"(UUUUlA/UUl/Ul/UUlfUUUUl/Ul/UUUUUUUUUULfUUl/UUUUUUJUUUUUUUUUlflftfl/l/l/l/l/l/I/t/

LOOP DER BEVOLKING IN 1860 1869.

UITGEGEVEN DOOP HST DEPARTEMENT VAK BIBHKKLAKDSCB1ZAKKIT

te \'sGRAVKMIAOK, bij

"VAN WEELDEN EN MINGELEN

EK I1IJ nUNNE CORRESrONUKNTEN.

*\\nnns rin�\'r,nnnvi\\wni}nnrnnni[nnfjv\\i\\i\\j)nnp.t\\t\\v.)\\!\\)\\i\\it![i<i\\i\\i\\i\\nni\\i\\nni\\nnni\\imi\\i>?.

STATISTISCHE BESCHEIDEN.

RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

STATISTISCHE BESCHEIDEN

LOOP DER BEVOLKING IN 18601869.

ilITGEGEVKN DOOR HET DEPARTEMENT VAN BINNENLANDSCilE ZAKEN.

tk \'sCRAVENHAGE, uu

VAN WEELDEN EN MIN GELEN

HN DIJ HUNNE COUItESrONllENTKN.

GEDRUKT TER AI.CEMEENE LANDSDRUKKERIJ

STATISTISCHE BESCHEIDEN

p��mim urn ihdmmm

LOOP DER BEVOLKING IN 1860-1869.

TIENJARIG 0V�RZ1GT VAN D*EN LOOP DER BEVOLKING

VAN 1860 TOT EN MET 4869.

Men vindt in de tiende en elfde (blz. 63�102), veertiende en vijftiende (blz. 175�237)
jaargangen van het Statistisch Jaarboek den loop der bevolking in 18ⁱ⁰/₅₉, wij geven
thans een overzigt over het tijdperk 18"V₆₉.

Met inbegrip der levenloos aangegevenen,werden geboren 1,279,942 kinderen, waar-
onder 660,577 van het M. G., 619,360 van het V. G. (waarvan ��ne vondeling) en vijf
(vier wettig en ��n onecht) levenloos aangegevenen, wier geslacht onbekend bleef.
De reden tot de gemiddelde bevolking van het Rijk was als 1 tot 27.36. De geborenen
stonden tot de geboorten, wier getal 1,262,871 bedroeg, als 987 tot 1,000. Er werden
geboren in de 34 voornaamste gemeenten 394,880 kinderen, waaronder 203,447 van
het M. 6., 191,432 van het V. G. en ��n waarvan het gesiacht onkenbaar was, of
1 op 27.43, in de overige 885,062, waaronder 457,130 van het M. G., 427,928 van het
V. G. en vier waarvan het geslacht niet kenbaar was, of 1 op 27.33. De geborenen
van het M. G. stonden tot die van het V. G. in het Rijk als 1,000 tot 938, in de
34 voornaamste gemeenten als 1,000 tot 941, in de overige als 1,000 tot 936.

Het getal wettig geborenen beliep, met inbegrip der vier waarvan het geslacht on-
bekend was, 1,229,388 (1,213,054geboorten), waaronder 634,733 van het M. G., 594,651
van het V. G.. Hiervan in de 34 voornaamste gemeenten 367,932 (363,147 geboorten),
waaronder 189,647 van het M. G., en 178,284 van het V. G., in de overige 861,456
(849,907 geboorten), waaronder 445,086 van het M. G. en 416,367 van het V. G.. De
reden van het M. G. tot het V. G. was als 1,000 tot 937, 940 en 930. De wettig ge-
borenen stonden: tot het getal wettige geboorten voor het Rijk als 1,013 tot 1,000,
tot de geborenen in het algemeen in het Rijk als 1,000 tot 1,041, in de 34 voor-
naamste gemeenten als 1,000 tot 1,073, in de overige als 1,000 tot 1,027.

Het getal onecht geborenen bedroeg in het Rijk, met inbegrip van ��n waarvan
het geslacht onbekend was, 50,554 (49,813 geboorten), waaronder 25,844 van het M. G.,
24,709 van het V. G.. Hiervan in de 34 voornaamste gemeenten 26,948 (26,592 ge-
boorten), waaronder 13,800 van het M. G., 13.148 van het V. G., in de overige
23,606 (23,221 geboorten), waaronder 12,044 van het M. G., 11,561 van het V. G..
De reden van het M. G. tot het V. G. was als 1,000 tot 956, 953 en 960. De onecht
geborenen stonden: tot de onechte geboorten in het Rijk als 1,015 tot 1,000; tot de
geborenen in het algemeen in het Rijk als 1 tot 25.32, in de 34 voornaamste ge-
meenten als 1 tot 14.65, in de overige als 1 tot 37.49.

Overleden zijn, met inbegrip der levenloos aangegevenen en der vijf waarvan het
geslacht onbekend was, 934,216 personen, waaronder 477,156 van het M. G., 457,055
van het V. G.. Hiervan in de 34 voornaamste gemeenten 310,641, waaronder 156,933 van
het M. G., 153,707 van het V. G., in de overige 623,575, waaronder 320,223 van
het M. G., 303,348 van het V. G.. De reden was tot de gemiddelde bevolking van het
Rijk als 1 tot 37.49; tot die der 34 voornaamste gemeenten als 1 tot 34.87, tot
die der overige als 1 tot 38.79. De sterfgevallen van het M. G. stonden tot die van
het V. G. in de 34 voornaamste gemeenten als 1,000 tot 979, in de overige als
1,000 tot 947, in het Rijk als 1,000 tot 958. De reden der overledenen tot de

geborenen was: voor het M. G. in de 34 voornaamste gemeenten als 1,000 tot l,29�,
in de overige als 1,000 tot 1,428, in het Rijk als 1,000 tot 1,384; voor het V. G.
als 1,000 tot 1,245, 1,411 en 1,355; voor B. G. als 1,000 tot 1,271,1,419 en 1,370.

