n
OVER
Gematicht ende recht beftiert.
MITSGADERS
^^chtmoedige ondsrmjßnge der fehc^»
^ Ar DOOR
EL van HENGHEL, Bedienacr
Goddelijckcn Woorts inde GcmeynteJ. Chrifti tot
UTRECHT.
Johann\' t\'ÜTREGHT,
«•\'nncs van Pa<!denburghm Willem Clerck,
ik
T
.J ... \\>\'- . » ■ i, -
-Àl\'-Viv-v^
■•■ij Iii: ■■ 1 //
; ï \'J ä y ^
U--4. ,1
> V». ■ ■ V.^ -i j ■ », .. ; i
\' f
^\'ere vanT>TCKVELT, RATELES&c.
^■"digeerde terVergadéringe van de Ed:
: Heeren Staten \'s Landts van Utrecht, ende
Dijck-Graef van de Lecken-dijck.
Anneervoor eenigen tijd den Heer Gouverneur,
mitsgaders de Heeren van de Magiftraet de Lee-
raren der Stadt Utrecht, van d\'een en d\'ander ge-
fintheyt, hadden verfocht ende gelaft hare toe-
hoorderen te vermanen, door fchelden ,lafteren,
of befpottingcn, malkanderen niet te verbitteren,
ftohT\'\'^\'\'^^^\'^^ omal e onluften ende beroerten, die daer uyt
\'^er t ^^ vreefën in de Stad, voor te komen, foo heb ick om dat oog-
Cajj\'^^^^de dien laft tc voldoen, over gedaen vierpredi-
vier diftinde texten, waer van de e^^y?^ was Joh.4 6.y 8.9.
\'(lej \'^^iTimoth. i.ij.dec/^r^/fzTimoth.24.zy. Atvierde
^ctfte Luc. 9. 4?. yo. Welcke verfcheyden aenfienelijcke toe-
dedicatie.
hoorders mijn verfoeckende in het licht te geven, ende
datfevangoede vrucht fouden kunnen fijn, hebbeickmij" ^^^^^^
laten gefeggen,cnde de voorname
fubfbntiedaeruytgecontran ^
ende oock hier en daer wat geamplieert, Ende omdehckende, ^^^
na gewoonte, als een Patroon, dit kleyn tradaet jen foude ,, ^yt
diceren, is my dadeiijck te binnen gekomen de Perfoon van U ü ^^^^^
veele conlideratien. Als eerftelijck, datickdoor geliickigena ^
fchap vanU Ed. dickwils genoten hebbe des felfs gunft ende vr^ ^^^^
fchap. Ten anderen, dat UEd door particuliere ftudie ende ^^^
vanGodts Woort, (datjealseen ChriftelijckRegent, in\'t midde ^^^^
uwe veelvuldige politijcke occupatienniet en hebt vergeten ;
geftadigeprsefentie byden publiccken Godts-dienft, ende do
wooninge van deKerckelijcke Vergaderingen ende Synoden r j
- «welcke U Ed: als de eerfte der Politijcke Commiirarïffen,van
de Heeren Staten vanUrreclit, nu eenige jaren hebt geprsefi\'^^^^\' l^dc
folide kennifle hebtjj^Ékomen oock van Theologifche materiën
difputen-, om uw oordeel daer over te interponeren. DatmT ^^^^,
bewuft was, dat U Ed. oordeel ftreckte tot fachtigheyt ende
("voor behoudens nochtans de Rechtfinmgheyt der Leef^»
erde felvc noyt is bedenckelijck gevallen ) als hebbende do®^
>3
Ler--^ JlV
overdefelvc_.,,----------------...... .....- - .^„tiev^"
die, door jaren, behandclinge van menfchen, cndeexperiei ^^^^^^
faken,fijn oordeel ende affeden gedrcffeert, extremiteyten .^^jigft\'
ende geleert medio tmijfimm ibis , in \'t midden gaet men vey^
Ende dat ick daerom vertrouden, dat onfe gedachten gndeoo^-^^.
ontrent dit fubjednïet qualijck fouden accorderenTMaer ^ jjcU
mentlijck, op dat de Naem van UEd. bier voor geftelt
mochte crediet maecken, om by perfonen van acnßeri,in de w
ende Politie gerenomeert(die anders dickwils Theologifche tra ^^^^
vilipenderen te lefen, om datfe fomtijts of contentieus vallen ^
hetftof der Scholen ricckeh)gelefcn te worden, op het veftf\'^^^
dat niemant foude dorven 11 Ed: perfoon yet toe-eygenen,<^^ ^^gii
putatie van fijnen Naem, ende de occupatie van jg ye?\'
tijd,onwaerdighwas. DewijlUEcl:derfw»»eheeft
Jjtandige Regenten van onfen tijdt gerekcnt te worden, ende jj^^jj
groot recht ende reden, ende volgens U Ed: meriten , daer ^^^ j^fijn
Jnonfe Piovincie j maer in de Generaiiteyt preuven genoeg»
h
f Ml
afJlSfij:
-M
■m
: y-\'
-ocr page 6-I:
f«
A
»
f...
- -i"\' •
m.-
-ocr page 7-f>f
-ocr page 8-
« |
.^iist ■ «1 |
V ^
^\'"^xern^\'i derhalven waerdigh fijt andere Regenten t<;r
^\'ïn veele L ^^^ navolginge voor gefl-elt te wordenals in den weic^
.. ^M^ke quaiitey ten ende deughden fich te famen laten
wackerheyt, nuchtcrheyt, übe-
gie^fc \'\'?^§\'^^ïnimiteyt,genereusheyt, incorruptibelheyt, coiira-
tcrpej^ te f paratas ad »mnia yhtxtyt tor alles, ter mondt,
-ZÄ^vCZ^y
met nat = geboren mochcmenfeggenom te regeren, dac is^
^^ufhtv^l gaven daer toe voorfien. Ende die oock die gene-
^\'^fifta ■ uw eenigh wit en oogmerck fchijnt te wefen,do ir
big gemeen en particuliere, fijn conditie hceriijck temaken,
gevcn P^^^tnonie , ende\'t voordeel dac de Regei inge mocht
gecno^^T^ geiijckc dagelijcks onthaeltmet/i^^m/e , ende nochtans
Lc traélementen, ende foo doende tc gelijcke den Bor^
sjj^^^^\'^^^fier doet leven. Over wiens difpendie niemant fughc
^i^\'W\'ijlje niemant onbetaelt laet. Wiens onthael acn de
tiefi^g \' achteren doet blijven, noch vermindert, uwe Charita-
Vagf ^ tiarmhercicheyt aen de Kleyne ende den armen. Voor-
»la tc V ^^^^ exempel, ende rare voorlichtighey t, allen Grooten
^\'^kenn \' Fhilofophit noch de Chrtftelijcke %digie
\'^Mhevt\'^ ^^^\'^\'^ittercn op geen andere voet de deughden van libe-
liet bet I "^agnificcntie, als dat eerft de noodiger deughden van
\'lioetej^r.^^j\'^^rfchulden, ende de barmhartigheyt aen den armea ^
%lilje Want dc Philofophte Cegt r neff^o de alteno dehet
^niemant moet liberael fijn uyt het geene een ander toe-
^^^r.etj/ Religie fegt z Coning. 4. 7. htaelt eerfi umfchult-
^ -f*^^^ h ^^^ overige. Die fich door fijne wackerheyt, en-
Hetj^Mn.conditie te verheerlijcken, foogeaffcétcert hout ora
ten dienfte te ftaen, yders klachten ende verfoec-
^eciu als of\'t een fchool-dienft ware: ende befonderom ^trr*
.• ti^^? ^ecien, ende verlegene menfchen te helpen. God fpare
"^"^^cre h k ° » vergeldc u het goede, dat ghy aen
f-^^^ides S^^aen. Hy gunne U aen d\'eene x.§de de vreught ende
(^maximttm virtmtspremium in hts terris dta
es deughts hier op aörden). Maer dewijllljne
rent U veele fijn, foobewarehy U
twvV-
voor
-ocr page 10-ocht
voor verheffinge des herten over de felve. Hoe veel U
-rerleent hebben, weet dat U noch meer ontbreeckt. Denck a^f,
een menfche zijt: denckt dar ghy tcnjondaer zijt: denckt y^ji
^elijckj.S\\t \\ ende laet die gedachten inbinden aüe uytlptuy .^^ptc
loogmoct, die ons verdorven herte in fulcken gevalg^\'^f\'^^f, ge-
v/erpen: gelijck de Naturaliften fchrijven van den Paau da
fichte vanlïjne kale voeten in hem doet vallen den moet; j^ggf
derfins foude fcheppen over fijne fchoone vederen. Weet \' j-gn-
dat wy ons felven noy t meer als voor ons felven hebben t^DC^ . tc
^ Ende datter geen grooter cieraetis, als by groote gaven ne -j-g
(fegtjacobuscap. i. i0.)roemeinßjnevernederj^j,.^^ ^^
f
A
y.»j^fn, ucn loop niet en is der fnellenth""j\' y^^^jCC
der helden, noch oockdejpijfe der wij fen, noch eockden
ftandigen^ nochoockjiegmfieder welveetendenymaer
allen defen vpedervaert. Dat is dat dc toevallen die den Hem^ jslos\'-^\'
overdwarfenende verydelen allemenfchelijcke wijshcyt^^^^^^^^^^^
heyt. \'Endzézïhzhtn.^eenwijfeenberoeme(ichnietinfjneV(\'i\'P ^^ftC^
eenftercke en beroemefich niet in fijne fiere kJjejt: een rijcke en , ? j
nietinfijnenrijck^om: maer die roemt y roeme in den BeerS\' j
24. I Cor. 1.31. Ickhoope dit TradaetjenU Ed. fijt»
^ onwaerdich wefen, ende dat de felve het door-lefen, ende
^ fchrander oordeel goetgekeurt hebbende, het felve oockan ^
genten met fijn getuyghnifle fal kunnen aengenaem fch^^\'\'\'
vervat een korte fomma van de Gereformeerde
ligie. Het matight Het ongeregelde ende onverftandige
het verfchil van Religie. Het werckt tot vcreeniging jg JvV^\'
nkt der leer^-fimken, die fonder de waerhey t te kreucken,o
linge te verfchoonen, niet overeen te brengen fijn. Het ^^\'^^^(ftcC\'^
Ac dwalinge, maer niet de foo lange fy noch het ro
behouden. Het leert behoorlijck medelijden te hebben met
lende, om daffe.\'r peen ar dn^n ------- ^^n^rvcrttJ" .jk
Godts fegen te rechte 1
alhoewel fonder verftant, ende datfe in de ap^........-
aen de befte middelen om haer beter te onderwijfen, i^P\'
: te brengen. Hetontlaft deGcfcforïpeCf
lende, om datfe, \'t geen fy doen, dickwils doen uyt een V^\'^lfJ^f
■ - ■ applicatie
-„J______endcO\'.,
Broß^Pj^ "^"^aelijckeende verdachtheden, ende wijft
Rco^^"*^"^^^^^^onaengenaem te maeckenby Regenten
. isjende\'^"^^^"\' als dcwelcke met de \'Politie feer y^dCompati-
\'^ichoQj^j^^S^^nfins van haer te vreefen. \'T welck materien fijnnoo-
Vordt^^-^\'^^^S^^\'^^\'^vcrftaen-ende geweten te worden.
hebb Suaiijck genomen ( geiijck wy een onvoldoenlijcke
is echter met een goet ooghmerck gefchreven.
\'^ietv ickerkenne my een menfch te fijn, van welcke
"^^cl^igj^ to^^*^^ ^^ ^^" beter onderricht fijnde ,fal my niet hart-
^^iterfapere, quam rejfehakti tyfngelica
Y in mifverftant te hebben is een perfedie der
Auguftinus. Bchaeght het alle
man niet, omnibus
^Itneeft \'tis qualijck alle man tc behagen. Bchaeght het
\'^^Ca^ ^^ ^oopniet, ick fal mytrooftenmet de fprcucke van Sc-
^\'^^^fwè cum rebus humanis ^eritur, mmelioraplurihus
Stïjgj," ^\'^g^rnentum pejftmi turba efl. Ten gaet foo gcluckigh
^^^gCQ .\'^^\'^^cheiijcke faecken, dat de befte dingen de meefte
\'^^fiin "-.T ^^ dickwils eenbewijs van het flimfte,den meeften hoop
%nd wenfchis, dat de Godt des vreedes, die d-^
en aller menfchen in fijn hant heeft, wil geven
V^^^ande hierdoor wat nader tot hem ende tot
Aderiworden gebracht: immers watbefadight mogen
^\'^dere^ " oordeelen, affedien ende handelingen ontrent mal-
V EdOnderdanigen Diemer
DANIEL van HENGHEL.
& faluhriter ita Spiritus Samhs Scripturas fan^^^^
modificavit., mlocis apertiaribm famioccurreret ^ obfcurionh^ ^
\'temfafiidm detergeret.Augumn. lib. i. de Doar. Chriftian.cafJ. \'
DeH Geeft heeft heerlijck en nuttighdeH. Schriftuer roogem^t^S ^
datfe met de klare plaeti\'en onfen honger foude voldoen jcnuc
de donckere onfe walginge foude wegh nemen.
Trórfus confirmo, audeo dicere, nonpoteft male mort, qitil\'^^^ ^
^(igtiftin.dedifciplin.Chriftian. .
Ick beveftige het gantfchelijck, endorye hetfeggen, dat hy niCt <1
lijck kan ftexven, die weJ geieeft heeft.
Çathedram in coslo habet qtii corda docet., ^uguft.traU^m ^.int
Die de herten leert heeft fijn Preeckftoel in den Hemel.
Quam angufta innocentia ef t ad legem honum effe ? qnanto Ut^^ "j^f/^*
rnm pat et quam juris régula 1 quam rnultapiet as , huf^anit^^^
Utas jjuftitia^ fides exigmt ? quA omnia extra j^ublicast^^^^
SenecMb. X. deiracap.xy.
Hoe engen onnoofelheyt ishet alleen goet te wefen foo vcff^ \'0*
eyfcht ? hoe veel ruymer ftreckt fich uyt den regel van Lcl^\'
ten,als van het recht. Hoe veel dingen eyfcht wel de Goö
tigheytj beleeftheyt, liberaeiheyt., rechtveerdigheyt ende"
die juyft in de publiecke wetten niet en ftaen. ^^
Superftitio error infams eft., qmscoUt^ violât, ^uidem^f^^-^^^\' \'.
trum Deos negeSf an infames. Seneca Spift. »24. -, ynii^\'
De Superftitieis een uytfinnige dwalingh, diele eert di^y^^Q^eî"
Want wat onderfcheyt ilTer tuffchen bey den, of ghy
onteert, danofghyfelochent.
5i T>eos vis propitios , efto bonus: fatiseos coluiti
eft. Seneca.
Wilt ghy dc Goden gunftigh hebben, zijt vroom, byhc«
noeghgeëert diefe nayolgt.
OVER
Gematicht ende recht beftiert.
*
^t öe <iïj?{|ïen i^etcSe tetbe»>It iS inUerfcöcpbßn sefiittDe^
Jen/ öic niet een enöe\'t felbc geboelen ontrent öc Cöiiflelijc^
««ßeliöie/bupten ttoöirel csnöetilaeGBlötfee en«
toare ntet loenfcöelöcßec aisi bat öe Cfijiflenen alle te fa-
... Wen mocjpten eens gefint fijn in den Heere, 4. 2. dac
^^bten fcheuringen mochten fijn, maer datfe te famen gevoeghc
^neKufjj^"\'" eenen felven fin, ende in een felve gevoelen: cnöcalfoo
te hSnrHerder,g!o8. io.i6,maec öat fïaet/aoö tJetec\'t/
ft böftSS\'^®^"^ riaajipateïitte te Doopen ofte te Derluacöten.
J^ttifc^emfle ßeftntöeöen onöer öc CO?ttlenenfijnöefe Uöbe/ öe
öegenaembe Lutheranen of UanöetCugööutgDftDc
h ^fteiv iCï Gereformeerde, öfe Bp pactpe genoemt iD0?öen Cal^\'
■i\'-i-
■r
\'•ewerecnocBeensefintßepti^ onöecöeCe?i|lenen/ gcnaemt
foo ftae fcö iw ttoijffel of öe gemepne CöjfflenSept/ bf e tosl
prt!!. ^^ fouöe toillen fieöBen gereecBent / Detojjlfe ont?
pMi/hf^V\'^\'^^ft^w^n öetoace <0oö8ei»öt onfe^ ^alicömaecßetiS
•^iöeb&a^^^ -----
-ocr page 14-z Het Afkeer ende dc Bitterhey t ^^^t
<iin *c die van my gemygen : iVÙZ EUC. 29. Sy hebben M^e^^yjjljcj
Propheten, datfe die hooren. î©aei\'Om OOCtt €D?iflU0 tltßt
fïcööenït «n öïfputecenö^/ upt öß^cDjtftenöetft betoefen ^»ys^at^";
of niet Doen en moefie/ iBatrl). 4. berf. 4.7« lo- enöe tonlcnoeu^ ^n/
ceen ban ftacc ötoaUngc/ ontrent bcopfianisinge öer öooDen od«"-
lïetfeiöeaeöaen Ijeeft upt öe^cöjtften / feggenöe^attö- ^
31.3a ghrd\\Taeic,niec wetendedtSchrifcen, &c.
ifeaer belBölc eUenbJci alle menfcö«n / Dfe geopeniiacröe tó^ry ^jt j-
öe ^cöjïftute nïet en fieny (ten beele doo? een natuetlijcfie éHJ
ßetgccjïeUjföe/ tenticele öoo? geb^ecöban lieBoojUjcfee «f^\'^\'îîJSanî\'^ i-
ön&Êcfoecïï/ ten beeie 1300? enöe fcöön-rebenenü»»\'
tenbceie öoo? p:emöidß enbebooj-oojöedj fomtötJScoc&oöJ?
öed <aoöt.ö ban een öractjt isec ötoaiinge oöec öaec Oßfo«öen/op
felopljerDem/2v€BetT.2.10. iCo?.?. n-ir- ofooc6Doo2«J^.,iiit5r
ï)m0cbe!0^aran!ö/ 2 Co?. 4. 4, item öat ooc& met alle öiwvä
,^cr)?tftucr ebeufelaec fön oeopenbaertrenöe epnöelp ottiö^ï
tuer 0ceft fïnjöigó-fcöiinenöe plaetfen; enbe örergelüf&e anO^e ^ ji^ii
meer) maer elcîî öe ^clj?iftuer uptleggen na fiacï berfïant/J^l\'^w
oeïèert too^ben ban öaie ©oojgangerss enbe SeeraerjS m öie
ntebe fp gemepnfcöap tiouöen/ ötefebeeltgts filtnbdmgi^/ O\'inC
fïeert refpect cnöeliefbe öolgen : foo blijftelcfe bpfün opinie/^"" pgtlE
îïîc öe Defte te fijn. Cicfï mepnt bat öp be toaerßepbt Ißcft l ^nH^gÄ
partpe btoadt. 3©aer mebenocljtanjs öcfaecöaen toeberfpö^ ^/éÂ
iioci) eben fcfioon tiaet : 3®ant be eene mepnt fiet met toaetl)«?^\'jj^ïH\'L
anöke met btoalmge enbe ontoaerïjept. jlocg be J
baecmebefjaer recöïenöe öeguaemßepbt niet omtetiunnen^^
regd enbe ricpt-fnoer ber gefctjillen ontrent be ßeltgie / al?\'
enbe bcrölaringe be0 #pper(ïen i^ictjtersf/ leermeel«} iH^\'
enbe ünfïdi.eriS ber i^eltgte enbeföner j^ertîie; om batfomt^JV\'i
fcljen öoo^ öare berbojbenöept/ fcfiult / ijerlepbinge ban anb£
iuaer^ept niet en fien/ cf bertoaetfofeu / ofte be ^^^ ^
|ïaec€paenbetbcrf/2 5Betr. ^.étt öftf
^efeberfcijtlUgOeptber JSeligtcbaettünberbe CöJtfïett^t^frta^»\'«i
rigöepttn be genioeöeren/enbe oocfi ment^ftmael in be bcjegeni^^tcj^
öaöen ontrent malhanbereti/ toant bat ben eenen oo?beelt tog^y^^^
ooïbeelt öen anöei-eiï ontoaeröepbt / bat ben eenen oo?beeIt ^^
<0oöt.ö-öien|ï te fïïii / bat ooibeelt ben anbeten fuperflitie r/^^lrt
bt\'; öat ÖCÏI eenen oojbeelt te fîcecïîen tot <©ûbt${ eere/ bat /Ju tc\' a
îïïren te fîcec&en tot fiîne onteecinge / bat öe eene oo?beeU
beljulp-mibbel ber €8?i|lelijcfee Beltgie/oojbeclt ben anberetje^\' {Uôî|
énöe cûîtuptîe ber feibe bat ben eenen oojbecit boo? een fiucB "\'^.^coPL
benanb^ren boojbijjaltnge enb^ bcn^^ne»»
\'^^Éliib Över \'tverfchil van Religie, &€. 5
^«ïEntiipf\'^\'^® feeïJoaöctlöcfttotbesaïtoDn^töersiclc/ oo^beeU ticnan^
Ötonöt ban L^^öcn fcöabelöcft aen fce feibc/ toant tich / m m »^^^r.-xtcn
ptserenöe Uoo? t geneijpmcpnt toacdji
gencraïca
toacrfjcpD te fiin/
u ^teftrpfï. \' i\'ytifcuw«^ i ytuKppnupuf ofaiTijtpuieI4jn/
iP\'^lJctophï,<0oöe$i mtimïic fijne 5a teöept; ötefieeft een aföeec
wttecfip ban anöere bat fip mepnt ötoaitnge / öp-geioobe / enï3g
\'eöept fütt, om öe opmiïe oocb ban be perfonen / Die baer mebc
B«n toojgj "^P öat i)p enij? anöere baec boo? niet öefmst enbe beriept mo^
^et b£?£ fö« wöen a^n ö« 5Ööe / öaer be toaetBesiö
Pheten^^^\'SS/ toant Öe ^CÖJÏftuet (egt/ wacht uvandevalfchePro-
^^duce 7.1?. Wacht u van den fuerdeeflem der Phatifeen ende
f* ^^dien ló. 6. Siet toe dat u niemant en verleyde, HSattï).24.
