-ocr page 1-
\'J.a--jrn "^uï*o
(
-
-ocr page 2-
o
-ocr page 3-
OVER DE BEHANDELING VAN HAEMOPTOE MET
INHALATIES VAN LIQUOR FERRI SESQUICHLORATI,
DOOB
Dr. P. Q. BKONDGEEST.
De plaatselijke behandeling van de ziekelijke aandoe-
ningen der luchtwegen, door inademing van vloeistoffen
in dampvorm gebragt, heeft in den laatsten tijd eene
groote uitbreiding verkregen. Nergens echter kan men
op zulke schoone resultaten wijzen als bij de behandeling
van bloedingen der luchtwegen, door middel van stypti-
sche inhalaties. De belangrijkste waarnemingen hierom-
trent zijn zonder twijfel die van Fieber 1) zoowel
wegens de uitvoerigheid, waarmede zij worden vermeld,
als wegens het gelukkig gevolg, waarmede de aanwen-
ding bekroond werd. Wij beamen volkomen wat Fieber
1) "Wiener Med. Wochenschrift 1863, n°. 49, 50; 1864, n». 27;
1865, n°. 5, 6, 7 en 8.
-ocr page 4-
2
over de waarde dezer methode mededeelt: „Hatte die Inha-
„lationstherapie," zoo lezen wij, „mittels des Pulverisateurs
„auch kein anderes Verdienst, als dass sie die Einführung
„der Hamcstatica bis unmittelbar an die blutende Stellen
„odcr in dercu nachste Nahe ermöglicht— es würde sclion
„dies genügen um ihr einen ehrenvollen Platz in der Reihe
„der vorschiedene Heilmethoden zu sichem. Nicht nur
„eines der gefiihrlichtste Symptome wird durch die Ein-
„athmung von Stypticis oft augenblicklich gehoben, son-
„dern auch der Humanitiitsrücksicht, den Kranken von
„einem Leiden zu befreien, das ihn aus aüsserste ang-
„stigt und namentlich die Phthisiker aus dem trüstlichen
„Walme der Besserung den ihnen die Natur zur Erleichte-
„rung ihres Siechthums verlieh, in furchtbaren Wcise
„aufschreckt, auf das schnellste und wirksamste Rech-
„nung getragen" 1).
T)e waarnemingen van Fieber deden mij het voor-
nemen opvatten, om bij voorkomende gelegenheid van
deze geneeswijze gebruik te maken.
Wij deelen de resultaten, bij drie gevallen verkregen,
hier mede.
Tot pulverisatie der vloeistof werd de bekende Eerg-
son\'sche toestel gebezigd, die wegens zijn gemakkelijke
aanwending en draagbaarheid de voorkeur boven andere
verdient.
Den 3 Nov. 1861 werd ik geroepen bij den Heer de H., oud
57 jaar, chef\' eener uitgebreide steenhouwerij, reeds sedert een
jaar onder mijne behandeling wegens tu\'ocrculosis pulmonum.
Patiënt geeft van tijd tot tijd kleine kalkconcrementen op, en
dagelijks een groote hoeveelheid geelachtige sputa, somtijds met
1) Die Inlialation medicamentöser Flüssigkeiten etc, von Dr.
Frie\'clrich Fieber, p. 133.
-ocr page 5-
8
kleine streepjes bloed gemengd. Üit het physisch onderzoek der
borst vermoedde ik, dat in de toppen van beide longen eene holte
aanwezig was, volgens mijne meening in genezing verkeerende,
waarvoor pleitten het verschijnsel dat de matte percussie-toon zicli
nint uitbreidde de caverncuse reutelgeluiden zeer zwak waren,
somtijds niet waar te nemen; voorts dat, zooals hierboven vermeld
is, kalkconcrementcn werden opgegeven, terwijl de sputa mij
dik en weinig purulent voorkwamen. Ik vond den lijder dien
dag zeer beangst en uitgeput te bed liggen. De omstanders ver-
haalden mij, dat hij anderhalf uur geleden, op de beste kamer
zittende en sterk persende, plotseling eene enorme hoeveelheid
bloed had gespuwd, terwijl men mij een kwispeldoor vertoonde
voor de helft met helder rood bloed gevuld. Men had vóór mijne
komst den patiënt reeds te bed gelegd en het bloedophoesten
had opgehouden. Er werden alléén nog bloedige fluimen opge-
geven. De pols was zeer klein en onder de linker clavicula wcr-
den sterke reutelgeluidcn waargenomen. Ik schreef inwendig
aluinen voor met aq. lauro-cerasi en koude compressen op de
linker borsthelft. Voorts verbood ik het spreken en raadde eene
ligte voeding aan, en zoo mogelijk onbeweeglijkheid.
Gedurende de drie volgende dagen was de toestand vrij gun-
stig: geen koorts, de sputa, gedurende den derden dag geëxpec-
toreerd, waren slechts zeer weinig met bloed bedeeld.
