-ocr page 1-
-ocr page 2-
v^"> rv~s \\ \'rL\\CK&
-ocr page 3-
-ocr page 4-
-ocr page 5-
BIBLIOTHECA
ICHTHYOLOGICA ET PISCATORIA.
.
\'
-ocr page 6-
BIBLIOTHECA
ICHTHYOLOGICA ET PISCATORIA.
CATALOGUB
UE
LIVRES ET D\'ÉCRITS
SUR
L\'HISTOIRE NATURELLE DES PCHSSONS ET DES OÉTACÉS, LA
PISCICULTURK, LES PÊCHES, LA LÉGISLATION DES PÊCHES, ETC.
RÉDIGÉ PAR
D. MULDER BOSGOED,
Bibliothécaire du „Rotterdamsch Leeskabiuet".
HAHLEM,
CHEZ LES HÉRITIERS LOOS.1ES.
1874.
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
A06000004019141B
0401 9141
-ocr page 7-
BIBLIOTHECA
ICHTHYOLOGICA ET PISCATORIA.
CATALOGUS
VAN
BOEKEN EN GESCHRIFTEN
OVER DE
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN
DE V1SSCHEN EN WALVISSCHEN, DE KUNSTMATIGE VISCHTEELT, DE
VISSCHEKIJEN, DE WETGEVING OP DE V1SSCHER1JEN, ENZ.
BEWERKT DOOK
D. MULDER BOSGOED,
HAARLEM,
DE ERVEN LOOSJES.
1874.
-ocr page 8-
..
!
-ocr page 9-
Heb ik in het voorberigt van mijne «Proeve eener ichthyolo-
gische bibliographie" reeds in het kort de aanleiding tot het be-
werken van deze bibliographie vermeld, thans, nu dit werk in
zooveel uitgebreider en vollediger vorm het licht ziet, geloof ik
het toen medegedeelde hier wel te mogen herhalen en er zelfs iets
aan te moeten toevoegen, vooral ook omdat mijne »Proeve" slechts
in beperkten kring werd verspreid.
Het is bekend dat van de »Inzendingen uit Nederland, door
bemiddeling van het College voor de zeevisscherijen, verzonden
naar de internationale tentoonstelling van visscherij-voortbrengselen
enz., te Bergen in Noorwegen, Augustus 1865", een afzonderlijken
catalogus in het licht is gegeven, waarin ook is opgenomeneene
lijst van werken over de visscherijen, en van plakkaten, wetten en
besluiten daartoe betrekkelijk. Voor die lijst heb ik in der tijd eene
kleine, onbeduidende bijdrage geleverd; maar juist door het bijeen-
brengen van dat weinige kwam ik tot de overtuiging, dat er op
dat gebied nog heel wat te verzamelen was en werd de lust bij
mij opgewekt, om daaraan mijne snipperuren te besteden.
Ik besloot dus op den ingeslagen weg voort te gaan en voor-
loopig van alles, wat mij over de visscherijen onder de oogen
kwam, aanteekening te houden. Maar van eenvoudig dit te doen
tot het ijverig opsporen van alles, wat op dien belangrijken tak
van nijverheid betrekking heeft, was slechts een enkele stap.
Was het aanvankelijk mijn plan, om mij uitsluitend tot de vis-
scherijen te bepalen, later kwam ik tot de overtuiging, dateene
lijst van de voornaamste werken over de natuurlijke geschiedenis
-ocr page 10-
II
van de visschen in het algemeen en van enkele soorten in het
bijzonder, voor mijne verzameling onmisbaar was, al ware het
slechts, omdat ook in die werken niet zelden, en somtijds zelfs
zeer uitvoerig, over de vischvangst gesproken wordt.
Zoodoende had ik in den loop van het jaar 1867 reeds onge-
veer 3000 nummers over de Natuurlijke geschiedenis van de vls-
schen
, de Kunstmatige vlschteell, de Vlsscherljen en de Wetgeving
op de vlsscherljen
bijeengebragt.
Dat ik dit aanvankelijk niet gedaan heb met het doel om die
verzameling te eeniger tijd in het licht te geven, zal elkeen be-
grijpen, die weet welke mocijelijkheden hier te lande aan de uit-
gave van dergelijke werken in den weg staan. Bij het voortdurend
aangroeijen van mijne kopy, werd mij echter door enkele belang-
stellenden den raad gegeven om te trachten, door tusschenkomst
van de eene of andere wetenschappelijke inrigting, mijn werk het
licht te doen zien. De pogingen, daartoe in het werk gesteld,
werden met een gelukkigen uitslag bekroond.
Heeren Directeuren der Nederlandsche Maatschappij ter bevor-
dering van Nijverheid, aan wie ik mijn arbeid ter uitgave had
aangeboden, besloten, na rijpe overweging, om mijne bibliographie,
als aanhangsel van het tijdschrift dier maatschappij, in het licht
te geven en wel zóó, dat het later een afzonderlijk boekdeeltje
zou kunnen vormen.
Op deze wijze zag mijne »Proeve eener ichthyologisehe biblio-
graphie", gedurende de jaren 1868—1871, het licht.
Aan de welwillende ondersteuning van Heeren Directeuren der
genoemde maatschappij — en niet het minst van den Heer Prof.
A. H. van der Boon Mesch, destijds Voorzitter-Directeur — waar-
door de eerste krachtige stoot aan de uitgave van mijne biblio-
graphie werd gegeven, heb ik het voornamelijk te danken, dat
mijn arbeid thans, in zooveel uitgebreider en vollediger vorm, het
licht mag zien.
Daar ik ook gedurende den tijd dat de «Proeve" ter perse was
mijne nasporingen heb voortgezet en uitgebreid, had ik op het
einde van 1871, nogmaals ongeveer 3000 nummers, voor de ver-
schillende afdeelingen, bijeengebragt. Was het aanvankelijk mijn
-ocr page 11-
III
wensch, dit als supplement te laten volgen, nadere overwegingen
hebben er toe geleid dit niet te doen, — vooral ook omdat het
supplement alsdan niet het minst belangrijke gedeelte van mijn
werk zou hebben uitgemaakt — maar liever beide deelen tot één
geheel om te werken.
Nu echter rees de groote en moeijelijke vraag: Hoe de onmisbare
ondersteuning te vinden, om mijn werk, zóó uitgebreid en zóó
vermeerderd, het licht te doen zien\'? Ook nu weder mogt ik in
mijne pogingen daartoe gelukkig slagen.
Door de geldelijke ondersteuning\' toch, mij van wege Ileeren
Directeuren van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen
te Haarlem, en van de Nederlandsche Handelmaatschappij te Amster-
dain, toegezegd, zag ik mij gelukkig in staat gesteld mijn werk
ter perse te leggen.
Ik acht het mij dan ook ten duren pligt, hier openlijk mijn
warmen dank te betuigen aan Ileeren Directeuren der genoemde
maatschappijen voor de krachtige hulp, die zij mij zoo welwillend
hebben verleend.
Zonder die vereerende hulp toch zou mijn wensch om mijn
werk gedrukt te zien, waarschijnlijk niet vervuld zijn geworden.
D i t wat betreil den oorsprong van deze bibliographie, nu ook
een enkel woord over de bewerking.
Een blik op de inhoudsopgave zal terstond doen zien, tot hoe-
verre ik gemeend heb nu mijn plan te moeten uitstrekken, en
tevens zal men zich daarbij van de belangrijkheid der uitbreiding,
in vergelijking met mijne «Proeve" kunnen overtuigen.
Vooral springt die vermeerdering\' in het oog bij de eerste afdee-
ling: Natuurlijke geschiedenis van de visschen, die in
de «Proeve" ruim 1300 nummers telt en nu tot ongeveer 2800
nummers is aangegroeid.
Was ik vroeger van oordeel, dat eene lijst van de voornaamste
werken over de natuurlijke geschiedenis van de visschen in het
algemeen, en van enkele soorten in het bijzonder, voor mijne
verzameling onmisbaar was, nu toch meende ik, zooveel in mijn
vermogen was, alles te moeten opnemen, wat over dit onder-
werp geschreven is, hetzij in speciale werken, hetzij in tijdschriften
-ocr page 12-
IV
of in de werken van geleerde genootschappen; maar tevens ook
wat in reis-, land- oi plaatsbeschrijvingen over de visschen is opge-
nomen. Verhandelingen van streng anatomischen aard en die over de
fossile visschen, heb ik gemeend, — om niet al te uitvoerig te wor-
den, — achterwege te moeten laten, ofschoon men wel zal bemerken,
dat ik ook op dat gebied niet zelden een uitstapje heb gedaan, zoodra
de vrees bij mij opkwam, dat ik, door de eene of andere anato-
mische verhandeling onvermeld te laten, aan de werken, die wèl
in mijn kader pasten, schade zou berokkenen.
Het zal overigens wel overbodig zijn te doen opmerken, dat men
over den Haring, den Zalm en de Walvisschen, behalve
de speciale werken — in afzonderlijke afdeelingen vermeld — tevens
de »Algemeene werken", te raadplegen hebbe.
Mogt het soms bevreemding wekken, dat aan de Natuurlijke
geschiedenis van de Walvisschen ook eene plaats is aangewezen
in de eerste afdeeling, — visschen — ik heb gemeend dat te moeten
doen omdat de walxischvangst eene belangrijke plaats inneemt in
de tweede afdeeling, — visscherijen— en het niet zelden gebeurt,
dat bij de natuurlijke geschiedenis van dit zoogdier, tevens de
beschrijving van zijne vangst is gevoegd.
Bij de groote verwachtingen, die men — vooral in den laatsten
tijd — van de Kunstmatige vermenigvuldiging der
visschen, uit een industrieel oogpunt, koestert, geloof ik er
hier wel op te mogen wijzen, dat de afdeeling in mijne biblio-
graphie aan dit onderwerp gewijd, ruim 180 nummers telt. Belang-
stellenden hebben dus ruimschoots gelegenheid om hunne kennis te
verrijken met hetgeen — vooral in het buitenland — over dit
gewigtig onderwerp het licht heeft gezien.
Indien ik zelf een oordeel mogt uitspreken over de waarde van
dezen arbeid, in vergelijking met mijne «Proeve", dan zou ik
zeker geen oogenblik aarzelen om aan de tweede afdeeling — de vis-
scherijen — den voorrang te geven. Mijne voortgezette nasporingen
toch hebben mij een schat van werken leeren kennen, waarin
mededeelingen betreffende de visscherijen voorkomen, die voor
hem, die over dit hoogst belangrijk onderwerp iets meer verlangt
te weten, dan hetgeen in de bekende handboeken is neergelegd,
-ocr page 13-
V
onmisbaar zijn. Dit zal voornamelijk blijken als men de rubriek
»Algemeene werken" opslaat, waarvan die, welke uitsluitend op de
Nederlandsche en de Engelsche visscherijen betrekking hebben,
afzonderlijk zijn geplaatst.
Met een oogopslag kan men daar zien, wat b. v. in «theNautical
Magazine, Macpherson\'s Annalsofcommerce, Bremer Handelsblatt,
Annuaire de l\'économie politique, of door een Pieter de la Gourt,
Luzac, Wagenaar, de Jonge (Zeewezen), de Hollantse en Euro-
pesche Mercurius, Nederlandsche Jaarboeken, Tegenwoordige Staat
der Vereenigde Nederlanden, enz. over de visscherijen te vinden is.
Terwijl men bij de Engelsche visscherijen een aantal zeldzame en
weinig bekende werkjes zal aantreffen, die voor de geschiedenis
dier visscherijen — ook ten opzigte van ons land — van veel ge-
wigt zijn.
Mogt men welligt verwacht hebben, dat de litteratuur over den
hoofdtak der visscherijen — de H a r i n g v i s s c h e r ij — veel uitge-
breider zou zijn dan de 150 nummers, die ik, in de aan dit onder-
werp gewijde afdeeling, heb vermeld, dan bedenke men dat de
zooeven besproken «Algemeene werken" in de eerste plaats voor
de haringvisscherij moeten worden geraadpleegd.
Thans zijn wij aan eene afdeeling genaderd, die ik gaarne onder
de belangrijkste van mijne bibliographie zou willen rangschikken,
die ik — ik beken het gaarne — met een zekere voorliefde be-
werkt heb ....de Walvischvangst! Welk een schat van herin-
neringen aan de kloeke daden onzer voorouders, aan die koene
zeevaarders en ondernemende kooplieden, biedt toch dit onderwerp
aan! Men denke slechts aan die herhaalde pogingen, met zulke
gebrekkige hulpmiddelen, om in het hooge Noorden een doortogt
naar Indië en China te zoeken.
Was het aanvankelijk mijn voornemen, om zooveel mogelijk alle
reizen naar en beschrijvingen van de Noordpoolstreken op te
nemen, ik heb dat plan laten varen toen ik bemerkte, dat ik daar-
door wèl mijn werk aanmerkelijk zou uitbreiden, echter zonder
daardoor tevens mijn doel te bevorderen. Niet alle reisbeschrijvingen
toch bevatten bijzonderheden betreffende den Walvisch en zijne
vangst, en daarom meende ik de eerste reizen der Engelschen
-ocr page 14-
VI
ter walvischvangst tot mijn »point de départ" te moeten kiezen.
Werden toch door die natie, volgens Macpherson (n°. 3038), en
»de Walvischvangst" (n° 3183), reeds in het jaar 1008 schepen
ter walvischvangst naar de vischgronden bij Spitsbergen uitgezonden,
zeker is het dat Jonas Poole in 1610, op zijn ontdekkingstogt
voor de »Moscovian Company" , méér voordeel ziende in het vangen
van walvisschen en walrussen, dan in het zoeken naar onbekende
landen, het hoogst belangrijke berigt van rijke vischgronden bij
Spitsbergen te hebben ontdekt, aan zijne meesters in Engeland
overbragt. Het gevolg daarvan was, dat reeds in het volgende jaar
twee schepen, onder bevel van Thomas Edge en Jonas Poole, ter
walvischvangst werden uitgezonden. Een jaar later verschenen ook
terzelfder plaatse, met hetzelfde doel, de eerste llollandsche sche-
pen. Over de twisten daardoor ontstaan tusschen de Engelsehen
en onze landgenooten, en over het door eerstgenoemden beweerde
regt op dien vischgrond, vindt men in deze bihliographie verschil-
lende bronnen vermeld.
Men meene echter niet dat ik den ontdekkers van Spitsbergen,
onze onvergetelijke Willem Barendtz, Jacob van Heemskerk en
Jan Cornelisz. Rijp, geen regt zal laten wedervaren. Hunne her-
haalde togten (1504—1597), die ik hier slechts heb te noemen,
om ze elkeen voor den geest te roepen, door Jan lluyghen van
Linscholen en Gerrit de Veer beschreven, zal men in deze afdee-
ling niet te vergeefs zoeken. Zelfs heb ik cene belangrijke mede-
deeling betreflende walvisschen, door J. II. v. L. opgeteekend,
opzettelijk bij zijn werk vermeld (zie N*. 3503). Ware er indien
tijd meer acht op geslagen, dan hadden onze voorouders eenige
jaren vóór de Engelschen ter walvischvangst kunnen stevenen, en
daardoor welligt latere twisten kunnen voorkomen.
Die eerste reizen der Engelschen ter walvischvangst zijn bijna
uitsluitend te vinden in de even zeldzame als kostbare verzameling
van reisbeschrijvingen, door Purchas verzameld en uitgegeven (zie
N°. 3423), waarvan een buitengewoon fraai exemplaar in de Ivonink-
lijke Boekerij te \'s Gravenhage berust, dat ik, door de zoo bekende
welwillendheid van den bestuurder dier inrigting, den Heer M.F.
A. G. Campbell, heb kunnen raadplegen.
-ocr page 15-
VII
Wat de ontdekkingstogten in het Noorden voor de walvisch-
vangst zijn geweest, dat hebben de vroegste reizen naar Amerika,
meer bepaald naar het noordelijk gedeelte, voor de Newfoundland-
sche Kabeljaauwvisscherij gedaan, zooals o. a. blijkt uit:
Hakluyt\'s Voyages, navigations, and discoveries, (N°. 3664); de
reizen van John Davis (N°. 3630), Macpherson\'s Annals of com-
merce, e. a. Tevens zal men voor de kennis van de IJslandsche
Kabeljaauwvisscherij in deze afdeeling vele bronnen vermeld
vinden.
Betreffende de Kustvisscherij vindt men op blz. 259 slechts
enkele afzonderlijke werken vermeld. Voor dezen tak der visscherij
raadplege men vooral de reeds genoemde »Algemeene werken".
Bij de afdeeling Oestervisscherij en Oesterteelt heb ik
de voornaamste speciale werken over de natuurlijke geschiedenis
van de week- en schelpdieren — die uit den aard der zaak niet
bij de »Algemeene werken" van de eerste afdeeling zijn opge-
nomen — laten voorafgaan, daar men toch voor de juiste kennis
van dit schelpdier, vooral die hoofdwerken zal moeten raadplegen.
De 600 werkjes, — meest van Engelschen oorsprong, — die
men in de afdeeling R i v i e r v i s s c h e r ij, II e n g e 1 k u n s t, Z a 1 m-
visscherij, aantreft, zijn zeker meer dan voldoende om tebc-
wijzen hoe »the true art of angling" aan de overzijde van het
kanaal niet alleen ijverig, maar ook wetenschappelijk beoefend
wordt; terwijl het kleine aantal werkjes in onze taal geschreven,
ons doet zien, dat wij, Hollanders, geen echte hengelaars zijn.
Aan het slot van deze afdeeling heb ik enkele werken bijeenge-
voegd, die uitsluitend over de Zalm visscherij handelen; toch
moet ik er op wijzen, dat deze visscherij ook in enkele andere van
de in deze afdeeling genoemde werken, uitvoerig behandeld wordt.
De bronnen waaruit ik deze rijke litteratuur over de riviervis-
scherij voornamelijk heb geput, zijn aan het slot dezer afdeeling
vermeld. Vooral was mij Westwood\'s «Bibliotheca piscatoria" van
veel dienst.
Tevens al de bronnen te noemen, die ik bij de bewerking der
reeds genoemde afdeelingen heb gebruikt, zou eene moeijelijke
taak zijn, bovendien spreekt elk nummer als\'t ware voor zich zelf.
-ocr page 16-
VIII
Maar toch zou ik mij van ondankbaarheid moeten beschuldigen,
indien ik niet met erkentelijkheid gewaagde van de groote verplig-
ting, die ik b. v. heb aan Engelmann und Carus, Bibliotheca Zoo-
logica; het Ie deel (inleiding en bronnen) van Cuvier et Valenciennes,
Histoire naturelle des poissons; Watt\'s Bibliotheca Britannica;
Gunther\'s Zoological Record; Catalogue of scientific papers pu-
blished by the Royal Society; Reuss, Repertorium commentationum,
Catalogue de la bibliothèque de M. Huzard, om van een aantal
andere catalogussen en de bekende groote bibliographische werken
niet te spreken.
Men zal gelegenheid hebben om op te merken, dat ook de
Noordsche litteratuur over visschen en visscherijen in dit werk ruim
vertegenwoordigd is. Het is voornamelijk door de welwillendheid
van den Heer A. P. van Stolk, lid van het College voor de zee-
visscherijen, dat ik de daarvoor onmisbare bronnen heb kunnen
raadplegen.
En nu een enkel woord over de laatste afdeeling, de W e t g e v i n g
op de Visscherijen, een onderwerp, dat men op deze wijze
bewerkt -— voor zooverre het namelijk de Nederlandsche wetgeving
betreft — welligt in deze bibliographie niet zou verwachten.
Ik heb mij namelijk niet uitsluitend bepaald tot het opgeven
van de bronnen, waarin al die charters, resolutiën, ordonnantiën,
plakkaten, wetten en reglementen te vinden zijn, maar ik heb
gemeend uit die bronnen — en ik noodig belangstellenden dringend
uit daarvan even kennis te willen nemen op blz. 309 en 410 —
kortelijk te moeten aanteekenen, welke bepalingen gemaakt, welke
subsidiën verleend, welke wetten en besluiten vastgesteld zijn ten
opzigte van onze visscherijen, sedert het jaar 1235 tot op het einde
van 1872. Op deze wijze toch geloof ik een kort chronologisch over-
zigt van de geschiedenis onzer visscherijen, over een ruim 600jarig
tijdvak, óf — zooals de Heer Fred. Muller zich zeer eigenaardig
heeft uitgedrukt \') »een kader voor die geschiedenis" — te hebben
geleverd, zooals tot op dit oogenblik niet bestond, en waardoor
men nu in staat is gesteld zich, op een gegeven tijdstip, van den
\') Nieuwsbl. v. d. Boekh. 84 Tebr. 1871.
-ocr page 17-
IX
toestand of den gang der visscherijen te kunnen vergewissen.
Uit dit chronologisch overzigt blijkt bovendien van welk gewigt
de visscherijen voor ons land eenmaal zijn geweest. Al had men
toch nog nooit gehoord, dat b. v. de Haringvisscherij in vroeger
jaren Holland\'s goudmijn werd genoemd, dan zal een blik in
deze bladzijden doen zien, dat de hoogste Staatscollegiën des lands
zich bijna dagelijks met het overwegen der belangen van de vis-
scherij bezig hielden; dat die visscherijen met de staatsbelangen
ten naauwste verbonden waren; dat men bij het uitbreken van
een buitenlandschen oorlog terstond het oog had op de beman-
ning der visschersvloot, om uit haar midden de helden te roepen,
die het vaderland noodig had tot handhaving van zijn roem als
zeemogendheid van den eersten rang.
Mogt dus vooral deze afdeeling eenige belangstelling ontmoeten,
ik zou het mij tot loon rekenen voor de vele uren van ingespan-
nen arbeid, die mij het doorsnuffelen van stapels folianten hebben
gekost, om eene kleine bijdrage te leveren ter herinnering aan
Holland\'s roem.
Men zal welligt de opmerking maken, dat ik aan deze afdeeling
nog meer uitbreiding had kunnen geven, dat ik b. v. ook de ver-
schillende stedelijke keuren op de visscherijen had kunnen opnemen;
dat ik melding had moeten maken van de stukken, die in ver-
schillende gemeente-archieven bewaard worden.
Ik heb echter gemeend dit te kunnen nalaten, omdat die stukken
in den regel van meer lokalen aard — en dus minder van alge-
meen belang — zijn. Ook vreesde ik daardoor eene te grooteuit-
breiding aan mijn werk te zullen geven en, — last not least —
tijd en gelegenheid ontbraken mij om ook die bronnen te door-
snuffelen , in de verschillende plaatsen, waar ze bewaard worden.
Bovendien zal men in de provinciale- en stedebeschrijvingen in de
afdeelingen: Nederlandsche visscherij, Haringvisscherij en Walvisch-
vangst, verschillende keuren vermeld vinden, terwijl ik overigens
moet verwijzen naar de van enkele archieven in het licht gegeven
inventarissen.
Dat ik de wetgeving van de overige landen van Europa niet
op
dezelfde uitvoerige wijze heb kunnen bewerken, zal men mij
-ocr page 18-
X
wel willen toegeven. Vooreerst, liggen de daartoe benoodigde bron-
nen niet onder inijn bereik, maar bovendien zou zulk een arbeid
èn inijn tijd èn mijne krachten te boven gaan. Men beschouwe
dus het door mij geleverde betrekkelijk de wetgeving op de vis-
scherijen in die landen meer als een aanhangsel.
Ik zal er wel niet op behoeven te wijzen, hoe de visscherijen
voortdurend een onderwerp van overweging tusschen verschillende
natiën uitmaakten. Dit bragt mij op het denkbeeld om de voor-
naamste ïraclaten, die daarvan het gevolg zijn geweest, aan
mijn werk toe te voegen. Voor een groot gedeelte heb ik dat gedaan
aan de hand van Kluit, die in zijn »Historia federum Belgii fede-
rati" (N°. 3158) enkele visscherij-tractaten, tusschen Nederland
en andere mogendheden gesloten, bespreekt. Bovendien vond ik
ook in andere bronnen verschillende tractaten vermeld, die bepa-
lingen omtrent de visscherijen inhouden. Toch houd ik mij over-
tuigd, dat in vele andere tractaten van »Vrede, Commercie en
Marine" ook wel een enkel artikel aan de visscherijen zal zijn
gewijd, maar ik kon mijn ontdekkingstogt moeijelijk tot het door-
snuffelen van alle tractaten uitstrekken.
En hiermede ben ik aan het einde van hetgeen ik over de ver-
schillende afdeelingen van mijn werk meende te moeten zeggen.
Of nu de wijze van bewerking ieders goedkeuring zal wegdragen ?
Ik mag het zelfs niet hopen. Maar toch meen ik mij te mogen
vleijen, dat het plan bij velen bijval zal vinden.
Niet alleen toch heb ik in deze bibliographie opgenomen de
werken en geschriften, die uitsluitend over visschen of visscherijen
handelen, maar tevens heb ik vermeld de bijdragen in een groot
aantal tijdschriften in verschillende talen, of in de werken van geleerde
genootschappen verspreid; zelfs belangrijke dagblad-artikelen, en
vooral ook hetgeen over deze onderwerpen in verschillende weten-
schappelijke werken, hetzij van historischen of natuurkundigen aard,
voorkomt. Is het toch mijne stellige overtuiging, dat dit de eenige
weg is om tot eene zoo volledig mogelijke bibliographie over
een gegeven onderwerp te geraken, — al is de arbeid daartoe
vereischt, soms wel een weinig afschrikkend — dan twijfel ik
ook niet, dat degenen, die mijn werk zullen inzien — liever
-ocr page 19-
XI
nog gebruiken — het daaromtrent wel met mij ééns zullen zijn.
Dat overigens mijn werk vele gebreken heeft, dat het nog verre
van volledig is, ik ben er helaas! ten volle van overtuigd. Reeds
nu ontbreken enkele werken en tijdschrift-artikelen, die in den
loop van 1872—73 zijn verschenen, en die niet konden opge-
nomen worden, omdat mijn werk in het begin van 1872 ter perse
ging. Niets zal mij dan ook aangenamer zijn, dan van belangstel-
lenden welwillende aanmerkingen, of bijdragen die welligt latei-
ter completering kunnen strekken, te mogen ontvangen.
Mogt men hier of daar op onjuistheden in de titelbeschrijvingen
stuiten, dan strekke ter mijner verschooning dat ik de titels veelal
moest geven, zóóals ik ze vermeld vond in de geraadpleegde bronnen.
Ofschoon ik bij alle afdeelingen — behalve de Nedcrlandsche wet-
geving — de alphabetische orde, volgens de namen der schrijvers heb
gevolgd, meende ik toch een algemeen alphabetisch naamregister
aan mijn werk te moeten toevoegen, vooral ook omdat dezelfde
schrijver niet zelden in verschillende afdeelingen wordt genoemd.
Tevens vertrouw ik, dat de verwijzingen bij de inhoudsopgave
gevoegd, het gemakkelijk gebruik van dit werk zullen bevorderen.
Opdat men ook buiten ons vaderland in deze bibliographie den
weg zal "kunnen vinden, heb ik bij de hoofden der verschillende
aldeelingen, de voorrede en de inhoudsopgave, eene vertaling in
het fransch gevoegd.
En nu een woord van weigemeenden dank aan allen, die mij
op de eene of andere wijze behulpzaam zijn geweest in het tot
stand brengen van dit werk; die mij met hun invloed, hun raad
of hunne boeken hebben ten dienste gestaan. Vooral gevoel ik
mij verpligt aan de Heeren: Mr. L. Pb. C. van den Bergh, Dr.
P. Bleeker, M. F. A. G. Campbell, Mr. P. F. Hubrecht, Mart.
Nijhoff en Dr. A. Vrolik te \'s Gravenhage; A. A. van Bemmelen,
Mr. J. C. E. Baron van Lynden, J. II. Scheffer en A. P. van Stolk
te Rotterdam; Fred. Muller en G. F. Westerman te Amsterdam;
C. J. Bottemanne Mz. en P. A. Tiele te Leiden; J. P. van Visvliet
te Middelburg, J. P. J. \\Y. Korndórffer te Breda en J. L. Beijers
te Utrecht. Terwijl ik bovendien aan de Heeren van Bemmelen,
Campbell, Scheffer, Tiele en Westerman mijn warmen dank betuig
-ocr page 20-
XII
voor de moeile, die zij wel aan de drukproeven hebben willen
besteden, vooral ook door daarin aan te teekenen, welke van de
door mij genoemde werken, in de aan hunne zorgen toevertrouwde
boekerijen, aanwezig zijn.
Een boek te kennen en te weten in welke bibliotheek het te
vinden is, zijn toch zaken, die niet altijd gepaard gaan. Daarom
vertrouw ik dan ook, dat de bij een aantal werken voorkomende
aanwijzingen waar ze te vinden zijn, voor degenen, die deze
bibliographie zullen raadplegen, eenig nut zullen hebben.
Die medewerking, belangstelling en aanmoediging, die ik op
deze wijze zoo ruimschoots mogt ondervinden, waren mij tot
grooten steun, bij mijne dikwijls niet gemakkelijke taak. Hoogst
aangenaam was het mij dan ook, in den loop van dit jaar, van
het bestuur van het «Deutsche Fischerei-Verein", een
zilveren herinnerings-medaille te ontvangen, voor het inzenden
van het eerste gedeelte van dit werk, op de in April j.1. te Berlijn
gehouden visscherij-tentoonstelling.
Ik eindig met de woorden waarmede ik de voorrede van mijne
«Proeve" besloot: Mogt het mij gelukt zijn aan de beoefenaars
van de door mij behandelde onderwerpen, maar vooral aan den
toekomstigen schrijver van een e geschiedenis der Nederlandsche
visscherijen, veel moeite en kostbaren tijd van lastig — en dan
nog dikwijls onvruchtbaar — zoeken bespaard, en eenigszins aan-
getoond te hebben, hoe rijk en veelomvattend de litteratuur —
óók de onze — over visschen en visscherijen is, en tevens den
visscher van beroep een schat van boeken aangewezen te hebben,
waarmede hij zijn voordeel kan doen, dan zou ik de voldoening
smaken mijne snipperuren nuttig besteed, en ook iets bijgedragen
te hebben tot ontginning van het rijke veld der bibliographie.
Rotterdam, 3 December 1873.
D. MULDER BOSGOED.
-ocr page 21-
Dans la préface de mon „Bssai d\'une Bibliographie ichthyologique", j\'ai dit
quelques mots sur les motifs de cette publication: maintenant, que ce travail
va se publier sous une forme bien plus étendue et plus complete, il ne me suffit
pas de répéter ces paroles; il faudra que j\'y ajoute quelques détails, mon Essai
ne s\'étant répandu d\'ailleurs que dans un cercle fort étroit.
On sait que lors de 1\'exposition internationale de produits de pêche, etc. qui
eut lieu a Bergen, en Norvège, aout 1865 , il sepubliaun cataloguedes envoisde
la Hollande, par 1\'entremise du College des pêches maritimes; on y trouve
une liste d\'ouvrages sur les pêches et des placards, lois et décrets relatifs a
cette branche. J\'ai founii pour cette liste quelques matériaux insigniflants, mais
tout en faisant mes recherches j\'eus 1\'occasion de remarquer que ce terrainaété
peu défriché. et 1\'envie me prit d\'y consacrer mes loisirs.
Je pris donc Ie parti de poursuivre mon but en me bornant d\'abord a noter
tout ce qui se présenta a mes yeux quant a la pêche. Or, il n\'y cut qu\'unpas
de ces travaux a une recherche minutieuse de tout ce qui se rapporte a cette
importante branche d\'industrie. Bien qu\'au début je voulusse me bomer exclu-
sivement a la pêche dans toute son étendue, bientöt je me disais qu\'une nomen-
clature des principaux ouvrages sur 1\'histoire naturelle des poissons en géuéral
et de quelques espèces en particulier, serait indispensable a mon recueil, attendu
que ces ouvrages parlent bien souvent, parfois très-amplement même, sur 1\'art
de la pêche.
De cette maniere j\'avais recueilli dans Ie cours de 1\'an 1867 environ 3000
articles sur 1\'histoire naturelle des poissons, la pisciculture, la pêche et la légis-
lation de la pêche.
En travaillant a cette étude, je ne me proposais pas de publier ce recueil;
quiconque connaït les difficultés qu\'une pareille publication rencontre dans ce
pays, Ie comprendra sans doute.
Quelques personnes bienveillantes, qui remarquaient Ie volume toujours crois-
sant de mes travaux, me conseillèrent toutefois de Ie faire publier par 1\'entremise
de quelque Société scientifique. Les efforts que je fis dans ce but ont été cou-
ronnés d\'un plein succes. Messieurs les Directeurs de la Société néerlandaise
-ocr page 22-
XIV
pour l\'encouragcment de 1\'Industric. a qui j\'avaisprésenté mon traite, résolurcnt.
après de sérieuses délibérations, de publier ma Bibliographie comme appendice
de leur revue périodique, de maniere que plus tard ces feuilles pourraient former
un volume séparé.
Voila comment mon „Essai d\'unc bibliographic ichthyologique" vit Ie jour
pendant les années J 868 a 1871.
Aujourd\'hui que mon ouvrage va paraitre bien plus étendu et plus complet,
je dois mes plus vifs remereïments a la protection bicnveillantc de M.M. les
Directeurs de la dite Société.; particulièrement a M. Ie professeur A. H. van der
Boon Mesch. alors président-directeur, puisque cc sont eux qui ont donné l\'im-
pnlsion a la publicalion de ma bibliographic.
Pendant 1\'impression de l\'Essai, j\'ai toujours continue et amplifié mesrecher-
ches. de sorte qu\'ii la (iu de 1871, j\'eus de nouveau réuni 300ü numéros en-
viron. répandus sur les diverses divisions. J\'ai pensé un moment a les publier
comme supplément de l\'Essai; mais bien considéré j\'ai renonce a co projet, —
Ie supplément étant dans ce cas la partie la plus interessante de 1\'ouvrage; j\'ai
donc préféré a retouclier Ie tout et d\'en faire un seul volume.
La grande et diffieile question se présenta alors: oü trouver les secours in-
difpensables pour faire paraitre mon écrit si considérablement augmenté? Heu-
reusement mes efforts ont été cette fois encore couronnés d\'un plein succes. Les
secours pécuniaires promis de la part de M.M. les Directeurs de la Société
hollandaise des sciences a Harlem, et de la Société néerlandaise de commerce a
Amsterdam, m\'out mis\' a même de faire impriiner mon travail. Aussijeme crois
obligé de leur en témoigner ici ma plus vive reconnaissance.
Voila ce qui se rapporte a 1\'origine de eette bibliographic; quelques mots encore
sur Ie travail même.
Un coup d\'oeil dans la table des matières suffira pour que 1\'on soit convaincu
du plus grand intérêt de eet ouvrage. comparé a F Essai, et pour voirjusqu\'oü
j\'ai cru devoir étendre mon plan primitif.
Principalement la première partie traitant sur l\'Hi.itoire naturelle des poissous
a été considérablement augmentée. Dans l\'Essai il n\'y eut que 1300 et quelques
numéros; ce uombre est accru jusqu\'ii 2800 environ.
Dès Ie commencement j\'eus la conviction qu\'une liste des principaux ouvrages
sur 1\'histoire naturelle des poissous en général et de quelques espèces en par-
ticulier serait indispensable a mon recueil; il va sans dire que j\'ai cru dans cette
nouvelle édition devoir recueillir tout ce qui me fut possible de trouver sur cette
matière, soit dans les eeuvres spéciale s, soit dans les revues ou traites de Sociétés
savantes et même ce qui se trouve sur les poissous dans les relations de voyage
et les ouvrages d\'tthnographie et de topographie. Pour ne pas trop m\'étendre
je n\'ai pas fait mention de traites sur les poissons fossilcs ou purement anato-
miques; on remarquera cependant que ei et IA j\'ai abordé auss/ ce terrain, lors-
qu\'en négligeant de citer quelque traite anatomique je craignais faire tort aux
ouvrages que j\'avais mentionnés.
-ocr page 23-
XV
Il va sans dire que, quant au hareng, au saumon et aux cétacés, il faudra
consulter les ouvrages généraux aussi bien que les ouvrages spéciaux qui se trou-
vent places dans los divisions respectives.
Si quelque lecteur trouve étrange de rencontrer 1\'histoire naturelle des cétacés
parmi cello des poissons dans la première partie, je lui dirai que je ne pus m\'en
abstenir, attendu que la pêche de la baleine occupe une place importante dans
la seconde partie de eet ouvrage traitant sur les péches, et que très-souvent la
description de la pêche se trouve dans 1\'histoire naturelle de ce mammifère.
Les grandes attentes qu\'on a des résultats de la piscicidture d\'un point de vue
industriel, surtout dans les dernières années, m\'ont induit a prêtcr une attention
particuliere aux ouvrages qui en parlent. Plus de 180 numéros sur ce sujet ont
été insérés dans cette bibliographie; les amateurs trouveront par conséquent de
quoi eurichir leurs connaissances d\'après ce qui a vu Ie jour sur eet important
sujet, surtout dans les pays étrangers.
S\'il me fut permis de dire mon opinion sur la valeur de ces travaux, comparés
ïi ceux de mon „Essai", je n\'hésitorais nullcmcnt a donner la préférencc a la seconde
partie traitant sur les péches. Mes recherches et perquisitions continuelles m\'ont
fait connaitre une infinité d\'ouvrages, oü se trouvent des détails sur les pêches,
indispensables a ceux qui en voudront plus savoir que cc que les manuels connus
rapportent sur un sujet de si grande importance. On s\'en convaincra aisément
en feuilletant la division des „ouvrages généraux"; ceux qui se rapportent aux
pêches hollandiiises et anglaises s\'y trouvent indiqués séparément.
Il sultit d\'un coup d\'ceil pour voir ce qu\'on trouve sur la pêche e. a. dans
The Nautical Magazine, Macpherson\'s Annals of Commerce, Bremer Handels-
blatt, Annuaire de 1\'économie politique"; ou bien ce qu\'en disent; Pierre de
la Court, Luzac, Wagcnaar, de Jonge (zeewezen), „Hollantse en Europesche
Mercurius, les Annales néerlandaises, Ie „Tegen woordige Staat der Vereenigde
Nederlanden", etc.; tandis que parmi les livres anglais sur la pêche on ren-
contrera un assez grand nombre de livres rares et peu connus, d\'une assez grande
importance quant a 1\'histoire de la pêche, même a 1\'égard de notre pays, Quel-
qu\'un pourrait-il s\'attendre a un nombre plus considérable d\'ouvrages sur la
branche principale de la pêche, e\'est-a-dire celle du hareng, que les 150articles
insérés dans Ie chapitre sur cette branche, je me permettrais de lui faire observer
qu\'en premier lieu les ouvrages généraux, dont je viens de parier, doiventêtre
consultés sur la littérature de cette pêche.
Nous sommes arrivés a un chapitre que j\'aimerais voir compter parmi les plus
importants de ma bibliographie, que j\'ai traite avec quelque préférence, je veux
dire: la pêche de la baleine.
Combien ce sujet nous offre de bienfaisants souvenirs des exploits courageux
de nos ancêtres, de ces navigateurs hardis, de ces négociants entreprenants!
On n\'a qu\'ii penser aux efforts réitérés pour trouver Ie passage par Ie Nord de
1\'Asie vers la Chine et les Indes orientales, dans un temps oü 1\'on manquait
de tant de ressources et de nioyens, aujourd\'hui a la portee de tous!
-ocr page 24-
XVI
D\'abord j\'cus 1\'intention de recueillir autant que possible toutes les relations
de voyage aux regiems du Pöle arctique et les descriptions de cette partie du
monde; j\'y ai renonce enremarquant quemon ouvrage grossirait considérablement
par cette énumération, mais sans que mon but en fut mieux atteint.
Non pas tous ces journaux renferment des détails sur la baleine et la pêche;
j\'ai préféré par conséquent de prendre comme point de départ les premiers voyages
des Anglais pour la pêche de la baleine. Selon Macpherson (No. 3038) et Ie
„Walvischvangst (N°. 3583), cette nation envoya déja 1\'an 1608 des navires
pour la pêche de la baleine aux eaux du Spitsberg, et Jones Poole dans son
expédition de 1610 pour Ie „Moscovian Company", voyant plus de proiit a prendre
les baleines et les morses qu\'en cherchant des pays inconnus, fit un rapport très-
important a ses maitres en Angleterre concernant les eaux prés de Spitsberg
qu\'il avait trouvées peupleés du cétacé. On proiita de ce rapport et lors de 1\'année
suivante deux navires sous Ie commandement de Thomas Edge et de Jonas Poole
furent expédiés pour la pêche de la baleine. L\'année suivante ces mêmes régions
furent visitées dans Ie même but par les Hollandais. Quant aux dissensions entre
les Anglais et nos compatriotes qui en résultèrent, et sur Ie prétendu droit de
ces eaux que ceux-la voulaient faire valoir, on en trouvera différentes sources
dans cette bibliographie.
Qu\'on ne croie pas que j\'ai oublié de faire mention de la découverte du Spits-
berg par nos célèbres Willem Barendtz, Jacob van Heemskerk et Jan Cornelisz
Rijp. Leurs expéditions clepuis 1594 a 97, qu\'il suffit de nommer ici pour que
tout Ie monde se les rappelle, décrites par Jan Huyghen van Linschoten et Gerrit
de Veer se trouvent düment insérées dans cette division. Même j\'ai mentionné spécia-
lement un avis important sur la baleine par J. H. v. L., en citant\'son ouvrage
(voir No. 3503). Si dans ce temps on y eüt fait attention, nos aïeux auraient
pu aller ïi la pêche de la baleine avant les Anglais de plusieurs années et pro-
bablement les querelles postérieures eussent été prévenues.
Ces premiers voyages des Anglais pour la pêche de la baleine se trouvent
presque exclusivement dans Ie recueil aussi rare que précieux des voyages de
Purchas (voir No. 3423) dont un cxemplaire précieux se trouve dans la Bibli-
othèque royale de la Haye; la bienveillance connue du Directeur de cette institution,
M. M- F- A- G- Campbell, m\'a mis en état de consulter eet interessant recueil.
Ce que les découvertes au Nord furent pour la pêche de la baleine, les premiers
voyages vers 1\'Amérique, particulièrement dans la partie septentrionale, 1\'ont été
pour la pêche de la morue dans les eaux de Terre-Neuve, comme 1\'on voi( entre
autres dans: Hakluyt\'s voyages, navigations and discoveries (No. 3664); les
voyages de John Davis (No. 3630); Macpherson\'s Annals of Commerce, et
d\'autres. Dans la même division on trouvera nommées beaucoup de sources pour
la connaissance de la pêche de la morue, dans les eaux de 1\'Islande.
Quant a la pêche cêtière, on n\'en trouvera cités (p. 259) que quelques ouvrages
séparés. Les „ouvrages généraux" devront être consultés pour cette branche de
la pêche.
-ocr page 25-
XVII
Dans la division sur la pêche et la culture des Auitres, j\'aid\'abordnientionné les
principaux ouvrages spéciaux sur 1\'kistoirc naturelle des mollusqucs et des cru-
staoés, non cités parmi les ouvrages généraux de la première partie. Pour la
profonde connaissance de ce crustacé il sera de la premiere néccssité de consultor
ces ouvrages du premier rang.
Les 600 opuscules — pour la plupart d\'origine anglaise — qui sont nommés
dans la division de la pêche fiuviale, la pêche a la ligne, la pêche dusaumon, seront
sans doutc plus que suffisants pour prouver comment Ie „truc art of angling"
se pratique, au-dela do la Manche, non seulement avcc énergie, mais encorc
métliodiquemcnt; tandis que Ie petit nombre de livres en langue hollandaise
prouve que nous autres Hollandais, ne sommes pas les vóritables pêcheurs
a la ligne.
A la fin de la même divisionj\'aicitéquelques ouvrages, traitant exclusivemcnt
de la pêche du saumon; il ne sera pas inutile de dire cependant, que eet art
est traite d\'unc maniere dótaillée dans quelques-uns des autres ouvrages nommés
dans cette division.
Les sources d\'oü j\'ai principalemcnt puisé cette riche nomenclnture sur la
pêche dans les eaux douces se trouvent a la tin de cette division. La „Biblio-
theca piseatoria" de M. Westwood surtout m\'a rendu d\'importants services.
Nommer tout.es les sources dont je me suis servi en rédigeant les divisions
déjït nommées. serait une tache difRcile, chaque numero répondant d\'ailleurs pour
lui-même. Je me rendrais coupablc d\'ingratitudc pourtant en me taisant sur les
grandes obligations que je dois entre autres a Engelmann und Carus, Bibliotheca
zoologica; Ie premier tome (avant-propos et sources) de Cuvier et Valencietuies,
Histoire naturelle des poissons; Watt\'s Bibliotheca Britannica; Gimther\'s Zoological
Record ; Catalogue of scientiüc papers published by the Royal Society; Ie
catalogue de la bibliothèque de M. Hazard; ajoutez-y un grand nombre d\'autres
catalogues et les grands ouvrages bibliographiques.
On aura occasion de remarquer que la littérature des pays du Nord sur les
poissons et la pêche occupe une place importante dans eet, ouvrage. C\'est prin-
cipalement la bienveiüance de M. A.-P. van Stolk, membre du college des
pêches maritimes, qui m\'a fourni 1\'occasion de consulter sur eet article les
sources indispensables.
Encorc quelques mots sur la dernière division, la législation mr la pêche, sujet
qui, rédigé de cette maniere — du moins pour ce qui concerne la législation
néerlandaise — semblerait peut-être un peu déplacé dans cette bibliographie. Je ne
me suis pas borné exclusivement a énumérer les sources, oü 1\'on pourra trouver
tous ces chartres, résolutions, ordonnances, placards, lois et réglements, mais
j\'ai cru devoir noter d\'après ces sourees (qu\'on veuille s\'en convaincre, pp.
309 et 410) quelles précautions ont été prises, quelles résolutions ont été publiées,
quels subsides ont été accordés, quelles lois ont été arrêtées a 1\'égard de nos
pêches, depuis 1\'an 1235 jusqu\'a la fin de 1872. En agissant ainsi, j\'ai cru
avoir fourni un apereu chronologique de 1\'histoire de notre pêche, pendan\';
-ocr page 26-
XVIII
une période de plus de six siècles, ou bien — pour me servir des paroles carac-
téristiques de M. Eréderic Muller „un cadre pour cette histoire, tel qu\'il en
manquait jusqu\'a nos jours"; avantage sensible pour quiconque voudra se mettre
a la hauteur, a une époque donnée, de 1\'état et de la marche des différentes
branches de la pêche.
En outre il résulte de eet apercu clironologique la grande importance que la
pêche a eu jadis pour notre pays. Supposé que quelqu\'un eüt ignoré jusqu\'ici
que la pêche du hareug fut nomraée autrefois la mine d\'or de la Hollande. un
coup d\'cail dans ces pages lui fera voir que le3 Colleges d\'Etat les plus éminents
s\'occupaient presque continuellement des délibérations sur les interets de la
pêche; que ces mêmes pêches se liaient étroitement aux interets de 1\'Etat; que
lors d\'uno guerrc avee les grandes puissances de l\'Europe on fixa d\'abord l\'at-
tention a 1\'équipement de la „Üotte des pêcheurs", pour appeler de son sein les
héros dont la patrie avait besoin pour maintenir son rang et sa gloire de puis-
sance maritime du premier ordre.
Si donc cette division en particulier trouvat quelque appréciation, je me
trouverais récompensé des veilles et des travaux assidus, que m\'ont coutés les
recherches dans la multitude des in-folio pour contribuer a faire mieux con-
nattre 1\'ancienne gloire de la Hollande.
D\'un autre cöté on pourra observer peut-être qu\'il m\'eüt fallu domier une
plus grande extension il cette division en faisant mention p. e. des ordonnances
des principales villes quant a la pêche et des pièces relatives a ce sujet,
déposées en divers archivcs communaux. Mais ces pièces étant en général d\'un
caractère plus local qu\'uaiversel, j\'ai pu les passer sous silence, aussi pour ne
pas clonner une trop grande extension a mon ouvrage. D\'ailleurs Ie temps et
les moyens me manquaient pour fouillcr encorc ces sourees dans les divers lieux
ou on les trouve conservées. Aussi on en remarquera plusieurs dans les descriptions
des pro vinces et les topographies aux divisions: pêche néerlandaise, pêche du
hareng et pêche de la baleine; puis je m\'en réfère aux inventaires publiés de
quelques archives.
On ne me reprochera pas, j\'espère, que la législation des autres pays de
1\'Europc soit moins amplemcnt traitée. En premier lieu les sources iudispensables
ne se trouvaient pas a ma portee, et d\'ailleurs un pareil travail excéderait mes
forces et prendrait par trop de temps.
Qu\'on regarde donc Ie peu que je mentionne relatif a la législation sur la pêche
en Francc, en Angleterre, on Allemagne, en Scandinavië, etc. plutöt comme
appendice de celle de la Hollande.
Saus contredit les pêches 1\'aisaient en tous temps un sujet de délibération
parmi les diverses nations, cc qui me suggéra 1\'idée d\'ajouter ïi mon livre une
liste des principaux traites, qui en furent Ie résultat. Ordinairement je me suis
conforme en ceei aux indications de Kluit, qui dans son „Historia federum
Belgii federati" (No. 3158) examine quelques traites de pêehe entre la Hollande
et les autres puissances maritimes; mais aussi en d\'autres sources j\'ai trouvé
-ocr page 27-
XIX
des details sur divers traites, renfermant des articles sur les pêches. Or, je
suis convaincu que dans bien d\'autres traites de paix, de commerce et de marine
se rencontrent des articles concernant la pêche, mais fouiller dans tous les
traites innombrables serait une töche difficile a reraplir.
Voila ce que je crus devoir dire sur les diverses divisions de tnon ouvrage.
En me deinandant si la maniere dont j\'ai traite mon sujet obtiendra les suft\'rages
de tous ceux qui s\'intéressent a cette branche, la réponse ne saurait être affir-
mative. Toutefois j\'ose me iiatter que Ie plan de 1\'ouvrage sera approuvé du
plus grand nombrc d\'entre eux. Non seulement j\'ai inséré dans cette biblio-
graphie tous les ouvrages et écrits relatifs a la pêche et aux poissons, j\'ai
encore fait mention des morceaux répandus dans un grand nombre de revues
périodiques en diverses langues, des ouvrages de sociétés savantes, même des
articles de journaux qui m\'ont paru interessants; enfin et surtout ce qui pourrait
se trouver sur ces sujets dans les ouvrages géographiques et topographiques ou
d\'histoire naturelle. Intimement convaincu que c\'est la ia voie u/üijtie pour arriver
a une bibliographie complete (autant que la perfection est possible a atteindre)
sur une branche d\'étude quelconque, je nc doute nullement que ceux qui se
serviront de mon ouvrage soient d\'accord avec moi quant a ces opinions.
Que d\'ailleurs mon travail n\'est pas sans beaucoup de défauts, qu\'il est loin
d\'être complet, je n\'en suis que trop convaincu. Déjsï maintenant il ïnanque
quelques ouvrages et articles de revues, parus dans Ie courant de 1872 et 73,
et qui n\'ont pu être insérés, attendu que 1\'impression a commencé dès Ie com-
mencement de 1872. Rien ne me sera aussi plus agréablc que de recevoir de
personnos intcressées des remarques bienveillantes ou des données qui pourraient
servir plus tard a completer cette bibliographie.
Quant aux fautes qui pourraient s\'êtrc glissées dans les titres des ouvrages
cités , je m\'en excuserai en disant que les titres sont donnés pour la plupart, tels
qu\'ils se trouvaient cités dans les sources que j\'ai consultées.
Dans toutes les divisions —• a 1\'exception de celle traitant sur la législation
néerlandaise — a été suivi 1\'ordre alphabétique, d\'après les noms des auteurs;
de plus j\'ai ajouté un alphabet général, parce que très-souvent un nomd\'auteur
se rencontre en divers chapitres. Aussi je crois que les indications, jointes a
la table des matières, faciliteront 1\'usage de cc livre.
Dans Ie but de donner aux étrangers 1\'occasion de se. servir de cette biblio-
graphie, j\'ai donné une traduction francaise des titres des divisions, de la table
des matières et de la préface.
Il me reste ü témoigner mes plus vifs remereïments a tous ceux , qui d\'une
maniere ou d\'autre m\'ont prêté leurs secours dans la compilation de eet ouvrage,
ou qui m\'ont soutenu par leur influence, leur avis ou 1\'usage de leur bibliothèque.
Surtout je me crois obligé a M.M. L. Ph. C. van den Bergh, P. Bleekcr.M.
E. A. G. Campbell, P. F. Hubrecht, Mart. Nyhoff et A. Vrolik u La Haye;
A. A. van Bemmelen, J. C. E. baron van Lynden, J. H. Scheffer et A. P. van
-ocr page 28-
XX
Slolk a Rotterdam, Fred. Muller et G. F. Westerman a Amsterdam, C. J.
Bottemanne et P. A. Tiele a Leide; J. P. van Visvliet a Middelbourg; J. P.
J. W. Korndörffer a Breda et J. L. Beijers a Utrecht. En outre M.M. van
Bcmmclcn, Campbell, Tiele, Schefler et Westerman m\'ont fort obligé en voulant
revoir les épreuvea; je leur en témoignc ma sincère reconnaissance. Ces Messieurs
ont bien voulu noter lesquels des ouvrages cités se trouvenl dans les bibliothèques
confiées a leurs soins. — Connaitre un livrc et savoir oü Ie trouver sont deux
choses bien difl\'ércntcs. C\'est pourquoi les indications qui sont jointes a une
foule d\'ouvrages seront d\'une grande utilité a ceux qui consulteront cette
bibliographie.
Les secours et les encouragements qui m\'ont été donnés de si différentes ma-
nières m\'ont puissamment soutenus dans l\'acconiplisseiiient d\'une taclie, bien sou-
vent, aride et péniblc. Je me suis vu honoré aussi, a ma grande satisfaction, dans
Ie cours de cette année, d\'une médaille d\'argent de la part du „Deutsche
Fiieherei- ferei*",
pour avoir cnvoyé a cette Société la première partie de mon
ouvrage, lors de 1\'exposition de pêche a Berlin.
Qu\'il me soit permis de conclure par les mots qui terminent la préface de
mon „Essai". Si j\'ai réussi a épargner des recherches pénibles et souvent in-
fructueuses, et un temps précieux aux amateurs des branches d\'étude que j\'ai
traitées, surtout a 1\'auteur qui un jour s\'occupera d\'une histoire de la pêche
néerlandaise; si j\'ai démontré sufflsamment combien notre littérature etcelledes
autres nations sur la pêche el les poissons est étendue et interessante; si j\'ai
désigné au pêcheur de profession une précieuse collection de livres dont il pourra
tirer prottt, — j\'aurai la salisfaction d\'avoir utilisé mes loisirs et d\'avoir con-
tribué a défricher Ie riohe terrain de la bibliographie.
Rotterdam, Ie li décembre 1873.
D. MULDER BOSGOED.
-ocr page 29-
INHOUD.
Table des matières).
Voorrede............................................ Blz. I—XII.
Préfece............................................. » XIII—XX.
Inhoud. (Table des matières).......................... »XXI—XXVI.
I. Natuurlijke geschiedenis van de visschen.
(Histoire naturelle da poissons.)
n.
Algemeene werken.
(Genéralités, dictionnaires, encyclopédies, etc. Blz. 1 —16. No. 1—186.
Vergelijk No. 2280—83, 2299—2303, 3011, 3086, 3089,3142,3902.
b. Visschen van verschillende landen en werelddeelen.—Enkele soorten.
(Poissons de différents pays. — Espèces séparées.)
Blz. 16-147. No. 187—2309.
Vergel. No. 2682, 3125, 3127, 3442, 3451, 3526, 3534,3935,3938,
4028, 4037, 4038, 4193, 4200, 4236, 4261, 4290.
o. De haring en haringachtige visschen.
(Le hareng.)                                      Blz. 147—150. No. 2310—2355.
Vergel. 469, 489, 640, 848, 1732, 1766, 1779, 1954, 2002, 2004,
2060, 2280, 2291, 2431, 3303, 3353, 3390, 3442, 3646.
d.   De zalm en zalmachtige visschen.
(Le saumou.)                                     Blz. 150—156. No. 2356 -2468.
Vergel. No. 194, 812, 848, 1062. 1100, 1412, 1915, 1982, 2002,
2004, 2041,\' 2114, 2213, 2251, 2280, 2291, 2980, 3353, 3442,
4261, 4364.
e.  De walvisch en walvischachtige dieren,
(Les cétacés.)                                    Blz. 157—176. No. 2469-2783.
Vergel. No. 639, 848, 1100, 1412. 1590, 1732, 1780, 1977, 2004,
2280, 3011.
ƒ. Kunstmatige vischteelt.
(Pisciculture.)                                    Blz. 177—188. No. 2784-2967.
Vergel. No. 229, 339, 688, 704, 736, 1724, 2368, 2373, 2461,
2977, 3101, 3905, 3908, 3925, 3942, 3975, 3981, 3997, 4002,
4025, 4048, 4055, 4072, 4075, 4083, 4090, 4093, 4105, 4119,
4158, 4177, 4179, 4187, 4236, 4262, 4270, 4288, 4307, 4308,
4335, 4336.
-ocr page 30-
II
INHOUD.
Visscherijen.
{Pêches.)
a.  Algemeenc werken.
(Généralités.)
1.  Zeevisscherij.— Hand- en woordenboeken. — Verslagen.
(Pêche maritimc. — Manuels. — Dictionnaires. — Kapports.)
Bk. 189-204. No. 2968—3127.
Vergel. No. 68, 125«, 138, 217, 714, 736, 773, 774, 894,
1173, 1595, 1607, 1672, 1732, 1954, 2376, 2412, 2669,
3090, 309!, 3093—97, 3099, 3102—3107, 3158.3498,3502,
3809, 3891, 3902, 4057, 4061, 4212, 4254, 4348«.
2.  Nederlandsclie visscherijen, in het algemeen.
(Pêches Néerlandaises. Généralités.)
Blz. 204—214. No. 3128-3196.
Vergel. No. 3091, 3109, 3118, 3212, 3230, 3246, 3260,
3273, 4436.
3.  Engelschc visscherijen in het algemeen.
(Pêches anglaises. —Généralités.)
Blz. 214- 218. No. 3197-3268.
Vergel. No. 881, 1093, 3031, 3036, 3038, 3039, 3046. 3091,
3109, 3111, 3112, 3118, 3129,3141,3145,3156,3158,3162,
3163, 3166, 3175, 3187,3280,3427,3162,3603,3605,3628.
Noordschc visscherij.
(Pêches de la Scandinavië.)
Vergel. No. 2260, 3025. 3026, 3053—3085,3118,3175,3343 —
3352, 3367 , 3372, 3421, 3463, 3565, 3636. 3637 , 3644—3648,
3671-3674, 3677. 3678,3691.3741,3757,3803.3810,3982,
4112, 4148, 4149. 4171. 4172, 4174, 4189, 4314, 4367,
4368, 4371, 4423, 4425, 4426.
b.  Haringvisscherij.
(Pêche du hareng.)                        Blz. 218-231. No. 3269—3415.
Vergel. No. 848, 903. 2324, 2326, 2327, 2334, 2345, 2346,
2350, 2969, 2975, 2983, 2984, 3010, 3015, 30J9, 3024,
3032, 3034, 3036-3039. 3045, 3046, 3050, 3069, 3091,
3111, 3112, 3126,3128-3268.3117,3418,3420,3424,3446,
3483, 3485, 3528, 3545, 3571, 3577, 3607, 3611, 3612,
3613, 3618.
e. Walvischvangst en reizen ter walvisehvangst.
(Pêche de la baleine et joumaux de baleiniers.)
Blz. 231—253. No. 3416-3616.
Vergel. No. 1732, 1845, 1847, 2004, 2480, 2481,2496,2504,
2516, 2668, 2669, 2675, 2682, 2698, 2728, 2969, 2975,
2983, 2984,2989,3010,3015,3019, 3024,3032,3036—3039,
3045, 3046, 3050. 3091. 3111, 3126, 3129, 3130, 3137,
3296, 3297, 3356, 3361, 3362, 3366, 3383,3389,3394,
3395, 3413, 3629, 3642, 3668.
d. Kabcljaauwvisscherij.
(Pêche de la morue.)                      Blz. 254—258. No. 3617-3684.
Vergel. No. 712, 713, 1607, 1632. 1845, 1847, 2114, 2119,
2231, 2969, 2983 . 2987 , 3015 , 3019, 3024, 3036—3039. 3044,
3045, 3046, 3069.3091,3094—3097,3100,3111,3118,3126,
3138, 3180, 3247, 3272, 3336, 3353, 3372, 3389, 3420,
3442, 3562, 3593, 3615, 3616.
-ocr page 31-
TABLE DES MATIÈRES.
XXIII
e.  Kustvisscherij. — Oestervisscherij en oesterteelt.
(Pêche cótière. — Pêche et culture des huttres.)
Blz. 259—267. No. 3685—3817.
• Kustvisscherij. Vergel. No. 714, 181-5, 2213.2219,2410.3009.3032.
3034. 3036—3038. 3091. 3097, 3168. 3382.
Oestervisscherij. Vergel. No. 2280. 2793. 2829. 2891. 2980. 2981,
3032. 3036, 3088. 3067. 3174, 3432.
f.  Riviervisscherij. — Hengelkunst. — Zalmvisscherij.
(Pêche fluviale. — Pêche a la ligne. — Pêche du saumou.)
Blz. 268—305. No. 3818—4*10.
Riviervisscherij. Vergcl. No. 206. 216. 233. 269. 328.339.579.626.
645. 736. 755.786.894.1173.1360,1397.1400.1535.1570,
1591. 1592. 1595.1598. 1608,1672,1732,1740.1782.1845,
1847. 1915. 1954. 2052. 2797.2815.2831,2840,2896.2910.
2926. 2965, 2980. 2987. 3013—3015. 3019. 3029. 3044,
3049. 3069. 3086, 3087. 3089, 3090, 3098. 3168. 3526.
Zalmvisscherij. Vergel. No. 602. 848. 1062. 1100. 2362, 2376,2382.
2395, 2412. 2434, 2444,2464,2466,2983,3010,3015.3024,
3036—3038. 3091, 3139,3177.3180.3245.3281.3290,3372,
3562. 3956, 3968. 3969. 3984. 3998.4038, 4039, 4081, 4125,
4141, 4174, 4203,4209,4267.4300.4360,4361,4363—4400.
g.  Tentoonstellingen van visschcrij-voorthrengselen. gereedschappen, enz.
(Expositions de produits et engins de pêche.)
Blz. 305-308. No. 4411—4452.
Vergel. No. 2984, 3089.
h. Wetgeving op de visscherijen.
(Législation des pêches.)
1.  Nederlandsche wetgeving. — Charters. Résolutiën, Plakkaten,
Ordonnanticn, Wetten en Reglementen.
(Législation Néerlandaise. — Chartcs, Resolutions. Placards.
Lois et Réglcmeuts.)
             Blz. 309—436. No. 4453—6271.
2.  Pransche wetgeving.
(Législation francaise.)           Blz. 436—440. No. 6272—6326.
Vergel. No. 68. 339, 2821, 2992. 3034. 3101. 4154. 4212,
4239. 4240.
3.  Engelsche wetgeving.
(Législation anglaise.)            Blz. 440—442. No. 6327—6361.
Vergel. No. 2378. 2984, 3234, 4061. 4118, 4300. 4338.
4.  Wetgeving van andere landen van Europa.
(Législation d\'autres pays de 1\'Europe.)
Blz. 442—443. No. 6365—6380.
Vergel. No. 786, 3992, 4173.
i. Tractatcn betrekkelijk de visscherijen.
(Traites et conventions concernant les pêches.)
Blz. 443—447. No. 6381—6420.
k. Addenda.
Alphabetisch register.
(Table alphabétique.)
Blz. 447—448. No. 6321—6436.
Blz. 449—474.
-ocr page 32-
SYSTEMATISCHE LIJST
van de Charters, Resolutiën, Plakkaten, enz.
vermeld in de afdeeling:
Nederlandsehe Wetgeving op de Visscherijen.
(Liste systémaüque des Chartes, Bésolutions, Placards, etc.
mentionnés dans la divisioti:
Législation Néerlandaise des peches.)
Haringvisscherij. {Pêche du hareng.)
No. 4463, 66, 71, 4508, 4, 7. 8. 11—13, 15. 20, 21, 30, 33. 40—42.
44—62, 72—80, 83—85, 88, 90—92, 93«, 4595—4601, 4603—16,
19-27, 30—32, 33—43, 45—52. 54—64, 66—68.4670—4706,4708—10,
13, 15—28, 30—34, 44, 47,49—68,70,71.75—78,82—87.4790—4814,
16—18, 20—38. 40-42, 43, 46, 48—57. 59-70, 72, 74, 76, 78-85,
87—91, 98, 4902, 3, 12, 17—22, 24—28, 30—34, 36—38, 40. 46—51,
54—60, 68, 70, 72—75, 82, 92, 97, 98, 5000. 5001, 5, 7—9. 13.
15—18, 20, 21—25, 32, 36—39, 44, 45, 47—49, 55, 56. 69, 70, 72,
76—78, 80, 82—86, 91, 93—97. 5100, 5102, 3, 6, 11—13, 16—18,26.
28, 31—33, 37, 40, 41, 46—49, 53—55, 58, 60—64, 66, 68—73, 76,
77,   82, 83, 91, 92, 96, 97, 5205—10. 12—16, 18—23, 26—29, 33,
37—39, 42, 45, 47, 54, 55, 57, 58, 60, 61, 64—67, 70. 76, 78—80,
83, 86—88, 90, 94, 5297—5301, 8—10. 12,14—16.18—21,24,27—30,
35, 38, 41, 44, 48, 50, 51, 53, 55, 61—63, 66, 67, 69, 70, 72—74,
78,   83, 84, 89—93, 96. 5406, 7—10. 12, 13. 21—24, 26, 34—37,44,
45, 56, 59, 65, 69, 70, 81—83, 86, 88, 89, 91, 97, 5500, 4, 15—18,
20,   21, 23, 24, 27. 28, 31, 32, 37, 42, 43, 48, 53, 57, 58, 61, 63,
68, 77. 85, 88, 91—95, 5600-5607, 13-15, 17—22. 31, 35. 39, 40,
50—57, 63, 64, 84, 92, 97, 99, 5710—12. 14—21, 23—25, 27,29—31,
33, 34, 39-45, 47—49, 52, 53—56, 58, 63. 64, 67-69, 71. 77. 80,
83, 85, 88—96, 5799—5805, 7, 8, 10, 12, 13, 16, 20-22, 27, 28,30.
42, 45, 46, 49—57, 60. 78—80, 83, 85, 86, 89—91, 93, 94, 96—98,
5903—12, 15, 17, 20, 22—24, 27—40, 42, 44, 46, 49—52, 54—56,
58, 60, 61, 66, 67, 73, 74, 76—81, 86, 90, 95, 96, 98, 6003—6005,
7—11, 13—16, 18, 19, 21—25, 30. 31, 33, 37, 38—40, 43,46.48—50.
56, 57. 59, 61, 64, 74, 75, 80—84, 87-89, 91—93, 6101, 2, 4, 11,
21,  23—28, 30, 35, 39, 48—54, 57—59,60—63,68,72,75—76.81—83,
85—87. 90—99, 6200—6202, 6211.
Haringkaken, branden, zouten, enz. (Caquage etc. du hareng)
No. 4504, 44, 56, 58. 62, 67. 1702, 9, 50, 52, 60, 61, 4825, 37, 38,
41, 42, 51, 62, 63, 67, 69, 82, 89, 4906, 19, 20, 26, 27, 30, 32, 36,
70, 97, 98, 5007, 5039, 5141, 5214, 5280, 5316, 20,41,5469,70,5592,
93, 5600, 15, 5725, 5928, 36, 67, 76-78, 6080, 6179.
-ocr page 33-
LISTE SYSTEMATIQUE DES CHARTES, RÉSOLUTIONS, ETC.
XXV
Bootsgezellen. {Pêcheurs-Marins.)
No. 4675, 4758, 59, 4830, 49, 52. 89. 5000, 50. 80, 5166. 5238, 90,
5354, 58. 75. 5411, 5643, 5908, 5909.
Vischwant. {Filets el instruments de pêche.)
No. 4531, 70, 4600, 4617, 4707. 10, 42, 43. 46. 4845. 4910. 61. 69.
80. 5019, 31, 41, 44, 5126, 46, 5428. 43, 51. 54. 62, 73, 93, 5503.
40, 73, 82, 5609, 73. 5751, 5927, 29, 71, 6114, 20, 29, 32. 6156.
Walvischvangst. {Pêche de la baleine.)
No. 4953. 5050—54. 58-68. 71, 75, 80—82, 87—89, 5098. 5102, 4.
5, 7, 9, 10, 14, 19, 21. 22, 24, 30, 32. 37, 44, 45, 51, 52. 57. 68,
78—81, 85, 86, 90, 94, 95, 97, 98, 5204, 17, 29—32, 50, 51. 56. 59.
68 -70, 84, 89, 91—93, 95, 96, 5304—5307, 25, 33.34.36,37,46.47.
53, 54, 57—59, 64, 65, 67, 68, 72, 74—77, 82, 94, 95, 99. 5400.
5403, 4, 6—12, 15, 17—19, 31—33, 39, 46—48, 52. 53, 60, 74. 76.
85. 87, 90, 98, 5506. 7, 10—14, 19, 22, 25, 26, 29. 30. 33—36. 47.
49, 50, 52, 59, 60, 62, 65, 66, 74, 87, 96—98, 5608, 11, 37. 49,
65—71, 81, 82, 85, 87, 89, 92, 94, 98, 5701—5703,13.26.28.35,37.
38, 46, 61, 62, 70, 97, 5809, 14. 15, 17. 23, 26, 29, 32—41. 43. 44.
58. 59, 63—66. 68, 69, 77. 84, 5904, 21, 23, 82, 95, 97.6002.6.51.
85, 86, 96, 6113, 61, 68, 72, 75, 81, 82, 87, 6190—6192.
Kabeljaauwvisscherij. {Pêche de la morue.)
No. 4594. 96, 4892, 4901, 41. 42, 5139, 68, 74, 93. 95. 5322.53.56.
67. 72—74, 77, 98, 5406, 7—10, 12, 59, 92, 5505, 17. 37. 44, 45.
56. 69. 99. 5605. 39, 40, 42. 58. 59. 61, 72—80. 91 . 92. 5702.9,18.
22. 34. 54, 75, 77. 5803. 5, 11, 19. 28. 31. 48—53. 62. 73-77. 81.
83. 86, 87. 98. 5900, 5901, 17. 19. 24, 25. 43, 44,47.50.55.56.69.
75. 83, 87-89. 91, 95. 6004, 22. 30. 31,33.40.43.47.48—50.58.59.
61,  64, 74. 87, 94, 95. 6161. 68, 72. 75, 81. 82. 87. 90—92. 6205.
Kleine en kustvisscherij. {Pêche cotiere. — Pêche du poisson/rat».)
No. 4467, 68, 79, 4516—19, 81, 89. 5657. 82. 4728. 58, 77. 78. 89,
4792—4800, 47, 64, 71, 73-75, 77, 94, 4905, 6, 7, 44.52,65.66.72.
74, 77, 78. 81. 84. 86, 92, 99, 5003, 8, 9, 15, 16. 44, 48, 90, 5103.
13, 15, 20, 23, 32, 34—39, 53—55,59—62, 65 , 68, 74, 82 -84, 88, 91, 97 .
5199—5203, 13, 15, 18-25, 27, 28, 33—35, 37.39-41,43.48.49.54.
58, 62, 63, 65. 68-70. 76. 94. 5298—5303. 11, 15.42.53.66.67.69.
70, 72, 77, 79—81, 83, 86-88, 98,5406.5407-10.12,16,21—24.27.
34—37, 41, 42, 49, 50, 55, 58, 52, 92, 5505, 37. 51, 53. 56, 61. 69,
78, 79, 5610, 22, 24. 28, 29, 30, 33, 39, 40, 50, 57. 61—63. 74. 80.
88, 92, 5718. 34, 50, 54, 65, 84. 86, 87, 5802. 3, 5, 49—54. 61.
62,  67, 73, 76, 83, 89, 98, 5902, 10, 14, 19. 50, 52. 54—56. 61, 65,
69. 94, 95, 96. 6004, 5, 8—11, 14-16, 18, 23-26. 30, 31, 32, 37.
44, 45, 47—50, 59, 61, 64, 65, 74. 95, 97. 99, 6103, 17—19. 22, 31,
33 , 36—38, 40—42, 55, 56, 60, 61, 68, 69, 71—75, 79, 80, 82, 83.
87, 90-92.
Visscherij in de Zuiderzee. {Pêches du Zuyderzée.)
No. 4602, 17, 18, 29, 33, 44, 53, 4707. 10—12, 14, 35, 39. 40. 45.
48, 4911, 15. 65, 5009, 11, 27. 35, 73. 5313, 85, 97, 5401, 14, 30,
40,  62, 63, 67, 68, 71, 73, 78—80, 99, 5546, 75,5644,5729,80.5899.
5913, 18, 74, 6110.
Ocstervisscherij en oesterteelt. Mosselvisscherij.
{Pêche et culture des huitres, moules, etc.)
No. 5331, 52. 5477, 5538, 5616, 23, 46, 48. 5708. 66, 87. 5895. 5926.
41,  44, 63. 68, 70, 84, 6027—29, 36, 41. 90. 6100,6105.10,45,6206,
10, 13, 15, 6217.
-ocr page 34-
XXVI         SYSTEMATISCHE LIJST VAN DE CHARTERS, RESOLUTIEN, ENZ.
Riviervisscherij. {Pêche fluvicde.)
No. 4453—62, 64, 65, 69. 70. 72—78, 4480—4502, 5, 6. 9. 10. 14.
16—19. 22-29, 31. 32, 34-39, 43, 63—67, 71. 82. 86, 87, 93,4628,
65. 69. 4729, 36—38, 41—43, 48, 69, 72, 74, 79-81, 88, 89, 4815,
19, 39, 44, 58. 86, 93. 9a. 96, 99. 4900, 4904, 8. 9. 11. 13—15, 23.
29, 35. 39, 43, 45, 71, 76, 79, 83, 85, 87—91, 93—96. 5002, 6.
8—16, 19, 22, 26, 28-31. 33. 34, 40—44, 46, 57, 74, 79. 92.
99, 5101, 8, 25, 27, 29, 42. 43. 50, 56, 67. 75. 87, 5211, 36, 44,
46, 52, 53, 71—75. 77, 81, 82, 85. 5317, 23, 26, 32, 39, 40, 43, 45,
49, 60, 5402, 5, 20, 28, 38, 57, 61. 64. 66. 72. 75. 78, 84, 94—96,
99, 5501, 2, 39, 41, 54, 55, 67. 70. 71. 72, 73, 76. 80, 82, 84. 86,
89, 90, 5012. 25-27. 32. 34. 38. 41, 45, 47. 60. 83, 90, 93. 95, 96.
5700, 5704—7. 32. 36. 51, 57, 59. 60, 72. 73. 76, 78. 79. 81.82,86,
98, 5806, 18, 24. 25, 82, 83, 92, 5916, 48, 53, 57. 59, 62. 6t. 72,
85, 92, 93, 95, 99, 6000, 0001, 12, 17, 20, 26. 29. 32.34,36,42.44,
52-55, 60, 62, 63, 66-73* 76—79, 97. 99, 6108, 9, 12, 14, 15. 16,
24, 29, 32, 34, 43, 44, 46, 47, 64—67. 70, 84, 88. 89. 6203, 4.
7—9, 14, 16.
Zalmvisscherij. {Pêche du saumon.)
No. 5012—16, 19, 5142, 5236, 53, 75, 5332, 39. 40. 45. 5478. 96.
5541, 54, 73, 84, 86, 89, 5625, 32, 34. 41. 45, 47, 60, 83, 90. 95,
5704-7. 32, 36, 59, 76. 98, 5806, 5916, 48, 93, 6000, 17. 52-55,
68, 70, 73, 6129, 64, 65, 84, 88, 99a, 6212.
-ocr page 35-
BIBLIOTHECA ICHTHYOLOGICA
ET PISCATORIA.
I. NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
Histoire naturelle des poissons.
a. Algemeene werken.
[Oénéralités. Dictionnaires. Encyclopêdies, etcï]
"*• 1. Aeliani (Cl.) De natura animalium libri XVII. (gr.) Verba ad fldem
librorum manuscriptorum constituit et annotationibus illustravit Fr. Jacobs;
intextae sunt curae secundae posthumae J. O. Schneideri. Adjecti sunt indices
rerum et interpretatio latina Gesneri a Gronovio emendata. Jenae, Fr. From-
mann, 1832. 2 dln. gr. 8o.
                                                  B. N. A. M.\')
Van de verschillende vroegere uitgaven noem ik o. a.: Rome, 1545. K.B.\'3 O.fj •",
B. V. H. Zurich, 1556; Lyon, 1562; Genève, 1616; Londen , 1744, B. L. R.- \'* ***»
V. H. N. A. M.; en ook eene latere: Paris, Firmin Didot. 1858. K. B. \'s O. f-. -. _,
B. L. H.
2.------Ex Aeliani historia per P. Qyllium, latinifacti, itemque ex Por-
phyrio, Heliodoro, Oppiano, tum eodem Gyllio luculentis accessionibus aucti
libri XVI, de vi et natura animalium; ejusdem Gyllii liber unus, de gallicis
et latinis nominibus piscium. Lugduni, apud S. Gryphium, 1533. 4».
Pisces: lib. XI—XIII.
3. Agassiz, (L.) On a new classification of fisbes, and on the geological
distribution of fossil fishes.
                                                           B. L. H.
Zie: Edinb.new. phil. Journ. 1835, XVIII, bl. 175—178. XIX, bl. 381 -346 ,
1844. XXVII, bl. 132—143. Hetzelfde vertaald, in: Froriep\'s N. Notizen, 1844,
XXXI, N0. 675, bl. 225--230. N0. 676, blz. 241—245.
4.-----Essaisur la classification des poissons. Neuchatel,1844. gr. 4o. B.R.D.
5. Ajasson, (.1. B. F. E. Tic de Grandsagne) Précis d\'ichthyologie ou
d\'histoire naturelle des poissons; collection de iigures dessinée par Rcnjmond,
Paris, Bachelier. 1828. 80.
\') Evenals in mijne „Proeve" zal ik, zooveel mogelijk, de Bibliotheken vermelden ,
waarin de door mij genoemde werken, hier te lande, te vinden zijn. Kortheidshalve
zal ik dit door enkele letters aanduiden, b. v.:
K. B. \'s O. Koninklijke Bibliotheek te \'s Gravenhage.
B. M. M.- W. Bibliotheek van het Museum Meermanno- Westreenianum te\'s Grap.
B.
L.
B.
B.
U.
H.
B.
T.
G.
B.
N.
A.
B.
R.
B.
B.
G.
B.
R.
L.
B.
R.
D.
»        van de Leidsche Hoogeschool.
n          » • Utreehtscbe »
»        van Teyler\'s Stichting te Haarlem.
M.         »        v.h.Kon. Zool. Gen. „Natura Artis Magistra"te Amst.
»        der Gemeente Rotterdam.
S.         »        v.h.Bataafsch Gen. derproefonderv. Wijsbeg. teRott.
•         van het Roiterdamsch Leeskabinet.
•         in de Rotterdamsche Diergaarde.
1
-ocr page 36-
2
HISTOIRE NAÏURELLE DES POISSONS.
6.   Ajasson, (J. Bo F. E. Vic. de Orandsagne) Résumé d\'ichthyologie ou
d\'histoire naturelle des poissons, précédé d\'une introduction et suivi d\'une bio-
graphie et d\'un vocabulaire. Paris, Bachelier. 1829. 2 dln. 12o.
Waarvan een met 48 platen.
7.  Albertus Magnns, Opera omnia, edita studio et labore P. PetriJammy.
Lugduni, Claud. Prost. 1651. 21 dln. folio.
                                 B.L.E.
Zie aldaar over de visschen: Tom. VI, lib. XXIV.
*. 8. Aldroraiiilus, (U.) De piscibus libri V et de cetis liber unus. J. C.
Uterverius
collegit, M. A. Bernia in lucera restituit. Boniae, apud N. The-
baldinum. 1638. folio.
                                      B. U. E. — N. A. M. — T. O.
Ie druk van 1613. K. B. \'s O. — B. L. H. B. T. G.
9.  Aiiiltrosins, (S.) Opera, studio et labore monaehorum ord. S. Bene-
dicti. (Jao. du Priche et Mc. Ie Nourry.) Paris, 1686—1690. 2 dln. folio. B. L. E.
\\JJ. E.
versch. vroegere uitgaven.]
De elf eerste hoofdstukken van het vijfde boek handelen over de visschen.
10.  Andrew, (Laur.) The wonderful sliape and nature of man, beastes,
serpentes, fowles, fishes, and monsters, translated out of divers authors by
L. Andrew of Calis, and printed at Antuerpe, by John Doesborow. (Does-
borch. 1510) folio. With pictures.
11.   Aristotelis de Animalibus libri, latine, Theod. Qaza interprete. Venetiis,
per Joh. de Colonia et Socios. Anno Domini 1476. folio. Ie druk.
12.------Opera omnia, graece et latine, cum indice nominum et rerum
absolutissimo. Parisiis, A. E. Didot. 1848—57. 4 dln. gr. 8».
B. U. H. [Bas., 1563. Par., 1654.]
13. ------ Opera. Edidit Academia Regia Borussica. Berolini, 1831—1870.
5 dln. 4o.                                                                                     B. L. II.
14.------Histoire des animaux. Texte revu et corrigé par N. Piccolos.
Paris, Didot frères. 1863. gr. 80.
15.------Vier Bücher über die ïheile der Thiere. Griechisch und Deutsch
und mit saoherklarenden Anmerkungen herausgegeben von Dr. A. von Prawtzius.
Leipzig, W. Engelmann. 1853. gr. 12».
                        B. L.H.—T.Q.
16.------ïhierkunde. Kritisch berichtigter Text, mit deutscher Ueber-
setzung, sachlicher und sprachlicher Erklarung und vollstandiger Index
von Dr. H. Aubert und Dr. Fr. Winimer. Mit 7ïafeln. Leipzig, W. Engel-
mann. 1868. 2 dln. roy. 8o.
                                   B. T. O. —N. A. M.
17.------Works, translated from the Greek, and illustrated with copfr
ous elueidations from the commentators, by Thomas Taylor. London,
1806—12. 4 dln. gr. 8o.
Van deze uitgave.gedrukt voor rekening van William Meredith.bestaan slechts 50 Ex.
""• 18. Artedi9 (P.) Bibliotheca ichthyologica sive historia litteraria ichthyo-
logiae, in qua recensio fit auctorum, qui de piscibus scripsere, librorum titulis,
loco et editionis tempore, additis judiciis, quid quisvis auctor praestiterit,
quali methodo et successu scripserit, disposita secundum secula in quibus
quisvis auctor floruit. Gryphiswaldiae, Röse. 1788. 5 Pts. 4o. B.N.A.M.
I. Ichthyologia. II. Philosoph. ichthyol. III. Genera piscium: IV. Synonymia
nom. (specierum) piscium. IV. Uescriptiones specier. piscium. (Edidit (\'ar. Linnaeus. . .. .
Lugd. Bat. apud C. Wishoff. 1738. 5 Pts. 8o).
                jS. L. H.- T. O. fywR
19. Athenaens, Deipnosophistarum libri XV, gr. ex optimis codicibus
nunc primum collatis, emendavit ac supplevit, nova latina versione et animad-
versionibus cum Is. Casauboni aliorumque turn suis illustravit, commodisque
indicibus instruxit J. Sehweighauser. Argentorati, 1801—1807. 14 dln. 8o.
K.B.\'sG.—B.l.H.—U.H.
Deze uitgave wordt door (\'uvier en Brunei voor de beste gehouden. Behalve
vele vroegere uitgaven (1514, 1597, 1664) verscheen in 1680 ook eene Fransche
vertaling (1 dl. 40), en nog eene andere in 1798, 5 dln. 4o. (1514, 1664, 1680).
Athenaeus bespreekt ongeveer 130 visschen.
                           K. B. \'s G.
-ocr page 37-
3
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
20.   IJiior, (K. Et von) Untersuchungen über die Entwickelungsgeschichte
der Fische. Leipzig, 1835. 4«. Met eene plaat.
             B. L. H. R.B.
21.   Bakker, (G.) Osteographia piscium. Cum iconibus. Groningen, W. van
Boekeren. 1823. Tekst in 8». platen ia 4». B. L. H. —N. A. M. — R. D.
22.   Beanrien, (G. G. de) Cours d\'histoire naturelle, ou tableau de la
nature considérée dans l\'homnie, les quadrupèdes, les oiseaux, les poissons
et les insectes. Paris, Desaint. 1770. 7 dln. 12«. Met 46 platen.
23.   Belon, (P.) L\'histoire naturelle des estranges poissons inarins, avec
la vraie peincture et description du daulphin et de plusieurs aultres. Paris,
R. Chaudière. 1551. 4o. 55 bl. Met houtgrav.
24.   —— La nature et diversité des poisssons. Avec leurs pourtraicts repre-
sentez au plus prés du naturel. Paris, Ch. Estienne. 1555. 8». obl. 448 bl.
B. M. M.-W, T.G. JU. A. M.
25.------De aquatilibus lib. II. Cum iconibus ad vivam ipsorum
effigiem, quoad ejus fieripotuit, expressis. Paris, apud C. Stepkanum. 1553.
448 blz. 80.
                                                                                           B. L. H.
26.   Bertuch, (Fr. J.l Tafeln der allgemeinen Naturgeschichte nach ibren
drey Reienen; nebst vollstand. synopt. Enumeration aller bis jezt bekannten
Naturkörper und ihrer Charakteristik. Neu umgearbeite Ausgabe. Weimar.
Landes-Industrie-Comptoir. 1807. gr. 4o.
27.   Beudant, (F. S.) Milne-Edwards, et A. de Jussieu, Cours élémen-
taire d\'histoire naturelle. Paris, Gamierfrères. 1867. 4dln. kl.8o. B. R.ü.
IV: Zoölogie par Milne-Edwards. Dixième édition avec 497 figures. B. L. H.
Van dit werk be9taat eeue Hoogd. vertaling. Stuttgart, 1S58. 3 dln.. 8o.
28.   Bloch, (M. E.) Allgemeine Naturgeschichte der Fische. Berlin,Real-
schulbuchhandlung. 1782—95. 12 dln. in 6 bdn. gr. ifi. B. N. A. M.
I—III: Oekonomische Naturgeschichte der Fische Deutschlands.
IV —XII: Naturgeschichte der AuslSndischen Fische. Met 432 gekleurde
platen in folio.
                                                                                   B. V. H.
Van dit werk be9taat ook eene uitgave met Franschen tekst, bewerkt door
laveaux. Berlijn, 1785—92. 6 dln. gr. folio.
            B. L. H. B. T. O.
Van eene Hollandsche vertaling verscheen slechts de eerste aflev. [Amst. J. C.
Sepp en Zoon. (1804)] Met 4 gekl. pi. folio.
                                   B. R. V.
29.------Systema ichthyologiae, iconibus CX illustratum, post obitum
auctoris inchoatum absolvit, correxit, interpolavit J. O. Sc/meider. Berol.,
1801. 2 dln. 180.
                                                                                 B. T. O.
30.   Blocquel, (8.) Ichthyologie de la jeunesse, ou beautés de 1\'bistoire
naturelle des poissons, cétacés et crustacés. Avec 60 fig. Paris, 1826. 16o.
31.   Boitard, (M. P.) Manuel d\'histoire naturelle, comprenant les trois
règnes de la nature, ou genera complet des animaux, des végétaux et des
minéraux. Paris, Roret. 1827. 2 dln. 18o.
                                    B. R. D.
Met verschillende atlassen. Die van de visschen bevat 155 platen, zwart
of gekleurd.
32.   Bonaparte, (C. L.) Conspectus systematis ichthyologiae. Editio refovmata.
Lugd. Batav., E. J. Brill. 1850. 1 vel gr. folio.
                       B. R.D.
Zie: Nuova Ann. delle Sc. nat. di Bologna, 1852, VI. bl. 453—456.
33.-------Prodromus systematis ichthyologiae. -                       B.R.D.
Zie: Isis. 1841, bl. 626—638.
Bonnaterre. Zie i Encyclopédie méthodique, No. 80.
34. Borowski, (G. H.) Gemeinnützige Naturgeschichte des Thierreichs,
darinnen die merkwürdigsten und nützlichsten Thiere in system. Ordnung
-ocr page 38-
t
H1ST0IRE NATURELLE DES POISSONS.
beschrieben und alle Geschlechter in Abbildungen nach der Natur vorgestellt
werden. Mit 228 Kupfortaf. Berlin und Stralsund, Lange. 1780—84. 5 dln. gr. 8".
II: Wallfiscbe. V: Fische.
                                                        B. N. A. M.
- 35. Boussuoti (Fr.) De natura aquatiliuin carmen, in universam G. Ron-
deletii, quam de piscibus marinïs scripsit historiam. Cum yivis eorum imagi-
nibus. Lugduni, apud M. Bonhomme, 1558. 2 part. 4o. Utï \'t !
36.   Brandt, (J. F.) Bemerkungen über die Classification derkaltblütigen
Rückenmark-Thiere, zur Beantwortung der Frage: „Was ist ein Fisch."
Zie: Mem. Ac. se. St. Petersbourg, VIII, IX, No. 3.               B. L. H.
37.  Brehm, (A. E.) Illustrirtes Thierleben. Eine allgemeine Kunde des
Thierreichs. Mit Abbildungen nacb der Natur von R. Kretschmer und C. Zim-
mermann.
Hildburghausen, Verlag des bibliogr. Instituts. 1863—68. 6 dln.
roy. 8o.
                                                               B. N. A. M. — R. L.- R. 1).
Zie aldaar: Walvisschen. II, 825—872. Visschen. V, 547—812.
38.  Brookes, (R.) The natural history of fishes and serpents. to which
is added an appendix, containing the whole art of float- and ily-fishing.
London. 1763 en 1790. 8o.
39.  Bronssonet, (P. M. A.) Ichthyologia sistens piscium descriptiones et
icones. Lond., Elmsly. (1782) gr. 4o. Met 11 platen.
                   B. T. O.
40.  Brown, (Thom.) Zoologist\'s text-book, embracing the characters of
the classes, orders, and genera, of almost the whole aniraal kingdom. Lon-
don, W. S. Orrand and Co. 1832. 2 dln. 12o. Met 107 platen.
41.   Brugmans, (S. J.) Over de middelen door welke de visschen zich
bewegen, en over het vermogen der uitademing. Amst. (1820 ?) Met eene plaat. 4o.
B.R.B.
42.   Buchoz, La nature considérée sous ses différens aspects, ou lettres sur les
animaux, les végétaux et les minéraux, Paris, Costard, 1771—1783. 47 dln. 12».
43.  Buffon, (G. L. Leclerc Comte de), L. J. M. Daubenton et B.G.E.
deLacépcde. Histoire naturelle, générale et particuliere. Avec planches. Paris,
Imprimerie Royale. 1749—1801.-44 dln. 4o.
                B. L. H. — N. A. M.
XXXIX—XLIII: Pois8ons. XLIV: Ce\'tace\'s. (par de Lacépède).
Deze uitgave is vooral gezocht om de fraaije platen.
44.------Oeuvres complètes, avec les descriptions anatomiques de Dau-
benton; nouvelle édition dirigée par MM. Lamouroux et Desmaresi. Paris,
Verdière et Ladrange. 1824—32. 40 dln. 8o. Met 776 gesteendr. platen.
Als vervolg op deze uitgave is bij dezelfde uitgevers verschenen:
45.------Oeuvres du comte de Lacépède, avec la synonymie des auteurs
modernes les plus célèbres; nouvelle édition rédigée par M. Bemarest. 1826—
1833. 11 dln. 8». Met platen.
                                                              B. R. D.
Il: Cétacés. V—XI: Poissons.
------Zie: Sounini, No. 166.
46.   Bnhle, (C. A. A.) Das Fischbuch, oder Beschreibung und Abbildung
mehrerer in- und auslandischen Fische. Mit Kupf. Halle, 1812. 8o
47.   Burgersdljk, (L. A. J.) De dieren afgebeeld, beschreven en in hunne
levenswijze geschetst. Leiden, D. Noothoven van Goor. 1862—(1871). I—III.
roy. 8». Met gekleurde platen.
                      B. N. A. M. R. L.- R. D.
Zie aldaar: Vischzoogdieren. I, bl. 463—500. Visschen. III, bl. 99—264. Met
10 platen.
48.   Burmelster, (H.) Zoologischer Hand-Atlas. Zweite Ausgabe mit 42
Kupfertaf. Besorgt von 6\'. O. Giebel. Berlin, Reimer. 1860. 40.
Aflev. 4: Fische.                                                      B. V. B. N. A. M.
Bushnan, (J. S.) Zie: Jardine, No. 105.
-ocr page 39-
NATUUBXIJKE GESCHIEDENIS VAK DB VISSCHEN.                            5
49.   Castel, (R. C.) Histoire naturelle des poissons, avec des figures des-
sinées d\'après nature, par Bloch. Ouvrage, classé par ordres, genres et espè-
ces, d\'apres Ie système de Linné, avec les caractères génériques. 3""» édition,
ornée de 160 planches représentant 600 espèces de poissons. Paris, Roret.
1837. 10 dln. 18o.
50.   Celsius, (M.) Dissertatio de natura pisciura in genere et piscatura.
Holmiae, 1676. 4o.
51.   Chao, (Ed.) Los tres reinos de la naturalesa. Museo pintoreseo de
historia natural. Obra illustrada con liiminas. Madrid, 1852—1858. 9 dln. 4».
C\'liemi. Zie: Encyclopédie d\'histoire naturelle. No. 79.
52.   Cirino, (Andr.) Liber secundus de natura piscium, in quo Platonis
ac caeterormn philosophantium oracula; maris admiranda; piscium natura,
virtutes, medicina. monstra et miracula ex probatissimis scriptoribus breviter
expenduntur. Panormi, Bisagni. 1653.^4».
53.  Cloquet, (A.) Consiiérations générales sur 1\'ichthyologie. Paris, Le-
normant. 1822. 8o.
54.   Cocco, (An.) Qualche pensieri sul la Ittiologia.
Zie: Atti scient. Ital. 1845, bl. 747—749,
55.   CoUaert, (Adr.) Piscium vivae icones, in aes incisae et editae ab
Adr. Collardo. 26 tabb. (zonder datum of plaats). [Antw. circa 1580.] 4o.
56.------Piscium vivae icones inventae ab A. C. et excusae a N. J. Vis-
cher. [Antw.] 1634. 20 tabb.
57.   Comte, (J. A.) Règne animal de Cuvier, disposé en tableaux métho-
diques. Ouvrage adopté par Ie Conseil royal de 1\'instruction publique, pour
1\'enseignement de 1\'histoire naturelle dans les établissements de 1\'université.
Avec 91 tableaux, représentant environ 5000 flg. Paris, Portin, Masson et
Cje. 1832—1840. gr. folio.
                                                           B. N. A. M.
Poissons: 13 aflev. Met 10 platen.
58.   Cuvier, (G. L. C. F. D. Baron) Le Règne animal, distribuéd\'après
son organisation pour servir de base a 1\'histoire naturelle des aniinaux et
d\'introduction a 1\'anatomie comparéc. Edition aecompagnée de (1000) planches
gravées, représentant les types de tous les genres, les caractères distinctifs
des divers groupes et les modifications de structure sur lesquelles repose cette
classiflcation; par une réunion de disciples de Cuvier: Audouin. Blanchard,
Deshayes. d\'Orbigny, üoyère, Dugès, üuvernag, Milne Edtcards, Roulin. et
Valenciennes.
Paris, Fortin, Masson et Cie. 1836—1849. 11 dln. tekst en
11 dln. platen. 4o. B. U. H. N. A. M. [Paris, 1839—52. 20 dln. 80.] B. T. O.
VII—VIII: Poissons par Valencienne».
Eene Engelsche (vermeerderde) vertaling van de eerste uitgave van dit werk,
verscheen te Londen, 1824—1833. 18 dln. kl. 8o.
59.   Cuvier et Valenciennes, Histoirj naturelle des poissons. Considérations
préliminaires.
Zie: Annales se. nat. 1827, XII, bl. 396—414. Froriep\'t Notizen, 1828, XX,
bl. 241—250. 1829, XXIII, bl. 464—469.
60.------ Histoire naturelle des poissons. Contenant plus de 5000 espèces
de ces animaux, décrits d\'après nature et distribués conformément a leurs
rapports d\'organisation. Paris. A. Bertrand. 1828—1849. 22 dln. 4<>. Met
ongeveer 650 platen.
                                     B. L. H. T. G. N. A. M.
61. Cycloptedia. (The English) A new dictionary of universal know-
ledge. Conducted by Charles Knight. London, Bradbury and Evans. 1854—
1862. 22 dln. 4». en 1 deel Index. Met een groot aantal houtgravuren. B. B. L.
Zie aldaar: Afdeel. Natnral history: Fish, I, bl. 816, en verder op denamen
der verschillende familiën en soorten.
-ocr page 40-
6                                      HISTOIRE NATURFXLE DBS POISSONS.
62.   Derham, (W.) Philosophical letters, between Ray and several of his
ingenious correspondants, natives and foreigners, to which are added those
of Fr. Willughby; the whole consisting of many curious discoveries and im-
provements on the history of quadrupeds, birds, fishes, etc. London, Innys.
1718. 8o.
63.   Dictionnaire raisonné etuniversel des animaux , on Ie Règneanimal,
consistant en quadrupèdes, cétacés, oiseaux, reptiles. poissons, insectes,
etc.. suivant les différentes methodes ou nouveaux systemes de Linnaeus,
Klein et Brisson par D. L. C. D. B. [De la Chesnay des Bois.~] Paris. Bauche.
1759. 4 dln. 4o.
64.   Dictionnaire classique (Nouveau) d\'histoire naturelle, ou Ré-
pertoire universel, par ordre alphabétique, des sciences naturelles et physiques;
rédigé par une société de naturalistes. 2e Edition, revue et corrigée avec soin,
par M. R. S. Paris, Royer. 1844—47. 47 dln. 12°. Met een atlas.
65.   Dictionnaire universel d\'histoire naturelle, résumant etcomplé-
tant tous les faits présentés par les encyclopcdies, les anciens dictionnaires
scientiiiques, les oeuvres coraplètes de Buffon, de Lacópède, de Cuvier, et
par les meilleurs traites spéciaux sur les diverses branches des sciences natu-
relies; — donnant la description des êtres et des divers phénomènes de la
nature; 1\'étyniologie et la définition des noms scientifiques; les principales
applications des corps organiques et inorganiques a 1\'agriculture, a la médecine,
aux arts industricls, etc. Ouvrage utile aux médecins, aux agriculteurs, aux
industriels, et généraleraent a tous les hommes désireux de s initier aux mer-
veilles de la nature, rédigé par MM. Arago, Audouin, Bazin, Becquerel,
Bibron, Blanchard, Boitard
, de Brébisson, Ad. Brongniart, C. Bromsais,
Brullé Cheerolat, Cordier, Becaisne, Delafosse, Deshayes, I. Desnoyers, Alcide_
et Charles d\'Orbigny, Boyire. üujardin, üumas, üuponchel, Buvernoy, Ed-
wards
, Hilne-Edwards, Elie de Beaumont, Flourens, O. et 7*. Geoffroy Saint-
Hilaire, Oérard, Oervais
, Al. de Htimboldt, de Jussieu, de Lafresnaye, Lau-
rillard, Léoeillé, Lucas, Martin Saint-Ange, Montagne
, Pelletan, Pelouze,
C. Prévost
, de Qualrefages, A. Richard, Rivière, Rouïin, Spach, Kalenciennes,
etc; et dirigé par M. Charles d\'Orbigny. Paris, Renard etMartinet. 1841—
1849. 16 dln. roy. 8». (13 dln. tekst en 3 dln. gekleurde platen.) B. JV. A. M.
66.   Dictionnaire des sciences naturelles, par une société de professeurs
Set rédigé par Fréd. Cuoier.~] Paris et Strasbourg, Levrault. 1816—1830. 61
In. 8°. Met 1220 platen.
                                                              B. N. A. M.
67.   Diere palleys: [Der] en die v\'gsderinge van de beestend\'aarde:
Van de vogele d\'lucht. Van de visschen en monstre d\'watere. (Achteraan)
Gheprent bi my Jan van Doesborch, Thantwerpen. Int iaer onsHeeren MCCCCC
ende XX. kl. folio. Met een groot aantal houtsneden.
                K. B. \'sG.
„Dat derde tractaat bescrijfl de naturen der beesten, monstren en de visschen
der zee ende der wateren."
Zie over dit zeldzame boek, dat ik zeker niet om zijne wetenschappelijke
waarde heb opgenomen, Uultmnns Bibliogr. zeldzaamheden, bl. 1—16, waar
het o. a. „een regt avontuurlijk boek" genoemd wordt.
68.   Dmlct, Considérations sur 1\'histoire naturelle des poissons, sur la
pêche et les lois qui la régissent. Toulouse, Douladoure. 1822. 8».
69.   Diibraviiis, (J.) De piscinis et piscium qui in eis aluntur naturis libri,
ut doctissimi, ita ad rem familiarem augendam utilissimi; item Xenocratis de
alimento ex aquatilibus (liber) gr. et lat. nunc primum editus; cum scholiis
Conr. Oesneri. (Tiguri), 1559. 2 dln. kl. 80.
                                    B. L. H.
70.------De pisoibus libr. V. Accedunt ejusdem argumenti ex veterum
recentiorum scriptorum libris excerpta, oinnia H. Coturingii cura iterum edita.
Helmestadii, 1671. 8o.
                                                                        B.L.H.
-ocr page 41-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                           7
71.   Dubravius, (J.) Idem liber. Cum auct. J. Camerarii. Norib., P. Kauf-
mann. 1696. kl. 80.
72.   DnmérU, (Ang.) Résumé de quelques lecons d\'ichthyologie.
Zie: Soc. Pliilom. Extr. proces verb. 1865, bl. 78—80. — 1\'Institut, 1855.
XXIII, No. 1127, bl. 356—357.
                                                B. B. O. R.
73.   Dnméril, (A. M. C.) Prodrome d\'une classiflcation des poissons d\'après
la methode naturelle.
                                                         B. L. H. — B. GR.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1855, XLI, bl. 138—137.
74.   Duméril , (A. M. Constant) Ichthyologie analytique ou essai d\'une
classiflcation naturelle des poissons a 1\'aide des tableaux synoptiques. Paris,
Firmin Didot. 1856. 4o.
75.------Histoire naturelle des poissons ou ichthyologie générale. Paris,
Roret. 1865—1870. 2 dln. 8». (Vervolg op Buffon).                      B. T. G.
Uitgave met gekleurde of zwarte platen.
76.   Duperrey. (L. J.) Voyage autour du monde exécuté sur la corvette
la Coquille, pendant les années 1822—25; publié sous les auspices de S. E. M.
Ie Comte de Chabrol. Paris, Arthus Bertrand, 1828. 6 dln. 4o- en 4 atlas-
sen in folio. B. T. G. B. N. A. M. (afd. Zoölogie et Hydrographie.)
De afdeeling: Reptiles et poissons par M.M. Garnot et Lesson, vormt 1 deel
in 4o, met 45 gekleurde platen.
                                                         B. L. 11.
77.   Ecker, (A.) Untersuchungen zur Ichthyologie. Freiburg in B., Wagner.
1857. 4°.
                                                                             B. L.R.
78.   Elementsof natural history, being an introduction to the systema
naturae of Linnaeus, comprising the characters of the whole genera and most
remarkable species. London, Longman and Co. 1801. 2 dln. 80.
79.   Encyclopédie d\'histoire naturelle, ou traite complet de cette science
d\'après les travaux des naturalistes les plus éminents de toutes les époques,
résumant les observations des auteurs anciens et comprenant toutes les décou-
vertes modernes par Ie Dr. Chenu. Ouvrage illustré de plus de 8,000 gravures
sur bois. Paris, Firmin Didot, frères. 1850—1861. 31 dln. in 4o. (22 dln.
tekst, 9 dln. registers en 2 dln. platen).
                   B. N. A. M. R. D.
XIX: Reptiles et poissons.
80.   Encyclopédie méthodique, ou par ordre de matières, par une
Société de gens de lettres. Paris, Panckoucke. 1782—92 et Paris, Agasse.
1792—1832. 4«. In 102 afleveringen of 337 stukken, uitmakende 166% dln.
tekst en 51 stukken met 6439 platen. K. B. \'sG. B. L. H. —N.A.M.
Zie aldaar: 28ste aflev., Bonnalerre, Histoire naturelle des poissons. (Met
102 platen.) 33ste aflev., Histoire naturelle des cétacés. (Met platen.)
8O0. Encyclopeedia Britannica, or a dictionary of arts, sciences and
miscellaneous litterature. Eighth edition. London, 1860. 22 dln. 4°. Met
register en platen.
                                                                              K. B. \'sG.
81.   Encyclopédie portative. Resumé complet d\'ichthyologie. Paris,
1829 en 1842. 12o.
82.   Kurte, (W. P. Tan den) Over, [en: Nog iets over] de rangschikking
van de klasse der visschen. Arnhem, Is. An. Nijhoff. 1851. 2 stukjes. 80.
B. L. H.—N.A. M. — R.B.
83.   Fignli, (C.) Ichthyologia seu dialogus de piscihus. Colon., 1540. 4°.
84.   Fleischer, (J.) Forsog til en Naturhistorie over fiskene og amphi-
bierne. Kiovenhavn, 1795. 8».
85.   Forster, (J. R.) Enchiridion historiae naturali inserviens, quo, ter-
mini et delineationes ad avium, piscium, insectorum et plantarum adumbra-
tiones intelligendas et concinnandas, secundum methodum systematis Linneani
continentur. Halae, Hemmende, 1788. 80.
Eene fransche vertaling door Leveillé verscheen, Paris, 1799. 80.
-ocr page 42-
8
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
86.   Freycüiet, (L. de) Voyage autour du monde, fait par ordre du Roi,
sur les corvettes de S. M. 1 Uranie et la Physicienne, pendant les années
1817 a 1820, publié sous les auspices de S. E. M. Ie Comte Gorbière, pour
la partie histonque et les sciences naturelles, et de S. E. 3f. Ie Marquis de
Clermont-Tonnere
, pour la partie nautique. Paris, Pillet ainé. 1824 — 1827.
13 stukken in 7 deelen. 4<> en 3 atlassen, met 328 platen, waarvan 117
gekleurd.
                                                                        B.L.H.—T.O.
Zie afdeel.: Zoölogie par MM. Quoy et Gaimard: Description des poissons.
U. 122—401.
                                                        B. N. A. M. — R. D.
Poissons de mer. Considérations générales sur leur distribution géographique.
bl. 184—188. Les poissons du cap de Bonne-Espéranee, de la Baie des Chiens-
Marins, du Port-Jackson, des Hes Malouines. de Rio de la Plata et de Rio de
Janeiro ont en général, des couleurs ternes, blz. 189 en volgg.
Garnot et Losson. Zie i Duperrey, No. 76.
87.   Gesneri (C.) Historiae animalium liber 1III, qui est de piscium et
aquatilium animantium natura, cum iconibus singulorum ad vivum expressis
fere omnib. DCCVI; Continentur in hoc volumine G. Rondeletii et P. Bel-
lonii
de Aquatilium singulis scripta. Tiguri, apud C. Froschoveruni. 1558.
folio. Met platen. K. B. \'sG. B. L. H. U. H. [Uitg. van 1560]. B. T.G.
De uitgaven van 1604 en 1620 [B. N.A. JU. — B. O. R.~\\ zijn, hoewel minder
fraai, vollediger.
88.------Fischbuch. Das ist ein kurtze, doch vollkomne Beschrey-
bung aller Fischen so in dem Meer unnd sussen Wasseren jr Wonung habend.
Brstlich in Latein durch Cunradt Gassner beschriben; yetz neüwlich aber
durch C. Forer in das Teütsch gebracht. Zurych, Proschover. (1563 en) 1575.
folio. Met houtsn. tusschen den tekst.
89.    Gmelin, (C. C.) Gemeinnützige systematische Naturgeschichte der
Fische. 2e Ausg. Mannheim, (1818) 1829. gr. 8o. 28 aflev. met 164 afbeeld.
90.   Gosse, (P. H.) Natural history of fishes. London, Society Pr. Christ.
knowledge. 1854. 8o.
91.   Gouan, (A.) Geschichte der Fische, welche derselben aussere und innere
Beschaffenheit und in Klassen und Ordnungen abgetheilte Gattungen enthalt.
Nebst volstand. Terminologie und nöthigen ll^istern. Mit 4 Kupfertafeln.
Aus dem Lat. übersetzt von K. v. Meidinger. Wien, Gerold. 1781. gr. 8o.
[Uitg.met lat. en Franschen tekst. Strassb.,König. 1770.] B. N. A. M.- R. D.
92.   Griffith, (Edw.) Animal kingdom: Fishes, by P. B. Lord. London.
Whittaker. 1834. 8<>.
93.   (ironovius, (L. T.) Museum ichthyologicum sistens piscium omnium,
qui in museo L. T. G. adservantur, descriptiones. Lugd. Batav., 1754—56.
2 dln. Met platen, folio.
                                              B. U. H—R. D.
93a.------ Zoophylacium Gronovianum, exhibens quadrupeda, amphibia,
pisces, insecta, vermes, mollusca, testacea, et zoophyta, quae in museo
suo adservavit, examini subjecit, systematice disposuit atque descripsit etc.
Additis rarissimorum objectorum iconibus. Lugduni-Batavorum, Theod. Haak
et Soc. 1781. 3 stukken, gr. folio. Met 20 platen. B. L. H. — U.H. — R. D.
I, bl. 27—136. Pisces.
94.   Guérin-Méneville, (Félix Ed.) Iconographie du règne animal de
G. Cuvier, ou représentation d\'après nature de Tune des espèces les plus remar-
quables et souvent non encore figurée de ohaque genre d\'animaux, avec un
texte descriptif mis au courant de la science. Ouvrage pouvant servir d\'atlas
a tous les traites de Zoölogie. Paris, J. B. Ballière. 1830—44. 7 stukken.
gr. 8<>. met 450 gekleurde en zwarte platen.
                 B. L. H. T. G.
IV: Poissons. Met 70 platen.
95.   Handbuch der Naturgeschichte oder Vorstellung der Allmacht,
-ocr page 43-
9
NATtTOBLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
Weisheit und Gute Gottes in den Werken der Natur. Aus dem französischen
übersetzt. Mit Kupfern. Nürnburg, 1773. 4 dln. gr. 8°.
III: Fische. Met 12 platen.
96.   Hart ing, (P.) Leerboek van de grondbeginselen der dierkunde in baren
feheelen omvang. Tiel, Campagne. 1862—71. I—III. Ie Afd. gr. 8°. Met
outsneden tusschen den tekst. B. U. H. N. A. M. R. L.R. D.
Zie aldaar: Walvischachtigen. He deel, Ie afd. 4e st. blz. 205—257.
Yisschen. IIe deel, Ie afd. 4e stuk.
97.   Hartwig, (G.) Das Leben des Meeres. Eine Darstellung für Gebildete
aller Stande. Erankf. a/M., Meidinger. 1857. 8<>.
                  B. N. A.M.
Zie aldaar, 2e Abth.: Die Bewohner des Meeres. blz. 87—342.
98.   Hasselt, (A. W. M. van) Natuurhistorische schets der visschen, en
van hunne beteekenis voor den mensch. Met afbeeldingen.
B. N. A. M. —R. 1). —R. L.
Zie: Album der natuur, 1855. bl. 97—122 en 161—188.
99.   Heppe, (J. C.) Abbildung und Beschreibung der Fische. Mit 19 illum.
Kupfern. 2e Aufl. Nürnberg, Winterschmidt. (1782) 1787. gr. 8<>.
100.   Hill, (Johnl A general natural history, or new and accurate de-
scriptions of the animals, vegetables and minerals, of the different parts of
the world. The second edition, enlarged with (2) additional plates. London,
for the author. 1771. 3 dln. folio. Met 57 gekl. platen en portret.
101.   Hoeven, (J. van der) De sceleto piscium. Cum tabb. Lugd.
Batav., 1822. 4«.
                                                          B. L. H.—R. ü.
102.------Handboek der dierkunde. Tweede verbeterde en vermeerderde
uitgave. Met bijvoegsels en aanmerkingen door Leuckart. Amsterdam, J. C. A.
Sulpke. 1849—56. 3 dln. gr. 8<>. Met platen.
B. L. B. — U.H. — N. A. M. — R.L. — R.D.
Zie aldaar: Visschen. II, blz. 188—419.
Walvischaardige dieren. II, 903—914.
103. Holbrook, (J. E.) Ichthyology. New-York, Willy and Putnam.
[zonder jaar.] 4».
                                                                         B. R. ü.
., 104. Houttuyn, (M.) Natuurlijke historie of uitvoerige beschrijving der dieren,
" planten en mineralen, volgens het samenstel van Linnaeus. Met 296 af beeld.
Amsterdam, Houttuyn. 1761—85. 3 dln. in 37 Stukken. 8o. 3.L.U. — T.G.
Zie aldaar: Visschen, 7e en 8e stuk.
          B. N. A. M. R. L. — R. D.
105.   J ar (line, (W.) The naturalist\'s library. Conducted by Sir W. Jardine.
With plates. London and Edinb., S. Highley. 1834—42. 40 dln. 8».
B. ü. H. —N: A. M. —R. D.
Zie aldaar: XVJ: Whales. With 32 cojour. plates, portrait and memoir of
Lacépède.
XXIII: The natural history of marine amphibia; inclnding the walrus and
seals and the herbivorous cetacea, mermaids etc. 33 colour. plates with por-
trait and memoir of Fr. Péron. 1839.
XXVII: The natural history of fishes, particulary their structure and cconom-
ical uses by J. J. Buslinan. 33 colour. plates with portrait and memoir of
Salviani. 1840.
XXXII—XXXVIII: Fishes of Guiana by R. Schomburgk.
XXXVII—XXXIX: The natural history of British fishes illustr. by 68
colour. plates, with portrait and memoir of Rondelet, by R. Hamillon. 1843.
106.   Jones, (Th. Rymer) Zie zijn artikel: Pisces, in Todd\'s Cyclopsedia
of anatomy. London, 1847. III. blz. 955—1011.
107.   Jonston, (J.) Historia naturalis de quadrupedibus, de avibus, de inse-
-ocr page 44-
10                                    HISTOIBE NATURELLE DES FOISSONS.
ctis, de piscibus et oetis. Franeof. ad Moen., Impensa Matth. Meriani, 1650—53.
5 stukken in 2 dln. met platen, folio. B. L.H.— U.H. T.G. — R. D.
Van dit werk verscheen eene nieuwe (titel) uitgave, met bijvoeging vaneenige
platen, te Amsterdam bij R. en G. Wetsteyn. 1718. 2 dln. in 7 stukken, folio.
108. Joston, (J.) Naeukeurige beschryving van denatuur der viervoetige dieren,
der vissen en bloedloze waterdieren, der vogelen, der gekerfde of kron-
keldieren, slangen en draken, neffens haar beeldnissen. Uit het Latyn ver-
taeld door M. Grausius. Amsterdam, Schipper. 1660. folio. Met 249
koperen platen.
                                                               B. N. A. M. R. D.
109.   Jovius, (P.) De piscibus marinis, lacustribus, fluviatilibus; item de
testaceis ac salsamentis liber. Romae, Minutius Calvus. 1527. 4°. K. B.\'s O.
Van dit werk bestaau nog verschillende andere drukken, als: Basel, 1531. 8o.
[K.B.\'tG. — B. U.B.] Antw. 1528. In bet Ital. Venetië, 1560. 4o.
110.  Kalm, (P.) Dissertatio de causis diminutionis piscium. Aboae, 1757. 4o.
111.   Kiiitp, (J. J.) Das Thierreich in seinen Hauptforinen systematisch
beschrieben. Mit 535 in den Tekst eingcdruckten Abbildungen. Darmstadt,
Diehl. 1835—37. 3 dln. gr. 8°.
Zie: I1I«. DL le Afd. Naturgeschichte der Fische.
112.   Klein, (J. T.) Historiae naturalis piscium promovendae missus V,
cum praefatione de piscium auditu. Gedani, 1740—49. 5 stukken in 1 dl.
gr. 4o. Met 53 platen.
                                     B.Ü.H. — T.G. — N. A. M.
113.------Ichthyologia, seu Historiae piscium naturalis quinque missus.
Cui accedit Ichthyologia Kleiniana enodata, sive index rerum ad Historiam
piscium naturalem, cum synonymis recentissimorum systematicorum Artedi,
Linnaei, Gmelini, Blochii etc. explicatam. Lipsiae, in libraria Qleditschiana.
1802. 4o. Met 53 platen.
Knight, (Ch.) Zie: The English Cyclopsedia. No. 61.
114.   Lacépède, (B. G. E. de) Histoire naturelle des poissons. Paris,
Piassan. 1798—1803. 5 dln. 4o. Met 129 platen.
B. L. H. — T.G. — N. A. M. R. D.
— Zie: Bufon, Oeuvres, N°. 43.
Leach. Zie: Shaw and Nodder. N». 164.
115.   Lenz, (H. O.) Gemeinnützige Naturgeschichte. Zweite verbesserte
Ausgabe. Gotha, Becker. 1838—43. 4 dln. gr. 8». Met platen.
III: Amphibieu, Fische, Weichthiere, Kerbthiere, Pflanzenthiere. Met
7 platen. Dritte, sehr veranderte Ausg. Gotha, 1851. 4 dln.
            B. R. D.
116.   Leydig, (F.) Anatomisohe-histologische Untersuchungen über Fische
und Reptilien. Berlin, 1853. 4o.
117.   Leunls, (Joh.) Synopsis der Naturgeschichte des Thierreichs. Mit
vorzüglicher Berücksichtigung der nützliehen und schadlichen Naturkörper
Deutschlands. Zweite, ganzlich umgearbeitete, mit Holzschnitten und mit der
etymologischen Erklarung sainmtlicner Namen vermehrte Auflage. Hannover,
Hahn. 1860. gr. 8». Met ongeveer 1000 houtgravuren.
                 B. R. D.
Zie aldaar: Fische, blz. 343—410.
118.   Liunaens, (Car.) Systema naturae. [Regnum animale] Edit. XIII. Cura
J.T.Gmelin. Lipsiae, Behr. 1788—95. 3 dln. in 10 stukken. 8o.
B. L. H. [versch. andere uitgaven.] 3. N. A. M. R. D.
I , 3e stuk: Pisces.
119.------Système de la nature. Classe première (et classe seconde) du
Règne animal. Contenant les quadrupèdes vivipares, les cétacés (et les oiseaux).
*•
-ocr page 45-
11
NATUTTKLIJK.E GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
Traduction francaise par van der Stegen de Putte, d\'après la Xllle édition
latine. Bruxelles, Lemaire. 1793—96. 4 dln. 8<>.
Er bestaat ook eene Engelsche vertaling, verbeterd en vermeerderd door W.
Turton.
lond. 1802—1804. 7 dln. 80.
120.   Linnaeus, (Car.) Museum Adolphi Friderici, regis Suecorum, in quo
animalia rariora ïmprimis, et exotica: quadrupedia, aves, amphibia,
pisces etc. describuntur et determinantur. Cum (33) iconibus. Holmiae, typogr.
regia. 1754. folio.
                                                    3. T. G. — N. A. M.
121.   Loniceri (Ad.) Naturalis historiae opus novum, in quo tractatur de
natura et viribus arborum fruticum, herbarum, animantiumque terrestrium,
volatilium et aquatilium. Francofurti, 1551. folio. Met houtgravuren. 3. U.M.
Eeue Hoogduitscbe vertaling verscheen: Erankf. a/M., 1569 en Ulm, 1737.
122.   Mac Leay, (W. S.) On the natural arrangement of fishes in a letter
to J. Mac Clelland.
Zie: Ann. of nat. hist. 1842, IX, bl. 197—207.
123.   Magasin de zoölogie, d\'anatomie comparée et de paleontologie
par F. Ed. Guérin-Méneville. Première et deuxième série avec des tables mé-
thodiques et alphabétiques. Paris, A. Bertrand, 1831—45. 15 dln. met 1085
gegraveerde en gekleurde platen. 8o.
                                            B. L. H.
Zie: Ie Section: Mammifères, oiseaux, poissons.
124.   Marscalns Thurius, (Mc) Historiae aquatilium lib. IetII, latine et
graece. Rostochii, in sedib. Thuriis. MDXX. folio. Met fig.
In den catal. van Meerman, II. bl. 74, komt eene druk voor van 1517.
125.   Martini, (Friedr. Heinr. TVilh.) Allgemeine Geschichte der Natur
in alphabet. Ordnung, mit vielen Kupfern nach Bomarischer Einrichting. Fort-
gesetzt von ein Gesellschaft Gelehrten, (A. J. G. L. Batsch, J. G. Georgi.J. F.
Gmelin, J. F. W. üerbst, K. G. St. Jablonski, B. G. Otto.F. W. Otto,J. Sam.
Schröter)
und herausgegeben von F. W. Otto. Berlin, (Schlesinger.) 1774—93.
Dl. I—XI. (An-Coq.) Met 556 kopergrav
Is niet verder voortgezet.
125a. Masson du Pare, (N. Ie) [Commissaire ordinaire de la Marine,
inspecteur général des pêches. 1738—1739.] Traite des poissons de la grande
et petite marée, qui fait voir leurs nums, leur saison, la maniere dont s\'en
fait la pêche et la qualité de leur chair. Présenté a Mons. Ie C\'e. de Maurepas,
Ministre et Secrétaire d\'Etat.
Fraai en eenig handschrift, in twee deelen 4o., op papier, en versierd met
uitmuntende teekeningen van de besproken visschen, in O.-I. inkt. Afkomstig
van Gaignat en Meerman.
                                                     B. M. M.-W.
126.   Meyer, (J. D.) Angenehmer und nützlicher Zeitvertreib mit Betrach-
tung curioser vorstellung allerhand kriechender, fliegender und schwemmender,
auf dein Land und im Wasser sich befindender und nahrender Thiere. Sowohl
nach ihrcr Gestalt und ausserlichen Bescbaffenheit nach der Natur gezeichnet,
gemahlet und in Kupfer gestochen von J. 1). Meyer. Nürnberg, 1748 —1756.
3 dln. folio. Met 240 gekleurde platen.
Milne-Edwards. Zie: Beudant, No. 27.
127.   Minding, (.lul.) Lehrbuch der Naturgeschichte der Fische. Berlin.
Rücker und Püchler. 1832. 8o.
128.   Mom-o, (Alex.) The structure and physiology of fishes explained, and
compared with those of man and other animals. Edinburgh, 1785. gr. folio.
Met 44 platen.
                                                               B. L. H. T. G.
Eene Hoogduitsche vertaling verscheen: Leipzig, 1787. 4o.
129.   Moor, (B. de) Oratio de piscium et avium creatione. Harderovici,
1716. 4o.
                                                                               B. N. A. M.
"                                .
-ocr page 46-
12
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
130.   Muller, (Joh.) Beitrage zur Kenntniss der natürlichen Familien
der Fische.
                                                                                   3. R. D.
Zie: Archiv für Naturgesch. 1843. I, bl. 292—330. Nachtrag, bl. 381—384.
131.   Nature (La) et propriété des poissons et autres raonstres aquatiques,
qui hantent et habitent aux mers, riuières et estangs; avec leurs pourtraicts
et figures cxpriinez au plus prés du naturel. Paris, Veufe de Iean Bonfons.
[Zonder jaar.] 16°.
Latere druk: Paris, N. Boufons. 1584. 16°.
132.   Naturgescbichte (Allgemeine) aller dreiReiche, met beigefügten
französischen und lateinischen Benennungen. Augsburg, Daisenberger. 180G—07.
8 dln. gr. 8». Met 620 kopergrav.
133.   Naturgescbichte der drei Reiche. Zur allgemeinen Belehrung bear-
beitet von 67. W. Bisschof, J. R. ttlum, H. 67. Bronn, K. C. von Leonhard,
F. C. Leuciart, F. S. Voigt,
Stuttgart, Schweizerbart. 1854. 16dln. gr. 8<>.
Met atlas in 4«.
                                                                            B. T. G-
VII—XII: Voigt, Lebrbuch der Zoölogie. Met 22 kopergrav.
134.   Naturgescbichte in Bildern, mit erlauternden Text von Fr. Slrack.
Düsseldorf, Arnz und (X 1835—41. 69 stukken gr. 4o. Metsteendrukplaten.
Zie aldaar: No. 46—49; Fische. Met 144 gekleurde platen.
135.   Nylnnl (p.) en J. van Hextor, Schouw-tooneel der aertsche sehep-
selen. Afbeelding allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen enz. Met
160 houtgrav. Arasterdam, 1672. 3 dln. 4<>.
                          B. N. A. M.
136.   Oken, (L.) Tableau de la distribution ichthyologique. Paris, 1822.
Vergelijk: Idees sur la classiflcation des animaux.
Zie: Ann. scienc. natur. 2e Se\'r. 1840. XIV. bl. 247—268.
137.------Allgemeine Naturgescbichte für alle Stande. Stuttgart, Hoffman.
1833—41. 13 dln. 8» en een atlas met platen.
VI, 3e Afd.: Fische. — Druk van 1816, B. T.O.
138.   Oppianus, De natura seu venatione piscium lib. V (graece, edente
M. Musuro.) Florentiae, in aedib. Ph. Juntae, 1515. 8<>. K. B. \'s O.
(versch. andere uitgaven.)
Eerste zeldzame druk. Verschillende vertalingen zijn van dit werk verschenen,
o. a.: met Latijusche vertaling, Colle, 1478. (B. M. M.-W.) Venetië, bij Aldas,
1517; (B. L. H.) — In het Eng. Oxford, 1722; — In het Fransch, Par.,
1817; — In het Italiaansch, Flor., 1728.
d\'Orbigny, (Charles) Zie: Dictionnaire universel. No. 65.
139.   üudiirt, (P.) Cours d\'bistoire naturelle, contenant les principale8
espèces du règne animal, classées méthodiquement et lithographiées par M-
Oudart.
Paris, Engelmann. 1825. 4».
140.   Pliiiins Secundus, (C.) Naturalis historiae libri XXXVII. Recensuit et
commentariis criticis indicibusque instruxit Julius Sittig. Hamburgiet Gothae,
Perthes. 1851—56. 8 dln. 8o.
                                                   B.L.H.
Zie: lib. IX de Aquatilium natura.
De eerste druk van Plinius verscheen ia 1469 te Venetië. Bovengenoemde druk
beveelt zich aan door de bijzondere zorg, welke aan de uitvoering is besteed.
De uitgave van 1469, als ook cene van 1524 in folio en van 1723, 3 dln.
in folio, [B. V. B ] die van Rome, 1470, en Venetië, 1472. B.M.M.- W.—K.B.\'s6.
(versch. uitgaven.)
141.------Des wijdt-vermaerden Natuurkondigers viif Boecken, handelende
van de nature..... V: van de visschen, oesters, kreeften, enz. Te Amster-
dam, bij Jan Hendricksz. 1657. kl. 8o. Met bouteneden. B. N. A. M.
]42.------Histoire naturelle; traduction nouvelle par M. Ajasson de Grand-
-ocr page 47-
ia
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
sagne, annotée par M.M. Beudant, Brogniart, Cuvier, Daunou, etc. Paris,
Panckoucke. 1829—1833. 20 dia. gr. 80.
                             B. N. A. M.
Behalve deze zijn van dit werk ook nog andere vertalingen verschenen, o. a.
nog eene Fransche [par M. Liltré.] Paris, Dubochet. 1848— 50. 2 dln. roy. 80 _
[B.R.D.] en eene Engelsche te Londen, Bohn. 1855—57. 6 dln. kl. 80.
143. ------Massaril (Franc.) in nonum Plinii de naturali historia librum
castigationes et annotationes, in quo agitur de natura aquatilium, etc.
Basilae. apud EL Frobenum. 1537. 4o.
QllOy et Gaimard. Zie: L. de Fregcinet, No. 86.
144.   Ramisch, (F. H.) Naturgeschichte des Thierreiches für Anfanger,
fortgesetzt von Karl Borziwog Presl und H. M. Schmidt-Oöbel. Prag, tlaase
Söhne. 1835—44. 3 dln. 8». Met houtsneden.
II: Reptilien, Amphibien und Fische. Met 143 afbeeldingen.
145.  Raius,(J.) [Ray] Synopsis methodica avium et piscium; opus posthumum,
quod vivus recensuit et perfecit ipse insignissimus author, in quo mul tas
species, in ipsius ornithologiaetichthyologiadesideratasadjecit, methodumque
suam piscium naturae magis convenientem reddidit. Cnm appendice et (4) ico-
nibus. Londini, Gul. Innys. 1713. gr. 8».
                                B. L. H.
Hollandsche vertaling. Amst. 1769. 80.
146.   Ray 5 (Playcard Ang. F.) Zoölogie universelle et portative, ouhistoire
naturelle de tous les poissons, insectes et vers, ou nommés ou anonymes
,etc., Ie tout disposé selon 1\'ordre alphabétique et rapporto a 1\'ordre métho-
dique, avec un supplément. Paris, chez 1\'auteur. 1788. 4o.
Nienwe, vermeerderde uitgave. Paris, Bossange. 1804. 4o.
147.  Reichenbach, (A. B.) Die Fische, dargestelt in getreuen Abbildunjren
und mit ausführl. Beschreibung. Mit 60 Taf., worauf 382 Abbild. Leipzig,
Eisenach, 1838—40. kl. folio.
148.   Richter, (J. G. O.) Ichthyo-theologie oder Versuch, die Menschen
aus Betrachtung der Fische zur Bewunderung ihres Schöpfers zu führen. Mit
1 Kupf. Taf. Leipzig, Brockhaus. 1754. 80.
                           B. N. A. M.
149.------Godleerende vischkunde of eene natuur, ontleed- en oordeel-
kundige beschrijving der visschen in het algemeen, en hunne bijzondere dee-
len, enz., alsmede eenige verhandelingen over de barnsteen, paarl-, koraal-
en oester-visscherij, voorzien met noodige registers. In twee deelen met
plaaten. Uit het oorspronkelijk Hoogduitsch. Te Dordrecht, gedrukt bij W.
de Koning. 1768. 4o.
150.------Vischkundige onderwijzer; natuur-, ontleed-, huishoud" en oor-
deelkundige beschrijving der visschen. Uit het Hoogd. Dordrecht, 1780. 40.
B. N. A. M.
151.   Roberg, (L.) Dissertatio de piscibus. Upsaliae, 1727. 4o.
152.   Rondelet, (G.) Libri de piscibus markus, in auibus verae piscium
efflgies expressae sunt. Lugd., M. Bonhomme. 1554. folio. Methontgrav.
tusschendentekst.(583en37 blz.). B. L. H. — V.H. — T. G. —N.A.M.
153. ------ Universae aquatilium historiac pars altera, cum veris ipsorum
imaginibus. Lugd., M. Bonhomme. 1555. folio. Met houtgrav. (242 en
19 blz.).
                                                                        B. L.H. — U.H.
154.------L\'histoire entière des poissons composée premièrement en latin,
maintenant traduite en francois [par L. Joubert.) Avec leurs pourtraicts au
naif. Lyon, Macé Bonhomme. 1558. [leet 2e partie. ] kl. folio. B. N. A. M.
155. Salviani (H.) Aquatilium animalium historiae liber primus, cum
eornmdem formis. aere excussis. Cum 82 tabb.. Romae, apua Hipp. Sal-
vianum, 1554. folio. Herdrukt te Venetië, 1600 en 1602. B. L. H. — T. 0.
156: Sehüffer, (J. C) Epistola de studü ichthyologici faciliori ac tutiori
-ocr page 48-
14
HISTOIRE NATUBELLE DES POISSONS.
methodo. Adjectis nonnuüis specim. Cum 1 tab. aeri incisa fig. color. Ratisb.,
1760. gr. 4o.
                                                                        B. N. A. M.
157.  Scliinz, (H. R.) Naturgeschichte und Abbildungen der Fische. Nach
den neuesten Systemen zutn gemeinnützl. Gebrauche entworfen und rait Be-
rücksiehtigung für den Unterricht der Jugend bearbeitet. Nach der Natur
vind den vorzügl. Originalien gezeichnet und. lithogr. von K. J. Brodtmann.
Leipzig, "Weidmann. 1836—38. 16 stukken, folio:
                       B. R. ü.
157a. Schlegel, (H.) Handleiding tot de beoefening der dierkunde. Breda,
Gebr. Nijs. [Voor rekening van de K. Akad. v. d. Laud- en Zeemagt.] 1857.
2 dln. kl. 8o. Met een atlas in folio.
                                           B. B. D.
I, bl. 125-133. Walvischachtige Zoogdieren. II, bl. 65—206. Visschen.
158.  Schmidt, (Karl) Vollstandige Naturgeschichte in lithogr. Abbil-
dungen. Munchen, (Leipzig, Fr. Fleischer.) 1818—23. 6 dln. gr. 4 .
IV: Fische. Met 27 platen.
159.  Schneider, (J. G.) Ichthyologiae veterum specimina, ad virum clariss.
M. J. Blochium. Francofurti ad Viadr., Typis I. C. Winteri, 1782. 4o.
160.------Proben von der Fischkunde der Alten.
Zie: Leipzig. Magaz. 1783. bl. 62—98.
161.   Seba, (Alb.) Locupletissimi rerum naturalium Thesauri accurata
descriptio, et iconibus artiüciosissimis expressio, per universam physices histo-
riam, Lat. et Belg. Amstelod., Arkstee et Merkus. 1734—65. 4 dln. gr.
folio. Met 450 platen. K. B. V O.— 3. L.H. — U. H. T. O. —N.A. M.
III: Pisces, bladz. 32—108.
162.   Slinw, (George) General zoology, or systematic natural history, with
plates. London, Kearsley. 1800-1819. 22 st. in 11 dln. 8o. B.L.H.
IV—V: Pisces. Met 182 platen.
163.-----Zoological lectures. London, Kearsly. 1809. 2 dln. 8o.
Met 163 platen en 1 deel „General index" voor beide werken.
164.------and Frederick P. Nodder, Naturalist\'s raiscellany. London,
1789—1813. 24 dln. Met 1064 gekleurde platen, roy. 8o.
Dit werk is voortgezet door Dr. Leach, onder den volgenden titel: Zoological
miscellany. London, 1814—15. 3. dln. roy. 8o.
165.   Sistème d\'histoire naturelle, en IV règnes: 1\'animal, Ie végétal, •
Ie minéral et celui des eaux. [En hollandais, en francais et en anglaisj La
Haye, Fred. Straatman. 1765. folio. Met 24 platen.
166.   Soiinini, (C. N. S.) Histoire naturelle, générale et particuliere des
poissons et des cétacés. [Ouvrage faisant suite a, 1\'histoire naturelle de Buf-
lon.] Paris, Dutart. 1803- 5. 14 dln. met 82 gekleurde platen. 80.
Souleyet. Zie: Vaillant, N0 172.
167.   Spix, (Joh. B. v.) Geschichte und Beurtheilung aller Systeme in der
Zoölogie nach ihrer Entwicklungsfolge, von Aristoteles bis auf die gegen-
wartige Zeit. Nürnberg, Schrag. 1811. gr. 80.
168.  Steller, (G. TV.) Observationes generales universam historiam piscium
coneernentes: de generatione piscium; de aetate truttacei generis; de usu
appendieum intestinalium etc.
                                 B.L.H. B. Q. B.
Zie: Novi comment. Acad. Petropolit. III, blz. 405.
Strack, (F.) Zie: Naturgeschichte in Bildern. No. 134.
169.  Niickow, (G. A.) Anfangsgründe der theoretischen und angewandten
Naturgeschichte der Thiere. Leipzig, Weidmann. 1797—1801. 4dln.gr, 8o-
IV: Fische.
170.  Swainson, (W.) The natural history and classiiication of fish. Lon-
don, Longman. 1838. 2 dln. 80.
-ocr page 49-
NATUTTBLIJK.E GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         15
171.   Unterhaltungen in der Naturgeschichte der Fische. Mit Kupf.
Altona und Leipz., Ka ven. 1791. 80.
172.   Vaillant, Voyage autour du monde, exécuté pendant les années 1836
et 1837, sur la corvette la Bouite. commandée par Vaillant. Publié par ordre
du roi, sous les auspices du département de la Marine. Paris, Arth. Ber-
trand. 1839—44. 14 dln gr. 80. en 3 dln. atlas in folio.
Zie aldaar: Zoölogie par M. Souleyet. 2 dln. met 100 gekl. platen.
173.   Valmont de Boinare, Dictionnaire raisonné universel d\'histoire natu-
relle, contenant 1\'histoire des aniraaux, des végétaux , des minéraux, etc.
Paris, Didot Ie Jeune. 1764. 5 dln. kl. 80. —(4e Bdition.) Lyon, Bruys.
1800. 15 dln. 8°.
                         B. N. A. M. [Yverdon, 1769] B. R. D.
Hollandsche vertaling, met aanhangsel. Dordr., 1767—70. 3 dln. 4<>.
174.   Vanier\'s Book upon fish, translated by the Rev. <ƒ. Duncombe,
with a brief introduction, and passages from english writers selected as notes.
London, 1809. 80.
175.   Vincentius Bellovacensls Speculum quadruplex.naturale, doctrinale,
morale, historiale. Argentinae, Joannes Mentelin. 1473—1476. 7 dln. folio.
B. U.H. [andere uitg. z. j. 5 dln. folio].
De tekst der latere uitgaven, o. a. van 1624 (4 dln. folio) is gewijzigd en
minder te vertrouwen. Het XVlIe boek van het „Speculum naturale" handelt
over de visschen.
                                                                       B. U. H.
176.   Vischboek van Adriaan Coenen, zoon van Schilperoort. Dit Vis,
Booc, veergadert ende gescreven van mij A. Coenen soen, geboren op de
dorpe van Scheiveninghe Een visschers dorpe in de Noortsee leggende een
cleijn mijlken van den vermaerden Hage in Hollant die is in veel landen
wel bekent. Anno 1577 begonnen ( —1578).
                              K. B. \'sü.
410 bladen in folio, met afbeeldingen vau allerlei vissehen in kleuren. [No.
540 van den Handschrift-catalogus der K. B. \'s G.~] Zie: van Wijn, Histor. en
letterkundige Avondstonden. II. blz. 90. De Navorscher. XII. blz. 337. XIII.
bl. 12, 84.
177.   Voigt, (F. 8.) Lehrbuch der Zo"ologie. Stuttgart, Schweizerbart.
1835—42. 6 dln. gr. 80, en een atlas met 22 platen in gr. 4o. B. U. H.
III: Amphibien, Fische. Weichtbiere.
Vergelijk: Naturgeschichte der drei Reiche. N0. 133.
177a. Yrolik, (W.) Het leven en het maaksel der dieren. Amsterdam,
M. H. Binger en Zonen. 1854. 3 dln. gr. 80.
            B. B. L. —R. D.
Zie aldaar: Walvischsoortige zoogdieren. II, bl. 88—187.
Visschen. III, bl. 213—426.
178.   Ward, (Sam.) Natural history of lishes. London, Newberry. 1770.
2 dln. 12o.
179.------A modern system of natural history, containing accurate de-
scriptions, and faithful histories of animals, vegetables and minerals; together
with their properties, and various uses in medicine, mecbanies, manufact-
ures, etc. London, Newberry. 1775—76. 12 dln. 120. Met 114 platen.
180.   Wilhelm, (G. T.) Unterhaltungen aus der Naturgeschichte. Mit (1572)
illumin. Kupfern. Augsburg. Schlosser. 1817—24. 27 dln. gr. 80.
I—II: Sïugethiere. Met 150 platen. IX—X: Fische. Met 96 platen.
181.   Willnghbeji (F.) De historia piscium libri IV, jussu et sumptibus
Soc. Reg. Lond. editi. Cum appendice historias et observationes in supple-
mentum operis collatas complectente. Totum opus recognovit, coaptavit, sup-
ï
levit, librum etiam primum et secundum integros adjecit J Rajus. Cum
88 tabb. Oxonii, e theatro Sheldoniano. 1686. gr. folio. B. U.H. — R.D.
182.------Historia piscium. Cura J. Raji etC. Mortimeri. Lond., Davis.
1743. folio. Met 188 platen.                                           B.L.H.— T. G.
V
-ocr page 50-
16
H1STOIB.E NATURELLE DES POISSONS.
183.   Wil insein, (Fr. Ph.) Vollstandiges Handbuch der Naturgeschichte für
die Jagend und ihre Lehrer. Zweite verbesserte und vermehrte Auflage. Mit
"Vorrede von H. Lichtenstein und Fr. Klug. Berlin, Amelang. 1831. 3dln.
gr. 8». Met een atlas in folio.
II: Amphibien , Fische, u. s. w.
184.   Wilson, (JJ An introduction to the natural history of flshes. With
above 130 figures. Edinburgh, A. and C. Black. 1838. 4o.
185.   Wood, (J. G.) The illustrated natural history. With new designs
by Wolf, Zwecker, Weir, Coleman, Wood, Neale, Tuffin West, etc. En-
graved by the brothers Dalziel. London, Routledge, Wame. 1860—1863.
3 dln. roy. 80.
                                        B. N. A. M. — R. L. — R. D.
III: Fishes.
186.   Wotton, (E.) De differentiis animalium libri X. Lutetiae-Parisiorum,
apud Vascosanum. 1552. folio.
                                                    B. L. H.
i. Visschen van verschillende landen en werelddeelen
Enkele soorten.
[Poissons de différents pat/s. Espèces séparéesj]
187.   Abbildung, Eigentliche, aller in dera Zürichsee und der Limmat sich
befindenden Gattung Éischen, in welchen Monaten selbige, wie hier verzeich-
net, wegen des Leichs und Fasels zu fangen, zu kauffen und zu verkauffen
verbotten. Joh.Melch. Füssliexcud. discip. s. Joh. Simmler, fee. Kopergrav.
187a. Abbott, (C. C.) Notes on the fresh water fishes of New Jersey. Observa-
tions on „Mud-loving fishes."
Zie: Amer. Naturalist. 1870. IV. bl. 513—521.
188.   Ablts, (Cooper) Observations on the remarkable failure ofHaddocks
on the coast of Northumherland (Gadus aeglefinus .)K. B.\'s O. — B.B. G. R.
Zie: Philos. Transact. 1792, LXXXII bl. 367—373.
189.   Abentheuer von Aller hand Mineralien.....und Fischen, Eranck-
furt a/M., 1656. 40.
190.   AduiiiH, (A. L.) Death of fishes in the bay of Fundy.
Zie: Amer. Naturalist. 1868. II, bl. 337—342.
191.   Agassiz, (L.) Beschreibung einer neuen Species aus dem Genus Cypri-
nus. (C. Uranoseopus). Met afbeeldingen.
Zie: Isis. 1828, bl. 1046—1049.-1829, bl. 414—515. — Férutsac, Buil.
Sc. nat. 1829. XIX, bl. 117—118.
192.------Description de quelques espèces de Cyprins du lac de Neuchatel,
qui sont encorc inconnues aux naturalistes. Met 2 platen.
Zie: Me\'m. Soc. seienc. nat. Neuchatel. 1835, I bl. 33 —48.1\'Institut, 1836.
IV , No. 188. bl. 419—420. [B. B. 6. R.] Proceed. zool. Soc. 1835. III.
bl. 149—151.
193------Ueber die Familie der Karpfen.
Zie: Archiv f. Naturgescb. 1838. I, bl. 73—81.
-ocr page 51-
17
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DB VISSCHEN.
194.   Agassiz, (L.) Histoire naturelle des poissons il\'eau douce de 1\'Europe
centrale. Neuchatel, 1839-42. 2 aflev. folio en 8».
                      B.T.O.
I.  Salino et Thymallus. [27 platen met franschen, duitschen en engelschen
tekst, folio.]
II.  Embryologie des Salmones par C. Vogt. 8o. [Met atlas van 24 platen
in folio.]
195. ------ On the fishes of Lake Superior.
Zie: Proceed. Amer. assoc. adv. se. l»t. Meet. 1848. bl. 30—32.
196.------On Petromyzontidae and their embryonic development and place
in the natura! history system.
Zie: Edinb. new. phil. journ. 1850, XLIX. bl. 242—246.
197.------Lake Superior, its physical character , vegetationsandanimals.
With a narrative of the tour, by J. E. Cabot. Boston, Gould. 1850. 8o.
Zie aldaar: Fishes, bl. 246—376. Met 5 platen.
198. ------ Ueber die geographische Verbreitung der Fische. 3. L. H.
Zie: Froriep\'s Tagesber. 1850. No. 182 (Zoölogie, I.) bl. 244—247.
199.------Observations on the Blind fish of the Mammoth Cave. (Am-
blyopsis spelaeus).
Zie: Silliman, Amer. jonru. 1851, 2d Ser. XI, bl. 127 — 128. Edinb. new
phil .journ. 1851,XI,bl. 254—256. Froriep\'s Tagesber. No. 280. (Zoölogie, II.)
1851, bl. 45—47.
200.------Extraordinary fishes from California, constituting a new family.
(Holconoti or Embiotocidaé). New-Haven, 1853.                    B. N. A. M.
Zilt: Silliman, Amer. journ. 1853, XVI, bl. 380—390; 1854. XVII, bl.
365—368. EdinbV new phil. journ. 1854. LVII, bl. 214—227.
201.------Sur quelques poissons des Etals-Unis.
Zie: Comptes rend. Acad.sc. Paris, 1853. XXXVII, bl. 184.TInstitut,
1853. XXI. No. 1025. bl. 287.
                                 B. L. H. — B. O. R.
202.------Notice of a collection of fishes from the Southern bend of the
Tennessee river.
Zie: Silliman, Amer. journ. 1854. 2d Ser. XVII, bl. 297—308, 352—369.
Ook afzonderlijk verschenen: New-Haven, 1854. 8o.
              B. N. A. M.
203.------Synopsis of the ichthyological fauna of the Pacific Slope of North-
America.              _                                                                          B. N. A. M.
Zie: Silliman, Amer. journ. 1855. 2d Ser. XIX, bl. 71—99. 215—231.
204. ------ Sur les poissons vivipares.
Zie: 1\'Institut. 1856. XXIV, No. 1165.            B. N. A. M. B. O. R.
205.------On sorae young Gar-pikes from lake Ontario.
Zie: Silliman, Amer. journ. 2a Ser. 1857. XXXII, bl. 284—285.
206.------A journey in Brazil. London, Trübner. 1868. gr. 8o. Met
houtsneden.                                                                                 B.R.L.
Zie aldaar o. a. in: Chapt. I. Distribution of fishes in Brazilian rivers. —
Flying fish. — Fresh-water fishes of Brazil. — ClassiHcation of fishes. Ch. IV.
Fishes of the forests. Ch. VII. Fishing excursion; astonishitig variety of (ishes;
Brecding places of turtles, fishes etc.—Fish hunt; Relations between fishes;
Note upon the Marine character of the Amazonian faunae. Ch. XI. Distribution
of fishes in the Amazonian waters. — Appendix: Flying fishes.
207. ------ Observations sur les métamorphoses des poissons.
Zie: Annales des scienc. nat. 1865, III.                                        B. L. H.
------ Zie: J. B. Spix.
2
-ocr page 52-
18                                   HISIÜIRB NATURELLE DBS POISSONS.
208.   Aigner, (Jos.) Salzburg\'s Eische. Mit Vorwort von J. Th. M.
Zetter.
Zie: Jiilircsbcr. der vatcrl. Mus. Carolino-Auguat. d. Landeshaupat. Salzburg.
1859, U. 72—92.
209.   Alnsworth, (W. F.) Tristram, Kingsley, The Nile flshinGalilee.
Zie: The Athenaeum. 1865, II, M. 248,277,310,311. B.L.B. — R.L.
210.   Akerly, (S.) Economical history of the fishes sold in the markets
of New-York.
Zie: Americ. monthly magazine. New-York, 1817. II.
211.   Albin, (El.) Icones piscium, cum nominibus latinis, anglicis et
galliois. Cum figuris aeneis. Lond., 1735—1741. 4o.
212.-------The history of esculent fish, with plates drawn and engrav-
ed by El. Albin, with an essay on the breeding of fish and the construction
of fish ponds by R. North. With 48 coloured plates. London, Jeffery.
1794. 4o.
Ook eene latere uitgave (z. j.) London, Goodwin.                           B. T. G.
213.  Allen,(Benj.)Onthegenerationofeels.r.5.\'*Ö.—B.L.H.—3. O.B.
Zie: Philos. Transact. 1697. XIX. No. 231. bl. 664—666.
214.   Allamand, (J. N. S.) Kort verhaal van de uitwerkselen, welke een
Americaanse vis veroorzaakt op degeenen, die hem aanraaken.
K. B. \'sG. — 3. L. H. — V. H.—N. A. M. —B. Q. R.
Zie: Verhand. Holl. Maatsch. d. wet. Haarl., 1776. XVII. 372—379.
215.   Alpinns, (Prosper) Historia naturalis Aegypti. Cum observatt. et notis
J. Vislingii. Lugd. Batav., G. Potvliet. 1735. 2dln. 4o. B. N.A.M. —I. O.
Zie aldaar: Piscea, blz. 201—203.
216.   Alvenstod, (S. M.) Das vollstandigste und neueste Pischbuch. Eine
Beschreibung aller in Deutschland vorkommenden Eische, nebst Anleitung
dieselbe auf leichte Art zu fangen und selbst aus betrachtlichen Eernen her-
beilocken zu können. Auf eigene Erfahrungenbegründet. Nordhausen, Eürst.
1837. 16o.
217.   Ambrose, (J.) Some observations on the fishing-grounds and fish of
St. Margaret\'s Bay. U. S.
Zie: Proceed. and Tranaact. N. Scot. inat. nat. se. I, 4. bl. 33—43; II,
1. bl. 67—76.
"218.------On the fishes of St. Margaret\'s Bay.
Zie: Proceed. and Tranaact. N. Scot. inat. nat. ac. 1869. II. bl. 87—94.
219.   Amoretti, (Carlo) Osservazioni sulle anguilla.
Zie: Mem. soc. Ital. Modena, 1803, X, bl. 679—686.
220.   Anderson, (W.) An account of some poisonous fish in the South sea.
Zie: Philoa. Tranaact. 1776.LXVI.bl. 544—574. K.B.\'sG.—B.L.H.—B.O.R.
221.   Andrée, (A.) Om Gottlandska Saltsjofisket.               B.N. A.M.
Zie: Oefvera. K. Vet. Akad. Porhandl. Stockh., 1850. bl. 112—118.
222.  Andrews, (W.) On the European Hemiramphus andlesserEorked-Beard.
Zie: Proceed. nat. bist. soc. Dublin. 1849—55. I, bl. 117—119.
223.------On the species of Cottus on the South-west coast.
Zie: Proceed. nat. hiat. soc. Dublin. 1849—55. I, bl. 119—122.
224.------On the occurronce of Merlangus albus, new to Irish iohthyology.
Zie: Proceed. nat. hist. soc. Dubl. 1862—1863, IV, bl. 9—11.
225.-------Ilcmarks on the Percidae and Scrrani, and on an addition to
the ichthyology of Ireland. (Met eene plaat.)
Zie: Nat. hiat. rev. 1856. II. Proceed. Soc. bl. 36—38.
/
-ocr page 53-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         19
226.   Andrews, (W.) Notes on the fishes of the Western coast; an record
of the oceurrence of Capros aper in the Irish seas.
Zie: Nat. hist. rev. 1858, V. Proc. Soc. bl. 188—191.
227. ------ On the Syngnathidae.
Zie: Nat. hist. rev. 1860. VII, bl. 897—399.
228.------On the ichthyology of the South-west eoast. of Ireland.
Zie: Journ. Roy. Dublin soc. 1869. bl. 379—389.
229.   Anjubault, (P. A.) Revue des espèces de poissons qui vivent dans
Ie département de la Sarthe, et observations sur la pisciculture. Mans, 1855. 80.
Overgedrukt uit: Mem. de la soc. d\'agric., se. et arts de la Sarthe. I.
230.   Ankarkrona, Beschreibung des Fiinffingerfisches. (Met afbeeldingen.)
Zie: Abhandlgn. d. Schwed. Akad. 1740. II, bl. 242—245. B. L. H.— B. G. R.
231.   Aiislijn, (N.) Afbeelding van Nederlandsche dieren. Leiden, D. du
Mortier en zoon. 1820—1830. 2 dln. 80.
                      B. T. O. — R. 1).
II: Visschen , plaat 1—94.
232.   Appnn, (K. F.) Fische und Fischfang in Britisch-Guyana.
Zie: Das Ausland. 1870. No. 47—49, bl. 1110-1116, 1135—1140,
1156—1161.
233.   Arbnthnot\'s Natural history of those fishes etc. that are indigenous
to, or occasionally frequent the coasts of Buchan. Aberdeen, 1815. 80.
234.   Arderon, (W.) Some observations made on the Bansticle or Prickle-
back, and also on fishes in general.
                                            B. B. ff. R.
Zie: Philos. Transact. 1746. XLIV, No. 482, bl. 424—428.
235.   Art and, Notice sur 1\'Osphromenus olfax Commerson.
Zie: Férutiac, Buil. se. nat. 1829. XVIII, bl. 116—117.             B.R.D.
236.------Notice pour servir a 1\'histoire naturelle du Goramy [Osphromenus. ]
Zie: Buil. d\'hist. nat. de la soc. Linn. de Bordeaux. 1821. II, bl. 188. B. R. D.
237. Ascanius, (P.) Beretning um Silde-Tusten [Regalecus remipes.]
Zie: K. Dansk. selsk. Skrift. N. Saml. 1788. III, bl. 419-422.
238.------Icones rerum. naturalium, ou figures enluminées de 1\'histoire
naturelle du Nord. Copenh., Möller. 1806. folio.          B. L. H. —T. ff.
239.   Asso, (Ign. de) Introduccion a la ichthyologia oriental de Espana.
Zie: Anal. hist. nat. Madrid, 1801. IV, bl. 28—52.
240.   Ayres, (W. O.) Enumreation of the fishes from Brookhaven, L.
Island. with remarks on the species observed.N». 240—253. B. L. H.N. A. M.
Zie: Boston journ. nat. bist. 1842. IV, 2. bl. 255—292.
241.------Description of four species of fishes from Brookhaven, all of
which are believed to be new.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1848. IV, 8. bl. 293—308. Proceed. Boston
soc. nat. bist. 1844. I, bl. 64—68.
242.------Leuciscus nasutus n. sp.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1844. I, bl. 130.
243.------An attempt to prove that Cottus coquatus Rich., Cottus viscosus
Haldem, and Uranidea quiescens Dekay, are one species, and are identical with
Cottus gobio Linn.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1845, V. 1, bl. 116—136.
844.------On a muscular apparatus of the pharyngeal bones of Leuciscus.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. bist. 1848. III, bl. 46.              B.B. ff. B.
-ocr page 54-
30                                   HISTOIRE NATURELLE DES POISSÜNS.
245.   Ayres, (W. 0.) Desoription of a new genus of fishes [Malacosteus
niger] from the banks of Newfoundland. Met eene plaat.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1848. VI, 1. bl. 53—64. Proceed. Boston soc.
nat. hist 1848. III, bl. 69—70.
                       No. 245—252. B. B. O. R.
246. ------ Leuciscus pulchelloid.es n. sp. Connect.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1849. III, bl. 157. — Proceed. Amer.
assoc. adv. se. 2d Meet. 1849, bl. 402—406.
247.   — - On Percopsis pellucida n. sp.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1850. III, bl. 164—166.                     ,
248.------On the Esox lucius of Richardson.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1850, III, bl. 173, 305.
249.------On Cottus variabilis and groenlandicus.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1850. III, bl. 312.
250.------Description of new fishes from California.
Zie: Proceed. Calif. Acad. 1854. I, bl. 3—14, 16—32, 32 -67, 70—76.
251.------New species of Californian fishes.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1855: V, bl. 94—103.
252.------On Polypterus palmas nova species.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1850. III, bl. 181—182.
253.------Description of a new species of Polypterus from Western Africa.
[P. palmas.] (Met eene plaat).
Zie: Boston, journ. nat. hist. 1850. VI, P. 2, bl. 241—246.
254.------Description of a new genus of fishes, Halias Ayres.
Zie: Proceed. Calif. Acad. nat. se. 1860. bl. 52—59.
255.------Descriptions of new fishes, TrichodonlineatusandOsmerus tha-
leichthys Ayres.
Zie: Proceed. Calif. Acad. nat. se. 1860. bl. 60—64.
256.------Description of two species of fish, Atherinopsis affinis and
A. tenuis Ayres.
Zie: Proceed. Calif. Acad. nat. se. 1860. bl. 73—77.
257.------Description of four species of fishes, Camarinanigricans, Poro-
notus simillimus, Ayres, Johnius nobilis and Scriphus politus.
Zie: Proceed. Calif. Acad. nat. se. 1860. bl. 77—86.
258.------Notes on the Sebastoid fishes occurring on the coast of California.
Zie: Proceed. zool. soc. 1863. bl. 390—402.                B. L. H. —2V". A. M.
259.   Baer, (E. Ton) Bericht über einige ichthyologische Nebenbeschafti-
gungen auf einer Reise an den Peipus.
Zie: Buil. phys. tnath. Acad. St. Pe\'tersb. 1851. IX, bl. 359—362. Mélanges
biolog. 1851. 1, 3. bl. 309—313.
                                                   B.L.H.
260.   Bailly, (E. M.) Description des filets pêcheurs de la Baudroie. (Met
eene plaat).
Zie: Ann. d. seienc. natur. 1824. II, bl. 323—333. — Froriep\'s Not. VIII,
No. 166. bl. 177—183.
                                                    B.L.Ü.—N.A.M.
260«------Geoffroy St. Hilaire, (Et.) Rapport sur Ie mémoire de M. Bailly. Zie .Ann.
seienc. natur. 1824. II. bl. 311—323. Ann. du Muse\'ura, 1807. X, bl.
480—481. — Mém. du Muse\'um, 1824. XI, bl. 117—142. — Férussac, Buil.
se. nat. 1827. X, bl. 165—166.
                                      B. L. H.- N. A. M.
261.  Baird, (Sp. F.) Descriptions of new species of fishes from the Mexican
Boundary survey.
                                                                            B. N. A. M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1868. VI, bl. 368—369. K.B.\'iQ.
-ocr page 55-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         91
262. Baird,(Sp.F.)NewflshesfromArkansas. K. B.\'sG.—B. N. A. M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1853. VI, bl. 390—392.
263.------Description of new flshes collected in Texas, New Mexico and
Somora, by J. Clark and Capt. v. Vliet. K. B. \'sG. -B. N. A. M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1854. VII, bl. 24—29.
264.------Report on the flshes of the New Jersey coast, as observed
in the summer of 1854. [Forens the 9th annual report of the Smithsonian
Institutionforl854.] Washington, Tucker, 1855. 8». K. B.\'sG. —B.L.H.
265.------and Ch. Glrard, Description of some new flshes from the river
Zuni.                                                                       K.B.\'tG.—B.N.A.M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1853. VI, bl. 368—369.
266.------Cochlognathus n. g. Cyprinidae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1854, VII, 158.
267.   Bajon, Mémoire sur un poisson a commotion électrique connu a Cayenne
sous Ie nom d\'Anguille tremblant. [Gymnotus.]
                             B. L. H.
Zie: Observ. et mem. sur la Phys. Kozier, 1774. III, bl. 47—58.
268.   Baker, (Henry) A letter concerning an extraordinary flsh, calledin
Russia, Quab; and concerning the stones called Crabs eyes.
Zie: Philos. Transactions. 1748, bl. 174. K. B. \'s O. B. L. H. B. G. R.
269.   Baker, (S. White) The Albert N\'Yanza, great basin of the Nile,
and explorations of the Nile sources. With maps, illustr. and portraits.
London, Macmillan and Co. 1866. 2 dln. gr. 8». 3. L. H. —B. L.
Zie aldaar: A curious fish. I, bl. 40.—Rsheagle. I, 361.— Wonderful varie-
ties of fishes. I, 290. — Fishing in the Albert N\'Yanza. II, 97; at Magungo.
bl. 130—132. -- Fish spearing in the Marshes. I, 69—70.
270.   Balbinus, (B.) Miscellanea historica regni Bohetniae. Pragae,
1679. 3 dln. fol.
Zie aldaar: De piscibus Bohemiae. Lib. I. cap. 52—57.
271.   Baldlgara, (Battista) Ragionamento di marauiglie non mai dato
in luce: Opera noua nella qual si tratta de Pesci marauigliosi, che si trouano
in diverse peschiere d\'acque dolci et salse, et delle guerre et armate da mare.
In Venetia, V. de Vian. (z. j.) kl. 8».
272.   Baldner, (Leonhard) Recht natürliche Beschreibung und Abmahlung
der Wasser-Vogel, Fischen, vierfüssigen Thier, Insekten und Gewirm, so
bey Strassburg in den Wassem sind, die ich selber geschossen und die Fisch
gefangen, auch alles in meiner Hand gehabt. Leonhard Baldner, Fischer undt
Hagmeister in Strassburg gefertigt worden 1666.
De afdeeling waarin de visschen behandeld worden, is getiteld: Das Fischbuch,
darin 45ley Gattung Fisch und Krebs, so nach ihrer Art und Eigenschaft
beschrieben zu linden.
Met 32 gekleurde afbeeldingen.
Van dit hoogst belangrijke handschrift zijn drie exempl bekend en wel: In
het Kabinet van Natnralien te Straatsburg, het Britsril Museum en ook een
te Kassei. Vergelijk: v. Siebold, Die Susswasserfische vun Mittel-Europa. Leip-
zig, 1863. bl. 33.
273.   Ball, (Rob.) On the probable occurrence of the Lepidopus argyreus
in Dublin Bay.
Zie: Nat. hist. rev. 1855. II, Proc. soc. bl. 45—46.
274.   Bancroft, (Edw.) An essay on the natural history of Guyana in South
America; containing a description of many curious productions in theanimal
and vegetable systems of that country, etc, in several letters from a Gentle-
man of the medical faculty during nis residence in that country. London,
Becket. 1769. 8». Met eene plaat.
-ocr page 56-
22                                   HISTOIRE HATUBBL1B DES POISSON8.
275. Bancroft, (E. N.) On the (ish known in Jamaica as the Sea Devil.
[Cephalopterus manta (Giorna Le S.)]
Zie: Zool. journ. 1829. IV, bl." 444—457. — Isis, 1831. bl. 1363—1364.
276.-------On several fishes of Jamaica.                                3. N. A. M.
Zie: Proceed. of the Comra. zool. soc. 1831. I, bl. 134—135. Zool. journ.
1832—1834. V. bl. 409—424.
277.   Barker-Webb (P.) et Sabiri-Berthelot, Histoire naturelle des iles
Canaries. Paris, Bethune. 1835—1850. 3 dln. 4». Met atlas in folio.
B. L. H. T. O.
II, 2e St.: bl. 1—109. Poissons. Met 26 platen.
278.   Barton\', (Will.) A paper concerning theMola SalvianiorSunfishand
a glue made of it.
                                 K. B. \'sG. —B. L. H.—B. G.R.
Zie: Philos. Transact. 1740. XLI. P. 1. No. 456. bl. 343-345.
279.   Barrère, (Pierre) Essai sur 1\'histoire naturelle de la France équi-
noxiale, ou dénombrement des plantes, des animaux et des minéraux qui se
trouvent dans 1\'ïle de Cayenne, les isles de Remire, sur les cótes delamer,
et duns le continent de la Guyane; avec leurs noms différents, latins, francais
et indiens, et quelques observations sur leur usage dans la médicine et dans
les arts. Paris, Piget. 1749. 12o.
280.   Barrington, (D.) On some particular fish found in Wales.
Zie: Philos. Transact. 1764. LVII, bl. 204—214.
. K. B. \'s O. B. L. H. — B. 6. B.
281.   Bartlett, (A.) Letter respecting the Lepidosiren in the Crystal Palace.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1856. XXIV, bl. 346—348. B.N. A. M.—R. B.
282.   Basilewski, (St.) Ichthyographia Chinae borealis. (Met 9 platen.)
Zie: Nouv. mém. soc. natur. Moscou. 1855, X: bl. 215—264. B. L.H.
283.   Bast er, (J.) Beschrijving van den Kiü-yü of goud vis. Met gekleurde
plaat. Haarl., 1763.8<>. A\'. B. \'s G. B. L. H. — N. A. M.~ B. G. B. — R. D.
Zie: Verhand. v. d. Holl. Maatschappij d. wetensch. VII, le.
284.------Natuurkundige uitspanningen. Haarlem, J. Bosch. 1762. 4.0.
B. L.H. — T. G.—B. G. R.—R. D.
285.   Batavia, de hoofdstad van Neêrlands O. Indien, in derzelver ge-
legenheid, opkomst, geschiedenissen, koophandel, dieren en gewassen, be-
scnreven. Met kaarten en platen. Te Amsterdam, bij P. Conradi. 1782. 4
dln. 1 bd. e».
                      K.B. \'s G.—B. L. H. —N.A.M. —R.L.
Zie aldaar: Visschen van Java. IV, bl. 94—105.
286.   Batchelder, (J. M.) Argyreiosus unimaculatus, nov. spec.
Zie: Proceed.\' Boston soc. nat. hist. 1846. II, bl. 78—79. B. N. A. M.—B. 6. S.
287.   Bates, (H. W.) The naturalist on the river Amazons. London, J.
Murray. 1863. 2 dln. 8o. Met platen.
                                             B.R.L.
Zie: II, bl. 139, Beschrijving en afbeelding van :Acara [Mesonautainsignis];
Sarapó [Carapus]; Needle-fish [Hemaramphus].
288.   Beal, (John) Account of Shining fish.
Zie: Philos. Transaet. 1666. bl. 75.          K. B. \'s G. B. L. H. 3. V. R.
289.   Bell, (Will.) Description of a species of Chaetodon, called by the
Malays „Ecanbonna". (Met 2 platen.) K. B.\'sG. — B. L. H. — B. G. R.
Zie: Philos. Transact. 1793. LXXXIII, bl. 7—9.
290.   Bellamy, (J. C.) iluusekeeper\'s guide to the fish-market, for each
month of tbe year. and an account of the fish and the fisheries of Devon
and Cornwall in respect of commerce, economy, natural history and statistios.
Plymouth, E. Nettleton. 1843. 12<>.
-ocr page 57-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN SE VISSCHEN.                         83
291.   Bellingham, (0*Bryen) Description of a specimen of the Orthago-
riscus mola.
                                                                                            B. L. H.
Zie: Charletworth\'t Magaz. nat. hist. N. ser. 1840. IV. bl. 235—241.
292.   Beminden, (A. A. Tan) Bijdrage tot de kennis onzer inlandsche
diernamen, en Lijst van visschen in Nederland waargenomen. B. N. A. M.
Zie: Herklolt, Bouwstoffen voor eene fauna van Nederland. Leiden, 1866.
II, bl. 137—141. III, bl. 318(418)—413(513). K.B.\'tG. — B. T. G. B. V.
293.   Beneden, (P. J. Tan) Sur quelques poissons rares des cötes de Belgique.
Zie: Buil. Acad. scienc., lettres, etc. de Belg. 1865, XX.
K. 3. \'t G. — B. L. H. — iV. A. M. B. G. R.
294.------Note sur la symmetrie des poissons Fleuronectes dans leur jeune
age. (Met eene plaat.)
Zie: Buil. de 1\'acad. Belg. 1853. XX, 3. bl. 205—210.
K. B. \'t G. 3. L. H. N. A. M. B. G.B.
895.------Sur un poisson rare de nos cötes. [Scymnus glacialis] et ses
parasites.
Zie: Buil. de 1\'acad. Belg. 1853. XX. bl. 258—263. Ann. natur. hist. 1854,
XIII. bl. 236-237.
                                  K. B. \'t G. 3. L. H. B. G. B.
296.------Notice sur un nouveau poisson du littoral de Belgique. [Petro-
myzon Omalii.] (Met eengesteendr. plaat.) B. N. A. M.B. O.B. B. D.
Zie: Buil. de 1\'acad. roy. de Belg. 1857. II. Buil. No. 7, bl. 649—554.
297.------Les poissons des cótes de Belgique, leurs parasites et leurs
commensaux. Bruxelles, F. Hayez. 1870. 4<>. (Met 8 platen). 3. B. D.
298. Bennett, (E. T.) Description of a new species of Julis Cuv. [J. argus.]
(Met afbeeldingen.)
Zie: Zool. journ. 1827. III. bl. 577—578.
299------Observations on the fishes contained in the collection of the
zoological Society. (Met eene plaat.)                                          B. N. A. M.
Zie: Zool. journ. 1827, III, bl. 871—878. 1828. IV, bl. 31—43. Het-
zelfde vertaald in: Féruaaac, Buil. se. nat. 1829. XVII, bl. 439—441. 1831.
XXVII, bl. 191—192.
300.------Notes on fishes from Jamaica.
Zie: Zool. journ. 1829, bl. 86—90.
301.------Observations on a collection of fishes from the Mauritius, with
characters of new genera and species.
Zie: Froceed. of the Comm. zool. soc. 1831. I, bl. 59—61, 126—128,
165—169.
                                                 No. 301—312. 3. N. A. M. — R. D.
302.------Pterois Russellii nova species.
Zie: Proceed. of the Comm. zool. soc. 1831. I, bl. 128.
303.-------Observations on a collection of fishes, and characters of two new
species of fishes. [Chromis taenia and Monacanthus setifcrj.
Zie: Proceed. of the Comm. zool. soc. 1831. I. bl. 112.
304.------Characters of new genera and species of fishes of the atlantic
coast of Northern Africa.
Zie: Proceed. of the Comm. zool. soc. 1831. 1,11. 146—148.
305.------Two new fishes from the Mauritius [Atherina punctata and
Julis strigiventer].
Zie: Froceed. of the Comm. zool. soc. London. 1832. II, bl. 184.
306.------Characters of new species from the Mauritius.
Zie: Froceed. zool. soc. London. 1833. I, bl. 32. Isis, 1835, bl. 358—861.
307.------Characters of new fishes from Western Africa.
Zie: Froceed. zool. soc. London, 1834. II, bl. 45—46.
-ocr page 58-
24                                   HISTOIRE NATURELLE BES POISSONS.
308. Bennett, (E. T.) Charaoters of new fishes of Trebizond.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1835. III, bl. 91—92. Isis, 1837. bl.
137—138.
309.------Charaoters of several fishes frotn the Isle de France.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1835. III, bl. 206—208.
310.------Charaoters of some new species of fishes, colleeted by Mr. Cuming.
Zie: Proceed. Comm. zool. soc. London. 1832. II, bl. 4—5. Isis. 1835,
bl. 366-367.
311.------Charaoters of new species of fishes from Ceylon.
Zie: Proceed. Comm. zool. soc. 1832, II, bl. 182-184. Isis. 1835,
bl. 44,9—451.
312.------Acanthurus Kingii n. sp.
Zie: Proceed. zool. soc. London. III. 1835, bl. 119. Isis. 1837, bl. 180.
313.   Bennet (J. A.) en G. Tan Oliyier, Naamlijst der Nederlandsohe
visscheu.
Zie: Natuark. verbandelingen van de Iloll. Maatschappij der wetenschappen
te Haarlem. 1824. XIII, 2frdl., bl. 1.
            B. L.H. — B. G.R. — R.D.
314.  Bennet, (J. W.) Fishes of Ceylon. A selection of the most remark-
able and interesting fishes found on the coast of Ceylon. London, Long-
man & Comp. 1828—1830. gr. 4o. 6 stukken met 30 gekleurde platen.
Uitgave London, Bohn 1851.                                                    B. T. G.
315.   Bergius, Ueber den Acipenser Ruthenus L.
Zie: Berlin. Beschaftgn. 1776. II, bl. 534—535.                B. N. A. M.
316.   Berkenhout, (John) Synopsis of the naturalhistoryofGreat-Britain
and Ireland, containing a systematic arrangement and concife description of
all the animals, vegetables and fossiles, which have hitherto been discovered
in these Kingdoms. London, Cadell. 1795. 2 dln. 8°.
317.   Berlepsch, (H. A.) Schweizerkunde. Land, Volk und Staat, geo-
graphisch-statistisch, iibersichtlich-vergleichend dargestellt. Braunschweig,
C. A. Schwetschke. 1864. gr. 8o.
                                             B. R. L.
Zie aldaar: Fische. bl. 285—289.
318.   Bertram, (J. C.) The harvest of the sea: a contribution to the natural
and economie history of the British food fishes. London, J. Murray. 1865.gr. 8».
319.   Besehreibung des neuen elektrischen, vom Lieut. Paterson ent-
deckten Fisches. (Met afbeeldingen.)
Zie: Lichtenberg-Volgt\'* Magaz. 1790. VI, 2. bl. 78—80. B. L. H.—N. A. M.
320.   Beschreibungdes wunderbahren Fisches [Thynnus] sodenl2Nov.
Ao. 1709, zu Ystadt in Schonen an das Land geworifen worden, nebst des-
selben accuraten Abriess in Kupfer gestochen, Ao. 1710 (z. pi.) 4».
321.   Besehreibung der Seelerche. [Blennius galerita L.]
Zie: Berlin. Samml. 1775. VII, bl. 128—131.
322.   Beskrifning öfver Bohnslandske fiskarne, utgifven of Kongl.
Vetensk. och Vitterhets samhallet i Götheborg. (Met 18 platen.)
Zie: Götheborg\'s K. Vet. och Vitt. samh. nya Handl. 1822, No. 1 en 3.
Bèta, (H.) Die Bewirthschaftung des Wassers.
Zie afd.: Kunst-vischteclt.
323.   Betta,(E. de) Ittiologia Veroncse. 2aEditione. "Verona, 1862. gr. 8o.
324.   Blanconi, (G. G.) Osservazione intorno al vol. XX della Ittiologia
del Sign. Valenciennes.
Zie: Nuova ann. dolle se. nat. di Bologna, 1848. IX. bl. 54—58.
-ocr page 59-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         25
325.   Bianconi, (G. G.) Lettera sul Ostracion Fornacini n. sp. de pesce
del Mosambico. (Met af beeldingen).
Zie: Nuova rum. «lelie se. nat. Bologna. 2 Ser. 1816. V, bl. 113—115.
Ilcuiliconto dell\'Accad. d. se. dell\'lstit. di Bologna. 1818—49. bl. 34.
326. ------ Pisces novi Mosambicani.
Zie: Rendiconti dell\'Accad. d. se. dell\'lstit. di Bologna. 1853—64. bl.
68—69. 1856—57. bl. 100.
327.-------Sulla Triglia lineata.
Zie: Rendiconto dell\'Acad. d. se. dell\'lstit. di Bologna. 1856—57. bl. 101—102.
328.   Bickmore, (Alb. 8.) Travels in the East Indian Archipelago. With
maps and illustrations. London, John Murray. 1868. gr. 8». B. L. H. B. L.
Zie aldaar: Fishes; large one caught at Limbi, bl.332; —Ophiocephalus stri-
atas, 354; — Anabas scandens, 354; — Anguilla Elpbinstonei, 354; — Fisbing
boats used by Malays, 52; — Malay mode of fishing, 329.
329.   Bielz, (E. A.) Uebersicht der lebenden Eische Siebenbürgens. (Met
eene plaat.)
Zie: Verhandl. und Mittheil. d. Siebenb. Verein. 1853, bl. 172—185.
Ook afzonderlijk uitgegeven: Hermannstadt, von Closius. 1853. 8o.
330.   Bigland, (John) Natural history of birds, lishes, reptiles and insects.
Philadelphia, 1828. 8<>. (Met 12 gekleurde platen.)
331.   Bilharz, (Th.) Alestes macrolepidotus [mihi], ein neuer Nilfiseh.
(Met eene plaat.)
Zie: Sitzungsber. d. raath.-naturw. Cl. d. Acad. d. Wiss. zu Wien. 1852,
IX. bl. 169-172.
                                                   B.L.B. — B.G.R.
332. ------ Beobachtungen über den Zitterwels.                            B. L. H.
Zie: Götting. Nachricht. 1853. bl. 134—136. Bericht üb. d. Verhandlgn. d.
Ges. f. Beförd. d. Naturwiss. in Freiburg, 1855. I. bl. 3—8, 22—26, 65—67.
1856. II, bl. 173—175. Ook afzonderlijk: Leipz., 1857. folio.
333.   BinneU, (Rob.) Description of the river Thames etc.; to which is
added a brief description of those fish, with their seasons, spawning times
etc. that are caught in the Thames or sold in London. With some few observ-
ations on the nature, element, cloathing numbers. passage etc. peculiar to
fish in general. London, 1758. 8«.
334.   Blrkholz, (J. C.) Oekonomische Beschreibung aller Arten Eische
welche in den Gewassern der Churmark gefunden werden. Berlin, Lange.
1770. 8o.
335.   Blainville, (H. Dncrotay de) Note sur plusieursespècesdeSquales,
confondues sous Ie nom de Squalus [Selache] maximus L.
Zie: Nouv. buil. seienc. soc. Philom. 1810. II. bl. 169—171.
336.-------Mémoire sur Ie Squalus peregrinus [Selache maxima]. (Met
eene plaat.)                                                                                       B. N. A. M.
Zie: Ann. du Muséum. 1811. XVIII. bl. 88—135. Extr. buil. seienc. soc.
Philom. 1811. II. bl. 365—368.
337.------Notes sur Ie Stylephus Stylephorus cordatus, Shaw.
Zie: Journ. de phys. 1818. LXXXVII. bl. 68—71.
Blainville. Zie: Fautie francaise.
338.   Blake, (J. H.) The habits and migrations of some of the marine
fishes of Massachusetts.
Zie: Americ. Naturalist. 1870. IV. bl. 513—621.
339.   Blanchard, (E.) Les poissons des eaux douces de la Erance. Ana-
-ocr page 60-
26                                   HISTOIBE NATURELLE DES POISSONS.
tomie, physiologie, description des espèces, moeurs, instincts, industrie»
commerce, ressources alimentaires, pisciculture, législation concernant la pêche.
Avec figures. Paris, J. B. Baillière et flls. 1866. gr. 8°.
           B. U. H.
340. Bleeker, (P.) Enumeratio piscium hucusque in Archipelago Indico
observatorum. Batav., 1859. 4<>.
              B. T. O. — N. A. M. —R.O.
341.------Ichthyologiae Archipelagi Indici prodromus. Batav., 1858—1860.
2 dln. 4o.                                  B.L.H. —T. G.—N. A.M.—R.D.
342.------Atlas ichthyologique des Indes Orientales Néerlandaises. Publié
sous les auspices du gouvernement colonial Néerlandais. Amsterdam, .Fr. Muller.
1862—[1872.] aflev. 1—25. gr. folio.
K. B. \'sO. —B. L.H. — U.H. — T. G. — N.A.M. —R. L. — R. ü.
Elke aflevering bevat, in den regel, 4 vellen tekst en 12 platen. [Chromo-
lithographie.]
Dit pracht werk, dat zoowel door inhoud als uitvoering e\'é\'nig in zijn soort mag
heeten, zal in 30 aflev. compleet zijn en alsdan f 300,— kosten. De volgende
reeks van Ichthyologische bijdragen van Dr. Bleeker, heeft voornamelijk de stof
geleverd, tot dit hoogst belangrijke werk.
343.------Bijdragen tot de vischfauna van Amboina. Batav., 1853—62.
8o. Nat. tijdschr. v. Ned. Ind. III—VI, VIII, XVI, XX. Acta
Soc. Ree. soient. Ind. Neerl. 1856—60. I—III, VII, VIII. Versl. en
meded. Kon. Akad. Afd. Natuurk. XV. Arch. Néerl. des se. exactes et
nat. Haarl., 1867, II.
344.------Nieuwe en weinig bekende vischsoorten van Amboina. Batav.
1859. 8». Nat. tijdschr. v. Ned. Ind. XX.
345.------Description de trois espèces inédites de poissons des ïles d\'Am-
boine et de Waigiou. (avec une planche.) Amst., 1867. 8». Versl. en
meded. K. Akad. van wetensch. Afd. Natuurk. 2e Serie, II.
346. ------ Enumération des espèces de poissons actuellement connues de
1\'ile d\'Amboine. Amst. , 1865. gr. 8». Ned. tydschr. v. Dierkunde. II.
347.------Notice sur la faune ichthyol. des ïles Arou. Amst., 1864 en
1867. 8o. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Natuurk. XVI, 2eSerie, II.
348.------Bijdrage tot de kennis der ichthyologische fauna van Bali.
Batav., 1842—61. 4o. en 80. Verh. Bat. Gen. XXII. Nat. tijdschr.
v. N.Indië. XII, XVII, XX, XXII.
349. —— Bijdragen tot de ichthyol. fauna der Banda-eilanden. Batav.,
1851—56. 3 St. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. II, VI, XI, XVI.
350.------Nieuwe visschen van Banda-Neira. Batav., 1852. 8o. Nat. tijdschr.
v.N.Ind.IH.
351.------Bijdragen tot de vischfauna van Banka. Batav., 1850—63. 8°. Nat.
tijdschr. v. N. Ind. I—V, VIII, XI, XII, XVIII, XXI, XXII. Amst.,
1863. Ned. tijdschr. v. Dierkunde. I.
352.------Ichthyologische waarnemingen in Bantam. Batav.,1854. 8o. Nat.
tijdschr. van N. Ind. VII.
353.------Diagnost. beschrijving van nieuwe vischsoorten van Batavia.
Ie—6e tiental. Batav., (1853) 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. IV.
354.------Bijdragen tot de geneeskundige topographie van Batavia: Fauna
en derzelver producten. Batav., 1845. 8°. Nat. en geneesk. archief vanN.
Ind. II.
355. ------ Species piscium Batav. novae vel minus cognitae, et Holacanthus
pseudannularis. Batav., 1854-1857. 2 St. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. VI, XV.
356.-----Conspectus diagnost. Siluroïdorum Batav. 1846. 8». Verhand.
Batav. Gen. XXI.
-ocr page 61-
/
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         27
357. Bleeker, (P.) Overzigt der Siluroieden, welke te Batavia voorkomen.
Batav., 1846. 8°. Nat. en geneesk. archief van N. Ind. III.
358.------Siluroideorum Bataviensium species nuperrime detectae. Batav.,
1846. 8°. Nat. en geneesk. archief van N. Ind. III.
359.------Ichthyol. fauna van Batjan. Batav. en Amst., 1854—67. 8o.
Nat. tijdschr. v. N. Ind. VII, IX, XI, XIII, XVI. — Verh. K. Akad.
Afd. Natuurk. XIV. 2e Serie, II.— Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
360.------Bijdragen tot de ichthyol. fauna der Batoe-eilanden. Batav.,
1855—56. 3 St. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. VIII, IX, XII.
361.------Bijdragen tot de vischfauna van Bawean. Batav., 1859. 8».
Nat. tijdschr. v. N. Ind. XVIII, XXII.
362.------Nalezingen op de ichthyol. fauna van Bengalen en Hindostan.
Met 6 platen. Batav., 1853. 4». Verh. Bat. Gen. XXV.
363. ------ Bijdragen tot de vischfauna van Billiton. Batav., 1850—58.
8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. I, III, XIII, XV, XVI.
364.------Bijdragen tot de kennis der ichthyologische fauna van Bintang.
Batav. en Amst.. 1851—67. 8». Nat. tijdschr. v. N. Ind. II, IV, X, XIV,
XVI, XX. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Natuurk. 2e Serie, II.
365.-----Vischsoorten van Amboina, Aroe-eilandem, Badjoa, Biliton,
Bintang, Bonthain, Karang-Bollong, Kokos-eilanden, Nagasaki, Priaman,
Siak, Sintang, Tandjong, (door verschilleude verzamelaars aangeboden). Batav.,
1859—60. 8o. Nat\', tijdschr. van N. Ind. XX. [Zie No.\'443].
366.------Bijdragen tot de ichthyol. fauna van Boeroe. Batav. en Amst.,
1856-65. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. XI, XIII, XXII. Ned. tijdschr.
v. Dierkunde. II.
367.------Bijdragen tot de ichthyol. fauna van Borneo. Batav., 1850—
1860. 8o. en 4o. Nat. tijdschr. van N. Ind. I—III, V, VIII, IX, XVI,
XX. Acta Soc. scient. Indo-Neerl. II, III, V, VIII.
368.-----Bijdragen tot de ichthyol. fauna van Celebes. 1849—60. 8».
Journal of the Indian Archipelago. Singap., 1819. Nat. tijdschr. v. N.Ind.II,
III, V, VII, VIII, IX. Acta Soc. scient. Indo-Neerl. III, V.VII.
369.------Twee bijdragen en drie andere stukken tot de vischfauna van
Ceram. Batav., 1852-60. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. III, V, XI, XII,
XXII. Amst., 1863. gr. 8o. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
370.------Enumération des espèces de poissons actuellement connues de
1\'ile de Céram. Amst., 1865. gr. 8«. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II.
371.-----Deseription de quelques espèces nouvelles de Cyprinoïdes et de
Cobitioïdes de Ceylan. Amst., 1863. 8°. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat.
XV. Haarl., 1864. 4». Nat. verh. Holl. Maatsch. d. wet. 2e verz. XX.
372. ------ Deseription de quelques espèces de poissons, nouvelles ou peu
connues de la Chine. Amst., 1863. gr. 8°. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
373.-----Rhinobagrus et Pelteobagrus, deux genres nouveaux de Siluroïdes
de la Chine. Amst., 1865. gr. 8o. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II.
374.------Mededeeling omtrent eenige nieuwe vischsoorten van China. Amst.,
1870. 80. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Natuurk. 2e reeks, IV.
375.------Notices sur quelques genres et espèces de Cyprinoïdes de la Chine.
Amst., 1865. gr. 8o. Ned. tijdschr. voor Dierkunde.\'II.
376.------Notices sur les poissons envoyés de Chine au Musée de Leide,
par M. G. Schlegel. Amst., 1865. gr. 8». Ned. tijdschr.voorDierkunde.il.
-ocr page 62-
28
HISTOIB.E NATURELLE DES POISSONS.
377. Bleeker, (P.) Eenige visschen van van Diemensland. Amst.,1855.
4„. Verh. K. Akad. Afd. Natuurk. II.
378.------Visschen van de Duizend-eilanden. Batav., 1855. 8». Nat.
tijdschr. v. N. Ind. VIII.
379.------Bijdragen tot de ichthyol. fauna van het eiland Mores. Batav.,
1854. 8o. Nat. tijdsehr. v. N. Ind. VI. Ainst., 1863. Ned. tijdschr.
v. Dierkunde. I.
380.------Bijdragen tot de vischfauna van den Goram-Archipel. Batav.,
1857. 8». Nat. tijdschr. v. N. Ind. XV.
381.-----Notice sur quelques poissons de 1\'ïle Grand-Key. Amst., 1864.
8o. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Natuurk. XVI.
382.------Notice sur la faune ichthyologique de 1\'ïle de Guébé. Amst.,
1867. 8o. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Natuurk. 2e Serie, II.
383.------Mémoire sur les poissons de la cöte de Guinee. Met 28 gekleurde
platen. Haarlem, 1863. 4o. Natuurk. verh. van de Holl. Maatsch. der
wet. 2e verz. XVIII.
384.------Bijdragen tot de vischfauna v. N. Guinea. Batav. en Amst.,
1860 en 1867. 8». Nat. tijdschr. v. N. Ind. XXII. Acta Soc. scient.
Indo-Neerl. VI, VII. Versl. enmeded.Kon.Akad.Afd.Nat.2eReeks.il.
385.------Mémoires pour servir a 1\'histoire ichthyologique de la Guyane
Néerlandaise. I: Les Silures. Haarl., 1864. 4°. Verhand. Holl. Maatsch.
d. wet. 2e verz. XX.
386.------Bijdragen tot de ichthyol. fauna van Halmaheira. (Gilolo)
1853—55. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. IV, VI, IX. Ned. tijdschr.
voor Dierkunde. Amst., 1863. I. Arch. Néerl. d. se. exactes et nat. Haarl.
1867, H.
387. ------ Notice sur quelques poissons de 1\'ïle de Harouko. Amst., 1865.
gr. 8». Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II, III.
388.------Notice sur une collection de poissons de la Nouvelle Hollande
faite a Port Jackson. Amst., 1863. 8o. Versl. en meded. Kon. Akad.
Afd. Nat. XV.
389.------Bijdragen tot de kennis van de ichthyolcgische fauna van Japan.
Amsterd.,1853. 4o. Verhand. Kon. Akad. Afd. Nat. I.— Batav., 1857—60.
4o. Acta Soc. scient. Indo-Neerl., III, V, VIII. Amst. 1869. Versl. en
meded. Kon. Akad. Afd. Natuurk. 2e Reeks, III. Batav., 1860. Natuurk.
tijdschr. v. N. Ind. XX.
390.-----Faunae ichthyologicae Japonicae species novae. Batav., 1854.
8°. Nat. tijdschr. van N. Indië. VI.
391.------Nalezingen en Nieuwe nalezingen op de ichthyologie van Japan.
Batav., 1853-1857. Met 8 pi. 4<>. Verh. Bat. Gen. XXV, XXVI.
392.------Dcscription de quelques espèces de poissons du Japon, du Cap
de Bonne Espérance et de Suriname, conservées au Musée deLeide. Amst.,
1865. gr. 80. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II.
393.------Description d\'une nouvelle espèce de poisson du Japon, appar-
tenant a un nouveau genre. Amst., 1863. 8o. Versl. en meded. Kon. Akad.
Afd. Nat. XV.
394. ------ Specierum piscium Javanensium novarum diagnoses adumhratae.
Batav., 1854. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. VIL
395.-----Descriptiones specierum piscium Javanensium novarum diagnost.
Batav., 1857. 8». Nat. tijdschr. v. N. Ind. XIII.
396.------Enumeratio specierum piscium Javanensium httcusque cognitarum.
Batav., 1858. 8°. Nat. tijdschr. v. N. Ind. XV.
-ocr page 63-
29
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
397. Blooker, (P.) Glyphidodon Westermanni, une nouvelle espèce de
Java. Amst., 1863. 8o. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. XV.
398.------Over eenige nieuwe soorteu van Belone en Hemiramphus van
Java. Batav., 1850. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind., I.
399. ------ Bijdragen tot de kennis der ickthyol. fauna v. Java. met be-
schrijving van eenige species. Batav., 1850—1859. 4o. en 8o. Nat. tijdschr.
v. N. Ind. I, IV, IX, XIII, XIV, XV, XIX. Verh. Bat. Gen. XXII.
400.------Description de deux espèces inédites de Gnathopogon et de
Rasbora de 1\'ile de Java. Amst., 1865. gr. 8«. Ned. tijdschr. voor Dier-
kunde. II.
401.------Bijdrage tot de kennis van de ichthyol. fauna van Midden-
en Oost-Java. Batav., 1850. 4o. Verhand. Batav. Genootsch. XXIII.
402.-----Over eenige vischsoorten van de Kaap de Goede Hoop. Batav.,
1860. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind. XXI. [Zie No. 392.]
403.------Notice sur une nouv. espèce de Synaptura du Cap de Bonne
Espérance. Amst., 1863. 8<>. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. XV.
404.------Bijdragen tot de ichthyol. fauna der Kokos-eilanden. Batav.,
1854-58. Nat. tijdschr. v. N. Ind., Vil, VIII, XV, XVI, XX.
405.------Description de trois espèces inédites de Chromidoïdes de Mada-
gascar. Amst., 1867. 8o. Versl. enmed. Kon. Akad. Afd. Nat. 2e Serie, II.
406.------Bijdrage tot de kennis der ichthyol. fauna van Madura. Batav.,
1849. 4o. Verh. Bat. Gen. XXII.
407.------Visschen van Straat Malakka, Prince of Wales Island enSin-
gapore. Batav., 1850. 8°. Nat. tijdschr. v. N. Ind., I.
408.------Over eenige vischsoorten van Malang en bijdrage tot de ichthyol.
fauna van Bintang. Batav., 1853—56. 8». Nat. tijdschr. v. N. Ind.,
IV, XI. [Zie No. 364.]
409.------Beschrijving van nieuwe en weinig bekende vischsoorten van
Malang, Menado en Makasser. Batav., 1856. 8o. en 4o. Nat. tijdschr. v.
N. Ind., XI. Acta Soc. scient. Indo-Neerl. I.
410.------Notice sur quelques poissons de la Baie de Manille. Amst.,
1865. gr. 8o. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II.
411. ------ Description de quelques espèces inédites de poissons de 1\'Archipel
des Moluques. Amst., 1865. gr. -8o. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II.
412.------Bijdrage tot de kennis der ichthyol. fauna van de Moluksche
eilanden. Batav., 1852. 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind. III.
413.------Reis door de Minahassa en den Molukschen Archipel. Batavia,
Lange en Cie. 1856. 2 dln. roy. 8».                        K. B. \'sG. —E. L.
Behalve vele ichthyol. mededeelingen in den tekst, vindt men aan het einde
van het werk nog als aanhangsel: Opsomming der tot heden bekend ge wordene
vischsoorten van Celebes. II, bl. 336—342. Overzigt der tot nu toe van den
Molukschen Archipel bekend gewordene vischsoorten, bl. 315—364.
414.------Conspectus specierum piscium Moluccensium hucusque cognit.
Batav., 1857- 40. Acta Soc. scient. Indo-Neerl. II.
415. *-----Notice sur quelques poissons de 1\'ile de Morotai. Amst., 1863.
gr. 8o. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
416.------Bijdragen tot de ichthyol. fauna van Natoena, Nias, Grool-Oby.
Batav.. 1854-56. 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind. VII, XII.
417. ------ Notice sur quelques poissons de 1\'ile de Noussa-Laut. Amst.,
1864. 8o. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Natuurk. XVI.
-ocr page 64-
30
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
418. Bleeker, (P.) Description d\'une espèce inédite de Caesio de 1\'ile de Nos-
sibé. Amst., 1868. 8». Versl. enmeded. Kon. Akad. Afd. Nat. 28 Serie, III.
419.------Notice sur la faune ichthyol. de 1\'ile d\'Oby. Amst., 1867.
8o. Versl. enmeded. Kon. Akad. Afd. Nat. 2e Serie, II. Batav.,1855. Nat.
tijdschr. v. N. Ind., IX. Amst., 1863. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
420.------Iets over de vischfauna van het eiland Pinang. Batav., 1853
en Amst., 1861. 8». Nat. tijdschr. v. N. Ind. IV. Versl. en meded.
KoiwAkad. Afd. Nat. XII.
421.------Description du Narcacion Pollini; espèce inédite des mers de
1\'ile delaRéunion. Amst., 1866. gr. 8o. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III.
422.------Description de deux espèces inédites d\'Epinephelus rapportées
de 1\'ile de la Réunion. Amst., 1867. 8°. Versl. enmeded. Kon. Akad. Afd.
Nat. 2e Serie. II.
423.------Description d\'une espèce de Rhombohides de 1\'ile de la Rëu-
nion. Haarl., 1867. Arch. Néerl. d. se. exactes et natur. II.
424.-----Bijdrage tot de kennis der ichthyologische fauna van Riouw.
Batav., 1851. 1864. 8o. Nat. tijdschr. van Ned. Ind. II, XVI.
425.-----Sur une nouvelle espèce d\'Echidna de 1\'ïle de ïtotti. Amst.,
1863. gr. 8". Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
426. —— Bijdrage tot de iehthyol. fauna van de Sangi-eilanden. Batav.
en Amst., 1855 en 1867. 8«. Nat. tijdschr. v. N. Ind., XIII. Versl.
en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. 2° Serie, II.
427.------Visschen van Saparoea. Batav., 1856. 8o. Nat. tijdschr. v.
N. Ind. X. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. Amst., 1864. XVI.
428.------Paralaubuca, un genre nouveau de Cyprinoïdes de Siam. Amst.,
1865. gr. 8o. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II.
429.------Notice sur la faune ichthyol. de Siam. (Met eene plaat).
Batav. en Amst., 1864. 8<>. Versl. enmeded. Kon. Akad. Afd. Nat., XVI,
XVII. Batav., 1860. Nat. tijdschr. van N. Ind. XX. Amst., 1863. Ned.
tijdschr. v. Dierkunde. II.
430.------Nouvelle notice sur la faune ichthyologiquc de Siam. Amst.,
1865. gr. 8». Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II.
431.------Bijdragen tot de vischfauna van Singapore; Mededeelingen
omtrent nieuwe vischsoorten v. Singapore. Batav. en Amst.. 1851—61. 8o.
Nat. tijdschr. v. N. Ind., III. XV, XX, XXI, XXII. Versl. en meded.
Kon. Akad. Afd. Nat. XII. [Zie No. 407.]
432. ------ Contribution to the ichthyol. fauna of Sumbawa. Journal of
the Ind. Archipelago. Singap., 1848. II. —Bijdr. tot de ichthyol. fauna van
Soembawa. Batav., 1859. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind., IX, XIX.
433.------Notice sur la fauna ichthyologique de 1\'ile de Solor. Batav.
en Amst., 1851—54 en 1867. 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind., II, III, V,
VI, Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. 2e Serie, II.
434.------Diagnostische beschrijving van nieuwe of weinig bekende visch-
soorten van Sumatra. Met eene plaat. Batav., 1852—53. 8o. Nat. tijdschr.
v. N. Ind. III, IV, V.
435.-----Bijdragen tot en nalezingen op de vischfauna van Sumatra.
Batav., 1854—60. 4o. en 8o. Nat. tijdschr. v. N. Ind., III, IV, V,
VI—IX. Acta Soc. scient. Indo-Neerl. UI, V, Vin.
436.------Description de quelques espèces de Murènes de Suriname. Amst.,
1865. gr. 8o. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III. [Zie No. 392.]
-ocr page 65-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         31
437. Bleeker, (P.) Description d\'une espèce inédite de Stoliphorus de Suri-
nanve. Amst., 1866. gr. 8<>. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III.
438.------Description de quelques espèces nouv. de Silures de Suriname.
Amst., 1862. 80. Versl. enmeded. Kon. Akad. Afd. Nat. XIV. Haarlem,
1864. Nat. verh. v. d. Holl. Maatsch. d. wet. 2e verz. XX.
439.------Notice sur deux nouvelles espèces de Citharichthya de Suriname
et de Guatimale. Amst., 1863. 8°. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. XV.
440.------Bijdragen tot de ichthyol. fauna van Ternate. Batav. en Amst.,
1853-57 en 1864. 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind. IV, VI—X, XII.
Versl. enmeded. K. Akad. Afd. Nat. XIV, XV, 2e Serie, II. Ned. tijdschr.
v. Dierkunde. I.
441.------Bijdragen tot de ichthyol. fauna van Timor. Batav. en Amst.,
1853-60. 80.\'Nat. tydschr. v. N. Ind., III, VI, XIII, XVII, XX,
XXII. Amst., 1863. Ned. tijdschr. v. Dierkunde. I.
442.------Notice sur la faune ichthyologique de 1\'ile de Waigiou. Amst.,
1867. 8». Versl. enmeded. Kon. Akad. Afd. Nat. 2e Serie, II. [ZieNo.345.]
443.------Vischsoorten van Anjer (16,20), Banjoewangi, Benkoelen (16,22)
Buitenzorg; het meer Dano (20), Djambi, Gombong (22), Japara, Koetei,
Kommering, Lingga, Moessi, Montrado, Muntok, Ngawi, Padang, Palen-
bang, Priamon, rrigi, Saleh, Seraeyon, Sinkawang, ïanara, Tikoe, Tjilatjap,
Wonosobo, door verschillende verzamelaars bijeengebragt. Batav., 1856—1860.
80. Nat. tijdschr. v. N. Ind., XVI, XX, XXII.
De plaatsnamen waarbij geen No. is gevoegd, zijn te vinden in het 16e deel.
444.------Over het natuurlijk stelsel dervisschen. Batav., 1860. 80. Nat.
tijdschr. v. Ned. Ind. XX.
445.------Notices ichthyologiques, I—X. Amst., 1863. 8<>. Versl. en
meded. Kon. Akad. v. wet. Afd. Nat. XIV.
446.------Description de trois espèces inédites du genre Acanthorhodeus.
Amst., 1871. 80. ned. tijdschr. v. Dierk. IV.
447.------Description de deux espèces d\'Alticus de Madagascar. Amst.,
1869. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. 2e reeks, III.
448. ------ Antennarius Lindgreeni, eene nieuwe soort vanBanka. Batav.,
1855. 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind. VIII.
449.------Antennarius Notophthalmus, eene nieuwe soort van de Meeuwen-
baai. Batav., 1853. 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind., V.
450.------Notice sur deux espèces du genre Aphthalmichthys Kaup.
Amst., 1863. gr. 80. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
451.------Notice sur Ie genre Apionichthys Kp. [Soleotalpa Günth.] (Avec
une gravure enbois.) Amst., 1865. gr. 80. Ned. tijdschr. voorDierkunde.il.
452.------Systema Balistidorum, Ostracionidorum Gymnodontidorumque
revisum. Amst., 1866. gr. 80. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III.
453. ------ Synonyma Balistidorum, Ostracionidorum Gymnodontidorumque
Indo-Archipelagicorum hucusque observatorum revisa, adjectis habitationibus
citationibusque ubi descriptiones figuraeque eorum recentiores reperiuntur.
Amst., 1866. gr. 80. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III.
454.------Bijdrage tot de kennis der Balistini en Ostraciones van den
Indischen Archipel. Batav., 1852. 4o. Verh. v. h. Bat. Gen. XXIV.
------Belone. Zie No. 398.
-ocr page 66-
39                                   HISTOIRE NATURELLE DES 1\'OISSONS.
455. Bleeker, (P.) Description de deux espèces nouvelles de Blennioïdes
de 1\'Inde archipélagique. Amst., 1867. gr. 8o. Versl. enmeded. Kon. Akad.
Afd. Natuurk. 2e Serie, II.
456.------Blennioïden en Gobioïden van den Soenda-Molukschen Archi-
pel. Batav., 1848. 4o. Verh. Bat. Gen. XXII.
457. ------ Blennioïden en Gobioïden van den Indischen Archipel. Batav.,
1850. 8». Nat. tijdschr. v. N. Ind., I.
458.------Bijdrage tot de kennis der blootkakige visschen van den Soenda-
Molukschen Archipel. Batav., 1852. 4°. Verh. v. h. Bat. Gen. XXIV.
459.------Description d\'une espèce inédite de Botia de Chine, et figures
du Botia elongata et du Botia modesta. Amst., 1870. 8°. Versl. enmeded. Kon.
Akad. v. wet. Afd. Nat. 2ereeks,IV.
460.------Beschrijving en afbeelding van een nieuwe soort van Bratna,
[Abramis] uit de omstreken van Leiden. Met eene plaat. Amst., 1862. 8».
Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. XV.
------Caesio. Zie No. 418.
461.------Description des deux espèces inédites des genres Callechelys et
Pisoodonophis. Amst., 1865. gr. 8°. Ned. tijdschr. v. Dierkunde. II.
462.------Over twee nieuwe soorten van Callionymus van den Indischen
Archipel. Batav., 1850. 8«. Nat. tijdschr. v. Ned. Ind., I, II.
463. ------ Carcharias [prionodon] amblyrhynchos, eene nieuwe haaisoort,
gevangen bij het eiland Solombo. Batav. 1856. Nat. tijdschr. v. Ned. Ind. X.
464.------Cheilinoïdes, een nieuw geslacht van gladschubbige Labroïden
van Batavia. (Met eene plaat). Batav. 1851. 8°.Nat. tijdschr. v. Ned. Ind.,11.
465.------Description de deux espèces inédites de Chaerops. Haarl. 1867.
gr. 8o. Archiv. Néerl. des se. exactes et natur. II.
465a------Chaetodontoïden van den Soenda-Molukschen Archipel. Batav.,
1850. 4o. Verh. Bat. Gen. XXIII.
466.------Description d\'une espèce inédite de Cheilinus de 1\'Inde Archipé-
lagique. Amst., 1866. gr. 8<>. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III.
467.------Chirocentroïdei, Lutodeiri, Butirini, Elopes, Notopteri,_Sal-
mones, Echeneoidei, Ophidini etc. van den Soenda-Molukschen Archipel.
Batav., 1851. 40. Verh. Bat. Gen. XXIV.
------Chromidoïden. Zie No. 405.
468.------Notice sur Ie Cirrhites punctatus CV. Amst., 1866. gr. 8o.
Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III.
------Citharichthys. Zie No. 439.
469.------Description de quelques espèces inédites ou peu connues de
Clupéoïdes de 1\'Inde Archipélagique. Amst., 1866. gr. 80. Ned. tijdschr.
voor Dierkunde. III.
470. ------ Over de geslachten der Cobitinen. Batav., 1858. 8o. Nat.
tijdschr. v. Ned. Ind., XVI.
471.------Sur les genres de la familie des Cobitioïdes. Amst. 1863. 8°.
Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. XV. Haarl., 1864. Nat. verh.
Holl. Maatsch. d. wet. 2e verz. XX.
472.------Description de deux espèces inédites de Cobitioïdes. Amst.,
1865. gr. 80. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II. [Zie No. 371.]
473.-----Description et flgure d\'une espèce inédite de Crossorhinus de
1\'Archipel des Moluques. Haarl., 1867. Arch. Néerl. des se. exactes et
natur. II.
-ocr page 67-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DB VISSCHEN.                         33
474. Bleeker, (P.) Sur les espèces du genre Cultur-Basil. Amst., 1871.
gr. 80. Ned. tijdschr. v. Dierkunde. IV.
475.------Notioe sur les noms de quelques genres de la familie des Cypri-
noïdes. Amst., 1863. 80. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. XV.
Eaarl. ,1864. Nat. Verh. Holl. Maatsch. d. wet. 2* verz. [Zie No.
371, 375, 422.]
476.------Conspectus systematis Cyprinorum. Batav., 1860. 80. Nat.
tijdschr. v. N. Ind. XX.
477.------Conspectus Cyprinoideorum revisum. Amst., 1863. 8°. Ned.
tijdschr. voor Dierkunde. I.
478.------Mémoire sur les Cyprinoïdes de Chine. Met 14 platea.
Amst., 1871. 4o. Verhand. Kon. Akad. Afd. Nat. XII.
479.------Dactylopterus Cheirophtalmus, eene soort van de Banda-eilanden.
Batav., 1854. 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind. VII.
480.------Sur quelques genres nouveaux du groupe des Doras. Amst.,
1863. gr. 8». Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
------Echidna. Zie No. 425.
481.------Eleotris Tolsoni, eene nieuwe soort van Java\'s westhoek. Batav.,
1854.• 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind. VI.
------Epinephelus. Zie No. 422.
482.-----Sur les espèces d\'Exocet de 1\'Inde Arehipélagique. Amst.,
1866. gr. 8». Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III.
483.------Description d\'une espèce inédite d\'Exocet, découvert par M.
Fr. Pollen. Amst., 1866. gr, 8°. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III.
484.-----Sur les espèces confondues sous Ie nom de Genyoroge Benga-
lensis Günth. Amst., 1868. 80. Versl. en meded. Kon. Akad., Afd. Nat.
2e Reeks, III.
485.------Description d\'une espèce inédite de Glyphisodon de 1\'ile de la
Réunion. Amst.. 1869. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. 2e Reeks, III.
------Glyphisodon Westermanni. Zie No. 397.
------Gnathopogon. Zie No. 400.
486.------Description de quelques espèces nouvelles de Gobius de Madagascar.
Haarl., 1867. Archives Néerland. des scienc. exactes et natur. II.
487.------Notice sur les Grammistes punctatus et ocellatus. Amst., 1871.
gr. 80. Ned. tijdschr. v. Dierkunde. IV.
488. ------ Sur quelques espèces nouvelles ou peu connues de Gymnothorax
BI. de 1\'Inde Arehipélagique. Amst., 1863. gr. 80. Ned. tijdschr. voor
Dierkunde. I.
489.------Haringachtige visschen van den Soenda-Molukschen-Archipel.
Batav., 1851. 40. Verh. Batav. Gen. XXIV. [Zie No. 469.]
490.------Description et figure d\'une espèce inédite de Hemibragus de Chine.
Amst., 1870. 80. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. 2e Reeks, IV.
491.------Hemiramphus Buffonis Val. en Mugil Vaigiensis Clu.G. van
Batjan. Batav., 1860. 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind. XX.
492.------Révision des Hémirhamphes de 1\'Inde Arehipélagique. Amst.,
1866. gr. 8c Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III. [Zie No. 398.]
493.------Nog iets over het geslachtHeterophthalmus. Batav., 1858. 80.
Nat. tijdschr. v. N. Ind. XVf.
494------Over eenige nieuwe soorten van Homaloptera Hass., Megalops,
Dussumeria enz. Batav., 1852. 80. Nat. tjjdschr. v. Ned. Ind. III, IV.
-ocr page 68-
34                                   HISTOIRB NATURELLE DES POISSONS.
495. Bleeker, (P.) Notice sur Ie genre Ichthyophis Lesson et sur l\'Ich-
thyophis tigrinus et 1\'Ichthyophis pantherinus de Lesson. Amst., 1863. 8o.
Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. XV.
496.------Labroideorum Ctenoideorum Bataviensiura diagnoses et adum-
brationes. Batav., 1846. 8o. Verh. Batav. Gen. XXI.
497.------Overzigt der te Batavia voorkomende gladschubbige Labroïeden,
met beschrijving van 11 nieuwe species. Batav., 1849. 4o. Verh. Batav.
Gen. XXII. In het fransch vertaald in: Moniteur des Indes Orientales.
498.------Conspectus generum Labroideorum analyticus. Amst., 1862.
Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. XIII.
499.------Synonyma Labroideorum Indo-Archipelagicorum, hucusque obser-
vatorum revisa, adjectis specierum novarura descriptionibus. Amst., 1862.
80. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. XIII.
500.------Over de plaatsing in het stelsel van Luciocephaloïden. Batav.,
1860. 8o. Nat. tijdsehr. v. N. Ind. XX.
501.------Maenoïden van den Soenda-Molukschen Archipel. Batav., 1850.
4o. Verh. Batav. Gen. XXIII.
502.------Over nieuwe geslachten en soorten van Makreelachtige visschen
van den Indischen Archipel. Batav., 1851. 8o. Nat. tijdsehr. v. N. Ind. —
Verh. Batav. Gen. XXIV.
503.------Révision des espèces de Mastacembelus (Belone Cuv.) de 1\'Inde
Archipélagique. Amst., 1866. gr. 8°. Ned. tijdsehr. voor Dierkunde. III.
504.------Over eenige nieuwe soorten van Megalops, Dussumieria, Notop-
terus en Astronesthes. Batav., 1850. 8o. Nat. tijdsehr. v. N.-Ind. I.
505.------Sur la pluralité des espèces Indo-Archipélagiques du genre Mega-
lops Lac. Amst., 1863. gr. 8°. Ned. tijdsehr. voor Dierkunde. III.
506.------Conspectus specierum Mugilis Archipelagi Indici analyticus.
Batav., 1858. 8o. Nat. tijdsehr. v. N. Ind. XVI.
507.------Muraenoïden van den Indischen Archipel. Batav., 1853. 40.
Verh. Batav. Gen. XXV. [Zie No. 436.]
508.------Systema Muraenorum revisum. Amst., 1865. gr. 8o. Ned.
tijdsehr. voor Dierkunde. II.
509.------Synonyma Muraenorum Indo-Archipelagicorum hucusque obser-
vatorum revisa, adjectis habitationibus citationibusque ubi descriptiones figu-
raeque eorum reoentiores reperiuntur. Amst., 1865. gr. 8o. Ned. tijdsehr.
voor Dierkunde. I.
510.   —;— Poissons inédits Indo-Archipélagiques de 1\'ordre des Murènes.
Amst., 1865. gr. 80. Ned. tijdsehr. voor Dierkunde. II.
.------Narcacion Pollini. Zie No. 421.
511. ----- Description d\'une nouv. espèce du genre Nemacheylus. Amst.,
1863. So. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. XV.
512.------Notacanthini van den Soenda-Molukschen Archipel. Batav.,
1850. 40. Verh. Batav. Gen. XXIII.
513.------Over nieuwe soorten van Notopterus van den Ind. Archipel.
Met 5 gekleurde platen. 40. Nov. Act. Acad. Caes. Leop. Carol. natur.
curios. 1851. XXIV, I, bl. 1—14 (49—62).
514.------Description de quelques espèces nouvelles ou peu connues d\'Ophi-
suroïdes de 1\'Inde Archipélagique. Amst., 1863. gr. 8». Ned. tijdsehr.
voor Dierkunde. I.
515.------Notice sur les Ostracions, confondus sous Ie nom d\'Ostracion
quadricornis L., et description des Ostracion Notacanthus et Guineënsis.
(Avec une planche.) Amst.,1865. gr. 80. Ned. tydschr. voor Dierkunde. II.
-ocr page 69-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         35
516. Bleeker, (P.) Oxybeles Brandesii, eene nieuwe soort van Ophidini
van Banda-Neira. Batav., 1850. 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind. I.
517------Iets over vissclien, levende in zeesterren en over eene nieuwe
soort van Oxybeles. Batav., 1854. 8<>. Nat. tijdschr. v. N. Ind. VII.
518.------Notice sur Ie genre Paraploactis et desoription de son espèce
type. Amst., 1865. gr. 8". Ned. tijdschr. voor Dierkunde. II.
519.------Notice sur les genres de Parasilurus, Eutropiiclithys, Pseudeu-
tropius et Pseudopangasius et sur quelq. genres de Polynémoïdes. Amst.,
1862. 80. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. XIV.
------Pelteobagras. Zie No. 373.
520.------Percoïden van den Malayo-Molukschen-Archipel, met beschrij-
ving van 22 nieuwe soorten. Batav., 1819. 4<>. Verh. Batav. Gen. XXII.
521.------Pharyngnathorum Siluroideorumque species novae Javanenses.
Batav., 1847. 8°. Nat. en geneesk. archief van N. Ind. IV.
522.------Plagiostomen van den Indischen Archipel. Met 4 platen. Batav.,
1851. 4o. Verh. Batav. Gen. XXIV.
523.------Description et flgure d\'une espèce inédite de Platycéphale.
[Platycèphalus macracanthus Blkr.] Met eene gekleurde plaat. Amst., 1869.
Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. 2e Reeks. III.
524.------Description de quelques espèces inédites des genres Pseudo-
rhombus et Platophrys de 1\'IndeArchipélagique. Amst., 1866. gr. 8°. Ned.
tijdschr. voor Dierkunde. III.
525.------Pleuronectoïden van den Soenda-Molukschen-Archipel. Batav. en
Amst., 1850—62. 80. Verh. Batav. Gen. XXIV. — Nat. tijdschr. v.
N. Ind. I. — Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. XIII.
526.------Sur une nouvelle espèce de Puntius a épine anale dentelée.
(Avec une planehe.) Amst., 1865. 8". Versl. en meded. K. Akad. Afd.
Nat. XVII.
------Rasbora.» Zie No. 400.
-----Rhinobajrrus. Zie No. 373.
-----Bhombotides. Zie No. 423. (Arch. Néerl. III, in pi. v. II.)
527-----Description et flgure d\'une espèce inédite de Bhynchobdella de
Chine. Amst., 1870. Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. 2e
Reeks. IV.
528.------Scaroïden en hunne Indische Archipelagische soorten. Amst.,
1861. 80. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. XII.
529------Sciaenoïden van den Soenda-Molukschen-Archipel, en beschrijving
van zeven nieuwe soorten. Batav., 1850. 4o. Verh. Batav. Gen. XXIII.
Nat. tijdschr. v. N. Ind. II.
530.------Scleroparei van den Soenda-Molukschen-Archipel. Batav., 1849.
4o. Verh. Batav. Gen. XXII. Nat. tijdschr. v. N. Ind. I.
531.------Sicydium Parvei Bleeker, eene nieuwe soort van de Preanger
Regentschappen. Batav., 1853. 80. Nat. tijdschr. v. N. Ind. IV.
------Siluroïden. Zie No. 356—359, 373, 438.
532.------Siluroïdeorum Bataviensium conspectus diagnosticus. Batav.,
1847. 8». Verh. Batav. Gen. XXÏ.
533.-----Systema Silurorum. Batav., 1858. 8°. Nat. tijdschr. v. N.
Ind. XVI.
534.------Systema Silurorum revisum. Amst., 1863. gr. 80. Ned. tijdschr.
voor Dierkunde. I.
3*
-ocr page 70-
36                                   HI8T0IRE NATURELLE DES POISSONS.
535. Bloeker, (P.) Nieuwe bijdragen tot de kennis der Siluroieden van
Java. Batav., 1847. "Verh. Batav. Gen. XXI. 8». Amst. , 1863. 8o.
Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. XV. Vergelijk No. 420.
536.------Snoekachtige en andere visschen van den Soenda-Molukschen
Archipel. Batav., 1851. 4o. Verh. Batav. Gen. XXIV.
537.------Sparoïden van den Soenda-Molukschen-Archipel. Batav., 1850.
4o. Verh. Batav. Gen. XXIII.
538.------Sphyraenoïden van den Indischen Archipel. Batav., 1854. 40.
Verh. Batav. Gen. XXVI.
------Stoliphorus. Zie No. 437.                              .
539.------Symbranchoïden van den Indischen Archipel. Batav., 1853. 4o.
Verh. Batav., Gen. XXV.
540.------Syngnathus Tapeinosoma, een nieuwe zeenaald van Anjer. Batav.,
1854. 8o. Nat. tijdsclir. v. N. Ind. VI.
541. ------ Sur quelques nouveaux genres du groupe des Synodontis. Amst.,
1863. gr. 8°. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
542. ----- Notice sur Ie Synodius Macrocephalus Lac. [Luciobrama typus
Blkr.] Amst., 1871. Ned. tijdschr. v. Dierkunde. IV.
------Synoptura. Zie No. 403.
543.------Reptilien en visschen van Billiton. Batav., 1858. 8». Nat.
tijdschr. v. N. Ind. XVI.
544.------Over drie nieuwe soorten van Tetraödon van den Indischen
Archipel. Batav., 1850. 8«. Nat. tijdschr. v. N. Ind. I.
545.------Terathiden van den Soenda-Molukschen-Archipel. Batav., 1850.
40. Verh. Batev., Gen. XXIII.
546.------Trachelyopterichthys, Hemicetopsis et Pseudocetopsis. Amst.,
1862. 8o. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. XIV.
547.------Notice sur Ie genre Trachinus Art. et ses espèces. Amst.,
1862. 8». Versl. en meded. Kon. Akad. Afd. Nat. XIV.
548.------Description et figure d\'une nouvelle espèce de Trachypterus de
1\'iledAmboine. Haarlem, 1868. 80. Arch. Néerl. d. se. exactesetnatur. III.
549.------Description d\'une espèce inédite de Triacanthus de 1\'Inde Archi-
pélagique. Amst., 1866. gr. 80. Ned. tijdschr. voor Dierkunde. III.
550.------Troskieuwige visschen van den Indischen Archipel. Batav.,
1853. 40. Verh. Batav., Gen. XXV.
551.------Visschen met doolhofvormige kieuwen van den Soenda-Moluk-
schen Archipel. Batav., 1850. 40. Verh. Batav., Gen. XXIII.
552.------Description de quelques espèces inédites deXenocypris. Amst.,
1871. Ned. tijdschr. v. Dierkunde. IV.
553.------Notice sur une nouvelle espèce de Xiphasia. Avec une planche.
Amst.,  1865. 80. Versl. en meded. K. Akad. Afd. Nat. XVII.
554.------Index descript. specierum piscium Bleeker. in vol. I—XIX Diarii
societ.   scient. Indo-Batav. (Natuurk. tijdschr. v. Nederl. Indie. XIV,
XIX.)  8». en verder een Index iu bijna elk deel van dit tijdschrift.
555.------Index specierum piscium in vol. I—III Actorum Societatis
scient. Indo-Neerl. descriptarum. Batav., 1857—58. 40. Acta Soc. scient.
Indo-Neerl. UI.
-ocr page 71-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         37
556.   Bleeker,(P.) Index specierum piscium in vol. XXI—XXVTActorum
Societatis Artium et Scient. Batav. descript., adjectis citationibus ubi descrip-
tiones Bleekerianae recentiores emendataeque reperiuntur. Batav., 1854—57.4».
Verh. Batav. Gen. XXVI.
De verschillende periodieke werken, waarin de onder No. 343—556 genoemde
ichthyologische bijdragen van Dr. P. Bleeker voorkomen, zijn in de volgende
bibliotheken aanwezig:
Natuur- en geneesk. archief v. N. Indie. 3. L. E. N. A. M. R. L.
Verband. Batav. Genootsch. K. 3. \'s G. — B. L. E. — U. E. — T. O.
N. A. M.
B. O. R. R. L. Nat. tijdschr. v. N. Indie. K. B. \'s O.
B. L. E. T. G. — N. A. M. Acla soc. scient. Indo-Neerland. K. B. \'s G.
B. L. E. T. G. N. A. M. Versl. en meded. Kon. Akad. Amst. K.B.
\'s G.
B. L. H. — V.H. — T. G. N. A. M. — 3. G. S. — R. L. Natuurk.
verh. Holl. maatsch. d. wetensch. K. B. \'s G. B. L. B. — Ü.H.— T. G. —
N. A. M.
B. G. R. Archives Néerland. d. scienc. exact, et nat. B. L. H.
ü. H. — T. G. N. A. U. B. G. R. Nederl. tijdschr. v. Dierkunde.
3. L. E. N. A. M. R. E.
In de B. R. D. zijn van verreweg de meeste bijdragen afzonderlijke over-
drnkken aanwezig. Eene chronologische lijst dezer bijdragen is te vinden inaflev.
9 en 21 van den „Atlas ichthyologique des Indes Orientales."
557.   Bloch, (M. E.) Oekonomische Naturgeschichte der Ksche Deutsch-
lands. Berlin, 1782. 3 dln. <K Met platen.
            B. Ü.H. — N.A.M.
558.------• Beschreybung zweyer neuen !Fiseb,e:l. Der Pennantsche Barsch.
2. Der Borstenlachs.                                                                     B. N. A. M.
Zie: Schrift, d. Berl. Gesellsch. Naturf. Freunde. X. (Beobacht. lV)bl.422.
559.------Ueber zwey merkwürdige Pisch-arten: 1. Der Stacbelrücken,
Notacanthus Chemnitzii. 2. Der Gehörnte Wels, Silurus militaris.
Zie: Abhandl. Böhm. Gesellsch. d. Wissensch. 1787. Abth. 1. blz. 278.
560.------Pleuronectarum duplex species descripta. [PI. Zebra et dentatus.]
Zie: Nov. Acta Acad. Petropol. 1785. bl. 139—143. B. L. H. 3. G. R.
561.------Beskrivning over tvende nye Aborrer [Perca] fra Indien. Met
twee platen.
Zie: K. Danske Selsk. Skrift. N. Saml. 1788. III, bl. 383—385.
562.------Charactere und Beschreibung des Geschlechts der Papegeyfische
Callyodon. Met \'6 platen.
Zie: Abhandl. Böhm. Gesellsch. d. Wissensch. 1788. IV, bl. 242—248.
563.------Beskrifning pa IvS utlandska Piskar, Scorpaena Plumieri och
Kömigii. Met afbeeldingen.
Zie: K. Vet. Acad. Nya Handlgr. Stockholm. 1789. X, bl. 234—236.
56é.------Sur Ie Gastrobranchus [Myxine].
Zie: Millin. Magas. encycl. 1797. III, 2. bl. 154. K.B.\'s G.-B. L. E.
------Zie No. 28.
565.   Blyth, Report on Ceylon mammals, birds, reptiles and fishes.
Zie: E. F. Kelaert, Prodromus Paunae Zeylanicae. Ceylon, 1852. 8o. B. N. A. M.
566.   Boake, (B.) On the air-breathing lish of Ceylon.
Zie: Journ. of the Ceylon branch R. As. Soc. 1866. bl. 128—142.
567.   Bocage, (J. Y. B. du) Sur quelques espèces inédites de Squalidae
de la tribu Acanthiana [Gray] , qui fréquentent les cötes du Portugal.
Zie : Proceed. zool. soc. 14 Juny 1864. (Met houtsneden.) B. L. E. — 2V. A. M.
568.-------e F. de B. Capello, Apontamentos para a ichthyologia de
Portugal. Peixes Plagiostomos. laparte: Esqualos. Lisboa, 1866. 4o. Met
3 platen.
Met Portugeschen en Franschen tekst.
-ocr page 72-
38                                     HISTOIBE NATURELLE DES POISSONS.
569.   Boecone, (P.) Recherches et observations naturelles. Nouvelle édition,
augmentée. Amst., 1674. kl. 8».
Waarin ook enkele visschen beschreven worden.
570.   Bock, (F. S.) Versuch einer wirthschaftlichcn Naturgeschichte von
dem Königreich Ost- und West-Preussen. Dessau, 1784. 5 dln. gr. 8°.
Zie aldaar , IV : Die inliindischen Vogel, Siiugetliiere, Amphibien und Fische.
571.   Boconrt? Notes sur les poissons recueillis pendant un voyage dans
Ie royaume de Siam. Met eene plaat.
Zie: Nonv. Arch. Mus. d\'bist. natur. 1866. II, Bullet. bl. 11—20.
572.------Descriptions de quelques Acanthoptérygiens nouveaux , appartenant
aux genres Serran et Mesoprion, recueillis dans 1\'Amérique centrale.
Zie: Ann. d. scienc. natur. 1868. X, bl. 222—224.               B. L. H.
573.------Description de quelques poissons et reptiles nouveaux, appartenant
a la faune tropicale de 1\'Amérique.
Zie: Nouv. Arch. Mus. d\'hist. natnr. IV. Buil. bl. 19—24.
574. Boddaert, (P.) Beschreibung einiger seltenen Amboinischen Fische
und des Sargus Palpebratus.
                                                       B. N. A. M.
Zie: Schrift, der Berl. Gesellsch. Naturf. Frennde. III. bl. 428.
575.------Over den gevlakten Klipvisch. —Over den tweedoornigen Klip-
visch. Amst., 1770, 1772. 2 St. 4o. Met gekl. platen.
K. B. \'s G. B. L. H. — U. H. N. A. M. R. ü.
576.------Beschreibung zweier merkwürdiger Fische [Squarus palpebratus
und Muraena colubrina.] Met eene plaat.
Zie: Pallas, Nene Nord. Beitr. 1781. II, bl. 55—57.
577. Boerner, (J. C. H.) Zoologiae Silesiacae prodromus. — Pisces Silesiae.
Zie: Der patriot. Ges. in Schlesien neue ökonomische Nachrichten. Breslau,
1781. II, blz. 187.
578.------Beschreibung eines Fisches. Gadus Fischeri dipterygius, cirratus
cirris 3, maxilla superiore longiore.
Zie: Oekon. Nachr. d. Ges. in Schlesien. VI, bl. 75.
579.   Bogaerde, (A. J. L. van den) Het distrikt St. Nikolaas, voorheen
Land van Waas, provincie Oost-Vlaanderen, beschouwd met betrekking tot
deszelfs natuur-, staat- en geschiedkunde. St. Nikolaas. E. Dorcy. 1825. 3 dln.
gr. 8o. Met gesteendrukte platen.
                           B. Maats. Ned. Letterk.
Zie aldaar: Vischvangst en benaming der visschen. bl. 172-179.
580.   Bogle, Polynemus Sele or Isinglass fish at Arracan.
Zie: Calcutta Journ. nat. hist. 1842. II, bl. 615—616.
581.   Bois, (A. dn) Q,uae apud veteres de piscibus electr. extant argumenta.
Berol., 1843. 8°.
582.   Bohadsch, (J. B.) De quibusdam animalibus marinis, eorumque
proprietatibus, orbi litterario vel nondum, vel minus notis. Liber cum non-
nullis (12) tabulis aeri incisis. ab auctore super vivis animalibus delineatis.
Dresdae, Walther. 1761. 4».
                B. L. H. —T. O. — N. A. M.
Hoogd. vertaling, Dresden , 1776. 4o.
583.   Bois-Reymond, (Emil dn) Nachricht von einem nach Berlin gelangten
lebenden Zitterwels.
Zie: Berliner Monatsber. 1857. bl. 424—429. 1\'Institut, XXV, 1857. No.
1251. bl. 435—436.
                                    B. L. H. — B. O. R.
584.   BoH, (E.) Die Fische Meklenburgs.
Zie: Archiv. d. Vereins d. Fr. d. Naturgesch. Neubrandenburg, 1859. XIII,
bl. 143.
-ocr page 73-
39
NATUURLIJKE GESCHIBDENIS VAN DE VISSCHEN.
585. Bonaparte, (C. L.) Catalogo metodicodeiCiprinidi d\'Buropa, erilievi
sul vol. 17. della Storia naturale dei pesci del Sign. Valenciennes. Milauo,
Pirola. 1845. 4o. (20 blz.).
586.-----Iconografla della fauna italica per Ie quattro classi degli
animali vertebrati. Roma, dalla tipogr. Salviueci. 1832—1842. 3 dln.
gr. 4o.
Zie aldaar: Visschen. Met 180 afbeeldingen.
587.------Selacborum tabula analytica.                             B. N. A. M.
Zie: Nuov. Ann. delle se. nat. di Bologna. Anno l. 1838. II, bl. 195— 214.
Mem. soc. scienc. nat. Neuchatel. 1839, II.
588.-----Descrizione di un nuovo Leuciscino veduto nella prima volta
nella peschiera dello Scoglietlo del Durazzo in Genova. [Squalius Pareti.]
Zie: Nuov. Ann. se. nat. Bologna. 1842. VII, bl. 148—151.
589.------Specchio generale del Sistema ittiologico.
Zie: Atti scient. Ital. 1844. bl. 386—400.
590.------Rilievi sul vol. XVII dell\' „Istoria naturale dei pesci de Valen-
ciennes" che contiene Leuciscini.
Zie: Atti scient. Ital. 1844. bl. 431—438.
591.------Catalogo metodico dei pesci Europei. Napoli, 1846. 4».
B. T. 6. — R. D.
592.   Bonelll, (T. A.) Description d\'une nouvelle espèce de poisson de la
Méditerranée. [Trachypterus cristatus.] Met eene plaat.
Zie: Me\'m. Acad. Turin. 1820. XXIV, bl. 485—494.
593.   Boiiizzi, (P.) Prospetto sistematico e catalogo dei pesce del Modenese.
Zie: Annuar. soc. natur. Modena. 1869. IV, bl. 239—266.
594.------Sulla varieta della specie Gasterosteus aculeatus.
Zie: Canestrini, Archivio per la zoologia. Torino. 1870. ser. II. vol. I.
595.   Bonsdorff, (E. J.) Speciel jemförande beskrifning of Hufvuds-
Kabsbenen hos Laken. (Gadus Lota L.) [Lota vulgaris Cuv.] Met 4 platen.
Zie: Actasoeiet.scient.Fenmcae.1847.il, 2. bl. 1171—1281. S.N. A.M.
596.   Borlase, (Will.) The natural history of Cornwall. The air, climate,
waters, rivers, lakes, sea and tides; of the stones, semimetals, metals, tin,
and the manner of mining; the constitution of the stannaries, iron, copper,
silver, lead and gold, found in Cornwall; of vcgetables, rare birds, fishes,
shells, reptiles and quadrupeds, of the inhabitants etc. Illustrated with a
new sheet map of the country, and 28 folio copperplates from original draw-
ings taken on the spot. London, W. Jackson. 1758. folio.
          B. T. 67.
Zie aldaar: Fishes, blz. 261—282.
597.   Bory de Sainl-Viiicint, (J. B. G. M.) Expédition scientiflque en
Morée, entreprise et publiée par ordre du gouvernement francais. Travaux
de la section des sciences physiques, sous la direction de M. Ie colonel
Bory de Saint-Vincent, Ouvrage dédié au roi. Paris, Levrault. 1832—35.
3 dln. in 4». en een atlas in gr. folio.
              K. B. \'s O. 3. T. 6.
Poissons : III. Afd. 2.
598.------Voyages dans les quatre principales ïles des raers d\'Afrique.
Paris, 1801. 3 dln. in 80 en \'een atlas in 4». B. U. H. —N.A.M.
599. Bosman, ("Willem) Nauwkeurige beschrijving van de Guinese Goud-
tand- en slavekust, nevens alle desselfs landen, koningrijken, en gemene
besten: Van de zeeden der inwoonders, enz. Mitsgaders de gesteldheid des
Lands , \'t gedierte, vissen , enz. Deese laatste druk vermeerdert, en met veel
nieuwe kopere plaaten vermeerd en versierd, \'t Amsterdam, bij J. Verheide,
e. a. 1737. 2 dln. I bd. 4<>. B. L. H.- N. A. M. R. I. - R. D.
Zie aldaar: II, bl. 55—60. Visch, waarvan de meeste menschen op de kust
-ocr page 74-
40                                  HISTOLRE NATURELLE DES FOISSONS.
moeten leven, o. a. kabeljauw, snoeken, schol, bot, Pisiepampbers,steenbrasems,
stompneuzen , baerdmannetjes, makreel, saffer, aboei, rog, tong, carmoe, harder,
Noordkapers, swaerdvisschen , hayen, kreeften , enz.
600.   Bourjot, (A.) Liste des poissons que 1\'on rencontre Ie plus souvent
au marché d\'Alger, ou guide a la pêcherie. Alger, 1870. 8». (Extr. du Buil.
de la Soc. climatol. d\'Algérie.)
601.   Kouros, (6.) TJeber drei Fische der Alten.
Zie: Isis. 1841, bl. 645—648.                                                    B. L. H.
602.   Bowden, (J.) The naturalist in Norway; or, notes on the wild
auimals, birds, fishes and plants of that country, with some account of the
principal salmon fisheries. London, L. Reeve & C°. 1869. kl. 8°.
603.   Bowdich\'s (Mrs. T. E.) Freshwatcr fishes of Great Britain, drawn
and described. With 47 coloured drawings. London, 1828. 4°.
604.   Boys, (WiU.) Collections for the history of Sandwich, with notices
of the other Chique ports. Containing a list of beasts, fishes, etc., that
have fallen under tne inspection of the author. London, 1786—1792. 3 st. 40.
605.   Braam Honckgeest, (A. E. van) Bericht wegens den Lophius histrio.
Zie: Verh. d. Holl. Maatsoh. v. Wet. Haarlem, 1774. XV, bl. 20—28.
K. B. \'s G. B. L. H.
606.   Braccius, (Ign.) Remorae pisciculi effigies. Romae, 1634. folio.
Met eene houtgravure.
607.   Bradley, (Thom.) Letter respecting the habits of the electric Eel
in the Adelaide Gallery.
Zie: Charlesworth\'s Magaz. nat. hist. N. Ser. 1838.11, bl. 668—670. Fro-
riep\'s
N. Notizen. 1839. IX, No. 183. bl. 97—99.
                      B. L. H.
608.   Brandt, (J. F.) Bericht über den ersten Theil meiner Beitrage zur
Kenntniss der Entwicklungsstufen der ganoiden Fischformen.
Zie: Buil. Acad. scienc. St. Pe\'tersb. VIII.            B. L. H. B. O. R.
609.------Einige Worte über die europaisch-asiatischen Störarten [Sturionides].
Zie: Buil. Acad. scienc. St. Pe\'tersb. 1869. bl. 171—175. Mélanges"biolog.
1869. VII. bl. 110—116.
                                          B. L. H. B. O. R.
610. Brevoort, (J. Carson) Description of the Selene argentea ofLacé-
pède, a fish whose existence has been doubted. Met eene plaat.
Zie: Ann. Lyc. nat. hist. New-York. 1852. V, bl. 68—76; 1855. VI , bl.
30—35.
                                                                     B. L. H. N. J. M.
611.-------Notes on some figures of Japanese fish taken from recent spe-
cimens by the artist of the U. S. Japan expedition. (Washington, 1856.)
4o. Met 12 gekleurde platen.
612.   Brisont de BarneviUe, (L.) Note sur les Diodoniens. B.N. A.M.
Zie: Revue zool. 1846. bl. 136—143.
613. ------ Note sur Ie groupe des Gobiésoces.                   B. N. A. M.
Zie: Revue zool. 1846. bl. 143—146. Suppl. ibid. bl. 209-212.
614. ------ Note sur les espèces du genre Lepadogaster de Gouan.
Zie: Revue zool. 1846. bl. 278—283.                                   B. N. A. M.
615.------Note sur un nouveau genre de la   familie des Discoboles.
[Trachelochismus].                                                                        B. N. A. M.
Zie: Revue zool. 1846. bl. 212—213.
616.-----Notè sur Ie genre Centropistis Cuv.                    B. N. A. M.
Zie: Revue zool. 1847. bl. 130—134.
617.------Note sur un nouveau genre d\'Anguilliformes [Ichthyapus.]
Zie: Revue zool. 1847. bl. 219—220.                                    B. N. A. M.
-ocr page 75-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                          41
618. Bronssonet, (Angr.) An account of the Ophidium barbatum L.
Met eene plaat.
                                   K. B. \'s G. — B. L. H. — B. G. R.
Zie: Philos. Transact. 1781. IXXI, bl. 435—448.
619.------Mémoire sur Ie Trembleur, espèce peu connue de poissonélec-
trique [Malapterurus]. Met eene plaat.                                          B. L. H.
Zie: Mem. Acad. se. Paris. 1782. bl. 692—698. (Met afbeeldingen.) Jouru.
de Phys. 1785. XXVII. bl. 139—143. Leipzig. Magaz. 1786. bl. 805—312.
620.------Mémoire sur Ie Volier. [Histiophorus velifer Bl.] Met eene plaat.
Zie: Hist. de 1\'Acad. d. se. Paris. 1786, bl. 450—455.
621.   Brown, (R.) Observations on the medicinal and economie value of
the Oulachan [Osmerus pacificus Rich.]
Zie: Pharmaceut. journ. 1868. June.
622.   Krown, (Thoin.) A description of the Exocoetus volitans. Met
afbeeldingen.
                                       K. B. \'s G. — B. L. H. — B. G. R.
Zie: Philos. Transact. 1778. LXVIII, bl. 791-800.
623.------Platessa Carnaria, a new species of British fish. Met eene plaat.
Zie: Edinb. journ. nat. and geogr. se. 1830. II, bl. 99.
624. Browne, (P.) Civil and natural history of Jamaica. London, Osborn
and Shipton. 1756. folio. Met 50 kopergrav.
                                B. T. 6.
Zie aldaar: Fish, bl. 440-460. Uitgave van 1789.                      B. L. H.
625.------Catalogue of the fish of h-eland.
Zie: Exshaws Gentleman\'s and London magazine. 1774. Atig. K.B.\'s O.
626.   Kriicc of Kiniiard, (J.) Travels to discover the source oftheNile.
In the years 1768—1773. Edinburgh, Robinson. 1790. 5 dln. 4o. Met
platen en kaarten.
                     B. L. II. U. H. ~ T. G. — R. L.
7Ae-. Beschrijving en afbeelding van de „Binny" en de wijze waarop deze visch
gevangen wordt. Deel V of appendix, bl. 211—215.
627.   Bruckner\'s Merkwürdigkeiten der Landschaft Basel. Basel, 1750. 80.
Zie aldaar: Vou dein Nasenfange an derBirs-Brücke, bl. 554; Von dem Lachs-
fange, blz. 632; Die Fische, so bei Basel im Rheinflusse gefangeu werden, bl. 648.
628.   Iiriinnk\'h, (M. T.) Ichthyologia Massiliensis, sistens piscium de-
scriptiones, eoruaique apud incolas nomina. Accedunt spolia mans Adriatici.
Hatniae et Lipsiae, Rothius. 1768. gr. 8°.
629.-------Velsens Beskrivelse (Gadus raianus [Raniceps fuscus Kr.]).
Met eene plaat.
Zie: K. Dansk. Selsk. Skrift. 1779. XII, bl. 291—298.
630.------Den Barbugede Pampelfisk [Coryphaena apus], en ny Art og
dens Giaest Skrukketrolden [Oniscus eremita] , en opdagelse af Dr. König
paa Madras.
Zie: K. Dansk. Selsk. Skrift. N. Saml. 1783. II, bl. 319—325.
631. ------ Om en ny Piskart den draabeplettede Pladefisk [Lampris gut-
tatus] fangt ved Helsingör. 1786.
Zie: K. Dansk. Selsk. Skrift. N. Saml. 1788. III, bl. 398—407.
632.------Om den inlandske fisk Vaagmaeren [Gymnogaster arcticus.]
Met eene plaat.
Zie: K. Dansk. Selsk. Skrift. N. Saml. 1788. III, bl. 408—413.
633. ------ Om Silde-Tusten: [Regalecus remipes.] Met eene plaat.
Zie: K. Dansk. Selsk. Skrift. N. Saml. 1788. III, bl. 414—418.
634.   Brussel) (van) Natuurlijke beschrijving van eenige bijzondere dieren,
visschen en gekorven diertjes. Met gekleurde platen. Amsterdam, 1799. 8°.
-ocr page 76-
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
635.   Bryant, (W.) Account of an electrical Eel, or the Torpedo of Surinam.
Zie: Transact. Amer. philos. soc. 1786. II, W. 166—169.
636.   Bryce, (J.) Geology of Clydesdale and Arran; embracing also the
marine zoology and the flora of Arran, with complete list of species, and
notes on the rarer insects of Arran. London and Glasgow, R. Griffin&Co.
1859. 80. Met eene plaat.
                                                           B. N. A. M.
Buchanan , zie Hamillon.
637.   Bllcliele, (J.) Die Wirbelthiere der Memminger Gegend. Bin Beitrag
zur bayerischen Fauna. Memmingen, 1860. 8°.
                           B. N. A. M.
Zie aldaar: Fisclie der Iller , bl. 28.
638.   Buc\'hoz, (Pierre Jos.) Aldrovandus Lotharingiae, ou catalogue
des animaüx: quadrupèdes, reptiles, oiseaux, poissons, insectes, vermis-
seaux et coquillages, qui habitent la Lorraine et les Trois-Evêchés. Pa-
ris, Fctil. 1771. 12».
639.   Bnckland, (F. T.) Curiosities of natural history. London, R.
Bentley. 1818—1864. 4 dlu. gr. 8o.
Bevat veel over de natnurl. geschied, van visschen, walvisschen, enz.
640.------Chimaera monstrosa. [Haringkoning.]
Zie: Land and water. London, 1868. bl. 377.
C41. Bndge, (.lul.) Ichthyologische Bemerkungen. Met afbeelding.
Zie: Muller\'s Archiv. f. Anat. 1848. bl. 383—387.                    B. L. H.
642.   Bnjack, (J. G.) Naturgeschichte der höheren Thiere mit besonderer
Berücksichtigung der Fauna Prussica. Königsberg, Grafe und Unzer. 1837.
gr. 8». Met 2 platen.
                                                                         B. L. H.
Zie aldaar: Naturgeschichte der Preussischen Fische. bl. 300.
643.   Bnrton, (E.) Description of a species of Agriopus Cuv. [A. unicolor] .
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1845. III, bl. 116—118. Isis, 1837. bl. 179
644.   Burton, (H.) Monacanthus hystrix n. sp.                   B. N. A. M.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1834. II. bl. 121—122. 1\'Institut, III,
1835. No. 112. bl. 214—215.                             B. N. A. M. B. O. R.
645.   Bnrton, (Richard F.) The lake regions of Central Africa. A picture
of exploration. London, Longman, Green & C». 1860. 2 dln. gr. 8». Meteen
groot aantal gesteendr. platen.
                                                           B. R. L.
Zie aldaar: Fish of the Kingani river. I, bl. 56. Of the Tanganyika lake.
II, bl. 59. Varieties of fish. II, bl. 67. FishnarcotisedinUzaromo.il, bl. 67.
At Wafanya. II, bl. 108. Considered as an article of diet in East Africa. II,
bl. 280. Fishing in the Tanganyika lake. II, bl. 66.
646.   CanielH, ((•• I.) De piscibus, molluscis et crustaceisPhilippensibus.
Zie: Philosoph. Transact. 1705. bl. 2043.
              B. L. B. B. 6. R.
647.   Camuanyo, (L.) Histoire naturelle du département des Pyrénées-
Orientales. Perpignon. 1861—1864. 3 dln. gr. 8o.
648.   Camper, (P.) Bemerkungen über die Classe derer Fische, die von
Linné schwimmenden Amphibicn genannt werden.
                   B. N. A. M.
Zie: Schrift. Berl. Ges. Natnrf. Fr. 1786. VII, 2 bl. 197—218.
649.   Canestrfni, (J.) Ueber die Stellung von Ophicephalus im System.
Zie: Verhandl. d. zool. bot. Gesellsch. Wien. 1858. VIII, bl. 437—440.
B. N. A. M.
650.------Zur Kritik des Müller\'schen oystems der Knochenfische.
Zie: Verhandl. Zool. Bot. Verein. Wien. 1859. IX, bl. 119—129.
651.------Zur Systematik der Percoïden. .
                    B. N. A. M.
Zie: Verhandl. Zool. Bot. Verein. Wien. 1860. X, bl. 291—814.
-ocr page 77-
43
NATCtJKLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
652. Canestrini, (G.) Pleuronettidi del Golfo di Genova.
Zie: Canettrini, Archivio p. 1. Zool. Torino, 1861, I, bl. 1—44.
653.------I Gobio del Golfo di Genova.
Zie: Canettrini, Archivio. 1861. I, bl. 121—157.
654.------Sopra una nuova specie di Tetrapturus.
Zie: Caneslrini, Archivio. 1861. I, bl. 239-261.
655.------Catalogo dei pesci del Golfo di Genova.
Zie: Canettrini, Archivio. 1861. I, bl. 262—267.
656.-----I Blennini, Anarrhichadini e Callionimini del Golfo di Genova.
Zie: Canettrini, Archivio. 1862,63. II, bl. 83—118.
657.------I Gadidi e Macrouridi del Golfo di Genova.
Zie: Canettrini, Archivio. 1862,63. II, bl. 343—376.
658. -------Sopra alcuni pesci poco noti o nuovi del Mediterraneo.
Zie: Mem. Acad. Sc. Torin. Ser. II, 1864—65. XXI. (Met twee platen.)
