-ocr page 1-
3/ //// JTf //
V^i »»» 20
BIJDRAGE
OVER
BERI-BERI
DOOR
J. P. C. VAN MENS.
—"jWS8fófêï&«*
HANDELSDRUKKERIJ,
18S1.
UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK UTRECHT
A06000033269147B
3326 9147
-ocr page 2-
.
.
.
#•
.
-. \'
.
*
-ocr page 3-
BERI-BERL
>—~
HET ONTSTAAN, DE VERKLARING
SN DE
EENVOUDIGSTE GENEESWIJZE DEZER ZIEKTE,
DOOR
J. P. G. VAN MENS,
MEDICINAE DOCTORANDUS,
ARTS,
OFFICIER VAN GEZONDHEID Ie. KLASSE
DIK
KONINKLIJKE NEDERLANDSGHE MARINE.
le. helft.
» i
Gedrukt te makassar bij
B. (X BRUGMAN.
1881,
-ocr page 4-
-ocr page 5-
AAN MIJNEN BROEDER,
EUGENIUS, FERDINANDUS, DESIDERIUS VAN MENS,
Candidaat-No taris,
Majoor van net lOe. Bataillon
rustende Schutterij in Noord-Brabant,
opgedragen,
-ocr page 6-
-ocr page 7-
VOORWOORD.
\'t Is zeker een brutaal stuk, om, wanneer men slechts eenmaal Be-
riberi zag ontstaan en behandelde, terneenen deze ziekte voor het
grootste gedeelte begrepen te hebben. En toch, wat vermag men
tegen zulk een meening. Er blijft niets anders over dan mede-
deeling der ontstane denkbeelden, zelfs dan, wanneer deze in
openbaren strijd zijn met de bestaanden. Ik huiver te moeten op-
treden tusschen mannen van groote kennis en ervaring op het
gebied van Beriberi Ze zullen den onbezonnene, die niet eens
op de hoogte der litteratuur is, verpletteren.
Nu goed, schande ! maar daar tegenover staat de loffelijke po-
ging om het lijden van duizenden te voorkomen of te verzachten.
St. LUCIA-BAAI, 12 Februari 1881.
^=Ww^
-ocr page 8-
-ocr page 9-
LITTERATUUR.
Heult. Handbuch der Systematischen Anatomie des Menseben II
Band S. 278. Langen.
Byrtl. Handbuch der topographiseheu Anatomie I Band S. 612.
Lungen.
Fret/. Handbuch der Histologie und HUtocbemie des Menseben S.
444. Athmungsapparat.
Bottelt. Handbuch der Physiologie des Kreislaufs S. 272. Der Blut.
strom in den Lungen S. 328 Die Blutbewegung in den Venen.
Physiologie der Absonderungsvorgange Heidenhain S. 27!\'.
Die Harnabsonderung.
Luchsinger S. 421. Die Sohweissabsonderung.
Weil. Die Auscultation der Arterien und Venen.
IJlde und Wagner. Handbuch der allgemeinen Pathologie.
Oertliohe Störungen des Kreislaufs S. 161.
Passive Hyperamie S, 198.
Wassersncht (Oedem, Hydrops) S. 243.
Oedematöse oder seröse Infiltration S. 359.
Erstickung, Suffocation S. 593.
Hert:. Handbuch der Krankheiten des Respirations-Apparatcs V,
S. 359. Hyperamie und Oedem der Lungen.
Erb. Handbuch der Krankheiten des Nervensysterns XI 2 S. 213.
Hyperamie der Buckenmarkshaute (und des Rückenmarks
selbst.)
Hartels. Handbuch der Krankheiten des Harnapparates IX 1. S
175. Die passive oder Stauungshypetamie der Nieren.
Sugttenin. Handbuch der Krankheiten des Nervensy sterns XI 1, S,
1. Oedem des Hirns.
-ocr page 10-
-ocr page 11-
Algemeene ziekte-geschiëdenis
VAN
BERI-BERI.
Door ongunstige weersinvloeden, vooral het sterk dalen der nachtelij-
ke temperatuur, ontstaat er longenbyperaemie (overvoer van veueus bloed.)
Bij herhaling dezer invloeden ontstaat er meer transsudatie van serum
uit het veneuse systeem dan gewoonlijk; hetzelfde feit dat we opmerken
aan het onderbeen bij het te vast aanleggen van een kousenband. Bij
infiltratie door serum (oedem) wordt de elasticiteit der weeke deelen zeer
verminderd, het oedem dus moeijelijk uitgedreven even als het veneueo
bloed, aangezien de veoae een zwakken spierwand bezitten en de vis a
tergo voor veneus bloed grootendeels aan de elasticiteit der weeke dee-
len bare kracht ontleent.
We verkrijgen alzoo een oedem, dat de elasticiteit vermindert, waar-
door een sterkere neiging geboren wordt om meer oedem op te wekken,
een toestand die wel eens circulus vitiosus wordt genoemd.
Zoo dan bekomen we een chronisch interstitieel oedem van de Ion»
gen, aanvaokelijk in ligten graad.
Er treedt een ligte stase in de longen op. Men hoort een geruisen
tusschen den eersten en tweeden pulmonaaltoon. Het regterhart, of-
schoon het frequenter slaat, ondervindt moeite om de aangevoerde bloed.
massa door te drijven, het dilateert en versterkt zich om zijn taak te
kunnen volvoereu.
Wanneer patiënt zich vermoeit voelt hij zijn hart in de keel kloppen.
De alveolen zijn eenigzins gecomprimeerd en om aan de luchtverver-
sohiog te gemoet te komen bestaat er een frequente ademhaling.
Bij het toenemen der ziekte treden er sporen van veneuse stasen op,
en oedemen vooral dan wanneer we met anaemische individuen te doen
-ocr page 12-
10
Lebben. We bemerken oedemen aan de oudere \\lreuiiteiten, die reelat
van zelf weer verdwijnen.
De urine is stuwings urine en bevat zeldzaam sporen van eiwit.
Het zweet vloeit de lijders dikwijls tot stralen langs het gelaat vooral
bij vermoeienis, terwijl de venae gezwollen zijn. De patiënten klagen
over gevoelloosheid van de onderextremiteiten en melden zich daarmede
gewoonlijk bij den arts. In den regel stijgt deze gevoelloosheid, of-
schoort geen constant symptoom, naar boven tot aan de liezen of aan den
navel, of ze komt aan de voorvlakte of achtervlakte der extremiteiten
voor, of bestaat alleen aan de knieën. In een woord men ziet er d»
grilligste vormen van.
Als bijzonder dien ik hier op te merken, dat het voorkomen van dit
symptoom in den regel tamelijk symmetrisch is en in een of meer dagen
weer verdwijnen kan. De temperatuur is normaal.
Al spoedig ofschoon niet altijd, beginnen de patiënten zwaarte in den
gang te ondervinden, het staan op de teenen is hun zeer moeijelijk eu
men constateert parese die progressief is en ook overgaat op de armen,
terwijl dan reeds het gevoel in de handen geheel of ten deele verdwenen
is.
De lezer zal deze nerveuse verschijnselen reeds begrepen hebben, het
is passieve hyperaemie van het rnggemerg.
De sterk ontwikkkelde en kleplooze venae van Let ruggemcrgskanaal,
vooral in het luinbaal en cervicaal gedeelte, zijn overvuld, aangezien ze
door de vena azygos en hemiazygos niet voldoende worden afgevoerd,
even als de venae oesophageae, mediastinicae, bronchiales en intercostales,
wegens de bestaande longenhyperaemie.
Er bestaat stuwing.
Het oedem der neuroglia van het ruggeme/g maakt door zijn druk
de geleiding der ascylinders onmogelijk.
