KLUCHT
Van de
5
En haer wonderlijcke Avontuur
by de Franfen uytgeftaen,
l^ct ttogJÖÉ ïPeeï/
^an den Pafquilmaker voor den Duyvel
t\'A M S T E R D A M,
% Gerrit Swygcr, achter de Bems^ naeft dc t ^
J
i;t
Anna ^^^ \' Min en Vrouifiy in V eerße Veel Vryßer en Student.
Marie, de Süßer ym Ann/t ,1
Ccrnelia, longe Vryßer s.
Theodora, J
CotntTitt^ een Geefl^in^t eerße deel Student.
Slcutel-dragcr, in \'t eerße deel Mup-mder.
Bocr.
h-
ftr
1
Eet de Stichtfe Quak fijn talen
Wel in\'tfpreken na te malen:
m\'c fchry ven is fijn fpraek
„ kreupel, lam en fonder fmaeck.
JJ^.\'ckookmet hoofs-gefinden
^\'i\'Muyft aen de woorden binden,
ßvenalffe wel van Hooft
. .^P fijnNecrlants fijngeftooft?
uT ? ^^^^^ verwecken:
«e neuten op doen trecken;
willen oiet het fwij n
•jj. aenk gewenteic zij n j
Au baeft niet te Oordig weien ,
l^efegels maer in\'ï leien
i:!«en ftuyten, fchoonfe vry
Van gemengt met bafterdy
Èj,^\'\'ytheemlè fprockel-woorden, _
met minne-koorden
ïifi aen V enus dari\'ie kitii
Lg^\'Qergijlfte harten bint.
S,-^^ns tot het fpreek-woort keren;
ofhetnietfalleren,
^at de wegh van middelmaet
\\ y ^^ «et aldervyligft gaet.
\'ij Os waerder als mijn Zegel (
niet buyten defen regel;
S\'^^doe, ofipreek, offchtijf, .
öatd dat ik in\'t midden blijf.
Vqo.! ^\'«cht niet valt te duyfter
n^JetvLefer, dat haer luyfter
met al te klaer en blinkt,
\'k ^lot en draeft, ofhinkr.
felver tuflchen beyen,
widden van twee zeyen:
Êq ï^pje van mijn hoet
- ® ïolen van mij n voet
achter en van voren,
ï^ocJ^^\'r^"«" geboren,
i\'i\'ffet,\'. \'bidden van mijn vel,
by malkander,
Tuflen droog en tuffen nat,
Tuffen hongerig en fat,
Tuffen loon en tuffen handig,
Tuffen eerelijk enfchandig,
Tuffen droevig en verblijt,
Tullen \'t lacchen en \'c gekrijt,
Niet te ftinkende noch geurig
Niet te ras gefint of keurig
Tuffen jong en tuffen out,
Tuffen heet en tuffen kout,
Tuffen haeitig en geduldig ,
Tuffen flolEg en forgvuldig,
Tuffen vrolijkheyt en druk,
Tuffen iuk en ongeluk,
Tuffen ftronten tuffen koning,
Tuffen gal en tuffen honing,
Tuffen geck en tuffen wijs ,
Tuffenduvels-hayr en grijs,
Tuffen fchaemloosheyten fchaeaite ,
Tuffen vel en een geraemte ,
Toffen fiek fijn en gefont,
N ie t te vierkant of te ront,
Tuffen bot en tuffen errig ,
Niet te vreedfaem of te nerrig,
Niet te lang ofniet te kort,
Tuffen Hardetwi jck en Dort,
Tuffen dromerig en luftig,
Niet t\'onvrede noch geruftig,
Niet t\'ontuchtig of te kuys,
Tuffen \'t weelde-pad en kruys,
Niet telangfaem ofte vaerdig ,
Tuffen boos-fij n en goet-aerd^ig,
Tuffen licht en tuffen fw^acr,
Tuffen tien cn vyftig jaer,
Tuffen al des Werelts oorden,
Tuffen\'t Zuyen en het Noorden,
Tuffen Ooft en tuffen Weft,
Tuffen \'t facit en bet reft,
Tuffen fchulden en weer-fchulden,
Tuffen yl fijn en gevulden,
Tuffen hol en tuffen vol,
Niet te ftcmraig of te dol,
A a Tuf-
JAN ALLEMAN
W
Ovidii : tnter utrumq^ue vok, mediomußimmibk,\'
Tuffen \'t maken en het breken,
, Tuflea\'t vloeken en het ftneken,
Taffen koel en tuffen warm
Tuffen rijk cn tuffen arm,
Tuffen liefdeloos en minnen»
Tuffen tien en fonder finnen,
Taffen fuy ver en bevlekt,,
Tuffen facht en hart gebekt,
\' Niet gedwee en ook niet vinnig I
Tuffen koppig en fachtfinnrg,
Niette lelijk ofre moy ,
Tuffen\'tgras en tuffen\'t hoy,
Nietbeklaeg\'Iijkofbelach\'lijk,
Niet verfmaed of niet gefach\'iijk >
Niet te rijn of niei befmet,
Tuffen flodderig en net,
Niet heel onder of heel boven ,
Tuffen tay en iicfat-gcloven,
I Tuffentreffelijk en flecht,
Tuffen vats-fij n en oprecht,
Tuffen \'t nieuwe jaer en \'t ouwe,
Tuffen \'t fchey en en hertrouwen,
Tuffea branden en geleft,
Tuffen willigen gepreft,
Tuffen eynden en beginnen,
Tuffen dof en lucht van finnen ,
Tuffen wit en tuffen fR\'art,
Tuffen fes voeten cen quart,
Tuffen Boer en taffen Jonker, .
, Tuffen flordebel en pronker.
Tuffen groefelig en klaer,
Tuffen heel gemeen en raer,
Tuffen trouw-zijn en verradtr»
Tuffen Kint^n Befte-vader.
Nist te hups efj ook geen fun,
Tuffen dik en tuffen dun,
Tuffen d\'eerfte en de lefte,
Niet van \'t quaetfte niet van \'t befte »
NicttePrin^of nietteSxaets,
Maer met yder goeje roacts,
Tuffen deugeniet en deugdig,
Tuffen ouweli jk en jeugdig,
Tuffen wroet en tuffen mal,
Tuffen al en niemendal,
Niet te werelts of te geeft\'li jck,
Niet te godd\'lijk of te bceft\'li jk ,
Niet te karig ofte mild,
Tuffen latn en tuffen wild,
Tuffen vretud en ingeboren,
Niet verworpen of verkoren,
Niet te Paeps of niet te Geus r
Tuffen Dwerg cn tuffen Reus»
Tuffen Luyftervink en Scbreuwettr ,
Tuffen Fieremaet en Geuwerr,
Taffen tenger en robuft,
Tuffen noy en graeg gekuft,
Tuffen wel te vreê en moejelijk»
Tuffen loff\'lijken verfoejelijk.