659.------Prospetto critico dei pesci d\'acquadolced\'Italia. Met eene plaat.
Zie: Canettrini, Archivio. 1866. IV, bl. 47—187.
660.------Due note ittiologiche. I. Sopra alcuni pesci dell\'Arno. II.
Effetti di dimagramento osservati nel Gobius fluviatilis. Bon.
Zie: Annuar. soc. nat. Modena. 1867. II, bl. 7—13.
661.------Intorno ai Labroidi del Mediterraneo.
Zie: Acnnar. soc. nat. Modena. 1868. III, bl. 104—144. Met 2 platen.
662.------Compendio di Zoologia ed anatomia comparata. Milano, 1869. 8°.
I: Vertibrati.
663. ------ Sopra alcuni pesci dell\'Australia. Met eene plaat.
Zie: Canettrini, Archivio. 1869. Serie II, vol. I.
664.   Cantor, (Th. E.) Catalogue of Malayanfishes. Calcutta , J. Thomas.
1850. 8o. Met 14. gelithogr. platen.
                                                 B. L.H.
665.------Notes respecting some Indian fishes, collected, figured and
described by Th. E. Cantor. 1838. 8o.
666.------Descriptions of two species of Indian Eels, withplates. Batav.,
1853. 8».
Zie : Nat. tijdschr. v. N. Ind. Batav. , 1853. IV. B. L. H. N. A. M.
667. Cantraine, (F.) Mémoire sur un poisson nouveau, trouvé dans Ie
Canal de Messine. Met 2 platen. 4».
Zie: Mem. de 1\'acad. rov. de Brui. 1835, X. 1\'Institut. 1835, III, No.
97, 108.
                          K~. B. \'t 6. — B. I. 11. B. G. R. R. D.
668.------Mémoire sur Ie Serranus Tinca. Met eene gekleurde plaat. 4o.
Zie: Mem. de 1\'acad. roy. de Brux. 1833, XI. K. B. \'t G. B.L. ff. ~
B. G. R. R. D.
669. Capello, (F. de Brito) Peixes novos de Portugal e da Africaocci-
dental, e caractères distinctivos d\'outras especies ja cohecidas. Met eene plaat.
Zie: Jorn. se. math. phys. e nat. Lisboa, 1867. II, bl. 154—169.
670.------Catalago dos peixes de Portugal que existem no Museu de Lisboa.
Met eene plaat.
Zie: Jorn. se. math. phys. e nat. Lisboa, 1867. No. III—IV. 1868. V.
1869. VI, bl. 131—153. Suppl. VII, bl. 223-228.
671.------Noticia acerca de um peixe pouco conhecido proveniente do
Brasil. [Chaetostomus hystrix. Cuv. & "Val.] Met eene plaat.
Zie: Jorn. se. math. phys. e nat. Lisboa. 1868. V,
-ocr page 78-
44                                   HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
672.   Capello, (F. de Brlto) Memoria relativa a urn exemplar de Squalus
maximus L. pescado nos costas de Portugal. Met eene plaat.
Zie: Jorn. Acad. scienc. Lisb. 1869. VII, bl. 233—238.
673.   Carr, (J.) On the generation and other obscure facts in thenatural
history of the common Eel.
Zie: Philos. magaz. 1809. XXXIV, bl. 272—277.                      B. L. H.
674.   (\'arte, (A.) Notes on the genus Chiasmodon. Met eene plaat.
Zie: Proeeed. zool. aoe. 1866, bl. 35—39.
                                  B. L. B.
675.   Camcclo, (A.) Lijst van 135 visschen verzameld aan de kusten van
Sardinië en Sicilië.
Zie: Atti soc. Ital. se. nat. 1870. XII, bl. 567—586.
676.   < \'ast cl mui, (Pr. de) Mémoire sur les poissons de 1\'Afrique Australe.
Paris, Ballière et fils. 1861. 8».
677.------Expédition dans les parties centrales de 1\'Amérique du Sud, de
Rio de Janeiro a Lima, et de Lima au Para, exécutée par ordre du gou-
vernement franyais, pendant les années 1843 a 1847. Paris, P. Bertrand.
1850-1861.
Dit werk is uitgegeven in 7 afdeeliugen, te zamen 15 dln. in 4o. en 8o.
uitmakende.
Zie: Vlle. Afd. Zoölogie, on animaux nouveaux et rares. 3 dln. met 150platen.
678.------Visehsoorten, nieuw voor de kennis der fauna van Singapore.
Batav., 1860. 8<>. Nat. tijdschr. v. N. Ind. XX, XXII. B. L. H.
679.   Catesby, (Mark) The natural history (Fishes, serpents, insects , etc.)
of Carolina, Florida, and the Bahama Islands. With appendix and index.
With 220 colour. plates and map. London, Marsh. 1731— 48. 2 dln. imp. folio.
De tekst in het Engelsen en Fransch.                    B. T. G. N. A. M.
Uitgavevan 1754 (with Supplement edited by G. Edwards.) B. L. H. V. H.
680.   Cavenne, Rapport sur un mémoire deM. Artaud: Notice pour servir
a 1\'histoire naturelle du Goramy [Osphronemus olfax Lacép.]
Zie: Bullet. soc. I.inn. Bordeaux. 1827. II, bl. 188—191.
681.   Cetti, (Fr.) I quadrupedi, gli uccelli, gli anflbj e pesci di Sar-
dagna. Sassari, Piattoli. 1774—77. 3 dln. 8°. Met afbeeldingen.
682. ----- Naturgeschichte von Sardinien. Aus dem Italien. (von Dav.
Piesch). Leipzig, Muller. 1783—-84. 3 dln. 8». Met 13 kopergrav. en 1
kaartje.
                                                                                    B. U.H.
683.   Champion, (P.) Note sur trois espèces de poissons chinois, et sur
leur emploi dans 1\'industrie et 1\'alimentation.
Zie: Bulletin de la Soc. d\'ncclim. 1865.
684.   Chappe d\'Auteroche, Voyage en Siberië, fait en 1761. Enrichide
cartes, de plans et de gravures. Paris, Debure, 1768. 3 dln. 2 bdu. 4o.
en een atlas in gr. folio.
                                                    B. L. H. R. L.
Zie aldaar: Remarques sur Ie Sterlet. (Met afbeelding) I, bl. 200—201.
------Zie : Kracheninnikow.
685.   Charlevolx, (P. F. X. de) Histoire et description générale du Japon.
Paris, 1736. 2 dln. 4o. Met platen-
Aan het einde van het tweede deel komt, als supplement, een artikel voor over
de visschen van Japan, volgens Cuvier uit Kaempfer overgenomen.
686.   Chiaje, (St. delle) Anatomiche disamine sulle Torpedini.
Zie: Atti Ist. Incorr. Nupoli. 1840. VI, bl. 291—308.
687.------Notizia su due Gimnoti elettrici dall\'America recati vivi in Napolli.
Zie: Nuov. Ann. delle se. nat. di Bologna. 2 Ser. 1847. VIII, bl. 268—278.
-ocr page 79-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCI1EN.                         45
688.   Chinese Repository. (The) Canton, 1832—51. 20 dln. 40.
Zie aldaar: The Blenny. VI, bl. 411. Goldfisli. VIII, bl. 89. Many kinds
of fish. IV, bl. 46. Fish reared by Chinese. VI, bl. 68; III, bl. 462.
689.   Churchlll, (S.) Notice of a doublé fish. Met afbeeldingen.
Zie: Silliman, Amer. journ. 1834. XXVI, bl. 116—117.
690.   Clarke, (TV. B.) Notice of the fourth occurrence of the Argentine
[Scopelus Huinboldtii Yarr.] upon the British shores, with note by W.
Yarrell. Met afbeeldingen.
                                                                 3. h. H.
Zie: Charlesioorth\'s Magaz. nat. hist. N. Ser. 1838. II, bl. 22—26.
691.   Clarke (W. H.) and Johii Mortimer, On a fish with four eyes.
Zie: Report Brit. assoc. adv. se. Sth meeting, 1838 (1839). Transact. 3cct.
bl. 110.
692.   (\'linton, (de Witt) Account of the ütsego Basse.
Zie: Amer. medic. and phil. Register. New-York, III, bl. 188.
693.------Description of a new species of fish from the Hudson River.
Zie: Ann. Lyceum New-York. 1824. I, bl. 49—50. B. L. H.— N.A.M.
694.------Some remarks on the fishes of the western waters of the state
of New-York.
Zie: Transact. liter, and philos. Soc. of New-York. 1815. I, bl. 493—501.
Ook afzonderlijk: New-York, 1815. 8o.
695.   Cocco, (A.) Osservazioni intorno alcuni pesci del Mare diMessina,
lettera di Anast. Cocco al Prof. Oronzio Gabr. Costa diNapoli. Con 1 tab.
Messina, 1838. 8o.
696.------Su di alcuni pesci dei Mari di Messina.
Zie: Giorn. di scienze, lett. ed arti per la Sicilia. 1833. XLII, bl. 9—21.
Maurolico. 1840. II, bl. 236—244.
697.------Su di una nuova Razza [Raja Jojenia]. Met eene plaat.
Zie: Atti Accad. Gioënia. 1836. XI, bl. 85—88.
698.------Sul Paralepis hyalinus. Met eene plaat.
Zie: Atti Accad. Gioënia. 1839. XIII. bl. 49—55.
699. ------ Sullo Schedophilus Medusophagus. Qualche schiarimento.
,            Zie: Maurolico, Giorn. del Cabin de Messina. Nuov. Ser. I. 1, bl. 30—32.
700.------Intorno ad alcuni nuovi pesci dpi Mare di Messina. Lettera
del prof. A. Cocco al Sign. A. Krohn. Messina, 1844. Met eene plaat.
Zie: Isis, 1831, bl. 1340—1342.                                               B. L. B.
701.   Coker, (N.) Survey of Dorsetshire. London, 1732. folio. Meteene
kaart en 6 platen.
Bevat ook een en ander over visschen.
702.   Colladon, Expériences sur la Torpille.                            B. L. H.
Zie: Compt. rend. acad. se. Paris. 1836. III, bl. 490—492.1\'Institut, 1836.
IV, No. 181, bl. 350—351. Ann. seienc. natur. 2e Sér. Zool. 1836. VI, bl.
255—256. Froriep\'s Notizen. 1836. II, No. 1093, bl. 229—231.
703.   Cole, (W.) Purpurea Anglicana, being a discovery of a fish found
on the shores of the Severn ,which gives a curiouspurple. London, 1689. 4o.
704.   Comte, (Louis Ie) Beschryvinge van het machtige keyserryk China,
behelsende d\'overgroote provintien en menigvuldige steden, paleysen, rivieren;
beneffens desselfs ongemeene volkrijkheyt en vruchtbaarheyt, in alle kostelijke
handwerken en koopmanschappen enz. (Uit het Pransch vertaald.) Metschoone
figuren. In \'s Gravenhage, bij Engelbr. Boucquet. 1698. 2 dln. 1 bd. 40.
B. L. H. R. L.
-ocr page 80-
46                                    HIST0IRE NATURELLE DES POISSONS.
Zie aldaar: Gout- en silvervisscheu; haare beschrjjvinge; haar aanqueking.
bl. 89—91.
Wonderlijke visachen; bl. 376—383.
705.   Conny, (Bob.) Letter concerning a shower of fish.
Zie: Philos. Transact. 1698. XX, bl. 289—290.         B. L. H. B. O. R.
706.   Cooper, (J. G.) On new genera and species of California fishes.
Zie: Proceed. Calif. Acad. nat. se. III. November 1863—Jan. 1864.
(Met platen).                                                                               B. N. A. M.
707.   Cope, (E. D.) On a blind Silurid. from Pennsylvania. B.N. A.M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. October 1864. B. L. ff. B. O. R.
708.------Partial catalogue of the cold-blooded Vertebrata of Michigan.
Zie: Proceed. Acad. Nat. Sc. Philad. Mei 1865. B. L. ff. -N. A.M.
709.------Synopsis of the Cyprinidae of Pennsylvania. Met 4 platen.
Zie: Transact. Amer. Phil. soc. 1867. XIII, bl. 351—410.
710,------On the genera of freshwater fishes, HypsilepisandPhotogenis,
Cope, their species and distribution. B. L. E. N. A.M. B. O. R.
Zie: Proceed. Ac. nat. se. Philad. 1867, bl. 156—166.
711.------On the distribution of freshwater fishes in the Alleghany region
of South-Western Virginia. Met 3 platen.                                       B. L. Ë.
Zie: Journ. Acad. nat. Scienc. Philad. 1868. VI, bl. 207—247.
712. Cormack, (W. E.) On the natural history and economical uses of
the Cod, Capelin , Cuttle-ttsh, and Seal.
Zie: Edinb. New philos. journ. 1826. I, bl. 32—41.
713.------Ueber die Naturgeschichte verschiedener Fische in Neufound-
land und Labrador.                                                                             B. L. H.
Zie: Isis. 1832, bl. 677—679.
714.   Cornide, (D. J.) Ensayo de una historia de los Peces y otras pro-
ducciones marinas de la costa de Galicia, con un tratado de las diversas Pescas,
y de las redes y aparejos con que se practican. (Zonder plaats). Enlaoficina
de Benito Casso. 1788. 8».
715.   Costa, (O. G.) Fauna del regno di Napoli, ossia enumerazione di
tutti gli animali che abitano Ie diverse regioni di questo regno e Ie acque
che lo bagnano; contenente la descrizione di nuovi o poco esattamente
conosciuti; con figure ricavata da originali viventi e depinte al naturale. Na-
poli, 1829—44. 45 attev. of 3 dln. 4».
                                          B. T. G.
Zie aldaar: III. Visschen. Met 30 platen. Is niet verder verschenen.
716.------Storia e notomia del Branchiostoma lubricum. Met eene plaat.
Zie: Costa, Frammenti di Anat. comp. 1843. Fase. I.
717.------Noticc sur Ie Branchiostoma [Amphioxus].
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1841. XIII, bl. 873.1\'Institut. 1841. IX,
No. 407. bl. 345.
718. ------- Storia naturale di quei pesciolini volgarmen te tra noi conos-
ciuti col noine di Cicinelli o Cicinielli. [Atherina hepsetus.] Clupea sprattus
e Gobius aphya.
Zie: Ann. Accad. Aspir. nat. 1844. II, bl. 88.
719.------Osservazioni intorno alle Echeneide in geDerale ed in partico-
lare su 1\'Echeneis Musignani.
Zie: Ann. Accad. Aspir. nat. 1844. II, bl. 234.
720.------Di nn nuovo pesce della famiglia de\' Gadini. [Merlucius
uraleptus]. Met 3 platen.
Zie: Atti del 1\'Accad. Ponten. 1849. V, bl. 171—182. Napoli. 1845.
-ocr page 81-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         47
721. Costa, (0. (>.) Storia ed anatomia dellAnguilla e monografia delle
•nostrali specie di questo genere. . Napoli, Pr. Azzolino. 1850. 4o. Met 9
gekleurde platen.
722.------Depositi di Ittioliti nel regno di Napoli.
Zie: Nuova annali Bologna. 1851. IV, bl. 469—478.
723. Couch, (J.) Some particulars of the natural history of the flshes
found in Cornwall.
                                                    B. L. H. N. A. M.
Zie: Transact. Linn. Sqc. London , 1825. XIV, bl. 69—92. London\'s Mag.
nat. hist. 1832. V. bl. 311—316.
724.------Description of a species of Ray-fish [Raja asterias ?] not hitherto
included in the British fauna. Met afbeeldingen.
Zie: CharhtwortVt Magaz. nat. hist. N. Ser. 1838. II.            B. L. H.
725.------Fishes new to the British fauna, contained in: Couch\'s History
of the fishes of Cornwall.                                                                  B. L. H.
Zie: Mag. nat. hlst. 1832. V, bl. 15—24, 311 -316.
726.------Observations on the Lancelet [Amphioxus lanceolatus Yarr.].
Met afbeeldingen.                                                                                B. L. H.
Zie: CharleswoHh\'s Magaz. nat. hist. 1838. N. Ser. II, bl. 381—384.
727.------Account of a specimen of the oblong Sunflsh [Orthagoriscus
oblongus] taken at Par in Cornwall and preserved in the museum of the
Royal Institution of Cornwall at Truro.
Zie: Ann. of nat. hist. 1841. VI, bl. 144—147.
728.------An account of a fish nearly allied to Hemiramphus, taken in
Cornwall.                                                                                              B. L. H.
Zie: Proceed. Linn. soc. 1842. I, No. 15, bl. 151—152.
729.------Notc on the occurrence near Polperre in Cornwall, of a fish
new to the British catalogue, and supposed to be the Orphe of Rondeletus.
Zie: Newman, Zoologist. 1843. I, bl. 81—84.
730.------A natural\'history of the Mackarel [Scomber scombrus] .
Zie: 12th Ann. Report. R. Cornw. polytechn. soe. 1844, bl. 47—61.
731.------A description of the characteristics of Trigla cuculus Bl.,
hitertho confounded with the Trigla Blochii. Met afbeeldingen.
Zie: Magaz. nat. hist. 1836. IX, bl. 463—466.                         B. L. H.
732.------On the occurrence on the the coast of Cornwall of an example
of the fish called Cuviers Ausonia or Luvaru. Met afbeelding.
Zie: Proceed. zool. soc. 1866. bl. 332—335.                               B. L. H.
733.------Some account of a newly discovered British fish of the family
Gadidae and the genus Couchia. Met afbeelding.                         B. L. H.
Zie: Jonrn. Linn. soc. 1866. IX, bl. 38—41.
734.------A history of the fishes of the British Islands. London, Groom-
bridge. 1862—65. 4 dln. roy. 8o. Met 252 gekleurde platen. B. TI. E.
735.  Couch, (R. Q.) On the occurrence of Lichia glaucus Cuv. in Mount\'s Bay
Zie: Newman, Zoologist. 1859. bl. 6333-6335.
736.   Courcy, (Le Marquis de) L\'empire du milieu, (la Chine.) Description
géographique, précis histonque, institutions socialcs, religieuses, politiques;
notes sur les sciences, les arts, 1\'industrie et le commerce. Paris, Didier
et Cie. 1866. gr. 80. .
                                                                  B. R. L.
Zie aldaar: Poissons d\'eaa salée et poissons d\'eau douce. bl. 161—162; Industrie
des pêchenrs; Engins de pêche; Ruses des pêcheurs, Piscicultnre. bl. 462—465.
-ocr page 82-
48                                         ÏIISTOIRK NATU II K 1.1, E DES POISSONS.
737. Cuvier, (G.) Sur un poisson peu connu, pêche récemment dans Ie
golfe de Gênes, Lophotes cepedianus Giorna. Met eene plaat. K.B.\'s O.
Zie: Ann. du Muséum. 1813. XX, bl. 393—400. B.L.H. —N. A. M.
738.------Notice sur un poisson célèbre et cependant presque inconnu
des auteurs systématiques. [Sciaena.] K. B. \'s O. B. L. H. N. A. M.
Zie: Buil. scieuc. aoc. Philom. 1814, bl. 182—184. Me\'m. du Muséum. 1815-
I, bl. 1—21. (Met 3 platen.) Isis. 1818. bl. 1170-1182. (Met afbeeldingen.)
739.------Observations et recherches critiques sur différens poissonsdela
Méditerranée.                                     K. B. \'s O. — B. L. H. N. A. M.
Zie: Me\'ra. du Muse\'um. 1815. I, bl. 226—241, 312—330, 353—363,
451—466. Isis. 1818, bl. 1636—1640, 1667—1670.
740.------Sur Ie genre Chironectes Cuv. [Antennarius Commers.] Met
3 platen.                                             K. B. \'s O. B. L. H. N. A. M.
Zie: Me\'m. du Muse\'um. 1817. III, bl. 418—435.
741.------Ueber Argentina Sphyraena und Mullus imberbis. Met af-
beeldingen.                                                                                             B. L. hl.
Zie: Isis. 1818, bl. 1181-1192.
742.------Sur les Diodons. Met 2 platen.
                            K. B. \'s Q.
Zie: Me\'m. du Muséum. 1818. IV, bl. 121-138. B. L. B. —N.A.M.
743.------Sur les poissons du sous-genre Myletes. Met eene plaat.
Zie: M*m. du Muséum. 1818. IV, bl. 444—456. K. B.\'s O. — B. L. B.
744.------Sur les poissons du sous-genre Hydrocyon; sur deux nouv.
espèces de Chalceus; sur trois nouv. espèces de Serrasalmo et sur 1\'Argentine
glossodonta Forsk., qui est 1\'Albula gonorhynchus Bl. Met 3 platen.
Zie: Mem. du Muséum, 1819. V, bl. 351—379. K.B.\'sG. — B. L. B.
745.------ Sur Ie Scarus.
Zie: Férussac, Buil. se. nat. 1827. XI, bl. 444—445. B. N. A. M.
746.------On the Mullets [Mullus] of Europe.
£ie: Ediub. journ. of science. N. Ser. 1830. II, bl. 61—66.
747.------Rapport verbal sur la monographie des Bsturgeons de M.M.
Brandt et Ratzeburg.                                                   B. L. H. N. A. M.
Zie: Ann. scienc. natur. 1831. XXII, bl. 222—224.
748.------Sur Ie poisson appelé Machaera. Met eene plaat.
Zie: Nouv. ann. du Muséum. 1832.1, bl. 43—49. B. L.H. —N.A.M.
749.------and A. Valeiicieimes. Account of the Scomber scomber L.
and the Garum of the aucients.
Zie: Edinb. journ. of scienee. N. Ser. 1832, VI, bl. 286—294.
750.   Cyprinusauratus. (UeberdieLebensweisedes)             B.L.H.
Zie: Froriep\'s Not. 1834. XXXIX. No. 842. bl. 84—85.
751.   Cysat, (J. L.) Beschreibung des Lucerner- oder 4 Waldstfitter Sees.
Lucern, 1661.
                                                                                      B. L. H.
Zie aldaar: Fische, bl. 20—101.
752.   Czernay, (A.) Notice sur Cobitis merga Kryn. Met afbeeldingen.
Zie: Buil. soc. natur. Moscou. XXV. 1852.1, bl. 648-549. B. L. H. - N. A. M.
753.   DaltlorlT, Natural history of Perca [Anabas Scandens nov. sp.].
Zie: Transact. Linn. soc. London. 1797. ITI, bl. 62—63. Voigt\'s Magaz.
1800. II, 2 bl. 348-360.                                        B. L. B. — N. A. M.
754.   Dale, An account of a very large Eel, lately caught at Malden in
Essex. with some considerations about the generation of Eels.
Zie: Philoa. Transact. 1698. XX, No. 238. bl. 90—97. B. L. B. — B. O. B.
-ocr page 83-
40
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
755.   Dalton, (H. G.) The history of British Guiana. Comprisinga general
description of the Colony; together with an account of its climate, geology,
staple products, and natural history. London, Longman. 1855. 2 dln.
gr. 8°. Met kaart en platen.
                                                            B. R. L.
Zie aldaar: Fishes. II, blz. 336-359.
756.    Daniël], (Will.) Interesting selections from animated nature. (Qua-
drupeds, birds, fishes, plants, etc.) With illustrative scenery, drawn,
engraved, and published by W. D. London, 1809. gr. 4°. Met 60 platen.
Is een vervolg op H\'oocTs Zoography.
757.   Dapper, (O.) Beschrijving des Keizerrijks van Taising of Sina. Ver-
siert met verscheyde koopere plaeten. t\' Amsterdam, by Jacob van Meurs.
1670. folio.
                                         K. B. \'s O. B. L. H. R. L.
Zie aldaar: Visschen, bl. 238—239.
758.   Dareste, (Cam.) Recherches sur la classification des poissons de
1\'ordre des Plectognathes.
                                       B. L. II. N. A. M.
Zie: Ann. se. nat. 3o Sér. Zool. 1850, XIV, bl. 105—133.
759.   Davy, (Humphry) An account of some experiments on the Torpedo.
Zie: Phil. ïransact. 1829, bl. 15—18. Phil. Magaz. N. Ser. 1829. VI,
bl. 81—84.                                    B. L. H. — JV. A. M. B. G. ft.
760.   Davy, (John) An account of some experiments and observations on
the Torpedo.
                                   B. L. H. N. A. M. B. G. R.
Zie: Phil. Transact. 1832, bl. 259-278. (Met 3 platen.) 1834, bl. 531—550.
Ann. se. nat. 1833. XXX, bl. 192—204. Frorieps Not. 1835. XLIII. No. 940,
bl. 229—230. 1\'Institut. 1835. III. No. 105, bl. 153—154.
761.   Day, (Francis) The fishes of Malabar. With 20 plates. Londen,
B. Quaritch. 1865. gr. 40.
762.------On the fishes of Cochin, on the Malabar coast of India.
Zie: Proceed. zool. soc. Jan. en Maart 1865. B. L. B. N. A. M. — ft. D.
763.------On the fishes of the Neilgherry hills and rivers around their
basis.                                                          B. L. H. —N. A. M. —R. D.
Zie: Procèed. zool. soc. 1867, bl. 281—302.
764.------On some lishes from the Wijnaad.
Zie : Proceed. zool. soc. 1867 . bl. 347—350. B. L. H. N. A. M. — ft. Ti.
765.------On some new or imperfectly known lishes of India.
Zie: Proceed. zool. soc. 1867, bl. 699—207, 935—942. 1868, bl.
149—156.
                                              B. L. H. N. A. M. — ft. D.
766.------On some new fishes \'from Madias.
Zie : Proceed. zool. soe. 1868 , bl. 192—199. B. L. B. N. A. M. — ft. 7J.
767.------Observations on some of the freshwatcr fishes of India.
Zie:Proceed.zool.soc.l868, bl.274—288, 580—585. ft. L. H.—N. A. M.—R.D.
768.------ Description of 5 ncw species of fishes from Burmah.
Zie : Proceed. zool. soc. 1870 , bl. 99—101. B. L. H. — N. A. M. — ft. D.
769.------On the fishes of Orissa.
Zie: Proceed. zool. soe. 1869, bl. 296—310, 369—387.
ft. L. H. — N. A. M. — ft. 1).
770.------Remarks on some of the fishes in the Calcutta Museum.
Zie: Proceed. zool. soc. 1869, bl. 511—527, 648—560, 611—614.
ft. L. E. N. A. M. — ft. 1).
771.------On the freshwater fishes of Burmah.
Zie: Proceed. zool. soc. 1869, bl. 614—623. B. L. B. — N. A. M. - ft. D.
779 •------Description of 255 species of fishes from the Andaman islands.
Zie : Proceed. zool. soc. 1870 , bl. 677—705. B. L. B. — JV. A. M. — ft. D.
4
-ocr page 84-
50
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
773. Debes, (L. Jac.) Naturliche und Politische Historie der Insein
Faröe. worinn die Luft, Grund und Boden, Gewasser, Thiere, Vogel, Fische
etc., das Naturel, die Gewohnheiten, Lebensart der Einwohner dieser Insein
und ihre Verfassung beselirieben werden. Aus dem Danischen übersetzt.
Kopenhagen und Leipzig, Pelt. 1757. 8". Met kopergrav.
774.------Foeroae et Foeroa reserata; that is a description of theislands
and inhabitants of Foeroe. . . Englished by J. S. (John Sterpin). Illustrated
with raaps. London, priuted for Wm. Hes. 1676. 12o.
               B. L. H.
775.   Dekay, (James E.) Fishes of New-York. Albany, W. and A.
White and J. Visscher. 1842. 2 dln. 4<>. Met 79 platen, waarop 250 ge-
kleurde afbeeldingen.
                                                                        K. B. \'sG.
Dit werk maakt een onderdeel uit van : Natural history of New-York, 21
dln. gr. 4o.
776.   Delaroche, (F.) Observations sur des poissons rccueillis dans un
voyage aux iles Baléares et Pythiuses. (Extr. des Annales du inusée d\'hist.
naturelle. Tomé XIII.) Paris, 1809. 4o. Met 6 platen.
              B. L.H.
777.   Démidoff, (A. de) Voyage dans la Russie meridionale et la Crimée,
exéculé en 1837 par MM. de Sainsou, Ie Play, Huot, Leveillé e. a., sous
la-direction de M. A. de Démidoff. Paris, Bourdin. 1840—1842. 4 dln.
gr. 8o. en Atlas met platen.
                                    B. T. G. — N. A. M.
Zie aldaar: Poissons. (Met 32 gekleurde platen.)
778.   Description of the Atherina Menidia.                           B. L. H.
Zie: Collect. Massach. hist. soe. III, bl. 102.
779.   Description d\'un poisson nommé Lune ou Mole, pêche a Brest.
Zie: Journ. de phys. 1780, XVI, bl. 58—60.
Description de 1\'Egypte. Zie No. 941.
780.   Desjardins, (Jnlien) Description d\'une nouvelle espèce de poisson
de 1\'ile Maurice, Chironectes maculatus. Met eene plaat.
Zie: Magas. de zool. 1840. Poissons. pi. 2, (bl. 4).
781.   Deslandes. Observations sur les Maqueraux et les Sardines, poissons
tres communs en Bretagne.
Zie: Me\'m. Acad. scienc. Paris. 1725. (Hist.) bl. 2—3. K. B. \'s G.—B. L. B.
782.   Deslongchamps, (E.) Note sur unc Anguille monstrueuse retirée
d\'un puits. Met afbeeldingen.
Zie: Me\'m. soe. Linn. de Normandie. 1835. V, bl. 47—51. 1\'Institnt. 1836.
IV , bl. 87—88.
                                                                          B. B. G. R.
783.------Note sur une nouvelle espèce de poisson du genre Aspidophore.
Zie: Mét», soe. Linn. Normandie. 1853. IX, bl. 167—173.
784. Desiiiarest, (A. tt.) Ichthyologie, ou description complete de dix
espèces de poissons, nouvelles, ou imparfaitement connues, habitant la mer
qui baigne les cótes de 1\'ile de Cuba. Paris, Tastu. 1823. 8». Met 10 ge-
kleurde platen.
-> 785. Desiiiarest, (E.) Observations sur les moeurs des Anguilles.
Zie: Revue et mag. zool. 1866. bl. 161—165.                           B.N. A.M.
786.   Dessaix, (J.) Le lac Léman.
Poissons ; — La pêche; — Réglcmentatiou de la pêche.
Zie: Revue moderne. 1868. XLVIII, bl. 498—510.
787.   Desvaux, Essai d\'ichthyologie des cötes océaniques et de 1\'intérieur
de la France, ou diagnose des poissons observés. Angers, 1851. 80. Met
twee platen.
788.   Domsma, (M.) Beschrijving van eenen Zonne-visch. 80.
Zie: Verhand. Huil. Maatsch. d. wetensch. Haarlem. XII, bl. 413—422.
K. B. \'s G. — B. L. H. — iV. A. M. R. D.
-ocr page 85-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         51
789.   Donati, (Ant.) Trattato dei Simplici, Pietre et pesci marini, che
naseono nel lito di Venetia. la niaggior parte non conosciiiti da ïcofrasto,
Dioscoride, Plinio, Galeno ed altri scrittori, diviso in duo libri. In Venetia,
Bertano, 1631. kl. 4o. Met platen.
                                                 B. L. H.
790.   Donndorf, (Joh. Aug.) Zoologische Beitrage zur 13 Ausgabe des
Linné\'schen Natursystems.\' Leipzig, Weidmann. 1793—98. 3 dln. gr. 8o.
Zie aldaar: III, 3. Ichtliyologische Beitrage.
791.   Donovan, (Edw.) The naturalist\'s repository, or monthly miscellany
of exotic natiiral history, exhihiting rare and beautiful specimens of foreign
birds, insccts, shells, quadrupeds, fishes and marine productions, especially
suoh new subjects as have not hitherto been figured. London, Simpkin.
1823—27. 5 dln. roy. 8o. Met 180 gekleurde platen.
792.------Natural history of Britisli fishes. Illustrated by 126 coloured
plates. London, 1801. 5 dln. roy. 8o.
793. Bowler, (B.) Discovery of viviparous fish in Lousiana, with a note
by L. Agassiz.
Zie: Silliman , Amer. joiirn. 1855. XIX , bl. 133—136. Ann. of nat. bist.
1855. XV , bl. 206—210.
79*. Dronët, (H.) Faune Acoréenne (et histoire naturelle de 1\'Archipel.)
Troyes, Baillière et iils 1861. gr. 4o. [Extrait des raéin. de la Société
Académ. de 1\'Aube.]
795. Diiben (G. v.) og J. Koren, Om nya Skandinaviska fiskar.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. forharidl. Stockb., 1845, bl. 9—12.
796.------Beretning angaaende nogle for Skandinaviens fauna nya Fiskar.
Zie: Korhandl. Skandin. naturforsk. 4 mode. Christiania, 1844 (1847) bl.
222—227.
797.   Btinen (M. W. von) und J. Koren, Ichtliyologische Bidrag. Met
eene plaat.
                                                                                                 È. L. H.
Zie: K. vetensk. Akad. handl. 1844, bl. 27—120. Isis. 1848, bl. 142—143.
798.   Ducheinin, Die Kröte als Karpfentödtcr.
Zie: Das Ausland. 1870. No. 20. Overgenomen uit: Mem. de 1\'academie des
sciences. Paris. Avril, 1870.
                                                                 B. L. H.
799.   Buguid, Letter on the Deal-lish [Trachyptorus Vogmarus.]
Zie: Pioceed. zool. soc. 1851. XIX, bl. 116—117. Ann. of nat.bist. 2d Ser.
1853. XI , bl. 46S—469.
                                                  B. L. B. N. A. M.
800.   Duniéril, (Aug.) Sur les Torpédinées.
Zie: Philom. extr. proces veib. 1852. bl. 63—64.
801.------Monographie de la tribu des Torpédiniens ou Raies électriques,
coniprenant un genre nouveau, trois espèces nouvelles, et deux espèces noinmées
dans Ie Musée de Paris, mais non encore décrites. gr. 8». Met cene plaat.
Zie: Revue et mag. de zoölogie. 1852. No. 5.
                           B.N.A.M.
802.------Monographie de la tribu des Scylliens ou Roussettes [Poissons
plagiostom.es], comprenant deux espèces nouvelles. Met eene plaat.
Zie: Revue et mag. de zool. 2 Sér. 1853. V, bl. 8—25,73—87,119—130.
Afzonderlijk : Paris , (J. B. Baillière), 1853. 8o.
                            B. N. A. M.
803.------Sur la tribu des Scylliens.                                              B. L.H.
Zie: Compt. reud. acad. se. Paris. 1853. XXXVI. bl. 288—289.
804.------Note sur un travail inédit de Bibron relatif aux poissons Plec-
tognathes Gymnodontes [Diodons et Tétrodons.]                           B. JY. A. M.
Zie: Revne et mag. de zool. 2e Série, 1855. VII, bl. 274—282.
4*
-ocr page 86-
52
HISTOIBE NATURELLE BES POISSONS.
805. Dn in óri], (Ang1.) Essai de classification des poissons qui forment Ie
groupe des Echénéides.
Zie: Compt. reod. Acad. se. Paris. 1858. XLVII, bl. 874—378.1\'Institut,
1858. XXVI , No. 1288. bl. 297.
                                    B. L. H. B. 6. R.
806.------Lettres relatives au catalogue des poissons de la collection du
Muséum d\'histoire naturelle de Paris.                                              B. L. H.
Zie : Mus. hist. nntur. Paris. Arch. X , 1858—61. bl. 429—460.
807. —— Reptiles et poissons de 1\'Afrique occidentale.
Zie: Compt. rend. Acad. Paris. 1860. 1,1, bl. 878—880. Mus. hist. nat. Paris.
Arch. 1858—61. X, bl. 137—268.
                                                    B.L.H.
808.------Des bruits que les poissons font entendre.                  B. R. L.
Zie: Dehérain , annuaire scientif. Paris. 1863. II, 238—251.
809.------Des poissons vénéneux.
Zie: Anii. soc. liun. Maine et Loire 1865.
810.------Des animaux utiles ii 1\'hommo; programme d\'un cours de zoo-
technie ou zoölogie appliquée.                                                          N. A. M.
Zie: Mem. soc. imp. scienc. nat. Cherbeurg. 1865. XI.
811.------Observations sur des Lépidosiriens, [Protopterus Anectens, R.
Owen] qui ont vécu i la menagerie des reptiles au Muséum d\'histoire natu-
relle et y ont formé leur cocon.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1866. XIX , bl. 131—138. B. L. H.
812.------Des poissons voyageurs qui, al\'époquede la réproductiori, aban-
donnent la mer pour remonter les lleuvcs.                                         B. R. L.
Zie: Dehérain, Annuairc scientif. V. Paris. 1860. bl. 217—247.
813.------Prodrome d\'unc monograplüe des Esturgeons et description des
espèces de 1\'Amérique du Nord, qui appartiennent au sous-genre Antaceus.
Met 6 platen.                                                                                      B. L. H.
Zie: Nouv. arch. du mus. hist. nat. Paris. 1867. III, bl. 131—188.
814.------Notes sur trois poissons de la collection du muséum; un Estur-
geon, un Polyodonte. et un Marlamot, accompagiue de quelques considérations
générales sur les groupos auxqucls ces espèces appartiennent. Met 2 platen.
Zie: Nouv. arch. d. mus. hist. nat. IV , bl. 93—116.
                 B. L. H.
815. Dnméril, (A. M. Constant) Dissertation sur les poissons quiserap-
prochent Ie plus des animaux sans vertèbres. These. Paris, Didot Jeune.
1812. 40.
81G.------• Dissertation sur la familie des poissons Cyclostomes, pour démon-
trer leurs rapports avec les animaux sans vertèbres. Paris, Didot Jeune. 1812. 8».
B. N. A. M.
817.   Dnméril. (C.) Considérations générales sur Ie sous-ordre des poissons
osseux dits Jugulaires ou Protéropodcs, formant la tribu uniquedes Sténopes.
Zie: Compt. rend. acad. se. Paris. 1855. XU, bl. 229—246. 1\'Institut,
1855. XXIII. No. 1129, bl. 285—286.
                          B. L. H.-B. O. R.
818.   —— Rapport sur un mémoire de M. Hollard. sur les Ostracionidcs.          t
Zie: Compt rend. Acad. se. Paris. 1857. XLIV , bl. 1194—1197.1\'Institut,
1857. XXV. No. 1224. bl. 197—198.                             B. L. H.-B. 6. R.
819.   Dnmont d\'Uryille, (J.) Voyage sur la corvctte 1\'Astrolabe, exécuté
par ordre du roi, pendant les années 1826—1829, sous Ie commandement de
M. üumont d\'Uroille. Paris, ïastu. 1830. 12 dln. in gr. 80.; 1 dl.inéo,
en 6 dln. in folio met 500 platen. K. B. \'s 6?. — T. O. —N. A. M.
Zie aldaar: Afd. Zoölogie par M.M. Quo;/ et Gaimnrd. 4 dln. met 11)0 plat™.
820.------Voyage au Pöle sud et dans 1\'Océanie sur les corvettes 1\'Astrolabe
et la Zélée, exécuté par les ordres du roi pendant les années 1837—1840,
-ocr page 87-
NATUURLIJKE GESCHIRDEJJ1S VAN DE VISSCHEN.                         53
sous Ie commandement de M. J. Dtimont d\'Urcille. Paris, Gide et O*.
1841—54. 23 dln. gr. 8»., en (i atlassen met 480 platen en 61 kaarten.
folio.
                                                                                                       B. T. O.
Zie aldaar: III, 2° partie, Zoölogie: Reptiles et poissons par H.Jacquinot
et A. Gnichenot.
821.   Duvernoy, (G. L.) Observations pour servir a la connaissance du
développement de la Poecilia Suririamcnsis Val.
                             B. L. H.
Zie: Coinpt. rond. ncud se. Paris. 1844. XVIII, bl. 067-679, 720—723.
1\'Iustitut, 1844. XII. No. 540 bl. 153 Ann. scienc. natur. 3 Sér. zool. 1844.
I, bl. 313-300. Froriep\'s Not. 1844. XXXII. No. 683. bl. 1—8. No. 684.
bl. 17—25. No. 685. bl. 33—40. No. 680. bl. 49-50. No. 687. bl. 65— 71.
No. 588. bl. 81—86.
                                                                          B. L. H.
822.   Dybowsky, (B. N.) Versuch ciner Monographie der Cyprinoiden Liv-
lands. Dorpat, 1862. gr. 8». Met 6 platen.
823.------Vorliiuiige Mitlheilungen über die Fischfauna des Onon-Flüsses
und der Ingoda. Met 5 platen.
Zie : Verhaudl. zool. butan. Gesellsch. Wien , 1869. bl. 945—958. B. N. A. M.
821. Dyce, (Rob.) On the identity of Morrhua punctataand M. vulgaris.
Met twee platen.
Zie: Ann. of nat. bist. 3d Ser. 1860. V , bl. 360-369.
825. !M\\v;inis, (G.) A natural history of uneommon birds, and of some
other rare and nondescribed animals, quadrupeds, reptiles, lishes, insects
etc. Exhibited in 200 copper-plates, from designs copied iinmediately f\'rom
nature, and curiously coloured after life. With a tuil and accurate description
of each ligure. London, printed for the author. 1713—51. 4 dln. gr. 4o.
B. L. H.
826.------Gleanings of natural history. exhibitiug iigures of quadrupeds,
birds, insects, plants, etc. Most of which have not, till now, been either
figured or described. With descriptionsof scventy different subjccts.designed,
engraved, and coloured alter nature. London, printed for the author.
1758—64. 3 dln. gr. 4». Met 150 platen.
                                     B. L. H.
Van beide welken verscheen ouk een uitgave met franschen tekst in 7 dln.
B. U. H.
Als vervolg op deze beide werken verscheen: ï". Brown, New illustrations of
zoulogy. London, White. 1771. gr. 4o.
827.   —— A cataloguc of the birds, beasts, fishes, insects, plants, etc.
contained in Edward\'s natural history, in 7 volumes. With their latin names by
C. Linnaeus. London, 1776. 4».
------Zie: Catesby No. 679.
828.   Edwards, (H. Milne) Kemarque sur les affinités naturelles du Lepi-
dosiren.
                                                                                                      R. L. Ê.
Zie: Ann. scienc. natur. 2 Sér. Zool. 1840. XIV, bl. 159—162. Ann. of nat.
hist. 1841. VI, bl. 466—468.
829.   Egliniis, (K.) Coniecturae Halieuticae novae et admirnndae, e notis
et charactcribus lernorum Pisciuni marinorum, ad lalera stupendo prodigio
insignitoium, desumptao. Francofurti, 1611. 4°.
                            B.U.H.
830.   Ehrenberg, (C. ft.) Ueber den Pisch Holocentrum Christianum.
Zie: Isis. 1829, bl 1310-1314
831.   Eichwohl, (C. E.) Fauna Caspio Caucasica nonnnllis observationibus
novis illustrata. Petropoli, 1811. (Bcrlin, Hirschwald) kl. fol. Met 40
gesteendr. platen, waarvan 34 gekleurd.
                                           B. L.H.
832.------ Uebcr die Fische des Devonischen Systems in der Gegendvon
Pawlowsk. Moskau, 1844. 8o.
\'
-ocr page 88-
54
HISTOIEE NATURELLE DES POI880NS.
833. Elsenberger (N. F.) et G. Llchtensteger. Piscium, serpentura,
insectorum, etc. imaginines, quas M. Catcsby in posteriore partc operis quo
Carolinae. etc. reddidit historiam naturalem. additis vero imaginibus piscium,
etc. ediderunt N. F. Eiseuberger et G. LichtenstegerNorimbergae, 1750. gr. folio.
Met 109 gekleurde platen en verklaring in liet Latijn en HoogJuitsch.
831. Kkströin, (C. U.) En för Skandinavicns Fauna ny Eisk, hórande
till Artcdi slagtet Liparis [L. barbatus.] Met eene plaat.
Zie: K. vet. Akad. Handlgr. Stockholm, 1832. bl. 168—171. I\'Institut, II.
1834. No. 37. bl. 31—32.
                                                B. L. E. — B. O. R.
835.------Die Fische in den Scheeren von Mörkö. Aus dem Schwed.
übersefzt und mit einigen Aumerkungen verselien von F. C. H. Creplin. Mit
6 Kupfertafeln. Berlin, Reimer. 1835. 8o.
                      B. L. H. — T. O.
836.------Om Eisket i Bohuslan.                                           B.B. G.R.
Zie: Ofvers. K. vet. Akad. Forhandl. Stockholm, 1844, bl. 26—27. — 1846,
bl. 18—20, 180—182, 248-250. 1848, bl. 83—85.
837.------Bidrag till fiskets historia i Skandinavien Siirdeles vid Sverigcs
vestra kust.
Zie: Götheborg\'8 Kon. vet. och vilt. samh. Handl. Ny tidsf. 1850. bl. 1—16.
838.------Kritiska anmarkningar öfver Holtberg\'s Beskrifning öfvcr Bohus-
lanska Eiskarne.
Zie: Gbtheborg\'s Kongl. vetensk. och vitt. 9amh. handig. Ny tidsf. 1850. 1.
bl. 17—24.
839. Encyclopédie Japonaise. Onder dezen titel maken Cuvieren
Valcncienncs, in „Hist. nat. des poissons", dl..I, bl. 05,melding van een werk,
in verscheidene kleine 4o. deeltjes, aanwezig in de Nationale Bibliotheek te
Parijs, waarvan de afdecling vissehen 79 afbeeldingen bevat. Terzelfder plaatse
wordt van een Chineesch werkje, in klein folio gedrukt, gesproken, waarin
o. a. 83 visschen zijn afgebeeld, (houtsneden en gekleurd) dat in de Bibliotheek
van het „Muséum d\'histoire naturelle" bewaard wordt.
810. Ende, (W. P. van deil) Iets over de vereeniging ter bevordering der
inlandsche ichthyologie. Arnhem, Is. An. Nijhoff. 1851. 8o.
Zie: Verslag der Vereeniging, enz., en No. 82. B. L. II. N. A. M. R. D.
841.   Endier (F. G.) und F. P. Scliolz, Der Schlesische Naturfreund.
oder Beitriige zur schlesischen Naturgeschichte. Mit illum. Kupfrn. Brcslau,
ürass, Barth und C°. 1809—24. 4°. 11 Jaarg. met gekleurde platen.
842.   Eoff, (J.) On the habits of the Black Bass of the Ohio.
Zie: 9th Ann. report of the Smithsonian Institution. 1855. bl. 269—290.
K.B. \'sG. — B. L. H.
843.   Ermann, (G. A.)Reiseum die Erde, durch Nord-Asien und die beiden
üceane in den Jahren 1828, 1829 und 1830 ausgeführt. In einer historischen und
einer physikalischen Abtheilung dargestellt. Berlin. Reimer. 1833. 4 dln.
gr. 8». Met een atlas in gr. folio, met afbeeld, van dieren en planten.
B.L.H. —U. H.
844.   Ermann (A.) und Joh. MlUIer, Neue Fische und ichthyologische
Bemerkungen.
Zie: Gisll, 1\'aunns , Zeitschr. f. zool. 1837. I, 1. bl. 40—43.
845.   Esmark, (L.) Om nogle for Skandinaviens Fauna nye Fiske.
Zie: Korhandlgr. skandin. Naturforsk. 4 Mode. Christiania. (1844) 1847, bl.
230—231.
846.------Beskrivelse over en ny fiskeart, Brama Raschii, Esm.
Zie: Korhandl. Acad. Christiania, 1861. bl. 238—247.
847.------Bidrag til Finmarkens fiske Fauna.
Zie: Forhandl. Vidensk. selsk. Christiania, 1869.
-ocr page 89-
NATUUBL1JK.E GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         55
848.   Etzel, (A. Ton) Die Ostsee und ihre Küstenlander, geographisch,
naturwissenschaftlich und historisch geschildert. Leipzig, C. B. Lorck.
1859. 8o.
                                                                                              B. E. L.
Zie aldaar : Das Thierische Leben und die Productionen der Ostsee, bl. 242—
281. o. a. Phoken , Whale und Delphine; Fische; Der Heringsfaug; (bl. 265—
275). Der Lachsfang, etc.
849.   Enphrasen, (15. A.) Beskrifning pa tvcnne svenska fiskar: Gobius
Ruuthensparri; Cottus bubalis.
Zie : Vetenskaps Acad. nya handt. 1786. bl. 64.
Neue schwed. Akad. Abhandl. 1787. bl. 62.                                  B. L. H.
850.------Beskrifning pa trenne fiskar; 1. Trichiunis Caudattis; 2. Stro-
mateus argenteus; 3. Stromateus Chinensis.
Zie: Vetenskaps Acad. nya liandl. 1788. bl. 51.
Neue schwed. Akad. Abhandl. 1789. bl. 47.                                  B. L. H.
851.------Raja. [Aëtobatis Narinari] beskrifven.                       B.L.H.
Zie: K. vet. Acad. nya handl. Stockholm. 1790, XI, bl. 217—219.
852.------Scomber Atun och Ecbeneis tropica beskrifven.
           B. L. H.
Zie: K. vet. Akad. nya handl. 1791. XII, bl. 315—318.
853.------En ny svensk flsk, Gadus Lubb. beskrifven. Met eene plaat.
Zie: K. vet. akad. nya handlgr. 1794. XV, bl. 223—226.             B. I. H.
854. Faber, (Fr.) Om Ejebyeg jedden. [Cyprinus Jeses.]
Zie: Oerstedl, Tidsskrift. 1828. V , bl. 51—57.
855.------Om to lidet bekjendte danskeTorske-Arter. [Gadus lycostoraus
et luscus.]
Zie: Oersledl, Tidsskrift. 1828. V, bl. 215—222.
856.------- Sur deux espèces danoises de Gadus peu connus. [G. lycostomus
et G. luscus.]                                                                     B. L. H. — N. A. M.
Zie: Férussac, Buil. se. nat. 1828. XV. bl. 308—309.
857.------Naturgeschichto der danischen Schollen. B.L.H. N.A.M.
Zie: Isis, 1828. bl. 864—899. Férussac, Buil. 1829. XIX, bl. 369—373.
858.   —— Naturgeschichte der Fische Islands. Frankf. a/M., Brönner,
1829. 40.
859.   Fabricins, (J. C.) Reise durch Norwegen. Hamburg, 1779. 8°.
Tweede druk, Nürnberg, 1785. Met kaart en 2 platen.
In het frausch vertaald door Millin. Paris, Levrault. 1802. gr. 8o. B. JV. A. M.
1\'abricins beschrijft 14 visschen.
8fi0. Fabricins, (O.) Fauna Groenlandica, systematice sistens animalia
Groenlandiae occidentalis hactenus indagata, quoad nomen specificum, trivale,
vernaculumque; synonyma auctorum pluriuin, descriptionem, etc. Hafniae et
Lipsiae, impensis J. G. Rothe. 1870. 8°.
Pisces, bl. 139—184.
861.------Beskrivelse over den Punkterte Tangsprei. [Blennius punctatus.]
Met afbeeldingen.
Zie:-Skrivt. naturbist. Selsk. Kjöbenh. 1793. II, 2. bl. 84—96.
862.------Beskrivelse over 2 sieldne Grönlandske Fiske: Bugte Tanden.
[Kampylodon] og den Tornefuldc Rognkald. [Cyclopterus Spinosus.] ,
Zie: Skrivter naturhist. Selskab. II. Heft 2. bl. 12.
863. Fahlberg, (Sam.) Beskrifning öfver electriska Alen, [Gymnotus
electricus L.] Met eene plaat.
                                                           B.L.H.
Zie: K. vet. Akad. nya handlgr. Stockholm. 1801. XXII, bl. 122—156.
-ocr page 90-
56
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
864. Fatio, (Victor) Faune des "Vertèbres de la Suisse. Genève et Bale,
H. Georg. 1868. Ie dl. 80.
In het 2e deel zullen de visschen behandeld worden.
805. Fanjas de Saint-Fond, (B.) Lettre adressée h. M. de Lacépède sur
les poissons du golfe de la Spezzia et de la mer de Gènes. (Extr. des Ann.
du Mus. d\'hist. nat. VIII.) Paris, 1805. gr. 4o. — M. S/>inola, Lettre
sur quelques poissons peu connus du golfe de Gènes, a M. Faujas-Saint-Fond.
Arm. du Mus. d\'hist. nat. X.) Paris, 1807. 4°. K. li.\'s O.\'—B. N. A.M.
8C6. Fauna Boica, oder gemeinniitzliche Naturgeschichtc der Thiere
Bayerns, bearbeitet und herausgegeben von Jac. Ernst von Reider und Carl
WUk Hak*.
Nürnberg, Zeh. 1830—34. gr. 8».
Zie a\'daar: Bayern\'s Fische. Met 36 gekleurde platen.
867.   Faune Francaise, ou histoire générale et particuliere des animaux
qui se trouvent en Franee constamment ou passagèrement, a la surface du sol,
dans les eaux qui Ie baignent et dans Ie littoral des mers qui Ie bornent. Par
L. P. yieülot, A. 67. Desmarest, H. Duerotay de Blainville. A. Préoosl e. a.
Paris, Rapet Levrault. 1820—1830. 8».
Poissons par de Blainville
Slechts 29 livrs. met 298 gekleurde platen zijn van dit werk verschenen.
868.   Fenzl, Heckel und Redtenbacher, Abbildungen und Beschreibungen
neuer oder seltencr Thiere und Pflanzen, gesammelt von Th. Kotschy. Stutt-
gart, Schweizerbart. 1868. 8° en atlas in folio.
                             B T. 67.
Zie aldaar: Fische, bl. 993 tot het einde.
869.   Ferguson, (J.) An account of a remarkable Hsh [Lopius] taken in
King-road near Bristol. Met eene plaat.
Zie: Philos. tvansact. 1763. LXIII, bl. 170-173.
Vergelijk: Hanow, VVahrscheinl. Erklarung eiues sunderbaren Fischcs, in:
Tilius, gemeinnützl. Abhandl. 1768. I, bl. 275—283.
87p. Ferglison, (W.) On the poisonous iishes of the Caribbee Islands.
Zie: Transact. roy. soc. Edinb. 1823. IX, bl. 65—79.
871. Fermin, (Ph.) Description générale, historique, géographique et
physique de la colonie de Surinam, contenant ce qu\'il y a de plus curieux
et de plus remarquable, etc. Enrichie de ligures et d\'une carte Amsterdam,
E. van Harrcvelt. 1769. 2 dlu. gr. 80.                                          B.R.L.
Zie aldaar: De 1\'ichthyologic ou description des poissons. II, bl. 248—281.
872.------Histoire naturelle de la Hollande équinoxiale; ou description des ani-
maux, plantes. fruits, etc. qui se trouvent dans la colonie de Surinam; avec
leurs noms différents, tant franjois, que latins, hollandais, indiens et négre-
anglais. Amsterdam, M. Magerus. 1765. gr. 8°. B. N.A.M. —R.L.
Zie: aldaar: II partie. Des oiseaux, poissons et testacées.
873.   Figuier, (Louis) Les poissons, les reptiles et oiseaux. Ouvrage illustré
de 400 figures et de 21 grandes compositions par A. Mesnel, A. deNeuville
et E. Riou. Paris, L. Hachette etCie. 1868. gr. 80.
874.   Figure du „Moine," poisson monstrueux pêche a Cette. Met platen.
Zie: Hist. acad. 50. Paris. 1759. bl. 40—41.
875.   I\'iliupi, (F. de) Cenni sui pesci d\'acqua dolce della Lombardia.
Zie: Nutüsie naturale e civili sulla Lombardia. Milano, 1844. I. Nuov. ann.,
delle se. natur. Bologna. 2 ser. 1845 III, bl. 81 — 103.
Ook afzouderlijk: Milano, Bernardoni, 1844. 80.
876.------Nouvelles espèces de poissons.                                 B. N.A.M.
Zie: Revue et magas. de zool. 2 Sér. 1853. V, bl. 164—171.
877.------Cobitis larvata n. sp. du Piémont.
                         B.N. A.M.
Zie: Revue et magas. de zool. 2 Sér. 1859. XI, bl. 50—51.
-ocr page 91-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE V1SSCHEN.                         57
878.   Filiupl, (F. de) Lebistes, nuovo genere di pesce della famiglia dei
Ciprinodonti.
Zie: Caneilrini, Archivio. 1861. I, bl. 69—70.
879. ------Note sopra il genere Leptopterygius, Troschll.
Zie: Canestrini, Archivio. 1861. I, bl. 73—76.
880.------Note d\'un viaggio in Persia nel 1862. Milano, 1865. 8°.
Op blz. 357—300 noemt de schrijver 22 vischsoorten.
881.   Fish (British) and fisherics. London, Religious Tract Society.
1849. 18".
882.   Fische (Die) unsrer Gewasser.
Zie: Neujahrsstücke d. Ziirich. naturf. Gesellsch. f. 1847—1848. Met eene plaat.
883.   Fische (Die) der Ostsee.                                              B. N. A. M.
Zie: Archiv. d. Ver. d. Frcunile der Naturgesch. in Mecklcnburg. Heft I,
bl. 78.
884.   Fischer, (J. B.) Versuch einer Naturgeschichtc von Livland. Königs-
berg, Nieolovius. 1791. 8». Met 4 platen.
Mscher beschrijft 40 visschen.
885.   Fitzinger, Ueber die Ausarbeitung einer Fauna des Erzherzogthums
Oesterreich, nebst einer systematischen Aufzahlung der in diesem Lande vor-
kommenden Saugethiere, Reptilien und Fische.
Zie: Beitrüge uur landeskunde Oesterreichs unter der Eiis. Wien, 1832. I,
bl. 280.
886.   Fitzingcr (L. J.) und Jac. Ilcckcl, Monographische Darstellung
der Gattung Acipenser. Met 6 platen.
                                              B.R.D.
Zie: Anu. Wien. Mus. 1836. I, 2. bl. 261--326.
887.   Fitzinger, (L. J.) Ueber Lepidosiren n. g.
Zie: Isis, 1837. bl. 379—380.                                          B. L.H. — S.D.
888.   Flagg, (Henry Collins) Observations on the Numb fish or torpo-
rific Eel.
Zie: Transaet. Amer. philos. soc. 1786. II, bl. 170—173.
889.   Flamen, (Albert) Icones diuersorum Piscium tum raaris tum amnium
ab Alb. Flamen ad viuum delineati, et in aes ab eodem artificiose incisi.
Cum priuilegio Regio 1664. Et in luceni editj venduntur apud van Merlen,
Parisijs, (1664). 5 stukken met 60 pi. in 4fl. Obl.
                          B. L.H.
le , 3e en 5e stuk met franschen tekst.
1—3: Poissons de mer; 4—5: Poissons d\'eau douce.
890.   Fleming, (John) A history of British animals, exhibiting the de-
scriptive characters and systematical arrangement of the genera and species
of quadrupeds,, birds, reptiles, flshes, moüusca, and radiata of the United
Kingdom; including the indigenous, extirpated and extinct kinds, together
with periodical and occasional visitants. Edinburgh, Duncan. 1828. 8o.
891.------On the identity of the Deal Fish of Orkney with the Vaagmaer
of Ireland. [Gymnetrus.]                                                                  B. L. H.
Zie: Loudons Magaz. nat. hist. 1831. IV, bl. 215—220.
892.------Deseription of a species of Skate, new to the British fauna.
[Hieroptera Abredonensis]. Met afbeeldingen.                              B. L. H.
Zie: Edhib. new pbil. magas. and journ. 1841. XXXI, bl. 236—238. Ook
afzonderlijk. Edinburgh, 1841. 8o.
893. Forchhammer, (T.) De Blennii vivipari formatione et cvolutione
observationes. Kiliae, C. F. Mohr. 1819. 4°. Met 2 platen.
-ocr page 92-
58                                histoire naturelle des püissons.
894 Forester, (Fr.) Fish and fishing of the United States and British
provinces of North America. Edited by W. II. Herbert. New-York, Stringer
and Townsend. 1819. 8o.
W. H. Herbert, Supplement to Forester\'s fish und fishing. New-York ,
1850. 4o.
o
895.   Forskal, (P.) Descriptiones animalium , avium, amphibiorum, pis-
cium, eet., quae in itinere Urientali observavit. Post mortem auctoris ed.
C. Niebuhr. Havniae, Möller. 1775. 4».
                                         B.L.H.
896.   Forster, (John Beinhold) A catalogue of the animals of North-
America. Containing an enumeration of the known quadrupeds, birds, rep-
tiles, iish. insects, crustaceous and testaceous animals; many of which are
new and never described before. To which are added short directions for
collecting, preserving and transporting all kinds of natural history curiosities.
London, B. White. 1771. gr. 8°. Met cene plaat.
897.------Descriptiones animalium, quae in itinere ad Maris Australis
terras per annos 1772—1774 suscepto collegit, observavit et delineavit. Nunc
demuin editae curante Henr. Lichtenstein. Berolini, Offic. Acadein. (F. Dümmler.)
1811. 8».
                                 B. L. H. U. II. —N. A. M. —B. G. R.
898.------An account of some curious fishes, sent from Hudson\'s Bay.
Met een plaat.                                       K. B. \'s G. —B. L. H.—B. G. B.
Zie: Pliilos. transaet. 1773. LXIII, bl. 149—100.
999. Forwood\'s Historical and descriptive narrative of the Mammoth Cave
of Kentucky. With full. scientific details of the cyeless ttshes. \\Vith 12 illus-
trations. 1870. 8".
900.   Fongcranx de Bondaroy, Description d\'un poisson du genre des
Silures, appelé Shaid ou Shaidcn par les Allemands, Silurus glanis. Met
platen.
                                                                           K. B. \'s G. — B. L. ü.
Zie: Hist. de 1\'Acad. do scienc. Paris. 1784. Mem. bl. 216—228.
901.   Fonlis, (Rob.) Descriptive details of a large Shark. [Squ. maximus L. ?]
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1852. IV. bl. 202—206.
B. L. H. N. A. M. — B.G.R.
902.   Fournel, (D. H. L.) Faune de la Mosellc, ou manuel de zoölogie,
eontenant la description des animaux libres ou domestiques observés dans Ie
département de la Moselle. Ouvrage rédigé d\'après la methode Cuvier. Metz,
Verronnais.—Paris, Legrand. 1827—10. 2 stukken. 12°.
Zie aldaar : I. Mammifères , poissons, etc.
903.   Franciscus, (Erasmns) Ost- und West-Indischer, wie auch Sinesischer
Lust- und Stats-garten. In drey Haupt-ïheile unterschieden. Nürnberg,
J. A. Endters. 1R68. folio. 17*52 bladz. met kopergrav. B. L. H. — R. L.
TAk aldaar : Iliirings-fang ansführlich beschrieben , bl. 25—29. Beschreibnng
verschiedener Fische. bl. 21—35, 150, 151 , 153, 449, 452,681,926,960,
986, 999, 1027, 1392. Sinesische Fische. 1422. Der Torpedo. 1422. u.s. w.
901. Frantzius, (A. von) Ueber den glatten Hay des Aristoteles.
Zie: Uebers. d. Arbeit. u. Veriind. d. Schles. Gcsellsch. 1849. bl. 37—89.
905. Fréminvllle, (Chr. Paulin de) Six nouvelles espèces des genres
Balistes et ïétrodon. Met afbeeldingen.
Zie: Nonv. buil. se. soc. Philum. 1813. III, bl. 249—253.
906.------ Description de quelques nouvelles espèces de poissons de l\'ordre
des Branchiostèges.
Zie: Soc. Philom. Paris. Bullet. III. 1813. bl. 249—253.
907.------Notice sur une nouvelle espèce de poisson, Ostracion Ciuoyi.
Zie: Magas. de zool. 1840. Poiss. pi. 3. bl. 4.
-ocr page 93-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE V1SSCUEN.                          59
908.   Frey, (Heinr. Herm.) fydvopt(lUa üarinn die Fisch. dereninder
Bibel gedacht wird, sampt jhren Eigenschaften vnnd anhangenden nützlichen
Historiën, beschriebcn eind. Mit der Alten vnd NewenKircheu Lehrer Aus-
legung erklerct vnd auff die drev Hierarchias, den üeistlichen, Weltlichen
vnd Haussstand. Lehr, StrafF vnd Trostsweise gerichtct. Leipzig, J. Beyer,
1594. 4o. (66 BI. met houtsneden.)
Freycinet, (L. de) Voyage autour du monde.
B. U.H. — T. G. —R. D.
909.   Freyer, (Heinr.) Fauna der in Kram bekannten Saugethiere, Vogel,
Reptilien und Fische. Nach Cuviers System geordnet, mit Abbildungs-Citaten
una Angabe des Vorkommens, nebst einem vollstand. Register der latein.,
deutschen und krainischen odcr slavischen Namen. Laibach, 1842. 8°.
910.   Fries, (B. Fr.) Om Cyclopterus minutus. Met afbeeldingen.
Zie: K. vet. Akad. Handling. Stockholm. 1838. bl. 22G—237. B.N. A.M.
911.------Pterycombus, ett nytt Fiskcslagte friï nishafvet. Met eeneplaat.
Zie: K. vet. Akad. handlgr. Stockholm. 1837, bl. 14—22. Archiv. f. Natnrg.
1839.  bl. 19—26.                                                                           B. N. A. M.
912.------Die Galtung Callionymus L.
Zie: Archiv. f. Naturg. 1839. V, bl. 26—34.
913.------Die Gattung Clinus Cuv.
Zie: Archiv. f. Natnrg. V. 1839. bl. 34—40.
914.------On the genus Syngnathus.
Zie: Ann. of nat. hist. 1839. II, bl. 96—105.
915------Granskning af do vid Svcriges kuster Iörekommande arter af
slagtet Gobius. Met afbeeldingen.                                                B. N. A. M.
Zie: K. vet. Akad. handlgr. Stockholm. 1838. bL 238—247. Archiv. f. Naturg.
1840.   I, bl. 233—240. Iris; 1841. bl. 453—455.
916. ------Granskning af de vid Sveriges kuster Iörekommande arter af
slagtet Kaja. Met 2 platen.                                                           B. N. A. M.
Zie: K. vet. Akad. handlgr. Stockholm. 1838. bl. 126—164. Isis. 1841. bl.
441—448.
917.------Ichthyologiska Bidrag till Skandinaviens Fauna. Stockholm,
Norstedt. 1839. 8<>.
Zie: megmann\'s Archiv. 1838. IV, bl. 236—250.
918.------och Ekström, Skandinaviens Fiskar, miilade efter lefwande
exemplar och ridate pil sten af W. von Wright, met text af B. Fr. Fries
oeh C. U. Ekström, Stockholm, Norstedt. 1836—57. 8o. Met 60 platen,
waarvan 60 gekleurd.
919. Frisch, (J. L.) Observationes ad Lampetrarum tres species. Met
eene plaat.
                                                                                                 B. L. H.
Zie: Miscellan. Berol. 1740. VI, bl. 118—120.
920.------Gobius capitatus. [Cottus Gobio.] Met eene plaat. B. L.H.
Zie: Miscellan. Berol. 1740. VI, bl. 123.
921.   Fritsch, (Anton) Kritisches Verzeichniss der Fische Böhmens. (Separat-
Abdruck aus dem 8 Jahrg. der Zeitsehrift „Lotos".) Prag, Gcrzabek. 1859.
gr. 8o.
922.   Flirnrohr, (A. C.) Die Fische in den Gewassern um Regensburg.
Stadt am Hof. 1847.
923.   Gachet, (H.) Note sur 1\'Orthagoriscus spinosus Bl. Schn,
Zie: Actes soc. Liiin. Bordeaux. 1832. V, bl. 253—262,
-ocr page 94-
60
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
924. Gadd, (P. A.) Försök till Ichthyologia Fennica.
Zie: Abo Tidningar 1771 en 1772.
025. Gaimard , (P.) Voyagcs de la commission scientifiquc du Novd, publiés
par ordro du Hoi, sous la direction de M. P. üaimard.
lre pnrtie: Voyage en Islande et au Groenland, exécuté pendant lesannées
1835 et 1830 sur la Corvctte „la Recherche" commandéc parM. Tréhouart,
dans Ie bilt de découvrir les traces de la ,,Lilloise". Paris, A. Berlrand.
18:58 — 185], 7 dln. in 8<>. Met twee atlassen in folio en 1 in 8". met 246
platen.
                                                                                    B. U. 11. T. G.
Zie aldaar, V: Zoölogie par P. Gaimard. Met 70 platen.
2e partie: Voyage en Scandinavië, en Laponie, au Spitzberg, et aux
Feroë, pendant les années 1838, 1839 et 1840. Paris, A. Bertrand.
1S42—56. 20 dln in 8°. en 7 atlassen, te zamen met 516 platen in gr.
folio.                                                                                                        B. T. 6.
Zie aldaar: VIIo Section: Zuologic. 3 dln. met 140 platen. Poissons, Crus-
tacées, etc. par H. Kröyer.
926. Garden, (Alex.) An account of the Gymnotus electricus.
Zie: Philos. transact. 1775. LXV. bl. 102—110. S. L. 8. B. G. R.
927.Gasterosteus. Ein kleinerBeitragzur NaturgeschichtedesStichlings.
Zie: Isis. 1834. bl. 227—230.                                                       B. L. R.
928.   Gasterosteus aeuleatus. (Some account of)
Zie: Loudons Magaz. nat. hist. 1830. III, bl. 329—332.          B. L. H.
929.   Garret, (A.) Descriptions of new species of fishes. B. N. A. M.
Zie: Proceed. Calif. Acad. nat. se. III. Nov. 1863 en Jan. 1804.\'
930.   Gay, (Cl.) Historia fisica y politica de Chile segun documentos
adquieridos en esta republica durante doce anos de residencia en ella, y publi-
cada bajo los auspicios del supremo Gobierno. Paris, en casa del Autor.
(H. Bossange.) 1844—54. 23 dln. in 8°. Met een atlas in foiio.
Zie aldaar: Afd. Zoologia, II: Guichenot, lteptiles y peces Met 20 platen.
931.   Gazola, (G.) Ittiolitologia Veroncse del Museo Bozziano. Con la
versione latina. Verona, 1796. 2 dln. Met 76 platen, gr. folio.
932.   Gemmellaro, (C. C.) Saggio d\'Ittiologia del Gollb di Catania.
Zie: Atti Aecad. Gioenia se. nat. di Cataniu. 1S63. XIX. bl. 113—158.
933.   Gentil, (W.) Voyage dans les mers de 1\'Inde. Paris, Imprimerie
royale. 1781. 2 dln. 4°. Met 27 platen en kaarten.
                     B. R. L.
Zie aldaar: Poissons de la baio de Manille. II, bl. 105—106. Phénomèned\'une
qiiantilé de poisson échoue\' proche de Manille en 1767. bl. 107, 356. Poissons
du !\'ort-Dauphin bl. 402. Poisson volant; Bancs de poissons. bl. 735.
934.   Geoffroy Saint-Hilaire, (Et.) Description d\'un nouveau genre de
poisson, Polypterus Biehii. Met afbeeldingen.
Zie: Buil. scienc. soc. Philoin. 111, an X , bl. 97— 98. Millin , Magas. encycl.
1802. VIII, 1. bl. 92—96. K.B.\'sG.—B. L. H. Philos. Magaz. 1804,
XV11I, bl. 3G—43. VoigVs Magaz. 1803. V, bl. 438—446.
935.------Histoire naturelle et description anatomiquo d\'un nouveau genre
de poisson du NÜ, noinmé Polyptère.                         B. L. H. N. A. M.
Zie: Ann. mus. hist. natur. Paris. 1802. I, hl. 57—68; K. B. \'a G. Phil. magas.
1804. XVIII, bl. 36-43.
936. —— Note sur 1\'Achirus barbatus n. sp. Met afbeeldingen.
Zie: Buil. scienc. soc. Philom. an XI. III, bl. 146-147.
937.------Sur quclques habitudes communes au Requin et au Pilote.
Zie: Buil. des se. soc. Philom. an X. III,bl. 113—114. Millin, Magas. encycl.
1802. VIII, I. bl. 531—534.
                                  K.B. \'*Ö. — B. L. H.
-ocr page 95-
61
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
938. Geoffiroy Satnt-Hilaire, (Et.) Premier (second et troisième) mémoire
sur les poissons, ou. 1\'on eompare les pièces osseuses de leurs nageoires, etc.
Zie: Ann. mus. hist. natur. Paris. 1807. IX, bl. 357—372, 413—427. X,
bl. 87—104.
                                                 K. S. \'s G. B. L. ff. — N. A. M.
939.------Observations sur l\'affection mutuelle de quelques animaux, et
particulièrement sur les services rendus au Requin par Ie Pilote.
Zie: Ann. du Muséum. 1807. IX. bl. 469-476. K.B.\'sG.—B. L. H.—N.A.M.
940.------Note sur deux espèces d\'Emissole (Galeus [MustelusM. H.].)
Zie: Ann.duMuse\'um. 181 l.X VII, bl. 160-163. K.B.\'sG. —B.L.H.—N.A.M.
941.------Poissons du Nil, de la Mer rouge et de la Méditerranée. Met
27 platen. Uittreksel uit: Description de 1\'Egypte. Paris, Imprim. Impériale.
1809—13. Impr. Roy. 1813—28. 10 dln. tekst en 12 dln. platen, tol.
B.L.H. — N.A.M.— T.G.
942.------Rapport sur Ie mémoire de M. Ie Dr. Bailly, intitulé: Des-
cription des filets pêcheurs de la Baudroie."
Zie: Ann. se. natur. 1824.\'bl. 311—323.                      B.L. ff. — N. A.M.
943.------Sur les parties de son organisation que la Baudroie emploie
comme instrument de pêche.                        A". B. \'s O. B. L. H. N. A. M.
Zie: Mem. mus. hist. natur Paris. 1824. XI, bl. 117—131.
944.   —-— Sur 1\'analogie des filets-pêcheurs de la Baudroie avec une partie
des apophyses montantes des vertèbres. K. B. \'s O. B. L. H. N. A. M.
Zie: Me\'m. mus. hist. natur. Paris. 1824. XI. bl. 132—142.
945.   Georgi, (J. G.) Geographisch-physikalische und naturhistorische
Beschreibung des Russischen Reichs. Königsberg, 1797-—1802. 3 dln. (Mit
Nachtrag in 13 Abthcilungen.)
                                                        K.B.\'s O.
Beschrijft ook, hoewel onvolledig, de vissehen van Rusland. Cuv.
946.   Gervais, (P.) Remarques sur les poissons nuviatiles do 1\'Algérie,
et description de deux genres nouveaux sous les noms de Coptodon et Tellia.
Zie: Ann* se. nat. 3 Sér. zool. 1853. XIX, bl. 5—17. 1\'Institut. 1853. No.
1001. Soc. Philom. Extra proces verb. 1853. bl. 24.
B. L. H. — N. A. M. — B. O. R.
947.------Sur la Gagnette. [Blennus varus ou Gagnotte.]
Zie: Revue et mag. de zool. 2o Se\'rie. 1859. II, bl. 133—143. B. N. A. M.
948.------Description of ibur ncw species of viviparous fishes from Sacra-
mento River and the bay of San Erancisco. B. L. H. N. A. M. B. O. R.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1854. VII, bl. 105—106, 122—126.
Vertaald in: Archiv. f. Naturgesch. 1855. I, bl. 331—311.
949. GUI, (Th.) On the fishes of New-York. K. B.\'sO. — B. L. Il.
Zie: Ann. Rep. Smithson. Instit. 1856. bl. 253—269.
950.------Synopsis of the fresh-water fishes of the western portion of the
island of Trinidad.                                                         B. L. H. — N. A. M.
Zie: Ann. Lyc. nat. hist. New-York. 1858. VI, bl. 363—430,
951.-------Notes on a colleetion of Japancse fishes, made by Dr. J. Morrow.
Zie: Proeeed. Acad. nat. se. Philad. 1859. bl. 144—150.
No. 951—975 N. A. M. —B. G. R.
952. —:— On the genus Callionymus of Authors.
Zie: Proceed. Aead. nat. se. Philad. 1859. bl. 128—130.
953.------Description of Hyporhamphus. Cuv.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1859. bl. 131—132.
954.-------On Dactyloscopus and Leptoscopus, two genera of the family
of Uranoscopidae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1859. bl. 132—133.
-ocr page 96-
62                                   HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
955. GUI, (Th.) Description of a third genus of Hemiramphinae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1859. U. 155—157.
95G.------Description of new generic types of Cottoids, from the collection
of the North Pacific expedition under Com. J. Rodgers.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1859. bl. 157—159.
957.------Description of a type of Goboids intermediate between Solinae
and Tridentigerinae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1859. bl. 195.
958.------Description of a new South araerican type of Siluroids, allied
to Callophysus.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1859. bl. 196—197.
959.------ Notes on the nomenclature of North American fishes.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1860. bl. 19—21.
960.------On the pertinence of Alosa teres Dekay, to the genus Dus-
sumiera. Val.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1860. bl. 21—22.
961.------Conspectus piscium in expeditione ad Oceanum Pac. Septentr.,
C. Ringold et J. Rodgers ducibus. a G. Stimpson collectorum: Sicydianae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1860. bl. 100—102.
962.------Monograph of the genus Labrosonius. Sw.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1860. bl. 102—108.
96.\'i.------Monograph of the genus Labrax. Cuv.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1860. bl. 108—119.
964.------Description of a new species of the genus Anableps, Gronovius.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1861. bl. 3—6.
965.------On the classification of the Eventognathi or Cyprini, a suborder
of Teleocephali.
Zie: Proceed. Aead. nat. se. Philad. 1861. bl. 6—9.
966.------Synopsis of the subfamily of Percinae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1861. bl. 44—52, 1862. bl. 13—26.
967.------Revision of the genera of North American Sciaeninae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1861. bl. 79—80.
• 968.------On the Liostominae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1861. bl. 89—93.
969.------On the ideutity of the genera Neomoenis, Girard, and Lutja-
nus, Bloch.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1861. bl. 93—95.
970.------Synopsis of the Uranoscopoids.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1861. bl. 108—117.
971.------Notes on the genera of fishes of the Western coast of North
America.                                                              »
Zie: Proeeed. Acad. nat. se. Philad. 1861. bl. 164—168.
972.------Description of a new generic type of Blennoids.
Zie: Proeeed. Acad. nat. se. Philad. 1S61. bl. 261—263.
973.------Monograph of the tridigitate Uranoscopoids.
Zie: Proeeed. Aead. nat. se. Philad. 1861. bl. 263—271.
974.------Synopsis of the Polynematoids.
Zie: Proeeed. Acad. nat. se. Philad. 1861. bl. 271—282.
-ocr page 97-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         68
075. Gill, (Th.) \'Catalogue of the fishes of the Eastern coast of North
Araeiica from Greenland to Georgia.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1861. Suppl. bl. 1—61.
976.------Observations on the genus Cottus, and description of two
new species.                                              B. L. H. N. A. M. B. G. R.
ZievProceed. nat. hist. soo. Boston. 1861—62. VITI, bl. 40—42.
977.------Description of a new species of the genus Tigoma Girard.
Zie: Proceed. nat. hist. soo. Boston. 1861—62. bl. 42—46.
B. L. H. — N. A. M. — B. O. R.
978.------Synopsis of the genera of the subfamily of Pimelodinae.
Zie: Proceed. nat. hist. soc. Boston. 1861—62. VIII, bl. 46—53.
B. L. H. — 2V. A. M. B. 6. R.
979.------Prodromus descriptionis subfamiliae Gobinarum squamis cycloi\'deis
piscium, a W. Stimpsono in mari Pacifico acquisitorum. B.L.H. N.A.M.
Zie: Ann. Lyc. nat. hist. New-York. 1862. VII, bl. 12—19.
980.------Description of a new genus of Pimelodinae from Canada.
Zie: Ann. Lyc. nat. hist. New-York. 1862. VII, bl. 39—42..B. L. H.—N.A. M.
981.------Description of a new generic form of Gobinae from the Ama-
zon river.                                                                         B. L. H. N. A. M.
Zie: Ann. Lyc. nat. hist. New-York. 1862. VII, bl. 45—48.
982.------Analytical synopsis of the order Squali, and revision of the
nomenclature of the genera.                                          B. L. H. N. A. M.
Zie: Ann. Lyc. nat. hist. New-York. 1862. VII, bl. 367—413.
983.------Description of new species of Hemilepidotus and remarks on the
group Temosistiae. On the subfamily of Argentininae. Notes on the Sciaenoids
of California.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 13—26.
No. 983—1010. B.L.H. —N.A. M. B. G. R.
984.------Synopsis of the family of Cirrhitoids.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 102—121.
985.------Description of a new species of Cirrhitus.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 122—124.
986.------On the limits and arrangement of the family of Scombroids.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 124—126.
987.------Description of new species of Alepido Sauroidae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 127—132.
988.------On a new species of Priacanthus discovered in Narragansett Bay.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 132—133.
989.------ On a West-African genus Hemichromis and description of
new species.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 134—\'139.
990. — Catalogue of the fishes of lower California in the Smithsonian
Institution, collected by Mr. /. Xantus.
Zie: Proceed.Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 140—151,242—274.1863, bl.80—88.
991.------On a new genus of fishes allied to Aulorhynchus, and on the
affinities of the family Aulorhynchoidae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 233—261.
992. — Notice of a collection of the fishes of California, presented to
the Smithsonian Institution by S. Hubbard.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862 bl. 274—281.
-ocr page 98-
64                                   HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
993. GUI, (Th.) Synopsis of the species of Lophobranchiate fishes of
Western North America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 282—284.
994.------Note on the family of Scombroids.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 328—329.
995.------Note on some genera of fishes of Western North America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 329—333.
996.------Synopsis of the Carangoids of the Easterncoast of N. America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 430—4*3.
997.------Description of a new generic type of Mormyroids, and note on
the arrangement of the genus.
Zie: Proceed. Acad nat. se. Philad. 1862. bl. 443—445.
998.------On the synonymy and systematic position of the genus Etelis
of Cuvier and Valenciennes.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 483.
999.------On the classification of the families and genera of the Squali
of Califoruia.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1862. bl. 483—501.
1000.------Synopsis of the North American Gadoid fishes.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 229—242.
1001.------Descriptions of the genera of Gadoid and Brotuloid fishes of
Western North America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 242—253.
1002.------Synopsis of the family of Lycodoidae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 254—262.
1003. —— Descriptions of the Gobioid genera of the Western coast of Tem-
perate North America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 262—267.
1004.------On the Gobioids of the Easiern coast of the United States.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 267—271.
1005.------On the genus Periophtalmus, Schneider.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 271-272.
1006.------Note on the genera of Hemirhamphinae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 272—273.
1007.------Catalogue of the North American Sciaenoid fishes.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 28—32.
1008. Description of a collection of fishes from the Western coast of
Central America, presented to the Smithsonian Institution, by Capt. J. M. Vow.
Zie:
Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 162—180.
1009.------On an unnamed generic type allied to Sebastes. [Sebastoplus.
GUL]
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 207—209.
1010.------Description of a new generic type of Ophidioids. [Leptophi-
dium profundorum. ]
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 209—210.
-ocr page 99-
65
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
1012. GUI, (Th.) Synopsis of the Pomacentroids of the Western coastol
Nerth and Central America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 213—221.
No. 1012-1030. B. L. H. — JV. A. M. — B. O. R.
1013.------Notes on the Labroids of the Western coast of North America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 221—224.
1014.------Note on some recent additions to the ichthyological fauna of
Massachusetts.
Zie: Proceed. Acad. nat. ac. Philad. 1863. bl. 332—333.
1015.------Note on the species of Sebastes of the Eastern coast of North
America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 333—335.
1016.------Note on the nomenclature of genera and species of thefamily
Echeneidoidae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Maart 1864.
1017.------Critical remarks on the genera Sebastes and Sebastodes of Ayrcs.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Mei 1864.
1018.------Contribution to the Selachology of California.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Mei 1864.
1019.------Synopsis of the Eastern American Sharks.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Nov. 1864.
^1020.------Note on the Paralepidoids and Microstomatoids, and on some
peculiarities of Arctic ichthyology.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Sent. 1864.
1021.------Synopsis of the Cyclopteroids of Eastern North America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Sept. 1864.
1022.------Synopsis of the Pleuronectoids of California and North-
Western America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Sept. 1864.
1023.------On the affinities of several doubtful British fishes.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Sept. 1864.
1024.------Note on the family of Stichaeoids.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Sept. 1864.
1025.------Synopsis of the Pleuronectoids of the Eastern coast of North
America.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad\\ Oct. 1864.
1026.------Synopsis of the genus Pomoxys (Raf.)
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. April 1865.
1027.------On the genus Caulolatilus.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. April 1865.
1028.------Note on the family of Myliobatoids, and on a new species
of Actobatis.
Zie: Ann. Lyc. nat. bist. New-York. VIII. Mei 1865.
1029.------On a remarkable new type of fishes allied to Nemophis
[Plagiotremus. ]
Zie: Ann. lyc. nat. bist. New-York. VIII. Mei 1865.
1030.------On a new family type of fishes allied to the Blennioids
[Choenopsis. ]
Zie: Ann. Lyc. nat. hist. New-York. VIII. Mei 1865.
5
-ocr page 100-
66
HISTOIEE NATURELLE DES POISSONS.
1031.   6111 j (Th.) Synopsis of the fishes of the golf of St. Lawrenceand
the bay of Fundy.
                                                                                B. L. U.
Zie: Canad. Natur. and Geologist. Augustus 1805. B.L.H.N.A.M.
1032.   Gilliams, (J.) Doscription of n new species of fish of the Linnean
genus Perca (Seolopsis [Sayanus] Cuv.) Met eene plaat.
Zie: Joum. Aead. nat. se. Pliilad. 1824. IV. l,bl. 80—82. Extr. Férussac.
Buil. se. nat. 1825. V, bl. 277—278.
                    B. I. H. — N. A. M.
1033.   (ülliss, Rcports upon the fishes and reptiles of Chili. (Philadelphia,
1854.) 8o.
1031. öilpin, (J. B.) On the food fishes of Nova Scotia.
Zie: Proceed. and Transact. N. Scot. Instit. Natur. scieuc. 1869. II,bl.
17-26. 1866. bl. 11—17, 76—91. II. 1, bl. 101—111.
1035.------On the Gasperaux [Alosa tyrannus.]
Zie: Proceed. and Transact. nov. Scot. Inst. nat. se. Halif. 1865. II,
3e Stuk.
1036.   (iioriiu, Sur des poissons d\'espèces nouvelles et de genres nouveaux.
Met platen.
Zie: Me\'in. Aead. Turin. 1805-1808. bl. 1—19, 177—180.
1037.   —— Eclaircisscment sur uu poisson accidentelleraent épineux [Cypri-
nus Idus L.]
Zie: Me\'m. Aead. Turin. (1805.) XII et XIII. bl. 229—234.
1038.   Giovene, (G. K>) Di alcuni pesci del mare di Puglia.
Zie: Mem. soc. Italiana. Kisica. 1829. XX, bl. 21—42. Supplemento.
ibid., bl. 336—346.
1039.   Girnrd, (Ch.) Contrihutions to lire natural history of the freshwater
fishes of^North America. New-York, 1852. 4o.
                           K. B. \'s O.
Zie: Smithson. Contrib. 1852. III.
1040.-------Descriptions of some new species of fish from the State of
Massachusetts.                                         B. L. H. — N.A. M. B. 9. B.
Zie: Proceed. Boston, soc. nat. hist. 1854. V, bl. 40—42.
1041.------On the fresh water Cottus of North America.
Zie: Proceed. Amer. assoc. adv. se. 2d meet. 1849. bl. 409—411.
1042.-----On the genus Cottus.
                      B.L.H.— N. A.M.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1850. III, bl. 183—190,302—305.
1043.------OnTriglopsis n. g. of Cottoids. B.L.E. —N.A.M. —B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1851. IV, bl. 18—19.
1044.------Révison du genre Cottus des auteurs.
Zie: N. Denkschr. Schweiz. Gesellsch. 1852. XII.              B.N. A.M.
1045.------Observations upon the American species of Esox.
Zie: Proceed. Aead. nat. se. Philad. 1853. VI, bl. 386.
1046.------On the Embiotocidae. B. L. H. —N. A. M. — B. O. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1854. V.bl, 81—82.
1047.------Descriptions of new lishes, collectcd by Dr. A. L.Heertnann.
Zie: Proceed. Aead. nat. se. Philad. Aug. 1854.
1048.------Characteristics of some Cartilaginous fishes of the Pacific
coast of North America.                                                               B.N. A. M.
Zie: Proceed. Aead. nat. se. Philad. 1854. Nov.
1049.------Descriptions of new fishes collected on the Survey of the Pacific
railroad route.                                                                                B. N. A. M.
Zie: Proceed. Aead. nat. se. Philad. 1854. VII, bl. 129—140.
-ocr page 101-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         67
1050. Girard, (Oh.) Enumeration of the species of Marine fishes collected
at San Erancisco by Dr. C. B. R. Kennerly.
                        B.N. A.M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1854. VII, bl. 141—142.
1051.------Observations upon a collection of i\'isbes made on the Pacific
coast of the United States.                                                           B. N. A. M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1854. VII, bl. 142—156.
1052.------Fishes frora Chili. Met 5 platen.
Zie: V. S. naval astron. expedition. South Hemisph. 1855. II, bl. 230—253.
1053.------Notice upon the viviparous fishes inhabiting the Pacific coast
of North-America.                                                                          B.N\'. A.M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1855. VII, bl. 318—323. Vertaald
in: Archiv f. Naturgesch. 1855. I, bl. 342—354.
1054.------Abstract of a report on the fishes collected during the U. S.
naval astronomical expedition to Chili.                                       B. N. A. M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1854. VII, bl. 197—199.
1055.------Researches upon the Cyprinoid fishes inhabiting the fresh waters
of the United States, "West of the Missisippi valley.              B. N. A.M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1856. VIII, bl. 165—213.
1056.------Contributions to the ichthyology of the Western coast of the
United States.                                                                                B.N. A. M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1856. VIII, bl. 131—137.
1057.------A list of the fishes collected in California by Mr. E. Samuels;
with descriptions of the new species. Met 3 platen.                 B. B. O. B.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1857. VI, bl. 533—544.
1058. —— Notes upon various new genera of fishes, collected in connexion
with the U. S. and Mexiean Boamdary Survey.
                      B. N. A. M.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1858. bl. 167—171.
1059.------Ichthyological notices.                    B.N. A.M.—B. O.B.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1858. bl. 223—225; 1859. bl.
56—68, 100—104; 113—122, 157—161.
1060.------The fishes of Western North-America. (Washington) 1858.
roy. 40. Met 21 platen.
------Zie: Reports of explorations.
1061. Gissler, (Nils) Beschreibung eines Eisches, ïiinglake [Blennius
viviparus.]
                                                                       B. L. H. B. G. R.
Zie: Abhandl. Schwed. Akad. 1748. X, bl. 39—45.
1062.------Anmerkungen von der Sikfischerei in den nordlündischen Elben
und Scheeren [Coregonus.]                    B. N. A. M. —L.H. — B. O. R.
Zie: Abhandlgn. d. Schwed. Akad. 1753. XV, bl. 198—212.
1063.   Gloger, (C. L.) Schlesiens Wirbelthier-Eauna. Einsystemat. Ueber-
blick der in dieser Provinz vorkommenden Sihigethiere, Vogel, Amphibienund
Eische, mit Rücksicht auf den allgein. Charakter des Landes, so wie auf das
locale und quantit. Vorkommen seiner Thiere, namentlich mit Angabe ihres
Ansteigens auf Berghöhen und ihrer wichtigsten Abanderungen. Breslau, Grass,
Barth und Co. 1833. gr. 80.
1064.   Gmelin, (Sam. ,G. G.) Reise durch Russland zur Untersuchung der
drey Naturreiche. Mit einer Vorrede herausgegeben von P. O. Pallets. Mit
(147) Kupfertaf. St. Petersburg, Gedr. bey der Kayserl. Academie der
Wissenschaften. (Leipzig, L. Voss.) 1770—74. 4 dln. gr. 8°. B. N. A. M.
1065.   («oo/o, (J. A. E.) Europaische Fauna oder Naturgeschichte der
Europ. Thiere in angenehmen Geschichten. Leipzig, Weidmann. 1794—1803.
9 dln. gr. 80.
Vil: Amphibien und Pische.
5*
;
-ocr page 102-
68                                    HISTOIBE NATURELLE DES POISSONS.
1066.   Golowatschoff, (Adr.) Notice sur quelques espèces de poissons
[Acipenser.]
                                                                   B. L. H. — N. A. M.
Zie: Buil. soc. imp. natur. Moscon. XXX, 1857. II, bl. 530—543.
1067.   Goodenough, (S.) A description of the Porbeagle Shark, the Squalus
cornubicus of Gmelin, var. a (Lamna.) Met eene plaat.
Zie: Transact. Litm. soc. 1797. III. bl. 80-83. B. L. H. — N. A. M.
1068.   Gosse, (P. H.) Manual of marine zoology. — British isles. — London,
v. Voorst. 1855—56. 2 stukken. 12o.
                                            B.B. D.
1069.   Gottsclie9 Die Seclandischen Pleuronectes-Arten.
Zie: Archiv. f. Naturgesch. 1835. II, bl. 133—185.                B.L. ff.
1070.   Grand d\'Aussy, (Le) Histoire de la vie privée des Prancois, depuis
1\'origine de la nation jusqu\'a nos jours. A Paris, de 1\'ImprimeriedePb. D.
Pierres. 1782. 3 dln. gr. 8o.
                                                          B. R. L.
Zie aldaar: Poissons d\'eau douce; Anguilles; TYamail; Nasse; Perehe; Brochet;
Tanche; Poissons d\'Etampes; Cantons les plus renommés pour le poisson; Lam-
proieS; Truites; Barbaux ; Carpej Poissons de la Chiue ; Viviers; Poissons appri-
voiséa; Castration des poissons; Poisson de mer salé; Coramerce du poisson de
nier salé; Commerce de la marée dans 1\'inte\'rieur du Royauine. II, bl. 54—68.
1071.   Grandauer, (A.) Die Pische in den Gewassern um Augsburg.
Zie: Vier Bericht de9 naturhist. Vereins in Augsburg. 1853, bl. 21.
1072.   Gray, (J. E.) On Ihe genus Plagiostoma.
Zie: Thomson, Ann.. phil. 1825. X, bl. 152.
1073.------Description of three new species of fish, including two undescribed
genera, discovered by John Reeves.
Zie: Zool. miscell. 1831. bl. 4—5.
1074. ------ Descriptions of twelve new genera of flshes, discovered by
Gen. Hardwicke, in India.
Zie: Zool. miscell. 1831. bl. 7—10.
\'1075.------Descriptions of three species of Notopterus, foundby Gen. Hard-
wicke, in the Indian seas.
Zie: Zool. miscell. 1831. bl. 16.
1076.------Description of three new species of fish from the Sandwich Islands.
Zie: Zool. miscell. 1831. bl. 33.
1077.------Description of a new genus [Micropus] of Percoid fish, dis-
eovered by S. Stutchbury in the Pacific sea.
Zie: Zool. miscell. 1831. bl. 20.
1078.------Illustrations of Indian zoology of new and hitherto unfigured
Indian animals from the collection of General Hardwicke. London, Treuttel
and Würtz. 1830—34. 2 dln. in roy. fol. Met portret en 202 gekleurde
platen.
                                                                                                    B. L. H.
1079.------Characters of   two new species of Acipenser [sinensis and
cataphraetus.]                                                                B. N. A. M. B. D.
Zie: Proceed. zool. soc.   London. 1834. II, bl. 122—123. Isis, 1835. bl.
1050—1051.
1080.-------Description of a new species of Tetrapturus [Herschelii] from
the Cape of Good Hope. Met eene plaat.                                        B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1838. I, bl. 313.
1081.------The exhibition. of fishes in Museums.
                      B. L.H.
Zie: Ann. nat. hist. 1841. VI, bl. 158.
-ocr page 103-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         69
—• 1082. Gray, (J. E.) Three hitherto unrecorded species of fresh-water fish
\'from New Zealand [Galaxias fasciatus, Anguilla Dieffenb., Eleotris basalis. ]
Zie: Zuol. miscell. 1842. bl. 73.
1083.------Description of a new  species of Amphioxus [Belcheri] from
Borneo.                                                                                           B. N. A. M.
Zie: Proceed. zool. soc. London.   1847. XV, bl. 35—36. Ann. of uat. hist.
1847. XIX, bl. 463—464.
108é.------On the British specimens of Regalecus.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1849. XVII, bl. 78—84. Ann.andmsg.
of nat. hist. 1850. V,bl. 501-507.
              B. L. ff. N. A. M. R. D.
1085.------Catalogue of the fish in the British Museum. London. 1851.12».
Part I: Cartilaginpus fish.                                                                   B. R. ü.
1086. —— Description of a new form of Lamprey from Australia [Geotria
australis n. g. et sp. J with a synopsis of the family. Met twee platen.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1851. XIX , bl. 235—241. Ann. and mag.
ofnat. hist. 2d ser. 1854. XIII, bl. 58—65. B. L. H. N.A. M. R. D.
1087.------Observations on a living African Lepidosiren in the Crystal
Palace.                                                            B. L. H. N. A. 31. R. 1).
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1856. XXIX, bl. 342—346. Archiv f.
Naturgesch. 1857. 1, bl. 330—339.
1088.------ On Palamys sarda, a British fish.                            B.L.H.
Zie; Ann. and mag. nat. hist. 1859. IV, bl. 399.
1089.------On the mud-fish of the Nile [Lepidosiren annectens?]
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1860. V, bl. 70—71.                  B.L.H.
1090.------On the habits the Pipe-fish.               B. L. H. — N. A. M.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1861. VIII, bl. 494—496. Proceed. zool.
soc. 1861. bl. 238—239.
                                                               B. R. B.
------Zie: L. T. Gronovius; Gnnn; Ad. White.
1091.   Gray, (Rob.) Notes on the marine zoology of Dunbar: Eishes,
Crustacea, etc.
Zie: Neioman, Zoologist. 1849. VI, bl. 2518—22.
1092.   Graydon, (G.) On the fish inclosed in stone of Monte Bolca.
Zie: Transact. Irish Acad. 1794. V.
1093.   Grifflths, (R.) Essay to prove that the j urisdiction of the river Thames
is committed to the Lord-Mayor of London. To which is added a descrip-
tion of those fish, which are caught in the river Thames. London, 1740. 8o.
109i. Gronovius, (J. F.) Pisces Belgii, seu piscium in Belgio natantium
et a se observatorum Catalogus.
Zie: Acta soc. R. scieut. Upsaliensis. 1741.                                     ./>\'. L. ff.
Eene vertaling van deze lijst (door Nozeman) vindt men in: Uitgezochte
Verband, uit de nieuwste werken van de Sociëteiten der weetensch. Amst. 1757.
Dl. I. bl. 145. Deze lijst werd later aangevuld door Nozeman , naar een latijusch
handschrift van L. T. Gronovius, en komt zóó ook voor in het Ie deel van de
„Uitgez. Verhandel." bl. 324—332.
                                B. L. ff. —R. L.
1095. Gronovius, (L. T.) Animalium in Belgio habitantium centuriaeV.
• Zie: Acta Helvetica. 1760. IV, V.
                                             B. L. H.
1096.------Descfiptio Gymnoti tremuli atque experimenta cum eo instituta.
Zie: Acta Helvetica. 1762. IV, bl. 26.                                         B.L.B.
1097------Catalogue of fish collected and described by L. T. Gronow, now in
the British Museum. Pubüshed by order of the Trustees.London, 1854,12o.ST, B.\'sG.
Uitgegeven door J. E. Gray, naar het handschrift van L. T. Gronovius, door
bet Britsch Museum aangekocht.
-ocr page 104-
70
HISTOIRE NATUREIXE DES POISSONS.
1098. Grube, (A. E.) Die Insel Lussin (Dalmatien) und ihre Meeresfauna.
Breslau, 1861. gr. 8«. Met kaart en plaat.
1090. Guiana. Pertinente Beschryvinghe van Guiana, gelegen aen de
vaste kust van America, waerin kortelyck vcrhaelt wordt, liet aenmerckelyckste
dat in en omtrent het Landt van Guiana valt, etc. t\'Amsterdam, by I. Clz.
ten Hoorn. 1G76. 4o. Met eenc kaart.                         K. B. \'sG. — B. R.
Zie aldaar: Van de visschen en zeegedierten, dewelcke liaer in de zee en
rivieren onthouden, bl. 37 -41.
1100.   Gnicciardini, (L.) Belgium, dat is: Nederlandt, ofteBeschryvinge
derselviger provinciën ende steden. Met veel bijvoegselen, landcacrten en
de af beeldinge der steden. Amsteld., J. Jansonius. 1C48. fol. K. B. \'s \'J.R. L.
Zie aldaar: Visschen van de Mase, bl 13 a. b. Van de Schelde, 14 a.
Haringhen, Cabeljau, Salmeu, Steuren, bl. 20, 21. Grousame visschen, bl.
264». Walvisschen , 302 a.
In 1567 verscheen te Antwerpen de oorspronkelijke uitgave in het Italiaansch
en te gehjker tijd eene iïansche vertaling. (K B. \'s ff. — B. L. H.) Van de eerste
verschenen in 15SO en 1588 (AT. B. \'t ff. - B. L. /ƒ.) bij Plantiju nieuwe ver-
meerderde uitgaven; ook de fransche uitgave werd herhaaldelijk herdrukt. Eene
latijnsche overzetting verscheen te Amsterdam in 1613 (K. B. \'s G.B. L. IJ.); eene
hoogduitsche te Bascl in 1580.
                                      K. B. \'s G. B. R.
1101.   Guicbenot, (Alpb.) Monographie de deux genres de poissons, les Lepi-
sostées et les Polyptères. Met eene plaat.
Zie: Magas. de zool. 1839. Poiss. pi. I.
1102.------Notice sur un nouveau genre de Percoïdes [Pomanotis.]
Zie: Revue zool. 1847. bl. 390—394.                                       B. N.A.M.
1103.------Notice sur 1\'établissetnent d\'un nouveau  genre de Chaetodons
[Megaprotodon.]                                                                             B. A. A. M.
Zie: Revue zool. 1848. bl. 12—14.
1104.------Malacanthus brevirostris nova species.               B. N. A. M.
Zie: Revue zool. 1848. bl. 14—15.
1105.-------Histoire naturelle des poissons et des reptiles (de 1\'Algérie).
Paris, A. Bertrand, 1851. 4". Met 12 platen.                                B.L.H.
Maakt eene afdeeling uit van het werk, getiteld:   Exploration scientifique
de 1\'Algérie. Paris, Bertrand. 30 dln. 4o. en 8o.
1106. —— Notice sur deux espèces nouvelles du geiire Cyprinodon
[C. cyanogaster et doliatus.]
                                                       B. N. A. M.
Zie: Revue et magas. de zool. 1859. XI, bl. 377—380
1107.------Notice sur un nouveau poisson du genre des Trichomyctères
[Astemomycterus pusillus.]                                                           3. N. A. M.
Zie: Revue et mag. zool. 1860. XII, bl. 525—527.
1108.------Notice sur un nouveau poisson du groupe des Cténolabres
[Labastre.]                                                                                       B. N. A. M.
Zie: Revue et mag. zool. 1860. XII, bl. 152—154.
1109. ------- Catalogue des Scaridés de la collection du Musée de Paris.
Zie: Mem. soc. se. nat. Cherbourg. XI, 1865.                           K. B. \'s ff.
1110.------Catalogue des Vomers de la collection du Musée de Paris.
Zie: Ann. soc. Linn. du De\'part. du Maine et Loire. VIII. 1865.
1111.------Apercii géographique sur les poissons du Chili.
Zie: Revue zool. 1847. bl. 333—336.                                      B.N. A.M.
1112.------Catalogue dc3 poissons de Madagascar de la collection du
Musée de Paris avec la description de plusieurs espèces nouvolles. K.B.\'s Q.
Zie: Me\'m. soc. se. nat. Cherbourg. 1866. XII, bl. 129—148,
-ocr page 105-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         71
1113. Gulchenof, (A.) Notice sur Ie Sériolophe, nouveau genre de poisson
de la familie des Scomberoides et description d\'une nouvelle espèce.
Zie: Mem. soc. scienc. natur. Cherbourg. 1868. XIII, bl, 90—95.
1114.------Index generum ac specierum Antbiadidorum hucusque in Museo
Parisiensi observatorum.
Zie: Aim. suc. Linn. de Maine et Loire. X.
1115.------Revision du genre des Pagels [Pagellus, Litbognatus, Calamus.]
Zie: Me\'m. soc. scienc. natur. Cherbuurg. 1S69. XIV. bl. 97—123. K.B.\'sG.
------Zie: Dumoiit d\'l rvillc; Gay; Maillard;Ranion de laSagra.
1116.   Guisin, Mémoire sur Ie Gymnotus eleetricus.
Zie: Buil. des scienc. soc. Pbilom. 1,1. 1797. bl. 32—33.
1117.   Gilldenstadt, (A. J.) Reisen durcb Russland und im Kaukasischen
Gebirge, berausgegeben von P. S. Pallets. Si. Petersb., 1787—1791. 2 dln. 4».
Güldtnstildt besebrijft ook\'eenige visschen.
1118.------Cyprinus capoctn et C. mursa. Met 2 platen.
B.L.H.—B.G.R.
Zie: Nov. Comment. Acad. Pelropol. 1772. XVII, bl. 507-521.
1119.------Acerina; piscis ad Percae genus pertinens. Met eene plaat.
Zie: Nuv. Commeut. Acad. Petropol. 1774. XIX, bl. 455—4C2.
B. L. H. B. G. R.
1120.------Cyprinus barbus et C. capito descriptus. Met afbeeldingen.
2ie.- Acta Acad. Petropol. 1778. II. bl. 239—253. B. L. II.—B. G. R.
1121.   Gumilla, (Jos.) El Orinoco illustrado y defendido. Hislorianatural,
civil y geographica de este gran Rio, y de sus caudolosas vertientes, gouernio,
usos y costumbres de los Indios; con noticias de animales, arboles, Trutos. . .
Segunda impression. En Madrid, Eernandez. 1745. 2 dln. 4o. Met kaart
en plaat.
Eene fransche vertaling, naar deze tweede uitgave bewerkt, verscheen: Paris,
Desaint. 1758. 3 dln. 12o.
1122.   Gunn, (R.) Notices accompanying a collection of quadrupeds and
flsh from van Diemensland, with notes and description of tb e new species
by J. E. Gray.
                                                                                   B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1838. I ,bl. 101—111; — Isis, 1844. bl. 572—70.
1123.   Gnnnerus, (J. E.) Vom gelben Hayfiscb [Scyllium catulus.] Met
twee platen.
Zie: Der Drontheim. Gesellsch. Schrift. 1766. II, bl. 216—219.
1124.------Vom Sleep-Marken [Myxine glutinosa.] Met eene plaat.
Zie: Der Drontheim. Gesellsch. Schrift. 1766. II, bl. 230—236.
1125.------Vom schwarzen Hayfish, Sorthaae [Spinax niger.] Met twee
platen.
Zie: Der Drontheim. Gesellsch. Schrift. 1766. II, bl. 284—290.
1126.------Vom Haa-Skierding [Carcharias] Met 2 platen.
Zie: Der Drontheim. Gesellsch. Schrift. 1766. II. bl. 299—307.
1127.------Beschreibung des Brugden (Squalus [Selache] maximus.) Met
eene plaat.
Zie: Der Drontheim. Gesellsch. Schrift. 1767. III. bl. 28—43. 1770. IV.
bl. 13—33.
1128.------Von einem jungen Haybrand [Squalus sp. L.] Met afbeeldingen.
Zie: Der Drontheim Gesellsch. Schrift. 1770. VI, bl. 1—12.
1129. Günllicr, (A.) Beitrage zur Kenntniss unserer Süsswasserfische.
Zie: Archiv für Naturgesch. 1855. 197—212. (Met platen.)          B. L. H.
-ocr page 106-
72
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
1130. Gtinther, (A.) Die Fische des Neckars untersucht und beschrieben.
Mit 1 lithogr. una color. Abbildung. Stuttgart, 1859. gr. 8<>.
1131.-------Catalogue of the fishes in the Brit-ish Museum. London, printed
by order of the Trustees. 1859—1870.1—VIII. gr. 8o. K. B.\'s G.—B.U.H.
I—III: Catalogue of the acanthoptcrygian iishes. Vol. I: Gastcrosteidae, Bery
cidae, Percidae, Aphredoderidae, Piistipomatidae, Mullidae, Sparidae
(1859.) Vol. II: Squamipinnes, Cirrhitidae , Triglidae, Trachinidae
Sciaemdae, Polynemidae, Sphyraenidae, TricMuridae, Scombridae, Caran
gidae , Xiphidae. (1860.) Vol. III: Gobiidae , Discoboli, Oxudereidae
Batrachidae , Pediculati, Blenniidae , Acanthaclinidae , Comephoridae
Trachypteridae , Lothotidae, Teuthididae, Acronuridae, Hoplognatidae
Malacanthidae, Naudidae , Polycentridae, Labyrinthici, Luciocephalidae
Atherinidae , Mugilidae , Ophiocephalidae , Trichorotidae , Cepolidae
Gobiosocidae, Psyehrolutidae , Centriscidae, Pistuiaridae, Martacora
bilidae , Notacanthi.
IV: Catalogue of the Acanthopterygii pharyngognati and Anacanthini. (1862.)
V—VIII : Catalogue of the Physostomi. Vol. V: Contaiuing the families Siluiidae,
Characinidae , Haplochitonidae, Sternoptychidae, Scopelidae, Stomiatidae.
(1864) Vol. VI: Containing the families Salmonidae, Pereopsidae,
Galaxidae, Mormyridae , Gymnarchidae, Esocidae", Umbridoe , Scom-
bresocidae, Cyprinodontidae. (1866.) Vol. VII: Containing the families
Heteropygii, Cyprinidae, Gonorhynchiclae, Hyodontidae, Osteoglossidae,
Clupeidae , Chiroeentridae, Alepocephalidae, Notopteridae, Halosauridae.
(1868.) Vol. VIII: Containing the families Gymnotidae, Symbianchidae,
Muraenidae , Pegasidae and the Lophobranchii, Plectognathi, Diproi,
Ganoidei, Chondropterigü , Cyclostomata , Leptocardii. (1870.)
1132.------On the reptiles and fishes collected by H. B. Tristram in
Nothern Africa.                                                     No. 1132—1162. B L.H.
Zie: Prooeed. zool. soc. 1859. XXVII. bl. 469—474. B.N.A.M.—R.D.
1133.------On new reptiles and fishes from Mexico. B.N.A.M.R. D.
Zie: Proceed. zool. soc. 1860. XXVIII. bl. 316—319. Ann. and mag.
nat. hist. 1860. VI. bl. 442—445.
1134.------On a new species of flsh belonging to the genus Pagrus
[Bocagii, Lowe.]
Zie: Proceed. zool. soc. 1860. XXVIII. bl. 391—392. B.N.A.M.- B.V.
1135.------Alipedosaurus, ein Meerwels.
Zie: Archiv f. Natuig. 1860. I, bl. 121—123. Ann. and mag. nat. hist.
3 ser. 1860. VI, bl. 150—151.
1136.------On the bistory of Echeneis. Met eene plaat.         B. I. H.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 3 ser. 1860. V, bl. 386—402.
1137.-------Centrolophus britennicus n. sp. from the coast of Cornwall.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 3 ser. 1860. VI, bl. 46—48.
1138.------On three new Trachinoid fishes.
                                B. L. H.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1861. VII. bl. 85—90.
1139.------A preliminary synopsis of the Labroid genera. B. L. H.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1861. VIII. bl. 382—389.
1140.------On a new genus of Australian fresh water fishes [Nannoperca
australis.]                                                                        B.N.A.M.—R.D.
Zie: Proceed. zool. soc. 1861. bl. 116—117. Ann. nat. hist. 1861. VII.
bl. 490—491.
1141. ------ On a new species of fish of the genus Gerres [G. longirostris.]
Zie: Proceed. zool. soc. 1861. bl. 142-143. Ann. nat. hist. 1861. VIII.
bl. 189.
                                                           B. N.A.M. —R.D.
-ocr page 107-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         73
1142. Gttnther, (A.) On a collection of fishes sent by Capt. Dow frora
the Pacific coast of Central America.
                        B. N. A. M. R. I).
Zie: Proceed. zool. soe. 1861. bl. 370—376.
1143.------Descriptions of ncw species of reptiles and fishes in the collec-
tion of the British Museum.                                        B. N. A. M. — R. B.
Zie: Proceed. zool. soc. 1862. bl. 188—194.
1144.------On a new species of fishes from Victoria, South Australia.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1863. XI, bl. 114—117.         B. L. B.
1145. — — On new species of fishes from Essequebo. B. N. A. M.
Zie: Ann. scienc. natur. 1863. XII, bl. 441—446.
1146.------On some new species of Central American fishes.
Zie: Proceed. zuol. soc. Jan. 1864. Met twee platen. B.N. A. M. R. D.
1147.------Report on a collection of fishes made by MessrsDown, God-
man, and Salvin in Guatemala.
                                   B. N. A. M. R. I).
Zie: Proceed. zool. soc. Maart 1864.
1148.------On a new genus of Pediculate fish from the sea of Madeira.
Zie: Proceed. zool. soc. Junij 1864. Met eene plaat. B.N. A. M. R. 1).
1149.------Report on a collection of fishes made by Dr. Kirk in the
Zambesi and Nyassa regions.
Zie: Proceed. zool. soc. Junij 1864.                         B.N.A.M. — R.D.
1150.------Report on a collection of fishes from Palestine.
Zie: Proceed. zool. soc. Nov. 1864.                         B. N. A. M. — R. D.
1151.------On a new generic type of fishes [Scleropages] discovered by
the late Dr. Leichardt in Queensland. Met eene plaat.                B. L. H.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. Sept. 1864.
1152.------On the Pipe-fishes belonging to the genus Phyllopteryx.- Met
twee platen.                                                                   B. N. A. M. — R B.
Zie: Proceed. zool. soc. Maart 1865.
1153.------Description of a new Characinoid genus of fish from West-
Africa [Phago.] Met eene plaat.                                                        B. L. H.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1865. XV, 3d. Series, bl. 209.
1154.------A contribution to the Ichthyology of West-Africa.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1865. bl. 452.          B. N. A. M. —R. D.
1155.------Descriptions of some knew or little known species of fishes
in the collection of the British Museum. Met eene plaat.
Zie: Proceed. zool. soc. 1867. bl. 99—104.             B. N. A. M. R. D.
1156.------Additions to the knowledge of Australian reptiles and fishes.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1867. XX, bl. 45—67.
1157. ;------New fishes from the Gaboon and Goldcoast. Met eene plaat.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1867. XX, bl. 110—117.
1158.------Additions to the British fauna. Met eene plaat.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1867. XX, bl. 288—291.
1159.------On a new form of mudfish from New-Zealand [Neochanna.]
Met eene plaat.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1867. XX, bl. 305—309.
1160.------An account of the fishes of the States of Central America,
based on collections made by Capt. J. M. Dow, P. Godman and Salvin.
Zie: Transact. zool. soc. 1868. VI, bl. 377—494. Met 25 platen en
houtgravuren.
-ocr page 108-
74
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
1161. G iinther, (A.) Descriptions of two new Gobioid fishes from Sara wak.
Met eene plaat.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1868. I. bl. 264—266.
1162.------Additions to the ichthyological fauna of Zanzibar.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1868. I, bl. 457—459.
1163.------Report on a collection of fishes made at St. Helenaby I. C.
Melliss Esq. Met 2 platen.                                         B. N. A. M.—R. ü.
Zie: Pioceed. zool. soc. 1868. bl. 225—228.
1161.------Report of a second collection of fishes made at St.Helenaby
I. C. Melliss Esq. (Met eene plaat.)                       B. N. A. M. —R. D.
Zie: Pioceed. zool. soc. 1869. bl. 238, 289.
1165.-----~ Descriptions of freshwater-tishes from Surinam and Brazil. Met
3 platen en een aantal houtgrav.                                B. N. A. M. R. D.
Zie: Proceed. zool. soc. 1868. bl. 229—247, en een uittreksel in: Ann.
and mag. nat. hist. 1868. I, bl. 475—481.
1166.------Descripiion of some species of fishes from the Pemvian Amazons.
Zie: Procecd. zool. soc. 1869. bl. 423-429. B. N. A. M. — E. D.
1167. Gttnther, (A.) The fishes of the Holyland.
Zie: Student and intellect. Observer. 1869. bl. 409—417.
1168.------The fishes of the Nile. Met platen en houtsneden.
Zie: Petkerick\'s Travels in Central Africa and explorations of the Western
Nile tributaries. I.ondon. 1869. II, bl. 195—268.
                       B. L. H.
1169.   Giinther (A. C. L. «.) and R. L. Playfair, The fishes of
Zanzibar [Acanthopterigii, Pharyngognathi.] London, 1866. 4o. Met 21
platen.
1170.   Gutmann, (C. A. B.) Wetterfische, Laubfrösche, Blutegel und
Spinnen, die sichersten Wetterverkündiger! Beschreibung dieser Thiere und
Anweisung zu der Behandlung der Goldfische. Mit 1 Kupfertaf. Leipzig,
Schreck. 1842. 16°.
1171.   Gyllins, (P.) De nominibus gallicis et latinis piscium Massilien-
sium. Lugduni, 1535. 4». Vergelijk No. 2.
1172.   Haecken, (Ara. van) Eight plates from pictures in fishmonger\'s
hall in London, containing the fish brought to the London marked. Painted
from the life by A. van Haecken. Eugraved by G. King and A. Jongelincx.
London, 1734, folio.
1173.   Hii 1 de, (J. B. dn) Description géographique, historique, chrono-
logique, politique et physique de 1\'Empire de la Chine, et de la Tartarie
Chinoise, enrichie de cartes et d\'un grand nombre de figures. La Haye,
H. Scheurleer, 1736. 4 dln. 4°.
                                                       B. R. L.
Zie aldaar: Poissons: description de ceux qu\'on noinmc d\'or ou d\'argent. I,
bl. 42, 43, 191, 210, II, 165. A quellesortedenos poissons resseinblecelui qu\'on
nomme frais. II, 165. Le Hoang yn, ou poisson jnune. 11, 165. Quel est
celui qu\'on pêche a la quatrième et ciuquième lune. II, 166. Poissons (temer,
etc. II. 165 en volgg.
Pêches. Différentes manières des Chinois ponr la faire. II. 168. IV. 202.
1174.   Haldeman, (S. S.) Description of two new species of the genera
Perca, froin the Sussquehanna river.
Zie: Journ. Acad nat. se. Philad. 1839-42. VIII. bl. 330.
1175.------Percina bimaculata n. sp. from Sussquehannah.
Zie: Proceed. Boston spe. nat. hist. 1844. I, bl. 157.
B. N. J. M. —B. O. B,
-ocr page 109-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         75
1176.   Hamberger, (Gf. E.) Programma 1. 2. 3. 4. 5. de Cyprino mon-
stroso rostrata. Jenae, Ritter. 1748. 4". Met eene plaat.
1177.   Hamilton, (Fr. Buchaiian) Account of the fishes found in theriver
Ganges. With 39 plates engraved by Swaine. Edinburgh, Constable. 1822. 4".
B.L.H.— 1. O.
1178.   Hancock, (J.) Notes on some species of fishes and reptiles, from
Demerary, presentcd to the Zoological Society.
Zie: Zoolog. jourii. 1828. IV, bl. 240.
1179.------Ueber einige Fische und Lurche aus Uemarara.
Zie: Isis. 1830. bl. 1259—1261.                                           B.L.H.
1180.------Fische, welche über Land wandern.                      B. L. H.
Zie: Froriep\'s Not. 1829. XXIV. No. 516. bl. 150—151. Edinb. new philos.
journ. 1829. VI. bl. 396—397.
1181.   Hancock (Albany) and Dennis Embleton, Account of a Ribbon
fish [Gymnetrus] taken on the coast of Northumberland. Met twee platen.
Zie: Ann. of nat. bist. 2 ser. 1849. IV. bl. 1—18.               B. L. 11.
1182.   Handyside, (P. D.) History of the Sternoptixinae, a family of the
osseous fishes, and their anatomical pcculiaritics. With a description of the
Sternoptyx Cclebes, a species not hithertho noticcd. Illustrated by t wo engravings.
Zie: Edinb. new philos. journ. Oct. 1839.                              B. L. il.
1183.   Hannaens, (G.) Xiphias adumbratus. Met afbeeldingen. B.L.H.
Zie: Epbemer. Aoad. nat. cur. 1689 (1690), Dec. 2. bl. 241—243.
1184.   Hannemann, (J. L.) Dissertatio piscem Torpedinem ejusque pro-
prietates admirandas exhibens. Kilonii, 1710. 4°.
1185.   Hardwicke, (Thom.) Observations on the Goramy of India [Osphro-
menus olfax Commerson,] in a letter to N. A. Vigors.
              B. L. H.
Zie: Zool. journ. 1829. IV, bl. 309—314. Isis, 1831. bl. 107—108.
1186.   Hamer, (T.) Remarks on the very different accounts that have
been given of the fecundity of fishes; with fresh observations on that subject.
Zie: Philos. transact. 1797. XII, bl. 421.           B. L. R. — B. G. R.
1187.   Harper, (J.) The sea-side and aquarium; or, anecdote and gossip
on Marine Zoology. Edinburgh, 1858. 8o. Met afbeeldingen.
1188.   Harting1, (P.) Notices zoologiques, anatomiques et histiologiques
sur 1\'Orthragoriscus Ozodura, suivies de considérations sur 1\'ostéogénèse des
Téléostiens en général. Met 8 platen.
Zie: Verhand. van de Kon. Akademie van Wetenseh. te Amsterdam. Afd. Nat.
XI.  1868. 4o.                        K. B. \'t G. —B. L. H. -- V. H. B. L.
1189.   IIti rl man n, (G. L.) Helvetische Ichthyologie. oder ausführliche Natur-
geschichte der in der Schweiz sich vorfindenden Fische. Zurich, ürell. 1827. 8<>.
Hartogh Heys van Zouteveen. (Dr. H.) Zie: Nederland. Statistiek.
1190.   Hartsinck, (J. J.) Beschrijving van Guiana of de wilde kust van
Amerika, betreffende de aardrijkskunde en historie des lands. ... de dieren,
vogels, visschen, boomen en gewassen, enz. met de noodige kaarten en afbeel-
dingen. Te Amsterdam, by G. Tielenburg. 1770. 2 dln. 4o.
K. B.\'sG. — B.L.H. — N.A.M. — B. L.
Zie aldaar: Beschrijving van de visschen en schulpgewassen. I, bl. 115—124.
1191.   Harwood, (J.j On a newly discovered genus of serpentiform fishes
[Ophiognathus. ] Met eene plaat.
                             B.L.H. B. O. R.
Zie: Philos. Transact. 1827. bl. 49—57. Féruasac, Buil. se. nat. 1827.
XII,  bl. 277-279. Isis, 1836. bl. 586—588. Froriep\'s Not. 1828. XXI, No.
452. bl. 177—179.
-ocr page 110-
76                                    HISTOIRS NATURELLE DES POISSONS.
1192. Hasselqulst\'s (Fr.) Iter Palaestinum eller resa til H. Landet.
(1749-1752.) Ütgifven af C. Linnaeus. Stockholm, 1757. 2 stukken.
1 deel 8o.
Eene hollandsche vertaling verscheen: Amsterdam, 1771. 2 dln. gr. S°. In
het 2e deel worden op blz. 145—245 een en dertig visschen beschreven. In
1762 verscheel! eene hoogduitsche en in 1767 eene fransche vertaling.
1)93. Hasselt, (J. P. Tan) Sur les poissons de Java. B. L. B. N. J. M.
Zie: Férussac, Buil. se. nat. 1824. II, bl. 89—92. 374—77.
1194. 11 eek cl, (J. J.) Scaphirhynchus, eine neue Fischgattung aus der
Ordnung der Chondropterygier mit treien Kiemen. Met eene plaat.
Zie: Ann. Wien. Mus. 1835. I, bl. 68—78.
1195.------Ueber einige neue oder nicht gehórig unterschiedene Cyprinen.
Met 3 platen.
Zie: Ann. Wien. Mus. 1836. I, 2. bl. 219—234.
1196.------Natterer\'s neue Flussiische Brasiliens, nach den Beobachtungen
and Mitlheilungen des Entdeckcrs. 1" Abth.: die Labroiden.
Zie: Ann. Wien. Mus. 1840. II, 3, bl. 325—470.
1197.------Ichthyologische Beitrage zu den Familien der Cotoiden, Scor-
phaenoiden, Gobioiden und Cyprinoiden.
Zie: Ann. Wien. Mus. 1840. II, 1, bl. 47. II, bl. 143-164.
1198.------Ueber eine neue Gattung von Süsswasserfische in Europa
[Aulopyge.]
Zie: Bullet. scient. Acad. St. Petersb. 1841. VIII, bl. 384. Ann. nat.
hist. 1841. VII, bl. 522-23.
                                                          B. L. H.
1199.------Sopra varie specie Italiane di pesci d\'acqua dolce.
Zie: Atti scienz. Ital. 1844. bl. 380—385.
1200.------Bemerkung über Lepidosiren paradoxa.
Zie: Müller\'s Archiv f. Auat. 1845. bl. 534—535.                    B. L. H.
1201.------Ueber eine neue Gattung von Poecilien mit rochenartigem
Anklammerungsorgane [Xiphophorus.] Met 2 platen.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Acad. d. Wiss. Wien. 1848. III,
bl. 161—175.
                                                                  B.L. B. — B.G.R.
12*02.------Ueber eine neue Gattung von Taenioiden [Lepidopides] und
eine neue species aus der Ganoiden Gattung, Lepidotus [L. sulcatus.]
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Acad. d. Wiss. Wien. 1849. II, bl.
176—177.
                                                                   B. L. H. B. G. R.
1203.------Ueber die in den Seen Oesterreichs vorkommenden Fische.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Acad. d. Wiss. Wien. 1851. VI,
bl. 145—149.
                                                              B. I. n. —B. G. B.
1204.------Ueher die Ordnung der Chondrostei und die Gatlungen Amia,
Cyclurus, Notaeus.                                                         B. L. U. —B. Q. R.
Zie: Sitzungsber.\'d. math.-nat. Cl. d. Acad. d. Wiss. Wien. 1851. VI,
bl. 219—223.
                                                                                                   .
1205.------Ueber eine neue Fisch-Species aus dem weissen Nil [Protop-
terus Aethiopicus.]                                                         B. L. H. B. 6. E.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Acad. d. Wiss. Wien. 1851. VII,
bl. 685-689.
                                                              B. L. H. — B. G. R.
1206.------Die Stör-Axten der Lagunen bei Venedig.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Acad. d. Wiss. Wien. 1851. VII,
bl. 547—562.
                                                                   B.L.B. —B.G.R.
-ocr page 111-
NATUURLIJKE OESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                          77
1207. Heckel, (J. J.) Verzeichniss der Fische des Donaugebiets.
Zie: Verhandl. d. zool. bot. Verein. Wien, 1852. II, bl. 28—33.
1208.------"Verzeichniss einiger Fische aus der Gegend von Botzen und
über den Carpione des Garda-Sees.
Zie: Verhandl. d. zool. bot: Verein, Wien, 1852. I, bl. 81-82.
1209.------Die Fische der Save.
Zie: Verhandl. d. zool. bot. Verein. Wien, 1852. II, bl. 130—131.
1210.------Die Fische der Salzach untersucht und systematisch verzeichnet.
Zie: Verhandl. d. zool. bot. Verein. Wien. 1854. IV, bl. 189—196.
1211.------Ueber den Bau und die Eintheilung der Pycnodonten, nebst
kurzer Beschreibung einiger neuen Arten derselben. B. L. H. B. G. B.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Aead. Wien. 1854. XII, bl. 433—463.
1212.------Beschreibung des Gymnarchus Niloticus Cuv., nach zwei aus
dem weissen Nile vorliegenden Exemplaren.               B.L.H. B.O.B.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Acad. Wien. 1852. IX, bl. 680—681.
(Abhandlung.) Met twee platen. Denkschr. d. Wien. Acad. math. phy9. Cl.
1854. VI. bl. 11—20.
------Zie: J. Bussegger.
1213. Heckel (J. J.) und It. Ener, Die Süsswasserfische der Oester-
reichischen Monarchie mit Rüoksicht auf die angrenzenden Liinderbearbeitet.
Leipzig, W. Engelmann. 1858. 80. Met 201 houtsneden. B. T. G. — R. B.
1214.------Fische aus Cashmir. Wien, Rohrmann. 1838. 4°. Met 12
platen.                                                                                                           T. O.
1215.   Hederström, (Hans) Rön om Fiskars alder.
Zie: Vetenskaps Acad. Hahdl. 1759. bl. 222. Schwed. Acad. Abhand. 1759.
bl. 215.
                                                  B. L. B.—N. A. M —B. G. R.
1216.    Heincken, (Ph.) Die Freie Hanse Stadt Bremen und ihr Gebiet
in topograph., medizin. und naturhist. Hinsicht geschildert. Bremen, A. D.
Geissler, 1836—37. 2 dln. gr. 80.
Zie aldaar: I, bl. 148. Lijst van 34 zoetwatervis9chen.
1217.   Heinrich, (A.) Mahrens und K. K. Schlesiens Fische, Reptilien,
und Yögel. Ein Beitrag zur Fauna beider Kronlünder. Brunn, Nitsch.
1856. 80.
1218.   Ilclsiiigins, De carne piscium dissertatio. Hafniae, 1714. 40.
1219.   II on Ie, (J.) Sur les Narcines, nouveau genre de Raies électriques.
suivi d\'un synopsis des raies électriques en généraï. Met afbeeldingen.
Zie: Ann. scienc. natnr. 2e série. zool. 1834. II, bl. 311—315. Ook afzon-
derlijk: Be-lin, 1834. 4o.
                                             B. N. A. M. — R. D.
1220.    IFenxel, (R.) Beitrage zur Kenntniss der Wirbelthiere Sudbrasiliens.
Zie: Wiegmann\'a Archiv. 1868. bl. 356^375. B. L. H. —N. A. M.
1221.------The freshwater flshes of Southern Brazil.
Zie: Wiegmann\'s Archiv. 1870. bl. 50—91.            B. L. H. —N. A. M.
1222.   Herlein, (J. D.) Beschryvinge van de volk-plantinge Zuriname;
vertonende de opkomst dier zei ver Colonie, enz. Mitsgaders een vertoog...
van de water- en pluimgediertens. Leeuwarden, M. lnjema. 1718. 40. Met
kaart en platen.
                                           K. B. \'sG. — B. L. H. B. L.
Zie aldaar: Visschen en zeegedrochten. bl. 193—201.
1223.   Hermann, (Joh.) Schreiben über ein neues amerikanisches Fischge-
slecht Sternopix diaphana. Met afbeeldingen.
Zie: Der Naturforscher. 1781. XVI. bl. 8—86, 1782. XVII, bl. 251.
-ocr page 112-
78                                   HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
1224.   Hermonn, (Joh.) Observationes Zoologicae, quibus novae complures,
aliaeque animalium species describuntur et illiistrantur: opus posthumura edidit
Fr. L. Hammer. Argentorati, Koenig. An XII. (1804.) 4°.
Waarin ook eenige mededeelingen omtrent de vissclien van den Rijn.
1225.   Hernandez. (Fr.) Nova plantarum. animalium et mineralium Mexi-
canorum historia. a Fr. Hernandez compilata et a N. A. Reccho in ordinem
digesta, a /. Terentio. J. Fabro et F. Columno illustrata. Romae, Blasii
Diversini et Zan. Masotti. 1651. fol. Met houtsneden in den tekst. Daar-
acliter volgt van denzcltden schrijver:
„Historia animalium Novae Hispaniae liber unicus.
Zie aldaar: Pisces, bl. 76—88.                                      B. L. B. T. O.
1226.   Henglin, (Th. von) Ueber AfrikanischeFische. B.L.H.—B. O.R.
Zie: Sitzungsber. d. Mathem. naturw. Cl. d. Acad. d. Wissenscb. zu Wien.
1851. VII, bl. 452.
1227.   Heyke, (Detlof) Fische die in Austerschalen gefunden worden
[Ophidium.]
                                                                    B. L. H. — B. 6. R.
Zie: Abhandlgn. d. Schwcd. Akad. 1744. VI, bl. 116—117.
1228.   HUI, (Rich.) Contributions to the natural history of the Shark.
Zie: Ann. nat. hist. 2d ser. 1851. VII, bl. 353—370.
               B. L. B.
1229.   HUI, (R.) On poisonous fishes. On üsh-poisons.
Zie: Proceed. scient. assoc. Trinidad. 1868. bl. 210—223.
1230.   Histoire naturelle du Languedoc. Paris, G. Cavelier. 1728. i°.
Zie aldaar: Poissons, bl. 549—578.
                                             B. T. O.
1231.   History (The natural) of animals, containingan account of remark-
able fishes. Dublin, Grace. 1818.
1232.   Hitchcock, (E.) Report on the geology, botany and zoology of
Massachusetts. Amherst, 1835. 8».
Waarin ook eene lijst van de visschen.
1233.   Hfortberg, (G. F.) Beschreibung einer Guaperva [Lophius his-
trio L.] , die in den Seegewachse Sargazo gefangen worden. Met afbeeldingen.
Zie: Abhandlgn. d. Schwed. Akad. 1768. XXX, bl. 353—355.
B. L. B. —N. A. M. —B. O. R.
1234.   Hodgson, (B. H.) Catalogue of the specimens and drawings of
mammals, birds, reptiles, and fishes of Nepal and Tibet, prcsented by B. H.
Hodgson to the British Museum. Second edition. London, printed by order
of the Trustees. 1863. 120.
                                                            K.B.\'sQ.
Uit de voorrede, geteekend door J. E. Gray, blijkt, dat Hodgson zelf zijn
geschenk beschreven heeft, en dat in den eersten druk de visschen niet waren
opgenomen.
1235.   Hoeven, (J. Tan der) Kleine ichthyologische aanteekeningen.
Zie: Bijdr. tot de natuurk. wetensch. Amst., 1831. VI. 1. bl. 338—340.
B. L. B. —N. A. M. —R. I).
1236.------Over Lepidosircn paradoxa. B. L. H. —N. A. M. — R. ü.
Zie: Tijdsch. voor natuurl. geschied. Amst., 1837—38. IV, bl. 407—408.
1839. VI, bl. 61, 62.
1237.------Verzameling van berigten over Amphioxus Lanceolatus. Met
eene plaat.                                                      B. L. H. — N. A. M.—R. ü.
Zie: Tijdsch. voor natuurl. geschied. Amst., 1841. VIII. (2 Afd.) bl. 73—93.
1238.------Mededecling over kleine vischjes, waarschijnlijk jonge van Esox
Belone L. [Belone vulgaris.]                      B. L. H. —N. A. M.—R. D.
Zie: Tijdsch. voor natuurl. geschied. Amst., 1848. X. bl. 1—11.
-ocr page 113-
NATUURLIJKE &ESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         79
1239. Hogg, (John) On the occurrence of a large specimen of Thynnus
vulgaris in the river Tees.
                                                                  B. L. H.
Zie: Proceed. Linn. soc. 1854. II, No. 59, bl. 348—349. 1855. No. 60,
bl. 360-361.
1210. Holbrook, (J. E.) An account of several species of flsh observed
in Florida, Georgia, etc. Met twee platen.
Zie: Journ. Acad. nat. ae. Philad. 24 ser. 1855. III, P. 1. bl. 47-r-58.
1241.------Ichthyology of South Carolina. Charleston, 1855. 4«. Met
platen.
1242. Hollandre, (J. J. J.) Faune du département de la Moselle et prin-
cipalement des environs de Metz. (Extr. de 1\'Altnanach du départ. de la
Moselle. 1826.) Metz, de Timp. de Vevonnais. 1826. 12o.
Zie aldaar: Mammifères, reptiles, puissons.
1243.------Faune du département de la Moselle. Metz, Mad. Thiel.
1838. 12o.
1244. Hollard, (H.) Coup d\'oeil sur 1\'ordre des Ganoides et recherches
sur les afünités des Lophobranches.
                             B. L. H. B. G. R.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1850. XXXI, bl. 564—566. 1\'Institut,
XVIII. 1850. No. 880. bl. 364.
1245.------Monographie de la familie des Balistoides.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1851. XXXIII, bl. 116—118. Ann. scienc.
natur. 3e série. Zool. 1853. XX, bl. 71—114. (Met 3 platen.) 4e série.
Zool. 1854. I, bl. 39-72, 303—339, II, bl. 321—366. IV. bl. 5—27. (Met
7 platen.)
                                                                          B. L. H. — N. A. M.
1246.------Monographie de la familie des Ostracionides. Met eene plaat.
Zie: Ann. des scienc. nat. 40 sér. zool. 1857. VII, bl. 121—170.
Compt. rend. Acad. se. Paris. 1856. XLIII, bl. 805—807. l\'Institut, 1856.
XXIV. No. 1192. bl. 388.
                   B. L. H. — N. A. M. — B. O. R.
Ook afzonderlijk: Paris. impr. Martinet. 1858. 8o. (Met eene plaat.)
1247.------Etudes sur les Gymnodontes et en particulier sur 1\'ostéologie
de ces poissons et sur Ie parti qu\'on peut en tirer pour leur classification.
Zie: Compt. rend. acad. se. Paris. 1857. XLV , bl. 796—797. Ann. se. natnr.
1857. Zool. VIII. bl. 275—328.
                                 B. L. H. — JV. A. M.
1248.------Mémoire sur Ie squelette des poissons Pleetognathes, étudié au
point-de-vue des caractères qu\'il peut fournir pour la classification.
B. L. H.—N.A. M.
Zie: Ann. se. natnr. 1860. XIII. (Zool.) bl. 5—46. Compt. rend. acad. se. Paris.
1860. L, bl. 719—720. Kev. et mag. zool. 1860. XII, bl. 171—172.
1249. —•— Etudes relatives au squelette des poissons.
Zie: Presse scientif. 1861. III, bl. 778—780.
1250.------De la signification anatomique de 1\'appareil operculaire des
poissons et de quelques autres parties de leur système osseux.
Zie: Compt. rend. acad. se. Paris. 1863, LVI, bl. 38-39, 633—.34. LVII.bl.
670. Presse scientif. 1863, I, bl. 38—39, 538—540. Rev. et mag. zool. 1863.
XV, bl. 27—28, 167—168, 384—385.
                     B. L. B. — N. A. M.
1251.   Holloivay, (W.) The history of animated nature, viz. birds, beasts .
fishes and insects. Written in association with /. Branch. With copperplates.
London, 1804. 4 dln.
1252.   Holm, (Tlicod.) Beskrivning over den Fisk Mallen [Silurus glanis L. |
Zie: K. Dansk. Selsk. Skrift. 1779. XII, bl. 138—146.
-ocr page 114-
80                                   HISTOIRB NATURELLE DES POISSONS.
J253. Holten, (H. S. t.) Trichiurus gladius, en ny Fisk fra Portugal.
Met afbeeldingen.
Zie: Skrivt. naturhist. Selsk. Kjobenh. 1802. V, bl. 19—26.
1254.------Anmaerkninger til Beskrivelser af Zeus [Lampris] guttatus.
Zie: Skrivter naturhist. Selsk. Kjobenh. 1802. V, 2. bl. 129—135.
1255. Home, (E.) An anatomical account of the Squalus maximus, (Linn.)
which in the structure of its stomach forma an intermediate link in the gra-
dation of animals between the Whale tribe and Cartilaginous fishes.
Zie: Phil. transact. 1809, bl. 212-220. 1813, bl. 227—241. Journ. dephys.
1810. LXXI, bl. 241—247.
                                        B. L. ü. B. O. R.
1256.------On the mode of breeding of the Ovi-viviparous Shark.
Zie: Pbilos. transact. 1810. bl. 205.                         B. L. H. — B. G. B.
1257.------Some observations and experimenls made on the Torpedo of
the Cape of Good Hope.
Zie: Philos. magaz. 1816. XLVIII. bl. 14-18.
1258.------Remarks upon the internal structure of the Surinam Trog
[Rana Paradoxa L.]                                                                            B. L. H.
Zie: Qnarterl. journ. se. 1816.1, bl. 57—59. Olcen, Isis. 1817. bl. 637—648.
1259.   Hornstedt, (C. F.) Triglia rubicunda, en ökand och besynnerlig
Fisk fran Amboina.
Zie: K. vet. acad. nya handl. Stockholm. 1788. IX, bl. 49—51.
1260.   Hornschuch, (F.) Nadere mededceling over de jongen van Esox
Belone [Belone vulgaris.]
                                                    B. L. H. R. D.
Zie: Tijdsch. voor natuurl. geschied. Amst., 1843. X. bl. 295—300.
1261.   Horsfield, (Th.) Zoological researches in Java and the neighbouring
islands. London. 1821—24. gr. 4o. Met 8 gekleurde platen.
B. L. H. U. H. N. A. M. — T. O.
1262.   Hortop, (J.) The rare trauailles of Job Hortop. Wherein is de-
clared the dangers he escaped in his voyage to Gynnie.... Wherein also he
discouereth many strange and wonderfull things.... als also of monstrous
beasts, lishes and foules. London, 1591. 4o.
1263.   Hout<nru, (M.) Beschrijving van eenige Japansche visschen en
andere zeeschepselen. K. B. \'s 67. — B. L. H. — N. A. M. B. O. B. - R. D.
Zie: Verband, d. Holl. maatsch. Haarl. 1782. XX. 2e St. bl. 311—350.
1264.------Aanmerkingen omtrent eenige vreemde visschen. Met eeneplaat.
K. B. \'sO. —B. L. H. —R. L. —R. D.
Zie: Uitgez. verband, v. d. soc. der wetensch. Amsterd., 1765. X, bl. 506.
"\'1265. Hoy, (James) Some account of the Trichiurus lepturus, of Linnaeus,
found on the shore of the Moray-Frith.
                                            B. L. H.
Zie: Transact. Linn. soc. London. 1815. XI, bl. 210—212. Isis. 1818, bl.
1917—1918.
1266.   Hughes, (örifflth) The natural history of Barbados. London,
printed for the author. 1750. folio.
                                 B.U.H.—T. 9.
Zie aldaar: Fisb. bl. 299—314.
1267.   Huinboldt, (AL von) Note sur des poissons rejetés par un volcan
au Pérou.
                                                                                              B. L. H.
Zie: Journ. de phys. 1804. LX, bl. 243—245.
1268.------Experiments on the Torpedo.
Zie: Philos. magaz. 1805. XXIII, bl. 356—360.
1269.------Sur les Gymnotes et autres poissons électriques.
Zie: Ann. de Chimie. 1819. XI, bl. 408--4S7.                            -B. L. H.
-ocr page 115-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         81
1270. Humboldt,(Al.von)Vcrsücheüberdieelectrischen Fisehe. Erfurt, 1806.
Zie: Abhantllgu. d. Akad. nützl. Wissensch. zu Erfurt. 1809. IV. Vroriep\'s
Not. 1836. XLÏX. No. 1060. bl. 65—57.
                                       B.L.H.
1271.------und A. Bonpland, Ueber den EremopUilus und den Astro-
blepus, zwei neue Fischgattungen aus der Ordnung der Apoden.
Zie: v. H. u. B. Beobacht. aus der Zool. u. vergleich. Anat. 1806.1. Philos.
magaz. 1806. XXIV, bl. 329—333. (Met afbeeldingen.)
1272.------Ueber eine neue Unterirdische Art der Fischgattung Pimelodus,
welche von den Vulkanen des Königr. Quito in grosser Menge ausgeworfen
worden.
Zie: v. H. ii. B. Beobacht. aus der Zool. u. »ergl. Anat. 1806. le Lief.-Philos.
magaz. 1806. XXIV, bl. 333—339.
1273.------Voyage aux régions équinoxiales du nouveau continent, fait
dans les années 1799 a 1801. Paris, Schoell, Dufour, Gide et Maze.
1807-1831. folio en V
                                                                    B. L. U.
Vergelijk de uitvoerige bibliografische beschrijving van dit kostbare werk in:
Brunei, Manuel. 111, kol. 373—374.
Zie 2e partie: Recueil d\'observatioiis de zoölogie. I, bl. 17, 48 en v.v. II,bl.
145, v.v. Met 11 platen.
1274.------Beobachtungen über den elektriscben Aal des neuen Welt-
theils [Gymnotus electricus L.]
Zie: v. H. u. B. Beobacht. aus d. Zool. u. vergl. Anatomie. 1808. 2.
1275.   Hunter, (John) An account of the Gymnotus electricus. Met platen.
Zie: Philos. transact. 1775. LXV, bl. 395—407. B. L. H. —B. G. R.
1276.   Hutckinson, (J.) Natural history of the Frog-fish of Surinam.
York. 1797. 4«.
1277.   Hyrtl, (Jos.) Ueber die Caudal- und Kopfsinuse der Fisehe, und
das damit zusammenhangende Seitengefass-System.
Zie: Muller, Archiv. f. Anat. 1843. bl. 224-240. Ann. se. natur. 1843.
XX, bl. 215—229.
                                                    B. L. H. —N. A. M.
1278.------Lepidosiren paradoxa. Monographie. Met 5 platen. B.N.A.M.
Zie: Abhandlgn. d. K. Böhm. Gesellscli. 5 Fulge. 1845. III, bl. 605—668.
1279.------Ueber einige interessante Abweichungen der unteren Wirbel-
bogen der Fisehe.                                                           B. L. H. ~B. O. R.
Zie: Sitzungs-Ber. Acad. Wiss. Wien. 1849. bl. 79—85.
1280. ------ Ueber das angebliche Fehlen der Hamblase bei einigen Fisch-
gattungen.                                                                        B. L. U. B. G. R.
Zie: Sitznngs-Ber. Acad. Wiss. Wien. 1849. III, 2. bl. 9—10.
1281.------Beitrage zur Morphologie der Urogenital-Organe der Fisehe.
Zie: Denkschr. Acad. Wiss. Wien. 1850. I, bl. 391—409. B. B. O. R.
1282.------Das Uropoëtische System der Knochenfische.
Zie: Denkschr. Acad. Wiss. Wien. 1851. II, bl. 27—100. B.B. O. R.
1283.------Anatomische Mittheilungen über Mormyrus und Gymnarchus.
Zie: Denkschr. Acad. Wiss. Wien. 1856. XII, blM—22; Sitzungs-Ber.
Acad. Wiss. Wien, 1856. XIX, bl. 94—97.
               B. L. 11. —B. O. R.
1284.-------Ueber Wirbelsynostosen und Wirbelsuturen bei Fischen.
Zie: Sitzungs-Ber. Acad. Wiss. Wien. 1860. XL, bl. 273—275. Denkschr.
Acad. Wiss. Wien. 1862. XX, bl. 95—110.
               B. L. B. — B. O. R.
1285. India. Historical and descriptive account of British India, from
the most remote period to the present time, by H. Murray, J. Wilson,
H. K. Qreville, Pro/. Jameson, W. Aimlie, Wallace, Cl. Dalrymple.
With
-ocr page 116-
82
KISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
a map and 26 engravings. Edinburgh, Olivier andBoyd. 1840. 3dln. kl. 80.
B. R. L.
Zie aldaar: Fishes; the Pomfret, the Sehfish, the Mango-fish, the flying-
Gurnand, a. o. III, bl. 99—105.
1286.   Ingenhouz, (John) Extract of a letter containing some experiments
on the Torpedo made at Leghorn. 1773.
Zie: Philos. transact. 1775. LXV , bl. 1 - 4. K. B. \'s O.—B. L. H—B. O. R.
1287.   Iperen, (J. van) Waarneming van een zeldzamen zeevisch, omtrent
den keerkring van den kreeft.
K.B. \'s O. B. L. H. — T.G. — N. A. M. — B. O. R. — R. V.
Zie: Verband, der Holl. maatseh. d. Wet. Haarl. XII, bl. 3.
1288.   Ives and Newberry, Report on the Colorado river of the West,
explored in 1857—1858. Washington, 1861. 4o. Met 35 platen en houtgrav.
Zie aldaar: Zoology by Baird.
1289.   Jackel, (A. J.) Die Fische Bayerns.                          B. N. A. M.
Zie: Abhandl. zool.-mineral.-Verein. Regensb., 1864, 1865.
1290.   Jacobaens, (01.) De Anguilla.
Zie: Bariholini Aeta Hafniae. 1860. V, bl. 260—261.
1291.    Jacqnemont, (V.) Voyage dans 1\'Inde, pendant les années
1828—1832. Paris, 1842—1844. 4 dln. tekst en 2 dln. atlas. 4o.
Zie aldaar: IV: Description des collections par Geoffroy Saint-Rilaire, Milne
Edwardl, E. Blanchard, Valenciennes,
e. a.
1292.   Jager, (K.) Die Fische der Wetterau.
Zie: Naturhist. Abhandl. aus d. Gebiete der Wetterau. 1858. bl. 231—342.
1293.   Janin de St. Jast, Ueber den Gymnotus electricus.
Zie: Froriep\'s Notizen. 1821. I, bl. 209—212.                            B. L. H.
1294.   Jardine, (W.) Observations upon rare or little known British fishes.
Zie: Edinb. journ. nat. and geogr. se. N. ser. 1831. III, bl. 1—4. (Met
afbeeldingen).
1295.------Horae Zoologicae. Remarks on the structure and habits of
Lepidosiren annectens.                                                                         B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1841. VII, bl. 21—26.
1296. Jeitteles, (L. H.) Ueber die süsswasser-Arten der Fischgattung Cottus
Zie: Canestrini, Archivio. 1861. I, bl. 158—177.
1297.------Die Fische der March bei Olmütz.
Zie: Jahi\'esbericht des Olmützer K. K. Gymnasiums fiir 1863, I und 1864, II.
1298.   Jenyns, (Leonard) A manual of British vertebrate animals; or, de-
scriptions of all the animals belonging to the classes Mammalia, Aves, Rep-
tilia, Amphibia and Pisces, whicb have been hitherto observed in the British
islands; including the domesticated, naturalized and extirpated species. The
whole systematically arranged. Cambridge, Longman and C«. 1835. 80.
------Zie: Zoology.
1299.   Jerdon, (T. C.) On the freshwater fishes of Southern India.
Zie: Madras journ. of lit. and se. 1848-1849. XV, P. 1. bl. 139—149.
P. 2. bl. 302—346.
1300.------Ichthyological gleanings in Madras.
Zie: Madras journal. 1851. XVII, bl. 128—151.
1301. Joannis, (L. de) Observations sur les poissons du Nil et descrip-
tion de plusieurs espèces nouvelles, suivies d\'un tableau de toutes les espèces
qui vivent dans ce fleuve. Met 14 platen.
Zie: Ouérin, Mag. de zool. V. 1835. Cl. 4. bl. 1—14.
-ocr page 117-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         83
1302. Joannis, (L. de) Tetraodon parvus de Joann. Met eene plaat.
Zie: Quérin, Mag. de zool. 1835. Cl. IV, pi. 15.
1303.------Notice sur Ia génération et la parturition des Anguillcs.
Zie: Compt. reud. Acad. Paris. 1839. VIII, bl. 301—302. Kevue zool. 1839.
II, bl. 48—53.
                                                                B.L.H. —N.A.M.
1304. Jobert de Lamballe, (A. J.) Recherches anatomiques sur 1\'organe
électrique de la Torpille, du Gymnote, etc.
Zie: Compt. rend. Acad. Paris. 1844. XVIII, bl. 810; 1851. XXXIII, bl.
41—42. Froriep\'s Not. 1844. XIII. bl. 225—228.
                           B.L.H.
1305.------Des appareils électriques des poissons électriques. Paris, 1858.
80. Met atlas, folio.                                                            B.N. A.M.
1306.   John, (J. F.) Beschreibung und Abbildung des Uranoscopus
Lebeckii. Met eene gekleurde plaat.
                                          B. N. A. M.
Zia: Neae Schrift. Gesellsch. naturf. Freunde. Berl. 1801. III, bl. 283—287.
1307.   Johnson, (J. Y.) Remarks on the specimen of Alepisaurus ferox
recently obtained at Madeira.
Zie: Proceed. zool. soc. 1862. bl. 126—128. B. L. H. — N. A. M. — R. D.
1308.------Description of five new species of fishes obtained at Madeira.
Zie: Proceed. zool. soc. 1863. bl. 36—43. B. L. H. N. A. M. — R. D.
1309. ------ Description of three new genera of marine fishes obtained at
Madeira [Diretmus, Halosaurus, Chiasmodon.] •
Zie: Proceed. zool. soc. 1863. bl. 403—410. B. L. H. N. A. M. — R. D.
1310.   —- Description of a new genus of Trichiuroid fishes obtained
at Madeira, with remarks on the genus Dicrotus (Gthr.), and on some allied
genera of Trichiuridae-.
Zie: Proceed. zool. soc. Mei 1865.                 B. L. H. — N. A. M. — R. V.
1311.------Description of Trachichthys Darwinii, a new species ofBery-
coid fish from Madeira. Met eene plaat.          B. L. H. N. A. M. R. B.
Zie: Proceed. zool. soc. 1866. bl. 311—315.
1312.------Description of a new genus of Spinacidae, found upon a
Shark obtained at Madeira.
Zie: Proceed. zool. soc. 1867. bl. 713—715. B. L. H. N. A. M.- R. D.
1313. Johnson, (Th.) Cornucopiae.or divers secrets.wherein is contained the rare
secrets of man, beasts, foules, fishes, and such like.... not before committed
to be printed in English. Newlie dra wen out of divers Latine authors into
English. (z. pi.) 1595. 40.
1314.   Jones, (J. M.) Capture of a large species of Gymnetrus in the
Bermudas.
                                                                                              B. L. 11.
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 3 ser. 1860. VI, bl. 132—134.
1315. ------ Notes on certain species of Nova-Scotian fishes.
Zie: Canad. natur. and geologist. 1865.                                         B. L. H.
1316.   Josselyn, (J.) New England\'s rareties discovered in birds, beasts,
fishes, serpents and plants of that country, with a description of an Indian
Squa in all her bravery. London, 1672. 18o.
1317.   Jouan, (H.) Poissons de merobservésa Cherbourg en 1858 et 1859.
Zie: Mé"m. soc. se. Cherbonrg. 1859. VII, bl. 116—147.
            K. B.\'s G.
1318.------Note sur quelques poissons de la Nouvelle-Calédonie.
Zie: Mem. soc. se. Cherbourg. 1861. VIII, bl. 241—308. 1863. IX, bl.
177—187.
                                                                                         K.B.\'sO.
6*
-ocr page 118-
84                                  HISTOTRE NATURELLE DES l\'OISSOKS.
1319. Jouan, (H.) Notes sur quelques espèces de poissons de la Basse-
Cochinchine.
Zie: Mem. soc. se. nat. Cherbourg. XI, 1865.                         K.B.\'s O.
1320.------Description de quelques poissons de l\'ile de Paulo-Condor.
Zie: Mem. soc. se. nat. Cherbourg. 1866. XII, bl. 118—128. K.B. \'s G.
1321.------Notes sur quelques poissons nuisibles du Japon. K.B.\'s O.
Zie: Mem. soc. se. nat. Cherbourg. 1868. XIII, bl. 142—144.
1322.------Notes sur quelques poissons de mer observés a Hongkong.
Zie: Mem. soc. se. nat. Cherbourg. 1868. XIII, bl. 241—282. K. B. \'s G.
1323. Jovins, (Paulus) De Romanis piscibus libellus ad L. Bosbonium
Cardinalem. Basilae, H. Froben, N. Episeopius. 1531. 8». K. B. \'sG.
------Antverpiae. 1528.                                                      B. L. H.
1321. Jnrine, (L.) Mémoire sur quelques particularités de 1\'oeil du Thon
[Scoraber Thynnus, Linn.] et d\'autres poissons.
Zie: Mem. de la soc.dephys. et d\'hist. nat. Genève. 1821. I, bl. 1—18.
1325.------Histoire abrégée des poissons du Lac   Léman, ex traite\'des
manuscrits de M. Ie prof. Jurine et accompagnée de  plancb.es dessinées et
gravées sous sa direction
Zie: Mém. de la soc. de phys. et d\'hist. natur. de  Genève. 1825. III. p.
1. bl. 133—235. Férussac, Buil. se. nat. 1828. XIII,  bl. 245—250.
1326.   Kaempfer, (Engelb.) De beschryving van Japan, behelsende een
verhaal van den ouden en tegenwoordigen Staat en Regering van dat Rijk
enz., van desselfs metalen, mineralen, boomen, planten, dieren, vogelen,
visschen, enz. Uyt het oorspronkelijke Hoogduytsche handschrift, nooit te
vooren gedrukt, in het Engelsch overgezet door J. G. Scheuchzer. En
uyt het Engelsch in \'t Nederauitsch vertaalt. Met kopere platen. Amsterdam,
Jan Roman. 1733. folio.
                                              K. B. \'sG.—R. L.
------ Uitgave van 1729. B. L. H. — U. H. — N. A. M.
Zie aldaar: Aanmerkingen over de Haaijen. bl. 34. Zuygende visch. bl. 34.
Visschen en schulpen in Japan. bl. 95—101. Met platen.
De Engelschc uitgave verscheen: Londuu, 1727. — De Fransche, La Haye,
1729. — De Hougd., Lemgo, 1777.
1327.   Kaluza, (A.) Systematische Beschreibung der schlesischen Amphibien
und Pische. Breslau, Kreuzer und Scholz. 1815. 80.
1328.   Kannegiesser, (6. H.) De cura piscium per Slesvici et Holsatiae
ducatum usitata libellus. Kilonii, Bartsch. 1750. 8°.
1329.   Kaup, (J. J.) Beitrage zur Amphibiologie und Ichthyologie.
Zie: Oken, Isis. 1826. bl. 87—90.
                                                B. L. H.
1330.------Berichtigung die Gattung Callomys d\'Orb. betreffend.
Zie: Oken. Isis. 1832. bl. 1208—1211.                                       B. L. H.
1331. ------ Pall of flsh [Clupea cultrata.]
Zie: Journ. of the Asiat. soc. of Bengal. 1834. III, bl. 367.
1332.------Uebersicht der Lophobranchier.
Zie: Archiv f. Nalurgesch. 1853. I, bl. 226—234.                       B. L. B.
1333. ------ Enchelynassa, neue Gattung aus der Familie der Aale. Met
eene afbeelding.
Zie: Archiv f. Natnrgesch. 1855. I, bl. 213—214.                      B. L. H.
1331.------Ueber die Synonymie von Symbranchus immaculatus Bl.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1855. I, bl. 59—61.                         B. L. H.
1335.------Uebersicht über die Species einiger Pamilien der Sclerodermen.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1855. I, bl. 215—238.                      B. L. II.
-ocr page 119-
NATtrCRLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                        85
1336. Kanp, (J. J.) Uebersicht der Aale.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1856. I, bl. 41—77.                          S. L. B.
1337.------Neue Aalahnliche Fische des Hamburger Museums. Hamburg,
1859. gr. 4». Met 9 platen.                                                             B L. H.
1338.------- Catalogue of the Apodal flsh in the collection of the British
Museum. London, printed by order of the Trustees. 1856. 8°. Metl9platen.
K. B. \'s O.
1339.------Catalogue of the Lophobranchiate flsh in the collection of the
British Museum. London, printed by order of the Trustees. 1856. 12». Met
4 platen.
                                                                       K.B.\'iO.
Door Kaap zelf uit het Duitsch vertaald, onder toezigt van John Richardson.
1340.------Uebersicht der Gymnotidae. Met afbeeldingen.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1856. I, bl. 78—87.                          B. L. B.
1341.------Einiges über die Unterfamilie der Ophidinae.
Zie: Archiv.f. Naturgesch. 1856. I, bl. 93—100.                         B. L. B.
1342.------Ueber die Gattung Echiodon. Met afbeeldingen. B. L. H.
Zie: Verhaudl. phys.-med. Gesellsch. Würzburg. 1856. VII, 2, bl. 233—234.
1343.------Ueber die Familie Gadidae.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1858. I, bl. 85—93.                           B. L. B.
1344.------Einiges über die Acanthoptérygiens a joue  cuirassée Cuv.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1858. I, bl. 328—336.                         B.L.B.
1345.-----Uebersicht der Soleinae, der vierten Subfamilie der Pleu-
ronectidae.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1858. bl. 94—104.                              B.L.B.
1346.------Uebersicht der Plagusinae, der fünften Subfamilie der Pleu-
ronectidae.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1858. I, bl. 105—110.                         B.L.B.
1347.------On Nemophis, a new genus oi riband-shaped fishes. Met
afbeeldingen.                                                 B. L. H. — N. A. M. R. ü.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1858. XXVI, bl. 168—169. Aun. and mag-
of nat. hist. 3 ser. 1858. II, bl. 301—303.
1348.------Ueber eiue neue Art Trigla, aus China [Tr.  armata.]
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1860. I, bl. 17—23.                             B.L.B.
1349.------Anabas trifoliatus n. sp. Met afbeeldingen.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1860. I, bl. 124—128.                       B. L. B.
1350.------Hoplarchus, neues Genus der Familie Labridae.  Met afbeel-
dingen.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1860. I. bl. 128—132.                         B.L.B.
1351.------Ueber die Chaetodontidae.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1860. I. bl. 133—156.                         B. L.B.
1352.-----Description of a new species of fish, Peristethus  Rieffeli.
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 3 Ser. 1860. V. bl. 64—68. B. L. B.
1353.------On some new genera and species of fishes collected by Drs.
Keferstein and Haeckel in Messina. Met afbeeldingen.
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 3 ser. 1860. VI, bl. 270—273. B. L.H.
1354.------Bemerkungen über Caprodon, Serranus Octocinctus, u. s. w.
Amsterd.. !863. gr. 80.
Zie: Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I. bl. 19—23. B.L.B.—N.J.M.—R.J).
-ocr page 120-
86                                   HISTOIRE NATURELLE DES POISSOSS.
1355.   Kaup, (J. J.) Ueber einige Arten der Gattung Chactodon. Amsterd.,
1863. gr. 8».
Zie: Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I, bl. 125 -129. B.L.H.—N.A.M.—R.D.
1356. ------ Ueber einige Japanische Fische. Amsterd., 1863. gr. 8°.
Zie: Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I, bl. 161—163.5.L.H.—N.A.M.—R.D.
Kay. (J. E. de) Zie: Dekay, Fishes of New-York. N». 775.
1357.   Kessler, (K.) Zur Ichthyologie des südwestlichen Russlands.
Zie: Buil. soc. irap. natur. Moscon. XXIX. 1856. I, bl. 335—393. XXX.
1857. I, bl. 453—481. Ook afzonderlijk uitgegeven: Moscou, 1856. (Riga,
Kymmel.) 8o.
                                        K. B. \'iS. — B. L. H. —N. A. M.
1358.------Auszüge aus dem Berichte über eine an die nordwestlichen
Kusten des Schwarzen Meeres und durcb die westliclie Krym unternommene
Reise. II. Systematische Uebcrsicht der Stachelflosser [Acanthopteri Muller] ,
welche ira nordwestlichen Theile des Schwarzen Meeres und in den Mündungen
der in derselben (sic) sich ergiessenden südrussischen Flüsse vorkommen.
Zie: Bulletin soc. imp. natural. Moscou. 1859. XXXII, 2. bl. 186—268. N.A.M.
1359. ------ III. Beitrage zur Kenntniss der den Unterordnungen Anacan-
thini Müll., Pharyngognathi Muil., Physostomi Müll., und Lopbobranchii
Cuv. angehörenden Knochenflsche des Schwarzen Meeres. B. N. A. M.
Zie: Bulletin soc. imp. natural. Moscou. 1859. XXXII, 2. bl. 437—478.
1360.   Keyens (Otto) Kurtzer Entwurff von Neu-Niederland und Guajana
Einander entgegen gesetzt, umb den Unterschied zwischen warmen und kalten
Landen herausz zu bringen, u. s. w. Aus dem Hollandischen im Hochteutsche
versetzt durch T. R. C. 8. O. S. (Th. Ritsch, Churfürstl. Sachs. Corresp.
Secretarius.) Leipzig, lm Ritschischen Buchladen. 1672. 4o.
Zie aldaar: Fische sind viel in Neu-Niederland. bl. 27, 2S, 29. Allerhand
sorten Fische in Gunjana. bl. 59 , 60. Sind fett und gesund. bl. 61. Wie zu
fangen, bl. 114. Fliegende Fische sind wahrhafftig zu linden, bl. 62.
De oorspronkelijke uitgave verscheen : In \'sGravenhage, bij Henricus Hondius, in
de Hofstraat, (1659), en is nor/ zeldzamer dan de hier vermelde vertaling. K.B.\'sO.
De herdruk onder den titel van „Het waere onderscheyt tusscnen kunde en
warme landen", enz. eveneens te \'sGravenh., bij Hondius. (1659). B. L.H.
Vergelijk: Asher\'s Essay on the Dutch books relating to New-Netherland, bl.
11—14; Fr. Muller\'s Catalogue of books on America. No. 1082, 1083.
1361.   Kinahiin, (J. R.) On the spawning of the Smooth-tailed Stickie-
back [Gasterosteus leiurus], with a list of the fishes inhabiting the Dodder.
Zie: Proceed. nat. hist. soc. Dublin. 1849—55. I, bl. 129—134. Nat. hist.
review. 1854. bl. 81—83, 235—236.
1362.------Notes on the marine fauna of the coast of Clare.
Zie: Proceed. nat. hist. soc. Dublin. 1859—62. III, bl. 99—103.
1363.------On the genus Raniceps, and the occurrence of the Tadpole
flsh [R. trifurcatus] in Dublin Bav.
Zie: Nat. hist. rev. 1859. VI. bl. 459—460.
136*. Kirschbaiim, (C. L.) Die Reptilien und Fische des Herzogthums
Nassau.
Zie: Nass. naturwiss. Jahresber. 1865. (Ook afzonderlijk nitgegeven.)
1365. Kirt land, (J. P.) Report on the Zoology of Ohio. Columbus, 1838. 8<>.
1366.------Description of four new species of fishes.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1840—41. III, bl. 273—277.           B.L.H.
1367.------Description of the fishes of Lake Erie, the Ohio river and
its tributaries.                                                           B. L. H. — B. O. R.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1841. III, bl. 338—353. 469—482. 1842. IV,
P. 1. bl. 16—26. 1842. P. 2. bl. 231-241. 1843. P. 3. bl. 303—308. 1845.
V, P. 1. bl. 21—31. 1846. P. 2. bl. 265—276. 1846. P. 3. bl. 330—344.
-ocr page 121-
87
NATCJVTRLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
1368. Kirtlnnd, (J. P.) New flshes of Ohio. B.I.H.—N.A.M.—B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1845. II, bl. 49—50.
1369.------Leuciscus Storeiïanus n. sp. Ohio. B.L.H.— N.A.M.B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1844. I, bl. 199—200.
1370. Kittlitz, (F. H. Ton) Beschreibung mehrerer neuer oder wenig ge-
kannter Arten des Geslechts Acanthurus, irn stillen Ocean beobachtet und
nach dem Leben abgebildet.
                                                           B. N. A. M.
Zie: Museum Senckenberg. 1834, I. Heft. 3. bl. 189—196.
1371.-----Denkwürdigkeiten einer Reise nach dem russischen Amerika,
nach Mikronesien und durch Kamschatka. Gotha, Perthes. 1858. 2 dln.
gr. 8o. Met platen.
                                            B. U. E. —R. L. —R. D.
Zie aldaar: Beschrijving van verschillende vischsoorten. I. blz. 57- 66 ,
223—227, 299—303; II. 65—66, 101—102, 123—126.
1372.   Kliig, (Fr.) Die Arten der Gattung Megalopus.
Zie: Klug, Jahrb. insect. 1834. I, bl. 208—223.
1373. ------ Note sur Ie genre Thynnus.
Zie: 1\'Institut. 1840. VIII. No. 350. bl. 310.                        B. B. O. R.
1374.   JOunzinger? (C. B.) Synopsis der Fische des Rothen Mecres.
Zie: Verh. zool. botan. Gesellsch. Wien. 1870. bl. 669—834.
1375.   Kner, (E.) Die Pahzerwelse [Loricarinae] des K. K. Hof-Natu-
ralien-Cabinets zu Wien.
                                               B. L. E. B. G. R.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Acad. Wien. 1853. X, bl. 113—116.
(Met 8 platen.)
Denkschr. d. Wien. Acad. math.-nat. Cl. 1854. VII, 2. Ook afzonderlijk:
Wien, GerolcTs Sohn. 1854. 4o.
1376.------Ueber die Hepostomiden oder die Zweite Hauptgruppe der
Panzerfische.                                                                     B. L. E. —B. G. R.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. Acad. Wien. 1853. X, bl. 279—282.
(Met 5 platen.) Denkschr. Wien. Acad. math.-nat. Cl. 1854. VII, 2.
Ook afzonderlijk: Wien, Gerold\'s Sohn. 1854. 4o.
1377. ------- Ueber einige Sexual-Unterschiede bei der Gattung Callichthys
und die Schwimmblase bei Doras. Cuv.-Val.             B. L. E. B. G. R.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Acad. Wien, 1854. XI, bl. 138—146.
1378.------ Ichthyologische Beitrage. (Met 6 platen.) B. L. H. B. G. R.
Zie: Sitzungsber. d. math.-nat. Cl. d. Acad. Wien, 1855. XVII, bl. 92—162.
2 Abth. (Met 9 platen.) 1857. XXVI, bl. 373—450. 1858. Wiener Denkschr.
XVII, bl. 137—182. XVIII, bl. 9—62. Wien. Sitz.ber. XXX, bl. 75—80.
XXXII, 163—168. Afzonderlijk: Wien, C. Gerold\'s Sohn. 1855, 58. 8o.
I. (Met 6 platen.) II. (Met 9 platen.)
1379.------Ueber ein neues Genus der Familie der Welse, Siluroidei,
[Clarotes.] Met 2 platen.                                               B.L.E.—B. G. R.\'
Zie: Sitzungsber. math.-nat. Cl. d. Acad. Wien, 1856. XVII, bl. 313—316.
1380.-------Kritische Bemerkungen über Castelnau\'s Siluroiden.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1858. I, bl. 344—350.
1381.------Beitrage zur Familie der Characinen. B.L.E. B.G.R.
Zie : Sitzungsber. math.-nat. Cl. d. Acad. Wien , 1858. XXX , bl. 75—80. 1858.
XXXII, bl. 163—168.
1382.------Zur Familie der Characinen. 3e Folge der ichthyologischen
Beitrage. Abth. 1 u. 2. (Met 17 platen.)                               B. 3. G. R.
Overgedrukt uit: Denkschr. d. K. Acad. d. Wiss. XVII en XVIII. Wien.
Gerold\'s Sohn. 1859. 4o.
-ocr page 122-
\'
88                                    HIST0IHJ5 NATTTREI/LE DES POISSONS.
1383. Knor, (R.) Ueber Trachypterus altivelus und Chaetodon truncatus
n. sp. Met twee platen.
                                               B. L. H. B. G. R.
Zie: Sitzungsber math. phys. Cl. d. Acad. Wien. 1859. XXXIV , bl. 437—446.
Afzonderlijk: Wieu , C. Geruld\'s Sohn. 1859. 8o.
1384.------Ueber einige noch unbeschriebene Fiscbe. Met eene plaat.
B. L. H. — N. A. M, —B. O. R.
Zie:
Sitzungsber. math.-nat. Cl. Acad. Wien, 1860. XXXIX , bl. 531—547.
Afzonderlijk: Wieu, C. Gerold\'s Sohn. 1860. So.
1385.------Zur Charakteristik und Systematik der Labroiden. Met twee
platen.                                                                              B. L. ü. —B. O. R.
Zie: Sitzungsber. math.-nat. Cl. d. Acad. "Wien. 1860. XL, bl. 41—57.
Afzonderlijk: Wien, C. Gerold\'s Sohn. 1860. 8o.
1386.------Ueber Belonesox belizanus n. g. et sp. aus der Familie der
Cyprinodonten. Met eene plaat.                                   B. L. H. B. G. R.
Zie: Sitzungsber. d. Wien. Acad. math.-nat. Cl. 1800. XL, bl. 419—422.
1387.------Ichthyologische Berichtigungen.
Zie: Wiegmann\'s Archiv. 1868. bl. 57—59.            B. L. H. — N. A. M.
1388.------Ueber die drei Fischgattungen Pterophyllum, Symphosidon und
Monocirrhys Heek. Mit 2 lithogr. Tafeln. gr. 8».
Zie: Sitzungsber. math.-nat. Cl. d. Kaiserl. Acad. Wien. XLV1.
1389.------Specielles Verzeiclmiss der wahrend der Reise der Kaiserl.
Fregatte „Novara" gesammelten Fische. (Aus der Sitzungsberichte der K.
Acad. der Wissensch.) Wieu, Gerold\'s Sohn. 1864—06. roy. 8».
B. L. H.—B. G. R.
1390.------Reise der österreichischen Fregatte Novara um die Erde in
den Jahren 1857—1859, unter den Befehlen des Commodore B. von Wül-
lerstorf-Urbain. Wien, 1865—67. 4o.
                                                 B.L.H
Zoolog. Theil: Fische. 1—3 Abtheilung. Met platen.
1391.------Die Fische der bituminösen Schiefer von Raibl in Karnthen.
Mit 6 lithogr. Tafeln. (Aus der Sitzungsberichte der K. Acad. der Wis-
sensch.) Wien, Gerold\'s Sohn. 1866. roy. 8o.
                         B.B. G. R.
1392. ------Einige für die Fauna der österreichischen Süsswassernsche neue
Arten.                                                                            B.N. A.M.
Zie: Verh. zool. bot. Ges. Wien. Jannarij 1864.
1393.------Vergleichung eines jungen Zeus Faber mit Argyropelecus
hemigymnus.
Zie : Verh. zool. bot. Ges. Wien. Mei 1865.
1394. Kner (R.) und Fr. Stetndachner, Neue Gattungen und Arten von
Fischen aus CentraUAmerika, gesammelt von M. fPjigner. Mit 9 lithogr.
Abbild. (Aus der ADhandl. derK. Baycr. Akad. der Wissseusch.) München,
Franz. 1864—66. gr. 40.
1395.------Neue Fische aus detn Museum der Herren J. C. Godefroy
und Sohn in Hamburg. Mit 18 lithogr. Tafeln. (Aus den Sitzungsberichte
der K. Acad. der Wissensch. 1867, 1868.) Wien, Gerold\'s Sohn. 1867,
1868. roy. 8o.
1396.   Knorr, (G. W.) Deliciae naturae selectae, oder auserlezenes Natu-
ralien-Kabinet aus den drey Reichen der Natur. Fortgesetzt von Ph. L.
Statius Muller.
Nürnberg, 1766. 2 dln. gr. folio. B. L. H. — R. L.
Hoogduitsche en Fransche tekst en 90 gekleurde platen.
Zie aldaar: Kische. II, bl. 42—65. Met 8 pinten, waarop 34 afbeeldingen.
Hollandsche vertaling, Amst., 1773. 3 dln. folio.
                           B. L. H.
1397.   Knox, (R.) \'t Eyland Ceylon in sijn binnenste, of \'tKoningrijck
Candy geopent, en nauwkeuriger dan oyt te vooren ontdeckt.\'Vertaeld door
-ocr page 123-
89
NATUUR! IJK.E GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
S. de Vries. Tot Utrecht, by W. Broedelet. 1692. 4o. Met kaart en
platen.
                                                             B. L. H. N. A. M. R. L.
Zie aldaar: Visschen in \'t bitmenlandsch Ceylon. Hoe se in de poelen gevangen
werden. Selfs kleyne groeven syn hier visclirijck. Hoe se in de rivieren visschen.
Visschen gehouden tot des Konings verlastigingh. bl. 39, 40, 58.
De oorspronkelijke uitgave: A histoiical relation of the island of Ceylon. Lon-
don, 1681. folio.
                                                                               B. L. H.
1398. Knox, (R.) Observations on the general anatomy of the Gymnotus
electricus, the electric Eel of America.
Zie: Edinb. journ. of se. 1824. I, bl. 96—99.
1399.------Notice of a Sword-flsh reeently cought in the river Tay.
Zie: Edinb. journ. nat. and geogr. se. 1830. Il, bl. 427—430.
1400.------Fish and fishing in the lone glens of Scotland. London, Rout-
ledge. 1854. 12o.
1401.------On the food of certain gregarious fishes.
Zie: Proceed. Linn. soc. 1855. II, bl. 354—359. Newman, Zoologist. 1855.
XIII, bl. 4709—4724.
1402.   Kocli, (C. L.) Fauna Ratisbonensis. Regensburg, Pustet. 1840. gr. 8o.
1403.   Koelreuter, (J. T.) Descriptio piscis e Gadorutn genere, Russis
Nawaga dicli, historico-anatomica. Met eene plaat. B. L. H. B. O. R.
Zie: Nov. comment. Acad. Petropol. 1769. XIV. bl. 484—497.
1404.------Descriptio Cyprini rutili, quem Halawel Russi vocant, histo-
rico-anatomica. Met eene plaat.                                    B.L.H. B. O. R.
Zie: Nov. comment. Acad. Petropol. 1770. XV, bl. 494—503.
1405.------Descriptio Pleuronecti Flesi et Passeris L. historico-anatomica.
Zie: Nova acta Acad. Petropol. 1791. (1795) IX, bl. 327—350. B.L.H.—B.G.R.
1406.------Piscium rariorum e Museo Petropolitano exceptorum descrip-
tiones. 1) Gasteropelecus Gronovii sive Clupea Linnaei; 2) ïrutta dentata;
3) Gobio; 4) Cyprinus; 5) Gobio pinna ventrali subrotunda; 6) Gobio pinna
dorsuali unica: 7) Sparus; 8) Labrus valdeoblongus; 9) Scomber; 10) Lophius;
11) Mola aculeata; 12, 13) Perca.
Zie: Novi comment. Acad. Petropol. VIII. Hist. bl. 63. Mem. bl. 404. IX.
Hist. bl. 42. Mem. bl. 420. X. Mem. 329.
                 B. L. H. —B. G. R.
1407.   Kolbe, (P.) Naauwkeurige beschryving van de Kaap de Goede Hoop.
Behelzende een geleerde beschryving van deszelfs dieren, visschen, vogelen,
enz. Amsterdam, B. Lakeman. 1727• 2dln. ioMo.B .L.H .—N.A.M. —R.L.
1408.   Külliker, (Alb.) Bau von Leptocephalus und Helmichthys.
Zie: Zeitschr. f. wiss. Zool. 1853. IV, bl. 360—366.
1409.   Kiilpin, (A. B.) Bemerkungen über die Zergliederung und Natur-
geschichte des Schwertfisches [Xiphias.] Met eene plaat.
Zie: Abhandl. d. Schwed. Akad. 1770. XXXII, bl. 7—18. 1771. XXXIII,
118—121.
                                                        B. L. B.—N.A.M.
1410.   Kowalewsky, (A.) Entwiekelungsgeschichte des Amphioxus lanceo-
latus. Met 3 gesteendr. platen.
                                                          B. L. H.
Zie: Me\'m. de 1\'Acad. de St. Pétersbourg. VIIe Série. 1867. XI , No. 4.
1411.   Kowalewsky, (A.) Ph. Owsjiimfikow und N. Wagner, Die Ent"
wickelungsgesehichte der Store.
                                                            B. L. H.
Zie: Bullet. Acad. se. St. Pétersb. 1869. XIV, bl. 317—325.
1412.   Kracheninnikow, Description du Kamschatka. Traduite du Russe.
Paris, Debure, 1768. gr. 4o. Met 20 kopergrav. en 3 kaarten B.R.L.
Zie aldaar: De la Baleine; dn Kasatka; du Tchechknk ou lonp-marin ; du
Motkoia ou Akuel; du Burbues; du Waknia; du Khakhaltcha; des Lottes marines
et du ïerpouck; des Saumons; des Poissons rouges; duTchawouitcha; du Niarka;
du Keta; du Corboucha; du Belaia ou poisson blanc; du Malma ou Goltsi; du
Mouikiz ; du Kounjaj du Kharious; du Korioukhi ou éperlans; du Beltchoutch
ou du Hareng. bl. 455—485.
Deze fransche vertaling van Kracheninnikow maakt het 2e deel uil van:
Chappe d\'Auieroche, Voyage en Siberië. Vergelyk No. 684.
-ocr page 124-
90
HISTOIRB NATURELLE J3ES POISSONS.
1413.\' Kramer, (G. H.) Elenchus vegetabllium et animaliumper Austriam
inferiorum obserratorum, sistens ea in classes et ordines, genera et species
redacta. Viennae, Trattner. 1756. 8<>. Met eene plaat.
1414. Krauss, (F.) Ueber den Bitterling Rhodeus [Amarus ag.]
Zie: Würtemb. Jahreshefte. 1858. XIV, bl. 115—123.
1415.------Ueber einen Lebenden Lungenflsch [Lepidosiren annectens.]
Zie: Würtemb. naturwiss. Jahresber. 1864.
1416.------Das Zablenverhaltniss der im Neokar vorkommendenFischarten.
Zie: Würtemb. naturwiss. Jahresber. 1865.
1417. Krefft, (G.) Notes on Australian freshwater flshes, and descriptions
of four new species.
                             B. L. H. N. A. M. — R. D.
Zie: Eroceed. zool. soc. April 1864.
1418.------Ein neuer Ganoidflsch aus Australien. (East-Queensland.)
Zie: I >as Ausland. 1870. bl. 792. Overgenomen nit bet i Quarterly journal of
science.
1419. Kröyer, (H.) Om Chirus praecisus, en ny grönlandsk Fisk.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. 1837. I, bl. 25—32.
1420.------Notice om den strömske Blennius lumpenus af Udg.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. 1837. I, bl. 619—520.
1421.------Blennius lampetraeformis Wahlb.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. 1837. I , bl. 32—88.
1422. ------ Om Pleuronectes-arterne.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. 1837. I, bl. 378—384.
1423.------Notice om den norske Lumpenus.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. 1837. I, bl. 519—520.
1424.------Om slaegten Tricaster Ag.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. 1841. III, bl. 544—545.
1425.------Fem nye Grönlandske Fiskearter.
Zie: üversigt K. Danske Selsk. Forhandl. 1844, bl. 139—141.
1426.------Oplegnathus fasciatus.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. N. B. 1845. I, bl. 213—223.
1427.------Agriopus alboguttatus.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. N. R. I. 1845, bl. 224—227.
1428.------Carelophus Strómii.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. 1845. I, bl. 227—238.
1429.------Danmarks Fiske beskrevne. Med Traesnit ad flineh. Kjöben-
havn, L. Triers, 1838—53. I—III, afl. 1, 2. 8».
1430.------Ichthyologische, die Nordische Fauna betreffende Notizen.
Zie: Isis. 1841, bl. 24—32.
1431.------Aspidopborus niger.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. N. R. 1845. I, bl. 238—243.
1432.------Aspidophorus decagonus.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. N. lt. 1845. I, bl. 243—250.
1433.------Aspidophorus spinosissimus.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. N. R. 1845. I, bl. 250—253.
1434.------Icelus hamatus.
Zie: Króyer\'s naturhist. Tidsskr. N. R. 1845. I, bl. 253—264.
-ocr page 125-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         91
1435. Kröycr, (H.) Caracanthus typicus.
Zie: Kröyer\'s naturbist. Tidsskr. 1815. I, bl. 264—268.
1436.------Om de nordiske Arter af slaegten Sebastes.
Zie : Kröyer\'s naturbist. Tidsskr. N. R. 1845. I, bl. 268—282.
1437.------Ceratias Hollbölli.
Zie: Kröyer\'s naturhist. Tidsskr. N. R. 1845. I, bl. 639—649.
1438.------Scopelus glacialis Rhdt.
Zie: Kröyer\'s naturbist. Tidsskr. N. R. 1849. II, bl. 225—240.
1439.-------Paralepis borealis Rhdt.
Zie: Kröyer\'s naturbist. Tidsskr. N. R. 1849. II , bl. 241—262.
1440. ------ Stomias ferox Rhdt.
Zie: Kröyer\'s naturhist. Tidsskr. N. R. 1849. II, bl. 252—261.
1441.------Cyclopterus spinosus Fabp.
Zie: Kröyer\'s naturhist. Tidsskr. N. R. 1849. II, bl. 262—274.
1442.   —-— Liparis Fabrici Kr. u. lineatus Kr.
Zie: Kröyer\'s naturhist. Tidsskr. N. R. 1849. II, bl. 274-290.
------Zie: Gaimard. No. 925.
1443.   Krynieki, (J.) Sehilus Pallasü descriptus et icone illustratus. Met
eene plaat.
                                                                       B. I. H. — B. G. B.
Zie: Nouv. mem. soe. natur. Moscou. 1832. II, bl. 441—446.
1444.   Kiister, (H. C.) Systematiscb.es Verzeichniss der in der Umgegend
Erlangens beobachteten Thieren. Erlangen, Blasing. 1840. gr. 8».
Zie aldaar: Namen verzeichniss der Fische der Pegnitz-und Hegnitz-Gewssser.
Dezelfde schrijver noemt nog 29 visschen uit de omstreken van N urn berg, in
het door Lochner uitgegeven werk: Nüruberg\'s Vorzeit. Nürnberg, 1845. bl. 364.
1445.   Lacépède, Sur Ie Polyodon feuille [Spatularia folium.]
Zie: Buil. des scienc. soc. Philom. 1797. I, 2, bl. 49. Millin, Magas.-
encycl. 1797. III, 4, bl. 13—14.
                                                K.B.\'sG.
1446.   Lambert) (G.) Poissons vivipares en Californie.           B.N. U.M.
Zie: Soc. d. se, arts et lett. dn Hainaut. Mons, 1845
1447.   Lumont, (A.) Notice of the colossal Ray orSkate; withan account
of the capture of one, at Port Royal, Jamaica. [Ceratoptera Johnii M. H.]
Zie: Jameson\'s Edinb. phil. journ. 1824. XI, bl. 118—118. Froriep\'i
Not. 1728. VIII, No. 158, bl. 53—56.
1448.   Lamonroux, (J. V. F.) Note sur la Afontée.
Zie: jNunv. buil. scienc. soc. Philom. 1812. III, bl. 181.
1449.   Langgnth, (€t. A.) Programm. de Torpedinibus quibusdam notis.
Wittenb., 1777. i».
1450.------Dissertatio de Torpedine veterum, genera Raja. Resp. J. S. T.
Fremel. Wittenb., 1777. 4o.
1451.------Dissertatio de Torpedine recentiorum, genera Anguilla. Resp.
J. A. Garn. Wittenb., 1778. 4o.
1452.   Laporte. (E.) Fauhe ichthyologique , ou histoire naturelle des poissons
qui se trouvent dans Ie département de la Gironde. Bordeaux, Lafargue.
1856. 8o.
1453.   Lathum, (John) An essay on the various species of Sawfish
[Pristis.] Met twee platen.
                                                                B. L. H.
Zie: Transact. Linn. soc. London. 1794. II. bl. 273—282.
-ocr page 126-
92
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
1454.   Latham (J.) et H. Davies, Faunuia indica. id est catalogus ani-
malium Tndiae orientalis quae hactenus naturae curiosis innotuerunt. Secundus
curis editus, correctus et auctus a J. H. Forster. Halae, 1795. folio.
1455.   Latonrrette, (de) Sur Ie Carpeau de Lyon.                     B. L. H.
Zie: Observ. et me\'ra. sur la Phys. par Roeier. 1775. VI, bl. 271—280.
Lay, (G. T.) Zie: Zoology.
1456.   Leach, (W. E.) Description of a Sword-fish [Xiphias Rondeletii]
found in the Frith of Forth in Jur.3 1811. Met afbeeldingen.
Zie: Mem. Werner nat. hist. soc. 1818. II, bl. 58—60.
1457.------Some observations of the genus Squalus of Linné with de-
scriptions and outline figures of two British species. Met afbeeldingen.
Zie: Mem. Werner. nat. hist. soc. 1818. II, bl. 61—66.
1458.------Description de deux espèees de Thynnus Fabr. [Th. Brownii,
Th. variabilis] découvertes dans la Nouvelle Hollande.
Zie: Brown, Juurn. de phys. 1819. LXXXVIII, bl. 178.
1459.   Lebensweise (Die) des Aals.
Zie: Froriep\'s N. Noti/.en. 1841. XIX, bl. 341—342.                  B.L.H.
1460.   Lcckenby, (J.) On a species of Pipe-fish [Syngnathus aequoreus?]
lately found at Scarborough. Met eene plaat.
                                   B.L.H.
Zie: Ann. of nat. hist. 8 Ser. 1858. II, bl. 416—417.
1461.   Ledel, (Sam.) Carpiones diu viventes.                                B.L.H.
Zie: Ephemer. Acad. nat. cur. Dec. 2 1691. (1692.) bl. 28—29.
1462.   Leiblein, Versuch einer Aufzahlung der Fische des Maingebietes.
Zie: Corrcspondenz-Blatt. Zool.-mineral. Vereins in Regensburg. 1853. VII,
bl. 97—127, 183-185.
1463.   Leigh, (CU.) Natural history of Nottinghamshire. London, 1712. fol.
1464.------The natural history of Lancashire, Cheshire, and the peak
of Derbyshire. Oxford, George West. 1700. folio. Met portret, kaart en
25 platen.
                                                                                            B. T. G.
Fishes: blz. 130—147.
1465.   Lemarié, (Eug.) Poissons des départements de la Charente, de la
Charente-inférieure, des Deux-Sèvres, de la "Vendée et de la Vienne. Niort,
1866. gr. 8o.
1466.   Lepechin, (J.) Descriptio piscis [Cyprini sp.]              B.B. O.B.
Zie: Novi comment. Acad. Petropol. 1771. XV , bl. 491—493.
1467.------Descriptio Cyclopteri lineati. Met afbeeldingen B.B. G.B.
Zie: Nova comment. Acad. Petropol. 1773. XVIII, bl. 322—325.
1468.------Descriptio piscis e Gadorum genere, Kussis Saida dicti,
[Gadus Saida.] Met eene plaat.                                                  B.B.G.R.
Zie: Nova comment. Acad. Petropol. 1773. XVIII, bl. 512—521.
1469.------Beschreibung des Russischen Reichs. Altenburg, 1774—83.
3 dln. 4o.
Dit werk verscheen oorspronkelijk in het Russisch , te St. Petersburg. 1771—
1780. 3 dln. 4o. Lepechin beschrijft daarin verschilleude visschen.
1470.------Varietas Acipenserisstellati oppido rara descripta. B.L.H.B.G.B.
Zie: Nova acta Acad. Petropol. 1791, (1795). IX, hist. bl. 35—38.
1471. Léry, (Jean de) Histoire d\'un voyagc faict en la terre du Brésil
dite Amérique, contenant la navigation et choses remarquables, veues sur
mer par Taucteur, Ie comportement de Villegagnon en ce pays-la, les moeurs
et fajons de vivre des sauvages amériquains, la description de plusieurs ami-
maux, etc. (La Rochelle) impr. pour Ant. Chuppin. 1578. kl. 8o.
Eerste druk. Herdrukt in 1580,1594, [£. L. H.] 1599 en 1600. Het 12e hoofd-
stuk handelt over de visschen.
-ocr page 127-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         93
1472.   Lesauvage, (E.) Note sur une nouvelle espèce du genre Ammo-
dytes [A. lanceolatus. ]
Zie: Buil. scienc. soo. Philom. 1824, bl. 140—141. Férussac, Buil. se. nat.
1825. IV, bl. 261—262.
1473.   Leske, (S. G.) Ichthyologiae Lipsiensis specimen. Lipsiae, W. Vogel.
1774. 8o.
1474.   Lesson, (R. P.) Hippocampus abdominalis nov. sp.
Zie: Férussac, Buil. scient. nat. 1827. II, bl. 127—128. B.L.H.—N.A.M.
1475.------Diacope macelor nov. sp.
Zie: Férussac, Buil. se. nat. 1827. XII, bl. 138—139. B.L.H. —N.A.M.
1476.------Description du nouveau genre Ichthyophis et de plusieurs
espèces inédites ou peu connues de poissons recueillis dans Ie voyage autour
du monde de la eorvette la Coquille.
                                                 B. i. H.
Zie: Me\'m. de la soc. d\'hist. nat. de Paria. 1828. IV , bl. 397—412. Férussac,
Buil. se. nat. 1829. XVII, bl. 299-301. Isis. 1832. bl. 487-488.
1477. Lesueur, (C. A.) Deux espèces non encore décrites du genre Calliony-
mus [C. Risso et elegans.] Met platen.
Zie: Bullet. scient. soc. Philom. 1814, bl. 5—6.
1478.------Nouvelles espèces de Raies et autres poissons. Avec 16 plan-
ches. Philad., 1817. 80.
1479.------Descriptions of several new species of North American fislies.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1817. I, bl. 222—235, 359-379.
1480.------Description of several new species [Squalus, Salmo] ofNorth-
American fislies. Met 3 platen.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1818. I, bl. 222—235. 359—368.
1481.------Description of several species of Chondropterygious fishes of
North-America with their varieties. Met eene plaat.
Zie : Transact. Americ. pbilos. soe. N. S. 1818. I, bl. 380—394.
1482.------Notice sur quelques poissons [Pameledus albidus; P. nebulosus,
etc] découverts dans les lacs du Haut Canada., durant 1\'été de 1816.
Zie: Me\'m. du Muséum. 1819. V, bl. 148—161. (Met twee platen). Extr.
Ann. gènér. de se. phys. 1820. IV, bl. 42—45.
         B. L.H. —N.A.M.
1483.------Descriptions of three new species of the genus Raia.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1817. I, bl. 41.
1484.------Short descriptions of five (supposed) new species of the genus
Murena.                                                                                               
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1817. I, bl. 81.
1485.------Descriptions of two new species of the genus Gadus.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1817. I, bl. 83.
1486.------Description of a new species of the genus Cyprinus.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1817. I, bl. 85.
1487.------A new genus of fishes proposed under the name of Catosto-
mus, and the characters of this genus, with those of its species indicated.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1817. I, bl. 88, 102.
1488.------Descriptions of four new species and two varieties of the
genus Hydrargira.
Zie: Jouru. Acad. nat. se. Philad. 1817. I, bl. 126.
\\
-ocr page 128-
94
HISTOIEE NATURELLE DES POISSONS.
1489. Lesueur, (C. A.) Descriptions of several species of the genus Bsox
of North America.
Zie: Jonrn. Acad. nat. 8c. Philad. 1817. I, bl. 413.
1490.------Description of a new genus, and several new species of fresh-
water flsh, indigenous to the United States.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1821. II, bl. 2—8.
1491.------Descriptions of two new species of Bxocoetus.
Zie: Journ. Aead. nat. se. Philad. 1821. II, bl. 8.
1492.------Observations on several genera and species of fishes belonging
to the natural history of Esoces.
Zie: Journ. Acad. nat. Sc. Philad. 1821. II, bl. 124.
1493.------Description of several species of the genus RaiaLinn. of North
America. With 4 plates.
Zie: Journ. Aead. nat. se. Philad. 1822. VI, bl. 100—121.
1494.------Descriptions of four new species of Muraenophis.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1825. V, 1, bl. 107—109.
1495.------Description of a new species of the genus Saurus Cuv. [8.
minutus.] Met eene plaat.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1825. V , P. 1. bl. 118—119. Férustac,
Buil. se. nat. 1827. XII, bl. 137—138.
1496.------Description of several new species of Cuttlefish.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1821. II, bl. 86—101.
1497.------Descriptions of five new species of the genus Cichla of Cuvier.
Zie: Journ. Aead. nat. se. Philad. 1821. Il, bl. 214.
1498.------Descriptions of three new species of the genus Sciaena.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1821. II, bl. 251.
1499.------Description of a Squalus of a very largesize, which was taken
on the coast of New-Jersey.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1821. II, bl. 363.
1500.------Description of two new species of the genus Batrachoid of
Lacépède.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1823. III, bl. 395.
1501.------Description of two new species of the Linnean genus Blennius.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1824. IV, bl. 361.
1502.   Lettre sur 1\'histoire naturelle des poissons de la Lorraine et sur
les ombres coloriées en bleu, observées au Havre en 1783. 8o. (16 bladz.)
1503.   Leuckart, (F. S.) Ueber das Genus Lepidosiren.
Zie: Froriep\'s N. Not. XIII, No. 266, bl. 17—18.              B. L. H.
1504.   Leuckart, (R.) Nachweis von Porenkanalchen in den Epidermiszellen
von Ammocoetes.
Zie: Verhandlgn. d. phys. med. Ges. in Wiirzburg. 1856. VII, 2 Heft,
bl. 193—195.
Köüiker, Allgemeine Bemerkungen hierüber. Ibid. bl. 196—198.
1505.------Ueber die allmahlige Bildung der Körpergestalt bei den
Rochen. Zur Entwickelungsgeschichte von Torpedo marmorata. Met eene
plaat.
                                                                                                      B. L. H.
Zie: Zeitscbr. f. wissensch. Zoölogie. 1859. II, bl. 254—267.
1506.------Bau und Entwickelungsgeschichte der Pentastomen. Leipzig,
1860. 4U, Met 6 platen.
-ocr page 129-
NATUUBLIJXE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         95
1507. Leydlg, (Fr.) Ueber die Haut einiger Süsswasserflsohe.
Zie: Zeitschr. f. wiss. Zool. 1851. III, bl. 1—12.                       B.L.H.
1508.------Einige histologische Beobachtungen über den Schlammpeitzger
[Cobitis fossilis.]
Zie: Müller\'s Archiv f. Anat. 1853. bl. 3—8.                             B.L.H.
1509.------Histologische Bemerkungen über den Polypterus bichir. Met
twee platen.                                                                                            B. L. H.
Zie: Zeitschr. f. wiss. Zool. 1854. V, bl. 40—74.
1510. Liclitenstein, (K. M. H.) Ueber einige neue Arten von Fischen aus
der Gattung Silurus.
Zie: Wiedemann\'s Zool. Magaz. 1819. I, 3. bl. 57—63.
1511.------Die Werke von Marcgrave und Piso über die Naturgeschichte
Brasiliens, erlautert aus den wieder aufgefundenen Original-Abbildungen.
Zie: Abhandl. Berl. Akad. Wissensch. 1820—21. bl. 267—288; 1826.
(Phys. Klasse.) bl. 49—65.
                                                          B.L.H.
1512. Liénard, Sur quelques poissons de 1\'ile Maurice.
Zie: 1\'Institut. 1836. IV, No. 167, bl. 240. No. 175, bl. 305. B.L.H.
1513.------Description d\'une nouvelle espèce de Girelle, dite Julies Laportei.
Zie: Act. soc. Linn. Bordeaux. 1845. XIV. bl. 112—114.
1514.------Orthagoriscus lanceolatus n. sp.
                         B. N. A. M.
Z\\e-. Revue zool. 1840. bl. 291—292. (Met eene plaat.) Magas. de zool.
1841. Poiss. pi. 4. (bl. 8.)
1515. Liljeborg, (N.) Om Insjófiskar i Norrige.
Zie: Oefvers. k. vet. Akad. Förhandlgr. Stockholm, 1845. bl. 213—214.
1516.------Ny art af Fiskslagtet Platessa.
Zie: Oefvers. k. vet. Akad. Förbandl. Stockholm. 1850. bl. 5—6.
1517.    Linck, (Joan. (iuil.) De Raja torpedine. Lipsiae, Sommer.
1788. 8o,
1518.   Lindroth, (P. G.) Gymnetrus Grillii uptackt och beskrifven. Met
eene plaat.
Zie: K. vet. Akad. nya Handlgr. 1798. XIX, bl. 288—298.
1519 Lindsay, (Alex.) On the Amphioxus lanceolatus.
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 1857. 2 Ser. XX, hl. 339—340.
1520. Linnaens, (C.) Bescbreibung von Gold- und Silberflschen. Met
afbeeldingen.
                                                                                            B. L. H.
Zie: Abhandlgn. d. Schwed. Akad. 1740. II, bl. 175—184.
1521.------Cyprinus pinnae ani radiis 11, pinnisalbentibus, Staem Suecis,
descriptus [Cyprinus grislagine.]                                        B. L. H. B. Q. R.
Zie: Acta soc. Upsal. 1744—60. bl. 35—36.
1522. ------ Fauna Suecica sistens animalia Sueciae regni: Quadrupeda,
aves, amphibia, pisces, insecta, vermes, distributa per classes et ordines,
genera et species. Cum diffarentiis specierum, synonymis autorum, nominibus
incolarum, locis habitationum, descriptionibus insectorum. Lipsiae, W. Vogel.
1800. 8o.
                                                                                B. U.H.
-----Uitgave van 1746.                           B. T. Q.—N. A.M.
1523.   Linsley, (J, H.) Catalogue of the flshes of Connecticut, arranged
according to their natural families.
Zie: Silliman, Americ. journ. 1844. vol. 47, bl. 55—80.
1524.   Lloyd, (L.) The Game-birds and wild fowl of Sweden and Norway,
together with an account of the seals and saltwater fishes of those countries.
-ocr page 130-
96                                   HISTOIRE NATURELLE DES l\'OISSONS.
With a map and illustrations in chromo-lithography and wood-cuts. London,
Day and Son, 1867. 80.
1525.   Löffler, (H.) Uebereinige einheimische Fische.
Zie: Preuss. Provinzialbl. 1837. XVIII, bl. 539—547.
1526.   Löfling, (P.) Iter Hispanicum eller Resa til Spanska Landerna
utgifven af C. Linnaeus. Stockholm, 1758. 80. Met platen.
LütlitiL\' beschrijft 9 visschen.
Eene Hoogduitsche vertaling door A. B. Kölpin verscheen: Berlin, 1776. 80.
1527.   Loosjes, (P.) Leerzame zamenspraken over eenige dieren, vogels, in-
secten en visschen. Met platen. Te Amsterdam, bij de Erven F. Houttuin.
1769. 80.
1528.   Lorck, (C. G.) Fauna Prussica. Abbildungen der Saugethiere. Vogel,
Amphibien und Fische Preussens. Königsberg, (Grafe und ifnzer.) 1834, 35.
3 stukken, gr. 4°. Met 52 kopergravuren.
1529.   Lorinzi, (Stef.) Osservazioni iiitemo alle Torpedini. Con 5 tav.
Firenze, 1678. 4o.
1530.------The curious and accurate observations on the dissectious of
the Cramp-fish, done into english by /. Davit. With 5 pi. London, 1705. 4».
1531. Lott, (Fr. van der) Kort bericht van den Congeraal, ofte Drilvisch.
Zie: Verhaiid. Holl. maatsch. d. wet. Haarl. 1762. VI, 2. bl. 87—95.
K. B. \'s O. — B. L. E. \'f. O. — N. A. M. — B. O. R. — R. D.
15:52. Lovetsky, (A.) Sur les espèces du genre Esturgeon, appartenant
aux eaux de 1\'empire Russe.
                                         B. L. a. N. A. M.
Zie: Férussac, Buil. se. natnr. 1830. XXIII, bl. 131-134. Frorieps
Notizen. 1831, XXX. bl. 99—101.
1533. ------- Diagnosis piscium ad genus Acipenserinum pertinentium, prae-
primis eorum qui habitant in aquis Imperii Rossici. (Met 5 platen.)
Zie: Nouv. mem. soc. natur. Moscou. 1834. III, bl 253—264. Férutiac,
Buil. se. nat. 1830. XXIII, bl. 131—134. Froriep\'t Not. No. 645, 1831.
bl. 99—101.
                                                                                      B. L. H.
1534.   Low, (G.) Fauna Orcadensis. or the natural history of thequadru-
peds. birds, reptiles and fishes of Orkney and Shetland. From a manuscript
in the possession of W. E. Leaeh. Edinburgh, Constable. 1813. 4°. Met
platen.
1535.   Low, (Hiigh) Sarawak; its inhabitants and productions. Beingnotes
during a residence in tbat country. London, R. Bentley. 1848. gr. 8<>.
B. R\' L.
Zie aldaar: Fish and fishing establishments. bl. 88, 89. Oyak angling. bl.
811. List of fish of Borneo. bl 412—13.
1536.   Lowe, (R. T.) Deseription of a new genus of Acanthoptervgian
flshes [Alepisaurus ferox.] Met twee platen.
                     B.L.H. É. D.
Zie: Transact. zool. soc. London. 1835. I, bl. 123—128,395—400.
(Abstr.)Proceed. zool. soc. London. I, 1833. bl. 104. Froriep\'s Not. XXXVIII.
No. 835. 1833, bl. 330. Isis , 1S36. bl. 395—396. 1837. bl. 274- 275.
1537.------Characters of a new genus Leirus, and of several new species
of fishes from Madeira [Serranus marginatus, Beryx splendens, Rhombus
Maderensis, Crenilabrus trutta, Centrina nigra, etc] B.L.H.N.A.M.R.J).
Zie: Proceed. zool. soc. 1833. I, bl. 142—144.
1538.------Piscium Maderensium species quaedam novae, vel minus rite
cognitae breviter descriplae. [Serranus fimbriatus, S. fuscus, Priacanthus
fulgens, etc]
Zie: Transact. Cambr. Phil. soc. 1838. VI, bl. 196—202.
-ocr page 131-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         97
1539. Lowe, (R. T.) On new species of fishes from Madeira, [Scorpaena
ustulata, Nauclerus abbreviatus, etc]
               B.L.H. N.A.M.R.B.
Zie: Proceed. zool. soc. 1840. VIII, bl. 36—39; Ann. nat. hist. 1841.
VII, bl. 92—94.
1540.------A synopsis of the fishes of Madeira, with the principal synonyms,
Portugese names, and characters of the new genera and species.
Zie: Transact. zool. soc. 1842. II, bl. 173-200.                      S.L.H.
1541.------Supplement to „ A synopsis of the fishes of Madeira".
Zie: Transact. zool. soc. London. 1842, (1849.) III, bl. 1—20. Isis.
1844, bl. 759-764.
                                                                          B.L.H.
1542.------Notices of fishes newly observed or discovered in. Madeira
during 1840—42. [Seriola gracilis, Brama longipinnis, Taractes asper, Pteraclis
papilio, etc. ]
                                                       B. L.H. — N.A. M. -R.Ü.
Zie: Proceed. zool. soc. 1843. XI, bl. 81—95.
1543.------History of the fishes of Madeira. With original figures from
nature of all the species by C. E. C. Norton and M. Young. London,
i . van Voorst, 1843—44. roy. 8o.
1544.------On a new genus of the family Lophidae [Chaunax] , discovered
in Madeira.                                                    B. L. H.—N. A. M. — R. ü.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1846. XIV, bl. 81—84. Ann. of nat.
hist. 1846. XVIII, bl. 416—418. (Met eene plaat.) Trausact. zool. soc.
London, 1849. III, bl. 339—344.
1545. — - An account of fishes discovered or observed in Madeira since
the year 1842.
                                                                                       B L. H.
Zie: Transact. zool. soc. London. 1859. XVIII, bl. 247—253. Ann. of
nat. hist. 1852. X, bl. 49—55.
1546.------Description d\'un nouveau genre de poisson de la familie des
Murénoïdes [Belonopsis Leuchtenbergii.] Met eene plaat. (Avec des remarques
de M. Brandt.)
                                                              B. L. H. —B. O. R.
Zie: Mem. prés. ft 1\'Acad. St. Pe\'tersb. 1851. VII, bl. 169—176. Ook
afzonderlijk: St. Pétersb., 1851. (Leipz. L. Voss.) 40.
1547.   Lnbach, (D.) De Europeesche Meerval. B. N. A. M. — R. D.
Zie: Album d. Natuur. 1852. bl. 209.
1548.   Lttneburg, Beitrage zur Naturkunde des Fürstenthums Lüneburg.
Lüneburg, 1861.
Zie aldaar: Fische, blz. 17.
1549.   Liincl, (G.) Revision du genre Castagnole [Brama] et description
d\'une espèce nouvelle, Brama Saussurii. Met twee platen. B. N. A. M.
Zie: Mem. soc. phys. et d\'hist. nat. Genève. XVIII. 1865.
1550.   Liitken, (Chr.) Nogle Bemaerkninger om Naeseborenes Stilling hos
de i gruppe med Ophisurus staaende slaegter of Aalefamilien. Met eene gesteendr.
plaat. 1851. gr. 8o.
                                                                            B. L. H.
Zie ook: Archiv f. Naturgesch. 1852. I, bl. 255—276.
1551.------Bemaerkninger om Liparus lineatus. Kjöbenh., 1862. gr. 8o.
1552.-------Ichthyologiske Notiser.                                        B. N. A. M.
Zie: Vidensk. Meddel. naturh. Foren. Kjöbenh. (1865) 1866. bl. 205—223.
1553.------Om Ganoidernes Begraendsning of Inddeling. B.N.A.M.
Zie: Vid. Meddel. naturh. Foren. Kjöbenh. 1868. (1869) bl. 1—82.
Een uittreksel verscheen in: Geolog. magaz. 1868. V, onder den titel: Porf.
Kner, On the classification of the Ganoids.
Zie naar aanleiding van dit geschrift, een brief van den schrijver aan prof.
Geinitz, in: Bibliothèque uuiv. et Revue suisse. Archives, No. 159. bl. 283—296.
7
-ocr page 132-
98                                   HISTOIRE NATURELLE DES L\'OISSON».
1554. M\'Clelland, (J.) Description of the [so called] Mountain Troutot
Kemaon. Met eene plaat.
Zie: Journ. of the Asiat. soc. of Bengal. 1835. IV, bl. 39—41.
1555.------Communication on the subject of two small fishes from a hot
spring at Pooree.
Zie: Proc. of the Asiat. soe. 6 June 1828. — Journ. of the Asiat. soc. of Bengal.
1838. VII, P. 1, bl. 465.
1556.------Observations on six new species of Cyprinidae, with an outline
of a new classification of the family.
Zie: Journ. Asiat. soc. Bengal. 1838. VII, bl. 941—947.
1557.------Indian Cyprinidae. (Extract from the Asiatic researches.
XIX, 2.) With 25 pi. Calcutta, 1839. 40.
1558.------Indian Cyprinidae.                                                       B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1842. VIII, bl. 35—46,108-121,192—203. (Zie:
D. H. Storer.)
1559.------On the freshwater fishes collected by Will. Griffith during
his travels from 1835—1842.
Zie: Calcutta journ. nat. hist. 1842. II, bl. 560—589.
1561.------On Isinglass in Polynemus sele Buch., a species which is
very common in the Estuaries of the Ganges. Met eene plaat. B. L. H.
Zie: Journ. of the Asiat. soc. of Bengal. 1840. VIII, bl. 203—207. Ann.
of nat. hist. 1840. IV, bl. 401-405.
1562.------On two undescribed species of Skate or Raidae [Myliobates
macroptera and Trygon variegatus.] Met eene plaat.
Zie: Calcutta journ. nat. hist. 1841. I, bl. 59—60. Isis. 1843. bl. 805—806.
1563.------Remarks on a new genus of thoracic Percoid fishes, Cestreus.
Met afbeeldingen.
Zie: Calcutta journ. nat. hist. 1842. II, bl. 150—152.
1564.------Description of a collection of fishes made at Chusan and Ningpo
in China by O. R. Playfair. Met 5 platen.
Zie: Calcutta journ. nat. hist. 1844. IV, bl. 390—413.
1565.------Apodal fishes of Bengal. Met 10 platen.
Zie: Calcutta journ. nat. hist. 1845. V, bl. 151-229.
1566.------Description of four species of fishes from the rivers at the foot
of the Boutain mountains.                                                                        .
Zie: Calcutta journ. nat. hist. 1845. V, bl. 274—282.
1567. Mc Coy, (F.) Note on the Irish species of Cephaloptera [Pteroce-
phala.] Met eene plaat.
                                                                       B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1847. XIX, bl. 176—178.
1568.------• Notes on the Australian species of Arripis.
Zie: Transact. and Proceed. R. soc. Victoria. 1865. VI.—Ann. and mag. nat.
hist. Sent. 1865.
                                                                                B. L. H.
1569.------On some new or rare fish occurring on the coast of Ireland.
[Trigla Blochii, Cottus Groenlandicus, Thynnus pelamys.]
Zie: Ann. of nat. hist. 1841. VI, bl. 402—408.                           B.L. B.
1570. Macdonald, (J. D.) On the characters of the type of a proposed
new genus of Mugilidae inhabiting the fresh waters of viti-Levu, leejee
group; with a brief account of the native mode of capturing it. Met eene
plaat.
                                                               B.L.H.— N.A.M.— R. D.
Zie: Proceed. zool. soe. 1869. bl. 38—40.
-ocr page 133-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                         99
1571. Macdonald (J. D.) and Ch. Barrow, On a stipposed new species
of Galeocerdo from the Southern scas. B. L. H. N. A. M. R. D.
Zie: Proceed. zool. soc. 1868. bl. 868—871. Met eene plaat.
1572.------ Notes on Heptranchus indicus. Met eene"plaat.
Zie: Proceed. zool. soc. 1868. bl. 371—373. B. L. H. —N. A. M. R. D.
1573.   M\'Donnell, (Rob.) Observations on the habits and anatomy of the
Lepidosiren annectens. Dublin. M. H. Gill 1860. gr. 80. Met 4 gesteen-
drukte platen.
                                                                                        B. L. H.
Zie: Zeitschr. f. wissensch. Zoölogie. 1860. X, bl. 409—111.
1574.   Machado, (Ant.) Catalogos de los peces que habitan ó frecuentan
las eostas de Cadiz y Huelva. con inclusion de los del rio Quadalquivir.
Sevilla, 1856. 4o.
1575.   Macrl, (Saverio) Osservazioni intorno ad una novella spezie de
Squalo (Squ. isodus [Selache maxima test. M. et H.]) Met twee platen.
Zie: Mem. della R. Accad. d. se. di Napoli. 1819. I, bl. 55-102. Extr.
Férussac, Buil. se. nat. 1827. X, bl. 166—168.
            B. L. B.- N. A.M.
Magnus. Zie: Olaus Magnus.
1576.   Maillard, (L„) Notes sur 1\'ile de la Réunion (Bourbon.) Paris,
Dentu, 1863. 80. Met 27 platen.
Zie aldaar: Faune ichthyologiqne par A. Guiclienot.
1577.   Maitland, (R. T.) De Klomp- of Molensteen-visch [Mola aspera
Bonap.]
                                                          B. L.H. —N.A.M.—R.D.
Zie: Jaarb. v. b. zool. genootsch.: Natura artis magistra. Amst. 1859. bl.
bl. 140—150.
1578.------De moddervisch. Lepidosiren annectens. Amsterdam, 1863.
gr. 80.                                                             B. L. H. —N. A. M. —R. D.
Zie: Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
1579.-------Systematische beschrijving derdieren, welke in Noord-Nederland
of aan deszelfs kusten voorkomen, met bijvoeging van derzelver synonymen,
benevens de plaatsen, waar dezelve gevonden zijn, gerangschikt naar „J. van
der Hoeven\'s
Handboek der Dierkunde". 2e uitgave. Leiden, C. C. van der
Hoek. 1851. 80.
                                                            B. N. A. M.—R. D.
1580.   Malm, (A. W.) Om Syngnathus typhle och acus. B.N. A.M.
Zie: Ofvers. K. vet. Fórhandl. Stockholm. 1852. bl. 82—85. SundevaU\'s
aanmerkingen daarover, ibid. bl. 85—92.
1581. ------- Ichthyologiska Anmerkningar. Met eene plaat. B.N. A.M.
Zie: Oefyers. K. vet. Akad. Förhandlgr. Stockholm. 1852. bl. 224—234.
1582.-------Hemiramphus balticus Hornsch.                                 B. L. H.
Zie: Froriep\'s Tagesber. 1852. No. 467. (Zoolug. II) bl. 264.
1583.------De flundre-artada Fiskarnas Kropps byggnad ar mera skenbart
an verkligt osymmetrisk. Met eene plaat.                                  B. N. A. M.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. Förhandl. Stockholm. 1854. bl. 173—183.|
1584.-------Beskrifning öfver en fór Skandinaviens ny art af slagtet Raja
[Circularis.]                                                                                    B.N. A.M.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. Förhandl. Stockholm. 1857. bl. 187—193.
1585.------Bidrag till Eannedom af Pleuronectoidernas utveckliag och
byggnad. Met 2 platen.
Zie: Svensk. vet. Akad. Handl. 1868. VU, bl. 28.
1586. Malmgren, (A. J.) Kritische Uebersicht derFisch-FaunaFinlands.
Aus dem Schwedischen von C. F. Frisch.
Zie: Uebers. der Verhandl. K. Schwed. Acad. der Wissensch. 1863. 80.
7*
-ocr page 134-
100                                HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
1587. Malmgren, (A. J.) Kritisk Oefversigt af Finlands Fiskfauna. Aka-
demisk Afliandling. Helsingsfors, J. C. Frenckell. 1863. gr. 8«.
158S.------Bidrag til Finmarkens Fiskfauna.                      B. N. A. M.
Zie: Oefvers. vet. Akad. Fürhandl. 18B7. No. 5. bl. 259—205.
1589.------\' Om Spitsbergens Fiskfauna.
Zie: Oefvers. Sveusk. vet. Akad. I\'örhandl. (1864.) 1865.
Man, (J. C. de) Zie: Bijdragen tot de geneesk. plaatsbeschrijving
van Nederland. No. 1702.
1590.   Mandelslo, (J. A.) Voyages célèbres et remarquablcs faits de Perse
aux Indes Orientales. Contenant unc description, nouvelle et tres curieuse
de 1\'Indostan, de 1\'Empire du Grand-Mogol, des iles et presqu\'iles de 1\'Orient,
des royauraes de Siam, du Japon, du Congo, de la Chine etc. Traduits de
1\'original par A. de IVicquefort. Nouvelle édition, revue et corrigée. A
Leide, chès Pierre van der Aa. 1713. 2 dln. 1 bd. folio. Met gegraveerde
platen en kaarlen.
                K. B. \'s O. —B. L. H. —N. A. M.—R. I.
Zie aldaar: Poissons dans 1\'ile de Baly, bl. 396; dans 1\'ile de Ceylan, bl. 280;
dans ie royaumc de b, Chine, bl. 559, 573; dans Ie royaume de Guzarata , bl.
88, 209; dans 1\'ile de St. Helene, bl. 670; dans 1\'ile Maurico, bl. 627; dans
1\'ile de St. Thomas, bl. 675; dans les lies Vertes, bl. 084; Poissons qui pré-
sagent changement de temps, bl. 634; Poissons volans, bl. 019, 621), 673;
Diverses espèces de poissons, bl. 620, 621, 623; Baleines qui se trouveut sur
les cótes du Japon, bl. 404; dans la mor prés de la ligneéquiuoctiale, bl. 623;
Sur les cótes de 1\'ile St. Thomas, bl. 675.
1591.   Mangolt, (Gr.) Fisehbuch. Von der Natur und Eigenschaft der .
Vischen, insonderhcit deren so gefangeu werdend im Bodensee, und gemein-
lich auch in anderen Seen und witssern. durch den wohlgelcerten Gregorium
Mangolt beschrieben, vormals nie gesiihen. Itein ein ander biichlin, wie man
visch und vogel fahen sölle, mit dreyssig neuwen und bewiirten Recepten.
Auch zu was zeyten im gantzen jar ein yeder viseh am besten seye. Getruckt
zuZürich. (znd. jr.) [1557\'r\'] !2o. Met tusschenden tekst gedrukte houtsneden.
Van dit hoogst zeldzame boekje bestaan verschillende nadrukken, zonder naam
van schrijver, jaartal en houtsneden. Zie b. V. afd. Kiviervisscherij: Fischbuchlein.
Vergelijk: v. Sieiold, Die Süsswasserfische von Mittel-Europa. Leipzig, 1863.
bl. 31.
1592.   Marcoy, (P.) Voyage a travers 1\'Amérique du Sud, de 1\'Océan
paciflque a 1\'Ucéan atlantique. lllustré de G26 vues, types, etc. etaccompagné
de 20 cartes. Paris, L. Hachette. 1869. 2 dln. 4o.
Zie aldaar: Poissons de 1\'Ucayali-Aniazone et des lacs qui profllent ses rives.
II, bl. 145. Capture de Lamautins, bl. 153.
1593.   Marcnsen, (Joh.) Vorlaufige Mittheilung aus einer Abhandlung
über die Familie der Morrayren.
Zie: Buil. phys. math. Acad. St. Pe\'tersb. 1854. XII, bl. 1—14. Me\'lang.
biolog. II, 1. 1854. bl. 33—51. Extr. 1\'Institut, 1854. XXII. No. 1085.
bl. 361.
                                                                                          B. B. G. S.
1591. Marcy, (R. B.) Natural history of the Red river of Louisiana.
Washington, R. Amstrong. 1853. 8°.
Zie aldaar: Zoology by R. B. Marctj, T. F.Baird, C. Oirard, C.B.Adams
and G. (\'. Shumard.
1595. Marees, (Pieter de) Beschryvinge van de Goudt-Kust Guinea.
Alsmede een voyage naer deselve. Waerin den Aert des Landts . ...
Gedierten, vogelen, visschen... en visscherije der Swarten..... seer
duydelijck beschreven worden, t\'Amsterdam, by Joost Hartgers. 1650. 4o.
Met 5 kopergrav. in den tekst en een op den titel. K.B.\'sQ.—B.l.ü.R.L.
Zie aldaar: Van wat smaeck endc gestaltenisse dat de visschen zijn, die men
alhier viut, ofte gevangen worden , bl. 89—92. l)e eerste uitgave verscheen: Amster-
dam, by Cornelis Claesz. Anno 1602. 40. oblong, [fi. L. //.] Vergelijk: Tiele,
Me\'moire bibliogr. s. 1. joninoux d. navig. Néerland. bl. 148—154.
-ocr page 135-
HATTJURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       101
1596.   Marie, (Le) Observation sur un poisson de mer des Indes, nommé
Lézard d\'eau.
                                                                   B. L. U. - -B. O. R.
Zie: Mém. Aoad. se. Paris. 1751. Hist. bl. 86.
1597.   Marion de Procé, Notice sur plusieurs espèces nouvelles de poissons.
Zie: Journ. de phys. 1822. XCV, bl. 235—240.
                      B. L. H.
1598.   Marsden, (W.) History of Sumatra, containing au account of the
government, laws, customs, and manners of the native inhabitants. Third
edition, revised and enlarged. London, 1811. 4°. Met een atlas met platen
en kaarten in folio.
                                                      K. B. \'s G. B. L. H.
Fishes: bl. 122, 123. Fishing: bl. 186.
1599.   Marshe, (Thom.) A briefe collection and compendious extract out
of the Cosmography of Seb. Munster. Wherein is made. . . . a true report of
the nature and properties of certaine fowles, fishes, monsters, etc. London,
1574. 8o.
1600.   Marslgli, (L. F. de) Description du Danube, depuis la montagne
de Kalenberg jusqu\'au confluent de la rivière Jautra, contenant des observa-
tions géographiques, hydrograpliiques. historiques et physiques. La Haye,
Jean öwart. 1744. 6 dln. br. folio.
                                                 B. L. H.
Zie aldaar, IV: Les poissons du Danube. Met 33 platen.
J)e oorspronkelijke uitgave in liet latijn, Hag.-Comit. 1726. C\'dln. folio. B.N.A.M.
1601.   Martens, (E. von) Ueber einige Brachwasserbewohner aus den Umge-
bungen Veuedigs. [Cyprinodon fasciatus, Hydrobia stagnalis, etc]
Zie: Wiegmann\'s Archiv. 1858. XXIV , bl. 152—208.               B.L.H.
1602.   —— Ueber einc neue Art von Roohen, Trygonoptera javanica.
Zie: Mouatsber. Acad. Wiss. Berlin, April 1864.
1603.------Ueber Süsswasserfische von Borneo.
Zie: Sitzungsber. Gesellsch. naturf. Freund. Berlin, 1864.
1604.------Ueber einige Fische und Crustaceen der sussen Gewasser
Italiens. Berlin, 1857. Met 2 platen.                                               B.L.H.
Zie: Wiegmann\'s Archiv. 1857. XXIII, bl. 148—204.
1605.------Ueber einige Ostasiaüsche Süsswasserthiere.
Zie: Wiegmann\'s Archiv. XXXIV, I, bl. 17.                             B. L. H.
1606.   Martens, (Cf. von) Reise uach Vcnedig. Mit 3 Kupfern, 7 Lithogr.
und 1 Kartc. Ulm, Stettinsche Buchhandlung. 1824. 2 dln. gr. 8».
Zie: I, bl. 46—68: Visschcu van den Donau.
1607.   Martin, (Montgommery) History of the British Colonies. London,
James Cochrane and O. 1834. 5 dln. gr. 8o. Met kaarten. B. R. L.
Zie aldaar:
II. (The West-Indies). Ichthyology of British Guyana, bladz. 113. The Low-low,
Sun-fish, Tetroden, etc. 114. The Peri-Cartnbac, Pacon , etc. 115—117. 1\'ish
of Jamaica. 186. Ichthyology of Trinidad. 241. Varieties of lish of Antigua. 361.
TflI. (North-America). Fisb of Canada. 103, 258. Fish caught and exported from
New-Foundland. 4Ü6. Cod fisheries at New-Foundland and Labrador. 497 —99.
Process at curing and salting the Cod. 500—501. Extent of the Seal tishes.
502. Catching the Seals. 503. Fisliery of New-Foundland and produce. 504.
French and American trade in fish. 506.
IV.   (Africa—Australasia). Varieties and quantity uf fish of South-Africa, 78.
Fishes of South-Wales. 294. Ichthyology of van Diomen\'s Islaild. 436. Poi-
sonous fish. 437. Fish of St. Ilelena. 530. Ichthyology of Western Africa. 589.
V.    (Europe). Ichthyology of Gibraltar. 82. Fish exported therefrom. 83-84.
Fish of Malta. 258—59. Fish of Corfu. 349.
1608.------The history, antiquities, topography and statistics of Eastern
India; in relation to their geology, mineralogy, botany, agriculture, com-
merce, mannl\'actures, fine arts, population, religion, education, statistics,
-ocr page 136-
102                                 HISTOIHE NATURELLE DES POI8SONS.
etc. Collated from the original documents at the East ïndian House. Londen,
W. H. Allen. 1838. 3 dln. gr. 8°. Met een aantal gesteendr. platen.
B. L. U. — R. L.
Zie aldaar, I: Ksheries of the river Son. bl. 227; of the Ganges, 228.
Varioties of fish. 229, 506.
II: Fishes of the district of Gorukhpoor. 508. Modes of catching fish. 509. Fishermen.
510. Fishes of Dinajpoor. 760. Various modes of catching fish. 767. Traps for
fish desenbed. 768. The different nets nsed. 769. (Met afbeeld.) Casting nets
much used. 771. The fisheries on the Mobanonda. 772. Duties levied on fishermen.
773—774.
III: Indifferent supply of fish in Puraniva. 190. Fishermen, nets, lading. 191.
Right of fishing. 192. Eels. 193. Fish of Ronggopoor. 584—585. Various methods
of catching fish. 586-591. Rents for fishing. 592. Number of fishers. 593.
Martinet, Zie: de Sauvigny.
1609.   Maslowsky, Neue Beitriige zur Bestatigung der Fischart Aspius
Owsianka Czernay.
                                                         B. L. H. N. A. M.
Zie: Buil. soc. impe\'r. natur. Moscou. 1854. XXVII, bl. 442—452.
1610.   Mnson, (F.) Burmah, its people and natural productions, or notes
on the nations, fauna, flora and minerals of Tenasserim, Pegu and Burmah,
vrith systematic catalogues of the known mammals, birds, fish,reptiles, etc.
with vernacular names. Rangoon, 1860. 8°.
1611.   Matfhlolus, (P. A.) Commentarii in sex libros Pedacii^Dioscoridis
de medica materia. Venetiis, ex officina Valgrisiana. 1565. folio. Methout-
gravuren.
                                                                                                B. L. H.
Volgens Cuvier worden hierin eenige visschen beschreven, die door Gessner en
zijne voorgangers niet genoemd worden.
1612.   Mauduyt, (F.) Ichthyologie de la Vienne, ou tableau méthodique
et descriptif des poissons qui vivent actuellement dans ce département. Poitiers,
Imprim. de Saurin. 1853. 8».
1613.   Mayer, (C.) Ueber Lamna cornubica.                                B. L. H.
Zie: Frorieps N. Not. 1842. XXI. No. 446. bl. 81—83.
1614.   Mouse, (J.) Facts respecting the Rockfish or Streaked Bass
[Labrax lincatus.]
Zie: Transact. lit. and phil. Soc. of New-York. 1815. I, bl. 502.
1615.   Mcidinger, (C.) Icones piscium Austriae indigenarum, quos colle-
git, vivisque coloribus expressos edidit C. Baro de Meidinger. Vindobonae,
1785—94. gr. folio.
Slechts 5 aflev. met 50 gekl. platen zijn van dit werk verschenen.
1616.   Melville, (A. G.) On the Lepidosiren. B. L. ü. — B. G. R.
Zie: Report Brit. ftssoc. adv. se. 17 Meet. 1847. Transact. sect. bl. 78.
1\'Institut. XV. 1847. No. 717. bl. 319.
1617.   Menzles, (Arch.) Description of a new fish found in the Pacific
Ocean [Echeneis lineata.] Met afbeelding.
B.L.B..—N.A.M.
Zie: Transact. Linn. soc. London. 1791. I, bl. 187—188.
1618.   Merrem, (L.) Verzeichniss der rothblütigen Thiere in den Gegenden
uin Göttingen una Duisburg.
                                                              B. L. H.
Zie: Schrift, d. Ges. naturf. Freunde zu Berlin. 1789. IX. bl. 198. (Waarin
26 visschen uit de omstreken van Duisburg beschreven worden.)
1619.   Merrett, (Chr.) Pinax rerum naturalium Britannicarum, continens
vegetabilia, animalia et fossilia, in hac insula reperta. Londini, typis
Roycroft. 1667. kl. 8«.
-ocr page 137-
103
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
1620.   Mesaize et Noel, Sur Ie Mulet de la Seine. K.B.\'iO. —B.L.H.
Zie: milin, Magas. encycl. 1799. V. 5 bl. 618—520.
1621.   Men nier, (Yictor) Les animaux a métamorphoses. Tours, A. Mamc
et fils. 1867. gr. 8«.
Zie aldaar: Les poissons. bl. 109—128.
1622.   Meyer, (CF.) Versuch einiger Naturbeobachtnngen des gebürgigten
Süderlands der Grafschaft Mark, Westphalens, worin das Wasser, die Luft,
Grund und Boden, Gewachse, Metalle, Mineralien, Steinarten, Thiere, Vögeln,
Fiselie und Einwohner in kurzen betrachtet werden. Düsseldorff, Danzer.
1798—99. 2 St. 8".
1623.   Meyer (H. A.) und K. Mobins, Fauna der Kieler Bncht. Leipzig,
Bngelmann. 1865. 1» dl. folio. Met 26 gesteendr. platen.
1624.   Meynell, (T.) On the fishes of Yorkshire.                       B. L. H.
Zie: Report Brit. assoc. adv. se. Mtli. Meet. 1844. (1845.) Transact.
sect. bl. 62—63.                                                                               B. L. B.
1625.   Michahellis, (C.) Rhombus setiger nova species. B.L.H.N.A.M.
Zie: Férusaac, Buil. se. nat. 1830. XXII, bl. 136—137.
1626.-------Scyphius cultrirostris n. sp. d\'un poisson de la mer Adriatique.
Zie: Férmsac, Buil. se. nat. 1830. XXII, bl. 272—273. B.L.H.—N.A.M.
1627.------Neue Fische des Adriatischen Meeres. B. L. H. N. A. M.
Zie: Isis. 1829. bl. 1011—1015. 1830, bl. 252—255. 1831, bl. 199-204.
Férussac, Buil. d. se. natur. 1830. XXII, bl. 134—136,272—273.
1628.   Middendorf, (A. Th. von) Reise in den aussersten Norden und
Osten 8iberiens wahrend der Jahre 1843 und 1844 mit Allerhóchster Genehmi-
gung auf Veraustaltung der Kaiserlichen Akademie der Wissenschaften zu
St. Petersburg ausgeführt und in Verbindung mit vielen Gelehrten heraus-
gegeben. St. Petersburg, Bggers & Co. (Leipzig, L. Voss.) 1847—59.
8 dln. in 4 bdn. 4o.
                                                                          B. U. H.
Zie: II, 2e afd. Zoölogie: Fische, bearbeitet vou J. F. Brandt. B.R.D.
1629.   Mit (\'heil, (Jam.) Notice in regard to the Jaculator fish of Java
or Chaetodon rostratum L.
                                                                 B.L.H.
Zie: Edinb. new phil. journ. 1828. V, bl. 162—164. Froriep\'i Not. 1828.
XXI, No. 455. bl. 225—226. Isis. 1832, bl. 703—704.
1630.   Mitchill, (S. L.) The fishes of New-York described and arranged.
Met platen.
Zie: Transact. liter, and philos. Soc. of New-York. 1815. I. Amer. monthly
mag. II.
1631.------Report on the fishes of New-York. New-York, 1814. 12».
1632.------Arrangement and description of the Codfishes of New-York.
Zie: Americ. med. and phil. register. 1813. bl. 618—627.
1633. ------ Memoir on ichthyology.
Zie: Transact. liter, philos. Society. New-York. 1815. I.
1634. ------ Descriptions of three species of fish [Anguilla oceanica; Gadus
albidus; Salmo amethyphus.]
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1817. I, bl. 407—412.
1635.------Description of a new and gigantic species of the genus Cepha-
lopterus.                                                                           B. 21. A.M.
Zie: Ann. Lyc. nat. hist. New-York, 1824. I, bl. 23—29.
1636.------Description of an extraordinary fish ressembling the Style-
phorus of Shaw. .                                                        B. L. H. N. A. M.
Zie: Ann. lyc. nat. hist. New-York. 1824. I, bl. 82— 86; Térustae, Buil.
»c. nat. 1826. VI, bl. 418.
-ocr page 138-
104                                  TIISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
1637. Mltchlll, (8. L.) Description of the Raia Erinacea or Hedgehog Ray.
Zie: Silliman, Journ. Acad. Dat. se. Philad. 1825. IX, bl. 290.
1638.------Description of a new species of Diodon [D. Carinatus.]
Zie. Ann. Lyc. nat. bist. New-York. 1828. II, bl. 264—65. B.N. J.M.
1639.------Description of a new species of Dory [Zeus crinitus n. sp.]
Zie: Silliman, Amer. Jour». 1826. XI, bl. 144. Isia. 1832. bl. 1050—1051.
1640.------et Aron Willey, Zeus crinitus n. sp.
Zie Férussac, Buil. se. nat. 1828. XIII, bl. 362. B. L. H.-N.A.M.
1641.   Mimi ui a (Dominico da) e Giac. M. Pusci, Bsperimenti instituiti
sul Ginnoto elettrico Napoli, 1845. 4°.
1642.   Möbins, (H.) Das Verhalten einiger Eisene bei Nacht.
Zie: Zool. Garten. 1867. bl. 148—150.                         B. N. A. M. R. D.
1643.   Moehring, (P. G. H.) Rajae clavatae auctorutn adfinis.
Zie: Acta Acad. Leop. Carol. nat. cur. 1742. VI, 483—484.
1644.   Molina, (G. J.) Saggio sulla storia naturale del Chili. Bologna>
1782. 8o.
Eene tweede vermeerderde druk verscheen te Bologna, 1810. 4o. Tevens werd
dit werk vertaald in het Spaansch, Fransen, en Engelseh.
De beschrijving van de visschen laat, volgens Cuvier, aan naauwkeurigheid
wel iets te wenschen over.
1645.   Mongrolle. La France équinoxiale, ou exposé sommaire des pos-
sessions de la république sous 1\'éqoateur; coraprenant une réfutation en faveur
de la Guyane francaise, des vues d\'établissements dans cette partie, et un
apercu des arbres, plantes, animaux, poissons etc. qui s\'y trouvent et qui
peuvent être utiles aux Européens. Paris, Euchs. 1802. 8o. Met eene plaat.
1646.   Montagu, (G.) An account of five rare species of british fishes.
Met 4 platen.
Zie: Mem. Werner. nat. hist. soc. 1811. I, bl. 79—101.
1647.------An account of several new and rare species of fishes taken
on the south coast of Devonshire with some remarks on some others of more
common occurrence. Met 3 platen.
Zie: Mem. Werner. nat. hist. soc. 1818. II, bl. 413—463.
1648.   DIonti, Ittiologia della provincia e diocesi di Como. Como, 1846.12°.
1649.   Montin, (Laur.) Beschreibung eines Eisehes Lophius barbatus. Met
eene plaat.
                                                                       B. L. H. B. G. R.
Zie: Abhandl. d. Schwed. Acad. 1779. XLI. bl. 165—173.
1650.   Morean de Jonnes, (Alex.) Recherches sur les poissons toxicopho-
res des Indes orientales. Paris, Migneret. 1821. 8<>.
Zie ook: Journ. de médec. Paris. 1821. XI. bl. 356-389.
1651.   Montrousier, Essai sur la faune de l\'ile du Woodlark ou Mojou.
Lyon, 1857. gr. 8».
1652.   Moore, (Edw.) Description of a new British fish [Peristedion
Marlamat Cuv.] Met eene plaat.
                                                       B.L.H.
Zie: CharleswoHA\'s Magaz. nat. hist. 1837. I, bl. 17—19.
1653.------• Ueber Naucrates ductor.                                             B. L. H.
Zie: Froriep\'s N. Notizen. 1842, XXI. No. 453, bl. 198-199. Ann. nat.
hist. 1842. VIII, bl. 316.
1654. Mortimer, (Cromwell) The description of a fish, Opah Guinien-
sium, shewed to the Royal Society. [Lampris guttata.] Met afbeeldingen.
Zie: Philos. Traneact. 1750. XLVI, No. 495, bl. 518—520.
K. B. \'sG. B. L. H. B. G. R.
-ocr page 139-
NATUUB.LIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       105
1655.   Morton, (John) The natural history of Northamptonshire. London,
R. Knaplock. 1712. folio. Met 11 platen.
                                     B. T. G.
Zie aldaar: Fishes, bl. 408—455.
1656.   MUller, (A.) Ueber die Entwickelung der Neunaugen.
Zie: MüUrr\'t Archiv f. Anatomie. 1826, bl. 323—339. Ann. scienc. nat.
4e série. Zool. 1856. V, bl. 375-388. Ann. of nat. hist. 1856. XVIII, bl.
298—301.
                                                                         B. L. H. N. A. M.
1657.   Muller, (Joh.) Vergleichende Anatomie der Myxioden, der Cyclos-
toraen mit durchbohrten Gaumen. Met platen.
                                 B. L. H.
Zie: Abhandl. d. Berh\'n. Akad. Phys. KI. 1834, bl. 65—340; 1837, bl.
15—48; 1838, bl. 171—252; 1839, bl. 175-303; 1843, bl. 109—170;
Berlin. Monatsber. 1838, bl. 16—20; 1839, bl. 184—186; 272—292.
1658. ------ Ueber den Amphioxus lanceolatus Yarrell.
Zie: Berlin. Monatsber. 1839. bl. 197—200.
1659.------Ueber den Bau und die Lebenserscheinungen des Branchios-
toma lubricum Costa, Amphioxus lanceolatus Yarrell. Met 5 platen.
Zie: Abhandl. Berlin. Akad. 1842. Phys. KI. bl. 79-116.              B. L. H.
1660.------Ueber den glatten Hai des Aristoteles und übcr die Verschie-
denheitenunterdenHaiflschenund Roehen. Berlin, 1812. 4o. B.L.H.B.O.B.
Zie ook: Abhandl. d. Berl. Akad. d. Wiss. 1840. bl. 187—258.
1661.------Beitrage zur Kenntniss der natiirlichen Familien der Knochentische.
Zie: Berlin. Monatsber. 1843. bl. 211—218. 1\'Institut. 1844. XII, No. 526.
bl. 34.
                                                                                          B. B. G. R.
1662.------Bemerkungen über die Oyprinodonten.
Zie: Berl. Monatsber. 1844, bl. 35-36.
1663.------Ueber den Bau und die Grenzen der Ganoiden und über das
natürliche System der Fisehe. Berlin, 1840. 4». Met 6 kopergrav.
Zie ook: Abhandl. der Berl. Akad. d. Wiss. 1844—1846.
B. L. H. —B. G. K.
1664.------On the structure of the Ganoids.
Zie: Taylor\'t scientif. mem. 1846. IV , bl. 499—542. Suppl. ibid. bl. 543-558.
1665.------Untersuchungen über den Hydrarchus.
                B. B. O. R.
Zie: Akad. Wissensch. Berlin. Bericht. 1847. bl. 103—114.
1666.------Ueber die Fisehe, welche Töne von sich geben und die Ent-
stehung dieser Töne.                                                      B. L. H. —B. G. R.
Zie: Abhand. Akad. d. Wiss. Berlin. 1856. 8o.
Zie ook over dit onderwerp: C. Kingtley, in: Nature, Mei 1870; en On/rot/
de T/ioron.
No. 1737.
1667. Muller (J.) and J. Henle, On the generic characters of Cartila-
genous fishes, with descriptions of new genera.
                                B. L. H.
Zie: Charlesxoorth\'s Magaz. nat. hist. N. ser. 1838. II, bl. 33—37 , 88—91.
1\'Institut, 1838. VI, bl. 63-65; Muller & Archiv f. Anat. 1842. bl. 414—417.
1668.------Systematische Beschreibung der Plagiostomen. Mit 60 Stein-
tafeln. Berlin, Veit & C°. 1838—41. folio. B.L.H.-U.H.—N.A.M.— T.G.
1669. Muller (J.) et F. H. Troschel, Synopsis generum et specierum
familiae Characinorum.
                                                                         B. L. H.
Zie: Archiv f. Naturg. 1844. I, bl. 81—98.
1670.------Horae ichthyologicae. Beschreibung und Abbildung neuere
Fisehe. Berlin, Veit & Co. 1845. 4o. Met 16 platen. B. U.H. — T. G.
-ocr page 140-
106                                 HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
1671. Mtlller, (O. F.) Zoologiae Danicae prodromus, seu animalium Daniae
et Norvegiae indigenarum characteres, nomina et synonima imprimis popu-
larium. Havniae, typis Hallageriis. 1776. 8<>.
                          B. N. A. M.
Waarin eene lijst van de visschen van Denemarken.
1672.------Zoologia Danica, se» animalium Daniae et Norvegiae rariorum
ac minus notorum (icones) descriptiones et historia. Havniae, Schubothe.
1788—1806. 4 dln. folio. Ieder deel met 40 platen.
B. L. H. — U. H. — N. A. M. — T. 6.
1673.   Muller, (J. TV. von) lteisen in den Vereinigten Staa ten, Canada und
Mexico. Mit Stahlstichen, Lithographien und in den Text gedruckten Holz-
schnitten. Leipzig, F. A. Brockhaus. 1863. 3 dln. gr. 8o. B. R. L.
Zie aldaar: III, bl. 623—643. Uitvoerige lijst van de visschen van Mexico.
1674.   Mnrray, (Andr.) Remarks on the natural history of Electric fishes
wit-h a description of a new species of Malapterurus [Beninensis] from the
Old Calabar river, West Africa. Met eene plaat.
Zie: Edinb. new phil. journ. 1854. I, bl. 20—21. N. Ser. 1855. II, bl.
35—53, 379.
1675.------Description of a new species of Echeneis [tropicus] and of a
new Lernean of the genus Penella (Crustacea) [P. remorae, intesting the
Echeneis reruora.]
Zie: Edinb. new philos. journal. N. S., 1856. IV, bl. 287—301.
1676.   Musscuenbroeck, (P. van) Observation sur Ie poisson électrique
de Surinam.
                                                            K. B.\'s G, — B. B. G. R.
Zie: Mem. Acad. se. Paris, 1760. Hist. bl. 60.
1677.   Naccari, (F. L.) Ittiologia adriatica, ossia catalogo de\' pesci del
golfo e lagune di Venczia.
Zie: Brugnatelli, Giorn. di Fis. di Pavia. 1822. Dec. 2, dl. V, bl. 326.
1678.------Aggiunta all\' ittiologia adriatica. Padova, 1822. 4°.
1679. N\'unlo, (G. D.) Osservazioni cd aggiunte all\' adriatica ittiologica.
Zie: Brugnatelli. Giorn. di Fis., Chim. e storia nat. 1824. VII, bl. 222—
234 en 249—263.
                                                                              B. R. D.
1680.------Deserizione di un pesce raro dell\' Adriatico [Regalecus maculatus.]
Zie: Brugnatelli, Giorn. di Kis., Chim. e storia nat. 1824. VII, bl. 110—123.
1681.------Prodromus observationum et disquisitionum Ichthyologiae
Adriaticae.
Zie: Brugnatelli, Giorn. di Kis. e storia nat. 1827. X, bl. 22—40. Isis.
1827. bl. 473—489.
1682. —— Osservazioni circa il Balistes capriscus.
Zie: Brugnatelli, Giorn. di Fis. e storia nat. 1827. X, bl. 210—212.
Férussac, Buil. se. natur. 1828. XV, bl. 166—167.
1683.------De Proctostego, novo piscium genere specimen ichthyologicum.
Cum 1 tab. Patavii, 1827. 4o.
Zie: Poligrafo. 1831. V, bl 55—61.
1684.------De Skeponopodo novo piscium genere et de Guebucu Marc-
gravii specie, illi cognata.
Zie: Isis. 1883. bl. 416—420.
1685. —— Eine neue Art von Lepadogaster [L. piger.]
Zie: Isis. 1833. bl. 548—49.
1686.------Nuove osservazioni sul sistema cutaneo e sullo scheletro del
Prottostego. (Estr. dell\' Annali delle scienze del Regno Lombardo-Veneto.)
Padova, 1840. 4«.
-ocr page 141-
NATUTJBLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       107
1687. Nardo, (6. D.) Sopra un nuovo genere di Spongiali Vioa. [Estr.
dell\' Annali delle scienze del Regno Lombardo-Veneto.) Padova, 1840. 4».
1688.-------Considerazioni sulla famiglia dei pesci Mola, e sui carratteri
che li distinguono. (Estr. dell\' Annali delle scienze del Regno Lombardo-
Veneto X, bl. 105—112.) Padova, 1840. 4».
1689.------Rapporto sopra un pesce esistente nel Museo di Pavia.deter-
minatosi come il Lepidopus Argireus Cuv., e considerazioni sui caratteri di
questa specie. Letto alla sessione di zoologia della seconda assemblea degli
scienziati Italiani nel Setlembre 1840, e publicato per estratto negli Atti dell\'
Assemblea stessa. Torino, 1811. 4°.