Fijn in het epigastrium is een veelvuldig voorkomend symptoom, zoo
ook pijn op de borst, soms lenden en langs de geheele wervelkolom,
Letgeen gemakkelijk uit stuwing [stase] te verklaren is.
In den regel wijzen de patiënten, vooral in de laatste stadia der
ziekte op de cardia ventriculi, waarschijnlijk doordien de venae der car-
dia communiceeren met die der oesophagns.
Braken komt, vooral bij europeauen dikwijls voor en moet uit stase
in en oedera van den maagwand verklaard worden. In Let verder ver-c
-ocr page 13-
11
loop komt wel een» verandering van stem voor, door een ligt oedema
glottidis, verder opzetten der armveuae, der jugulares en men ziet pulsa-
tiën in de incisura jagularis terwijl bruit du diable frappant te hooren ii.
Er bestaat dan meestal een algemeen oedem, dat bij goed gevoede
lyders minder voorkomt, hetgeen een bepaalde gevuldbeid der deelea
geeft en oppervlakkig aan een goed ontwikkelde panniculus adiposug
doet denken. De physiognomie verandert, de lijddrs worden stiller, de
komst van den doktor brengt niet meer de gewone emotie te weeg. In
een der navolgende avonden wordt men verzocht den lijder nogmaals te
bezoeken, aangezien hij het zoo benauwd heeft.
De lijder heeft ademnood, vraagt om drinken, woelt op zijn bed heen
en weer of klemt zich met de handen aan een voorwerp vast om zich
lucht te verschaffen en vraagt om hulp.
Het oedem der longen dat ook alveolair ii geworden, neemt rasch
toe, het gevoel in den buik is zeer pijnlijk. Het gejammer maakt een
zeer onaangenamen indruk, eindelijk wordt ds lijder kalmer, er is kool-
zuur vergiftiging ingetreden en hij sterft met bijna volkomen bewustzijn
onder de hevigste benauwdheid.
Dat lijden treft zoowel robuste individuen als zwakken.
Europeanen zijn daarvoor niet gevrijwaard, mag dau ook de vorm
waaronder deze ziekte zich voordoet in het algemeen een ander karakter
dragen.
Gelukkig heeft de ziekte voor verreweg het grootste gedeelte der lij-
ders niet het zoo even geteekende uiteinde; wanneer ten minste hunne
levensconditiën worden verbeterd.
De duur van bet ziekte verloop kan zeer verschillend zijn.
Bedenkende dat Oedema pulmonum chronicum, aan de ziekte ten .
grondslag ligt, valt het niet moeijelijk de verschillende vormen waaron.
der zich Beriberi voordoet te verklaren. Ze verschilt ten opzigte der
voeding of beter ten opzigte van de zaménstelling der bloedmassa en ook,
ten opzigte der rassen, wat den bouw der venae en der lymphvaten betreft.
Vrouwen worden door de ziekte niet gespaard en ze komt ook bij
dieren voor.
Geresumeerd: De verschijnselen van Beriberi zijn alleen verschijnselen
van stasis. Deze stasis ontwikkelt zich van uit den kleinen bloedaom«
loop, tengevolge van chronisch longoedem.
Het longoedem is primair, interstitieel.
-ocr page 14-
«
ANATOMIE EN PHYSIOLOGIE.
Het zal niet overbodig zijn, nogmaals den bouw en de physiologie
Tan de longen, voor zoover noodig in herinnering te brengen; te meer
omdat deze organen in de onderhavige ziekte een zoo grooten rol ver-
Tullen.
De longen kennen we, als organen die een verbazende elasticiteit be-
zitten. Deze elasticiteit neemt bij de uitzetting in hooge mate toe. Ze
is bij exspiratie gelijk aan 7,5 mm. kwikdruk, na een gewone inademing
gelijk aan 9 mm. eu bij een zoo diep mogelijke inademing gelijk aan 30
tot 40 mm. kwikdruk.
Het zamenvallen van gezonde longen bij het openen der borstkas is
ons daardoor zeer duidelijk en gelijk aan het zamenvallen van een opge-
blazen elastieken bol, wanneer deze wordt geopend.
Bij mikroskopische beschouwing van het long weefsel, ontdekken we langs
uitgebreide vertakkingen, terminale blaasjes, alveolen, die inwendig weer
Tan kleine holten zijn voorzien. De wanden van deze kleine holten zijn
door groote hoeveelheden elastische draden in alle rigtingen doorweven.
Daaraan en aan de elasticiteit der pleura moeten we dus ia hoofd,
zaak de elasticiteit der longen toeschrijven. We vinden er ook een uit-
gebreid net van capillaire bloedvaten en teedere epithelium cellen.
Het vullen van de longen met lucht vordert dus, tegenover de longen
alleen een zekere kracht, omdat de longen door hunne elasticiteit zich
tegen de vulling verzetten. Zoo ook verzetten zich de longen tegen de
vulling der capillaria door het regterhart, omdat dit anders een opoffering
der elastioiteit zou zijn.
\'T zij mij vergund Rollett na te schrijven om duidelijk te maken
wat ik zeggen wil. „E. H. Weber hat darum die elastische Wand der
Arteriën mit der ira Windkessel der Feuerspritzen befindlichen Luft ver-
glichen. Hier wie dort werde beim Drücke eines Pumpwerkes nicht nur
Flüisigkeit vorwarts getrieben, sondern auch ein elastischer Körper ge-
-ocr page 15-
13
spannt, welcher auf die Flüsaigkeit zu driicken und si: auszutreiben fort»
fabrt, walirend das Pumpwerk selbst nicht drückt.
In plaats van „elastische Wand der Arteriën* beeft men hier slechts
in te voegen elastisch longweefsel.
Het regterbart heeft dus, afgezien van wrijving, kracht noodig om
de capillaria te vollen, een kracht die moet opwegen tegen de elastische
kracht der longen. De elasticiteit der longen, drijft het bloed uit de ca-
pillaria Daar het linkerliai t, zoowel bij in- als exspiratie. Want bij ex*
spiratie wordt liet longvolumen verkleind en daardoor ten deele het bloed
voortgedreven, terwijl een tegelijkertijd verminderde elasticiteit der longen
deze actie ondersteunt; bij inspiratie door een verhoogde elasticiteit der
longen. Dus nogmaals, bet regterhart moet den elastiseben weerstand
der longen overwinnen.
Presenteert zich meer veneus bloed aan het regterhart dan gewoonlijk
ter verstuwing, dan treedt er een tijdelijke volbloedigheid der longen in.
Pit heeft b. v. plaats bij een konden dronk.
Wordt het bloed door het linkerbart niet naar behooren afgevoerd,
dan ook zal er stase in de longen plaata bebben en het regterhart een
grooteu arbeid moeten verrigten. Dit kan b. v, voorkomen bij slechte
hartswerking en organische bartsgebreken. Een oedemateuse long valt
minder sterk /amen dan een gewonen. We zullen ook meer kracht noo-
dig hebben om een oedemateuse long op te blazen en deze zal bij het na*
laten van den druk zijn vroeger volumen niet weder innemen. In één
woord de oedemateuse long heeft voor een groot gedeelte zijne elastici*
teit verloren, hetgeen aan de zwelling van het interalveolaire weefsel is
toe te schrijven.
\'T voorbeeld is misschien wat zonderling, om de longen met een si-
gaar te vergelijken. Een drooge sigaar trekt goed, zoo ook de normale
longen. Een vochtige [oedemateuse] sigaar beeft zijn elasticiteit verloren
en trekt zwaar, zoo ook de oedemateuse longen.
De luchtstroom is in de sigaar belemmerd, hij wordt vochtiger en
trekt nu in het geheel niet meer. In de longen wordt de lucht en bloed*
itroom belemmerd er ontstaat meer oedem en stikking.
