-ocr page 1-
rnrr^ \\\\\\ 2-2_
-/, ^
ZZ«
IBDK
DER
DUBBELE STIKSTEEK-
NAAIMACHINES
UIT DE FABRIEK
VAN
D. W.VAN RENNES.
IJEKROOND:
AMSTERDAM 1850                                                WEFNBN 1B73
, UTRECHT. — „lliiikciihins," Ow
2455
legiaclit liij de St. Jansbrig «, 1».
-ocr page 2-
-ocr page 3-
r
1KS-AANWI.
DER
DUBBELE STIKSTEEK-
NAAIMACHINES
UIT DE FABRIEK
VAN
D. W. VAN RENNES
BEKROOND:
A-lwrSTI3E.I3A.IvI 186e.                                              "WTEEXSTEÏSr 1873.
UTRECHT. — „Drakenbnrg," Oudegraeht bij de St. Jansbrug fl, 43.
-ocr page 4-
-ocr page 5-
Figuur 1.
Dubbele stiksteek.                  Siersteek.                    Kettingsteek.
Sedert geruimeii tijd heeft men getracht, naaimachines
te vervaardigen , die én met den Kettingsteek én met
den dubbelen stiksteek werken.
Ofschoon nu dit doel door verschillende fabrikanten bereikt
is, zoo hebben toch die producten bij het publiek geen
ingang gevonden :
1 °. door den hoogen prijs ; maar vooral
2". door het samengestelde der machines, waardoor zij
in handen van het publiek minder geschikt bleken
te zijn.
Het is mij niet alleen gelukt, eene machine te vervaar-
digen, waarmede men in dubbelen stiksteek, kettingsteek
en siersteek kan werken, maar de inrichting om de beide
laatste steken te verkrijgen, is zoo eenvoudig, dat zij de
kosten der machine bijna niet verhoogt en in het gebruik
niet de minste moeite veroorzaakt.
Behalve de genoemde heeft deze machine ook nog de vol-
gende voordeden:
1. Zij is de eenvoudigste dubbelestiksteekmaclrine,
daardoor goedkoop te vervaardigen en weinig repara-
tie vereischende.
-ocr page 6-
4
2.     Zij werkt met minder geruisen dan andere dubbele-
stiksteekmachines.
3.     Het opwinden der spoelen en het inleggen van het
spoelbakje is veel eenvoudiger dan bij andere ma-
chines.
4.     De spanning heeft bijna geene verandering noodig
en daardoor ziju de steken op de dikste overnaden
even goed aangetrokken als op de dunste stof.
5.     De machine is de kortste van alle bekende dubbele-
stiksteekmachines en daardoor minder aan breken
onderhevig.
De machine maakt elastische dubbele stiksteek zoowel
in dunne als in dikke stof, en geeft bovendien de
gewone kettiugsteek , ook als siersteek (kettingsteek
met onderdraad, die, vooral wanneer men met ver-
schillende kleuren van zijde werkt, een zeer schoon
effekt maakt.)
Hoewel nu mijne fabriek in verhouding tot de Ameri-
kaansche en Duitsche zeker niet noemenswaard is . en er
geenszins die enorme massa\'s afgeleverd worden , zoo kan
het toch wel voor den bijval pleiten , dat in ruim 8 jaren,
gedurende welke de fabriek bestaat, meer dan 4000 machines
zijn afgeleverd, een getal dat zelfs belangrijk wordt, als
men in aanmerking neemt, dat die alle en détail in ons
land geplaatst zijn , en er voor de verdere uitbreiding van
dit artikel geene kosten zijn gemaakt.
Ofschoon de behandeling dezer machines uiterst eenvoudig
is, zoo is het toch noodig zich met het mechaniek genoeg-
zaam vertrouwd te maken, waartoe de in de volgende blad-
zijden vermelde voorschriften dienen.
D. W. VAN RENNES.
-ocr page 7-
Instandhouding der Naaimachine en het
naaien niet dezelve.
Inoliën.
Voor het inoliën moet men fijne ïnuchiue-olie nemen,
en daarmede bij veelvuldige gebruik dagelijks smecren,
zooals voor en achter aan de drijfas, de as van hetff/oo/e
wiel,
den hefboom der naaldstang, de wrijvende deelen
van den voortduwer; de naaldstaug.
Het is goed, na het inoliën, de machine gedurende
eenige minuten snel in beweging te brengen en daarna de
overvloedige olie af te wisschen.
Inzetten der naalden.