1690. ------ Osservazioni intorno alla struttura della cute dei Xiphias, e
proposta per- essi di una nuova famiglia distinta. Letta alla III Assemblea
degli scienziati in Firenzi il giorno 23 Sett. 1841. Firenzc, 1842. 4o.
1691.------Considerazioni sopra alcune nuove famiglie de\' Syngnathi e
de\' Plectognatki, e sui caratteri anatomici che Ie distinguono. Lette alla
sessione dl zoologia della quarta Assemblea degli scienziati Italiani tenutasi
in Padova il giorno 28 Settembre 1842, e inserite per estratto negli Atti
o. p. 244—245.
1692.------Osservazioni ittiologiche sul Lepadogaster piger, Brachyochirus
e Caniotus. (Estr. dell\' Annali delle scienze del Regno Lombardo-Veneto
1844. XIII. Isis, 1833. bl. 548—549.) Padova, 1844. 4».
1693.------Prospetto della fauna niarina volgare del Venete estuario con
cenni sulle principati specie commestibili dell\' Adriatico, sulle Venete pesche.
Venezia, G. Antonelli. 1847. 40.
1694.------Sopra due specie di pesci publicati come nuove dal Prof.
R. Molin. Osservazioni. Venezia, Cecchini. 1854. 8°.
1695. — Prospetti sistematici degli animali delle provincie Venete et del
mare Adriatico e distinzione delle specie in gruppi-relative alla loro geografia
fisica. Venezia, G. Antonelli. 1860. 8°. part. I. (22 en 128 bladz.)
1696.------Note sul vivajo di pesci marini nel lago dolcedi Arqua, relativa
allo scritto del Prof. R. de Visiani. Venezia, G. Antonelli. 1866. (4 bladz.)
1697.   Natterer, (Jos.) Lepidosiren paradoxa, eine neue Gattung aus der
Familie der fischahnlichen Reptilien. Met eene plaat.
Zie: Ann. Wien. Mus. 1839. I, bl. 165—170. Isis. 1838. bl. 346—347.
1698.   Naturgeschichte der Seeteufel [Lophius.]
Zie: Berlin. Sarmnliuig. 1774. VI, bl. 83—91, 169—176.
1699.   Nau, (B. S. von) Oekonomische Naturgeschichte der Fische des
Mainzer-Landes. Frankfurt a/M., Varrentrap. 1788. gr. 8».
1700.------Bemerkungen zu H. Sander\'s Bei trage zur Naturgeschichte
der Fische im Rhein.
Zie: Der Natnrforsoher. 1791. bl. 24—34.
1701.------Naturgeschichte der Lamprete des Rheins.
Zie: Schrift. Berl. Gesellsch. nat. Fr. 1787. VII, bl. 466—470.
1702. Nederland. Bijdragen tot de geneeskundige plaatsbeschrijving van
Nederland. Uitgegeven door het Departement van Binnenlandsche Zaken.
\'sGravenhage, van Weelden en Mingelen. 1870. gr. 8». K. B.\'s G.- R. L.
Eerste stok: Natuurk. plaatsbeschrijving van Zeeland.
Zie aldaar: Dr. J. C. de Man. Visschen. Lijst van eetbaren zeevisch. bl. 85—87.
1703.------Algemeene Statistiek van Nederland. Beschrijving van den
maatschappelijken toestand van het Nederlandsche volk in het midden der
-ocr page 142-
108                                  HISTOIRE NATUHELLE DES POISSONS.
19e eeuw. Uitgegeven door de vereeniging  voor de Statistiek in Nederland.
Leiden, A. W. Sythoff. 1869. roy. 80.
                    K. B. \'s&.—B. L.
Zie aldaar: 1\'auna, bewerkt door Dr.   H. Hartogh Ilei/s van Zouteoeen.
Lijst der visschen. bl. 257—261.
1704. Neill, (Patr.) List. of fisbes found in the frith of f orth and rivers
and lakes near Edinburgh.
Zie: Mem. Werner. nat. hist. soc. 1811. I, bl. 526—555.
1705.-------Account of Sciaena aquila found in tbe Shetlandr seas.
Zie: Edinb. new phil. journ. 1826. I, bl. 135—141.
1706.   Nenning, (S. V.) Die Eische des Bodensces nach ihrer aussern
Erscheinung. Constanz, Glükhcr. 1834. 8».
1707.   Newmaii, (E.) Note on Lepidosiren annectens Owen.
Zie: Journ. Linn. soc. I. Zool. 1857, bl. 73—74.
1708.-------Is the mud-fish [Lepidosiren] a fish or an amphibian?
Zie: Newman , Zoologist. 1859. bl. 6450—6461.
1709.-------Note on an ophioid fish lately taken in the island of Bermuda,
which appears to be new to sciencc.
Zie: Neieman, Zoologist. 1860. XVIII, bl. 7019—7023.
1710. Nierembergii, (J. E.) Historia naturae maxime peregrinae, libris
XVI distincta, in quibus rarissima naturae arcana, etiam astronomica, et
ignota Indiarum animalia. quadrupedcs. aves, pisces, reptilia, etc. describuntur.
Antuerpiae, ex officina Plantiniana. Balth. Moreti. 1635. folio Methoutgr.
Het Xle boek handelt over de visschen.
1711 . Nieuhofs, (Joan) Zee en lantreize, door verseheide gewesten van
Oost-Indien, bencffens een beschryving van ..... dieren, gewassen, enz.
Versiert met verschelde koopere platen. t\' Amsterdam, voor de Wed. van
Jacob van Meurs. 1682. folio.
                                        K. B. \'sG. —B. L.
Zie aldaar: Beschrijving en afbeelding van omstreeks 40 verschillende visschen.
bl. 268—281.
1712. MIsson, (S.) Om Sciaena aquila.                                 B. N. A. M.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad". Körhandlgr. Stockholm, 1853. bl. 70.
1713.------Prodromus ichthyologiae Scandinavicae. Lundae, 1832. gr. 8°.
1714.------Observationes ichthyologicae. Lundae, 1835. gr. 8». Ie St.
1715.------ïvii tbr Skandinaviska Eaunan nya fiskar af Makrillfamiljen
[Thynnus thunnina; Auxis Kochei] , jemte nagra andra till var-fisk-fauna
höranda iakttagelser.
Zie: Oefvers. Svensk vetensk. Akad. Förhandl. 1864. (Dec. 1863). Met
twee platen.
1716.------: Skandiuavisk Eauna. Lund, 1855.
Tjerde deeleD : Fiskarna.
1717.------Aufenthalt, Lebensweise und Fortpflanzung des Süsswasser-
Aales.
Zie: Zeitschr. ges. Naturwiss. Halle. 1860. XVI, bl. 16—31.
1718.-------Notice sur quelques poissons du Sud, qui se rencontrent par-
fois dans la mer du Nord.                                                            B. N. A. M.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1860. LI, bl. 212, 213. Revue et
mag. zool. 1860. XII, bl. 415.
1719. Jiobleville (A. de) et Salerne, Traite d\'histoire naturelle des ani-
maux. Paris, 1756., 6 dln. 12°.
In het 2e deel worden eenige visschen beschreven.
-ocr page 143-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       109
1720.   Noel, (S. B. J.) Histoire naturelle de 1\'Eperlan de la Seine infé-
rieare. Rouen, Imprimerie de 1\'Auteur, An. VI. (1798) gr. 80.
1721.   Noll, (F. C.) Bitterling und Malermuschel. Met eeue plaat.
Zie: Zoolog. Garten. 1869. bl. 257—265.
             B.N. A.M. —R. O.
1722.   Nordinaiui, (AI. von) Ueber eine neue Fischgattung aus der Familie
der Gobioïden [Hexacanthus.]
                                                      3. B. O. R.
Zie: Buil. scient. Acad. St. Pétersb 1838. III, bl. 328—332. Isis. 1S39,
bl. 644—645.
1723.   Norris, (Th.) Remarks on a species of Osmerus taken in the Schuylkil,
below Fairmont Dam.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1861. bl. 58—59.
1724.   Jiorth\'s (E.) Diseourse of fish and fish ponds. London, printed
for Curll. 1713, 1714, 1715. in S<>. 1773 en 1774 in gr. 4o.
De laatste uitgave met 18 gekleurde platen.
1725.   Notice of the Spoonbill-Sturgeon or Paddie fish of the Ohio
[Polyodon feuille of Lacépède.]
Zie: SMiman, Amer. journ. 1827. XII, bl. 201—205.
1726.   Nozeman, (Com.) Beschryving van een ongemeenen inlandsen Vis.
[Kring-buik.] —Beschryving van den Rivier-Harder. Met afbeeldingen.
Zie: Uitgez. Verh. der soc. v. Weetensch. Dl. I, 1757. bl. 576—584.
K. 3. \'s O. — B.L.H.—R.L.—R. ü.
1727.   Nux, (de la) Observation sur un poisson qui file une espèce de
soie dans laquelle il se renferme avec ses oeufs. B. L. H. B. G. R.
Zie: Mem. Acad.M. scieuc. de Paris. 1755, Hist. bl 39—40.
1728.   Oken, (L.) Eine neue kleine Art von Cyprinus.
Zie: Isis. 1829, bl. 414—15.
1729.------Ueber die Natur des Lepidosiren paradoxa.
Zie: Isis. 1838, bl. 347; 1839, bl. 607 ; 1841, bl. 467-469; 1843 , bl. 441 .
1730.------Ueber Auson\'s Fische in der Mosel.
Zie: Isis. 1845, bl. 5—44.
1731.   Olafsen und Povelsen, Reise durch Island. Kopenh., 1774-75.
2 dln. 4o. Met 51 kopergrav.
Met beschrijving en afbeelding van visschen
Deze reis verscheen oorspronkelijk in het Deensch in 1772. Gautier de la
Peyronie gaf er eene Fransche vertaling van in het licht. Paris, 1802. 5 dln.
8o. Met atlas.
                                                                             B.N. A. M.
1732.   Olaus Magnus, Historia de gentibus septentrionalibus earumque
diversis statibus, conditionibus, moribus, ritibus, superstitionibus. Romae, de
Viottis. 1555. 4o. Met houtgr.
De eerste en beste uitgave van dit werk. Behalve een herdruk (Basel, 1567)
verschenen ook eenige verkorte uitgaven, o. a. Antw., Plantyn. 1558; Krankf. ,
1625; Leyden, 1645, als ook eene Hollandsche vertaling, Amsterd., Com.
Claesz. (1599) en 1652.
Zie aldaar: Lib. XX: De piscibus et de piscatione; de Halece sive arenga;
Lib. XXI: De piscibus monstrosis; de modo piscaudi Cetos et Balenas; de Sper-
mate ceti, etc. etc.
1733.   Olfers, (J. F. M. von) Die Gattung Torpedo in ihren Naturhis-
torischen und antiquarischen Beziehungen erlautert. Mit 3 color. Tafeln.
Berlin, 1831.
                                                                                        B.U.H.
1734.   Olivi, (G.) Zoologia Adriatica, ossia catalogo ragionato degli animali
del golio e delle lagune di Venezia, procedutoda una dissertatione sulla storia
fisica e natur. del golfo, etc. Con. tav. in rama IX. Bassano, 1792. 4o.
-ocr page 144-
110
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
1735. Omalius-de-HalloIs, (J. J.) Notice sur Ie genre Petromyzon.
Zie: Journ. de physique. 1808. bl. 349.
1736.------Sur deux espèces de poissons du genre Petromyzon.
Zie: Nouv. Buil. scienc. soc. Philom. 180S. I. bl. 165—166.
1737.   Onffroy de Thoron, (Don Enr. Vic.te) Amérique equatoriale; son
histoire pittoresque et politique, sa géographie et ses richesses naturelles.
Paris, Ye Jules llenouard. 1866. 8». Met eene kaart.
                  B. R. L.
Zie aldaar: Le poisson-musicien. Mémoire a l\'Académie des seiences sur ce
poisson, bl. 137—144. Poissons, bl. 408-10.
1738.   Oordt, (Jan Tan) Catalogus van fraaije zeldzaamheden, bestaande
in allerlei soorten van vreemde gediertens, visschen, insecten, schelpen enz.,
gedurende een veertig jarig verblijf in Indien bijeenverzameld. Batavia,
1766. 4o.
                                                                                             K. B. \'s O.
1739.   d\'Orbigny, (Alcide) Voyage dans 1\'Amérique meridionale, (le Brésil,
la république oriëntale de 1\'Uruguay, la république du Chili, la république
de Bolivia, la république du Pérou), exécuté dans le cours des années
1826—1833 par M. Alcide d\'Orbigny. Ouvrage dédié au roi, et publié sous
les auspices de M. le ministrede 1\'instruetionpublique. Paris, Arth. Bertrand.
1834—1844. 7 dln. gr. 4». Met een atlas met 450 kaarten en platen.
B. U. H.
Zie aldaar, V: Reptiles, poissons, etc.
1740.   Orton, (James) The Andes and the Amazon; or.across the Continent
of South America. With a new map and numerous illustrations. London,
Sampson Low. 1870. 8».
                                                                      B. R. L.
Zie aldaar: Fish in the Napo, bl. 226. Fish in Quito Valley, bl. 107,347.
Fish in the Tropics, bl. 329. Fishes ejected from volcanoes, bl. 107, 132, 143.
Fishes of the Amazon, bl. 295. Fisbing with barbasco, bl. 169.
1741.   Osbeck, (P.) Fragmenta ichthyologiae, (24 species.)
Zie: Nova Acta Acad. nat. curios. IV, bl. 99.                             B, L. H.
1742.------Beschreibung eines Fisches, Lotse genannt, [Naucrates ductor.]
Zie: Abhandl. d. Schwed. Akad. 1755. XVII, bl. 72—75. B.L.H.—N.A.M.
1743.------Beschreibung eines Fisches, Mal [Silurus.] Met eene plaat.
Zie: Abhandl. d. Schwed. Akad. 1756. XVIII, bl. 33—37.
B.L. E. —N.A.M.
1744.------Beskrifning pa enFisk, kallad Lerbleking [Gadus Pollachius.]
Zie: K. Vet. Akad. Handlgr. 1767. bl. 245—247.
1745.------Abbildung und kurze Beschreibung des Fisches Rua [Cyprinus
erythrophthalmus.] Met afbeeldingen.                        B. L. H. N. A. M.
Zie: Abhandlgn. d. Schwed. Akad. 1771. XXXIII, bl. 153—164.
1746.------Petromyzon planeri, till förene okand Fisk i Sverige.
Zie: K. Vet. Akad. Nya Handl. 1804. XXV, bl. 181—183.
1747. Otto, (B. C.) Beschreibung des Natterförmigen Nadelflsches [Syn-
gnathus Ophidiuni.]
                                                                               B. L. H.
Zie: Schrift. Berl. Ges. naturf. Fr. 1783. III, bl. 434—440.
1748.------Ueber eine neue Roche [Propterygia] und eine gleichfalls neue
Molluske. Met 3 platen.                                                                      B. L. H.
Zie: Nova Acta Acad. T.eop. f,arol. 1820. X, 1, bl. 111—126. Isis. 1822.
Lit. Anz. bl. 403—465.
1749. ------ Propterygia hypostiota nova species. B.L.H. N.A.M.
Zie: Fértutac, Buil. se. nat. 1824. II, bl. 93—94.
-ocr page 145-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       111
1750.    Ovldil Nasonis (P.) Halieuticon. hoc est de piscibus libellus.
Editio emendatior et scholiis illustrata. Emendantur et Plinii aliquot loca.
Accedit aquatilium animantiura enumeratio per C. Gesnerum explicata. (Lat.
et germ.) Tiguri apud Gesneros Fratres. (1556.) kl. 8».
1751.   Owen, (Bich.) On a new species of Lepidosiren [L. annectens.]
Zie: Proceed. Linn. soo. I, No. 3, 1839. bl. 27—32. Isis, 1839. bl.
604—607. Froriep\'i N. Not. 1839. XI, No. 222, bl. 19—23. Lepidosiren
kein Eeptil.) Archiv f. Naturg. 1839. 1, bl. 398-402. 1\'Institut,
VIII, 1840. No. 326, bl. 114—116. Ann. scienc. natur. 2 Se\'r. Zool. 1839.
XI, bl. 371—378. Transact. Linn. soc. London. 1841. XVIII, bl. 327—361.
Isis. 1843, bl. 440—444.
                                                B. L. ff. — N. A. M.
1752.   (Mrsjniiiiikow, (PhO Die Entwickelungsgeschichte der Fluss-Neun-
augen [Petromyzon fluviatilis.]
                                     B.L.H. B. O. R.
Zie: Buil. Acad. scienc. St. Pe\'tersb. 1869. XIV, bl. 325—329.
1753.   I\'allas, (P. S.) Descriptio Sciaenae Jaculatricis. Met eene plaat.
Zie: Philos. Transact. 1766. LVI, bl. 187—188.
          B. L. ff. — B. O. R.
1754.------Zur Naturgeschichte des Sterlet, Acipenser ruthenus L.
Zie: Beschaftgn. d. Berlin. Ges. naturf. Freunde. 1776. II, bl. 532-534.
1755.-------Spicilegia zoologica, quibus novae imprimis et obscurae ani-
rnalium species iconibus, descript. atque commentariis illustrantur. Berolini, I.
(Reimer.) 1767—79. II. (Voss.) 1776—80. gr. 80. Met 58 platen.
B. L. H. — T. O. — iV. A. M.
Zie aldaar, fase. VII—VIII: Pisces.
1756.-------Piscium novae species (7) descriptae.
Zie: Nova Acta Acad. Petropol. 1787—1788. I. Hist. bl. 258. Mem. bl.
347-360.
                                                                                          B. L. H.
1757.------Zoographia Rosso-Asiatica, sistens omnium animalium in extenso
imperio Rossico et adjacentibus maribus observatorum recensionem, domicilia,
mores et descriptiones, anatomen atque icones plurimorum. Petropoli, 1811.
(Lipsiae, L. Voss.) 1831. 3 dln. gr. 80.                     B. U. H. —T. O.
III: Imperii Rossici animalia monocardia seu frigidi sanguinis. Supplendis
quibusdam Ranarum descript. et iconibus imprimis piscium Camtschaticorum aux.
et locupl. O. Th. Tilesius.
1758.------Labraces, novum piscium genus Oceani orientalis.
Zie: Mém. Acad. St. Pe\'tersb. 1810. II, bl. 382—398. B. L. ff. — B. O. R.
1759.   Palmstedt, (C.) Ueber den lebenden Zitteraal.
Zie: Skand. naturf. Förhandl. 1842. III, bl. 487—492. Isis. 1845, bl.
428—431.
                                                                                            B. L. ff.
1760.   Pnppc, (L.) Synopsis of the edible fishesof the Cape of Good Hope.
Capetown, van de Sandt, Villiers and Tier. 1854. 80.
1761.   Park, (Mnngo) Description of eight new flshes from Sumatra.
Zie: Transact. of the Linnean soc. 1797. III. bl. 33. Met eene afbeelding.
B. L. H.
1762.   Parnell, (R.) Monochirus minutus n. sp. B. L. H. 3. O. B.
Zie: 1\'Institut. 1837. V. No. 217, bl. 222.
1763.------Trigla lucerna Brunn. sur les cötes de la Grande Bretagne.
Zie: 1\'Institut. 1837. V, No. 217, bl. 222.             B.-L. ff. — B. Q.R.
1764.------Observations on the Coregoni of Loch Lomond. B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1838. I, bl. 161—165. Isis. 1844. bl. 576—578.
-ocr page 146-
112                                 HISTOIKE NATURELLE DES POISSONS.
1765. Parnell, (R.) The natural history of the fislies of the river Forth, in
Scotland. Edinburgh, Blackwood. 1838. 8o.
Uittreksel uit: Memoirs of the Werner-Society. 1838. VII, bl. 201—460.
Zie ook: Magaz. zool. bot. 1837. I, bl. 50—57; II, bl. 344—347.
Transact. roy. soc. Edinb. 1840. XIV, bl. 146—157.
1766.------On some new and rare British fishes. [Motella cimbria, Pagellus
acarine, Raia chagrinea, Clupea alba.]                                              B.L.H.
Zie: Report Brit. assoc. 1839. II, bl. 109—110., Revue Zool. 1839. bl. 123.
1767.------An account of three new species of British fishes, with some
remarks on twenty others, new to the coast of Scotland.
Zie: Transact. roy. soc. Edinb. 1840. XIV, bl. 137—145.
1768.------Contributions to British ichthyology.                       \'B.L. H.
Zie: Magaz. zool. bot. 1837. I, bl. 526—529. Proceed. Roy. soc. Edinb.
1837. I, bl. 150-153.
1769.------Account of a new species of British Bream and of an unde-
scribed species of Skate. To which is added a list of the fishes of the Fijrth ot
Forth and its tributary streams.
Zie: Transact. E:linb. roy. soc. 1840. XIV, bl. 146—157.
1770.------On a new species of British fish [Motella cimbria.] Met
eene plaat.                                                                                             B. L. H.
Zie: Ann. of nat. bist. 1839. II, bl. 39—43. Isis. 1844. bl. 658—659.
1771.   Parlby, Notice of the capture of Orthagoriscus mola of the Chesil
Bank, Dorsetshire.
                                        B. L. II. N. A. M. — R. I).
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1849. XVII, bl. 6—7. Ann. of nat.
hist. 2 Ser. 1850. V, bl. 53.
1772.   Parra, (Ant.) Descripcion de differente» piezas de historia natural
las nias del ramo maritimo. Havana, 1787. 4°. Met 75 gekleurde platen.
1773.   Parsons, (Jam.) Some account of the Rana piscatrix [Lophius.]
Met afbeeldingen.
                                  K. B. \'s G. B. L. H. —B. G. B.
Zie: Philos. Transact. 1749. XLVI, No. 492, bl. 126-131.
1771. Patterson, (Will.) An account of a new electrical fish. Met
eene plaat.
                                              K. 3. \'sG. —B. L. U. —B. G. B.
Zie: Philos. Transact. 1786. LXXVI, bl. 382—383. Lichtenberg\'sMagaz.
1787. IV, 4, bl. 48—49. Journ. de phys. 1787. XXX, bl. 196 - 197.
1775.   Paullini, (Chr. Fr.) Coenarum Helena, seu Anguilla [A. vul-
garis.] Francof. et Lipsiae, 1689. 12<>.
1776.   Pearson, (J. T.) On the Bora Chung, or Ground fish of Bootan.
Zie: Journs of the Asiat. soc. of Bengal. 1840. VIII, bl. 551—552.
1777.   Peek, (W. D.) Description of four remarkable fishes, taken near
the Piscataqua in N. Hampshire.
Zie: Mem. Amer. Acad. II, 2. (1800?) bl. 46-57.
1778.   Pel, (H. S.) Over eene nieuwe soort van Polynemus [Polynemus
Macronemus.] Met eene plaat.
                             B. L. H.N. A. M. R. D.
Zie: Bijdr. tot de Dierkunde, uitgeg. door het Gen: Natura Artis Magistra.
Amst., 1852. I. bl. 9.
1779.   Pennant, (Th.) British Zoology. 4th Edition with additions. London,
Wilkie and ttobinson. 1812. 4 dln. 8o. Met 293 platen.
III: Fishes.                                             Uitgave, London, 1766. B. L. B.
1780.-------Arctic Zoology. Second edition. London, Faulder. 1792.
3 dln. 4o. Met 25 platen.                                                         \' B. N. A. M.
-ocr page 147-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       113
1781.   Pennant, (Th.) Indiau zoology. Second edition. London, 1790.
kl. 4o. Mei 16 gekleurde platen.
                                                       B.R. D.
1782.    Pennell, (H. Choliuondeley) The angler-naturalist; a popular
history of British freshwater fish ; witli a plain explanationof therudiinents of
ichtbyology. With engravings. London, J. van Voorst. 1863. 8o.
1783.   Perley, (M. H.) Descriptive cataloguc of the lisbes of New Brunswick
and Nova Scotia. Fredericson, 1852. 8°.
1784.   Perrot, Description de 1\'Apterichte de ilisso, espèce nouvelle trouvée
daus la cavité pectorale d\'une Raie pêchée dans la mer de Nice.
Zie: Meissner, Natnrwiss. Anzeig. d. allg. schweiz. Ges. 18IS). II, bl.
33—34.
1785.   Perty, (M.) Beitrage zur Kenntnisse der Fauna Monacensis.
Zie: Isis. 1832. bl. 712.
                                                                B.L.H.
1786.   Pesci che nascono nel Danubio. e volatili che vivono Lungod\'esso
delineati cd incisi iu tavole CXII. Bologna, Leliodallo Volpe. (z.j.) gr. folio.
1787.   Peters, (W.) Ueber cinige neue Fische und Amphibien aus Angola
und Mossambique.
Zie: Berlin. Monatsber. Acad. v. Wiss. 1844. bl. 32—37.
1788.------Ueber den Bau des electrischen Organes bei dem Zitterwels
[Malapterurus electricus, Lacép.]
Zie: Monatsber. Ges. Erdk. Berlin, 1844. bl. 250—262.
1789.------Ueber einen dem Lepidosiren annectens verwandten, mit Lungen
und Kiemen zugleich versehenen Fisch aus den Sümpfeu van (Juellimane
[Rhinocryptis amphibia.]
                                                B. L. II. B. G. R.
Zie: Berlin. Alonatsber. Acad. v. Wiss. 1844, bl. 411—414. 1\'Institut. 1845.
XIII, bl. 217—18. Ann. of nat. hist. 1845. XVI, bl. 348—350. Müller\'s
Archiv f. Anat. 1845, bl. 1—14. Met 3 platen.
1790.------Ueber eine neue Gattung von Labyrinthfischen [Ctenopoma
Pet.] aus Quellimane. Met afbeeldingen.                                         B.L.H.
Zie: Miiller\'s Archiv f. Anatomie. 1846, bl. 480—482; 1853, bl. 427—30;
Ann. of nat. hist. 1847. XIX, hl. 384—386.
1791.------Diagnosen von neuen Flussiischen aus Mossambique.
Zie: Bericht, d. Königl. Prcuss. Akad. d. Wissensch. 1852. bl. 681—685.
1792.------Uebersicht der in Mossambique beobacliteten Seelische. Druckerei
der Königl. Akad. der Wissensch. Berlin, 1855. 80.
1793.------Neue Gromidengattung [Hemicliromis. ]
Zie: Berlin. Monatsber. Acad. v. Wiss. 1857. hl. 403.
1794.------Eine neue vom Herrn Jager im Atlantischen Meere gefangene
Art der Gattung Leptocephalus, und über einige andere neue Fische des
Zoologiscben Museums.
Zie: Monatsber. Ges. Erdk. Berlin, 1859. bl. 411—413.
1795.------Ueber zwei neue Gattungen. von Fischen [Pterocryptis und
Acanthocobitis] aus dem Ganges.
Zie: Monatsber. Ges. Erdk. Berlin, 1861. bl. 712—13.
1796.   —— Ueber einige neue Fische.
Zie: Berlin. Monatsber. Acad. v. Wiss. Junij 1864.
1797.   —•— Ueber einige Bloch\'sche Arten der Fischgattung Serranus. Ueber
eine neue Art der Seebarsche [Labrax Schoenleinii] aus Celebes.
Zie: Berlin. Monatsber. Acad. v. Wiss. Febr. 1866.                   JS. R. D.
1798.------Ueber lebendig gebiirende Arten der Fischgattung Hemiramphus.
Zie: Berlin. Monatsber. Acad. v. Wiss. Maart. Ook vertaald in: Ann. and
mag. nat. bist 1865. XV. (On viviparous species of Hemiramphus.)
-ocr page 148-
114                                HISTOIEE NATURELLE DES POISSONS.
1799.   Peters, (W.) Ueber eine von dein Baron C. von der Decken ent-
dcckte neue Gattung von Welsea, Chiloglanis, und einige andere Süsswasser-
iische aus Üst-Africa. Met ecne plaat.
Zie: Berlin. Monatsber. Acad. v. Wiss. 1868. bl. 598—602.
1800. ------ Ueber neue Gattimgen und Arten von Eisenen.
Zie: Berlin. Monatsber. Acad. v. Wiss. 1868. bl. 145—148; 454—460. Met
ecne plaat.
1801.------Ueber die von Dr. F. Jager in dem Ostindiscben Archipel
gesammelte Fische.
Zie: Berlin. Monatsber. Acad. v. Wiss. 1868. bl. 254—381.
1802.  —— Natunvissenschaftliche Reise nach Mossambique. Berlin, 1868.4».
IV: Flussfische. Met 20 platen.
1803.   Petit, Histoire de la Carpe. Met 6 platen.
Zie: Mem. Acad. se. Paris. 1733, bl. 197—222. B.L. H.—B. O. R.
1801.   Petiver, (J.) Opera historiam naturalem spectantia, or Gazophi-
lacium. containing several thousands ligures of birds. beasts, plants, fishes,
etc.; with Latin and English names. London, John Millar. 1764. 2 dln. folio.
Waarin o. a. Aquatilium nnimalium Amboinac iconcs et nomina. B.N.A.M.
1805.------De piscibus fluviatilibus Anglicanis. An account of our fresh-
water fishes.
Zie: Memoirs for the Curions. 1708. bl. 127—134.
1806.   Pfeilfisch, (Der) [Belone vulgaris.]                              B.L.H.
Zie: Berlin. Saraml. 1776. VIII, bl. 234.
1807.   Philippi, (R. A.) Ueber die Chilenische Anguilla [Petromyzon
acutidens.]
                                                                      B. L. H. — N. A. M.
Zie: Wiegmanris Archiv. 1865.
1808.------Ueber einige Chilenische Vogel und Fische.
B.L.U.—N.A. M.
Zie: Wiegmanria Archiv. 1857. I, bl. 262—272.
1809.------Bemerkungen über die Chilenischen Flussfische.
Zie: Berlin. Monatsber. Acad. v. Wiss. 1866. bl. 708—717.
1810.   Piddington, (H.) Notice of an extraordinary fish [Squalus.]
Zie: Journ. of the Asiat. soc. uf Bengal. 1835. IV, bl. 218—222. B.L.II.
1811.   Pinkerton\'s (John) General collection of voyages and travels in
all parts of the world. ïllustrated with plates. London, Longman. 1808—
1814. 17 dln. 4o.
Zie aldaar: Fish of Lapland. I, bl. 197, 255, 368, 397; of Kinmark. I,
431, 439, 440; of Iceland. I, 656, 662, 750, 806, 808; of London. II,
88; of the Island of Wight. II, 721; of St. Mary\'s. II, 735; of Scarborough.
III, 14; of Robin Hood\'s bay. III, 15; of Whitby. III, 15; of Loch-Leven.
III, 37; of Peoth. III, 40; of Loch-Tay. III, 43; of the Mersey. 111,177;
of Coninstan Water. III, 188; of Urswick mere. III, 188; of Winander mere.
III, 190; of the Esk. III, 290; of Loch-Maree. III, 341; of the Western
isles. III, 684; of the Orkney Isles. III, 688, 743; of the Slictland-Isles.
III, 697, 699, 769, 771; of the Isle of Lewis. III, 576; of the Isle of
Harries. III, 585; of Noith vist. III , 593 ; of the isle of Skie. III , 620;
of St. Kilda. III, 706; of the Shannan. III, 859; of Paris. IV, 49;
Museum of curious fish at Catania. V, 91; Fish of Siberia. VII, 329; of
Barbara. VII, 333; of Tomsky. VII, 836; of Lake Baykall. VII, 351; of
Japan. VII, 705; of Delhi. VIII, 155; of the 6anges. VIII, 228; of Mns-
kat. VIII, 286: of Bassora. VIII, 290; of Tatta VIII, 307; ofPersia. IX,
186; of the Caspian Sea. IX, 54; of Ardebil. IX, 84; of Siam. IX, 632;
of Tonquin. IX, 737; of Arabia. X, 188; of Mindanao. XI, 9; of Borneo.
XI, 109; of the Cape of Good Hope. XI, 151; XVI, 68 , 208; of Ascen-
-ocr page 149-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       115
sion Island. XI, 157; of Amboyna. XI, 262; of New-Holland. XI, 460,
475; of New-Guiuca. XI , 477; of Pulo Sabuda. XI, 479 ; of New-Zealand.
XI,   537, 551; of New South-Wale». XI, 555; of Husky bay. XI, 573; of
the Friendly isles. XI, 592; Poisouous fish. XI, 620, 631, XVI, 743;
Fi9h of van Diemens-Land. XI ,643, 648; of Palmerstone island. XI, 660;
of Tongataboo. XI, 63S ; of the Sandwich isles. XI, 729; of Bernier Islc ,
N. Holland. XI, 791; of Rottnest island. XI, 824; of Maria island. XI, 873;
of the West-Indies. XII, 39; of Veragua. XII, 137; ui\' Uavis Strait. XII,
195; of Virginia. XII. 241, 601; XIII, 13, 31, 710; of New Eugland.
XII,  257; XIII, 213, 220, 230; of the Bermudas. XII; 268, XIII, 174;
of Barbadoes. XII, 296; of Pennsylvania. XII, 383; of lake Huron. XIII,
299; of Canada. XIII, 356; of America. XIII, 382, 470; of Chili. XIV,
74; of Cnyo. XIV, 74; of the river Amazons. XIV, 244, 513; of Cartha-
gena. XIV, 331; of Guayaquil. XIV, 398; Purple fish. XIV, 400; Fish
of Bagne. XIV , 409 ; of Juan Fernandez. XIV , 661; of Brazil. XIV , 721;
of lake Moeris. XV , 218; of Egypt. XV , 333; of Barbary. XV , 635; of
Angola. XVI, 298, 335; of Guinea. XVI, 449; of Rio de Gabon. XVI,
510; of Cape Lopez Consalvez. XVI , 513 ; of Benin. XVI , 532; of Loango.
XVI , 560; of ïeneriffe. XVI, 602; of Goree. XVI, 637 , 645 ; of Senegal.
XVI, 649; of Sof\'ala. XVI, 700; Fish of Madagascar. XVI, 743; ofCanaria.
XVI, 821; Fish fornied by rain-water , XVI, 660, 665; Cod-fish. I, 436/
437, 750, 766. V, 467, XVI, 449; Herrings. I, 437. II, 817. III, 107,
336, 337, 620, 796. VII, 531. XII, 601, XIII. 13, 470; Salmon. 1, 197,
282 , 440 , 442. III, 603. Whales. 1, 57 , 93 , 431 , 432 , 662. III , 576 ,
660. VII, 222, 705, 706. XI, 468, 786, 787, 878. XII, 257, 258,372.
XIII,  259. XIV, 74, XVI, 151, 637.
1812. Piso, (6.) Historia naturalis Brasiliae, Joann. de Laet in. ordinem
digessit et annotation.es addidit et varia ab auctore omissa supplevit et
illustravit. Lugd. Bat. et Amstelod.. Haak et L. Elzevir. 1648. gr. folio.
Met houtsneden. K.B. \'sG. — B. L. H. — U. H. — T. O. —N.A.M.
Zie aldaar: Piscos. bl. 142—189.
1813.------De Indiae utriusque re naturali et medica libri XIV. Arast.,
apud L. et D. Blzevirios. 1658. folio. Met een groot aantal houtsneden
tusschen den tekst.
                                                              B. L. H. N. A. M.
Zie aldaar: Piaoes. bl. 47—105. 3e afd. bl. 72—81.
1814.   Planander, Animadversioncs in classem piscium Linn. Lundae,
1803. 4o.
1815.   Plancns, (Jam.) De raola pisce [Orthngoriscus. ] Met eene plaat.
Zie: Comment. Bonon. 1746. II, Pts. 2, bl. 297—303. 1755. III. bl. 331—
334. (Met eene plaat.)                                                 B. L. H. — N. A. M.
1816.   Playfair, (R. L.) On the fishes of Cachar. Met eene plaat.
Zie: Proceed. zool. soo. 1867. bl. 14—17. B.L.H. — N. A. M. — R.ü.
1817.------The fishes of Seychelles. Met 2 platen en 3 houtsneden.
Zie: Proceed. zool. soc. 1867. bl. 846—872. B.L.H.—N.A.M.—R.D.
1818.------On a collection of fishes from Madagascar.
Zie : Proceed. zool. soc. 1868. bl. 9—12. B. L. H. — N. A. M. R. D.
1819. ------ïurther contributions to the ichthyology of Zauzibar.
Zie: Proceed. zool. soc. 1869. bl. 239—241. B.L.H.— N.A.M.— R.B.
1820.   Plot, (R.) The natural history of\' Oxfordshire. 2d Edition, with
large additions and corrections. Oxford, L. Lightfield. 1705. folio. Met
kaart en 16 platen.
                                                                               B. T. Q.
Zie aldaar: Fishes. bl. 179—195.
1821.   Plucar, (E.) Der ïischplatz zu Triest oder Aufziihlung und populare
Beschreibung der demselben, aus dera Adriatischen Golfe zugeführtcn ïischc
und anderen essbaren Meerproducte. Triest, Bomer. 1846. gr. 8».
8*
-ocr page 150-
116                                 HISTOIRE NATURELLE DES PÓISSONS.
1822.   Plumier. (Charles) Behalve eenïge gedrukte werken, heeft deze
natuurkundige ook een menigte handschriften en teekeuingen nagelaten, (zie
o. a. Catal. Bibl. Boerhaave. Leyden, 1739) waarvan. wat betreft deze laatsten,
in de Nationale Bibliotheek te Parijs, drie deelen bewaard worden, getiteld:
1: Poissons , oiseaux, lézards et insectes. Met 157 afbeeldingen van visschen.
II: Pois9ons d\'Amérique. Met 100 afbeeldingen van visschen.
III: Poissons et coquiltes. Met 80 afbeeldingen van visschen.
Eene copie , dour Plumier zelf vervaardigd, kwam in handen van Bloch, die
daarvan een gedeelte , in zijn bekend werk over de visschen , heeft opgenomen.
L. Feuülèe en J. G. Dagoty hebben hunne werken ook met enkele uittreksels
uit deze handschriften verrijkt.
Naar eene andere copie , vervaardigd door Aubriet, heeft Lacépède voor zijn :
Hi9t. natur. des poissons , 37 afbeeldingen laten graveeren.
Vergelijk : C\'uvier et Valenciennes, Histoire naturelle des poissons. Paris ,
1828. I, bl. 67, 68. (Aanteek.)
1823.   Pococke, (R.) Beschryving van het Oosten. Uit het Engelsch door
E. W. Cramerus. Utrecht, Paddenburg. 1778. 3 dln. 6 stukken. 4o. Met
platen en kaarten.
                                                          B. N. A. M. lt. L
Zie aldaar: Visschen van den Nijl. I, bl. 345—346.
De oorspronk. Engelsche uitgave, London, 1743—45. 3 dln. B.L.H.
1824.   Poey, (F.) übservations on different points of the natural history
of the island of Cuba with referencc to the ichthyology of the United States.
Zie: Ann. Lyceum. N.-York. 1858. VI, bl. 133—137. B. L. H. — N. A. M.
1825.------Descriptions de poissons nouveanx on peu connus.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1863. bl. 180-188.B.L.H.—N.A.M.
1826.------Peces ciegos.
Zie: Repertor. Kis. nat. de la Isla de Cuba. Sept. 1865.
1827.------Peces nucvos de la Isla de Cuba.
Zie: Repertor. Kis. nat. de la Isla de Cuba. Sept. 1865.
1828.------Revista de los tipos Cuvierianos y Valencienianos correspon-
dientes a los peces de la Isla de Cuba.
Zie: Repertor. Pis. nat. de la Isla de Cuba. Sept. 1865. 1866. II, bl. 265 —
278, 308—338, 369—383, 409—412.
1829. ------ Memoria sobre la enfermedad ocasionada por los peces venenosos.
Zie: Repertor. Kis. nat. de la Isla de Cuba. 1866. II. bl. 1—24.
1831.------Cubensium genera piscium.
                                                         *
Zie: Repertor. Kis. nat. de la Isla de Cuba. 1867. II, bl. 205—216.
1832.------Revista de los peces descritos por Poey.
Zie: Repertor. Fis. nat. de la Isla de Cuba. 1867. II, bl. 153—174.
1833.------Peces Cubanos especias nuevas.
Zie: Repetor. Fis. nat. de la Isla de Cuba. 1867. II, bl. 229—245.
1834.------Synopsis piscium Cubensium.
Zie: Repertor. Kis. nat. de la Isla de Cuba. 1867. II, bl. 279—484.
1835.   Poissons, oiseaux et plantes du Département de Saóne etLoire.
Autun, 1865. 8o.
1836.   Pollen, (Fr. P. L.) Enumération des animaux vertébrés de 1\'ilede
Madagascar. Amst., 1863. gr. 80.
                                  B.L.H.R.B.
Zie: Ned. tijdschr. voor Dierkunde. I.
1837.   Pollen (Fr. P. L.) et D. C. van Dam, Recherches sur la faune
de Madagascar.et de ses dependances, d\'après les découvertes de Frangois
-ocr page 151-
117
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
P. L. Pollen et D. C. van Dam. Leyde. J. K. Steenhoff. 1868. 4°.
K. B. \'s O. -B. L. H. — U. H.—N.A.M.
Dit werk zal in vijf afdeelingen worden uitgegeven onder medewerking van de
Ileeren : Dr. H. Sehlegel; — Ur. P. Bleeker ; — Dr. S. C. Snellen van Vol-
lcnboven ; — Dr. J. A. Herklots; — E. Baron de Sélys-I.ongchamps. — Die
vijf afdeelingen zijn:
I: Relation de voyage; — II: Mammifères et oiseaux; — III: Reptiles;—
IV : Poissons j — V : Inscctes , Crustacés , Mollusques , etc.
Op dit oogenblik (Aug. 1872) is reeds verschenen:
De eerste tot vierde aflev. van de 1 e afdeeling: Kelation de voyage (6 vellen
tekst, 9 gekleurde platen en 1 kaart) j van de 2e afdeeling: Mammifères et
oiseanx par H. Sc/degel. (26 vellen tekst met 40 platen, waarvan 38 gekleurd)
en van de 5e afdeeling: Insectes par S. O. Snellen van VollenhovenutEihn.de
Sélys Longchamps
, de eerste aflev. (3^4 velleu tekst met 2 gekleurde platen.)
Het geheele werk (70 a 80 vellen tekst en 110 a 120 gekleurde platen) zal onge-
veer ƒ 100,— kosten.
1838. Pollen, (Fr. P. L.) De Baars [Perca Üuviatilis Linn.]
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1871. No. 14.                                  B. E. li.
1839.------De Pos [Perca cernua Linn.]
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1871. No. 15.                                  B. E. D.
1840.------De Snoek [Esox lucius Linn.]
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1871. No. 16 en 17.                       B. E. I).
1841.------De Zeeprik [Petromyzon raarinus Linn.]
Zie: Alg. Visscherij-Couraut. 1871. No. 18—25.                        B. E. D.
1842.------De Barbeel [Cyprinus barbus Linn.]
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1871. No. 47.                              B.R.V.
1843. Pontoppidan, (E.) Det forste forsög paa Norces naturligc historie
tbrestillende dette Kongerizes Luft, Grund, Pielde, Vande, Vaxter, Metaller,
Mineralier, Steenarter, Dyr. Kjöbenhavn, 1752—53. 2 dln. 4o. Met 30
kopergravuren.
Eene Hoogduitsche vertaling verscheen te Kopenhagen in hetzelfde jaar (B. Ü.H.);
eene Eugelsche te I.ondon in 1755. 2 dln. folio.
                        B. lf. A. M.
1844.------Naturhistorie over Danmark. Kjöbenhavn, ü. C. Hothens.
1765. 4o.                                                                                               B. \'f. G.
Zie aldaar: Visschen. blz. 177—191.
1845.   Poussielgne, Quatre mois ïi Ploride.
Zie: Le tour du monde. No. 546. bl. 394—400.
*
          Zie aldaar : Admirables conlcurs des poissons des mers tropicalcs; la Jaractière
d\'argent; le Hareng-cheval, et la Maman baleine; Organisation de la grande
pêche sur les cótes d\'Amérique. Le Squale niarteau; La pêche au Thon, etc. Met
afbeeldingen.
1846.   Prescott, (Will.) Descriptions of new species of üshes.
Zie: Silliman , Amer. journ. 2 Ser. 1851. XI, bl. 340 - 345.
1847.   Prévost, (A. F.) Histoire générale de voyages, ou nouvelle collec-
tion de toutes les relations de voyages par mer et par terre. Nouvelle édition.
La Hayc, P. de Hondt. 1747. 25 dln. 4o. Met platen en kaarten.
B. L. H. ^-R. L.
Zicaldaar: Différeutes espèces de poissons d\'Afrique. I, 317. V , 70 , 348.
VI, 413, 528; du Sierra Leona. IV, 235; de la Chine. VIII, 390. L\'Ouwa
ou 1\'oiseau pescheur. Pêche chinoise. VIII, 106. Poissons du Groenland. XXV,
258—262.
Poissons extra-ordinaires d\'Amboine. XVII, 84—254. Met 485 afbeeldingen.
Tekst en platen overgenomen uit: Valenlijn, Ouden NieuwOost-Indië. (No. 2213.)
Pêche des morucs. XXI, bl. 517, 520. XXIII. 351. XXV, 259. Pêchcde
la baleine. Poissons des mers du Nord. XXII, 388—410. XXV, 266euveiv.
-ocr page 152-
1 1 8                                 HISTOIBE NATURELLE DES POISSON8.
1848. Pringle, (J.) A discourse on the Torpedo, delivered at the anni-
versary meeting of the Royal Society. Nov. 30, 1771. London, printed for
the Royal Society. 1775. 4».
1849.------Discours sur la ïorpillc.
Zie: Observ. et mem. suv la Phys. 1775. V , bl. 241—257, 444—449.
1850.------De Torpedine. Wittebergac, 1779. 4°. 2 stukken. [Lipsiae,
T. O. Weigel.]
1851.   Pntnani, (F. W.) On the fishes of Essex County.
Zie: Proceed. Essex Instit. 1856. I. bl. 144—146, 148, 201.
1852.   Quatrefages, (A. de) Observations relatives aux jeunes Blennies.
Zie: Compt. rcnd. Acad. se. Paris. 1843. XVII, bl 320. 1\'Instit ut. 1843.
XI , No. 503 , bl. 274—275.                                          B. L. E. B. G. R.
1853.   (jueiisel, (C.) Eörsök att niirmarc bestiimma och uaturligare uppstalla
Sveuska Artcrna af Flunderslagtet [Pleuroneotes.]
Zie: K. vet. Akad. Nya Handig. 1806. XXVII, bl. 44—56, 203—233.
1854.------Mormyrus Cyprinoides et Anguilloides.
Zie: IVeber, Beitriigc. 1810. II , bl. 142 146.
------Zie: Svensk Zoologi.
1855.   (Jikij et Gaimard, Rcmarqucs sur quelqucs poissons de mer, et
sur leur distribution géographique.
                              B. L. II. N. A. M.
Zie: Ann. seienc. natur. 1824. III, bl. 411--421. Férussac, Buil. se. nat.
1825. VI, bl. 100-102. Vertaald in Froriep\'s Not. 1825. IX, No. 197. bl.
321—327.
1856.   Racket, (T.) Description of the Esox saurus. Met cene plaat.
Zie: Transact. Linn. soc. London. 1804. VII, bl 60. B. t. H. N.A. M.
1857.   Raflnesque-Schmaltz, (C. S.) Indice d\'ittiulugia Siciliana, ossia
catalogo metodieo dei nomi latini, italiani e siciliani dei pesci che si riven-
gono in Sicilia, disposti secondo un methodo naturale. Con. 2 tav. Messinn,
Gio del Nobolo. 1810. 4o.
1858.------Caratteri di alcuni nuovi generi e nuove specie di animali.
(Pesci) e piante della Sicilia.Con 20 tav. Palermo, 1810. 8».
1859.------Ichthyologia Ohiensis, or natural history of the fishes in-
habiting the river ühio. and its tributary strearas. Lexington, 1820. 8°.
1860.------Description of the Exoglossum, a new genus of fresh-water fish.
Zie: Silliman. Anier. journ. 1819. I, bl. 155—156.
1861.------Bt\'schrcibuug eines neuen sicilianischen Eisches, Neniochirus.
Zie: Isis. 1845, bl. 227. Specchio delle Scienze. II, 1814. bl. 100—105.
B. L.H.
1862.------Description of three ncw genera of fluviatile fish, Pomoxus,
Sarchirus and Exoglossum. Met eene plaat.
Zie : Journ. Acad. nat. se. Philad. 181S. I, bl. 417—422.
1863.   —~ Description of the Silures or Catfishes of the River Ohio.
Zie: Quart. journ. seienc. litter. arts. II. Instit. 1820. IX, ol. 48—52.
1864.   Ramage, (Jolui) Account of a Stickleback found with a Leach
alive in its intestines.
Zie: Edinb. journ of seienc. 1825. III, bl. 74.
1865.   Ramble, (R.) Book of üshes. Philadclphia, Crissey and Markley.
(z.j.) 8».
1866.   Rauion de la Snirra, Histoire physique, politiquc et naturelle de
111e de Cuba. Traduite en franjais par 8. Berthelot. Paris, Bertrand.
-ocr page 153-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                      119
1842—58. 11 dln. tekst in gr. 8», en 9 atlassen met 274 platen, waarvan
158 gekleurd, in folio.
                                                                         B. T. G.
Zie aldaar , Zoölogie : Poissons par Qtdchenol. 1 deel tekst in 8o en 5 gekleurde
l>laten. folio.
De oorsprouk. uitgave verscheen te Parijs, 1838—1842, in folio.
Sedert 1861 verschijnt bij L. Hachctte cene nieuwe uitgave in het Sjiaansch ,
welke (volgens Brunct) 18 dln. in 8o. en 2 dln. in folio (platen) zal uitmaken.
1867.   Ramorlno, (Glov.) Sopra tre piccoli Chironecles, trovati nel golf\'o
di Genova.
Zie: Canestrini, Areh. per la Zool. 1861. bl. 249—258.
1868.   Ranzani, (Cam.) Descrizione di uu pesce, che appartiene ad un
nuovo genere della famiglia dei Tenioidi di Cuvier [Epidesmus maculatus ]
Met eenc plaat.
Zie: Opuse. seientif. Bologna. 1818. II, bl. 133—137.
1869.------Di Parecchie nuove specie di pesci da lui trovati nella colle-
zione zoologica dell\' Universita.
Zie: Nuov. Ann. delle se. nat. di Bologna. 1838. I,bl. 431—434.
1870. — — Dispositio familiae Molarum in genera et species.
Zie: Novi Commentarii Acad. scient. Iustituti Bonon. P. III, 1S39. bl. 63.
1871.-------Memoria intorno diverse nuove specie di pesci [Monacantlius
pullatus; M. varius; Hippoglossus Brasiliensis. ]
Zie: Nuov. Mn. de se. nat. di Bologna. 1840. III, bl. 291—294.
1872.------De nonnullis novis speciebus pisciura.
Zie: Nuov. Ann. de se. nat. di Bologna, 1841. V, bl. 60—66.
1873.------Sopra delle nuove specie di pesci.
Zie: Nuov. Ann. de se. nat. di Bologna. 1841. VI, bl. 367—370.
443—444.
1874.------De novis speciebus piscium. Dissertationes qualuor. Met plalen.
Zie: Novi Comment. Acad. Bonon. 1840. IV , bl. 65—84. 1842. V , bl. 3—22,
307—338, 339—366. Nuovi ann. se. nat. 1838. I:, bl. 431—432. 1841. V,
60—66. 1841. VI, 367—370, 443—444.
1876. Ra pp, (W. TOll) Ueber einen neuen Aal vom Cap [Muraena
niacrocephala.) Met cene plaat.
Zie: Würtemb. naturwiss. Jahresh. 1848. II, bl. 142.
1877.------Die ïische des Bodensees, untersucht und beschrieben. Mit
6 (lithogr.) Taf. Abbildgn. (Ausden Wiirtemberg. naturwiss. Jahresheflen.
X Jalirg. abgedruckt.) Stuttgart, Ebner und Seubert. 1854. So. De platen
in gr. folio.
1878. Rathke, (H.) Bemerkungen über den Bau des Cyclopterus Lumpus.
Met eene plaat.
                                                                                     B. L. II.
Zie: MeckeVs Deutsch. Areh. f. Physiol. 1822. VII, bl. 498-525.
1879.------Beitrage zur Geschichte der Thierwelt. Halle, Rengers. 1824.4°.
Zie aldaar , IV Abth. : Eutwickelungs-Geschichte der llaifische.
Overgedrukt uit: Neueste Schrift, d. naturf. Ges. in Danzig. Halle, 1824. I,
3e bl. V.
1880. —— Beitrage zur Anatomie der Fische.                            B.L.H.
Zie: Müller\'s Archiv. 1836. bl. 170—186. 1870, bl. 335—356,468—478.
1838, 413—445.
1881.------Bemerkungen über Syngnathus aequoreus.
Zie: Müller\'s Archiv f. Anat. 1840, bl. 145—148.                     B. L. U.
-ocr page 154-
120                                HISTOISE NATURELLE DES POISSONS.
1882.   Rathke, (H.) Bemerkungen über den Bau des Amphioxus lanceo-
latus, eines Fisches aus der Ordnung der Cyclostomen. Mit einer Kupfer-
tafel. Königsberg, Gebr. Borutriiger. 1841. 4».
1883.------Verzeichniss der in Ost- und Westpreussen vorkommcnden
Wirbelthiere.
Zie: Neue Preuss. Provinzial-Blatter. Königsb., 1846. II, Ie bl 17.
1884. Ravenel, (Edm.) On the recent Squalidae of the coast of South
Carolina.
Zie: Proceed. Amer. assoc. adv. 80. 3 Meet. (1850) 1851. bl. 159—160.
1883.   Ray, (John) Collection of unusual english words.... and a Cata-
logue of english birds and fishes gathered in his travcls through the Counties
of England. London, 1674. 8°.
1886.   Ray and Willughby, Philosophical letters. Consistingofmanydis-
coveries in the history of quadrupeds, fishes, etc. Published by W. Derham.
London, 1788. 8°.
1887.   Razoumowsky, (G> de) Histoire naturelle du Jorat et de ses envi-
rons; et celle des trois lacs de Neufchatel, Morat et Bienne. A Lausanne,
chez J. Mourer. 1780. 2 dln. g\\ 8». Met 6 gegraveerde platen.
B. R. L.
Zie aldaar: Poissons. I, bl. 125—133.
1888.   Recherches anatomiques et zoologiques faites pendant unvoyage
sur les cötes de la Sicile et sur divers points du littoral de la France.
Paris, 1850. 3 dln. 4o. Met 83 platen.
1889.   Reichenbach, (Heinr. G. F.) Deutschlands Fauna oder praktisch-
gemeinnützige Naturgeschichte der Thiere des Inlandes, mit naturgetreuen
Abbildungen aller Arten. Leipzig, Hofmeister. 1842. 2 dln. gr. 8°.
1890.   Reid, (John) An account of a specimen of the Vaagmaer, or Vog-
marus Isiandicus [Trachypttrus Bogmarus of Cuvier and Valenciennes] , thrown
ashorc in the Frith of Forth. Met cene plaat.
                                 B. L. H.
Zie : Ann. and mag. of nat. hist. 2e Ser. 1849. III, bl. 456—477.
1891.   Reinhardt, (J. T.) Neue Arten von Squalus.
Zie: K. Dansk. Selsk. naturvid. Afhandlgr. 1828. III, bl. 15—17. Isis.
1848. bl. 93—94.
                                                                              B. L. H.
1892.------Observations ichthyologiques.              B. L. II. N. A. SI.
Zie: Férussac, Buil. se. nat. 1826. VII, bl. 878.
1893.------Observations pour servir ü 1\'histoire des poissons.
Zie: Ann. scienc. natnr. 1831. XXII, bl. 168—172.
B. L. H. —N. A. 31.
1894.------Om den Islandske Fiskfauna. Kjöbenhavn, F. dcTengnagel.
1832. kl. 8°.
Zie ook : Maanedskr. for Lit. VII , 3e.
1S95.------Ichthyologische Beitrüge [Macrourus und Vogmarus.]
Zie; Isis. 1848, bl. 110—112; 116—119; K. Danske Selsk. Af bandl. 1832,
V, bl. 18—20; 51—55; rinstitut. 1834. II, No. 53.
B. L. H. -N. A. M. —B. O. R.
1890.------Lycodcs Vahlii und Pamlcpis   species, zwei Grönlfindische
Fischc.
Zie: Isis. 1848, bl. 124, 125, 134, 135.  K. Danskc Selsk. Afhandl. 1832.
V, bl. 74—76; 1837. VI, bl. 75.
                                                  B. L. II.
-ocr page 155-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       121
1897. Beinhardt, (J. T.) Sur deux individus du Pagellus centrodontus,
pris sur les cötes de Séelaude.
                                     B. L. H. — B. 0. R.
Zie: 1\'Institut. 1834. II, No. 57 , M. 193.
1898.------Bythites nov. gen. piscium.
Zie: Danskc Selsk. Afhandl. 1837. VI, bl. 77—78. Isis. 1848. bl. 135—136.
1899.------Vaagmaeren [Trachypterus Vogmarus] beskrevet. Met 2 platen.
Zie: K. Danske Naturvid. Afhandl. 1S38. Vil ,\'bl. 65—82. Isis. 1848, bl.
241-247.
                                                                                         B. L. H.
1900.------Notes sur 1\'Ichthyologie du Groenland. B. L. 11. -B. G. R.
Zie: 1\'Institnt. II. 1834, No. 53, bl. 160—161. No. 55, bl. 174—175.
1901.------Sur quelques poissons qui visitent rareraent les cötes de
Daneraarck.                                                                      B. L. E. — B. G. R.
Zie 1\'Institut. II. 1834. No. 53, bl. 193—194.
1902.------Iclithyologiske Bidrag til den Grönlandske Fauna. Met 8
platen.                                                                                                     B.L.H.
Zie: K. Dansk. Selsk. naturvid. Afhandl. 1838. Vll.bl. 83- 196,221—228.
Isis. 1848, bl. 247—299.
1903.------Tvende for den Grönlandske Fauna  nye Fyske arter [Liparis
glutinosus, Stomias ferox.]                                                                  B. L. II.
Zie: Oversigt K. Dansk. selsk. Forhandl. 1842,  bl. 82—84. Isis. 1844. col.
819-820.
1904.------Ueber neue Grönliindisclie Fische.                             B. L. II,
Zie: Isis. 1841, bl. 706. 1844, bl. 819.
1905.------Neue Süd-Amerikanische Süsswasser-Fische.            B. L. H.
Zie: Froriep\'s Tagesber. 1850. No. 134. Zooi. I , bl. 202—204. Vidensk.
ineddel. Kjöbenh. 1849. bl. 29—57.
1906.------Om svömmeblaeren hos familien Gymnotini.
Zie: Vidensk. meddel. Kjöbenh. 1852. bl. 135-149. Wiegmann\'s Archiv.
1854. XX , bl. 169—184.
                                                 B. L. H. N. A. M.
1907.------Jagttagelser af phosphorisk Lysning hosenFisk. [Astronetb.es
Fieldii Val.]                                                                                   B. N. A. M.
Zie: Videnskab. meddel. fra d. naturbist. Foren. Kjöbenh. 1853, bl. 59—60.
1908. i-----Notits om slaegten Pachyurus Ag. og de dertil horende
Arter.                                                                          B. N.A.M.
Zie: Vidensk. Meddel. naturh. Foren. Kjöbenh. 1854. bl. 108—112.
1909.------Stegophilus insidiosus, en ny Mallefisk fra Brasiliou, ogdeus
Levemaade. Med en kobbcrtavle. Kjöbenhaven, F. S. Mühle. 1858. 8».
Zie: Naturhist. Forenings videnskab. Meddelclser for 1858.
1910.------Een nieuwe soort vau Silluroïde of Welsachtigen visch van
Brazilië en zijne levenswijze. Uit het Deensch vertaald door J. can der Hoeren.
Met gesteendr. plaat.
                                                    B. N. A. M. — R. 1).
Zie: Album d. Nat. 1860. bl. 82—96.
1910«. —— Om trende formeentligt ubeskrcvne Fisk af Characinemcs eller
Karpelaxenes Familie.
Zie: Oversigt K. Dansk. V. Selsk. Forhandl. 1866.                  B. R. D.
1911.------Trois nouvelles espèces de Characins du Brésil. Met 2 platen.
Zie: Bullet. de la soe. roy. de Danem. des se. 1866.                    B. R. I).
1912.   Reisinger, (Th.) Specimen ichthyologiae sistens pisces aquarum
dulcium Hungariae. Budae, 1830. 8o.
1913.   Benard, (Lonis) Histoirc naturelle des plus rares Curiositcz de la
nier des Indes. Tom. I—II. (z. g. voorhandsche titel; do eigenlijke titel
is): Poissons, Eerevisses et Crabes de diverses couleurs et (igures extraor-
naires, que 1\'on trouve autour des iles Moluques el sur les cötes des terres
-ocr page 156-
122                                  HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
.Australes. Ouvrage divisé en deux tomes, dont Ie premier a été copié sur
les originaux de Balthasar Coyett; Ie second tome a été formé sur les recueils
de Adr. oan der Steil. Amsterdam, donné au public par L. Benard, (z.j.)
folio. Met, 100 gekleurde platen.                                          K. B.teDresdeii.
Zie over de geschiedenis van dit boek: Eberl, Bibliogr. Lexicon. 1821, 1,
bl 789. In 1754 verscheen te Amsterdam bij Reinier eene nieuwe uitgave van
dit werk „augmentée d\'une préface par Amoni Fosmaer." De oorspronkelijke
uitgave verscheen in 1718. 2e druk. (1754).                 B. T. G. N. A. M.
In Cat. Bibl. J. van der Hoeven, komt onder No. 2140 eene uitgave voor
van 1782. (lo deel).
1914.    Kruier, (S. A.) Osservazioni posthume di Zoologia Adriatica, a
studio O. Meneghini. Con 32 tav. col. Venezia, 1847. folio.
1915.   Rcportsof cxplorations and surveys, to ascertain the most prac-
ticable and economical route for a Railrood trom the Mississippi river to the
Pacilic ocean, made undcr direction of the Secretary of war in 1853—1854.
Washington,\'1855—GO. 12 dln. 4o. K.B.\'s Q.-B.L.H.—T.G. — R. ü.
Zie aldaar onder afdeel. „Zoology" in deel VI, X en XII, 2: Beschrijving
van verschillende vischsoorten in die streken, door C. Girard en G. Suckley.
Met platen.
Rcposltory. Zie: The Chinese repository. No. 688.
1916.   Retzius, (A. J.) Tctrodon Mola beskrifven [Orthagoriscus. ] Met
eene plaat.
Zie: K. Vet. Acad. Nya Handlgr. Stockholm. 1785. VI, bl. 115—121.
1917.------Anmarkningar vid sliigtet Myxine. Met afbeeldingen.
Zie: K. Vet. Acad. Nya Handlgr. Stockholm. 1790. XI, bl. 110—114.
1918.------Lampris, en ny ïiskslagt beskrifven.
Zie: K. Vet. Acad. Nya Handlgr. Stockholm. 1799. XX, bl. 91—100.
1919 ------Faunae Sueciac pars I, sistens mammalia, aves, amphibia et
pisces Sueciac. Cum tab. Lipsiae, 1800. 8o.
1920.------Animadversiones in classem piscium Linncan. Lund, 1803. 4».
1921.------Om Magens byggnad hos sliigtet Silurus.
Zie: Fórhandlgr. Skandin. N\'aturforsk. 3 Möte. 1842. bl. 695. lsis. 1845.
bl. 455.
1922.   Renss, (Ad.) Dentix gibbiceps nov. sp. Met afbeeldingen.
Zie: Isiï. 1832. bl. 626-628.                                                       B. L. B.
1923.   Renss, (L.) Fauna des Unter-Donau-Kreises, oder gemeinnützige
Naturgeschichte der im Unter-Donau-Kreise vorkommenden wilden und
zahnicn Thieren. Passau, Pustet. 1832. gr. 8°.
Zie aldaar: Fische aus der Donau. bl. 441.
1924.   Ricci, Osservazioni sullc gessaje del territorio Sinigagliese su i
lilitti, gl\'ictiolitti ed altri oggetti contenute nelle medesime. Roma, 1828. 8«.
Met 5 kopergrav.
1925.   Rlchardson, (John) Fauna Borcali-Americana, or the zoology of
the northern paris of British America, containing descriptions of theobjects
of natural history collected on the late northern land expeditions, underthe
command of Sir John Pranklin by John Richardson, assistcd by W. Steainson
and W. Kirby. With numerous eoloured platcs. Norwich, Pletcher, 1831—37.
4 dln. 4o.
                                                                                               B. T. O.
III: The lish. Met 24 platen waarvan 14 gekleurd.                     3. L. H.
1926.------Report on North-American zoology.                         B. L. H.
Zie: Report of the 6th Meeting of the Br. association. Loudon, 1837. 8°.
-ocr page 157-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       123
1927. Richardson, (John) Ichthyology of the voyageofH. M. Sh. Erebus
and Terror during the years 1839—1843. London, Longman and O.
18J.4—48. 80.
                                                                B.T. Q.—N.A.M.
1928.------Description of Australian fishes. London, 1842. gr. lo. 2
stukken met 8 platen.
1929.------On some new or little known Australian fishes.
Zie: Prooeed. zool. soc. London. 1841. IX, bl. 21—22. Ann. of nat. hist.
1852. VIII , bl. 464—406.
                                B. L. 11. N. A. M. - R. J).
1930.------Notice of three ncw genera of marine fishes trom van Die-
mensland [Nemadactylus, Latris, Hoplegnathus.]                            B. L.H.
Zie : Report Brit. assoc. adv. se. 11* Meet. 1841 (1842). Trausact. sect. bl. 71.
1931.------On a specimen of Machaerium subduceus from Port Essington,
New Holland.                                                                                        B. L.H.
Zie: Report. Brit. assoc. adv. se. 12 Meet. 1842 (1843). Transact. sect. bl.
69 -70.
1932.------Description of the lurking Macheie [Machaerium subducens]
from the northern coast ot New Holland. Met eene plaat.
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 1843. XII, bl. 175—178.          B. L. H.
1933.------Icones piscium, or platos of rare fishes. London, ïaylor.
1843. gr. 4o. Gekleurde platen met tekst.
1934.------Contributions to the ichthyology of Australia.
Zie: Proceed. zool. soc. London, 1839. VII, bl. 95—100. 1840. VIII,
bl. 25-50. 1841. IX, bl. 21—22. 1849. III, bl. 69—186. Met 8 platen.
Annals of nat. hist. 1842. IX, bl. 15—30, 120—131,207—218, 384-393.
X, 25—34. 1843. XI, 22—28, 169—182,352—359, 422—428,489—498
B. L. H. N. A. M. R. D.
1935.------Report 011 the present state of the ichthyology of New
Zealand.                                                                                                 B.L.H.
Zie: Report Brit. assoc. adv. se. 12th Meeting. 1842. (1843), bl. 12—30.
1936.------Description of a new genus of Gobioid flsh [Channichthys.n
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 1844. XIII, bl. 461—462.        B. L. H.
1987.------Description of a genus of Chinese flsh [Hapalogenys ]
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 1844. XIII, bl. 462—464.         B. L. H.
1938.------Generic characters of an undescribed Australian fish [Pataecus.]
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 1844. XIV , bl. 280—281.          B. L. 11.
1939.------Generic characters of Gasterochisma melamphus, a fish which
inhabits Port Nicholson, New Zealand.
Zie: Ann. and mag. of nat. hist 1845. XV , bl. 346.                    B. L. B.
1940.------Kcport on the ichthyology of the seas of China and Japan.
Zie: Report. Brit. assoc. adv. se. 15th Meeting. 1845. (1846), bl. 187—320.
Vroriep\'s Not. 1845. bl. 117—118. Nuovi ann. se. nat. 1848. bl. 465—471.
B. L.H.
1911.------Description of Australian fish.                                   B. L. H.
Zie: Transact. zool. soc. 1849. III, bl. 69—186. 1850. XVIII, bl. 58—77.
1942.------On some fish from Asia minor and Palestine.
Zie: Proceed. zool. soc. 1856. XXIV, bl. 371—379.
B. L. H. — N. A. M. — R. D.
1943. ------ On Siphonognatus, a new genus of Fistularidae. Met eene plaat.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1857. XXV , bl. 237—240.
B. L. B. — N. A. M. — R. 1).
------Zie: Zoology.
-ocr page 158-
184
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
19 44. Richer, (Jean) Remarques sur quelques animaux et poissons de
Cayeime.
                                                                           B. L. H. — B. G. K.
Zie: Me\'m. de 1\'Acad. d. Sc. de Paris. 1674. bl. 1. VII, bl. 93.
1945. Risberg, (G.) Obscrvationesichthvologicae. Lundae, C. T. Berling.
1835. 8o.
                                                                                               B. R. D.
1940. Kisso, (A.) Ichthyologic de Nice, ou histoire naturelle des poissons
du département dos Alpes maritimes. Paris, 1810. 8<>. B. T. G.^-N. A. M.
1947.------Mémoirc sur deux nouvelles espèces du genre Scopelus. Met
afbeeldingen.
Zie: Me\'m. Acad. Turin. 1820. XXV, bl. 262—269. Gis/l, Faunus. 1837.
I , 2. bl. 93—94.
1948.------Alepoceplialus n. g. de poissons. Met afbeeldingen.
Zie: Me\'m. Acad. Turin. 1820. XXV, bl. 270—272.
1949.------Observations sur Ie genre et les  espèces Trigla vivant dans la
Mcditerranée.                                                                  B. L. H. — N. A. M.
Zie: Me\'m. soc. Linn. Paris. 1824. III. bl.  24—37. Férusiac, Buil. se. nat.
1824. Il , bl. 298—299.
1950.------Histoire naturelle des principales productions de 1\'Europe mcri-
dionale et principalement celles des cnvirons de Nice et des Alpes maritimes.
Paris, F. 6. Levrault. 1826—27. 5 dln. 8o. Met 26 platen en 2 kaarten.
B. T. G. —N. A. M.
Zie aldaar, V : Poissons.
i
1951.------Mémoire sur quelques poissons observés dans la mer de Nice
[ Notacauthus Bonaparte; Dentex vulgaris: D. Synodon; D. Erythrostoma,
Scbastcs argus.]
Zie: Jonrn. de physique. 1820. XCI, bl. 241—255. Arehiv f. Naturgesch.
1840. I, bl. 376-392.
                                                                      B. L. H.
1952.------Sur une nouvelle espècc du genre Gymnètre [Gymnetrus
Mullerianus. ]
Zie: Arehiv f. Naturg. 1840. T, bl. 13—15.                                 B.L.H.
1953. Rivière, (Bar. de) Considérations sur les poissons, etparticulière-
ment sur les Anguilles. (z. pi.) 1840.
1951. Robertson, (fcf. A.) Notes ou Africa, particularly tbose parts wbich
are situated between Cape Verd and the river Congo. Withamap. London,
Shcrwood. 1819. gr. S<>.
                                                                    B. R. L.
Zie aldaar: Fish and fisheiies of Cape Palmas bl. 62, 63. Fish of Cavally.
bl. 68 , 157 , 230. Herrings. bl. 158.
1955.   Rochefort, (C. <le) Histoire naturelle et morale des iles Antilles
de L\'Améüque. Enrichie d\'un grand noinbre de belles ligures en taille douce,
des Places et des Raretez les plus considérables, qui y sont décrites. Avec
uu Vocabulaire Caraïbe. Seconde édition. Revue et augmentée. A Rotterdam,
cliez Arnout Lecrs. 1065. 4o.
                                                             B. R. L.
Zie aldaar : Des poissons de rner et des rivières des Antilles. — Des poissons
vulaus. — Des perroquets de mer. — De la Dorade. — De la Bonite. — Be
1\'üguüle de nier. — De plusieurs autres poissons. bl. 183—189. Bes monstres
manna qui se tronvent en ces quartiers. 189—200.
1956.   Romans, (B.) A coucise natural history of East and West Elorida,
containing an account of natural produce of all southeru parts of Britisb
America in the three kingdoms of nature, particularly the animal and vege-
lable. Ncw-York, Aitken. 1776. kl. 8». Met 4 platen.
-ocr page 159-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       125
1957.   Römer-Bttchner, (J. B.) "Verzeichniss der Steine und ïhiere, welche
in dem Gebiete der freien Stadt Frankfurt und deren nachster Umgebung
gefuaden werden. Frankfort a/M., Bronner. 1827. gr. 8«. Met 2 gestcendr.
platen.
Zie aldaar: Msche, bl. CS.
1958.   Rondeau, (Dn) Mémoire sur la Loche campinoise.
Zie: Mém. Acad. Brux. 1783. IV , bl. 247—255. B. L. tt.—B. G. R.
1959.   Rosenberg, (C. B. H. von) Reis naar de Zuidooster-eilanden, ge-
daan in 1865. Met 7 platen, \'s Graveuhage, Mart. Nijhoff. 1867. gr. 8o.
B. L. H. — R. L.
Zie aldaar op bl. 56—63 eene lijst vau 250 vischsoorton, welke op Nieuw-
Guinea, in de Banda-zee en langs de kusten van Ceram en Amboina gevonden
worden.
1960.   Rosenhauer, (W. G.) Ueber die in der Uragegend von Erlangen
vorkommenden Fische.
Zie: Wiss. Mitth. d. pbys. med. Soc. in Erlangen. 1858. I, bl. 165-168.
1961.------Die Thiere Andalusiens. nebst Beschreibung von 249 neuen
Arten. Erlangen, 1856. 80. Met 3 platen.
1962.   Rosenthal, (Fr.) Ichthyotomische Tafeln. Berlin, 1812—1825. 4».
4 afleveringen met 27 platen.
1963.   Rosted, (E.) Om Haakjaerringen. Angaende Maaden ogTidenden
fanges oghvorledes man benytter sig af den.
Zie: Det Kgl. Norske videnskabers Selskabs Skrifter. Nye Samling, 2det
Bind, 1788, bl. 203-212. 4o.
1964.    Uoiilin, (F.) Description d\'une Pastenaque fluviatile du Meta.
[Pastinaca Humboldti.] Met eene plaat.
                    B.L.H. N. A. M.
Zie: Ann. seiene. natur. 1829. XVI, bl. 104—107. Extr. Férussac , Buil.
se. nat. 1829. XVI, bl. 464-466. Isis. 1834, bl. 1042.
1965.   Rozet, Voyage dans la régence d\'Alger, ou description du pays
occupé par 1\'armée francaise en Afrique. Paris, A. Bertrand. 1833. 3dln. 8°.
Met eene kaart.
                                                                     B.L.H. R. L.
Zie aldaar: Poissons marins et d\'eau douce. I, bl. 226—230.
1966.   Rudolphi, (K. A.) Ueber die elektrischen Fische. Met 2 platen.
Zie: Abhandlgn. d. Berlin. Akad. 1820/21. Phys. KI. bl. 223—233.
B. L.H. —B. O. R.
1967.------Ueber den Zitterwels. Met 4 platen. B.L.H. — B.G. R.
Zie: Abhandlgn. d. Berlin. Akad. 1824. Phys. KI. bl. J37—144.
1968. Riippell, (W. P.) Beschreibung und Abbildung mehrere neuen Fische,
im Nil entdeckt. Mit Forsetzung. Frank. a/M. ,H. L. Bronner, 1829—32.
Met 6 gesteendr. platen, gr. 4o.
                                      B. T. G. —R. I).
1969.------Atlas zur der Reise im Nördlichen Afrika. Frankf. a/M. .
H. L. Bronner, 1826—1831. folio.                  B. L. H. — T. G. —R. Ji.
Zie aldaar: lo Abth. Zoölogie, IVes Heft: Fische des rothen Meeres. Met 35
gekleurde platen.
1970. Kiippcll, (E.) Neuer Nachtrag von Beschreibungen und Abbildungen
neucr Fische, im Nil entdeckt.
                                    B. N. A. M. R. D.
Zie : Museum Senekenberg. II, Heft. I , 1836 , bl. 1—28.
1971.------Mémoire sur une nouvelle espèce de poisson du genre Histio-
phorus immaeulatus. Met eene plaat. B" L. H. —N.A.M. R. D.
Zie: Transaet. zool. soc. Londen. 1841. II, bl. 71—74; Proceed. zool. 90c.
London, 1835. III, bl. 187. t\'Institut. 1836. IV, bl. 290.
-ocr page 160-
126
HISTOIRE KATUB.ELLE DES POISSONS.
1072.   Riippell, (E.) Vorzeichniss der in den Museum der Senckenbergi-
schen natiirforschenden Gesellschaft aufgestellten Sammlimgen. Vierte Abt.hei-
lung: Fische und deren Skelcttc. Frankfurt. am Main, J. D. Sauerliinder.
1852. 4o.
                                                                                               B. R. D.
1073.   Rnsscggcr, (Jos.) Reison in Europa, Asion und Afrika, mit beson-
derer Rücksicht auf die naturwisscnschaft.licb.cn Vcrhiütnisse der betreff. Lander,
unternommen in den Jahren 1835 bis 1841. Stuttgart, Scbweizerbart.
1841—49. 15 stukken, gr. 8". Met atlas van platen en kaarten in4afdee-
lingen.
                                                                                                    B. U. H.
Zie aldaar, I: J. J. Ileckel, Ichthyulogie. Met platen.
1974.   Russell, (P.) Dcscriptions and figures of 200 fishes, collected at
Vizagapatam on the coast of Coromandel. London, 1803. 2 dln. gr. folio.
B. L. H. —T. G.
1975.   Russell, (Al.) Au account of tour undescribed fishes of Aleppo.
* Zie : Philos. Transnct. 1756 , bl. 445. K. B. \'s G. B. G. R. L. H.
1976.------Natural history of Aleppo. Containing a description of the
city and the principal natural productions in its ncighbourhood, together with
an account of the climatc. Second edition, roviscd, cnlarged, ülustrated,
with notcs by P. Russell. London, Robinson. 1794. 2 dln. gr. 8o. Met
16 platen.
                                                       B. T. G. Hoogd. uitg. B. U. H.
Oe lo druk is van 1756.
1977.   Ruysch, (H.) Theatrum uuiversalc omnium animalium. Amstelod.,
1718. 2 dln. folio.
Volgens l)r. Bleeker (in  Nat. en  Geneusk. Archief voor Ned. Indie. I, bl. 135)
is dit werk slechts eene   (nieuwe)   uitgave van Jolinsion\'s Historiae natnralis
de ])iscibns et cetis libri   V. Het   handelt vooral over Oost-Indische vis9chen.
Vergelijk N0. 107.
1978.   Rzaczynskl, (G.) Historia naturalis regni Poloniae, magni Ducatus
Lithuaniae, annexarumque proviuciarum, in tractatus XX divisa. Sandomiriae,
1721. kl. 4o.
Zie aldaar: De numinibus et piscibus. bl. 131; de lacubus, piscibus , etc.
bl. 153.
Sairru. (Ramon de la) Zie: No. 1866.
1979.   Saiiit-Amant, Sur un poisson trouvé dans une buitre. Met.
afbeeldingen.
                                                                                           B. L. H.
Zie: Observ. et me\'m. sur la phys. par Rotter. 1778. XII, bl. 276—278.
19S0. Saint-Hilaire, (A. de) Sur Ie Minhocao des Goyanais [Lepidosiren] .
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1846. XXIII, bl. 1145—1147.1\'Institut.
XIV, 1846. No. 678. bl. 435. Edinb. new phil. journ. 1846. XLII, bl. 278—
281. Silliman, Amer. journ. 2 Ser. 1847. IV, bl. 130—131. Froriep\'s Not. 8
Reihe. 1847. I, No. 13. bl. 198—200.                       B. L. H. —B. G. R.
1981.   Salm-Hostmar, (Fiirst) Ueber einen neuen Fisch (Gasterosteus sp. ?)
Zie: Arch. f. Naturg. 1860. I, bl. 119—120. Ann. of nat. hist. 3 Ser.
1860. VI, bl. 391.                                                                           B. L. H.
1982.   Sander, (H.) Beitrage zur Naturgescbichte der Fische im Rhein.
Zie: Der Naturforsclier. 1781. 15o St. bl. 163-183.
1983.   Sardinië. Anflbi e pesci di Sardegna. Sassari, 1777. 8o. Met
afbeeldingen.
1984.   Snrs, (M.) Bemaerkuinger over det Adriatische Havs fauna sam-
menlignet med Nordbavet. (Christ. 1850.) 80. 31 bl.
Zie: Nyt. Mag. Naturvid. 1851. VI, bl. 121—211.
1985.   Sars, (G. O.) Om Vintertorskens [Gadus Morrhua] forplantning
og Udvikling.
Zie: Forhandl. Vid.-Selsk. Christiania, 1866. bl. 287—249.
-ocr page 161-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       127
1986.   Sassi, (Agost.) Do\' pesci del mare di Genova. (Estr. dalla De-
scrizione di Genova e del Genovesato. 1846. Tom. I. bl. 111).
Zie: Nuov. Ann. dellc se. nat. Bologna. 2 ser. VI . 1846, bl. 3S6—393.
1987.   Sauvage, (Emile) Catalogue des poissons des formations secon-
daires du Boulonnais. Boulogne-sur-mer, imprim. Aigre. 1868. 8». Met
4 platen.
1988.   Saiivisrny, (de) Histoire naturelle des Dorades de la Chine, gravée
par M. F. N. Martinet, accompagnée d\'observations. Paris, 1780. gr. fol.
Van dit werk zijn slechts 24 bladz. tekst en 48 gekleurde platen verschenen.
1989.   Scliaefer, (M.) Moselfauna oder Handbuch der Zoölogie, enthaltend
die Aufziihlung und Beschrcibung der iin Regicrungsbezirkc Trier beobachtetcn
Thiere, mit Beriicksichtigung der Angrenz. des Moseldepartements und
Belgiens. Trier. (Linth.) 1844. gr. 8o.
1990.   ScliiiO\'cr, (J. C.) Piseium Bavarico-Ratisbonensium pentas. Cum
tab. IV aeri incisis icones coloribus suis distiuctas exliibcntibus. Ratisb.,
impensis Montagii. 1761. 40.
1991.------ Epistola ad regio-borussicam Societatem littcr. Duisburgenscm,
de studii ichtliyologici facihori methodo , adiectis nonnullis speciminibus.
Ratisb., impensis Montagii. 1760. gr. 4». Met eene plaat.
1992. Scliagerströin, (N. O.) Brama Raji, en evanlig Fisk, funnen vid
Kyster af Sk&ne. Met eene plaat.
                                                      B. B. O. R.
Zie: K. vet. Akad. Handl. Stockholm, 1827. bl. 207—211.
1993.-------Mugil cephalus och Perca labrax [Labrax lupus Cuv.] , tvenne
ovanliga Fiskar, fftngadc vid Kusten af SkSne. Met eene plaat. li.B.O.K.
Zie: K. vet. Akad. Handlgr. Stockholm. 1829. bl. 90—102.
1994.------NSgra anatomiska observationer öfver Svart-Torskcn [Gadus
carbonarius.]                                                                                         B. B. O. R.
Zie: K. vet. Akad. Handl. Stockholm. 1832. bl. 149—154.
1995.------NSgra Anteokningar öfver de Svonska arterna af slagtet Cali-
onymus. Met 2 platen.                                                  B. L. H. B. G. R.
Zie: K. vet. Akad. Handl. Stockholm. 1830. bl. 126—137. Isis. 1835.
bl. 385—392.
1996.------»Pagellus centrodontus, en ovanlig Fisk, etc. Met eene plaat.
Zie: K. vet. Akad. Handlgr. Stockholm. 1833. bl. 138—145. Isis. 1835. bl.
392—396.
                                                   \'                                B. B. G. R.
1997.------Liparis Gobius, en sallsyut Fisk funnen i Sundet.
Zie: K. vet, Akad. Handlgr. Stockholm. 1838 bl. 218—252. B.B.G.R.
1998.------Verzeichniss in Schonen, besonders bei und um Landskrona
angetroffner Fische.                                                                               B. L. H.
Zie: Isis. 1842. bl. 861—863, 905—915.
1999.   Schenchzer, (J. J.) Piseium querelae et\'vindiciae expositae a
J. J. Scheuchzero.
Cum V tab. Tiguri, typis Gessnerianis. 1708. 4o.
2000.   Sehinz, (H. R.) Fauna helvetica, oder Verzeichniss der in der
Schweiz vorkommenden Wirbelthiere.
                                          B. N. A. M.
Zie: Neue Denkschr. allgem. Schweiz. Ges. für die ges. Naturwissensch. Neu-
chatel, 1837. I.
2001.------Europaïsche Fauna oder Verzeichniss der "W irbelthiere Europa\'s.
Stuttgart, Schweizerbart. 1840. 2 dlu. gr. 8o.                              B. R. D.
Zie, II: Reptilien und Fische.
-ocr page 162-
128                                  HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
2002. Schlegel, Zie: Natuurlijke historie van Nederland. — De dieren
van Nederland: U. Schlegel, Gewervelde dieren. — Visschen. Haarlem,
A. C. Kruseman. 1862. 8o. Met 31 gesteendr. platen. B.R.L.—R.D.—N.A.M.
2003.------Beschrijving van nieuwe soorten van visschen; Polynemus
multifilis; — Amphacantus vulpinus et puellus; — Peristedion laticeps.
Met platen.
                                                    B. L. H. N. A. M. - R. 1).
Zie: Bijdr. tot de Dierk. uitgeg. door het Gen. Natura Artis Magistra. Amst.,
1858. I.
-r— Zie: P. F. von Siebold No. 2042 en: Verhandelingen No. 2218.
2001. Sclileiden, (M. J.) Das Meer. Mit Stahlstichen. Berliu.A. Sacco
Nachfolger. 1806. roy. 8o.
                                                                 B.R.L.
Zie aldaar, Fische : Der Haring. Die Salmonéen. u. s. w. bl. 490—562 Die
Wale und der Waltischfang. bl. 622—650.
2005. Sehiosser, (J. A.) Au account ol\' a fish from Batavia, cal\'ed-Tacu-
lator [Chaetodon.] Met eene plaat.
                             B. L. H. — B. O. R.
Zie: Philos. Transact. 1764. LIV , bl. 89—91. Some further intelligenceetc.
ibid. 1756. LVI , bl. 186—188.
2006.------Epistola ad Eerd. Dejeau. in qua accurata descriptio Balistis
ringentis, ex India orieutali; Lagocephali veri, ex Promontorio Bonae spei,
et Hystrici, ex India orieutali [Belg. et lat.] Amstelodami, sumtibus Auctoris.
1769. 4o. Met gekleurde plaat.
2007.   Sclmiarda, (L. K.) Uebcr das Erscheinen exotischer Eische im
Adriatisehen Meere.
Zie: Med. Jahrbb. d. otsterr. Staat. 1847. LXI, bl. 257—262.
2008.   Nclimidt. (F. W.) Versuch eines Verzeichnisses aller in Böhmen
bisher bemerkten ïhiere.
Zie: Schmidt, Samml. Physik.-ökonoin. Aufsatze. Prag. 1795. I, bl. 64.
2000. Sclincider, (J. d.) Neue Beitrüge zur Naturgcschichte des Rochen-
geschlechts.
Zie: Leipzig. Magaz. 1788, bl. 73—90. 1783. bl. 265-282.
2010.   Schuur, Systematische Zusammenstellung der im ltcgierungsbezirke
Trier bisher von mir aufgefundeneu Reptilien, Eische und Molusken.
Zie: Jahresber. d. Ges. fiir nützl. Forscbuugen. Trier, 1847. bl. 70.
2011.   Scliouibnrgk, (R. H.) The natural history of the fishes of British
üuiana. Illustrated by 74 coloured plates with portrait and memoir of the
author, including his travels. London, S. Highly. 1841—43. 2 dln. 160.
2012.------A description of some new species of fishes from the sea
arounding the Island of Barbados.                                                     B. L. H.
Zie: Ann. and raag. of nat. hist. 1848. 2a Series. II. bl. 11—20.
2013.   Sc hoi ibe in, (Cli. Fr.) Beobachtungen iiber die electrischen Wir-
kungen des Sitter-Aales. Basel, Schweighauser. 1841. 8o.
2014.   SchoneveMe, (St. a) Ichthyologia et nomenclaturae animalium mari-
norum, fluviatilium, lacustrium, quae in fiorentissimis ducatibus Slesvici et
Holsatiae et Emporio Hamburgo occurrnnt triviales; ac plerorumque hactenus
desideratorum imagines, breves descriptiones et explicationes. Hamburgi, ex
bibliopolio Heringiano. 1624. 40. Met 7 platen.
                               B. L. H.
2015.   Scliöpf\', (Joh. Dav.) Vom Nord-Amerikanischen Pertsch [Perca
flavescens ?]
Zie: Der Naturforscher. 1784. XX, bl. 17—25.
2016------Vom gemeinen Hecht [Esox lucius] in Amerika.
Zie: Der Naturforscher. 1784. XX, bl. 26—81.
•>
-ocr page 163-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                      129
2017.   Schöpf, (J. D.) Beschreibung eiuiger Nordamerikanischen Eische
besonders aus den Neu-Yorkisclicn Gewassern.
                                 B, L. H.
Zie: Schriften d. Berl. Ge8e!lsch. naturf. Fr. 1788. VIII. bl. 138—194.
2018.   Schrank, (Frz. v. Paula) Nahere Bestimmung dreier Barsch-Arten.
Zie: Abhandlgn. eiii. Privat-Ges. in Oberdeutschl. 1792. I, b^ 98—103.
2010. Schreiber, (C.) Physikalisch-medizinische Topographie des Physikats-
Bezirks Eschwege.
Zie: Schriften Ges. zur BeförJ. d. ges. Naturw. zu Marburg. 1849. VII, bl.
117. Die Wena-Fische.
2020. Schultze, (Max) Beobachtung junger Exemplare von Amphioxus.
Met platen.
                                                                            B. L.H.—R.D.
Zie: Zeitsetir. f. wiss. Zoölogie. 1851. III, bl. 416—419.
2021.------Die Entwickelungs-Geschichte vom Petromyzon Planeri. Met
8 platen.             K. B. \'s O. B. L. H. -U.H.- T. G. - N. A. M. — R. ü.
Zie: Natuurk. Verh. Holl. Maatsch. d. wet. Haarlem, 1856. 2e Verz. XII.
2022.------Zur Kenntniss der electrischen Organe der Eisebe.
Zie: Abhandl. naturf. Gesellsch. in Halle. 1858. 4o. B. L. H.—N. A. M.
2023.   Schnlz, (J. H.) Eauna Marchica. Die Wirbelthiere der Mark Bran -
denburg. Berlin, 1845. gr. 8o.
Zie aldaar: Fische , bl. 485.
2024.   Schwaeb, (TV.) Geograpbische Naturkunde von Kurhessen. Cassel,
Eiscber. 1851 . gr. 8o.
Zie aldaar , bl. 78 : Beschrijving van 33 vischsoorten.
2025.   Schwenckfeldt, (Casp.) ïheriotropheium Silesiae in quo animalium ,
hoc est quadrupedum, reptilium, avium, piscium et insectorum natura vis ac
usus perstringitur. Lignieii, apud B. Voigt. 1603. 4o.
Zie aldaar: Pisces Silesiae. bl. 377.                            B. V. H. N. A. M.
2025« Sclater, (P. L.) On Lepidosiren paradoxa.
Zie: Proceed. zool. soc. 1866. Jan. 23. B. L. B. —N. A. M. —R. B.
2026.   Scopoli, (J, A.) Deliciae florae et faunae Insubricae, seu novae,
aut minus cognitae species plantarum et animalium quas in Insubria Austriaca,
tam spontaneas, quam exoticas vidit, descripsit, et aeri incidi curavit J. A.
Scopoti. Ticini, 1786—1788. 3 dln. folio. Met 75 platen.
2027.   Scott, (W. B.) On the occurrence of Orcynus Alalongo on the coast
of Devon.
                                                                                               B. L. H.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1865. 3a Series. XVI, bl. 268.
2028.   Seemann, (B.) Narrative of the voyage of H. M. S. Herald,
during the years 1845—1851, under the command of Capt. Henry Kellett;
being a ciroumnavigation of the globe, and three cruises to the arctic regions.
London, Tteeve & C0. 1853 2 dln. 80.
Zie: Zoology edited by Prof. Edw. Forbes.
2029.   Heetzen, (U. J.) Verzeichniss der Eische in den Gewassern der Herr-
schaft Jever.
Zie: Meijer, Zoolog. Annalen. Weimar. 1794. bl. 309, (alwaar 49 versehil-
lende vischsoorten genoemd worden).
2030.------Verzeichniss der Jevrisclien, Oldenburgischen, Ostfriesischen
Eische.                                                                                             B.N. A.M.
Zie: Neue Schrift, d. Ges. naturf. Fr. zu Berlin, I, bl. 163.
2031.   Selby, (P. J.) Notice of the Lutjanus rupestris of Bloch.
Zie: Zool. Bot. Magaz. 1837. I, bl. 167—170.
2032.   Selys-Longchamps, (M. E. de) Faunebeige. Indicationniéthodique
des raammifères, oiseaux, reptiles et poissons, observés jusqu\'ici en Belgique.
Liège, 1842. 1« partie. gr. 8<>. Met 8 platen.
                            B. R. 1).
9
-ocr page 164-
130                                 HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
2033.   Serres, (M. de) Mémoire sur les causes des migrations des animaux,
et particulièrement des oiseaux et des poissons. Haarlem, 1842. 4».
Zie: Natuurk. Verh. Holl. Maatsch. der Wetensch. te Haarlem. 2e Verz. III.
K.B. \'sG. —B. L. H. — U.H. — T. O. — N.A. M. -R. D.
2034.   Sewastiauof f, (A.) Acarauna longirostris n. sp. piscium thoraoie.
Zie: tfov. Acta Acad. Petropol. 1796. (1802.) XIII. bl. 357—366.
2035.------Description du Sparus ornatus n. sp.\' Met platen. B.L.H.
Zie: Nova acta Acad. Petropol. 1797—1798. (1805.) XIV, bl. 521—526.
2036.   Shaw, (Geo.) Description of the Stylephorus cordatus, a newflsh.
Met eene plaat.
                                                                                     B. L. H.
Zie: Transact. Linn. soc. London. 1791. I, bl. 90—92.
2037.   Sibbald, (Rob.) Scotia il lust rata, sive prodromus Historiae naturalis.
Edinburgh, 1684. folio. Met 22 platen.
Waarin ook eenige visschen van Schotland beschreven worden.
2038.   Siebold, (C. Th. Ton) Cyprinus Farenus Art., ein preussischer Fisch.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1836 I, bl. 327.
                            B. L. B.
2039.------Ichthyologische Bemerkungen über Süsswasserfische. B.R.D.
Zie: Bericht. Dentsch. naturf. Versamml. 1860. XXXV, bl. 74—76.
2040.------Ueber die Fische des Ober-Engadins.
Zie: Verhandl. Gesellsch. Schweizer Naturf. 1868. XLVII, bl. 173—190.
2041.------Die Süsswasserfische von Mittel-Europa. Mit 64 eingedr.
Holzschnitte und 2 lithogr. farb. Taf. Leipzig. Engelmann. 1863. 8°.
B. U. H. T. O. — N. A. M~R. L. B. D.
2042.   Siebold, (Ph. Pr. de) Fauna Japonica, sive descriptio animalium
quae in itinere per Japoniam suscepto annis 1823—30 collegit.; notis, obser-
vationibus et adumbrationibus illustravit Ph. Fr. de Siebold. Conjunctis
studiis C. J. Temminek, H. Schlegel atque W. de Haan. Lugd.-Batav. ,
Arnz. 1840—50. folio.
                       K. B. \'s O. - B. L. H. - \'N. A. M.
Zie aldaar: Pisces. (Met 160 gekleurde platen.)
2043.   Siemssen. (A. C.) Die Fische Mecklenburgs, zum Behuf vaterlan-
disch-akadem. Vorlesungen system. verzeichnet. Rostock, Stiller. 1794. 8o.
2044.   Simons, (G. J.) Beschrijving van het eiland Curacou, uit verschillende
bronnen bijeenverzameld. Met kaart en platen. Oosterwolde, G. S. de Tempe.
1863. gr. 8o.
                                     .          B.L.H. —N.A.M.—R.L.
Zie aldaar, bl. 161—52: Lijst van de visscheu van Curacou, met deinlandsche
benamingen.
2045.   Sismondi, (E.) Appendice alla descrizione dei pesci e dei crostacei
fossili nel Piemonte. Torino, 1861. 4». Met eene kopergravure.
2046.   Sitgreayes, Woodhouse, Hallowell, Girard, Torrey, Report of
an expedition down the Zuni and Colorado rivers. Washington, 1853. 8».
Met eene kaart en 79 platen.
                                                      B. N. A. M.
Waarin ook de beschrijving van de visschen die in deze rivieren voorkomen
2047.   Sivard, (G.) Sur les poissons du département de la Manche.
Zie: Me\'m. soc. se. nat. Cherbourg. III, 1855. bl. 375—376.
2048 Sloane, (Hans) A voyage to the islands Madera. Barbados, Nieves,
St. Christophers and Jamaica, with the natural history of the herbs and trees,
four-footed beasts, fishes, birds, insects, reptiles,. etc. of the last of those
islands. lllustrated with the figures of the things described. London, printed
for the author. 1707—25. 2 dln. folio. Met 285 kopergravuren.
B. L.H -T. O.
-ocr page 165-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       131
2049. Smith\'s (And.) lllustrations of the Zoology of South Africa. Con-
sisting chiefly of figures and descriptions of the ohjects of natural history.
London, 1838—42. Imp. 40. Met 280 gekleurde platen.
Zie: Pisces. Met 31 platen.                                                         B. T. O.
2050.------Revision of the Linnean genus Squalus.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1837. V, bl. 85—86.
B. L. H. N. A. M. — R. D.
2051.   Smith, (J. A.) Description of Calamoichthys [Erpetoichthys] , a ne.w
genus of Ganoid iish from Old Calabar, Western Africa; with observations
on the internal structure by R. H. Traquair. Met 2 platen. B. L. H.
Zie: Proceed. roy. soc. Edinb. 1866. bl. 654—659. Ann. and mag. nat bist.
XVIII, bl. 112—114. Transact. roy. soc. Edinb. 1866. XXIV, bl. 457—479.
2052.   Sm il h, (J. T. C.) Natural history of the fishes of Massachusetts
and observations on angling. Boston, 1833. 4°.
------Zie: ü. H. Stoter. No. 2093.
2053.------An examination of the catalogue of the marine and freshwater
fishes of Massachusetts contained in Prof. Hitcbcock\'s Report on the Geology,
etc. of Massachusetts.
                                                                    B. B. O. R,
Zie: Boston journ. nat. hist. I. 1837. bl. 347—357.
2054.   Sodoffsky, (W.) Ueberdie Störgattungen des Caspischen und Schwar-
zen Meeres.
Zie: Corresp. Bl. i. naturf. Ver. in Riga. 1849. bl. 41—47, 69-81.
2055.   Sonnerat, Observation d\'un phénomène singulier sur des poissons,
qui vivent dans une eau, qui a 69 degrés de chaleur.
                     B. L. H.
Zie: Journ. de Phys. 1774. III, bl. 256—258.
2056.------Description du Guaperva maculata [Balistes.] Meteeneplaat.
Zie: Observ. et mem. sur la phys. par Rozier. 1774. III, bl. 443. Guaperva
cinerea. (Met eene plaat.) ib. 1774. IV, bl. 78. Guaperva colorata. (Met eene
plaat.) ib. 1775. V, bl. 76.
                                                              B. I. H.
2057.   SpaUanzani, (L.) Sur la Torpille.
Zie: Journ. de Phys. 1783. XXIII, bl. 217—220.                      B. L. E.
2058.   Spannagel, Verzeichniss der Fische der bayerischen Rheinpfalz.
Zie: XVIn und XVIIn Jahresber. der Polichia. Neustadt a./H. 1859. bl. 26.
B.N. A.M.
2059.   Spix, (J. B. de) Selecta genera et species piscium Brasiliensium
collegit et pingenda curavit de Spix; digessit, descripsit, et observationibus
anatom. illustravit L. Agassis; praefatus est etediditC. F. Ph. deMarlius.
Monach., 1829—31. gr. 8o. Met 101 gekleurde platen.
K.B. SG. —B. L. H. —T. O.
Afzond, afdeeling van: Reise in Brasilien (1817—20) gemacht und beschrieben
von J. B. von Spix und C. Fr. Pi. von Marlius. 3 dln. 40.
2060.   Stannlns, (H.) Bemerkungen über das Verhaltniss der Ganoidenzu
den Clupeïden, ins besondere zu Butirinus. Rostock, 1846. 8o.
2061.   Steenstra Toussaint, (A. J. D.) Commentatio de systemate uropoe-
tico piscium. Lugd. Batav., apud S. et J. Luehtmans, 1835. 4«. Meteene
plaat.
                                                                                                      B. L. H.
2062.------De systemate uropoetico Squali [Carcharias] Glauci. Met
eene plaat.                                                     B. L. H. — N. A. M. — R. D.
Zie: Tydschr. voor natuurl. geschied. Amst., 1839. VI, bl. 199—203.
2063. Steenstrnp, (J.) Die seelandischen Pleuronectes-Arten. B.L.H.
Zie: Wiegmann\'s Archiv f. Naturgesch. 1835. II, bl. 1S3 —185.
9*
-ocr page 166-
132                                HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
2064. Steenstra]), (.1.) Bidrag til en rigtigere Opfattelse af Skejoevheden
hos Flynderne [Pleuronectides] og il Forluaring af begge Oines Fremkomst
paa samme Side af Kroppen.
Zie: Oefvers. Dansk. Vidensk. Selsk. Förhandl. November 1863. (Methout-
sneden en eene plaat).
2065.------Om Kaempe-Klumpfisk [Mola nasus Rf.] 8».
Zie: Oefversigt Danske Vidensk. Selsk. Förhandl., Marts 1863.
2066.------Chironectus arctieus Düb. og Kor., eringenselvstaendigeller
nordisk art. 1863. 80.
Zie: Naturhist. Foren. Vidensk. M eddelelser 1863. bl. 208—212.
2067.------Meddelelse om Slimaalens [Myxine glutinosa Linn.] Aeg.
Kjöbenhavn, F. S. Mühle. 1864.. gr. 8o.
2068. —— Om Flynderslaegten Zeugopterus ogBygningenaufdens Gjalle-
hulle. Met houtsneden.
Zie: Oefvers. Dansk. Vidensk. Selsk. Förhandl. 1865. bl. 95—112.
2069.------Om Skaevheden hos Flynderne. Kjöbenhavn. 1864. 8°. Met platen.
2070.   Steffens, (H.) Ueber die elektrische Fische.
Zie: Wachter, Philomathia. I, Frankf. a/M., 1818. gr. 80.
2070a. SI eiiidiichncr, (F. H.) Catalogue préliminaire des poissons d\'eau
douce du Portugal. Lisbonne, 1864 4o
                                    B. N. A. M.
2071.   Steindachner (Fr.) und R. Kner, Ichthyologische Beitrage zur
Familie der Characinen. Wien, Gerold\'s Sohn. 1859. 2 stukken. 4<>. Met
17 platen.
2072.------Beitrage zur Kenntniss der Gobioiden. Mit 1 Tafel.
Zie: Sitzungsber. K. Akad. Wissensch. Wien. 1860. XLII, bl. 288—
292. gr. 8o.
                                                  B. L. H.—B. 6. R. — R. V.
2073. —— Ueber eine neue Gobius-Art [Gobius quadrivittatus] aus dem
Adriatischen Meere.
Zie: Canesirini, Archivio per la Zoologia. II. fase. 2.
2074.------Ueber Amphisile seutata[Klein]und Amphisilemacrophthalman. sp.
Zie: Verhandl. der K. K. Zool.-botan. Gesellsch. Wien. 1860. B.R.B.
2075.------Ichthyologische Mittheilungen. Met platen. Wien, Gerold\'s
Sohn. 1861—1866. gr. 8<>.                                                                B. R. D.
Zie: Verh. Zool. botan. Gesellsch. Wien. 1861—1866.
2076.------Beitrage zur Kenntniss der Sciaenoiden Brasiliens und der
Cyprinodonten Mexicos.                                B. L. H. B. O. R. R. 1).
Zie: Sitzungsber. math-nat. Cl. Acad. Wiss. Wien. 1863. bl. 162—185.
B. B. G. R.
2077.------Verzeichniss der von Grafen Ferrari undH. Sclebor in Sieben-
biirgen. in der östlichen Theilen Slavoniens, in der Nahe der Theiss-Miindungen
gesammelten Fische.
Zie: Verhandl. Zool. bot. Verein. Wien. 1863. XIII, bl. 1121—24.
2078.------Bemerkungen über verschiedene Fische des Donau-gebietes.
Zie: Verhandl. Zool. bot. Verein. Wien. 1863. XIII, bl. 488-490.
2079.------Beitrage zur Kenntniss der Chromiden Mejico\'s und Central-
Amerika\'s. Met 5 platen.                                                              B. B. Q.R.
Zie: Denkschr. d. K. Akad. v. Wiss. (Math-naturw. Classet. Wien , 1864. XXIII.
2080.------Ichthyologische Notizen. I—X. (Mit lithogr. Tafeln). Abdr.
aus d. Sitzungsber. der K. Akad. d. Wiss.) Wien, Gerold\'s Sohn.
1865—68. gr. 80.
                                         B. L. H. B. O. R. — R. I).
-ocr page 167-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       138
2081. Stelndachner, (Fr.) Ichthyologischer Bericht über eine nach Spanien
und Portugal unternommene Reise. — Zur Fischfauna des Albufera-Sees. Mit
22 lithogr. Taf. (Abdr. aus d. Sitzungsber. der K. Afcad. der Wissenscli.)
Wien, Gerold\'s Sohn. 1865—68. gr. 8».
                  B. L. H. — B. O. R.
2082.------Ueber eine seltene Aiubassis-Art [Ambassis robustus.] 8°.
Zie: Caneslrini, Archivio per la Zoolugia. III, fase. 1.               B. R. D.
2083.------Ueber einige Fische aus dem Fitzroy-Flüsse bei Rockhampton
in Ost-Australien. Mit 1 lithograph. Taf. (Ausd. Sitzungsber. der K. Akad.
der Wissensch.) Wien, Gerold\'s Sohn. 1867. gr. 8o. B.L.H. — B. G.R.
2084.------Zur Fischfauna von Port Jackson in Australien. Mit 7 lithogr.
Tafeln. (Aus d. Sitzungsber. d. K. Akad. d. Wissensch.) Wien, Gerold\'s
Sohn. 1866. gr. 8».
                                     B. L. H. —B. G. R. — R. D.
2085.------Ueber einige neue und seltene Meeresfische aus China. (Abdr.
aus der Sitzungsber. d. K. Akad. d. Wissensch.) Wien, Gerold\'s Sohn.
1866. gr. 8».
                                                                       B.L.H. —B.G.R.
2086.------Die Gymnotidae des K. K. Hofhaturalien-kabinets zuWien.
Met 2 platen.                                                  B. L. H. B. G. R.- R. ü.
Zie: Sitzuugsber. Akad. Wiss. Wien. 1868. LVIII, bl. 249-264.
2087.------Polypterus lapradei, n. sp. und Polypterus senegalus Cuv.
aus dem Senegal.                                           B. L. H. —B. G. R. —R. B.
Zie: Sitzungsber. Akad. Wiss. Wien. 1869. LX, bl. 103—108. Met 2 platen.
2088. • — Fische des Senegal und von Singapore.
Zie: Sitzungsber. Akad. Wissensch. Wien. 1869. bl. 669—714, 945—995;
1870, bl. 533—588. Met 28 platen.
              B. L. H. — B. G. R. —R. B.
2089.------Zur Fischfauna des Senegal. I u. II. Mit 20 Steintafeln.
Wien, Gerold\'s Sohn. 1870. gr. 8°.
Zie: Sitzungsber. Akad. d. Wissensch. Wien, 1870. B.L.H.—B.G.R.- R.l).
2090. Storer, (D. H.) Description of a new species of the genus Hydrar-
gyra, with soine additions to the catalogue of the fishes of Massachusetts
in Hitchcock\'s Report.
                                                                   B. B. G. R.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1837. I, bl. 416—418.
2091.------Description of a new species of the genus Gasterosteus.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1837. I, bl. 461—465.              B. B. G. R.
2092.------ A report on the fishes of Massachusetts.         \' B. B. G. R.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1839. II, bl. 289—558. 1842. IV, bl. 175—190.
B. L. H.
Mem. Americ. Acad. N. S. 1853. 1S55. (Cambridge. 1853. 4o.)
2093.------Remarks on the „Natural history of the üshes of.Massachusetts
by J. V. C. Smith." (Zie: No. 2052.)
Zie: Silliman, Amer. journ. 1839. XXXVI, bl. 337—349.
2\')94.------An examination of the catalogue of the marine and fresh-
water fishes of Massachusetts.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1837. bl. 416, 17.                     B. B. G. R.
2095.------On lishes trom Jamaica pond.
Zie: Silliman, Americ. journ. 1840. XXXIX, bl. 378—3S0.
2096.------A notice of Mc Clelland\'s Indian Cyprinidae.
Zie: Silliman, Americ. jouru. 1841. XLI, bl. 92—J03. Calcutta journ. nat.
hist. 1844. IV, bl. 112—124.
2097.------Description of two new species of fishes.           B. B. G. R.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1842. IV. P. 1, bl. 58—63.
-ocr page 168-
134
HISTOIUE NATURELLE DES POISSONS.
2098. Storer, (D. H.) Description of a new species of Torpedo [occiden-
talis.] Met eene plaat.
                                                                  B. B. G. R.
Zie: Silliman, Amer. journ. 1843. XLVI, bl. 165—170. 1\'Iustitut, 1843.
XI, No. 518. bl. 414.
2099.-------Notice of the discovery of an electrical flsh on the coast of
the United States.
Zie: Silliman, Amer. journ. 1843. XLIV, bl. 213.
2100.------Notice of a portion of Dr. Dekay\'s Report on the fishes of
N ew-York.                                                        B. L. H. N.A.M.— B.G. R.
Zie: Silliman, Amer. journ. 1843. XLV, bl. 275—284. Proceed. Boston
8oc. nat. bist. 1844. I, bl. 120-123.
2101.------Myliobates bispinosus nova species. B. N. A. M. B. G. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1844. I, bl. 53.
2102.------Report on the specimens of fishes from the Ganges, presented
by Mr. Reynolds.                                           B. L. H. N. A. M. B. G. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1844. bl. 106—108.
2103.------Hydrargira Formosa nov. spec.
           B.N. A.M. B. G. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1844. I, bl. 76.
2104.------Platessa glabra nov. spec.
                   B.N.A.M. B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1844. I, bl. 130—131.
2105.-------Etheostoma caerulea nov. spec.
          B.N. A.M.B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1845. II, bl. 47—48.
2106.------New species of fishes from Alabama. B. N. A. M. B. G. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1845. II, bl. 48—49.
2107.------Poecilia olivacea nov. spec.
                 B.N. A.M.B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1845. II, bl. 51.
2108.------On a living Torpedo occidentalis. 3. N. A. M. B. G. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1846. II, bl. 71.
2109.------Syngnathus Californiensis nov. spec. B.N. A.M. B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1846. II, bl. 73.
2110.------Leptocephalus gracilis nov. spec. B.N. A.M. —B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1846. II, bl. 76—77.
2111.------Prionotus pileatus nov. spec.
              B.N. A.M. B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1846. II, bl. 77—78.
2112.------On Esox lucius Richardson.
                 B.N. A.M.— B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1846. II, bl. 105—107.
2113.-----Sebast.es fasciatus nov. spec. B. L. H.—N. A. M.—B. G. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1854. V, bl. 31.
2114.------A synopsis of the fishes of North-America.
Zie: Mem. of the Amer. Acad. 1846. New series II, bl. 253—550.
2115.------A history of the fishes of Massachusetts. Cambridge and Boston,
1867. 4». Met 39 platen.
Herdruk van de art. voorkomende in: Mem. Amer. Acad. of arts and se.
1857—1861.
2116. Storer, (H.B.) Platessa quadrocellala nov. spec. B. N. A. M.—B. G. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1847. II, bl. 242—243. B. L. R.
2J17.------Zygaena subarcuata nov. spec. B.L.B..N.A.M.B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1848. III, bl. 70—71.
-ocr page 169-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       135
2118. Storer} (H. R.) Carcharias Atwoodi nov. spec. B.N.A.M.—B.G.R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1848. III, bl. 71—72.
         B. L. B.
2119.------Observations on the fisb.es of Nova Scotia and Labrador, with
descriptions of new species.                                     B. L.H. B. 0. R.
Zie: Boston journ. nat. bist. 1850. bl. 277—296. 1857. VI, bl. 247-270.
2120.------Etheostoma Linsleyi nov. spec. B.L.H.—N.A.M.—B.O.B.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1851. IV, bl. 37-39.
2121.------Alosa cyanonoton et, lineata nov. spec. B.L.H.B.G.R.
\' Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1847. II, bl. 242.
2121a. Stricker, (S.) Untersuchungen über die Entwickelung der Bach-
forelle.
                                                                             B. B. G. R. R. D.
Zie: Sitznngsber. K. Acad. Wissensch. "Wien. Mei, 1865.
2122.   Slricklanil, (A.) On the occurrence of Squalus [Echinorhinus]
Spinosus Linn. on the coast of Yorkshire.
                                      B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1840. IV, bl. 315—318. Calcutta journ. nat. hist.
1841. I, bl. 285—288.
2123.   Slrüm, (H.) Om Haamaeren (Squalus [Carcharias] glaucus),og
Haastörjen [Thynnus vulgaris.] Met eene plaat.
Zie: Nya saml. norske vidensk. selsk. skrift. 1788. II, bl. 335—344.
2124.------Om et paar rare Eiske.
Zie: Skrivt. naturhist. selsk. Kiöbenh. 1793. II, 2. bl. 12—lft.
2125.------Beschreibung eines norwegischen Fisches, Bürkelauge [Gadus
dipterygius.] Met eene plaat.
Zie: Der ürontheim. Gesellsch. Schrift. 1767. III, bl. 400—405.
2126.   St nissen lolt, (Alex. Mich. v.) Beschreibung und Abbildung zweener
Eische [Gadus cimbrius u. mustela [Motella cimbria und tricirrhata Cuv.]
Met eene plaat.
                                        B. L. H. —N. A. M. —3. G. R.
Zie: Abhandlgn. d. Sehwed. Akad. 1773. XXXV, bl. 21—25.
2127.   Strüver, (J.) Beschreibung des Heterodontus Philippi, Bl. [Ces-
tracion Phillippii Cuv.]
                                                                       B. L. H.
Zie: Nov. Act. Acad. Carol. Leop. XXIII, 1864. (Met 2 platen).
2128.   Stnwitz, (P.) Blennius gracilis nov. spec.
Zie: Nyt. magaz. f. natnrvidensk. 1838. I, bl. 406—423.
2129.------Efterretningar om en til Bergens Museum fra Nordland indsendt
Trachypterus. Met afbeeldingen.
Zie: Nyt. magaz. f. naturvid. 1840. II, bl. 277—296.
2230. Suffrian, Verzeichniss der innerhalb des K. preuss. Regierungs-
bezirks Arnsberg bis jetzt beobachteten wildlebenden Wirbelthiere.
Zie: Jahrb. d. Veieins für Naturk, in Nassau. Wiesbaden, 1846. 3e,bl. 126.
2131. Sundevall, (C. J.) Corvinus umbrinus Hedenborg.
Zie: K. vet. Akad. Handlgr. Stockholm. 1838. bl. 198—203.
2132.------Om de tvfi Nordiska arterna af fiskslagtet Macrourus [Lepi-
doleprus Risso] och badas förekommande vid Norrige.
Zie: Kgl. Vidensk. Acad. Handl. for 1840. bl. 1—14. Isis. 1845. bl. 101 —108.
2133.------Om Fiskyngels utveckling. 1855. 4°. Met 5 platen.
2134.------Om Amphioxus lanceolatus.
Zie: Foihandl. Skand. naturforsk. 2 Mode. 1840, bl. 280-281.
2135.------Ueber Amphioxus lanceolatus.
Zie: Isis. 1843, bl. 290-291.                                                     B.L.B.
2136.------Scomber Thynnus [Thyunus vulgaris] funna vid Sverigeskyster.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. Förhandlgr. 1844. XI, bl. 214—215.
-ocr page 170-
136                                 HISTOIEE NATURELLE DES POISSONS.
2137.   SundeyaU, (C. J.) Guldfiirgad aborre.                       B. N. A.M.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. Fürhandlgr. Stockholm. 1851. bl. 155.
2138.   • — Cottus paecüopus och 0. gobio.                        B. N. A. M.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. Fürhandlgr. Stockholm. 1851. bl. 185—186.
2139.------Ny art af Ampliioxus [A. elongatus.]             B. N. A. M.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. Förhandlgr. 1852, bl 147—148.
2140.------Ny art af Branchiostoma [Amphioxus caribaeus.] B.N.A.M.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. Förhandlgr. Stockholm. 1853. bl. 11—13.
2141.------Acipenser huso i Overige.
                                    B. N. A. M..
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. Fürhandlgr. Stockholm. 1853, bl. 228.
2142.   Svensk Zoologi, föjfatted af C. Quensel. Med illuminerade
Bgurer tecknade af J. W. Palmslruch. Stockholm, tryekt hos Carl. Delen.
1818—25. 2 dln. 8<>.
                                                                    B. N.A. M.
Pisces, Oeel I: bl. 1—39; — II, 41 — 66. De 1<* aflev. is door (!. Quensel,
de 2e—10c door O. Swarls en de 11e—12e door J. IV. Dalman bewerkt.
2143.   Swainson, (W.) Zoological illustrations; or, original figures and
descriptions of new, rare, or interresting animals, arranged on theprinciples
of Cuvier and other modern Zoologists. London, 1820—33. 6 dln. roy. 8°.
Met 318 gekleurde platen.
Ie Serie. 8 dln. met 198 platen.                                                    B. L. H.
Swarts, (0.) Zie: Svensk Zoologi.
2144.   Swinderen, (van) Initia faunae Groninganae of proeve eener naam-
lijst der dieren, welke in de provincie Groningen gevonden worden. Uitge-
geven door het Genootsch. ter bevord. der Nat. Hist. te Groningen. 1825.
Met 3 vervolgen.
                  K.B.\'sG.— B.L.H.— U.FI.—T.G.—N.A.M.— R.l).
Zie ook: Nat. verhand. der Holl. Maatsch.der Wetensch. Haarlem, 1826. XV .
2145.   Sykes, (TV. H.) Fishes of the Dukhun. London, 1841. gr. 8o.
Calcutta, 1850. 8o. Met 8 gekleurde platen.
2146.   Tappe, (D.) Fünfzehnen jahrige curiose Üst-Indianische Reise-
Beschreibung, so sich im jahr Christi 1007 angefingen und im 1682 Jahre
geendet hat. Hannover, Gottfr. Freytag. 1704. 4°.
                      B. L. H.
Zie aldaar: Von Fischen, Seeliiusen , Seekiihen , etc. bl. 199—209.
2147.   Tatham, (TVill.) Observations on Sharks.                         B. L.H.
Zie:
Philos. magaz. 1803. XVII, bl. 317—318.
2148.   Taylor, (S.) History of antiquities of Harwich. London, 1732. 4o.
Met een appendix: Natural history, by James Dale.
2149.   TchihatchefT, (P. de) Asie Mineure. Description physique, statis-
tique et archéologique de cette contrée.. Paris, Gide etBaudry. 1852—1858.
5 dln. 8o.
                                                                             B. L. H. —T. O.
Zie, II: Climatologie et zoölogie.
2150.------Considérations sur les poissons   du Don. du Dnépre, du
Dnestre, du Boug et du Danube.                                B. L. H. B. G. R.
Zie: Coinpt. rend. Acad. se. Paris. XLII,   1856. bl. 441—445. 1\'Institut.
XXIV, 1856. No. 1158, bl. 100—101.
2151.   Telfair, Fische von der Insel Moritz.                               B. L. H.
Zie: Isis. 1835, bl. 522—523.
2152.   Tellkainpf, (Th. G.) Ueber den blinden Fisch der Mammuthhöhle
in Kentucky, mit Bemerkungen über einige andere in dieser Höhle lebende
Thiere. Met eene plaat
                                                                        B. L. H.
Zie: Müller\'s Arch. f. Anat. 1844, bl. 381—394.
Temminck, (C. J.) Zie: Verhandelingen. N». 2218.
-ocr page 171-
137
NATUCBLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
2153.   Tennent, (James Emerson) Ceylon; an account of the island, phy-
sical, historical, and topographical, with notices of its natural history,
antiquities and productions. Illustrated by maps, plans and drawings. Lon-
don, Longman, Green and O. 1859. 2 dln. gr. 8».
B. L. 11. — U. H. —R. L.
Zie aldaar: Fishes of Ceylon, little knovvn. I, 20a. Seir fish and other for
table. 205. Sardines, said to be poisonous. I, 206. Shark and Sawfhh. 1, 207.
Fresh-water fishes, their peculiarities. I, 208—209. A fish deeoy. 1,211.
Fish falling from clouds. I, 211, 226. Mr. Ynrrell\'s theory cüntroverted. I,
213. Fishes travelling over land. I, 214, 227. Fish ascending trees. I, 216.
Fish in hot water. 1, 224. List of Ceylon tishes. 1, 224. Prof. Hnxley\'s memor-
anrtiim on the fishe9 of Ceylon. I, 229. Dr. Gray, on Ceylon fishes. I, 229.
Migrations of fish known to the Greeks and Romans. I, 226. Musical fish. Il,
468. Fish-tax instituted. II, 56. Fish-tax abolished. II, 131. Fisher C\'aste.
II, 129—131.
2154.   Tenore, (M.) Memoria sopra una nuova specie di Squadro (Squalus
platycephalus) [Heptanchus Cinereus Raf.] pescat onelle acque dclla rivicra
di Chiaja del littoral di Napoli, letta alla soc. Pontaniana. Napoli, 1809.4°.
2155.------Sul Ciprino del Vulturc [Leuciscus Vulturius.j Met afbeel-
dingen.
Zie: Mem. della E. Accad. d. se. di Napoli. 1844. V, P. 2. bl. 1-6.
2156.   Termeyer, (R. M. de) Esperienze su 1\'Anguilla tremente.
Zie: Opuscoli scelti. 1781. IV, bl. 324—335.
2157.   Tertre, (J. P. dn) Histoire générale des Antilles, habitées par les
Francais. Paris, 1607—1671. 4 dln. 4°. Met platen.
Du Tertre beschrijft ook eenige vischsoorten.
2158.   Thompson, (W.) Notcs on Cepola rubescens L.              B.L.H.
Zie: Charlesworth\'s Magaz. nat. hist. N. ser. 1838. II, bl. 214—218.
2159.------Contributions towards a knowledge of the Crenilabri of Ire-
land, including new species. Met 2 platen.
Zie: Zool. bot. Magaz. 1838. II, bl. 442—450.
2160.------Observations on several british fishes, including the description
of a new species. Met eene plaat.                                                      B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1839. II, bl. 402—424. Isis. 1844. bl. 674-677.
2161.------On anapparently undescribed species of Lepadogaster fcephalus]
and on the Gobius minutus of Muller.                                               B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1839. III, bl. 34-46. Ausz. in Isis 1844. bl.
743—744.
2162.------On a new genus of fishes from India [Bregmaceros Mc Clcl-
landi Cantor M. S.] Met afbeeldingen.                                           B.L.H.
Zie: Charlesworth\'i Mag. nat. hist. N. S. 1840. IV, 184—187.
2163.------On a Torpedo taken on the Irish coast.
Zie: Ann. nat. hist. 1840. V, bl. 292—295.                                 B. L. H.
2164.------On the species of Stickleback [Gasterosteus Linn.J found in
Ireland.                                                                                                   B.L.H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1841. VII, bl. 95-105.
2165.------On a new subgenus of iishes, allied to Ophidium [Echiodon.]
Met eene plaat.                                                                                     B. L. H.
Zie: Transaet. zool. soc. London. 1841. II, bl. 207—212.
2166.------Notice of the Blindlish, Cray-fish, and insects from the Mam-
moth Cave, Kentucky.                                                                         B.L.H,
Zie: Ann. and mag. uat. hist. 1844. XIII, bl. 111—113.
-ocr page 172-
138
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
2167. Thompson, (W.) The freshwater fishes of Ulster, contributedfrom
the Mss. by Rob. Patterson and Jam. R. Garrett.
                     B. L. H.
Zie: Report Brit. assoc. adv. se. 22 meet. 1852 (1853), bl. 290. .
2168.------The natural hislory of Ireland. London, G. Bohn. 1856.
4 dln. gr. 8°.
Zie aldaar: Cetacea, IV, bl. 86—68. Fishes, IV, bl. 69 en volgg.
2169. Thunbertr, (C. P.) Beskrifning pa Syngnathus tetragonus en obekandt
Fisk ifran Java.
Zie Physiogr. selsk. handl. 1776. I, bl. 301.
2170.------Beskrifning pa tvanne fiskar infran Japan; Ostracion hexa-
gonus, Sciaena cataphracta.
Zie: Vetenskaps Acad. nya handl. 1790, bl. 106; 1792,bl. 29. NeaeSchwed.
Akad. Abh. 1790, bl. 100.
                                                          B. L. H.
2171.------Tvanne utlandska fiskar beskrifne; Gobius patella , Silurus
lineatus.
Zie: Vetensk. Acad. nya handl. 1791. bl. 190. NeueSchwcd. Akad. Abhandl.
1791, W. 175.
                                                    ,                           B. L. H.
O
2172.------Atskillige förut okande fiskar af Abborslagtet [Perca.]
Zie: K. vet. Acad. nya baudlgr. Stockholm. 1792. XIII, bl. 141—143.
1793. XIV, bl. 55—56, 198—200, 996-298. (Met afbeeldingen.)
2173.------Afhandling om de Amphibier och Fiskar som i Bibelon
omtalas. Upsala, 1827. 3 St. 8".
2174. Tilesius, (W. G. Ton) Abbildungen und Beschreibungen einiger
Fische aus Japan. Aus den Denkschriften der Bayer. Acad. d. Wiss. III—IV.
Mit 6 Kupfertaf. München. 1811—14. gr. 8o.
2175.------Description de quelques poissons observés pendant son voyage
autour du monde. Met 2 platen.
Zie: Mem. soc. nat. Moscou, 1809. II. bl. 213—249.
2176.------ Piscium Kamtschaticorum [Teerpuck et Wachuja] descriptiones
et icones.                                                                         B. L. H. —B. 6. R.
Zie: Mê\'m. Acad. St. Pétersb., 1810. II, bl. 335—375. 1811. III, bl.
225—285. 1813. IV, bl. 406—478.
2177.------De piscium Australium novo genere [Balistapus. ] Met eene
plaat.                                                                                B.L. H. —B. O. B.
\'Zie: Mem. Acad. St. Pe\'tersb., 1820. VII, bl. 301—310.
------Zie: Ballos, Zoographia Rosso-Asiatica. No. 1757.
2178.   Timbs, (John) Eccentricities of the animal world. With eight
engravings. London, Seely and O. 1869. kl. 8<>.
Zie aldaar: 1\'ish-talk. bl. 250—280. 1\'isb. in British Columbia. bl. 281—287.
2179.   Tobiasfisch, (Der) [Ammodytes Tobianus.]                B.L.H.
Zie: Berlin. Samml. 1776. VIII, bl. 229—234.
2180.   Todil, (John T.) Account of some experiments on the Torpedo
electricus at la Roebelle.
                                              B. L. H. B. O. B.
Zie: Philos. transact. 1817. bl. 32-35.
2181.------Some observations and experiments made on the Torpedo of
the Cape of Good Hope. 1812.                                   B. L. H. —B. O. B.
Zie: Philos. Transact. 1816. bl. 120—126.
2182. Tonning, (H.) Beschreibung des Fisches Sympen (Ulk) [Cottus
scorpius.] Met 2 platen.
Zie: Der Urontheim. Gesellsch. Schrift. 1766. II, bl. 312—316.
-ocr page 173-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       139
2183. Tralll, (T. 8.) Description of a Silurus known in Demerara by
the name of Gildbacke, more properly Geelbuik [S. Parkeri n. sp.] Met
afbeeldingen.
Zie: Mem. Werner. nat. hist. soc. 1832. VI, bl. 377—380.
2184.------Description of a new species of Cephalus [C. Cocherani.]
Met afbeeldingen.
Zie: Mem. Werner. nat. hist. soc. 1832. VI, bl. 381—383.
2185.   Trapnni, (G.) Catalogue of different kinds of fish of Malta and
Gozo. Malta, Government press. 1838. 4°.
2186.   Traqnalr, (R. W.) Observations on the development of the Pleu-
ronectidae.
Zie: Proceed. R. phys. soc. Edinburgh. Jan. 1865.
2187.------On the asymmetry of the Pleuronectidae, as elucidated by
an examination of the skeleton in the Turbot, Halibut and Plaice. Met vier
platen.
                                                                                     B. L.H.
Zie: Transact. Linn. soc. 1865. XXV.
2188. Troschel, (F. H.) Bericht über die Leistungen in der Ichthyologie.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1839. II, bl. 378—390. 1840. II, bl. 353—366.
1841. II, bl. 127—144. 1842. II, bl. 177—188. 1843. II, bl. 99—114.
1844. II, bl. 226—248. 1845. II, bl. 188—201. 1846. II, bl. 399-411.
1847. II, bl. 343—367. 1848. II, 203-212. 1849. II, bl. 61—75. 1850.
II, bl. 75—98. 1851. II, bl. 75—99. 1852. II, bl. 73—104. 1853. II. bl.
74-89. 1854. II, bl. 122—144. 1855. II, bl. 426—451. 1856. II, bl.
bl. 67—89. 1857. II, bl. 77—110. 1858. II, bl. 70—92.
            B. L. H.
2189.------Ueber die Begrenzung der Familie der Sparoiden. Met eene
plaat.                                                                                                       B. L. H.
Zie: Archiv f. Naturg. 1849. I, bl. 382—386.
2190.------Ueber die Rümpchen.
Zie: Verhandl. d. natnrbist. Vereins d. Preuss. Rheinlande. Bonn, 1851.
bl. 563.
2191.------Ueber die systematische Stellung der Gattung Embiotoca.
Zie: Archiv f. Naturgesch. 1854. I, bl. 163—168.                      B. L. H.
2192.------Leptopterygius , neue Gattung der Discoboli. Met eene gesteen-
drukte plaat.
                                                                                          B. R. li.
Zie: JPiegmann\'t Archiv f. Naturgesch. 1860. I, bl. 205—209.
2193.-------Ein Beitrag zur ichthyologischen Fauna der Insein des griinen
Vorgebirges. Met eene plaat.
Zie: Wiegmann\'s Archiv f. Naturgesch. 1866, bl. 190—235. B. L. E. R. D.
2194.   Tschndi, (J. J. von) Untersuchungen über die Fauna Peruana.
St. Gallen, von Scheitlein und Zollikofer. 1844. 4". Met 6 platen.
B. T. G. —N. A. M.
2195.   TuHou, (Will.) The British fauna, containing a compendium of
the zóology of the British Islands; arranged according of the Linnean system.
Swansea, (London, Wood.) 1807. 12».
Bevat o. a. eene volledige lijst van de visschcn.
2196.   Tyson, (Midi.) An account of a singular fish from the South Seas
[Perca Zebra.] Met afbeeldingen.
                               B. L. H. B. G. R.
Zit: Philos. Trausact. 1771. 1X1, bl. 247—249.
2197.   Vahl, (M.) Beskrivelse af Fisken Holocentrus lentiginosus.
Zie: Skrivt. naturhist. selsk. Kiöbenh. 1793. III, 1. bl. 116—122.
-ocr page 174-
140                                 HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
2198. Tahl, (M.) Beskrivclse af en nye Fiskeslaegt [Caecula.] Met af-
beclding.
Zie: Skrivt. naturhist. selsk. Kiübenh. 1794. III, 2. bl. 149—156.
2199.------Beskrivelsc tvende nye Arteraf Lopliius [stellatus og setigerus.]
Zie: Skrivt. naturhist. selsk. Kiöbenh. 1797. IV, 1. bl. 212—216.
2200.------Beskrivelsc af Polynemus paradiseus og P. polydactylus.
Zie: Skrivt. naturhist. selsk. Kiöbenh. 1798. IV, 2. bl. 158—168.
221)1. Yalenciennes, (A.) üeseription du Cernié [Polyprion Cernium.]
Met ecne plaat.
                                                              B. L. ü. N. A. JU.
Zie: Mem. du Muse\'um. 1824. XI, bl. 265-269.
2202.------Descriptions de plusieurs cspèces nouvelles de poissons du genre
Apogou. Met eene plaat.                                             B. L. 11 --JV\\ A. M.
Zie: Nouv. ann. du Muse\'um. 1832. I, bl. 51—60.
2203.------Deseription d\'une grande espèce de Squale, voisin des Leiches
[Scymnus micropterus borealis.] Met eene plaat. B. L. H. N. A. M.
Zie: Nouv. ann. du Muse\'um. 1832. 1, bl. 454—468.
2204.------Note sur certains genres de poissons et de reptiles qu\'on ne
peut classer d\'une maniere absolue, comme marins ou d\'eau douce.
Zie: Ann. scieuc. natur. 2 Sér. Zool. 1841. XVI,bl. 110—112. Froriep\'s
N. Not. 1842. XXII, No. 474, bl. 181-184. Edinb. new phil. journ.
1842. XXXII, bl. 165 — 168.
                                    B. L. II. — .V. A. M.
2205.------Notc sur les Silures rapportés vivant des eaux douces de la
Prusse en 1851.                                                              B. L. H\'. — B. G. R.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1855. XLI, bl. 501—503.1\'Institut. 1835.
No. 1135.
2206.------Deseription d\'une nouvelle espèce d\'Aspiphodorus [A. probos"
cidalis.]                                                                           B. L. 11. — B. G. R.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris, 1858. XLVII, bl. 1040—1043.
2207.------Considérations générales s\\.r 1\'Iclithyologie de 1\'Atlantique, et
en particulier sur celle des ïles Canaries.                    B. L. II. B. G. R.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris, 1838. VII, bl. 717—722. 1\'Institut.
1838. VI, No. 251, bl. 338.
                                                      B. L. U.
2208.------Zie: Zoölogie du voyage aux Indes orientales de M. Bellanger.
2209.-----Sur Ie sous-genre Marteau [Zygaena.]
Zie: Mem. du mus. d\'hist. nat. IX, bl. 222. B. L. H.—N. A. M.
2210.------Rapport sur quelques poissons d\'Amérique, rapportés par
M. Pctland.                                                                                         B.L.H.
Zie: 1\'Institut. 1839. VII, No. 276.
2211.------Note sur quelques poissons d\'Algérie.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1858. XLVI, bl 711— 715; 1\'Institut.
1858. XXVI. No. 1268.
                                             B. 1, B. —B. G. R.
2212.   Yalentin, (G.) Beitrage zur Anatomie des Zitter-Aales [Gymnotus
electricus.] Met 5 platen.
                                                            B. N. A. M.
Zie: Neue Dcnkschr. d. allg. schweiz. Gcsellsch. 1842. VI.
2213.   Valentljn, (Fr.) Oud- en nieuw Oost-Indien, vervattende een naauw-
keurige en uitvoerige Verhandeling van Nederlands Mogentheyd in die Gewes-
ten, benevens ecne wydluftige Besehryvinge der Moluccos, Amboina, Banda,
Timor en Solor, Java, en. alle de Eylanden onder dezelve landbestieringen
behoorende; als ook der Landdieren, Vogelen, Visschen, enz. enz. Met
meer dan thien honderd en vyftig prentverbeeldingen verryekt. Te Dordrecht
-ocr page 175-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                        141
en Amsterdam, by J. van Braam en G. Onder de Linden. 1721—1726.
5 dln. in 10 stukken, folio. K. B. \'s G.—B. L. H.—T. O.—N. A. M. — R. L.
Zie aldaar: Verhandeling der Waterdieren, en der gemeene en ongemecne
visschen van Amboina. Beschrijving en afbeelding van 528 visschen. III, bl.
330—515. Japanse goud- en zilverviscbjens. III, bl. 510. Visschery-pleg-
tigheden bij de Auiboinczen. III, bl. 15. Idem bij de Bandanezen. 111,
2e st. bl. 31. Viscli van Ceylon. V, Ie st., afd. Ceylon, bl. 54. Zalm in Japan.
V, 2e st., afd. Japan, bl. 71.
De Heer A. A. van Bemmelen, Directeur der Rotterdamsche Diergaarde, is
in liet bezit van de oorspronkelijke, fraai gekleurdeteekeningen van bovengemelde
52S Atnboinesche visschen, met de lijst der namen in MS.
Met betrekking tot bovengenoemde „Verhandeling der Waterdieren , enz." mag
ik hier niet onvermeld laten, wat de Heer P. A. Leupe, in zijnehoogstbelangrijke
mouographie over G. E. Rumphius (Verh. Kon. Akad. v. Wetensch. afd. natuurk.
dl. XII) daarover zef?t: „Nu blijft er nog een werk over van Rumphius, dat
almede onder zijn (Rumphius) naam het licht niet heeft gezien, en wel: Drie
boeken van Land-, Lngt- ende Zeegedierte der Ambousche eilanden." Maar ook
dit werk vcrmeencn wij terug te vinden in het 3e deel van Valentijn." De Heer
Lenpe blijft niet in gebreke dit vermoeden met bewijzen te staven.
Weinige dagen nadat ik het bovenvermelde in de verhandeling van den Heer
Lenpe had gelezen , kwamen mij in handen de: Notulen van de algetn. en bestunrs-
vergaderingen van het Batav. Genootschap 1809. VII, No. 2, waar Dr. L. W.
G. de Rpo op bl. LXXXI, het volgende vermeldt:
„Het is, dunkt mij, aan geen twijfel onderhevig, dat Valentijn vlijtig gebruik
heelt gemaakt van Rumphius\' werk; voor zoover deze bron vloeide heeft eerst-
genoemde zich blijkbaar bepaald tot eeue eenvoudige resumtie van het werk
van laatstgenoemde. In het belang der geschiedenis moge het voldoende zijn,
dat Rumphius\' welk reeds lang in Valentijn\'s Ambonschc zaken is kunnen
worden geraadpleegd, Valentijn zou in onze schatting hooger staan, indien hij
had erkend, wat hij aan zijn leermeester verpligt was."
Beide geleerde onderzoekers zijn dus, ten opzigte van het gebruik door Valen-
tijn van Rumphius\' arbeid gemaakt, tot hetzelfde resultaat gekomen.
2214.   Yallot, (J. N.) Détermination de plusieurs poissons mentionnés
par Aristote.
Zie: Mem. de 1\'Acad. de Dijon. 1837—38. Partie des scienc. bl. 67—104.
2215. ------ Ichtbyologic francaise ou histoire naturelle des poissons d\'eau
douce de la IVance. Dijon, Frantin 1837. 80.
2216.------Supplément ü l\'ichthyologio francaise.
Zie: Me\'m. de 1\'Acad. de Dijon, 1850. bl. 95—178.                                *
2217.------Histoire naturelle des poissons de la Cóte d\'or.
Zie: Me\'m. de 1\'Acad. de Dijon, 1836. Partie scient. bl. 1 — 310.
2218.    Verhandelingen over de natuurlijke geschiedenis der Nederland-
sche Overzeesche Bezittingen. Uitgegeven door C. J. Temminck. Leiden,
1839—1847. 3 dln. folio. K.B.\'sG.—B.L.H.— U.H.-N.A.M—R.L.—R.Ü.
Zie aldaar: Zoölogie door S. Muller, H. Schlegel en W, de Baan. Met 100
platen, waarvan de meeste gekleurd. Overzigt der uit de Soendascheen Moluksche
zeeén bekende visschen van de geslachten: Amphiprion, Prernnas, Pomacentrus,
Glyphisodon, Dascyllus en Heliases.
2219.   Verhoeven, (G. T.) Antwoorde op de vraeg: Aen te wijzen de soor-
ten van visschen die het gemeyn voorwerp zijn van de vangst, zoo op de
kusten als in de rivieren van Vlaenderen; de misbruyken die in de visscherijen
jn swang zijn, te kennen te geven, met de middelen om dezelve te verbe-
j.eren. Gecroonde verhandeling. Mechelen, 1780. 40.
2220.   Verslag der werkzaamheden van de vereeniging tot bevordering
van inlandscbe ichthyologie, door W. P. van den Ende. Arnhem, Is. An.
Nijhoff & Zn., 1848—51. 3 dln. 80. B. L. H. —N. A. M. — R. D.
-ocr page 176-
142
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
r
2221.   Verzeichhiss verschiedener Fische und Krebse des Adriatisohen
Meerbusens. Triest, Kaven. 1796. 8o.
2222.   TUleneure, Anmerkungen betreffend einen Fisch, welchen man für
den Zitterflsch [Torpedo] halt.
Zie: Hamburg. Magaz. 1763. XXVI, U. 545—552.
2223.   Visschen. Elektrische visschen.                B. N. A. M. R. D.
Zie: Album d. nat. bijblad. 1857, bl. 46, 76. 1859, bl. 71. 1860, bl. 49.
1863, bl. 29.
2224.------Geluidgevende visschen.                      B. N. A. M. — R. 1).
Zie: Album d. nat. bijblad. 1857, bl. 75. 1859, bl. 25. 1862, bl. 22, 43.
2225.------Muzikale visch op Borneo.
Zie: Caecilia. Muzik. tijdschr. 1870. No. 13. Vergelijk No. 1735.
2226. Vogt, (C.) Quelques observations sur les caractères qui servent a
la classification des Ganoides. Met afbeeldingen. B. L. H. —N. A. M.
Zie: Ann. scienc. natur. 3 série. 1845. IV , bl. 63—68.
2227.------Ocean und Mittelmeer. Reisebriefe. Pranckf. a/M., J. Rütten.
1846. 2 dln kl. 8«.                                                                          B. R. L.
Bevat een en ander over visschen.
2228.------Zoologische Briefe. Naturgeschichte der lebenden und unter-
gegangenen Thiere. Pranckf. a./M., J. Rütten. 1851. 2 dln. gr. 8». Met af b.
Zie aldaar, II, bl. 1—190: Fische.
                                              B. R. L.
2229.   Vonga, (Paul) La Perche. Paris, 1866. 8<>.
Zie: Bullet. de la soc. d\'Acclimatation. 1866.
2230.   Voyage autour du monde sur la frégate la Vénus, comroandée par
Abel du Pelit-Thoiiars. Paris, Gide et Baudry. 1845. 11 dln. in 8» en 4
atlassen in folio. Met 180 platen en 19 hydrogr. kaarten.
            B. T. Q.
Zie: Afd. Zoölogie, renfcrmant les rnammifères, les oiseaux, les reptiles et les
noissons. Met 79 gekleurde platen.
2231.   Voyage en Islande, fait par ordre de S. M. Danoise, contenant
des observations sur les moeurs et usages des habitans; une description des
lacs, rivières, etc, des animaux, poissons et insectes. Traduit du danois par
Gauthier de la Peyronie. Paris, Levrault, 1832. 5 dln. 8°. Met een atlas
van 60 platen.
                                                                                B.N. A.M.
2132. Voyage en Abyssinie, exécuté pendant les années 1830—1843, par
une commission scientifique, composée de Th. Lefèbvre, A. Petit, Quartin-
üillon
et Vignaud. Paris, Arth. Bertrand. 1845—50. 6 dln. 8» en 2 atlassen
in folio met 202 platen, waarvan 72 gekleurd.
Zie: Afd. Zoölogie par O. des Murs, Fl. Pré vost, Guichenot et Méneville.
1 deel met 40 platen.
2233.   Vrolik, (6.) Ontleed- en natuurkundige aanteekeningen over den
Haai. Met eene plaat.
                                 B. L. H. —N. A. M. -- R. 1).
Zie: Bijdragen tot de natuurk. wetens. Amst., v. d. Hey. 1826.1, bl. 304—
332. 8o. Heminger\'s Zeitschr. f. org. Phys. 1828. II, bl. 489—513.
2234.   Wachter, Etwas über Pische und Pischerei. 4o.
Zie: Haunov. Magnz. 1839. 32 bladz.
2235.   Wagner, (Andr.) Beitrage zur Kenntniss der bayerischen Fauna.
Zie: Gel. Anzeigen der K. Haver. Akad. d. Wissensch. 1846. No. 81-84
en 87.                                                                                               B.R.li.
2236.   Wagner, (M.) Ueber die hydrographischen Verhaltnisse und das
Vorkommen der Süsswasserfisnhe in den Staaten Panama und Ecuador. Ein
Beitrag zur Zoogeographie Amerika\'s.
                                               B. R. D.
Zie: Abhandl. Bayer. Akad. Wissensch. X. 1864.
------ Zie: Kner und Steindachner. N°. 1394.
-ocr page 177-
143
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.
2237.   Wagner, (Rnd.) Beitrage zur Kenntniss der Gattung Lebias Cuv.
und der verwandten Gattungen, nebst Beschreibung zweier neuen in Sardinien
entdeckten Arten. Met afbeeldingen.
                                                3. L. H.
Zie: Isis, 1828. bl. 1050—1057.
2238.   Walcott, (John) Figures, description and historv of Bxotic ani-
mals, comprised under the classes Amphibia and Pisces of Lmnaeus. London,
1788. 4o.
2239.   Walecki, (A.) Materyaly do Fauny ichthyologiczej Polski II syste-
matyczny przeglad ryb Krajowych. Warszawa, 1864. 8°.
2240.   Wallace, (A. R.) On some fishes allied to Gymnotus.
B.L.H.—N.A.M. —B.ü.
Zie: Proceed. zool. s\'oc. london, 1853. XXI, bl. 75—76.
2241.------Description of the islands of Orkney. Edinburgh, 1693. 16<>.
Met kaart en platen. Waarin ook een en ander over visschen.
2242. Wallbanm, (J. J.) Naturgeschichte des gelben Kohlmauls [Gadus
Pollachius L.]
                                                                  B.L. H. —N. A. M
Zie: Schrift. Berl. Gesellsch. naturf. Fr. 1783. IV, bl. 147-160.
2243.------Beschreibung des breitnasigen Haijes (Squalus [Thalassorhinus
M. H.] platyrhynchus.) "                                    B. L. H. N. A. M.
Zie: Schrift. Berl. Ges. naturf. Fr. 1784. V, bl. 381—393.
2244.------Beschreibung eines Schwertfisches.                            B. L. H.
Zie: Berlin. Samml. 1779. X, bl. 70-80.
2245.------Beschreibung der rüssigen Meerquappe mit einer Bartfaser
(Gadus mustela) [Motella tricirrhata Cuv.]               B.L.H.—N.A.M.
Zie: Schrift. Berl. Ges. naturf. Fr. 1784. V, bl. 107—125.
2246.   Wallis, (John) Natural history of Northumberland and of so much
of Durham as lies between the rivers Tyne and Tweed. London, 1769. 4°.
2247.   Walsh, Of Torpedos found on the coast of England.
Zie: Philos. transact. 1774. LXIV, bl. 464—473. B. L. H. B. G. R.
2248.   Walther, (Fr. L.) Lehrbuch der Forst-Physiographie, oderNatur-
beschreibung derjen. Thiere, Gewachse, welche Objecte der Jagd-und Forst-
wissenschaft sind. Weilburg, Lanz. 1813—1820. 2 dln. in 5 afdeel. gr. 8».
Zie aldaar, II: Naturbeschreibung der Vogel, Fische, u. s. w.
2249.   Wappftns, (J. E.) Das Kaiserreich Brasilien, geograpbisch und
statistisch dargestellt. Leipzig, J. C. Hinrichs. 1871. gr. 8». (Aus der
7n Aufl. von Stein\'s Handbuch der Geographie.)
Zie aldaar: Fische, bl. 1355—1358. Fischerei, bl. 1419—1421.
2250.   Waringtou, (R.) Observations on the habits of the Stickleback
[Gasterosteus leiurus.]
                                                                         B. L. H.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 2dseries. Oct. 1852 en 1855. XVI, bl. 330—332.
2251.   Wartmann, (B.) Beschreibung und Naturgeschichte des Blaufelchens
[Ooregonus Wartmanni.]
Zie: Berl. Beschaftgn. 1777. III, bl. 184—213.
2252.   Watson Jnh., (W.) An account of the blue Shark together with
a drawing of the same [Squalus Carcharias glnucus.] Met afbeeldingen.
B.B. G. B.
Zie: Philos. transact. 1778. LXVI11, 2. bl. 789—790.
2253 Weber, (J. C.) Abbildungen der Fische, welche in den Flüssen und
Seen von Bayern vorkommen. München, 1851. 8o.
2254.------Die Fische Deutschlands und der Schweiz. Zweite Au\'flage.
Munchen, 1870. 160. Met 67 gekleurde platen.
-ocr page 178-
144                                 HISTOIK.E NATITRBLT,*; DES POISSONS.
2255. Weigel, (J. A. V.) Fauna Silesiacae prodromus. Berlin. 1806.
Zie aldaar: Naincnsverzeichniss der Kische Sclilesiens. bl. 11.
2250. Wellcnbergh, (P. H. J.) Do orthagorisco Mola. Cum 1 tab. Lugd.
Batav.. 1810. 4o.
                                           B. L. H — U. H. — R.D.
2257.   Wlieatland, (H.) Notice of several fishes of rare occurrence.
Zie: Journ. Esseï County nat. hist. soc. 1852. I, No. 3, bl. 122—125.
2258.   White, (A.) List of British fish, with synonyma. 1851. 12*.
Door A. White is ook bewerkt de afdeel. Eish , van de: List. of the specimens
of British aniiuals in the collection of the British Museum. Printed liy order of
the Trustees. London, 1851. 12o.
                                                K.B.\'t O.
Deze lijst, uitgegeven door J. E. Gray, is waarschijnlijk dezelfde alsdeeerst-
gcnoemde.
2259.   Widdrington, (S. E.) OntheEel.and the fresh-waterlish of Austria.
B. L. H.
Zie: Ann. and mag. uat. hist. 1842. VIII, bl. 207—210.
22G0. Widegren, (H.) Om fisk-faunan oeli fiskerierna i Norrbottens Lan.
Reseberattelsc al\'gifven den 10<lcn Mars 1SG0. Stockholm. 1860. 8<>.
2261.------Ora iisk-fauuan i hoanne Wennern och Veldern.
Zie: Kgl. Landtbr. Akadcmieus Tidskrift. 1863. Hiift. 5—7.
2202.------De svcnska fiskarternas natural historia. Stockholm, Nordstedt
Sauer. 1870. Met platen.
226:5. Wied, (Maximilian zu) Beitriigezur Naturgeschichte von Brasilien.
Weimar, 1825 — 1832. 4 dln. gr. 8». Abbildungen zur Naturgesch. Brasi-
liens. folio.
                                                                    B. N. A. M. — R. ü.
Zie aldaar: Fische. Met 22 platen.
2264.   Williamson, (H.) Proeven omtrent den Gymnotus electricus of den
electrischen aal.
K.B. \'t O. —B. L. H. — U. 11. —T. G.—N. A. M. — R. D.
Zie: Verband. Holl. maatsch. d. wet. Haarlem. XVII, bl. 201—221.
2265.   Winchell, (A.) Description of a Gar-pike, supposed to be new,
Lepidosteus (Cylindrosteus) oculatus.
                    B. N. A. M. B. O. R.
Zie: Procecd. Acad. nat. se. Philad. Augustus 1864.
2260.   Winkler, Eine neue Beobachtung über die Piloten des Hay-fisches
(Naucrates ductor).
                                                              B. L. H. —R. D.
Zie: Voigft Magaz. 1802. IV, bl. 379—384.
2207. Winkler, (T. C.) De Karper.
                     B. N. A. M. - R. 1).
Zie: Album der Natuur. 1857. bl. 275—287.
2268.------Iets over den Goudvisch.
                    B. N. A. M. — R. B.
Zie: Album der Natuur. 1857. bl. 321-333.
2209.------Eenige bijzonderheden over den Baars.
Zie: Album der Natuur. 1857. bl. 148—159.           B. N. A. M. —R. D.
2270.------Iets over den Pieterman.
Zie: Album der Natuur. 1857. bl. 24—32.               B. N. A. M. R.B.
2271.------Een vulkanisch vischje.
Zie: Album der Natuur. 1857. bl. 87—94.              B. N. A. M. R. D.
2272. ------- De Caribito. Met afbeelding.
Zie: Album der Natuur. 1858. bl. 288—298.           B. N. A. M. — R. T).
2273.------De vliegende visch van 1857 en de vliegende visch van 1657.
Zie: Album der Natuur. 1858. bl. 19—30.              B. N. A. M. R. D.
-ocr page 179-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                       145
2274. Winkler, (T. C.) Een visch, die visch vangt
Zie: Album der Natuur. 1859. bl. 215.                    B. N. A. M. - R. 1).
2275.------De Kwab-aal-verwarring. Met 4 afbeeldingen.
Zie: Album der Natuur. 18G0. bl. 193—208.          B. N. A. M. — R. 1).
2276.------Kruipende, loopende, springende en klimmende visschen. Met
afbeeldingen.                                                                  B. N. A. M. — R. D.
Zie: Album der Natuur. 1860. bl. 97—127. 1862, bl. 222—223.
2277.------ De Meerval. Het eten en het aanfokken van visch. Met
eene plaat.                                                                      B. N. A. M. —R.D.
Zie: Jaarboekje v. h. Zool. genootseb. Natura Artis Jlagistra. 1871. bl.
179—195.
2278. Wintlirop, (J.) Concerning some natural curiosities of Connecticut,
especially a stronge and curious fish.
             K.B.\'sG.B.L.H.—B.O.R.
Zie: Philos. transact. 1670. 1, bl. 421.
2270. Woldrich, (J. H.) Ueber die Eische und ihr Leben in denWald-
bachen des Centralslockes des Böhmerwaldes. Prag, K. Gerzabek. 1858. 8o.
2280. Wood, (J. G.) Illustrated natural history. With new designs. London.
Routledge. 1863. 3 dln. roy. So.
                                                   B. R. L.
Zie aldaar: Afd. Reptiles, fishes and molluscs. bl. 196—353.
Wliales. Afd. Mammalia. bl. 523—540.
2281.------Bible animals; being an account of the various birds, beasts.
fishes and other animals, mentioned in the Holy Scriptures. With new and
original designs by E. W. Keyl, T. W. Wood, and E.H. Smith; engraved
on wood by G. Pearson. London, Longmaus and Co, j868. gr. 8o.
2882.------Bible animals: being a descriptiou of cvery living creature
mentioned in the scriptures, from the ape to the coral. With 24 fullpage
engravings and 78 illustrations in the text. London, Longmans, Green. 1869. 8°.
Zie aldaar ; Pishes.
2283. Wood, (Will.) Zoography: or, the beauties of nature displayed in
select descriptions from the animal and vegetablc, with additions from the
mineral kingdom, systematically arranged. illustrated with plates designed and
engraved by Will. Daniell. London, W. Wood. 1807—11. 3 dln. 8c
2284.------Descriptions of four new species of the Linnean genus Blennius.
and a new species of Exocoetus.                                                        B. L. II.
Zie: Journ. Aead. nat. se. of Philad. IV, bl. 278.
2285.------Illustrations of British fresh-water fish. London, Wood. roy.
80 en 4o. (Slechts 3 Nos. zijn hiervan verschenen.)
2286.-------On Leiodon Echinatum, new species Plagiostom.
B. L. H. —N. A. M. —B. O. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist 1847. II, bl. 174.
2287.   Wulff, (J. C.) Ichthyologia, cum Amph;biis regni Borussici melhodo
Linnaeana disposita. Regioinonti, J. J. Kanter. 1765. gr. 8°.
2288.   Wyman, (J.) Description of a blind fish from a cave in Kentucky
[Amblyopsis spelaeus.]
                                                                        B. L. H.
Zie: Silliman. Amer. journ. 1843. XLV, bl. 94—96. Ann. of nat. hist. 1843.
XII, bl. 298—299.
2289.------On the blind iish oftheMaramoth Cave [Amblyopsis spelaeus.]
Zie: Proceed. Boston, soc. nat. hist. 1850. III, bl. 349—357.
B. L. H. —N. A. M. — B. O. R.
2290.------On the devclopment of Anableps Gronovii.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1854. V, bl. 80, 81. Boston journ. nat.
hist. 1857. VI, bl. 432—443.
                B. L. II. —N. A. M. —B. O.B
10
-ocr page 180-
146
HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS.
2291. Tarrell, (W.) History of British fishes, illustrated by nearly 400
wood-engravings. London, van Voorst. 1835—1836. 2 dln. gr. 8o.
B. T. O.
Second edition, with supplement. Loudon , 1841. Tliird edition , with figures
and descriptions of the additional species by John Richardson, and a Memoir
of the Author and 522 wood-cuts. London, 1859. 2 dln. gr. 8o. B. R.D.
A second supplement to the first and second editions by 3. Richardson. London,
1860. 8o.
2292.------Reraarks on sorae species of the genus Svngnathus.
B. L. H. — N. A. M.—R. D.
Zie; Ann. nat. hist. 1839. III, bl. 81—85. Proceed. zool. soc. London. 1834.
II, bl. 118—119. 1835. III, bl. 183. *Vw«<?jtAs Notizen. 1835. XLIV , No. 964.
2293.------Descriptions of three species of British fresh-water fishes belong-
ing to the genus Leuciscus Klein [Lancastriensis and Caeruleus.] Met eene
plaat.
                                                                B. L.H.—N. A.M.
Zie: Transact. Linn. soc. London. 1837. XVII, bl. 5—10.
2294.------On a new species of Smelt from the Isle of Bute [Osmerus
Hcbridicus.]                                                                                B\'.L. E.
Zie: Report Brit. assoc. adv. se. 8th Meeting. 1838. Transact. Sect. bl. 108—109.
2295.------Remarks on some english fishes, with notices of three species >
new to the British fauna. Met eene plaat.
Zie: Zool. journal. IV, bl. 465—471.
2296.   Ysabeau, (A.) Des causes de mortalité des poissons d\'eau douce.
Zie: Journal des Instituteurs. 1867. No. 7. bl. 98.
2297.   Zawadski, (A.) Fauna der galizisch-bukowinischen Wirbelthiere.
Stuttgart, Schweizerbart. 1840. gr. 8°.
Zie aldaar: Fische del- obern Weichsel. bl. 162.
2298.   Zeemonster. The inexplicable sea-monster, part beast and part fish.
Zie: Nautical magazine. 1869. Nov. bl. 608—610.
                         B. R. L.
2299.   Zoölogie du voyage aux Indes-Orientales de M. Ch. Bellanger.
Paris, A. Bertrand. gr. 80. Met een atlas met 33 gekleurde platen in 40.
Zie aldaar: Poissons par A Valenciennes.
2300.   Zoology of Captain Beechey\'s voyage, compiled from the collec-
tions of Gapt. Beechey, and the scientific gentlemen who accompanied the
expedition. Illustrated by 47 coloured plates\'. London, H. G. Bohn. 1849. 40.
B. L.H. —T. O.
Zie aldaar: Fishes by O. T. Lay and E. T. Bennel.
2301.   Zoology of the voyage of H. M. S. Sulphur, under the com-
mand of Capt. Sir Edw. Belcher, edited and superintended by Richard
Brinsley üinds.
With coloured plates. London, Smith, Elder and Co. 1843—45.
roy. 80.
                                                                                                  B. T. G.
Zie: 5C, 80 en 10e Stuk: Fishes by J. Richardson.
2302.   Zoology of the voyage of H. M. S. Beagle, under the command
of Capt." Fitzroy, during the years 1832 and 1836: edited and superintended
by Ch. Barwin. London, Smith, Elder and C0. 1839—43. 19 stukken in
3 dln. imp. 40.
                                                                    B. L. H. — T. &.
Zie: Fishes by L. Jenyns. Met 165 platen.
2203. Zoology of the voyage of H. M. S. Samarang under the com-
mand of Sir Edw. Belcher, during the years 1843—47, edited by Adams.
London, 1850. roy. 40-
                                                                 B, L.H.
Zie: Fishes by J. Richardson. Met 10 platen.
-ocr page 181-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN.                            1
2304. Zouiew, (B.) Descriptio piscis non descripti qui pertinet ad genus
Scarorum Eorskalii [Scarus maxilosus.] Met afbeeld. B. L. H. B. G. R.
Zie: Acta Acad. Petropol. 1779. I , hl. 229—232.
2305.------ Blenniorum duae species ex museo academico deseriptae. Met
eene plaat.                                                                       B. L. H. — B. O. R.
Zie: Acta Acad. Petropol. 1779. II, bl. 195—201.
2306.------Anarrhichas pantherinus nova species.
Zie: Acta Acad. Petropol. 1781. I, bl. 271—277. B. L. B. — B. O. R.
2307.------Eclieneidis nova species [E. nateratoides.] Met eene plaat.
B. L. H. —B. G. R.
Zie: Nova acta Acad. Petropol. 1786. (1788.) IV, bl. 279—283.
2308.------Gymnotus albus nova species. Met eene plaat. B.L.H.B.G.R.
Zie: Nova acta Acad. Petropol. 1787. (1789.) VI, bl. 269—273.
2309.------Biga Muraenarum nov. spec. [Muraena fusca et alba.] Met
afbeeldingen.                                                                    B. L. H. — B. G. R.
Zie: Nova acta Acad. Petropol. 1789. (1793.) VII, bl. 296—301.
c. De haring en haringachtige visschen.
[Le Hareng7\\
2310.   Bleeker, (P.) Bijdrage tot de kennis der haringachtige visschen
van den Soenda-Moliikschen en van den Indischen Archipel.
Zie: Verband. Batav. genootsch. 1852. XXIV. Ned. tijdschr. v. Dierk. 1866. III.
K.B.\'sG. — B.L.H. -N.A.M. -R.L.—R. 1).
2311.   Bock, (F. S.) Versuch ciner vollstandige Natur- und Handlungsge-
schichte der Heringe. Königsberg, Hartung. 1769. gr. 8».
2312.   Boeck, (Axel) Over haring-aas.                 B. N. A. M. —R. D.
Zie: Album Oer Natuur. 1868. bl. 371—379.
Overgenomen uit: Tiddskrift for Fiskeri. 1867.
2313.   Bonnet, (Ch.) Oeuvres d\'histoire naturelle et de philosophie. Neu-
chatel, S. ïauche. 1781. 8 dln. 4o. Met platen. B. N. A. M.—R. L.
Zie aldaar: IV, 2e partie. p. 228—231. Les harengs.
2314.   Chester, (John) Essay éa. the Pilchard [Clupea pilchardus.]
Zie: 3d Ann. report K. Coruw. polytechn. society. 1836. bl. 102—107.
2315.   Cliitton, (de Wltt) Description of a new species of fish from the
Hudson river [Clupea Hudsonia.] Met afbeelding.
Zie: Aun. lyc. nat. hist. New-York. 1824. I, bl. 49—50. Féruuac, Buil.
se. nat. 1824. II, bl. 92—93. .
                                 B. L. H. —N. A. M.
2316.   Coucli, (J.) Essay on the natural history of the Pilchard [Clupea
pilchardus. ]
Zie: 3rd Aunual report K. Coniwall polytechn. society. 1865. bl. 65—101.
2317.   Dodd, (J. S.) Essay towards a natural history of the Herring.
London, 1752. 80.
2318.   Ekstrüiii, (C. U.) Om Sillen.                                       B. B. G. R.
Zie: Oefvers. K. vet. Akad. forhandlgr. Stockh., 1844. bl. 82, 83, 119—
121. 1845. 191—192.
10*
-ocr page 182-
148                 HISTOIRE NATURELLE DES TOISSONS. — LE HARENG.
2319.   Frédol, (A.) Le monde de la mer. Paris, 1865. roy. 8°.
Zie aldaar: Le Hareng, blz. 447—456.
2320.   Grill, (Til.) Synopsis of the subfaraily of Clupeinae, witli descrip-
tions of new genera.
                               B. L. H. N. A. M. — B. O. R.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1801. bl. 33—38.
2321.   Gïilpin, (John) On the annual passage of Herrings. Met een kaartje.
Zie: Transactions Amer. phil. soc. 1786. II, bl. 236—239. Leipz. Magazin.
1788, bl. 90—95.
2322.   Gissler, (N.) Beschreibung des Msches Strömling in Nordbothnien.
B. L. H. —B. G. R.
Zie: Abhandl. der schwed. Akademie. 1748. X, bl. 109—14!.
2323.   Guichenot, (A.) Monographie de deux genres de poissons [les Lépi-
sostées et les Polyptères] do la familie des Clupéoides, Cuvier, et de celle
des Siagonotes, Duinéril.
                                                                     B. L.H.
Zie: Magas. de zocd. 1839.
2324.   Haring en Haringvissoherij.
Zie: Alg.. Visscherij-courant. 1871. No. 45.                                   B. R. D.
2325.   Haring. Naturliche Geschichtc des Herings.                 B. L. H.
Zie: Hamburg. Magaz. 1759. XXVI, bl. 563—683. Froriep\'a Nolizen. 1829.
XXVI, bl. 195-198.
2326.   Hoeren, (J. van. der) De Haring en de haringvisseherij. Met
afbeeldingen.
                                                                   B. iV. A. M. - R. 1).
Zie: Album der Natuur. 1852, bl. 161—175.
2327.   HoTfell, (Sam.) Notice of the Shad and shadfisheries of the ltiver
Delaware.
Zie: Silliman. Americ. journ. 1837. XXXII, bl. 134—140.
2328.   Hyrtl, (Jos.) Ucber die accessorischen Kiemenorgane der Clupeacecn,
nebst Bemerkungen über den Darnicanal derselben.
         B. L. H. B. G. R.
Zie: Denkschr. Akad. Wien. 1855. X, bl. 47—58. Wien. Sitz. Berichte. 1855.
XVII, bl. 163—165.
2329.   Knox, (R.) Keeollections of researches into the natural and economie
history of certain species of the Clupaedac, Coregoui and Salmonidae.
B. L. H\\
Zie: Report Brit. assoc. adv. se. meet. 1846. Transact. sect. bl. 79—80.
2330.   Latrobe, Description of the Clupea tyrannus. Met afbeelding.
Zie: Transact. Amer. phil. soc. 1802. V, bl. 77-81.
2331.   Mac Cullocli, (J.) On the Herring.
Zie: Quart. journ. of scieuc. litter. and arts. roy. Instit. XVI. 1824. bl. 210—
228. Froriep\'s Notizen. 1824. VI, bl. 305—311.
                            H. L. H.
2332.   Martin, (M.) A description of the Western Isles of Scolland: a
particular account of the second sight: a brief hint of methods to improve
trade in that couutry by sea and land. London, 1703. 80.
Zie aldaar: The Herring, bl. 143.
2333.   Mitchell, (J. M.) On tbe migration of the herring.
Zie: Keport Brit. association. 1801. II, bl. 149—151.
2334.------The Herring; lts natural history and national importance. With
illustrations. Edinburgh, Edmonston. London, Longman. 1864. 80.
Zie over dit werk: The Atheuaeum. 1864. No. 1894. bl. 222. B. L. B.
-ocr page 183-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN. — DE HARING. 149
2335.   Monïson, (W. D.) Observations connected with the migration of
the Herring and Mackerel.
Zie: Edinb. new phil. jouni. 1829. Vil. bl. 317—321. Froriep\'s Notizen.
1830. XXVII, bl. 52-54.
                                                               B. L. H.
2336.   MUnter, l.Iul.) Ueber den Hcring der Pommersclien Kusten. Bonn,
18G3. 8o.
                                                                                        B. iV. A. M.
2337.   Nilsson, (J.) Aufenthalt, Lebensweise und Fortpflanzung des Hcrings.
Zie: Zeitsehr. gesamm. Naturwiss. Hallo, 18C0, bl. 1—15. Vertaald uit:
Skaudinavisk Fauna. 1855. IV.                                                         B. 11. D.
2338.   Neucrantz, (P.) De harengo exercitatio medica in qua principis
piscium exquisitissima bonitas suuimaque gloria asserta et vindicata. Lubec,
Suniptibus J. Wild. 1651. 4».
2339.   Noël de la Morinièrc, (S. B. J.) Des migrations du Hareng.
K. B. \'s O. —B. t. H.
Zie: Millin, Wagas. encyd. 1795. VI. bl. 5—22.
2340.------Prospectus de 1\'histoirc naturelle du Hareng et de sa pêche.
Rouen, 1789. 4».
2341.------Mémoire sur la Fcinte [Clupée feinte; Clupea finta.] B.LtH.
Zie: Magazin d. Ges. naturf. Freundc zu Betlin. 1810. IV, bl. 310—314.
2342 Pai\'iiell. Ün the occurrence of the Clupea alba and Raniceps trifur-
catus in the Frith of Forth.
Zie: Proceed. R. soc. Edinb. 1836, I, bl. 141—42.
2343.   Pollen, (Fr. P. L.) De Elft [Clupea alosa Linn.] B.R. ü.
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1872. No. 6, 7, 10.
2344.   Quatrefages, (A.) Le Hareng.                        B.L.H. — R. L.
Zie: Revue des deux mondes. 1849. I, blz. 22—54.
2345.   Report on the natural history of the Herring and the operation
of the acts of parliamcnt, rclatiug to the modes of lishing (by Col. Maxwell,
Dr. Lgon, Playfair,
and Mr. Uuxlerf). London, 1863.
2346.    Report of the Royal commission on the operation of the acts
relating to trawling for Herring on the coasts of Scotland. Presented to both
Honses of parliament bv command of H. M. Edinburgh, Murray and Gibb.
1863. folio.
2347.   Sclineider, (J. G.) Von deu Wanderungen der Heringe.
Zie: Leipzig. Jlagaz. 1788. bl. 90—95.
2348.   Schoockins, (M.) Dissertatio de harengis, vulgo Halecibus dictis.
üroningiae, 1649. 8".
2349.   Troschel, (F. H.) Alausa vulgaris und finta, verschiedene Arten.
Zie: Wiegmann\'s Archiv f. Naturgescb. 1S52. I, bl. 228—33. B. L. H.
2350.   Valencienues, (A.) Histoire naturelle du Hareng, comprenant la
description zoologique et anatomique de eet important poisson, et unc histoire
détaillée de sa pêche ancienne et moderne. Avec 3 planches. Strasbourg,
Veuvo Berger-Levrault. Paris, Bertrand. 1850. 8°.
Uittreksel uit: Histoire naturelle des poissons. Tomé XX.
2351.------Nouvellcs recherches sur les poissons de la familie des Clupées.
B. L. H.—B. G. R.
Zie: Comptes rendus de 1\'Acad. scienc. Paris, 1846. XXIII. bl. 265—271.
Froriep\'s Notizen. 1846. XXXIX, bl. 289—295.
2352. Winkler, (T. C.) De hrring.
                      B. N. A. M. — R. D.
Zie: Album der Natuur. 1860. bl. 122. Zie ook van dit tijdschrift: jaarg.
1852. bl. 1; 1858. bl. 197, 295; 1860. bl. 18; 1861. bl. 31; 1863. bl. 8.
-ocr page 184-
150                  HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS. — LE SAUMON.
2353. Tarrell, (W.) History of British fislies. London,1836. 3dln. 80.
Zie aldaar: II: Clupea.                                                                  B. K. D.
2354.-----Notice of ,1 new species of Herring [Clupea Loachii.]
Zie: Zoolog. journ. 1830—31. V. 277—79.
2355.------Note on Clupea Harengus. B. L. H. — N. A. M. — R. ü.
Zie: Procecd. zool. soc. London, 1845. XII], bl. 9).
Zie verder afdeeling I, « 111 J cu Hariugvisscherij.
d. De zalm en zalmachtige visschen
[/.e Saumon.~]
2356. Agassiz, (L.) Histoke naturelle des poissons d\'eau douce de 1\'Europe
centrale; Embryologie des Salmones. Neufchatel, 1842. 8°. Met atlas in fol.
2357.------On the different species of tke genus Salmo which frequent
the various rivers and lakes of Europe.
Zie: Edinb. new philos. Journal. 1834. XVII, bl. 380—385. 1\'Institut,
1835. III, bi. 72—73.
2358.------On the Salmonidae of Lake superior. B.N.A.M.B.G.B.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1848. III, bl. Cl —62.
2359.   Agussix et C. Vogt, Anatomie des Salmones. Met 14 afbeeld.
Zie: Mem. sociét. scienc. natur. Neufchatel. 1845. III.
2360.   Andrews, (W.) Remarks on the Salmonidae [Parr and Gravelling.]
Zie: Proeeed. nat. hist. soc. DnM. I, bl. 111 — 117; IV, bl. 53—57.
B. L. H.
2361.   Ashworth, (E. and Th.) A treatise on the propagation ofSalmon
and other flsh. London, Sirakin. 1853. 12o.
2362.   Ayrton, (W.) The adventures of a Salmon in the river Dee.
Together with nutes for the fly-ftsher in Norlh Wales. London, Pickering
1853. 12o.
2363.   Barrington, (D.) On the Gillaroo Trout [Salar Ausonii Val.]
Zie: Philos. transact. 1774. bl. 116—120.
               B. L. H.—B. G. R.
2364.   Bigelow, (S. S.) Observations on some of the habits of Salmo
footinalis.
                                                                                               B. L. H.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1850—1857. VI, bl. 49—53.
2365.   Blackwall, (John) Notes on the Salmon.                       B. L. H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1843. XI, bl. 409—414.
2366.------Notes on the Salmon [Salmo Salar] and Bultrout [Salmo
criox.]                                                                                     B. L.H.
Zie: Am. of nat. hist. 1860. 2d series. V, bl. 241—246.
2367.   Bloch, (M. E.) Naturgeschichte der Marane [Salmo maraena ]
Zie: Berliner Beschaftigungen. 1779. IV, bl. 60—94.
2368.   Brown, (W.) The natural history of the Salmon, as ascertained
by the recent experiments in the artificial spawning and halching oftheova
and rearing of the fry, at Stormontfield, on thé Tay. Glasgow, Murray and
Son. 1862. 80.
-ocr page 185-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN. — DE ZALM.         151
2369.   Bruch, (C.) Vergleichende Osteologie des Rheinlachses. Mainz , 1861.
Met 7 gesteendr. gekleurde platen, gr. folio.
2370.   Huist, (R.) Observations on the Salmon.
Zie: The Meld. 1867. June.
2371.   Carr, (John) On the ascent of Salmon over the elevations in the
course of rivers.
Zie: Philos. magaz. 1809. XXXIV. bl. 321—324.
2372.------On Salmon fry.
Zie: "Philos. magaz. 1810. XXXV, bl. 251—256.
2373.   (\'atiinmil. (de) Lettre relatif a 1\'époque du frai des Truites.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1850. XXXI, bl. 862—63. l\'Institut.
1850. XVIII, bl. 410.
                                                 B. I. H. — B. G. R.
2374.   Cobbold, (T. Spencer) Description of a malformed Trout.
Zie: Report Brit. assoc. adv. se. 1855. 25th meeting. Transact. seet. bl. 109—10.
Edinb. new phil. jonm. new Ser. 1855. II, bl. 238—242.
              B. L ff.
2375.   Cocco, (Anast.) Su di alcuni Salmonidi del Mare di Messina. Met
4 afbeeldingen.
Zie: Nuov. ann. delle scienc. natur. di Bologna. 1838. II. bl. 161—194.
2376.   Cornish, (J.) Present state of the Salmon and Channel flsheries,
and of the statute laws by which they are regulated, with the natural history
of the Salmon. London, 182-1. 8o.
Cnvier, (G.) Zie No. 7-44.
2377.   Davy, (John) Some observations on the ova of the Salmonidae, in
relation to the distribution of species.
                         B. L. H. B. 6. R.
Zie: Edinb. new philos. journal. 1852. LUI. bl. 221—25. Philos. transaet.
1856. bl. 21—29. Procced. roy. soc. London. 1855. XVII. bl. 362—363.
2378.   -------• Some observations on the Charr [Salmo Umbla] relating chiefly
to its generation and early life.
Transact. royal soc. Edinb. 1853. XX, bl. 326—333.
2379.------Some miscellaneous remarks on the Salmonidae.
Zie: Transact. roy. soc. Edinb. 1854. XXI, bl. 1—5. 1855. bl. 245—254.
Proceed. roy. soc. London, 1856. VIII, bl. 27—33. Ann. of nat. hist. 2d Ser.
1856. XVII, bl. 420—424.
                                                              B. L. H.
2380.   Duméril, (Ang.) Sur Ie Salar macrostigma n. sp., truite d\'Algérie.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1858. XLVII, bl. 160—162. l\'Institut.
1858. XXVI, bl. 256. (Met 1 plaat.) Revne et mag. d. Zoölogie. 2e Serie,
1S58. X, bl. 396—399.
                                                                    B. L. ff.
2381.   UI lis, (D.) Sketch of the natural history of the Salmo Salar.
Zie: Edinb. new Philos. journ. 1828. IV, bl. 250—273.
2382.   Ephemera, (Fitzgibbon assisted by Andr. Youiig,) Book of Salmon
in two parts. Part 1: The theory and principles of fty-fishing for Salmon;
with lists of Salmon flies. Part. II: The natural history of the Salmon,all
its known habits described and the best way of artificially breeding it explained.
Usefully illustrated with numerous coloured plates of Salmon flies and Salmon
fry. London, Longman. 1850. 12».
2383.   Farrington, Some account of the Charrflsh, as found in North
"Wnles [Salmo alpinus.]
                                     ,           B. L.H. —B. G. R.
Zie: Philos. Transactions. 1755. XLIX. bl. 210—212.
2384.   Ferris, Lettre sur la génération des Saumons.                 B. L. H.
Zie: Journ. de phys. 1782, XX, bl. 321—322.
-ocr page 186-
152                  HIST01KE NATURELLE DES POISSONS. — LE SAUMON.
2385. Flllpplj (F. de) Osservazioni interno all\' Embryogenia de\' Salmonidi
di C. yogi.
Zie: Giorn. dell. Istit. Lotnb. et Bibl. Ital. 1842. V, bl. 320—401.
238(5. Forsyth, (J. B.) On the habits of Salmo fontinalis. B. L. U.
Zie.: Boston journ. nat. hist. 1846. V. 3. bl. 412—415.
2387.   Fraser, (Alex.) Natural history of the Salmon.Inveruess, 1830. 8o.
2388.   Fries, (B. Fr.) Om Stirren, Salmo Salmulus Raji. Stockholm. Nor-
stedt. 1837. 8«.
                                                                                   B. L. H.
Vertaald in: Archiv f. Naturgesch. 1839, bl. 9—19.
2389.   Geoffroy-Saint-Bilaire, (Et.) De la synonymie des espèces du genre
Salmo qui existent dans Ie Nil. (Extrait de la Description de 1\'Egypte. Paris,
lmprimeric impériale.) 7 blz.
            K.B.\'sG. B. L. II. N. A. M.
Zie ook: Annales du Museum. 1809. XIV, bl. 460—406. Nouv. buil. scienc.
soc. Philom. 1810. Il, bl. 72-74.
2390.   (i il pin, (J. B.) On the foodfishes of Nova Scotia.
Zie: Proceed. and transact. N.Scot. Inst. nat. se. 1866.1, bl. 11—17; 76-91.
II, bl. 101 — 111. 1869. II, bl. 17—26.
2391.   Girard, (Ch.) On the Salmo oquassa nova species.
B. L. II. --N.J. M. - B. G. R.
Zie: Proceed. Boston soe. nat. hist. 1853. IV, bl. 262—263.
2392.------Salmo Gloverii nova species, from the North-eastern part of
the United States.                                   B. L. H. —N. A. M. —B. O. B.
Zie: Proceed. Acad. nat. soc. Philad. 1854. VII, bl. 85—86.
2393.------Notice upon the species of the genus Salmo observed chiefly
in Oregon and California.                       B. L. H. —jV. A. M. B. G. R.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1856. VIII, bl. 217—220.
2394.------Notice of a ncw species of Salmonidae, from the north-eastern
part of the United States. 1854. 8o.           B. L. H. — N. A. M. - B. G. R.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. May. 1864.
2395. Gissler, (Nils) Nachrichten von der Natur und Fischerei des Lachses
in den Nordlnndischen Elben.
               B. L. 11. - N. A. M. —B. G. R.
Zie: Abh\'andl. der schwed. Akademie. 1751. XIII, bl. 12—31, 99—135,
177—196, 275-290. XIV, bl. 16-28, 87—99.
239(5. Gronovius, (J. F.) Salmo oblongus, maxillae inferioris apice intror-
sum refiexo descriptus.
                                                                         B. L. H.
Zie: Acta soc. Upsnl. 1741. bl. 85—90.
2397.   Glildenstiidt, (A. S.) Salmo Leucichthys et Cyprinns Chalcoïdes
descripti.
                                                                          B. L. H —B. G. R.
Zie: Nov. Cumment. Petropolit. 1771. XVI. Hist. bl. 46. Mem. bl. 531.
2398.   (immerlis, (J. E.) Naehricht vom Berglachs, welcher Coryphae-
noides rupestris genannt werden kann. Met afbeeldingen.
Zie: Der Urontheim. Gesellsch. Schrift. 1761. III, bl. 43—50.
2399.------Vom Laehsstör, Scomber pelagicus L. Met afbeeldingen.
Zie: l)er Urontheim. Gesellsch. Schrift. 1770. IV, bl. 80—81.
2400.    Hartniann , (G. L.) Der angebliche Salmo alpinus oder auseinander-
gesetztc Naturgeschichte der Rothforelle und der Bachforelle.
Zie: Alnïna. 1806. I, bl. 87—105.
2401.   Heckel, (J.) Ueber aussergewóhnlichen Individuen der Bachforelle.
Zie: Verhand. d. zool. botan. Verein. Wien. 1852. I, bl. 71—72.
2402.   Hellant, (A.) Bericht von der Erzeugung des Lachses.
B. L. H. —N.A. M. —B. G. R.
Zie: Abhandl. d. Schwed. Akad. 1745. VII, bl. 271—283.
-ocr page 187-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN. — DE ZALM.          153
2403.   Munter, (J.) Observations on the Gillaroo Trout, commonlycalled
in Ireland, the Gizzard trout.
                                      B. L. H. B. G. B.
Zie: Philos. traosact. 1774. LXIV, bl. 310.
2404.   Jardine, (S. W.) Observations on the Salmonidae which were met
with during an excursion to the N. W. of Suthcrlandshire.
Zie: Report Brit. assoc. adv. se. 4\'h meeting. 1834, bl. 613—615. Edinb.
N. phil. journ. 1835. XVIII, bl. 46—58. Vertaald in : Frorieps Notizen. 1835,
bl. 289—296, 305—309. Isis. 1836, bl. 54-59.
                           B. L. H.
2405.------Notice of the Parr.
Zie: Nnt. bist. club. Bcrwick. 1834.1, bl. 82—84. Thomson\'s, Itocord. 1836.
III, bl. 269—272.
2406.------British Salmonidae. London, Highlcy. 1839. 2 stukken, folio.
2407.------Queries respecting the natural history of the Salmon, Sea-Trout,
Bull-trout. etc.
Zie: Kdinb. new philos. journ. 1830. VIII. bl. 358—360.
2408.   .Icnkiiis, (Th.) Observations on the young of the Salmon. B.L.H.
Zie: CAarlesworlh\'s Magaz. nat. hist. 1840. IV , bl. 161—169.
Vertaald in: Froriep\'s Notizen. 1840. XIV, bl. 209—217.
2409.   Kner, (R.) Ueber Salmoniden-Bastarde.                            B. R .ü.
Zie: Verhaudl. K. K. zool. bot. Gesellsch. Wien, Mei 1865.
2410.   Knox, (K.) Observations on the natural history of the Salmon.
B. L. H.
Zie: Report of the Ut and 2d meeting Brit. assoc. adv. se. 1833. bl.
587—589. Froriep\'s Notizen. 1853. XXXVII, bl. 33—35.
2411.------On the natural history of the Salmon.
Zie: Proeeed. R. soc. Ediub. 1845. I, bl. 7—10.
2412. ------ Fish and fishing in the lone glens of Scotland. With a history
of the propagation, growth, and metamorphoses of the Salmon. London,
Routledge. 1854. kl. 8°.
2413.------Soine observations on the Salmo Estuarius or Estuary Trout.
Zie: Newman, Zoologist. 1855. XIII, bl. 4662—4673.
2414.------On the growth of the Salmon, from the egg to the adult.
Zie: Newman, Zoologist. 1855. XIII, bl. 4792—98.
2415.------The present position of the Salmon question, considered.
Zie: Newman, Zoologist. 1856. XIV, bl. 4985—92.
2410. Koelreuter, (J. T.) Descriptio piscis, e Coregonorum genere, Russicc
Sig vocati. historico-anatomieo. (Salmo [coregonus] lavaretus). B.L.H.B.G.R.
Zie Nov. comment. Acad. Petrop. 1770. XV, bl. 504—16.
2417.------Descriptio piscis e Coregonorum genere, Russice Riapachc
dioti, historico analomico. [Salmo albula.]                B. L. H. B. G. B.
Zie: Novi comm. Acad. Petropol. 1773. XVIII. Hist. bl. 47. Mem. bl.
503—511. XV. Hist. bl. 40. Mem. bl. 304.
2418. Lesuenr, (C. A.) Description of a new species of the genus Saurus
Cuv. [S. minutus.] Met cenc plaat. B. L. H. —N. A. M. —B. G. R.
Z\\e-.
Journ. Acad. nat. se. Philad. 1825. V, bl. 118, 119. Férussac,
Buil. se. nat. 1827. XII, bl. 137—138.
2419 ------ Description of a new fish of the genus Salmo [Salmo microps.]
Met eene plaat.
Zie: Journ. Acad. nat. se. Philad. 1825. V, 1. bl. 48—51.
-ocr page 188-
154                  HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS. — LE SAUMON.
2420.   Liddeü, (H. T.) Observations on the young of Salmon and sorae
remarks on the migration of Eels.
Zie: Transact. nat. hist. soc. Northumberl. II, bl. 304—308.
2421.   Locll, (J.) On the Salmon in Loch Skin in Sutherland.
Zie: Charlesworth\'» inagaz. nat. hist. 1837. I, bl. 20S—211. B.L.H.
2422.   Lord, (J. K.) The naturalist of Vancouver\'s Island. London,
Hardwicke. 1867. 8».
                                                                          B.L.H.
Zie aldaar I, bl. 54.
2423.   Mac Clelland, Memorandum regarding Salmo orientalis.
Zie: «alcutta journ. nat. hist. 1843. III, bl. 283—284.
2424.   Mackenzie, (F. A.) Zur Naturgeschichte des Lachses. B. L. H.
Zie: Froriep\'s N. Notizcn. 1842. XXI, bl. 257—261.
2425.   Mayer, (J.) Beschreibung oiner neuenEischart, ausden Böhmischen
ücbirgen [Salmo maxilla inferiore, prominula etc.]
Zie: Böhin. Gesellsch. der Wisseusch. N. Abhandl. 1791. I. bl. 275—280.
2426.   Murie, (J.) On tlie supposed arrest of development of the Salmon
when retained in fresh water. Met eene plaat. B.L.H.,— N.A.M.B.B.
Zie: Proceed. zool. soe. 1808. bl. 247—254.
2427.------Additional memoranda as to the irregurality in the growth
of Salmon.                                                      B. L. H. — N. A. M. — È. I).
Zie: Proceed. zool. soc. 1870. bl. 30—50.
2428. Nilsson, (8.) Ueber die Gattung Coregonus, Arted.
Zie: Zcitschr. ges. Natuiwiss. Halle. 1860. XVI, bl. 31—4S.
2429.------• Ueber die Lachsarten Schwedens. Aus dem Schwed. von
Creplin.                                                                                                  B. L. H.
Zie: Arohiv f. Naturgesch. 1849. XV, bl. 305—311.
2430. Ozeretskovski, (N.) Observatio de Salmone salare Oceani septen-
trionalis.
                                                                          B. L. H. — B. O. B.
Zie: Nova acta Acad. Petropolit. 1794, (1801). XII. Hist. bl. 84.Mem.
bl. 337—343
2431.------Observation sur un poisson nommé improprement Hareng.
(Salmo species.) Met eene plaat.                                  B. L.Ü. B. O. R.
Zie: Me\'m. Acad. St. Pe\'tersb. 1810. II, bl. 376—381.
2432.   Parnell, (R.) Notice regarding a new british species of Coregonus
[C. Lacépedii and microcephalus.] Met eene plaat.
Zie: Proceed. R. soc. Edinb. 1838. I, bl. 194—195.
2433.   Reinhardt, (J.) Om Trende, formeentligt ubeskrevne iisk of Chara-
cinernes eller Karpelaxenes 1\'amilie. Met 2 gesteendr. platen. 8°.
Zie: Oversigt Kgl. danskc vidensk. selsk. forhandl. 18R6.
2434.   Re port s on the natural history of Salmonoids in the Tweed and
its tributaries, published by authority of the Tweed fishery Commissioners.
Edinb., Blackwood and Sons. 1867. 8".
2435.   Roberg, (L.) Dissertatio de Salmonum natura eorumque apud
Ostrobothnienses piscatione. Upsal., 1730. 4».
2436.   HusselI, (Alex.) The natural history of Salmon, as ascertained by
the recent experiments at Stortmontfield on the Tay. Edinburgh, Edmonston
and Douglas. 1864. 8«.
2437.    Salmo alpinus. Descriptive notice of Salmo alpinus [Salmo
salvelinus].
                                                                                            B.L.H.
Zie: Loudon\'s magaz. nat. hist. 1832. V. bl. 316—318.
-ocr page 189-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE VISSCHEN. — DE ZALM.          155
2438.   Salmo salar. Von den Rheinanken oder Illanken, Salmo Illanca.
Zie: Schrift, d. Berl. Ges. naturf. Fr. 1783. IV, bl. 55.
B. L. H. — JV. A. M.
2439.   S a 1 m o n in Tasmauia. Report of the Salmon commissioners to the
Governor of Tasmania.
                                                                              /
Zie: The Athenaeum. 1869. No. 2195. bl. 664.                        B. L. H.
2440.   Salmon ponds at New Norfolk, Australia.
Zie: Illustr. Lcmdon News. 1867. 26 Jan. bl. 97.                     ,
2441.   Schonberg, (L.) On the spawn of the Salmon, observed in its pro-
gressive state. Met eene plaat.
                                                           B. L. ff.
Zie: Bdinb. jonrn. of scienc. 1826. V, bl. 238—240. Froriep\'s Notizen.
1827. XVI, bl. 82—83.
2442.   Schrank (Fr. von Paula) nnd B. Wartmann, Ichthyologische Be-
merkungen: 1. Salmo Hucho; 2. Salmo Renke; 3. Salmo Salvelinus; 4.
Weissfelche; 5. Kroffelche; 6. Sandfelelie.
                B. L. ff. —N. A. M.
Zie: Schrift, d. Berl. Ges. naturf. Kr. 1780-1783. I, bl. 380. IV,
bl 427—431.
2443.------Beytrag zur Naturgeschichte des Salmo alpiniis Linnaei, der
Schwarz, renkerischen Bergforelle.                              B. L. ff. N. A. M.
Zie: Schrift, d. Berl. Ges. naturf. Fr. 1781. II, bl. 297-306.
2444. Scrope, (W.) Days and nights of Salmon fishing in the Tweed,
with a short account of the natural history and habits of Salmon; instruc-
tions to sportsmen, etc. With 13 colourcd lithogr. plates and 9 vignettes
in woodcuts. London, Murray. 1843. 8».
2445 Slia w, (J.) Observations on the growth of Salmon. London, Longman.
1840. 4o.
2446.------Bxperiments on the growth of the Salmon.
Zie: Proceed. roy. soc. Edinb. 1838. I, bl. 178—179. 1839. bl. 275 —
279. Edinb. ncw philos. journal. 1838. XXIV, bl. 165—176.
2447.------An account of some experiments and observations on the Parr,
and on the ova of "the Salmon, proving the Parr to be the young of the Salmon.
Zie: Edinb. new philos. jonrn. 1836. XXI, bl. 99—110. Froriep\'s Notizen.
1836. L, bl. 177—184. Isis. 1838. bl. 120—126.
                      B. L. H.
2448.   Siobold, (C. Th. E. V.) Ueber den Kilch des Bodensees (Coregonus
acronius).
                                                                                               B. L. ff.
Zie: Zeitschr. f. wiss. Zool. 1858. IX, bl. 295—299.
2449.   Snckler, (G.) Report upou the Salmonidae. Met 21 gesteendr. pi.
Zie: Repoits of explorations and snrveys to ascertain the most praclieableand
economical route for a Railroad from the Mississippi river to the pacific Oceau.
Washington, 1860. 4o.
                                             K. B. \'sG. —B. L. II.
Zie aldaar: XII, book II.
2450.   Thompson, (W.) On the Pollan [Coregonus pollan Thomps.] of
Lough Neagh.
                                                                             B. L.H.
Zie: Magas. zool. Not. 1837. I, bl. 247-251.
2451.------Notes on british Charr, Salmo umbla Linn., Salmo salvc-
linus Don.                                                                                             B. L. ff.
Zie: Ann. of nat. hist. 1841. VI, bl. 439—450.
2452.   Vogt, (C.) Embryologie des Salmones. Neufchatel, 1842. 8».
2453.   Vonk, (C.) Over de zalm op onze rivieren.
Zie: Verh. Occonomische Tak, later maatschappij van nijverheid. 1788.
Werken der Nederl. huishoudelijke maatschappij te Haarlem. 1793—1832. No.
7. 8o.
                                                 K. B.\'s O. — B. L. H.—B. G. R,
-ocr page 190-
156                 HISTOIRE NATURELLE DES POISSONS. — LE SAUMON.
2454. Wartinaim, (B.) Nachricht von der Alpforelle aus dera Seealper
See (Salmo alpimis), [Salvelinus].
                              B.L.H. —N. A. M.
Zie: Schriften d. Berl. Gesellscli. uaturf. Fr. 1783. IV, bl. 69—77.
2455.------Auszug eines Briefes. (Ueber Salruonen.) B.L.H.N.A.M.
Zie: Schrift, d. Berl. Gesellsch. nat. Fr. 1783. IV, bl. 431—433.
2456.------Beschrcibung und Naturgesehichte des Blaufelchen [Coregonus
Wartmanni. ]
Zie: Beschaft. d. Berl. Ges. naturf. Fr. III, bl. 184—213.
2457.   Watts, (H. E.) Introduction of Salmon into Australia.
Zie: The Athcnaeum. 1868. No. 2107. bl. 391, 392.               B. L. II.
2458.   Widegren, (H.) Onderzoek betreffende de zalmachtige visscheuvan
Zweden en nieuwe bijdragen betreffende deze vischsoort. Stockholm, 1863—
1864. 2 St. 8o. Met gesteendrukte platen. (In het Zweedsch).
2459.------Nya bidrag till Xannedomen om Sveriges Salmonidor. B.L.H.
Zie: Oefvers. vet. Akad. förhandl. Mei 1864. Met 7 platen.
2460.    fVilson , (J.) On the Salmon fry.                                       B.L. H.
Zie: Report Brit. assoc. adv. se. 1840. (1841). Transact. sect. X, bl
133—134.
2461.   Yarrellj (W.) Paper on the growth of the Salmon in fresh water.
With 6 coloured illustrations of the iish of the uatural size, exhibiting its
character and exact appearance and various stages during the first two years.
London, J. van Voorst. 1839. folio.
2462.   Youiig, (A.) On the growth of the Salmon.
Zie: Proceed. R. soc. Edinb. No. 21. 1842—1843. 1, bl. 398—399.
2463.------On the growth of Grisle and Salmon [Salmo salar].
Zie: Transact. roy. soe. Edinb. 1844. XV, bl. 343—348. Froriep\'a Notiuen.
1848. XXV, bl. 277—278.
                                                                 B.L.H.
2461.------The natural history and habits of the Salmon, reasons tbr the
declinc of the fisheries. London, Longman and Co. 1854. 8°.
2465.   Zaeringer, Quaedam de historia naturali et deseriptio Salmonis
Farionis. Friburgi, 1829. 8o. Met 2 platen.
2466.   Zalm. On the natural history of Salmon and Salmon fisheries.
Zie: Edinb. philos. journal. 1825. XII, bl. 335—360.
2467.   ZOlf Note sur 1\'cxistence de la Truitc en Algéric [Salmo Tario L. ]
Zie: Anu. d. se. natur. 4e Série, 1858. IX, bl. 126-128.
B. L. H.r-N. A. M.
2468.   Zigew, (J.) Deseriptio Characis Leucometopontes. B.L.ld. —B.G.R.
Zie: Nuva acta Acad. Petropol. IV. Ilist. bl 129. Mem. bl. 275.
Zie verder over dit onderwerp: Afd. I, a en t. f. Kunstmatige viseh-
teelt. — Afd. II, Riviervissclicrij en Heiigelkuust.
-ocr page 191-
tl. De walvisch en walvischachtige dieren.
[Let Cetaces.~]
i>
2469.   Achrelius, (L.) Cetographia, sive dissertatio historico-physica de
cetis. Aboae, 1083. Met 6 houtgravuren. 80.
2470.   Agassiz, (L.) Tlic Manatee is a Pachyderm.
Zie: Pioceed. Boston soc. nat. hist. 1850. III, bl. 209;
2471.   Alderson, (J.) An account of a wliale of the Spermaceti tribe.
cast on shore on the Yorkshire coast. 1825.
                             B. N. A. M.
Zie: Transact. Cambr. phil. soc. 1827. II, 2. bl. 253—266. Férussac, Buil.
scienc. natur. 1829. XVII, bl. 282—283. Isis. 1835. bl. 1006—1008.
2472.   Alessandrinus, (A.) Organum olfactus cetaceorum. (BxNov. Act.
Acad. Leopold. VI.) Cum 2 tab. Bonnae, 1842. 4<>.
                 B.L.H.
2273. Bajer, (J. J.) De pisce praegrandi Mular. Met eene plaat.
K. B. \'s O. —B. L. H. ~B. O. R.
Zie: Acta Acad. Leo». Carol. nat. cnr. 1733. III, bl. 2—6.
2474.   Balaena mysticetus. (Grosse von)                                    B. L. H.
Zie: Isis. 1S20. Liter. Anz. bl. 506—508.
2475.   Barkly (J.) and P. NeiH, Account of a Beluga or White wliale,
killed in the ïrith of Forth.
Zie: Mem. Werner. nalur. hist. soc. 1821. III, bl. 371—395. Ook afzonderlijk.
London, 1S16. Met 2 platen. MeckeVs Deutsch. Archiv f. Physiol. 1818. IV.
bl 296—298.
                                                                                    B. L. H.
2476.   Bark o w, (H. C. L.) Das Leben der Walle in seiner Beziehung
zum Athmen und zurn Blutlauf. Nebst Bemerkuugen über die Benennung
der Fiunwalle. Mit 5 Holzschnitten. Breslau, 1862.
"* 2477. Bartholinns, (Tlieod.) Cetorum genera.
Zie: Th. liartholinus, llistoria anatom. Cent. IV. 1657. bl. 272—285.
„ 2478.------De Unicornu observationes novae, secunda editione auctiores
et emendatiores, editae a rilio Casp. Bariholino. Amstelodami, Wetstenius.
1678. kl. 12o. Met 2 platen en af beeldingen in den tekst. K.B.\'sG.—B.L.U.
2479.   Bimsstu\'d, Sur deux cétacés échoués vers Honfleur. B. L. H.
Zie: Journ. de phys. XXXIV, bl! 201—206.
2480.   Beale, (Th.) A few observations on the natural history of the Sperm
whale. with an account of the rise and progress of the fishery and of the
modes of pursuing, killing and cutting that animal. London, 1835. 8°.
2481.------The natural history of the Sperm whale and a sketch of a
South-Sea whaling voyage. London, J. van Voorst. 1835—44. 80.
2482.------Einige Beobachtungen über die Naturgeschichte des Pottlisches.
Zie: Froriep\'s Notizen. 1834. No. 961, bl. 230—232.             B. L. U.
2483.   BeUingham, (0. B.) Short description of a Bottle-nose whale
[Hyperoodon Butzkopf.]
Zie: Ann. of nat. lust. 1843. XI, bl. 414—415.                         B. L. H.
2484.   Beneden, (P. J. van) Caractères spécifiques des grands cétacés,
tirès de la conformation de 1\'oreille osseuse.
              B. L. H. B. G. R.
Zie: Corapt. rend. Acad. se. Paris. 1836. III. bl. 400—401. 1\'Institut.
1836. IV, No. 177. bl. 318. Ann. scienc. natur., 3 sé>. zool. 1836. VI, bl.
158—159.
-ocr page 192-
t
I
158                                  HISXOIRE NATURELLE DES CÉTACÉS.
2485. Beneden, (P. J. van) Sur les cétacés qui ont visite les cótesdela
Belgiquc.
                                                                         B. B. O. R. — R. D.
Zie: rinstitut. 1857. XXV, No. 122G. bl. 214-215.
2486.------Sur une baleine prisc prés de 1\'ilc Vlieland et dont Ie squelette
est monté au Jardin royale de Zoölogie a Anvers. B.L.H.B.G.R.—R.D.
Zie: Buil. de 1\'Acail. Brux. 1857. I, bl. 390—404.
2487.------Sur un Dauphin nouveau [Delphinus guianensis] et un Ziphioïde
rare [Mesophodon Sowerbiensis. ]              K.B.\'sG.B.L.H.—B.G.R.—R.D.
Zie: Mem. cour. de 1\'Aoad. scienc, lett. et beaux-arts Belg. 1864. Met twee
platen en houtsneden.
2488.------Sur un cétacé [Globiocephalus] échoué devant la ville dAnvers
Ie 27 Avril 1864.                                 K. B. \'»Q. —B. L. H. —B. G. R.
Zie: Buil. Acad. des se, lett. et beaux-arts de Belgique. 1864. XVII.
2489. —— Les baleines et leur distribution géographique. Met eene kaart.
Zie: Buil. Acad. roy. Belg. 1868. XXV, bl. 9—21. Anti. scienc. natur. IX ,
bl. 43-52.
                K. B. \'sG. —B. L. H. — N. A. M. — B. G. R.
2490.------La première cöte des cétacés, a propos de la notice du Dr.
Gray, sur la distribution des baleines. Met 2 platen.
Zie: Buil. Acad. roy. Belg. 1868. XXVI, bl. 7—17.
K.B.\'sG.—B.G.R.—B.L.H.
2491.------Les squelettes de cétacés et les musées qui les renferment.
Zie: Buil. Acad. roy. Belg. 1868. XXV, bl. 88—125.
K. B. \'sG.—B. L. H. —B. G. R.
2492.------Les Baleinoptères du Nord de lAtlantique. Met eene kaart.
Zie: Buil. Acad. roy. Brux. 1869. XXVII, bl. 281—291.
K. B. \'sG.—B. L. H. —B. G. R.
2492a.------Le Rorqual du Cap de Bonne Espérance et Ie Keporkak des
Groenlandais.
Extr. d. Buil. Acad. roy. Belg. 2c Se\'rie. XVIII. No. 12.
2493.   Beneden (P. J. van) et P. Gervais, Ostéographie des cétacés vivants
et fossiles, comprenant la description et 1\'iconographie du squelette et du
système dentaire de ces aniraaux. Paris, A. Bertrand. 1869. Tekst in 4o,
platen in folio.
                                                                        .              B. R. D.
2494.   Bennett, (F. D.) On the natural history of Physeter macrocephalus.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1836. IV, bl. 127-129. 1837. V, 39 —
42. Isis. 1838. bl. 217-218. 1841. bl. 916-918.1\'Institut. 1837. V.No. 221.
B. L. H. —N. A. M. —B. G. R. —R. D.
2495.------Ueber Wale.
Zie: Froriep\'s N. Notizen. 1837. IV, bl. 273—275.                  B. L. H.
2496.   Bennett, (J. A.) Natuurlijke historie en natuurkundige beschrijving
der walvisschen. Met 5 platen. Haarlem, 1809. 80.
Zie: Natuurk. verhand. Holl. maatsch. d. wetensch. 1809. V, lostuk. bl.
1—213. K. B. \'s G.—B. L. H. — T. G.—N. A. M. — B. G. K.—R. D.
2497.   Bernaert, (M. B. F.) Notice sur la baleine échouée prés d\'Ostende
(5 Nov. 1827) et sur les fêtes données par M. Kessels, a 1\'occasion de la
prise de possessiou au nom de S. M. le roi des Pays-Bas, du squelette de
ce cétacé. Paris, Lenormant. 1829. 8o.
2498.   Blainville, (H. de) Note sur un cétacé échoué au Havre.
Zie: Nouv. buil. scienc. soc. philoin. 1825. bl. 189—141. Férussac, buil.
scienc. natur. 1827. VII, bl. 370—373.
                                         B.N. A.M.
2499.------Sur les Cachelots. Met eene plaat.
Zie: Aun. fran?. et étrang. d\'Auatom. 1838. II, bl. 335—337.
2500. Bodel Nijenhuis, (J. T.) Over de walvischaardige dieren, op de
kusten van Nederland van de vroegste tijden öf gestrand bl gevangen.
Zie: Algem. kunst en letterbode. 1836. I, bl. 158, 163, 381.
Bonnaterre. Zie: Daubeuton.
                                  K.B.\'sG.B.L.H.
-ocr page 193-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DEN WALVISCH.                     159
2501.   Brandt, (J. F.)SymbolaeSirenologicae. Petrop., 1861—1868. 3st.
4°. Met platen.
2502. ------ W enige Worte in Bezug aut\' die Erwiederungen in Betreff
der Vertilgung der nordischen Seekuh.                       B. L. ff. N. A. M.
Zie: Buil. soc. nat. Mosc. 186S (1867.) 220—227, 508—524. 1866. bl.
311—373.
2503.   Breda, (Van) Over een nieuwe soort van Dolfijn.
Zie: Verhand. der eerste klasse v. h. Kon. Ned. Instit. Amst. 1827- 48. dl.
II, bl. 235—238. Met 2 platen.
                                       K. B. \'s O. R. ü.
2504.   Brierïy, (O. W.) Wbales and whaling.
Zie: The Athenaeum. 1861. July 27, bl. 119. Aug. 3, bl. 160. Sent. 7,
bl. 320.
                                                                             B. £• H. — R. L.
2505.   Brigutwell, (Th.) Observations on a specimen of the bottle-nosed
dolphin [Delpbinus Tursio Fabr.] taken at Great Yarmouth. 1845. Met
eene plaat.
Zie: Ann. of nat. hist. 1846. XVII, bl. 21—22.                     B. L. ff.
2506.   Brisson, Le régnc animal divisé en IX classes, ou methode con-
tenant la division générale des animaux en IX classes et la division parti-
culière des deux premières classes, scavoir: de cello des quadrupèdes et decelle
des cétacés en ordres, sections, genres et espèces, auxquelles on a joint une
courte description de chaque espèce, avec les citations des auteurs qui en ont
traite. [Texte francais et latin.] Avec figures. Paris, Bauchc. 1756. 4o.
B. N. A. M.
2507.   Brown, (R.) Notes on the history and geographical relations of
the cetecea frequenting Davis Strait and Baffin\'s Bay.
Zie: Proceed. zool. soc. 1868. bl. 533—556. B.L.H.— N.A.M.—R.ü.
2508.------Die Saugethiere Grönlands und der grónlandischen Meere.
Zie: Petermann\'s Mittheilungen. 1869. bl. 461—465. 1870. bl. 41—47,
133-138.
                              K. B. \'sG. — B. L. ff. R. L. —R.D
1—2: Landsiiugethiere und Robben. 3: Cetacea, Wale.
2509. Bnrmeister, (H.) On a supposed new species of Finwhale from the
coast of South America [Sibbaldius antarcticus. ] B.L.ff.N.A.M.R.ü.
Zie: Proeeed. zool. soc. nov. 1865. (Met eene houtsnede.)
2510.------Preliminary account of a new Cetacean, captured ontheshore
of Buenos Ayres. Met eene plaat.                                                      B. L. ff.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. XVII, bl. 94-98. XVIII , bl. 99—103.
Zeitschr. gesammt.. Naturw. 1867. XXIX, bl. 1—12, 445—451.
2511.------Preliminary description of a new species of Pinner Whalc
[Balaenoptera bonaerensis. ] Met houtsneden. B. L. ff. N. A. M. R. D.
Zie:
Proceed. zool. soc. 1867, bl. 707—713.
2512.------Mammifera pinnata argentina.
Zie: Anal. d. museo publico Buenos Ayres. 1868. bl. 301—311.
2513.------Descripcion de cuatro especies de Delünes de la costa argentina.
Met platen.
Zie: Anales d. museo publico Buenos Ayres. VI.
2514.   Camper, (P.) Observations aiiatomiques sur la structure intérieure
et le squelette de plusieurs espèces de cétacés, publiées par A. C. Camper avec
des notes de 67. Cuvier et un atlas de 53 planches. Paris, 1820. 40.
B. L. ff. — U.H.—N.A. M.
2515.   Chamisso, (A. de) Cetaceorum maris Kamtschatici imagines, ab
Aleutis e ligno fictas, adunibravit recensuitque etc. Cum tabb. V, lithogr.
B. L. ff. -N. A. M. B. O. R.
Zie: Nov. act. Acad. Leopold. XII, 1. Bonnae, 1824. bl. 249—262. 4o.
Férussac Buil. se. natur. 1824. III, bl. 70—75.
-ocr page 194-
160
HISTOIR.E NATURELLE DES CÉTACES.
2510. Cheever, (H. T.) The Whale and his captors: or, the whaleman\'s
adventures and the whale\'s biography. London, 1851. 18o.
2517.   Cheninilz, (J. H.) Von der Balaena rostrata oder dem Schna-
belfische.
Zie: Bcschaft. der Berl. Gcsellsch. naturf. Kreunde. IV, bl. 183.
2518.   Clarke, (W. B.) Notice of a bottle-nosed Dolphin upon the Suffolk
Coast. «.
Zie: Ann. of nat. Hst. 1819. IV, bl. 100—102. Froriep\'ê Tagesber. 1850.
(Zoolog.) I, bl. 214—210.
                                                                B. L. H.
2519.   Cleycr, (Andr.) De ceto minore Ambrophago. K.B.\'sG—B.L.H.
Zie: Miscell. Acad. nat. curios. A. S. Dec. 2. 1689, bl. 69. J. M. Faber ,
Addenda ad A. (\'leyeri Observat. de ceto minore Ambrophago. Ibid. Dec. 2.
1090. bl. 456.
2520.   (\'Iiisii, (Car.) Exoticorum libri X; quibus animalhnn, plantarum,
aromatum. alioruraque peregrinorum fructuiim historiac describuntur; item
Petri Bellonii Obscrvationes, codem Cnrolo Clusio interprete. Antuerp.. 1601.
fol. cum iigg.
                                                                                        B. L. H.
Zie aldaar: lib. VI, bl. 130—142.
2521.   Cocco, (A.) Si di un Delfino rinvcnnto nello stretto di Messina
[Delphinus Philippi.] Met eene plaat.
Zie: Maurolico. Giomo del Gabin. di Messina. 1841. I, bl. 351—356. Archiv
f. Natnrgesch. 1840. I, bl. 104—108.
2522.   Companyo, (L.) Mémoirc descriptif et ostéographie de la Baleine
échouée sur les cötes de la raer. prés de Saint-Cyprien. 27 Nov. 1828.
Avec 5 planches. Perpignau, 1830. 4o. Réponse de M. Farines. Réponse
de M. Companyo.
                                     B. L. 11. —N. A. M. —B. G. R.
2523.   C\'ope, (E. D.) Note on a species of whale caught in tbc rivcr
Delaware.
                                                  B. L. H. — N. A. M. — B. G. R.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Aug. 1865.
2524.------Note on a species of Hunchback whale. B.L.Ü.—N.A.M.-B.G.R.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Sent. 1865.
2525.-------Contribution to a knowledge of Delphinidae.
B. L. H. —N. A. M. —B. G. R.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. Oct. en Dec. 1865.
2526.------Third contribution to the history of Balaenidae and Delphinidae.
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Philad. 1866. bl. 293—300.
B. L. H. —tf. A. M. - B. G. R.
2527. Couch, (J.) Observations on a specimen of the Black or leading
whale [Phocaena melas] taken on -the coast of Cornwall.
Zie: Ann. nat. hist. 1842. IX, bl. 371— 373. Froriep\'s Notizen. 1842. XXIV ,
bl. 49—52.
2528.------Remarks on the species of whales which have been observed
on the coast of Cornwall.                                                                    B. L. H.
Zie: 24th Ann. report R. Cornwall Polytechn. soc. 1856, bl. 27—46.
Annals of nat. hist. 2a Ser. 1857. XX , bl. 424—438.
2529. Cnvier, (G.) Sur 1\'ostéologie du Lamantin; sur la place que Ie
Lamantin et Ie Dugong doivent occuper dans la methode naturelle. Met
eene plaat.
                                             K. B. \'sG. —B. L. E. —N. A. M.
Zie: Ann. du Muséum. 1809. XIII, bl. 273—812. Nouv. buil. sciene. soc.
Philom. 1809. I, bl. 395—396.
2530.------Rapport sur divers cétacès pris sur les cötes de la Erance.
Met eene plaat.                                    K. B. \'s G. — B. L. H. —N. A. M.
Zie: Ann. du Muséum. 1812. XIX, bl. 1—16.
-ocr page 195-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE WALVISSCHEN.                   161
2531. Cnvier, (G.) Description des cétacés échoués dans la baye de
Paimpol.
Zie: Nouv. buil. se. soc. philom. 1812. III, bl. 69—71.
2532.------Sur la détermination des diverses espèces de baleines vivantes.
Zie: Ann. d. scienc. Hatur. 1824. II, bl. 27—41. B. L. B.- N.A.M.
2533. Cuvier, (F.) Histoire naturelle des cétacés on recueil et examen
des faits, dont se compose 1\'histoire naturelle de ces animaux. Paris, Roret.
1837. 8». Met 21 gegrav. platen.
                                                   B.R.D.
2534.------Zie: Art. Cetacea in: Todd\'s Cyclopaedia of anatomy. 1836.
I, blz. 562-594.                                                                                 B. L.H.
2535.    Daubenton et Bonnaterre, Histoire naturelle des quadrupèdes-
mammifères par Daubenton, comprenant les cétacés par 1\'abbé Bonnaterre.
Paris, Panckouck\'e. 1782. 4o. (1 deel tekst en 1 deel platen.)
K. B. \'s O. —B. L. H. —N. A. M.
(Extrait de 1\'Encyclopédie méthodique.)
2536.   Delphinus Orca. Some account of a Qrampus recently captured
in Lynn Harbour.
                                                                                 B. L. H.
Zie: Loudon\'s Mag. of nat. hist. 1831. IV, bl. 338—341.
2537.   Deslongchainps, (E.) Remarques zoologiques et anatomiques sur
1\'Hyperoodon.
Zie: Mém. de la soc. Linn. de Normandie. 1843. VII.
2538.------Observations sur quelques Dauphins appartenant a la section
des Zyphidés, et description de la tête d\'une espèce de cette section, nouvelle
pour la faune francaise.
                                                                 B. N. A. M.
Zie: Boll. de la soc. Linn. de Normandie. 1866. X, bl. 168—180.
2539.   Despelette, Sur un Cachelot échoué prés de Bayonne.
Zie: Me\'m. Acad. acienc Paris. 1741. Hist. bl. 26-28.
K. B. \'sQ. —B. L. H. —B. O. R.
2540.   Dewhurst, (W.) Observations on the zoology and comparative
anatomy of the skeleton of the Balaenoptcra Rorqual.
                    B. L. H.
Zie: Loudon\'s Mag. of nat. hist. 1832. V, bl. 213—233.
2511. Dewhnrst\'s Natural history of the order Cetacea and the oceanic
inhabitants of the arctic regions. With plates. London. Bennett. 1834. 4o.
2542.   Doumet, Notc sur un Hyperoodon observé sur les cótes de la
Corse. Met afbeeldingen.
                                                             B. N. A. M.
Zie: Revue zoolog. 1842. bl. 207, 208.
2543.   Drossander, (A.) Dissertatio de Balaena. Upsaliae, 1094. 4o. Met
ecne plaat.
2544.   Duimt\', (J.) Ostóographie de la Baleine échouée a 1\'Est du port
d\'Ostende, Ie 4 Nov. 1827; précédée d\'une notice sur la découverte et la
dissection de ce cétacé. Bruxelles, Laurent frères. 1828. 8°. Met 13 platen.
B. N. A. M. —R. 1).
2545.   Dlldley, (P.) An essay upon the natural history of whales with a
particular account of the Ambergris found in the Spermaceti whale.
A\'. B. \'sG. —B. L. H.—B. O. R.
Zie: Philos. transact. 1725. XXXIII, bl. 256—269.
2546.   Dtiguiri, (A. E.) Description of a species of Dolphin [Lagenorhynchus
leucopleurus.] found in the Orkney Islands.
                   B. L. H. R. V.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. August. 1864. XIV. Met eene plaat.
2547.   Dnmortier, (B. C.) Mémoire sur Ie Delphinorhvnque microptère
échoué a Ostende. Met 3 platen.
               K.B.\'sQ.-B.L.H.—B.Q.R.—R.D.
Zie: Nouv. mém. de 1\'Acad. de Brux. 1839. XII.
11
-ocr page 196-
162                                 HISTOIRE NATURELLE DES CETACES.
2548. Dnyernoyj (G. L.) Rapport sur uu mémoire de M. P. Gervais ayant
pour titre: „Rechercbes sur les cétacés du genre Ziphius de Cuvier, et plus
particulièrement sur Ie Ziphius cavirostris."
                B.L.H. N. A. M.
Zie: Annales se. natur. (Zool.) 1850. XIV, bl. 217—226. Compt. rend.
Acad. se. Paris. 1851. XXXII, bl. 358—366.
2549.------Mémoire sur les caractères ostéologiques des genres nouveaux
ou des espèccs nouvelles de cétacés vivants ou fossiles, dont les squelettes
entiers ou les têtes seulement sont conservés dans les galéries d\'anatomie du
Muséum d\'histoire naturelle.
                                         B. L. H. —iV. A. M.
Zie: Annales se. natur. (Zool.) 1851. XV, bl. 5—71, 381. Compt. rend.
Acad. se. Paris. 1851. XXXII, bl. 477—484.
2550. Eschrieht, (D. F.) Over Delphinemesog Saelhundenes Karsystcmer.
Zie: Forhandl. Skandin. naturforsk. 1839. Ie Möte. bl. 135—136.
2551.------Om Undersögelser af de nordiske Hvaler.               B. R. 1).
Zie: Forhandl. Skandin. naturforsk. andet Mode. 1840, bl. 83—108,
1842,   203—228; 1843, 98—101; 1845, 15—18; 1847, 1—4. Isis. 1843,
bl. 276—285; 1845, 419—425.
2552.------Jagttagelser paa Naebbehvalen eller Islaendernes, Faeroërnes
Dögling.
Zie: Forhandl. Skandin. naturforsk. 3 Möte. 1842. bl. 651—658. Isis. 1845.
bl. 437—440. Oversigt K. Dansk. selsk. Forhandl. 1846. bl. 2—5.
2553.------Om den under Navnaf Dögling, Naebbehval bekjendte Hvalart
[Hyperoodon.]
Zie: Oversigt K. Danske selsk. Forhandl. 1842. bl. 1—4.
2554.------Inledning til en Raekke Undersögelser over Hvalerne [Ceta-
ceernc.]
Zie: Oversigt K. Danske solsk. Forhandl. 1843, bl. 98—101.
2555. -— Nyere Resultater af hans Undersögelser om Hvaldyrene.
Zie: Oversigt K. Danske selsk. Forhandl. 1845, bl. 15—18.
2550. ------ Undersögelser over Hvaldyrene.                          B. N. A. M.
Zie: Danske videnskaberncs selskabs Afhandlgr. 1846. XI, bl. 129—378.
XII, bl. 225-396.
Ook afzonderlijk: Kjóbenhavn, B. l.unos. 1844 en Stockholm , 1846—48. 4o.
Met 16 platen.
2557.------Uebcr die Untersucliung der Nordischen Walllische.
B. L. H.
Zie: Froriep\'s N. Notizen. 1841. XIX, bl. 225—234, 241—249, 262—266,
1843.   XXVII, bl. 321—330; 337-344.
2558. - — Meddeling om videnskabeligt Udbytte paa en Reise i 1846
mcd Hensyn til Hvaldyrene.
Zie: Oversigt K. Danske solsk. Forhandl. 1847, bl. 1—4.
2559.------Om de Nordiske Hvaldyrs geographiske Udbredsele i naer-
vaerande og i tidlegere tid. Met eene kaart.
Zie: Forhandl. Skandin. naturforsk. 5. Mode. Kjóbenhavn\', 1847. (1849)
bl. 103—118.
2560.------Zoologisch-anatomisch-physiol. Untersuchungen über dieNor-
dischen Wallthiere. Mit 15 (lithogr.) Tafelnund 48 Holzschn. Leipzig, Voss.
1849. folio.
                                                                                           B. R. B.
2561. ------ Ueber die Nordischen Wallthiere.                            B.L.H.
Zie: Froriep\'i Tagesber. 1850. No. 19. (Zoolog. Bd. I) bl. 38—88.
Die WanderuDgen der Wallthiere. Ibid. bl. 41—44.
-ocr page 197-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE WALVISSCHEN.                   163
2562.   Eschricht, (D. F.) Om Ganges Delphinen [Platauista gangetica.]
Tillaegs-Af handling till sam?nes Undersögelser over Hvaldyrene. Met \'3 platen.
Zie: Daosk. vidensk selsk. Afhandl. 1861. II, bl. 345—387. Froriep\'s
Tagesber. 1851. No. 319. 1852. No. 604, 608. Ann. of nat. bist. 1852.
IX, bl. 161—188, 279-293.
                                                          B. L. H.
2563.   —— Sur les baleines franches du golfe de Biscaye.
B. L. H. — B. G.R. —N. A. M.
Zie: Compt. rendus Acad. scienc. Paris. 1860. L. bl. 914—929. Zeitschr.
f. d. ges. Naturwiss. Halle. 1859. XIII, bl. 318—321.
2564.------Ni tavler til oplysning af Hvaldyrenes Bygning, udförte til
utrykte foredrag af afdöde Etatsraad D. F. E. Med tilhörende Forklaring.
Zie: Vidensk. selsk. Skrift. 5 ser. IX. Kjöbenh. 1869. bl. 14.
2565.------Sur une nouvelle methode de 1\'étude des cétacés.
Zie: Compt. rend. Acad. scienc. Paris. 1858. XLVII, bl. 51—60. 1\'Insti\'tut.
XXVI. No. 1280. bl. 229—230.
                                 B. L. H. —B. O. R.
2566.------Recherches sur la distribution des cétacés dans les mers
boréales.                                                                          B. L. H.—N. A. M.
Zie: Ann. scienc. natur. Zool. V serie. 1864, bl. 201.
2567.------og J. Beinhardt, Navnlig med Hensyn til dens Udbredning
i Fortiden og Nutiden og til dens ydre og indre Saerk-Jender. Nordhvalen
[Balaena Mysticetis L.] Om med 6 Taf. Kjóbenhavn. B. Lunos. 1861. 4o.
2568.    Eschricht, Beinhardt and Liljeborg\', Recent memoirs on the
cetacea. Edited by IV. H. Flower. 1866. 4°. (Uitgave van de Roy. Society.)
2569.   Fabricius, (0.) Om Hvalaaset [Hvalens Föde.]
Zie: Skrifter der Kiöbenh. selskab. Nya saml. 1781. I, bl. 557—578.
2570.   Fa une littorale de Bclgique, par P. J. van Beneden.
Zie: Mem. Acad. roy. Belg. 1860. XXXII.              B. L. II. —B. G. R.
2571.   Fauna der Wirbelthiere Deutschlands und der Angrenzenden Lander
von Mittel-Europa von A. Blasius. Braunschweig, 1857. gr. 8». Met platen.
Zie aldaar, I: Siiugethiere. bl. 516—538.
2572.   Fisscher, (J. F. Tan Overmeer) Bijdrage tot de kennis van het
Japansche Rijk. Met platen. Amsterdam, J. Muller. 1833. 4». B.R.L.
Zie aldaar: De walvisch en andere visschen. bl. 217—IS. B. N. A. JU.
2573.   Fiselier, (P.) Mémoirc sur les cétacés du genre Ziphius, Cuv.
B. L. H.—N. A. M.
Zie: Nonv. arch. dn Muséum. 1867. III, bl. 41—78.
2574.   —\'-— Note sur un cétacé Grampus griseus, échoué sur les cötes de
France.
                                                                            B. L. H. —N. A. M.
Zie: Ann. scienc. natur. 1867. VIII, bl. 363—373.
2575.   Fleming, (J.) Description of a small headed Narwal [Monodon
microcephalus] cast ashore in Zetland. Met eene plaat.
Zie: Mem. Werner. nat. hist. soc. 1811. I, bl. 131—148.
2576.   Flower, (W. H.) On a lesser Fin-whale [Balaenoptera rortrata,
Fabr.] recently stranded on the Norfolk coast.
Zie: Proceed. zool. soe. Mei 1864.             B. L. H. —N. A. M. R. D.
2577.   ------Notes on the skeletons of whales in the Museums of Holland
and Belgium, with descriptions of two species apparently new to science.
Met houtsneden.
                                            B. L. H. N.A.M. R, ]).
Zie: Proceed. zool. soc. Nov. 1864.
2578.------Observations upon a Fin-whale [Physalus antiquorum] recently
stranded in Pevensey Bay.                           B. L. H. N. A. M. R. D.
Zie: Proceed. zool. soc. Nov. 1865.
11»
-ocr page 198-
164                                  HISTOIRS NATURELLE DES CETACES.
2579. Flotrer, (W. H.) Description of the skeleton of Inia Geoffrensis
and of the skull of Pontoporia Blainvillii, with remarks on the systematio
position of these animals in the order Cetacea. Met 4 platen. B. L.H.
Zie: Transact. zool. soc. 1867. VI, bl. 87-116.
2580.------On the probable identity of the Fin-whales described as
Balaenoptera Carolinae [Malm] and Physalus Sibbaldi [Gray.]
B. L. H. —N. A. M. — R. D.
Zie: Proceed. zool. soc. 1868. bl. 187—189.
2581.------Notes on four specimens of the common Fin-whale, stranded
on the coast of England.                             B. L. H. N. A. M. R. D.
Zie: Proceed. zool. soc. 1869. bl. 604—611. Met eene plaat.
------Zie N». 2568.
2582.   Frédol, (A.) Le monde de la mer. Illustré. Paris, Hachette & Cie.
1866. roy. 8o.
Zie aldaar: Baleines, bl. 561—574.
2583.   Freinery (de) en van Breda, Phocaena melas, Traill [Grindewal.]
K. B. \'sG. B. L. H.
Zie: Alg. Konst en letterbode. 1825. No. 16, 19, 20.
2581. Fréininville• (de) Sur une espèce de Dauphin [Delphinus Coro-
natus] observée dans la Mer glaciale.
Zie: Nouv. buil. scienc. soc. philom. 1812. III, bl. 71. Giorn. difis.,chim.
e storia natur. 1812. V, bl. 240.
2585.------Sur une nouvelle espèce de Dauphin.
Zie: Bullet. scienc. soc philom. 1818. bl. 67—68.
2586.   Geoffroy Saint-Hilaire, (E.) Lecture des anciens en ce qui touche
la naissance et la première éducation des cétacés. B. L. H.B. O. R.
Zie: 1\'Institut. 1834. II. No. 40, bl. 54.
2587.   Gervais, (P.) Description de quelques espèces de phoques et de
cétacés.
                                                           B. L. H. —N. A. M.—R. D.
Zie: Ann. se. nat. 3 Se\'r. Zool. 1853. XX, bl. 281-292.
2588.------Cétacés des cötes francaises de la Méditerranée.
B. L. H.—B. O. R.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. Xov. 1864. II.
2589.------Sur trois espèces de Dauphins qui vivent dans les régions du
haut Amazone.                                                                B. L. H. --B. 6. R.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1856. XLII, bl. 806—808. 1\'lnstitut.
1856. No. 1167. bl. 175.
2590.------et A. d\'Orbigny, Sur trois espèces de Dauphins de l\'Amé-
rique meridionale.
Zie: Soc. philom. Extr. proces verb. 1844. bl. 38-40. 1\'Institut. 1844.
XII, No. 542. bl. 170.
                                                            B. B. G. R.
2591.------Nouvelle espèce de Dauphin de Ia Méditerranée [Delphinus
Tethyos.]
Zie: Soc. philom. Extr. proces verb. 1853. bl. 23—24. 1\'Institut. 1853.
XXI. No. 1001. bl. 85—86.
              . .                                 B.B. 6. R.
2592.------Sur le Mésoplodon Christalii, grande espèce éteinte de cétacés
Ziphioides.                                                                       B. L. H. B. O. R.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paiis. 1861. LUI, bl. 496—498. Revue et
magas. zool. 1861. XIII, bl. 411—414.
2593.------Sur la baleine de la Méditerranée [Rorquallis antiquorum.]
Zie: Buil. Acad. se. Brux. 1862. bl. 186—193. B.L.H.— B.O. R.
2591.------Mémoire sur la familie des cétacés Ziphioides, et plus par-
ticulièrement sur le Ziphius cavirostris de la Méditerranée.
Zie: Ann. se. natur. XIV. No. 1.                           B. N. A. M. —R. J).
------Zie No. 2538 en 2615.
-ocr page 199-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE WA1VISSCHEN.                   165
2595.   9111 (Th.) On two species of Delphinidae from California, in the
Smithsonian Institution.
                         3. L. H. —N. A. M. — B. G. R
Zie: Proceed. Acad. nat. se. Fhilad. Sept. 1865.
2596.   Olahn, (H. C.) ïorsög til en Af handling om Grönlandernes Skikke
ved Hvalfiskeries.
Zie: Nya Saml. Norske vid. selsk. Skrift. 1784. I, bl. 273—296.
2597.   Gray, (J. E.) On the British cetacea.                               B.L.H.
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 1846. XVII, bl. 82—85.
2598.------On the Einner whales , with the description of a new species.
B. L. H. —N. A. M. — R. I).
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1847. XV, bl. 88—93, 117—118. Ann.
and mag. of nat. hist. 1847. XX, bl. 277—282.
2599.------Descriptions of three new species of Delphinidae [Delphinus
Eutropia and Lagenorhynchus clanculus and Thicolea.]
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1849. XVII, bl. 1—3. Annals of nat. hist.
1850. V, bl. 48—50.
                               B. L. ff. —N. A. M. —R. D.
2600.------• Observations on Hyperoodon latifrons.                      B. L. H.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1852. IX, bl. 407—410. Froriep\'s Tagesber.
1852. No. 643. (Zoolog. III) bl. 198-199.
2601.------Description of a new species of Dolphin [Steno Tucuxi] from
the upper parts of the river Amazon.                                                 B. L. H.
Zie: Ann. nat. hist. 1856. XVIII, bl. 157—159.
2602.------Observations on the species of the genus Manatus.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1857. XXV, bl. 59--61.
B. L. ff. —N. A. M. ~R. D.
2603.------Notice of a new species of Dolphin [Delphinus Catalania],
discovered in North Australia by John Macgiilivray.
Zie: Proceed. zool. soc. 1862. bl. 143—145.
B. L. ff. —N. A. M. R. D.
2604.------Notice of Clymenc similis, a new Dolphin sent from the Cape
by Mr. Layard. Met 2 houtgrav.              B. L. H. —N. A. M. —R. 1).
Zie: Proceed. zool. soc. 1862. bl. 146—149.
2605.------On the arrangement of cetaceans.
Zie: Proceed. zool. soc. 1863. bl. 197—202.
B. L. ff. —N. A. M. —R. ü.
2606.------On the cetacea which have been observed in the seas surround-
ing the British islands. Met houtsneden.
Zie: Proceed. zool. soc. 1864. bl. 203—235. B. L. H. — N.A.M ~R. J).
2607.------Notes on the Whalebone-whales, with a synopsis of the
species.                                                                                                    B. L. ff.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. Nov. 1864. XIV.
2608.------Notice of a new Whalebone-whale from the coast of Devon-
shire, proposed to be called Eschrichtius robustus.
Zie: Proceed. zool. soc. Jan. 1865.           jB. L. 11. —N. A. M. — JR. B.
2609.------Synopsis of the species of whales and dolphins in the collec-
tion of the British Museum. London, 1868. 4». Met 37 platen van W. Wing.
B. T. G.
2610.------On the geographical distri bution of the Balaenidae or Right
whales.                                                                                                    B.L.H.
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1868. I, bl. 242—247.
-ocr page 200-
166                                   HISTOIRE NATURELLE DES CETAOES.
2611. Gray, (J. E.) Note on the Bottlenosed whales [Tursio.]
Zie: Proceed. zool. soc. 1868. bl. 560—562.
B. L. H.—N. A. M. — B. 1).
2612.------Catalogue of the seals and whales in the British Museum.
Second edition. London, printed by order of the Trustees. 1866. 8°. Met
houtsneden in den tekst.
                                                                 K. B. \'s G.
2613.------Supplement to the catalogue of seals and whales. London,
1871. 8o. Met 11 houtsneden in den tekst.                                 K. B.\'sG.
Dit werk bevat, behalve de beschrijving der geraamten en losse beenderen van
deze zoogdieren, in het Britsch Museum aanwezig , tevens eene opgaaf van de
soorten, die in andere verzamelingen bewaard worden.
2614.------Catalogue of Mammalia. London, 1850. 2 dln. 12».
I: Cetacea. With plates. II: Seals. With woodcuts.                  K. B.\'sG.
2615.------Observations on the whales described in: v. Beneden et
Gervais, Ostéographie.                                                                          B. L. H,
Zie: Ann. and mag. nat. hist. 1870. VI, bl. 193—204.
2616.   Grosse, Notice sur les baleines de la Nouvelle Calédonie, et des-
cription de deux espèces nouvelles. Paris, F. Savy. 1855. 8". Met gekl.
platen.
2617.   Guérin, (A. H.) On the Rock-nose of the Whaler, or variety of
the Balaena mysticetus.
Zie: Edinb. new philos journ. 1845. XXXIX, bl. 266—269.
2618.   Gulliver, (G.) Notes on a cetaceous animal stranded on thenorth-
east coast of Ireland [Delphinus melas.]
            B.L.H.N.A.M..B.D.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1853. XXI, bl. 63—67. Ann. of nat hist.
1835. XV . bl. 218—222.
2619.   Gunnerus, (J. E.) Vom Stour-Vagnen oder dein Orca der Alten
[Delphinus Orca] Met afbeeldingen.
Zie: Der Drontheim. Gesellsch. Schrift. 1770. IV, bl. 85—96.
2620.   Hallas, (S.) Optegnelser ora nogle paa et Hvalfangst-Tog i Havet
onakring Island ïagttagne Hvaler.
Zie: Vid. Meddel. naturhist. ïoren i Kjöbenh. 1867 (1868). bl. 150- 177.
2621.   Harlan, (R.) On a species of Lamantin ressembjing the Manatus
Senegalensis Cuv. inhabiting the coast of East Plorida. Met afbeeldingen.
Zie: Journ. Acad. nat. scienc. Philad. 1824. III, 390—394. Férussac, Buil.
scieuc. natur. 1825. IV, bl. 106—108.
                   B. L. H. —N. A. M.
2622.------Delphinus intermedius, nova species.            B.LM.N.A.M.
Zie: Férussac, Bnllet. scienc. natur. 1829. XVIII, bl. 281—282.
2623.   Harting, (P.) Bijdrage tot de anatomie der cetaceën. Met 2 platen.
Zie: Tijdschr. v. nat. geschied., Amst., IX, bl. 131—244.
B. L. H. -N. A. M. —B.D.
2624.   Hnnvooil, (John) On the structure and economy of the Greenland
whale.
Zie: Quart. journ. of scienc. litt. and arts R. instit. 1828. II, bl. 10—24.
2625.   Heckel, (J.) Bericht über die am 15 Aug. bei Citta nuova ge-
strandeten Pottwalle [Physeter.]
                                  B. L. H. B. G. R.
Zie: Sitz. Ber. d. math. naturw. Cl. Akad. Wiss. Wien. 1853. XI, bl. 765—772.
Ook afzonderlijk: Wien, Gerold\'s Sobn. 1853 80.
2626.   Heddle, (R.) On the whale of the genus Physalus Gray, captured
in Orkney. Met 2 platen.
                            B. L. H. — N. A. M.—B. 1)
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1856. XXIV, bl. 187—198.
-ocr page 201-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DB WALVISSCHEN.                    167
2627.   Hendriksz, (A.) De Butskop [Hyperoodon rostratus.]
Zie: Alg. Konst- en letterb. 1831. 1, bl. 305 , 306.                   B. L. H.
2628.   Herklots, (J. A.) Bouwstoffen voor eene fauna van Nederland. Leiden,
E. J. Brill. 1866. 3 dln. gr. 80.
                                        B. L.U.—R.Ü.
Zie aldaar: A. A. van Bemmelen , Lijst der Zoogdieren , tot heden in den
wilden staat in Nederland waargenomen : Walvisschen. III, bl. 245—254, en 417.
Waarbij eene volledige opgaaf van de walvischachtige dieren op onze kusten gestrand.
2629.   Heug\')in, (Th. von) Ueber ein Cetaceum aus dem rothen Meere.
Zie: Sitzungsber. d. math. naturw. Cl. Acad. Wissensch. Wien. 1851. VII,
bl. 449-451.                                                             B.L.H.—B.G.R.
2630.   Hoeven, (J. van der) Over walvischachtige dieren in \'t algemeen
en dolfijnen in het bijzonder. Met afbeeldingen.
Zie: Album d. Natuur. 1856, 371-391.                 B. N. A. M. — R. D.
2631.   Holböll, (C.) Om Grönlandernes Kiperkarnak [Balaena.]
Zie: Kröyer\'s Naturbist. Tidsskr. 1849. II, bl. 308—310.
2632.   Home, (E.) On the peculiarities that distinguish the Manatee of
the West Indies from the Dugong ol\' the East Indian sea. Met 4 platen.
Zie: Philos. transact. 1821. bl. 390, 391.                B. L. H. —£. G. £.
2633.   liübncr, (C. T. W.) Popular-historisches über das am 9 April 1851
bei der Kuste Estlands gelegenen Insel Rammasaar aufgebrachte Wallthier
[Balaena longimana.] Reval, Lindfors Erberi. 1852. 4». Met eene plaat.
2634.   Hnmboldt, (A. von) Ueber den Manati der Orinoko. Met 2 platen.
Zie: Aren. f. Naturgesch. 1S38. I, bl. 1—18.
                             B. I. H.
2635.   limit er, (J.) Observations on the structure and oeconomy of whales.
Zie: Philos. transactious. 1787. LXXVII, bl. 3G1—450. B. I. H—B. G. R.
Ook opgenomen in: R. Owen , Animal oeconomy. 1837. bl. 331—392.
2636.   Iperen, (J. van) Waarneming van een zeldzamen zeevisch [vinvisch ?]
omtrent den keerkring van den Kreeft.
Zie: Verh. Holl. maatsch. d. wet. Uaarl. XII, bl. 3—5.
B. L. H. — T. G. — N. A. M. — B. G. R. — R. 1).
2637.   Jackson, (J. B. S.) Dissection of a Spermaceti whale and three
other cetaceans. Met 2 platen.
                                                           B. L. H.
Zie: Boston journ. nat. hist. 1845. V, bl. 137—172.
2638.   Jftger, Berichtigung einer Angabe Cuviers über einen Narwalschadel.
B. R.D.
Zie: Wiirtemb. Naturk. Stuttg., 1851. VII, bl. 25.
2639.   Jardine, (W.) The naturalist\'s library. London, 1834—1843.
40 dln. 80.
                                                     B.N. A.M.—R.B.
Zie, XVI: Whales. With 32 coloured plates.
2640.   Johnston, (G.) Soine account of a whale stranded near Berwick
upon Tyne.
Zie: Transact. nat. hist. soc. Northuraberl. 1831. I, bl. 6—8.
Férussac, Buil. se. nat. 1831. XXVII, bl. 184—186. B.L.B.—N.A.M.
2641.   Jouan, (II.) Mémoire sur les baleines et les cachelots.
Zie: Mem. soc. se. Cherbourg. 1858. VI, bl. 1—48.
2642.   Kerckhoff, (P. J. van) Dissertatio chemica inauguralis de Balaena.
Rotterd, 1843.
                                                                                    B. R. D.
2643.   Klein, (J. Th.) Historia naturalis piscium per pulmones spiran-
tium. Gedani, 1741. Met 4 kopergrav.
                                    B. N. A. M.
-ocr page 202-
168                                 HISTOIRE NATURELLE DES CETACES.
2644.   Kneeland, (8.) The Manatus uot a Cetacean but a Pachyderm.
Zie: Proceed. Americ. ass. adv scienc. 1851. 3<1 meeting, bl. 42—47.
2645.   Knox, (R.) Account of the dissection of a young Rorqual or short
Whalebone whalc [Balaena rostrata Fabr.]
                B. L. H. — B. G. R.
Zie: Proceed. ruy. soc. Edinb. 1845. I. bl. 14—15, 63—70. 1\'Institut,
1834. II, bl. 224, 336. Froriep\'s Notizen , 1835. No. 935.
2646.   Knox, (J.) Contributions to the anatomy and natural history of
the cetacea.
Zie: Journal and proceed. of the Linn. society. Lond. 1858. III. C3—76
2647.   Krefft, (G.) Notice of a new species of Sperm-whale belonging to
the genus Euphysetes [Mac Leay.]
            B. L. H. — N. A. M. R. D.
Zie: Proceed. zool. soc. Nov. 1865.
2648.   Kröyer, (H.) Bemaerkninger om Balaena rostrata.
Zie: KróyerU Naturhist. tidsskr. 1839. bl. 617—638. Isis, 1841. bl.429—440.
2649.   Lacépède, (B. Gr. E. de) Histoire des cétacés, dédiéc a Anne Caro-
linc Lacépède. Paris, Piassan. 1804. 4<>. Met 16 platen. B. N. A. M.
2650.   Lacépède, (A. de) Note sur des cétacés des mers voisines du Japon.
Zie: Me\'m. du Muse\'um. 1818. IV, bl. 467—475. B.L.H.—NA M.
2651.   Lebeck, (H. J.) Beschreibung des Delphinus gangeticus. Met
eene plaat.
                          »                                                           B. N. A. M.
Zie: Schrift, d. Ges. naturf. Freunde. Berlin. 1801. III, bl. 280—282.
2652.   Lesson, (R. P.) Indication de quelques cétacés nouveaux, observés
dans Ie voyage de la Coquille.
                                     B. L. H. N. A. M.
Zie: Férusaac, Buil. se. nat. 1826. VII, bl. 373—374. Isis. 1833. bl
42—43.
2653------Complément des oeuvres de Buffon ou histoire naturelle des
animaux rares, découverts par les naturalistcs et les voyageurs depuis la mort
de Buffon. Paris, Pourrat frères et Roret. 1835—1841. 10 dln. gr. 8».
Met 181 platen.
                                                                                    B. R. ü.
I: Ce\'tacés. Met 22 platen.
2654.   Leuckart, (F. 8.) Zoologische Bruchstücke. Stuttg., 1841. 8°.
Zie aldaar: ol. 48.
2655.   LUjeborg, (W.) Oefversigt af Skandinaviens Hvaldjur. Upsala,
Edqüist. 1862. 8<>.
Overgedrukt uit: Upsala universiteits Aarsskrift. 1861—62.
2656.   Linden, (P. J. van der) Notice sur ud squelette de Balénoptère,
lue a la société des scienc. médic. et natur. de Bruxelles. Brux., 1827. 8».
2657 Loosjes Az., (P.) Iets over de zoogenaamde walvisschen op de
kusten van Holland gestrand of gevangen.
              K. B. \'s67. —B. L. H.
Zie: Konst- en letterbode. 1812. I, bl. 277—283, 292—299.
2658. Lyser, (P.) Disputatio physico-philologica de cetis. Lipsiae, 1680. 4».
2650. Maitland, (R. T.) De kleine Noordsche Vinvisch [Balaenoptera
rostrata.] Amst., 1863. gr. 8<>.
                         B.L. H.- N. A. M. R. D.
Zie: Ned. tijdschr. v, dierkunde. I, bl. 30.
2660. Malin, (A. TV.) Om den i Bohusliin strandade Hvalen. B.R.D.
Zie: Ofversigt K. Vet. Akad. Förhandl. 1866. No. 3.
2661.------NSgra Blad om Hvaldjur i allmanhet och Balaenoptera
Carolinae isynnerhet. Góteborg, 1866. 16o.                                      B. R. D.
2662.------Einiges von den Walflschen im Allgemeinen und Balaenoptera
Carolinae im Besonderen. Berlin, 1866.                                             B. R. U.
-ocr page 203-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE WALVISSCHEN.                   169
2663. Walm, (A. W.) Monographie illustrée du Balénoptère trouvé en 1865,
sur la cöte occidentale de Suède. Avec 29 pliotograpliies et 21ithogr. Stock-
holm, 1867. folio.
                                                                               B. \'T. 0.
2664.------Om ett i Zoologiska llicksmuseum i Stockholm beüntligt skelett
af Balaenoptera musculus frSn Finmarken. Met eene plaat. B. N. A. M.
Zie:
Oefvcrs. vet. Akad. Forhiindl. 1868. M. 95—103.
2665. Malmgren, (A. J.) Beobachtungen und Anzeichnungen über die
Saugethierfauna Finmarkens und Spitzbergens.
Zie: Uebers. der Verhandl. K. Schwed. Acad. der Wissensch. 1863. 8o. bl.
127—155.
2666.------Om tandbyggnaden hos Hvalrossen [Odontoboenus rosmarus
L.] och tandombytet hos hans ofödda unge.
Zie: Oefvcrs. Svenïk. vetensk-akad. Fórhandl. Oct. 1863, 1864. Met eenc plaat.
2667.   Marum, (M. van) Beschryving van het bekkeneel van een jongen
walvisch, in het Naturalien-Oabinet der Maatschappij e. Met cene plaat.
