-ocr page 1-
rr\\rr\\iHtO
BR.1879."2[.29.
-ocr page 2-
I
V
i
-ocr page 3-
\'
.a» JAN. 157© — 13 JAN. 187».
N
HERINNERING
AAN DE
UNIE VAN UTRECHT
DOOK
F. t,. r o e-s t E t,,
Hoofdonderwijzer ie Winterswijk
-\'
-—»»Ucao-
ZUTPHEN,
WlNTERSWIJK ,
W. J. THIEME & CIE.                     . J M C. VAN DER ZANDE.
18 79.
:,
PRIJS 20 Cent. 25 Ex. f 4,—, 50 Ex. ƒ 7,50, 100 Ex. f 12,—.
-ocr page 4-
o
: •
-ocr page 5-
ï.i Jan. 1570 13 Jan. 1879.
HEKINKEKING
AAN DE
UNIE VAN UTRECHT,
DOOR
F. L. POSTEL,
\' Hoofdonderwijzer te Winterswijk.
BIBLIOTHEEK DER
RIJKSUNIVERSITEIT
UTRECHT.
ZlJTPHEN ,                                     WlNTERSWJIK ,
W. J. THIEME & Co. J. M. C. van der ZANDE.
-ocr page 6-
-ocr page 7-
Al wie prijs stelt op zijn vrijheid en wien, zooals
Tollens zegt, Neêrlandsch bloed door d\'adren vloeit,
zal zeker den 23en Januari 1879, den dag, waarop,
nu drie eeuwen geleden, de Unie van Utrecht, dat
bolwei k onzer zelfstandigheid , tot stand kwam, niet
onopgemerkt laten voorbijgaan, maar juichend feest
vieren ter herinnering aan het grootsche werk, door onze
kloeke voorouders het aanzijn gegeven.
Zeker, mijn jeugdige vrienden ! zal u bij deze gele-
genheid door uw onderwijzers worden verhaald wat
aanleiding gaf tot het sluiten dier Unie, zal u er op
gewezen worden hoe uwe voorvaderen prijs stelden
op hun vrijheid, en wat ze er voor over hadden die
te behouden en tegen eiken aanval te beschermen.
pn opdat ge ook later nog, wat u bij die gelegen-
heid zal verteld worden, gemakkelijker zult kunnen
herinneren, wil ik hier in \'t kort mededeelen, welke
gebeurtenissen het sluiten der Unie vooraf gingen,
wat haar hoofdinhoud was en hoe door haar de grond
werd gelegd tot onze Republiek.
\'t Is nu ruim 300 jaar geleden , dat over de Ne-
derlanders een heer regeerde, genaamd Kakel V, die
-ocr page 8-
4
tevens keizer van Duitschland en koning van Spanje
was en die, hoewel bij sommigen minder hoog aan-
geschreven, toch door het meerendeel zijner onder -
danen zeer gezien was en geliefd.
Geboren en opgevoed in ons land; volkomen bekend
met alles wat den aard, het karakter en de belangen
der Nederlanders betrof; steeds er op uit, den bloei
en de welvaart zijner onderdanen te bevorderen en de
voorrechten , die ze van oudsher boven zoo vele andere
volken hadden en waarop ze zoo trotsch waren, te ont-
zien, ging hij minzaam om met allen , hetzij rijk of
arm, en wist op deze wijze zich te verzekeren van
hunne genegenheid.
Tijdens zijne regeering had er in de katholieke kerk
een scheuring plaats, bekend onder den naam van
kerkhervorming. Allen , die deze hervorming waren
toegedaan en zich van de katholieke kerk losmaakten,
m. a. w. zich aan het gezag van den paus te Rome
onttrokken, kregen den naam van protestanten. Karel,
die zich aanvankelijk weinig om godsdienstzaken bekom-
merde, dacht, dat zij|\' die den paus de gehoorzaam-
heid in geestelijke zaken hadden opgezegd, ook hem;
als wereldlijk vorst wel eens ongehoorzaam konderi
worden. Daarom, en omdat hij den paus graag tot
vriend hield, wiens hulp hij maar al te dikwijls noodig
had, werd hij een verklaard tegenstander van de her-
vorming en begon haar aanhangers op alle mogelijke
wijzen te vervolgen.