Levenloos aangegeven werden in de 34 voornaamste gemeenten 21,031, in de
overige 44,663, in het Rijk 65,694 geborenen, waaronder 36,838 van het M. G., 28,851
van het V. G. en 5 waarvan het geslacht onbekend was. De jongens stonden tot de
meisjes als 1,000 tot 783. De reden der levenloos aangegevenen tot de geborenen in
het algemeen was in de 34 voornaamste gemeenten als 1 tot 18.78, in de overige
als 1 tot 19.82, in het Rijk als 1 tot 19.48. Onder de levenloos aangegevenen telde
men 61,383, 34,558 van het M. G., 26,821 van het V. G., wettig en 4,311, 2,280 van
het M. G., 2,030 van het V. G., onechtgeborenen. De eersten stonden tot de wettig
geborenen in het algemeen als 1 tot 20.03, de laatsten tot de onecht geborenen in het
algemeen als 1 tot 11.73. De levenloos aangegevenen stonden tot de overledenen in
het Rijk als 1 tot 14.22, in de 34 voornaamste gemeenten als 1 tot 14.77, in de
overige als 1 tot 13.96.

Het algemeen bedrag der levend aangegevenen was 1,214,248, waaronder 623,739 van
het M. G. en 590,509 van het V. G.. Hiervan werden geboren in de 34 voornaamste
gemeenten 373,849, waaronder 191,791 van het M. G. en 182,058 van het V. G.,
in de overige 840,399, 431,948 van het M. G., 408,451 van het V. G.. De levend
aangegevenen stonden tot de geborenen in het algemeen in het Rijk als 1,000 tot 1,054,
in de 34 voornaamste gemeenten als 1,000 tot 1,056, in de overige als 1,000 tot
1,053. De levend aangegevenen van het M. G. stonden tot die van het V. G. in
de 34 voornaamste gemeenten als 1,000 tot 949, in de overige als 1,000 tot 946,
in het Rijk als 1,000 tot 947; tot de gemiddelde bevolking als 1 tot 28.98, 28.78
en 28.84.

Het getal wettig levend aangegevenen beliep 1,168,005, waaronder 600,175 van het
M. G., 567,830 van het V. G.. Hiervan in de 34 voornaamste gemeenten 349,450,
waaronder 179,335 van het M. G., 170,115 van het V. G.; in de overige 818,555,
waaronder 420,840 van het M. G., 397,715 van het V. G.. De reden van het M. G.
tot het V. G. was als 1.000 tot 946, 949 en 945. De wettig levend aangegevenen
stonden tot de wettig geborenen in het algemeen in het Rijk en in de 34 voornaamste
gemeenten als 1,000 tot 1,053, in de overige als 1,000 tot 1,052; tot de levend aan-
gegevenen in het algemeen in het Rijk als 1,000 tot 1,040, in de 34 voornaamste
gemeenten als 1,000 tot 1,070, in de overige als 1,000 tot 1,024.

Het getal onecht levend aangegevenen bedroeg 46,243, waaronder 23,564 van het
M. G., 22,079 van het V. G.. Hiervan in de 34 voornaamste gemeenten 24,399,
waaronder 12,456 van het M. G., 11,943 van het V. G.; in de overige 21,844, waar-
onder 11,108 van het M. G. en 10,736 van het V. G.. De reden van het M. G. tot
het V. G. was als 1,000 tot 962, 959 en 967. De onecht levend aangegevenen stonden:
tot de onechtgeborenen in het algemeen in het Rijk als 1,000 tot 1,093, in de 34
voornaamste gemeenten als 1,000 tot 1,104, in de overige als 1,000 tot 1,081, tot de
levend aangegevenen in het algemeen als 1 tot 26.26, 15.32 en 38.47.

Gedurende 18⁰V₆₉ zijn erkend 9,306 kinderen, 4,679 jongens en 4,627 meisjes, waarvan
4,960 (2,439 jongens en 2,521 meisjes) in de 34 voornaamste gemeenten, 4,346 (2,240
jongens en 2,106 meisjes) in de overige. Van deze kinderen zijn tevens gewettigd
8,298 (4,153 jongens en 4,145 meisjes), waarvan in de 34 voornaamste gemeenten
4,332 (2,110 jongens en 2,222 meisjes), in de overige, 3,966 (2,043 jongens en
1,923 meisjes). Van deze kinderen zijn 753 (378 jongens en 375 meisjes) v��r de
wettiging, doch in den loop van het jaar erkend, de overigen tegelijk met de
wettiging. De verhouding van het getal erkende en dat der gewettigde kinderen
tot dat der onechtgeborenen kan niet worden opgegeven, dewijl van die kinderen de
meesten geboren zijn in vorige jaren. Op 1,000 kinderen onecht levend aangegeven

ia 18⁶V₆, zijn in die jaren erkend in de 34 voornaamste gemeenten 413, in de
300, in het Rijk 402.