Zie: Natuurk. verhand. van de tloll. maatsch. der wetenschappen. Haarlem,
1801. I, 2e st. bl. 199—202.
K. B \'sG. 3. L. H. — T. O. - RB.
2668.   Marco Polo. The book of Sir Marco Polo, the Venitian, concerning
the Kingdoms and marvels of the East. Ncwly translated and cdited wit»
notes by Col. Uenry Yule. With maps and illustrations. London. J. Murray.
1871. 2 dln. gr. 8».
                                                                           B. L. H.
Zie aldaar: Whales. II, bl. 195; how taken in Socotra. II, 341; Wbales
of the Indian Ocean. II, 342, 348, 356. Whale-oil. 1, 102, 109.
2669.   Mangin, (Arthur) Der Ocean, scine Geheimnisse und Wunder. Mit
Kupfern und Holzschnitten. Berlin, R. Schlingmann. 1866. gr. 8°.
Zie aldaar: Fische , Wallthiere, Kobben , bl. 214—244. Der Fischfaug; der
Wallfischfang. bl. 270-283.
2670.   Maoiil, (Le) Lettre sur vingt-neuf Dauphins échoués sur les cótes
de Bretagne. [Delphinus globiceps. ]
Zie: 1\'Institut. 1834. No. 43. bl. 77—78, 102. B.L.B. — B.Q.B..
2671.   Maury, (M. T.) The physical geography ofthesea. London, 5amp-
son Low. 1860. gr. 8o.
Op ])laat IX is aangewezen in welke streken walvisschen worden aange-
troffen, volgens de verklaring voorkomende op blz. 420—421 van den tekst.
Zie ook: Afd Walvischvangst.
2672.   Marer, (C.) Beitrage zur Anatomie des Delphinus.
Zie: Frorieps Notizen. \'829. XXIV. No. 516. bl. 150. Tiedemannu. Tre-
viranus,
Zeitschr. f. Physiologie. 1835. V, 2 bl. 111—133. Miiller\'s Arch. f.
Anat. 1849. bl. 583-587.
2673.   Merck, (H.) Mémoire sur les cétacés. Lausanne, 1789.
Zie: Me\'m. de la soc. d. sciences phys. II. bl. 339—344.
2674.   Montagu, (G.) Description of a species of Delphinus, which appears
to be new [Delphinus tnincatus.]
Zie: Memoirs Werner. nat. bist. soc. 1821. III, bl. 75—82.
2675.   Montanus, (Arn.) Gedenkwaerdige Gezantschappen der Oost-Indische
maatschappy, aen de Kaisaren van Japan. Vervaetende wonderlijke voorvallen
op de togt der Nederlandsche gezanten. Beschryving van dieren, gewassen
enz. t\'Amsterdam, by Jacob van Meurs. 1669. folio. Met gegrav. platen
en kaarten.
                            K. B. \'s G. — B. L. H. N. A. M. R. L.
Zie aldaar: Beschryving der walvisschen en der walvischvangst. bl. 448—49.
Japansche visschers, haer mauieren van visschen. Met afbeelding, bl. 55 en 279.
2676.   Montfort, (Denis) Description d\'un Gibbar [Vinvisch.]
Zie: Ann. soc. d. se. nat. Broge9. 1841.                                 B, R. D.
-ocr page 204-
170                                    RISTOIRE NATUKELLE DES CÉtACTÉS.
2677.   Morren, (C. F. A.) Over de Balaenoptera rostrata van Fabricius
en beoordeeling der werken, welke over een dier dezer soort, den i Nov.
ten oosten der haven van Ostende gestrand, uitgegeven zijn.
B. L. H. — R. 1).
Zie: Bijdr. tot de natuurk. wetensch. Amst. 1829. IV, bl. 52—84.
2678.   Mulder, (C.) Iets over de walvischaardige dieren, op de kusten van
Nederland gestrand.
                                     K. B. \'s O. -\'B. L. H. — R. D.
Zie: Kunst- en Letterbode. 1836. I, bl. 434, 450, 466.
2679.------Over de tanden van den Narwal of Eenhoorn.
Zie: Tijdschr. v. nat geschied. Amst. 1835. II, bl. 65.
B. I. H. —N. A. M. — R. ü.
2680. Neill, (P.) Account of the sniall whales in the seas near the Shet-
land islands.
Zie: Nicholson\'s journal. 1807. XVI, bl. 310.
2681.------Some account of a Finwhale [Balaenoptera acuto-rostrata."]
Zie: Mem. "Werner. soe. nat. hist. 1811. I, bl. 204—214.
2682.   Nieuhof, (Joan) Het Gezantschap der Nêerlandsche Oost-Indische
Compagnie, aan den grooten Tartarischen Cham, den tegeuwoordigenKeizer
van China. Waeriu de gedenkwaerdighste geschiedenissen. Beneffens beschry-
ving der dieren, gewassen, enz. Verciert met over de 150 afbeeltsels.
t\'Amsterdam, by Jacob van Meurs. A°. 1670. folio.
K. B.\'sQ. —B. L.H.—R. L.
Zie aldaar, Visschen: De walvisch, baar gestalte en teelt; hoe zy gevangen
worden, bl. 157a—160a. Vliegende visschen. Met afbeelding, bl. 203—204.
2683.   Nilsson, (S.) Om den Tandhval [Delphinus orca] som sistlidne
vSr strandat vid Kusten af Blekinge.
Zie: Forhandl. Skand. Naturforsk. 1851, 1855. 6 Möte. bl. 55—64.
2684.   Nivelet, Beschreibung eines Fisches aus der Ordnung der Cetaceen.
B. L. E. —N. A. M.
Zie: Lichtenberg-Voigt\'s Magaz. 1790. VI, 2e. bl. 75—78.
2685.   Notice descriplive de la Baleine prise au Havre-de-Grace, Octobre
1852, et exposée k Paris, place du Chateau d\'Eau, Boulevard Saint-Martin.
Paris, 1853. 8».
2686.   d\'Orbigny, (A.) Notice sur un nouveau genre de cétacé, des rivières
du centre de 1\'Amérique Meridionale. Avec une planche. Paris, J. Didot
ainé. 1834. 4o.
2687.   Owen, (R.) Notes on the transverse processes of the two-toothed
Dolphin [Hyperoodon bidens.]
                                                           B. L. H.
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 1853. XI, bl. 436—436.
2688.------ On some Indian cetacea collected by Walter Elliot. Met 11
platen.                                                             B. L. H. N\'. A. M. — R. D.
Zie: Transact. zool. soc. 1866. VI, bl. 17—47.
2689.   Pasteur, (J. D.) Beknopte natuurlijke historie der zoogende dieren.
Leyden, Honkoop en Mortier. 1793. 3 dln. Met pi. 8<>. B.R.L.—R.D.
Zie aldaar: III, bl. 305—393 : Zoogende waterdieren.
2690.   Paullini, (C. F.) De singulari monstro marino. K.B.\'sG.— B.L.H.
Zie:
Ephemer. Acad. nat. cnr. Dec. 1 , 1677, bl. 79—80.
2691.   Pennant, (Th.) Arctic Zoology, with supplement. London, 1784.
3 dln. 4o.
                                                                      B. N. A. M. —R. 1).
2692.   Perklns, (G. A.) Account of a Manatus from West Africa [Manatus
nasutus J. Wym.]
                                                         B. L. U. —B. G. R.
Zie: Proceed. Boston soc. nat. hist. 1847. II, b). 198—199.
-ocr page 205-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE WALVISSCHEN.                    171
2693.   Poelman, Sur un Delphinus Eschrichtii, cchoué a Flessingue.
Zie: Buil. Acad. se, lett. et beaui-arts Belg. 1864. XVII. Met eeneplaat.
K. B. \'sG. B. L. H. — B. G. R. R. 1).
2694.   Pollen, (Fr. P. I.) De Bruinvisch [Delphinus phocaena, Linn.]
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1871. No. 27—31.
                     S. R. V.
2695.   Potwalvisch. Strange news from the deep, being a full account
of a large prodigious whale lately laken in the river Wioner, within six
miles from? Colchester. (z. pi.) 1677. 4o.
2696.------Puro e distinto ragguaglio del gran pesce chiamato Balenotto
Buffalino, detto anco Capo d\'Olio, preso in vicinanza del porto di Pesano
18 Aprili 1715. Venezia, 1715. folio. Met houtgrav.
2697--------A proportional view of the large Spermaceti whale run aground
on Blyth Sand, and there killed himself. HO Jan. 1672. Sold by W. Tringhara.
2698.   Potvisch, (De) en zijne vangst Met eene gravure.
Zie: l)e Olijftak. Weekblad, \'s Gravenh. 1871. No. 38.
2699.   Prosch, (V.) Om Hvalernes Spröltning.
Zie: Förhandl. Skand. Naturforsk. 6 Möte 1851. (1855) bl. 245—248.
2700.   Pucheran, Note sur les caractères zoologiques de quelques espèces
de cétacés.
                                                                B. L. II. —B. G. R.
Zie: Compt, rend. Acad. se. Paris. 1856. XL1I, bl. 445—446.
2701.   Qnennerstedt, (A.) Einige Bemcrkungen über die Saugethiere und
Vogel Spitzbergens.
Zie: Akadem. Abhandl. Lund. 1862.
2702.   Ranzani, (Cainillo) Elementi di zoologia. Bologna, pr. Annes
Nobili [Zürich, Orell, Füssli und Co.] 1819-26. 3 dln. in 13 stukken.
Met 36 platen.
                                                                            B. L. H.
Zie, 3e. stuk, bl. 700: Walvisschen, enz.
2703.   Rapp, (W. von) Die Cetaceen, zoologisch-anatomisch dargestellt.
Mit Abbildungen. Stuttgart, 1837. 8o.
                                       B. R. D.
2704.------Untersuchungen über einige Theile der Anatomie der Cetaceen.
Zie: Würtemb. Abhandl. 1850. I, bl. 257—270.
2705.------Bcitrage zur Anatomie und Physiologie der Wallfische.
Zie: Meckel, Archiir. lSaO.^bl. 358—368.                            B. L. II.
2706.   Kast\'h, (H.) Beskrivelse over en i Christiana-Fjorden fanget uye
Delphinart [Delphinus leucopleurus.] Met 2 platen. B.N. A. M. —R. B.
Zie: Nyt. Magaz. f. Naturvid. 1845. IV, bl. 97—125.
2707.   Reichenbach, (H. ü. L.) Die vollstiindigste Naturgeschichte des
In- und Auslandes. Dresden und Leipzig, Hoffmeister. 1846. gr. 8».
B. N. A. M. —R. D.
Zie, I: Die Cetaceen oder Wallthiere , nach den neuesten Entdeckungen mono-
graphisch zusammengestellt und durch 78 Abbildungen erlautert.
2708.   Reinliardt, (J.) Iehthyologiske Bidrag til den Grönlandske Fauna.
Zie: Videuskab. selskab. naturvidenskab. Afhandlinger. 1838. VU, bl. 83 —
196, 221—228. Kjöbenb., 1838. 40.
2709.------Nogle Bemaerkninger om Narhvallens stödtand. .
Zie: Naturhist. Foren vidensk. Meddelelser. 1862.                   B. R. D.
2710.------Pseudorca crassidens, en tbr den Danske fauna nytHvaldyr.
Kjöbenh, 1863.                                                                            B. R. B.
Zie: Oversigt. K. Danske vid. Selskab. Förhandl. 1862.
2711. — - Notits om en paa óstkysten of Jylland fanget Delphinus
delphis. 16 Febr. 1866.
                                                                B. R. D.
Zie: Naturhist. Foren, vidensk. Meddelelser. 1866. No. 10—11.
-ocr page 206-
172                                   HISTOIRE NATURELLE DES CETACES.
2712.   Robertson, (J.) Description of a bhmt-headed Cachalot [Physeter
Catodon L.] Mot eene plaat.
             K. B. \'s G. — B. L. H. —B. O. B.
Zie: Phil. transact. 1770. LX, bl. 321—324.
2713.   Hosciilliiil (F. C.) et F. Hornschnli, De Balacnopteris quibusdam
ventre sulcato distinciis. Gryphiswald., Koch. 1825. 4>o.
              B. R. 1).
2711. Rosenthal, (F. C.) Einige naturliistorisclie Bemerkungen über die
Walle. nebst einer Abbildung. Greifswald, Koch. 1827. gr. folio.
2715.   Roxbnrgli, (W.) An account of a new species of Delphinus, an
inhabitant of the Gangcs. Met eene plaat.
                                        B. L. H.
Zie: Asiatic researches. 1807. VII.
2716.   Rndolphi, (C. A.) Anatomische Bemerkungen über Balaenarostrata.
Met 5 platen.
Zie: Abhand. Akad Wiss. Berlin. 1820-21. bl. 27—40.
B. L. H. —B. O. R.
2717.------Ueber Balaena longimana.
Zie: Abhandl. Akad. Wiss. Berlin. 1829. bl. 133—144.
B. L. H. —B. G. R.
2718.   S:ii)i|is(in. (WOL) Nolice of a eetaceous animal supposed tobenew
to the: American coast [Delphinus globiceps. j Met platen.
Zie: Sil/iman, Americ. joiirn. 1833. XXIII , bl. 301—303.
2719.   Sandifort, (G.) Bijdragen tot de ontleedkundige kennis der wal-
visschon. Met 5 platen.
                                               K. B. \'s O. B. R. D.
Zie: N. verband, van het Kon. Ned. Instit. 1831. III. bl. 221—270.
2720.   Sars, (G. O.^ Beskrivelse af en ved Lofoten indbjuget Börhval,
Balacnoptera musculus. Cliristiania, 1866. 8°. Met 3 gestcendr. platen.
Zie: Vidensk. selsk. Korhandl. 1SG6.
2721.------Om individuelle Varialioner hos Rörhvalernc og de deraf bctingede
Ulighedcr i den ydre og indro Bygning.
Zie: Vidensk. selsk. Forhandl. 1868. bl. 31-74.
2722.   Scammon, (C M.) Gn the cetaceans of the Western coast of North
America. Edited by E. D. Copc.
         B. L. H. —N. A. M. — B. G. R.
7Ae: Proceed. Acad. nat. scienc. Philad. 1869. bl. 13—63. MetGulaten.
2723.   Schinz, (H. R.) Algemcene natuurlijke historie der zoogdieren.
Uit het Hoogd. Amsterdam, Schleijcr. 1845. 8°. Met 188 platen.
B. N. A. M. —R. ü.
Zie aldaar: Walvischachtige dieren, bl. 448 — 460. Met 4 platen.
2724.   Scklegel, (H.) Over eenen in het jaar 1826 aan de Noord-Hollandsche
kust gestranden Vinvisch. Met platen.
                              B. L. H. R. 1).
Zie: N. verhand. v. h. Kon. Ned. Inst. Ie kl. Amst., 1831. III, bl. 1—26.
2725.------Abhandlungen aus dem Gebiete der Zoölogie und vergleich.
Anatomie. Leiden, (Düsseldorf.) Arnz und Co. 1841—43. kl. folio.
Zie aldaar: Beitriige zur Charakteristik, zur Naturgeschichte u. s. w. der Cetaceen.
1, bl. 20-43. II, bl. 2, 10. Met platen.
        B. L. H.- N. A. M. — U.li.
2726.------De dieren van Nederland : Zoogdieren. Haarlem, A. C. Kruseman.
1862. gr. 80.                                                B. N. A. M. R. L. R. D.
Zie aldaar: De Waldieren. bl. 76—102.
272?. Schlegel (R.) en yan Breda, De Vinvisch [Balaenopteraphysalus.]
Zie: Alg. Konst- en letterbode. 1835. No. 45.
K. B. \'sG. B. L. S. — R. B,
-ocr page 207-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE WALVISSCHEN.                   173
2728.   Schneider, (J. G.) Samralung vermisohter Abhandlungen zur Auf-
klarung der Zoölogie and der Haudelsgeschichte. Berlin, 1784. 8».
Zie aldaar: Kritische Sammlung von alten und Denerea Nachrichten zur Natur-
geschichte der Wallfische , nebst der Geschichte ihres Fanges und des damit ver-
bundenen Handels, bl. 125—303.
2729.   Sclireber, (J. C. D. von) Die Siiugethiere in Abbildungen nach der
Natur mit Beschreibungen. Eortgesetzt von A. Goldfuss und J. A. Wagner.
Erlangen, (Leipzig, Weill.) 182G —1855. 7 dln. en 1 supplementband in
5 afd. gr. 4o. Met ruim 700 gekleurde platen.
Zie aldaar, VII: Die Kobben und die Walle , bearbeitet von Prof. Stannius.
2730.   Scoresby Jun. (W.) Account of the Balaena mysticetus or great
Northern or Groenland whale. Met eene plaat.
Zie: Mem. Werner. nat. hist. soc. 1811 . I, bl. 576—586. Ann . of philos.
1813. I, bl. 51—55. Edinb. philos. journ. 1819. I, bl. 83—88.
2731.   Selys-Longchamps, (E. de) Faune beige. Liège, 1842. lw partie gr. 8«.
Zie aldaar: bl. 13—16.
2732.   Slnnv, Sur 1\'Ajah, cétacé découvert par M. Vogel dans la rivière
Benué.
                                                                              B. h. H. — B. 6. R.
Zie: 1\'Institnt. 1857. XXV No. 1268. bl. 61—62.
2733.   Sibbald, (Rob.) Phalainologia, sive observationes de rarioribus
quibusdam Balaenis in Scotiae littus nuper ejectis, in quibus conspectae Balaenae
per genera et species secundum charactcres ab ipsa natura impressos distri-
buuntur. Cum 3 tabb. Edinb. . Rob. Edward. 1773. gr. 8°.
2734.   Siiiiinjus, (H.) Beitriige zur Kenntnissdcs Amerikanischen Manali\'s.
Rostock, 1845.
------Zie: Schreier. No. 2729.
2735.   Steigerthal, Account of a Narhval or Unicom fish taken in the
river Ost, in the dutehy of Breinen.
             K.B.\'hQ. — S.L.H. —B.O.R.
Zie: Philo8. transact. 1738. XL, bl. 147—150.
2736.   Steller, (G. W.) Descriptio Manati seu "Vaccae marinae Hollan-
dorum, etc.
                                                                   K. B.\'sG. B.L.H.
Zie: Novi comment. Acad. Petropolit. 1749. Il, Mem. bl. 294—330.
2737.------Ausführliche Beschreibung von sonderbaren Meerthieren. Hallc,
C. C. Kucmmel. 1753. 8o. Met eenc plaat.
2738.   Suckow, Osteologische Beschreibung des Wallcs [Balaena mysti-
cetus.] Mannheim, C. Lamina. 1837. to. Met 5 gcsteendr. platen.
2739.   SundeYall, (C.) Om nagra Hualarter.                             B. R. 1).
Zie: Ofversigt K. Vet. Akad. Förhandl. 1861. No. 9.
2740.   Sweeting, (R. H.) Dimensions and descripiions of a supposeduew
species of Balaenoptera stranded on Charmouth Beach%
                  B. L. II.
Zie: Charleswortfi\'s Mag. nat. hist. 1840. IV, bl. 341-343.
2741.------Notes relating to a female Balaenoptera boops.
Zie: Proceed. zool. soc. 1840. VIII, bl. 11—12. Froriep\'s Not. 1841.
No. 376. bl. 24-25.
                            B. L. II. — N. A. M. — R. D.
2742.   Tabel Ie der Unterordnungen, Geschlechter und Gattungen der
Wallfische aus Lacépède. Mitgetheilt von Froriep.
                         B. L. H.
Zie: VoigCs Magaz. 1804. VII, bl. 445—450.
2743.   Thompson, (W.) Upon the identity of Hunter\'s Delphinus biden-
tatus, Boussard\'s Hyperoodon Honfloriensis and Dale\'s Bottle-head whale.
Zie: CharlestoorlVs Mag. natnr. hist. 1838. II, 221—223. B. L. H.
-ocr page 208-
174                                 HISTOIBE NATURELLE DES CÉTACES.
2744. Thompson, (W.) Note on the occurrence at various times of the
Bottle-nosed whale fHyperoodon Butzkopf, Laeép.1 on the coast of Ireland.
L ,F
                          *                   B.L.H.-N.A.M.
Zie: Ann. nat. hist. 1839. IV, bl. 375—881. 1846. XVII, bl. 150—153.
Froriep\'s Not. 1846. XXXIX , col. 1—4.
2745.------On the occurrence of the Bottle-headed whale, Hyperoodon
bidens, and remarks thereon.                                                               B. L. ff.
Zie: Ann. and mag. of nat. hist. 1854. XIV, bl. 347—350.
2746.   Tilesius, (G. W.) Die Wallfische.                                  B.L.ff.
Zie: Isis. 1835. bl. 709—752 en 801—828.
2747.   Tiinbs, (John) Strange stories of the animal world. With illu-
strations. London, Griffith and Farran. 1866. 8°.
Zie aldaar: Wonders of the whale. bl. 259—478.
2748.   Tonssenel, (A.) L\'esprit des bêtes. Zoölogie passionelle. Mamrai-
fères de Erance. Quatrième édition, revue et corrigée. Paris, E. Dentu.
1862. gr. 8o.
                                                                                        B. R. L.
Zie aldaar: Les cétacés. — Les phoques. bl. 343—403.
2749.   Traill, (T. S.) On some of the cetacea.
Zie: Edinb. new philos. journ. 1834. XVII, bl. 177—180; 363—364. Isis,
1838. bl. 46—48.
                                                                              B. L. B.
2750.   Turner, (W.) Upon the thyroid glands in the cetacea.
Zie: Transaet. R. Soe. Edinb. 1860. XXII, bl. 319—325. B.B.G.R.
2751.   Yalenciennes, (A.) Sur un Dauphin a deux têtes.
B. L. H. B. O. R.
Zie: Compt. rend. Acad. scienc. Paris. 1848. XXVII, bl. 249—250.
2752.   Vogel, (Ed.) Description of the Ajah, a kind of whale found in the
river Benué [Manutus Vogelii O wen.]
                                             B. L. ff.
Zie -. Report Brit. assoc. adv. scienc. 26 meeting. 1856. bl. 98—100.
2753.   Vriese, (W. H. de) Kleine bijdragen tot de natuurlijke geschiede-
nis der cetaceen. Met 2 platen.
                          B. L. ff. — N. A. M. B. D.
Zie: ïijdschr. v. d. nat. geschied. Amst., VI, bl. 46—54.
2754 Yrolik, (G.) Nieuw voorbeeld van twee uitgegroeide stoottanden aan
denzelfden Narwal-schedel.
                                            B. N. A. M. R.li.
Zie: Bijdr. t. d. Dierk. v. h. Gen. Natura Artis Magistra. Amst., 1848—54.
I, bl. 21—28.
2755. Yrolik, (W.) Ontleedkundige aanmerkingen over den Noordschen
Vinvisch, Balaenoptera rostrata.
                         B. L. ff. —• N. A. M. R. D.
Zie: Tijdschr. v. natuurl. geschied. Amst. 1837. IV , bl. 1—24. Ann. d. scienc.
natur. 2e se\'rie. Zool. 1838. IX, bl. 66—77. Froriep\'s Notizen. 1838. No. 152,
153. Isis. 1840. bl. 370—372.
2756.------Bijdrage tot de natuur- en ontleedkundige kennis van den
Manatus Americanus. Met 6 platen.                 B. L.H. N.A.M. B.B.
Zie: Bijdr. tot de dierkunde. 1851. I, bl. 53—80.
2757.------Natuur- en ontleedkundige beschouwing van den Hyperoodoi •
Met 15 platen. Haarl., 1848. 4».
B L.H. — U. U. T. O. —B. O. R. — R. D.
Zie: Natuurk. verhand. van de Holl. maatsch. d. wetensch. 2e verz. V.
2758. Wall. (W. S.) History and description of the skeleton of a new
Sperm whale, lately set up in the Australian Museum; together with the dis-
covery of a new genus of Sperm whalescalled Euphyseter. London, 1851. 8o.
Met 2 platen.
-ocr page 209-
NATUURLIJKE GESCHIEDENIS VAN DE WALVISSCHEN.                   175
2759. Walvisch van Berckhey: Dat is, Eene beschrijvinghe des grooten
Vischs.die tot Berkhey gliestrandet is A". 1598 den 2 Febr., met eene ver-
claringhe der dinghen die daernaer ghevolght zijn. Met noch een cort verhael.
enz. (Znd. pi. of jaar.)
                                    K.B.\'sG. Bibl. T-hydana.
Met eene afbeelding van den walvisch op den titel.
Zie: Tiele, Bibl. van pamfletten, No. 431. — Bor, Ned. Oorl., (1679),
IV, fol. 434; (1621) 35e boek fol. 11.
2760.------Description du grand poisson baleine, qui s\'est venue rendre
a Berkhey en 1\'an MDXCVIII Ie III de Febvrier, etc. (Znd. pi. of jaar.)
Vertaling van het voorgaande, met dezelfde afbeelding op den titel. K.B.\'sG.
Eene Engelsche vertaling verscheen te London, 1599. 4o.
2761.------Ware Verthooning ende af beeldinghe van een dooden.... Vis, door
die Zee aen der Strande opgheworpen den 20 Sept. 1608 tusschen Catwijck
ende Schevelingèn. Middelburg, 1608. 4o. 20 bladz. tekst met afbeelding.
K. B. \'s Gr. — Bibl. Thysiana.
2762.   Walvisch. Over een vermoedelijk walvischachtig zoogdier van
buitengewone grootte, gezien op 35°19 z. b. en 3°47 o. 1.
Zie: Natuurk. tijdschr. van Nederl. Ind. 1855. IX, bl. 523—525.
K. B. \'sQ. —B. L. H. B. O. R.
2763.   Walvisch te Borselen aangespoeld. Mei 1869, waarvan het geraamte
is aangekocht voor den dierentuin te Gent.
Eenige bijzonderheden omtrent, dezen walvisch zijn te vinden in de Nieuwe
Rotterdamsche Courant van 16, 19, 24, 26 en 31 Mei, 1860.
2764.   Waterhouse, (ü. R.) Delphinus Fitzroyi, nova species.
B. L. H. - N. d. M. — R. ü.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1838. VI, bl. 23—24. Isis. 1845. bl. 363.
2765.   Wesmael, (C.) Notice zoologique sur lc Hyperoodon rostratum.
Met 2 afbeeld.
                                      B. L. H. — B. 6. R. — R. B.
Zie: Nouv. mem. de 1\'Acad. roy. Brux. 1841. XIII.
2766.   Whale stranded at Longuidday, Frith of Fortb. Met afbeelding.
Zie: The illustr. London news. 1869. No. 1567. bl. 517. B. N. A. M.
2767.   Whales in the Indian seas.
Zie: Neioman , Zoologist. 1859. bl. 6777—6779.
2768.   Wormins, Museum Wormianum, seu historia rerum rariorum tam
naturalium, quam artificialium, tam doniesticarum, quam exoticaruin, quae
Hafniae-Danorum in aedibus authoris servantur: adornata ab Alao Worm.
Amstelodami, apud L. et D. Elzevirios. 1655. folio. Met afbeelding.
K.B.\'sG.—B.L.H.—N.A.M.
Zie aldaar: De piscibus , bl. 265—278. De cetis, bl. 279—290.
2769.   Wright, (Tlioui.) Observations on a rare dolphin [Delphinus Tursio.]
Zie: Charlesworth\'s Magaz. of nat. hist. 1838. II , 609—616. Ook afzon-
derlij k: Cheltenham, 1838. 80.
2770.. Wyman, (J.) Description of a White fishor „White whale" [Beluga
borealis, Less.]
                                                                                     B.L.H.
Zie : Boston journ. nat. hist. VII, bl. 603. Met eene plaat.
Zie verder: Afd. I, a en „Walvischvangst".
-ocr page 210-
Afzonderlijke afbeeldingen van walvisaehen.
2771.   Ware und eigentlicher Contrafactur eines Wallflsches, gefangen in
der Scheldt, nicht weit von Antorff, Am 5 Julij Anno 1577. (Als bovenschrift
van de prent. Van onderen een 16 regelig Hoogduitsch vers.) br. folio.
Zie: Muller, Beschrijving van Ned. historieprenten , No. 738.
2772.   Walvisch of Tonyn, gestrand te Zandvoort. 1595. Met adres van
(en door) H. Goltziiis, en 14 regelig hollandsch vers. br. 4o.
Zie: Muller, Historieprenten , No. 1033.
2773.   Walvisch, gestrand tusschen Scheveningen en Katwijk in 1598. Door
/. Mat ham, met 12 regelig hollandsch vers. —Van deze prent bestaan ver-
schillende kopyen, o. a. door G. van der Gouwen, br. folio.
Zie: Muller, Historieprenten, No. 1081—1084.
Vergelijk hierboven , No. 2759 en 2760.
2774.   Walvisch, gestrand onder Bcverwyk, bezichtigd door Graaf Ernst
Casimir. 1601. Door J. Saenredam. (Met 32 regelig latijnsch vers door
T. Screnelim.) gr. br. folio.
                                                    K.B.\'s O.
Dezelfde prent met liet adres van J. Janssonius. 1618. gr. br. folio.
Zie: Muller, Historieprenten, No. 1160
2775.   Pot-Valvisch, gestrand t by Noortwyck op Zee, den28Dec. 1614.
Door Es. van den Velde, kl. br. folio.
Eene andere druk met adres van C. J. Visscher. — Van deze prent
bestaat ook eene teekening in sepia door J. van de Velde.
Zie : Muller , Historieprenten , No. 1292— 1293.
2776.   Walvisch. gestrand by Noortwyk. 1629. Naar P. Mosijn. door
C. Kittensteyn. br. folio.
2777.   Cachelot, gestrand tusschen Zandvoort en Wyk op Zee. 1762. Naar
J. Augustini door il. Spilman. br. folio.
                                       B. R. D.
2778.   Cagelot, lang 61 voeten, den 20 Eebr. 1762 tussen Zantvoort en
Wijk-op-Zee aangedreeven. Door V. van der Finne, br. 4°.
             B.R.B.
2779.   Het afmaken van de Cachelot door J. Sieertner. br. folio.
2780.   Cagelot of potwalvis, gestrand by Egmond op Zee. 1764. Door
C. van Noor de. br. folio.
2781.   Vin vis, gestrand tusschen Wijk aan Zee en Zandvoort. 1791. Door
L. O oerheek. br. folio.
2782.   Vinvisch, in 1826 gestrand, naar H. Schlegel door D. Sluyter.
br. folio.
2783.   Groote visch, vervolgd en gevangen in \'t Goessche diep, door Joost
Kok, schipper van Vianen. In 5 platen door A. de Blois. br. folio.
Bovenstaande afbeeldingen van VValvissclicn enz. hebben meerendeels deel uit-
gemaakt van de belangrijke prent-verzamcling van wijlen Dr. V. H. Huurkamp
van der Vinne. Zie bladz. 94 van den Verkoopcatalogus, 9 October 1863.
Haarlem , Erven F. Bohn.
Vergelijk hierboven No. 2761.
-ocr page 211-
ƒ Kunstmatige vischteelt.
\\_Piscicvlture.~\\
2784.   Allport. (Morton) Brief history of the introduction of salmon
[S. salar] and other Salmonidae to the waters of Tasmania.
Zie: Proceed. zool. soc. 1870. bl. 14—30, 750-752.
B. L. H. — N. A. M. R. ü.
2785.   Alinindelinge Betragtninger over eu deel av Fiske-Varernes
Virkning, Tilberedelse og Behandling.
Het behandelen en toebereiden der visschen
Zie: Den Bergenske Borgerven. Bergen, 1767. bl. 241—257.
2786.   Andrews, On harbour fish and on the formation of piscinae.
Zie: Natur. hist. review. 1854. I, bl. 20—30.
2787.   Arderon, (W.) A letter on keeping of small fish in glass jars.
K. B. \'s O. —B. L. H. —B.G. R.
Zie: Philos. transact. 1746. bl. 23.
2788.   Bande, (J. J.) L\'empoissonncment des eaux douces; Les poissons
sédentaires et les poissons voyagcurs; production, élève et acclimatation des
espèces. Police de la pêche.
                                                 B. L. H. — R. L.
Zie: Revue des deux inondes. 1861. I, bl. 293—344.
2789.   Beaumoiit, (E. H. de) Etudes théoriques et pratiques sur la pisci-
culture. Paris, Goin. 18C9. 12o.
2790.   Bergasse, Sur la fécoudation artilicielle appliquée au Saumon.
Zie: Précis analytique des travaux de 1\'académie de Rouen. Rouen, 1853.
2791.   Bèta, (B.) Die Bewirthscliaftung des Wassers und die Ernten daraus.
Mit einem Vorworte von Dr. Brehm. Met 40 Abbildungen in Holzschnitt.
Leipzig und Heidelberg, CE. Winter. 1868. gr. 8„.
                B.R.L.
TAz aldaar: Fischcultur. bl. 40—56. Künstlicho Laichung und Befruchtung.
bl. 196—207. Künstliche Bebriitung. bl. 207—212. Fischbrutpflege. bl. 212—
218. Handel mit Fischeiern. bl. 218—227. Aqnariums-Cultnr. bl. 227—272.
Zie ook over dit werk, afdeeling: Visscherij. No. 2980.
2792.-------Neue Werke und Winke für\'die Bewirthschaftung des Wassers.
Leipzig, CE. Winter. 1870. gr. 8o.
2793. Blanchère, (H. de lu) Industrie des eaux. Culture des plages mari-
times; pêche; élévage; mulüpücation des Crevettes; Homraards; Langoustes;
Crabes; Huïtres; Moules et Mollusques divers; avec ua.e préface de M. Cos/e.
Paris, Rothsclïïld. 1866. 180. Met platen.
2794.------Le dépeuplement des eaux de Erance, la pisciculture et la
législation sur la pêche.                                                        B.L.H. R. L.
Zie: Revue des deux inondes. 15 Sept. 1870. bl. 243—263.
2795. Boccins, (Gottl.) Treatise on the management of fresb-watcr fish.
with a view to making them a source of profit to landed proprietors. Lon-
don, J. v. Voorst. 1841. 8o.
2796.------Eish in rivcrs and streams, a treatise on the production and
management of fish in fresh waters, by artificial spawning, breeding and
rcaring. London, J. van Voorst. 1848. 80.
2797.------Die Elusz-, Bach- und Teichfischerei oder, über das künstliche
Ausbrüten und Auferziehen der wichtigsten, schmackhaftcstcn und beliebtesten
12
-ocr page 212-
178
PISCICULTURE.
Fische, und über die Ursachen der Abnahme diescr schwimmenden BevöU
kerungen. Aus dem Englischen übersetzt und miteiuem Anliang, enthaltend :
Loudon\'s Fischcultur in Grossbritannien; A. de Quatrefages, Abhandlung
über künstliche Befruchtuugen; Milne Edwards, Anreicherung der Flüsze nut
Fische; Chiuesisches Verfahren, die Fisehbrut zuin auskriechen zu bringen;
Bloch\'s Monographie des Karpfen-Geschlechtes. Von A. Gunderlich. Zweite
verniehrte Auflage. Weimar, Voigt. 1861. 12o.
2798.   Bout, (M. J. de) Een woord over kunstmatige viscbfokkerij. Amster-
dam, Gebr. van Es. 1863. 8o. 31 blz.
                       K. B. \'s G. — R. D.
Zie ook: Tijdschr. v. d. Ned. mautscli. v. nijverh. 1863. bl. 410—444. B.R.L.
Op de Haagsclie tentoonstelling van visscnerij-voortbrengselen enz. (Jiilij 1867.)
was van denzelfden schrijver een geschrift over hetzelfde onderwerp in handschrift
aanwezig (No. 851), en tevens eene beschrijving van de ingezonden toestellen.
2799.   —-— Verslag over de inrigting van piscicultuur in de Diergaarde
(te Amsterdam). Amsterdam, 1863. gr. 8o.
            B. N. A. M. R. D.
Zie: Ned. tijdschr. v. Dierkunde. I, bl. XXV.
2800.------Nog een woord over de kunstmatige vischfokkerij.
A*. B. \'sG. —B. R. L. —R. ü.
Zie: Tijdschr. v. d. Ned. maatsch. v. nijv. 1867. VIII, bl. 376—412.
2801.------La culture pratique du Saumon et de ses congénères, et la
pisciculture au Jardin Zoologique d\'Amsterdam. Amsterd., van Es frères. 1872.
gr. 8o. Met houtgrav.
                                           B.N. A. M.—R.D.
2802.   Bottemanite Mzn., (C. J.) Bevolking en ontvolking van het visch-
water.
                                                           K. B. \'s G. B. L. H. R. L.
Zie: De Economist. Amst., 1872. bl. 597-620.
2803.   Brekin, (A. E.) Das Berliner Aquarium. Mit 4 Illustrationen.
Zie: Weslermann\'s Monatshefte. 1869. Oct. bl. 46.
2804.    Itrion . (C.) Pisciculture. Mémoirc sur 1\'appareil rotatif Cécile Brion
pour 1\'incubation des oeufs fécondés et 1\'élévage des )eunes poissons. Verdun,
1866. 80.
2805.   Brtiysscl. (E. van) Histoire d\'un aquarium et de ses habitants. Avec
gravures coloriées. Paris, J. Hetzel. 1865. 80.
2806.   Backland, (Frank T.) Fish hatching. London, Tinsley Brothers.
J862. 80.
2807.------Zalmladders. Met twee afbeeldingen. Uit het Engelsch.
Zie: Nederlandsch magazijn. 1867. bl. 39—40.
2808.   Huist . (Rob.) Stortmontfield pisculturial experiments. 1867.
2809.   Bystriïm. (C.) Om Fiskodlingen i Rtskilliga fremmande Lande.
Zie: Oefvers. Svensk. vetensk. Akad. Förhandl. 1864.
2810.   Carbonider, Guide pratique du pisciculteur. Paris, Lacroix. 1864.12°.
2811.   Caron, (Ch.) Pisciculture. Expériences a 1\'établissement départe-
mental de 1\'Oise. Extrait des memoires de la Société académique. Beauvais,
1865. gr. 80. Met platen.
2812.   Cavelini. (Ch.) Abhandlung über die Erzeugung der Fische und
Krebse. Aus dem Italienisshen übersetzt, mit Anmerkungen herausgegeben
von E. A. W. Zimmermann. Mit 3 Kupfern. Berlin, 1792. 8o.
2813.   Chabot. Réflexions sur la pisciculture. Versailles, Beau. 1854. 8o.
2814.   Chavannes, (Dr.) Naturalisatie van zalmen in het Meer van Genève
en in het Wenner-Meer.
Zie: Tjjd9chr. uitg. d. d. Ned. maatseh. ter bevord. van nijverheid. 1870.
Meded. bl. 14. Overgenomen uit: Bnllet. de la soc. d\'acclimatation. Jnin. 1869.
-ocr page 213-
/
KUNSTMATIGE VISCHTEELT.                                            179
2815.   Clavé, (J.) La pêche et la pisciculture a 1\'Bxposition uuiverselle.
Zie: Revue des deux monrles. 1S68. (1 Janv.) bi. 122—149.
B. L. H. —R.\'L
2816.   Coste, (J. J. M.) Notioe historique sur 1\'établissement de pisci-
culture de Huningue. (Paris, 1850).
2817.   —— Instructions pratiques sur la pisciculture, suivies de mémoires
et de rapports sur Ie même sujet. Avec iigures. Paris, Massun. 1853. 12o.
A\'. B \'s O.
Hetzelfde werk in het Hoogduitsch vertaald, Quetllinburg , 1853.
2818.------Voyage d\'exploration sur Ie littoral de la France et de 1\'ltalie.
Rapport; sur les industries de Coinachio, du lac Fusaro, de Marennes et de
1\'anse de 1\'Aiguillon. Paris, Imprim. Impériale. 1866. gr. 8o.
Ue inleiding bevat het rapport van deu heer Coste, van 1 Jan. 1855, over het
établissement van Huningen.
2819. Coste, (P.) Mémoire sur les moyensde repeuplerles eaux de France.
Zie: Compt. rend. Acad. Paris. 1853. XXXVI, bl. 809—814.
2820.------Acclimatation des poissons.
Zie: Buil. soc. Zool. d\'acclim. Paris. 1851. I, bl. 11—18.
2821. Coumes, Rapport sur la pisciculture et la pêche fluvialile en Angle-
terre, en Ecosse et en Islande, considérées au doublé point de vue des procé-
dés de production, tant naturelle qu\'artificielle, et de la législation qui
protégé Ie peuplement des cours d\'eau. Strassbourg, 1863. 80.
2822.------Noticc historique sur 1\'établissement de pisciculture de Hn-
ningen. Slrassbourg, 1862. 8°.
2823.   Dabry de Thicrsaiit, (P.) La pisciculture et la pêche en Chine.
Ouvrage accompagnée de 51 planches, représentant les principaux instruments
de pisciculture et engins de pêche employés par les Chinois. et précédé d\'une
introduction par Ie Dr. J. B. Sonbeiran. Paris, G. Masson. 1872. 4o.
2824.   Detzem et Berthelot, Fécondation artilicielle des poissons.
Zie: Mem. de la soc. d\'émulation. des Doubs. 1851.
2825.   Dubrauius\'s Newe Booke of good Husbandry, very pleasant and
of great pronte botli for Gentlemen and Yeomen. conteining the order and
manner ol making fish pondes, with the breeding, preseruing. and multiplyinge
of the Carpe, Tench, Pike and Troute, and also diners kinds of other fresh
fish. Translated from the latine. London, W. White. 1599. 40.
2826.   Onpare, (H. M.) De kunstmatige vischteelt en vischfokkerij. behel-
zende de geschiedenis, de onderscheidene verrigtingen, benevens de toepas-
singen van de kunstmatige bevruchting en vermenigvuldiging der visschen.
Amsterdam, Gebr. Diederichs. 1854. 8o.
2827.------Kunstmatige vischteelt.
Zie: Algemeen Handelsblad. Atnst. 1871. 4 Jan.
2828.   Economie publique. Lettre sur les avantages qu\'il y aurait a
transporter et a naturaliser dans les eaux des rivières. des lacs et des étangs,
ceux des poissons, qui ne se trouvent que dans les uns on les autres, et a
fixer et multiplier dans les eaux douces, différontes espèces de poissons. origi-
naires des eaux salées (par iVoël.) Rouen. 16 blz. 8°. (Extrait du N0. 298
du Monitcur du 28 Messidor An. IX. 1801, blz. 1232.
                B.L.H.
2829.   Fignier, (Lonis) L\'année scientifique et industrielle. 1856—1867.
Paris, L. Hachette et Cie. dl. I—XIV. kl. 8«.
                              B. R.L.
Zie aldaar III, 2c partic: Les pêcheurs de nacrc9 et de perles; emploi du
batenu-plongeur pour 1\'exploitation, la culture et 1\'acelimatation de divers animaux
12*
-ocr page 214-
180
PISCICULTURE.
aquatiques; La pisciculture en France en 1858; la pisciculture maritime. Rapport de
M. Coste sur les moyens a employer pour Ie repenplement des huilrières en France.
V.  Essai9 de pisciculture fluviale dans Ie département de 1\'Héranlt; lesnidsde
pois9ons rapportos de Terre-neuve.
VI.  Résultat de la création d\'huitrières artificielles sur Ie littoral de la France.
La pisciculture et 1\'empoissonnement des eaux douces; acclimalation en France
des poissous importés de la Chine. Ktat de la pisciculture en Chine. L\'ostréi-
culture a Arcachon , Hayling et Trieste. 1869, bl. 380. Naturalisation dusaurnon
du Rhin dan9 Ie lac de Gcnève. bl. 390. Du transport de poissons vivants. bl. 392.
Figuier, (L.) Zie No. 2967.
2830.   Filippi, (F. de) Iruportanza economica dei pesci e del loro alle-
vamento artificiale. Torino, Favale. 1853. 8".
2831.   Fischbuch. Vollstïndiges Fischbuch, enthaltend, gründliche An-
weisung, Fische in Teiehen unfd Gewassern gehörig zu behandlen; über Fisch-
teiche und Fischhaltungen; über Kunst- und Lustfischerei und wichtige
Mittheilungcu über Karpfen und Krebse. Quedlinburg. Basse. ] 824. 8».
2832.   Fish-ponds and pond fisli.
Zie: The Saterday review. 1872. No. 885, bl. 465—467.
2833.   Focülon, (Ad.) Rapport sur 1\'application des baleaux-plongeurs de
MM. Payerne et Lamiral a 1\'exploitation. a la culture et a 1\'acclimatation
des animaux aquatiques. 1857. 8».
Overgedrukt uit: Bulletin de la soc. d\'acclimatation.
2834.   Fournet, (J.) Recherches sur la distribution et sur les raodifleations
du caractère de quelques animaux aquatiques du bassin du Rhöne.
Zie: Annales de la soc. d\'agricnlt., d\'hist. uatur. etc. 1853.
2835.   Fraas, (C.) Die künstliche Fischerzeugung nach den Erfahrungen
der künstliche Fischzucht-Anstalt der General-Comité des landwirtlischaftlichen-
Vereins von Bayern. München, Literar.-artist. Anstalt. 1854. 8°. Met 2 platen.
2830. Fraiche, (Félix) Traite des procédés de multiplication naturelle et
artilicielle des poissons. Avec figures. Paris, Bouchard-IIuzard. 1863. 12».
2837.   Franeis, (F.) Fish-culture; a practical guide to the modernsystem
of breeding and rearing üsh. London, Routledge. 1862. 4°.
2838.   Fry, (W. H.) A complete treatise on artificial tish-breeding, includ-
ing the reports on the subject made to the French academy. and particulars
of the discovery as pursued in England. ïranslated and edited by W. H. Fty.
With illustrations. New-York, D. Appleton & Co. 1854. kl. 8«. li. R. D.
2839.   Galbert; (Ie Comte de) Documents de pisciculture applicables il
toutes les masses d\'eaux, priucipalement a celles des pares et jardins, pour
1\'éducation naturelle et artilicielle des poissons, et en particulier de la Truite.
Grenoble. 1865. 8o. Met platen.
2840.   Garlick, (Theod.) A treatise on the artificial propagation of fish,
with the description and habits of such kinds as are the most suitable for
pisciculture; also, directions for the most successfull modes of Angling for
such kind of flsh as are herein described. New-York, Appleton. 1857. 8°.
2841.   Geheimnisse (Die) der künstliche Fischzucht. Naumb., Tauer-
schmidt. 1858. 16».
2842.   Géhin et Rémy, Fécondation artilicielle des poissons. Paris. 1851. 8<>.
2843.------Anweisung zur künstlichen Fortpflanzung der Fische, oderdie
Kunst Fische zu siien wie man Getreide saet, nebst den beglaubigen Berichten
der dafür niedergesetzten Aussehüsse der Gesellschaft für Ackerbau und Gar-
tenkunde zu Paris. Grimma, Verlags-Comptoir. 1851. 16o.
2844. Gerrais, (P.) Essais de pisciculture dans Ie département de 1\'Hérault,
pendant 1\'année 1865. (Paris. 1866P)
-ocr page 215-
KUNSTMATIGE vfsCHTEELT.
181
2845. Gillet de Grandmont, (An.) Sur 1\'histoife de la pisciculture. Paris,
1862. 8o. Overgedrukt uit: Bulletin de la soc. d\'acclimatation.
2840. Girard, (0.) Frauce et Chine. Vie publique et privée des Chinois
anciens et modernes. Passé et avenir de la Erance dans 1\'extrème Oriënt.
Paris, Hachctte. 1869. 2 dln. gr. 8».                                                   B. R. L.
7Ae aldaar: Pisciculture. Ancienneté de la pisciculture eu Cbiue et habileté des
Chinois dans ee geure d\'industrie. Poissons habillcs de glacé. II, bl. 427—431.
2847.   Glcditscli, (J. G.) Exposition abrégée d\'une fécondation artificielle
des Truites et des Saumons, qui est appuyée sur des cxpériences certaines,
faites par un habile naturaliste. Traduite de 1\'Allemand.
Zie: Memoires de Berliu. 1764. bl. 47.                                        B. L. B.
2848.   Godeuier, (C. E. P.) De la fécondation et de 1\'éclosion artiücielles
des coufs de poissons et de 1\'éducation du frai, suivant Ie procédé de MM.
Géhin et Rémy. Grenoble et Paris, Ger.ner-Baillièrc. 1832. gr. 8°. B.R.D.
2849.   Graeffe, (E.) Das Siiszwasser-Aquarium. Kurze Anleitungzur besten
Construction der Aquarien and Instandhaltung derselben, sowie Schilderung
der Süszwasscr-Thiorc. Mit 50 in den Text gedrückten Abbildungcn. Hamburg,
O. Meiszuer. 1861. 8».
2850.   Graells, (Pax) Manual pratieo de piscicultura, etc, escrito y publi-
cado de orden de S. M. el Rey. Madrid, 1864. gr. 8o. Met platen.
2851.   Greeley, (H.) L. Case, a. o., The great industries of the United
States. With 500 illustrations. Hartford, Burr and Hyde. 1872. gr. 8».
Zie aldaar: Fish-culture; artiticial breeding. bl. 1198—1206. Fish-hooks and
tishing-tackle, bi. 812-819.
                                                           B.R.L.
2852.   Green, (üt.) Trout-culture. Rochester, (U. 8.) 1870. 16».
2853.   GUnderlich, (A.) Die Eischvermehrung bis ins Unendliche durch
die künstlicbe Befruehtung dus Rogens mittelst der Milch. Nach dem eigen-
thiiinlichen, selbsterfündenen Verfahren des französischen Fischers Rémy. Aus
dem Französischen and mit Beniitzigung einiger andern cinschlagigen Mate-
rialien zusammcngestellt. Zweite vermehrte Autlage mit 20 lithogr. Abbil-
dungen. Weimar, Voigt. 1861. 12°.
------Zie No. 2797.
2854.   Haach, (H.) Die rationelle Pischzucht. Ein kurzgefaszte Anleitung
für den praktischen Pischzüchter. Leipzig, Ed. Peter. 1872. 8°.
2855.   Haime, (J.) La pisciculture.                              B. L.H. —R. L.
Zie: Revue des deux mondes. 1854. II, bl. 806—333.
2856.   Handleiding tot de kunstmatige vermenigvuldiging van visschen,
uitgegeven op last van Z.M. den Koning (der Nederlanden) en onder toezigt
van de commissie voor de vischfokkerij. s\'Gravenhage, Erven Doorman.
1853.8o.
                                                                      K. B.\'sG.—B. R. D.
Dit werkje is, in het Hoogduitsch vertaald onder den titel: „Anleitung zur
kiinstlichen Vcimehrung der Fische" , opgenomen in het: „Hessische laudwirthsch.
Zeitschrift" en ook tfüondeilijk uitgegeven: üaimstadt, 1854.
-2857. Hartlng, (P.) Iets over de vischfokkerij. B.N .A.M .—R.B.
.
Zie: Album d. Natuur. 1852, bl. 374—385.
2858.-----Over de kunstmatige uitbroeijing van vischeijeren.
Zie:Aanteek. Prov. Utr. geuootsch. 1854—55, bl. 35—36.
2859.------Eene zalinkweekerij aan de rivier de Tay.
Zie: Album d. Natuur. 1856, bl. 260-261. B. N. J. M. — R. ü.
2860.------De zalm in zoetwater-meren.                  3.N.A.3I.—22,2).
Zie: Album d. Natuur. 1870. bl. 348.
-ocr page 216-
182                                                       PI8CICULTUKE.
2361. Hartmaiin, (Wilh.) Ueber Fischzucht.
Zie: Neue freic Presse. Wien, 1871. 19 Oct. No. 2569.
2862.   Hanskbee, (Fr.) An account of somc experiments touching the
keeping of fishes in water under different circumstances.
                 B. L.H.
Zie: Philos. transact. 1712. XXVII, No. 333, bl. 431—431.
2863.   Hiixo, Réflexions sur l\'ichthyogénie, ou éclosion artificielle des
ceufs de poissons. Epinal, Imprimcrie de Cabasse. 1851. 12».
In het Moogd. vertaald. Leipzig, Spainer. 1855. 2e Auflage.
2864.------De la fécondation artificielle des ceufs de poissons et de leur
éclosion. Epinal. 1853. 8».                                                                B.R.D.
Zie ook: Annales d. I. soc. d"émulation des Vosges. 1853. VIII.
2865.------Multiplication de la Truite au raoyen de la fécondation
artificielle.
Zie: Soc. pbilom. extr. procès-verb. 1849, bl. 23—24. 1\'Institut. 1849.
XVII, bl. 77.
                                                                                   B. L. H.
2866.------Guide du pisciculteur. Paris, Goin. 1854. 12°.
2867.   Hermann, (C. fcr.) Untcrricht für den Landmann Fischteiche anzu-
legen. Zittau, Schöps. 1795. 8°.
2868.   Hetting, (M. G.) Kortfattet Veiledning for dem, der ville indrette
Udklaeknings-Apparater for de vinterlegende Ferskvandsfiskc, 3die Oplag.
Christiania, 1863. 8o.
(Over het iurigten van uitbroeijingstoeatelleu voor riviervisch).
2869.------Anleitung für die kiinstliche Zucht der Winterlaichfische. Aus
dem Norwegischen übcrsetzt. Mit 11 Illustrationen. Berlin, W. Moeser.
1871. 4o.
2870.------Veiledning til at bygge Laxetrapper. Christiania, 1866. So.
(Over Zalmtrappen).
2871.   Hibberd, (Shirley) The marine aquarium. London, 1856. 8».
Met afbeeldingen.
2872.   Hogg, (John) On the artificial breeding of Salmon and Trout, with
remarks on the mode of fecundating their ova.
Zie: Proceed. Liun. soc. 1848—55. bl. 33—34.
2873.------On the distribution of certain species of fresh-waterfish and on
the mode of fecundating the ova of the Salmonidae.
Zie: Tyneside natur. F. C. transact. 1854—58. III, bl 73—87.
2874.   —— Preservation of Salmon ova in ice.
Zie: The Atbeuaeum. 1868, No. 2104. bl. 289.             B. L. H. — H. L.
2875.   Holle, (K. F.) Handleiding voor de teelt van Zoetwaterrisch. (In
het Soendaneesch.) Batavia, 1861. 8». 16 blz. en 2 tab.
Tevens verscheen in 1866 te Batavia, ter Landsdrukkerij, een werkje over
betzelfde onderwerp, in het Soendaueesoh, bewerkt door Kaden Hadji Mohamad
Oemar.
8o. 68 blz.
2876.   Holmberg, (H. J.) Ueber Fischkiiltur inFinnlaud. Moskau, 1862.
gr. 8°. Met eene plaat.
                                                 B. L. H. B. G. R.
Zie: Bullet. de la soc. d. se. nat. Moscou. 1860.
2877.    Huniphreys, (H. N.) River gardens or freshwater aquarium.
London, Low. 1857. ld. 8°.
-ocr page 217-
KUNSTMATIGE VISCHTEELT                                           188
2878.   Huyssen Tan Kattendljke. (J. L.) Kunstmatige bevruchting van
visseaen.
                                                                         B. N. A. M. — R. D.
Zie: Jaarb. v. b. Zool. genootsch.: Natura Artis Magistra. Amst. (853.
bl. 113—117.
2879.   Jacobi\'s (S. L.) Method of breeding tish to advanlagc. London.
Mackintosh. 1788. 8".
Zie ook: Hannover. Magazin. 1763. No. 28.
2880.   Jardine, (W.) Report of the committee upon the experiments con-
ducted at StormontÜeld, for the artiücial propagation of Salmon. 1850. 8°.
Zie: New Edinb. phil. journ. N. series Oct. 1856. B. L. H. R. D.
2881.   Joigneaux, (P.) Pisciculture et culture des eaux. (z. pi.) 1864.12°.
2882.   .lol.v, (N.) Coup d\'ceil .sur les origines de la pisciculture fluvialc
et sur 1\'état actuel de cctte industrie en France. Toulouse, 186R. 8°.
2883.   Jouffroy, (Ie Comte Joseph de) La pêche et les lois économiques
de la production. Bésancon, 1805. kl. 8».
2884 Jourdier, (Aug.) La pisciculture et la production des sangsues.
Avec une iiitroduction par M. Cos/e et 150 gravures. Paris, Hachette. 1856. 16o.
2885.   Kolt/, (J. P. J.) Traite de pisciculture. Multiplication artificielle
des poissons. Luxembourg, Laeroix et Baudry. 1858.12o. 3edruk. Paris, Arve
Masson , 186G. 18o. Met houtgravuren.
2886.   Kuiist-visch teelt in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika.
Zie: Algem. Visscherij-Courant. 1871. No. 26—30.
                       B. R. D.
2887.   Kunst-vischteelt in Nederland. (Naar aanleiding van een ver-
slag over de inrigting voor de kunst-vischteelt te Salzburg.)
"Zie: Het Vaderlaud. \'s Graveuh. 1869. 17 Julij.                        K. £. \'s G.
2888.------Over het poten van zalm.
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1871. No. 48—49.                          B. R. J).
2889.------De kunstmatige vischteelt. Met eene plaat.
Zie: Jaarboekje van het kon. zoologisch, genootsch. Natura Artis Jlagistra.
1870. bl. 177—189. Het boek der uitvindingen. Leijdeii, 1858. III, bl. 94—97.
B. R. D.
2890.   —— Kweeking van oesters en visch.
Zie: Tijdschr. uitgegeven door de maatsch. t. bevordering d. nijverheid. 1866.
(Mededeel.) bl. 77.
                                                                             B. R. L.
2891.   —-— De kunstmatige oester- en vischteelt in Frankrijk.
Zie: Onze tijd. 1868. No. 4. bl. 183—188. Tijdschr. v. nu\'verh. XXX,
bl. 65.
                                                                      K. B. \'3 G. B. R. I.
2892.   Lamlral, (E.) Mémoirc sur la pisciculture et sur la culture des
plantes sousmarines. Paris, Bouchard-Huzard. 1851. 4°.
2893.   Lamy, (Isidore) Eléments de piscicidture, ou résumé des expériences
faites au Chateau de Maintenon. Paris. (z. j.) 18°.
2894.   Leach, (F. S.) Plain instructions for the management of the aqua-
rium, for gold and othcr lish , water-plants, insects, etc. London, Dean.
1856. 12o.
2895.   Lessona, (Mich.) Gli acquari. Torino. Seb. Franco. 1864. kl. 8°.
Met afbeeldingen in den tekst.
2896.   Leuchs, (J. C.) Vortheilhafte Benützung der Fische, des Fischrogens,
der Fischteiche. Nebst G. Leuchs Veri\'ahren Albumin aus Fischrogen darzu-
stellen. Bemerkungen über den Fischfang an verschiedenen Orten und Anleitung
zur künstliche Fisehzucht. Neuremberg, Leuchs und C!«. 1862. 8».
-ocr page 218-
184
PISCICULTURE.
2897.   Life beneath the waves, and a description of the Brighton aqua-
rium; with numerous illustrations, including ground plan of the aquarium.
London, ïinsley. 1871. kl. 8».
London. Zie: No. 2797.
2898.   liiind, (C. F.) Von Pflanzung der Fische in inlandischen Seeën.
Zie: Mem. de l\'Acad. des se. de Sucde. 1761. XXIII. bl. 184. B. L.H.
2899.   Lyinaii (T.) and A. B. Field, On the passage of fish. Met pi.
Zie: Report on the fisheries of Massachusetts. 1867. 8o.
2900.   Mac Culloch, (J.) Hints on the possibilit\'y of changing the resi-
dence of certain fishes from saltwater to fresn.
                                 B. L. H.
Zie: Qnart. jonni. scieuc. liter, nrts R. instit. 1824. XVII, bl. 209—232.
1825, bl. 237—243. Froriep\'s Notizen. 1825. No. 237. XI, bl. 259—262.
2901.------On the naturalization of lish.                                     B.L.H.
Zie: Quart. jonni. scienc. liter, arts R. inst. N. S. 1828. No. 4, bl. 320—
328. Froriep\'s Notizen. 1828. No. 439, bl. 324—328.
2902.   Mackenzie, (F. A.) Brief and practical instruction for thebrceding
of salmon and other lish artifieially.
                                                   B.L.H.
Zie: Ann. of nat. hist. 1842. VIII, bl. 166—170.
2903.   M a i s o n r « s t i q u e du XIX° siècle, contenant les incilleurcs métho-
des des cultures usitées en France. Par MM. Bailly, Bixio en Malpeyre.
Paris. 1863—1805. 5 dlu. gr. 8o.
Zie aldaar, II: Cultures iudustrielles et animaux domestiques.
2901.\' .Mnlm, (A. W.) Om Sjöbruk i allemiinhet och Lax-af-vélisynnerhet.
Göteborg, D. F. Bonnier. 1803.\' kl. 8». Met 2 gesteendr. platen. B.R.U.
2905.    Mill. (N.) On changing the residence of tishes.
Zie: Ann. philos. N. series. 1825. IX, bl. 379—380.                  B.L.H.
2906.   Millet, (C.) La pisciculture pratique appliquée » 1\'empoissonncment
des cours d\'eau. Paris, Imprim. Martinet. 1856. 8<>.
2907.------Pisciculture. Considérations générales et pratiques sur la pis-
ciculture marine. Paris, Gros. 1856. 8o.
2908.------Pisciculture pratique. Rapport sur les mesures a prendre pour
assurer Ie repeuplement des cours d\'eau de la France. Batignolles, Imprimerie
de Hennyer. 1856. 8o.
Mohamad Omar. (Raden Hadji) Zin: N». 2875.
2909.   Molin, (B.) Die rationelle Zucht der Süsswasserfiscue und einiger
in der Volkswirthschaft wichtigen Wasserthiere. Unter Benützung der vom
Verfasser gemachten Walirnehmungen auf einer im Auftrage der K. K. Oesterr.
Regierung nach Frankreich und dem Westlichen Deutschland unternommenen
Reise. Mit 170 in den Text gedrückten Roluschnitte. Wien, Braumüller.
1864. gr. 8o.
2910.   Nardo, (Gio. l)om.) Sulia coltura degli animali aquatici del Veneto
d minio. Parte I: riguardante la piscicoltura ed i pesci di acqua dolce e della
Veneta laguna. Con note illustrative. Venezia, G. Antonnelli. 1864. 8o.
2911.   Noël, (Eng.) Pisciculture, pisciculteurs et poissons. Paris, Chamerot.
1856. 12o.
------Zie: Economie publique. No. 2828.
2912.   Noll, (F. C.) Fluszaquarien.                                                B.B. D.
Zie: Der Zoologische Garteu. 1870. XI, No. 6—9.
2913.   Jiorris, (Th.) American fish-culture; embracing all the details of
wtiücial brecding and rcaring of Trout, the culture of Salmon, Shad, and
other fishes. With illustrations. New-York, 1869. 12o.
2914.   Op de Macks, (J. A.) Adres aan de leden van de Eerste Kamer der
Staten Generaal, betreffende het van regeringswege oprigten eener Nederlandsche
kunstmatige mschfokkerij.
(Amst., 9 Junij 1870.) 3 blz. folio. Zie No. 2956.
-ocr page 219-
KUNSTMATIGE VISCHTEELT.                                          185
2915.   I\'ayen , (A.) Précis théorique et pratique des substances aHmentaires.
4» édition. Paris, Hachette & C>e. 1865. 8°.
Het 12e hoofdstuk handelt over de kunstmatige vermenigvuldiging van visschen.
2916.   Peard, (W.) Practical waterfarming. Edinburgh, Edmonston and
Douglas. 1861. 12».
2917.  Piscarius, Artificial production of lish. 3d Ed. London, Reeve. 1854.8<>.
2918.   Piscator, How to choosc and how to dress flsh. Second edition.
London. Longman. 1854. 12«.
2919.   Pizzetta, (J.) L\'aquariumd\'eaudouceetd\'caudemer. Choix, formes,
préparation, salubrité, approvisonnement, plantes, etc. Illustré de 220
gravures. Introduction par A. Geoftroy Saini-Hilaire Paris, J. Rothschild.
1872. 18».
2920.   Ponchet, (G.) Rapports sur les établissements de pisciculture de
Huningen et de Wolfsbnmnen. Rouen. 1856. 80.
2921.------I/embryogénic et la pisciculture en Erance. B.L.H.R.L.
Zie: Revue des deux mondes, 1872. CXIX, bl. 189—210.
2922.   Pnvis, (A.) Des Etangs, de leur construction, de leur produit et
de leur dessèchement. Paris, Mad. Bouchard-Huzard. 1844. 8<>.
2923.   Quatrefages, (A. de) Des 1\'écondations artificielles appliquées a
1\'élève des poissons.
                                                                             B. L. H.
Zie: Comptes rendus de 1\'Aoad. se. de Paris. 1848. XXVII, bl. 413—416.
2924.------Pisciculture. Rapport sur lc repeuplement des cours d\'eau et
sur les travaux de pisciculture de M. Millet. Etudes sur la fécondation arti-
ficielle des oeufs de poissons. Paris, Goin. 1854. 8°.
2925.------Eertilitc et culture de 1\'eau. 1862. 8o. Overgedrukt uit: Bul-
letin de la soc. d\'Acclimatation.
------Zie: No. 2797.
2926.   Quelques détails sur la pêche et la pisciculture en Erance.
Zie: Revue britanniqiic. 1867. Avril. bl. 319—339.
                         B.L. H.
2927.   Kanisbottom, (R.) The Salmon and its artificial propagation.
London, Simpkin. 1854. 8».
2928.   Rasch, (H.) Om den kunstige Eisketbrmerelse m. V, Tillwgshefte
til Tidsskriftet, „Folkevennen". Christiania, 1852. 8o.
Remy. Zie: No. 2842, 2853.
2929.   Reproduction arlilicielle de poissons. Travaux exécutés aux
Etats-Unis de 1\'Amérique.
Zie: Revue maritime et coloniale. Paris, 1872. bl. 510—543.
2930.   Rivière, (Bar. de) L\'aquiculture; nécessité de fonder des fermes
modèles pour 1\'ctudier et 1\'enseigner. Méinoire lu Ie 13 Janvier 1866al\'aca-
démie du Gard, suiyi de vues sur un vaste port do rcfuge a tous les navi-
gateurs a rembouchure du Rhóne. Niraes, 1866. 80.
2931.   RooseveR, (R. B.) Aper9u général de 1\'état actuel de la pisciculture
dans tous les états du nord de 1\'Amérique. Communication de M. Roosevelt
a M. S. B. Ruggles.
                                   K. B. \'s O. —B. L. H. —R. L.
Zie: Congres international de statistique a la Haye. Compte-rendu de la sep-
tième session. La Haye, M. Nijhoff. 1870. 4o. Seconde partie, pag. 355—362.
2932.   Roszmiiszlcr, (E. A.) Das Süsswasser-Aquarium. Eine Anleitung
zur Herstellung und Pilege desselben. Zweite Auflage. Ueberarbeitet von
A. E. Brehm. Mit 1 Titclbild und 53 in den Text gedriickten Holzschnitten.
Leipzig, H. Mendelsohn. 1869. gr. 8o.
                                              B. R. L.
2933.------Het zoetwater-aquarium. Naar het Hoogd. voor Nederland
bewerkt door Joh. F. en II. P. Snelleman. Leiden, P. Engels. (1872). 8o.
B. R. D.
-ocr page 220-
186                                                       PISCICULTURE.
2934.   Rongier de Ia Bergerie, Manuel des Etangs, ou traite de 1\'art
de les construire. Paris, 1819. 8°.
2935.   Itiiscoiii, (M.) Sopra lo svilluppo dei Ciprini, e norme sulla feeon-
dazione artiiicielle dei pesci, publ. dal O. Mort/anti. Con 1 tav. Pa via, 1854.
2936.   —— Fecondazione artificiale ne\'pesci. Cou 1 tav. Milano, 1835. 8o.
B. R. ü.
2937.   Sa lm o n culture. Zie over dit onderwerp de bijdragen van:
H. E. Watts en John E. Ormj in: The Athenaeum, 1868. No. 2102 en 2103.
2938.   Siebold, (C. Th. von) Ueber die Acclimatisation der Salmonen in
Australien und Neu-Seeland.
Zie: Zeitschr. f. wiss. Zuologie. 1869. XIX, bl. 349—380.
2939.   Sivard de Beaulien, (G.) Bssai sur la multiplication des poissons
par les methodes naturelle et artiiicielle; de son application sur les cötes et
dans les rivières du departement de la Manche. Caen, Delos. 1854. 8°.
2940.   S(nellen) v. V(ollenhoven), Over kunstmatige vischteelt.
Zie: Alg. konst- e» letteib. 1854. bl. 215.         K. B. \'sG. - B. L. H.
2941.   Soubeiran, (J. L.) Rapport sur une propositiou deM. Salles rélatif
a la multiplication de la Tortue frauchc dans la Méditerranée. Paris, 1862. 8<>.
2942.------et Moquin-Tandon, Etablissements de pisciculture de Con-
carneau et de Port-de-Bouc. Paris, 1865.
2943.   Spall, (P. W. A. van) Rapport omtrent hetgeen er van regeerings-
wege kan worden gedaan, om langs het geheele Noorderstrand (van Java),
het aanleggen van vischvijvers te bevorderen. Batavia, W. Ogilvie. 1864.
gr. 8°. Met 2 platen.
                                                                         B L. H.
2944.   Spallanzani, (L.) Ueber die künstliche Befruchtung der Thiere
und die Natur der Zitteriische.
                                                            B. L. H.
Zie: Lichtenberg\'* Magaziu. 1784. II, 3e. bl. 89—94.
2945.   Statuten (Voorloopige) voor de Maatschappij ter bevordering van
de Vischteelt. (Znd. pi. en j.) 7 blz. 8o.
2946.   Stölter, (dr. F.) Ueber die möglichst gewinnreiche Benützung von
Bachen und Teichen zur künstlichen Portpflanzung von Pischen, sowie über
die Zucht von Blutegeln in Sümpfen und sumpfigen Wiesen. Eine national-
ökonom. Abhandlung. Hildeshcim, Lax. 1859. 8°.
2947.------Weitere Mittheilungen aus der Praxis der künstlichen Pisch-
zucht. lm Anschluss an die Abhandlung über die möglichst gewinnreiche
Benützung von Bachen und Teichen zur Piscicultur. Hildesheim, Lax, 1860. 8".
2948.   SIone, (LIvingstone) Domesticated Trout. Treatiseon Trout-culture.
Boston, Osgood and Co. 1872. 16°. Met houtsneden.
2949.   Stricker, (S.) Untcrsuchungen über die Entwickelung der Bach-
forelle. Met 2 platen.
                                     B. L. H. —B. O. R. R. D.
Zi«: Sitzungsbcr. tl. Kaiaerl. Akad. d. Wisseuscli. Wien, 1865. LI. 8o.
2950.   Taverner, (John) Certaine experiments concerning fish and fruite.
practised by him, published for the benefit of others, printed by W. Pon-
sonby. (z. pi.) 1600. 4o.
2951.   Tnrrel, La pisciculture. Son rólc dans les eaux douces, ses préten-
tions dans les eaux salées. Paris, Martinet. 1872. 8".
(Eitrait du Buil. de la soc. d\'Acclimat. 1873 Aoftt.)
2952.   Valenciennes, Rapport sur les espèces de poissons de la Prusse,
qui pourraient être importées et acelimatées dans les eaux douces de la Prance.
Zie: Anoales agroiiümiques. 1851. II. bl. 213.
-ocr page 221-
187
KUNSTMATIGE VISCHTEELT.
2953.   Vibraye, (de) Observations sur la pisciculture. Paris, Racion.
1854.    8o.
2954.    Vidnl, (Léon) Pêche et pisciculture marine. Considérations sur la
pisciculture appliquée a la production des espoces marines comestibles. La
pisciculture est-elle un moyen de repeuplement? Peut-elle être un remede a
Ia destruction du poisson par les bateaux-bceufs P Connait-on les lieux exacts
des frayères naturelles!\' Les Cantonnements maritimes de pêche sont-ils un
moyen de contribucr au rempoissonnement de notre littoral? — Mémoire lu
a la réunion des dclégtiés des sociétés\' savantes a la Sorbonne en Avril 1807.
Marseille, Impr. Arnaud, Cayer et O. 1867. 8°.
Uittreksel uit: Répertoire des travaux de la société de statistique de Marseille.
2955.   Vischfokkerij. Het aankweeken van visch in vijvers.
Zie: Tijdschrift uitg. d. d. Nederl. ïlaatsch. ter bevord. v. Nijverb. 1872.
blz. 228—231.
                                                                 B. L. II. R. L.
2956.   Vischteelt te Velp. Beschrijving van de Nederlandsche visch-
kweekerij, onder de lirma J. A. Op de Macks en O. te Velp.
Zie: Arnh. Cour. 29 Oct. 1872. — Algem. Visscherij-Cüur. 1872. No. 45.
3 Nov. en naar aanleiding van dat art. dezelfde Courant 1872. No. 4S. 23 Nov.
2957.   Vogt, (K.) Die künstliche Eischzucht. Leipzig, Brockhaus. 1859.
8° Met 59 lioutgravuren.
Ook opgenomen in: Unsere Zeit. Jahrbiich zun-. Conversations-Lexikon. I, bl.
98—116. Leipzig, 1857. 8o.
                    K. B. \'s G. — B. I. 11. R. L.
2958.   Wallon, (E.) ltapport sur les opérations de pisciculture en 1865
et récapitulation des résultats précédents. (Paris, 1866?)
2959.   Wasscrschatz für den Volkstisch (von H-l.). Beschrijving en
afbeelding van de inrigting voor kunst-visehteelt te Hüningen.
Zie: Die Garteulaube. l.eipzig, 1871. No. 35.
2960.   Widegren, (H.) üm Fiskodling och den Resultater.
Zie: Kgl. laudtbr. Akadem. Tidskrift. 1864. Haft. 6, 7. 1865. Haft. 1.
(Kunstmatige vischteelt en hare resultaten.)
2961.------Om Inplantering of Lax i söt Vatten.
Zie: Kgl. landtbr. Akadem. Tidskrift. 1865. Haft. 2.
(Acclimatatie van zalm in zoet water.)
2962.------Echelles pour les saumons.
Zie: Kgl. landtbr. Akadem. Tidskrift. 1867. HSft. 3.
2963. Winkler, (T. ft) Iets over het eten en aanfokken van visch,
Zie: Jaarb. v. h. zool. gen. Natura Artis Magistra. Amst. 1871. Overgeno-
men in: Alg. Visscherij-Courant, 3« jaarg. No. 4—5.
           Ji.N.A.M.R.D.
2964.------Vischfokkerij.
Zie: Album d. Natuur. 1857. bl. 280—283.                 B. iV. J. M.- R. U.
2961«. Wood, (J. G.) The fresh and saltwater aquarium. With illustra-
tions. Londen, 1867. Routledgs 12o.
2965.   Wright? (W.) Eishcs and lishing, artificial breeding of flsh, etc.
with illuslrative tacts. London, Newby. 1858. 12».
2966.   Wright, (E. P.) Notes on the transportation of living flsh from
south of the Equator to Europa.
Zie: Aun. and mag. uat. hist. 1868. II, bl. 438—141.
2967.   Zie verder verschillende bijdragen over dit onderwerp in:
Tijdschr. uitgeg. door de Ned. Maatsch. ter bevordering v. Nijverh. 1853,
bl. 618. — Praktische Volksalmanak. 1854, bl. 9—16. — Vriend van den
Landman. 1854, bl. 244—250. — Landbouw-Courant. 1853, No 30 en 32.
1855,   No. 18. - Ned. Tijdschr. v. Dierkunde. 1863. I, bl. XXXIV. -
De Economist. 1855, bl. 191—192. Das Ausland. 1868, No. 6. — Ann.d.
Landwirthsch. Wochenbl. 1869, bl. 13.
-ocr page 222-
188
PI8CICÜLTÜRE.
Duran. de la Malle. Economie politique des Romains. 1840. II. — J. P.
Duhalde,
Description géogr. histor. etc. de l\'empire de la Chine et de la
ïartarie Chinoise. Paris. 1735. 4 dln. gr. 4°. Zie: 1, bl. 35. —Spullanzani,
Voyage dans les deux Siciles. Trad. par G. Toscan. XI. bl. 141 en volg. —
Annales des sciences naturelles. 3c Série. XIV. (1850), bl. 53. XIX. 1853,
bl. 341. — Journal d\'Agriculture pratique. 3e Série. I, bl. 593. — ld. 5
Juin. 1852. — Bulletin de la Société d\'Agriculture de 1\'Hérault. 1852. Juillet. —
Mémoires de la Soc. dAgriculture de Lyon. Mai. 1853. Comptes-rendus de
1\'Acad. des Sciences. 1848. XXVIII, bl. 35. XXIX, bl. 797. 1850. XXX ,
bl. 813. 1852. XXXIII, bl. 124. 1853. XXXVI, bl. 936. - Bulletin de
la Société dAgriculture de Paris. 1851. VI, bl. 461 en 469. 1852. VII, bl,
403. 1853. VIII, bl. 95. — Figuier. L\'année scientifique. III. 2°partie. 15.
V, 244. VI, 212, 247. Figuier, De wonderen der wetenschap. \'sGrav.,
1872. IV. bl. 205—231. — Journal dAgriculture. 1851, bl. 277—288.1852,
M. 53—61. 1864. Juillet, 1866 Mars. —- Mémoires de la Société Centrale
d\'Agriculture. 1840. XLVIII, bl. 171. — Annales de la Société des Vosges.
1849, bl. 235. Buil. d. 1. Soc. Zool. d\'Acclim. 1856, 1860—1865. - Trans-
actions of tbe Royal Society of Edinburgh. 1840. XIV, bl. 547.
-ocr page 223-
II. VISSCHERIJEN.
[Pêches.]
«. Algemeene werken.
[Qénéralités.]
1. Zeevisscherij. — Hand- en Woordenboeken. — Verslagen.
{Pêches maritimes. Manuels. Bictionnaires. Rapports.]
2968.   Alrenstodj, (S. M.) Das vollstandigste und neueste Fischbuch.
Zie: Afd. 6 No. 216.
2969.   Annuairede 1\'économie politique et de la statistique par M.M. Ouil-
laumin, Joseph Garnier, M. Bloei
, e. a. Paris, Guillaumm & Cie. 1844—1870.
27 dln. 12o.
                                                                                     . B.R.L.
Zie aldaar: Pêche de la Baleiue et du Hareng en France en 1864, Ann. 1866.
blz. 62, en 1865, Ann. 1867. bl. 66. — Pêche de la Baleine dans les ïlcs
Sandwich de 1852 a 1862, Ann. 1865. blz. 468.
Harengs en Hollande (1852—1857) Ann. 1860. blz. 415. Pêche du Hareng
de 1820 a 1862 et exportations de 1851 a 1862. (Hollande) Ann. 1866. bl. 370.
Pêche cötière en France en 1864. Ann. 1866. blz. 182; en 1865. Ann. 1867.
blz. 70. Pêcheries francaises de la raorue, de la baleine, dn hareng. Ann.
1865. blz. 29. Ann. 1861. bl. 65. Tableau des armements et des exportations
de morues, de 1848 a 1853. Ann. 1855. bl. 45. Encouragements prornis anx
. pêcheurs francais en 1800. Ann. 1862, bl. 58.
Pêcheries anglaises en 1857. Ann. 59. blz. 422. Produit des pêcheriesangl.
Ann. 1844. blz. 249. Pêches de 1\'Espagne en 1860. Aun. 1863. bl. 343.
Tonnage depuis 1789 des pêches des Etats-Unis. Ann. 1860. bl. 320. —Pêche
de la baleine aux Etats-Unis en 1859 (et depuis 1850). Ann. 1861. bl. 305.
Pêcheries dn Portugal en 1861. Aun. 1866. bl. 377. Pêches suédoises du
Phoque en 1859. Ann. 1861. blz. 446.
2970.   Anbe, (F.) L\'Ile d\'Arguin et les pêcheries de la coté occidentale
d\'Afrique.
Zie: Revue maritime et colon. 1872, bl. 470.
2971.   Bathurst, (Charles) Notes on nets, or the quincux practically
considered, to which are added miscellanea memoranda. London. J. van
Voorst, 1837. 120.
2972.   België. Annuaire statistique et historique Beige par Aug. Scheler.
Bruxelles et Leipzic, Aug. Schnée. 1853—1866. 12 dln. 12o.
Elke jaargang bevat eene korte statistiek van de Belgische visscherij.
2973.------Bardin, (A.) La pêche ïi Blankenberghe.
Uittreksel uit het werkje getiteld: Blankenberghe. Bruges, 1866. 12o.
2974.------Bloiickart, (A.) e. a. Mémoire présenté au roi sur la
pêche nationale. (West-Flandre). — Ostende. Imprim. de P. Scheldevaert.
(1817). 4o.
-ocr page 224-
190                                             PÊCHES. — GÉNÉRALITES.
2975.   België. Bruyssel, (E. van) Histoire du commerce et de la marine
en Belgique. Bruxelles, A. Lacroix. 1861—65. 3 dln. gr. 8o.
K. B. \'sG. — B. R. L.
Zie aldaar: Guillaume Beukels.—II, 31. Reglement sur la pêche. II. 326.—
Kéorganisation de la pêche nationale. III. 159. —Les cxpéditions des Flamands
au Groenland. III. 203.
2976.   — - ll.viiiiins, Rapport fait a la chambre des Représentants Ie
17 Mai 1866, au nom de la commission chargée de faire une enquête sur
la situation de la pêche maritime en Belgique, suivi d\'annexes. Bruxelles,
Delcombes. 1866. gr. 80.
Dit rapport komt ook voor in den „Moniteur Beige", 1866; blz. 59]—637.
2977.   Berthelot, (S.) Nouveau système de pêche. Réservoirs de dépöt.
Bateaux viviers. Oonservatiou du poisson. Acconipagiié d\'une planche gravée.
Paris, A. Bertrand. 1865. 8<>.
2978.------Etudes sur les pêches maritimes dans la Méditerranée et 1\'Océan.
Paris, Challamel. 1868. 8».
2979.------De la pêche sur La cöte occidentale d\'Afrique et des établis-
sements les plus utiles aux progrès de cette industrie. Paris. 184-9. 8o.
Zie over deze beide werkjes: ])é/iérain, Annuaire scientifique. 1870, blz. 355—369.
2980. Bèta, (H.) Die Bewirthsehaftung des Wassers und die Emten
daraus. Mit 46 Abbildungen. Leipzig und Heidelberg. C. F. Winter.
1868. gr. 8o.                                                                                       B. R. L.
Zie aldaar: Verkelir und Verzehr aai dem Wasser. (Visscherij in verschillende
landen), blz. 17—40. — Salmoniden oder Lachsarten , (hl. 56—73). — Weisz-
fische oder Karpen; Weiszfische d. Meeres. (Schellfische) blz. 81—90.— Heringe;
Makrelen; Hechte, blz. 90—110. — Angelfischerei. blz. 110—121.—Austern.
blz. 121 —151. — Muraniden oder Aalfischc. bl. 151—154. Der Aalstaat in
Italiën. blz. 155—161. — Crustaceën oder Krebs-Arten. blz. 161—166. —
Muschel-Zucbt, blz. 106—172. — Stun\'onen oder Store; blz. 173—178. —
Teichwirthschaft, blz. 178—192 —Bewirthsehaftung der Landseen, blz. 190—
196. Vergelijk ook No. 2791.
2981.------Neue Werke und Winke für die Bewirthsehaftung des Wassers.
Mit 2 Abbildungen. Leipzig, C. F. Winter. 1870. gr. 80.
Zie aldaar: Nord- und Ostsec-Fischerei;— Künstliche Austern- und Fischzucht
in Amerika; — Die Volks-Auster oder Miessmuschel; — Der Deutsche Fischerei-
Verein und die Hydronomio.
2982.   Blanchère, (H. de la) La pêche et les poissons. Nouveau diction-
naire général des pêches, précédé d\'une préface par A. üuméril. Avec illu-
strations dessinées et coloriées par A. Memel, d\'après les photographies faites
sur nature par 1\'auteur. Paris, Ch. Delagrave et C;0. 1867. roy. 80.
2983.   Bogge, (E. B.) The fishing Indians\'of Vancouver\'s Island.
Bevat tevens eeue korte beschrijving van de wijze waarop zalm, haring,
kabeljaauw en zelfs walvisschen gevangen worden.
Zie: Memoirs read before the anthropol. soc. London. 1870. III, bl. 260—266.
B. R. L.
2984.   Bremer Handelsblatt. Bremen, G. Hunckel. 1859—1870.
12 dln. kl. lol.
                                                                                    B. R. L.
Zie aldaar: 1862 Die MKklerfreihcit iin Seeversicherungsgeschiift, No. 557;
1864.    Wallfischfang der Vereinigten Staateu Nord-Amerika\'s, No. 653; —
1865.    Walfiscbfang und Kobbenschlag mit Hiilfe von unter Dampf genenden
Segelschiffe, No. 736; — 1866. Seefischfang im Groszen , No. 758; — Bildung
von Fischerei-Gesellschaften, No. 778; — Der Fischfang auf Norderney, No.
776; — Der Fischerei-Ausstellung zu Bergen in Norwegen, No. 780; — Der
Europaische Haringshandel, No. 782; — Fi9chverbrauch, No. 783; — Der
Verbrauch und Versand frischer Seefi9che in Hambnrg, No. 784; — Die Fi9cherei-
-ocr page 225-
(
I
VlhSCHERIJEN. — ALGEMEENE WERKEN.                              191
Ausstellung in Boiilogiie, No. 785; - - Die Niederlandische Seeiischerei, No. 791; —
1867. Englische Seefisehfang-Gesetzgebung, No. 812; — Der Seefischfang und
die Eisenbahnen, No. 837; — Amerikanische Wallfischfang, No. 811; — 1868.
Freiheit des Seetischfangs, No. 893, 894; — 1869. Thranthier-Fischerei, No.
930; — RheinfiscMangs-Gesetzgebung, No. 931; —Französischer Seefischfang,
No. 945; — Erste Deutsche Fischerei-Gesellschaft, No. 950 en 1870, No. 964.
2985.   Buchoz, (P. J.) Traite de la pêche ou 1\'art de soumettre les pois-
sons a 1\'empire de l\'homme. précédé de 1\'histoire naturelle de ces animaux.
Paris, 1786. 12o.
2986.   Carbonnier, (N.) Du transport des poissons. Paris, Martinet. 80.
2987.   China. Gunninghain, (James) The fishing and agriculture of the
Chinese.
Zie: Philos. transact. 1702, bl. 698.                  K. B. \'s O. — B. L. H.
2988.   Chomel, (M. N.) Algemeen huishoud", natuur-, zedekundig en
kunstwoordenboek. Tweede druk, verbetert door J. A. de Chalmot. Leyden,
Joh. Ie Mair. 1778. 7 dln. 4o. Met het vervolg door J. A. de Chalmot.
9 dln. 40.
                                                                    A\'. B. \'s G. B. I. H.
Zie aldaar: Haaring en Haaringvangst. II, blz. 976—982. Vervolg, IV,
blz. 2752. Kaboljaanw en kabeljaauwvisscherij. III, 1383— 1390. Vischvangst.
VII, blz. 3886—3893. Met platen. Walvisschen en walvischvangst. VII, blz.
4055-4067.
2989.   Clavé, (J.) La pêche et la pisciculture a 1\'Exposition universelle.
(Paris, 1867.)
                                                                       B. L. H. —R L.
Zie: Revue des deux mondes. 1868. (1, Janv.) blz. 122—149.
2990.   (\'ollins, Salt and fishery. Proposals for the advancement of the
fisheries. (znd. pi.) 1862. kl. 4o.
Coqnelin. Zie: Dictionnaire de 1\'Economie politique. N°. 2997.
2991.   Coste, (J. J, M.) Voyage d\'exploration sur Ie littoral de laPrance
et d\'Italie. Seconde édition, smvie de nouveaux documents sur les pêches
fluviales et marines, publiés par ordre de 1\'Empereur. Avec planches. Paris,
Imprimerie Impériale. 1861. 4o.
2992.   Coste, (P.) De la liberté des mers au point de vue de 1\'industrie
des pêches.
Zie: Compt. rend. Acad. se. Paris. 1862. LIV. bl. 805—809.
2993.   Cyclopaedia. (The English) A new dictionary of universal
knowledge. Conducted by Ch. Kniqht. London, Bradbury and Evans.
1854—1862. 22 dln. 4». Vergelijk No. 61.
                                     B.R.L.
Zie aldaar: Afd. Arts and scienees. IV. Col. 93: Fisheries.
2994.   Dempster, (Henry) The deck-weiled Eishing-boat, and fisheries
and fishmarket reform; being dialogues on these important subjects. With
full information on the Oyster questïon. London, Simpkin, Marshall et C0.
1868. 8„.
2995.   Dictionnaire théorique et pratique de chasse et de pêche (par
Delislc de Sales) Paris, 1769. 2 dln. 12„.
2996.------de toutes les espèces de pêches, contenant les amusements
divers de la pêche, oü 1\'on enseigne la maniere de prendre toutes sortes de
poissons, avee les ruses innocentes qu\'on emploie pour les soumettre a la
volonté entière des véritables amateurs: d après Ovide. Jove, Salvian, Aldroeande.
Willughby, Linné, Buchoz
e. a. Suivi dun vocabulaire de pêche par Duhamel
da Monceau,
et accompagné d\'un atlas de 132 planches gravées. Paris,
Berton. 1775. 2 dln. 40.
Vergelijk No. 3011.
2997.------de 1\'Economie politique, contenant, 1\'exposition des principes
de la science, l\'opinion des écrivains qui ont Ie plus contribué a sa fondation
-ocr page 226-
192                                          PÊCHES. ---- GÉNÉRALITÉS.
et a ses progrès, la bibliographie générale de 1\'économie politique, avec des
notices biograpbiques etc. Par une société d\'économistes,- publié sous la
direction de MM. Ch. Coquelin et Ouillaumin. Paris, Guillaumin. 1851—53.
2 dln. gr. 8o.
                                                             K. B.\'s Q. — B. R. L.
7Ae aldaar: Pêohes et pêcherics: pêche fluviale; — pêche maritimc;— pêche
du hareng; — pêche de Ia sardine; — pêche de la morue; — pêche de la
baleine, des cachelots et des phoques. II, bl. 377—385.
2998.   Wnhamel du Moncean (H. L.) et L. H. de Lamarre, Traite
général des pêches maritimes, des rivières et des étangs, et histoire des pois-
sons qu\'elles fournissent, tant pour la substauce de 1\'homme, que pour plu-
sieurs autres usages qui ont rapport aux arts et au commerce. Paris, Saillant.
1769—1782. 4 dln. met 240 platen, folio.
Dit werk maakt een gedeelte uit van: Description des Arts et Métiers, faite
ou appronvée par MM. de 1\'Académie des Sciences. Paris, 1761-1789. 27
dln. gr. folio.
K. B. \'s O. —B. T. (i. — L.H. — U. H. —B. O. R.
Eenc Hoogduitsche vertaling, bewerkt door 1). 6. Schreier, verscheen te
Königsberg, 1775. 3 dln. 4o. Vergelijk No. 2996.
2999.   Duitschland. Marcard, (E.) Darstellung der Preussischen See-
fischerei und ihre jetzige Lage. Berlin, Wiegandt und Hempel. 1870. 8°.
3000.------Nationale Vorrechte in der Seefischerei.
Zie: Bremer Handelsblatt. 1868. No. 874.                                  B. R. D.
3001.------Ueber den heutigen Zustand der Fischerei in einigen Gegenden
Deutschlands. Mainz, Kupferberg. 1788. gr. 8°.
3002.------Christoffel, Die Ostseefischerei ara Strande von Pommern und
Westpreussen, uiit Bezug auf ihre Wiclitigkeit in gewerbl. Hinsicht. Cöslin,
Hendesz. 1829. 8o.
3003.------Fischerboote (Die neuen) der Norddeutschen Seefischerei-
Gesellschaft. (Met eene afbeelding.)
Zie: Illustr. Zeitung. Leipzig, 1868. No. 1255, blz. 39—41.
3004.------Guibaud, Les pêcheries Allemandes.
Zie: Revue marit. et colon. Paris, 1872. Deutsche Mona\'.achr. 1872.
3005.-------II a in in. (Wilh.) Die deutsche Seefischerei.
Zie: Unsere Zeit. Deutsche Revue derGegenw. NeuePolge 1867. 18es. Heft.
blz. 452—471.
                                                                                  B.B.L.
3006.------Die „Erste Deutsche Nordsee-Pischerei-Gesellschaft" inBremen.
Zie: Magaz. für die Literatur des Auslandes. 1866. N0. 44. blz. 626.
3007.------Memorie van de Vereeniging der Duitsche (Zee) visscherijen
aan den Rijkskanselier, over het verval dier visscherijen en de middelen die
tot verbetering wenschelijk zijn.
Zie: Nieuwe Rotterd. Courant. 22 Julg 1871, N0. 201, waarin een uit-
treksel van genoemde memorie voorkomt.
3008.------Perrot, (F.) Die Deutsche Seefischerei.
Zie: Deutsche Monatschr. für Handel und Schiffahrt. 1872. I, blz. 120—167.
3009.------Sturz, (J. J.) Der Fischfang auf hoher See und rationell
betriebener Küstenfischfang als eine der Hauptnahrungs-Zweige des deutschen
"Volkes und Grundbedingung einer-deutsche Flotte. Berlin, Kastner und Co.
1862. gr. 8o.
3010. Encyclopédie ou dictionnaire raisonné des sciences, des arts et
des métiers, par une société de gens de lettres, mis en ordre et publié par
M.M. Diderot et d\'Alembert. Paris, Briasson e. a. 1751—1772. 17,dln.
tekst, 12 dln. platen en 2 dln. register, folio.
Supplément a 1\'Encyclopédie. Amsterdam, (Paris) 1776—77. 4dln. tekst
en 1 dl. platen, folio.
                                              K.B. \'sG. ~B. L. H.
-ocr page 227-
193
VISSCHERIJEN. — ALGEMEENE WERKEN.
Zie aldaar: Baleinc et pêche de la baleiiie. II, blz. 32—36, 870. Supplém.
I,  l!z. 701—762; II, 91. — Hareng et pêche du hareng. II, 445; VIII,
45-48; X, 155; XI, 062; XIV, 91, 899. — 1\'Art de la pêche. VI, 15,
051; XII, 222—225; Supple\'m. II, 228, 882. — Saumon. XIV, 219,
715—716 — Poisson-boeuf. XII, 889. — Poissons de mer. XII, 890. —
La Carpe. II, 694—697, etc.
3011.   Encyclopédie méthodique. ou par ordro de matières, par une
Société de gens de lettres. Paris. Panckoucke. 1782—92 et Paris, Agasse.
1792 — 1832. (102 Afl. of 337 stukken, uitmakende 166% dln. tekst en 51
stukken met 6439 platen.) 4o.
          K. B. \'s G. B. T. G. —L.H.- U. H.
7Ae aldaar: 28c. Afl.: Histoire naturelle des poissons. (met 102 pi.)
33e Afl. : Histoire naturelle des Cétacés. Met platen.
55o en 59e Afl.: Dictionnairc des pêcbes. Met platen.
3012.   Fernandez, (Ces.) Estudios sobre la pesca con el arte denominado
parejas del Bon; y reglamento para su regimen. Madrid. 1866. 8°.
3013.   Forst-. Fisch- und Jagd-Lexikon in wolchem alle dahin
gehörigc Kunstwörter crkliirt werden. Stuttg.. 1772—75. 4 dln. gr. 8».
3014.   Frankrijk. Audiganne, (A.) La morale dans les campagnes. Paris,
Didier & O. 1870. kl. 8o.
                                                              B. R. L.
Zie aldaar: Les pêcheurs des cótes. — La pêche, ses moyens, son orga-
nisation , ses protits. — Causes de détresie et améliorations possibles. — Con-
ditions dn progrès, etc. bl. 187-237.
3015.   —— Grand d\'Aussy, (Le) Histoire de la vie privée des francais.
Paris, Imprim. de Ph. D. Pierres. 1782. 3 dln. gr. 8o.
          BR. L.
Zie aldaar: Pêche de la baleinc II, bl. 68—77; — Pêche aiicicnne des
mulets. II, bl. 77—79; — Pêche du hareng; — Dïme dn poisson; — Salaison
du hareng; — Maqncreau II, bl. 79—103; — Pêche do la moruc; — Parcs
pour lc poisson; — liourdigues; — Pêche du Thon ; — Madrague; — Pêche
inventée par les Saintougeois; — Autre par les habitants de S. Valéri; —
Anchois; — Sardines;— Veaumarin; —Esturgeou ; — Saumon ; — Dorades; —
Merlan; — Turbot. II, bl. 117—132; — Maniere d\'apprêter les poissons.
II,   bl. 232.
3016.------Etude sur la pêche en France. Paris. Challamel. 1864. 80.
Extrait de la Revue maritime et coloniale.
3017.------Hantefeuille, (L. B.) Les pêches maritimes en France. Leur
état actuel. Moyens de les rétablir et do les développer. Paris, Franck.
1868. gr. 8o.
Extrait du „Monde Commercial."
3018.------Lemoyne, Idees préliminaires et prospectus d\'un ouvrage sur
les pêches maritimes de France. Paris. Imprim. royale. 1777. 8°.
3019.------Monteil, (A. A.) Histoire des Francais des divers états, ou
histoire de France au cinq derniers siècles. Quatrième édition. augmentée
d\'une notice historique par M. J. Janin et d\'une table analytique par M.
Bruguih-e. Paris, V. Lecou. 1863. 5 dln. kl. 8o.                    K. B. \'sO.
Zie aldaar: Poissons de mer. III, bl. 39, 40.— Prixcourants. III, 415, 416.
V, 146. Pêche, pêcheurs, instruments, règlements. III, bl. 35, 30. Juris-
diction. III, 30, 37. Pêcheurs de rivières. III, 35, 30. Pêcheurs d\'étangs.
III,   37, 38. Pêcheurs de mer. III, 39, 40. V, 375. Pêche des sardines,
du hareng, de la ruorue, de la baleine. V, 372—376.
3020.------Noël de la Slorinière, (S. B. J.) Statistique du département
de la Seine Inférieure. Rouen, 1803. 8<>.
Zie, Ch. IX: Histoire des pêches.
3021.------Nougaret, (J.) Prospectus pour 1\'établissement d\'une société
coopérative des grandes pêches de mer. Accompagné d\'uue carte de la mer
du Nord, indiquant les migrations de divers poissons, etc. Paris. 187(P).
13
-ocr page 228-
194                                           PÊCHBS. — GÉNERALITÉ8.
3022.  Frankrijk. Statistiquedespêchesmaritimes. 1866—1870.Paris,
Imprimerie P. Dupont. 1868. 8».
Extrait de la Revue maritime et coloniale.
3023.   —— Tiphaigne, Bssai sur 1\'histoire oeconomique des mers occiden-
tales de France. Paris, Bauche. 1760. 8o.
3024.    Handelsmagazijn, (Nederlandsch) of algemeen zamenvattend
woordenboek voor handel en nijverheid. Bevattende eene juiste en omstandige
beschrijving van den wereldhandel. Amsterdam, Gebr. Diederichs. 1843.
roy. 8o.
                                                                                      B. R. L.
Zie aldaar: Bakeljaauw, bl. 134—135, 865. — Haringvisscherij, Haring-
handel , enz. bl. 490—494. — Vischbouillon , bl. 1253—1254. — Visscherij , bl.
1255—1256. — Walvisch en Walvischvangst, bl. 1273-1283. — Zalm, Zalm-
visscherij, bl. 1376—1377.
3025.   IIeins, (W.) Praktische handleiding voor het visschen.
10 verschillende stukjes in het Deensch. Kjöbenhavn, 1858.
3026.------Eenige opmerkingen over het behandelen en uitzetten der
netten. Naar het Deensch door T. C. Winkler. Met houtgrav. Leyden,
A. W. Sijthoff. 1860. kl. 8<>.
                                                   B. R. V.
3027.   Hogan (J. Sheridan) and Alex. Morris, Canada and her resources.
Second edition, with maps. London, Sampson Low. 1856. gr. 8». B.R.L.
Zie aldaar: I\'isheries, bl. 38, 46.
3028.   Jokisch, (K. G. E.) Handbuch der Fischerei. Mit 1 Kupf. Zwickau,
Schumann. 1802—1804. 2 dln. gr. 8».
3029.   \'Kuit, (Alpli.) La pêche en eau douce et en eau salée; suivied\'un
Dictionnaire du pêcheur. Paris, Michel Lévy frères. 1860. 12°.
3030.   Knigüt\'s (Ch.) English Cyclopaedia. A new dictionary of uni-
versal knowledge. London, 1860. 23 dln. 4°.
                            B. R. L.
Zie aldaar: Afd. Arts and Sciences. IV, bl. 93—97, het artikel: Fisheries.
3031.   Kriinitz, (J. G.) Oekonomisch-technolog. Encyklopadie, oder all-
gemeines System der Staats-, Stadt- Haus- und Landwirthschaft in alphabet.
Ordnung. Berlin, Pauli. 1773—1819. 127 dln. 8». Met kopergravuren.
K\'.B.\'sG. —B.L.H.
Zie aldaar: Fischfang. XIII, bl. 547—707. Met 14 platen.
3032.   Landelle, (G. de la) Le tableau de la mer. Paris. L. Hachette
& Cie. 1865—66. 3 dln. kl. 8<>.
Zie aldaar, III: Moeurs maritimes; Pêches et pêcheurs; pêches rive-
raines; Pêche des hiiitres; Les perles; Madragues et pêcheries; Pêche sous la
glacé; Petite pêche; Poissons voyageurs; Les harengs et leur roi; Les mystères
de la sardine; Grandes pêches , Pêche de la baleine; Modes différents de pêcher
la baleine; Phoques et morses; Le requin etc; Le corail et sa pêche; Pêche de
la morue; Pêche a Ïerre-Neuve, au üoggersbank et en Islande, etc. etc.
3033.   Luurent, (Ph.) Histoire des pêches fluviales et marines d\'après
J. Cloquet. Paris, 1833. 180.
3034.   Légal, (J.) Recueil d\'écrits publiés dans le journal la Vigie de
üieppe,
traitant des sujets dont suit l\'indication:
1J. Enquête sur la pêche du hareng (tendant a modifler la législation).
Mémoire adressé en Décembre 1850, a M. le Ministre de la Marine,
et lettre sur la même question adressée au rédacteur de la figie.
2\'. Des boufflsseries k Dieppe. — Novembre 1859.
3°. Fécamp, son port et ses pêches. — Janvier. 1862.
4°. Lettre sur la coiivention de 1860 qui a reduit a 10 francs le droit
d\'entrée des produits de la pêche britannique. — Juin 1862.
5°. Etude sur cette question: „Le tannage des filetsavec des sels decuivre
peut-il rendre insalubre le poisson pêche." — Septembre 1862.
-ocr page 229-
195
VISSCHERUEN. — AI.UEMEENE WEKKEN.
6°. De 1\'Inscription maritirae. — Septembre 1862.
7°. Législation de 1852. Du minimum d\'équipage. — Novembre 1862.
8°. Du traite de commerce et de la pêche du nareng. — Novembre 1862. —
Réponse ii uu article de M. Paul Merruau. inséré dans Ie Consti-
tutionnel. — Décembre 1862.
9°. Les Pupilles de la Marine. — Décembre 1862.
10\'. Les salaisons en ateliers. — Novembre 1863.
11°. Le même sujet. — Mars 1866. — A propos de la création d\'une
Commission chargée d\'étudier s\'il y avait heu de maintenir ou d\'abroger
1\'ordonnance du 14 Aoüt 1816.
12°. M. Methwen , le saleur de Leitli, article traduit du John O\' Oroat
Journal, publié a Wiek. — Juin 1866.
13°. Notice sur 1\'atelier-école pour la fabrication des filets de pêche créé
a Dieppe en 1859.
3035.   Lord, (W. B.) Sea fish and how to catch them. London, Brad-
bury. 1862. 8„.
3036.   M\'G\'ulloch, (J. R.) A dictionary practical, theoretical, and histor-
ical of commerce and commercial navigation. New edition, revised and
corrected throughout, edited by ILittjh O. Reid. London, Longmans. 1869.
gr. 8o. (1558 bladz.) Met kaarten.
                                                  B. R. L.
Zie aldaar: Cod; Cod-fishery; Cod liver oil, blz. 320—325. — Fish, bl.
612—613. — Herrings and Herring-fishery, bl. 697—701. — Oysters and Oyster-
fisheries, bl. 987—988. — Pilebards and Pilchards-fisheries, bl. 1067—1068.—
Salmon, bl. 1198—1200. — Whale, Whale-fishery; Northern, Southern, Ame-
rican, Frenoh Whale-fishery, bl. 1520—1525.
3037.   Macgregor, (John) The progress of America from the discovery by
Columbus to the year 1816. London, Whitaker. 1847. 2 dln. roy. 8o.
Zie aldaar: Fisheries of British America. II, bl. 545—571. — B\'isheries of
the United States. II, bl. 571—582. — Whalefishery of the United States.
II, bl. 514—612.
                                                                              B. R. L.
3038.   Macpherson(David) Annals of commerce, manufactures, fisheries,
and navigation, with brief notices of the arts and sciences connected with them.
With a general chronological (and alphabetical) index. London, Nichols
and Son. 1805. 4 dln. 4fi.
                                                B. L. H. —R. L.
Dit werk bevat vele en belangrijke mededeelingen betreffende de vissche-
rijen. Men raadplege het uitvoerige register op de woorden: Kishery, Herring-
iishery, Iceland, New-England, Newfoundland, Salmon-üshery, South-Sea-
Company, Whale-fishery.
3039.   Magazine. (The nautical) A journal on sübjects connected with
maritimc affairs. London. 1832—1870. 39 dln. gr. 8».
                B. R. L.
Zie aldaar: Whales. I, bl. 271, 601. — New method proposed to killing
them. II, bl. 741. — Their disappearance from tbc former fishing grounds.
bl. 702. — Whale trnde of America. III, bl. 52. — Prussic acid employed for
killing whales, bl. 48. — Natural history of whales by Mr. Wallis, bl. 117.—
Whalers (missing). V, bl. 53, 56, 116, 179, 241. — Northern whale fishery.
VI, bl. 50, 197, 208, 472, 496. — Remarks on whales near Bermuda. VIII,
bl. 593. — Whaling-ground of Scychelles, bl. 446. — Whale-fishery ofDavis
strait. IX , bl. 98. X, bl. 591, 738. — Ground good for whaling. XI, bl. 538. —
Urift of whales XII, bl. 246. — Australian whaling grounds. bl. 290. — Whale-
bay. West-Africa. XIII, 309, 369. — 8outhern whale fishery, bl. 459. — Whalers
on the African Coast, bl. 138. — Story of one whaler. XIV, bl. 475. — Whaling
expedition. bl. 135. — American whalers. XV, bl. 325. — Whalers in the
Pacific. XVI,bl. 127,234. — Destruction of whales XVIII, bl. 608. — Whaling
enterprise. bl. 694. — Whaling on the coast of Japan. bl. 677. — Whale-
fisheries where found. XX, bl. 171, 333, 443, 496. — Whalers in Bering-
strait. bl. 151. — American whalers. XXI, bl. 388. — Whale fishery of
Nantuckot. XXII, bl. 181. — At Tristan da Cunha. XXV, bl. 410. — The
13*
-ocr page 230-
196                                      pêcHES. — GÉNÉRAMTÉS.
ballad of the whale. XXVII, bl. 60(5.— The whale of California. bl. 581.—The Right
whale, place of brecding etc. bl. 602.—VVhalooilmadeintheSouth-Pacific.bl.600.—
Whaling grounds uf the Ocean. bl. 599. —Californian whalers. XXIX, bl. 451 ,
524. — Changes in whale-lishery XXX, bl. 555. — Whalers nccidents. bl.
248, 249, 254. — üecreasc uf the whalingfleet. bl. 654. — Tasmauiun Whale-
fishing. XXXII, bl. 81. — The International marilime Exhibition of Havre.
XXXVII,  bl. 418. — Herring. Irish herring fishcry. VI, bl. 346. — Herring
fishery. XXXII, hl. 79. — Fishing bank in little Minch XXXVI, bl. 122. —
Safety fishingboat. XXXVI, bl. 249. — Fish culture at Havre. XXXVII,
bl. 421. — Value of one whale. Report of one whaler. XXXVII, bl. 231,
232. — A visit to the lishing grounds of Labrador. XXXVIII, bl. 113, 226, 296. -
Iceland codfishing. XXXVIII, bl. 674. — Whaling season at Trinidad.
XXXVIII,  bl. 370. — Iceland whalefishery. XXXVI11, bl. 681. — A glance
at Newfoundland and its (isheries. XXXIX, bl. 586. — Good news from the
whale-fishery. XXXIX, bl. 559.
3040. (Manget de Saint Mare), Dissertation sur la pêche. surlapopula-
tion et 1\'age des poissons. (znd. pi. en jaar.) 12°.
3011. Manu, (L\'Abbé) Histoire naturelle de la mer du Nord et de la
pêche qui s\'y fait. 4».
                                                                      K. B.\'t Q.
Zie: Mémoires de 1\'Académie de Bruxelles. 1777.
3042.   Manuel du pêcheur. Paris. 1826. kl. 8».
3043.   Martin. (Montgommery) Zie over de visscherij in Britsch-Indië
en de Britsche Koloniën in de verschillende werelddeelen: No. 1607 en 1608.
3044.   Mascall, (Leonard) A bookc of Eishing with hooke and line aud
all other instruraents thereunto belonging; also of sundrie engines and traps
to take Polcats. Buzzards, etc. Witli very cuiioiis woodcuts. London. Printed
by John Wolfe. 1590.
Van dit werkje bestaan ook uitgaven van 1596, 1660 en 1696.
3045.   Mercurius. (Hollantsc) Historiosch wys vervatende het voor-
naetnste in Ohristenryck A<>. 1650 (tot 16!);)) voorgevallen. Tot Haerlem ,
By Pieter Casteleyn. 1651—1601. 41 dln. Met platen en portretten. 4».
K. B. \'sG. — B. L. H. B.R. — R. L.
Zie aldaar;
1652.  Avontnyr van twee Visboten. (Gevecht tusschen een Vlielander en een
Engelschman) bl. 85
1653.   Engelse nemen 54 Visboten van Siriczee, bl. 57.
1654.   Groenlants-vaerders komen in (en afloop van den vangst), bl. 122.
1656. Moscovische en Groenlantse Schepen (Ongelukkige vangst), bl. 97.
1661. Engelse willen de Haring-vangst troubleren (en voorstel daartoe aan het
Parlement), bl. 9, 10.
1665. (Kngelschen en Nederlanders) presenteren de Vryheydt van weder zijts
Vissers, bl. 143.
1667. Denemarcken. Ongeluck harer IJslantsche schepen, bl. 152.
1669. Walvis-vangst gelukkig, bl. 120.
1671. De Fransen willen eene „Compagnie van Haringvangst" opstellen en
verzet daartegen, bl. 7.
1677. Visserye by Vranckryck vrygestelt, bl. 230. Ook bij dezen Staet, bl.
231. Gevioleert by de Fransen in Groenlamlt, met \'t geen daaraen dependeert,
bl. 231.
3016. Mercurius, (Europische) behelzende al het voornaamste \'t geen,
zoo omtrent de zaaken van Slaat als oorlog, in alle de Koningrijken en landen
van Europa, en ook zelfs in verscheidene gewesten van d\'andere deelen der
wereld is voorgevallen. Beschreven door E. V. Van 1690-1754. Met platen
en kaarten. Amsterdam, Leyden en \'s Gravenhage. 1690—1754. 64 dln. 40.
Zie aldaar: (a is eerste, i is tweede halfjaar). K. B. \'s 6. B. L. ü. R. L.
1703. Noord-Hollandsche Haringbuisen vernield, b, bl. 107.
-ocr page 231-
VISSCHEMJEN. — ALGEMEENE WERKEN.                             197
1720. Maatschappij der Visscherijen in Engeland, a, bl. 211. Leverd Request
aan den Koningin, a, bl. 279.
1724. Groenlandse Visscherf) in Engeland opgeregt. é, bl. 32.
1739.   Verlies van de Engelsche Zuidzce-Compagnie in de Walvischvangst.
e, bl. 153.
1740.   Walvisschen op de Kust vau Biscajen gevangen, a, bl. 142.
1741.  Zeemogendheden maken uene gemene zaak van de IJslandsche Visscherye.
a, bl. 313.
Waarschouwing wegens twee in \'t ijs bezette Groenlandsche schepen, b, bl. 296.
1743. Zweedschc ordonnantie om Haring en Zoutevisch in dat Kijk te mogen
invoeren.
1749.   Walviscbvisscherij te Kiensburg aangelegt. b, bl. 174.
1750.  Keglement der Compagnie tot de Haringvisscherij in Engeland, a, bl.
272-280.
Hollandsche visschers in Engelsche dienst gelokt, a, bl. 288.
Getal der Haringbuizen en Versjagers, a, bl. 303.
Walvis-vangst door d\' Engelschel) geresulveert. a, bl. 284.
Britsche Haringvisscherij hoedanig gestelt. b, bl. 138.
De Hamburgers verkiezen de Hollandsche boven de Engelsche Haring, b , bl. 251.
1751.   Haringvisscherij in Engeland voordeelig. a, bl. 88, 160, 186. Met
ijver voortgezet, b, bl. 24, 156.
Beschrijving van de Straat Uavids en Deensch regt daarop, b, bl. 153.
1752.  Staat vau de Haringvangst, a, bl. 62.
Walvischvangst begroot, a, bl. 62.
Schepen geèniploieerd tot de Haringvangst b, bl. 54.
Haringvisscherij der Eranschen door de EngeUchen beuadeeld. Voorlegt der
Hollanders om op de Engelsche kust te mogen visschen. b, bl. 182.
Vischvangst in Zweeden aangemoedigd, b, bl. 17.
1753.  Memorie aan \'t Engelsche Hof wegens drie Groenlandsche schepen (in
het ijs bezet) en \'s Koning* ordonnantie, a, bl. 189. b, bl. 79.
Haringvisscherij in Engeland sterk voortgezet, a, bl. 78. b, bl. 70.
Visscherij te IJsland bevoordeeld, b, bl. 13.
Zeekalven-vangst in Schotland, b, bl. 70.
1754.   Britsche llaringvisseherij heeft een slechten uitslag, a, bl. 62.
Staat van de Walvischvangst in Groenland en iu de Straat Davids:
1743.
b bl.
226.
1744.
b »
301.
1745.
b .
291.
1746.
b -
312.
1747.
b »
309,
310.
1748.
* »
286.
1749.
b .
287.
1750.
* »
309,
310.
1751.
a \'i
1S8,
265.
1753.
b «
304.
1730. b
bl.
202-
-221.
1731. b
»
130-
-148.
1732. b
196.
1733. b
.
247.
1734. b
»
201.
1735. b
194-
-213.
1736. b
m
154-
-173.
1737. b
»
272-
-273
1738. b
,,
251.
1739. b
.
258.
1742. b
¥
250,
251.
1754. a « 259.
3047.   Meunier, (Victor) Les grandes pêches. Ouvrage illustré de 85 vi-
gnettes par E. Riou et A. Mesnel. Paris, L. Hachette et 0. 1868. kl. 8».
3048.   Millet, Rapport sur les mesures relatives a la conservation et a la
police de la pêche. 1865. 8».
Overgedrukt uit: Bulletin de la soc. d\'acclimatation.
304\'J. Mitllcr, (W. J.) Die Africanisclie auf der Guineischen Gold-cust
gelegene Landschaft Fetu. Nürnberg, 1675. 8°. Met platen.
Zie aldaar: Von Fischereijen. bl. 219—240.
3050. Nieuwenhuis, Woordenboek van kunsten en wetenschappen. Herzien,
omgewerkt en vermeerderd. Leyden, A. W. Sijthoff. 1853—1866. lOdln. 4«.
Zie aldaar: Haring en Haringvisscherij , IV, bl. 228—29. K.B.\'sO.—B.R.L,
Groeulands-Vaarders, IV. — Walvischvangst, X, bl. 278—79.
-ocr page 232-
198                                            PÊCHES. — GÉNÉUALITES.
3051.   Noël de la Morinière, (S.B.J.) Histoire générale des pêches anciennes
et modernes dans les mers et les fleuves des deux continents. Paris, Impri-
merie Impériale. 1815. 1° dl. 4o. (Niet verder verschenen.)
3052.   Noordkaap. Acerbi, Voyage au Cap Nord. Paris, 1804. 3dln.
gr. 8°. Met atlas in 4».
Zie aldaar: Visscherij in Lapland. I, bl. 259. II, bl. 7, 152—165.
3053.   Noordsche Visscherij. Aarflot. (Siv.) Naturlige Aarsager til
Fiskeriernes Til-og Fragang ved de Nordenfselke Kyster. Kjöbenhavn, 1804.
Zie: Handels og Industrie-Tidenden. No. 49, 50, 51, 52 og 53.
(Over den achteruitgang der visscherij op de Nordfeldschs kust.)
3054.------Baars, (Herm.) La pêche dans la nier du Nord.
Zie: „1\'Autorité de Dunkerque" van 6, 8, 10, 13, 16, 17 en 20 Mei 1862.
3055.----------------Les pêches de la Norvège. Boulogne-sur-mer, Impr.
deCh. Aigre. 1866. kl. 8o.
3056.------Boeck, (Thorvald) Oversigt over Litteratur, Love, Foror-
dninger, Rescripter m. m. vedrörende de Norske Fiskerier. Efter Foranstalt-
ning af Centralcommitteen for Norges Deltagelse i Fiskeri-udstillingen i
Boulogne-sur-mer 1866. Christiania, H. Tönsberg, 1866. gr. 8». (27, LI
en 3 blz.)
(Overzigt van de Litteratuur, Wetten en Verordeningen betreffende de
Noordsche visscherijen).
3057.------Daac, (L.) Historisk Fremstelling af de Norske Fiske-
rier i oldre tider. Christiania, 1867. 8°.
(Historisch overzigt van de visscherijen in Noorwegen in vroegeren tijd.)
3058.------Deinboll, (P. W.) Om behandling og ïil-virkning af Saltvands-
fisk. En Veiledning for den liskende Alraue. Udgivet ifölge Kgl. Befaling
og efter Foranstaltning af den Kgl. norske Regjering Finants-, Handels-og
Toldepartement i Christiania, 1839. 4o.
(Behandeling en bereiding van zeevisch.)
3059.------Efterrettning om Fiskerierne paa de norske Kyster.
Zie: Handels og Industrie-Tidenden. Kjöbenhavn, 1801, bl. 6—8. 4o.
(Berigt over de visscherij op de Noordsche kusten.)
3060.------Fabricius, (O.) Nöjagtig beskrivelse over GrónltendRrnes
Landdyr, Fugle- og fiskefanat, med dertil horende Redskaber.
Zie: Dansk. vidensk. Selsk. skriv. Kjöbenh. 1809—12. VI. 2, bl. 281.
3061.------Falch, (M.) Afhandling om Fiskerierne i Norgc, Srerdeleshed
om de söndmörske, og Fiskegrundene udenfor Landet.
Zie: Det Kgl. Danske Landhuusholdnings-Selskabs Skrifter 3die Deel. Kjö-
benhavn , 1790, bl. 289—344. Ook afzonderlijk uitgegeven : Kjöbenhavn, 1790.
(Verhandeling over de visscherij in Noorwegen.)
3062.------Finmarken. Om Finmarkens Fiskerier.
Zie: Handels og Industrie Tidenden. Kjöbenhavn, 1802, bl. 154—156,
158—160.
3063.------Fischfang der Norweger im Nordlichen Eismeere.
Zie: Globus. XX, No. 16—19.
3064.------Frils, (N. C.) Afhandling om Fiskerierne i Nordlandene.
Indfört i: Kjöbenhavnske Vidensk. Selskabs Skrifter 10e Bind. Kjöben-
havn, 1778. blz. 177—205. 4to.
-ocr page 233-
199
VISSCHERIJEN. — ALGEMEENE WEKKEN.
Deze verhandeling is ook opgenomen in : Svenske i Kgl. Vetenskaps Acade-
miens Handlingar for Aareue 1770—1772, Vol XXXI—XXXIII, onder den
titel: Beriittelse om Sill-Fiskeriet uti Nordlanden i Norrige , XXXI, bl. 158—
168; Beriittelse om Torsk-Fiskeriet i Norrige. Ibid. bl. 296—314»; Beriittelse
om Grü-Siks-Fiskeriet i Nordlanden i Norrige, XXXII, bl. 42—48; Beriittelse
om Halle-Flundre och 1\'lundie-Fiskeriet uti Nordlanden i Norrige, XXXII,
bl. 247—255; Beriittelse om Brygd-Fiskerieti Nordlanden i Norrige, XXXIII.
(Verhandeling over de Noordsche visscherijen. Haringvisscherij , Kabeljaauw-
visscberij, enz.)
3065. Noordsche Visschcrij. Hagerup, (E.) Afhandling over Fiske-
rierne, indgiven til det Kgl. Landhuusholdnings-Selskab, 1770. Kjöben-
havn, 1771. Sc
                                                                             B. N. A. M.
(Verhandeling over de visscherijen.)
3066.------Hand bok for Fiskare, inneh.lllande: Tillfórlitlig Underrat-
telse om alla vid Svenska stranderna bekanta Fisksorter och Sattet til deras
föngande. Jemte Beskrifning pa de Fiskredskap, som dertill anvandas. Stok-
holm, (Wirsells Förl) 1842. 12o.
                                               B. N. A. M.
Handboek voor visschers en beschrijving der gereedschappen.
Heins. (W.) Zie: No. 3025—3026.
3067.------Indberetning til departementet for det Indre fra Opsijn-
schefer ved Lofot tiskeriet Capitain heutenant Ol/en, angaonde forskjellige
Fiskeriforholde i Nordmore og Fosen. Christiania, B. M. Bentsen. 1865.
12o. (16 blz.)
(Berigt aangaande Versch-visscherij-aangelegenheden.)
3068.------Leems, (Knuil) An account of the Laplanders of Finmark,
their language, manners, and religion.
De oorspronkelijke uitgave verscheen in het Deensch en Latijn te K openhagen,
1767. Met platen. 4o. Bovengenoemde vertaling is opgenomen in: Pinkerton\'s
collection of voyages and travels. London, 1808. I, bl. 376—490.
Zie aldaar: Of the fishery. bl. 431—446.
3069.------Loberg, (O. JJ.) Norges Fiskerier. Udgivet af det Kongelige
Selskab for Norges Vel." Christiania, B. M. Bentzen. 1864. 8°.
K. B. \'sG. —B. N.A. M.
Inhold: Saltvandsfiskerierne. Sildefiskerierne: Vaarsildtiskeriet. — Sommersild-
fiskeriet. — Brisliiigriskeiiet. — Torskefiskerierne. — F\'orskjellige Slags Fiske-
rier. - Blandede Saltvands- og ferskvandsfiskerier.
Ferskvandsfiskerienie: Oretfiskerierne, Gjeddefiskeriet, Aborfiskeriet, Karuds-
liskerierne , Lakeüskeriit.
(Be visscherijen in Noorwegen: Zeevisscherij, haringvisscherij (voorjaars en
zomer), kabeljaauwvisscherij , riviervisscherij, enz. enz.)
3070.------Lntze von Wnrmb, (Hans) Eine Nacht auf dem Fischfang
• (der Seien) am Nordeap.
Zie: Das Ausland. 1870, bl, 569—572.
3071. ------Malmgren, (A. G.) Nordiska Hafs-Annulater. (Aftryck ur
Oefversigt af K. Vet. Akad. Förhandlinger. 1865, N». 1.) Stockholm,
P. A. Nordstedt. 1865. (60 blz. met 8 platen.)
3072.------Mémoires de M. de Falckenskiold a 1\'époque du ministère
et du catastrophe du Comte de Struensée. Paris, 1826. 8°.
Zie aldaar: De la pêche. bl. 341—343.
3073.------Holberg, (C. G.) Afhandling om Saltvands-Fiskerierne i
Norge.
Zie: Det Kgl. Danske I.audhuusholdnings Selskabs Skrifter. 1790. III. blz.
345—386. Ook afzonderlijk uitgegeven: Kjöbenhavn, 1790. 8o.
(Verhandeling over de Zeevisscherij in Noorwegen.)
3074.------Olson, (01.) Urn Fiski-veidar og Fiski-nettan. Kjöbenhavn,
1771. 12o.
.
-ocr page 234-
PÊCHES. — GÉNÉBAI/ITÉS.
200
3075. Noordschc Visscherij. Ora Fiskerict og Handelen iNorge.
Zie: Handels og Iriditstri-Tidendcn. 1801, blz. 90—92.
(Visscherij en vischhandcl in Noorwegen).
3076.------Rist, (Joh. P.) Plan til Ordens Oprettelse og Vedligehol-
delse ved Nordlands Vinterliskerie med et Forsög til nogle af de vigtigste
Spörgsmaales Udvikling, Nordlands Vinterliskerie betraffende. Kjöbenhavn,
1801. 8o.
(Plan betrekkelijk de Noordschc winter-visschenj.)
3077.------Smidth, (A. J.) Verslag over den staat der visscherijen aan
de Oostkust van Jutland, en op verschillende plaatsen van Denemarken
over 1859 —18G3. 4 stukken. (In het Deensch.)
3078.--------------La mer autour du Danemarck, sa qualité salifère et ses
courants, spécialement a 1\'égard de ses poissons importants a la pêche et au
commerce. Traduit du danois par L. ü. Borring.
Zie: Anuales des voyages. 1869. Janv. p. 55—75.
3079.------Stellwagen, (A. W.) De Noorweegsche visscherijen in de IJszee.
Zie: Onze Tijd. , Amst. 1872. No. 1—2.                                B. N. A. M.
3080.------Slröin, (H.) Saminenligning imellem de Norske og Svenske
Fiskerier.
Zie: Dansk Museum. Kjöbenhavn, 1782. I, blz. 1-21. 8o.
3081.------Oeconomiske El\'tervetninger om Bergens Stift.
Zie: Dansk Museum. I, bl. 257—291. § 6 handelt over de visscherij.
3082.------Thaarnp, (Fred.) Om Norges Fiskerier.
Zie: Samleren, 17y2. bl. 1 47. Komt ook, eenigzins omgewerkt, voor in
1\'haarup\'s Udförlig Veiledning til dct Danske Monarkies Statistik. Kjöbenhavn,
1813, II, bl. 123—165.
3083.------Tiddskrift for fiskeri. Kjöbenhavn, 1867.
3084.------Udtog af et Brev angaaende Fiskeriernc og Landökonomien
i Norge.
Zie: Handels- og Industrie-Tidendcn. 1801, bl. 380—381, 385—386.
(Visscherijen en Landhuishuudk. in Noorwegen.)
3085.------"Widegren, (H.) Handlingar och Documenter rörande Sveriges
Fiskerier, utgifne af fiskeri-Intendanten. Stockholm, 1865—1868. 4 dln.
(tlandeliugcn en mededeelingen betreffende de Zweedsche visscherijen.)
3086.   Oppiani, De venationc et de piscatione libri, cum paraphrasi graeca
librorum de aucupio. Gr. et lat. cnravit Joh. Gottl. Schneider. Argento-
rati. Koenig. 1776. gr. 8°.
                                                         B. L.B.
Behalve deze uitgave, die algemeen voor de beste gehouden wordt, zijn in
de Leidsche Bibliotheek ook uitgaven van 1517 , 1555 en 1597 aanwezig. De
eerste twee boekeu behandelen de natuurlijke geschiedenis van de visschen , de drie
volgende de vischvangst. Vergelijk No. 138.
3087.   Perley, (M. H.) .Report on the sea and river fisheries of New
Brunswick, within the Gulf of St. Lawrence and the bay of Chaleur. Fre-
dericton, 1850. 8».
3088.------Report on the fisheries of the bay of Fundy. Fredericton,
1851. 8».
3089.   PcssonOIiiisonneure, Manuel du pêcheur francais ou traite général
de toutes sortes de pêches, contenant 1\'histoire naturelle des poissons. Troisième
édition. Paris, Roret. 1847. 18».
De eerste druk verscheen in 1826, de tweede in 1834.
3090.   Pesson-Maisonneuve, Moriceau et G. Panlin, Nouveau manuel com-
plet du pêcheur, ou traite général de toutes les pêches d\'eau douce et de
mer. Avec figures. Paris, 1863. 8».
-ocr page 235-
201
VISSCHEKIJEN. —
ALGEMEENE WEBKEN.
3091. Pinkerton, (John) A general collection of the best and most inter-
resting voyages and travels of the world. London, 1808—1814. 17 dln. 4°.
Met kaarten en platen.
Zie aldaar: Fishcries oï Nordland. I , 343; o!\' Finmark. I, 431; 432,445;
of Nuva Zembla. I, 445; of Spitsbergen. I, 610; of Iceland. I, 663; of the
Dutch. I, 750; of Bergen. I, 766;" of Duukirk. 1, 797; of Yarmouth. II,
34; of England. II, 154; of the Shelly Islands. II, 765; in Douglass bay.
II,   786; of the isle of Man. II, 812, 817; of Scarborough. 111, 12; of
Whitby. III, 15; of Berwick. III, 23; of Aberdeen. III, 60, 64; of the
Spey. III, 71; of Caithness. III, 89, 155; of Lochabjr. III, 101 ; of
Loch-Fire. III, 106; of Dunbarton. III , 110; of Carlisle. III, 119;ofMan-
chester. III, 177; of Ross-spirc. III, 342; of the Tumel. III, 387 ; of
Montrose. III, 427; of the Loch of Monteath. III . 571 ; of the isle of Lcw-
is. III . 576; of the isle of Harnes. III , 585 ; uf Loch Moddy. III , 592;
of Barray isle. III , 603; of the isle of Sky. III , 620; of the Western isles.
III,   683 ; of the Orkney isles. III, 688 ; of the Shetland isles. III, 697 ,
795; of St. Kilda. III, 706; of the Dutch. III, 798; XIII, 213; of Water-
foid. III, 855, 857; of the Ban. III, 837; of Canick-a-Rede. III, 885;
of France. IV , 349 ; of Lipari. V , 247; of Stromboli. V , 252 ; of Felicuda
and Alicuda. V, 257; of l.ocarno. V, 989; of Saxony. VI, 156; of Bremen.
VI , 225; of Embden. VI, 225; of Norway. VI, 360; of Sweden. VI, 385;
Pearlfishery. VIII, 255; XIV, 381, 400; Fisheries of the Tonquinese. IX,
736; of the Cochinchiuese. IX, 777 ; of New-Holland. IX, 65; of New-Fouudland.
XII , 174; of New-Euglaud. XIII , 217 , 223, 230 , 232 , 247; of St. Law-
rence. XIII, 632, 772; of Guayaquil. XIV, 409; of the Coast of Tunis. XV ,
583; of the lakes of Morocco. XV, 693; of Angola. XVI, 335; of Guiuea.
XVI , 361 ; of Fantyu, XVI , 363 and other parts ol Africa. XVI, 368, 391,
472, 476, 510, 645, 648, 700.
Fishermen. I, 209, 433; II, 223; 687, 787; III, 212, IX, 632;
737; XII, 71, 558; XVI, 849, 833.
Modes of fishing in Lapland, Greenland, China. I, 198, 790; III, 807;
Vil , 254.
Fishing company of Pennsylvania. XIII , 475.
Fishing-nets; fishing-liues , iishing-instrumeuts, iishponds. I, 436; IV, 531;
XI, 736, 521. 542, 592, 683; XIII, 250, 251, 475.
Cod-fishery of France. IV, 349; of the Dutch. XIII, 213; of New-England.
XIII, 215.
Herring-fishery of Yarmouth. 11, 34; of the isle of Man. II, 812, 817;
of Loch-Fire. III, 106; of the Scotch. 111, 334; of the Western isles. III,
686; of Embden. VI , 225; of Norway. VI, 360; of Sweden. VI, 385; ofthe
Dutch. XIII, 213.
Salmou-tishery in Finmaik. I, 442; of the Tumel. III, 387; of Montrose.
III, 427; of the Bau. III, 826; at Canick-a-Rede. III, 885; Ancient laws
relatiug to Salmon-tishery. III , 63.
Whale-fishery of Japan. VII, 624; ofthe Bermudas. XIII, 188; Mode of
catching Whales. I, 662; VII, 705.
3092.   Poey, (F.) Policia de la pesca.
Zie: Repert, fis. nat. de Cuba. 1867. II, bl. 37—69.
3093.   Pollen, (Pr. P. L.) Zie: Algemeene Visscherij-Courant. No. 3119.
3094.   Portugal. Balbi, (A.) Essai statistique sur Ie royaume de Por-
tugal et d\'Algarve, comparé aux autres états de 1\'Europe. Paris, Rey et
Gravier. 1822. 2 dln. gr. 8<>.
Zie aldaar: Péches. I, bl. 170-180.
3095.-----Botelho de Lacerdo Lobo, (Const.) Memoria sobre adeca-
deneia das Pescarias em Portugal.
Zie: Meciorias economicas da Acad. Keal das scieuc. de Lisboa. IV: bl. 330
en vlgg.
-ocr page 236-
202
FECHES. — GÉNÉRALITÉS.
3096.   Portugal. Schüfer, (H.) Geschichte von Portugal. Gotha, P. A.
Perthes. 1854. 5 dln. gr. 8».
                                           3. L. H. —B. L.
Zie aldaar: Fischerei. V, bl. 402—407.
3097.   — Vogel, (Ch.) Le Portugal et ses Colonies. Tableau politique
et commercial de la Monarchie Portugaise dans son état actuel. Paris, Guil-
laumin. 1860. gr. 8«
                                                                          B.B.L.
Zie aldaar: Pêche. Ancienne importance des pêcheries portugaises j leur déclin.
Pêche de la morue a Terre-Neuve; elle échoue; Grande consommaliou de poisson
étranger; La pêche des cötes du ruyaume. bl. 262—266.
3098.   Prigioni e morte dei Pcsci, raccolti da diversi eccellentiauthori,
dal dottore C. Fr. Coppini. Roina, Cortellini. 1655. 16».
3099.   Reguarl, (Saüez) Diccionario historico de los artes de la pesca
nacional. Madrid, 1791—1795. 5 dln. 4o.
3100.   Révoil, (B. H.) Pêche dans 1\'Amérique du Nord. Paris, Hachette.
1863. kl. 80.
3101.    Riinhuurt, (J. B. A.) L\'industrie des eaux salées. Dissertation
critique sur la pêche, 1\'ichthyologie, la culture des poissons et le régime
maritime. Paris, Challamel. 1868. gr. 8<>.
3102.   Rusland. Baer, (C. E. von) Materialien zu einer Geschichte des
Fischfangs in Russland und den angranzenden Meeren.
Zie: Me\'langes biolog. 1853. I, livr. 6. bl. 558-662.            B.B. G. R.
3103.------Danilewski, (C.) Coup d\'ccil sur les pêcheries en Russie.
Exposé statistique et technique. Paris, 1867.
3104.------Kohier, (H. K. E.) Tapixob ou recherches sur 1\'histoire et
les antiquités des pêcheries de la Russie meridionale. Avec 1 planche gravée.
Zie: Mem. de 1\'acad. impér. des se. de St. Pétersb. Vle série. Sc. Polit. 1832.
I, bl. 347—490.
                                                                         B. B. G. R.
3105. Noliiillz, (Herm.) De visscherij in de Caspische Zee en inderivie-
ren, welke daarin uitloopen. St. Petersburg, 1861. fol.
58 (geschreven) bladzijden tekst in bet Russisch met een atlas met 96 platen
in Chroniolithographie.
3106.------De visscherij in de Witte- en in de IJszee en in de rivieren,
welke in die zeeën uitloopen. St. Petersburg, 1863. fol.
36 (geschreven) bladzijden tekst in het Russisch, met een atlas met 33 platen
in Chromolitbographie.
Zie over beide werken : Catalogue de 1\'exposition internationale de Boulogne-
sur-mer. 1866, bl. 145.
3107.------De Koninklijke Bibliotheek te \'s Gravenhage bezit een zeer uit-
voerig v.crk over de visscherij in de Caspische zee, in 1860—61 te St. Peters-
burg verschenen, in 4 deelen tekst (in het Russisch) in 4°. Met een atlas
met 86 gesteendrukte platen in folio.
Bij de platen is eene verklaring in het Fransen gevoegd.
Ter aanvulling van bovenstaande opgave, laat ik hier de beschrijving volgen
van dit hoogst belangrijke werk over de visscherijen in Rusland , zooals die te vinden
is in: Congres international de statistique a la Haye. 7e Session. 1869. 3me partie
(Travaux statistiques) pag. 116:
Exploratious sur les pêcheries en Russie. Sept volumes publiés par le Minis-
tère des Domaines en Rnssie 1860—1863, avec deux atlas des instruments
et des methodes employés pour les pêches dans les bassins de la mer Cas-
pienne et de 1\'Océan glaciale.
1: Les pêches de la mer Baltique et des lacs de Tschud et de Pskaw.
II: Les pêches de la mer Caspienne. (Comptes-rendus et projets).
III: Les pêches de 1\'Oural.
IV  : Oescription technique des pêches de la mer Caspienne.
V : Statistique des pêches de la mer Caspienne.
VI—VII: JDescription des pêches dans la mer Blanche et 1\'Océan glacial.
-ocr page 237-
203
VISSCHERIJEN. — ALGEMEENE WERKEN.
3108.   Sncy, (de) Description des pêcheries de Commachio.
Zie: Annales maritimes. 1833.
3109.   Scherer, (H.) Algemeene geschiedenis van den wereldhandel. Uit
het Hoogduitsch vertaald door ^V. S. Caliseh. Haarlem, A. C. Kruseman.
1858-1862. dl. I—II. gr. 8".
                                                        B. R. L.
Zie aldaar: Vischvangst der Nederlanders. I, bl. 366. Haringvisscherij. bl.
407—408. II, bl. 376, 736. — Vischvangst in de Noordel. zeeën. II, bl. 136— *
141. — Visscherijen van Engeland. II, bl. 424, 469. — Visscherijeu van Terre-
Neuve. II, bl. 560. — Walvischvangst. II, W. 760.
3110.   Schneider, (J. G.) Proben von der Pischkunde der Alten.
Zie: Leipzig. Magazin. 1783, bl. 62—98.
3111.   Sea fish and lisheries.             K. B. \'sG. ~3. L. H. - R. L.
Zie: The Quarterly Review. 1867. April, bl. 310—334.
3112.   Sm il 11, (Adam) An inquiry into the nature andcausesof the wealth
of nations. With a lil\'e of the author, an introductory discourse, notes and
disserlations by J. R. H\'Culloch. Fourth edition. Edinburgh, A. C. Black.
1855. gr. 8o.
                                                                                        B. R. L.
Zie aldaar: Rent paid in the Shetlaud Isles for the facility of catching and
storing fish. bl. 67. Quantity of lish brought to niarket, now limited. 109.
The herring lisheries much beuefited by the repeal of the salt lans, and duty.
552. Board of Cornmisaioners appointed for their management in 1808. 551.
Progress of fisheries as evinced by table coutaiuing abstract of herrings cured
etc. from 1815—1848. 551, 52. Bounty properly withdrawn in 1830. 552.
Change effected on laws regarding the herring fishery, since Dr. Smith wrote.
551. The character of British herrings stands deservedly high. 551.
3113.   Stede, (Rich.) Account of the Fishpool, consisting of a vessel so
called, lately invented and built for the importation of lish alive and in good
health from parts however distant by Mr. Joseph Gillman, mathematician.
London, 1718. 8».
3114.   Steinbock, (E. F. von) Die schatzbare Fischerei in allen Bezieh-
ungen. Mit schoner. Kupfern. Nürnberg, 1730. 8».
3115.   Tenorio, (José Maria) La aviceptologia, 6 Manuel completo de
Caza y Pesca. Dividio en tres Tratados. Madrid, 1843. 18°.
3116.   Toussaiiit, Nouveau manuel du pêcheur. Instruction sur les divers
genres de pêches. Paris, Roret. 1838. 12».
3117.   Traite de toute sorte de chasse et de pêche. Amsterdam, Etiennc
Roger. 1714. 2 dln. 12».
3118.   Tuckey, (J. H.) Aardrijkskunde voor zeevaart en koophandel. Uit
het Engelsch. Rotterdam, J. Immerzeel. 1819. 5 dln. gr. 8o. B.R.L.
Zie aldaar: Noorweegsehe handel en visscherij. bl. 26\'J. Zweedsehe haring-
visscherij. I, bl. 465. Deensche visscherijen. I, bl. 497. Noderl. visscherijen.
II, bl. 121, Visscherijen in Frankrijk. II, bl. 201. In Spanje en Portugal.
II, bl. 276, 308. Visschen en visscherijen in de Middellandsche zee. 11, 327.
l)e Terreneufsche bankeu en visscherij. IV, bl. 182. Visscherij in Amerika.
IV, bl. 275. De visscherijeu van Groot-Brittanje. V, bl. 325—342.
3119.   Visscherij "Courant. (Algemeene) Rotterdam, Kijgh en van
Ditmar. Wekelijks een blad in folio.
Dit blad verscheen vroeger als: Weekblad van Maassluis, Maasland en
Rozenburg ,
onder redactie van den Heer van der Lehj; vervolgeus met medewerking
van den Heer Fr. P. L. Pollen, die sedert April 1871 de hoofdleiding van het
blad, onder eerstgenocmden titel, op zich genomen heeft. Het doel van dit blad
is „om hen, die zich op de visscherij toeleggen, of die er belang in stellen, be-
kend te maken met hetgeen de wetenschap ons aangaande de natuurlijke historie
der visschen en der visscherijen heeft geleerd."
-ocr page 238-
204                            PÊCHES NEERLANDA1SKS. — GÉNEKALITÉS.
3120.   Visscherijen. Zie de belangrijke mededeelingen, vooral betreffende
eene statistiek van de visscherijen, in: Congres international de statistique
a la Haye. Cornpte-rendu de la septième session. La Haye, 1870. 4>. Seconde
partie, pag. 339—362. Vergelijk No. 3107.
3121.   Visch vangst. — Jagten op zee. — Visscherij, enz.
Zie: Het boek der Uitvindingen. Leiden, A. W. Sijthoff. J858. III, bl.
66—125.
                                                                                           B. R. D.
3122.   Vit al, (J.) Les merveilles de la mer. Histoire naturelle. — Pêcbes.
rtouen, Mégard. 1872. 8<>.
3123.   Voyage d\'un chasseur dans los différentes parties du monde, ou
revue générale des chasses et des pêches de tous lespays. Paris, 1839. gr. 8».
3124.   Wilcocks, (J. C.) The Sea-fisherman, or fishing pilotage; compri-
sing the chief methods of hooke and line fishing in the British and other
seas; a glancc at nets and remarks on boats and boating. Guernsey, Barbet.
1865. 8o. Met platen.
3125.   Yowiir, (L. J. H.) Sea-fishing as a sport: being an account of the
various kinds of Sea-fish, how and where to catch them in their various seasons
and localities. London, Groombridge and Sons. 1865. 8<>.
3126.   Zimmeimami, (W. F. A.) Der Mensch, die Itathscl und Wunder
seiner Natur, Ursprung und Urgeschiehte seines Geschlechts. Met 150 Abbil-
dungen. BerLin, G. Hempel. 1864. gr. 8».
                                   B. R. L.
Zie aldaar: Fischervölker, Flussfischer, Meeresfischer, Walltischfang, Harings-
fang, Stockfischfarig u. s. w. b!. 601—641.
3127.   Zwaardvisschen. Iets over het vangen van Zwaardvisschen.
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1871. No. 45, 46.
2. Nederlandsche Visscherijen in het algemeen.
[Peches Néerlandaises. Généralitésï]
3128.   Adres van zes reeders ter visscherij te Vlaardingen, Maassluis,
Pernis, Zwartewaal, Middelharnis en Scheveningen. aan de Tweede Kamer
der Staten Generaal, in dato L\'2 Maart 1812, betrekkelijk de belastingen op
de Hollandsche vischwaren in België. Met eene begeleidende missive, folio.
3129.   Aitzema, (L. van) Saken van Staet en Oorlogh, in, ende omtrent
de Vereenigde Nederlanden (1621—1669). \'s Gravenhage, J. Veely, e. a.
1669. 6 dln. folio. K. B.\'s G. - B. L. II. — V. E. B. R. — R. L.
Zie aldaar: Verbod eu proclamatie betreffende de Hanugvisscherij op de En-
gelsche kust. Ao 1636. II, bl. 306 , v.v.
Placcaet van den Koningh van Engelandt, verbiedende de groote visscherij
in zijne zeeën, anders als met zijn consent eude permissie. II, bl. 310, 311.
Klachten over de visscherij en propositie van Engeland. II, bl. 402—408.
Instructie voor den admiraal van Dorp, ter bescherming der visscherij in zee
gaande. Au. 1636. II, bl. 409, 410. Hanugvisscherij en walvischvangst geschorst;
nadeel daardoor veroorzaakt. Ao 1653. III, bl. 810. Coneept-bill tegen de vrije
visscherij. Ao 1660. IV, bl. 618.
Octroy voor de Compagnie tot het handelen en vissen op de kusten van
Nova Zembla. Ao 1614. Continuatie van het octroy. Vrieslandts accoort rakende
de walvischvanghst. Accoort ende Verdragh tusschen de kamers van de gheoc-
troyeerde Noordsche Compagnie van Hollandt ende Zeelandt ter eenre, ende die
van Vrieslandt ter andere zijde. Ao 1636. II. bl. 356—361. IV, bl. 1062.
-ocr page 239-
NBDBRLANDSCHE VISSCHERIJEN IN HET ALGEMEEN.                    205
3130. Amsterdam. 1\'Espine, (de) De Koophandel van Amsterdam en
andere Nederlandsehe steden. Vermeerderd door Ie Long. 10» druk. Amsterdam .
1802. 4 dln. 8c
                      K. B. sO. B. L. H. — B. R. R. L.
Zie aldaar: Haringvangst beschreven. II, 275. Lijst van de schepen daarop
uitgezonden. II, 278. Aangemoedigd bij plakkaat. II, 281.
Kleine of Grocnlandsche visscherij en vaart op Straat Davis. II, 282—297.
Lijst der schepen tot de vaart op de Straat Davis uitgezonden. II, 308.
3131.------De Amstcrdamsche visscherij, in de boeken en registers van
het Archief, medegedeeld door Dr. P. Soheltema.
Zie: Catalogus van visscherij-voortbreugselen, voor de tentoonstelling te Bergen .
(Rotterdam) 1865, bl. 44-47.
                                                         B. R. L.
3132.------Verslag over den toestand van handel, scheepvaart en nijver-
heid te Amsterdam. Opgemaakt door de Kamer van Koophandel en Fabrieken
aldaar. Gedrukt te Amsterdam, ter Stads-drukkerij. 1866—72. 8». B.R.L.
In elk Verslag komt een overzigt van de visscherij voor.
3133.   Bachiene, (W. A.) Vaderlandsclie geographie of nieuwe tegenwoordige
staat en hedendaagsche historie der Nederlanden. Amsterdam. Gartmane. a.
1791. 5 dln. gr.
8o.
                                                 K. B. \'sG. B. R. L.
Zie aldaar: I, bl. 16—21. Vissclierijen.
3134.   Baert, (J. F. B.) De vrije zeevisscherij. (Naar aanleiding van het
verslag omtrent den staat der zeevisscherijen in 1857, 1858 en 1859).
Zie: de Economist. 1860, bl. 3S9—40?-.              B. N. A. M. — R. L.
3135.   Baruetll, (J.) Het kwijnend vaderland in sijne Visscherijen. Zee-
vaard. Koophandel, enz. \'s Gravenh.. P. F. Gosse. 1781. 8». K.B.\'sO.
3136.   Boer, (W. R.) Nederland\'s zeevisscherijen.
Zie: Pantheon. Tijdschr. v. nutt. kennis. Tiel. 1855. bl. 201-223.
3137.   Bogaerde van ter Brugge, (A. J. L. Bar. v. d.) Proeve over de
belangrijkheid van den handel, de scheepvaart en de nijverheid van het Koning-
rijk der\'Nederlanden. \'sHage, 1845. 2 dln. 8o. K.B.\'sO.—B.L.H.-R.L.
Zie aldaar: Haringvisscherij en walvischvangst. 1, 313—327. II, 147,148.
Hetzelfde werk in het Vransch. La Haye, 1845. 3 dln.
                       B. li.
3138.   Bnddingh, (D.) Algemeene statistiek voor handel en nijverheid.
Een handboek voor kooplieden, fabrikanten en staatslieden. Haarlem, A. C.
Kruseman. 1846—1849. 3 dln. gr. 8o.
                         B. L.H. -R. L.
Zie aldaar: Over het bedrijf der visschery en de vangst der wateruiereu in
het algemeen. I, bl. 357—376. I. De walvischvangst. II. De hariugvangst.
III. De Kabeljaauwvangst.
Visscherijen. II, bl. 306. III, 527.
3139.------Mededeelingen betreffende de algemeene Statistiek voor land-
bouw, handel en nijverheid. 1848—1857. Haarlem, A. C. Kruseman.
1851—1858. 2 dln. gr. 8°.
                                               B. L.H.—R.L.
Zie aldaar: Walvischvangst in de Vereen. Staten. I, bl. 267. Il, 360. Haringvangst.
Nederland. II, bl. 49. Scheveniugen. II. bl. 99. Zalmfokkerij tePerthin Schot-
land. II, bl. 182.
Bnrrongta, (John) Zie No. 3145.
3140.   Ituys, (J. T.) Een nieuw leven. (Overzigt van de visscherijen in
de laatste tien jaren, naar aanleiding van het niet toekennen van premién.)
Zie: de Gids. Jultj , 1867, bl. 94—123.                                            R. L.
Kii, naar aanleiding van dit artikel: „Zonder protectie\'\', voorkomende iu de
Arnhemscbe Courant van 20, 21, 23 en 24 Augustus 1867; en hier onder
No. 3152.
3141.   Carleton. Lettres, mémoires et négociations du Chev. Carleton,
dans les tems de son ambassade en Hollande. (1616—1620.) La Haye, P. Gosse,
1759. 3 dln. kl. 8».
                                K. B. \'sO. — B. L. H. — R. L.
-ocr page 240-
l\'ftCHKS NEERLA.NDAISËS. — BÉNÉBALITÉS.
206
Belangrijk voor de onderhandelingen, gevoerd tnsschen de Staten-Generaal en den
Koning van Engeland, over de visscherijen op de kusten van Schotland. Voorna-
melijk ook ten opzigte van de gevangenneming van John Browne, belast met de invor-
dering van „de Conincklijke tol ofte acchynse" op de haringvisscherij. Zie:
Muller\'s Mare clausum. Atnst., 1871. bl. 106 en vlg. Vergelijk tevens: Win-
wood\'s
MemoriaU of affairs of State. London, 1725. 3 dln. folio. K.B.\'sG.
3142.   Colom, (J. A.) Vyerige Colom, Verlichtende en Verthooiiende de
17 Nederlandsche pro vintien. Alsmede cort Verhael van het leven en daden
der Hertoghen van Brabant enz. Amsterd., J. A. Colom. (z. j.) omstr.
1630. 4o. obl. Met 51 kaarten en 120 portr. K. B.\'sO. —B.K. —R. L.
Zie aldaar: „"Visserie" als middel van bestaan, bl. 5. Uitgebreidheid van de
„Haringh, Cabeljau ende Salmvanghsf\', bl. 6.
3143.   Court, (P. de la) Aanwijsing der heilsame politike gronden en
maximen van de Republike van Holland en West-Vriesland. Leyden. Hakkens.
1669.4o.
                                                      K. B.\'sO. — B. L.H.—R.L.
Z*e aldaar: Dat Holland seer wel legt om syn voedsel uit der zee te rapen,
ende door andere kunsten te bekomen; en hoe grooten middel van subsistentie
de visserijen ons strekken konneu. bl. 27.
Bat Holland door de visserij en negotie, en door die twee, de manufacturen
ende navigatie ofte scheepvaart veikregen heeft. bl. 35.
Werd gevraagd, waarom de sware oorlogslasten, niet hebben de visserij,
negotie, manufacturen en reederij in schepen buiten Holland gekeerd? en antwoord
daarop, bl. 47—52.
Dat men de vissers enz. gansch niet belioorJe te beswaren, bl. 77.
Dat men ook eenigziuts ten onregte in Holland de vrijheid van visserije en
negotie besnoerd. bl. 84.
3144.   Delft. Bleyswyck Ev/n., (D. van) Beschryvinge der stadt Delft.
Delft, Ara. Bon. 1667. 4o. Met 34 platen. K.B.\'sG.-B.L.H.—B.R.—R.L.
Zie aldaar: Groote visseherij. (Welke steden het bewint hebben over de G.
V. van Holland, bl. 5.
Groenlandsche Compagnie opgerigt en te niet geraakt, bl. 619.
3145.   Dutch, (The) Drawn to the life. London. 1664. 12».
Van welk belang dit ciirieuse pamphletje voor de geschiedenis onzer visscherijen
is, blijkt uit het uitvoerig overzigt, dat de Heer S. Muller, in zijn: Mare
clausum, bl. 388—394, daarvan geeft. Wij maken daardoor tevens kennis met een
groot gedeelte van den inhoud van een niet minder belangrijk werkje, getiteld:
Jo. Borough , Imperium maris Brilaunici. Lond., 1686 (1636?), een boekje dat in:
„The Dutch Drawn to the life" uitvoerig besproken wordt, maar door den Heer
Muller te vergeefs werd gezocht. Zie ook over „The Dutch" Dr. R. Fruin, in :
Volks-almanak tot N. v. \'tA. 1861. bl. 75.
3146.   Ende, (W. P. van den) De belangrijkheid der visscherijen voorde
Nederlanden. Arnhem, Is. An. Nijhoff en Zoon. 1851. 8o.
B.L.H. —U.H.—R.ü.
3147.------Nog eene bijdrage tot de belangrijkheid der visscherijen.
Arnhem, Is. An. NijhoffenZn.\' 1851. 8o. B. L. H. — U. H. — R. D.
------Vergelijk No. 2220.
3148.   Fruin, (R.) Tien jaren van den tachtigjarigen oorlog. 1588—1598.
Amsterdam, J. H. Gebhard en O. 186J. gr. 8o.
Zie aldaar: bl. 213, 214, 237. K. B. \'s O. — B.L H. —B.B. —R.L.
3149.   \'sGravenhage. Riemer, (J. de) Beschrijving van\'s Gravenhage,
enz. Delft, R. Boitet. 1730. 3 dln. folio. Met platen. K.B.\'sG.—B.L.H.—R.L.
Zie aldaar: Eenige bijzonderheden betrekkelijk de visseherij en vischhandel te
Scheveningen. I, bl. 50—59.
3150.   Hall, (H. C. van) Visscherijen in Friesland en Groningen in 1867.
(Overzigt volgens mededeelingen van den Heer G. J. Weyland.)
Zie: Tydsohr. uitgeg. d. d. Maatsch. ter bevord van Nyverh. 1868. 5(, en
6D St. blz. 204—210.
                                               K. B. \'s O. —B. R. L.
-ocr page 241-
NEDERLANDSCHE VISSCHERIJEN IN HET ALGEMEEN.                    207
3151.   Harderwijk. Schrassert, (Joh,) Hardervicura antiquum ofte Be-
schryvinge der Stadt Harderwijck. Begrypende de oude ende uytterlycke Ge-
daante der Stadt. Als mede Haere Regering ......mitsgaders derselver
Rechten, (alsook) de Gedenckwaerdigste saecken aldaer voorgevallen. Tweede
druck. Harderwyck, W. Lunterboseh. 1732. 2 dln. 1 bd. 4».
K.B. Sa. -B. L. U. -R. L.
Zie aldaar: Dispuit over de Zuiderzee. Of de Zuiderzee getnein is om daarin
te mogen visschen. I, bl. 21—27. Van het stapel-regt en afslag van deu visch
en verderen aankleven van dien. I, bl. 183. — Haringvangst. I, bl. 20. —
Pekelharing, bl. 21. — Stapel vau de Zeevisch.bl. 192. — Telvisch, bl. 193. —
H. Levert de visch op \'s Vorsten tafel, bl 191. — Visscherie. II, bl. 90. —
Sardamrners aengehaelt. II, bl. 149. — Over-zeesche visscheis aangehouden, bl.
160. — Netten opgehaelt, bl. 162. — Harierwycker netten door den Schout
van Dornspyck aengehaelt, bl. 165.
3152.   Hoogendijk Jr., (A.) Eenige beschouwingen over „Een nieuw leven
geschetst door den Hoogleeraar J. T. But/s, betrekkelijk de Nederlandsche
visscherijen. \'sGravenhage, Gebr. Belinfante. 1867. 8o. (Vergel. No. 3140.)
Zie de beoordeeling van deze „Beschouwingen" door Prof./. T. But/s,va: ie
Gids, Februarij 1868, bl. 366-376.
3153.   Jaarboeken, (Nederlandsche) inhoudende een verhael van de
merkwaerdigste gebeurtenissen sedert het begin van 1747—1798. Amsterd.,
Houttuin. 52 dln. 121. bdn. gr. 8o. K.B.\'sO.—B.L.H.—B.R.—R.L.
Zie aldaar:
1750.  Groote Visscherij. De Staten Generael doen ten voordeele derselve eenige
publicatieu uitkumen, bl. 707—710. üe gecommitteerden van deselve verzoekeu
en verkrijgen vrijdom van impost, bl. 722. — Hoeveel schepen in zee gegaan
zijn, bl. 804. -- Prijs van den Haring, bl. 885
Walvischvangst. Eeuige impositien voor deselve worden door de Staten van
Holland verminderd, bl. 531.
1751.  Ongemeen hoogen prijs van den Haring, bl. 586—589.
1752.  Gr. V. De gedeputeerden tot deselve wijzen het verzoek der Katwijkcreu
(om haring te mogen kaken) van de hand, bl. 481.
Kleine V.Ter behoudinge van derselver schepen, de Groenland ia, Bruinvis en
Vrouw Leonora, doen de Staten een publicatie, bl. 1292—1753. Alsook Zijne
Britsche Majesteit, bl. 167. — Wat van deselve teregt gekomen is, bl. 1230.
1753.  Twee Jagers wordeu met de allereerst gevangen haring naar Hamburg
gezonden en het voordeel daarvan, bl. 1226.
1754.   Gr. V. Ter aankweekinge van deselve belooft de Magistraet van Vlis-
singen eenige douceurs en voorrechten, bl. 92. — Ook voor de Walvisch-
vangst, bl. 92. — Kestitutic van den impost op de middelen van consumptie,
bl. 1199. — Hoe het zout aangegeven moet worden ten dienste van de Haring-
visscherij , bl. 303.
1756. Gr. V. De vrijdom vau lasten voor dezelve wordt gecontinueerd, bl.
1152. — Derselver Jagers komen de Engelschen vóór te Hamburg en te Bremeu,
bl. 1224.
KI. V. Welke schepen tot deselve uitgezeild en t\'huis gekomen zijn, bl.
1225. — Vangst, bl. 1230. — Van haring die tut bokking gerookt wordt,
bl. 1227—1228.
1759. De Schubvisch sterft buitengemeen op verscheide plaetsen in de binnen-
wateren, en de Magistraten van Goes en Maestricht doeu er voorzieninge tegen,
bl. 789—790.
Tot conservatie van de Gr. V. wordt verboden Engelschen haring te vermengen
met de vangst van deze visscherij, bl. 741, 1045, 1164.
1781.   Request der geïntresseerdens in de Gr. V. bl. 703. — Vlaerdingeu
bericht wegens het gelukkig binnenkomen van alle vischschepen , bl. 250, 897. —
Buitengewoone Godsdienst-ocffening, bl. 899.
1782.    Haringvisscherjj, bl. 756. — Visscher9 zeilen onder Keizerlijke en
Pruissische vlag uit, bl. 96.
-ocr page 242-
208                            FÊCHES NEERLANDAISES. — GÉNÉRALITÉS.
1783.   Haringvisscherij te Scheveningen, bl. 420, 1555, 1568. — Te Kat-
wijk, bl. 1569. ~ Eukhuizen, bl. 1053. —Maassluis, bl. 1146. - In
"t algemeen, bl. 2222 — Berigt wegens het stranden van een visch wegende
8000 ponden, bl. 2123.
1784.   Haring-Visscherij, bl. 1278—1500, 1611, 2013. — Visscherij, bl.
185-201. — In de straat Davids, bl. 2015—2016.
1785.  Haring-Visscherij, bl. 1127, 1601. — Visscherij , bl. 179, 1427, 1661.—
Walvischvangst, 1777.
1786.  Haring-Visscherij, bl. 132, 218, 558, 567, 661,1594,1614,1695.
1789. Verzending van Haring verboden, bl. 559 —Haringvangst, bl. 2107,
2109.   — IJslandsche visscherij, bl. 478. — Straat Davidsche visscherij, bl.
2110.   — Walvischvangst, bl. 761, 2109.
1794. Bericht wegens het nemen der IJslandsche Vloot (van Vlaardingen)
door de Franscheu, bl. 1218.
Bovendien vindt men in bijna eiken jaargang een „Staat van de groote en
kleine visscherij.\'\'
3154.   Jaarboekje, (Staatkundig en Staathuishoudkundig) uitgegeven
door de vereeniging voor de Statistiek. 1849 — 1872. Amsterdam, E. S. Wit-
kamp. 21 dln. kl. 8<>.
               K. B. \'sG. — B. L. H. -B. R. — R. L.
3155.   Jaarboek (Statistiek) voor het Koningrijk der Nederlanden.
1851—1867. I—XV» jaarg. \'sHage, Landsdrukkerij. 8o.
K.B.\'sG. —B.L.H.—B. R.—R.L.
Beide jaarboeken bevatten jaarl. overzigten van de visscherijen.
3156.   Jonge, (J. C. de) Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen.
2e vermeerderde druk, uitgeg. onder toezigt vanJhr. Mr. J. K. J. de Jonge.
Haarlem, A.C. Kruseman. 1862. 5 dln. roy. 8o. K.B.\'sG.—B.R.—R.L.
Haringvisscherij. Haar geschil niet Karel V over de uitrusting van buizen
ten oorloge. I, bl. 87. — Verboden bij het uitbreken van den 2n Engelschen
oorlog. 1, bl. 664 — Haar bluei na het eindigen van dien krijg. II, bl. 285.
Haringvloot (De Nederlandsche) ondervindt groote afbreuk van de Duinkerksche
kapers. I, bl. 227, 285. — Door Adm. Blake overvallen en deels vernield.
I, bl. 422—423. — Door Frauschc kapeis geteisterd. (1676) I, bl. 666. —
Tegen de Algerijnsche roovers beschermd. (1687) III, bl. 34. —Haar buitenge-
woou groot geleide in 1696. III, bl. 509. — De schrik harer reeders voor
Jan Bart overdreven voorgesteld. III, bl. 501, 510. - De Noord-Hollandsche
vloot door de St. Pol vernield (1703) bl. 612, 613 — Heeft veel van de
Fransche kapers te lijden. (1793-1794) V, bl. 151—152.
Visscherij (De Nederlandsche) bekostigt oudtijds een gedeelte der landsvloot.
I, bl. 86. — Belangrijke diensten door de Uirectien haar bewezen. I, bl.
257—258. — Lij.lt nieuwe afbreuk van de Duinkerkers na den slag bij Duins.
I, bl. 373. — Staat aan gestadige belemmering en vervolging van de zijde der
Engelschen bloot. I, bl. 407, 413, 421, 422. — Verboden bij het uitbreken
van den 2n Engelschen oorlog. II, bl. 2. — Maatregelen in 1674, 1676 en
1676 te harer beveiliging tegen de Duink. kapers genomen. II, bl. 656—659,
662 — 663. — Hare onveiligheid in 167S. II, 666, 667. — Aantal schepen
van 1682-1700 tot hare bescherming gebouwd. III, bl. 118—120, 733, 734.—
Bij den aauvang van den 2n Franschen oorlog aanvankelijk verboden, later voor-
waardelijk vnjsesteld. III, 166—170, 319. Alleen geoorloofd tegen levering van
den 10n en 5n man. (1758) IV, bl. 342.
Groenlandsche Vaart verboden (1659) I , bl. 578. — ld. bij het uitbreken
van den 2n Eng. oorlog. I, bl. 664. — Haar bloei na het eindigen van dien
krijg. II, 235. — Hare booten en sloepen voor de binnenlandsche verdediging
gebezigd. (1672) II, 323. — Andermaal geschorst. (1673) II, 355. — Lijdt
groote afbreuk van Fransche Kapers. (1676). — Aanmerkelijke versterking van haar
konvooi. II , bl. 666, 667. — Maatregelen tot hare bescherming tegen de
Algerijnen. III, bl. 34. — Soldijen en kustgelden harer matrozen. III, bl.
167. — Hoeveel manschappen zij destijds jaarlijks aau \'s lauds vloot levert. III,
bl. 170. — Door de Denen verontrust. (1740) IV , bl. 166 , 167. — De IJs-
landsche vloot door Fransche Kapers geteisterd. (1794) V , 161.
De eerste druk verscheen te\'s Grav. en Amst. bfl Gebr. van Cleef. 1833—1848.
6 dln. 10 bdn.
                                                                                     B. L. E.
-ocr page 243-
NEDERLAND8CHE VISSCHERIJEN IN HET ALGEMEEN.                   209
15157. Keuchenius, (WU1.) De inkomsten en uitgaven der Bataafsche
Republiek, voorgesteld in eene nationaale Balans, om onze maatschappelijke
belangen, landbouw, koophandel, fabrieken en visscherijen tegen elkau-
deren te berekenen. Amsterdam, W. Holtrop. 180:3. 8°.
Zie aldaar: Over de Visscherijen. Hoofdst. VIII.         B. L. 11. — R. L.
Kikkert, (H.) Zie No. 3192.
3158.   Kluit, (A.) Historiae federum Belgii federati primae lineae. Lugd.
Batav., S. et I. Luchtmans. 1790. 3 dln. gr. 8<>. K.B.\'sG.-B.L.H.— U.H.—R.L.
Zie aldaar: Halecum Piscatio , vetus libertas. hl. 420. — Praemiis excitata.
bl. 421. — Piscandi tempus, bl. 421. -- Cuntruv. curn Anglis. bl. 420. —
Cum Gallis, bl. 158. 250, 252, 420.
Balaenarum piscatio, origo, societas, ïnomenta. bl. 421. — Controv. cum
Anglis, Gallis, Danis. bl, 422.
Piscationes, Variae species, bl. 419. — Libertas pristina ad Yarmouth An-
glorum. bl. 188. — Per omne mare. bl. 189—191. — Sub Cromwello. bl. 205 —
Ad Scotiam. bl. 420.— Adoras Daniae. bl. 307.— Ad Scaniam. (Schonen) bl. 297.—
Ad uras Galliae. bl. 158, 159, 167, 242, 245. — Uefensio. bl. 245. — Ob
bellum siispensa. bl. 476. — Uurante bello ex pactis libera bl. 193 , 313.
3159.   Kweekschool en museum voor visscherij (Plan tot oprichting
van eene).
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1871. No. 29.                                  B. R. D.
3160.   Leeuwen, (Siinon van) Batavia illustrata ofte Verhandelinge van
den oorspronk, voortgank, zeden, enz. van Oud Batavien. \'s Gravenhage,
J. Tongerloo en J. Doll. 1685. folio. K.B.\'sG.—B.L.H.—B.R.-R.L.
Zie aldaar: Haring. Opkomst van den handel van Haring en Soutevis ; door
wie eerst voortgeset, en ordre op deselve. fol. 365.
Walvis-vangst, hoedanig die weidt geoeffendt. fol. 365.
Lnzac, (E.) Zie No. 3167.
3161.   Maggregor, (John) Holland and the duteh colonies. Loudon,
Whittaker. 1848. roy. 8o.
                                       K. B. \'sG.—B. L.H.
Zie aldaar: The Dutch flsheries. bl. 141—145.
3162.   Muller Fz., (8.) Mare clausum. Bijdrage tot de geschiedenis der
rivaliteit van Engeland en Nederland in de XVII eeuw. Academisch proef-
schrift. Amsterdam, Fr. Muller. 1872. 8o. K.B.\'sG.—B.L.H.—B.R.-R.L.
In dit belangrijk geschrift worden voornamelijk behandeld de geschillen
over de vrijheid der zee — ook en vooral ten opzigte der visscherijen , -— en
Engeland\'s streven, om door belemmering onzer visscherijen,onze zeemagt te fnuiken.
Getuigt de breede lijst van uitgegeven — maar vooral van onuitgegeven —-
bronnen, door den schrijver geraadpleegd, van de groote zorg aan zijn arbeid be-
steed, van niet minder belang zijn de stukken — óf onuitgegeven óf hoogst
zeldzaam — als bijlagen aan zijn werk toegevoegd, waarvan ik hier eene opgave
laat volgen.
Plakkaat van Jakob I „belangende \'tvisschen." Ao 1609. — Ifelwood, Of
the communitie and proprietie of the seas (tegen //. de Groot\'s mare libernm). —
Grolii Defensio capitis quinti Maris liberi. — Engelsch verhaal van het gevau-
gennemen van John Browne. — Deductie van het recht der Staten op de visscherij
Mj Spitsbergen. — Nederlandsen verhaal van het voorgevallene op Spitsbergen
van 1596—1618. —Plakkaat van Karel I, Ao 1636. — Akte van vrijgeleide voor
Kapitein Ruyter. — Licent voor Joost Bouwensz. — Getuigenis van Joost
Bouwensz e. a. over de handelwijze der Engelschen tegen de Nederlandsche
haringvisschers.
3163.   Phenix.: (The) or, a revival of scarce and valuablepieces from the
remotest antiquity down to the present times, etc. London, 1707—1708.
2 dln. 8o.
Zie aldaar: I, bl. 222—231: John Ket/mors Observation made upon the dutch
fishing about the year 1601. Vergelijk No. 3336.
3164.   Rees, (O. van) Geschiedenis der Staathuishoudkunde in Nederland tot
het einde der 18de eeuw. Utrecht, Kemink en zn. 1865—68. 2 dln. gr. 80.
K.B. \'sG. —B. L. H. — U. H. —B. R. —R. L.
Zie aldaar: Visscherij en handwerksnijverheid. I, bl. 20 vv.
14
-ocr page 244-
210                            PÈCUES NEERLANDAISES. — GENÉRALITES.
3165.   Rietstap, (Gerant) De Zecvisscherij en de makreel.
Zie: Tijdschr. uitgeg. d. d. Nederl. maatsch. tor bevorder, v. iiijverh. 1870.
XI, bl. 122—150.
                                                     K. 11. \'s G. —M. R. L.
3166.   Sallengre, (A. H. <le) Essaid\'une histoire des Pro vinces Unies, pour
1\'année 1621. La Haye, Th. Johnson. 172S. 4o. K.B.sG.—B.L.H.—R.L.
Belangrijk voor de geschiedenis der onderhandelingen niet Engeland over de
geschillen betreffende de Groenlandsche- en Haringvisscherij.
3167.   Sérionne, (A. de) Hollands rijkdom, behelzende den oorsprong van
den koophandel, en van de magt van dezen slaat; de toenemende vermeer-
dering van deszell\'s koophandel en scheepvaart, enz. Uit het. Fransch vertaald.
Vervolgens overgezien, merkelijk veranderd, vermeerderd en van verseheiden
misslagen gezuiverd door El. Lu:ac. Leyden, Luzac en van Uamme. 1780.
4 dln. gr. 8°.
                             K. B. \'t G. B. L. H. — U. H. — R. L.
Zie aldaar, I: Van de visscherij. bl. 91, 95, 125—146, 163—167.
Noordsche visscherij en koophandel, bl. 345—350. Voorrechten, ronkende de
visscherij en koophandel op \'t eiland Schonen. Bijlage B. Gunstbrieven van de
koningen van Zweden en Denemarken niet betrekking tot de visscherij. Bijl. C.
Placaet beroerende \'t visschen niet vluwen en volgerije op de Mnze. (17 Nov. 1551)
Bijl. F. Brief van Grave Willen IV rankende den vischstupel te Naarden. Bijl. G.
II.   Vao de haringvangst, bl. 25S--275. — Walvischvangst. bl. 275- 2S0.
Kabeljaanwvangst. bl. 2S1.
III.    llaringvisscherij door de Gi\'aaven ter harte genomen, bl. 60. — Vis-
scherij op de Engelsche kust reeds vciór het jaar 1295 geoefend, bl. 56, 57. —
De Hollanders hebben altijd hunne mededingers gehnd en hoe dit tot haaren
bloei heeft medegewerkt, bl. 85.
IV Schadelijke invloed der belastingen op de visscherijen. bl. 70, S2 en volg.
Nadeel welke zij door de hoogc dagloonen lijden, bl, 87. —• Dcrzclver verval en
naakende ondergang, bl. 88.
3167a.------La richesse de la Hollande. Londres. 1778. 2 dln. 40l
Zie aldaar: Pêclics. I, bl. 13, 49, 191—210.                             B. R. L.
316S. Sjoerds, (Focke) Algcmecne beschrijving van oud eii nieuw Frics-
land. vertonende dcszell\'s gelegenheid, vruchtbaarheid, voortbrengselen, enz.
Leeuwarden, P. Koumans. 1765. 2 dln. 4 bdn. 8o. Met kaart.
K. li. \'»ff. — B. L. II. U. U. — R. L.
Zie aldaar: Overvloed van meer- en riviervisch in Friesland. Haering en salm
in de Zuiderzee. Visscherij op de Noordzee. I. 1, bl. 196—202, 216, 246.
Visscherijen, jachtregt, enz. II. 2. bl. 8S7. Jagtgerigt. llegtsoeffening nopens
het stuk van jagt en visscherij van ouds. II, 1. bl. 355 , 366.
3169.   Smallegange, (M.) Nicitwe Cronyk van Zeeland. Eerste (éénig) deel.
"Vervattende do voor dezen uitgegeven cronyken van de Hceren Jacobus
Eyndius,
en Johan Reygersberg, veel vermeerdert omtrent deses landschaps
oudheden en herkomsten, wateren en stroomen, eylanden. steden en heer-
lijkheden. Met. .vele kopere platen (en kaarten) verciert. Tot Middelburg, By
J. Mcertens. 1696. folio. K. B. \'a O. — B. L. H. —B. B. - R. L.
Zie aldaar: Van de Zeelandschc visscherijen. — Walvisvangst, bl. 173 —178.—
Van de visschen in onse stroomen en eerst van de zeehonden, zeekattcn,
bruinvisschen. bl. 178—181. •— Van onze zeevissclien en van die onzerbmnen-
landsche soete wateren : cabbetjauw, abberdaen , kibbcling, stokvisch, sahn , elft,
steur, cavenr , makreel, pieterman, wijting, prikken, spiering, zeehanen, sprot,
ansjovis, paling, heilbot, tarbot, tongen, scharren enz. bl. 1S2—189. — Van
den haring, haringvangst, haringkaken enz. bl. 189—192.— Lofdicht van den
pekelharing, bl. 192. — Van de visch met harde schelpen: oesters, mosselen,
krabben, kreeften, garnaet, zeequalen enz. bl. 192—195.
3170.   Staat (Tegenwoordige) der Verecnigde Nederlanden (door /. Wage-
naar
e. a.). Amsterdam, Tirion. 1739—1804. 23 dln. gr. 8<>. Met platen
en kaarten.
                                   K. B. \'s O. B. L. H. —BR.— R. L.
Zie aldaar: Haring. Verscheiden soorten van denzelven. I , bl. 579. — Pan-
haring, braadharing, bokking. I, bl. 587. Hoe de haring gepakt en gezouten
wordt. bl. 579. — Liefhebberij van den nieuwen haring, bl. 580.
-ocr page 245-
211
NEDERLANDSCHE VISSCHERIJEN IN HET ALGEMEEN.
Haringbuizcn. Hoe groot dezelve doorgaans zijn. I, bl. 577. — Hoeveel
kosten op de uitrusting derzelvo loopen. bl. 577. — Hoeveel er jaarlijks in zee
steken, bl. 585. — Haringtonnen , hoe te maken. bl. 579; hoe gebrand, bl. 580.
Haringvisscberij. Opkomst derzelve. 1 , bl. 575. — Waar de baring gevangen
worde. bl. 577. — Wetten omtrent de haringvisscherij. bl. 57S. — Voordeelig-
heid derzelve. bl. 582. — Merkelijk afgenomen, bl. 584. — Van sommigen veel
te hoog begroot, bl. 58G. — Zij wordt de groote visscherij genoemd, bl. 582.
Walvischvangst, door de West-Indisclie maatschappij zonder voordeel onder-
nomen. I, bl. 533. — Beginsels der walvischvangst. bl. 58S.- Wetten omtrent
dezelve, bl. 592. — Waar zij geschiede, bl. 593. — Onderzoek of er de reeders
voordeel bij hebben, bl. 599. — Kosten op de uitrusting, enz. bl. 501,506.—
Walvischbaarden. bl. 597 , 599 , 608. — Walvischspek , hoc dik. bl. 598.
3171. Staat onzer Visscherij en in 1858.
Zie: Sloet tot Oldhuis, Tijdschr. voor Staathuishoudkunde. Zwolle, 1859.
XVII, bl. 427—438.
                                      B. L. H. B. R. R. L.
3172.------De tegenwoordige toestand onzer Zeevisscherijen.
Zie: Sloet tol Oldhuis, Tijdschr. voor Staathuishoudkunde. Zwolle , 1855.
XI, bl. 304—311.
                  K. B. \'s G. B. L. H. — B. R. R. L.
3173.   Stratingh (G. A.) 6. A. Venema, Geschied", aardrijks-
en natuurkundige beschrijving van den Dollard en den boezem van den
Eems. Met kaart. Groningen. J. Oomkens en R. J. Schierbeek. 1855.8o.
Zie aldaar: 2e Afd. 7e Hoofdst.:                     K.B.\'sG.—B.L.H.— R.L.
De garnaal en garnalenvangst. bl. 256—259. — Ansjovisch, spierling, geep,
knorhaan , sprot. bl. 259—260. — Vroegere vangst van haring en ansjovisch.
bl. 260—262. — Bot en botvisseberij. bl. 262—264. — J)e schar en de kleine
schol. 264—65. — Vischtuigen. bl. 265—66. — De steur, de zalm, de elft.
bl. 266. — De bruiuvisch. 267. — De zeehond, bl. 268. — De aal. bl. 268—
69. — Aantal visschers. bl. 269. — De kraite en booten, bl. 270. — Vermin-
dering der visehvangst. bl. 271. — Staat daarvan, bl. 272. — De botvangst
met de botreep. bl. 273, 74. — De garnalenvangst met de lade. bl. 274, 75.
3174.   Venema, (G. A.) De visscherij in de provincie Groningen. Gro-
ningen, Gebr. Hoitsema. 1S68. gr. 8». Met 19 houtsneden tusschen den tekst.
I: De visscherij buitengaats II: De visscherij binnengaats. III: Over de
schelpvisscherij en het vangen van mossels en oesters. IV: Over de visscherij
in de binnenwateren.
Zie ook: Bijdr. v. d. geschied, v. Gron. IV , bl. 83. K.B.\'sG —B.L.H.
3174«. Venhuis, (R. A.) Natuurlijke geschiedenis der provincie Groningen.
Groningen, J. Oomkens. 1829. kl. 80.
                                          B. R. 1).
Zie aldaar: Visscherijen, blz. 132—135.
Verhoeven, (G. T.) Over de visscherij op de kusten en in de rivieren
van Vlaenderen. Zie No. 2219.
3175.   Verslag over de Zeevisscherijen, uitgebragt door de Commissie,
benoemd bij Koninklijk besluit van 9 Februarij 1854. No. 57.\'s Gravenhage.
Van Weelden en Mingelen. 1854. gr. 8o. K.B.\'sG.—B.L.H.— B.R.—K.L.
Dit verslag bevat o. a. een geschiedkundig overzigt van lo:de haringvisscherij
in Nederland , Groot-Brittannië en Noorwegen; 2o de kabeljauwvisscherij; 3o kust-
visschenj ; 4o walvisch- en robbenvangst. — Wettelijke regelen waaraan de zee-
visscherijen in hare uitoefening gehonden zijn. — Bemoeijingen van de regering
met de zeevisscherijen , enz.
3176.   Verslag van het Collegie voor de Zeevisscherijen, over den staat
der zeevisscherijen van 1857—71. \'s Gravenh., Landsdrukkerij. 8o. B.L.H.B.R.
3177.   Verslag omtrent de Nederlandsche visscherijen. uitgebragt door
Directeuren der Nederl. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid in de
Algemeene Vergadering van 14 Julij 1868. Met bijlage: Uittreksel uit een
bij Directeuren ingezonden verslag wegens de Zalmvisschcrij in Nederland.
K.B.\'sG.—B.L.H.—B.R. —R.L.
Zie:
Tijdschr. uitgeg.d.d. Nederl. Maatsch. v. Nijverheid. 1868, bl. 307—324.
14*
-ocr page 246-
PÊCHES NÉEKLANDAISES. — GÉNÉRALITÉS.
212
3178. Verslag. Zie de jaarlijksclie. verslagen (1851—1871) vanden toe-
stand der verschillende provinciën. waarin belangrijke mededeelingen omtrent de
visscherijen voorkomen; alsook:
            K.B.\'sG.H.L.H.B.R.R.L.
317\') Verslag van den handel en de scheepvaart van hot Koningrijk der
Nederlanden, dat sedert 1846 jaarlijks door liet Departement van Finantiën
wordt uitgegeven, \'süravenh.. Gebr. Giunta d\'Albani. 1S47—1872. folio.
K. B. \'s G. — B. L. II. — B. R. — R. L.
3180. Visscherij. Visseherij en vischneering der Batavieren en Hollan-
ders, als de IVe hoofdtak van hunnen algemeenen bloei en welstand. Kleine
Visscherij. Beschrijving van de Aberdaan-. Zalm-, Stcur- en Kabcljaauwvangst.
Verhandeling over de Groote- en Walvischvisscherij.
Zie: De Koopman, of bijdr. ter opbouw van Neêrlands koophandel en zee-
vaard. 1768. I, bl. 225-240.
                         B. L. 11. V. tl. R. L.
3181.------Een blik op Holland, of schilderij van dat Koningrijk in 1806.
Amsterd., 1807. 2 dln. 8<>.                                           K. B.\'s G. B. R.
Zie aldaar: Buiten- en bimicnlandschu vischvangst. I, bl. 59—67.
3182.------Declaratie van de visscherijen in Holland, Zeeland ende
"Vlaenderen, mitsgaders van den Soute, dat men jaerlicx totten zelvcn vis-
solierijcn is behouvende.
                                   K.B.\'sG.— B.R. R.L.
Zie: Dodl van l\'lensburg, Archief v. kerkel. en wcreldl. geschied. III, bl. 78.
3183.------De Nedcrlandsche visscherijen.
Zie: Onze tijd. Amst., 1856. XVII, bl. 289.
3184.   Vlaardingen. (Zie de mededeelingen omtrent de visscherij aldaa.i
in: Catalogus van visscherij-voortbrengselen. (Rotterdam,) 1865. blz.
89—98.
                                                                                        B.R. —R. L.
3184«.------Vlaardingsche courant, gewijd aan de belangen der visscherij.
Vlaardingen, J. F. C. Brückwilder. folio.
Dit blad verschijnt tweemaal per week en bevat verschillende mededeelingen en
„staten" betrekkehjk de visscherij.
------Zie: Afcl. Haringvisscherij, N°. 3404—3408.
3185.   Vollenhoven. Do visscherij te Vollenhoven.
Zie: Sloet lot Old/tuis, Tijdschrift voor Staathuishoudkunde. Zwolle, 1852,
VII, bl. 372—378.
                                K. B. \'s G. —B. L. H. — R. L.
3186.   Vries, (J. van Ouwerkerk de) Verhandeling over de oorzaken
van het verval des Ncderlandschen handels en de middelen tot herstel.
Haarlem, Wed. A. Loosjes Pzn. 1827. 8«.
         B.L.tl.—U.H.—R.L.
Zie aldaar: Overzigt van het aanvankelijk herstel der groote en kleine Vis-
scherijen na de restauratie, bl. 249—255.
3187.   Wagenaar, (Jan) Vaderlandsche historie, vervattende de geschie-
denissen der nu Vereenigde Nederlanden. Amsterdam, ïirion. 1749—1759.
21 dln. gr. 80. (Met het vervolg.) K.B.\'sG.—B.L.H.— U.H.-B.R.-R.L.
Zie aldaar : Haringvisscherij : Op de Engclsche kusten vrijgesteld. III, bl. 51. —
Wordt bekommerd. III, bl. 188. V, bl. 209, 296. -- Willem Beukelsz.
Haringkaken uitgevonden. — Wordt, sedert de uitvinding van \'t ka aken eu de
groote netten, sterker voortgezet III, bl. 499. — Dour de Franschen merkelijk
benadeeld. IV, bl. 189. V, bl. 377—381. — In oorlogstijd vrij verkaard. IV ,
bl. 435 V, bl. 129. — Ook in tijd van bestand. IV , bl. 451. — Beveiligd.
V , bl. 297 , 326 , 377. — Gestaakt. V , bl. 341 , 368. — Bloeit zeer te Enk-
huizen. V , bl. 386. — Wordt door Jakob I bekommerd. IX , bl. 318. — Door
de Staten met oorlogschcjien beveiligd. IX, bl. 318. — Staat derzelve. X, bl.
42, 307. — Karel I zoekt ze te beletten. XI, bl. 259—261. — Karel II mis-
gunt ze den Staaten. XIII, bl. 21. - Handeling met Frankrijk over\'thandhaaven
derzelve XIII, bl. 21—24, 27, 30. — Zij wordt aldaar benadeeld. XV, bl.
380. XX, 407. — Middelen gebruikt om dit nadeel te voorkomen. XX, bl. 408.
Walvisschen hier te lande gestrand in 1598 en in 1617. IX, bl. 37, 158.
Walvischvangst. Beginsels derzelve. X, bl. 67, 159. — Op- en ondergang
der Noordsche maatschappye. X, bl. 68—71.
-ocr page 247-
NEDERLANDSCHE VISSCHERIJEN IN HET ALGEMEEN.                    213
Wagenaar, (Onmiddelijk vervolg op) of dl. XX11—XXIV. [door
P. Loosjes J;n.\'\\ Anist, Allart. 1789. 3 dln. gr. 8».
Zie aldaar: Haringvisschci\'ij. De voordeden aan de tl. geschonken, verlengd.
XXII , 2S1). — Bevoordeeld duor het verlof des vrijen invoers in Frankrijk. XXII,
ui. 456. — Plakaat wegens het onvermengd houden van den haring na Frankrijk
gevoeld. XXIII, bl 77. — Vourregten van dezelve verlengd. XXIV , bl 81,288.
------Bijvoegsels [20 dln.] en Naleezingen [2 dln.] door//, v. ffr0n,
N. C. Lambreohtsen, J. W. te Water e. a. Amsierd., J. Allart. 1798. gr. 8".
Zie aldaar: Haringvaart, lijdt veel nadeel door de Snaansehen. Bijv. IX, bl.
19. — Ook door de Engelschen: men legt haar een aanzienlijken bijstand toe,
bij den Staat. Bijv. XVII , bl. 92.
Haringvi-scberij. Twist daarover met Jabub. I. Nal. bl. 363—372.
Walvisschen. Eeltige op onze kusten gestrand. Nal. 351.
Walvischvangst. Waardoor benadeeld. Bijv. XV, bl. 75—115. — Haareuitne-
mende bloei. Bijv. XIX, bl. 92. — Kunsltuig, daartoe betrcklijk. XIX , bl. 93.
------(Vervolg op), [door P. Loosjes Az/i.] Amsterdam. Allart.
1786-1811. 48 dln. gr. 8«.
Zie aldaar: Haringbuizcn. Aan elk derzelver wordt door de Staaten van Hol-
land, een praemie toegelegt. 1, bl. 153.
Haringvisseherij. Vrijgesteld zijnde, wordt ongestoord uitgeoefend. IV , bl.
376. — Wordt door de Staaten van Holland begunstigd. XXII , bl. 262. —
Wordt naa de Revolutie in 1795 gestuurd, en eemge buizen door de Engelschen
opgebragt. XXIX, bl. 152 •— Verhaal van hetgeen wegens dezelve in het jaar
1795 is voorgevallen en besloten geworden. XXXIII, bl. 138—145. — Hoe
door het bewind in 1S02 bevoordeeld. XLV , bl. 327—329. — Wat wegens
dezelve in 1804 voorviel. Xl.VI, bl. 223.
Walvischvangst, in Groenland en straat Davids. Wordt op verzoek der deel-
hebbers in dezelve, door de Staaten van Holland aanmerkelijk bevoordeeld en
begunstigd. XXH, bl. 258—260. Ellendige staat der Groeniandsche visscherij
hier te lande in 1S02. XLV. bl. 326.
Walvischvangst aan de Kaap. Een octrooi daartoe wordt door het Staatsbe-
wind verleend, en met welk een gevolg. XLV , bl 54—58 en 327 Wordt door
den ontvlamden oorlog (in 1804) geheel gestremd en luopt geheel te niet. XLVI,
bl. 223.
Visscherijen. Bepalingen, ten tijde des oorlogs met Engeland in 1780 door
de Algeui. Staaten omtrent denselven gemaakt, opgegeven. III, 94—101. Het
in zee gaan met pinken, naa het uitbarsten des oorlogs verboden. XLV , bl.
248, 49. Ongenoegens deswegeus en nadere bepalingen. 251-55.
Opgave van hetgeen omtrent de voordeden aan de visscherijen door H. H.
Mog. toegestaan, in de ouderscheideue gewesten is voorgevallen. MV,bl.65—67.
3188.   Westerwout, (J. Dibbctz) Beknopte beschrijving der XVII Neder-
landsche provinciën, waarin den oorsprong en opkomst dezer landen aange-
toond wordt. Nijmegen, Is. van Campen. 1781. gr. 8°.
              H. R. L.
Zie aldaar: Visscherij. — Haringvangst. — Walvischvangst, bl. 467—486.
3189.   Weyland, (ö. J.) Visscherijen in Vriesland en Groningen in 1868.
Zie: Tijdschrift uitgeg door de Ned Maatsch. ter bevurd. vau Nijverheid.
1869, bl. 284-290.                                                  K. B. \'s G. B. R. L.
3190.   Wjnne, (H. A.) De aanvoer van zcevisch te Groningen.
Zie: Bijdr. t. d. geschied, v. Gron. 1866. III, bl. 106. K.B.\'sG.—B.R.L.
3191.   Zeevisscherij. Zee- en riviervisch oudtijds hier te lande tot
spijs gebruikt.
Zie: van IPijn, Histor. en letterk. Avondstonden. II, bl. 77. /. Scheltema,
Geschied" en letterk. mengelw. IV. 2e st. bl. 261—265.
K. B. \'s G. B. L. H. V. tl. — B. R. — R. L.
3192.------De Hollandsen e Zeevisscherij en in haren aard, omvangen
belangrijkheid geschetst. Een onderwerp, dezer dagen de aandacht ovcrwaardig.
(door H. Kikkert.) Rotterdam. P. J. Wijnhoven Hendriksen. 1842.8». B.R.—R.L.
Geschreven naar aanleiding van een artikel in het Handel.-bla I van 25 Maart
1842 getiteld: „de Hollandsche visscherijen in gevaar van guheeleu ondergang.\'\'
Tot repliek: „Geen represailles." Handelsbl. 28 en 29 Maart; en tot dupliek:„Theorie
en praktijk". Handelsblad 4 April. 2e editie.
-ocr page 248-
PÊCHES ANGLAISES. — GÉNÉRALITÉS.
214
3193. Zeevisscherij. Nog iels over de Zeevisscherijen.
Zie: Tijdschr. v. jagt en visscherij. VI, bl. 118.
3194.-----De nieuwe wetgeving in Nederland.
Zie: Bijblad van: de Economist. 1857, bl. 86, 112, 124, 172, 232.
K. B. \'s G. — B. L. B. — H. L.
3195.-----Die Hollandische Seeüscherei. (Overzigt over de jaren
1865—1866.)
Zie: Rotterdamer Handelsbericht. 1868, No. 3.
3196. Zeldain GaiisTvijk, (ten) Handleiding tot de kennis van bet Neder-
iandsehe Staatsbestuur. Dordrecht, Blussé. 1835. 7 dln. gr. 8o. K.B.\'sG. — B.R.
In het jaurlijksch overzigt van elk deel komt eeu verslag over de visschenjen voor.
Haringvisscherij. VII, 227, 228.
3. Engelsche Visschenjen in het algemeen.
[Péches anglaises. Généralités.]
3197. Anderson, (James) Observations on the means of exciting a spirit
of national industry, chiefly to promote the agriculture, commerce, iisheries,
and manufactures ot Scotland. Ediuburgh, 1777. 4°.
3198.-----• An account of the present state of the Hebrides, and the Western
coasts of Scotland, with hints tbr encouraging the iisheries; being the sub-
stance of a report to the Lords of the Treasury. Edinburgh, 1785. 8°. Met
eene kaart.
3199.   lieanfoy, (Henri) Speech to the British society tbr extending the
iisheries. London, 1788. 8°.
3200.   Bernard, (Th.) An account of the supply of fishes for the manu-
facturing poor. (z. pi.) 1813. 8».
3201.-----On the supply of employraent and substance for the labouring
classes in fisheries, manufactures and cultivation of waste land. (z. pi.) 1816. 8°.
3202. Brabazon, (W.) ün the deep sca and coast fisheries of Ireland,
with suggestions for the working of a fishing Company. With illustrations
by W, Cooper. Dublin, Mc Glashan. 1848. 8o.
3203 British fishery, recommanded by Parliament. (z. pi.) 1734.
3204.   British fish and iisheries. London, 1849. 18«.
3205.   Buchanan, (John Lanne) General view of the fishery of Great
Britain; drawn up for the consideration of the undertakers of the North
British fishery, lately begun for promoting the general utility of the inha-
bitants and empire at large. London, 1791. 8«.
                         B. R. ü.
3206.   Cawood, (Frane.) Scheme towards establishing and improving the
fishery, and the manufactures of Great Britain. London, 1713, 1724. 8<>.
3207.   Clerk, (George Maxwell) ïwo letters to the trustees for fisheries,
manufactures and improvement in Scotland. (z. pi.) 175G.
3208.   Colllns, (John) A plea for bringing in Irish cattle and keeping out
fish caught by forcigners; with an address about the advancement of the
fisheries, etc. London, 1680. 4°.
3209.------A discourse on salt and fishery. London, 1682. 4°.
3210.   Deinst er, (G.) Discourse containing a summary of the directors of
the society tbr extending the fisheries of Great Britain. (z. pi.) 1789.
3211.   Discourse concerning the fishery within the British seas. espe-
ciallv as it relaf.es to the trade of the company of the royal fishery of Eng-
land. (z. pi.) 1695, 40.
-ocr page 249-
ENGELSCHE VISSCHERIJEN IK HET ALGEMEEN.                        215
3212.  Discour se addressed to thcking by SirNicholasHales, on the benefit
derived bj the Dutch from English lisheries. ïcrins BUggested tbr granting
them a licence to lish tbr 21 years.
Zie: Green, Calendar of State Papers. Dom. Ser. of the rcign of James 1.
dl. I, hl. 509.
                                                                     K. B. \'s O.
3213.   Dixon, (J.) Three letters on a plan tbr improving the lisheries on
the Western coast of the United Kingdom. (z. pi.) 1802. 4o.
3214.------Iniprovement of the lisheries; or. a plan tbr establishing a
Nurscry tbr disbanded Seamen and Soldiers. London, 1S02. 4«.
3215. Engeland. The wealth of Great Britain in the ücean, cxemplilied
frora materials laid before the Committee of the House of Commons, appointed
last session to examine into the State of the British lisheries. London, Cooper
and Owen, 1719. 8».
3210.------A brief detail of the home lisheries from early time, particularly
as relating to the markets of London and Westminster. In three letters.
London, Hendcrson. 1703. 8°.
3217.------The truc interest of Great, Britain eonsidered; or, a proposal
for establishing the Northern British lisheries. London, 1783. 12°.
3218.-----A letter to the Court of Direotors of the Society for improv-
ing the British lisheries, with a plan for the erectiou of villages, hunibly
submitted to their consideration. London, Cadell. 1JS7. 8°.
3219.   Essays (Select) on commerce, agriculture. mines, lisheries and
other useful subjects. London, Wilson. 1751. 8°.
3220.   1\'Estrange, (Slr Roger) Diseourse of fishery, laying open. not only
the advantages and faeilitv of the undertakinsr. but the necessity of it. (z.
pi.) 1074. kl. 4o.
3221.   Fale, (Rob.) Observations on the report of the Committee of the
House of Commons, appointed to inquire into the State of the British lisheries.
London, 1786. 8o.
3222.   Fea, (James) Account of the methods of lishing practised on the
coasts of Shetlaud. Edinburgh, 1775. 8».
3223.   Fisheries (The) revivcd: or Britain\'s bidden treasurediscovered.
London, Kobinson. 1750. 8o. Met cenc kaart.
3224.   Fraser, (Alex.) (Lord Saltoun) Certain arraugements in ei vil polity,
necessary for the further improvement of husbandry, mines, lisheries, and
manufacture in this kingdom. London, 178G. 8°.
3225.   Fraser, (Rob.) Gleanings in Irelaud, respecting agriculture. mines
and lisheries, (z. pi.) 1780. 8°.
3220.------Letter to Hon. C. Abbott, Speaker of the House of Commons,
on the coast and Western Isles of Scotland, and the extension of the
lisheries, together with a letter from Dr. Anderson. (z. pi.) 1803. 8°.
3227.-----A review of the domestic lisheries of Great Britain and Ireland.
Edinburgh. 1818. 4o.
322S. Gaiider, (J.) Yfndicatiou of a national fishery; to which is added:
the Sovcreignty of the British seas. London, 1099. 8°.
3229. Gentleman, (Tob.) The best way to niake Eugland the most wealthy
Kingdom of Europc, by advancing the iishiug trado. London, (z. j.) folio.
3230.-----Englands way to win wealth, and to cmploy ships and
mariners. Or a plain description whst great profil it wilt bring unto the
Oommon wealth of England, by the ereeting, building, and adventuring of
Busscs to sea a fishing. With a true relation of the inestimable wealth that
is yearly taken out of His Majestys seas by the Hollanders, by their great
-ocr page 250-
216                                 i-ÊCHES ANGLAISES. - GÉNÉRALITÉS.
numbers of busses. pinks and line-boats. And also a Discourse of the Sea-
eoast towns of England; and the most fit and comodious places and harbours
that we have tbr busses, and ot the small number of our Eishermen, and
also the true valuation. and charge of building and furnishing to Sea busses
and pinks, after the Holland manner. Printcd at London , tbr NathanielButter.
1014. 4o. (50 blz )
Dit curicuse pampblet is ook opgenomen in: Harleian Miscellany. III, bl.
378—91. K.B.\'s O. Vergelijk: S. Muller s Mare clausum. Amst. 187a.
bl. 85—93.
3231.   Kordon, (Thom.) General remarks on the British fisheries by a
North Briton. London, 1785. 8».
Hales, (Nicholas) Zie: N°. 3212.
3232.   Harleian Miscellany. (The) A collection of scarce, curious,
and entertaining Pamphlets and Tracts, as well in manuscript as in print,
selectcd trom the library of Edward Harley. Interspersed with historical.
political and critical annotations by the late Wilt. Oldt/s and some additi-
onal notes by Th. Park. London, 1810—1813. 10dln. 4». K.B.\'sG.—B.L.H.
Deze hoogst belangrijke verzameling bevat 600 a 700 pamphletten, tractaten enz.
waarbij ook over de visscherijen. Zie No. 3230 en 3265.
3233.   Headrick, (J.) View of the mineralogy, agriculture and lisheries
of the Island of Arran; with suggestions for improving the agriculture and
the fisheries of the Highlands and Islands of Scotland. Edinburgh, 1807. 8°.
3234.   Hitchcock, (Robert) A pollitique Platt for the honour of the
Prince, the greate profite of the publique State. relief of 1 he poore, preservation of
the riche. rcformation of Hoges and Idle persons, and the wealth of thou-
sandes that, knowes not howe to live. Written for au Newyeresgift to Englande,
and the iuhabitantcs thereof, by Robert Hitchcock, late of\'Taverfeelde in the
Countie of Buckinghara , Gentleman. Imprinted at London, by Thon. Kyngston.
1   Januarie 1580.
Zie over ilit hoogst zeldzame werkje, dat in der tijd veel opgang maakte, en
waarvan het eenig bekende exemplaar in het Britsch Museum berust, S. M\'ulier\'\'s
Mare clausum. bl. 38.
3235.   Hoare, (John) On the resources of the seafishing of Ireland.
Read before the royal Dublin Society. January 15, 1866. Dublin, 1860.8».
3236.   Kiniioiil. Speech of the Earl of Kinnoul to the British society
for extending fisheries. (znd. pi.) 17\'J8. 8".
3237.   Knox, (John) A view of the British empire, more especially Scot-
land. with some proposals for the improvement of that country, with the
extension of its fisheries, and the relief of the People. London, 1784—85.
2  dln. 8».
3238.------Observations on the Northern fisheries, with a discourse on the
expediency of establisliing tishing stations, or small towns, in the Highlands
of Scotland and the Hebride islands. To which is added the last report of
the Committee appointed by the House of Commons to inquire into the
State of the British fisheries. London, 1786. 8».
Nog een pampblet over hetzelfde onderwerp ,,by a inember of the Highland
Society." 1786. 8o. Zie: No. 3244..
3239 Letter to a member of Parliament, concerning the free British
fisheries. London, Spavan. 1750. 8o. Met 2 kaarten.
3240. IJiidesay, (ratrick) The interest of Scotland considered, with
regard to its police, agriculture, tradc, and lisheries. Edinburgh, 1783. 8».
3211. London fishery laid open, or the arts of the fishenuen and
fishmongers set in a true light. (z. pi. en j.) kl. 4°.
-ocr page 251-
217
ENGELSCHE VISSCHERIJEN IN HET ALGEMEEN.
3242.   London\'s blame if not its sbame. (z. pi.) 1651.
Een pamphlet over de visscherij.
Macpherson, (Dar.) Annals of commerce, manufactures and tisheries.
Zie No. 3038.
3243.   Necesssity of founding villages contiguous to Harbonrs for the
establishment of fisheries on the Westcoast of Ücotland. (z. pi.) 176ü.
3244.   Noorthouck, (John) A new history of London, including West-
minster and Southwark. ïo which is added, a general survey of the whole.
Illustrated with copper-plates, maps and plans. London, printed for R. Bald-
win. 1773 4<>.
                                                                                     B. R. L.
Zie aldaar: Prices of fisli of the begiuning of the reign of Edward. I , bl.
58. — Scheme for bringing fish to London by land carriage. bl. 415, 16. —
Regulation of the fisheries in the Thaines and Medway. bl. 389. — 1\'ishmonger\'s
Company, their arts to euhance the price of fish; New regulatious thereupon.
bl. 68, 401, 564.
Society iucorj.orated for the encouragement of the British white-herriug-tishery.
bl. 369.
3245.   Pêcheries anglaises du saumon en 1868, du jharcng et de la
morue en 1870, du phoque et de la baleine en 1S69.
Zie: Ann. du commerce interieur. Juiu, 1872.
3246.   Petition of the fishermen of the Cinque Ports to the King, shewing
that the Nederlanders drive them from their lishing\', and sell fresh fish in
England, contrary to the iaws, and beseeching His Majesty to impose on
them a tax of 15 Sh. upon every last of lish, the same as they imposed on
the English.
Zie: Green, Calendar of State Papers. Dom. Ser. of the reigu of James. I.
dl. I, bl. 509.
                                                                               K. B. \'sG.
3247.   I\'liclps, (S.) A treatise on the importance of extending the British
fisheries, containing a description of the Iceland fisheries and of the New-Found-
iand fisheries. London, Simpkin. 1818. 8°.
3248.   Plans and proposals transmitted to the Committee on the British
fishery. (z. pi.) 1750. kl. 4o.
3249.   P r o p o s a 1 for raising a stock to improve the fishery of Great Britain ,
without costing the contributors one penny. (z. pi.) 1712. kl. 4°.
3250.   Pnckle, (James) England\'s interest; or a brief discourse of the
royal fishery; in a letter to a friend. London, 10%. S°.
3251.------England\'s way to wealth and honour. London , 1699. 1700. 8o.
3252.   Ralegh, (Walter) übservatious touching trade and commerce with
the Hollanders, and other nations, prcsented to King James. Wherein is
provcd that our sea and land commoditics serve to enrich and strenghten
other countries against ouf own. London, 1653. 12°. Herdrukt te London, 1606.
folio, onder den titel: Select observations, relating to trade, commerce and
coin. Is ook opgenomen in W. Ralegh\'s Works. VIII, bl. 351—376. B.L.H.
Zie over den schrijver en zijn werkje: S. Muller\'s Mare clausum. bl. 72—76.
3253.   Report (Annual) on the British fisheries. London, 1819—1872. fol.
3254.   Report of the Cominissioners appointed to inquire into the Sea-
fisheries of the United Kingdom. Presented by command, 1S66. London,
printed by G. E. Eyer. 1868. gr. 8o.
3255.   Reports of the Royal Irish fisheries Companies. Dublin, Browne
and Nolan. 1848-72.
3256.   Report of the deep sea- and coast-fishery Commissioners of lre-
land for 1868.
3257.   Report of <he board of fisheries in Scotland. (Jaren onbekend.)
3258.   Rose, (John) Essay upon the British fisheries, pointing out the
errors, as also a better system, and sundry experiments. (z. pi.) 1785. 12°,
-ocr page 252-
218                                PÊCHES ANGLAISES. — GÉNÉRALITÉs.
3259.   Smulders, (W.) Essay to establishing the fishery of Great Britain.
(z. pi.) 1708. 4o.
3260.   Schultz, (Henry) A dissertation on the public tishcries, explaining
the rise, progress, and art of Duth iisheries; and shewing, that au establish-
ment of a national iishery, on similiar principles, will extinguish the poor\'s
rates, etc. London, 1813. 8°.
3261.   Smart, (John) Remarks on the present condition and prospccts of
the British iisheries. Aberdeen, 1818. 12°.
3262.   State of the Irish iisheries. Dublin, Mc Glashan. 1852. 8».
3263.   Syinonds, (Th. E.) Observations on the iisheries of the Westcoast
of Ireland. London, Chapman and Hall. 1855. 8°.
3264.   Thomson, (James) On the value and importance of the Scottish
fisheries. London, Smith and El der. 1849. 12».
3265.   Trades increase. (The) London, printed by McholasOkes, and
are to be sold by Walter Burre. 1615. 4o. (62 blz.)
Ook opgenomen in: Harleian Miscellany. IV, bl. 202—220. K. B. \'s G. üe
schrijver teekent zich in zijne voorrede J. R. Echter worden Walter Barre en
Robert Keale als schrijvers van dit pamphlet genoemd. Vergelijk: i>. Muller\'\'s
Mare clausum. bl. 92—97.
3266.   Whatcley, (G. N.) Hints for the improvement of the Irish iisheries
London, 1803. 8o.
3267.   White\'s Observations upon the present state of the Scotch fishe-
ries, and the improvement of the Highlands. Printed for the author. 1791. 12o.
3268.   Yeats, (John) The natural history of commerce. London, Cassell.
1870. kl. 8o.
Zie aldaar: British iisheries. bl. 56—59. lïsh and Iisheries. bl. 307—315.
b. Haringvisscherij.
[Pêche du hareng.~\\
3269.   Achenwilll, Staatsverfassung der heutigen vomelnnsten Europaïschen
Rciche und Völker. 7« Ausgabe. Gött., 1781. 2 dln. 8".
Zie aldaar: Over de Haringvangst der Hollanders op de Engelsche en Schotsche
kusten. I, blz. 238, 240, 245—248, 280. II, blz. 414, 415.
Over de Iersche Haringvangst. I, blz. 251—252.
3270.   Adres van Haringkoopers en Haringpakkers te Amsterdam aan
Heeren Burgemeesteren dier stad d.d. 6 Eebruarij 1727, betrekkelijk het nemen
van maatregelen tot het te keer gaan van de slechte kwaliteit, pakking etc.
der Hollandsche haring, naar aanleiding der klagten deswegen door de
Magistraat der steden Stettin en Bremen aan de Staten Generaal ingeleverd.
folio.
                                                                                                            B. R.
3271.   Anderson, (Ad.) Deduction of the origin of commerce from the
earliest accounts. London, 1789. 4 dln. 4°.
                                  B. U. H.
Zie aldaar: Over de Haringvisscherij der Hollanders. I, blz. 218. v.v.
3272.   Anderson, (Joh.) Beschrijving van IJsland, Groenland en de Straat
Davis. Met platen. Amsterd., S. van Esveldt. 1750. 4o.
           B. R. L.
Zie aldaar: Haring en haringvisscherij (vooral van de Hollanders), blz. 43—64;
Kabeljaauw: hoe dezelve gevangen en toebereid wordt, bl. 64—72.
-ocr page 253-
219
HARINGVISSCHERIJ.
3273.   Arend, (J. P.) Algemeene geschiedenis des vaderlands, van de
vroegste tijden tot op heden. Voortgezet door Mr. O. van Rees en Dr.
W. G. Brill. Amsterdam, C. L. Schleyer en Zn. 1811-1872. Dl. I—III.
Se St. 4o.
                                                         K.B.sG.—B.R.—R.L.
Zie aldaar: Vischvangst van de vroegste bewoners van ons land. 1)1.1. Afd. I,
Stuk I, bl. 428. — Eerste blijk van de haringvissclierij hier te lande. Ao. 1300.
II.  i, bl. 516. — Frans 1 van Frankrijk brengt zijne strijdmagt in de Neder-
landen (1521) doch de haringvisscherij wederzijdsch is vrij verklaard. II. m,
bl. 302. — Belemmering der haringvisscherij door de Schotten (1547). II. iv,
bl. 13. — Vijf schepen ter bescherming der haringvisscherij ingewilligd, ib.
bl. 19 (1547).— Schepen ten oorlog uitgerust ter bescherming der Haringvaart
(1551). ib. bl. 30. — Bloei van de haringvisscherij in de 16e eeuw. II. vi, bl.
544. — Pogingen om onderhandelingen over de visscherij (met Engeland) aan
te knoopen. (Ao. 1618/19). III. m, bl. 30, 261. — Onderhandelingen (met
Engeland) over de Walvischvangst bij Spitsbergen. Ao. 1619. III. m, bl. 276.—
Schadevergoeding door de Engelsche Groenlandsche Maatschappij geëischt. III.
III,   bl. 745.
3274.   Batavia illustrata, seu de Batavorum insula. Hollandia, Zelan-
dia, Erisia, Territorio ïrajectensi et Gelria, Scriptores varii notae melioris,
nunc primum collccti, simulque editi. Ex musaeo P. Svrioerii. Lugd. Batav.,
Elzevier. 1600. 4fi.
                    K. B. \'sG. —B. L. II. —B. R — R. L.
Zie aldaar: Haringvisscherij, bl. 123 en 153—156.
Bnmlartills, (W.) Memoryen ofte Cort Verhael der Gedenck-
weerdigste geschiedenissen. (1003—1624.) Zie: No. 3124.
3275.   Bavière, («Ie la) Pêche du hareng.
Zie: Revue mant. et coloniale. Paris, 1872. bl. 875—893.
3276.   Boulognc-sur-Mer. Cuarnbre de commercede B.-s.-M. Mémoirc
sur la nécessité de limiter la saison de la pêche du hareng. Boulogne, Le
Boy-Berger. 1823. 4P. (24 blz.)
3277.------Pêches maritimes. übservatious sur un projet de reglement
pour la répression des abus des pêches mariiimes et spécialement de Ta pêche
du hareng. Boulogne, Le Roy-Mobile. 1837. 4<> (8 blz.)
3278.   Boxhorn, (M. Z. van) Tonneel ofte Beschrijvinghe des Landts
ende Steden van Hollandt ende West-Vrieslandt. Vermeerdert door G. Baer-
deloos.
Amsteld., J. Keyns. 1031. langw. k>. K.B.\'sG.—B.L.U.— B.R.—R.L.
Zie aldaar: Van de Haringvank en Lof-dicht van den Pekel-haring. (van
eenen Laurens in voorleden tijden gheinaekt zijnde.) bl. 37,74, 234,315,322.
3279.   Brandt, (C.) Historie van het leven van Huig de Groot. Vervolgt
door Adr. van Cattenburch. Dordrecht en Amsterd. , J. van Braam en G.
Onder de Linden. 1727. folio.
          K.B.\'sG.—B.L.II.—B.R.—R.L.
Zie aldaar: Haringvangst. Bewegingen in Engeland tegen de vrijheid derselve.
Vervolg bl. 66. — Dit baart veel opzien in Holland. — \'t Stuk hooger opge-
haalt heeft zijn bijzondere betrekking op de Groot, die daarover een brief schrijft.
Vervolg bl. 67—68. — De Engelsche vloot komt onder de Haringbuizen en
vervolgens de Hollaudsche. Vervolg bl. 68—69.
3280.   Bremner? (David) The industries ofScotland. Their rise, progress,
and present condition. Edinburgb, A. and C. Black. 1869. gr. 80.
B.R. L.
Zie aldaar: Fisheries, bl. 512—530. Manufactureofiishing-nets, bl. 312— 319.
3281.   Brielle. K. Tan Alkemade en P. van der Schelling, Bcschrij-
ving van de stad Brielle en den lande van Voorn. Rotterdam, Ph. Losel.
1729. folio. Met kaarten.
                 B. L. H. U. II. - B. R. -R. L.
Zie aldaar: Van de geregtigheid der stad Brielle tot het medebewind voor de
grootc visscherij, en mededeclingen betrekkelijk de haringvisscherij in den jare
1400 en later. I, bl. 23, 47. — Zalmvisscherij. 1, bl. 369.
3282.   Bnrrish, (Onslow) Batavia illustrata: or, a view of the Policy and
Commerce of the United pro vinces, etc. The whole illustrated with historical
-ocr page 254-
220                                                 PÊCHE DU HARENG.
facts, and observations of the highest importanoe to the trade and navigation
of üreat Britain. Second edition. London, J. Osborn. 1742. 3 Stukken.
1 dl. gr. So.                                                    A\'. B. \'s G. — B. ff. — ff. L.
Zie aldnar: II, blz 265—273; The dutch fisheries. (Een kort overzigtvan de
haring", kabeljaauw-, walvisch- en rivicr-visscherijen.) III, blz. 571—576: A
blief account of the manner in which the Dutch carry on the herring fishery.
3283. Jiuijs, (J. T.) De haringvisscherij.
K. B. \'iG. —B. L. H. U.H. —R. L.
Zie: de Gids. Amsterdam, 1851. II, blz. 621—545.
3284.------Een nieuw leven. (Het niet toekennen van premiën aan de
verschillende takken der Zeevisschcrij in de laatste tien jaren.)
A\'. B. \'sG. — B. L. II. U. H. —R. L.
Zie: De Gids, Jiilij 1867, blz. 94—123; 1868, 1\'ebr., blz. 336—376.
En, naar aanleiding van dit artikel: Zonder protectie, voorkomende in
de Aruhemsche Courant van 20, 21, 23 en 24 Augustus 1867. Vergelijk
No. 3140.
3285. (\'tiillo, Recherches sur la pêche de la Sardine (Clupea Sardina) en
Bretagne et sur les industries qui s\'y rattachent. Nantes, Forest. 1855. 8°.
328(5. Cole, (Th.) A short narrative of the proceedings of the Society
appointed to manage the Britisll White-herring-lishery, established by act of
Parliament. London, Owen. 1750. 8".
3287.   Collins, (Wilkie) Rambles beyond raihvays; or notes in Cornwall
taken a-foot. New edition. London, R. Bentley. 1861. kl. 8». B.R.L.
Zie aldaar: A Cornish fisbing town; the Pilchard, etc. bl. 5—22.
3288.   Couch, (J.) Observations in further illustration of the history of
the Pilchard tishery.
Zie: Transact. Cornwall polytechn. soc. 1S40, bl. 11 — 26.
Cragnt, (J. v. d.) Zie: Racueil. No. 3386.
3289.   Depping/, (G. B.) Histoire des expcditions maritimes des Normands.
et de leur établissement en France au Xe siècle. Paris, Ponthieu. 1826.
2  dln. gr. 8».                                                             K. B.\'s G.—B. R. L.
Zie aldaar: Pêche du hareng. II, bl. 241-244.
3290.   Dordrecht. Wall, (P. H. van de) Handvesten, privilegiën, vrij-
heden. voorregten, octrooijen en costumen; mitsgaders sententiën, verbonden,
overeenkomsten en andere voorname handelingen der stad Dordrecht. Met
geschied" en oudheidkundige aanmerkingen opgehelderd. Beginnende met de
oudste brieven tot in \'t jaar 1790. Te Dordrecht, by P. van Braam. 1790.
3  dln. folio.                                         B. L. II. V. II. —B. R. —R.L.
Zie aldaar: Haring, haringhandel. Bloeide weleer te Dordrecht, bl. 1201.—
Keur op het zouten en pakken , bl. 1294. — Verdrag met Keulen en Hamburg
dieswege, bl. 1294-1295.
Octrooi aan de vischkoopers tot vermindering van den Brabandscheu laudtol,
op de inkoorneude zalm, bl. 1154, 1301.
Visschcrijen. Limietscheiding, bl. 587. — Aloude bloei van de zalmvisscherij,
bl. 1157. — Verbod tegen het zetten van fuiken, bl. 881.
3291.   Embden. Beninga, (B.) Volledige Chronyk van Oost-Frieslant.
Vermeerdert en uitgegeven door F. Harkenroht. Emden, H. Meybohm.
1723. 4".
                                                     K. B.\'sG. — B. L. H.—R. L.
Zie aldaar: Haringvaert te Einden, bl. 824, 835.
3292.------Rensen, (P. van) Die Embdener Haringfischerei.
Zie: Deutsche Economist. Berlin, 1872. No. 1 en volgg.
Vergelijk: Bremer Handelsblatt. No. 1062, 1064.
-ocr page 255-
HAKINGVISSCHERIJ.                                                 221
3293. Enkhuizen. Brandt; (G.) Historie der vermaerde Zee- èn Koop-
stadt Enkhuisen, vervaefende haere herkomste en voortgangh. Mitsgaders
verscheide gedenckwaerdigo geschiedenissen, aldaer voorgevallen. Uitgegeven
door E. van den Hoof. Enkhuisen, E. van den Hoof. 1G66. 4". Met platen
en portretten.              K. B. \'s O. — B. L. H. U. II. —B. R. — R. L.
Zie aldaar: Haering, bij wie eerst gevangen en gesonten , I, blz. 17. In
grooten overvloedt gevangen. I, blz. 195. Waer die gevischt wurdt. II, blz. 6.
Is de hooftneering van Enkhuisen. II, blz. 0. Groote winst en handel daer uit
voortkomende. II, blz. 7.
Haeringvisscherij. Geduureride den oorlog met Vrankrijk in 1536 wederzijds toe-
gelaten. I, blz. 59. — Toerusting om die te besehermen. I, blz. 71, 78 , 80.—
Lijdt groote schade. I, blz. 200, 202.
3294.------Maatschappij van visscherij, koopvaardij en negotie. 1782.
Bericht en plan ter oprichtinge (dezer maatschappij) 8 blz. folio.
Directeuren: Aug. H. üuyvensz., Bern. Blok, P. Ebbenhont.
3295.------Scha inch, (H.) Buysmans rustpoozen op de neering. Predi-
katien gedaen op buysse dank- en bededagen voor de gemeente van Enchnysen.
Met titelplaat. Enchuysen, 1733. kl. 8».
3296.   Esquiros, (A.) Nederland en het leven in Nederland geschetst. Uit
het Fransen. Amsterdam, Gebr. Binger. 1858. gr. 8».
Zie aldaar: De visscherij™ en de kustbewoners, (o. a. haringvisscherij),
blz. 97—148.
De Wulvischvaarder en de walvischvangst, blz. 300—370.
Dit werk verscheen oorspronkelijk in de: Bevue des deuxruondes, 1855—56,
en werd later afzonderlijk uitgegeven: Paris, Michel Lévy. 1859. 2 dln. kl.8o.
K. B.\'sG. — B. L. H.—B. R. —R.L.
3297.   Fischer, (F. C. J.) Gescliichte des Teutschen Handels , der Schiffahrt,
Fischerei u. s. w. Hannover, Helwing. 1793. 4 dln. gr. 8o.
Zie aldaar: Geschichte des Heiingfangs. I, blz. 689—704. IV , blz. 241—2G4.
Geseh. des Walllischfangs. IV, bl. 264—280. B. L. H. ü. II. —R. L.
Franciscus, (E.) Zie No. 903.
3298.   Garnier, (Jos.) Réforme des règlements de la pêche du hareng et
du maquereau.
                                                                                      B. R. L.
Zie: Journal des Economistes. Aoüt 1866, blz. 266—270.
3299.   Gevers Deynoot, (W. T.) Specimen oeconomico-politico-juridicum
inaugurale, de magno sive Halecum piscatu Belgico. (Haringvisscherij.) Lugd.
Batav. , apud J. W. Leeuwen. 1829. 8°.
A\'. B. \'sG. —5. L. H. U. ü. —B. R. — R. L. —R. ü.
3300.   Gjn en Zn, c. s. (S. Tan) Adres aan de Tweede Kamer der Staten
Generaal betrekkelijk den staat, den achteruitgang en de oplevering der
groote visscherij. Vlaardingen, 1852. 8o.
                                              B.R.
3301.   Haak, (Gebr.) Toelichtingen aangaande de belangen der groote
visscherij aan de Leden der Staten van Holland bij derzelver vergadering
van 1 Julij 1834 aangeboden. (Enkhuizen, z. j.). 59 enÏ5 blz. 80. B.R.R.L.
3302.   Haring. Warachtieh Conterfeytsel van een Herinck gevangen aen
de Oosten van Maeslandt, onder Norwegen, den 21 van Nov. Ao. 1587.
kl br. folio.
(Verzameling Huurkamp van der Vinue, No. 2978.)
3303.   Haring en Haringvisscherij.                                             B. R. ü.
Zie:
Alg. Visscherij-Courant, 1871. N0. 45, 46. 1872. N0. 2.
-ocr page 256-
PÊCHE DU HARENG.
222
3301. Haring. Een hartig woordje over deuharing. (Voornamelijktegen
het [zoogenaamde] Vlaardingsche haring- en viscii-monopolie.)
Zie: liet Vaderland. Nieuwsblad. \'sGravenh. 1869. 30 en 31 .lulij. En naar
aanleiding van dit artikel, een stukje, getiteld: Iets over den haring, in: Nieuwe
Itotterd. Courant. 11 Aug. 1869.
3305.   Haring-Chronykjc (Het), of de boeken der viswijven, en ook der
joodsche vis-handelarcn. Geschreven in de Oost ersche taal door een geweldige
Haring-jager. waarbij gevoegt is. een Haring-pretje onlangs voorgevallen.
Tc bekoomen: Daar de Groene Haring verkocht wordt, in de Schoonhovi-
aansche Zalmkelder. (1784)? 8 blz. 8o.
Komt mij voor een persilHage te zijn op enkele gebruiken bij de hariugvisscherij ,
b. v. de bededag, de wedstrijd met den present-haring, bedriegerij om oarfevoor
nieuwe baring te verkoopen enz.
3306.   Haring handel in 1701. Op den 24 Oct. 1701 werd door de
.,Oover- en Ouden van de loofwaerdige Schoonvacrder Compagnie" te Ham-
burg , aan den Raad dier stad de volgende brief geschreven:
Zie den inhoud in: J. Souiendam, Mededeelingen uit het archief der stad
Delft. Delft, 1862. gr. 8o. blz. 87, 8S.
            K. B.\'s G. — B. R.- R. L.
Deze brief is ook opgenomen met eene toelichting van Mr. J. Soutendam
in: Navorscher. 1860, blz. 282---2S3; en wordt met andere stukken betreffende
de groote visseberij ook vermeld in: Register der bescheiden, die berust hebben
in het „secreet vertrek" van HU. Burgemcesteren en schepenen der stad Delft.
Delft, 1861. gr. 8o. blz. 33—39.
3307.   Haringkaart. Rapport van het Koninklijk Ncderlandsch Meteo-
rologisch Instituut te Utrecht van Maart 1856. betrekkelijk het ontwerp
van den Luitenant ter Zee Ie Klasse N. M. J. Kroef over het zamenstel-
len van Haring-kaarten. 10 blz. in 4p. Met bijlage.
3308.   —— Aanduiding van de plaatsen waar de meeste haring is gevan-
gen. gedurende het laatste zesjarig tijdvak. Utrecht, 1862. 4o. (1 blad stcondr.)
Uitgegeven van wege het Kon. Meteorol. Instituut.                       B. R. L.
3309.   Haringkakcn. Halma, (Frcd.) Tooneel der Vereenigde Neder-
landen en onderhoorige landschappen, geopent in een algemeen histor. geneal.
geograph. en staatkund. Woordenboek. Vervolgt door Brouërhis van Nidek.
Leeuw., H. Halma. 1725. 2 dln. err. folio. Met platen.
K.B.\'sG. —B.L.H. -U.H. —B. R.—R.L.
Zie aldaar: Biervliet en Willem Bcukelsz. I, fol. 137, \'138.
3310.------Hoffiiiann, f F. B.) Oeuvres. Paris. Lefebvre. 1829. 9 dln. 80.
B.R.
Zie aldaar: Grande discussion économique, politique et philologique sur la
Caqne et les harengs.
Observations de M. Noiil, sur Ie mémoire de M. Kaepsaet, ayant ponr titre:
Note snr la découverte de caquer Ie hareng.
3311.------Over de uitvinding van het kaken van den haring door Willem
Beukelsz.                                                     K. B. \'s O. B. L. H. —B. R.
Zie: Algemeene Konst- en Letterbode. 1819, II, blz. 34. Vergelijk: Dela-
mare,
Traite de la police, titre 27, liv. 5, chap. 2 et 4.
3312.------Over den pekelharing, de uitvinding van het kaken, de haring-
visscherij, enz.                                             K. B. \'s O. B. L. H. R. L.
Zie: De Koopman, of bijdragen ter opbouw van Neêrlands Koophandel en
Zeevaart. 1768. I, blz. 345, IV, blz. 81.
3313.------l.\'iicpsact, (J. J.) Note sur la découverte de caquer Ie hareng,
feite par Ouillaume Bcukeh, Pilote de Biervliet en Flandre. lue a la séance
de 1\'académie des sciences et belles lettres de Bruxelles, Ie 18 Novembre
1816. Gand. imprimerie de Beraard Poelman. 40. K.B.\'sG.B.R.
Vergelijk: N0. 8311.
-ocr page 257-
HARINGVISSCHE11IJ.                                                 223
3314. Haringkaken. Risseeuw, (J. Egberts) Iets over Willem
Beukelsz. vau Biervliet, en drie Charters, hem betreffende.
Zie: Jansen en van Dale, Bijdragen tot de oudheidkunde en geschiedenis
van Zeeuwsch-Vlaanderen. Middelb., 1859. IV, blz. 201— 219.
K. B. \'s G. B. L. II. R. L.
3315.------Verzoekschrift der ingezetenen van Katwijk, om den haring
te mogen kaken en inzouten als die van Maasland, en memoriën daartegen.
Zie: Nederl. Jaarboeken. 1751, bl. 1042, 1180. 1752, bl. 8, 481.
K. B. \'s G. — B. I. H. B. R. — R. L.
3316.------Willem Beukelszoon van Biervliet en het haringkaken.
Zie: De Navorscher. Amsterd., 1S53. II, blz. 327— 329.
K. B. \'s G. B. I. II. — B. R. R. L.
3317.------Eene aanteekening betreffende de vermoedelijke afkomst van
Willem Beukelsz.. waaruit tevens zou blijken, dat het haringkaken reeds in
\'t begin der XIV" eeuw in gebruik was. K.B.\'sG.—B.L.II.—B.R.—R.L.
Zie: De Navorscher. Amsterd., 1S70, blz. 165, 438.
3318. H aringroederij. Ontwerp tot instandhouding en verbetering der
Haringreederij in Holland. A.o. 1832.? 56 blz. folio.
                            B.R.
3319.------Beknopte schets van hot contract tot instandhouding en ver-
betering der Haringreederij in Holland. A°. 1S32? 16 blz. 8o.
         B. R.
3320.------Huishoudelijke bepalingen, ter regeling van den gang en de
werkzaamheden der Vereenigiug van de onderscheidene Haring-reederijen in
Zuid- en Noord-Holland; overeenkomstig Koninkl. besluit van 5 Mei 1829.
No. 88. 22 blz. gr. 80.
Anipliaticn en alteratiën op deze bepalingen, van 12 Mei 1837.
Nieuwe gewijzigde uitgave van 28 Mei 1839.
3321. Haringvissehcrij. Haringvangst op de Beneden-Wolga.
Zie: Album der Natuur. 1801, h\\/.. 31.                                         B. R. L.
3322.------• Iets over de haringvissehcrij in Nederland.
Zie: De Recensent ook der Recensenten. Amsterdam, 1824. II, blz. 374.
De Nederl. Hennes. Tijdschr. v. Koophandel en Zeev. 1826. No. 3, bl. 8—23.
B. L. H. — R. L.
3323. — Onze haringvisscherijen en de zware invoerregtcn in andere
landen.
                                         K. B. \'sO. —B. L. II. —B. R. —R. L.
Zie: !)e Economist. Tijdschrift uitgeg. door Mr. J. L. de Bruyn Kops. 1855,
blz. 245, 246. 1857, blz. 115-124.
3324.------Onze Haringvisscherijen. Naar aanleiding van het Verslag over
de Zeevisscherijen, uitgebragt in 1854. K.B.\'sO.B.L.H.B.R.R.L.
Zie: De Economist. 1856, blz. 33—39, 66—80, 97—103.
3325.------Engelsche mededinging tegen de Nederlandsche haringvisseherij.
Zie: De Nederl. Hermes. Tijdschr. v. Kooph. en Zeev. 1828. No. 2, blz.
30—39. 1829. No. 7, bl. 64—94.
                                                   B.R. L.
3326.------Hollandisclie Haringslischerei.                                    B. R. L.
Zie: Bremer Handelsblatt. 1872. No. 1062, 1064.
3327.------Bemerkungen über die Hollandisclie Haringslischerei an den
Schottischen Kusten.                                                                            B. L. H.
Zie: Zeitschr. f. Erdkunde. 1860. VIII, blz. 61.
332S.------Prohibitive bepalingen omtrent de haringvisseherij.
Zie: J. M. Kemper, Verhandelingen, redevoeringen en staatkundige geschrif-
ten. Amsterdam, 1836. 3 dln. gr. 8o. III, blz. 280—291.
K.B. \'iO. — B. L. H.—R. L.
-ocr page 258-
PÊCHE DU HAB.ENG.
22t
3329. Haringvisscherij. Vertaling van een latijnsch lofdicht op den
pekelharing. Onthaal hierop. Bcschryving van desselfs zoorten, pakking,
visch- en versjaagery. enz. Haariugscheepen en derselver begrootingen. Over
de visscherij, privilegiën, enz.
Zie: IJe Koopman, of bijdragen ter opbouw van Ncerlauds Koophandel.
Amsterd. G. Bom. 1768. I, bl. 345—368.
            K.B.\'sG.— S.L.H.—R.L.
3330.------„Groote Visscherij.\'\'
17 genummerde, fraai gegraveerde kopergravuren. Naar S. van der Meulen
door A. van der Laan. Bij Petrus Schenk in de Kalverstraat te Amsterdam,
(z. jr. omstreeks 1700) breed 4o.
                                                          B.R.
3331.------„De Haringvisscherij"
Kopergravure. Naar H. Kobell 1778, door M. Sallieih. 1781. gr. br. 4o.
Zie: Muller\'s Beschrijv. van Historieplaten. No. 179 a en b.
3332.------Royal fishery revived. (z. pi.) 1670. kl. 4o.
3333.------Royal trade of h\'shing, discovering the immense profits the
Hollanders havo made thereoff, with the vast emoluments and profil that will
redound t.o his saered Majesty and his three Kingdoins by the improvement
of it. Now seasonably published for the benelit of the Nation. London,
1662. *o.
3334.------* Method of curing white herrings and all white flsh. (z. pi.)
1550. 8o.
3335.------A small collcction of valuable Tracts relating to the herring
iishery; comprehending; John Keymer\'s celebrated observations on the dutch
üshenes in 1601; — The grand Pensionary John de Witt\'s sentimentson the
sarae subject; and a Discourse shewing the necessity, and proving the prac-
tibility of cstablishing a British Herring Iishery by Sir Roqer L\'Estrange.\'Yo
which an introduction is prelixed. London. for R. Griffiths at the Dunciad
in St. Paui\'s Church Yard. 1751. 4». (XXIV en 74 bladz.)
           B.R.
Vergelijk No. 3163:
3336.------Considerations upon the white-herrings and cod-flsheries.
(z. pi.) 1749. 8o.
3337.------Englands royal herring-fishery revived, or the charge of a
herring busse. By E. S. 1630. (z. pi )
3338.------England\'s path to wealth and hononr. 1750. (z. pi.)
3339.------General remarks on the herring fisheries. (z. pi.) 1788.
3340.------Great Yarmouth and Lowestoft; a Handbook for visitors and
residents, and a history, with statistics of the East-coast herring-lishery.
London, 1866.
3341.------An exact and authentic account of the greatest White-
herring-üshery in Scotland, carried on yearly in the Island of Zetland by the
Dutch only. London, J. Davidson. 1750.
                                            B.R.
3342.------Glaubwürdige Nachricht von der grossen weissen Herings-
Fischerei in Schottiand, welche von den Hollandern bei der Insel Zetland
jahrlich allein getrieben wird. Von einen Edelmann in Englischen Sprache
herausgegebeu und ins Teutsche übersetzt. Bremen, H. Jager. 1750. 8o.
K. B. \'sG.
3343.------Nogle Anmaerkninger over Silde-Fangsten og Handelen
med samme.
Zie: Den Bergenske Borgerven, 1767, blz. 385 — 501.
(Mededeelingen aangaande de haringvisscherij en haringhandel.)
3344.------Boeck, (A.) Iudberctning til Departementet for det Indre om
de afham i Vinteren 1861—1862 anstillede videnskabelige Undersögelser
angaaende Vaarsildflskeriet. ïrykt i Morgenbladet for 1862. N0. 300.
(Verslag betrekkelijk de voorjaars-haringvisschery.)
-ocr page 259-
HARINGVISSCHERIJ.                                                 225
3344-. Ha r i n g v i s s c h e r ij. Christie, (J. K.) Om Sild efiskeriet paa Bergens-
kysten. Trondhjem. 1850. 80.
(Haringvisscherij op de kust van Bergen.)
3345. — - Eilander, Mémoire sur la pêche du hareng en Suèdc.
Zie: Vitt. histor. och antiq. Akad. Handl. Stockh. 1802. VII.
3346.------Frondin, (E.) De piscatu harcngoruin in Roslagia. Upsalae,
1745. 4».
3347.------Humble, De piscatura harengoruin in Roslagia. Upsalae,
1745. 80.
3348.------Indborctningcr til Departementet for det Indre tra ved-
kommendc Opsynschefcr for Vaarsildfiskerierne tbr Aarene 1853—1805 ogfra
Opsynscheferne for Lofotfiskerict for Aarene 1850—1865. Trykte som Bilag
til Departementstidenden for samme Aar. De ere ogsaa saers kilt. udgivne.
(Verslag over de voorjaars-haringvisscherij.)
3349. —— Sars, (O.) Indberetning til Departementet for det Indre om
de af ham under Lofotfiskeriet i 186! anstilledc praktisk videnskabolige Under-
sögelser. Trykt i Morgenbladet IS65, No. 9 og 16.
(Verslag over de voorjaars-haringvisscherij.)
3350.------Schüning, (G.) Norges Riges Historie. Kjöbenh. 1781. 3 dln.4o.
Zie aldaar over de Haringvisscherij. II, bl. 139 vv., 455 vv.
3351.------Tanker, hvorledes Sildeliskerict mad Tidenkundebliveraere
betydelig, og til langt större Nytte end liidindt.il for den iiskende Almue i
Throndhjems Stift. etc. Throndhjem, 1792.
Zie ook : Fred. Ihaarups Alagazin for Danniarks og Norges topographiske
og statistiske Beskrivelse. Ie Bind, Kjóbenhavn, 1793 —1801, bl. 110—117. 80.
(Gedachten over de uitbreiding der haringvisscherij.)
3352.   —— Die Haringsfischerei an der siidwestlichen Kuste Schwedens.
Zie: Globus. Herausgeg. von K. Andree. 1870. XVII. No. 18.
3353.   Hartwig1, (G.) De zee en hare wonderen. Sneek, 1859. 2 dln. 8°.
Zie aldaar: Algenieene beschouwing van het rijk der visschen: o. a. De haring
en de haringvisscherij ; de sprot, de kabeljaauw, de steur, de zalm , de schol,
enz. enz. II, bl. 192—236.
3354.   Hinckley, (J.) Dutch method of curing herrings.
Zie: Nicholsou\'s Journal 1805. X , 223. (Naar het Hoogd. van Krünitz.)
3355.   Hoeven, (J. van der) De haring en de haringvisscherij.
Zie: Album der Natuur. 1852, bl. 161—175. S.N.A.M.—R.D.- R. L.
3356.   Hofdijk, (W. J.) Ons voorgeslacht, in zijn dagelijksch leven ge-
schilderd. Met platen. Haarlem, A. C. Kruseman. 1859—1864. 6 dln.
roy. 80.
                                                             K.B.\'sG.—B.R.-R.L.
Zie aldaar: Netten vlechten bij .Friezen en Franken. I, bl. 296. Visscherij.
(Vóór histor. tijd.) I, bl. 15. (Tijdens Karel den Groote.) II, bl. 41—45.
Haringvisscherij. III , bl. 35 , 393. Walvischvangst der Friezen. Maasharing.
III, hl. 29. Haringvisscherij in nood. V, bl. 271.
3357.   Hogendorp, (G. K. van) Bijdragen tot de huishouding van Staat.
\'sHage, Erven Joh. Allart. 1818—25. 10 dln. 80.
K. B. \'tO.—B. L.H. U. H. —R. L. —3. R.
Zie aldaar: Advys op de Haringvisscherij. II, bl. 250, Van de nieuwe, ver-
beterde uitgave, Z. Bommel, 1854. 5 dln. rov. 80. I, bl. 327—330. III, bl.
300—301.
3358.   Hoogendijk .lz., (A.) Beknopte opmerkingen omtrent de Zoutha-
ring-visscherij in verband beschouwd met de aan dezelve toegekende Rijks-
premie. \'s Gravenhage, Giunta d\'Albani. 1850. 80.
                             B. R.
15
-ocr page 260-
226                                                 PÊCHE nu HARENG.
3359. Hoogend ijk Jz., (A.) Nadere adstructie mijner beknopte opmer-
kingen omtrent de Zoutharing-visscherij. enz.: ditmaal bepaaldelijk opzigtens
de redevoering door den Heer R. Westerhoff, uitgesproken in de 2o Kamer
der St. Gen. op 21 Dec. 1850. \'s Gravenhage, Giunta d\'Albani. 1851. 8».
B. R.
3360.------Benige beschouwingen over „Een nieuw leven" , geschetst door
den Hoogleeraar J. T. Bui/s. Dctrekkclijk de Nederlandsche visscherijen.
(Waarbij als bijlagen: de Redevoeringen door den Heer Wintgens uitgespro-
ken in de 2e Kamer der St. Gen. op 21 Dec. 1850, en 6 Maart 1857).
\'s Gravenhage, Gebr. Belinfante. 1867. 8».
                                           B.R.
Zie over deze brochure een art. van Prof. J. T. Bnys, in: de Gids , Fe-
bruarij 1SC8, en ook No. 3284.
3361. Hoorn. Velius, (Th.) Chronyk van Hoorn, daarin het begin,
aanwasch en tegenwoordige staat der stad verhaalt worden, enz. Dezen vier-
den druk met aanteekeningen vermeerdert door Seb. Centen. Hoorn. bij Jacob
Duyn. 1740. 4o. K. B. \'tQ. —B. L. H. — U. H. —B. R. —R. L.
Ie druk. Hoorn, 1604. kl. 8»; 2e, ]G17. 4o; 3c, 1C48. 4o.
Zie aldaar: Haring: Het zouten van Pekelharing door wicn uitgevonden, bl.
32, 83. Het uitvoeren van haring verboden, bl. 272. Overvloed van haring
in de Zuiderzee gevangen, bl. 494.
Haiing-Buisen. Wanneer die begonnen gebruikt te worden , bl. 33. De Schotten
roven op de Haring-Buisen , en voorsorg daartegen, bl. 260, 261. Zo ook de
Franschen, bl. 272 , en de Duinkerkers, bl. 506. — Groot Haringnet bij die
van Hoorn eerst gevonden, bl. 33. — Haringvisseherij op de kusten van Groot-
Brittanje door den Koning verboden, bl. 537. — Enkhuizers twisten met die
van Harderwijk over de haringvangst, bl. 226».
Groenlandsche Maatschappij opgerecht en derselver wisselvalligheden, bl. ">50.
3362.------Abbing, (C. A.) Geschiedenis der stad Hoorn, gedurende het
grootste gedeelte der XVIIe en XVIIIe eeuw: of vervolg op l^elius Chronyk,
beginnende met het jaar 1630. Hoorn. Gebr. Vermande. 1841. 2 dln. gr. 8°.
K. B. \'sQ. — B. R. L.
Zie aldaar: Haring. (Vervolg) bl. 18, 347. Haringbuizen. (Vervolg) bl. 19,
51 , 57, 195. Haringvisseherij. (Vervolg) bl. 18, 57. Visch. (Vervolg) bl. 161,
172, 190, 275. Walvischvangst. (Vervolg) bl. 13, 25, 57, 169, 184, 215 , 232.
Horrebow, (S.) IJsland. Zie afd. Kabel jaauwvisschery.
3363.   Jacqnes, (L.) Discours sur les avantages de la pêche etenparticu-
lier sur les moyens de donner, ïi Calais. plus d\'activité et d\'extcnsion a
celle du hareng. Calais, Le Roy. 1S20. 8o.
.lanii.\'on. De republiek der Vereenigde Nederlanden.
Zie aldaar: Haringvisseherij. 11 , bl. 292—300. (Vergel. No. 3485.)
3364.   Kemper, (J. M.) Advijs over de haringvisseherij bij de overweging
der wet van 18 Maart 1818 over dat onderwerp. Amsterdam, J. van der
Hey. 1818. 80.
                                                                   B. L. H. —B. R.
3365.   Kok, (J.) Vaderlandsch woordenboek. Amsterdam. Allart. 1785—
1796. Met bijvoegsel. 38 dln. gr. 8o. K.B.\'sG.—B.L.H.—U.H.—B.R.—R.l.
Zie aldaar: Haringvisseherij. (Beschrijving der) XX, bl. 441—443. Willem
Beukelsz. VI, bl. 516-517.
Kroef, (S. M. J.) Zie: Haringkaart N<>. 3308.
3366.   Lasyeyres, (E.) Geschichte der "Volkswirthschaftlichen Anschau-
ungen der Niederliinder. Leipzig, S. Hirzel. 1863. roy. 80.
K.B.\'* 9. — 3. L. H. —U.H.— B. R. — R. L.
Zie aldaar: Haringsfang, bl. 184, 195, 196. — Walüschfang, bl. 89, 120,
146, 154, 276.
-ocr page 261-
227
HARINGVISSCHERIJ.
3367.   Légal, (Joseuh) De la convention du 16 Novembre 1860 et: de la
pêche du kareng. 8o.
Overgedrukt uit: ,,I/a Vigic de Dicppe". Waarbij ccnige aanteekeningen van
Hermann Baars , over de visscherijeu in Noorwegen.
Lely, (J. van der) Zie: Recueil No. 3386.
3368.   Linden Tan den Heuvel, (M. L. van) Algemeene staten bevattende
verscheidene opgaven van zaken die betrekking hebben tot de groote of
Zout-haringvisscherij in Holland, sedert haar zelfstandig bestuur in 1795 tot
1815. en alzoo gedurende eene halve eeuw. Bijlage tot inleiding der Alge-
meene Vergadering van 7 Mei 1845.
Vervaardigd ten dienste van zijn medeleden door M. L. van Linden van den
Heuvel.
Handschrift van 13 blz. folio.
                                                     B.R.
3369.------Voordragt van den Heer President M. L. van Linden van den
Heuvel aan de Hoeren leden van het Kollegie der Groote visseherij voor de
Provinciën Zuid- en Noord-Holland, in de Algemeene Vergadering te\'s Gra-
venhage.dcn 7 Mei 1815. Handschrift van 27 ongen. blz. in 1°. B.R.
3370.------Berigt aan de Reeders en de stuurlieden ter Groote of Zout-
haringvisscherij in Zuid- en Noord-Holland. (Wenken betrekkelijk de beste
vischplaatsen). Geteekend door H. L. van der Linden van den Heuvel en
P. Kikkert. Vlaardingen. 1847. 8o.
                                                       B. R.
3371.   Mc Culloch, (L.) Observations on the Herringfishery upon the South
and East coast of Scotland. London. J 786. 8°.
3372.   Maude, (A. de) Notice sur les pêcheries du hareng. de la morue
et du saumon en Norvège. Paris, Martinet. 1859.
3373.   Memorie tot adstructie van het regt der Reeders langs de kusten
van Holland, gevestigd te Scheveningen, Katwijk. Noordwijk. Egmond aan
Zee en Zandvoort. op de Haringvisschcrij. 6 blz. tol. (Opgenomen als
bijlage No. XIX in het Verslag van de Zeevisscherijen. 1851\'. Zie N». 3175.
Dit geschrift werd beantwoord door „de Leden uitmakende het Collegio ter
groote visseherij" in ecue „Memorie ter wederlegging van het gesustincerd regt,
\'t welk de reeders enz. op de haringvisscherij meenen te hebben." 15 Junij, 1818.
Handschrift, 19 bladz. fol.
Eene copie van dit Ma was vooreenigen tijd in het bezit van den Heer Mart. NijhofT.
