3»
Ontdcckt en wederleydt,
ïn het lafter-boeckje, onlangs uyt-gegaven
Gcnaemt
Gedruckt op de pars onder den Degel,
O y I ■ \' i \' -s î > \'\'
M,
- ; «-.su. ■ ï, -V^ V \'
M\'
C ■ ■ î
i ■ •
; v.:^
(l)
Dc Tonnccl-fpcdders cn beelden mijn \'s oordeels
door hare comoedien en vernufiige kluchten, den fwier cn het
bedrijf vande wereltfe faake n niet onaerdighlijck af; en dit haer doen en
foude myniet qualijk gevallen,ten waer het veeltijts met dcrtele geftcn, li-
centieufèwoorden, en oock fomwijlen met het ydel gebruyek van Godts
heiige Naam vermengt was i maar anderfints fietmen, dat fulcks vertoo-
Hingen aan \'t volck, dat doch door de banck wat hart voor\'t hooft valt, cn
door uyterlijckebewegingen meeftgeafficieert wort, ftercker impreffien
van deucht, ondcucht, fdhrick of vrees geven, «Is wel de bondighfte rede-
nen der Theologanten of Philofophen. Defe luyden "wijfen ons oock niet
onbcdcckteiijck aan, dat haar werck maar een fthetfe is van dcgrootc co«
mcedie, cn dat dc ganfchc wa-elt maar een Schouwburgh is , daar yder fijn
rolle fpeelt onder vermomde parfoaagies: fijnde de menfchen niet min-
der dan \'t gene zy uyterlijck vertooncn: daar de dcfnghey t van een rede-
lijck fchepfel noojtans vcrcyÄ, dat het alldints uy tdruckt het t^clt van ü]*
nenfchepper; ditquaateelitcr is foo verre in-gekroopen, dathetnictal-
leen op de \'Werelfche throonen is geklommen , maar fcift oock door gt^
drongen tot in het binnenftc van \'theyligdom, hier van fijn de heylige ea
Wereltlijckefchriften vol: en\'t onbreeckt de Machten noyt aan fpccieufc
pretexten om haar Staat-fucht en tyrannye te verbloemen, noch de gee-
ftelijcke om hare pafficn en werelfche iRfichten,met den naam van yvcr te
decken en te bemantelen, de welcke veeltijts foo groot is, datfe gantfche
Rijcken cn Staten vcrflint j fo.dat de Heydenen al wiften uyt tc roepen:
non religio potuit Juadere mdorim.
En hoewel dit quaat in Politiecken cn Kerckclijcken beyden tc verfocyen
A a iss
-ocr page 4-is, fo ift nochtans veel verfoeyclijker in de laatfte, als dieprofeffie doen van
heden inde Religie te onder wijfen, en datmen fich derhal ven minder vaa
hen hoed,alforaen gelooft, gelijck \'took behoorde, dat zyfelfs pradifereq,
\'t geen fy andere leeren; maar helaas! dit fenijn van hypocrifie is al door
\'tganfche lichaam verfpreyt: Wff conUgioUhem& dahit influrfh
men moet derhalvcn inde werelt ontrent een ygelijck wandelen met alle
omfigtighey t, en na de lefle Chrifti wel onnoiel fijn als een duy ve, maat
oock voorfichtigh als de flanghe y tegen deie Hypocrifïe hebben t\' allen
tijden wijfè Hiftori-fchrijvers d\'eenvoudige (becken te wapenen, en felfs
waarfchouwt onfen Sa|ighmaeckcr fijne Difcipulen, dat zy haer wel tc
wachten hadden voor den fuurdeeflèm der Pharif cn, dit vergift heeft on-
fe euwe dapper befmet, en hebben wy daer niet weynigh dc droevige
wer. kingen van gefmaackt, maer Gode zy danck, die soch altijt fulcke
luyden verweckt heeft, de welcke door een geocffent verftant, v^aen van
waerheyt konnen onderfcheyden, en die aen dc eenvoudige die bedeck-
te quaed ondeckt en aen-gewefen hebben, cn alfoo geleert, datmen fich
acn geen fchijn vergapen moet,
^Atlk emm yitium Jpecie \'virtutis & umhrd.
HieÉ van hebben wy ïvedcrcenftaaltjevan fecker Schrijver, die wel foor
Kercks en vroom foude willen door gaen, indien hy fijne vuyle lafterin-
gen en leugenen, de welcke fich niet behoefden tc fchamen ten aenfien
van hare boosheyt, al waren fe in de Helle fèlfsgefmeet , tnaermetfijn
fchijn-hcyligen rock konde bedecken: weshalvcnwy ons verplicht heb-
ben geyonden dit Masker eens op tc lichten, eaacn al de werelt te doe»
fien> wat monfter het verberght^
0it
-ocr page 5-It vileync Libel dracgt in\'t Voorhooft den titel van Re-
l habearas Raedt van Utrecht. behelfende de redenen der goede mannen
K\'an Utrecht ende Patriotten des Vaderlandts, waerom zy een Requeft
hebben overgelevertaen zyn Excellentie van Hoorn »omwar redenen
zydefen Titel van Rehabeams raedt verkooren hebben, weet ick niet,
want ick niet befpeure, dit opde Regenten van Utrecht kan geappliceert worden,
ten zy men wilde feggen dat den Jongen raedt meeft gevolgt wiert, maer fouden
wycpRehabeamsenJeroboamsRaedtwelandereailufitn können maken, in dien
wy niet arbeyden om kort te fijn, en alleen eenige vuyle lafteringen te debatteren»
Defen Pharileulehe Raad verftaat hier door de goede Mannen en Patrietten van U-
trecht geeft dan redenen vanhaerdoen, waerom zy eenRcquefte aen fijn Excel-
lentie hebben overgelevert, ende dat by maniere van t\' Samen-fpracck tuflTchen een
Predikant en Zeeuw: dit heeft vele doen dencken dat Dom. Gentman dit fchoooe
ßuckwercks wel mocht gefabriceert hebben, alsfijnde een Predikant en Zeeuw,
diealfoo voordele tweePerfonagies konde fpeelen , te meer om datmen feyd van
hemgebleeckentefijn, dat hy voor defen hem wel meer metfchurfde faackenbe-
moeyt heeft, en het gp een kleyn kneepje foo nauw niet en necintj maer ick kan
dien Patriot wel licht hier van ontfchuldigen, om dat hyfijnder werckt, en defe
handelingh wat te grof valt voor een ervaren M eeßer , \'t fchi jnt derhal ven wel een
leerlingh van hem of fijns gelijck tefijn, waerom dan vele menen, dat fijn Waerde
Soonde pen wel mocht gevoert hebben, endatdienvrootnc Patriot den adem\'er
vvat over gehadt mocht hebben, dat mijn\'s oordeels wat nader by komt; anderen
fijn van gevoelen: dateer de Heer ProfeÓbr Leufden wel schterge w eeft mocht fiiu,
Endeick meen dat die wel naeftby de waerbeytfijn; foemdegauwigheytvanfiju
verwandten oordeel, \'t welckin dit gefchriftallefints uytkijckt.en klaei lickfchijnt te
toonendathyeentalin,ick wil feggen TalmudifI: is : als ook om dat\'er eenige ftuk-
jesinkomen, die fijn Eerw. bekent fijn , en dat\'er over fijn kleyn traftement ge-
klaeght wort,daer dan by komt de vloeyentheyt vanfijn Ed. ftij!: hoe wel andeien
weder meynen, datfenoch een weynigh te hoogh dravende voor hem is, en dat fijn
Ed. tot dien trap noch niet gekomen is, alfofijn Eerweerdigheyt weynigh tijd ov e-
righ heeft , om zich te exerceren in faken die mannen paflèn, fijndegedurighgeoc-
cupeert om het Hebreufche Hane- boeck de longe Scholieren te leeren: waer door
dat hoogh en verlicht verftand fo wort ondergehouden, dat het heel Kins is. In-
fiende anders wat trefFelicke Oratie hy wel eertijdsin de Academie heeft gedaen,fo
had men rede, om grote hoop van hem te hebben. Andere weder hebben and ere
tedachten,en menen dat\'er een van die longe y veraers aen geploeght heeft, die het
ooft noch niet geheelgeßooten is, om dat\'er fo veel pnvoorfichtighedcn in begaen
worden», die fy menen nietwelte kennen vallen in een geoefFentSoldaet; daerzy
van wat het wil, diti\'sfeker, dat het een of meer breecke-benen fijn, die door haer
quaedt beftelde Meyne achter uyt doen fpringen hebben: en indien ick mijn ad-
vijs nevens anderen mach geven, fo foude ick feggen dat het werck in den Phai iièfen
. Raadt gebrouwen was, en dat daer yder fijn imaginaire, chimerique en geeftige ge-
daclwe^h€cft ingebracht , dat alfdan door een bequaam brodder iste famep gs-
A j brachte
-ocr page 6-bracht, want ïck ben wel onderrecht, dat de fchoonehiftorien daer in verhaelt, ai
een tijd te voren forajnige Yveraers op dc tonge gerolt hebben en ontvallen fijn , en
dat*er faken io komen>die maar een man foude konnen weten, die weder van andere
dingen geen kenniflè heeft; doch defè luyden worden alle door een en de felfde geeft
geregeert, en daerom mach \'t wel door fukk een fpritm familiaris uitgewerckt fijn»
Maer liet ons het ftuck wercks censexamineren.
Onfen Dom inus %d dan op *t eynde van pag. 3. en voorder pag. 4.4tt de Re-
genten van UtrechtGereformeert waren met de naem ca niet metter daed, en dat
fy met een doodelijcken haat waren ingenomen, tegen de vromeen Godfalige Pre-
dikanten die haer confcientie wilde quyten, en geeft tot reden van fi jn feggen, eerü:
Om dac zy in haar hart Arminiaens, Barnevelts, en de Withs waren, vyanden wn
fij« Hoogheyd , en dat zy niet in de Vroedfchap konden komen of zy moften eerft
langen tijd in dc Arminiaenfe of Franfe pruyl-kerck gegaen hebben , of in een Ar-
m iniaens oeft gebroeyt fijn; of, zy moften getrout fijn aen een Arminiaenfe vroMW,
of het collegie der fcavantm geholpen hebben in haere pafquillcn te riiaeckai, van
daer fpringhc hy fonder connexie of diftindïe op Steenbergen en Rijnevelt, d\'een
verwijtende dat hy Canohickgeweeft is, en daerom vyand vande Kerck, en bev«-
fiight dat met fijn klachteoyer de predicatie van Lodefteyn. Rijnevelt verwijt hy
fijn bitterheid tegen de predicanteni befonderlijck ter occafie vande uytfettingh
van Dom. vanden Velde en Teelinck getoont, verwijt hem voorder fijn ampt en
Eedt omtrent de Munt niet we! betracht te hebben, om dat hy ftuyvers geflagen
heeft, die in drie Provintien verboden fijn, en Ducatons en Ducaten die haer valeur
cn fvvaerte niet en hebben, cn maecktdaer een liefdeloos befluyt op. Eer tot
de verantwoordingetreede. gelieft den befcheydeneLefer te weten, dat mijn oog«
merck niet foo feer ftreckt, om alle particuliere reproches te we<krieggeo,dat oock
veeltijtsnietdoenlijckis , >vant niemand is foo onkundigh in de werelt , ofwcec
wel dat fe door menlchen geregeert wort * en daarom nootwendjgh gebreken met
fich fifëept, ons Heer hadde onder fi jue Apoftelen wel een Judas , maar ick beooge
befonder inditfgefchrift dengemeenen lafter vande Regeeringh ontrem de Kerck
en fijn Hoogheyd te ontfchuldigen, en het contrarie veel eer te beveftigen , fallende
niet te min mijn even-nsaften, nadenaardtder liefde, fo veel HK^elijckis» fijn eer,c
en goede Naam voorftaao. \' \'
Den Dominusdan be|intal vry breedte weyden,enwijft,opfifnttKmiör,foMaar
als den dagh aan, dat de Reeenten met een doodelijcken haet in-genomen fijn tegen
4e Kerck, om dat zy in haar hart Arminiaanfch See. fijn; audt di^uidhrcbihm Cyarit
& mvertdignHm fivistfst diquis , ick vrees dat defen Dominus het iichtvanden
dagh niet ai te wel enkend , endat hy,op fijnbefl genoincn, maariodefirheme-
ringh wandelt , en daarom lichtelijckftrayckek: en hy lijcki wei van die klad-
fchilders te fijn, die, alfraenfeyd 12. Apoitelon met eeneftrecck maken, wanthy
fineert al de Regenten uyt eene pot met d\'Arminiaanfchequaft {weynige goede uyt-
genomen) weynige van veeTti|h, moeten na de gemene manierevanfprekcn, im-
mèrs mittder als jhet vierdepart fijn, foo dat\'erover dedaitigh Arminia£ien&c.fitn :
raaar die relcemngh kan ick niet make«, alrckendc Dominvs noch eetiige van fi/n
(1;
Vncndjesdaarondér , dat ick evenwel geloof dat hem niet van »t hert foude mo-
fen; cn *t fchijnt dat hyfe foo ruym niet heeft, want hy telt\'er maarvijfa fes, en
aar onder een Heer van\'t eerfte Lit; die na fijn feggen uyt krachtevande Armi-
niaenfche fchuur de behoorlijcke qualificatie fouden hebben : maar genomen het
was fboj defe Heeren hadden daar gegaan, datevenwel niet al waar eh is, want twe
Somerens in de Gereformeerde Kercke opgevoed fijn ■ maar *t was nu al na het feg-
gen van Dominus, dar zy daar al langen tijd gegaan hadden; volgt daar uyt dat zy
noodfakelijck vyanden van fijn Hoogheyd fijn j want voor eerft fo ken ick wel Re-
rnonftranten dac^eraers voorfijn Hoogheydfijn, en dan is Dominus gevolgh niet
klaer, rnaer feer firhemerigh, ten anderen fo fijnfe nu immers Gereformecrt, en foo
konden zy met van Kerck verandert te hebben oock van maximes verandert fijn, en
dat zy niet meer in haer hart Arminiaenfch&c. fijn, behoordemen na den aard der
fiefde te oordelen y want zy in de Regeringh komende, een fcherpen Eedt daar op
moeten doen ^ maer Dominus diorum ingeniumfuo metitur j Wat de Franfche pruyl-
kerck belanght, dat hy daar wat opgebeten is, daar heeft de man geen ongelijck in,
^vant dieleyd hem vry wat overdwars in de maagh, vermits, als Dominus d\'een of
d\'ander by \'t lincker-been meent te vatten ► foo ontfnapt hy hem en is hier flracx op
een andere grondt daar Dominus Jurifdiftie niet eh geit; en ordonneert Dominus,
dat men dus of fo lang in de Kercken-kamer moet gaan, om onderwefen te worden,
niet tegenftaande men de gronden vande Chrifteli;cke Gereformeerde Religie wel
Verftaat, eermen een difch-genood van de Taefïel des Heeren kan worden : defe
pruyl-kerck bind hem aen die Ordonnantie niet, en neemt yder voor Ledematen
aan, als zy haar Religie Hechts verftaan en wel beleven : fchoon hy Canoniek, geen
PharifefenSabbatiftj en participant aande banck van Leningh &c. mocht fijn\', wat
anders de geloofs poinóten belanght , daerwordtniet geleert contrarie het Syno-
dus van Dort: Wat het Arminiaenfche neft, en trouwen van een Arminiaenfche
Vrouw belanght, is niet weert om beantwoord te worden, en Dominus heeftfe felfs
Wel inde Kercken raed, die de lucht noch geweldighaanhangt ,en wiens Moeder
Suflier en vrienden noch dagelijcx in die Schuur gaen, en dat nu wel van fijn Over-
flen en voorvechters fijn, mifTchien of de vrouw van den Auéleur niet uyt dat nesje
gekomen is. D-, Gentmankomt van Meniften her, feu men daar om dencken
dathy noch eenige Menifte ftreken onder de leden foude hebben, Ick geloof fijn
gemoet foo effen is als fijn kleet, fonder ploy of boort: foo können zy dan immers
^vel vande vroome fijn: Hy feyd voorder, of zy moften het colleeie der fcavanten
geholpen hebben in hare pafquillente maecken J Ick vrees Dom.datgyhitr wetkr
ih de fchemeringh wandelt en wel een paer blauwe oogen mocht loepen j want na
mijn die luyden befchreven fijn, fo varen zy voor mannen, en ymant der leden heeft
my verklaertbydefe occafie, gelijck zy oock alle fouden heylighlijck willen ver-
klaren , noyt in hare byeenkomften handt of pen daer toe geleent, of overlegh ge-
maeckt te hebben van fulcx te doen j en ick meen zy fouden wel fchrap derven ftaen
maer houdt u binnen benje wijs. Äengaende Rijnevelt fijn ftuy vers daer valt noch
minder op te feggen,alfofe van goet aloy bevonden fi jn, volgens verklaringe van de
Generaels,wat hetverbodaengaetinde drie Provintien,fulx is gefchiet om dat hei
■vvas gefcliiet buyten confent vande Ceneraels > alfo geen pyement anders mach ge-
^agen worden j maer dit raakt de Heeren Staten, door wiens ordre hy fulcx gedaea
rs)
heeft i wat belangt de Ducatonsdaer over is hy in den Haege geweeft, maer daec
komende,foudemen de Ducatons tot Amüerdam uyt de Banck haelen : maerfe zyn
aoy t voor den dagh gecoraen, tn ontrent de Ducaten daer den Autheur van fprheä,
is noyteeaigequeüie over gevallen. _
Maer laet ons Dominus wat kortjes op de hielen volgen, die een ander ftraetje
inflaet. Sy haeteden zeythy de Kerck, ten anderen , om dat zy die benauwden nu
iTiet politieke Gomniilfai ilen in haere Kerckelijcke Vergaderingen te fenden, dan
met verfcheyde aften toe te fenden, dan met ds felve haer handen te binden , dac
zy haer ampt haer van Godt toevertrouwt niet conden betrachten , hy wil feggen
als uyt volgende blijckt, datde Magiüraetniet gaerne fach datmen foo lichtveer-
dighmetde Naem en reputatie van haer Onderdanen en.Borgers fpeelden j Als
haer by andere occafienaengewefen is , daer over zy oock paUaodiam hebben moe-
ten fingen : en hier uyc neemt hy occafie orn tegens de Profelfor Buurman zyn
overtollige galle uytte braecken, die hem byongeluck doort gantfche lichaera ver-
fpreyt, foo dat met geen clyfteer of Nies-wortelte heipenis
Hellehorum frußr4 cum jatu cutis a^a tumehit
PofcentesvUea^venientioccHmtemtrho,
Wat belangt het fenden van Politike Commiflariflèn inde Kercken-raadt, daer
mochte Dominus wel van fwijgen, want dat is volgens Kercken ordre gefchiet,
êndaer is voor defentoc volcomen overtuyginge van die dvvars-drijvers enheet-
licofden op geantvvoort, zyude, \'tfelve oock conform de praftijck van nabuurighe
Provinciën en Steeden: Maer wat helpt keers of bril als Dominus niet fien en wil:
Hier van daen valt hy op de Profefloor Buurman, en handelt hem als een Heyden
cüTurck , en leyt hem foo hier als in\'t vervolg fes lafteringen telafte, diewyna
den andere hier beantwoorden füllen :
1. DatHy, miteen Politycki^BeindenKercken-yaetgefondenvandatoZ^Mty»
l66l-,in de Gcmtynte tot Utrecht, ingedrongen is: Pag. 5.