Het getal gewettigde kinderen bedroeg gedurende 18⁶V�₉ 8,484 (4,250 jongens en
4,228 meisjes), waarvan 4,421 (2,160 jongens en 2,261 meisjes) in de 34 voornaamste
gemeenten, 4,063 (2,000 jongens en 1,967 meisjes) in de overige. Van deze kin-
deren zijn gewettigd bij het huwelijk (art. 327 B. W.) 8,378 (4,190 jongens en
4,188 meisjes), bij brieven van wettiging (artt. 329 volgg. B. W.) 106 (�� jongens en
40 meisjes). Op 1,000 kinderen onecht levend aangegeven in 18"%,,, zijn in die jaren
gewettigd in de 34 voornaamste gemeenten 368, in de overige 364, in het Rijk
366.

De volgende staat geeft op honderd erkende en gewettigde kinderen het betrekkelijk
aandeel van elk levenstijdperk voor den ouderdom der kinderen bij de erkenning of\'
wettiging:

BIJ DE ERKENNING OF
WETTIGING.

OP HONDERD ERKENDE
KINDEHEN.

OP HONDERD GEWETTIGDE
KINDEHEN.

Yoornaamsto
gemeenten.

Voornaamste
gemeenten.

Binnen 3 dagen na de geboorte of

Binnen 3 maanden ua de geboorte .
Van 3 maanden tot beneden 1 jaar

Van 1 tot 2 jaren na de geboorte.

« i m S � « � »

5 . 10 � � �
. 10 » 15 � « �

« 15 en meer» » » �

20.18
18.02
25.97
12.00
?.13
3.71

19.17
11.03
20.80
10.29
3.57
7.91.

19.71
10.14
23.55
11.20
3.49
507

21.04
19 84
27.12
12.15
3.10
2.35

20.70
15.90
22.30
10.08
3.07
3.52

20.87
17.95
21.81
11.45
3.11
2.91

Onder de levend aangegevenen zijn begrepen de kinderen geboren in eene gemeente
uit ouders elders woonachtig, wier getal bedroeg 15,466, 7,904 jongens en 7,562 meisjes,
waarvan werden geboren in de 34 voornaamste gemeenten 6,109, 3,172 jongens en
2,937 meisjes, in de overige 9,357, 4,732 jongens en 4,625 meisjes; terwijl hieronder
niet zijn begrepen de kinderen elders geboren uit ouders, die hunne woonplaats
hebben in de gemeente, wier getal bedroeg 7,437, 3,908 jongens en 3,529 meisjes,
waarvan in de 34 voornaamste gemeenten 2,970, 1,538 jongens en 1,432 meisjes,
in de overige, 4,467, 2,370 jongens en 2,097 meisjes. Hieruit volgt, dat het geheele
getal kinderen, aangegeven als levendgeboren uit ouders die hunne woonplaats hebben
in de gemeente, zou hebben bedragen 1,200,219, 619,743 jongens en 58(5,476 meisjes,
waarvan voor de 34 voornaamste gemeenten 370,710, 190,157 jongens en 180,553
meisjes, voor de overige 835,509, 429,586 jongens en 405,923 meisjes. Het getal dier
kinderen stond tot de gemiddelde bevolking in 18⁶⁰/₆₉ voor het Rijk als 1 tot 29.03,
de vier voornaamste gemeenten als 1 tot 29.22, de overige als 1 tot 28.95.

Van de 16,627 tweelinggeboorten waren 5,029 in de 34 voornaamste gemeenten,
11,598 in de overige; van de 218 drielinggeboorten, 52 in de 34 voornaamste ge-
meenten, 166 in de overige; van de 6 vierlinggeboorten 4 in de 34 voornaamste ge-
meenten, 2 in de overige. Uit de tweelinggeboorten werden geboren 17,116 kinderen
van het M. G. en 16,138 van het V. G.. Hiervan in de 34 voornaamste gemeenten
5,119 van het M. G. en 4,939 van het V. G., in de overige 11,997 van het M. G.
en 11,199 van het V. G.. Van de drielinggeborenen waren 329 van het M. G. en
325 van het V. G., waarvan 60 van het M. G. eu 87 van het V. G. in de 34 voor-

naaniste gemeenten , 260 van liet M. G. en 238 van het V. Gr. in de overige. Van
de vierlinggeborenen waren 14 van het M. G. en 10 van het V. G., waarvan 9
van liet M. G. en 7 van het V. G. in de 34 voornaamste gemeenten, 5 van het
M. G. en 3 van het V. G. in de overige. Het getal twee- en meerlinggeboorten
stond tot dat der geboorten in het algemeen als 1 tot 74.94, dat der geborenen
tot de geborenen in het algemeen als 1 tot 37.72. Men telde onder de tweeling -
geborenen 31,788 (10,383 van het M. G. en 15,405 van het V. G.) wettige en 1,466
(733 van het M. G. en 733 van het V. G.) onechte kinderen. Onder de eersten
werden levend aangegeven 28,348, waarvan 14,445 van het M. G. en 13,903 van het
V. G., levenloos 3,440, waarvan 1,938 van het M. G. en 1,502 van het V. G.; onder
de laatsten levend 1,135, 578 van het M. G., 557 van het V. G., levenloos 331, 155
van het M. G. en 170 van het V. G.. Van de drielinggeborenen, wettig, zijn 480,
244 jongens en 230 meisjes levend, 162, 84 jongens en 78 meisjes levenloos; onecht
4 meisjes levend, 1 jongen en 7 meisjes levenloos aangegeven. Van de vierlingge-
borenen, allen wettig, zijn 16, 9 jongens en 7 meisjes levend, 8, 5 jongens en 3
meisjes levenloos aangegeven. De wettige twee- en meerlinggeboorten stonden tot de
wettige geboorten als 1 tot 75.29, de onechte tot de onechte geboorten als 1 tot
67.59, de wettige geborenen tot de wettig geboren kinderen als 1 tot 37.88, de onecht
tot de onecht geboren kinderen als 1 tot 34.21. De reden der levenloos aangegeven
kinderen tot de levend aangegevenen was als 1 tot 7.59.