3374.   Metelerkamp, (E.) De toestand vim Nederland in vergelijking met
die van andere Staten. Rotterdam. 1801. Dl. I. II. gr. 8°.
           B.R.
Zie aldaar: Haringvisschcrij. 1 , hl. 70—72.
3375.   Miller, (Dr.) Letters on the herringfishery. in the Moray Frith.
(form. pi. en j. onbekend). (Wcstirood, Bibl. piscatoria.)
3376.   Naamlijsten der Hariugschepen in de jaren 1778—1785. 1793.
1826—1871 van de Maas en \'t Noorderkwartier uitgerust, benevens derzelver
Boekhouders en Stuurlieden. Te Enkhuizen. later te Vlaardingen bij A. Groe-
neveld. boekverkooper. 1825—1835. en voor rekening der Jagerij . van 1S36—
1871. 4o.
                                                                                                    B. R.
3377.   Orders voor de Stuurlieden, behoorende tot de Haringvisscherij van
\'Zuid- en Noord-Holland. Te Vlaardingen, voor rekening der Jagerij. 1840,
1841, 1846. kl. 8o.
3378.   Parser, (M.) Etude sur L\'état actuel des pêches dans Ie royaume
des Pays-Bas. et spécialement de la pêche du hareng. (La Haye, Typographie
de C. H. Susan. 1868.) 6 en 31 hlz. roy. 8o.
                         A*. B. \'sG.
Uit werkje, opgedragen aan de Spaansche regering, is hier te lande bijna
geheel onbekend. Het is hoofdzakelijk eene vertaling van enkele stukken uit het
Gidsartikcl van Prof. J. T. Buys: Een nieuw leven (zie No. 3284), en van de
verhandeling van den Heer O. H. A. N. Rietstap: De haring en de haring-
visscherij (zie No. 3390), aangevuld met eenige statistieke opgaven uit de verslagen
van den staat der Neder!, zeevisscherijen.
15*
-ocr page 262-
VÊCHE DU HARENG.
228
3379.   Pêche du hareng (De la). Extrait du „Moniteur du Commerce"
du 12 Sept. 1833.
3380.   Petit, (J. F. Ie) La grande chronique ancienne et moderne de Hol-
lande, Zélande, Westfrise, Utrecht, Overyssel etc. jusqu\'a la ün de 1\'an
1600. Dordrecht. J. Canin. 1601. 2 dln. folio. K.B.\'sG.—B.L.U.—R.L.
Zie aldaar : Première pescherie du Harenc en la Mense. I, bl. 184.
3381.   Peyron, (S.) De la pêche de la Sardine et des industries qui s\'y
rattachent. Quimperlé, 1861. 8».
3382.   Piclion, De la pêche cötière dans la Manche, spécialement de la
pêche du hareng. Paris. Dentu. 1831. 8o.
3383.   Pilati de Tassulo, Lettres sur la Hollande. La Haye, J. H. Mun-
nikhuizen. 1780. 2 dln. 12°.
                   K. B. \'sG. —B. L. H. —R. L.
Zie aldaar: Pêche du hareng; pêche de la baleine. I, bl. 255—276.
3381. Propositie gedaau bij den Heer van Eecke aan de Gedeputeerden
van Vlaenderen en Zeeland, nopens de groote Haringvisscherij in Zeeland.
B. U.H. -B. R.
Zie: Werken van het Historisch genootschap te Utrecht. Kronijk, 1845—1870 ,
16e Jaarg. bl. 53.
3385.   Putte, (S. van de) Pêche du hareng sur les cötes de Flandre. au
moyen-age.
                                                                                        K. B. \'s G.
Zie: Annales de la Sociéte\' d\'émulation pour 1\'histoire et les antiquités de la
Flandre Occidentale. Bruges, 1839—1850. 8o. 2e série, III, bl. 339.
3386.   Recueil van de groote visscherij van Mr. J. van der Craght.
Ao. 1715. MS. 70 bladz. folio.
Dit handschrift, mij welwillend door den Heer Mart. Nijhoff ter inzage ver-
strekt, bevat verschillende aanteekeiiingen, in 15 afdeciingeu , betreffende het Col-
leeje der groote visscherij , de jurisdictie , keuren , vent-jagers , belasting op
den haring, subiidiën , lastgelden , pilotage, enz., beginnende met de tweede
helft der XVIe eeuw, voornamelijk getrokken uit de Resolutiën van de Staten
Generaal en de Staten van Holland, de plakkaatboeken , de notulen van \'t Cul-
legie der groote visscherij , enz.
In de K. B. te \'s G. berust een dergelijk „Recueil\'\' van Mr. J. van der Lely,
dat mij, door de welwillendheid van den Heer M. F. A. G. Campbell, eveneens
ter inzage werd verstrekt, loopeude tot het jaar 1753, (70 bl. folio). Ook dit
Recueil is in 15 afd. gesplitst, en bevat eveneens korte aanteekeningen betref-
feude de bovengenoemde onderwerpen.
3387.   Rees, (O. van) Geschiedenis der Staathuishoudkunde in Nederland
tot het eiude der 18° eeuw. Utrecht, Kemink en Zoon. 1865, 1868. 2 dln.
gr. 8o.
                                        K. B.\'sG. -B. L. H. — U.H.—R. L.
Zie aldaar: Dl. I , § 3. Visscherij. Belangrijkheid der zeevisscherij. bl. 21.—
De haiingvisschcrij. bl. 21. — Maatregelen tot handhaving van den roem van
den Hollaudschen haring in het buitenland. —• Keurmeesters en vrije keuring,
bl. 2f>. — Maatregelen ter voorkoming en uitputting der bron. bl. 27. —
Vischvangst op de kusten van Schonen, bl. 40.
33S8. Reygersbergen, (Joh.) Chroniick van Zeelandt, vermeerdert en ver-
betert door Af. Z. van Boxhorn. Middelburg, Z. en M. Roman. 1611. 2 dln. 10.
K. B. \'s O. —B. L. H. U. H. —R.L.
Zie aldaar: Harinckteelt, Harinckthol, Harinckvaert. I, bl. 184. Van som-
mige oude Havens ofte Reen , daer die meeste Haringhbuysen af pleghen te
varen , ende nu vergaen zijn. I, bl. 55.
3389. Ricard, (S.) Traite général du commerce Nouvelle édition. Paris,
Laveaux & O*. An. VII. 1800. 3 dln. 4». B.L.H.—B.R—R.L.
Zie aldaar: Pêche du hareng, de la morue et de la baleine. I, bl. 61—.67 •
-ocr page 263-
229
HARINGVISSCHERIJ.
3390.   Rietstap, (G. H. A. N.) De haring en de haringvisscherij.
K. B. \'sG. — B. U. H. — R. L.
Zie: Tijdschrift uitgeg. door de Nedsrl. Maatschappij ter bev. van Nijverheid,
1864, XXVII, bl. 312—338.
3391.   Rooy, (E. W. de) Geschiedenis van den Nederlandschen handel.
Amsterdam, L. F. J. Hassels. 1854, 3 dln. 8». K.B.\'sG.-B.L.H.—B.R.—R.L.
Zie aldaar: Vischhande! en haringvisscherij, bl. 80, 236 vv.
3392.   Rotterdam. G. Bruining, Tableau topographique et atatistique
de Rotterdam. Rotterdam, J. Immerzeel. 1815. 12o.
         B. R. R. L.
Men leest aldaar op bladz. 135: Avant la ïévolution de 1572 la navigation des
Hollaudais s\'éïcndait déja de 1\'cxtrcinité du Nord jusqn\'au détroit de Gibraltar.
Ils fouruissaient la France, 1\'Espague et Ie Portugal de lenr hareng; et celui
dont les tonncaux portaient la inartgue de Rotterdam , e\'tait réputé Ie meiileur
de tout hareng Hollaudais.
3393.   Sardine flshery. Met afbeeldingen.
Zie: The Graphic. London, 1871. bl. 334.
3391. Savary, (J.) Dictionnaire universel de commerce, d\'histoire natu-
relle et des arts et métiers. Nouvelle édition. Copenhague, C. A. Philibert.
1795. 5 dln. folio.                                                              B. L. H. R. L.
Zie aldaar: Hareng. — Histoirc de la pêche du hareng. IV. bl. 279 — 300.
Men vindt aldaar eene uitvoerige beschrijving van de haringvisscherij, het
kaken, den handel, enz.
Baleine. — Pêche de la baleiue, I, bl. 310—316.
3395.   Schermer. E. Az. Tan Doorgeest, Een kort verhaal van eenige
merkwaardige geschiedenissen in Holland, voornamelijk van \'t eijland in Noord-
Holland en deszelfs dorpen: Schermer, Graft, Schermerhorn, Rijp, üost-en
Westgral\'tdijk, Noord-end en Drie-huijzen. Met teffens van de opkomste der
Haring- en Walvischvangst. Amsterdam. 1744. 8°.
Scriverius, (P.) Zie No. 3274.
3396.   Sell, (J. J.) De Halecum captura Pommerianae Rugiaeque insulae
littoribus seculo XII—XIV. Slettin. 1797. 4o.
3397.------Ueber den starken Haringsfang an Pommerens und Rugens
Kuste irn 12" bis 14n Jahrhunderts. Aus dem Latuinischen übersetzt von
E. H. Zober. Stralsund, Struck. 1831. 8<>.
3398.   Seineyns, (Mr. Meynert) Een corte beschryvinge over de Haring-
visscherij. \'De 3» druk bij den Autheur selven oversien ende verbeetert.
Gedrukt \'tEnkhuyzen, bij Eloris Jansz. Camerling. 1639. 8». B.L.H.
3399.   Sin il h, (Simon) The Herring-Busse trade. (z. pi.) 1641.
3400.   Staten van de Groote of Zoutharing-visscherij.
Oeze „Staten" worden geregeld opgenomen in de Algemeenc Visscherij-Courant
(No. 3119) en in de Vlaardingsche Courant. (No. 3184«).
3401.   Statuten voor de Amsterdamsche Haringvisscherij. (Amsterdam,
1824. (?) 8o.
3402.   Uitkomsten verkregen uit de Journalen der haringschepen. Uit-
gegeven door het Koninklijk Nederlandsen Meteorologisch Instituut. Utrecht,
1857. 16 blz. 4o. Met eene kaart.
                               K. B. \'s G. B. R.
3403.   Vaernewijck, (jffiarcus Tan) Die historie van Belgis, diemen anders
namen mach: den Spieghel der Nederlantscher audtheyt. Waer inne men zien
mach als in eenë clarö Spieghel. veel wonderlieke Gheschiedenissen\'enz. The
Ghendt, bij de Wed. van Gheraert van Salcnson. Ao. 1574. folio.
K. B. \'sG. —R. L. — (uitgave van 1619.) B. L. H. — U. H—B. R.
Aldaar leest men Cap. LIV, fi.1 CXXIV:
Int iaer XV houdert LX IIII was aen het Cuypgat gheordiueert, ghemaeckt,
ende inne ghestelt, een Ceur-camer van den Harinck, waeraf Jan Lammens.
-ocr page 264-
ricHE DU HARENG.
geboren van Vlissiugen in Zeelandt, den eersten Ceurmeester was, endediestadl
van Gheudt gaf alsdoen haer brant-tceckeneu aen die harinck-tonnen, daer den
ghckeiirdeu harinck te Ghendt inne ghepackt was, elck na zijn weerdde, eenë
opperste teeckë voor de beste, een naer teecken voor de middelbare, ende een
minder teecken voor de oncostelickste.
Bijzonderheden omtrent W. Beuckelsz. — Acht Walvisschen te Ostende ge-
strand. Cap. LXVIII, fol. CXXIX.
3104. Vairvert, (M.) La pêche de la Sardine.
Zie: Le monde illustre\'. Paris, 1870. No. 374.
3405. Vlaardingen. Memory e tot vertoog dat die van Vlaardingen en
andere particuliere plaatsen, dorpen en heerlijkheden niet bevoegt zijn om
den Haring ter verzendinge te verpakken, nog te branden. A». 1729. (?)
folio. 14 blz.
                                                                                             8. R.
3406.------Nader memorie dienende tot refutatie van zeker berigt, ten
name van Burgemeesteren en Vroedschappen der stede Vlaardingen, overge-
geven aan de Ed. Gr. Agtbarc Heeren Gedeputeerden van de Groote Visscherij
en Haringvaart in Holland en West-Vriesland, concernereudc het verhoogen,
verpakken en branden van den Haring. Ao. 1720. (?) folio. 45 blz. B. R.
3407.------Handvesten, octroijen, privilegiën en regten aan de Stede van
Vlaardingen vergunt, enz. Bonevens ceno naspeuring en aanwijzing van de ware
gelegenheid, aanzien en ongevallen derzelver stede (door Mart. van Nieoelt.) Met
platen. \'sGravenh., J. Gaillard. 1772. fol. K.B.\'sG.—B.L.H. — U.H.—B.R.—R.L.
Zie aldaar: Haring, haringbuizen, enz. bl. 128, 219, 233, 239, CIV—CV.
Haringvisscherij , bl. 419, 432, 44G , LVI.
De haringvaart en lljndraveryen van mids te Vlaardingen in bloeijenden stant.
De stede ter dier gelegenheid menigmaal ter vergadering van de Heeren St.iaten
beschreven. (1524—1553), bl. 432—446.
3408.------Sprenger vau Eijk, (P. C. G.) Geschiedenis en merkwaar-
digheden der stad Vlaardingen. Rotterdam, Wed. Allart, 1832. gr. 8o. Met
platen.                                           K. B. \'sQ. —B. L. II. -B. R. R. L.
Zie aldaar: Middelen van bestaan; — de groote Visscherij. bl. 249—304.
Narigten betrekkelijk Vlaardingen. o. a. Ao. 1780—1782, bl. 129—142. —
1783, bl. 149. — 1799, bl. 157. — 1813, 1814, enz. Conditiëu , waarnaar
de Heeren van de Wet en de verdere Vroedschappen der steede Vlaar-
dingen, hebben gepermitteert binnen derzelver stede op te rechten een Sociëteit
en Maatschappije vau Haringhvaart, Straat-Uavids-vaart en visscherijen; mits-
gaders assurantiën, disconteereu van wisselbrieven, en belecninge van goederen
en koopmanschappen. (Ao. 1720! Zie bijl. bl. 17—20.) Buiszang.bl. 296—303.
3409.------Jaarboekje voor Vlaardingen, \'1868. (Eerste jaar). Vlaardin-
gen, J. F. C. Brückwilder, 1868. 12".
Zie aldaar: P. K. ürossaart, (Eenige bijzonderheden betrekkelijk de) Haring-
vaart, bl. 36, 37.
J. H. Niermeijer, Eeu oude buisjesdag, 15 Junij. (Gedicht), bl. 73—75.
------Vlaardingsche Courant. Zie No. 3184».
3410.   Vogel, (K. de) De groote visscherij en derzelver vaderlandsch aan-
belang. Rotterdam, N. Cornel. 1815. 8o.
3411.   Vreede, (G. W.) Vrijheid van haringvaart en visscherij. Nota in
den jarc 1610 door de Nederlandsche Gezanten aan de Engelsche regering
ingediend.
                                   K. B. \'sG.—B. I. II. — U. II.— R. L.
Zie: J. A. Nijhoff\', Bijdragen voor Vaderl. geschiedenis en oudheidkunde.
Arnhem, 1842. 8o. III, bl. 1-28.
3412.   Walvischvangst (De) en veele bijzonderheden daartoe betrek-
kelijk. Met 21 platen en kaarten. Amsterdam, P. Conradi. 1784—1786.
4 dln. 4o.
             K. B. \'s O. — R. I. E. -N. A. M. - R. I). —R. L.
In het IVe deel vindt men tevens eene beschrijving der Haringvisscherij.
Met afbeelding.
Deze beschrijving vertaald is opgenomen door B. de Reste, in zijne: Histoire
des pêches. dl. I. Zie ald. Walvischvangst.
-ocr page 265-
231
WALVISCHVANGST EK REIZEN TEK WALVISCHVANGST.
Wassenaer, (Cl.) Historisch verhael. Zie: afd. Walvischvangst.
3413.   Wild, (Alb.) Die Niederlande. Ihre Vergangcnheit und Gegenwart.
Leipzig, 0. Wigand. 1861. 2 dln. gr. 8<>.
          K. B. \'sG. — B. R. L.
Zie aldaar: Die grosse Fischerei (Hiiringsfang). II, bl. 271—28(5. Walfisch-
fang. II, bl. 2S7—295.
3414.   Zierikzee. Dom pel ing, (J. A.) Leerrede bij de oprigting der
nieuwe Zierikzeesche visscherij, gehouden in de Grootc Kerk,28.Nov. 1819,
en aanspraak en gebed bij het uitvaren der eerste haringschepen. in de Kleine
Kerk, 14 Junij 1820. Zierikzee. 1821. 8». (Bodel Nyenhui/s, Plaatsbeschr.
No 2042.)
3415.   Zlmmermann, (W. F. A. W.) De zee, hare bewoners en wonderen.
Uit het Hoogduitsch. Amsterdam, 1838. 2 dln. 8». 3.N.A.M.—R. L.
Zie aldaar: De Haring en de haringvisscherij. 3e stuk. bl. 218—224.
c Walvischvangst en reizen ter Walvischvangst.
[Pêche de la baleine et joumaux de baleiniers. ]
3416.   Adelnng, (Joh. Chr.) Geschichte der Schiffahrten und Versuche
welche zur Entdeckung des Mordöstliehen Weges nach Japan und China von
verschiedenen Nationen unternommen worden. Zum Behufe der Erdbeschrei-
bung und Naturgeschiehte dieser Gegenden entworfen. Halle, bey Joh. J.
Gebauer. 1708. 4°. Met 19 gegrav. platen en kaarten.
                    B.L.H.
Zie aldaar: Geschichte des Sniubergischen Walltischfanges. bl. 26\'J—438.
3417.   Anderson, (Joh.) Nachriehten von Mand, Grönland und der Strasse
Davis, zum wahren nutzen der Wissenschaften und der Handlung. Frankf.
a. M., 1747. 8o. Met 4 platen en eene kaart.
Eene fransche vertaling (door Rousselot de Surgy) verscheen: Paris, 1764.
2 dln. 12o. De Hollaudsche laat ik hier volgen:
3418.------Beschrijving van IJsland, Groenland en de straat Davis.
Verrijkt met. (6) platen en een nieuwe kaart van de ontdekkingen. Benevens
een voorberigt, bevattende de levensbijzonderheden van den schrijver. Uit
het Hoogduitsch vertaald door J. D. J. Te Amsterdam, bij St. van Esveldt.
1750. 4o.
                                                                                              B. R. L.
Zie aldaar: Haring. Berichten van denzelvcn en zijne vangst, bl. 43 vv.
Walvisch. Baarden, spek, traan. bl. 7S—82.
Waarin van andere visschen te onderscheiden, bl. 157.OnJerscheidenesoorten
en narichten van dien viach. bl. 158. Walvischdodcr. bl. 194.
Walvischvangst. Hoe de Groenlanders dezelve verrichten, bl 221. Waarom de
Hollanders daarin beter slagen dan de Denen. bl. 129.
In eene latere uitgave (Amsterd., 1750) zijn de verbeteringen van Niels
Horrebow opgenomen.
3419.   Anderson, (R.) Capturing whales by electricity.             B. R. L.
Zie: The Enginecr. London, 1869. No. 714, bl. 161—162.
3420.   Andree, (Karl) Geographie der Welthandels. Mit geschichtlichen
Erlauterungen. Stuttgart, J. Engelhorn. 1SG7, 1872. 2 dln. gr. So. B.R.L.
Zie aldaar: Der V.\'altischfang; Die Walfischjiiger in der Siidsec; Verschiedene
Arten der Walthiere; Waltisclizonen und 1\'angweisen; Bedeutuug und Geschichte
des Walfischfanges; Waltischfaug der Nord-Amerikaner; Der Rcbbenschlag;
Stockfischfang; Hiiringsfang. I, bl. 493—520.
-ocr page 266-
232                PÊCHE DE LA BALEINE ET JOURNAUX DE BALEINIERS.
3421.   Artikler hvorefter Commendeurerne og Mandskabet paa Skibene,
der udsendes for den Gronlandske iïandel og Eiskefangst, skuile rette sig.
(1776). (Reglementen waarnaar de Kommandeurs zich te gedragen hebben.)
3422.   Bacstrom, (S.) Account of avoyage to Spitsbergen in the year 1782.
Overgenomen uit „The philosophical magazine Jnly. 1799."
Zie: Pinkerton\'s Colleetion of voyages and travels. London, 1S08—14. 1,
bl. 614—620.
3423.   Balfin, (Will.) A voyage to Greenland, with six ships and a
pinnaee, under the command of Benjamin Joseph and Thomas Edge. A°. 1613.
Written by Mr. W. Baffin.
Zie: Harris\'s Colleetion of voyages and travels. London, 1744. I, bl. 589,
590. Purchas, His Pilgriines. III, bl. 716—720\'). Vergelijk No. 3449.
Zie over Benjamin Joseph en zijne handelingen met betrekking tot de \\valvisch-
vaugst: tVassenaer, Histor. verhael. No. 3603.
3424.   Baudartius, (W.) Memoryen ofte Cort Verhael der Gedenck-weer-
dichste Gheschiedenissen van Nederland, Vranckrijck, Hoogh-Dnytschland,
Groot-Brittannyen enz. Van den jaere 1003—1624. Tweede editie grootelicx
vermeerdert. Met portretten. Arnhem, Jan Jansz. 1624. 2 dln. folio.
K. B. \'s G. — B. L. H. —B.R.— R. L.
Zie aldaar: Enghelsche verhinderen de Hollanders in den walvisch-vanck.
Boek V, bl. 43. Jacobus VI vernieuwt de questie van den harinck-vanck. XII,
bl. 16. Nederlandeis ende Enghelsche int gevecht om de visvangh. Misverstant
tussche de Enghelsche cude Nederlanders om den walvisch-vanck. IX, bl. 97.
Vier walvisseben bij den Hage (Scheveningen) gevangen. IX, bl. 97, 202.
Beale, (T.) Zie: No. 3600.
3425.   Bennet, (Pr. Debell) Narrative of a whaling voyage round the
globe frora the year 1833—1836. London, Bentley. 1840. 2 dln. 8°.
Beschrijving der Walvischvangst. Zie N°. 3586.
3426.   Beschrijvinghe van de Noordsche Landen, Die gelegen zijn onder
den Koude Noordt-pool, Als Denemarcken, Sweden, Noorweghen, Einlandt,
Laplandt, Godtlandt, Pruyssen, Poolen, Yslandt, en Groenlandt: Waer in
verhaelt wert de verschcydenheyt der Coopmanschappen en Kleedinge der
Inwoonderen. Mitsgaders: Eenighe Vreemdicheden die men aldaer te Lande
vindt, soo van Beesten, Voghekn, Vissen, en Zee-monsters, etc. t\' Amster-
dam, Gedruckt bij Gillis Joosten Saeghman. (z. j.) 4°.
Met eene groote houtgravure door C. v. Sichem en 10 kleinere tusschen
den tekst.
Zie: Tiele, Me\'moire bibliogr. bl. 283— 84.
\') Haar ik in deze afdeeiing meermalen naar deze hoogstbelangrijke verzameling
van reizen zal motten verwijzen, laat ik den titel bier in zijn geheel volgen:
Hakluytus Posthumus, or Pu re lias his Pilgrimes. Coutayning a
Histury of the world in Sea voyages and lande, travels by Englishmen and others.
London, printed by William Stausby for Heiiri Petherstouc. 1625, 1626. 5
dln. folio. Met kaarten.
Een uitmuntend exemplaar van dit kostbare werk is aanwezig in de K.B.te\'sG.
Ook berust een exemplaar, waaraan echter één deel ontbreekt, in de boekerij
van het Departement van Koloniën.
Om dezelfde reden geef ik ook hier den volledigen titel van het verdienstelijke
werk van den Heer P. A. ïiele, dat ik herbaalde malen met vrucht geraad-
pleegd heb :
Mémoire bibliographique sur les Journaux desnavigatenrs
Néerlandais, réimprimés dans les collections de de Bry et Ilulsius, etdane
les collections Hollandaises du XVIIe siècle, et sur les anciennes éditions Hol-
landaises des journaux de navigateurs étrangers; la plupart en la possession de
Prederik Muller h Amsterdam. Amsterdam, Pred. Muller. 1867. XII en 372
blz. gr. 80.
                                                               JST. B. \'s 6. — B. I. H.
-ocr page 267-
233
WALVISCHVANGST EN REIZEN TEE WALVISCHVANGST.
3427. Beschryvinghe van der Samoyden Landt in Tartarien. Nieulycks
onder \'t ghebiedt der Moscoviten ghebraclit. Wt de Russche tale overgheset,
Anno 1609. Met een verhael van de opsoccking ende ontdeckinge van de
nieuwe deurgang ofte straet int Noordwesten na de ltijcken van China ende
Cathay. Ende een Memoriael geprescntecrt aendeu Ooningh van Spaengien,
belanghende de ontdeckinghe ende gelegenlieyt van \'t Land ghenaemt Australia
Incognita. t\'Amsterdam, l)y Hessel Gerritsz. A». 1612. 4». Met 3 kaarten.
(Latijnsche uitg.) K. B.\'t O. B. L. È.
De (eerste) latijusclie uitgave van 1613, getiteld: Descriptie* ac delineatio Geo-
grapliica Uetectionis Freti, Sive , Transitus ad Oceasutn ,snpra terras Americanas,
in Chinam atq; Japonem ducturi. Recens investigati ab M. Henrico Hudsono
Ar.glo. Item, exegesis Regi Ilispauiae facta, super tractu recens detecto, in
quinta Orbis parte, cui nomen, Avstralis incognita. Curn descriptione Terrarum
Samoiedarum , & Tingoesiorum, in Tartaria ad Ortem Freti Waygats sitarum,
nuperq; sceptro Moscovitaruin adscitarum. Amsterudami Ei oflichiii Hesselij Gerardi.
Anno 1613. 4o. (Tiele, Mémoire. bl. 183 e) bevat twee bijvoegsels, waarvan
het eeue handelt over de reis naar het Noorden in 1611, van Jan Oorneliszoon
May; hel andere over de ontdekking van Spitsbergen door de Hollanders in
1596, eu over de aanmatiging dei\' Engelschen wegens het uitsluitend regt op de
walvischvangst bij Spitsbergen, terwijl bij de tweede latijnsche uitgave van dat
jaar (Tiele, Mémoire, bl. 184/) door Hessel Gerritsz. nog een Appendix van
4 b!z. is gevoegd, waarvan de drie laatste de memorie van Petrus Plancius.tot
wederlegging van het door de Engelschen beweerde regt inhouden, welke
„Memorie" ook is opgenomen in de: Histoire du pays nomme Spitsberghe"
(No. 3462) en in IVassenaer, Histor. verhaal. (No. 3603.)\')
Beide latijnsche uitgaven bevatten 4 kaarten, eene kopergrav. en 3 houtgrav.,
waarbij o. a. de afbeelding van een walvisch, met achtregelig onderschrift.
Voor de verdere uitvoerige en naanwkeiirige bibliographischc beschrijving van
deze collectie, waarvan een belangrijk gedeelte wordt ingenomen door twee ver-
handelingen van Isaiie Massa, verwijs ik naar het reeds genoemde werk van
den heer Tiele, bl. 179—190; benevens de: Histoire des guerres delaMoscovie
par Isaac Massa, publiée par M. 1c Priuce Mie/tel Obolensky et M. Ie Dr.
A. v. d. Linde. Brux. 1S66. 2 dln. 8o.
                   K. B. \'s G. — B. R. L.
342S. Bond, (John) On a machine tor killing whales.
Zie: Philos. transact. 1751. hl. 251.                 K B. \'s G. B. B. G. R
3429.   Borgen (C.) und R. Copeland, Kurze Geschichte der Ueberwin-
terungen in den Arktischen Regionen wahrend der letzten 50 Jahre.
Zie: Petermann\'s Geogr. Mittheilungeu. 1869. IV, bl. 142-154.
Vertaald in: Album derNatuur. 1873,aü. 3. K.B.\'sG.-B.N.A.M.—R.D.—R.L.
3430.   Bottemanne .M/n., (C. J.) Walvischvangst. Naar aanleiding van
de artikelen van J. S. Nmgaret. (Revue des deux mondes. Zie N°. 3505.)
en van Mr. J. A. van Eyk in: (Tijdschrift v. Volksvlijt. Zie No. 3458).
K.B.\'iG.—B.N.A.M.—R.L.
Zie: He Economist. 1871. bl. 481—493, 505—509.
1) Naar aanleiding van het hier medegedeelde, omtrent het door de Engel-
schen beweerde regt op den vischgrond bij Spitsbergen, mag ik de volgende aantee-
kening, voorkomende bij: J. K. J. de Jonge, De opkomst van het Nederl.
gezag in O. Indië. dl. I, bl. 24, niet onvermeld laten:
„Op het Rijks-archief bevindt zich eene verklariug van Jan Cornelisz. Rijp ,
voor Burgemeester en Schepenen van Delft afgelegd in den jare 1613, omtrent
de ontdekking van Spitsbergen. Het is echter slechts een afschrift, en dan nog
wel in de fransche taal overgezet, gevoegd bij andere papieren betrekkelijk de
twisten met de Engelschen orer de wahischcangst en cisscherij op de kusten
aan Spitsbergen.\'\'
Vergelijk ook: H. Muller\'s Mare clausum. bl. 116-135 en Bijl. F en G. hl.
366-373.
-ocr page 268-
234                PÊCHE DE LA BALEINE EI JOUKNAUX DE BALEINIERS.
3431.    Bouet, (C. E.) Des bénéfices offerts par la pêche de la Baleine et
du Cachelot jusqu\'au 30 Juin. 1864. Havre, Impr. de Lemale. 1852. 8o.
3432.    Bowens, (Jac.) Nauwkeurige bcschryving der beroemde zeestad
Oostende, van haeren oorsprong af tot het jaar !787. Brugge, J. de Busscher.
1790. 2 dln. 4<>.
                                                                                 B. R. L.
Zie aldaar: Oesterbank wanneer gemaakt. II, bl. 139. Reglementen raekende
de visseherijen binnen Oostende. I, bl. 21, 28, 30. Il, 143. Acht walvisschen
aangespoeld. I, bl. 17. YV\'alvisclivangst na Groenland, opgeregt te Brugge. II,
bl. 37, 150.
3433.   lit iiimI 1 ii;I, (C.) Geschiedkundige beschouwing van de walvischvis-
scherij. Amsterdam, T. Nusteeg Jr. 1843. gr. 8°. Met 8 platen. K.B.\'sG.
3134. Br e mor Grön\'.ands-Eischerei. Lindeman (No. 3502) spreekt
van een ..Rhederbuch" van 1695 tot op dezen tijd bijgehouden, waarvan
nog slechts een ot\' twee excmpl. bestaan, (in M. S.?) waarinnaauwkeurighet
getal en de namen der schepen. Directeurs en Commandeurs der Walvisch-
vangst, opgegeven worden. Te vergeefs heeft hij in Engeland, in Nederland
en te Hamburg naar eene zóó volledige opgave gezocht (bl. 34).
3435.   Briug, (S.) De piscaturis inOceano Boreali. Lund., Goth. 1750. 4o.
3436.   Browne, (J. Ross) Etchings of a whaling-cruise; with notes of a
sojourn on the Isiand of Zanzibar. and a brief history of the Whale-üshery,
in its past and present condition. With numerous engravings and woodcuts.
London, J. Murray. 1846. 8°.
3437.   Buckland, (Fr.) De „Eclipse" walvischvaarder en robbcnvanger.
Beschrijving van het schip en de tot de walvischvangst gebezigde werktuigen.
Zie: Alg. Visscheiij-Courant. 1871. No. 13.                                 B. R. Ji.
3138. Cheever, (Henry T.) The Whale and his captors; or. the whale-
man\'s adventures and the whale\'s biography. London, Hamilton. 1851. 18°.
31-39.------Whaleman\'s adventures in the South Ocean, cdited by Scoresby.
4«h Edition. London, Low. 1860. 12<>.
3140. Cole, (Alfr. W.) Das Kap und die Kaffern. Aus dem Englischen
Leipzig, 1852. 8<>.
Zie aldaar: Kapsche Kischerleute. Vcrnachlassigung der Fischerei. bl. 36 v.v.
Waltischfangs-Etablkscmenten. Ein Wallfischfang. bl. 52 v.v.
3441.   Colnett, (J.) A voyage to the South Atlantic, for the purpose of
extending the Spermaccti whale-fisheries. London, 1798.
3442.   (Vim/, (David) Historie van Groenland, behelzende eene naauw-
keurige Beschryvinge van \'s Lands ligging, gesteldheid, en natuurlijke zeld-
zaamheden, den Aart, Zeden en Gewoonten der Inwooneren aan de Westzijde
bij de Slraat Da vis. \'s Lands aloude en nieuwe Geschiedenissen; en in \'t bijzon-
der de verrichtingen der Missionarissen van de Broeder-Kerk. Met 12 plaaten
en kaarten versierd, in III deelcn uit het Hoogdnitsch vertaald. Te Haarlem,
bij C. H. Bohn. 1767. 3 dln. gr. 8<>.
Nieuwe uitgaaf, Amsterdam, W. Vermandel. 1786. 3 dln. 8°.
K. B.sG.—B.N. A. M.-R. L.
Zie aldaar: Van de visschen en de zeedieren. I, bl. 100—146. o. a. Kivier-
vissclien: zalm en forellen. Zeevisschen: angmarset of kleine haringen, dorsche,
botten en hylbotten , hay-visschen.
Zeedieren: Walvisschen, vinvisscheu, hoornvisschen ; tandvisschen, zeehonden ,
walrussen enz. Beschrijving van de walvischvaugste der Hollanderen (en) der
Groenlanderen. I, bl. 131—135.
De oorspronkelijke lloogduitsche uitgave verscheen te Barby in 1765 en een
tweede druk in 1770. Eene Engelsche vertaling verscheen te London in 1767,
en eene tweede uitgave in 1820; beide in 2 dln. 8o. Jlet 9 platen.
Ook gedeeltelijk opgenomen in: Frévost, Histoire générale des voyages. XXV,
bl. 213-408. \'
                                                        K.B.\'s G. —B. R. L.
-ocr page 269-
WALVISCHVANGST EN BE1ZEN TEK WALVISCHVANGST.                 235
3413. Degenliardt(W.) Wandelingen in de bezielde schepping. Met
platen. Amsterdam, J. Leendertz. 1872. 1 dln. gr. 8°. B.N.A.M.
Zie aldaar: II, bl. 202—239. De walvisch en de walvischvangst.
3444.   Delavoipière, Faits relatifs a la pêche de la baleine. Havre, S.
Faure. 1821. 8».
3445.   Deslandes, Traite sur la pêche des baleines que font les Basques,
et sur les manièrcs de 1\'améliorer, avec quelqucs marques singulières touchant
Ie pais qu\'ils hnbitent. Avec 3 planches. (z. pi. en j.) 12°. 32 bladz.
Descriptio Dctectionis Freti. Zie N°. 3427.
3446.   Dooregeest (E. A. van) en C. A. Posjager, Den Rijper Zee-postil,
bestaande in XXII predicatiën, toegepast op don Zeevaert. Tot onderwijzinge,
vermaninge en vertroostinge in de ware godsalighcyt voor allerlei zeevarende
lieden, dog voornamentüjk voor diegene, welke op den Haring en Walvisch-
vaugst uitgaen. Mitsgaders nog een korte beschryvinghc aengaende de opkomst
van Holland, waer in \'t bezondcr ook gehaudclt word van \'t Eyland met zijn
dorpen, dog voornamentlijck rakende de eerste oorspronck en ware gelegen-
heyt der Haring en Walvischvangst. t\'Amsterdam , bij Jac. van Nieuweveen.
1699. gr. So.
Zie aldaar: bl. 343-360.
3447.   Edge, (Thomas) A briefe discouerie ot\' the Northerne Discoueries
of seas, coasts, and countries. deliuered in order as they were hopefully
begunne, and have ever since happily beene continued by the singular industrie
and charge of the worshipful society of Muscouia merchants of London, with
the seuerall voyages of eaptaine Thomas Edge the authour.
Zie: Purchas. His Pilgrimes. III, bl. 462-473.                      K.B.\'sG.
§ III bevat: The description of the senerall surts of whalcs, with the inanner
üf kitling them. Whereto is added the description of Groenland.
Met eene kaart van Groenland, omgeven door 11 afbeeldingen betrekkelijk
de walvischvangst. Ueze kaart komt tevens voor in de werken van de Hakluyt
Society en wel in: Pell/iam, Gods Power and Providence, etc.
3448.------A commission for Th. Edge our seruant appointed to goe as
our Factor in the ship called the Mary Margaret, for the killing of the
whale, and morses vpon the coast of Greenland, or any other place in the
North Ocean. Given the 31 of Marcli 161] .
Zie: Purchas, His Pilgrimes. III, bl. 709—710.                      K. B. \'s G.
3449.------ Een overzigt van de tien reizen — voornamelijk ter walvisch-
vangst — van Thomas Edge, hetzij alleen of in gezelschap van Jonas Poole
en Benj. Joseph, gedurende de jaren 1610—1619 gedaan, is te vinden
in: Purchas, His Pilgrimes. III, bl. 462—473 en in: llarris\'s Collection of
voyages and travels. I, bl. 572—574, 588, 589. Op bl. 574 o. a. komthet
hoofdstuk voor met het opschrift: „Of the severall sorts of whales and the
manner of killing them", hierboven bij N». 3417 reeds vermeld.
Op bl. 590—93 vindt men uittreksels uit brieven van nog andere walvisch-
vaarders als: E. Fotherby, W. Heley, Salmon , Will. Goodlard, e. a.. welke
tevens bij Purchas voorkomen en wel iu dl. III, bl. 732—38 van: His Pilgrimes.
3450. Egede, (Hans) Omstaendelig og udforlig Relation. angaende den
Gronlandske Missions Begyndelse og Fortsaettelse, samt hrad ellers mere der
ved Landets Recognoscering, des Beskaffenhet, og Indbyggernes Vaesen og
Leve-Maade vedkommende, er befunden. Kjöbenhaven, 1738. 4°.
De eerste druk verscheen aldaar, 1729. 4".
3451.------Beschrijving van Oud-Oroenland, of eigcntlijk van de zooge-
naamde Straat Davis; behelzende deszelfs natuurlijke historie, standsgelegen-
heid , gedaante, grensscheidingen, veld-gewassen, dieren, vogelen, visschen ,
enz. Mitsgaders den oorsprong en voortgang der aeloude Noorweegsche volk-
-ocr page 270-
236                 PÊCHE DE LA JJALEINE ET JOUKNAUX I)E BALEINIERS.
plantingen in dat gewest; benevens den aart, inborst, wooningen, levens-
wijze, kleding, enz. der hedendaagsche inboorlingen. Eerst in de Deensche
taal beschreven door Mr. Hans Egede, en nu in\'t Nederduitsch overgebragt.
Met een nieuwe kaart van dat landschap en (10) aardige printverbeeldingen
versiert. Te Delft, bij II. Boitet. 1746. 4o.
                   B.L.H.—R. L.
Zie aldaar: Van de zee-dicreu, zee-vogels en visschen, walvisschen enz. bl,
54—67. J)c haai en andere visschen. bl. 75—77. Van de gewone bezigheden
als jagen en visschen en de noodige gereedschappen daartoe, bl. 84—94.
Eene Hoogduitschc vertaling van dit werk verscheen te Hamburg, 1740. 4o;
en Berlijn, 170\'J. 8o; eene Franschc te Kopenhagen, 1703. gr. 8o. en eene
Engelsche te London, 1745. 8o.
Ook gedeeltelijk opgenomen in: Prévost, Hist. génér. des voyages. XXV, bl.
213—408.
3452.   Elking, (Henry) A view of the Groenland trade, and the whale-
fishery; with the national and private advantages there off. Londen, 1725. 8°.
Scorcsby noemt het ,,üur only original work ou tliis interresting subject".
3453.   Enderby, (Ch.) The Auckland islands: their climate, soil, and
productions; and the advantages of the establishing their a settleraent at port
Ross for carrying on the southern Whale-fiskeries. With a panoramic view
of port Ross, and a map of the Islands. London, 1849. 8».
3454.------A statement of facts connected with Ihe failureof the Southern-
Whaleiishery-Company at the Auckland Islands. London, Richardson. 1854. 8°.
3455.   Engeïbrecht, Magazin für denkenden KauÜeute. Bremen, 1788.
Waarin eenige mededeeüngen van finantiëelen aard, betrekkelijk de walvisch-
vangst. (Lindeman).
3456.   Esquiros, (A.) Nederland en het leven in Nederland. Uit het
Fransen. Amsterdam, Gebr. Binger. 1S58. gr. 8°. Zie No. 3296. B.R.
Zie aldaar: De walvischvaarJer en de walvischvangst. bl. 300—370.
3457.   Etzelj (A. von) Grönland geographisch und statistisch bcschrieben.
Aus danischen Quelschriften. Stuttgart, Cotta. 1860. 8".
Waarschijnlijk het door Lindeman bedoelde werk van Rink, vertaald door
Etzel.
3458.   Eijk, (J. A. van) Over de walvischvangst.
Zie: De Volksvlijt. Tijdschrift voor Nijverheid. Amst. 1870, bl. 181—186.
Vergelijk No. 3430.
Fischer. (F. C. J.) Zie N«. 3297.
3459.   Fisheries. Foreign lield sports, lisheries, sporting anecdotes, etc.
froni drawings by lloicilt. a. o. London. H. R. Young. 1819. gr. 4<>.
Met 110 gegrav. en gekleurde platen.
Zie aldaar: Knssian winterflshery. bl. 15. Mackerel-tisbing. bl. 123; lishing
iu South-Wales. bl. 165-100. Whale-fishery. bl. 50-57. Met 4 platen.
3460.   Fotherby, (R.) A voyage of discouerie to Greenland. Anno 1614.
Written by R. Fotherbye.
Zie: Parchas, His Pilgrimes. III, bl. 720—728.                     K. B. \'sG.
3461.------A true report of a voyage Ao. 1615, for discouerie of Seas,
Lands and Islands, to the Northwards, as it was performed by Robert
Fotherbie, in a pinnasse called the Richard of London, set forth at the
charge of Sir Th. Smith and Richard Wiche.
Zie: Purchas, His Pilgrimes. III, bl. 728—731.                     K. B. \'s G.
Beide Journalen bevatten mededeeüngen over de walvischvangst.
3462. Gerritsz. van Assmii, (Hessel) Histoiredu pays nommc Spitsberghe.
Monstrant cominent qu\'il est trouvée, son naturel et ses animauls, avecques
la triste racompte des maux, que nos pecheurs tant Basques que Flamens,
ont eu a souffrir des Anglois, en 1\'esté passée 1\'An de grace, 1613. Escrit
-ocr page 271-
WALVISCHVANGST EN REIZEN TER WALVISCHVANGST.                   237
f>ar H. G. A. Et en apres une protestation contre les Angloys, et annul-
ation de touts leurs frivoles argumens, parquoy ils pensent avoir droict, pour
se faire Maistre tout seul, dudict, pays. En Amsterdam, a 1\'onseigne de la
carte nautiq. MDCXII (Chez Hossel Gerritsz.) 4o.
                  K.B.\'t 9.
Met 2 kaarten eu eene plaat.
Zie aldaar betreffende de vroegste geschiedenis der walvischvangst. bl. 10,
11, 17—26. Ook heeft Hes9el Gerritsz. aan het slot van het werkje (bl.
27—30) bijgevoegd de verhandeling van Petr. Plancius, ter wederlegging van
het door de Eugelschen beweerde regt op de uitoefening der walvischvangst,
welke verhandeling ook is opgenomen in: ll\'assenaer, Historiesch verhael (VII,
bl. 93 , 94) [zie i\\o. 3003] en in de: Descriptio Detectionis 1\'reti. 1013. (No. 3427.)
Zie verder de uitvoerige bibliogr. beschrijving van dit, voor de geschiedenis
der walvischvangst zoo belangrijke werkje in: Tiele, Mémoire bibliographique. bl.
195—198.
3463. Glahn, (H. C.) Eorsög til en Af handling om Grönlaudernes Skikke
ved Hvalfiskeries.
Zie: Nya Saml. Norske Videuskab. Selskab. Skrift. I, 1784, bl. 273—290.
3164. Gloger, (C. W. L.) Der Walüschfang und seine Beförderung in
Deutschland als vaterlandische Zeitfrage in volkswirthschaftlicher, seeman-
nischer und staatlieher Beziehung. Berlin, A. Hirschfeld. 1848. gr. 8o.
3465.   Grand d\'Anssy, (Le) Histoire de la vie privée des Francais, depuis
1\'origine de la nation jusqu\'a nos jours. Paris, Imprimerie de Ph. D.
Pierres. 1782. 3 dln. gr. 8«.
                              K. B.\'t Q. B. R. L.
Zie aldaar: II, bl. 68—77: Pêche de la Baleine (chez les Basques).
3466.   Groenland. Drie Voyagien gedaen na Groenlandt om te onder-
soecken of men door de naeuwte Hudsons soude konnon seylen; om alsoo
een Doorvaert na Oost-Indien te vindon. Alle ten vorsoecke van Cliristianus
de IV, Koningh van Denemarcken, etc. De eerste door Joan Monnick, de
tweede door Marlen Forbisser, en do derde door Gotske Lindenau. Alsmede
een Beschryvinghe, hoe en op wat wijse men de walvisschen vanght. Item, een
korte beschryvingh van Groenlandt, met de mauieren en hoedaniclieden der
Inwoonderen* aldaer. t\'Amsterdam, gedruckt by Gillis Joosten Saegliman.
(z. j.) 4o. Met 17 houtgrav. in den tekst.
Geheel getrokken uit: Nauwkeurige Beschrijvingh van Groenland, (Zie: Is. de
la Peyrère) behalve de beschrijving van de walvischvangst. bl. 11 —15. Zie: Tiele,
Mémoire bibliographique. bl. 279.
3467.   Groot, (J. J.) Beknopt en getrouw Verhael, van dereys van Com-
mandeur Jeldert Jansz. Groot, uit Texel na en in Groenlandt. Desselfs verblijf
op de kust van Oud-Grocnlant. nae het verongelukken van deszelfs onder-
hebbend schip, voorgevallen in Anno 1777 en 1778. Amsterdam, Wed. van
A. van Rijschooten en zn. 4». (16 pag.)
                                        B. L. H.
3468.   Gruber, (J. G.) Beschreibung von Grönland und Spitsbergen init
den Wundern der Natur- und Menschenwelt um den Nordpol. Zurich und
Leipzig, 1803. 40.
3469.   Haan, (L. Feykes) Beschrijving van de straat Davids, benevens
derselver inwooners, zede, gestalte en gewoonte, mitsgaders hunne visvangst.
Met een verhaal van de Westkust of Noord-Amerika. Amsterdam, G. van
Keulen. 1720—21. 40. 40 blz.
De eerste druk verscheen in 1719. 40. 14 blz.
3470.   Hannover. Historisch-politisch. geographisch-statistische und
militarische Beitrage die Königlich Preussischen und benachbarten Staaten
betreffend. Berlin, 1781. dl. f.
Waarin een eu ander betrekkelijk de Haunoversche ondernemingen. (Lindeman).
-ocr page 272-
PÊCHE DE LA BALEINE ET JÜURNAUX DE BALEINIERS.
238
3471. Hartwig, (G.) De zee en hare wonderen. Uit, het Hoogd. Sneek.
van Druten en Bleeker. 1859. 2 dln. kl. 8».
                                B. R. L.
Zie aldaar: De walvischaardige dieren in het algemeen. Geschiedenis en beknopte
beschrijving der walvisehvangst.
3472.------Der hohe Norden im Natur- und Menschcnlehen. Mit einer
Karte. Wiesbadcn. C. W. Kreidel. 1860. gr. 8<>.
Eene hollandsche vertaling verscheen: Sneek, van Druten en Bleeker. 1862;
cene engelschc, Loudoii, Longman?. I8G9.
3473.------Die Insein dos grossen Oceans im Natur und Völkerleben.
Wiesbaden. Kreidel. 18(51. gr. 8». Met 4 platen en 3 kaarten.
Zie aldaar: Der Potfischfang. bl 15—27.
3474.   Hayes, (J. .1.) The open Polar sea. A narrative of a voyage of
discovery towards the north Pole. in the Schooncr „United States". With
maps and illustrations. lxmdon. Sampson Low. , 1867. gr. 8°. B.R.L.
Zie aldaar: A walrushmit. bl. 401—410.
Eene fransche vertaling verscheen, Paris, J< Hachette. 1808. gr. 8o. Eene
hoogdnitsche : Jen&, 11. (\'ostcnoble. 1868. 8o.
3475.   Henglin, (Th. von) Kapitan E. H. Johannesen\'s Umfahrung von
Nowaja Seinla im Sommor 1870 und Norwegischer Einwalfang. östlich vom
Nordkap.
                              K. B. \'s G. —B. N. A. M. — R. D. —R. L.
Zie: Petermann\'s Mitthoilungen. 1871. bl. 35, 36.
3476.   -—- Reisen naeh dem Nordpolarmeer in den Jahren 1870 und 1871.
Mit Karten und Illustrationen. Braunschweig. G. Westermann. 1872. 2dln.
gr. 8o,
                                                                                                   B. R. L.
Zie aldaar: Die Walthiere und der Walfischfang. 1 , bl. 72—90.
3477.   Hoekstra, (K.) Dagverhaal van het verongelukken van hetGaljoot-
schip Harlingen in straat Davids. De togt van de equipage in sloepen over
en langs het ijs en overwintering van dezelve in het noordelijk gedeelte van
Groenland. Harlingen. 1828. 8o. Met eene kaart.
31-78. Honig Jzn. Jr., (J.) Historische, oudheid- en letterkundige stu-
dien. (Betreffende de Zaanlauden.) Zaandijk, J. Heynis Tsz. 1867. 2 dln.
gr. 8o.
                                            \' K. B.\'s\'G.—B. R.—R. L.
Zie aldaar: De Groenlandsche en Straat-Davissche visscherij. II, bl. 1—173.
3479.   Hoogcrduin, (Dirk Conielisse) Singulieren of byzonderen Historiën
wegens het verongelukken van het Grocnlands Schip, de jufvrouwen Anna
Cornelia en Anna. waarop commandeerde D. G. Hoogerdnin van de Helder,
gedestineerd na Groenland ter Wallevisvangst, met 45 zielen uit Texel
gevaeren; in het gepasseerde jaer 1773 op den 8 April en na een fatigante
Rys te hebben gehad, hetzelve schip op de te Huisrys. na alvorens duizende
van gevaere te hebbe ondergaen. eindetijk met drie sloepen op den 21 Aug.
deszelfs jaers op Egmond gestrand, waervan 29 man op een wonderbaerlijke
wys het leven hebben behouden en de rest verdronken; vervult met zelt-
zame en byna nooit gehoorde gevallen. Amsterdam, W. A. Leeuwendaal.
1774. 40.
3480.   Hoorn. Ris, (Cornelis) Ontwerp eener maatschappij van Reederij
en Koophandel. Hoorn, 1777. 8".
                                                 K.B.\'sG.
3481.--------------Korte schets der maa tschappij. Hoorn, 1777. Vervolg
1777. Tweede vervolg 1778.                                                           K. B. \'sG.
3482.---------------Nederlands verplichting tot handhaving der nuttige
maatschappij. Hoorn. 1779. 8o.                                                     K.B.\'sG.
Deze maatschappij , met een philantropisch doel opgerigt, nam ook de uit-
rusting van eenigc walvischvaarders in haar programma op en slaagde gelukkig.
Men leze daarover: Laspeyres, Geschichte der Volkswirthsch. Anschauungender
Niederlander. Leipzig, 1863. bl. 153—1B4. K. B.\'» G. B. I. H. — B. I.
-ocr page 273-
WALVISCHVANGST EN REIZEN TER WALVISCHVANGST.                  239
3483.   Hoorn. Alibinir, (C. A.) Geschiedenis der si ad Hoorn. Hoorn, Ver-
mande. 18*1. 2 dln. gr. 8".
                                   A\'. B. \'sG. B. R. L.
Zie aldaar: Walvischvangst. Vervolg, bl. 13, 25, 57, 169, 184,215,232.
Haringvisscherij. Vergelijk: No. 3361 en 3362.
Ilmlsoii, (Henry) Zie N0. 3427.
3484.   Hijlkes, (R.) Merkwaardig verhaal van Keinier Hij Ikes als matroos.
met het schip: de hopende Visser, commandeur Volkert Jansz. ten jare 1777
na Groenland uitgevaren op de walvisvangt en aldaar met 9 andere schepen
verongelukt. Amsterdam. 1779. 4". 11 bladz.
3485.   Janicon, (F. H.) De republiek der Vereenigde Nederlanden. Uit
het Eransch. sGravenhage, J. van Duren. 1732. 4 dln. 16<>.
K. B. \'kG. —B. R. L.
Zie aldaar: Kompagiiie van "tnoorden of van den walvischvangst. bl. 280—
291. Haringvangst. II, bl. 292—300.
3486.   Jansen, (Marten) Kort, doch echt verhael wegens het verongeluk-
ken van zyn schip. genaemt: het Witte paard. en nog negen andere schepen.
dewelke alle verongelukt zijn in Groenlandt ten jaere 1777. Waarby nog
copia van een brief van commandeur Hidde Dirks Kat, aan zijn huisvrouw,
geschreven uit straat Davis. Amsterdam. Nic. Bijl. 1778. 4o. 18 bladz.
B. L. H.
Eene andere uitgave. Leeuwarden, 1778. 4o. 23 bladz.
3487.   Janssen, (Jac) Merkwürdige lleise. wclcher mit dem Schiffe die
Frau Elisabeth den 7ten April nach Grönland aut\' den Wallfischfang gegangen,
etc. Hamburg, 1770. 4o. Met eene plaat.
                                       B. L. H.
Hiervan een kort verslag in : Lindeman , Arktische Kischerei, bl. 46—48.
3488.------Verhaal der merkwaardige reize met het schip: de vrouw Maria
Elizabeth, den 7 April 1709. van lïamburg naar Groenland ter walvisch-
vangst uitgezeild, tot den 20 Nov. in het ijs bezet geweest, den 21st°n dier
maand daaruit geraakt en den 13 Dec. deszelfden jaars gelukkig weder te
Hamburg aangekomen. Uit het Hoogd. vertaald. Haarlem, 1770. 4». 24
bladz. Met eene plaat.
                                                                        B.L.H.
3489.   Jonaens, (W.) Dissertatio de piscatura. cujus particula prima, de
quibusdam Balaenis in mari Islandico captis vel ad littora ejectis, earumque
usu. praecipue occasione libri. dicti Su Konunglega Skuggsja, sivc speculum
regale, resp. J. Jonaeus. Hafniae. 1762. 10 bladz.
Jonge. (J. K. J. de) Zie: G. de Veer.
3490.    loer na el, ofte Voyagie vande Groenlantsvaerders, Namelijck
vande Seven Matrosz. die ghebleven waren op het Eylant genaemt Mauri-
tius om op het selfde Eylant te overwinteren, oock om te besien hoe hem dit
Lant toe soude draghen. den ghehcelcu Winter. Noch hebt ghij hier by. de
Beschrivinghe van haer handel. ende wandel. oock wat sij gehoort ende gesien
hebben, als Becren, Wal-visschen ende meer andere Zeegedrochten, alles
perfectelijcken beschreven, tot de tijt hares Overlijdens toe. Tot Rotterdam,
Bij Abraham Nering. Anno 1634. 40.
                                              B.L.H.
Herdrukt, met een kort journaal eener overwintering op Spitsbergen in
1634—35, onder den titel van „Twee journalen" enz. te Amsterdam bij G. J.
SaegTiman. (Twee verschillende uitgaven.) Zie: Tiele, Mémoire bibliographique,
bl. 276, 277 (b, c).
3491.   Journael. of Dagh-Rcgister, gehouden by Seven Matroosen, in
haer Overwinteren op Spitsbergen in Maurits-Bay, Gelegen in Groenlandt,
t\' zedert het vertreck van de Visschery-schepen der Geoctroyeerde Noordtsche
Compagnie, in Nederlandt, zijnde den 30 Augusty, 1633 tot de wederkomst
-ocr page 274-
240                PÊCHE I)E Ï/A BALEINE ET JOURNAUX DE BALEINIEBS.
der voorsz. schepen, den 27 May, Anno 1634. Beschreven door den Bevel-
hebber Jacob Segersz van der Brugge. t\' Amsterdam. Gedruckt By Gillis
Joosten Saeghman. (z. j.) &°.
                                                          3. U. H.
Herdrukken zijn vermeld in: \'Hele, Mémoire bibliogr. bl. 278. (eg)
Vergelijk: Fr. Muller\'s Catalogue of books en America, N°- 658.
Het verhaal van de Overwinteringen in 1633 en 1634 vindt men verkortin:
(Is. de la Pei/rire), Nauwkeurige Beschrijvingh van Groenland. Amsterdam,
1678. 4o. bl. 114—122. Tevens wordt van het bovengenoemde journaal van
Segersz een uittreksel gevonden in: De Walvischvangst. (Zie No. 3412.) II,
bl. 26-36.
3492.   journael ofte Beschrijvinge van de reyse ghedaen bij den Com-
mandeur Dirk Albertsz. Raven, nae Spitsberghen, in den jare 1639, ten dienste
vande E. Heeren Bewindt-hebbers van de Groenlandtsche Compagnie tot
Hoorn. Waer in verliaelt wordt sijn droevighe Schipbreuckc, syn ellende op
\'twrack, en syn blijde vcrlossinge. Met noch cenighe ghedenckweerdige
Historiën. Alles waerdigh om te lesen. Tot Hoorn, Gedruckt by Isaac Willemsz.
Voor lan Iansz. Deutel, A°. 161-6. 4°. Met eene plaat.
              B. L. H.
Hierbij zijn gevoegd nog drie Reisjournalen naar het Noorden, en wel van:
Andries Jansz. van Middelburgh in 1634; van Raven in 1633; van Pieter Jansz.
Pickman in 1616. Het journaal van liaven vindt men gewoonlijk als appendix
achter het ,,Iournael van de Oost-Indische Reyse van Willem IJsbrantsz. Bon-
tekoe. Hoorn, 4o. Het is ook opgenomen in: Hnlsius Sammlung von 26 Schif-
fahrten. Nuernberg, 1598—1640.\'
Vergelijk voor de verschillende herdrukken van dit Journaal: Tiele, Mémoire
bibliogr. bl. 213—226.
3493.   Kat, (H. D.) Dagboek eener reize ter walvisch- en robben vangst,
gedaan in 1777 en 1778. Haarlem, Wed. P. Loosjes. 1818. 8o. Meteene
kaart en portret.
3494.   Kohier, (Fr. Gottl.) Reise ins Eismeer und nach den Kusten von
Grönland und Spitsbergen im Jahre 1801 , und Beschreibung der Wallfisch-
fang. Leipzig, 1820 8».
Hiervan een uittreksel in: Lindeman, Arktische Fischerei. bl. 63—65.
3495.   —— Reis naar de IJszee en naar de kusten van Groenland en Spits-
bergen, in het jaar 1804. Benevens eene beschrijving vande walvischvangst.
Naar het Hoogduitsch. Te Amsterdam, bij J. G. van Kesteren. 1820.
gr. 8o.
                                                                                                   B. R. L.
3496.   Kiilui\'s (Johann Michael) Merkwürdige Lebens- und Reisebe-
schreibung, dessen Schiifahrten nr.ch Grönland und Spitsbergen. Gotha,
1741. 8o.
Zie aldaar o. a.: Erste (und zwote) auf einem hamburgischen Schiffe nach
Spitsbergen gethane Reisc. 1720—22. Adelung geeft in zijn: „Gesehichte der
Schiffahrten" van beide reizen een uittreksel, bl. 429—438. (Zie No. 3416).
3497.   Laing, (John) Voyage to Spitsbergen; containing afulldescription
of that, country, of the zoology of the North, and of the Shetland isles,
with an account of the whale-fishery. London, 1815—1818. 8».
3498.   Lajonkaire, (P. de) Des primes a la pêche.
Zie: Jourual des Economistes. 1852. XXXII, bl. 330—337. B.L.H.—U.H.
Behalve over het al of niet wenschelijke van het toekennen van premiën aan
de visscherij in het algemeen, bevat dit artikel een kort overzigt van de ge-
schiedenis der walvischvangst in het Noorden.
3499.   Lamont, (James) Seasons with the Seahorses; or sporting adven-
tures in the Northern seas. London, Hurst and Blackett. 1861. gr. 8o.
Met kaarten en platen.
Laspeyres, (E.) Zie: No. 3366.
3500.   Lecomte, (J.) Pratique de la pêche de la baleine dans les mers
du Sud. Paris, 1833. 8°.
-ocr page 275-
WALVISCHVANGST EN REIZEN TER WALVISCHVANGST.                  241
3501.   Leslie, (J.) K. Jameson and H. Murray, Narrative of discovery
and adventure» in the Polar seas and regions, with illustrations of their
cliniate, geology and natural history and an account of the Whale-h\'shery.
With map and plates. 5*h edition. Edinburgh, Oliver and Royd. 1845. 80.
B. L. H.
Eene Hoogduitsche vertaling van den eersten druk verscheen te Leipzig, 1834. 80.
3502.   Lindeman, (M.) Die arktische Fischerei der deutschen Seestadte,
1620—1868, in vergleichender Darsteüung. Mit zwei Karten von A. Peter-
mann.
(Ergangzungsheft N°. 26 zu Petermanris „Geographischen Mitthei-
lungen") üotha, Justus Pcrthes. 1869. 4». K.B.\'sG.—B.N.A.M.—R.L.—R.D.
Dit werk behoort ongetwijfeld tot de belangrijkste die over dit onderwerp in
het licht zijn gegeven, vooral ook door de vele onuitgegeven bescheiden uit de
Hamburger en bremer archieven, door den schrijver geraadpleegd , en door de vele
inlichtingen van verschillende zaakkundige personen, waarvan hij zich bediend
heeft. Hij laat ook alle regt wedervaren aan Zorgdrager en volgt hem dikwyls,
evenzoo „De walvischvaugst" enz. Zie No. 3583 en 3615.
Zijn werk is verdeeld als volgt:
I. Die Anfange der Fischerei in den Nördlichen Meeren.
II. Die Spiuberger und Grönlands-Fischerei im 17n Jahrhundert.
III. Die weiteren Unternehmimgen bis zttin 1\'Jn Jahrhundert.
IV. Die heutigc Fischerei Europa\'s zwischen Grönland und Spitzbergen und in
der Davis-Strassc. Die Deutschen Fischerei-Unteriichmungen im Grosseu-Ocean.
V. Die Fischerei-Unternehniungen in der Siidsee, im Atlantischen Ocean und in
den Arktischen Gewüssern Asiens und Amerika\'s.
Zie naar aanleiding van dit werk een artikel in: Bremer Haudelsblatt. 1869.
No. 930.
3503.   Linschoten. (Jan Hnygen Tan) Voyasie, ofte schipvaert van Jan
Huyghen van Linschoten, van bij Noorden om langes Noorwegen de Noordt-
Caep, Laplandt. Viulandt, Ruslandt. de Witte Zee. de Kusten van Karde-
noes, Swetenoes. Pitzora etc. door de Strate ofte Enghte van Nassouw tot
voorby de Reviere Üby. Waer innc seer distinctelycken Verhaels-gewyse
beschreven ende aen gewesen wordt, alle hetgene dat hem op deselve reyse
van dach tot dacb bejegent ende voorgekomen is. Met alle de afbeeldtsels
van alle de Kusten...... Ghelyck als hij \'t alles selfs sichtelycken ende
waerachtelycken nae \'t leven uyt-geworpen en geannoteert heeft, etc. Anno
1594 ende 1595. T\'Amsterdam. by Jan Evertszen Cloppenberg. A°. 1624.
folio.
                                                                  K.B.\'sG.— B. R. -R. L.
Tweede druk inet gerigur. titel en 15 platen , gegraveerd door J. en B. van
Doetecom. De eerste druk verscheen te Franeker bij Gerard Ketel. Ao 1601.
folio. K. B. \'s G. B. L. II. Eene verkorte uitgave zag in 1663 te Amster-
dam, by Saeghman , het licht. 4o. K. B. \'s G. Deze twee reizen van Linschoten
zijn vertaald opgenomen in : Recueil de voyages au Nord. Amsterdam , J. F. Bernard.
1731. dl. III, bl. 1—304. Zie verder: Tiele, Me\'moire bibliogr. bl. 190—195.
Zie betrekkelijk de walvisschen in dezen 2n druk:
VValvisschë in de haven van Toxar. — Vangen een walvisch daer se20tonnë
specs afkrijghen. — Wonderlycke liefde der walvisschë met den andere. — Eene
teelt van walvisschë in de haven vau Toxar — „ende is Ie gheloooen, dat
soomender op toeletjde
, ende op versien quam , men soude daer sonder
twyffel een goede titsekerye afdoen."
bl. 7. — Sien veel walvisschë in de
ïartarische zee. bl. 17. Vervolgens bl. 224, 26, 316. Vergelijk No. 3537.
3504.   Lubbert, (Otto) Ein Streifzug nordischer Wasserschützen. Beschrij-
ving en afbeelding van boog en pijl, in Noorwegen gebruikt wordende voor
de vangst van den Vaagehval [Balaenoptera rostrata Fabr.]
Zie: Die Gartenlaube. Leipzig, 1865. bl. 59—61.
3505.   Lijst (Naauwkeurige) van Nederlandsche schepen die sedert 1661
naar Groenland, en sedert 1719 tot op dezen tegenwoordigen tijd naar de
straat Davis zijn uitgevaren. Amsterdam, C. van Tongerloo. 1746. kl. 80.
Een vervolg op deze l\\jst vindt men b\\j: Honig. Zie: N». 3478.
-ocr page 276-
242                PÊCHE DB LA BALEINE ET JOURNAUX DE BALEINIERS.
In Fr. Muller\'\'s Catalogue of books on America, wordt onder No. 1781 een
Hollandsen MS. vermeld, bevattende aanteekeuingen van de schepen, in de jaren
1753— 1773 naar Groenland en de straat Davids, ter walvischvangst vertrokken ;
en onder No. 1782 eene „Lijst in welcke jaaren de meeste en weinigste visscheu
uit Groenland en de straat Davids zijn aangebragt. (16G9—1792) 1 vel folio.
No. 663: Lijst van de Hollandschc en Hamburger Groenlands- en Straat Davids
vaarders Ao 1764 uitgevaaren. Amst., J. M. Brouwer. 1765. 8o.
3506.   Macfarlane, (Ch.) Japan; an account, geographical and histor-
ical.from the earliest period down to the present time. With map and illu-
strations. London, Routledge. 1852. gr. 80.
                                B. R. L.
Zie aldaar: Whale-fishery. bl. 303—305.
3507.   Macy, (O.) History of Nantucket and of the Whale-fishery. Boston,
Hillard & Co. 1835. 12".
3508.   Manby, (6. W.) A journal of a voyage to Greenland in 1821.
With plates and woodcuts. London, 1822. 4».
Eene hollandsche vertaling verscheen: Amst., 1825. gr. S0. B.N .A.M.
3509.   Marec, Dissertation sur la pêche de la baleine, faisant suite acelle
sur la pêche de la morue, pour servir a la discussion du projet de loi pré-
senté, sur 1\'une et 1\'autre pêches a la chambre desDéputés. Paris, Giraudet.
1832. 4o.
3510.   Marlens vom Hamburg, (Friderich) Spitzbergische oder Groen-
landische Reise-Beschreibung gethan im Jahr 1671. Aus eigner Erfahrunge
beschrieben, die dazu erforderte Figuren nach dem Leben selbst abgerissen,
(so hierbey in Kupffer zu sehen) und jetzo durch den Druck mitgetheilet.
Hamburg, auff Gottfr. Schultzens Kosten gedruckt, im Jahr 1675. 4». Met
16 gegrav. platen.
                                                               B. L. H. —R. L.
Zie aldaar: Vom Wallfisch. bl. 98—109. Vom Wallfischfang. bl. 110—127.
Von etlichen Floszfedrigtcn Fischen, die man ohne den Walltisch, auff Spits-
bergischer Reise siehet. bl. 89—97.
Adelungheeft deze reis bijna geheel opgenomen in zijne: Geschichte der Schif-
fahrten. Halle, 1768, bl. 320—410. (Zie No. 3416).
Eene engelsche vertaling komt voor in :
Account of several late voyages and discoveries by John Narborough. London,
1694. 8o. Als ook in: A collection of documents on Spitsbergen and Greenland,
edited by Adam White. London, printed for the Hakluyt Society. 1S55. gr.
80. bl. 1—174. Zie No. 3608.
Eenigzins verkort in: Ilarris\'s Collection of voyages and travels. London ,
1705. I, bl. 617—633. Met de oorspronkelijke platen.
Lindeman geeft ook een uittreksel van deze reis. bl. 15—19.
Eene fransche vertaling is te vinden in: Recueil de voyages au Nord (publ.
par J. F. Bernard). Amst., 1731. dl. II, bl. 1—182, en vooral in het „Sup-
plément au Voyage de Martens". II, bl. 363. Met 16 platen. Ook in: Prêeost,
Histoire générale des voyages. dl. XXII.
Eene italiaanscbe overzetting door J. Raulenfels, verscheen te Venetië,
1680. 12o.
                                                           \'                        -
3511.   Martens, (Fred.) Nauwkeurige beschryvinge van Groenland of Spits-
bergen, waerin de Walvischvangst, gelegentheyd van \'tys en haer wonder-
lyke kracht en figuren en de visschen dezer contreyen, duydelijk wordt aen-
fewezen. Oock hoe de walvisschen gevangen, gekapt en gesneden worden,
alsmede de Walvischvangst op rijm. Amsterdam, G. de Groot. 1710. 4o.
Met gegrav. platen.
                                                                     B. N. A. M.
Eene vroegere vertaling, met de reis van Martinière door Noorwegen, Lap-
land, Groenland, Nova-Zembla, enz. verscheen onder den titel: de Noordsene
weereld, met aanteekeningen van S. de Vries. Te Amsterdam, bij A. Dz. Ooszaen.
1685. 4o. Met platen. (Zie No. 3604.) Nog twee andere uitgaven verschenen te
Dordrecht, by Hendrik Walpot. (znd. jr.) [1750? en 1760?]; en nog eene te
Amst., bfl Abr. Cornelis. 1770. 4o.
-ocr page 277-
WALVISCHVANGST EN BEIZEN TER WALVISCHVANGST.                 243
3512.   Martinière, (P. M. de la) Voyage des pays septentrionaux. Dans
lequel se voit les moeurs, maniere de vivre et superstitions des Norwéguiens,
Lappons, Sybéïiens, Samojèdes, Zembliens, Islandois. Paris, 1671.kl. 80. Metfig.
Herdrukken verscheuen te Parijs, 1076. 80, [B. L. ƒƒ.] en te Amsterdam, 1708,
(zonder naam van den schrijver). Eene engelsche vertaling: London, 1674; eene
hoogduitschc: Hamburg, 1675 en Leipzig, 1711; eene italiaansche in 1683.
Zie voor de Hollandsche uitgave: De Noordsche Weereld. No. 3604. Adelung
geeft iu zijn: „Geschichte der Schiffahrten," bl. 298—319, een uitvoerig uit-
treksel van deze reis.
3513.   Martins, (Ch.) Du Spitzberg au Sahara. Btapes d\'un naturaliste.
Paris, Baillière. 1866 gr. 80.
                                                       B.R. L.
Zie aldaar: la Baleine. bl. 103—109.
3514.   Matthiesen, (J.) Om Gronland, dets Indbyggere, Productor og
Handel. Kjöbenhavn, H. Hagerup. 1852. gr. 80.
3515.   Maury, (M. F.) Whale chart, constructed by Lts. Leigh, Herrdon
and Fleming and Pd Midn Jackson.
Uitgegeven door het: U. S. National Observatory. 1851. gr. 0,615 bij 0,95 meter.
3516.------Whale chart of the world, from materials in the Bureau of
ordinance and hydrography.
Uitgegeven als voren. 1852. gr. 0,61 bij 0,91 meter.
3517.------Wind and current chart; whale sheet.
Uitgegeven als voren. 1852. gr. 0,615 bij 0,915 meter.
3518.   Mooi, (Maarten) Journael van de reizc naer Groenlandt, gedaen
door commandeur M. Mooi met het schip Frankendaal, behelzende zijne
uitreize van Amsterdam 22 April 1786, bezetting in het ijs, zedert den 10
Junij, het voorgevallene met de commandeurs H. G. Jaspers, M. Weather-
head, W. Allen en Volkert Klaassen of Jnng Volkert Knudsten, welke twee
Engelsche comm. beide hunne schepen verloren hebben; de gelukkige verlos-
sing van den Altoonaasvaardcr Gottenburger en van hem M. Mooi, met veel
aanmerkelyke byzonderheden. Amsterdam, David Weege. 1787. 4o. 71 blz.
3519.   Noël de la Moricière, (S. B. J.) Tableau historique de la pêche
de la Baleine. Paris, Fuchs. an VIII. (1800.) gr. 80.
3519a. Nordpolarfahrt. Die zweite deutschc Nordpolarfahrt in den
Jahren 1869 und 1870, unter Führung des Kapitan Karl Koldewey. Heraus-
gegeben von dem Verein für die Deutsche Nordpolarfahrt in Bremen. Erster
Band: Erzahlender Theil, bearbeitet von den Mitgliedern der Expedition.
Leipzig, F. A. Brockhaus. 1873. gr. 8». Met platen en kaarten. B.R.L.
Ofschoon van dit belangrijke werk nog slechts het Ie gedeelte van het Ie deel
is verschenen (Maart 1873), is het mij aangenaam het toch in deze afdeeling nog
eene plaats te kunnen inruimen, daar, volgens het prospectus, in het 2e deel
(Wissenschaftl. Theil) ook de zoogdieren en visschen van het hooge Noorden
zullen beschreven worden door Dr. W. Pe/ers.
3520.   Norwood, (Bich.) Of the tides, of wells, salt and freshwater, and
of the whale-flshing at Bermudas. Zie: Phil. transact. 1667. bl. 206. K. B. \'s &.
3521.   Notes sur la pêche de la Baleine, extraites du journal Ie Tempt
du 19 Avril 1831, et du Mouiteur du commerce dn 22 et 23 Oct., 9 Nov.
1833 et 23 Juin 1835.
3522.   Nongaret, (Jules) La pêche de la baleine, souvenirsd\'unecroisière
dans les eaux du Spitsberg.
                                                                B. R. L.
Zie: Revue des deux mondes. 1869. LXXXIII, bl. 707—729, en naar aanleiding
van dit artikel: De Volksvlijt. Amsterd., 1870. bl. 181—196. (No. 3430 en 3458).
3523.   (Oelen, (J. A. Tan) De seldsaame en noit gehoorde Walvischvangst,
voorgevallen bij St. Anna-Land, in \'tjaar 1682, den 7 Oetober, mitsgaders
eene pertinente beschryvinge van de geheele Groenlandse vaart, verhandeld
in prose en versen. Nevens versoheide saaken tot die materie dienende, door
P. P. van S., met schoone kopere prentverbeeldinge (van Luyken) versierd;
16*
-ocr page 278-
244                 PÊCHE DE LA BALEINE ET JOURNAUX DE BALEINIERS.
dese 2e druk merkelijk verbeterd en bijna de helft vermeerderd. Tot Leyden
in \'t jaar 1684. 4o. (Zonder naam van uitgever.) K. B. \'s G. B. L. H.
Die vermeerdering bestaat o. a. uit het volgende: Ao 1677. Ordre , beraamt
bij de Gecomm. van de Groenlandse visserij, over \'t bergen der goederen, enz.
Contract tusschen de Commandeur en zijn volk ua Groenland. Een beschrijving
van het scheepsleven en het berijmd „verhaal" enz.
De Ie druk verscheen in 1683 onder den titel: Kort en opregt verhaal van
het droevig en avontuurlijk wedervaren van Abr. Jansz. Oelen. Zie voor de be-
schnjving der walvischvangst op rijm: Fr. Mariens, Beschrijv. vau Groenland.
No. 3511, en Zorgdragcr\'s Groenlandsche vi9scherij. No. 3615.
3524.   Observations on the Whale-fishery. (z. j. of pi.) 8°.
3525.   Olaus Magnus, Historia de gentibus septentrionalibus. Romae. de
Viottis. 1555. folio. Met houtgrav. K.B.\'tG. (Arast., 1669.) B.B.
Eerste druk, méér gezocht dan die van Basel. 1567. folio. In 1558 ver-
scheen bij Chr. Plantin te Antwerpen een verkorte latijnsche uitgave, waarvan
in 1561 bij denzclfden uitgever eene frausche vertaling het licht zag. Eene italiaansche
vertaling van bet geheele werk verscheen te Venetië, 1565. folio.
De Hollandsche vertaling laat ik hier volgen :
3526.------De wondcrlycke historie der Noordersche Landen, beschreven
door Olaus de Groote. Ook after aen by ghevoecht verscheyden waerachtige
Nauigatien tegent Noorden, glicdaen by onsen tyt, als op Nova-Zembla,
Groenlant en door de Strate van Nassouwen anders Weygats ghenaemt.
Amsterdam, Cornelis Claesz. (1590.) 4°.
Zie aldaar, 21e en 22e boek: Van de visschen; van de vreemdeen gedrochtelij ke
visschen, en walvischvangst. De appcudix bevat de reizen naar het Noorden van
St. Burrough , Frobisher, Pet and Jackman, en de drie eerste reizen der Hollanders.
De 2e druk, Amsterdam, 1652, 8o, [B.R.] bevat tevens „Een korte en klarebeschrij-
ving van Uslundt en Groenlandt", door JJitimarius Blefkenius.
3527.   Olmsted, (F. A.) Incidents of a whaling-voyage. London, Wiley.
1843. 8°.
3528.   Pêches. Histoire des pêches, des découvertes et des établissernens
des hollaudois dans les mers du Nord. Ouvrage traduit du Hollandois par
B. de Beste. Avec des notes, (28) cartes et figures. Paris, Vve Nyon.
1799. 3 dln. 8».
                                                                             IC. B. \'sG.
Eene vertaling van het werk: de Walvischvangst. Arast. 1784. Vermeerderd
met aanteekeningen eu eene historische verhandeling over Groenland en IJsland ,
volgens Crantz, Egede, de la Peyrère, Horrebow e. a. Vergelijk No. 3583.
3529.   Pêche (La) de la baleine. Tours, Mame. 1853. 18<>.
3530.   Pechnel-Loesche, (M. E.) [Plankenan] Wale und Walfang.
Zie: Das Ausland. Augsb. 1871. No. 42—45.
3531.   Peil ham, (Edw.) God\'s power and providence shewed in themira-
culous preservation and deliverance of eight Englishmen. left by mischance
in Greenland Anno 1633, nine moneths and twelve dayes. With a true
Relation of all their miseries, their shifts and hardship they were put to,
their food, etc.. such as neither Heathen. nor Christian men ever before
endured. With a description of the cliief places and rarities of that barren
and cold country. Paithfully reported by Edw. Pellham, one of the eight
men aforesaid. As also with a map of Greenland. London, printed by R. Y.
for John Partridge, and are to be sold at the signe of the sunne in Paula
Church-yard. 1631.
Herdrukt in de werken vau de „Hakluyt Society" en wel in het deel, ge-
titeld: A collectiou of documents on Spitsbergen and Greenlaud. London, 1855.
bl. 251—283. Is ook opgenomen in: ChurchilVs Collection of voyages and tra-
vels. London, 1704, en in: de Perthes, Histoire des naufrages. Paris, 1789.
3 dln. (zie No. 3533.) Lindeman geeft er een uitvoerig uittreksel van in zjjne
..Arktische 1\'ischerei" (zie No. 3502).
3532. ------ Gedenkenswaardig verhael van het overwinteren van acht
mannen op Groenland in 1630. Snoek, Olingius. (z. j.) 24".
-ocr page 279-
/
WALVISCHVANGST EN REIZEN TER WALVISCHVANGST.                   245
3533.   Perthes, (De) Histoire des naufrages, ou recueil des relations des
naufrages, hivernements, délaissemens, incendies, famines, et autres événements
funestes sur mer, depuis Ie 15" siècle jusqu\'a présent. Paris, 1789. 3 dln. 8».
Met platen.
Nouvelle édition, refondue et augmentee par J. B. Etjriès. Paris, 1816.
3 dln. H„.
Waarin o. a. de overwintering van 8 engelsche matrozen op de kust van
Groenland in 1630 (Vergelijk No. 3531—32); en van zeven matrozen op het
eiland Mauritius in 1634. Zie No. 3490.
3534.    Petermann, u. a. (A.) Spitsbergen und die Arktische Central-
Region. Gotha, Just. Perthes. 1865. 4». (Erganzungsheft N«. 16 zu
Petermanns Mittheilungen.) K. B. \'s G. B. N. A. M. —R. L. —R.D.
Zie aldaar: Oer grosse i\'ischreichthum bei Spitsbergen. Nach dem Schwed.
des Dr. Malmgren , beaibeitet von Dr. (\'. F. Truck , bl. 34—39.
Der Nordpol, ein tbiergeograpbisches Centrum v n Dr. O. Jager, bl. 67—70.
3535. Petermann, (A.) Die Deutsche Nordpol-Expediticm. 1868. &». R.L.-R.D.
Zwcck und Bedeutung: 1. Kulturhist. Suite: VValfischfang. 2. Ursprung. 3.
Ausrüstung. 4. Bestimmung. 5. Friihere Expeditionen. 6. Sehlussbetracbtungen.
Zie: Petermanns Mittheilungen. 1808. VI. Vergelijk No. 3176 en 3519a.
K. B. \'s G. R. B.
3536.   (Peyrère, (Isaftc de la) Nauwkeurige Beschryvingh van Groenland
aen Heer de la Mothe Ie Vayer; verdeelt in twee Boeckcn, \'t eerste van
\'t oud (nu verloorne) Groenlandt, Gelegentheyd, Vindinghswijs, Inwooners,
Vrughtbaerheyd, Dieren, Zeewonderen, etc. \'t Tweede van \'t nieuw (door
\'t soecken van \'t oud gevondene) Groenland. Nevens \'t kort begryp der seld-
saerne Reysen, gedaen om Oud-Groenland weer te vinden door M. Forbeisser
in \'tjaer 1577. Door G. Lindenauw in de Jaeren 1605 en 1606. Door
K. Richards, in \'tjaer 1601. Door \'t Groenlandsch Geselschap te Kopen-
bagen, in \'tjaer 1636. Met aenhangingh van \'tDagh-Verhael der wonder-
lycke Bejegeningen des Deenschen Hoofdmans Johan Munck, in \'t soecken
van een wegh tusschen Groenland en America nae Oost-Indien. Gelyckooek
van den korten inhoud en seldsaemc gevallen der Hollandsche en Zeeuwsche
Scheeps-uitrustingh nae Nova-Zembla, gedaen tenselven eynde. Der ontmoe-
tingen van seven personen, noch seven, en nogh andere seven gebleven op
Spitsbergen om aldaer t\'overwinteren e. s. v. Vertaeld en met velerley histo-
rische Byvoeghselen doorgaens vergroot door S. d.(e) V.(ries). t\'Amsterdam,
by Jan Claesz. ten Hoorn. 1678. 4». Met gegrav. titelprent en 2 kaarten,
de eene met 4, de andere met 6 prentjes.
              K. B. \'s G. B. R. L.
De oorspronkelijke fransche uitgave „Relation du Groenland" verscheen te
Parijs in 1647 [B. /,. H.~] en werd herdrukt in: Recueil de voyages au Nord.
Amst. 1731. I, bl. 66—18fi. Met kaart en plaat. Eene hoogduitsche vertaling
verscheen: Nürubcrg , 1679. 8o; eene engelsche is opgenomen in de werken van
de ,,Hakluyt Society"\' in de „Collection of documents on Spitsbergen and Green-
land." bl. 175—249. Met eene kaart. Komt ook voor in Churchill\'s Collection
of voyages and travels. Vergel. Tiele, Mémoirc bibliogr. bl. 280—282.
Zie over walvisschen en walvischvangst, bl. 25, 84, 85.
3537.   I\'liipps, (Const. John) [Lord Mnlgraye] A voyage towards the
North Pole. 1773. London, Nourse. 1774. 4». Met 14 platen. K.B.\'sG.
Dit reisjournaal bevat enkele bijzonderheden over de walvischvangst. Is ook opge-
nomeu in: Pinkerton\'s Collection of voyages. I, bl. 538—594. Eene fransche verta-
ling door (Meunier) verscheen : Paris, Saillant, 1775. 4o. Met 12 kaartenen platen.
3538.   Pietersz., (Fr.) Omstandig journaal of reysbeschrijving op het schip
„De vrouw Maria", gedestineerd ter walvischvangst na Groenland, in den
jaare 1769. (Amsterdam), K. van Rijschooten. (1770.) 4<>.
             B.L.H.
3539.------Aanteekening gehouden op het schip „De vrouw Maria" gedes-
tineerd ter walvisvangst naer Groenland, Commandeur ïredrik Pietersz., in
het jaar 1769, den tweede druk. Amsterdam, gedruckt bij de Erven de Wed.
Jac. van Egmont. (z. j.) 4o. 24 bladz.
              K. B. -i6. —B. L. E,
-ocr page 280-
246                 PÊCHE DB LA BALEINE ET JOUKNAÜX DE BALEINIERS.
3540.   I\'itkin, (F.) A statistical view of the commeroe of the U. S. of
America, including also an account of banks, manufacturesand internat trade
and improvements. Newhavcn, Durrie and Peck. 1835. 8<>.
Waarin o. a. over walvischvangst, kabetjaaunvisscherij, enz.
Flankenau, (M. E,) Zie: Pechuel-Loesche. N». 3530.
3541.   Poole, (Jonas) A voyage set forth by Sir Thomas Smith and the
rest of the Muscovian Company, to Cherry ïsland, and for a further dis-
covery to be made towards the North Polo, for the likelyhood of a Trade
or a passage that way, in the ship called the Amitie in the which I Jonas
Poole was master, A. D. 1610.
Zie: Purchas, His Pilgrimes. III, bl. 699-707.                  K. B. \'sG.
3542.------A commission for Jonas Poole our seniant, appointed Master
of a small Barke called the Elizabeth, for discouerie to the Northward of
Greenland, given the last day of March. 1610.
                         K.B.\'* O.
Zie: Purchat, His Pilgrimes. III, bl. 707—709.
3543. —•— A briefe Bcclaration of this my voyage of discovery of Green-
land, and towards the West of it, as followeth, being set forth by.... Sir
Thomas Smith, written by Jonas Poole. 1611.
                           K. B. \'sG.
Zie: Purchas, His Pilgrimes. III, bl. 711-713. Vergelijk No. 3449.
3544.------A relation written by Jonas Poole of a voyage to Greenland,
in the Yeere 1612, with two ships, the one called the Whale, the other the
Seahorse.
                                                                                           K. B. \'s G.
Zie: Purchas, His Pilgrimes. III, bl. 713—715.
Jonas Poole en Thomas Edge, in 1610 op een ontdekkingstogt in het noorden
nitgezonden, vonden het echter voordeeliger om walvisschen en walrussen te vangen,
dan naar vreemde landen te zoeken; zij hebben dan ook den grooten stoot aan
de walvischvangst der Engelschen gegeven. Vergelijk No. 3447.
3545.   Porte, (de la) De nieuwe Reisiger: of Beschryving van de onde
en nieuwe werelt. Uit het Fransch. Te Dordrecht, bij Abr. Blussé en zn.
1769—1792. 32 dln. gr. 8».
                                                             B.R.L.
Zie aldaar, VII: bl. 169—201. Nova-Zembla. VIII: IJsland, Groenland enz.
De haring en de hariugvisscherij bij Groenland, bl. 183—192. De walvisch
en de walvischvangst. bl. 213—218, enz.
3546.   Posselt, (K. F.) Ueber den Grönlandischen Wallfischfang, heraus-
gegeben von A. Niemann. Kiel, 1796. 8°.
3547.   Prise d\'une baleine a Marseille aux environs du chateau d\'If,
26 Mai 1870. Met afbeelding.
Zie: rillustration. Paris, 1870. No. 1424.
Baven, (Dirk Albertsz.) Zie: No. 3492.
3548.   11 e 1 a t i o n of the first voyage and discouerie of the Isle Ramea, made
by .... for monsieur de la Court Pre Rauillon, and Grand Pre, with the
snip called the Bonaventure, to kill and make Trayne oyIe of the beasts called
the Morses with great teeth, which we have perfourmed by Gods helpe this
yeere 1519.
Zie: Haktuyt\'s Voyages and navigations. Lond., 1601. III, bl. 189—90,
en op bl. 191 : A briefe note of the Morsse and the use thereof. B.L.H.
3549.   Request der gecommitteerden van de Groenlandsche en Straat
Davidsche Visscherijen aan H. Ed. Gr. Mog. om voorzieninge tegen het
verval van dezelve visscherijen. (z. pi.) 1779. folio. 8 bladz.
Reste, (B. de) Zie: No. 3528.
3550.   (Rousselet de Surgy,) Mélanges intéressans et curieux ou abrégé
d\'histoire naturelle, morale, civile et politique de 1\'Asie, 1\'Afrique, l\'Amé-
rique et des Terres polaires. Seconde édition. Yverdun. 1765. Dl. I—IV. 8o.
Het Ie deel bevat de beschrijving van de Poollanden.
-ocr page 281-
247
WALVISCHVANGST EN BEIZEN TEK WALVISCHVANGST.
3551.   Koy, (P. L. Ie) Relaes van het gebeurde aan vier Russische zee-
lieden, welke op liet onbewoond eiland Oost-Spitsbergen zijn geraakt, waarop
zij zes jaren en drie maanden op een wonderbaarlijke wijze hebben doorge-
bracht. Amsterdam, 1768. 8°.
Volgens Adelung werd dit „Relaes" in 1766 in het fransch uitgegeven, naar
de mondelinge mededeelinfien van twee der vier zeelieden. Eene Hoogduitsche
vertaling verscheen te lliga, 1768. 8o. Eene nieuwe fransche uitgave zag in 1777
te Leiden het licht. Adelung heeft dit „Relaes" in zijne „Geschichte der Schiffahrten"
opgenomen, (bl. 705—730); Pinkerion in zijne: Collection of Voyages and tra-
vels. I, bl. 595—613, en de Kiste in zijne: Histoire des pêches. III, bl.
100-122.
3552.   Saabye, (H. E.) Fragmenten uit een dagboek gehouden in Groen-
land in 1770—1778. Uit liet Hoogd. Groningen, 1818. 8<>. K. B.\'sG.
3553.   Santé, (G. van) Alphabetische naamlijst van alle de Groenlandsche
en Straat-Davissche commandeurs, die sedert het jaar 1700 op Groenland en
sedert hot jaar 1719 op de Straat Davis voor Holland en andere provinciën
hebben" gevaren. Waarin men met eenen opslag kan zien, hoeveel visschen,
vaten spek en quardeelen traan yder commandeur uit Groenland en uit de
straat Davis heeft aangebragt en voor wat Directeurs dezelven hebben gevaren.
Haarlem, J. Enschedé. 1770. Met titelplaat. 4<>.
                          B.R.L.
Dit exempl. is met de pen bijgewerkt tot het jaar 1802.
Lindeman maakt melding van een: „Verzeichniss der Schiffe, die auf den
Wallfischfaug von Hamburg abgegangen und wie viel sie jedesmalgefangenhaben,
vom Jahre 1669 bis 1698 incl." waarvan hij in de bijlagen een uitvoerig uit-
treksel geeft.
3554.   Savary, Dictionnaire de commerce. Zie N<>. 3394.
Zie aldaar: Pêche de la Baleine. I, bl. 310—316.
3555.   Scammon\', (Capt. C. M.) Northern whaling.
Zie: The overland mouthly. San-Fransisco. 1871. Juny.
3556.   Schellinger, (Willem) \'t Volmaeckt en toegeruste schip, bestaende
in fraeije gedichten en aerdige Liedekens; verryekt met veel schoone nieuwe
voysen. Nut ende dienstigh voor alle Liefhebbers der groote Zeevaert.
t\'Amsterdam, bij de Wed. van Gijsbert de Groot. (z. j.) 12°.
Zie aldaar: Reyse na Groenlant. (Korte beschrijving der walvischvangst, op rijm.)
3557.   Scheltema, (P.) Aemstel\'s oudheid of gedenkwaardigheden van
Amsterdam. Arast., J. H. Scheltema. 1855—63. Dl. I—V. gr. 8°.
K. B. \'sG. —B. R. —R. L.
Zie aldaar: Spitsbergen, eene nederlandsche bezitting. — Oprigting der Groen-
landsche maatschappij. III, bl. 223—228. — De overwintering der Hollanders
op Nova-Zcmbla. (1596). IV , bl. 165—178.
Schleiden, (M. J.) Zie N°. 2004.
3558.   Scoresby, (W.) An account of the arctic regions, with a history
and description of the northern whale-fishery by W. Scoresby Jun. Edinbnrgh,
Constable. 1820. 2 dln. 8<>. Met 24 platen.
                                  B. L.H.
3559.------Journal of a voyage to the northern whale-fishery, including
researches and discovcries, made in the summer of 1822 in West-Greenland.
Edinburgh, Constable. 1823. 8». Met 8 platen.
3560.   • — Narrative of the loss of the Esk and Lively, Greenland whalers,
with a sermon. Whithy, 1826. 8».
Segersz, (Jacob) Zie No. 3491.
3561.   Spitsbergen. A short and true account of forty-two persons who
perished by shipwreck near Spitsbergen, in the year 1646.
Zie: (\'AurchiWs Collection of travels. II, bl. 361.
Pinkerlon\'s Collection. I, bl. 537.
Harris\'s Collection. II, Appendix, bl. 86.
-ocr page 282-
248                  PÊCHE DE LA BALEINE ET JOURNAUX DE BALEINIEB.S.
3562.   Spörer, (J.) Nowaja Semla in geographischer, naturhistorischer und
volkswirthschaftlichcr Beziehung. Gotha. J. Pcrthes. 1867. 4°. Met 2kaarten.
(Erganzungsheft No. 21 zu Pctermanns Mittheilungen.) K.B.\'sG.R.L.R.D.
Zie aldaar: Thierleben auf und um Nowaja Semlii. bl U6—101. Fang der
Secthiere. Walrossjagd, Robbenfang. Fang der Pelphiue. Flussfischerci, Lachsfang.
3563.   Statuten eener Groenlands- en titraat-Davids Visscherij-Societeit,
welke staat opgerigt te worden te Harlingen. Waaraan de Koninkl. goed-
keuring is verleend bij besluit van 4 Aug. 1824. N°. lul. VI en 17 blz. gr. 8°.
Bladz. 1—6: Inleiding, bl. 1 — 17. Statuten. 48 Artt.                         R. L.
3564.   Statuten der Nederlandsche Walvisch-visscherij-Maatschappij te
Amsterdam. Amsterdam, 1843. 8°.
3565.   Slibolt, Om Hvalfiskeriernes Hindringer og Opkomst.
Zie: Schrift. Kopcnh. Landh. Ges. 1, bl. 376.
3566.   Stradavits [sic] Reyse ter walvis-vangst, rijmsgewijze beschreven
door J. A. S. Chirurgijn op het schip Zaandijker Hoop. Antwerpen. P. J. Parys.
1769. 4°.
3567.   Tayse. (Dirk Jaeobsz.) Journael en Daghregister van D. J. Tayses
avontuurelijke Reyse na Groenlandt, gedaen met het schip de Dam,in\'tjaer
1710.   Uitgegeven en door den druck gemeen gemaekt door Willem Pieterse
Poort,
stierman van \'t voorschreven schip. Amsterdam, K. van Rijschoten.
1711.   4o.
3568.   Thiercelin, Journal d\'un baleinier. Paris, Hachettc. 1866. 2dln. 8o.
In dit werk wordt melding gemaakt van eene nieuwe manier om walvisschei)
te dooden en wel door vergiftigde kogels.
3569.   Til lol sim, (Jolin) Adventures in the ice: a comprehensive summary
of arctic exploration, discovery and adventure. With portraits. London, Hogg
and Son. 1869. 8».
Waarin een hoofdstuk over de Walvisehvangst.
3570.   Trampler, (J. C.) Umstandliche Beschreibung des Grönlandischen
Walfischfanges, ingleichen von den Ursachen und Eigenschaften des Nord-
lichts. Leipzig, Muller. 1771. 8°.
3571.   Uilkens, (J. A.) De volmaaktheden van den Schepper in zijne
schepselen beschouwd. Leeuwarden, Suringar. 1852—55. 5 dln. gr. 8».
Zie aldaar: Haring en Haringvisscherij. III, bl. 349—352. Walvisch en wal-
vischvangst. III, bl. 504-513.
          K. B. \'s G. — B. N. A. M. R. L.
3572.   Ule, (0.) Der Walliischfang.
Zie: Die Natur. Leipzig, 1870.
3573.   Veer, (Gerrit de) Waerachtighe Beschryvinghe van drie seylagien,
ter werelt noyt zoo vreemt ghehoort, drie jaeren achter malcanderen deur
de Hollandtsche ende Zeelandtsehe schepen by noorden Noorweghen, Mos-
covia ende Tartaria, na de Coninckrycken van Catthay ende China, so mede
van de opdoeninghe vande Weygats, Nova Scmbla, ende van \'t land op de
80 gradë, dat men acht Grocniandt te zyn, daer noyt mensch gheweest is,
ende vande felle verscheurende Beyren ende ander Zee-monsters ende ondrach-
lycke koude, ende hoe op de laetste reyse \'tschip int ys beset is, ende
tvolck op 76 graden op Nova Sembla een huijsghetimmert, ende 10 maenden
haer aldaer onthouden hebben, ende daer nae meer als 350 mylen met open
cleyne schuyten over ende langs der zee ghevaren. Alles met seer grooten
peryckel, moyten ende ongheloofelycke swaricheyt. Gedaen deur Gerrit de
Veer van Amstelrcdara. Ghedruckt t\'Amstelredam, by Cornelis Claesz.
Ao. 1598. langw. 4».
Met 31 gegraveerde kaarten en platen.
Zie: Tiele, Mémoire bibliogr. bl. 4—20, 103—116, waar de verschillende
uitgaven dezer reisjournalen naauwkeurig en uitvoerig ziju beschreven.
PurcAas heeft ze ook opgenomen in zijne „Pilgrimes", III, bl.473 —518.
3574.------Nova Zembla. De voorwerpen door de Nederlandsche Zee-
-ocr page 283-
1
WALVISCHVANGST EN REIZEN TER WALVISCHVANGST.                  249
vaarders na hunne overwintering aldaar in 1597 achtergelaten en in 1871
door Kapitein Carlsen teruggevonden, beschreven en toegelicht door Jhr. Mr.
/. K. J. de Jonge. \'sGravenh.. Mart, Nijhoff. 1S72. gr. 8». B.R.-R.L.
Deze merkwaardige voorwerpen worden bewaard in de modclkamer van het
Departement van Marine te \'s Gravenhage.
3575.   Verhaal, (Echt historisch) zo uit de mond als pen, van drie zee-
lieden, wegens het verongelukken van het schip, de Wilhelmina van de
Helder, alsook de noodlottige en droevige ongelukken van nog negen andere
schepen, dewelke alle verongelukt zijn in Groenland, door de bezetting van
het West-ijs, in den jare 1777. Amsterdam, 1778. 4o. 36 bladz. B.L.H.
Van dit „Verhaal" verscheen in 1779 bij Ludw. Forster te Bremen eene
Hoogduitsche vertaling: „Historisch wahre Nachricht von dern Elend und Drang-
salen des, im Jahre 1777 auf der Walfischfang)nach Gronlandabgefahrenen, ver-
üngluckteu Schiffes Wilhelmina." Commandeur Jacob Henrik Broeitjens.
Lindeman geeft er een uitvoerig uittreksel van in zijne: Arktische Fischerei.
bl. 37-46.
3576.   Verhael (Kort) uyt het journael van de personen die op Spits-
bergen in \'t overwinteren, gestorven zijn. A.nno 1034. Gedrukt te Hoorn, 1648.
Behoort bij het Journaal van I). Albz. Raven. Zie No. 3492.
3577.   Verhael (Kort) van eenige merkwaerdige geschiedenissen van
Holland [door E. As. van Doorgeest.] Amsterdam, K. de Wit. 1744. 8». B.R.
Zie aldaar: Beschrijving van de haringvisscherij en walvischvangst. bl. 78—96.
Verkorte uitgaaf van: Den Rijper Zcepostil. Zie No. C146.
3578.   Ver Hnell, (<J. R. M.) De walvischvangst in de baai van Allerhei-
ligen op de kust van Brazilië.
                     B. N. A. M. R. L. R. D.
Zie: Album der Natuur. 1854. bl. 249—253.
3579.   Vlaanderen. Chronyke van Vlaenderen, vervattende haere vin-
dinge, naem, enz., alsook eene generale beschryvinghe van g\'heel haer bestreek,
steden, casteden, heerlyckheden, enz. Beginnende van\'t jaer 621 —1725. Door
TV. ])(espars) en /<\'. R. Met kopere platen. Brugge, Andr. Wijdts. 1736. 3 dln.
4 stukken folio.
                                                           K. B. \'s G. —B. R. L.
Zie aldaar: Groenlaud\'s vaerders, d\' eerste in seegesondeu door die van Brugge.
Ao 1665. III, bl. 728, 731, 747. De visscherij belooft een goeden uitslag.
De Frauschen nemen eenige visschers met hunne schepen , die sy beswaerlyk doen
afkopen. II, bl. 432.
3580.   Voyagien, ende Beschrijvinghe van \'t Koninkryck vanSiam, Mosco-
vien, ofte Rus-landt, Ys-landt ende Groen-landt. Yder vertoonende in \'t bysonder
de Gelegenheyt, Religie, Maght, Regeringe, Costumen, Koopmanschappen,
ende andere aenmerekensweerdige saken derselver Landen. Te Dordrecht, voor
Vincent Caeymacx. 1652. 16o.
                                                      A\'. B. \'s G.
De uitgever van deze verzameling is Adriaan van Nispen. Zij bevat: a.
Beschrijvinge van Siam door J. Schouten. 6. Reyse, gedaen door Moscovien,
door J. Vanckaert. e. Voyage ofte Reyse na IJslant ende Groenlandt, door
D. Blefkenius. Vergelijk: Tiele, Mémoire bibliographique. bl. 261—62.
Muller, Bibl. Néerlando-Russe. bl. 3, 4.
3581.   Voyages de la commission scientifique du Nord, publiés par ordre
du gouvernement, sous la direction de M. P. Gaimard. Paris, A.Bertrand.
1838—1851. gr. 8".
Zie aldaar: Voyage en Islande et au Groenland sur la Corvette la Recherche,
commando par M. Tréhouart. 7 dln. gr. 80 Met 2 Atlassen in folio en 1 in
80; met 230 platen.
3582.   Walrossfang (Der) auf Nowaja Semlja.
Zie: Pelermanns geograph. Mittheiliingen. 1866. bl. 118. Album der Natuur.
1867, bl. 188. K. B. \'s 6. B. L. H. — JV. A. M. — R. L. S. J),
Walvischkaarten. Zie: Maury, No. 3515—3517.
-ocr page 284-
250                 PÊCHE DE LA BALEINE ET JOURNAUX DE BALEINIERS.
3583. Walvischvangst. De walvischvangst met veele bijzonderheden
daartoe betrekkelijk. Amsterdam en Harlingen, bij P. Conradi en V. van
der Plaats. 1784—1786. 1 dln. 1 bd. Ü>. B.L.H.—N.A.M.- -B.R.—R.L.—R.1).
Met C kaarten en 15 platen van 1). de Jong en H. Kobell, waarbij o. a.
de hicrWcii genoemde onder Xo. 3331.
In het 4e deel vindt men tevens eene beschrijving van de Haringvisscherij.
3584.------Nieuwe beschrijving der Walvischvangst en der Haringvis-
scherij. Met XXII fraaije platen en kaarten vercierd. Amst., J. Roos. 1791.
4 dln. 4o.
                                                                                         K. B. \'s O.
Nieuwe uitgave van het voorgaande werk. Vergelijk No. 3528.
3585.------De nieuwe verineerde Groenlantse Walvischvangst. ofte A mster"
damse IJ-stroom, vervuld met veelderhande nieuwe en aengename liederen,
t\'Amsterdam, Erven Gijsbcrt de Groot en A. van Dam. 1719. kl. langw. 4o.
Met enkele houtsneden.
Eene verzameling van volksliederen betreffeude de zeevaart. Het eerste bevat
eene beschrijving [op rijm] van de walvischvangst.
3586.------Gedrukte circulaire ter oprigting cener „Maatschappij tot uit-
oefening der Walvischvangst in de Noordelijke zeeën door middel van den
„Vuurpijlharpoen,\'\' onderteekend door C. J. Bottemanne M.zn. en Franeois
P. L. Pollen. Leiden, Febr. 1808. 4 blz. 4o.
Men leze over dezen harpoen en verdere mededeeliugen betreffende de walvisch-
vangst, een uittreksel uit eene voordragt, door den Heer Bottemanne te Rotterdam
gehouden, voorkomende in de Nieuwe Rotterd. Courant van 18 Maart 1869.
No. 76.
                                                                                B.R. I.
3587.------De walvischvangst. Met aibeeldingen.              B. N. A. M.
Zie: Nederl. magazijn, 1834. bl. 137—140, 148—152. 1869. bl. 402--405.
3588.------Brief van Lubertus Piscator over de visscherij, die bij een
loterij vergeleken wordt. — Oorzaaken van dcrzelver afneemen. — Wederleg-
ging. — Middelen ter verbetering op de Walvischvangst.
K. B. \'sG.—B. L. H. —R. L.
Zie: De Koopman of bijdr. ter opbouw van Neêrlands koophandel en zeevaard.
Amst., 1773. IV. No. 5, 12. 13, 25, 26.
3589.------Iets over de Walvisch-vangst in de Zuidzee en den Indischen
Oceaan. —De Greenlaudschc en Straat Davidsche Walvischvangst. B.R.L.
Zie: Ile Nederl. Hermes. Tijdschr. v. kooph. en zeev. 1827. No. 2, bl. 44—60.
No. 4, bl. 39—55.
3590.------Gal vanisme toegepast op de Walvischvangst.
Zie: Dagblad vau \'s Gravenhage, van 17 Juny. 1869.
3591.------Wanneer hier te lande begonnen.
Zie: van Wijn, Hist. en letterk. Avondstonden, Amsterd., J. Allart. 1800.
II, bl. 80. 8o.
                         K. B. \'s G. B. L. B. V. II. R. L.
3592.------Mémoirc sur la navigation dans la mer du Nord. Avec une
nouvelle carte sur cette étendue par M. Ie B. E. Berne, ehez S. Fetscherin.
1779. 4o.
3593.------Des primes d\'encouragement pour les graudes pêches de la
morue, de la baleine et du cachelot.
Zie: Journal des Ecouomistes. XXV111. bl. 170.          B. L. H. V. H.
3594. ------ Der Walüschfang trad die Robbenjagd im Europaischen Eis-
meere: M. Lindeman, Bericht über den Walfischfang von der Weser im Jahre
1867. J. Yeaman, Bericht über den Walüschfang und die Robbenjagd von Dundee.
Zie: Petermann\'s Gcograpb. Mittheil. 1867. bl. 413—421.
K. B. \'s O. — B. L. H. — N. A. M. — R. I. R. D.
3595.------Der Walfischfang im Jahrc 1867.
Zie: Petermann\'s Geograph. Mittheil. 1868. IX. bl. 350—51.
K. B. \'sG. - B. L. H. N. A. M. — R. L. —R. O.
-ocr page 285-
WALVISCHVANGST EN REIZEN TER WALVISCHVANGST.                 251
3596. Walvischvangst. Wahrhaftc Nachricht von den im Jahre 1777,
auf den Walfischfang nach Grönland nufgegangenen und dasclbst verunglückten
fünf Hamburger Schiffen, gezogen aus dem Journal des Küpers Jiirgen Röper,
auf dem Schiffe genannt Sara Cecilia, Kommandeur Hans Pieters. Altona, 1778.
Lindeman geeft in zijne „Arktische Fischerei", bl. 49, een uittreksel van
dit Journaal.
3597.------The request of an bonest merchant to a frieud of bis, to be
aduised and directed in the course of killing the Wbale, as folioweth. An.
1575.
Volgen verschillende vragen betrekkelijk dit onderwerp, vooral over
de uitrusting van een Walvischvaarder, met het antwoord.
Zie: HakluyC» principal Navigations, Voyages and Discoveries. London, 1599.
I, bl. 413—4,14
                                                       K. B. \'s O. — B. L. B.
3598.------Der Walfischfang. Met 10 afbeeldingen.
Zie: Das Ausland. Augsburg, 1869. bl. 438—444.
3599.------New Bedforder whaleman and shipping list. Merchants
transcript. 1869.
3600.------Pree and impartial remarks on the real importance of the
whalefishery. London, Cooper. 1755. 8°.
3601. —— Whalefishery of Hainan. — Description of a whale-fishery. —
Whale-fishery needs protection.
Zie: The Chinese Repository. Canton, 1832—1851. VI, bl. 411. VII, bl.
172. XII, bl. 608.
3602.------Eighting the whale; or, doings and dangers on a fishing
cruise. London, Nisbet. 1869. 18°.
3603. Wassenaer, (Claes) Historisch verhael alder ghedenck-weerdichste
Geschiedenissë, die hier en daer in Europa, als in Duitsch-lant, Vranckrijk. . .
en Neder-lant, Asia, America en Africa, van den beginne des jaers 1621
tot Octobri des jaers 1632 voorgevallen sijn. (Met platen, kaarten en por-
tretten). Tot Amstelredam, by Jan Evertsz. Kloppenburgh. 1622—1624,
J. Hondius 1624, en Jan Jansz. 1625—35. 21 dln. 7 bdn. 4o.
K. B. \'sO. — B L. H. R. L.
Zie aldaar: Welvaert van de Noortsche Compagnie (gelukkige walvischvangst). —
L)e inwoonders van Spitsberghen. — Het verloop\'van de walvisschen. V. 1623.
Septemb. bl. 157—158. Van het eylandt Spitsbergen , alwaer de genereuse Willem
Tas, capiteyn, ziju couragie toont. Ook van de walvisschen, haer baerden en
vinnen, baleynen genaemt, die Jan Osborn, seer konstigh verwerekt. Handelingh
van de Noordersche Compagnie. Verslag van de reis van Willem Vermuyden.
1612. Wat recht de Ëngelschen pretendeeren op de walvischvangst bij Spitsbergen,
met de wederlegging van Petr. Plancius. Overeenkomst tusschen Ant. Monier en
Benj. Joseph, aangaande de verdeeling van den vischgrond bij Spitsbergen en
verdere bijzonderheden betrekkelijk de walvischvangst. VIII. 1624. Decemb. bl.
86—96. — Ontdeckingen van Groenlunt en Nieu-Nederlant. IX. 1625. April,
bl. 43, 44. — Placcaet der H.H. Staten op den haringhvanghst, tegbensd\'in-
gbesetenen van Schotlandt haer wel te draeghen. IX, 1625. Mai. bl. 56,57.—
Vervolgh van het ontdecken van de door-vaert in \'t Noorden. Toerustinghe van
een nieuwe ontdeckinghe, door Waygatz, tusschen Nova-Zembla en \'tvaste landt
Kussien. IX. 1625. Julius. — Van de Spitsberch-vaerders, met het succes van
de walvisch-vanghers. X. 1625. Decemb. bl. 106, 107. — Verhael vandereyse ,.
op Waygatz , na de Tartarische zee gedaen , alsmede van de reyse door het Fretum
Davis, om daerdoor nae China te gaen. Nieuwe walrus-vangers. XI. 1626.
May. bl. 57.
Walvischvangst ghemist. — De buysen verstoort. — Walrusvanghcn en\'tseylen
door Waygats ghemist. XI. 1626. Sept. bl. 131—133. — Wederom-comst van
de walvischvanghers, alsmede de Spitsbergh-vaerders, ouder de Noortsche Com-
pagnie. XII. 1626. Octob. bl. 8,9. — Visscherye op Spitsberghen. XVI. 1628.
Novemb . — Staet van Spitsberghen. XVI. 1628. Decemb.
-ocr page 286-
252                PÊCHE DE LA BALEINE EI JOURNAUX DE BALEINIERS.
3604.   Weereld (De Noordsche), vertoond in twee nieuwe aemnercklycke
Reysen, d\'eene van de heer Martinière.. .. d \'andere van F. Martena. Yertaeld
en doorgaens met toedoeningen verrijkt door S. de fries. Amsteldam, A. D.
Ooszaen. 1685. 4<>. Met platen.
                                                   B.R. L.
Vergelijk No. 3511 en 3512.
3605.   Wereldhandel. (Engelands) Verslag der commissie van onder-
zoek omtrent de gepastheid en de werking van de scheepvaart-wetten. Uit
het Engelsch vertaald onder toezigt van L. van Vliet, \'s Hage, Gebr. v. Lan-
genhuysen. 1853. 6 dln. gr. 8".
                                K. B. \'sG. —B. R. L.
Zie aldaar: Visscherij en , vau Amerika worden beschermd door regten op vreemde
oliën. § 2869. — üe achteruitgang van de britsche verklaard. § 1692. —
Kunnen op gelijken voet gedreven worden door de Engelsehen en Amerikanen,
wat provisiën eu gagiëu betreft, maar de eerste kosten van het schip zijn minder
voor de laatste. § 1707. — Gevoelen over de onmogelijkheid van het herstel
der visseherijen van dit land. § 1739. — Die van Nieuw-Koundland beschre-
ven. §§ 8235-8240.
Walvischvangst. Neemt in Australië niet toe. jj 1295, 1379, 6237. —
Nieuw-Zeelanders zijn als matrozen beter dan andereu geschikt voor die visscherij.
§j 1373, 1113, 178S. — Wijze van betaling der zeelieden. §$ 1377, 1446,
1736, 1853, 6242. — Oorzaken dat wij door de Amerikanen uit die visscherij
worden verdreven. § $ 1383, 1440, H85, 1681, 6221. 8378. — Voorkeur voor
Nooreu en Deenen in de walvischvangst §§ 1417, 1508, 1746, 1817. — Be-
trekkelijke kosten van de provisiën. § 1488. — Wijze van bemanning der schepen.
$ $ 1511, 8522. — Schepen in de walvischvangst, zoo die bemand zijn naar be-
ginselen van matigheid, en met dezelfde voordeelen van aanvoer als de Amcri-
kanen, kunnen met hen mededingen. § 1526. — Getal manschap en schepen
gebezigd door dit land en Amerika in 1821 — 1847. SS 1873, 6221. — Betere
klasse van zeelieden vroeger geleverd door de walvischvangst SS 1800, 8378,
8430. — Kosten van de seheepsuitrusting. § 1829.
3606.   Westermeyer. Uittreksel uit het scheepsjournaal van Komraandeur
Westermeyer. 186. (?)
Zie: Lindeman, Arktische Fischerei. bl. 85—87.                             li.lt. L.
Wild, (Alb.) Die Niederliinde. Zie No. 3413.
3607.   Witsen, (Nic.) Noord en Oost Tartarijen: behelzende eene beschrij-
ving van verscheidene Tartersche en nabuurige gewesten, in de noorder en
oostelijke deelen van Aziën en Europa. Zedert naauwkeurig onderzoek van
veele Jaren, en eigen ondervinding ontworpen, beschreven, geteekent en in
\'t licht gegeven. Tweede druk. nieuwe uitgaaf, verryekt met eene Inleiding
(door P. Boddaert) en met eene meenigte (105) afbeeldingen (platen en
kaarten) versierd. Te Amsterdam, bij M. Sehalekamp. 1785. 2 dln. folio.
Uitgaaf van 1705. K. B. \'sG. (1785.) B. L. H. — A\\ A. M. —R. L.
Zie aldaar: Groenlandt; Nova-Zembla; Straet Uavids; Waygats. bl. 45, 93,
762, 782, 832, 834, 892, 897—906, 915, 919—926, 928, 940, 951,
waar tevens van de vischvangst, vooral vau de walvisch- en walrusvangst ge-
sproken wordt. Witsen heeft zich in zijne berigteu dikwijis van de mondelinge
mededeelingen van walvischvaarders bediend. Verder: Visch in de Kaspische
zee, bl. 614, 690. Visch in Siberië, bl. 787. Vischvangst in \'t Sanioyeden-laudt.
bl. 955. Haringvangst in Siberië, bl. 745.
Vergelijk: Fr. Muller, Essai d\'nne bibliographie Néerlando-Knsse, bl. 58,
waar eenige belangrijke bijzonderheden en eene naauwkeurige bibliographische
beschrijving van dit werk te vinden zijn.
3608.   White, (Adam) A collection of docurnents on Spitsbergen and
Greenland, comprising a translation from F. Marlens voyage to Spitsber-
gen; a translation from Isaac de la Peyriire\'s Histoire du Groenland; and
God\'s power and providenee in the preservation of eight men in Greenland
nine moneths and twelve dayes. Edited by Adam White, Esq. London, printed
for the Hakluyt Society. 1855. gr. 8».
Met 2 kaarten en eene plaat.                                K. B. \'t O. B. L. H.
-ocr page 287-
WALVISCHVANGST EN REIZEN TER WALVISCHVANGST.                   253
3609.   Wijbo, (J. Canzins) Dissertatio de balaenarum pisoatu. Lugd. Bat.,
1774. 4».
                                                                       e           B L.H.
3610.   Wyet, (S.) The Voyage of the Grace of Bristol of M. Rice Jones
vp vnto the Bay of Saint Laurence to the Northwest of Newefoundland, as
farne as the Isle of Assumption or Natiscotec, for the barbes of fyimes of
whales and traine Oyle, made by Silvester Ifget, Shipmaster of Bristol. (1594).
Zie: Hakluyt\'s principal navigations. Lond., 1599. I, bl. 194—195.
K. B. \'sG. —B. L. H.
3611.   Zaan land. Socteboom, (H.) Oudheden van Zaanland, Stavoren,
Vronen en Waterland. Amsterdam , 1702. 2 dln. 12o. K.B.\'sG.—B.R.—R.L.
Waarin ook over de visscherij (haring- en walvischvangst der verschillende
Zaanlandsche dorpen) gehandeld wordt.
3612.------Honigr Jsz. Jr.. (J.) Geschiedenis der Zaanlanden. Zaandijk,
J. Heynis Tzn. 1849. 2 dln. met platen en kaart. 8«. K.B.\'sG.—B.R.—R.L.
Zie aldaar: 1, Hool\'dst. VI, Vischvangsl en handel.— Haringbuizen te Wormer
en Jisp. — Walvischvangst, hare voordeelen. — Hoofdst. VIII, Groote en
kleine visscherij verboden. — Zaandamsche visscherij door de regering van Har-
derwijk bemoeilijkt.
3613.   Xesen, (Fillps von) Beschreibnng der stadt Amsterdam, darinnen
von derselben ersten ursprunge bis auf gegenwiirtigen Zustand, ihr unter-
schiedlicher auwachs. herliche vorrechte. und in mehr als 70 Kupferstükken
entworfene führnemhstc Gebeue. zusamt ihrem Stahtswesen. Kauf-handel und
ansehnlicher macht zur See, wie auch was sich in und mit Derselben mark-
würdiges zugetragen vor augen gestellet werden. Zu Amsterdam , Gedrukt and
verlegt durch Joaehim Noschen. lm Jahr 1664. 4o. K.B.\'i O.—B. R.L.
Zie aldaar: Fischmiirkte, bl. 226, 227-231, benevens eenige bijzonderheden
omtrent den verkoop van visch. Griihnlandische Geselschaft, was vor freiheitsie
habe. bl. 359. Griilinliindische Pakheuser. bl. 358. Walfische, wie sie gefangen
und der tiahu daraus gesotten wird. bi. 359.
Hiirings-pakkeiei und Pakker-turn. bl. 76, 103, 172.
3614.   Xiinnicriiiiiiin, (W. T. A. W.) De zee, hare bewoners en wonderen.
Uit het Hoogd. Amst, 1838. 2 dln. 8°\'.
         B.N .A.M.—R.L.—R.D.
Zie aldaar: De walvisch en de walvischvangst. 3e stuk. bl. 120—164.
3615.   Zorgdrager\'s (C. 6.) Bloeijende opkomst der aloude en heden-
daagsche Groenlandsehe visscherij. Waarin met eene geoefende ervaarenheit
de geheele omslag dezer visscherije beschreven, en wat daarin dient waarge-
nomen, naukourig verhandelt wordt. Uitgebreid met eene korte historische
beschrijving der Noordere gewesten .voornamelijk Groenlandt. IJslandt, Spits-
bergen, Nova-Zembla. Jan Mayen-Bylandt, de Straat Da vis, en al \'t aan-
merklijkste in de ontdekking deeser landen, en in de visscherij voorgevallen.
Met bijvoeging van de Walvischvangst, in haere hoedanigheden, behande-
lingen, \'t scheepsleven en gedrag beschouwt, door Abraham Moubach. Tweeden
druk. Met aanmerkelijke zaaken vermeerdert, nevens een korte beschrijving
van de Terreneufsche Bakkeljaau-visscherij. Verciert met (6) naauwkeurige,
en naar \'t leven geteekende nieuwe kaarten en (10) kunstige printverbeeldingen
(en titelpl.) In \'s Gravenhage, by P. van Thol. en R. C. Alberts. 1727. 40.
K. B. \'sG. —B. L. U. — U.H. — R. L. —R. D.
üe eerste druk verscheen te Amsterdam, b(j J. Oosterwijk. 1720. 4o. B.R.
De tweede verscheen ook met een anderen titel: Amsterdam, J. Morterre.
1728. 40.
                                                                                    B. N. J. M.
3616.------Alte und neue Grönlandische Fischcrei und Wallfischfang mit
einer kurzen histor. Beschreibung von Grönland, Island, Spitsbergen, Nova-
Zembla u. s. w. ausgefertigt durch A. Moubach. Aus dem Hollandischen
übersetzt. Leipzig, 1723. 4». Met kaarten en platen.
-ocr page 288-
d. Kabeljaauwvisscherij.
[Pêche de la morue.]
Anderson, (Joh.) Beschrijving van IJsland, Groenland en de Straat
Davis. Zie No. 3418.
3617.   Anspach, (L. A.) History of the Island of Newfoundland. Lon-
don, 1819. 8o.
3618.   Badeigts de Laborde, Rapport sur les pcches de la morue et du
hareng sur les cótes do la Norvège. Paris, Impr. de Dupont. 1851. 8o.
3619.   Beautemps, (P.) Réponse a la protestation faite par 1\'assemblée
législativc de Terre-Neuve contre la Convention du 14 Janvier 1857.
3620.   Berghaus, (H.) Allgemeine Lander und Völkerkunde. Stuttgart,
Hoffmann. 1837-1844. 6 dln. gr. 8».
                                           B.R.L.
Zie aldaar: Kabeljau- und Stockfischfang. III, 1)1. 352, 474—480.
3621.   Beschrijving (Korte) van de Terreneufsche Bakkeljaau-visscherij
voor de Noordkust van Amerika.
Zie: Zorgdragers Groenlandsche visscherij. No. 3615.
3622.   Blome, (R.) The present state of his majestics Islcs and Territories
in America, viz. Jamaica, Barbadoes .... New-Foundland, etc. With new
maps of every place. London. printed by H. Clark, tbr Dorman Newman.
1687. 8°. Met eeue plaat en 5 kaarten.
Eene fransche vertaling verscheen: Amsterdam, A. Wolfgang. 1688. 12°;
eene Hoogduitsche, Leipzig, 1697. 12o.
3623.   Bonnycastle, (R. H.) Newfoundland in 1812. London, 1843.
2 dln. 8o.
3624.   Boyer, (Paul) Relation de lout co qui s\'est passé au voyage de
de M. Bretigny en 1\'Amérique occidentale-septentrionalc; avec la description
des moeurs des sauvages, et un avis ;i ceux qui veulent y établir des colo-
nies. Paris, 1654. 8».
3625.   Braekniann, De la pêche de la morue. considéréedanssesrapports
avec la médecine. These. Paris, Didot Jeune. 1825. 4°.
3626.   (\'arpon, (CL J. A.) Voyage a Terre-Neuve. Observations etnotions
curieuses propres a intéresser toutes les personnes qui veulent avoir une idee
juste de 1\'un des plus importants travaux des marins francais et étrangers,
recueillis pendant plusieurs séjours dans ces froides régions. Caen, Poisson.
1852. 8o.
Bevat belangrijke mededeelingen betrekkelijk het vangen , droogen en bereiden
van den kabeljaauw. Zie: Alg. Visscherij-Courant. 20 Jaarg. No. 32.
3627.   Chevallier, (H. Em.) Terre-Neuve. Souvenirs de voyage.
Zie : Revue moderne. 1860. L , bl. 596—626.                                 B. R. L.
3628.   Considerations on the state of the British fisheries in America.
London, 1745. folio.
3629.   Crowe, Notes on Iceland and its fisheries.                      B. R. L.
Zie: Nautical magazine. 1869. bl. 669—682: Codfishery. Sharkfishery. Whale-
fishery.
3630.   Davis, (John) The worlde hydrographical description, wherein is
proued not onely by aucthoritie of writers, but also by late experience of
trauellers and reasons of substantiall probability. that the world, in all his
-ocr page 289-
KABELJAAUWVISSCHERIJ.                                             255
zones, clymats and places, is habitable and inhabited aud the seas likewise
vniuersally nauigable without any naturall annoyance to hinder the same,
whereby appeares that from England there is a short and speedie passage
into the South seas, to China, Molucca. Philippina and India, bynortherly
nauigation, to the renowne honour and benefit of her maiesties state, and
communalty; published by John Davis of Sandrudge by Darmouth in the
County of Devon, gentleman. London, by Thomas Dawson, 1595. 16o.
Zie over dit hoogst zeldzame boekje: .ƒ. Barrow , A chrouological. history of
voyages. bl. 116—124. [B. R. £.] liet bevat eenige belangrijke bijzonderheden
over de kabeljaauwvisscherij. Een uittreksel uit dit werkje, (een kort verslag van
de drie reizen van John Davis) vindt men in: Hakluyl\'s Voyages and naviga-
tions. Lond., 1601. III, bl. 119, 120. Zie ook aldaar, bl. 98—118.
3631.   Denyse, (Nic.) Description géographique des costes de 1\'Amérique
Septentrionale. avec 1\'histoire naturelle du pavs. Paris. Gl. Barbin. 1672. 2
dln. 12o.
Zie aldaar over de kabeljaauwvisscherij: I, bl. 162, 228. Il, bl. 191.
3632.   Dobbs, (Arth.) An account of the countries adjoining the Hudsons-
bay. London. 1741. 8o.
Waarvan een uittreksel in Pinkerion\' s Collection of voyages. XII, bl. 361—376.
3633.   Douw, (J. R.) Over de kabeljaauwvisscherij.
Zie: Werken uitgegeven door de Nederlandsche huishoudelijke Maatschappij te
Haarlem. 1793—183-4. Oecon. Tak, later Maatsch. v. Nijverheid. No. 3.
(Zeevaart en visscherij.)
                                                                 K. B. \'s G.
3634.   Dnval, (Jules) Les pêcheries de Terre-Neuve: Pêche de lamorue.
Zie: Revue des deux mondes. 1859. XXII, bl. 831—863.
             B.R.L.
3635.------Les colonies et la politique colonialc de la Prance. Avec deux
cartes. Paris. A. Hertrand. (18G4). gr. 8».                                       B. R. L.
Zie aldaar: Les pêcheries de Terrc-Neuve. bl. 298—342.
3636.   I\'alcli, (M.) Om Torsk-Vaarliskeriot paa Sundmór.
Zie: «et kgl. Norske vidensk. Selskabs Skrifter. 1788, bl. 216—250.
3637.   Piskerierne i almindelighed og Torskefiskerievne i Saerdeleshed.
Indfört i: Den Bergenske Borgerven. Bergen, 1767. bl. 129—145. 8».
3638.   Flilgel, (C. G.) Der Kaheljau. nebst den damit verwaudten und
für den Handel wichtigen Piseharten. Leipzig, Gedr. bei Breitkopf und
Hartel. 1842. 8o.
3639.   Fillouu, (J. A.) Mémoiresur la colonie de Saint-Pierre et Miquelon.
(z. pi.) 1850.
Waarschijnlijk een uittreksel uit: Noovelles annales de la marine et des colonies.
Waarin ook berigten betrekkelijk de kabeljaauwvisscherij.
3640.   Gobinean, (A. de) Voyage a Terre-Neuve. Paris, Hachette. 1861.
kl. 8°.
Zie aldaar: St. Jean et les pêcheries. bl. 255—286.
3641.   Haarlem. De te Haarlem gevangen kabeljaauw. Ets van C. van
Noorde in 1760, naar de schilderij van Tako Jelgersma, met het volgende
inschrift: Pieter Mathysz. zijn knecht, ghenaemt Hubert Adryaensz. heeft
deze cabelau aldus gegreepen buyten Haerlem in het Spaeren, den 23 Dec. 1610.
(In de prentverzameling van Prof. C. O. Voorhelm Schneevoogt te Haarlem.)
3642.   Hailly, (Ed. dn) Six mois a Terre-Neuve.                      B. R.L.
Zie: Revue des deux mondes. 1868. LXXVI, bl. 948—972.
Bevat eenige bijzonderheden over de kabeljaauwvisscherij en de robbenvangst.
-ocr page 290-
PÊCHE DE LA MORUE.
256
3643.   History (The) of the British dominions in North-America, from
the flrst discovery of that vast continent by Seb. Cabot in 1497, to its
present glorious establishment as confirmed by the late treaty of peace in
1763. In fourteen books. London, Strahan and Becket. 1773. 4°. Met
eene kaart.
Zie aldaar over de kabeljaauwvisscherij het XIIIo en XIVo boek.
3644.   Hoekvisscherij. Over het visschen met den hoek. Naar het Deensch
door T. C. Winkler. Met houtgravuren. Leyden, A. W. Sijthoff. 1861. kl. 8o.
3645.------Over de kabeljaauwvangst met den hoek , het maken van lever-
traan, vischlijm enz. Naar het Deensch door T. C. Winkler. Met houtgra-
vuren. Leiden, A. W. Sijthoff. 1861. kl. 8o.
3646.   Horrebow, (Niels) De tegenwoordige staat of omstandige beschrij-
ving van het groot eyland IJsland. Bevattende..... een omstandig bericht
van de visschen, de vischvangst, toebereiden en drogen der visschen. Oor-
spronglijk in het Deensch beschreven. Amsterdam, by St. van Bsveldt.
1754. 4o.
                                                                               B.B. L.
Zie aldaar, bl. 51—64: Van de Dorsch of Kabeljauw; vangst, bereiding,
enz.; bl. 48—51: van de haringen.
3647.   Hvid, (Joh. Chr.) En Nordlands Patriots cenfoldige Tanker angaaende
den ligesaa berómmelige som i sig selv vidtbekjendte Torske-flskerie i sarnme
Nordlands Amt, besynderlig ved "Vaage og der omkringliggende Fjorde. Bergen,
1763. 8o.
3648.   Irgens, (H. H.) Af handling indeholdende Torske-Garns fordeelagtige
Brug samt grundige Igjendrivelser af de Indvendiger. som Tiid efter anden
ere gjorte med samme. etc. Bergen, 1777. 4o.
3649.   Jukes, (J. Bnte) Excursions in Newfoundland, with an account
of the Codfishery- fog banks- sealing expedition, and a geological survey of
the Island. With a map. London, John Murray. 1853. 2 dln. 8o.
3650.   Kabeljaauw (De) en het vischgetijde op IJsland.
Zie: /. B. Rietstap, De wereldbol. De jongste zee- en landreizen. Groningen ,
1807. I, bl. 314—316.
3651.   Kabeljaauwvisscherij. Wijze waarop de kabeljaauwvisscherij
gedreven wordt.
                                                                                    B. B. L.
Zie: Catalogus der inzendingen uit Nederland naar de internationale Tentoon-
stelling te Bergen. Rotterdam, 1865. bl. 16—17
3652.------A visit to the fishing grounds of Labrador by H.M.S. Gannet,
in the autumn of 1867.                                                                       B.B.L.
Zie: Nautical Magazine, 1869. March, bl. 113—120. April, bl. 187—196.
May, bl. 226—234. .Tune, bl. 296—304. July, bl. 340-349.
3653.------The ancient right of the english nation to the American fish-
eries and its various diminutions examined and stated; with a map of the
lands, islands, gulphs and fishing-banks comprising the whole. London,
Baker. 1764. 4°\'.
3654.   Eerguelen de Tréiuarec, Belation d\'un voyage dans la mer du
Nord, aux cötes d\'Islande, du Groenland, de ïerro, de Shettland, fait en
1767 et 1768. Paris, Prault. 1771. 40. Amsterdam en Leipzig, 1772. 4o.
Met 17 kaarten en platen.
                                                              K. B. \'s 6.
Vertaald in: Finkerton\'s Collection of voyages. I, bl. 735—803 ; en opgenomen
in: Prévost, Histoire générale des voyages. Amst., 1777. Dl. XXII, bl.
488 vv.
3655.   Macgregor, (J.) The progress of America. London, Whittaker.
1847. 2 dln. gr. 8o.
                                                                          B. B. L.
Zie aldaar: Fisheries of British America. II, bl. 545—582.
Voornamelijk over de kabeljnauwvissclierij.
-ocr page 291-
KABELJAAÜWTISSCHERIJ.                                             257
3656.   Marec, Dissertatiou sur plusieurs questions concernant la pêche de
la morue. pour servir a la discussion du projet de loi présenté sur cette
matière a la Chambre des Députés. Paris, Guiraudet. 1832. 4". Met eene kaart.
3657.   Martin, (R. Montgommery) History of the British Colonies.
London, 1834. 5 dln. gr. 8».
                                          B. L. H. — R. L.
Zie aldaar: Fisheries in America. III, bl. 496—501. Vergelijk No. 1607.
3658.   Jliissic, (John) An historical account of the naval power of France,
from its first foundation to the present time. With a state of the english
fisheries at Newfoundland. for a hundred and fifty ycars past; and various
computations, observations, etc. (z. pi.) 1712. Herdrukt, 1772. 4°.
3659.   Miles, (W. A.) Remarks on the act for encouragement oftheNew-
foundland fisheries. London, 1779 40.
3660.   Milne-Edwards, Mémoire sur la pêche de la morue. (z. pi.) 1829. 8o.
3661.   Newfoundland. A glance at New-foundland.               B.B. L.
Zie: The nautical magazine. 1870. bl. 586—593.
Bevat enkele mededeelingen over de kabeljaauwvisscherij. .
3662.   Oldmixon, (John) The British empire in America, containing the
history of the discovery and state of the British colonies, on the continent
and islands of America; bcing an account of the country, soil, climate,
products and trade of Newfoundland, New-England , etc. Second edition,
corrected and amended. With the continuation. London, J721. 8o.
3663.   Palfrey, (J. G.) History of New-England. Boston, 1859—64.
(London, Low.) 3 dln. gr. 8o.
3664.   Parklrarst, (Anthony) A letter written to M. Richard Hakluyt, of
the middle Temple, conteining a report of the true state and commodities of
Newfoundland. 1578.
Zie: Hakluyt\'\'s Voyages, navigations and discoveries. London, 1600. folio. dl.
III, bl. 132-134.
                                                                         B. I. H.
Behalve in bovengenoemden brief, waarvan Pinkerton (XII, bl. 274) o. a.
zegt: ,,very curious, and yet little taken notice off", komen in dit deel van
Hakluyt\'s voyages and navigations, o. a. op bl. 9, 107, 108, 120, 131, 149—
153, 155, 161—163, 166^ 173, 184, 193, 194, 200, 204en 238, ookeenige
bijzonderbeden voor betrekkelijk de kabeljaauwvisscherij.
3665.   Peto, (S. M.) The resources and prospects of America. London,
Strahan. 1866. 80.
Zie aldaar: bl. 252—53. Disputes respecting fisheries.
Vergelijk: Journal of the legislative conncil of the island of New-Foundland. 1857.
3666.   Pêche de la morue sêche. Pétition des armateurs du port de Saint-
Malo. Paris, Desenne. 1792. 80.
3667.   Peyrère, (Isaac de la) Relation de 1\'Islande. Paris, 1663. 8o.
Ook opgenomen in: Kecueil de voyages au Nord. Amsterd. J. F. Bernard.
1731. dl. I, bl. 1—65. Met kaart en platen.                                   B. L. H.
3668.   Pit kin, (T.) A statistical view of the commerce of the U.S. of
America. Newhaven, Durrie and Peck. 1835. 80.
Waarin o. a. kabeljaauwvisscherij, walvischvangst, enz.
3669.   Porte, (De la) De nieuwe reisiger; of beschrijving van de oude en
nieuwe waerelt. Dordrecht, 1769—1792. 32 dln. gr. 8c
             B.B. L.
Zie aldaar: VII: Het eiland Terre-Neuve, bl. 323—347.
3670.   Raynal, (6. T.) Histoire philosophique et politique des établisse-
ments et du commerce des Européens dans les deux Indes. Genève, J. L.
Pellet. 1781. 10 dln. 80. Met een atlas in 4o.
K. B. \'s Q. B. L. H. —B.B.- B. L.
Zie aldaar: Pêcheries établies a Terre-Neuve. VIII, bl. 246—266.
17
-ocr page 292-
PÊCHE DE LA MORUE.
258
3671. Rondvisch. Oeconomisk Betragtning over Rundfisks Virkning paa
Rumsdalen, imellem M. og B. fra nogle af denne Byes Borgere, der önske
Landets Vel. Bergen. 1775. 8».
Over de z. g. rondvisch, eene soort van stokvisch.
3672.------Betragtning over den Rumsdalske og Syndmörske Rundfisk,
efter Indbydelse af det nyttige Selskab i Bergen, forfattet og indsendt af
H. Meyer. Bergen. 1775. 8o.
3672a. Sars, (G. A.) Indberetninger til Departementet for det Indre om de
af ham i Aarene 1864—1869 anstillede praktisk-videnskabelige Undersögelser
angaaende Torskefiskeriet i Lofoten. Christiania, 1869. 8°. B.N.A.M.
36724.------Om de af ham i Sommeren 1870 anstillede fortsatte Under-
sögelser over Torskefiskeriet ved Lofoten. Christiania, 1871. 8o. B.N.A.M.
3672a—ö. Onderzoek betreffende de kabeljaauwvisscherij.
3673.   Scliuit/. (Lyder) Af handling indeholdende Besvarelse paa det Spörgs-
maal, hvorvidt det kunde ansees gavnligt eller skadeligt, at Rundfisk bliver
virket i Romsdals Pogderie of Throndhjems Stift. Bergen, 1775. 8°.
Over de bereiding vau den Rondvisch.
3674.   Ström, (H.) Om Torske Piskeriet med Garn
Zie: Det Kgl. Norske vidensk. Selskabs Skrifter. 1788, bl. 340—416.
Kabeljaauwvisscherij met netten.
3675.   Thomassy, (R.) Missions et pêcheries, ou politique maritime et
religieuse de la Trance. Paris, Lecoffre. 1853. gr. 8«.
3676.   Timbre, (A. M. Le) Pêehe de la morue en Islande. (Rapports du
commandant de la division na vale chargée de la protection des interets francais).
Paris, P. Dupont et Challamel. 1872.
Zie: Revue marit. et colouiale. 1872. Janv. XXXII, bl. 74—85.
3677.   Troil, (W. von) Bref rörande en Resa til Island. 1772. Upsal,
1777. 8o. Met kaart en platen.
De twaalfde brief handelt over de vischvaugst. Deze brieven zijn in het engelsch
vertaald, en met aanteekeningen uitgegeven: London, 1783, en zijn ook opge-
nomen in: Pinkerton\'s Collection of travels. I, bl. 621—735. Eene fransche
vertaling verscheen: Paris, 1781; eene bollandsche (z. pi.) 1784.
3678.   Veiledning for den fiskende Almue omTilvirkningenogBehand-
lingen af Klipfisk, udarbeitet af en Kommittee under det Romsdalske prac-
tiske Landliuusholdnings-Selskab. Molde, 1845. 8o.
Bereiding van den klipvisch of gedroogde kabeljaauw.
3679.   Vers es to the memory of colonel Ackland; with a letter on the
advantages arising from the Newfoundland fisheries. London, Brown. 1778. 4o.
3680.   Vogel, (Ch.)Le Portugal et ses colonies. Paris, Guillaumin. 1860. gr. 8o.
Zie aldaar: Pêche de la morue a Terre-neuve. bl. 263.
                 B. K. L.
Wereldhandel. (Engeland\'s) Vertaald door L. van Vliet, \'s Hage,
1853. 6 dln. gr. 8<>. Vergelijk No. 3605.
                                     B.R.L.
3681.   Whitbonrne, (Capt. R.) Westward Hoe for Aveion in the New-
foundland, as described by Capt. Richard Whitbourne, ofExmouth, Devon.
1622. Edited and illustrated by T. Whilbnm. London, Low. 1870. 80.
3682.   Williams, (Griffith) An account of the island of Newfoundland,
with the nature of its trade, and method of carrying on the üshery, with
reasons for the great decrease of that most valuable branch of trade. Lon-
don, 1766. 80.
3683.   Winkler, (G. C.) Island. Seine Bewohner, Landesbilder und vul-
cauisclie Natur. Braunschw., G. Westermann. 1861. gr. 8o.
Zie aldaar: Fischerei, bl. 125-130.
3684.   IJsland. Historical and descriptive account of Iceland, Greenland
and the Paroe islands. With illustrations of their natural history. London,
1849. gr. 8o. Met kaarten.
-ocr page 293-
e. Kust visscherij. - Oestervisscherij en oesterteelt.
[Pêche cótière. Pêche et culture des huitres.~\\
3685.   Allegro, (D.) De la pêche dans Ie bassin et sur les cötes d\'Ar-
cachon. Moyen de la pratiquer sans danger et avee proflt. Bordeaux, Suwerinck.
1836. 8».
3686.   Audiganne, (A.) La région du bas de la Loire. La paludière des
marais salins et les pêcheurs des cötes.
Zie: Revue des deux mondes. 1868. LXXVIII, bl. 198—228.        B.R.L.
3687.   Berthelot, (S.) Des nioyens d\'encouragement pour les progrès de
la pêche cótière. 1865. 8».
Overgedrnkt uit: Bulletin de la soc. d\'acclimatation.
3688.   Kinahan, (J. R.) Inquiries into the causes of the present decay of
the Dublin Crab and Lobster fisheries, with a few suggestions as to the
practicability of amendment of them and the market supply, either by sub-
stitutiou of species or otherwise.
Zie: Proceed. nat. hist. soc. Dublin. 1859—62. III, bl. 109-112.
3689.   Mallet, Considérations sur la pêche cótière; comment elle se fait
depuis la baie de St. Brienne jusqu\'a l\'entrée de la rivière de Bordeaux.
Application de la vapeur a cette pêche. Brest, 1866. 8».
3690.------Mémoire sur L\'établisaement d\'unc institution financière de
crédit, en vue d\'améliorer la condition commerciale des marins francais engagés
dans 1\'industrie de la pêche cótière. Paris, 1866. 8».
3691.   ittohr, (N.) Um adferd Nordmanna, Feereyinga, Skotta og Hjallt-
lendinga at veida Sma-upsa cdr Upsa-scidi. (Om Nordmrendenes, F«eröin-
gernes, Skotternes og Hetltendingernes Adtierd met at fange Sei-Yngel.
Zie: Kit petz Islendska Lserdoms-Lista Felags. III, bl. 193—204.
3692.   Mollinijsen, (P. C.) De visscherij in de Zuiderzee.
Zie: Nijfioff\'s Bijdragen voor vaderl. geschied. 1864. Nieuwe reeks, III, bl.
307—319.
                                   K. B. \'s G. — B. L. H. — R. L.—B. R.
3693.   Nota, aanwijzende de oorzaken van het verval der versche visch-
vangst, langs de Hollandsche kusten en de middelen tot, derzelver herstel.
Met bijlagen, folio. 8 blz.
                                                                      B. R.
3694.   Plan tot deelneming in cene maatschappij ter uitbreiding derkust-
en steurharingvisscherij to Katwijk. Met berekening. Gedrukt bij J. G. la Lau
te Leyden. (omstreeks 1838.) 8<>. 13 en 26 bladz.
                             B.B.
Waarbij een geschreven stuk van 27 blz. in folio, getiteld: „Memorie be-
treffende de opbrengst der beug-visscherij te Katwijk aan zee", houdende eene
nadere berekening en opmerkingeu ten opzigte van het voorgestelde plan en de
gedrukte berekening.
3695.    I! i in Int ml. (J. B.) De la pêche cótière en France. Toulon, Impri-
merie Aurel. 1865. 80.
3696.   Roach (On) (ishiag and its particularities, by H. W. London,
printed by Martin and Snell. 1860.
3697.   Staalvisscherij. W. W. L. van 6. De staalvisscherij bij
Enkhuizen.
                          .                        K. B. \'s G. — B. L. H. R. L.
Zie: Sloet tot Oldhuis, Tijdschrift voor staathuishoudkunde en statistiek. Zwolle ,
1865. XXV, bl. 348. Vergehjk: De Navorscher. 1860, bl. 346.
17
-ocr page 294-
260                 PÊCHE CÖTlÈRE. — PÊCHE ET CULTURE DES HÜITRES.
3698.   Adams, (H. and R.) The genera of recent Mollusca. arranged
according to their organisation. London, 1857—58. 3 dln. roy. 8o. \')
Met 138 platen, gegraveerd door Sowerby en voor een groot gedeelte gekleurd.
B. N. A. M.
3699.   Blainville, (H. M. Ducrotay de) Manuel de malacologie et de
conchyliologie. Strasbourg et Paris, Levrault. 1825—1827. 2 dln. gr. 8°.
Met 109 platen. (Zwart of gekleurd.)                        B. T. G. — A. A. M.
3700.   Chenu, (J. C.) Illustrations conchyliologiques. ou descriptions et
figures de toutcs les coquilles connues, vivantes et fossiles, classées suivant
Ie système de Lamarck. Paris, Masson, Langlois et Leclereq. 1842—1854. folio.
K.B.\'sQ.—B.T.G.—N.A.M.—R.D.
Van dit werk zijn 85 aflev. verschenen, elk met 6 ik 8 gekleurde platen. De uit-
gave is voorloopig gestaakt.
3701.   Deshayes, (G. P.) Traite élémentaire de conchyliologie. avec l\'ap-
plication de cette science a la geologie. Paris, Masson. 1831—1858. 3dln.
gr. 8». Met een atlas van 132\' platen. (Zwart of gekleurd.) B.L.H.—N.A.M.
3702.   Donovan, (E.) Natural history of British shells, including figures
and descriptions of all the species hitherto discovered in Great Britain.
London, 1804. 5 dln. gr. 8». Mot 180 gekleurde platen.
Van dit werk verscheen cene fransche vertaling, bewerkt door J. C. Chenu.
Paris, A. Eranck. 1845. gr. 8o. Met 48 platen.
3703.   Férussac, (A. E. J. P. J. F. d\'Audebart, baron de) Histoire
naturelle, générale et particuliere des Mollusques terrestres et rluviatiles, tant
des espèces que 1\'on trouve aujourd\'hui vivantes que des dépouilles fossiles
de celles qui n\'oxistent plus. classées d\'après les caractères esscntiels qui
présentent ces animaux et leurs coquilles; continuée par O. P. Deshat/es.
Paris, J. B. Baillière. 1821 -1851. 2 dln. tekst en 2 dln. platen (247). folio.
B. T. 9. —N. A.M.
Dit werk verscheen in 42 afleveringen, waarvan 1—28 door de Férussac en
29—42 door Deshayes zijn bewerkt. Er zijn ook exx. met gekleurde platen in
den handel gebragt.
3704.   Forbes (E.) and S. Hanley, History of British Mollusca, and their
shells. London, van Voorst. 1853. 4 drn. gr. S<>. Met 198 platen. B.L.H.
Er zijn ook exx. met gekleurde platen in den handel gebragt.
3705.   Hanley, (S.) Au illustrated and descriptive catalogue of recent
Bivalve shells, with 900 figures by Wood and Sowerby. London, Williams
and Norgate. 1841.
3706.   Jeffreys, (F. G.) British conchology; or an account of the Mollusca
which now inhabit the British isles and the surrounding seas. London,
J. van Voorst. 1852—1863. 2 dln. 8<>. Met platen.
3707.   Kiener, (L. C.) Species général et iconographique des coquilles
vivantes, comprenant Ie Musée Masséna, la collection Lamarck, celle du
Muséum d\'histoire naturelle, et les découvertes récentes des voyageurs. Paris,
J. B. Baillière. 1834—1860. gr. 8". B. L. H. —T. O. —N. A. M.
Van dit werk zijn 138 aflev., elk met 6 gekleurde platen, verschenen. Door
den dood des schrijvers is de uitgave gestaakt.
3708.   Lamarck, (J. B. P. A. de Monnet de) Histoire naturelle desani-
maux sans vertèbres, présentant les caractères généraux et particuliers de ces
animaux. leur distribution. leurs classes, leurs genres, leurs families et la
citation des principales espèces qui s\'y rapportent. Seconde édition, revue et
augmentée par O. P. Deshayes et Milne Edwards. Paris, J. B. Baillière.
1843—1845. 11 dln. gr. 8<>.
                                                      B.N. A.M.
\') Daar in de eerste afdeeling (Ia) van deze bibliographie geen speciale werken
over de natuurlijke geschiedenis der week- en schelpdieren zijn opgenomen, laat
ik hier eenige van de voornaamste voorafgaan.
-ocr page 295-
KUSTVISSCHERIJ. — OESTER VISSCHERIJ EN OESIERTEELT.              261
3709.   Lister, (Mart.) Historiae sive synopsis methodicae conchyliorum,
quorum omnium pictura ad vivum delineata exhibetur, libri IV, cum appen-
dicibus. Londini, 1685-1693. kl. folio. B. L. II. — T. G. — K. A. M.
Het complete werk bevat 1057 platen en nog 22 in den appendix. Vergelijk:
Brunet. III, col. 1096; Ebert\'s Lexikon. I, bl. 994.
3710.   Martini (F. H. G.) et J. H. Chemnitz, Historia conchyliorum,
germanice et latine. Nurembergae, N. Raspe. 1769—95. 12 dln. 4». Met
430 gekleurde platen.
                                                    B. L. H. — N. A. M.
Het laatste deel is bewerkt door J. A. Wagner.
Sedert 1S37 verschijnt eene nieuwe uitgave van de platen , onder den titel: Martini
Neues Systematische» Conchylien-Cabinet. Fortgesetzt von Chemnitz, Schubert
und Wagner. Neu herausgegeben von II. (\'. Kuiter. Nürnberg, Bauer und
Kaspe. 4o. Van die uitgave zien reeds 213 aflev. het licht.
              B. 1\'. G.
3711 Moqnin-Tandon, (C. H. B. A.) Histoire naturelle des mollusques
terrestres et fluviatiles do Franco, contcnant des études générales sur leur
anatomie ot la dcscription particuliere dos genres, des cspèces et des variétés.
Paris, J. B. Baillière. 1855. 2 dln. gr. 8°. Met 54 platen, (zwart of
gekleurd.)
                                                                      B. L. H. —N. A. M.
37)2. Poli, (J. X.) ïestacca utriusque Siciliae eorumque historia etana-
tome. Parmae, Bodoni. 1791—1827. 3dln.gr. folio. Met 57 gekleurde platen.
Het derde (en laatste) deel werd voor den druk gereed gemaakt door Steph.
delle Ckiaje.
                                                               B. T. O.—N.A.M.
3713. Reeve, (L.) Conchologia systematica, or complete system of con-
chology. in which the Lepodes and conchiferous mollusea are described and
classified. London, Reeve. 1841—1812. 2 dln. 4». Met 300 gekleurde platen.
3714.------• Conchologia iconica, or illustrations of the shells of mollusceous
animals, iiicluding latin and english descriptions of all the species known. with their
synonyms and references. London, Reeve. 1843—72. Dl. I—XVIII. 4o.
Met gekleurde afbeeldingen op de natuurlijke grootte, door Sowerby. B.N.A.M.
3715. Sowerby, (James) Manual of conchology, containing a complete
introduction to the science, illustratcd by upwards of 650 figures, in which
the most characteristic examples are givcn of all the genera established up to
the present time. Eourth edition, revised. London, H. G. Bohn. 1852. 8°.
Met zwarte of gekleurde platen.
3716.------Conchological illustrations, or upwards of 1500 coloured figures
of 1060 recent shells, most of which were previously unflgured. London, H. Bohn.
1841. 6 dln. 8o.
3717.------Thesaurus conchyliorum, or monographs of genera of shells.
London, J. van Voorst. 1847—1871. Parts I—XXX (l«t and 2d Series.) roy. 8o.
B.N. A. M.
3718.------Popular British conchology. A familiar history of the mollusca
inhabiting the British isles. London, Reeve. 1846. gr. 8°. B.N.A.M.
3719.------Illustrated index of British shells, containing figures of all
the recent species, with names andother information. London, Simpkin. 1859.
roy. 8». Met 24 platen.
3720.------Genera of recent and fossil shells. London, 1822—1834.
2 dln. gr. 8°. Met 264 zwarte of gekleurde platen.
3721. 15a er, (C. E. yon) Over het aanleggen van oesterbanken aan de rus-
sische Oostzeekusten.
Zie: Mélanges biolog. tirés du Buil. de Pacad. des se. de St. Pe\'tersbourg.
1861. III, bl. 590—675.
                                                               B. L. R.
-ocr page 296-
262                 PÊCHE CÖTIÈRE. — PÊCHE ET CULTURE DES HUITRES.
3722.   Bast er, (J.) Natuurkundige uitspanningen, behelzende waarnemingen
over eenige zeeplanten en zee-insecten. Haarlem, J. Bosch. 1762. 2 dln. 4°.
Zie aldaar: De oester, bl. 71—81. B.L.H. —N.A.M. —B. G.R.—B.l).
3723.   Bertram, (J. (*.) The harvest of the sea. British foodfishes. With
50 illustrations. London, J. Murray. 1865. gr. 8°.
Second edition. London, 1868. gr. 8o.
3724.   Bi/i o. (J.) Ricerche sopra il coloramento in verde delle branchie delle
Ostriche (Ustrea edulis Linn.), derivante dal ramo ch\'esse contengono. Venezia,
tipogr. Antonelli, 1845. 4«.
3725.   —— Fermentazione lattica dei corpi delle Ostriche (Ostrea edulis
Linn.) e separazione del principio produttore dell\' acido, chiamato ostreina.
Zie: Mem. Istit. Venet. 1856. V , bl. 25—36.
Blanchère, (H. de la) Industrie des eaux. Culture des plages
maritimes. Zie N°. 2793.
3726.   Boyer-Fonfrède, (J. F. B.) De la destruction des huitres dans Ie
bassin d\'Arcachon, des causes qui 1\'ont amenée, des moyens a émployerpour
arrêter Ie mal et arriver au rcpeuplement. Bordeaux, Suwerinck. 1847. 8».
3727.   Broca, (P. de) Pêches maritimes. Etude sur 1\'industrie huïtrière
aux Etats-Unis; suivi d\'apercus sur 1\'industrie de la glacé en Amérique, les
bateaux de pêche pourvus de glacières, les réserves flottantes a poisson, la
pêche du maquereau. Paris, Challamel. 1865. kl. 8°.
3728.   Brochard, (A. T.) Les huitres de la Tremblade (Charente-infé-
rieure. (z. pi. en j.)
3729.   Buckland, (F.) Oyster enemies.
Zie: Land and water. Journal. 1866. I.
3730.   Carbonnel, Sur 1\'huïtre des cötes de la France, 1\'amélioration des
pares, etc. Met eene plaat.
                                                                 B. L. H.
Zie: Magusin de zoölogie. 1845. Mollusques. bl. 115.
3731.------Sur certaines circonstances qui présentent les huitres obtenues
par réproduction artiflcielle.                                           B. L. H. B.O.B.
Zie: Compt. rend. de 1\'aead. d. se. Paris. 1859. XLIX, bl. 447—448.
3732.   Carbonnier, (P.) L\'écrevisse; moeurs, réproduction, éducation.
Paris, Lachaud. 1869. 12o.
3733.   Clerc, (L.) Manuel de 1\'amateur d\'huitres, ou 1\'art de les pêcher,
suivi des qualités alimentaires et propriétés médicales de ce mollusque. Paris,
1828. 18«. Met eene gekleurde plaat.
3734.   Coste, (P.) Mémoire sur les bancs artiflciels d\'huitres du Lao Fusaro.
Zie: Compt. rend. acad. d. se. Paris. 1853. bl. 809—814. B.L.R.—B.G.R.
3735.------Notes sur les huitrières artificielles des terrains émergents.
Zie: Compt. rend. acad. d. se. Paris. 1862. LV , bl. 681—684. Revue et mag.
zool. 1862. XIV, bl. 444-448.
                                  B. L. H. —B. G. R.
Zie ook: Coste, Voyage d\'eiploration sur Ie littoral de Trance. Paris, 1861.
3736.   Dn va i tic, (C.) Recherches sur la génération des huitres. Met 2 platen.
Zie: Compt. rend et me\'m. de la soc. de biol. 1852. IV, bl. 297—339. Ook
afzonderlijk: Paris, J. B. Baillière. 1853. 80.                             B. N.A. M.
Journal de conchyliologie. 1853. IV, bl. 30—32. Troriep\'s ïagesber. No.
664. 1852. Zool. III, bl. 213—215.
3737.   Dissertation sur les huitres vertes de Marenne, avec desobser-
vations critiques sur 1\'opinion de plusieurs naturalistes touchant la répro-
duction des huitres en général. et les causes de la couleur que ces animaux
peuvent acquérir, par G.... de la B.. .. Pt. du Tsl. deMarennes. Roche-
fort, Goulard. 1821. 8<>.
-ocr page 297-
KUSIVISSCHEEIJ. — OESTERVISSCHERIJ EN OESTERTEELT.             263
3738.   Dozy, (G. J.) Oesters en mosselen.                            B. N. A. M.
Zie: Onze Tijd. Amst., 1871. No. 9.
3739.   d\'Erco, (Richard, Chevalier) Sulla culture dei Pidocchi (oester).
Zara, 1854. 80. Met eene plaat.
3740.------Notizen über Austern-Cultur. Triest, Buchdruckerei des
Oesterr. Lloyd. 1862. gr. 8°. Met 6 gesteendrukte uitslaaude platen.
3741.   Eschricht, (D. F.) Om de konstige Oestersavl i Frankrig og om
Anlaeg Oesterbanker i Liimfjorden. 1860.
3742.   Eyton, (T. C.) A history of the oyster and the oyster fisheries.
London, 1858. 80.
3743.   Fischer, (Paul) Faune conchyliologique marine du département de
la Gironde et des cótes du Sud-Ouest de la France. Paris, F. Savy. 1865. 8°.
Supplément. Paris, 1869.
3744.   Forbes (E.) and S. Hanley, On the geographical distribution and
uses of the Ostrea cdulis.
                                                                   B. L. H.
Zie: Edinb. new philos. journ. 1849. XLVII, bl. 239—248.
3745.   Fraiche, (F.) Guide pratique de 1\'ostréiculteur et procédés d\'élevage
et de multiplication des races marines coraestibles. Paris, E. Lacroix. 1865 12°.
3746.   Gaillon, (B.) Des huïtres vertes et des causes de cette coloration.
Zie: Journ. de phys. 1820. XCI, bl. 222—225. Buil. se. soc. philom. 1820,
bl. 129—130. Froriep\'s Notizen 1821, bl. 5—7. Mem. soc. Linn. du Calvados.
1824, bl. 135—138. Férussac, Buil. se. nat, 1824, II, bl. 312-314.
B. L. H.
3747.------Essai sur les causes de la couleur verte, que prennent les
huïtres des pares a certaines époques de 1\'année. Rouen, Imprim. de Périaux
père. 1821. 8».
3748.   Graells, (Mariano de la Pax) Reglamento para el regimen de la
ostreicultura en Espana, presentado a la Comision permanente de pesca.
Madrid, 1866. kl. 4». Met platen.
3749.   Hanley, (S.) Description of a new species of Ostrea.
Zie: Proceed. zool. soc. London. 1845. XIII, bl. 105—107.
B. L. H. —N. A. X. —R. D.
3750.   Hannemann, (J. L.) Dissertatio de Ostrea holsatica. Kilonii, 1708.4».
Met eene kopergrav.
3751.   Home, (E.) Croonian lecture. (On the mode by which the propa-
gation of the species is carried on in the common oyster and the large fresh-
water muscle. Met 2 platen.
                                        B. L. H. — B. G. R.
Zie: Philosoph. transact. 1827. bl. 39—48. Heusinger\'s Zeitschr. fïïr Organ.
Physik. 1827. I, bl. 391-396. Férussac, Bullet. se. natur. 1828. XIII, bl.
252—254.
3752.   Issel, Ostriche del porte di Genova.
Zie: Atti R. accad. d. science d. Torino. 1869. III.
3753.   Kemmerer, Réhabilitation sociale des riverains des mers par les
industries du rivage. Brest, 1863. 12°.
3754.------Des ruches tuilées et de la culture des huitres sous Ie rapport
commercial. Saint-Martin, 1861. 12». Met eene plaat.
3755.------De la graine d\'huitre et des collecteurs-ciments. Science,
revenus, statistique, etc. St. Jean-d\'Angély, 1863. 12». Met eene plaat.
3756. Kreeften. De vangst der zeekreeften, oesters, enz. B. B.D.
Zie: Het boek der uitvindingen. Leyden, A. W. Sijthoff. III, bl. 121.
-ocr page 298-
264                 PÊCHE CÓTIÈBE. — PÊCHE ET CULTURE DES HUITRES.
3757.   Kröyer, (H.) De danske Ostersbanker, et Bidrag til Kundskab om
Danmarks fiskerier. Kjöbenhaven, Gyldendal. 1837. gr. 8°. Met plaat en kaart.
Vertaald in: IFiegmann\'s Arch. f. Naturgesch. 1839. V. Ie. bl. 353—365.
Froriep\'s Notizen. 1841. XVII, bl. 289—2Ü2. Edinb. new pb.il. journ. 1840.
XIX, bl. 22—26.
                                                                             B.L.H.
3758.   Lafon, (P. O.) Rcproduction des huitres de Gravette dans Ie beau
bassin d\'Arcachon, avantage immense pour la population maritime de ce
bassin, revenue pour Ie gouvernement, rentree de fonds pour Ie trésor, écono-
mie pour la population. Bordeaux, Imprim. de Métréau. 1855. 8°.
3759.------Observations sur les huitres du bassin d\'Arcachon. Bordeaux ,
Imprim. Métréau. 1859. 8°.
3760.   Lafont, (A.) Notes sur Ie pays de Bueh. Bordeaux, 1869. 8°.
3761.   Lu ir, (P. A.) De la pêche, du parcage et du commerce des huitres
en Trance; fragment de statistique du Département du Calvados. Caen,
Poisson, 1820. 8". Herdrukt in 1826.
3762.   Lentilius, (R.) De Ostreis quaedam.                                 B. L. H.
Zie: Ephemer. Acad. natur. cur. cent. 7 et 8, 1719. bl. 450—457.
3763.   Lessoua, Nota intorno alla Ostriche nel porto dj Genova.
Zie: Atti R. acad. d. science d. Torino. 1869. III.
3764.   Leymerie, (A.) Sur les caractères distinctifs des huitres. (Paris.)
1840. 8°.
3765.   Lobb, (Harry) Successful oyster culture London, 1867. 8°.
3766.   Lovell, (M. S.) The edible mollusks of Great Britain and Ireland,
with recipes for cooking them. London, Reeve & O. 1867. 8°.
Zie ook over dit onderwerp: Knights English Cyclopaedia: Natural history.
III. bl. 855—873.
                                                                         B. R. L.
3767.   Luxusgerichte. Die Auster. — Kaviar und Genossen.
Zie: \'Unsere Zeit. Deutsche Revue der Gegenwart. Herausgegeben von And.
GotUchall.
Neue Eolge. IV, 2. bl. 177 en V, 2. bl. 377.
             B. R. L.
3768.   Martin, (Alex.) Manuel de 1\'amateur d\'huitres, contenant 1\'histoire
naturelle de 1\'huïtre, une notice sur la pêche, Ie parcage et Ie commerce de
ce mollusque en France. Paris, Audot. 1828. 18°. Met 2 platen.
3769.   Meurzinge, Over de oesters en hare kweeking.
Zie: Album d. Natuur. 1861. bl. 272-286.                B. V. II. — R. L.
3769a. Meyer (H. A.) und K. Möbius, Die Prosobranchia und Lamelli-
branchia der Kielerbucht. Mit 24 Tafcln. Ne bst einem Supplement. Leipzig,
Engelmann. 1872. 4°.
Ook onder den titel: Fauna der Kieler Bucht. Her Bd. Zie No. 1623.
3770.   Möbius, (Karl) Die Austern- und Miesmuschelzucht und die Hebung
derselben an den Norddeutschen Kusten. Berlin, Wiegandt und Hempel.
1870. gr. 8». Met eene kaart en houtsneden in den tekst. B. N. A. M.
3771.   Mosselen. Over het gebruik dat men van onverkoopbaren visch
kan maken; over het aanfokken van mosselen, enz. Uit het Deensch door
T. C. WinMer. Met houtgr. Leyden, A. W. Sijthoff. 1861. kl. 8°.
3772.   Mosselvischerij. De Zeeuwsche mosselvisscherij. .
Zie: Sloet tot Oldhuis, Tijdschrift voor staathuishoudkunde en statistiek.
Zwolle, 1852. VII, bl. 370.
                   K. \'s B. G. — B. L. H. — R. L.
3773.------Ausonii Opera; Jac. Tollius recensuit, notis variorum et suis
snimadversionibus illustravit. Amstelodami, 1671. 8°. B.L.H.U.B.
De tiende Idylle is gewijd aan de mossel en de mosselvisscherij. Beschrijving
van twee visschen, de Salar en Tario. Iets over het hengelen enz.
3774. -----Helde, (A. de) Anatome mytili, Belgice mossel. Amstelod.
1684. 8». Met pi.                                                                              B. L. E.
-ocr page 299-
KUSTVISSCHERIJ. — OESTERVISSCHERIJ EN OESTERTEELT.             265
3775. Mosselvisschcrij. Kunstmatige mossolcultuur. K.B.\'sG.B.R.L.
Zie:
Tijdschr. uitgeg. door de Ned. Maatsch. ter bevord. v. Nijverheid. 1870.
Meded. bl. 85—87.
3776.------Die, (O.) Essbare Museheln.
Zie: Ule und Muller, Die Natur. 1872. No. 40 vv.
3777.------Yidal, (Léon) Essais de Mytiliculture dans la ferme aquicole
de Port-de-Bouc.
\'Zie: Buil. de la soc. d\'acclimatation. 1867. Nov.
3778. Mouls, (X.) Les huïtrcs. Avec 2 plancb.es, \'6° édiüon. Bordeaux,
V™. Crugy. 186C. 8o.
3779• Naturgeschicbte der Anstern.
Zie: Lichtenberg\'* Magaz. 1786. III. 3, bl. 26—30.
3780. Oesterteelt. Aanmoediging der kunstmatige oesterteelt door de
Nederlandschr Maatschappij ter bevordering van Nijverheid. Eerste Verslag
van de Heeren de Bont, Cordes en Smidt van Gelder. 1869—70.
Zie: Tijdschr. uitgeg. door de Ned. Maatsch. ter bevurd. van Nijverheid. 1870,
bl. 241—246.
                             K. B. \'s G. B. L. 11. —B. R. — R. L.
3781.------Verslag wegens de oestervisscherij in Nederland en de vrrbete-
ringen daarin te brengen door kunstmatige oesterteelt, uitgebragt door Direc-
teuren der Nederlandscbe Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, in
de Algemeene vergadering der Maatschappij. gehouden te Arnhem, 14
Julij. 1868.
                                 K. B.\'s G.-B.L.H. —B. R.—R.L.
Zie: Tijdschrift, uitgeg. door de Maatsch. van Nijv. 1868. 3e reeks, IX,
bl. 292-306.
Mededeelingen over hetzelfde onderwerp, van den Heer Pompe van Meer-
der voort.
Zie: Handelingen der 19e Algem. vergadering van de Ned. Maatsch. v. Nijverh.
bl. 53—56.
3782.------Verslagen betreffende de aanmoediging der kunstmatige oester-
teelt in Nederland door de Nederl. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid;
uitgebragt door Directeuren der Maatschappij J. P. A. Francois en</. W. L.
van Oordt.
                                    K. B. \'sG. —B. L. H. —B. R. - R. L.
Zie: Tijdschrift uitgeg. door de Ned. Maatsch. ter bevord. van Nijverheid.
1869, bl. 249—263. 1871, bl. 197. Algem. Visscherij-Courant, 9 Sent. 1871.
3783.------Ontwerp-statuten der naamlooze vennootschap: Maatschappij
der kunstmatige oester- en mosselcultuur in Zeeland.
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1871. No. 47.                                B. R. D.
3784.------De kunstmatige oesterteelt in Frankrijk.
Zie: Onze Tijd. 1868. No. 4. bl. 183—188. Tijdschr. uitgeg. door de Maatsch.
v. Nijverheid. XXIX, bl. 77. XXX, bl. 65.
K.B.\'sG.—B.L.U. — V.H.—B.R. — R.L.
3785.------Toestand der oestervisscherij in Engeland in 1737.
Zie: Algern. Visscherij-Courant. 1871. No. 38, 39.                      B. R. D.
3786.------De Texelsohe en Zeeuwsche oestervisscherij.
Zie: Sloet tot Oldhuis, Tijdschrift voor staathuishoudkunde en statistiek.
Zwolle, 1852. VII, bl. 354—370. 8o.
         K.B.\'sG.-- B.L.H.- B.R.— R.L.
^ 3787.------Oesters voor het volk.
Zie: Het Leeskabinet. Amsterd., 1869, No. 2, bl. 96—100. KB.\'sG.
3788.------De Oesterteelt op het eiland Ré.
Zie: Das Ausland. 1867, No. 25; Chambers\'s Journal. 1867.
Sloet tot Oldhuis, Tijdschrift voor staathuishoudk. en statistiek. XXV, bl. 400.
K. B. \'s G. —B. L. H. U. H. —B.R. — R. L.
3788a.------De oester en de oesterteelt.
Zie: Alg. Visscherij-Courant. 1873. No. 12.                                 B. R. D.
-ocr page 300-
266                   PÊCHE CÖTIÈRB. — PÊCHE ET CULTURE DES HCJ1TRES.
3789. Oesterteelt. Amerikanischer Austernfang. Die Cherry-stone
Inlet-Auster; die Lynn-Haven Bay- und die Hanopton Bay-Auster.
Zie: Das Ausland. Augsb. 1871. No. 38, bl. 904—5.
3790.------De oesterteelt in de baai van Arcachon.
K. B. \'»G. — B. U. H. — B. R. — R. L.
Zie: Tijdschr. uitgeg. door de Maatsch. tot bevordering der Nijverheid. VII.
(3e Reeks) Ad. 5 en 6, bl. 204—210 en Mededeelingen, bl. 39.
3791.------Over de oesterfokkerij, het aanleggen van oesterbanken en
over de zeesterren. Naar het Deensch en het Fransen door T. C. Winkler.
Met houtgr. Leyden, A. W. Sijthoff. 1860. kl. 8».
3792.------Die künstliche Austern- und Fischzucht in Frankreich.
Zie: Das Ausland. Augsb., 1868, No. 6, bl. 140—143.
3793.------Die Austern auf dem Reichstage.
Zie: Neue freie Presse. 23 Juni. Wien, 1868.
3794.------Die bisherigen Resultate der Austernzucht.
            B. R. D.
Zie: Der Zoologische Garten. Heiausgeg. von F. C. Nott. 1870, XI. No. 7.
3795. Oyster (The) and the oyster fisheries.
            B. L. H. R. L.
Zie: Edinburgh Review. Jan. 1S68. bl. 43—76.
3796.------The oyster. where, how and when to find, breed, cook, and
eat it. London, Trübner. 1863. 12o.
3797.   Palndarras, (R.) Oudheid- en natuurkundige verhandelingen, meestal
betrekkelijk West-Vriesland of het Noorderkwartier. Met kaart en tabellen.
Leyden, P. v. d. Eijk. 1775. Ie (en éénigst) stuk. 8". K.B.\'sG.—B.R.L.
Zie aldaar: Bericht omtrent het zoeken, korren, bewaren en verzenden der
zoogenaamde Teselsche oesteren, bl. 231—276.
3798.   Palingscheepvaart door A. Z. Zie: Zaanlands Jaarboekje voor
1844. Zaandijk, 1. Heynis. 1844. kl. 8». blz. 61.
3799.   Pasquier, (J. Ph. A.) Essai médical sur les huïtres. Paris. Didot
Jeune. 1818. 4".
3800.   Plee, (Léon) L\'ostréiculture au Champ de Mars. Les établissements
de Régneville. Met twee houtgravuren.
Zie: 1\'Exposition universelle. 1867, No. 61. bl. 331—33.           B. U. L.
3801.   Pourquoi les huitres coutent cher. Met afbeeldingen.
Zie: Magasin Pittoresque. 1872. bl. 291—294, 324—26. 1873. bl. 83-86.
3802.   Quatrefages, (A. de) Note sur la propagation des huitres par les
fécondations artificielles.
                                                B. L. H. B. O. R.
Zie: Compt. rend. acad. se. Paris. 1849. XXVIII, bl. 291—293.
3803.   Kiiscli, (H.) Veiledning til Behandling of kunstige Oestersbankerog
Anlaegget af nye m. V. Christiania, 1866. 8°.
Over het aanleggen van kunstmatige oesterbanken.
3804.   Kiiiii|iliiiis, (G. E.) d\'Amboinsche rariteitkarcer, behelzende eene
beschrijving van allerhande, zoo weeke als harde schaalvisschen, enz.... die
in de Amboinsche en zommige omliggende eilanden gevonden worden. Amster-
dam, E. Halma. 1705. folio. K.B.\'sO.-B.L.H.— U.H.—N.A.M.—R.L.
Zie aldaar: De oester, bl. 154—160, 192, 193.
3805.   Sainte-Marie, (Et.) De 1\'huitre et de son usage comme aliment et
comme remede. Lyon, Boursy. 1827. 8°.
3806.   Sauvadon et J. L. Soubeiran, Des écrevisses et de leur culture.
Paris, 1865. 8<>.
Overgedrukt uit: Bulletin de la soc. d\'acclimatation.
-ocr page 301-
KUSTVISSCHERIJ. — OESTERVISSCHERIJ EN OESTERTEELT.             267
3807.   Schmarda, Die maritimc Production der österreichischen Küsten-
lander. 1865.
Zie ook van denzclfdcn schrijver; Jahresbericht des Ackcrbauministeriums. 1868.
3808.   Soubeiran, (J. L.) Rapport sur 1\'ostréiculture a Arcachon. Paris,
1865. 8o.
Overgedrukt uit: Bulletin de la soc. d\'acclimatation.
• 3809. Tolle, (A.) Die Austernzucht und Secfischerei in Frankreich und
England. Mit 18 Tafeln Abbildungen. Bsrlin, Wiegandt und Hempel. 1871. 4°.
B. N. A. M.
3810.   Thunberg, (C. P.) Tekning och Ueskrifning pa en stor Ostron sort
ifran Japan. Met eene plaat.
Zie: K. Vet. Acad. nya Handlgr. Stockholm, 1793. XIV, bl. 140—142.
3811.   Valenciennes, (A.) Sur les causes de la coloration en vert de
certaines huïtres.
                                                             B.L.H. B.G.B.
Zie: Compt. rend. acad. se. Par. 1841. XII, bl. 345—346. L\'Institut.
1841. No. 374. bl. 04. - Froriep\'s Not. 1841. XVIII, bl. 65—67.
3812.   Vanquelin et Cbanssier, Sur Ie pare aux huïtres du Havre. Rap-
port fait a la faculté de médecine. Paris, Migneret. 1820. 8°.
3813.   Yenema, (G. A.) Over de schelpvisscherij en het vangen van mossels
en oesters. Groningen, 1868. 8».
                               B. N. A. M. —R. B.
Zie: De visscheiij in de provincie Groningen, bl. 100—161.
3814.   Vincent, (Ar.) Notice sur 1\'huitre. Chateaulin. (z. j.) 8°.
Overgedrukt uit het dagblad: Le Bas-Breton.
3815.   Vogel, (Augnst) De voeding der oesters.
Zie: Nederlandsch Magazijn. 1868. No. 51.
3816.   Volksbrieven over gezondheidsleer en leefregelkunde van Dr. S.
3. B. —R. L.
Zie: Nieuwe Rotterd. Courant. 1872, No. 24. 1 April. No. 25. 3 Mei. Oesters.
No. 26. 3 Junij. Kreeften.
3817.   Weinkanff, (H. C.) Die Conchylien des Mittelmeeres, ihregeogra-
phische und geologische "Verbreitung. Cassel, C. Fischer. 1867—68. 2 dln.
gr. 8o.
                                                                                           B. N. A.M.
-ocr page 302-
/. Riviervisscherij. —Hengelkunst.— Zalmvisscherij.
[Pêche fluviale. Pêche a la ligne. Pêche du saumon."]
3818.   Adam, (Victor) Voyage d\'un chasseur en Af\'rique; ou revue gé-
nérale des cliasses et pêches dans ce pays. 40 gravures. Paris, 1853. gr. 8«.
3819.   Advantages (On the) and utility of a proposed new treatise
on the art of angling. (z. pi.) 1832.
3820.   Akerman, (J. Y.) Springtide, or the angler and his friends. A
series of lishing scènes, with illustrations of the West Country dialects.
London, Bently. 1850. 12».
Zie: Angler\'s Altnanac. No. 3839.
3821.   Alexander, (W.) Journey to Beresford Hall, the seat of Ch. Cotton.
London, J. Russell Sraith. 1841. 4».
3822.   Allen, (B.) The Sportsman in Ireland and Scotland. Londen, Col-
burn. 1840. 2 dln. kl. S°.
3822«. Allerton, On Brook trout. Philadelphia (?) 1869. 8o.
3823.   d\'AIquen, (F. H. L.) Vollstandiges Handbuch der feinern Angel-
kunst. Nach den besten duellen und eigenen Erfahrungen bearbeitet. Mit
122 Figuren in Holzschnitt, Leipzig, F. A. Brockhaus. 1802. kl. 8°. B.R.L.
3824.   Amerika. Report of the comraissioners of fisheries of the State
of New-York. 1869, 1870. Albany, ïhc Argus company printers. 1871. 8».
3825.-----Report of the Commissioners of fisheries of the State Massa-
chusetts for the year ending January 1, 1869. Boston, Wright and Potter.
1869. gr. So.
Dit i9 het derde rapport, dat om de twee jaren? (1865, 1867) in het licht
wordt gegeven. De „appendix" bevat een uittreksel van de wet op de riviervisscherij.
3826.   Amuse mens de la chasse et de la pêche, oü 1\'on enseigne la
maniere de prendre toutes sortes d\'oiseaux et d\'animaux a quatre pieds;
avec un Dictionnaire de la chasse et de la pêche. 5e édition. Avec figures.
Amsterdam, chez Arkstee. 1743. 2 dln. 12».
                          K. B.\'s G.
Gedeeltelijk overgenomen uit de „Buses iunocentes" van Liger. Zie No. 4146.
3827.   Amusements (Healthful) and ingenious exércises; or,theNoble-
man\'s pocket companion in sports and recreations, containing the art and
cunning in hunting, the names and descriptions of the beasts of chase; the
choice of hounds and the managing of horses, racing, etc; the inethod of
hawking, of bowling, of Tennis, of cockfighting, of fowling, and how to
make all manner of fowls and birds; the art of fishing, and sundry curious
baits, and how to procure and keep them for fishing. London, Bailey.
(z. j.) 12o.
                                                                           B. N. A. M.
3828.   Anderdon, (J. L.) River Dove, with some quiet thoughts on the
happy practiee of angling near to the seat of Mr. Ch. Cotton, at Beres-
ford Hall, in Straffordshire. (z. pi. of jr.) 12o. (Andere druk) London,
Pickering. 1847. 12<>.
3829.   Angel-Kalender für jeden Angel-Fischer auf alle Monate des
Jahres. Uebersichtliche Dar steil ung für jeden Angel-Fischer, auf welcheFisch-
sorten in jeden Monate er rechnen kann. Anweisung wie er seine Angelzeit
praktisch mit den besten Erfolgen verwenden kann. Leipzig, Fórster\'s Selbst-
verlag. 1864. 16«.
-ocr page 303-
RIVIERVISSCHERIJ. — HENGEMCUNST. — ZALMVISSCHERIJ.            269
3830. Angler (Der praktische) in Deutsehland. Ein gründliches unent-
behrlicues Handhuch für alle diej enigen welche vora Hause aus mil wahrem
Interesse und mehr als den gewöhnlichen Erfolgen das Angelgeschaft betrei-
ben wollen. Leipzig. Eörster\'s Selbstverlag. 1864. 8°.
3830at.------The angler. How, where, and when to lish in river and sea.
London, Dean. 1871. 12o.
3831.-----The angler; containing a complete description of all fresh water
fish, and the best places for angling near London. London, 1831. 12o.
3832.-----Complete angler. London, 1855.
3833.-----The modern angler, containing the most estimated methods of
angling for every species of pond and river fish. Derby. Richardson. (z.j.) 80.
3834.-----Universal angler; or that art improved in all its parts. especially
fly-fishing. The whole interspersed with many curious and uncommon obser-
vations. London, 1766. 12».
Volgens Westwood: „Copied frotn Bowlker\'s Art of angling".
3835.------The angler in Ireland; or. an Englishman\'s ramble through
Connaught and Munster, during the summer of 1833 (by Belton.) Lon-
don, 1834. 2 dln. kl. 8<>.
3836.------Jolly angler; or, waterside companion. 7th edition. London,
Wilson. 1853. 8o.
3837 •------Kentish angler; or, the young fisherman\'s instructor. shewing the
nature and properties of fish, which are anglcd for in Kent. Canterbury, 1804. 12».
3838.------Angler and swimmer. London, Hudson and Co. (z. jr.) 12°.
3839. Angler\'s Almanac for 1848 and 1849. (Uitgeg. door /. Y.
Akerman.)
London. J. LI. Smith. 12°.
3840.------Almanac and pocket-book for 1853. 54, 55, bcing a hand-
book and guide to the principal rivers. lakes and fisheries in Great Britain.
By a practical angler. London, Cox. (z. jr.) 12o.
3841. Angler\'s assistant being an cpitome of the whole art of angling,
so digested as to contain the essence of all the treatises ever wrote on that
subject. Worcester, Gamidge. (z. jr.)
3842.------complete assistant (by Wilkinson), being an epitome of the
whole art of angling. Containing at one view the harbours, seasons, and
dephts for catching all sortsof fish. 4th edition. London, "Wilkinson. (z.jr.) 4o.
3843.------Younganglers assistant, oranew and complete treatise on the
art of angling. London, Mason. 1813. 32».
3844.------Companion, a complete and superior treatise on the art of
angling. London, Bailey. (z. jr.) 120.
3845.-----Companion. being a complete practical guide, to which
is added: Nobbes Art of trolling. London, Hughes, (z. jr.) 12o.
3846.------Companion. being a description of where to find and how
to fish the various swims in the Horse and Groom, Lea Bridge, and White-
house fisheries. London, Piper. (z. jr.) 120.
3847.------Young anglers Companion, illustrated with 50 engravings.
London, March. (z. jr.) 12o.
3848. ——North country anglers Ga rlands. A collectionof right merry
Garlands for North country anglers. Newcastle, Charnley. 1842. post 8».
Inhoud van dit deel: I. The angler\'s progress; a poem; 2—5. The fisher\'s
Garland. 1821—24; — 6. The Tyne fisher\'s farewell to his favoiite stream ;
7—27. The fisher\'s Garland. 1825—44; — 28. The old fisher\'s invitation.
1844; — 29. The fisher\'s Garland. 1845.                                 Westwood.
No. 1 is geschreven door H. Boaz; — Nos. 2,4,5,7,8,12,14,
23-29 door R. Roxly en Th. Dotibleday; — Nos. 3,6, 13, 16, 20—22
door W. O. Thompson; — No. 9 door W. Qreen; — Nos. 10, 11 door TA.
Doubleday;
— No. 15 door R. Nichol; — No. 17—19 door W. A. Chatto.
-ocr page 304-
270 pêcHB FLUVIALE. ---- PÊCIIE a LA LIGNE. — PÊCHE DU SAUMON.
3849. Angler\'sGarlands.A collection of right merry Garlands for North-
country anglers. Edited by Joseph Crawhall, and continued to the present
year. Newcastle-on-Tyne, Rutland. 1864. kl. 8o.
------The Angler\'s Garland for 1870. Zie: Pearson.
3850.------Guide. Londen, 1828. 12o.
Zie: Gentleman Angler. Zie No. 4061.
3851.------Young anglers guide in fly-fishing,bottom-fishing,trolling
etc. (z. pi.) 1839. 8o.
3852.-----Guide to the Horse and Groom, Lea Bridge and White
House fisheries, describing the principal swims, suitable tackle, methods ,
baits and haunts for fisli generally. London, 1840. 18°.
Herdrukt onder den titel: The angler\'s Companion. London, Piper. (znd. jr.)
12o. Vergelijk No. 3846.
3853.------Guide totlie rivers of Yorkshire. Knaresborough, 1755. 12o.
3854.-----Guide tothe rivers of the PasdeCalais. Boulogne, 1822. 8o.
3855.------Guide to the Tweed and Whitadder. Berwick, 1781. 12°.
3856.------American angler\'s Guide; beingacompilationfrom the works
of popular englisjh writers, trom Walton to the present time; together with the
opinions and practises of the best American anglers, with engravings on wood.
By an American. New-York. 1845, 1816. (2euitgave) 18o. 1849. (4euitgave).
3857.------American angler\'s Guide; or, complete lishers manual for the
United States. containing the opinions and practise of the experienced Angler\'s of
both ïïemispheres, with the various modes adopted in Oceau, river, lakeand
pond iishing; the usual tackle and baits required, instructions in the art of
making artilicial nies, methods of making lishponds, transportation of lish,
etc. (By M. Il Perleyï) New-York, 1857. So.
3858.  Angler\'s Handbook. London, Tyas. 1838. 120.
3859. ------ The young angler\'s instructor. (z. pi.) 1840. 18o.
3860.-----Magazine; or, necessary and delightful storehouse, wherein
everything proper to his art is digested in such a manner, as to assist his
knowledge and practice upon bare inspection; being the completest manual
ever published upon the subject; largely treating on all things relating to
lish and fishing, whereby the angler may acquire his experience without the
help of his master. By a lover of that innocent and healthful diversion.
London. 1754. 12o.
Het voorberigt is geteekend 6. S.(mith).
3861.------Manual; containing the essence of all the most expensive
books ever written on the above interresting and delightful sport, with much
new and important information, the result of many years experience. By
J. T. A. (z. j. en pi.)
3862.-----Manual; or, concise lessons of experience; which the pro-
ficient in the delightful recreation of angling will not despise, and the learner
will find the advantage of practising; containing useful instruction on every
improved method of angling; particulary on the management ofthe hand and
rod in each method; embellished with twelve plates, designed and etched by
/S. Howitt. Liverpool, printed by G. F. Harris for Samuel Bagster. London,
1808. langwerpig 8».
------Museum. Zie: Kirby and Shirley.
3863.------Pocket-book, to which is preüxed Nobbe\'s Treatise on
the art of trolling. Norwich, (z. j.) 8o. (4th edition, London, 1814. 12o.)
3864.-----Pocket-book. 1839.
3865.------Pocket companion, a complete and superior treatise on
the art of angling. London, Bailey. (z. j.) 12o.
-ocr page 305-
RIVIERVISSCHERIJ. — HENGELKUNST. — ZA.LMVISSCHERIJ.            271
3866. Angler\'s ilemembrancer. By an officer in the army. London,
Coomes. 1859. 80.
3867.------Songbook; compiled and edited by Robert Blakey. Lon-
don, Cox. 1855. 12o.
3868.------Souvenir, by P. Fisher, (W. A. Chatto) assisted byseveral
eminent piscatory characters, with illustrations by Beckwitb and Topham.
London, Tilt. 1835. 12».
3869.   Anglican Priar, and the flsh which he took by hook and by
crook. A comic legend by a novice A. P. P. London, Darling. 1851. 12«.
3870.   Angling, a poem. 2d edition printed for H. Slater. 1711. 12".
De eerste uitgave, getiteld: ,.Innocent Epicure, or, the art af angling" ver-
scheen te London, 1697. 12o.
3871.------The innocent Epicure, or the art of angling. Apoera. (z. pi.)
1741. 12o.
3871a.------The true art of angling by J. S.(mith\'r\') Gent. a Brother
of the Angle. London, 1696. 24».
Van dit werkje bestaan verschillende latere uitgaven. (Zie: Russell Smith\'»
Catalogue; en Weitwood, Biblioth. piseatoria.) als: 1697, 1704, 1716, 1725,
1740, 1770. De laatste onder den volgenden titel:
3872.   —— The true art of angling, being a clear and speedy way of
taking all sorts of fresh-water-fish, with the worm, fly, paste and other baits
in their proper seasons. London, Onesimus and Ustonson, 1770. 12».
3873.   —-— The compleatest angling Booke that euer was writ, being done
out of yB Hebrewe and other Tongues, by a Person of Honore. Adorn\'d
with sculptures. Imprynted by ande for y« Authour, dwellyng nigh unto
ye riuere Coquet yn Northuraberlande, thysse yere o thyncarnacon of our
Lorde, mdcccxxxxxviiii.
„A book wbich, though of recent date, is al must as rare as the Gryndalls
and Mascalls of black letter times". IPeslwood.
3874------Assistant, or, a new and complete treatise on the art of
angling. London, W. Mason. (z. j.) 12°.
3875.------Excursions of Gregory Greendrake Esq. in the countiesot
Wicklow, Meath, Westmeath, Lonford and Cavan, with additions by Geoffrey
Greendrake,
dedicated to all honest Brothers of the Angle. 4th edition.
Dublin, 1832. 12o.
3876.------On angling. Pittsburg. Pennsylvania. 1852.
3877.------in tho Lake of Geneva, and its tributaries.
Zie: Sporting magazine, 1833. 2d. series, VIII, bl. 206.
3878.   Annals on sporting and fancy Gazette. London, 1822—1828.
13 dln. 80.
Waarin vele bijdragen over de visscherij en het hengelen.
3879.   Annuaire du sport en Prance; guide complet du sportsman,
chasses, pêches, etc. Paris, 1859. 12o.
3880.   Areère, (de 1\'Oiatoire) La pêche. Ode, 1763. 8<>. (7 bladz.)
3881.   Arderon, (W.) Easy method of catching flsh.
Zie: Philosoph. Transactions. IX, bl. 189.            K. B.\'tG.— B. B. G. R.
3882.   Armiger, (Charles) The sportman\'s vocal cabinet, comprising au
extensive collection of scarce, curious and original songs and ballaas, relative
to fleld-sports (and angling.) London, 1830. 12".
3883.   Art of angling, in eight dialogues, in verse. London. 1758. 12°.
Edinburgh, 1773. 80.
Wordt toegeschreven aan Dr. Scoit.
3884.   Art of angling. London, Smeeton. (a. j.) 12°,
-ocr page 306-
272 PÊCHE FLUVIALE. — pêcHE a LA LIGNE. — PÊCHE Dü SAUMON.
3885.   Ari of angling.  a concise but comprehensive treatise. Lewes. Baxter.
1809. 12".
3886.   Art of angling.   London. W. Davy, printer. (1819.) 12°.
3887.   Art of angling.   London. 1809. 12o.
3S88. Art of angling. Zie: Laboratory in the school of arts. blz. 244—312.
38S9. Art of angling; or. the comtemplative man\'s recreation. (z.pl.) 1703.
3890 Art (The whole) of fishing, to which are added the laws of angling.
London. 1714. 8«.
3891.   1\'Art de toutes sortes do chasses et de pêchcs, avec celui de guérir
les chevaux. et un Dictionnaire de chasse et de pêche, avec une explication
des termes de fauconnerie. Lyon, Bondet. 1719, 1730, 1750. 2 dln. 12o.
3892.   Arnndo, Practical fly-(ishing foundcd on nature, with illustrations,
for imitatiug all the most useful Hies; also remarks on flv rods. London,
.Tohns. 1849. 12o.
3893.   Baddelcy, London Angler\'s book; or. Waltonian chronicle con-
taining much original information to anglcrs generally. combined with numerous
amusing songs and anecdotes of lish and iishing. never bcfore published.
London. Baddeley. 1834. 8o.
3894.   Badham, (C. D.) Prosc Halieutics; or, ancient and modern fi&h
tattle. London. J. W. Parker. 1854. kl. So.
3895.   Bailey, (W.) Angler\'s instructor; a treatise on the best mode of
angling in English rivers, lakes and ponds; and on the habits of the iish.
London. Longman. !857. kl. 8».
3890. Bainhridge, (U. C.) The fly-fisher\'s guidc illustrated by (10) coloured
plates, representing the most useful rlies. 9th edition with additions. Liver-
pool. Cruickshank. 1840. 8°. De eerste druk verscheen in 1816.
3897.   Barker, (Th.) Art of angling, wherein are discovered many rare
secrets very necessary to bc known by all that delight in that recreation.
London. 1651. 12o. 1G53. 4». 1817. Een herdruk van de eerste uitgave verscheen
te London. bij Burn, 1820: en van die van 1653 te Leeds bij Inchbold, 1817.
3898.   Barker\'s delight; or. the art of angling by Th. Barker. Seeond
edition. with considerable additions and commendatory verses prefixed.
London, 1657. 12o. (Herdrukt in 1820). Vergelijk No.\'3976.
3899.   Harl o\\v, (Pr.) Seucrall wayes of Hunting, Hawking. and Pishing,
according to the english manner inuented by himsclf. and etched by W. Hollar.
London. 1670. folio. Met 12 platen.
3900.   Barnes, Bernes or Berners, (Lady Jnliana) The Bokys of Hauking
and Huntyng; and also of Cootarmuris. Compylyt at St. Albons. 1486.
folio.
                                                                                           Britsch Museum.
Van dezen eersten druk verscheen in 1595 een herdruk onder den volgenden titel:
The Gentleman\'s Academie, or the Booke of St. Albans.... etc. And now
reduced into a better method by G. M. (Gervase Markham). London, (by Va-
lentine Simmes) printed for Humphrey Lownes, and are to be sold at his shop
in Paulus Church-Yard. 1595. 4o.
De „Treatyse of fysshyng wyth an angle" komt eer9t voor in den tweeden
druk: Empryntcd at Westmcstre, by Wynkyn de Worde, the yere of thyncar-
naconofour Lorde mcccclxxxxvi. kl. folio, van welken druk ook een exempl.
in het Brilsch Museum aanwezig is. Van deze uitgave verscheen te London ,
in 1810, een fac-simile herdruk, uitgegeven en met eene belangrijke inleiding
verrijkt door Joseph Haslewood. Van de ,,Treatyse of fysshynge" verscheen in
1532 eene afzonderlijke uitgave, (waarvan nog slechts een enkel exempl. bekend
is), in 1827 door W. Pickering herdrukt. Zie verder voor de bibliographische
beschrijving van de verschillende herdrukkeu vau dit curieuse boekje, teven9 het
eerste dat over dit onderwerp in Engeland verscheen: J. Russell Smith\'s Cata-
logue of english writers on angling; — J. O. Wesltoood, Bibliothecapiscatoria; —
en Lovjndcs\' Bibliographer\'s ïnannal.
-ocr page 307-
RIVIERVISSCHEBIJ. — HENGEI-KÜNST. — ZALMVISSCHEKIJ.            273
3901.   Barry, (W.) Moorland and stream, with notes on shooting and
trout fishing. London, Tinsley. 1871. kl. 8°.
3902.   Baudrillarl, (J. J.) Traite général des eaux et forêts, chasses et
pêclies, cpmposó d\'un recueil chronologique des règlements sur les forêts, la
chasse et la pêche; d\'un dictionnaire des eaux et forêts et d\'un dietionnaire
des chasses et pêches. Paris, A. Bertrand. 1821—29. 7 dln. en 2 atlassen. 4o.
le partie : Recueil clironol. contenant les ordonnances, édits, déclarations, les
lois, décrets, etc. depuis 1219 ju9qu\'en 1829; continue depuis 1830 par M.
Herbin de Halle.
2e partie: Dictionnaire général, raisouné et historique des eaux et forêts. 2
dln. iu 4o en een atlas.
3e partie: Dictionnaire des chasses contenant 1\'histoire des animaux, qui font
1\'objet de la grande et de la petite chasse, etc. 1 dl. in 4o en een atlas.
4e partie. Dictionnaire des pêches, contenant 1\'histoire des poissons, l\'expli-
cation des termos de pêche et de navigation, la description des appats, instru-
ments, filets, engius et procédés de toute espèce qui sont employés pour prendre
le poissou, avec les dispositious réglementaires tant sur la pêche fluviale que sur
la pêche maritime. 1 dl. in 4o en atlas.
3902a. —— Dictionnaire de la pêche fluviale. Paris, A. Bertrand. 1829.
12o. Met atlas.
3903.   Be grif f (Kurzer doch gründlicher) von der edlen Jagerei; auch
die weidmannischen Redensarten, hohe und niedere Jagd, Fischerei etc.
Nordhausen, 1715. 8°.
3904.   Belton, Two summers in Norway. By the author of „The Angler
in Ireland". London, Saunders and Ottley. 1840. 2 dln. kl. 8o.
Zie: The Angler in Ireland. No. 3835.
3905.   Bergerie, (Eougier de Ia) Anweisung Fischteiche mit dem möglichst
geringen Kosten-Aufwande und auf die Dauer anzulegen, dieselben voriheil-
haft zu bcsitzen und zu üschen und die Fische ohno Gefahr und mit Sicherheit
zn verschicken und zu transportiren. Nebst ciner Abhandlung über den Nutzen
der Fischteiche als Bewasserungsmifctel. Mit Abbildungen. Quedlinburg,
Basse. 1839. 8».
3906.   Berisch, (C. L.) Gründliche Anweisung, wie sowohl die zahmeals
wilde Fischerei gehórig zu betreiben um den höchstmöglichen Ertrag hievon
zu erlangen. Leipzig, Leo. 1794. 8o.
3907.   Best, (Th.) A concise treatise of the art of angling, confirmed by
actual experience, and minute observations; to which is added the complete
Fly-fisher, etc. 4th edition. London, Crosby. 1798. 12<>. Met eene plaat.
Sedert zij n nog verschillende uitgaven van dit werkj e verschenen, de laatste in 1846.
3908.   Bierinann, (A.) Neuestes illustrirtes Fischereibuch, oder Anwei-
sung, die wilde und zahme Fischerei zum Vergnügen und Nutzen mit Erfolg
betreiben zu könncn, nebst Belehrung über Teichwirthschaft und Andeutungen
über die künstliohe Fischzucht. Mit 55 in den Textgedrückten Abbildungen.
Hamm, Grote. 1865. 8».
3909.   Bischoff, (Wilhelm) Anleitung zur Angel-Fischerei mit Abbildung
und Beschreibung der hiezu sich eisrnenden Fischarten. Mit Illustrationen.
Miinchcn, Braun und Schneider. 1860. 80. Mot 2 platen.
3910.   Blacker, (W.) Art of angling, and complete system of fly making
and dying of colo\\irs. Illustrated with plates, showing the different processes
of the fly, before it is finished; giving the angler a perfect knowledge of
every thing requisite to complete him in his noble art. London, for the
author, 54, Deanstreet, Soho. 1842. 12o.
3911.   Blagrave, (J.) The art of Husbandry. London, 1669. 12o. Ver-
volgens eene uitgave van 1670, 8o. en van 1685, 8°.
Waarin aanwijzingen over het doelmatig gebruik van den hengel.
18
-ocr page 308-
274 PÊCHE FLUVIALE. — PÊCHE 11 LA LIGNE. — PÊCHE DU SAUMON.
3912.   Blaiue, (D. P.) Encyclopaedia of rural sports; a complete account,
historical. practical, and dcscriptive. of hunting, sliooting, lisliing, etc.
With above 000 woodcuts. (20 tïom designs by John Leech. j London, Long-
man and Co. 1840. 8<>. Nieuwe druk, London, 1858. 8».
3913.   Blakey, (R.) Angling; or, how to angle and where to go. London.
Routledge. 1854. Nieuwe druk, London, 1807. 12».
3914.------Angler\'s complete guide to the rivers and lakes of England
and Wales. London, Whittaker. 1853. 12». London. Kent. 1859.
3915.------Angler\'s guide to the rivers and lochs of Scotland. London,
Bogue. 1854. 12o.
3916.------Hints on angling. with suggestions for angling excursions
in Spain and Bclgium. By Palmer Hackle Esq. London, Robinson.
1846. 8o.
Zie: Angler\'s Songbook. No. 3S07.
3917.   Blome, (R.) Gentleman\'s recreations, treatingon theartofhorseman-
ship, hunting, fowling. fishing, and agriculture. London, 1(180 en 1710. folio.
3918.   Boaz, (Herin.) The angler\'s progress. 4th edition. New-Castle,
1820. 80.
3919.   Bückler, (G. A.) Nützliche Haus- und Feldschule. Wie man ein
Land- und Eeld-Guth und Mcyery mit aller Zugehöre mit Nutzen anordnen
solle. Erankfurt. 1669. 2 dln. 4o.
Met een groot aantal afbeeldingen. Hierin ook veel over de visscherij.
3920.   Book (The) of rural sports; illustrated with 76 plates. (z. pi.)
1839, 1845. 2 dln. 12».
3921.   The book of sports for boys. By Martin. London. (z. j.)
Zie over het hengelen , bl. 138—172.
3922.   Boosey, (Th.) Piscatorial reminiscenses and gleanings, by an old
angler. London. Piekering. 1835. 8o.
3923.   Border Angler; a guide-book to the Tweed and its tributaries,
and the other streams commanded by the North British railway, with an
accHrate map of the district. Edinburgh, Nimmo. 1858. 12o.
3924.   Bose, (K. A. H. von) Ncues allgemeines praktisches Wörterbuch der
Porst- und Jagdwissenschaft nebst Eischerey. Berichtigt von F. G. Leonhardi.
Mit 2 Tafeln. Leipzig, Hinrichs. 1810. 3 dln. 80.
Zie: 3e Abth.: Fischerei. Mit Kupfern.
3925.------Das Ganze der Angelfischerei. oder das Geschaft Eische zu
fangen, sie zu benutzen und ihre Erhaltung bestmöglichst zu befordern. Mit
besonderer Riicksicht auf den Bau, die Unterhaltung und die Abwartung der
Eischteiche. 2e Aunagc. Mit 1 Kupf. Leipzig. Rauck. 1803 en 1812. gr. 8o.
3926.   Boult\'s Sportman\'s companion. (pi. en jr.P) 3 dln.
Waarin ook een hoofdstuk over het hengelen.
3927.   Bowkler, (Ricli.) The art of angling, improvcd in all its parts,
especially fly-tishing. Worcester, (1746?) 120. en Ludlow, 1829. 120.
3928.   Boy\'s (The) own book. London, Kent. 1859. kl. 40.
Bevat een goed geschreven verhandeling over het hengelen. (IFestwood.)
3929.   Boy\'s (The) own (monthly) magazine. London. Beeton. 1856. kl. 8°.
Bevat ook eenige bijdragen over het hengelen. (IVestwood.)
3930.   Breton, (Nicliolas) Wit\'s-Erenchman; in a conference had between
a scholier and an angler. At London, printed by J. Robarts,\' for N. Ling
and are to be sold at his shop, at the West door of Paule\'s Church. 1597.
kl. 4o.
-ocr page 309-
RIVIERVISSCHBRIJ. — HEJJGBLKUNST. — ZALMVISSCHERIJ.             275
3931.   Bretonnerie, (de In) Corrospondance rurale, contenant des obser-
vations critiques. inléressantes et utiles sur la culture des terres et des jardins,
les travaux . oceupations, économies et amusemens do la campagne. et tout
ee qui peut êtro relatif 11 ces objets. 1\'aris. Onfroy. 1783. 3 dln. 12<>.
3932.   Briggs (Mr.) and lus doiugs. (Fishing) by Leeds. London. 1860. folio.
3933.   British and foreign bookof sport». Witb 50 plat.es, after Landseer,
Cooper, Herring e. o. (z. pi.) 1813. 4o.
3931. Broers (Dr. H. J.) Hengelen en wat daarbij is op te merken.
Zie: Album der Natuur. Gron., 1870. bl. 129—112. B. R. L. — R. D.
3935. Brookes, (E.) ïbe art of angling, rock and sea-fisliing. with a
natural bistory of river. pond and sea-iisb. Now improved witb additions,
and formed into a dietionary in two parts, illustrated witb 135 cuts. Lon-
don, Lowndcs. 1770. 12».
Van dit werkje bestaan ook uitgaven van 1740, 1743, 1770, 1774, 1785,
1789, 1793, 1799, 1801 en 1811.
393G. Brown, (J. J.) Anglcr\'s guide, or complete fisbers manual. New-
York, 1849. 12o.
3937.   Browne, (Moses) Piscatory eclogues: an essay to introducé new
rules and new diameters into pastoral. To wbich is prefixod a discourse in
defonse of this undertaking, witb practical and pbilosopbical notcs. London,
1729. 8o. 1739, 1773.
3938.   Buckland, (F. T.) Curiosities of natural history. London, Bcntloy.
1857—1861. 4 dln. kl. 8o. He No. 039.
Bevat een belangrijk hoofdstuk over de visschen e:i het visseben.
3939.   Burgess, (.T. T.) Angling: a practical guidc to bottom (ishing,
trolling, spinning, and fly-fisbing. London, Warne & Co. 1807. S0.
3910.   Hum, (James) Fishcr\'s complaint, or unfair sportsmen censured.
A poem. Maidstone, 1833. 12o.
3911.   Calamo, (Andr.) Lc bizarre, faconde ed ingeniose rime pescatorie
per And. Calamo. Vinegia, Iscppo Foresto. 1557. 8o.
Uitgave van 1582, B. L. H.
3942. Cancrln, (Fr. Ludw.) Abbandlung vom dem Anlegen, dem Bau
und der Ausbesserung der Teicbe, besonders der Fischteiche. Mit 2 Kupfern.
Frankfurt. (Kettenbeil). 1791. So.
3913. Carpenter, (W1U.) Angler\'s assistant. comprising practical direc-
tions for Bottom iishiug. trolling. etc. With ample instructions for the pre-
paration and use of tackle and baits; a descriptive account of the habits and
haunts of iish. and a geographical and ichtbyological account of the principal
rivers and streams in England. London, Bogue. 1848 en JS52. 12o.
3944. Carroll, (W.) The angler\'s vademecum, containing an account of
the waterflies etc., the whole represented in 12 plates, to wbich is added a
deseription of the different baits used in angling. Edinburgh. 1818. So.
3915. C(ats), (J.) (\'0 \'t Ondckte voordeel van alle wcrcldscbc dingen, afge-
deelt volgens de wetten der natuur, en natuurlyeke saken. in de vermeerderde
Wyse Jaer-boschryver, Verstandige Huys-houder. Ervaren Landt-bouwer, enz.
door den overleden Heer J. C. Amsterdam, by C. Jansz. Ao. 1003. 40.
Zie aldaar: Van visschen; om vissclien met netton en niet der handt te vangen ,
te locken, enz. 3e Afd. bl. 182—1S4. Zie in do uitgaaf van 1660, bb. 125—127
van: De verstandige Huys-houder. B. R. L. Vergelijk: Vischboek.
3946.   (\'bui11»ml, Dictionnaire raisonné des eaux et forêts. Paris, Ganeau.
1769. 2 dln. 4o.
3947.   Charfy, (G.) The üsherman, or, the art of angling made easy.
London, (z. i.) 8°.
18*
-ocr page 310-
PÊCHE a LA LIGNE. —
276 PÊCHE FLUVIALE. —
PÊCHE DU SAUMON.
3948.   Charleton, (T. W.) The art of fishing. A poem. North Shields,
1819. 8».
3949.   C lias se (La) et la pêche; gazette hebdomadaire illustrée du sport
dans tous les pays. Paris, 1868. 4o.
No. 1 verscheen 22 Aug. 1868. Sedert 19 Sept. wekelijks des Zaturdags.
3950.   Chasses et pêches anglaises. Variété de pêches et de chasses.
Avec 6 vignettes. Paris. Giraudet. 1851. 8o.
3951.   Chasse (La) et la pêche en Angleterre et sur Ie continent. Tra-
duit de divers ouvrages anglais. Bruxelles, Haumann. 1842. 8». Met hout-
sneden .
Zie: bl. 279—302. Voor een groot gedeelte getrokken uit: Marlingale, Sporting
scènes. London, 18-il. (Westwood.)
Chatto, (W.) Zie: Angler\'s Souvenir. No. 3868.
3952.   Cheek, (J.) The young angler\'s guide, comprising instructions in
the arts of fly-fisliing, bottoin-Üshing, trolling, etc. With engravings and
woodcuts. 3d edition. London. 1839. 8o.
3953.------The British angler\'s instructor. showing the rods and tackle
necessary for every description of fish usually angled for, with the most
approvett methods of catching them. London, Cheek. 1859. 24o.
3954.   Chetham, (J.) The angler\'s vade-mecum, or a compendious, yet
full, discourse of angling. Third edition. London, Battersby. 1700. kl. 8o.
3955.   Chinese Repository. (The) Canton, 1832—51. 20 dln. 4o.
Zie aldaar: Fish caught by birds. XVI, bl. 570. Modes of captnring fish.
I, 260; III, bl. 122; IX, bl. 637. Vergelijk No. 688.
3956.   Chitty, (Edw.) The illustrated fly-fisher\'s text-book, a complete
guide to the science of Trout and Salmon fishing. By Theophilus Smith.
With 23 engravings. London, Ackermann. 1841. 8°. London, Bohn. 1845.
3957.   Chlez, (K.) Pischer-Geheimnissc, oder Anleitungzu der Kunst Fische
zu fangen. Leipzig, Melzer. 1824. 80. Met eene kopergrav.
3958.   Clarke, Angler\'s desideratum, containing the best and fullest direc-
tions for dressing the artificial fly, with some new and valuable inventions.
Edinburgh, 1839. 12o.
3959.   Clericus, Rambles and recollections of a fly-fisher. Illustrated with
an appendix, containing ample instructions to the novice, inclusive of fly-
making and a list of really useful flics. London, Chapman and Hall. 1854.
kl. 8o.
3960.   Cliffe, (J. H.) Notes and recollections of an angler. Rambles among
the mountains. valleys, and sollitudes of Wales: with sketches of some of
the lakcs, streams, mountains and sccnic attractions in both divisions of the
principality. Bristol, üldland and May. 1860. 8o. London. Hamilton. 1869.120.
3961.   Clifford, (Charles) [W. H. Ireland] The angler, adidacticpoem.
London, 1804. 120.
3962.   Clinton, (Lord) Die Geheimnisse der Angel-und Netzfiscberei. Aus
dem Englischen übersetzt von J. E. von Reider. Jüterbog, Colditz. 1849. 8o.
Westwood zegt hiervan: „An impostnre. There is no english work on angling
by Lord Clinton."
3963.   Colerus, (Joh.) Oeconomia ruralis et domestica, darinn das ganze
Amphaller treuer Hausvater und Hausmütter begriffen; auch Wild- und Vogel-
fang, Veydwerk, Fischerei, etc. Mit vielen Holzschitten. (z. pi.) 1692.
2 dln. folio.
In den „Catalogue de la Bibliothéque Huzard" (I, No. 2503), komt een druk
voor van 1665: Mayntz, durch Nie. HeylL
-ocr page 311-
KIVIERVISSCHEKIJ. — HENGELKUNST. • - ZALMVISSCHBRIJ.            277
3964.   Cole, (R.) The young angler\'s pocket companion, or a new and
complete treatise on the art of angling. London, 1795 en 1833. 12".
3965.   Colqnhonn, (John) The Moor and the Loch, with an essay on
loch fishery. Edinburgh, Blackwood. 1840 en 1851. 8°.
3966.------Salmon easts and stray shots, being fly-leaves from a note
book. 2d edition. Edinburgh, Blackwood, 1858.
3967.------Rocks and rivers; or, Highland wanderings over crag and
corrie, flood and feil. London. Murray. 1849. 8°.
3968. Conway, (James) Letters from the Highlands; or two months among
the salmon and the deer. London, Lumley. 1859. 12°.
3969.------• Eorays among salmon and deer. London, Chapman and Hall.
1861. kl. 8o.
Verbeterde en vermeerderde uitgave van het voorgaande.
3970.   Goquet-Dalc iishing songs. Now first collected and edited bya
North country angler (Th. Doubleday.) Edinburgh, Blackwood. 1852. 12o.
Cornish, (J.) Zie: Zalmvisscherij.
3971.   Cornwall, (Shneon) Stray notes on fishing and natural history.
London, Macmillan. 1863. 8o.
3972.   tol Ion. (Cü.) Compleat angler, being instructions how to angle
for a trout or grayling in a clear stream. London, 1676.
------Zie: Walton, (Is.)
3973.   — — Poems on several occasions. London, 1689. 8o.
Waarvan enkelen over het hengelen.
3974.   Conch, (Jon.) The history of Polperro; a fishing tour onthesouth
coast of Cornwall; being a description of the place, its people, their man-
ners, customs. modes of industry, etc. London, Longman. 1872. 8».
üe eerste druk verscheen: London, Simpkin. 1870. kl. 8o,
3975.   Country Gentleman\'s companion; of the horse in general, of
riding, of lishing in general and making fish-ponds, of taking all sorts of
fish, etc. By a country-gentleman, from his own experiences. London, 1753.
2 dln. 12o. 2e uitgave. Dublin, 1755. 8». 1 deel.
3976.   Countryman\'s Reereation in planting, grating, and gardening;
whereunto is added the art of angling by Thomas Barker. London, 1654. 4o.
3977.   Conteulx de Canteleu, (Le Cte Ie) La pêche au Cormoran. Paris,
L. Hachette. 1870. gr. 8o. Met 2 platen.
Van dit werk zijn slechts 100 cxempl. gedrukt.
Deze vogel wordt, vooral door de Chinezen, tot de vischvangst gebezigd.
3978.   Cox, (N.) Gentleman\'s recreations, in four parts: Hunting, hawk-
ing, fowling, and fishing. London, 1674,1677 ,1686,1697,1706,1721. 8o.
(Ie—6e uitgave.)
Crawhcll. (Joseph) Zie: Angler\'s Garlands. N°. 3849.
3979.   Crescens, (P. de) Le bonMesnager. Au present volume des prouffitz
champestres et ruraulx est traicte du labour des champs, vignes, iardins,
arbres do tous especes. De leur nature et bonte, de la nature & vertu des
herbes, de la maniere de nourrir toutes bestes, volailles et oyseaulx deprix.
Pareillemeut la" maniere de prendre toutes bestes sauluages, poissons et
oyseaulx: oeuure moult utile & prouffitable. Le dit liure compile par Pierre
de Crescens.... nouvellement corrige.... On les uend a Paris.... en la
boutique de Galliot dupre. 1533. folio.
De oorspronkelijke Latijnsche uitgave verscheen in 1471; de eerste Fransche
vertaling in 1480. Vergelijk: Brunet, Manuel. II, col. 415. — Catalogue de
la Bibl. Huzard. II, No. 658—688. Catal. de la Bibl. Yemeuiz. No. 765—767.
-ocr page 312-
PÊCHE a LA LIGNE. —
278 PÊCHE riUVIALE. —
PÊCHE DU SAUMON.
3980.   Cron, (J.) Anleitung zum Angeln mit dem Cosack. Coblenz, Höl-
scher. 1S60. 32o. Met eene plaat.
3981.   Cussac, (J.) Pisciceptologic. ou 1\'art de la pêche a la lignc. Dis-
conrs sur ics poissuns, la maniere de les preudre et de les accomoder; la
pêche aux iilets et autres instrumens. suivi d\'un traite des étangs, viviers,
ïbssés, réservoirs, etc. Avec 29 planches. Paris. Cussac. 1823. 12°.
Dabry de Thiersant, (P.) La pisciculture et la pêche en Chine.
Zie No. 2S23.
39S2. IIulil. (S.) Den fuldkomme Fiskefanger eller udfortig og fuldstiindig
Anviisning til Ferskvandsliskcrie. Kjöbenhavn, 1855.
3983. Daniel, (TV. B.) Rural sports. London, 1801. 2 dln. 4o. London,
1805. (With additions.) 3 dln. 4o. 1812. 3 dln. roy. 8o. Supplement of the
Rural sports. London, 1813. 4».
3981. Davj", (Humphrey) Salmonia; or days of fly-fishing in a series of
conversations with somc account of the habits of fishes belonging to the genus
Salnio. Fifth edition. with additions by bis brother Dr. John Dcwy. London,
J. Murray. 1870. 12o. Met platen. De eerste druk verscheen in 1828.
Zie over dit werkje: Prof. WilsuiCs Works. Edinb. Blackwood, 1865. VI,
Essays: bl. 2S0—320.
3985. Davy, (Jolin) The angler and his friend, or piscatory colloquics
and tishing excursions. London, Longman and Co. 1855. 8».
3980.------The angler in the lake distriet; or, piscatory colloquies and
fishing excursions in Westmoreland and Cumberland. London, Longman
and Co. 1857. 12o.
Davors, (John) Zie: John Dennys. No. 3992.
3987. Dawson, (T. TV.) The trout fisher\'s guide. Pittsburgh, PennsyL
vania. 1850.
39S8. Dax, (Louis (Ie) Souvenirs de mes chasses et pêches dans Ie midi
de la France. Paris, Castel. 1858. 18o.
39S9.-----Nouveaux souvenirs, etc. Paris, Dentu. 1860. 12°.
3990.   Délices de la campagne, ou les ruses de la chasse et de la pêche,
oü 1\'on voit comment on prend toutes sortes d\'oiseaux et de bêtes k quatre
pieds, avec les plus bcaux secrets de la pêche. Amsterdam, 1708. 8o. Met
een groot aantal afbeeldingen.
3991.   Del iglit (Accomplisht Lady\'s) in preserving, physick, beautifying
and eoockery, with new and excellent experiments and secrets in the art of
angling. beingdirectionsforthewholeart. London. 1675,1677,1681, 16S6.12°.
Overgenomen uit: Walton and Barker. (II. Smith.)
3992.  Dennys, (John) Secrets of angling; teaching the choicest tooles,
baytes, and stasons tbr taking of any ttsh in pond of riuer, practiscd and
familiarlv opened in three bookes. by J. D. Esq. London, 1613. 12o.
4\'u edition augmenfed with many approved experiments by W, Lauson. Lon-
don. printed lor John Harrison. 1652.
Zeldzaam boekje, door Walton toegeschreven aan Joh» Davors. In 1811
herdrukt in de „British Bibliographer".
Deslandes, Zie: Zalmvisscherij.
3993.   Dcsormaux, La pêche a la lignc. Paris, 1826. 12o.
3994.   Deyenx, (Th.) Le vieux pêcheur. Avec 23 ligures. Paris, Hou-
daille. 1837. 18».
3994a. Die!., (St. J.) Plies and lly-tishing for trout, etc. London,
Hardwicke. 1878. kl. 8».
3995.   Dictionarium rusticum, urbanicum et botanicum; or, dictionary
of all sorts of country affairs. 3"1 edition. (z. pi.) 1720. 2 dln. 8°.
-ocr page 313-
MVIEKVISSCHEKIJ. — HENGELKDNST. — ZALMVISSCHEEIJ.            279
3996. Dictionnaire universel d\'agriculture et de jardinage, de faucon-
nerie, chasse, pêche, cuisine et manége. Avee des régies pour la volerie,
la chasse et la pêche, etc. Paris, 1751. 2 dln. 4o. Met houtgravuren.
3997.------universel de la vie pratique, ïi la ville et a la campagne.
Paris, 1861. gr. 8».
Zie aldaar: Etangs, pisciculturc, pêches, etc.
Donbleday, (Th.) Zie: Coquet-Dale fishing songs. N°. 3970.
399S. Dongall, (J. D.) Salmon and trout angling. Glasgow, 1843. 18o.
3999.------Scottish iield sports. Glasgow, Th. Murrayfe Son. 1860. kl. 8°.
4000.   Dryden, (Adam) Hints to anglers. Illustrated by maps. Edin-
burgh, A. and C. Black. 1862. 12».
4001.   Dnval de Ia Lissandrière, (P. Néel) Traite universel des eaux et
forêts de Erance, chasses et pêches. Paris, 1669. 8°.
4002.   Dyhrn, (E. von) Kurze Anweisung zur Teichwirthschaft. Mit 3
Kupfern. Breslau, Gosohorsky. 1783. gr. 8°.
4003.   Egan, (Pierre) The book of sports. London, 1832. 8<>.
4004.   Killer, (Joll.) Die Lustfischerei, oder deutlicher Unterricht Fische
zu \'angen, sowohl mit Angeln, als auch mit Netzen, Reussen u.s.w. Nebst
Abbildungen und Beschreibung der zuni Eischfange gehörigen Geratschaften,
und eine Anweisung solchc sclbst zu verfertigen. 3C Auflage. Mit Kupfern.
Leipzig, Melzer. 1814. 8<>.
4005.-----Eischergchcimnisse oder Anleitung zu der Kunst, Eische zu
fangen. Mit 2 Kupfern. Leipzig, Melzer. 1818—23. 2 Hcfle. 8o.
4006. Ehrenkrentz, (Baron von) Das Ganze der Angelfischerei und ihrer
Geheimnisse, oder vollstandige Anleitung die Angel-Eiseherei mit dem glück-
lichsten Erlblge zu betreiben. Nebst Belchi-ungen über die Teich-Eiseherei,
Eisch-Kalender u. s. w. Wie auch Krebse auf belustigende Weise zu fangen.
Nach Prüfung der englischen, frauzösischen, schwedischen und hollandischen
Angettischerei auf eigene Erfahrung begrundet. Mit mehreren (eingedruekten)
Abbildungen. 8° verbesserte und vermehrte Auflage. Quedlinburg, Ernst. 1865.8°.
4007.------De liefhebber van het hengelen. Volledig handboek ten dienste
der hengelaars; bevattende: Eene reeks van voorschriften, hoe men zich bij
het hengelen te gedragen hebbe om van een goeden uitslag te kunnen ver-
zekerd zijn enz., benevens eene beschrijving der allezins vermakelijke kreeft-
vangst. Met een uitslaand steendrukplaatje. Naar de zevende hoogduitsche
uitgave. Tiel, H. C. A. Campagne. 1863. 8°.
4007».------Meine Gcheimsammlung der besten Wildköder, Beitzen, Wit-
terungen, Fisehköder u. s. w. Nebst Angabe der bewahrtesten Eangwcisen mit
denselben, sowie die besten Vertilgungsmittel aller schadlichen Thiere.
Ulm. Ebner. 1859. 8<>.
4008.------Neuer hundertjahriger Jagd- und Eorst-Kalender für jeden
Jager, Eischer, Vogelfanger u. s. w. Ulm, Ebner. 1859. 12°.
------Zie: Journal der Eischerei. No. 4126.
4009.   Elliott. (W.) Carolina sports by land and water; including Devil-
fishing, wild cat-, deer- and bear-hunting. London, Bentley. 1867. 8°.
Ende, (W. P. y. d.) Zie No. 2220.
4010.   Ephemcra, Taschenbuch der englischen Angelfischerei. Weimar,
Voigt. 1848. 12o.
------Zie: Fitsgibbon. N°. 4038 en 4039.
4011.   d\'Esterno, (M.) Comment Ie roi s\'amuse en France, et laloiaussi.
Paris, Guillaumin. 1869. gr. 8o.
                                                B. R. L.
Zie aldaar: De la pêche, bl. 164—172. (Over het nadeel van eene te onbe-
perkte vrijheid der riviervisscherij.)
-ocr page 314-
280       PÊCHE ÏLUVIALE. — PÊCHE h LA LIGNE. — rECHE DU SAUMON.
4012.   Essay on angling by a member of the Worcester Club. 1840.12°.
4013.   Estienne, (Charles) L\'agriculture et Maison rustiquc de Charles
Estienne. doctcur en medicine, en laquclle est contenu tout ce qui peut cstre
requis potir bastir une maison cbampestre, nourrir et mcdiciner besüal et
volaille de toutes surtes... plus un brief recueil de la chasse et de la fau-
connerie. Paris, Jaques du Puits. 1564. 4°.
                            B. N. A. M.
Naar de oorspronkelijke latijnsche uitgave van 1554 bewerkt door Jean Libaut.
In den Catalogue de la Bibliothéque Huzard, worden, in dl. II, No. 721—758,
38 verschillende herdrukken van dit werk opgegeven.
4014.------De Lantwinninghe ende Hoeve van M. Kaerle Stevens, ende
M. Jan Liebaut, Beijde Doctooren in de Medicijne. Wt de Fransosische
Spraecke in de Nederduitsche ouergheset. Den laetsteu druck, ouersien en
uermeerdert. t\'Antwerpen, Bij Christoffel Plantijn. MDLXXXII. 4°.
A\'. B. \'s O.
Zie aldaar , bl. 548—555.
De eerste druk verscheen in 1566, eveneens bij Chr. Plantijn te Antwerpen,
in kl. 8o,, waai van een exenipl. in de Kon. Bibl. ie Brussel voorhanden is.
Er bestaat ook eene uitgave in folio (Amst., E. Muller. 1593) en nog eene andere
(Amst., M. (Jolijn. 1622.) van welke laatste een exenipl. in de K. B. \'s G.
4015.   —— Maison rustique, or the country farmer, compiled in the
french tongue, by Ch. Stevens and John Lielault; also translated by Richard
Surfiet.
London, 1610. folio.
4016.   Ettingsall, (Thom.) The Green bank; or, an hour\'s amusement
for the young angler. 3d edition. Dublin, 1858. 18°.
4017.   Evans, (W.) The true art of angling; or, complete fly-fisher.
Uxbridge, Lake. 1820. London, rtichardson. 8».
4018.   Facts and useful hints relating to fishing and shooting. London,
Cox. 1866.
4010. Eamily Piece, (Complete) and country gentleman and farmer\'s
best guide, containing full instructions in hunting, shooting, fishing. 2d edition.
London. 1737. 8".
Het 2e ged. van het 2e hoofdstuk handelt over het visschen.
4020.   Fayle, (Frank) A days angling in the Almond. Edinburgh, 1860. 24°.
4021.   Fennell, (GreTille) The book of the roach. London, Longman.
1870. 12°.
4022.   Field (The); the country gentleman\'s Newspaper.
Het voornaamste blad voor hengelaars. Verschijnt sedert 1853 wekelijks.
(Westwood)
4023.   Field sports (Foreign); fisheries, sporting anecdotes. With
110 coloured platos. London, 1814. 4°.
4024.   Fischbiichlein oder die Kunst, Forellen, Hechte, Ascheu. s. w.
zxx fangen. Aus praktischer Erfahrung zusammengestellt von einem Fisch-Frennd.
Mit 8 Abbildungen. verbesserte Auflage. Augsburg, Jaquet. 1852. 8°.
4025.   Fischer, (C.) Fleissiges Herren Auge, oder wohl ab- und angc-
führter Haushalter; das ist gründlicher Unterricht von Führung eines nütz-
lichen Landlebens und Wirthschaft von Feld- und Ackerbau, Fischerei und
Teiche. Frankfurt, 1690. 4°. Tweede uitgave, Nürnberg. 1696. 3 dln. 4°.
4026.   Fischer, (V. F. S.) Die neue deutsche Angelfischerei. Wien, Schaum-
burg. 1813. 8°.
4027.   Fischer (Der Erfahrene), oder erprobte Mittel- und Ratschlage
für Fischer und Fischerei-besitzer. Nachtrag zur Teichfischerei. 1823. 8°.
-ocr page 315-
B.IVIERV1SSCHERIJ. — HENGELKUNST. — KALMVISSCHERIJ.            281
4028.   Fischcrei. Gcwise und bewerthe Künste, wie man Fisch und
Vogel fahen soll, alles ausz der Durchleuchtigsten Fürsren vnnd Herren,
Herrn Fridcrichs löblicher gedechtnusz, vnnd Hertzog Sigmnnds Fischerey.
Item, von der Natur vnnd eigenschaft vieler Fiscli. Auch zu weieher Zeit
sie am besten sein, vnnd wie man ein jeder Kuchen soll. Gcdruckt zu Nürn-
berg, durch Johann Lantsenberger. 1612. 12°.
4029.   Fischfang (Der) ohne Nctze, oder gründliche Anweisung zur
Angelüscherei 2e Auflage. Leipzig, Cnobloch. 1821. 8».
4030.   Fischjagd für einzelne Liebhaber. Hamburg, 1774. 8<>.
4031.  Fisher, (P.) The angler\'s souvenir. London, Tilt. 1838. 8°. Met
60 staalgravuren.
4032.   Fisherman; (The) or, complete guide for anglers. London, 1814.12o.
4033.   Fisher man; (Complete) or, universal angler, to which is added
the whole art of ny-iishing. London, Fielding. (z. j.) 12°.
4034.   Fishernian\'s Magazine and Review. Edited by Cholmondeley \'
Pennell.
London, Chapman and Hall. 1865 en verv. 8o.
4035.   Feitü, (H. 0.) Brief van Prior Petrus aan Johan van Ewsum, over
de zwanen, de visscherij, enz. te Roden. A°. 1559.
                   B. R. L.
Zie: Bijdr. t. d. geschied, v. Gron. 1863. I, bl. 131.
4036.   Fisch-Bueehlin. Das edle Fisch-Buechlin, das ist: Ein sehr
nuctzlicher Bericht, von der Fischerei ueberaus grosser Nützbarkeit. Nürn-
berg, Endter. (z. j.) 8».
4037.   Fischgeheimnisse, (Wolbewaehrte) oder deutlicherUnterricht,
von der grossen Nützbarkeit der Fischerey, wie auch von der Fische Natur
und Eigenschaft, wie sie bequem zu fangen, etc. Niimberg, G. Bauer.
1758. kl. 8o. Met eene plaat. 2e druk. 1789.
4038.   (Fitzgibbon. (Edw.) Ephemera, Handbook of angling, embracing:
Fly-fishing, trolling, bottom-ftshing and salmon-üshing, with the natural
history of river-fish and the best mode of catching them. 4th edition. Lon-
don, Longman and Co. 1853. 12°.
4039.------Book of the salmon. Principles of fly-nshing for salmon, etc.
London, 1850. Zie No. 2382 en 4010.
4040.   Flemming, (H. F. von) Volkommener deutscher Jager und Fischer.
Mit Kupfern. Leipzig, 1749. 2 dln. folio.
4041.   Fletcher, (Bev. Ph.) Sicelides, a piscatory, as it hath been
acted in Kings college. Cambridge, 1631. 4°.
4042.------Purple Island, or the Isle of Man, together with piscatory
eclogs and other poetical iniscellanies. Cambridge, 1633. 4°. New edition,
with critical remarks by H. lleadley. London, 1816.
4043.-----Piscatory eclogs, and other poetical miscellanies, with copious
notes, critical and cxplanatory by W. Tytler (Lord Woodhouselee.) Edin-
burgh, 1771. 8°.
4044.   F lies. List of natural nies, taken by trout etc. in the streams
of Ripon. London, Simpkin. 1854. 12°.
4044». Fly-fisher (The) in winter quarters.
Zie: The Cornhill magaziue. 1873, bl. 436-446.                         B. R. L.
4045.   Fly-fishing in salt and fresh water; with 6 plates, representing
artificial nies. London, v. Voorst. 1851. 8°.
4046.   Ford, (S.) Piseatio, or angling, a poem, written originally in
Latin, translated by Tipping Silvester. Oxford, 1733. 8°.
4047.   Forester\'s Norway and its scenery, with hints to anglers. Lon-
don, Bohn. 1853. kl. 8°.
-ocr page 316-
2S2 L\'ê CHE 1\'LUVIALE. — PÊCHE 8, LA LIGNE. • - PÊCHE DU SAUMON.
4018. Forst-, Fisch- und Jagdlexikon, (Vollstandiges) auch die
Natiir und Eigenschaften der wilden Thiere. der Vogel und der Federwild-
prets. ferner die Fischerei in Stromen und Teiehen. Francfurt, 1772—1780.
4 dln. gr. 8°. Met een groot aantal afbeeldingen.
4049.   Forst- und Jagdkalender (Neuester vollstandiger) über die
in jedem Monat vorkommenden Geschafte im Forst- und Jagdwesen; auch
einem Fisclierei-Kalender u. s. w. Ulm, 1830. 4°.
Fortin, (F. Franc, ois) Zie: Ruses innocentes.
4050.   Frampton, (licv. Jos.) Three dialogues on the amusenients of
Clergymen. 2d cdilion. London. 1797. 18°.
Bliidz. 06—70 bevat eenige bijzonderheden over het hengelen.
4051.   Francis, (Francis) The Angler\'s register; a list of the come-at-able
iishcrics in Engeland, Scotland, Ireland, and Wales, and hew to get to
them. London, 1858. 18o.
Hetzelfde voor 1860 en 1861 met eenige uitbreiding betrekkelijk België,
Dnitschland en Tyrol. (Westwuoil.)
4052.------A book on angling: being a complete treatise on the art of
angling in evcry branch. With explanatory plates. London, Longmans
and C;. 1867. 8».
4053. Francis. (H. R.) The fly-fishcr and his library. London, Parker
and son. 1S5G. 8o.
4051. Franck, (Ricliard) Northern memoirs, calculated for the meridian
of Scotland, wherein most or all the cities, citadels, etc. are described. To
which is added the eontemplative and practical Angler, by way of diversion.
With a narrative of that dextrous art, experimentod in Engeland, and per-
fected in more remote and soütarv parts of Scotland. By way of dialogue.
Writ in the ycar 1(558, but nol. iill now made publiek. London, printed for
the author. To be sold by H. Mortclock, 1694. 8». Britsch Museum.
In 1S21 verscheen te Edinbnrgh een nieuwe druk met aanteekeningen van
(\\Valter Scott).
4055. Frie. (A.) Die Fluss-Fischerei in Böhmcn und ihre Beziehungen
zür künstlichen Fischzucht und zur Industrie. Prag, Fr. Rziwnatz. 1871.
Overgedrukt uit: Archiv d. Natunv. Landesdurchforschuiig von Böhmen.
II, 4o Ablh.
1056. Froggroth, (W.) The fty-fisher\'s pocket companion. Manchester,
Froggoth. 1861. S».
4057.   Gamon, (C. de) Les Pescheries de Christophle de Gamon, divisées
en deux parties, ou sont contenus, par un nouveau genre d\'escrire et sous
des aussi beaux que divers enr:eignemens, les plaisirs mcounus de la mer et
de 1\'eau douce. Lyon, Thib. Ancelin. .1598. 12°.
4058.   (jfardiner, (Sam.) A booke of angling or fishing, wherein is showed,
by conference with seriptures, the agrecment bctween the lishermen, fishes
and lishing of both nalures, temporall and spirituall. London, printed by
Th. Purfoot. 1606. 8«. 162 bladz. in 9 hoofdstukken.
Uitvoerig beschreven door Weslicood. „This book", says Horein his Yearbook,
„may be denominated ,,Fishing spiritualised."
Werd indertijd door Mr Toovey voor db £> 40 aangekocht uit Mr. Lynch
Cotton\'s verzameling.
4059.   Gartenbuch; (Gut befundenes) auch von Bienen und Tauben.
Dabei ist auch zu linden, wie in allerhand Wassern Fische zu fangen,
(z. j. en pi.) 8o.
-ocr page 317-
RIVIEKVISSCHEKIJ. — HENGEMCUNST. — ZALMVISSCHERIJ.            283
4060.  Gauchot (Clande) La plaisir des champs; en quatre parties, selon
les quatre saisons de ranuée; édition, augmentée d\'un devis d\'entre Ie chas-
seur et Ie oitadin, avoc 1\'instruction de Ia vennerie, volerio et pcscherie.
Paris, Abel 1\'Angelier. 1604. 4<>.
De eerste druk verachecn: Paris, N. Chesnau. 1533. 4o.
4061.   Gentleman Angler: eontaining short plain instructions whc-
reby the most ignorant beginner may, in a little time, becomea perfect artist
in angling for salmon etc. With several obscrvations onangling, angle-rods,
and artilicial liies; how to choose the best hair and Indian grass. To which
is added the Anglers new song, the laws of angling, and the form ot\'a licence
and deputation for angling; together with and appendix eontaining the method
of rock and seaflshing. By a Gentleman who lias made angling Iris diversion
upwards of twenty-eight years. London, Bettcsworth. 1726. 12«. Vervolgens:
1736, 1753, 1786 en 1828.
De uitgave van 1828 verscheen onder den titel van: The Angler\'s guide.
4062.   Gcntleman\'s recreations for 1836. London, Sherwood. 12o.
4063.   Giannettasia, (Nic. Partlienius) Piscatoria et nautica. Neapoli,
typis llegiis. 1685. 12». Verbeterde druk, J 686. A\'. B. \'s O. en 1692. B. L. II.
4064.   Gilbert, (Will.) Angler\'s delight. eontaining the whole art of
neat and clean angüng; wherein is taught the readiest way to take all sorts
of fish, from the Pike to the Minnow, together with their proper baits,
haunts, and time of fislring for them, whether in mere, pond or river. As
also the method of fishing in Hackney river, and the names of the best stands
there; with the manner of making all sorts of good tackle fit for any water
whatsoevcr. London, 1676 en 1082. 12°. Alsook oene uitgave van 1766.
4065.   (Gillmore,) Accossible field sports by Ubique. London, Chapman
and Hall. 1869. kl. 80.
4066.-----Gun, rod and saddle. Pcrsonal experiences by Ubique. London.
Chapman and Hall. 1869. kl. 8o.
4067.   GlenHn, The fishing rod, and how to use it; a treatise on the
various arts of angling. trolling. spinning, and ily-fishing. London, Bailey
Brothers. 1860. 8°. New edition, London, Houlston. 1865. 12».
4068.   Goldkórner, oder bis jetzt unbekannt gebliebone Künste fiir
Jagd-, Pferdc-, Fischcrei- und Taubenliebhaber. Erfurt, 1843. 16».
4069.   Glorez, (A.) Vollstiiudige Haus- und Landbibliothek; W«in- und
Feldbau, Pferdezucht, Vichzucht, Gartnerei, Waidwcrk, Jagd , Vogelfang,
Fischerei, ete. Temer die Hausmcdizin, u. s. w. Mit vielen Kupfern.
Nürnbcrg, 1719. 2 dln. folio.
4070.   Graai er; (Complete) or, Gentleman and farmer\'s directory. 1776.
Zie aldaar: bl. 244—252.
4071.   G(ryiidaU), (William) Hawking, Hunting, Pouling and Pishing,
with the true measures of Blowing, now newley colleoted by W. O. Fau-
kener.
London, Islip. 1596. 4°. Newly correeted and amended. London,
Edw. Alde. 1596. 4<>.
4072.   Gudnie, (A. C.) Auweisung zur Anlegung einer ïeichl;soherei und
zur Fisohzucht. Èine gekrönte Preisschrift. Rit einem Steintaf. Altona,
Hammerich. 1827. 8o.
4073.   Guide (Complete) to spinning and trolling, shewing how and where
to take Pike and Jack, with instructions in the art of spinning for trout
and perch. By Otter. Written from aetual experienee, and embellished wilh
numerous illustrations. London, Alfred and son. 1859. 12».
4074.   Guillemard; (N.) La pêche a ia ligne et au filet dans les eaux
douces de la Prance. Avec 50 vignettes. Paris, Hachette. 1857. 12°,
-ocr page 318-
284 PÊCHE ELUVIALE. — PÊCHE 8 LA LIGNË. — PÊCHE DU SAUMON.
4075.   Giinther, (J, A.) Die Teich- und Fischerey-Wirthschaft, oder
gründliche Anweisuag Fischteiche anzulegen, und die Fischerei mit Nutzen
zu betrciben. Erfurt, 1S10. 8».
Hackle. (Palmer) Zie N». 3916.
4076.   Hall, (Mr. and Mrs. S. C.) The book of the ïhames, fromitsrise
to its fall. Illustrated. London, A. Hall. 1859. 8».
4077.-----The book of South Wales, the Wye, and the coast. Illu-
strated. Loudon, A. Hall. 1861. 8<>.
4078.   Hammond, (S.) Wild northern scènes, or sporting adventures with
the rifle and the rod. New-York, (z. jr) 12».
4079.   Handbook of fishing. London, Casscll. 1806. 18°.
40S0. Handbüchlein (Kleines) der Angclfischerei. Aus dem Englischen
von F. L. von Jiibra. Hamburg, Herold. 1821. 8°.
4081.   Hansard, (G. A.) Trout r.nd salmon iishing in Wales. London,
1834. 8».
4082.   Harewood, (Harry) Dictionary of sports; or, companion to the
field, the forest and the river sidc. confaining explanations of every term
applicable to raciug, shooting, lishing, etc. London, 1835. 8°.
4083.   Hartig, (E. F.) Lehrbuch der Teichwirthschaft. Cassel, Krieger.
1831. 8o.
4084.   Hartig, (G. L.) Journal fiir das Forst-, Jagd- und Fischereiwesen
zur nützlichen und angenchnion Untcrbaltung. Stuttgart, Beek undFrankel.
1806-1808. Ir, 2r und 3i Jahrg. 4o.
40C5. Hartnng, (Ed.) Der praktische Angler, oder die Geheimnisse, alle
Arte Fische und Krebse in Flüsse, Biiche, und Teiehen mit der Angel und
in Reuszen ar.f die einfachste Weise zu fangen. Giuedlinburg, Ernst. 1804. 8°.
4086.   Hassell\'s Sports of the Thames. (z. pi. en jr.)
4087.   Hausbuch, woraus zu ersehen, wie alles Vieh und Hausthiere
zu erziehen, vor Krankheitcn zu bewahren. Auch wie allerlei Vogel zu fangen
und zum Gesang abzuiïchten, ferncr von Waidmannschaft und Fischerei.
Nürnberg, 1740. 8".
4088.   Hausmann, (W.) Fischfang an der Unteren Donau.
Zie: Ule und Muller, Die Natur. 1872. No. 35.
4089.   Hawker, (P.) Instructions to young sportsmen in all that relates
to guns and shooting. London, 1824. 8°.
BI. 155—175 handelt over het hengelen.
4090.   Heger, (J. I.) Landwirthschaftliche Teich- und Weyher-Lust.
oder gründliche Information zur edlen Fischerei. Frankfurt, 1727. 80.
4091.   Heller, (Joliann) Neues Jag und Weydwerck-Buch, das ist, ein
gründliche Beschreibung vom Anfang der Jagten. Neu vom adclichen Weyd-
werk der Faleknerey, Beyssen und Federspiel; dergleichen vom Fischfangen.
Frankfurt am Mayn, J. Fcyerabendt. 1582. folio.
Met een aantal houtsneden van Jobsl Ammann. (Westwood.)
4092.   Hcmpel. (J. A.) Dor sichere Fischschütze, oder neu erfundene
Weise, Fische mittelst Schiessgewehr sicher zu treffen und olme dasz sie
untertauchen in Gewalt zu „bekommen. Altenburg. Pierer. 1837. gr. 8°.
Met eene plaat.
4093.   Hengelen. De nieuwe hengelaar, of de kunst om op eene een-
voudige en min kostbare wijze veel visch te vangen. Opgehelderd door aan-
wijzing van geheime middelen om het vischaas te bereiden en eenige andere
kunstgrepen. Kesultaten van eene 30 jarige practische oefening. Tiel, H. C.
A. Campagne. 1864. 8°.
-ocr page 319-
RIVIEHVISSCHERIJ. — HENGELKUNST. — ZALMVISSCHERIJ.            285
4094.   Henning, (8. M.) Geheim gehaltene Fischkünste oder Anweisung
auf alle Arten Fische den Kódcr, die Witterung oder Lockspeisezu macheu,
urn sie zu fangen. Bbenso auch die Witterung auf Krebse. nebst manchem
Wissenswürdigen für Fischliebhaber. 3o Auflage. Mit 1 Steintaf. Quedlinburg,
Basse. 1847. 8<>.
4095.   Heppe, (C. W. Ton) Der sich solbst rathende Jager, oder 117
auserlesene. zum Theil sehr delicate Casus und streitige Falie, welche bei
dem Forst-. Jagd- und Fischerei-Wesen vorkommen. Augsburg, 1754. 8°.
4096.   Heresbachius, (C.) Rei rusticae libri quatuor, uuiversam rusticain
disciplinam complectentcs. una cum appendiee oraculorum rusticorura Coro-
nidis yice adiecta; item de venatione, aucupio atque piscatione. Coloniae,
apud J. Birckmannum. 1571. kl. 8».
4097.   —•— Foure Bookes of Husbandry. Collected by Corn. Heresbachius;
conteyning the whole arte and trade of Husbandry, witli the antiquitie and
commendation thereof. Ncuely Englished and increased by Barnabe Oooge.
London, Printcd by Richard Watkins. 1577. 4o. Herdrukt in 1586
en 1614.
Westwood zegt, dat er op verschillende plaatsen veel overeenkomst is in de
werken van Heresbachius en IsaSc Walton. Het is nog niet uitgemaakt wie van beide
de ideën van den ander heeft overgenomen.
4098.   Herniann. (C. G.) Kurzer Unterricht neue Fischteiche mit wettigen
Kosten anzulcgen und die Teichdamine wider Ueberschwemmung zusichern.
Mit 2 Kupfern. Zittau, Kops. 1795. 8".
4099.   Hicks, (J.) Wandermgs by the lochs and streams of Assynt and
the North Highlands of Scotland. lllustrated. London, 1855. 18o.
4100.   Hints to anglers; or, the art of angliug epitoraised in verse with
explanatöry notcs by T. F. S(alter), eontaining direetions for making ground
baits, etc. London, 1808. 8o.