De bloedstroom van het regterhart uitgaande baant zich met moeite
een weg door den oedemateusen long en eenmaal tot de capillaria door-
gedrongen, ontbreekt toch de elastische kracht om het bloed van biet
tot aan het linkeihart voort te c\\rijren.
-ocr page 16-
14
Een hevige stase is daarvan het gevolg en wel een noodlottige slas»
aangezien daardoor het oedem slechts wordt vermeerderd.
Het spreekt van zelf, dat al wordt ook plotseling het oedem der Ion-
gen opgeheven, de longen daardoor niet dadelijk hunne totale vroegere
elasticiteit terug erlangen, vooral dan niet wanneer dit oedem gedurende
geruimen tijd bestond.
Se elasticiteit kan slechts, evenals bg uitzettingen der huid, successie-
vsljjk wederkeeren en gedurende al dien tijd van beterschap, moet er dus
byperaemie met cenig oedem bestaan, tengevolge van bet verslapte long-
weefsel.
Gevaar voor recidief is dus zeer groot en slechts door schommelingen
kan den normalen toestand herkregen worden; wanneer, conditio sine
qua non, de oorzaken worden opgeheven.
Tot nu toe lieten we de lymphbanen der longen buiten beschouwing,
hunne functie kan ons echter weiuig twijfel overlaten. Bij volkomen elas.
ticiteit zal de lyraph zeer gemakkelijk worden afgevoerd, terwijl oedem
der longen en stuwing der liuker vena subclavia het afvoeren zeer in den
weg zal staan.
We hebben thans nog de vraag te behandelen in welke mate kan
zich een longoedem voordoen ? Het antwoord daarop is vrij eenvoudig,
we zien het iu alle graden optreden. Van af een teug ijswater of een
schep mandiwater die men over het lichaam doet stroomen, tot bet als
\'t ware plotseling neerslaan met het schuin op den mond, waar nog slechts
een aderlating den lijder aan het graf kan ontrukken.
De phaseu van het longoedem, bet progressief en regressief rijn en
bet stationair blijven ziju alle toestanden die afhankelijk zijn van de con-
stitueerende factoren der ziekte.
Tusschen de byperaemia pulmonum, bet daaruit volgende oedem, de
elasticiteit van bet longweefsel (dat zich niet alleen tegen de absorbtie
verzet maar dit ook door de lymphvaten uitdrijft), het regterhart dat
zich dilateert en versterkt, en de stase in de overige bloedmassa, kunnen
er bepaalde evenwigtsverboudingen geboren worden, die de ziekte een
stationair karakter verleenen.
We weten dat er door den negatieven druk der longen en de inspU
ratie etn bloedstoevoer plaats heeft in de venac cavae en dat er das bij
frequente ademhaling en stase een overvoer moet ontstaan die tot acuut
(alreolair) longoedem leidt.
-ocr page 17-
15
Op nog een eigenaardige functie der longen moet ik bier attent ma-
ten, namelijk; die als compensatie orgaan voor den bloeddrnk. Aubert
getuigt: „de kleine bloedsomloop is veel minder aan zenuwinvloeden on-
derworpen dan de groote bloedsomloop.
De kleine bloedsomloop heeft dus veel meer dan andere bloedvaten
de functie van een zenuwloozen elastieken zak.
Wanneer nu de temperatuur daalt worden de bloedvaten gecontraheerd,
het toegevoerde veneuse bloed kan zich alleen in de longen ophoopen.
De longen dienen dus als veiligheidsorganen voor plotselinge veran*
deringen in den bloeddruk.
Zoonrei het oedem als de hyperaemie der longen wordt tusschen zefce.
re grenzen gecompenseerd door expansiën der borstkas en we ondervin-
den dos bij een matigen toestand en rust geen bijzondere hindernis daar*
van; de excursiën zijn slechts in een nieuwe phase getreden.
Verergert de toestand dan zijn de excursiën der borstkas nauwelijks
toereikend om aan de luchtbehoefte te voldoen en het beeld van adem-
nood treedt te voorschijn.
Ten slotte wil ik hier nog bijvoegen, dat Beriberi reeds «enigen tijd
bestaat, alvorens de lijders het bemerken, hetgeen uit het voorgedragene
duidelijk zal zijn.
-ocr page 18-
-ocr page 19-
AETIOLOGIE.
Hl\' >\'»in
We kennen vele oorzaken voor bet longoedem, b. v. hartgebrekeo,
nieniekten, kouden dronk enz., om echter niet onnoodig uit te wijden,
sullen we deze speciale oorzaken onaangeroerd laten, (de aangegeven
litteratuur geeft ruimschoots gelegenheid voor inlichting) en ons meer
bjjzonder bezig houden met de oorzaken die aanleiding geven tot bet
ontstaan van Beriberi.
Leerzaam in dit npzigt is naar mijne meening de plaats bij Uble und
Wagner blz. 254 „Nicht niilier bekannt ist die Pathogenie der nicht
aeltnen acuten, besooders in tropischea Gegenden auftretenden Wasser-
suchten. Naoh Haën wurde fast das ganze Heer Carl\'a V auf der
Expedition gegen Tunis durch kaltes Trioken nach langer Kntbaltung
hydropi&cb. Bei den neuern Feldzügen der Fransosen in Algier traten
nicht selten ganz plötzlich, meitt an Gesicbt, Hals, Vorderarmen, Hao-
den, Beitien und Fiissen, oedeme auf, die sioh bei nachfolgender anbal-
tend warmer Temperatur naoh und nach von selbst verminderten. Auoh
bei den Eingebornsn Afrika\'s entsteben bisweileu plötzliche und sehr
grosse Oedeme des Scrotums, wenn sie bei der Arbeit vod liegen über.
f allen werden."
Een ingewijde zal niet aarzelen het bovenstaande voor Beriberi te
verklaren.
Alvorens verder te gaan dienen we ons nog met wat physiologie te
versterken. Luchsinger vertelt ons op blz. 424 dat de zweet-afscheiding
onafhankelijk is van de bloedsdrukking en circulatie en slechts door in-
nervatie ontstaat. Warmte, angst, pilocarpioe, mnscarine enz. schijnen
daarvoor de prikkels te rijn; terwijl doorsnijding van zenuwen, koude,
atropine, salicylzuur enz. de zwcetsecretie doen ophouden.
Wanneer we Heidenbain mogen gelooven, dan zou de pisafsobeiding
niet afhankelijk zijn van de bloedsdrukking, maar grootendeels van de
snelheid der circulatie,
2
-ocr page 20-
18
"Weslplial vertioogde de bloedsdrukking en zag eerst na uren «n
sterkere urine secretie. Dat de nieren voor hun taak echter wel bere»
iertd zijn, toonden ons Bock en lloffmann aan. Ze lieten een konijn
in den loop van 9 uren, allengs 3200 Ccra. één procent keukenzout op>
lossing in net bloed vloeyen, de nieren secerneeiden gedurende dezen tij.1
«ietminder dan 2904 Ocm., dat is 256 Ccm. per uur!
Men ziet das uit de aangegeven gronden dat de geleerden den mensch
niet bepaald beschouwen als een filtreer of leksteen.
Rust van de pis- of zweetorganen schijnt hunne traagheid te bevor.
deren.
Laten we ook een belangrijk artikel van Exner hier inlasschen,
Wz. 297 :
«Bei den Erscheinnngen des Schlafes muss noch erwabnt werden,
dass die Athmnng verlangsamt und die einzelneu Atbemzüge vertieft
sind, die Pulsfrequenz verringert und eine lleihc von Secretionen ver.
mindert ist. Schon Purkinje erwahnt des \'frockenwerdens der Cornea
eines Schlafrigeu, welche das Beiben der Augen nótbig macht, um eine
ausgiebigere Thranensecretion zu bewirken, auch die Speichelsecretiou
niramt im Soblafe ab; ob ganz oder nur zum Tbeile in Folge der Ruhe
der Kaumuskeln lasst sieh frcilioh nicht bestimmen.
