-ocr page 1-
ïAW \\ttSl
\'ï
o«*
:
X
liAU,
HET
%!&*tt lABo^
DER
UTBECHTSCHE HOOGESCHOOL.
0 qu»
56417
-ocr page 2-
-ocr page 3-
-ocr page 4-
34.89
<?
1*0 J~,
y \'?
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
0106 6798
&IBLI07M55K
rijk?:;::/ jsitgit
u t r e c ii t
-ocr page 5-
HET PHYSIOLOGISCH LABORATORIUM OER
UTRECHTSCHE HOO&ESCHOQL.
Voor vier jaren reeds werden in het voorwoord van
het eerste deel der onderzoekingen , tweede reeks, eenige
bijzonderheden medegedeeld omtrent het ontstaan der in-
stelling, waarbij ik mijn voornemen te kennen gaf, de
beschrijving te geven van het gebouw, wanneer ik ge-
lij ktijdig over de inrichting zou kunnen handelen. Sedert
dien tijd werden er onderscheidene physiologische labora-
toria gebouwd, — sommigen, evenals het onze, van
meer bescheiden omvang, te Leiden, te Amsterdam, te
Groningen, anderen, in het buitenland, op groote schaal.
Hierdoor nu is eene uitvoerige beschrijving onzer inrichting,
die men, mutatis mutandis, elders terugvindt, tamelijk
overbodig geworden, en ik meen daarom, mij thans, in be-
trekking tot het Utrechtsche, tot de distributie der vertrek-
ken, in verband met hunne bestemming, te mogen bepalen.
Het eigenlijke gebouw (fig. 1) is een vierhoek, lang
30.5, breed 11.5 meters. Van de groote gevels is de eene
naar het Noorden, de andere naar het Zuiden gericht.
Het gebouw is aan alle zijden vrij, geheel gescheiden
van alle gebouwen. De noordzijde grenst aan den Singel,
een kanaal om de stad, deel uitmakende van het stelsel
kanalen, dat het water van den Krommen Rijn en water
-ocr page 6-
Pl.A
SttaidFVrd Veirvi Utrecht
-ocr page 7-
2
uit de Lek om en door de stad naar de Vecht voert. In de
nabijheid van het Laboratorium is .het betrekkelijk rein,
omdat tusschen het invloeien van het water in den Singel en
het Laboratorium slechts weinig riolen zich daarop uitloozen.
De Singel zelf levert ons tal van voortbrengselen ,
gewichtig voor mikroskopisch en physiologisch onderzoek,
een schat van Hydrocharis morsus ranae, met de sierlijke
protoplasmabeweging in de wortelharen; onder de laagste
organismen, die nooit ontbreken, Diatomeae, Amoebae ,
Arcellae, waarin hier de merkwaardige luchtsontwikke-
ling werd ontdekt, Difflugia, allen voor de studie van
het protoplasma van gewicht, Infusoria varia, met ver-
schillende vormen van contractiele zelfstandigheid; de
coelenterata vond Engelmann vertegenwoordigd door
Hydra en zelfs door Spongilla, waarvan Her klots het
voorkomen in Nederland meende te mogen loochenen; —
voorts arthropoda , als Cyclops, Asellus, Gammarus en ande-
ren, Mollusca, als Limnaeus stagnalis, Planorbis, Paludina,
Valvata, eenige bivalvae, met hare peristaltische trilbewe-
ging, verschillende vormen van vermes, onder anderen Pla-
naria en Nais , en kleine vischjes in overvloed, die men
allen in het geëigende jaargetijde voor het scheppen heeft.
Langs het water is een smalle strook gronds G welig met
gras begroeid, waarin zich de gemetselde kikvorschenbak
m\' bevindt, die door een traliewerk onder water met den
Singel in gemeenschap staat en bij de deining van het
water door ieder voorbijgaand schip wordt ververscht.
Rondom het water in den bak is een hellend vlak, met gras
begroeid , waarop de dieren zich verlustigen. Zij voeden zich
in dit verblijf naar welbehagen, zoodat ze als frisch gevangen
blijven, wat voor sommige doeleinden belangrijk is: men
weet, dat kikvorschen in staat van gevangenis overigens
alle voedsel weigeren. Van de Rana esculenta hebben
-ocr page 8-
3
we hier een variëteit (?), zoo groot als de Berlijnsche, die
vermaard is. Hier heeten deze Rijnvorschen. Prof. Har tin g
had er onlangs een wegende 354 gram. Exemplaren van
200 gram zijn bij ons niet zeldzaam. Wij hebben echter
de ervaring opgedaan, dat Rana esculenta en temporaria
elkander niet verdragen. Een der beide soorten sterft
spoedig uit, meestal de esculenta. In een en denzelfden
sloot ziet men ook slechts een der beide soorten. Onze
groote Rana esculenta bewaren we afzonderlijk in tobben.