4101.   Hints on shooting, lishing, and the true use of the rod and rille,
both on sea and land, and on the fresh water lochs of Scotland: being the
experience of Christopher Idle. London, Longman. 1855. 8o.
4102.   Hochberg. (Freih. Ton) Georgica curiosa: Bericht vom adligcn
Land- und Feldleben auf alle in Deutschland üblichen Land- und Hans-
wirthschaften. Mit 317 Kupfern. Nürnberg, 1701. 15 dln. folio. Nieuwe
druk. 1716.
Bevat ook vele bijzonderheden over het visschen.
4103.   Hoffmann, (W.) Allgemeine Encyclopiidie fiir Kaufleute, Fabri-
kanten, Geschiiftsleute . Handels-, Industrie-. Gewerbe- und Realscbulen, oder
vollstandiges Wörterbuch über den Handel, die Fabriken, Manufacturen.
Künste und Gewerbe, die Waarenkunde, den Acker- und Gartenbau, die
Viehzucht, das Forstwcsen, die Fischerei, den Bergbau u. s. w. Leipzig,
1848. 2 dln. 4o.
4104.   Hofland, (T. C.) British angler\'s manual; or, the art of angling
in England, Scotland, Wales and Ircland; with some account of the prin-
cipal rivers, lakes and trout streams in the United Kingdom; with instruc-
tions for fly-fishing, trolling, etc. With 50 plates. London, 1839. 80. New
edition by E. Jesse. London, Bohn. 1848. 8„.
4105.   Horiik. (Wenzel) Die Teichwirthschaft mit besonderer   Rück-
sicht auf das südliche Böhmen. Ein populares Handbuch fiir
   Teich-
wirthe, Fischereibedienstete und Freunde der Fischzucht. Prag,
   Calve.
1869. roy. 80.
4106.   Howlett, (Robert) Angler\'s sure guide; or, angling improvedand
methodically digested. By R. EL, forty years a praotitioner in this art.
London. 1700. 80.
-ocr page 320-
286 PÊCHE FLUVIALE. ---- PÊCHE il LA LIGNE. — PÊCHE DU SAUMON.
4107.   Howlett, (Robert) School for recreation; or, a guide to the more
ingenious exercises. London. 17S4. S».
Zie aldaar: On tuhing, bl. 158—182. Er zyn ook uitgaven van 1701, 1710 ,
1720, 1732, 1736.
4108.   Hiickill, (John) Avon, a poem. Stratford-upon-Avon , 1811.
Het 3» gedeelte handelt over het hengelen.
4109.   Jl nish , (Rob.) Improved British angler, containing the most esteem-
ed methods of angling for pond and river lish: the baits lor each and how
to obtain and preserve them; the choosing of rods and tackle; also instruc-
tions in every branch of ny-lishing, materials for the manufacture of flies,
etc. Derby. 1838. kl. 4o.
4110.   Hunt, (Leigh) Studiën en schetsen. Naar het Engelsch door E.J.
Potgieter.
Deventer, 1842. 8».
Zie aldaar over het hengelen , bl. G7—74.
4111.   Husbandman; (The perfect) or. the art of Husbandry. By C.
H. B. C. and C. M. London, 1058. 4».
Bl. 34(5—355 handelt over het visschen.
4112.   Hutchinsoii, (R. 1).) Flueliskeriets Advendelse i Norge. Drammen,
1839. 8o.
Over het gebruik van vliegen bij bet visschen.
Mie, (Chr.) Zie: N». 4101.
4113.   Ircland, (W. H.) The fisher boy, a poem; comprising his several
advocations during the tour seasons of the year. 1808. 12c.
Zie: Ch. Clifford. No. 3961.
4114.   Jackson. (Jolui) Practical fly-iisher. more particularly for Grayl-
ing or Umbcr. London, ïarlow. 1854. 8o.
4115.   Jagemonn, (F.) Höchst interessante Geheimnisse für Jagd-, Fisch-
und Taubenliebhaber. Arnstadt, 18 H. 8o.
411G. Jacob. (Giles; Country Gentleman\'s vademecum. London, 1717. •
Bl. 26—31 handelt over het visschen.
4117.------The complete sportsman. London, 1718.
Het 3c gedeelte handelt over het visschen.
4118.   — — Game law, or persons qualilied to kill game, keep dogs, nets
etc., and of hawking. lishing and fowling. 7th edition. London. 1740. 8o.
Jacob. (J. B.) Zie: Tjahaja Sijang.
4119.   Jameson, (Mrs.) Quelques détails sur la pêche et la pisciculture
en France.
Zie: Kevue britannique. 1867. II, bl. 319—339.
Overgenomen uit: Fraser\'s magazine. — The 1\'ield. — The Times.
4120.   Jesse, (Edw.) Thamcs lishing.
Zie: ïraser\'s magazine. 1834. Jan.
4121.------Glcanings in natural history. with local recollections, to which
are added maxirns and hints for an angler. 6*h edition. London, J. Murray.
1845. 12o.
4122.   —— Angler\'s rambles. London, van Voorst. 1830. kl. 8°.
4123.   Jewcll for Gentrie; being an exact dictionary. or true method
to make any man understand all the arts, secrets and worthy knowledges
belonging to Hawking, Hunting, Fowling. and Fishing. together with all
the true measures for winding the Home. Now newly published, and beau-
tified with all tbc rarest experiments that are known and practised at this
day. Printed at London, by John Helnie. 1614. 4o.
           Britsch Museum.
He opdragt is geteekend T. S. Het is eeno eenigzins gewijzigde uitgave van
Juliana Barnes\'s werk. Zie: No. 3900. (Lowndea en Westwood.)
-ocr page 321-
RIVIERVISSCHERIJ. — HENGELKUNST. — ZALMVISSCHERIJ.            287
4124.   Johnson. (T. B.) Sportmen\'s cyclopsedia; being an elucidation of
the science and practice of the field, the turf. an therod. London. ]831. 8».
4125.   Jones\'s Guide to Norway. and salmon fishcr\'s pocket companion.
Edited by Fr. Tolfrcy. London, Longman. 1848. 12». Met gekleurde platen.
4126.   Journal der Eischerci. Eine fortlaufende Sammlung inzwanglosen
Heften des Neuestcn und alles dessen, was die Fiscberei. namentlieh Angel-
kunde u. s. w. in sich fasst. Herausgegeben von Baron von Ehrenkreut:.
Ulm. Ebner. 1855. kl. 8o.
4127.   Kemp. (J.) Shooting and fishing in Lower Brittany; a complete
and practical guide to sportsmen. London, Longman. 1859. 8».
4128.   Kett, (Rev. H.) Eight letters on angling, by an amateur.
Zie: New mouthly magazine. 1S20.
4120. Kidd\'s Instructions for the art of angling. London, Kidd. 1820.18».
4130.   Kingsley, (Ch.) Chalk-stream studies. By a minute philosopher.
1860. kl. 8o.
4131.   Kirby, (John) Angler\'s museum; or the whole art of floatand fly-
fishing; second cdition, to which is prefixed the sermon of St. Anthony
to a miraculous congregation of fishes. London, Pielding. 1784. 12». Met
portret.
4132.   Kircher. (J.) Jocoserioruin naturae et artis, das ist: 300 nützliche
und lustige Siitze aus der Kunst und Natur, oder uatürliche Magie. Mit
Kupfern. Bamberg. 1677. 4".
Bevat ook visscherij-geheimen.
4133.   Kirkbride. (John) The Northern anglcr, or fly-fisher\'s companion.
London. Tilt. 1840. 12o.
4134.   Kohl, (J. G.) Land en volk der Britsche eilanden. Bijdragen tot
de kennis van het eigenaardige van Engeland en de Engelschen. Uit het
Hoogd. Deventer, A. ter Gunne. 1848. 2 dln. gr. So.
             B. R. L.
Zie aldaar: II, bl. 200—219. Over het hengelen.
4135.   Kresz, ainé, (C.) Vade-mecum du pêcheur a la ligne. Avec deux
tableaux. Paris. 12o.
4136.------Le pêcheur francais. Traite de pêche a la ligne et aux filets,
en eau doucc etc. Paris, Audot. 1813, 12°. Met 24 platen, zwart of gekleurd.
Vervolgens uitgaven van 1830. 1847, 1861.
4137.------Treatise on angling, as practised in Trance, with plates of
artifïcial flies.
Zie Sporting Magazine. 1829. XXIII, XXIV.
4138.   Lambert, (James) Couutryinan\'s treasure, to which is added the
art of hawking, hunting, angling. London, 1676 en 1683. 8o.
4139.   Lambert, (Sair.t-Ange) Nouveau manuel complet du pêcheur pra-
ticien, ou les secrets. les mystères et les ruses de la pêche a la ligne dévoilés
et mis ii la portee de tout le monde; suivi de 1\'art de faire les filets. Nou-
veile édition. Avec figures et 3 planches. Paris, Boret. 1861. 240.
4140.   Lanman, (C.) Adventures of anangler in Canada. London, Bentley.
1848. kl. 8o.
4141.------Adventures in the wilds of North America; including fishing
adventures in the Lakes, and chapters on salmon and trout fishing, basse
and rock fishing, pike fishing and fishing in general. Edited by C. R. Weid.
London, Bentley. 1854. 16o.
4142. Lascelles. (Rob.) Angling. shooting, coursing. 2d edition. Lon-
don, 1818. 80.
-ocr page 322-
PÊCHE a LA LIGNE. —
PÊCHE DU SAUMON.
288 PÊCHE FLUVIALE. —
4143.   Lathy. (T. P.) The angler, a poem in ten cantos. comprising
proper instructions in the art, nies, baits. pastes etc. with upwards of 20
beautiful cuts. London. 1820. 8<>.
4144.   Lee\'s Expert British angler, containing all tliat is necessary to be
known in the art, with the abstracts of severall acts of parliament, names
of principal rivers. etc. (z. j.) 12<>.
4145.   Life in Nonnandy; sketches of french fishing, farming, cooking,
natural history and politics; drawn froin nature. Ediuburgh, Edmonstonand
Douglas. 1863. 2 dln. 8o.
4146.   Liger, (Louis) Les amusements de la campagne, ou nouvelles ruses
innoeentcs qui enseigncnt la maniere de prendre aux pièges toutes sortes
d\'oiseaux, quadrupèdes. etc; avec les plus beaux secrets de la pêche dans
les rivières et étangs. Le tout divisé en cinq livres. Avec figures. Paris,
1719. 1734, 1753. 2 dln. 12o.
                                                      A\'. B. SG.
4147.------La nouvelle maison rustique, ou Economie rurale, practique
et générale de tous les biens de campagne. Nouvelle édition entièrement
refondue et considérablement augmentée, d\'après les expériences les plus
sures, par J. F. Ba.stien. Paris, Déterville. 1798 en 1804. 3 dln. 4«. Met
60 gegraveerde platen. Uitgaaf van 1801. K. B. \'sG.
De eerste uitgave van „La maison rustique" verscheen onder den titel: (Jeeo-
nomie générale de la campagne. Paris, de Sérey. 1700. 2 dln. 4o. De 14e
uitgave, vermeerderd door La Brélonnerie verscheen te Parijs. 1790. 2 dln. 4o.
4148. LloTd. (D.) Field sports of the North of Europc. London, 1830.
2 dln. 8o.
4149.------Scandinavian adventures. during a residence of upwards of
twenty years, representing sporting incident» and subjects of natural history,
and devises for entrapping wild animals; with some account of the northern
fauna. London. 1854. 2 dln. roy. 8».
4150.   Lndeman, (J. C.) Konst-kabinet van verborgenheden der Natuur.
Vervattende een aantal van over de Sevenhonderd geheime Kunststukken,
als medecynsche, chemische, sympathetische, en andere onderwerpen meer
Te Amsterdam, by Gerrit Bom. Ie druk. 1765; 2e druk, 1770. 4
stukjes, kl. 8o.
Waarin ook ceniïe „geheime konststukken" om visch te vangen.
Zie o. a. I, bl. 63, 64. II, bl. 39. III, bl. 38, 83, 85. IV, bl, 48,99.
Lntam, (P.) Zie: Tjahaja Sijang.
Mackcnzie. (Murdo) Zie : Zalmvisscherij.
4151.   Mackintosli, (Alex.) The Driffield angler, in two parts; or com-
plete english angler. Gains-borough, (z. j.) 18o.
4152.   Magrath, (T. W.) Authentic letters froin Upper-Canada, with an
account of Canadian field sports. Editcd by the Rev. T. Radcliffe, with
etchings by Lower. 1833. 80.
4153.   Maison rustique du XlXe siècle, contenant les meilleures
methodes de culture, usitées en Trance et a 1\'étranger, terminée par des tables
méthodique et alphabétique, avec 2500 gravures représentant tous les instru-
ments, machines etc. Par unc société d\'agronomes et de praticiens. sous
la direction de MM. Bailleg, Bixio et Malpeyre. Paris, Libraire agricole.
1863-1865. 5 dln. gr. 80.
Zie II: Cultures industriellcs et animaux domestiques.
4154.   Maison rustique. (La nouvelle\') Encyclopédie-manuel de toutes
les sciences et de tous les arts dont un habitant de la campagne peut tirrer
parti, soit par son utilité, soit pour agrément. Par une société d\'agronomes,
de médecins, de vétérinaires et de chimistes. 3c édition, revue et soigneusc-
ment corrigée par M. de Chateauneuf. Limoges, Ardent. 1852. 2 dln. 80.
Met 5 platen en 2 gravures.
-ocr page 323-
RIVIERVISSCHERIJ. — HENGELKUNST. ---- ZALMVISSCHERIJ.            289
Malmgren, (A. J.) Zie: Tidskrift. No. 4314.
4154.   Manu el du chasseur et des gardes-chasscs. Suivi d\'un traite sur
la pêche. Avec figures et musique. Paris, 1825. 12<>.
4155.   Markham, (Gtervase) Countrey contentnients; or, the Husbandman\'s
reereations. London, (Ie druk) 1611; (2o) 1613; (3e) 1615; (4e) 1631;
(5e) 1635; (6e) 1639; (7e) 1640; (8e) 1649; (9e) 1656; (10e) 1668;
(11e) 1675. 4o.
In de tweede en latere drukken vindt men een hoofdstuk , getiteld: „The whole
art of angling, as it was written in a small treatisc in rime, and now for the
better nnderstanding of the reader put into prose and adorned and enlarged".
Deze verhandeling op rijm is woordelijk dezelfde als het in het volgend nummer
geuoemde werk. (Zie: J. Russell Smit/t.)
4156.-----Pleasurc of Princes; or. Goodmcu\'s reereations. containing a
discourse of the general art of fishing with the angle, or otherwise. of all
the hidden seerets belonging therennto, together with the choyce, ordering,
breeding and dyetting of the fighting Cocke. being a worke never in that
nature handled by any former author. London, 1614. 4°. London, printed
by T. 8. for John Browne. 1615. 4°. London, Norton. 1635. 4°.
4157.------Young sportman\'s instruetor in angling, fowling, hawking,
hunting. London, 1652. 18o. (Herdrukt door Gosden, 1820).
4158.   Marshall, (Charles) A plain and easy introduction to the know-
ledge and practice of gardening. with hints on fish and flsh-ponds. Lon-
don, 1796. 12o. (5e druk, 1813).
Marshall, (H.) Zie: Zalmvisscherij. N". 4373.
4159.   Martin, (J.) Angler\'s companion and guide to the Whitehouse
fishery; to whieh is added, a trip to Broxbourn; or, a trolling excursion.
London. Cowie and Strange. (z. j.) 12o.
4160.------Angler\'s guide, the most complete and practical ever written.
To which is added a graphic and laughable story, entitled: „Thethreejolly
Anglers". London, Cox. 1854. 12°.
Mascall, (Leonhard) Zie: N». 3044.
4161. Massas, (Ch. de) La Campagne. Journal de chasse et de pêche.
Sous la direction de M. Ch. de M. Paris, Rue Notre-dame-des-Victoires.
1859—1860. gr. 8». Slechts 12 livrs. zijn hiervan verschenen.
4162.------Le pêcheur a la raouehe artiftcielle et Ie pêclieur a toutes
lignes. Troisième édition, revue et corrigée, avec figures. Paris, Garnier
frères, 1861. 12<>.
4163. Maxwell, (W. H.) "Wild sports of the West. Interspected with
legendary tales and local sketches. London, 1832. 12o.
4164.------The field book, or sports and pastimes of the United King-
dom, compiled from the best authoritics, ancient of modern. London, 1833. 8o.
4165.   Mayer\'s (John) Sportman\'s director, and park and game keeper\'s
companion; being a series of instructions, in ten parts, for the chase in
its various classes, coursing, shooting, etc. London, 1860. 8».
4166.   Medwin, (Th.) The angler in Wales; or, days and nights of sports-
men. London, 1834. 2 dln. 80.
4167.   Meissner, (J. B.) Kleine Lustfisclierei, oder die Kunst zu Anglen,
Pische und Krebse in Reussen, Hamen, Netzen zu fangen. Zum Anhange
eine kleine Piseher Geographie. Leipzig, Supprian. 1799. 8». B.N.A.M.
4168.   Memorandum (Perpetual), and universel pocket book forladies,
gentlemen, and men of business; together with the complete art of angling,
with the different baits in every month of the year. (1791). 80.
19
-ocr page 324-
290 PÊCHE FLUVIALE. — PÊCHE a LA LIGNE. — PÊCHE Dü SAÜMON.
4169.   Mémorial alphabétique des matières des eaux et forêts, pêches
et chasses. Paris, 1737. 4».
4170.   Mersan, Manuel de chasse et de pêche. Paris, 1822. 8o.
4171.   Metealfe, (Rev. T.) The Oxonian in Norway; or, notes of excur-
sions in that country in 1854—185,\'). London, 1856. 2 dln. kl. 8°.
4172.------The Oxonian in Thelemarken. London, 1858. 2 dln. kl. 8».
Beide werkjes bevatten eenige bijzonderheden over het visschen.
4173.   Meurer, (N.) Jagd- und Forstreeht, auch von Wildbahnen, Fische-
reien und was soichen anhangt. Frankfurt, 1581. folio.
           K. B. \'s O.
Met houtgravuren van Jobst Ammann.
4174.   Milford, (John) Norway and her Laplanders; with a few hints to
the Salraon fisher in Norway. London, Murray. 1854. 8o.
4175.   Mills, (Henry Downes) The book of field sports; a complete guide
to all that relates to the horse, the dog. the gun, the rod. etc. London,
Lea. 1860. 4<>.
4176.   Mitchell, (W. A.) On the pleasure and utility of angling; a paper
read to the Waltonian club. New-Castle-upon-Tyne, Charnley. 1824. kl. 8».
4177.   Moerbe, (Joh.) Die vollstandige Angelfisnherei in ihrer praktischen
und allseitigen Anwendung für jeden Angler, oder interessante und leicht
fassliche Anleitung, wie man die Fischerei mit der Angel und anderen
Geratschaften im Kleinen und Grossen, sowohl die Teich- als wilde Fischerei
mit gutem Erfolge betreiben soll, auch wie man sie am leichtesten fangt.
Nebst Belehrungen über künstliche Fischzucht. Berlin, Mode. 1865. 8o.
4178.   Moffat, (A. S.) The seorets of angling. Edinburgh, Black. 1865. 8o.
4179.   .Hooro, (J.) England\'s interest, or the gentleman and farmers
friend, with the angler\'s sure guide. Instructions for ordening offishponds,
and for the increasing of fish. London, 1703, 1721. 12».
4180.   Morand, (Ch. L.) Fiseh- und Krebsfang-Geheimnisse, oder die leich-
teste, angenehmste und ergiebigste Fischerei mit Angel und Reussen. Frei
ins Deutsche übertragen von J. K. von Train. Zweite, sehr vermehrte
Auflage. Weimar, 1839. 8o.
4181.   Morgan, (G.) The new complete sporlsman, or the town and
gentleman\'s recreation, with angling in all its branches, (z. pi. en j.) kl. 8o.
4182.   Mnrtola, (G.) Delle pescatorie di Gasparo Murtola, con la crea-
tione della perla, ed altre rime del medesimo. In Roma, presso E. Denchino.
1617. 12o.
4183.   Nachricht (Gründlicher) von der Viehzucht, dem Ackerbau,
Fischerei, sammt den Jagdkabinet oder geheime Jagdstücklein u. s. w.
Leipzig, 1721. 12o.
4184.   Nardo, (G.) Descrizione delle due barche pescherecci Bragozza e
Bragagna e degli arnesi da pesca relativi.
Zie: Atti R. Istit. Veneto di Sc, lettere ed arti. Venezia, 1870. XV.
------Zie: Pesca. No. 4219.
4185.   Needham\'s (T. H.) Complete sportsman, containing the ancient
and modern chase, the art of shooting, angling, etc. London, 1817. kl. 80.
4186.  Neil\'s Complete angler; or, the whole art of fishing. London,
1830. 80. (20o druk.)
4187.   Neu, (J. F.) Die Teiuhflschei ei, die Teichwirthschaft und der Teichbau.
Nach praktischen Erfahrungen zusammengestellt. Bautzen, Helfer. 1859. gr. 80.
4188.  Newland, (Henry) The Erne, its legends and its fly-fishing. Lon-
don,
Chapman and Hall. 1851. kl. 8o.
-ocr page 325-
R.IVIERVISSCHERIJ. — HENGELKUNST. — ZALMVISSCHERIJ.            291
4189.   Newltmd, (Henry) Forest scènes in Norway and Sweden, being
^xtracts from the journal of a fisherman. London, Routledge. 1854. 12°.
4190.   N4irrr-04,Jhe chase, the turf and the rod. Second edition. Lon-
dbn, 1843. 8°. Met houtgravuren.
4191.   N oblies, (Robert) Complete troller; or, the art of angling. Lon-
don, 1682. 8".
Herdrukt in 1790 door John Barker; op nieuw uitgegeven in 1814 en sedert
verscheidene malen herdrukt. Zie No. 3863.
4192.   Nordmann, (Al; von) Ueber den Fischfang und die Jagd der am
Amur wohnenden Giljakcn.
Zie: Buil. soc. natur. Moscou. 1861. XXXIV. II, hl. 227—260.
4193.   Norrls, (Thad.) The American angler\'s book; embracing the natural
history of sporting fish and the art of taking them. Philadelphia, Buttler
and Co. 1865. 8o.
4194 North country anglcr; or, the art of angling as practised in
the Northern counties of England. London, 1786. 8».; (2e druk) 1787;
(3e druk) Leeds, 1800; (4e druk) London, Richardson. 1801; (5e druk)
London, 1817.
4195.   O\'Connor, (R.) Introduction to the field sports of Franee, being
a practical view of hunting, shooting and fishing. London, J. Murray.
1846. kl. 8o.
4196.   O\'Gorman, The practicc of angling, particularly asregardsIreland.
Dublin, 1845. 2 dln. kl. 8°.
Olavsen, (O.) Zie: Zalmvisschcrij. N°. 4375.
4197.   Oliver, (Stephen) [W. A= Chatto.] Scènes and recollections of fiy-
fishing in Northumberland. Cumbcrland and Westmorcland. London, 1834.12o.
4198.-------Rambles in Northumberland. London, 1835. 12°.
4199.   Olirier, (M. A.) Der deutscher Angclfischer, welcher lehrt, wie
man die in den deutschcn ücwiisscrn lebenden Fische auf die sicherste und
leichteste Art mit der Angel fangen kann. Wien, 1794. 8°.
4200.   Onderwijzer der Boeren of Landlieden, handelende: I. van de
Akkerbouw; II. van de Hoenders; III. van de Visschen; IV. van de Bijen, enz.
Opgesteld door een voornaam heer en liefhebber van\'t landleven. Leeuwarden,
A. Ferwerda. 1758. 2 dln. 221 en 197 blz. kl. 8o. Sted. Bibl. v. Leeuwarden.
In: Abkoude\'s Naamregister, wordt ook eene uitgave van 1779 vermeld en
tevens eene getiteld: Nieuwe volmaakte onderwijzer (in de Hoogdnitsche taal.)
Allen bij denzelfden uitgever.
4201.   Ougiiro, (Antonio) L\'Alceo Favola Pescatoria, con gl\'intramezzi
di Batt. Guarini, descritti e dichiarati dall\' Arsiecio (OU, Magagni). Fer-
rare, Baldini. 1614. -10.
De eerste druk verscheen: Venetië, Ziletti. 1582.                          B. L. B.
4202.   (Ulo, (Eph.) Onomatologia forestalis.piscatorio-venatoria, oder voll-
standiges Forst-, Fisch- und Jagdlexikon. Nürnberg, 1772— 80. 4 dln. gr. 8o.
4203.   Oudenhoven\'s (Jac. Tan) Out-Holland nu Zuyt-Hollandt. Vervan-
gende een generale beschryvinge, mitsgaders de privilegiën, keuren, hant-
vesten; enz. Dordrecht, Abr. Andriesz.\' 1654. 4o. K.B.\'sQ.B.R.L.
Zie aldaar: Salmvangst, hl. 28. Visschen, waer, wien, op wat tijt ende met
wat want geoorlooft, hl. 29—34, 54. Vispcherije in de Meruwede, bl. 29.
Visscherije van Barcndrccht, bl. 275. Van Leckmonde, bl. 374.
4204.   Paez, (Kanton) Wild scènes in South America; or, life in the
Llanos of Venezuela. With illustrations. London, Sampson Low. 1863. 80.
Zie aldaar: Scènes at the fishery, bl. 58—73.                                B. R. L.
19*
-ocr page 326-
292 PÊCHE FLUVIALE. — PÊCHE a LA LIGNE. — PÊCHE DU SAUMON.
4205.   Pallas. (P. S.) Voyages dans plusieurs provinces de 1\'Empire de Russie
et dans 1\'Asie septentrionale. Traduits de 1 Allemand par Gauthier de la
Peyronie.
Nouvelle edition avec des notes par Lamarck et Langles. Paris,
Maradan. (1797). 8 dln. in 8<>. en een atlas in folio. B.N.A.M.—R.L.
Zie aldaar: Pêche du Volga. I, bl. 238.
» de IMaïk. II, bl. 108.
f de la Mer Caspienne. III, bl. 438.
de 1\'Esturgeon dans 1\'Irtisch. IV, bl. 221.
•< de 1\'Obi. V, bl. 182.
4206.    —— Bemerkungcn auf einer Reise in die südlichen Statthalter-
schaften des Russischen Reichs, in den Jahren 1793—1794. Mit colorirten
Kupfern (tusschen den tekst en afzonderlijk in een atlas). Leipzig. G. Mar-
tini. 1799. 2 dln. 4». en een atlas in langw. folio.
                     B. R. L.
Zie over de visscherij in die streken: I, bl. 183—190. II, bl. 263, 285.
Eene franschc vertaling van dit werk verscheen: Leipzig, 1799—1801. 2dln.
4o. Met gekleurde platen.
                                                              K. B. \'s G.
Papera, (J. M.) Zie: Tjahaja Sijang. N". 4315.
4207.   Peachham, (Henry) The complete Gentleman. London, 1622.
2d Edition, 1634. 3d Edition. 1661. 4o.
De 2e en 3e uitgave bevat een hoofdstuk over het visschen; de Ie echter niet.
4208.   Pearson, (E.) The angler\'s Garland and flsher\'s delight for 1870.
London, Pearson. 1871. 8".
4209.   Peard, (W.) A year of liborty; or salmon angling in Ireland from
February lst to November lst. London\', Cox. 1867. 8°.
4210.   Pêche (La) a la ligne. extraite des Amusements de la campagne.
Avec 2 planciies. Paris, Audot. 1826. 12<>.
4211.   Pêcheries sur la Volga; — Pêche de 1\'Esturgeon.
Zie: Le tour du monde. Journal des voyages public par Ed. Charton. 1867.
bl. 84—88. 4o.
                                                                              K. B. \'s G.
4212.   Pêcheur (Le parfait) ii la ligne et au filet, etc. Suivi d\'untraite
de pisciculture, de 1\'aquarium, des lois sur la pêche. Avec planches. Paris,
Desloges. 1864. 8o.
4213.   Pöcheurs (Les) a la ligne du Loirc. Orléans, Constant. 1861. 18<>.
4214.   Penn, (Eichard) Maxims and hints for an angler, and miseries
of fishing. Illustrated by drawings on stor.e. London, Murray. 1833,1839,
1855. 12o.
4215.   Pennell, (Cholmondeley) The angler naturalist. London, van Voorst.
1863. 8o.
4216.------The book of the Pikc; a practical treatise on the various
methods of Jack-fishing. London, R. Hardwicke. 1865. 18o.
Met platen en houtsneden. New edition. London, WarneandO. 1870. 12».
4217.------Eishing gossip. Edinburgh, Black. 1866. 12°.
------ Zie: Fisherman\'s magazine. No. 4034.
4218.------The modern practical angler. London, Wame and Co. 1870.
kl. 8o. Met steendrukplaten.
In de hier aangeprezen nieuwe methode, wordt het groot aantal kunstvliegen,
tot hiertoe in gebruik, tot zes teruggebragt.
4219. Pesca (La) del pesec ne\'valli della Veneta laguna al tempo delle
prime bufere invernali detto volgarmente (Eraima): monologo didascalico in
versi nel dialetto dei pescatori Chioggiotti colla versione neüa lingua comune
d\'Italia, giuntovi un Saggio di canti populari nello stesso dialetto e di altri
componimenti riferibili a Costumanze di Chioggia con dichiarazione di molte
voci volgari e contraffronti opportuni a filologico studio del dott. G. Nardo.
Venezia. 1871. 8o.
-ocr page 327-
RIVIERVISSCHERIJ. — HENGELKUNST. — ZALMVISSCHERIJ.            293
4220.   Phillips, (Henry) The true enjoyment of\' angling. London,
Pickering. 1843. 80.
4221.   Philoparchi, (G.) Klugcr Forst- und Jagdbearate, oder Anleitung,
wie die Forst-, Jagd- und Wildbahngerechtsame aufs Beste zu beobachten.
Auch von Kennttiisse des Wildes, der Vogehveide. Fischerei, etc. Mit
Kupfern. Nümberg, 1774. 4".
4222.   Pigoreau, (C. B.) Nouveau traite de la pêche dans les fleuves et
rivières navigables, avec lignes volantes et flot tantes; re vu et augmenté du
Vademecum du pêcheur par Cresz ainé. Paris, Corbet. 1828. 12".
4223.   Piscator, Practical angler. London, Simpkin. 1846. 80.
4224.   Plans for the improvement of the fishery in the river Thames.
London, 1787. 8".
4225.   I\'olil, (Friedr.) Das neueste der Fischerei. Leipzig, Kollmann.
1829. 80.
4226.   Pollard, (Rich.) The new and complete angler; or, universal
fisherman. London, 1802. 8°.
4227.   Pouchet, (F.) Lettre sur les bancs d\'Anguilles de la Seine, et
sur rindustrie de Comacchio, adressée aM. Ernest Levoy, Préfet de la Seine.
4228.   Pritchard, (W.) Angler\'s guide to the rivers and lakes of North
"Wales. London, Routledge. 1870. 12».
4229.   Polman, (G. P. E.) Book of the Axe; containing a piscatoriai
and topographical description of that charming strcam, and a history of the
towns, villages, etc. on its banks. 3d edition with illustrations and map.
London, Longman. 1854. kl. 8°.
4230.------Vademecum of fly-fishing for trout, being a complete and
practical treatise on that branch of the art of angling, with plain and copious
instructions for the manufacture of artificial flies. 3d edition, rewritten and
greatly enlarged. London, Longman, 1851. 8°.
4231.------Rustic sketches, being rhymes on angling and other subjects
of rural life, in the dialect of the West of Bngland, with notes and a glos-
sary. 2d edition. London, J. G. Bell. 1853. kl. 8«.
4232.   Raimomli, (Eng.) Delle caccie delle fiere armate e disarmate e
degl\' animali quadrupedi, volatili ed acquatici. Con tig. Brescia, 1621. 8°.
Napoli, per Lazaro Scoriggio. 1626. 4°.
4233.   Ramon Paez, (Don) Zie: N°. 4204.
4234.   Rapport sur la pêche fluviale dans Ie département de 1\'Aube.
1851. 4o.
Rasch, (H.) Zie: Zalmvisscherij. N°. 4377.
4235.   Raymond, (O.) The art of fishing on the principle of avoiding
cruelty; being a brief treatise on the most merciful inethods of capturing
fish, describing certain approved rules in iishing, used during 60 years
practise. London, Longmans & O. 1866. 8».
4236.   Reider, (J. E. von) Bas Ganze der Fischerei, als Angel-, Netz-
fischerei und Teichwirthschaft, sammt der Naturgeschichte der deutschen
Fischarten. Mit einer Anhang: Die Zubereitung der Fische aller Art als
Speise. Nümberg. Zeh. 1825. gr. 80.
4237 • Reimann, (J. F.) Praktischer Abrisz des Fischerei wesens für Oeko-
nomen, Cameralisten und Liebhaber der Fischerei. Leipzig, 1804. 8».
-ocr page 328-
294        PÊCHE HAJVIALE. — PÊCHE il LA LIGNE. ---- PÊCHE DtJ SAUMON.
4238.   Renaud, Le parfait pêcheur a la ligne, au filet, etc. Paris, de
Vresse. 1866. 8».
4239.   Réné (A.) et G. Liersel, Traite de la pêche a la ligne et au
filet dans les rivières et dans les étangs, contenant toutes les lois et ordon-
nances. Paris, Lefèvre. 1866. 12o.
4240.   —•— Nouveau traite de la chasse et de la pêche, contenant toutes
les lois et ordonnances; orné d\'un grand nombrc de figures. Paris, Lefèvre,
1866. 12o.
4241.   Reunies. (James) Alphabet of scientific angling, for the use of
beginners. London, 1833. 12».
4242.   Roberts, (R.) Uiver\'s side: or, the trout and the grayling. London,
Cox. 1866. 12».
4243.------Glenmahra; or, the Western Highlands. With illustrations.
London, Chapman and Hall. 1870. 12°.
Bevat vele bijzonderhedeu betrekkelijk de visscherij.
4244. Ito hert sou, (J.) Angling streams and angling quarters, in the
Scottish Lowlands. With maps and plain directions to trout ftshers. Edin-
burgh, Menzies. 1859. 12«.
4245.------The handbook of angling for Scotland and the Border ,count-
ries; embracing the practical experience of thirty years lishing. With map
and routes. London, Houlston and Wright. 1861. 8°.
4246.   Ronalds, (Alfr.) Ely-fisher\'s entomology, illustrated hy coloured
representations of the natura! and artificial insect, with observations and
instructions relative to trout and grayling fishing. London, 1836. 5th
edition. London, Longman. 1861. kl. 8°.
4247.   Rooper, (George) Plood, field and forest. With illustrations by
Cecil Boult. London, Chapman and Hall. 1869. 8<>.
4248.------Thames and Tweed. London, Cassel. 1870. 8°.
Bevat vele bijzonderheden betrekkelijk het hengelen, voornamelijk over het
gebruik van vliegen.
4249.   Riihlich, (C. F. R.) Der praktische Angler fiir Deutschland. Ein
unentbehrliclics Hiilfsbuch fiir alle diejenigen, welche mit besonders giinstigen
Erfolg die Angelfischcrei betreiben wollen. Drittc vielfach verbesserte Auflage.
Reudnitz, Förstcr. 1871. 8o.
4250.   Routledge\'s Handbook of fishing. London, Routledge. 1867.12».
4251.   Rus es innocent es, dans lesquelles on voit comment on prend
les oyseaux passagers et les non passagers, et de plusieurs sortes de bêtes
a quatre pieds. avec les plus beaux secrets de la pêche dans les rivières et
dans les éfangs et la maniere de faire tous les rets et les filets qu\'on peut
s\'imaginer. Par F. E. F. R. D. G. dit le solitaire inventif. Paris, P.Lamy.
1660.\' gr. 4o. Met platen
Op enkele exempl. van deze uitgave leest men op den titel den naam van
den schrijver, aldus: F. Frangois Portin, lleligieux de Grandmont.
Vervolgens ook uitgaven van 1688 en 1700 in 4°.
Amsterdam, P. Brunei. 1695. So.
                                          K. B. \'i 6.
4252.   Rntherford\'s southern counties register; Angler\'s and gardener\'s
Almanac for the district Kelso. (Verschijnt jaarlijks).
4253.   Salter, (Rob.) The modern angler, being a practical treatise on
the art of fishing, in a series of letters to a friend. Oswestry, 1811.
-ocr page 329-
KIVIERVISSCHEaiJ. — HENGELKUNST. — ZALMVISSCHEEIJ.              295
4254.   Salter, (T. F.) The anglcr\'s guidc, being a new, plain, and com-
plete practical treatisc on angling, for sca, river and pond fish, deduced from
many year\'s experience and observation. London, 1814. 8°. (Ie uitgave.)
London, Maynard. 1841. 12o. Met houtgravuren.
Bij de 6e (1826) en latere uitgaven is gevoegd: The troller\'s guide. Van
bovengenoemd werkje bestaat ook eene verkorte uitgave, onder den titel: Salter\'a
young angler\'s guide. London, 1829. 12o. (3c druk).
4255.   Salter\'s Troller\'s guide, being a complete practical treatise on the
art of trolling or lishing for Pike and Jack. Witb 20 plates. London, 1820.
1830. (2e uitgaaf.) 12».
4256.   Sannazarii, (Jac.) Opera omnia latine scripta, nuper edita. Venetiis,
in aedib. haeredum Aldi Manutii. 1535. 8<>.
Deze en nog negen latere drukken zijn voorhanden in de K. B. \'s O.
Amsterd., 1639. B. L. H.
4257.------Osiers, a pastoral translated from the latin of Sannazarius,
with some account of that poet aud his piscatory eclogues. Cambridge, 1724. 4°.
4258.------Piscatory eclogues, by Rooke. London, 1726. 8°.
Eene vertaling van de 2e en 3e Visscherszang vindt men in: „Nieuwe bij-
dragen tot opbouw der vaderl. Letterkunde. Leiden, P. v. d. Eyk. 1763. I,
bl. 559. In dl. II, bl. 507—12, komt een gedicht voor, getiteld: Devisschers,
naar Theocritus.
                                                                                  /)\'. A\'. L.
4259.   Sassen, (H.) Een bijdrage tot de kennis van het jagtveld en het
vischwater in de provincie Noord-Brabant.
                                B. N. A. M.
Zie: Tijdschr. v. jagt en visscherij. II, bl. 97, 196.
4260.   Sannders, (J.) The compleat fisherman, being a large and parti-
cular account of all the several ways of fishing now practised in Europe,
particularly calculated for the sport ot angling, collected from the best authors
and from iong experience. London, Mears. 1724. 12°.
             B.N. A.M.
Ook eene uitgave van 1778; en nog eene bij Fielding and Walker, (znd.jr.) 4o.
4261.   (Scheffcr, (.1.) Waerachtigc en Aen-merkenswaerdige Historie van
Lapland, ofte een Beschryving van desselfs oorspronk, landschappen, geberch-
ten, gewassen, gedierten, metalen, steenen, wateren en voornaamste geschie-
denissen. Beneffens der Inwoonderen, zeden, koophandel, enz. Met noch een
kort bericht van den toestand der Pinnen. Nieuwelijks uit het Pranscb ver-
taalt. Met (16) koopere plaaten en eene kaart, t\'Amsterdam, by Jan ten Hoorn.
1682.4e.
                                                                     K. B.\'sG.—B.R. L.
Zie aldaar over visschen — voornamelijk zalm en snoek — en hunne vangst.
2e boek, bl. 107—109; 3e boek, bl. 25—28, 72.
De oorspronkelijke latijnsche uitgave verscheen te Frankfort a/M., Chr. Wolff.
1673, in 4o. Met houtgravuren. Eene hoogduitsche overzetting zag terzelfder plaatse
het licht, 1675, in kl. 4o; eene fransche, bewerkt door L. P. A. L. (Ie père
Aug. Lubin.) Paris, 1678, in 4o. Met 20 platen.
4262.   Scherzer, (Karl von) Fachmannische Berichte über die Oester-
reichisch-Ungarische Expedition nach Siam, China und Japan. 1868—1871.
Stuttgart, J. Maier. 1872. gr. G°. Met 2 kaarten en houtsneden in
den tekst.
                                                                                               B. R. L.
Zie aldaar: Fischerei; Zucht von Wasserthieren, u. s. w. Anhang, bl. 113—118.
4263.   Schilling, (E. M.) Die wilde Fischerei, oder vollstandige Lehre
über die verschiedenen dahin gehörigen Fischarten, der Laich- uud Fang-
zeit, nebst dazu gehörigen Geratschaften, der Feinde derselbe und deren Auf-
bewahrung. Leipzig, Baumgartner. 1831. 8°.
Overgedrukt uit de: „Allgemeiue Encyklopadie der gesamrcte Land- und Haus-
wirthschaft, herausgegeben von Putsche."
4264.   Schreiner, (W. H.) Sporting manual: a complete treatise on fisb.-
ing, fowlinc, and hunting, as applicable to this country. Philadelphia,
1841. 12e. "
-ocr page 330-
296 PÊCHE FLUVIALE. —
PÊCHE DU SAUMON.
PÊCHE il LA LIGNE. —
Scrope, (W.) Zie: Zalmvisscherij. No. 4388.
4265.   Schuylkill. An authentic historica! memoir of the fishing com-
pany of the state of Schuyllkill, trom its establishment on that romantic
stream, near Philadclphia, in the year 1732, to the present time. By a
member. Philadelphia. Juda Dobson. 1830. 8°.
4266.   Schiiurr, (lialth.) Kunst-. Haus- und Wunderbuch. Prankfurt,
1664. 8o. (1878 blz.) Met afbeeldingen.
Waarin over allerlei, óók over visscherij.
4267.   Scotclier. (George) The fly-fisher\'s legacy: containing accurate de-
scriptions of all the principal natural flies that frequent the water; laid down
in such familiar manner that the angler may readily distinguish them, together
with the most successful method of imitating them, forming the lisherman\'s
Grand Desideratum, or long wishcdfor instruction. Also, an account of sewin,
samlet, and salmonpink flshing, and many uscful rcmarks, not selected from
books, but deduced from many years real expcrience and observation. With
engravings of the natural flies, coloured from nature. Cheapstown. (z. j.) 8°.
Westwood.
4268.   Scott, (W. H.) British (icld sports, embracing practical instruction
in shooting, hunting, coursing, raciug, cocking. fishing, etc. London. 1818.
2d edition. 1820. 8o.
4269.   Scott, (C. G.) Fishing in American waters. With illustrations.
New-York, 1869. kl. 8".
4270.   Scriptores rei rusticae. (Cato, Vorro, Columella, Palladius.)
Correxit atque interpretum omnium collectis et exerptis commentariis, suisque
illustravit J. G. Schneider. Lipsiae, Fritsch. 1793—1794. 4 dln. 7 bdn. 8».
Deze en verschillende vroegere uitgaven K. B. \'s G. — £. L. H.
Bij deze schrijvers vindt men verschillende medcdeelingen betreffende het
visschen, het aanleggen van vischvijvers, enz.
4271.   Secrets of angling by C. G. a brother of the Angle. London,
1705. 12°.
4272.   Selys-Longchamps, (M. de) Sur la pêche fiuviale en Belgique.
Bruxelles, M. Hayez. 1867. 8o.
4273.   Shillinglaw, (Th.) A new system of angling. 2 dln. 8».
„Intended for publication by subscription, but never appeared." Westwood.
4274.   Shipley\'s (Wfll.) True treatise on the art of fly-fishing, and troll-
ing, as practised on the Dove, and on the principal streams of the Midland
countics. Edited by Edw. Fit\'tgibbon. London, 1838. 8o.
4275.   Shirlfly, (Th.) The angler\'s museum, or the whole art of lloatand
fly-fishing. With a portrait. London, i\'ielding. 1784. 12».
4276.   St. John, (C.) Tour in Sutherlandshire. London, Murray. 1849.
2 dln. 8o.
4277.------Short sketches of the wild sports and natural history of the
Highlands. London, Murray. 1849. kl. 8°.
Beide werkjes van St. John bevatten mededeelingen over het visschen.
4278.   Smith. (Arthur) The Thames angler. London, Chapman and Hall.
1860. 12o.
Nmifh, (G.) Zie: Angler\'s magazine. No. 3860.
4279.   Siuifh, (Thomas) Every man his own fisherman. London, (z. j.
omstreeks 1773). 24o.
4380.   Smith\'s Art of angling. (z. pi.) 1814
4381.   Soltan, (G. W.) Trout flies of Devon and Cornwall, and when and
where to use them. London, Longman. Plymouth, Land. 1856. 8°.
4382.   Songs of the chase (and of angling). London, 1811.
-ocr page 331-
RIVIERVISSCHERIJ. — HENGBLKCJNST. — ZALMVISSCHERIJ.            297
4283.   Songs of the Edinburgh angling club. With illustrations drawn
and engraved by members of the Club. Edinburgh, 1858. 8».
Alleen voor de leden gedrukt.
4284.   Sporting Magazine. 1792—1831. 78 dln. 8°.
Met een groot aantal gravuren door John Scott.
Sedert 1831 voortgezet onder den titel: The new Sporting Magazine.
4285.   Sporting review, a monthly chroniclo of the turf, the chase and
rural sports in all their varieties, edited by Craven. London, 1840—1843.8°.
4286.   Sportman\'!, Cabinet, and town and country cabinet; a period-
lcal devoted to the genuine sports of the field, the chase, the turf, the
streain, etc. Edited and conducted by T. B. Johnson. London, Sherwood,
Gilbert and Piper. (Van November 1832 tot October 1833.) 8o.
4287.   Sportman\'s (Young) miscellany, in hunting, shooting, racing,
angling, etc. (z. pi.) 1826. 12".
4288.   Stanlzl yoii Cronfels, (A.) Piscinarium oder: Teichordnung, worin
von Erbauung der Teiche, derselben Diimme, Ablasz, Erzeugung und Ver-
setzung der Fische, gehandelt wird. ülmiitz, 1680. 12°.
4289.   Stark, (Fr. A.) Praktische Anleitung zur Anlegung und zum wirth-
schaftlichen Betrieb der wilden und zahmen Eischerei. NebsteinenFischerei-
kalender. Heilbronn, Landherr. 1817. 8°.
4290.   Steinbeck, (Fr. Ernst von) Die noch nie genug gepriesene Kunst
der Fischerei, nebst Beschreibung der Éische. Mit Kupfern. Nürnberg, 1750. 8°.
4291.   Steinboch, Unterricht von der Nützbarkeit der Fischerei. Nürn-
berg, 1710. 8°.
4292.   Steveiison, (M.) The twelve months; or a pleasant and profitable
discourse of evcry action , whether of labour and recreation, proper to each
particular month, branched into direcüons relating to husbandry, also the
ordering of cattle and bees: of recrentions, as hunting, hawking, fishing, etc.
London, 1661. 4o. Met 32 kopergravuren.
4293.   Stewart\'s (W. C.) Practical angler; or the art of trout-fishing, more
particularly applied to clear water. 4th edition. London, Black. 1861. 8».
4293a.------A caution to anglcrs; with some remarks on the decrease of
trout, and proposed remedies. London, A. and C. Black. 1871. 12».
4294.   Stockhausen, (von) Beitrkge zur Forst-, Jagd- und Fischerei-
Statistik des Grossherzogthums Hessen-Darmstadt. 1859. 8°.
4295.   Stoddard, (Thom. Tod.) Songs and poems; in three parts. Lon-
don, 1839. 8°. Waarbij 57 Angling songs.
4296.------Art of angling, as practised in Scotland. Edinburgh,
1835. 12°.                  ,
4297.------Angling reminiscences. Edinburgh, 1837. Nieuwe druk. London,
1848. 12°.
4298.------Angler\'s companion to the rivers and lochs of Scotland.
Edinburgh and London. Blackwood. 1853. kl. 8°.
Zie over dit werkje: J. Wilson\'s Works, Edinb., Blackwood. 1865. VI:
Anglimania, bl. 353—366. Vergelijk No. 4351.
4299.------An angler\'s rambles and angling songs. Edinburgh, Edmon-
ston and Douglas. 1866. kl. 8°.
4300. Stonehenge, [J. H. Walsh.] British rural sports: comprising shoot-
ing, hunting, coursing, lishing, hawking, racing, boating, pedestrianism,
and the various rural games and amusements of Great Britain. Illustrated by
-ocr page 332-
298 PÊCHE PLUVIALE. — PÊCHE k LA LIGNE. — PÊCHE Dü SAUMON.
numerous cngravings on wood. Seventh edition, entirely revised, with ad-
ditions. London, Fr. Warne and Co. 1867. kl. 8°.
                 B. R. L.
Zie aldaar: Augling, bottom-fishing, salmou-fishing, laws relating to inland
flsheries, etc. bl. 260—310.
4301.   Stradanus, (J.) Venationes ferarum, avium, piscium, pugnae bestia-
rum, depictae a Joanne Slradano; editae a Philippo Gallaeo, carmine illus-
tratae a 6. Kiliano Dufflaeo. (z. pi. of jaar.) langw. folio.
4302.   Taschenbuch (Neuestes, vollstandiges und unentbehrliches) für
Freunde dos Fischfanges. Nacli einigen vicljahrigen Brlahrungen und nach
den neucsten und bosten Quellen bearbeitet von einem Freunde des Fisch-
fanges. München, Fleischmann. 1841. 8».
4303.   Tanbe, "Von der Fischjagd. Altona, Hammerick. 1775. 8°.
4304.   Tay. The fisheries of the river Tay. Edinburgh, Ramsay. 1824.8°.
4305.   Taylor, (J.) The ïrent fisher. Strafford, 1781. 8».
4306.   Taylor, (S.) Angling in all its branches, reduced to a complete
science, with an account of the rivers of England and the fish they contain.
London, Longraans. 1800. 8".
4307.   Teickmann, (J. C. Fr.) Ueber Teichiisclierei. Mit einer Vorrede
von Fr. Pohl. Leipzig, Engelmann. 1812. 8°.
4308.------Die Teichfischerei. Leipzig, Baumgürtner. 1831. 8o.
4309.   Thiemen, (J. Chr.) Haus-, Feld-. Arznei, Koch-, Kunst- und
Wunderbuch in 20 Abtheilungen mit vielen Kupfern : Haushaltung, Feldbau,
Wild- und Waidwerk, Vogelfang, Fischerei, u. s. w. Niirnberg, 1685. 4o.
(1587 bladz.)
4310.   Thompson, (J.) Handbook of angling. Bristol, 1825. 8o.
4311.   Thorne, (J.) Rambles by rivers: theThames, the Duddon, the Mole,
the Adur, Arun and Way; the Lea, the Dove. London, Knight. 1844.
4 dln. 12o.
4312.   Thornton, (T.) Sporting tour through the Northern parts of Eng-
land, and a great part of the Highlauds of Scotland. With plates. London,
Vernor. 1814. 4<>.
4313.------Sporting tour through various parts of France in the year
1802, including a concise description of the sporting establishments, mode
of hunting, and other field amusements, as practised in that country. Illu-
stratcd with upwards of eighty correct and picturesque delineations. London,
Longman. 1806. 2 dln. 4°.
4314.   Tidskrift lor Fiskerinaring och Aquikultur, utgifven af Dr. A.
J. Malmgren.
Första argiingens förra liiifte. Maj 1869. Helsingfors, tryekt
hos J. Simelii Arfvingar. 1869. 8».
4315.   Tjahaja Sijang. Kartas Chabar Minahassa. (Maandblad voor
de Minahassa).
Zie aldaar: 1870, No. 11: IJeri hal berbori hu, doorP. Lutam. 1871, No. 1:
Ueri hal berbori itu door J. B. Jacob. Met een naschrift van de Redactie.
1871, No. 2: Akar bori door J. M. Papera.
Deze artikelen handelen over het voor en tegen om visch door Toebawortel
of dergelijke bedwelmende of giftige middelen te vaugen. Lutam, Parera en de
Redacteur keuren het bepaald af.
Bovenstaande opgave ben ik verschuldigd aan de welwillendheid van den Heer
G. K. Niemann te Rotterdam.
4316.   Tolfrey, (Fred.) Sportsman in Franee, comprising a sporting ramble
through Picardy and Normandy. London, 1841. 2 dln. 8». Met 12 platen.
4317.------Sportsman in Canada. London, 1845. 2 dln. 80.
4318. Treatise (Concise practical) on artificial fly-fishing for trout, by
„Grey Drake". London, 1860. 8<>.
-ocr page 333-
RIVIERVISSCHERIJ. — HENGELKUNST. — ZALMVISSCHERIJ.            299
4319.   Tschelner, (D. J.) Der wohlerfalirene Fischermeister, oder ausführ-
liche Unterrichtung in der gesammten Angel- und Netzfischerei, dem Krebse-
und Fröschefang. Nebst einem Anhang über das Ausstopfen obgenanter
Thiere. Mit 24 Kupfern. Pesth, Hartleben. 1821. gr. 80. B.N. A.M.
4320.   Turton, (John) Angler\'s manual; or, fly-fisher\'s oracle, with a
brief compendium of bottom-fishing. London, üroombridge. 1836. 12°.
4321.   Tweed and Don; or, rccolleotions and reflections of an angler,
for the last fifty years. Edinburgh. Nimmo. 1860. 2d edition. 1861. 12o.
4322.   Twenty years\' reminiscences of the Lews. By „Sixty one". London,
Cox. 1871. 80.
De schrijver, die twintig jaren op het eiland Lewis, of „the Lews" zooals
hij het noemt, heeft doorgehragt, was een liefhebber van het visschen, en zijn
boek bevat daarover menige bijzonderheid.
4323.   Tijdschrift (Nederlandsen) voor liefhebbers vanjagten visscherij,
onder redactie van Kerster van Wuherhorst. Arnhem, J. G. Meijer. 1852—1860.
8 jaarg. De uitgave is sedert gestaakt.
                                      B. N. A. M.
Zie aldaar o. a.: Katoengaren voor vischnetten. 1857, bl. 223—236; —
Eenige woorden over de riviervisscherij. 1859, bl. 8—14;— Over verschillende
soorten van lokaas bij de hengelvisscherij. 1859, bl. 43—56. Vergelijk No. 4259.
Ubiqne. Zie: Oillmore. No. 4065, 4066.
4324.   Uitspanningen van het buitenleven. Handboekje voor lief hebbers
van vogelvangst, visschen, botanie, jagen, enz. Amsterd., 1840. 2 dln. 18°.
4325.   Yenables, (Robert) The experienced Angler; or. anglingimproved;
being a gcneral discoursc of angling. London, 1662. 8°. Met platen.
Van dit werkje bestaan verschillende uitgaven als: (2e) waarschijnlijk gedrukt
in 166G, maar bij den brand te Londen geheel verloren geraakt; (3e) 1668,
(4e, veel vermeerderd) 1676, (5e) 1683, (6e) 1825. Met 18 platen.
Vergelijk: Lowndes; Russell Smith; Weslwood.
4326.   Vereeniging tot bevordering der zoetwater-visscherij in Neder-
land. Verslagen der Vergaderingen, enz.
Deze verslagen worden geregeld opgenomen in de Algem. Visscherij-Conrant.
4327.   Vermin Killer; or rulcs for the artificial killing and destroying
of all manner of Vermin, with the art of taking all sorts of üsh and fowl
by W.W. (z. pi.) 1680.
Terster van Wnlverhorst. Zie: No. 4323.
4328.   Vic (la) a la campagne. Revue illustrée de la villégiature. Paris,
1861—1869. 80.
4329.   Vischboek. Dit boeexken leert hoe men mach voghelen vanghen
metten handen. Ende hoe men mach visschen vangh? mette" handen, ende
oeck andersins. Ende oeck tot wat tyden van den iarc dat een yegeliick visch
tsynen besten is. (z. pi. en j.) 4». Met houtgravuren.
Waarschijnlijk gedrukt te Antwerpen in de eerste jaren van de 16e eeuw.
Zie over dit hoogstzeldzame boekje: Annales du bibliophile beige et hollandais.
I, bl. 81. (1865).
Zóó schreef ik in 18GS. Sedert is de Heer Fred. Muller zoo gelukkig geweest
op eene verkooping te Gent, een exeuipl. van dit hoogstzeldzame boekje — tevens
het eenig bekende Vlaamsche werkje van dien aard, uit dien tijd— te koopen,
waarvan door hem eene uitvoerige beschrijving werd gegeven in zijn: Cata-
logue de livres sur les bcanx arts, délaissts en partie par Mr. Moritz Calisch.
No. 949. [Verkocht 30 Mei 1871.] Toch was dit exempl. nog eene andere
uitgaaf dan de bovengenoemde Behalve het drukkersmerk van G. Back te Ant-
werpen, vindt men aan het einde vermeld: En dit boeexke heeft doë druckë
Mathys va d\' goes. (Zonder datum).
-ocr page 334-
300        PÊCHE PLUVIALE. — PÊCHE a LA LIGNE. — PÊCHE DU SAUMON.
4330.   V i s c h b o e k. In dit hoexken leert men hoe men sal voghelen ende vis-
schen vanghen metten handen ende oock andersins. Gedruckt toe Reesz, by
my Derick Wylicks van Santen. 1584. 12".
Nadruk van het vorige en zeker even zeldzaam. Vergelijk No. 3945
4331.   Vroonvisscherij. Vries, (M. de) De visscherijen geheeten het
Vroon, ten jare 1433 aan de stad Leyden in erfpacht gegeven. Taalkundig
onderzoek. Leiden, E. J. Brill. 1858. 8«. Zie No. 4333.
          B. R. L.
4332.------Heemskerk, Azn. (J.) Eenige bedenkingen over de Vroon-
visscherij van Leiden. 1858. 8°.
(Overgedrukt uit het tijdschrift: de Gids. Amsterdam, 1858. 8o. B.R.L.
4333.------Kakhuizen van den Brink, (R. C.) Piscatio. pêcherie,
visscherij. De ware beteekenis dezer woorden gehandhaafd tegen Prof. M. de
Vries, \'s Gravenhage. Mart. N\'ijhoff. 1858. gr. 8".
                       B. R. L.
Hierbij is gevoegd het: Tractaet vau \'t Recht dat de Graeffelyckheydt van
Hollandt heeft over de publycke wateren, zoo ten aansien van de visscheryen
als van de aenwasseu. — Ingestelt in October 1632.
4334.   Wade, (Henry) Halcyon; or, rod-fishing with fly, minnow and
worm. To which is added a short and easy method of dressing nies, with a
description of the material used. London, Bell and Daldy. 1861. 8°. Met
8 gekleurde platen.
4335.   Wagner, (Cf. .1.) Der in der edlen Fischerey wohl-unterrichtende
und erfahrne Fischer. Nürnberg, Albrecht. 1730. kl. 8°. Met eene plaat.
4336. -----Der vollkommene Fischer, oder Anweisung, wie man Teiche
anlegen, abwarten und verbessern, auch was man beim Fang der Fische zu
beachten hat. Breslau, W. G. Korn. 1785. 8°.
4337.   Walbvork, (James) The modern angler, comprising angling in
all its branches, being the result of more than thirty year\'s experience and
strict observation; together with remarks on the various rivers in England,
Scotland and Wales. Manchester, 1847. 8«.
Walsh, (J. H.) Zie: Stonehenge. No. 4300.
4338.   Walton, (Isaac) The compleat angler: or the contemplative man\'s
recreation; being a discourse of (ish and iishing, not unworthy the perusal
of most anglers. London, by T. Maxey, for Rich. Marriot. 1653. 12o.
Met platen. Eerste druk.
De tweede druk verscheen in 1655, en is geheel omgewerkt en aanmerkelijk
vermeerderd; de derde druk verscheen in 1061 of 1664, waarbij gevoegd zijn
de wetten op het hengelen; de vierde druk is een herdruk van de derde, en
verscheen in 166S; de vijfde druk verscheen onder medewerking van Charles
Cotton
in 1676. Sedert zijn nog wel ongeveer 50 verschillende herdrukken ver-
schenen; de laatste in 1870, met 61 staalgrav., die ruirn f 40 kost. Vergelijk:
Russell Smith, Ifestwood, Lowndes.
Van bovengenoemden eersten druk (1653) bezorgde Bagster te Londen, in
1810 een facsimile-herdruk.
Deze vijf drukken bragten te zamen op verschillende auctiën van £18—£56
op. De prijs van den eersten druk van dit vermaarde heugelaars-boek varieert
van £10—£20, al naarmate het gebonden is.
Onder de meest bekende drukken neemt die van 1760, uitgegeven door John
Hawkins.
een eerste plaats in. Volgens eene aanteekening van Westwood is
voor Gosden\'s exemplaar (geïllustreerd), op de auctie van Higg, £110 betaald.
Bij de hiervermelde hooge prijzen vergete men echter niet, dat men ook ge-
wone uitgaven voor 1 Sh. kan bekomen. Vergelijk No. 4345.
4339.   Walton und Cotton. Der vollkommene Angler von Isaac Walton
und Charles Cotton, herausgegeben von Ephemera (Fitzgibbon), übersetzt
von J. Schumacher. Hamburg, Salomon. 1859. 8°.
Volgens Westwood de ééuige vertaling van dit werk.
4340.------Rules and regulations of the Walton and Cotton club. innti-
tuted 19 March 1817. London, 1821. 4». Revised, 1840. London, 1840. 8<>.
-ocr page 335-
RIVIERVISSCHERIJ. — HENGEtKlTNST. — ZALMVISSCHERIJ.             301
4341.   Walton and Cotton. Rules and regulations of the Cambridge Univer-
sity Walton and Cotton club, instituted 25 April. Cambridge, 1826. 4o.
4342.   Ward, (E.) The contemplative angler. (z. pi.) 1708. 8<>. 2d
edition. 1730.
4343.   Wayth\'s (C.) Trout fishing, or the river Darcnt. A poem. London,
1845. kl. 8o.
4344.   Weissenhorn, Taschenbuch der Englischen Angelfischerei. (pi. enj. ?)
Weid, (C. R.) Zie: Lanman. No. 4141.
4345.   Westwood, (Th.) The chronicle of the „Compleat Angler" of Isaak
Walton and Charles Cotton; being a bibliographical record of its various
phases and mutations. London. Willis and Sotheran. 1864. 8°.
4346.   Wetenschappelijke bladen ter uitbreiding derNederlandsche
visscherij en ter bevordering van de kennis onzer inlandschc visschen. Deventer,
J. de Lange. 1845. 2 stukken. 8».
4347.   Wheatley, (Hewett) The rod and line; or, practical hints and
dainty devises for the sure taking of trout, grayling, etc. London. Long-
man. 1849. 8o. Met gekleurde platen.
4348.   Whitney, (John) Genteel recreation; or, the pleasures of angling;
a poem, with a dialogiie between Piscator and Corydon. London, 1700.
12o. Herdrukt in 1820.
4348<z. Wilcocks, Angling and nctting; seafishing. London. 1868. 8°.
4349.   Williamson, (John) The British angler; or, a pocket companion
for Gentleman lishers. London, 171-0. 8". Met platen.
4350.   Williamson, (T.) The complete angler\'s vademecum, being a perfect
code of instruction on the above pleasing science. London, Payne. 1808.
12o. Met 10 platen.
4351.   Wilson, (J.) Anglimania. I: Salmonia; II: Twaddle on Tweedside ;
III: Stoddart, on angling. IV: Our two panniers.
Zie: Prof. Wilson\'s works, edited by Prof. Ferrier. Edinb., Blackwood.
1865. Vol. VI: Essays, bl. 280—397.
4352.   Wilson, (James and Oakleigh) The rod and the gun. being two
treatises on angling and shooting. 2d edition. Edinburgh, 1844. kl. 8».
4353.   Wlrth, (J. G.) Die Teichiischerei in ihrem hócbsten Ertrage.
Leipzig, Polet. 1840. 8o.
4354.   Wölfer, (A. M.) Gründlichc Anweisung zur Angelfischerei. Ein
popular., praktischcs Taschenbuch. Mit 9 lithogr. Zeichnungen. Gotha, Wenige.
1837. 80.
4355.   Wolfer, (Marius) Die wilde Fischerei. Leipzig. 1831. 8o.
4356.   Worlldge, (John) The mystery of husbandry. London, 1687. folio.
Zie over het hengelen, bl. 253—262.
4357.   Yeaman, (Alex.) The fisherman\'s hut in the Highlands of Scot-
land, with other poems. 1807. 8o.
4358.    Young, (A.) Angler\'s and tourist\'s guide to the rivers, lakes and
remarquable places in the Northern counties of Scotland, to which is added
instructions to young anglers. Edinburgh, 1857. 240.
4359.   Young Angler naturalist and pigeon and rabbits fancier, with
hints as to the management of silkworms, the aquarium, etc. London,
Routledge. 1860. 180. Met 98 platen.
4360.   Younger, (John) River angling for salmon and trout. With a
memoir and list of the Tweed salmon casts. Kelso. Rutherford. London,
Blackwood. 1864. 8».
-ocr page 336-
302 PÊCHE FLUVIALE. — PÊCHE il LA LIGNE. — PÊCHE DO SAUMON.
4361.   Founger, (William) River angling for salmon and trout in the
Tweed and its tributaries. Edinburgh, Blackwood. 1840. 12».
4362.   Zeitvertreib, (Adeliger) odcr neu erfundene Jagdergötzungen:
Die Vogel mit Garn, Netzen, Schleifen etc. zu fangen; wie den vierfüssigen
Thieren nachzustcllen; die sehönsten Geheimnisse. wie man in Mussen und
Teiclien fischen solle, etc. Mit vielen Kupfern. Augsburg, 1696. 8°.
4363.   Zalmvisscherjj. Ashworth, (T.) The salraon-üsheries of Bngland.
London, Longman. 1868. 12°.
4364.------Bongre, (Dan.) De salmonum natura et piscatione. Upsal,
1730. 4o.
------Zie: Ckitty. {Edw.) No. 3956.
------Zie: Colquhoun. {John) No. 3965—3967.
------Zie: Conway. {James) No. 3968, 3969.
4365.------Cornish. (J.) On the present state of the salmon and Channel
fisheries and of the statute laws by which they are regulated; with the natural
history of the salmon. London, 1824. 8°.
------Zie: Davy. {H/tmphrey) No. 3984.
4366. ------Dealandcs, Traite sur la pêche des saumons. Paris, 1736.12o.
------Zie: üougail, {J. J).) No. 399S. 3999.
4367.------Ericlisen, (John) Nockrar hugvekiur urn Veidi og Verkun a
Laxi, Silld og ödru sidfangi. (Nogle Betaenkninger om Pangst og Virkning
af Lax, Sild og anden Pisk.)
Eenigc gedachten over de zalm- en hanngvi9scherij.
Zie: Rit Petz Islendska Leerdoms-Tiista Felags, 3die Bind. Kjöbenhavn , 1783,
bl. 86—121. 8o.
------Fitzgibbon, Book of the salmon. Zie N°. 2382.
4368.------Gissler, (N.) Aumcrkimgen von der Sikfischerei [Coregonus]
in den Nordlandischen Êlben und Scheeren.
Zie: Abhandl. d. Schwed. Aka.l. 1753. XV. bl. 198—212.
4369.------Gnild, (Will.) Treatise againsl profanation of the Lords day,
especially by salmon-lishing. Aberdeen, 1837. 12».
4370.-------Jardine, (W.) On the condition of the salmon fisheries of
England and Wales in 1861 ; with a notice of some of the modes of lishing,
especially thosc practiscd in the Severn and Wye, and remarks on the natural
history of the salmon.
Zie: Edinb. new philos. journ. 1862. XV. bl. 208--231.
4371.------Om Laxefiskeriets Aftagelse, i Anledning af det Aggerhusiske
patriotiske Sselskabs Priisspörgsmaal, hvad er Aarsagen til Laxefiskeriets
Aftagelse i Aggerhuus Stift?
Over het verval der zalmvisscherij by Aggerhuus.
Zie: Samleren, 1ste Bind, Kjöbenhavn, 1787, l>ag. 81—92, 103—112,
120—127. 8o. Sainmcsted9, pag. 305—318 lindes Bemaerkuinger til denne
Afhandling af And. (\'hr. Tejlmann.
4372.------Mackenzie, (Mnrdo) View of the salmon-fishery of Scotland,
with observations on the nature, habits and instincts of the salmon. Lon-
don. Blackwood and son. 1860. 80.
4373.------Marshall, (H.) On restonng and preserving the salmon fisheries
of Great Britain. 1855. 80.
------\'Zie: Milford, {John) N0. 4174.
4374.------Nnyssenbnrg, (Iz. van) Korte beschrijving van Geertruiden-
berg, in deszelfs opkomst: bloeistand, enz. Dordrecht, A. Blussé en zn.
1774. gr. 8o.
                                                              .                B.R.L
Zie aldaar: Steur-, zalm- en elftvisschery , bl. 100—101.
-ocr page 337-
>\'}.
RIVIERVISSCHERIJ. ---- HENGELKUNST. — ZALMVISSCHERIJ.            303
4375. Zalmvisscherij. Olavsen, (O.) Um Lax-veidina vid Hellufoss i Drams-
elfunni i Norvegi. (üin Laxefangsten ved Hellefos i Drammenselven i Norge) .
Over de zalmvisscherij in Noorwegen.
Zie: Kit Petz Islendska Lrerdoms-Lista. VI. Kjöbenhavn, 1786. bl.
175—186. 8o.
4376.------Les pêchours de saumon sur lc Rhin.
Zie: 1\'IUustration 1869. No. 1351, bl. 47—48. 1873. No. 1573. bl. 265.
4377.------Rasch, (H.) Om midlerne til at forbedre Norges Laxe-
og Ferskvands fiskerier. Christiania. 1857. 8°. Met een gesteendr. plaat.
Over de middelen tot verbetering van de zalm- en riviervisscherij in Noorwegen.
4378.------The English salmon fisheries.
Zie: The Edinburgh review. Jan. 1873. No. 279. bl. 153—182. B.U.L.
4379.------Wetgeving op de zalmvisscherij en. De zalmladders. [Naar
aanleiding van een artikel over dit onderwerp in de Edinburgh Review.
Jan. 1873.
                                                                    K. B.\'s G. — B. R. L.
Zie: De Economist. Amst. 1873. bl. 132—133.
4380.------Report (l«t—9th Aunual) of the inspectors of salmon fisheries
in England and Wales. Ordered to be printed by the House of Commons.
1862—1870. London. 1863—1871.
4381.------Report from the select Committee on salmon fisheries. Pro-
ceedings, minutes, and appendix. Printed by order of the House of Com-
mons. 1869—1870. London, 1869. 1870.
4382.------Report on the salmon fisheries of Scotland. 1836.
4383.------The Scotch salmon fisheries.
Naar aanleiding van het daaromtrent door de Heeren Buckland en Young
uitgebragt rapport.
Zie: The Saterday review. 1871. Sept. 2. No. 871. 1873. April 19.
4384.------On the Irish salmon fisheries.
Zie: Journ. of the Royal Dublin. Soc. 1863.
4385.------Salmon iishing. Drawn and lithographed by R. O. C. Lon-
don, Ackerman. 1867. folio.
4386.------Salmon fishing. Met afbeelding.
Zie: The Graphic. London. 1871. bl. 347.
4387.------Salmon fishing in Canada by a Resident. Edited by Col.
James Edward Alexander. London, Longman. 1860. 8».
4388.------Scrope, (Yf.) Days and nightsof salmon fishing in the Tweed.
London, 1843. 8o. Zie No\'. 2444.
4389.------View of the present state of the salmon fishery of Scot-
land, with observations on the nature. habits, and instincts of the salmon
race. By a salmon-fisher. Aberdeen, 1830. 80.
4390.------Onze inzichten betreffende de nu bestaande regeling der zalm-
visscherijen op den Rijn, voor het tegenwoordige en toekomstige. Met repliek.
Zie: Algein. Visscherij-Courant. 1871. No. 48, 49, 50, 51. 1872, No. 2.
4391. Zalmf ractaat. Gemeenschappelijke bepalingen op de visscherij in den
Rijn. Overeenkomst den 27 Nov. 1869 te Mannheim gesloten, en strafbepaling
op de overtreding der bepalingen daarbij gemaakt. \')
\') Was het aanvankelijk mijn voornemen de verschillende stukken betreffende dit
tractaat bij de afdeeling: „Wetgeving" te plaatsen, ik heb dat plan laten varen,
toen ik bemerkte, dat die stukken zooveel aangaande de natuurlijke geschiedenis
van den zalm, en de praktische uitoefening der zalmvisscherij bevatten, dat ze
hier beter op hun plaats zijn.
-ocr page 338-
304 PÊCHE PLUVIALE. —
PÊCHE DU SAUMON.
PÊCHE a LA LIGNE. —
4392. Zn! ml raciaal. Protokoll der Verhandelungen, bezüglich einer
Uebereinkunft über gemcinsame Bostimmungen für die Eischerei im Rheine.
Eröffnet Mannhcim. 16 Aug. 1869. 14 bl. folio.
4393.------Entwurf Uebereinkunft. über gemcinsame Bestimmungen
für die Eischerei im Rheine. 3 blz. folio. Begründung des Entwurfes. (11
Mai 1869). 9 blz. folio.
4394.------Ontwerp van wet. — Memorie van toelichting. — Vertaling
der overeenkomst. — Voorloopig verslag. — Memorie van beantwoording. —
Nota van wijzigingen. — Beriglen van Gedep. Staten, Gemeentebesturen,
Kamers van koophandel en adressen van visschers. — Eindverslag. — Voor-
gestelde amandementen.
             .                                                       K. B. \'s G.
Stukken gedrukt voorde leden van de 2e Kamer der Staten Generaal. 1869—1870.
4395.------Beraadslaging in de Tweede Kamer der Staten Generaal
over dit ontwerp van wet.
Zie: Handelingen van de Tweede Kamer der St. Generaal. 1869/70,
bl. 1509—1542.                                                          K.B.\'sG.—B.R. I.
Naar aanleiding van dit ontwerp van wet zijn bij de Tweede Kamer der St.
Gen. adressen ingezouden door de Heeren: .T. C. Offers Azn.; A. P. van Stolk ;
Fr. P. L. Pollen ; Smits van der Goes (en nog 25 onderteek.) Verschillende
zalmzegen-visschers.
4396.------Pollen, (Francois P. L.) Is de overeenkomst tusschen de Rijn-
oeverstaten over gemeenschappelijke bepalingen op de visscherij in den Rijn
in het belang van Nederland? Ëene vraag op natuurkundige gronden beant-
woord en geschiedkundig toegelicht voor hen die belangstellen in den bloei
en de instandhouding der Nedcrlandsche zalm visscherij on. Leiden, J. K.
Steenhof. 1870. gr. 8o.
                                                        B.N. A.M.
4397.------Quakernaat van Spijk, (Ju) Ecnige opmerkingen naar aan-
leiding der (bovengenoemde) brochure van den Heer Fr. P. L. Pollen. Zalt-
Bommel. H. J. v. d. Garde. 1870. gr. 8o. 8 blz.
4398.------Eenige beschouwingen over onze zalmvisscherijen, naar aan-
leiding der gesloten overeenkomst te Mannheim, 27 November 1869. Zalt-
Bommel, H. J. v. d. Garde. 1870. gr. S<>.
4399.------Stolk, (A. P. van) Aan den Heer Er. P. L. Pollen. naar aanlei-
ding der bovengenoemde brochure. (Rotterdam. 17 Mei 1870), 1 blz. folio.
4400.------Lnijten, (W. A.) Opmerkingen betreffende de brochure van
den Heer Er. P. L. Pollen. (Lekkerkerk, 24 Mei 1870). 2 blz. folio.
Vervolgens is deze aangelegenheid ook besproken in: de nieuwe Uotterdamsche
Courant van 15 Aug. 1809. No. 224; — van 5 Mei 1870. No. 124; — van
16 Mei. No. 135; — vau 20 Mei, door A. Quakernaat van Spijt; — van
23 Mei, door Fr. P. L. Pollen; — van 24 Mei 1870, door een zoöloog
(ƒ. A. Herklots); — Door Alexander iu het: Algemeen Dagblad van Nederland,
overgenomen in het Weekblad van Maassluis, Maasland en Eosenburg. 12 Junij 1870.
Bibliographie.
4401.   Art (The whole) of fishing; being a collection and improvement
of all that has been written on the subject, with raany new experiments.
London, Curll. 1714. 8o.
De 2e uitgave is getiteld: „The Gentleman fisher". London, 1729.
4402.   Betlinne, (G. W.) A Waltonian library; or, a list of such works
as relate to fish and fishing. 1847.
Is gevoegd achter de Amerik. uitgave van: Walton\'s Complete angler.
-ocr page 339-
TENTOONSTELLINGEN VAN VISSCHERIO-GEREEDSCHAPPEN , ENZ.          305
4403.   Blaker, (K.) Historical sketches of the angling literature of all
nations. London, J. R. Smith. 1856. 12».
4404.   Bosgoed, (D. Mulder) Proeve van eene ichthyologische bibliogra-
phie. Catalogus van boeken en geschriften over de natuurlijke geschiedenis
van de visschen, de kunstmatige vischteelt en de visscherijen; met vermel-
ding van de charters, resolutiën en ordonnantiën betrekkelijk de Nederland-
sche visscherijen. Uitgegeven van wege de Nederlandsche Maatschappij ter
bevordering van Nijverheid. Haarlem, de Erven Loosjes. 1871. gr. 8°.
(IV en 247 blz.)
             K.B.\'sG .—B.N.A.M.~B.R.—R.L.—R.Ü.
4405.   Ellis, (H.) Catalogue of books on angling, with some brief notices
of several of their authors. London, printed by J. Bensley. 1811. 8».
4406.   Unsliii und Engelmann, Bibliothek der Forst- und Jagd-Wissen-
schaft, oder Verzeichniss der in alterer und neuerer Zeit, besonders aber vom
Jahre 1750 bis gegen Ende des Jahres 1842 in Deutschland erschienenen
Biicher über alle ïheile des Forst- und Jagdwesens, über die Fischerei und
den Vogelfang. Zuerst herausgegeben von Th. Chr. Fr. Enslin. Von neuetn
ganzlieh umgearbeitet von W. Engelmann. Nebst einem vollstandigen Materien-
Register. Zweite verbesserte und vermehrte Auflage. Leipzig, W. Engelmann.
1843. gr. 8o.
4407.   Pickerlng, (W.) Bibliotheca piscatoria; a catalogue of books upon
angling. London, Pickering. 1836. kl. 8».
4408.   Sclineider, (F. W.) Bibliothek der Forst und Jagd-Literatur. Ein
Verzeichniss der über alle Theile des Forst- und Jagdwesens und über Fischerei
in Deutschland erschienenen Schriften, umfassend den Zeitraum vom Jahre
1842 bis zum Jahre 1856. Berlin, J. Springer. 1856. gr. 8".
4409.   Smith, (J. Russell) A bibliographical catalogue of English writers
on angling and ichthyology. London, J. Russell Smith. 1856. kl. 8».
4410 Westwood, (T.) A new Bibliotheca piscatoria; or, general catalogue
of angling and fishing literature. With bibliographical notes and data.
London, The „Field" office. 1861. kl. 8<>.
g. Tentoonstellingen van visscherij"Voortbrengselen,
gereedschappen, enz.
\\Expositio)is de produits et engins de pêche.\']
4411. Amsterdam. Catalogus van de tentoonstelling van visscherijge-
reedschappen, gehouden door het Collegie voor de zeevisscherijen, met mede-
werking van de Vereeniging voor Volksvlijt, in het lokaal dier vereeniging
te Amsterdam. Geopend 17 September 1861. Leyden. A. W. Sythoff. 1861.
kl. 8o. (86 bladz.)
                                                                     B. R. D.
4412.------Verslag van het Collegie voor de zeevisscherijen over de tentoon-
stelling van visscherij-gereedschappen enz., gehouden te Amsterdam in 1861.
\'sGravenhage, v. Weelden en Mingelen. 1862. roy. 8».
            B. R. D.
4413. —•— Rapport sur 1\'exposition internationale d\'appareils de pêche,
qui a eu lieu a Amsterdam, en 1861, par Emile de Brouwer, Secrétaire de
la Chambre de commerce d\'Ostende. Ostende, Imprimerie de Daveluy. 1862. 8o.
(68 bladz. met 10 afbeeldingen.)
Hetzelfde verslag is ook in het Vlnnmscli uitgegeven.
20
-ocr page 340-
306                     EXPOSITIONS DE PEODÜITS ET ENGINS DB PÊCHE.
4414. Amsterdam. Rapport sur 1\'exposition d\'appareils de pêche a
Amsterdam fait par L. Longuéty ainé. Paris, 1862. 8».
4415.------Beretning om Fiskeri-Udstillungen i Amsterdam 1801. Chris-
tiania, det Steenske Bogtrykkeri. 1862. kl. 8°. (59 bladz. met uitslaande plaat.)
B. N. A. M.
Dit rapport is opgemaakt door H.H. P. Blytt, I). C. Stolk.H. C. Lehmkuhl
en Gottlb. Thomsen.
4416.------H. Baars, Beretning om den internationale Fiskeri-Udstilling
i Amsterdam i 1861. Christiania, 1862. 8°. Met eene plaat.
4417.   Aalesund. Beretning om Eiskeri-Udstillingen i Aalesund 1864.
Afgiven af Formanden i Selskabet for Aalesunds Byes vel Sagforer J. Thuesen.
Christiania, B. M. Bentzen. 1864. 8». (108 bladz.)
4418.   Arcachon. Exposition de pêche et d\'aquiculture a Arcachon.
Liste des exposants. Paris, 1866. 8<>.
4419.------Compte-rendu de la cérémonie de 1\'ouverture. Bordeaux,
1866. 8o.
4420.------Hamcau et H. Lacoin, Formulaire de qnestions. 1866. 8°.
4421.------The tish-culture exhibition at Arcachon, near Bordeaux. Met
eene plaat.
Zie: The illnstrated London news van 11 Ang. 1866. No. 1384, bl. 242.
3e kol. en van 25 Aug. 1SC6. No. 1386, bl. 295, 3e kol.
4422.------O. Comettant, Une visite a 1\'exposition internationale de
pêche et d\'aquiculture a. Arcachon.
Zie: Comeltant, De Paris ik.........quelque part. Paris, Degorce-Cadot.
1869. kl. 8o. bl. 69—87.
4423. Bergen. Catalog over de til den internationale Eiskeri-Udstilling
i Bergen 1865 indsendte Gjenstande. Bergen. Chr. Dahl. 1865. kl. 8o. (215
bladz. met platte grond van het gebouw der Tentoonstelling.)
           3. R.
4424.------Catalogus der inzendingen uit Nederland naar de internationale
tentoonstelling van visscherij-voortbrengselon, gereedschappen enz. te Bergen
in Noorwegen. Augustus. 1865. Gedrukt te Rotterdam, bij M. Wijten
zonen. 1805. gr. 8". (IV, 98 en 4 bladz.)         B. R. — R. L. - R. ü.
In dezen catalogus, uitgegeven van wege liet Collcgie voor de zeevisscherijen,
komt ook eene lijst voor van boeken en geschriften over de visscherijen en van
plakkaten, wetten en besluiten daartoe betrekkelijk, bewerkt door den heer
J. H. Scheffer.
Zie betreffende dezen catalogus de Nieuwe Rotterdamsche courant van 5
Augustus 1865.
4425.------Beretning om dem internationale .Fiskcri-Udstilling i Bergen
i Aaret 1865. Udgivet af Udstiliings-Committeen. Bergen, J. 1). Beyers Bog-
trykkeri. 4°. (xxvi en 53 blz.) Met 5 photographiën en 28 gesteendrukte platen.
K. B. \'s O.
4426.------H. Widegren, Om Udstillingen i Bergen 1865.
Zie: Kgl. Landtbr. Akademiens Tidskrift for 1865. No. 6.
4427. —- "Verslag der commissie uit het Collegie voor de zeevissche-
rijen betreffende de internationale Visscherij-tentoonstelling te Bergen in
Noorwegen. (\'sHage 23 Dec. 1865.) 16 bladz.
4428.------Rapport sur 1\'exposition internationale d\'appareils de pêche,
qui a eu lieu a Bergen en Norvège, en 1865, par Emile de Brouwer, Se-
crétaire de la Chambre de enmmeree d\'Ostende. Ostende, Imprimerie de Dave-
luy. 1866. 8<>. (135 en 6 bladz. met platte grond van het gebouw.)
4429.------Beneden (van), Etude scientifique de 1\'exposition des produits
et des engins de pêche de Bergen. Rapport ofnciel. Bruxelles, 1866. folio.
-ocr page 341-
TENTOONSTELLINGEN VAN VISSCHERIJ-GEREEÜSCHAPPEN, ENZ.         307
4430. Bergen. Rapport sur 1\'exposition internationale de produits de pêche
ouverte a Bergen, fait par M. de Champeau.r,, au nora d\'une commission
spéciale, dont il était Ie président, et qui composaient avec lui MM. de
Lassuckette, Jules Lebeau, Longuéty ainé et six patrons. Paris, 1866. 8».
4431.------Sonueiran, (J. L.) Sur 1\'exposition internationale de produits
et engins de pêche \\x Bergen et sur la pisciculture enNorvège. Paris, 1866.
8o. (108 bladz.)
4432.------Rapport sur 1\'exposition internationale de pêche de Bergen,
fait a la Chambre de commerce de Boulogne-sur-mer par J. Lebeau et Longuéty.
Boulogne s/m., Ch. Aigre. 1866. 8°.
4433.------• Fernandez, (Cesareo) Verslag over dezelfde tentoonstelling.
Madrid. 1866. 8«. (In het Spaansch.)                                    B.N. A. M.
4434.------Verslag over dezelfde tentoonstelling, uitgebragt door de
heeren: Oppermunn, Grunwald, leserich en Maltzam. Berlin, 1866. gr. 8o.
(In het Hoogduitsch.)
4435.   Berlijn. Catalog der Ausstcllung von Gcratschaftcn und Produkten
der See- und Binncniischcrei, in der neuen Markthalle am Schiflbauerdam zn
Berlin, eróffnet am 25 Marz. 1873. Berlin, W. Möser. 1873. 8<>. 60 blz.
910 nummers.
4436.   Boulogne-sur-mer. Exposition internationale d\'appareils, d\'us-
tensiles, de produits de pêche et de livrcs. écrits divers, plans, dessins et
oeuvres d\'art relatifs a. cette industrie ïi Boulogne-sur-mer. Aoüt-Octobre
1866.   Catalogue dressó par\'les secrétaires de la commission d\'organisation:
MM. A. Gérard et Edm. Magnier. Boulogne-sur-mer. Impr. de Ch. Aigre
et C. L. Roy. 1867. 8». (VI en 210 bladz.)
Onder de in dezen catalogus genoemde handschriften komen o. a. ook belang-
rijke mededeelingen voor van de heeren: van Beeck v. Vollenlioven, A. P. v.
Stolk en J. T. Bnys, betreffende de Nederlandscbe visscherijen. Zie aldaar: bl.
153. No. 55—57.
De uitslag der bekrooning van Nederlandsche inzenders is te vinden in de
Nieuwe Kotterdamsche Courant van 10 November 1866; terwijl een uittreksel
van de openingsrede voorkomt in het Algcm. Handelsblad van 5 Septemb. 1866.
4437.------Inauguration de la Halle au poisson ii Boulogne-sur-mer et
exposition internationale de pêche. Avec 3 gravures.
Zie: rillnstration. Journal universel. No. 1228. 8 Sept. 1866.
4438.------Magnier, i Kil in.) L\'exposition internationale de pêche de
Boulogne-sur-mer. Paris, Guillaumin. 1866. 8». (73 bladz.)
Zie over dit werk een artikel van Fr. Passy, in: Journal des économistes.
Aoflt 1867, bl. 309.
                                                                         B. B. L.
4439.------Exposition internationale de pêche et 1\'aquarium. Boulogne,
Imprimerie de Ch. Aigre. 1866. 8». (15 bladz.)
Beschrijving van het Aquarium door Edm. Magnier.
4440.------Brouwer, (Emile de) L\'exposition internationale de pêche
de Boulogne-sur-mer. Ostende, Imprimerie de Daveluy. 1868. gr. 8». Met
16 gesteendrukte platen. (282 bladz.)
4441. ------Baars, (H.) Borotning om den internationale Piskeri-udstil-
ling i Boulogne-sur-mer. 1866. Bergen, 1867. 8°.
4442.   \'sGravenhagc. Catalogus der tentoonstelling van visscherij-gereed-
schappen en voortbrengselen van de visscherij. Geopend van 1 tot 31 Julii
1867.   \'sGravenhage, 1867. kl. 8o. 72 bladz.
20*
-ocr page 342-
308                     EXPOSITIONS DE PRODUITS ET ENGINS DE PÊCHE.
4443. \'sGravenhage. Verslag van de Internationale tentoonstelling van
visscberij-gereedschappen en voortbrengselen van de visscherij, gehouden te
\'s Gravenhage in Julij 1867, door het departement der Ned. Maatsch. ter
bevordering van Nijverheid aldaar.                                                     B. R. L.
Zie: Tijdschr. uitgeg. d. d. Maatsch. v. Nijverh. 1867.. VIII, bl. 357—375.
De uitslag der bekrooniugen is te vinden in de Nieuwe ltotterdamsche courant
van 25 Julij 18G7 en een kort verslag van die teutoonstelling in dezelfde courant
van 2 Julij 1867.
4444.------J. L. Sou bei ran, Rapport sur 1\'exposition des produits de
pêche de la Haye en 1867. Paris, E. Martinet. 1869.
Extrait du Bulletin de la Societé impériale d\'aeclimatation. Aout-Oct. 1869.
4445.------Eeden, (F. W. van) De internationale tentoonstelling van vis-
scherij in 1867, te \'s Gravcnbage.                             K. B. \'s G. B. R. L.
Zie: Tijdschr. uitgeg. d. d. Nederl. Maatsch. ter bevordering v. Nijverh.
1870. XI, bl. 116—118.
4446.------Drie photographiën van de aldaar in 1867 gehouden tentoon-
stelling van visscherij-gercedschappen enz. door Maurils Yeroeer. kl. folio.
4447. Havre. (Le) Exposition maritime internationale du Havre. Cata-
logue officiel publié par la direction de 1\'exposition et rédigé par A. Blondin.
Manuel de la marine et du commerce maritime. Paris, Deffaux, Lachaud
et Pache. 1868. 8o. (2765 Nos.)
4448.------Eénard, (Léon) I/exposition maritime internationale du Havre.
Zie: Revue moderne. 10 Aoftt 1868. bl. 760—765.                    B. R. L.
4449.------Gaillois, (N.) Les curiosités de 1\'exposition maritime inter-
nationale du Havre. Paris, P. Dupont. 1868. 18».
4450.------L\'exposition maritime internationale. Journal officiel illustré
par Jules Mesnard. Paris, Deffaux, Lachaud et Pache. 1868. folio.
Van dit Journal zijn 12 Nos. verschenen; de uitgave is sedert gestaakt.
4451.------Exposition maritime internationale du Havre.
Zie: 1\'Illustration. 1868. Nos. 1319—1322.
4452.------A. Hoogendijk Jzn. Rapport aan Z.Exc. den Heere Minister
van Binnenlandsche Zaken over de internationale tentoonstelling te Havre
in 1868, betreffende het zeewezen, de visscherijen, enz. Met 3 atbeeldingen.
\'sGravenh., Gebr. Belinfante. 1870. 8». IV en 132 blz.
               B.R.L.
-ocr page 343-
h. Wetgeving op de visscherijen.
(Législalion des péches.)
1. Nederlandsche Wetgeving.— Charters, Resolutiën, Plakkaten,
Ordonnantiën, Wetten en Reglementen.
(Législalion Néerlandaise. ; Charles, Résolutions, Placards, Lois et Réglements.)
a. 1235-1795.
üroot Charterboek der Graaven van Holland, van Zeelanden
Heeren van Vriesland, beginnende met de eerste en oudste Brieven
van die Landstreeken en eindigende met den dood van onze Gravinne
Jacoba van Beijere; zijnde zoo met de verschillende lezingen der onder-
scheidene afschriften, als met eenige korte aanmerkingen opgehelderd,
. verzameld on in orde gebragt door Frans van Mieris. Leyden, bij
Pieter van der Eijk. 1753. 4 dln. folio.
A\'. B.\'sG. — B. L. H. — U.H.—B.R. —R. L.
Chronologisch register op het Vervolg van het Groot Char-
terbock van van Mieris, aanwezig op het Rijksarchief te \'s Graven-
hage. Uitgegeven door het provinciaal Utre\'chtsch Genootsch. van
kunsten en wetenschappen. Utrecht, C. v. d. Post Jr. 1859. gr. 8o.
Bewerkt door A. Elink Sterk.                    B. L. U. — U. H\'. —R. L.
Oorkondenboek van Holland en Zeeland, uitgegeven van wege
de Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Eerste Afdeeling, be-
werkt door Mr. L. Ph. C. van den Bergh. Amst. en \'s Gravenh., Fr.
Muller en M. Nijhoff. 1808, 1871. Dl. I—II, Afl. 1—2. 4o.
K. B. \'s O. ~ B. L.H. —U. H. —B. R.
------Derde afdeeling: Bocrgoensche Charters, 1428—1442, ver-
zameld door Mr. P. A. S. van Limburg Brouwer. Amst. en \'s Gravenh.,
Fr. Muller en M. Nijhoff. 18G9. roy. 8». K.B.\'sG.—B.L.H— U.H.—B.R.
Register van Hollandsche en Zeeuwsche Oorkonden, die in
de Charterboeken van van Mieris en Kluit ontbreken. Ie Afdeeling,
tot het uitsterven van het Hollandsche huis. Amsterdam, C. G. v. d.
Post. 1861. 8o.
                      B.L.H. — U.H.—B.R.— R. L.
Resolutiën van de Staaten van Holland en West-Vries-
land van de jaren 1524- 1794. 278 dln. Generale Indices op de
Resolutiën. 18 dln. Secreete Resolutiën van de Staaten van
Holland en West-Vriesland. 1653—1795. 16 dln. Generale
Indices. 2 dln. Te zamen 314 dln. \') folio.
K. B.\'sG. - B.L. I1.- U.H. Eerste en tweede druk. B.R.
Resolutiën van de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden.
1576—1796. Met registers, folio.
Van 1576—1071 in handschrift; van 1672—1796 gedrukt\'). .
Rijksarchief. — Biblioth. v. d. Tweede Kamer d. Staten Gener.
1672—1796. K. B. \'s G. B. R.
Notulen van de Staten van Zeeland van 1587—1795. 212 dln.
Met geschreven index. 7 dln. folio.
Rijksarchief. K. B. \'sG. Prov. Bibl. v. Zeel. Ie Middelt.
\') Het getal deelen, waaruit de verschillende exx. bestaan, is niet altijd hetzelfde;
bij het eene ex. zijn bij het inbinden sommige jaren gesplitst, bij een ander is dit
niet het geval.
-ocr page 344-
310                             LÉGISLATION NEEULANDAISE DES pêcHES.
Memoriael-boecken des Hofs van Hollandt. De inhoud van
deze „Memoriael-bocckeu". die op het Rijksarchief te \'s Gravenhage
berusten en nimmer in druk verschenen zijn, is te viuden in: Reper-
toriuni van alle de placaleu, octrot/en, ordonnantie», aeten ende andere
munimenten, staende rjhercgislreerl in de Memoriael-Boecken \'s Uofs van
hollandl. Beginnende van den jaere
1513 ende eijndende den 1 December
1623. Ghedruckt in \'tjacr 1624. folio.
                Rijksarchief. B. R.
Eene tweede uitgave, tot 1642 bijgewerkt, verscheen in \'s Gravenhage, bij J.
Verhoeve. 1643. 4».              Rijksarchief, — K. B. \'s G.- B. L. Ü.- B. R.
Nederlandtsche Plaecaet-Boeck, vervattende in twee deelen,
alle de placcaten, ende ordonnantiën, uytghegeven by de Staaten-
Gen erael der Vereenigde Nederlandtsche Provintien, sedert den jare
1581 tot den jare 1644. Tot Amsteldam, by Jan Janssen. 1644.
2 dln. folio.
                                K. B. \'s G. — B. L. H. — B. R.
Hollandts Placcaet-Boeck, begrypendc de voornaemsteplaccaten,
uytgegeeven by de Staten vanHollahdt ende West-Vriesland.
Sedert den jare 1586 tot den jare 1645. Tot Amsteldam, by Jan
Janssen. 1645. 3 dln. 1 bd. folio. K. B. \'s G. B. L. II. — B. R.
Groot Placaet-boeck, vervattende de placatcn, ordonnantiën ende
edicten van de St aalen-Generacl der Vcrecnighde Neder-
landen, en van de Staaten van Hollandt ende "West-Vriesland,
mitsgaders van de Staaten van Zee landt, enz. Bijeenverzameld door
Mr. C. Cau, P. en J. Schellus, Mr. Simon van Lee/uren en Joh. van
der Linden.
Met registers. \'sGravenh., van Wouw; Amstcrd.. J. Allart.
1685—1797. 10 dln. folio. K.B.\'sG.—B.L.H.—Ü.H.—B.R.—R.L.
Groot Placaatboek vervattende alle de placaten, ordonnantiën en
edicten der Staten \'s lands van U trecht. Bijeengebragt en met nodige
registers voorzien door Johan van de Water. Utrecht, J. van Poolsum.
1729. 3 dln. folio. K. B. \'s G. B. L. H. U. H. — B.R. — R. L.
Joh. van de Water\'s Groot plakkaatboek \'s lands van Utrecht
aangevuld en vervolgd tot het jaar 1810 door C. W. Moorrees en
Dr. P. J. Vermeulen. Utrecht, Kemink en zn. 1856—1869.
2 dln. folio.
                                K. B. \'s G. -B. L. H. — U. E.
Groot Gelders placaet-boeck, inhoudende de placaten ende ordon-
nantien, soo by Keyser Kaerle en Coninck Philips, als bydoStaeten
van Gelre en Zutphen, sedert den jaere 1543 uytgegeven. Bijeen ver-
samelt door W. van Loon en 11. Canneqieler. Met register. Nijmegen,
S. van Goor. 1701—1703. Arnhem, \'H. van Goor. 1740. 3 dln. folio.
K. B. \'s G. ~ B. L. H. —U.H.— R. L.
Groot Placaat- en Charterboek . van Friesland, aanvang
nemende met de oudste wetten der Vriezen. Bewerkt door G. F. Bar.
Thoe Schwartzenberq,
Dr. Nic. Tholen en (dl. V)/. F. M. llerbell.
Leeuwarden, W. Coulon. 1768—1782 en (dl. V) by H. Post. 1793.
5 dln. folio.
K. B. \'s G. [Met een gedeelte van dl. VI.] —B.L.H.—U.H.—R.L.
Met alphabetisch register door J. van Leeuwen. Workurn, 1857. gr. 8<>.
(Eerste tot zesde) Placaet-bouck inhoudende diversche ordon-
nancien, edicten en de placaetë van Vlaend ren, ghcpubliceert
\'tzedert den Jaere 1506 tot den jaere 1739. (I—II) The Ghendt by
Anna van der Steene. 1629—1639. (III) The Cihendt by d\'Hoirs van
Jan van den Kerchove. 1684—1685. (IV) Tot Brussel, by Georg
Pricx. 1740. (V en VI). Tot Gendt. by Petrus de Goesin. 1763,1786.
Te zamen 13 dln. folio. (I—VI, met gener. Index op I—V). K. B.\'s G.
(I—IV.) B. L.H. -R. L.
-ocr page 345-
311
NEDEBLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.
Codex Bclgicus ofte de Nederlandtsche, nieuwe soo gheestelijcke
aJs wereltlijcke rechten, ghetrocken uyt de vier placcaet-boecken tot
Gendt, ende Antwerpen uytgegeven. By Ant. Anselmo. Antw., 1649. fol.
B. L. 11. -R. L.
4453.   A°. 1235. Nicolaas van Putten verlijdt Willem Hugo\'s zoon, zijnen
neef, met 8 \'tl\' Holl. uit zijne bede in Putten, of bij gebreke van dien uit
zijne visscherije, ten onsterfelijken leen.
                          23 Junij. No. 356.
Oorkondenboek van Holl. en Zeel. 1\' afdeel. I, bl. 196.
4454.   1249. Hendrik van de Lek geeft aan het üuitsche Huis te Utrecht
50 fi.\' Holl. uit zijne visscherij (piscina) Potterstale.
           9 Aug. No. 497.
Oorkondenboek van Holl. en Zeel. Ie afdeel. I, bl. 266.
4455.   1249/50. Heinricus heer van Voorn, geeft aan Jacob van Pemis
in erfleen de Stalen bij Matenesse en van de haven te Pernesse in de
Merwede tot Scoenreloe.
                                          Mense Januar. No. 501.
Oorkondenboek van Holl. en Zeel. Ie afdeel. I, blz. 268.
4456.   1256. Elorens, Voogd van Holland, geeft wetten en keuren aan
het platteland van Zeeland: o. a. Van boomgaarden ende vischerien. Wie
so gaet in yemants boomgaert of Viscerien, sonder oirlof, hy sal enz.
van Mieris. I, blz. "312. 23 Oct.
Vernieuwd en geamnliëerd in 1496 en 1515 \'Zie: Keure van Zeeland. 1682. 4o.
4457.   1268. Eloris en Wolfert, heeren van Cattendijk, zonen van Wolfert
van Alfen, schonken de visscherij te Monsterhoek aan de Abdij ter Does.
Oorkondenboek van Holl. en Zeel. Il, bl. 76.           22 Aug. No. 171.
4458.   1274. De proost van S. Salvator te Utrecht geeft in erfpacht aan
het Kapittel de visscherijen in den IJssel tusschen Gouderak en IJsselmonde,
en in de Lek van Schoonhoven tot boven Schonenberg.
                 22 Junij.
Oorkondenboek van Holl. en Zeel. Ie Afd. II, bl. 118. No. 271.
Regisier van Holl. en Zeeuwsche oorkonden, bl. 76.
de Geer, Bijdr. t. d. geschied, en oudh. v. Utr. bl. 363.
4459.   1276. Graaf Eloris V verklaart, dat, daar hem de visscherij in alle
Wateringen toebehoort, hij Gerard van Watheringe de visscherij voor de
sluizen in het ambacht van Vlaardingen geeft.
                            8 Eebruarij.
Oorkondenboek van Holl. en Zeel. Ie Afd. II, bl. 123. No. 307.
Register v. Holl. en Zeeuwsc/ie oorkonden, bl. 78. Handvesten v. Vlaard. bl. 379.
4460.   1281. Graaf Eloris V vidimeert verschillende brieven rakende de
gift van Albrandswaard, met de visscherij en het hooge en lage geregt aan
de abdij ter Does.
                                                                                No. 441.
Oorkondenboek van Holl. en Zeel. II, bl. 196.
4461.   1285. Guy, graaf van Vlaanderen, geeft aan Jan van Maalstede,
ridder, en zijne erven den wind, (Ie monuage) van Hulst met de visscherij
en het goed van Scelveringhe voor eene jaarrente van 70 ffi. Met het revers
van J. van Maalstede.
                                                                         25 April.
Register van Holl. en Zeeuwsche oorkonden, bl. 100.
4462.   1290. Graaf Eloris V geeft aan Gherryt van Velzen, die reeds de
helft der visscherij in den Zaande bezat, ook de andere helft in leen.
Register van Holl. eu Zeeuwsche oorkonden, bl. 114.\'                20 Junij.
4463.   1295. De Koning van Engeland, geeft aan die van Holland, Zee-
land en Vriesland, dat ze ongehinderd en vrij mogen visschen in zijne zee
bij Jernemuth (Yarmouth.)
                               eau Mieris. I, 566. 28 Sept.
Gr, Place-boek van Friesland. I, 128.
4464.   1310. Uitspraak van Willem, Graaf van Holland, over het verschil
tusschen Hendrik, Burggraaf van Levden, en de Heemraden van Sparen-
d&mme gereezen, over de visscherije Wendeldijk geheeten.
van Mieris. II, 115, 116. 27 Dec.
-ocr page 346-
312                             LÉG1SLATI0N NEERLANDAISE DES PÊCHES.
4465.   A°. 1316. De Graaf bekent, dat Jan van Rosenborch.de visscherije
te IJsselmonde van hem gekogt heeft.
           van Mieris. II, 167 25 Jan.
4466.   1326. De koningin van Engeland en haar zoon Eduard bekennen,
dat de Graaf van Holland hen 14o\' Haringbnizen en acht hulken tot
hunnen dienst en hulpe geleend heeft, belooven de schade te vergoeden, enz.
van Mieris. II, 393. 2 Aug.
4467.   1333. De Graaf beveelt Huge Jansz. van Hillegom zijnen visch te
Katwijk te bewaren.
                                       van Mieris. II, 547. 9 Oct.
4468.   1340. Willem, Graaf van Holland, doet uitspraak over het verschil
van de Vischmarkt en oordeelt, dat die te Katwijk mag gehouden worden.
van Mieris. II, 629. 4 Jan.
4469.   1341. Graaf Willem gebiedt aan die van Dordrecht, Rotterdam en
Schiedam, de Staalen uit de stroomen en wateren te trekken, „want wy
ter waerheyt vernomen hebben dat onse stroom ende onse wateren alle
vijscheloes woerden."
                                van Mieris. II, 646. 12 Maart.
4470.   1342. Graaf Willem geeft aan die van Naarden de Stapel der
visschen, welke tusschen de Vecht en de IJsscl gevangen worden.
van Mieris. II, 656. 28 Mei.
4471.   1344. De Graaf stelt te Brouwershaven de vrije Haring markt.
van Mieris. II, 688. 23 Nov.
4472.   1355. Hertog Willem bevestigt de Vischmarkt te Naarden van alle
visch, die in Holland, Kenneraerland en Vriesland aan land gebragt wordt.
van Mieris. II, 826. 19 Jan.
4473.   1357. De Hertog geeft aan die van Hcusden. zeker voorrecht van
Stapel, of opslag van den visch, welke naar boven gezonden wierdt.
van Mieris. III, 28. 28 Aug.
4474.   1359. Hertog Albert maakt Engel, Wolbrantszoon, tot zijnen
vischkooper.
                                           van Mieris. III, 93. 25 Mei.
4475.   1369. De Heer van Hoorne en van Altena beleent Wouter van den
Wale met de visscherije voor Barendrecht.
         van Mieris. III, 242. 8 Julij.
4476.   1380. Uitspraak van Hertog Albert over den twist tusschen den
Graave van Blois en den Heer van Egmond, betreffende de visscherijen van
Nieuwertogt en Roxvliet.
                     van Mieris. III, 361, 362. 5 Jan.
4477.   1385. Hertog Albert, geeft Reinier, Klaaszoon, in erfpacht de
visscherije bij Rotterdam van den Nieuwendijk tot den Oudendijk, de oude
Rotte en de helft van de nieuwe Rotte. van Mieris. III, 426. 29 Aug.
4478.   1388. Hertog Albert verpacht den Heer van Egmond en van IJsseU
stein de visscherijen van den Hoefsloot, van Langelaan en de binnenwateren
Geestman-ambacht.
                                      van Mieris. III, 496. 21 Julij.
4479.       » De Markt van de visch van Katwijk op den Rijn verplaatst
tot Katwijk aan de Zee.
                    van Mieris. III, 498, 499. 10 Aug.
4480.       // Hertog Albert verpacht aan Willem Zuurmont, Schout van
Rotterdam, de Spuye en al de Sluizen in de vrijheid van Rotterdam, op zeekere
voorwaarden te bevisschen voor driejaren, van Mieris. III, 503. 4 Oct.
4481.   1390. Hertog Albert bevestigt den koop van de visscherije, in de
Merwede door den Abt van Emerstein. van Mieris. III, 567. 6 Aug.
4482.       ii Hertog Albert geeft zijne visscherije tusschen Schie en de
oude vrijheid van Deltt enz. in erfpacht aan Dirk van Poelgeest.
van Mieris. III, 568. 7 Sept.
4483.       u Hertog Albert geeft de visscherije te Bodegrave in erfleen
aan zijnen geweezen Tresorier.
                    van Mieris. III, 572. 15 Nov.
-ocr page 347-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    313
4484.   A°. 1392. Uitspraak van Hertog Albert over de visscherijen tusschen
het laad van Altena en van Arkel.
              van Mieris. III, 586. 3 Jan.
4485.   1393. Hertog Albert geeft aan die van Purmerkerspel de vogelerij,
visschery enz. te gebruiken.
                      van Mieris. III, 597. 6 Junij.
4486.       « Als boven aan eenige dorpen van Waterland.
van Mieris. III, 599. 6 Aug.
4487.   1394. Uitspraak van Hertog Albert over het verschil der visseherijc
in de Donge.
                                              van Mieris. III, 605. 7 Febr.
4488.   1395. Hertog Albrecht geeft order de Stalen of en delen in de
stroomen of wateren van Holland en Zeeland gesteld, uit te trekken, uit
aanmerking van de schade welke daardoor aan de visscherij werd toegebragt,
met bepaling dat voortaan niet dan met drijfnetten zal mogen gevischt worden.
van Mieris. III, 51. 630. 13 Junij.
4489.   1398. Hertog Albert schenkt aan die van der Goes, om hunne armoede,
het pond ge ld van den visch.
                   van Mieris. III. 667. 26 Febr.
4490.  1400. Hertog Albert verhuurt en verpacht op zekere voorwaarden
aan de stad Haarlem zijne visscherije.
         van Mieris. III. 723. 12 Julij.
4491.   1402. Hertog Albrecht verklaart den Heer van Gaasbeek, als Heer
van Putten, geregtigd tot de visscherij op \'s Heeren stroom, om en nabij laatst-
genoemde Heerlijkheid gelegen.
               van Mieris. III. bl. 754. 5 Febr.
4492.   1409. Hertog Willem geeft verscheidene voorregt en aan Amsterdam,
als: het gebruik van die visscherien van den tween S#luysen, binnen haeren
vrijhede ghelegen, die wij voortijds Helmich van Doornick en Willem Bggert
ghegeven hadden, enz.
                                van Mieris. IV. 123. 15 Julij.
4493.   1410. Philips, Heer van Wassenaar, bekent van de stede van Delft
voldaan te zijn, voor de visscherije in de Schie binnen zijne Heerlijkheid
van Ketel Ambacht.
                                     van Mieris. IV. 144. 28 Mei.
4494.   1415. Hertog Willem verbiedt het visschen met netten of korven
buitendijks, binnen een afstand van 10 roeden van de sluizen van Schouwen.
van Mieris. IV. 316. 8 Maart.
4495.       H Hertog Willem verpacht aan die van Koedijk, en van Vroon
alle zijne Vroonlanden in Kennemerland en Westvriesland voor duizend
goude kroonen \'sjaars, mits de dijken, enz. van Mieris. IV. 320. 22 Maart.
4496.       // Hertog Willem verhuurt de visscherije en de wateren, die
men \'t Vroon heet, tusschen Haarlem en Leyden om 170 ponden \'sjaars.
van Mieris. IV. 341. 24 Julij.
4497.       ii > Hertog Willem verhuurt de visscherije van de Walen tus-
schen de stad Amsterdam en de Yppensloot aan het Gasthuis van St. Maria
en St. Niclaas.
                                    van Mieris. IV. 345, 346. 27 Sept.
4498.   1417. Vrouwe Jacoba bevestigt Helmich van Doornick in deleenen
van.......en visscherijen van Vlaardingen. van Mieris. IV. 404, 405.18 Julij.
4499.   1418. Vrouwe Jacoba beleent Reynout van Brakcl met de vissche-
rijen in den Holensloot, tusschen Sparendam en de stad Amsterdam.
van Mieris. IV. 452. 24 Jan.
4500.       » Vrouwe Jacoba verleit op Philips, bastaard van de Lek, het
Ambacht van Monsterkerk , met wind, veen, visscherije, enz.
van Mieris. IV. 464. 28 Febr.
4501.   1420. Philips, Heer van Wassenaar, geeft het Burggraafschap over
aan Jan, Hertog van Beijeren, behoudende alleenlijk den burg en de visscherije.
van Mieris. IV. 556. 18 Aug.
-ocr page 348-
314
LEGISLATION NEERLANDAISE DES PECHES.
4502.   A°. 1423/24. De Hertog verset aan Aert van Egmond, voor 100
schilden, de Ambacktsheerlijkheid van Zoetermeer met visscherijcn, enz.
van Mieris. IV. 709, 710. 21 Pebr.
4503.   1424. Hertog Jan van Bcijere beveelt, dat men de Harington-
nen, die op \'t land te klein gemaakt wierden, op haare behoorlijke groote
maaken en in de steden doen eiken zal. van Mieris. IV. 728. 4 Julij.
4504.        ii Hertog Jan van Beijere stelt orde op het beeter en vroeger
kaken van den Haring in Zeeland op zoekere boete.
van Mieris. IV. 739. 19 Oct.
4505.   1433. Verbod van Hertog ïilips om te visschen in de sluizen voor-
tijds gepacht door Veenhuizen, Grootebroek. Hem en Wijdenisse. 30Sept.
Boergoensche Charters, bl. IS. — Ie Memoriaal Rosa. bl. 134 vs.
4506.   1434. Hertog Filips verbiedt de „Woesteren" te visschen, te van-
gen of te bederven, die op nieuw door de lieeren van Borselen en van Vere
in Zeeland gezet zijn.
                                                                            16 Nov.
Boergoensche Charters, bl. 23. — Xa Memoriaal Rosa. bl. 195 vs.
4507.   1439. Ordonnantie van Hertog Klips op de kaapvaart endebevei-
liging der haringvisscherij. — Het zouten van den haring. 9 Julij.
Boergoensche Charters, bl. 51. — 4e Memoriaal Rosa. bl. 25 vs.—26 vs.
4508.        u Aanstelling van den Baljuw van Schiedam en twee anderen
tot ontvangers van het lastgeld op de haring van do buizen, die van be-
oosten de Maas komen.
                                                                         26 Aug.
Boergoensche Charters, bl. 52. — 4e Memoriaal Rosa. bl. 30 vs.
4509.   1440. Confirmatie van den verkoop van de visscherij en sluizen te
Weer, door Gerrit van< Zijl aan den Heer v. Montfoort.
              29 April.
Vervolg op van Mieris.
4510.        « Ordonnantie tegen het visschen met verboden vischtuigin
Waterland en Friesland.
                                                                       21 Junij.
Boergoensche Charters, bl. 57. — 5e Memoriaal Rosa. bl. 91 vs.—92 vs.
4511.        " Overeenkomst van de steden van Holland en Zeeland tot het
uitrusten van vier convooischepen voor de haringvisscherij. 2 Aug.
Boergoensche Charters, bl. 57. — 4e Memoriaal Rosa. bl. 58 vs.—59 vs.
4512.        // De Hertog van Bourgondié maakt nadere bepalingen nopens
het lastgeld, dat, ter bekostiging van convoy, op den Haring in Zeeland
moest worden geheven.
                                                                          18 Aug.
Vervolg o]) van Mieris.
4513.        // Bepaling dat die uit Holland ten Haring varen van ieder
last een rijder voor convooigeld zullen betalen.
                                 22 Aug.
Vervolg op van Mieris.
4514.        // De Hertog bevestigt de uitspraak zijner Raden, aangaande
de verschillen hangende tusschen Willem Heer van Schagen en de ingezetenen
van Schagerkogge en Nicdorperkogge, over de betaling van den huur of den
pacht der visscherij in gemelde koggen.
                                             23 Aug.
Vervolg op van Mieris.
4515.        /\' De Hertog stelt  orde, dat de Haringbuizen den haring
niet buitenslands aan vreemden
   mogen vcrkoopeii, maar in de steden van
Holland moeten brengen.
                                                                   . 22 Sept.
Boergoensche i hariers. bl. 59. — 5e Memoriaal Rosa. bl. 116—117 vs.
Vervolg op van Mieris.
4516.   1442. Die van Harderwijk schrijven aan de steden en eilanden van
Holland, welke naast aan de Zuiderzee gelegen waren, over het verschil met
die van Naarden, wegens den stapel van den visch.
                  13 Oct.
Boergoensche Charters, bl. 68.
Vervolg op van Mieris.
Schrasseri, Beschrijving van Harderwijk. I, 186.
-ocr page 349-
NEDEB.LANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    315
4517.   A°. 1442. De Hertog van Bourgondië bevestigt het S t a p e 1 r e c h t
van de viscli, tusschen do Vecht en den IJssel, aan de Zuiderzee, ten
behoeve der Stad Naarden, als een oud privilegie.
                             14 Oct.
Boergoensche Charters, bl. 68.
Vervolg op van Mieris.
Schrassert, Beschrijving van Harderwijk. I, 187.
4518.   1443. Arnout, Hertog van Gelder, verklaart zijn misnoegen over
het Stapelrecht van den visch, dat te Naarden is aangevangen en be-
paalt, dat de opslag van visch, die landen zal tusschen Muiden en Kampen,
alleen te Harderwijk moet plaats hebben.
                                          3 Maart.
Vervolg op van Mieris.
4519.        // .Kwijtschelding door die van Harderwijk aan die van Naarden.
Vervolg op van Mieris.
                                                                    5 Junij.
4520.   1441. Belasting op den Haring, welke te Vlissingen gebragt en
verkocht wordt tot onderhoud van de havens, enz.
                         20 April.
Boergoensvhe Charters, bl. 75.
Vervolg op van Mieris.
4521.   1415. De Hertog van Bourgondië regelt de Haringvisscherij
voor die van Holland en Zeeland, alsmede het zouten, enz.
             5 Julij.
Boergoensche Charters, bl. 82.
Vervolg op van Mieris.
4522.   1448. Henrik, Heer van Montfoort. wordt beleend met.........
en met de visscherij in de Holensloot, tusschen Sparcndam en de stad
Amsterdam.
                                                                                             27 Junij.
Vervolg op van Mieris.
4523.   1451. De Hertog stelt orde dat die van Leyden in de pacht der
Vroon-wateren niet verkort worden.
                                                 Junij.
Vervolg op van Mieris.
4524.   1456. De Hertog verpandt aan die van Leyden de renten van het
Vroon aldaar, zeker land te Catwijk en de visscherij van Overrijn. lfiSept.
Vervolg op van Mieris.
4525.        // Hertog ïfilips verbiedt zijnen rentmeesters de buitengewone
voordeelen té ontvangen, welke zij van de verpachtingen der Graaflijkc
domeinen, tienden, visscherijen, enz. genoten.
                                12 April.
Soergoensche Charters, bl. 112. Rood-register A. 61—62.
4526.   1458. Op cenc boete van drie ponden bevolen, dat niemandeenige
ruigte omtrent de kanten der meeren en wateren van de stad Leyden snijden
of weghalen zal, als schadelijk voor de visscherij, aan die stad ten eeuwige
dage verpacht.
                                                                                         29 Julij.
Vervolg op van Mieris.
4527.   1459. Karcl van Bourgondië schenkt de visscherij onder het ambacht
van Pernis in jaarlijksche erfpacht aan het Dominicaner klooster te Rotterdam.
Vervolg op van Mieris.                                                                 12 April.
4528.   1460. Karel, Graaf van Charlois, verbiedt het bevisschen van som-
mige wateren in de Heerlijkheid van Strijen.
                                   24 April.
Vervolg op van Mieris.
4529.   1461. Hertog Filips geeft aan die van Randorper-Kerspel de voge-
lary, visschery, sluizen en wind.
                                                        10 April.
Boergoensche Charters, bl. 125. Archief van Waterland.
-ocr page 350-
316                            1ÉGISLATI0N NÉEBLANDAISE DES pêcHES.
4530.   Ao. 1468. Bepalingen van het verdrag van Peronne, houdende dat de
goedoren den Hollanderen, Zeelanderen enz. ontnomen, in hun geheel zullen
worden wedergeven, en dat de Haringvaart, zoo in Holland, Zeeland
en Braband, als in Bologne en Vlaanderen, volkomenlijk voortgang zal
hebben. (In het fransch.) ""
                                                                   14 Oct.
Vervolg op van Mieris.
4531.   ! 469. Mandement van den Raad des Hertogs in zijne landen van
Holland, Zeeland en ÏYiesland, bevelende dat Luyde Smaelszopn van Ylpen-
dam satisfactie zal geven aan Michiel Adriaanz., kastelein van Purmerend,
wegens het visschen met netten van te kleine mazen.
              8 Pebr.
Vervolg op van Mieris.
4532.   1473. Beschikkingen van den Hertog, betreffende de pont geld en
en het mijnen van den visch binnen Rotterdam
                                28 Mei.
Vervolg op van Mieris.
Boergoensche Charters,
bl. 145.
4533.   .1476. Remonstrantie hoe grootelijks den lande gelegen is aan de
visscherij van den Haring enz. overgeleverd by die van den Brielle aan
den Raad van Mechelen.
Vervolg op van Mieris.
4534.   1478. Verordening omtrent de munt, met welke men de tienden
en de erfpacht van de sluizen en visscherijen in Drechterland zal betalen. Pebr.
Vervolg op van Mieris.
Boergoensche Charters,
bl. 155.
4535.   1479. Verkoop van de domeinen en Graaflijke inkomsten, visscherij
en tienden aan de Regulieren van Eemstein in Zwijndrecht, tot dekking der
oorlogskosten.
                                                                                      25 Maart.
Boergoensche Charters, bl. 159. Groen-register, bl. 144—45.
4536.   1480. Maximiliaan en Maria schenken de visscherij in het Sloter-
dijkermeer aan de kerk van Sloterdijk.
                                            20 Maart.
Vervolg op van Mieris.
4537.        ii De Hertog en vrouwe Maria beleenen Wouter Janszoon met
het veer en de visscherij te Maastricht.
                                              27 Mei.
Vervolg op van Mieris.
4538.        // Wouter Janszoon bekent, dat hij die visscherij niet voor
zich, maar voor de stad van der Goude beleent heeft.
                     12 Aug.
Vervolg op van Mieris.
4539.   1488. Voorsieninge, gedaan by Recht ende Raad in Westergoo,
op de Visscheryen in en omtrent de Taeke- en Lerasterzyl.
Gr. Placc.-toek v. Friesl. II, bl. 743.
4540.   1495. Ordonnantie ende verclaringhe opte onderhoudenisse van de
ghemeene coopmanschappe van de Haringh tonnen, al dat daer aen cleeft,
dat voorts alle Jaers soo langhe alst noot is op Sounersdagh Trinitatis, die
ghedeputeerdon van den Haringh-vasrt met die van Ceulen ende andere over-
lantsche steden in den Hage sullen compareren.
                               24 Junij.
Eerste Memoriaelboek van hei Hof van Holland, fol. 451.
4541.       " Tractaat tusschen Hendrik VII en Aartshertog Philips,
raeckende de visschers, inghesetcne van Syne Majesteyt van Spaignen, ende
van groot Bretaignien
Anselmus, Codex Belgicus. bl. 240.
4542.   1512. Placcaet op de mate ende grootte van de Harinek tonnen.
29 Mey.
Ie Place-boek v. Vlaend. bl. 345. Anselmus, Codex Belgicus. bl. 92.
-ocr page 351-
NEDEB.LANDSCHE WETGEVING OP BE VISSCHEB.IJEN.                    317
4543.   Ac.1516. Placaet. dat een yegelyck die eenige Visscherijen ofte aen-
wassen occuperen in den Grooten verdroncken Waert, van Zuyt-Hollandt,
hare titulen sullen overbrengen in handen van seeckere Commissarissen. 4 Junij.
Gr. Place-boek. II, bl. 2961. Placaet op \'t selve subject. Ao. 1616. Gr.
Place-boek
II, 2963.
4544.   1517. Ordonnantie bij den Stadhouder ende Raeden in Hollant bij
provisie ghemaokt opt branden van de Haringh-tonnen ende packen
van den Haringh etc. opte Cuypers, Keurmeesters ende Stierluyden, opt
brengen vant Zout en de hantieringhe van den Haringh.
          12 Februari.
Eerste Memoriaelboek van het Hof van Bolland, fol. 171.
4545.   1519. Placcaet ende Ordonnantie op \'t stuck van der Haringh-
vaert, \'t branden van de tonnen en het zouten van den Haringh, wesende
seer groot.
                                                                                               18 May.
Derde Memoriaelboek van het Hof van Holland, fol. 114 verso.
4546.   1521. Tractaet ghemaeckt tot, Calais tusschen die Keyserlyke Majes-
teyt ende den Coningh van Vranckryck op \'t stuck van de Visscherye
ende \'Zeevaart, mitte missive daerop dienende.
                                   13 Oct.
Tweede Memoriaelboek van het Hof van Holland, fol. 104.
4547.   1522. Ordonnantie op \'t stuck van de Haring-vaert. 3 Aug.
Tweede Memoriaelboek van hel Hof van Holland, fol. 250.
4548.   1524. Mijne Heeren van den Kade ook te beschrijven de kleine
steeden op de saufconduiten en visscherije.
                         31 Jan. O. R.\')4.
4549.        » Ambassade na Engeland, ook geinstrueert om met Enge-
land en Vrankrijk te accordeeren opten Harinkvank en visscherij.
10 Febr. O. R. 6.
4550.   1525. Appel van Leyden om de kosten der oorlogschepen tot be-
scherming der Haringbuisente vinden op het lastgeld. 26 Mey. O. R. 13.
4551.   1526. Rapport uit Frankrijk dat men sal visschen en op saufcon-
duit vaaren ter koopmanschap.
                                               17 Junij. O. R. 14.
4552.        « Hoeveel de Reeders der Har ing buis en voor protcxiegeld
geld te betaalen hebben.
                                                          26 Julij. O. R. 18.
4553.        // Hoe te vinden de noodige ses duizend guldens ter protexie
van de visscherij.
                                                                       26 Julij. O. R. 18.
4554.        // De Gedep. van verscheyde Steeden de 20 stuivers per hoofd
als nog negeerende, daarvan nader rapport te doen.
          3 Aug. O. R. 19.
4555.        // Hoe Haring te zouten en te vangen en wanneer.
9 Maert. O. R. 35.
4556.        n Te communiceeren mitte Gedeputeerden van de vier leden
van Vlaanderen over het zouten van den Haring voor St. Jacob.
12 Maert. O. R. 36, 37.
4557.        n Different tusschen Holland en Zeeland met voorsz. van vier
leeden over het voorsz. subject.
                                       12 Maert. O. R. 37.
4558.        // Reedenen van onbedugt zijn over het zouten van Haring
door de Franschen.
                                                            12 Maert. O. R. 37.
4559.        // Defensie voor die van Vlaanderen dat den vroegen Haring
om geen agt pond groot hebben gegeeven; willen daarover met communi-
ceeren met Holland.
                                                          12 Maert. O. R. 37.
\') De letters O. R. en N. K. bcteekencn eerste en tweede druk van de "Rcsoluüèn
der Staten van Holland en West- Vriesland.
-ocr page 352-
LÉGIS1ATI0N NÉ1RLAKDAISE DES PÊCHES.
318
4560.  A°. 1526. Different tussclien dio van Holland en Zeeland met die
van Vlaanderen over de neering van den Haring. 12 Maert. O. R. 38.
4561.       H Ordonnantie te maaken op het Garen, daar men de netten
af breid.
                                                                     12 Maert. O. R. 39.
4562.       ii Advis der Steeden over het in tonnen zouten van den
Haring.
                                                                     12 Maert. O. R. 39.
4563.   1527. Te rapporteeren ieders schaaden van der Staalen tot voor-
siening van het versmooren van visschen in dezelve. 8 July. O. R. 42.
4564.       » Om de Stallen uit de Maze te doen, tespreekenmet dege-
intresseerden en steeden tot voorkoming der scaden. 16 Aug. O. R. 45.
4565.       " Over de Staalen de officiers van Nassau te spreeken, of
in het consenteeren der beede verwerven soo in de Netten op de Zuyderzee
als in de Meeren.
                                                         4 Sept. O. R. 40.
4566.       " Mijn Heer vermaant om de Staalen te hebben uitten wa-
teren, daarvoor tot behoef van den keizer gevraagd 5000 guldens.
20 Nov. O. R. 53.
4567.       » Van de vischstaalon uitgesteld tot het consent van een
beede tot behoef van don keizer.
                                   14 Jan. O. R. 58.
4568.   1528. Wat te doen tot vordering van de visscherij en visschers.
7 Mey. O. R. 76.
4569.       n Met Vlaanderen, Zeeland en Braband getraoteert over de
Harinkvank.
                                                      7 Mey. O. R. 79, 80.
4570.   1531. Placcaet, annopendc der lynghde van den Bretoensche
Alloenen ende gaerne (voor zeilen en netten).
                         9 Aug.
ie Place.-boek v. Vlaend. bl. 346.
4571.   1532. Placcaet dat niemandt en sal moghen visschen op ter Mase
van der Putte voor de Loene by Rotterdam, tot in \'t diep van de zee,
sonder hem by den Vroonmeester eerst te doen opschrijven.
             5 Oct.
Eerste Memoriaalboek van Mr. Jan de Jonghe. fol. 141. (1544) 11 Jan.
Eerste Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 79. (155]) 17 Nov. Derde
Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam.
fol. 153. Eerste Memoriaalboek van
Mr. B. Ernst.
fol. 49, 178. Gr. Place-boek. II, 2065.
4572.   1533. De Coninginne voorgehouden, dat gelijk die van Vlaanderen
moogen visschen, sulks ook by die van Holland geschiede, want die van
Zeeland ook ten Haring vaaren.
                      29 Mey. O. R. 206, 207.
4573.  1535. Placcaet hoe men sich in zee reguleren sal, aengaende den
Harinckvanck.
                                                                        26 July.
lo Place-boek v. Vlaend. bl. 348. Anselmus, Codex Belgicus. bl. 92.
4574.   1536. Geaccordeert ses duisend gulden over het land om toe te
reeden ses scheepen van oorlog ter defensie der Haringbuisen om te
visschen.
                                                                     8 Aug. O. R. 263.
4575.       /\' Twee placcaten, \'tcene interdicerende van niet ten Har ingh
te vaeren voor seokeren tijde, en \'t andere van niet oostwaerts te vaeren,
voor de scheepen van oorloghe geèquipeert ende \'t zeyl gegaen syn; beide
geëmaneert in Junio 1536.
Tweede Memoriaalboek van Mr. Jan de Jonghe. fol. 43—44.
4576.       r Placcaet daer by syne Ma*, die van den Haringhvaert
asseureert in goede ghetrouwe seeckerheyt dat gheduyrende die oorloghe
die visscherye van den Haringhvaort ghedacn sal worden, soowel by syne
ondersaten van dese Nederlanden als by die van den Coningh van-Vranckryck
als sy ghewoonlyck syn sonder eenighe suspitie of vresen.
            18 Sept.
Tweede Memoriaalboek van Mr. Jan de Jonghe. fol. 62 verso.
-ocr page 353-
NEDETILANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   319
4577.   A°. 1536. Placcaet omme te moghen lichten vyff schellinghen Vlaems
op elck last harings tot betalinghe van de equipagie van 6 schepen van
oorloghe.
                                                                                              5 October.
Tweede Memoriaalboek van Mr. Jan de Jonghe. fol. 117.
4578.   1537. Saufconduiten aan de ondersaaten van Frankrijk en den Kcyser
om daarop te visschen.
                                                   18 April. O. R. 279.
4579.        » Deliberatie op het cquipeeren van scheepen tot protectie van
de visscherij en Haringvaart.
                         11 Junij. O. R. 281, 282.
4580.       // Eenige der Watersteeden de contributie refuserende omdat
de meeste schepen saufconduiten en paspoorten hadden gehaald, blijftagter.
30 Junij. O. R. 283, 284.
4581.   1539. Placcaet houdende verbod dat niemandt en mach lanckx de
costen van de zee noch op het Vlae-mane visschen.
                       19 Meert.
Placc.-boek v. Vlaend. bl. 351. Anselmus, Codex Belgicus. bl. 240.
4582.        » Placaat, dat niemand met Hiouwen mag visschen, nog
Aal vangen als in hun eigen wateren, en met stilstaande instrumenten. 18 Aug.
Gr. Placc.-boek v. Friesl. II, bl. 704.
4583.   1540. Rapport hoe tot veragtering van \'s Keysers petitie moet
strekken het weinig reguard op de protectie der Haringbuisen.
22 Julij. O. R. 307.
4584.       // Dit nader aan den Keyser te remonstreeren, want den Koning
van Schotland die Haringvank interdiceert.
             15 Sept. O. R. 308.
4585.       // De propositie desweegens is elk bij geschrifte gegeeven.
4 Oct. O. R. 309.
4586.   1542. Ordonnantie raeckendc de visscherijen, op de Rcviere van
Gendt.
                                                                                    27 Jan. 24 April.
2e Placc.-boek v. Vlaend. bl. 790 , 793. Anselmus, Codex Belgicus. bl. 240.
4587.        " Placaat verbiedende den uitvoer van visch,,die in soete wateren
gevangen wort binnen onsen Lande van Friesland.
8 Maart. 1542. Vernieuwd 9 Maart, 1563.
Statuten, Ordonn. en Costumen v. Friesl. Leeuw. 1693. bl. 277.
4588.        // Den Heer van Beveren als Admiraal, heeft gezonden een
opening om te visschen ten Haring, overgenomen by de steeden; tot 24
Augusty weder in de Herberg.
                                      17 Aug. O. R. 343.
4589.   1543. Dagvaart van de groot-e en kleine steeden en dorpen langs
de zeekant hen met visschen geueerende, om te vinden manieren, hoe men
die Francoisen voor het landrovende en pileerende, van daar sal verdrijven,
en waar die penningen daartoe te vinden.
                  14 Junij. O. R. 357.
4590.   1544. Die van Schiedam het conceptop de toevaarding der Bu isen
ten Haringvaart goedvindende, daarop de authorisatie van den Raad
te vraagen.
                                                                         20 Mey. N. R. 30.
4591.        // Haare Buisen ter zee als voorleedcn jaar te beveiligen.de
Staaten genegen haar buiten \'s Lauds kosten te helpen! 20 Mey. N. R. 30.
4592.   1544. Placcaet ende ordonnantie op \'tstuek vandeHaringvaert,
daerbij gheordonneert wort, dat alle personen, hen voortaen verhuyrende
metten stierluiden totter Haringvaert, verbonden sullen syn haer dienst en
werk te volbrengen, etc.
                                                                      21 Juny.
Eerste Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 49. verso. Vergelijk:
Vijfde Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 45.
-ocr page 354-
LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PECHES.
320
\'
4593.   A°. 1514. Bij acte van de Rekenkamer worden aan Adriaen Matthijs
dochter c. s. te Rotterdam, voor den tijd van tien jaren, verpacht, de vis-
scherijen met zegenen, drijfnetten enschuttingen, in alle de stroomen
en wateringen van Beoosterscheld in Zeeland. Met kaarte (of omschrijving.)
30 July 1543, 31 Maart 1544.
Notulen v. d. Stalen v. Zeeland. 1752. II, bl. 119, 121.
4593«. // Ter begeerte van Rotterdam en Schiedam, buiten naam
der Staaten een request aan den Keyser geeven, om, bij tracteeren met de
Schotten, ook te bedingen de Hollandsche visschers met haare goederen bij
die van Schotland gevangen.
                                         9 Dec. N. R. 66.
4594.       ii Den Stadhouder te versoeken provisie, dat de visschers
ter Dogge vaaren; daarop Apostil belooft. 24, 27 Dec. N. R. 70, 71.
4595.   1545. Mr. ïloris en den advokaat aan den Stadhouder en Koningin
te vervolgen, dat Holland van de negocie en visscherijenietgefrustreert blijvc.
4 Maart. N. R. 85.
4596.       / Den advocaat met Hoogaarden en den Pensionaris van Schie-
daiu verhalen Schoorl de geresolueerde sollicitatie aan den Keyser ora een
stilsaat met de Schotten, zijnde hier de tijd van te Dogge, ten Haring
en in Noorwegen te vaaren; daarover bij den Stadhouder na Brussel te
reisen.
                                                                         5 Maart. N. R. 87.
4597.       " Bij ons het voorsz. den Stadhouder vertoond, was hem leet.
dat, mits zijn siekte, ons niet meer kon helpen, seide, de meeste swarig-
heid was met de Engelschen, soekende Schotland niet anders als alliantie
met den Keiser, gaf ons brieven van recommandatie aan de Koningin.
7 Maart. N/R. 87.
4598.       // Negoliatiön over hetzelfde onderwerp. 4 April. N. R. 88, 89.
4599.       » Dag tot nader deliberatie met de Watersteeden. hen genee-
rende met de Haring-ver ren deels tot remedie tcegens de fauten daarin.
16 April. N. R. 140.
4600.       " Placcact waerby wort ghestatueert. dat men niet en vermach
te visschen, dan met eenigerhande gewant, nauwer dan van vyff volle
ghemeyne zee-lieden duymen.
                                                        30 Sept.
lo Placc.-boek v. Vlaend. bl. 354. Anseham, Codex Belgicus. bl. 240.
4601.   1546. Placcact ordonnerende dat als die Haringhschepen in
see op haer neeringhe ghecomen syn, de stierluyden ghehouden sullen syn
haer achtersouck ofte bulésane t\'eysschen, enz.
                               9 July.
Eerste Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 198.
4602.       /\' Op het advis noopens de visscherij van deZuiderzee,
bij den advocaat een missive van den Raad aan den Koning verkreegen,
dat men om \'s Keysers placaat in Overijssel geplubliceert van niet te mogen
visschen als met netten van bepaalde masen, hetsclve onder de Landen van
Overijssel niet kan veranderen.
                       6, 13 Aug. N. R. 150, 151.
4603.   1547. Den advocaat versoekt Assendelft van den Hr. van Beveren
te vernemen wat de visschers teegens de Haring vaart noopens de Schotten
en andere vijanden doen souden; dat aanneemt.
                2 Mey. N. R. 184.
4604.       // Op het schrijven van den Koning om de Steeden der vis-
scherije en Haringvaart voor te houden de tiende Buys tot een oorlogschip
te maaken, die in de profijten der neegen andere ook deelen soude.......
geaccordeert bij den Raad.                                         4 Junij. N. R. 185.
4605.       » Gedep. lasten den advocaat aan Assendelft te zeggen, aan
den Koning te versoeken, dat de beeden altoos geconsenteert onder con-
ditie van veilig vissen en negocieeren...... De visschers geen lastgeld,
maar na rato der Haringbuisen, te betalen, enz. 4 Junij. N. R. 186.
4606.       i Assendelft sou van voorsz. missive, by raaming, de Koningin
adverteeren, daar den Keyser ten anderen tjjde vier a v\\jf oorlog-scheepen
bekostigt had.
                                                             4 Juny. N. R. 187.
-ocr page 355-
NEDEMjANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   321
4607.   A°. 1547. Plaocaet dat niemant hem en vervordere metsynschepen
ende buysen ten Haringh te varen voor Septembertoecomende, op verbeurte
van dien.
                                                                                     11 Juny.
Eerste Memoriadlboek van Mr. Jan van Dam. fol. 256.
4608.       » Op het gepropoueerde bij Assendeift nopens de bescher-
ming der Buisen opineeren de steeden divers; Gecommitt. daar over te reisen
na naar Majesteit, en, mits het conditioneel consent der beeden, te versoeken,
dat den Keyser de toerusting van scheepen bekostige etc.
11 Junij. N. R. 188.
4609.       " Het concept der uitrusting van een der tien Har in gbuis en
tot een oorlogschip de Koningin niet smaakende, de Staaten nevens die van
Vlaanderen en Zeeland daarop teegen seekeren dag bij haar Majesteit te komen.
22 Junij. N. R. 191.
4610.       " Aan de Koningin eerst te solliciteeren pasporten of saufcon-
duiten tot verseekering der Haring buisen; Zeeland en Vlaanderen ook
door eene propere Penning daartoe induceeren; anders den Keyser de scheepen
toe te rusten; bij "Vlaanderen en Zeeland hoe best die uitrusting te onderstaan,
waartoe alle de Landen wel wat behoorden te contribueren. — Gecommit-
teerden tot vervolging van het voorsz.
                          22 Junij. N. R. 192.
4611.       " Het gepasseerde dienaangaande bij de Koningin gebragt op
oorlogschepen.
                               29 Junij. N. R. 193. 3 Julij. N. R. 196.
4612.       // Verklaaring van diverse Steeden om per Visnet, waarvan
vier maaken een vierendeel, een vierde te geeven eene gulden, soo bij de Cra-
veelschepen als Haringbuisen, alle andere visschende met gekamde netten.
15 Julij. N. R. 197.
4613.       n Amsterdam, Hoorn,. Enkhuysen, Edam en Monnickendam
als representeerende de gemeene Koopvaarders, oordeelden in de toerusting
van scheepen niet gehouden.
                                      15 Julij. N. R. 197.
4614.       * Diverse steeden opineerden om het groot import der visscherij
en koopvaardij agt a neegen duizend Guldens te geeven onder gewoone
gratie. — Haarlem als voren tot ses duizend Guldens. — Item Delft: mits
te vinden by het Mergengeld, niet by de Staaten Sehiltaalen. — Item
Leyden; soude daar in geeven als 1536, omdat in de Sehiltaalen het hoogst
staan. — Gouda tot geen contributie in voorsz. equipage gelast.
15 Julij. N. R. 198.
4615.       « De steeden persisteerende, Gecomm. het voorsz. aan de
Koningin te remonstreeren.
                                          15 Julij N. R. 198.
4616.       ii Assendeift verklaarende de Staaten Sijn Majesteits expres
schrijven. dat der Staaten Gedep. volkoomen gelast moeten koomen tot voor-
kooming van indignatie. Onderhandelingen over hetzelfde onderwerp.
15 Julij tot 26 Aug. N. R. 198,207,212.
4617.       " Verklaring op een voorgevalle placaat van Overijssel nopens
het vischwant en Resolutie op het wij en en nauen der netten.
12 Nov. N. R. 11.
4618.       // Placaat betrekkelijk de visscherij in de Zuiderzee. 12Nov.
Vtr. Place-boek. II, bl. 428.
4619.       // Assendeift geeft Gedep. acte om de stuurluiden, gefraudeert
hebbende, bij eede te houden.
                                      7 Dec. N. R. 215.
4620.   1548. Assendeift belast den advocaat weder na het hof te reisen
om met Gedep. van Delft, Rotterd. en Schiedam aldaar aan de Koningin te
vervolgen bequaame middelen tot vordering der Ha ring va art.
3 ïïuljj. N.„R. 245.
21
-ocr page 356-
322                             IÜGISLATION HEERLANDAISE DES PÊCHES.
4621.   A°. 1548. Na lange sollicitatie verkreegen brieven van de Koningin
aan den Raad met seeker Proces-verbaal tusschen Beveren en Gedep. over
drie middelen tot bescherming der visscherije.
16 Julij. N. R: 245.
4622.       // Tot vordering der Haringvaart de Gemeene Staaten te
beschrijven.
                                                              18 Julij. N. R. 246.
4623.       // Bij Assendelft Gedep. de drie middelen voorgehouden; het
eerste in plaats van drie buysen bij pais in zee, maar een; het tweede1 van
de twintig of dertig buysen maar een ten oorlog; het derde bij een impost
van het lastgeld etc. Scheepen toe te rusten ook niet geraden.
25 Julij. N. R. 247, 248.
4624.       » Een van Delft, Rotterdam, Schiedam en Enkhuijsen daar
over na ter Veere te reisen.
                                       25 Julij. N. R. 248.
4625.       u Den advocaat rapporteert de Raad, welke de resolutie der
Haringvaart niet aangenaam was, bij de koningin, als inpracticabel,
afgeslagen.
                                                                25 Julij. N. R. 249.
4626.       ii De steeden hen met de visscherije geneerende, accordeeren
tot defensie der Haringbuisen, vijf oorlogscheepen, mits daartoe van het
land 6000 gulden.
                                                       7 Aug. N. R. 251.
4627.       // Acte van Consent van de Staten van Hollandt van 6000
pont tot vordernisse van deHaringvacrt.
                                  7 Aug.
Eerste Memoriaalboek van Mr. Jan -van Dam. fol. 344 verso.
4628.       " Op sware straf verboden Aes in \'t water te werpen, waer-
door die visschen boven drijven.
                                                     8 Aug.
Geld. Place-boek. I, 40.
4629.       u De Cancelier van de ordre te Brussel antwoord op ons ver-
toog nopens het vervolgen by Overijssel wegens het visschen in de Zui-
derzee verkreegen, dat de Stadhouders van Holland en Overijssel op het
accord desweegens waaren gelast.
                                24 Oct. N. R. 254.
4630.       /\' Op het voorhouden bij Assendelft van der Staaten coramoditeit
en weivaaren bij de Ha ringvaart en visscherij, waardoor meest alle am-
bagten haar brood wonnen. waarom tot vordering seekere penningen te geeven,
als in 1547 agt duisend gulden, 1548 ses duisend guldens, om de excessive
be3waaren thans wat modereeren; wordt bij dispariteit geadviseert.
7 Junij. N. R. 285.
4631.       ii Assendelft onderhoud Gedep. der visscherij om onderling de
visscherij der Haringvaart te vorderen.
                   7 Junij. N. R. 288.
4632.       ii Assendelft segt den Advocaat, dat hij met Suijs en J. de
Jonge de reekeuing der voorige Haringteelt geslooten had en dat de
visschers te booven koomen agt duisend vijfhonderd tien guldens seeventien
stuivers.
                                                                    7 Junij. N. R. 289.
4633.   1549. Om \'s Keyser\'s octroy aan Amsterd. en andere steeden van
Holland op de Zee, van 12 Nov. 1547, hoe in de Zuiderzee te vis-
schen, contrarie het placaat by Overijssel te Utrecht verkregen enz.
29 Jan. N. R. 267. 5, 8 Maert. N. R. 273, 275.
4634.       \'/ Beveren zegt den advocaat de tijdelijke provisie tot defensie
der Haringvaart, reeds bij memorie gestelt te hebben. — Sou daarvan
den Koning spreeken; den advocaat zegt hem, dat de visschers het lastgeld
niet langer kunnen dragen.
                       11, 27 April. N. R. 280, 282.
-ocr page 357-
NEDERIiANDSCHB WETGEVING OP DE VISSC1IERIJEN.                    323
4635.   1550. Op de propositie van de Raad van Holland door last van
den Heer van Beveren om dertig stuivers der Last Haring deeser teelt,
als zijnde de toegeruste scheepen niet besfant teegen de force en scheepen
der Schotten op zee, te soggen; de Staaten hadden in December den Keyser
een impost op allo wijnen uit Duitsland, Frankrijk, Spagne.etc. toegestaan,
tot bescherming der scheepen üost en West, om der visschers en steedenen
vlekken op Zee, etc. behooren wel bij \'sKeysers scheepen gedefendeert te
zijn, hetgeen aan de Koningin en Beveren mecnen te versoeken, de arme
visschers moeten niet meer belast.
                             19 Julij. N. R. 372.
4636.       ir Bij den Raad daarop geantwoord.             4 Aug. N. R. 372.
4637.       " Den advocaat, een van Delft, Rotterdam en Schiedam den
20 deeser daarover na Beveren te Veere gereist. — Beveren geantwoord.
19 Julij. N. R. 373. 4 Aug. N. R. 373.
4638.       " Weegens het hof van Holland Gedep. geproponeert, mits
Vlaanderen vier en Zeeland drie oorlogscheepen tot bescherming der vis-
scherye toerust, sij ook voor drie prompt accordeeren tien stuivers der last
Haring van de jeegenwoordige teelt.
                         4 Aug. N. R. 375.
4639.       // Het voorsz. antwoord bij den Raad in geschrift versogt, door
den advocaat aan Assendelft geleevcrt.
                          4Aug. N. R. 376.
4640.       " Assendelft toont den advocaat den brief van Beveren, kon
op de acte niet letten, van de steden ter vischvangst was geen gratuiteit
geëischt, maar een lastgeld. Zeeland had geaccordeert twee gids. op het last,
Vlaanderen seekere oorlogscheepen; Holland moest toesien wat het deet, hij
moest de geliefte van de Koningin op het antwoord weeten.
9 Aug. N. R. 376.
4641.       " Op communicatie der voorschreeve missive bij Assendelft en
Suijs en nadere last tot mitigatie op een gulden de last van 1 Augusty; dit
point van voorsz. missive seer devieerende, bij de Staaten de propositie van
mitigatie overgenomen.
                                                 24 Aug. N. R. 377.
4642.       " In hoop van het laatste lastgeld te sijn, en dat de Haring-
vaart moet gevordert, als Hollands principaal welvaren, voor deese teelt
seedert 1 Augusty twintig stuivers der last te geeven sonder meer; Schiedam
niet nader gelast; bij Wassenhoven en Suijs uit des Keysers naam geaccep-
teert, en bij geschrift gelevert.
                                    29 Aug. N. R. 378.
4643.       // Gedep. versoeken den advocaat, aan Beveren te schrijven dat
de Haringbuysen om tempeest niet kunnende vaaren, de brouwers van
het scheepsbier deselve van de noodige bieren voorsien.
29 Aug. N.R. 379.
4644.       // Die van Overijssel by Comm. gehoort, vertoont den Advocaat
hen, dat der vischers netten niet nauwer moogen zijn.
26Nov. N. R. 382,383.
4645.       // Placcaet op de toerustinghe van de Buysen in zeegaende.
19 Juni.
Ie Placc.-hoek v. Vlaend. bl. 360. Anselmus, Codex Belgicu». bl. 240.
4646.   1551. Op liet schrijven van den Raad. door onthiet (op last) van
den Stadhouder, Beveren op de propositie, om, mits de advertissement ten
Hove, dat onse nabuuren meenige scheepen geroet hebben, te adviseeren op
de continuatie der Haringvaart, antwoorden, by continuatie dier quaade
maaren versoeken sijn advies hoe de Haringbuisen te beschermen.
3 Aug. N. R. 385.
4647.       " Assendelft in praesentie van Sasbout en Nylsen, adverteert
de toerusting van scheepen in Vrankrijk tot beschadiging der Buysen,
dat den Keyser geen scheepen kon toerusten sonder een gulden per last, zoo
-ocr page 358-
324                            LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
der gevangen Haring als dezer teelt; de Koningin beveelt den Hove het
voorsz. reëel te executeren; de visschers nemen dien eisch over.
7Sept. N. R. 387.
4648.   Ao. 1551. Bij den Raad Gedep. voorgehouden de propositie van een
gulden per last.
                                                           11 Sept. N. R. 388.
4649.       /\' Gedep. by vordering der Haringvaart waaren te vreeden
van de last Haring..... resolveeren tot 20 Stuivers. Voorsz. Caroli gulden
geconsenteert.                                                       11 Sept. N . R. 389, 390.
4650.       ii Den Raad sou het laatst antwoord aan de Koningin en Be-
veren senden.
                                                              11 Sept. N. R. 390.
4651.       » Dordrecht segt hun deese saak niet sonderling te toucheren.
11 Sept. N. R. 390.
4652.       » Ter naaste vergadering een request den Staaten overgeeven, om
voortaan de saak der visscherij te defendeeren, opdat de Haringvaart niet
te niet kome.
                                                               11 Sept. N. R. 390.
4653.       ff Gecomm. tot examinatie van \'s Advoeaats antwoord op de
eischen van Vriesland en Overijssel noopens het visschenindeZuyderzee.
4Dec. N. R. 395.
4654.       » Schrijven aan Hogaarden dat, de steden en vlekken van de
visscherij hebben uitstel tot Drie Koningen om te antwoorden.
4Dec. N. R. 397.
4655.       // Die van Amsterdam en den advocaat in den secreeten Raad
te vervolgen seeker proces noopens een presentatie, die voormaals bij de Hol-
landsche visschers sou z(jn gedaan.
                                15 Dec. N. R. 399.
4656.       /\' Op de Requeste der Haringvaarders aan de Staaten om,
bij consent der bede, aan de Koningin te remonstreeren hun proces tegen
den Procureur Gen., betreffende de interdictie van niet ten haring te varen.
Aan de Koningin Staatsgewijs versoeken de Haringvaarders van het
proces ontlast te laaten.
                                                 30 Jan. N. R. 415.
4657.       " Placcaet bevelende dat alle Vi sch-Coopers endeandere
Vcntjaghers van waer die zijn, voortaen met heure vischschepen niet en
zullen moghen varen op stroom ofte buyten op \'t diep, in de mont van de
Maze omme eenighen Visch van den Schippers te coopen: tenzij die eerst
ten afslaghe gheweest is binnen eenighe steden, daer men naer ouder ghe-
woonte afslach is houdende.
                                                   11 Jan. 1556.
Vierde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 37. Vyfde. fol. 201.
4658.       " By den advocaat ter begeerte der Haringvaarders den
Procur. Gen. versogt voorsz. saak wat in state te stellen sonder eisch doen.
4ïebr. N.R. 417.
4659.       " Den advocaat versoekt Viglius voor de Haringvaarders
remissie haarer misbruik vaaren teegen het verbod der Koningin. en om van
het proces van den Proc. Gen. ontlast te sijn.
28 Eebr. N. R. 431.
4660.       // Assendelft houdt Gedep. voor, mits de aanst. Haring vaart
desselfs noodige vordering als Hollands principaalst welvaren, by saufcon-
duiten of oorlogscheepen. Zeeland was voor het eerste; Vlaanderen voor het
tweede etc.
                                                                 27 Junij. N. R. 450.
4661.       " De steden hen geneerend met de Haring vaart, resolueeren,
die vaart kan dit jaar niet beschermt worden als met saufconduiten; Gecomm.
sulks van de Koningin te begeeren.
                               4 Julij. N. R. 453.
-ocr page 359-
325
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.
4662.   A°. 1552. Verdere onderhandelingen over hetzelfde onderwerp met
de Koningin, Beveren en Viglius. van 4Julij tot28Sept. N. R. 453,474.
4663.        ii Den Raad versocken aan de Koningin te schrijven, hetvoe-
ren van den Haring in Oostland sonder cautie, na placaat van 9
Oct. 1551 om gcallegueerde reedenen dan niet gcraaden, omdat den Raad
reets favorabel voor de visschers had geadviseert.
5Aug. N. R. 477.
4664.        ii Hierop geantwoord, van de Haring en andere koopwaaren
na Oostland te lande gebragt, behoort geen regt van congé gecischt, wel
ter zee.
                                                                                 15Aug.N. R. 481.
4665.        n Placaet dat niemant op eenige dagen noch tijden en sal
moghen visschen in de wateringen ofte vijvers, toebehoorende \'s Keyserlicke
Majesteyt Vasallen,
                                                                                 8 Sept.
Vierde Memoriaalboelc van Mr. Jan van Dam. fol. 1 en 211.
4666.        // Acte van authorisatie, omme te mogen ontfangen van elcke
last Haringhs 2 karoli guldens.
                                              October 1552.
Vierde Memoriaalboelc van Mr. Jan van Dam. fol. 260.
4667.        » Te Brussel by den Praesident den advocaat geseid, hoe de
Haringvaart de negocie bevorderde en menige menschen aan de kost
hielp; dat die van Antwerpen deselve Haring herpakten en haar brand daarop
stelden, schoon de brand van Dordrecht ouder was, ook in Duitsland,
Vrankrijk en elders bekent; dit dan sou hun worden verboden.
21Dec. N. R. 482.
4668.   1553. Tot de komst der Edelen etc. uitgestelt bij nader request
te versoeken, teegens toekoomende teelt van de Har ing vaart te gebruiken
by stilsaat of saufconduite, also de Buysen by de oorlogscheepen niet ge-
defendeert nog versekert waren.
                                          27 Jan. N. R. 484.
4669.        // Placaet van den Hove, dat niemant voortaen hen en ver-
vind ene in de Mase, ofte in wat plaetse dat het sy te visschen, met fuyken
achter hare schepen, die men noemt coorden.
                                   1 Maart.
Derde Memoriaalboelc van Mr. B. Ernst. fol. 113. verso.
4670.        // Haarlem en Amsterdam accordeeren in de 3000 gulden tot
vordering der Haringvaart, mits alom; Leyden en Gouda negatif.
16Mrt. N. R. 498.
4671.        ii De steden en vlekken met de visscherij sig geneerende, met
3000 duizend guldens te baat te komen, die voor de teelt hebben moeten
om haar groot verlies voor het land; de reeders en stuurlieden verstonden
niet de buysen by Oorlogschepen gesecureert te syn, de drie guldens der
last was te groot; Rotterdam en Enkhuyzen tot de uitrusting genegen voor
2 gis.
                                                                                  31 Mey. N. R. 504.
4672.        ii Placcaet dat niemandt van den gheenen die hen metter
Harinck-vaert generen, met heure schepen in zee sullen begheven, sonder
convoy van de schepen van oorloge, op verbeurte van de schepen ende
arbitrale correctie.
                                                                                   30 Mei.
Vierde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 91. verso. (1655) 3 Mey.
Vyfde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 6. (1558) 10 Sept. Eerste
Memoriaalboek van Mr. B. Ernst.
fol. 130.
4673.        » By de Majesteit afgeslagen te vaaren tot eige perieul, per-
sisteert by voorsz. Resolutie. Beveren seid, Zeeland meent tot het vissen
het Lastgeld te geeven, Holland moest zich binnen acht dagen verklaaren.
14 Juny N. R. 506.
-ocr page 360-
326                            LÉGISLATION NEERLANDAISE DES pêcHES.
4674.  Ao. 1553. By het hof Gedep. ter dagvaart beschreeven. voorgehouden,
dat de Majt. tot vordering der Haringvaart, was te vreeden geweest met
de aaugeeving tot perieul der vissers en reeders, onder behoorlijke equipage
teegen invasie
                                                              19 July. N. R. 512.
4675.       ii Placcaet interdicerende dat gene uitlandtsehe personen en
sullen moghen koopen buyssen,boots, ofte schepen ter visscherye dienende,
omme die uyt dese landen te voeren, dat oock gheene bootsgliesellen,
vreemde saten deser landen en moghen gaen dienen op uytlandtsche ende
onderbuyssen ten Harinck.
                                                             22 July.
Vierde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 112.
4676.       n Acte van consent omme den Harinck, desen jeghenwoor-
digen teelt gevangen, te moghen verkoopen door alle zyne Majesteyt landen,
ende andere landen zyne Majesteyt niet contrarie zynde.
               22 July.
Vierde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 114.
4677.       ii Gedeput. versogten van de Majesteit de acte van 20 goede
oorlogscheepen uit te rusten, seekere concept ordonnantie voor de Haring-
buisen.
                                                                     27 July. N. R. 514.
4678.       " Placcaet ende ordonnantie hoe dat alle schepen varende ten
Haringh, sullen moeten ghemunieert zyn, tot verseockerheydt van den
Harinckvaert.
                                                                                30 July.
Vierde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 117.
4679.       // Placcaet bevelende dat alle de ghene die hen op eenige
buysen voor dese teelt verhuyrt hebben, hen binnen acht dagen na de
publicatie wedervinden by hare schippers, ofte reeders, ende haeren dienst
ende voorwaerden voldoen.
                                                            12 Sept.
Vierde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dnm. fol. 126. verso.
4680.       » De tollenaars van Nijmegen weigerende den Haring vrij
te laten passeeren, de cancelarije van Gelderland versogt daarop ordre te
stellen.
                                                                         12 Sept. N. R. 528.
4681.       ii Haare Majesteit was met die aanschrijving tevreeden soo ver
sy \'sKeysers begeerte beliefden, anders niet.
                      3 Oct. N. R. 529.
4682.       " Request van de Staaten aan den Keyser, dat die van Ant-
werpen afdoen hunne nieuwigheid van het stellen van waarden over de Hol-
landsche viskoopers, behoudens der afslagersregt, te sien of de Prins van
Orange, als meede geintresseert, sig met de Staaten wil voegen.
3 Oct. N. R. 530.
4683.       ii Op de requeste tot uitvoering der Haring en Visch te
Dordrecht in meenigte, den Secretaris Vlierden sig in Holland op de meenigte
komen informeeren en op de quantiteit visch op de zeestranden gevangen.
28Dec. N. R. 539.
4684.       \'/ Op rapport bij Vlierden alleen verkreegen het uitvoeren van
wracke Haring, zijnde niet booven de helft der aangegeeve Haring
gevonden.
                                                                      28 Dec. N. R. 539.
4685.   1554. Rapport bij den advocaat gedaan van het vervolg, om den
Haring en allerley vis uit te voeren.
                          25 Jan. N. R. 542.
4686.       // Op het versoek van Beveren weegens de Steeden van de
Haringvaart om vordering der drie duisend gis. Rapport genomen teegens
20 Maart.
                                                                 16 Maart. N. R. 545.
4687.       " Delft pretendeert vooraf de drie duizend gis. de visscherij
bij de Staaten genoeg geconsenteert, onvermindert de vordering der ordon-
nantie van voorleede jaar; ook vijf a zes ligte Oorlogscheepen versoeken om
de Buisen te bewaaren, uit de beede of impost, alle andere Gedep. accro-
cheerden alles aan voorsz. drie duisend guldens.
           17 Maart. N. R. 546.
-ocr page 361-
NEDEB.LANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   327
4688.   A°. 1554. Dit antwoord Beveren en Assendelft gedaan, nader dag
bepaalt den 21 Maart.
                                                     17 Maart. N. R. 546.
4689.        // Noopons de drie duizend gis. tot vordering der Haring-
vaart gepersisteert by de Resolutien van 24 Augusty 1552 en 1553.
21 Maart. N. E. 548.
4690.        " By rcquest te versoeken de vrijen uitvoer der Haring, ge-
droogde en gezouten vis; niet van andere victualie.
          20 Apr. N. R. 555.
4691.        /\' Beveren en den Praesident tot devoir bij de Koningin ver-
sogt om de geaccordeerde agt duisend gis. tot defensie der visscherije etc,
te verhoogen, tot beeter rapport over hun te doen, mits de genoome schee-
pen bij de Franschen omtrent het Vlie en Maarsdiep.
HMey.N.R. 558.
4692.        // By haar Majesteit den uitvoer van Haring te veroorloven,
dat by gebrek, of de Armee in het veld zijnde, syn Majesteit mogt revo-
ceereu de provisie en uitvoer; de Haring, behoorlijk gepakt en gebrant, niet
passeeren veertien ponden Vlaams.
                                   12 Mey. N. R. 559.
4693.        // Placaet tegen den uitvoer van Haring en andere gezouten
visch.
                                                                                                        27 Mey.
Geld. Place-boek. I, bl. 254.
4694.        # De reeders en stuurlieden sustineeren sig ongehouden in de
versogte recompens by Jacques Marzuys uit Schotland, over de necming van
zijn schip en goed by scheepen wegens de Buysen geèqnipeert.
28 Mey. N. R. 560.
4695.        ii De Stadhouder geeft aan dat de Koningin tevreeden is, de
reeders en stuurluiden uit de eerste termijn der 200.000 guldens te laaien
volgen, des van de agt scheepen by de visschers toe te rusten, vier op-hebben
honderd, andere vijftig hoofden etc. C. Pieters gedep. van Rotterd. daarop
na huis reisen en vergadering beleggen.
                         llJuny. N. R. 563.
4696.        // Antwoord van Corst. Pieters.                  17 Juny. N. R. 564.
4697.        ii Placcaet verbiedende alle ondersaten hen mette visscherye
ende Haringhvaert ghenerende, met haere schepen, buyssen ende boots
ter zee te varen sonder convoy van de oorloghschepen.
                     1 Juny.
Vierde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 222.
4698.        ii Ordonnantie ghemaeckt op \'t toerusten van de Buyssen
ter zee.
                                                                                                      5 Jury.
Vierde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 232.
4699.        " Assendelft geeft aan dat den Stadh. Jacques Marzuys had
moeten uitreiken 2300 guldens, waarvan hem de reeders en visschers
restitutie van 1000 gis. toegeseid. "Verzoekt aan de Staaten remboursement
der resteerende 1300 gis.
                                                   28 Aug. N. R. 568.
4700.        /\' Dordrecht, Delft en Amsterdam daartoe gelast by schenking,
Haarlem ongelast, Leyden by schenkinge, Gouda genegen tot een reedelijke
penning.
                                                                                 4 Sept. N. R. 571.
4701.        » Consent in de 1300 gis. door v. Beveren gedebourseert voor
de schaaden van J. Marzuys.
                                           11 Sept. N. R. 575.
4702.        // De advocaat antwoord aan die van Meehclen op de missive
der Koningin, hem belastende te deponeeren van het verpakken en her-
branden van den Hollandschen Haring, by den advocaat v. Dordrecht,
tot instructie voor replicq gelevert.
                                  11 Oct. N. R. 584.
4703.        // Seekere duisend gis, voor J. Marzuys, kan niet wel opge-
bragt sonder gehoort de reekening van het lastgeld der laatste teelt.
29Dec. N. R. 587.
-ocr page 362-
LEGISLATION NEEBXANDAISE DES PÊCHES.
328
4704.   A°. 1555. Acte van authorisatie omme te mogen lichten 20 stuyvers
op elcke last Haringk.
                                                           3 January.
Vyfde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 92.
4705.       ii De Steeden der Haringvaart versoecken om de assistentie van
de Staaten tot vordering derselve voor 1555a 10,000gis. — rapport genoomen.
5Febr. N. R. 590.
4706.       /\' Den Raad daarop te antwoorden, dat de Haringvaart
wel was een groot middel van \'s lands weivaaren en menig menscli aliinen-
teerde, dog des Land\'s lasten om den oorlog en derselver apparente ver-
hooging, maakte die bijstant ondoenlijk.
                  20 , 21 Pebr. N. R. 592.
4707.       ii Provisioneel verbod, dat in de Zuiderzee niet mach worden
gevischt met enghe dryvende netten.
Geld. Place-boek. I, bl. 183. Vtr. Place-boei. II, bl. 429.
4708.       " Rapport genoomen van het versoek der stuurluiden tot conditie
in de acte van consent om van de beede van 200,000 gis., deHaring-
vaart met 10 a 12,000 te assisteeren.
                      21 Maart. N. R. 597.
4709.       n Gecomm. tot visitatie der replicq van de Staaten teegens
die van Mechelen noopens de herpakking van den Haring.
14Mey. N. R. 620.
4710.       » Sententie van den Secreten Raede, tusschen die Staten van
Overijssel ende Steden ende Vlecken van Hollandt ghelegen op der Zuyderzee,
dat by provisie die visschers niet en sullen moghen met engher massen
visschen, dan van twee ghemeine zeemansduymen.
                         13 July.
Vyfde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 30, 81. verso.
4711.       * Den advocaat van den Comm. Mr. Everhart te informeeren
op de saak der Steeden in de Zuyderzee met de visscherij haar geneerende,
teegens Overijssel.
                                            \'         14 Sept. N. R. 631.
4712.       // Comm. te spreeken met W. C. Nicolai. Overijsselsche
enquête op de saak der visscherij.
                             30 Dec. N. R. 697.
4713.       » Gecommitt. met die van Mechelen te communiceeren op de
saak van het herpakken der haring.
15 Dec. N. R. 123. 30Dec. N. R. 697.
*4714. /\' Op de kosten der Comm. op de visscherij in de Zui-
derzee op de andere dagvaart letten enz.
                  27Febr. N. R. 709.
(1556.) 20 April. » 722.
4715.       * Placcaet interdicerende eenigerhande victuaillien uytten Lande
te voeren, uytghesondert den Harinck, gedroochde en gesouten visch ende
dat tot S. Jansmisse naestcomende.
                                                27 Dec.
Vyfde Memoriaalboek van Mr. Jan van Dam. fol. 97.
4716.   1556. De Staaten accordeeren den advocaat Coebel twee opene
brieven te leeveren tot vordering der Haringvaart als in 1544/45.
10,000 gis. mits copie houdende.
                                 17 Oct. N. R. 802.
4717.       11 De steeden van de visscherij en Haringvaart versoeken
assistentie met oorlogscheepen en noodige penningen.
23Junij. N. R. 74.
4718.       " Nu niet doenlijk te assisteeren. — Antwoord van de visscherij.
4Julij. N. R. 75.
4719.       /\' De Marquis v. Veere, Stadh. van Holland by den Koning
geobtineerd hebbende, dat, by verschot van 10,000 gis. tot defensie der
visscherij den Koning sulks uit de eerste beede restitueere; de visscherij dat
niet kunnende doen, accordeeren de Staaten sulks aan de Steeden en reeders,
by verkoop van rente onder restitutie uit de eerste beede.
23Julij.N. R. 83.
-ocr page 363-
NEDEBLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHEBIJEN.                    329
4720. Ac. 1556. Resolutie op de assistentie en protectie van de visscherij.
13 Aug. N. R. 90.
é721. \'/ Antwoord van Delft, Rotterdam en Schiedam daarop.
14 Aug. N. R. 91.
4722.       /• Assendelft antwoord door den advocaat, behoorde gesaament-
lijk de acte van verseekerheid te verzegelen, of men sou Rotterdam en Schie-
dam de Haringvaart on visscherije verbieden.
          14 Aug. N. 11. 92.
4723.       ii Obligatie waarbij Delft, Rotterdam, Schiedam, Brielle, Enk-
huysen, Wormer, Jisp en Grootebroek als representeerende de visscherij en
Haringvaart, van Coebel ontfangen heeft agt duisend guldens om ses oor-
logscheepen toe te rusten tot defensie der Haringvaart.
14 Aug. N. R. 92.
4724.       // Bij den advocaat weegens de visscherij-steeden den Raad
vertoont, dat Rotterdam en Schiedam te vreeden te verzeegelen, en haare
obligatiën te geeven met de andere steeden voor agt dnisend guldens op
renten, mits haare Buis en in zee, vrij van lastgeld etc.
17 Aug. N. R. 93.
4725.       // Den advocaat met den reekenmeester van der Does te visi-
teeren de rekening der visscherij en Haringvaart. En rapport.
19 Aug. N. R. 101,102.
4726.       // Te extendeeren de kosten der scheepen voor de visscherij toe-
gerust, booven hetgeen de Majesteit gegeeven heeft, en wat het lastgeld heeft
bedragen seedert 1551.
                                                   7 0ct. N. R. 110.
4727.   1558. Op de requeste der vissehers hun wel vertoonen de nootsaa-
kelijkheid der visscherije, waarom de toegesegde tien duisend gis. uit de
eerste beede vervolgen sullen.
                                    10 Maart. N. R. 148.
4728.       ii De pointen der elf duizeud guldens van Leyden en de tien
duisend guldens der gemeen e visscherij, bij de Generaale Staaten te ver-
volgen, vooraf niet in de petitie koomen etc.
               12Mrt. N. R. 150.
4729.       « Den advocaat geschreeven de antwoord op de missive van
den Prins van Orange noopens zijn visscherij.
                24 Mrt. N. R. 154.
Antwoord.                                                            5 April, u 158.
4730.       // Resolutie op de vordering der assignatien van tien duisend
guldens bij den Koning gedaan voor de visscherij van 1557.
23Junij. N. R. 176.
4731.       // Te vergeefs geoordeeld aan den Heer van Cruninge of den
Koning te versoeken eenige scheepen tot defensie der Haringvaart, als
voor deese teelt bij de rheeders afgeslaagen.
             13 Sept. N. R. 194.
4732.       // Acooort ende concept by den Gecommitteerden vanden Haring
gemaakt voor den Jare 1558.
                                                        26 Sept.
Eerste Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 136. verso.
4733.       ii Placcaet dat niemant eenigen Haring, Bocxharinck
ende andere ghedrooehde ende gesoute "Visch, uyt dese Nederlanden sal mogen
voeren, tussehen dit sndePaeschen toecomende, wederroepende alle paspoorten
ende saulfconduiten ter contrarie.
                                                   19 Nov.
Eerste Memoriaalboek van Mr. S. Ernst. fol. 155. Gr. Place-boek. v.
Friesl.
III, bl. 44.
. 4734. 1559. Ordonnantie op Coebel van vier duisend vier honderd see-
ventig guldens tot profijt der Haring vaart, in mindering der tien duisend
guldens haar bij den Koning vergunt.
                           3Pebr. N. R. 229.
-ocr page 364-
LÉGISLATION NÉERLANDAISE DES PÊCHES.
330
4735.   A°. 1559. Niet oirbaar staatsgewijs te\' doen het versoek van Am-
sterdam aan den Koning om ordre aan die van Overijssel; niet te executeeren
de sententien provisioneel, tusschcn Overijssel en de steeden en vlekken op
de Zuyderzee.
                                                      10 April. N. R. 267.
4736.       // Placcaet, eeuwigh edict ende verbodt, dat nicmandt sonder
te hebbeu blyckelycke pacht, enz. sal inoghen-visschen, in wat manieren,
ofte in wat netten oi\' instrumenten, den hengel-roede uitghenomen,
alleenlich in de Lingen, Wielen, Kolekten, Wateringen, enz. \'t zij binnen
of buytcn Dycx.
                                                                           13 April.
Eerste Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 190. verso.
4737.       " Coebel te executeeren de tiende penning der visscherije van
den Prins van Orange, so van 1553 als 1558.
6Mey. 2Jnny. N. R. 278,289.
473S. \'/ W. van Berendrecht te doorsien, of de visscherijen in het
billiet bij Asseudelft gemaakt, ook staan in het quartier der naastgeleege
dorpen, en die de tiende penning nog niet betaalt hebben, daar toe te houden.
6Mey. N. R. 278.
4739.       // Den Advocaat attaché op de datums der sententien aan den
Grooten Raad te maaken noopens de visschers in de Zuyderzee teegens
Overijssel.
                                                                  6 Meij. N. R. 278.
4740.       " Placaet aengaendc de visscherij in de Zuiderzee, en op
Öon- en feestdagen verboden.
                                                        10 Mey.
Geld. Place-boek. I, bl. 260. ütr. Place-boek. II, bl. 429.
4741.       // Die van den Raad van den Prins van Orange de executie
der tiende penning van zijn visscherij in surcheance houden tot sijn
Hoogbeids wederkomst uit Vrankrijk, mits men wcete het montant van dien
over 1553 en 1557.
                                                      6 Junij. N. R. 289.
4742.       // Op wat voet Dordrecht te disponeeren tot admissie van het
placaat op het visschen van Wit en Vroonvis in Zuydholland met diefs en
schatnetten.
                                                            6 Junij. N. R. 292.
4743.       // De Resolutie op het placaat van de Netten te surcheeren
tot de naaste vergadering in den Haag.
                      17 Junij. N. R. 296.
4744.       » Den advocaat ten Hove vervolgen het mandement geverifleert
nopens de twaalf duisend gis. en ses duisend guldens der Haringvaart
uit de wijnen over vier jaaren.
                                    14 Julij. N. R. 310.
4745.       » \'s Lands ontfanger Coebel by den griffier van den grooten
Raad 120 gis. te betaalen, voor de helft van het rapportgeld der twee pro-
cessen van de steeden en vlekken op de Zuiderzee, hun geneerende met de
visscherij als vermeerders teegen Overijssel. .
                  27 July. N. R. 312.
4746.       " Placaat verbiedende „aatkens ofte kuilen aan \'t einde der
netten te gebruiken, enger van maesscuen zynde, dan van 24 ommegangen in
\'t vierendeel van eene elle" , enz. luMay. 1559. Vernieuwd 30 Sept. 1591.
Statuten, Ordonn. en Coslumen v. Friesl. Leeuw. 1093. bl. 278.
4747.   1560. De Staaten versoeken den Prins van Orange aau de Her-
togin te schrijven om remedie tcegen het beschaadigen onser visschers en
stuurluideu door de Engelschen.
                                 "" 5 July. N. R. 430.
4748.       » Rapport genoomen op het aangeven van Amsterdam, dat de
Staaten de onkosten teegens die van Overijssel draagen noopens de visscherij
na de sententie.
                                                            3 Sept. N. R. 454.
4749.       » Den ontvanger den advocaat Mr. Jacob te schrijven, die van
de Re ede rij te Brussel koomende, alle assistentie te doen tot de hun beloofde
12000 gis. by oorlog en 6000 gis. in pays.
                    8 Pebr. N. R. 478.
-ocr page 365-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHEEIJEN.                    331
4750.   A°. 1560. Die van Nieuwpoort in Vlaanderen noopens haar nieuwig-
heid teegens Holland omtrent het verpakken en de brand van de
Haring, in justitie wederstaan.
                                 22Fcbr. N. R. 483.
4751.       » Die van de visscherij ter eerster Staatsvcrgadering aangeeven
haar weedervaaren en last, hoe en waarmeede te helpen.
14 Maart. N. R. 497.
4752.       // Die van Dordrecht en Delft te concipieeren de replicq tee-
gens het antwoord van Nieuwpoort (herpakking). 15 Junij. N. R. 517.
4753.   1562. Die van Rotterdam en Schiedam haare gecornm. tot \'slands
kosten te Brussel te schikken ter toerusting van 5 oorlogscheepen, en dat den
Koning daartoe accordeere 10000 gis.
                            5Sept. N. R. 689.
4754.       // Op requeste der Haringvaart en verworvene acte van de
Hertogin om 10000 gis. op haar geloof; de Staaten zullen draagen het frait
der hoofdsom na rato de penning 16 van ses jaren.
20Sept. N. R. 694.
4755.       // By de Staaten te solliciteeren ordonnantie dat die van Vlaan-
deren en Zeeland in deesc toerusting contribueeren na de meenigte haarer
Buisen.
                                                                    20 Sept. N.\'R. 695.
4756.       i\' De Haringvaart slaat af voorsz. praesentatie, versoeken
dat de Staten het frait dragen.
                                    20Sept. N. R. 695.
4757.       " Formulier van obligatie bij de steeden, representeerende de
visscherije der Haringvaart in Holland. Aug. 1557.
20Sept. N. R. 696.
4758.   1564. Placcaet op de Ghemeenc Visscherije ende Haringvaert,
disponerende eensdeels als \'t voorgaande Placcaet, ende voorts dat Wethouders
van elcke plaetse daer schepen of varen int afsuyden van de teelt, uyt elck
schip ontbieden sullen drie ofte vier Bootgeseltcii, ende hen luydcn ouder
haren eedt vragen, ofter eenige schade op zee hun geschiet is, of syluyden
gedaen hebben, die wetens ende willens eenen anderen beschadicht op Z2e,
zal \'tselve moeten oprechten soo verre zijn goeden verstrecken moglien, ofte
anders aan de Reeders te moghen verhalen ende daarenboven verbeuren 60
pont Vlaeins, gheschiedet on wetens salstaen tot discretie van de Rechters enz.
4 Aug.
Derde Memoriaalhoek van Mr. B. Ernst, fol. 173. Vergelijk: Vijfde Memoriaal-
boek van denzelfden,
fol. 45.
4759.       // Forme van Interrogatoire omme daèr op by eede te hooren
ende wel examineren drye ofte vier Boötsghesellen uyt yder Ha ring se hip.
(Zie vorig plakkaat) folio.
                                                                 B. R.
4760.   1565. Den advocaat onder der Staaten stukken te soeken na seekere
provisie teegens Antwerpen en Mechelen geobtineert. ook den Pensionaris
van Dordrecht tegens die van Gent en Vlissingen noopens het herpakken
van Haring in Holland gepakt en gebrant.
                    13 Julij. N. R. 33.
4761.       // De Staaten sich niet te voegen in het voorz. proces.
14Sept.N. R. 41.
4762.   1567. Op de versogte assistentie by de visscherye voor de aan-
staande teelt; Gedep. na boven den Gouverneur Generaal Hertog van Alva
te versoeken, die van Vlaanderen en Zeeland te indueeeren om ook oorlog-
scheepen toe te rusten of daartoe te contribueeren.
            8 Jan. N. R. 150.
4763.       t> De Staaten vertoonen den Hertog van Alva, dat het land
grootendeels bij de visscherije consistccrendo, de nodige scheepen op de geuseerde
voet werden besorgt, en dat de Staten van Zeeland en Vlaanderen ook daar-
toe wil doen verstaan.
                                                  9Febr. N. R. 157.
-ocr page 366-
332                             LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
4764.   A<>. 1567. De requcste der steeden en vlekken, hen geneerende
met de Haringvaart, om subsidie voor een Jagt booven de twee oorlog-
scheepen tot bescherming teegens die piraten.
                24 Maart. N. R. 162.
4765.       // Gouda adviseert, als Holland met Zeeland daarop niet kan
accordeercn, hen drie duisend guldens te leenen onder suffisante cautie, sonder
consequentie.
                                                             24 Maart. N. R. 163.
4766.       // Rapport genoomen op de differente opinien noopens het
subsidieeren der visscherije.
                                   4 April. N. R. 164.
4767.       " Gouda adviseert schriftelijk voor agt honderd gis. tot een
gifte voor de visscherije.
                                              4 April. N. R. 166.
4768.       // Haarlem, ter laatste dagvaart absent geweest, advoueert de
resolutie op de saak der visscherije om een Lieutenant in Holland te vragen
en de nominatie van Assendelft.
                                    6Mey. N. R. 171.
4769.   1568. Placaet interdicerende te visschen in de Vijvers ofte Wate-
ringen, toebehoorende den Vasallen ofte andere ondersaten.
           14Mey.
Gr. Place-boek. II, 2109.
4770.       " Rapport genoomen op de requestie der visscherije van Hol-
land om een subventie van duisend gis. om convoijers te equipeeren.
21Mey. N. R. 198.
4771.       " De Staaten accordeeren eens agt honderd gis.
25 Mey. N. R. 199.
4772.   1569. Placaet, interdicerende van niet te mogen visschen met Stalen,
Cuyls, Korven, Aelfuyken, enz. in onze visscherijen vanEnckhuysen.
Gr. Place-boek. II, 2113.                                                    17 Jan.
4773.       // Placaat betreffende de visscherij in de Zuiderzee. 10 Mey.
ülr. Place-boek. II, 431.
4774.       // De visschery in de Eem, Vaarten en Crommen Rhyn com-
peteert de ingesetcnen van de dorpen daarby gelegen. 25 Oct. 10 Nov.
Vtr. Place-boek. II, 431, 435.
4775.   1570. Rapport genoomen op de versoeken van die der visscherije,
om exemtie van üe seeven stuivers op het last zeestuks tot furnissement
der beede van twee honderd een en seeventig duisend guldens tot laste van
den stuurman, of de Haring buiten Holland gesleeten^ daar af te vrijen,
of voor gemelde seeven stuivers vier convoijers te houden.
22Aug. N. R. 443.
4776.       « Die van Dordrecht voorsz. request aan de visscherije te
restitueeren, alsoo niet den stuurman maar de eerste verkooper de seeven
stuivers betaalen sal.
                               23 Aug. 14Sept. N. R. 413,448.
4777.       ii De nieuwigheid bij die van  Antwerpen voorgestelt noopens
het gepretendeert Tolgeld van de visch
   op de exempelen van 1553 en
1554, noopens het stellen der waarde van
  de visch, op des lands kosten
teegen te gaan.
                                                           22 Aug. N. R. 448.
4778.       n Versoek der visscherije om ontlasting der seeven stuivers
per last.
                                                                      14Sept. N. R. 448.
4779.       " Requeste om ordre aan die van Antwerpen tot afdoening
van seekere nieuwe ordonnantien noopens het stellen der Sal men.
27 Oct. N. R. 468.
4780.       » Rapport der insinuatie aan die van Antwerpen tot antwoord
op der Staaten doleantie over de nieuwigheid van het stellen der groote
visschen.
                                                                     28 Nov. N. R. 475.
-ocr page 367-
NEDEB.LANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   333
4781.   A°. 1571. Den Pensionaris Cornet rapporteert het antwoord van
Antwerpen op het voorsz.
                                           16 Eebr. N. R. 493.
4782.       H Rapport genomen op de doleantie der visscherije van de
Haring vaart om ontlast te blijven van de seevcn stuivers der last Haring.
16Eebr. N.R. 497.
4783.       u Uitgestelt de finale resolutie op de requcst der visscherije
voorsz. om de diversiteit van last.
                             3 Maart. N. R. 509.
4784.       ii Tot verligting der Haringvaart, de Impost der seeven
stuivers op het last te cesseeren.
                               10 Maart. N. R. 512.
4785.       /\' By den Stadhouder en den President, do Staaten gerecom-
mandeert de requeste der visscherije om een som ter toerusting van vier
scheepen ter oorlog gekogt — en rapport.
                           11 Aug. N. R. 555.
4786.       // \'s Lands comptoir ongestelt tot het begeert subsidie; rapport
genoomen op drie jaaren te leenen 6000 gis.
30 Aug. N. R. 564.
4787.       " De Staaten lot bevrijding der zee en visscherije S. Exc.
hebben geconsenteert te verschieten 28000 gis.
15 Sept. N. R. 569.
4788.       " Op de request aan den Secreten Raad, dat die van Antwerpen
meenen te verpagten het Waartschap van de visch, aan die van Ant-
werpen, aux fins y contenus, nisi causam.
                     16 0ct. N. R. 578.
4789.   1574. Placaat tot verbod van uitvoer van allerhande versche
visch, tenzij eerst op den afslag geweest, in Holland gevangen en van de
zeevisch als Salmen, Steur ende Elfte.
                       25 Eebr. N. R. 369.
Zevende Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 40.
4790.       /\' Gecomm. te Schiedam te handelen om aldaar 20 last en te
Rotterdam 20 last Haring te koopen.
                          22 Sept. N. R. 720.
4791.       // Als vooren 40 last voor Leyden.
22 Sept. N. R. 723.
4792.       ii H. Duyst te Briel versoekt een of twee licentmeesters te
moogen stellen.
                                                           30 Sept. N. R. 739.
4793.       » Van alle versche visch uit Holland na Engeland de scsde
penning van de waarde voor licent, en van het gevoerde op \'s vijands land
de helft.
                                                                         1 Dec. N. R. 853.
4794.       /\' De paspoorten van de versche visch onder Licent uit den
Briel na Engeland en elders gevoert, alleen bij den Secretaris aldaar op den
ontvang van het licent regt te expedicieeren.
                    1 Dec. N. R. 853.
4795.   1575. De Vischkoopers te Dordrecht over de. 20ste penning op
de afgeslagen visch binnen 3 dagen te mogen doleeren.
18Eebr. N. R. 88.
4796.       " De 20e penning op de afgeslaage visch in alle steeden en
plaatsen behoorlijk te betaalen volgens placaat.
              25 Eebr. N. R. 108.
4797.       " De 20e penning met 1 Maart beginnen.
26Maart. N. R. 110,113.
4798.       /\' Versoek van de vischkoopers van Dordrecht afgeslagen.
12 Maart. N. R. 163.
4799.       u Van alle gezoute visch per ton de koopers zes stuivers,
geduurende vier maanden, met 1 Maart betaalen.
                28 Eebr. N. R. 123.
4800.       // Gedifficulteert het versoek van die uit Breda om haar visch
uit Holland vrij sonder licent te betaalen en op alle afslagen te mogen koopen.
4 Maart. N. R. 135.
-ocr page 368-
334                             LEGISLATION NÉERLANDATSE DES PÊOHES.
4801.   A°. 1575. S.Exc. met Gecomm. en de Admiraliteyt behoorlijke ordr e
te stellen tot verseeckertheid der aanstaande Haringteelt.
29 Maart. N. R. 233.
4802.       // ïe vorderen de middelen tot bescherming der visscherij;
Noord-Holland ougelast.
                                               2Julij. N. R. 545.
4803.       ii Concept middelen by Gecomm. der visscherij van Holland en
Zeeland tot bescherming der visscherij.
                          2 July. N. R. 545.
4804.       ii De rest der noodige penningen voor de 12 oorlogscheepen
tot defensie der visscherij booven de 8.000 gis., te vinden uit de licenten
van den Haring.
                                                        4Julij. N. R. 548.
4805.       /\' Accord met de visschers noopens de bescherming.
4Julij. N. R. 549.
4806.       // Commissarissen op het stuk der visscherije J. Maartens, één
uit deselve, te koomen tot communicatie op eenige pointen.
4July. N. R. 551.
4807.       » Gecomm. van Dordrecht, Delft, Zierikzee en een uit Noord-
Holland finaal met S.Exc. af te handelen de saak der visscherije.
9Julij.N. R. 570.
4808.       // Consent in de toerusting van 12 oorlogscheepen tot bescher-
ming der visscherij.
                                                     14Julij. N. R. 588.
4809.       ii Alle boots- en smalscheepcn met Haring of vis, oost- of
westwaarts uit te moogen vaaren, niettegenstaande het verbod.
7 0ct. N. R. 800.
4810.       /\' De 20c penning van visch executeeren: den Briel pro-
testeert.
                                                                        12 Oct. N. R. 808.
4811.   1576. Accord tusschen de Staaten en de visscherije tot verhooging
van het lastgeld van de Haring op de teelt van dit jaar.
22 Mei. N. R. 88.
4812.       // Gecommitteerden in den Briel van alle stuurluiden der Buisen
gereet in zee te loopen, te neemen cautie en eed van met haare Haaring
of andere vis alleen te sullen komen in havens van Holland en Zeeland.
HJunij.N. R. 100.
4813.       /\' Sijn Excellentie versogt tot vordering der Haringvaart
twee Boots uit de wagt voor Brouwershaven tot haar convoy te schikken,
volgens het versoek bij de Admiraliteit aan sijn Excellentie gedaan.
18Junij.N. R. 104.
4814.       // De Admiraliteit soo veele scheepen moogelijk tot defensie der
visscherije in equipage te schikken.
                              21 Aug. N. R. 156.
4815.   1577. Hoogheemraden en Ingelanden van Rhijnland volgens haare
privilegiën de Sluisen te laaten bevisschen.
                    5 April. N. R. 289.
4816.       // Op versoek der Steeden van Holland en Zeeland, hengenee-
rende met de Haringvaart en groote visscherije, om vier oorlog-
scheepen voor de teelt, gecquipeert en met ammunitie, en tot de verdere
kosten te moogen omslaan dertig stuivers per last Haring, na 1 Junij inge-
bragt, en de gevangen haring te ontlasten van de licenten.
16 April. N.R. 305.
4817.       " Tot vordering der Haringvaart en visscherije vier oorlog-
scheepen met geschut wel toegerust wegens het Land, voor vier maanden.
17 April. N.R. 307.
-ocr page 369-
NEDERLANDSCUE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                 335
4818.   Ao-1577. Placaet, daerby dat alle Stuerluyden, Visschers, ofte yemant
anders wie hy oock zy, belast worden, dat syluyden met hare schepen ende
Haringh ende andere Visschen die syluyden sullen mogen vangen, nergens
inne komen sullen, nochte arriveren, dan in de havenen binnen Hollandt ende
Zeeland.
                                                                                          3 Mey 1577.
Zevende Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 178. Gr. Place-boek.
II, 2145.
4819.        ii Placcaet beroerende \'t visschen met vlouwen op de Maze.
Zevende Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 220.
4820.        * Die van de visscherije met den Fiscaal bij alle middelen
voorsien teegens het verkoopen, vermangelen en overseheepen van Haring,
en de boetens teegen de contraventeurs innen, etc. 12 Julij. N. R. 415.
4821.   1578. Placcaet van gheen Haring ofte Visch in zee te vcran-
deren. Item dat men deselve binnen de Havens van Hollant en Zeelant sal
moeten inne brenghen; noch gheen haring vóór haer saysoen te vanghen.
Zevende Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 234. verso. 26 April.
4822.        » Placcaet op \'tstuck van de Haringvaert ende \'t wachten
van \'twandt.
                                                                                         21 April.
Zevende Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 236. verso. 241.
4823.       " Bij swarigheid over de contributie van den Haring de
collecteurs der lijst te Delft, Rotterdam en Schiedam, daar voor te respon-
deeren behoudens haar regres, per last Bueking een per cento.
25 Aug. N. R. 487.
4824.   1579. Tot vordering en verseekertheid der visscherije, Gedep. van
die te arresteeren vier bequaame convoyers en voor vier maanden equipeeren ,
benevens subsidie.
                                                              30 April. N. R. 649.
4825.        » Alle vroege Haring oostwaarts, met grof zout zouten,
sonder Brand of Cirkel, maar die in Holland verkogt met wit zout.
16 Mey. N. R. 682.
4826 H Voor de convoyers der Haringvaart en visscherije uit de
convoyen nog twee duisend guldens gereet, en in November of December
twee duisend gis, mits de visscherije daarvan en der voorige vier duisend
guldens respondeere.
                                                          30 Julij. N. R. 770.
4827.   1580. De Convoymeesters deese teelt per last Maasterlandschen
Haring maar vier gis. tien stuivers doen betalen, inkooment en uitgaand.
18 Jan. N. R. 6.
4828.      " Placcaet ende ordonnantie der Kon. Maj. beroerende de vis-
schery ende Harinckvaart.
                                                              9 Maert.
Boll. Placc.-boek. I, 2.
4829.       " Placaet ende ordonnantie, beroerende dat men gheen onsuij-
veren noch vreemden Haringh, uijt andere Landen komende, en sal mogen
packen ofte branden, noch oock gheen vreemt zout van geen zout gesooden.
in Hollandt of Zeelandt sal mogen brengen.
                                      9 Maert.
Achtste Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 46. Holl. Placc.-boek. 1, 9.
Gr. Placc.-boek. I, 748.
4830.        ii Placaet ende ordonnantie, beroerende deBootsgesellendie
haar metten Stierluyden verhuyren, ende hoe sy betaelt sullen werden.
9 Marty. Vernieuwd in 1588. 1605. 1619.
Achtste Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 42. Holl. Placc.-boek.
I. 7. Gr. Placc.-boek I, 696—707.
4831.       // Placaet ende ordonnantie, beroerende dat de stierluyden ofte
visschers met haren Har in e k ende Visch, die sy in zee bevangen hebben,
in Hollandt ofte Zeelandt moeten arriveren, sonder eenig Harinck ofte Visch
-ocr page 370-
336                            LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
in zee te verkoopen, vermangelen ofte over te setten, geen Harinck na den
lesten January tot den eersten Juny gevangen, in tonnen te souten. 9 Maert.
Achtste Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. tol. 39. verso. Holl. Placc.-boek.
I, 6. Gr. Placc.-boek. I, 714.
4832.   A°. 1580. Tot de equipage der vier oorlogscheepen voor de groote
visscherije en Haring vaart agt duisend gis. bij het Land furneeren uit
de convoyen, op termijnen, voor drie maanden op interest, teegen agt a tien
per cento te ligten; voor de verdere onkosten de visscherij om te slaan dertig
stuivers per last Haring na 1 Junij, en gelijke dertig stuivers per last
visch der scheepen met kruiswant, visschende na half Jung , met executie
teegen de on willigen.
                                                  17 Maart. N. R. 43.
4833.       /\' De 2000 gis. voor de visscherij geconsenteert en de 8000 gis.
tot subsidie, uit de Convoyen van dit en het Noorder Quartier.
6July. N. R. 158.
4834.       » Placaet, beroerende de groote visseherye en Har in ck va ert,
met verboth dat niemant des anderen Waudt kerven ofte beschadigen mach.
9 Maert ]5S0, zynde de Renovatie van twee voorgaende van den vierden
Aug. 1564 en 1545.
Achtste Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 32. verso. Or. Placc.-boek.
I, 684.
4835.       ii Die van de. groote visscherij haar ad vis verklaaren op
de requeste van die van de Pan-neering.
                        7 Dec. N . R. 316.
4836.       /\' Deselve versoeken geconserveert te worden bij haar regt tot
het maakcn van ordonnantie daarop.
                             23 Dec. N. R. 335.
4837.   1581. Ter General iteit, ten versoeke der Panne luiden wordende ge-
resolveert tot renovatie van het placaat van 1519 noopens het zouten der
Haring met wit zout.
                                                12 Jan. N. R. 352.
4838.       /\' Placaat en ordonnantie op de Visseherye en Zoutziederye.
Gr. Placc.-boek v. Friesl. IV, 229.
                                         31 Jan.
4839.       " Uit aanmerking dat de schutters met hunlieder fuiken,
kuylen en netten een groote menigte van allerhande plat visch vangende,
alleen de grootste visch tot zich nemen, de kleine visch in grooten getale
wegwerpende, waardoor ze verloren gaat tot groot verlies van de kleine
visscherij en pinkvaart. wordt ten versoeke van die visscherij en, waar-
onder ook adressanten uit Rotterdam, aan den Rentmeester van de domeinen
en voorts aan alle particuliere vasal- en ambachtshoeren het regt ontzegd, in
het vervolg verpachtingen aan de kleine visscherij te doen, met nietigverkla-
ring van alle verpachtingen, daarmede in strijd, gedaan. Voorts wordt aan
ieder, op straffe daarbij bepaald, verboden op slijk- of verdronken landen,
platen, gorsingen of zanden te visschen met netten van riet, rijs, enz.
Plakk. d. Staten v. Zeeland.                                                  27 April.
Uit plakkaat werd vernieuwd 7 Juny 1595. 18 Jan. 1596, 9 Oct. 1608.
9 Mei 1611, 26 Oct. 1626, 20 April 1641, 20 Nov. 1660. 23 Aug. 1679.
17 Maart 1707.
4840.       /\' \'s Lands geschut te Leiden bij den Equipagemeester J. de
Bije te ligten voor de convoyers tot verseeckertheid der visscherije.
24Mey. N. R. 568.
4841.       // Sijn Excellentie te communiceeren de keure van Bremen
tot beswaar van den Haring.
                                     27 Mei. N. R. 579.
4842.       o Op rapport van het gehandelde met die van Bremen over
den Haring Gecomm. met S. Exc. op de bequaamste voorsiening adviseeren.
18July. N. R. 732.
-ocr page 371-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHBRIJEN.                   337
4843.   A°. 1581. Die van Bremen voorsz. lasten en nieuwigheeden te willen
afstellen tot voorkoming van voorsiening daar teegens met gelijke middelen.
^5 Julij. N. R. 766.
4844.        /\' Placcaet van de Staten van Zeeland tegen het schutten
van visch, en het vangen van zeehonden. 17 April. 1581. 30 Oct. 1591.
18 Jan. 1596. 9 Oct. 1608. 26 Oct. 1620. 20 April 1641.
Nol. van de SI. v. Zeeland. 1591. fol. 270.
4845.        « Het versoek van die van Texel om ordre op het Vis wand
aan het collegie te Hoorn tot dispositie.
                        25 Nov. N. R. 990.
4816. 1582. Aan sijn Excellentie versoeken de beschrijving der steeden
van Vlaanderen, Holland en Zeeland, hen met de visscherije geneerende.
over de ordre op de Haringvaart.
                               141\'ebr. N. R. 70.
4847.        ii De Admiraliteit een Kagerschuit te houden tot wagt onder
de visscherije.
                                                                  16 Maart. N. R. 126.
4848.        ii Al de Haring weder van booven de stroomen afkoomende,
waarvan convoyregt betaalt is, andermaal uit Holland vervoeren.
29 Maart. N. R. 165.
4849.        ii Het hof op de keure der visscherijen, op de bewaarnis der
Haring tonnen en op de ordonnantie noopens de Bootgesellen placaat
maken, om des jaars te vernieuwen.
                             27 April. N. R. 238.
4850.        /\' Placaet ende ordonnantie [van Prins Willem T\\ beroerende den
tyt van \'t vanghen ende hauenen van den Harinek, mede van de tonnen,
soudt als packerye, ende dat de Stierluyden ofte Visschers met haeren gevan-
ghen Harinek en visch in Hollandt ofte Zeelant moeten arriueren sonder
eenighen Harinek oft visch in zee te vercoopen, vermanghelen ofte ouer te
setten, &a. (Gegeven te \'s üravenhage, 27 April 1582.) Gedruckt tot Rot-
terdam, by Dirick Mullem. 8». 16 ongen. bladz.
                                 B. R.
Achtste Memoriaalboek van Mr. B. Ernst. fol. 187. Holl. Place.-boek. I, 63.
4851.       ii Placcaet. beroerende het maecken, keuren, branden van de
Haringh tonnen, lydt van \'t vangen, souten, havenen en pakken van den
Harinek, oock metten selven in Hollandt of Zeelandt te komen, sonder
elders te vervoeren.
                                               27Apr. 1582, 24 Mey 1584.
Gr. Place-boek. I, 718. Achtste Memoriaelboek van Mr. B. Ernst. fol. 187.
4852.        » Placaet, beroerende de Bootgesellen die haer metten
Stierluyden verhuyren ende hoe sy betaelt sullen werden.
27 April 1582,12 April 1588, 2 April 1605 en 15 Februarij 1619.
Holl. Place-boek. I, 67. Gr. Place-boek. I, 700.
4853.       // Die van de Haringvaart om haare veragtering en lasten,
vier convoyers, ammunitiën, en 8000 gis. subsidie op termijnen en omslag
tot dertig stuivers per last.
                                             27 April. N. R. 238.
4854.        // Commissoriaal het versoek der visscherij om ordre teegens de
nieuwigheid en lasten van Bremen.
                        27 April. N. R. 240,241.
4855.       // Holland sich met de kooplniden van Ceulen voor het Geregt
van Spiers te voegen, over het leeveren van Haring sonder egter in hunne
schnade te draagen.
                                        27, 28 April. N. R. 241, 248.
4856.        // Jr. D. van Merwede het verloop der visscherij aldaar in
regten te kunnen vervolgen.
                                           10 Nov. N. R. 598.
4857.   1583. S. Exc. om advis versogt noopens het vervoer der Haring
na den vijand.
                                                                     2 Eebr. N. R. 22.
4858.       /\' Op diverse plaatsen op naam van S. Exc. renoveeren het
placaat teegens het vissen met corden.
                       19 April. N. R. 120.
Holl. Place-boek. I, 77. Gr. Place-boek. I, 1274.
22
-ocr page 372-
338                             LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PECHE8.
4859.   A0. 1583. Den Haring voortaan de stroomen en rivieren op te pas-
seeren. en alom vervoeren onder convoy na de lijst van 1 Aug. 1581;daar-
over met Gelderland te handelen:
                                  4Mey. N. R. 138.
4860.       ii Geeommitt. van S. Exc. gelijke acte te impetreeren.
4Mey. N. R. 139.
4861.       n De groote visscherij vier scheepen tot convoy te equipeeren,
8000 gis. subsidie en 30 stuivers per last Haring.
                                   
4Mey. N. R. 139. 14Maart. 1585. N. R. 190.
4862.       n Niemand voortaan eenjg onbequaam grof zout ter zee te
voeren om Haring te zouten, op 25 guldens boete. 4Mey. N. R. 141.
4863.       o Ampliatie-placaat op het ka aken en tonnen van Haring.
4Mey. N. R. 142.
4864.   1584. Op de versche visch op vijands land tot impost de 7e
visch in den afslag.
                                                    13 April. N. R. 253.
4865.       " De groote visscherij e 8000 gis. subsidie uit de convoyen.
25 April. N. R. 258. 17 Julij . 17 Aug. Resol. St. Gen.
4866.       // Versoek van  de   Gedep. van de visscherij en, om onder de
publicatie, onlangs gedaan,
   op   den toevoer van de vivres. daermede de
stroomen syn gesloten, niet
   te   begrijpen de Harinck. Toegestaan onder
zeekere belasting.
                            Resol. St. Oen. 15 Aug. 11. 15 ,17 Sept.
4867.       " Placcaet ende ordonnantie beroerende het maecken, keuren
ende branden van de Haringhtonnen, mitsgaders het vanghen, souten
ende packen van den Harink.
                                24Mey. (1588) 12 April.
Eerste Memoriaalboek van Mr. Pieter Hanneman. fol. 47. Tweede Memo-
riaalboek.
fol. 48. Holl. Place -boek. I, 83.
4868.       // Missive van Gelderland, ten einde de Cirkel en Br and-
haring de Rhijn op na Ceulen te laten passeeren, niettegenstaande het ver-
bod van de St. Generaal. 15 Aug. N. R 538. 19 April 1585. N. R. 245.
4869.       // Missive aan Gedep. van Zeeland over het afeischen aldaar
der impost van het zout tot den Haring teegen vijf ton zouts per last
Tonneharing.
                                                               7 Sept. N. R. 616.
4870.       // De Convoymeesters te Schoonhoven te beletten de Har ing,
het convoy betaelt hebbende, te passeeren na Ceulen. 29 Nov. N. R. 809.
4871.   1585. Ter Generaliteit inbrengen, dat al het gevang der visschers
aan do Zijde, except Cabeljaanw en Schelvisch, onder licent destroo-
men werden opgevoert.
                                             8 Maart. N. R. 165.
4872.       » Rapport op het versoek der groote visscherije ommain-
tenu bij de beloofde handhouding van den Haring.
14 Maart. N. R. 193.
4873.       // Ter Generaliteit inbrengen, dat, mits de reconciliatie van
Nijmegen met den vijand, de gedroogde visch over Embden na Ceulen
werde gevoert, onder het geordonneert convoyregt.
           19 April. N.R. 245.
4874.       ii Do steeden der visscherije in Holland en Zeeland haare Gedep.
den 6 deeser te Delft senden tot resolutie op het uitzetten der vaart voor
een maand.
                                                         1 Junij. N. R. 310, 315.
4875.       » De schipper weegens de magistraat van Thiel daartoe gelast,
\'s weeks derwaarts uit te voeren een kaagschuit met versche zee vis, mits
de schipper den convoy meester van Gorinchem specificq vertoone zijn laading en
de magistraat weekelijks van de lecvering rescribeere.
2 Nov. N. R. 717.
4876.       // Dordrecht kan niet verstaan tot den uitvoer van Haring
voor de komst van den Graaf van Leycester.
                    3 Dec. N. R. 801.
-ocr page 373-
NEDBRLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   339
4877.   Ao. 1585. Geen ver schcvisoh van Scheveninge nog andere plaatsen
aan de Zijde bij de Zeelands en de Engclsvaarders derwaarts te voeren, als
onder attestatie van don Agent ürteil, van te Londen gevent te zijn.
7 Dec. N. R. 808.
4878.        ii Dispariteit van advisen op de afdoening van het empeche-
ment in het verconvoyen der Haring op Rouan en andere Eransche havens.
19 Dec. N. R. 820.
4879.   1586. Die van de visscherij te assisteeren bij sijn Excellentie, noo-
pens hun versoek van uitvoer van Haring en het subsidie tot onderhoud
van vier oorlogschepen.
                                          7. 17 Maart. N.R. 125
4880.       " Instructie der Staten van Zeeland voor de Magistraten
der steden, zich generende met de visscherij.
                                   20 April.
Nol. van de fit. v. Zeeland. (MS.)
4881.        " Geschreeven aan sijn Excellentie over de lijst op den uit-
voer van den Haring.
                                           17, 19 Julij. N. R. 308.
4S82. /\' Resolutie rakende de exemptie van de visscherije in de i m p o s t
van \'t zout, of restitutie van \'t geene sy in see versout hebben.
Resol. St. Gen. 18 Juny, 4 Nov. 1587. 4 Sept.
4883.   1587. De groote visscherij en Ha ring vaart op elk haarer vier
oorlogscheepen voor de aanstaande teelt, seeker geschut en scherp tot ver-
seekertheid; 3000 gis. subsidie. 5 Maart. N. R. 696. 4 Maart. 1588. N. R. 78.
4 Maart 1589. N. R. 158.1590 (12000 gis.) 13 Maart. N.R. 350.
4884.       " Voorsz. subsidie uit de eonvoyen te voldoen.
5 Maart. N. R. 698.
4885.        ii Over het versoek van de groote visscherij om den Haring
de Maase en IJssel op te voeren. te schrijven aan de Staat en Generaal. sijn
Excellentie en Gecomm. van Holland.
                         29 Aug. N.R. 870\'.
4886.   1588. De verponding van 1587 volgens hot placaat aan den
ontfanger der pagten van de visscherij van Geertruydenborg verhaalen.
25 Jan. 5 Maart. N. R. 17, 81. 1590. 26 Jan. N. R. 214.
4887.       " Die van de Ha ringvaart en visscherij gedurende de aan-
staande teelt, van geschut en scherp op haare scheepen, teegen den vijand,
voorsien.
                                                                             4 Maart. N. R. 78.
4888.        " Geavoueert het redres eeniger articulen bij die van de vis-
scherije in de ordonnantien en placaaten daar op, hetselve op naam der
Staaten van Holland en Zeeland uittegaan. al soo voor den oorlog op naam
van den Koning en sijn secreeten raad zijn verleent. 7 April. N. R. 117.
4889.       " Het placaat der groote visscherije, soo op het maaken, keuren
en branden der Haringtonnen, als het vangen, zouten, etc. ook het
placaat noopens de Bootsgesellen, haare netten den stimrluiden verhuu-
rende, op naam van Holland en Zeeland uittegeven en te publiceeren.
12 April. N. R. 124.
Ned. Placc.-boek. I, 71, 79. lloll. Place-boek. I, 130.
4890.       /\' Die van de visscherije en Haring vaart ses duisend gis.
te betaalen tot contentement voor het zouten in de zee. 15 April. N. R. 133.
4891.       ii Gecontinueert de 14 gis. per honderd wit zouts voor 1589.
door de Generaliteit; de visscherije, in plaats van haar vrijdom, 6000 gis.
23, 26 Junij. N. R. 231, 236. 5 Sept. N. R. 365.
Ned. Placc.-boek. I , 83.
4892.   1589. Gecomm. Raaden in West-Eriesland een oorlogschip na die
van de visscherye ter Dogge te schikken, met dat uit de Maas.
13 Jan. N. R. 14.
22*
-ocr page 374-
340                            LEGISLATION NEEBXANDATSE DES PÊCHES.
4893.   A°. 1589. Den ontfanger der goederen van Liesvelt, noopens de ver-
ponding der vroonen en visseherijen te volgen de verklaaring van den
geweesen ontfanger Oldenbarnevelt.
               18, 21 Jan. N. R. 372, 383.
4894.       // By Gorinchem versogt in het redres der Admiraliteit en van
de convoyen en licenten te letten noopens de versche v i s c h, de rivier op-
waarts gaande.
                                                             15 Febr. N. R. 80.
4895.       // De steeden de Waterscheepen voor de visscherije ge-
bruikende, ter naaste vergadering nader communiceeren. 6 Mey. N. R. 353.
4896.       ii Het schip van de visscherije met den Capitein daarop voor
Geertruidenberg, in \'slands dienst aanneemen tot convoy over de Biesbosch.
28 Mey. N. R. 415.
4897.       » Den ontfanger Generaal Doublet aan de visscherije voor dit
jaar, uit de veertien guldens per honderd zouts, eenige penningen recognitie
betaalen.
                                                                    9 Junij. N. R. 458.
4898.       u Convoy voor de groote visscherije: Gecomm. met de Super-
intendenten daarover te communiceeren. De visscherije met drie oorlogschee-
pen booven seekere vijf assisteeren.
                     5 Julij. N.R. 522, 523.
4899.       /\' Regeerders en ingezetenen van Sliedrecht haar verponding
op poene van executie te betaalen; de visscherij te mogen verkoopen, zooveel
tot voldoening der verponding noodig is. 13 Julij. N.R. 543. 25 Nov. N.R. 868.
4900.       // Alle Oversten en krijgsvolk de schamele visschers van Spa-
rendam in alle doortogten te laaten onbeschadigt, en, bij overlast van krijgs-
volk, daar in te moogen worden voorgestaan.
             11 Aug. N. R. 627.
4901.       " Gecomm. Raaden ter superintendentie van de Admiraliteit
neevens sijn Excellentie de Doggevaarders met twee oorlogsohepen convoyeeren.
14 Nov. N. R. 836, 840.
4902.       u Gecomm. de Licent-lijst van den Haring door \'sHer-
togenbosch opwaarts voeren, gedurende dat de Maas niet navigabel is.
14 Nov. N. R. 836.
4903.   1590. Gecomm. met die van de Haringvaart en visscherije, de
Admiraliteit neevens sijn Excellentie te remonstreeren, de noodige vermin-
dering van het licent der Haring de stroomen opgaande, bij de Staat en
Generaal daarop voorsien.
                                          16 Jan. N. R. 158.
4904.       ii Gedep. van Geertruidenberg ad verteeren, dat de Staaten niet
meenen met den vijand te handelen, maar ordre zullen stellen teegen \'s vij-
ands geweld, ook de visscherije aan deese zijde verpagt, te beschermen.
26 Jan. N. R. 214.
4905.       ii Afgeslaagen het versoek van die van Schevening om de
Gezoute en Tonnevisch van het strand onder convoy te moogen voeren;
de placaaten te volgen.
                                          17 Maart. N.R. 360.
4906.       " Placcaet, beroerende het elyn sout.                   23 Julij.
Holl. Place.-boek. I , 148.
4907.       ii Burgemeesteren van den Briel en het Geregt van Maasland-
sluis Vrijdag in den Haag te komen op het different over den afslag van
de visch.
                                                29 Oct., 2 Nov. N. R. 494, 508.
4908.   1591. Placaat en ordonnantie omtrent de jacht en visseherijen.
Or. Placc.-buek v. Mest. IV, bl. 769.
                             16 May.
4909.       » Missive, behelzende eone stricte ordre, om met geen onbe-
hoorlijke en verbodene netten of andere instrumenten te moogen visschen.
Or. Place-boei v. Friesl. IV, 778.                                   30 Sept.
-ocr page 375-
NEDEKLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    341
4910.   Ao. 1591. Missive, inhoudende een ordre omtrent het breiden van
Vischseinen (netten).
                                                                       30 Sept.
Gr. Place-boek v. Friesl. IV , H. 778.
4911.   1592. Commissie tot het concipieeren van een ordonnantie teegen
het onbehoorlijk visschen met de staalen, schuttingen, etc. als ook teegen
het onbehoorlijk visschen met de waterscheepen op de Zuiderzee. Rapport.
1/12 Sept. N. R. 860.
4912.        // Tot regt ondersoek der fauten in de Haringtonnen en
de noodige remedie, twee Gedep. der groote visscherije uit de steeden op Maase
en te Enkhuizen, te Dordrecht de authentique maat te nemen.
2/16 Nov. N. R. 878.
4913.        // Placaet beroerende het visschen inde Spieringmeer. 24 Nov.
1592 en 15 Sept. 1600.
Holl. Place-boek. I\', 157. Gr. Place-boek. I, 1294.
4914.   1593. Placaat teegens het onbehoorlijk bevisschen van de Maas en
Merwede en het steeken der staaken en het leggen van de fuyken.
23 Jan. N. R. 27.
Holl. Placc.-toek. I, 158, 241. (15 Maart 1597). Gr. Place-boek. I, 1292.
4915.        // Uitgestelt het visschen in de Zuiderzee met de water-
scheepen en verbod tegen het visschen op de Beemster. 5/12 Jan. N. R. 28 , 35.
4916.        /\' Ampliatie op de Placaten van den Harinckvanghst,
verbiedende \'t vangen voor St. Jans dach, ende \'t vervoeren van den Harinck
naar Hamburg en Bremen: als oock verkoop van den voor-Haiinck in deze
Landen, tensy nae St. Jans dach ghevangen en ten minsten tuien dagen
in haer eerste peeckel gelegen heeft.
                                                 17 Maert.
Holl. Place-boek. I, 315. Gr. Place-boek. I, 726.
4917.        " De groote visscherije en Haringvaart op elk haarer vier
scheepen, geduurende de teelt in dit quartier en West-Friesland, geschut en
scherp tot convoy en verseekertheid en verdere amunitie en subsidie.
4 Maart. N. R. 2u9.1596. 26 Eebr. N. R. 42.1597. 14 Maart. N. R. 106.
1598.17 Maart. N. R. 118,125.
4918.        » De Rheeders geen huur verschuldiet van de genoome Buij-
sen; bij placaat te statueeren geen Haring op Vrankrijk te voeren als op
de behoorlijke brand gepakt.
                                               4 Mey. N. R. 304.
4919.        " Die van de groote visscherij nogmaals te vergaderen op de
propositie van Groot Brittannien. noopens het neemen der scheepen en het
pakken der Haring op behoorlij ke Drand; op hun besluit een placaat decre-
teeren.
                                                                                 7 Mey. B. R. 319.
4920.        » Op versoek der groote visscherij gerenoveert het placaat op
het maaken, keuren en branden der Haringtonnen en het vangen, zou-
ten, havenen van den Haring van 17 Maart 1593. 13 Maart. N. R. 342.
4921.        // Den ontfanger Doublet uit den Impost der 14 gis. perhon-
derd zouts, de Haringvaart en groote visscherij te betaalen 6000 gis.
21 Junij. N. R. 407.
4922.        // De ordinaris assistentie en subsidie voor de visscherij , soo
uit de convoyen als de 14 gis. uit het zout te bedingen. 12/24 Dec. N. R. 808.
4923.        ii Placcaat van de Staten van Zeeland op de jagt, vogelerij en
visscherij.
                                                                                         24 Maart.
Not. van de SI. v. Zeeland, fol. 107.
4924.   1595. Subsidie aan de groote visscherije en Haringvaart.
2 Maart. N. R. 67-69.
-ocr page 376-
342                            1ÉGISLATI0N NEEKLANDAISE DES PECHES.
4925.   A°. 1595. In plaats der Impost op het dennezout gelijke ordon-
nantic als vooileede jaar.
                                          2 Maart. N. R. 69.
4926.       « Placaot, waerschouwingc tegen bandt endo brant van den
Haringh-vangst.
                                                                    Ü Maart.
Roll. Place-boek. I, 515. Gr. Place-boek. I, 750.
4927.       " Aan die van Geulen te schrijven over het pakken, bran-
den en keuren van den Haring; en ampliatie placaat.
10 Maart. N. R. 93/99.
4928.       ii Die van den Briel ook te publiceeren en onderhouden het
placaat op het vangen en verkoopen der Haring; aanschrijving aan deoffi-
cieren over dit placaat.
                                            16 Junij. N. R. 240.
4929.       // Octroy voor die van Alkmaar op het. bevisschen van de
Schermer, Langemeer, Akersloot enz.
                   5 Julij. N. R. 271/73.
4930.       ii Aan die van de groote visscherije van het Zuider en Noörder
quartier, laaten volgen de 600 gis. uit den Impost van 14 gis. op ieder
100 wit zout binnen Holland en W. Friesland geconsenteert. 10 Julij. N.R. 304.
4931.       // Aan Burgemeesteren van Hamburg versogt geen nieuwigheeden
in praejudicie der vrije commercie en handeling van wijnen, visscherije en
Haringvaart toe te staan.
                                    13 Julij. N. R. 325.
4932.       // üeschrecven aan Burgemeesteren en Raaden des Rijkstads
Ceulen over den koophandel en het branden van den Haring.
28 Aug. N. R. 412.
4933.       H Die van Scheveninge in aansien hunner armoede, by bequaam
weder op toekomende Beededag op haare neering te mogen (uit) vaaren,
sonder daarvan te verbeuren.
         16 Oct. N. R. 531. 27 Nov. N. R. 586.
4934.   1596. Twee Deurwaarders te renoveeren het placaat en ordonnantie
op het maken, keuren en branden der Haringtonnen en het zouten, van
9 ïebr. 1595.
                                                          1 April. N.R. 136.
4935.       // Afgeslagen het versoek van Kerkmeesters van Oostsaanen om
de inkomsten der visscherij aldaar voor de kerk.
           6 Eebr. N. R. 29.
4936.       ii Afgeslagen het versoek der zoutsieders, om renovatie der
piacaaten van 1519 en 1581 conform van 1495, van geen Haring ter zee
te zouten als met graauw zout.
                               8 Maart. N.R. 79.
4937.       H Placaet ende ordonnantie, dienende tot verseeckeringe van
den Harinck-vaert van Hollandt ende West-Vrieslandt.
           14 Mey.
Gr. Place. -boek. I, 711.
4938.       // Geapprobeert het project tot verseekering der scheepen van
Holland ten Haring vaarende; gecomm. Raaden die doen observeeren over
de steeden, sulks aangenomen hebbende.
                       14 Mey. N. R. 202.
Holl. Place -boek. I, 213.
4939.       // Te onderhouden het voorig placaat over de stoel-enschut-
vissing. "Voorsieninge tusschen Dordrecht en den Briel over de visscherijen.
15 Mey. N. R. 205.
4940.       ii Gearresleert de ordonnantie tot verseekering van de visscherije
en Haringvaart en uittegeeven.
                           21 Mey. N. R. 228.
4941.   1597. Den vijand met drie oorlogscheepen onder de visscherije be-
noorden het Sant gevallen zijnde, de Admiraliteit te Amsterdam en in het
Noorder quartier door haare geordonneerde scheepen bij de Doggers te schik-
ken, daarin te remidieeren.
                                          29 Jan. N.R. 28.
-ocr page 377-
NEDERX4NDSCHE WETGBVIKG OP DE VISSCHERIJEN.                   343
4942.   Ao. 1597. De Admiraliteit te Rotterdam al haare scheepen tot convoy
en bescherming der Doggcvaarders in zee Ie gebruiken en strict voor-
sien, dat de scheepen op Vrankrijk en Engelandt behoorlijk geconvoyeert
worden etc. De Admiraliteit te Amsterdam meedc geadverteert.
30 Jan. N. 11. 29/30.
4943.       » De sa lm bij diverse Maaslandsluisers gevangen, aan de
koopluiden of ventjagers te moogen worden verkogt, onder opregtc voldoe-
ning van den impost.
                                                  3 Maart. N. R. 81.
4944.       « Gecomm. met \'s lands advocaat C. Frans en Gecnmra. van
de steeden morgen 8 ure te besogneeren op de bevrijding der Vers vaar ders.
11 Maart. N. 11. 91.
4945.       H Verbod van voortaan met schutten, schutnettcn of
kuylen aan de kanten van de Merwede, met hoog of laag waater te visschen.
Or. Place-boek. 1, 1294.                             15 Maart N. R. 116.
4946.       ii Op naam van de Staaten uit te geven het placaat en
ordonnantie op de visscherije en Haring vaart, groot 21 artikelen.
15 Maart. N. R. 191.
4947.       " Placaat en ordonnantie tot verseekering der visscherije en
Harinckvaert, groot 25 art.
                             15 Maart. N. R. 196.
Gr. Place-boek. I, 691.
4948.       " Acte van subsidie voor de visscherije boven de vorige.
15 Maart. N. R. 200.
4949.       // Booven de 14000 gis. subsidie met het onderhoud der vier
oorlogscheepen etc. aan de groote visscherije verleent, bij het land nog vier
voordeaanst. teelt te onderhouden. 17/19 April. N.R. 208.1/23 Sept. N.R.684.
4950.       " Den ontvanger generaal Doublet in mindering dpr 6000 gis.
voor de groote visscherije voor 1597, te doen genieten de Penningmeesters
op de Maaze 4000 gis. en in het Noorder Quartier 2000 gis.
19 April. N. R. 190. 1598. 17 Maart. N. R. 128.
4951.       /\' Placaet ende Ordonnantie (der Ridderschap, Edelen en Stedeu
van HolW. en West-VriesR) beroerende de groote Visscherije ende de
Harinkvaert. (Gegeven te\'sGravenhagel9 April 1597.) Vernieuwd in 1611,
1620, 1629. Tot Delf, bij Brupi Harmans jz. Schinckel, woonende aent
Marcktveldt in de Druckerije. 1602. 4o.
Gr. Place-boek. I, 691, 692.
4952.       v Al de visch uit zee te Petten aan strand gebragt, daar af
te slaan.
                                                                     5 Sept. N. R. 477.
4953.   1598. Deese nagt omtrent Catwijk een groote w a 1 vi s ch gestrant.
[ZieAfd.: Af beeld. v. Walvisschen. No. 2773.] 3 Febr. N. R. 48.
4954.       ii De visscherij bezwaarlijk te bevrijden sonder betaaling van
het lastgeld bij den vijand.
                                    5 Maart. N.R. 92.
4955.       « Gecomm. een concept tot defensie der visscherij te raamen.
5 Maart. N. R. 94.
4956.       " Die van de groote visscherije en Haringvaart geschut en
scherp op haar scheepen; en verder subsidie.
            17 Maart. N. R. 125.
4957.       " Tot defensie der voorsz. visscherije uit te rusten tienoor-
logscheepen en hoe te verdeelen.
                             17 Maart. N. R. 128.
4958.       » De visscherije met oorlogscheepen te beschermen; te letten
op het nemen derselve tot \'s lands laste, mits sooveel als de vijanden daar
voor betaalen.
                                                     2/17 Maart. N.R. 135.
4959.       " Voorslag der bequaamste middelen tot afdoening van het
rancoen der visscherije; opgehouden.
                     17 Junij. N.R. 193.
-ocr page 378-
344                            LEGISLATIOH NEERLANOAISE DES PÊCHES.
4960.   A°. 1598. Tot veiliging der visscherije te volgen de resolutie der
voorige dagvaart; nader resolveeren op het neemen van pasporten.
15/30 Junij. N.R. 240.
4961.       // Gedeput. van het eiland Graft en Rijp onvermindert voorig
octroy, bij provisie voor een jaar in de Schermer en Starmeer met water-
schuiten, trekseegelen en ander wand te moogen visschen.
19 Oct. N. R. 373. J599. 6 Sept. N. R. 349, 379.
4962.       " Die van Uitgeest en Akersloot omtrent Alkmaar, octroy
op het beletten van alle exorbitantie omtrent het bevisschen der binnen en
buiten wateren.
                                                          12 Dec. N. R. 435.
4963.   1599. Den vijand ontseid hebbende alle Sauveguarde en Pas-
porten voor die van de visscherije ter zee, Gedep. ter Generaliteit aan-
houden op het verseekeren derselve.
                               13 Jan. N. R. 27.
4964.       /\' Op de beschaadigde visscherije booven de verleende Sauve-
guarde van den vijand, etc. te voorsien.
                  19 Febr. N. R. 55.
4965.       n DeJagtscheepen van sijn Excellentie tot beveiliging der
zee voor de visscherije, met der daad cmployeeren en nog vier oorlogschee-
pen, twee op de Maase en twee op do Zuyderzee. 25 Febr. N. R. 65.
4966.       // Rapport der genoome resolutie ter Generaliteit tot beveiliging
der smalle visscherije mits Zeeland daarbij twee scheepen voegde.
26 Febr. N. R. 66.
4967.       " Die van de Haringvaart en groote visschery twintig dui-
send gis. subsidie tot verval der groote lasten en oorlogs-ammunitie op de
scheepen tot convoy gedestineert.
                               5 Maart. N, R. 77.
4968.       ii Den ontfanger Generaal Doublet in mindering van seekere
ses duisend gis. voor die van de Haringvaart voor 1599 te laten genie-
ten . De penningmeesters der visscherij op de Maase vier, in \'t Noorder
Quartier 2000 gis.
                                                     5 Maart. N. R. 79.
4969.       " Ordonnantie, dat niemant S e y n e n zal mogen hebben, nauwer
gebreid zynde, als de bepaalde schilden aanwyzen; dat niemant binnen drie
weeken voor, nog drie weeken na Mey zal mogen visschen; dat niemant met
Hiouwen mag visschen, nog Aal vangen als met stilstaande netten. 21 July.
Gr. Place-boek v. Friesl. IV, 1054.
4970.       /\' Opgehouden de excusc op het wanpakken van den Ha-
ring in zee.
                                                            27 Aug. N. R. 329.
4971.       " Die van Graft en Rijp bij continuatie voor twee jaren in de
Schermer en Starmeer met waterschuiten, treksegens en ander wand
te mogen visschen, des niet in April, Mey en Junij, omdat de visch dan
kuit schiet.
                                                                14 Oct. N. R. 456.
4972.       // Twee resolutien van de Staaten Generaal op het convoy
der visscherije etc.
                                     22 Nov., 13 Dec. N. R. 623.
4973.   1600. Twintig duisend guldens subsidie voor de groote visscherije
en Ha ring vaart uit de convoyen en licenten, en ammunitie derselver
scheepen.
                                                                   3 Maart. N. R. 71.
1601. N.R. 78. 1602. N.R. 105. 1603. N. R.554,581.
1604. // 175. 1605. » 431. 1606. //
          707.
1607. // 91. 1608. ii 548.1609.(lO.OOOgls.)»           916.
1610. //                   1611. // 305. 1612. »          615.
4974.       // Tot bevrijding der visschers en andere scheepen de Admira-
liteit te Rotterdam deselve te helpen met convoy. 18 April. N.R. 141.
4975.       " Gedep. der steeden van de visscherije te adviseeren omtrent
het contentement van den Gouverneur van het eyland van Orcades, of daar
over te schrijven aan den koning van Schotland. 11 Mey. N. R. 157.
-ocr page 379-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    345
4976.   A°. 1601. J. de Bye, Heer van Albrantswaard, de Graaflijksheids vis-
scherije omtrent Spijkenis in pandschap te aanvaarden teegens den penning
twaalf.
                                                                                9 Juny. N. R. 219.
4977.   1601. Die van de visscherije tot vordering der neering op Maas-
landsluis twee a drie persoonen daartoe jaarlijks te stellen tot laste der
visscherij.
                                                     20 Febr., 20 Maart. N. R. 102.
4978.        » De drie Admiraliteits collegien in Holland aangeschreven
tot assistentie der schamele visschers teegen den vijand, met seeker
aantal scheepen.
                                                            29 Maart. N. R. 112.
4979.        " Keure voor die van Oostsanen op het visschen.
3 Mey. N. R. 142. 1606. 8 July. N. R. 936.
4980.        ii Ordonnantie tot beter observatie van de ordonnantien, voor-
maals op het vissehen en nettebreiden gemaakt.
                           2 Mey.
Gr. Place-boek v. Friesl. IV, 1124.
4981.        // De smalle visscherije met twee oorlogscheepen teassisteeren
booven de geordonneerde scheepen bij de H ar ing vaar tof groote visscherije.
15/22 Mey. N. R. 238.
4982.\' ii Placaat tot verseekering der Haringvaart.
5 Junij. N. R. 251.
4983.        ii Octroy aan die van üraft en Rijp nopens het visschen in
de Schermer, Lange en Starmeer voor drie jaaren. 6 Sept N. R. 370.
4984.        ii De requeste van die der kleine en smalle visscherije van
den Brielle, Kortewaal, Vlaardingen. Maaslandsltiis en andere de Maase
uitvaarende, om convoy van oorlogscheepen aan de Admiraliteit te Rotter-
dam ter assistentie met twee scheepen.
                          8 Sept. N. R. 376.
4985.        » Geapprobcert het contract tusschen J. van der Maelen, Rent-
meester der goederen van het Huis van Egmont, en den Pensionaris Berckhout
van Monnikendam, nopens de reparatie der visscherije van de Weere te
Purmerende, mits duisend gis. eens; Ordonnantie daartoe.
14 Nov. N. R. 454. (1604) 13 Jan. N. R. 15.
4986.        » Tot bevrijding der visscherij van der Zijde bij de Admiraliteit
te Hoorn en Rotterdam elk één schip en jagt in dienst te continueeren, met
ad vis daarvan aan de respective collegien.
                    28 Nov. N. R. 486.
4987.   1602. Placaet op \'tstuck van de visscherije in de Binnelantsche
wateren.
                                                                                                  27 Febr.
Holl. Place-boek. I, 280. Gr. Place-boek. I, 1300.
4988.        ii De visscherij van degraaflijkheidin deuitwaaterendesluysen,
door den Yperslootcrsluis in de Diemerdijk. op Erfpagtsregt te neemen na
de huur der pagt van de laatste tien jaren.
                 8 Maart. N. R. 94.
4989.       * De eygenaars en patroonen der buitendiepsche Ketevroonsche
visscherij van Bolnensersluys tot Schoonreloo, in plaats der verpanding te
voldoen met sestig gis. voor 1601 en sestig gis. voor 1602. 29 Maart. N.R. 140.
4990.   1602—3. Visscherij omtrent de sluysen in den Diemerdijk leggende
aan wien in erfpacht gegeven.
                                                   11 en 26 Mey.
Vtr. Place-boek. II, 158, 159.
4991.   1603. Consent aan Scheepenen van Uitgeest om te mogen visschen
als die van Rijp en Graft.
                                          18 Maart. N. R. 587.
4992.        ii Placcaet ende Ordonnantie op de Wapeninghe ende Man-
n i n g e van de schepen, soo ter koopvaardye als visscherye uyt de Vereenigb.de
Nederlanden.
                                                                                            9 April,
Ned. Place-boek. 1, 292.
-ocr page 380-
346                            LEGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
4993. A°. 1603. Die van de Reekenkamer s\'Graaflijkheids visscherijen te
moogen vcrpagten eens Geld, houdende de vorige verponding tot laste der
bruikers.
                                                                             25 Nov. N. R. 831.
499 J. 1604. De rescriptie va\'n die van de reekening, op liet versoek van
Haarlem noopens de visscherije, aan Burgemeesteren van Haarlem tot replicq.
17 Maart. N. R. 108.
4995.   De rentmeester der Baronnie van Liesvclt, mits over de verponding
van de visscherije van de Vronen betaalende vijftig gis. \'sjaars, het verdere
tot nader dispositie gesurcheert.
                                    2 Maart. N. R. 87.
4996.        /\' Merodc en Assendelft inde verpondinghaarer visscherij in
het Zuiddiep van Carnisse te volstaan met een derde van het jaarlijks suiver
inkoomen.
                                                                       20 Maart. N. R, 112.
4997.        * Articulen tusschen de groote visscherije en vroedschap van
Enkhuysen gehandelt, noopens het vangen en zouten van den Haring.
22 Mey. N. R. 158.
4998.        ii Placaten ende Ordonnantien, beroerende het vangen, souten,
havenen, keuren, packen, ophoogen ende leggen van den Hari nek. 22 Mey
1604, — 22 Mey 1606, — 12 January 1607, — 22 Maert 1612, — 22
Maert 1615, — 12 Mey 1620, — 12 Mey 1621, — 30 April 1631.
lloll. Place-boek. I, 293, 316, 323, 385, 432. II, 9, 33. Gr. Place-
boek.
I, 732.
4999.        » De visscherije ten zoute en ten versche voor het winter-
saisoen met gelijke scheepen bij de collegien van Rotterdam en het noorder
kwartier te beschermen.
                                                   12 Oct. N. R. 281.
5000.   1605. Geapprobeert de ampliatie in art. 13 van het placaat op de
visscherije en Haring vaart, noopens de Bootsgesellen.
Holl. Place-boek. I, 309.                           2, 13 April. N. R. 472.
5001.       ii Op het vertoog der groote visscherije en Haring vaart
aan deselve voorschrijven aan de stad Dantzich, noopens het verkoopen der
Haring.
                                                                       15 Junij. N. R. 526.
5002.        " Ordonnantien volgens weleke \'t sedert den jare 1605 tot 1655
incluys van wegens de Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt verpacht
is, den impost van den negenden penning op den Steur en Salm, die
aldaer ten afslagh gebracht word.
Gr. Place-boek. I, 1857.
5003.   1606. De opene schuiten van Nieuwpoort, Duinkerken en andere
Vlaamsche havens ten versche te moogen visschen, soo sul ks ook de vijanden
consenteeren.
                                                                    15 Pebr. N. R. 783.
5004.        » De Admiraliteiten in Holland geen kruis want nog Haring-
tonnen te ontsloopen ot\' niet uit het land te laateii gaan; en Gedep. ter
Generaüteit op een generaal verbod aanhouden.
                7 July. N. R. 933.
5005.        " Placaet. daerb\'y den uytvoer soo van heele ende halve ledige
haring-tonnen, als van duygen, tot soodanige tonnen geprepareert, ende
kruyswant verboden wert.
19 July 1606. — 16 Maart 1607, — 18 January 1624 en 12 Juny 1638.
Ned. Place-boek. I, 319. Gr. Place-boek. I, 755.
5006.        ii Acte van bekentenis van die van de Kamer van de Reekening van
seeker renversaal der Regeering van Naarden tot indemniteit teegen die van
St. Jan van Utrecht, bij quaestie over de possessie der visscherij van de
Naardermeer; en resolutie daarop.
                                 9 Dec. N. R. 1105.
5007.   1607. Geamplieert het placaat der Haringvangst noopens het
vangen, zouten en venten.
                                                 12 Jan. N. R. 21.
-ocr page 381-
NEDEE.LANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   347
5008.   A°. 1607. Gecomm. neevens van Veen uit den Hoogen Raad en den
Fiscaal te resumceren de oude placaaten op het visschen in de rivieren, in
de Zyyderzee. meeren, binnenwateren, en adviseeren wat tot \'s lands dienst
teegen de vermindering en vertiering van de viseb. te doen. 17 Julij. N. R. 230.
5009.        n Gecomm. met do rekenmeester Riecen te ondersocken de oude
placaaten, en ordre op liet visschen in de Noordzee, Zuyderzee, rivieren en
binnenlandsche meeren; en adviseeren.
                          26 Julij. N. R. 248.
5010.   1608. Warmont aan Mathenesse gesurrogeert in de besogne over
de ordre op het visschen in de buiten wateren, rivieren en meeren.
26 Maart. N. R. 520.
5011.        " Copie van het nieuwe concept-placaat op het visschen in de
Zuyderzee, rivieren, meeren en wateren binnen \'s lands aan de steeden des
begeerende.
                                                                        2 April. N. R. 527.
5012.       " Hoofdingelanden van de Beemster gcaccordeert de visscherij
van de Ringsloot rondom den dijk en alle do wateren, enz. 1 Aug. N. R. 637.
5013.        ii Besognes over den haringvangst.                          7 Oct.
Nol. van de SI. ». Zeeland.
5014.        » Placaet op \'t schutten van den kleynen visch, mits-
gaders op \'t vangen van de zeehonden.
            9 Oct. 1608 en 9 Mey 1611.
Gr. Place-boek. 1, 1284.
5015.   1609. Burgemeesteren van Vlaardingen ontseid het regtder afslag
van de vis bij haar ingeseetenen, op andere havens als te Vlaardinsen.
19 Febr. N.R. 810.
5016.       /\' Gedep. nogmaals te vergaderen op het placaat der visscherije.
3 Maart. N. R. 834.
5017.        ii Oetroy aan die van de groote visscherije en Haringvaart
tot onderstand der neering, ammunitie op haarc scheepen en scherp, en tien
duisend gis. uit de convoyen etc.
                                    22 Mey. N.R. 916.
5018.        // Approbatie van het accord der groote visscherije met de steede
Hamburg.
                                                                         22 Mey. N.R. 918.
5019.        » Placaten op \'tstuck van \'t visschen en \'tvischgewant
opte rivieren, meeren en binnenwateren en Hollandt en West-Vriesland.
3 Juny, 1509. 5 Maert. 1610. 20 Mey 1624, 13 Maert 1648.
Holl. Place-boek. I, 345, 355. Gr. Place-boek. I, 1276. N. R. 937.
5020.        " Plakkaat van Jacobus I, belangende het visschen op de
kusten van Groot-Brittannien en Ierland.
                                               6 Mei.
Zie: Muller, Mare clausmn. bl. 321. (Bijl. A.) Vergel. bl. 46—71, alsook:
N. R. 8 Febr., 3 April 1610; Resol. Si. Gen. 20 Maart, 7 Junij. 1610.
5021.        ii Ter Generaliteyt \'s lands recht voorstaan ter saake van het
Fngelsch placaat op het visschen op de kusten en zeeën van Groot Brit-
tannien en Yrland.
                       8 Febr., 11 April, 12 Junij 1610. N.R. 944.
Resol. SI. Gen. 26, 30 Maart, 10 Mei, 13 Junij 1610.\')•
5022.        // Het visschen met vischwant na het placaat tot uit. Dec.
gedispenseert.
                                                                    22 Aug. N. R. 991.
5023.        // Bij Gedep. van de steeden der groote visscherije en Harjng-
vaart den 15 Dec. geresolveert, de ordonnantie daarop bij moderatie
executeeren.
                                                                    18 Aug. N.R. 1089.
») Voor het tydvak van 1609 tot 1641 raadplege men tevens S. Muller Fm. Mare
clausum. Zie No. 3162.
-ocr page 382-
348                             LÉGISLATION NEERLANDAISE DES pêcHES.
5024.   A°. 1609. Den Fiscaal de Groot zijn ïtecueil noopens het visschen en
viswaut met liet advis van Gecomm. op elk art. te leeveren tot rijpe exa-
minatie.
                                                                   22 Dec. N. R. 1101.
5025.       " Opgehouden seeker conccpt-placaat voor de Haring-
vaart.
                                                24 Nov. en 23 Dec. N. R. 1116.
5026.       » Ter naaste dagvaart in beschrijving brengen de swaarigheden
uit de doleantien op het placaat der visscherijen binnen \'slands en het
geraamde daarop aan steeden en Edelen zenden.
            23 Dec. N. R. 1117.
5027.       ii Request betrekkelijk het visschen in de Zuyderzee.
23 Dec. N. R. 1117.
5028.   1610. Gearresteert het placaat der visscherijen binnen \'slands.
8 Febr. en 3 April. N. R. 10.
Placcaet op \'t stuk van \'t visschen op de rivieren. Zie: N°. 5019.
5029.       ti Omtrent de d o 1 e a n t i e n op de onderhouding van het voorsz.
placaat nader te letten; opgehouden de pointen der voorige verleende sur-
cheance.
                                                              2 en 16 Deo. N. R. 47.
5030.       // Gecomm. op het stuk der doleantien op het placaat der
visscherijen.
                                                                 17 Feb. N.R. 77.
5031.       " Na 1612 de staal en, soo der Graaflijkheid als van parti-
culieren, te cesseeren; na zes maanden van het placaat de engte der
netten te cesseeren; van 20 April tot 20 Julij niet te visschen; de scha-
kelnetten te verbieden; gearresteert het placaat op het visschen en vis-
wand op de rivieren, meeren en binnewateren in Holland.
5 Maart. N. R. 109.
5032.       // Ordre op het convoy voor de visscherije en Haring vaart,
en octroy aan deselvc visscherije.
                            23 Maart. N. R. 141.
5033.       // Die van Edam aaugemaant tot het invoeren van het placaat
op het stuk van de visscherije.
                              25 Maart. N. R. 148.
5034.       ii Alle de doleantien over het placaat op het visschen en het
vis want (zie No. 5019) aan vorige Gedep. en den advocaat fiscaal om te
letten of dispensatie of interpretatie behoeft; inmiddels te surcheeren de
executie van bevoorens verleende surcheance.
19 Juuij. N.R. 179. 9 Dec. N.R. 214.
5035.   1611. De Staaten van Overijssel de visscherije op de Zuyderzee
niet verder te willen incommodeeren, maar de geslaage paaien doen opnemen.
17 Maart. N. R. 296.
5036.       // Placaet, beroerende de groote visscherije enHarinc kvaert.
20 Maert 1611, 12 Mey 1620 en 12 Mey 1629.
Ned. Place-boek. I, 399. Holl. Place-boek. I,366. Gr. Place-boek. I, 692.
5037.       ii Revonatie en ampliatie van het placaat van 19 April 1597
op de groote visscherije en Haringvaart.
           24 Maart. N. R. 309.
5038.       ii Maatregelen tegen zeeroovers te neemen.
21 April. N. R. 343.
5039.       /\' Ordonnantie op het inbrengen, verkoopen ende packen van
den Haring.
                                                                              12 Junij.
Geld. Placc.-boek. II, 132.
5040.       /\' De klagten van die van Sanredam over die van Oostzanen
noopens het visschen, aan de laatsten om in drie dagen te berigten.
8 Nov. N. R. 489.
5041.       ii Authorisatie op den geregte van Graft tot het maaken van
ordonnantien en keuren op het stuk van het visschen en v i s w a n d met boetens.
19 Nov. N.R. 509. \'
-ocr page 383-
NEDERXANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                  349
5042.   A°. 1611. Die van de steede Grootebroek de keuren aldaar tegen het
visschen met de Hengelroede af te doen, als teegens deeser landen oud
herkomen.
                                                                   4 Dec. N. R. 509.
5043.       /\' Octroy van scheepenen, vroedschappen en regeerders van
Westsanen en Crommenie op het visschen en het wand.
28 Febr. N. R. 588. 16 Maart. N. R. 620.
5044.       /\' Geapprobecrt de veranderingen in de placaaten voor de vis-
scherije, verbiedende het kerven van elkanders wand of de neer ing te
hinderen.
                                                                22 Maart. N. R. 638.
5045.       « Antwoord van de Generaliteits reekenkamer over het gesogt
dispuut in het passeeren der subsidie in 1595 aan de groote visscherije, als
vanjaar tot jaar moetende geschieden.
                    12 April. N. R. 683.
5046.       ii Octroy van \'t visschen in de Westsaner Ban. 16 Maert.
Holl. Place-boek. 1, 383.
5047.   1612. Placaat van geen haring ter marct te brengen, die voor
St. Jan gevangen is.
                                                                    17 Junij .
Vtr. Place-boek. II, 432.
5048.       " Zeeland om haare Gedep. teegen seekeren dag hier versogt,
op de besogne met de steeden van de neering. 19 Dec. N. R. 918.
Not. van de SI. v. Zeeland. 21, 24 Aug. 16, 18 Sept. 1613. 5 , 7 Febr. 1614.
5049.   1613. Het jaarlijks geaccordeerde tot defensie der Haring vaart
en visscherije soo aan geld, wapenen als munitie. uit de convoyen en maga-
synen, te valideeren. en voor 1612 tien duisend guldens.
21 Febr. en 24 Maart. N. R. 937.
5050.       " Persoonen tot de Walvischvangst bequaam, en vermogen
haar in vreemden dienst niet begeeven.
                                      23 Maart.
Resol. v. d. Staten Gen. der Vereen. Nederl.
5051.       ii Winwood krijgt in last den Koning te spreken over
de ,,clachten van de coopluyden van Amstelredara. ende andere die van de
Engelschen in hare Visscherie omme Noorden verstoort ende berooft zijn
geweest." Antwoord van Winwood en Caron.
30 . 31 Aug. 25 , 26 Oct. 2 Nov. 1613. 27 Maart. 4 April. 1614. Resol. St. Oen.
5052.   1614. Octroy voor de Noortsche Compagnie, tottethandelen
ende visschen opte kusten van Nova Serabla.
                                27 Jan.
Ned. Place-boek. I, 357. Gr. Place-boek. I, 670.
Prolongatie vaa \'t octroy. 28. Jan. 1617. 22 Mey 1622. 25 Oct. 1633. Gr.
Place-boek.
I, 671—684.
5053.       " Gedep. ter Generaliteit te vorderen een seclusive compagnie
op de navigatie, visscherije en handeling op de kusten van Groenland
voor drie jaaren. 27 Jan. 22 Febr. 4/27 Maart. 4 April, 1/19 July. N. R. 59.
1 April. 19 Mei. 1615. 4 Nov. 1622. Resol. St. Gen.
5054.       " Die van de Walvischvangst betaalen lastgeld voor het
convooy.
                                                               4 April. Resol. St. Gen.
5055.       " Placaet innehoudende verbodt dat de Stierluyden gheen
Haringh in zee mogen verkoopen aen de Vent-Jagers of anderen. Oock
dat geen "Vent-Jagers de Schepen in zee mogen volgen, om Harinck te
koopen, of mangelen, op te peynen in de placaten begrepen.
