-ocr page 1-
/■
■-■/*
• vtV„
-ocr page 2-
ffvrc* i2^i
3
l. fo.
127
-ocr page 3-
i
ê
-ocr page 4-
-ocr page 5-
\'r% OPMERKINGEN
DER
f
Waterschaps- en andere belanghebbende besturen
EN TAN \'
een aantal grondbezitters
OMTRENT HET
ONTWERP-REGLEMENT
OP HET
BEHEER DER RIVIERPOLDERS
IN DE
Provincie Gelderland*
(Herziening 1876- 18T8).
-ocr page 6-
BEMERKINGEN.
ALGEMEENE
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Onderscheidene dorpspolderbesturen vragen overbrenging
van wat des dijkstoels is op het gecombineerd collegie. De
dijkstoel wil zich in deze, kiesheidshalve, geene partij stellen en
acht het beneden zich te antwoorden op de uitdrukkingen die
de poldermeesters van Randwijk zich hebben veroorloofd.
Hij merkt echter op dat, indien aan bedoeld verlangen werd
voldaan , gebroken zou worden met den historischen werk-
kring des dijkstoels.
Het is de vraag: »zullen voortaan behouden blijvende
door den Koning benoemde dijkstoelen, belast met het fei-
teljjk bestuur der polderdistricten onder medewerking, voor
zooveel het geldeljjk beheer betreft, van door geërfden
uit hun midden gekozen hoofdgeërfden, of wel: zal het
feitelijk bestuur der dijkstoelen overgebragt worden bij
geërfden of bij de door hen gekozen hoofdgeërfden ?"
Ook op de tegenwoordige samenstelling der dijkbesturen
hebben de hoofdgeërfden en indirect de geërfden grooten
invloed , zonder dat de leden der dijkstoelen afhankelijk
worden van de willekeur van deze. Wil men dat hand-
haven, dan dient ook al wat tot het feitelijk bestuur be-j
hoort, gebragt of gekten te worden onderde competentie van,
den dijkstoel en het financieel beheer bij de gecombineerde
collegiën.
Enkele polders verlangen openbaarheid van de vergade-
ringen. Daargelaten of het nuttig zou zijn, kan hiervan
alleen sprake zijn bij de vergaderingen van het gecombi-
neerd collegie, en dat slechts v.oor geërfden of kiezers
van hoofdgeërfden.
Het gemeentebestuur meent dat aan poldermeesters in
onderscheidene opzigten eene te groote en te onbeperkt*
magt is toegekend.
Dijkstoel van Overbetnwe.
De ontwerpers van het voorgestelde Reglement hebben
blijkbaar den bestaanden toestand vooralsnog willen be-
houden.
De voorstanders van zoodanige wijziging verlangen aan-
vankelijk zoodanige uitbreiding van het aantal hoofdgeërf-
den in de gecombineerde collegiën , gepaard met üitbrei-
ding van werkkring , dat deze leden ten allen tijde eene
meerderheid kunnen uitmaken tegenover de leden van
len dykstoel. Is het echter wel juist gezien dat de ge-
combineerde collegie niet één geheel vormen, maar bestaan
uit twee deelen . nl. dijkstoel-leden en HH. hoofdgeërfden
en dut de eersten uit den aard der zaak de belangen m in-
Ier goed behartigen en dat die veiliger aan HH. hoofd-
geërfden toevertrouwd zijn ? Zoo ja, waarom dan de dijk-
toelen niet opgeheven en het geheel bestuur onbeperkt,
gesteld in handen van geërfden ? Wegens het boven aange-
roerde is de dijkstoel dan ook in deze tegen de meeste
Ier hieronder volgende, door dori>spolderbesturen uit zijn
listrict voorgestelde, wijzigingen en slechts in enkele ge-
vallen daar vóór.
Dit zijn namelijk de eenigen die aanspraak kunnen maken
jp kennisneming van de zaken, die in deze vergaderingen
worden behandeld.
Gemeentebestuur van Deventer
-ocr page 7-
*
I
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
Indeeling van heti Het reglement in drie afdeelingen te splitsen, zoodat er
reglement.                   | afzonderlijke verzamelingen Ui verkrijgen zijn van de bepa-
lingen voor districten, voor dorpspolders en voor polders.
»Verwijzingen in een reglement zijn niets dan onduidelijk
heden. De eenvoudige burger op het platte land bhjft nu
aog onbekend met zijne verpligtigen.""
Dorpspolder Haaften.
Tuil.
Het meerendeel der wyzigingen heeft betrekking op de
grootere districten en zij kunnen voor een aanmerkelijk ge-
deelte niet worden toegepast op den in bijzonderen toestand
verkeerenden inundatie-polder van de Oog, zoodat de dijk-
stoel geene wijzigingen wenscht voor te dragen.
Voor het polderdistrict / \'eluwe een afzonderlijk reglement
te ontwerpen, waarin meer rekening wordt gehouden met
de eigenaardigheden en bijzondere ligging van dat district.
dan bij het Ontwerp is gedaan.
Het Ontwerp verkrijgbaar te stellen in drie afzonderlijke
deelen als: 1". voor de Districten, 2°. voor de Dorpspol
ders en 3". voor de Buitenpolders.
Waar in het Ontwerp sprake is van uitsluiting, de graden
van bloedverwantschap en zwagerschap minstens tot den
3den graad uit te strekken.
Algemeene strekking
Polderdistrict Circul van de Ooij
Gansche gedeelten van het Ontwerp kunnen daar niet
worden toegepast en vele artt. moeten in de uitvoering
naar plaatselijke omstandigheden worden gewijzigd.
Dit zou door herhaling van sommige algemeene bepa-
lingen zeer goed te doen zijn.
Algemeene beschou-
wing.
Veluwe.
Algemeene opmerking.
Voor een goed en onbevangen behandelen van zaken
en voeren van beheer is het van het grootste belang dat
b. v. ooms en neven geen zitting hebben in hetzelfde
bestuur.
Voor een goed en onbevangen behandelen van zaken is
het van het grootste belang dat het te voeren beheer niet
door ooms en neven b. v. kunne geschieden.
De dijkstoel kan dit niet ondersteunen.
De leden van den dijkstoel zn\'n meestal eenstemmig en
beslissen dus veelal in alle verschillen tusschen hoofd-
geërfden of in gecombineerde vergaderingen.
De dijkstoel is meestal eenstemmig en overstemt anders
steeds de hoofdgeërfden.
Zij zijn toch de vertegenwoordigers van geërfden en dus
van de belanghebbenden. De zaken behoeven niet eens in
gecombineerde vergaderingen gebragt te worden.
De dijkstoelen bezitten eigenlijk de beslissende magt,
zonder dat de zaken in de gecombineerde vergaderingen
behoeven gebragt te worden.
De vergaderingen of de geërfden-dag zgn alzoo nimmer
tevoegd die commissiën zelve te benoemen.
Dorpspolder KIst.
Waar in het Ontwerp sprake is van uitsluiting, de graden
van bloedverwantschap en zwagerschap minstens tot den
3^0 graad uit te strekken.
Valbnrg.
Het getal hoofdgeërfden moet minstens het dubbele
zijn van dat der leden van den dijkstoel.
Eist.
Valburg.
Eist.
Valburg.
Eist.
Het getal hoofdgeërfden moet ten minste het dubbel
bedragen van dat der leden van den dgkstoel.
De hoofdgeërfden worden veel te veel van de zaken uit-
gesloten, daar de djjkstoel eigenlijk de beslissende magt bezit.
De hoofdgeërfden, vertegenwoordigers der belangheb
benden, worden te veel van de behandeling der zaken uit-
gesloten.
Het is niet wenschelijk dat de Voorzitters (nl. Dijkgraven
of president-poldermeesters) te allen tjjde commissiëu
kunnen benoemen.
-ocr page 8-
Betrekkelijke
epalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Het is niet wenschelijk ten allen lij la aan de dijkgraven
n de president-poldermeesters de onbepaalde magt te geven
0Ja leden van commissien te benoemen.
Even als voor de gegoedheid kon daarbij echter bevoegd-
beid tot ontheffing van die verpligting worden ingevoerd
De dijkstool acht dit te regt opgemerkt.
Even als b. v. van de gegoedheid.
In zeer vele gevallen is het grootelyks nuttig zoo de
vergadering of de geërfden-dag zelve de leden van com-
missien benoemt.
Verpligte inwoning in het district voor dijkgraven,
heemraden, secretarissen en ontvangers voor te schrijven.
Algemeen* opmerking.
Valburg.
Eist.
Valburg.
Eist.
Valburg.
Eist.
Valburg.
Eist.
Eist.
Verpligte inwoning in het district voor te schrijven voor
Dijkgraven, Heemraden, Secretarissen en Ontvangera en
des noods bevoegdheid tot ontheffing daarvan te verleenen
Art. 26 Regl. niet geheel te laten vervallen. Indien
bedoelde personen b. v. wèl gekozen worden wat dan ?
Art. 26 Regl. niet geheel te laten vervallen.
De bevoegdheid te geven om, door het bedanken voor
de voordragt, voordragten te doen vervallen.
De toelichting in de Memorie hieromtrent is namelyk
niet van toepassing op eenmaal gekozenen.
De toelichting der Memorie geldt al. niet voor gekozenen
Ter voorkoming dat geërfden van het stemregt worden
uitgesloten door bloedverwanten van hen op de voordragt
te plaatsen.
Anders zal, zooals reeds is geschied, gelegenheid be-
staan om geërfden willekeurig het stemregt te benemen
De angenomen verhoudingen zijn geheel in strijd met
de Memorie, daar juist de invloed der minder geërfden
zeer is toegenomen.
Art. 82 moet tot allerlei onjuistheden leiden, daar het
onwetendste bureau het ligtst gemagtigden toelaat.
De bevoegdheid te verleenen om voordragten te doen
vervallen, door voor de voordragt te bedanken.
Door de verhoudingen van art. 77 wordt het beoogde:
meer invloed van hen die het meeste belang hebben, niet be-
reikt, doch juist het tegendeel.
De kiezerslijst moet grondslag blijven wat de kiezer» be-
treft, en niet de beslissing van het stembureau.
Wat moet worden gedaan als een toegelaten gemag-
tigde wist dat zijne volmagt vervallen was?
De kiezerslijst moet grondslag blijven wat de kiezers be-
treft.
Hoe moet gehandeld worden als een gemagtigde, die
wist dat zijne volmagt vervallen is, onwetend is toegelaten?
Kiezers of gemagtigden geheel vrij te laten in het kie-
zen der plaats waar zij willen stemmen.
Uit te maken waar een gemagtigde van meer kiezers
die zelf geen kiezer is en buiten het district woont, bet
stemregt moet uitoefenen.
Aan kiezers of gemagtigden moet vrjjheid gelaten worden
te stemmen waar zij willen. Het is bovendien geheel on-
zeker waar gemagtigden, zelf geene kiezers zijnde en buiten
het district wonende, als gemagtigden van meer dan eeu
kiezer het stemregt moeten uitoefenen.
Art. 82 moet tot allerlei onjuistheden leiden als de be-
mssing aan de stembureau\'s wordt overgelaten.
net onwetendste stembureau is het vrjjgevigste met de
oelating.
In het geval van art. 98 al. 3 moeten de kiezers an
Iers meerdere stembureau\'s voorbjj reizen.
Valburg.
Eist.
Anders moeten zij b. v. in \'t geval van art. 98
neerdere stembureau\'s voorbijgaan om te stemmen.
Valburg.
al. 3
-ocr page 9-
I
3
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betroÈken Besturen.
OPMERKINGEN.
In tal van artt. is het niet duidelijk of bedoeld wordt
tkohier" of >a/schrift van het kohier"
Volgens art. 240 nl. blijven de oorspronkelijke kohieren
in het districts-archief en krijgen Poldermeesters slechts
afschriften.
In art. 240 van het Ontwerp staat dat de oorspronke-
lijke kohieren in het archief van het district blijven en
dat aan Poldermeesters afschriften worden gegeven.
In groote polders zooals b. v. Eist is het onmogelijk,
wegens den korten termijn van art. 100.
In groote polders zeer kostbaar en bij art. 100 onmogelijk.
Den secretaris kon, ingeval van staking, stem worden
gegeven of door den Dijkgraaf een geërfde worden benoemd
die dan kan beslissen.
In den polder Valburg is het »eene overtollige weelde."
Algemeene opmerking.
Dorpspolder Eist.
Daar er bjjna overal van >kohier" wordt gesproken,
worden vele artt. onduidelijk of in de toepassing >ondui
delijk of onbillijk".
Het rondzenden van stembriefjes is onnoodig en zeer!
kostbaar en soms onmogelijk.
Het rondzenden van stembriefjes is niet noodig.
Voor kleine dorpspolders 2 Poldermeesters te behouden
Drie Poldermeesters in alle polders is te bezwarend
Het is onbillijk de cieringen niet te onderwerpen aan
de goedkeuring van de belanghebbenden, nl. de hoofd-ge-
ërfden of den geërfden-dag.
Verplichte goedkeuring van alle cieringen voor de pol-
ders belemmert de uitvoering van noodige werken.
De cieringen te onderwerpen aan de goedkeuring van
de hoofd-geërfden of den geërfden-dag en de vooraf ver-
pligte goedkeuring van alle cieringen voor de polders moet
leiden tot belemmering van uitvoering van soms noodige
werken.
Den staat C in twee staten te splitsen.
Valburg.
Eist.
Valburg.
Eist.
Valburg.
Eist.
B. v. wanneer bjj spoedig verval van water het grave^
van waterleidingen noodig is.
De hoofd-geërfden vertegenwoordigen de belanghebbenden,
dat zijn de geërfden.
B. v. het graven van waterleidingen bg spoedig verval
van water.
Valburg.
Het model is praktisch onbruikbaar en niet in overeen\'
stemmingjmet het Reglement.
Deze staat is niet in overeenstemming met het Ontwerp.
Eist.
           Valburg.
Buitenpolder de Geeren.
Staat C is praktisch onbruikbaar en dient in tweeën ge-
splitst te worden.
Het bestuur van den polder de Geeren ziet, voor z
polder, geene noodzakelijkheid in verandering van het
tegenwoordige reglement, maar ook geene bezwaren in de
veranderingen bij het Ontwerp voorgesteld, zoodat het
daarmede genoegen neemt indien de meerderheid vóór ver-
andering is.
-ocr page 10-
1
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
De voorlaatste alinea van dit art. behoort te vervallen
Art. 1.
Dorpspolder Hurwenen.
          Rossum.
          Driel.
          Hedel.
Het bijzonder reglement op het beheer der stoomgemalen
en daarmede in verband staande werken in den Hommeier-
waard boven den Meidijk
, d. d. 24 Julij 1866, n°. 55,
druiscbt zoozeer aan tegen beginsel en strekking van het
Ontwerp, dat behoud van de voorlaatste alinea niet wen
schelijk is »ten ware het eerstgenoemde werd gewijzigd en
in overeenstemming werd gebragt met het aangenomen
beoinsel van meergenoemd Ontwerp."
Volgens den Dijkstoel van Bon meierwaard
boven den Meidijk, die dit bezwaar niet kan
deelen, is de qualiflcatie aan het reglement op de
stoomgemalen gegeven zeer onjuist en is het be
zwaar geheel ongegrond, daar men dat reglement,
later zoo noodig, nog altijd kon wijzigen.
Volgens art. 2 der Overgangsbepalingen is het reglement
zoolang het bestaat nooit voor Mariënwaard verbindend ge-
weest. De toestand zou kunnen blijven voortduren zoolang
die polder in één hand blijft, zonder dat de invoering
van een bijzonder reglement noodzakelijk schijnt. Doch
nu bepaalt alinea 2 van art. 1 van het Ontwerp evenzeer
voor buitenpoldera ah voor onderdeelen van een dUtrict, dat
zij slechts wat betreft »het afzonderlek bestuur en het
geldelijk beheer" niet onderworpen zijn aan de bepalingen
van dat reglement, niet tegenstaande er een groot verschil is
tusschen dorpspolders en andere onderdeelen van een district
en tusschen polders die geen deel van een district zijn.
Dit werd te regt in het oog gehouden in de artt. 2 en 3
der Overgangsbepalingen van het tegenwoordige reglement,
zoodat het wenschelijk is die voorschriften in hun geheel
over te nemen in art. 1 alinea 2 van het Ontwerp.
Indien het éénheerig bezit van Mariënwaard eindigt,
moeten er poldermeesters, een secretaris en een ontvanger
zijn; geërden-dagen worden gehouden; jaarlijks eene be-
grooting worden gemaakt en goedgekeurd, en eindelijk reke-
ning en verantwoording worden gedaan. Dat alles zou, in het
hiernevens in de toelichting vermelde geval, toch slechts die-
nen om het belang van den eenigen hoofdeigenaar te behar-
tigen, want de vrij hoog te leggen spoorweg heeft bij de
behartiging der waterstaatsbelangen van den polder zoo
goed als geen belang.
Een menigte der bepalingen van de beide eerste titels
(van deze afdeeling) van het Ontwerp zijn met bovenbe-
doelden toestand niet overeen te brengen en zouden tot
groote moeijelijkheden aanleiding geven.
Men zoude in de zaak kunnen voorzien door te bepalen •
dat > wanneer tengevolge van onteigening aan geërfden •
in de polderlasten aangeslagen gronden, mogten worden
ontnomen, de onteigende het onder goedkeuring der overig6
geërfden in zjjne keuze zal hebben om tegen jaarhjkscbe
Art. 1.
Buitenpolder Mariënwaard.
Behoudens het oppertoezigt des Konings en het toezigt
van de Provinciale Staten, krachtens art. 190 en 192
(begin van alinea 1) der Grondwet, kan de behartiging
der polderbelangen, zoolang die aan één eigenaar blijft
behooren, veilig aan dezen toevertrouwd blijven.
Vermits bij de behoorlijke behartiging der polderbelan
gen in de dorpspolders ook nog andere polderbelangen zijn
betrokken , hetgeen niet het geval is bij op zich zelf staande
pokiers, daar voor de laatste geene verhouding tot eenig
district valt te regelen —
Door onteigening voor den spoorweg DordrechtKederen
dreigt het éénheerig bezit van den polder spoedig een
einde te zullen nemen, daar de Staat daar 10 of 11
liektaren land zal onteigenen en daarvoor in de polderlasten
kan worden aangeslagen, zoodat er clan in Mariënwaard
geërfden-dagen zullen moeten gehouden worden , waarop de
Stuat, volgens al. 1 van art. 395, drie stemmen zal kun
l\'ien uitbrengen, althans indien hij niet bij overeenkomst
afstand doet van alle rejrt van inmenjrinc
üe spoorwegdijk zal intusschen niet zóó hoog komen te
liggen dat hij, op grond van art 461 letter b, niet in de
"\'genlijke polderlasten zal worden betrokken.
Lte (\'onimissie heeft blijkbaar een dergelijk geval niet
"orzien Het ongerijmde van de inmenging van den
\' wuit na de onteigening en het onuitvoerbare van vele
,)eI>idiiigen blijkt o. a. uit alinea 1 van art. 378 in ver-
band "i«it art 382, art. 395 , en art. 412 en volgende,
^ok in andere minder sterk sprekende, gevallen zou de
\'luvejijriug jn jje^ beheer, door hem die tengevolge van
nteigening eenige regten van geërfde heeft verkregen en
-ocr page 11-
5
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
de beperking in- of het verlies van zijne regten voor den
onteigenden tot onbillijkheden an moeijelijkheden leiden
Zoodanige bepaling — die niet in strijd zou zijn met
art. 60 der Onteigeningswet, omdat daarbij alleen sprake
is van lasten en niet van de regten die uit die lasten
voortspruiten — zal ten gevolge hebben, dat de onteige-
uende geene aanspraken kan maken op de uitoefening van
regten, met het oog waarop de onteigening stellig niet is
uitgesproken en op het bezit waarvan hij meestal weinig
prijs zal stellen.
Blijkens bladz. 56 der Memorie van Toelichting is het
in het bestaande art. 393 voorkomende woord: wegen in
het Ontwerp vervangen door .openbare wegen" om ook
spoorwegen in de lasten te kunnen aanslaan en zulks
klaarblijkelijk in het belang en tot ontheffing van geërfden
daar anders dezelfde lasten over een verminderd aantal
belastbare gronden zouden moeten worden omgeslagen.
Voor den eigenaar van Mariënwaard ^die reeds in de
nabijheid het station Geldsrmahen heeft) weegt het ver
krijgen van een nieuw station (Beesd) in de verste verte
niet op tegen het ongerief en het nadeel, die er een ge-
volg van moeten zijn, indien de Staat 10 of 11 hektaren in
de poklerlatten aangeslagen
grond in zjjn polder zal bezitten
en zoo dientengevolge het polderreglement in zijn geheel,
zelfs ook ten opzigte van het afzonderlijk bestuur en het
geldelijk beheer, in Mariënwaard wordt ingevoerd.
Volgens de Memorie van Toelichting is Mariënwaard
groot 789 hektaren en, daar de Staat 10 a 11 hektaren
zal onteigenen, blijft de voornaamste grondeigenaar dan
nog 778 hektaren behouden. In verhouding van het grond\'
bezit zal het belang van alle andere geërfden (in casu alleen
de Staat) alzoo nog niet \'/71 bedragen van dat van den
retributie aan den onteigenende van de dijk- en polderlasten
waarvoor de hein onteigende grond is aangeslagen, diens
regten van geërfde te blijven behouden, of wel dat in
zoodanig geval de geërtden-dag ot\', bij éénheerige polder.*
de eigenaar, het regt zal hebben om, tegen jaarlijksehe
retributie dier lasten aan den onteigenende, diens rechten
als geërfde uit te oefenen.
Mogten de Staten oordeelen dat zoodanige bepaling niet
in het reglement kan worden opgenomen, dan kan de
onbillijkheid bij bedoelde onteigening ook worden voorkomen
door wijziging van de artt. 461 letter d en 238 letteiv/.
in dier voege dat ook spoorwegen zijn vrijgesteld van het
betalen der lasten. Spoorwegen mogen al geene openbare
wegen zijn, zij worden toch in het openbaar belang aange-
legd, terwijl tegenover het zeer geringe nadeel van bijna
onmerkbaar verhoogde bisten, alsdan de voordeelen eener
betere communicatie ten gevolge van den spoorweg komt
te staan.
Bnitenpolder Mariënwaard.
Art. 1.
Ook ware in de zaak te voorzien door in art. 1 alinea 2,
achter de woorden: »uitgebragt kunnen worden", of wel
aan het slot van het ter gedeeltelijke vervanging daarvan
op te nemen art. 2 van de Overgangsbepalingen van het
tegenwoordige reglement, te laten volgen: sof de grond-
eigendom van alle andere geërfden te zamen minder dan
het één vijftigste (of zelfs één zeventigste) deel bedraagt
van die van den hoofdeigenaar."
voornaamste eigenaar en toch zal deze laatste, volgens
art. 395 alinea 3 , niet meer dan \'/., kunnen uitbrengen
van al de stemmen die de aanwezige geërfden kunnen uit-
brengen. Gewoonlijk zal er bovendien niemand buiten
hem op den geërfden-dag verschijnen, en wie moet dan de
overige % der stemmen uitbrengen?!
Volgens art. 351 Kegl. moest het getal poldermeesters
in staat B worden aangewezen en de daarvoor bestemde
kolom zou stellig voor Mariënwaard oningevuld zijn gelaten,
°ok al ware destijds met dien polder geschied, wat nu
«oor de onteigening zal geschieden. Volgens art. 378
*"• 1 daarentegen zullen er ook in Mariënwaard 3 polder
meesters moeten zijn en die zullen niet te vinden wezen zoo
Z1J de vereischten, bij art. 382 gesteld, moeten bezitten.
Art. 2 der thans geldende Overgangsbepalingen bevat!
wel is waar eene soortgelijke bepaling als die van art. 1
al. 2 van het Ontwerp, doch bij het vaststellen dier
bepaling heeft men zeker ook niet het oog gehad op ecu
toestand als, in Mariënwaard zal ontstaan door de ont-
eigening ten behoeve van den spoorweg, en in elk geval
maakt het thans geldende reglement nog meer onderschei»\'
tusschen den toestand van de verschillende polders.
Alinea 2 van art. 1 van het Ontwerp ware echter (even-,
zeer als de bepalingen van de- artt. 2 en 3 der Overgang*-
bepalingen van het tegenwoordig reglement) veel meer.
-ocr page 12-
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Zeer gaarne had men den spoorweg buiten Mariënwaard
(rehouden, doch de wetgevende magt heeft de onteigening
van een gedeelte van dien polder noonig geacht en men
is dus wel verpligt zijn eigendom aan het algemeen belang
ten offer te brengen, doch het zou eene schromelijke on-
itxrtvaardigheid zijn indien de eigenaar van dien polder
bovendien nog in alle moeijelijkheden en lasten zou worden
ivebragt, die moeten voortvloeijen uit het Ontwerp, zoo
dit ongewijzigd wordt aangenomen.
overeen te brengen met de billijkheid en het goed begrepen
waterstaatsbelang, wanneer daarbij gelet werd op de ver-
houding tusschen het grondbezit van den hoofdeigenaar
en dat van alle andere eigenaren te zamen, en wanneer de
invoering van het reglement in zijn geheel niet slechts
afhankelijk werd gemaakt van He vraag of er in een wa-
terschap, behalve die van den hoofdeigenaar, nog 2 stemmen
op een geërfdendag kunnen worden uitgebragt.
Eindelijk zou het gewenschte doel voor Mariëiiwaard nog
kunnen verkregen worden,\' indien men achter de ontworpen
al. 2 van art. 1 eene afzonderlijke alinea liet volgen, lui-
dende: «Eveneens zal het reglement buiten toepassing
blijven wanneer de voormelde twee stemmen ten gevolge
van onteigening mogten zijn verkregen."
Aan het slot van dit art. bij te voegen: »alles met
inachtneming van bestaande overeenkomsten en stellige
gebruiken."
Aan het slot te laten volgen: >Alles met inachtneming
van bestaande overeenkomsten of stellige gebruiken."
Het verbod van alinea 2 van dit artikel voor de leden
van het Gecombineerd Collegie te doen vervallen.
Vele onderhoudspligten, waterverdeelingen enz. in Veluwe
berusten op oude herkomsten en stellige gebruiken.
Polderdistrict Veluwe.
Op grond dat vele polderzaken en belangen nog krach-
tens dergelijke overeenkomsten enz. bestuurd worden.
Dewijl het daarop betrekkelijk geërfden-besluit, volgens
art. 206 , aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten
■moet onderworpen worden schijnt hiertegen geen bezwaar.
Dezelfde reden die de tusschenkomst van Gedeputeerde
■Staten wenschelijk maakt bij briefwisseling van den Dijk-
stoel met eenig Departement schijnt ook hier te bestaan
voor de tusschenkomst van den Dijkgraaf of den Dijkstoel.
Spoed en gemeen overleg worden hierdoor zeker bevorderd.
Ook art. 140 maakt deze bepaling wenschelijk en nood
zakelijk.
Met het oog op art. 140 is dergelijk voorschrift be-
puald noodzakelijk.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Polderdistrict Nederbetuwc.
Veluwe.
In het slot in te voegen:
komst van den Dijkgraaf."
»dorpspolders door tusschen-
4.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Het beginsel dat tot dit voorschrift aanleiding gaf is
ook ten volle toepasselijk op de correspondentie der (dorps)
polderbesturen met Gedeputeerde Staten, door lusschenkomit^
der districtsbeduren.
In het slot in te voegen: »voor zoo ver zij niet reeds
aan hunne goedkeuring onderworpen zijn."
De besluiten zooals die bedoeld in art. 181 e. a. kunnen
\'net werken vóór en aleer de goedkeuring van Gedepu
teerde Staten is verkregen en behoeven dus niet geschorst
°f vernietigd te worden.
f).
»          n        »
13.
In alinea 3 »tijdig beroep" te vervangen door een be-
paalden termijn, b. v. »30 dagen."
Dorpspolder Nijbroek.
-ocr page 13-
7
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betoekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
Polderdistrict Vel uwe.
6.
In alinea 1 aan het slot, achter het woord: «kunnen\'
in te voegen: >voor zoover zij niet aan hunne goedkeuring
onderworpen zijn."
In alinea 3 de woorden: »ééne maand" te vervangen
door: «dertig dagen."
Dorpspolder Eist.
9.
»Moeten Gedeputeerde Staten ook staken en gelasten
zoo goedkeuring noodig is van Dijkstoel (art. 344)."
„ Ijzendoom.
9.
Hierin tevens op te nemen dat Gedeputeerde Staten
noodzakelijke werken, waarvan Besturen verzuimen cierin-
gen op te maken, kunnen gelasten.
Polderdistrict Veluwe.
9.
In regel 2 , achter »cieringen", te voegen: »waar die
zijn voorgeschreven".
Aan het slot van dit art. nog te lezen: >Voor werken
beneden de ƒ 500 is het maken eener ciering niet verplig-
tend, ter beoordeeling van den Dijkstoel."
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
9.
In alinea, achter «goedgekeurde cieringen" te lezen:
«waar die vereischt zijn".
Dorpspolder Beuimel.
10.
Niet voorzien wanneer de tijd van hooger beroep ingaat.
„ Lent.
10.
Het is niet duidelijk wanneer de termijn van hooger
beroep aanvangt,
Eist.
10.
«Wanneer begint de termijn te loopen? van dagteeke-
ning van besluit?"
Polderdistrict Veluwe.
10.
Aan het slot van alinea bij te voegen: «schorsing uit-
gezonderd."
Dorpspolder Nijbroek.
10.
De uitdrukking «één maand" te verbeteren in »30
dagen."
Polderdistrict Overbetuwe.
11.
Vermeerdering van het ledental van den Lijkstoet ware
beter geweest dan van de Hoofd-geërfden in de groote dis-
tricten.
Wanneer een besluit, om uitvoerbaar te zijn, aan de
troedkeuring van (Gedeputeerde Staten moet worden onder-
worpen, kan er van schorsing of vernietiging geen sprake zijn.
Ter wille der regelmatigheid en met het oog op de on
lelijkheid der maanden, dient dit overal in hel Ontwerp
reranderd te worden.
Vooral in Veluwe is de onvoorwaardelijke verpligting
tot het maken van cieringen met de gevolgen daarvan on-
uitvoerbaar.
De voorgestelde bepaling schijnt veel te algemeen, daar
ele werken als b v. het uitdiepen van weteringen niet
anders dan uit de hand kunnen worden besteed.
Ten einde duidelijk te laten uitkomen dat niet voor
alle werken cieringen noodig zijn.
Deze opmerking is volgens den dijkstoel juist.
Heeft de belanghebbende b. v. nog één maand tijd
laarvoor, indien hij 14 dagen na het nemen van een be-
zwarend besluit kennis geert daarin niet te berusten, of
ordt bedoeld binnen één muand na de dagleekening van
lift besluit of de beslissing?
Als soms 14 dagen verloopen voor de mededeeling van
iet besluit van Gedeputeerde Staten is geschied, is de
türinijn al zeer kort, vooral omdat soms nog vergadering
daarvoor noodig is.
Hooger beroep op een besluit tot schorsing schijnt,
luet het oog op de tijdsbepaling, moeijelijk uitvoerbaar
en
minder gewenscht.
iJezelfde opmerking geldt ook voor andere artt. waarin
lez« uitdrukking voorkomt, zooals art. 34 e. a.
w zaken die de Dijkstoelen behandelen dulden in den
letfel geen uitstel tot eene volgende vergadering (bij staking
v,la stemmen.)
üii werkzaamheden der Dijkstoelen zijn bovendien in de
a te Jaren z^r toegenomen, zoodat bij het bezetten der
i) posten b. v. in den regel twee plaatsvervangende of nood-
-ocr page 14-
liet rekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
eemraden moeten aangewezen worden. De locale opne
ingen, die voor den Dijkstoel uit de artt. 343 en 363
het Ontwerp volgen, vermeerderen die werkzaamhe-
en bovendien
Tegenwigt tegenover den Dijkstoel behoort het gecom-
ineerd collegie niet te hebben, want beide besturen moeten
» zamen werken en het is de vraag of hoofd-geërfden wel
et vertrouwen verdienen boven leden van den Dijkstoel
Bij de gemeentebesturen is de verhouding geheel anders,
Het getal hoofdgeërfden te vermeerderen daar de dijkstool
nu */g van het collegie uitmaakt.
Het getal heemraden met één te vermeerderen of no«
beter te verminderen.
Dorpspolder KIst.
11.
Hierdoor zal evenzeer het staken der stemmen in eene
Polderdistrict Rommclerwaard
boven den Meidijk.
11.
V\'t
)ltallige vergadering, zoowel van het gecombineerd collegie
,ls van den dijkstoel (die veel meer gehouden worden),
ijn te voorkomen.
Reeds vroeger is de wensch geuit dat er, met het oog
Voor Meluwe niet het getal hoofd-geërfden met één te
vermeerderen mnar het getal heemraden, en dat alzoo op
6 te brengen.
Polderdistrict Velinve.
11.
\\
de omvangrijke schouwen over de watergangen, een
eemraad meer worde benoemd. Thans, nu de beslissende
iteni van den dijkgraaf is vervallen, zal het doel — nl. het
nneven maken van het getal leden bij de vergaderingen —
>eter bereikt worden wanneer het getal leden van den dijk-
\\toel oneven wordt gemaakt, daar deze verreweg het meeste
ergadert.