Wer einen Nasenkatarrh hat, wird in dem stadium, in welchem das
Secret am reichliclistea fliest und er stets das Sacktuch in der Hand
baben mnss, erfabren, dass das Fliessen aufbbrt oder doch fast aufhört
sobald er eingeschlafcn ist. Anch die Harnsecretion erscheint im Schlafe
vermindert."
Wanneer we bij dit alles nog voegen dat warmte en beweging de
pols versnelt, rust en koude de hartswerkiug vertraagt, vooral na ver.
moeijenis en dat een eentoonig leven slechte en soms onregelmatige harts-
werking tengevolge heeft, dan hebben we voldoende elementen om stoor-
wissen in den bloedsomloop te verklaren. Of beter we kannen de ele-
menten zoo zamenvoegen dat daaruit stoornissen moeten volgen.
Ik kan me het ontstaan van Eeiiberi op verschillende wijzen denken,
ofschoon weersinvloeden de meest algemeene oorzaak zijn. Eenmaal zag
ik acute Beriberi ontstaan bij een vuurstoker, terwijl hij voor de vuren
stond en reedt over onwelzjjn had geklaagd. De ziekte was toen heer-
echende.
Laten we, om den aanhef van m\\JQ algemeen ziektebeeld duidelijk te
-ocr page 21-
19
Haken eens aannemen dat we ons in de tropen bevinden, op een «chip»
met honderd matrozen enz.
Iedereen transpireert naar hartelust, de urinesecretie i» gering en wordt1
weinig vermeerderd door grooteren toevoer van vochten. De huid heeft
wei keiijk de functie der nieren grootendeels overgenomen.
De regentijd valt in en langzamerhand bekomen we zeer koele nach-
teu, terwijl de dagen vooral door het werken in de zon zeer wamt z\\jd«
De matroos slaapt in de open lucht, drinkt veel\' water en haalt van
tijd tot tijd een nat pak door het uitreijcn der tenten» Voor zijn slaap
is dikwijls geen drooge plek te vinden.
In het tusscbendeks heerscht een ondragelijke temperatuur en iets dst
aan boord hum wordt genoemd. Deze hum wordt niet zeldzaam ver»
hoogd door de gassen, die uit de kettingbakken en soms ook uit het
beneden schip opstijgen en door desiofectie middelen niet naar behoore»
te bedwingen zijn.
Over de daaruit voorkomende koortsen is hier de plaats niet om uit
te wijden. Genoeg, het tooneel begint met eatarrhen, rbenmatiek, pijnen»
braken, enz., zaken in het algemeen die in zooverte verwondering op-
wekken dat ze niet reeds vroeger ontstaan zijn.
De voeding is uitstekend, de dienst zwaar, de rust geen rust en Let
ziek worden een dubbel ongeluk.
Onze matrozen zijn gehard en veerkrachtig al» staat; maar weursio»
vloeden zijn soms harder.
Stellen we ons deu slapenden man voor, met verminderde bartswer»
king en urinesecretie, sterk verminderde transspiratie door de daleode
oachteljjke temperatuur en toenemende eontraetie dar bloedvaten. Die:
man heeft onveranderlijk byperaemie van de longen. Het bloed wordt
met geweld daarheen gedreven.
Deze toestand blijft alternatief weken bestaan en zijn nu daardoor een
chronisch oedem der longen en verdere stasen niet duidelijk ? Niet f
Ausculteert dan de borstkas en hoort welk een kracht het regtarhart
aanwendt om het bloed door de longen te drijven. Hoort het linker-
hart, hoe weinig bloed er beschikbaar is voor het arterieel systeem, zoa
zslfs dat men soms anaemische geruischen waarneemt bij een volbloedig
individu.
Constateert deu veneusen toestand van het netvlies, de dilatatie v»o
het regterhart en bedenk dat ook hydropericardium bestaan kan»
-ocr page 22-
20
Beschouwt de venae boe ze snakken om door de borstkas ontlast te
worden. Met wat goeden wil en percussie en soms geheel zonder goe-
den wil, kunt gij hooren dat de toon der borstkas niet bijzonder sonore
ift.
Wanneer zoo\'n man zich aanmeldt met rheumatick, pijn op de borst,
gezwollen beeneu met gevoellooze huid, dan is de oorzaak niet ver te
zoeken.
Mogt het bestaan van longoedem, door de rermelde invloeden, U nog
niet duidelijk zijn, beschouwt dan de laatste levensdagen van een robus-
ten kerel die door de ziekte is aangetast. Neemt gedurende eenige dageu
de schommelingen zijner ademhaling waar, en merkt daarbij op dat gij
den lijder eenige malen aan den rand van het graf ziet treden. Nog een
kleinen stoot en de grenzen der veerkracht zijn oversobredeu.
ïerwyl de hyperaemie en bet oedem toenemen ziet gij den lijder 4 a
1? uren onder bevig gillen tegen den dood worstelen. Het geschreeuw
gaat werkelijk, door de positieve spanning in de borstkas, de hyperaemie
tegen en hoe harder er derhalve geschreeuwd wordt des te langer duurt
de doodstryd.
Bij anaemie en ruime borstkas ziet men soms de bloed massa geheel
door de longen opnemen en de lijder sterft dan spoedig aan hersenanaemie.
Eenmaal merkte ik op, dat na bet uitbreken van bet doodzweet, kou-
de extremiteiten en het snakken van den lijder, de huid weder rood werd
en de lijder weer bewust. Op de vraag hoe bet htm ging, antwoordde
bij: \'t gaat weer beter, ik begin weer warm te worden. Deze eupborie
duurde ongeveer een uur.
Het vaatcentrum dat eerst door het koolzuurhoudend bloed geprikkeld
werd en de vaten vernauwde, verlamde door verder gemis aan zuurstof;
verwijding der bloedvaten en afleiding op de longen was daarvan het
gevolg. Zoo ongeveer stel ik me dezen toestand voor.
Meerdere oorzakelijke invloeden voor Beriberi zouden we ons kunnen
denken, ik zwjjg er echter liever over, omdat ik ze niet bij ervaring ken.
• Wat de temperatuur in Indië betreft, dien ik mede te declen, dat bet
bjj een temperatuur van 25° G al koud is en bjj 24,5° C al zeer koud,
-ocr page 23-
21
het best gevoelt men ziel» bij een temperatuur van 27 a 29° C, terwijl
een temperatuur van 30° warm en een van 31° C zeer warm wordt ge^
noemd. Doch deze temperatuien op een gewonen thermometer afgelezen
zijn volstrekt geen maatstaf voor den weerstoeatand.
Het kan bij 25° C aangenaam friacli zijn en akelig koud, zoodat rheu-
matiek en verkoudheden zich voordoen. De nacht en ochtend wijten
•teeds de laagste temperaturen aan.
Wat wij in bet weder onaangenaam noemen, bangt veelal ramen mat
wind en vochtigheidstoestand der lucht.
Het lichaam verkeert steeds in een transspireerenden toestand «n
stoornissen daarin te weeg gebragt doen ous onaangenaam aan. Het soa
dus zeer rationeel ziju, wauneer wij de temperatuur opnemen met betrek-
king tot den menscb, alleen gebruik te maken van een thermometer met
natten bol. We verkrijgen daardoor gegevens die ongeveer parallel rer-
loopen met den toestand waarin zich het organisme gevoelt. Wind en
drooge lucht zullen deu voohtigheidstbermometer doen dalen en ook het
lichaam een gevoel van frischbeid geven.
Een dergelijk instrument moet goed gearbeid en zeer gevoelig ziju
terwijl de waarnemingen met een kijker op afstand dienen te geschieden,
Zeer dienstig komt het mij voor hier de beschrijving der Beriberi over
te nemen van :
James Lind. Proeve over de ziekten der Europeërs in heete gewesten
1781. blz. 261. Van de Indische beroerte, aldaar Barbiers genaamd.