Het is waer dat de Vroedfchap aen de Kercketi-raet ghefonden heeft een Ade»
waer in zy nae eenige gunft be wijfen, aen den E: Kercken-raet, met ferieufe B^coni\'
vïandatie permitteren Burmannus tot den halven dienfi van het Predick_-ampt tt mogen
ieroepen, ^merckt men bevind, siyn Ptrfoon, enga\\en de Gemeynte aengenaem te weßn*
gelijckzyin haere Aftefpreken.
Maer. i Sulcx is geheel buytenBurmannus geweeft,die noch direftelijk noch in-
direäelijk fulcx veribgt hadde, ende fulcx eerft wiftna dat het gefchiet was: hoe-
welde lafteringe al lang liep, dat fulcx tuflchen de Heeren Gedeputeerden vande
Vioetfchap, die Hem tot Leydenquamen beroepen, eilde Burmannus, te voeren
bedongen was. Een vuyle leugen. Doe Burmannus beroepen wiert tot de Pro-
fdFie, liep tot Leydca eenfterck gerught, alsofby de Vroetfchap van Utrecht
beflotenwas, dat geen Kerckelycke ende Academifchedienften vaneen Perfbon
nVeer fpuden bekleed worden» Dit vraegde Burmannus alleen of het waer was, de
H.H. Gedeputeerden feyden, datter niets over gerefol veert, jafelfs dathetniec
eens gepropCMieertei) was: foo acquiefceerde Burmannus daer op , feggende dat
Hy gaerne wilde afwachten, of God Hem weder totden Kercken-dienft gebruyc-
«en wilde, of niet, maer dat Hy hem felven daer van niet uytfiuyten wilde, aen-
Vaerdendeeendienft.dievolghens eene wet, niet konde t\'famen gaen met den
rredick-dienft: welck niet zynde , was fulcks Hem genoegh, meer is wederzijds^
nier niet altoos van gefproken, hebben de Heeren van de Vroedfchap naderhandt
die Aftegefonden, fulcks was,t*eeneraael buyten Hem.
H. Daer is ontrent die A£tegeengfff;e/r gefchiet, altoos, of Burmannus daer
door in de Kerck gedrongen, gelyck hier gefeyt wort, maer de Kercken-raet heeft
Vrywillig haer confent gegeven, ende het beroep gedaen: gelijck oock Burmannus,
als Heml iet beroep voorgedragen wiert by Gedeputeerde van kerc, en Magiftraet,
namelijck, de H. H.Teekmannus, Heymenberg, Straeten, Kercken- raet, nevens de
H. H.Ond-Borgemeefteren, de Leeuw, en Nellenßeyn, haer voordroeg, alfoo
Jiy gehoort hadde , datter eetsigh verlchil, in zyn beroep tuffchen Kerck en Magi-
firaat geweeft was , ende hy niet en wifte, hoe alles in het by fonder toegcgaen was,
Hy nochtans vertrouwde, dat alles foo toeghegaen was, dat het een wcttelijck
beroep was. ende Hy het fel ve met een goede confcientie aennemen conde, waer op
de Ghedeputeerden van beyde Colïegien, antwoorden t Volkomentlijck van Ja,
gelijck oock in de afte des beroeps, Burmannus verfocht wort, dat Uygelievn defe
^mdijcke en Godlijcke heroefinghe aen te nemen, ende op\'t fpocdighße de fdvc te
^olghen,
fiL Heeft felfs de Kercken-raat, fiende de Perfoon van Burmannus, de Heeren
aengenaem was,met zyn beroep genegotieert en gehandelt, befluytende terftonr,
op die Aéte des Magiftraets, den i Juny, 1663. teinfterert, op de twee, aireets
gedefpicieerdePredicanten, als oock noch eenen te defpicieren in de plaetfe van D,
Bogardus, endeals dan eerft hetpoinft van den fupernumerairen dienft (dätisvan
Burmannus) in nader deliberatie te nemen, foo hielden zy, eerft zyn delpedtie,
ïnde daer na het beroep, ende eyndelijck de beveftiginge, expreflelijck op, totzy
tWee,jadriePredicantenna haer fin, daer door vercregen hadden: foo dat, daer
het beroep van Burmannus, was aengenomen den 29 January 1663. Hynochtans,
niet D. van Halen, niet eer beveftigt wiert, als den * • May, zynde D. van Halen,
ft)o lange fonder Dienft. Ende of zy haer dienft aenboden, om volgens het ver-
foeck des Kercken-raets haer beroep, op\'tfpoedigfle te volgen, fulcx was nochtans
tevergeefs, ende buyten alle ordre, en exempel Het men haer foo lange wachten;
le meer, daer meti, eer dit beroep gedaen was, ende men de andere, die noch te be-
roepen waeren, nae zyn fin niet hadde, t\'elckensopden Predick-ftoel riep, dateer
in de Quartieren foo veel Zielen verloeren gingen, die nietverfoght wierden, van
Vvelckémenrekenfchapfoude moeten geven: Maer als men die zielen, tcndeele
Verforgen conde met den dienft van twee beroepene Predicanten , had mengten
haeft, endoewaeren daer geen zielen meer die verloren ginghen , en dat fegghen
W3S uyt*
By dit Kerckelijck beroep voegen zy oock, zyn beroep tot de Profeffie, dat Bur -
iftannus Hm liet heroep en inde afgefetteplaest van D,Nethenus, niet eens onderfoeckende,
•fhymtelijck.ofonwemUjck,afgtfetwaS.P4g,2.
Fracye dingen, cn waertora te beantwoorden. Is lulcx gheichiet van dc twee
fredicanten, die ia de plaetfe van D. vander Velden, en Teelinck beroepen «yn?
ïsictnantovt fonder zyn toedoen of kennis beroepen, foo is het Burmannus: dic
\' B over
riö)
die over fulcx aen Godts vootfieriigheyt niet twijfclen^iMide, eo ginckfeetHemas»
teonderfoecken,ofeen wettelijckjofonwetteiijckafgefetwas ? :
2. h Hy in fei fof liever acht jaren) tweemad E^or Ma^ificus gmfeß. /«jg-ö-
Doet dat iemandt feer, die moefte coonen, dat Hydaer <^toeg^ydc fieeft»
of falcx mct\'ontfatfoenclijcke mameren verwegen, of io het allermtHÄB
eenige devoiren heeft aet^ewenr. Ickfienke oidieeere, rseven«m$ aengeoo-
mea van die het Reéloraat, in fes ofinncgentien Jaren wiert aengebodcn
ditfoofeggenjtoonenweiraetditarm verwijten ,hoea^g«naef«het\'haor.ï^ » ^
zy alleen van anderej niet vanhaer fclft, of van de hare dit f^geaconnen.
5, Wort Hem it i^rcj^lijckc sABiyfmrtf^
deStudentMalecootiusderroedfchapdtargtfchmftis. Pag.4.5.
Wat hier van zy^fal uytde R€f<iliitic des Edi Achxb- Vroetfchaps blijcken, d«
luytnualdHsr
De Vroedfdiap gehoort dc Ledurc vande Memoriecnde vor-
dere ftucken wegens den Redorende Senaet harer Academie ter Vergado-
ringe ingedient, by dtwdcke faacr E. E. vertonen, hoe dat Abfalom Malc\'
cotius, Student den löjuny des laetfte Jaers, Prasfide Domino Francifco
Burmanno achter feeckereDifptttatio Theoflogica gevoelt »ende gedefcn-
deert hebbende onder anderen dek Coroilam.
Socmimarum eneri im^mdenter vtlißcmttiritii^ ^dtcunt fHh"i>eH*\'i T*êé\'
mentoflendmfexxMorum icondonationem fuiffe, ^mnidm zHältmOefmo\'
wiam^dpieti feufr^ttrm-ffio^ id-eB, mapumtij>peccaimmifiunemß(f
tantum , étd T, ^(ptat? fio^ttefertioet^
ïtem
Ohßrvatiodie*Seft\'mäiy ^^udismnceßfuh ^ T". non introduB*eßfwfj^
cUlediquoidtvmum fri^puta^^feAferfolitiam^ideßluSi^ Eccl^lf
ßmm, iiua crn-Um wdi^mxulm^livmi^^^
BenfclvenMaJccotius (^den 16 julydaer aen volgende, verfocTit hé^
bende zyne Kerckelijcke Atteßatie, welcke hem Makcoot % denKercken-
■racdtalhier was gedifficakcett,«n niet tocgeftaen„daa-.mct.defeclaufuie. .
Abfalom Malecotius Student, vcrfoeckende Kerckelijcke Atreftätte «5
eerft gehoort x>vct ee» GoroUariara. Ende dacr over aende Verga-
^ringh geno^;cBgevende, met èetoninge vanberouw, is defelve
hemtoegcftaen. -
Dochdatdefe Atteftatieiof» dcna^ Jalyiäes-fclve Ätoöswas vcrfkcbt,
^dealdtisteboeckgcftck, ~ "
ji
-ocr page 11-(II)
^ R N» Vetfpcckcnde Kerckelijcke Atteftatie is eerft gehöort over
; een Cororfariuna &c. ende daer over aende Vergaderrngh genoe-
ee»gevende, met bekentenis van oAvoorïicbteKjck die manier vaa
^reeckcn gebruyckt te bebbenr, is de felve hem toégeftaen.