{"^ngt hem"bieden komt ende defe leere niet en brenght, en onr-
^^tf, to huys, ende en feght tot hem nier, zijt gegroet, t ^OÏÏ-
[f biß be toaetßept niet en ïjeööen / enbe nocötan.sf mcpnen
ï affeemSlf Seüjupchen ebentoel/upt Bcacßt ban ftace btoaUnge/be (ilp
, ... ^ommige/befeaffteengDeptenbemisf-
Öettlucfeöei: Religie onbec be CO^ificnen fienbeenbe
/ n^h ^ ösöben getracDt btrceniging te maßen tufTc&en be geftntßes\'
baubeßoomfcö gßftnbemetöe 3p?ote(lanten: baneend
\'^cectje^"tüerrcBemetbe<©ecefo?meerbe: ban eenss ban be «ï5ecefc|s
JttcntiiJJh\' ae ïiemonflranten: cnbe bat boo? een toöfe ban tonctltatie/
of moberatie bec leer-ftucken, ten beeie be btoaUnge toat
JeoftjipJ"enbe/ becbloemenbe of coleucenbe: ten deele be fafie Bebatten^
ttoöifelacBtige «ptbjucßingen/ bie oppberitrge^
^tencieeif^^^tïaen/ ofbjaeconöeEpbecfön geboelen öonbeöeiöowö^ttJ
geoteben ban eenige punctentcftoöseb/etc. ßoebanigö
concept ban Caffander in fijn confuitati«. ©anbe SCutgeu^
lotaw ^^\'^senaemt Interim, ©anbe J^eet Hugo de Groot in fpne
Jtn ^ " «P öe Confultatie ban Gaffander, cnbe in fijn 25oe6 genaemt
JloiianhV? Of fön toenfcB tot ©lebe. €nbebec ï^eeren Staten ban
\'UcftPirt!/ »Böaet^oecfegenaemt Decretum Ordinum anno 1614, cn
ch l^öfe ban boen iö aeit toebec>5öbén nietaengenaem setoeef!/
«fïfcfta^f/toocö geen ba(iigt)epbtgeï)ab/enbe gefcflietoocö felbenfon^
iä h ^^ \'^\'^encfeinge/ often minlten becberginge ban öe toaecftcpt;
Je tiöee öaiben niet geraben.5lc& »««pne oocti bat be ff Heute tuffcïien
"Anteil iJSÄcmficgefintflcben/ bati0/ beiSoomfcfte enbe beP?otes
\'tteet^i\'^K «Êuai^ggjjj^lj^ (bjaet onberbanSutljerfcBe enbeecrefo?^
6ept na havW" toojben begrepen) foo groot enbebafi gefet is/infonber«
«at bß ïtfti\'^ »n Bet laetfie Concilium banTrentenisfbebcftigßt/ enbe
Mzxm blöft öpbat geborten/ bat be i^ertfee be f ausr/
25 a enbê
Het Afkeer ende de Bhterheyt
giiös Coitctlimin öe niet Dtoalen en ßonnen /
umij ts^tß Dinöenoftß u maSm
uan de leere ende leer-ftucken. iBaec Dat DOOJ ^^
riglj ölöft (foo lange te toeten / tot öat <©otit aen seni^te ow» ^^jjgft
«uöbel Uan fijn 3©o0?i enDe een anöec ließt enDe
te gcöen) ftct felbe te betcac&ten öooj einige conciliatieenöe uepw
öec gemoederen, enbe te fien / of öe Differentie Der \\j}St
m fouöe ïninnen geflupt enöe gematigßt toojDen/ upt fönfwi^jj
toaecöeöen öie men nocö met malöanDeten O^Sojfa^t»
iuelcfeöifcceet enDefacDtfinnigfjooiöeel enöe bejegeninge ooca
foUöefiunncn geben enöeöegemoeöecenöeauaemmaecöen o»« jji^jtu
onöemcötöanmalftanöeren te toülen Boo?en
Belet tooit öoo? öe al te g?oote affeeeï / &itteï0epi enOe mtf «anos»»»
ttent malßanDecen. , ^ :
^en inftoiit banöit (^ücattastjen fal öeftaen in iiefe ö^ie ^wt ü«
m«i yasu ♦ icii aiiucrcii
Wanten enöe ceöenenuan meöelööen/ \'ttoelfe
öeötoalenöe: enöe ten derden aentoijf^n Debefietoijfe fï\'^\'fSïpoUïï\'\'^
iiengs; ban on&ettoöftnge om De ötoalenöe/ enöe in\'t ößfonöer/jj *
ggfinbe te onUectoöfen/ enöe foo t mogeljjcBijcf/te tcetßen enöe ^
(ßerftfcljjcö Dan toataengaet/ DeöepalingeUan Den
iïtoalfnge/ ftaet te confiöeteren ßoe Uecce fp niet en öegoojt te \'
toeöcrom ftoe berre fp macö enDe öeßoojt te gaen.
^ïj en ße0oo2tonfejsöeDuncfeenss/ niet te gaen: . ^jjcê¥\\
X. (€ot (Sprannpe/ getoèlt / UecUolging/ Dtoang Dec fonfcient»^/ ,0t
DooDen Dec gene Die men boo? föettecen fiout / Datmen ti
1l^;a<Tenenöe getoelöt fouöetoillenötoingen ïtaec opinie ^«P^^\'^fts«^^
becfótjen/ enöe een snDet aeri te nemen/ want de wapenen oni«
iijn nien.\'leerchelijck , maergeeftelijck, krachtigh door
werpingederfterckre, Z COj.i0.4. iictftoee« Daet men ßlf^^^J é-
ten moet/ i^ het fweert des Geeftes, \'t welck is Godts woort,
ili\'es; moet men fitlj door openbaringe der vvaerheyt aengenaem n^t/
by aile confcientien der menfchen , z CO?. 4. 2. \'©e JÜeÜÖi^ rtïidOOl^^l^^
ni\'er gebtoongen too?Den. (®nfen ^aïitljmafeec ge^ieDt De ^ngj j^ti/
euïie ongef|oo?fame te laten baven / maec niet te Dtoingen ^te " ^^ ß
»r. 10.14, €n&e foo öeböen oocö geDaen fijne füpofielen/ ^oo^
fsicnfineDeeftfeectocï gefeg^t 3£aftantiu${/ de Religie moet {ter\'
■geftaen worden met andere te dooden, maer met felß daer vo ^c..
ven : niet met wreeiheyCjmaer met Ijjdtfaemheyt: niet naet i^n goe^^"\'
ken, maer met trouvrej want dat fijn wapenen der boofen,. dät a n
ijctem\'
"1
.6f
ft £
m
J
-ocr page 18-mr
-ocr page 19- -ocr page 20-m
■m
______SV--®"
-M
m.
m?
r ^^^^ v.erfehil van Reiigie, Scc. ƒ
ïjeböen boo? fac0tmo£bïosött&evtoi3fwgc / fonöes:
•tiet egn JrP^^elt/ öoo? tii ïicacOt ban «öobtjS ïBoojt enbeopseeit gcflecbt
^nbe bfrh lebm snöc lijbtfacmöept/ öe Dctle toer eit öefJecrt,
i^tionif-\'\'^öaibenfcDjtcïien top enbe ïjeööen eenaffeeecban beSpacnfcbe
^ ^^^^ föuöe fmafeen. €nbe oo?beelcn bat Piaio cn--
J^e fijn b , ^önelgcfi gefept fiebben / dat de ftraffe van een dwalende hoort
J^tec (jyjJ^\'" geieerc te worden. btoang toojben geen menfcfjen tot
^ï\'teii efi m \' Oeloof geb?acDt/ maer tot ïjupcïKlaren gcniaecïit/ bic ban
V jg ben itionbe bepnfen / batfe met ber Derten niet en geloben.
J^tejt^u^^i too bat <©obt tn De ï©et iBofisü öeeft geöoben / niet aUecn
•^accooffV^vei^jopDeetfoubegeboot toojDeu/^eut.15. <;. enbeiS.
2o.
"^eren bph 1 tieten berlepben om andere Goden te dienen ofte te
b itew^^" ^^^ Heere, ^eUter.17.2. 3.4. <r. €X0Ö.22. 2. Eeb».
^^n tfifcirA\'^er men moet toeten/1. bat fuicfi^ fijngetoeeft ©olitieclie toet^
S^SniethpL^-^" ftaet ber loobfcDe §0olttie enbe föevtöe/enbe ober fuftfejS
bie Sh Sßlöf\'ö tW\'^ßK anDere Jpolittecfie enbe jjoenaie toetten
^atfelf^onDec De Slobenbie toetten rigidè enbe pre-
Ctien ofP?ecies/ genomen enbe berftaen fön / ban die andere Goden
Ih^^®/ odi behalven den Heere, (bofgeniS ben regel bet ge^
fjj tnau alle obieufeenbe öeftoaerUjcße toetten moet men
hjöDon enbe nopt en fön geejctenbeert tot fecten onber be Globen/
\'^tappjj^^Jl^btoalenöe/ gelöcfiDe Sadduceën. €nbe foo fönfeoocß nu
berfcßepben gefintöeben onber be €tj?iftenen.
<©obtsS Bebel met ben ftoeetbe laten DuO==
Ö Puiw\'ï Die plecötig|)toaren aen ßet maechen enbe eeren ban
ba »tó iïï ï\' 32.27.28. iBaer men moet toeten/ bat offulcr
Èh*^"^^/ enh? öe Boben- berßaelDe toetten/ Die boen in èracSt
SfeJi^f bat L» \' ^^ 3ioobf£l)e 3^ol^^ie bernietiggt fijnbe / niet en becbin^
Si Q^mcüS. ^enfpeciael Bebel enbeertrao?binaire Daet i^sgetoeeft/ Die
Dü, Rc«c6pn u maecßt / nocö boo? een eyempel ban nabolginge
i ^ Pöer een. a©elc6e felbe biftinrtie oocfe te obferberen
A. i^^^an be ^>opDeet €lia / OacDtenbe De p?op8eten 2E>aalsS/
tifh^öWhl;» \'\'^toeicöfootoepnigg tot een exempel ban na-bolgingc
ï^^fiiS ^ bat ÖP fiet bper banben i^cmel geeft gebe^
teMno^
Si tertP» berfcöepbenCfiziften ^epferen boots? ftraffe geöc^
en seene 3^etteren / aljs te fieni.ö in corpore juris.
W^^ ï en hÜÏ^^ menfcöelöcfie toetten fön / foo fönfe btoaling onber^
Mif ^f nah.::,anbere Regenten nu berber niet/ alffe be <aobb0\'
^ ^^oeS S\'^^ toetten tot een fonbament geböen/ Datfe in öefen
lafteren enbe iauaet-fp?cetßen ban Den Dienft of
23 3 per?
6 . Het Afkeer ende de Bktcrheyt ^^^^
pcïfoïicn bie bJp oojbeden te btoaïcn / toant baer en i0 O^en öoet gJ^^jj^j
DDen: nocö fulc&sf en üeüüen niet gebaen be ^Pöpei^n / ^ af
naUolgcrsê top beïjoo?ben te fpn / toant ^aulu0 be ^epbenen pei"
geUen/ bat öp öacc <©o3inne niet gelatte« en Babbe/ ^^^-^^\'J/ttadP^^
00C& te^Stijenen/fcDoonbaeubtnöenbe groote
ïjaren bienfl niet en fcljelt nocf) en iafïert / iae en öenaemtfe m^j ^^ pf
ipecifiee enbe Batelijciie benaminge/ uptbjucfienbe
cc Ufgoberpe/ maer met een generale enbe onaenllotelDCö^JJf\'«i ff^j
ban Godc? dienftigheyt, ctc- ?ïct. 17.22.23. 25uptentb)i)nei J\'
föne facBtmoebige beiegeninge aubientie enbe geïjoo? tt ertiö"\' ^fr
onberricDtinge. €nöe 10 berljalben een feer onöetameliif«e oi\'i\'
Dept enbe bittejBept / bat öe €B?iflenen in geboden bcrfcötjJjM^jji m
ßanberen boo? feetterss niet alleen/ maer boo? Bonben enbe ^^^^
ïen uptfcBelben: geijjcïi be Globen €B?tflum bcben/^oB.840\'*^
Cß?i(ii bie leert enbe epfcBt eenanberefacßtmoebigB^P^
3. l^ietfoobcrre/ batmen foubeitwpnenengelooben/^^^^^
!Öetteren geen geloof en Boo?t te Bouten/ toant leugen/ ijjctf\'^ï
öebjogB/ mepneebtgBept/ berDonbt-öjeecfeingc/ ofbananocv ^^^^^
cnbe geooilofbe contracten enbe beloften/ isi altgt fonbe /"n^^rt^f
oocfe foube mogen Degaen toojben / altoaer Bet een ^epben \'^.■^ttw\'
<©obtloosfmenfcB. ïloojttoat <©oïifegBtban ben Conitifß^ mw
fön ©erbonbt enbe troub)eb?eec6enbe/ bie Bp aen ben Comni^iKi^
cabne5ar Babbe geüaen/ €5ecB. 17. i <. 19» lai hy gedyen f
men diefuicke dingen doet ? ja fal hy het Verbondt breecken eS\' ^ (oo^^^
men? Alfoo feyt de Heere Heere, foowaerachtigh als ^"-^^^^aeb^^^^^ft
mijnen eedt, dienhy veracht heeft, endeiaijnverbondt,
heeft, dat felve niet op fijnen kop en geve. tïOUUJelOOfe e»
berfteeren in <©obess €ente/nocB bjoonen op Den bergB fö"^*^ ^it,
maer die oprecht wandelt, die met fijn herte de waerheytlpree^
al heeft hy gefworen tor fijne fchade, evenwel niet en verantle \'
if. 1.2.4» ïHfft/Ö\'^rt
4. j^tet tot berB?eßinge ban een toettigB geffooten / C
alïiocbaei met ongeloobige / of ban een btoaienbe gefititBep»
ägoutoeUjtßen moeten aengegaen toerben / om Bet pcr^cBei
binge bat bacr in i.ö / «E^eutr. 7. 4. foo ijS Bet nocBtan^ bat oj» j^jgg nj
pauluss uptb?ucfeeli)tb teert/ bat Bet J^outoelijcö met een ong"" ^^
aengegaen fönbe/ om Bet bffferent ban ßeligie niet en moet no«» ^{to»
bjoibenorttbonbennocBgeMocfeen/ i€o?.7.i2*i?-
ig Bet bienbolgenjef een miis-berllant getoeefl i» fommige ban m
öooperen/ bieb« €cBt-fcBepbin3e öe&öen geb^toen/ «nbeo^»"j^fP.»
/
lljt^g.,. Over \'t terfchii van Reiigic, &cc. y
JUtijE^^o-tooomnge enöe gemepnfdjap tuffcljen JiBan cttfcc ©jonïa
^\'aen/ei^tp/öß\'gelaten / al0 ecnban bepbeöepanpenwfccnban toa^ge?
K. BïPf ^^ ötOcotcn,
JJcpnfcha ontcecöinge enöe toepgennge Uan alle 25o?gerlijcN gc^
f ^^^iiaihf s malcanbcren te fpjtechen / maltianöercn te groctetr/
S\'aptj.JJf Jy^ïen te eren enöe te öjincfeenj teöanöeien enbetefcoopman--
%ottei äi^\'^JßcrUjrhe öuipe enbe gebicnfltgöeben teboen etc.toant ben
d I f. 9- lo. gefcöjebenDcööenbe genDtebanCo^
^^tiie,, "\'^haerniec en fouden vermengen meiden hoereerders, afgo-
S^ömitH,^\' tefttingecrtget felbeUir^ II. tot be gene bie23?oeöere«
jT ^ï^tben / niet toillenbe batfe met fcBanbaleufe 25?oeberen Daeï
tïï\' fouben mactïtcn / om gaer afbeet ban bcr felbec
If\' Van tßgeben/ enbe ßaet foo boenbe te öefcDamm 2 fCtjcff.?»
ÖP ^^^ ^^^^ fonbaien enbe
- üyc ^ öctmenginge/of ommegancfe te berfiaen bjaiörfouc ghy moe-
^^...... .........■
Ja« hSj [f^^tse ten eten nopt/ men baer gaen magß. €nöe btenboigens
h! SainJ^^^\'ïnöewgeibe af6?erigöept en bttteröept in be Globen ontrent
" " \' — ------- -----totlbenetenofb?incfeen/ofbß
/\'t bjelclt be ^amacitaenfcDc
?^tót^O?iftobertoöt/ ^oö 4.9. €nbetoeberominbeSamaruanen
bie Cö?i(lum niet en toilbïn ontfangen nocï) öecbergc
dac fijn aengefichte wasalsreyfendena jerufalen^, 31UC. 9.
If\'^Äp.Il ï^öerBalben een onberftanbt/ $nbeberßeerbenpbcr/ in
batfcBetafßeer banlictigicfoo toiitiipt-firechen/
booj ban een anbec gefintftept W öp na niet en bailien groeten/
Uien- toercöen/ of |aer be penning!) gunnen enbe bp gaec fiOf
ii^t natuerljjcêe of tibiie Banben / of be
/ troutoe / beugijt of noot mochte boaberen, ^oo fynbee
% een flHs ^^ bifferent ban ßdigte / niemanbt
PUune^^öJc Sefintöepbt fön btend fullen gebjupcfeen/ ofbepenntngö
ö^bbe fto ÖP eeniggfïnsi fiaer maegftftï)ap / of naefle Buer / of aj
^ \'t bénS"®^®"/ troutoe enbe bienfï ban be felbe genoten;al berepfcl>
armoebejal toarcnfe beter enbe troutoer in Daer bienfl/
S L®"^® ^\'P\'^^^Ötec in öaer èoopmanfcrjap/ leberenbe Betee
nofötanjS be ßeligieonss nieten gebiet te nature of
onS^erlnche gemepnfcßap te berBjeecben/of trfeo?t te boen:no^^
? ï\'ienft S S" P^öant&Baeröept: norïi berfiiet onö niet be beugt / troutoe
^^tJeijnjni\'^^^"öngeioobtge / of inßeligiebtoalcnbe/ te crßennen enbe
^ «ttbeontïoutoe of anbereonbeugBbw in m Söjoeber feif^
tfi
tß ^^^^ ^^ ßpfctjen / enöc \'onmof
»\'^\'»liet hß enöe öien-Dolgcnss moet mijn fcD?üben foo gern«.
t Het Afkeer ende de BItterheyt
te miTp^üfÊn tnu te ficaften/ of ficf) mt ban te toacD««;. .
baöen batt 253?aeclijc6en ommegang enbe Dsnöelutge ^ ,. j^,
tipterlüc&enmenfche/ enbefiebDen geengemepnfcfiap met
ombtetebÉboibPc^n ofte tÊhcrnaöedÉii. öênhÊfiilcftö aert^Deut^ ^
boo?-bereaelbe öanbcngebaen/maec&t gcoote öerbieembtnge^n ^Jpu
groote fcöabe / met aUeen m öe 25o?getlijc&e ^octetept / w »^J^^^jpt #
öoenbe in faveur tot eenen i^v\'Ugie be fouten ongeflcaft:gjjn^
ßeer banbesfanberen KeUgfebe bfenflenenbeöeugDeit
Beloont gelaten tooiöen i maev cocft aen öe SeUgie feif^ / oi^ [jjy jfrjaß
commanbabel en maecßt met be 25tJ?gerlöc&e öcugoen enoe
te berbjeecften / maer te bebetltgen/ enbe tc becmeecberen. , gf, aep
t0 töd foo bat öeii tCpojtel fegt <0al, 6, lo. Laet ons goej« ^jt^eij
alle, maer meeft aen de huyfgerjocen des gcloofs. |Baet bat moet ^j^jj
too?ben/ csteris paribus, öat alle anbere ötngen geI0cB fi rjp^
niet afsE fp \'t ontoaetbigfi fön / enbe öat W öoo? anöere
öenen ten bienlle ban anbete meeröer fijn berSnocgt en
6. Cnöeepnbelöcftniet tot tocpgerfngö bantoercßen ^^no^ä^ji/I\'®
tfgöepö/ alsf fön benOongetigcntefpöftgen/ benaecßtentßBfi,]jg6P
fetancSen te befoecBen/ öe booben te begraben/ enöe anöere oniP® 0
flanbtben ellenbigen tebetoöfen in fönen noot: toarnftö""^ " ^(gr«^
mcnfcöennietfcöulbtgöenlicföcban Vriemfchap, footß ("^\'j^hef?
alle menfföen/oocft (ijne bpanben/ fcßulbigB Uefbe ban <5; b^I
als( €ft?itlusj leert JiBatß. 44- enöe ^aulusS aom. 12 20. \'^f^LmaiW
10. €nöe öat top in fpecie fulcßö mebe fcgulbigfi fön aen ö^n
fcöoon fp in geloof ban onjs berfcö«len/ toont met be tf^ 0
iid banöm Samaritaen, 3£uc. lo. toienj» barmöatti0iJ^0(ia
\'öencllenbigen ^oöe geöaenöPPlÖit/ enöe öert 3®et-geleecöe gf"
tebolgeit. ».^«0/
€nbe öerßalbeni^ Bet m gtootß enöe ongecegeibe bittccöep,
fommfgeupteenöaetbanbe Sleligiefiarcssnaeflen/ omöatfeg\'pg;«
öeelen öaer in te ötoaien / öenfelbenin föne noot toepgerert
mbe öpdanöt / gehjcß be ^amarftaenfcöe ©joutoe CÖ?«!!"/
fönbe ban öe repfe/ om öat fiu een 3Ioöe toag/ toepgeröen cenö?"»\'
ter/SföÖ.4« 9. (Ctoelclintct aUeenigion-CejiftelÖcß/
m ßarbarifch, toatttto^lcfe« ban öe Barbaren tßCtO?. zS, ^^ej"
lo enöe föne met-gefellen/ fcDip- &?ettcöe gelcöen ßeböenbe / gee« g*^
nevriendelijckheytbewefenhebben. u
SBlfoo ban öefc0?eben öcbBenbe öoe berte öen afBeec otiec m
ban Heligie niet en ßooit tt gaen. Eaet Qm nu bertoolgen^
bette ßet foubg mögen enöe öeOoo?en tc gacrt; upt ftracöt uan 0*
-------------------------. (fgjjjgjgnfoäjbcm*
ï ^ Over \'t verfchil van Religie, &g. 9
I ons moeten toacBtcn Dan Kerterye, alsf een becöerbenben
h^^ïberS Stelen/jBat^ió. 6.12. enbe een toevcü besi bleefcöe.ö / bat
gfiin QpfS^^tfiept/ <©al. s- 20. €n moeten niet mcpnen bat pbec een
cn ftf toojben: neen/ gelijcöec maer een <©obt/enbe ee«
M.d / ^^^ ttTer oocö maeceea bjaecenbefaligömafeentgeioove,
yt iBcir^Öct bjelcßc men <©obt niet en fean öetiagen / l^eb?. i r.