De sterfgevallen waren, de levenloos aangegevenen niet medegerekend, naar den
burgerlijken staat der personen tijdens het overlijden op de volgende wijze ingedeeld:
539,822 ongehuwden, waarvan 285.843 van het M.G. en 253,979 van het V. G., 200,177
gehuwden, 108,206 van het M. G., 97,911 van het V. G., 122,290 in weduwenstaat,
46,094 van het M. G., en 76,202 van het V. G., 195 personen gescheiden van echt,
86 van het M. G., 109 van het V. G., terwijl van 32, 29 mannen en 3 vrouwen, de
burgerlijke staat onbekend was, waaronder 20, 18 mannen en 2 vrouwen, uit zee
aangespoelde lijken. Men telde op de 1,000 overledenen: bij de mannen 649 ongehuwden,
246 gehuwden, 105 weduwenaars; bij de vrouwen 593 ongehuwde, 229 gehuwde,
178 weduwen. Er stierven op de 1,000 ongehuwden 530 mannen en 470 vrouwen,
gehuwden 525 mannen en 475 vrouwen, in weduwenstaat verkeerende personen 377
mannen en 623 vrouwen. De overledenen, na aftrek der levenloos aangegevenen,
stonden tot de gemiddelde bevolking in 18⁶⁰/₀₉ in de 34 voornaamste gemeenten als 1
tot 37.41, in de elf honderd overige als 1 tot 41.78 en in het Rijk als 1 tot 40.32.

Op den volgenden staat zijn de overledenen, na aftrek der levenloos aangegevenen, naar
den onderdom tijdens het overlijden ingedeeld en is tevens het betrekkelijk aandeel der sterfte
op elk levenstijdperk opgegeven voor de beide tienjarige tijdperken 18"°,_i9 en 18^b0/₆₉.

REDEN TOT DE 1,000.

Van 1 jaar tot on met 15jar.
» 10jaren » » » 40 »
� 50 » en ilaarboven . .

Onbekend...........

131,005
03,723
80,050

107,411
04,770
01,170

230,100
100,403
180,220
258,330
358

200.1
217.4
202.2
280.0
0.7

280.0
211.5
214.2
202.8
0.0

250.8
221.4
212.0
314.8
0.1

275.3
210.3
207.5
207.5
0.4

258 1
212.7
218.2
310.7
0.3

Onder de overledenen zijn begrepen gedurende 18""/,;;, 32 personen, 10 mannen en
22 vrouwen boven de 100 jaren, waarvan ��n ongehuwde man en 7 weduwen in de
34 voornaamste, ��n ongehuwde, ��n gehuwde man, 7 weduwenaars, 2 ongehuwde
vrouwen en 13 weduwen in de overige gemeenten.

Uit dit overzigt blijkt, dat voor beide geslachten gedurende het tienjarige tijdvak
18⁶⁰/₆₉ de sterfte beneden het jaar betrekkelijk grooter, die boven het jaar betrekkelijk
kleiner was dan gedurende het tienjarige tijdperk 18ⁱ⁰/₅₉.

Onder voornoemde sterfte zijn begrepen de personen, die hunne woonplaats niet
hadden in de gemeenten waar zij overleden zijn, wier getal in 18⁶⁰/_ri9 24,582 bedroeg,
15,415 mannen en 9,167 vrouwen, waarvan 10,807, 7,034 mannen en 3,773 vrouwen
in de 34, 13,775, 8,381 mannen en 5,394 vrouwen in de overige gemeenten. Overleden
zijn buiten de gemeente hunner woonplaats, doch krachtens art. 50, alin. 2, van
het Burg. Wetboek in de registers van den burgerlijken stand ingeschreven en onder
voornoemde sterfte niet begrepen, 23,503 personen, 15,737 mannen en 7,760 vrouwen,
waarvan in de 34 gemeenten, 10,283, 7,140 mannen en 3,143 vrouwen, in de overige
13,220, 8,597 mannen en 4,623 vrouwen. Na aftrek der eersten en bijtelling der lsatsten
verkrijgt men voor de geheele sterfte van die personen, welke een deel hebben uit-
gemaakt van de werkelijke bevolking der gemeenten, 867,443, 440,640 mannen en
426,803 vrouwen, waarvan voor de 34 gemeenten 289,086, 145,383 mannen en 143,703
vrouwen, voor de overige 578,357, 295,257 mannen en 283,100 vrouwen. De over-
ledenen stonden tot de gemiddelde bevolking voor het Rijk als 1 tot 40.37, voor de
34 voornaamste gemeenten als 1 tot 37.47, voor de overige als 1 tot 41.82.

Het getal huwelijken bedroeg in het Rijk 283,231. Hiervan in de 34 voornaamste
gemeenten 90,289, in de overige 192,942. Zij stonden: tot de gemiddelde bevolking in
het Rijk als 1 tot 124, in de 34 voornaamste gemeenten als 1 tot 120, in de overige
als 1 tot 125, tot de wettig geborenen in het Rijk als 1 tot 4.34, in de 34 voornaamste
gemeenten als 1 tot 4.08, in de overige als 1 tot 4.46.

De huwelijken waren naar den burgerlijken staat ingedeeld op de volgende wijze:

Tusschen jongmans en jonge dochters................ ... 222,750, 1 op de 157 zielen.