Verfoeckende de meergemelde Reétor ende Senaet om redenen int
breede by hare voornoemde Memorie gedcduccert , dat foodanighe
fxorfcatanticniögctöomt, endeint toekomende volgens exempel vaa
ïiabarige Academiën, Wet ende tegcngegaen raochtervworden, gelijck
op diergeiijckccJachtea > by den Reäior Schotanus, Gtsbertui Voetius,
eadeAfiit.^Matthäus, Affeffores indeiïjare i<J37, aenonsgedaen,tec
ötcaße dat de Er ClaïGs vaa Rhenen, Wijck, inde Clafficale verga-
deringe v^ Utrecht, een gravamen hadden ingebracht, waer by ge-
prasteödeert wiert, dat de Deputatis Synodi cora-pcteerde de infpeäie
c^te examen van de Theologifche Difpuy ten, fodanigc opingen door
<»i«efteÖ!ivelijck te dier tijt waren geftuyt , ende vervolgens mede gc-
kfèn fij:ndc het fchriftelijck bericht wegens de Kerckenraadtj^efes aan-
gïtaQde över^geven ^ verfoeckcnde dat zy inde voorfchre ven hare oe&
feningcn niet verhindert, nemaar indefelvcbyonsgeprotegeert, ende
befchermt fouden mogen worden. Op alle het welcke naar behooren
gelet, ende gedelibereert fijnde, heeft de Vroedfchap tot confervatie
tan de behoorh jcke libertey t van hare Academie, ende tot voorkomin-
geti van alle onluften ende verwijderingen, die door dufdanige alterca-
tien tuflchen de Academie ende Kerckenraat meer en meer fou^n mo-
gen komen tc verrijfen, goed gevonden cn verft aan^dat de Kerckenraat
onbevoeght is fich te bemoeyen met faacken dc Academie aangaande ,
etide alfulcs Profefiforen ofte Studenten te cenfureren, of oock Kercke-
lijcke Attcftatiete wéygeren , of die te claufuleren over,endeter fake van
LeflTen, Difputatien, Corollarien, ofteonvoorfichtige, foo zy die noe-
men , en manieren van fpreken, in de felv^ebruyckt, ende dat voor foo
veelalle foodanigc poinden by de Confeffé, gemene formulieren ende
beflttyten yan de Nationale Synoden niet en fijn gedecideert , nochte
gecondemneert. Ende dewijlé de Kerckenraat toekomt de opficht en«
dekenniffe niet alleen over leven, maar oock over de Leere, fulcx die
by de Synoden Nationaal van Dordrecht is vaft gcftek, ende dat ten re-
guarde van alle de Ledematen harer Gemeynte, ende voor foo veel oock
over Profefforen ende Studenten, die Ledematen fijn, verftaat de
Vröcdféhap ^ datfoo wanneer de Gemelte Kerckcnraadt t\' eeniger tijdt
fit moeke
-ocr page 12-(12)
mochte vcfmeytlcn by de Profeflbrcn ofté Studenten tegcn defelve Lee»
re te^jngepecceert> oftc4oör onvoorfichtigc ftellingen dewaarheydt
▼an dien in eeniger wijfe te wefen geprejudicecrt, ende dat by Profeflb-
ren ofte Studenten contrarie wierdc gefuftineert, fal de Kerckenraadt
alvorens daarover tc oordelen, ofte eenige cenfure te ocffenen, gehou-
den wefen de Heeren Burgermeefteren, ende Gecommitteerden tot de
Academifche faacken, ofte oock de Ed: Achtbare Vroedfchap daar van
kenniffe te geven, ten eynde by haar Ed: over foodanige gevallen in diw
voegen moge worden gcoordeelt, en gedifponeert, alfmen tot ruft en
vrede tufTchen Academie en Kerckenraadc bevinden fal te bebooren.
Ende Vörden de Heeren CommiffarifTen gelaftdefe onfeRcfolutic ter
eerftervergaderingevande Kerckenraadt over te brengen, ende aldaar
te doen Regiftreren tot des Kerckenraads narichtinge, ende wijders tc
befbrgen , dat het genotuleerde , raakende het geven van Atteftatifr
van den Student Malecoot uyt het Kcrckcn boeck worde gelicht: Gc-
lijck mede-den Secretaris by defen gelaft wordt defelve Refolutie aenden
Reótor vande Academie te verhandt-rijcken, omme in het Regiftcr van
de Senaat der Academie inlgelijcks aangeteykent te worden, oock tot
haar narichtinge.
Uyt welcke A ite, vergeleken met dit verhaal, :
I. Hoe Burmannus, die difputatie, ende de eere van dien Student, nu eeni-
ge laren herwaardts eeneerlijckenbegaeft Pi-edicant> gehouden wasvoor te
ftaen, als fijnde de Difputatie onder fijn Pra;fidinm gehouden.
Z. Hoe qualijck hier gefeyt wort, dat de Genformerde Leeraers befchuUight
worden, onvoorßchtel^cl{ de Sociniaenfche dwalingen toe teßemmcn, atfw ^yßggcn
dattereen volle vergevinge der fanden onder het ot^cTeSiament was geteeeH. Want
dit feggen niet alle Gereformeerde Leeraers, maer alleen fommige, of nu die
gevoelendenSocinianen voordeligh is, kan iedereen lichtfien. Wantiseen
vergevinge vol, eer daer een vol doeninge was, lal een Sociniaen vragen, wat
hoeft\'er dan eeae voldoeninge voor de fonde.
3. Doch dit overgeflagen, om van defe qua2ftie hier niet te handelen, het is
genoegh, dat het contrarie gevoelen niet veroordeelt is van eenige Gerefor-
meerde Kerckeo, veel min, betaemt fulcx dan eenen particulieren Kercken-
raadt.
4. Temeer, om dat met feer fachte termen , van den Student uytgedrukc
wordt, befchuldigende de foodanighe alleen van onvoorßchtigheydt , en wie kan
fulcx qualijck nemen ^ D. Coccejus. uyt wiens fchriften die Student dit ont-
leentliadt,bewijftditveelkrachtigerenifcherper, infijn refponfie adS^-quit\'
ßiones, fonder nochtans daer over eenighe cenfures, uytgeftaen te hebben, D.
Malecoti us, verfaght die woorden ten noogften, cn moet nochtans daerom ge-
cenfureert worden, daarnociitans,nogh Coccejis, dat fchrjft geftelt had te-
gen
J
-ocr page 13-(13)
gen eenigh Lidt tan defe Kerckeu.raedt, veel min, die Student, behalven da t
geen Kercken-raedt Rechter is van de Academifche Difputatien, en manieren
van fpreecken, gelijck in de memorie des Academifchen Senaats breedt bewe-
len is.
_ Heeft niet alleen de Student, de Kerck en-raedt genoegen, methekente-
^jje van onvooyjlchtigh die manier van fpncckengebntycki tehchhen, gelijck inde
faetfte Afte ftaet, maer ooc}^ met hetooninghe van berouw» gelijck in "de eerftc
Afte ftondt. Een groot voorwerplèi van berouw, feeckere maniere van fpre-
ken onvoorfichtigh te gebruycken j als ofFhy een grove dwalinge , ofF andere
Ibnde , ja een crimen laef^ Majeftatis,begaen hadde, met te feggen, dat ymand
onvooriichtelijck den vyanden eenigh voordeel geeft.
6. Dat de Gedeputeerde der Academie, ma.cLï hik hzddsn, van monddhigh
^Ver dt K^ercken-raedt te klagen. Is foo oock gefchiedt: maer fulcx gedaen fijn-
de , hebban zy door laft vanden eerlïen H. Borgemeeftar, ten dienftc van haer
Achtb. fulcx fchriftelijck als eenejMemorie geftek. Soo dat het valfch is, d«
2y dit hebben gedaen, of haer eigene AuBoriteyi, gelijck hier gefey t wort.
7* Even valfch en bitter is het j dat Burmannus hier in alsem Doè\'g, deAtu
Boriteyt vande Academie m^hruyckt[heeft, om het Biecht van de kfrck. aen de folUU
nver te dragen. W»e hier in Docgs gcefl-vertoont > en fijn werck doet fal Godt
eens oordeelen, . Godt vergeve fulckeene lafteringe aen die boofaerdige mcn-
fchen. Soo was de Senaet vande Academie van Leyden oock een Doeg > dic
over eenige laren j als de E. Kerckenraedt van Leyden, oock begon te claufule-
i"en,de »^tteftatien der Studenten inde Theologie j over de Cartefiaenfche Phi-
lofophie: daer over clachtigh vielen aen de H.H. Staten van Hollandt, die daer
in rigoreufelijck voorfagen, ende fulcx aen de KerckeH-raedt verhoeden, ge-
lijck fulcx doe ter tijdt in de Remonfirantief, aen de Ed. Vroedfchap, van deu
Academifchen Senatusbreederaengewefenlis. XaefoowasdanD-Voetiusin
denlare 1637. oock een Doeg van Utrecht, die nevens andere ProfefToren, ovtr
foodanige indraght der Claifen, aen de Academies oock aen de Ed: Vroedfchap
claeghde/gelijck de Ed. Vroedfchap fel ve, in hare refolutie, aenwijft.
Dat nudefe cenfureidesE.Kerckenraedts 5 door den Secretaris deurge-
fchrapt wiert, is niet aen Burmannus te wijten, die hier in geen deel gehad heeft,
lüaaraen de opiniatriteyt des Kercken-raedtsfelve, die in hareonbehoorlijcke
Pi\'oceduren, de Vroedfchap niet een ftip wouden toegeven, daer nochtans in de
hooghfte Colïegien van het Landt, w.....
Acn
, ^clen ,by nader bedenckinge, wel deurgc-
daen worden.
ï V. Staet op fijne Recckeninge, het gene by den Senatus >^cademicus ge-
daen is, ter oecafis vande handelinge des E.Kercken-racds met D. Fiiychf pag. 5,
dcc ter tijd Student, nu eerlijck-en ftichtelijck Leeraer der Gemeynte van Zuy-
len. De befchapenheyt hier van vertooncn wederom beft, de yidten des Aca-
demifcben Scaaets ,endc der Ed. Vroedfchap, De eene luyd aldus ••
Aen dc Ed Achtbäfe Heeren Borgcrmccflcsctv CÄ^
Vroedfchap det Stiät Utrecht.
GEven revtfrcntlijck te kennen den ReÄor ende Profcflbrcn vantf
Ed. Academie, hoedat 2!y, achter volgende hare plicht, U^
Achtbaerheyt midts defcnecrbicdeKjcknotificeren, dat haer fekerlijclf
voorgecomen ii, hoe dat de E. Kerken-raadt defer Sfadt voorledeiïriia-^
nendagh, fijndcden ap^Juny defes Jaars haer wederom (ni^Ê
tegengaande U Ed. refolatie op den. %6, January i dó/^^beflootca, ea-
de noch andermadsop\'den 51. April des fe ken jaersgerenoveert^ ende
dc noro gcinfiöiiecrt) heeft onderwonden te vemileten en cenfurerca
feker Coroltariüm door Joannes Fnyck, ftudcm ertde Borgers föon èo*
ferStadf, geftdr,endeopden j.Jttny laeftledengedcfendeen, acbcer
een difpuic van ons Collega RegneruS Vari Maflfreft, waar irt hy betfeï-
ve verhaalden, dat hy noch eenigen tijdt tc vooren, opde felve tïlanter
gedefendcerthadde, daar by doende, dattet ntt gefchiede ter Oodaïeké\'
dat feeckrEerwaerdigh Predieant defer Stadt , hem niet alleen fegeiK?
het docnmaels naaftvolgende Avontmael , in prcfentie van een Oif-
derlingh, daer over, als ongeoorloft en tegens Godtfaligheyt firijdctw
de, had beftraft, maar oock, niet tegcnftaendrhy hem doen, end©
oock noch cenige reyfeü daar nae ten Avondtmaal noodighden , noch»
tans namaals in een feer fware periculeufe fiede vervallen fijnde, daïr 0«
ver verfcheyde fcnipulen ( in plaets van te vertrooften ) hadde geiöö-
lieert, als of het een faacke waar geweeft, met welcke hy niet na behoo-
ren foüdc hebben können fterven« Daav en boven, hy Student noch \'m
fijn Corollarium verhalende, dat dit de reden was waerom ti^ bet felf-
de voormaals gedefendeerde Corollarium, nu noch dickwils had over-
wogen, ende meer en meer daar in verfterckt fijnde, hyt felfde noch
eens aan al de werelt wildé voorftellen , ten dien eynde den fel ven E,
Predieant (\'doch fonder fijnen naem te noemen) te gelijck met allé
geleerde luyden ende liefhebberen van de Studien ende Waarheydt, ó*
penbaarlijck verfoeckende, ende op \'t vriendelijckfte nodigende, dat-
fe toch alle fcrupnlen en fwarighc^en, dicfe tegensdat fijn Corollarium
fouden mogen hebben, publieckelifck ter beftemder tijdt en plaats fo«^
den bclie ven voor te ftellen ^ op dät alfoO aan al de werelt blij-cken mocb*
tc, wat daar van te houden was, of niet, gelijck fulcx allps uyt hét voor-
feyde Corollarium kan betoont worden. Soo heeft de E. JCcrcken-raat,
r
J
die wel uy tdruckelijck voorgeeft , het op de faatk fel^ niet te nemen,
nochtans de manier van ftellenvooronvoorfichtigh geoordeeltj ende
met eenen twee Predicanten Gecommitteert , om denfelven Student
Johan Fuyck daar ovier te gaan fpreken en beftraffen , gelijckzyoock
dienvolgendenaemaais hebben gedaan , eDdeo|> voorleden vrydigh,
i^nde den j.july, daarvan in hare vergaderingegerapporteert, luicx
ttytgevoert te hebben; hebbende verwacht op dk rapport eer zyd&n
Voorfeyden Student tot het Avontmaal genodight hdbbcn, hou^cßde
het alfoo iangli in Wencken, ofzy hem tothet Avontmadfotide ttjc^
Jaten of niet. \'t Welck alks direé ftrijdeöde tegens U Ed: Acheba«:
Voornoemde, foo onlanx daar omtrent^enomenc, ende kows da^r naer
Wederom gerenoveerde refolutien, wdckè U Ed: Achtbaerheyt betieft
ieeft, foo>rel aen ons, als aen den Kerckenraat te doen infmueren, ende
inonferefpcïaiveboecken, tot beyder narichtinge, regißreren : endfe
fijnde. een manifdle ulurpatie van het jecht ende de vrijheyt der Acade-
mie i dat een Predicant fich aenmatight rechter te willen wefen over de
Academifche guxftien, ^s die na fijn begrijp niet geftelt fijn, otn daar
over ymant inde bcfoekin^e tot\'het Avontmaal te beftraffen , ende dan
noch ia fijn yyterften daar over te quellen , ende als de\'brfchufldighde
Äch daar over in alle «edi^\'hey t verantwoordt, endefijne foefchuldigers
aodight tot een vriendelijck concert der waarheyt^ dan, in plaacfe van
Jredencn yooct re brengen j «hem uyt dm naam van een vollen Kerdbea-
.raedt te cenfurerenj ende te^noteren van onvóorfichtigheyt, -a\'ls\'oCde
JCcrdcen-jraet het oordeel ende opficht was Ixebbende over de ©rfpny-
•tea ende (Sorollarisn der Profeflbrenj om te letten öfdie eerbiedig ge-
nofigh ende VÄorfiohti^h geftelt waren, of niet.
Soo hebLen wy niet konhen nalaten, \'het felfde fals fijnde een -notoi-
re invafie inde Academifche privilegiën , ende een\'krachtigh middel
waar door de Studenten foudan afkeerigh voorden van defe Academiej
U Ed: A£tóaaiie3f&«foor te-dragen : tnet«enen op het eerbidighfte
van U Ed: Achtbaarheyt verfoeckende, foo veel maintenue ende repa-
ratie vanlietreeht, vrijheyt, ende Privilegie van U Ed: Academie, als
oock cautie ende voorfoigh, dat fnkx niet meer en gefchiede voor het
*»ckamende. Wclck wyte gemoet fiende, noyt fuEen nalaten te be-
tODncn, dat Achtb: dïcnftplichtige
Rci^or ende ProfefloÊDn da:
Stadt ütteeht.
Het
-ocr page 16-(16)
Het laetfte luydt als volght:
Xxtrafb uyt dc Refolutie van de Ed: Vroedfchap
der Stadt Utrecht. .
\'s Maendaeghs den 6, "^hIj , ld"<58.