Tuffen nauw en tuffen ruym,
Tuffen \'t gront-fop en het fchuyi« 7
Niet te veel of niet te wynigh,
Niet te fuyk\'righ ofafynigh,
Tuffen min en tuffen meer *
TuffcnKnecht en tuffen Heer, .
Tuffen Baes en tuffen jongen.
Tuffen fpichtigen gedrongen ,
Nietbedaertof niettelos,
Tuffen \'t Duytjen en de Vos,
Noch geen Snapper ofgeen Swyg^\'*\'\'
Noch geen Trap-gans ofgeen RyS®*^\'
Noch geen Pboeüixofgcen Üy\'»
Tuffen fchoon en tuffen vuy 1»,
Noch geen Kruyper ofgeen
Noch geen Huy Ider of geen Singe\'\',
Tuffen bleek en braef gekaoit,
Tuffen \'t hoogft en \'t minfte atnp^\'
Tuffen winft en luffen fchaede,
Tuff\'en \'t loffen en hei lacden,
Tuffen groen cn tuffen dor,
Tuffen \'t grunf\'len en geknor.
Tuffen kunftig en onkundig.
Tuffen vroli jk-fien en fundig,
Tuffen blo en tuffen ftout,
Tuffen laf en tuffen fout,
Tuffen pochgen en verklynen,
Tuffen drek en gouwe mynen,
Niet welfprekende noch ftotn,
Niet te fnedig ofte dom ,
Niet le rijn en niet te fondig,
Tuffen veertig jaer cn tnoodig i
Tuffen erntt en tuffen jok,
Tuffen kelder-knecht en kok»
Tuffen goet-fchik en vtrbolgen t
Tuffen vluchten en vervolgen,
Tuffen gauw en tuffen lam,
Tuffen \'t brillen en de tnam, -fulTf»
Tuffen\'c fachten en bet quelen,
^en quetfen en het helen»
T offen nederig en groots ^
TufTetj hoog-gekleurt eudoots,
"ffen fomber cn luy truchtig,
"^en al-te-recht en buchtig ^
Niet te tieerftig of te luy ^
_ Tuffen foete moft en huy ,
;j;«flen tegenlpöet cn zegen,
"ffen quali]k en te degen»
t «ffen Leek en tuffen Pacp ,
Tuffen lofeph en Priaep ,
1 «ffeii gyj en fonder liefde,
"Jffen noy t en ftaeg geriefde,
Tuflèn teer en tuffen fterck ,
y Tuffen kroeg en tuffen ketck .
^«ffeu walgen en beluft-fijn,
\'^en onkund en bewuft-fijn ,
Tuffen Rauw-moes en prcdes,
Tuffen flobberdoes en vies,
^"ffen flof en elf-en dattig,
W let geveynft of openhartig ,
Niet te fti jf of niet te fwack ,
Tuffen Hafewind en Slack,
A^Qen nijdig en genegen ,
\'^ifcnant voor of niemaat tegen >
Ttsffea vroeg en tuffen laet >
.^Tuffen overdaer en Paet ,
i^ffen melden en verfaken,
"ijfen fchouwen en naer-haken ,
T\'4ff"en fmuygcn en recht uyt,
►pTüffi.n d\'aenvangen*ibefluyt,
nèet\'Hg en iachc-finnïg,
^ tjuen fuurmuyl en aenminnig,
TufTen hart en tuffen facht,
Tuffen Volewijtk eo \'t gracht,
^,^«ïtegaefofniettequaftig,
^l:^i;etUejiftdiikoflaftig.
rotm en tuffen hoon,
kot ei) gouwe Throon
Tüff " en^verdrucken ,
^^heus enguyte-ftucken,
^\'-^^en loot en tuffen hop,
Tuf-
T (T \' \'Qef-qüi-diï en top,
Ti.£!{\'"Pelengeflepen. ,
en rechleg.epen,
A Men Monfter en voUiiaelct
Tuffen fmadig cn me-Waerdig,
Tuffen Godloos en rechtvaerdig »
Niet vernedert of verhoogt,
Niet te vocht of uy t-gedroogt»
Tuffen heet en kouwe landen ,
Toffen foei en water-ianden,
TulTen fmal en tuffen wijt,
Tuffen d\'ouw en nieuwe tijt.
Tuffen wulps en ingetogen j
Tuffen wcyg\'ren en gedoogen^,
Tuffen hooft en tuffen ftart,
Tuffen veylig en benart,
Niet te cordiael of vreckig >.
Niet verfetelen of hart-neckig ,
Tuffen Lammetje en Stier j
Tuffen Méefter en Scholier,
Tuffen bulderen en flemen,
Tuffen wel en qualijck-nemen.
Tuffen twee en tuffen geen ,
Tuffen bli jfchap en geween,
Tuffen wijn en witer-fuyper,
Tuffen trots en Neerfe-kruyper,
, Tuffen in en tqffen uyt,
Tuffen flaeg en tuffen buyt,
Tuffen dwang en ongedwongen»
Tuffen lof en laÖer-tóngen,
Tuffen Vechter en Mennift,
Tuffen Qccbt-hooft en vol lift >
Tuffen "t vaften en het fmullen,
Tuffen *t dorften en het pullen,
Tuffen hoe en tuffen (oo,
Tuffen wo-wo-voort en O,
Tuffen \'t op.ftaen en het vallen,
Tuffen \'t menen en het mallen ,
Tuffen vry enihdeknel,
Tuffen welkom en vaer^wel,
Tuffen fparen en verteeren.
Tuffen hebben cn ontberen,
Tuffen mis en tuffen raeck,
Tuffefi hartfecr en vermaeck,
Tuffen \'t brengenenhethalen,
Tuffen borgen en betalen ,
Tuffen gaft en tuffen wacrt.
Tuffen Vechten Rhijnie-vaert»
Tuffen naderen en dijnfcn ,
Tufffct\' giggeïen en grijnfen ,
Tuffen wa? en tuffen dat» .
Tuffan nihil en fiat,
B
Tuflen kopen en verkopen,
Tuffen roe en tuffen open,
Tuffen noy en tuffen graeg,
Tuffen \'t antwoord en de vraeg,
Tuflen bol fijn en bedillen,
Tuffenront en plat van billen,
TufTen weet-niet en geleert,
TufTen juyft fo en verkeert,
TuiTen \'t biejen en het loven ,
Tuffen onder-fi j n en boven,
Niet te goet ofquaet ter faem,
Niet verfchopt of aengenaero,
Tuffen d\'ouw\' en nieuwe Heren ,
Net in \'t midden van \'t verkeren,
Tuffen aen en tuffen af,
Tuffen blom en tuffen kaf,
Tuflen fchateren en Ichreyen,
Tuffen dempen en verbreyen,
Tuffen voor en tuffen na,
Tuffen och en ha-lia-ha ,
Tuffen troolten cn befwaren i
Tuffen fwelltn en bedaren,
iNietinlyeofbuytenoot,
Niet geheel bedeckt of bloot,
Tuffen veel en weynig heugen,
Tuffen waerheyt en de Jeagen,
Niet te dicht of niet te leek >
Niette rijn ofvuyl vanbek.
