwoordt: de geest van art.
3 is locaalwegen met normale spoorwijdte; in \'t vervolg
zoude echter het geval zich kunnen voordoen , dat een
gedeelte der aangelegde wegen voordeeliger zoude kun-
nen worden geëxploiteerd en vooral verhuurd, wan-
neer het door het aanleggen van enkele werken tot
gewonen spoorweg volgens de wet van 1875 werd
verheven; zonder de bedoelde alinea van art. 3 zou
dit feitelijk onmogelijk zijn.
De bepaling van § 3 van dat artikel ziet enkel op
de bestelling der vrachtgoederen en is in alle spoor-
wegstatuten opgenomen.
Jhr. P. C. W. van der Feltz dient namens zijn
broeder Mr. J. van der Feltz eene wijziging van
eenige artikelen in; o. a. in art. 19 de verplichting
van den Directeur om bezitter te zijn van honderd
aandeden; daarvoor te stellen vijftig. Wijziging van
art. 32 in een nieuw artikel, enz.
De voorzitter (Mr. H. R. van Marie) herinnert
er aan dat de tijd te ver heen spoedt; hij verzoekt
den Heeren, die nog aan- of opmerkingen te maken
-ocr page 34-
30
hebbeu omtrent de concept-statuten, die later schrif-
telijk in te dienen, en sluit de bespreking van dat
onderwerp 1).
De voorzitter (Mr. H. R. van Marie) zegt dat
thans aan de orde is de benoeming van een Secretaris
voor de vergadering.
Op verzoek van het Comité stelt hij echter voor
dat die benoeming worde opgedragen aan de vier
leden van den Raad van Toezicht in overleg met het
comité. Bij de beraadslagingen toch over dergelijke
benoemingen maakt de al dan niet geschiktheid der
sollicitanten een punt van bespreking uit en dergelijke
persoonlijkheden zijn in eene zoo talrijke vergadering
niet wenschelijk.
De vergadering vereenigt zich hiermede zonder hoof-
delijke stemming en draagt de benoeming aan de vier
genoemde heeren in overleg met het comité op 2).
Aan de orde is het punt: aanvulling der commissiën.
1)  Het Comité beveelt zich daarvoor zeer aan; doch mocht nog niets
ontvangen
2)   In cenc terstond na deze vergadering gehouden samenkomst van
genoemde heeren is tot lid van het Comité tevens Secretaris met alge-
mcene stemmen benoemd: „de lieer Neiszen, Ie Luitenant-Ingenieur
te Cnlcnbory", die deze betrekking op 1 Augustus heeft aanvaard. Te-
vens is van dien datum af te Apeldoorn een officieel bureau gevestigd
waar genoemde heer zitting houdt.
-ocr page 35-
31
De Heer van Oordt geeft ingevolge het vroeger
medegedeelde schrijven van Mr. Brantsen van R h e-
d er oor cl in overweging tot lid der Commissie van
advies te benoemen den Heer W. Klaassente Span-
keren.
Dit voorstel wordt aangenomen. Hij deelt
verder mede dat de Heer Dikkers op zijn verzoek
eene aanbeveling van eenige leden voor Twenthe heeft
gedaan.
De Heer Dikkers licht de aanbeveling van die
Heeren toe en deelt tevens mede het resultaat eener
vergadering te dezer zake te Bentlieim gehouden. Hij
zegt dat de belangstelling aldaar groot en de deelne-
ming aanzienlijk is.
De voorzitter (Mr. H. R. van Marie) stelt voor
de commissie van advies uit te breiden, door daarin
op te nemen de Heeren:
L. E. Hofkes, Fabrikant en lid van den Raad
te Stad-Almelo.
Jhr. Mr. L. E. F. J. von Bönninghausen, Bur-
gemeester van lubber gen.
van Delden, Lid der firma van Delden & Söhne,
burgemeester van Nordhorn.
Herm. Stroink, fabrikant te Nordhorn.