S ter vcrgaderingc ingedient ende gelefen de Remonftrantie van den
_Rcdor ende Profefforen defer Academie, by dc v^elckc hare E. E. do-
leren, dat den E. Kerckenraadt defer Stadt weder geluft hadden], niet al-
leen te examineren ende te cenfurercn feker Philofoophs Corollarium,
welck by Johannes Fuyck Student, den 5. Juny laaftieden, inde Acade-
mie, onder de Praifidie van den Profeffor Regnerus van Man!velt , pu-
blic was gedefsndeert : maar dat de gemelte Kerckenraadt daar en bo-
ven door hare Gecommitteerdens den felven Student over het ftellcn cn
Defenderen van\'tfelve Corollarium hadden doen aanfpreken ende ver-
manen , onaangcfien dat hare E: by Vroedtfchaps Refolutie van dato
den 25. January, ende den9. April, bydedes Jaars 1667, was geinter-
diceert.de Profefforen ende Studenten, ter faacken van leflèn »Difputa-
tien en Corollarien tc cenfurercn, ofte hun daar mede, fonder des Vroed-
fchaps voorgaande kennifle ende goet vinden te bcmoeycn. Verfocc-
kende zy Remonftranten als noch, defen aangaande, by haar goet recht
ende exercitie van dien te mogen worden gemaintenecrt ende fecuur
geftelt. "Waar op gedelibcreert zynde, heeft dc Vroedfchap goet ge-
vonden ende verftaan; dat de E. Kerckenraadt haar als noch punótue-
lijck fal hebben te reguleren, na den inhoudt vande mcergemeltc Re-
folutien , laftende de Heeren Polityckc Commiffarifen defe Refolutie
»an den Ktrckenraadt over tc brengen, ende tot der felvcr narichtinge
aldaar te doen regiftreren.
Onderßondt:
Accordeert in kennifle van my,
Waeruytblijckt de onwaerheyt defes lafteraers, die
1. Burmannus als den Utnchfchm Doeg, dit wederom toe-fchri;ft: dacf
hy niet meer daer in gedaen heeft als andere Profefibren. fijnde dit meer dc fa-
ke vande Profeffor Manfveld^ zakged onder wiens Praefidium defeDifputa-
tie gehouden was.
2. Andere dingen ßae ick over, gelijck onder andere j dat dc Kerckenraad,
tegm
1
(17)
ttgmdt Bsfotatie der p\'mdfchap, den 6 July j yivmnttVfck^ten Bjmonflramie in
leverden, daer zy alleen den lo Augufti, in haer Kercken-boeck, eenige conjidera-
tien aantekenden : en daer mede waren de Heeren van de Vroedfchap voidaen >
die dit niet eens en wiften.
V. Wort Hem vorder opgeleyt, àuindien eenProfejforiets defendeerde, dat
«e (Cartefianen niet aen enßendt, foo wilden de Politycken, door aenrit fingt van Bur-
mannusfwdanigeDiffuyten niet laten voortgaen x ende daerom hebben.:^ .fonder
eenige redenen tweemad het Difpuytvan D,Eßenius doen ophouden. Pag. 9»
Of dit fonder redenen gefchiet fy, blijckt wederom uyt de refolutie der Edï
Vroedfchap} in dato den 2 July 1669. luydende aldus:
Extrad uyt dc Refolutie van dc Ed: Vroedfchap
der Stadt Utrecht.
\'sVrydaeghs den 2.
De Vroedfchap in crvaringc gekomen zynde, dat onder het prsefidie
vanProfeflbr Effenius opden 30 Juny Jaeft-Ieden gehouden is een
publiecke Difputatie, de Origine & primaïva obligatione Sabbathi, waer
Van Audor & Refpondens was Math. Crafford. Schot. Britan. In
Vrelcke Difputatie den feiven Autheur examineert ende beftrijdt de argu-
Weaten die de Profcflbr Burman, in ordre zyne Difputatien vergolgende,
in a;yn Thcfis de Ecclefia &c. Den 19 Jujiy daer bevorens voor het con-
trarie ge voelen, aengaende den Sabbath, hadde ter neder geftelt, behal-
ten dathy in defelve foodanige termen is gebruyckende, waer door hy
Burman, cn andere rechtfinnighe Theologanten dcfen aengaendc
focckt verdacht te maecken van Heterodoxie. Ende confidererende
dat die manière van doen is ftrijdendc tegens de goede ordre ende het
reglement by den Senact defer Academie den 15 Decemb. idçS» hier
omtrent beraemt, ende dat daer door niet anders als groote Difputen
ende onenicheden,foo onder de Profefforen,als Studenten ftaen te rijfen,
heeft nae rijpe deliberatien , tot voorkominge van alle nieuwe diflènfïen
cn twiften, goet gevonden ende vcrftaen, dat de Profeflbren defer Aca-
demie, van wat facultijdt die felve foude moghen wefen, hun voortacn
füllen hebben te onthouden van tedifputeren foodanige Thefcs en Co-
rollaria, metdewclckeccnProfefTor den anderen kompt te provoceren
ofte zyne opinie te beftrijden, ende ingevalle in haer Difputatie ten op-
fichte van de materie, iets vereyfcht geftelt tc worden, \'t welck ftrijden
Wocht tegens hetghevoelcn van een ander ProfefTor, dat het felve fair
C moeten
-ocr page 18-(IS)
moeten ghefchieaen met foodanige moderatie, dat daer omtrent geen
fcherpe, verachtelijcke ofte fcheldende woorden werden gebruyckt^ la-
ftende den Secretaris defe onfe refolutie aen den Redor Magnificus
over te brengen, om in adis Academicis geinfcrecrt te worden , ende te
mogen ftrecfeen tot der Profeflbren narichtinge.
Accordeert in kcnniflc van my,
J.^eußddt,
Defeonlijdelijckcftoutigheyt eenes Students, conde nochtans door die in-
tcrdiaie niet bedwongen worden, m^er connende zyncn moed niet koelenin
een Dirputatie, dede Hy het daer nae io een Traótaet, in welck Hy verfcheyde
Profeiforen, hare Perfbnen, Thefes, en Corollaria, fchandelijck traduceerde^
cn befchuldighe, van Godlooshcydt, Hererodoxie, Ketterye, en andere grove
fauten, en dwalingen meer. Ghciijck de Vroedfchap in hare Refolutie den l $
Decemb. 1669. ipreeckt: foo dat zy Hem oock van hare Academie relegcer-
den, en bande». Alles fonder reden, geh jck onfèn goeden Man van üttecht,
en Patriot des Vaderlants, fpreeckt.
Het andere voorval wasdenZ9 Juny 1670. wanneer fekere Hcrmannus
SifFenius, Student van Bremen , onder D , Efiènius füllende defenderen eenigc
AiTertiones Theologicas, in defelve by na diteeiiighe dede, dat Hy de meefts
verfchil-poindlen, die t\'federt eenighen tijdt herwaerts onder de Profeflbren
\'defer Academiebetwift,maerdaernanaergelaten waren, voorfl:elde,ertde onder
den name van Socinus, en andere diergelijcke Ketteren, hatelijckvoorftelde »
metbyvoeginghe van Corollarien, in welcke dieopinien, als Flacciaenfche,
Sociniaenfche, Quakerfche, en Enthufiiftifche, wierden bcfchuldight, alles
ftrijdendeteghen de ruft der Academie, ende de laetftc Refolutie der Vroedt-
fchap , den z July 1662.genomen, Welcke, als de H. H. ProfcflToren Joh. dé
Bruyn ,ende Regn. van Manfvelt, ende Burmannus ,in den Senaet der Acade-
mie , ende daer nae, op des felfs goet viaden, aan de H- H. Borgemecftcren»
voQïSelden, ende alle de Profeflbren, daer over op het Stadhuys gehoort wa^
xtïï; foo is daer op de voorfèyde Difputatie doorlaft des Êd: Vroedfchap gjie-
fupprimecrt ende verboden: ghelijck fulcks alles uyt de Aften der Academie
van woort tot woort is blijckende.
Dit is dan wederom,fonder eenift rcd\'tn, endat do»r atnriißngt van Burmannus,
gelijck onfe goede Man feyt, gefchiet: wantdiedede ditäles, dieftoordede
ruft der Academie, door fulcke moetwillighe quanten • van wcickc den «enen
moeftgerelegeert worden „ende de andere ein^ zyn Difpuyt tot Groeninjen
onder D. Marefius van woort tot woort defenderen. SuUkeen deckfcl mocft
tot fulck een pot gevonden worden.
V I. Eyndelijck\',gdiickde van Burmannus onfatfomljtl^wis y foo
heeft Hy oock dh ml tvtttnde focckende tc vertrccken, gpimdt ddtrmßjnßm
am
J
dcndievan Gouda, om ddaerimepcntewordmUt Pyedik^ifit,aliB dat Hy Mien
löNovemb. 1675. als een hoog van God verlichten Leeraer, beroepcnfijndt,
uytylughtneemtidatHy dat beroep toegheßaan heeft, doen bet Frans woi, endenu
f rinsßjnde, niet verhonden ü. Pag. 9.
Defe Lieden fraert het dat Burmannus, onder die fware verdruckinghe des
Vyandts, bovenandere,byeerlijckclieden, daerHygeen kennilTe enhadde,
noch van foo goeden reuck is, datHy van haer met een ongemeenegenegent-
heyt, ende algemeene toeftcmminge wederom beroepen wort: welck die ghe-
feydegoedeKerckfche lieden daerom met iafl-eringen moeten befwalcken, als
of Hy fighlichtveerdigh in die beroepinge gedragen hadde: daer Hy noyt noch
Voor noch na defe beroepinge fijne ftem tot de felve altoos gegeven hadde, noch
oock daer na die her-roepen: alle gedloofe leugenen. Staen zynfa^fn nu flech\'
ter als hy de Franfche t foo is Hy een grooten dwaes, dat Hy wegh connende
comen, eerlijckerals yemant anders , nieten gaet. Was by de Ghemeynte foo
gro»tenvreughdedat Hy beroepen jpas: Het is wonder dat Hem fulcx noyt isïn
net minfte voorgecomen, maer wel het tegeHdeel.
En of D. Burmannus fijn ftem tot de beroepinge gegeven heeft, blijckt uyc
de navolgende Atteftatie:
"O Urgermeeftcren ende Regeerders der Stadt Goude, ter ooren geko-
Xjmen fijnde, dat in fecker Libel gcnaemt IR^haheams rnedt van Vtrecht
pag. 9. foude influeren de navolgende woorden: datï>. Bwrmamm fijn
fitm hadde gegeven aen dievan^ouda fom aldaer beroepen te worden tot
Predikunifdts\'tdat hy den 18. T^ovember als een Hoo^h vmGodt
verlichten Leeraer beroepen zjjnde, uytylucht neèmt, van dat hy dat berouf
toegeßaenheeftt doenhet Frans vvm , ende nu Trini ztjnde niet verhonden
is: Certificeren by defen voor de gerechte waerheyt, dat den Heer Bur-
mannus ,noch voor, noch naer, dat de Franfchen de Stadt van Utrecht
hebben verlaten, fijn woort aen ymand ter werelt gegeven heeft, immers
niet daer van fy kennifiê hebban, dät hy binnen defe Stadt beroepen
Wordende het felve beroup foude aennemien, dat fy niet liever füllen fien,
als dat den gemelten Heer, het gemelte beroep, komt te amplederen,
edoch datdefelve noch oock Hacrs weten d\'cerw. Kerckenraedt alhier,
indien den meer genoemden Heer Burmannus fulcx komt te excuferen,
hem uyt krachte van \'t minfte engagement dat by hem gedaen foude fijn,
niet können obligieren tot acceptatie van \'t voorfchreven beroup, en dat
dcrKalvenhctgcpofecrdeitt\'t voorfz Libel, is gefingeert ende buyten de
waerheyt.
Gedaen binnen Der Goude, den vijftienden January feftien hondert
vier en tïeventigh, ende in kennifle der waerheyt defer by den Secretaris
gctiickcnt,ende met \'t Stadts Zegel befegelt.
Is Hy eéti I^oeminek, dh Academie, eenige jamt foo heyoert heeß»
fygquynthehknondey defen D:pingeUnf. Soo bekenne ick caaHy mirakel®^
doen, dat Hy figh ftil, etidc op zyn Cimar houdende, noch met geen gcwoci
fightnoeyeBdejeiidedasromfclf van de Glafficale vergaderingen figh onthou-
dende, noch in den Kercke.i-raadoyt felf beginnende, als alleen opzijn beut"^
gevraeght fijnde v fprek ;nde na fijna Confcientie, laten Ie voorts alle knibbeling
voor die daer luft inraachthibbea.en niemint oyt befvvarcndis, tot een kint toe,
enveeltijcsverongelijckcfijnde, nochtans alles vergevende; en yder een een
dicnftzynde, nochtans andere dwinghencan. Mier defer boofer lieden haer
oogeisquaet.omdatGodsoogegoet over Hem geweeft is : ende zy, eenighe
weynige quaat-aardigemenfchen, diehiarden Name van Kerckc plegen toe te
fchnj ven,quynen, oai dat God zyn arbeyt^in de Kerck en Academie fo mercke-
lijck gelègent heeft: ende wiens werck eerder na dwinglandye fmake mochte,
is boven uyt het verhaelde, infonderheyt, uyt de ufurpatien,ontrent de onnofele,
en gefchickte Studenten , die tot berouw gedrongen wierden, over eene ma-
niere van fpreken, te fien.
Het is defe lieden leet, dat daar\'ruft en vrede is, die zy foecken te ftooren,
ende daarom met de nagel inde wonde fitten, en halen op, die beter bedefl: bic-
ven , als ftreckende cot weynigh eere van die gene daar men foo voor fchennt.
Ende eer en füllen iy geen ruft hebben\', off alles dat om eerens en Vredens wil-
. Ie verfwegen wort, fal eens moeten voor den dagh gehaak worden. Sijn dier-
gelijcke Lafteraars oock inden Clafle van Gouda geweeft, foo het anders waar
is, wat geeft dat, daar raen Godt betert, fulck volck over al vindt t Ende hy
moeftevoorwaar een oanoofel man . en van weynigh deucht of bedrijff zyn ,
die niet een lafteraar tien of twaalff, foude connen ftoffe geven. Dan neemt
eenChriften menfch eerft toe, feydéAuguftinus, alsHy begint te dragen de
tongen der wedcrfprekeren; dat zyn die vfoome en goede Patriotten , dic we-
dergeboorene geeftelijcke lieden, en groote Reformateurs (de goede niet tc na
oefproocken) welcker ftemme, ende infonderheyt hare handen , wy in dit
fchrift gefien hebben : die gelijck uyt publycque Aften bewefen is, een deel
Jjeufclingen,onwaarheden, cngodloofeleugens, voorden daghhilen, niet
óm yemant in liefde te ftichten, of tc verbeteren, maar om met een vinnighey t,
cnboosheyt, eerlijcker lisden name, ende Fame, daar mede ten uyterften te
fchenden: zynde in der daad Lafteraars, en Leugenaars, en doende het werck,
als men defaack haar eygenen Naam geven foude, van een deel boeven: dat is
hare praiäycke enheylighsyt, dat is hare bekeringhe, comende uyt fulc een
fware vcrdruckinge,datis hare liefde, waar medezy haren naaften, die leven eit
krachten , in haren dienft verteert, foecken te vervolgen, meer als een vyandt
doen foude. Leert Chriftenwerelt, uytditkleyneftaaltje} cn haddea zy meer
connen bedenckeft,2y en fouden het niet verfwegen hebben, haare boeveryc
kennen .