De Barbiers is een soort van beroerte, «ene ziekte in Indië zeer gemeen.
Zij overvalt meest de geringere klasse der Europeërs; welken, door het
inzwelgen van sterke dranken bedwelmd, gewoon zijn in de open lucht,
blootgesteld aan de land winden, te gaan liggen slapen. De aanval dezer
kwaal is doorgaands plotselijk, en berooft ten eenemale de ledeu van hun-
ne beweging. Somtijds ziju alle de uiterlijke ledematen geraakt, en som-
tijds enkel een gedeelte derzelven.
De inboorlingen van het land hebben eene gewoonte, van den lijder
in eenen kuil in den grond te zetten, en hem te overdekken met zand,
tot aan den hala toe; dit geschiedt op het midden van den dag, en hij
blijft daar, zoolang bij de hitte van het zand, welke aanmerkelijk is, ver-
dragen kan. Kamfer en een afkooksel van pokhout, hebben somtijds goe-
de uilwerkingen gedaan; als ook de uitgeperste bittere olie van de Mer-
goose, een zekere lndiaanscbe plant. Dan niettegenstaande het gebruik
-ocr page 24-
22
der krachtigste en zennwversterkendste middelen, blijft de lijder door.
gaande eenige maanden lam, ten zij hij in een andere lucht worde over»
gebragt.
Op de kust Tan Malabaar ie deze kwaal zeer gemeen, en zeer hevig ;
zij overvalt zoowel inboorlingen als vreemden, inzonderheid in de maau-
den December, Jannarij, Februarij en Maart. Gedurende deze maan-
den, heeft men aldaar alle morgen, bij bet opgaan der zon, een land»
wind welke Tan de naburige gebergten komt en zeer koel is.
Dezulken die door de helderheid Tan het weder misleid, zien te sla—
pen leggen daar die winden toegang hebben gevoelen dikwerf schielijk
«ene zeer pijnlijke aandoening, op het beenvlies der armen en beenen. In
menschea van een goed gestel, vermindert deze pijn naarmate de dag
vordert, ea de lacht warmer wordt; maar in anderen blgft ze een rui-
men tijd aanhouden, verreld met zwakheid in de knieën, en een onaan-
gename gewaarwording! in de kuiten der beenen en de ballen der voeten,.
vooral wanneer zij willen gaan. Dit wordt zelden door eenig geneesniid.
del verholpen, voor dat de Mousson verandert, of ten zij de ljjdcr naar
de kust van Koromaedef, of elders ten oosten van het gebergte Balaga.
te, kan overgebragt worden* alwaar h\\j door de verandering van lucht
spoedig genezen wordt.
e
-ocr page 25-
SYMPTOMATOLOGIE, PATHOLOGIE
EN
DIAGNOSE.
Onze bemanning was uitstekend gevoed. De Berifaeri kwam bjj
Europeanen even veelvuldig voor als bij inlanders. De sterfte bij bei-
dei) stond gelijk.
De europeanen vierden wat later aangetast en de vorm was in het
algemeen ligter, met veranderd karakter. Van de iulanders werden de
sterkslen bet eerst overvallen, speciaal de matrozen. De stokers wer-
den later aangetast, terwijl de bedienden gespaard bleven. Iets derge.
lijks kwam bij de europeanen voor, anaemiscbe stokers bleven gespaard,
terwijl krachtige onderofficieren en jeagdige sterke matrozen werden aan»
gegrepen. Zich te verdiepen in de oorzakelijke momenten voor desen
toestand, zon tot een onoplosbare discussie leiden.
De voeding bleef uitstekend en vóór dat de ziekte algemeen nitbrak
werd wijn en limoensap genoten en later ook warms koffij op de wachten
verstrekt. De ziekte nam echter steeds in hevigheid toe.
De verschijnselen waaronder zich het lijden bij europeanen voordeed,
waren braken, beklemming op de borst, rheumatische pijnen en oedemen.
Doch ook de vormen met anaesthesiën zelfs tot aan den navel en ver-
lammingen van armen en beenen bleven niet uit.
De inlanders hielden zich aan den klassieken vorm der ziekte. Sterke
oedemen nam ik niet waar, waarschijnlijk door de goede voeding, waar»
door het bloed minder aanleidiug tot transsudatie gaf.
Ofschoon de anaesthesiën en analgesiën in den regel van beneden
naar boven stegen, alternatief beter en slechter werden, stationair bleven
of plaatselijk veranderden, zoodat soms het eene been slechter en het an-
dere beter werd, waren toch de paresen steeds progressief.
De paresen, (die dikwijls tot paralyse stegen) plantten zich van dt
-ocr page 26-
24
beenen over op de armen en van daar op de bals en aangezichtsspieren,
zoodat bij het spreken zich alleen de onderlip bewoog. Onderbcenen en
voorarmen hadden het meest te lijden.
Dat de pymmetfioiteit der anaesthesiëö zeer wisselvallig kan zïjn, ziet.
men uit een geval, alwaar de linker lichaamhelft tot aan den schouder
gevoelloos was, de regter echter een verminderd gevoel vertoonde tot aan
den schouder.
Ik geloof dat het verder onnoodig is, meer en detail op onze lijders
in te gaan.
Aangezien de meening algemeen verspreid is, dat Beriberi een symp.
toom zou zijn van inanitie, voel ik mij genoopt nog bet volgende mede
te deelen.
Onder dezelfde conditiën als wij verkeerde de bemanning van den
Kruisboot No. 86, door een laag dak van atap gedekt. Hun voedsel
bestond uit rijst en gedroogden visch. Onze voeding was veel beter ;
we hadden niet alleen zeeschafting, maar ook tien runderen, wijn, limoen-
sap en koffij op de wachten. De voeding was van dien aard dat we
het rantsoen suiker en koffij verminderd hebbeu, aangezien ik bevreesd
was dat de manschappen ziek zouden worden door overvoeding. Het
rantsoen suiker bedroeg /s kilo en koffijboonen een plat bord vol,
daags per hoofd.
Op den Kruisboot kwam geen enkel ziektegeval voor, terwijl wij
dertig zieken telden.
Een matroos van den Kruisboot die aan boord van ons schip was
overgekomen, om als bediende te fungeeren van een iolandsch schrijver,
genoot daardoor een voeding waarvan hij vroeger nooit bad kunnen droo-
men. De jeugdige sterke man bekwam echter Beriberi en overleed na
korten tijd.
In de dorpen der Dajakkers die wij bezochten, kwam geen enkel ge-
val van Beriberi voor, bun voedsel bestond uit sago, eenigen rijst en
visch.
Toen wij een zachter klimaat bereikten en de verstrekking van wijn,
limoensap en koffij werd gestaakt, kwam geen enkel geval van Beriberi
meer voor. Men lette hierop wel, want de invloed van het schip als
zoodanig wordt daardoor uitgesloten.
Omtrent controle van de in dit boekje neergelegde denkbeelden, die.
nen we na te gaan «f werkelijk bij andere ziekten die aanleiding geven
-ocr page 27-
25
tot chronisch longoedem, Beriberi verschijnselen voorkomen.
Erb zegt: ,Bei Herzkraokheiten in iliren «pateren stadiën, bei wel\'
cb«n der venöse Charakter der Hyperamie wohl unzweifellmft feststeht,
nat Fabre Schmerzen, Anasthesiën und Farasthesien, leichte Paresen, aber
sebr selten motorische Beizerscheiuungen sich einstellen sehen und leitet
dieselben von venöser umi capillarer Stauung im Rückenmark ab "
Sprekender bewijs kan toch niet worden aangehaald.
Rosenstein en Hertz verklaren het zoogenaamde Asthma uraemicom
eenstemmig als een verschijnsel van longoedem.