Het inzetten der naald kan men op de volgende wijze
het best uitvoeren • men draait het drijfwiel tot de naald-
stang haren hoogsten staud bereikt heeft, neemt de naald
zoodanig in de hand dat het nummer, op het dikke ge-
daelte der naald liuks geplaatst is, en schuift ze in de
naaldstang; steekt daarna den draad door het oog der
-ocr page 8-
r,
naald en brengt de naaldstang iets lager, door het wiel
zoover te draaien dat het stelplaatje in de insnijding
van de uaaldstang kan gedrukt worden; wanneer men
uu den draad strak op de plaat gespannen houdt, kan men
uauwkeurig zien of het oog der naald boven of onder de
doekplaat is.
Het stellen der naald komt dus hoofdzakelijk hierop
neder :
1.   Moet het nummer der naald links geplaatst zijn.
2.   Moet het oog der naald gelijk zijn niet de doekplaat,
wanneer het stalen plaatje in de insnijding der naald-
stang is.
\'<i. Moet het oog der naald zuiver in de richting der as
geplaatst zijn.
Over het insteken van den draad.
De spoelstaug van iedere machiue welke uit de fabriek
afgeleverd wordt, verpakt of niet, is met een klos garen
voorzien. De daarvan ailoopcndc draad is zoo op de machiue
gespannen als noodig is om daarmee te werken. Hij gaat
van den garenklos achter langs het sponsebakje, van links
naar rechts tusschen de beide spanningschijfjes, over het
sponsje naar het oog boven aan den naaldstang bevestigd.
Van achter naar voren wordt de draad door dit oog gesto-
ken, gaat van daar tusschen de beide armen door naar het
oog der naald, waardoor de draad nu van rechts naar links
gehaald wordt. Het is raadzaam om, alvorens men tracht te
draaieu, eerst den loop van dezen draad nauwkeurig na
te gaan, om later geene misgrepen te doen. Men neme
daarna den draad uit de naald, ■ opdat die , bij het
draaien der machine, niet om den haak gevoeld worde.
(Zie liguur 1.)
-ocr page 9-
7
Figuur 2.
Het naaien.
Eer inen begiut te uaaien brengt men spoel en bakje
op hare plaats, zie pag. 8 en 9, trekt vervolgens den
boveudraad 8 of 10 centimeters door het oog der uaald, en
draait het drijfwiel om tot de naald haren hoogsteu stand
heeft bereikt; heft dan den stofdrukker naar boven, door
middel van het excentriekje, dat zich aan deszelfs boveneinde
bevindt, leg de te bewerken stof onder den stofdrukker
en laat dezen dan weder door het excentriekje op de stof
neer.
Vervolgens brengt men het wiel iu de richting van een
uurwijzer in beweging, waardoor de stof van zelve voor-
waarts schuift, maar waarbij is op te merken, dat men
die wel mag besturen maar volstrekt niet trekken, omdat
dit het voortschuiveu zonde verhinderen
Het regelen der .spanning van den draad.
Om den draad strakker te spannen , wordt de gerande
kopschroef van het- spanningstoestel, naar de rec/tlerzijde
gedraaid, om de spanning te verminderen, naar de
linkerzijde. De draad is te strak gespannen, wanneer de
-ocr page 10-
8
steken te veel ingetrokken zijn, of de te bewerken stof
teruggehouden wordt, of ook, wanneer de draad breekt.
De spanning is te zwak, indien de steek ouder aan de
stof te los is.
Het regelen van de grootte der steken.
Wanneer meu den greep aan de exentrieke schijf (onder
de plaat) naar boven trekt, dan wordt de steek grooler ;
duwt meu hem daarentegen naar beneden, dan wordt de
steek kleiner. Duwt men den greep echter te ver naar
beneden, dan wordt de steek hoe langer hoe kleiner, totdat
eindelijk het voortschuiven geheel ophoudt; er vormen zicli
dan onder aan de stof dikke lusseu garen, terwijl de draad
bijna bij iederen steek breekt.
Het vullen der spoel.
Om de spoel in et garen te vullen, drukt men haar op de
stift van den spoelwinder (waarvan de gutta-percha ring eerst
tegen het drijfwiel gebracht wordt) en wel de grootste vlakte
links, vervolgens sla men het garen een paar malen om
de spoel, draait de machine als naar gewoonte en laat zoo veel
garen afloopen tot dat zij bijna vol is; vooral moet er op
gelet worden dat het garen niet al te vast gewonden wordt
en de spoel niet geheel vol mag zijn.
Figuur 3.
Het inzetten der spoel in liet spoelbakje.
Men legge de spoel zoodanig in het bakje dat haar
grootste vlakte boven ligt vervolgens steekt men de draad
-ocr page 11-
9
door het gaatje 1 naar buiteii, door 2 dau weder naar binnen
en ten slotte door 3 weder naar buiten. De lengte van den
draad buiten het bakje moet ongeveer % a \'6 centimeter zijn.