. Ef crimine d urn dtfce omnes .
Hy bcfchuldight oock pag. 5. de Secretaris Nieüftadc over \'t doorhalen
van
-ocr page 21-(21)
vande Notulinde Kercken-raed,gehouden op \'tCorolIarium vanMalecoot;
taaer wat dedc dien Heer doenmaels meer alï fijn laß ende ordre van zyn Heel
ren volgen, die daer in niet anders beoogden als de ruft in de Academie en
Kerck te beforghen : wat aengaet het weyghcren van fommighe Predican-
ten d«5or de Kercken-raedt beroepen , dat heeft fich de Kcrcken-racdt oock
ftlfs te wijten, die geen behoorlijcke correfpondentie met de Heeren vande
Magiftraet volgens de Kercken Ordre hielden: enzy hebben geoordeclt fu!cx
ten beften van haer Stadt te fijn, deweicke meer als eenige Steden ( Godt be-
tert ) al te veel gefmert hadden, d\'onluftcn door eenigc heethoofdige Lcerarrs
gebrouwen en gevoet: fonder daerom die beroepeee Leeraers te denigreren als
onbequaem, of daerom ondienftigh te fijn in andere gemeenten, daer die Di-
fpuyteo, die t\'Utrechtin fwang gingen niet gefoveertcn vvierden: fo dat zy daer
in al mede niet anders en beooghden als de rufte en eenigheyt van haer Stadt,
En als men op-rekenen foude het getal van de gherefufcerde Predicanten, foo
fouden zy niet boven het getal van negen of tien fijn, vandehlare i6i8.afge-
reeckent, is dat veel in een Stadt, inde welck, na dat de Profeflbr Voetius daer
in is gekomen,de Kercken-raet gedurigh tegen de Regeringh is opgemaad als
die van fijn hant niet wilde vliegen, en waar door fulcke oneenigheden in Kerck
en Policie ontftaan fijn. dat Leden van eene Kerck, en Borgers van eenc Stadt
en Religie, elcander als vyanden aanfien en de Regeringe daar door dickmaal
een fchendighe kreuck gecregen heeft.
De derde reden die onfen Dominus geeft, waarom de Heeren in der daadt
deKerck vervolgden en de Kerck-liedenhateden , is, dat als ymandt een Re-
(Jueft inleverden, daar ingeftelt was,dat denRequirant een Lidt-maatvande
■Ware GereformeerdeKerck was, foo was fulcx aanftootelijck , endatmoeft\'er
uyt blijven,wilden zy eenig avancementhebben:ick inene nietjofiiidien Domi-
nus van datRequcft en vanden Suppliant naarder mentic maafl:e,men foude hem
daar oock wel op connen antwoordenjwant ick wel verfekert ben, dat daar foo
veel Eerlijcke luyden fitten, die, foo der geen andere redenen waren geweeft.
de profeffie van de Religie en Godfaligheyt beter in achting foude nemen: fo dac
dit maar een vuylelafteringe fal fijn,daar op ic, mits onkunde vande hifloriejniec
Verder can, noch behoefte antwoorden-.gelijck als mede op \'t geen hy narreert,-
dat wanneer een loITe vogel met een Kerckfman concurreerde in eenige prseten-
tien , de laatfle altijt moeft wijeken en achterftaan ; wat belanght dat\'er t\' federt
denlare 1649- onder 31. Vroedfchappen nieteen uyt de Ouderlingen gemaaftt
is, dat comt daar lichteiijck van daan, Dominus, dat gy die Luyden daar zy \'t
oogh op hadden , geen Quderlingh wilde maken , en oude fatfoenelijcke Bor-
gers,die voor defen met goede lof en reputatie, inde Kerckenraadt gefeten had-
den , nu daar buyten hield, om dat zy niet aan de handt wilden gaan, om u in
uwe niuwigheden en driften te ftercken, en daarom m oft gy een deel vreemde
lingCR en nauwelijcx by den Borger bekende luyden inhalen , als Weftfrifias
cn fijns gelijck, adveBi Romam quo pruna & corona vento, wiens naam ick ge-
bruyck om dat hy bekent is, voor een Pracima Synodi columna en een Ha.
hita, en gy weet wel Dominus, dat foo dit de befte was, de flechfte niet veel
befonders zyn, voorders, koos men tot den Kerckendienft een oudt Borger.die
C 3 . was
-ocr page 22-was ordinaris ïvcl foo hoogh van laren, dat zy*crniet veel tegenfprekcn van
tc verwachten hadden, ja veeltijts doof waren, en ter nauwer noodt amen con^
den fcggcn; ick foude hier wel connen particulariferen ; en veel ftaaltjcs van
die luyden haar vroomigheyt en onnoolelhey t connen voortbrengen, maer oor-
dele het tegen de plicht der liefde teftrijden, fijns naaftcns fwackhcden buyten
hoogh dringende noodt te ontdecken : Maar \'t geen befonderlijck aan te merc-
ken is , en\'t gautfchc myftcrié ontdedt, is dat men met opfet perfoonen tot dc
Kerckelijckebedicninge heefs gekoofen, die geen attachés altoos met de Re-
geritsghe hadden, om het Collegie van de Kerckcn-raadt foo te formeren, dat
de Regeeringhe daar in gheen influentie conde hebben : foo dat wie in dat
Collegie beroepen wierden , haar aireets verklaart hadden afkeerigh van de
Regeringh te fijn: ofF waren geringe Lieden, of vreemdelingen, die tot de Re-
geringh niét en conde afpircren; en die daarom haar weynigh aan de Regeringh
lieten gelegen zyn: gelijck oock de Regeringh reciproquelijck haar dier luy-
den weynigh aantrock. Het goet of quaadt Prins quam hier niette pas, alfoo
de Kerck daar ontrent geen vaue ftreeek gehouden heeft, gelijck uyt het ver-
vplgblijckenfal. Maar men wilde de Voetiaanfchc muteynfe geeft in het Colle-
gie niet hebben; daarvan defenAufteur bereden wort, enneffenshemdie alle,
die fo onbefchamelijck haar de naam van de Kerck geven, met uytfluytingh van
füo veel Godtvruchtige Gereformeerden in de Gemeente alhier i en den Lefer
oordele of fulc flagh van lieden bequame Regenten foude geven. Daar.zyn
cvenwelt\'zedert denlare 1649. verfcheyde Heeren tot Yroedfchappengeéïi-
gcert, die Leden vanden Kercken-raadt geweeft fijn, als de Heer van Beeck,
Wernardt van Velthiiyfen, Thinthof, Rijnevelt, Nellefteyn,en verfcheyde an-
dere in Walfche Gemeente, maar daar machmen niet van reppen: alfo fy by de-
fe vroome Patriotten de Monfteringh niet connen pafleren; om dit alles nu tc-
verbcteren, ende die geledene fchade weder in te halen, fo hebben nu onfe goe-
de Mannen het gantfche nieuwe getal der genomiaeerde Vroedtfchappen uyt
Ouderlingen en Diaconen gefócht , en fouden dat (hoor ick ) noch wel ver-
meerdert hebben, maar men wift geen vroomenmeer inde Stadt te vinden,
B^ri quippe boni. Maar defe Broeders hebben het qualiick voor, want als zy
het getal tc groot maaften, foo mochten zy\'er felfs affraaken, en dat foude
meningh niet zyn, want zy foude gaerne vanden buyt mede delen : maar onfcn
Dominus geeft reden, waarom men get n Kerckfchelieden indeRegetingh ge-
nomen heeft, \'t is 5 feyd hy, om dat zy Prins gefint zyn: foo Dominé helptfe
wat voort, of zy comend\'er niet:
Maer ick heb evenwel my wellaaten wijs maaken,dat uwer allen Vader Voe-
tius ten tijde vande Ufurpateur Cromwel foo goet Prins nieten was, en dat
zyn Soon daerom fo we) by hem te Hoof ftont: Maer infeniendum efl temport ,
cn van Domiims Lodefteyn heb ick oock noyt gehoort, dat hy die twee faacken
foo vaft aenden ander he^ht, en dit zyniiochtans uwe voorganghers, daer ghy
meeftraet al u goede Mannen Difcipulen van zyt, immers zyn dit Kercklè,
Lieden, en ick foude daer vi el meer van conhen fegghen, maer hiertoe fal ini:
volgende noch occafie gegeven worden: Ick fal\'er dan maer by doen,datmen wel
weet, hocmen in Schotland gereformeert heeft, m dat die Reformatie van daer
(13;
ncrwaeftsis over gewacyt, en by gevolgh vrat goets voorden Staat daer van te
verwachten is, en men can niet dencken dat zyn Hoogheyt ofte des felfs Regee-
ringh hierdoor ge-eert foude zyn, ende een luyftercrijgen,dat Luyden aen wien
of degeringheyt van haer gelegentheyt ofclcyne bequaemheyt en kenniflc.oftc
oock wel haer ongeregelt leven (ick fpreke van de goede Mannen, de Teyckc-
naers) niet toelaet met opgeheven hoofde te gaen, flechs onder pretext van goet
Prins te zyn, alles füllen mogen feggen, doen en hoopen, \'tgeen alleenlijck in
een Anarchie, en ondereen verwarden hoop, diefonder Regeering is, gewoon is
te gefchieden; En hy weet wel, dat gy met u Gabouters van daagh wel Fofanna
foudt roepen, en morgen lichtelijck cruyft hem. Dominus feydt oock pag: 6.
dat een Cartefiaens Profeffbr twee a drie duyfent guldens \'s laers trock, daer een
foctKercks Profeflbr hem met 800 guldens, cn quade betalinge mofte lijden:
ïck meen niet Dominedat daer veel van te feggen valt, de ProfeßbrBurman
cn Grse ven, die twee a drie duyfent Guldens getrocken hebben, conncnhetop
een ander Accademie oock genieten, wekke eere geen van die Kerckfe Profci«
foren gehadt hebben, die naer noemen MancipiafoUata dat is gheflagenUji:^
cyger>s van dcfcofgeenecezyn» cn hebben die Heeren daerom onfc Accadt-
Riie met die byte blijvaahooghlijck vereert en veelluyfter toegebracht; En
om datnabucrige Accademien cn Schooien haer daer voor kenden , foo hebben
Zyfe met foo avantageufe Conditiën verfocht, dc welcke felfs te boven gaen,
die geeaendaer van zy hier gaudecren, foo dat wyhooge Obligatie aen haer
hebben: Hadde die Kerckfe 800 Guldens ProfelforjZyn waar oock op foo hoo-
gen prijs connen brengen , foo hadde hy daer voor,niet behoeven te blijven, cn
wy hebben hem noch duer genoegh, hy fal ons bock wel by blijven, want hy
can uyt den Talmuth niet raken. En het blijkt dat buyten reden gefeyt wort,dac
Sefchiettezyn, omdathet Cartefiaehfe Profeffbren waren: om datanderen
ie met meerder recht daer voor eenden gaen, niet veel meer Traftements ge-
trocken hebben, als die goede Kerckfe Profelfor, die pas ayn Hebreus A, B. C-
verftaet. De ProfefTbr Manfeit heeft noyt meer als 800 guldens gehadt, ende
frofeflbr de Bruyn,diefoo lange Jaren Profeflbr is geweeft,hecft het ten laetften
maer tot looo guldens cunnen brengen Ons heugt ook noch wel, hoe wyaen die |
Hebreufchen Rabbigecomen zynjcn door wiens copften hy inde Accademie ge-
trocken is enzynXraftement fo hoogh gebrocht heeft: en als de Profeflbor
Voetius niet gehenghen wilde dat hy mede Collegieh inde Philofophie foude
houden, om datfulcxaen zyn Soon (Godt hebt de Ziel )fchadelijek was, foo
had Dominus Voetius haeft met hem uyt.
Ten vierden feyt Dominus, waren zy hacters vandcjKerck, omdat zy Do-
minus vande Velde en Teelingh met Crijgfmacht en met oncoften van 80000
Guldens hebben uytgefet: Wat de redenenbelanght,die de Rcgeeringhe daer
toe gcmovecrt hebbenican men fien inde praefatie,van\'t Reglement by haer Ed;;
Mo: over de Predicanten gemaaft, ter occafie van dat licentieus Prediken,welck
Reglement Dominus daerom Pag: 8. fonder de prJJefatie citeert, daer icHmcene
dat alle befcheydcne en vrede licvendc Chriftenen öofFe genoch in füllen vinden
om dit haer Achtb; bedrijf te juftificeren, waerom ick dit dan hier paiTercsra-
keadc 80000 Gulden, is niet als een n^oire leugen cnlafteririgfondcr bewijs,
wat
-ocr page 24-wat de Atteftatie vande Kercken-raad belanght, dewelcke aen defe mapn^ji
gegeven is,die valt van felfs om verre door\'t allegeren der Redenen van haer Ed:
Mo; enis het nierals alte veel bekent dat fulcx byde Kercken-raad maer een
Ca/iff pro amico is, die men lichtelijck conde becoomen, als men maer qualijck
vande Regeeringh wilde fpreecken en de huyck vande kerck omhingh, fchoon
men anders met geen meer deughden verfien was als eenPadde niet vceren:
En men foude daer van verfcheyde ftaeltjes connen geven, maer,men oordeelt
het felve voor als noch Biet dienftigh.
Als men defe Kerckelijckelijcke Gabalemaer een goede dienft doet in haer
kuyperijen, fooeanmen haefteen Kcrckehjcke Atteftatie becoomen, al was
men felfs voor den Rechter van valshèyt en ontrouw overtuyght; En den Ler
feroordeele hoe een gherufte Regeringh metdemaximcs vanfuicke lieden can
beftaen. De Provinciale Regeringh befchuldicht de uyt ghefette Predicanten
van verfcheyde exceifen in haer Predicatien ghepleegt, en die in Capite van het
Reglement verhaelt ftaen, en die alle Politike moeten Oordcelen onlijdelijck
in een welgeftelde regeeringh. De Predicanten daer cn tegen feggen dat zy wel
gedaen hebben,enprijfen het werck: was het difpuyt over een poinft van Re-
ligie foo foude het wat fchijn hebben, maer nu en raeckt het niet als de zeden
derBorgheren, waer van immers de Magiftraat het Qordeel competeert: ick
beken dat ik my ontfetten moet als ick\'eraengedenk.datby na gehele Kerkelijkp
Vergaderingen haar fo connen laten intimideren, foo dat Dominus de faak van
die twee Leeraers niet can goet maakcn raet d" Atteftatie vande Kercken-raadt:
Ende dat al het gene hy by brengt.ora te bewijfen, dat de Regenten fyn vyanden
en vervolgers geweeft vande Kerck, maer vuyle uytbrakingen zyn,\'t welck (dac
ten hooghften te beclaghen is) aen veele van die ghepretendeerde Kerck-Ueden
fo eygen is,dat het by na als een criterium van haer is.daer nochtans,ïojiw injußi\'F
tiis nulla Capitalior eß, quam corumi qiti cum maxime faüunt, id tarnen agmt, ut viri
lonießevidcantury mzev mijns oordeels heeftmen reden om andere ghedachtco
vandeRegeeringh te hebben » dewijle het getal der Predicanten federt den Jare
1649, merckelijckis vermeerdert, foo dat geen Stad in Holland na proportie
derLedemate fo wel voorfienis.DeTraftementê der Predicanten zyn noch voor
weynigh Jaren met 2oo Guldens jaarlijcx verhooght, ten platten Landen noch
cenige Kercken geopent, als aende Bilt, de Maern, de Blouw-Capel, de Vuers,
Drieberghen jZuylenj&c. en ilfer alleen inden Jaeren 1663. en 16^4, bydc
Stad gcdraagen aen oncoften over *£ beroep van Predicanten gevallen van byde
vijf duyfent Guldens en een half, en dus heeft de Regeringh alfints ghetoonc
Voedfter-hccren van Gods kerck te zyn , en daerOm is te prefumeeren dat zy \'t
foo feer niet tegen de Kerck hebben, als wel tegen den ontijdigen drift cn quade
Officien van fommige heet.hoofdige Leeraers, die meer haer eyghen felven dan
Gode prediken.