Öet Cöjlfien geloobe / fiol). 3.36.bat on^ leect Bennen ben
h^^\'Öobf/x öenbjaten^alig0maBer/ öet miöbel onfec becfo^mnge
J^n tat a^ï" recöten <©obt0-bientl etc. €nbe top en moeten niet mep^
fyc ttioe^f ^ toaeïöept be.ööeloofss toepnigfj gelegen t^/want die waer-
^^yiiof. vry maecken, ^0lJ> 8. in die waerheyt moeten wy gc-
riimctt \' 17. »7- €ö?tflu!Ef be ^one eobtsi i$s in be toereibt
\' die waerheyt geinychniffe re geven, ^loÖ- iS. 37» Ott^ toOJt
h ^^aeii» s , ende niet te verkoopen, 23« 23- bjp bJOjbett
W batriL iJte ücpen/ betf. 30. jlSen moetoocB niet mep^
Jöïj te behagen enöefaligö tebJo?öen/ genoegt) m een
y teijen t, t)o?geclgcb leben/ neen Det bjare geloobe moetec bp 30«/
\'ivi,.,.. öoben becöaelt: enbefeftec «©utbabec Beeft toel gefegBt / maiè
"\'ft hjp, ^e Deo non bene creditur: Daet tooit niet toêl geleeft / bacr
hu?» S»?.r^tentoo^t.
■ w^pjiïipittetïienongeloobigen (enbefoo metanbereinbeïteligic
1 berft"® proportie ban be gtootfiept Baret btoalinge) geenfloutoe#
^iet v^t aen gaen / bolgenss ïï^euter. 7.ghyenfuit u oock mec
en
l^\'^eti, ^^\'^\'\'"^aegfchappen: ghy en fult uwe dochters niet geven aen hare
%tter dochters niet nemen voor uwe fonen, &c. Cnbe be cebcn
St fy r P öebaen ber0 genomen ban Bet perijcBel ban berlepbinge /
^^^en " "we fonen van mydoen afvvijcken, datfy andere Goden
<©elijcB ban feifjS bentoijltenaUer Coningen Saiomon
lï ®erloc6t enbe berlept tot SCföOöerpe/ i ï5eg. 11.4., enbe
NplaroS« öettoutoöc foecBenbe malBanberen te BeBagen/1 €0?. 7.
gtïlt en 3 ^^^^ felfö fomtyts baer in malßanberen (fcBoon tegen alle
fl^^mn;« öatfeban Baer ßeligie ceberen. ^aer nocBtansS bie / foo
ï^öciojt tp r ^ïïe boo? toaerBept Bouben/ Baer boben alle bingen bierbaec
V •^aahV?^ / ^ï^öe ban Bet toelcBe men / om menfcBen te BeBagen/ niet
■"Wbrf Seben/ b0lgen^©30b,23.23. Koopt de waerheyt ende en
• Altern
^ Scn m\'^^t^efetieiwngc Betoefen upt 2 €o?.6a4. En treckt geen ander
V ongeioovigen, en toatiffemautoer jockenBanbt / af^i
S«li0ie i^outoelöcBjS. <©ocft geeft een ongeiöcfi Jgoutoelijcfe tt»
^^^«th-Söft enbe auellinae / toaer upt ontfiaen i^ Bet gemeen
^\'"\'Jt/ daer is geen grooter kruys, al s twee gelooven in een huys.
€
-ocr page 26-Het Afkeer ende de Bitterheyt
--VA ^jpl, .....
gelooft dat ick [ Hej ben, ghy ful t in uwe fonden fterven. I ^ \'
lien ymanc den Heere Jefuai Chriltum niet lief en heeft» ,
een
Het Afkeer ende de Bitterheyt
IZ Het At keer ende de Bitterheyt
toßcfcöflijan ßeligie tiMTcfjenbe becfcDsPöcn gefintficDett on^^® ^ißU
tienen öoben becmelt j bte öefe fal fijiv öat/ mönjS / j^ji
fienen öte met mal&anöecen gemepn öeööen öe twaelf ^po\'
CüitfleUjc5en<©dooof^/ Debat in gctSymboium, toe-O^na^»\'\'; - U^riW
fteien, malfianöeren niet ïtcöt en öeDoojöen te Anacheoiacjzere .
te bccbloeelien\' ofte te beröoemen. ut^
<©m OHéin jjetoojDeel obec onfennaeiïen etiö^
(ïaet eerfl in Det generael aen te niereden / öat onfe rf/fitba^"^^\'^
fijne %c.|lclen ongt toaeefcljoutoea enöe af-manen ban alle tny ^^ piet
. entloutooiöeel/ feggenöeiBatö.?-1.2.. Enoordeeitmec, op^^^j^lhyg^\'
geoordeelc en worde. Want met welck oordeel ghy oordeelt, c (iie^
oordeelt worden. €n %UC,6.,37. En oordeelt niet, e" ^yor\'i^\'\'\'
geoordeelt worden : verdoemt niet, endeghy fulc niec verdoel ^^^^^ p
i?Om. 14.. 4. Wie zijt ghy die eenesanderen huys-knechc oor
ftaet ofte hy vak fijnen eygen Heer. -«idoïett »
(Cen anöeren fiaet aen te mercfeen/ batmeningetooM« giiDt
fcflept moet maecßen / tufTcïjen te oojöeelen ober een faeck oc ^gj^toiJfJ
tUfTdjen te OO^beelen ober icmantgs perfoon ende fijnen ftaet: 1 ^ I al?
ïjet eerjle i0 Oet oo^öeel beel Itcijtec enbe onbe&ommecöer te pj» ^^go^
ober Det ttoeebe. 25p ejcempel / Bet fteeft toepnigö fbJartgljep^J. j^p^lji
öeelen ban iemant^ boen/ of Bet toel of Qualijcfe gebaen i.»; .Jt mai^^
of onbeugBt isS/geloof/ of Bp-geloof en fupetftitie-.macr Ö^PSeöeï-C
öer enbe öcßommeriijcfeer te oojbeelen / of foo een menfcO^ r^j^ue g
booten/ in ben flaet ber genabe / of ben flaet öer genaöe öt %
nefïjnefonben/ fuperftitienenblBalingennocBöan "rifauO^»!\'\'^\'
öte0 niet tegenfiaenöe / <0oöts5 genabe enöe öe faligiiept \' .
gen te bertoacBten Deböen/ ofte niet. - ^ P^^
^e^cft?iftueré en berbiebt onjS ebenbjel niet geBcel oock y^iti»^
nen enöe Baren ftaet te oojbeelen; enbelaeton.ö, toe/ ja leert on? \' üpigcijf
öetebecoo?beelen/ teberbloetBen/ ofteteberbocmen/ öfltjf^^ßiacf\'
<0ob!^ 3©oo?t/ enbe fijn boojgaenbe oojbeel/ becöoemelöC" ^^gtfe
aliS namelijcft de Heydenen, feggenöe ban öe felbe €pf) 2.
fonder Chrifto, vervreemt vanhecborgerfchap Ifraëls , f V nde\'\'^ t
gen van de verbonden der beloften, geen hope hebbende,ende
in de wereldt, 4- iS. datfe fijn verduyftert in hec verltant»^ ^^^^ ne
fijnde van hec leven Godts , door de onwetenheydc die in \'^^LjjifnO^ r
verhardingehares herren. infgclijcMmebede]oden, nietd"®\'\' jiehe"\'^"^
^efuss iss be öe CBlffflläSf/ f ofl. 3 5. Die in den Sone g^loo« y^j j^et le-
bet eeuwige leven : maer die den Sone ongehoorfaem is , die ghi
ven niet fien: maer de toom Godrs blijft op bem. \'^OÏJ- 8- 24* lO-
metengeloofrdarirkr.5ip1N^n.»k^f..u:..<wven.i
22> Indien ym
-ocr page 27-¥
- «
■ 1 t
■If
J
■ >
-ocr page 28-J
sli
.y-K
... .
A
-
\'M
■if^Jr.. ,
T
gîî®
- ^
vetviogj,,. ^^^^ verfchil van Religie, &e. r j
\'^hent, 1 anacha. i ^jof). 2.23. Een yegelijck die den Sone lo«
^ Ê , den Vader met, <©ah i. S. 9. alwaer \'i oock dat wy,
gent uyt den Hemelu ten Euangelinm verkoridighde buyren\'c
mortM^w\'^^\'S^ hebben, die zy vervioeckc. ï©aÊt: bp öan mcDC OV\'
ï?\' tlu êwh^^^en öe (Cureren af Mahumetanen, fjcbbenbe ccn idiote
fpeenï^"^®^ enöe ^joöcnbom tc fömcn bermengfjt/ enöc al-öoe-
eti«;, mebe ijedOen ban ïjet Cijaiftcnbom/ öebJölfe ebentod
^ Sp cento?n €5oöt / ben Babet / Oen ^one enbe
? slaS^^\'"iet en Ijouben bao? ben ^one ^aoö.ö/noclj boo?
5 ^^tfe ^^^ HBerelt 5 enbe boo? öen Doogften ^^opljeet in bc
s \'\' fteden Machomet, foo Bunnen be plaetfen tot beroo?bee<
l\'^t^PitfP^??!" J^ïpbcnen W geb^acöt/ oocB op baer gcbupbet enbe
^oue <©QhfP^^\'^en/ om be gelijcfitjepöt ban reöen / bat 13$ / batfe in ben
Jfretieti is u seioobcn / baec nocljtans de ialighcy t in geenen an-
\'^Oiitl^, daer en is oock onder den Hemel geenen anderen Naem,
wor-
maef
gegeven is j door wekken wy moeten faligh
Middel \' 4. IZ. en I Z, f. Daer is I
fn \'\'^^WiipW^L^®\'^\'^ menfchen, de menfche Cbriftus }efus.
^^epbeS ^^ ri^cïjjiftuccc becbloecBt ofte berboemt be ongelobige/
F ^QhH ^iobenj foo beïbioecBt enbe becboemtfe ootB mebe / bic
fif ^waeic ^ baren fonbet öaer te beBeeren /1 Co^ 6, i o>
P^eldgf^ > noch hoereerders, nochafgoden\'\'dienaers, noch over-
r^^iêaerts\'^ ontuchtige, noch die by mannen liggen, noch dieven.noch
f ^\'^inckri\',^"\'^^ dronckaerts : geen lafteraers, geen roevers en füllen hec
^^ult Godtsbe-erven, 2UC.13.3. <;. indien ghy u niet en bekeert,
vergaen.
is fiet een mi0-bertlantcnbc berficcrbe fcrupuIeuiSöepr/
^^batiiöp ^mpben f«fi ^an alle oojöeel of beroo?beelingc öeï menfcöm/
Siftuer^^^ mocßten 50«/ bJtUenontljouben/ baernocïjtanssbe
ih^eelcn / «»S^^ ^oo?-gaet enbe leert toic top mogen enbe moeten bcr^
\'\'ietmtft- ®\'^^^öbtglboo?3 ienbcoo?becl Volgen / foo en füllen
^^aet Of h ^^Offt fonbigen tegen öc toaerljept / nocïj tegen bc Itefbe.
giften LïaS^^ ^oo?gemeltc - öefintfteöcn / fioubenbe bc
bp Ä beS Lr^\'^P\'&^ten enbe 5llpoflelen/bctbat in be^aetBen be^
k ^ rfrH\'J I (€eftamcnt0/ boo? «aoöt0 3©ooat/cnbegcloobcn^
fC Ahr^ft , ^^^ Cö?iftciöcBen »©eloofsf/ Begrepen in Bet Svmbo-
ii\'li\'^^e/omh ftaer l^ben beugïjtfaem enbe COjifïelijcB aen-
^\'^bcrfpiw bp-geloobe enbe fuperfittien/ bie b\'cen en
bp ftaer fiebbcn/ maiBanberen Bunnen en mogen
C
wm
-ocr page 32-„ oemoet en fp^upt, 3©ant fp mepnen/ ïnöien men fn ö^R^J^ö^elj« /
„rmge Danbe CatßolöcfieläeccßfupDei: enöeojJcecBt
„ toteuooj25?oeöer^ teöouöen fön/ toie nret/bat ^l^^^i\'Stifr»«^\'* S
,, pbec ijie Dergaberingc ntet en föuben aenöangen / / of f^\'^, df
,, fön: maec batfe booj menfcDelöcße cebenen betoog/n fpoe\' ^gft /yj
,, ßlöben bolBerbeninbteBecclf / öißBetöeflegeboejen «!^^
ftcrrlitDtelöcß tot foobanigen läeccB boegen/ alffe fouöenS^^ mv
„ fein foobanigen opinie enbe ©ergaberinge nocöfouoen
ttlOlbeit» Maer hy doet daer by, fp BOHben Öefet tlteUfOT\'^
,, boo^ftcßti get te Dulpe ßomen: enbe notötan^s foo pt^K« „t^
„ veaniet btbolgen/ om batfe in alless met Baec niet en a^b^^n fe^^^L
i^oomfcB-gefinbe ballen mt ontrent feet fcBerp/ ^"KgeitifC
reet be anbete CB^if^en gefintßeben / ßaec Boubenbe öu^tfisflcffit^/ fe
f^japber fJoomfcße öertße te Anathematizeren enbe te yaji v\'
löc&fulrfis?tefieni)5?in be Anathemarageboegötßpbe wrf
ConciUum ban (Crenten. iBaet icfe bjenfrBten be fon^
gconben ban fulcfe een Anachema enbe berboemen upt
eenss te fien getoont i toaer leert <®obt^ 3©oojt / bat men ^ jjj«
Boubenbe be ^cBJtften ber enbe Sipoflelen JJ-plß^ji;
aennemenbe be rz ^ErticulenbejS CB?iWöcßen «©flof\'^irS/^ti^\'Ä
öe felbe geloofcenbe in öen 5&?ie-ßen{gen «©obt / ©aber / ^^ \'g (S^^L
<©ee(l;geIoobenbeCfl#iGoddeiiicke natur^/enbc föne «^"Äc / g«
te ban ben ©aber/ mttfgaber^ föne toar^menfcheiijcke m^^jm
geboomte in öer tübt upt be i^epUge iBaget USaria: itßg!jyjLj; /
laer-Ämpien, rbatBp i.ö onfenBoogBfien J "iw
bolinaecftten ^oogen-p^iefler / enbe onfen €eutoigen
scacen, foo ban berneberinge/ als? ban beröooginge /bat p J^^tßig;
bert om onfe fonben /enöeougetoecRt tot onfe recljtbeeröig»^\'
<0sloobenbe een üeplige CatBolijcBe €B?if}eli)cfie ^ß^^S^ffi
#?ib!legien / name öfttbegemepnfcBapibeti^epUgctt/ ^
fonben/ opüanöinge bejs bleefcB / enbe een eeutoigB «JvS\'
Boubenbe be ttoee .^acramenten ban CBji^o ingelielt/ ö^^Xfiet K
een 3cgel ban öe afmaffinge onfer fonben in fijnen bloebc /
bommaeltoteengebacBtenifleban föne boot: ieerenbe of »\'^jp^gpo\'
Bepbt öer goebe toercften na ben reget ban <@objS toet/ aiW\'
tot ben J\'^emel in te gaen/ enbe batfonöer BepligBmaßt^^
fien cn fal/ enöe fulcß^ ootß met fön toanbel betracBtß^öe:
öe btec algemcpne Conctlten f enbe berbaertJenbe ban B^^" ^s. öSti^^L
terpen baec in beroojbeelt / toaer fegfi (cfi / leert ftiP^"
immrn öetoCÉöpf/öOÖö^^^
Over \'t vcrrchU van Keligie, &c, i\'/
ttiaggbecboenifnenbe Anathema feggen. €nl»e öoo?
«e fooö ir^,"®®^ iön öe ^jotcltamifcöe/ C^angelifcfte enöe «©erefojnietc^
cehort öerijalben mepnen top/öat bie ban be ïioontfcjöe inerts
" \'cfjcnft^ «oöebDen ombanonjjfooquaben gcboeUnwöeöben/ enbe
. ïlBn I J.f öojbeel ober on0 te bellen.
«©„pJy^^^el bjp banljertenin ailen 5! «dien gelooben befieïööeniffe
enbe gebolge oojbeelen bat bc anberc
[tlji((m: \' ösfmtöeben/ boo?foo bcrrefpbaecban af-toijt&en enbe bec#
\'ftteJJ"i^-ö£rfiantöeb&en cnDe btoaien; fouben ecötcc mettofllenaU
^^^eenfrf onber be anbere geffntfieben nocD fcljuplen/ jae met be felbe
^^linnïn ^Öouben/ enbeficDaleenicijfin^ bffmettenmet betfelbec
Vhe™/fupec(litten/enbeepgen -toiiligeo^obtö-bienficn/ baecom
\'Dn ban > üerbïoecöen; bccboemen/ oftebedilarcn becfieecUen te
J.\'tooihp 1 ^ Öoope ban 5altgDepöt dwaiinge te bertoerpen enbe te
fen/ jt öe minUe foo lueial^ be meefie/ bat maglj en moet gefcfiie»
wiet lintr ^^^\'^it^nde te becboemen bat öeeft toat meer in. iBen moet
\'ft tonfibereren/ baf be eene gefinttjept meecbec enbe pe?!ciileu=
\'\'\'W be anbece. ^at be eene btoalinge oocö fbsaerber i.ö alj^ be
feien/\'v^atbeeene btoalinge Detfonbamentom (loot ofte boet toanr^
fiout/r.J^ anbere öetfonbament nocDöcDoubenbe/ op D^t f^^liJ"? fioutot
J\'^tó f i€o?.3.i2. #at alle bie al onber een anber ges
Jesfgtfyjjönplen / ja baer mebegemcpnfcöap Douben / baerom niet alle
Jeniett Lj^a^ingen aen-nemen enbe bolgen: enbe biefe al eenigfiniS aen«
S^ P?in?t- ^ ^Igen/ jupH baerom niet laten pjebaleren / enbe be eerlic cn?
«oubint,T^^ïfte Plaetsf fiebbcn in öet bcrtroutoen fiertcn.l^cele een^
Jn{je55;Jisncnbc booj-gronben menicDmaelbe gebolgenbancenötoa^
fniW^»/ öebjelcftc foofe fagen/ fOHben bc btoalinge bcrtoerpen. 5Cnberc
[oftaïfiocbjel toj) oo?becïcn (fiet5p alleen naepfcfiban factfien eir
; öat onbccbebjjfbooj-gemeltcgefintöe?
«e QaftUi/^et mcerber enbe fbjaerber ötoalingen fön begept/ algf bic ban
\'^«QeihrS\'ffie fecrcfee/ ban toegen öe beelbulbtge ?Cfgobcrpcn ofte onge^
^egl^betoefenacn^anrtcn/ beelben/ rcUguien etc. fuperflitien/
lOübcK^wltige <©obt0-bienflett/ teaerbanacöter b?eeöer. i^ooen
ttocBtanss niet toillen nocD bo?ben/ alle öie gcenc bie opt of opt
PNeer Löefintöept enbe l^ercBc ficfi nocD Rebben g^Bouben/ enbe al mirt
"«betft^^^rfciber fuperflitien öaerBebben b.fmet/beroo?bceïenen?
^003 ^an alle öoope öer salib^ept ^nfonbcrrjcpt mt beele onfer
«e Vhp \' öe btoalingen nocö foo berre toaren gecanor.izeert cn?