In den nacht van Zondag op Maandag werd ik ten 2J uur
weder tot hem geroepen. De persoon, die mij wekte, deelde mij
mede, dat er weder eene bloedspuwing plaats had. Ik nam een
inhalatie-toestel van Bergson mede en eene oplossing van ferri
sesquichlorat. dr. i in aq. destill. unc. VIII, daar ik wel vermoedde,
dat het noodig zoude zijn, deze vloeistof in dampvorm te laten
inademen. Ik vond den patiënt hoestende en telkens helder rood
bloed opgevende, terwijl reeds eene aanmerkelijke hoeveelheid in
het kwispeldoor aanwezig was. Met de grootste omzigtigheid
werd de patiënt uit zijn bed in eene gemakkelijke houding op
een\' stoel geplaatst. Men begon de inhalatie van liquor stypticus
met zeer vele tusscrenpoozingen en zette ze zoo lang voort, toi;
-ocr page 6-
4
de patiënt slechts bloedige fluimen expectoreerde. Gedurende het
inademen werd er slechts weinig gehoest; de haemoptoe werd
er volstrekt geen oogenblik door verergerd. Ik verliet hem en
raadde aan, om de twee uur dertig inademingen te doen en ze
zeer langzaam te doen plaats hebben. Des anderen daags vernam
ik, dat er geene haemoptoe meer had plaats gehad. Er werden
alleen bloedige sputa opgegeven, hetgeen gedurende vier dagen
voortging, terwijl inmiddels eone oplossing van dr. i ferri sesqui
chlorat cryst. op aq destill. unc vi ter inademing werd gebezigd,
en daarenboven een decoct. Rhatanhiae tot inwendig gebruik
werd voorgeschreven. De krachten van den lijder verminderden
intusschen zeer, zoodat ik op Vrijdag morgen, alzoo den vijfden
dag na den tweeden aanval van haemoptoe, aanraadde niet meer
te laten inhaleeren, te meer daar dit minder noodzakelijk scheen,
omdat de sputa reeds minder bloederig begonnen te worden.
Des namiddags ten twee ure rigtte de lijder zich plotseling in
zijn bed overeind, hetgeen onmiddellijk gevolgd werd door cene
hevige bloedspuwing. Toen ik twee uren daarna hem bezocht,
vond ik hem in een\' treurigen toestand, zeer ter neder geslagen
weenende, uitgeput, met een\' kleinen pols, klagende over be-
naauwdheid, een glas half met bloed gevuld naast zich, en van tijd
tot tijd bloed opgevende. In de linker infraclaviculair-streck waren
weder zeer sterke reutelgeruischen waar te nemen. Daar er niet aan
te denken viel, den patiënt uit het bed te brengen, liet ik hem
thans in het bed gedurende geruimen tijd de solutie van dr. i ferri
sesquichlorati op aq. destill. unc. vi inhaleeren, tot dat het bloed-
spuwen had opgehouden, en dit om de twee uur voortzetten.
Des avonds ten 11J uur vond ik eene zeer benauwde ademha-
ling, met sterke reutelgeluiden, zoodat ik niet dacht den volgen-
den morgen den patiënt nog in het leven te zullen vinden. Ge-
durende den geheelen nacht werden om de twee uren de inhalaties
voortgezet. Den volgenden morgen was ik zeer verheugd te
vernemen, dat er geene bloedspuwing meer had plaats gehad, en
dat er na de inhalaties slechts bloedige fluimen waren opgc-
geven. De inhalaties werden met inwendig gebruik van ratanliia
-ocr page 7-
5
drie maal daags dertig maal voortgezet; de roode kleur der sjiuta
verdween, de krachten namen allengs toe en thans, na ver-
loop van zes weken, heeft er geen haemoptoë plaats gehad. Iloe-
wel nog de kamer houdende, begint patiënt reeds weder eenige
werkzaamheid van administrativen aard te verrigten en verkeert
in een\' toestand, als vóór de eerste haemoptoë aanwezig was.
2. Mejufvrouw M. ongeveer 35 jaar, geboren te Neufchatel in
Zwitserland, gouvernante bij de familie F. aan de Bilt bij Utrecht,
kwam mij in de maand Mei raadplegen over laryngeaallijden. Zij
klaagde over keelpijn, hoesten, kortademigheid en slapeloosheid.
Ook had zij dagelijks een\' aanval van koorts. Zij was zeer bezorgd
over haren toestand, daar haar vader aan keeltering was over-
leden. Bij laryngoscopisch onderzoek bleek, dat de teekenen van
een\' chronischen laryngeaal-catarrhus, algemeene roodheid en ge-
ringe slijmafscheiding aanwezig waren; geene ulceratieve proces-
sen waren er waar te nemen. In de infra- en supraclaviculair
streek verneemt men een zeer zwak respiratie-geruisch, het per-
cussie-geluid is vol, de mededeeling der stem biedt aan beide
zijden geen verschil. Ik schreef voor het gebruik van sulphas chinini
en \'s avonds eene morphine-pocder. Na eenige dagen kwam zij
terug en deelde mij mede, dat zij de3 morgens bloed had ge-
spuwd, ongeveer twee theelepeltjes, en dat dit reeds sedert eenige
maanden plaats had. Haar vroegere geneesheer verzekerde haar,
dat hieraan geen nadeel voor de gezondheid verbonden was;
daarom gaf zij er weinig acht op. Nogmaals de borst onderzoe-
kende, nam ik geen reutelgeruisch waar, noch cripitatie-geluid ,
de hartstoot was zeer sterk en de hartstoonen duidelijk en over
de geheele borst te hooren.