-ocr page 9-
5
Velen, die de nieuwe leer waren toegedaan en zich
jn hun eigen land niet veilig rekenden, zochten een
schuilplaats in de Nederlanden, waar de bewoners,
zooals we weten, vele voorrechten en vrijheden be-
zaten. Het kon dan ook niet anders of de hervor-
ming moest hier te lande snelle vorderingen maken
Karel, die hier oneindig meer te zeggen had dan in
Duitschland , van waar de hervorming was uitgegaan,
meende het zaak te zijn , door strenge plakkaten den
voortgang der nieuwe leer te stuiten.
Daar dit echter weinig hielp , werden zijn maatre-
gelen hoe langer hoe krachtiger en dreigden eindelijk
eiken ketter of ieder, die maar van ketterij verdacht
werd, met den dood.
Wel is waar, werden die plakkaten niet altijd even
stipt uitgevoerd ; maar toch ongeveer 50000 menschen
werden onder KARELS regeering om hun geloof ter dood
gebracht.
Niet beter werd het er op, nadat in 1555 KAREL
afstand had gedaan van de regeering ten behoeve van
zijn zoon FlLlPS, \'t best bekend als FlLlPS II, en die,
geboren Spanjaard , in hooge mate trotsch. steeds om-
ringd door Spanjaarden, wier taal alleen hij maar kon
spreken, in vele opzichten het tegenovergestelde was
van zijn vader. Alleen in zake de vervolging der
ketters, kwam hij met hem overeen en begon
dan ook al dadelijk bij zijn komst aan de regee-
ring, de plakkaten, door het volk weldra bloed-
-ocr page 10-
o
plakkaten genoemd, streng te laten toepassen.
— En weer vielen de hoofden bij honderden! —•
Volstrekt kon FlLlPS het dan ook maar niet vinden
met de Nederlanders; vooral niet toen dezeu merkten, dat
hij hunne vrijheden en privilegiën wilde aanranden, dié
hij eerst gezworen had , trouw te zullen handhaven.
Toen hij in 1559 ons land, waar hij 4 jaar had
doorgebracht, verliet, om het te verwisselen met zijn ge*
liefd Spanje, werd de toestand nog erger.
Wat toch was \'t geval ?
Even voor dat Fii.ips vertrok, had hij gelukkig een
oorlog ten einde gebracht tegen Frankrijk en het
Spaansche leger, dat nu daar niet meer noodig was, in
deze gewesten achtergelaten , zeer tegen den zin der
Nederlanders, als in strijd met de bestaande
privilegiën.
Ook verbitterde het den edelen, dat hij tot voor-
naamsten raadgever zijner zuster Margaretha, die hij
hier als landvoogdes had aangesteld, benoemde,
GRANVELLE, een man met veel verstand en doorzicht,
maar een groot tegenstander der hervorming en die
in alles zijn best deed, zijn meester tot onbeperkt
gebieder te maken in de Nederlanden.
Deze en meer andere zaken deden hoe langer zoo
meer de ontevredenheid van \'t gansche volk toenemen:
de reeds bestaande spanning werd voortdurend grooter»
In weerwil van FlLlPS\' strenge plakkaten; in weerwil
van het vermoorden en verbranden der ketters, maakte
-ocr page 11-
7
de hervorming steeds meerder vorderingen en werden
haar aanhangers eindelijk zoo stout, dat ze het \\vaag-
den in \'t open veld hun leer te verkondigen*. Hun
stoutheid sloeg over tot baldadigheid , tot vandalisme,
toen ze dat feit bedreven, dat helaas ! een zwarte vlek
werpt op de bladzijden onzer historie, — de beeld-
stormerij.
- - De vonk was gevallen en weldra zou de brand uit-
barsten, waarvoor reeds zooveel brandstof lag opgestapeld!
Filips\' woede was groot op het vernemen van het
bericht der beeldstormenj. Geducht zou hij den
Nederlanders die euveldaad betaald zetten. Allen zou-
den ze het misgelden.