^\'^m\'bt/ aiss gefcgicf t^ b? Bet lagtflc Canciitum ijan (CrcmaiAnbc
J\'-\'- V! .\'ïi •
-ocr page 34-i6 Het Afkeer ende de Bltterheyt têbi^^\'"
m m Ucïjt bcï Sefojmatfe/ om öc munfcfien tot^jetet ßertnilT^
oen/toass op gegaen. «^ftuftuef
^eceöenenban öiton^ facßter ooiöeel fpn/
leert/ öat fooöantge ötoalenöe öie m fonöament ^efum CW ^gun\'
Da(l öeöouöen/ fcljoonfe öaer op mocljten boutoen Ijout / pp/^ nio?\'
ïrat pöele leeringen enöe bp geloobigljeöen/ nocï) "^fXaßflÖf^\'
öen/ Ö0C8 alfoo alö öoo? öper/ öat ter nautoer nooöt enöe m ^
1 Co?. 3. toerf. 11.12.13.14. i ^
2. <0m öat fiet beftoaerlöcu W te bepalen öe minfie w "^UatifS\';
enbe besf Cfijilielöcöen €5eloof$f/ metbc toelcBe be nt^" WS fö^^S
tieneobt aèn-filebettttïbeöen felUen tn €fi?ifio befiagen/
toelcfie ÖP toeberom abfoluet öen felben niet en fean ö^fi^gen j r\'^
graet te bepalen/ feg ich/10 ftoaerom boen. Wie weet (fegt f^lenO^l
faeU^) mec hoe dunnen draet dat de menfch noch kan vaft \'^^"^-ßjBCJi fP/,
ende fijn genade; enbefioe öerre bat<©oötfal toillenup^JJJ:,^-JJ^/0^\'
iJarmöerttgfiept enbe toergiffeniffe ober De btoalinge fö^^^ ^^
nocfi fiet fonbament befiouben. ^^.. e^ooWfS
^at toplefentnben (©uöen iCefïamente/ Dat<0oDtö^t0gD^
pfieten 10 te fien: en mto?. 13.18. ^mmeriS fiet JJ\'^pi\'öl\'/ ^Zt
De faecH al ttoöffelacfitigfi iö/ ban \'t beroojbeelen fiffi
öefaecße aen <©obtJ$ oo?beeltelaten.3®antfieteenfi^röeUtp
öie noefi foo berre fiet €&?i(lenbom beUjt/ a 0 berbat (laet in f
tulen m CfiJifteljjcfeen geloofö gefieel upt te flupten bupten w« y ^ pt^
fcfiap ban eoötss bolefe / De gemepnftfiap Der genaöe enbe oe ^ ^fon
saligfiept / fiettoelcßefontJerbaerbUjcfeeUjcfee enöeobertupg^ftg06\'
öeu / enöe eobtss boojgaenöe oo?öeel in fön J©oo?t / ntet ^^^^^
fi op bat bat facfiter ooiöeel niet miföupt nocfi
De/ boegen top öae? öp De naerbolgenbe caureien enbe ibaerfcy^jj^^fcw
I. ^at top Daer meöentet en toillen otußennen öat in ^rf^cfß
©erclie fön ftoare enDe CapitafeDtoalingen / omflootenDe jt \' ^
flrööenbe be fonbamentenöejS €fi?i(lelötfen <(5doof0l S^rtiaefß\'^^
fcfiabelijcftboo^ be 5iele/ alö fön 38fgoöerpe / De reffitUeerbjgD»
«pt De berbienfie ber toercfeen / enbe öiergelöc&e anberettt«»;;
a. ^at top baer mebeöe^aufelöc&e ISeligtealsi foöaj® ^piÄ
ter 5aUgöept toillen toe-fce?nben: toant boo?foo beel b/
paufeliick, cnbe gecontcabiftingueert ban fiet Chriftendom, h
fupecdittett\'tcaöttten/enbeepgcntoilUge <6obsS-btcttjlert/ jor^ [jg^oti^V*
gdoobe gefupecabbeert/ cnbe bp- geboegfit\' foo Hanfe ntemaMv ^^^^^^
nocfi nut Dom böigen^ öe %mz Cfi^ijti natfi. i f. 9. te verge«
Over \'t verlcliil van Religie, &c. iy
E^Öe baïhS geboden van menfchen fi jn : tttÏTC fefi^
h?^ hebbe r^ttöcK ramfcöen/ cnöe cpgentoillfgcn 4Eioötsi.öKnfl/
^ïlificatte\'/ fchijn-reden van wijsheydt ende nederigheyt, ende
^aerde dTn/ ^^iebaem-niet te fparen, echter «iet en fijn in eenigê
^ öocÄnk^\'^^^\' i^oö öat öe faligöept öie foo een Dtoalenb
fouöemet föneötoaU\'nge/ maer öe
toc föttfonöament nocD BeBouöe«/ cttöe <aoöt^ge^
p?ejuliiferettöf utfietottge^
JJ%ht fi Jl^ ^oen toiw öe «rflc 35efojmateur0 / alss offe öupten reöen
bhiS® y®ööen geftöepöen toan öe ïloomfcfie ïSerö; toant of f(0oon
« tei nautoet noot öe jaWgöepöi nocB toaere te er^
fiet ecfiter nfct alleen / maer ijS felfss te pjijfen ficfi te
JJifupijp?\'® ban/ ban een onfupbere enbe grof ötoalenöe feerc&/ tot
fea» menfijn saltgfiépt met meeröer bjucfitenöe minöer pes
Jfn bespj öoehjei men met Itcfitelötfi of om geringe ceöencn moet bjeet^
J«8ctfttï bec läecfbe / te toeten niet om een faecfe ban «©^bje / of
Mt&e Sff ^^ff^e/ inbtfferenteCeremonien/ berfïappinge ban feer^
^ooftlfty\'P^tn / nocfi om gebjeecfeen öesJ febensf in betoefioojberen etc.
f^t^fjöo nocfitan^ fulcft^ toel gefcfiieben om tonfiberabei berbal enbe
Jn»t tti" J? 3leere / toant fioe toeert bat onjs be o?ö?e / b?eöe enöe eenig^
/ "otfi woet onss öe toaerfiept bierbaerber 3ön. 5®atmen
i"ft \'\'\'PkOOöieuuKtü"uiavtyepiutHuei/mgmi«pti^of.
-^et tegen u-lieder moeder, cwiftet, om datfe mijn wijf niet en
\'ets haer man niet en ben. ïlom. ló. 17. Ende ick bidden Broe-
^egeti d ^^^^ degeene die tweedracht ende ergerniflen aenrechtea
6 Z^y Cvan ons] geleert hebt: ende wijckt af van de felve.
yige, 17- Entrecktniet een ander jock aen metdeongelo-
"eere g\' ,^aerom gaet uyt het midden van haer, ende fcheyt u af, fegc de
"etiigp ^^ raeckt niecaen het gene onreyn is,endeick fal u lieden aen-
% aen 4" S^et uy tvan haer (t, to. 25abpIon) mijn volck, op dac
Hatv.,- ®arefonrl»n o-öÄn rrpmpwnrrfinn f>n hphr . fnrla nn rlar ohir ir^n h-aw
t\'Uge|^\'\'^?arefondet7geen gémeynfcfaap en hebt, enda op d\'at ghy van hare
^ ^at!?^enontfangt. »etbpßomtfietejcempel ^auH 2lla. 19. betf.
?^ten/ ïHpöanige fcfiaöelöcüe btoaiingfien inöe Koomfcfie ï^ercBe
^iöep^pöenöe eer(ie ßefoimateuriS aengetoefen $ toaer bp öomcnöc
ÄiK ^öfiomöefelbeteberbeteren / mitfgaöer^ getoelbtenbebec^\'
Ji^tie ««i öe felbe pber een op te öjingen / foo öat niemant fijn tonfti^
^öe b?p Bonöe befiouöen/ foo toaren öe felbe upt firatfit ban öe
(Leiwen gerecfitigfit/ ia genootfaecfit/tot <©oöe5S eere/ be<=
^«tia L^®« Baer geloobe enbe bebo?öecing fiarer jaligficpt/öie läcrfie
il Het Afkeer ende de Bkterheyt ^^jt
4. (Centifócöcn/ moet omöicftelUtrge totUcntcmant ^\'ijp/ijjêJi\'\'®
trtoäleoDß Jäeccöc / toant Die <©oDt öe genaöe fouöe öoen
berltcötinse öe^ Uecflantsi / om be toaecDïpt te Bennen
flelöe ötoalingen te fien; aljS ©p toifi battec toast ee^i f^P^^\'^SÄ^/
Iö£&e3^erBe/en ßp gelegentßept ßaöbe om ficlj bact öp te foitp
löcaeaseröe/en up geiegentflept ftabbe om ftcij bact up te foni»^
enbe bat 9p bie0 niet tegenfiaenöe om toeteltfïöe enbe öleefcDciy" ^jn^n
öctatien/p?oföt eet of gcmaB/öan bic btoalenbc Meth niet en fO"" .
fcöepben/enbe ficß tot be fupbetöct öocgen/öie foubc ficO f^®^; S^n i^S,
öcn%er enföne genabe öefonbigen/ toant gelijcEi Pö^\'^öX^h«^^
pbeten na bc beflegaben/i Co^iz.zi/fooooc&nabeOeficcnoefi\'r ^ ij
^etc&. ßettetpc enbe btoalingen in Bet geloobe fijn fcÖflöelUtJ ^gufcu
3ielc.HH fean in een btoalenbc Öeccli/öic fiet fonbament K
nocö begouben enbe faiigïi too?ben / foo ijes ßet ais door vyer;^{Ji (JanUJ^
ftoactljjcfe I €oi, €nbealtoo?öenbejjerfoncnncrcBt^J" , o^»
noot ÖeOouben/ foo fal haer werck verbranden, ende fy fchadeji)^
öatfcöan Ijaren btoaicnben enbe epgentoilltgen <0obtfötenfiy^ pï»
bocD bjucijt/ nocï) loon füllen fcgeppen.iaobt 6an in cim Jfgdi^^
foo niet toojben becjjeerlöc&t. <0obt bepltenfïrout baet foö nj^gitiil\'*\'
fiinc genabe niet / nocö be öebepltnge öejS a3ee(te0. ^n een ojj. pp
iJ er cö/ öaet be Eeete bciS ^uahgelmmsS niet fupöct too?t njg«
ßen troofl in leben enbe in flerben niet. <ï^aer fijnber oocß ^^u^ßl^\'^l\'
een topn iiaet fiepifamcKracot bcrUiTtenbc boobdijcö
mengt feniin. €nbe infonberöept foubenfe een ftoaer oojbeel «pj ^\'o^
bentc bettoacötcn /indienfe de waerhey tin ongerecbtigheytW^
derhouden, tegen fiet gctupcfiniffc enbeoojbeeltiarct to^f"! „niri?^^\'^,
1.18- ende de liefde der waerheyc (fjact ban «©OÖt aengCÖOben "
berliCBtingC) niet en fouden aennemen om faligh ce worden , toa»\'
öanige bjepgöt <0oöt tefenöen eene kracht der dwalinge, dac iy "j^glcll"^
fouden gelooven, 2 (SficfT. 2.10. 11.12. ^(fJOOtt ban in Ê^n ^n
Ketcbe m nautoer noot/ enbe ais door vyer, be saligö^pt t^ ie K
re / betoöl fiet ebentoel met fulcfecn pcrijcfiel enbe fcfiabc betme^|jtf J
toattoö^enbetjïanbigfi menfcfi falfulcö^ boen/ toat ^"öt^p^ej
inenfcfi fioojt fiet tc boen / bat fip fiunnentie een fupbere Ö^ï^^/anti^^®
inbeötoalenbe fal toillen filijbeni ^oube pmanttecl in
liupsê totaen filijben om battet pmant Ralf berfengfit fiet
gefiaeltfiabbej ofupteenbcrgiftigcnfcbotelölüben eten/ \'SaD^iÖ^^
baniïerben/ om bat mogeiötb ö\'ccnofö\'anöetnocfiecnmWr^
ïteu beetöaerupt-gefiaeltfiabbef
Over "t verfchil van Religie, &c.
5)«l9cb öf öan berïianödt fönbe öet milt öééI ban öit ^rattaet /
JPboQ^^\'^atfgingtjDi\'SS affeersf obec t)et btjfecEmircc üictiotEifoo gaen
Ntfejl JfJÖettbJecöe- om aen te bJöfen bc redenen ban mtbelöben/ \'t
\'Jfonbech te gebben met be btoalenbe bolgen^ ^eb?. 5.2. enbe
ö^ibe. "^P^t be eenboubige bte beriept tooiben/ enbe fön befe naerbol«
\'^^aUnge tgs een bltntfiept be0 berjïantgj / bie ntemant met een
r\'^f üw fe opfettelücfee toiUe Dem felben aenboet/ maer met toeicb®
ban füne natuerlücöe berbojbentljepbt toojt geboden i of
y^l jh enöequabe injlcuctte bananbere toojt tngelept/faiïioe^
^Pöen foute / betfupm enbe nalattgöept ban btDooJSgcfi
p "eSl^ ontrent fön fcfiult ö^eft/ enbe met tegen maer met fönen
? blinx; tontinueert) enöe berfialben mebeiöben ttiaerbigö; geiöcö
r\'^Ot ü ö^\'^^J^n na öen Ucßame / of öie öoo? ongebal ban bupten/ ber?
r^ctfe^ epsenberfupm/met blintßepöt toojt geflagen: toaer ban tjet
Äft/^OO?! fept / een blint man is een arm man , Öat tÖ ellettÖigÖ en te
f ^Is r" i iJ^t geefielöcfte nocD foo beel meer alses tn öct iictjameUjc»
hjp^ÖÊcftelöcbe itcBt Der toaerfept enbe rtt^te feenniffe <©ob0 enbe
\'\'^bebH®^ / öet natuerlöf iie UcÖt: enöe öe fcöabelöcööcpt bet ontoe^
b i ïrï.i>toalinge/benatuerlöcfee öuptïcrniffe te bobengaet.
btoalingc het a«aet niet geheel toegï) en neemt/nocg
ïi ^öetpiv menfcïjen msefïen beter toeten / enbe fouben bicB^
V öwnnen toeten / foofe be recfttemtbbelen gebjupcJite / enbe be?
i^btg S^OPJ beben / infonberïKpbt be €ft?iftenen / bie fiet licftt ban
r ^at Öebben; foo berminbert Bet ebentoel fiet felbe eenichfins.
i!^ AblS\'f"\' foogBpbtoaienöÊOf ontoetenöetoaert/ fóo fouöe
h ^ï^^er V ftoaerniet 5Ön/1 €im* 1.13» Die ick te voren een Godts-
Q^\'^^\'^hev vervolger, ende een verdrucket : maer my is barm-
fc^^\'POv"\'^ dewijle ick het onwerende gedaen hebbe in [mijne]
J^Hit a©aerom Cöjißujs oocli upt öie confiöeratie ficB ont^
l ^^^ ör upcigööen / enöe fönen ©aber gebebeti
H \'©iiH" vergeeft het haer, want fy en weten niet watfe doen.
J^tfsw^atbeele ber geene bie btoalen/ met^aulofeunnenbetupgett
r^^^PnPtfs^""\'^^^^" goede confcientie, 2(!Ct. 23. r. battSS/ batfe geett
ft *^onfcientte fiebben ter contrarie / maer met enbe nae Baer
h Öft Qepiw"^^\'^"^ ! jä batfe na bie btoalenbe confcientie mepnen / batfe
felven geBOUÖenfÖn. 2ict. 26. 9. Ick meynde waerlijck by
de M ^auiujj ban ^m felben boo? föne beßeeringe ) dat ick
I^fu van Nazareth vele wederpartij\'dige dingen moefte
mf
MP mepnen ©obt öaer meöe eenen btenft te öoen / 3!oB» 1Ó. 2 -
een
^ 2
-ocr page 38-Het Afkeer ende de Bittarheyt
^ aert
een yaBgéliick die u Fat dooden , fal meynen Gode cie"
<ßnöß otiecfulcßss öoen ft» \'t upt m pUct tot <0oiit / ^Étf^®"
yver een vervolger der gemeynte. SßllJoetoCt BetCCnpbÉPf""^*
tjs/ ï^om. 10.2. rt
4. ©edcöecöeeneötetitoalcn foutien at^cs? ettöc
toillen / aelijcfe f auluiS getupgljt toan tiecle Soöen / j f niet
fylègekent hadden, ioo en fouden fy den Heere dcrheeriicKn^^ jjW\'
kruyft hebben. 5^attss/ fpficööcn menigfimacUe« genffJ^.V/*
gcont/ cnöc Dcgtnfei Uan beuott^ enbe «aobUïucfittgljept / \'dié ßC
tn be appitcatte; enöe fön baecotn mebelöben toaecbtgB. {ot f™
toeten moeten tcacfiten öoo? onöectoöünge Ot« öeuotte eno^r .
recötobiectteb^cngen.
5. Haen moet bencften bat fiet feer ftoseï cnbe tttoep^U^^i,^,!ijgf»\'"/d
boenbe fcöellenUanbc oogen öe^UerflantäS/ biebebtoaienjj\'
ben / cnbe be banben toaec mebe fp tn be btoalinge gefiouben^ ^^ Qt^
fön ba(i bicßtoUjS tn fuicfeen gemepnfcljap enbe btoalenbe -
«HUI 4,3? yejjuu^i/ yare «ejuugt» enw J3ö0? ouoer0 fun ua" jajpP\'-w
cetoeefl/ ban toelcöec eyempelen saebt öet al beftoaerlöc» "^\'^..jefD^/L
baer fön boo?bat geboelen menigömaelbeeleaenfienelpf^ / fpg
(©oötbjnctjtigemannen/ toelcfter autfiojttept ban ö^oo«
öie geene bie ban be ftoacBfiept ban liaer epgen berflanbt Srt
Ijaer felben betoufl enöe obertupgfit fön. €nöc öerDalö^n te 5
top fiet ongeliKö öaöben geöaöt ban in foo een ötoalenbe m^y^tv^^
gebojen/ enbe banöer jeugt aen in ftiltfeen ïleligie/ ban onfe (p
iBeejlerss/ tefunonbertoefen/ öat Öet met on^ fiet felt^f^J\'JgO^\'^ ^
toeefl / of <aoöt fiaöt on0 öoo? een fonöerlfngfi miööel enöe g^ j j
ten berlicfiten enbe baer upt fielpen/ gelgcB fip paulusi öeoe/^ gepis»
14.1?. 16, ï©ant \'tgeen ons banöer jeugfit aen öel^^^/Kfiij^ /.^\'r
too?t/ al0 onfe gemocberen lebigfi / enöe onsS oojbeel notfi \\ ^n-pt flif
too?t licfit aengenomen enbe beftoaerlöcö berlaten: itifö^J^Jgt poöLft
oefetonöeert enbe gefeoeftert toojt öoo? beliefbe/ ^öegeftc^^itfij
erentpel ban bie geene bie tnen garen bolgfit/enbe ban be toeif jj
noobe laet fcficpbcn / geUjcfe aljs ban «©uöeriS: enöealöermeef» ^oej,
bp fiet booiige nocfi b? fiomt/ batfe betfianbigfi/ «3obtb?u "
zo
1 dienft
fiare ïleligie pberigfi en beboot 5ön: fioe flercfe bien banöt y* jjp
algemepnc erbarentfiepbt/ enbe fön öerfialben iitebelööen ww
öaer boo? too?öen toeg-gefleept. -
é. ^encßtöatöe Sfutfieurenöerötoalingfien öicötoilf
fulcHe fpecieufe roleuren pjetejctetr enöe reöenen toeten te Bcö\'JJ\' CJJ
op te p?oncfefen bie pbec een niet en ftan öoo^fien/ nocfi oPlt^Ö^SL t^eM:
fiet öerfialben geen toonöei: cn isf/öat öe eenboubigeberftf«t mw\'\'
toojöcn. 7- ^
-
-ocr page 40-•■«o -
•r
ïtk
■\'^.îi\'
ÏK. I
-ocr page 42- -ocr page 43-ïjÉ fclljc aefont bcrftaèn / ourccflt Belcöcn/ b«(ïart^
\'t vcrfchU van Religie, &c. î r
S^tiicn felben nfet m ôunnen bcrWcfitm/maéc bat bat «st
«nSoS,:?^®^\' Bomen #f.i46,8.\'t bjclc 3p boo?\'t geBaupfe ber mtö«
^ baer iS h ■ ^^ ^^Itseten foe&en en hÊtïnafïitfîn/enîiÊ hw lînîîertiiflffht»«
^ ittPh - ? foeïïen en betteatöten/enbe top enbertwffcïje«
enbe boo? Baer Bibben/ ai^^aulussïlomv
V \'\'öeefthü fc gttie/ 2 3- 14. oroat «Dooiooer gactgeion"
L^ti. »1 yiWÖtberbtoaUnge om be leugen tegelooben/ ztStjeflT- 2»
^nienjg^^jj^fiûetoel ban eobt^ sijbe tod tfS recBtbeetbigg (al toeten
be gconbt en cebenbaec ban ntet teboojften; ban onfe
^JJOftei öet etBacmelöcö enbe mebeJijben toaerbig^/ geiijcö ben
TitienS ^Ön b?oeföepbt enbe mebelöbenbecfelaert Beeft obec be
^oben/Kom. 9-
bpbe Boben-berBaelbe tebenen bebtftceteenbe mebelöbfge
Jbc /^:;P®orttoeetceffelijctie mannen / te toeten Saivianus obecbebtoa^
• Auguftinus obetbe btoalenbe Manicheen, Bepbe
»«terpen.
" P^fe • ^^ fön l^etterjS/ maer niet toetenbe: epnbdötïf/Bp ontf
" lilWii roltBpBaer felben niet: toant in foo berre oojbeelen fp fiaec
batfe onjsfelfsi ban »etterpe BefcBulWgen.
t geene fpinonfé oogen fön/ bat fün top in be Bare.j©p fön
\'\' ^ be ^^ «©obbdöcte geboojte ontecBt aenboen/om batfe ft ggen
\' y maer fpï)?efumeren batfe Bp Baer isï« \'©e eete<©obtssisjB^
" S^ttaSr*^ tnepnen bat be eere «©obt^ te fijn t gene 3P gelooben.
" N bE ■ " ^^^^ »itf Öt ni^t toel / maer Bp Baer tet be Boogft^e plicBt
"^Sijc S\'Öfe. fijn ongobtb?ucBttgB/ maet fp mepnen bat fulthiS
^aere <5obtb?ucBtigBepbt. btoalen ban / maet fp btoalen
\'\'Öeijs^u \' 9oet gemoet / niet upt Baet / maet upt genegentBept tot <aobt /
VÏt öen ^ece eeren enbe lief BeBBen. ?Cl-Boe. toei fp Bet
\'\'pefcf ö^loobe niet en BeBBen / fp mepnen nocBtansf bat fulcfi^ isf
\'\'bçjTljaecôteUefbe ^Boï^cö; enbe BoebanigB batfe ober biebtoaien?
ben baglï bejs oojbeelö fullen gefiraft toojben/ fiannie«
\'\'W\\,?^tenal«f bcn j^ecBter. <©nberentufTcBen mepn icfe batCobt
\'\'tethj^^fom fön patientie betleent / om bat BP fiet / bat fcBoonfe lïtet
\' S^lûoben / nocötansï btoalen upt genegentfiept bat» een «©cöt^
A®« opinie.
" ^at tlaet bie tegen u lieben tooeben / bte niet en toeten mer
\'\'btDjeptebe toaerBepbt toojt gebonben: enbe Boe BcftoaerlBtè be
^""Senbermmtoojben. laet bie tegen u-U\'eben tooeben/ bie niet
^ 3 t\'eenï^
-ocr page 44-21 Het Afkeer ende de Bitterheyt tflßrt t^
„ m toétctt ïioc racc enbe moepdijcö fiet bleefcödöcBc tn^S^jS?
., obectöinnen boo? bc filaecjjept üau m <©obtD3UtÖtiau "^^^Sflepi
„ bic tegen u lieben tooeöcn/ bic niet en toeten utet toat n^^^H feanfie»\'\'
„ oogc bejs intoenbigen mcnfcfie^ genefen too?t/ batfe ßarc -^J," ^fODte\'^
„ Jlactbic tegsn u-liebcn tooeben / bic nieten toeten/
„fucïjten enbe betiangentctoegegeö^acöt moet too?bcn/ fPJ\'JLtßd^ti
,, t\'eentgen beelc foube mogen too?öcn geöent. €pnbdü£«.J^jnpgett /
„ u- lieben tooeben / bie met foobanigen btoalinge niet en fU« «ey^ n.