Licht fal hier broer Stichter feggen ,
\'t Laetfte kan ick u weerleggen j
Waer is in u dart\'le praet
d\'AIderrainfte middelmaet ?
\'tIs te grofgekout vanleden
Die defchaemte moet bekleden.
Maer, fegeensgefiftenBloet,
Waer oaen a hier in mifdaet ?
\'k Meen, dat \'er de rechte namen
VandaCdeelnietinenquatnen;
Ey, waer word het toch genoetni^
Daer het niet en wort verbloemt,
En niet onder mafquerades
Maekt fijn vrolijke ftroppades ? ,
Loop ! kijck eensjes in Cal\'pi)f\'>
En meer boeken die \'er fijn
Tot verlichting van de kindefi
Krijgen die daer ook geen hinder -
Of fien die foo fnedich niet,
Als een du vel-uyl we! fiet ?
En fchoondatick (ulcke boeken
Volgde, fou ick dan al vloeken ?
Fijne man, jekomt te laet;
Ms de rechte middelmaet j
Sou wel imant aen de menfchen
Berercentrum kunnen wenfchen ^
Niette laeg of niet te hoog,
Rechtin\'c midden naer het oog?
Kan men\'taerdi^er verfinnen? .
\'cEenwatuytwaerts, \'caerwatbin\'\'
Niet na d\'een of d\'aeder zey,
Recht in\'t midden allebey i
Tuffen ftaen en tuffen hangen ,
Tuffen geven en ontfangên >
Tuffen ruyg en tuffen kael,
Recht in\'c midden allemael.
Waer verhael ick je nu trunten,
Of verlaet de miidel- punten ?
Hoor 1 of ick het fwijg of feg»
\'k Hou bet met de middel-weg.
Rynhartî
^ynh.
bat low \\x>m een bcetfen/ fcpbett ßpöet/m Dp fcöool acbtec m bi\'esJ ;
3i)n bie butoelfe jBuöoenj nou lacö icb een0 om al ttiijn bediel ;
aiii« h metöet g>?infe bolcb lieber b?oogö-b?oot etm / en fcßoon toatet toc
öeootfte belicateffen met bie becb?upoe liebte bincben : Cöjineben/
Wé K!- r Öf bJilfe noeö becfcöonen : maee fe toeet toel toaerom :
F fpjeeeben al toierbt icb ban iionben aen flom.
>t^"Ç^ambenccn/ ha, voftrerreshumbleServitearMademmöfelle:
WS pjfeucc fal \'t bem niet boen/ bacöt icb ban/ ßab ben bont maer geen bellen î
«jîî bcc\'cc bp/ de tout mon cœur : ja/ bacßt icb ban/ bat baet
SI f ^^^ t^t^t boen/ Dceft bct macc flcg^ gccn (îart,
"MCEbitcucc buucbe fo ban ben mo?gcn tôt ben abont/
m öab icb mijn gat gctocnt/ of be Hlomnuipot fpeclbe ^aiîdabont î
eenbagb in bc toceb bebben/ban toatî totttcn «©onbecbag boo? mfjn;
^(rf/^Uet/ fo ijebje niet/ bat moejl al goet gcnocb boo? ïxijnbart
îfeal \'îpenraet i Cocncaet î boc bicbtoil^ beb icb toel gebacbt op îc feggcn t
feopf wcpnigb toijî icb/ bat icb mijn ep fo in be netelen fou leggen î
jkarbenötgbtoaömcbeiloeeafgeftbslbcctfnu^afgniU (
UJ^^wat baetbecr^ of b?tl/ m öcn api niet ficn en toil.
^a bebjet me bso?fpelt î macc toie fou bimncb?ßmen/
\\ g Ucbte pebicten onss fo fcöiclöcb op ben balsî foutoc bomen ;
3 Jl^\'ec anber^ geen noot af gebab j cn nou \'t fo të gefcbiet/
^at iiTpfÖ ccn grooten troofl in bit mtjn brupg cn berö?ict/
^fitth €onffatec0 bcbj bacc bonbett man^ malbanberenontmoete/
ten tninjle bôftigî)/ bic met geen ontbecbte boofbcn banne groeten/
"nen / Uxoris crimen fcripium efîe in fronte mariti,
^jjp _ Quamvii vir calamus, fœmina charta Viri,
% ïSl^\'^wt bc fcbantblccb acn met nocfi ttoee ban bacc ï^oeeen /
•*<^oetacStecö«fen ßoccbben öanbel cens? beloeren.
^ Anna, Marie, Cornelia. Rynhart, leggende om eeti hoek.
^nJî* mön fclbcn toel bufcntmacl bcrfocit/ bacfetn\'t begin me toa^ geblucfît
<©f ,^3o?namcntbjcb bocnje be focticbcpt tocgb bab (geloof ich) ban be jpeanfe luc&ti
oocb fept of ftoijgt/ onsf bolcb t0 maer ccn lompe natie :
\'t îp ®^anfcn tets? boen/ \'t beeft een geel anberc ftoier en gratie i
91 toat \'er an i0 tot bet alberminfïebeel ;
^ch 1Öebbcnfe een tongct je tn bacc ttiont al0 cenflueel.
f. \'^n\'t b ® toetsnfc cen ^ame te carcfferen 1
«iet <£5alantcc bunne begeren.
3!cb ^J \' ciepmen in ecrfï ban baet iBaegbc fcbcnberpj
^atfrb tccgb al mee op bc fatjj î maer icb toa0 bip
hin bÄÖn gat tocce upt ?lmflecöam bab/be Uicöt bonitte bacc 0ecnfint.ö beïmôbefl j
\'è iX^usje/ bacbt icb op bet Icfi 5ön immecjS geen fial^-faccbcn/
^ïeoSa» ^^^ bjagcn al0 cen anbec î laet icb me longc jeugt
K- toasc nemen/ toant jonge lup boer bet be mcefte beugt,
ioe bar N een oojtje (riep een jongen/ cn bp tcocbmc bp be bïeecen)
\'•\'rti be Sloffcc^\'t Mtceeöt met öe Jfcanfe bominecen :
(Com
-ocr page 8-€ocntiatötfcR/Bpgettoo?tectft)tiUetjefo8em«n/ „ ^
ijl ti)t/ öat ith upt mön ogen feijcb/ of anbete gaen met bétt a^P ;
Cn\'ttoafme batplapftectje nocb toel bubbelt Eoaecbfgb.