Zijn bekwaamsten, maar ook wreedsten veldheer,
Alva , droeg hij op, hen te tuchtigen , hen terug te
brengen tot gehoorzaamheid aan de katholieke kerk
en tot onderwerping aan zijn bestuur Woest en wreed
ging Alva te werk tegen al wie ketter was, of wie
met ketters heulde: aan verbeurd verklaren, ophangen
en verbranden kwam geen einde.
Vandaar dat velen , zijn woede vreezende, reeds
voor zijn komst het land verlieten, om, of in een ander
land of op zee, een toevluchtsoord te zoeken. Zoo ook
de PRINS van Oranje , \'s konings Stadhouder in
Holland , Zeeland en Utrecht, die, ofschoon in geenen
deele schuldig aan de plaats gehad hebbende beroerten,
toch evenmin Alva als Filips vertrouwde : hij ging
naar Duitschland.
-ocr page 12-
8
Met zijn ijzeren vuist dreigde Alva Zuid- zoowel
als Noord-Nederland te verpletteren. Aan de afge-
vaardigden der verschillende gewesten, de Staten-
Generaal, stoorde hij zich niet in het minst: zijn wil
moest gelden voor wet. Een belasting, bekend onder
den naam van tienden penning, dreigde allen handel
te gronde te richten. Het scheen gedaan met de Ne-
derlanders! — Doch zie, daar vertoont zich op eens
de flikkering van een nieuwen dageraad! —
Den Briel wordt ingenomen door de watergeu-
zen en bezet in naam van den Prins van Oranje,
den man, op wien men in die donkere dagen,
in Holland nog zijn eenigst vertrouwen beeft gesteld.
Weldra volgen ook andere steden in Holland en
Zeeland het voorbeeld van den Briel, verjagen
de Spaansche bezetting en verklaren zich voor
den PRINS. Deze komt nu ook in 1572 in Holland
terug, neemt het beleid der zaken op zich, en
deinst voor geen opofferingen terug om Spanjes macht
te fnuiken.
Alva van zijn kant was er op uit om alle plaat-
sen, die van hem waren afgevallen, weer te onder-
werpen ; doch, slaagde hij ook al in het hernemen
van enkele, hij moest toch zien dat de noordelijke
Nederlanden zich al meer en meer schaarden onder
de vanen van ORANJE.
Dit alles hinderde hem natuurlijk erg en \'t gevolg
was, dat hij in 1573 door FlUPS naar Spanje werd
-ocr page 13-
\'.I
teruggeroepen. Zoo werd dan ons land verlaten door
een man , die zich er op beroemde , gedurende zijn
verblijf 18000 menschen door beulshanden te hebben
laten ombrengen. Overal was dan ook de vreugde
even groot, toen men hoorde dat hij het land ging
verlaten Zijn opvolger, Re<,)UEHENS , hoewel wat
meer gematigd, beoogde nogtans hetzelfde doel:
onderwerping der Nederlanden aan FlLlPS en terug-
brenging tot de katholieke kerk. Om dit te be-
reiken, ontzag hij zich niet met den Prins , die
door FlLIPS voor \'t hoofd van den geheclcn
opstand gehouden werd , onderhandelingen aan te
knoopen en dezen , op geoorloofde of ongeoorloofde
wijze, over te halen , tot een verzoening met Spanje.
Aangezien het echter FlLIPS\' wil was, dat deze
niet mocht plaats hebben , anders dan door de crken-
ning van zijn onbepaald gezag en het verbod van
eiken godsdienst, behalve den katholieken, liepen
natuurlijk alle onderhandelingen op niets uit.
Al wat overigens Reql\'ESENS verrichtte was van
niet veel beteekenis; trouwens, hij I eeft ook niet veel
kunnen uitvoeren; hij stierf reeds in 1576, zoo plot-
seling, dat hij geen tijd had behoorlijk orde op zijn
zaken te stellen. Zijn dood evenwel had groote
gevolgen. De Spaansche troepen hadden sedert lang
geen soldij ontvangen en nu, door \'s landvoogds
dood , zouden ze zeker nog langer moeten wachten.
Ze sloegen aan het muiten, kozen zich een eigen
-ocr page 14-
10
aanvoerder, ELETTO, en wilden zich nu door plunde-
ring schadeloos stellen voor de hun toekomende soldij
Dit oproer . bekend onder den naam van Spaan-
sche furie , deed de verbittering tegen de Spaansche
soldaten ook in de zuidelijke gewesten zeer toenemen.