Hierdoor wordt niet slechts het zelfde doel bereikt, maar
evens staking van stemmen voorkomen in eene voltallige
///tooek-vergadering, welke veel meer wordt gehouden dan
vergadering van het gecombineerd collegie.
Het getal heemraden liever met één te vermeerderen of nog
beter te vermivtleren, indien wijziging van het aantal leden
ter voorkoming van det staken van stemmen in eene vol-
tallige vergadering van het gecombineerd collegie noodig is
De woorden »het gecombineerd collegie" te vervangen
door: »de vereenigde vergadering."
/?es-jaarlijksche aftreding is niet wonschelijk, drie-jmrlij]
sche aftreding van het halve bestuur niet doelmatig.
(Jeldersche Maatschappij van
Landbouw.
II.
Polderdistrict Veluwe.
13.
Om met de administratie bekend te worden dient men
eenen geruimen tijd zitting te hebben.
Zoo te eeniger tijd en plaats wijziging van het bestuur
aoodig is, dan is het verkieslijker dat dit geleidelijk dan
)lotseling geschieden.
Evenals zulks bij de reglementen van 1838 en 1846 was
°orgeschreven. Het gecombineerd collegie nl. is direct
\'L\'langhebbende.
De dijkstoel kan zich hiermede niet vereenigen
»>cb. geeft de
voorkeur aan de bepalingen van het
>ntwerp, in hoofdzaak verernkomende met de
hans geldende.
Overbetuwe.
14.
De aanbeveling van 3 personen tot benoeming van een
dijkgraaf\' en van heemraden te vervangen door eene voor-
drafft
van 3 personen door het gecombineerd collegie oj1
te maken.
Dorpspolder Hunvcnen.
            h\'ossum.
           Driel.
            Hedel.
14.
Aan dit art. toe te voegen: «Gedeputeerde Staten zulk>1!
toezien dat de aanbeveling van drie personen voor heem\'
raad wordt opgemaakt beurtelings van ingezetenen uit die
Dreumel.
14.
-ocr page 15-
9
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp
OPMERKINGEN.
gemeenten, waar gevaarlijke punten zjjn, om zoodoende
een bekend persoon te krijgen."
Dorpspolder Bergharen.
14.
De heemraden op voordragt in plaats van op aanbeveling
van 3 personen te doen benoemen.
Polderdistrict Rijk vanNijmej en.
14.
In alinea 2 het woord aanbeveling te veranderen in voordragt.
Dorpspolder Overasselt.
„ Nederasselt.
14.
De benoeming van Dijkgraaf en Heemraden schijnt beter
uit eene voordragt, dan op aanbeveling te geschieden.
v Winssen.
14.
In alinea 2 »op aanbeveling" te vervangen door: »op
voordragt."
Polderdistrict de Lijmers.
14.
2de alinea. »De heemraden worden voor hetzelfde tijd-
vak benoemd door den Koning uit eene voordragt van drie
personen."
Polderdistrict Amhemsche en
Velpsche broek.
14.
Alinea 2 in dier voege te wyzigen dat de benoeming
van heemraden niet door den Koning maar door het ge-
combineerd collegie
worde gedaan.
Polderdistrict Vel uwe
14.
Alinea 1 te laten vervallen en alinea 2 te lezen: »Dijk-
graaf en heemraden worden voor een tijdvak van zes jaren
benoemd door enz."
Dorpspolder Gameren.
15.
Dit art. bepaalt, in verband met art. 4 der Overgangs-
bepalingen, dat Heemraden en Hoofdgeërfden, bij de in-
werking treding van het herziene reglement, geacht worden
herkozen te zijn en dat alleen de tijd van aftreding op nieuw
door het lot wordt geregeld, zoodat de eersten de laatsten
kunnen zijn en omgekeerd. Billijkheidshalve schijnt het
wenschelijk dat de laatsbenoemde of gekozene ook zonder
loting het laatst met de nieuw gekozene aan de beurt van
aftreding kwamen.
Eist.
16.
Schijnt niet noodig voor dijkgraven.
„ Bemniel.
17.
Wanneer is de gegoedheid vervallen?
„ Heteren.
17.
»In verband met het vereischte grondbezit in staat A
aangewezen, is hun inziens met het oog op de vrijgevig-
heid der kiezers (zie art. 77) te hoog behouden."
Evenals zulks ten aanzien van den Secretaris is bepaald
In het gecombineerd collegie stemden de dijkgraaf en
twee heemraden hier tegen.
Het gecombineerd Collegie kam zich met deze
opmerkinglniet vereenigen.
Hierin wordt meer waarborg voor eene goede keuze gezien.
Het gecombineerd c.illegie is het best in staat te beoor-
deelen wie tot lid in zijn dagelijksch bestuur geschikt is
»Niemand beter dan het gecombineerd collegie is in staat
te beoordeelen, welke personen de meeste geschiktheid
hebben voor hunne belangen op te komen "
Volgens de Gemeentewet worden de Wethouders even
eens door den Raad gekozen.
De bestaande bepalingen nopens tijd en wijze van be
noeming schijnen verkieselijk, doch wanneer men breken
wil met de tegenwoordige wijze van benoeming, dan wordt
Ie voorkeur gegeven aan eene benoeming van den dijkgraaf
loor den Koning, op voordragt van het gecombineerd collegie,
De dijkstoel acht deze opmerking niet onj\' ist
en het voorgestelde wenschelijk.
Evenmin als bij Burgemeesters.
B. v. als iemand door sterfgeval zjjner vrouw met zjjne
kinderen gemeenschappelijk eigenaar wordt en dus een
minder hektarental krijgt?
De dijkstoel acht deze opmerking juist.
-ocr page 16-
10
10
NAMEN
der
Betrekkelijke
artikelen
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
Ontwerp.
Dorpspolder Eist.
17.
Waaruit blijkt gegoedheid ? Is het kohier dat berust bij
den dijkstoel hier grondslag (art. 85) en bewijs het uittreksel
(art. 89 laatste alinea) dan kunnen personen, die groote
bezittingen erfden of kochten, voor eenigen tjjd uitge-
sloten zijn.
Polderdistrict Veluwe.
18.
Alinea 1 te lezen als volgt: »Op voordragt van hetge-
combineerd collegie kan de Koning aan de heemraden
ontheffing van de vereischte gegoedheid verleenen.
Dorpspolder Huissen.
19.
»de bloedverwantschap zag men gaarne uitgestrekt tot
den derden graad."
„ Bemmel.
19.
Eene uitbreiding tot den 3den graad is wenschelijk.
„ Lent.
19.
Den verboden graad tot den derden uit te breiden.
„ Oosterhout.
19.
Den 3d<n graad in dit art. te veranderen in: den 4<1*n graad.
„ Slijk Ewijk.
Eist.
19.
Beter ware het 3^ en 4d" graad. Waarom hier 2d* graad
en in art. 45, 3de graad?
„ Ressea en Doornik.
19.
In dit art. te lezen: »Bloedverwantschap of zwagerschap
in den lnm, 2de" of 3de" graad enz."
Dijkstoel van Overbctnwe.
19 e. a.
De dijkstoel ondersteunt het verzoek niet om uit*
strekking van de nitsluiting \'wegens bloedverwant-
schap minstens tot den 3d\'° graad.
Dorpspoldor Heteren.
20.
Uit alinea 1 te laten wegvallen: >tenzij hij de keuze
niet aanneme" en uit alinea 2: »tenzij een der gekozene
bedanke."
Eist.
21.
In alinea a is het zeker de bedoeling te lezen: polder-
meesier in het district."
Polderdistrict Nederbetuwe.
21.
Bij letter e te bepalen dat Gedeputeerde Staten, in bij-
zondere gevallen op voordragt van het Gecombineerd Collegie.,
kunnen toestaan om de betrekking van dorpspolder-secre-;
taris te vereenigen met het lidmaatschap van het Gecom-
bineerd Collegie.
Dorpspolder ÏJzeudoorn.
21.
De uitsluiting van dorpspolder-secretarissen van het lid\' |
maatschap van het Gecombineerd Collegie te laten ver-j
vallen, of althans ontheffing daarvan open te stellen voorj
kUine polders.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
(Art. 241 en 242.)
Bij de geringe vereischte gegoedheid schijnt het niet
wenschelijk den dijkgraaf daarvan ontheffing te verleenen
Ten einde te naauwe familie-betrekking, b. v. van oom
en neef, te voorkomen.
Ooms en neven is toch niet wenschelijk.
Wegens gebrek aan geschikt personeel voor de
zamenstelling van gecombineerd collegie en dorps-
polderbesturen.
Hierdoor kan nl. een der partgen in zijne keuze bena-
deeld worden.
Anders is de Memorie, die de vroegere bepaling te be
perkt verklaart, niet juist. Poldermeesters in een ander
district behoeven ook niet uitgesloten te zyn.
Het verbod kan somtijds bezwarend zijn, daar in een
dorpspolder dikwijls weinig geschikte personen voor Secre-
taris te vinden zjjn.
De secretaris van den dorpspolder IJzendoorn is tevens
Ueemraad van Nederbetuwe, zonder dat de vereeniging
l\'lier beide betrekkingen tot moeijelijkheden aanleiding
geeft. Voor kleine polders is het soms bezwarend een
geschikten secretaris te vinden.
-ocr page 17-
11
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Huissen.
22.
»De woonplaats verpligtend te stellen in het district
echter met de bepaling dat door Gedeputeerde Staten daar-
van ontheffing kan worden verleend."
„ Oosterbout.
Slijk Ewijk.
22.
Voor te schrijven dat de Dijkgraven en Heemraden iu
het district woonachtig moeten zijn.
„ Hcteren.
22.
»Ware het niet verkieselijker hunne vaste woonplaats,
onvoorwaardelijk in het district?"
Eist.
22.
Wat is onmiddellijke nabijheid?
„ Ressen en Doornik.
22.
Wat is onder «onmiddellijke nabijheid" te verstaan.
„ Hurwenen.
„ Hossnm.
„ Driel.
„ Hedcl.
22. i
58. 1
Hieraan toe te voegen: > tenzij die niet dooreene hoofd-
rivier van het district is gescheiden."
„ Dreumel.
22. J
58. j
Uit het eerste artikel en uit alinea 1 van het laatste te
laten wegvallen: „of in de onmiddellijke nabijheid."
Polderdistrict de Lijmers.
22.
Althans de Heemraden moeten binnen het district wonen.
„ Wageningcn en
Bennekom.
22.
Dit art. te lezen: » Dijkgraven en Heemraden moeten
hunne vaste woonplaats hebben in het District."
»Van deze bepaling kan worden afgeweken, na verhoor
van het Gecombineerd Collegie."
Dorpspolder Eist.
23.
»Wel reiskosten daarenboven; daaronder ligt vacatiën
in te brengen."
Polderdistrict Veluwe.
23.
De drie laatste regels van dit art. te lezen: »worden
op voordragt van het Gecombineerd Collegie door Gede-;
puteerde Staten vastgesteld onder goedkeuring des Konings."
Gelderschc Maatschappij van
Landbouw.
23.
Het slot van dit art. te lezen: «worden enz.....door
Gedeputeerde Staten onder goedkeuring des Konings vast-
gesteld."
Dorpspolder Eist.
24.
«Hetzelve" te vervangen door «daarvan" »of van het
Polderdistrict."
Polderdistrict Wageningen en
Dennekom
24.
i
Uit de laatste regel van alinea 1 van den zuiverings-
eed te laten wegvallen de woorden: «beloven of" en alzoo
het slot dier alinea te lezen : »noch geven zal."
i
het district met bepaling als
Beter verpligt wonen
van art. 18.
Ter voorkoming dat b. v. bij ijsgang of stormweer de
Jaar bedoelde personen verhinderd zouden zijn te komen
ter plaatse waar hun ambt hen roept.
De Dijkstoel acht voorziening in dit zelden voor-
komend geval niet noodzakelijk en ook niet te
omschrijven, want b. v. door eene in de nabijheid
liggende spoorwegbrug kan eene hoofdrivier vol
strekt geen bezwaar opleveren in het waarnemen
der betrekking.
Vooral zoo vaste som wordt goedgekeurd zooals in
Overbetuwe.
De voorgestelde regeling schijnt zeer omslagtig en om
verschillende redenen niet wenscheljjk. Nevenstaande wijze
°m in de zaak te voorzien wordt ongelijk veel beter geacht,
-ocr page 18-
I
12
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING
Aanmerkingen.
Dit art. te lezen : »Bij afwezigheid, verhindering of ont
stentenis van den Djjkgraaf wordt hij vervangen door een
der Heemraden, daartoe vooraf, op voordragt van den
Dijkgraaf, door den Commissaris des Konings aangewezen
en verder zoo noodig in volgorde van dienstjaren."
26.
Polderdistrict de Lijmers.
Het aantal dienstjaren beslist geenszins over de meerdere\'
of mindere geschiktheid tot het vervangen. Het zou ook
kunnen gebeuren dat de naar het aantal dienstjaren aan
«•ewezen Heemraad vèr van den secretaris woonde , hetgeen
u spoedeischende gevallen vertraging en nadeel kon ver-j
oorzaken.
Nu het Gecombineerd Collegie volgens art. 14 de voor-J
dragt doet.
Schadeloostelling van ƒ3 is in de tegenwoordige tijds-j
omstandigheden veel te gering.
De Dijkstool meent dat de hier bedoelde moeije-
lijkheid niet bestaat, daar de jaarlijksche lijst van
standplaatsen het antwoord geeft.
Het zal dus altijd wel het laatste zjjn.
Ook de voordragt van het getal aan het Gecombineerd
Collegie over te laten.
aan te vuUen met: »en daarenboven ƒ3 uit de districtskas".
27.
Dorpspolder KIst
28.
(3« lid.)
28.
Polderdistrict Overbetuwe.
Waarom niet de oudste in leeftijd of in dienstjaren, in
alinea 2, of althans aanwijzing door den dijkstol ?
Volgens alinea 4 zal het moeijehjk zijn te bepalen wan
neer een deel van het tractement en wanneer schadeloos
stelling wordt genoten.
De belooning van f 3 daags voor den plaatsvervangende
heemraad bij betrekking van het dijkleger is te gering.
Dorpspolder Eist.
28.
Maurik.
Het bedrag van f 3 heeft hjj bijua voor eigen onderhoud
noodig. Het kan aanleiding geven dat de heemraad in
tijd van gevaar, afwezigheid of verhindering zoekt.
De dijkstoel acht wijziging der hier aangevallen
bepalingen, die ook in het bestaande reglement
voorkomen, niet wenschelijk.
In alinea 2 de aanwijzing door den dijksteel of door den
oudsten in dienstjaren te bepalen, in de plaats van door
den igkffraaf.
28.
w
Hnrwenen
»
llossuin.
»
Driel.
>>
Hedel.
Alinea 3 van dit art. te doen vervallen.
28.
Polderdistrict de Lijmers.
» Alinea 4 voorziet genoegzaam en al. 3 zou den heem-
uad, die als dijkgraaf optrtedt, een deel van zijn tractement
loen verliezen, zonder hem schadevergoeding te geven voor
lle hoogere betrekking, die hij tijdelijk verpligt wordt
vaar te nemen."
»In de Lijmers genieten de plaatsvervangers thans reeds
f *r> per 24 uren, hetgeen vooral niet te veel schijnt, daar
Jij gewoonlijk slechts in tijden van gevaar optreden en een
eder alsdan meer genegen is eigen goed te bewaken, dan
ïch voor het publiek belang op te offeren."
Deze alinea\'s bevatten namelijk harde bepalingen.
De alinea\'s 3 en 4 te vervangen door: »Wanneer een
plaatsvervangend heemraad — bij het betrekken van het
dijkleger — eenen heemraad vervangt, zal zijne aanspraak
op schadeloosstelling gelijk staan aan die — welke aan
noodheemraden of posthouders wordt toegekend; — en als
deze uit de districtskas worden betaald."
>Alleen bg vacature geniet hij het volle tractement,
gedurende de waarneming."
28.
Wageningen en
Bennekom.
Zie de laatste alinea van art. 73.
-ocr page 19-
13
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Vruchteloos zoekt men naar de reden waarom eerst na
RO dagen een plaatsvervangend heemraad kan optreden.
\' Men zal nl op de vervanging van den dijkgraaf ver-
lacbt moeten wezen.
Het schijnt niet billjjk de vergoeding door den heemraad
ie doen betalen wanneer deze door wei-bewezen ziekte is
rerhinderd.
Daar er in het laatste geval geenerlei redenen bestaan
>m niet dadelijk tot de voorloopige vervulling der plaats
t»ver te gaan.
Het slot van het l"e lid te lezen: » .... of ontsten-
tenis van een heemraad terstond als heemraad op."
Aan alinea 2 toe te voegen: »of die hem vervangt."
Alinea 3 aan te vullen met: »bij wei-bewezen ziekte
wordt de vergoeding uit de districtskas betaald."
Polderdistrict Veluwe.
De 1"" alinea aldus te lezen: >Behalve enz.......
treden zij by afwezigheid of verhindering van een heem-
raad gedurende meer dan één maand, of wanneer een
hunner gedurende langer dan dien tijd de werkzaamheden
van den dijkgraaf waarneemt en bij ontstentenis terstond
als heemraad op."
Aan het slot toe te voegen: »en eindelijk door verande-
ring van woonplaats."
Schijnen eenigszins hard in verband met de laatste alinea
van art. 17. Het ware wenschelijk hier alinea 2 van
art. 19 in toepassing te brengen.
Geldersche Maatschappij vim
Landbouw.
28.
In den geest van art. 22.
Polderdistrict Wageningen en
Bennekoin.
Dorpspolder Heteren.
32.
Wanneer aan een zittinghebbende als gegoedheid is
oegekend het grondbezit zijner vrouw en deze komt te
(verlijden, moet hij onmiddellijk ontslag vragen en ophouden
:ijne betrekking te bekleeden, niet tegenstaande het zeer
;oed zijn kan, dat hij door dat overlijden juist meer dan
Ie vereischte gegoedheid verkrijgt.
De dijkstoel acht deze opmerking te regt gemaakt
33.
34.
Nu art. 26 Regl. vervallen is blijven zij toch in de
daar genoemde gevallen.
Is de gegoedheid vervallen zoo er soms zeer tijdelijk een
onverdeelden boedel bestaat en moet de titularis dan aan-
stonds zijn ontslag vragen?
»In verband te lezen met art. 17."
. de woorden »mededeeling aan" te veranderen in: »onder
goedkeuring van".
De goedkeuring van Gedeputeerde Staten op het regie-
ment te vorderen.
Eist.
33.
B. v. wanneer de vrouw sterft van een der personen,
Volgens den dijkstoel is deze opmerking te regt gemaakt.
33.
34.
Bemmel.
H nissen.
Eist.
34.
36.
36.
37.
37.
37.
De dijkstoel acht dit geheel ten onregte opgemerkt
Wat indien Gedeputeerde Staten oordeelen dat het regl.
ongeoorloofde bepalingen bevat?
De dijkstoel acht de opmerking geheel verkeerd.
Het regl. van Overüetuwe b. v. bepaalt: »op onbestemde
Mdstippen over te laten aan den dijkgraaf of die hem
Vervangt, in verband met art. 43 van het (polder)regl "
De werkzaamheden of te nemen besluiten behooren niet
lan belanghebbenden onttrokken te worden.
Moeijelijkheden voor openbare vergaderingen kunnen voor
pn districtsbestuur evenmin als voor andere besturen
Waan.
Wat beteekend het woord: tijden?
In dit art. te lezen: »De vergaderingen worden gehouden | j
in het openbaar, op enz " .
De werkzaamheden van het districtsbestuur meer in het
openbaar voor geërfden te doen plaats hebben.
Ressen en Doornik,
Ochten.
-ocr page 20-
14
14
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Polderdistrict Boininelerwaard
boven den Meidijk.
Polderdistrict Veluwc.
Ter voorkoming dat de minderheid een besluit doordrijve,
door eene vergadering te vragen op een tjjdstip dat enkele
leden der meerderheid deze onmogelijk kunnen bijwonen.
Met het oog op kleine collegies slechts aan de helft
het ïegt te geven om vergaderingen te provoceren, daar
andera ligt op een ongelegen tijdstip eene vergadering
wordt verlangd, om een besluit van de minderheid door te
drijven Bovendien moet het regt slechts dienen voor het
geval dat de Dijkgraaf bij Dijkstoelsvergaderingen of de
Dijkstoel bij die van het Gecombineerd Collegie nalatig zijn.
Het moet nooit kunnen voorkomen, dat de minderheid
een besluit kan doordrijven door eene vergadering te vra-
geu op een tijdstip dat enkele leden deze onmogelijk kun
non bijwonen.
De boden des Dijkstoels hebben reeds nu veelal eene
commissie als onbezoldigd rijksveldwachter en konden die
in \'t vervolg allen vragen, terwijl de voorzitter bij onge-
regeldheden de bijstand van het plaatselijk bestuur kan
inroepen.
Nu spoedeischeude gevallen zijn uitgezonderd. »Te
meer zoo voldoende is de bepaling zooals vermeld bij
art 37".
Het »één derde" te vervangen door het bestaande »d?
meerderheid".
37.
.\'57.
»Eén derde" te vervangen door: »de helft."
De vergaderingen wijders in het openbaar te doen hou
den, ten einde veel misverstand en ■ mjuiste denkbeelden
bij geërfden te voorkomen.
Ue in de Memorie van Toelichting daartegen aange-
voerde redenen zijn nl. weinig voldoende.
Oeldersche Maatschappij van
Landbouw.
Het »een derde" te vervangen door het oude : »de nieer-
derheid".
De bezwaren aangevoerd tegen het toegankelijk stellen
der vergaderingen voor geërfden schijnen niet van dienj
aard dat deze nuttige bepaling daarvoor achterwege moet
blyven.
37.
Dorpspolder Eist.
38.
De termijn is te kort vooral voor leden die ver af
wonen of andere betrekkingen bekleeden.
39.
Zalt-Boromel.
De bezwaren in de Memorie van Toelichting tegen open-
baarheid opgegeven, kunnen in de verte niet opwegen
tegen die, welke verbonden zijn aan besloten vergaderingen.
Hoe kan b. v. een kiezer beoordeelen of zijn gecommit-
teerde hoofdgeërfde bij periodieke aftreding behoort herko-
zen te worden wanneer hij onmogelijk kan nagaan hoe
deze van zijn mandaat heeft gebruik gemaakt?
De Dijkstoel van Bommelerwaard boven den Mei
dijk meent dat dit verzoek ondersteuning verdient.
Beter en billijker.
Daar het de zuiver stoffelijke belangen der kiezers geldt
het art. te wijzigen in dier voege dat de kiezers, door
openbaarheid der vergaderingen van het Gecombineerd Col-I
legie, beter kunnen oordeelen over dengenen, wien zij het
mandaat van vertegenwoordiger toevertrouwen.
43
De benoeming der bedoelde Commissie over te laten aan
het Collegie dat ze noodig acht.
Waarom geschiedt de benoeming niet door het Gecom
bineerd Collegie ?
Aan het slot toe te voegen: »ten ware de vergadering
mogt goedvinden de benoeming zelve te doen "
Polderdistrict Overbetuwe.
43.
Dorpspolder Beinmel.
43.
Er kunnen zich gevallen voordoen, b. v. wanneer de
Dijkgraaf persoonlijk belang bij de zaak heeft, dat het
raadzaam is dat de Dijkstoel of het Gecombineerd Collegie
zelve de Commissie benoeme.
Lent.
Voor de onpartijdigheid is het wenscheljjk dat de Col-
legiën zelve de Commissiën benoemen.
De benoeming van alle Commissiën niet onvoorwaarde-
lyk aan den Dijkgraaf over te laten. Bij de Provinciale Sta-
ten is dat ook niet bepaald overgelaten aan den Voorzitter.
Heteren.
43.
143.
43.
"ooral niet omdat men soms van gevoelen is, dat die
"inmissiën uit leden van den Dijkstoel moeten bestaan.
Eist.
-ocr page 21-
15
15
Betrekkelijke
-
NAMEN
artikelen
der
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
Ontwerp.
Dorpspolder Hessen en Doornik.
43.
Aan het slot bij te voegen : «tenzij het Gecombineerd
Collegie anders mogt besluiten."
„ Hurwenen.
,43.
De benoeming der hier bedoelde Commissie behoorde
„ Kossum.
(142.
desverlangd door de vergadering te geschieden.
„ Driel.
Hedel.
-
„ Angeren.
45.
In plaats van den derden graad hier den tweeden graad
te bepalen.
„ Lent.
45.
Aan deze bepaling toe te voegen: »ten ware ingeval
van voordragt voor die voordragt wordt bedankt."
„ Eist.
,45.
Volgens de Memorie is het stemmen over voordragen
(56.
ook uitgesloten , doch daarmede kunnen hoofdgeërfden ge-
makkelijk buiten stemming worden gehouden (Zie onder
de opmerkingen).
« >j
40.
Is een hoofdgeërfde die nog niet beeëdigd is al lid, zoo-
dat hij wordt medegeteld voor de helft?
>> >y
50.
In het regl. op te nemen wat blijkens de Memorie in
alinea 4 met onverkiesbaar bedoeld wordt.
„ Haaften.
50.
In alinea 4 de onverkiesbaarheid van een persoon beter
te omschrijven of te laten vervallen.
Waarvoor dient het onderzoek der geloofsbrieven?
Eist.
52.
Is de bepaling van art. 89 hier weer toepasselijk?
„ Beminel.
54.
Er is niet voorzien wanneer de tijd van hooger beroep
ingaat.
Eist.
54.
De termijn is te kort.
Ook één lid van het gecombineerd collegie dat bij Ge-
deputeerde Staten in beroep is gekomen moet in hooger
beroep bg den Koning worden toegelaten.
Hoe wordt kennis gegeven van de uitspraak van Gedepu-
teerde Staten?
Polderdistrict Nederbeluwe.
t
54.
a.   De termijn in het 3de lid op 14 dagen gesteld, en
b.    die in het laatste lid op één maand bepaald, die-
nen beide verlengd te worden.
c.  Te bepalen dat de verkozene den Dykstoel moet be-
rigten of hjj bezwaren heeft ingediend of in beroep is
fc
gekomen.
Dorpspolder Uaaften.
<56.
De onverenigbaarheid van de betrekkingen van Secre-
Tnil.
(165.
taris en Ontvanger is zeer gewenscht.
Polderdistrict Velmve.
56. - .
„ Alinea 3 te laten vervallen en alinea 4 te lezen: >Z<»c
wel de secretaris als de ontvanger worden uit enz."
Aanmerkingen.
De Dijkstoel acht eene wijziging als hier wordt ver
langd van geen nut.
Anders is het, met het oog op het doel dat de Memorie
van Toelichting opgeeft voor de verandering van het
woord zaken in: onderwerpen, hard dat iemand zich van
de stemming moet onthouden, waarop hij of een zijner
naastbestaanden voorkomt, niet tegenstaande dat die niet
wenscht in aanmerking te komen bij eene benoeming.
Nu zou men iemand, juist om hem uit te sluiten, op
de voordragt kunnen plaatsen.
(In de Memorie staat: alinea 2).
Niet het stembureau, maar het collegie dat de geloofs-
brieven naziet, moet beslissen wie al of niet verkiesbaar
I is. Zie o. a. de artt. lil en 160.
(Zie de aanteekening op art. 17.)
Volgens den dijkstool te regt opgemerkt.
In verband met art. 53 heeft hij slechts 11 dagen.
Het is niet rationeel alleen het gecombineerd collegie
|\'« zijn oe/ieel bevoegd te verklaren in hooger beroep bij
|den Koning te komen.
Be dijkstoel acht de opmerking geheel ten onregte.
o. Wordt de uitspraak in lid 2 bedoeld niet tijdig ver-
zonden dan zou de tijd om het gecombineerd collegie bijeen
te roepen te kort schieten.
b. Daar de verkiezing eerst na 3 Zondagen kan plaats
hebben en de termjjn, in alinea 2 bepaald, moet verstreken
\'■öh alvorens tot de bepaling der verkiezing kan worden
overo-
\'gaan.
Zulk wordt in het belang van elk bestuur geacht.
benoeming van fteide ambtenaren door het gecombineerd
^Hegie, op voordragt van den dijkstoel, schijnt zeer gewenscht.
*aarom voor den Secretaris een andere wijze van benoeming?
-ocr page 22-
16
16
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
De benoeming van den Secretaris op dezelfde wijze te
doen plaats hebben als die van den ontvanger.
Gelderschc Maatschappij van,
Landbouw.
Indien daai-tegen nl. geene bezwaren gelegen zjjn in het
koninklijk besluit van 29 Maart 1822 (Stbl. n°. 7) en de
ijzigingen van dien.
Dit zal van minder bezwaar zijn dan voor den Secretaris.
Ook voor den ontvanger ontheffing toe te staan.
Wat beteekent »waar de zetel van het district is?"
De drie laatste alinea\'s geheel te doen vervallen en slechts
alinea 1 te behouden.
Dorpspolder Eist.
57.
Polderdistrict Veluwe.
ȟe mogelijkheid der ontheffing in dit artikel bedoeld
tal men zeer gaarne zien vervallen. Deze bemerking geldt
ichter niet het beginsel van alinea 2 van art. 56, dat
gaarne gehuldigd wordt.."
Wat beteekent «onmiddellijke nabijheid"?
Waarom hier niet dezelfde bepalingen als voor den
dorpspolder-ontvanger voorkomen in art. 166?
Is weglating van art. 26 Kegl in zijn geheel wel goed ?
In het l8te lid te laten wegvallen: of in de onmiddel-
lijke nabyheid.
Alinea 1 te wijzigen even als bg art. 22 is aangegeven.
58.
Dorpspolder Eist.
Wat de Memorie daaromtrent zegt, geldt hier toch niet.
Drcumel.
Folderdistrict Wageningen en
Bennekom.
,.           Veluwe.
58.
Het 2Je lid van dit art. evenzoo te wijzigen als verlangd
wordt bij art. 23.
Deze beide artt. te wijzigen in Verband met den wensen
uitgedrukt bij art. 56 en in verband daarmede te regelen.
i
»Waarom is dit art. niet hetzelfde als ten opzigte van
den Secretaris van den Dorps- en den Buitenpolder?"
In alinea 4 bjj te voegen dat de vergaderingen van den
dijkstoel in het openbaar moeten gehouden worden.
Het schrijfloon per bladzgde van 10 op 25 centen te
brengen.
Het schrijfloon van 10 centen per bladzijde schijnt t<
gering en kan aanleiding geven tot plagerijen door ve<i
afschriften te vergen.
Het slot te lezen: »en door Gedeputeerde Staten goed\'
gekeurd."
De goedkeuring voor te schrijven.
58.
59 en GO.
G2.
Doip^polder Bemmel.
G2.
          Oosterhout.
Slijk-Ewijk.
PoMerdistrict Nederbetuwe.
62 en 171,
10 centen per bladzijde schrift schijnt, te laag.
G2 en 171.
Dorpspolder Maurik.
63.
Huissen.
Ce dijkstoel acht dit verzoek geheel onjuist.
63.
Eist.
Om zoo noodig aanmerkingen te kunnen maken.
Volgens den dijkstoel geheel ten onregte.
De dijkstoel acht dit te regt opgemerkt.
64.
» Schorsing niet vermeld."
Bemmel.
-ocr page 23-
17
17
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Eist
» »>
64.
66.
Moet hier niet bij: »ingeval van schorsing"?
Is de bepaling van alinea 5 niet te streng?
» »
69.
Bij te voegen de uitzondering »zoo de secretaris tevens
ontvanger is."
„ Maurik.
, 69.
1 175.
AUe betalingen op bevelschriften te doen plaats hebben.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
70.
Den termijn van 3 maanden te verlengen tot 4 maanden,
Geldersche Maatschappij van
Landbonw.
70.
De termijn van drie maanden is te kort en moet op
vier maanden gebragt worden.
Dorpspolder Drenmel.
71.
Aan het slot toe te voegen: »Aan Gedeputeerde Staten,
en het Gecombineerd Collegie mededeeling gedaan."
„ Lent.
72.
Moet niet tevens in de laatste alinea bepaald worden,
dat de Dijkgraaf de brandkast met de schuldbrieven enz.
bedoeld in de laatste al. van art. 66 moet bewaren?
Te regelen wie gedurende dien tijd bevoegd is tot het
doen van noodzakelijke betalingen of ontvangsten.
Eist.
72.
Hoe wordt gedurende dien tijd in de dienst voorzien?
»Moet de Dijkgraaf de brandkast met de stukken ook
medenemen en bewaren?"
Waarom is hier »beambte" gebezigd ?
„ Ressen en Doornik.
72.
Bij overlijden of ontslag van den ontvanger tijdelijk in
de dienst te voorzien.
„ Hurwenen.
„ Kossum.
„ Driel.
„ Hedel.
72.
Bij te voegen aan het slot: »terwijl een der sleutels
bedoeld bij art. 66 zoolang zal berusten bij één der Heem-
raden."
Eist.
73.
De noodheemraden door het Gecombineerd Collegie te
laten benoemen.
Mag een hoofdgeërfde noodheemraad zijn?
Polderdistrict de Lijmers.
73.
Is het wel wenschelijk ook de posthouders te beëedigeB?
Voor de noodheemraden is dit wenschelijk, vooral in ver-
band met art. 335. Het schijnt gevaarlijk hen de 1»"
voegdheid tot verbaliseren te geven.
i
Zie art. 72.
Het district dat, zooals Overbetnwe, een eigen gebouw
ïeeft, zal die stukken liever daar hebben, dan bij den ont-
ranger die elders woont.
Deze uitzondering wordt in art. 62 vermeld.