3f cB! bfe bfcn töteetijStoeec belebe niucDi I
Ann» ©oeaecbigb/
toaec/fönfefn\'tftittel-toeccbjeg\'ïbjêiTeert? \'
3[n \'t (iucb ban ^moucsf (cecbt upt gefept) to ^renfe nptgeleert.
Rynh, #jou btibelfe boer/bat Cecöt-uptbebjc toel toeten te acommcrt»
Ann, jiHaecmijnen\'©jsjßgblootfte\'bUebecgaenal.sibommen;
^at enrele ben tebfo moe ais g^fpoge fperb.
Rynb. ^iê ^cfJötböus acbt liaer maiiS bin jen ntet meer afó een bjecb:
Jl^aec ftoeec / fe fal \'t baec nocb fo befiiaecj^n. ^ -
Am. iBafcurrjc/ totljc toci geraiengön/ foto a;bje boo? fulc&c bccbocmbcpiaS\'^"\'
3©cltfcn en tten mad beb tcbje jou gelucfe bcnijt.
^a/ batbt tcb ban/ toat tö onfe iBacie cen gc5egenbc HScpt/
ï©at beeftfc nu tod b?oincbenacb)C.0/ tectoijt tcfe nacd mpn b?omcc
©afJlegcn fnaca na eenfïocfeje/ macc\'tfsmet bcm boe langde boe lomcc.
Mar. Sa/ f^afeuc SInna/ ais icb\'ec geen boecbjes om toinben fal/ \'
^cb breeg al mennifb b?cnu bap?t}e bp mijnent cp (laï; , ^
\'b ^eb tn öicn boeten tijt meer bermaecb gcbab/ als icft Itcbteljjcb opt fal
Corn. ^pjcccii fo nict/ je toeet niet toat i^inbec «Claes nocb fou bunnc 0eben ♦
iBaec onfe \'^Loffr. fSDcoboo?/ om batfe altijt gcblncbt is getoeefï/
ülBccntöatfènu meec fianr magmaben als ccn begclijbe öeefl; ^
3©pfön (gdp s ec laet buncben)altemadb3ccen/cnfp fou tod pjetenbccÊ"
^^an fcffc biaec tc 5ijn/ maccfulcbc olltojcs cn moet men ons niet Ieren.
Mar. 3©p bennen\'t bcupt al tc tod i cn toil jee eens een pjocfjen ban fien/
^cb fait je tonen I
Corn. ^ouf ban befcnabonbnotö bannen gcfcbien^
Mar. ^a gcmacbdijfb; maec je tnoftboo? cen «uc of ttoce mijn bnecßt tod«"\'
<!2n ich/ ais een groot Cabet/ fal\'ec ban tod fo toeten tc bdefen/
\'©at\'cc ban ritfigbeptbepebd omlopen fal. «
Ann. i^ettoatfatfocnbomjcrbefïbP\'^jjjpiaeii\'i\'"\'
Mar. gr^oo? een 0efingcerben253ief/quanfupiS ban baec bjienbcn
Ann» ^^luêto^^\'
Se vluchten alle diie even vetbaefl, cn v»llen holdei den o"*"
Ky uhait, die me het htfepad kieft.
De Geeft van Coenraet, Pluto.
*
Coenr. ^ic^ebcnbebbcnmijtttodeectötSeenSboettrollen;
<Èen anb\'cen tupmd fiaet tot \'t loon ban \'t rttftg beoliën
J^aecnotb tc boen: maec toat of onfen4i)ppecboogt
söltinbtecberfcöönenboet^ toat of bptocDbeoogt i
Plu. Coenraet/boo?/ijas tod op möncommanbc ;
(®ot mcecb?ing ban on^ ïïücb is\'ec pets gcoots op banbe i
g^aecboojbcd i!$ tc boen/cn bient geen tiibtbcrfupmt.
g&cipcanfen (fo je tocct) bic beböcn^ticbt ontcupmt
<En\'t fou baec alles nu toecc b\'outoe ruji bekomen/
niet acnjioni^ mipn raet toiecbt bp bc t)aubt genomen.
. Van de IfyterFc Juffers^
ifÄl^^^« ^öpiec ban toonberlöctte KcacBt/
^HiJtBft m gcfcöifft/ Bed bjcpndoo^öeöacBt:
SHÏ** ^^ na feot ^n Ban necfonen/
Sen ^ ^^^^^ aijff\' uptetlöcê Bectonen;
fiet oefacB en b\'ampten ban be ^feerch/
aect^-fenijntn plaet^ban0eefllij,c& toetcB.
l|S3laetna\'tBaec: BleebutnboncliceBleeiccn:
> ÊerfTi met be «aem ban 25?aebecj3" in ben ïleecet
^aVSï^t om CB?ifl{ toil en fijn becbjucUte fcBaer/
!P Ott dRfthh\'lürS» fch^sT» iM^n«; m hor» oV»i»rtaoi«
fcgjifc ecnsf tnben ebenacc
ïeè» j?®"^ aetotffe fien/ en tojjrigea oberleggen:
\'©eeW fiaec boo?/ en fegt/ baet balt niet op te feggen ^
^ojif yoec geen fp?e&enss tüt x maer rabbelt b?p u bejf/
f lüV wf Ö3ce naem getepcbent in \'t fïeguell x
UJgpif Mcjrtr arth\'ro fni> t marr \'t faf ii hVli«\' rti>h:>n
(sS\'^^ïflelnVct\'lVpt/ maec t een ban \'t anbec fcBiift j
betec iss/ of f? Ibec re regeren/
qftw een «©nbetbaen/ ficB fmab\'lijcb fien beBeeren i
niet/ toanneeu fojtnpn fö bjienb\'löcö lacBt/
ben niet alleen/ maer ooch Bet ganfcB geflacBt
aiaSx «02t i al0 men ban bic Boog-becoembe trappen\'
A »©cfagB/ en ^taet becfmaeb omèp te (ïappcn?
%{»vpbecbeplt tecliont al b\'ampten ban belang:
^«pBotenna toat gcoot^s/ fïelt in ben Boogfien cang:
«gg:\'^0?abeïacBtigB3ijn/ toilt BepliölÖcb beloben
\'èie ff^^^ öoo? p?oföt alle ampten gaet tc boben:
hi® \'^^"^afen aen be geuc en glang" ban topn/
^äSo betoimp\'len onbec fcBijn.