» alss fp n lieben üeb^ogen fien. iBaec it& en fean gantftpdOf« ^v
,, Ueben niet tooeben/ bie icfi nu becbjagen moet / gdficb Uh eenyj-, 0
,> felben / enbe moet met u-liebenftanbelen mctfulcben P^tte^^^gre
„ mijn ebcn-naefïen met mijn getjanbdt ßeböen/ boen w u»"^
„ blintcnbe onfinnicl)btoadbe. , ...upjj^\'f
<©cD bat fulcfe mebdübcn / bie DebacStfaemBcpt/ enbe öifff T
Cö?ifienen ontrent be btoaienbe geD?upc6tcnbe betoont
foubc öet bed matigfiept/ facBtfinnigèept/ becbjaegDfaemB^pt
bc maecBen. -^^^taêt/^K
2Cifoo oocB afgcBanbdt fünbcBetttocebebed ban bit ^raf^iögB^t
mentlöcB Dct mebdöben met be btoaienbe / iiS obccigB Bet öeïf/-L t
ïaetfte/ raecBenbe bc befle toöfe ban onbectoöfingc bec fdbe/ ertö» »•
fonbec bec ïïoomfcB gefinöc,
I. IBoeten bie geene bic anbere obcc Bet fiucB bec ïldtgie ^ti*
füllen onbecricBten/toefen/ niet cBolecicc/ oploopenbc cnbe Baeu\'LïD?^^
fcfien/ maec facBtfinnigB/ bjicnbdöcB/cnbc bic bc guabc Bonne»\'
gen/ z €im. z. 24.2^ toant be opiopenbe enbe gcammoci5iae^|)öF
Baccfdfsf enbe anbete; cnbe nemen toegB Bet nobige bifpofitiff^öJi^
ten/ tc toeten be BebaectBcpt cnbe toe- genegentBept / fonbec toe»£»\'^
bectoijfinge geen ingancB Ban Brijgen.
ii.i^P moeten bequacm fön ora te lccren2(Sim. 2.24-
flaec cpgen tlcltgie / enbe bc ßcligie bejS geenen/ biefc beter bJt""\'
ricßten; fiunnenbe Bacr gcbacBten cnbe concepten bupbelijcB enj^
iien boo? (idlen / bc ftaet ban be quefiie tod fo?meren / met ^^"gjjtif]
^cB2«ftuet-p\'
bie baer tegen
!n / bc ftaet ban be quefiie tod fo?meren/ met
jiaetfen enbe rebencn bc toacrljept bebcfiigen; "^.^Jéii
Uit uututuiii ballen; enbe bc argumenten ber partpen ontBnoop
beanttooo?öen: €toelcB pöecnieten iiSgcgcben: cnboegBtOaerj" ^^w
bat toercB niet. a©ant bie geene bic maer een ftoacBc enbe fomw\' ^it
niffe ftubben ban bc Kdigie/ enbe met anbere toillen bifputereiv Jlftpr
bicBtoilss malcanbercn maer Bet Booft enbe boen tocpnigO iV
len pijlen in Bet toilt/ bie niemant treffen / enbe geen obertupa\'^\'g,
öcmoet Bunnenmaccften: ttoifien menigBmadlangB/e« ,
niet cen^ bc (laet ban\'t bcrfcöil. .pf^\'
III. :picnt acn toeöer-3ijbe afgdcpt be ttoifïgierigBept/«jiii\'^
-ocr page 45-^\'iclce ^^^^ \'t v«rfchil van Religie, &c. 25
® fitlOöbe. cnö« öc fóltoc acfont tocrftaèn / outecflt öelcöctt/ toccftan?
. Over \'t verfchil van Religie, &c. ij
^^^aerfi?®®\' tctoojöen eene btfpofitie enöc boo?nemen öejSflcttcn om
f\'i fuiien tc geben j enbe öat top öie upt contentie of glorie niet
rföetftfSïxi\'^\'^^^"/ maer on$f gelucUigtj acfjten / foo ons? pemant upt
Wcatie h^ weet te fielpen. berfupm ban toelcfte conöitte enöe
. Iv.^pW^fteöifputenenbe confercntien bjutöteloo^ maecöt.
S^^fó (ö /ai^ alie boo?fteUen öer toaeröept enbe alle onöertoöfingeteber
I S itiÊt ^ beriicöteöe oogen öegf berHantss,
Ï^QimVpi f\'ïf 0« ten öoogDften nooöigf) / \'t 3p upterlücïi en
^obtnm x ^3Ptnnerlöcfeenöe metuptfcöietenöegebebente biööen/ ba.
pPöen • ^^^ fön licBt enbe fijn toaergcpt / bat Die onss
ft V. top onöertoöfen fuilen: ia onfer famentlöcfee Rerten,
J^ecfspï? toat te banen / enöe eenige beletfelen/ boo? oo?beelen /
S oan af&eei! taÉnb te nemen/ öient bp inleubtnae aen be öoomfs
(jj\'^y öue öoo?tteuen oer roaertjeptenoeaue onoerroDfingeteoer»
I S itiÊt ^ beriicötebe oogen begf berjlantss/
ffti^; 17. t8. fnft t<ï het ten ftoonftftÉn nööbirrft / \'t tu fitJtÉrliifïicn?
<18
öe:
Oi
NCJJ öan af Beer ixiegö te nemen/ bientbp inlepötnge aen öe üïoomf
l^H/bat J^öefegljt te too?ben / batfe öelieben te berliaen enbe te öebenc.^?
Jl^ligte ^"neer top fiaet foecBert ober te B?engen tot öe »©erefojmecrbe
petujenl?^ «ercfee/ topöaer niet en nooöigen tot een fieele anöere i^eU«
iNiverr5^<ÏOtoe/alffe tOtnOCBtOe gefiaöt Rebben (non ad fidem toto gene-
bPWfeö nocfi tot eenen anöeren<0obt/ nocö tot eenen anöeren
irhiy ^ae-niet tot een anöere wefentiijcke iöercR / toant bJp beljj^
S^iieCo«/ Catholijcke, CBjifleljjcöe ï^ercBe/enöe oo?öeelen Die al»=
/ É.HS^^*^\'^^^ te fön/ in öe toelcbe be faligfimaRenbe Seere/gaben/
p "öe toelbaöen «©oötjS te binöen fön/ rjtaer bat top fiaer flecbts!
ff« tahp^an een onfupbere tot een fupbere C0?iflelöcbe ©ercfee /
ynjg?"öe Cfi?i|ïeiöcBe Jfïeligie tefiouben / foofe on?$ banbe Sïpo^
r^iitïe/enbe befcö?eben / af-gefonbert ban bp geloobe / fus
enbe gebobenban menfcRen. Wp toillen Bet Caihoiijc-
öiifL 5 Q^ioobe geenfinsS berminöeren/ maer fagen \'t oocft niet gaerft
>i,j3itiC.„®cetcaöitienenbegeboöen ban ttienfcöen bermeerberen.
a^^Qienin^Si^"^^Catholijcke CBJïftelöcRe iSeccfemet aïleföne pji
tPf^^Öettart Apoftoiicum upt-geö|ucfet / aennemenbeniet
/^f^t Cathoiijck, maer oocB be faecft. 3©ant toat i0 Bet tooo?t
ÖPI ^Of nil« al0 aigemeyn, enöettaet tegen beesjengeenjs psr^
Sï^^^quod 3^ercB0 befonber geboelen/ Bet bcöupt bat €ï}?i|ïen
tbt t alie/ ,qi-wdubiquejquod femper crediderunt verè fidcles»
li h enbealtöt gelooftBebben/ of geUjcfeben 3Epo{!.Suöa!S
^fh 3- dat eenmael denHeyligen over geleven is: enbe
I4« geloovende alles dat in dc Wet ende de Piopbcren
Het Afkeer ende de Bitterheyt
(topöoétt ffaer B? öe €öanöcU(len cn 3llpofl<!ett)
Oï»tenöe0ptöel|.|Barfelarcnöoo?geflo?öenf0m
öeöoegöt öpöeKercft/ epgcntlöcö eeneer-tttelUan W ^jPBjii^
^teiitoen (^eflamentsf/enöe geeft te fiennen öat top ö^lo^^SfB tiu
nen öe genaöe tan öe roepinge öer i^epöenen / enöe öat öc^f^
meet en ijr een ftetcfe Uan enöe boo? een Natie, aliSinSf: ^
ment/ maer ban aiie i <©oöt fönöe nu ntet alleen een 7r alboió\'i:
maer oocli öer J^epöenen/ öom.^. 29.o. 3^ ®„ mah tfétf^,
geloobe enöe öie Cathoiijcke C{)?ifldijf6eöercfee beiööen top -jjpitif;
VL :©atmenalsfeen gront-ftatfiboo?upt ffelleöe^t^^ïSnJ m
ten;/ toaer inöe «oomfc0-geffnöe enbe ecrefo?meeröe faüi)®^-
toantfietisieenberlieerDe/ enöe fcfiabelijcfte maniet ban öoen/ js»
öifijuterenenbe tettoiften ober fiet^eene öaer in-men
«nöefelben of nimmcrmeerte fp?eecfeen ban t geene öaer tnn\'t g^««^
is, enbe fjettoelcfte toelgeconfiöereertfoubebunnen öienenomy
ban malcanöeren te b«rminöeren / enöe öe toe-genegentflept Lj^iij
neren; malfeanöeren boo? Cfi?i(ietten teerfeennen enöe te l\'^y^/Hgrö^\'^
öien öanbt malcanberen nocfi toaft te fioaben/ om ƒ vJaef
berb?cmöen: baerom malcanberen nocfi te fielpen enbe te
De gemepne bpanöenöesf €fi?tttenöom^/J^èpöencn)^oöen eno\'?
<£nöe fön Defe naerbolgenbe: «
1. be^cfi2iftuer/ foo toel be2$oecften m
toen €e(ïamentsf/ befcfi?eben boo? be ^?c®ifietencnbe SCP^Kaficit\'\'\'^\'
onfepibaer a®oo?t fön / enöe fiet fonbamenttmn onjS ^ m
o^pfi. 2.20.21.22. ^^iMatif^éé
2. ^^atöettoaelfmticuïenöejS Cfi^iftelötfien
fiet Symbol um Der ?ilpo(lelen / met fiet gefepDemo?öt<©^^È V^\'
fiomen: enöe Dat De felbe berbatten öe fuöftantie enöe fioofM\'"" g
Det Cathoiijcke geloobe. ^
3. ®atDel©etDertien<0e&oDen W een jlegel banon?
leben/ onjs leerenDe toat öeugfit enöe toat fonbc W toat
geöaen enöe gelaten fie&öen in onfen toanbel / enbe Dat ^PJ^HLt
öen i^ieu toen €etiamente öaer oocö acn gebonben fön. ^^Lfée\'-grt^
teren Datmen in moraiibus, öat iss fn be faecfien / rafeenöe öe h ,
3eöen en beugfiöen/ Dieie toet geöieDt; mttfgaDer^ De t^S^vrJaUer^»
öen bie be toet berüiet/ öp na tn ailesf (toepnige DaDen enöe tJefw .
ballen uptgenomen) ober eenHomt. «itfii^ J\'\'h
4. ^at fiet <©eDebt/ genaemt fiet Vader ons, Dat De ^gj^mnli^f\'
-fjö\'
icKé
geleert enbe boo?-gefce?eben fieeft / tss een patroon enbe ƒ
onfe oBeBeben enbe Gebotte/ om bie öaer na te ricfiten. ., ^^^
ï©eicfie fïuc&en aife bier tufTcfieniïe i^oomfcfi-gefinDeenw
tiieerbe too?Den gefiouöen bOb? een onfeplbare toaerfiept/ ^no« y» uy
enhÄ* öé fcltoc gefönt berftaeo / oprecôf beleben/ becllan^
DctiQguJiwôtmocbfgB aengebjongen fijnbe füllen gcoot gctoitöt bun»»
^«Ö betlae^ ^^ bp-boegfelen öaet itteöe niet accojs
ftfi: àn fiet bäfialSan bc bctfcfiil pofntten/cnöc fict geboelcn ban
JUl ïkl?®\'\'^Ö?ïJbcnöe tgeen fiaecgemcpn gebodenntetcnt».
îfïfthii M ^ een öo2t fegnjp te too^Oen gefojmee« ban öe boo?naenHîe
^ten tuffcfien öe 4&ercfo?mEerbc cnöc ßoomfcfi gcfinöe/
ban een becftanötgc/ jvötge enbe bonöige bjeöerlcggtnge
wtiiiffiï"5en enbe mt^-berftanbcn upt <Öoötsi î©oo?Dt enbe .j^tfijifs
«»^öEfo^enen. 3©accbanomtegcntooo?btgf)eenp2eube tcösben/foo
h^îllhjttK\'"""\'\'"- waccuanomiegKiiuü!
S^rfarft ^^ ^^^^^ ten principale tot befe bjieloófben bunnen boo?^
S\'^^archi ^^^tcocften z-iomnuboo? bp te gaen betftucb ban be
5 ^ in tilnVf J*?^ öeccben-cegcccingc boo? l^crcfieiöcïïe ^?inccn en Ice^
S oL ^ccben-bienaec0 tegen öe <©?bonnanf ic Cfi?i(li/auc.
tOTbthfJÏiÖ^t lockbecbeclbulbigc Ceccmonien/ fltöbcnbemetöe
I Wtot ^^"öeliumjS/ öftie3Ji^teubïen€eilaments{<©at. 5. lO
of het bewijfen vanS^eligieufe eere.
Ui. l^jchtveerdighraaeckinge.
feu • ^Êla« Leere der Sacramenten.
!iQetis„.r\'3n0cnbcbe Aenbiddinge.^e ïSûomftfi^^^ toilt bat bec^
bS^n I • ^e Engelen, t. tbc iBaget iBacia. 3
f^ktn aj2«?aenc ^epligen. iBitfgabec0 eenige ftepUge dingen ende
iÄ\'-b / \'^"\'^"psi» z. öe beclöen, öe «cliQuicn Cti?i|ii enöe öcc
mogen enöe moeten toojöen.
fi°«aff,oj:jpecefo?meeïbcniet cn bunnen toeftaen/ maer oo?beelen fiet
ÄfclenS I onï öe Reiigieufe cec bicöaec in betoont too?t aen
(t w^fbidH ^^ <iïÖÖcn met IBatfi.4.10. Den Heere uwen Godt fulc
Vi 1 •Öeelhptt\'^\' ^P\'^\'^hem alleen dienen. €rOÖ.2o. Ghy fult u voor die
J\'Uederi ^ "ietbuygen, nöcb haer dienen. ?ïp0C. 19.10. Endeick
i ^.^y fevd öesf €ngcl0) voeten, om hem te aenbidden,
Ae-^^\'knecl \' ^et dat ghy dat niet [en doet,] ick ben uw mede-
GoH I« t^ndeuwer broederen , die bet getuygenifle fefu hebben,
di Kngelen €0l0ff.2»\'i8.to0?t bcrbobcnficfi tntc laten in den dienft
J de ti"; Vaderons IcC« OniS allCCn acn te bibben / onfen Vader
bjnm-, " öc toclcbc macïeen i^ IBatfi. 2j. 9. ^aulu0lecït
Rn ^r\'^ïantmocfenacnroepen/ algf in todcBcn top moeten ge^
^\'^\'insbaïï« enbcbemticulcn onfeS €fi?i(lelöc6en<6doof3S
top alleen gdooben in öen g^iie-cenigcn <0oöt/öcn TOet/
€ öm
Iii
a 5-
Over \'t v«rfchil van Religie, dcc.
té He$ Afkeer ende de Bitttrheyt
tizxi^mi enöe öeh bleti-toolgcnsj öicn \'JS^W
WDöett. Jgeböen topeaim iBiööelaec ^e ^^^
Den BattÉC / öe ^Cöjiftuet leert dactcr is een Middelaer Ooa»
menfchen, de menfche Chriltus Jefus, i €fm. 2,5« CtlÖe Jat J^jgtio. ^
eenen Vöorfprèeck by dén Vadèï- jefum Chriftum den rechtwee p j^j^t.
I. die doek ter réchter-handt Godts is : die oock ^^f^edeVf
iKom. 8. . diealtijt leeft om voor ons te bidden , i^Cbh 7\' flf ^^^ S
deraltijt hoort, ^oB-11» bcïf. 42. 3©elt6e eew geetie
oenmöeï§cfi?ifttiecteöat3et«öueecti|e&?. i. 3.4- ^ \'^-SetB
top tot een heeriijcker enöe toeecöfger iBiööelaec en /
fien aliS Ijem öte öe ^oone «©oötss W foo veel treffeii j cker gj^ftgt)?. ï jj;
de Engeien, als hy uytnemender naem boven haer ge-erft heejt\'^ jjjÉlj
f)oe bunnen top een fufficanter enöe fie^uamef öeBöen/ P»^^^ alle ^^
öen flaetöatftet des Vaders ic dat ^iieOl\'\'
volheydt woonen foude, COi
4.1 Want wy en hebben geenen Hoogen-priefter, die niet
lijden hebben met onfe iwàckheden, maer die in alle dinge" jë^gdef^^
wy, is verfocht geweeft, doch fonder fonde : enÖe m alles den
fangen, oock genade voor genade , i^pij, 1.ijoe HHIU^m.j
hartigerenöe meöe-öoogenöecfieööen/ al0 öie\'niJan.i«
4. Wantwy en\'
lijden hebben rnec uiuc iwaciineaen, maer aje m aiie u">&— g\'j-oC"
gelijck geworden, op dat hy een barmharrigh ende\'een L
prrefter foude zijn, ïeB?. 2.17. enöe Öen toeUSen setïiöweevt ^ ^^^
Throon der genade, 16. ^oe fiunnentop
Öe&ben/ enöe öïe meet fal becmogen met föne boo?-ötööttt0ß ^e^
öec/ alö fönen epgenen ^oone/ öaec ban öe ©aöec tot tW^^^^deS^j«
een ftemme upt öen ^emel becötaert Beeft / Defe is <;•
in den weicken ick mijn wei-behagen hebbe, |]3atB< 3-
öe Boe mogen top anöece iBtööelaersr of ©ooi-fi>jaßen foefae
öe felbe tot «öoöt te gaen/ öaec €B?iflu^ fegöt ^00.14.6-1 f Jn^
ende de waerheydt, ende hec leven. Niemant en komt tot eten %
door mijn. €nöe öaec Bp öp öen ^jopBeet ^fefaiam t^P-JLa^n JJ\'v
öo?flige nooöicfit tot öe bolBept fönec genaöe / enöe öfe elöer?
fCBOUtot /öatfe haer geit geven voor het géne dat geen brc^t
ren arbeyc voor\'t gene dat niet verfadigen en kan.bOegteC jj^JJ,
ban öe <©ei:efo?meécöe ^errfie fön geene bpanöen not^
tetss öec Engelen enöe toace Heyligen, nocgte banöe^.^JfhgÄß
maet Bouöenfe tn toaeröe/ enöe totllen garen öaet geioobe
Mflhnlnen/hftïnentfbelÉflfciaaiilf/ïÖpfi? T,.^ aao». P.neelenK^„,cren.,
-ocr page 49-bjjit^ijj Over \'t verfchil van Religie, &c. ijr
na fijmmenfcftrtgffee nature/ «om. 1.3-
fi Otoetentff X Baren Htof-fanoö« noteren alleen omrent
?/ öeliitfe SS «sngetó tot öaer gefpjoocfeen i. bat fiet geen geöeöt en
ft^^llaenbpf ^^^^ geöjuprBt toojöt / niet
S ^^ïenbatSJ? *f^^^«öeQtoetenffTc/ of weeft gegroet noemen. 2. (^en
tnbe ^^oomfcBei^ertöe aenfpaeetfetmetöetooo?»
S^^lloStt «P b.f. bol Dan genabe/ een (Sf tel enbe bjaerbigöepbt
M., j^^augïjmaecfier alleen epgen/ bolgenssCoU 1.19. en 2.9.
^t tèïf flir^^i^-- öaecnocBtansi inöe öweteniflreö^^^Oö^lsf w
W^OcSr^l" ftaet öBï» begenadigde.
ï^^ïiïe S^^^\'^Pöe^. Engelen / enbetoatc^epUgentn eere enbe
Pn reiiïi / foo oo?öeeten top ebentoel met eenen bat öa^c nocfitansf
s^lbe texten en Bomt/bolgen0 Deboo?-bec?
öat be ïioomfcö-gefittbe öft fiaer boen ban ?lfgoöerpe
laj® ööen met öe bijilnctic ban duiia en lacria, ban öe toelcBe fp
öat öe öifimctie oan auna en latna, oan sie wmm ip
enöe öe anöere een eere öS
C\'^^atVIrfp Seen lacria. bat tf <0meime eere / maer alleer»
bat ^^^^^^ ^^ ben tepUgen Betoöfe«. iBaec öo^
öet ottöerfcöeptbanötc tooojöen in <©oötS
bofi> öcöcont / in m toelcfie öe felöe öic6toilsi toojöen öoo?
beiS^WÄSlöenomen/ gelijcfialssbeaeicecöetoonen. ^ooenfiun.
tiß\'^WfQett?,S®e\'^WßöeöeftoariöBeptniet ontgaen/ toantalötbbenfe
&öSÄweteen eere ban mtnöet graet alss eoöt/ foo Wöftfe ecß*
fe^e ttSJ ^at celtgieusf enbe <0oöt^.öicn(WgB/öaet noc0^
öictth«« niet alleen in graden, mae« oocß in fpede ban eere ban
i^\'ievnJ-^yS\'Mcficpöentcf^^ öelötßfein toefen enöe bolmaecBt^
ÄoöÄh^an een berfcBillen t ofanöerss öegaet men afgoöerpe.
S\' ^an ^öt öe sioomss-geflnöe öe eere öiefe öe 25eelöen betoü«
ÄfaiÄöerpe toillen tjeb?ööen/ öaermeöeöatfe ten meetenbeefe
Cüs^^yoetoeibatterootßffln öte\'t grober maecfien/ gelöcfe Beiiar,
infiaerfelben/ maeceobt m
lä^t feivw 31Baer al &iööen öe fooöanige öe 25eelben met aen
fi tot S öeconfibereert m flout en fteen / twcB öe felbe uptb?ucfee^
/ «nöe öien-bolgenss Daer in öan nieten begaen
Söctilv^ö«» fiet eerfte geBoöt I foobegaenfe nocfitaniS «Cfgoöerpe te^
M ^eciS^ öebööt / berbieöenöe gantfcfieltjcß öe »löen te eecen of
5 betS? tß bupgen/ €)COÖ. 20.4.. f. tsifoo öe felbe interpretative m^
tj^^iibe ^an fäecfeen öaer öoo? tot SCfgoöen toojöen.