♦ » weduwen....................... 13,490, 1 - » 8,595 «

» \' vrouwen hertrouwd bij afwezigheid van hare

vroegere echtgenooten............... 14,

» » gescheiden vrouwen . . . . -............ 221 .

« weduwenaars » jonge dochters.................... 32,497.

�i een vroeger gehuwd man (wiens vrouw gedurende zijne afwezig-
heid, krachtens art. 549 volgg. Burg. "YVetb., hertrouwd was),

getrouwd met eene jonge dochter................... I

» weduwenaars en weduwen....................... 13,685, 1 » » 2,559

» i vrouwen hertrouwd bij afwezigheid van hare

vroegere echtgenooten............... 12.

\' \' a gescheiden vrouwen................. 127,

gescheiden mannen en jonge dochters............... 296,

» » » « gescheiden vrouwen........... 5

� » « » weduwen.................. 120.

« » « « vrouwen hertrouwd bij afwezigheid van

hare vroegere echtgenooten............................ 1

tf. zamen . . . 283,231, 1 » « 124

Op de 1,000 huwelijken werden derhalve voltrokken: 786.483 tusschen jongmans en
jonge dochters, 47.650 tusschen jongmans en weduwen, 0.049 tusschen jongmans en
vrouwen hertrouwd bij afwezigheid van hare vroegere echtgenooten, 0.780 tusschen
jongmans en gescheiden vrouwen, 114.737 tusschen weduwenaars en jonge dochters,
0.003 tusschen een vroeger gehuwd man, wiens vrouw gedurende zijne afwezigheid
hertrouwd was, met eene jonge dochter, 48.318 tusschen weduwenaars en weduwen, 0.448
tusschen weduwenaars en gescheiden vrouwen, 0.042 tusschen vrouwen hertrouwd bij
afwezigheid van hare vroegere echtgenooten, 1.045 tusschen gescheiden mannen en

jonge dochters, 0.018 tussclien gescheiden mannen en gescheiden vrouwen, 0.424 tus-
schen gescheiden mannen en weduwen, 0.003 tusschen gescheiden mannen en vrouwen
hertrouwd bij afwezigheid van hare vroegere echtgenooten.

Naar den ouderdom liet elke kunne zich splitsen op de volgende wijze:

HEDEN TOT DE 1,000.

Van 21 tot en niet 24 jaren,
ff 25 * * » 29 «
» 30 " ff > 34 »
« 35 � » " 39 ff
. 40 » « » 44 »
. 45 » " » 49
» 50 ff \' ff 54
» 55 ff - » 59
» 00 » » > 04
» 05 » » » 09
» 70 « » « 74
» 75 » » - 79
80 jaren en daarboven. . .

Beneden den ouderdom van 30 jaren trouwden meer dan ^u/._:o der gehuwde mannen
en V₃ der gehuwde vrouwen, op dien van 30�45 meer dan V₃ der gehuwde mannen
en 7� der gehuwde vrouwen. Het verschil in jaren tusschen de beide geslachten en
de meer gevorderde ouderdom bij de mannen tijdens het voltrekken van het huwelijk,
blijken uit de volgende paarsgewijze vergelijking:

tot de
1,000. -

f beneden de 30 jaren.......

,,,,,��. 1 van 30 tot en met 44 jaren
Mannen beneden de 30 jaren met vrouwen . � . <

[ « 60 jaren en daarboven .

,, �� . . � van 30 tot en met 44 jaren
Mannen van 30 tot en met 44 �arcn mot vrouwen (

1 « 45 » » » 59 »

\' » 60 jaren en daarboven .

1 van 30 tot en met 44 jaren
Mannen van 45 tot en met 59 jaren mot vrouwen {

\\ ff 45 * * » *59 *

\\ « 60 jaren en daarboven .

, 1 van 30 tot en met 44 jaren
Mannen van 00 laren en daarboven met vrouwen . <

^J j » 45 » » » 59 "

\\ ii 60 jaren en daarboven .

Met vrouwen beneden de 30 jaren zijn gehuwd 859.87, van 30 tot 45 136.83, van
45�60 3.21, van 60 en daarboven 0.09 op 1,000 mannen gehuwd beneden de 30 jaren;

met vrouwen beneden de 30 jaren 524.04, van 30 tot 45 439.08, van 45�60 36.20,
van 60 en daarboven 0.68 op 1,000 mannen gehuwd van 30�45 jaren: met vrouwen
beneden de 30 jaren 159.82, van 30 tot 45 542.83, van 45�60 284.52, van 60 en
daarboven 12.83 op 1,000 mannen gehuwd van 45�60 jaren; met vrouwen beneden
de 30 jaren 86.15, van 30 tot 45 314.39, van 45�60 459.47, van 60 en daarboven
139.99 op 1,000 mannen gehuwd boven de 60 jaren.

Ten aanzien van het getal geborenen en overledenen, beiden met inbegrip der
levenloos aangegevenen, en van de reden tot de gemiddelde bevolking lieten zich de
provinci�n, te beginnen met het grootste betrekkelijk getal geborenen en de meest
gunstige reden voor de overledenen, in de volgende orde rangschikken:

r.i: rorrn i \\ tot

DB Q�M1D�K1.DE

24.45
24.32
27.29
27.84
29 CU
29.23
30.02
30.40
30.50
3239
34.58

4351
42.85
4242
42.33
41.33
40.73
38.94
35.73
34.73
33.89
31.55

42.72
4350
41.07
42.87
44.03
42.20
40.34
33.14
35.00
30.09
30.93

23.35
23.01
20.55
20.08
28.74
28.89
29.28
29.32
29.33
30.90
31.38

00,019
24,103
52,273
52.4S5

157,111
49,007
51,061

Zeeland.................