Het Polderbestuur blijft dan op de hoogte van alle be-
talingen, zonder inzage te nemen van de boeken des ont-
vangers.
Bij Prov. blad n". 80 van 1861 is de sluiting van de
dienst, (vroeger op 1 Aug, bepaald) gesteld op 15 Sep-
teniber, zoodat de termijn van 3 maanden te kort is.
Met het oog op de sluiting van de dienst, bij Prov
blad n". 80 van 1861 gesteld op 15 September, in plaats
van de vroegere bepaling op 1 Augustus.
Namelijk voor den tijd dat niet in de dienst is, voorzien
Vooral als art. 64 niet voorziet bij schorsing.
Hoofdstuk IV art. 21\'zegt: «ambtenaar."
Ter bevordering van den geregelden gang van zaken.
De Dijkstool zou zich wel kannen vereenigen met
eene bepaling in dien geest.
Derhalve mede door de hoofdgeërfden.
De Dijkstoel acht deze opmerking verkeerd.
Deze vraag is vroeger wel gedaan.
Posthouders zijn slechts adsistenten van den Heemraad
en treden niet zelfstandig op. Hunne bevoegdheid is ook
nergens in het Ontwerp geregeld en zij staan veelal op
eeu laag peil van ontwikkeling.
-ocr page 24-
18
18
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Polderdistrict Üverbeluwe.
De beëediging der lijdelijke ambtenaren in art. 73 be
doeld schijnt minder noodig, daarentegen wel van die in
art. 74 vermeld.
«
Alleen de Commissie met het opmaken der kiezerlyst
belast (art. 87) moet bevoegd zijn tot wijziging of aanvul-
ling, en niet de verschillende stembureau\'» op eenvoudig
vertoon eener volmagt. De Commissie moet op nieuw zit-
ting houden zoo spoedig mogelijk na de 8 dagen, bedoeld
in art. 84, al. 2, alwaar de Dijkgraaf moet ter tafel bren-
gen niet alleen de kennisgeving maar ook de aan hem
overgelegde volmagl
zelve, want dan kan de (\'ommissie in de
kiezerslijst de noodige aanteekeningen maken van de over-
legging en daarvan kennis geven aan het stembureau.
73 en 74.
De bevoegdheid tot het uitoefenen van het kiesregt
door anderen behoort — hoe moegelijk eene billijke toe-
passing daarvan ook zij — in den ruimst mogelijken zin
te worden gegeven, opdat ten allen tijde voor de grootst
mogelijke hoeveelheid grond kiesregt worde uitgeoefend.\'
Het ótgiusel van art. 84 is dus zeer goed, doch de
toepassing niet juist.
Het personeel der stembureau\'s is niet altijd deskundig
m te beoordeelen of de volmagten voldoen aan de bepa
lingen van het Burgerlijk Wetboek, te minder nu het
getal kiezers staat vermeerderd te worden en de Polderbe
sturen zelve hunne plaatsvervangers zullen aanwgzen.
Een onderzoek der volmagten kan noodig zjjn en dat
i\'aat niet staande de verkiezing. Onderzoekt de Commissie
alle volmagten en kennisgevingen, dan kunnen gevolmag
tigden ook veilig zitting hebben in het stembureau.
In verband daarmede schijnt art. 162 Regl. beter dan
art. 99 van het Ontwerp.
De in art. 77 (Ontwerp) voorgestelde wijziging van het
bestaande art. 149 voldoet niet aan de eisch van de bil-
lijkheid, daar deze medebrengt, dat men, indien men
eens het kiesregt verbindt aan het grondbezit en aan de
meerderheid van stemmen het regt toekent om te beslissen,
de feitelijke meerderheid niet weder kunstmatig tot eene
minderheid terug mag brengen (door bepalingen als in
art. 77 Ontwerp) en evenmin het stemregt aan den eenen
mag gunnen omdat hij wat meer —, aan den anderen ont-
liouden op grond dat hij wat minder bezit.
Naar volstrekte billijkheid mag men dus geen grondei-
genaar, hoe groot of klein ook, in zijn stemregt verkorten
en behooren de stemmen gelijkelijk naar het bezit tewor
den verdeeld.
Nevenstaande redactie van art. 77 schijnt hieraan te
voldoen binnen de perken der mogelijkheid.
Titel II
van het kiesregt.
77 en volgg.
te lezen:
>Kiezers in een district zijn:
a alle personen, maatschappen en zedelijke ligchamen,
die 10 of meer Hectaren land, waarvoor districtslasten
betaald worden, in eigendom, erfpacht of vruchtgebruik
binnen het district bezitten. Deze kiezers brengen voor
elk zoodanig tiental Hectaren één stem uit;
fj alle personen, maatschappen en zedelijke ligchamen
die minder dan 10, doch minstens 1 Hectare land, waar-
voor districtslasten betaald worden, in eigendom, erfpacht
of vruchtgebruik binnen het district bezitten, mits zich
vereenigende met elkander, tot dat zij gezamenlijk een bezit
van minstens 10 Hectaren vertegenwoordigen. Voor elk
zoodanig tiental Hectaren wordt één stem uitgebragt.
Voor deze personen , maatschappen en zedelijke ligcha
men wordt het kiesregt uitgeoefend zooals voor gemeen-
scha2>pelijke onverdeelde bezittingen is bepaald, met dien
verstande echter, dat van hunne vereeniging voor den
15den Maart worde kennis gegeven aan den Dijkgraaf en
van de vereeniging blijke uit de kiezerslijst. Verandering
in de zamenstelling van zoodanige vereeniging wordt niet
toegelaten zoolang de kiezerslijst van kracht is waarop
die voorkomt.
Het bezit der boven eenig tiental overschietende Hecta-
ren komt niet in berekening.
In geen geval kan door één persoon voor ieder en na-
mens anderen te zamen meer dan één derde van het aantal
77.
-ocr page 25-
19
19
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
steramen, dat op de kiezerslijst is vermeld , worden uitge.
bragt."
Wijders de verhouding boven de 20 Hectaren met 10
te doen opklimmen en voor elke 10 Hectaren één stem
meer, tot een maximum van 25 stemmen.
Dorpspolder Eist.
77.
Groote grondbezitters worden, in strijd met de bedoeling
bljjkens de Memorie, nog meer beperkt in hun invloed bij
de stemming »(anders is dat gedaan in art. 144)".
Het schijnt beter te behouden »voUe>i eigendom", daar
men anders niet weet wie kiezer is, de vruchtgebruiker
b. v. of de bloote eigenaar.
„ Zetten.
77.
«Bezwaar in te dienen tegen de verhouding zoo als die
in art. 77 is daargesteld met betrekking tot het stemrecht."
„ Lakemond.
„ Randwijk.
77.
De regten van den grooten grondeigenaar zijn in dit
art. te veel uit het oog verloren , terwijl de thans bestaande
bepalingen van het kiesregt gebleken zijn voldoende het
evenwigt tusschen de groote en kleine grondeigenaars te
bewaren, zoodat zij de voorkeur verdienen boven de voor-
gestelde.
„ Ressen en Doornik.
77.
De verhouding der uit te brengen stemmen tusschen
groote en kleine grondbezitters is niet genoegzaam evenredig.
„ Heteren.
77 en 144.
De kleine geërfden worden hier te veel bevoordeeld te-
genover de meer groote grondeigenaren.
Dijkstoel van Overbetuwe.
77.
De dijkstoel acht de bezwaren over de voorgestelde
wijziging van stemregt juist en de becijfering van den
dorpspolder Elst volkomen waar.
Polderdistrict Rijk van Nijmegen.
77.
Het bestaande voorschrift te behouden.
Vier leden van het gecombineerd collegie wenschten
evenwel ook nog verandering in het bestaande artikel.
Dorpspolder Beuningen.
77.
In dit art. wenscht men de reeks getallen die voorkomt
in art. 140 van het bestaande reglement te behouden.
Polderdistrict de Lijmers.
77.
Het schijnt onbillijk dat een grondeigenaar van meer
dan 200 hektaren geene meerdere bevoegdheid tot het
uitbrengen van stemmen heeft.
Dorpspolder Haaften.
17, 77 en 144.
In deze artt. de uitdrukking »vollen eigendom" te be-
houden.
Polderdistrict Tielerwaard.
77.
Het woord > eigendom" behoeft meer omschrijving.
„ Nederbetuwe.
78 en 146.
De «maatschappen en zedeljjke ligcharoen" uit de artt.
80 en 148 naar deze artt. over te brengen.
Bij de uitbreiding van het kiesregt in dier mate, dat
Zelfs aan bezitters van 2 Hectaren stemregt wordt toege
kend schijnt dus de in het Ontwerp voorgestelde verhou-
ding niet billijk.
Volgens het tegenwoordige reglement hebben b. v
40 eigenaars, elk met 5 hektaren dus 200 hektaren, ieder
1 stem = 40 stemmen en 1 eigenaar met 200 hektaren
10 stemmen zoodat het verschil 30 stemmen bedraagt.
Volgens het ontwerp hebben:
100 eigenaars, elk met 2 hektaren dus 200 hektaren,
ieder 1 stem = 100 stemmen en 1 eigenaar met 200 hekt-
aren
14 stemmen, zoodat het verschil 86 stemmen bedraagt.
>De magt in banden van den minderen kan de speelbal
worden van dezen en genen intrigant, wiens lust het is
oui den meerderen te dwarsboomen."
De uitbreiding van 10 tot .15 stemmen voor hem die
meer dan 200 hektaren bezit is geen waarborg maar dient
slechts om de overmagt van den minderen te temperen.
Het omgekeerde is verkregen van hetgeen men zich,
blijkens de Memorie van Toelichting, had voorgesteld
Anders zullen de kleine grondeigenaars de groote te veel
overstemmen.
Daar ook dit aan groote grondeigenaren te weinig stem
men bezorgt.
In verband met alinea 3 van dit artikel.
Eigendom omvat zoowel vuile als bloote eigendom en toch
wenscb.t men den blooten eigendom te weren.
Anders toch zouden eigenaar en vruchtgebruiker van
hetzelfde land kunnen stemmen.
Het zal namelijk wel de bedoeling zjjn dat bestuurders,
l\'Ten als gezamenlijke eigenaars, opgeven wie hunner het
^mregt zal uitoefenen.
-ocr page 26-
20
20
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Dorpspolder Maurik.
80, 148.
80.
80.
81.
80.
80.
«Moeten de landen van de vrouw of minderjarigen ge-
voegd worden bij die van den man of vader?
Polderdistrict Tielerwaard.
Mannen en vaders ook te doen kennis geven.
Voor pleegbevolenen" een beter woord te kiezen.
De 2de alinea van art. 144 van het Reglement te behouden.
i
Dit art. en de daarmede in verband staande te verdui-
delijken door uit te drukken of onder meerderjarige zoom
ook aangehuwden zijn begrepen.
Alinea 2 te lezen als volgt: >Zij zyn verpligt jaarlijks
vóór den 15den Maart van hun verlangen daartoe aan don
dijkgraaf schriftelijk kennis te geven, met opgave van den
naam van den persoon die het kiesregt zal uitoefenen."
De algemeene bekendheid is anders het eenige bewjji
roor hunne bevoegdheid.
Het heeft eenigszins den schijn of alleen weduwen zich
[unnen laten vertegenwoordigen en vrouwen niet.
De dijkstoel meent dat deze verduidelijking, desnoods in
ie Memorie, zeer gewenscht is, alhoewel in zijn district
jok de aangehuwde zoons er steeds onder begrepen zijn.
Ter bevordering van de regelmatigheid bij de verkiezingen
e bepaling zoo algemeen mogehjk te maken en vooral de
tiezerslijsten zoo duidelijk in te rigten , dat misvattingen
dechts zelden kunnen voorkomen en dat, na de vaststelling
ran de kiezerslijst, geene veranderingen of formaliteiten
willig zijn.
Het is wenschelijk dat de namen en voornamen van de
mannen, vaders, voogden enz. die zullen stemmen bekend
sijn, terwijl het bij bestuurders, voogden, curatoren enz,
Dok noodig is te weten wie hunner het stemregt zal uit-
Defenen. Uit de tegenwoordige redactie bbjkt dat niet altyd.
Dorpspolder Haaften.
Gameren.
Polderdistrict Veluwe.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Alinea 2 te lezen: »Zij die van deze bevoegdheid wen-
schen gebruik te maken zijn verpligt jaarlijks voor den
15don Maart daarvan aan den dijkgraaf schriftelijk kennis
te geven, met opgave van de namen en voornamen van
hen die zullen optreden."
Hier te plaatsen dat de schriftelijke volmagt van kracht
blijft tot zij ingetrokken wordt.
Kunnen voogd , curator enz. ook nog 3 volmagten heb-
ben of slechts 2?
Door »o/ op andere wijze vervallen" worden zeker bedoeld
de gevallen vermeld in art. 1850 B. W.?
»De chaos van verwarringen was te voorkomen door,
daar art. 85 de kohieren als grondslagen vaststelt en de
lijst van kracht blijft tot 15 Mei (art. 90) de Ljjst als
basis te houden, ook op grond van art. 89 laatste alinea
welke veranderingen er ook plaats hadden, behoudens de
nieuwe bepaling van art. 84, de gemagtigde is kiezer(s)
en blijft dat totdat hij die hem dat kiesregt gaf, dat regt
herroept of opzegt."
80.
82.
Dorpspolder Oosterhout. \\
Slijk Ewijk-i
Eist.
82.
Tal an vragen doen zich omtrent de nieuwe bepaling
roor: Wie beoordeelt of de volmagt vervallen is? Het
tembureau is vaak onkundig van het overlijden, het
rawelijk der vrouw enz., en laat het onkundig iemand als
;emagtigde toe, die wist dat zijne volmagt vervallen was,
s dan de verkiezing nietig als de uitgebragte stemmen
fan invloed zjjn?
Of: het stembureau weigert een gemagtigde toe te laten
3P grond an een gerucht van overlijden dat later blijkt]
falsch te zijn.
Moet het stembureau weigeren dat A stemt zoo het
lVeet dat diens vrouw overleden is ?
»Door huweljjk der vrouw vervalt de volmagt, mag zij
Ju daarna, door man geadsisteerd, nieuwe volmagt geven
rolgens art. 84?"
Het is zeker de bedoeling der kiesbevoegdgeid, gegeven
nJ de artt. 78, 80 en 81, te beschouwen buiten de hoe
"aigheid van gemagtigde, evenzeer als dat de volmagt van
eie onverdeelde bezitting voor die van één persoon moet
"elden.
In de 3de alinea, achter het woord: >zich" bij te voe-
gen : »of voor de personen welke hij ki-achtens art. 80 ver-
tegen woordigt."
Polderdistrict Nederbetuwe.
82.
-ocr page 27-
21
21
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
TOELICHTINGEN.
Aan merk in gen.
OPMERKINGEN.
Aan dit art. de laatste alinea van art. 80 toe te voegen.
»Wordt gewenscht «doorloopend."                                                                                                            ■ • ■ ~ cht.
Soortgelijke bepaling als in de laatste alinea van art. 80
bij dit art. te voegen
83.
83.
83.
83.
83.
Dorpspolder Lcnt.
          Bemmel.
Eist.
Met bijvoeging van liet 3de Hd van art. 80."
Na de vaststelling der kiezerslijsten moeten geenerle:
formaliteiten meer door de kiezers worden in acht geno-
men, maar alle noodige gegevens voor de verkiezing voor
handen zijn. Achter het art. behoort te dien einde U
worden gevoegd:
»Vóór dien dag moet ook de afgegeven volmagt worden
overgelegd," en daarna de 2<lc alinea van art. 101.
Aan liet slot toe te voegen: »Die opgave wordt geacht
doorloopend te zijn en van kracht te blijven tot zij i-
herroepen, opgezegd of vervallen, indien het tegendeel
daaruit niet blijkt."
           Rossen en Doornik.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
Dit zal het werk der verkiezingen zeer vereenvoudigen
n de beoordeeling der volmagten zal dan geschieden door
Ie Commissie belast met het opmaken der kiezerslijsten,
ie ze behoorlijk kan overwegen. Staande de verkiezing
(in daaraan niet de noodige aandacht worden gewijd,
ooral niet door Poldermeesters.
De Dijkstoel acht deze bijvoeging v/enschelijk.
83.
Dorpspolder Hurwenen.
           Kossnm.
Driol.
           Bedel.
Polderdistrict Velnwe.
Wegens het bij art. 80 medegedeelde beginsel.
«onder overlegging van de
Aan het slot bij te voegen:
vereischte volmagt."
83.
Dergelijke regeling zou het verkiezingswerk zeer vereen-
oudigen en geeft ook het voordeel, dat de beoordeeling
er volmagten zal geschieden door de Commissie belast
net het opmaken der kiezerslijsten, die ze dan behoorlijk
ui overwegen, terwijl daaraan staande de verkiezing,
\'ooral door Poldermeesters, niet de noodige aandacht kan
forden gewjjd.
Na de vaststelling der kiezerslijsten behoorden er door
de kiezers geenerlei formaliteiten meer in acht genomen
behoeven te worden , maar dan dienden alle gegevens voor
de verkiezingen voorhanden te zijn. Te dien einde zou
achter aan dit art. moeten volgen: »Vóór dien dag moe-
ten ook de afgegeven volmagten worden overgelegd", en
wijders zou daarachter gebragt moeten worden de 2de zin-
snede van art. 101.
83.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Ook dit art. zou dan moeten vervallen, hetgeen echter. ■ ü°or dit art. toch wordt het werk der Commissie, be-
ook met behoud van het voorgedragen stelsel, zeer wen-floeld in art. 87, voor een deel krachteloos gemaakt en
schelijk schijnt, daar het \'art. aanleiding zal geven tot»an den Dijkgraaf datgene opgedragen wat bij de zamen.
een handel in volmagten en tot tal van knoeijerijen.j faling van de lijst door de Commissie wordt gedaan
Kan een gemagtigde aan de verkiezing deel nemen in-1 Volgens art. 18S0 van het Burgerlijk Wetboek eindigt
dien de lastgever is overleden of in een der andere boven- l,lstgeving o. a. door den dood, de curatele, den staat
genoemde gevallen is gekomen , doch daarvan in \'t geheel ■an faillissement of van kennelijk onvermogen , zoowel
niet of eerst na verloop van de acht dagen na de een* Jan Jen lastgever als van den lasthebber
afkondiging der verkiezing, kennis is gegeven aan den
Dijkgraaf V
Moet een gemagtigde worden toegelaten die even vó«r
de verkiezing onder curatele is gesteld of in staat va»
faillissement of van kennelijk onvermogen is geraakt, ü"11\'
der dat daarvan de noodige kennisgeving is gedaan?
Kt.
»            »            M
84.
Dorpspolder Leut.
-ocr page 28-
22
22
NAMEN
der
Betrekkelijke
artikelen
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
van bet
Ontwerp.
Dorpspolder Eist.
84.
Kunnen de erfgenamen bij overlijden volmagt geven?
Polderdistrict Bommclerwaard
84.
Dit art. te doen vervallen en zooals in art. 78 is om.
beneden den Meidijk.
schreven slechts ééns per jaar, vóór 15 Maart, gelegen.
heid te geven om schriftelijke kennisgevingen voor aan
te stellen gevolmagtigden te doen.
Polderdistrict Bomraelenvaard
84.
Dit art. te doen vervallen, daar het aanleiding za
boven den Meidijk.
geven tot een »handel in volmagten" en tot tal van
knoeijerijen.
Polderdistrict Veluwe.
84. .
Denzelfden datum in dit art te behouden en dus ver-
pligtend te stellen de opgave der wijzigingen en veran-
deringen vóór het vaststellen der kiezerslijsten, wanneer
men wenscht ze van kracht te doen zijn bij de verkieziii-
gen van het loopende jaar.
Dorpspolder Eist.
85 en 86.
Moet hier de modelstaat C niet gevolgd worden daar
hier is voorgeschreven de vermelding zooals elk op 1
Januarij op de kohieren staat?
„ Wageningen en
85 en 239.
Het kadaster als grondslag voor het opmaken van kie-
Bennekom.
-
zerslijsten en kohieren aan te nemen.
„ Lent.
86.
Het brengen van al de geërfden op de lijsten is ever
nutteloos als omslagtig, want van vele geërfden weet men
per se dat zij toch niet kiesbevoegd zijn. Het is onnoodige
moeite zoowel voor poldermeesters, met de opmaking be-
last, als voor de Commissie aan wie de zamenstelling dei
algemeene lijst is opgedragen.
Dit art. alzoo te wijzigen als volgt: »Jaarlijks vóór den
Jsteu Maart zenden poldermeesters aan den dijkgraaf lijsten,
bevattende in alphabetische orde de namen, voornamen
en woonplaatsen van de geërfden die op den 1ste Januani
daar te voren voor twee of meer hektaren in hunne pol"
ders op de kohieren geboekt staan, alsmede van die, of-
schoon alsdan minder dan twee hektaren bezittende, ook
nog in een of meer andere polders van het district ge\'
erf zijn."
Polderdistrict Nederbetuwe.
86.
De hier bedoelde lijsten opgaven te doen bevatten
voor vrouwen, minderjarigen en verpleegden van de na-
men hunner mannen, vaders, voogden en bewindvoerders
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
Wenschelijk ten einde bevoegden niet buiten hunne
schuld van het stemregt nit te sluiten.
Niet alleen meerdere werkzaamheden voor het bestuur
maar ook intrigeren bij herstemmingen en omkooping van
kiezers door partijen zullen het gevolg van het art zijn,
Het is trouwens voldoende, indien hij die belang in het
beheer van het district stelt daarvan éénmaal per jaar
kan doen blijken.
Het werk der Commissie, bedoeld in art. 87, wordt door
dit art. voor een deel krachteloos gemaakt en aan den
Dijkgraaf opgedragen wat bij de zamenstelling van de lijst
door de Commissie wordt gedaan.
In verband met het opgemerkte bij de artt. 80 en 83
Zie ook de opmerking bij art. 101.
Volgens modelstaat C , in art. 241 vermeld, worden de
eigendomsveranderingen vermeld van 1 Mij tot uit0. Junij
Deze grondslag is de zuiverste en kan onregelmatighe-
den verhoeden. Dit verdient te meer aanbeveling door de
aanstaande herziening van het kadaster, terwijl de kosten
geen beduidend bezwaar opleveren wanneer bij het kadaster
jaarlijks leggers en plans worden bijgewerkt.
In vele polders werden tot heden dan ook slechts die
geërfden op de lijsten gebragt die meer dan 5 hektaren
in den polder bezaten en van die welke aldaar wel minder
dan 5 hektaren bezaten, doch ook nog elders geërfd waren.
Poldermeesters weten zeer goed of iemand ook elders
geërfd is en mogt dit van iemand niet bekend zijn, zoo-
dat hij niet op de lijst wordt gebragt, dan heeft de be-
langhebbende gelegenheid bij de ter visie legging der al-
gemeene lijst dit abuis te doen herstellen.
De Commissie belast met de zamenstelling der algemeene
jhjst, kan oordeelen of het gezamenlijk bezit voldoende is
V(wr de kiesbevoegdheid en heeft zelfs gelegenheid om die
\'!)st niet meer naauwkeurigheid op te maken.
Zeer tot gemak van den Dykstoel.
-ocr page 29-
23
23
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
Polderdistrict Vela we.
86.
In plaats van »lst«n Maart" te lezen »l»tcn Februarij".
Het slot te lezen: »op de kohieren der polders geboekt
staat."
In het slot de uitdrukking >op de kohieren" te verdui-
delijken door bijvoeging van: »des polders".
Aan het slot bij te voegen: «Lijsten die na dien datum
inkomen blijven buiteu aanmerking".
Op de kiezerslijst de overgelegde volmagten te vermelden
of nog beter op de kiezerslijst, behalve eene kolom bevat-
tende de namen der personen, die in plaats der grondel
genaren het kiesregt zullen uitoefenen, eene kolom te be
stemmen ter aanhaling van het artikel krachtens hetwelk
de plaatsvervanger optreedt.
Aan het slot te laten volgen: svoor zooverre deze a
dan bekend zijn."
Het gecombineerd collegie deelt het hieromtrent in de
Memorie van Toelichting medegedeelde niet.
»Omdat poldermeesters dit dikwijls verwarren met leg-
gers van het kadaster."
Dorpspolder Nijbroek.
86.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Polderdistrict Overbetuwe.
86.
Ten einde nalatigheid in de tijdige toezending te voor-
komen.
Onmisbaar.
87.
Dorpspolder Lent.
87.
87.
87.
87.
88.
88.
88.
Bij het opmaken der algemeene lijst kent men niet al-
tijd alle gemagtigden; die kunnen nog later worden op-
egeven (zie art. 84).
Eist.
Aan het slot bij te voegen: »voorzoover alsdan bekend."
Bij te voegen »poldersgewijze".
Polderdistrict Tielerwaard.
Anders wordt voor polderbesturen of liever voor het
stembureau de behandeling zeer lastig.
Ten einde eenig middel te hebben om de dorpspolder
besturen tot werkzaamheid aan te sporen en de tijdige
naleving van het Regl. te verzekeren.
Daar het ieder jaar hetzelfde is.
Anders zal veel nutteloos schrijfwerk moeten veriïgt
worden, want het vrij kostbare drukken der lijsten zal wel
uitzondering blijven.
De vroegere uittreksels te behouden, wegens de grootei
kosten verbonden aan het maken van afdrukken of af-
schriften.
Door verandering van den datum der ter visie legging
nebben de geërfden meer tijd voor hunne reclames.
Anders moet er veel nutteloos schrijfwerk worden ver-
rigt, dewijl het drukken der lijsten wel tot de uitzonde-
ringen zal blijven behooren en bovendien vrij kostbaar is
Ter wille der billijkheid.
Volgens den Dijkstoel juist.
Veluwe.
Aan het slot bh\' te voegen: > Lijsten die niet tijdig zijn
ingekomen kunnen worden ter zijde gelegd."
Dorpspolder Eist.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
Is die afkondiging wel noodig?
Te bepalen dat ook uittreksels vermeldende de kiesge-
regtigden, die landen in den betrokken polder hebbeu
liggen, aan de poldermeesters kunnen worden gezonden.
Alinea 1 te lezen: »Van deze algemeene lijst, door den
dijkgraaf en de leden der commissie geteekend, worden
aan poldermeesters uittreksels gezonden en van den 15dcn
Maart tot den lsten April ter inzage van een ieder gelegd."
Polderdistrict Veluwe.
Te bepalen dat ook uittreksels, vermeldende de kiesge-
regtigden die landen in den betrokken hebben liggen, aan
de poldermeesters kunnen worden gezonden.
Het regt om bezwaren in te dienen ook uit te strekken
tot de in de 2dc alinea\'s van de artt. 80 en 81 vermelden
en tot hen die volgens art. 83 optreden.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
88.
89.
Dorpspolder Hetercn.
-ocr page 30-
24
24
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen,
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
89.
89.
90.
Dorpspol der Eist.
Polderdistrict Velnwe.
Dorpspolder Lont.
Welke kohieren, van den polder of van het district?
In plaats van »3\'kn Mei" te lezen »15a" April", alsmede I
»15den Mei" te veranderen in: »lsten Mei".
De waarde van de juiste naleving van de verschillende
wordt door de wijziging der datums meer verzekerd
Art. 91 heeft zonder die wijziging geene waarde.
90.
Indien in de hier bedoelde lijst ambtshalve wijzigingen
gebragt zijn, dient zij weder ter visie gelegd te worden,
want niet alleen de belanghebbende maar ieder kiezer be-
hoort daarvan kennis te dragen, ten einde in de gelegen-
heid te zijn tegen de wijziging bezwaren in te brengen.
Ambtshalve wijziging kan hard zijn en daarmede wordt|J
niet nageleetd de laatste al. der Toelichting op art. 78.
A heeft de zaak b. v. nagegaan en, z i. te regt, bemerkt
|at B niet voorkomt op de kiezerslijst, doch nu brengt de dijk
iel B later ambtshalve op de lijst. Wordt dit nu niet
er kennis van A gebragt, dan is hem de gelegenheid be-
j\'imi-n om het onjuiste daarvan aan te toonen.
Daar nu niet meer in beroep te komen is.
Andere personen dan de belangstellenden weten of höo-
90.
Eist.
en daar niets van.
De zaak wordt feitelijk onmogelijk , als er veel recla-
i.\'-s zijn.
Met het oog op de uitspraak van Gedeputeerde Staten,
edoeld in art. 91, die zooals de zaak nu is geregeld,
liramer vóór den dag, bepaald voor de periodieke aftre-
ling, zal kunnen zijn geschied.
Volgens art. 95 is de dag der verkiezing op den l»\'en
onderdag in Junij , een kiezer kan dus van zijn kies-
igt verstoken worden.
De kiezerslijst van Overbetuwe voor 1878 b. v. beslaat
0 bladzijden druks en wordt door vermeerdering der kie-
■ers welligt dubbel zoo groot en veel duurder. Wordt er
v. 1 exemplaar aangevraagd nadat de oplage uitgeput
dan zoude een kostbare herdruk noodig zijn.
Anders kan de secretaris wel altijd afschriften laten
ïaken.
In groote districten zal een goed deel van Vrijdag na
e verkiezing verstreken zijn eer dat de uitslag der stem\'
ung geconstateerd is en dan kan bij eventuele herstem\'
mg de zoo noodige publiciteit aan den uitslag niet meer
Bgeven worden op den volgenden Zondag.
90.
lid.
Polderdistrict Nederbetuwe.
De termijn van 3 dagen is te kort.
90.
Gelder sche Maatschappij van
Landbouw.
De termijn van 15 Mei is te laat, en behoorde éénl
maand vroeger te zijn bepaald, en in verband j[daarmede|
ook de termijnen bedoeld in de artt. 78, 80, 83, 86.
88 en 89 evenredig vroeger te worden gesteld.
De tijdsbepaling voor de beslissing door Gedeputeerde
Staten te nemen acht men te lang.
91.
Polderdistrict Boininelerwaard
beneden den Heidijk.
Polderdistrict Oyerbetnwe.
94.
Achter dit art. te voegen: »inits dit vragende vóór 1
April van elk jaar."
Dorpspolder Eist.
94
Achter »afdrukken" te voegen : »zoolang afdrukken voor-
handen zijn."
De verkiezing te doen plaats hebben op Dinqtdag in
plaats van op Donderdag, even als bij alle andere verkie-
zingen in den lande.
Polderdistrict Overbetuwe.
95.
Wanneer zal de verkiezing plaats hebben als 1 Junij
op Hemelvaartsdag valt?
In plaats van den eersten Donderdag was beter: in de
eerste week der maand Junij.
Is er wel op gelet dat de eerste Donderdag in Juni)
op Hemelvaartsdag kan vallen?
Dorpspolder Hnissen.
95.
95.
95.
Angeren.
Keeds in 1880 zal dit b. v. plaats hebben.
Dorps pol der He teren.
-ocr page 31-
85
2 5
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Aanmerkingen.
«Het zou kunnen gebeuren dat op 1 of 2 Junij Hemel-
vaartsdag was."
Moet het verkiezingswerk toch plaats vinden indien de
eerste Donderdag in Junij toevallig Hemelvaartsdag is ?
Dit art. te wijzigen door niet op genoemden Donderdag
verkiezingen te houden, daar deze op Hemelvaartsdag kan
vallen.
Hoe zoo die Donderdag op Hemelvaartsdag valt?
Er dient op te worden gelet dat Hemelvaartsdag of dr
R. K. Sacramentsdag op dien Donderdag kunnen vallen.
Met het oog op de ter zijde aangehaalde artikelen wordt
in overweging gegeven om bij een n\'iema artikel aan het
Gecombineerd Collegie bevoegdheid te geven om, desnoods
onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, te regelen
wat te verstaan is onder afkondiging en aanplakking.
95.
95.
95.
95.
95.
Dorpspolder lU\'iiiiilt\'l.
           Leut.
           Oosterhont.
           Slijk Kwijk.
KIst.
           Ressen en Doornik. |
Polderdistrict Overbetuwe.
Volgens den dijkstool is dit teregt opgemerkt.
Bekendmaking door afkondigen en aanplakken, in de hier
nevens aangehaalde artikelen des Zontlagê voorgeschreven,
is in Overbetuwe ondoelmatig en in enkele gevallen onuit-
oerbaar, daar op eenige dorpen het afkondigen op dien
ag is afgeschaft.
97
307,
314J
344
348*
3G5,
97.
»Wordt wenschelijk geacht om te voren het locaal der j
stemming door afkondiging bekend te maken."
Beteekent »de plaats" der verkiezing , in de laatste alinea, I "9 Let tegenwoordige reglement scheen men het eerste
de af deeling of polder of wel liet lokaal? Ook de aan wij zing W^ bedoelen en werd alleen de af deeling of polder in de
Dorpspolder Bemin el.
97.
Lent.
Publicatie aangegeven.
van het lokaal is noodzakelijk.
97.
Te bepalen dat ook de plaat*, waar inlevering van billet
ten moet geschieden, moet worden bekend gemaakt.
Eist.
Wijl
an het aflezen aan de kerken tegenwoordig bijna
jeen nota meer genomen wordt.
Te bepalen dat de annonces tevens twee malen zullen
worden geplaatst in eene der in het district het meest ge-
lezen couranten.
Dit art. te lezen als volgt: De Dijkgraaf roept, op de
wijze door het Gecombineerd Collegie vast te stellen, de
kiezers tot de verkiezing op."
«Daarbij vermeldt hij dag en plaats der verkiezing en
het getal keuzen dat te doen is."