24 April 1614. 1 Mey 1621.
Holl. Place-boek. I, 428; II, 29. Gr. Place-boek. I, 731.
5056.       » Gecoram. met ernst te letten op het Engelsch octroy,
dat niemand sonder haar consent op de kusten van Engeland en Schotland
zou vissen; dien overeenkomstig aan Caron te schrijven.
25 Aug. en 21 Oct. N. R. 107.
-ocr page 384-
350                             LÉGISLATION NÉeRLANDAISE DES pÊCHES.
5057.   A°. 1614. Placcact, op stuck van de visscherye lancx de forten. ofte
stroomen van Vlaenderen met eenighc nelten ofte zee want met te nauwe
maesschen.
                                                                                      15 Oct.
2e Place.-boek v. Vlaend. bl. 364, 375. Anselmus, Codex Belgicus. bl. 240.
5058.       » De Noordsche Compagnie vraagt, en ontvangt convooy.
14 Nov. 1614; 1 April 1015; 28 April. 11,12 Mei, 2 Junij 1616: 24 Jan., 16
Maart. 20 April. 15 Mei, 9 Nov. 1617; 12, 22, 31 Jan. 9 Nov. 1618.
Resol. Si. Gen.
5059.   1615. Die van de walvisscherij in het Noorden tijdig tot die
navigatie en ncering sig te praepereeren als voorleede jaar. en gelijke assis-
tentie doen.
                                                        4/17 Maart. N. R. 126.
5060.       ii Instructie voor de commandeur en de commissaris gaande
naar Groenland, de kusten van Nieuwland. Spitsbergen en omtrent de
Noordpool. 29 April. 1614. 2. 16,19 , 26 April. 26 Nov. 1615. Resol. St. Gen.
5061.       " Vertoog van de Staten Generaal betreffende het regt van de
Nederlanders op de visscherij bij Spitsbergen. (Bestemd voor de onderhan-
delingen met Engeland.)
                                    16 April. Re-tol. SI. Gen.
Opgenomen in Muller\'s Mare clausum. bl. 363. Bijl. E. Vergelijk: 12, 14
Febr., 8, 10, 15 Apr. 1615. Resol. SI. Gen.
5062.       ii Remonstrantie van de N oordsche Compagnie betreffende
dezelfde aangelegenheid.
                        1. 4. 6. 16 Mei. Resol. St. Gen.
506.3. // Gcdep. ter Generaliteit na bevind te helpen resolveeren op
het different tusschen Bewindhebbcren der wal visch vangst in het Noor-
den en N. Kien. cum suis. so op het effect van het generaal placaat, als
het vinden van de nieuwe landen, en het octroy. 8/25 Sept. N.R. 143.
5004. " Ordonnantie ende instructie, beroerende het stuck van de
Pilotage, ende aencleven van dien.
                                             19 Dec.
Holl. Placc.-boek. I, 445.
5065.   1616. Denemarken difficulteerende het visschen onder zijne rijken
van Noorwegen en Fero, bij andere als sijn eigen ondersaaten. en alleen op
sijn pasport onder Groenland en elders; te continueeren het gebruik en vrij-
heid van vissen.
                                       1 Maart, 26 April. N. R. 168.
5066.       " Proces over de Walvischvangst met de Deenen.
13, 28 April. 11. 12 Mei, 2 Junij. Resol. St. Gen.
5067.       " Op het versogt continuatie van octroy bij de Noordvaarders
op de Walvisch vangst, desaak opgehouden. 30 Sept., 22 Oct.N.R. 188.
5068.       h De noordsche compagnie continuatie van octroy voor
4 jaaren. (Zie N0. 5052.)
                      24 Nov. en 22 Dec. N. R. 204.
Resol. St. Gen. 24Jan. 23 Dec. 1617 en 27 Maart 1619.
5069.       ii De Koning van Engeland eischt belasting van de Neder-
landsche Haringschepen op de Schotsche kust. Klagten daarover, beraad-
slagingen en order aan de kapiteins. De secretaris van den Hertog van Lennox,
John Brownc, met de inning belast, wordt door de Hollanders gevangen
genomen. 24 Nov. 19, 23 Dec. N .R. 485. 27 Aug. 12 Sept. Resol. St. Gen.
Vergelijk: Muller, Mare clausum. bl. 106—116 en 361. Bijl. D.
5070.   1617. De grootc visseherije geassisteert met oorlogscheepen en sub-
sidie. 27 April. N.R. 331. 1618. 3 April. N.R. 582. 1619.9 Mrt. N.R. 936.
5071.       " De Engelschcn berooven een Zeeuwsch schip van zijne vangst
en gereedschappen. De Zeeuwen nemen wraak.
9 Nov. 1617. 12,22,30Jan. 9Nov.l618. 4Nov. 1622. Resol. SI. Gen.
-ocr page 385-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    351
5072.   A°. 1617. Klagten van den Koning van Engeland over de groote ,.oul-
tragien ende insolentien" van onze visschers op de kusten van Schotland.
1 Dec. 1617. 10. 22, 25 April. 2, 5 Junij 1618. Resol. St. G.en. N. R. 2773.
5073.        » Antwoord van Overijssel op het schrijven van Gecomm.
Raaden noopens de apprehensie van J. ïhoems, aan Amsterdam en het Noorder
Quartier om te letten, of voor \'s Lancls regt en der limiten van het vis-
schen in de Zuiderzee iets nader te doen.
              10 Dec. N. R. 468.
5074.   1618. Die van Haarlem en Alkmaar te letten op het versoek van
Wormer om keuren te mogen maken op het visschen. 3 April. N. R. 583.
5075.        " Remonstrantie der Duinkerker koopluiden tot de walvis-
vangst, klaagende over de geoctroyeerde Compagnie deeser landen en aan -
gedaan ongelijk in het eyland 1614 eerst ontdekt. 9 April. N. R. 591.
5076.        e Placaet, waernae d\'Ingesetenen deser Landen gelast wert
haer jegens de visschers van Schotlandt te dragen.
7 Mey, 5 Junij 1618. 6 Mey 1623 en 10 Mey 1625.
Ned. Place-boei. I, 382. Holl. Place-boek. I, 481. Gr. Place-boei. I,
707, 708.
5077.        ii Gearresteert het placaat voor \'s lands ingeseetenen. teegens
de visschers van Schotland, ingevolge de ingekomen klagten over onze
visschers; te communiceeren aan de Ambassadeurs Carlton en Caron. en ver-
dere mededeelingen daarover; propositie van Carlton.
1618.17, 22 Mey. 16 Nov. N. R. 108, 619. 848.1619. 20 Jan. N. R. 882.1620.
13 Maart. N. R. 58. 22 Mei. 5 Juny 1618; 10 Jan. 1619.
Resol. St. Gen.
• 5078. /\' Ordre voor de groote visscherij aan de capiteins der convoven.
1 Junij. N. R. 632.
5079.        " Octroy aan Burgemcesteren van Saanredam op het visschen
in hare wateren.
                                                              16 Julij. N. R. 687.
5080.        // Placcaet op \'t regiment deser landen, schepen ende volck,
ten Haringh-vaert ende visscherij hen geneerende.
                     27 Julij.
Holl. Place-boek. I, 483.
5081.        // De Hollanders door de Engelschen bij Spitsbergen getergd
en beleedigd, vallen hen aan. Klagten daarover van Carleton aan de Staten.
3 Oct. Resol. St. Gen.
Vergelijk: Muller, Mare clausum. bl. 133—135 en 373. Bijl. H.
5082.        // Instructie voor de Ambassade naar Engeland (voornamelijk
ook ter behandeling van de geschillen in het Noorden.)
6, 8, 12, 16, 18, 20, 22 Oct., 5, 9 Nov. 1 Dec. Resol. St. Gen.
5083.   1619. Heeren Gecomm. van Hollandt hebben aengedient de redenen.
die hun gemoveert hebben in verseeckeringe te nemen den persoon van Gode-
froid Boot (naar aanleiding van zijn plan tot onderdrukking van de Nederl.
Haringvisscherij.)
                                               10 Jan. Resol. SI. Gen.
Vergelijk: Muller, Mare clausum. bl. 115.
5084.        H Placcaet betreffende het loon der bootsgesellen, scheeps-
kinderen ende huerlinghen op den Haringh-vaert.
                    11 Febr.
Holl. Place-boek. I, 492.
5085.        ii De onderhandelingen over de visscherij worden op versoek
der Ambassadeurs uitgesteld.
21, 31 Jan. 7,13, HPebr. Resol. St. Gen. 13,17.18 Febr. N.R. 913, 918,923.
-ocr page 386-
352                             LEGISLATION NEERLANDAISE DES I\'ÊciIKS.
5086. A°. 1619. Antwoord te geven op de scerpe propositie van den Heer
Carleton raeckende de Handelinghe opte groote visscherie.
7, 13, 14 Eebr. Remi. St. Gen.
50S7. ii Bewinthebberen der geoctroyeerde Compagnie van No va-
Se mbla versoeke in gevalle in Engelandt geen accoord en soude worden
getroffen, dat men hem soude assisteeren met vier scheepen van oorloge.
5, 21 Mrt. N. R. 928, 954.
23, 28 Mrt. 1, 15 Mèi 1619. 9, 10, 11, 13 April 1620. Resol. St. Oen.
__ Vergelijk: Muller, Mare clausum. bl. 369. Bijl. G.
5088.        // Brieven van Gecomm. in Engelandt betreffende de Bescha-
dichden in Groenlandt; extract te senden aan de Bcwinthebbers van de
Noordsche Compagnie. Met antwoord. 6, 22, 29 April. Resol. St. Gen.
5089.        » Rapport van de Ambassade.          9 Aug. Resol. St. Gen.
5090.        // Requeste van Schout en scheepenen van Egmond op Zee
noopens de afslag van de visch. 17 Maart. N. R. 949.16 Dec. N. R. 1166.
5091.       " Op naam der Staaten uittegeeven seeker verbeetert placaatop
het branden en keuren djr Haringtonnen.
             26 Junij. N. R. 1016.
Holl. Place.-boek. I, 499.
5092.        » Het versoek van üccomm. van het Hondsbos en de uitwa-
terende siuisen om de erl\'pagt der visscherij van de kleine sluis te Saanredam.
22 Nov. N. R. 1129.
5093.   1620. Carleton dringt op eene nieuwe ambassade aan. Antwoord van
de Staten Generaal. N. R. 15a, 166. 237, 239. 245, 4, 7,10 Febr., 24 Juny.
25 Nov. 8, 9, 10,15.19 Sept. 1620. 9,11,12 Jan. 1621. Resol. St. Gen.
Vergelijk: Muller, Mare clausum. bl. 172—185.
5094.        « Placaet, beroerende het maecken, keuren ende branden van
de Harinck-tonnen; tselve is sonder veranderinge gerenoveert den 12
Mey 1620, van den jare 1607 en 26 Juny 1619.
Holl. Place-boek. II, 5. Gr. Place-boek. I, 728.
5095.        " Placaet, houdende verboth van Haringh binnen de klippen
van Yerlandt, Hitlandt of Noorwegen te vangen.
                             12 Mey.
Holl. Place-boek. II, 15. Gr. Place-boek. 1, 752.
5096.        " Aan de groote visscherijc en Haringvaart deeserprovincie
octroy tot convoy met geschut en tot onderstand 22000 gis. 14 Junij. N. R. 49.
1621.                    N. E. 392.                 1628. (30000) N. R. 423.
1622.   (25000)        »      467.                1629.   (30000) »       688.
1623.   (23U00)        //        34.                1630.   (28000) \'/       907.
1624.   (23000)         »      259.                 1631.   (36000) *         65.
1625.   (30000)        //      475.                1632.                      /,       291.
1626.   (30000)        *      648.                1633.                      ,/       458.
1627.   (36000)        »        81.
5097.       « Gedep. van Enkhuysen vertoonen stads intrest in de legatie
na Engeland omtrent de visscherije, met versoek daarin gelaaten te worden.
13 Mrt., 17 July, 24 Aug., 20 Sept. 27 Oct., 5 Nov, N. R. 245.
5098.        /\' Versoek van Robert Salinon te London, om vergoeding
van de schade in het Noorden hem toegebracht. Deliberatie en Resolutie
daarover. 24 Dec. 1620. 4, 5, 13,14, 22, 26. 27 Jan. 1621. Resol.St. Gen.
5099.   1621. Instantie van Alkmaar en Hoorn om resumtie en renovatie
van het generaal placaat op het stuk der visscherijen binnen \'slands.
7 Jan. N. R. 298.
-ocr page 387-
NEDERLANDSC1IE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    353
5100.   A°. 1621. Lecture der missive van de gezanten in Engeland noopens
hun weedervaaren op bet werk van de groote visscherije. — Rapport van de
gezanten.
            9 Maart. 8, 20 April. N. R. 342. 5 Mei 1621. Resol. St. Oen.
5101.       // Placaet, waerby verboden wort allerley maniere van visschen
in Beyerlant, uitgesondert met d\'En gel roede. 7 Mey. Nader placaet,
op \'tselve subject van 9 July 1629, mede raeckende \'t Landt van Putten.
Ende wyders innehoudende generael verbodt met Ta n-t-ellegers te visschen.
Holl. Place-boek. II, 32. Gr. Place-boek. I, 1296, 1298.\'
5102.       i\' Ambassade naar Engeland (óók naar aanleiding van deklag-
ten der Walvischvangers). 1621—1623.
29 July, 22, 29 Sept.. 1, 4,12.13,18, 25, 29 , 30 Oct. 2.3, 20—24 Nov.
14 Febr. 1622. 14 Febr. 1623. 22 Jan 1624. Resol. St. Oen.
6, 11 Oct., 20 Dec. 1621. N. R. 431, 552, 561. 10 Jan. 1622. N. R. 607.
22 Maart 1623. N. R. 36.
Vergelijk: Muller, Mare clausum. bl. 185—203.
5103.       " Op de requeste der visscherije van Maassluis om 6 oorlog-
scheepen tot haar convoy, het bij drie te laaten.
8 Mey. N. R. 403. 26 Mey, 26 Juny. N. R. 473.
5104.       /\' Te diHiculteeren het versoek der walvisvangers onder
Groenland en Spitsbergen, om een oorlogschip voor elk quartier teegens de
sterke equipage van Engeland, tot dat men siet het publicq profijt van dien
handel, om niet te ruïneren de oude neering van olij slaan en der han-
delaars met saat. 20 April,8 Mei. N.R. 403.28,30 April, 15 Mei. Resol. St. Oen.
5105.       " Rapport der versogte octroyen voor de walvisvangst.
7 Sept. N.R. 5Ó4. 8, 25 Jan., 3—12, 20, 28 Febr., 3 Mrt., 28 Mei, 5 Nov.,
22 Dec. 1622; 18, 25 Oct. 1633; 23 Sept. 1642.
5106.       v Placaet, dienende tot verseeckeringe van den Harinck-
vaert van Hollandt ende West-Vrieslandt.
9 Junij 1621 en 9 Junij 1622. N. R. 452.
Holl. Place-boek. II, 38, 51. Gr. Place-boek. I, 712.
5107.       » De Noordsche Compagnie continuatie van Octrooy.
24 Aug. 1. 2 Sept. 6 Oct. Resol. St. Gen.
25 Nov. 13, 21 Dec. 1641; 18. 24, 28 , 29 Jan., 4 July, 30 Sept. 1642. N. R.
5108.       « Placaet op \'t visschen ende vogelen in de Ambachtsheerlijk-
heden van de Nieuwe-veen ende Hooge-veen.
                                22 Dec.
Gr. Plaec.-boek. II, 2287.
5109.       « Ter naaster vergadering te examineeren de klagten van de
Noordsche compagnie en walvischvangers over het verloop van het saisoen
om te equipeeren.
                                                      22 Dec. N.R. 610.
5110.   1622. Comm. tot de differenten tusschen de Noordsche com-
pagnie van de walvisvangers.
                        14, 24 Jan. N. R. 627,641.
5111.       u Missive van de extra-ordin. gezanten in Engeland, houdende
klagten over onze visschers, die te Peterhcad in Schotland aan land gegaan
en aldaar moedwil bedreven hadden. 14 Febr. 1622.22 Jan. 1624. Resol. St. Oen.
5112.       n In het placaat van de Ha ring vaart te brengen het ver-
bod van te pakken in halve tonnen, het zouten met West-Indisch zout,
en het vervoeren van haring met grof zout gezouten. 12 Mey. N. R. 716.
5113.       // Ordonnantie van den impost op den gezouten Haringh
ende gezouten visch sedert den jare 1622 tot 1655 incluys. Ende vervolgens
also gegheven tot den jare 1679 ende alsdoen verandert.
Gr. Place-boek. I, 1856; III, 993.
23
-ocr page 388-
354                            LÉGISLATION NÉBBLANDAISE DES pêCHES.
5114.   A°. 1622. Acte voorde Noorts-eheCompagniein Zeelandt omme
beneffens die van Hollandt op Mauritius Eylandt de neeringe van de Walvis-
van ck te mogen exerceeren. 28 Mey. Continuatie en verder continuatie van
\'toctroy.
                                                            27 Dec. 1622; 25 Oct. 1633.
Gr. Place-boek. I, 674.
5115.       " Gearresteert de ingestelde pointen op de assurantie of
gemeene draaging der schaaden, die de schepen der kleine visscherij op de Maaze
souden kunnen overkoomen op zee of van de vijand. 30 Julij. N. R. 751.
5116.       " Gccomm. Raaden een ordonnantie te coneipieeren op een
Impost van twintig stuivers per ton Haring.
13 Sept. N. R. 765. 20 Sept. N. R. 770. 7 Dec. N. R. 804. 21 Dec. N. R. 824.
5117.   1623. De Leeden haar te bequamen omtrent de bukk in gen Be rg-
schen Haring, den verschen Haring, stokvis, etc. 2 Maart. N. R. 17.
5118.       ii Als ook noopens het vernagten met Haring en visch in
eenige plaatsen.
                                                                 2 Maart. N. R. 17.
5119.        " De vorige Ambassadeurs „verthoonen, hoe noot dat by Ho.
Mo. dient geresolve\'ert te worden en Zijne Maj. contentement gegeven op
\'tstuck van den Walvisch vank." Ambassade van 1624.
23, 28 Mrt, 7 April. 17 Oct. 16 Nov. 14 Dec. 1623.
9—16 Eebr., 4 Junij, 6 Julij. 1624. Resol. St. Oen.
Vergelijk: Muller, Mare clausiun. bl. 203—213.
5120.        \'/ Die van Maassluis nader octroy op de assecuratie van
de onderlinge schade harer visschers.
                             30 Julij. N. R. 94.
5121.       // Brief van Caron houdende klachten van de Engelsche Com-
pagnie der Walvischvaarders. Met antwoord.
17 Oct., 16 Nov., 14 Dec. Resol. St. Oen.
5122.        ii Placcaet raeckende Walvisch-olien, ofte oliën ghemen-
gelt met smout, ofte traen. [Mogen in \'t Landt niet commen.] 4 Sept.
3e Place-boei v. Vlaend. bl. 1002. Anselmus, Codex Bclgicus. bl. 164.
\'5123. ii Comm. van het Hof nader te informeeren teegen den moedwil
te Maassluis aangerecht, teegen de publicatie van het octroy der kleine
visscherij; en rapport te doen.
                         5, 11 Dec. N. R. 206, 214.
5124.       " Die van de Noordsche compagnie met den eersten te be-
schrijven op de klagten van Denemarken, noopens het beletten aan drie
sijner scheepen te visschen onder Mauricius e ij land, sijnde wel bescha-
digt neegen en neegentig duisend guldens.
                   15 Dec. N. R. 218.
5125.   1624. Die van Oostsaanen approbatie op haar keur op het visschen.
15 Maart. N. R. 253. (1627) 6 Oct. N. R. 286. (1628) 17 July. N. R. 471.
5126.        // Te publiceeren het nieuwe placaat der groote visscherije
op het maaken der netten.
                                            7 Mey. N. R. 294.
5127.        " Van nieuws te publiceeren het placaat van 5 Maart 1610 op
de visscherije binnen \'slands.
                                    7 Mey. N. R. 294.
5128.        // Tot vordering van het convoy voor de visscherij by pro-
visie tot subsidie der Admiraliteit te Rotterdam over de steeden op den voet
der 400,000 gis. nog te negoeieeren 100,000 gis. 14, 15 Mey. N. R. 302.
5129.        ii Placaat op de visscherijen in de binnen wateren. 20 Mei.
Zie No. 5019.
5130.        " De Noordsche compagnie ontvangt eene aanschrijving van
de Staten, om enkele leden naar den Haag te zenden, om een einde te
maken aan de geschillen met Engeland. Ambassade van 1625.
6,   16, 25, 31 July. 16, 22 Aug. 3, 18, 21, 23 Sept. 3, 11 Oct. 23 Nov.
7,   9 Deo. 1624. 20 Jan. 17, 25 Febr. 13, 21 Maart. 9 April. 9,10Mei.
7, 10 Juny. 4, 6 Oct. 1625. Resol. SI. Gen.
Vergelijk: Muller, Mare clausum. bl. 213—219.
-ocr page 389-
NEDERLA-NDSCHB WETGEVING OP DE VISSCIIERIJEN.                    355
5131.   A°. 1625. Op de klagtcn der groote visscherije over de groote equipage
en schade der vijand aan \'s lands ingeseetpnen, de steeden gemaant tot hare
quote in de drie honderd duisend guldens voor de Admiraliteit te Rotterdam
tot scheepen; en ordre omtrent dit convoy.
                 9 Mey. N. R. 488.
5132.       // Placcaet ende ordonnantie op te wapeninghe ende man-.
ninge van schepen, soo ter koopvaerdye als visscherye.
22 July. Vernieuwd 10 Jan.. 17 Maart 1027. 20 Oct. 1628.11 Maart 1632.
Ned. Place-boek. II, 68, 102, 115, 142, 290, 522. 1 Sept. 1043.
5133.       /\' Placcaet van de Staten Generaal verbiedende alle Harinck-
vanghers ofte visschers deser Landen, den ondersaten van Syne Maj. van
Groot-Brittannie eenig gewelt aen te doen.
                                     10 Mey.
Ned. Place-boek. II, 5. Holl. Place-boek. II, 87.
5134.       // Gecommitteerde met syn Excellentie te spreeken over de
versogte convoyers bij de kleine visscherije.
             4 Dec. N. R. 584.
5135.       » De Leèden haar te bequaamen op de instantie derAdmirali-
teit te Rotterdam om penningen voor de voorsz. equipage, ten minsten tot
seeventig duisend guldens.
                               .            4 Dec. N. R. 587.
5136.       ii Den ontfanger Mierop honderd duisend gis. voor de Admirali-
teit te Rotterdam te negotieeren.
                                13 Dec. N. R. 593.
5137.       « Geapprobeert een acte van gecomm. Raaden voor Gedep. der
visscherije tot regt en justitie over de capiteinen, officieren en het bootsvolk
der oorlogscheepen tot haar kosten tot convoyers aangenoomen.
20 Dec. N. R. 604.
5138.       \'/ Placcaet op het in-commen van verschen Zeevisch.
Antelmus, Codex Selgicus. bl. 239.
5139.   1626. Gecomm. met de Admiraliteit te Rotterdam te delibereeren
op het convoy bij de vischhoekers van Maassluis. 20Julij. N. R. 723.
5140.       // Delft, Rotterdam en Enckhuysen ter Generaliteit aanhouden
om voorsièning teegens de exorbitatie door 5 Duinkerkers op zee aan diverse
Buisen gedaan.
                                                23, 24 Sept. N. R. 751.
5141.       « Commiss. het versoek van D. de Leeuw te Gouda, om met
Gedep. te handelen op de opening der plaats, seer bequaam tot verseekering
en goede teelt van Haring.
                                   19 Dec. N. R. 813.
5142.       ii Placaat, en nader placaat, op \'t schutten van den visch.
Gr. Place-boek. I, 12S6, 1288. 26 Oct. 1626 en 20 April 1611.
5143.   1627. De Staaten de contributien van de Betuw en Tielcrwaart
en de Klundert te voorsien, maar de provintien zagen geen prompt remedie
tot beeter bewaring der visscherij.
                             5 Maart. N . R. 47.
5144.       ii Klachten van de Noordsche compagnie over het aan-
houden en onderzoeken van hunne schepen door de Engelschen.
24 Eebr. 30 Sept, Resol. St. Gen.
5145.       ii Op de requeste der compagnie van de Wal vis vangst om
assistentie van twee oorlogscheepen, dat versoek Gedep. ter Generaliteit aldaar
te\' secondeeren.
           lOMaart. N. R. 57. 24 Eebr. 3 Sept. Resol. St Gen.
5146.       ii De buisen met alle de netten verkogt wordende, na
Frederikstad die netten volgens het placaat niet uit te voeren.
15 Maart. N. R. 63.
5147.       " Amsterdam aan het collegie der groote visscherije den 21
April te klagen over de executie van het, lastgeld der Buysen, en om
daarin te worden geadmitteert.
                                   22 Maart. N. R. 76.
5148.       // Gerenoveert de ordonnantie voor de stuurluiden der groote
visscherye, en op het zout, en van den Haring. 21 Mey.N. R. 138.
23»
-ocr page 390-
356                            1EGISLATI0N NÉERLANDAISE DES PECHES.
5149.   A°. 1627. Devoir doen bij de Admiraliteiten om haare scheepen tot
convoy der visscherije in zee te brengen; ook bij Zeeland op haar schee-
pen aanhouden, of in het millioen niet te deelen. 1 Julij. N. R. 164,166.
5150.      ii Ordonnantie ende Placcaet raeckende de visscherij en in \'t Schelde
ende meer andere stroomen van Vlaenderen.
                                 31 Julij.
2e Place.-boek v. Vlaend. bl. 380. 4e Plaec.-boek v. Vlaend. bl. 597.
Anselmus, Codex Belgicus. bl. 240.
5151.       ii Prompt te besogneeren op de swaarigheid in de Noordzee
ontstaan door dertien Duynkerkers met een Biscayer in Hitland, enom-
trent het combat met deselve en de convoyers der visscherij.
8 Sept. N. R. 240.
5152.       ii Gedep. ter Generaliteit aanhouden op prompte ordre daar
teegens door een aantal scheepen, en de noodige penningen daarvoor.
9 Sept. N. R. 241.
5153.       /\' De honderd duisend guldens voor de Admiraliteiten voor
uitrusting der scheepen, tegen de Duinkerkers in zee te brengen, bij
Holland in mindering van haar quote in het millioen te furneeren.
11 Sept. M. R. 247.
5154.       » Gedep. ter Generaliteit aanhouden op het afdoen der ordre
op de bewaring der kusten en visscherij neevens de diversie der convoyers.
13, 15 Sept. N. R. 248, 252.
5155.   1628. Te verstaan het advis van de Admiraliteit te Rotterdam om-
trent de ordre tot bevrijding der visschers op de Hollandsche zijde.
12 Febr. N. R. 362.
5156.       " Rescript» van die van de Reekening, dat nog niet kunnen
adviseeren op het versogt nieuw octroy van Oostsaanen op het visschen.
Roll. Place-hoek. II, 72.                                 12 Febr. N. R. 366.
5157.       " Die van de W a 1 v i s v a n g s t met twee convoyers te assisteeren.
29 Febr. N. R. 371.
5158.       » De begrooting van het subsidie voor de groote visscherije
door het in de grond hakken veeier Buysen, opgehouden.
23 Maart. N. R. 410.
5159.       ii Klagten van de kleine visscherije over het vergaan der twee
oorlogscheepen door drie Duinkerkers veroorzaakt. 20 April. N. R. 444.
5160.       " Placcaet, waerbij alle paspoorten tot de visscherijen zijn
herroepen.
                                                                                     29 Julij.
Anselmus , Codex Belgicus. bl. 239.
5161.       ii Prompt devoir doen bij S. Bxc. en de Staaten Generaal om bij
afzending eeniger leden ordre te stellen, dat alle scheepen uit de Maase
prompt na de visscherij loopen,
                  15, 21 Aug. N. R. 525, 531.
5162.       // Op de klagten der Admiraliteit te Rotterdam dat se sonder
subsidie geen convoy kunnen geeven, 12000 gis. te fournecren.
27 Sept. N. R. 553.
5163.       » In beschrijving brengen het versoek van Amsterdam en Hoorn,
om sessie in het collcgie der groote visscherije.
27 Sept. N. R. 556. 1629. 20 Maart. N. R. 665. 3 Aug. N. R. 757.
5164.       " Opgehouden het remboursement aan de Admiraliteit te
Rotterdam voor haar gediverteerde penningen tot nieuwe scheepen voor
de visscherij.
                                                            27 Sept. N. R. 556.
5165.       /\' Placaat, waarby het verkoopen van visch, buiten de pro-
vintie verboden wordt.
                                                                     9 Oct.
Or. Plaec.-boek v. Friesl. V, 318.
-ocr page 391-
NEDEBLANDSCHE WETGEVING OF DE VISSCHERIJ EN.                   357
5166 A°. 1628. ClachteD van de insolentien van \'t bootsvolk en de
visschers deser landen in Schotland!
5, 20 Dec. N. R. 586, 607. 27 Dec. 1628, 25 Foor. 19 Nov. 1633. Re». Si. Gen.
5167.   1629. Ordonnantie op het visschen in de rivieren en binnenwateren
van Utrecht. 19 Maart. Geamplieert in 1631, 1633 en 1674.
Vtr. Place-boek. II, 434, 436.
5168.       " Placcaet tot conservatie van de visscherijen.             9 July.
Holl. Place-boek. II, 179.
5169.       ii Geapprobeert de alteratie in het placaat nopens de vent-
jagerij.
                                                                   23 Mey. N. R. 702.
5170.   1630. Copie der ampliatie van de ordonnantie der groote visscherije
aan de steeden.
                        3 Junij. N. R. 947 8 Junij. N. R. 951.
5171.       /\' Geconim. Raaden te adviseeren, hoe Holland van de Gene-
raliteit te profiteeren de twee derden van het subsidie der groote visscherije
tot 20000 gis., anno 1629 bij de vergadering vergunt, te negotieeren over
de comptoiren van Delft en Rotterdam.
11, 17 Mey. N. R. 930, 939. 12 Juny. N. R. 955.
5172.   1631. Opgehouden het versoek der groote visscherye ora, teegen de
groote raagt van de vijand ter zee, 36,000 gis. subsidie voor dit jaar.
3 April. N. R. 65. 9 April. N. R. 71.
5173.       // In Engeland wordt een plakkaat op de visscherij uitgevaar-
digd.
                                                             14, 18 Jan. Resol. St. Gen.
5174.       ii Op de Requeste derDoggevaart enkleine visscherije,nader
ordre op derselver bescherming te stellen.
                  10 Sept. N. R. 148.
5175.       " De groote Abberdaan-visscherij op de Maase voor ditmaal
alleen met ses oorlogscheepen te assisteeren.
           4/23 Dec. N. R. 171.
5176.   1632. Met S. Exc. te communiceeren op de versogteassistentie
der groote visscherij met zes oorlogscheepen op het remplacement der versleete.
10 Maart, 7 April. N. R. 296.
5177.       " Oprichting eener Bngelsche compagnie voor de Haring-
visscherij. 25 Oct. 1632. WNovAWi.Resol.Sf. 6=<ra.] 5 Sept. 1634. N.R. 88.
5178.   1633. Verboth van de Walvisch neeringe ende andere Zee-
monsters. van Nova Sembla tot Pretum Davits.
                          11 Maart.
Ned. Place-boek. Il, 322. Gr. Place-boek. I, 680.
5179.       // Alom te publiceeren de placaaten van de Staaten Generaal
noopens de ordre op de Walvisvangst.
             26 Maart. N. R. 462.
5180.       // Versoek van Denemarken om uitvoer van chaloupen,
trossen en ander gereedschap tot de visscherije. 23 April. N.R. 471.
5181.       n Klagten van de Francoysen noopende het beletten derWal-
vischvangst omtrent Spitsbergen, commissoriaal. 3 Mey. N. R. 477.
5182.       n Gecomm. tot communicatie met de Admiraliteiten over de
subsidie en omme daarop rapport te doen.
             31 Mey. N. R. 487.
5183.       // De Admiraliteit te Rotterdam tot equipage der 4 oorlogscheepen
voor de groote, en vier voor de kleine visscherije, toegelegt 100,000 gis.
1 Junij. N. R. 487, 511.
5184.   1634. De kleine visscherij de scheepen tot haar defensie bij de
Admiraliteit te Rotterdam te praesteeren; ook eenige jagten langs de kusten
te kruissen, enz. 14 Maart, 8 April. N.R. 576. 4, 20 Mey. N. R. 594.
5185.       ii De bijeenkomst tusschen particulieren en de Groenlandsche
Compagnie, tot communicatie op de Walvischvangst, de volgende ver-
gadering aan te vangen.
                                           22 Sept. N.R. 677.
-ocr page 392-
358                             LÉGISLATION NEEBLANDAISE DES PECHES.
5186.   A°. 1634. Gecomm. te confereeren met Bewindhebberen der G r o e n-
landsche compagnie noopens een bequame uitkomst tot hun octroy.
5 Dec. N. R. 728.
5187.       " Op versoek van gecomm. der Abberdaan-visscherij om
scheepen tot convoy, te hooren de Admiraliteit te Rotterdam.
14 Dec.\' N.R. 745. 747. (1638) N. R. 77. (1639) N. R. 314.
5188.       ii Gecomm. Raaden tot beeter menage aan de Admiraliteit te
Rotterdam te verstrekken 500Ü0 gis. tot equipage van vier scheepen voor
de kleine visscherij.
                                    16, 19 Dec. N. R. 751, 766.
5189.       " Alkmaar en Medemblik versoeken aan den Pensionaris Cats te
notuleeren, dat ter Generaliteit het octroy der Walvisvangst wasgecon-
tinueert sonder haar kennis.
                                      21 Dec. N.R. 773.
5190.   1635. H. Ed. Gr. Mog. de voorige Resolutie op de Walvisch-
vangst effect te houden.
                                          3 Maart. N. R. 40.
5191.       » De Remonstrantie van de groote en kleine visscherije, om
ligt vaartuig teegen den vijand in Vlaanderen, commissoriaal.
7 Maart. N. ft. 44.
5192.       /\' Aan de groote visscherije gelijk subsidie als inl631geac-
cordeerd.
                                                                   31 Maart. N.R. 66.
Zie vervolgens betrekkelijk de sub si dien:
1634. 14 Maart, 18 April. N. R. B76. 1635. 31 Maart. N.R 66.
1636. 12 April. N. R. 386, 424, 461, 513. 1637. 25 Maart. N. R. 627,
646, 652, 703, 720. 1638. 25 Maart. N. R. 57, 254, 266. 1639. 24
Maart. N. R. 275, 320, 321, 328, 334, 336, 512. 1640. 24 Maart. N.
R. 564, 690, 720. 1641. N. R. 93. 1642. 10 April. N.R. 99, 484, 500.
1643. 12 Oct. N. R. 84, 370. 1644. 19 Maart. N.R. 518, 543, 759.
1645. (40,000 gis.) 1 April. N. R. 80. 1646. 24 Maart. N. R. 425. 1647.
18 April. 1648. 17 Maart. N. R. 443. 1649. 11 Mey. N. R. 136. 1650.
N. R. 529, 599. 1651. N. R. 227, 367. 1654. 5 Junij. N. R. 247.
1655. 29 Julij, 24 Sept., 21 Dec. 1656. 19 Dec. 1658. 21 Mey. 1659.
25 Julij, 19 Sept. 1660. 13 Mey, 30 Julij, 10 Sept. 1661. 8April,6Aug.
1662. 12 Jnlij, 23 Sept. 1663. 10 Maart. 25 Julij, 11 Dec. 1664. 26
Julij. 1667. 26 Ang. 1669. 7 Junij. 25 Sept. 1674. 15 Febr. 1675. 25
Mey. 1676. 20 en 26 Maart. 1677. 19 Maart, 3 April. 1678. 29 Maart,
8 April, 7 Mey. 1679. 29 Julij, 28 Sept. 1680. 6 Maart, 13 April.
Zie verder op het jaar 1687 en: „Recueil van de groote visscherij" No 3386.
5193.   1635. Copie missive van den Koning van Denemarken, 16 Febru-
arij 1635, klaagende over het visschen eeniger Staatskoopluiden, omtrent
Y si and; daartegen waarschouwing te doen. 31 Maart, 8 Mey. N. R. 75,106.
5194.       " Op de besogne op de Groenlandsche compagnie en conti-
nuatie van octrooy, Bewindhebbers te beschrijven, om te sien tot een accomo-
datie te koomen; en verdere aangelegenheden daartoe betrekkelijk.
24 Maart. N. R. 55, 73, 77, 84, 93, 126, 137.
5195.       " Voorige Gecomm. op de Groenlandsche Compagnie en ver-
nieuwing van het octroy, de requeste der Deensche klaagers over het visschen
omtrent Y s 1 a n d te examineeren.
8 Mey. N. R. 106. 11 Julij. N. R. 150. 6 Dec. N. R. 267.
5196.       // Delft klaagt dat de vijand de groote visscherije ruïneert,
en versoekt convoy; commissoriaal met de Admiraliteiten.
7 Sept. N. R. 193, 227.
-ocr page 393-
NEDEBLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHEBIJEN.                   359
5197. Ao. 1635. Alle scheepen tot convoy der groote visscherije in zee
te brengen.
                                                                        22 Oct. N. R. 249.
Zie verdere maatregelen en aangelegenheden betrekkelijk de Oon voyen voor
de groote, kleine en Groeulaudsche visscherijens
1634. 8 April. N. R. 276. 1635. 4 April N. R. 74, 95, 276, 281. 1636.
7 Febr. S. R. 312, 461, 515. 1637. 14 Maart. N. R. 618. 641 , 646,
650, 805. 1638. 27 Maart. N. R. 62, 84, 90. 118, 254. 1639. 21Jan.
N. R. 266. 1640. N, R 581, 690, 720, 789. 1641. N. R. 143, 355,
356, 362. 1642. N.R. 506, 572. 1644. N. R. 727. 1645. N. R. 231,
234, 242, 255, 274, 281, 288, 331. 1646. N.R 450, 534, 541.1647.
N. R. 25, 97, 141 , 149, 161. 1648. N. R. 443. 1652. N.R. 239,315,
440, 487, 489, 651. 1653. 3 en 29 Maart, 8 April, 16 Junij. 1654. 23 Mey.
5, 6, 11 Junij. N. R. 247. 1658. 21 Mey. 1659. 21 Julij. 3 en 11 l)ec.
1661. 8 April. 1665. 28 Nov., 10 Dec. 1667 18 Febr. 26 Aug. 1669.
7 Junij. 1672. 18 en 24 Nov. 9 en 20 Dec. 1673. 22 Sept. 27 Oct. 1675.
27 Sept. 1678. 25 Febr. 5 en 7 Mey.
5198.   1636. De Directeurs van Zeelandt van de Noordsche Compa-
gnie der Walvischvangers ongemoeit te laaten.
             29 Jan. N.R. 304.
5199.        « Te confereeren met sijn Excellentie noopens liet beletten dat
door Engelsche koopluiden gezoutc visch op Vlaanderen en elders voor
den vijand wordt gedebiteert.
                                           29Eebr. N.R. 338.
5200.        ii Gecomm. der visscherije representeeren haar ongeleegentheid
door \'s vijands magt te waater, versoekende assistentie met 36,000 gl.
uit de subsidien der Admiraliteiten.
          21, 25 Maart. N. R. 624, 627.
5201.        // Aan de kleine visscherije in plaats der twee scheepen, vier
fregatten ter meester menage, des die ook te gebruiken tot veiling der kust
en zeegaten.
                      19 Mrt., 12 April, 2 Mey. N.R. 365, 386. 416.
5202.        // Op het vertoog der Gecomm. van de schelvis vissche-
rije te Maassluis om convooy teegen de Duynkerkers, daarover te commu-
niceeren met de Zeesteeden.
                        18, 20 April. N.R. 394, 413.
5203.       " Gecomm. Raaden prompt uit de gereetste penningen of by
negociatie, aan de Admiraliteit te Rotterdam te betaalen de helft van 47,000 en
38,000 gis. in mindering van Hollands quote in de subsidien te water, om
het convoy voor de kleine visscherije te kunnen uitrusten. 12 July. N.R. 461.
5204.        // Accort ende verdrach tusschen de Kamers van de gheoctro-
yeerde Noortsche Compagnie van Hollandt en Zeelandt ter eenre, ende
die van Vrieslandt ter andere zijde.
                                               f 25 July.
Gr. Place-boek. II, 3018.
5205.        // Het Engelsch placaat op de visscherije en Haring-
vaart, verbod van visschen aan alle geen naturelle ondersaaten, getrans-
lateert, aan de Groenlandsche visscherij om advis. 6 Junij. N. R. 439.
Het oorspronkelijke plakkaat komt voor in : Muller, Mare clausum. Bijl. I,
bl. 376.
5206.        ii Den Ambassadeur Joachimi met Gecomm. by S.Exc. de
swaarigheiden der groote visscherije door het Engelsch placaat te examineeren;
propositie en rapport op de ongelegenheid deswegens.
10, 12 Junij. N. R. 444, 445. 29 Julij, 8 Aug. 17,19 Sept. 477, 497, 499.
Vergelijk: Muller, Mare clausum, bl. 254—275.
5207.        n De deliberatie op de advertentie van den Heer van Beveren
over twaalf engelsche oorlogschepen na de Noordzee om op de visscherij te
passen, om tol te betaalen, gedifficulteert tot sijn antwoord op de laatste
depêche aan hem.
              29Julij. N. R. 477. 25,29 Aug. Remi. Si. Gen.
-ocr page 394-
360                             LEGISLATION NEERLANDAISE DBS PECHBS.
5208.   Aó. 1636. Deliberatie op het ondernoomenc bij Engeland tcegens de
Haringbuisen deeser landen, opgehouden tot de aankomst van den Heer
Joachimi. Rapport van den Heer Joachimi en Resolutie.
90ct. N.R. 521. 22 Nov. N.R.542. 25 Nov. N R. 543. 26Nov. N.R. 546.
5209.       " Delft notificeert den eisch door 9 Engelsche Konings schee-
pen aan de groote visscherij, van een gld. per last, ook exigerende betaling
der voorgaande teelt. De deliberatie van de saak uitgestelt.
15 Oct. N. R. 527.
5210.       // Het publiceeren van een placaat tegen de afvordering der
recognitie bij Engeland teegen de Staatsche vissers, opgehouden.
19öept., 20Dec. N.R. 570. 8 Nov. 1636, 28, 29 April 1637. Resol.St. Gen.
5211.   1637. De remonstrantie van de Raaden van S. H. de Prins van
Oragne over de ongeleegentheid der visscherij van het Hoenderland, gecon-
traverteert tusschen de Graaflijkheid en gemelde Raaden; die saak geremitteert
aan de ordinaris Justitie.
28 Jan. N. R. 590. 1638. 20 Maart. N. R. 52, 65.
5212.       u Opgehouden de propositie van twee Gecommitt. uit de Ad-
miraliteit te Rotterdam om 140000 gis. in drie termijnen, voor de Equiqage
der ses fregatten en drie groote scheepen voor de groote visscherij.
3, 4 April. N R. 641.
5213.       // Op de gerepresenteerde ongeleegenheden der saaken te water
en van de groote en kleyne visscherij en, daarop sonder uitstel resolveeren.
22 April. N. R. 650.
5214.       // Ampliatie van art. 7 en 13 der ordonnantie op het vangen,
zouten en pakken van den Haring.
                        29 April. N.R. 656.
5215.       ii Tot de vigoureuser ordre op de saaken van de zee uitgestelt
de deliberatie op de concept-licentiebrief van den Koning van Groot-
\' Brittannien aan Nederlandsche visschers tot vrije vischvangst, onder twee
schellingen sterling per last.
                                7 Mey. N.R. 665, 667.
5216.       // De consideratien van sijn Hoogheid te verstaan op de pre-
sentatie van Vrankrijk tot offleien bij Groot Britannien, om de saak der vis-
scherije voor eenige jaaren te laaten onverlet.
               14 Mey. N. R. 677.
5217.       " Sonder advis van de Groenlandsche compagnie den
Koning van Denemarken te gemoet te voeren de reedenen teegen het regt
van voorsz. visscherije.
                                              19 Mey. N.R. 683.
5218.       // Gedep. ter Gencraliteit inbrengen en met sijn Hoogheid com-
municeeren om vijf a ses verschc Zeeuwsche oorlogscheepen en drie scheepen
van de Admiraliteit van Amsterdam na de visscherije te senden, om de Engel-
schen alle onderneeming te beletten, dog te wagten alvoorens het rapport
van de heer Beveren uit Engeland.
18 Mrt. 8,17 Mei. 10,14 Julij. 11 Aug. N. R. 729.10 Junij. Resol. St. Gen.
5219.       * Rapport van den Heer van Beveren.
14 Aug. 1637. Resol. St. Gen.
5220.       » Ordonnantie op welcke ten behoeve van den Lande van Zee-
land, soo wel binnen de\'steden als ten platten lande, geheven sal worden
den impost van den gesouten H a r i n g h ende gesouten visch, volgens \'t Consent
van de Staten van denselven Lande.
                                             23 Sept.
Gr. Flacc.-hoek. I, 2086.
5221.   1638. Opgehouden de versogte subsidie der groote visscherije
van ses en dertig duisend guldens, en ammunitie, en authorisatie tot een
omslag per last Haring en visch.
                            20 Maart. N. R. 52.
-ocr page 395-
\\
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   361
5222.   A°. 1638. Delft met die der groote en kleine visscherije haar te
verklaaren op het versoek van Rotterdam, om drie Fregatten der groote en
twee der kleine visscherij te leenen, onder behoorlijke restitutie. Benevens i
andere convoy-aangelegenlieden. 27 Maart. N. R. 02. 22 April. N. R. 77; 5 . 8
Mei. N. R. 90,98. 9Julij. N. R. 118. 2-2Dec. N. R. 254.
5223.   1639 Op de versogte penningen bij de Admiraliteit te Rotterdam
tot convoy der visscherij, hetselve met de reekening aan Gecomm. Raaden
om advies.
                                                                  21 Jan. N.R. 266.
5224.       " Gecomm. Raaden de kleine visscherije aan convoy te hei-
pen waartoe bij provisie 41,000 gis. te furneeren.
25 Jan., 24 Maart. 23, 24 Sept. N. R. 275, 320.
5225.       " De begrootte equipage der convoyers van de visscherijen,
commissoriaal, en te letten op het voorheen daaromtrent gepasseerde.
29 Maart. N. R. 84.
5226.       /\' Placcaot tegen den uytvoer van ledighe Raringhtonnen,
duyghen, cruyswant, etc.
                                                             12 Juny.
Ned. Place-boek. II, 436.
5227.       « Commissoriaal het opregten der visscherije in het eyland
Ameland.
                                                             30 Junij. N. R. 111.
5228.       ii De requeste der Reeders van seekere Amelandsche buijs
te Enkhuisen gearresteert, aan voorsz. Gecomm. schriftelijk rapport van den
Heer Bruyninx.
            30 Junij, 10 Julij, 4 Oct. N. R. 112, 119, 198.
5229.       » Karel I doet op nieuw pogingen om de visscherij-ge-
schillen naar zijn zin te regelen. De Staten weigeren echter.
21 Oct. 1639. Seer. Resol. St. Gen. 13 Sept., 20 Dec. Resol. St. v. Holl. .
7, 10 Dec. 1641. Resol. St. Oen.
5230.       ii Rapport van het different tusschen Denemarken en de
Noordsche compagnie over het visschen op de walvischendedreige-
menten van den Deenschen Admiraal, en het Deensch verbod van te visschen
omtrent Spitsbergen.
                                                    3 Dec. N. R. 231.
5231.       ii Tot frequenter vergadering opgehouden de Resolutie op het
rapport te diersaake, soo noopens het verbieden van uitheemsche Traan en
Hal ij nen, als van een beraisonneerde brief daarover aan Denemarken, en
het excuseeren der assistentie der Groenlandsche Compagnie.
20 Dec. N. R. 248.
5232.       " De scheepen van de compagnie werden geprotegeert door
\'s Lands oorlogscheepen.
                                     18 Juny. Resol. St. Gen.
5233.       // Staat der noodige penningen tot de equipage der scheepen
voor de groote en kleine visscherijen bij de Admiraliteit te Rotterdam
ingelevert tot 298,265 guldens, aan Gecomm. Raaden om ad vis, soo op de
geleegenheid der selve, als op het vinden der noodige penningen.
6 April. N. R. 334, 336.
5234.   1640. Gecomm. tot de zee. onder andere noodsaakelijke beveiligingen,
ook te letten hoe die van Vlieland en haare dorpen op zijde, en met vissen
haar geneerende, beter teegen \'svijands rivieren te bewaaren.
4 April. N.R. 581. 1641. N.R. 355. 1642. N. R. 506.
5235.       ii Placaat tegen het uitvoeren van visch, enz. 13 April 1610.
Gr. Place-boek v. Friesl. V, 456, 542. (Vernieuwd 10 Mrt. 1652).
5236.       // Commissoriaal of niet te veranderen, verbeeteren of vernieuwen
de placaaten teegen de Staal en op de rivieren, en de schutnett.en, den
aanwas van jonge vis vernielende. 26 Junij. N. R. 646. 1641. N. R. 14.
5237.       * Tot consent der geldmiddelen uitgestelt den eisch der Admi-
raliteit te Rotterdam om 120,000 gis. voor de oorlogscheepen tot convoy
der visscherij.
                 20 Julij, 11 Sept., 31 Oct. N.R. 690, 720. 789.
-ocr page 396-
362                             LEGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
5238.   A°. 1640. Art. 13 der Ordonnantie van de groote visscherije
geamplieert met een beding der bootsgesellen voor haar voering van een
.kinnetje Haring.                                                         14 Dec. N. R. 832.
5239.   1641. De lijst bij de Admiraliteit te Rotterdam geëxhibeert, de kosten
op de groote visscherije tot, f 187958 —10—0, en der kleine visscherij tot
f 156330—0—0, aan Gecomm. Raaden tot voorsiening. 8 Mcy. N. R. 146.
5240.       " Op het spoedigst ordre te stellen op het bevryden der Zee-
kust en visscherij van de dorpen op zij.
                         2 Dec. N. R. 355.
5241.   1642. De Leeden vermaant tot vigoureuse middelen voor de Admi-
raliteit te Rotterdam tot het Convoy der visschers en teegen de Duinkcrksche
roverkens, infesteerende de visscherij op de zijde.
(1641.) 3 Dec. N. R. 324, 356, 2, 11 Oct. 1642. N. R. 678, 704.
5242.       ii Gecomm. op de saake van Doccum ter Generaliteit aanhou-
den tot nader instantie bij de Resident Cracau te Elseneur om seekcre parthy
Haringh aldaar verbeurt verklaart, vrij te hebben; Enckhuysen denoodige
verificatien aan Gedep. ter Generaliteit te geven. 16 Dec. N. R. 760.
5243.   1643. De Luiten. Admiraal Tromp te versoecken als nog in het werk
te stellen de Biscaysche chaloupen om door deselve te bekoomen, de visschers
van \'s vijands zijde op de Vlaamscue kust neering doende; te besogneeren op
het versoek der dorpen op de zijde om veilig te kunnen visschen, sonder
belet door de Duinkerkers.
                                            20 Jan. N. R. 12.
5244.      // Rapport noopens het benificeeren der visscherij op de rivie-
ren en soete wateren tot ampliatie van het placaat A°. 1610.
21 Jan. N. R. 98.
5245.       " Opgehouden de Requeste van de groote visscherij om prompte
betaaling van subsidien en agterstallen, en omslag per last Haring en
visch met parate executie.
                                         14 Maart N. R. 75.
5246.       \'/ Ordre op \'t visschen, etc. in Soetermeer ende Seghwaert.
Gr. Place-boek. II, 2376.
                                                      18 Mey.
5247.       ii Ampliatie op het beleid der ordonnantie van de groote
visscherije.
                                                                24 April. N. R. 143.
5248.       u Noopens het verdrag over wederzijdsche Versvangers,
\'s vijands nadere voorslag af te wagten.
8 Mey. N. R. 182. 22 Julij. N. R. 257. 80ct. N. R. 257,360.
5249.   1644. Op het vertoog van Haarlem, dat drie Duinkerksche Fre-
gatten omtrent Santvoord de kleine visscherije seer verhinderen, Gecomm.
daarover met de Prins van Oragne te spreeken; te letten, of niet de voor-
slag op het vrij visschen der versvaarders tot effect kan koomen.
26\'Jan. N. R. 458. 13 Febr. N. R. 488. 9 Maart. N. R. 500.
5250.       ii Te ondersoeken waaruit de gerapporteerde feitelijkheeden,
tusschen de Groenlandsvaarders deeser Landen onderling ontstaan over de
Wal visch vangst, sijn gebooren, en bij die occasie nader aangernaant tot
afdoen van het different over de continuatie van het octroy der Oost-Indische
compagnie.
                                                                 29 April. N. R. 576.
5251.       « Sijn Hoogheid had geen kennis der voorgevalle hostiliteit
tusschen de Groenlandvaarders. Het te laaten bij voorige Resolutie
dienaangaande.
                                                  30 April.\' N. R. 577. 578.
5252.       ii Gecomm. Raaden advisecren op de\'t achterheid der Abber-
daan-visscherij tot 48000 gis., versoeken subsidie.
5 Mey. N. R. 585. 29 Sept. N.R. 719.
-ocr page 397-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIOEN.                    363
5253.   A°. 1644. Remonstrantie der S al mko op er s te Geertruydenberg en
daaromtrent, om vermindering van het licent op de salm; missive van S.
Hoogheid en advis van Gecomm. ter saake voorsz.
27 Julij. N. R. 656. 27 en 28 Juli). N. R. 659.
5254.       // Op de memorie van de Admiraliteit te Rotterdam om prompte
betaling van ƒ186651—15—0 als reste der subsidie voor de groote en
kleyne visscherij van 1643. kunnende anders de scheepen uit zee niet afge-
dankt worden.
                                                              9 Dec. N. R. 759.
5255.   1645. Op de instantie van Enkhuyzen, op het uitvaaren van twee
Scheepen met ylen afgeschooten Haring na Oosten, in het generaal
delibereeren of de geschooten Haring teegen het verbod uit te voeren.
5 April. N. II. 88.
5256.       // Op versoek van Schiedam acte van protectie voor de scheepen
op de Walvischvangst, mits de expiratie van het octroy, en Gecomm.
te adviseeren op de overgeleide stukken, raakende de gepleegde feitelijkheden.
15 April. N. R. 108.
5257.       " Rapport van het obtesteeren bij Zeeland ter Generaliteit tegen
het op- en aanhouden haarer Haringjagers.
                 5 Oct. N. R. 242.
5258.       // De aanweesende Gecomm. ter Admiraliteit te Rotterdam te
berigten met hoeveel penningen op het minst de scheepen tot convoy der
visscherij in zee te brengen.
29Sept. N. R. 231, 234. 6,14 Oct. N. R. 242,255,274,281,288.
5259.       // De Leeden te vorderenhet octroy voor de Walvischvangst;
inmiddels Gecomm. dat werk ter Generaliteit in zijn geheel te houden.
11 Dec. N. R. 325.
5260.   1646. Berigt van den ontfanger Berckel, dat bij Holland het D e n-
nezout word verpagt, en uit de penningen voor het Zuyder Quartier bij
de groote visscherij 6000 gis. \'s jaars genoten en de rest voor de kruisers ,
dog dat het Noorder Quartier dat provenu inhoud. 17 Maart. N. R. 408.
5261.       ii Gecomm. Raaden alsnog te letten of uit de 1,500,000 gis.
niet sooveel penningen te vinden sijn om de convoyers der groote vis-
scherij in zee te brengen.
                                  13 Mei. N. R. 534, 541.
5262.       // Op het gemoveerde bij Hoorn, noopens het verbod bij placaat
door Vriesland aan Hollandsche ingezetenen, op een schipskennis na Laeksom
te naderen om te visschen; Gecomm. dat placaat te examineeren, totconser-
vatie van het regt deser Provintie.
                              12Mey. N. R. 496.
5263.       // Opgehouden de deliberatie over de afbetaaling der convoyers
van de g r o o t e, en de verschaffing van geldmiddelen voor de k 1 e i n e visscherije.
13 Dec. N.R. 331.
5264.       // Gecomm. der groote visscherije versoeken penningen voor
de convoyers.
                13, 15 Mey. N. R. 534, 541. 1647. N. R. 25.
5265.   1647. De Admiraliteit te Rotterdam te berigten wat en hoe veel
penningen tot het uitbrengen der convoyers voor de visscherijen noodig
zijn; inmiddels te hervatten het besogne op de seekerheid der saakon ter zee.
5 Junij. N. R. 139,141. 14—19 Junij. N. R. 146-151.
5266.       » Ter Generaliteit devoir doen om ordonnantie en belaaling voor
de groote visscherij van ƒ10979—10—0, en om betaaling der subsi dien
van 1646, en opgehouden de verder versogte petitie. 23 Maart. N. R. 93.
5267.       ii De Commandant van het Zuyder en Noorder Quartier de
Haringbuisen, op hare neering leggende, te beschermen teegens alle be-
schadigers.
                                                               20 Junij. N. R. 151.
-ocr page 398-
LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PECHES.
364
5268.   A°. 1647. Delft haare principaalen te disponeeren, om neevens de
andere Maassteeden haar quote te negotieeren in de honderd duisend guldens
voor de convoyers der visscherijen.
                         25 Junij. N. R. 157.
5269.        // Delft te negotieeren 28,000, Rotterdam 28.000. Brielle
14,000, de ontvanger Berckel 30,000 gis.
                  26 Junij. N. R. 159.
5270.        ii Gcarresteert de negöciatie van honderd duisend guldens tot
de equiqage voor de convoyers der visscherijen. 28 Junij. N. R. 164.
5271.        " De placaaten van 3 Junij 1609, vernieuwt 20 Mey 1624,
en Retroacten op het visschen in de Binnenwateren te examineeren,
tot het stellen van een nader Reglement teegen de excessen ten \'s lands dienste.
1 Aug. N. R. 188.
5272.        // Het placaat op het visschen in de Binnenwateren van
1610, anno 1641 geeorrigeert en geëxhibeert, sal gesonden werden aan de
Heeren van de Reekening om examinatie en ad vis. 7 Aug. N. R. 195.
5273.   1648. De Heeren van de Reekening te dienen van advis op de
remedie van het onbehoorlijk en enorm visschen. 10 Jan. N. R. 364,423.
5274.        /\' Het piacaat op het visschen en visscherswand op de
rivieren, meeren en binnenwateren van anno 1610 te vernieuwen met bijvoeg-
selen enz. (groot 25 art.) Zie No. 5019. il, 12 Maart. N. R. 428, 432.
5275.        ii Placaet, ordre en verboth, op \'tstuck van \'t visschen en
\'t vis ch-ge want op de rivieren, meeren, en binnenwateren in Hollandt ende
West-Vrieslandt. \'s Gravenhage, van Wouw, 1661. 4°. Renovatie. 22 Jan.
1677. \'sGravenh.,/. Scheltus. 1677. 4».
Gr. Place-boek. I, 1276.
5276.        » De Admiraliteiten te adviseeren op de drie groote oorlog-
scheepen en ses fregatten en het c o n v o y der kleine visscherij. 17 Maart. N.R. 443.
5277.        ii Nader te delibereeren op de remedie der excessen van het
visschen onder deksel van de Hengelroeden. 12 Maart. N. R. 428.
5278.        » Vernieuwt het placaat van 21 Maart 1647 teegen de Vent-
jagers.
                                                                           23 April. N. R. 510.
5279.        " De Remonstrantie van Gedep. der groote visscherij, aan
Gecomm. Raaden om advis, hoedanig subsidie thans behoord toegestaan.
20 Maart. N. R. 86. 19 Mei. N. R. 156.
5280.        \'/ Ampliatien noopens het vangen, zouten, enz. van den
Haring.
                                                                            4 Mey. N.R. 124.
5281.        ii Alom te practiseeren het placaat van 10 Maart 1648 noo-
pens het visschen op de Binnenwateren.
               18 Mey. N. R. 154.
5282.        » Placaet van den Raedt van State, waarbij ordre op \'tvis-
schen onder Vroonhove gestelt wert.
                                                   28 Mey.
Gr. Place-boek. 1 , 1290.
5283.        // Toegestaan vernieuwing van het placaat op de groote vis-
scherije.
                                16 Julij. N. R. 204. Ampliatie. 1651. N. R. 255.
5284.        /\' Te excuseeren het versoek van Vriesland om een generaal
octroy op de Walvischvangst en approbatie van seeker particulier octroy
4 Sept. N. R 264.
5285.   1649. Placcaet van de Staten van Zeeland, tegen het visschen door
particulieren in grachten, vijvers en wateringen, hen niet toebehoorende. 9 July.
Nol. van de SI. v. Zeeland, fol. 273.
5286.   1650. Gedresseert art. 9 der nieuwe ordonnantie op de groote vis-
scherye en Haringvangst. 31 Mey. N. R. 595.1651.10 Mey. N. R. 255.
52»7. 1651. Placaet ende Ordonnantie, beroerende het vangen, souten,
havenen, keuren, packen, ophoogen uude leggen van den Haringh &a.
(Gedaan te \'s üravenhage 10 Mei 1681, geamplieerd 30 Mei 1656.) Tot
Delft, Gedrukt by ArnoVd Bon, op \'t Marctveldt, 1687. 4o.
Geheel als boven op nieuw gedrukt 1710, 1735, 1738. 4o.
-ocr page 399-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHEB.IJEN.                  365
5288.   A°. 1651. De Commissie aan de Capiteynen der scheepen ten koste
der visscherij uitgereed, te depecheeren na het vorig formulier en de com-
missie voor G. J. Scheumer.
                          10 Mey.\' N. R. 256. 270, 309.
5289.       ii Aan de kooplniden, navigeerende uit de Maas op Spits-
bergen, voorschrijvens aan de oude Compagnie van die van dn Walvisch-
vangst. tot het cesseeren der wederzijdsche feitelijkheden onder de plaatsen
der Traankookery op de Uitkeyk.
                            19 Mey. N. R. 279.
5290.       \'/ De Magistraat van Maassluis serieus ordres te stellen, dat
alle haare Stuurlieden en Bootsgesellen ten Haring vaarende, solemneel
verklaaren haar te sullen reguleeren na art. 36 der Ordonnantie op de
Haringvangst.
                                                   13 Junij. N. R. 314, 326.
5291.   1652. De Groenlandsche vaart en vangst toe te laaten als
voor deese en alles te besogneeren om zeevaarend volk tot de equipage te
krijgen.
                                                                     18 April. N. R. 172.
5292.       " Ter Generr.liteit in te brengen het placaat aangaande de
Groenlandsvaarders.
                                         15 Mey. N. R. 216.
5293.       ii Placaet. waerby den Groenlandts-Vaerdersgelastwert
tot consprvatie der neeringen, licenten, convoyen ende veylgelt, hier te Lande
met haer ghevangen visch, traen etc. te komen, sonder eerst elders te mogen
zeylen.
                                                                                           25 Mey.
Gr. Place-boek. I, 683.
5294.       /\' Na Texel, het Vlie ende Maase, item in Zeeland en Vries-
land een of meer Commissarissen ordre te stellen op de convovers voor
de visscherij.
                               14 Junij. N. R. 239. 11 Julij. N." R. 315.
5295.       " Te publicceren het placaat raakende de beneficie van het
veylgeld ten respecte der Groenlandsvaarders. 16Juny. N. R. 244.
5296.       ii Rapport van de Raadpensionaris van de bedenking der Gene-
raliteit om de geheele visscherije op te ontbieden, van haar neering tot pre-
servatie hunner apparente schaade en ruïne door de engelsche vloot; ook
de Groenlandsvaarders advertecren. haar bij form van admiraalschepen
te voegen om de gedréygde swaarigheid te ontgaan.
21July. N. R. 343,344. 13Aug. N. R. 387.
5297.       " Missive van Burgemecsteren van Enkhuysen, adviseeren dat
de Buysen van haare neering verjaagt, en veertien oorlogscheepen van de
Engelschen genoomen souden weesen.
                          2 Aug. N. R. 363.
5298.       ii Met ernst te letten om de Engelschen niet alleen in haar
commercie en scheepvaart, maar ook in haare visscherije alle moogelijke
hinder en afbreuk te doen.
                2 en 15 Aug. N. R. 364, 391,438. 454.
5299.       ii Ter Generaliteit te effectueeren het ordre stellen dat niet
alleen de twee engelsche gevangene vischscheepkens in zee verovert, bij de
Admiraliteit van Amsterdam ontslaagen werden, maar ook generaal het verder
neemen of beschaadigen van alle diergelijko vischscheepkens of booten, bij
provisie tot nadere ordre werde voorgekoomen.
15 Aug. N. R. 391. 26, 30 Aug. N. R. 438, 454. 26 Sept. N. R. 487, 489.
5300.       // Op requeste der gemeene Rheeders bescherming aan de
visscherijen toegestaan; middelen daartoe te beraamen, rapporten, enz.
19 Aug. N. R. 387, 392, 408. 27 Aug. N. R. 440. 31 Aug. N. R. 456. 651, 723.
5301.       // Niet alleen de Tcrreneuf en Yslandsvaarders, maar
ook andere engelsche visschers, sonder onderscheid te mogen werden opge-
bragt, hetgeen de Engelsche meede indistinct doen; des egter die van de
kleine visscherye en Versvaarders, soolang doenlijk, en de Engelschen die
niet attacqueeren, sullen werden verschoont.
                  31 Aug. N. R. 456.
-ocr page 400-
366                             LÉGISLATION NÉERLANDAISE DES PÊCHBS.
5302.   A°. 1652. Bij nadere deliberatie verstaan, dat de voorigeïtesolutien
tot bescherming der kleine vissehcrije om die ten \'s lands kosten iriet
vier gewapende kleine scheepen te assisteeren, alsnog ter Generaliteit sullen
werden ingebragt. 29 Nov. N. R. 651. 2 Dec. N. R. 659. 20 Dec. N. R. 733.
5303.        n Requeste der kleine visscherije van den Briel, Maassluis en
Vlaardingen, oin assistentie met klein vaartuig tot bescherming, en Reso-
lutie.
                                                                  28 Nov. 20 Dec. N. R. 651,723.
5304.        // Op de requeste der Rheeders van de Groenlandsvaarders
van verscheide steeden en dorpen van het Noorder Quartier om vergoedinge
van gedaane kosten, weegens het uitsenden van een galliot, favorabel tead-
viseèren.
                                                                               2 Dec. N. R. 659.
5305.   1653. Plaeaten, waerbij vreemde diensten soo ten oorloge, koop-
vaerdije ende visscherije ter zee; alsoocksonderlingeterW alvischvanghst.. .
verboden werden.
                                              6 Maart 1653 en 17 Maart 1656.
Gr. Place. boek. II , 302.
5306.        n Waerschouwinge ende verboth, waerby omme pregnante radenen
den Walvisch-vaughst voor het jaer 1653 geschorst wordt. 25 Maart.
Gr. Placc.-boek. II, 506.
5307.        " Geen scheepen naar Groenlandt te laten uytloopen tot
naader ordre. 11, 15, 22, 28 Mrt. 2 en 25 April 1653. 16 Mrt. 1656.
25 Mrt. 1, 8 April. 1659. N. R. 121.
5308.        ii "Verscheydeu versoeken van de groote visscherije en Haring-
vaart betreffende convoy, subsidie en ammunitie.
5 April. N. R. 197. (1655) 10 Junij. N. R. 261.
5309.       /\' Assistentie\'en protectie aan de groote visscherije toe-
geslaan.
                8 April, 15 Junij. N. R. 212, 324. (1658) 21 Mey. N. R. 178.
5310.        n Commiss. ter Generaliteyt tot bevorderingh van de saacken
van de groote visscherije assistentie te verleenen. 5 Junij. N. R. 288.
5311.        // Commissie voor de Commandeurs op het kleyne vaartuygh
tot protectie van de visscherije. 8 Aug. N. R. 462.11 Sept. N. R. 538.
5312.        // Geen visschers gevangen te houden, en in Engeland devis-
schers te assisteeren herwaarts te komen.
                          26 Sept. N. R. 580.
5313.        /\' Copie ofte Sententie uytgesproken tot Mechelen, aengaende
de visscherije in de Suyder-Zee, ende der netten ende \'tgebruyck van
dien. t\'Amsterdam. Gedruckt bij Jan Banningh. A«. 1653. II en 8 blz. 4<>.
5314.        ii Subsidie aan de groote visscherij. Enckhuysen de aanteeke-
ning op de seclusie van den Prince van Orange, uit de notulen te ligten.
Secreete Resolutien. 17 Junij, bl. 158. 17, 20 Junij. N. R. 264, 273.
5315.   1655. Ordonnantien volgens dewelcke \'t sedert den jare 1622
tot 1655 incluijs, ten behoeve van de gemeene saacke over de landen van
Hollandt ende West-Vrieslandt, soo wel binnen den steden als ten platten
lande, geheven is den impost van den Ie ghesouten Haringh ende ghe-
souten visch volgende \'t consent van den Staten van denselven lande.
Gr. Placc.-boek. I, 1857.
5316.   1656. Placaet ende ordonnantie van de Staten van Holland, betref-
fende het vangen, souten, havenen, keuren, packen, ophoogen en leggen
van den Haringh.
                                      30 Maart. N. R. 608. 30 Mey.
Gr. Placc.-boek. VIII, 1242.
5317.       " "Verbodt tegens \'tvisschen in des Graeffelyckheit\'s vissche-
rijen van de Beijerlanden.
                                                                    27 Junij.
Gr. Placc.-boek. 2457.
-ocr page 401-
NEDERliANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    367
5318.   A0. 1656. Octroy om lastgeld op den Haringh te heffen en om
authorisatie om een omslagh over den Haringh te doen.
25 July N. R. 688 (1658) 21 Mey.
5319.       // Ordonnantie en Placaat op de pilotage. 12 Oct. N.R. 875.
5320.       " Klaghten over Maassluys over het branden van vis en
Haaringh.
                                                  25 Julij, 5 Dec. N.R. 943.
5321.       /\' Klaghten over de Engelschen over turbatie der visschcrije
en Haringscheepen aangedaan.
                             21 Dec. N. R. 990.
5322.   1657. Visscliers scheepen op Baccalauw vaarende zonderattesta-
tien aangekomen te Cadix; daarop ordre te stellen. 15 Mey. N. R. 180.
5323.       « De visscherije op de Maasc te verpachten volgens Placaaten.
24 Mrt. N. R. 119.
5324.       « De Generaliteit in Denemarken vrije vaart van Haringh,
enz. op Sweeden te procureeren.
                              27 Julij. N. R. 339.
5325.   1658. Te laboreeren tot intreckinge van het edict tegen het in-
brengen van traan enolije van walvisch in Vranckrijck. 15 Mey. X. R. 171.
5326.       ii Sententie over de visscherij in Houweningen en Heelsche
wateren.
                                                                    25 Sept. N. R. 486.
5327.       " Die van de groote visscherije versoeken dat de ordonnantien
op den Haaring strictelijk worde geobserveert. 21 Mey. N. R. 178.
5328.       /\' Het placaat te emaneeren teegens het vcrkoopen van vroe-
gen Haaringh.
                                                     21 Mey. N. R. 178.
5329.       » Placaat, verbiedende geen Haringh in Hollandt te ver-
koopen dan die naer Sint Jans-dach tot Nieuwe Jaers-dach sal wesen gevangen.
Gr. Place-boek. II, 2501.                                                      21 Mey.
5330.       // HEd. Gr. M. gelieven te bevorderen en te effectueeren. dat
die van de groote visscherij op de Maase mooge bekoomen ordonnantie en
betaalinge van geconsenteerde subsidien. 21 Mey. N. R. 177, 178.
5331.       » Octroy van de Staten van Zeeland, waarbij aan Adriaan Boom
de Jonge te Zierikzec, vergund wordt om binnen het district van Zeeland
beooster Schelde, voor den tijd van tien jaren, eene bekwame oesterbank
te mogen kweeken en maken, en zich met de voortteling van oesters te
mogen generen.
                                                                              10 Dec.
Not. van de SI. v. Zeeland, fol. 85.
5332.       ii Octroy van de Staten van Zeeland aan Nic. Cromsteyn e. a.
te Zierikzee, tot de zalm vangst in Beoosterschelde.
                    10 Dec.
ifot. v. d. Si. v. Zeeland, fol. 85.
5333.   1659. Placaet, in welcke de Walvisch vanghst, ende vaert
daerop tot nader orde geschort werd.
                9. 29 Maart, 4, 30 April.
Gr. Placc.-boek. II, 507. Secreete Ttesol. 1 April. bl. 15.
5334.       // Nader placaat. in welcke onder seeckere limitatien de vaert
op Groenlandt toegelaten en andere equipagien ter zee bij provisie ende
tot nader ordre verboden werden.
                                                    2 Mey.
Gr. Placc.-boek. II, 507.
5335.       /\' Hoorn klaagt over seeckere Keure van de groote visscherije
gemaackt, om Haaringh-neeringeinzeete mogen doen.25 Julij. N.R. 199.
5336.       " Rapport en resolutie wat nader te statueeren ter executie van
het verbod van het uytloopen der Grocnlandsvaarders.
1 April. Secreete Resol. blz. 16.
5337.       " Groenlandsvaarders te laaten uytloopen, mits geevende
twaalf hondert man aan den Staat.
                             1 Mey. N. R. 143.
5338.       " Ordre teegens de kaapers te stellen tot protectie van de
groote visscherjje; met Engeland daarover te convenieeren. 13 Sept. N.R. 261.
-ocr page 402-
368                             LEGISLATION NEERLANDATSE DES PÊCHES.
5339.   A». 1659. Ordonnantie, volgens welcke \'t sedert October 1659 den
impost van den negenden penningh op den Steur en Sa lm binnen Holland t
verpacht is.
                                                                                   Oetober.
Gr. Place-boei. II, 2946.
5340.       m Ordonnantie, op den Steur en Salm, diealdaertenafslagh
gebracht werdt. o mme daeraf te ontfangen een Impost van den negenden
penningh.
                                                                                     October.
Gr. Place-boek. III, 993.
5341.   1660. Klaghten van Zeeland over het verbodt tegen het pack en
van den Haringh, uit andere pro vintien in Holland t gebraght werdende.
Not. van de St. v. Zeeland. 20 Mrt. 1659. 24 Mrt. 1661. 22 Jan. N. R. 419.
5342.       ii Ordonnantie tegens fraude omtrent Tonnevis.
25 Maart. N. R. 515.
5343.       " Schoonhoven klaaght over infractie van het placaat op het
visschen.
                                                                  23 Sept. N. R. 732.
5344.       " Klaghten van Enckhuysen over het nemen van een Har in gh-
schip; daarover aan den Koningh van Engelandt te schrijven.
2 Oct. N. R. 749.
5345.       ii Placcaet van ampliatic van de Staten van Zeelandt, teegens
het schutten van den visch.
                                                      20 Nov.
Kot. v. d. St. v. Zeeland, fol. 160. Gr. Place-boei. II, 3033.
5346.   1661. Placaet, houdende verbodt, om schepen te laten bevrachten,
omme by uytheemsche natiën tot den walvisch-vanghst gheemployeert
te worden.
                                                                         10 Maert 1661.
Gr. Place-boei. II, 2639.
Renovatie van \'t zelfde plakkaat. 14 Dec. 1663. II, 3087.
5347.       " Placaat tot conservatie van de Groenlandsche vaart.
3, 5, 23 Maart. N. R. 35.
5348.       // Versoek van de groote visscherije om subsidie, protexie\'
leeninge van ammunitie en betaalinge van voorgaande schulden.
8 April. N.R. 162.
5349.       ii Ordonnantie op het stuck van de visscherijen in de reviere
de Schelde ende omliggende wateren.
                                       16 April.
Placeboei van Brabant. III, bl. 251.
5350.       f Engelandt schriftelijck te antwoorden op de articulen van
commercie, visscherije en marine.
                               5 Mey. N. R. 181.
5351.       w De Ambassadeurs in Engelandt alle deliberatien tot nadeel
van de visscherije met vigeur tegen te\'gaan.
               5 Mey. N.R. 181.
Zie ook: Secreete Resol. bl. 284, 285, 304.
5352.       // Publicatie van gecomm. Raden van Zeeland waarbij, uit
aanmerking dat eenige kwaadwilligen Boom de Jonge turbeerden met het
afhalen en berooven der oesters, die hij met groote kosten had gebragt en
aangekweekt, hiertegen op straffen daarbij gesteld, wel uitdrukkelijk gewaar-
schuwd wordt.
                                                                               2 Eebr.
Gr. Place-boei. II, 3038.
6353. 1662. Vranckrijck de visscherije noodtsaackelijk onder de guarantie
te begrijpen.
                                                                               16 Maart.
Zie ook: Secreete Resol. II, bl. 246.
5354.       H Embden intercedeert voor Klaas Dircksz. Meuns, gecauseert
bij den officier van Edam, als sigh in uytheemsche dienst ter Walvisch-
vanghst begeeven hebbende.
                                 16 Maart. N. R. 523.
5355.   1663. Placaat tegen het verkoopen van Haringh in zee, gereno-
veert.
          15 Maart. N.R. 172. Geredresséert. 10 Mey 1664, N.R. 110.
Gr. Place-boei. II, 2898.
-ocr page 403-
NEDEBXANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    369
5356.   A°. 1663. Requeste van de RheedersvandeHoeckvaartraakende
het voorsz. subject.
                                       10, 13 Mey. N. R. 172, 180.
5357.       " Aan den Koningh van Engelandt te dolceren over de excessen
van de Engelschen in de Walvischvangst gepleegt. 17 Maart. N. R. 88.
Resol. van de Staten Oen. 24 Maart.
5358.        // Renovatie en ampliatie van het placaat verbiedende de inge-
seetenen haar te jverhuuren in dienst van vreemde opdeWalvischvanghst.
Die van Embden werden als vreemdelingen geconsidereerd.
20 Maart. N. R. 114.
5359.        n Placaat, dat niemandt hem zal mogen begeven in uytheem-
schen dienst om ter Walvisvaughst gebruyckt te worden. 24 Maart.
Gr. Placc.-boek. II, 2901. 5 April 1669. III, 1362.
5360.        " Wacrschouwinge. waerby verboden wordt de Vroonvis-
scherije van de Graeffelyckheyt van Hollandt te beschadigen. llJuny. 1663.
Gr. Placc.-boek. II, 2927.
5361.        /\' Waerschouwinge van de Staten van Hollandt waerby provi-
sionelick afgestelt wert de Imposten op den Haringhendeghcsouten visch,
mitsgaders olye en traen.
                                                                      19 Sept.
Gr. Placc.-boek. Il, 3047.
5362.        " Zeelandt klaaght over die van de groote visseherij in het
reguardt van Francois Denick, ten opzigte van syne Haringhbuisen en
belasting op \'tsout. 20, 25 July, 1 Aug., 7 Dec. N. R. 336, 352, 609.
5363.   1664. Placaet, inhoudende verbodt dat de stierluyden geen H a r i n g h
in zee moghen verkoopen aen de ventjagers. Oock dat geen ventjagers de
schepen in zee mogen volgen om Haringh te koopen of mangelen, behoudens
dat den eenen Haringhvanger aen den anderen synen gevanghen haringh sal
vermogen te verkoopen ende over te geven.
                                       13 Mey.
Gr. Placc.-boek. II, 3166.
5364.        i\' Groenlandtsvaarders het toekoomende jaar in te hou-
den; placaat dienaangaande etc.
                                                            20 Dec.
Secreete Resolutie». 1664. bl. 495.
5365.   1665. Walvisvanghst te verbieden; placaat tegens het uyt-
voeren van visscherij-gereedschappen. 24, 29 Jan., 18 Mrt, 12 Dec. N. R. 24.
5366.        f Geen Engel sehe visschers aan te tasten tot naader ordre.
21 Jan. N. R. 54.
5367.        n Placaet, waerby alle vaert uyt de Vereenigde Nederlanden
verboden werdt.
                                                                                       26 Jan.
Gr. Placc.-boek. III, 291.
5368.        h Placaet, houdende verboth tegens den uytvoer van allerhande
gereetschappen, ende vischtuygh, tot de walvischvanghst gere-
quireert.
                                                                                                    26 Jan.
Gr. Placc.-boek. III, 291 en 5 April 1669. Gr. Placc.-boek. III, 1362.
5369.        // Aan de zijde van Engelandt worden Passeporten gepre-
senteert aan de visschers deeser Landen.
                        3 Pebr. N. R. 59.
5370.        f Visschers op Maassluis te waarschouwen geen Passeporten
van Engelandt te neemen.
                                                     6 Pebr. N. R. 78.
5371.        ii Nader, en noch nader, placaet ende verboth tegens de vaert ende
visscherije op ende omtrent Groenlandt met den gevolge en aankleve van dien.
Gr. Placc.-boek. III, 292, 293.                                      14, 30 Maart.
24
-ocr page 404-
LEGISLATION MEERLANDAISE DES PÊCHES.
370
5372.   A°. 1665. Groote en kleijne visscherije te verbieden; en te blijven
verbooden voor bet geheele jaar.
            21 Maart. 9 Junij. N. R. 210.383.
5373.       ii Placaat te concipieeren tegens het transporteeren van de groote
visscherije uyt deese Landen en Duynkerken . Oostende etc. 27 Mrt. N.R. 220.
5374.       " Placaten, houdende verbodt tegens het exerceeren van de
groote en kleyne visscherije. voor de jaren 1665 en 1606, alsmede tegens
het inbrengen van eenige Haring of gezoute visch ende voorts tegens
het uytvoeren van gereetschappen ende het oeffenen van de voorsz. vis-
scherij\'en.
                                                      2 April 1665. 1 Febr. 1666.
Gr. Place-boek. III, 293.
5375.       " Placaet waerby alle contracten ende verbonden, by \'tzee-
varende volck met de schippers, stuyrluiden ende reeders van scheepen op
Groenlandt aengegaen, werden verklaert van nul ende van onwaerden.
Gr. Place.-boek. III, 294.                                                  25 April.
5376.       ii Geinteresseerden in de Groenlandsche visseherij presen-
teeren 1200 man aan den Staat, mits dat de scheepen op Groenlandt vaa-
rende, voor altoos soude sijn en blijven, vrij en exempt van alle belastingen.
Rapport enz.
                                               6—20 Mey. N.R. 315—346.
5377.       " Placaet, houdende vernieuwinge en nader waerschouwinge
van \'t verbodt van de groote ende kleijne visscherije.
                    10 Juny.
Gr. Place-boek. III, 295.
5378.       » Klaghten van Haarlem dat de Admiraliteyten deuytvoervan
Haringh toestaan.
                                                    10 Sept. N. R. 690.
5379.       ii Die van de kleijne visscherije versoeken haare necringente
mogen exerceeren.
         2 Oct. N. R. 701. (1666) 18 Sept. N. R. 433.
5380.       // Placaat teegens het exerceeren der kleijne visseherij inge-
trokken.
                                                                     17 Oct. N. R. 743.
5381.       ii Protectie aan de kleijne visscherije geconsenteert.
28 Nov., 10 Dec. N. R. 817.
5382.       ii Placaat, houdende verbodt van de Groenlandsche vaert
voor den jare 1666. *
                 16 Dec.; Gercnoveert 27 February 1666.
Gr. Place-boek. III, 296.
5383.   1666. Placaat en publicatie tegens het exerceeren van de groote
en kleijne visscherijen en Haringvangst. De vorsehvangers daarvan
te eximeeren. UFebr., 22 Dec. N. R. 49, 621. (1667) 17 Maart, N. R. 101.
5384.       // Alle Har ingh van buyten hier te lande koomende te con-
fisqueeren.
                                                                 23 Julij. N.R. 310.
5385.       n Enckhuysen klaaght over de excessen in het visschen in de
Zuyderzee.
                                                           11 Aug. N. R. 374.
5386.       o Pincken aan de zijde wederom te moogen visschen mits met
den vijand geen gemeenschap oeffenende.
                      17 Aug. N. R. 383.
5387.       " De Commandeurs over de scheepen van de Win ter vlo o te
het ooge te houden op de kleijne visscherije.
                8 Dec. N.R. 567.
5388.   1667. De Admiraliteit eenige Jaghten, etc. in zee te zenden, spe-
cialijk die op de Maase, tot protectie van de kleijne visscherije.
18 Febr. N. R. 42.
5389.       // Propositie om de groote visscherije en Har ingh vang hst
open te stellen.
                                                          1 Julij. N.R. 210.
5390.       » Het vaaren ten Har ingh aan de korvers van Maassluis
de facto te beletten.
                                                 20 Jubj. N. R. 238.
-ocr page 405-
NEDERXANDSCKE WETGEVING OP DE VISSCHEEIJEK.                   371
5391.   A°. 1667. Enckliuysen urgeert het verbodt van het Ventjagen
van den Haringh.
                                                          26 Aug. N. R. 321.
5392.   1668. Hainburgh te versoeken teegen de frauden met den Har in gh
gepleeght werdende, te willen voorsien.
                         17 Mey. N. R. 173.
5393.   1669. Concept placaat raakende de groot e visscherije en Ha-
ringhvanghst.
                                          16, 30 Maart. N.R. 63, 102.
5394.        ii Placaat tegens den uytvoer van Instrumenten tot de Wal-
vischvangst.
                                                             30 Maart. N. R. 102.
Gr Place-boek. III, 1302.
5395.        ii Impuniteyt te verleenen aan de absente Commandeurs, har-
poniers en andere sigh met de Walvischvanghst geneerende. geduurende
den laat sten engelschen oorlog.
                                   10 April. N. ft, 120.
5396.        » Subsidie van dertigh duysent guldens voor de groote vis"
scherij noch opgehouden. De Admiraliteyt tot Rotterdam reedenen gegeeven
waarom protexie gedecliueert. 25 Sept. N.\'R. 368.1675. 25 Mey. 1676. 20 Mrt.
5397.        ii Visschers van Oostzaanen klaagen over de Staaten van Gcl-
derlandt, dat sy geturbeert worden in haare neeringc.
16 Julij; en berigt dienaangaande. 18 Sept. 1671. 25 April. 30 Julij.
5398.        " Zeelandt klaaght over de belastinghe tot Maassluis op de
Soutevis gesteldt.
                                                                 24 Sept. N. R.
5399.   1670. Do placaatcn van de Walvischvangst de geïnteresseerden
buyten haare kosten verhandrijkt, ter fine van redres en publicatie aan de
officieren.
                                                                       Resol. Si. Gen. 18 Febr.
5400.        // Renovatie van voorige verbodt ende placaten van waer-
schouwing van 19 Maert 1661, 24 Maert 1663 en 5 April 1669. (Geene
schepen of gereedschappen te verhuren ter Walvischvangst. 13 Febr.
Gr. Place-boei. III, 1363.
5401.        // Placaat betrekkelijk de visscherij in de Zuid er ze e. 19 Mey.
Geld. Place-boeit. II, 422. Ampliatie 11 May 1680. II, 504.
5402.       // Het visschen in de Ouderwijcker Grifte en in de Nieuwe
vaart met trek- of werpnetten, verboden.
Utr. Place-boek. II, 437.
5403.        // Walvischbaarden inkooraende met scheepen buyten uit-
gerust, te beswaaren met vijf en twintigh ten honderd. 13 Nov. N. R. 534.
5404.        n Belastinge sal werden gehceven van alle W alvischspeck,
traan en baarden, uytgesondert die met Nederlandsche scheepen inkoomen.
24 Sept., 22 Nov. N. R. 434, 552.
5405.   1672. De visscherije in de Leek aan Dijckgraaf en Heemraden gegeven.
Vtr. Place-boek. II, 94.
                                                                5 Jan.
5406.        // Placaet houdende verbodt van alle Schipvaert uyt deese
Landen, soo ter koopvaardijc. als op particuliere commissien uytgerust naar
Westen. Oosten ende Noorden, mitsgaders de groote en kleijne visscherij en.
19 Maert. 1672. 10 Maert, 21 Junij 1673. 31 Maert 1674.
Gr. Place-boek. III, 298, 300, 304.
5407.        » Placaat houdende verbod van de Groenlandtsche vis-
scherij.
                                13, 23 Febr. N. R. 172, 243. (1673) 9 Maart.
Gr. Place-boek. III, 298, 302.
5408.        " Alle devoiren te doen voor gerantsoeneerde Groenlandts-
vaarders. Te representeeren het vrijlaaten van de Terreneufvaarders.
17 Sept. Secr. Resol. blz. 508.
24*
-ocr page 406-
372                            LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PECHES.
5409.   A°. 1672. Waerschouwinge, houdende open-stelling van de vaert
om de West ende de groote en kleijne visscherijen.
                         15 Sept.
Gr. Place-boek. III, 292.
5410.        ii Groote en kleine visscherije opengesteïdt. Publicatie dien-
aangaande.
                                                                       20 Sept. N. R. 970.
5411.   1673. Publicatie van het placaat tegens de Walvischvangst
en het neemen van vreemde diensten. 16 Maart, 23 Dec. N. R. 141,612.
5412.       /\' Visscherij open te stellen soo haast de vloot van Boots-
volck is voorsien.
                                                                   17 Junij. N. R.
5413.        // Placaet, houdende verbodt tegen het uytvoeren van aller-
hande Haringtonnen, buys-hoepen, mitsgaders kruyswant.
          6 July.
Gr. Place-boek. III, 1364.
5414.   1674. Gelderlandt en Overijssel in de Unie niet te admitteeren als
onder belofte, dat die van Zaandam in de vrije exercitie van de visscherij in
de Zuiderzee en het Swarte water niet sullen geturbeert werden.
Secr. Resol. 15 Febr., 24 Maart. blz. 423. (1676) 19 Dec.
5415.        » Different tusschen de Admiraliteyt te Rotterdam en die van
de visscherij over het stuck van jurisdictie en judicature over seekere Fransche
Groenlantsvaarder. 15 Sept. N. R. 596. De uytspraeck aan S. Hoogheid
verbleven. Resol. St. Gen. 24,27 Sept., 3 Oct. N. R. 604.16 Sept. 4 April 1675.
5416.        ii Gepermitteert dat de kleijne vissers van Duynkerken en
andere fransche plaatsen, vrij en ongemolesteert zullen mogen varen en hare
visneering doen. mits gelijke vrijheid aan de visschers van dezen Staat door
Frankrijk gegeven worde. Resol. St. Gen. 1674. 16 Oct.; 1675, 31 Jan.. 12 Febr..
25 Mrt., 30 April, 13 Aug.. 2 Sept., 23 Oct., 2 Nov.; 1676. 2 Mrt.. 4 April;
1677. 3 22 Juny, 1,29 Dec.
5417.   1675. Geen scheepen tot de Walvischvangst uyt te loopen
voor 28 April.
                                                                          4 April. N. R.
5418.        // Traan, walvischspeck, baarden, &c. ingebraght door
scheepen hier te Lande geëquipeert, vrij en exempt van de inkomende reghten.
6 April. (1676) 17 Sept. N. R.
Resol. St. Gen. 9 April, 12 Junij en 25 Sept. 1676.
5419.        n De reghten verdubbeldt ten aansien van de traan, wal-
vischspeck, &c. die door scheepen, hier te lande niet geëquipeert, inge-
braght werden.
                                                                         10 April. N. R.
Gr. Place-boek. III, 1275. Resol. St. Gen. 9 April, 12 Junij.
5420.        // Placaet van de Staten van Zeeland tot preservatie der jagt,
visscherij en vogelerij.
                                                                     22 Junij.
Not. v. d. SI. v. Zeeland, fol. 99.
5421.        // Ordonnantie van den Koning van Frankrijk tol de vrije
visscherij langs de kusten van Frankrijk en van de Geünieerde provintien,
langs de kusten van Engeland tot Yarmouth, de kusten ten Noorden en van
Schotland.
                                                                       Resol. St. Gen. 2 Sept.
Deze ordonnantie werd 2 Nov. 1673 gedeeltelijk en 4 April 1676 geheel
ingetrokken
                                                                               Resol. St. Gen.
5422.        // (Gelijke) Ordonnantie en waerschouwinge van de Staten Gene-
raal der Vereenigd e Nederlanden, van de vrye Haringvisscherye. 3Sept.
Gr. Plaec.-boek. III, 305. (Ingetrokken als voorgaande.)
5423.        ii Piccart te besorgen, dat de visscherij op de kusten van
Engelandt en Sohotlandt vrij niagh zijn.
                                20 Sept. N. R.
-ocr page 407-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHEKIJEN.                   373
5424.   A°. 1675. Hollandtsche Raaden ter Admiraliteit in dese provintie aan
te maanen tot protexie van de visscherij.
                          27 Sept. N. R.
5425.       » De Sententie van den grooten Raadt van Mechelen, nopende
de visscherij in de Zuyderzee omtrent Overijssel nader te examineeren.
16 Nov. N. R.
5426.       ii De Admiraliteyten indistinctelijck te permitteeren den uytvoer
van Haringh.
                                                                    5 Dec. N. R.
5427.   1676. Dordrecht versoeckt dat de visschers van Middelharnis moogen
werden geauthoriseert om het Goereeschc Gat uyt en in te moogen lootsen.
Advis van Commiss.
           25 Maart. N. R. 173. (1677) 23 Julij en 23 Sept.
5428.       » Met geen naauwer want of netten in zee te moogen vis-
schen, dan die gebreyt zijn op een spaan van een volle acht en twintigh;
de placaaten van de visscherij in de Rivieren en binnenlandtschestroomen
te renovéeren.
                    lOSept. N. R. 385en22Jan., (1677) N. R. 15.
5429.       ii Placaet op \'tstuck van \'t visschen en vischwandt laughs
de zeestranden van Hollandt.
             10 Sept. Gr. Place-boek. III, 1366.
Ampliatie 22 Jan. 1677 en 20 April 1679. Gr. Place-boei. III, 1377.
5430.       ii Klaghten van de Staaten van Gelderlandt over het onbe-
hoorlijk visschen in de Zuiderzee en langs den oever van de voorschreven
provintie.
                                                                           19 Dec. N. R.
5431.   1677. Het uytzeylen der scheepen naar Groen landt te verbieden
tot 2S April.
                                                           27 Maart. N. R. 85.
5432.       " Die van de Grocnlandtsche visscherij versoecken, dat
eenige middelen mogten werden vastgcstelt tot weeringe van alle differenten
uyt de voorsz. visscherij ontstaan.
                              3 April. N. R. 87.
5433.       // Ordre, beraemt by de Gecommitteerde van de Groenlant se
visschery over \'t beree der goederen, en \'t geen daer aen dependeert, op dito
Voyage. A°. 1677. 4°.
                                                                  BR.
5434.       « Ordonnantie ende wacrschouwinge [van den Koning van ïrank-
rijk en de Staten Generaal] dat alle visscherijen sullen vrij sijn langhs de
kusten van Vrankrijck, Spaigne, Vlaenderen, Hollandt, het Noorden van
Engelandt, Schotlandt, Groenlandt, Terre-Neuf en andere, plaetsen van
America. 3 Junij. \'s Gravenh., J. Scheltus. Ao. L677. folio. 1 blad.
Resol. Si. Gen. 3, 22 Junij. Deze ordonnantie werd 1 Dec. 1677 van beide
zijden ingetrokken.
5435.       n Door commissarissen, de Heeren van Zeelandt te disponeeren
tot het publiceeren van de Ordonnantie op de v rij e visscherij. 8 Julij. N.R. 255.
5436.       ii Goed gevonden geen termynen vast te stellen omtrent de
Ordonnantie van de vrije visscherij bij Vranckrijk en desen Staat gearresteerd.
24 Julij. N. R. 344.
5437.       » Op de vreedehandelinge tot Nimwegen de v r ij e visscherij soo
veel mogelyck te mainteneeren.
                                 31 Julij. N. R. 381.
5438.       » Advis en verbodt van in Veenen te visschen soo met netten
als met de hengelroede.
                 22 Sept. N.R. 498. (1679) 28 April.
5439.       " Te examineeren of iets, en wat te doen omtrent de genoo-
men Groenlandsvaarders door de Commissievaarders van den Koningh
van Vranckrijck. Secreete Resol. 17 Sept. bl. 608. 11 Sept. N. R. 431.
5440.   1678. Geldcrlandt aan te wijsen het ongelijck dat sij hebben, om
aan de Ingeseetenen de3er Provintie te willen beletten het visschen in de
Zuyderzee langhs de Geldersche kusten, ende met haar te concerteeren
over de remedien tegens het visschen aldaar met onbehoorlijk Wand.
23 Febr. 12 Jan. N.R. 4. Gen. Resol. St.
-ocr page 408-
LÉGISLATION NÉERLANDATSE DES PÊCHES.
374
5441.   A°. 1678. De Admiraliteyt op de Maase de visscherij van Maassluis
met convoy te versien; Visschersscheepen, door deFranschen van dekleijne
visscherij te Maassluis genomen, niet te koopen of hier te lande in te brengen,
en eygenaars die te moogen vindiceeren, als zij binnen deese landen koomen.
25 Febr. N.R. 61.
5442.       // Met Gecommitteerden uit de Admiraliteit te overleggen o f de
Fransche visscherij te infesteeren en te beschadigen.
29 Mrt, 4,12 April. 11 Aug., 6 Sept. Resol. St. Gen. 17,29 Maart. N. R. 116,170.
5443.       ii Officieren te weeren het visschen met de cord en of schrob-
netten.
                                                                29 Maart. N. R. 170.
5444.       // Klaghten over de Resolutie van Dantsich, alle Haaringh
en zout binnen veertien dagen verkoft willende hebben. 7 April. N.R. 173.
5445.       // De versche vischvanghst van Vrankrijk bij provisie niette
incommodeeren.
                                                         7 April. N. R. 173.
5446.       ii Alle devoiren te doen tot het ontslaan van de genoome
Groenlandtsvaarders.
                            4, 7 Mey. N. R. 250, 266.
5447.       " Geconsenteert convoy voor de Groenland s vaar der s, mits
niet uitvarende, tenzij dezelve alvorens betaalt hebben haar contingent in
\'t convoy.
                                                                 Resol. St. Gen. 4 Mey.
5418. // Door Commissarissen te examineeren de consideratien van
de Admiraliteyt in het Noorder Quartier over het equipeeren van een schip
tot convoy naar Groenlandt.
                                                5 Mey. N.R.
5449.       ii Die van de kleijne visscherij tot Maassluis, versoeckende
passeporten van Vranckrijck om te moogen visschen, te waghten tot deselve
ingekoomen sijn.
                                                                 8 Julij. N. R.
5450.       " Rapport aan den Heere van Beverningh, alle instantien bij
Vranckrijck te doen tot bekoominge van de vrije visscherij en alle hostili-
teiten te doen cesseeren.
                                                       4 en 22 Junij.
5451.       " Te examineeren de klaghten van die van Haarlem over het
onbehoorlyck visschen met schrobnetten tot Wyck in Zee; en rapport.
10 Aug. 24 Sept. N. R. 391.
5452.       ii De Ambassadeurs te intercedeeren bij de Fransche Ambassa-
deurs ten eynde het speek en den ingelaaden traan in de Groenlandts-
vaarders, en tot St. Malo opgebraght, niet mogt werden verkoft.
13 Aug. N. R. 425.
5453.       ii Bij Vranckrijck alle devoiren tedoen, dat de genoome Gro e n-
lantsvaarders niet moogen werden geconfisqueert.
16Dec.N. R. 684. (1680) 30 Nov., 19Dec. N.R. 658,676.
5454.   1679. Het Placaat tegens het visschen met schrobnetten en
verboden want te amplieeren en te renoveeren.
20 April. N. R. 565. (1680) 16 Maart. N. R. 145. (1687) 17 Sept.
Not. v. d. St. v. Zeeland. 22 Aug., 23 Sept. fol. 219.
5455.       » Visschers van Maassluis gevaaren hebbende op de scheepen de
Macreel en de Hay, en door de Fransche kaapers gcnoomen, versoeken
vergoedinge van haar geleeden schaade.
              26 April. N. R. 585.
5456.   1680. De groote visscherijc soodanige somme goed te doen uit de
tauxatie van het redemptiegeld, als deselve hebben getrokken uit het middel
van het Dennezout.
                                                6 Maart. N. R. 76.
5457.       " Geen wateren met vergift te infecteeren om de visscherij te
bederven. (Geamplieert 1698).
ütr. Place-boek. II, bl. 407.
-ocr page 409-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   375
5458.   A°. 1680. Resolutie van de Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt
raeckendc het visschen langhs de stranden.
                              16 Maert.
Gr. Place-boek. III, 1308.
5459.       » Resolutie betrekkelijk den uitvoer van visch. 29 May.
Gr. Placc.-boeU v. Friesl. V, 1180.
5460.   1681. Te renoveeren de placaaten verbiedende het verhuuren van
scheepen aan uytheemsche, tot de Walvischvanghst; item de Comman-
deurs of Schippers van de scheepen cautie te stellen geen speek of traan
over te geeven om elders vervoert te werden.
              3 April. N. R. 73.
Gr. Place-boek. III, 1365.
5461.       " Die buiten de provincie wonen, mogen hier (in Utrecht) met
geene Angelroeden visschen.
                                                  15 April.
Vtr. Place-boek. II, 437.
5462.       // Te examineeren de klaghten van die van Overijssel,datonse
visschers op haare kusten in de Zuyderzee visschen met netten verboden
bij het placaat van Keijser Carel.
                              16 Aug. N. R. 393.
5463.       // Te examineeren de missive van die van Gelderlandt over het
onbehoorlyck visschen in de Zuyderzee bij die van Zaardam. Conventie
en placaat daartegen.
                          17, 18 en 22 Julij. 12 en 19 Sept.
5, 21 Nov. 10 Dec. N. R. 352, 360, 615, 635. (1682) 20 Jan. 22, 28
July. 8 Aug. (1683) 10 April.
5464.   1682. Te examineeren de klaghten van die van Zeelandt, dat
den Bailluw van Brederode een visschersschuit heeft aangehaalt en tot Haarlem
opgebraght.
                                                                          9 Julij. N. R.
5465.   1683. Te examineeren het versoeck van de gemeene Reeders in de
Haaringhbuysen om haar Haaringh in zee aan allerley ventjagers te
moogen overdoen.
                                       8 April, 22 Julij. N. R. 238.
5466.       // Ordre op liet visschen in het Ye, Velserwijker en andere
meeren met het Ye gemeen liggende.
                                            10 April.
Gr. Place-boek. IV , 1360.
5467.       " Conventie tusschen Gedeputeerden van Gelderlandt en van
Hollandt, rakende het onbehoorlijk visschen in de Z uy der zee. 13 April.
Gr. Place boek. IV, 1358, 1359.
5468.       ii Visschers van Monnickendam versoecken in de Zuiderzee
te moogen visschen met sijde want.
                                  24 April. N. R.
5469.       // Te examineeren de klaghten van die van Dantzigh over het
onbehoorlijck pack en van den Haaringh. Rapport dienaangaande.
28 en 30 Julij. 15 Sept. N. R. 256, 260.
5470.       // De groote visscherij ordre te stellen tegens het onbehoorlijck
packen, souten en keuren van den Haaringh en daarover aan Dantzigh
en Stettin te schrijven.
                      30 Julij, 15 Sept. N. R. 260, 309.
5471.       » Resolutie, visschers van Monnickendam en andere plaetsen
in Waterlandt, toegestaan op de kusten van deze Provintie te mogen visschen.
Gr. Place-boek. IV, 1361.                                                   24 Sept.
5472.       » Verbodt tegens het visschen in de reviere van de Vecht,
op den grondt van Hollandt.
                                                        29 Sept.
Gr. Place-boek. IV , 1362.
5473.   1685. Te examineeren het versoeck van de visschers in de Zuy-
derzee om met naauwer netten te moogen visschen. 2 Maart. N. R. 88.
5474.       ii De geinteresscerdens in de Groenlandtsche visscherij de
scheepen in het ijs beset, geauthoriseert deselve te mogen opsoecken, een
Publicatie te doen tegens die geene, die soodanige scheepen quaamen te
beschadigen. 29 Maart, 9,19, 24 April. Resol. Si. Gen. 28 Maart. N. R. 193.
-ocr page 410-
LlfolSLATIO» NEEKLANDAISE DES pêcHES.
376
5475 A°. 1685. Resolutie dat het elk vrij zal staan, om den geene, welke
bevonden worden, in de verbodene tijd te visschen, netten en ander ge-
reedschap te ontneemen.
                                                          16 Maart.
Gr. Placc.-boek v. Friesl. V, 1240.
5476.       // Placaet, houdende authorisatie voor de Reeders van desche-
pen en goederen in de winter van 1684 op Spitsbergen gelaten, enz.
Gr. Placc.-boek. IV, 1354.                                                      9 April.
5477.       " Octrooy door de Staten van Zeeland verleend aan Marinus
van Verre te Zierikzee, voor den tijd van dertien jaren, tot hetaankweeken
van groenbaarden in het Dijkwater. 30 April. Geampliëerd 12 Fcbr. 1686.
Nol. v. cl. SI. v. Zeeland, fol. 334.
5478.       « Renovatie waerschouwinge. tegens het S a 1 m of Bot te
vanghen, en omtrent de Salmsteecken.
                                          17 Mey.
Gr. Placc.-boek. IV, 1362.
5479.       // Appointement der Staten van Utrecht, aangaande de visscherij
in den Eem en in de Zuiderzee, langs den wal der provincie. 22 Julij.
Ulr. Placc.-boek. Vervolg. II, 620.
5480.   1686. Het Placaat geëmaneert tegens de Botvangers, met
verbooden netten in de Zuyderzee, en het visschen in de rivieren en de
binnenwateren buyten executie te houden tot den eersten Junij bekoomende.
1 April. N. R.
5481.       // Te examineeren de propositie raakende eenige geinteresseer-
dens in de Haaringhbuysen tot Duynkercken opgebraght.
                   <
19. Junij. N. R. 371.
5482.       /\' De Collegien ter Admiraliteyt te equipeeren eenige scheepen
tot beveylinge van den Haaringhvaart.
               13 Julij. N. R. 495.
5483.       // Ter Generaliteit ordre te stellen, dat deselve scheepen, gedes-
tineert naar de El ve, tot beveylinge van de Haar in ghbuys en moogen gaan.
4 Oct. N. R. 620.
5484.       // Klaghten van de stadt van Utrecht over het amoveeren van
Visfuyken te Willige Langerack, door die van den Alblasser-Waardt.
21 Nov. N. R.
5485.       // Te delibereeren of de Groenlandtsche en de groote vis-
scherij te eximeeren van het last geldt en ad vis dienaangaande.
6, 16, 18 Deo. N. R. 760, 793.
5486.   1687. Rapport raakende de ordre ter Generaliteyt gesteldt, tot de
equipage van eenige scheepen, tot beveyliging van de Noordtzee; de groote
visscherye daartoe te geeven 20,000 guldens.
            11 Junij. 13, 20 Öept.
5487.       » Ter Generaliteyt met de Admiraliteiten te overleggen, hoe
best de Groenlandsche visscherij te bevrijden voor de Algierscheroovers.
9 Juny, 20 Aug. Resol. St. Oen. 21 Juny. N. R. 356.
5488.       /\' Te examineeren of de groote visscherij te subsidieeren met
30,000 gis. 13 Sept. 1688. 14 Jan. , 2 April 1689. 12 Mey. 16,23 Junij.
1690. 21, 31 Julij. 1691. 10 Junij, 31 Julij, 1 Aug. 1692. 1 Julij 1693.
17, 21 Mey. 1694. 14, 21 Mey, 2 Junij. 1695. (60,000 guldens) 19 Mey.
1696. 22 Mey. 1697. 20, 27 Maart. 1698. 31 Maart. 20 Mey, 13 Nov.
1699. 5 Nov. 1701. 26 Mey, 12 Aug. 1702. 15 Mey, 26 Sept. 1703.
7 Mey, 23 Aug. 1704. 22 April, 12 Aug. 1705. 18 Mey, 5 Aug. 1706.
19 Maart 1707 (15,000 gis.) 11 Aug., 27 Oct. (30.000 gis.) 28 Aug., 27
Oct, 1708. 17 April, 19 July, 23 Nov., (60,000 gis.) 1709. 22 Febr. 18
Sept. 1710. (60,000 gis.) 21 Maart, 29 Julij, 16 Dec. 1711. 17 Aug.,
13 Sept. 1712. 18 Juüj 1713.
-ocr page 411-
NEDERL&NDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   377
5489.   A°. 1687. De Ha eringb te eximeeren van de derde verhooging van
het lastgeldt.
                                                                 20 Pebr. N. R.
5490.       " De Admiraliteyten vier of vijf fregatten te equipceren tot
convoy voor de Groenlandsvaarders.
                       25 Maart. N. R.
5491.       " Te examineeren de missive van den Heer van Sterrenburgh,
raakende het verbodt bij Vranckrijck gedaen van den invoer van den verpagh-
ten Haringh.
                        12 Sept., 25 Nov. 1687. 7,17 Jan. 1688. N. R.
5492.       \' Nader renovalie en ampliatie-Placaet op \'t vissehen langhs
de stranden.
                                                                              17 Sept.
Gr. Place-boek. IV, 1303.
5493.       » Resolutie, renovatie van \'t Placaet, verbiedende het vissehen
met schrobnetten en ander wandt.
                                            17 SepK
Gr. Place-boek. IV, 1364.
5494 " Renovatie Placaet op \'t vissehen in het Ye en andere wateren.
Gr. Place-boek. IV, 1364.
                                                   17 Sept.
5495.       /\' Resolutie, renovatie van \'t Placaet van 10 April 1683 van
de visscherije in de rivieren en binnenwateren.
                          17 Sept.
Gr. Place-boek. IV, 1364.
5496.       ii Te renoveeren het placaat tot conservatie van het vissehen
in de Rivieren en Binnenwaateren, de officieren het strictelijck te
doen observeeren, en te examineeren hoe best het aangrocijen van Vis te
doen voortsettcn.
                                                      17 Sept. N. R. 440.
5497.       » Te examineeren de klaghten van den Resident Rumpf, dat
den Haringh, die in Sweeden komt, niet goet is bevonden. 25 Nov. N. R.
5498.   1688. Te examineeren het arrest van S.M. van Vranckryek. tegens
het inbrengen van Stokvis en Abberdaan.
            21 Jan. N, R. 36.
5499.       u Het placaat geëmaneert tegens de Bot vangers met ver-
booden netten in de Zuyderzee; en het vissehen in de rivieren en de binnen-
wateren buyten executie te houden tot 1 Junij.
         1 April. N. R. 265.
5500.       // De klaghten van de visschcrij te Maassluis, dat Vranckrijck
verbiedt den invoer van Haringh, te examineeren, en derespectiveAdmi-
raliteyten aan te schrijven de placaten tegens den uytvoer van vischge-
reedschap stricktelyck te observeeren. Rapport op de missive van den
Ambassadeur van Vranckrijck hierover. 17 Jan., 31 Julij, 2 Dec. N. R. 32, 715.
5501.       ii Resolutien van de Staten van Utrecht, waarbij de visscherij
in de Lek aan den Graaf van Kuilenburg geschonken wordt.
24 Julij, 5 Dec. 1688. 26 Febr. 1692.
Vtr. Place-boek. Vervolg. II, 619.
5502.   1689. Te examineeren of niet de placaten en ordonnantien, wee-
gens het onbehoorlijk vissehen in de rivieren, te doen renoveeren.
25 Maart. N. R. 212.
5503.       // De corders van de kleyne zeeschuyten te moogen vissehen
met want ofte netten, gebreyt op een spaan van een volle 28 en niet
naauwer. Met placaat.
                                                2 April. N. R. 230.
Gr. Place-boek. IV, 1365.
5504.       » De haringvisscherije te protegeeren, de Admiraliteyten
aght scheepen te equipeeren, ende de penningen te furneeren uit de extra-
ordinaris subsidien.
                                                         20 Mey, 28 Aug.
5505.       // Te examineeren de missive van de Admiraliteyt in Zeelandt,
wegens het openstellen van de Versche vischvangst tusschen Vranck-
rijck en deesen Staat.
                                              15 Junjj. N. R. 364.
Not. v. d. St. v. Zeeland. 23 Julij. fol. 143.
-ocr page 412-
LÉGISLATION NEEB.LANDAISE DES PÊCHES.
378
5506.   A°. 1689. ïe examinecrcn liet versoeck vandie vande Groenland-
sche visscherije ora convooy. Rapporten dienaangaande. 14,16 en 23 Julij.
(1702) 14 Julij. (1703) 13 Julij. (1704) 17 Julij. (1705) 14, 25 Maart, 17 Junij.
(1706) 18 Maart, 19 Junij. (1707) 21 Jan., 18 Febr., 18 Junij. (1708) 16 Junij.
(1709) 23 Maart. (1711) 11, 14 Febr. (1712) 1 Jnnij, 7 Julij.
5507.   1690. Te examineeren of niet de vaart op Groenland en liet
werven van bootsvolk te verbieden. Advis dienaangaande.
4 Jan., 11 Febr, 11 Maart. N. R. 9, 121.
5508.       ii Aan de Staaten van Gelderlandt te schrijven, met alle de
proceduyren bij den Momber van Gelderlandt, wecgeus het visschen in de
rivier bij die van Woudrichem, te supercedeeren. lOMey. N. R. 217.
5509.       " Ter Generaliteyt te dirigeeren, dat den uytvoer van alle
Gereetschappen tot de Groenlandsche visscherij, magh werden ver-
boden tot den eersten April toekomende.
                  29 Nov. N. R. 651.
Resol. SI. Gen. 1 l)ec. 1690, 6 Jan. 1691.
5510.   1691. Rapport tot het uytvinden van middelen om \'s Lands vloot
te bemannen, en de vaart op Groenland te verbieden.
2, 10, 16, 23 Jan. (1692) 14, 24 Nov. N. R. 7, 49, 71.
5511.       // Ter Generaliteyt ie dirigeeren, dat de Geallieerde moogen
werden versocht, om mede te interdiceeren de vaart op Groenlandt.
16 Febr. N. R. 149.
Not. v. d. St. v. Zeeland. 9 April. Resol. St. Gen. U)ec. 1690. 6 Jan. 1691.
5512.       // De Groenlandsche vaart mitsgaders de groote en kleijne
visscherij door H.H.M, geinterdiceert.
Resol. St. Gen. 6 en 25 Jan., 20 Febr., 17 April en 30 Maart 1693.
Gr. Place.-boek. IV, 235, 237.
5513.       ii Te examineeren het versoek van Willem Bastiaanse, omsijn
portie in de Reeder ij op Grocnlandt te moogen verkoopen.
20 Maart. N. R. 278.
5514.       // Te examineeren het placaat van Denemarcken, verbiedende
alle vaart op Groenlandt.
                                    13 April. N. R. 370.
5515.       // Ter Generaliteyt te dirigeeren, dat de groote visscherij
weder open magh werden gestelt.
                             26 Mey. N. R. 347.
(1692) 4 Junij. (1696) 30 Nov., 6 Dec.
5516.       " Publicatie, waerby de groote en kleyne visscherye weder
werdt opengesteldt.
                                                                       23 Juny.
Gr. Place-boek. IV, 237.
5517.       " Versoeck van de kleyne visscherye tot Maassluis, om niet
begreepen te sijn in het placaat verbiedende het rantcoeneeren der scheepen.
29 Junij. N. R. 474.
5518.       u Rapport van Commiss. weegens het assureeren van de Haa-
ringbuisen tegens de Duynkerksche kapers; de groote visscherij haar van
convoy te voorsien.
                             28 Julij (1694) 3 Julij. N. R. 541.
5519.       // Publicatie (en nadere placat.cn) waerby de vaert naar Oosten
en Noorwegen weder open werdt gesteld, met ophefflnge van \'t leveren van
den 5» man.
6 Aug. 1691. 5 Juny, 25 Nov. 1692.13 Nov. 1693. 23 Maart en 14 Oct. 1695.
Gr. Placc.-boek. IV, 238-241.
5520.       // Te examineeren de propositie van die van Enkhuysen, ten
einde de respectieve officieren magh werden aangeschreeven. de schippers en
stuurlieden te calangeeren over het ranteoeueeren vande Haringscheepen.
22, 25 Aug. N. R.
5521.       ii Verbodt van de vaart uyt dcese Landen van het boots volk
der visscherij en, exempt de versche vischvangst. 5 Nov. N. R. 826.
-ocr page 413-
NEDEKLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    379
5522.   A°. 1692. Te cxamineeren het versoeck van de geïnteresseerden in de
Groenlandtsche visscherije ten eijnde de vaart magh opengestelt werden.
17  April. JS1.R. 25G, 257. (1693) 19, 27 Maart.                 N. R. 147.
Resol. Si. Gen. 9 Mey.
5523.       " Ter Generaliteyt te dirigeeren, dat de vaarth magh werden
opengestelt, mits ieder schip betaalende ses hondert guldens; de Admirali-
teyten twee Fregatten tot convoy toe te staan.
           26 April. N. 11. 346.
5524.       // Rapport of niet wederom den Haringh vaart te verbieden.
Verbodt dienaangaande.
                       14, 24 Nov. 14 Oct. 1695. N. R.
5525.       " Placaet verbiedende de vaert en visscherije op Groenland t.
1692, 25 Nov. 1693, 30 Maart en 13 Nov. 1695. 28 Maart. 19 Oct.
Gr. Place-hoek. IV, 24,0—245.
5526.   1693. De scheepen vaarende op Grocnlandt gepermitteert uyt
deese Landen ballastscheeps te moogen vaaren, mits geevende de vierde man.
18  April.                                              ,            Resol. Si. Gen. 20 April.
5527.   1694. De groote visscherij en Haringh vaart toe te laaten.
21 Mey. 1694. 20 Mey..1695.
5528.       « - Te examineeren, en hoe het best de groote visscherije te
beschermen. — Rapport dienaangaande.
             3 en 9 Julij. N. R. 337, 340.
5529.       " Te examineeren de ordonnantie bij de Groenlandtsche
visscherij opgestelt. Advis dienaangaande en gearresteert.
30 Oct. 6 Nov. N. R. 485, 520. (1695) 22 Jan.
5530.   1695. Reglement van de Groenlandtsche visscheryo, over het
bergen der goederen, en hetgeene daeraen dependeert, nevens haer Ed. Gr.
Mog. Resolutie van approbatie.
                                               22 January.
Gr. Place-boek. IV, 1355.
5531.       // Die van de groote visscherye op de Mase haar te informeeren
wegens het verongelucken van \'s Lands oorlogschip. 29 Jan. N. R. 63.
5532.       // De vaart voor de groote visscherye weder open te stellen.
20 Mey. N. R. 190. 1696. 30 Nov.
5533.       // Ter Generaliteyt te dirigeeren ten einde de vaart op Groen-
landt magh werden verboden.
(1694) 30 Oct. N. R. 485. (1695) 14 Oct. (1696) 30 Nov., 6 Dec.
5534.   1697. Ter Generaliteyt te dirigeeren, dat aan de Groenlandts-
vaarders magh werden gegeeven convoy.
            29 Maart. N. R. 376.
Resol. Si. Gen. 1 April. 1697.
5535.       ii Een escorte, van suffisant convoy aan de Groenlandsche
visscherije toegestaan, mits de onkosten van \'t selve bij ommeslag gevonden
werdende over de gesamentlijke geïnteresseerden. Resol. Si. Gen. 1 Aprii.
5536.       /\' De uytgaande Groenlandsche scheepen zijn gehouden
admiraalschappen te maaken, om met securiteyt onder het convoy hunne reijse
te voltrecken.
                              N. R. 114. \'Resol. Si. Gen. 11 April. (1710.)
5537.       ii Aan H. H. M. welgevalligh de Acte bij de Ambassadeurs
van Vranckrijck en deesen Staat gepasseert weegens het openstellen van
de visscherije.
                                                             10 Oct N. R. 741.
5538.   1699. Octrooy der Staten van Zeeland, waarbij aan meergenoemden
van Verre (zie N°. 5477) werd toegestaan het aanleggen van oester-
banken over geheel Zeeland, in de stroomen en wateren beooster- en bewester-
Schelde, en, met uitsluiting van alle anderen, Groenbaarden in Zeeland
te kweeken.
                                             Not. v. d. Si. v. Zeeland. 8 April,
-ocr page 414-
LÉGISLATION NÉERLANDAISE DES PÊCHES.
380
5539.   A°. 1699. Dijckgraaf en Heemraden van Rijnlandt, langs den Schoor-
dijck paaien in het IJ te zetten, en binnen de paaien niet te visschen.
16 April. N. R. 539.
5540.       ii Te examineeren de missive van de Admiraliteit op deMase,
raakende het revoceeren van het placaat teegen den uytvoer van Haringh-
tonnen en want.
                            22 Méy. 4 Juny. N. R. 666, 696.
5541.       » Ordonnantie, waerna verpacht werdt den impost op de S t e u r
en Salm, die ten afslagh gebracht werdt, omme daer af te ontfangen den
negenden penningh, soo als dezelve in den jare 1699 op nieuw is gearresteert.
Gr. Place-boek. IV, 886.
5542.       ii Té examineeren de lijst van de belastingeop den Haar in gh
in Vranckryck. Rapport en missive van den ambassadeur van Heemskerk
dienaangaande. 2 Junij, 18. 22, 29 Julij 1699; 23 Maart 1700. N. R. 686, 965.
5543.       // Placaet, verbiedende den uytvoer van Haringh-tonnen,
duygen enz.
                                                                                 19 Juny.
Gr. Place-boek v. Friesl. IV, 1356.
5544.       // Onderhandelingen en rapport op de klaghten van geinteres-
seerdens in het schip de Hoop, in Deenemarken geconfisqueert, gevischt
hebbende op de kust van Fero.
                              29 Julij. N. R. 1167.
Ren. St. Oen. 6 Nov., 31 Dec. 1698; 1699,14, 23 Jan., 10 Febr., 14, 21, 24 Mrt,
27 April, 16, 30 Mey, 2, 6, 16 Juny, 18 July, 29 Aug.
5545.       u Resolutie van de Staten van Zeeland over de visseherij omtrent
Ysland en Fero.
                                                                           21 Sept.
Not. v. d. St. v. Zeeland, fol. 193.
5546.   1700. Te examineeren de missive van de Staaten van Overijssel,
over het onbehoorlijk visschen in de Zuiderzee. 20Julij. N. R. 386.
5547.   1701. Te examineeren hoe te reguleeren de koopvaardij en de
Groenlandsche visseherij e. — Advis en rapport dienaangaande.
21 Maart. 1 April. N. R. 109. 1703. 8 April.
5548.       // Te examineeren het beright van die van de groote visscherije
op het versoeck van die van Munnickendam. om mede een penninghmeester
te mogen aanstellen en alle jaren te hebben eenige actens voor de stuyr-
luiden van de Haringbuisen. 17 Junij, 27 Oct. N. R. 177, 428.
5549.   1702. Advis van Commiss. wegens het verbodt van de vaart ter
groote, kleine en Groenlandtsche visscherije. 25 en 31 Maart. N. R. 77.
Gr. Place-boek. V, 376.
5550.       // Ter Generaliteyt te dirigeren ten eijnde de vaart op Groen-
landt magh werden opengesteldt, mits gevende den 5« man aan de Gene-
raliteyt, of daarvoor betalende 15 gis., de groote visseherij daaronder niet
begrepen.
                                                    7 April, 23 Junij. N. R. 95.
Resol. St. Gen. bl. 241. Gr. Place-boek. V, 377.
4551. ii De acte door Gen. Coehoorn uyt naam van Z. M. aan de
visschers van Blankenberg gegeven, om te mogen vissen, ingetrokken. 23 Mey.
Not. o. d. St. v. Zeeland, fol. 157. De acte door Gen. Lauder uit naam
van H. H. Mog. gegeven, hier onbekent, daarover aan Gedep. te schrijven.
Ingetrokken en verboden. Not. ». d. St. v. Zeeland, fol. 264.1703.14 Jan. 19 Febr.
25 April 1704. 19 Maart 1705.
5552.       « Advis op het request van de Boekhouders van de Groen-
landsche visscherije om subsidie.
               26 Mei, 18 Aug. N. R. 398.
5553.       // Consent in het opstellen van de kleyne visserij en haring-
vangst en het henificieeren van de kleyne visvangst, door de vloten te Lillo,
Sas en het Swijn, bij overscheeping, als in den vorigen oorlog te secondeeren.
Not. v. d. St. v. Zeeland.                                                  12 Juny.
-ocr page 415-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   381
5554.   A°. 1702. Waerschouwinge tegens het oplichten en onder de voet
zeylen van de Salmschuttingen of Staalen op Flacquée. 17 November.
Gr. Place-boek. V, 1563.
5555.       " Verbodt tegens het bevisschen van de visscheryen aan de
Zuydt-oostzydc van Dirckslandt aan de overzydc van Flacquée. 17 Nov.
Gr. Place-boek. V, 1563.
5556.   1703. Ter Generaliteyt te dirigeeren dat de respective Admiraliteyten
mogen werden geauthoriseert, om met de Admiraliteyt tot Duynkerken tehan-
delen over de vrijlatinge der versse vischvangst. 13 Junij. N.R. 348.
5557.        ii Versoek van die van de Haring vaart om subsidie.
15 Mey. N. R. 271. 1705. 22 April, 1707. 11 Aug.
5558.       // Rapport wegens de extraordinaris equipagie, mitsgaders de
groote visscherije te beschermen.
25 Aug. en 1 Sept. N. R. 487. (1704) 14 Febr.
5559.   1704. Te examineeren of en hoe de Grocnlandsvaarders te
beveyligen en te eximeren van de vijfde man.
19 Maart. 2 en 5 April. N. R. 196.
5560.        « Die van de Groenlandsche visscherij te hebben parate
executie van de omslagen bij haar gedaan, op schepen tot verval van de
protectie van voorsz. visscherije, de penningen daarvan ontfangende, te
sequestreren onder de gecomm. Raden.
                       17 Julij. N. R. 376.
5561.        \'i Te examineeren hoe de groote visscherye te protegeeren
22 Aug. (1706) 5 Jan., 18 Febr., 17 Maart, 21 Mey (1707) 11 Aug.
5562.   1705. Rapport op het versoek van die van de Groen! andtsehe
visscherij , om secrete ordres te mogen geeven, om admiraalschappen te maken.
14. 15, 26 Maart, (1707) 23 Maart. (1708) 18 Febr.
5563.        // Ordonnantie voor de Haringvisscherij van Spakenburg.
Utr, Place-boek. II, 433.
                                                          13 Nov.
5564.        « Renovatie van het placaat dat geene genoomen scheepen
van de kleyne visscherij moghen worden ingekocht, dan bij diegene die
eygenaers geweest zijn.
                                       22 Oct. 1705; 22 Mey 1706.
Gr. Place-boek. V, 1564, 1565.
5565.   1706. Rapport op het versoeck van die van de Groenlandsche
visscherij om ordre te stellen op de Groenlandsvaarders. 18 Maart. N. R. 253.
5566.        » Resolutie waarbij de Geeommitt. van de Groenlandsche
visscherij geauthoriseert werden tot het stellen van de noodige ordres over
de Groenlandsche vloot, het maken van admiraalschap, enz.
Gr. Place-boek. V, 1564.
5567.        ii Reglement op het visschen onder Cortenhoef. Met afbeeld.
Utr. Place-boek. II, 437—438.
                                                23 Maart.
5568.       ii Renovatie en ampliatie van het placaat tot het inkoopen van
Haringschepen, en andere van de visscherye door den vijand genomen,
van die geen eygenaars zijn.
                                           15 Mey. N. R. 352.
5569.        // Prolongatie van liet octroy van de visscherye op Maassluis.
Gr. Place-boek. V, 736.
                                                              17 Dec.
5570.   1707. Te examineeren of niet te renoveren en amplieren het pla-
caat tegens het onbehoorlyck visschen in de rivieren en stroomen met de
Hengelroede; het verkoopen en ter marekt brengen van visch.
20 Jan., 19 Febr., 26 Maart. N. R. 55.
5571.        " Publicatie, waarbij het visschen in de binnenwateren is
verboden van 15 Maart tot 15 Mey en nader publicatie.
                   9 Febr.
Gr. Place-boek. V, 1565.
-ocr page 416-
382                             LÉGISLATION NÉERLANDAISE DES PÊCHES.
5572.   A°. 1707. Het visschen in de rivieren verboden van 5 April tot 31 May.
Utr. Place-boek. II, 439.
5573.        // Placcaat van de Staten van Zeelandt tegen het visschen met
onbehoorlijck want, en het vernielen en dooden van jonge visch.
Kot. v. d. St. v. Zeeland, fol. 102.*                                          17 Maart.
5574.        " Ter Gencraliteyt te dirigeeren, dat die van de Groenland-
se he visscherij mogen werden geauthoriseert ordres te stellen over de vloot
en convoy te verleenen. admiraalschappen te maken. enz.
23 Maart. (1708) 18 Febr. N. R. 57, 147, 262.
5575.        ii Aan die van Overyssel kennisse te geven van de overlast
der visschers van Hoorn aangedaan door die van Vollenhoven, over het vis-
schen in de Zuyder-Zee.
                                    2G April. (1708) 26 April.
5576.        ii Placcaat van de Staaten van Zeeland, houdende verbod aan
vreemden of buytengesetenen van de provintie, om op de stroomen en binnen-
kusten te moogen vangen visch, mosselen, krabben of kreucke\'en.
Gr. Placc.-boek. VIII, 1251. Kot. v. d. Si. v. Zeeland, fol. 103.* 2 Juny.
5577.        " Ter Gencraliteyt te dirigeeren dat liet placaat tegen denuit-
voer van Haringtonnen moge werden gerenovcert. 8 Junij. N. 11. 261.
Resol. SI. Gen. 1707, bl. 043. Gr. Placc.-boek. V, 1566.
5578.        " Ter Gencraliteyt te dirigeeren, ten evnde het Cartel bij de
Admiralitcyt te Duynkerken opgesteldt, en aan de Admiraliteyt in Zeelandt
overgegeven, nopende de vrye verschc vischvangst. moge werden
generaal gemaackt.
                                                          16 Sept. N. R. 395.
557!). » Resolutie, om versche visch-sebcepen wederzijds ongemo-
lesteert te laaten varen.
                                                                         27 \'Sept.
Gr. Placc.-boek. V, 1568.
5580.        " Advis van Commiss. op de propositie van die van Haarlem,
en concept placaat tot het redres, van het misbruyek wegens het visschen in
de binnenwater en. 26 Nov., 21 Dec. (1708) 18Febr.iN.R. 564,594(1708)55.
5581.     1708. Waarschouwinge tegens het nemen van paspoorten
van de vijanden van den Staat, door die van de Haringhvaart.
28 Aug. N. R. 313.
5582.        ii Placaat op het visschen in de rivieren, meeren en binnen
wateren. Met afbeeldingen van masschen (Mazen) en vischsoorten. 18 Febr.
Gr. Placc.-boek. V, 1568. ülr. Placc.-boek. II, 439. Geld. Placc.-boek.
III, 119.
5583.   1709. Renovatie en ampliatic van bet vorige plakkaat. Met af beeld.
Gr. Placc.-boek. V, 1573.
                                                          16 Febr.
5584.        // Ordonnantie van de Heeren Gedeputeerden van de groote
visschcry en pilotagie op de Mase, ende het Goereese Gath. (Gedaan te Delft
31 July 1708.) Tot Delft, Gedrukt by Adriaan Beman. Ordinaris Stads-
Drucker. Anno 1708. 4o.
                                                                         B.R.
5585.        n Den envoyé van Haersolte te Hamburgh sal werden aange-
scbreven, alle devoiren te doen, tegen het ontvangen en debiteren van de
Berger Haringh.
                                 19 Oct. Resol. St. Gen. bl. 998.
5586.        « Renovatie en ampliatic van het placaat, wegens het verbodt
van het visschen in de rivieren en stroomen der provintie Hollandt
en West-Vriesland.
                                                          16 Febr. N. R. 67.
5587.        ii Ter Generaliteyt te dirigeeren. om de Groenlandtsche
vloot tegen den 20 April met 2 a 3 oorlogscheepcn te escorteeren, en de
Gecomm. van deselve visscherye te qualificeeren, tot het bestellen van Admi-
raalschappen, zeyidagh, rendevous en secrete ordres. op poene van 300 gis.
voor de contravenierende Commandeurs.
                    23 Maart. N. R. 148.
(1710) 27 Maart. (1711) 11,14 Febr. (1712) 11 Febr. (1713) 17 Febr.
-ocr page 417-
NEDEEIiANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                  383
5588.  A°. 1709. Te examineeren de missive van den envoyé Haarsolte, rakende
de sustenue van de schoonevaarders compagnie, wegens de schotschen
Haringh. alsmede op de Vlaamsche bancken gevangen. 28 Junij. N.R. 279.
5589.   1710. Ordre tegens het lighten en berooven van de salmfuylcen
onder Geertruydenbergh en de Swaluwc. 24 Febr. 1710 en 11 Eebr. 1711.
Gr. Place-boek. V, 1577, 1578.
5590.        " Te examineeren of niet het placaat. tot voortsettingc van de
binnenlandtsche visscherije, van hetvoorleedenjaar.behoortgerenoveert,
of dienaangaande eenige andere ordres gestelt te werden. 27 Maart. N.R. 114.
5591.       // Te examineeren het bericht van de groote visscherije, op de
twee requesten van de reeders der Haringhscheepen tot Vlaardingen en
Maassluis, over de betalinge van het last geldt van drie of aght guldens.
voor de jaaren seventien hondert tien.
                          6 Juni). N. R. 199.
5592.        /\' Missive van den resident van den Bosch over belemmerin-
gen in de negotie en het cirklen van Schotschen Haringh te Hamburg.
25 Maart. 17 Julij, 22 Aug\'. N.R. 339.
5593.       " Te examineeren do missive van den resident van den Bosch,
om tot Hamburgh te arbeyden, tot het maken van een Keure aldaar, tot
het behandelen, keuren en cirklen van den Hollandtschen Haringh,
om die van de Schotsche en andere te kunnen onderscheyden.
17 July, 22 Aug., 24 Sept. (1711) 18 April, 10 en 13 Nov. N. R. 242. 339. 395.
5594.       " Rapporten en missiven over de voorschreve Keure en het
behandelen van Ho 11 andschen Haringh te Hamburgh.
24 Sept. , 21 Oct., 25 Nov., 16 en 19 Dcc.; (1711) 18 April,
10, 13 Nov. en 1 Julij 1712. N. R. 188, 423, 548.
5595.   1711. Resolutie, noopendc het Tractaat van de vijf poincten,
die den Raadt tot Hamburgh hadde geaccepteert, van den Hollandsellen
Haringh.
                                                                                            27 April.
Gr. Place-boek. V, 1579.
5596.       " Resolutie betrekkelijk de vaarten visscherije van Groenland t.
Gr. Place-boek. V, 1578.
                                                           25 Febr.
5597.   1713. Resolutie, geinteresseerdens in de Groenlandsche vis-
scherye het volck op haer scheepen te gebruyeken, uit Jutlandt te mogen
halen.
                                                                                                       3 Maart.
Gr. Place-boek. V, 1579.
5598.   1714. Ter Generaliteyt te dirigeeren om voordeGroenlandsche
vaart en visscherije een suffisant getal pasporten te versoeken van Vrankrijk.
tegens de Spaansche kapers.
                                           16 Maart. N. R. 108.
5599 ii Te examineeren de missive van den resident van den Bosch,
over het stranden van het schip de Hoopvogcl, omtrent het Heylige Land
en over de hostiliteiten daardoor ontstaan. Rapport dienaangaande om die
hostiliteiten te doen cesseeren, tot vrijheid en veiligheid van de vaart en
visscherije op en omtrent de Elve. 24. 27 April. 31 Mey. N.R. 159,177. 215.
5600.   1715. Gearrestccrt het placaat tegens het keuren, branden, hoogen
en packen van den Haring na de kleine Oost.
          17 April. N. R. 303.
5601.        " Resolutie en rapport om den Koning van Pruissen te ver-
soecken desselfs posteringhe te ligten tegens Hamburg, bysondcr in het reguarde
van den Haringh.
                                                           28 Sept. N. R. 725.
5602 // Te examineeren de missive van den resident van den Bosch
over het reguleren van de los- en legdagen van den Hollandtschen
Haring te Hamburg.
                                                        17 Oct. N.R. 752.
-ocr page 418-
LÉGISLATION NÉERLANDAISB DES PÊCHES.
384
5603.  A°. 1716. Te examineeren de missive van den secretaris Opdorp, wee-
gens het ophouden tot Koppenhage van het Nederl. schip: de Providentie,
met Haar ing naar Dantzig. Rapport dienaangaande.
21, 26 Maart. N. R. 170, 194.
5604.        \'/ Als boven van den Minister van Groot-Brittannien over den
invoer van den ontijdigen Schot se hen Haring te Hamburg, en contra-
devoiren van den resident van den Bosch dienaangaande, als ruineus vopr
de commercie van den Haringh op Hamburgh en Duitschlandt en direct
strijdig tegens de conventie van 24 Mey 1609.
17, 23 Oct., 16, 20 Nov., 17, 23 Jan., 22 Aug., 24 Oct., 31 Dec. 1716.
N. R. 752, 761, 802, 820. (1716) 43, 56, 581, 693, 800.
5605.   1717. Propositie om tot Ostendc een Stok visenHaringvangst
op te regten.
                                                                       2 Julij. N. R. 277.
5606.   1719. Te examineeren ses brieven van den resident van den Bosch,
over de nieuwe conventie, die den Raad tot Hamburg met den Groot-
Brittannischen minister soudc hebben gemaakt omtrent den invoer van den
Schotse hen haring, in praejuditie van het tractaat, met Hamburg van
den jaare 1609. Met het sentiment van het collegie der sestigers dienaangaande
en verdere missiven van den resident en rapporten daarover.
16 Febr. — 16 Mey. N. R. 66, 102, 111, 116, 162, 188, 266.
5607.       " Placaat tegens den uitvoer van Haringtonnen, duygen,
want, &c.
                                                               2 Mey, 3 April. N.R. 236.
Gr. Place-boek. V, 1580. Nul. van de SI. v. Zeeland.
5608.   1720. Resolutie wegens de vrijdom van het last- en veilgeld, voor
de scheepen in de straat Davids op de Walvisvangst, evenals die na
Groenland, maar niet op commercie vaarende. 11 April, 31 Mey. N. R. 197, 306.
Sesol. SI. Oen. bl. 786.
5609.        " Placaat tecten den uitvoer van Vis wand voor de papier-
makers.
                                Gr. Place-boei. V, 1643. 18 April. N. R. 212.
5610.        " Het verzoek van de Ventjagers van de vis tot Zierikzee om
executie van de placaten aan Gecomm. raden.
                          23 Sept. N. R.
5611.       " Resolutie wcegens het placaat tegen het Nederl. scheepsvolk
over haar mishandelinge en wreetheden tegen de Naturelle van straat Davids,
tot nadeel van de vaart en de visscherije aldaar.
Gr. Place-boek. V, 1581.                 10,18 Oct. 13 Nov. N. R. 436, 460.
5612.   1721. Waarschouwinge teegens het onbehoorlijk visschen in de
Driemanspolder.
                                                                                     28 Junij.
Gr. Placc.-ioek. VI, 1430.
5613.        ii De Leden van de groote visscherije te berigten op de mis-
sive van de regeeringe van Stettijn, klagende over het qualijck packen en
hoogen van den Haring en ondermaate van de Haringtonnen hier te lande.
Rapport dienaangaande.
                                22 Julij , 15 Aug. N. R. 578, 618.
5614.   1722. Het sestiende artioul van de keure over de maate en het
branden der Haringtonnen geamplieert.
9 Jan., 21 April (1723) 2 Junij. N. R. 30, 171. (1723) 425.
Gr. Place-boek. VI, 1431.
5615.        ii Resolutie, gepermitteert aan de keurmeesters en branders
van de Haringtonnen in deze provincie, om dezelve tot den 1 Junij
dezes jaars te mogen keuren en branden op den ouden voet. 21 April.
Gr. Place-boek. VI, 1431.
5616.        // Placaat van de Staaten van Zeeland, tegen het vangen, ver-
koopen en buyten \'slands vervoeren van Saet-mosselen, met het doel om
buyten Zeeland te worden gezaaid.
                        30 Maart. (1723) 11 Jan.
Sr. Place-boek. VIII, 1252. Not. van de St. v. Zeeland, fol. 194.
-ocr page 419-
NEDEBXANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   385
5617.   A°. 1722. De goederen en behoeften tot de meerder equipage voor de
groote vissclierije dezer provintie tolvrij te verklaaren. 28 Mey. N. R. 198.
5618.        « Resolutie weegens de klagten van Groot-Brittannien over de
onordentelijkheden, die .bij de Hollandsche Haringbuisen tegens de En-
gelsche vissers op de kusten aldaar soude sijn gepleegt.
15 Sept. 26 Nov. N. R. 401, 530.
5619.        n Te examineeren over het stabiliccren van de Hollandsohen
Haring negotie op en over Altena na Duitsland, in plaats van over
Hamburg.
                    10 Sept. 26 Nov. N. R. 397,530.1723. 6 Jan. N. R. 29.
5620.   1723. Resolutie wegens het verleenen of vernieuwen vaneenoctroy
van den Keyser tot het opregtcn van een vrije visscherijeindeOostenrijksche
Nederlanden.
                                                                      19 Febr. N. R. 129.
5621.       " De Haringtonnen na decsen te branden met het jaar
en dag. Gr. Place-boek. VI, 1432.
                                2 Junij. N. R. 425.
5622.        ii Klagten van de ventjagers te Zierikzee, dat hun aan het
fort Philippe 500 gis., die zij van do vis gemaakt hadden, waren afgenomen.
Brieven van voorsclirijvens aan den Resident te Brussel. 9 Nov. (1723) 11 Junij.
Not. van de St. v. Zeeland.
5623.        n Commissoriaal gemaakt een request van Gillis Barendse Boom,
Adriaan en Tonis van der Os, te Zierikzee. om octrooi tot het zaaijen en
leggen van oesters, ter aankweeking van die nering aan en omtrent de
Zeeuwscho stroomen, op de banken, platen en slikken tusschen Bruinisse en
Bommencde en verder in Maeye of Dykwater. tot, aan het verste Sas van
Zierikzee, ter plaatse daar Marinus van Verre en Corn. Boom geen oesters
hebben leggende.
                                                                                    17 Sept.
Not. v. d. St. v. Zeeland, fol. 189.
5624.        ii Waarschouwinge. om vis van buiten komende te Wijk op zee
niet te verkoopen dan bij afslag.
                                                      23 Sept.
Gr. Placc.-boek. VI, 777.
5625.       " Ordonnantie op den Steur en Zalm, die ten afslag gebragt
word, omrae daarop te ontfangen den impost van den neegenden penning.
Gr. Place-boet. VI, 1011.                                                             1 Oct.
5626.       ii Waarschouwinge, verbod teegens het leggen van visfuiken
voor de sluisen der stad Brielle.
                                                            4 Nov.
Gr. Placc.-boek. VI, 42.
5627.       " Waarschouwinge teegens het visschen in de gragten van de
fortificatien tot Hellevoetsluis.
                                                                4 Nov.
Gr. Placc.-boek. VI, 1432.
5628.   1724. Missive van den resident Pesters weegens een ordre tegens
het invoeren van versche vis op de Schelde.
          30 Mcy. N. R. 296.
5629.       // Ordonnantie van H.H. Mog. aan het Collegieder Admiraliteyt
alhier, en missive van de Staten van Holland, benevens rapport dat sulks
alleen behoort plaats te hebben omtrent de ingeseetenen der Oostenrijksche
Nederlanden.
                                                                                 9 Nov. 1 Dec.
Not. van de St. v. Zeeland.
5630.        » Requestc van die van Middclharnis en Sommelsdijk. klaa-
fende over de belemmering door de Admiraliteit in Zeeland toegebragt in
et vervoer van versche visch na Braband.
16 Nov. 13 en 21 Dec. N. R. 914, 973. 1009.
Not. van de St. v. Zeeland. 14 July, 12 Sept., 9 Nov.
5631.   1725. Ter Generaliteit het daar heen te dirigeerer., dat hetplacaat
van den 19 Mei 1719, tegens den uitvoer van Haar in gtonn en geamplieert
werde met hoepen, hoephout en drijftuig.
                  25 April. N. R. 362.
Gr. Placc.-boek. VI, 1433. Not. van de St. v. Zeeland. 21 Mei.
-ocr page 420-
386                             LEGISLATION NÉERLANDAISE DES PÊCHES.
5632.   A°. 1725. Waarschouwinge teegens het incommodeeren en trou-
bleeren van de Zalmvisscherij en.
                                              4 Mei.
Gr. Place-boek. VI, 1432.
5633.   1726. Klagten van de ventjagers te Antwerpen over het pas-
seeren van de vis door de vloot op de Schelde.
                            20 Aug.
Nol. van de St. v. Zeeland.
5634.       ii Propositie van Dordregt raakende een nieuwe Salmvis-
scherije door den Balliuw van Lekkerkerk aangelegt in de Lecq.
18 Dec. N. E. 929. 1727. N. R. 27.
5635.   1727. Te examineereu de klagten van de Magistraat van Oudstettijn,
over de slegte sorteering en inpakking der Haaring. 2 Jan. N. R. 5.
5637.       \' Te examineereu een missive van den Resident Pesters wee-
gens het octroy door den Kciser verleent aan die van Nieupoort tot de
Walvischvangst.
                                                 5 Junij. N. R. 645.
5638.       ii Keure en verbod op het visschen in de Velzermeer. llJuly.
Gr. Place-boek. VI, 1434.
5639.       /\' Te examineeren het Project van de Magistraat van Nieupoort
tot het opregten van een Sociëteit van visscherij van Ha ar ing, A berd aan
en andere zeevis.
                                                       16 Sept. N. R. 843.
5640.       " Rapport en resolutie betreffende deze Sociëteit en placaat
daartegen.
                           16 Sept. 13 Nov., 4 Dec. N. R. 994, 1042.
5641.       » Missive van de Staaten van Utregt, weegens het different
over de visscherij in de Lecq, sooverre de Heerlijkheid van Vianen en Ameyden
sig strekt. Ad vis en resolutie daarop.
13, 15 Nov. N. R. 995, 1008. (1728) 16 Sept. N. R. 917.
5642.       ii Rapport op de requeste van Willem en Gilles Rees te Dor-
dregt, over het aanhouden van haar hoekerschip, gedestineert na Nieupoort
met netten en duijgen. Berigt en resolutie. 2 Dec. (1728) 13 Jan. 17 Maart,
7 April. N.R. 1029., 1031, (1728.) N. R. 53, 281, 325.
5643.       /\' Missive van Haar Hoog Mog. met het vernieuwde Placaat
tegens het gaan in dienst van vreemde visscherijen. 4 Dec. N.R. 1042.
Not. van de St. v. Zeeland. 9 Dec. fol. 337.
5644.   1728. Rapport ter Generaliteit uitgebragt op de propositie van
Vriesland, raakende de visscherij en Sc hol vangst in de Zuiderzee.
29 April. N. R. 430.
5645.       // Advis aan Gecomm. raaden op de requeste van de pagters
van de Salm visscherij en, wegens het berooven en besteelen derselve,
en concept-placaat daartegen.
                                     23 Junij. N.R. 578.
5646.   1729. Gedelibereerd op de requesten van Hendrik de Groot, Erfgen.
van Marinus van Verre, Erfgen. van Com. Boom, Gillis Boom, Adriaan en
Tonis van der Os en Is. van Langen, te Zierikzee, tot het leggen van
Oesters op de stroomen (Vergel. No. 5623) Besloten octrooi te ver-
leenen voor 21 jaren, op zoodanige plaatsen, die niet reeds met oesters zijn
belegd, rond de eilanden Schouwen en Duiveland. 16 Sept. Nadere Resolutie
tot uitgifte der vijf octrooyen.
                                                       16 Sept.
Nol. v. d. St. v. Zeeland, fol. 192, 227. — 3e Reg. v. Octr. Ms.
5647.   1730. Te examineeren de requeste van de executeurs van het tes-
tament van Gravinne Douairière van Nassau la Lecq, over de begrooting van
de verponding der visscherij in de Merwede.
           13 Juny. N\\ R. 427.
-ocr page 421-
NEDEK.LANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   387
5648.   A". 1731. Die van Axel en Neuzen klaagcn aan H. H. Mog. over turbe
in haar Mosselvangst, door die van Philippine. Aan de directie van
Gecomm. Raaden ter decisie gelaten, 6 Maart, 21 Juny. (1735) 6 Mei.
Resolutie en Memorie van die van Tholen tcegens het gepretendeerd regt
van die van Axel.
                                                                    22 Maart, 1736.
Hol. van de SI. v. Zeeland.
Dit geschil heeft, blijkens de Notulen van de Staten van Zeeland , gedurende
ruim twintig jaren niet weinig stuf tot deliberatie en geschrijf gegeven, eindi-
gende met eene missive van H.H. Mog. van 18 Febr. 1754 „om die van Tholen
tot een minnelijke accoinmodement te disponeeren of de zaak aan de uitspraak
van een neutraal regter te submitteeren". Not. van de SI. o. Zeeland. 30 April,
7 Mei. 1736. 3 Uec. 1742. 20 Febr. 1749. 7, 8 Ang. 4, 14 Sept. 27 Nov.
1752. 26 Maart, 23, 27 Aug. 13, 14 Sopt., 5, 26, 30, 31 Nov. 1753.
18 Febr. 1754. 7, 11, 18 Maart. 1755. 7 Mey, 8 Juny. 1759. (Zie No. 5766.)
5649.       /\' Te examinecren oen missive van den extraordinaris Envoié
Hop in Engeland, weegens een inventie om in de Walvischvangst het
Harpoen te schieten uit een soort van Musquetton. 16 Mrt. N. Tt. 172.
5650.        ii Te examinecren of de scheepen van de groote en kleine vis-
scherije sig bedienende van Turkselie paspoorten, niet volstaan met betaling
van het laagste regt. Rapport en resolutie. 20 en 26 Junij on 26 J ulij.
N. R. 183, 358, 663.
5651.        e Te examineeren drie missiven van den resident Mauricius
weegens den invoer van verse h e Haar ing te Hamburg door Engelsche
schippers.
                      19 Julij, 2 Aug. N. R. 584, 600, 654, 675, 681.
5652.        // Missiven van deuselve met het schriftelijk antwoord van de
Magistraat van Hamburg. Commissoriaal. 13, 22 Sept. N. R. 737,785.
5653.   1732. Requeste van die van Middelharnis, klaagende over niouwig-
heeden door de Admiraliteit in Zeeland ingevoert tot nadeel van haare
ventjager ij e en neering in versche vis. En resolutie. 25 April. 29, 31
Mey. 28 Juny. N. R. 222, 349, 354, 403.
Nol. van de SI. v. Zeeland. 12 en 16 Juny.
5654.        e Missive van den resident Mauricius raakende ontijdig ge-
vangen Haring in het voorleden jaar te Hamburg ingevoert door Engelsche
schippers, en het voornoemen dat er schijnt te zijn om het van het jaar
weeder te doen.
                     25 April. N. R. 223. (1733) 29 April. 485.
5655.        // Missiven van denselven weegens een conventie tusschen
Groot Brittannien en die van Breemen daar over. Rapport en resolutie en
antwoord van den magistraat van Hamburg. 28, 29 Mey .4,6 Junij.
21 Aug. 26 Nov. N. R. 270, 349, 358, 365, 547, 606, 754.
5656.        ii Rapport op drie missiven van den resident Mauricius, raa-
kende het maaken van een nieuwe conventie rnct Hamburg over de Haring-
negotie. En resolutie.
                      17 Oct. Secreete Resolutien. blz. 569.
5657.       » Requeste van ventjagers van Zicrikzee om voorschrijvens
aan H.H. Mog. wegens aangeeving van vis aan de comptoiren, en geaccordeert.
Nol. v. d. SI. v. Zeeland.                                                               7 Deo.
5658.        /\' Requeste van kooplieden en ventjagers to Zierikzee om voor-
spraak omtrent een proces te Brussel en vermindering van inkoomende regten
op de muylen of kleine gesoute Cabellaauwen. Aan de Admiraliteyt
om advys.
                                                                                        17, 18 Sept.
Not. v. d. Si. v. Zeeland.
5659.   1734. Missiven van den resident van Assendelft, raakende den
invoer van muilen of kleine gezouten Cabeljaauw in de Oostenrijksche
25*
-ocr page 422-
388                             LEGISLATION NÉERLANDAISE DES PECHES.
Nederlanden, en wegens het intrekken van de permissie aan de v e n t j a g e r s,
om het geld van haar vis geprovenieert, te mogen uitvoeren.
16 Maart, 20 Oct. N. R. 171, 651.
5660.   A°. 1735. Het different tusschen den Heer van la Lecq en den Heer
van Charlois* en Vrouwe van Oost-lJsselinonde, over het regt van visscherije
inde Lecq en Maase, gerenvoyèert aan de ordinaris Justitie. 16 April. N.R. 311.
5661.       " Missive van den Heer Gallieris te Regensburg weegens een
nieuwe excessive belasting aldaar gelegt op alle gezoute, gedroogde en
gerookte vis.
                                                           9 Nov. N.R. 640.
5662.       f De regeering van het Sas versoekt aan H. H. Mog., dat de
schippers met verse vis daardoor passeerende, eenige derselve ten afslag
tot consumptie zullen moeten brengen.
                                           21 Nov.
Not. v. d. SI. v. Zeeland.
5663.   1736. Missive van den resident van Assendelft, over een voorneemen
om te Nieuwpoort en te Ostendc te hervatten dezoute visscherije enHaring-
vangst, en over een octroy bij vischkoopers te Brussel versogt, tot den
vrijen invoer van vis.
                                                 12 Dec. N. R. 666.
Not. van de St. v. Zeeland. 6 Dec.
5664.   1737. Missiven van den Heer Mauricius weegens ontijdige Sohot-
sche Haring te Hamburg ingebragt. Rapport en resolutie en extraotus
protocolii van de Magistraat van Hamburg om precies te observeeren het
Haringcontract. 8 Aug. N.R. 460. 562, 575, 1738. 16 Mey. N.R. 294.
5665.   1738. Advis van het hof op de requeste van Gecomm. op de Gr o en-
landschc visscherije om regt van parate executie tot invordering van seekeren
omslag, eii over een poenaal deswegens versogt.
           21 Jan. N.R. 23.
5666.       ti Rapport op de requeste van Gecomm. van de Grocnland-
sche visscherije weegens gedaanc bedreigingen door de Decnen. En resolutie.
Missive van den resident Coymans met het antwoord van het Decnsche hof
en nadere memorie en missiven door hem gepresenteerd.
24 Jan. 13. 21 Maart. 10, 17 April.\'N.R. 31. 132, 156, 246, 261.
5667.   1739. Requeste van Gecommitteerden van de Groenlands- en
Straat Davids visscherij, om gemainteneert te worden bij hare negotie
op de Straat Davids en weeringe van verhinderingen van Deenciharken.
Remi. St. Ge/i. blz. 672.
5668.       11 Requeste van die van de Groen land se h e visscherije klaa-
gende over het inbrengen van Japansche W a 1 vis ch baard en door deOost-
indische retourscheepen. Commissoriaal. 17 April, 16 Sept. N. R. 208, 589.
Remi. St. Gen. blz. 180, 466.
5669.       « Missive van den commissaris van Deurs weegens liet opbrengen
van vier Nederlandsche scheepen in Dcenemarken, omdat se gehandeld had-
den in de Straat Davids. Requeste daarover. 16 Sept., 12 Dec. N.R. 590, 806.
5670.   1740 Rapport op de klagten over het inbrengen van Walvis-
baarden uit Oost-Indien. Berigt deswegens, nader rapport, en provisionele
resolutie.
                  23 Julij, 24 Aug. 1740. 6 Aug. 1741. N. R. 843.
Secreete Resolutien. blz. 580, 598, 786.
5671.       " Memorie van den Deensclien envoyé Griis over een arrest te
Amsterdam gedaan op een Deensch schip door de eigenaars van de vier
scheepen in de Straat Davids genomen. Rapport en resolutie; en missive van
den resident Coymans daarover. 16 Jan., 4 Maart, 20 Mey. N.R. 25,108, 290.
5672.      \'/ RequestvandereedersengeinteresseerdenindeCabeljaauws-
visscherije van Rotterdam, Delft, weegens het nemen van eenige van haare
scheepen onder IJsland visschende, door de Deenen. Resolutie en twee mis-
siven van den resident Coymans. 24 Aug. ,13.19 Oct. N. R. 508. 701, 716.
Remi. St. Gen. 1740, blz. 126. 1742, blz. 335, 342.
-ocr page 423-
I
NEDEULANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   389
5673.   A°. 1740. Memorie van den Heer Griis om relaxatie van een Deenseh
Cadet en drie matroozen door een vissclier van Vlaardingcn opgebragt. Reso-\'
lutie daarop. — Twee missiven van den resident Coymans daarover.
21 Oct.. 4, 16 Nov. N. R. 735, 755, 805.
5674.        " Memorie van den Watcrbailluw om vernieuwing der plac-
caten op het vissen en vischwant.
                               5, 12 April. N. R.
5675.   1741. Missive van den resident Coymans met een Memorie door
hem overgegeeven tegeus de verkooping van do genoome Hoekers onder
IJsland; en propositie van Zeeland daartoe relatief. Rapport, en resolutie;
Memorie en verschillende missiven van den resident Coymans daarover.
6, 21 Jan.. 9, 14 Maart. N. R. 14, 68, 201, 215 (1743) N. R. 445.
5676.        ii Missive van den minister Mauricius ter begeleiding van eene
Memorie raakende den handel en visscherij op en bij IJsland. N. R. 247.
Zie tevens over dit onderwerp verschillende missiven, mernorien, rapporten en
resolutien van 23 Maart tot 2 IJec.
N.B. 205, 273, 298, 304, 427, 577, 628, 652, 666, 686, 910.
5677.        " Missive van den Heer Hop met een Memorie door den minister
van Deenomarken aan het Hof van Groot Britlannien overgegeeven, raakende
de visseherije op IJsland. Commissoriaal.
                           N. R. 666, 686.
5678.        n Communicatie van de nadere instantien door de Gedep. van
deese provincie ter Generaliteit gedaan, ten einde spoedig mogte worden
geresolveerd tot het geeven van convoy aan de scheepen omtrent IJsland
visschende, tot beveiliging derselve tegens de pretentien der Deenen,\' als-
mede van de advisen van de rospeotivo provinciën daarop. 10 Mey. N. R.
Nol. v. d. St. n. Zeeland. 13, 15 Febr., 23, 24 Maart 1742. fol. 137.
Secreete Resolutien. blz. 757.
5679.        " Missive van Sijne Majesteit van Sweeden aanbiedende sijne
mediatie tot bijlegging der voorsz. differenten.
                            N. R. 686.
5680.        ii Resolutie van Gelderland en van Stad en Lande om te accep-
teeren de mediatie door Sweeden aangeboden, tot bijlegging der differenten
tusschen Denemarken en den Staat over de visscherij op IJsland.
20 Sept. en 11 Oct. N. R. \'). Secreete Resolutien. bl. 798 en 802.
\') In den Catalogus van de Bibliotheek van wijlen den Heer Isaiic Menlman, in
Novemb. 1869 te Amsterdam geveild, komt onder No. 1650* eene belangrijke ver-
zameling voor van officiëele stukken, zoo geschreven als gedrukt, van de Residenten
J. J. Mauricius en G. Coymans, over het regt van de vaart en de visscherij op de
kusten van IJsland, zijnde aldus beschreven ;
J. J. Mauricius, Naleesinge tot vvederlegginge van \'t regt gepretendeert bij de
Kroon van Noorwegen op de Noordelijke Eilanden en landen. — Betroacta van het
verhandelde tusschen de Kroon van Denemarken en den Staat, over het regt op de
Noordse zee en de visscherijen op de kusten van IJsland. 1740—41.
Deze collectie ging over in handen van den Zweedschen Graaf de Riant te Parijs.
De Koninkl. Bibliotheek te \'s Gravcnhage bezit eene dergelijke verzameling, wat
betreft de gedrukte stukken, in een folio band, die op den mg tot opschrift heeft:
Deensche Ambassade van Mauricius. 1740—41. Mauricius zelf noemt die verzameling
in eene begeleidende missive: Naleesingen om te strekken voor een depêche over
het regt
, gepretendeert bij de kroon van Noorwegen op de Noordelijke eilanden
en landen.
Die „Naleesingen" over de Oreaden, IJsland en Groenland, bevatten
voornamelijk de geschiedenis en den toestand dier eilanden van de vroegste tijden af,
en daarbij ook een en ander over het regt van de visschery op de kusten van IJsland;
tevens is er bijgevoegd eene lijst van Tractaten betreffende de navigatie op Noorwegen
van 1012—173(>. Vervolgens een hoofdstuk getiteld: Historie der handelingen over
den Noordschen vaart van
1880—4 545, en verder: Copie van een Deenseh ge-
schrift,
6 Aug. 1741 aan den Resident Coymans ter haud gesteld, waaruit blijkt
dat Denemarken pretendeert regt te hebben op de g e h e e 1 e Noordzee; en tot wederlegging
van dit geschrift, eene memorie van J. J. Mauricius „Invallende remarques" genoemd.
-ocr page 424-
390                             LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PECHES.
5681.  A°. 1741. llequcste van geinteresseerdens in eenigc scheepen in Groen-
land in het ijs bezet, om deselve, met exclusie van alle andere, te moogen
opzoeken. En resolutie.
                                 21, 29 Nov. N. R. 863, 898.
5682.   1743. Communicatie van het geresolveerde ter Generaliteit om te
beletten den invoer van Walvisbaarden uit Oost-Indien. 9Jan. N.R. 17.
5683.        " Renovatie en ampliatie van het 5» artikel vau het plakkaat
op de visscherij in de rivieren, meeren en binnenwateren van 8 Maart 1708.
Vastgesteld 18 Fcbr. 1744.
                   Utr. Plavc.boek. Vervolg. II, 615.
5684.   1744. Propositie van Delft en andere steeden van de groote vis-
scherijc om een subsidie van 30,000 gis. en seventig k tachtig soldaaten tot
het geeven van protexie aan de II ar in gb ui s en. Geaceordeert.
4, 25, 27 Junij. N. 11. 380, 391. Secrecte Resol. 11 Junij.
Not. v. d. St. v. Zeeland, fol. 237, 269. 15, 29 Junij.
5685.        // Rcqucste van de Gecomm. van de Groenlands-, en
Straat Davids-visscherij om convoy en om authorisatie tot het doen van
een omslag over de geheele vloot. — En Resolutie.
4. 11 Junij. N. R. 388, 414, 419.
5686.        » Missive van den resident van Kinschot weegens klagten der
geïnteresseerden in de visnegotie over een verbod van uitvoer uit de
Oostenrijksche Nederlanden van zoute en droog e vis. Commissoriaal.
19 Aug. 1 Oct. N. R. 551, 719.
5687.        « Resolutie op wat voet aan de Groenlandsche- en straat
Davids-visscherije te geeven convoy van oorlogscheepen.
                  11 Juny.
Secreete Resolutien, bladz. 287.
5688.   1745. Missive van den resident van Kinschot op de klagten van
Zierikzee over een verhooging van de belasting te Antwerpen op de
inkoomende vis, van vijf op zeeven percent.
                l7 Eebr. N. R. 112.
Not. v. d. St. v. Zeeland. 28 Jan.
Op de „Lijst van geschriften duor Mr. J. J. Mauricius in het licht gegeven",
voorkomende in: 6\'. A. van Sypestet/n, J. J. Mauricius, Gouverneur-Generaal van
Suriname, \'s Grav., 1858. gr. 8°. blz. 145, alsook in: van der Aa, Biogr. woor-
denboek. XII, blz. 423, vind ik vermeld:
„Rrcueil van Noordsche zaken. Zijnde een verzameling van belangrijke memorien,
door .1. J. M. gedurende zijn verblijf te Hamburg (1735—1742) gesteld. Dit „recueil"
is wèl in druk verschenen, doch nooit in den handel gekomen."
Onder de stukken die in deze verzameling voorkomen, wordt ook genoemd eene
afdeeling met het opschrift:
Over den ouden vaart op de Noordzee, bijzonderlijk op IJsland
en naar Groenland.
(1740—41.)
AV aarschijnlijk wordt hiermede dezelfde verzameling als de bovengenoemde bedoeld,
ten minste een gedeelte ei\' van , al is ei\' ook eenig verschil in de titels, die waarschijnlijk
slechts naar goedvinden van den verzamelaar, op den rug dier folianten geschreven zijn.
Het hier genoemde stuk „Over den ouden vaart, enz." heeft, dunkt mij, veel overeen-
komst met het bovengenoemde: „Historie der handelingen over den Noordsclien vaart."
In: de Navorscher, deel IV (1854) blz. 362, art. J. J. Mauricius, zegt een
zekere C. & A.: „Ik heb in mijn bezit gehad een M.S. in folio, getiteld: Recueil
van Noordsche zaken
door J. J. Mauricius." Het is mij niet mogen gelukken,
te ontdekken, waar dit handschrift thans berust; Heiligt zijn er ook kopijen bij
van de geschreven stukken, thans in het bezit van den Graaf de Riant te Parijs;
zeker zal het, bij ontdekking, alle gissingen overbodig maken.
Zie vervolgens over dit onderwerp: Not. v. d. St. v. Zeeland. 21, 22, 24 Nov.
2 Dec. 1740. 13 Jan. 27 Febr. 20, 21, 27, 30 Maart. 3 April, 8 Mey.
21, 24 July, 21 Aug., 11, 12 Sept. 14, 15 Dec. 1741. 5, 6 Aug., 22 Sept.
1742. 15 Nov. 1743.
-ocr page 425-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHEEIJEN.                   391
5689.  A°. 1745. Memorie van den Deenschen minister over violentien door
de onsen in het voorleeden jaar in Groenland gepleegd. Commissoriaal.
4 Mey. N. R. 319.
5690.       " Waarsehouwinge teegens het berooven van Salmsteeken
in den verdronken Zuid-Hollandschen Waard tot Geertruydenburg. 22 Mey.
Gr. Place-boek. VII, 874.
5691.       ii Deliberatien over de belasting van de gesouten vis in
Vrankrijk.
                                                                                     23 Julij.
Nol. v. d. St. v. Zeeland.
5692.       ii Missive van den Heer Rumpf met een in Sweeden gepubli-
ceerd privilegie van een Haring-, Dorsch- en Walvisch visscherije.
Met de associations-regulen. 13 Oct. N. R. 856, (1746) 11 Maart. N. R. 146.
5693.       » Keure van den Opperdijkgraaf des rings van Putten tegens
het visschen aan de sluizen.
                                                           15 Oot.
Gr. Place-boek. VII, 903.
Vernieuwd 20 Aug. 1748. Gr. Place-boek. VII, 915.
5694.   1746. Requeste van de Groenlandsche visscherije om convoy.
Rapport en resolutie daarop. 17, 26 Maart. N. R. 187, 206. (1747) 359, 399.
(1748) 35,123.
5695.   1747. Waarsehouwinge, tegens het bevisschen van het Vroon op
de Maase van Rotterdam af tot Brielie, en de haven van Maassluis tot in
zee, zonder schriftelijk consent van den pachter.
                              5 Jan.
Gr. Place-boek. VII, 875.
i
5696.       ii Waarsehouwinge van die van den Raade en Reekeningen
van Z. Hoogh. tegens het bevisschen van de kleine killen en geulen in de
groote Zuid-Hollandsche Waard, zonder consent van gemelde Raade. 21 Maart.
Gr. Place-boek. VII, 875.
5697.       " Propositie van de Leeden van de groote visscherije om
subsidie en convoy. — Rapport en geaccordeert.
27 Juny. N. R. 363, 405, 495. (1748) 298, 339, 375.
5698.       ii Resolutie om aan de Groenlandsche visscherije twee
scheepen van oorlog tot convoy te geeven.
                                     1 Julij.
Secreete Resolutien, bl. 129.
5699.       // Resolutie van de Staten van Holland, waarbij Zijne Hoogheid
wordt verzocht, om als Admiraal-Generaal van de Unie een van de schepen
van Oorlog, leggende op Sehooneveld, te detacheren om te dienen tot convooi
en dekking van de Haringvisscherij.
                                        7 Julij.
Gr. Place-boek. VII, 473.
5700.       " Afgeslaagen het versoek van eenige eigenaars van uitgeveende
wateren onder Berkel, om declaratoir, dat sij in het oevisschen derselve niet
gebonden sijn aan de placaten.
                                    1 Sept. N. R. 530.
5701.       " Requeste van de Groenlandsch en Straat Davidsch-vis-
scherije om in het geheel geëximeert te zijn van deleevering van de derde man.
1, 24, 25 Nov. N. R. 734, 793, 797. Resol. St. Oen. bl. 517.
5702.       // Missive van den envoyé Rumpf met een publicatie van de
S weedsche V isschers-Compagnie.
                22 Nov. N. R. 788.
5703.       " Resolutie van de Staaten Generaal, waarbij voor het aan-
staande jaar de scheepen voor de Groenlandsche en Straat Davids-vis-
scherijen van de levering van den derde man en van de redemptie van dien
zijn bevrijd.
                                                                                     1 Dec.
Gr. Place-boek. VII, 515.
-ocr page 426-
392                            LEGISLATION NEEBLANDAISE DES PÊCHES.
5704.   A°. 1748. Rapport om het middel op de Salm en Steur bij
collecte in te vorderen, met ordonnantie en resolutie daarop. N. R. 657.795.
5705.        « Ordonnantie op de Steur en Zalm, die in de Provintic
van Holland en West Vriesland ten afslach gebracht word, om daaraf by
collecte te ontfangen den impost van den negenden penning, als hier na volgt.
Gr. Place-boek. VII, 1375.                                      7 Augustus, 1748.
5706.       * . Instructie voor de Collecteurs in de respective steeden van
Holland en West Vriesland van de regten van de waag, de ronde maat,
de inkomende granen, tabak, de grove waren, de negende penning van de
Salm en Steur, welke regten met de tienden verhooging van dien, inge-
volge en ter executie van HEd. Gr. Mog. resolutie van 7 Augusty 1748 ten
behoeve van het gemeene landt ingevordert zullen worden en welke collec-
teurs in de steden. uyt consideratie dat de collecteurs in de dorpen en op
het platteland haar ontvangen gelden zullen moeten overbrengen aan de col-
lecteur van de stad, waaronder zij respeetivelijk zullen ressorteren, aange-
merkt en gehouden zullen worden voor Hooft-collecteurs van de voor-
schreve regten.
Gr. Place.-boek. VIII , 997.
5707.        « Placaat, waarbij goed gevonden word, om de rechten van
de waag, de ronde nmat, inkomende granen, tabak, grove waren. Steur
en Zalm, ontgronding, uitvoering en doorvaart van de turf en de veer-
tigste penning op de schepen bij collecte in te vorderen.
                  31 Oct.
Gr. Place-boek. VII, 1391.
5708.   1749. Resolutie van de Staten van Zeeland, waarbij wordt afgewezen
een verzoek van A. Bolleman te Axel om een mosselbank te leggen op een
plaatje buiten Axel.
                                                                                20 Pebr.
Not. v. d. SI. v. Zeeland, fol. 84.
5709.        // Resolutie van de Staten "Generaal waarbij de visch hoekers
van Zierikzee, na de Noordzee en IJsland ter vangst van versche en ge-
zoute visch, van het leveren van den 3n man zijn geeximeert. 15 Maart.
Gr. Place-boek. VII, 517.
5710.        n Declaratoir van de Lceden van de grootc visscherij, dat
sij renuntieeren van het subsidie van 50,000 gis. in het voorleede jaar aan
de visscherij geaccordeert.
                                             17 April. N. R. 274.
5711.        ii Rapport met een concept Placaat tot voorstande van de groote
visscherije en Haringvaart, sooveel betreft den uitvoer van hoepen,
tonnen. &c. overgenoomen.
                 2. 20 Aug. N.R. 660, 668. (1750) 536.
5712.        // Missive van den minister Buys over het opregten van een
Visscherij "Compagnie te Plensburg. Rapport en resolutie.
11 Oct. N. R. 1006. (1750) 9 Oct. 715.
5713.   1750. Missive van scheepenen Commiss. te Amsterdam met een request
aan haar gepresenteert door die van de Groenlandsche visscherije, om
als voor deesen vrijdom te hebben van den impost van wijnen, brandewijnen
&c. en van de middelen van consumptie die op de scheepen worden gebruikt.
Advis en resolutie daarop. Hetzelfde verzoek gedaan door de groote visscherij.
N. R. 152,178, 275, 318, 391, 726. (1751) 129,185, 264, 424,1097. (1752) 69.
5714.        ii Twee missiven van den cnvoyé Hop over een Bil tot encou-
rageering van de groote visscherije in het rijk van Groot Brittannien.
28 April. N. R. 344.
5715.        » Rapport en resolutie om ter Gencraliteyt te bevorderen dat
de Haring van de visscherij deeser landen voor drie jaren van alle lasten
werde vrijgesteld, en dat gearresteert worde het geprogesteert placaat, omtrent
het in- en uitvoeren van hoepen, en tegens het gaan van vaarend volk in
vreemde dienst.
8, 21 Mey. N. R. 405, 430, 536. (1753) 4 Julij, 18 Aug. N. R. 632,1121.
Gr. Place-boek. VI, 1692—1594.
-ocr page 427-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    393
5716.   A°. 1750. Twee missiven van den secretaris van den envoyé Hop
raakendchet benoemen van de officieren van de Britsche Haaringcompagnie
en over den prijs van den Haring in Engeland. 8 Oct. N. R. 710. (1751) 68.
5717.       " Missive van denzelfden over het Octroy voor de Engelsche
Haaringvisschcrije.
                          13 Nov. 11 Dec. N. II. 756, 912.
5718.        " Twee missiven van den envoyé Hop over een Bil in het Lager-
huis ingebragt, onder andere om te verbieden den invoer van visch met
vreemde scheepen, met uitsondering van stok visch.
Not. van de St. v. Zeeland. 15 Jnurj. 6 Maart. 10 April. N. 11. 237 , 295 .
5719.        // Publicatie, waarbij tot conservatie van de groote visscherije
en Haringvaert bij provisie voor den tijd van drie jaren aan den Haring
van de visscherije dezer Landen wordt verleent vrijdom van de uitgaande
rechten.
                                                                                                      9 Mey.
Gr. Place-boek. VII, 1592. Not. van de SI. v. Zeeland. 15 Juuij.
5720.       // Placaet tegens den uitvoer van lecdigc, heele, halve of kleiner
haringtonncn, of duigen tot haringtonnen of half vaten geprepareert,
mitsgaders tegen den- uit- en invoer van hoepen van allerlije soort en groote,
alsmede van allerlije hoephout. .
                                                           9 Mei.
Gr. Place-boek. VII, 1593.
5721.       « Declaratoir dat door den Balliuw van Vlaardingen tegens
zekere stuurman over het sondeeren van den Haring wel en te recht is
geappelleert aan het Collegie van Gedeputeerdens van de groote visscherije.
Gr. Place-boek. VII, 1595.                                                       19 Junij.
5722.       » Resolutie van de Staaten van Holland, houdende elucidatie
en arapliatie van de Resolutie van 6 Mey 1750, raakende de vrijdom ge-
accordeert aan de scheepen van de groote en IJslandschc visscherij. 9 Oct.
Gr. Place-boek. VII, 1435.                                                        19 Juny.
5723.        u Twee missiven van den minister Buys over het admitteeren
van Engelschen Haring te Hamburg, sonder het vereischte certificaat.
Resolutie, nadere missiven, rapporten en antwoord van den magistraat van
Hamburg.
                                                                         N. R. 575, 731, 756.
(1751) 419. (1752) 765, 803,917,1041.1056. (1754) N.R. 465,466,498,600,699.
Nol. van de SI. v. Zeeland. 8 Sept. 17 Dec.
5724.   1751. Resolutie, waarbij de vrijdom, aan de schepen der vis-
vangst uitgerust bij de vorige resolutie verleend, geëxtendeerd wordt tot
de Haringschepen.
                                                                         14 April.
Gr. Place-boek. VIII, 1253.
5725.        \'/ Resolutie tot het emaneeren van een nader Placaat teegen
het kaken en souten in tonnen van Haaring, door de schuitjes die op
versche Haaring vaaren, of door de zoogenaamde Parlevinkers.
20 April. N. R. 318.
5726.        // Resolutie van de Staaten van Holland tot restitutie der be-
taalde impositien aan de scheepen ter Wal visch vangst uitgerust. 15 Mey.
Gr. Place-boek. VIII, 1253.
5727.        « Resolutie, hoedanige eed door schippers en stuurlieden van
de Haring- en vischschepen, ten aanzien van het zout bij hen gebruikt
werdende, moet worden gedaan.
                                                            22 Mey.
Gr. Place-boek. VIII, 1254.
5728.        11 Verzoek van B. van de Capelle om vrijdom van de ge-
meene middelen van de equipage van zijn Groenlandsvaardcrs. Com-
missoriaal. 21 Sept. 1751. 14 Sept. 1752. Concessie voor twaalf maanden
onder restrictie.
                 19 Sept. 1752. 20, 30 Aug. 11, 24 Sept. 1753,
Not. v. d. St. v. Zeeland. 1751. tol. 430. 1752. fol. 408.
-ocr page 428-
LÉGISLATION NEÉRLANDAISE DES PÉCHES.
394
5729.  A°. 1751. Propositie van Monnikendam ten einde vernieuwt worden de
ordres bij seeker handvest gesteld, omtrent het verkoopen van den haar ing
die in de Zuiderzee gevangen werd. — Gccomm. Raaden te Hoorn om advis
vragen. Resolutie daarop.
                                                               26 Oct.
N. R. 1005. (1752) 772. (1754) 415, 847. (1755) 56, 577.
5730.   1752. Missiven van den Heer Hop omtrent de voortsetting van de
Haringvisscherij e. Commissoriaal.
7 Maart, 16 Mey, 4 Oct. N. R. 514, 713, 1390.
5731.       H Propositie van de Leeden van de groote visscherije. enreso-
lutie om bij de Magistraat van Hamburg te insisteeren op de observantie van
het Haaring-Contract van 1609.
               26 Mey. N. R. 765, 803.
(1753) 13 Julij, N. R. 917. 25 Julij, 1056. 9 Aug., 1028. 11 Sept.,1212.
7 Dec.; 1838. (1754) 16 Jan., 127. 8 Maart, 254. 5 Junij., 465.
6 Junij, 466. 14 Junij, 498. 20 Julij, 660. 25 Julij. 699.
5732.       // Propositie van de Maassteeden om een nader placaat te
emaneeren tegen het onbehoorlijk setten van Salmsteeken. Overgenomen.
N. R. 919. 1153. (1753) 425. (1757) 153. (1762) 1545.
5733.       » Publicatie, betrekkelijk de Haaringvisscherije in de
Zuiderzee.
                                                                                     31 Mey.
Gr. Plaec.-boek. VIII , 1255.
5734.       ii Missive van den envoyé Marteville met een bekendmaking
in Sweeden gedaan tot encourageraent van de visscher ij e-compagnie
aldaar. Commissoriaal.
                                             29 Aug. N. R. 1145.
5735.       /\' Rapport en resolutie op de requeste van de geïnteresseerdens
in drie scheepen, die in dit jaar in Groenland in het ijs waren bezet geraakt,
om authorisatie tot recouvreering van die scheepen en missive dienaangaande.
Resol. St. Gen. blz. 772. 839. (1753) 25, 109, 113. N. R. 1496, 1514.\'
5736.       ii Placaat tegen het gebruiken van onbehoorlyke Salmstaa-
ken, mitsgaders rakende de diepten der te zetten fuyken ot schuttingen.
Gr. Place-boek. VIII, 1256.                                                         1 Sept.
5737.       " Waarschouwing van de Staaten Generaal, houdende voor-
sieninge tegen het occupeeren van drie Groenlandsche schepen, welke
in het Rheenerweld door het ijs waren bezet geraakt.
                      1 Dec.
Gr. Place-boek. VIII, 1258. Nol. v. d. Si. v. Zeeland. 18 Dec.
5738.   1753. Missive van den resident Coymans met een aan hem over-
gegeevene Memorie, ten einde aan de Commercie-Compagnie in Denemarken
werden vergoed de helft van een sloep met elf walvislij nen door een schip
van de Compagnie verlooren en door een Hollands schip gesauveert.
6 April. N. R. 300.
5739.       " Missive van den Heer Hop over de Haaringvisscherije
in Engeland. Commissoriaal.
                                   13 April. N. R. 340.
5740.       » Propositie van Enkhuizen, ten einde moge worden tegenge-
gaan, dat geen Jaagers met Haring direct van de neering naar Hamburg
en Bremen komen te zeilen.
             9 Mey. Secreete Resolutien, blz. 134.
5741.       » Missive van den minister Buys over het zenden van eenige
Jaagers direct uit zee naar Hamburg. Rapport op voorsz. propositie en
missive.
                                   12, 19 Mey. Secreete Resolutien, blz. 139.
5742.       ii Authorisatie op de vergadering der groote visscherij, om
bij dispensatie voor dit jaar te permitteeren, dat twee a drie Jaagers met
negentig tonnen Haring direct uit zee naar Hamburg zeilen. 21 Mey.
Secreete Resolutien, blz. 140.
-ocr page 429-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   395
5743.  A.°. 1753. Drie missiven van den minister Buys over het admitteeren
van eenigen Schotschen Haring te Hamburg, schoon van geen behoor-
lijk certiiicaat voorzien.
                       1 Aug. Secreete Resolutien, blz. 150.
5744.       " Propositie van de Leeden van de groote visscherij ten einde
het placaat op 9 Mey 1750 geëmaneercl tot vrijstelling van den Haring
van de uitgaande rcgten voor drie jaaren, voor nog driejaarenmooge worden
geprolongeert. Rapport en resolutie daarop.
                   N. R. 632, 1121.
(1756) 888, 925. (1759) 1249, 1318. (1762) 1819. (1763) 397,
405. (1765) 952. (1766) 54, 134, 163. (1768) 1012. (1769)
222, 279, 311. (1711) 1233, 1349.(1772)10.156,881.(1774)
751, 821. (1775) 227, 291. (1777) 1229. (177S) 12. (1770)
417, 1206, 1254. (1783) 578, 884. (1786) 1959, 3426. (1789) 416.
Not. v. d.,St. v. Zeeland. 20 Aug., 24 Sept. 1753. 20 Dcc. 1756.
5745.       " Missive van den minister Buys, raakendc de observatie van
het Haaring-contract. Nadere missiven, rapport en resolutie daarop.
N. 11, .127, 254, 465, 466, 498, 660, 699.
Resol. St. Geit., bl. 7, 118, 122, 335, 362, 381, 399, 410.
5746.       // Verzoek om vrijdom van victualie door (iroenlandsch-
vaarders teruggebragt. Met rapporten. 12 Nov. 1753; 4.18,19Eebr. 1754;
• 5, 14 Aug. 13 Sept. 1765; 20 Sept. 1756; 12, 19 Sept. 1757.
Not. van de SI. v. Zeeland.
5747.   1754. Resolutie dat het Sout uit de keeten aan de Haaringbuisen
geleevert, het regt van de rondemaat en de meeting, niet subject sal sijn,
soolang de scheepen van de visscherij vrijdom van den impost genieten.
12 Febr. 1 Mrt. 9 April. N. R. 157, 209, 336.
Gr. Placc.-loek. VIII, 1077.
5748.       ii Publicatie, houdende nadere voorziening omtrent de vrijdom
van het Zout, aan de Ha ring bui zen geleverd wordende. 9 April 1754.
Gr. Placc.-boek. VIII, 1080.
5749.       /\' Versoek van de viscompagnien van Burgt, Sluys en Zierikzee,
om vrijdom van impositien van het consumabe), en om een praemie van 100
gis. voor iedere visscliuyt. Rapport en resolutie.
           10, 19 Sept. 1754.
5, 14 Aug. 1755; 9, 20 Sept. 1756; 15 ,19 Sept. 1757; 8,18 Sept. 1758.
Not. van de SI. v. Zeeland.
5750.       " Differentie met het Oostenrijks Ministerie over de visserijen
op Saeftingen.
                                                                                 9 Dec.
Not. van de SI. v. Zeeland, fol. 584.
5751.       » Placcaet van de Staten van Zeeland tegen het visschen met
onbehoorlijk want, ook door afgesetenen.
                                        9 Dec.
Not. van de St. v. Zeeland, fol. 584.
5752.       ii Propositie van de Leeden van de groote visscherije aan de
Maaskant, om wederom in dit jaar eenige Haaring direct van de neering
na Hamburg en Breemen te senden. Overgenoomen. N. R. 421,459,465.
(1755) 591, 671. (1756) 283. (1757) 420. (1758) 405. (1759)
588. (1760) 687. (1761) 701. (1762) 880. (1763) 539. (1764)
424. (1765) 456. (1766) 296. (1767) 447. (1768) 478. (1769)
751. (1770) 571. (1771) 371. (1772) 401. (1773) 299. (1774)
346. (1775) 438. (1776) 644. (1777) 675. (1778) 506, 814.
(1779) 416. (1783) 577. (1784)911. (1785)1255. (1786)1958.
(1787) 2696. (1788) 1076. (1789) 445, 487. (1790) 405.
5753.   1755. Missive van den Heer van Til over het admitteeren van
Zeeuwschc Haring te Ceulen, contrarie de concordaten.
28 Pebr. N. R. 276. Resol. St. Gen., bl. 50,
-ocr page 430-
LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PECHES.
396
5754.   A°. 1755. Missive van den Heer Coymans met een ordonnantie des
Konings van Deencrnarken, raakende de visscherije en vischhandel. 14•April.
Resol. St. Gen., bl. 194.
5755.        11 Nadere publicatie, betrekkelyk de Haringvisscberye in
de Zuiderzee.
                                                                                  9 Mey 1755.
Gr. Placc.-loek. VIII, 1259.
5756.        11 Placaat, betrekkelyk den uitvoer van Hoepen, hoephout
en haringtonnen.
                                                                            18 Juny.
Gr. Place-boek. VIII, 1286. Nol. v. d. St. v. Zeeland. 16 Sept. 9 Dec. 1754.
5757.   1756. Aan Burgemeesteren van Enkhuysen gepermitteert om de
Staalvisscherije aldaar aan de domeinen te moogen abandonneeren, en
resolutie.
                                                                            23 Oct. N. R. 714.
5758.        11 Resolutie van de Staten van Zeeland, waarbij aan elk schip
ten haring varende, wordt verleend een premie van 100 gis.
Nol. v. d. St. v. Zeeland, fol. 561.
5759.   1757. Advis en resolutie hoedanigc ordres te stellen omtrent het
Salmsteekcn in \'s lands rivieren.
                                29 Jan. N. R. 351.
5760.        " Publicatie van de Staaten van Holland, houdende nadere
voorsieningen tot voorkoming van de versanding der rivieren door onbehoor-
lijke visscherijen.
                                                                                      29 Jan.
Gr. Placc.-loek. VIII, 1260.
5761.        // Requeste van de geinteresseerdens in het schip de Ijsvogel
ter visscherije op do Straat Davids uitgevaaren en door de Deenen in volle
zee genoomen, op pretext van handel te hebben gedreven op plaatsen daar
dat verbooden soude sön. Missiven, rapporten en resolutien dienaangaande.
6 Oct. 1757. 27 Jan. i758. N. R. 860, 925, 968, 1003. 1108.(1758)149.
Resol. St. Gen. bl. 639—818. (1758)16.313,499.528,583,586,592.
5762.   1758. Requeste van de eigenaars van de vleet van een gebleeve
Groenlandsvaarder, tot weder bckooming der voorz. vleet, die door
de Engclschen was geborgen. Provisionoelc resolutie. 1 April. N. R. 303.
5763.        " Memorie van den minister van Vranckrijck , dat den invoer
van Hollandschen Haar ing in Vranckrijck op den voet van het neegende
artieul van het ïractaat van Commercie van 12 December 1739 tot nadere
ordre was gepermitteert geworden. En resolutie.
           26 Julij , 5, 9 Aug.
N. R. 629, 672, 728, 736. 7H. Resol. St. Gen., bl. 317.
Nol. v. d. SI. v. Zeeland. 24, 25 Aug. 7 Sept. 1758; 4, 24 Sept. 29Nov.
5 Dec. 1759. 15 April 1760.
5764.        11 Memorie van den Ambassadeur van Vranckrijck, ten einde
gesorgt worde dat onder den naam van Hollandschen Haring geen
andere Haaring in Vranckrijck worde ingevoert. N. R. 601. 9 Mey. Rap-
port, resolutie en concept-piacaat.
            20 Julij, 25 Aug. N. R. 874,988.
Resol. St. Gen. bl. 514.
Nol. v. d. St. v. Zeeland. 8 Jan. 1759.
5765.        11 Resolutie van de Staten van Zeeland, waarbij aan de vis-
scherij van Burch, op Schouwen, eene praeroie wordt verleend van 60 gis.
voor iedere schuit.
                                                                                 18 Sept.
Not. v. d. St. v. Zeeland, fol. 345.
5766.   1759. Propositie en instancien van Tholen, dat de Axelschcmos-
sclvangers mogen geintendiceert worden op de legiteuse stroomen te vissen
totdat het different zou wesen afgedaan, of wel aan die van Tholen gelijke
vrijheid gegeven, en hun H. Mog. iuterdictie van 22 Sept. 1752 opgeligt,
ordin. Gedcp. ter üeneraliteyt dien conform gelast. 7 Mey 1759. Resolutie
van H. H. Mog. aan die van Axel.
                                       8 Junij. 1759.
Nol. v. d. SI. v. Zeeland.
-ocr page 431-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                 397
5767.   A°. 1759. J. Jacobse cura suis. inwoonders van Veere, versoeken om
een jaarlijksche bijslag van £10 Vlms., uyt \'s lands kasse, voor hetmaaken
en equipeeren van een Bom of Haringschuyt.
             12 en 15 Juny.
Not. v. d. St. v. Zeeland.
5768.       " Placaat houdende diverse voorzieningen tot conservatie van
de Haringvissclierye dezer Landen.
                                      24 July.
Or. Place-boek. VIII, 1261.
5769.       /\' Geinteresseerdens in de Haringvisserij, binnen de pro-
vincie (Zeeland) versoeken om een belastinge van den buytenlandsen Bok-
kum en premie van 100 gis. \'s jaars voor iedere vischschuyt. Commissoriaal.
4 Sept. Rapport: £10 \'s jaars voor tien jaaren geaccordeert, alsook belasting
op den bokkum.
                                                      13, 20, 21, 24, Sept.
Not. v. d. St. v. Zeeland.
5770.       /\' Versoek van Reeders van scheepen op Groenland ter wal-
visvangst. om vrijdom van impositien of een toeleg. Geaccordeert toeleg
van 100 Ryxdaalders voor 10 maanden. 10, 20 Sept. 1759; 11,12 Sept. 1760.
Not. v. d. St. v. Zeeland.
5771.       " Resolutie van H. H. Mog. tot vrijdom van regtcn op den
uitvoer van den Haring van de visserij dceser landen voor drie jaren.
Nol. v. d. St. v. Zeeland. 21 en 23 Nov. 1759. 10 April. 1760.
5772.   1760. Advis van Gecomm. Raadcn op do requeste van G. van
Leeuwen e. s. om paling of aal te moogen visschen met schutnetten.
3 Mey, 24 Julij. N. R. 568, 933. (1775) 309.
5773.       // Publicatie, houdende bepaling van de wijdte van het se hu t-
wand, tot het visschen op paaling en aal gebruikt wordende. 24 Julij.
Gr. Placc.-boek. VIII, 1262.
5774.   1761. Missive van de Raaden ter Admiraliteit op de Maase, en
van kooplieden en reeders te Amsterdam, behelzende verscheide gevallen van
beklag over de lootsen, ten einde daarin worde voorsien.
N.R. 494, 576, 1040, 1089, 1393, 1515. (1762) 462, 840, 1545.
5775.       // Rapport op de missive van den Heer Bosc de la Calmette
over het te senden oorlogschip om op kusten van IJsland te kruissen teegen
de sluykhandel, en resolutie daarop. 7 Aug. N.R. 974. (1762) 314, 508, 650.
5776.   1762. Ordre gestelt op de amotie der Salmsteeken in de Mer-
wede en Maase. Placaat op het misbruik van het setten van Salmsteeken.
17 Sept. N.R. 1545. (1764) 611, 991.
Or. Placc.-boek. IX, 1300.
5777.   1763. Twee missives van den Heer van Berkenroode, raakende de
verandering die in Vrankrijk stond gemaakt te worden in den invoer van
Nederlandschen Haring en omtrent de zoute visch. Commissoriaal
en de Admiraliteiten te beschrijven. Missiven, resolutie en rapport daarover.
6 April, 4 Nov. N.R. 410. 432, 449,589,645,672,909,927,1108,1199.
Resol. St. Oen. bl. 121, 180, 189, 259, 463, 487, 520, 556, 568.
5778.       ii Requeste van Heeren van St. Michiels-Gestel, Boxtel, Liemde,
Loon op Zant, Drunen. Tilburg, enz. om approbatie op \'t Concept-Re-
glement op de visscherijen binnen de voorsz. Heerlijkheden. Verklaart dat in
dit versoek niet kan worden getreden.
         Resol. SI. Oen. 27 Mei, 12 Nov.
5779.   1764. Plakkaat op de visscherij in de rivieren, meeren en bin-
nenwateren.
                                                                                  1 Maart.
Vtr. Placc.-boek. Vervolg. II, 615.
5780.       /\' Afgeslagen het versoek van Burgemeester en regenten van het
eijland Marken voor derselver ingeseetenen, sig geneerende met devisschery
-ocr page 432-
LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PECHES.
1598
en Haringvangst om mitigatie der publicatie van 9 Mey 1755, over het
markten en verkoopen van den Haring in de Zuiderzee gevangen. Advis en
resolutie. 13 Junij, 31 Oct.. 1 Dec. N. R. 632, 963, 1105 (1765) 33.
5781.   A°. 1764. Resolutie van de Staaten van Holland, waarbij de Heeren
van eenige Heerlijkheden in de Meyerij van \'s Hertogcnbosch, onbevoegd
verklaard worden, tot het maken van reglementen op het stuk van de vis-
scherijen.
                                                                                                  12 Nov.
Gr. Place-boek. IX, 263. Zie No. 5778.
5782.        // Resolutie, houdende interpretatie, tegen welke persoonen
door de Officieren uit krachte van \'t placaat tegen het zetten van Salm-
s teek en geageert moet worden.
                                                           2 Nov.
Gr. Place-boek. IX , 1301.
5783.   1765. Publicatie, tot interpretatie van \'t placaat van 31 Mey 1572,
rakende het brougon van den Haring aan den afslag in eene van de besloten
steden dezer Provincie.
                                                                    4 Jan.
Gr. Place-boek. IX, 1301.
5784.        // Missive van den Graaf van Weideren, kennis geevende dat
de „Sociëteit der wetenschappen en commercie" te London, een praemie
hadde uitgesteld tot encouragcering van de ï a r b o t v i s s e h e r ij in Engeland.
2 April. Resol. SI. Gen. blz. 213.
5785.       // Propositie van de Leden van de groote visscherij ten einde
door H. H. M. in het generaal verboden worde den uytvoer van allerlei
hoepen en hocphout
                                                 7 Mey. N. R. 423.
5786.        " Reglement voor de stadt Gendt nopende den inbreng, den
verkoop ende den versendt soo van den vreemden, als inlandschen versschen
zeevisch; mitsgaders van den rivier-viseh.
                                      18 Sept.
5787.       ii Propositie van Zeeland op de klagten van eenige kooplieden
in de visch-. oester- en kreeft-negotie weegens d\'ordre van het hof
van Brussel. Commissoriaal.
         Resol. Si. Gen. 14, 26 Junij N. R. 534.
5788.        ii Missive van den commissaris Gordon, raakende het voorval
met een schip waarin gedistilleerde wateren gevonden waaren en missive over
de quantiteit Haringbuisen, &c. dit jaar op de kust van Schotland ge-
weest, en de protectie van die negotie.
14 Sept., 6 Nov., 28 Dec. N. R. 852, 939.1003. Resol. Si. Gen. blz. 628, 666.
5789.   1766. Missive van den commissaris Gordon, omtrent de verminde-
ring van seeker vergunningsregt in Schotland, en om een Guinee voor hem
van ieder Haringbuis in Schotland. Commissoriaal.
28 Junij. N. R. 415, 1034.
5790.        " Missive van den Heer Mauricius noopens de Haring-vis-
scherije en haringnegotie te Hamburg.
                        28 Junij. N. R. 419.
5791.        // Missive van den Heer van Haren, met een ordonnantie te
Brussel gearresteert, verbiedende den invoer van Ha ar ing.
5 Nov. N.R. 1035. Resol. Si. Gen. 252, 254.
5792.       // Missive van deu commissaris Gordon raakende het monteeren
van een Engelsen fregat met drie chaloupen oin op den Haringvaart te
passen; en vier missiven van den Heer van Weideren omtrent de ongerijmd-
heid van het voorsz. berigt.
               7 Mey, 19 Junij. N. R. 323, 627.
5793.   1767. Missive van den secretaris van den Heer Mauricius, over
een Haringvisscherije die in Denemarken zoude worden opgerigt, als
ook van den Heer Bosc de la Calmette.
                     6 Mey. N.R. 296.
5794.       // Missive van den Heer van Haren omtrent een verbod van
invoer van Haring door buitenlandsche visschers gevangen. Commissoriaal.
25 Junij. N.R. 816.
-ocr page 433-
NEDERLANDSCRE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    399
5795. A°. 1767. Ordonnantie waarbij gepermitteert wordt aan een ieder van
verschen Harinek, gezouten Harinck ende geroockten Harinck te vercoo-
pen langs de straeten.
                                                                   13 Nov.
Place-boei van Brabant. X, bl. 407.
5796: 1768. Missive van den secretaris van den Heer van Rechteren over
de sware brakerloon in Rusland op alle buitenlandschen Haring gestelt.
Commissoriaal.
                                                           4 Aug. N. R. 718.
5797.       ii Missive van denzelfden secretaris kennis gevende van het
opregten van een etablissement van de Walvischvangst te Kola in Rus-
sisch Lapland.
                                    18 Nov. Resol. St. Gen. blz. 611.
5798.   1769. Missive van Gecomm. Raaden tot interdictie van het vis-
schen, &c. van Steuren onder de vijf en twintig pond, en ter renovatie
van het placaat van 18 Februarij 1708 op het visschen in de rivieren. En
rapport.
                                                        18 Julij. N. R. 1086, 1240.
5799.       ii Geapprobeert het verrigte van Gedep. ter Generaliteit noopens
het geproponeerde omtrent de certificaaten, soo bij de Engelsche en Hollanders
als alle andere natiën te Hamburg te geeven. dat de Haar ing na 24 Junij
conform het contract van 21 Mey 1609 is gevangen.
10 Mey. N. R. 701. Resol. Si. Gen. blz. 251.
5800.       » Scs missives soo van den envoyc Bosc de la Calmctte als van
den minister Hop, raakende het invoeren van Haring in Hamburg. sonder
certificaat van na 24 Junij gevangen te sijn. Commissoriaal.
24 Junij. N. R. 1155. 1170.
5801.       n Missive van den Heer Vereist met een octroy1 van den
Koning van Pruissen aan die van Embden tot een Haringvisschorije.
Commissoriaal.
                17 Nov. N. R. 1420. Resol. St. Gen. bl. 738.
5802.       " Missive van de Admiraliteit op de Maase tot nader expli-
catie van art. 199 van het placaat van 31 Julij 1725; noopens het vorderen
van Lastgeld van de Engelsche visschers in de Maase ingekoomen.
4, 6 Oct. N.R. 1322. 1330. Resol. St. Gen. bl. 714.
5803.   1770. Missive van den Heer Geelvink met copie van een reglement
door de regeering der Oostenrijksche Nederlanden geformeert, voor de vis-
scherijen binnen Oostende en Nicuwpoort opgerigt.
                       11 April.
Resol. St. Gen. blz. 267.
5804.       \'/ Missives van den Heer Hop, om tot voordeel dcrHarj,ng-
visscherije, voortaan de eerste Jagers na Hamburg te senden. Commissoriaal.
3 Oct. N. R. 1272.
5805.   1771. Missive van den envoyé Bosc de la Calmette over de ver-
leende vrijheeden aan de visscherije in Denemarken. 16 Maart. N. R. 207.
Resol. St. Gen. bl. 44.
5806.   1772. Gearresteert een publicatie teegen het herooven en ruïneeren
van \'sLands Zalmvisscherijen aan den Hoek van Holland.
26 Nov. N. R. 881.
5807.   1773. Twee missives van den minister Hop te Hamburg, noopens
het gepasseerde aldaar te aansien van aangekoomen Haring der Embder
Compagnie.
                                                               17 Julij. N.R. 485.
5808.       // Rapport op de propositie der Leeden van de groote vis-
scherij. en on de requeste der geinteresseerdens in deselve, om verbod van
.uitvoer van alle hoepen en hoephout. Stukken 1773, bl. 112—117 \')•
1) Deze „Stukken" behooren bij de „Resolutien der Staten van Holland en West-
Vriesland" , en zijn waarschijnlijk voor een groot gedeelte uitsluitend voor de Leeden
van de Staten gedrukt. De Kon. Bibliotheek te \'sGravenhage bezit biervan eene
reeks folio banden, loopende over de jaren 1719—1795. Waar ik dus van „Stukken"
spreek, wordt deze verzameling bedoeld.
-ocr page 434-
LÉGISLATION NEERLANDAISE DES FÊCHES.
400
5809.   A°. 1773. Missive van den predikant Waschtmith over het in dienst
gaan van een hollandsch Groenlandsvaarder in die van seckerkoopman
te Gothenburg.
                                                             10 Jan. N.R. 94.
Resol. St. Gen. bl. 3.
5810.   1774. Missive van den minister Hop, dat liet Gouvernement te
Brussel niet had kunnen goedvinden den invoer van Haring te permit-
teeren; doch egter toegestaan het inbrengen van vreemde Bockum.
19 Maart. N. R. 249. Resol. St. Gen. bl. 70.
5811.       " Missive van den envoyé Bosc de la Calmette over het sen-
den van een Deensch Koningssehip op de kusten van IJsland, geduurende
de visscherije.
                                                           15 Julij. N. R. 494.
5812.       /\' Twee missives van den commissaris van Deurs en een van den
envoyé Bosc over liet verbod vau invoer van HollandscheHaring.alsmeede
gezoute en gedroosde visch in Denemarken. Met het Deensche antwoord.
27 Julij. N. R. 542. 600.
5813.       « Vier missives van den minister Hogguer over het inkomen
van den Haring te Hamburg. En resolutie. 16 Julij. N.R. 496. (1575) 155, 293.
Resol. St. Gen. bl. 419.
5814.       // Missive van den predikant Waschmuth met een translaat van
een Kon. privilegie voor een Gr oen land se h e visscherije. 29 Julij. N. R.557.
Resol. St. Gen. bl. 434.
5815.   1775. Rapport op liet versoek van de Gecomm. der Groenlan d-
sche en Straat-Davids-visscherijen, om vrijdom van \'s Lands uitgaande
regten en praemiegelden.
                                Stukken 1775, bl. 333—337.
5816.       // Drie missives van den minister Hogguer noopens de Haring-
negotie en de conventie van 1609.
         15 Maart. N.R. 243,479,611.
Resol. St. Gen. 71, 151, 332, 363, 375.
5817.       " Missive van den minister Hogguer over een nieuw project
te Koppenhagen. tot vermeerdering der commercie, te beginnen met Groen-
land, ten nadeele van de Hollanders.
                   15 Maart. N. R. 241.
Resol. St. Gen. 156, 198. 267.
5818.       ii Resolutie, houdende verklaaring.dat het placaat van 16 Febr.
1709 (op het vissehen in de rivieren, meeren en binnenwateren) niet
applicabel is op droogmakerijen.
                                                     7 April.
Gr. Placc.-boek. IX, 1302.
5819.       // Missive van den envoyé Bosc de la Calmette over een project
in Denemarken, om de visscherije op de IJslandsche enGroenlandsche
kusten voort te settcn.
                                             13 April. N.R. 368.
5820.       // Requeste vau de geinteresseerdens in de Haringvangst
van Holland en West-Vriesland om door cffieacieuse middelen de Haring-
vaart en Haringhandel op te beuren tot voorigen bloei. En resolutie.
Gr. Placc.-boek. IX, 1303.               11, 19 Mey. N. R. 421, 464.
5821.       // Missive van den envoyé van der Heyden met een Pruissisch
edict, waarbij den invoer van Haring voor drie maanden in ieder jaar
werd verbooden. N.R. 445. (1777) 326. Resol. St. Gen. blz. 277.
5822.       // Twee missiven van den minister Hogguer over den eed door
de Haringjagers te Hamburg af te leggen, met het antwoord der Senaat
weegens het belang der visscherije.
                            19 Julij. N. R. 568.
5823.       // Missive van den gecomm. van Deurs over het voortsetten
van de visscherye op Groenland door de Deenen. 16 Mey. N. R. 445.
-ocr page 435-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJE».                   401
5824.   A°. 1775. Placaat van de Staaten van Zeeland, tegen het s c h u 11 e n
en schieten van kleine viscli. Op nieuw van kracht verklaard, met een
wijziging omtrent de verpachtingen.
                                             29 Junij.
Gr. Place-boek. IX, 1306. — Nol. van de SI. v. Zeeland, fol. 95.
5825.       ii Placaat van de Staaten van Zeeland tegen het visschen van
afgeseetenen op de stroomen en binnenkusten derselver provintie. 29 Junij.
Gr. Place-boek. IX, 1308.
5826.       /\' Requeste van Gecomm. der Groenlandsche en Straat Da-
vidsche visscherij om vrijdom van \'s Lands uitgaande regten en premiegelden,
en om als de Haringvisscherij te worden gefavoriseerd. Rapport en resolutie.
22 Julij. N. R. 607, 793, 990. (1776) 38. (1777) 73.
Resol. St. Oen. blz. 463.
5827.       \' Missive van den commissaris van Lansbergen over het veran-
deren der stempels op de Haringtonnen te Ceulen. 3 Oct. N. R. 766.
5828.       ii Missives van denzelfden, kennis geevende van depraecautiën
genoomen door den Magistraat van Ceulen over het invoeren van slechten
Haring en Labberdaan, en informatie omtrent het verpakken der tonnen.
8, 14 Dec. N. R. 938, 947.
5829.   1776. Nader rapport op het versoek van Gecommitteerden der
Groenlandsche en Straat Davids-visscherij om vrijdom van regten en
praemiegelden, en een premie als de Haringvisscherij.
                     27 Jan.
Stukken, 1776. blz. 13, 14.
5830.       « Resolutie op drie missives van den commissaris van Lans-
bergen over de klagten wegens de slegte Hollandschc Haring te Ceulen.
\'26 Julij, 21 Sept. N. R. 1053, 1178. (1779) 1471.
Resol. St. Oen., blz. 580, 738, 774.
5831.       ;/ Twee missives van den minister Bosc de la Calmette met een
Deensch placaat, raakende de visscherije op IJsland. 18 Mey. N. R. 750.
Resol. St. Oen., blz. 290.
5832.       // Missives van de Heeren Bosc de la Calmette, Hogguer en
van Deurs, kennis gevende van \'t opbrengen van Hollandsche scheepen door
G. Buil gevoert, van de Groenlandsche visscherije. door de Deenen.—
geconfisqueert en weeder vrijgegeeven, — en resolutie op voorschreeve zaak.
N. R. 1164, 1291, 1347, 1444, 1448, 1475. 1553. (1777) 149, 159.
Resol. St. Oen., blz. 521, 526, 527, 530, 539, 548, 565,595,641,651.
(1777) blz. 239.
5833.       // Missive van den Heer Bosc kennis geevende van de conver-
satie, welke hij met den Engelschen minister hadde gehad over de indem-
natie der kosten en resolutie deswegens.
Resol. St. Oen., blz. 658. 678, 759. 765. 796.
5834.       // Rapport van Gedep. weegens het communicceren van vooren-
staande resolutie, aan den Heer Juel. Missive van den Graaf van Weideren
met antwoord.
                                          Resol. St. Gen., blz. 678, 705.
5835.       // Memorie van den envoyé Juel, klagende over het gedrag van
Hollandsche Groenlandsvaarders in de Baai van Disco; en resolutie
daarop.
                                           Resol. SI. Oen., blz. 817. (1777) blz. 48.
5836.       // Memorie van de vroedschap der stad Amsterdam enz. om
een praemie van veertig gis. per kop op ieder schip ter Wal visch vangst
geëquipeert wordende en vrijdom van regten. Met bijlaagen.
Resol. SI. Oen., blz. 573. Stukken, 1776. blz. 15—21.
5837.       « Memorie van consideratien en remarques op de memorie van
de Gecommitteerden te Amsterdam met betrekking tot het rapport van 7
October 1775 uitgebragt.
                                Stukken, 1776. blz. 22—30.
26
-ocr page 436-
402                             LEGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
5838.   A°. 1776. Memorie van elucidatien, concerneerende de discrepeerende
sentimenten van haar E. Gr. M. Gecommitteerden, zooals deselve voorkomen
in het nader Rapport. (Zie No. 5829.)
                                         17 Julij.
Stukken, 1776. blz. 243—253.
5839.       // Redenen en motieven, waarom de Gecomm. van de Groen-
landsche visscherij de versoeken der premie tegens 40 guldens per kop
hebben ingerigt.
                                          Stukken, 1776. blz. 254—258.
5840.       /\' Memorie justiflcatoir van de consideratien en remarques,
gemoveert op de memorie van de Gecomm. der Groenlandsche en Straat
Davische visscherij en, met betrekking tot het Rapport enz.
            25 Sept.
Stukken, 1777. blz. 474-496.
5841.       n Request van Gecomm. der Groenlandsche en Straat
Davids visscherijen ter Generaliteit, tot beklag over een Deensche ordonnantie,
en om démarches tot redres.
                                    27 Sept. N. R. 1280.
5842.       // Requeste der geinteresseerdens in de Haringvaart om
prolongatie der praemie van 500 gis. per schip ter Haringvangst uitvaarende.
Rapport en resolutie daarop.
            lODec. N. R. 1500. (1777) 139,338.
(1778) 1124, 1270. (1779) 824, 1462. (1780) 512.
5843.   1777. Resolutie op de versogte praemie en vrijdom van uitgaande
regten voor de Groenlandsche visscherij. Advis omtrent het vinden van
een fonds voor soortgelijke praemien.
             Stukken, 1777. I, blz. 5—6.
5844.       // Memorie van den Deenschen envoyé Juel klagende over de
Hollaiidsche Groenlandsvaarders in de Baay aan Disco en speciaal over
eenen Albert Bont. Rapport en resolutie.
Remi. Si. Gen. (1776) blz. 817. N. R. 59, 187, 472. (1777) 48.
5845.       " Missive van den minister Hogguer te Hamburg. dat de Koning
van Pruyssen, het inkoomen van alle vreemde Haring had verboden van
1 July tot 1 Dec.
                                                   Resol\'. St. Oen. blz. 64.
5846.       » Consent van Holland en Zeeland om de ontlasting van den
Haring voor drie jaaren te prolongeeren.
         Resol. St. Gen. blz. 500, 521.
5847.       " Missive van den envoyé Bosc de la Calmettc, met een
ordonnantie wegens den handel over de Deensche Amerikaansche eilanden.
14 Mei. N. R. 716.
5848.       ii Propositie van Holland om eenige voorsieninge te doen teegens
den uitvoer van vischhoekers met bunnen, met oen concept-placaat
deswegens.
                                             1 Dec. Resol. St. Gen. blz. 866.
5849.       » Requeste van Gecomm. der visscherijen te "Vlaardingen en
Maassluys om voorsiening tegen het uitvoeren van Haring- en visch-
schepen en provisioneele prompte ordre tegen het uitvoeren van eennieuw
gebouwde vis hoeker. Commissoriaal en Rotterdam tot de provisioneele
voorsiening versogt.
                                                 25 Sept. N. R. 1229.
5850.       ii Requeste yan C. Jongeneel te Rotterdam, met een memorie
tot weederlegging der positiven in voornoemde eerste requeste, om intrek-
king van een verbod, enz.
                                         7 Oct. N. R. 1414.
5851.       // Rapport op het verzoek der Gecomm. van de visscherije te
Vlaardingen en Maassluis, om voorsiening tegen het uitvoeren van H a r i n g-
en vischscheepen, alsmeede op het verzoek van C. Jongeneel daaromtrent.
Afgeslagen het verzoek van C. Jongeneel en gepersisteert bij Resolutie van
25 Sept.
           11 Oct. N. R. 1443. Stukken, 1.777. II, blz. 226—229.
5852.       " Declaratoir en missive van Burgemeesteren van Rotterdam
raakende het vruchteloos pogen bij C. Jongeneel en contra-declaratoir van
de Ridderschap.
                                              22 Oct. N. R. 1450, 1455.
Stukken, 1777. II, blz. 236—229.
-ocr page 437-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   403
5853.   A°. 1777. Rapport tot het emanecren van een Generaliteitsverbod
teegens het uitvoeren van vis hoekers met bunnen. Overgenoomen 20 Maart,
en provisioneele voorsiening teegen den uitvoer.
1 Nov. N.R. 1475. 1659. (1778) 10.
5854.       e Requeste van de boekhouders en rheeders der visschers-
pinken tot de Versharing vaart te Catwijk en Noortwijk. om een douceur
voor iedere schuit als de buysen, en om verbod aan de rheeders der buysen
van Steur of Korf-haring in te brengen. Resolutie op het eerste lid.
Stukken, 1777. I, blz. 31—32. N.R. 928. (1778) 880.
5855.       " Requeste van de geinteresseerden in de Haringvaart
langs de Maase, tot reguard op een Memorie daar annex in het examineeren
van het verzoek der boekhouders.
                            30 Sept. N R. 1240.
Stukken, 1740. II, blz. 91—100.
5856.       H Missive van het Collegie ter Admiraliteit op de Maase over
een aanhaling van duigen, die tot haringtonnen zouden zijn geprepareert.
Stukken, 1777. I, blz. "288—291.
5857.       ii Rapport op de requeste van boekhouders en reeders der
visscherspiuken tot de versche Haring vaart te Catwijk. om een douceur
voor iedere schuit.
                                          Stukken, 1777. II, blz. 33.
5858.       ii Twee missiven van den envoyé Bosc de la Calmette over de
Groenlandsche en Straat Davids-visscherije in Deenemarken.
14 Maart. N. R. 298. Rcsol. St. Gen. blz. 143, 172.
5859.       ii Requesten der Gecomm. van de Groenlandscheen Straat
Davids-visscherijen om een praemie van dertig gis. per kop voor de jaaren
1778 en 1779. Rapport daarop. N.R. 702, 969, 970,1124. (1779) 824.
5860.       /\' Missive van den envoyé van Heyden, over seekcr Pruissisch
edict, dat Berlijn en andere districten alleen met Embdeschen Haring
moet voorsien worden.
           14 July. N.R. 746. Resol. St. Oen. blz. 392.
5861.       ii Missive van gecomm. Raaden met een concept-publicatie tot
extirpatie van Schollevaars tegen de verdere verslinding van riviervis.
29 Dec. N. R. 1369.
5862.   1778. Placaat van de Staten Generaal, houdende verbod, om ten
behoeven van andere uitheemsche natiën, hier te lande te mogen bouwen en
uitrusten vischhoekers met bunnen, waarmede de kabeljaauw-vangst op
de Noordzee wordt geëxerceert.
                                                        5 Jan.
Gr. Place-boek. IX, 1309.
5863.       ii De Hollandsche Admiralteits Raaden naader aan te schrijven
tot oversending van een accurate notitie van seeckere producten derGroen-
landsche en Straat Davids-visscherijen. ter versending overgegeven
en waarheen verzonden.
                                            27 Oct. N. R. 1120.
5864.       ii Missive der Hollandsche Raaden en ministers ter Admirali-
teit op de Maase mot een lijst van de uitgevoerde producten der Groenland-
sche en Straat Davids-visscherijen over 1676 , 77, 78. 19 Nov. N. R. 1265.
5865.       " Missive der Hollandsche Raaden en ministers ter Admirali-
teit te Amsterdam met de lijsten als boven.
             19 Dec. N. R. 1323.
Stukken, 1778. blz. 312—318.
5866.   1779. Missive der Hollandsche Raaden en ministers ter Admiraliteit
in West-Vriesland en het Noorderkwartier, met de lijst als boven. 15 Jan.
N. R. 25. Stukken, 1779. I, blz. 1—3.
5867.       " Advis van gecomm. Raaden in het Noorder quartier op het
versoek der rheeders van de visch- en loosschuiten te Petten, om
een subsidie voor hunne vuurboetkas.
           Stukken, 1779.1, blz. 335—339.
- 26*
-ocr page 438-
LÉGISLATION NEERLANDAISE DBS PÊCHES.
404
5868.   A°. 1779. Request voor de Gecomm. der Groenlandsche en
Straat Davids-visscherijen. om kragtdadiger middelen tegcus hunne totale
ruïne als de verleende praemie. Commissoriaal.
         23 Scpt. N. R. 1059.
5869.       " Nader requeste voor de Gecommitteerden der Groenland-
sche en Straat Davidsclie visscherijen, om per schip ter Walvischvangst
geëquipeert, een praemie van 80 guldens per kop voor de jaaren 1780—1782.
Rapport en consideratiën op bovenstaand request. N.R. 11G6, 1875.
Stukken, 1779. II. blz. 207—208, 291. 363—365.
5870.       " Missive van Commissaris van Lausbergen. met een memorie
door de Magistraat van Ceulen hem ter hand gesteld. houdende klagten over
de slechte kwaliteit der Hollandsche Zoutevisch.
                 10. 23 Dec.
N.R. 1471. Resol. St. Gen. blz. 941.
5871.   1780. Missive van den Minister Hogguer, met een lijst der vreem-
den Haring te Hamburg aangebragt; en aanraadende dit jaar een jager
derwaarts te senden.
                         N. R. 88. Resol. St. Gen. blz. 15.
5872.       // Rapport om nog voor dit jaar een praemie van vierhonderd
guldens te geeven voor elk schip ter Har ing va art in zee geloopen.
Stukken. 1780. blz. 322. N. R. 512.
5873.       // Requeste van verscheide eigenaars van de visschuiten te Vlaar-
dingen en Maassluis. ten einde moogen werden verklaard, dat gemelde scheepen
niet subject zijn aan de betaling van het last en veil geld.
Resol. St. Gen. blz. 577.
5874.   1781. Request voor Gecomm. der visscherijen van Vlaardingen en
Maassluis om voorsiening tot de visvangst op de Noordzee en IJsland;
en ophef van het embargo. Rapport.
          30 Mrt. N. R. 361, 500. 513. 527.
(1782) 351. 352, 377, 434. Stukken, 1781. I, 181—183. II, blz. 291—293.
Resol. St. Gen. 396, 473. (1782) 145. 428, 498.
Zaaken van Staat en Oorlog. Il, blz. 173, 256, 297. 299. \')•
5875.       ii Request van diverse kooplieden en commissionarissen hande-
lende op Duitschland en Vrankrijk, woouende te Rotterdam, om voorsiening
aangaande de in- en uitvoer van vreemde Zoutevisch. N.R 707.738.
Res. St. Gen. 275 , 317. Rapp. op de voorsz. requeste. Stukken, 1781. II, bl. 51.
5876.       \'/ Request der Gecomm. van de visserijen van Vlaavdiugen
en Maassluis tegen het versoek der voorsz. kooplieden.
                24 Aug.
N. R. 956, 1069, 1237.
5877.       " Missive van den secretaris Arbin. dat bij een reglement in
Deenemarken de visserijc en commercie op Groenland en IJsland inéén
gesmolten waren. Commissoriaal.
                              23 Aug. N. R. 947.
5878.       // Rapport en resolutie, waarbij den Heer Hop te Brussel werd
gelast met den Engelschen minister te spreeken om wederzijdschc visschers
ongemolesteerd te laten.
                                    Resol. St. Gen. blz. 333.
5879.       // Requeste van Gerlach, als gemachtigde van de Deensche
Haring-Compagnie, versoekende om. gedurende het verbod van deHariug-
visscherij dezer landen, desclve te moogen invoeren. vrij van belasting; en
rapport.
                                                     Resol. St. Gek. blz. 647, 734.
5880.       " Generaliteits rapport op de versoeken van F. van Vin te
Maassluis, om vreemden Haring te mogen invoeren, en van G. Gerlach te
Amsterdam, wegens de Deensche Altonasche Haring-Compagnie om vrijen
invoer der Haring en Zoutevisch, met vrijstelling van lastgelden en andere
kosten.
                      13 July. N.R. 778. Stukken, 1781. II, blz. 116.
\') Zaaken van Staat en Oorlog betreffende de Vereenigde Nederlanden. 1780—1787.
Amst., Joh. AUart. 1788—179S. 40 dm. gr. 80.
                                  B. R.
-ocr page 439-
NEDERLiNDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   405
5881.   A». 1781. Requeste van Gecomm. van de visscherij te Vlaardingen
en Maassluis verzoekende dat moge werden gepermitteerd, om op de Zou-
tcvisch en versche Cabeljaauw te mogen gaan visschen. Rapport en
resolutie.
                                                     Resol. St. Gen. blz. 1054, 1182.
5882.        » Resolutie der Staten van Zeeland, waarbij aan de ingesetenen
van Bergen op Zoom, gemeenschappelijk met die van Zeeland, vergund werd
op de Zeeuwsche stroomen te visschen (uitsluitend anchovisch en platvisch),
en wel bepaaldelijk van het Burgsche Hoofd af tot het einde van het Bathsche
land, en westwaarts van hetzelve hoofd tot aan de Kreek in Zuid-Beveland,
voor den tijd van zeven achtereenvolgende jaren.
                                24 Sept.
Not. v. d. St. v. Zeeland.
5883.       // Requesten vaii üecomm. der visserije te Maassluis, om geduu-
rende deesen oorlog hunne visschepen te moogen verkoopen en weer inkoopen;
met het prae-advis der Admiraliteit. Rapport en conclusie.
12Dec.N. R. 12S6. (1782) 85, 121. Resol.St. Gen. blz. 1388. (1783) blz. 4,93.
5884.   1782. tieneraliteits-rapport conform het prae-advis op diverse ver-
soeken tot verkoop van schepen en vleeten. behoorende tot de Groenland-
sche en Straat Davids visscherijen.
                    8 Maart. N. R. 138, 174.
Resol. St. Gen. blz. 175, 232, 273, 289.
5885.         ii Eenige kooplieden en deelgenooten bij de Haringvis-
scherij te Enkhuizen, leveren een request in aan de regeering der stad,
betreffende het sluiten van een verbond van koophandel met Noord-Amerika,
voornamelijk met het oog op den haringhandel.
                                    Maart.
Zie: Zaaleen van Slaat en Oorlog. V, bl. 109—111.
58S6. \'/ Missive van den Minister Hop met een ordonnantie betrek-
keiijk tot het vereischte om onder Keiserlijke vlag tot den Haring en
Aberdaanvangst te kunnen uitgaan. 29 Maart. N. R. 238. Rei. SI. Gen. blz. 246.
5887.        " Requeste van Leuthner, kennis geevende dat hij magtig ge-
worden is seeker manuscript van den Deenschen Prof. Scheid, handelende
over het different tusschen H. H. M. en Denemarken, over de visscherij in
de Noordzee; sig aanbiedende om hetselve over te zenden.
Resol. St. Gen. blz. 731.
5888.        // Resolutie der Staten van Zeeland, bepalende dat voortaan
voor de ansjovis-visscherijen, op de voor de Zeeuwen geresolveerde
streek, jaarlijks zal worden geloot.
                                         2 Mei, 25 Nov.
Bij resolutie van 7 Nov. 1795 voortaan ora de zeven jaren. Not. van de
St. v. Zeeland,
fol. 52.
5889.        » Te Enkhuizen wordt eene maatschappij van visscherij, koop-
vaardij en handel opgericht. Waarbij: Plan en conditiën.
                  28 Dec.
Zie: Zaaien van Slaat en Oorlog. X, bl. 213—221.
5890.        ii Acte van consent aan een Haringvisscher om met zijn
schip te moogen uitloopen. Bovenaan gemerkt met het jaar 1783. onderaan het
opgedrukte zegel der groote visscherij. Een dergelijke acte met het jaartal 1789.
B. R.
5891.        " Acte van consent en toelating van een ventjager met zijn
schip onder de buizen en haringsch epen. Bovenaan de afbeelding van
een buys met het jaartal 1783 en onder aan het zegel der groote visscherij in
het papier gedrukt, fol.
Een dergelijke acte met het jaartal 1789.                                            11. li.
5892.   1783. Resolutie van de Staten van Zeeland, houdende order, dat.
eene accurate kaart zou worden gemaakt, zoo van de aan de Bergsche
visschers geconcedeerde streek, als van de andere visscherijen, om daarvan
bij de eerstvolgende loting gebruik te maken. 2 Mei. Not. v. d. St. v. Zeeland.
-ocr page 440-
406                             LEGISLATION NEERLANDAISE DES PECHES.
5893.   A°. 1783. Resolutie hoedanige protectie te geeven aan de scheepen
van de groote visscherij.
                              25 Aug. Secr. Resol. blz. 355.
5894.       n Den griffier Fagel geauthoriseert aan de Ha ring visscherij
Engelsche pasporten uit te geven.
               Resol. St. Gen. blz. 546, 560.
5895.   1784. Resolutie van de Staten van Zeeland, houdende vergunning
aan alle visschers, ingezetenen der provincie zijnde, om zoo op de banken
van Yerseke, als op alle andere binnen de provincie, oesters te vangen.
Noi. v. d. St. v. Zeeland.                                                 25 Oct.
5896.   1785. Requeste voor de gcsamentlijke geinteresseerden in de Ha-
ringvaart van Holland en Westvriesland, om praemie voor de Haring-
schepen bij spoedige Resolutie. Commiss. 5 April. 885,4095. (1786)689,1131.
5897.       ii Missive der Admiraliteit op de Mase, om voorsicning tegen
de uitlovingen door William Cuningham, ontfanger-gcneraal van Ierland, aan
een schipper te Vlaardingen gedaan, voor die sig in Ierland op de Noord-
wester kusten van Donegal ter commercie, of speciaal ter visscherij willen
nederzetten.
                                   28 Sept. N. R. 2952. Stukken, 1785, V.
5898.       » Gedep. ter Generalitcyt te appuyeeren het versoek der Gecomm.
en geinteresseerden der groote en kleine visscherij en, tot ophef der verboden uit-
voer van versche en gezoutc visch, mitsgaders bokking, haring
en stok visch na de Oostenrijksche Nederlanden. N. R. 10. Berigt en ge-
permitteerd deselve naar Luykerland te mogen versenden.
        Resol. St. Gen.
blz. 15,19, 95,114,123,131,149, (1786) 42, 43, 73, 93,110, 227, 263, 558.
5899.       " Advis van gecomm. Raaden in beide quarticren op de requeste
van de staande wantvissers op de Zuyderzee en het IJ, om voorsiening
tegen hun bederf.
                 17 Dec. N. R. 5119. Stukken, 1786, VI. (12 blz.)
5900.       » Missive van den Heer Hop met copie van een memorie door
hem gepresenteert tot opheffing van het verbod tegen den invoer van La fa-
herdaan, en het provisioneel antwoord daarop. Resol. St. Gen. blz. 1358.
5901.   1786. Drie missives van den Minister Hop aan het hof van Brus-
sel, concerneerende het verbod van invoer van Aberdaan, en een aan de
Ambassadeurs van "Vrankrijk soo daaromtrent als wegens den invoer van
Haring in de Keyserlijkc erflanden. Memorien, rapport en resolutie daarop.
20 Jan. 10. 24 Febr. N. R. 212, 689, 1131.
Resol. St. Gen. 84, 111, 143, 166, 588.
5902.       » Requeste van Bailluw enz. van Middelharnis om voorsiening
aangaande den uitvoer van geep en gezoute spiering.
10, 23 Febr. N. R. 691, 827.
5903.       // Gedeput. van H. Ed. Gr. Mog. brengen een rapport uit over het
toestaan van eene praemie van ƒ 700 voor elk schip voor de Haringvis-
scherij.
                                                                                      10 Febr.
Zie: Zaaien van Staat en Oorlog. XXXI, blz. 167—168.
5904.       // Requeste voor de Gecomm. der Groenlandsche en Straat
Davids-visscherijen, om praemie. Met Rapport. 17 Mrt. N. R. 1219,1446.
5905.       // Missive van Burgemeesteren der stad Keulen over het ver-
senden van- Haring uit de Republiq na gemelde stad, met frandaleuze
merken, tegen de verdragen met de zcesteden.
        7 April. N. R. 1449.
Resol. St. Gen. blz. 363.
5906.       // Missive van den envoyé van der Goes, met een regie-
ment raakende de visscherij en Haringvangst in sommige districten van
Noorwegen.
         -                                                  28 April. N. R. 1741.
-ocr page 441-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   407
5907.   A°. 1786. Missive van den secretaris van der Eem te Weenen, over
de gerugten, dat er te Oostende eenige vaartuigen ter Haringvangst
souden worden uitgerust.
                                        28 April. N. R. 1796.
5908.       u Propositie der Leeden van de groote visscherij en resolutie
tot voorsiening bij placaat teegen het neemen van dienst in vreemde vissche-
rijen. Rapport. 2 Mey, 6 July. N. R. 1960, 2675. Resol. SI. Oen. 483.
5909.       /\' Renovatie-placaat van de Staaten Generaal tegen het nemen
van dienst in vreemde visscherijen.
                                                  3 Mey.
Gr. Place-boet. IX, 1310.
5910.       » Qedep. ter Generaliteit te dirigeeren, dat bij het arresteeren
der instructie van den envoyé van Haaften, na het hofte Weenen, hij teffens
geauthoriseerd worde om te cffectueeren de intrekking van het verbod van
invoer van visch en Haring in de Oostenrijksche Nederlanden. En missives
daarover van genoemden envoyé en den minister Hop.
                   19 Mey.
N. R. 2047, 2790, (1787), 3964, 6454.
5911.       ii Missive van den Heer van Haaften kennis geevende, dat de
Deenen instantiën deeden, om de Deensche Haring in de keiserlijke erf-
landen in te voeren en daartegen wijnen in betaling te nemen.
Resol. St. Oen. blz. 765.
5912.       // Vier missives van de Ambassadeurs in Vrankrijk concer-
neerende de Hollandsehe Haring en Zoutevisch, Commissoriaal. •
31 Mey. N. R. 2406.
5913.       // Advis noopens het visschen op deZuiderzee, met deconsi-
deratien van Amsterdam en Edam.
                           1 Juny. N. R. 2406.
5914.       // Drie missives van den envoyé var. Lijnden in Engeland, con-
cerneerende een bil wegens de Tarbot-visscherije; alsmede om de prikken
en schilpvis niet anders dan aan Engelsche scheepen toe te staan. 6 Julij.
N. R. 2660. Resol. St. Gen. blz. 281, 372, 404, 424.
5915.       /\' Requeste der boekhouders en rheeders van da Haringvis-
scherije te Catwijk en Noordwijk om praemie van 7U0 gis. voor iedere
schuit.
            16 Nov. N.R. 4413. (1787) 722, 780, 836. (1790) 840.
5916.       ii Resolutie tot een praemie aan de dienaars der justitie van
de Bailluage van Zuid-Holland, wegens een exploit tegens het beroven der
Graaflijkheids Zalmvissscherijen.
                       24 Bec. N.R. 5101.
5917.       ii Missive van den Heer Hop kennis geevende, dat de invoer
van Labberdaan in de Oostenrijksche Nederlanden, provisioneel was geac-
cordeert,
en van Haring langs de comptoiren van Lillo.
Resol. St. Oen. blz. 670, 1200.
5918.       ii Placaat, houdende verbod tegen het sleepend visschen
met twee aaneengehechte botters langs en door de Zuyderzee en het Ye.
Gr. Place-boek. IX, 1312.                                                    15 Dec.
5919.   1787. Missive van den Ambassadeur Lestevenon van Berkenrode,
dat door Vrankrijk eene praemie belooft is voor de gedroogde vis, door
Eranschen gevangen, en naar de eylanden onder den wind gebragt, terwijl
den impost op gelijke vis in die eylanden door vreemden gebragt, verhoogt
word.
                                                                     27 April. N. R. 2268.
5920.   1788. Missive van den Heer van Haaften met een tollijst te Weenen
uitgekomen, waarbij den invoer van Haring eenigsints werd bevoordeelt.
Resol. St. Oen. blz. 54.
5921.       >/ Request van Gecommitt. der Grocnlandsche en Straat
Davids- visscherij en, om het bepaalen van genoegsaamc praemie; en het
rapport van 7 April 1780 daaromtrent. Rapport en resolutie. 14 Maart.
N.R. 588, 787, 835, 1400, 1847.
-ocr page 442-
408                             LÉGISLATION NÉEBLANDAISE DES PÊCHES.
5922.   A°. 1788. Request van degeinteresseerdensindeHaringvaartom
praemie voor de Haringschepen over 1787 en 1788 tot 700 a 800 gis. per
schip. Rapport en resolutie. 27 Mrt. 5,17 April. N. R. 689, 788, 836.
Gr. Place-boek. IX , 1313.
5923.       » Publicatie van de Staaten van Holland , waarbij ten behoeven
van de Groenlands en Straat Davids-vaarders, alsmede de schepen
ter groote visscherije of Haringvaart uitloopende, voor twaalf jaaren
praemicn geaccordeert worden.
                                                 17 April. \'
Gr. Place-boek. IX , 1313.
5924.       // Als boven voor de ZouthariDg- en bocking-visscherij
en IJslandsche visscherij.
                                               9 April. 1789.
Gr. Place-boek. IX, 1314.
5925.       » Request en resolutie op de praemie voor de IJslandsche
visserije.
                                   30 Juny. N. R. 1241, 1403. (1789) 351.
Gr. Place-boek. IX, 1314.
5926.   1789. Placaat van de Staten van Zeeland, waarbij, ouder renovatie
der publicatien van 30 Maart 1722 en 29 Junij 1775, het rooven vanzaad-
mosselen en oesters van de banken en stroomen der provincie, om ze
naar elders te vervoeren, strengelijk verboden wordt, evenzoo het aanleggen
van nieuwe oester- of mossel-banken, zonder speciaal verlof. 20 April.
Nol. van de St. v. Zeeland, fol. 208.
5927 ii Waarschuwinge van Heeren Gedeputeerden van de groote
visscherij, teegens het kerven van want, het beschadigen van malkanderen
en verhi»deren speciaiijk in Diep water; alsmede het onbehoorlijk visschen
onder de Engelschen, en het kwalijk bejegenen derzelven. Gedaan binnen
Delft, 2 Mei 1789. Te Delft, gedrukt by Casper van Graauwenhaan & Zoon.
1789. Gr. fol.
                                                                                  B. R.
5928.       « Waarschuwinge van Heeren Gedeputeerden der groote vis-
schery, tegens \'tonderhuuren van \'t volk, en het in zee gaan met te
weinig manschap. Gedaan te Delft, 2 Mei 1789. Te Delft, gedruckt by
Casper van Graauwenhaan & Zoon. 1789. Gr. fol.
                           B.R.
5929.       ii Waarschuwinge van Heeren Gedeputeerden van de groote
visscherij, teegens het verkoopen van zout, want, tonnen, en het
drijven van eenigerley koophandel op Hitland enz. Gedaan binnen Delft, 2
Mei 1789. Te Delft, gedruckt bij Caspar van Graauwenhaan & Zoon. 1789.
Gr. fol.
                                                                                            B. R.
5930.       ii Ordonnantie van Heeren Gedeputeerden van de groote vis-
scherij, op de vent-jageryc. Gedaan binnen Delft, 2 Mei 1789. Te Delft,
gedrukt bij Caspar van Graauwenhaan & Zoon. 1789. Gr. fol. B. R.
5931.       ii Waarschuwinge van Heeren Gedeputeerden, wegens het inbren-
gen van steurharing door de Haringbuysen. Gedaan binnen Delft, 2 Mei
1789. Te Delft, gedrukt bij Caspar van Graauwenhaan & Zoon. 1789. FoL B. R.
5932.       /\' Waarschuwing van Heeren Gedeputeerden van de groote
visscherij van Holland en West "Vriesland tot naleving van art. 3 en 4
van het Placcaat van 20 Mei 1629. Gedaan binnen Delft 2 Mei 1789. Te
Delft, bij Casper van Graauwenhaan & Zoon. Fol.
                             B. R.
5933.       n Seynen waarna de convoy-schepen van den Haringvaart
en groote visscherye in Holland en West-Vriesland haar in zee zullen moeten
gedragen. Gedaan bij de Heeren Penningmeesteren van de groote visscherye.
2 Mei 1789. Fol.
                                                                              B.R.
5934.       // Ordonnantie vau Heeren Gedeputeerden, waarna de Ker-
vers en Doggevaarders zich met het inbrengen van Haring zullen moeten
gedragen. Gedaan binnen Delft, 2 Mei 1789. Te Delft, gedrukt bij Caspar
van Graauwenhaan & Zoon. 1789. Fol.
                                            B.R.
-ocr page 443-
NEDEBXANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHEBIJEN.                   409
5935.   A°. 1789. Waarschouwinge van Heeren Gedeputeerden teegen het
geeven van toegiften bij het verkoopen van vers-haring, en de gevolgen
van dien. Gedaan binnen Delft. 2 Mei 1789. Te Delft, gedrukt bij Caspar
van Graauwenhaan & Zoon. 1789. Pol.
                                            B. R.
5936.       ti Waarschouwinge van Heeren Gedeputeerden teegens het niet
na behooren behandelen, zouten, sonderen en leggen van den Haring door de
Stierluiden, mitsgaders tegen het niet behoorlijk keuren en branden van den
Haring door de keurmeesters, ophoogers en pakkers. Gedaan binnen Delft,
2 Mei 1789. Te Delft, gedrukt bij Caspar van üraauwenhaau & Zoon.
1789. Fol.
                                                                                       B. R.
5937.       ii Waarschouwinge van Heeren Gedeputeerden teegens het van
de neeringe na huys-zeylen der Buis en en Haringscheepen, geduurende
den tijd der vent-jagerije. Gedaan binnen Delft, 2 Mei 1789. Te Delft,
gedrukt bij Caspar van Graauwenhaan & Zoon. 1789. Fol.
              B. R.
5938.      « Waarschouwinge van Heeren Gedeputeerden teegens het over-
pakken en verzenden van den Ylen Haring in klein vaatwerk, tenzij
behoorlijk gemerkt en gebrand. Gedaan binnen Delft, 2 Mei 1789. Te Delft,
gedrukt bij Caspar van Graauwenhaan & Zoon. 1789. Fol.
               B. R.
5939.       // Waarschouwinge van Heeren Gedeputeerden teegens het sepa-
raat leggen van Hom-haring in tonnen en half vaten. Gedaan binnen
Delft, 2 Mei 1789. Te Delft, bij Caspar van Graauwenhaan & Zoon. 1789. Fol.
B. R.
5940.       » Waarschouwinge van Heeren Gedeputeerden wegens den tyd
van uytvaaren der scheepen ter Haringvangst in \'t najaar. Gedaan binnen
Delft, 2 Mei 1789. Te Delft, bij Caspar van Graauwenhaan & Zoon. 1789. Fol.
B. R.
5941.       ii Resolutie van de Staten van Zeeland, houdende authorisatie
aan Gecomrn. Raden om aan de ingesetenen van Bruinisse. zich met visschen
generende, voor een zekere termijn van jaren, (7) permissie te verleenen,
met seclusie van alle andere ingesetenen, oesters, zaad- en ventmos-
selen te visschen aan de banken en platen onder Bommenede. Ouwerkerk
en Stavenisse.
                                                                 13 Mei, 10 Junij.
Not. van de St. v. Zeeland, fol. 3.
5942.       // Gerenoveert het plaeaat van 17 April 1715, op het versen-
den van den Haring na de Weeser en Elve.
          18 Mey. N. R. 487.
Gr. Place-boek. IX, 1315.
5943.       // Request van J. Bogant, cum suis, om verbod der invoer van
vis hoekers, van buiten deese provincie.
               30 Oct. N. R. 1016.
5944.       // Requeste van de Gecomm. der visacherije van Vlaardingen,
Maassluijs en Zierikzee, versoekende voorsiening in de belemmeringen, welke
in de naburige landen aan den uitvoer van versene en gezouten visch,
haring en oesters wierd tocgebragt.
Resol. St. Gen. bl. 735, 738, (1792), 650
5945.       // Rapport tot een praemie van twee honderd guldens van 1791
tot 1794 per schip of schuyt van voorschreven plaatsen (Catwijk, Noordwijk,
Scheveningen) en op alle dorpen aan de Noordzee, in gelijk geval tot de
Zoutharing- en Bokking-visserijen in de Noordzee geëmploijeerd.
3 Dec. N. R. 1049.
5946.   1792. Vrijdom van visscherij voor drie jaren geprolongoert.
Resol. St. Gen. 506, 560, 658, 688, 763, 951, 973, 974.
5947.  A°. 1793. Requeste van de gesaamentlijke geintcresseerden van de vis-
scherij in de Noordzee en op IJsland, verzoekende dat H. H. M., die voor-
siening gelieven te doen, dat door \'s Lands scheepen niet genomen worden
eenige Fransehe visschorsscheopen, zoolang de Fransche oorlogsehcpon of kapers
de flollandsche en Zceuwsche vischhoekers ongemoeid laten. Rapport en
resolutie.
                                                     Resol. St. Gen. bl. 413, 434.
-ocr page 444-
410                             LÉGISLATION NÉEKLANDAISE DES PÊCHES.
b. 1795-1813.
Verzameling van proclamatiën, publicaticn, enz. van de
Nationale Vergadering, het Staatsbewind der Bataafsche Republiek
en den Koning van Holland. 1795—1810. In den Haag, ter \'s Lands-
drukkerij. 15 dln. gr. 8».
                         K. B. \'s G. — B. R. R. L.
Decrccten der Nationale Vergadering, represonteerende het
volk van Nederland. (Maart) 1790—(Jan.) 1798. In den Haag, ter
\'s Landsdrukkerij. 1790—1798. 23 dln. gr. 8». K.B.\'sG.—B.R.
------der Constitueer en de Vergadering. 1798 (Jan.—Mei). In
den Haag, ter \'s Landsdrukkerij. 1798. 5 dln. 8<>. K.B.\'sG. B.B.
------ van het intermediair wetgevend ligchaam des Bataaf-
schen volks. 1798 (Junij en Julij). In den Haag, ter \'s Landsdruk-
kerij. 1798. 2 dln. 8».
                                  K.B.\'sG. —B. R.
Besluiten der Eerste Kamer van het vertegenwoordigend ligchaam
des Bataafsehen volks. Augustus 1798 — Sept. 1801. In den Haag,
ter \'s Landsdrukkerij. 1798—1801. 3S dln. 8°. Met bladwijzer.
K. B. \'s G. B. R.
Besluiten van de T w e e d e K a m e r en decreeten van het vertegen-
woordigend ligchaam des Bataafsehen volks. Aug. 1798 — Sept. 1801.
In den Haag, ter \'s Landsdrukkerij. 1798—1801. 38 dln. 8°. Met blad-
wijzer.
                                                                 K.B.\'sG.—B.R.
Notulen van het Staatsbewind der Bataafsche Republiek. 17
Oct. 1801 tot 9 Junij 1806. Met index. 17 dln. folio. K.B.\'sG.—B.R.
Besluiten van het Departementaal Bestuur van Holland: Van
21 Junij 1802 — 31 Dec. 1800. 7 dln. folio. K. B.\'s G.-B. R.
Notulen van het Departementaal bestuur van Zeeland, van 21
Junij 1802-16 Mei 1807. 11 dln. fol.
                 Archief v. Zeeland.
Resolutien van H.H. Mogende vertegenwoordigende hetBataafsch
Gemeenebest. 15 Mey 1805—1808. 4 dln. folio. K.B.\'sG.
Decreet en en besluiten van Z. M. den Koning van Holland, van
9 Junij 1806—1808. 10 dln. folio.
                                        B. R.
Register op de Decreeten van Z. M. den Koning van Holland,
bevattende den zakeüjken inhoud van al Ifet merkwaardige, \'t welk
daarbij is besloten en vastgesteld. 6 Junij 1806 — 3ü Maart 1810.
Amsterd., J. Allart. 1806—1810. 13 dln. gr. 8°.
           K.B.\'sG.
Fortuijn, (C. J.) Verzameling van wetten, besluiten, en andere regts-
bronnen van ïYanschen oorsprong. Amsterd., Joh. Muller. 1841.
3 dln. gr. 8<>.
                                            K. B. \'s G. B. R. L.
Poll. (J. van de) Verzameling van vaderlandsche wetten en besluiten,
uitgevaardigd sedert 22 Jan. 1798 tot 10 Julij 1810. Amsterd.. Joh.
Muller. 1840. gr. 8<>.
                                 K. B. \'s G. —B. R. L.
Rondonneau, (L.) Collection des lois francaises, actuellement en figueur
dans 1\'empire et déclaróes, par les décrets des 22 Juin et 8 Novembre
1810, 6 Janv. et 19 Avril 1811, exécutoires dans les départemens de.
la Hollande, et autres réunis a la France depuis 1810. Mises en
ordre, et conférées entre elles par L. Rondonneau. Paris, Imprimerie
d\'Angé Clo. 1811. 6 dln. gr. 8<>.
                   K. B.\'s G.-B. R. I.
Verzameling van Wetten vau Z. M. den Koning van Holland,
mitsgaders publicatiën, decreten. besluiten en notificatiën van Hoogst-
deszelfs Ministers. Amsterd., Joh. Allart. 1809—1810. 8 dln. 8<>. B.R.
-ocr page 445-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                 411
5948. A°. 1795. Publicatie op het vissen in de rivieren, meeren en
binnenwateren. 18 Augustus. In den Haag, ter Landsdrukkerij. 1795. 80.