Op den graszoom langs den Singel hebben we een
klein prieel p met klimplanten, hoogst behagelijk in de
warme zomerdagen; stads-zwanen broeien hier hunne
eijeren uit, en iedere houd heeft er tusschen traliewerk
een kleinen vrijen loop /\', die door een opening in den
muur in gemeenschap staat met zijn hok in den souter-
rain: is de valluik in de opening neergelaten, zoo is
hij beperkt tot zijn binnenhok.
Aan de Oost- en Westzijde zijn open plaatsen f en i
van ongeveer 50 meters oppervlakte. Die aan de west-
zijde, behoorende tot C (vivesectiën) geeft gelegenheid
tot het plaatsen van dieren, konijnen, Cavia Cobaya, witte
muizen en ratten, voor sommige onderzoekingen van
gewicht, vogels enz., des zomers onder een afdak ƒ,
des winters in een kleine loods j°\'.
Die aan de oostzijde, behoorende tot B (physiologische
chemiej heeft een afdak ff (waaronder gas- en waterleiding),
dienende eensdeels voor het uittrekken van organische
stoffen met kokenden aether en voor chemische operatiën
met schadelijke gas-ontwikkeling, anderdeels voor het
schoonmaken van het glaswerk, enz.
Van de beide open plaatsen voert een trap t t naar
den grond langs het water.
-ocr page 9-
4
Ook onder den sierlijken wenteltrap w komt men uit
de vestibule direct tot een uitgang, met dubbelen trap
dalende naar den grond Gr langs het water.
De teekening, op het titelblad afgedrukt, vertoont on s
het laboratorium aan de noordzijde langs den Singel.
Hier ziet men de kleine vensters van den souterrain.
Aan de voorzijde (zuidzijde) is de begane grond gelijk
met de Eez-de-Chaussée.
Toen ik, tien jaren geleden, het plan ontwierp van
het laboratorium, waren er nog weinig inrichtingen van
dien aard gebouwd en kon ik geen als model kiezen.
Ik wist niets beters te doen dan de werkzaamheden van
den praktischen physioloog aan de indeeling ten gronde
te leggen.
Die werkzaamheden nu laten zich terugbrengen tot:
a.    physische,
b.    chemische,
e. microscopische,
d. vivesectiën.
Bovendien moest er gezorgd worden voor een gehoor-
zaai, voor kamers van den Directeur en den assistent en
voor woning van den amanuensis, die tevens de functie
van conciërge waarneemt.
Zoo kwam het ontwerp tot stand, waarvan ik de
entourage alvast beschreef.
Het gebouw zelf heeft, behalve zolders en souterrain,
slechts twee verdiepingen.
I. Rez-de-Chaussée (fig. 1) bevat:
A. Het Scheikundig Laboratorium , de oostzijde
daarvan innemende.
-ocr page 10-
5
Het bestaat uit:
a en ö, het algemeene laboratorium, met 15 plaatsen
voor studenten , aan vaste tafels.
c. het bijzondere, waarin twee tot vier meer gevorderde
kunnen werkzaam zijn.
a , b en c hebben een steenen gewelf mei ijzeren balken.
Onderling tot eene gezamenlijke ruimte verbonden,
liggen de drie vertrekken rondom de van de drie
zijden vrije trek- of zoogenaamde zuurkast, met een
tafel van leisteen en geheel door glazen ramen
ingesloten , die hoog kunnen worden opgeschoven.
De koker van deze kast loopt langs den schoorsteen,
welks warmte des winters ventileert; des zomers
geschiedt het voldoende door een paar gasvlammen.
In de kast is bovendien een ruime hoeveelheid gas-
buizen aangebracht voor chemische doeleinden. Be-
halve koken , verdampen, gloeien enz. is hier van
iedere zijde gelegenheid voor elementair-analyse.
d.  Balansen-kamer , bevattende tevens de kast der kost-
bare chemische bereidingen.
e.  de kamer voor het uitpompen en het analyseeren
der gassen. Hierin bevindt zich een groote kast (2)
met dubbele houten deur, waarin de temperatuur
zeer gelijkmatig blijft, en een kwikzilverpomp, naar de
beschrijving van Busch (Pfliigers Archio 1869).