Bij deze beide artt. te voegen: »en door advertenties W
de meest gelezene couranten in het district."
Achter alinea 2 te laten volgen: «Indien het Gecoffl-
bineerd Collegie meerdere bekendmaking wenschelijk acht
geschiedt dit op door dat Collegie te bepalen wijze."
97.
Polderdistrict Wageningen en
Bennekom
De wijze van publicatie aan het beleid van hetGecom-
bineerd Collegie over te laten.
Dit geldt voor alle afkondigingen in het Ontwerp be-
\'°eld. Klokspraken verliezen langzamerhand voor publice-
\'ug hunne waarde.
97.
Veluwe.
97 en 152.
Dorpspolder Nijbroek.
°pdat, waar noodig, ook bekendmaking in de dagbla-
en knnne worden voorgeschreven.
97.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
-ocr page 32-
26"
26
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
De 3e en 4e alinea te vervangen door:
iDe kiezer welke buiten het district woont, geeft in
de week volgende op de eerste afkondiging der verkiezing
schriftelijk aan den Dijkgraaf kennis van den dorpspolder
of de afdeeling waarin hij verlangt zijn stem uit te brengen,
van welke kennisgeving de Dijkgraaf zoo spoedig mogelijk
mededeeling doet aan het betrokken stembureau."
Wordt hier onder kiezer ook verstaan gemagtigde of
moet de gemagtigde, die in een anderen polder of andere
afdeeling van het district woont als de lastgever, stemmen
ter woonplaatse van den lastgever?
In alinea 2 wordt gezegd *waar zij wonen." Is hiermede
bedoeld de woonplaats vermeld op de kiezerslijst of de
nieuwe woonplaats werwaarts een kiezer is vertrokken, na
het opmaken der kiezerslijst doch nog voor de verkiezing?
De laatste alinea te laten luiden evenals die, van art. 80.
Bij te voegen dat de kiezers hunne stem kunnen uit-
brengen waar zij verkiezen, mits voldoende aan de 4\'
alinea.
Polderdistrict Overbetuwe.
98.
Dorpspolder Leut.
98.
Voor gemak van den kiezer buiten het district, die
>. v. beneden woont, doch zijn land boven in het district
ïeeft liggen en dus vele stembureau\'s zou moeten passeren,
om te gaan stemmen.
Volgens den Dijkstool is dit juist.
Iemand die alleen te Gent b. v. geërfde is of geen
kiezer is en buiten het district woont zal dus, indien hij
Beteren.
Niet duidelijk en niet voor het gemak der kiezers
De drie eerste alinea\'s te behouden. Alinea 4 te wgzi-
gen als volgt: »Indieu een kiezer buiten het district woont
en zijne bezittingen in meer dorpspolders of afdeelingen
gelegen zijn, geeft hij" enz. Nieuwe alinea: »Kiezers die
in een anderen polder of afdeeling hunne stemmen wen-
schen uit te brengen zijn verpligt in de week" enz. liet
verdere eveneens gelijk alinea 4.
Alinea 6 te vervangen door eene bepaling als van arti-
kel 80 alinea 3.
Dit artikel houdt niet in waar de gemagligden moet
stemmen.
Waarom de kennisgevingen hier niet geacht doorloo-
pend te zijn, zooals bij de artt. 80, 81, 148 en 149?
De kennisgeving in dit art. bedoeld doorloopend te
doen zijn.
Het begin van dit art. te lezen: >De kiezers of hunfl^
gemagtigden brengen enz."
In alinea 4 de woorden: »in de week volgende op <le
eerste afkondiging der verkiezing" te veranderen in: »vóo\'
het vaststellen der kiezerslijst "
Aan het slot van alinea 4 de woorden: »zoo spoedig
mogelijk" te vervangen door: »bjj de kiezerslijst."
98.
Eist,
optreedt als gemagtigde van 3 geërfden die resp
in Heieren, Zetten en KIst geërfde zijn, naar alle vier
stembureau\'s moeten reizen!
Worden de gemagtigden als kiezers beschouwd? Zoo ja
dan bestaat alle grond voor de bewering bij art. 82 aan
het slot vermeld; zoo neen waar moet deze dan stemmen,
vooral zoo hij gemagtigde is van meer?
De Dijkstool acht deze opmerking juist
i
Polderdistrict Nederbetuwe.
98.
Dorpspolder Avezaath (Kapel
en Kerk)
Polderdistrict Buren.
98.
Evenals bij de artt. 80, 81, 148 en 149 is voor-
geschreven.
98.
98.
Veluwe.
Naar aanleiding van het vroeger opgemerkte ten op-
-"gte van de waarde der kiezerslijsten wordt voorgesteld
«in alinea 4 vermelde kennisgeving verpligtend te stellen
ro°r het vaststellen der kiezerslijsten.
-ocr page 33-
27
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Alinea 4 te doen luiden: »Is enz: ... . dan geeft hij
vóór den 15deu Maart" (of in verband met de opmerking
bij art. 90 »vóór den 15de"> Februarij") «schriftelijk aan
den Dijkgraaf kennis van den dorpspolder of de afdeeling
waarin hjj verlangt zijne stem uit te brengen."
Voorts duidebjkheidshalve in dit art. te spreken van
»kiezers of die hen vervangen."
Art. 162 Kegl. verdient verre de voorkeur boven dit
artikel. Wil men art. 99 als regel stellen, dan dient de
afwijking althans mogelijk gelaten te worden.
In verband met de opmerking bij art. 83 gemaakt
98.
Gelderseh\'e Maatschappij van
Landbouw.
Als meer waarborgen gevende voor geschikte personen
in het stembureau.
Indien de beoordeeling der volmagten aan het stem-
bnreau wordt overgelaten kan één Polderbestuur, door al-
of niet-toelating van personen wier volmagt aan twijfel
onderhevig is, telkens eene verkiezing ongedaan maken.
Dit is bij art. 162 van het bestaande reglement uitge
maakt, doch bij het ontwerp niet, hoe wel dat met het
oog op art. 103 noodig is.
De vermelding hiervan is noodig met het oog op art. 103
99.
Polderdistrict Overbetnwe.
Wie is voorzitter van het stembureau indien de voor-
zittende Poldermeester, overeenkomstig alinea 2 van dit
art., is vervangen ?
Wie is voorzitter ?
Wie bekleedt het voorzitterschap indien de president
Poldermeester afwezig is?
Is de voorzittende Poldermeester tevens voorzitter van
het stembureau?
Daarin op te nemen: »Het stembureau bestaat uit een
Poldermeester als voorzitter en twee geërfden, die door
den voorzittenden Poldermeester worden aangewezen." Ver
der alinea 2 te doen vervallen.
Aan het slot van dit art. bij te voegen: »en waar
slechts twee Poldermeesters zijn ook het derde lid van het
stembureau."
Aan het slot van alinea 2 te laten volgen: »en waar
slechts twee Poldermeesters zijn, ook het derde lid van
het stembureau."
Te bepalen dat de stembriefjes alleen zullen gezonden
worden aan de kiezers die in het district wonen en dat
zij, die daar buiten wonen, ze kunnen laten halen aan liet
bureau waar zij stemmen.
Wie moet de kosten betalen van het rond brengen der
stembriefjes ?
Achter het aantal stembriefjes te voegen: »benevens de
lijsten en processen-verbaal van inlevering der stembriefjes.
99.
99.
99.
99.
99.
Dorpspolder Lent.
Eist.
          Bessen en Doornik
Polderdistrict Nederbetuwe
Dotpspolder Dreumel.
99.
Wenschelijk met het oog op de bjj art. 127 verlangde
wijziging van het getal Poldermeesters.
Polderdistrict Veluwe.
99.
Met het oog op de opmerking bij art. 127 gemaakt.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
100.
Polderdistrict Overbetuwe.
100, § 1.
Dorpspolder Huisseu.
Volgens den dijkstoel is deze opmerking te regt
Igemaakt
-ocr page 34-
28
28
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Achter het woord «stembriefjes" in den tweeden regei
te voegen »en ljjsten bedoeld bij art. 104."
Poldermeesters hebben slechts 7 min 5 = 2 dagen tijd voor
het rondbrengen der stembriefjes. In groote polders is da;
in dien korten tijd ondoenlijk en in ieder geval lastig
Indien de kiezer of gemagtigde buiten den dorpspolder
of de afdeeling woont waar hij stemmen zal, kunnen
de stembriefjes voor zoo iemand ter post worden gedaar.
en dient dit franco te geschieden ?
Hoe moeten Poldermeesters stembriefjes bezorgen aan
kiezers buiten den polder of het district woonachtig en
wie betaalt de kosten dier rondbrenging ?
De tjjd van 2 dagen voor de verzending der stembriefjes
door den Dijkgraaf aan Poldermeesters en door deze aan
de kiezers is zeer kort, terwijl het rondzenden slecht*
dient te geschieden »voor zoover de kiezers in den dorps
polder of de afdeeling woonachtig zijn."
Dorpspolder Lent.
100.
100.
Hemmen.
Het is moeijelijk aan buiten \'s lands wonende kiezers of
tm hen, die geen vertegenwoordiger hebben en wier ver
lijfplaats onbekend is, stembriefjes te zenden.
De laatste alinea brengt overigens mede, dat de Dijk
raaf aan eiken dorpspolder een dubbeltal stembriefjes
aoet zenden.
Heteren.
100.
Hoe worden de briefjes door Poldermeesters verzonden
en hoe b. v. aan hen die in Oost-Indië zijn ?
Het slot van alinea 1 te lezen : Deze stellen die briefjes
minstens 5 dagen vóór den verkiezingsdag, voor de kieze
of die hen enz. vertegenwoordigen en ten getale gelijk
aan het aantal stemmen, dat zij geregtigd zijn uit te bren
gen , ter beschikking bjj den secretaris van den dorpspol
der of afdeeling."
Art. 163 bestaande liegl. te behouden.
Door wien worden de stembriefjes aan de buiten het
district wonende kiezers gezonden, en hoe te handelen als
de woonplaats onbekend of buitenslands is?
Het 1\'te lid van dit art. geeft een groot ongerief en
veroorzaakt onnoodige uitgaven, èn voor de dorpspolders
èn voor de kiezers.
Dit lid behoort derhalve te vervallen, even uls het 4*
en weder vervangen te worden door art. 163 (Regl.), dn
niet de minste moeite geeft, geregeld werkt en in allen
deele voldoet.
De tyd van 2 dagen voor de verzending der stembriefje*
is te kort. Het schijnt beter te bepalen dat zij 2 of
dagen vóór den dag der verkiezing moeten worden bezorg
100.
Elat.
Voor de kiezers vermeld in alinea 2 zouden de briefjes
an verkrijgbaar moeten zjjn bij den Dijkgraaf.
Het meerendeel der geërfden verlangt dit.
100.
100.
100.
          Ressen en Doornik
Polderdistrict Nederbetuwe.
Dorpspolder Echteld.
Hierdoor zal oponthoud voorkomen worden bij de be
zorging en de dag der verkiezing beter in herinnering
HJven, en eindelijk zal het verloren gaan der briefjes
\'inder plaats hebben.
Mauiïk.
100.
-ocr page 35-
29
29
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
...........
Polderdistrict Tielerwaard.
100.
Het woordje >tyd" te vervangen door: »datum".
Dorpspolder Opijnen.
100.
Te bepalen dat kiezers die niet in den polder wonen
iemand in den polder moeten aanwijzen bij wien de stem.
billetten kunnen bezorgd worden.
Polderdistrict Bommelerwaard
100.
De bestaande bepaling van het reglement verdient de
hoven den Meidijk.
voorkeur, doch dan aangevuld met het nieuwe voorschrift
omtrent de stempeling der biljetten.
Dorpspolder Wijchen.
100.
De rondzending der stembriefjes zal veel moeite en
kosten veroorzaken , zoodat het doelmatiger schijnt ze door
het stembureau
te laten afgeven.
Polderdistrict Veluwe.
100.
De beide eerste alinea\'s te doen vervallen en alinea 4
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
De tijd is voorgeschreven bjj Art. 96.
Het art. is alleen uitvoerbaar als de kiezers in den pol-
Ier wonen.
»Kiesknoeijerjjen worden toch minder gemakkelijk wan
neer, zooals nu in den regel geschiedt, de invulling plaats
heeft op het stembureau".
Van de 220 stemgeregtigden in dien polder komen
gewoonljjk toch niet meer dan 25 op.
Behalve het bezwaar van kostbaarheid is dit art. moeije-
lijk uitvoerbaar zoodat wijziging noodig schijnt.
te lezen: »de stembriefjes zjjn tijdens de verkiezing bjj het
stembureau voorhanden"
Het .schijnt wenschelijk de zaak te laten zooals zij thans is,
100.
Er zijn nl. tot nog toe geene ongelegenheden ondervon
den. Het toezenden van stembiljetten aan elk geërfde
geeft veel omslag en kosten.
Kiesknoeijerijen worden toch minder gemakkelijk wan-
neer, gelijk nu in den regel geschied, de invulling der
biljetten plaats vindt op het stembureau.
Dorpspolder Twello.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
100.
De bepaling van het bestaande reglement (art. 163
verdient de voorkeur boven dit art., echter met behoud
van het nieuwe voorschrift omtrent de stempeling der bil
jetten.
Op te helderen welke kiezerslijst wordt bedoeld in alinea
2. (Zie verder aanmerking op art. 107).
De naleving is mogelijk by verkiezingen als bedoeld bjj
art. 96 alinea 2 doch moet bij die, vermeld in alinea 1
van dat artikel, verwarring geven.
De kiezerslijst waarop het stembureau de aanteekening
gemaakt heeft komt niet by den Dijkstoel.
Polderdistrict Overbetuwe.
101.
Dorpspolder Lent.
Het stembureau maakt aanteekening op de kiezerslijst
van de overgelegd wordende volmagten en geeft die daarna
terug, maar hoe komt dit nu ter kennis van den Dijk-
stoel, om een volgend jaar op de kiezerslijst te kunnen
vermelden dat de volmagt reeds is overgelegd?
Om substitutie uit te sluiten dient men dit nadrukkelijk
te bepalen, anders is het geoorloofd.
101.
Dat substitutie niet geoorloofd zou zijn omdat deswege
geene bepalingen zjjn opgenomen, zooals in de Memorie
van Toelichting wordt gezegd, komt bedenkelijk voor.
>0pdut niet de latere lijsten daarvan biijken dragen."
Nu moet b. v. de algemeen gemagtigde te Amsterdam
v&n iemand in Oost-Indië in persoon komen.
Volgens de Memorie is substitutie niet geoorloofd daar
er geene bepalingen omtrent gemaakt worden, volgens
art. 1840 B. W. is het dan juist wel geoorloofd.
Eist.
101.
Moet van die aanteekening geen kennis worden gege
ven aan den dijkgraaf\'V
Waarom geen substitutie toegelaten?
-ocr page 36-
30
30
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
............
Polderdistrict Boiumelerwaard
boven den Meidijk.
101.
In verband met de opmerking op art. 83 dit art. te
lezen: »Om als gemagtigde te worden toegelaten, moei
men meerderjarig zijn, en voor den 15 Maart (15 Fts
bruarij) eene volgens de wet op zegel geschreven en ge-
registreerde volmagt hebben overgelegd".
Polderdistrict Veluwe.
101.
Alinea 1 van dit art. te doen luiden:
»Om als gemagtigde te worden toegelaten moet men
meerderjarig zijn en vóór 15 Februarij eene volgens de
wet op zegel geschrevene en geregistreerde volmagt over-
leggen, wat uit de kiezerslijst blijkt."
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
101.
Dit art te doen luiden : »Om als gemagtigde te worden
toegelaten moet men meerderjarig zijn en vóór den 15llra
Maart (15den Februarij) eene volgens de wet op zegel ge-
schreven volmagt hebben overgelegd."
Polderdistrict Overbetnwe.
102.
Dat artikel is verwerpelijk.
Dorpspolder Eist
102.
Mag een lid van het stembureau ook niet optreden
volgens de artt. 78 , 80 en 81?
Er is veel waars in \'t geen omtrent de uitsluiting is
vermeld in de Memorie, maar in de praktijk is het
moeijelijk.
„ Ressen en Doornik.
102.
Geheel te doen vervallen.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
102.
Dit art. kan vervallen bij overneming der veranderin-
gen, in de artt. 83 en 101 verlangd.
Polderdistrict Veluwe.
102.
Dit art. te laten vervallen, in verband met de opmer-
kingen gemaakt op de artt. 83 en 101.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
102.
In verband met het opgemerkte b^j de artt. 83 en
101 dit art. te doen vervallen.
Dorpspolder Leut.
103.
i
Waarom moeten de stembriefjes worden toegevouwen \'i
„ Dreumel.
103
Daarin op te nemen , achter het woord bw,: »voorzien;
van twee sloten , waarvan de eene sleutel (door) den voor-
otter en de andere door den oudsten stemopnemer van
het bureau van stemopneming bewaard wordt."
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
Zooals het ontworpen art. luidt is het niet duidelijk.
)e voorgestelde wijziging is echter daarop gegrond dat de
erlangde wijzigingen in vorige artt. (84 e. a.) worden ge-
ragt, ten einde het daarmede in verband te brengen.
In verband met het opgemerkte bij art. 83.
Daar op die wjjze groot bezwaar ontstaat om geschikt
reraoneel te vinden voor de stembureau\'s.
»Daar de leden van een stembureau in het geval van
iit. 99, -,1\'" alinea, niet gemakkelijk te vinden zijn."
Het geeft nl. ligt aanleiding tot moeijelijkheden, daar
|emand dikwijls onverwachts als lid van het stembureau
noet optreden, in welk geval de hem eventueel verstrekte
Mmagten hunne waarde zouden verliezen. De keuze voor
pschikt personeel is niet altijd even ruim.
Deze formaliteit, die ook by het tegenwoordige regle-
nent is bepaald, wordt zelden nagekomen. Het zoude
aoeijebjk zijn iemand te noodzaken om de briefjes toe te
°uwen, en om het niet-toevouwen iemand niet tot de
erkiezing toe te laten, zoude nog dwazer zyn.
-ocr page 37-
31
31
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
Een model-procesverbaal van inlevering van stembriefjes J De lijsten van stemopneming zjjn minder geschikt tot
voor te schryven, waarin de eventueel, bij het inleveren Mpneming van bedoelde bezwaren
der stembriefjes, in te dienen bezwaren kunnen opgenomen
worden.
Polderdistrict Overbetuwe.
104.
Het woord > afzonderlijk", in den vjjfden regel, te plaatsen |
vóór het woord »vermelding" , in den derden regel.
Wie geeft de lijsten in de laatste alinea bedoeld?
Het afzondelgk inleveren is niet noodig, wel is afzonder
Dorpspolder Lent.
104.
ijke
vermelding noodig.
Zie aanteekening op art. ÏOO.
Het woord » afzonderlijk" moet staan tusschen de woorden |
>met" en » vermelding."
Hierbjj te voegen: »en voor de kiezers ter inzage."
Te bepalen dat de volmagten die overgelegd worden I Indien deze bepaling wordt overgenomen, dient art. 101,
moeten medegezonden worden naar het bureau van opening. Hlaatste lid , veranderd te worden.
Hierbij te voegen : tegen een bewijs van inbewaring-
geving.
«Wordt wenschelijk geacht dat de lijsten ook gesloten
verzonden worden."
j
Behoeven de lijsten niet gesloten te zijn?
Het recu vóór de inlevering der bus enz. af te geven.
Eist.
104.
105.
107.
107.
107.
107.
107.
Polderdistrict Overbetuwe.
üorpspolder Angeren.
          Bemmel.
          Leut.
Eist.
>in een behoorlijk verzegeld papier!"
Liever lid van het Gecombineerd Collegie in plaats van
lid van den Dijkstoel.
»In bewaring" zal moeten zjjn: >in ontvangst."
Anders kan dit bezwarend zijn zoo leden van den Dijk
Btoel elders wonen.
Hij die ontvangt moet zeker bewijs geven?
Volgens den Dijkstoel juist.
Dan zal het art. stellig goed uitgevoerd worden.
De overbrenging en in ontvangstneming der bussen ook
door een gemagtigde toe te laten.
Bij te voegen: » dadelijk na het sluiten der bus."
107.
107.
107.
          Maarik.
Polderdistrict Tielerwaard.
Dorpspolder Hurwenen.
          Rossnm.
          Driel.
          Hedel.
          Dreumel.
Polderdistrict Veluwe.
Anders is er geen tijd bepaald.
De Dijkstoel deelt dit bezwaar niet; in hoofd
zaak is de kieswet gevolgd en slechts eenige
aoodelooze omslag vermeden.
Tot meerderen waarborg de controle over bus enz. over
eenkomstig de Kieswet in te rigten.
>Te veranderen: Naar artikel 103."
In regel 3, achter ^stemopneming", bij te voegen: »o1
een vertrouwd persoon".
107.
107.
In de praktijk is deze bijvoeging zeer gewenscht. De
\'eden van het bureau van stemopneming verklaren zich
"oorgaans niet bereid tot het overbrengen der bussen en
meQ kan dat wel toevertrouwen aan polderboden of be-
^igde beambten.
-ocr page 38-
32
32
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
Dorpsdolder Eist.
108.
9 uur te veranderen in »10 uur".
» »
109.
Alle briefjes eerst tellen en dooreenmengen en niet voor
iedere bus afzonderlijk.
Maurik.
109.
De briefjes alleen door den oudsten stemopnemer te laten
nazien en de stemopteekening te laten geschieden door
den jongsten stemopnemer en den secretaris of een ander
daartoe aan te wijzen lid van het bestuur.
„ Avezaath. (Kapel-
en Kerk-)
110.
Indien in dit art., even als in de artt. 50 en 160, van
onwaarde genoemd worden de briefjes die een niet-verkies-
baar persoon aanduiden, kan art. UI vervallen.
„ Lent.
111
Hoe weet de Commissie of het bureau van stemopne-
ming dat iemand verkiesbaar is?
„ Heteren.
111.
Dit art. te laten vervallen in verband met de 2Jc alinea
van art. 110.
Eist.
111.
Het is gevaarlijk aan het stembureau de beslissing over
te laten of iemand al dan niet verkiesbaar is.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
lil.
Dit art. te doen vervallen als geheel onuitvoerbaar.
Polderdistrict Veluwe.
111.
Niet uitvoerbaar, daar men bij de opening onmogelijk
kan weten of iemand al dan niet verkiesbaar is.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
111.
Dit art. geheel te doen vervallen als onuitvoerbaar.
Dorpspolder Lent.
114.
*
De bepaling op te nemen, dat ook bij de stembureau\'s
bezwaren kunnen worden ingebragt.
„ Heteren.
114.
Het is redelijk de kiezers te vergunnen hunne bezwaren
reeds in te dienen bij het stembureau, bedoeld bij art. 99.
Eist.
t
114.
Te bepalen dat ook bij het stembureau in de dorpspol-
ders bezwaren kunnen worden ingebragt, die dan worden
opgenomen in het verbaal en overgenomen in het in al. *
bedoelde verbaal.
„ Bemmel.
115.
»Men vindt het wenschehjk om het proces-verbaal van
den uitslag ook op de gebruikelijke plaats aan te plakken.\'
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Voor het gemak der kiezers, om de groote afstanden.
Uit wordt niet altijd gedaan en is toch verkieselijk voor
e geheime stemming.
iemand kan 23 jaar zijn zonder dat de Commissie dit
eet; daags voor de verkiezing grondbezit hebben ver
regen, enz.
De Commissie of het bureau van stemopneming kan,
erstond na de opening der stembriefjes, wel eens de ge
evens missen om te oordeelen over de al of niet ver-
iesbaarheid.
Van iemand die enkele dagen vóór de verkiezing het
eieischt getal hektaren verkrijgt kan zulks niet bekend /.ij n
Zulks kan eerst blijken bij het onderzoek der geloofs-
neven.
Het zeer goed mogelijk dat iemand, niet in het bezit
an het vereischte getal hektaren, deze enkele dagen vóór
e verkiezing verkrijgt, zonder dat dit bekendis of kan zijn.
Men behoeft dan doorgaans geen\' reis daarvoor te maken.
volgens art. 116 kan een afgewezen kiezer niet eens
e beslissing van het gecombineerd collegie vragen, om-
lt hij door de afwij zing geen deel heeft genomen aan
f verkiezing.
■Nu dwingt men kiezers die bezwaren ontmoeten by de
t»iubureau\'s, om nog eens te komen, bg de opening.
Ee dijkstoel meent dat de opmerking te regt ia
eniaakt.
-ocr page 39-
33
33
Betrekkebjke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Dorpspolder Eist
115.
Te bepalen dat bij hei-stemming ook het verbaal der
eerste stemming wordt nedergelegd.
Te bepalen dat ieder kiezer bezwaar kan inbrengen.
Indien iemand ten onregte door het stembureau niet
,ot het veikiezingswerk wordt toegelaten , heeft zoo iemand,
Lent.
110.
r"
lgens dit art., geen regt bezwaren in te brengen.
Deze kan dan geene beslissing vragen bij het gecombineerde
ollegie.
Volgens den dijkstool te regt opgemerkt.
Eist.
HG.
Deze bepaling bevat eene hardheid voor hem die ge-
weigerd wordt on> te stemmen.
Even als bij art. 20 is bepaald, bij te voegen: »tenzij
hij de keuze niet aanneme", achter de tweede alinea en
»tenzij een der gekozenen bedanke*\', achter de derde alinea.
Dezelfde opmerking als bij het vorig artikel is gemaakt
geldt ook hier.
Het schijnt wenschelijk hier de bepaling, vermeld in art.
20, op te nemen.
De redactie van alinea 2 te verbeteren.
117.
Lent.
118.
118.
Eist,
120.
De bedoeling »van het art." is thans onmogelijk uit
|le 2Je alinea te lezen.
Het blijkt thans niet of deze lijst enkel tot voorlichting
lier kiezers dient, of wel dat, even als in art. 50, hunne
keus tot die Igst beperkt is.
Er is veel werk met al de dorpspolders.
Polderdistrict Tielerwaard.
120.
»Ter verduidelijking aan alinea 2 toe te voegen: »uit
deze lij*t wordt de keuze gedaan."
de Lijmers.
Dorpspolder Eist.
Dezen termijn te verlengen nu in art. 97 de oproeping
vervroegd is.
Te bepalen dat ook de secretaris lid is van het bestuur.
121 en 124.
Hij wordt in de meeste gevallen geraadpleegd en het
kerk in verscheidene polders veeltijds aan hem overgelaten;
Ie reden waarom bjj art. 127 vermeerdering van het getal
►oldermeesters is voorgesteld zou vervallen en de financiële
■st der polders zoude niet bezwaard worden.
Door een derden poldermeester zal dikwijls slechts vertra-
!0g van zaken en geldelijk nadeel worden veroorzaakt.
Umdat er onder de buitenpolders ook dorpspolders voor-
fomen (b. v. Heesd, llhenoy en Acquoy).
Dit definieert al deze polders juist.
la kleine polders is het onmogehjk 3 poldermeesters te
linden. Bij gebrek aan personeel is er thans b. v. slechts
*jn iu de dorpspolders Homoet en de Honderd morgen van
fa>tnerde,i.
Lent.
125.
Polderdistrict Bommclerwaard
beneden den Meidijk.
Buitenpolder Rhenoij.
125.
Twee Poldermeesters schijnen voldoende.
Den naam dorjapolders te vervangen door di»trieU-poldeit\\
daar dan de naam óuitenpolder de beteekenis verkrijgt W
niet tot een district te behooren.
Alinea 1 aan te vullen met: »Op voordragt van be\'
gecombineerd collegie kan dit getal in kleine polders d<»\'r
Gedeputeerde Staten verminderd worden."
Titel III der
Tweede Afdeeling.
Art. 125 e. a.
127.
Polderdistrict Overl>etnwe.
Voor polders beneden 700 HA. het getal poldermeester*
te stellen op 2, en alsdan den secretaris stem in het dh
bestuur te geven.
Dorpspolder Hnissen.
127.
-ocr page 40-
34
34
Betrekkelijke
artikelen
Tan het
Ontwerp.
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
>Het getal Poldermeesters te regelen naar de grootte\'
des polders."
127.
127.
127.
Dorpspolder Angeren.
Twee poldermeesters zijn
polder Getti.
geheel voldoende voor dea
Gent.
Het getal Poldermeesters niet te vermeerderen.
Wordt aan de opmerking op art. 125 voldaan, dan
vervalt de reden daartoe van zelf; zoo niet, dan zou het
bezwaar van staken van stemmen wel op eene andere
wijze uit den weg te ruimen zijn, b. v. door te bepalen,
dat een aan te wijzen geërfde bij dusdanig geval tot het
besluit zoude kunnen medewerken.
Voor dorpspolders die minder dan 700 hectaren groot
zjjn ontheffing te verleenen van het aantal van 3 Polder-
meesters.
Drie Poldermeesters zijn overbodig daar de geërfden bij
verschil beslissen.
De derde Poldermeester is voor kleine dorpspolders een
bezwaar en geen voordeel.
Lent.
Vooral in kleine polders, b. v. beneden de 700 Hecta-
ren, wordt vermeerdering van het aantal poldermeesters ont-
raden om den financiëlen last die daardoor geboren wordt
eu omdat poldermeesters in zoodanige polders bijna niets
te doen hebben.
127.
Oosterhout.
Slijk-Ewijk.
»
»
127.
Zetten.
De werkzaamheden voor dien derden ontbreken.
127.
Heninien.
De redenen, waarop de vermeerdering van het aanta!
Poldermeesters tot 3 voor at/e polders is gegrond, zijn in
de Memorie niet voldoende opgegeven om zoodanigen ko»t-
baren maatregel te billijken, zoodat vooral in \'t belang vat
kleine dorpspolders protest moet worden aangeteekenc
tegen de wijziging.
Het getal Poldermeesters door den geërfdendag onde
goedkeuring van Gedeputeerde Staten te laten bepalen
Had de Commissie tot maatstaf aangenomen dat polders
beneden 600 hektaren omvang 2, van 600 tot 1000 hek
taren groot 3 en de grootere dorpspolders 4 poldermee-
sters moesten hebben, dan zoude men gezwegen hebben.
127.
Lakemoud.
Randwijk.
In vele dorpspolders kunnen 2 poldermeesters het werk
met gemak afdoen. Ter voorkoming van het staken der
stemmen zou een geërfde, als tusschenpersoon, kunnen aan
gewezen worden of de secretaris medelid van het dage
lijksch bestuur kunnen zjjn.
Een derde poldermeester is daar onnoodig en zou de
aanslag in de polderlasten aanmerkelijk doen stijgen.
Drie poldermeesters is voor kleine polders somtijds be-
warend.
Of zooals in de algemeene bemerkingen is vermeld.
127.
Beteren.
Twee Poldermeesters schijnen in kleine dorpspolders vn
doende.
Voor polders beneden 600 of 700 hektaren slechts
poldermeesters te behouden en, ter beslissing bij versch
door den dijkgraaf tijdelijk een geërfde te laten toevoegt
127.
Drie].
127.
KIst.
Een derde poldermeester is voor kleine dorpspolders *•
bezwarend. Om staking van stemmen te voorkomen »*
leene men aan den secretaris stemregt.
In de vermeerdering van het aantal poldermeester*
3 bestaat groot bezwaar.
127.
Ressen en Doornik.
In den polder Homoet, die slechts 217 hektaren groot
ls. was tot heden slechts één poldermeester.
127.
Horneet.
-ocr page 41-
35
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Geen enkel polderbestnur juicht de vermeerdering
van het aantal poldermeesters toe. Het middel om,
bij vermindering tot op 2 poldermeesters, den Secre-
taris stem te verleenen is echter geheel verkeerd, daar
aan dezen het radicaal (nl. grondbezit) ontbreekt en
hij, als ambtenaar aan poldermeesters ondergeschikt
nimmer als scheidsregter tusschen en boven hen kan
optreden en toch ondergeschikt blijven aan hen.
Men zou het staken der stemmen kunnen voorko
men door DRIE poldermeesters te behouden, en één
der drie met de functiën van secretaris te belasten.
127.
Dykstoel van Overbetuwe.
De secretaris treedt bovendien niet periodiek af en
zou reeds daardoor alleen invloed verkrijgen boven
het polderbestuur, waaronder hij staat.
Het valt echter te betwijfelen of dan het periodiek
aftreden van den poldermeester-secretaris bevorderlijk
zou zijn aan een goed beheer. Tal van artikelen zou-
den dan bovendien wijziging behoeven.
Het werk voor poldermeesters is zoo gering, dat men
Ihest met 2 kan volstaan. In den dorpspolder IJ zendoor»
lis geen enkel persoon meer verkiesbaar geworden door het
[brengen van de v ereischte gegoedheid van 2 op 3 hectaren
Vermeerdering van het getal poldermeesters tot 3 is
wegens het beperkt personeel en de verhooging der be-
stuurskosten, voor kleine polders zeer bezwarend. Mogelijk
kan op andere wijze worden voorzien in het geval dat de
stemmen staken, •>. v. door toepassing van de artt. 140
of 138.
Bovendien voorziet het Ontwerp toch niet in het geval
dat een der poldermeesters afwezig is, door voor het ne
men van een besluit, bij stjtkiug der stemmen, eene vol
tallige of eene nieuwe vergadering voor te schrijven.
is de bepaling niet noodig dat poldermeesters zich moe-
ten onthouden van het stemmen over zaken die hen ot
hunne verwanten aangaan?
Drie poldermeesters worden in den dorpspolder Hemden
niet noodig en de vermeerdering bezwarend geacht.