Ji^ftbiftSis öoon öe geleeröefpecuiatieftnöe^öoecßen toat ötfiittauc«
/ öe erbacentfiept leert öat in be pradijcke öp beele ban
samten / 25eelöen enöeöet Cwpö too?öen ge-eert enöe ge^
€ 2 ßoiiDen
-ocr page 50-ÏÏOUtien/ gdijcfi öc Teraphims Of Öe Penates, öflt t0 Öe
toaren hp öe l^epöeneti. _ h^Mfltien l
tJÖoben öie aifaoöecpe / fiegaen met ceKgienfe eere te too»» g^g^
l^epligett / 55eelöen etc. nocfi tn öe «oomfcfie öeccö een ^^i^e
öerpe/ öie öegaen too?t met öe aenöiööinge öan öe a^f\'^^\'l\'^Xfinö^ Pz
fnenöeöuptenög.f|Biffe. ^etoelcfte toel meöe ö^iSooniffW
meöe foecBen te öecfcfioonen/ öatfe feggen/öatféöe Hoftie
öen onöer fiet concept of Begrip ban B?oot/tifaer aljS öoo?oe ^ jjjeW^
om tot anttooo?t / öat alfioetoel fp niet na fiaecwncept ß^Jg^t/ögWJljJJ
aen en Biööen/ öat fp fiet nocfitanss öoen in öer öaet en
geen TranfubRantiatie, of beranöeringe ban 9^t25?ooDt
Cfijifli en iiS/ aljf acfiter B?eeöec fal too?öen getoont; ^nöe ^ ^^ m.
(tant en ötoalenöe opinie Ban fiaer fcfiulöt niet toegfi nem^n» .^^/ögW
öoen ban afgoöeröe Bcb^ijöen/ om batfe Beter Befioojöen te
45oöt in fön ï©oo?bt baer toe reben enbe BetoöiS w*
foo men maer be menfcfielöcfee ^utfio?itept enöe
toe en fcfijeef/ en öaer te beel aen fiing.
II. 2CengaenbebeRechcveerdigmaeckinge, bf^JJ^\'^öKTtb^fS
öen/ be berfoeningebeiS fonbigen menfcfies! met <©oöt / enoe ^^
gen ban fiet recfit tot fiet eeutoige leben. ^e J^ootnfcfifJ\'LgpgÄ
öat öe felbe eenicfifin^ of ten beele gefcfiiet boo? epgen ^«\'^Sittoeii ^^^
recfitigfiept / epgen berbienfien / SCflaet ban öen ^auj^ / - ..
J^agebierss. ^^ Haer-Ät.
®:toelcB öe <0eccfo?meccöe oo?Oeelen te ftrööen met öc <*
^cfijiftuer-plaetfen iiom.3. 24.,as:.28. ,
<©al.2.i(5.45al. ^ \' ---- "
.............. M..I«; MtMuumu»? / V^rtietuï\'ïjjJrt \'
jbioeöe/ alsi een verdienende oo?faecfttoojt toe.0cfcfi?eben / » jj^np\'jf
tingeoftein:tegenfiant enöe oppofitieonfer ^ercBen enoe^ ftgitr
enöe öeinftrumenteie oo?faecß onfet recfitbeeröigfimanwy\'^ ^
fiet geloobe. ^,... «dt
g^itleer flucfe foogetoicfittgfi ßnbenoottocnöigfi/ öanj p^nög^
enöe kern öe!^ €bangelium0/ enöeöe btoalinge öaet ^VrT^J^^^^
foo fCfiaöeUjCB / öat ^aulu0 fegt <©31.2,21. indien de re^^^ C» ^
uyt de Wet is, foo is dan Chriftus te vergeefs geftorven, vc^ot«^
itiis is u ydel geworden die door de wet gerechtveerdignt w
-ocr page 51-Mi--\',
-ocr page 52-f:!
\\
\' i
-ocr page 54-te
I\'
-ocr page 55-^^"Öth \'^tverfchll van Religie, &c. zy
^EflÖ 500/ ban <0obt fullen öeloont toojöen / enbe een
gsecntoe iS eeutotgenleben/ toant bat ftaen be eerefo^meecbe
S^\'^fJfacfb h Ö\'^^öe toertßen verdienfteüjck 3i}n/ of be becbtenenj
be cecfjtbeerbtöOmaecfiinoe/enbe om baec boo? te beco-
p9en öTS ^an fonben enbe recht tot ßet eeutoige leben / enbe bat
\'Ön/ § J ^2fefo?meecbe neen / om bat onfe Uefte teeccfon onbolmaec&t
«aen / blen-bolgenss in <©ob£sE gericljte niet en fiunnen b«;
^^•dat^, enbe bat be^töjiftuecbupbclijffefegfjt ißom.3- 24
. WVrvn-..,:^. , , -----_______1,.
aoeh^tU""^ eenntenfctjgececöiDeecoigijc œoji uoo? ten gtmuut
b?eng0t / toant bat toetenfe öat boot W/ en
m 6et S tnaften / 3ac.2.14.17. maet fcljoon öe goebe toercBetr
Äiftit^; ^ S^looïïealtijbtgaen becgefelfcfjapt / foo fteltnocfitansföe
^öec&fn««, seloobe alleen tot een inftrument ban onfe reeDtbeeröigßs
. ^iSSf\'18. en ^ i. <0al. 2. i<5.
N-bö Ï!»^ ^^ ^^ ïloomfcDeiaercfe €ö?iftumn{et gegeel
îftôt totSl iJßcßnjgen banöe bergtffenisf banfonöen enöe \'t
«eefthJiJ\'J\'^Éeutoigett leben/ maer öemtoe-fcfijöben öat (jpbolöaen
f inftji\'g °ycBult enöe eeutoige ftraffe onfec fonöen/maer erfjter öetoöl\'=
S^btiûilj?^ öer retfitbeeröigBmafeinge / bolöoeninge ban <©oötsS ge?
Jtjjggg^Pbt / bettoerbinge ban öe bergiffenijS öer fonöen enöe fiet bet»
J^t/ berh? ^^^^^ ^^ 5ali0Bßpt / Baere epgen toercfeen/ gcrecßtigs
J^et ïjp.\'JKnften enöe bolöoeninge meöe pet of eengeöeeite toefcfiïöben/
S&ooîh^^^^îbaisSbett eenigen cnbebolfeomen iSaligfimaeffiergefieel
J-Dj. j ;^05;aefc||?ebentetoo?ben/ bolgenssm4\'i2. i€im. 2.2. i
Col. 1.19- ^00-1. ló. fooboenfe boo? foo berre
genade Cö?iftiteïto?t/ bertroutoeuOp ecupöel miööel/
faet datr?" leggen eenicfifin^ een anöer fonbament/ baer nocfjtan^
1! lefus pl ander gelegt kan voorden, dan \'t gene gelegt is,het weicke
r^ÖtattóS r ®\'} \'^ö?. 1X. ftaen ten öeele eenen anbeten toegin / baec
r •even 45- ^ ^^^ ^^ waerheydc, ende
^^^^hp ir^omt tot den Vader dan door my. CnbeitopCfeeW\'
^ ailcïtó^ r-®*^ Cathoiijcke gelOObe / toant bat ilS öet Cathoiijcke,
t ^^KH^öin geloobe/ be faligfjept te foer&en alleen in <0obsf barniï»
^^^nftuer Ujben enbebolboeninge/ alss blöcfet / Eerft uyt de-
^^loove- e ^P»*^* 8*9, uyt genade zijt ghy faligh geworden door het
niem "\' Godts gave. Niet uyt de wercken ;
■^^nt en roeme. ^Ct. lo. 43. Defe geven alle de Propheten ge-
3 tuy-
-ocr page 56-JO Het Afkeet ende de Bitterheyt ^^^^^^
tuygeniffe, dat een yegelijck die in hem gelooft, vergevingedejlon^^g
ontfangen fal door oen Name, HlCt. lf. n. Wy gelooven door u & ^^
des Heeren Jefu Ghrifti falich te worden op fnlcken Wijle ais^^
Mom. 6.. Het eeuwige leven is een genaden-gifte Godts a ,
Chriftum. Ten anderen Upt öß «accuolscnö« fpJCUfBC« J.^^^^^feriin\'\'\'\'
Sfiugulitn. in jBanual. tap. zz, Mijneverdienlte IS God« O»
^öem in pj^efat. in ^f* 33* Wilt ghy vreemt fijn van de genaue
roemt uwe verdienften. nderi^\'^\'\'\'
«Böem liÖ|. 9. tonfeff. tap. i^.Wee oock het prijfelijckelevg ^
fchen, foo ghy Heer het fonder barmhartigheytibut o"derlpecKc -
giöem aÖ25onifac. «0,4.. tap. 4-. Chriftus alleen heeft IgißJ^^^ocde
verdienften op hem genomen de ftraffe, op dat wy door hem 101
verdienftenfouden verkrijgen de genade. PuW^ë^
55etnatöUjEj in ferm. öe annunc.||Bariae. Ghy en kunt het ee
ven door geene verdienften verdienen, i
€ufeÖ. €mtfrenu0 tap. De toekomende falighey t kan we
gen, maer niet gewaerdeert worden. ,
éSeettonfiöetabeli^se ooti^oöet öefe tnatetteöejpii
meetöe läettfte te öebedigen
n; enue üie uan ge woomffije w „„eo <iy
feggenöe Öe31l»fitftC.HÖ. 5. tap. 7. Omdeonfeeckerheyt van
rechtigheyt, ende het peri jckel van ydele glorie , is het veyhgW^^Jj^jgfl^
liiiiieTÄHatmÄ enöe alleen fufficant om öe ^Rere Dan ï« /
!(lisen enöe öie banöei5oomftïietetoeöet»^y^ge \'
ih f ^/iM - A^ ^„r___I___Urv.t^f. irun ^«ry
heel vertrouwen alleen
I j CKei van ydele glorie , is het veyjér«". 1
op Godts barmhartigheyt ende go^^l^j jUjjlt
heyt te ftellen. €nöe in ffln Teftament fegt ßp / ic& fiiöt öat
toöt ontfangen onöer föne %p«genenöe uptDetßoojene/
mertttjfed vent<e largitor, niet als een azftimeerder van mijo^ ver^ ^ JlÈ
maer als een gever van genade. Öeutt OOffi fn meet anÖ^Ï^ ^ pft
Jloomfcöe öetcfee/ öatfe ober öefe materie BeelanöetjS fPJ^^fÄ^^
wdtt uuii cen ijeetiicii ejrempei enoe ftaeitien te ften tn i
bien bermaerben ^cöool-leeraet/ bebieltfee in fönebifpweet^«gj^it ij;
berbienfïen ber toercöen mebe boo?-fp?eettienbe / ^icco^^Tc
<0oöt een ïjeel anbere tael boert/ feggenöe in fön geöeöt P^J^Jj deK,.
nie: foo groot is de groote mijner ongereehtigheden, dat icK r^^ie^cf\':\'
u niet kan voldoen. \'lek weet wat ick doen fal, fiet ick fal u pt^ tjatre^\'\'„j;
wen eenij^h-geboren Soon, dat hy voor mijn voldoewetend ^ vf\'^g,
cnisin Hemel noch op aerde, waer door de menfch lichter ui uy» \'
werde. €nbe öaetna / o vrome Jefu Scc, vervult aen
dat mijn oncbreeckt van het mijne. i ck kome rot u nier jitfö\'^ v
ften, maer op uwe onafmetelijcke barmhartigheden, \'^jjvtïiy\'
Beöt nabe communie, Heylige Heer ick dancke u Scc. dat g y ^^ad
ge
foo
Waerdjg c \'\' verfchil van Religie, &c. p\'
^enigg y uwen knecht, niet door mijne verdienften, maer door
^^\'i^adioer uwer barmhartigheydc, verwaerdight hebt te
^ Öet ©ph^®\'^ ^^^ dierbare lichaem ende bloet van uwen Soon, fclUe
J^c om bc toergiffcoljs ber fonben/ Geeft ó Godt den elendige»
^«n G^h "^ï^gbeydt, den fchuldi gen vergiffenis , den dooden het leven,
f % ^ ^^ rechtveerdighmakinge.
Uanöencn bat bcïioomfcri\'-oeftnbc altpt foomogert
S^^tieniiPhS ^^^^^^öe selooDen/ aI025ellacminusjcnbe (Cfiomass baec
® ^^Sif\' ^^^ ^^^^ ötfijupt ten epnbe fön / ettbe be toaerfiepbt
lac\'lï®^\'^ Koomfcfi-sefinbefiaec geboelctT totllen betoijfen
\'^^rish ■ baec ben^poftelfegt/ Abraham onfe
w "óffert h r^^^ wercken gerechtveerdight, als hy Ifaac fijnen fone
te ^\'clten ^ °P den altaer* — Siet ghy dan nu dac een menfche uyt de
J-ide delf ^."^^^hcveerdight wordt, ende niet alleenlijck uyt hetgeloove.
®erdjg> ö^\'^jcks oock Rachab dehoere,is fy niet uyt de wercken gerecht-
Nergp geweeft, als fy de gefondehe heeft ontfangen , ende door eenen
g^fiug li^^sh uyt gelaten ? |Baec men moet toeten bat ben ^poflel ^a?
JjUQe Oïet en tottt leeren boo? toat oo?faecBen bececBtbeecbigfima^»
Jleenjaa??" too?bt 8eto?otfitenbebecöce0en/ (toantfoo foube fip niet
Sn ^^/leecenöe ïlom. 4. <©al. 3. fulfös upt ben geloobe te fgn/
• teneur öesS €uangeUumsi/ öet felbe bebefligenbe tegen
Nti niaec boo? toat effecten / biucöten enbe betoöfen batfe ^ pofte-
Eö^toont/ geopenbaert enbe bebefiïgöt/ als? blgcfet upt berss 18.
b/rt öetoont cnbe tJoen blijcfien fiaec geloobe enbe cecï)tbeecbigBnia\'
Jien Met felbe; toant bat f8b?atjam al boo? bat toecc&ban öet op-
Fo^^tt\'^one/gececötbeerbigöttoassuptben geloobe / BlücBt
Jj ö»
be Sacramenten, notcccn bc €5ccefo?mcccbc tn öe
h ^f ttoeebcrfianbc mMagcn: eene beftaenbetn corrup-
3ehHiöanbcltngeban bcttocci^accamenten banCöJiflo ïngcjtelt/
^oop cnöc Set % SBbontmael; b\'anöece in additie,
^aentiiSS"se ban böf anöcce Sacramenten/ öte in öec toaecgepöt enör
öeen Sacramenten cn fön.
soomfr^^i^accament öesê «©oopsf notcccn öe <0crcfo?meecbe in öe
Jöatcc ?®^ercfee öefe corruptie of mif öanöelinge^/ öatfe öet upterlijcBe
ftfiy toefcö?8benöe aftoafliïngeöec fonöen/enöe leeren öat €ö?tü
Beeft gegeben öc ftcacöt ban ons? tc BepHflen / enöe onjf te
^actaS^^\'t een gecfielöcB leben/ (gelücftfc oocB ban alle öc anöecc
•"«enten feggen / öatfe öe senabe öec ilecötöeerbi0ömaet^ingeett^
32. Het Afkeer ende de BItterheyt p^
i)s fiepUgBniafjinsc toertften ex opere operato, Dat i0 opt^Sftt« ^
gcbane toetcö/ of uptïiracfit ban Dc uptcriftcBc ^acïajp^Xrg ^atts\'\'
toelcB ontrent Den ^oop tocDcrlcpt fönoc/ «cöttotDcaniKr^
menten m tc cjctcnbercn enDc tc appliccren^cnDc feggen Dc gg^DC
De Daer op Dat fjet felbc firöDt/1. met De ^ctjjiftucc DupDetuce» va"
Dat Den npterlgttien ^oop onss niet en béfiyut / 10itt. i* ^^a^^^^ingei®
L
(en öloeDe enDe <©eeft Ct)?i«i / leb?. 9« ^
€0?. 6,11. 2. met Dc gefonDe rcDcn ieerenöe Dat De fonDc/ fön^^ lifMïfii^
|telöc& bupl/ een mifDaet/ frtiult cnoc fmette Der 3iele/ wet geen "^^jljtf^
10CH toater Ban tiJojDen afgecoaffcöen / bebcftigenöc 0et
tuer/ Set. ^i« ai wielcht ghy u merSaipeter, ende «^\'^\'^\'^"gtck^"/*
3e, foo is doch uwe ongerechcigheydc voor mijn aengefichce g ^^^ lijl^t
fpreecktde Heere Heere. JBant Dc fchulCDer fonDC (""^^^"l^Ht-rDi^*^^
toeg-genomen töo?Den/ al^ Doo? fiet rantfoen / bolDóeningc enot.
dc ban fiet Diecbaer bloet/enDcDe Doot Dc^fH^iDDelaersi enpe^^ ^^ i
M ^efu / al0 ftlacrlijcB te fien ipattfi. 20.28. cpb ^gaj
^ctr. 1.18.19. ^^eb?. 2.14. ßom, 5.9-10. ^pot. i» 5- aWÄr
0eenfin$5 toefen eenicfi upterlircft élement / toant fiet rantfoen " .^pfö
iötefiofïelijcb/ |^falm49. 8. 9-enöe een leben-cnDc-reDcloo.» \' ß«
j&anbp 45oDt niet / \'h laet ^aen foo grooten faecBberDienen - jj ^op
fmette DerfonDc (niacuiaanimae) öan niet anDcrsS tocgfi ßenon« ^^ j
öen/ en Dc contrarie fiepligfiepöt / geeftelöcöe geflalte en leben-(gji/tP\'
DejS menfcfien/ Doo? De toeDer-gebocjtc cnöcberanDcringe ö^^J^rtDeö^\'
öcbjacfit too?öen/al0 Ö003 eoöt0 almacfitige enöe
ïiaöe / toclcöe geen upterlgcB dement mebe-Deplfaem isf / of ^\'^^gti
ben 6an too?öen / maer alleen DejS ^eeren ^Seefi /1 €0?. ^Lmtri t^t
a!ïc bepDe ban Dien cenigfi uptcrlöcR toater of aftoafTinge te»»
fcfi?ijben / fonöe fmaecBen na fiet l^epDcnDom / Die met toaw
öeisgcmoet^i toilöenaftoifTcfien/aljS te fien t0 in
»©bet toienjf öoen 3£eo fcgfit ferm. 8. öepafT. f>e gewaiico^^^.efl\'^\'
reynigcn her befmette geknoei niet, noch door vingerenUiec
fprenj^ht wordt Verfoent \'t geen met een Godloos gemoet vvort i^c^jf!
^acgeenJicfiamelijchélement / ofupterli)cBc faecB ^an een^ijjrtDf
enöe reëel toercBen&e inftrument fijn/ om öe fcfiult of fnjew^»
toegfite nemen / enöe be contrariefiepligfiepDt ehDcgenaDe te^^P
alfoo geen natucrUjtft licfiameiijcö upterlijcfe clement of faetf-^y^jiD^i\'
en immebiatelvjcla ban toercbenin of op De jiele Die ccn <®eeti ^ /^öK\'
i>z felbe boo?t-b?engen een ^SeefïciijcB enöe boben natuetlDCti T^Jnn^\'
öanigfi isS ös genabe; atfoxs en fiet fubjea enöe fiet effedt boiJe^\'y\'*
ïrenrie enbe bccepcfi tjf,
25éII Over \'t verfchil van Religie, See. jj
be effectu Sacrament. Ub.z. cap. x i. met bat argument .
^"•Ke va n tiet felbe met befe reben / of in de Sacramenren IS
oereyçu ^^dt by-ge voegde kracht, of niet. Soo niet, foo kunnenfe niet
^eii laekT\'n^" boven-natuerlijck effeól, want het is onbegrijpelijck, dat
[atis fal j. "kijven datfe le voren was,ende niet ontfange, ende datfe noch-
^^cht ; • doen datfete voren niet en konde.Soo\'er een by-gevoeghde
^\'\'^\'\'anieV" \'^^^^^ve.fois dac of een lichamelijke ofgeeftelijcke kracht: foo
niet effectueren een faeck die geeftelijck is : noch
^eel do faeck die geeftelijck is , ende derhalven kanfe geen voor-
S^cratj^^"\' ^ant daer roe wert de bygevoegde kracht vereyfcht, om dat hec
iNch d ^fiders op de ziel niet wercken kan , dewelcke een Geeft is ;
\'jjck ij*^, ï^\'nade wercken die geeftelijck is. Ende indien de kracht geefte-
\'\'\'•ick ° "^^nfe niet wefen in een lichamelijck Sacraeient.Want een gee-
indivifibel accident kan niet ontfangen worden ineenlicha-
S^n n^*!?^ ^ytgeftreckt obj eél, want al wat ontfangen wort, wordt ont-
. gelegentheyt van het fubjed,\'t welcke het felve ontfanght.
in be foiutie ban bat 3ïrgument berlegen të\' 6an nU
fü Gui T ®o?l>en / infonbetSepbt toanneer men baer óp legt be repltcen
B Ji\' in fijn Beiiarm. Enervar. op be tefponfeu enbe bijlinctieii
Öffttóth"""® ^^ gebenbe/ baer toebJp ben geleerben enbe toeet-gierf^
geleert mat! in öe ßoomfcße i^etcß / erftent be Bracïjt ban
Welte argument/ feggenbe fbolgenssberit.^Smef.; be^a^
pboy^ 4\' het Sacrament kan nietbereycken met fijninftrumentele
\'^Ude kracht de qualiteyt welck is de genade: want da»
^^fden of een nieuwe qualiteyt in het Sacrament geprodqceert
^ bereycke
n dat effeót, of niet : het eerfte te feggen
ende het tweede ongerijmt, dat namelijck deSacramen-
te ï^ienwe by-gevoeghde kracht, dat fouden kunnen wercken,
. tót "iet en konden.