Men vvenschte van hen ontslagen te worden, want
nu bleek het maar al te duidelijk, dat de Spanjaarden
eiken Nederlander beschouwden als hun vijand; en
wijl zij, zonder te letten op godsdienst of stand,
zoowel katholieken als protestanten , edelen als bur-
gers, vermoordden en beroofden, moesten wel alle
Nederlanders de handen ineenslaan\' tegen hungezwo-
ren vijand.
Dit gebeurde dan ook.
Den 8en Nov. 1576 werd het verbond, de Pacifi-
catie van Gent, gesloten.
De 17 verschillende gewesten , waaruit de Neder-
landen bestonden, verbonden zich, de vreemde
troepen uit het land te drijven en bepaalden, dat de
Staten-Generaal (afgevaardigden der verschillende ge
westen) zouden worden bijeengeroepen om orde te
stellen op alle zaken. In afwachting van de beslis-
sing door dezen genomen, zou in alle gewesten,
Holland en Zeeland uitgezonderd , de katholieke
godsdienst de heerschende blijven , doch den protes-
tanten vrijheid van godsdienst worden toegestaan
Algemeene kwijtschelding van straf, vrijheid aan de
uitgewekenen om in het land terug te keeren, erken -
-ocr page 15-
1!
ning van den Prins van Oranje als \'s konings Admi-
raal-Generaal en Stadhouder van Holland en Zeeland,
terugbetaling aan den Pkins van alle sommen, die hij
ter bevrijding van het land had voorgeschoten , ziedaar
de voornaamste punten, die dit verdrag bevatten,
hetwelk door het geheele land, in alle steden en
dorpen , plechtig werd afgekondigd.
Dit werk, hetwelk Oranje had tot stand gebracht,
werd overal met luide juichtonen, het donderen der
kanonnen, het schetteren der muziek ontvangen en
liederen en dankzeggingen toonden, dat geheel de natie
hulde bracht aan de handelingen van den Vader des
Vaderlands
Ongeveer terzelfder tijd dat de Pacificatie gesloten
was, zond Fll.li\'S ons een nieuwen landvoogd , Don
Juan van Oostenrijk. Deze kreeg echter al heel
weinig te zeggen , daar de Staten de macht aan zich
hielden.
Als merkwaardig verdrag tusschen de noordelijke
en zuidelijke gewesten , dienen we hier nog te noe-
rnen de tweede of nadere Unie van Brussel van 1577;
merkwaardig vooral als gedenkstuk van verdraag-
zaamheid jegens andersdenkenden: roomschen en
protestanten verbonden zich, elkander tegen eiken
vijand, wie ook, te beschutten. Bij de Pacificatie
was de verdraagzaamheid verondersteld, bij deze
tweede Unie van Brussel werd de leer der hervorm-
den en der roomsch-katholieken op dezelfde lijn
-ocr page 16-
V2
gesteld. Ook dit was weer het werk van Oranje,
die, terwijl zijn vader en zijn broeders luthersch
waren, zelf in de katholieke leer was opgevoed en
haar getrouw bleef tot in 1573, toen hij tot de her-
vormde kerk , naar de leer van Calvijn , overging
Zijn geheele leven door bleef hij evenwel een voorstan-
der van verdraagzaamheid op het punt van godsdienst.
Lezers, laat ons dat voorbeeld volgen en eerbied
hebben voor de begrippen van andersdenkenden;
laat ons niet twisten over geloofsformulieren, maar
ieder vrij laten om in zijn godsdienst te handelen
volgens zijn overtuiging of naar zijn beste weten.
Reeds in 1578 kwam Don Juan te sterven en
werd opgevolgd door ALEXANDER- Farnese , hertog
van Parma, zoon van de gewezen landvoogdes
Margaretha.