ïfóflj öootfaehlöcfeBept/ toilt Baren buptb bafi bullen
Jèa.: go^P/ batr onbefcB^oomt nocB lufligB fmccen füllen
f s gelt-lufl/ en gefïoobe bjaflerp
mm
"pmant buncftt/ bat niet fou toillcn|upftten
hAV^^tfecp/ fult gp be fin berbupfl\'cen
qjh fftm S^>^foetB/fomtiits8 een cegel oberfïaen
m J^ïOtis lefen \'t geen baec nopt Beeft ingefiaen:
mS fcP ^^ öot^ B^t nacBt-feleettot u boo?bcel<
JaeiEF« in b\'éeclle flaep ^ fo too?bt Bet Beurig oojbeel
Sf Sl^t; pass ban op/ batBP ten eecfien fcB?ijft/
^it fif. t)^® «cB nócB eenö te beeg upi b\'ogen bjöft.
WohÏ! i^^ßttt nptgcboect eec ^BoebujS aen \'t felimmen/
öuntHg aen \'t fnotcfag öer ^cBfmmeh.
nen bjp mojgen al be ßcont-befl ban een toeccB/
3©aöï öjfï men boo? Wt bolcè flcntlontis een nfcutoe
bontocn/ rupm fo groot alsf ^ticöt met al gaeï ^eben
ï^icöiiptbiepb.
Coenr. €nb)tefaIbae«too?benaengeBebeni
Flut. g^e l|act/ be ^öb/ be €b3tft/ bc €toecb?ac!it/ en \'t «©etoclt.
üBaecßt/ bat maecfn tüt^ be €fmmerlfen beffelt.
Coenr. ^cfegac.
PI ut. €en hJtcBtfg fïuch ftceft fo?g en blöt ban noben.
Coenr. ^m \'t guaet-boen lof Degaelt/ btntmen geen troutoec Boben*
>iaria als eengroot Hesr, en aJpratende ayt roet Theodora,
€n toen ging men ("fo ftoo?) abontiSfo bepUgB nfct langü? be (ïr^ïfJlatÉU/
d. dommige SofferjS mogen nocö fo beel ban be f ranfe galanterpet« t»?««»*
Mar.
Theod.
\'t maer een beel rapptg Cahaelje/bol Debjog/ cn plupmprÖÖÉtP *
Onfe natte ï^rec^t upt.
Theod. \'fiiSegDetitocB/cntcfeolf
^at tcS bufentmael meer cflfme tot een )^ollanbec ficb alö tot een
Mar. #onberbicnbc eer! toat maecB je mön een gelucWg ^tan^man.
Corn. «eenmopeSan^^manfonbedanjs.
Mar. ^tenroemWentboojcenfOétttjencfB«^"\'
Theod. €p fujef! mentis Betfiuffen op tlraetifiteïnïetgetoent.
Mar. 25p nacDtfön alle featfegi grau.
Theod. foei! tocgö met je Banben.
Mar. ^ofcfiBÊtbpec niet Bïujj/icft fai icSnocfiberbjanbcn.
Theod. (gn foöct langer buert/ foraecit fch mee niet b?p.
Mar. 3®at iffcc foctet/ alö b&foete fabberp i
Cor. <gp fie/ öoe fmaöeiötfi batbfe ttoee öarbe Boeren malöanb\'ce fiuffcn i
SBaet een bing fcBojt\'cr aen/ ora Bep gaec ritfigöept te bluffen.
Theod. CpBouttocöeenjJje^op.
Mar. ^oBibfcS/gimmeeerflbatfabeuc/
^at tc» Bet eenji fal mogen fietbatten binnen u ifóamer-beur.
Theod. ^oe foa icS aen mön ^eer^ beleeftBcpt ictsS te feunnen toepg\'ten i
Mar. ?8cBfaetctoflo?tien/bic mfln Bart alreetjï ban bjeugt boen ffpg\'ren.
Cor. liegt bie Croonjebaer.
Theod. €n\'tmöngactopbanb?eHgt.
Corn. ^at loef icfe beter i toant onfe Bar ten fön alle b?ie al ban eene bêugt. .rt/icftt^^\'^
Mar. ^ou I Song! gaet / feg mön Camerling/ bat Itö nfet tBwpö fal feomen bern» _
<Ên be Coetfier/ bat Bp mön mojgen tea tBien uren Bier met be öoetsS fal toacp»»
Corn. 3©at Bapc gelieff fön «iJiCdlentte fngefïaegen i
Mar.
Mar. ©at \'sf ebenbeeï. wai e» Tb«»«-
Cor. gelooft toel; toe biaegen f ebec felber een pojtiec.
Het Beb/ bat ftf be Coetsi, cn toiUetoe onsS ban eenö berma&en in \'t
jBoeten top on^ ebefiaeg met een geleeaben biffelBoom gelepen j .1:
\'©elufjeïïfönbepa^benjbeftowptsiö\'ftflcfoen;
-ocr page 11-^^^ Vân de Uytetfe Totfcrs. i i
tûutfewn tffctöef^^^
ffl î fal moigçn ntee ban falcft rpen tectcn tc fpjccfira î
^at B^t blacc W mact ben biffclboom faibct am ontbjcfee«.
i S bact acn fiucft/ boc bc poctö nocb af-lopcntaï ;
äi^as toat ftcn te (ïapcn/ of tuffcn Wt cn mo?öcn tofctt ff 6 tocl balf mai.
, gek/eedalseta Soldait, metdmdegsninànhiinti hdfdrmke»
m al fingende,
Dat Was een Venas-dîcrtje î
Maer\'rverdoemdehoere-koc
Koft mtjn fo mennigbiertjc.
Beti ick niet een rechte Sor ?
Ick viïickmijafelvenoythetoeft,
En foyp fo gern tnee van het beft :
Maer al even gaudiamus !
Etbibamus ! za, vivamus !
Wat broydt ons dc reft.
tu». HTkamtvooi\'tHuys vta Rynk»"-
*weeban btefmcïfgctccb-placftccis/cen foubccam cecept
c ftacnbe ficcbtc j al fcbönen be leben nocb fo bcclept /
iteÄ^^fß «»et «^tt nicutoc bcacbt en bigcuc tc (ipben :
Ï^J^f ftat appUcatio/ \'b toeb/ bc bcacbt fal cc nict lang W blöbcn.
\'7^j»«cnmgen mm S^cft \'ce fön angcïtjc tocl op gctoctfl ;
\'tff gefpan ban ©?acWbatboo? mön of mrjn0 gclijcb ufct cn âoctfl i
Är ^ Ql îî^acqmfcn of ten mfnftcn Capttcpn^ tocfen/
^a t bp hm fpnc ^miectjess 25?ccc CneKiS cofe-Scati0if sS lefen.
fcl;J|ac npî i bac upt î jon f canfc boccen met al je gëfptip^ ^
«I5i;i[bic<5{aefen cens» fingen/ toat maccbt bat een accbtggccupsS.
\'h fe^? \'^ûÉt ib bie banbet-joffecîci mcc toat banbe felfbc taect geben.
tocl cens? mcc ^tubent je gcfpcclt/ tact icb nu ccnjts op fijn ^olbaetsf ïcbcn.