Twee poldermeesters zijn voldoende. Men kan echter
bepalen dat de Dijkgraaf of de dijkstool jaarlijks een ge-
ërfde zal aanwijzen die, des noods bij verschil, tusschen de
beide poldermeesters zal beslissen.
Het getal poldermeesters voor kleine polders op 2 te
behouden.
127.
Dorpspolder Ijzendoorn.
Heusden.
127.
Voor den polder Opijnen, groot 245 hektaren, is het ge-
tul yan 3 poldermeesters onnoodig en financieel bezwarend
In kleine polders kan men nu reeds bezwaarlijk ge-
schikte personen vinden die niet zijn uitgesloten.
Brie geschikte poldermeesters zjjn moeijebjk te vinden,
men zal dus geene drietallen van benoembaren kunnen
opmaken. Ook uit een financieel oogpunt zal het moeije-
hjkheden geven.
Tegen drie poldermeesters bestaan dezelfde bezwaren als
\'\'Ü het polderbestuur van Heesselt.
127.
Opijnen.
127.
Heesselt.
Voor kleine polders slechts één poldermeester en een
plaatsvervanger in te voeren, waardoor eveneens staking
der stemmen wordt voorkomen.
Voor kleine polders één poldermeester met een plaate-
vervanger voor te schrijven.
Het getal van 3 poldermeesters weder terug te brengen
op 2 en desnoods door den dijkgraaf of dykstoel, ter I»"
slissing van een voorkomend verschil, iu den zin van art*
138 een geërfde te doen aanwijzen, die beslist.
127.
Varik.
Op dezelfde gronden als door den polder Varik zijn
gevoerd.
Zennewijnen.
127.
aan-
financieel bezwarend voor den polder Eet, die slechts
4<» Heet. groot is, en overigens dezelfde bezwaren als
"r Varik en Zennewijnen zijn aangevoerd.
127.
Est.
-ocr page 42-
36
36
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Aanmerkingen.
Voor polders niet grcoter dan H\'adenoïjev schynen twee
poldermeesters bepaald voldoende te zijn.
Twee poldermeesters in eiken polder is voldoende.
Twee poldermeesters kunnen het we rk gemakkelijk doen.
127.
Dorpspolder Wadenoijen.
127.
Een 3de poldermeester zal veeltijds tot oneenigheid aan-
[leiding geven.
Een S\'1\' poldermeester geeft in kleine dorpspolders nog
al financieel bezwaar.
Met twee poldermeesters gaat het thans zeer geschikt
u den dorpspolder Brakel. De districts- en polderlasten
sijn aldaar thans reeds tot f 20 per hektare gestegen.
De dijkstoel van Bommelerwaard beneden den Meidijk
vereenigt zich met bovenstaande bezwaren dei\' dorpspol-
ierbesturen uit zijn district tegen art. 127, behoudens de
beslissing van geërfden bij staking van stemmen. daar
hieruit groote vertraging in belangrijke en spoedeischen-
de gevallen kan ontstaan.
Reeds thans is het moeijelijk twee geschikte personen
n kleine polders te vinden. Drie poldermeesters is daar
evens een bezwaar voor de kas.
Eenige geërfden uit den dorps\'
polder Deil.
Dorpspolder Knspijk.
127.
Twee poldermeesters zijn, althans voor den dorpspolder
Brakel, voldoende. Voor het geval dat de stemmen der
beide poldermeesters mogten staken over zaken (en?) het
opmaken van voordragten, kan men de beslissing aange-
ërfden overlaten.
In vermeerdering der poldermeesters tot 3 is een finan-
ciele druk voor den polder gelegen.
In kleine polders slechts twee poldermeesters te behou-
den en daar, op voordragt van den geërfdendag, door den
dijkstoel jaarlijks één of meer plaatsvervangers te doen
benoemen, om bij staking des noods te worden opgeroepen.
Eene gelijke bepaling op te nemen als voorkomt in art.
93, 2* (3\'1\') lid van het bestaande reglement, ter voor-
koming van onderling verschil tusschen poldermeesters
over den rang of de beurt, waarin zij het voorzitterschap
zullen bekleeden, en ten gevolge waarvan zij kunnen ont-
zet worden.
127.
Brakel.
127
Polderdistrict Uommelerwaard
boven den Meidijk.
Hierdoor worden tevens de moeijelijküeden voorko-
nen bij dergelijke gelegenheden aan eene nieuwe be
oeming verbonden.
De dijkstoel oordeelt dat deze bemerking eigenaar
lig bij art. 128 te huis behoort, doch vereenigt er zich
liet mede. In den regel zal wel een der poldermees
ers geschikter zijn en als voorzitter verkozen worden.
Mogt men tot het bepalen van het aantal polder
.eesters op 2 terugkeeren, dan zou , in geval van ver-
chil, de aanwijzing aan den dijkstoel kannen opge-
ragen worden.
Ce dijkstoel kan zich hiermede in zoover vereenigen
at hij het wenschelijk acht de thans geldende rege-
\\H te behouden.
Daar in dergelijke kleine polders de geërfden toch in
en regel over zaken van eenig belang worden gehoord.
De dijkstoel kan zich hiermede geheel vereenigen
"anneer tusschen poldermeesters geschillen mogten
oorkomen kunnen die op deze wijze worden beëindigd.
De dijkstoel vereenigt zich hiermede ten volle.
127.
Dorpspolder Hurwenen.
Ro^sum.
Driel.
Hedel.
Het polderbestuur van Rottum wenscht voor polders be-
neden 700 hektaren groot, uit een financieel oogpunt
slechts 2 poldermeesters.
Voor polders van 200 tot 400 hektaren den derden pol-
dermeester te laten vervallen.
127.
Aalst.
Benoeming van drie poldermeesters wordt voor hunne
polders, die zeer klein zijn, niet noodig en de uitgaven
vermeerderend beschouwd. Men zou den dijkgraaf kunnen
magtigen een geërfde te benoemen, die geschillen in«l\'\'
zal beslissen of uitmaken.
Vermeerdering van het getal poldermeesters is voor
kleine polders zeer bezwarend en onnoodig.
127.
Zuilichem.
«et bestaande getal van 2 is ten allen tijde volkomen
^doende gebleken.
°e dijkstoel vereenigt zich met het hier opge
Herkte.
127.
>>
Bruchera.
Kerkwijk.
»
Delwijnen.
-ocr page 43-
37
37
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder üateilburg.
127.
Het is minder noodig dat er drie poldermeesters worden
aangesteld.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Wegens de geringe grootte van den dorpspolder Batenburg.
Het getal van twee poldermeesters is ruim voldoende.
127.
Appeltern.
Altforst.
Maasbommel.
Alphen.
Leeuwen.
Moeijelijkheden of staking van stemmen is in den dorps-
older Appeltern nog nooit voorgekomen.
In kleine polders is het getal van twee poldermeesters
oldoende.
Aan het eerste lid toe te voegen: »in die evenwel, wier
grootte beneden de 1000 hectaren blijft, slechts twee."
Het polderbestuur wenseht aan de bepaling, om in eiken
dorpspolder drie poldermeesters te plaatsen, »geen gevolg
te geven."
Drie poldermeesters zijn niet noodig. De benoeming
van 2 poldermeesters voor 4 jaren en de aftreding van
1 van hen om de 2 jaren was regelmatig.
Het aantal poldermeesters op 2 te behouden, op den
voet als in het bestaande regl, daar dan de poldermeesters
gezamenlijk werken en zoo zij niet harmoniëren een van
hen spoedig ontslag vraagt of als zijn zittingstijd om i-
niet wordt herkozen.
127.
127.
127.
Voor kleine polders, zooals Alphen, niet noodig en finan-
ieël bezwarend.
127.
Behalve het financiële nadeel wordt de taak voor 2
iet te zwaar geacht. Al moge het staken der stemmen
oor 3 worden voorkomen, zoo zal zeer in het nadeel
er dorpspolders gewerkt worden en de verwarring grooter
ijn, terwijl er altijd twee dezelfde poldermeesters op eene
ijde zullen stemmen en de derde niet medegerekend wordt,
n werkelijkheid zal één in plaats van drie poldermeesters
sturen.
De polderkas wordt in kleine polders door de vermeer-
ering nog al bezwaard , ongerekend nog de moeijehjkheid,
m daar personeel te vinden dat genegen en geschikt is
Vermeerdering van het aantal poldermeesters tot 3 1
voor uitgestrekte polders, b. v. van 1000 of meer hekta-
ren grootte , nuttig en soms noodig zijn, doch in kleinere
polders kunnen 2 even goed toezigt en beheer voeren.
Tegen vermeerdering van \'t getal poldermeesters bestaat
voor kleine polders overwegend bezwaar. De bezoldiging
van de bestuursleden — \'t geen alleszins redelijk en billijk
is — zou dan ook met minder bezwaar kunnen verbeterd
worden.
Het aantal poldermeesters op 2 te bepalen.
127.
Pniflijk.
127 en 378.
Uruten.
Uit een financieel oogpunt niet raadzaam voor kleine
olders als b. v. Druten, van slechts 227 hektaren. Boven-
ien zullen 2 poldermeesters den geregelden gang van
ken beter bevorderen en meer eendrachtig zgn.
127.
Afferden.
Wegens de te groote uitgaven en het bezwaar om geschikt
ersoneel te vinden, aan vermeerdering verbonden.
In een kleinen polder als Deest zijn twee poldermeesters
oldoende.
Door de jaarwedden van een derden zouden de polder
^ten onnoodig verhoogd worden. Jwce^poldermeesterK
unnen de werkzaamheden uitstekend verrigten, vooral in
ezen polder , die bimienwaarts ligt en met geene dijk
rib- 0f waterwerken belast is.
Het woord drie in »twee" te veranderen.
127.
Deest.
Het is raadzamer en verkiesselyker slechts twee poWer\'
meesters te nemen, voor eiken dorpspolder, in ieder ge**
voor dien van Horssen.
127.
Horssen
-ocr page 44-
38
38
NAMEN
Betrekkelijke
artikelen
der
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
Ontwerp.
Dorpspolder Bergharen
127.
De voordeden , verbonden aan het stellen van het getal
poldermeesters op 3 , wegen niet op tegen het bezwaar
der meerdere kosten die daarvan een noodwendig gevolg zijn.
i>
Hernen.
127.
Twee poldermeesters zjin voldoende om de werkzaamheden
"
Leur.
na te gaan.
Polderd
istrict Kijk van Nijmegen.
127.
Drie poldermeesters te veranderen in twee, en in ver-
band hiermede in al. 3 van art. 161 achter »opgemaakt
door poldermeesters" te voegen: »en door drie geërfden
door den geërfdendag daartoe gekozen."
Dorpspolder Beamen.
127.
»Theoretisch maakt een bestuur van drie personen beter
een collegie uit."
>j
Overasselt
127.
De bepaling van drie poldermeesters zal voor kleine
>>
Nederasselt.
dorpspolders zeer bezwaarlijk zijn.
tt
Niftrik.
127.
Drie poldermeesters worden onnoodig geacht.
M
Winssen.
127.
De bepaling dat in eiken dorpspolder drie poldermee-
jj
Ewijk.
sters moeten zijn is bezwarend , vooral voor polders be-
neden 1500 hektaren groot.
Ter voorkoming van het staken der stemmen zou men
kunnen bepalen dat He voordragt voor ontvanger "staande
den geërfdendag door de beide poldermeesters met toevoe-
ging van een geërfde, zal worden opgemaakt.
130.
Het eerste lid van dit art. zou dan dienen te behelzen, dat
in dorpspolders beneden 1500 hektaren om de 3 jaren op
den l-te" Julij een der poldermeesters zal aftreden.
>j
Benningen.
127.
De bepaling dat in alle dorpspolders drie poldermeesters
zullen zijn is verkeerd, en althans voor die beneden 1500,
hektaren te kostbaar.
Ter voorkoming van het staken der stemmen zou men
kunnen bepalen dat jaarlijks, b. v. bij het vaststellen der
begrooting, een geërfde zal worden aangewezen, die gedu-
rende dat dienstjaar, bij voorkomende geschillen tusschen
poldermeesters, de beslissende stem heeft.
j>
Weurt.
127.
De bepaling dat er drie poldermeesters zullen zijn i>
voor polders beneden eene grootte van 1200 te bezwarend |
te achten.
"
Beeg en Neêrbosch.
127.
In de dorpspolders die minder dan 1500 hektaren groot
zijn is het aantal poldermeesters op drie gesteld te bezwfr\'
rend en acht men twee poldermeesters voldoende.
1
il
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
Moeijelijkheden als waarop de Memorie van Toelichting
oelt komen zelden voor.
Uithoofde van den geringen omvang van den polder
ernen 487 hektaren, en van den polder Leur.
Zoowel om het kostbare als om de moeite om er drie
krijgen.
In den polder Heumen heeft zich echter nog nooit de
ehoefte aan een 3<ten poldermeester doen gevoelen.
Tenzij twee dorpspolders vereenigd worden.
Daar één het werk in den polder Niftrik gemakkelijk
af kan."
In polders beneden 1500 hektaren groot worden bijna
ooit vergaderingen gehouden en bepaalt het zich tot
eè\'rfdendagen, zoodat daar de in de Memorie van Toe
chting vermelde reden der vermeerdering (voorkoming
an het staken der stemmen) niet te pas komt. Staking
ou dan ook alleen kunnen voorkomen bij het opmaken
ener voordragt voor ontvanger.
Tengevolge der bjj art. 187 gemaakte bedenking.
*n den dorpspolder   Heet en Neêrbosch is »nooit over
ei van belang iets   te zeggen geweest door hun be-
\'u«i- uitgeoefend."
n de 25 jaren dat  de voorzitter als zoodanig de ver
-ocr page 45-
30
39
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Lderingen heeft bijgewoond zjjn er nooit vergaderingen
[ehouden zonder dat er geërfden tegenwoordig waren,
[ie de stukken van belang mede hebben nagezien en »ge-
lontrasteerd."
Aangezien er bjj de vergaderingen steeds geërfden te>
lenwoordig zg\'n.
Dorpspolder Weslervoort.
127.
Twee poldermeesters schijnen voldoende, althans voor
dien kleinen polder. Mogt er volgens art. 154 geen ge-
erfde opkomen, dan ware het beter den voorzittende pol-
dermeester eene beslissende stem te doen uitbrengen.
In alinea 1, »drie" te veranderen in: »twee".
Om eene beslissing te verkrijgen , ingeval van verschil
tusschen de beide poldermeesters, ware het optreden der
geërfden bedoeld in art. 138 welligt mogelijk.
Uitbreiding werd door geen der leden voorgestaan, men
kou meer geneigd zijn het getal van 2 op 1 te brengen
Bie dan door twee geërfden kon worden bijgestaan.
Bij het tegenwoordig getal poldermeesters kan zelfs geen
Voldoend tractement worden verkregen.
Zoo het tractement verlaagd wordt zal men moegelijk
geschikte personen vinden.
Om nl. bij ongesteldheid van een der poldermeesters
ds plaatsvervanger op te treden en bij verschil tusschen
Ie beide poldermeesters te beslissen.
In het bezwaar dat de stemmen bjj 2 ligt kunnen sta-
ken, kan wel worden voorzien door een geërfde aan te
wijzen, die alsdan beslist.
Wegens ligging en uitgestrektheid van dien polder zjjn
;wee poldermeesters meer dan voldoende.
Reeds nu is het moeijelijk in kleine polders geschikte
)ersonen te vinden en dat zou nog bezwaarlijker worden
bovendien is het bezwarend voor de polderkas.
Polderdistrict Veluwe.
127.
Drie poldermeesters wordt in een polder als Vaassen een
bezwaar en wat kostbaar.
Zou men in zulke kleine polders geen geërfde als in
art. 138 bedoeld kunnen benoemen?
Dorpspolder Vaassen.
127.
Twello.
Drie poldermeesters schijnt weinig nut te geven. Het
schijnt dan nog beter de belooning van 2 iets te verhoogen.
Twee poldermeesters te behouden, althans voor den pol-
der Nybroek.
                                                               ,
Overal drie poldermeesters te hebben is niet wenschehjk;
de oude regeling diende dan ook behouden te worden.
Jaarlijks konden daar, waar men twee poldermeesters
behield, op voordragt van den geërfdendag, één of twee
plaatsvervangers door den dijkstoel worden benoemd,
waarvan één in de vergadering kan geroepen worden,
indien men omtrent eene aanhangige zaak tot geene he
slissing kan komen.
Beter >Gecombineerd coll." in plaats van sDijkstoel".
127.
Nijbroek.
127.
Geldersche Maatschappij vaiij
Landbouw.
Hier is meer dan bestuur.
Volgens den dijkstoel geheel ten onregte opgemerkt.
Ook met de gronden, welke in de Memorie van Toe-
luchting voor de voorgedragen wijziging worden opgegeven
|Komt dusdanige maatregel wel wat bar voor.
Iets dat niet onmogelijk is.
™en blijft zoodoende meer vrjj in zijne handelingen,
let(* dat in polderzaken van meer huishoudelijken aard en
°or de geregelde administratie slechts gunstig kan wer-
en- Ba\' verschil beslisse dan het hooger gezag.
Dorpspolder Eist.
           Lent.
Eist.
           Prnten.
128.
Te bepalen dat, ingeval van verschil omtrent de keuze
het lot zal beslissen, of wel dat de beslissing aan den
Dijkgraaf of den Geërfdendag blijft.
Hoe zoo iedere poldermeester op zich zelven stemt?
De bestaande bepalingen omtrent de regeling van h;t
voorzitterschap z^jn doelmatiger en verkieseljjker.
129.
129.
129 en 379.
-ocr page 46-
40
40
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
»
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Mommel.
130.
Mededeeling aan het Gecombineerd Collegie wordt wen.
schelijk geacht."
„ Lent.
130.
Wanrom wordt in de laatste alinea het gecombineen
collegie uitgesloten?
Eist.
130.
Liever »Gecombineerd collegie" in plaats van »dijkstoel"
Polderdistrict Rijk vau Nijmegen.
130.
In dit art. voor: »om de twee jaren" te lezen: »om &
drie jaren".
Dorpspolder Weurt.
130.
Indien er eene splitsing, als bij art 127 bedoeld , ge
maakt wordt voor polders boven en beneden 1200 hekta
ren groot, dan dient dit art. te worden gewjjzigd in diei
voege dat om de 3 jaren, in polders beneden 1200 hek-
taren, op 1 Julrj één der poldermeesters, volgens een te
maken rooster, aftreedt.
Polderdistrict Overbctuwe.
181. \'
Even als in art 128 te bepalen dat de voordragt wortlt
ingezonden met de beschouwingen van den Dijkstool.
Dorpspolder Lent.
131.
Even als in art 128 bij de gewone vacaturen is be-
paald, dient ook hier, bij voordragten ter vervulling vaa
buitengewoon openstaande plaatsen, de Dijkstoel zijne be-
schouwingen omtrent de voordragt mede te deelen aan
Gedeputeerde Staten.
Eist.
131.
Waarom hier benoeming zonder de beschouwingen in
art. U8 vermeld?
„ Manrik.
132.
Ook de meerderjarige zoon eener weduwe en iemand,
die een aandeel in een onverdeelden eigendom van eenigf
bunders bezit, tot poldermeester benoembaar te stellen.
,. Alphen.
133.
Op te helderen of een poldermeester, aan wien ont-
heffing is verleend en die 1 hectare grond bezit, 2 stem-
men of maar 1 stem zal kunnen uitbrengen.
„ Drcamel.
133.
In dit art. de woorden: »in bijzondere gevallen te ver-
vangen door: «steeds".
Polderdisti-ict Over bet uwe.
134.
Behoorde in dit artikel niet te worden opgenomen *
eerste alinea van art. 163?
Dorpspolder Lent.
134.
Den verboden graad tot den derden uit te breiden.
„ KIst.
134.
i
I
Liever »3de graad", des noods met ontheffing als in art.
163 vermeld. 1
TOELICHTING.
Aanmerkingen,
Dit mag toch ook wel weten hoe de zaken staan!
De dijkstoel beschouwd dit geheel ten onregte op
emerkt.
In kleine polders is wegens familiebetrekkingen soms
«reinig keus.
Ten einde te naauwe familiebetrekking te voorkomen.
Evenals bjj art. 19.
Zoodat oom en neef niet mag.
-ocr page 47-
41
41
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Aanmerkingen.
Hierin te lezen: »in den l,ten , 2**" of 3\'lc" graad enz.\'
Alinea 2 in dier voege te wijzigen dat hij, die de zwu.
gerschap doet ontstaan, moet aftreden.
Onder letter a hg te voegen: »lid van het gecombineerd
collegie."
De uitsluiting van secretarissen en ontvangers van bui-
tenpolders beperkt het aantal geschikte personen voor pol-
dermeester.
»Waarom is hier het Gecombineerd collegie uitgesloten-1\'
Het zou niet overbodig zijn indien ook in deze het ge-
combineerd collegie werd gehoord.
»Reglement zwijgt van hetgeen memorie zegt omtrent
gelijk deel; is het niet beter dat te bepalen?"
Waarom niet »Gecomb. coll." in plaats van »dijkstoel"?
Dorpspolder Ressen en Doornik.
Eenige geërfden uit den dorps-
polder Deil.
Polderdistrict Nederbetuwe.
134.
134.
135.
135.
136.
136.
136.
Met het oog op artikel 2L
Dorpspolder Uzendoorn.
          Bemmel
           Lent.
Eist.
Zulks is niet verkieselijk.
De dijkstoel is van oordeel dat deze laatste opmer
ing te regt is gemaakt.
(ieërfden dragen de kosten van het bestuur, waarbij
eene algemeene belangen betrokken zijn.
Volgens den dijkstoel is deze opmerking juist.
De uitdrukking in de Memorie van Toelichting op
Üt art., alinea 2, klinkt voor den geërfdendag niet
leer aangenaam.
De dijkstoel keurt de voorgedragen regeling zeer
loed en acht bepaling der jaarwedde door den geërf-
iondag alléén, niet goed.
In deze verandering wordt eene grondige verbetering
■au de bestaande orde van zaken gezien.
136 en 166.
De bepaling, althans de voordragt, voor de bezoldiging
van poldermeesters en van secretaris en ontvanger behoort
eigenaardig bij den geè\'rfdendag.
De geërfdendag moet, als van nabij bekend met de
werkzaamheden verbonden aan de betrekking van polder-
meester, geacht worden de bezoldiging te zullen regelen
en voordragen, zqo als in \'t belang van den polder nuttig
en noodig is. Het bedrag der bezoldiging alzoo door den
geërfdendag te doen bepalen.
Het hier gehuldigde beginsel, om de dorpspolderbesturen
niet tot het Gecombineerd Collegie maar tot den dijkstoel
in betrekking te stellen , diende ook op alle overige toezig*
en bemoeiingen te worden toegepast.
Dit art. maakt inbreuk op het regt van den geërfden-
dag om zelf over zijne belangen te beslissen. In ieder
geval moet het gecombineerd collegie in plaats van den ttijp
«loei
gehoord worden.
De redactie in dier voege te wijzigen dat, bij afwezig-
heid enz. van een of meer poldermeesters, een of »*\'
geërfden tot tijdelijke plaatsvervulling kunnen worden W*
gewezen.
Te lezen »... van een of meer poldermeesters....
een of meer geërfden enz."
Hemmen.
136.
»
Il 11 1 »IMt
Rossum.
"
Driel.
>)
Hedel.
Polderdistrict Velnwe.
136.
Dorpspolder Twello.
136
Slechts door één geërfde verlangd.
138.
Lent.
iJ\'t komt gewenscht voor, ofschoon, volgens de Memorie
n toelichting, het tegenwoordige art. voldoende voorziet
het geval dat alle poldermeesters ontbreken.
138.
Eist.
-ocr page 48-
12
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Dit art. aan te vullen raet: »Bij weigering of ver
gaande nalatigheid van het dorpspolderbestnur kan <]e
dijkstoel in den dorpspolder op hare kosten besturend
en handelend optreden."
De redactie in dier voege te wijzigen, dat de bij art. 127
verlangde plaatsvervanger ook in de hier bedoelde gevallen
optreedt. Daarbij zou tevens de opmerking gelden, bij
art. 28 gemaakt.
»Hier zal moeten staan »Gedeputeerde Staten, den dijk-
stoel of het gecombineerd collegie."
Aan het slot der l8tc alinea te doen vervallen: »en het
gecombineerd collegie", ten einde het toezigt op de pol-
derbesturen geheel aan den dijkstoel over te laten. In
verband hiermede zouden de woorden »het gecombineerd
collegie" moeten worden vervangen door »den dijkstoel"
in de artt. 151, 161, 172, 176, 207, 208, 212.
215, 218, 219, 220, 221, 222, 223, 224,
225.
229, 230, 231 en 232, en zou de 4<k alinea van
art. 345 moeten vervallen.
Uit alinea 1 te laten vervallen : »en het gecombineerd
collegie."
Aan het slot van alinea 1 te doen vervallen : »en het
gecombineerd collegie."
In verband met het voorgaande zouden de woorden
»het gecombineerd collegie" moeten vervangen wordei
door: »den dijkstoel" in de artt. 151, 161, 172 , 176
207, 208, 212, 215, 218, 219, 220, 221, 222
223, 224, 225, 229, 230, 231
en 232.
Wijders zou dan ook alinea 4 van art. 345 moeten
vervallen.
138.
Polderdistrict Veluwe.
In verband met de opmerking bij art. 127 gemaakt,
138.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
»Zie bepalingen omtrent geldelijk beheer, Titel V."
Dorpspolder Eist.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
140.
Het gecombineerd collegie vergadert slechts zelden,
ivaardoor de afdoening van zaken zeer wordt vertraagd.
Bovendien zou het toezigt nooit zoo afdoende zijn als van
ien dijkstoel, die uit den aard der zaak veel meer op de
hoogte der verschillende polderbelangen is.
140.
Op den bij art. 136 opgegeven grond.
140.
Polderdistrict Veluwe.
Het schijnt niet wenschelijk ook een deel van het toe-
zigt over de polderbestureu aan het gecombineerd collegie
op te dragen. Dat collegie toch , vergadert in den regel
lechts zelden waardoor de afdoening der zaken zeer wordt
ertraagd. Bovendien zal het toezigt nooit zoo afdoende
«ju als dat an den dijkstoel, daar deze veel meer op de
loogte is der verschillende polderbelangen.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
140.
("\'1 ijk bij art. 43 is opgemerkt, kan het soms raadzaam
:P dat de dijkstoel of het gecombineerd collegie de benoe-
ming zelve kan doen.
Hieraan toe te voegen: »ten ware de vergadering mogt
goedvinden de benoeming zelve te doen."
142.
Dorpspolder Lent.
> Wat geërfdendag betreft wordt in art. 156 nog een-\'
gezegd."
>De benoemingen van alle Commissiën door Voorzie
is niet wenschelijk."
Aan het slot te lezen: »tenzij de geërfdendag ander*
mogt besluiten."
142.
Eist.
Zie aanteekening op art. 42.
142.
Resscn en Doornik.
-ocr page 49-
43
43
Betrekkelijke
NAMEN
artikelen
der
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
Ontwerp.
Dorpspolder Lent.
144.
De laatste alinea te lezen: »In geen geval kan door een
persoon voor zich en namens anderen te zamen meer wor-
den uitgebragt dan de helft van al de stemmen die door
de overige aanwezige geërfden uitgebragt kunnen worden.\'
„ Angeren.
144.
Verkieselijker is het, in plaats van één derde, één vierde
te nemen.
Eist.
144.
Hier is het stelsel uit de Memorie, by art. 77 vermeld,
wel in praktijk gebragt.
Een derde van al de stemmen.
21
Dus \'/, = 7 stemmen, de geërfde van 15 stemmen
.
overstemt dus nog de anderen!"
„ IJzendoorn.
144.
Bij het stemregt de eigendommen, die één persoon als
eigenaar en vruchtgebruiker vertegenwoordigt, bij een te
voegen.
Polderdistrict Bommelerwaard
144.
De in dit art. opgenoemde hektarentalen te wijzigeu
boven den Meidijk.
als volgt: 1, 3, 6, 12, 20, 30, 45, 60, 80,100.
120, 140, 170, 200
en meer dan 200.
Polderdistrict Overbetuwe.
145.
De 2de alinea van art. 112 Regl. hier weder op te nemen.
Dorpspolder Gent.
145.
Bij dit art. het 2de gedeelte van het bestaande art. 112
(Begl.) te voegen.
„ Aalst.
145.
De personen die %, */4 , */s bunder land of soms nog
meer roeden land bezitten niet geheel het regt te ontne-
men, om hun verlangen schriftelijk aan den geërfdendag
kenbaar te maken.
„ IJzendoorn.
14G—150.
Evenals in het bestaande reglement voor te schrijven
dat de kennisgevingen sehriftelijk moeten geschieden.
Voor te schrijven dat bestuurders van maatschappenen
zedelijke ligchamen stemmen bg één uit hun midden
gekozen persoon.
Te bepalen dat, bij het geven van volmagt, kennisgeving
moet blijven plaats hebben.
| let is blijkbaar de bedoeling dat één persoon de ge
gele vergadering niet zal beheerschen , doch dit kan bij
,. tegenwoordige redactie toch geschieden. Gesteld b. v,
heeft 19, B heeft 3 , C heeft 3 en D heeft 2 stemmen.
zijn alzoo 27 stemmen in het geheel. Indien A daar
an nu \'/., mag uitbrengen heeft hij er 9 en de drie
aderen te zamen slechts 8.
De bepaling van art. 77 is daarom te minder wenschelijk
Anders staat de eene persoon bg hetzelfde belang vèr
ven een ander die even veel hectaren bezit.
De sprongen schijnen anders te gróót.
üp grond van billijkheid.
De billijkheid brengt dit mede.
Ten einde onregelmatigheden te voorkomen.
Dit is regelmatiger en geeft voor de eigenaars geen be-
*aar, want de volmagt moet wegens de registratie toch
n paar dagen te voren worden afgegeven,
bovendien wordt dan voorkomen dat iemand tegen den
II des eigenaars optreedt.
-ocr page 50-
44
44
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
Polderdistrict Vel uwe.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Dorpsdolder Eist
          Gameren.
Bij het kiesregt in de dorpspolders dezelfde wijzigingen
als bij de districten aan te brengen.
Zie de aanteekening bij art. 80.
148.
Xii> het daaromtrent bij art. 80 opgemerkte.
148.
Zie op de artt. 81, 82 en 84.
Hierin schijnt bevoorregting van den een boven den
ander gelegen, want moeders weduwen zijnde moeten,
om zich te laten vertegenwoordigen . daags te voren kennis
geven, terwijl dit onnoodig geacht wordt voor al wie zich
bij volmagt doet vertegenwoordigen.
De bepaling te behouden dat van gegeven volmagten
kennisgeving moet geschieden.
149 en 150.
149 en 150.
De dijketoel vermeent eveneens dat de tijd van over
egging in beide gevallen gelijk behoorde te zijn.
Polderdistrict Nederbetuwc.
Dit is ordelijker en daartegen kunnen de lastgevers ook
;een bezwaar hebben , dewijl zij daarin slechte gelijk staan
t gezamenlijke eigenaars, voogden, weduwen enz.
150.
Te bepalen dat ook de gemagtigden daags te vorei Indien nl. art. 148 wordt gewijzigd,
hunne volmagt moeten overleggen.
Wanneer het wenschelijk is te bepalen, dat minsten
daags vóór een te houden geërfdendag de kennisgeving?
bedoeld bij de artt. 146, 148 en 149 moeten worden
gedaan, is het evenzeer wenschehjk dat dit ingeval vm
volmagt
geschiede.
Veluwe.
150.
Gelderscbe Maatschappij van
Landbouw.
150.
De vaststelling van reglementen van orde niet verplig-
tend te stellen doch dit aan de geërfden-dagen over to
laten. Men kon er echter bijvoegen dat, zoo er eei
reglement van orde bestaat, dit aan het Gecombineen
Collegie en aan Gedeputeerde Staten moet worden mede
gedeeld.
Dorpspolder Lent.
151.
Even als zulks bij art. 116 van het tegenwoordige regie-
ent is voorgeschreven, want reglementen van orde zijn
likwijls reglementen van wanorde.
>Zie art. 36
151.
Eist.
De dijkstoel acht dit geheel ten onregte opge-
nerkt.
"p den bij art. 136 aangegeven grond.
Uit dit art. te doen vervallen de woorden: »aan he
gecombineerd collegie en"
In dit art. op te nemen dat de onderwerpen >zoov#
mogelijk" op de bekendmaking worden vermeld.
151.
Polderdistrict Veluwe.
152.
Even als bepaald is bij art. 117 van het bestaande
H\'lement.
Volgens den dijkstoel te regt opgemerkt.
Dorpspolder Gent.
Alinea 2 aan te vullen met: snaar beoordeeling Tal
poldermeesters", of nog beter te omschrijven welke gevall\'\'1
als spoedeischend moeten worden aangemerkt.
152.
llaaften.
-ocr page 51-
45
45
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN\'
der
betrokken Besturen.
Dorpspolder Bruchem.
In deze artt. te lezen: »na te voren tweemaal gedane
afkondiging op de gebruikelijke plaats en wijze , en waar.
van de eerste minstens 10 en de laatste minstens 3 dagen
te voren zal moeten plaats hebben "
De afkondiging twee Zondagen te voren te vervangen
door: «na tien dagen te voren te zijn afgekondigd" ot
>na twee afkondigingen ncht dagen op elkander volgende."