W. von Beesten, burgemeester van hingen.
H. Glunder, Kön. Preussischer Eisenbahnbau
Inspector te Lingen.
Middendorf, burgemeester van Freeren.
G. W. Hoogklimmer, burgemeester van Denekamp.
-ocr page 36-
f52
Over de wenschelijkheid van de benoeming van Duit-
sche Staatsspoorweg-ambtenaren in de commissie van
advies ontstaat eenige gedachtenwisseling, die echter
op bovenstaande benoeming geen invloed heeft.
De Heer van Oordt deelt nog mede dat aan de
Twentsche en Duitsche Heeren de voorwaarden zijn
medegedeeld, waarop het comité bereid is de lijn Al-
melo
LirifjenFreeren te doen opnemen; namelijk om
de helft in de kosten van opneming te dragen en, voor
zoover de lijn op Duitsch territoir loopt, het verleenen
der concessie aan het comité of de maatschappij voor
hunne rekening te nemen.
Deze voorwaarden zijn blijkens schrijven van den
Heer Dikkers van 17 Juni door de belanghebben-
den aangenomen, waarom spr. voorstelt de lijn Al-
melo
Oldenzaal nog niet te doen opnemen doch tot
de opneming en de concessie aanvrage AlmeloLin-
gen
Freeren onmiddellijk over te gaan.
De voorzitter (Mr. H. R. van Marie) stelt voor
dat de Raad van Toezicht alsdan later zich zelf een
lid assumeere uit de benoemde leden der Commissie
van advies voor Ttoenthe, welk voorstel wordt aan-
genomen.
Aan de orde is volgens het convocatiebiljet: de me-
dedeeling van de inschrijvingen.
De Heer van Oordt deelt mede dat er thans voor
-ocr page 37-
het kapitaal van voorbereiding is ingeschreven voor
ƒ28300, en voor het waarborgkapitaal voor ƒ285700,
waaronder de vroeger bekende ƒ260000.
De Heer Vreede vraagt of er eenige mededeeling
kan gedaan worden omtrent het tijdstip der vestiging
van de maatschappij.
De Heer van Oordt antwoordt hierop: de maat-
schappij wordt opgericht zoodra het kapitaal bijeen is.
Het mag niet ontkend worden dat de inschrijvingen
nog gering zijn. Hoewel het Comité goed voorging
is er nog weinig gevolgd; misschien door dat men
zich een verkeerd denkbeeld maakt van den aard de-
zer geldbelegging. Vermeerdert de sympathie niet,
dan zal het Comité zijne taak moeten neerleggen;
ieder man van zaken zal begrijpen dat het Comité
zich niet tot in lengte van dagen aan zulke groote
verplichtingen kan verbonden rekenen. Zoogenaamd
met den bedelzak rond te gaan om inschrijvingen te
verkrijgen, waar het uitsluitend eene zaak van alge-
meen belang geldt, ligt niet op zijnen weg. Met
woord en daad willen de leden van het Comité de
zaak bevorderen, doch binnen bepaalde grenzen. Dank-
baar erkent het dat door de vergadering van heden
en door de bereidwilligheid, waarmede vier achtens-
waardige mannen hun wel hebben willen ter zijde
staan, veel is gewonnen aan zedelijke krachten.
Spreker wil deze gelegenheid te baat nemen om niet
alleen voor zich zei ven, maar ook namens züne mede-
-ocr page 38-
:s4
leden, (de Heer Wol ff geeft blijken van adhaesie), ook
namens de afwezigen, de plechtige verklaring af te leg-
gen, dat het geen hunner te doen is, om van deze zaak
hetzij door verkoop of door overdracht der concessie , het-
zij anderszins, eenig geldelijk voordeel te genieten. Het
eenige wat zij beoogen, is bevordering van het alge-
meen belang, is het doel te bereiken dat zij zich van
het begin af voorstelden »eeue locaalspoorweg-maat-
»schappij op te richten en locaalspoorwegen bijzonder
»op de Veluwe aan te leggen, zonder bijoogmerkeu
>of nevenbedoelingen." Hij legt deze verklaring af,
omdat het noodig is dat de vergadering en de locale
Comités hiervan overtuigd zijn, en opdat zij weten
dat het hier geene handelszaak geldt. Nu hij deze
ronde verklaring gegeven heeft, zal hij daarop niet
meer terugkomen, doch hij rekende ze noodig, zoo-
wel voor zich zelven als voor zijne medeleden.