Men vergelijke verder: Bartele, Die passive oder Stauungshyperamie
der Nieren. Die parenchymatöse Nepliritis. Rosenstein, Wirkungen
der Klappenfehler ira Allgemeinen. De afhankelijkheid der ruggemergs
verschijnselen vao passieve hyperaemie staat vast.
De vorm waaronder den druk op het ruggemerg plaats beeft kan
van tweederlei umi zijn, ten eerste van den druk der venae zelf en ten
tweede van het oedem ia de nenroglia, waardoor een eterken druk op de
zenuwelementen moet plaats hebben die door het oedem geënvaheerd zij».
Dat er in het ruggemerg geen laesiën plaats hebben (kleine bloeduiU
stortiogen daargelaten) wordt niet alleen duidelijk door de restitotio in
integrum, maar ook door de dagelijksche veranderingen der symptomen
met name het beter en slechter worden; verschijnselen die alleen ver»
klaard kunnen worden door plaatselijke oedem-veranderingen in het rug.
gemerg.
Dat de verschijnselen afhankelijk zouden kunnen zijn van vermeerder-
de spinaalvloeistof is hoogst onwaarschijnlijk, Erb bh. 294 zegt da»r-
omtrent: Eine vermebrte Menge der Spinalflüssigkeit darf dnrehaus nioht
ohne Weitcres als die Ursache erbeblicher Functionsstörungen angesehen
werden.
De gedachte heeft mij wel eens bekoord om met een spuitje van
Fravaz door den hiatus sacrococcygeus cerebrospinaalvocht af te tappen,
doch dit gezegde van Eib heeft mij daarvan teruggehouden.
Bij de beschouwing van eeu anatomisch plaatwerk valt het niet moeije-
lijk in te zien, waarom er zoo gemakkelijk stase in bet ruggemerg ont-
staat bij bestaande longenbyperaemie. Het ruggemerg moet zich byna
geheel ontlasten door de venu azygos en kemiazygos en het is daarom
duidelijk dat wanneer geregelden afvoer dezer venae belet wordt er stat*
in het ruggemerg moet optreden. De temperatuur rond ik bij inland<
-ocr page 28-
26
sclie lyders \'s morgens 37° C. en op deu middag en \'s avonds 3(1,8° C.
De hartslag Tras niet bijzonder frequent, [*] gemiddeld 90 doch meest
altijd \'s avonds frequenter dan \'s morgens. Het hoogste cijfer dat ik
waarnam was 112. De meerdere frequentie zal wel samenhangen met
de verminderde spanning in het arterieel systeem, Rollett blz. 247 en
bovendien van den meerderen of minderen rijkdom aan rood« bloedcellen.
Het bloed schijnt mij toe verdund te zijn. Dit hangt misschien za-
men met den geringen arterieelen druk, waardoor dorst ontstaat en het
aangevoerde vocht slechts dient om de veneuse spanning te verhoogen.
Wanneer een Beriberi-lijder veel begint te drinken is* dit een zeer
elecht teeken.
Bloedingen in verschillende organen zullen zeker tot de gewone ver-
schijuselen bebooreo, aangezien ze bij passieve hype\'aemiën een gewoon
verschijnsel zijn. Zie Uhle und Wagner blz. 231, Leube blz. 101 en
«nderen.
Dilatatie van het regterhart, systolisch pulmonaalgeruisch, nonrieiige.
ruisch enz. behooren tot de gewone voorkomende verschijnselen eu be-
vestigen de Diagnose.
Men bedenke dat dan slechts het systolisch pulmonaalgeruisch te
hooren is, wanneer bet hart nog zijn volle sterkte bezit of door de po-
gingen tot compensatie een sterkeren spierwand heeft verkregen, aange>
zien het geruisch afhankelijk is van dr kracht waarmede bet bloed io de
pulraouaalarterie wordt gedreven.
Later, bij verzwakking zijn toch altijd de toonen van bet regterhart
sterker dan die van bet liukerhart, Bij beterschap moet htt omgekeer-
de voorkomen.
Dat men zich niet vergisse met de auscultatie. Bij stuwing in des
kleinen bloedsomloop, zou men meenen altijd een versterking van den
tweeden pulmonaaltoon te moeten hooren. Dat is ook zoo, wanneer de
longen gezond zijn. Hebben dezen echter door het oedem hunne elas.
ticiteit grootendeels verloren, dan kan er stuwing zijn met zelfs verzwak.
ten tweeden pulmonaaltoon, hetgeen physiologiscb en ook klinisch zeer
[*] Ik zeg niet bijzonder frequent in vergelijking van vier in\'anders die goei
gevoed en sterk waren: Karsidin, bediende 87 Dabok, bediende 95\'. Oësoep, ma-
troos 93 Sariman, djoeroemoedie 98; gemiddeld alzoo 93 per minuut. Oesoep
meldde zich den volgenden dag met anaestnesie in de knieën en overleed na 16
dagen, Sariman meldde zich met beenpijnen en opvolgende pnrese, snaesthetiës
kwamcü niet yvsr, fcawsidja eu P«bgk Weven gezond.
-ocr page 29-
27
duidelijk is.
Aan bet bloed kon ik mikroskopiach niets bijzonders opmerken. De
Terhouding der roode en witte bloedcellen was normaal. De roode cellen
wareu flink gevormd en gekleurd en voegden zich tot lange rollen zamen.
De stolling van het bloed was gewoon.
De frequentie der ademhaling geeft over het algemeen nog het bett»
teekeu voor, den toestand van den lijder.
De ademhaling is gemiddeld 34, dooh wisselt van normaal tot 57 per
minuut. Verinoeijenis is daarop zeer van invloed.
Twee lijders waarvan in rust de ademhalingsfrequentie bedroeg 42 en
44 liet ik aan dek brengen, waarop de ademhaling 68 en 88 aangaf.
Twee andere lijders die hunne kwaal nog niet bemerkt badden, roeiden
mij naar den wal ik ontdekte hun lijden aan frequent ademen en profuse
transspiratie.
De urine was steeds stuwings urine. Dat uraemische verschijnselen
steeds ontbreken is duidelijk; ze komen bij eenvoudige stuwingsuieren
niet voor.
In de laatste tijdperken der aiekte is soms blaasverlamming op te
merken.
Braken treedt vooral bij europeanea dikwijls op en bestaat reeds een
of twee weken alvorens er andere symptomen volgen; wanneer er gten
contenta in de maag aanwezig waren, werd een helder slijmerig vocht
met geringe alkalische reactie verkregen.
De maappijn heeft het eigenaardige, dat ze door een plotselingen stoot
erger wordt en een zachte toenemende drukking de pijn vermindert. Bij
het onverwaoht aanraken van den buikwand met den vinger ziet men
dan sterke reflexen der buikspieren volgen. We hebben bier met passieve
hyperaemie van den maagwand te doen, vooml van de cardia. Men
leze hieromtrent, Leube, Die Krankheiten des Magens, blz. 57, 161 en 162.
Obstipatie was een veelvuldig voorkomend symptoom. Eenmaal
zag ik de ziekte beginnen met door blped gefingeerde faeces.
Het uitwendig oedem vertoont lieh niet altijd primitief aao de voet-
• MilJt II 13 IJ .vu • :. I M llll                                    . •.......
kussens of aan de enkels, maar ook aao de dijeo, de leaden of hei aao-
gezicht. Het komt ook in de diepte en in de spieren voor en geeft
aan de getroffen deelen een eigenaardigen vasten toestand.
De beeopijuen houd ik voor oedem der periostale vliezen.
Het gevoel dat vooral in de kuiten en in de ach ter vlakte der dijen
-ocr page 30-
2S
vooikomt, wordt omschreven alt stramheid, doofheid, zwaarte, pjjo,
naoldenstekeo enz. Deze verschijnselen nemen tegen den avond in in-
tensiteit toe en bestaau ook dan nog wanneer reeds het gevoel in de
huid verdwenen is.