Parma was iemand, die als staatsman veel beleid
aan geslepenheid, als generaal veel moed aan list
paarde en daardoor van alle omstandigheden zeer
geschikt partij wist te trekken. Zoodra merkte hij
dan ook niet, dat de onderteekenaars der Pacificatie
het oneens geworden waren over liet punt van gods-
dienst, of hij profiteerde van die gelegenheid en wist
te bewerken, dat cenigc dcelcn der zuidelijke Neder-
landcn den 13 Jan 1579 zich aan de Pacificatie onttrok-
ken en bij het verdrag van Atrecht zich op nieuw
aan de Spaanschc heerschappij onderwierpen.
-ocr page 17-
13
Niemand speet dit verlies meer dan den PRINS, die
alleen in een nauwe aaneensluiting van alle gewesten
het zekerste middel meende te zien om tot een gun-
stig einde te komen
\'t Was hem nu gebleken , wat hij reeds lang voor-
zien had , dat zulk een samenwerking niet kon vcr-
kregen worden ; dat ze steeds afstuitte op de onver-
draagzaamheid der gewesten en dat er bij gevolg geen
ander middel over bleef, dan een nieuw verbond tot
stand te brengen tusschen slechts enkele En deze
waren de noordelijke, die zich allengs alle bij Oranje
hadden aangesloten. Van nu af werd in het noorden
de kracht van den opstand, het toevluchtsoord voor
de hervormden gevonden. Het geheele noorden
kwam tegenover Spanje in de wapenen.
Oranje spande dan ook nu in stilte al zijne krach-
ten in om een tegenbond in deze provinciën in \'t
leven te roepen ; openlijke stappen kon hij niet doen,
wilde hij niet alle katholieken des lands tegen zich
in het harnas jagen. Daarom droeg hij de onder-
handeling met de gewesten op, aan zijn oudsten broc-
der Jan , zijn trouwen helper, die door de Staten
van Gelderland tot hun stadhouder was gekozen.
Na langdurige beraadslagingen en herhaalde bij-
eenkomsten werd eindelijk de band van vereeniging
geslingerd om de leden van Noord-Nederland. Utrecht,
de grijze bisschopsstad, zag binnen hare muren de
-ocr page 18-
II
Uiiü sluiten op den 23sten Jan. 1579. De grondslag
voor onzen staat was gelegd
— Gelderland , Holland , Zeeland , Utrecht, Zut-
fen en de Ommelanden onderteekenden de Unie dade-
lijk ; de overige deelen traden eerst later toe:
Willem van Oranje in Mei; eenige deelen
van Gelderland, die zich nog niet reeds aan-
gesloten hadden, in 1579 en 1580; Drenthein 1580;
Overijsel in 1591 ; Friesland bij gedeelten van 1579
tot 1598 en .eindelijk werd in 1594 Groningen aan
de Unie toegevoegd. Ook enkele steden uit het
zuiden sloten zich aan. Dat Oranje de Unie eerst
zoo laat teekende, had zijn redenen : hij koesterde
de hoop, eer.c nog grootere vereeniging te zien
tot stand komen. Ook wilde hij zich, zooals we
weten , niet graag op den voorgrond plaatsen.
Het wapen, dat zich de geünieerde gewesten ko-
zen , is zeer in overeenstemming met het doel, dat
zij beoogden: Op een rood schild een steigerende
gouden leeuw, met den voorsten rechterpoot een
zwaard, met den linker een bundel van zeven saam-
gebonden pijlen houdende. Om het schild leest men:
„Concordia res parvae crescunt," d i eendracht maakt
macht. Als teeken der vrijheid, die men begeerde,
draagt de leeuw een hoed op zijn kop
In het archief te \'s Gravenhage , tusschen een stapel
eerbiedwekkende perkamenten handschriften, ontmoet
-ocr page 19-
15
ons oog eenigc vellen gewoon grof schrijfpapier, een-
voudig , zelfs ruw van vorm ; slaan we een blik er
in, dan vinden wc het vol geschreven en geteekend.
Zeker verwondert ge u, dat men zulk een papier nog
zoo nauwlettend bewaart! Edoch uwe verwondering
zal plaats maken voor bewondering, wanneer ik u
zeg, dat ditzelfde stuk is, — het handschrift der
acte van de Unie van Utrecht
Laat ons nu den hoofdinhoud van dat handschrift
eens nagaan.