Hykomtvoor \'t Huys van Theodow,
«a^Mien/ ben icb biec nfet cccbr ? ja : boc mcnnf gen 3?canfcn feitng
ff; bûpjs toeïfo getpcct bat \'ec binnen ccn Hâaent be punt bp tec necc bins î
^ec L\'® cbeatoel m met bacc ftompjc \'t fcbijnt onbcc ßaecbc moben î
\'t yH^^tÊttbccnocb ict« acn/ fc toaccn bicc in bc cccbtc ^tabt j
Bjôubolbbaitbao? bc bancft toel toat bo?« ban biclcn cn toat ftoacc ban gat
feaVt,«"^. ®?ompetten toaccn al beel met ccn biectg mont-fîutb geguclt.
r£f \' Ö^\'fupi: î jow bonbccfc fejc/ op î op î men bcccccjc bicc ccn ^ubabc î
\'t ^rt fc ôpeclman/ cn bc glafcn banfen ccn ßobcmontabc !
ÄÄfJbatftb mön btcUn liebt; \'t eni^ôicc nict biacc/
\' la f ■ fönBÜf «laecWcnbcm binnen baie toebcn î^acr.
25 2
Urne
-ocr page 12-Marie uyt met ien degen \'tn de handt, Theodoor t*t in hmfiaef.
Mar. loopt bc ^cficïm Been: tcb ftocer/ th fal Bern bat berlcrcn
Theod. mjn ^ccr/ ith bib/tollt tocb |c fclbcn aen geen i^fbabupt bafaebewnt
Mar. <ïBri bartje/ lactmc losf i icb Ip niet/ batme mijn ttocbe sid fo affcontccrt*
Theod, ^eiaesi! bPblicgtbemnarbatfjetbenïgemeltocbtm goebcbeert,
fêoc geen ftab icb geficn/ bat 0p tocb in be bamcr bab geölf bm: . ^^ y,.«
IKaec fijn lieföc \'t mijnbjaertgs bjasf tc groot j öP mofi\'cr ciöberlijbc p?oeöen »
€n tb bab bc piocbcn bacc ban lieber op ccn anbec manier gcfmaeSt t
fSaer in be tocreltfc abontuercn (ftbijnr \'et toel) ijTcc nietö bolmaebt. «fateit/
«©cb bat bp tocb geen ongclucb cn beeft! \'ft booc bcm nocb $n tocgen nocb JJ;
\'b IBcentsc men fou cen anbcr rapier trecben/ cn bat in be fcbcp bebbe gelaten ♦
jOöacc 3[E5cncn lept in ©lacnbcren fcggcnfc; toacbt ib bem Ueber in bwp»/
€ec be laetfïe btoaling erger too?t algi b\'certïe/ toant bc fïab i.ö bol ongecegeu y^r
Marie, endaernaRynhatt met een Schrobber.
Mar. g!&attoassmopccal!Smöp/eHöabbctmcpecgctocefi \'tbabbcbHCbenj
toiert fo gepl/ batfc bp na ban ritfigbept fjab getïurben i
3|an alle f canfcgrecp)c.0 cn amourtttes bergat iV- ooïi nia ccn brupm;
\'t iö fuif ben toonber niet al beb icb bet bunjSj e fo fiic cp myn bupm/
\'h b bc rupmte ban ücer-mectietsS toat gcbab: maer/ om bc toae^PW Jf r,
^c toaöme ócc b fo ^f Daep0 niet; fe toifl mc toel/ toacr «©ofi bicnbc te legge"^\'
^cb bon tod mcrtbcn/ bat bie €tup tod meer boo?bcnbonb babgctoeefï.
a©a0 al an een binöcrtoercbjc gcraecbt/ cii \'6 fou\'cr niet bebbe late toaf».
J|ab ib fo tod gebab/bat ib niet en beb/ toant baec inbomen toa0 febec «iet te f"
3©an tienen niet cen bie fo tod met {?aer gdcgentbept ftaen: ^. a^rt;
981« men nocb fulchenpebd-blepai boo? een fioitc boopt/ bceftm\'ec ge^o ^^^
iBasrfe bab berccbtc üoopmnn aen mön niet gebonben:
i|ab on0 l^epntjc-picb bien ^traet-fcbcnbec niet toegcfonben/
\'ii]^ab\'ccboo?8effbcfen: macr\'ttoaöoftfpHllcfjcfpjacb/
Cnnsu meen icb tanjsof mergen be fiol boojt upt tcfpden op mijn ^
<§al Cojndi a toaerfdioutoen/ batfe nocb een toijl bip jer tong moet fpedcjj\',
Iroeist bc ïilepper al ttoadf i fou benï\'ileboist ben lijöt ooch tod (Ic^«"\'
éffoii\'{nortibjoeg genocb 51W om een guaje nacbt tc ^ebben^ icb macp
tibjeö aen \'t bcnfler tor et onfelBcptop cen p?icb tc bcrflacn. . .
3Ëcb/ arme Cbeoboo?/ boe tnoctjc bie commcn-po2{c-bou0cecbteboo?t toc»
Rynh, ^atjebe bubdÖad l alöiïob-bijSfaticbje dêcBdm öeuben.
Mar. <©cö»,^toagetlftoögccJoci)!icb.,.,
Rynh.» ïDatjcbcbonbcrfcBenJ
Sou rccbd/ falteme ïiocft bcrtoijtcn/ bat icbje ^toagcc ben!
Mar. Igelp! ocb Bpnbart/ icb ben jjaartc! ocb/ toat beb icb mifö?cbcn <
Rynh. ?^oc/ toat fegjc^ benip \'t üBafcuc i icb bib / fo toilt bet mijn becgeben.
Mar. <©cömDnacmImönacmI _ .
Rynh. ï©te beeft bet fijn Icben meer beleeft; _
^ft bocbt/ bat bet bie gupt toa0/ bic fïu0 bp na al be glafen fngeflagen peerr*
Mar. (©cb/icfe öeb niet een Ut aen mön Ipf/bat fiiliiaeti ^
J*
i?batithtnbeb3eteltgee«iaetb3itiommetfatfocnt»^^^
^antttoeebiembe^noeiSBaenen/biemmibectnBabjum rhtmMn/
Rieben ben helen abohb ontcent be beuc ban fjet fjupss frien;
InÄmÄSS^^^ latencmeeten/ \'fetoa^UebecinJu Bet;
ia fa/ \'tSet alS; m öen Baec finten toel j fe gaet baer e gaet/
Sleutcl-drageren Boer al pratende ujft.