Deze pijnen zijo soms een beletsel voor den slaap.
Bij de gevoelloosheid der huid kan men iu het begin der ziekte bijna
steeds een erger worden en een beter worden onderscheiden, dit beter
werden valt zameu met progressieve parese. B\\j europeanen begint de
aiskte meestal met spierpijnen io de onderextremiteiten op die van rhen.
matisme gelijkende, terwijl inlanders zich steeds met anaesthesiëu melden.
Ten opzigte der eigenlijke longvenae dien ik hier nog mede te deelen
dat daarin een heftige stase moet plaats hebben, aangezien deze het reg-
terhart moeten bereiken om andermaal door de longen gestuwd te worden.
Bij de hevige longenbyperaemie behoort hypostasis uiet tot de zeld-
uamheden.
\'T is bijna onnoodig hier te releveeren dat Beriberi na eenigen tijd,
storend op de voeding moet inwerken.
Bij oppervlakkige diagnose zouden in sommige gevallen vergissingen
met harU en niemekteu kunnen voorkomen.
Juist het chronisch interstitieel oedem der lengen, verwoest als het
ware de elasticiteit. Bij acuut longoedem is de elasticiteit behouden of
slechts weinig verminderd. Met andere woorden, wanneer we het acuut
longoedem opheffen zien we spoedig de longen normaal fungeeren, ter-
wijl dit bij opheffing van het iuterstitieel oedem niet zoo spoedig het ge-
ral is.
In hoofdzaak onderscheiden we bij Beriberi twee tijdperken een ehro-
nisoh en een acuut gedeelte. Het eerste valt zameu met interstitieel, bet
tweede met alveolair longoedem. Wanneer de lijder onder goede conditiën
is krijgt men het tweede stadium zeldzaam te zieu; doch ook dan kan
Itrj ten gronde gaan aan marasmus.
Is een lijder.\'s avonds bet tweede tijdperk ingetreden, dan nog kan
hij daarvan opkomen en zich den volgenden morgen wederom in het eer-
ste bevinden. Soms volgen de stadia snel op elkander en alleen een ader.
lating of in minder zware gevallen bloedige koppen op de borat, kunnen
den lijder dan nog redden.
Ik recommandeer geen bloedonttrekking om de eenvoudige rede dat
bloedverdunning de sereuse uitstortingen slechts bespoedigen kan. Er tijd
-ocr page 31-
29
aotiter, bij de «nel verloopende vormen, gevallen waar bloedonttrekkiug
of de laart van Junod, zoo ook liet snoeren van lint om de extremiteiten,
alleen van den dood kan redden. In de therapie kom ik op dit onder-
werp terug.
Ik houd het voor overbodig de pathologie verder te vervolgen, trou-
wene zal men daarvan wel klassieke beschrijvingen in de litteratuur aas-
treffen. Het eenigiins navolgen van een ziektebeschrijving, had slechts ten
doel, de grond gedachte hier en daar te doen uitkomen en te verklaren.
Waarom de ziekte bij vrouwen minder voorkomt dan hij mannen be-
heeft geen betoog. Ze rijn minder blootgesteld dan de mannen en in den
regel gedekt door een zwaarder vetkussen.
Bij een hond en twee kippen bad ik ook gelegenheid de verschijnse-
len van Beriberi te zien.
Toen de Beriberi in noordelijk Borneo in Januari ea Februari 1881,
aan boord Z. II. stoomschip ,Deli uiibrak, herkende ik passieve bype-
raeocie van het ruggemerg en vervaardigde een groote drooge kop van
een koperen trechter en de veer uit een moderateur lamp Mijn doel was,
door het appliceeren van groote drooge koppen de uitwendige venenae
plexus der wervelkolom met bloed te vullen ten koste van het rugge-
mergskanaal en dit bloed, door toetreding van lucht in de drooge kop,
weg te stuwen door da uitwendig diep verloopeode venae.
De applicatie leverde echter niet bet minste resultaat op. Aangezien ik
op dia wijze geneeg bloed aan bet ruggemerg onttrekken kon, zonder wer-
kelijk bloedverliea voor den lijder, moest ik besluiten dat de kwaal dieper
zat.
Na zoeken ontdekte ik hyperaemie van de longen, die tevens oorzaak
wu van de passieve hyperaemie van het ruggemerg en van de nieren.
Dat wat eea van de gelukkigste oogenblikken mijns levens, want ik
•telde mrj nu voor, de lijders ia een paar uren te kunnen genezen! \'T zou
•en kleine moeite zijn die volbloedigheid van den kleinen bloedsomloop
weg te nemen.
Aan een Woulfsche flesch f met water gevuld, maakte ik in de eene
opening een lederen slang om in te blaren, in de andere opening een
glazen bnis die in de vloeistof reikte en als manometer dienst deed om
den druk te controleeren die door het blazen werd uitgeoefend.
Door bet blazen in dit toestel [ook door blazen met neus en mond digt]
krijgt men een verhoogde spanning in de borstkas. Door die verhoog*
-ocr page 32-
50
<?e spanning kan geen veneus.bloed in de borstkas treden en terwijï bet
nart steeds doorslaat, moest dan de borstkast spoedig van het overtol-
Jige bloed ontlast zijn.
Helaas ? ik vergistte mij.
Na afwisselend blazen, waarbij de lijder» ziefa niet mogten vernoegen,
voelden ze wel eenige verligting op de borst, verder geen beterschap.
De lijders bliezen waterkolommen op van 50 a 80 centimeter eo dat er
dan een herige spanning bestond die den bloedstoevoer in de borstkas
belette zag men duidelijk aan het opzetten der armvenae, terwijl er ge-
blazen werd.
Uit deze proef volgde regststreeks dat er een functioneels stoornis in
de longen voorhanden was.
Want de hartswerking was krachtig en de eicursiën der borstkas
volkomen.
Er bleef dus slechts over te denken aan tumoren, embolisehe en
thrombotische processen, atresiën der bloedvaten of chronisch oedem der
longen ; aangezien een primaire nier- of hartziekte niet te coustateeren was»
Ik behoef niet nader op te helderen dat ik dadelijk chronisch long-
ccdem als de geheele oorzaak der ziekte erkende.
-ocr page 33-
PROGNOSR
De prognose hangt, bijna geheel van de toestanden af waaronder de
lijders genoopt ?ijn te verkeeren. Slechte woningen en oorlogschepen doen
de lijders spoedig bezwijken, niettegenstaande de verstrekking der beste
voeding en der kostbaarste medicijnen. Goede woningen en gelijkmatige
temperatuur geven, /elfs bij zware gevallen, een frappanten ommekeer.
Aangezien een oorlogschip nu eenmaal onbewoonbaar is en schepen
3e. of 4e klasse meer bepaald moordkuilen zijn voor de zieken, zoo eva-
cneere men de lijders zoo spoedig mogelijk naar den wal.
Het huis van d*o eenvoudigsten inlander heeft prognostisch meer
waarde dan het tusschendeks van het beste oorlogschip. Vaart men zoo-
als gewoonlijk in onherbergzame oorden, of bewaakt men een vlaggestok,
dan traehte men van den Kommanderendeu Officier vergunning te beko-
tnen om een loods te bouwen van bamboe en nipa-bladeren en verple-
ge daarin de zieken.
Sielh-u we ons een Beriberilijder voor, met de vraag wat kan dien
man schaden?
Antwoord : Wisselende temperatuur, vochtig weer, vochtige s!aaj>-
plaatsen, te veel drinken, frequente ademhaling, frequente hartslag bij on-
voldoende kracht, onderdrukt zweet, gemis aan krachtig en gemakkelijk
verteerbaar voedsel ent. enz.