5919. /\' Resolutie waarbij het plakkaat van 5 Mei 1790 ter begun-
sliging der groote visscherij en Ha ring vaart wordt geprolongeerd. 20 Nov.
Notulen v. d. SI. Gen. bl. 2372. [Zie No. 5747, 5748.]
5950.   1796. Ncderlandsehc visschers door de Engclsclie niet gemolesteerd
wordende, gelijk gebod omtrent hunne visschers gedecrctccrd. 27 April.
Deereeien d. Nat. Vergad. II, bl. 584.
5951.        * Requeste van het Haring en Viskopers-Collegie te Enk-
huizen, versoekende, dat de Haring niet begrepen is onder de vivres, waarbij
bij uitvoer cautie moet worden gesteld. Met (gunstig) antwoord. 2 en 12 Aug.
Deereeien d. Nat. Vergad. VI, bl. 27, 229.
5952.   1797. Publicatie tot het tegengaan der frauden gepleegd wordende
door zijdsche bommen en pinken.
                                                  29 Sept.
Verzam. v. proclam., public, enz.
5953.   1798. Missive van den Raad der stad Heusden, verzoekende ecnigc
alteratie in de publicatie van 18 Aug. 1795, nopens de visscherijen binnen
dit gewest.
                                                                  16 Pehr. 26, 29 Maart.
Deereeien d. Conti. Vergad. II, bl. 325. III, bl. 550, 638.
5954.        // Request van boekhouders en reeders in versche Haring
of bokking, te Catwijk en Noordwijk aan Zee, om een praemio voor iedere
schuit die van daar ter Haring vaart mogt worden uitgerust. 22 Mey.
Deereeien d. Conti. Vergad. V , bl. 424.
5955.        " Publicatie wegens de schippers, visschers en lootslieden, welke
zich tegens de requisitie, zo van hun persoon, schepen of vaartuigen, ten
dienste van den lande verzetten.
                                                            4 Julij.
Verzam. v. proclam., public, enz.
5956.        // Arrêté du Directoire exécutif concernant la police du droit de
pêche.
                                                                                                      16 July.
Buil. d. lois. No. 213. Rondonneau, Coll. tl. lois franc. III, 524. (Ver-
gelijk III, 452.)
5957.        " Verzoek van A. van den Hartog, aan het Uitvoerend Bewind,
om verklaring, dat het recht van de visscherij onder Lexmond, en andere
heerlijke rechten, niet zijn vallende in de termen van art. 25 der Staatsregeling.
Besluiten der Ie Kamer. Nov., blz. 24. (1799) Mei, blz. 399.
5958.        // Verzoek van het Comitté tot de zaaken van de groote vis-
scherij, om een nieuwe reorganisatie van hetzelve, volgens het exteerend
reglement. Nadere redactie van een concept-besluit goedgekeurd.
Besluiten der lo Kamer. Nov. bl. 151, 572, 808, 1008.
5959.        " Commissoriaal het verzoek van het bestuur van Friesland, om
informatie relatief het recht der ingezetenen van te mogen visschen in de
vaart van Leeuwarden op Bolsward, en in Littenderzyl. Kapport en decreet.
Besluiten der lo Kamer. (1798) Nov. bl. 1026, 12S2. (1799) Maart, bl.
851, 1382. April, bl. 167. July, bl. 734. Nov. bl. 617, 741, 896.
5960.       « Publicatie, waarbij het Committé tot de groote visscherij
wordt verklaard te zijn Provisioneel Committé tot de Groote Visscherij der
Bataafsche republiek. Uitgeg. ter Staatsdrukkerij. \'sHage. 8». 20 Nov.
Verzam. v. proclam., public., enz.
5961.        " Commissoriaal het verzoek van het Bestuur van Bataafsch
Braband. dat op het stuk der visscherijen, zekere en algemeene bepalingen
mogen worden gemaakt, tot voorkoming van een totaalen ondergang der vis-
scherijen. Rapport en declinatoir besluit.
Besluiten der Kamer. Nov. bl. 514. Dec. bl. 104.
-ocr page 446-
LEGISLATION NÉERLAKDAISE DES PECÜES.
412
5962.   A°. 1799. Commissoriaal het verzoek van L. Kruininger e. s. pachters
van de vaart tusschen Vlaardingen en Sluis en vandaar naar Schipluiden, om
tot 1 Mey a. s. in gemelde wateren te mogeii visschen. — Gelijk verzoek van
ceuigo visschers te Nieuwerkerk en van J. Kleynenberg c. s. te Leyden. Rap-
porten en besluiten.
                                                           ïebr., Maart, April.
Besluiten der Ie Kamer. 1\'ebr. bl. 829, Maart, bl. 38, 43, 375, 4354 892.
April, bl. 2. Besluiten der 2o Kamer. Maart, blz. 32. Decreet van weigering.
Maart, bl. 116, 380.
5963.       // Missive van het Bestuur van Zeeland aan het Uitvoerend Bewind
daarnevens zendende een concept-publieatie, relatief het verpachten van zekere
Oesterbanken, gelegen onder de wal van Jerseke en Wemeldinge. Besluit
en sanctie.
Besluiten der Ie Kamer. Maart, bl. 863; Sept. bl. 134, 283, 499.
Oct. bl. 2, 174.
5961. ii Request van H. Springeling te Bergen op Zoom, zich bekla-
gende over den bailluw van ïholcn, welke hem als eygenaar van zekere
visscherij, van deszelfs eygendom had ontzet, verzoekende herstel en schade-
vergoeding .
Besluiten der Kamer. April, bl. 894. J)ee. bl. 741.
5965.        ii Commiss. de requeste van Egmond aan Zee, zich bekla-
gende over de bezwarende impositien, welke binnen Amstcldam van de
inkomende visch worden geheven, verzoekende daaromtrent voorziening.
Besluiten der Kamer. Jnnij , bl. 829, Aug. 137.
5966.      /\' Verzoek aan het Uitvoerend Bewind van Effen, de Groot & Cio;
en J. A. Klahn, te Amsterdam, om voorsiening tot instandhouding der
Haaring-visscherij, en tot bevordering dier tak van negotie.
Besluiten der Ie Kamer. July, bl. 1171. Mee. bl. 143, 322, 507.
5967.        ii Verzoek aan het Uitvoerend Bewind van het provisioneel Com-
mitté van de groote visscherij, dat mag worden gedecreteerd, dat geen
vreemden Haring binnen deze republiek zal mogen worden gehavend,
gewasschen, overgepakt of opgehoogd, alsmede dat geen Harderwijksche of
zogenaamde panharing gekaakt, of tot pekelharing zal mogen worden
gemaakt.
Besluiten der lo Kamer. Aug. bl. 364.
5968.        n Verzoek van P. Luik c. s. te Bruinisse, om continuatie der
permissie, ten einde met seclusie van alle anderen, de oester- en mossel-
vangst aan de banken onder Bommenede te mogen exerceeren.
Besluiten der lo Kamer. Aug. bl. 70.
5969.        " Commissoriaal het verzoek van Catwijk aan Zee, om voor-
siening tot onderstand en schadeloosstelling in den dringensten nood van
derselver visschers, vermids in deze tijdsomstandigheden geen visscherij in
de Noordzee wordt geduld. Rapport, enz. gerejecteerd.
Besluiten der Ie Kamer. Aug., bl. 114G. Sept., bl. 48, 124, 198, 390,
598, 708. Oct., bl. 4, 345, 447.
5970.        " Decreet van het Bewind der Bataafsche Republiek, waarbij
werd verstaan, dat de publicatie van 1 Nov. (25 Oct.) 1781, (Zie No. 5895)
in haar geheel gelaten wordt, met dien verstande echter, dat voortaan alle
Bataafsche Burgers van die vrijheid zouden mogen gebruik maken; dat
echter de termijn tot het visschen van oesters gesteld, tot drie maanden
\'sjaars wordt verkort. 1 Oct. lot Ull<>. Dcc.
Verzam. van proclam., public, enz. v. d. Poll, Vadert, wetten, bl. 138.
Ingetrokken en buiten effect gesteld bij publicatie van 3 .Tan. 1805. Not. v. k.
Uepart. best. v. Zeeland,
lol. 2. Besluiten van de 2o Kamer. Sept., bl. 316,
369. (Decreet), bl. 428. Oct., bl. 68.
-ocr page 447-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    41 3
5971.   A.°. 1799. Publicatie verbiedende. bij provisie voor den tijd van vijftien
jaaren, den uitvoer van lompen, vischwant, enz.
                            25 Oct.
Verzam. v. proclam., public, enz.
5972.       // Publicatie concerneerende het reglement op het jagen, vogelen
en visschen.
                                                                                           28 Oct.
Vernam, v. proclam., public, enz.
5973.       ii Commissoriaal de   missive van het Depart. bestuur van de
Eems, daarbij inzendende copión
   van alle de stukken, als ter voorkoming
van het bederf der visscherijen,
   tot heden toe in gemeld departement in
gebruik zijn.
Besluiten der Ie Kamer. Dec. bl. 47.
5974.   1800. Commissoriaal de requestc van G. Croll. c.s. te Enkhuizen,
daarbij te kennen gevende, eenige Haar ing op de Zuiderzee gevangen, te
hebben ingelegd, verzoekende dezelve tot een proef vrij in de departementen
te mogen verzenden.
Besluiten der Ie Kamer. Jan. bl. 60.
5975.        ii Verzoek van K. van Rosscm, c.s. te Vlaardingen, om ver-
klaaring dat de visch, met de vishoeker de Jonge Jan aangebragt, niet valt
in de termen van zeker placaat op de inkomende rechten van visch en
vreemd vaatwerk.
Besluiten der Ie Kamer. Jan. bl. 426.
5976.        ii Rapporten van de Commissiën belast met het onderzoek van
de „Concept-artikelen van de gencraalc ordonnantie, en maatregelen concer-
neerende het vangen, zouten, havenen, keuren, enz. van den Haring. 78,
24 en 75 blz. 8».
Besluiten der Ie Kamer. 21 Julij , 24 Sept. (1801) 12 Junij.
5977.        " Publicatie, houdende verbod tegen het wasschen enz. van
vreemde haring en het kaken en inzouten van panharing. 30 Mei
1800. \'sHagc. Landsdrukkery. 8°.
Verzam. v. proclam., public, enz. — v. d. Poll, Vadert, wetten, bl. 154.
5978.   1801. Publicatie houdende ordonnanticu en maatregelen. concer-
neerende het vangen, zouten, havenen. keuren, pakken. ophoogen en leggen
van den Haring, het wand, formulieren van ceden, enz. Gearresteerd. 28 Julij.
Verzam. v. proclam., public, enz. — v. cl. Poll. Vadert, wetten, bl. 162—203.
5979.        n Commiss. het verzoek van het Committé van de groote vis-
scherij om continuatie van den vrijdom der lasten, geaccordeerd 9 Mey 1750.
Not. v. h. Staaisbewind.              17 Nov. No. 20; 15 Dec. No\', lóa.
5980.        ii Commiss. het verzoek van het Committé van de groote visscherij
om subsidie van ƒ3000, en om praemie voor de schepen, uitvarende ter
Haringvangst.
           11 Dec. No. 36; 21 Deo. No. 40; 8 Jan. 1802. No. 11.
15 Jan. 1802. No. 29; 9 Mrt. No. 5: 30 Mrt. No. 62 ; 13 April.
No. \\U. 22 April. No. 87; 30 April. No. 6; 22 Mrt. 1803. No. 28.
Not. v. h. Staatsbewind.
5981.        ii Instructie voor den Commissaris van het Committé tot de
zaken van de groote visscherij.
                                                   22 Dec. 1801.
Not. v. h. Uitvoer. Bewind d. Bat. republiek, bl. 335.
5982.   1802. Commiss. de requeste van Gecomm. der Groenlandsche
visscherij om voor ieder schip in 1798 door de Engelschen genomen. een som
van/5000 te accordeeren. en praemie voor het vervolg. 8 Febr. No. 49a;
23 Febr. No. 24; 8 Mrt. No. 59; 14 Mrt. 1803. No. 44; 18 Mrt. No. 728.
Nol v. h. Staaisbewind.
-ocr page 448-
LÉGISLATION NEKRLANDAISE DES PÊCHES.
414
5983.   A°. 1802. Commiss. de requeste van Gecomm. van de kleine of
IJslandsche Cabeljauwvisscherij te Vlaardingen en Maassluis, om
praemie van ƒ800 voor ieder schip. 8 Febr. No. 49c; 23 Febr. No. 25 ; 8 Mrt.
No. 6; 23 Mrt. No. 7; 2 April No. 56; 22 April No. 4; 12 Mei.
1803. No. 35; 24 Mei No. 14; 26 Mei No. 38; 23 Junij No. 4.
Nol. v. h. Staatsbewind.
5984.        /\' Publicatie houdende bepaling van zeker inkomend recht op
den invoer van oesters.
                                                                       16 Pebr.
Verzam. v. proclam., public, enz.
5985.        " Extrait de la loi relative aux contributions indirectes de 1\'an
XI. (1803). Bulletin des lois. N°. 187: Admiuistration forcstière; de la pêche, etc.
Rondonneau, Coll. d. lois franc. III , 529.
5980. // Commiss. de requeste van de Municipaliteit te Maassluis om
subsidie van ƒ12000 voor de groote visscherij.
         16 Mrt. No. 74; 26 Mrt.
No. 72; 22 Mrt. No. 52; 13 Mey, No. 20a; 17 Mei, No. 15; 21 Mey, No. 59a.
Nol. v. />. Staatsbewind.
5987.        " Commiss. de voordracht tot renovatie van het verbod tegen
het bouwen en uitrusten van vischhoekers, ten behoeve van vreemde
natiën.
                                           23 Mrt. No. 8; 30 Mrt. No. 60; 2 April No. 5.
Nol. v. h. Staatsbewind.
5988.        " Publicatie houdende verbod van, ten behoeve van uitheemsche
natiën, hier te lande te mogen bouwen visch hoekers met bunnen. 22 April.
Verzam. v. proclam., public, enz. — v. d. Poll. Vaderl. wetten, bl. 232.
5989.        u Publicatie van het Staatsbewind der Bataafsche Republiek,
houdende nadere explicatie dor publicatie wegens het bouwen en uitrusten
van visch hoekers enz. Gearresteerd.
                                              22 April.
v. d. Poll. Vaderl. wetten, bl. 232.
5990.        " Commiss. het verzoek der rhecders van de versch-haring-
schuiten te Katwijk, Noordwijk en Egmond aan Zee, om een praemie uit \'s lands
kasse van ƒ400 voor elke schuit. 22 April, No. 56; 13 Mei, No. 4; 15 Nov.
No. 6; 27 Jan. 1803. No. 2. ƒ500 verleend. 7 April,
No. 27; 17 Mei, No. 1; 23 Mei, No. 58 ; 23 Junij, No. 5.
Not. v. h. Staatsbewind.
5991.        » Requesten van Mannekus. Beijer, Steur en L. Hogendijk,
A. de Jongh. W. Beek e. a. om ter Korf of Doggevaart te navigeren.
21 Mei,No. 16.17; 31 Mei, No. 4, 25 , 30: 4 Junij . No. 40; 14 Junij ,
No. 45. 23 Junij. 1803. No. 27 ; 5 Julij, No. 4»; 7 Julij , No. 50a.
Nol. v. h. Staatsbewind
5992.        ii Gehomologeerd de gecontinueerde verpachting der visscherij
in de gracht van de vesting Brielle.
                                        21 Junij, No. 39.
Not. v. h. Staatsbewind.
5993.       ii Authorisatie op het Gedep. bestuur van Holland, om aan D. Dura
te permitteeren, het plaatsen ecner zalm steek in de rivier de Maas, en
het admitteeren van cene nieuwe zalmvisseherij in de Maas. 28 Junij , No. 21.
Nol. v. h. Staatsbewind,
5994.        // Commiss. de adsignatie, door ingezeetenen van Cabo de Goede
Hoop ingezonden, ten behoeve der verarmde, visschers. 2 Aug. No. 21; 30
Not. v. h. Staatsbewind.                  Aug. No. 24. 17 Pebr. 1806. No. 2a.
Decreeten v. d. Koning v. Holland. 8 Oct. 1807. No. 54; 19 Nov. No. 26.
5995.        /\' Requeste van het Gemeentebestuur van Bergen-op-Zoom, om per-
missie voor hunne ingezetenen, om op de Zeeuwsche stroomen te mogen visschen.
Nol. v. h. Staatsbewind.                                              23 Sept. No. 13.
-ocr page 449-
NEDEE.LANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    415
5996.   A°. 1802. Rcqueste van reeders te Vlaardingen en Maassluis, om
representatie te doen bij het Fransch gouvernement, nopens de belasting
op de viscii.
                                                      1 Oct. No. 21; 11 Oct. No. 5.
Not. v. h. Slaalsbewind.
5997.        " Missive van Thesaurier Gen\', en Raden van Finantiën, om con-
sideratien en advis op de rcqueste van de geoctroycerde Afrieaansclie Vis-
scherij "Sociëteit, verzoekende dat de schepen, voor dezelve sociëteit
uitgaande, moge worden vrijgesteld van den impost, van de door dezelve op
reis mee te nemen consumptive middelen.
22 Dec. N». 2; 28 Dec. No. 5. Rapport 29 Mei 1804 No. 1; 27 Nov. No. 18.
Besluiten e. h. deparl. best. v. Holland.
5998.   1803. Publicatie waarbij oene premie wordt verleend tot aanmoe-
diging van de groote visscherij voor 12 jaren.
                                    27 Jan.
Verzam. aan proclam., publ., enz.
5999.        H \' Reglement van het Departementaal bestuur van Utrecht op
de visscherij in de rivieren.
                                                                  23 Febr.
Utr. Placc.-boei. Vervolg. II, blz. 617.
6000.        " Missive van \'t Gemeentebestuur van Woudrichem, inzendende
de requeste aan hen gepracsenteerd door Commissarissen der visscherijen dier-
selve stad, verzoekende intrekking van het verbod tegens het visschen in de
maanden Maart, April en Mcy.
Besluiten v. h. deparl. best. v. Holland. 8 Maart No. 10.
6001.        " Loi qui prohibe la pêche dite Pêche auxboeufs ou a la
drége, et la pêche au gangui.
                                                              12 Mars.
Bulletin des lois No. 260. Rondonneau, Coll. d. lois franc. V , 94.
Forlui/n, Vers. v. wetten. II, bl. 230.
6002.        ii De praemie van/50,— per quardeel traan toegestaan aan
schepen tot de Groenlandsche en Straat Davidsche visscherijo uitgevaren.
Not. v. h. Staatsbewind.                                                 22 Maart N°. 8.
6003.        // Het Committé tot de groote visscherij aangeschreven, oin maat-
regelen te nemen, dat provisioneel geen IIaringschepen uitloopen.
Nol. v. h. Staatsbewind.                                                6 Junij N°. 37a.
Besluiten v. h. deparl. best. v. Holland. 28 Junij No. 3; 5 Julij No. 2;
8 Julij No. 4.
6004.        ii Commiss. de missive van het Committé tot de groote vis-
scherij over het vangen van Haring door Doggevaarders of Kervers. en
request van P. Kruyf en zn., om haring te mogen vangen.
14 Junij No. 34. 5 Julij No. \\a. 7 Julij N°. 50a.
Not. v. h. Staatsbewind.
6005.        " Den Raad der Marine aangeschreven, om orders te stellen,
dat geene visscherspinken uitvaren, en om te dienen van consideratien
en advis om de vischvangst zonder gevaar te kunnen exerceeren. ook ten
opzigte van Engeland. 25 Junij No. 1; 30 Junij No. 2a; 25 Junij No. 2;
28 Junij No. 7; 5 Julij No. 4a; 7 Julij No. 29, 50a; 18 Julij No. 25; 19
Julij No. 9; 21 Julij. No. 6; 28 Julij No. 2; 5 Aug. N0. 5.
Not. v. h. Slaalsbewind.
6006.        h Commiss. de voordragt om aan C. Hartsen, Directeur van
het Groenlandsch schip Hollandia. praemie te accordeeren.
20 Julij No. 11; geaccordeert 7 Julij No. 34.
Not. v. h. Staatsbewind.
6007.        ii Commiss. het request van E. Hoppinga om vreemde
haring te mogen verkoopen.
                  28 Julij No. 24; 8 Aug. No. 10a.
Gedecimeerd 15 Aug. No. 24; 18 Aug. No. 28; 8 Sept. No. 22; 18 Oct. No. 1.
Not. v. h. Staatsbewind.
-ocr page 450-
416                            LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PECHES.
6008.  A°. 1803. Uittegeven met Nihil Me het request van T. Brobbel c. s.
te Vlaardingen om renovatie der plakkaten, nopens het verkoopen en hier
te lande inbrengen van genomen vischschepen.
4 Aug. No. 31; 14 Oct. No. 4; 25 Oct. No. 30. Publicatie 7 Nov. 6.
Not. v. h. Staatsbewind. Verzam. v. proclam., public, enz.
6009.        ii Missive van \'t Gemeentebestuur van Egmond aan Zee, hou-
dende rapport van de handelingen van een stuurman, die met zijn visschers-
pink een schip had binnen gelootst.
Besluite» v. h. depart. best. v. Holland. 4 Aug. No. 6- 16 Aug. No. 14;
23 Aug. No. 15.
6010.        ii Commiss. het request van visschersvrouwen, wier mannen in
Engeland zijn gevangen, om voorsiening in derselver ontslag. 11 Aug. No. 22.
Démarches te doen tot ontslag.
15 Aug. No. 3; 11 Oct. No. 21; 21 Oct. No. 4; 25 Oct. No. 1; 4 Deo. 1804. No. 14.
Not. v. h. Staatsbewind.
6011.        ii Commiss. de missive van den Baad der Marine, nopens het
nemen van vier visschers schuiten van Veere door de Engelschen, en om
maatregelen deswcgens te nemen.
         12 Aug. N°. 2; 11 Nov. 1; 15 Dec.
N°. 26; 23 Dec. N °. 4. Missive betreffende hetzelfde onderwerp van het depart.
bestuur van Vriesland. 10 Jan. 1804. No. 10; 27 Jan. No. 1.
Not. v. h. Staatsbewind.
6012.        ii Commiss. de missive van Gecomm. uit het depart. bestuur
van Braband, over het arresteeren van visschers van Bergen op Zoom door
den Baljuw van Tholen. 26 Aug. No. 20. 13 Oct. No. 7. Missive van den
Raad van Tholen. 6 Febr. 1804, No. 41; 14 Febr. No. 25; van het depart.
bestuur v. Braband en van Zeeland 7 Febr. No. 8; 9 Febr. No. 11; 10; 26
Not. v. h. Staatsbewind.                       Junij No. 5; 28 Junij No. 24.
6013.        " Commiss. het request van rheeders van Haring-schepen
te Vlaardingen, Maassluis. Delfshaven, Zwartewaal, Enckhuisen en de Rijp,
om dedommagement voor het uitrusten van schepen.
16 Sept. No. 32; 3 Nov. No. 17; 29 Nov. No. 28«; 19 Dec. No. 5.
Not. v. h. Staatsbewind.
6014.        // Geapprobecrd het verrigte door den Raad van Marine, nopens
het in verzekerde bewaring brengen der visscherspinken langs de Hol-
landsche kust. 11 Oct. No. 14. Bezwaren van belanghebbenden. 14 Oct. No. 8a;
31 Oct. No. 9; 18 Oct. No. 14; 31 Oct. No. 13. Nadere aanschrijving tot
berging, enz. 27 Oct. No. 19; 10Nov. No. la; 21Nov. No. 5; 28 Aug. 1804. No. 2.
Not. v. h. Staatsbewind. Besluiten v. h. depart. best. v. Holland. 11 Oct.
No. 3; 15 Nov. No. 12; 18 Nov. No. 1.
6015.       " Publicatie ter renovatie van vroegere placaten wegens het
verbod van aankoop van door den vijand genomene inlandsche visch- en
haringschepen.
                                                                                  7 Nov.
v. d. Poll, Vadert, wetten, bl. 249.
6016.       " Den Zeeraad aangeschreven, om onderzoek te doen, of zekere
visschers-pinken der beide Noord wij ken, Langeveld en Offcm, waarlijk
pruissische eigendommen zijn. 15 Dec. No. 5; 2 Jan. 1804, No. 13.
Not. v. het Staatsbewind.
6017.   1804. Arrtté relatif a la pêche sur la fleuves et rivières navigables.
8 Janv.
Buil. d. lois. N0. 334. Rondonneau, Coll. d. lois franc. III, 543.
6018.        // Geconcludeerd tot het publiceren en afngeren der bij het
Staatsbewind, in dato 13 dezer, gearresteerde waarschouwing, betrekkelijk
een verbod aan de visscherslieden, om eenige schepen binnen te lootsen.
Besluiten v. h. depart. best. v. Holland. 18 Jan. No. 1.
-ocr page 451-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   417
6019.   A°. 1803. Voordragt te doen aan het Wetgevend Ligehaam om prae-
miën, ad /300,— te accorderen, aan schepen ter Haringvangst uitgerust
geweest zijnde.
                        \'              30 Jan. N°. 17; 8 Maart N». 1.
Not. v. h. Staatsbewind.
6020.       ii Commiss. de requeste van de Municipaliteit van Waverveen,
om permissie voor hunne ingezetenen tot het visschen in de zoogenaamde
verboden tijd. 16 Eebr. N°. 9. Besluit en rapport.
          5 Maart No. 52.
Besluiten v. h. depart. best. v. Holland.
6021.       ii Tot informatie verzonden de missive van het Committé van
de groote visscherij te Maassluis, kennis gevende, dat zij met het gewone
subsidie, dit jaar, de zaken kunnen administreeren.
Not. v. h. Staatsbewind. 5 April N«. 14; 4 April 1805, No. 20.
6022.       // Besluit van het Wetgevend Ligehaam, permitteerende aan
de Haringsdiepen, om ter Kerf of Doggevaart te navigeren.
22 Mei No. 3a; 25 Mei N°. 18; 22 April 1805, No. 8.
Not. v. h. Staatsbewind.
6023.       // Missives van den Raad van Marine, communiceerende het
nemen van visschersschepen door de Engelschen. 24 Mei No. 3 ; 28 Mei No. 2;
25 Sept. No. 2; 2 Oct. No. 24; 16Nov. No. 39;20 Nov. No. 2; 22 April 1805,No. 45.
Not. v. Ii. Staatsbewind.
6024.       « Commiss. de missive van J. Slyper e. s. om voorsiening in
den toestand der visschers te Enkhuizen.
                         1 Junij. No. 26.
29 Junij No. 2; 5 Julij No. 30. Subsidie geaccordeerd. 30 Aug. N». 2.
Not. v. h. Staatsbewind.
6025.       n In advis de missive van het Gemeentebestuur van Egmond
aan Zee, om ophef van het embargo op de visscherspinken. 8 Junij , No. 18.
Nol. v. h. Staatsbewind.
6026.       ii Voordragt te doen aan het Wetgevend ligehaam, tot intrek-
king der publicatie nopens het bevissen der Zeeuwsche stroomen. 28 Junij,
No. 24. Missive van het Depart. bestuur van Zeeland. 23 Julij, No. 11. 9
Aug. No. 35. 3 Jan. 1805. No. 4; 20 Sept. 1805. No. 33. Voorz. vis-
scherij aan het Depart. bestuur van Zeeland, in admodiatie gegeven voor
10 jaren.
                                                                14 Maart. 1805. No. 7.
Not. v. h. Staatsbewind.
6027.   1804. Publicatie van het Departementaal Bestuur van Zeeland,
waarbij, na verkregen magtiging van het Staatsbewind dd. 9 Augustus 1804,
het visschen en rapen van oesters op de banken en platen van hetdepar-
tement, tot nadere beschikking, en zulks onder bedreiging van zware geld-
boeten , verboden wordt.
                                                                  27 Aug.
Not. v. h. depart. best. v. Zeeland, fol. 219.
6028.       // Publicatie van het Departementaal Bestuur van Zeeland,
waarbij het korven of vangen van mosselen, uit aanmerking dat ook hier-
door de conservatie van oesters werd benadeeld, verboden werd. 4 Octob.
Not. v. h. depart. best. v. Zeeland, fol. 285.
6029.       // Publicatie van het Departementaal Bestuur van Zeeland,
waarbij niet alleen aan afgezetenen, ingevolge het placaat van 29 Junij 1775,
maar in het algemeen het vangen van zaadmosselen en zaadoesters,
op de banke\'n en stroomen binnen het departement verboden werd; wijders
het aanleggen van nieuwe oester- of mosselbanken, zonder vergunning,
ten einde te voorkomen dat hierdoor nadeel aan de vaarwaters of zee- en
dijkwerken werd toegebragt, onder vrijlating echter van die van Bruinisse.
(Zie Octrooi 17 Sept. 1723. No. 5623).
                                     5 Novemb.
Not. v. h. depart. best. v. Zeeland.
27
-ocr page 452-
LEGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
418
6030.   A°. 1804. Request van boekhouders en reeders van Haringschepen
te Maassluis en premie voor uitgevaren Haringschepen. 17 Deo. No. 4; 28
Dec. No. 31. Van gecomm. tot de zaken van deKa beijaau w-visscherij
te Maassluis en Vlaardingen om betaling van premiën. 17 Dec. No. 5; 28 Dec.
No. 32; 22 Julij 1805. No. 32. Geaccordeerd. 7 Oct. No. 13. 2 Nov. No. 7.
Van Gecomm. ter Groenlandsche visscherij, om ordonnantiën ten
behoeve van Directeuren van schepen ter walvischvangst uitgevaren.
27 Dec. No. 2. 3 Jan. 1805. No. 44; 18 Mrt. No. 1.
Not. v. h. Staatsbewind.
6031.       « Voordragt te doen aan het Wetgevend Ligchaam om de
Haring van de visscherij dezer landen, vrij te stellen van uitgaande regten.
31 Dec. N». 13. —Haring, zoutevisch en ansjovisch vrijgesteld.
Not. v. h. Staatsbewind.                                      20 Jan. 1805. No. 4.
6032.   1805. Publicatie, houdende intrekking der publicatie van 1 October
1799 ten aanzien der uitoefening van de visscherij op de Zecuwsche stroomen.
\'s Hage, Landsdrukkerij. 8o.
Verzam. v. proclam., public, enz.
6033.       /\' Publicatie betrekkelijk de vrijstelling \' der uitgaande regten
van den haring, zoutevisch en anchovis dezer landen.
           25 Jan.
Verzam. v. proclam., public., enz.
6034.        /\' Avis du Conseil d\'Etat sur la question de savoir a qui des
propriétaires riverains ou des communes, apparticnt la pêche des rivières
non navigables.
                                                                                       19 Febr.
Bullet. des lois No. 50. — Foriuijn, Verzam. v. toetten. II, bl. 3.\'!6. —
Rondonneau, Coll. des lois franc. I, 308.
6035.        " Besluit van het Staatsbewind der Bataafsche Republiek,
waarbij de visscherij op de Zecuwsche stroomen aan het Bestuur van Zee-
land, provisioneel voor 10 jaren, voor eenc som van ƒ150,— \'sjaars, in
admodiatie werd afgestaan, met bepaling om de ingezetenen van Bergen op
Zoom in het genot te laten van zekere strooken.
                            14 Maart.
Not. v. h. depart. best. v. Zeeland, fol. 75.
6036.        " Besluit van het Departementaal Bestuur van Zeeland, van
17 Junij , houdende o. a.:
1°. Aan de ingezetenen van Bergen op Zoom wordt het genot van de
visscherijen op zekere bepaalde strooken gelaten. Zie lieso/.M Sept.1781.
2° . Vernieuwing van alle vroegere placaten op het stuk der visscherijen
op de Zeeuwsche stroomen. Zie 29 Junij 1775, 20 April 1789 en
5 Nov. 1804.
3°. Vergunning, met intrekking der publicatie van 27 Aug. 1804, aan
de in- en opgezetenen van het Departement, van 1 Nov. tot 1 Jan.
daaraanvolgende, op de banken en platen van Zeeland, oesters
met de hand te mogen rapen en anders niet.
4°. Bepaling dat elk ingezeten of eigenaar van een vaartuig en alle anderen,
die de oester- ofmosselvisscherij, zouden verlangen te exer-
ceeren, daarvan jaarlijks vóór den ls*«n September cene recognitie
van ƒ1,— zouden moeten betalen om daarmede te bestrijden de
ƒ150,— . (Zie besluit van 14 Maart 1805.)
Not. v. h. depart. best. v. Zeeland, fol. 313.
6037.       " Representatiën te doen bij den Generaal Marmont, over belem-
meringen door de Franschen aan de visscherij toegebragt. 4 April No. 27.
Not. v. h. Staatsbewind.
6038.       H In advis de stukken, betrekkelijk eene, door Wethouders
van Amsterdam gegeven interpretatie aan de publicatie van 28 Julij 1801,
nopens het verbod van den invoer van vreemden Haring. 5 April N0. 39.
Nol. v. Ii. Staatsbewind.
-ocr page 453-
NEDEBLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    419
6039. A°. 1805. Request van Mannekes Beyers en Q. Ondaatje om premie
voor Haringschepen. 22 Jnlij No. 33. 9 Aug. N<>. 13. Geaccordeerd
20 Aug. No. 09; 7 Oct. N>. 13; 26 Nov. No. 25; 7 Dec. No. 8; 21 Dec. No. 37.
Not. v. h. Siaalsbexoind.
6010.        ii "Verschillende requesten om representatién te doen bij het
fransch gouvernement tot vermindering der belasting op den ingevoerd wor-
dende Haring en Zoutcvisch.
31 Aug. No. 36; 3 Sept. No. 53; 5 Oct. No. 27; 29 Oct. No. 16; 8 Nov. No. 39.
Not. v. h. Staatsbewind.
6011. • " Besluit van het Departementaal Bestuur van Zeeland, waarbij
met wijziging in zooverre van dat van 17 Junij, het visschen van oesters,
daaronder nu ook begrepen het korden, lot den len Februarij werd vergund.
Not. v. het depart. best. v. Zeeland.                                      18 Novemb.
6012.   1806. Publicatie houdende bepalingen aangaande de heerlijke regten.
§ 5; Van de jagt, vogelarij, visscherij.
                                                9 Junij.
Verzam. v. proclam., public, enz.
6013.        // Décret impérial concernant les sels. 11 Juin. Bullet. des lois
No. 99. Rondonneau, Co/l. d. lois franc. IV, bl. 227: Des sels employés a
la pêche maritime. De la pêche des Sardines, Maquereaux et autres poissons
dont les salaisons se font a terre, etc.
6014.        u Commiss. de missive van het Departementaal Bestuur van
Zeeland (en van het Gemeentebestuur van Bergen op Zoom) over een geschil
over het bevisschen der Zeeuwsche stroomen.
28 Maart No. 13, 14; 21 April No. 10.
Not. v. h. Staatsbewind. Decreeten v. d. Koning van Bolland. 1 Sept. No. 10.
6015.        « Commiss. het request van het Gemeentebestuur van Maassluis
om subsidie ad ƒ6000,— tot herstel der overgebleven visscherij-werken.
Not. v. h. Staatsbewind.                                                    2 Mei No. 26.
6016.        ii Geaccordeerd het verzoek van A. Overman; J. Patyn e. a.,
om premie wegens het uitvaren ter Haringvangst.
2 Julij No. 8; 11 Julij No. 21; 17 Julij No. 48; 19 Jan. 1807. No. 16; 21 Aug. No. 16.
Deereeten v. d. Koning v. Holland.
6017.        " Commiss. de missive van het Committé der groote vis-
scherij om de belasting op de gedroogde of gezoute visch in Frank-
rijk te doen vernietigen of verminderen.
                                10 Julij N°. 10.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
6018.        u Aan den Minister van Justitie en Politie, op deszelfs mis-
sive, met bijvoeging van een paspoort, door de Engelschen aan visschers
van de zeedorpen van dit rijk aangeboden, om hunne broodwinning te kunnen
uitoefenen, te kennen gegeven, dat Z. M. geene verandering in de deswegens
aan hem Minister gegeven Kabinets-order kan daarstellen. 4 Nov. No. 16.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
6019.        // Decreet houdende, dat alle uitgaande en inkomende visschers-
vaartuigen zullen worden geëxamineerd. Lijsten der stuurlieden dier vaar-
tuigen te deponeeren.
                                 15 Dec. No. 2; 17 Dec. No. 3.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
6050. 1807. Commiss. de missive van den predikant te Schcveningen,
voordragende het benoemen van twee of drie ingezetenen, om het uitloopen
der visschers-vaartuigen, ingeval van tegenwoordigheid van Engelsche schepen,
te beletten.                                        3 Jan. No. 70. 3 Julij 1808. No. 48.\'
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
27*
-ocr page 454-
LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
420
6051.   A°. 1807. Commiss. het request van Vos en Dekker en G. Meyntz,
om de walvischvleeten, behoorende tot de door hen uitgezonden sche-
pen, aan een Deensch onderdaan te mogen verkoopen.
           5 Jan. N°. 35.
Geaccordeerd 14 Jan. No. 13; 2 Mei No. 15; 27 Mei No. 26.
Not. v. d. Koning v. Holland.
6052.        ii Commiss. het concept-reglement op de visscherij in het
Koningrijk.
                                                9 Febr. N». 35. 19 Maart No. 1.
Een ontwerp van wet, houdende algemeene bepalingen, het wetgevend lig-
chaam voorgedragen. 4 April No. 69. Decreet. 17 April No. 3.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
6053.        o Ontwerp van wet op de jagt en visscherij binnen het Koning-
rijk Holland. Met begeleidende missive van den Staatsraad. 9 blz. fol. 19 Maart.
Decreeten v. i. Koning v. Holland.
6054.        // Publicatie, houdende eene wet. behelzende algemeene bepa-
lingen op de jagt en visscherij binnen het Koningrijk Holland. 17 April.
Verzam. v. proclam., public, enz. — Verzam. v. wetten v. d. Koning v.
Holland.
I, bl. 339.
6055.        // Publicatie, houdende reglement op de jagt en visscherij.
Verzam. v. proclam., public, enz.
                                11 April, 2 Mei.
6056.        // Den Minister van Finantien geauthoriseerd om aan Direct,
der Comp. van Haringvisscherij te Embdon te kennen te geven, dat geen
premie kan worden geaccordeerd, doch aan hun vrijgelaten, om hunne schepen
in zee te zenden, onder bepalingen.
                                      20 Mei No. 38.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
6057.        " Besluit, houdende authorisatie op het Collegie van de groote
visscherij in dit rijk, om aan boekhouders en reeders van Haringsche-
pen te verlcenen acten van consent, om ter Kerf- of\' Doggevaart te navi-
geren en alzoo haring te vangen.
                                             20 Mei No. 85.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
6058.        ;/ Den Minister van Finr.ntiën geautoriseerd, om zekere twee
vissehers-schuiten te Harlingen aangehouden, en door het gouvernement van
Denemarken gereclameerd, te doen ontslaan.
                            8 Dcc. No. 5.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
6059.   1808. Decreet, waarbij de visschers worden gesteld onder het
toezigt der burgerlijke en militaire wachten op de kusten, ter voorkoming
van allo gemeenschap met den vijand. 23 Jan. No. 1 ; 28 Jan. No. 4, 66;
2 Febr. No. 18 ; 13 April No. 10; 28 April No. 25; 8 Mei No. 11; 2 Aug. No. 51;
Decreeten v. d. Koning v. Holland.         4 Aug. No. 25 ; 11 Aug. N0. 25.
6060.        // Commiss. de missive aan den Opper• Jagermeester, met een
concept-reglement op de visscherijen. 5 Maart No. 3; 26 Junij No. 1;
4 Aug. No. 45. Reglement gearresteerd 23 Sept. N°. 25; 25 Nov. N<>. 4.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
6061.        n Commiss. het request van H. P. van Heyst, reeder, om
permissie tot uitzeiling van zijn schip ter visvangst. 3 Mei No. 3. Besluit,
houdende dat alle visschersschuiten onder Papenburger vlag kunnen uitloopen.
Decreeten v. d. Koning van Holland.                                26 Mei No. 4.
6062.       // Rapporten aan den Koning betrekkelijk een reglement op de
visscherij. 28 blz. folio.
                                                                      26 Jiinij.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
6063.       // Den Minister van Finantien geautoriseerd, aan Dijkgraaf en
Heemraden van den Heer Hugowaard voor 12 jaren, ad 12—0—0 jaarlijks,
in pacht te geven, het bevisschen der wateren van den ringsloot om den-
zelven Waard.
                                                                          4 Aug. No. 59.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.
-ocr page 455-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   421
6064.   A°. 1808. Verschillende besluiten betreffende het uitvaren van visch-
schuiten.
          9 Sept. N°. 18, 23; ] 3 üct. No. 3; 15 Oct. No. 13; 27 Nov. No. 6;
Deereeten v. d. Koning v. Holland.           \\\\ Dec. N°. 5 ; 21 Dec. No. 17.
6065.        ii Besluit, houdende dat de te Middelharnis op den afslag van
visch vigerende keuren, zullen worden gerevideerd, en alle visschers, aldaar
inwoonders zijnde, aan zekere belasting zullen zijn onderworpen.
Decreeten v. d. Koning v. Holland.                            10 Sept. N°. 47.
6066.        * Besluit van den Opper-Jagermeestcr, bepalende het tarief
wegens de registratie en het regt op het visschen.
                               6 Oct.
Heg. op de Decreeten v. el. Koning v. Holland. 7° St. bl. 236—241.
8e St. bl. 248.
6067.        " Rapporten aan den Koning betrekkelijk een reglement op de
visscherijen.
                                                                                            26Junij.
Decreeten v. d. Koning van Holland.
6068.        n Reglement op de visscherij in liet Koningrijk Holland.
Veriam. v. wetten v. d. Koning v. Holland. I, bl. 379.
            23 September.
6069.        « Besluit van den Opper-Jagermeester betrekkelijk het visschen
met netten, welke niet precies conform zijn het verordende, omtrent de
maat der netten.
                                                                                    14 Nov.
Reg. op de Decreeten v. d. Koning van Holland. 8° St. bl. 240—247.
6070.        ii Besluit van den Opper-Jagermeester, dat eigenaren of huur-
ders van visscherijen. hunne vischwateren, welke behoorlijk zijn geregistreerd,
kunnen afpalen of afbakenen.
                                                               13 Nov.
Reg. op de Decreeten v. d. Koning v. Holland. 8e St. bl. 24,7—24S.
Ventam. v. Wetten v. d. Koning v. Holland. IV, bl. 377.
6071.   1809. Koninkl. besluit van 3 Mei No. 5, waarbij, om een einde
te maken aan de voortdurende twisten en oneenigheden tusschen de Bergsche
eu vooral Thoolsche visschers, aan de ingezetenen van Bergen op Zoom werd
toegestaan, om, evenals de inwoners van het Departement Zeeland, vrijelijk
op de Schelde te visschen.
                                                                      3 Mei.
6072.   1810. Reglement voor de uitoefening van jagt en visscherij.
Staatscourant, N°. 241.
6073.        // Arrcté van den prefect van het Departement der Monden
van de Schelde, waarbij de wetten en reglementen van het. Hollandsch
Bestuur op de visscherij geëmaneerd, bij voortduring van kracht worden
verklaard.
                                                                                                19 Sept.
6074.   1812. Keizerlijk decreet betrekkelijk de zoutevisch-, haring-
en versche vischvangst in de Zee-arrondisscmenten van Holland en Ant-
werpen.
                                                                                                  25 April.
Fortuijn, Ferzam. v. toetten. III, bl. 499. Bullet. d. lois. 4e Sér. XVI. No. 241.
c. 1813—1872.
Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden. 1813—1872. \'s Gra-
venh., Landsdrukkerij, gr. 8". K. B. \'s O. B. L. H. B. R. R. L.
Bijvoegsel tot het Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden.
] 813—1872. Dordrecht, Blussé. 1813-1825. Oorinchem, J. Noorduyn.
1826-1872. gr. 8o. K. B. \'s G.—B. L. H.-B. R.—R. L. 1813-1828
verzameld door J. Piek van Langen; 1829—1831 door A. G. Brouwer;
1832—1867 door Mr. B. van Dorp; 1868—1872 door Mr. E. J.
Digckmeester.
-ocr page 456-
422                            LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
6075.  A°. 1814. Koninklijk besluit, waarbij de wet van 28 Julij 1801,op
de Haringvisscherij, weder wordt in werking gebragt.
             10 Jan.
Staatsblad No. 6. — v. d. Poll, Vaderl. weiten, bl. 164—203.
6076.        // Besluit waarbij het bestuur van wateren en bosschen wordt
gesuprimeerd en dienaangaande verdere bepalingen gestatueerd. Art. 3 en 4:
visscherijen.
                                                                        19 ïebr.,-25 April.
Staatsblad, N«. 53. — Bijvoegsel op het Staatsblad, bl. 71. Slaatseour., bl. 44.
6077.        " Besluit, houdende provisionele bepalingen wegens de toe-
komstige uitoefening der voormalige heerlijke regten. Art. 3: Jagt en visscherij.
Staatsblad, No. 46.                                                                   25 Maart.
6078.        // Advertissement betrekkelijk de visscherijen, welke den eige-
naren, onder het Fransen bestuur ontnomen zijn.
                 3 Mei, 15 Dec.
Bijn. op hel Staatsblad. 1814, bl. 827, 828.
Besluit betrekkelijk hetzelfde onderwerp van 25 Aug. Bijv. op het Slaalsbl.
1814, bl. 151.
6079.        ii Wet, houdende algemeene bepalingen op het stuk der jagt
en visscherij.
                                                                                          11 Julij.
Staatsblad No. 79.
6080.        // Wet, houdende, bij ampliatie van art. 93 der wet van 28
Julij 1801, verbod tegen het kaken en zouten van haring in de schuiten
of aan land. i
                                                                                         25 Nov.
Staatsblad. No. 108.
6081.   1815. Wet tot aanmoediging der groote visscheri) en bepalende de
premiën, welke aan dezelve te dien einde zullen worden uitbetaald.
Staatsblad No. 2.                                                                            6 Jan.
6082.        // Wet. waarbij, met dispensatie van art. 57 der wet van 28
Julij 1801, nopens de Haringvisscherij, wordt bepaald, dat voor dezen
jare eenige ventjagers naar de Wezer en Elve zullen kunnen worden gezonden.
Staatsblad No. 34.                                                                     30 April.
6083.        // Besluit, houdende nadere bepalingen op de Haringvis-
scherij.
                                                                                                16 Junij.
Staatsblad No. 39.
6084.        ii Besluit, betrekkelijk de premiën voor de Haring-vis-
scherij in de zuidelijke provintiën.
                                                     5 Julij.
Bijv. op hel Staatsblad, blz. 2212.
6085.        « Besluit, houdende bepalingen omtrent de premiën, welke uit
\'s Lands kas aan de Groenlands- en Straat- Davids-vaarders zullen
worden uitgeloofd.
                                                                               19 Maart.
Staatsblad No. 27. — 12 Jan. 1816. Staatsblad No. 6.
6086.   1816. Wet tot vaststelling van premiën van aanmoediging voorde
W al vischvangst.
                                                                              12 Jan.
Staatsblad No. 6.
6087.        " Besluit, houdende reglement op het verleenen van vrijdom,
wegens de belasting op het Zout, ten dienste der haringbuizen, en de
visschers van labberdaan en kabeljaauw.
Staatsblad No. 36. — Bijv. op het Staatsbl. 1817. bl. 220.
6088.   1817. Wet tot aanmoediging der groote visscherij.             10 Jan.
Staatsblad No. 3.
6089.        » Besluit waarbij art. 43 der wet van 28 Julij 1801 en art.
3 der wet van 16 Junij 1815, nopens den vreemden pekelharing, op
het geheele Koningrijk toepasselijk worden gemaakt.
                       25 Juny.
Staatsblad No. 25.
-ocr page 457-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   423
6090.   A°. 1818. Kon. Besluit van 8 ïebr. N°. 52, waarbij, in aanmer.
king nemende de ongeregeldheden, tengevolge van de geschillen tusschen de
ingezetenen van Zeeland en die van Bergen op Zoom, bepaald werd dat de
visschcrijen op de Zeeuwsehe stroomen en het rapen van schelpvisch,
behoudens ieders eigendomsregt, ten algemeene gebruike van de bewoners
der beide oevers dezer stroomen zullen worden gelaten; voorts dat de pro-
vineiale Staten van Zeeland en Noord-Braband, in gemeen overleg, een
reglement zouden coneipièeren, op de uitoefening dier visschcrijen. 8 Éebr.
6091.        // Wet op de uitoefening van de groote visschcrij. \'s Gravenh.,
Gebr. Giunta d\'Albani. Delft, de Groot.
                                        12 Maart.
Staatsblad No. 15. Beraadslagingen over die wet in: Bijv. op het Staats-
llad.
V, bl. 1006.
6092.        // Besluit tot instandhouding der verorderingen van inwendige
polieie op het zouten, havenen, enz. van den haring, vervat bij deordon-
nantie van 28 Julij 1801 en 10 Jan. 1814 (Staatsbl. N». 6) en 16 Junij
1815 (Staatsbl. N°. 30) in zoodanige provinciën, waarvoor dezelve verbin-
deude zijn geweest.
Staatsblad N°. 27.
6093.        H Memorie tot adstructie van het regt der reeders langs de
kusten van Holland, gevestigd te Scheveningen. Katwijk, Noordwijk, Egmond
aan Zee en Zand voort, op de Haringvisscherij. 6 bladz. fol. B.R.
6094.        // Besluit, houdende reglementaire bepalingen op het stuk der
IJslandschc kabeljaauw visscherij.
                                        3 April.
Bijv. op het Staatsblad. V , bl. 892.
6095.        u Besluit tot aanmoediging van de bcug- of wintervaart.
Staatsblad No. 42.
                                                                         6 Dec.
6096.        // Besluit waarbij op nieuw voor den lijd van drie jaren, prae-
miën .tot aanmoediging der Walvischvangst worden uitgeloofd. 6 Dec.
Staatsblad No. 43.
6097.   1819. Kon. Besluit van 17 Maart, lett. B\\ houdende bepaling, dat de
Staten van Noord-Braband en die van Zeeland, eene commissie zouden deli-
geren, om onder het presidium van den Baron van Lynden van Lunenburg,
een nader onderzoek omtrent de verdeeling der visscherijen op de Z e e u w-
sche stroomen in te stellen.
                                                        17 Maart.
6098.    1820. Besluit tot wering van het nadeel, hetwelk de kust-
visscherij lijdt, door het gebruiken van netten met te naauwe mazen.
Staatsblad No. 2.                                                                             19 Jan.
6099.        i) Kon. Besluit waarbij de ingewonnen adviezen in handen van den
Staatsraad, Directeur-Generaal der in- en uitgaande regten en indirecte
belastingen worden gesteld tot het indienen eener voordragt, waarbij de
visscherijen op de Schelde en generalijk op de Zeeuwsehe stroomen,
behoudens ieders particulier eigendomsregt, onder het beheer van de admi-
nistratie der domeinen zou worden gebragt.
                                       27 Julij.
6100.   1822. Kon. besluit N°. 97, houdende verleening van gronden
nabij Veere, in concessie aan Charles John Maitland, c. s. voor de kunst-
matige teelt van Engelsche oesters.
                                             11 Jan.
6101.       /\' Wet, waarbij vrijgelaten wordt, om eenige baringjagers
uit de Vloot regtstreeks naar de Elve of Wezer te zenden.
           14 Junij.
Staatsblad No. 9.
Beraadslagingen over die wet. Bijv. op het Staatsblad. IX, bl. 415.
6102.        » Besluit houdende goedkeuring van een reglement op de uit-
oefening der groote visscherij voor de provincie Holland.
                 31 Dec.
Bijv. op het Staatsblad bl. 1358.
6103.        ii Reglement op de kleine of versch-haringvisscherij.
Bijv. op hel Staatsblad, bl. 159.
                                                     31 Dec.
-ocr page 458-
424                             LEGISLATION NEERLANDATSE DES PÊCHES.
6104.   A°. 1822. Reglement op de uitoefening der groote visscherij voor
de provincie Holland, bevattende de inwendige politie en bepalingen op de
visscherij.
                                                                                                  31 Dec.
Bijv. op het Staatsblad. 11. 161.
6105.   1823. Reglement op het aanleggen van mosselbanken in den
Brakman.
                                                                                                  4 Eebr.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 2074.
6106.        // Dispositie wegens de kleine fust voor Haring in Noord-
Holland.
                                                                                                    4 Julij.
Bijv. op hel Staatsblad, bl. 376, 377.
6107.        » Reglementaire bepalingen voor alle plaatsen, van waar Haring
in den handel gebragt of naar buiten \'s lands verzonden wordt. 26 Aug., 11 Sept.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 586.
6108.        ii Dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zeeland,
nopens de Ansjovis-visscherijen.
                                                29 Sept.
Bijv. op hel Staatsblad. X, bl. 711.
6109.        // Verordening van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 10
Nov. 1823, goedgekeurd bij Koninkl. besluit van 4 Pebr. 1824, NJ. 110,
houdende verbod om zonder voorafgaande vergunning visscherijen in den
Brakman aan te leggen.
                                                                         10 Nov.
6110.        ii Publicatie, houdende ordonnantie op het visschen van Oe-
sters in de Zuiderzee.
                                                                          10 Dec.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 942.
6111.   1824. Besluit, waarbij de afstand bepaald wordt, waarop de Nederl.
visschers zich, bij het uitoefenen der groote visscherij. van de Schotsche kus-
ten moeten verwijderd houden.
                                                             4 April.
Staatsblad, No. 28.
6112.        u Besluit, waarbij verklaard wordt, dat het visschen met den
hengel, op publieke wegen, in de daar langs vlietende wateren, in den
gesloten vischtijd, niet geoorloofd is.
                                                   23 Mei.
Staatsblad, No. 34.
6113.        " Statuten eener Groenlandsch en Straat Davids-vis-
scherij, opgerigt te Harlingen, door de Hecren P. Rodenhuis c. s.
Bijv. op het Staatsblad, No. 612.
6114.   1825. Besluit, houdende eenige bijzondere verordeningen, omtrent
het gebruik van sommige vis ch tui gen, de grootte der mazen in de netten,
enz. voor de provincie Groningen.
                                                    24 Maart.
Bijv. op het Staatsblad. XII, 4. blz. 202 en 1837 blz. 520.
6115.        » Besluit, houdende vaststelling van een reglement op het
bevisschen der Schelde en Zeeuwsche stroomen.
                                 26 Aug.
Staatsblad No. 66.
6116.        ii Koninkl. besluit van 26 Aug. No. 134, 135, waarbij, den
Raad van State gehoord, aan de visschers in het land van Bergen op
Zoom en dat van Tholen met uitsluiting van alle andere, tot weder-
opzeggings toe en in allen gevalle niet langer dan tot 31 Dec. 1833, de
visscherijen op de verdronken landen van Zuid-Beveland en het voormalig
Marquisaat van Bergen op Zoom, tegen betaling eener jaarlijksche retri-
butie van ƒ72,— worden afgestaan, met vaststelling tevens van verschillende
bepalingen, ter regeling van liet in concessie uitgeven der ansjovis-vis-
scherijen op die gronden aan de bedoelde visschers.
                      26 Aug.
Staatsblad No. 66.
-ocr page 459-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   425
6117.  A°. 1825. Besluit, houdende maatregelen tot instandhouding en opbeu-
ring der kust vis se her ij in de provincie Holland.
                   15 Novemb.
Staatsblad No. 75.
6118.   1826. Besluit, houdende toepassing van art. 1 van het besluit van
15 November 1825 (Staatsblad N<>. 75) op de gaffel" of chaloup-
schepen uit Middelharnis, Zwartewaal en Pernis.
                         26 Eebr.
Staatsblad N°. 8.
6119.        // Ampliatie voor het reglement op de uitoefening der kleine
visscherij voor de provincie Holland.
                                           21 April.
Bijv. op hel Staatsblad. 1» stuk, blz. 101.
6120.        ii Instructie voor de keurmeesters van het vischwant.
Bijv. op het Staatsblad, lo stuk, bl. 106.
                                 21 April.
6121.       « Reglement op de uitoefening der groote of Z o u t-h a r i n g-
visscherij, voor de provincie Holland, bevattende het uitwendig bestuur
derzelve.
                                                                                                21 April.
Bijv. op hel Staatsblad, bl. 389; (1827) bl. 4G4; (1841) bl. 35; (1S55) bl. 708.
6122.       // Dispositie wegens de premiën voor het vangen van zee-
honden en bruinvissehen in Zeeland.
                                                    25 Mei.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 140.
6123.   1827. Besluit, houdende vergunning, oin nog gedurende het jaar
jaar 1827, te mogen gebruik maken van het oude vaatwerk voorden haring.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 4.                                                    18 April.
6124.        // Besluit, houdende wijziging en aanvulling van het reglement
op het bevisschen der Schelde en Zeeuwschc stroomen , vastgesteld bij besluit
van 26 Aug. 1825. (Staatsbl. N°. 66.)
                                              29 Nov.
Staatsblad No. 56.
6125.   1829. Besluit, waarbij Commissarissen van de Maassluischc tl ar in g-
r eed er ij tot de uitgifte van nog vijf en twintig aandeden worden gcinagtigd.
Staatscourant No. 92.                                                                 11 April.
6126.        // Besluit, houdende bepalingen in opzigt tot de regeling der
belangen van deHaringvisselierijen.
                                            5 Mei.
Bijv. op het Staatsblad. XVI, bl. 14.
6127.   1830. Besluit, houdende bekrachtiging der besluiten van deelheb-
bers in de Maassluissche Haringrccderij.
                                       31 Jan.
Staatscourant No. 30.
6128.   1831. Besluit, houdende goedkeuring van het genomen besluit
tot voortzetting der reederij de Hoop, te Vlaardingen.
                    13 Junij.
Staatsblad No. 21.
6129.   1835. Besluit, waarbij wordt verboden het gebruik van alle net-
ten en werktuigen, geschikt om den doortogt van visch te beletten.
Staatsblad No. 23.                                                                      27 Julij .
6130.   1837. Besluit, houdende goedkeuring van het besluit der alge-
meene vergadering van deelhebbers m de reederij de Hoop te Vlaardingen,
tot wederaanvulling van het kapitaal der reederij.
                             3 April.
Staatsblad No. 13.
6131.        // Besluit, houdende wijziging en aanvulling van art. 6 van
dat van 15 November 1825 (Staatsblad N°. 75) nopens dekustvisscherij
in de provincie Holland.
                                                                      29 Aug.
Staatsblad No. 56.
6132.        ii Resolutie van den Gouverneur van Friesland, nopens de
vischtuigen, waarmede de visscherij in die provincie zal mogen uitgeoefend
worden.
                                                                                                   23 Sept,
Bijv. op het Staatsblad, Mz. 350, 520, No. 211, 292.
-ocr page 460-
426                             LKGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
6133.  A°. 1838. Besluit, houdende wijziging van dat van 29 Aug. 1837,
(Staatsblad N°. 5(i), nopens de kustvisscherij voor de provincie Holland.
Staatsblad No. 15.                                                                          1 Junij.
6134.        // Publicatie van den Gouverneur van Noord-Brabant, houdende
bepalingen omtrent de sluiting der visscherij, en de conservatie derzelve.
Bijv. op het Staatsblad, VU. 69. No. 42.                                    21 Febr.
6135.        ii Waarschuwing van liet Kollegie der Groote Vissscherij voor
de provincie Holland, aangaande het sonderen van den haring op zee. 40.
3 bladz.
                                                                                                        B. R.
6136.   1839. Besluit, houdende wijziging van het bestaande reglement
op do kleine kust visscherij in de provincie Holland.
                 26 Nov.
Bijv. op het Staatsblad, blz. 570. N°. 335.
6137.        " Besluit tot vestiging der Katwijksche maatschappij tot uit-
oefening der kust-en steurharing-visscherij.
                         4 Junij.
Staatsblad, No. 17.
6138.   1840. Besluit over de verdeeling der preiniën, uitgeloofd bij be-
sluit van 15 Nov. 1825, voor de beug- of hoek wan t-visscherij, en bij
besluit van 11 July 1835, N°. 72 voor de versch- of stcur-haring-
visscherij.
                                                                                              6 Nov.
Staatsblad No. 71.
6139.   1841. Bepaling nopens het voortdurend bestaan der beide Colle-
giën voor de visscherijen.
                                                                      2 April.
Bijv. op hel Staatsblad, blz. 248. No. 160.
6140.   1812. Besluit, waarbij eenige algemeene maatregelen worden voor-
geschreven, tot instandhouding en opbeuring der kustvisscherij. 7 Jan.
Staatsblad No. 2.
6141.        // Adres van zes reeders ter visscherij te Vlaardingen, Maas-
sluis, Pernis, Zwartewaal, Middelharnis en Scheveningen, aan de Tweede
Kamer der Staten Generaal, in dato 22 Maart 1842, betrekkelijk de
belastingen op de Hollandsehe vischwaren in België. 5 blz. lol. Met
gedrukte begeleidende missive aan elk lid der Kamer. 3 bl. in fol. B.B.
6142.       /\' Bepalingen wegens het t o n n e g e 1 d, de expeditie en visitatie-
gelden van vischschepen.
                                                                    12 Maart.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 97. No. 69.
6143.   1843. Algemeene instructie voor de ambtenaren der registratie, in
zaken van jagt en visscherij.
                                                                 10 Pebr.
Bijv. op hel Staatsblad, bl. 212. No. 42.
6144.        // Notificatie van den Gouverneur van Zeeland, houdende wij-
ziging .van sommige bepalingen ten opzigte van de visscherij binnensdijks.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 475. No. 232.                                    7 Aug.
6145.        // Reglement op het visschen naar oesters met ijzeren
korbeugels.
                                                                                 6 Julij, 31 Aug.
Bijv. op hel Staatsblad, bl. 531, 533. No. 268.
6146.   1845. Kon. Besluit, houdende magtiging van het bestuur der vissche-
rijen op de Schelde en de Zeeuwsche stroomen, om de Ansjovisch-
visscherijen op de zoogenaamde verdronken landen van Zuid-Beveland
en het Marquisaat van Bergen op Zoom, voor een tijdvak van 10 jaren, in
concessie te geven.
                                                                                  11 Nov.
Deze cuncessie werd voor tien jaren verlengd bij Kon. Besluit van 27 Jan.
1845. No. 12 en voor twee jaren bij Kon. Besluit van 22 Sept. 1865, No. 55.
-ocr page 461-
HEDERXANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                   427
6147.  A°. 1845. Besluit, waarbij de verordeningen omtrent de ansj o visck-
visscherijen op de Schelde en Zceuwsche stroomen worden uitgebreid.
Staatsblad No. 67.                                                                           1 Dec.
6148.   1846. Missive van den Minister van Binncnlandsche Zaken, hou-
dende toestemming aan de miliciens van dit jaar, tot het deelnemen aan
de Haringvisscherij.
                                                                              18 April.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 247. No. 94.
6149.        i Wet, tot tijdelijke wijziging van art. 26 der wet van 12
Maart 1818, (Staatsblad N°. 15) op de uitoefening der groote visscherij.
Staatsblad No. 35.                                                                          \'J Mei.
6150.        i\' Besluit, houdende bepaling dat de groote of Zoutharing-
visscherij, voor den jare 1846 zal mogen worden aangevangen op 10 Junij.
Staatsblad No. 41.                                                                         12 Mei.
6151.        /\' Uitoefening der groote visscherij. — Ontwerp van Wet. —
Memorie van toelichting. — Verslag der centrale afdeeling. — Memorie van
beantwoording. — Gewijzigd ontwerp van Wet.
                             23 April.
Stukken van de 2e Kamer der St. Gen., uitsluitend voor de Leden gedrukt.
B. R.
6152.        ti Hoogst belangrijk berigt aan de stuurlieden en verdere sche-
pelingen der Hollandsche Haringvloot (betreffende de cholera in Schotland.)
Zonder jaartal, (?) 2 bl. 4o.
6153.   1847. Berigt aan de reeders en stuurlieden ter groote of Zout-
haring-visscherij in Zuid- en Noord-Holland. 4 bl. 8o.
6154.        // Resolutie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. No. 1
houdende mededeeling van eene bij Koninkl. besluit goedgekeurde wijziging
van art. 46 van het reglement op de uitoefening dergroote Zout-Haring.
visscherij voor de provincie Holland.
                                             28 Sept.
Bijv. op het Staatsblad No. 226.
6155.        // Besluit, houdende uitbreiding van de maatregelen tot instand-
houding en opbeuring der kustvisscherij van de provincie Zuid- en
Noord-Holland.
                                                                                     18 Junij.
Staatsblad No. 32.
6156.   1848. Besluit, houdende goedkeuring van een nader reglement,
met de daarbij behoorende instructie voor keurmeesters van het visch-
want. op de uitoefening der kleine, of verschharing en knstvissche-
rijen in Noord-Holland.
                                                                      22 Aug.
Staatsblad No. 37.
6157.        ii Wet tot tijdelijke wijziging van art. 26 der Wet van 12
Maart 1818, (Staatsblad No. 15), op de uitoefening der groote visscherij.
Staatsblad No. 21.                                                                         18 Mei.
6158.        /\' Besluit, houdende bepaling dat de groote of Zout har in g-
visscherij voor den jare 1848 zal mogen worden aangevangen op 10 Junij.
Staatsblad No. 24.                                                                       10 Mei.
6159.        ii Bepaling omtrent den aanvang der groote visscherij in 1848,
1849, 1850, 1851, 1852. Staatsblad 1848. No. 11. 1851. No. 51. 1852.
No. 21. 1853. No. 24.
6160.   1850. Re\'solutie, houdende vrijdom van de betaling van vuur-, ton-
en bakengeld voor de Nederlandsche kustvisscherij.
                   16 Nov.
Bijv. op het Staatsblad, blz. 711. No. 307.
6161.   1851. Besluit, houdende bepalingen omtrent de premiën voor de
onderscheidene zeevisscherijen over 1851.
                                  27 Febr.
Staatscourant No. 52.
-ocr page 462-
428
LEGISLATION NEEB.LANDAISE DES PECHES.
6162.  A°. 1851. Wet tot tijdelijke wijziging van art. 26 der wet van 12 Maart
1818 (Staatsblad No. 15), op de uitoefening der groote visscherij. 2 Mei.
Staatsblad No. 23.
6163.   1850—51. Tijdelijke wijziging der wet van 12 Maart 1818 op de
uitoefening der groote visscherij. — Ontwerp van wet. — Memorie van toelich-
ting. — Algemeen verslag. — Beraadslaging
Handel, van de 2« Kamer der SI. Gen. 1850—1851. bl. 650—655. —
Bijl. blz. 480—481, 490-491.
6164.   1851—52. Ontwerp van wet op de jagt en visscherij. — Wetsont-
werp en memorie van toelichting. — Verslag der Commissie van rapporteurs,
beraadslagingen, enz.
Handel, van de 2e Kamer der SI. Gen. 1851—52, bl. 102—108. Bijl.
bl. 409-421, 573-685.
6165.   1852. Wet tot regeling der jagt en visscherij.                 6 Maart.
Staatsblad No. 47.
6166.       ir Vervallen verordeningen op de visscherij, sedert de invoering
der (nieuwe) wet.
                                                                                   3 Junij.
Bijv. op het Staatsblad 18*52, bl. 251. No. 214.
6167.       " Verschillende bepalingen naar aanleiding van de (nieuwe) wet.
18, 28 Junij . 20 Julij, 4 Aug.
Bijv. op het Staatsblad 1852,bl. 258, 262, 271. No. 209,216,225,243.
6168.       // Voorstel van den Heer Wintgens tot het houden eener
Enquête naar den toestand der nationale zeevisseherijen. — Memorie van
toelichting. — Eindverslag. — Verzoekschriften. — Beraadslagingen. — In-
trekking van het voorstel.
Handel, van de 2e Kamer der St. Gen. 1852—53, bl. 113—121. Bijl. bl.
256—57 , 330.
6169.       // Besluit, houdende intrekking van het Koninkl. besluit van
den 29 Aug. 1837 (Staatsbl. No. 56) en nadere wijziging van dat van 15
Nov. 1825, (Staatsbl. No. 75) nopens de kustvisscherij in de provin-
ciën Zuid- en Noord-Holland.
                                                               24 Nov.
Staatsblad No. 202.
6170.        » Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 3
Junij, houdende inlichting in hoeverre als ingetrokken en vervallen zouden
moeten worden beschouwd, alle bijzondere reglementaire verordeningen op
het uitoefenen der visscherij, op bepaaldelijk daarbij aangewezen wateren en
stroomen, na de invoering der nieuwe wet op de jagt en visscherij.
Bijv. Of het Staatsblad, bl. 486—489. No. 214, 215, 216.
6171.   1853. Besluit, houdende intrekking van het Koninkl. besluit van
15 Nov. 1825, (Staatsbl. No. 75) nopens de kustvisscherij en in de
provinciën Zuid- en Noord-Holland.
                                                     29 Jan.
Staatsblad No. 8.
6172.        // Besluit, houdende bepalingen omtrent de premiën voor de
onderscheidene Zeevisseherijen over 1853.
                                     5 Jan.
Staatscourant No. 6.
6173.        // Besluit, houdende opheffing der beperking van tijd voor de
uitoefening der kustvisscherij te Arnemuiden.
                             27 Febr.
Bijv. op het Staatsblad, blz. 135. No. 46.
6174.   1854. Besluit, houdende goedkeuring eener door de Staten van
Noord-Holland vastgestelde intrekking en wijziging van artikelen van het
reglement op de uitoefening der kleine of ver se h haring en kustvis-
schcrijen in die provincie, goedgekeurd bij Koninkl. besluit van 22 Aug.
1848. (Staatsblad No. 37.)
                                                                      7 Aug.
Staatsblad No. 110.
-ocr page 463-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                 429
6175.   A°. 1854. Besluit, houdende bepalingen omtrent de premiën voor de
onderscheidene Zeevisscherij en over 1854.
                                      9 Jan.
Handelingen van de Tweede Kamer der St. Gen. 1853/54. bl. 288—291 ,
298. — Bijl. bl. 12, 88, 99, 139.
6176.        ii Wet, houdende wijziging van art. 26 der wet van 12 Maart
1818 (Staatsblad No. 15), op de uitoefening der groote visscherij. 10 April.
Staatsblad No. 21.
6177.        « Besluit, bepalende dat de groote of Zoutharing-vis-
scherij voor het jaar 1854 zal mogen worden aangevangen op den eersten
Junij.
                                                                                                      22 April.
Staatsblad No. 70.
6178.        ii Besluit, houdende goedkeuring van eene door de Staten van
Zuid-Holland vastgestelde wijziging van het reglement op de uitoefening der
kleine of verschharing- en kust visscherij en in die provincie, goed-
gekeurd bij Koninklijk besluit van 22 Aug. 1848. (Staatsblad No. 36.)
Staatsblad No. 109.                                                                        7 Aug.
6179.        " Besluit, houdende vergunning tot het kaken of totpekel-
haring maken van haring, afkomstig van de kleine of verschharing-
visscherij, en goedkeuring eener daartoe betrekkelijke wijziging in het
reglement op de uitoefening der kleine of verschharing- en kustvisschcrijen
in de provincie Zuid-Holland, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 22
Aug. 1848. (Staatsblad No. 36.)
                                                           5 Sept.
Staatsblad No. 132.
6180.   1855. Wijziging van het reglement op de uitoefening der kleine of
verschharing" en kustvisschcrijen in de provincie Zuid-Holland,
den 7 Junij 1848, goedgekeurd bij Koninkl. besluit van 22 Aug. 1848.
(Staatsblad No. 36.)
Staatsblad No. 113 en 131.
6181.        // Wijziging van het reglement op de groote of Zoutha-
ring-visscherij voor de provincie Holland, goedgekeurd bij Koninkl.
besluit van 5 Junij 1827.
                                                                      13 Julij.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 347. No. 157.
6182.   1855—1857. Wijziging van de regten op den in- en uitvoer
van visch. — Ontwerp van wet met memorie van toelichting. — Memorie
van beantwoording. — Advies van het collegie der groote visscherij in Zuid-
Holland. — Beraadslagingen, enz. (Deze wet is vastgesteld bij Kon. besluit
van 11 Dec. 1857.)
Handel, van de 2o Kamer der St. Gen. 1855/56—1856/57. (Zie het register
op de Handel, art. Visch.)
6183.        u Zeevisscherijen. Ontwerp van wet. — Memorie van
toelichting. — Voorloopig verslag. — Memorie van beantwoording. — Nota
van wijzigingen. — Adres van de reeders van visscherspinken te Scheve-
ningen. — Adres van de reeders ter groote of Zoutharing-visscherij. — Beraad-
slagingeu, enz.
Handel, van de 2e Kamer der St. Gen. 1855/56—1856/57. (Zie het register
op de Handel, art. Zeevisscherijen.)
6184.        ii Ontwerp van wet tot regeling van jagt en visscherij. —
Memorie van toelichting. — Voorloopig verslag. — Memorie van beant-
woording. — Nota van wijzigingen. — Eindverslag. — Amendementen. —
Verslag der Commissie van Rapporteurs. — Adres van jagers en houders
van groote jagt-acten. — Beraadslagingen, enz.
Handel, v. d. 2e Kamer der St. Gen. 1855/56—1856/57. (Zie het register
op de Handel, art. Jagt en Visscherij.)
-ocr page 464-
430                            LÉGISLATION NEERLANDAISE DES PÊCHES.
0185. A°. 1857. Reglement op de uitoefening der groote of Z o u t h a r i n g-
vissclierij voor de provincie Zuid- en Noord-Holland.
                        5 Febr.
Bijv. op hel Staatsblad, 11. 167—176. No. 69, 70.
6186.        ii Besluit, bepalende dat de groote of Zoutharing-vis-
sc h e rij voor het jaar 1857 zal mogen worden aangevangen op den tweeden
Julij.
                                                                                                      16 April.
Staatsblad No. 16.
6187.       * Wet op de Zeevisscherijen.                              13 Junij.
Staatsblad No. 86.
6188.        " Wet tot regeling der jagt en vis se her ij.            13 Junij.
Staatsblad No. 87.
6180. ii Intrekking van vroegere voorschriften opdejagt en visscherij ,
sedert de invoering der (nieuwe) wet.
                                                 17 Julij.
Bijv. op het Staatsblad, blz. 425. No. 135.
6190. /\' Wet, tot vervanging van art. 27 der wet op de Zeevis-
scherijen.
                                                                                            13 Aug.
Staatsblad No. 102.
6101.       " Instructie regelende de werkzaamheden van het Collegie voor
de Zeevisscherijen. (Kon. besl. van 30 Nov. 1857. No. 33.)
6102.        ii Wet tot wijziging der regten op den in- en uitvoer van
visch.
                                                                                                       11 Dec.
Staatsblad No. 122. (Zie No. 6182).
6193.        // Wet tot aanvulling der wetten omtrent den accijns op het
zout.
                                                                                                       11 Dec.
Staatsblad No. 123.
6194.   1858. Resolutie van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, hou-
dende het door den Koning goedgekeurd besluit tot intrekking der regle-
menten op de uitoefening van de Ha ring visscherij\'.
                     7 Jan.
Bijv. op het Staatsblad, \\i\\. 70. No. 14.
6105. n Besluit, houdende regeling van de voorwaarden en wijze
van keuring van den gekaakten haring, afkomstig van de Nederlandsche
visscherijen.
                                                                                               11 Jan.
Staatsblad No. 2.
6196.       " Besluiten, houdende goedkeuring van het bedrag der loonen,
verschuldigd voor de keuring van den gekaakten haring, afkomstig
van de Nederlandsche zeevisscherijen.
                                                   11 Jan.
Staatsblad No. 3.
6197.        « Instructie voor de keurmeesters van den gekaakten haring.
Vastgesteld door het Collegie voor de Zeevisscherijen 9 Febr. 1858.10 Dec.
1860. 8o.
6198.        " Orders voor de Super-carga\'s behoorende tot de Haring-
visscher\'y van Zuid- en Noord-Holland. 1858. Te Vlaardingen, voor rekening
der Jagerij. 7 bl. 8o.
6199.        ii Besluit, houdende nadere regeling van de voorwaarden en
wijze van keuring van den gekaakten haring; afkomstig van de Neder-
landsehe zeevisscherijen.
                                                                       4 Maart.
Staatsblad No. 11.
6199a. /\' Besluit betreffende de uitoefening der Zalmvisscherij.
Staatsblad No. 70.
                                                                         19 Oct.
6200.   1859. Wet tot herziening van de regten op den in- en uitvoer
van visch.
                                                                                               23 Dec.
Staatsblad No. 136.
Het ontwerp van wet met de memorie van toelichting, voorloopig verslag,
wijzigingen, beraadslagingen, enz. zijn te vinden in: Handel, van deKamer
der St. Oen.
1859— 1860. (Zie het register op de Handel, art. visch.)
-ocr page 465-
NEDEKLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHEKIJEN.                   431
6201.   A°. 1860. Besluit, houdende uitloving van premiën aan schippers der
haringvloot, die de beste metereologische waarnemingen zullen leveren.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 811.                                                 10 Maart.
6202.   1861. Besluit tot wijziging der bepalingen, regelende de voor-
waarden en wijze van keuring van den gekaaktcn haring, afkomstig
van de Nederlandsehe Zeevisscherijen.
                                                 24 Febr.
Staatsblad N0. 13.
6203.   1862. Besluit, houdende vaststelling van een reglement omtrent
het baggeren, graven of visschen van eenige voorwerpen in de rivieren en
stroomen tot in zee en langs de kusten.
                                            31 April.
Staatsblad No. 41. Zie de art. 6, 8 en 9.
6204.   1863. Circulaire. houdende eenige regelen, ten aanzien van de
aanvragen, acten, vergunningen enz. voortvloeijende uit de wet tot regeling
der jagt en visscherij .
Bijv. Of het Staatsblad, bl. 214. No. 155.
6205.        ii Visscherij in de wateren van IJsland en de Faroër-eilanden
door Denemarken aan vreemde Staten, op gunstige voorwaarden toegestaan.
Handel, van de Kamer der St. Gen. 1864—65, bl. 321, 322, 361.
6206.   1865. Kon. Besluit van 3 Mei, No. 60. houdende magtiging van het
Bestuur der visseherijen op de Schelde en de Zeeuwsche stroomen. tot uitgifte
in concessie aan visschers, van zekere gronden tot het vormen van kunst-
matige mosselbanken, voor den tijd van 10 jaren, eindigende den 30
April 1875.
6207.   1866. Besluit, houdende wijziging en aanvulling van het reglement
op de uitoefening der jagt en visscherij in Friesland.
                         3 Sept.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 400. No. 287.
6208.   1867. Reglement van politie voor de polders in Zeeland, vastge-
steld bij besluit der Staten van Zeeland van 5 Julij 1867 en goedgekeurd
bij Kon. besluit van 22 Julij 1867, No. 51.
Provinciaalblad van Zeeland, No. 92. Zie de art. 13, 19, 22 en 34.
6209.        n Besluit tot regeling der a nsj o vis-visscherij en op de Oos-
terschelde.
                                                                                                 21 Oct.
Staatsblad N0. 108.
6210.   1868. Besluit tot regeling der concessiën van kunstmatige o e s t e r-
banken op de Schelde en Zeeuwsche stroomen.
                               7 Febr.
Staatsblad No. 19.
6211.        // Besluit, houdende nadere wijziging der bepalingen, regelende
de voorwaarden en wijze van keuring van den gekaakten haring,
afkomstig van de Nederiandsche zeevisscherijen, vastgesteld bij Koninkl.
besluit van 4 Maart 1860 (Staatsblad No. 11) en gewijzigd bij dat van 24
Februarij 1861 (Staatsblad No. 13).
                                                     11 Mei.
Staatsblad No. 66.
6212.   1869. Missive van den Minister van Financiën, betreffende het
aanwenden van middelen om den bloei der zalmvisscherij te bevorderen.
Bijv. op het Staatsblad, bl. 284, No. 147.                                  22 Mei.
ii Zalmtractaat. Zie de verschillende stukken, beraad-
slagingen in de Tweede Kamer der St. Gen., adressen, enz. omtrent dit
tractaat bij de afdeel. Zalmvisscherij. N». 4391—4400.
6213.        // Besluit, houdende regeling der concessie van kunstmatige
mosselbanken op de Schelde en Zeeuwsche stroomen.
                  9 Aug.
Handel, van de 2e Kamer der St, Oen, 1869—1870, bl. 306—307.
Staatsblad N0. 145.
-ocr page 466-
432                            LÉGISLATION NÉERLANDAISE DES PÊCHES.
6214.   A°. 1869. Reglement op de uitoefening der jagt en visscherij in
Noord-Brabant.
                                                                                      13 Aug.
Bijv. op hel Staatsblad, bl. 347. No. 200.
6215.   1870. Besluit, houdende bepaling, dat de natuurlijke oester-
banken op de Schelde en Zeeuwsohc stroomen aan de publieke visscherij
onttrokken en in het openbaar verpacht kunnen worden.
                 24 Febr.
Staatsblad No. 37.
6216.   1871. Besluit tot regeling der ansjovisch-visscherijen op de
Schelde en Zceuwsche stroomen, en zulks met gedeeltelijke intrekking van
het besluit van 21 Oct. 1867. (Staatsblad No. 108.)
                     27 Sept.
Staatsblad No. 100.
6217.       " Besluit, houdende nadere regeling van de wijze van uit-
oefening der Zalm visscherij en zulks met intrekking van het besluit van
19 Oct. 1858. (Staatsblad No. 70).
                                                     10 Oct.
Handel, v. d. 2e Kamer der St. Gen. 1871-1872\', bl. 291—301. —
Bijl. A. No. 116, bl. 42. — Staatsblad No. 103.
6218.   Handboek ter aanwijziging van het regt van jagen, vogelen,
vissohen, binnen het Koningrijk Holland; gegrond op de deoreeten en de
resoluticn daaromtrent. Amstcrd., J. Allart. 1809. 80.
6219.   Handboek voor veldwachters, boschwachters en opzieners over
de visscherijen. Breda, F. B. Hollingerus Pijpers, (z. j.) gr. 8°.
6220.   Iets over het reglement op het bevisschen van de Schelde en de
Zeeuwsche stroomen.
                                                                               B. R. L.
Zie: Sloet tot Oldhttis, Tïjdscbrift v. Staathuishoudk. XXIV, bl. 207.
6221.   Kluit, (A.) Historie der Hollandsche staatsregering. tot aan het
jaar 1795. Met vele onuitgegeven bijladen. Amsterd., W. Brave. 1802—1805.
5 dln. gr. So.
                          A\'. B. \'t 0. B. L. H. — B. B. — R. L.
Zie aldaar: Visscherijen, \'s Graven domein. IV, bl. 437, V, bl. 431. —
Vernachting als van domein, V, 407. — Vroonen bij Alkmaar,\'s Graven domein.
V, 421, 422. — Vroonvisscherij bij Leiden was \'s Graven domein en oor-
spronkelijk zijn vrij goed of vroon. IV, 428.
6222.   Leyden. Keuren op de visscherijen der stadt Leyden, soo in de
vroonen, als elders. Gedrukt bij Abr. Elzevier. 1688. 4o. Herdrukt, Leyden,
Pieter van der Aa. 1722. 4o. Leiden, Herdingh en du Mortier. 1809. 4o.
6223.   Rees, (O. van) Voordragt over de Ncderl. wetgeving in betrek-
king tot de visscherij, den landbouw en het fabriekwezen.
Zie: Overzigt der werkzaamheden van de afdeeling Koophandel der Maatschappij
Felix meritis. 1853—1864. bl. 68.
6224.   Reglement op de visscherij in het Koningrijk Holland, van 23
Sept. 1808. \'süravenh., ter Koninkl. Staatsdrukkerij. 1808. 80.
6225.   Vademecum op jagt en visscherij. Amsterd., H. J. v. Kesteren.
1859. kl. 8o.
6226.   Verordeuingen (De) op de jagt en visscherij in binnenwateren,
toegelicht door Mr. L. Zegers Veeckens. Amersfoort, 1847. 8o.
6227.   Verzameling van Arresten van den Hoogcn Raad der Neder-
landen, verzameld door Mrs. J. en J. C. W. van den Honerl en C. C. E.
dEngelbromer.
Amsterdam, Gebr. Diederichs. 1843—1872. gr. 8o.
Zie afdeeling: Jagt en visscherij.
-ocr page 467-
433
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCIIERIJEN.
6228. Verzameling van wetten, reglementen en besluiten, betreffende
de kleine of kustvisscherij van de provincie Zuid- en Noord-Holland. Te
Leyden, ter boekdrukkerij van J. G. la Lau. 1845. gr. 8o.
Wet tot regeling van de jagt en visscherij van 1852.
6229.------Proeve van een ontwerp van wet op de uitoefening van het regt
van jagt en visscherij in het Koningrijk der Nederlanden, door een
adjunct-houtvester. Arnhem, G. W. van der Wiel. 1852. gr. 8<>.
6230.------Graaflf, (H. W. de) Bedenkingen tegen het ontwerp van
wet op de jagt en visscherij. Leyden en Amsterdam, J. H. Gebhard
en O. 1852. 8o.
                                                                   B. R.
6231.------Wet tot regeling der jagt en visscherij. \'s Gravenhage, Lands-
drukkerij. 1852. gr. 8<>.
Vau deze wet zijn verschillende uitgaven [zonder aanteekeningen] verschenen,
en wel bij: Gebv. Abrahams te Middelburg; — Gebr. Belinfante te \'s Graven -
hage; — P. K. Braat te Dordrecht; — A. ter Gunne te Deventer;—J. G. Meyer
te Arnhem; — C. van der Post Jr. te Utrecht; —C. A. Vieweg te Nijmegen ; —
C. H. van den Bergh Taats te Amersfoort.
6232.-----benevens punten van administratie ter uitvoering dier wet.
Utrecht, N. de Zwaan, 1852. 32o.
6233.------met de memorie van toelichting, bewerkt door L. N. Sohuar-
man. Zwolle, W. E. J. Tjeenk Willink. 1852. Smal 8o.
6234.-----met de memorie van toelichting, voor zoover die strekt tot
verduidelijking der wet, met inhoud en alphab. register, \'s Gravenh.,
Gebr. Belinfante. 1852. kl. 8o.
6235.------met eene beknopte geschiedenis dier wet en toelichtende aan-
merkingen. Nijmegen, J. F. Thieme. 1852. kl. 8«.
6236.------Wet op de jagt en visscherij, als handleiding voor de beoefe-
naars van jagt en visscherij, uit de officieéle bescheiden verklaard en
toegelicht door Iz. I. Lion. \'s Gravenh., H. C. Susan C.H.zn.
1852. kl. 8o.
6237.------met een uitvoerig beredeneerd register, bewerkt door W. J.
G. van Hasselt. Amsterdam, J. C. van Kesteren. 1852. kl. 8o.
6238.------met het verhandelde bij de Staten Generaal en aanteekenin-
gen, uitgegeven door B. 67. A. Pabst. Utrecht, L. E. Bosch enzn.
1852. gr. 8o.
6239.------toegelicht uit de handelingen der wetgevende magt door S.
Tak. Leiden, E. J. Brill. 1852. gr. 8<>.
6240.------Haverkamp, (S. A.) De toepassing der wet op de jagt en
visscherij gemakkelijk gemaakt door verwijzing naar regtspraken enz.
Zwolle, W. E. J. Tjeenk Willink. 1854. 8o.
Wet tot regeling der jagt en visscherij van 1857.
6241.------Het ontwerp van wet (van 1857) tot wijziging der wet, rege-
lende jagt en visscherij.                              K. B. \'s O. B. R. L.
Zie: Nieuwe Bijdragen tot regtsgcleerdheid en wetgeving. 1857.
6242.------Bemmelen, (P. van) Opmerkingen over het ontwerp tot
wijziging van de wet op de jagt en visscherij van 1852. Leyden,
P. Engels. 1856. 8o.
                                                             B. R.
6243.------Bedenkingen over het ontwerp van wet, tot wijziging der wet
van 6 Maart 1852. regelende de jagt en visscherij. Alkmaar, Joh.
Roem. 1856. gr. 8o.
                                                             B. R.
-ocr page 468-
434!                            LÉGISLATION NEERLANDA1SE DBS PÊCKES.
6244.------Wet tot regeling der jagt en visseherij (van 13 Junij 1857,
Staatsblad No. 87). \'s Gravenhage, Landsdrukkerij. 1857. gr. 8».
Bovendieu zagen verschillende uitgaven van deze wet [zonder aanteekeningen]
het licht, ah: te Deventer, bij A. ter Gumie; — Sneek, van Drutenen Bleeker.
1857. kl. 8o.; — Tholeu, J. Stcenmeyer. 1857. kl. 8o.; — Gorinchem, A. van
der Mast. 1857. kl. 8o.: _ Leeuwarden, G. T. N. Suringar. 1857. kl. 8o.;
Schiedam, H. A. M. Roelants. 1857. kl. 8°.; — Nijmegen, C. A. Vieweg.
1857. kl. 80.
6245.------met een uitvoerig alphabetisch register, bewerkt door W. J. C.
van Hasselt. Amsterd,, J. C. v. Resteren. 1857. kl. 8o.
6246.------tot bandleiding voor de beoefenaars van jagt en visseherij, ver-
klaard en toegelicht uit de officiëele bescheiden van de beide Kamers
der Staten Generaal (1852 en 1857) door It. I. Lion. \'s Gravenhage,
EL. C. Susan C.Hzn. 1857. kl. 8«.
6247.------met alphabetisch register, door L. iV. Schuurman, Zwolle, W.
E. J. Tjeenk Willink. 1857. Derdre druk. 1872. kl. 8o. B. R.
6248.------met aanteekeningen, mecrendeels bijeenverzameld uit de officiëele
bescheiden door /. W. Staats Evers. Arnhem, G. W. v. d. Wiel. 1857. kl. 8o.
6249.------toegelicht uit de handelingen der wetgevende magt door S. Tak.
Leiden, E. J. Brill. 1857. gr. 8c                                            B.L.E.
6250.------met aanteekeningen door Mr. L. 67. Greeve. Schiedam, H. A. M.
Roelants. 1864. gr. 8<>.
6251.   Boer, (W. G.) De dominio gentium aquatico. Traj., 1845. 8o.\')
B.L.Ü.
6252.   Burrough\'s (Jolm) Sovcreignty of the British seas, proved by
records, written in the year 1633. London, 1729. 8o.
6253.   Gael, (J.) Dissertatio de piscationis jure. Lugd.-Batav., 1765. 4o.
B. L. H.
6254.   Gevers Deynoot, (W. T.) De magno sive halecum piscatu belgico
(haringvisscherij). Lugd.-Batav., 1829. 4». en gr. 8o. (ZieNo. 3299). B.L.H.
6255.   Graswinckel, (Th.) Maris liberi vindiciae adv. Guil. Welwodum.
Hagae-Com., 1653. 4o.
6256.   Grotii (H.) Mare liberum, sive de jure quod Balavis competit
ad Indicana commercia. Lugd.-Batav. ex off. Elzeviriana. 1618. 12o.
B. L. H. — B. L.
6257.------Defensio capitis quinti maris liberi oppugnati a Guil. Wel-
wodo capite XXVII eius libri scripti Anglico sermone cui titulum feeit:
Compendium logum maritimarum.
Naar het oorspronkelijke handschrift, ter Leidsche bibliotheek berustende,
overgedrukt, en als bijlage C gevoegd achter Muller\'s Mare clausum.
\') Het was volstrekt mijn voornemen niet hier al de schrijvers te noemen, die
vóór of tegen de vrijheid der zee de ]>en hebben gevoerd. Ik meende slechts voor-
namelijk de aandacht te moeten vestigen op de geschriften van Hugo de Groot,
Welwod en Solden, die in onze geschillen met Engeland over dit belangrijk vraag-
stuk — voornamelijk ook ten opzigte der visscherijen — een voorname rol hebben
gespeeld.
Zy, die over dit onderwerp méér licht verlangen, verwijs ik naar <S. Muller,
Mare clausum; eu O. van Reet, Geschied, d. Staathuishoudk. I, bl. 23ï—248.
-ocr page 469-
NEDERLANDSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                    435
6258.   Gnberleth Plegher, (T.) Dissertatio de pristina libertate Belgarum
sub principibus quam maxime Hollandis et Zeclandis commercandi et piscandi
per mare Septentrionale et ad oras Magnae Brittanniae, pactis etiam sancita.
Lugd.-Batav., 1791. 4o.
                                                                     B.L.H.
6259.   Medow\'s (Phil.) übservations concerning the dominion and sove-
reignty of seas, being an abstract of the Marine affairs of England. Lon-
don, 1689. 4o.
In een exempl. van dit werk toebehoorende aan Ch. Butler Esq., vindt men
de volgende aanteekening van Lord Bar. Parker: „This is a most curioua and
excellent treatise, and though Mr. Selden\'s Mare clausum is a learned and
ingenious work, and will ever be popular vvith Englishmen, vet Sir P. M\'s rules
for asccrtaining the limits of the sea, seeiri to me to be founded on more solid
and prudential reasons than Mr. S. has offered in his book". [Clar/ce, Bibl. legum]
Muller Fzn., (S.) Mare clausum, Amst., 1872. gr. 80. Zie No. 3162.
6260.   Beek, (.Word. yon der) Disputatio juridica de piscatione. Argcn-
torati, typis Jos. Staedelii. 1652. 4».
6261.   Schoock, (M.) Imperium maritimum. Amst., 1653. 12o.
6262.   Seldeni (J.) Mare clausum seu de dominio maris, libri duo.
Accedunt 31. Z. Boxhonii Apologia pro na vigationibus Hollandorum ad versus
Heuterum et traotatus mutui commercii inter Henricum VII regem Angl.,
et Philippum Arcliid. Austriae. Londini. W. Stanesbeii. 1636. kl. 8°. B.R.L.
6263.------Vindiciae maris clausi.
Zie: Seldeni, Opera omnia. Lond., 1726. [3 dln. fol.] dl. II.
6264.   Stubbe\'s (H.) Jusliflcation (and a furtherjustification) of the present
war against the United Netherlands, wherein the dominion of the seas is
explained, and his Majesty\'s rights thereunto asserled. London, 1672. 73.
2 parts. 4o.
                                                                                           B. L.H.
6265.   Trotz, (Th.) Dissertatio dejure piscandi. Traj. ad llhenum. 1771. 4o.
6266.   Treatise (General) of the dominion of the Sea, and a compleat
body of the sea-laws, including those of Oleron, Wisby and the Hanze towns;
with several discourses concerning the jurisdiction of the Admiralty. Third
ediction. With additions. London, (z. j.) 4°.
6267.   Verhandeling (Algemeene) van de heerschappij der zee; en een
compleet lichaam van de zee-rechten, enz. enz. Uit het Engelsch vertaald
door Pieter Ie Clertj. Amsterd., D. Onder de Linden. 1707. 4o. B.R.L.
Zie aldaar, hoofdst. II: Van de heerschappij der Britschc zee, waarin de
opperheerschappij wordt beweerd en beweezen altijd geweest te zijn, en nog te
weesen, het ontwijfelbaar recht der Koningen en Koninginnen van Groot-Brit-
lanje. Blz. 354—461: Ordonnantie van Lodewijk XIV, van Augustus 1681,
rakende de Marine. (Vergelijk No. 6315).
6268.   Wardenburg, (C. Th.) Dissertatio quaedam circa jus piscatus.
Lugd.-Batav. 1757. 4».
                                                                        B. L.H.
6269.   Wehvod, (W.) An abridgement of all Sea-Lawes, gathercd forth
of all Writings and Monuments, which are to be found among any people
or nation vpon the coasts of the Great Ooean and Mediterranean Sea: And
specially ordered and disposed for the vse and benefit of all benevolent
Sea-farers, within his Majesties dominions of Great Brittanne, Ireland, and
the adiacent Isles therof. London, printed by Humfrey Lownes. for Thomas
Man. 1613. kl. 40.
Zie aldaar: Hoofdst. 27: „Of the cotnmunity and property of the Seas". Dit
hoofdstuk, dat als tegenschrift moest dienen tegen de Groot \'s „Mare liberum",
is, om de groote zeldzaamheid van Welwod\'s werkje, als bylage B opgenomen
in Muller\'s „Mare clausum". Vergelyk No. 6257.
28*
-ocr page 470-
436                                LÉGISLATION FRANCAISE DES PÊCHES.
6270.   Welwod, (W.) De dorainio maris jurisbusque ad dominium praecipue
spectantibus assortio brevis ac methodica. London, 1616. 8».
Van dit geschrift — dat volgens Mr. Muller eene verbeterde en vermeer-
derde uitgave (es niets meer) is van de „Abridgement" — verscheen in 1653
te \'s Gravenhage een nadruk in 4o.
6271.   Westenberg, Dissertaüo de piscaturis in Oceano boreali. (z. pi. en jr.)
Wybo, (J. C.) Dissertatio de balaenarum piscatu. Lugd.-Bat.,
1774. 4o. (Zie No. 3609.)
2. Fransche wetgeving op de visscherijen.
\\Législation franqaue des péchesJ]
6272. Algérie. Pêche cötière en Algérie. Instruction pour 1\'application
de 1\'arrêté du 24 Sept. 1856; rappel a 1\'exécution des réglements sur la
police de la navigation. Alger, Imprim. du Gouvernement. 1858. 8°.
6273.------Arrêté portant reglement sur la pêche maritime cötière en
Algérie. Paris, Imprim. Impériale. 1856. fol.
6274.   Bandrülarl, (J. J.) Traite général des eaux et forêts, chasses et
pêches; composé d\'un Recueil chronologique des réglements forestiers, d\'un
Dictionnaire des eaux et ibrêts et d\'un Dictionnaire de chasses et pêches.
Première partie: Recueil chronologique. contenant les ordonnances. édits et
déclarations des rois de Prancc; les arrêts du Conseil et des Cours souve-
raines; les lois, arrêtés du gouvernement, décrcts, ordonnances du Hoi,
décisions, circulaires et instructions administratives depuis 1219 jusqu\'en
1821. Deuxiime partie: Dictionnaire général, raisonné et historique des eaux
et forêts, contenant 1\'analyse des lois, ordonnances, arrêts et instructions
etc. Troisiime partie; Dictionnaire des chasses et pêches. Paris, A. Bertrand.
1821—1829. 7 dln. in 40. en 2 atlassen.
Het eerste gedeelte werd tot 1847 vervolgd door Herbin de Balie en Th.
Cheoalier.
6275.   —— Code de la pêche fluviale. avec un commentaire de la loi,
les motifs de cette loi, la discussion aux deux chambres, les modèles des
procès-verbaux pour délits de pêche, etc., suivi d\'un dictionnaire de la pêche
fluviale, contenant 1\'histoire naturelle des poissons. Paris, 1829. 2 dln. 12».
Met 23 platen.
Boncher. Zie No. 6315.
6276.   Boyanl, Nouveau manuel complet des gardes-champêtres, gardes-
forestiers, gardes-pêche et gardes-chasse. Nouvelle édition, revue et corrigée
par Ch. Vasserol. Paris, Roret. 1863. 18o.
6277.   Broitsse, Code de la pêche fluviale avec 1\'exposé des motifs, les
discussions des deux chambres et des observations. Paris, Veuve C. Bêchet,
1S29. So.
6278.   Bulletin administratif et judiciaire des Annales fores-
tières. Recueil mensuel des lois, décrets, arrêts, jugements, décisions et
circulaires administratives sur la matière des forêts, de la pêche et de la
chasse. avec des notes explicatives, des observations critiques et des disser-
tations par M.M Meaume, Loiseau et Deville; avec la collaboration de M.M.
Bonjean. Colmet d\'Ange, Dattot et Kcrgé. Paris. 1827-1858. gr. 8o.
Ie Série: Années 1827 a 1842.
2" Série: Années 1842 a 1858.
Uit „Bulletin" werd uitgegeven als Bijvoegsel van de „Anuales forestières".
-ocr page 471-
ÏRANSCHE WETGEVING OP DE VISSCHERIJEN.                          437
6279.   Carathéodory, (Et.) Du droit international concernant les grands
cours d\'eau. Leipzig, E. A. Brockhaus. 1861. gr. 8°.
6280.   Champoiinière, De la propriété des eaux courantes, du droit des
riverains, et de la valcur actuelle des concessions 1\'éodales. Ouvrago con-
tenant 1\'exposé complet des institutions seigneuriales et Ie principe de toutes
les solutions de droit, qui se rattachcnt aux lois abolitives de la féodalité.
Paris, Ch. Hingray. 1846. gr. 8<>.
                                             B. L. II.
Zie aldaar: Droit de pêche appartcnant aux Seigneurs, bl. 01. — Des droits
de pêche, bl. 595—611. — l)es étangs et de leur droit, bl. 611, 625, etc.
6281.   Charpentier, Nouvelle instruction pour les gardes des eaux* et
forêts. pêches et cliasses. Nouvelle édition, augmentée. Paris, Prault. 1748.
12o. Nouvelle édition. 1768. 12».
6282.   (\'liiiulfoiir, (Jacqnes de) Instruction sur Ie faict des eaux et forêts,
contenant en abrégé les moyens de les gouverner et administrer suivant les
ordonnances des ltoys. Kouen, D. du Petit Val. 1618. 8°.
6283.   Code de la chasse et de pêche, ou recueil des lois, décrets et
arrêtés, rendus sur cette matière. Paris, 1810. 8°.
6284.   Code de la chasse et de la pêche. Paris, Warée. 1826. 32».
6285.   Code de la chasse. — Manuel complet du chasseur, par //. Raisson,
suivie du code de la pêche par de C. Y. Paris, J. Lefebure. 1829. 18".
6286.   Code de la pêche fluviale, avec un commeutaire de la loi, les
motifs de cette loi, etc. Suivi d\'un traite de la pêche ffuviale, accompagnée
d\'un atlas gravé. Paris, A. Bertrand. 2 dln. 12°.
6287.   Code de la pêche üuviale. Instructions pour les gardes pêche.
Instructions pratiques pour Ie repeuplcment des cours d\'eau. Édition officielle.
Paris, Muzard. 1863. 8<>.
6288.   Daviel, (A.) Traite de la législation, et de la pratique des cours
d\'eau. Troisième édition, revue et considérablement augmentée. Paris, Ch.
Hingray. 1855. 3 dln. gr. 8».
                                                   B. L. H.
Zie aldaar: Pêche muritirae. §§ 5, 324, 325. — Pêche sur les cours d\'eau
du domaiue publique. §§ 76, 206, 238, 239, 241—248, 252, 318,319,324,
330, 486, 496, 510. — Pêche sur les cours d\'eau non navigables. §§ 373, 537,
545, 683, 685, 691, 732, 737, 747, 749, 930, 931, 937. — Pêcheries.
$§ 62, 294, 414, 448, 690. — Pêcheurs. j§ 76, 414 , 416. — Etangs. j§ 733,
736, 747, 807, 809, 810—822.
6289.   Dralet, Traite des délits, des peines et des procédures en matière
d\'eaux et forêts. Seconde édition. Paris, Demonvile. 1810. 12°.
6290. -----Instructions et modelies des procès-verbaux pour les gardes
forestiers et les gardes-pêche de 1\'empire. 14" Édition. Toulousc, Manavit.
1810. 12o.
6291.   Duf uur, (J. M.) Eormulaire alphabétique, ou manuel pratique des
gardes-champêtres et des gardes-pêche. Paris, Bavoux. 1823. 12o.
6292.   Diipin, Lois forestières, avec les lois sur la chasse et la pêche,
extraites de la collection in 4°, dite du Louvre et du Bulletin des lois: lïecueil
composé suivant Ie plan tracé par 1\'avis du Conseil d\'état, du 7 Janvier
1813; avec une appendice contenant 1\'analyse des arrêts de la Cour de cas-
sation, et des décisions administratives interventies en matière d\'eaux et forêts.
Paris, Guillaume. 1822. So.
6293.   Guichard, (A. C.) Manuel des gardes champêtres et forestiers et
des gardes-pêche contenant toutes les lois relatives a leurs fonctions; avec
des formules de rapports et procès-verbaux applicables aux différentes espèccs
de délits qu\'ils sont chargés de constater. Paris, Garacray. 1809. 12°.
-ocr page 472-
LÉGISLATION FRANCAISE DES pêciIES.
438
6291. Guichard, (A. C.) Manuel do la police rurale forcstière, de la chasse
et de la pêche. Paris, Richard. 1829. 8°.
6295.   Hautefeuille, (I« B.) Code de la pêche maritiiuc, ou commentairc
sur les lois et ordoimances, qui régissent la pêche maritimc. Paris, Comon.
1844. 8°.
6296.   (Henriqncz, (Jean) Principes généraux de jurisprudence, sur les
droits de chasse et de pêche suivant Ie droit conuuun de la France, par
M.... Paris, Berton. 1775. kl. 12o.
6297.------Code pénal des eaux et forêts, ou précis raisonné des ordon-
nances, arrêts et réglements sur les délits, peines et amendes en matière
d\'eaux et forêts. Verdun, Christophe. 1781. 2 dln. kl. 80.
6298.------Manuel des gardes des eaux et forêts ou instruction a 1\'usage
des gardes de bois. chasse et pêche. Paris, De la Lain. 1784. 12».
6299.------Traite des Grueries seigneuriales, ou comraentaire sur la décla-
ration du Roi du S Janvier 1715, concernant la coinpétance des officiers des
seigneurs, en matière d\'eaux et forêts. Paris, Nyon 1\'Ainé. 1786. 12».
Isambert. Zie: Recueil général. N°. 6321.
6300.   L o i relative a la pêche fluviale, avec des notes explicatives. Deuxième
édition. Paris, Kleffer. 1830. 32».
6301.   Longcliamp, (E.) Precis des lois et de la jurisprudence sur la
police rurale, sur la chasse et sur la pêche. Paris, 1827. 12<>.
6302.   Manuel des gardes champêtres, des gardes forestiers et des gar-
des-pêche. Paris, 1816. 12o.
6303.   Martin, (Enk) Code nouveau de la pêche fluviale, contenant l\'en-
semble des lois et dispositions sur la matière et Ie reglement général sur la
pêche, du 25 Janvier 1868, anuoté et expliqué d\'après la jurisprudence de la
Cour de cassation et des Cours impériales, les documents législatifs, les cir-
culaires ministérielles, etc. Paris, Léautey. 1869. 12°.
6301. Massas, (Cli. de) Des réglements sur la pêchealaligneenFrance.
Paris, Albessard et Bérarcl. 1862. 18».
6305.   Mémoires sur la police de la pêche francaise. Paris, Imprimerie
Nationale. 1790. 8».
6306.   (Ménin), Abrégé méthodique de la jurisprudence des eaux et forêts.
Paris, 1738. 12o.
6307.   Monville, (Le Baron de) De k législation sur les cours d\'eau.
Paris, 1817. 4<>.
630S. Néel Duval Sr. de la Lissandrière, (P.) Traite universel des eaux
et forests de Piance. pesches et chasses, contenant les inoyens de les gou-
verncr et administrer, conformément aux ordonnances. Paris, 1669. 80.
6309.   NoSl, Méraorial alphabétique des maticres des eaux et forêts,
pesches et chasses. Paris, Rollin iils. 1737. 4».
6310.   L\'Octroi dans ses applications aux produits despêchesmaritimes.
Rapport et résolutions de la chambre de commerce de Boulogne-sur-mer dans
sa réunion du 2 Juillet 1861.
6311.   Ordonnance de Louis XIV, sur le fait des eaux et forests,
vériüée en Parlement, le 13 Aoust 1G69. Paris, le Petit. 1669, \'Jo.
6312.   Ordonnance de Louis XIV, augmentée des édits, déclarations
et arrêts rendus en conséquence jusqu\'a présent. Paris, 1723. 12». Nouvelle
édition. 1776, 1821.
-ocr page 473-
FKANSCHE WETGEVING OP DE VISSCIIERIJEN.                         439
0313.------Conférence de 1\'Ordonnance de Louis XIV de 1669, avec
celles des rois predécesscurs, depuis 1\'an 1115, Paris, Vcuve Saugrain. 1725.
2 dln. 1». Edition augmentée. Paris, Prault. 1752 2 dln. i<>.
6314.------Commentaire sur 1\'Ordonnance d\'Aoüt 1669 (par Joussé).
Paris, Deburc. 1772. 12o. Nouvelle édition. Lyon, Barset. 1782. 12».
6315.   Ordonnance (de Louis XIV) de la Marine. Aoüt 1681.
Zie aldaar, Livre V: De la pêche qui se fait en mer: De la liberté de la
pêche. — Des diverses rets on filets. — Des paris et pêcheries. — Des madragues
et bordigues. — De la pêche du hareng. — De la pêche des raolues. — Des
poissons royaux. — Des pêcheurs.
Deze urdonnantie is opgenomen in: Bécueil général des anciennes lois fran-
caises, par M. Uambert, e. a. (Zie No. 6321) dl. XIX, bl. 282 -3GG; ter-
wijl eene hollaudsche vertaling voorkomt in: Algemeene verhandeling van de
heerschappij der zee, en een compleet lichaam van de zeerechten. Uit het
Engelsch vertaald door P. de Vlerq. Amsterd., 1757. 4o. bl. 354—461. (ZieNo. 6267.)
Men raadplege tevens: E. J. Vatiu, Nouveau commentaire sur 1\'Ordonnance
de la Marine. Rochelle, 1760. 2 dln. 4o. Boucher, Institution au droit mari-
time. Ouvrage complet sur la législation maritime, ayant pour base 1\'Ordoniiance
de 1681. Paris, Levrault. 1803. 4o.
                                                  B.R.L.
6316.   Pardessus, (J. M.) Collection de lois maritimes, antérieurs au
XVIIIesiècle. Paris. Imprimericroyale, 1845.6 dln.4*. K.B.\'sG.—B.L.H.—R.L.
Zie aldaar: Pêche, pêcheurs. Droit romain. I, 85,94, 120, 126.—
Droit gréco-romain. I, bl. 190. — Köles ou jugemeus d\'Oléron. I, bl. 342. —
1\'rance: De la pesche qui se fait en mer. IV, bl. 406 v. V. — Castille. VI,
bl. 52. — Jlalaisie. VI, bl. 409 v.v. bl. 441. — Olonne: Renseignemens sur
les pêches de la morue. VI, bl. 535.
6317.   Poitevin, (B.) L\'ami du pêcheur. Traite pratique de la pêche a
toutes lignes. Ouvrage comprenant la jurisprudence en matièrc de pêche.
Paris, Masson. 1873. gr. 8o.
6318.   Principes généraux de Jurisprudence sur les droits de chasse et
de pêche, suivant Ie droit commun de la Eranee, par M.... avocat a Dun
en A.rgoune. Paris, Breton. 1775. kl. 12".
6319.   Rn bilt oau, (P. F.) Traite des droits de chasse et de pêche. Paris,
Egasse-Girard. 1824. 8°.
6320.   Recueil chronologique des lois, décrets, arrêtés, avis du
Conseil d\'état et ordonnances du Roi, concernant la chasse, la louveterie,
la pêche et Ie port d\'armes, depuis 1789 jusqu\'a ce jour. Paris, Imprimerie
royale. 1821. 8<>.
6321.   Recueil général des anciennes lois francaises depuis 1\'an 420
jusqu\'a la révolution de 1789; contenant la notice des principaux monumens
des Mérovingiens, des Carlovingiens et des Capétiens, et Ie texte des ordon-
nances, édits, déclarations et réglernens du Conseil etc. de la troisième race.
Avec notes de coiieordance et tables par M.M. Jourdan, Deermy, hambert,
Armet, Taillandier.
Paris, Bclin-le-Prieur. (1822)—1833. 30 dln. gr. 8o.
B. L.H.—R. L.
Men raadplege het alphabetisch register op: Pêche maritime; Pêche fluviale;^
Eaux et foréts.
6322.   Réglernens sur des matières d\'eaux et forêts, de chasses. pesches
etc. (depuis 1583 jusqu\'en 1747). Paris, 1746—1752. 2 dln. 4<>.
6323.   Bondoiuieau, (L.) Code de la chasse et de la pêche, depuis 1789
jusqu\'a ce jour. Paris, Garnery. 1810. 8».
6324.   —— Verzameling van wetten op dejagt en visscherij inhet Eransche
Keizerrijk, sedert 1789 tot Sprokkelmaand 1810. Uit het Eransch vertaald.
Amsterdam, W. Brave. 1811. 8».
-ocr page 474-
440                                  Ï.ÉGISLATION ANGLAISE DES PÊCHES.
6325.   Konsscait, (Cl.) Edicts et ordonnances, arrêts et réglements des
eaues et forests, revues et augmentez d\'anciens et nouveaux, avec annota-
tions sommaircs. Paris. E. Richer. 1633. 8°.
6326.   Sainctyon, Les édicts et ordonnances des Roys, coustumes des
provinecs, ï-églemens, arrcsts et jugemens notables des eaux et forêts. Recueil
divisé en 3 livres. Paris, Vv0 A. Langelier. 1610. 2 dln. folio.
Vatin. (R. J.) Zie No. 6315.
3. Engelsche wetgeving op de visscherijen.
[Législation anglaise des pêches.~\\
6327• Baker, (Th.) The laws relating to salmon flsheries in GreatBritain.
Seeond cdition. London, Cox. 1868. 12o.
6328.   Blackstoue, (W.) Commentaries on the laws of Englaud. 16*
edition, with the last corrections of the author; and with notes by J. T.
Coleridye.
London, printed by A. Strahan for T. Cadell. 1825. 4dln. gr. 8o.
K. B.\'sG.—B. L.H.—R. L.
Zie aldaar: On the takiug of royal fish. (Whales and Stiirgeons) I, bl. 223,
290. — Property of whales. I, bl. 223. — Common of fishery. II, bl. 34 —
Tree fishery, or exclusive right of fishery in a public river. II, bl. 39, 410,
IV, bl. 424. — Differs froin a several fishery. II, bl. 39. — Stealing or atteinpt-
ing to steal royal fish. — IV, bl. 144, 236. — Destroying of fishponds. IV , bl. 246.
6329.   Blakc and Brady, A bill to amend the law of Ireland as to the
sea-coast lisheries. May 1866. folio.
6330.   Bniid\'s (W. W.) Law relating to salmon flsheries of England and
Wales. London, 1873. 8°.
6331.   Chitty, (J.) Treatise on the game laws, and on public and private
lisheries; with an appendix containing all the states and cases on the subject.
London, 1812. 2 dln. 8o.
6332.------Precedents and practical forms relative to game. London,
1816. 8o.
6333.------Observations on the game laws, with proposed alterations for
^he prolection and increase of game. London, 1816. 8o.
6334.   Clark, (George) The game laws from Henry III to the present
period; including all the acts of parliament, which are now in force onthat
subject. — With an introduction explaining the nature of forests, flsheries,
etc. London, 1786. 12o.
6335.   Considerations of the game laws, together with somestrictures
on Dr. Blackstonc\'s Comment, relative to this subject. London, 1777. 8o.
6336.   Dialogue between a lawyer and a country-gentleman, on the
subject of the game laws. Pourth edition. London, 1775. 8o.
6337.   Eamshaw, (James) Abstract of various penal and other statutes
relative to the customs, from 2Sth Edw. III to 32 Geo. III, together to
the laws in and subsequent to 1780, relating to the Southern, Greenland
and Newfoundland flsheries. London, 1793. 2 dln. 8o. Seeond cdition. 1799.
6338.   Essays on the game-laws now existing in Great Britain, and
remarks on their principal defects, etc. London, 1770. 8o.
-ocr page 475-
441
ENGELSCHE WETGEVING OP DE VISSCHEBIJEN.
6339.   Game laws, a comprehensive and familiar treatise, comprising all
the statutes and resolutions of the courts, relating to game, together with
some general remarks tending to explain their import and facilitatc their
construction. To which are also added, the mode of recovering penalties
under the game laws; the law conceming Iresspas in the pursuit of game;
and the general law relating to dogs. New edition. London, 1818. 12".
Hodgson. Zie N°. 6359.
6340.   Hore, (H. F.) Inquiry into the legislative control and improve-
ments of the salmon and sea flsheries of Ireland. Dublin, 1859. 8°.
6341.   Index to the statutes, public and private, passed in the several
years from the Union with Ireland to the termination of the XVII parlia-
ment. 1801—1859. London, J. E. Eyre. 1860. 2 dln. folio.
          B.R.L.
Zie aldaar: Fisheries. — Herringfisheries. — White-herringfishery. — Sal-
monfishery. — Whalefishery.
6342.   Jacob, (Giles) Game law; and of hawking, hunting, fishing and
fowling. 7th Edition. London, 1740. S».
6343.   Locke, On the game laws of England and Wales, including those
of Scotland and Ireland. London, G. Loan. 1866. 8o.
6344.   Mascall\'s (E. J.) Complete digest of the pending consolidation of
customs on goods importcd into and exported from Great Britain, and also
the excise on all foreign articles, the tonnage duties, and those of the
fisheries. London, 1810. 8».
6345.   Nolsou, (W.) Laws of England concerning the game of hunting,
hawking, fishing and fowling. London, 1727, 1732, 1751,1753,1762.12<>.
6346.   Oke, (G. C.) A handy-book of the game and fishery laws. Lon-
don? Butterworths. 1861. 8o.
6347.   Patterson, (James) A treatise on the fishery laws of the United
Kingdom, including the laws of angling. Cambridge. Macmillan. 1864. 8».
6348.   Paul, (John) A. digest of the laws relating to the Game of this
Kingdom, containing all the statutes now in force respecting the different
species of Game; including those which have been made for the preservation
of sea and river fish. London, Strahan. 1775. 80. Eifth edition. London,
1816. 8o.
6349.   Piscator, Public right of fishing by Anglers. (z. j. of pi.) 12°.
6350.   Roe vos, (John) The law of shipping and navigation; treating of
the trade with Asia, Africa and America, of the European trade, the fish-
eries, etc. London, 1792. 1807. 8<>.
6351.------History of the Government of Newfoundland; with an appen-
dix, containing the acts of Parliament made respecting the trade and fishery.
London, 1793. 8o.
6352.   Report of the Comraittee of the House of Commons onthegame-
laws, with a comment, by a country-gentleman. London, 1816. 80.
6353.   Richardson, (John Stewart) Scotch salmon fisheries legislation.
Past, present and future. London, Dalton and Lucy. 1870. 8o.
6354.   Salmon fisheries amendment Bill. No. 1, 2. (House of commons.)
6355.   ScliiiHz, (Henry) An essay on aquatic rights, intended asanillus-
tration of the law relating to fishing. London, 1811. 8°.
6356.  Selwyn, (W.) An abridgment of the law of Nisi prius, containing;
No. 21. Fishery. Third edition, with additions. London, 1812. 2dln. gr. 8o.
-ocr page 476-
LÉGISLATION d\'aüTHES PAYS DE l\'EUROPE.
142
6357.   Thames. Griffith, (Roger) Essay to prove that thcjurisdictionof
the Thames etc., is coramitted to the Lord Mayor and City of London,
both in point of right and usage. To whieh is added, a description of
those (ish, which are caught in the river Thamos. London, 174-6. 8<>.
(Enkele exemplaren met platen.)
6358.   —— Essay on the right of angling in the river Thames and in
all othcr public navigable rivers. Reading, Smart. (z. j.) 8o. 2° uitg. 1787.
635Ü.-----A letter to a proprietor of a fishery in the river Thames, in
which an attempt is made to show in whom the right of lishing in public
streams now resides. (By Mr. Hodgson.) Reading, 1787. 2d Edition. 8».
6360.------Pisherman\'s assistant in the Thames. 1697. ^o.
6361.------Laws and ordinances of the city of London relating to fishing.
1697, 1785. (Hetzelfde werkje als het vorige?)
6362.------Rules and orders for fishing in the Thames and in the
waters of the Medway. London, ] 827. 80.
6363.-----Rules, orders and ordinances to commence and take place
from the iirst November 17S5, for the governing and regulating all persons,
who shall fish or dredge in the river Thames. (z. j. of pi.) 12<>.
6364. Tomlins, (Th. E.) A popular law-dictionary, explaining the terins
and nature of English law. London, Longman. 1838. gr. 8°. B. R. L.
Zie aldaar: Angling, bl. 30. Fish, fishery, bl. 240—242. Oysters, bl. 392.
4. Wetgeving van andere landen van Europa.
[Législation d\'autres fays de l\'Ewrope.~\\
6365.   België. Recueil des lois, décrets, arrêtés et régiemens en vigueur
en Bclgiquc, sur 1\'administration forestière de la pêche et de la chassc.
Arlon, 1836. 8°.
6366.   Duitsehland. Eenige mededeelingen betreffende de Duitsche vis-
scherij-verordeningen in de 15e en 16e eeuw.
Zie: Algem. Visschcrij-Couraut. 1871. No. 23, 24.
6367.------Entwurf eines Fischerei-Gesetzes für den Preussischen Staat,
nebst Motiven.
Zie: Circulare des Deutschen Fischerei-Vereins. Berlin, 1872, bl. 215—241.
6368.------Een ontwerp-visscherij-wet voor Pruisen.
Zie: Algem. Vissoherij-Courant 1872. No. 51, 52. N. Rotterd. Courant.
11 Uec. 1872.
6369. —— Gunckel, (F. W.) Sammlung der auf das Forst-, Jagd- und
Fischcrei-Wesen in Kurhessen Bezug habenden Landesordmmgen, Ausschreiben
u. s. w. von 1648 bis 1843. Cassel, 1845. 4o.
6370.------Kletke, (G, M.) Die Fischerei-Gcsetzgebung im Preussischen
Staate. Eine Sammlung der auf die Fischerei, Bernstcin-Fischerei und das
Strandrccht bezüglichen Gesetze und Vcrordnungen und Entscheidung der
Obersten Gcrichtshöfe. Berlin, Liebrecht. 1868. gr. 8°.
6371. —— Meurer\'s (Noe) Wasser-Recht, fiirnehmlich des Weitbcriihmbten
vnd Goltrcichen Rhcinstorms (sic), wie dersclbig gleich als ein Richter, am
Gestadcn, ietzt dem eiucn gebe, dem andere nemme: Item von Iuseln,
Awen, Waiten, auch Beth, oder Bauch des Rheins, sampt anderen desselben
-ocr page 477-
TRACTATEN BETREFFENDE DE VISSCHERIJEN.                         413
mehr anhangenden vnd zugehörigen Gerochtigkeiten, als der Oberkeit, Gc-
staden-Ufem, Leinpfad, Schiffvng, Vogel weid, Salmen vnd Goltgründcn,
etc. Cöllen, boy Andr. Bingen. 1563. 4°.
Zie aldaar: Die zehcnd principal Frage, oderTheil von Fischcu , blz. 112— 115.
6372.------Baden. Gesetz (von 1852) das Recht zur Fischerei betreffend.
6373.------Entwurf eines Gesetzes über die Ausübung und den Schutz
der Fischerei ira Groszlicrzogthuin Baden. (12 Juni 1809).
6374.------Warnkünig\'y (Th. A.) Die Badisclien Gesetze über Ausiibung
der Jagd und Fischerei, nebst den darauf bezüglichen Verordnungen, Minis-
terialentschlussungen u. s. w. Donaueschingen, Aldcnhovcn. 1S66. gr. 8°.
6375. Noorwegen. Bocck, (Thorv.) Oversigt over Litteratur, Love.
Rescripter m. m. vedrörcnde de Norske Fiskerier. Efter Foranstaltning af
Centralcoramitteen tbr Norges Deltagelse i Fiskeri-udstillungen i Boulogne-
sur-mer 1866. Christiania, H. Tönsberg. 1866. gr. 8».
Dit werkje bevat o. a. een overzigt en een uittreksel van de wetten , urdounantiën
enz. op de Noordsehe visscherij van 1575—1866.
6376.------Widegren, (H.) Om liskeri Lagstiftninger i Sverige.
Zie: Kgl. Landtbï. Akadem. Tidakrift 1808. No. 3 — 4. (Visscherij-wetgeving
in Zweden.)
6377.------Handlingar och Förordningar angaende Finlands Fiskerier.
Utgifna af And. Joh. Malmgren. Hclsingfors, tryekt hos J. Simelii arfvingar.
1869. Ie en 2» stuk. 8<>.
Waarin de volledige tekst van de verschillende oorkonden en reglementen be-
trckkelijk de visschcrijen in 1\'inland, van 15 Sept. 1616 tot 22 Oct. 1S46.
6378. Spanje. Fernandez, (Ces.) Ordonnansas de pesca para las provin-
cias de Pontcvedra (1750) y la Coruna, (1769) Madrid, 1850. gr. 8».
Voorafgegaan door een rapport over het verval van de sprot* visscherij aan
de kusten van Gallicië.
6379.------Almadrabas; Resera historica de su empleo en las costas de
Espana; y reglamento para su regimen. Madrid, 1866. gr. 8o.
6380 Amerika. Williams Jr,, (M.) Digest of lishery acts. New-York. (z. j.)
i. Tractaten betreffende de visscherij en.
\\Traités et convent\'ions coneernant les péchesj]
6381.   A°. 1295. De Koning van Engeland geeft aan die van Holland,
Zeeland en Vriesland, dat ze ongehinderd en vrij mogen visschen in zijne
zee bij Jernemuth. (Yarmouth.)
                                                              28 Sept.
van Mieris , Groot Chartert. I , bl. 566.
Boxhorn, Chron. v. Zeeland. II, bl. 100.
Rj/mer, Foedera, conventiones et acla pnblica in/er Reges Angliae et
alios quosvis Imperator»*, Reges
etc. (London, 1704—1735). Il, bl. 688.
6382.   1446. Traite de commerce conclus entre les Anglais et quelques
villes de Flandres et de Brabant, pour 1\'cspace de douze ans. (Wederkeerig
vrije visscherij toegestaau).
                                                                        4 Aug.
Dumont, Corps diplotnalique de droit des gens, cnntenant mi reaueil de
traites, etc.
(Amsterd., 1726—3Q.) III. Ie St. bl. 558.
                       B. R.
Rymer, Foedera, convent iones Angl. XI, bl. 140.
-ocr page 478-
444                   TRAITES ET CONVENTIONS CONCERNANT LES PÊCHES.
6383.   A°. 1467. Foedus coramercii, liberaeque navigationis ac piscationis
(sive intercursus) inter Eduardum IV, Regem Angliae et Isabellam, viduam
Philipi, nomine Caroli Ducis Burg. princ. Belg. in 30 annos. 25 Nov.
Rymer, Foedera, conventiones Angl. XI, bl. 592, 599, 604, 616.
Dumont, Corps diplomatique. III. lo St. bl. 592.
6384.   1468. Traite de paix entre Louis XI, roi de France, et Charles
dernier duc de Bourgogne, fait a Péronne. (Waarbij o. a. vrijheid van haring-
visscherij wordt verleend, blz. 400).
                                                     14 Oct.
Dumont, Corps diplomatique. III. Ie St. bl. 394. v.v.
6385.   1478. Foedus commercii, navigationis, et liberae piscationis
inter Eduardum IV, Regem Angliae et Maximilianum ac Mariam, duces
Austriae, qua totius Belgii principes.
                                                  12 Julij.
Rymer, Foedera, conventiones Angl. XV, bl. 67.
Dumont, Corps diplomatique. III. 2e St. bl. 28.
6386.   1482. Traite de paix entre Louis XI, Roi de Trance et Maximi-
lien, Duc d\'Autriche.
                                                                             23 Dec.
Dumont, Corps diplomatique. III. 2e St. bl. 100. (Zie bl. 106 art. 77).
6387.   1495/96. Eoedus pacis, commercii, navigationis et liberae pis-
cationis inter Hcnricum VII, Regem Angliae et Philippum pulcrum
Archiducera, qua Belgii dorainum ac principeni. (\'t Groot Commercie-
Tractaat.)
                                                                                                 24 Febr.
Rymer, Foedera, conventiones Angl. XII, bl. 579.
Dumont, Corps diplomatique. III. 2e St. bl. 318, 336. art. XIV.
Placc.-boek van Brabant. I, bl. 568.
• 6388. 1521. Pactuni conventum, durante bello valiturum, de libertate
civium piscandi Haleces, inter Frauciscum I, Regem üalliae et Carolum,
Imp. qua Belgii dominum ac principeni, hortatu regis Angliae. 2 Oct.
Dumont, Corps diplomatique. IV, 1« St. bl. 352.
Tweede memoriaalboek van het Hof van Holland, bl. 204.
6389.   1525. Traite de trêve pour six mois, eutre la Duchesse d\'Angou-
lême, mère de Francois I, Roi de France, Régente en France, et l\'Archi-
duchesse Marguerite, gouvernante des Pays-Bas, pour 1\'abstinence de la
guerre, et la sureté de Ta Pêche du Hareng.
                               14 Julij.
Dumont, Corps diplomatique. IV , Ie St. bl. 433.
6390.        " Confederatio inter Reges Angliae et Galliae adversus Carolum
V Imp. qua Belgii principeni, pro relaxando rege Franciae captivo, et
de commercii et piseaturae libertate, inita per matrem regis Franc. Regni
Gubernatricem.
                                                                                        30 Aug.
Rymer, Foedera, conventiones Angl. XIV, bl, 48.
Dumont, Corps diplomatique. IV, Ie St. bl. 436.
6391.   1541. Traite conclu entre 1\'empereur Charles V et Jaques V, roi
d\'Ecosse (pour Ie bien. avancement et bonne conduite des marchands,
pescheurs, etc).
                                                                                20 Febr.
Dumont, Corps diplomatique. IV, 2e St. bl. 208.
6392.   1560. Verdrach of tractaat, genaamt van Odenzee, tusschen Frede-
rick II, Coninck van Denemarken en de Anzee-steden.
                   25 July.
Waarin enkele bepalingen omtrent den verkoop en het cirkelen van den Haring.
Aitsema, Saken van ütaet en Oorlog. I. 159. (4o uitg.)
Dumont, Corps diplomatique. V, Ie St. bl. 67.
G393. 1662. Tractaat van vriendschap, confoedcratie, navigatie, commercie
ende marine, gheslooten tusschen de Coningh van Franckrijk en de Staten-
Generael der Vereenighde Nederlanden. (Zie art. V.)
                      27 April.
Ailzema, Haken van Staet en Oorlogh. X, bl. 305. v.v. (4o uitg.)
-ocr page 479-
TRACTATEN BETREFFENDE DE VISSCHERIJEN.                          445
6394.   A°. 1675. Liberté de P e s e h e accordée par Ie roi très-Chrétien , Louis
XIV, aux pescheurs Hollandois en réciprocation de la même liberté accordée
par les Etats-Généraux aux pescheurs francois.
                                  17 Aug.
Dumont, Corps diplomatique. Suppl. II. lc St. bl. 397.
Bollantsche Mercurius. 1675. bl. 179.
6395.   1679. Tractaat van commercie, navigatie en marine, gemaeckt tot
Nijmegen den 2/12 October, tusschen den Koningh van Sweden en de Staten
Generaei der Vereenighde Nederlanden. (Zie art. VII.)
Gr. Place-boek. III, bl. 1394.
Recueil van Tractaten. (\'sGravcnh., Scheltus). No. 59, 60.
Dumont, Corps diplomatique. VII. ]e St. bl. 437.
6396.   1683. Convention faitc entre Ie Marquis de Feuquières et Ie
Marquis de Los Balbazos, pour la liberté de la p e s c h e et de la navigation,
dans la rivière de Bidassoa, en faveur des sujets de Louis XIV et de Charles II.
Dumont, Corps diplomatique.. VII, 2e St. bl. 71.                        19 Oct.
6397.   1685. Convention entre la France et 1\'Espagne pour la liberté de
la pêche et de la navigation dans la Bidassoa.
                                19 Oct.
Léonard, Recueil des traites de paix. (Paris, 1692.) IV.
6398.   1697. Traite de commerce, de navigation et de marine entre Louis
XIV, Roi de France, et les Estats Généraux des provinces Unies. (Zie
art. X.)
Dumont, Corps diplomatique. VII, 2o St. bl. 386.
Recueil van Tractaten. (\'s Gravenh., Scheltus). No. 70, 71.
Zie het „Tarif gearresteert ingevolge het Xlle artieul van \'t Tractaat van
Commercie, geslooten den 20 Sent. 1697" in: Recueil van Tractaten. (\'s Gra-
venh., Scheltus). No. 71.
6399.        » Traite entre Louis XIV, Roi de France, et Charles II, Roi
des Espagnes, pour Ie reglement des limites, et 1\'échange de quelques licux ,
en exécution du traite de Ryswick.
                                                        3 Dec.
Zie aldaar: Acte de réservation de droit, touchant Ie har eng.
Dumont, Corps diplomatique. VII, 2e St. bl. 473.
6400.   1716. Actes et conventions entre la Grande-Brétagne et la villede
Hambourg au sujet du commerce du Hareng.
                  3 April, 8 Juny.
Mariens, Recueil de traites. Suppl. I. (1S02) bl. 126.
6401.   ] 719. Convention renouvellée et amplifiée entre S. M. Britannique
et la ville de Hambourg, touchant Ie commerce des Harengs. 8 Eebr.
Marlens, Recueil de traites. Suppl. I. (1802) bl. 127.
6402.   1731. Convention conclue entre S. M. Britannique et la ville de
Bremen, touchant Ie commerce des Harengs.
                                  17 Oct.
Dit tractaat werd vernieuwd 17 Oct. 1831.
Marlens, Nouv. Recueil de traites. XIV. (Suppl. XVIII) bl. 19.
6403.   1739. Traite de commerce, de navigation et de marine conelu
entre Ie roi de France et les Etats-Généraux des Provinces Unies. (Zie art. X.)
Wenck, Codex juris gentium recent. Lipsiae, 1781—95. I, bl. 414.
Gr. Tlacc.-boek. VI, bl. 324.
Zie naar aanleiding van dit tractaat: Nederl. Jaarboeken. 1758, bl. 818, 819.
Nieuwe Nederl. Jaarboeken. 1786, bl. 132. v. v.
6404.   1776. Edictum regis Daniae et Transactio controversiarum inter
ipsum et Ordd. Belg. Feder. de navigatione ad oras Groenlandiae.
Zie een nittreksel van dit edict, en beschouwingen daarover, in : Nieuwe Nederl.
Jaarboeken.
1777, bl. 253—262.
6405.   1800. Convention entre la Grande Bretagne et la France touchant
1\'exécution de saisie pour les vaisseaux.
                                                  Junij.
Marlens, Recueil de traites. VII (1801), bl. 295.
-ocr page 480-
446                  TRAITES ET CONVENTIONS CONCERNANT LES PÊCHES.
0406. A°. 1816. Traite de limites entre les Pays-Bas et la Prnsse, et arran-
gemcnt provisoire, conclu et signé a Aix-la-Capelle, Ie 26 Juin 1816.
(Zie art. 27).
Staatsblad. 1850. No. 10.
Lagemans, Recueil des traites et conventions. I, No. 45.
G407. " Traite de limites entre les Pays-Bas et la Prusse, conclu a
Clèves, Ie 7 Oct. 1816. (Zie art 14, 15.)
Staatsblad. 1850. No. 10.
Lagemans, Recueil des traites et conventions. I, No. 53.
(HOS. 1818 Convention conolue entre les Etats-Unis d\'Amérique etl\'An-
gleterre, donnant des faeilités de pêche a Terre-neuve et aïlleurs pour
les Etats-Unis.
                                                                                         17 Oct.
Marlens, Nouv. Recueil de traites. IV, bl. bl. 571.
6109. 1831. Convention relative au commerce des harengs, conclueentre
la ürando-Bretagnc et la ville libre de Brêrae.
                                  17 Oct.
Mariens, Nouv. Recueil de traites, cont. par Murhard, XIV, bl. 19—21.
6410.   1839. Traite entre les Pays-Bas et la Belgique relatif a la sépa-
ration des territoires respectifs, conclue a Londres Ie 19 Avril. (Zie art.
IX, §§ 3, 6.)
Staatsblad. 1839. N°. 26. 1843. No. 45; 1852. No. 11.
Lagemans, Recueil des traites et conventions. II, No. 166, 197, 266.
6411.        /\' Convention signée a Paris Ie 3 Aoüt 1839, entre la Erance
et la Grande-Bretagnc, relative aux limites des pêcheries.
Marlens, Nouv. Recueil de traites, cont. par Murhard. XVI, 2e. bl. 954—958.
6412.   1843. Conventie tusschen Nederland en België, den 20 Mei 1843
te Antwerpen gesloten.
                                                                           9 Sept.
Lagemans, Recueil des traites et conventions. No. 197.
Bij deze overeenkomst werd o. a. vastgesteld een „Reglement ter uitvoering
van art. 9 van het tractaat vaD 19 April 1839 (Zie No. 6410) betreffende de
uitoefening vau het legt der vissclierij en van den visclihandel.
6113. " Convcution entre la Erance et la Grandc-Bretagne sur un
reglement concemant les pêcheries dans les mers situées entre les cötes
des deux pays.
                                                                                        24 Mei.
Murhard, Nouv. Recueil gên. de traites. IX, bl. 527—54S. (C\'ontinuation
du Recueil de Marlens.)
6414.        ii Déclaration promulguant Ie reglement général des pêcheries
entre la Erance et la Grande-Brctagne.
                                              23 Junij.
de Clercq, Recueil des traites de la France. V, bl. 99.
6415.        // Conventie van handel en scheepvaart, op 5 November 1842,
tusschen Nederland en België gesloten.
Staatsblad No. 4.
De daarin voorkomende bepalingen zijn niet van toepassing op den invoer
der voortbrengselen van de nationale visscherij.
6416.   1852. Convention entre la Belgique et la Grande-Bretagnc concer-
nant les pêcheries.
                                                                         22 Maart.
Hertslel, Complete collection of the trealies belween Qreat Britain and
foreign powers.
ÏX, bl. 156.
Archives diplomalioues. 1863. I, bl. 85.
6417.   1854. Traite entre la Grande-Bretagnc et les Etats-Unis d\'Amérique
relatif aux pêcheries, signé a Washington.
                                     5 Junij.
Samwer, Recueil gen. des traites III. I, bl. 498—503. (Contin. du Recueil
de Marlens.)
-ocr page 481-
447
ADDENDA.
6418.   A°. 1857. Convention entre la Grandc-Bretagne et la France relative
a 1\'exercice de la pêche sur les eöfces de 1\'ile de Terre-neuve et sur les cótes
avoisinantes, signée en Londres.
                                                           14 Jan.
Samtoer, Reeueil gén. des traites. IV. I, bl. 202—210. (Cont.in du Recueil
de Martens.)
6419.   1858. Reglement international pour la pêche dans la Bidassoa. Loi
francaise relative a 1\'exercise de la pêche dans la Bidassoa.
            1 Junij.
Bulletin des lois. 1859. No. 700.
de Clereq, Recueil des traites de la France. VII.
6420.   1S69. Convention entre les gouvemcinents des Pays-Bas. deBade,
Bavière, France, Hesse et Prusse, arrctant des dispositions uniformcs sur
la pêche dans Ie Rhin, ses afflucnts et ses ambouchures depuis Bïilc jus-
qu\'en pleine mer.
                                                                                    27 Nov.
Lagemans, Recueil des traites el convenlions. La Haye, 1873. VI. No. 526.
Deze conventie werd door de Staten Generaal niet bekrachtigd.
Naar aanleiding van art. 14 werd tusschen Baden en Zwitserland, den 9 Mei
1869, eene overeenkomst gesloten betrekkelijk de visschcrij op den Rijn.
fa Addenda.
6421.   Blaker, (Rob.) Old faces in new inasks. London, W. Kent. 1859. 8°.
Zie aldaar: Kishwivcs, bl. 1—39; — A few words abont Eels, bl. 68—82;
Notes of an autiquarinn on the svmbolical representation of flsh , bl. 113—118;
A few words about Pike; bl. 208—221. — Oystere, bl. 237—205; — Days
on the Tweed sixty years ago, bl. 289—359.
6422.   Bryant, (Jacob) Dissertation on the prophecy of Balaam. and
the history ot\' Jonah and the whale. 1S03 4».
6423.   Caincrarins, (J.) Symbolorum et emblematum centnriae quatuor;
prima, arborum; secunda animalium quadrupedium: tertia, aviuin et volatilium;
quarta, piscium et reptilium. Moguntiae, 1590 -1C04. é*o.
               B.L.H.
6424.   Gnbernatis, (A. de) Zoological mythology, or the legends of
animals. London, ïrübncr and Co. 1872. 2 dln. gr. 8°.
             B. R. L.
Zie aldaar: The animals of the water. II, bhs. 329—359.
6425.   Hales, (St.) Trials to keep water and fish sweet, with lime water.
Zie: Philos. transact. 1750. X, bl. 551.
            K.B.\'s G. — B. B. G. R.
6526. Home, (Fr.) Experimcnts on fish and llesh preserved in lime water.
Zie: Philos. transact. 1753. XI, bl. 258.
6427.   K(ater), (R. de) Vlaardings Visschers Lied-boek. voorsien met
veel schoone Vissers-, bruylofts- en andere stigtelijke gesangen. Amsterdam,
J. Kannewet. (z.j.) [1661.] 2 dln. langw. 8».
6428.   Lcnnep (J. Tan) en J. ter Gouvw, De uithangteekens in verband
met geschiedenis en volksleven beschouwd. Geïllustreerd met ruim 300 boek-
druketsen van F. W. Zürcher. Amsterdam, Gebr. Kraay. 1868. 2 dln. gr. 8o.
Zie aldaar, II: Visschen, schaaldiereu en schelpen (als uithangteekens). bl.
360—366.
                                                                                          B. R. I.
6429.   Lockinan, (John) The Shetland herring and the Peruvian gold-
mine; a fable. London, 1757. folio.
-ocr page 482-
448                                                   ADDENDA.
6430.   Menu aquatique d\'un festin offert en 1618, aux commissaires
et députés de 1\'Asiette. (Waarop o.a. voorkomt: Huitres 8 livres. 1 fr.
12 sous, (a 1 fr. per 100 stuks.)
Zie: Archives de la Haute-Garonne. No. 707 et 709.
6431.   Moule, (Th.) Heraldry of Fish; notices of the principal families
bearing flsh in their arms. (Met houtsneden). London, 1843. 8o.
6432.   \\asli, (Thom.) Nasb.es lenten stuffe, containing the description and
procreation and increase of the towne of Great Yarmouth, in Norffolke; with
a play never played before, of the praise of the Red Herring. London, 1593.
Second edition. 1599. 4o.
6433.   Orden, (G. van) Bijdragen tot de penningkunde van het Koning-
rijk der Nederlanden. Zaandam, Jan Groot. 1830. Met 24 platen. 4°. B.B.L.
Plaat X geeft de afbeelding van het patent of verlof brief en de penning (een
vischje) van den Arasterdamschen ,,Vis-draegher", waarvan op bl. 42 van den
tekst melding wordt gemaakt.
6434.   Pearson, (Kielt.) Account of a particular preparation of salted
fish, to be used with boiled rice, boiled potatoes. London, 1812. 8o.
6435.   Pond, (A.) Of a stone, which when split exfiibited the exact flgure
of the fish called an „old wife".
                      K. B. \'s O. — B. B. O. B.
Zie: Philos. transact. 1775. blz. 629.
6436.   Simsoii, (Arch.) Hieroglyphica animalium terrestrium. volatilium,
natatilium, reptilium etc.; quae in senpturis sacris inveniuntur. Edinb., 1692.4o.
-ocr page 483-
ALPHABETI8CH REGISTER.
Table alphabétique.
Aalesund. Tentoonst. 4417.
Aarflot. Siv., 3053.
Abhildunq d. Fischen int Znrichsee,
187. \'
Abbing. CA., 3362, 3483.
Abbott. CC, 187a.
Abbs. Cooper, 188.
Abentheuer von Allerhand. . . Fischen.
189.
Acerbi. 3052.
Achenwall. 3269.
Achrelius. L., 2469.
Adam. Victor, 3818.
Adams. A. L., 190.
Adams. C. B., 1594, 2303.
Adams. H. en R., 3698.
Adelung. J. C, 3416.
Adres van zes reeders. 3128.
Adres van haringkoopers. 3270.
Advantages of angling. 3819.
Aelianus. Cl., 1, 2.
Agassiz. L., 3,4,191—207,2059,
2356-2359, 2470.
Aigner. J. Th., 208.
Ainslie. W., 1285.
Ainsworth. W. F., 209.
Aitzema. L. van, 3129.
Ajasson. J. B. F. E. Vic. de Grand-
sagne, 5. 6, 141.
Akerly. S.. 210.
Akerman. J. ï., 3820, 3839.
Albertus Magnus. 7.
Albin. EL, 211. 212.
Alderson. J., 2471.
Aldrovandua. U., 8.
d\'Alembert. 3010.
Alessandrinus. A., 2472.
Alexander. 4400.
Alexander. W.. 3821.
A1 géri e. Pêche cótière. 6272, 6273.
Alkemade. K. van, 3281.
Allamand. J. N. S. . 214.
Allègre. D., 3685.
Allen. B., 213.
Allen. R., 3822.
Aüerton. 3822a.
Alpinus Pr., 215.
Allport. Morton, 2784.
d\'Alquen. F. H. L., 3823.
Alvenstod. S. M., 216, 2968.
Ambrose. J., 217, 218.
Ambrosius. 9.
Amoretti. C, 219.
Amsterdam. Fisscherij. 3130—
.3132, 3613, 4411—4416.
Amuseniens de la pêche. 3826.
Amusements. Healthful, 3827.
Anderdon. J. L,, 3828.
Anderson. Ad., 3271.
Anderson. James, 3197, 3198.
Anderson. Joh., 3417, 3418
Anderson. R., 3419.
Anderson. W., 220.
Andrée. A., 221. \'
Andree. Karl, 3420.
Andrew. L., 10.
Andrews. 2786.
Andrews. W., 222—228, 2360.
Angelkalender. 3829.
Angler. The. 3830—3838, 4194.
Angler\'s almanac. 3839, 3840.
Angler\'s assistant. 384!—3843, 3874.
Angler\'s eompanion 3844—3847.
Angler\'s garlands. 3848, 3849.
Angler\'s guide. 3850—3857.
Angler\'s handbook. 3858.
Angler\'s instructor. 3859.
Angler\'s magazine. 3860.
Angler\'s manual. 3861, 3862.
Angler\'s naturalist. 4359.
-ocr page 484-
450
TABLE ALPHABÉTIQUE.
Angler\'s pocketbook. 3863, 3865.
Angler\'s remembrancer. 3866.
Angler\'s songbook. 3867.
Angler\'s souvenir, 3S68.
Anglican friar. 3869.
Angling. 3870—3877, 3883—3890.
Anjubault. P. A., 229.
Ankarkrona. 230.
Annals on sporting. 3878.
Annuaire de l\'économie polit. 2969.
Annuaire du sport. 3879.
Annuaire slalistiijne beige. 2972.
Anslijn. N., 231.
Anspach. L. A., 3617.
Appuu. K. F., 232.
Arago. 65.
Arbuthnot. 233.
A r c a c h o n. Tentoonst. 4 tl 8—4422.
Arcère. 3880.
Arderon. W., 234, 2787, 3S81.
Arend. J. P., 3273.
Aristotclcs. 11—17.
VArt de toutes sortes de pêclies. 3891.
Art of angling. 3883—3890.
Art of fishing. 4401.
Artaud. 235, 236.
Artedus. P., 18.
Aruudo. 3892.
Armiger. Ch., 3882.
Ascanius. P., 237. 238.
Ashworth. E. en T., 2361, 4363.
Asso. Ign. de. 239.
Atheneaus. 19.
Aube. E.. 2970.
Aubert. H... 16.
Audouin. 58, 65.
Audiganne. A., 3014, 3686.
Ausonius. 3773.
Ayrcs. W. O., 240—268.
Ayrton. W., 2362.
Baird. T. E.. 1594.
Bajer. J. J., 2473.
Bajon. 267.
Baker. Henry, 268.
Baker. S. White, 269.
Baker. Th., 6327.
Bakhuizen v. d. Brink. R. C, 4333.
Bakker. G., 21.
Balaena mystieetus. 2474.
Balbi. A.. 3094.
Balbinus. B., 270.
Baldigara. Batt., 271.
Baldner. Lconh., 272.
Ball. Rob.. 273.
Bancroft. Edw., 274.
Bancroft. E. N. 275, 276.
Bardin. A., 2973.
Barker. Th., 3897, 3898.
Barker Webb. S. 277.
Barkley. J., 2475.
Barkow. H. C. L., 2476.
Barlow. E., 3899.
Barlow. W., 278.
Barnes. Juliana, 3900, 4123.
Barrèrc. P., 279.
Barrington. D., 280, 2363.
Barrow. Ch., 1571.
Barrow. John, 3630.
Barry. W., 3901.
Bartlett. A., 281.
Bartholinus. Th., 2477, 2478.
Barueth. J., 3135.
Basilewski. S., 282.
Baster. J., 283, 284, 3722.
Bastien. J. E.. 4147.
Batavia illustrata. 32/4.
Batavia, fisschen. 285.
Batchelder. J. M., 280.
Bates. H. W., 287.
Bathurst. Ch., 2971.
Batsch. A. J. G. L,, 125.
Baudartius. W., 3424.
Baude. J. J:, 2788.
Baudrillart. J. J., 3902, 3902a,
6274, 6275.
Baussard. 2479.
Bavière. De la, 3274.
Bazin. 65.
Beal. J., 288.
Beale. Th.. 2480-2182.
Beautby. H.. 3198.
Beaumont. E. H. de, 2789.
Beaumont. Elie de, 65.
Beauricu. G. G. de. 22.
Beautemps. P,, 3619.
Becquerel. 65.
Begrijfv. d. Jdgereiu. Fischerei.
3903.
Baars. Herra., 3054. 3055, 3367,
4416, 4441.
Bachiene. W. A., 3133.
Bacstrom. S., 3422.
Badeigts de Laborde. 3618.
Badeley. 3893.
Baden. Wetgev. 6372—6374.
Badham. C. D.. 3894.
Baer. K. E. von, 20, 259,3102,3721.
Baert. J. E. B., 3134.
Baffin. W., 3423.
Bailey. W., 3895.
Bailly. E. M., 260.
Bainbridge. G. C, 3896.
Baird. Sp. F., 261-266, 1288.
-ocr page 485-
451
ALPHABETISCII REGISTER.
België. Visseherijj. 2972—2976.
Wetgev. 6305.
Bell. W., 289.
Bellamy. J. C, 290.
Bellanger. CL, 2299.
Bellingham. O\'Bryen, 291, 2483.
Belon. P., 23—25.
Belton. 3835, 3904.
Bemmelen. A. A. van, 292, 2628.
Beminden. P. van, 621-2.
Beneden. P. J. van. 293—297,
2481—2493. 2570, 2615, 4429.
Beninga. B , 3291.
Bennet. J. A., 313, 2496.
Bennett. E. T., 298—312, 2300.
Bennott. F. D., 2494. 2495,3425.
Bennett. J. W., 314.
Bergasse. 2790.
Bergen. Tentoonst. 4423—4434.
Bergerie. Rougier de la, 2934, 3905.
Berghaus. H., 3620.
Bergius. 315.
Berïsch. CL., 3906.
Berkenhout. J.. 316.
Berlepsch. H. A., 317.
B e r 1 ij n. Tentoonst. 4435.
Bernaert. M. B. F., 2497.
Bernard. TL, 3200. 3201.
Bernes. Juliana, 3900, 4123.
Bernia. M. A., 8.
Berthelot. Sabin, 277, 2824,
2977—2979, 3687.
Bertram. J. C, 318, 3723.
Bertuch. F. J., 26.
Beschreibung e. elektr. Fisches.\'&l\'S.
Beschreibung d. Thynnus. 320.
Beschreibung d. Seelerche. 321.
Beskrifning öfoer Bohnlandske Fis-
kar ne.
322.
Beschrijving/ie v. d. Noordsche lan-
den.
3426.
Besehrijmnghe v. d. Samoyeden Landt.
3427.
Best. Th , 3907.
Bèta H., 2791. 2792. 29S0, 2981.
Bethune. G. W., 4402.
Betta. E. de. 323.
Beudant. E. 8., 27, 141.
Bianconi. G. G.. 324-327. •
Bibliograph. (Fis.sc/ierij)4401—4110.
Bibra. E. L. von, 4080.
Bibron. 65.
Bickmore. A. S., 328.
Bielz. E. A., 329.
Biermann. A., 3908.
Bigelow. S. S., 2364.
Bigland. .1., 330.
Bilharz. Th., 331, 332.
Binnell. R., 333.
Birkholz. J. C, 334.
Bisschofl. G. W., 133.
Bisschoff. W., 3909.
Bizio. J., 3724, 3725.
Blaeker. W., 3910.
Blackstone. W., 6328, 6335.
Blackwall. J., 2365, 2366.
Blagrave. J., 3911.
Blaine. D. P., 3912.
Blainville. H. Ducroty de, 335 ,
337, 867, 2498, 2499, 3699.
Blake. J. H., 338. 6329.
Blakey. Rob., 3867, 3913-16,
4403, 6421.
Blanchard. E., 58, 65, 339.
Blanchère. II. de la, 2793,2794,2982.
Blanckart. A , 2974.
Blasms. A., 2571.
Blceker. P., 340-556, 2310.
Blefkenius. D., 3580.
Bleyswyk. Evz. D. van, 3144.
Bloch. M. E., 28, 29, 49, 557-564,
2367.
Blocquel, S. 30.
Blome. R., 3622, 3917.
Blondin. A., 4447.
Blum. J. R., 133.
Blyth. 505.
Boake. B., 566.
Boaz. H., 3918.
Bocage. J. V. B. du, 567, 568.
Boccius. H., 2795-2797.
Boccoue. P., 569.
Bock. E. S., 570. 2311.
Böcklcr. G. A., 3919.
Bocourt. 571-573.
Boddaert. P., 574—576, 3607.
Bodcl Nijcnhuys. J. T., 2500.
Boeck. Axel, 2311, 3344.
Boeck. Th., 3056, 6375.
Boer. W R., 3136.
Boer. W. G., 6251.
Boerner. J. C. H., 577-578.
Bogaerde.A.J.L. van den, 579,3137.
Bogge. E. B., 2983.
Boglc., 580.
Bohadsch. J. B., 582.
Bois. A. du, 581.
Bois Reymond. Emil du. 583.
Boitard.\'M. P., 31, 65.
Boll. E., 584.
Bonaparte. C. L., 32, 33, 585 —591.
Bond. John, 3428.
Bonelli. F. A., 592.
Bonge. D., 4364.
Bonizzi. E., 593. 594.
Bonnaterre. 2535.
-ocr page 486-
TABLE ALPHABÉTIQUE.
452
Bretonnerie. de la, 3931, 4147.
Brevoort. J. Carson, 610, 611.
Br iel Ie. Vissckerij. 3281.
Bricrly. O. W., 2504.
Briggs. 3932.
Brightwell. Th. 2505.
Brill. W. G., 3273.
Bring. S., 3435.
Brion. C, 2804.
Brisout de Baraeville. L., 612—617.
Brisson. 2506.
British fisheries. 3203, 3204,3211,
3212, 3215—3219, 3223, 3248,
3249, 3253-3257, 3332—3342,
3628.
Broca. P. de, 3727.
Brochard. A. T., 3728.
Broers. H. J., 3934.
Brongniart. A., 65, 141.
Bronn. H. G., 133.
Brookes. R., 38, 3935.
Broussais. C, 65.
Brousse. 6277.
Broussonet. Aug., 618—620.
Broussonet. P. M. A., 30.
Brouwer. Em. de, 4413, 4428.
Brown. J. J., 3036.
Browu. R., 621, 2507, 2508.
Brown. Th., 40, 622, 623.
Brown. W., 2368.
Browne. J. Ross, 3436.
Browne. Mozes, 3937.
Browne. P., 624, 625.
Bruce of Kinnard. J , 626.
Bruch. C 2369.
Briickner. 627.
Brugmans. S. J. 41.
Bruining. G., 3392.
Brnllé Chevrolat. 65.
Brünnich. M. T., 628—633.
Brussel, van, 634.
Bruyssel. E. van, 2805, 2975.
Bryant. J., 6422.
Bryant. W., 635.
Bryce. J., 636.
Buchanan. J. Laune, 3205.
Büchele. J., 637.
Buchoz. 42.
Buchoz. S. J., 638, 2985.
Buckland. E. T., 639,640,2806
2807, 3437, 3728. 3938.
Buddingh. D., 3138, 3139.
Budge. Jul., 641.
Buffon. G. L. L., 43-45, 2653.
Buhle. C. A. A , 46.
Buist. R. 2370, 2808.
Bujack. J. G., 642.
Bulletin admiuislr. et judic\' 6278. •
Bonnet. Ch., 2313.
Bonnycastle. R. H., 3G23.
Bonpland. A., 1271.
Bonsdorfl\'. E. J. 505.
Bont. M. J.de, 2708—2801, 3780.
Book oj rural Sports. The, 3920,
3021, 3933.
Boosey. ïh., 3022.
Border angler. The\', 3023.
Borgen. C., 3420.
Borlase. W., 596.
Borough. J., 3145.
Borowski. G. H., 34.
Borring. L. D., 3078.
Bory de Saint-Vincent. J. B. G. M.,
597. 598.
Bose. K. A. H. von, 3924, 3925.
Bossoed. D. Mulder, 4404.
Bosman. W., 599.
Botclho de Lacerdo Lobo. C„ 3095.
Bottemanne Mzn. C. J , 2802,
3430, 358G.
Bouet. C. E., 3431.
Boucher. 6315.
Boulogne-sur-mer. Pêche ma-
ritime. Expositiou, 3276, 3277,
4436—4441.
Boult. 3926.
Bourjot. A., C00.
Bour\'os. G., 601.
Boussuetus. Er., 35.
Bowden. J., 602.
Bowdich. Mrs. T. E., 603.
Bowens. Jac., 3432.
Bowkler. Rich. 3927.
Boxhorn. M. Z. van, 3278,3388.
Boys own book. The, 3628, 3929.
Boyavd. 6276.
Boy er. P., 3604.
Boyer-Eonfrède. J. E. B.. 3726.
Boys. Wïll., 604.
Braam Houckgeest. A. E. van, 605.
Brabazon. W.. 3202.
Braceius. J., 606.
Bradlcy. Th., 607.
Brady. 6329.
Brackmann. 3625.
Brandligt. O., 3432.
Brandt. C, 3279.
Brandt. G., 3293.
Brandt. J. E. 36,608,609 1546,
2501, 2502.
Brébisson. de, 65.
Breda, van, 2503, 2583, 2727.
Brchm. A. E., 37, 2791, 2803, 2932.
Bremer Grualatuls Fisc/ierei. 3433.
Bremmer. D., 3280.
Breton. Nic., 3930.
-ocr page 487-
453
ALFUABETISCII REGISTER.
Bund. W. W., 6330.
Burgersdyk. L. J. A., 47.
Burgcss. J. T. 3939.
Burmeister. H. . 48 , 2509—2513.
Burn. James, 3940.
Burrish. ünslow, 3282.
Burrough. J. 3145, 6252.
Burton. E., 643.
Burton. H., 644.
Burton. Rich. E. 645.
Bushnan. J. J., 105.
Bnys. J. T., 3140, 3152, 3283,
3284, 3360, 3378, 4436.
Byström. C, 2809.
Champonière. 6280.
Chao. E., 51.
Chappe d\'Anteroche. 684.
Charfy. G., 3947.
Charleton. T. W., 3948.
Charlevoix. P. F. X. de, 6S5.
Charpentier. 6281.
Chasses et peches. 3949, 3950.
Chateauneut\'. de, 4154.
Chatto. W. A. 3868, 4197, 4198.
Chauffour. J. de, 6282.
Chaussier. 3812.
Chavannes. 2814.
Cheek. J., 3952, 3953.
Cheever. H. T., 2516, 3438,3439.
Chemnitz. J. H. 2517, 3710.
Chesnay des Bois. de la, 63.
Chester. J., 2314.
Chetham. J., 3954.
Chevalier. H. E , 3627.
Chevalier. Th., 6274.
Chiaje. St. delle, 686, 687, 3712.
Chinese Repository. The, 688, 3955.
Chitty. Edw., 3956.
Chitty. J., 6331—6333.
Chlez. K., 3957.
Chomel. M. N., 2988.
Christie. J. K., 3344.
Christonel. 3002.
Churchill. S., 689.
Cirino. A., 52.
Clark. G., 6334.
Clarke. W. B., 690, 2518, 3958.
Clarke. W. H., 691.
Clavé. J., 2815, 2989.
Clerc. L., 3733.
Clerc. P. Ie, 6267.
Clericus. 3959.
Clerk. G. M., 3207.
Cleyer. A., 2519.
Cliffe. J. H., 3960.
Clifford. Ch., 3961.
Clinton. Lord, 3962.
Clinton. de Witt, 602--694, 2315.
Cloquet. A., 53.
Clusius. C, 2520.
Cobbold. T. Spencer. 2374.
Cocco. A., 54.695-700, 2375, 2521.
Code de la péuhe Jluviale. 6286, 6287.
Code de la chasse et de la peche.
6283-6285.
Coenen. Adriaen, 176.
Coker. N., 701.
Cole. Alfr. W., 3440
Cole. R., 3964.
Cole. Th., 3286.
Cole. W , 703.
Colerus. Joh., 3963.
Caillo. 3285.
Calamo. Andr., 3941.
Camerarius. J., 6423.
Camelli. G. J., 646.
Camper. P., 648, 2514.
Cancrin. F. L.. 3942.
Canestrini. J., 649—663.
Cantor. Th. E., 664-666.
Cantraine. F., 667—669.
Capello. E. de B., 568, 669—672.
Carathéodory. 6279.
Carbonnel. 3730, 3731.
Carbonnier. P., 3732.
Carbonnier. R., 2810, 2986.
Carleton. 3141.
Caron. Ch., 2811.
Carpenter. W., 3943.
Carpon. C. A. J.. 3626.
Carr. J., 673. 2371, 2372.
Carroll. VV., 3944.
Carte. A., 674.
Carruccio. A., 675.
Casaubonus. J., 19.
Castel. R. C. 49.
Castelnau. Er. de, 676—678.
Catesby. M., 679—833.
Cato. 4270.
Cats. J. (?) 3945.
Cattenburch. A. van, 3279.
Caumont. de, 2373.
Cavelini. Ch., 2812.
Cavenne. 680.
Cawood. Pr., 3206.
Celsius. M., 50.
Cetti. E., 681, 682.
Chabot. 2813.
Chailland. 3946.
Chalmot. ,T. A. de, 2988.
Chamisso. A. de, 2515.
Champion. P., 683.
Champéau. de, 4430.
-ocr page 488-
TABLE ALPIIABÉTIQUE.
454
Colladon. 702.
Collaert. A., 55, 56.
Collins. J., 2990, 3208, 3209.
Collins. Wilkie. 3287.
Colnett. J., 34,41.
Colom. J. A., 3142.
Colquhoun. J., 3965—3967.
Columella. 4270.
Coinetlant. O., 4422.
Companyo. L., 647, 2522.
Comte. J. A., 57.
Comte. Louis Ie, 704.
Conny. R., 705
Considerations on the game laws. 6335.
Conway. J., 3968, 3969.
Cooper. J. G., 706
Cope. E. D. 707—711, 2523—2526,
2722.
Copeland. R., 3429.
Coqnelin. Ch., 2997.
Coquet üale Jishing-songs. 3970.
Cordes. 3780.
Cordier. 65.
Cormack. W. E., 712, 713.
Cornide. D. J., 714.
Cornish. J.. 2376, 4365.
Comwall. Sim., 3971.
Costa. O. G. 715—722.
Coste. J.J.M., 2816-2818, 2991.
Coste. P., 2819, 2820, 2992, 3734,
3735.
Cotton. Ch., 3972,3973,4338—4341.
Couch. J., 723—734, 2316,2527,
2528, 3288, 3974.
Couch. R. Q., 735.
Coumos. 2821, 2S22.
Country gentleman* companion. 3975.
Courccy. de, 730.
Court. Pieter de la, 3443.
Couteulx de Cantelcu. Le C«c Ie, 3976.
Cox. N., 3978.
Coyett. B., 1913.
Craght. 3. van der, 3386.
Cranz. Dav., 3442.
Craven. 4285.
Crawhall. Jos. 3849.
Cresccns. P. de, 3979.
Cresz. 4224. .
Cron. J., 3980.
Crowe. 3629.
Cunningham. J., 2987.
Cussac. J., 3981.
Cuvior. Ercd., 66, 2533, 2534.
Cuvier. G. L. C. E. D., 58, 59,
60, 141, 737—748,2529 -253SJ.
Cyclopaedia. ïïnglish, 61, 2993,
3030.
Cyprinus auratus. 750.
Cysat. J. L., 751.
Czernay. A., 752.
Daac. L , 3057.
Dabry de ïhiersant. P., 2823.
Dahl. S., 3982.
Daldorff., 753.
Dale. 754.
Dalman. J. W., 2142.
Dalrymple. C, 1285.
Dalton. H. G., 755.
Dam. D. C. van, 1837.
Daniel. W. B., 3983.
Daniell. W., 756.
DaniLewski. C, 3103.
Dapper. O., 757.
Dareste. 758.
üarwin. Ch., 2302.
Daubenton. L. J. M., 43. 2535.
Dauuon. 142.
Davaine. C, 3736.
Da viel. A., 6288.
Davies. H., 1454.
Da vis. John, 3630.
Davors. John, 3992.
Davy. Humphry, 759, 3984.
Davy. John, 760, 2377—2379,
3984—3986.
Dawson. ï. W., 3987.
Dax. Louis de, 3988, 3989.
Day. Er., 761-772.
Debes. L. J., 773, 774.
Decaisnc. 65.
Degenhardt. W., 3443.
Dekay. J. E., 775.
Deinboll. P. W., 3058.
Delafosse. 65.
Delaroche. E., 776.
Delavolpière. 3444.
Delft. Kisscherij. 3444.
Délices de la Campagne. 3990.
Delight (A lady\'s) in the art of
aiigling. 3991.
Delisle de Sales. 2995.
Del/j/iinus orca. 2536.
Démidoff. A. de. 777.
Demster. G., 3210.
Demstcr. H., 2994.
Dennys. John, 3992.
Denyse. N., 3631.
Depping. G. B., 3289.
Derham. W., 62.
üescriptiodetectionis Vreti. 3427.3462.
Deseription of the Atherina Menidia.
778.
Deseription du Lune on Mole. 779.
-ocr page 489-
ALPIIABETISCH REGISTEE..                                             455
Deshayes. G. P., 58, 65, 3701,
3703, 3708.
Desjardins. J., 780.
Des\'longchamps. E., 782, 983,
2537, 2538.
Desraarest. A. G., 44, 45, 784.
Desmarcst. E., 785.
Desnoyers. J., 65.
Desormaux. 3993.
Despars. N., 3579.
Despelette. 2539.
Dessaix. J., 786.
Desvaux. 787.
Detzem. 2824.
Dewhurst. W., 2540, 2541.
Deyeux. Th., 3994.
Dialogue on the game late. 6336.
Dick. St. J., 3994».
Didionarium rusticum. 3995.
Didionnaire classique. 64.
Didionnaire de l\'économie politique.
2997.
Didionnaire de chasse et de pêche
(Delisle de Sales). 2995.
Didionnaire de pêche. (Duhamel du
Moneeau). 2996.
Didionnaire raisonné. (de la Chesnay
des Bois). 63.
Didionnaire des scienc. natitr. (Fred.
Cuvier). 66.
Didionnaire universel. (d\'Orbigny) 65.
Didionnaire universel d\'agriculture,
de pêche etc. 3996.
Didionnaire universel de la vie pra-
tique. 3997.
Diderot. 3010.
Diere palleys. Der, 67.
üiscourse on fishery. 3311.
Dissertation sur les hulires. 3737.
Dixon. J., 3213, 3214.
Dobbs. Arth., 3632.
Dodd. J. 8., 2317.
Donipeling. J. A., 3414.
Domsma. M., 788.
Donati. A., 789.
Donndorff. J. A., 790.
Donovan. Edw., 791, 792, 3702.
Doorgeest. E. Az. van, 3395,
3446, 3577.
Dordrecht. Haringvisscfierij. 3290.
Dougall. J. D.. 3998, 3999.
Doumet. 2542.
Douw. J. R., 3633.
Do wier. B., 793.
Doyère. 58, 65.
Dozy. G. J., 3738.
Dralet. 68, 6289, 6290.
Drossaert. P. K., 3409.
Drossander. A., 2543.
Drouct, H., 794.
Dryden. Ad., 4000.
Dubar. J., 2544. .
Düben. G. von, 795, 796.
Düben. M. W. v., 797.
Dubravius. J., 69—71, 2825.
Duchemin. 798.
Dudley. P., 2545.
Dufour. J. M., 6291.
Dugès. 58.
Duguid. A. R., 799, 2546.
Duhalde. J. B., 1173, 2967.
Duhamel du Moneeau. 2996,2998.
D u i t s e h 1 a n d. Visscherijen. 2999—
3009. Wetgev. 6366-6374.
Dujardin. 65.
Dumas. 65.
Duméril. A., 72, 800-814, 2380,
2982.
Duméril. A. M. Const., 74, 75,
815, 816.
Duméril. C, 817, 818.
Dumont d\'Urville. 819, 820.
Dumortier. B. C, 2547.
Duncombe. J .. 174.
Duparc. H. M., 2826, 2827.
Duperrey. L. J., 76.
Dupin. 6292.
Duponchel. 65.
Duran de la Malle, 2967.
Dutch (The) draien lo the life. 3145.
Duval. J., 3634, 3635.
Du val de la Lissandrière. P. Néel,
4001.
Duveraois. G. L., 58, 65, 821,
2548 2549.
Dybows\'ky B. N., 822, 823.
Dyce. Rob. 824.
Dyhrn. E. von, 4002.
Earnshaw. Jam., 6337.
Ecker. A., 77.
Edge. Th. 3447—3449,3541—3544.
Edwards. G., 65, 825—827.
Edwards. H. Milnc, 27, 58, 65,
828, 3660, 3708.
Eecke. van, 3384.
Eeden. F. W. van, 4445.
Efterretning om Fiskerierne. 3059.
Efterretninger. Oeconomiske, 3081.
Egan. Pierre, 4003.
Egede. Hans, 3450, 3451.
Eglinus. R., 829.
Ehler. J., 4004, 4005,
Ehrenberg. C. G., 830.
-ocr page 490-
450                                               TABLE ALPHABÉTIQUE.
Paber. F., 854—858.
Eaber. J. M., 2519.
Eabricius. J. C, 859.
Eabricius. O., 860—862, 2569,
3060.
F acts relating to fishing. 4012.
Fahlberg. S., 803.
Ealch. M., 3001. 3030.
Ealckenskiold. 3072.
Eale. Rob., 3221.
Earines. 2522.
Earrington. 2383.
Fatio. Vict. 804.
Faujas de Saint-Fond. B., 865.
Faukener. W. G., 4071.
Fauna Boica. 866.
Fauna d. Wirbelthiere üeutschl. 2571.
Faune Francaise. 867.
Faune litlorale de Belgique. 2570.
Fayle. Fr., 4020•
Fea. James, 3222.
Fennel. Grcville, 4021.
Fenzl. 868.
Ferguson. J., 869.
Ferguson. W., 870.
Ferinin. Ph., 871, 872.
Femandez.C., 3012,4433,0378,0379.
Ferris. 2384.
Férussac. A. E. J. P. J. F. d\'Au-
debart, Baron de. 3703.
Field. AR., 2899.
Field. The, (Netcspaper) 4022.
Field sports. 4023.
Figuier. Louis, 873, 2829, 2967.
Figulus. C, 83.
Figure du „Moine". 874.
Filippi. F. de, 875—880, 2385,
3830.
Filleau. J. A., 3639.
Finmarkens Fiskerier. 3062.
Fischbuch. 2830.
Fischbuchlein. 4024, 4030.
Fische der Ostsee. 883.
Fischer. C, 4025.
Fisclier. F. C. J., 3297.
Fischer. J. B., 884.
Fischer. P., 2573, 2574, 3743.
Fischer. J. F. v. Overmeer. 2572.
Fischer. V. F. S. 4020.
Fischer. Der erfarene, 4027.
Fischerboole. 3003.
Fischfang d. Norweger. 3063.
Fischfang ohne Netze. 4029.
Fischgeheirnnisse. 4037.
Fischjagd. 4030.
Fish. (British) 881.
Fisher. P., 3868, 4031.
Fisherman. The, 4032, 4033.
Ehrenkreutz. Bar. von, 4006—4008,
4126.
Eichwald. C. E., 831, 832.
Eisenberger."N. F. 833.
Ekström. CU., 834—838, 918,
2318.
Elements of natur. kist. 78.
Elie de Beauraont. 65.
Elking. Henry, 3452.
Elliott. W., 4009.
Ellis. D., 2381.
Ellis. H., 4405.
Emblcton. Dennis, 1181.
Embden. Haringviss., 3291, 3292.
Enander. 3345.
Encyclopaedia Briiannica. 80 a.
Encyclopédie Japonaise.
839.
Encyclopédie méthodiuue. 3011.
Encyclopédie par Diderot et d\'Alem-
bert. 3010.
Encyclopédie d\'hist. nat. 79.
Encyclopédie mélhodique. 80.
Encyclopédie porlalive. 81.
Ende. W. P. v. d., 82, 840,
2220, 3140, 314,7.
Enderby. Ch., 3453, 3454.
Endier. F. G.. 841.
Engeland. Fisscherijen, 3197—
3268, 3332—3342, 3628.
Engelbreclit. 3455.
Engelmann, W., 4400.
Enkhuizen. Raringvisscherij,
3293—3295.
Enslin. T. C. E., 4400.
Eoff. J., 842.
Epheraera. (Fitzgibbon), 2382, 4010.
4038, 4039, 4274, 4339.
d\'Erco, Rick. Chev., 3739. 3740.
Erichsen. J., 4367.
Ermann. A., 844.
Ermann. G. A., 843.
Eschrickr. D. E.. 2550—2508, 3741.
Esraark. L., 845 -847.
1\'Espine. 3130.
Esquiros. A., 3290, 3450.
1\'Estrange. Roger, 3220, 3335.
d\'Esterno. 4011.
Essay on angling. 4012.
Essays on the game laws. 6338.
Estienne. Ch., 4013—4015.
Etzel. A. von, 843, 3457.
Ettingsall. Thom. 4016.
Euphrasen. B. A., 849—853.
Evans. W., 4017.
Eyk. J. A. van, 3430, 3458.
Eyndius. Jac., 3169.
Byriès. J. B., 3533.
Eyton. T. O., 3742.
-ocr page 491-
ALl\'lIAliETISCII BEGISTER.                                            457
Fishermans magazine. 4034.
Fishponds. 2832.
Fitzinger. L. J., 885—887.
Fitzgibbon. 2382, 4010, 4038,
4039, 4274, 4339.
Flagg. H. C, 888.
Flamen. Alb., 889.
Fleischer. J., 84.
Fleming. 3515.
Fleming. John, 890—892.
Flemming. H. F. von, 4040.
Fletcher. Ph., 4041—4043.
Flies. Artificial, 4044.
Flourens. 65.
Flower. W. H., 2568, 2576-2581.
Flügel. C. G., 3638.
Fly-fishing. 4044a, 4045.
Focillon. Ad.. 2833.
Forbes. E., 2028. 3704, 3744.
Forchbammer. F., 893.
Ford. S., 4046.
Forer. C, 88.
Forester. 4047.
Forester. Fr., 894.
Forskiil. P.. 895.
Forster. J. H., 1454.
Forster. J. R., 85, 896—898.
Forsyth. J. B., 2386.
Forst-, Fisch- and Jagd-Le.vikon.
3013, 4038.
Forst- mul Jagd-Kalender. 4049.
Fortin. F. Fr., 4251.
Forwood. 899.
Fotlierby. K., 3449, 3460. 3461.
Fougcraux de Bondaroy. 900.
Foufis. R , 901.
Fournel. D. H. L., 902.
Fournet. J., 2834.
Fraas. C. 2835.
Fraiche. F., 2836, 3745.
Framplon. Jos., 4050.
Franois. F.. 2837, 4051, 4052.
Francis. H. R., 4053.
Franciscus. Erasmus, 903.
Franck. Rich., 4054.
Francois. J. P. A., 3782.
F r a n k r ij k. Visscherij. 3012 —3023.
Frantzius. A. von, 15, 904.
Fraser. Al., 2387, 3224.
Fraser. Rob., 3225—3227.
Frédol. A , 2319, 2582.
Frémery. de, 2583.
Fréminville. C. P. de, 905, 2584,
2585.
Freycinet. L. de, 86.
Freyer. H., 909.
Friohe. Jac. du, 9.
Frie. A., 4055.
Fries. B. F., 910—918, 2388.
Friis. N. C, 3064.
Frisch. C. F., 1586. 3534.
Friscb. J. L., 919, 920.
Fritsch. Ant., 921.
Frobisber. M., 3466.
Froggoth. W.. 4056.
Frondin. E.. 3346.
Froriep. 2742.
Fry. W. H., 2838.
Fruin. R., 3148.
Furnrohr. A. C, 922.
Gacbet. H.. 923.
Gadd. P. A., 924.
Gael. J., 6253.
Gaillon. B., 3746, 3747.
Gaimard. P.. 86, 819, 925, 1855,
3581.
Galbert. Le O de, 2839.
Gallenus. F., 4301.
Gallois. N., 4449.
Game laws. 6338,, 6339.
Gamon. Cbr. de, 4057.
Gander. J., 3228.
Garden. Alex., 926.
Gardiner. Sam., 4058.
Garlick. Th., 2840.
Garnier. J., 3298.
Garnot. 76.
Garret. A., 929.
Gartenbuch. 4059.
Gaslerosleus. 927, 928.
Gauchet. Cl., 4060.
Gauthier de la Peyronnie. 2231,4205.
Gay. CL, 930.
Gaza. Th., 11.
Gazola. G., 931.
Geheimnisse d. Fischzucht. 2841.
Géhiu. 2842, 2843.
Gemmellaro. C. C, 932.
Gentil. W., 933.
Gentleman. Tob., 3229, 3230.
Gentleman Angler. 4061.
Gentleman\'s recreations. 4062.
Geoffroy St. Hilaire. Et., 260»,
934—944, 2389, 2586.
Geoffroy St. Hilaire. G.. 65.
Geoffroy. St. Hilaire. Is. 65.
Georgi. J. G., 125, 945.
Gérard. 65.
Gérard. A., 4436.
Gerritsz van Assum. Hessel, 3462.
Gervais. P., 65, 946—948, 2493,
2548, 2587—2594, 2615, 2844.
Gesner. C, 69, 87, 88, 1750.
29*
-ocr page 492-
ILPHABÉIIQUE.
458                                               TABLE A
Gevers Deynoot. W. T.. 3299.
Giaunettasia. Nic. Partli., 4063.
Giebel. C. G.. 48.
Gilbert. Will., 4064.
Gill. Th.. 949—1032,2320,2595.
Gillet de Grandmont. A., 2845.
Gilliams. J.. 1032.
Gilliss. 1033.
Gillmore. 4065. 4066.
Gilpin. J. B., 1034, 1035, 2321,
2390.
Giorna. 1036, 1037.
Giovene. G. M., 1038.
Girard. Ch., 265. 266, 1039-1060,
1594, 2046, 2391—2394.
Girard. O.. 2846.
Gissler. Nils, 1061. 1062, 2322,
2395, 4368.
Glahn. H. C, 2596, 3463.
Gleditsch. J. G., 2847.
Glenlin. 4067.
Gloger. C. L.. 1063.
Gloger. C. W. L., 3464.
Glorez. A., 4069.
Gmelin. C. C, 89. 118.
Gmelin. J. F., 125.
Gmelin. S. G. G., 1064.
Gobineau. A. de, 3640.
Godenier. C. E. P.. 2848.
Goeze. J. A. E. 1065.
Goldfuss. A., 2729.
Ooldkörner. 4068.
Golowatschoff. A., 1066.
Goodenougk. S.. 1067.
Goodlard. W.. 3449.
Googe. Barn., 4097.
Gordon. Thom., 3231.
Gosse. P. H., 90, 1068.
Gottsche. 1069.
Gouan. A., 91.
Gouw. J. ter, 6428.
Graaf. H. W. de, 6230.
Gracffe. E., 2849.
Graells. M. de la Pax, 2850, 3748.
Grand dAussy. Le, 1070, 3015,
3465.
Grandauer. A., 1071.
Graswinckel. 6255.
\'s Gravenhagc fiisclierij, 3249,
Tentoonst. 4442—4446.
Gray. 3. E., 1072-1090, 1122,
2597—2615, 2937.
Gray. Rob. 1091.
Graydon. G. 1092.
Grazier. Complete, 4070.
Greeley. H., 2851.
Green. 8., 2852
Greendrake. G., 3875.
Greeve. L. G., 6250.
Greville. H. K., 1285.
Griffith. Ewd., 92.
Grifflths. R., 1093, 6357.
Groenlandt. Drie voyagien na , 3466.
Gronovius. J. F., 1094, 2396.
Gronovius. L. T.. 93,93a, 1095—97.
Groot. J. J., 3467.
Groot. Hugo de, 6256, 6257.
Grosse. 2616
Grube. A. E., 1098.
Gruber. J. G.. 3468.
Gryndall. Will., 4071.
Gubernatis. A. de, 6424.
Gudme. A. C, 4072.
GueldenstSdt. A. J., 1117-1120.
Guérin. A. H.. 2617.
Guérin-Méiieville. F. E., 94,123.
Guiana. Vnschen. 1099.
Guibaud. 3004.
Guicciardini. L. 1100.
Guichard. A. C, 6293, 6294.
Guichenot. A., 820, 1101—1115,
1576. 1866, 2232, 2323.
Guide to spinning and trolling. 4073.
Guild. W., 4369.
Guillaumin. 2997.
Guillemard. N., 4074.
Guisan. 1116.
Gulliver. G., 2618.
Gumilla. Jos.. 1121.
Gunckel. F. W., 6369.
Gündcrlich. 2853.
Gunn. R., 1122.
Gunnerus. J. E., 1123—1128,2398.
2399. 2619.
Günther. A.. 1129-1169.
Günther. J. A., 4075.
Gutman. C. A. B., 1170.
Gyllius. P., 2, 1171.
Gyn. S. van, 3300.
Haack. H„ 2854.
Haak. Gebr.. 3301.
Haan. L. F.. 3469.
Haan. W. de, 2042, 2218.
Haarlem. Kabeljaaiiw. 3641.
Hackle. Palmer, 3916.
Haecken. A. van, 1172.
Hagerup. E., 3065.
Hahn. C. W. 866
Hailly. Ed. du, 3642.
Haime. J., 2855.
Hakluyt. 3597. 3610. 3630,3664.
Halde. J. B. du, 1173.
Haldeman. S. S. 1174, 1175.
-ocr page 493-
459
ALMABETISCH REGISTER.
Hales. N. 3212.
Hales. St., 6425.
Hall. H. C. van, 3150.
Hall. Mr. and Mrs. S. C.,4076,
4077.
Hallas. 8., 2620.
Hallüwell. 2046.
Halma. E., 3309.
Hamberger. G. E., 1176.
Hameau. 4420.
Hamilton. R., 105.
Hamilton. Fr. Buchanan, 1179,
Hamm. W., 3005.
Hammond. 8., 4078.
Handboek v. Veldwachters. 6219.
Handboek v. h. regt o. jagen, en
oisschen. 6218.
Haudbok for Fiskare. 3066.
Uandbook of Jishing. 4079.
Handbuch cl. Naturgesoh. 95.
Handbachlein d. Jngeljischerei. 4080.
Hancock. A., 1181.
Hancock. J., 1178—1180.
Handelmagazijn. Nederl., 3024.
Handleiding kunstm. vischieelt. 2856.
Handyside. P. D., 1182.
Hanley. 8„ 3704, 3705, 3744,
3749.
Hannaeus. G., 1183.
Hannemann. J. L. 1184, 3750.
Hannover. Walvisehv. 3470.
Hansard. ü. A., 4081.
Hanow. 869.
Harderwijk. VisscherijZuidenee.
3151.
Hardwicke. Th., 1185.
Harewood. H., 4082.
Haring. Conterfeytsel tan een, 3302.
Haringvisscherij. 3269—3415.
Haring- Chronijkje. 3305.
Haringhandel. 3306.
Haringkaart. 3307.
Haringkaken. 3308 — 3317.
Haringreederij. 3318—3320, 3373.
Harlan. R.. 2621, 2622.
Harleian miscellany. 3232.
Harmer. Th., 1186.
Harper. J., 1187.
Harris. 3423. 3449.
Hartig E. F., 4083.
Hartig. G. L., 4084.
Harting. P., 96. 1188, 2623,
2857-2860.
Hartmann. G. L., 1189, 2400.
Hartmann. W.. 2861.
Hartsinck. J. J., 1190.
Hartung. Ed., 4085.
Hartwig. G„ 97, 3353, 3471—3473.
Harwood. J., 1191, 2624.
Haslewood. Jos., 3900.
Hassell. 4086.
Hasselquist. F., 1192.
Hasselt. A. W. M. v., 98.
Hasselt. J. P. v., 1193.
Hasselt. W. CA. v., 6245.
Hausbuch.. . wie Fisohe zu faunen.
4087.
Hauskbee. Er., 2862.
Haussmann. W., 4088.
Hautefeuille. L. B., 3017, 6295.
Haverkamp. S. A., 6240.
Havre. Le, Tentoomt. 4447—4452.
Hawker. P., 4089.
Hawkins. John, 4338.
Hayes. J. J., 3474.
Haxo. 2S63—2866.
Hcadly. H., 4042.
Headnck. J., 3233.
Heckel. J. J., 868, 886, 1194—
1214, 1973, 2401, 2625.
Heddle. R., 2626.
Hederström. Hans, 1215.
Heemskerk Azn. J.. 4332.
Heger. J. L., 4090.
Heide. A. de, 3774.
Heineken. Ph., 1216.
Heinrich. A., 1217.
Heins. W., 3025, 3026.
Heley. W., 3449.
Hellant. A., 2402.
Heller. Joh., 4091.
Helsingius. 1218.
Hempel. J. A., 4092.
Hendriksz. A., 2627.
Hengelaar. De, 4093.
Henle. J., 1219, 1667, 1668.
Henning: S. M.. 4094.
Henriquez. J., 6296—6299.
Hensel. R., 1220, 1221.
Heppe. J. C, 99.
Heppe. C. W. von, 4095. *
Herbert. W. H., 894.
Herbin de Halle. 3902, 6274.
Herbst. J. E. W., 125.
Heresbachius. C, 4096, 4097.
Herklots. J. A., 292, 2628, 4400.
Herlein. J. D.. 1222.
Hermann. C. G., 2867, 4098.
Hermann. J., 1223.
Hernandez. Er., 1225.
Herrdon. J., 3515.
Hessel Gerritsz., 3462.
Hetting. M. G., 2868—2870.
Heuglin. Th. von, 1226. 2629,
3475, 3476.
Hextor. J. van, 135.
-ocr page 494-
460
TAB1E ALPHABETIQDE.
Hcyke. Detlof, 1227.
Hibberd. Sh., 2871.
Hicks. J., 4099.
Hill. John. 100.
Hill. R., 1228, 1229.
Hinckley. J., 3353.
Hinds. 11. Brinsley, 2301.
Hints to anglers. 4100, 4101.
Histoire natur. de Languedoc.l\'2\'AO.
Historij (Natur.) of animals.
1231.
Histoire despêehes. B. de Reste. 3528.
History of the British dominions.
3643.
Hitchcock. E., 1232.
Hitchcock. R., 3234.
Hjortberg. G. F., 1233.
Hoare. J., 3235.
Hocliberg. Freih. von, 4102.
Hodgson. B. H., 1234, 6359.
Hoeven. J. van der, 101, 102,
1235—1238, 1910, 2326, 2630,
3355.
Hoekstra. K., 3477.
Hoekvisscherij. 3644, 3645.
Hofdijk. W. J, 3356.
Hoffmann. F. B., 3310.
Hoffmann. W., 4103.
Hofland. T. C. 4104.
Hogan. J. Sheridan, 3027.
Hogendorp. G. K. van, 3357.
Hogg. John, 1239, 2872—2874.
Holböll. C, 2631.
Holbrook. J. E., 103, 1240,1241.
Hollandre. J. J. J., 1242, 1243.
Hollard. H., 1244-1250.
Holle. K. F., 2875.
Holloway. W., 1251.
Holm. Th., 1252.
Holmberg. H. J.. 2876.
Holten. H. S. van, 1253, 1254.
Home. E., 1255—1258, 2632,3751.
Home. Fr., 6426.
Honert. J. en J. C. W., 6227.
Honigh Jzn. Jr. J., 3478, 3612.
Hoogendijk Jzn. A., 3052, 3358—
3360, 4452.
Hoogerduin. D. C, 3479.
Hoorn. Haringv. Walvischv.\'&\'&Sl,
3362, 3480-3483.
Horak. W.. 4105.
Hore. H. F., 6340.
Hornshuch. F., 2713.
Hornstcdt. C. F., 1259.
Horrebow. N., 3646.
Horsüeld. Th., 1261.
Hortop. J.. 1262.
Houttuyn. M., 104, 1263, 1264.
Howell. S„ 2327.
Howitt. S., 3862.
Howlett. Rob., 4106, 4107.
Hoy. J., 1265.
Hübner. C. T. W., 2633.
Huckill. J., 4108.
Hudson. H., 3427.
Hughes. Gr., 1266.
Hufsh. R., 4109.
Humble. 3347.
Humboldt. Alex. von, 65,1267-74,
2634.
Humphreys. H. N., 2877.
Hunt. Leigh, 4110.
Hunter. J., 1075, 2403, 2635.
Husbandman. The, 4111.
Hutchinson. J., 1276.
Hutchinson. R. D., 4112.
Huxley. 2345.
Huyghen van Linschoten. Jan, 3503.
Huyssen van Kattendijkc. J. L., 2878.
Hvid. J. C, 3647.
Hylkes. R., 3484.
Hymans. 2976.
Hyrtl. J., 1277-1284, 2328.
Index to the Statutes of the United
Kingdom. 6341.
Ingenhouz. J., 1286.
Iperen. J. van, 1287, 2636.
Ireland. W. H., 3961, 4113.
Irgens. H. H., 3648.
Isambert. 6321.
Issel. 3752.
Ives. 1288.
Jaarboeken. Nederlandsche, 3153.
Jaarboekje. Staatkundig, 3154.
Jaarboekje. Statistiek, 3155.
Jablonski. G. K. S., 125.
Jackson. J., 3515, 4114.
Jackson. J. B. S., 2637.
Jacob. Giles, 6342.
Jacob. G., 4116—4118.
Jacob. J. B., 4315.
Jacobaeus. O., 1290.
Jacobi. S. L., 2879.
Jacobs. Fr., 1.
Jacques. L., 3363.
Jacquinot. H., 820.
Jaeckel. A. J., 1289.
Jaeger. K., 1292.
Jaeger. 2638.
Jaeger. G., 3534.
Jagemann. F., 4115.
-ocr page 495-
ALPHABBTISCH REGISTER.                                           461
Jamcson. R., 1285, 3501, 4119.
Jammy. P. P., 7.
Janicon. F. H., 3485.
Janin de St. Just. 1293.
Jansen. Mart., 3486.
Janssen. Jac, 3487, 3488.
Jaquemont. V., 1291.
Jardinc. S. W., 2404—2407.
Jardine. W., 105, 1294, 1295,
2639, 2880, 4370.
Jeffreys. F. G.. 3706.
Jeitteïes. L. H., 1296, 1297.
Jenkins. Th., 2408.
Jenyns. L., 1298. 2302.
Jerdon. T. C 1299, 1300.
Jesse. E., 4104, 4120—4122.
Jewell J\'or gentrie. 4123.
Joannis. L. de, 1301—1303.
J obert de Lamballe. A. J., 1304,1305.
John. J. F., 1306.
Johnson. T. B., 4124, 4286.
Johnson. Th., 1313.
Johnston. G., 2640.
Joigneaux. P., 2881.
Jokisch. K. G. E., 3028.
Joly. N., 2882.
Jonaeus. W., 3489.
Jones. 4125.
Jones. J. M., 1314, 1315.
Jones. Rice, 3610.
Jones. Th. Rymer, 106.
Jonge. J. C. de, 3156.
Jonge. J. K. J. de, 3427,3574.
Jonston. J., 107, 108, 1977.
Josselyn. J., 1316.
Jouan. H., 1317—1322, 2641.
Joubert. L., 154.
Jouffroy. Jos. de, 2883.
Jourdan. 6321.
Jourdier. Aug., 2884.
Journael van de Groenlantsvaerders.
3490—3492.
Journal der Fisoherei. 4126.
JoVius. P., 109, 1323.
Jukes. J. Bate, 3649.
Jurine. L., 1324, 1325.
Jussieu. A. de, 27, 65.
Kaup. J. J., 111, 1329—1356.
Kemmerer. 3753—3755.
Kemp. J., 4127.
Kemper. J. M., 3328, 3364.
Kerckhoff, P. J. van, 2642.
Kerguelen de Trémarec. 3654.
Kessler. K.. 1357—1359
Kett. H., 4128.
Keuchenius. W., 3157.
Keye. Otto,
Keymour. John, 3335.
Kidd. 4129.
Kiener. L. C, 3707.
Kikkert. H., 3192.
Kikkert. P., 3370.
Kinahan. J. R., 1361 -1363, 3688.
Kingsley. 209.
Kingsley. C, 1666, 4130.
Kiunoul. 3236.
Kirby. J.. 4131.
Kirby. W., 1925.
Kircher. J., 4132.
Kirkbride. J., 4133.
Kirschbaum. C. L., 1364.
Kirtland. J. P., 1365—1369.
Kittlitz. E. H. von, 1370, 1371.
Klein. J. T., 112, 113, 2643.
Kletke. G. M., 6370.\'
Klug. Fr., 183. 1372, 1373.
Kluit. A.. 3158.
Klunzinger. C. B., 1374.
Kneeland. S., 2644.
Kner. R., 1213,1214,1375—1395,
2071—2080, 2409.
Knight. Ch.. 61, 2993, 3030.
Knorr. G. W., 1396.
Knox. J., 2646, 3237, 3238.
Knox. R. 1397.
Knox. R., 1398—1401, 2329,
2410—2415, 2645.
Koch. C. L.. 1402.
Koelreuter. .1. F., 1403-1406,
2416, 2417.
Kohl. J. G., 4134.
Kohier. F. G., 3494, 3495.
Kohier. H. K. E., 3104.
Kok. J., 3365.
Kolbc. P. 1407.
Koldewey. Kapt., 35190.
Kölliker. A.. 1408.
Kölpin. A. B.. 1409.
Kolte. J. P. J., 2885.
Koren. J., 795-797.
Kowalewski. A., 1410, 1411.
Kracheninnikow. 1412.
Kramer. G. H., 1413.
Krauss. F., 1414-1416.
Kreeften. 3756.
TOLabeljaauwvisscherij. 3617—3684.
Kaempfer. E., 1326.
Kalm. P., 110.
Kaluza. J., 1327.
Kannegiesser. G. H., 1328.
Karr. Alph., 3029.
Kat. H. D., 3493.
Kater. R. de, 6427.
-ocr page 496-
462                                               ÏABEE ALFHABÉTIQTJE.
Krefft. Gr, 1417, 1418, 2647.
Kresz. C, 4135-4137.
Kroef. N. M. J., 3307.
Kröyer. H., 1419—1442, 2648,
3757.
Kriinitz. J. ü , 3031.
Krynicki. J. 1443.
Kühn. J. M.. 3496.
Künste der t\'isclierei. (Geieise) 4028.
Kmstvischteelt. 2784—2967.
Küster. H. C, 1444, 3710.
Kweekschool v. visscherij. 3159.
Lecomte. J., 3500.
Ledel. S., 1461.
Lee. 4144.
Leems. Knud, 3068.
Leeuwen. S. van, 3160.
Lógal. J., 3034, 3367.
Leiblein. 1462.
Leigh. Ch., 1463, 1464.
Leigh. Lt., 3515.
Lely. J. van der , 3386.
Lemarié. E. 1465.
Lemoyne. 3018.
Lennep. J. van, 6428.
Lentilius. R., 3762.
Lenz. H. O., 115.
Leonhard. K. C. von, 133.
Lepechin. J., 1466—1470.
Léry. Jean de, 1471.
Lesauvage. E., 1472.
Leske. N. G., 1473.
Leslie. J., 3501.
Lesson. R. P., 76, 1474-1476,
2652, 2653.
Lessona. M., 2895, 3763.
Lesueur. C. A., 1477-1501, 2418,
2419.
Letimbre. A. M., 3676.
Letter on, the British Jisheries.
3239.
Lettre s. I. poissons de la Lorraine.
1502.
Leuchs. J. C, 2896.
Leuckart. E. C, 102, 133, 1503,
2654.
Leuckart. R., 1504—1506.
Leunis. Joh., 117.
Leveillé. 65 , 85.
Lewis. Island, 4322.
Leyden. Keuren. 6222.
Leydig. E., 116, 1507—1509.
Leymarie. A., 3764.
Lichtensteger. G., 833.
Lichtenstein. H., 183, 897.
Lichtenstein. K. M. H., 1510,
1511.
Liddell. H. T., 2420.
Liebault. J. 4014.
Liénard. 1512-1514.
Liersel. G., 4239.
Li/e beneath tke wuves. 2797.
Life in Normandy. 4145.
Liger. Louis, 4146, 4147.
Lifjeborg. N., 1515, 1516, 2568,
2655.
Linck. J. G., 1517.
Linde.\'A. v. d., 3427.
Lindeman. M., 3502, 3594.
Linden. P. J. van der, 2656.
Lacópède. A. de, 2650.
Lacépède. B. G. E. de, 43, 114
1445, 2649.
Lacoin. H., 4420.
Lafon. P. O., 3758, 3759.
Lafont. A., 3760.
Lafresnaye. de, 65.
Laing. J., 3497.
Lair. P. A., 3761.
Lajonkaire. P. de, 3498.
Laraarck. J. B. P. A. deMonnet
de, 3798, 4205,
Lamarre. L. H. de, 2998,
Lambert. G., 1446.
Lambert J., 4138.
Lambert. Saint-Ange, 4139.
Lamiral. E., 2833, 2892.
Lamont. A., 1447.
Lamont. J., 3499.
Lamouroux. J. V. F., 44, 1448.
Lamy. Is., 2893.
Landelle. G. de la, 3032.
Langguth. G. A., 1449—1451.
Langlès. 4205.
Lanman. C., 4140, 4141.
Laporte. E., 1452.
Lascelles. Rob., 4142.
Laspeyres. E., 3366.
Latham. J., 1453, 1454.
Lathy. ï. P., 4143.
Latourette. de, 1455.
Latrobe 2330.
Laurent. Ph., 3033.
Laurillard. 65.
Lauson. W. 3992.
Lay. G. E., 2300.
Laxejiskeriet. Om, 4391.
Leach. F. S., 2894.
Leach. W. E., 164, 1456—1458.
Lebeau. J., 4430, 4432.
Lebeck. H. J., 2651.
Lebensweise des Aals. 1459.
Leckenby. J., 1460.
-ocr page 497-
ALPHABETISCH REGISTER.                                            463
Linden van den Heuvel. M. L.
v. d., 3368—3370.
Lindenau. Gotske, 3466.
Lindesay. Patrick, 3240.
Lindroth. P. G., 1518.
Lindsay. A., 1519.
Linneaus. C, 18, 104, 118, 119,
120, 1192, 1520—1522.
Linschoten. Jan Huyghen van, 3503.
Linsley. J. H., 1533.
Lion. Iz. I. 6236, 6246.
Lister. M., 3709.
Littré. 142.
Lloyd. D., 4148, 4149.
Lloyd. L., 1524.
Lobb. Harry, 3765.
Loberg. O. N., 3069.
Loch. J., 2421.
Lockman. J., 6429.
Löffler. H., 1525.
Löfling. P., 1526.
Loi sur la pêche fluviale. 6300.
London Jishery. 3241, 3244.
Londons blame. 3242.
Long. Le, 3130.
Longchamp. E., 6301.
Longuéty. L., 4414, 4430, 4432.
Loniccrus. A., 121.
Loosjes Pz. A., 2657.
Loosjes. P., 1527.
Lorck. C. G., 1528.
Lord. J. K., 2422.
Lord. W. B., 3035.
Lorinzi. S. 1529, 1530.
Lott. E. van der, 1531.
Lovell. M. S., 3766.
Lovetsky. A., 1532, 1533.
Low. G., 1534.
Low. Hugh, 1535. •
Lowe. R. T. 1536—1546.
Lubach. D., 1547.
Lubbert. O , 3504.
Lucas. 65.
Ludeman. J. C, 4150.
Luyten. W. A., 4400.
Lund. C. $,, 2898. \'
Lünebure. 1548.
Lunel. G., 1549.
Lutam. P., 4315.
Lütken. Chr., 1550—1553.
Lutze von Wurmb. Hans, 3070.
Luxusgerichte. 3767.
Luzac. EL, 3167.
Lyman. T., 2899.
Lyon. Dr., 2345.
Lyser. P., 2658.
Lyst van schepen ter Walvischvangsl
uitgevaren. 3505, 3553.
Mae Clelland. J., 122,1554-1566.
2423.
Mc Coy. E., 1567—1569.
Mac Culloch. J., 2331, 2900, 2901,
3036. 3112, 3371.
Macdonald. J. D., 1570—1572.
Mac Donnell. R., 1573.
Macfarlane. CU., 3506.
Macgregor. J., 3037, 3161,3655.
Machado. A.. 1574.
Mackenzie. E. A., 2422, 2902.
Mackenzie. M., 4372.
Mackintosh. A., 4151.
Mac Leay. W. S., 122.
Macpherson. D., 3038.
Macri. S. 1575.
Macy. O., 3507.
Magagni. O., 4201.
Magazin de Zoölogie. 123.
Magazine. The nautical. 3039.
Magnier Edm., 4436, 4437.
Magrath. T. W., 4152.
Maillard. L., 1576.
Maison rustique. 2903, 4153,4154.
Maitland. R. T. 1577-1579, 2659.
Malgrave. Lord, 3537.
Mallet. 3689, 3690.
Malm. A.W., 1580—1585,2660—
2664 2904.
Malmgren. A. J., 1586—1589,
2665, 2866, 3071, 3534, 4314,
6377.
Maltzam. 4434.
Man. J. C. de, 1702.
Manby. G. W., 3508.
Mandelslo. J. A., 1590.
Manget de Saint-Marc, 3040.
Mangin. A., 2669.
Mangolt. Gr., 1591.
Mann. 1\'abbé, 3040.
\'Manuel du pécheur. 3042, 4154.
Maoüt. Le, 2670.
Marcard. E., 2999.
Marco Polo. 2668.
Marcoy. P., 1592.
Marcusen. J., 1593.
Marec. 3509, 3656.
Marcy. R. B., 1594.
Marees. P. de, 1595.
Marie. Le, 1596.
Marion de Procé. 1597.
Markham. Gerv. 3900, 4155—4157.
Marscalus Thurius. N., 124.
Marsden. W., 1598.
Marshall. Ch., 4158.
Marshall. H., 4373.
Marshe. Th., 1599.
Marsigli. L. F. de, 1600.
-ocr page 498-
464                                              TABLB ALPHABÉTIQÜE.
Martens. Fr., 3510, 3511, 36Ö4,
3608.
Martens. E. von, 1601—1605.
Martens. G. von, 1606.
Martin. Al., 3768.
Martin. E , 6303.
Martin. J., 4159, 4160.
Martin. R. Montgommery , 1607,
1608. 3657.
Martin Saint-Ange. 65.
Martin. M., 2332.
Martinière. P. M. de la, 4512,
3604.
Martini. F. H. W., 125, 3710.
Martins. Ch., 3513.
Martius. G. T. Ph. v., 2059.
Marum. M. van, 2667.
Mascall. E. J., 6344.
Mascall. Leon., 3044.
Masiowsky. 1609.
Mason. E., 1610.
Massa. Isaac, 3427.
Massaohusetts. Rivier via. 3825.
Massas. Ch. de, 4161,4162.6304.
Massarius. E., 143.
Massie. John, 3658.
Masson du Pare. N. Ie, 125«.
Matthiesen. J., 3514.
Matthiolus. P. A.. 1611.
Maude. A. de, 3372.
Mauduyt. E , 1612.
Maury. M. E., 2617,3515—3517.
Maxwell. W. H.. 2345, 4163,
4164.
Mayer. C, 1613. 2672.
Mayer. J., 2425, 4165.
Mease. J., 1614.
Medow. Ph. 6259.
Medwin. Th., 4166.
Meidinger. C. 1615.
Meissner. J. B., 4167.
Melville. A. G., 1616.
Mémoires sur la police de la pêche.
6305.
Memorandum. Perpetual. 4168.
Mémorial des eaux et foréts. 4169.
Memorie over hel regt der reeders.
3373.
Meneghini. G., 1914.
Menu aquatique 6430.
Méneville. E. E. Quérin, 94, 2232.
Menzies. A.. 1617.
Merck. H., 2673.
Mercurius. Uollantse en Euroji.,
3045. 3046.
Merrem. L., 1618.
Merrett. C, 1619.
Mersan. 4170.
| Mesaize. 1620.
Mesnard. J., 4450.
Metcalfe. T., 4171, 4172.
Metelerkainp. E., 3374.
Meimier. V., 1621, 3047.
Meurer. N.. 4173, 6371.
Meurzinge. 3769.
Meyer. C. F., 1622.
Meyer. H. A., 1623, 3769a.
Meyer. J. D., 126.
Meynell. T. 1624.
Michahellis. C, 1625—1627.
Middendorf. A. Th. von, 1628.
Miles. W. A., 3659.
Milford. J.. 4174.
Mill. N., 2905.
Miller. 3375.
Millet. C, 2906—2908, 3048.
Mills. H. D., 4175.
Milne-Edvvards. 27, 58, 65, 828,
3660. 3708.
Minding. J., 127.
Mironda. D. da, 1641.
Mitchell. J.. 1629, 2333. 2334.
Mitchell. W. A-.. 4176.
Mitchill. S. L., 1630—1640.
Mobius. K. A., 1623, 3?69«,
3770.
Möbius. H., 1642.
Moehring. P. G. H., 1643.
Moerbe. Joh. 4177.
Moffat. A. S., 4178.
Mohamad Oemar. 2875.
Mohr. N. 3691.
Molberg. O. G., 3073.
Molhuvsen. P. C, 3692.
Molin." R., 2909.
• Molina. G. J., 1644.
Mongrolle. 1645.
Monro. A., 128.
Montanus. A., 2675.
Montagne. 65.
Montagu. G., 1646, 1647, 2674.
Monteü. A. A., 3019.
Montfort. Denis, 2676.
Monti. 1648.
Mortimer. C, 182, 1654.
Mortimer. John, 691.
Montin. L., 1649.
Montrousier. 1651.
Monville. de, 6307.
Mooi. Mart., 3518.
Moor. B. de, 129.
Moore. Edw., 1652, 1653.
Moore. J., 4179.
Moquin-Tandon. C. H. B. A.,
2942, 3711.
Morand. Ch. L , 4180.
-ocr page 499-
465
ALPHABETISCH REGISTER.
Moreau de Jonnes. A., 1650.
Moriceau. 3090.
Morren. C. T. A., 2677.
Morris. Alex., 3027.
Morrison. W. D., 2335.
Morton. J., 1655.
Hosselen. 3771—3777.
Moubach. A., 3615, 3616.
Moule. Th.. 6431.
Mouls. X., 3778.
Mulder. C, 2678, 2679.
Muller. A., 1656.
Muller. Joh,. 130, 814,1657—1670.
Muller. O. F., 1671. 1672.
Muller. Ph. L. Statius, 1396.
Muller. 8., 2218.
Muller, Fzn. S., 3162.
Muller. W. J., 3049.
Muller. J. W. von. 1673.
Munnick. Joan de, 3466.
Munter. J., 2336.
Murie. J., 2426, 2427.
Murray. A., 1674. 1675.
Murray. H., 1285. 3501.
Murs. O. des, 2232.
Murtola. G., 4182.
Mussenbroek. P. van, 1676.
Newman. E., 1707—1709.
New-York. risscherij. 3824.
Niemann. A., 3546.
Nieremberg. J. E., 1710.
Nieuhof. J., 1711, 2682.
Nieuwenhuis. J.. 3050.
Nievelt. Mart. van, 3407.
Nilsson. S., 1712—1718, 2337,
2428. 2429. 2683.
Nimrod. 4190.
Nispen. Adriaan van. 3580.
Nivelet. 2684.
Nobbe. R., 3845, 3863, 4191.
Noblerille. A. de, 1719.
Nodder. Fred. P.. 164.
Noël. Eug., 2911.
Nocl de la Morinière. S. B. J.,
1620. 1720. 2339-2341, 2828,
3020. 3051, 3310, 3519, 6309.
Noll. F. C. 1721, 2912.
Noordsche yissclierij. 2060, 3025,
3026. 3052—3085. 3118. 3175,
3343-3352, 3367. 3372, 31-21.
3463, 3565. 3636, 3637.3644—
3648, 3671—3678, 3691. 3741,
3757, 3803, 3810, 3982, 4112,
4148, 4149. 4171—4174, 4189,
4314, 4367, 4368, 4371, 4375,
4423—4434. Wetten. 6375 —6377.
Noortliouck. J., 3244.
Nordman. A. von. 1722, 4192.
Nordpolarfahrl. Zwei te Deutsche,
3519«.
Norris. Th., 1723, 2913. 4193.
North-. R.. 212. 1724.
Norton. C. E. C, 1543.
Norwood. Ch., 3520.
Nota betrekkelijk de versche visch-
vangst,
3693.
Notes sur la pêche de la baleine. 3521.
Notice d\'une balei ne. 2685.
Nougaret. J., 3021, 3430, 3522.
Nourcy. Nic. Ie, 9.
Nova Zembla. 3573, 3574.
Nozeman. C. 1726.
Nux. de la, 1727.
Nuyssenburg. J. van, 4371.
Nylant. P., 135.
Naccari. F. L., 1677. 1678.
Nachrickt von der.. .Fischerei. 4183.
Nardo. G. D., 1679-1696, 2910,
4184. 4219.
Nash. Th., 6432.
Natterer. J., 1697.
Nature des poissons. La, 131.
Naturgesch. d. drei Reiche. 132,133.
Naturgeschichte in Bildern. 134
Naturgeschichte d. Seeieufel. 1698.
Nau. B. S. von, 1699—1701.
Necessity of harbours. 3243.
Nederland. Visseherijen. 3171,
3172, 3175-3185, 3191-3192,
4346. (3128—3196.)
Needham. T. H., 4185.
Néel Duval Sr. de la Lissandrière. P.,
6308.
Neill. P., 1704,1705, 2475, 2680.
2681, 4186.
Nelson. W., 6345.
Nenning. S. V., 1706.
Neu. J. F., 4187.
Neucrantz. P. 2338.
Newberry. 1288.
Newfoundland. Zie: Kabeljaauw-
visschery.
Newland. H., 4188, 4189.
Observations ontïiewhalejishery. 3524.
O\'Connor. R., 4195.
Oelen. J. A. van, 3522.
Oesters en oesterteell. 3698—3817.
O\'Gorman. 4196.
Oke. G. C. 6346.
Oken. L., 136, 137, 1728—1730.
30
-ocr page 500-
466
TABLE ALPHABÉTIQCJE.
Olaus Magnus. 1732, 3525, 3526.
Olavsen. O., 1731. 4375.
Oldmixon. J., 3662.
Olfers. J. F. M. von, 1733.
Oliver. St., 4197, 4198.
Olivi. G., 1734.
Olivier. M. A., 4199.
Olivier. G. van, 313.
Olrasted. F. A.. 3527.
Olson. 01., 3074.
Omalius-de-Hallois. J. J., 1735,
1736:
Onderwijzer der boeren. 4200.
Onflroy de Thoron. E., 1737.
Ongaro. Ant.. 4201.
Oordt. J. van, 1738.
Oordt. J. W. L., van. 3782.
Op de Macks. J. A.. 2914,2956.
Oppermann. 4434.
Oppianus. 138, 3086.
d\'Orbigny. Alcide. 65, 1739,
2590-2594, 2686.
d\'Orbigny. Ch.. 58, 65. .
Orden. G. van. 6433.
Ordoniiance de Louis XIV. 6311—
6315.
Orton. J., 1740.
Osbeck. P.. 1741—1746.
Otter. 4073.
Otto. B. G.. 125. 1747—1749.
Otto. Eph., 4202.
Otto. F. W., 125.
Oudart. P., 139.
Oudenhoven. Jac. van, 4203.
Ovidius Naso. P., 1750. •
Owen. R., 1751, 2635, 2687, 2688.
Owsjannikow. F., 1441, 1752.
Ozeretskovsky. N., 2430, 2431.
Parnell. R., 1762-1770, 2342,
2432.
Parra. A., 1772.
Parser. M., 3378.
Parsons. J.. 1773.
Pasquier. J. Ph. A., 3799.
Pasteur. J. D., 2689.
Patterson. Jam., 6347.
Patterson. W.. 1774.
Paul. John, 6348.
Paulin. G., 3088.
Paullini. C. F.. 1775, 2690.
Payen. A., 2915.
Payerne. 2833.
Peachham. 4207.
Peard. W., 2916. 4209.
Pearson. E., 4208.
Pearson. J. T., 1776.
Pearson. R.. 6434.
Pêche de la baleine. 3416—3616.
Pêche du hareng. 3270—3415.
Pêche de la morue. 3617—3684.
Pêche fluviale, pêche a la ligne.
3818—4410.
Pêche fluviale dans FAube. 4234.
Pêche.i Néerlandaises. 3128—3196.
Péches anglaises. 3197—3268.
Pécheries sur Ie Volga. 4211.
Pêcheur. Le parfait, 4212.
Pechuel Loesche. M. E., 3530.
Peck. W. D. 1777.
Pel. H. S., 1778.
Pelletan. 65.
Pellham. Edw., 3531, 3532,3608.
Pélouze. 65.
Penn. Rich., 4214.
Pennant. Th., 1779-1781, 2691.
Pennell. M. Cholmondely, 1782.
4034, 4215—4218.
Perkins. G. A.. 2692.
Perley. M. H.,1783, 3087,3088,
3857.
Perrot. 1784, 3008.
Perthes. de, 3533.
Perty. M , 1785.
Pesca. La, 4219.
Pesci d. Danubio. 1786.
Pesson-Maisonneuve. 3087.3088.
Petermann. A., 3534, 3535.
Peters. W.. 1787—1802, 3519«.
Petherick.. 1168.
Petit. 1803.
Petit. J. F. le, 3380.
Petition of the Jishermeu. 3246.
Petiver. J., 1804. 1805.
Peto. S. M , 3665.
Peyrère. Is. de la, 3536. 3608,
3667.
Pabst. B. G. A., 6238.
Paez. Ratnon, 4204.
Palfrey. J. G., 3663.
Palingscheepvaart. 3798.
Palladius. 4270.
Pallas. P. G.. 1064.
Pallas. P. S., 1117,1753—1758.
4205, 4206.
Palmstedt. C, 1759.
Palmstruch. J. W.. 2142.
Paludanus. R., 3797.
Papero. J. M., 4315.
Pappe. L., 1760.
Pardessus. J. M., 6316.
Park. Mungo, 1761.
Parkhurst. Anthony, 3664.
Parlby. 1771.
-ocr page 501-
467
ALPHABETISCH EEGISTER.
Peyron. S., 3381.
Pfeilfisch. Der, 1806.
Phelps. 8., 3247.
Plienix. The, 3163.
Philippi. R. A., 1807—1809.
Phillips. H., 4220.
Philoparchus. G., 4221.
Phipps. C. J., 3537.
Piocolos. N., 14.
Pichon. 3382.
Pickering. W., 4407.
Piddington. H., 1810.              *
Piesch. D., 682.
Pietersz. Pr., 3538, 3539.
Pigoreau. C. B., 4222.
Pilati di Tassulo. 3383.
Pinkerton. J., 1811, 3091.
Piscarius. 2917.
Piscator. 2918, 4223, 6349.
Piscator. Lubertus, 3588.
Piso. G., 1812, 1813.
Pitkin. F., 3540, 3668.
Pizzctta. J., 2919.
Plan v. e. maatsch. t.kustvisscherij.
3694.
Plan on the British Jisheries. 3248.
Planander. 1814.
Plancius. Petrus, 3462, 3603.
Plancus. J., 1815.
Plankenau. 3530.
Plans for jishery in the Thames. 4224.
Playfair. G. R., 1564. 2345.
Playfair. R. L.,1169,1816 -1819.
Plee. Léon, 3800.
Plegher. T. Guberleth, 6258.
Plinius Secundus. C, 140—143.
Plot. R., 1820.
Plucar. E., 1821.
Plumier. Ch., 1822.
Pococke. R., 1823.
Poelman. 2693.
Poey. F., 1824—1834, 3092.
Pohl. Pr., 4225.
Poissons du départ, de Saóne ei
Loire. 1835.
Poitevin. B., 6317.
Poli. J. X., 3712.
Pollard. Rich., 4226.
Pollen. Pr., P. L., 1836-1842,
2343, 2694, 3093, 3119, 3586,
4396, 4400.
Pompe van Meerdervoort, 3780.
Pond. A., 6435.
Pontoppidan. E., 1843, 1844.
Poole. Jonas, 3447—3449, 3541—
3544.
Poort. W. Pieterse, 3567.
Porte. de la, 3545, 3669.
Portugal. Visscherij. 3094—3097.
Posjager. C. A., 3446.
Potwalvisch. Be, 2695—2698.
Pouchet. F., 4227.
Pouchet. G., 2920, 2921.
Poussielgue. 1845.
Povelsen. 1731.
Posselt. K. F., 3546.
Preston. W., 1846.
Prévost. A., 867.
Prévost. A. F., 1847, 3442,3451,
3654.
Prévost. C, 65.
Prévost. F., 2232.
Prigioni dei pesci. 3098.
Pringle. J., 1848—1850.
Prise dé la baleine. 3547.
Pritchard. W., 4228.
Proposal on, the Jisheries. 3249.
Prosch. V.. 2699.
Pucheran. 2700.
Puckle. James, 3250, 3251.
Pulman. G. P. R., 4229—4231.
Purchas. 3423, 3447—3449, 3460,
3461, 3541—3544, 3573.
Pusci. G. M., 1641.
Putnam. F. W., 1851.
Putsche. 4263.
Putte. S. van de, 3385.
Puvis. A., 2922.
Quakernaat van Spyk. A., 4397,
4400.
Quatrefages. A. de, 65, 1852,
2344, 2923 -2925, 3802.
Quennerstedt. A., 2701.
Quensel. C, 1853, 1854, 2142.
Quoy. 86, 819, 1855.
Rabuteau. P. F., 6319.
Racket. T., 1856.
Radcliffe. Th., 4152.
Raepsaet. J. J., 3310, 3313.
Raünesque-Schmaltz. C. S., 1857—
1863.
Raimondi. E., 4232.
Raisson. EL, 6285.
Raleigh. W., 3252.
Ramage. J., 1864.
Ramble. R., 1865.
R a m e a. Wahisehv. 35 48.
Ramisch. F. H., 144.
Ramon de la Sagra. 1866.
Rainon Paez. 4204.
30*
-ocr page 502-
TABLB ALHIAflÉïIQUB.
468
Ramorino. G.. 1867.
Ramsbottom. R., 2927.
Ranzani. 0., 1868—1874, 2702.
Rapp. W. von, 1876, 1877,
3703—2705.
Rasch. H., 2706, 2928, 3803, 4377.
Rathkc. H., 1878—1883.
Raven. D. Albz., 3492.
Ravenel. E., 1884.
Ray. J., [Raius]. 145, 181, 182,
1885, 1886.
Ray. Playcard A. F., 146.
Raymond. O., 4235.
Raynal. G. T., 3670.
Razoumowsky. G. de, 1887.
Recherches anat. et zool. s. I. cótes
de la Sicile. 1888.
Reek. M. von der, 6260.
Recueil chronol. des lois. 6320.
Recueil génér. des anciennes lois
franc. 6321.
Recueil van degroote eisscherij. 3386.
Redtenbacher. 868.
Rees. O. van, 3164. 3273, 3387.
Reeve. L., 3713, 3714.
Reeves. John. 6350, 6351.
Régiemens sur les eanx etforêts. 6322.
Regnart. Sanez, 3099.
Reichenbach. A. B., 147.
Reichenbach. H. G. L., 2707.
Reid. H. G.. 3036.
Reid. John, 1890.
Reider. J. E. von, 866, 3962, 4236.
Reimann. J. E., 4237.
Reinhardt. J., 2567, 2568,2708—
2711.
Reinhardt. J. T., 1891—1911,2433.
Reisinger. Th.. 1912.
Rémy. 2842, 2843, 2853.
Renaud. 4238.
Rénaud. Léon, 4448.
Rénard. Louis, 1913.
Réné. A., 4239, 4240.
Renier. S. A., 1914.
Rennies. J. , 4241.
Rensen. P. van, 3292.
Report on the nat. hist. of the
Herring. 2345, 2346.
Reports on the jisheries of Gr. Britain.
3253—3257.
Reports of explorations Mississippi
railroad. 1915.
Reports on the Salmonoids. 2434.
Repository. The Chinese, 688, 3955.
Reproduction artif depoissons. 2929.
Request e. gecomm. d. Groent. vis-
scherij. 3549.
Restc. B. de, 3412, 3528.
Retzius. A. J., 1916—1921.
Reuss. Ad., 1922.
Reuss. L., 1923.
Révoil. B. H., 3100.
Reygersberg. Joh., 3169, 3388.
Ricard. S., 3389.
Ricci. 1924.
Richard. A., 65.
Richardson. J., 1925—1943, 2291,
2301, 2303.
Richardson. John St., 6353.
Richer. J., 1944.
Richter. J. G. O., 148—150.
Riemer. J. de, 3149.
Rietstap. Ger., 3165, 3378, 3390.
Rimbaud. J. B. A„ 3101,3650,3695.
Ris. C, 3480.
Risberg. G., 1945.
Risseeuw. J. Egbert, 3314.
Risso. A., 1946-1952.
Rist. J. P., 3076,
Rivière. 65, 1953, 2930.
Roachfishing. 3696.
Robberts. R., 4242, 4243.
Roberg. L., 151, 2435. ••
Robertson. G. A., 1954.
Robertson. J., 2712, 4244, 4245.
Rochefort. C. de, 1955.
Romans. B., 1956.
Römer-Büchner. J. B., 1957.
Ronaldo. A., 4246.
Rondeau. du, 1958.
Rondelet. G.. 87, 152—154.
Rondonneau. L., 6323, 6324.
Rondvisch. 3671—3673.
Rooke. 4258.
Rooper. G., 4247, 4248.
Roosevelt. R. B., 2931.
Rooy. E. W. de, 3391.
Röper. Jürgen, 3596.
Rosé. John, 3258.
Rosenberg. C. B. H. von, 1959.
Rosenhauer. W. G., 1960, 1961.
Rosenthal. E. C., 1962, 2713, 2714.
Rossmassler. E. A., 2932, 2933.
Rosted. E., 1963.
Rotterdam. Haringhandel. 3392.
Rougier de la Bergene. 2934, 3905.
Roulin. E., 58, 65, 1964.
Rousseau. CL, 6325.
Rousselet de Surgy. 2550.
Routledge.. 4250.
Roxburgh. W., 2715.
Roy. P. L. Ie, 3551.
Rozet. 1965.
Rudolphi. K. A., 1966, 1967,
2716, 2717.
Rühlich. C. E. R., 4249.
-ocr page 503-
ALPHABBTISCH REGISTER.                                            469
Rumphius. G. E., 3804.
Rüppell. E., 1970—J972.
Rüppell. W. P., 1968, 1969.
Rusconi. M., 2935, 2936.
Ru 81 a n d. yisscherijen. 3102—3107.
Ruses innoccntes. 4251.
Russegger. J., 1973.
Russeli. A., 1975, 1976, 2436.
Russell. P., 1974. 1976.
Ruterford. 4252.
Ruysch. H., 1977.
Rzaczynski. G., 1978.
Schagerström. N. O., 1992—1998.
Schainck. H., 3295.
Scheffer. J., 4261.
Scheffer. J. H., 4424.
Scheler. Aug., 2972.
Schelling. P. van der, 3281.
Schellinger. W., 3556.
Scheltema. J., 3191.
Scheltema. P., 3131, 3557.
Scherer. H., 3109,
Schermer. De, Haringv. 3395.
Schcrzer. Karl von, 4262.
Scheuchzer. J. J., 1999.
Schilling. E. M., 4263.
Schinz. H. R., 157, 2000. 2001,
2723
Schlege\'l. H., 157«, 2002, 2003,
2042, 2218, 2724—2727.
Schleiden. M. J. 2004.
Schlosser. J. A., 2005, 2006.
Schmarda. L. K., 2007, 3807.
Schmidt. P. W., 2008.
Schmidt. Karl . 158.
Schneider. P. W., 4408.
Schneider. J. G., 1, 159, 160,
2009, 2347, 2728, 3086, 3110,
4270.
Schnur. 2010.
Scholz. P. P., 814.
Schomburgk. fi. H., 105, 2011,
2012.
Schonbein. C. P. 2013.
Schonberg. L., 2441.
Schonevelde. St. a, 2014.
Schöning. G., 3350.
Schoock. M., 2348. 6261.
Schöpf. J. D., 2015—2017.
Schrank. Fr v. Paula, 2018, 2442,
2443.
Schrassert. J., 3151.
Schreber. J. C. D. von, 2729.
Schreiber. C, 2019.
Schreiner. W. EL, 4264.
Schröter. J. S., 125.
Sehubert. 3710.
Schultz. Herm., 3105—3107.
Schültz. Henry, 3260, 6355.
Schultz. 3. H., 2023.
Schultz. Lyder, 3673.
Schultze. Max., 2020-2022.
Schuurman. L. N., 6233, 6247.
S c h u y 1 k i 11. Rivierviss. 4265.
Schwaeb. W\'., 2024.
Schweighauser. J., 19.
Schwenckfeldt. C, 2025.
Sclater. P. L., 2025a.
Scopoli. J. A., 2026.
Scoresby. W., 3558—3560.
Saabye. H. E., 3552.
Sacy. de, 3108.
Sainctyon. 6326.
Saint-Amant. 1979.
Saint-Ange. Martin, 65.
Sainte-Marie. E., 3S05.
Saint-Hilaire. A. de, 1980.
Saint-Hilaire. G. Geoffroy, 65.
Saint-Hilaire. H. Geoffroy, 65.
Saint-John. O., 4276, 4277.
Salerne. 1719.
Sales. Delisle de, 2995.
Sallengre. A. H. de, 3166.
Salm-Hostmar. Eürst, 1981.
Salmon in Tasmania. 2439.
Salmon ponds. 2440.
Salmon Jisheries. 4378—4390
Salter. Rob., 4253.
Salter. T. E., 4254, 4255.
Saltoun. Lord, 3224.
Salvianus. H.. 155.
Sampson. W., 2718.
Sander. H., 1982.
Sandifort. G., 2719.
Sannazarius. Jac. 4256—4258.
Santé. G. van, 3553.
Sardinië. Fisschen. 1983.
Sardine fishery. 3393.
Sars. G. O., 1985, 2720, 2721,
3349, 3672«-A.
Sars. M., 1984.
Sassen. H., 4259.
Sassi. A., 1986.
Saundera. J., 4260.
Saunders. W., 3259.
Sauvage. E., 1987.
Savary. J., 3394, 3554.
Sauvaudon. 3806.
Sauvigny. de, 1988.
Scammon. C. M., 2722, 3555.
Schaefer. H. 3096.
Schaefer. M., 1989.
Schaffer. J. C, 156, 1990, 1991.
-ocr page 504-
470
IABLB ALPHABÉTHJÜE.
Scoresby. Jun. W., 2730, 3558.
Scotchcr. G. 4267.
Scott. C. G., 4269.
Scott. W., 4054.
Scott. W. H., 4268.
Scott. W. R., 2027.
Scriptores rei rusticae. 4270.
Scriverius. P.. 3274.
Scropc. W., 2444, 43SS.
Seamonster. The inexplicable, 2298.
Seajish and Jislieries. 3111.
Seba. A., 161.
Secrets of angling. 4271.
Seeinan. B., 2028.
Seetzen. U. J., 2029-2030.
Selby. P. J., 2031.
Selden. J., 6262. 6263.
Sell. J. J., 3396, 3397.
Selwijn. W., 6356.
Selys-Longcliamps. E. de, 2032,
^ 2731, 4272.
Semeyns. Meynert, 3928.
Sérionne. A. de, 3167, 3167a.
Serres. M. de, 2033.
Sewastianofl\'. A., 2034, 2035.
Shaw. G., 162—164, 2036.
Shaw. J.. 2445, 2446, 2732.
Shillinglaw. 4273.
Shipley. "W., 4274.
Shirley. ïh., 4275.
Shumard. G. C. 1594.
Sibbald. R., 2037. 2733.
Siebold. C. Th. E. von, 2038—
2041, 2448, 2938.
Siebold. P. Fr. v., 2042.
Siemsen. A. C., 2043.
Sillig. Jul., 140.
Simons. G. J., 2044.
Simson. A., 6436.
Sismondi. E., 2045
Systime dhistoire natur. 165.
Sitgreaves. 2046
Sivard. G., 2047, 2939.
Sjoerds. Eocke, 3168.
Sloane. H., 2048.
Srnallegange. M., 3169.
Smart. John, 3261.
Sruidt. A. J., 3077, 3078.
Smidt van Gelder 3780.
Smith. Adam, 3112.
Smith. And., 2049, 2050.
Smith. Arth.. 4278.
Smith. G., 3800.
Smith. J. A., 2051.
Smith. J. V. C., 2052, 2053. 2093.
Smith. Sim., 3399.
Smith. Th., 4279.
Smith. J. Russell, 4409.
Snelleman. J. H. en H. P„ 2933.
Snellen van Vollenhoven. S.C., 2940.
Sodofsky. W., 2054.
Soctebooin. H., 3611.
Soltan. G. W., 4281.
Songs of the chase. 4282.
Songs of the Edinb. angling dub.
4283.
Sonnerat. 2055, 2056.
Sonnini C. N. S., 166.
Soubeiran. J. L., 2940, 2941, 3806,
3808, 4431. 4444.
Sonleyet. 172.
Sowerby. J., 3715—3720.
Spach. 65.
Spall. P. W. A. van, 2943.
Spallanzani. L., 2057,2944,2967.
Spanje. Wetgev. 6378, 6379.
Spannagel. 2058.
Spinola. 865.
Spitsbergen. 3561, 3576.
Spix. J. B. von, 167, 2059.
Spoonbill-Slurgeon. \'Jhe, 1725.
Spörer. J., 3562.
Sporting magazine. 4284.
Sporting review. 4285.
Sportman\'s cabinet. 4286.
Sportman \'s miscellany. 4287.
Sprenger van Eyk. P. C. G., 3408.
Staalvisscherij. 3697.
Staat (Tegemvoord.) d. Kereenigde
Nederlanden. 3170.
Staat der Nederl. f^isscherijen.\'illl,
3172, 3175—3183.
Staats Evers. J. W., 6248.
Stannius. H., 2060, 2734.
Stanzl von Cronfels. 4288.
Starck. E. A., 4289.
State of the Irish fisheries. 3262.
Staten van de Haringvisscheri}. 3119,
3184a, 3400.
Statistique d. péches. 3022.
Statuten Groenlandsche trisscherij-
Societeit. 3563.
Statuten Walvisuh-visseherij maat-
schappij.
3564.
Statuten Amsterd. Haringvisscheri).
3401.
Statuten maatsch. o. vischteelt. 2945.
Steele. Rich., 3113.
Steenstra Toussaint. A. J. D., 2061,
2062.
Steenstrup. J., 2063—2069.
Steffens. H., 2070.
Stegen de Putte, van der, 119.
Steigerthal. 2735.
Steinbach. 4291.
Steinbock. E. F. von, 3114.
-ocr page 505-
471
ALPHABBTISCH REGISTER.
Steindachner. F., 1394, 1395.
2071—2089.
Steil. A. van der. 1913.
Steller. G. W., 168, 2736, 2737.
Stellwagen. A. W., 3079.
Stevens. Ch., 4013—4015.
Stevenson. M., 4292.
Stewart. W. C, 4293, 4293«.
Stibolt. 3565.
Stockhausen. von, 4294.
Stoddard. Th. T., 4295—4299.
Stolk. A. P. van, 4399, 4436.
Stólter. G. F., 2946, 2947.
Stone. Livingstone, 2948.
Stonehenge. 4300.
Storer. D. H., 2090-2115.
Storer. H. R. 2116—2121.
Strack. F., 134.
Stradanus. J., 4301.
Stradamts (sic.) Reyse. 3566.
Stratingh. G. A., 3173.
Stricker. S., 2121a, 2949.
Strickland. A.. 2122.
Ström. H.. 2123—2127, 3080, 3674.
Strussenfelt. A. M. von, 2126.
Strüver. J. 2127.
Stuwitz. P. 2128, 2129.
Stubbe. H.. 6264.
Sturz. J. J., 3009.
Suckley. G., 2449.
Suekow. G. A., 169, 2738.
Suffrian. 2230.
Sundevall. G. J., 2131—2141, 2739.
Surflet. R., 4015.
Svensk Zoolom. 2142.
Swainson. W., 170, 1925, 2143.
Swarts. O., 2142.
Sweeting. R. H., 2740, 2741.
Swinderen. van, 2144».
Sykes. W. H., 2145.
Symonds. Th. E., 3263.
Tchihatchef. P. de, 2149, 2150.
Teichmann. J. C. F,. 4307, 4308.
Telfair. 2151.
Tellkampf. Th. G. 2152.
Temminck. C. J., 2042. 2218.
Tennent. J. Emerson, 2153.
Tenore. M., 2154, 2155.
Tenorio. J. M., 3115.
Tentoonstellingen v. visscherij-voorl-
brengselen. 4411—4452.
Termeyer. R. M. de, 2156.
Tertre. J. P. du, 2157.
Thaarup. Fr. 3082.
Thames. On the right of fishing
in the Thames. 6357—6363.
Thiemen. J., 4309.
Thiereelin. 3568.
Thomassy. R., 3675.
Thompson. J., 4310.
Thompson. W., 2158—2168, 2450,
2451, 2743-2745.
Thomson. J., 3264.
Thorne. 3. 4311.
Thornton. T., 4312, 4313.
Thunberg, C. P., 2169-2173,
3810.
Tiidskrift for Fiskeriet. 3083.
Tidskrift for Fiskerinaring. 4314.
Tjahaja Syang. 4315.
Tiele. P. A. 3426.
Tilesius. G. Th. 1757.
Tilesius. W. G. von, 2174-2177.
2746.
Tillotson. J., 3569.
Timbs. J. 2178, 2747.
Timbre. A. M. Ie, 3676.
Tiphaigne. 3023.
Tobia/fisch. Der, 2179.
Todd. J., 2180, 2181.
Tolfrey. F., 4125, 4316, 4317.
Tolle. A., 3809.
Tollius. Jac, 3773.
Tonning. H... 2182.
Torrey. 2046.
Toussaint. 3116.
Toussenel. A., 2748.
Trades increase. The, 3265,.
Traill. T. S., 2183, 2184, 2749.
Train. I. K. von, 4180.
Traite de péehe. 3117.
Trampler. J. C. 3570.
Trapani. G., 2185.
Traquair. R. H.. 2051, 2186, 2187.
Treatise of the dominion oftheSea.
6266.
Treatise on fly-fishing. 4318.
Tristram. 209.
Troil. W. von, 3677.
gabelle d. Gattungen d. Wallfisehe.
2742.
Tak. S.. 6239, 6249.
Tappe. D., 2146.
Taschenbuch f. Freunde d. Fischf.
4302.
Tatham. W., 2147.
Taube. 4333.
Taverner. John, 2950.
Tay. Fisheries of the, 4304.
Taylor. J., 4305.
Taylor. S., 2148, 4306,
Taylor. Th., 17.
Tayse. Dirk Jacobsz. 3567.
-ocr page 506-
472
TABLE ALFHABETIQUE.
Troschel. F. H., 1669, 1670,
2188—2193, 2349.
Trotz. Th. F.. 6265.
Tscheiner. D. J., 4319.
Tschudi. J. J. von, 2194.
Tuckey. J. H.. 3118.
Turner. W., 2750.
Turrel. 2951.
Turton. J., 4320.
Turton. W.. 119, 2195.
Tweed and Don. The. 4321.
Tijdschr v. Jagt en Visseherij. 4323.
Tyson. M., 5J196.
Tytler. W.. 4043.
Verhaal v. h. verongelukken van de
Wilhelmina. 3575.
Verhaal o. d. overwintering op Spits-
bergen. 3576.
Verhand. o. d. nat.geschied. v.Ned.
Indië. 2218.
Verhandeling over de heerschappij der
Zee. 6267.
Verhoeven. G. F., 2219.
Ver Huell. Q. R. M., 3578.
Vermin Killer. 4327.
Verordeningen op de Jagt en visseherij.
6226.
Verslag zie: Ende. W. P. v. d.,
Verslag Nederlandsche Visscherijen.
3171, 3172. 3175—3185, 3191.
3192, 4346.
Vester v. Wulverhorst. 4323.
Verzameling v. arresten betr.jagt en
visseherij. 2267.
Verzameling v. wetten op de jagt en
visseherij. 6228.
Verzeichniss d. Fische d. Adriat.
Meeres. 2221.
Vibraye. de, 2953.
Vidal. Léon, 2954, 3777.
Vie a la Campagne. La, 4348.
Vieillot. L. P., 867.
Villeneuve. 2222.
Vincent A., 3814.
Vincentius Bellovacensis. 175.
Vischboek. (Vlaamscli). 4329, 4330.
Vischboek v. Adr. Coenen. 176.
Visschen. Oeluidgeeende, 2224.
Visschen. Muzikale, 2225.
Vischfokkerij. 2955, 2956, 2967.
Visscherij-courant. Algem., 3119,
3184a.
Vital. J., 3122.
Vlaanderen Cronycke van, 3579.
Vlaardingen. Visseherij. 3184,
3405—3409.
Vlaardingsche courant. 3184a.
Vliet. L. van, 3605.
Vogel. Aug., 3815.
Vogel. Ch., 3097. 3680.
Vogel. E.; 2752.
Vogel. K. de. 3410.
Vogt. O., 194, 2226—2228,2359,
2452, 2957.
Voigt. F. S., 133, 177.
Volksbrieven over gezondheidsleer.
3816.
Vollenhoven. Visseherij. 3185.
Vollenhoven. van Beek v., 4436.
Vonga. P., 2229.
Vonok. C, 2453.
Voyage en Groenlande. 3581.
„Ubique." 4065. 4066.
Uilkens. J. A. 3571.
Uitkomsten d. Journalen v. Haringsch.
3402.
Uitspanning v. h. buitenleven. 4324.
Ule. O., 3572, 3776.
Unterhaltungen in der Naturgesch.
171.
d\'Urville. Zie: Dumont d\'Urville.
Uterverius. J. C, 8.
"Vademecum v. jagt en visseherij.
6225.
Vaemewyck. M. van. 3403.
Vahl. M., 2197—2200.
Vaillant. 172.
Valenciennes. A., 58. 59. 60,65,
749, 2201—2211, 2299, 2350,
2351, 2751, 2952. 3811.
Valentin. G., 2212.
Valentijn. F., 1847, 2213.
Vallot. J. N., 2214-2217.
Valmont de Bomare. 173.
Vanier. 174.
"Varro. 1270.
Vatin. R. J., 6315.
Vauquelin. 3812.
Vauvert., M., 3404.
Veeckens. L. Zeegen, 6226.
Veer. Gerrit de, 3573.
Veiledning for den fiskende Almue.
3678.
Velius. Th. 3361.
Venables. Robert, 4325.
Venema. G. A., 3173, 3174, 3813.
Venhuis. R. A., 3174a,
Vereeniging v. Zoetwatervisscherty.
4326.
-ocr page 507-
ALPHABETISCH REGISTER.                                           473
Weigel. J. A. V., 2255.
Weinkauff. H. C, 3817.
Wellenbergh. P. H. J., 2256.
Welwood. W., 6269, 6270.
Wereldhandel, Engeland\'s. 3605.
Wesmael. C, 2765.
Westenberg. 6271.
Westermeyer. 3606.
Wcsterwout.\'J. Dibbitz, 3188.
Westwood. Th., 4345, 4410.
Wetenschapp. bladen. 4346.
Wet op de jagt en vissclierij v. 1852.
6229—6240.
Wet op de jagt en vissclierij v. 1857.
6241—6250.
Weyland. G. J., 3150, 3189.
Weissenhorn. 4344.
Whale stranded at Longuidday. 2766.
Whales in the Indian seas. 2767.
Whateley. G. N., 3266.
Wheatland. H., 2257.
Wheatley. H., 4347.
White. A., 2258, 3608.
White. 3267.
Whitebourne. R., 3681.
Whitney. J., 4348.
Wicquefort. A. de. 1590.
Widdrington. S. E., 2259.
Widegren. H... 2260—2262. 2458,
2459. 2960-2962, 3085. 4426,
6376.
Wied. Max. zu, 2263.
Wilcocks. 4348(7.
Wilcocks. J. C, 3124.
Wild. Alb.. 3413.
Wilhelm. G. T., 180.
Wilkinson. 3842.
Willey. A., 1640.
Williams. Grifflth, 3682.
Williams Jr. M.. 6380.
Williamson. H... 2264.
Williamson. J., 4349.
Williamson. T., 4350.
Willughby. E., 181, 182, 1886.
Wilmsen. E. Ph., 183.
Wilson. J., 184,1285, 2460,4351.
Wilson. James and Ockleigh, 4352.
Wimmer. E., 16.
Winchell. A.. 2265.
Winkler. G. C, 2266. 3683.
Winkler. T. C, 2266-2277,2352,
2963, 2964, 3026, 3644, 3645,
3771, 3791.
Winthrop. J., 2278.
Wirth. J. G., 4353.
Witt. Joh. de, 3335.
Witsen. Nic, 3607.
Woldrich. J. H., 2279.
Voyage en Mande. 2231, 3581
Voyage en Abyssinie. 2232.
Voyage d\'un chasseur. 3123.
Voyagien (naar) Siam, IJslandt,
Groenlandt. 3580.
Vreede. G. M.. 3411.
Vries. J. van Ouwerkerkde, 3186.
Vries. M. de, 4331.
Vries. S. de, 3536, 3604.
Vriese. W. H. de. 2753.
Vrolik. G., 2233. 2754.
Vrolik. W., 177«. 2755-2757.
Vroonvisscherij. 4331—4333.
Wachter. 2234.
Wade. Henry. 4334.
Wagenaar. J.. 3170. 3187.
Wagner. A., 2235.
Wagiier. G. J., 4335. 4336.
Wagner. J. A.. 2729, 3710.
Wagner. M... 2236.
Wagner. N., 1411.
Wagner. R., 2237.
Walcott. John, 2238.
Walecki. A.. 2239.
Wall. W. S.. 2758.
Wall. P. H. van de. 3290.
Wallace. A. R., 1285. 2240. 2241.
Wallbaum. J. J.. 2242—2245.
Wallis. J.. 224.6.
Wallon. E.. 2958.
Wallwork. J.. 4337.
Walrossfang. Der. 3582.
Walsh. 2247. 4300.
Walther. Fr. L . 2248.
Walton. Isaac, 4338—4341. 4402.
Walvischvangst. 3412. 3416—3616.
Walmssclien. (Afbeeldingen van)
2759-2763, 2771—2783.
Wappaus. J. J.. 2249.
Ward. E., 4342.
Ward. Sam., 178, 179.
Wardenburg. C. TL, 6268.
Warington. R.. 2250.
Warnkönig. Th. A., 6374.
Wartmann. R., 2251, 2442,2443,
2454—2456.
Wassenaer. N. van. 3423, 3427,
3462, 3603.
Wasserschatz. 2959.
Waterhouse. G. R., 2764.
Watson. Jun. W., 2252.
Watts. H. E., 2457, 2937.
Wayth. C, 4343.
Weber. J. C, 2253, 2254.
Weereld, De Noordsche, 3604.
-ocr page 508-
474                                              TABLE ALPHABETIQDE.
Wölfer. A. M.. 4353.
Wolfer. Mar., 4354.
Wood. J. G„ 185,2280—2282.2964«.
Wood. Will., 2283-2286.
Woodhouse. 2046.
Woodhousely. Lord, 4043.
Worlidge. J., 4356.
Wormius. 2768.
Wotton. E., 186.
Wright. E. P., 2966.
Wright. Th., 2769.
Wright. W., 2965.
Wulff. J. C, 2287.
Wybo. J. Canzius, 3609.
Wyet. S., 3610.
Wyraan. J.. 2288—2290, 2770.
Wyu. H. van, 3191, 3591.
Younger. W., 4361.
Ysabeau. 2296.
Ysland. Zie: Kabeljamtwvisscherij.
Yule. Henry. 2668.
Z a a n 1 a n d. Walvisehv. 3611,3612.
Zaeringer. 2465.
Zalmvüscherij. 4363—4390.
Zalmtradaat. 4391—4400.
Zawadski. A., 2297.
Zeitvertreib. Adeliger, 4362.
Zeldain Ganswijck. ten, 3196.
Zesen. Ph. von, 3613.
Zetter. J. T. M., 208.
Zierikzee. Haring o. 3414.
Zill. 2467.
Zimraermann. E. A. W., 2812.
Ziminermann. W. F. A., 3126.
3415, 3614.
Zoölogie du voyage aux Indes de M.
Bellanger. 2299.
Zoology of Capt. Beechey\'s voyage.
2300.
Zoology of the voyage of H. M. S.
Snlphur. 2301.
Zoology of the voyage of H. M. S.
Beagle. 2302.
Zoology of the voyage of ff. M. S.
Samarang. 2303.
Zorgdrager. G. C 3615.3616.
Zouiew. 2304-2309.
Zujew. 2468.
Zwaardvisschen. Vangst der, 3127.
V
Xenoerates.
Yarrell. W., 2291-2295,2353—
2355, 2461.
Yeaman. Alex., 4357.
Yeaman. J., 3594.
Yeats. J., 3268.
Young. A., 2382, 2464-2466.
4358.
Young. L. J. H., 3125.
Young. M., 1543.
Younger. J., 4360.
JFJZ
*