Helmholtz had het denkbeeld daartoe aange-
geven. Of ze Ie Heidelberg tot stand kwam en gebruikt
werd, weet ik niet. De groote last, die de zoo
dikwijls noodige reparatie der Geisslersche mede-
brengt , deed mij besluiten, de door Busch be-
schrevene met eenige wijziging alhier te doen ver-
vaardigen door onzen bedreven glasblazer Remkes.
Hij heeft zich hiervan wel gekweten, en de pomp
-ocr page 11-
6
is in zooverre voldoende bevonden , dat ze op 1 mm.
drukking dagen en weken onveranderd blijft staan.
f. de open plaats, waarvan boven reeds melding werd
gemaakt, met
ff, afdak waarvan het gebruik ook reeds werd aange-
geven.
In het laboratorium bevindt zich het noodige aantal
kasten. Een daarvan bedekt den geheelen wand
tusschen a en e.
Het magazijn der cAemicalia is in den souterrain,
onder c en b op het plan van den beganen grond
met gestippelde lijnen 3 aangegeven.
B. LOCALEN VOOR DE VIVESECTlëN
h\'. Eigenlijke viveseclie-kamer. Zij heeft toegang tot
den souterrain, waarin de honden verblijf houden
en heeft een uitgang tot de vrije plaats i\\ waar men
de hokken der overige dieren vindt. Voor de honden
is het verblijf onder het gewelf van den souterrain
gekozen, om geen hinder te hebben van hun janken.
k. Locaal voor het anatomiseeren der doode dieren
In h\' en k\' is de vloer met asphalt bedekt.
In ieder gedeelte van het laboratorium worden
proeven op levende dieren verricht, in verband met
vragen , tot physioloetische physica, tot mikrosko-
pie, tot physiologische chemie betrekking hebbende.
De hier aangewezen localen zijn in het bijzonder
bestemd voor proeven op grootere dieren, waarbij
vivesectie , als zoodanig, de hoofdzaak is. Zij worden
ter beschikking gesteld voor het een of ander speciëel
onderzoek, waarbij een tal van vivesectiën wordt ver-
eischt, bijv. op honden, hetgeen voor andere werk»
zaamheden in dezelfde localen in meer dan een op-
zicht hinderlijk wezen zou.
-ocr page 12-
7
i\'. Open plaats,
j\'. Afdak voor dieren,
f. Loods voor dieren.
m\'. Gemetselde bak voor kikoorscfien.
I\'. Vrije loop voor konden, die in den souterrain verblijf
houden.
C.     Woning van den amanuensis, aan de zijde van
het gebouw, waar de dieren zijn gehuisvest, die
aan zijne zorg zijn toevertrouwd.
»". Zijn kamer.
o\'. De kamer van zijn huisgezin,
p\'. Slaapkamer,
q". Keuken.
r". Werkplaats, waarin een draaibank en alle be-
noodigdheden voor het repareeren der instrumenten.
II. De Bovenverdieping, (fig. 2) bevat:
D.   De VERTREKKEN VAN DEN HoOGLEERA AR-Dl RECTEUR.
fl. Zitkamer, met bibliotheek. Zij biedt tevens gelegenheid
voor mikroskopisch onderzoek, waartoe langs een
klein venster (met luik) licht kan worden geschept
uit een der groote ramen op het noorden. De kamer
heeft een balkon 2, met twee nissen 3, 3\', waarin
wij eenmaal de beelden van Vesalius en Harvey
hopen te aanschouwen.
b. Eigenlijke werkkamer. Zij kan geheel donker ge-
maakt worden en dan het gereflecteerd licht ont-
vangen van den heliostaat, die óf in het venster der
kamer zelve (des voormiddags) óf aan een der vensters
van de gehoorzaal is geappliceerd (des namiddags).
In het laatste geval gaat de lichtbundel door een
opening in de deur van het vertrek.
-ocr page 13-
8
Kamer, vooral bestemd voor fijnere galvano-melri-
sc&e onderzoekingen.
Voorbereidingskamer, waarin alles wordt in gereed-
heid gebracht voor proeven, die op de lessen worden
getoond. Er is gelegenheid voor vivesectiën , voor
chemische operatiën enz. Ook is hier een trekkast,
waarin de batterij geplaatst is, van waar de stroo-
men door het geheele gebouw kunnen geleid worden,
waarbij de gas-geleiding een der draden is.