Wanneer men zweet opwekt, ten koste van versnelde hartswerking, of
het drinken van veel warm vocht, of wel veel laat drinken na een warm
bad of wa>me waeschingen, dan wordt de prognose daardoor om begtij~
pelijke redenen niet gunstiger
Hiermede genoeg om in voorkomende gevallen een prognose te
stellen.
-ocr page 34-
-ocr page 35-
PROPHYLAXIS,
Een goede voeding dient hier in de eerste plaats vermeld te worden,
«onder dat is bet bestand zijn tegen weersinvloeden een onmogelijkheid.
In de tweede plaats ziek dekken tegen weersinvloeden, vooral gedu-
rende den slaap door een geschikte woning.
In de derde plaats behoorlijke rust na werken.
Deze regelen komen vooral (e pas bij sterke temperatuurwisselingen,
koele nacht of morgenwinden en regentijden.
Drooge kleederen in den slaap zijn een eerste vereischte, zoo ook een
drooge en beschutte slaapplaats.
Wollen kleederen, die dikwijls gereinigd worden, verdienen de voorkeur.
Een wollen deken ontbreke nooit.
Het drinken geschiede zoo spaarzaam mogelijk vooral in den avond
en steeds met kleine teugen, terwijl men zich bij bezweet lichaam bijzon-
der in acht moet nemen.
Vrolijkheid en zang worden bevorderd.
Het veratiekken van een geringe hoeveelheid alkoholischen drank (met
een aromaticum b. v. citroenschillen) in den avond, wordt bijzonder aan-
bevolen, aangezien dit een goede bartswerking en pisafscheiding ten ge-
volge heeft. Wil men dit met kofiij verwisselen dan worde slechts een
kleine hoeveelheid sterken kofiij verstrekt, met weinig suiker om geen
onnoodigen dorst op te wekken.
In tijden van heerschende Beriberi wordt zoo min mogelijk gebruik
gemaakt van sterk gezouten spijzen, vooral in den namiddag en dagelijks
baden gedurende korten tiju is zeer heilzaam, wanneer het lichaam voor-
af is afgekoeld.
Personen die bij dag veel arbeid hebben verrigt, worden van eerste
wacht en hondenwaebt vrijgesteld.
Als zulks geschieden kan worden, bij heerschende Beriberi, de werk.
uren verkort en de dienst zoo mogelijk verligt; straffen uitgesteld en de
-ocr page 36-
84
straf met water en brood niet toegediend.
Het beet van alles is de streken te verlaten waar Beriberi beersent.
De defaecatie zij normaal.
Bestaat er een goede ademhaling, maar vooral een goede hartswer-
Jcing, terwijl er voldoende verbrandingsstoffen aanwezig zijn, dan »oor-
zeker is bet gevaar voor Beriberi gering. Door het hart wordt met
kracht het ovettollige bloed aan de longen ontnomen.
Nu echter moet het bloed toch ergens blijven. Treden er geen vaso-
motorisebe stoornissen door tocht enz. op, dan wordt de bloedmassa ge-
lijkelijk over het lichaam verdeeld onder verhoogde spanning. In het an-
dere geval treden er fluxii\'n op in het intermusculaire bindweefsel, de
slijmvliezen enz.
Wanneer europeanen rheumatische en catarrbale aandoeningen beko.
men, lijden de inlanders aan Beriberi.
Wordt de bartswerking bij europeanen slecht, onder ongunstige weers-
invloeden en een warm klimaat, dan ook betreden zij door longenhypsr—
aemie het gebied der Beriberi.
De inlander klaagt uiterst zeldzaam over primaire rheumatische pij-
nen, ze komen echter veelvuldig voor wanneer hij reeds Beriberi heeft.
Alzoo de vorm van rheumntiek die ook wel bij nierziekten wordt waar-
genomen.
Mannen met hoekige vormen, hebben in den regel een sterk hart,
terwijl die met een „mooi gezicht" een zwakkere hartspier bezitten. Men
denke hieraan bij bet keuren van manschappen voor Beriberistreken. \'Vet*
tuchtigen en anaemischen hebben in den regel een ziekelijke hartspier.
Ten opzigte der aetiologie dienen we te handelen naar omstandigheden.
Och, we weten het immers zoo goed, hoe we in Holland voor het
weder moesten oppassen. We wisten precies wanneer we een dikken
jas en een flanel moesten aantrekken of wanneer we ons moesten hoeden
voor tocht of avondlucht.
Moeder waarschuwde ons, wanneer we uit baldadigheid in den mod-
der sprongen en laug met natte voeten liepen, of na het spelen met ont-
bloot hoofd op den tocht zaten.
We kennen de hygiënische regels wel, ze zijn ons in merg en been
gegroeid, maar we verkiezen niet ze toe te passen, dat geneert ons. Vader
«il knappe jongens van zijn kinderen maken, hij zendt ze vroeg naar
school en ziet zeer spoedig den gezonden blos in de kleur van een ge»
-ocr page 37-
35
aebitden aardappel overgaan.
Meneer A. heeft bet graag lekker warm, omdat guur wéér de peit is.
Meneer B. beeft bet graag koud, omdat het friach en gezond is. Me"
Beer C. zegt dat bij een knappen dokter heeft hooren beweren, dat bitte.
ren in Indië gezond is. Meneer D. heeft iedereen die verstand van Indie
bad, booren zeggen dat bitteren de seknurste manier is om leverziekte te
krijgen enz., enz.
Zoo spreekt en handelt men tegen beter weten in en wanneer eenmaal
de tijd van ziek zijn daar is dan zou men bij ondervraging van den lij-
der meenen: hoe is het mogelijk, dat een persoon die zoo geregeld leeft
en de schadelijke invloeden zoo weet te mijden, nog ziek wordt. Een
man die te veel bittert en den dokter bij zich roept voor zijn chronische
maagcatarrh, rept geen woord over alcoholica; terwijl hij overtuigd is en
bij ervaring weet, dat de drank de eenige oorzaak zijner kwaal is.
Zoo zijn wij mcnsclien nu eenmaal, we verkrachten de waarheid op alle
odmogelijke manieren.
Ik schilder bovenstaand» toestanden alleen om te doen uitkomen dat
we van de prophylaxis voor Beriberi even veel heil te wachten hebben
als van de prophylaxis voor andere ziekten.
De schommelingen der temperatuur zijn in Indië betrekkelijk gering,
maar door ondervinding kennen we het gevaar daaraan verbonden.
We hebben ons dus slechs in acht te nemen.
De humaniteit is thans zoo ver gevorderd, dat voor eeu zieken, zoo
goed de omstandigheden zulks gedoogen, gezorgd wordt.
Het voorkómen van ziekten, daaraan is, tengevolge van maatschappe»
lijke toestanden nog niet te denken.
Zoolang de geneeskundige niet verantwoordelijk kan gesteld worden,
voor hetgeen er op zijn gebied plaats heeft, zoolang zal de prophylaxis
van onwaarde zijn.
De gebeele zwaartekracht der Geneeskunde blijft dus rusten op bet
armoedigste of zwakste deel dezer wetenschap, op de geneeswijze.
Ziedaar mijn krachtigste pogingen ter verklaring van een duistere
ziekte. Zoo goed mogelijk heb ik getracht te vertolken hetgeen ik waar-
aam en dacht.
De lezer zal reeds spoedig hebben opgemerkt dat ik geen schrijver van
beroep ben; ik schreef omdat ik meende daartoe zedelijk verpligt te zijn.
-ocr page 38-
38
\'Zoo het mij niet aan materiaal ontbreekt zal ik nog in dit jaar d«
pathologische anatomie en de therapie behandelen.
Juist de geneeswijze hoop ik uitvoerig te beipreken.
Elke inlichting zal mij aangenaam zijn.