Dominus treedt dan pag: 8. van de Kerck tot d* Accademie over: daer van
feyt hy, .finghende al zyn ouden deun, de vroome Pfofeflbren wierden gehacf,
enniet all door dwangh gheavanceert; D. Voetius wiert in negentien Jaeren
maer eens RedtorMagnificus, doch Buurmannus wierdt het felve tweemael in
fes Jaeren, en altijdt Aflèlfor; Eene vuylighcyt moet ick by 4efe ^»ccafic ont«!
dcc-
-ocr page 25-«ecken, dcweltke defen Dominus feer gemeen is: dati«, dathy menichtaael
van faacken fpreeckt, of zy onlangs gebeurt waeren, daerfe veeltijdts al geiihiet
zyn, eer dat die Heeren, deweicke hem wat te feer int licht ftaen , tot de Re-
geringh geroepen zyn, om haer dóór dat middel voor foo veel in zyn boofe
wacht is, temeerte denigreren: jadat noch meer zyn vilainen aertontdeckt, is,
«at hy onder de gebreecken, deweicke inde Regeering geweeft zyn, foodanighe
optelt, daer verre van. dat zy deoorfaack daer vaiT fouden zyn .defelve door haer
onideckten verbetert zyn, alsint ver volgh noch blijcken fal. \'t Gêne hyhier
van Domino Voetio feyt, dat dien Heer in 19 Jaren geen Reftor Magnificus ge-
weeft is, ftaen wy toe, maer fulcx is niet gefchiet indelactftci9jaeren, waoc
hyintjaer 1660 en 1671 Redtorgheweeftis, maer tuifchen de Jaeren 1641.
endenjare 1660, foo dat, indien hem ongeHjck ghefchiet was, fulcx de Heer
Baurniannus nietcan geimpHteert worden, daer het den Autheur fchijnt op ge-
laden te hcbben,om dat hy cort^daeraen,of immiddeliick van hem fpreeft.want
die hem doen, vermits zyn afwefen, de wint niet heeft connen onJerfcheppen,
men kari*er oockdie Heeren nietoverbefchuldigen.daert den Autheur op heeft.
Want vele daer van doen noch inde Regeeringhe niet geweeft zyn , en die\'er al
geweeft zyn, hebben alfdoen noch weynigh crediets gehadt, foo dat dit ro aer
een argiiftighe manier van handelen is, deweicke den inborft Van Dominuste
kennen geeft: maer om te tooncn dat de Profeffor Voetius hem over die negen-
tien Jaeren niet te beclagen heeft, foo fal ickaenwijfen eenige befendereifcene-
ficien, fijne familie imnnddels toegebracht, fijn oudtfte Soon Paulus Voet is
inden laere 1641 noch lonck zynde,bcgunftight met een Extraordinaris Fro-
feflor ampt inde Philofophie, en is daer op inde ïaere 1644 gemaeckt Ordinarius
Philofophice Profcflbr, defe is oock geweeft indenlare il^iReftor Accade-
En al eermen inden Iarei654 het conde inde Vroedfchap doorhaelen
om den Heer Alting tot Profeflbr lurisalhier tc beroepen, foo forceerde men
genoeghfaei» die Heeren, deweicke dat goede werck ten dienften van de Acca-
demie pouffeerden, om Paulo Voetio toe tc ftaen. ende te geven de macht ehde
het recht om CoUegien in die facultcyt te moghen houden , dat een van de rede.
nen is geweeft, waerom dien Heer het beroep heeft ge-excufee! t: en wiert op
die feiven tijdt 1654 osn Domino Voetio en fijne Vrienden doch volcomen
\'Satisfaftie te geven, boven het voorverhaelde faveur, Daniel Voet, die noch
fnotterigh was en een longen die fyn neus noch op de mouw vsechde, oock Phi-
lofophie Profeffbrgecre-eert.indie tijdt daer foo weyoigh noodigh zynde, dat-
nien niet wift wat deel vande Philofophie men hem foude toevoegen, en alfraen
deer over zyn Broeder Panlus aanfprackj cn wildeinduceren, dat hy infaveur
van zyn Broeder van\'teen of het ander deel wilde af-ftaan, foo antwoorden hy:
VmtrumqucqitcgratUraratü, al inden felve Jare 1654. wiert Paulus Voetop \'t
■weygheren van de Heer Alting noch Juris ProfelTor: eneynvielijck inden Jare
l«56is Daniel gemaeckt Profeflbr Ordinarius, hier uyt oordeeleden Lefer,
wat ongelijck Domino Voetio doenmaels gefchiet is, en of onfen Antheur wel
reeden heeft daar over de Heeren vande Stadt foo haetelijck af tefchilderen;
Moet ooc niet verfwegé worden.dat het frequent confereren van het Redloraat-
fchap op een ende felve perfoon,inde AcademieyanUtrechtniet,niet ongewoon
D was.
-ocr page 26-was, alfoo het felve aJ met wadt en goet vinden van IX Voetio gepr«®"
feert was ontrent de Profeflor Schotanus. Maer hy gaet voerder, feggep««\'
Nethenus een vroqm en GodtfaUgh ProfefTor meenighroael Oaderlinc»
geweeft zynde» wiert Anno i64i. met een kleyn« Qverftemmingeafgeiet; ;
omdat hyreghende Ganoniken gefchreven hadde; \'tWaste wenfchendat
de vrooraigheyt onfen Domino foo v;el?-en\'ï herte lach, alfehcm op de tong
leyt: want hy weet wel, dat hetfchrijven teghen dc Ganoniken geen
grooteredengeweeft is van\'tdeportement, immer» behoorde hy het wel te
weten, masr het was hrt injurieren,endelafteriDgen,daer dat Boeck vol van
was, ènbefopderlijck de vilainyen uyt-gebr ieckt tegen de Reghenten, E"
het was te wenfclien, dat fulcke exempelen wat meer geftatueert waeren J
men foude dan de perffe en winckels der Boeckdruckers met foo veel lafter-
fchriften niet opgevalt hen, en fouden de vyanden van onfe Kercken daer
geen regifters uyt konnen trecken hebben tot groote blame van onfe Reli-
gie , en ergerniffè van veele eenvoudige Chriftenen, foo dat hy geen reden,
omdaeroverteklaghen, heeft, ten ware om dat de anderen niet mcdege-
geeflèkenzyn, EndatD.Nethenusdiedilgratieis overkomen,heefthyD.
Voetio en zyne vrienden te wijten, die den onnofelen knecht af rieden de
Regeering wat in\'t gevley te kamen: endaermede washy al zyn noodt t-e
hovengeweeft: Enwatkompt het hier te pas, te feggen, dat D. Nethenuï
oock meerraaels Ouderling is geweeft, niet anders of die ordre altijdt vry
was van ongeregelde, jae ondeugende lieden: en of de fchijo-heyligheyt
dickmaal niet will: in tedringhen tot inhetHeylighdom : Ofkuyperije of
y ver voor d\' een ofd\' ander party fich te verklaren, menigmael niet foo een
deet voor goet houden, die noyt in zyn leven eenige Chriftelijcke deugden
heeftgecoont. En doet hetOuderliagfcbap yemandt vooreen bepi-oeft
Ghriften gaen : Waerom dan andere Ouderlingen, dievan haer cabale niet
en zyn, foo uytgeraaeckt.\'t Gene wijders vanBourm^ gefeyt wort, daer
op is boven geantwoort. ^
Mserhiervanfcheydende,foovraeglitdeZeeuvv : Hoe hebben dePo-
iitycken haer ghedrsgen omtrent Zyn Hoogheydt de Prince van Oranje f
0aer op antv voort onfen Dominu«,die hebbenfe geacht als haren voet-wis,
vvant zy feyden datfe felfsSouverainerKvwaren Hier meent hy ftofFe ge-
vonden te hebbe n, oaife louter te f chrobben ; genomen het was f oo , daer
mocht d\' een of d\' ander een onvoorfichtigh woort gefproken hebben , dat
ick echter tiiet en V vete , moeten dat de andere milgelden : ick hebbe feer
goede ken nlfle dat\'er onder die Heeren, die onfen fijnen Man,met zyn goe-
de Patriotten gaerne buyten boort fagen, luyden zyn,die noyt als feer avan-
t^gieus van Zyn Hoogheyt, en des felfs goede qualitey ten gefproockenen
akijt conftant gefuftineert hebben, dat, ten ware men Zyn Hcxogheydt tot
Gapiteyn Generaal van\'t Leger der Geünieerde Provintien maèckte, men
noytietwesgoets vande Militie te verwachten hadde, ja dat felfs dien
tijdt fcheen voorhanden te zyn, datmen wel foude moeten refolveren om
aan zyn perfoon felfs eenighe macht inde Policie te defereren, \'tzydan
oadervvatTitei fulcx oock mochte wefen, alfoo zy berpeurdcn, dat de
tijdt
-ocr page 27-tijdt, die ghebreken inde Politiecke colïegien hadden doen inkraypen, die
nietals met meerder en hoger, macht en door nieuwe wetten, cnredreflen
Wegh te netrien waren c cn bet was nu tijdt geweeft om daer van te be-
gijnen. Maer deféTèyckenaers verftgendaer van foo veel als het Kalf van
ceHöögh-mis. Soodatingefieade onbegiaaemheyt, geringe gelegentheyt
Van eénigé van defe Tey ckenatrs > én dé begeerltckhéyt en ftaet-facht van
naer allen, raen van baerniet te verwachten heeft als eeflgróoter verval
«1 de Regeering, en onder fchijn van goctKei-cks en goet Prins té zyn, haer
quade paffien een goede flaghte voegen , fo^o dat hy qualijck tn t\' onrecht
alle dé Heeren met een fop overgiet. Van dit genei-aal, kom t hy van eenige
particuliere perfoo^nfen te fpreken : en vraaght Com tebewijfenmeteen
exempel, dat, die de Prins eenighfints prees, inhabid was om oyt inde
Regeeringè te komen) wat hgddeHendrick Quint gedaen, wekkers voor-_
Ouders kngen tijdtindeRegeeringe hadden gcfeten , &:c. Maer men foude_
niet meer redenen mogen vragen, waerom hem inde Regeering genomen ?_
Een driftigh menfch, die door xyn impetueusheydt, en onbedwinghelicke^
nerts-tochten fich foo kan laten vervoeren , dat hy hooren, noch fien, no€h_
verftaan tot zyn wil heeft, en derhalven onbequaem om te regeeren, ten fv_
nien hem voor een ftevigen bock, of dwarfdrijver in een overledens plaets_
Wilde ghebruycken : ick meen oock dat de goede Borgemeeßers hem daar^
"Wel voor kennen. Dat zyn Vader inde Regeering is geweeil, ïi waer, van
fijn Groot-vader is my oock bekent, maar die qnaliteydt is in veeleghe^;
fchickte Borghers, die hebben moeten bnytenftaeri, totdat tijdt en ghele^
gèntheyt rijp was, omgevordertte worden, foo dat Hendrick Quint niet t^
klagen heeft. Behalven dat de vader van Quint niet veel verJienften o^
de Stadt en heeft, hy was een man van feer goeden inborft, maer dat was
het al: r/xit dum -uixit bene: en liet het met Stadts Regeerin| gaen, foo he^
Godt en\'tiptgeliefde. En als degevoeghlickheyt al vereyTchte, dstmen
dé dienfte, en qualitey t van de vader in de kinderen erkende, waerom dai^
de Secretaris Quint, niet voor de Laken.cooper^eftek, een perfoon vam
kennifle en ervarentheyt, en vaneen feer gefchickten wandel, endiemiP
fchienonderhonderdeneenis, diede chara^er van fijn, en Kercks-ma^
Waar door eenighe Ghereformeerden alhier van d\'andere ondcrfcheyden_
Worden, Avel beantwoort; En ick weet dat vele Regenten haer gedaehten_-
Wel op hem hebben laten gaen, maer men was beducht hoe de Broeder t^
ftillen foude zyn, die hem licht äen de Secretaris foude vergrepen hebbm,
en men hadtgroofe reden om te twijffelen, of de Secretaris om degemel^
reede\'t wel foude aenghenomén hebben. En indien de Lakén-coopernu
verby ghegaanwort, foo raackt hyfeeekerlijck in eenhoysje: maarda^
fijnder veel ledigh, en fal daar wel plaati vinden fonder anderen te verfto-
ten. - Dit zy n ftrepen in het Laken die een yeder weet en fiet; Ma^ hu y^
ten defe, foudemen wel andere können toonen, die wy uyt Chnttehcke
chariteytfuTlenTerfwijgen.tenfy denoot ons.-^rder dTii:ige,cn die vrefe ick,
•lat doorxyn eyge onvoorfichtigheyt aireets te veel over de tongejóopenr\'
Wy komen nu tot \'t geen gcreytwordtvantwcc perfoonen, van de wek-
\' D X ke
-ocr page 28-CiS )
ked\'e«nevefê«fatel)jcfcv4n fijn Hoogbeyd foudegefpropefcenhebben, «J
dc ander geweygecteen glas op zyn gefondheyt te drincken. Den Aufteuni
Seeft voor, datdenDo(äor Velthuyfen, opcenmaaltijdt die zyn BroeoCf
eWijncooper Velthuyfea tot eenbienvenu gaf, alshy Sergeant ge wor*»
den was, foade ghefcyd hebben: Zyn Hoocheydt niet meer «Is eenen
af-ghefleten beferote «chten. En dat een feker Officier\'t felve met Ede
foude willen beveftigen. Maar eerftelij.ck, waarom doet den AuAeur by
andere oniftandigheden van defe Hiftorie.oock niet daar by den omftandig-^
heyt van dén tijdt; ghelijck hy doet by de twede en vofehende hiftorie,
daar nochtans den A a deur den tijd wel wifte, en door vele wegen gewe-
ten can worden, maar dit. fehaarade hy fich: en hier ïh fietmen weer een
ftaaltje van de vroomigheyt van defeKercklieden. defe maaltijd is gefchiet
in het jaar t^o. en het is diep in de drie en twintigh jaren, datdefe hiftorie
ibude voorgevallen fijn, wat dient en paft dat op defen tijt: cnwatappa-
rentievan op dien tijt iets fblcx tc connen feggen,of dencken van fijn Hoog-
hey d ? ja miflchien of er alfdoen een Hoogheyd in de wereldt is geweeft.