De Heer Wunder brengt hulde aan het Comité
voor de loyale wijze van opvatting van zijne taak;
maar hij vraagt: is de nu gevolgde weg wel de goede
om de zaak tot stand te brengen? Zoude het niet
beter zijn om ook zonder het waarborgfonds van
ƒ 1000000 toch te beginnen. Dit reeds zou de deel-
nemiug zeer bevorderen.
De Heer Bas Backer zegt: na de opmetingen
kan men eerst een oordeel vellen, maar deze moeten
dan ook spoedig geschieden; hij gelooft dat alsdan de
aandeelen ook wel geplaatst zullen worden.
-ocr page 39-
35
De Heer van Oordt zegt: de gemeenten Epe,
Ootmarsum
toonden zich bereid voorwaardelijk voor
een aanzienlijk bedrag deel te nemen. Voorwaarde-
lijke inschrijvingen voor het maatschappelijk kapitaal
zijn niet wel aan te nemen. Voorwaardelijke subsidiën
wel. Wat de tijd voor de opnemingen betreft, de
Hoofd-Ingenieur Eussen heeft een termijn van ± 10
maanden noodig geacht, natuurlijk wanneer het bij
de bepaalde uitgestrektheid van ±170 kilometers bleef.
Wellicht kan die termijn door veel personeel wat wor-
den bekort. Het Comité heeft den termijn, gedu-
rende welken het zich verbonden heeft voor de in-
schrijvingen voorloopig op zes maanden gesteld, om
alsdan te oordeelen of de gebleken deelname groot ge-
noeg is om verder door te gaan.
Omtrent het nu reeds aanvangen refereert Spreker
zich aan hetgeen bereids door hem in deze vergade-
ring is gezegd.
De Heer Mr. van R o ij en merkt op dat men zal
vragen: »wat zullen de kosten zijn?" Daarom zullen
de Comités de kosten en de richting eerst moeten weten
en zullen ze dus ook nu nog niet kunnen werken.
De Heer van Oordt repliceert dat deze wetenschap
bij het bijeenbrengen van het maatschappelijk kapitaal
minder noodig is, wat echter den spoed niet zal ver-
minderen , waarmede de projecten worden klaar ge-
maakt. Met cijfers in het algemeen te schermen acht
het Comité minder raadzaam.
-ocr page 40-
36
De kosten der lijnen verschillen niet zooveel als
men meent; het eene gaat vaak tegen het andere op;
zoo is bijvoorbeeld de lijn ApeldoornEde schijnbaar
goedkoop, hetgeen toch niet het geval is door de groote
uitgravingen en grondverplaatsingen, terwijl Ritenen
WageningenEde door de onteigening schijnbaar duur
is, doch weder goedkoop in aanleg; de lijn Hattem
ApeldoornDieren is het goedkoopste.
Een maximum van ƒ 30000 per kilometer aan te
nemen is zeker niet te gewaagd. Alles hangt af van
de wijze van aanlegbreedte der onteigening, zwaarte
van den bovenbouw; inrichting der gebouwen enz. enz.
— Tot normaal spoor is om meer dan eene reden
besloten. Uitvoerige technische mededeelingen wacht
de vergadering van Spreker zeker niet. In het alge-
meen kan hij dit zeggen dat het Comité den Hoofd-
Ingenieur heeft aanbevolen voor verkeerde zuinigheid
te waken, maar overigens den meest mogelijken een-
voud te betrachten; de zaak is dus deze dat men wil
streven naar een gemeenschapsmiddel, dat behalve de
snelheid, die hier beperkt is, al de voordeden heeft
van gewone spoorwegen ook voor goederenvervoer.