Ik vermoedde, dat de oorzaak der haemoptoë in een tuber-
culeus proces der longen gelegen was, hoewel ik voor deze ver-
klaring geene afdoende physische teekenen had waargenomen.
Ik liet inhalaties van tannine, in water opgelost, verrigten en eene
week voortzetten, — echter zonder blijkbaar gevolg, waarom ik deze
oplossing met eene van een drachrna ferri sequi chlorati crystall.
in 10 ons water verwisselde, daar het haar niet mogelijk was
-ocr page 8-
6
eone sterkere in te ademen. Ik gaf haar den raad, hiermede
acht dagen voort te gaan en driemaal daags vijftien inademingen
te doen. Spoedig hield het bloedspuvven op. Ik liet de inhalaties
nog eenigen tijd voortzetten , en hoorde niets meer van de patiënte
tot in het laatst van de maand Mei, toen zij mij weder bezocht
en mij mededeelde, dat, na eenigen tijd te \'s Hagc te hebben
doorgebragt, waar zij veel beweging had genomen en zich boven
mate had vermoeid, de bloedspuwing was teruggekeerd. Ik vond
haar zeer vermagerd; de pols was zwak en haar uitzigt zeer bleek.
Ik raadde haar aan, de inademingen getrouw voort te zetten,
met eene solutie van 1 dr. op 8 ons water: het gevolg was,
dat de bloedspuwing spoedig weder ophield. In Augustus haar
nog eens ziende, vond ik haren toestand aanmerkelijk beter; zij
had gedurende twee maanden geen bloed meer opgegeven. In
het laatst dier maand begon het weder, hetgeen zij mij schiïf-
telijk meldde en waarop ik haar den inhalatie-toestel weder toe-
zond. In een schrijven van den 23stcu Scpt. gaf zij mij weder
berigt omtrent haren toestand. Ditmaal was het bloedspuwcn
zeer hardnekkig geweest, echter ten gevolge van vlijtig inademen
ten slotte weder geweken; na het ophouden had zij do inhalaties
geruimen tijd voortgezet. »Nu voel ik mij ," zoo schreef zij , »zeer
«welvarende en kan veel doen, zonder vermoeid te worden;—het
skomt mij zelfs voor, dat ik veel gemakkelijker ademhalen kan
»dan het mij voor langen tijd mogelijk was." Sedert vernam ik
niets meer van haar. Daar zij echter het inhalatie-apparaat sedert
niet meer gebruikt heeft, mag ik besluiten, dat er in vier maan-
den geen haemoptoe meer heeft plaats gehad.
3. Mejufvr. C. N. de T., oud 25 jaar, vervoegde zich in de maand
Mei bij mij, om hulp te zoeken voor een haemoptoe, waaraan
zij reeds sedert een half jaar lijdende was. Zij scheen hare kwaal
niet erg te tellen; want men had er bij haar op moeten aan-
dringen, dat zij geneeskundige hulp zou gaan zoeken. Zij gaf op
zeer onregelmatige tijden bloed op. Dan eens geschiedde het alle
ilagen, dan weder was er eene tusschenpozing van veertien
dagen. De hoeveelheid bedroeg een half theekopje; het werd
-ocr page 9-
7
niet oen weinig hoesten verwijderd. De borst was zeer plat;
maar zekere teekenen van tuberculosis pulraonum waren er niet
waar te nemen. Na eenigen tijd, ongeveer veertien dagen,
eene oplossing van ferrum sesquichlor. cryst. in unc. vi aq. destill.
te hebben ingeademd, hield het bloedspuwen op. Sedert zes
maanden is het niet teruggekeerd. Liquor stipticus, inwendig
toegediend, was zonder gevolg gebleven.
De hier medegedeelde gevallen leveren wel het bewijs,
dat zeer hardnekkige bloedingen uit de luchtwegen door
de inhalatie der chloor ij zeroplossiug kunnen worden
tot staan gebragt. Zij hebben ons daarenboven geleerd
dat het inademen op zich zelf geen aanleiding geeft
tot oogenblikkelijke verergering, en dat, wanneer men
eenige voorzigtigheidsmaatregelen neemt, (niet te groote
concentratie der oplossing, niet te korte afstand des
lijders van den inademingstoestel), het hoesten hierdoor
niet meer wordt opgewekt. Wij gelooven, dat daar,
waar bij eene gevaarlijke bloeding uit de luchtwegen
geneeskundige hulp wordt ingeroepen, deze methode van
behandeling terstond moet Avorden aangewend, en dat het
zaak is, dat elk geneeskundige zoodanige inrigting ge-
reed hebbe, waarmede hij een zoo gevaarlijk ziektever-
schijnsel bedwingen, en, zoo doende, welligt menig leven
redden of verlengen kan.
Utrecht, 28 December,
■g±*&-T&£x*a>~-