En alsde faeckwaer was, \'twelck nieten is, wat toont dat anders als een
exempel van eene ongehoorde wraackgierigheyt. Waarom dit foo langfe
verfwegen, fonder door taal of teycken aan den Dodor V elthuy fes, of aan.
de zijnen, daar van\'tejgeven (wantzy verclaren haar noit fulcx ter ooren
gecomen te fijn) waarom afgewacht de doodt van by na alle de gaden f
want welcker getuygeniffs\'raen fich hadt können dienen ? Nu komt bet
«juanfuys op bet geloof van een aan. Maar om de bijl aan de wortel te fet-
ten , den Doékor Velthuyfen is bereyt met Ede te verklaren, dat hy de min. \'
fte geheugeniflè niet en heeft van oit fulcx of diergelijcke, waar mede den
Audfceurhembefchuldight,gefeyd ofgedacht te hebben. Ick en kenden .
Officier,nocb oock den Auiteur vanhetboeckje fekerlickiiiet, veel minder
weet men ofdenAuaeur, raet wil en kennis van den Officier, dit verhaal
doet. En het is befonderlijck om defe reden, waarom men fich, noch op
geen perfonen wil extendereo j Wanneer den AufteurOfOfficier ons fül-
len bekent fijn, dan filmen fien van wat waerde en gewichte defe lieden^
2yn. \'T geen tot noch toe gefeyd is, totwederlègginge van den laffer te-
gen den Doétor Velthuyfen uyt gebraackt, houdt dat gefeyd voor de faack
van de Heer Manfvelt,
Ick kome nu tot hetgeen voorgevallen is, in het jaar van iC6j, rakende-
de Mortificatie van hetStadthouderfchap, cn hier door meentmen eenige
leden van de Regering wonderlijk in den haet en in het ongelijcttekonnen
ftellen; en anderen,, die quanfuys het felve, onder defelve forme nieten,
hebben gefecondeert, boven haar confraters te extolleren: het is de pijtje
weert j datmen defè faack eens wel ontlede.. Het is dan wel aan te merc-^
ken, dat het mortificeren van het .Stadthouderfi:hapv?n de Provintie van ,
Utrecht niet en is gelchiedt, alïs na d\'aftevan Harmoniewaar in zyn j
Hoogheyd foo verre contentementgenomen heeft, datmetzyngoed vin^
den, eenige Heeren voor de intereft van zyn Hoogheyd genegen, haar heb-
ben laten employeren in een bcfendiDge em de Provintie van Vn\'eflandt, en
van Städten Lande, daar tocmede tcindoccrcD: en beftoodt het Artikel
vaa
-ocr page 29-(29Ï
van Harmonie daar in, dat, eenaanteftcHen totKapiteynGcticraal^een^
^adhóuder van eenige Provincie foude mogen fijnofnamasils worden,Äcc-
Oock hadden de Staten van Hoilandt, al vooraf net Stadthouderfchap ge-
inortificeert, en het Eeuwigh Ediétgearreftecrt :;en was dan alfoo als buy-
ten hoop geftelt, dat zyn Hoogheydt tot het Stadthouderfchap van Hoi-
landt foude können geraken: en ftondt daarom niet te dencken,-dathet
Oyt hetintereft van zyn Hoogheydt konde worden, het Stadthouderfchap
van de Provincie van Utrecht aan te nemen, en fich alfoo t\'lamen te fru-
ftreren van het KapiteynfchapGeneraal, daarvanhem deAftevan Har-
ïnonie buyten floot, foohaeft zyn Hoogheyd het Stadthouderfchap van
eenige Provincie bekleden: eri foo oordeelt men het beter te fijn, datter-
geen Stadthouder van de Provincie van Utrecht was s noch ooyt een ghe-
tnaackt konde worden : en het is alfoo zyn Hoogheyd interes gewoi den,
dat het felve wierde genjortificeert: als het fekertfte middel fijnde om-te
beletten, dat een ander het niet foude bekomen ofF bekleden .■> Want niet
foo feer "en prejudiciéert aan de authoriteyf en refpeiä van een Kapiteyn
Generaal, en oock niet foo feer vermindert ofFbefchadawetdesfelfs aen-\'
fien, en glorie, als den Stadthouder van de Provincie ; alfoo die het Com-
Oiando over de Provinciale Militie, en de difpofitie over de charges com-
peteertj \'en daer door aen eenKapiteynGenerael in rangh encredietfeer
nadert: gelijck men gefien heeft.en een yder kennelick is, in \'t gene voor-
gevallen is, in\'tRegart van de Heere Stadhouder van Vrieflandt, en Stadt
cn Omlanden. En als den Staadt inden jare-isS?. genootfaecktwasaen de
Koningin van Engelandt toe te ftaen het Kapiteynfchap Generael voor den.
Grave van Lycefter, heeft Hoilandt goet gevonden, ora des felfs macht te
breydelen. Prins Maurits Stadhouder te maken; \'tw®Jck den Grave van
iycefterdaernagewaer wordende,feer euvel op nam .• KIagende,d^ hem\'
daer deur fijn gewchen Authoriteyt was benomen : waer door oock defel-
ve in fijn bekende defteynen is belet geworden.
Hier komt by, dathet Stadt-houder ampt ghemortificeert fijnde
Hoogiieydt noch ondereen ander Titel en charafterinde Provincie van
Utrecht, het Ijoogfte aenfien en aothoriteyt konde bekomen.
Laet ons nü eens tooncn en examineren, \'tgeen inden |are lójï.byde:
Vroedtichap, ende twe voorftemmende Leden isgedacn, en gearrefiéert,
Ick f4l dan de Refolutien hier infercren.
Extrad uyt de Rcfoluticn vaiidc Vroedfchap.
Dondtrda^hsdenii.MayiCSJ,
IS naer onderlinge communicatie,ende rijpe deliberatie met eenparighe -
flammen verftaen»dat het ftellen van Borghemeefters, Raden inde
Vroedfchap, ende Sehèpenen defer Stadt is,nu ende meeuvmgen dage fal
Tcrblij ven by dcVrocAapalleen, vafl:ftellcnde bydefcn, voor eenoa\'
Dj., vtrhreeeke.--
X-
-ocr page 30-serhreeckehtie Refolutie ende eeuvwghe Vfet , dat men \'t felve recht
nimmermeer in \'t gehee! of eenigen deele, in wekker voegen, ofte op vat
manier fukx oock foude mogen wefen,aen iemand anders fal mogen toe-
ftaen, ende is defe refolutie na iterative Lcdture alfulcx by rcfumptiC
gearreftecrt.
Is voorts eenpariglijck goet ghevonden, den Eedt by een gekoren
Raedt inde Vroedfchap daer mede te amplieren ende te formerco, &c,
[Sétterdaghs den 24 Mey.
Is voorts verftaen, dat de fameritlicke Heeren vande Vroetfchap, als
nu fullen doen den Eedt yan Raadt inde Vroedtfchap » gitteren ghear-
refteert, &c.: »
Sonitighsdenz\') M^,
Hier na hebben de gcfamentlicke Heeren vande Vroedfchap, behalren
Bemmclende jo^ Dirck Ruyfch &c. foleainelijck gedaen den Eedt van
Raedt inde Vroedfchap, hier boven byde Notule randen 23 Majr ge*
arrefteerr.
Annoiö52. Hebben deHeeren vande twee yoorftemmcnde Leden
hacrghene^cs gctoont, om ZynHoocheydt den Princc vanOrangitf
tot het Capiteyn Generaelfchap, &c. f ende niet tot hetStedt-houdcr-
fchap ) tcdefignerai.
Anno ï 6) S. Hebben de^Staten gèfamentlick, onder haer, by Tour-
bcürte rcrdeyk het vergeven vanaile Ampten, waer van te vooren dé
Stadt-houder inder tijdt, gehadt liaddedabfelutiedypofitie, ofd\'Elcdi«
uyt meerder getal exprelfelick gerdblyeeit,, dat het
Stadt- houderfchap vande Leenen, ende het Houtfefter-ampt beyde
en chef foude worden geconfereert, daer defelve tot die tijdt toe maer
waren genocmt gheweeft Luy tenant Stadt-houder van de Leenen, en
LuytenantHoudtfefter, alfoo de chargesen chef waren een ghedeelte
yan het Stadt-houderfchap van de Provifttie,^
De name der Regenten dewelcke in die tijdt de Vroedfchapformeerdeni
en noch in leven zyn, ryo defe : Jacob Spfinter ,Gysbert vander Hootek,
Henrick van Wijckerilo&t, Mr.Dir ck de LeetJW, €en-ie vanden Helni,Doö:.
^ Corneüs
-ocr page 31-(31;
Gornelis Booth, Mr. Jcèan Nellefteyn, Henrick van Merckerck.
Het is waer dat door defe Refolutien, wel nie t met formele woorden het
Stadhouderfchapwortgemortificeert; maerin effeft wierde alles ^emor-
«ificeert, wat eenige luyfter en authoriteytaenhetStadhouderfchap gaf,
en daer en bleef niet van over, als een geraerapt. Knde die Refolutien
in haer vigeur blijvende, fo konde zyn Hoogheydt onder geen beäencke-
lijcke Titel, fchoon hem het Stadhowderfchap mochte geconferecrt wor-
den , weder bekomen de weerdigheydt, daer van men den Stadhouder in
den jare lö^ys, ontfet had door de gefflelteRefolutien. Oock verftonden
®eeft alle de Heeren, die inden jare 1651. deiioven verhaelde Refolatien
hadden helpen nemen, en die inden jare 1667. haer niet en konde confor-
meren met de pluralitey t van ftemmen, dat den eed diezy algerects in con-
rorniite vande Refolotie van denjare 165 i.gedaen hadden, inder daadt be-
nelfde, \'tgeen men inden jare löóy^arrefteerde: en difficulteerden den
eedt tc doen, onder voorgeven, dat het onnoodigh was, tvveemael op een
ende felve faeck een eed tc doen» En die, deweicke in denjare 1651.het
Concept van die Refolutien op gaven, de faeck dirigeerde, endoor haer
authoriteyt tot een conclufie brachten, fijn die geenen, de welcke raen nu
«le Kerckelicke noempt, en die van den Audteur de goede BmgermeesJm ge-
paempt worden, cn welckershandel D. Voetius feer wel geviel, om datfe
in defeStadten Kerckde Voetiaenfefaétieftijvenengonftigfijn. Seergoet
koop kaa men hier bekomen de naem en reputatie van Kerckelick, vroom,
goet, en godfdienftigh te fsjn /fonder dat ware deucht, of godvtuchtighty t
yetnand ter harten behoeft te gaen : en fo kan raen oock ter contrarie niet
O^^Saen, onder haer tedragen de naem van Liberteyn, los en ongebonden,
lae Atheïft, als men fulcke gcfellen, als defen Aafteur en fijn» gelijcke, lijn
confcientie en plichts halve met wat y ver tegen gaet, om defuy verhey t der
leere, ruft der Kercke, het welvaren der Provincie ^ en dêachtbaerheyt,en
tet recht dar Regeringe te willen mainteneren. En dat te remarqaeren is,
die Heeren de welcke in den jare 1667. difficulteerden, waren niet te min
foo animeusin de faecke felve i dat eenigedaeraffeyden , dat zy wel licht
die genen fouden lijn, die als het op \'t maeckcft van een Stadthouder aen-
komen foo, het met meerder vigeur fouden tegen gaen als d\'anderen, de
^velcke tot\'t doen van den eedt bcrcytwaren ; fo datzy, ten aeniien van
de f^cke in een en het felve fentiment waren;raaer oordeelden defen nader
eedt onnoodigh, en der halven na lichtveerdigheyt te fmaecken.
Pag. T U Al eerhy van\'t eéowighEdift kanfcheyden,foomoetby Do-
\'^or Velthuyfen en fijn Broeder noch een fteeck geven, cnfeyd , datmen
den eerften,voor datmen het eeuwigh Edid: befweeren foude, inde Vroed-
schap moefte helpen, en dat konde niet gefchieden, of men moefte eerft
seofinantie Kamer oprechten, endaermaeckteinende Bi oeder Secretaris
een traftement van 3000. guld jaerlicks, behalven de emolumenten; en
oae ick defe fijne man door-gronde, foo geloof ick dat hem niet meer ver-
deelt , als dathy defe en andere eerlijcke luyden, die hem inde weegh fijn,
»»et d\'een of d\' ander fchijn geen vuyligheytkan aenvrijven, en hy foude.
*elwenfchen, dat eerlijcke luyden fchelmen mochten fijn, om fijn moed te
kunnen
-ocr page 32-kunnen koelen; wy fiillendan \'tgene tot dcfcInattiri® dicot een« k®rteHjc{c
deduceren. -
Het is dan fulcks dat al inden Jare i6j i. den 19 Novemb. gcrcfokeerl
is» dat by voorvallende vacature, inplaetfevan een, twee Secrétarifea
van Staten foude werden aengcftelt. Dat den 17 Novemb. 1657, na voor-
gaendefpeciale befchrij finge gearrefteert fijn de Inftrudien voor de drie
Ghecommitteerden vande Financie en Reken-camer, en voor de Commis.
En is als doen uythetlidt van de Stadt inde geraelteReken-camergccoin-
mitteert de Schepen Wernardt van Velthuyfen; genietende de drie Ghe-
committeerden uyt deR-efpedive Leden, yder niet meer als <yooGulden
\'sjaers. Den 16 December 1^6}. is nae voorgacnde fpeciale befchrij-
vinge een nader inftrudtie gearrefteert, op \'t hooren en fl ayten der Reec-
kei}inglicn,ende yder der drie Heeren uyt dcRefpedive Leden toe-geftaen
loooGuIden : boven haer prefentien en leg-gelt ^ die wel waergenoraen
zynde ontrent foo in\'t Jaervoor yeder monteerde; welcke prefentien,
alleen eeïiHeeraytde Heeren Gedeputeerden comparerende, mede was
treckende. Dat in ghevolge van de voorfchreven refolutie van den 19
Novemb, 1651. (de Commis Haeften inden Jacre 1667 overleden fijnde)
nae voargaende poinden van befchrijvinge, goet ghevonden is, dat twee
Secretariflèn van Staten foude werden aen gheftelt, van eene rang en van
ghelijcke tiadtemenr; enisaldoen den 4 Septenib. 1667. byprovifieaen
geftelt tot Secretaris vande Finantie de Schepen Wernardt van Velthuyfen,
op een Trafitemenf van 2.000 Gulden boven de leges van Wijn, Legh en
Flambeau-geldt, bedragende i i8 Gulden; en het vergelijcken derReecke-
ninge, \'t welck weer aen anderen voor\'tfelve vergelijcken moeft wer^n
nytgekeert, fonder eenigh meerder profijt; Ende is vorder gerefolveert^
dat naer het overlijden van de Secretaris Hilten, die nu tot hoogen ouder-
dom was ghekomen , een tjveede Secretaris van Staten foude worden
aengeftelt t Het is noch veel Heeren feer wel bekent, hoe difficielijcken de
Secretaris Velthuyfen te difponeren is gheweeft, omhet felve Secretaris-
amptaentenemen,cndathetnic\'t en isghefchiet als nae veele inftantien,
jae obteftatien by Leden van de Regceringe gedaen : want zynde Wedu-
wenaerfonder kinderen, en konnende eerlick door \'tzyne beftaen; e»
no al lang de eer gehadt hebbende van een Lidt van de Vroedfchap te zyn,
foo en was in het aen-ncmen van die Chargie voor hem geen voordeel. De
Secretaris Hilten overleden zynde, foisin hetleft van Decemb.i67a. noch
een Secretaris van Staten gekofen, meteenTraaement van joooguld: mits
daer boven (diredttegenhetfeggen van onfên Audeur )geen emolumen-
ten genietende; maer datdie in een Bufle foude geftoockcn worden, ora
daer uit te vinden de Trademementen van de twee Secrctarifen, als die foo
verre reycken kende: /t wclck men te verwachten hadde, foo dequade
tijden niet en waren opgekomen, en haer Ed: Mog: die door eyghe ordre
cn reglementen riet en hadde befnoeyt; alfoo het Secretaris-ampt van •
Staten by oen perfoon bedient zynde, Jaerlicx over de 7000 Guldens had« ^
gerendeert. De Dodor Velthuyfen en is oock in zyn Broeder» plaetlè ^
niet
2
-ocr page 33-. , (350
Uytditverhacl, \'t welcke de Leden van de Reget-
nngh bekent ig, blijckt, met watlöfBgheydt en onwaerheyt den Audeur
vanuit Boeckje defe gantfche Hiftorie verhaelt heeft.