Boel . • ^öc fal Bet nctBctaen/fep 3!a^/cn*t Bint en Bab geen bcetcnj
Sieu ■, i ^cBBnt/ al0 be ^og ben trogbmtoerpt/ bat \'ec ban be biggen boo? Ipm moetem
Samaecbatlpenbumfulcbeneeutoigennjt/
^"\\J^?enbierenbeel jaec0 toas Bet ftljip fijn coec al Quijt/
i* toic toeet toanneec Bet nocB toeer een jluec fal ftrijgen;
t).^—feBerg alontoeec^ genocB uptgeilaen/ en nu b^ijgen
^^nftupmige golben Bet teracb nocö erger al.ö inbcUe ^ee/
y£t geancbert meenbe te fijn aen een gerufte cee/
Boi^v^^öertu^enisaeren mee/ en moeten Bet flingecen gcbuïben»
b ^ ^^ of fonsä be bobel toat bulben/
fefih ^ nieber0 anuenes al0 ban bie berbubeibe tpfienaerö ban fcaen;
Up ^ Pt legering be ïlegering gebleben/ \'t fw \'er toel anberi^ Bebben gegae» i
Äpf;«« Bier of baer mijn ^ebitturen om een be et je gelt b;agcn/
jfeVSÖen rnjin een^ upt/ en fonmitge b?ügen mijn nocB te fiacn t
J^Qi^l^ltoen boen i toaec/en bp tote faluten bec oüec Wage gaen 4
® be feijgö-raet/ bie en bemoeit ficB niet met be bo?gerlüBefaBciv;
mggl^bp be gearB^^e mannen/ bie en moeimen Bet Booft niet toecm mafeen/
i^eon ^^ bcufelingen; toant ben b?oebigen fiant ijaecmen nu in leeft/
t, \'©nbp^r\'^^\'\' Ö^^et tßt becl^coter befoigneis ban noben geeft:
Sleuteu W« fünfe oocfef^i lang b?? ban be «juaje gceflen»
\'tfeflh J^^tfaimenfe^gen^ Bet fiincBtec al fo toar/fcBoon Beeft \'ecniemantgebeefteöi
^ Bet bimfttecen ban be ßegenten becloo? B^tbjpBept/ ccebiet/ e« cecj
Beer eft, j c toeet toel/ toat Hb toil feggen*
liorht^®" bat \'h Bet fo toel niet en toifi / en bat % in acBt baeg op mgn Buptft «<et
i Sieuteid ^^oefe-sw^KOueenjSopfiöii. Cfouleggen.
I ^teLn,,,^ 3&iegoejc»cBt/ ^
( ä^aw ^?fllenBurgB toel feggen/ be toagen en gaet niet wcBt*
t ^\'\'"Wö boo? een oo?t|epatfentie}\'t fal alecnjs Hörnen i
3 \' i©«
^ Vandc llyterfc Juffers. ij
Ma?" ï^n^ïöcremÊntc/ mm feu ft M ^-«eel felucr abnfercn.
■fc\'^j^altié Ixiel met hik \\ï3m}hm flogen: ü Beö (fcliönt toel) te boo^ficBtigtotffefótij
wajj öe biflte g?bcn/ en biigf üun eenen op be pojtie Dp jBe-b^outo „^jahelün/
spt! bep be hnecbt0 me ocnoi
.......... -_______________.iet farfocntfjuptf^^ Bomen j
twee blembe ^noeiSBaenen/ bte mjjn bec tn öabbcu fien gaen/
g^é j^cçucfî-mâfeetjS fwUcn oocfe fopfi nfct aï Bebûm/öatfe tod
Boer. ^aeti)cb}actonj$ôcni^ctnclt>oû?;ttani^i:aembcnic&mebangiec«
ccn anöec/fou\'feùcnc6cn/6?outmcnoocb goet biet î
toeet toel/ fioefe pebjupt 3ijn/ bfe onbec bie ^tijl-oren moete bucaen}
3©at fou men mennicö eetlöcfe Patriot fcßanbelöcb ften betbjutßen î
ba|î geeflelöc^c goeöeren (fou\'t 3ijn) nu moetenjS\'er an î
5ï^eB«terfe^apoutoen cn^Bittemmtancntaeciitegetotöfnöett^san:
fßacc öe faltiec toel een fcöut je boo? fcftieten/ totlje bat toel
<ên \'t ^of fal\'er te bjoeg op berfelacen/ toant fe beginnen alte al te eapî-Bioï>e»\' ^
aBöl Bern nu Bet ^taööouöerfcBap geoffereect W feggenfe fucceffief/
Cn öeeft Bîj nu fön 55?oeber0 in Cfiaflo/ cn öe »©oö??-öientl lief/
^§0 bef)oo?t Bp on0 oocB te beloben ban nopt bupten öe ßcligie te troutoen.
Sleuti 5©at foutoen öie 5©?0oö-rattcn langet niet toel faecöen te bjoutoen i
^e foutoen Baec met ben armen ta €B?iflo toat meec bemoepen itoie öeeft u«» »
SUnöecö alss öe (Cnöena^cö/ bat \'et fo beel ban geb?ec& moeten becgaen i
Mtt fonbec ceöen begint Bet öe ItelmofeniecjS oocfi te bccbjietcn :
5^en eenen en toil/ en öen anöecen en 6an langet niet mcet berfcBi^tcn -,
53ln<©afiBupf^n/ ^tab^Bupfcn/ a©ec0Bupfcn/ obi^ alift Bammetjen op/
<£n be mec^e Slntooonbecsf 5ijn obecgoten met ö\'epge fop/
€n öie ittoet men nocB met fulcBe fwace (nquactietinge fien quellen/
^aecmeninalöe^£ontiec.plaetfcntoelfecbic0-gelttoectoptefiellcni ^...
\'t gi« niet b?emt/ öat mennicB ©lucBteling \'t toeecom-fiomen nocö toat
i^eeft pmant nocB een aupbe«je/\'t too?t meed tot een gacb boo? fön epge ta^^ ^ ^ftis."
ÏBaetje gaet/toaerießaet/obérai iflocBlatilocB atmen! «„nen^^
^Selber in öefe goeje tPöing ban öe b?ebe met €ngelant/Boo?|e niet alsf aias»"
Beer. €n bupten/ öaer en öucft men oocö nocBtiietäbectcoutocn\\)an toaecöp»
^umma fummarum/ top 3ön aen alle Banten nocB loutec in be Ip. . e«»
Simea"*\'*
Anna, Marie,Theodora famen al pratende uyt. Daer na Rynbart
mede uyt*
Theod. ^otoaflBponsfoocßi bat Boeren enBab geen epnb/ toeitmofletttJ*"^^
fen mijSgelöen/
\'ft 5©ou toel om een lief öing/ öat ic6 Hin naem eeitsSBaö Bore melben.
Ann. ^c6Boo?öeöe25uuccn\'3Smojgenssneucenbanl^eöel/ fJebel. .