Zuidholland.............

Noord holland...........

l\'lreeht..................

I i �� l.m.l...............

Groningen...............

Gelderland..............

Overijoael...............

Urenlhe.................

I. i mh u rg................

KoordhraMinl...........

Friealand................

Drenthe.................

Groningen...............

Limburg................

Gelderland..............

X.....ill.i mIi.miI...........

OveriJM»rl...............

Koordholland...........

Utreeht..................

Zeeland.................

Zuidholland.............

De provinci�n Zeeland, Zuidholland, Noordholland en Utrecht geven in beide t�d-
vakken het hoogste, Noordbrabant en Limburg het laagste betrekkelijk getal geborenen.
Ten aanzien der sterfte verkeerden in 18^r\'°/_r,₉ Friesland, Drenthe, Groningen en Limburg,
in 18^s0/₀₉ Gelderland, Drenthe, Limburg en Friesland in den meest gunstige», in beide
tijdperken Zuidholland en Zeeland in den minst gunstigen toestand. De betrekkelijke
sterfte was in 18^r\'%₉ grooter dan in 18°⁰/₅₉ in Drenthe, Limburg, Noordbrabant, Over-
ijssel, Utrecht en Gelderland, kleiner in de vijf overige provinci�n en in het Rijk.

De volgende staat geeft de gemiddelde overmaat der geborenen boven de overledenen in
18⁶⁰/₆₉, vergeleken met de gemiddelde overmaat gedurende het tienjarige tijdperk lS^/so.

DER GEBORENEN BOVEN
OVERLEDENEN.

OVERMAAT OP DE 10,000 ZIELEN.

18«»/₆₉.
Gemiddeld
jaarlijks.

18«7₅₉.
Gemiddeld
jaarlijks.

Verschil
in meer
iu minder �

Gemiddeld
jaarlijks.

18*»/_s9.
Gemiddeld
jaarlijks.

Verschil
in meer -
in minder �

2,332
3,353
2,448
1,112
7.078
4,223
5.430
1,928
1,479
2,097
3,093

1,202
2,701
1,971
885
5,209
3,888
3,304
1,000
1,234
1,845
2,182

1,070
052
- - 477
227
\' 1.809
335
2.000
328
245
-t- 252
911

In het Rijk------

De betrekkelijke gemiddelde overmaat was dus voor alle provinci�n, met uitzondering
van Gelderland, in welke provincie zij voor beide tijdperken gelijk stond, grooter in
18⁶⁰/₆₉ dan in 18^r,0/_S9; zij was het grootst in 18⁸%₉ in Zeeland, Friesland en Groningen,
in 18*%₉ in Friesland, Groningen, Drenthe en Gelderland; het kleinst in 18^B0/₆₉ in
Noordbrabant, Overijssel en Utrecht, in 18^M/»_f in Noordbrabant, Noordholland en
Limburg. Het verschil tusschen beide tienjarige tijdperken was het grootst voor Zeeland,
Noordholland en Noordbrabant, het kleinst voor Gelderland, Overijssel en Drenthe.

Het grootste getal onechtgeborenen in 18⁶⁰/₆₀, vergeleken met de geborenen in het
algemeen, gaven Groningen, Zuidholland en Utrecht, het kleinste Friesland, Noord-
brabant en Limburg.

Het getal huwelijken was, in de reden tot de bevolking, het grootst in Noord-
holland , Zuidholland, Friesland en Groningen, het kleinst in Limburg, Noordbrabant,
Gelderland en Overijssel.

Het getal scheidingen van tafel en bed beliep in 18⁶⁰/₆₉ 265, waarvan 2 in elke der
provinci�n Noordbrabant en Limburg, 6 in Gelderland, 81 in Zuid-, 137 in Noord-
holland , 14 in Zeeland, 1 in elk der provinci�n Utrecht en Overijssel, 9 in Friesland
en 12 in Groningen.

Dat der echtscheidingen 1,017, waarvan 8 in Noordbrabant, 32 in Gelderland, 346
in Zuid-, 419 in Noordholland, 42 in Zeeland, 31 in Utrecht, 44 in Friesland, 25 in
Overijssel, 41 in Groningen, 23 in Drenthe en 6 in Limburg. Daarenboven werd een
huwelijk, in 1858 te Alkmaar voltrokken, nietig verklaard als dubbel huwelijk.

Gedurende de vijfjaren 18⁶V₆₉ werd, ingevolge art. 7 der Grondwet (wet 28 Julij 1850,
Staatsblad n° 44), aan 122 personen op hun verzoek de hoedanigheid van. Nederlander
verleend. Van hen waren geboren in: Oostenrijk 1, Pruissen 74, Vorstendom Reusz
(Gera) 1, Hessen 2, Frankfort a/M. 1, Hannover 6, Mecklenburg-Schwerin 2, 01den-
burg 6, Holstein 1, Sleeswijk 1, Saksen 2, Saksen-Coburg-Gotha 1, Bremen 2, Wal-
deck 1, Anhalt 1, Noorwegen 1, Zweden 1, Frankrijk 1, Zwitzerland 1, Suriname 1,
Perzi� 1, Vereenigde Staten van Noord-Amerika 1, Belgi� 8, Nederland 3 (2 Limburg,
1 Gelderland), Luxemburg 1 en Neerlandsch Indie 1. Naar de beroepen waren zij
ingedeeld in: 6 landbouwers (waarvan 1 tevens steenfabriekant), 2 grondeigenaars,
1 verveener, 1 bouwman, 1 tuinier, 1 aannemer, 4 landmeters, 1 spoorwegbeambte,
1 telegrafist, 1 ge�mploijeerde bij de Billiton Maatschappij, 1 civiel ingenieur, 1 direc-
teur van \'s Rijks hoogere burgerschool te Roermond, 1 opziener bij de kinaeultuur,
1 postcommies, 1 stadspikeur, 31 kooplieden, 1 handels-, 2 kantoorbedienden, 2 com-
missionairs, 2 winkeliers, 1 agent van buitenlandsche huizen, 2 bankiers, 2 fabrie-
kanten, 1 steen-, 1 suikerfabriekant, 1 scheepsbouwmeester, 2 schippers, 3 apothekers,
1 voetbode, 1 smid, 1 koffijhuishouder en slijter, 1 logementhouder, 1 zadelmaker,