Door de Unie verbonden zich de gewesten van
Noord-Nederland, ten eeuwigen dage vereenigd te
blijven , alsof ze maar e\'én provincie waren, zonder
zich door eenige reden van elkaar te scheiden. Be-
treffende zijn inwendig bestuur, zijn privilegiën en
rechten , bleef elk gewest vrij, d. w z. elk gewest,
zelfs elke stad of vereeniging kon omtrent zijn eigen
zaken van bestuur, zijn voorrechten en vrijheden,
handelen naar goedvinden.
De Unie bestond dus uit deelen , die elk als zoo-
veel kleine staten waren.
Den koning van Spanje bleef men erkennen als opper-
heer; zoodoende toch kon er onder de leden geen twist
ontstaan over de heerschappij. De oppermacht, die
van oudsher den graaf of heer toekwam , hadden de
staten zich nog niet aangematigd ; ze dachten daar
ook vooreerst nog niet aan.
-ocr page 20-
16
Verder waren de bondgenooten gehouden, elkaar
bij te staan tegen elk geweld , hetzij dit hun door
FlLlPS of door eenig ander werd aangedaan ; overi-
gen moest elke aanleiding tot oorlog worden vermeden.
Geen gewest mocht een verbond sluiten , dat tot
een oorlog kon leiden, zonder toestemming van alle
andere provinciën; geoorloofd waren alle andere ver-
dragen. Met deze beide laatste bepalingen hadden
ze vooral op het oog, op goeden voet te blijven met
de naburige vorsten, ten einde des te krachtiger te
kunnen optreden tegen Spanje.
Tot bestrijding der kosten van de verdediging des
lands, zouden eenparige belastingen worden opgebracht.
Ook zag men het wenschelijke in van een verbetering
van het muntstelsel. In het gansche land zag men
alle soort van muntspecién, een gevolg daarvan, dat
elk gewest, zelfs enkele groote steden, het recht
hadden , haar eigen geld te slaan. De grootste ver-
warring ontstond soms hierdoor, en bemoeilijkte
vooral den handel, die levensbron des lands.
Van alle artikelen , die de Unie bevat, is echter
art. 13 een der gewichtigste. Het luidt: „Enzoover
het punt van religie betreft, zullen die van Holland
en Zeeland zie 1 gedragen naar hun goedvinden ; de
andere provinciën zullen zich mogen regelen naar den
inhoud van den godsdienstvrede, door aartshertog
MATTHIAS en zijn raad reeds geconcipieerd , of daarop
in het algemeen of in het bijzonder zoodanige orde
-ocr page 21-
17
stellen, als zij tot rust en welvaart der provinciën
en steden, het behoud van ieders goed, wereldlijk
of geestelijk , en de gerechtigheid dienstig zullen vin-
den , zonder dat haar hierin door een der andere
provinciën eenig letsel of hinder mag werden aange-
daan , mits ieder bijzonder persoon moge blijven in
zijn religie en men niemand daaiom zal mogen ach-
terhalen of onderzoeken, volgens de voorschreven
Pacificatie van Gent."
Gewetensdwang was dus bepaald verboden. Hol-
land en Zeeland maakten echter een uitzondering en
met recht; daar toch was nog in 1575 aan Oranje
opgedragen door de Staten, om de uitoefening van
den roomschen godsdienst te beletten. Slechts met
veel moeite kon de Prins nu het artikel in zooverre
gewijzigd krijgen, dat alleen godsdienst, met de
Heilige Schrift in strijd , werd verboden. De hervormde
en katholieke godsdienst stonden dan nu naast elkaar.
De Unie van Utrecht mag daarom ook genoemd worden
het fondament, waarop het gebouw der godsdienstige
vrijheid van de Nederlanders is opgetrokken.
Mochten er geschillen ontstaan tusschen de verschil-
lende gewesten, deze moesten worden uitgemaakt door
de Stadhouders.
Had ook al de Prins bij voortduring de hoop
gekoesterd van nog meerder gewesten tot de Unie
te zien toetreden, zijn hoop verdween geheel in
rook , toen Parma in Mei 1579 een verdrag tusschen
-ocr page 22-
18
de zuidelijke provinciën wist te bewerken, waarbij
deze zich opnieuw onderwierpen aan de koninklijke
macht. Wel had de Prins hun nog bezworen niet
ontrouw te worden aan \'t gemeenschappelijk vader\'
land, maar — \'t was te laat!