Theod, ^o/fto I fout Öie ^cBecmincBel toefen i öien Sap-aöj fecn itfi
g^at beuntjc/ ftoeer icb Bem/ fal BP nfet boo? niet Bebbe gcfohgcn;
^en 25ul toa0 toaett/ batsf\' flem bp \'t getoeet lebcnötg op Bongen;
i^een öat ic6 een nacBj e om fgnent toil Beb uptgeflaen/
€n toaH nocB alfi Boo?öe. „ ^..
Mar.ftu. ^aöatjetoijï/batic&toid/enBoe\'tnocBmetmörtw^^y
Hoe toouje in be bupficn lacBgen.
Ann. \'t €nijs niette betbjagen,•
^c&benlOäS upt mecban bat geboelen/ bat men Bern Bao?t tc befilagen. .
Theod. ber jiaet ficB/ al toast Bp ban gont * ttiaer Boe leggctoe öe faecfi "
Ann. \'ft niet en miö/ fie ginöec een ban mgn outoe fienniffe ftaen/
^ie fal onjs KcBtelöcfe toel op bc cecBtc toegB toeten te toöfen. „
Theod. ^flw BeöiCR niet tesen/fep be |Ban/ en BP Boo?öen fön feil?««
tV
. Van dc llyterfc Juffers. »c
^CSOJ^ft «otfi imartt bp 0cm / toat ^ een mm of een mit i
J^a^ \' ^^^ ^^^^ ^ass üaegt ©?ou nocö IBoer j
c ^ ^fÉnaSL^ acn-0clcöcn^ lateto\'eiti ebcntodccnjsfpjeöen.
^\'eurrcS m«!^ pcrmiflïe/ öat toe be ©?{enben Baer reben bwBett*
^fin. (ZlhiiSofTroutoenbebbenbj»onsiajtpteenbooj-tipt.
1» ^oEfe ©Stenben ebentoel nfet op te Boutoen (Boe bjoegec begfn / fepbmen/ Boe na.-
V^-.\'*\' (becbefTunt/
L®^ ^ begfntben abonb niet te ballen / of bie fCeben moeten um brollcn:
^^fetSP^^^^^^\'^\'^isatuptjUoe/foutoenfebat toelfpnmet baer berboembspollen l
^ncv.. ^taeleen^/ boe acetig batfe baer toaer recommanbeert:
mc löcu/ uai ii» Uiesjtct ojki ucihuk uy Ijci itci-iuuoieii ;
^^c fe meenent alsf tcb Bet fal menen ; bie bofferjs fön b\'eenigfîe fcöo?t
»I^Z ^^ 0een grass toaffen en toil/ om bat bet pab al te beel begaen toojr.
% ÏF^etfe eenss te beeg neufen. ö / \'h Beb abupsï : maer \'t i.ö menfelöb te btoalcn.
Sieut\'^Ïlöme bp ben trop/ \'t ijS een ban mön alberoutfïe fpectalen.
^oeben abont jBonfr. ïïpnBart/ \'b Beb met ïeettoefen je faetb aïbcrftaen/
(gtThi toaerje te recBt raben fuit 3 ie toeet toel/ totp Bebben gèbaett.
W^i®Jfobeeltefeggenal5Seen jongen/bfe cenBalfbat tBupsSgebjocBtbeeft
h \'ön toöfe/öif£cete/cn feer boojfientge ^èeren / bie m\'ec erpie^ toe opgefocgt
t. ^aêrS oerbjucftten ?5oïgec öe Bulpenöe fianöt te biejen in tpt ban noot fBeeft.
%iih ....
4oli \'b ^fft f® boobtme een potje met bfer-en-Bjoot/
^ .öen bfc lact-buntfecnbe toöjsneufen blaegen i ban laet ib ben b?up «eber lopen/
^ Ö8et in \'t gat hjuppen toou/ fat ich lieber boo? een paert je berfopen.
^aerBebje.,. .
, Se foecken ider even »etbaeft een goet herkomen dooi de Geeft
ran Coenraet die in tmiddea vanhaervctfch^at.
Ç De Geeft van Coenraer.
\'ïl?^ ö^^tt töt asn bit gefpupss u to?ebert ;
^atiiJPer ijs al upt ; bet uec iiS al betflreben/
oSfi^Ö" na bc ®o?fl ban \'t Bclfe «igcft moet fpoen /
ÈH ^^^^ bat bien €cmpcl totert begonnen ;
Beeft in bit <©cbou berfonncn/
ioe b^^ h,^ vS\'^ûoî« ban \'t groote 3©onbcc acBt:
^an bft?iiÏ«ï»öelï t up0 600? fonbcrlinge 6r acBt
^atS^JS? en foboïmacbtgcBoutoen/
biSfi!?^ mctb?ei?8f bc Ctmmcrfngfal acnfcBontoe«
|ice bSS?^«"^^» macö cen nieutoe ^StBcImerp j
^aer tîfîSSiî^anfbbaccBcptobÊcBct toclgciucfecn
ftSi,^®/ Öf fün ftcficlïjcben tpt
»DCb Beeft tjççfpjit/ gjjj jjgj^
-ocr page 16-\'I
16 Klucht van de Uytcrfc Juffers.
SüfauefffaBept/ 25elijog/ l©?a£C&/ Sïcbtctfelap cn Eugen
^tcö fdben ban be beugt (n ftaep Reeft laten tolegen >
3©at berber tbsiH men/ toacc be meefte fielterp
€n onbeugt in öellaet $ toeec aen een anbec
po?t Bet eenboubig Bart geleect en boo?gelefen/
©oe liftig bat be» iBenfcB in fön öeb?og moet toefen ;
€n in een anberen Boeclt baec fttmen in ben rang /
€n fingt en fcB?mt Bet teet ban anb\'cen bagen lang;
fll9en pieecfet\'ec ebcnflaeg in beelbecBanbetalen /
\'t oocb bp beele bunfi bec ban ben tm te btoalen:
Hyf«
iBaec 2Öileam te bop en gcaö; bp bab geen fi?acBt /
(©m met al fijn gctoelt een oSfel boo^t te bjijgen;
<ü)aec b\'<i^felo fp^efeen/ mag bP met fatfocn toel ftoögen:
boet men isBopfeö ooch\' een sut ^fra^Uiet/
€>m öat fyn leec niet beugt/ beugt Bern be tong-riemnict.
€empel ijS te groot; men toilbec fliltbe bafen
^re bab\'len al.ö een Boen bie loutec bunnen rafen/
€r\\ tieren ales een ftoün/batmen be beel affteetbt/
<©fbie6p tonnen bol ban liegen/ aljf BP PJeecbt.
aaöat fal icb aen mijn 5^cec een gcoote tpbing b?engen!
3©at fullenber nocß al met mjjn Baec bleugclss fengcn/
€n tupmelen fo plotsS na b\'afgcont ban be ^el/
^at Bet onnöbiß bat \'b Baec een leec befiel.