I wijnhandelaar, 1 scheepsgezagvoerder, 1 instrumentmaker en werkman der l"^e klasse
bij de artillerie-, stapel- en constructiemagazijnen, 1 officier van gezondheid, 1 officier,

II onderofficieren, waarvan 4 gepasporteerd, 1 sergeant-majoor schrijver der infanterie
bij het leger in Neerlandsch Indie, 7 Oost-Indische ambtenaren, 1 magazijnhouder in
muziekinstrumenten, 1 advokaat, 1 kamerheer, 1 onderwijzer, 3 zonder beroep en 11
waarvan het beroep onbekend was.

De veranderingen van woonplaats gaven de volgende uitkomsten:

INGEKOMEN. VERTROKKEN. ""^.E�ES�!" "*"

SI. V. T. -M. V. T. M. V. T.

De vierendertig
voornaamste
gemeenten.. 250,530 217,273 407,809 233,455 228,174 461,629 17,081 19,099 30,180

De elf honilerd
overige ge-
meenten . . . 024,220 597,108 1,221,334 041,784 018.200 1,200,050 17,558 21,158 38,716

874,702 844,381 1,719,143 875.239 846,440 1,721,079 � 477 � 2,059 � 2,536

Van 158 mannen en 65 vrouwen, waaronder 88 mannelijke en 1 vrouwelijke kolo-
nisten uit de Ommerschans ontvlugt, bleef de plaats der vestiging onbekend.

De ingekomen personen stonden tot de gemiddelde bevolking in de reden van 1 tot
21.76 in de 34 voornaamste gemeenten, 19.80 in de overige, 20.37 in het Rijk, de
vertrokken personen in de reden van 1 tot 23.47, 19.19 en 20.34.

Wij besluiten dit overzigt met eenige beschouwingen afgeleid uit de tienjarige staten
van den maandelijkschen loop der bevolking. Het hoogste cijfer vertoonden: de levend
aangegevenen en de twee- en meerlingen in Februarij, de levenloos aangegevenen in
Januarij in de 34 voornaamste gemeenten, in Febmarij in de overige en het Rijk, de
overledenen in Januarij in de 34 voornaamste gemeenten, in Maart in de overige en
het Rijk, de huwelijken in allen in Mei. Het laagste cijfer gaven de levend aangege-
venen in Julij in de 34 voornaamste gemeenten, in Junij in de overige en het Rijk,
de levenloos aangegevenen in September in de 34 voornaamste gemeenten, in Junij
in de overige, in Julij in het Rijk, de twee- en meerlingen in allen in Junij, de over-
ledenen in allen in October en de huwelijken in Maart in de 34 voornaamste gemeenten»
in December in de overige en het Rijk.

Vergeleken met het geheele getal geborenen was het getal onechtgeborenen het grootst
in Januarij in de 34 voornaamste gemeenten en het Rijk, in December in de overige,
het kleinst in September in de 34 voornaamste gemeenten, in Augustus in de overige
en het Rijk; dat der levenloos aangegevenen het grootst in December in de 34 voor-
naainste gemeenten, in Januarij in de overige en het Rijk, het kleinst in September
in de 34 voornaamste gemeenten en het Rijk, in Augustus in de overige; dat der twee-
en meerlinggeborenen het grootst in Januarij in de 34 voornaamste gemeenten, in
December in de overige en het Rijk, het kleinst in Junij in de 34 voornaamste ge-
meenten, en het Rijk, in September in de overige. In verhouding tot het geheele getal
overledenen was het getal levenloos aangegevenen het grootst in de 34 voornaamste
gemeenten in October, in de overige en het Rijk in November, het kleinst in de 34
voornaamste gemeenten en het Rijk in Julij, in de overige in Junij. De ovennaat van
het getal geborenen boven dat der overledenen was het grootst in de 34 voornaamste
gemeenten in September, in de overige en het Rijk in October, het kleinst in de 34
voornaamste gemeenten in Julij, in de overige en het Rijk in Junij.

Loop der bevolking iu

elke provincie in «860�1869.

1 EN MEERLINGEN.

Oi .. in ;. i i. in ii niet in, <li

(Bcgropsu «mier ilc

1 geborenen on .1. levenlo». \' >".;� ,;i �,n. u .

(ReoiU bi\'i;ri<|H.-n onder i

V IWCC- i\'ll 1..... ilili;

DE VIERENDERTIG VOORNAAMSTE \' GEMEENTEN.

1) lliurnmler ��mt vlar.

lni ....!\'.... i. vuil hal

vrouwelijke (junlaihl.