S^ï\'fecw^® öe geleerben Amefius in fön BeiiarminusEnervatus feer loei
S\'^^ScrS^\'\' öat be Caröinael Beiiarminus,Banöelenbe ban öe queflie of
f ^etW^fwten bes ilieutoen €efïament^ fön objfa\'fien ban be,«ecBtf
pt dgc d ^ ftcatBt ban öet gebane toercfe (ex of ere operato)
^^k fijn niet en is ovet de wijfe hoe de Sacramenten oor-
pderotn\'- ^is ^^fhficê het effed; aen raeckende, of alleen moreelijci^.ea
ft bptt" ï®" phyßce,of door eenige inclevende qualiteyt,of alleen door
^^ Ober » öeriinewnbe alfoo be ^cßolafli« controberfien
toaerinöen eenen jScfiool-leecacröejs anberengeboelen
S^s foSbp^^* «nöe bjeberlept / foo batter niet feecfierjs blöft/ öaec notftp
^ fOecfee/H« * determineren ban öie wij fe boe,toaet in ôeflaet de forme
en 6an gefept too?öen/ öat fie Sacramenten epgentlöcSe/
f reëi^
-ocr page 60-Het Afkeer ende de ß-ittcrheyt ag^
ïeël-bJercBénöe/tntie nac(ïe of tmmebiate oojfacrBcn 30" ^^^f^Jto > ^^
Der ^ecOtV>eerölgömaecfeinge en öepIigOmaecHitige/ op ^^^ ,
tipt öratfit Dattliet geDane toerctu ^AWrtfetiO«
i^et tniuenöige/ enöe geeftelijcBe tnfïrument / om on^ aeref^^^
lerföncrtodöaöenöeelacfittgfitemaechen/ enDe toaer Doo? ^ytgeicf^
beeröigBt enöe gerepnigïjt tobjöen / tsf Uolgen^ öe ^rBJif^f^ ^ ^
Ue/ 2.2ü. €pö. 3.17. iSom. 5. i. Her. 15.9- ^ «.«hheroitt
J|et upterlücft petfon^el applicerenöefnjirumentenöemiow^\'jg Dff^
tn öe geraeptifcfiap Cljjifii enöe fijner toelöaöen meet enöe mej
fterc&en enöe te trooficn/ DoenDe öet felöe Bp fo?me enDe tople
lientnge enöe öerfegeltnge fijner genaDe enDe toelDaöen fön
„menten / Bom. 4. i€nöefoo i^ fiettoater enöe De ^V^^^V^mn
tn ben ^oop een «©oDDeljjcB waer-teecken enDe zegel uan oe ^ \' ^
enDeintoenöige aftoaffinge Der fonöen Die Doo? Det Bloet
CiDJifli geftDiet/ enDe De felöe toojt genaemt het badt der wederg
mu f. (alDoetoel Die plaetss oocBeen anDere »ptf^Sö\'Ät
namentlöch öat öe toeDer-geBcojtc onepgentljjcB een ^pö^/i
toiwöt; enöe de afwaffipge der fonden, 3Jct. 22. ló. om ta^^m
toeiDaDenBeteefTientenDe öerfegelt/ Doö? eenrhetoricè ófonepy^^^f
rtianierbaiifpaeecBeri/öiefeergemèenfaem/enDeontrentDe ,
Sacramenten in öe Scfijiftuec Doojgaen^ geB?upcBeljjc^?\'
öpt Die eerfte Dtoaiinge en misj öerftant ontrent Den
ttoeeDe ban De abfoiute nooDtfaecBelycBfiept öe0 ®oop^ / ßfiÄ
fclje läercB foo öoogD ftclt / Dat niemant fonöer ^l^oopfel
öen / fcöoon JöpUetfluam te miirenfonperjjn fcliult.
; öje Üitiberen Der ^nt-genoten öfe fonöer ggoöp fiecben ntf t /
foo beibaüenle tót een beröicljtfel De Scl9?iftuer gefieel ónbf-f, of JL
öoo?fe Dié Ijinöeren feggen te baren in een Limbus of een Pjatj^ ^ffij^
trent öe / Daerfe nocfi bjeugfit nocfi pijn fieöBen. w^pD
Écöenncn foo bette öenootfaec&elijcfefieptöejs ^oopsS/ ^^fl/irfivli
^CnijtQßj^^ \'t rerfchil van Religie, fe: ff
h^jp/of öe bi\'teec&enöe faecB m ^oops/te toeten öe wm-
r ^ant öcSS® öoo? öen ßefciitet/ enöe abfoUut nsotfacclieUjcft
öe hjch!; öet böföe M un m t fdföe met Ija Deröe öce^/
alieen aenoenu too^t,
ÖeSeccfe öife ^^ notecen öe Cerefojmeecöe tn be
öe Le^eSel ja Sle\'bie fiomen om ßct ^Sacrament tt
böÄv®"^®" • teöen0 öe filace tnflelUnge CDJijli / USattfi. 26.
IjetBaelt i Co?.n.21.24. 2?.
" ®W"enöefc ontBoubrngebeiS Keicks ntet goet maecßcn
iö Ä f^, ^\'^öe concomitancie.öat 10/ Öatfe feggen/ öaec öet Sic«
Äet/ pS mebe toant öet Ewöaem CöJtf« en niet fon.
^tcöaem öecöalben öebben be Leecken of be Communicanten, öet
^ feeifh ontfangenbe/enbe bp concomitamie öet bloet meöe/
im®^? ttooöen. a©aei; op to^anttooo?t öfent i. ^jS bteconco-
ttiitan ■ nooöen. aa^ec op tot anttooo?t öient i. btt
««n9ttl!.pf"oegö/toaec toe öeeftonfe Saligömaecbec öan De K«
foL^^tiö .^\'^»«aec met tot öet Sacciftcteof öe offecöanöe DeriBtf?
tft «önbctV/x\'\'®ö8en$f|}?efupponeren öat get SCbontmael oocfeeenofs
öat nocö eerft moefitoo?benöetocfen/ enbe toaec ban öet
aoM r f®\' too?ben getoont. 2°. €ti?ffiusf öeeft öe iöcicß oocfe
B^ftt. 10SJtte 2Cpoflelen bteöet auamen ontfangen ais^een Sacra^
^^ ^tcfiaf^ ^ \'^«"comitanrie, öat ijS/ De bereenigtngöban öet bloet met
r" \'^oet hÄ®^ ^^ facrificie ofte De (©fferöanöe Der iBiffe niet genoecö«
öftß f^S Biyacci^cie ofte öe ^ffecöanöe Der iBtffe beceyfcöen fepa-
2» öens fairP^ttfle enöe Hptflo?tinge ban öet bloet €ö?ifit/ enbeöien-
S^^iitfitS J«tfTe toefencruentum facrificium, eenbloeöigöoffet/Daec
facrifi " öe Eeereban öe ßoomfcöe Bercfe getooonlöcft genoemt
S^^atÄhi«"^ ^"cruentum cen onbiocbfgö <©ffec / öetoölfe obectupgöt
cnSu "n beröcerlöcbt cnöc onflerffelöcft fönDe / fijn bloet ntet
§«8ftf)gSöecgicten/ nocö derben/ bolgenjs ßom.6.9.10. g.CöJJflu^
im bftS?"^"^^^^ ingcfieU enöe gehoben te öouöen onöec ttoee teecfec^\'
fi^^^en b? k fi? ^öHemaeltöt / bcftaenDe upt fpflss cn Dcancft / onsS af te
13etiijj,|r^*!?iÖept föncE genaDen / cnöc toelöaDcn: dac fijn vleefch is
ende fijn bloet waerlijckdranck, g[0Ö.6.$5. omonf«
K^öef)öSröo?fitge3felcntcfpöfen cnöc tc laben tcn ccutotgen leben»
ü^\'^öotm öcfonöcr Den Keick fngedelt tot een tecc&enban fön
mi\'yty it^tij. 2(5,28. t toelcfi top niet ßp concomitan tie moetei»
Ii"ofanöerjS hebben wy geen leven in oas.^Of).6.UeC0
^ toailt aef«0 Öeeftaefegt drinckt alle daer »yt, HSat0.26.x7-
0p 2 2, g^atfe
-ocr page 62-36 Het Afkeer ende de BItterheyt \'
II. ^atfcaÉloobenccnTranffabftantiatie, OfteL
^mttt in öet ^icöaem €fi?i|lt/ cnöeban öen mm
: {ïrijöenöc fuic&H met i Co?. 11.26.27, öaer gauW^f na ^ ^ pat.
tieenoe gefpjoat&en segen öet feibe nocD 25jooöt noemt: enoe» ^ ^es
26,49. öaer t gene W geö?oncBen fiaööe wijn. of^^qch^
wijnitocks noemt: enöefulcftjsooc&ölöcBt niet alleen "P^^Kftfliie\'^i
fröappcn/ alst meöefiet getupgent^ ban aiie enöe aller weiifc^^
geficfit/fmaeclr/ rencS enöe geboden/ getupgenöe enöe öeroïJre"" oti^
D?ooötenöeb3ijni$j (bjeltöeaUe gefontenöe tod geöifponeerifj
trent ftaet öefioo?iüc& object/namelijcBeen licfiamdijcffe
\'t begrip öet finnen/ geiijftclpc niet ötoaien nocöbeöjiegen Buni«
<0ot)t öen menfcf) berleent fieeft om fienniss öaet öoo? te fcD^PP^\'^atit ^
fouöetanöetsS fefier tn öe toerelt 50n^; maer ooft Mpt öe
toijl tnöej|Tgiflfebanöe§^jiefieteen foiietofbafllrcDaemtoOJt^
Sen/ foo moet öat of €0?i|l{ Itcgaem of b?oot fön / niet D«
toant öat fian nu berfjeetlöcöt fönöe niet geb|oor&en toojöen / I^Étef"^^
ïloomfcö-gefinbe felfss moeten toe(iaen / ergo broot, gelöc« broo^®
itteeröe feggen j toaeromoocfiöegantfcfie actie de breeckingea ^^^^uij
too?t genoemt/ 3fict. 2.4.2. <©m ifTer geen noot nocö reöen J \', jp^
Tranffubftantiacie te flellen itt fiet SCbonötmad / als? in öen ^^^^MP
fian geloof en <0eefl onsï inöen^oopgemepnfcöap gebettat»
bloet en best felfst effecten ert toelöaöen / fonöer Tranfubftantia^e» ^jifgn
om oocfe niet in öet ^CbonömaeU €nöe öaet öie bepöe ^acranjy j.0m 0
ban öet €e(lament/ enöe öienbolgenst ban een natuer/ »w
öe eene geöjeben een Tranfubftamiatie en in öe anöere nietf in oe» j^j^^t/
genoegöt met een <©eeflelöche gemepnfcöap met CöJifio enöe 11»
tn öe anber geepfcöt een iticöamelöcïie i ^arfStti^\'\'!
^ae/ foo\'et een Traniubftantiacie toasS / foo fouöe fl^t
bernietfcïjt too?öen / toant een ci^accament ist / bolgen^ öe bejcygj, ygii
SBuguHirii/ fignum vifibile invifibilis grati«, een ficfitbaet teev«*
een onftcfjtbare 45enaöe. utao«-^\'^
<epnöeiöcli öe ongerömtöeöen öie uptöeleeteöecTraniuDi /„a^
bolgen fön ontdbaet/ toaet baji maer bit eene upt beele fal "^^^He
uientUjcb bat fooöoenöe inöet aibonbmadbatCöJillnJ^^f^\'^füjei^\'
fcipelen fiid/ ttoee berfcöepben Cöjiflifoubenföngetoeeft/. jj/a^n
l^enöe/ ficötbaer/ tafidöcfe/ öebbenbe be gjoote Dan een w«!! ^ép
tafel fittenbe of leggenbe / enbe bie i^iet en toiett gegeten t enoet^ ^
Miet fp?cec6enbe/ onficfttbaet/ ontafldöch/ fiebbenbe
een menfcO / niet aen tafel fittenbe maer in be öant
Sïpoflelen gegeten.
J^iet tegen te feggen het geloof _
fiet. ji. i* enöe men moet
is een bewijs der dingen ÖÜ^
iet meer gdooben als? men met
É-
la
- -
m-
%
•is;-.
A
m-.
m.
t
X.
■y: -■\'■■r -
yi r - : -
à? .
.il
Ùk
a/
-ocr page 66-\'.V
y
i
Jf^lf
\' ß » •\' \'
yr-.-
■
ftnilfu^g Over \'t verfchil fan Religie, &c. 37
B <©ûbt cÄÖpen / geït niet / toant bat isJ toel toaec / maec ban moet
enbe geöoben te gelooben/ öatsiet
SIlmacDtigfi/toant r. top en
? ^^fen nS" °imacöt <©oöts( niet/ alsS eecfl ölöcßt ban fönen toille/ öae
S\'^fttSbiS" fcBoon ÖP StlmacfitigD i^/ foo en fean {j? geen te.
^^^tacfitKl^^^öoen/ om öatfe ieugßen impliceren/ enöe öat <@oöt
6an niet betoefen too?öen baer upt bat
I bi;®nemenbe enbe öjeecitenöe/ fepöe dans
; mijn lichaem :
nfet meet een Tranflubftamiacie ban fiet b?oot/al0
S«^ is hï; ï?" ^liiuft-Befeec gefegt Deeft Mut.z2.20 defe drinck-
B ^^\'\'CbbÉfe^^l^^^ Teftament in mijnen bloede; Öaet nOCfitanjS Öen
fci\'^ent Of ^ öie ec in toass / onmogelijcö in öet i^ieutoe
^PtCftïiftr^ • ^^^^^\'^senaöegetranifu 2, <©ocft
te beVjiH? £1« werde mön Xicöaem / al.e of öp fiet toilöe gebie«
B een fapfnHs\' »^a« bat is mön Eicfiaem / nu Ban ban bjoot / alfoo
Wcö of pS^ ^"ï\'tïantie i$j / met toaecfiept niet gefept too?ben bat fiet
kJïï in beS.^\'^Öaem i0 / al0 boo? een onepgentlöcBc manier ban fp?e^
ui^^m feer gebjupcBeUjcB / toaer boo? men fiet teecBen
^^^itneiuïï ^^ beteecfienbe faecB/ om be bebupbeniss te Bracfitiger
1- " seben/geiöcfe be ^öefnfibeni^ genaemt too?t €iobsJ ©erbont/
,\'^öb. ij 1 h enöe fiet f aefcfi-lam/ Pafcha. ö. i. Denboo?-Bp-gangfi/.
fi L^öm öaer \'t nocfitanss maer teecBenen ban toaren/oöen. 17.
^ïob. 12.26.27. <©ocBBanbe €ranffub(lantiatie niet
puergeettelijck
gefcfiiet boo? geloobe
3!ofi.ó,5ï. baerCfi?itiU33fegÖt/ mijn vleelchis
C^y het vl r"^^ waerlijck dranck, enbebersf 53» ten zy
hf hebr u ^es Soons des menfchen etet, ende fijn bloet drincker,
Skiban rJ.^JS\'geen leven in u feiven.ï©ant i. baer en fp?eecBt €fi?i(ïu.sf
S eten / fiet 5pban foo al^ fiet 5P / alfoo bie tooo?«
L^\'^cnt bJöW^fl\'^ö\'^en ten minflen een jaer te boo?en eer fip fiet ^a*
Phl\'^^\'t fieeft ingefielt/ maer ban een p\'—-
ï"«« Socft ter töbt al moeften boen\' enbe gefcfii
je GeeftY/«ft/.öelöcli fi?iftu3S baer berBlaert ber^ 35.47. en bersi 63.
ft. tor r \'evendigh maeckt, het vleefch en is niet nut, de woorden
S\'SWc-.^^^^\'fii" Geeft ende fijn leven. 3©ant alfiOetoel €fi?t^
S^\'iMckb5iS^"^9nbleefcfi i0waerii)ckfpöfe/ enöe mön bloebtisf
SL^^ïie fcSf [oö en fegfit fip nitt mön bleefcfi 10 lichameiijck fpöfe
h„ ^QcioS^oeehv^^^ of lichameiijck; toant be geme^nfcfiap/
7} öcfiabt p!?!"\'\' 3iööannesï ben <©ooper enbe anbere/ met €fi?ifto ficb^
"^^fti dsSÖP.fÜnmontmaelfiabtingeftelt/ia bie top fiebbeiï met
-^QOöciijfjig natUere cnbe öe 3^?ie-eenigöepbt / bie i$s mee
^ 3 ^\'^\'^er^
-ocr page 68-Hes Afkeer ende de Bitttrheyt
; ut UlLLliiH-JU feMart
waerlijck, al ïffc X\\kt lichamelijck. Z €D?tftUiS «^J/Âf£(Oî«
UcDamdöcß eten enöe ö^incften / foo toacen alle De Leken in t w ^ op
beclo?en/ DebJijlfe CöJifti bloet niet en Djtneben/ \'t toelcB tjp """^î\'jnitan-
betbeùcte ban \'t leben epfcßt/ ber^î ra. O^e toeblucßt tot De conçu
tie i?s boben toeberlept. . Mattop-fl
iii.^atfe leeren Dat CD?i{ïuö nocD DagelpBsS tn De Miffe w\'jgjj^r fo/
Offert tot berfoeninge ban onfe fonöen. ^aer nocfitanss De mcft
DicBtoilöenöe Ulaer leert/ i. öataifjjiflusÈ öemfelbenntaeree^^^eio
op-geoflfert J|eb?. 7. 27. en 9. 26. 27.28. ende met eeneç^^
eeuwigheydt heeft volmaeckt de gene die gèheyligt wordenj jigfU^\'y
enöe 2. öat ï)p nu berfieerljjcbt fönöe niet meer Ban lijöen / no^ » ^^of
nocö bloet bergieten / ilom. 6.9.10. enDe Dien bolgenjs met
ferttooiöen. «f^«/
25oben enDe Bp toelcBe ttoee alleen genoegfifame argurttetite» /
betfcftepöcn anDere Bunnen bp geboegßt toojDen/ alss nameiOf»
3. SoofouDe €0?i(iiJSS Öem felben in teerde SfiöonDtma^Ln/j
moeten op offeren / enDeöienbolgensf (lerben enöe fün;bloet:beru- ^^^ i
toelcB foo Doen gefcfijet toare / foo fiaDDe ïjet \'fanöeren DaeaP
BrupssnietïioebentegefcBieöen. ^ ^ .A^rcttfH^^
4. Cö?i|ïU!S öeeft niet ftet minfïe tooojt Belafl ban ftcö mt- ^^
abontmael/ maec toel gefegt doet het tot mijner gedachtemlie. ^^^^ (Jat
19. enDe^aulUSiiCO?. 11.26. Verkondigt den duot des Heere!»
hykomt. \' ûf
f. 3©asf öet ^ïbontmael een offerfianbe / foo moefl ïjet toefe"
fuppiement enDe berbulUnge ban De offerfianDe C0?itïi
gefcöiet/ ofte een herhaiinge ban De felbe: niet een vervuiiinÇj^(jf|ï
foo fouDe Deoferöanüe CB?ifttaenBet JärupsTgefcftietonboints^^et\'^
incompleet fön getoeefl/ Daer öp nocötansi gefegt öeeft w
volbracht : nOCfieenherhalinge, toaUtDieiSSen onnoodigh , e^^j^g^ljg
met een ofFerhande in eeuwigheyt heeft volmaedkt de geene die t
worden, ï|eB3.io. 14.. en onmogelijck, Detoljl -
5ijnöe niet meer Ban IgDen/ nocö (lerben/ ïïom. 6.9.10. ^ . /
6. wm De iBiffe een ojferöanDe €03^1 öe^Soons«
moedfe toefen ban een onepnöige valeur enöe toaerDpe/maec oat jn ^^n/
toant anDersf öoeföen boo? een fabe geen beele iBiffen gewen te w
\'ttoelcBnocötangsgefföiet. ^.nne/^rat\'^\'
7. ©e©{feröanDcbienieteni$ïbolDoenenDe enDe berDienenuM^-^rö\'
faitoriiim & meritorium; Die en Ban niet toefen berfoenenöe r^^w.
rium) toant öe berfoeninge moet Doo? bolDoeninge enöe beroie»" jgji^
fcöieöen; maec De ,üBiffe iö geen bolDoenenDe nocö öecDienenoe w
öe/ bolgeniSDebeBentenifTc 25cllacmini/ feggenDelib. 2. öelP}\';"
Chriftus nu onfterfFelijck fijtide, kan noch verdienen, noch VoW\'? ^^fli
38
Over \'t verfchil van Religie, ^^
^etoîiiçjjj^^^^roenettîic #ffecBanlie/ öciötß «ocDtan^ öe ïloomfcB-ccfm^
temaecSentôt een ^oen-offer teoo? onfe fon®
tivè ) ppi^J" ïicacï)t/ effect/enöe ö? öerölacmse ban faecBen cmterpreta-
^fferSÄ®\'\'fÖenmgebanöe perfectie enöe onepnöige baleurban öe
"et Je Côjifti aen get ïâtnp^ bolbjacftt / bjant öat öe #ff£cBanöe
gegeben / too?t in effect öe anöere onmomen / öetoijl Bet
^ *öilleh f "\'^äcBtige / öemontlcatibe enöe obertupgenöe Sïcgumenten
Wig Ji\'f^ögen / öe <©utbaöec0 noctjtansi noemen Bet 2ilbontmaet öicfes \'
Küg bal f ïöat t0 een <0ffecBanöe/ enöe feggen / öat €ij?ti
ö^liJïJ^\'ttwojtop -geüffect/ fean niet beel geïöen/ bjantöatfönoncp^»
Cilï^ttieïen banfp?eecfïen / enöe ïïBetojice eloquentie / öaer upt
\'^f\'oofrt 7 bjojöen genomen/ öaer «©oötgi ïöoo^öt/ öe analogie öejS
^iitooïjj^ " i^cBjiftueclijcße ceöen foooberbioeöigB contrarie leert
^ofejSacrament öe$s 2Cbonömael3Eï i0 een geöacöteni.ss enöe ber^
* Co2 T^ö ban €B?i|ii öoot enöe offerßanöe/ bolgensJ Sue. 22.19. enöe
Iv\'^* 24.26.