De afkondiging niet uitdrukkelijk op Zondag te stellen,
doch te vervangen door: «minstens 14 dagen te voren en
in spoedeischende gevallen minstens 8 dagen te voren."
»Acht dagen is wel wat vroeg ook\'voor de afjkondiging!
Tusschen de woorden: >geërfde" en ïopkomt" in het
l»te lid in te lasschen: »behalve poldermeesters."
De woorden ^herhaald worden" aan het slot van alinea 1
te veranderen in: »alzo o slechts één Zondag behoeven
plaats te hebben."
De bepaling, dat de geërfden verpligt zijn de te behan
delen onderwerpen op te geven, schijnt noodig.
Alinea 1 kan vervallen.
Hoe wordt bjj afwezigheid alleen van den voorzittende
poldermeester het voorzitterschap geregeld ?
»Is bepaald bij art. 142."
Moet hier niet bij dat zoo voorzittend poldermeester
absent is een ander poldermeester voorzitter is?
Waarom hier dijkgraaf en in art. 138 (?) ■tdyhtoeV\'
Aan het slot van dit art. te lezen: «hetwelk ook zal
kunnen plaats hebben wanneer poldermeesters dit verzoeken,
152, 344, 346.
De dijkstoel acht het afkondigen op Zondag
letcr dan op eenigen anderen dag der week , zoo
ang het afkondigen op Zondag bepaaldelijk blijft
(oorgeschreven in onderscheidene Rijkswetten
           Kerkwijk.
           Delwij nen.
Eist.
          Echteld.
          Haaften.
           IJzendoorn.
           Leut.
          Heteren.
Eist.
152, 344, 346.
152, 344, 346.
153.
153.
153.
154.
156.
156.
156.
»Ten einde in deze alle gewetensbezwaar te voorkomen
wen te nemen."
Ter voorkoming van verkeerde opvatting.
Dergelijke bepaling is reeds opgenomen in art. 142.
Zie art. 26 omtrent de dijkgraaf.
Volgens den dijkstoel te rogt, met wijziging in
rt. 158 van «dijkstoel" in: .dijkgraaf
Polderdistrict Veluwe.
156.
Het is wenschelijk dat, bij moegelijke en ingrijpende ge-
allen of bij groot verschil van gevoelen, aan een der
den van den dijkstoel mag verzocht worden het voor-
itterschap op zich te nemen.
Op geërfden-dagen, waar zeer ingrijpende voorstellen
wden gedaan, is het dikwijls wenschelijk dat iemand
lin meer personeel gezag dan een poldermeester voorzitte
Achter alinea 3 bij te voegen: «hetwelk ook zal kun-
nen plaats hebben wanneer poldermeesters het verzoeken.
öeldersche Maatschappij van
Landbouw.
156.
Hetgeen bij art. 45 omtrent de onthouding van stew-
men is gezegd geldt ook hier.
Geërfden, daaronder natuurlijk gemagtigden, volgens o*
Memorie. Is dat dan anders voor kiezers?
Dorpspolder Leut.
157.
Eist.
157.
\'Hardheid ! Zie art. 161 alinea 3 en gezegde bij art. 45."
-ocr page 52-
46
46
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Met het oog op mogelijk verschil van zienswijze over
. uitvoering ven dit artikel.
Te bepalen in hoever dit art. strekt bij stemming over.
en opmaking van voordragten, en wijders de bevoegdheid
van gemagtigden aan te wijzen, b. v. of met de volma^
van belanghebbenden in deze niet gestemd mag wordet
of dat een belanghebbende de stemmen die hij bjj volmagt
vertegenwoordigt niet mag uitbrengen.
De uitsluiting van verwante geërfden te beperken tot
bij herstemming tusschen twee personen.
Dorpspolder IJzcndooril.
ir,7.
Indien het nl. de bedoeling van het art. is, om de uit-
sluiting te handhaven ook bjj vrije stemmingen , b. v. de
«noeming van een polderontvanger.
In het laatste geval zouden, bij het benoemen van een
lderontvanger uit eene door het polderbestuur opgemaakte
voordragt, uit de bepaling moeijelijkhedon en onbillijke
uitsluitingen voortvloeijen.
De uitdrukking is niet overeenkomstig de bedoeling.
Bij de redactie heeft men te veel het oog gehad op art.
48 van het bestaande reglement. Daar is evenwel sprake
an leden die nimmer meer dan 1 stem kunnen uitbrengen,
doch bij geërfden is dit andei\'s.
Art. 122 Regl. heeft dezelfde onjuistheid, doch daar
springt het door de verwijzing minder in het oog.
Stemmende geërfden konden wel eens hoofdelijk genomen
worden.
Volgens den dijkstoel is dit juist.
157.
Opijnen.
Op te helderen of bedoeld wordt bij herstemming tu
schen twee personen, dan wel bij vrije stemming.
KIst.
157.
De uitdrukking »stemmende geërfden" te verandert
in: »uitgebragte stemmen", daar meu rekening moet hom
niet. met de personen maar met ilè stemmen.
Leut.
158.
In plaats van »der stemmende geërfden" te lezen: >uit
gebragte stemmen."
158.
158.
159.
159.
           Heteren.
Eist.
Polderdistrict Tielerwaard.
Dorpspolder Haaften.
»Stemmende geërfden" moet zijn: »uitgebragte stemmen I
Te bepalen of ieder der aanwezige personen één stol
uitbrengt of zooveel als in verhouding staat tot zyne bui
dertalen.
Het schijnt goed bij dit art. te doen uitkomen, dat m
het stemmen over zaken elk stemmend geërfde zooveel stenil
men kan uitbrengen als waartoe hij krachtens art. M
gevestigd is.
Ware het niet goed in alinea 11 de bepaling van artl
20 op te nemen?
Voor gevallen , bedoeld in de laatste alinea (beslissinj
door ouderdom of lot), schijnt de bestaande wijze van »
slissen [enkel door het lot) verkieselijker.
Te bepalen dat de briefjes gestempeld worden door v
polderbestuur.
In plaats van »Dijkstoel" te lezen: »het Gecoinbine?11
Collegie."
Het laatste komt in vele gevallen wenschelijk voor.
Hierdoor wordt een bestaande twyfel opgeheven.
Dorpspolder Eist.
ICO.
Ouderdom is niet altijd bekend en kan oorzaak zijn dat
een geërfdendag onbevoegd was de voordragt, die behan-
(\'eld moest worden, af te werken.
Ter voorkoming van onaangenaamheden en misbruiken,
T- door twee briefjes in een gevouwen in de bus te steken.
Uzendoora.
160.
Wijchen.
160.
Bommel.
161 en 170.
-ocr page 53-
47
•17
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
De dijkstoel acht deze opmerking geheel ten onregte
gemaakt.
Dorpspolder Oosterhout. i
Slijk Ewijk.i
De 3de alinea te wijzigen als volgt: »De ontvanger
wordt door geërfden benoemd, die daarvan kennis geven
aan Gedeputeerde Staten en aan het gecombineerd collegie."
Evenals in alinea 3, in plaats van »dijkstoel", »gecombi-
neerd collegie" te stellen.
161.
161.
161.
161.
163.
163.
163.
163.
163.
Waarom onderscheid?
Volgens den dijkstoel is het artikel consequent van
redactie en de voorgestelde wijziging inconsequent.
Poldermeesters konden mogelijk drie geheel ongeschikte
personen op de voordragt stellen.
KIst.
           Hessen en Doornik.
Polderdistrict Veluwe.
           Overbetuwe.
Dorpspolder Leilt.
Eist.
           Ressen en Doornik
           IJzendoorn.
Te lezen: »De ontvanger wordt benoemd dóór den ge-
ërtdendag."
Uit het slot te laten vervallen: »en het gecombineerd
collegie."
Wat is de zittingstijd van een\' Secretaris of Ontvanger?
Den verboden graad tot den derden uit te breiden, ten
einde te naauwe familiebetrekking te voorkomen.
»Liever en beter 3de graad, Oom en Neef; zoo nu Pol-
dermeester vroeger moet aftreden, is dan deze niet be-
noembaar?"
In dit art. te lezen: »in den l8tenj 2d\'n of 3den graad enz."
Houdt niet duidelijk in of bloedverwantschap en zwager-
schap mag bestaan tusschen den Secretaiïs en den Ont-
vanger.
Alinea 4 is niet billijk, daar een Secretaris of Ontvanger,
huwende met de zuster eens poldermeesters, niet zou behoeven
af te treden als aan geen zittingstijd onderworpen. De
poldermeester zou in dat geval echter wel zijn uitgesloten,
nl. voor herbenoeming.
Ook van den verboden graad van zwageischap ontheffing
toe te laten, even als van dien van bloedverwantschap.
Op den bij art. 136 opgegeven grond.
B. v. van Ooms en Neven.
Thans kunnen vader en zoon of twee broeders wèl, doch
b. v. schoonvader en schoonzoon of twee zwagers niet te
gelijk poldermeester en secretaris of ontvanger zijn.
In kleine polders zjjn zeer weinig geschikte personen te
vinden, buiten de families der poldermeesters, en wyders
wegens de geringe bezoldiging.
Bij het bestaande reglement kunnen Secretaris en ontvan-
ger hunne betrekkingen mede in een anderen dorpspolder of
polder bekleeden en kan een dorpspolder-secretaris ook lid
Z1jn van het gecombineerd collegie.
Maurik.
1G3.
Overasselt.
Nedcrasselt-
163.
Alinea 2 ook toepasselijk te verklaren op den ontvanger
Polderdistrict Nederbetnwe.
Door de uitbreiding dezer bepalingen worden te veel
personen uitgesloten.
Doordien geene ontheffing van letter e van art. 21 is
aangenomen, voorziet de ontheffing van letter d van art.
164 niet in het geval, dat men het lidmaatschap van het
gecombineerd collegie verlangt te vereenigen met de l»e-
■trekking van dorpspolder-secretaris.
104.
-ocr page 54-
48
48
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Ook met het oog op mogelijke ontheffing is de uitbrci-
ding der uitsluitingen van letter d niet gewenscht, daar
er geen bezwaar tegen bestaat, dat dezelfde persoon als
secretaris en ontvanger in een dorpspolder en in een
buitenpolder fungeert.
Op te helderen wat onder ambtenaar is te verstaan.
164.
Dorpspolder I.l zen doorn.
Om de redenen reeds bij art. 21 vermeld.
Dorpspolders en buitenpolders zijn corporaties die niets
met elkander gemeen hebben. Mogelijke verhindering tot
liijwouing der werkzaamheden kan, bjj de vereeniging, niet
ais bezwaiir gelden want een onderwijzer, die bijna den
(jeheelen dag gebonden is, is niet uitgesloten en bekleedt
de Intrekking zelfs in vele polders.
Bij te voegen dat de secretaris geen burgemeester maj;
zijn van de gemeente waartoe de polder behoort.
Ook de betrekking van burgemeester onvereenigbaar te
verklaren met die van secretaris en ontvanger.
Te wijzigen in dier voegen dat de ontvanger een vast
salaris zal ontvangen.
Ook voor den dorpspolder-ontvanger de bezoldiging vast
te stellen en niet percentsgewijze te regelen.
Waarom hier verpligte percentsgewjjze belooning en in
art. 58 niet?
De bezoldiging van den ontvanger op eene vaste som
te stellen.
Eene vaste bezoldiging voor de dorpspolder-ontvangers
in te voeren.
Eene vaste bezoldiging voor den ontvanger zal opdrjjving
van den omslag, uit verlangen naar hooger perceptieloou.
voorkomen.
De woorden: »na verhoor" te veranderen in: >op
voordragt."
De bezoldiging van den Secretaris van den dorpspolder
Niftrik met ƒ 25 te verhoogen en te stellen op ƒ50.
Polderdistrict Tielerwaard.
IG4.
1C4.
160.
106.
1G6.
166.
166.
166.
166.
166.
16ü.
166.
Eenige geërfden van den dorps-
polder Deil.
In kleine polders zullen poldermeesters anders geheel
ujuler den invloed van den Burgemeester staan.
Oosterhout. *
Slijk Ewijk.j
Heteren.
ti
Even als in art. 58 voor den Districts-ontvanger.
Eist.
Ressen en Doornik
Polderdistrict Nederbetawe.
Dit schijnt verkieselijk, te meer daar aan alle andere
betrekkingen eene vaste bezoldiging verbonden is.
Vooral in de gevallen dat de ontvanger tevens Secre-
taris is, hangt de opmaking der begrooting grootendeels
van hem af.
Ten einde in deze »het regt van geërfden zoo min
mogelijk te bemoeijen."
Het tractement van den secretaris van den dorpspolder
WijcAen, die ongeveer evenveel werk heeft te doen, be-
\'li-aagt ƒ 75.
Deze wijziging is consequent in verband met vorige
opmerkingen.
Dorpspolder IJzendoorn.
Haaften.
Niftrik.
» Gedeputeerde Staten" te veranderen in : »den dijksteel\'
Zou hier ook niet de belooning voor buitengewone
ontvangsten moeten worden geregeld?
>Wat krijgt hg van buitengewone ontvangsten?"
> Buitengewone ontvangsten zijn die, welke voortvloeijfo
uit de 3d\' alinea van art. 366 , wegens aanleg van nieuw
grindwegen in rente en aflossing van kapitalen ten gevolg
dezer werken. Hiervoor ontvangt hij eene belooning door
de geërfden, onder goedkeuring van den dijkstoel, va"1
te stellen."
Polderdistrict Veluwe.
Dorpspolder Nijbroek.
-ocr page 55-
19
49
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
Even als in art. 136.
Te lezen: »na verhoor van den dijkstoel en den geêrf-
den-dag."
Het is niet regt duidelijk hoe iemand die zijn ontslag
verkregen haeft te dwingen is zijne betrekking te blijven
waarnemen. Althans de ontvanger zou moeijelijk kunnen
blijven fungeren.
Alinea 2, ook in geval van art. 70 (m. z. 170)V
Het is niet vermeld dat de Secretaris en de ontvanger
ook kunnen worden geschorst.
>En gecombineerde collegie" zie op art. 140."
De bepaling der laatste alinea is dikwijls feitelijk onmo-
gelijk en zal zelden worden nagekomen.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Dorpspolder Lent.
166.
169.
Daar , bij ontslag, door poldermeesters de boeken worden
esloten en de kas wordt overgenomen en bewaard (art. 178.)
Eist.
Lent.
Eist,
Gent.
169.
170.
170.
171.
Toch schijnt zulks, althans wat den ontvanger aangaat,
Let het oog op art. 178, in de bedoeling te leggen.
Als er op eene vergadering meer dan enkele punten
worden behandeld, heeft de secretaris al ligt eenige uren
noiidiif om de beraadglainniren te resumeren.
Volgens den dijkstoel te regt.
De Memorie zegt dit doch het zal in de Wet moeten
staan, evenals in art. 177!
»Aan den dijkstoel" bij te voegen: tof aan eene Commissie
uit diens midden."
Aan het woord «toestemming" in het l8te lid de be-
teekenis te geven van »gezien."
171.
171.
172.
173.
175.
175.
176.
176.
177.
177.
Eist.
Echteld.
Polderdistrict Veluwe.
Dorpspolder Eist.
          Lent.
Eist.
Polderdistrict Veluwe.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Dorpspolder Dreumel.
Polderdistrict Velnwe.
Hoe moet anders de secretaris handelen indien polder-
meesters hunne toestemming tot het geven van authentieke
afschriften enz. weigeren ?
Op den bij art. 136 aangegeven grond.
Alinea 3 van dit art. te wijzigen.
Alinea 2. »En blijft toch waarnemend tot opvolger ia
benoemd? art. 169."
i
Aan dit art. aan het slot toe te voegen: >Of ingeval
van art. 165 door twee poldermeesters."
»Ingeval van vereeniging van betrekking met secretaris,
als dan art. 165 toepasselijk; moet bepaling van 65
niet worden opgenomen ?
Het 2dc lid van dit art. te wijzigen.
Zie de aanteekeniug bij art. 70.
Aan het 2de lid toe te voegen achter het woord: »opge-
maakt" de woorden : »en aan den dijkstoel en den geërt-
dendag mededeeling gedaan " .
Het 2lle lid van dit art. te lezen: «Hiervan wordt tel-
kens procesverbaal opgemaakt (en) aan den geërfdendaj,\'
en aan den dijkstoel medegedeeld."
0]> den bij art. 136 aangegeven grond.
Deze verpligting schijnt voor eene goede controle zeer
Ooodig. Volgens de voorgestelde bepalingen zal die kas
uI»«eming wel zeer zelden plaats hebben. Het toezigt
f\'er geërfden in het algemeen laat veel te wenschen over
-ocr page 56-
50
50
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
Tan het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
Dórpspolder N ij broek.
177.
In alinea 2 mede op te nemen: »en aan den djjkstoel."
„ Huissen.
178.
»Bij dit art. zag men gaarne bepaald wie in zoodanig
geval met de betaling werd belast."
„ Lent.
178.
Wie is bevoegd noodzakelijke betalingen te doen gedu-
rende den tijd dat de boeken en de kas in bewaring zijn
bjj poldermeesters ?
Eist.
178.
Wie moet dan betalen ?
„ Ressen en Doornik.
178.
Bij overlijden of ontslag Tan den ontvanger tijdelijk in
de dienst te laten voorzien.
„ Baren en Erichem.
178.
Hierbij behoort te worden bepaald, dat de boeken en de
kas door den voorzittende poldermeester worden bewaard
totdat in de dienst is voorzien.
Eist.
179.
»Zoo de ontTanger Taste dagen of dag in de week heeft.
dan nog te Toren gedurig afkondigen?"
Polderdistrict Velnwe.
179.
Aan het slot by te Toegen: »en in zjjne instructie ver-
meld."
Dorpspolder Nijbroek.
179.
Hieraan toe te voegen: »en in zjjne instructie medege-
deeld."
Eist.
180.
»Beambte"; in art. 64 »ambtenaar."
Polderdistrict üverbetnwe.
181 en 201.
Wat is te verstaan onder »daden die buiten het gewoon
beheer Tallen"?
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Heidijk.
181.
Ook de niet in dit art. Termelde besluiten, die in de
termen Tan het art. Tallen, met name op te noemen.
Dorpspolder Haaften.
181 en 206.
De laatste alinea dezer beide artt. beTat eene geTaarlijke
bepaling. Wat is gewoon beheer?
Polderdistrict Vel uwe.
181.
De laatste zinsnede : »en in het algemeen enz." te laten
Tervallen, en, zoo er nog meer zaken zjjn waarop de
goedkeuring Tan Gedeputeerde Staten noodig is, die als-
dan met name te vermelden.
Gelder sche Haatscbappij van
Landbouw.
181.
De besluiten die, behalve de reeds genoemde, in &e
termen van dit art. vallen , met name op te noemen.
Dorpspolder Eist.
182.
»Beter: opmaken en bijhouden."
Moet dan ieder jaar de staat weder in zjjn geheel wor-
den medegedeeld?
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
iHier is strijd met art. 169 !"
Ter bevordering Tan den geregelden gang van zaken
De dijkstool van Buren deelt dit bezwaar echter
niet, daar hij het beter acht dat de poldermeesters
gezamenlijk dan één van hen de verantwoordelijkheid
dragen.
>Hier is geheel ander geval dan in art. 65 , hier veelal
plaatselijk ambtenaar!"
Waarom verschil Tan uitdrukking?
De uitdrukking is te onbestemd.
De laatste alinea is nl. te onbepaald en te rekbaar en
zal aanleiding tot twijfel geTen.
Zij kan voortdurend aanleiding geven tot moeijelijkheden
tusschen het Gecombineerd Collegie en Gedeputeerde Staten.
Er kan ligt verschil van gevoelen bestaan omtrent het-
geen tot gewoon of tot buitengewoon beheer kan gerekend
worden.
De bepaling der laatste alinea is te onbepaald en te
rekbaar en kan aanleiding geven tot twijfel en onzekerheid
Zooals ook besluit van 24 Maart 1857 Prov. blad n". 34
P»g. 4.
-ocr page 57-
51
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
TOELICHTING.
Dorpspolder Eist.
Polderdistrict VeluWC
Dorpspolder Haaften.
Wie beoordeelt wat >minder aangelegenheid" is?
Den aanhef te lezen: »De dijkstoelen zijn bevoegd,
om" enz.
In alinea 2 te laten vervallen: »tot een of ander."
In deze artt. te laten vervallen: w/ overzigl."
18(3.
186.
188 en 215.
De bepaling wat bijzondere gevallen zijn is steeds zeer
uioeijelijk.
Er wordt uitsluitend eene administrative rekening ge-
wenscht.
Art. 196 draagt aan het gecombineerd collegie op, de
middelen aan te wijzen tot dekking der kosten van ge-
tierde werken bij dijkbreuken.
Art. 303 bepaalt, andermaal van doorbraken sprekende
alsmede van verzinkingen, wegspoelingen enz., welke ook
tot de rubriek van art 196 schijnen te behooren, dat de
ciering niet raming van kosten aan het gecombineerd col-
legie wordt medegedeeld, terwijl hier toch ook sprake is
van zaken van huishoudelijken aard, als het verleggen,
verzwaren en verhoogen van dijken en kwelkaden, zoodat
ook voor de daarop betrekking hebbende cieringen aan het
gecombineerd collegie de bevoegdheid is ontzegd om daarop
aanmerking te maken.
Art. 188 schrijft voor dat het bedrag der omslagen en
liet bestrijden der kosten door het gecombineerd collegie
moet worden vastgesteld en art. 197 stelt vast dat, bij
weigering van het gecombineerd collegie, de bevoegdheid
in handen van Gedeputeerde Staten berust, om de mid-
delen aan te wijzen.
»Waar hij de artt. 196 en 303 alle verstand in de hoofden
van den dijkstoel is geconcentreerd, wordt dat van het ge-
coinbineerd collegie met het vaststellen der omslagen op
nul gesteld."
Gelijk alle polders zich gewend hebben aan het voor-
schrift van Provinciaal Blad n°. 34 van 1857.
Lakemond.
Randwijk.
Deze artt. geven tot verwarring aanleiding, als betrek-
king hebbende op dezelfde soort van zaken van huishoud
lijken aard, die alzoo geheel bij het gecombineerd collegie
behooren, even als de Gemeentewet aan den Raad de
bevoegdheid toekent voorwaarden, plannen enz. vast te
stellen of voor te behouden.
Het zou rationeler zijn dat alle plannen, voorwaarden
en cieringen — vooral nu het onderhoud der dijken op het
District overgaat en de instandhouding, met het verhoogen t
verzwaren en verleggen. alles van huishoudelijk belang
wordt en ten koste van het District zal worden uitgevoerd —
niet alleen werden medegedeeld (want mededeeling beduidt
niets) maar dat de ciering te gelijk met de begrooting al
of niet werd vastgesteld.
Bij art 188 valt tevens op te merken, dat de begrooting\'
van ontvangsten en uitgaven zal worden ingerigt volgc:
voorschrift van Gedeputeerde Staten, terwijl voor (dorps)
polders bij art. 215 is voorgeschreven volgens voorschrift
van het gecombineerd collegie. Hieruit kan verwarring
ontstaan en het is wenschelijker dat Gedeputeerde Staten
ook voor de dorpspolders het voorschrift gaven.
»Voorts wordt aan de geërfden de bevoegdheid toegekend
bij Art. 215 den omslag te regelen."
188
196
;
19
en 30
Volgens deze artt. moeten afschriften der rekening en
begrooting ter visie gelegd worden.
Dit is onnoodig daar de begrooting in triplo en de reke-,
ning
in dubio worden opgemaakt, zoodat één daarvan kan
ter visie gelegd worden.
>Te gelijkertijd" te veranderen in: «daarna", opdat de
afkondiging van de ter visie legging des Zondags, na den
gehouden geërfdendag, kan plaats hebben.
189]
2001
2161
en 217
           Avezaath. (Kapel
en Kerk-)
Maurik.
1891
2001
216
en 217
189
200
216
en 217
Voor te schrijven dat één der exemplaren van de in
triplo opgemaakte begrooting en in duplo opgemaakte
rekening ter visie wordt gelegd.
Hierdoor wordt het onnoodig maken van een afschrift
Vl,orkomen.
Polderdistrict Buren.
-ocr page 58-
r,2
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
Wegens de kosten en den te verren afstand van de
plaats »w«ar den Dijkstoel ter inzage ligt."
Omdat de vergaderingen van den dijkstoel niet publiek zijn.
189 en 201.
Deze beide artt. geven geen genoegzamen waarborg en
publiciteit.
In alinea 1 van art 189 ware in te voegen: »in eiken
dorpspolder, waarvan door poldermeesters af kondiging ge-
schiedt."
Te bepalen dat in dit geval ook magtiging kan worden
verleend, om op posten, waartegen geen bezwaar bestaat,
de uitgaven ten rolk te doen.
Dorpspolder N ij broek.
Door de bestaande regeling is het gebeurd, dat onder-
nomen werken, waartegen geen bezwaar bestond, achter-
wege moesten blijven en de renten van aangegane schulden,
gedurende geruimen tijd na den vervaldag niet konden
worden uitbetaald.
Het is gebeurd dat door de bestaande regeling werken,
waartegen geen bezwaar bestond, achterwege moesten blijven
en renten van aangegane schulden, geruimen tijd na den
vervaldag, niet konden worden uitbetaald.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
19!}.
Te bepalen dat in dit geval ook ma»ti<ring kan verleend
worden, om op posten, waartegen geen bezwaar bestaat,
de uitgaven ten volle te doen.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
19a.
Beide artikelen schijnen overbodig. Wanneer moet de
mededeeling geschieden indien dit niet mogelijk is vóór
1 Junij?
»Moeten hier niet bij de woorden verzinkingen en at-
spoelingen (art. 303) cieringen goed te keuren door Ge-
combineerd Collegie?"
Uit alinea 2 te doen vervallen: »zoo mede elk ander
tot wijziging der begrooting, onder gelijke goedkeuring,\'\'
daar deze woorden aanleiding tot de schromelijkste we\'c
ontduiking kunnen geven. Wijziging der redactie van
art. 223, alinea 2, is daarbij niet noodig, daar de <.
erfden — dus de belanghebbenden — zelf in het daar bedoeld
geval besluiten en niet het Gecombineerd Collegie, zooals
in alinea 2 van art. 196.
194 en 221.
Polderdistrict Overbetuwe.
De dijkstoel acht dit geheel ten onregte opge-
merkt.
190
Dorpspolder Eist.
Niets zou eenvoudiger zijn dan om alle posten, waartegen
men verzet van de zijde der geërfden vreesde, van de ge
wone jaarlijksche begrooting weg te laten en daarna de
uitgaven, zonder eenig medeweten van belanghebbenden,
vast te stellen.
De dijkstoel acht het bezwaar een „klankrijke
volzin," die alleen dan eenige beteekenis zon heb-
ben , wanneer het Gecombineerd Collegie en Gede.
puteerde Staten gemeenschappelijke vijanden van
de geërfden waren. De aanvulling der gemeente-
begrooting heeft evenzoo plaats als hier wordt
voorgesteld, zonder dat iets van „schromelijke
wetsontduiking" is gebleken.
19C (en 223).
          Hurwenen.
          Kossnui.
Driel.
ïledel.
190 en 223.
Het komt gewenscht voor, om het in alinea 2 dezer
artt. bedoelde besluit tot wijziging, even als met de be-
grooting zelve geschiedt, te doen ter visie leggen.
In de plaats der 5 eerste regels te stellen:
»Voor werken, na het opmaken der begrootingnoodza-
kelijk bevonden, worden enz."
Wil men dit artikel dan behoort er minstens beroep te
zijn op den Koning.
Zoowel voor de duidelijkheid als voor de beknoptheid
190.
Polderdistrict Velnwe.
197.
Overbetuwe.
-ocr page 59-
53
:,3
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Aan het slot bij te voegen: >behoudens hooger beroep
op den Koning binnen 30 dagen."
Achter dit art. de volgende alinea op te nemen:
»Op dit besluit is van toepassing het bepaalde bij art. 10."
Voor eene juiste beoordeeling zou het niet ondienstig
zijn ook de bescheiden ter visie te leggen.
Zoo bescheiden niet ter visie liggen heelt het voorschrift
weinig nut; vooral bescheiden van ontvangsten en die
welke geen kwitantiën zijn.
Polderdistrict Veluwe.
Dit is billijkheidshalve gewenscht
197.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
197.
Dorpspolder Lent.
200.
Vooral om de inrigting van enkele rekeningen.
Volgens den dijkstoel is de ter visie legging van de
bijlagen enz. niet veilig, daar geërfden een »te groot
publiek" is om hen die stukken in handen te geven
Die stukken worden volgens art. 199 aan het gecom
bineerd collegie overgelegd.
Eist.
200.
In verband met vorige opmerkingen, in alinea 1
achter het woord: «uitgaven" te plaatsen : «voorloopig",
en het woord «goedkeuring" te vervangen door: «vaststel-
ling."
Verder het woord «December" te veranderen in: Januarij."
Het slot van alinea 1 te lezen als volgt:
» .... het bedrag der ontvangsten en uitgaven voorloopig
vast, en zendt de rekening met .alle bescheiden en inge-
komen bezwaren ter definitieve vaststelling aan Gedeputeerd!\'
Staten.
In verband met de opmerking, bij art. 70 gemaakt, het
woord December te vervangen door: Januarij.
Het stelsel dat bij het tegenwoordige reglement is ge-
volgd verdient verre de voorkeur boven het thans in deze
artt. voorgestelde, zooals o. m. kan blijken uit de Aan
teekeningen
op de Gemeentewet van Mr. G. van Oosterwijk ■,
blz. 1112 en volgende.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
203.
In verband met de opmerking op art. 70.
Men geeft verre de voorkeur aan de vroegere regeling,
om de rekening door het gecombineerd collegie voorloopig,
door Gedeputeerde Staten definitief te laten vaststellen
Wijzigingen ten gevolge van aanmerkingen zijn daardoor
oneindig gemakkelijker.
Het gevolgde stelsel, dat het Gecombineerd Collegie de
rekening vaststelt en Gedeputeerde Staten die goedkeuren,
is een groote stap achterwaarts, daar Gecombineerd Col
legie daardoor partij en regter in dezelfde zaak wordt en
de dijkstoel geheel aan hem wordt «overgeleverd".
Wanneer het Gecombineerd Collegie, ook zonder rede
lijken grond, een uitgaaf schrapt kunnen Gedeputeerde
Staten thans niets doen dan hunne goedkeuring weigeren,
•\'ü daarvan ondervinden niet het Gecombineerd Collegie
doch slechts de dijkstoel en de ontvanger de nadeelige
gevolgen, daar die geene ontlasting voor hun gehouden
Helieer bekomen. Ook de Koning kan verder geene ver-
andering brengen, daar hij alleen kan verklaren dat de
rekening is goedgekeurd, of wel dat Gedeputeerde Staten
te regt hunne goedkeuring hebben geweigerd.
Hierdoor wordt het Gecombineerd Collegie partij en
\'egter en de dijkstoel geheel aan diens goedvinden over-
geleverd.
Schrapt het Gecombineerd Collegie, zonder redelijken
óri\'ond, eeno uitgaaf, dan kunnen Gedeputeerde Staten daaraan
\'Ut\'ts doen dan hunne goedkeuring onthouden, en daarvan
ondervinden uitsluitend de dijkstoel en de ontvanger de
Polderdistrict Veluwe.
203.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
203 tot 205.
203 tot 205.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Het hier gevolgde stelsel, dat het Gecombineerd Collegie
de rekening vaststelt en Gedeputeerde Staten die goedkeu-
ren , is een groote stap achterwaarts , vergeleken bij het
tegenwoordige reglement.
De gronden vóór en tegen het bestaande stelsel en het
thans voorgedragene vindt men o. a. ontwikkeld bij
Mr. G. van Oosterwijk, de Gemeentewet, op pag. 1112 en
-ocr page 60-
54
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
volgg.. Na lezing daarvan kan over het te kiezen stelsel
wel geen twijfel meer bestaan.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
204.
Het woord «goedgekeurd" te vervangen door: vast-
gesteld."
Polderdistrict Veluwe.
204 en 205.
In deze beide artt. resp. de woorden «goedgekeurd" en
«goedkeuring" te veranderen in: «vastgesteld" en «vast-
stelling."
Dorpspolder Eist.
205.
Hierbij te voegen: »hoofdgeè\'rfden."
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
205.
In pluats van «goedkeuring" te lezen: «vaststelling."
Dorpspolder Hemmen.
20ö.
Wat wordt in de laatste alinea verstaan onder daden
die buiten het gewoon beheer vallen?
Polderdistrict Veluwe.
200.
Het slot: «en in het algemeen enz." te laten vervallen.
Dorpspolder Heteren.
20(J en 208.
Beide artt. zijn niet in overeenstemming betreffende !
goedkeuring van onderhandsche verhuring.
„ KIst.
20G en 208.
In alinea 3 van het eerste art. staat: Gedeputeerde Staten
en in alinea 2 van het laatste: Gecombineerd Colkgie.
Polderdistrict Nederbetuwe.
20G en 208.
De laatste alinea van art 208 strookt niet met de
bepaling van art. 206 alinea 3.
Dorpspolder Lent.
208.
De bepaling van alinea 2 is reeds geregeld bij alinea 3
van art. 206.
„ Ijzen doorn.
208.
De laatste alinea strookt niet met art. 206, waarbij de
zaak aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten ia
onderworpen.
Polderdistrict Veluwe.
207, 208 en 212.
Deze artikelen te wijzigen.
Dorpspolder Eist.
211.