Gehoorzaal, voor een honderdtal toehoorders in-
gericht. De twee groote vensters op het zuiden,
onmiddellijk achter de tafel van den Docent zijn in
den regel met luiken gesloten. In een van deze,,
alsmede in een luik aan de westzijde, kan de helios-
staat bevestigd worden. Hij kan daarbij op en neer
geschoven worden in een afzonderlijke slede, die in
haar geheel in het venster past. Zijn ook de ove-
rige vensters door de schuifluiken gesloten, wat in
een oogenblik tij ds geschieden kan, dan is de zaal
juist donker genoeg voor de gewone lichtproeven,
zooals ze op een les worden verlangd. De tafels,
voor de op het noorden gelegen vensters 5 5\' 5" ge-
plaatst , dienen voor de mikroskopiscbe demonstraties
na de les. — De tafel van den docent bestaat
uit drie stukken. In het centrale stuk, dat on-
bewegelijk aan zijn plaats gebonden is, zijn de
gasbuizen (voor chemische operaties, voor sommige
lichtproeven, enz.), de buizen der watergeleiding en
de draden voor galvanische stroomen bevestigd. Zij
kunnen door geleiding worden overgebracht op de
zijdelijke stukken (met groote platen-kasten), die
zich laten verschuiven, zoodat hooge werktuigen
tnsschen de stukken der tafel op den grond kunnen
-ocr page 14-
9
geplaatst worden. — Water is voorhanden, onder hooge
drukking, voor hydraulische proeven, een klok, met
secundenslinger, die den stroom openen en sluiten
kan, om op de cilinders de secunden te registreeren.
Op een der onderschragende muren rust een steen,
die de daarop geplaatste werktuigen tamelijk wel voor
trilling behoedt, enz. enz. — De toehoorders zitten
op stoelen aan smalle tafels, die gemakkelijk zijn
uit den weg te ruimen. De localiteit is daardoor
buiten de collegie-uren steeds voor andere doeleinden
beschikbaar, de achterste (Noordelijke helft) zelfs
voortdurend grootendeels vrij.
F.    Locaal voor physiologische physica (ten behoeve der
studenten), meestal gecombineerd met proeven op
dieren. Kymographion, galvanometer, slede-toestel -
len, enz. enz. zijn hier aanwezig.
G.    Locaal voor mikroskopie, ten behoeve der studen-
ten, door twee deuren communiceerende met F.
Aan de drie vensters, op het noorden gelegen en
het eene op het oosten, is een inrichting getroffen,
voldoende voor mikroskopiseeren door een twaalftal
studenten. Daarenboven bieden de drie vensters
5,5\', 5" in de collegie-kamer uitnemende gelegen -
heid voor microscopisch onderzoek.
e. Kamer van den assistent, die de werkzaamheden
leidt in G en F. In een zeer ruime, donkere,
koele kast bestaat gelegenheid voor het bergen van
allerlei voorwerpen.
Het laboratorium is gebleken in de behoeften onzer
Hoogeschool te kunnen voorzien. Het aantal candidandi
overschreed in de laatste jaren zelden het cijfer van 20.
Wanneer deze allen te gelijk praktisch werkten, zou er
-ocr page 15-
10
toch nog plaats en gelegenheid overblijven voor eenige
oudere studenten of doctoren, om zich met een bepaald
onderzoek bezig te houden. Zelfs toen, nu 3 jaren ge-
leden, buiten de gewone, een vijftigtal militaire studenten
van de toen nog te Utrecht gevestigde kweekschool voor
militaire geneeskundigen de lessen in physiologie bij-
woonden en voor een groot deel ook aan de mikroskopische
onderzoekingen deel namen, bleek de inrichting voldoende
te zijn. De genoemde militaire studenten hadden toen
hunne mikroskopische oefeningen in de gehoorzaal, die
zich voor een twintigtal daartoe uitnemend leent.
Het laboratorium eischt minstens twee personen voor
het leiden der werkzaamheden, een voor de physisch-
physiologische en mikroskopische, een voor de chemische.