Figuur 4.
Het inbrengen van het spoelbakje in de ijzeren klep.
Om het bakje dat nu met de spoel is gevuld op zijn
juiste plaats te brengen, slaat men de ijzeren klep, welke
zich voor de haak bevindt naar beneden, door bij A in
figuur 2 in liuksche richting te drukken , legt vervolgeus
het bakje in de holte zoodanig dat het tuitje in de daar-
voor aangebrachte gleuf past, en brengt daarna door een
snellen rechtschen druk bij A de klep weder naar boven,
waarna men zich overtuige of het bakje zich los tusschen
de klep en haak bewegen kan.
-ocr page 12-
10
Ketting- en Parelsteek-apparaat.
Het kettiugsteek-apparaat bestaat uit een bakje even als
dat voor den stiksteek, met dit onderscheid, dat de stift
in \'t midden daarvan langer en puntiger van vorm is. Door
dit bakje zonder spoel in de ijzeren klep te brengen ver-
krijgt men op de gewone wijze kettiugsteek. Legt men er
lérens een spoel met garen in, dan verkrijgt men ketting-
steek met onderdraad, of parelsteek, welke dan even als de
kettingsteek behandeld wordt; met velschillende kleuren
vau zijde werkende bekomt men ecu zeer fraaien steek.
Dit apparaat is om zijne eenvoudigheid en omdat het tot
heden toe bij geene machine is aangebracht zeer aan te
bevelen.
Het einde vau eencn naad.
Heeft men een naad gereed, dan houdt men op met
draaien op \'t oogeublik, dat de naald buiten de stof is ,
trekt den draad ongeveer acht centimeter door liet oog der
naald en knipt hem dan boven de stof niet te kort
af, waarna men de genaaide stof, naar de linkerzijde onder
den stofdrukker door, wegtrekt. — Bij vele naden, is liet
aanbevelingswaardig het einde nog met eene gewone hand-
naald te bevestigen.
Hoek- en boognaden.
Wil men een naad maken, die een hoek of boog beschrijft,
dan laat men, ter plaatse waar men wenscht te wenden, de
naald niet geheel uit de stof komen, licht den stofdrukker op
en draait dan de stof naar de gewenschte richting. Men
kan op deze machine de willekeurigste bogen en modellen
maken; natuurlijk behoort daartoe echter meerdere oefe-
-ocr page 13-
11
ning dan voor rechte naden, aangezien uien met de hand
de richting leiden moet.
Moeielijk te bewerken stollen.
Er zijn eenige dichte of harde, met zeer veel appretuur
voorziene stollen, welke niet alleen op iedere naaimachine,
maar ook met de hand zeer moeielijk te naaien zijn. In
deze zwarigheid kan te gemoet gekomen «orden, door de
oppervlakte van de stof\', op de plaats waar men wenscht
te naaien, met harde witte zeep, tamelijk sterk, te be-
strijken en te zorgen dat het sponsje in den olieër goed
met olie gedrenkt is.
Uet naaien met het stelliniaal.
Het bijbehooreude stelliniaal dient tot nauwkeurige lei-
ding bij het naaien van éénen of meer met ééne zijde
der stof evenwijdig loopende naden, liet liniaal wordt,
door middel van eene gerande kopschroef op de machine-
plaat bevestigd en kan willekeurig geplaatst worden.
Het zoomen zonder zoomer.
Men vouwe den zoom dubbel in, docli zooveel mogelijk
gelijkmatig en late denzelven daarna langs het stelliniaal
loopen, nadat men dit op den juisteu afstand gebracht heeft.
Het zoomen met den zoomer.
Men schroeft den zoomer, door middel van de gerande
kopschroef, boven het eerste gat zoodanig op de machine-
plaat, dat de nauwere opening van de trechter digt
vóór de naald komt te liggen en dat de uiterste linker-
-ocr page 14-
12
zijde des trechters juist in ééne richting met de naald staat.
Daarna vouwt men. 3 a i centimeter van de te zoomen
stof op de breedte van den zoom met de hand om
en trekt haar door den trechter tot ouder de naald,
laat dan den stofdrnkkcr ueder eu gaat als gewoonlijk
met naaien voort, waarbij men slechts \'heeft zorg te dra-
gen , dat de trechtervormige zoomer steeds genoegzaam met
de stof gevuld wordt, daar deze anders slechts éénmaal
omvouwt.
Met denzelfdon zoomer eeu dubbelzoom of
overnaad te maken.