Wie beoordeelt wat «minder aangelegenheid" is?
Polderdistrict Veluwe.
211.
Het begin van dit art. te lezen: «Poldermeesters ziju
bevoegd, om enz."
Dorpspolder Nij broek.
211.
In alinea 1, achter de woorden: »van minder aange-
legenheid" te lezen: «de som van /\'30 niet te boven
gaande."
nadeelige gevolgen, daar die alsdan geene ontlasting be
komen van hun gehouden beheer.
Ook de Koning kan daarin verder geene verandering
brengen, daar Deze alleen kan verklaren dat de rekening
is goedgekeurd, of wel dat Gedeputeerde Staten te regt
hunne goedkeuring hebben geweigerd.
In verband met de opmerking bij art. 203
In verband met art. 203 alinea 2.
Op den reeds by art. 181 opgegeven grond.
Het eerste art. noemt Gedeputeerde Staten en art. 208
het gecombineerd collegie.
De dijkstoel acht dit te regt opgemerkt.
De dijkstoel is van gevoelen dat dit te regt is
opgemerkt.
Op grond van de bij art. 136 gemaakte opmerking.
De bepaling wat bijzondere gevallen zijn is steeds zeer
moegelijk.
-ocr page 61-
55
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
211.
Zie de aanteekening bij art. 186.
Dorpspolder Eist.
212.
Hier Gecombineerd collegie, waarom dan elders dijistoell
Twello.
187.?
(m. z. 214.)
De rekeningen der dorpspolder met Januari} in plaats
van met Jidij te laten afsluiten.
„ Overasselt. i
„ Nederasselt. 1
215.
De administrative rekening kon zeker zoo goed gemist
worden als bij de gemeente-begrooting.
„ IJzendooni.
216 en 217.
Wijziging te brengen in het gelijktijdig ter visie leggen
van begrooting en rekening, met den geërfden-dag waarin
dezelve wordt aangeboden.
Polderdistrict Veluwe.
215, 218, 219, 220,
221 , 222, 223, 224
en 225.
Al deze artt. te wijzigen in verband met de opmerking
gemaakt bij art. 136.
Dorpspolder KIst.
217.
»Art. 218 Reglement is niet opgenomen! vervalt alzon
het daar vermelde?"
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
220.
Zie de aanteekening bij art. 193.
Dorpspolder Hemmen.
221.
Wanneer zal het gecombineerd collegie zijn besluit ann
den geërfdendag mededeelen indien dit niet geschiedt vói\'r
1 Junij ?
„ IJzen doorn.
223.
»Deze bepaling zal toch niet het vermoeden doen ont-
staan, dat andere noodig gewordene werken of werken,
die door geërfden bepaald worden na aanvang van een
dienstjaar, zouden moeten blijven wachten tot de volgende
bejnrootine in derzelver kosten voorziet ?"
Polderdistrict Ovcrbetuwe.
224
Wil men dit artikel, dan dient er ten minste beroep op
Gedeputeerde Staten te zijn.
Dorpspolder Hemmen.
224.
»Is dit art. noodig, dan behoort van het besluit van het
gecombineei\'d collegie beroep te zijn op hoeren Gedepu-
teerde Staten."
Slijk-Kwijk.
224.
Dit art. te doen vervallen.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Omdat in het voorjaar zooveel mogelijk de werkzaam-
bieden van het geheele jaar worden aanbesteed.
Afsluiting met 1 Julij kan ook daarom niet goed , om
llat de schouwen niet altijd op dezelfde tijden of datums
:imneii plaats hebben daar dit van den waterstand afhangt
Volgens het polderbestuur van Nederatsett als geen nutj
[loonde.
Ingeval geen geërfde opkomt zou opnieuw een geërfden-
lag moeten belegd worden , althans voor de begrooting,
laar geërfden het bedrag van den omslag daarvan
moeten bepalen.
°e dijksteel meent dat dit geheel ten onregte ver-
anêd wordt.
-ocr page 62-
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
Aanmerkinge
Het regt van voorziening bij Gedeputeerde Staten schijnt
bij dit art. gewenscht.
Het ware wenschelijk binnen één maand beroep op Ge-
deputeerde Staten toe te laten.
Bij af- en overschrijvingen dient ook gevoegd: l>etaliii<r
uit de onvoorziene uitgaven.
Dit art. aan te vullen met de bepaling, dat betalingen
uit de onvoorziene uitgaven niet zonder verkregen nmgti
ging mogen geschieden.
Duidelijk voor te schrijven door wien af- en overschrij
ving kan gedaan worden indien bij de begrooting zelve
magtiging is verleend.
Zie de aanteekening bij art. 199.
Polderdistrict VeluWC
Evenals vroeger bij den Koning.
224.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Polderdistrict Nederbetuwe.
224.
Dorpspolder Uzendoorn.
225.
Evenals steeds beschouwd is uit het bestaande reglement
voort te vloeijen.
Namelijk door Poldermeesters of door den geërfdendag.
Alphen.
225.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
226.
Voor eene juiste beoordeeling zou het niet ondienstig
zijn ook de bescheiden ter visie te leggen.
Zonder bescheiden beteekent niet veel!
Dorpspolder Lent.
227.
Eist.
227.
Zie aanteekening op art. 200.
Volgens den dijkstool geheel onjuist.
Deze artt. te wijzigen in verband met de opmerking
gemaakt bij art. 136.
Dezelfde wijzigingen die in de artt. 203205 worden
verlangd, dienen ook in deze artt. drie te worden aangebragt
Zie de opmerkingen bij de artt. 203205.
Polderdistrict Vel uwe.
229, 230, 231
en 232.
230, 231, 232.
Op de gronden bij de artt. 203205 opgegeven.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Dorpspolder Driel.
230 tot 232.
Het laatste lid in dier voege te wijzigen, dat de polder-
meesters en de ontvanger zich niet behoeven te onthouden
van medestemmen, zoo er op een geërfdendag soms maar
één geërfde tegenwoordig is.
Bij te voegen: «voorziening of beroep bij den Koning."
Ten opzigte van de eigenlijke en oneigenlijke polder-
lasten , in deze artt. omschreven , merkt het districtsbestuur
op, dat er in het district geene vrijdommen zijn geweest
van hooge gronden en van die, welke geacht konden wor-
den geen voordeel van waterkeeringen te hebben.
De circumscriptie in staat A is dan ook als volgt
»De landen in de gemeente Hummelo en Keppel (uitslui-
tend Drempt) en Steenderen, voor zoo verre zij vroege\'
tot het onderhoud der dijken hebben bijgedragen."
Zulks in verband met het laatste lid van art. 144 en
art. 153.
De dijkstool acht dit geheel ten onregte verlangd.
230.
In verband met art. 10 der Algemeene Bepalingen.
          Heteren.
Polderdistrict Dremptsche, 01
denhaafsche, llooglurensche
en üldburgsche dijken.
232.
234 en volgg
Voor die aanslag kan geacht worden een verkregen regt
! bestaan. De eigenaren van weilanden, die deze desj
winters liever geïnundeerd zien, zouden ook «aanspraak
°P oneigenhjke lasten kunnen maken."
-ocr page 63-
57
57
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Wat is te verstaan onder: oneigenlijke polderlosten , in
verband met art. 190 en 217 en de model-rekening en
begrooting (Prov. blad n°. 34 van 1857)?
Worden in de artt. 236 en 250 dezelfde ontvangsten
en uitgaven als in de artt. 190 en 217 bedoeld, dan
moet gemeld model gewijzigd worden , en anders het ken-
merkend verschil worden opgegeven tusschen de ontvangsten
en uitgaven bedoeld in de beide eerste en in de beide
laatste artt. vermeld.
De allossing en rentebetaling in deze betreft zeker
alleen de kapitalen voor de wegen opgenomen?
Hierbij te bepalen dat er eene herziening zal plaats
hebben voor dorpen die niet in de districtslasten dragen.
Niet alleen bij het oprigten van stoom werktuigen, maar
ook bij reeds bestaande moet de gelegenheid worden open-
gesteld, waar zulks behoort, tot evenredige verdeeling van
lasten, daar men alleen op die wijze bestaande onbillijk-
heden kan »opruimen", evenals men b. v. in het Ontwerp van
plan schijnt, wat betreft in meerdere of mindere mate het
leveren van grond en het afkoopen van waterwerken.
236 en 250.
Polderdistrict Overbetuwe.
236 en 250.
Nederbetuwe.
337.
Zeer aanbevelenswaardig en noodig.
B. v. Hatert en Malden.
Het gecombineerd collegie vereenigt zich hiermede
De dijkstoel meent, dat de redactie van het art. het
hiernevens bedoelde geval wel niet uitsluit, doch dat
het hoogst gevaarlijk is zoodanige «terugwerkende
kracht" in het art. te zoeken. Inwilliging van het verzoek
zou een bron van eindelooze moeijelijkheden scheppen
voor alle polders die door windmolens of stoomwerk
tuigen in de waterlossing voorzien, daar overal ver
schillen bestaan in de hoogte-ligging der landen, hoe-
wel de lasten hectare-hectares gelijk worden omgeslagen
Het ware daarom wenschelijk den aanhef van alinea
3 te lezen: Bij den aanleg van waterkeeringen en
van werken die tot waterloozing dienen, kan in zeer
bijzondere gevallen" enz.
Overasselt.
Nederasselt.
237 en 251.
Dorpspolder Hurwenen.
            Rossum.
Driel.
Bedel.
Voor onbelastbaar bij te voegen de waterleidingen.
Uit letter a te laten wegvallen de woorden: »niet ge-
durende twintig jaren"
Polderdistrict Nederbetuwe,
Vel uwe.
238 en 252.
238 en 252.
De vrijdom gedurende 20 juren schijnt veel te lang
V ergelijking nu.t vrijdom van grondbelasting kan niet op-
Igaan, omdat door vergraving of afwatering woeste gronden
direct door goed polderbestuur gebaat worden en door hunne
ontginning en vergraving nieuwe werken noodzakelijk
maken. Het schijnt dus billijk dat zij direct in de kosten
deelen, omdat hunne toeneming in waarde daarvan afhangt."
Het Beekberger woud, de Wormselte mate enz. bewijzen
de gegrondheid dier bewering.
           Wageningen en
liennekom.
(ieldersclie Maatschappij van
Landbouw.
Onder de vrijdommen ook nog op te nemen, onder letter
s, »de landerijen en eigendommen van het polder-district.
De termijn van vrijdom bij ontginning schijnt veel te lang.
238.
238.
Vergelijking met vrijdom van grondbelasting kan niet
opgaan, omdat zulke gronden door vergraving en afwate-
r,ng direct door goed polderbeheer gebaat worden en
Ul|,uwe werken noodzakelijk maken.
Alinea 2 te vervangen door: »Die kohieren worden ver-
nieuwd zoo dikwijls als het gecombineerd collegie noodig
acht."
23!).
Polderdistrict Kijk van Nijmegen
-ocr page 64-
58
58
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Aanmerkingen.
De in het 3de lid voorgeschreven herziening der kohieren
om de 10 jaren is een omslagtig en kostbaar werk, het-
geen te voorkomen ware door de kohieren even als bij het
kadaster te laten doorloopen.
In alinea 1 in te voegen: »in duplo".
Alinea 2 te lezen: »Na die goedkeuring blijft er een in het ar-
chief van het district berusten en wordt het andere exemplaar,
met bewijs van goedkeuring, aan den dorpspolder terug
gezonden."
Hebben de aanteekeningen op de hier vermelde afschriften
van de kohieren ook invloed op het verschijnen ten geërf-
dendage ?
Het bij het kadaster aangenomen model zou ook voor
,]e kohieren kunnen worden aangenomen.
Wanneer de kohieren jaarlijks geregeld worden bijge-
houden schijnt deze vereenvoudiging voordeelig.
Ter vermijding van misverstand en tot bevordering van
regelmaat.
239.
Dorpspolder Winssen
240.
Polderdistrict Veluwe.
Dit wordt tot heden in sommige polders in bevestigenden
zin opgevat, doch met het oog op art. 144 (waarin van
kohieren en niet van afschi i/ten wordt gesproken) zou men
zeggen van neen.
Gesteld op 1 Augustus ontvangt de ontvanger de goed
gekeurde en invorderbaar-verklaarde rol terug en , volgens
art. 179, is de tijd tot invordering der polderlasten bepaald
op 1 September. A. is volgens de belastingrol aangeslagen
voor f 12,00 - - f 0,21 zegelkosten, waarvan hem eene
kennisgeving wordt uitgereikt. Op 28 Augustus geeft hjj
echter, overeenkomstig art. 242, aan poldermeesters kennis,
dat hij een deel van of al zijne eigendommen, waarover
de omslag is geschied, aan B. en C. heeft overgedragen.
Volgens het laatste lid van art. 242 is hij niet meer ge-
houden tot betaling der lasten en met 1 September bbjjft
hij ook in gebreke deze te voldoen! Poldermeesters zijn
dadelijk verpligt geweest den overgang aan te teekenen.
Tegen wien moet dus nu volgens art. 246 en volgg.
gehandeld worden? Ten wiens koste moet verder de ge-
zegelde kennisgeving gebragt worden, die reeds aan A. is
>uitgebragt", indien door de splitsing dier eigendommen
het zegelregt kwam te vervallen?
241.
Dorpspolder Lent.
Dit art. kan tot moeijelijkheden aanleiding geven, b. v.
met het oog op art. 254. Voor rlen vasten gang van
zaken zou het beter zijn eens in het jaar op het kohier
aanteekening te doen.
241.
Hetereu.
Zie vermelde bij art. 86.
De inzending van staat C. te behouden in Mei.
De inzending van staat C. wordt in art. 241 bepaal\'
vóór 1 Maart en in 280 in Mei.
De maand Mei schijnt verkieselijker.
Den tijd in beide artikelen gelijk te stellen.
In het slot van de l8te alinea het woord: »afschrift
te vervangen door »exemplaar."
241.
241.
241 en 280.
241 en 289.
241.
Eist.
Polderdistrict Nederbetuwe
Dorpspolder IJzemloorn.
Polderdistrict Tielerwaard.
Veluwe.
Dewijl de rol der belastingschuldigen eerst in Junij ofj
Julij kan opgemaakt worden.
Omdat in Mei meer eigendoms-veranderingen door pol.
dermeesters zijn overgeboekt en de polderlasten niet vóór
Julij worden omgeslagen.
Gemakkelijker en eenvoudiger.
-ocr page 65-
-
59
TOELICHTING.
|
Aanmerkingen.
De artt. 241 en 242 bevallen niet aan geërfden. Hoe
roei boeten zouden hiervan niet het gevolg zijn! Neven-
staande redactie zou duidelijkheid en billijkheid bevorderen
en in \'t belang van poldermeesters en geërfden zijn.
In verband met deze wijziging moeten echter de ver-
plichtingen in de artt. 242 en 281 vervallen.
»Daannede dus ook de boeten. Ieder wordt al genoeg
gestraft als de laatste alinea van art. 242 en art. 281
\'van kracht blijven.
Ter verduidelijking.
Hoe te handelen wanneer de eigenaar niet te vinden is ?
Volgens art. 241 doen poldermeesters toch maar eens
1 in het jaar opgave aan den dijkstoel van de eigendoms-
1 veranderingen.
1 De Memorie zegt: Erfgenamen zijn geen verkrijgers. Hoe
moet het dan met de geërfdegoederen ? Tegen wie de ver-
volging, zoo geen overgang wordt opgegeven na o verlij den ?
(Art. 4 Burg. regtsv.)
Opdat het land niet reeds op den nieuwen eigenaar
overgebragt zij , wanneer de dijkvakken nog op naam van
den vorigen blijven staan.
Dit schijnt gemakkelijker en eenvoudiger.
Het voorschrift dat zoowel de oude als de nieuwe eige-
naar aangifte moeten doen om de overschrijving te ver-
krijgen , staat eene geregelde overboeking in den. weg en is
zeer omslagtig. •
j Dit zou eene geregelde overboeking zeer bevorderen en
1 hoogst wenschehjk zijn voor eene goede administratie.
4
In Veluwe heeft zich het geval voorgedaan, datdegren-
zpn feitelijk zijn veranderd door het graven van het kanaal
Vf*n Apeldoorn op Dieren.
59
Betrekkelijke
NAMEN
artikelen
der
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
Ontwerp.
Dorpspolder Nijbioek.
241.
Alinea 1 van dit art. te wijzigen als volgt:
»Poldermeesters zijn verpligt zelf hunne kohieren op te
maken en te vernieuwen naar authentieke afschriften der
leggers van \'t kadaster en naar overlegging van wettig
opgemaakte acten. Zij doen dit in de maanden Februarij
en September van ieder jaar. Zij brengen de veranderin-
gen na 14 dagen ter inzage gelegen te hebben en na
goedkeuring van den dijkstoel op den staat onder letter
C van dit reglement bedoeld. Zij doen daarvan enz.:"
In alinea 2 aan het slot bij te voegen: »des polders."
Polderdistrict Overbetuwe.
242.
Voor te schrijven dat de eigendom tot betaling der
lasten kan worden aangesproken.
Dorpspolder Lent.
242.
Hoe kent de districts-ontvanger dadelijk eenen nieuwen
verkrijger van land, hetgeen toch noodig is, daar zoodra
de aangifte van overgang bij poldermeesters heeft plaats
gehad, de nieuwe verkrijger aansprakelijk is voor de
-
lasten?
Eist.
242.
Dus èn vervreemder èn verkrijger. Waarom beiden?
.
/
»Ware het niet goed om ambtenaar die overgang op-
maakt vrijheid te geven tot de kennisgeving, ofte zette:::
»Elk die landen vervreemdt is , hetzij in persoon, hetzij
door een derden enz."
Alinea 2 «kohier" of «afschrift van kohier" ?
„ Uzendooru.
242 en 281.
Gelijkheid in den termijn van aangifte ware wenschelijk
In de leggers eene kolom aan te geven tot vermelding
van het dijkvak waarmede de gronden besmet zijn.
Polderdistrict Tielerwaard.
242 en 281.
Den tijd in beide artt. gelijk te stellen.
„ Wageningen en
242.
Is de termijn van 1 maand wel voldoende ?
üennekora.
Dorpspolder Opijnen.
242 en 253.
De aangifte van den nieuwen eigenaar, met vertoon van
zijn bewijs van eigendom, komt voldoende voor en bevor
derlijk voor geregelde overschrijving.
De boete tegen verzuim bedreigd is te laag.
Est.
242 en 253.
De kennisgeving door den verkrijger en den eigenaar
op het kohier bekend is omslagtig en die van den nieu-
wen eigenaar — bij twijfel door eigendomsbewijzen te
constateren — schijnt voldoende.
De boete tegen verzuim bepaald is veel te gering.
Polderdistrict Veluwe.
243.
In de 3d~ regel in te voegen: »of door andere omstfin-
digheden de grenzen van het district veranderen."
-ocr page 66-
GO
GO
Betrekkelijke
NAMEN
artikelen
der
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
Ontwerp.
Polderdistrict Overbetuwe.
244 en 254
Gecombineerd (.ollegie schijnt ten onregte veranderd te
zijn in »Dijk»toel" en Geërfdendag in »Poldermeester»\'\'.
Dorpspolder Eist.
244.
>Beter dat bbjft Gecombineerd Collegie."
Polderdistrict Veluwe.
245.
Vóór de laatste alinea op te nemen: »Wanneer eige-
naar, gebruiker of zaakgelastigde niet is bekend of buiten
het district woont, is bezorging bij het hoofd van het
plaatselijk bestuur voldoende."
Geldersche Maatschappij vau
245.
Achter alinea l te lezen : »Op deze kennisgeving is toe-
Landbouw.
passelijk hetgeen bij art. 9 der wet van 9 October 1841
(Staatsblad n°. 42) ten aanzien der waarschuwingen is be-
paald."
Dorpspolder N ij broek.
246.
Hierbij te voegen: »Ieder polderbestuur is vecpligt zich
de noodige wetten en verordeningen den waterstaat be-
treffende aan te schaffen en zoo noodig in de vergadering
te brengen. Het Provinciaal Blad, waterstaatszaken inhou-
dende, zal aan elk polderbestuur worden toegezonden."
Eist.
247.
Kosten 10 en 50 cents zijn veel te laag nu geene reis-
kosten mogen berekend worden.
„ Balgoij en Keent.
249.
In dit art. de volgende wijziging of bijvoeging, ineen2d\'
alinea, aan te brengen: » Lauden, welke door dammen of
dijken bjj eenen polder zijn ingesloten, en dus hunne
waterlossing uitsluitend bewerkstelligen door de water-
leidingen en de sluis van den polder, bjj welken zij zijn
ingesloten, worden ook, ten bate van dien polder, in de:
polderlasten aangeslagen; al behooren die landerijen ove-
rigens ook tot eene andere gemeente, en dien ten gevolge
tot eenen anderen polder."
„ Alphen.
250.
Duidelijker te omschrijven wat onder de oneigenlijke
polderlasten moet verstaan worden.
„ Overasselt.
251.
Ook in den dorpspolder Overasselt is eene herziening
hoog noodig.
Eist.
254.
Beter >geërfdendag" zoo als nu.
Zoo deze verschuldigd zyn , dat spreekt van zelf.
i
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
Het geldt hier namelijk eene financiële zaak, het be-
talen van belastingen.
Hier toch is meer dan bestuur!
Zie de wet van 9 October 1841 (Staatsblad n\\ 42).
Opdat een aanslagbiljet steeds kunne worden afgegeven
Om poldermeesters in staat te stellen steeds op de hoogte
van zaken te blijven ware dit zeer wenscheljjk. Vergelijk
e ;irit. 293 , 329 enz.
De afstanden zijn soms zeer ver en het gevolg is nu dat
tractementen gegeven worden aan deurwaarders.
Volgens den dijkstoel te regt opgemerkt.
De landen die in de baten deelen moeten ook in de
\'uitten dragen. Ten opzigte van den polder Balgoij en Keent
is dit echter niet het geval, daar ongeveer 100 hektaren
land, door de Woordsche dammen ingesloten, hun water
uitsluitend loozen door den wetering en de sluis van dien
polder en niettemin de polder- en sluislasten van dat land
geheven worden door de polders Wijchen en Niftrik.
Reeds bij missive van 3 Julij 1878 heeft het polder-
bestuur zich hierover tot Gedeputeerde Staten gewend,
terwijl het thans nader waagt op deze onregelmatigheid te
«ijzen, om eindelijk ondersteuning en handhaving te
erlangen.
Dit zou vele geschillen daarover »opheffen."
Wel \'/, der oppervlakte die aangeslagen behoorde te
Zlju is niet aangeslagen.
»Waarom die woorden dan ook in art. 244?"
Volgens den dijkstoel te regt.
-ocr page 67-
Gl
61
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
\'Dorpspolder Opijnen.
          N ij broek.
.,         Dreumel.
Het is bepaald noodig, dut worde voorgeschreven waar
de kennisgeving voor den belastingschuldige buiten den
polder moet bezorgd worden.
»De termijnen van betaling moeten op het belastingbiljet
vermeld worden,"
Hieronder op te nemen: »De dijken die door de polder-
besturen onderhouden worden, zullen binnen eenen be-
paalden tijd door de dijkstoelen worden overgenomen,
tegen een billijke vergoeding." en wijders »dat uit de
districtskassen voor gewoon onderhoud der dijken de ge-
leverde gronden worden betaald voor de helft, en voor
buitengewoon onderhoud alle aarde."
Aan de dorpspolderbesturon de verpligting op\'te leggen
om behoorlijke leggers op te maken en bij te houden,
volgens bepaalde voorschriften, van alle waterkeeringen .
waterleidingen en wegen tot den polder behoorende.
Het Ontwerp schijnt te streng voor Veluwe, door dat de
bepalingen voor alle kaden van groote of kleine watereu
gelijk zijn.
Dit hoofdstuk te verdeden in drie paragraphen, als :
§ 1. Algemeene f/epalinqen. artt. 256 tot en met 278.
§ 2. Van de dijkpligt. artt. 279 tot en met 289.
§ 3. Van aardhalïng en aardpligtigheid. artt. 290 t t
en met 302.
Behooren onder kwelkwaden niet tevens begrepen te
worden omkadingen bedoeld in art. 261 alinea 2?
Onder dijken mede te verstaan de verlaagde en ver-
smalde »Overlaten\', gelegen langs de Linge.
Aan het slot van dit art. bij te voegen: »Eene kade
langs eenen watergang kan tevens binnenkade zijn."
254.
254.
Waterstaat.
256 en volgg.
Waterstaat.
256 en volgg.
Polderdistrict Veluwe.
Dit schijnt voor eene goede administratie en ter juiste
ileving van het reglement noodig.
Waterstaat.
Dorpspolder Twello.
Deze bemerking is slechts door één geërfde verlangd.
Titel VII
Hoofdstuk I.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
256
Polderdistrict Overbetuwe.
Dorpspolder Enspijk.
Polderdistrict Veluwe.
256.
Bij vonnis van het Kantongeregt te Geldermahen van 4
december 1878 zijn deze overlaten als kaden beschouwd.
Bij de zoo naauwkeurige omschrijving der soorten van
kaden schijnt die bijvoeging noodig. In Veluwe zijn, langs
grootere en kleinere watergangen, kaden gelegen die tevens
Mokken (watergebieden) afscheiden, zoodat door die kade
wen geen water op den watergang mag afgeleid worden,
»Als de grondslag van het aangrenzende land hoog is,
ls de kade soms niet zigtbaar, en nu ontstaat voor den
regter de vraag of er wel eene kade is en of de bepalingen
Van het Reglement toepassehjk zijn."
256.
257.
257.
Dorpspolder Angeren.
Beteren.
»Tegen schadeloosstelling voor het gemis van dien meter."
Is het verbod om binnen 1 meter uit den teen dei\'
"waterkeeringen te spitten of te ploegen niet ingrijpend in <>e
bestaande regten ?
-ocr page 68-
62
62
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Haaften.
257.
Indien de laatste alinea uitsluitend slaat op tsjjitieti en
ploegen",
behoeft de redactie verbetering.
„ Herwij nen.
257.
De bepaling op te nemen, dat het polderbestuur is ge-
raagtigd toestemming te geven tot het graven of steken
van zoden aan de binnenkaden en tot het vergraven binnen
den afstand van 4 of 8 meters van de binnenkaden.
Polderdistrict Veluwe.
257.
Aan het slot bij te voegen: »De dijkstoel is echter be-
voegd voor sommige waterleidingen hiervan ontheffing te
geven."
Dorpspolder Nijbroek.
257.
»In eiken dorpspolder wordt eenen behoorlijken legger
volgens voorschrift van Heeren Gedeputeerde Staten opge-
maakt van alle waterkeeringen, waterleidingen en wegen
tot den dorpspolder behoorende, hiervan geschiedt na goed-
keuring van den geërfden-dag, mededeeling aan het Ge-
combineerd Collegie."
Polderdistrict Üverbetuwe.
258 en 262. \'
In art 258 uit te zonderen het geval geregeld in art. 262,
Dorpspolder Heteren.
258.
Alinea 3 te doen vervallen.
„ Herwijnen.
258.
In dit art. in te voegen dat het graven van fundamenten
voor gebouwen buiten den teen des dijks geoorloofd is.
met zulke bepalingen als noodig geoordeeld worden voor
het spoedig digten dier vergravingen.
De bepaling te laten vervallen, dat men binnen 1 meter|
uit den teen der waterkeeringen niet mag spitten of ploegen.
Polderdistrict de Lijmers.
258.
Men kan nimmer op deze wijze afstand bepalen; boven-
dien is 8 meter veel te gering.
Bij verschil kan de regter beslissen.
Dorpspolder Bemmel.
259.
»Wie regelt de schadevergoeding?"
Eist.
259.
Wie bepaalt de schadevergoeding?
„ Wijchen.
259.
Vooral wat de laatste zinsnede aangaat schijnt dit duister,
n.1. de woorden: »ten koste van enz."
Eist.
260.
Deze verpligting kan zeer kostbaar worden en voor wie»
is de gedigte kolk?
TOELICHTING.
Aanmerkingen,
Thans slaat de laatste alinea op alles wat volgt op het
komma-punt.
Onder waterkeeringen zijn ook begrepen waterkeerende
wegen die tot afscheiding van blokken dienen. Daar nu
de polder Herwijnen door dergelijke wegen in blokken ver-
leeld is , mag men daar in de wegen geene gaten meer
graven of zoden uitsteken om er brugboomen in te leggen
of tillen in te stellen en zal men onmogelijk van af die
wegen vee kunnen scharen in de veel lager gelegen landerijen.
In Feluwe is het wenschelijk de vergunning van de laatste
alinea van den dijkstoel afhankelijk te maken.
>Dit zou een zeer goed art. zijn, indien het maar met
zorg geschiedt, anders beteekent de staat bedoeld in art.
207 ook niets. Zie ook art. 343.
Geene gebouwen, veel minder kelders kunnen gemaakt
worden zonder uitgravingen. Zonder deze uitzondering zou
men dus in strijd handelen met art. 258.
Bij het bestaande reglement is het graven binnen 16
meters uit den teen des dijks en dus ook het bouwen aan
\'Ie buitenzijde in den dijk verboden, want als men den
Minister of den Dijkstoel vegunning tot bouwen vroeg werd
geantwoord dat die niet noodig was, doch toestemming
tot graven gaf men niet en kon men niet geven.
Deze bepaling is zeer drukkend terwijl het schadelijke
van ploegen en spitten langs den teen niet wordt ingezien,
In de Lijmers bedraagt die afstand gemiddeld meer dan
liet dubbel.
Art. 244 is facultatief!
-ocr page 69-
G3
63
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Beteren.
260.
Dit art. te doen vervallen en in de plaats te stellen
artikel 244 van het bestaande Reglement.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
260.
Het bestaande art. verdient de voorkeur boven deze, om
als regel te worden aangenomen, te bezwarende bepaling.
Dorpspolder Afferden.
260.
Dit art. zal tot zeer groote bezwaren en uitgaven voeren.
„ Deest.
260.
Het voorschrift tot gedeeltelijk dempen van waaijen en
wielen schijnt overbodig.
Polderdistrict Rijk van Nijmegen.
260.
Aan dit art. toe te voegen: >de berm moet zoo hoog
zijn als de kade die er om ligt."
„ de Lijmers.
260.
Het slot van alinea 1 is uit een financieel oogpunt be-
zwarend en schijnt ook niet doeltreffend. Men zou Gede-
puteerde Staten bevoegdheid kunnen geven voorziening te
gelasten.
„ Velnwe.
260.
Art. 244 van het bestaande reglement ongewijzigd te
behouden.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
260.
De voorgedragen bepaling is als regel te bezwaren den het
oude art. verdient de voorkeur.
Polderdistrict Overbetuwe.
261.
De dijkstoel acht het wenschelijk in dit art. het verbod
tot hoogstens een afstand van b. v. 100 meters van den
dijk te beperken.
Dorpspolder Huissen.
261.
> Hiertegen maakt men bezwaar, te meer daar men daar-
tegen in geen hooger beroep kan komen."
„ Bemmel.
261.
De afstand van den teen van den dijk aan te geven en
overigens vrij te laten. Verder »het Gecombineerd Col-
legie" te lezen in plaats van: den dijkstoel".
„ Oosterhout.
„ Slijk Ewijk. )
261.
Dit art. geheel te doen vervallen.
*
Eist,
261.
Op verren afstand van de dijken zal hiertegen geen be-
zwaar bestaan. Grondbaggeren zal nu niet meer kunnen
en dan nog de boete ƒ 50 !
Hier wordt eigendomsregt enorm beperkt. De dijkstoel
zal de concurrentie, b. v. van steenovens , kunnen tegengaan.
„ Ressen en Doornik.
261.
Een afstand van b. v. 200 meter van den dijk te bepa-
len waar binnen het niet mag geschieden, indien men
zulk eene ontblooting nabij den dijk niet wenscheljjk acht.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Volgens den dijkstoel is dit te regt opgemerkt.
Is de dijkstoel ongeneigd, om een dergelijk werk dat
hjepaald noodzakelijk schijnt te maken, dan geeft art. 7
der wet van 12 Julij 1855 het middel van voorziening aan.
De ondervinding leert dat dikwerf diepe uitgravingen
lin den buitenteen des dijks gevolgd door het instampen
] van goede kleiaarde meer afdoende en minder kostbaar zijn,
Het nieuwe voorschrift schijnt zeer bezwaarlijk. De
dijkstoelen szullen wel de eerste zijn om schadelijke kolken
te voorzien."
Te meer daar art. 7 der wet van 12 Julij 1855 voor
ziet in het geval, dat de dijkstoel ongeneigd mogt zijn een
bepaald noodzakelijk werk te maken.
Het nieuwe voorschrift legt onnoodig een servituut op
tle binnenwaarts, dikwijls op groote afstanden van de
dijken, gelegen gronden.
Volgens art. 376 ; toestemming kan niet gegeven wor
\'tai; de overtreder verbeurt altijd de boete.
De nieuwe bepaling kan tot groote ongelegenheid aan
\'™iing geven, terwijl de eigenaar in het vrije bezit van
Z1JU eigendom wordt belemmerd.
-ocr page 70-
64
64
Betrekkelijke
artikelen
Tan het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
Bij te voegen dat, indien door de overtreders niet vol-
daan wordt, alsdan ten bunnen koste de uitvoering door
Gedeputeerde Staten gelast wordt.
Op dit art. wordt > vooral de aandacht van den dijkstoel
van het polderdistrict Maas en Waal verzocht."