De hoogleeraar heeft zich dan met de eene, de assistent
met de andere afdeeling bezig te houden. Beter is het,
dat voor iedere afdeeling een assistent aanwezig zij, en
dat de hoogleeraar het toezicht hebbe over beide. Bo-
vendien is een geschikt amanuensis, ook eenigszins geoe-
fend als mechanicus, niet te ontberen, die voor de lessen
de voorwerpen heeft te bezorgen, de proeven voor te
bereiden, bij samengestelde proeven ook buiten de lessen
behulpzaam is, het toezicht heeft over de dieren, de
werktuigen in orde houdt en repareert, enz. enz. — Is hij
goed, dan is hij een precieus man. Ik mag dit van mijnen
amanuensis Kagenaar getuigen, die, 17 jaren geleden,
als jongen van 15 jaren bij mij kwam. Hij woont in
het laboratorium. Dat is voortreffelijk.
De Directeur woont — waar hij een huis vindt. Bij den
aanbouw van het laboratorium werd op een woning ten
zijnen behoeve niet gerekend. Van oudsher leeft de
botanicus bij zijn hortus , de astronoom in de sterrewacht,
de geneesheer in zijn hospitaal; de Directeur der Vee-
-ocr page 16-
11
artsenij-school vindt bier zijn huis althans in de nabijheid
der instelling. In de laatste jaren is buiten \'s lands
ook nergens een chemisch of physiologisch laboratorium
gebouwd, noch eenig museum opgericht, zonder woning
voor den Directeur. Zij wordt beschouwd als de conditio
sine qua non. Hier hebben wij , nog kort geleden , den
Directeur van het museum genoodzaakt gezien, zijne be-
scheiden woning te verlaten , die met een luttele opoffe-
ring van den staat of van de akademie voor hem had
kunnen worden behouden. Dat was, naar mijn bescheiden
oordeel, niet goed gezien en niet goed gehandeld. Het
gemis eener woning in of bij het physiologisch laborato-
rium deed zich ook meer en meer gevoelen. Het regelen
en leiden der werkzaamheden, het praktisch voorbereiden
der lessen, het toezien op al wat er gebeurt, kunnen
alleen naar eisch geschieden , wanneer men op ieder uur,
zonder opoffering van tijd , de werkplaats betreden kan.
Zelfs de aard der onderzoekingen , die men onderneemt,
staan met de quaestie van het inwonen in het nauwst
verband.
Professor Panum, de physioloog van Kopenhagen,
een der eerste, die zich met het onderzoek naar de
eischen van een physiologisch laboratorium ernstig bezig
hield , schreef mij in 1865 reeds het volgende :
„Ein Punkt, auf dem ich mit grosser Energie bestanden
habe und ferner bestehe, ist die Combination der
Wohnung des Directors mit den Raumen des Institutes.
Ich halte denselben für so wichtig, dass ich es vor-
ziehen würde, die ganze Sache noch auf ein oder ein
Paar Jahre verschoben zu sehen als diese Combination auf-
zugeben. — Indem Sie meine Kritik über den Plan zu
Ihrem Tnstitut herausfordern , kann ich nicht umhin es
als einen Mangel anzusehen, dass die Combination der
-ocr page 17-
12
Anstalt mit einer Wohnung für den Director nicht vor-
handen zu sein scheint. So lange der Director jung
und rustig ist, kann er es möglich machen, viele Male
am Tage zwischen seiner Wohnung und der Anstalt hin
und her zu gehen; es wird aber in der Kegel eine Zeit
kommen, wo die Eücksicht auf die Bequemlichkeit und
die hauslichen Verhaltnisse sich in einer Weise geitend
macht, die den Interessen der Anstalt und der Wissen-
schaft schadet: es wird die Arbeitszeit auf bestimmte
Stunden beschrankt werden , und Arbeiten, zu denen
das nicht möglich ist, werden unterlassen."
Ik wist, dat Professor Panum recht had. Maar
destijds zou men in dergelijke aanvraag hier te lande
nog eene enormiteit hebben gezien. Met hoeveel bezwaren
ik buitendien te kampen had, bij zeer bescheiden eischen,
wil ik liefst met stilzwijgen voorbijgaan. Bij den Minister
Thorbecke heb ik nooit welwillendheid gevonden,
waarschijnlijk, omdat ik met een zijner tegenstanders
bijzonder bevriend was.
Toen het laboratorium te Utrecht zou gebouwd worden,
was voor mijne ambtgenooten aan onze overige inrich-
tingen voor hooger onderwijs het ijs gebroken De noo-
dige fondsen, ruimer, dan ik ze na veel inspanning
verkregen had, werden hun zonder moeite ingewilligd.
Zij missen echter evenzeer een ambtswoning in of be-
lendende aan het laboratorium.
F. C. Donders.
Utrecht, 1872.