Na dat hy van\'t op-rechten der Finanti-Camer gefproken heeft, feydt
ny j Dc Heeren hebben wel gefinanciert, allegercnde daer toe het exem-
pel van feecker Secretaris, die een eonfiderable fomme op valfche Aftes van
vcrfeheyde Comptoiren ghelichthadde; fchijnendedaerdoorde Finanti-
Kamer op ayn beft genomea verdacht temaecken, van omtrent dat werek
negligent ghcweeft tezyn, daer indien, hy eenighe kennifle van d\' affaires
»ande Pro vintie hadde, wel behoorde te weten, dat fulcx al voor \'top-
rechten van die Catiier was ghefehiet, en dat d\' ontdeckinge van dieFalii-
tey ten, een van de goede vruchten van die felve Camer geweeft is-.waer uyt
«andeonwetentheyt, of veel eerquaedtaerdicheydt van defen Schrijvet
blijckt. ^t Geen onfen Oominus voorder (eyt, dat, wanneer iemant Ontfan-
ger wiert, foo een voor al zyn leven rijck genoegh was, en dat, wanneer
fiien hondert duyfent Guldens negotieren foude, daer vaft vijftigh a fefligh
^n Comptoire quamen, is foo breet niet, en hy moeft dat wat nader aenwij-
ïcn, foo foude raen dat beter konnen beantwoorden; maer tlitzyn niet als
Muytmakerspraetjens , leugens uyt de locht geraept, en de Regeeringh in
net aenficht gekits; Wat den Staet van Afch van Wijck belanght, fulcx ig al
Voor \'t oprechten vande Finantie-kamer gefchiet, en foo daer noch wat van
te halen was, moeft men Aelbert vanBenthem daer over aen fpreken, die
in dat troebel water, volgens veeier opinie al wel ghevift heeft, en zyn alle
die ghebreeeken al voor\'t oprechten dér Financi-kamer voor gheval-
Jen, en meeft al do&r de felve Camer gheredreflèert. Maer de Zeeuw
beeft oock wat h«orenluyden,en weet mee vande Stadts-kelder te fpreken,
men moet daer louter met de glafen ghekloncken hebben, datmen betin
Zeelandt heeft konnen hooren , en fulcx. komt haer daer vreemt voor,
Want men daer feer fober valt. Dominus onderricht hem dan verder, leyt
hem den text,uy t en bevefiichtfe met exempelen, toonende alfoo dat hy een
goet Methodift Is, verhaelendedaer toe het exempel van Gualterus Nelle-
fleyn, op wiens Bienvenu na lijn rapport verteert war en , driehondei t en in
de, feventigh Gulden , in den tijdt van drie weecken, daerqndergereeckent
de Maeltijdt, die men gewoon was te doen, ten tijde als\'er een nieuw Hec r
Verkooren wiert, boven dewelcke lichtelijck geen vijf-en-twintighGuld:
in die tijdt «en onkoften ghemaeckt zyn. Dit is befcbeydene Leferal
het quaet dat hy daer van weet, en vertrouwe ick dit de hooghfte fomme te
tyndieeenighHeerbetaeltheeft: waerom de Vroedfchap oock fiende,
datdekoften vandieMaeltijdendagelicxhooger klommen, defelve afge-
fchaft heeft, een refolutie nemende, dat een yeder die in\'ttoekomende tot
een mede-Lidt van\'tfelve Collegie mocbt ge eligeert worden, als mede tot
eenige andere Amptengeavaneeert, een tantum verobligeert fouden zyn
tegeven , om daer voor \'t Stadts Magazijn roet Wapenen te voorfien, als
oockal gepraaifeerti»; Dit heeft Dominus na zyn ghewoone trouwe en
liefde vcrgctcnhier by te voegen, wantnazynKcrtklickc roaximesmoet~-
£. men:
-ocr page 34-men het goede vergeeten en quade onderhouden: Hetcan ooek inden beginne
meteen gostinüchtzyn gefchiet: toelatende dat den nieuw gekofen Heer een
Collation van cleyne coücngaf, om groote Maeltijden diemen t\' Huys anders
gewoon was te doen, te connenaf zyn, \'t is oock feeckerfulckengrootenfaack
niet om daar (b hart over te roepen, en daar een geheel Collegie over te fchrob-
ben, hoewel ick van gevoelen ben dat het beter is gelaten, maerzy hebben het in
alle gevalle uyt haar eygen Beurs gedaan. Ick houdc het vooreen goet teycken
dat defcnlafteraar niet anders weet te feggen. Alsmen\'eroptoeleyde omqua-
lick te fpreken, wat foudemen niet connen verhalen wat al is gefchiet in huyfen
van die j dewelcke onder de eerfte Teyckenaars ftaan: wat Brafferyen daar wel
zyn gepleeght, en die den Hoipes niet ontfagh op \'s Lants coftente ftelleu. Eer
Dominusfcheyden can, moet hy noch een galiichjê overgeven, en antwooort
op de vraag van zyn goede Vrient, of de Regenten haar oock niet verrijckt had-
den met deGeeftelicke goederen-i Jaeveelfints feythy, want de Regeerders
vande Stadt hadden haer toeren van vijf Capittelcn, en die gcbruyckten zy tot
haer eygen profijt: Een en de felve geeft en candeur, die Domisus over alge-
toont heeft, kijckt hier weder uyt: want gelooft niet, dat hy fulckcn vreemde-
ling in Jerufalem is, of hy heeft wel verftaen, dat, wanner aan een Heer vande
Vroedfchap een Prove comt te vervallen, hyeen gereguleerde fomme ten be-
hoeve van den Arme moetuytreycken, na proportie vande waardye der verval»
lene Prove, want die van\'t eené Capittel waerdigher zyn als van het andere,
welcke fommen foo confiderabel zyn, dat\'er dickwils veele geen luft in hebben,
enheèftmen met de Penningen daar van gecomen ,de Arme-camers niet wey-
nigh verlicht ende gelubfidieert,raaar ick deiick,dat dit een fcrupel in fyn gemóet
foude wefen, indien hy dit, om dat bet dc Magiftraat mee gaat, foude verhalen.
Het is evenwel bedenckelick, waarom het defe Lieden dus op de Heeren vande
Stadrs Regeering geladen hebben, daar nochtans de twee andere Leden mede
in dië ghepretexeerde befchuldinghen geimpliceerr fijn. Is het niet, om dac
deiegefellen niet minder beoogen als reformatie en redres inde Regeeringh,
maar dat haar eenigh wit is mede aan het Roer te raken., en vande Regeeringh te
profiteren. Zy en zyn van fulck een waarde bloede niet, om plaats inde
Rid derfchap te ptetenderen 5 Maar ter contrarie , fomraige van haer dienen die
flaafsgewijs, fitten voorliaar, en blafen op En een Canonify tecoopen, is veel
haar gijlegenthey t niet: En anderen zyn oock wat te teer van Confcientie daer
toe : en in andere faacken hebbenfb die foo ruym als een MomVmouw, ghefta-
gen Hypocriten die de muggen fiften, en heele Garnelen doorfwelgen. Het can _
oock wel zyn, dat zy het daerom wat meer op de Stadts Regeeringh geladen
bebben, om datter daer gevonden vvorden,die met animeusheyten onveriaecht-
heythare l\'ytgangen, fonder groen ofdor,gunft of ongunft aan te fien, wat inge-
bonden hebbenjcn foeken daerom weer occafie,om haar daarvan te connen ont-
flaen,ende fulcke i;tde plaatfe te verkrijgen,die fy by de neus leyden connen:Eyn-
delijck braackt hy noch een jeugen uyt, tegens de Heeren Commandeurs van \'t
Duytfen - huys, en foude gaerne fien, dat die Goederen nevens alle d\' andere
Geeftelicke Goederen wierden ge-em^plpyeert tot onderhoudt van Kerck en
Academie, \'t welck tot verlichtingh vande arme Ghemeente foude connen ver-
ftreckcn.
-ocr page 35-Rrecken. Defemaniprceckt vande Utrechtfe faacketi als een vreemdelingh
die uyc de lucht is comen vallen. Wae raacken de Commandeurs dc Provintie
vaa Utrecht, ofwatdifpofitien hebben de Staten oyt over die Coed eren ghe-
hadt, ofonder wat pretext fouden zy die tot haer connen trecken. Als mende
Goederen <ier Canonicken aanfloeg, men foude gewilTeliick daer mede eenighe
lanen connen af ^en , maer dac foude metfoo veel reedeghefchieden, als wan*
neermen de goederen der particuheien Borgers daer toe gebruyckte: en zy be-
fitte n die goederen onder al ecrlickef Titel, als vel e van die Teyckenaars niet en
doen: rneenen zydat niemanteen wettelijck befitter van zyngoetis, omdat
d\' een of d\' ander dat bedifputeert: Het is controvers of een Predicant wel
Tractement voor fijn Dienft behoort te trecken, en daer Capitaeltjes van op
leggen, evenwel fouden zy niet wel mogen leyden, dat de Regeering of yemant
anders daarom aäie op haar goet maackten. Immers Dominus en heeft niet
veel te dagen, daar wort voor hem aoch al redqlijck geforght j maar dat hem
om d\' arme Gemeente te doen is. Neepuericredmt nifi qulmndum aniavantur.
Ick raeene indien men defe Luyden, foo een veer uyc de ftxiart wilde trecken
van twintigh duyfent Guld: een weynigh min of meer, die zy draghen tot\'beta-
linghe derPenfioenen voor de Predicanten, en aan den Armen toereycken , zy
fouden het geweldigh euvel opnemen ; Maar Dominus oordeelt üchtelijckals
datde Heeren, Canoniken in zyn goet fitten , en daarom toont hy zyn vuyle
tongh, feggende datfe gemacckt zyn aä.0aramäikirH\'aykmsna\\ctom KarotTerij
Knechten en Hoeren ^aerpp te houden, enleckerlijck daarvan televen: Seec-
ker Domii>eiiaar Edi:MQ:ofte dc Hêcren.vamde Stadl V^nUtrecht, geven haar
geit oöck niet om feditieus en licentie us te prediken, haarte lafteren, en foo lief.
delooftijck van Canonlkeh tc fpreecken of te fdirijven»Nadat ick eenige van die
Heeren kenne, foo leven zy fonder opfpraak, en pafieerenueöuws ghelijck
verre in Chriftelijckedeughden. Hetiseen gemeene plaegh, dat diegeenè,die
de meefte Goederen hebben, defdve daarom beft nieten ghebruycken, en dac
befpeurtmen inde Predicanten kinderen foo wel als onder anderen : En het en
is geen cunft fober en rnodeft te zyn,a,ls men niet en heeft om\'c ruymer te nemen,
men foude hier noch wel wat anders toe cunnen fégghen, maar alfoo het buy-
ten ons ooghmerck, en den eyfch van dit werckis. op ditghekhil te blijven
ftaan, foo füllen wy ons vernoegen»met den iftborft, de Caiidéür, en waren aart
vande gepretendeerde Kercx-Iuyden vertoont tê hebben, die de vroomheyt op
de tonge hebben, maar de boé-stveyc in \'t hefte : Rechtè Pharifeen , de fchoone
graf-fteden niet onghelijck, die van buyten we.l cierlijck, maar van binnen vol
ftanck en verrotte befindeten zyn , rechte Mnytmaakers, onruftige geeften, die
waar zy eenigh crediet crijghen, alles in Confyfie brenghen : De verftandighe
Leeferoordeele nu, ofde Heeren van Rêgeeritige, geen redenen gehad hebben
om fulck een Kerckelijcke Geeft tegen te gaan, als hier doorgaans in dit Boeckje
uytkijckt, en men foude oock niet Gortnen aan wijfen. dat de Kegeeringe fich oyt
ergens langh gefchickt heeft, na het humeur en maximes vjnfulcke Kercklieden.
Hier mede meen ick nu beantwoort te hebben, dit leugen en lafterlijck fchrift:
enhebbc, voor ick begon, en als ick in het antwoorden befigh was, dickwils
gedacht of het wel de raoey te weert was, daar teghen een letter op het Papier
te
-ocr page 36-(36;
te brengen: en ten ware geweeft een paflageoftwee, die in het Boeckje ge-
vonden worden , men had het onbeantwoort gelaten. Den Lefer kan oordee-
len, wat redenen defe weynigh Teyckenaars, by nacht en ontij den bedeckte-
lijckfamen gerotteert, op dac eerlijcke Borgers daar van geen kennifle mochte
crijghen, ghehad hebben» om een Requeft aan zyn Excellentie de Graef vaW
Hoorn over te leveren : \'t welck zy haar oock foo verre fchameti, darmen
door geen middel kan kome te weten , wat het felve contincert: En het en is
niet anders als een rommelfoy van eea deel Muytmaeckers, die door de rechte
wegh niet wetende tegheraaken op het Kuffenen aanAmpten, by tijden van
onweer, \'t welck zy felve doen ontftaan, foecken te bezeylen \'t geen zy befta-
vent hebben. De reft vande Borgerye verfoeyt het werck, befpot de Teycke-
oaers i Veele eerlickc wijgeren met defelve ten Avondtmael te gaan, als zynde
lieden, die Muytcrfe in Kjrcj^elijcke cnJ^ercltlijcl^eS^geringm aanren Alle
de Predicanten een of twee uyt-genomen , die mede hoop hebben, datde hare
niet mis füllen gedeelt worden , en onder de Teyckenaers Üaan, fpreeckenhet
tegen. En evenwel derft dit getal figh aenmatige de naem vande Borgerye,.
cn roemen van y ver voor dc Prins cn Stads welvaren ,cn bejagen ondertuffcheo:
niet als haar eygen Intres.
F RO FE R B. 24.. yers 21.
Myn Sone, vreeft den Heere, ende den Koningh:
cnvermenght u niet raet hen j dic na verande-
ringe ftaen.