*) Twee alavorvn van

ICVeil l-illrj\' ril» CU 1 \' 11

twee j"iij;> rn»< ui".:e

zeven \'ii\' i-j\' i,

S) EAne aUvoroo van
��n jonden en tlrie

8) F�ne aUvori-n van

alaeht.
7) Twee al»voren van

vijf jongen* en drie

DE ELF HONDERD OVERIGE

8) Twee stavoren van
��n jongen en zeven

9) Ze» altvorea van

Kuiilhollnnd..........

29,030
47,910
40,1 IG

31.074
49,052
41,235



		*\'4*

		RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT

		A06000010851842B

		1085 1842



		TABLE DES 1IATIERES.
		19283�


		Tienjarig overzigt van den loop der bevolking (1860�1869)....... 3 Staat der geborenen, twee- en meerlin- gen in elke provincie in 1860�1869, gesplitst in voornaamste en overige gemeenten............... 12 Staat der levenloos aangegevenen en sterfte in elke provincie in 1860� 1869 met voornoemde splitsing . . 14 Staat der huwelijken, scheidingen van tafel en bed en echtscheidingen in elke provincie in 1860�1869 met voornoemde splitsing........ 16 Staat der geborenen, twee- en lneer» lingen gedurende elke maand van 1860�1869 met voornoemde split- sing.................. 18 Staat der levenloos aangegevenen en sterfte gedurende elke maand van 1860�1869 met voornoemde split- sing.................. 20 Staat der huwelijken, scheidingen van tafel en bed en echtscheidingen ge- durende elke maand van 1860�1869 met voornoemde splitsing..... 22 Staten der erkende en gewettigde on- echt geboren kinderen naar de pro- vincien en naar den ouderdom in 1865�1869 met voornoemde split- sing.................. 24 Staten der sterfte naar de maanden en naar den ouderdom in 1860�1869 met voornoemde splitsing. ...... 26 Staten der sterfte naar den burger-		Apercu d�cennal du mouvement de ^ la population (1860�1869...... 3 Etat des naissances et des naissances multiples dans chaque province avec distinction des principales et des ^ autres communes en 1860�1869. . 12 Etat des d�clar�s mort-n�s et des d�c�s dans chaque province avec la distinction sus-dite en 1860� _t 1869.................. 14 Etat des mariages, s�parations de corps et de biens et divorces dans cha- que province avec la distinction sus-dite en 1860�1869....... 16 Etat des naissances, des naissances multiples par mois avec la distinc- tion sus-dite en 1860�1869 .... 18 Etat des d�clar�s mort-n�s et des d�c�s par mois avec la distinction sus-dite en 860�1869....... 20 Etat des mariages, s�parations de corps et de biens et divorces par mois avec la distinction sus-dite en 1860� , 1869.................. 22 �tats des enfants reconnus et l�gi- tim�s par provinces et par ages avec la distinction sus-dite en 1865� 1869.................. 24 Etats des d�c�s par mois et par ages avec la distinction sus-dite en , 1860�1869............... 26 Etats des d�c�s par �tat civil et par


		ii



		STATISTISCHE BESCHEIDEN VOOB BET iiiiii mi miMMM. VIJFDE DEEL. DERDE STUK. LOOP DER BEVOLKING IN 18601869. ilITGEGEVKN DOOR HET DEPARTEMENT VAN BINNENLANDSCilE ZAKEN.

		tk \'sCRAVENHAGE, uu VAN WEELDEN EN MIN GELEN HN DIJ HUNNE COUItESrONllENTKN.

		1874.



		STATISTISCHE BESCHEIDEN

		p��mim urn ihdmmm

		VIJFDE DEEL.

		�ERDE STUK.

		LOOP DER BEVOLKING IN 1860-1869.



		ages avec la distiuction sus-dite en 1800-1809............ 32 Etats des changements de domicile par province et par mois avec la distinction sus-dite en 1800�1869. 38 Etats des mariages par ages avec la distinction sus-dite en 1800�1869. 40 Rapports d�duits des �tats pr�c�dents. 49 Naissances, d�c�s et d�clar�s mort-n�s dans les principales communes du _f Royaume en 1860�1869....... 00 Etat des d�c�s par �tat civil et par ages dans la commune d\'Amsterdam en 1800�1869............ 08 Etat des d�c�s par �tat civil et par ages dans la commune de Rotter- ₍ dam en 1800�1809......... 70 Etat des d�c�s par �tat civil et par ages dans la commune de la Haye , en 1800-1809............ 72 �tat des d�c�s par �tat civil et par ages dans la commune d\'Utrecht en 1800�1809.............. 74
		lijken staat en ilen ouderdom in 18(50�1809 met voornoemde split- sing................... 32 Staten der woonplaatsveranderingen naar de provinci�n en naar de maan- den in 1860�1809 met voornoemde splitsing................ 38 Staten der huwelijken naar den ouder- dom in 1800�1809 met voornoemde splitsing................ 40 lieden afgeleid uit de voorgaande staten................. 49 Geborenen, overledenen en levenloos aangegevenen in de voornaamste gemeenten des Rijks in 1800�1809. 00 Staat der sterfte naar den burgerlijken staat en naarden ouderdom in 1800� 1809 in de gemeente Amsterdam. . 08 Staat der sterfte naar den burgerlijken staat en naarden ouderdom in 1800� 1809 in de gemeente Rotterdam. . 70 Staat der sterfte naar den burgerlijken s taat en naar den ouderdom in 1800� 1809 in de gemeente \'s Gravenhage 72 Staat der sterfte naar den burgerlijken staat en naar den ouderdom in 1800- 1809 in de gemeente Utrecht ... 74



		\'� qu. 172