De Heer Vreede dankt den Heer van Oordt
voor de gegeven inlichtingen, en wenscht het Comité
en ook de zaak een beter succes dan tot heden toe.
Hij deed de vraag, omdat men te Wageningen er be-
lang bij heeft om spoedig te weten of de zaak levens-
vatbaarheid heeft; nu weet hij dat men ƒ 30,000 per
-ocr page 41-
37
kilometer noodig heeft. Overigens verschilt hij van
meening met den Heer van R o ij en en blijft ge-
gelooven aan het noodzakelijke van een waarborg-
kapitaal.
De Heer Bake heeft nog eenige inschrijvingen in
het waarborgkapitaal bij zich; hij zal die nu maar
voorloopig onder zich houden, in afwachting van de
beslissing over de grootte der aandeelen en het al of
niet volstorten.
De Heer van Oordt deelt aan den Heer Koersen
uit Bathmen nog mede dat de lijn waarschijnlijk 500
meter dichter bij dat dorp zal komen; en verder dat
de lijn ApeldoornDieren eenige wijziging heeft onder-
gaan , waardoor die lijn wat korter en wat kostbaarder
wordt; maar meer tot direct nut van de betrokken
plaatsen Beekbergen, Loenen, Eerbeek, Laag Soeren komt
gelegen.
De Heer Koersen gelooft dat de verplaatsing bij
Bathmen alsdan naar den Zuidkant van het dorp, langs
den molen wenschelijk is.
De Heer S n ij d e r s uit Elburg vraagt of hij straks
den Heer Mos goed heeft verstaan, dat de lijn Elburg
Epe geroyeerd zoude zijn.
De Heer van Oordt antwoordt, dat dit volstrekt
niet
het geval is, doch dat de opnemingen der lijnen
scctiesgewijze worden onderhanden genomen. Het zal
-ocr page 42-
38
grootendeels van Elburg en Epe afhangen of de lijn
al dan niet tot stand komen zal.
De Heer Snijders deelt mede dat indien die lijn
gelegd wordt, gelijktijdig met die van Hattem naar
Apeldoorn, er alsdan van Elburg aanzienlijke subsidie
zal komen.
De Heer van Oordt antwoordt dat het van belang
is dat de lijn ElburgEpe in verband met de uit-
voering van de regeeringsplannen gelegd wordt, die
eene spoorwegverbinding beoogen van het kamp te
Oldebroek.
De Heer S n ij d e r s zegt: clan ware het voor Elburg
van belang dat de lijn langs het Kerkhof naar de
Haven werd gelegd.
De Heer van Oordt antwoordt dat de richting
later een punt van overweging zal uitmaken en in
overleg met een eventueel Comité te Elburg zal wor-
den vastgesteld.
De voorzitter (Mr. H. R. van Marie) daarop
het woord nemende, betuigt het Comité dank voor
den ijver, dien het aan den dag legt en wenscht het
een goeden uitslag op zijn streven.
Hij gelooft ook dat het zaak is eerst de statuten
vast te stellen en daarna het kapitaal te trachten te
verkrijgen.
Hij dankt verder den Secretaris, den Heer van
-ocr page 43-
39
Troostenburg de Bruij n, burgemeester van Heerde
voor het geheel bereidwillig en onverplicht bijhouden
der notulen, de leden voor hunne trouwe opkomst en
sluit deze vergadering.
Aldns opgemaakt door de tegenwoordige leden van
het Comité en den Heer A. F. H. van Tr o os ten-
burg de Bruijn, burgemeester van Heerde.
H. C. VAN DER HOUVEN VAN OORDT.
M. WOLFF.
A. F. H. VAN TROOSTENBURG DE BRUIJN.