Steeds had Oranje, vooral in de zuidelijke Neder\'
landen, er op aangedrongen, gemeenschappelijk te han-
delen en zich te houden aan de bepalingen der Paci-
fkatie, waarvan de Unie een versterking heette; maar,
voortdurend tegengewerkt, door den katholieken adel
dezer gewe ;ten , die zijn toenemende macht met leede
oogen aanzag en, in plaats van hulp en bijstand, hem aan-
houdend verdriet trachtte te berokkenen, moest hij
wel het plan opgeven van zeventien gewesten in plaats
van zeven, door een gemeenschappelijken band te
verbinden. Hadde hij zijn doel bereikt, de oorlog
had geen tachtig jaren geduurd , maar zou veel
eer een einde genomen hebben.
Stortte dus de Pacificatie in een , des te meer was
het noodig, dat zich de noordelijke gewesten aaneen
sloten en zich ten eeuwigen dage verbonden. Die stap
moest gedaan worden: de Unie moest gesloten wor-
den, zou niet regeeringloosheid en haar rampzalige ge-
volgen het land beroeren, totdat weer geloofsvervolging
en alleenheerschappij van Spanjes koning den scheptef
zwaaiden. En ware dit gebeurd, wie weet of niet de
dagen van Alva — misschien erger nog •— waren
teruggekeerd.
-ocr page 23-
19
Dc Unie kwam en door haar werd den Spaanschen
vijand, die zich al meer en meer over het in nood
verkeerende land dreigde uit te storten, het „tot hier-
\' toe en niet verder" toegeroepen. Want onze vaderen,
hoe hoog de nood soms steeg, ze stonden voortaan pal, als
één man, onder leiding van ORANJE, tegen over eiken
vijand, die het waagde, hun staatkundige en gods-
dienstige vrijheden aan te randen.
Vrijmaking van onderdrukking — dat was het doel
der Unie.
De Nederlanders bleven nu voortaan in twee deelen
gesplitst, die in hevige vijandschap tegenover elkander
zouden staan. Maar deze scheiding zou den band,
die de Noord-Nederlanders door de Unie samenbond,
nog nauwer vastsnoeren; zou hen nog eendrachtiger
doen samenwerken; nog te meer hun kracht doen vér-
dubbelen om zich vrij te maken van het knellende juk,
dat hun zuidelijke broeders zich opnieuw hadden laten
opleggen.
In \'t eerst werden de zaken er echter niet beter
op; de verbondenen kregen het hoe langer hoe har-
der te verduren. FlLlPS wilde ook hen tot onbe-
paalde gehoorzaamheid terugbrengen, \'t mocht kosten
wat het wilde.
Soms steeg de nood zeer hoog en had ORANJE
veel moeite, de eendracht tusschen de gewes-
-ocr page 24-
co
ten , die zoo hoog noodig was, te bewaren. Holland
en Zeeland bleven hem steeds trouw ter zijde staan,
en meer dan eens boden ze hem de souvereiniteit
aan, die hij altijd beleefd bleef weigeren. Daar FlLlPS
weder al zijn krachten inspande , kon men maar met
moeite het hoofd boven water houden. Eindelijk, toen
Spanjes koning zag, dat hij , zoolang Oranje aan
\'t hoofd stond , zijn/ doel niet zou bereiken, nam hij
zijn toevlucht tot het allerlaagste middel, — den
sluipmoord.
Den I5en Maart 1580 vaardigde hij den ban uit,
waarbij adelstand en groote geldsommen beloofd wer-
den aan hem, die ORANJE van het leven zou beroo-
ven. De voornaamste grieven, die hij tegen den PRINS
had , waren : de Prins had de Unie tot stand gebracht;
maar, erger misdaad — de Prins had gestreden
voor de vrijheid van geweten.
Zoolang nog eenig gevoel van recht bestaat, zoo-
lang de mensch gruwt voor euveldaden, zal nooit de
smet worden uitgewischt, die FlLlPS door deze daad ,
zich zei ven op zijn reeds zoo honderdvoudig bevlekten
naam geworpen heelt!