Om zulk eeu naad te maken worden de zijdeu der te
zoomen stof zóó over elkander gelegd, dat de onderste
een halven duim voor de andere uitsteekt; eveu als bij
eeu gewonen zoom, laat men dien nu, zóó gevouwd, door
den trechter loopen en behoeft slechts acht te geven , dat
de beide zijden van de stof op gelijken afstand van elkander
verwijderd blij/en vóór zij in den zoomer gaan.
Heeft men op deze wijze den eersteu naad gemaakt, dan
spreide men de beide deelen van de stof uit elkander,
strijkt den zoom plat en naaie, door een tweeden naad
dicht bij den rand van den zoom, dezeu vlak. — Tot dit
laatste werk heeft men natuurlijk den zoomer niet noodig.
Naaigaren of zijden.
Tot het naaien van witte stoffen gebruikt men \'t best,
het voor deze machines bestaande machine-garen , maar
geen glanzend, vooral niet voor de onderdraad.
Wat het gebruik van zijde betreft, zoo is het noodig,
dat deze op alle plaatseu eveu sterk en niet van ongclijk-
matige dikte zij.
-ocr page 15-
ia
Bij het naaien met de machiue wordt met veel fijner
garen of zijde gearbeid, dan bij liet naaien met de hand.
Het reinigen der machine.
Van tijd tot tijd behoort de machine gereinigd te worden
door met een penseel de plaatsen om den haak van het
aankleevend vuil en kleine draadjes te ontdoen Overigens
kan van de machine niets uit elkander genomen worden
en wordt ooh ten zeerste daartegen gewaarschuwd..
Alle overige plaatsen, waar zich vuil kan nederzetten ,
kunnen afgewisclit worden , zonder dat het noodig is iets
uit elkander te nemen.
-ocr page 16-
14
Bemerkingen over somtijds voorkomende
ongeregeldheden bij het naaien.
Oorzaken, waardoor de draad dikwijls breekt.
1.     dat dezelve te strak gespannen is;
2.     dat de te bewerken stof zeer dik geweefd is of te
veel appretuur bevat (hiervoor helpt het strijken
met witte zeep);
3.     wanneer de steek zoo klein gesteld is, dat de stof
nauwelijks voortschuift;
4.     wanneer dikke plaatsen in de stof voorkomen, waar-
door dezelve niet voortschuift, maar haken blijft;
(indien dit voorkomt, heeft men slechts den voort-
duwer met de hand een weinig voort te helpen);
5.     wanneer het oog der naald te scherp is , zoodat het
snijdt. (Dit komt bij de door mij geleverde naal-
den zeer zelden voor; mogt dit echter bij eene
enkele het geval zijn, dan neme men een grove
draad, een weinig olie en fijne amaril en slijpe daar-
mcde het oog der naald glad.)
Oorzaken van het overspringen van steken:
1. dat de naald hooger of veel dieper zit, dan vooi\'jjv
schreven is;
-ocr page 17-
15
2.     dat de naald krom is en daardoor te ver van den haak
afstaat en deze dus niet altijd de lus grijpt;
3.     dat het oog der naald niet juist in de richting der
drijfas is;
4.     dat de naald in verhouding tot het garen veel te
grof is;
5.     wanneer men batist of het fijnste linnen met eene
grove naald naait;
6.     wauneer de schroeven aan de stang, welke den hef-
boom in beweging brengt, los zitten, zoodat de
naaldstaug te veel speelruimte heeft;
7.     wanneer de stof te veel appretuur bevat. (Men heeft
dan slechts noodig de stof met zeep te bestrijken.)
Oorzaak, dat de stof niet recht maar scheef
over de machine loopt:
Dat de naald verhogen is en bij het insteken de stof
naar eene zijde trekt.
Oorzaken, waardoor de stof in \'t geheel niet of
slechts zeer onregelmatig voortschuift.
1.     dat de steek te klein is;
2.     dat de spanning van den draad te los is, zoodat zich
van onderen lange lussen vormen, die het voort-
schuiven verhinderen;
3.     dat dikke plaatsen in de stof voorkomen, welke tegen
den stofdrukker komen; (men moet dan den voort -
duwer met de hand een weinig voorthelpen.)
4.     dat de voortduwer slecht geolied is.
-ocr page 18-
i^o^M
16
Bij iedere machine wordt afgeleverd:
1.     een schroevendraaier tot het vaslzetten der naald;
2.     een zoomer;
3.     een stelliniaal met schroef;
4.     vier naalden;
5.     een spoelbakje voor dubbele stiksteek;
6.     een spoelbakje voor ketting- en koordsteek;
7.     vier spoelen;
8.     een oliekannetje;
9.     eene gebruiks-aanwijzing;
10.
    een kistje.
-ocr page 19-
Stoomdruk van ile Firma L. E. Bosch & Zoon, Utrecht.