% öe geconfacreeröe lojïie foo in öe Miffe, al$s öaer ôupten
enöe öat met öe eer ban Latria, öat i0 öeBoogBIleenöe
/öat öe î^eere^efusS niet en Beeft geßoöen: ^eJ^.ac^
" en öebben geöaen: nocB oocß öe ouöeläercBe/ öieöpöe
foorjf ^ ïbaren getnoon upt te roepen / furfum corda öe Berten om
\'rtbeAjnpe öe Tfanlubftantiatie bjeöerlcpt enöebjegft genomen fënöe/
^«n ^^ artoiatria öat tsS aettBïööinge öe$f Öjoot^ / enöe öienbolgeniï
öen ^epöenen felfgsongebjoony bolgen^j^tfegs
ötinig.\' .^\'tero Itö.\'^. de naturk Deorum, meynt ghy datter ymant foo on-
M-v\' dat hy foQde gelooven Godt te fijn het geene hy eer.
^siife^^ nocB feomt/ öatfe felfsr na öei^aomfcBe religie nopt / met
langJ^etheyt des geioofs, Öie niet mifTenenöan/(BoeöanigenocB^
«c bjnft- ^^böiööinge beBoo?öen te 5Ön Kom. 10.14.) feecïtes 50« öat
JöctTl^\'e CBiifiu.sf w öebJijlfe met fulclten feecfterBept nieten ïiunnen
l)abttP h\'"^^"fiebanöe ©?ieftcr/ ofBP in öeconfecratic boo? Beeft ge^
k 00 L öat öe ^ercli öoet cmaer alleen met een bert?outoen tuften^
TranfMv^^^fïiete oprecBttgBept ban een menfcfi/) fonöer Bet toelcbe öe
«ntie niet en gefcBiet / bolgengi öe leere öer «oomfcBe iSercït/
hjelciJp YjJölgcnS aenbiööertfe datfe niet en weten , ^00. 4. 22. <0m
iicpiïjl\'.^^ttgjjcjjt te ontgaen gefegBt too?t öat öe ipauss Sb?ianujS oo?^
acutch/sj^^\'^^^n öe Hoftie in öe Miffe alleen onöerconöitiebeBoo^öen
^ wiQöcn / tebjeten / fooöeTranfubftandarie bjacrl0c& gefcBiet toasf.
"yowöcöc additie, of fcpboegtngebönbüfanöere^acramentcn
öïc
-ocr page 70-Het Afkeer ende de BItterheyt
4®
öie öc ßocimfctjc Mmhe Docgljt üp enbe neffens DenÜ«
Sübonbtmael/ te toeten / i. fiet vormfei z. be poenuentie, v,
te, J.fietolyfel 4. De Order Houwelijck. j,
^aec ober; noteren be<0ecefo?meetbe enbe feggen / jJJ\'lLflgc-i»»-;.^
bjare nocfi epgentlöcfe^acramenten en fijn/bat ts^^^\'li^KdEuanÄ
nen ban Cljjifio ingeflelt om on0 be belofte enbe genabe oe^ ^^eMJ
um0 ban be bergiffemsf bet fonDen / etc. boo? be Doot enDe öj^
CöJtfti/ te bennen te geben / enbeteberfegelen.
^ - ^--------toefenöejef
CPaentUlCnbacrament
i.een inHeUingc ^efu €mi een upterUjcfe enDefenP"
een bpgebocgbbe belofte / enbe beteecftenbe faecö/ te toem\' ^gtg.
enbe nocfi niet alle genabe in\'t generael / maetbegenaoe w
Dtgömaftinge of ban De becgiffemflTe Der fonDen Doo? De D^^^t fjj.
Sefu€ö?tmtn tbefonbet»cc.i.4. ^rt j
genmeninpber ban Die böf «Sacramenten niet enfai ^^eiii-^\'
Vormfei ontbjeecfu €R?iflt inflelUnge / geUjcft oocfi injjet "j ês
\'t bjclcfe niet ban €ö?i(lo/ maer ban >0obt boo? De ï^a^^öep^
nrg opficfit bjajj op €ö?i(ïum enDe föne genaDe / ist ifngeKe^ ^tt fg«
tentie ontbjeecBt fietupterliicfieteechen ban€fi?mo töOJt
boegöbe belofte / fioebanigö in een epgentlpcft ^accamem
epfcöt. be Order, fiet Houweiijck enoiyfei. öebetectgijygti
ban be bctgiffeniss bet fonben/ etc. Doo? Sefum
ïietiloühjeiöcötgs een Borgeriijckcontraét, g^en <0ee(ietpf^
ban geloof of beSeeringe betepfcDenbe tot DesJ felfsf
Dien-bolgenji be geloobige enbe ongeloobige gemepn. mf ö^ia
een .Sacrament ban €D?tfio geboden, toaeromy(goe^^
<©ee(ielijc&Bept verboden ? i|oeacco?Deert bat famen« -
banBetnatuetlöcfteï|outoelöc& bjeleen gelucfieniffegenw
Bet<©ee(lelöc&e i^oubjeliic6 ban€D?ifio Den»pDegonV»
mepntefön25?upt/ €pïi. 5. enbebatDen^ïpoflel ^P^Wni
«5eefïelöc6c ï^oubjelöcö noemt
gnalöcft ober gefet een groot ^
.^ut «ütnuiyt: Kiiuc ytjuiiue) maet DOO? De Btancße cnu«^ i*Vrt,rtte
^ocft alBoetoel De <©crefo?meetDe Die böf faecßen onber öe fcj" ^^tiÈtf
epgentlöcße enöe o?öinaire ^Sacramentennfet eneröennen/^if
geloobige / Daer De oTdiraWirbTorSra^^iclIi^
öe Laici, of ieecßen: enöe fiet ïaetlie^^^^
bOM De lebenbfge enbe gefonbe; maer boo? be ßrancße enöe fiej^j» ^
\'02mecrh(» hfp hfif iinber öe tW\'
-ocr page 71-I ■
""»ftöMf Over\'t Twfchil van Religie, &c. 41
Étth cUenttjel öcfdUc materiaiirer cRbè ottöer «en antwfc
«anfOhSS^öaentc/ «toeten / öcpanitmieöatWöewu enöefielfibenitfé
J * öiöe téöocn/ (bolflenïl öepiacttjfBe ^aöiöiS ©f. terjs
5?" WZr^^ ftï fc ^Öföe ö«öe ban Set Vader ons) at0 een faecfi
her / «nbc een öeel ban öe tieficerfnoe: De Order enöe öebeftu
Jötti{j,;L*«tarettboojcen3Bpo(loltfcf»e 4P?öonnanttcnorD tegentooojötg
\'^fle iftgrFb ^"P|i wet met Die enoe 100 oeic «eremonien ai.» m w «toom*
S\'^iitlriD^^iï Houweiijck booi een >©oöDelöcfte tndeiitnse tot boo?t-
?tpe te wJ? menfcfielüc6e gefïacöt/ enöe Dtenflfgö na Den bal om fioe«»
S«eQQitï;;?Oöen/ iCoj.j.t. %t Vormfei (fooicDaeröoojberffaen öe
Jen öeiytfianöenDeclfpoflelenop öegeenebtcfeDeertrao?Dinarcga*
««O"»-- toe-Bjacöten / gelücö Bet fcöönt öaer ban genomen/
:e plaetfen/ al0 ntt, 8.17- «n 19. <5. bebedigen) enöe Ijet O-
l^\'elbooViS - ...-----------------— ^
»binaJi^^^^onten bpöcSlpoftelen gebiupcötin öeötfjjenfatteöerCj:
Jftatc. öe0 <©ee(ie0 enöe Der miraculeufe gefontmaetötngen
öte nu pDelDCfe enDe te bergecfjs fouben
\'^tefferen. ^ "\' We eytraojDinare gaben/ firarfiten enbe toercfeen
NiJatRL^^J^^" gefcfiiet füttöeffaet tebetfoecïienenbc te retommanDe^
gfc[)5j, fSöejepbe / met een bebaett gemoet/ fonöer booi-oojbeel enDe par^
enbe Begeerte totöetoaerfiepöt / naboojgaenöegebeöen
onfföiK^\'^^^^"^ tonfcientle/ magfi toojöen obertoogen/ enöe getoetfl aen
«®®oiö;fe?5^"toetfleenban45oDt0tooo?t. €nDe moet Dan elcft ften/ na
fft^Öcpt wJSöerfoecö/ toat Daer ban 5P fiet oojbeel föntf gemoetjS/ln optecfi^
!ut) Ëeec/ öen tUÉif uHf c / aÉlik& ban ftin öoen / foo oorB bAn
be iSi^^f\'ttf e öat öe föercB met ötoalen en Ban/ öat bele boo? 45om
^abe tottS\'^Öept ban fiet gefepöefouDen ften enöe onöerbinöen. ï©elcBe
^anfierten toetoenfcfien/ BlöDenöeeoötDatfip fiaer De
berftantberlicfitenenöe fiarefiertcn nepgen tot
■ •^berCttS^\'^ toaerfiept: öentBenöe Datter geen^lucBtger bicto?tc en W
S^^nen wi\'ï.t^ toojöen ban öe toaetfiepöt / toam öte ban be felbe ober^
in fiSC?^ obertoint öe Dtoalingfi / Doo? toierns BanDen fip gefiouDen
^ie hïr^^/ ^"öe öe toaerfiept maecfet fiaer b?p/ giofi,8.32.
A^^etflan^^^^ enöe facfitmoeDigfiboojHel ban Dc toaec»
S^P <©oht hW ^^ ^^ \\3itJim gefijacfit / Die moc^
J \\f H Godt noch t\'eeniger tijt de bekeerir.ge gave tot
Dl. ,2 €im.2.2^. 5©pen fiebbcn geenceDen om ontf
^^ettoHifr^iML" "och aen öe jöbe ban öe ötoalenöe perfonen/ alsi offe
ïl\'^l®" ^ ^ant ban ^5oDtb?ucötige lupöen (laet niet tc p?efu*
Qen onWllf wocttoiliicfi ötoaelt/ maet om Dat fip niet beter en toect:
3öbe / aijs of top boo? onss particuliec Beleeöigt of befcfiaötcfit
toai^n:
-ocr page 72-Héi: Mkeer ende de Bitteihéyt
Barett: ttt eIck\'Mfijneygenpäck dtagen, <031.6:^. ö« eyg^
öoet fulcfe^ tot fürt ßpsen Uoojbßd of fCBaÖß r\'hy ftaet of hy Sf\'
Heere, Jiom. 14.. 4..tiatW fipfai \'tteöaanttooojbenpDöenajn^j,/ fjj
top wjss,gemoet geaiiefßivljßfiben (n Set onöectoöfe" ^^^
ÖebMiitop itißt meet te Dam / ^tiDctftpeit boptettWilDt / JJt^
Baei öioeten becDecf/■ict.ilt.en
m Difi)enfatie45oä^/«a be to\'ellietjp d6,n;e.enen geeftde ^^"\'^^^S^ottOei^K
Coninckrijcks te weten> den änderen niet, Ute^fi. 13. i*\'- ^^ ^ „ hebseS"^\'
enbe onDectoerpinge feggen met €Ö?i1to / Vadev het heeft u wo
II. <©etoontDanfönöe Datbe teeföjnteßcöebeöoubenjji^ngiille^^
gcloobe/ berbat in De 12 ^tti£üie«\'be^ €ö?met|jcben
lötfi bectoei\'pen Set byrgeioove upj tie onfeecßdretcaDitien / tjao^
treten enbe geboöen Der tosnfcSen Daer bp geüosgSt / foo SföJ^\'f" jn OÄ
3^oomffSe öerfe fooDanigeti afbeer banSaer niette Se&öen/beci»» onj
Anathemate feggen/ofte betöoemen. ^aitt i.SouDenfe ntetü^^^jDt
fecc&ereTraditien, enöe Legenden, fp sonben beei ban «^l^t^^\'ijgtji^/
feer vatt is, 2 g^etf-1. ip- 2. KoepenfeDe €ngelen ^nöe ttf" f.
fp biööen aen öen^^ie-eenigm 4S5oDt / Den ©aDet / öen
OSeejl. jBaciBenfe ntet bed toertlissbanöc Sanften Doo?
canonifeerr ----------
0ep?efen.
genfeöae
^ercnitutumuKii »lei/ ijEiigomoatoet<©oDbermetwy"*wit^p^^^
boö ban fön toet. d. €erenfe met reUgienfe eere Set trupss enoe o« ^ßW
niet / fp e^ren nocDtan^ Cö?if!a0 Den gecrupften. 7- ©i^^SJaeit^®!
Daaen niet ban meufcSen terretenbansanaeaingefieit/
toel Den Sabbath bän <©oD ingetlelt. 8. StellcnfeSetbatlett^rtse^M
fcheyt ban fpöfe / fp (teilen t in onthoudingebanfpöfe/
ßeßeeringe. j,.^lSoetoel fp De goeDe toercben niet toe enfcSJÖ J^\'J^Ä
tot Set eeutotge leben .(jus advitara aetemam) te verdienen,
bolmaecBtfön / inDe öctöalbenin eobsS geritSte/ e«De oo?Deei n« . ^atp
nietenfiunneri Beftaen lef. 64.6. <©al. 5. lo.) (])erBennen nocpj^ jjK
nootfafeckeiijck.\'enöe profiiteiijck jp ter.jaljgSept/ bolgenww^^^^^^^^
ÄjTt»« . O -gj^jjß een ^^gh om te "Bomen tot befminge ba» J it^
ï Cim. 4.. O. fcMW«^ ccu wcjju uuiïK«gmKnTOtüeiminge J
€pS. 2.10. boIgensJ De foete fp?eucBe ^öecnarbi / bom ff
7ium, non caufa regnandh Dat / de goede wercken fijn ^als i
wigh Poninckriick, maer geen oorfaeck dat svy daer met ^ i^flateP\'j
genfuiienheerfchen. lo- IBaccBenfejgeen toei^
ts om Datter ggfcïpeben (ïaet / Wie kan de fonatn, vergelen
mm. 2.7- Ii:»ÖiJenfcSet Wye-watergeen^B
tc cepnigen/ fp foecBen \'t tn Set bidet jefu Chrifti i ^oS-1- 7- ^^
^biööen aen Den B^ie-eenigm mm j Den ©aDer / Den C
oSeejï. 3.;|Bacïaenfe niet beet toerc^^banDe Sanften öoo? n^enigj^iiirt
ert, fp SöuDen in toeeröe De lepligen in <©oöss tooo?t öeffgUgDt\'
. 4-25iöDenre De igepligen niet aen met reiigieufe eere/jP\'jrt^rt\'
ytiijefen. 4-Ļtooen(e ae i^epugen nietaenmetreiigieuie eere/\'^uairtei"
genft Daerom niet / enDe tofUen garen fiaer geloobe enbeii0SöenS0^0C^
f €erenfe De BeelDen niet / Set i0 om öat Set <©oö beröiet in fiet f^ifltJi^
Ovet verfchil van Religie^, fe^
Roomfche ^cccB ïn (Hiften aenftcn niet/ fpefïoofeen
Jat rtch ffrPJ^\'-\'P^ïSe Cathoiijcke enöe / enöe bessen
Jiecöte s ^öe boegen moet om faltgl) te too^öen. 13. ^cljt^nfe De
^iijcö hart niet Ö00tfacc6elj)c& / fp Bonben \'t notlJwnjS nootfaec®
fp fao^iT\'ö^ acn Godt,te öoen. 14. ipjlj^nfe geen feven ^accamen«
ïjicirn/r\'^ben^accamenten geniet. 15» ^©eloobenfegeen Vagevierom
»^i) iiph^;^epnigen/fp gelooben ebenbjel bebieï uptet^en (quatuomovifsi^
Jiirtfti é y fiet oo?beel / öe ï^el enöe öen ^emel: enöe öat hec bloede j efu
"^ejcii^^^ ^oons Godts ons reynicht van alle onfefonden, i^Op. r.y.\'t
•^tïs ^gjj IJ e ^önteyne geopenc voor het huys Davids, ende voor de inwoon«
tegen de fonde, ende tegen deonreynigheyt, bOlgen^Öe
om öe <©erefo?meeEöe ^ieligie te ontBeffenban alle gua^
Jeei baSy ® ^"öe fufpicte metöe bjelcße fp mocöt öelaöen gaen in Bet ooj®
f ^Jïncen ©o?(ien enöe Regenten ban Hlanöcn enöe ^teöen/ ten op^
^«cwl^^^wöcïten^aet/ offebaermeöeincompatibel, enöetoeï
Ü^tt Qep^^y^ rf^oö feggen top öat onöer alie gefintBeöen öer Cöjifie^
flaetStl" öte boo? öe^oiitöcte.mSaêten mini^teb?eefen/enbe
^e.T Of r^ I ^^Öfiept geeft / al^ öe Gereformeerde, BeÖbsnÖe geene Maxi-
^ éoötf???^®" / of iiertßen-regeeringe öie een toettige CBJïftelöt^
"^\'öjaertgcfi/ ofgebaeriötöfön: enöe bat om defe naervoigende
^^\'^fcjJlÜL^^^®""^" niemant Boben Baer met birecte of indirede mar&t
Overi! enbe tJo?genijcBe al0 alleen Bate Booge enbefubalter?
Wicj^tfng^^yï: enbe öoen aen bie onbcc<©ob/ öeBoogBfieHomagieofbec^
J^be mS Sf fi^t iäettßelöcfie geen ficBtbaer Hooft ober Baet regeer
f ® ecniihf, JIUacBt i nocB geen geeiïelöcftejerfoonen onöer Baet
geB?upcBen / fönbe Sieeraet.sS enbe toerelt^
geenmenfcBe öe »Bö.^itept en macBt toe/ om Baet
oaen, wtffaen ban ben eet ban get?outoi£sBept aen Bate ©becBeptges
C\'ijsfWtueren
Cquod nee dominia, nee Imperia fundantur in gratiaj
[Unbeert fii^^\'Ö öe epgenöommen öer goebeten / nocB öe ïïegeertngen ges
f-®tten a?nL " genabe / of in Bet geloobe/ maer in menfcBelötöe eon?
öo?beejen bat een of <©bericBept ban toat geloof of ges
fojfaenS^yiP iS/ baerom niet min toetticBi^/ enbe eben t?ou meet ge^
^Qliflec SClBoetoel be (©nberbanen gelucfiiget enöe be ©?incen
" \' \'0« / alffe Set toate CB?jfïsn gcloobe beela(B»0S fön-
<© 2
-ocr page 74-44 Het Afkeer ende de BItterheyt over \'t verfchil v«tt Religie^
IM. tiatallezielenCtlÖCpwWS
Jc Dat bcfeltoc met anöm onDeröanen oor» geDouDen ffin tot IJt fSöiK^
Jeöoojlöthe ftïiattmge: fonöer nocfitan^ gebeel tzm^tibm^JSM^^I
ötcnen gratiën bte nuenöanöenKerckdijcken, fnfaDeucDflnSHWtfl\'
fippfeiife a^?mfenetti«egentenf0nDerguM/ ofnocö rationabeifow^\'
gcnDergnnttoojöen. ^ ...
6. ÄP cnfieööcn fulcBen fecreet Dart Dfetfit
\'ttoelcö öaet / tegen öe tjoutoe Dan een goet onöeröaen/ fow^^^e^
fDJögen felf^ attentaten (iretïicnöe tot Dcröerf Dan pet gewepnj«
7. m iftercftelöcfee cenfuer iäS fip ÖaeCpuergeeftchjck :
biixem Öie pemantsJ (€fi?oonof€joontaec6t/ wac\'^P^^rScttifl»»^ rf«
iecen met bebrgginge Dan 45oD!8 ongenaöten toom: ft> onti^geep
fgn eojgeriöcBe ^taet of goet/ ofecceniCttel/ "taec alleen»»\' je
IgcBe gemepnfcöap öec öercte/ enöe öer gelooDigen/
ij?upc6 öer Sacramenten: enöe too?t niet uptgeDoett na oe w»» ■
iwn een perfoon / maet beftiert öoo? öeele Collegten. ^ ^^^ mv^l
8. laten öeCö?tflclücBe<0DerDept/aW©oettlct-öeerCT»"
metief bet tocBeöeSföminiftratie Dan öeTemporaiiaecdeiiae,
tetlijcöegoeöetettöet tocBe.
9- tnterbiceren enbe Derbieben alle onöeröatten/ew
Den Kerckdijcken, (DolgenjSöe leffcCtijtHiaen^etjo
refiflenttc met gebjelt te öoen tegen öe mflcfitbet<©Detfcyept* ^pgtt»
leere tjs/ arma ecdefix funt preces & lachrymae, öeDjapew" ,
fön gebeöen en tranen. _
«©nss befïupt i^öan/ EerfteiijckDatbeleeteöee<0etefo?m^g^ntiPJ^
aCCO?ÖerenÖe met Gods woon, öe drie Symbolen öejE! geloot?
öet 3Bpoflelcn/ Dani^ceen/ enöeSfitöanaf«/ öettoetpenoew^ygÄ
in be vier eerfte generale ConciiieoDetoojöeeltj ÖebDenöej)et^g#"jj
öet öepltge Maneiaren öie opt en opt öaetöloet Doojöet
Ijebben becgoten/ iss te fiouöen Doo? öet Catholijcke
enöe bat bienbolgen^ öe iSoomfcö-gefinöe/ alle anöerebpj""
itinfcecBetc Traditien, enbe gehoben banmenfcöenDetiatenoK^^
betgenocgöt Beöoo?ben te fijn / enöe tc blöDen bp öe
angcliinitsS: Ten anderen Öat ÖC KegCCtingC enöe Maximen m ... f^vO^^^
meetöe öetcBc niet alleen compatibel enlpbelöcfifönïJe
bel enöe fecuer, öät guntiigö enöe feecBet Doo? öen ©oUiP^^jtÉjita\'^
meer alö ban anöere gefintöeöen/ öefelbe bp alle
cnöc ßcgeetmgen gnnff beöoo?be te binöen / 2{mcn/ öat fP
F I N I S.
-ocr page 75-V
Uf rmt ^
^ ^ ^cmirvczï^
^^^ ^-r^r^Jh ^
I O
-\'ie/*
-ocr page 76-1 \'
Bi ■ ■ ï"\'
/ 1
^ .A
fit-- 1.
1. .\'
/ •»
/
>
K
\\
>
* * >
■ w
f.\'
iff i
-ocr page 77-^ ClM^c^i^^ TK-J-TT^ tl-SiV-\'
i
-ocr page 78-VL/5V
/k^K /
S
-ocr page 79-p^rJ^
. Cn
■ ,
c
„ ^
\\\\j-zu
IX^iMts^
i
i
I
i
• 4