Nu konden de leden der Unie niet langer het
denkbeeld bij zich ronddragen , dat zij nog onderda-
nen bleven van een vorst, die zich niet ontzag een
bloedprijs te stellen op hun hoofd.
Den 26en Juli 1581 werd FlUPS plechtig afgezworen
als heer, in de vergadering der Staten en deze afzwe*
-ocr page 25-
21
ring alom in den lande bekend gemaakt. Alle ver-
eenigingen en besturen legden den eed van trouw af
aan de Algemeene Staten, daardoor hun zegel van
goedkeuring hechtende aan de daad der vergadering.
Terecht zingt Tollens , waar hij aan die afzwc-
ring denkt:
Triomf! reeds stort, met looden slagen,
\' \'s Volks almacht op den dwingland neer! •
Moog al wat leeft van \'t wonder wagen,
Want Neerland draagt geen kluisters meer!
Zijn goed en bloed in \'t wee verloren,
De Spaansche beul is afgezworen,
Vervloekt met al zijn heerschappij,
En , in een poel van ramp verdrongen ,
Uit d\'afgrond worstlend opgewrongen,
Noemt Neerland zich aan d\'aarbol vrij!
Van nu af nam de krijg het karakter aan van
onafhankelijkheidsoorlog.
Maar wie zouden de Staten nu tot heer kiezen ?
Hun keuze viel op Anjou , broeder des Franschen
konings; doch ook met dezen waren ze niet gelukkig
en de dood, die hem in 1584 wegrukte, was voor
de Nederlanders geen zware slag. Nu liet men alge-
meen het oog vallen op Oranje ; doch — juist toen
men op het punt stond, hem als graaf te huldigen ,
trof hem het doodend lood van BALTHAZAR GERAKDS.
Treurig zag het er nu in den lande uit!
Tot wien zich gewend om hulp ! Goede raad was
-ocr page 26-
22
duur. Ten leste richtte men zich tot Frankrijks
koning ; deze weigerde. Daarna tot Engeland en ja,
hier slaagde men beter: koningin ElisabeTH zond
den graaf van Leicester met 5000 soldaten ter
hulp. Uitgebreid was de macht, die men dezen eerst
gaf; doch later, toen men hem begon te wantrouwen
en men zijn gezag wilde kortwieken, gaf zulks aan-
leiding tot botsing tusschen hem en de Staten, met
dat gevolg, dat hij in 1587 voor goed naar Engeland
terugkeerde. En eerst nu besloten de Staten niet
meer naar den eenen of anderen vreemden landheer
uit te zien , maar zelven het bewind te aanvaarden.
Zoo werd óns land een Republiek , de Republiek
der Vereenigde Nederlanden, die, na nog zestig jaren
strijdens, glorierijk zou te voorschijn treden, als zelf-
standige staat, in de rij der staten van Europa; die
in Oost en West zich in \'t bezit zou stellen van
uitgestrekte rijke koloniën, en zich maken tot de
eerste handelsmogendheid der aarde; die op staat»
kundig gebied weldra de vraagbaak zou worden voor
de hoven van Europa; die den grond zou
leggen voor die vrijheid, waarop wij, als nako-
melingen van het wakkere geslacht dier dagen, even
trotsch zijn, als ware zij door ons zelven verkregen.
En vraagt men wat daartoe den hoeksteen gelegd
heeft ? — De onderlinge verbinding , de samenwerking,
de eendracht der gewesten, het gewrocht van ORANJE,
de Unie van Utrecht, het werk vanden 23 Jan. 1579.
-ocr page 27-
23
Daarom dan allen , die het wel meenen met het
Vaderland, dien dag feestelijk herdacht; den dag,
waarop voor 300 jaren de eerste lichtflikkering zich
vertoonde aan den horizon onzer vrijheid! Laten
wij op gepaste wijze onze jubeltonen doen klinken,
ter eere van de Vaderen in Utrecht; van hen, die
niet de toekomst konden voorzien van het schoone
werk, door hen tot stand gebracht; laten, van nu af
aan, met terzijdestelling van alle verschillende gevoe-
lens, ook v. ij elkander broederlijk de hand reiken
als zonen van hetzelfde land, gedachtig aan de
spreuk :
„Eendracht maakt macht!"