VVenschelijk ingevolge art. 7 der wet van 12 Julij 1855
Staatsblad n". 102).
Polderdistrict NederbetuWC
261.
Dorpspolder Afferdeu.
Om het toenemend getal steen- en pannenfabrieken en
lieutengevolge het uitgraven van gronden in den binnen-
wlder.
Op een afstand van ongeveer 2000 meter van den dijk
sngen namelijk de zeer uitgestrekte veengronden aan van
Ie Gelienclie vallei, in welke jaarlijks wordt verveend.
De beoordeeling der schadelijkheid moet aan den dijk-
ptoel worden overgelaten. De bepaling is in t\'elnwe on
tvoerbaar.
lu Ureróetuwe worden de dijkshellingen beschouwd als eigen
nn van het district en wordt het genot daarvan, slechts
) grond van oude gebruiken, alleen bij vergunning gela-
ten of gegeven aan aangrenzende eigenaren.
Aldaar kan dus geen sprake zjjn van een recht van
rruchtgeliruiky
Dit schijnt noodzakelijk, daar een platte vloer bij den
minsten aandrang van water opbreekt en weinig of geen
waarborg geeft.
Nabij de dijken zijn vele huizen en gewoonlijk op de
loogste gedeelten van het terrein gebouwd.
261.
Dit voorschrift kan voor het district Wageningen en
Bennekom
moeijelijkheden doen ontstaan. Men dient den
afstand te bepalen binnen welken de verveening verboden is.
Het slot van alinea 1 : »tot zoodanige enz." te veran-
deren in: »tenzij met vergunning van den dijkstoel."
261.
Polderdistrict Wageningen en
Bennekom.
261.
Velnwe.
262 al. 4, 269 al. 1.
Beide bepalingen komen voor Overbetuwe niet te pas
daar er in dat district geen sprake van kan zijn om de
gebruikers der dijkshellingen te vragen om de in deze arti-
kelen bedoelde toestemming.
Overbetuwe.
262.
de Lijmers.
Aan alinea 7 toe te voegen \\ »en van omgekeerde ge-
welven voorzien."
263.
Dorpepolder Doornenburg.
Het is de vraag of een huis, nabij een dijk op Let
hoogste gedeelte van het terrein gebouwd, op de Icweldam
is gebouwd of dat deze tegen het hooge erf aansluit. Er
dient alzoo bijgevoegd te worden dat, indien de dijkstoel
oordeelt .dat zoodanig gebouw niet mag herbouwd worden.
de eigenaar zal worden schadeloos gesteld uit de districtskas.
»Bij den dijkstoel, beter bij het Gecombineerd Collegie!"
Dit art. jaarlijks door den dijkstoel te doen publiceren
263.
263.
264.
264 en 266.
264 en 265.
Eist.
Dit is toch zeker geen daad van bestuur?
Ter voorkoming van boeten en om er beter de hand
in te kunnen houden. Velen kennen het niet.
Bedoelde kleine waterkeeringen loopen veelal over par-
tkulieren grond; door het verbod tot afsluiting wordt alzoo
He gebruik door beweiding onmogelijk.
Thans kan er geen straf toegepast worden als het
kanten, plaatsen of werpen niet gezien is.
Kij broek.
Polderdistrict Overbetuwe.
Wat betreft de kaden, binnenkaden en kwelkaden kun
het openstellen voor de schouw gelast worden, doch de at-
sluiting te verbieden is eene onmogelijkheid.
Ook straf te bedreigen tegen het zich zonder vergunning
ter plaatse bevinden van de in deze beide artt. bedoelde
voorwerpen.
In deze beide artt. op te nemen, dat de dijkstoel be-
voegd is om ontheffing te verleenen van de bepaling^11
dezer artikelen voor sommige waterkeeringen.
Tielerwaard.
Veluwe.
Ook hier schijnt deze bevoegdheid van den dijkstoel zeer
"oodig, althans voor Veluwe, waar vele zeer kleine water-
gangen gevonden worden, die door uitgestrekte eikenhak
Wschen heenloopen.
-ocr page 71-
Cu,
65
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
Het wegruimen van booraen door afzaging boven den
den grond toe te laten.
Er wordt zeker bedoeld tijdelijke vergunning? doch dat
dan ook te vermelden.
Den dijkstoel de magt toe te kennen, om vergunning te
geven en om ook de door den heemraad gegeven vergun-
ning in te trekken.
Alinea i. »Waar de kaden binnendijks zijn en de
afwegen buitendijks of omgekeerd; dan ook ter hoogte
van de kaden ophoogen?"
In het geval, bedoeld in het 3de lid, te bepalen, dat de
afweg door het district zal worden hersteld en dat daarna
het onderhoud ten biste van belanghebbenden blijft
265.
Dorpspolder Herwijnen.
Hierin schijnt niets schadelijks voor de dijken gelegen.
260.
Eist.
De dijkstoel acht deze en de opmerking op art
263 geheel ten onregte gemaakt.
269.
270.
(269?)
Echteld.
Bij het verzwaren van dijken worden de bestaande afwe
,\'en niet zelden geheel of gedeeltelijk ingedijkt. De neven»
staande regeling zou zeer billijk zijn en geschiedt in meerdere
districten.
Met dit voorschrift zullen alle kaden en binnenkaden
in de dorpspolders gevaar loopen te verdwijnen.
De verandering die dit art. ondergaat is zeer gevaarlijk.
Het is beter de verhooging of verlaging zonder vergun-
ning van den Dijkstoel te verbieden.
Het vergunnen om kaden en binnenkaden te verhoogon
of te verlagen aan poldermeesters over te laten, schijnt
gevaarlijk voor het behoud dier waterkeeringen. Het is
wenschelijk zulks weder van den dijkstoel afhankelijk te
maken.
In dit art. te voorzien in het behoud waarbij twee polders
belang hebben.
Ei- bestaat strijd tusschen de voorschriften dezer beide
artt., hetgeen te voorkomen is door aan het slot van
art 270 te lezen; »behoudens de bepaling der 2de alinea
van art. 315."
Dijken ook niet ? (art. 256).
Dit art te lezen als volgt: »Geene nieuwe waterkeerin-
gen mogen binnen de districten gemaakt worden, dan niet
toestemming van den dijkstoel, de betrokken dorpspolder-
besturen en de belanghebbende eigenaren gehoord."
270.
Polderdistrict Nederbetuwe.
270.
Dorpspolder Uzendoorn.
Zooals b. v. de Broekdyk tusschen de dorpspolders
Uzendoorn en Echleld.
270 en 315.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
271.
272.
Dorpspolder Eist.
Polderdistrict Yeluwe.
Is juist nuttig.
Het is, bij de vaak moeijelijk te verkrijgen overeen-
stemming tusschen verschillende dorpspolder-besturen en
«igenaren, in het algemeen belang zeer wenschelijk den
dijkstoel als »boven alles staande" de magt te geven om,
na verhoor de betrokken besturen en belanghebbenden
zelfstandig te beslissen.
De redactie wordt niet duidelijk geacht.
Dit art. te lezen: »Geene nieuwe waterkeeringen enz.....
dan met toestemming van den dijkstoel en na verhoor van
de betrokken besturen en der daarbij belanghebbende
eigenaren."
272.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
-ocr page 72-
GO
(JU
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Döornenburg.
273.
De 3de alinea van art 252 Begl. schijnt ten onregte
niet te zijn overgenomen, daar het regt van beweiden of
gebruiken der dijken nog niet is uitgemaakt en van ouds
erkend regt tot beweiding moet erkend blijven en de be
slissing niet aan den dijkstoel mag overgelaten worden.
Vroeger, toen de dijken nog dammen waren, werden
I niet begrind en als andere weilanden beweid. Bij de
natste verhooging en verzwaring te Döornenburg heeft er
geene onteigening plaats gehad van den ondergrond, door
Je verzwaring en verlegging van den dijk in te nemen,
maar de dijkstoel heeft toen toestemming gegeven om den
dijk als van ouds te blijven beweiden.
273.
Bij te voegen: »behoudens ieders regten, aangegaan bij
contracten."
Door de bepaling om varkens van de binnenzijde des
dijks te weren, kan die binnenzijde in \'t geheel niet meer
worden beweid dan door dubbele afscheiding, waardoor de
perceelen dijkshelling bij de erven die aan den dijk aan-
sluiten meestal te klein zijn om met rundvee beweid te
worden.
Beweiding met varkens is altijd schadelijk voor de dijken
en moet alzoo niet uitsluitend verboden worden voor nieuw
gemaakte en herstelde dijken.
De ondervinding leert, dat dijken die beweid worden
minder aan afslag onderhevig zijn dan die niet beweid
worden.
Heteren.
De aangelanden aan den dijk worden door dit verbod
van een groot genot verstoken.
273.
Ochten.
Haafteu.
273.
Overasselt.
Nederasselt.
273.
»
Liever Gecombineerd Collegie.
Eist.
274.
Hier is toch meer dan bestuur en bovendien strijd met
art. 181.
Deze toch moeten daarvan jaarlijks grondlasten betalen,
Ochten.
Dit art. grijpt te veel in in het regt van de eigenaars
van den dijk.
»of dijkgraaf". Toestemming en intrekking ook door
dijkstoel.
Wie beslist over het tegenbewijs? Hier de bepaling
toepasselijk te verklaren van art. 15 der wet van 1841
(Staatsblad n°. 42).
In dit art., bij dijkcedullen, staten van taxatie te ver-
melden, ten einde aan die staten de kracht der cedullen
toe te kennen.
274.
Eist.
278.
Volgens den dijkstoel onjuist.
Zie aanteekening op art 266.
279.
Polderdistrict Nederbetuwe.
279.
De staten van taxatie, in art. 288 vermeld, vervangen
Ie dijkcedullen eigenlijk geheel voor die polders waar het
gewoon onderhoud is afgekocht. Volgens art. 289 worden
die staten beschouwd als de dijkcedullen geheel te vervangen,
Ook met het oog op den voorgestelden uitkoop van de
jaarlijksche uitkeering is het gewenscht die staten boven
\'Ie dijkcedullen te stellen, dewijl daaruit de afkoopsom
moet blijken.
-ocr page 73-
C7
Betrekkelijke
!
NAMEN
artikelen
der
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
Ontwerp.
Polderdistrict Overbetuwe.
280.
De beslissing over de herziening der dijkcedullen behoort
eigenaardig en van ouds bij den Dijkstoel; waarom dit
aan het Gecombineerd Collegie opgedragen?
Wat is het onderscheid tusschen deze herziening en de
jaarhjksche door Poldermeesters?
Dorpspolder Eist.
280.
Alinea 4. Liever door dijkstoel te kiezen.
Polderdistrict Nederbetuwe.
280.
De herziening der cedullen en staten van taxatie in Mei
en overbrenging der veranderingen op staat C komen niet
overeen met inzending vóór 1 Maart, voorgeschreven bij
art. 241.
„ Ovcrbetuwe.
281.
Waarom hier een termijn van 3 maanden behouden,
terwijl in art 242 slechts één maand is gesteld?
Dorpspolder Eist-
281.
Brie maanden na Overschrijving kan dus negen maanden
zijn. Waarom den termijn niet ingekort, evenals in art.
242. »De verkrijger of".
Opijnen.
281.
De op art. 242 gemaakte opmerking geldt ook voor
dit art., omtrent den overgang van dijken, waarvoor stren-
gere bepalingen noodzakelijk zijn, als de afkoop van hot
onderhoud in natura heeft plaats gehad.
„ Lent.
282.
Wie bevordert de splitsing of verdeeling indien sommige
belanghebbenden daartoe niet willen medewerken?
Onder het tegenwoordige reglement heeft het zich dik-
wijls voorgedaan dat, in het hiernevens gestelde geval.
tot nadeel en ongerief der goedgezinden, een dijkvak on-
gesplitst bleef. Hierin dient te worden voorzien.
Eist.
282.
Uitbreiding van art. 283 is wenschelijk, daar men anders
b. v. van 20 hektaren land, besmet met 10 meter dijk,
geene 50 are vrij van dijk kan verkoopen.
„ Hessen en Doornik.
282.
Te bepalen dat de dijkstoel ontheffing van die verplig-
ting kan verleenen.
Polderdistrict Nederbetuwe.
285.
Op meerdere plaatsen in Nederbetuwe zijn uiterwaarden
met dijk besmet, \'tgeen de 2d« alinea van dit art. in be-:
ginsel schijnt uit te sluiten.
Dorpspolder Haaften.
285.
Wat beteekenen de woorden: >Buiten de gevallen in
het vorig\' artikel voorzien"?
Strijd met staat C; l Julij tot ultimo Junn\'.
Volgens den dijkstoel geheel ten onregte.
6 maanden voor
Volgens de wet van 1832 heeft men
I de overschrijving.
Zie aanteekening op art. 242.
Stel dat een stuk land, met eenige meters dijk besmet,
verkocht wordt in perceelen. Sommige koopers verlangen
splitsing van het dijkvak, zoodat ieder zijn aandeel zal kennen,
doch andere koopers willen zich daarvoor geene moeite
geen\' aanvraag tot spitsing bij den dijk-
geven en zelfs
stoel doen.
Stel 20 hektaren land met 10 meters dijk besmet, dan kan
thans de dijkpligt niet op de eene helft van het land ge
bragt worden.
Volgens den dijkstoel onjuist.
De omschrijving der onderhoudslast in dit art. bedoeld
s<hijnt zeer duister. Het is n.1 denkbaar dat een dijk,
die bij verlegging korter wordt, meerdere onderhoudskosten
verslindt dan de vroegere en wie betaalt dan dat meerdere ?
-ocr page 74-
08
08
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
»Art. 287 en 288 zijn in tegenspraak met art. 286."
Deze bepaling is zeer billijk, doch het ware wenschelijk
dat al lange jaren de vereischte verhoogingen en verzwa-
ringen van dijken door de districten waren bekostigd,
daar het onbillijk is dat zij eerst bezaaid, toen begrind,
daarna met gewasschen grind »beheerd" en eindelijk grooten
deels tot publieke wegen gebruikt zijn, alles ten koste van
de ongelukkige dijkpligtigeu en ten behoeve van alle lan-
den en inwoners, terwijl de dijkpligtigeu bovendien nnj;
\'/. der kosten van verhooging en verzwaring hebben moe-
ten betalen. Waar de dijkpligtigen % voor verzwaringen
hebben betaald, is het billijk dat hen die kosten met de
renten worden terugbetaald, want het is niet billijk dat
zij, wier dijken genoegzaam verzwaard zijn en die reeds
hun \'/, hebben betaald , daarenboven nog moeten bydragen
in het \'/4 van hen wier dijken nog verhoogd en verzwaard
moeten worden en die nu daarvan ontheven worden.
Alle onderhoud?
Het maken, beslaan en onderhouden der dijken vooi\\
rekening van het district te nemen.
Het polderbestuur van den dorpspolder West-er voort juichi
de wijziging die art. 293 van het bestaande reglement
heeft ondergaan ten zeerste toe.
Volgens dit art. is het gewoon onderhoud aan de dijk-
pligtigen verbleven, terwijl volgens art. 286, alle onder
houd door de districten geschiedt.
In verband met art. 293 van het bestaande regl. is
het onbillijk, dat vele geërfden die reeds vroeger \'/4 in de
kosten van dijksverhooging hebben bijgedragen — nu ande-
ren van dien last zullen worden vrijgesteld — nogmaals in
den algemeenen omslag zullen worden omgeslagen, als
dijksverhooging weder noodig is.
Achter dit art. b^j te voegen: »of staat van taxatie."
De uitkeering in geld ter vervanging van dijksonderhouil
tegen een minder bedrag dan tegen den penning XX af-
koopbaar te stellen.
286.
280.
Dorpspolder Angeren.
           Doornenburg.
Het is billijk, dat voor het daarstellen en onderhouden
van bandijken in evenredigheid worde bijgedragen door de
perceelen, huizen en landen die door de dijken beschut
worden; evenzoo voor waterlossingen en wegen, terwij
ook de rivieren of bevaarbare kanalen , zoo ver noodig,
door de gebruikers worden daargesteld en onderhouden.
Het is mogelijk en waarschijnlijk, dat alle landen binnen
een polder gelegen evenredig met het onderhoud van eenen
dijk langen tijd zijn belast geweest en dat b. v. van eene
boerderij, die geheel met eenige roeden dijk belast was,
einige stukken vrij van dijk verkocht zijn, terwijl de rest
daarmede bezwaard is gebleven. Toen waren de dijken
echter slechts dammetjes, die niet \'/, van het tegenwoordig
onderhoud kostten en grootendeels slechts kleiwegen. Ook
thans zijn er nog kleidijken die als weilanden worden ge-
bruikt.
In art. 287 wordt het gewoon onderhoud uitgesloten!
De dijkstoel is van oordeel dat door de bepalingen
der artt. 286 en 303 reeds aan dit verlangen is voldaan
»Met het oog op de grove onjuistheden die er vooral
in het dijkcedul van" dien »polder berusten en de noodige
gegevens ontbreken om dit secuur in orde te maken."
Gewoon onderhoud zal toch wel onder alle onderhoud
begrepen zijn?
286.
280 (?)
280.
287.
287.
Eist,
Delwijnen.
Westervoort.
Lent,
Slijk-Ewijk.
287.
287.
Polderdistrict Nederbetuwc.
Dorpspolder Maurik.
Op grond der beschouwing vermeld bij art. 279.
In de laatste 40 jaren is, door aanmerkelijke verzwaring
\'er dijken, de onderhoudslast zeer verhoogd en de vervan
ging van dat onderhoud, door uitkeering in geld, is gere-
geld naar de kosten in de laatste jaren.
Dergelijke wijziging zou zeker door alle districtsbesturen
«orden toegejuicht.
287.
Zoo mogelijk, verpligte afkoop in te voeren en dan de
afkoopsom over een zeker aantal jaren te verdeden
Polderdistrict Buren.
-ocr page 75-
69
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
In \'t belang van een goed onderhoud en ter betere ver-
lediging der dijken verdient dit ten sterkste aanbeveling
Dit art. te lezen:
>Alle onderhoud van dijken, waar daarin nog door dijk-
pligtigen wordt voorzien, moet binnen twee jaren na de
invoering van dit Reglement aan de districtskas worden
afgekocht.
Ieder district is na dien tijd aansprakelijk voor het on-
derhoud zijner omringende dijken.
De afkoop geschiedt tegen betaling van den penning XX."
Het onderhoud der dijken op de polders te doen over
gaan, onder de bepaling van uitkeering en afkoopbaar-stel-
ling aan de polderkas, daar dit nog minder kostbaar zal
zijn dan wanneer het door het district geschiedt, aan
gezien het polderbestuur beter dan het dijkbestuur be-
kend is met den toestand van den dijk en beoordeelen
kan wanneer en waar voorzieningen behooren aangebragt
te worden.
De afkoop tegen penning XX schijnt te laag.
Polderdistrict Bommelerwaard
beneden den Meidijk.
287.
Sedert 1856 geschiedt het onderhoud in den polder
Iledel door het polderbestuur en voor veel minder dan
toan de dijkpligtigen het moesten doen.
De dijkstool acht het hier geopperde denkbeeld om-
trent de wijze van dijksonderhoud zoo weinig aan te
bevelen, dat het geene wederlegging behoeft.
287.
Dorpspolder Hedcl.
> Wanneer er verzakkingen plaats hebben , behoeven zjj
er niets meer aan te doen."
Daar de dorpspolderbesturen meer een dagelijksch toe
zigt op die werken hebben.
287.
Eenige geërfden uit den dorps
polder Deil.
Dorpspolder Alphen.
Waar de dorpspolder alleen dijkpligtige is, vindt men
volstrekt geen reden om het gewoon onderhoud der dijken
te vervangen door uitkeering in geld.
Waarom zijn in het eerste artikel 3 en in het tweede 4,
desnoods 5 , deskundigen noodig om de zaak tot eene be-
slissing te brengen ?
Zijn in het eerste geval de regten van den dijkgeslaagde
wel zoo deugdelijk verzekerd als de geërfde slechts één
persoon en het dijkbestuur twee personen aanwijst, en
waarom heeft men bjj het waarderen van gronden eenen
anderen regel gesteld?
De kosten van begrinding enz. van een dijk als weg
bij de overneming niet ten laste der dijkpligtigen te brengen.
In letter C te bepalen, dat van de 3 deskundigen 1
door het Gecombineerd Collegie, 1 door den betrokken
polder of geërfden en 1 door de dijkpligtigen zullen be-
noemd worden.
287.
Lakcmond.
Randwijk.
288 en 301.
Dit zou zeer onbillijk zijn daar die kosten oorspronkelijk
niet op dijkpligtigen gerust hebben.
Daar een heemraad de leiding heeft, is het feitelyk drie
tegen één en dan nog met ter zijde stelling der dijkplig-
tigen die het regtstreeks aangaat. Het is bilhjk dat, bij
eene verpligte overgave en overneming, aan partijen ge-
lijke krachten worden toegekend.
De dijkstoel vestigt onder alle ingekomen rapporten
meer bijzonder de aandacht op dat van Heteren
Daarin vindt men toch menige goede opmerking.
O. a. hetgeen naar aanleiding van art. 288 omtrent de
begrinding der dijken wordt gezegd, alsmede om
trent de waardeering van den dijkpligt.
Heteren.
288.
Moet geërfden in letter c niet zijn: geèrfdendag ?
Eist.
288.
-ocr page 76-
70
70
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
De termijn van 15 jaren , in dit art. bedoeld, niet aan
te nemen voor de berekening der uitgaven voor het dijks-
onderhoud gedaan, doch ten aanzien der verbeterde vak-I
ken eene nieuwe waardering te doen geschieden.
Wijziging der bepaling, voorkomende sub letter a , is
noodig in dien zin dat de onderhoudskosten vóór de bazalt-
bekleeding geenszins in aanmerking komen.
Dit is billijk daar door de verbetering der dijken in de
laatste jaren, b v. door bazaltbekleedingen, het onderhoud
zeer is verminderd.
In de beide laatste jaren zijn de gedeelten dijk, die het
ineest aan afslag bloot stonden, geheel met bazalt bekleed
en is dientengevolge het onderhoud afgenomen.
De dijkstool acht de opmerking omtrent dit punt,
dat ook zijn aandacht heeft getrokken , juist.
Ten einde meer tot eene gelijkmatige schatting te ge-
raken.
288.
Dorpspolder Hedel.
Bij eventuele vervanging van het gewoon onderhoud in
natura, de berekening te doen plaats hebben over de
laatste 15 jaren, na aftrek van het hoogste en het
laagste jaar.
Het schijnt beter in letter b de kosten voor afslag te
berekenen naar hetgeen dezelve gemiddeld in het vervolg
jaarlijks zullen kosten.
288.
Alpben.
288.
Leeuwen.
Volgt men de berekening van letter 6, dan zullen de
dijkpligtigen die hunnen dijk bet best tegen afslag beveiligd
hebben en aan wier dijk alzoo in het vervolg geene noe
menswaardige kosten te maken zullen zijn , juist daardoor,
zooveel te meer aan afkoopsom moeten betalen.
»Tusschen de haakjes ook te voegen: het onder-profiel
houden der kruinen."
Alinea 6 te laten vervallen.
Alinea / te lezen: >bij splitsing van landen wordt de
gewaardeerde som, naar de grootte en waarde der deelen,
evenredig omgeslagen."
Polderdistrict Rijk van Nijmegen.
288.
288.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
De hier aangegeven wijze van schatting zal dikwijls niet
gevolgd kunnen worden, ook dan niet wanneer de kosten
van onderhoud over de laatste 15 jaren bekend zijn.
Wanneer de eigenaren binnen de laatste 15 jaren hunne
dijkvakken met natuurlijken steen bekleed hebben, zijnde
kosten van onderhoud der buitenglooijing voor het ver
volg nagenoeg tot niets gereduceerd en toch zoude, juist
dientengevolge, eene zeer hooge onderhoudssom moeten
worden vastgesteld.
Althans bij de verlangde verandering van art. 287.
Alinea 1 van dit art. is voldoende.
289.
Polderdistrict Bommelerwaard
beneden den Meidijk.
Geldersche Maatschappij vai
Landbouw.
Uit alinea 2 te laten vervallen het woord: »jaarlijks"
en in verband daarmede in alinea 3, tusschen de woorden
>der" en »veranderingen", te plaatsen sjaarlijksche."
Dit art. geeft aan de dijkbesturen het regt om grond
te halen van landen die nimmer tot aardlevering verpligt
waren.
In deze artt. op te nemen dat er, als de grond in het
verpligte perceel van aardhaling geheel verdwenen is en
de verpligte onderhoudslast alzoo ophoudt, onteigend zal
worden.
Daar ook eene geheele herziening na verloop van tijd
wenschelijk kan zijn.
289.
290.
Hierdoor wordt een nieuw regt geboren dat inbreuk
maakt op het vrije eigendomsregt.
Dorpspolder Ochten.
290 en 295.
Haatten.
-ocr page 77-
71
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
Polderdistrict Dremptsche, 01-
denhaafsche, Hooglureusche
en Oldburgsche dijken.
De kostelooze aardlevering , zoowel voor gewoon onder-
houd als bij doorbraken, is in het district steeds zonder
bezwaar door de betrokken eigenaren geschied: daarin
schijnt trouwens geene onbillijkheid gelegen.
Aardlevering.
(290.)
De eigenaars wisten toch, tijdens jden aankoop of de
verkrijging, dat die last bestond en zien daartegen niet
erg op, zooals hieruit blijkt, dat diezelfde landerijen, niet.
tegenstaande het bezwaar, sedert de laatste 25 jaren tot
200% in waarde zgn gestegen.
De bepaling schijnt niet billijk om de aarde te halen
buiteud\'yks, van landen van zulke eigenaren die binnendijks
geene bezittingen hebben.
In hoofdzaak de lezing van art. 304 van het tegeu-
woordige reglement te behouden, of wel te verwijzen naar
art. 290 van het Ontwerp, omdat die in hoofdzaak over
eenkomen met de artt. 63 en 133 van het reglement
van 1846.
Zooals vroeger door den Dijkstoel is voorgesteld , in dit
art. eenvoudig op te nemen : »Zoodra er door een\' eigenaar
meer geleverd is dan 5 M3."
Bovendien wat is »per strekkende meter waterkeering" V
Moet elk gat dat in den dijk geslagen is worden gemeten
of de gezamelijke lengte van de gaten in eenig gedeelte
dijks, of de lengte van het dijkvak waarin de afslag zich
bevindt, of de lengte dijks tegen over het grondbezit van
één eigenaar?
De bepaling wanneer voor de benoodigde grond ver-
goeding zal worden gegeven is niet in alle opzigten even
redig en billijk.
Polderdistrict Brnmmensche
bandijk.
290.
Gelderscue Maatschappij van
Landbonw.
291.
Met het oog op art. 68 der Onteigeningswet, zooals
het is gewijzigd bij de wet van 1 Junij 1861 (Staatsblad
u°. 54).
Dit laatste reglement was n.1. geldende tijdens de invoe-
ring der Onteigeningswet.
De bepaling waar een decistère \'/,„ M\\ per strekkende
meter is gebruikt zal, bij een onregelmatigen afslag, hoogst
nioeijelijk zoo niet onmogelijk worden, en het artikel alzoo
tot alle mogelijke moeijelijkheden aanleiding geven.
Van de wijze van meting zal veel afhangen.
293.
Polderdistrict Overbctuwe.
Dorpspolder Lent.
293.
Gesteld in een dijk hoog 6 meter komt eene gleuf of
scheur, van onder naar boven, van 0,5 M. breedte en
0,20 M. diepte, zoodat tot digting daarvan noodig is 0,6 M3.
aarde.
Daar die hoeveelheid noodig is op minder dan 1 strekkende
meter waterkeering wordt de aarde vergoed. Ontstaat eene
gelijke scheur echter niet van boven naar beneden, maar in
dezelfde strekking als de dijk, dan wordt voor de benoo
iligde aarde geene vergoeding gegeven, al zou de gleuf ook
tienmaal langer zijn en daardoor voor de digting tienmaal
meer aarde noodig zijn, en zulks enkel omdat per strekkende
meter waterkeering
slechts 0,1 M\'. noodig is.
De opmerking uit de Memorie, dat hieruit onnoodige
en omslagtige berekeningen zouden voortvloeijen, wordt niet
toegegeven. Onnoodig zijn ze zeker niet en de omslagtig-
1\'eid is niet zoo groot, want bij de thans voorgestelde
\'regeling moet immers ook vooraf onderzocht worden of er
meer dan \'/,„ M3. per strekkende meter noodig of gebruikt
18 en, zoo zulks het geval is, dan moet de hoeveelheid
met \'/,0 M\\ verminderd en van de rest de vergoeding be-
rekend worden.
De kostelooze grondlevering dient, ook voor kleine hoe
veelheden, geheel te vervallen.
Oosterhout.
Slijk Ewijk
293.
Het l^tc lid zoodanig te wijzigen dat de aardhaling tot
gewoon onderhoud van waterkeeringen en dijken worde
betaald.
.!
»
-ocr page 78-
72
72
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Al naar mate de dijkstoel of wel het dorpspolder bestuur
het beheer er over voert.
De dijkstoel is van oordeel dat dit geheel ten onregte
is opgemerkt.
Het ware billijker, dat alle waterkeeringen onderhouden
werden door de besturen onder wier beheer zij staan en
ten koste van het district of deu dorpspolder, »en dat
tevens alle gebruikte aarde betaald werd wanneer dezelve
op een perceel meer bedraagt dan één decistère."
»Groot verschil is het of de benoodigde grond in de
lengte of diepte noodig is."
Dorpspolder Ueteren.
293.
»Vooral bezwaar voor diegene die vele strekkende meters
hebben, kan dan wel meer zijn dan eene niet noemens-
waardige hoeveelheid! Zie Memorie."
Bij de tegenwoordige waarde der uiterwaarden is 25
centen te gering.
Bij de minste afslag is er meer dan \'/,„ stère noodig
en of zulks het geval is geweest, zal tot lastige quaesties
aanleiding geven.
Nu wordt het district, d. i. het algemeen, bezwaard
met een\' last die sedert overoude tijden op anderen rust en
aan wie ze dus, zonder eenige aanleiding, wordt kwijt
gescholden.
Het aangenomen cijfer schijnt velen te laag.
293.
Eist.
De vergoeding op 45 centen per Cubieke meter te stellen.
293.
Ochten.
Het overoude gebruik, dat perceelen buitendijks gelegen
verpligt zijn kosteloos de aarde tot gewoon onderhoud dei-
dijken te leveren, schijnt beter dan de nieuwe bepaling, dat
vergoeding wordt gegeven zoodra per strekkende meter meer
dan \'/,„ stère grond noodig is.
293.
Herwijnen.
Het cijfer voor schadevergoeding door deskundigen te
doen bepalen, evenals thans.
Dit art. te lezen:
»Voor de aardhaling tot gewoon onderhoud van dijken
en waterkeeringen wordt geen ontgeltenis gegeven."
293.
Haaften.
Door het ontworpen art. zullen eigenaars van buiten-
gronden, zonder reden, grootelijks bevoordeeld worden, daar
de aarde voor gewoon onderhoud sedert onheugelijke jaren
gratis door hen is geleverd en de waarde der buitengronden
brekend is naar dien last.
293.
Polderdistrict Bommelerwaard
beneden den Meidijk.
De bepaling der l9te alinea is onuitvoerbaar en die om
trent de kostelooze aardlevering, zooals die hier luidt,
aller onbillijkst.
De hier voorgestelde regeling der ontgeltenis voor aard
levering tot gewoon onderhoud van waterkeeringen strookt
niet met regt en billijkheid.
293.
Het is niets anders dan eene ongemotiveerde overbren
ging van lasten, rustende op buitendijks gelegen landen,
op binnendijksche gronden.
Door de aangebragte wijziging vermeerderen de landen
uitendijks, die altijd met aardlevering belast zijn geweest,
n waarde, terwijl de landen binnen het district, waarover
Je kosten van ontgeltenis moeten worden omgeslagen, eene
rei-mindering van waarde ondergaan.
De dijkstoel vereenigt zich hiermede ten volle.
             Bommelerwaard
boven den Meidijk.
Dorpspolder Aalst.
293.
»Wegens de verandering van aarde te halen."
Hieraan wenscht het polderbestuur »geen gevolg te geven"
De betaling voor de aardhaling tot gewoon onderhoud
wordt niet billijk geacht.
293.
Maasbommel.
De landen zijn altijd met den last besmet geweest en,
laarmede bezwaard, van den eenen op den anderen over-
,\'egaan.
293.
Alphen.
-ocr page 79-
73
73
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
Die landerijen waren nu eenmaal met dien last bezwaard
en de waarde daarvan, bij verkoop of anderen overgangf
daarnaar berekend, zoodat derzelver waarde aanmerkelijk
minder is dan die van andere gronden.
Dorpspolder Puiflijk.
293.
Dit art. verschaft aan eigenaars van landerijen, belast
met het leveren van grond voor de in het art. genoemde
werken, een dubbel voordeel. Ten einde de billijkheid
niet uit het oog te verliezen dient deze bepaling dus
eenigszins gewijzigd te worden.
De bepaling van het slot van alinea 1 is niet met de
billijkheid over een te brengen, want men doet daarmede
>den buiten eigenaren een geschenk ten nadeele van de
binnen eigenaren."
Het schijnt noodig de zonder ontgeltenis te leveren hoe-
veelheid aarde op minstens V, M\\ per strekkende meter
te bepalen, daar één decistère, bij dijkglooijingen van 25
tot 30 Meter ter nauwernood voldoende zal zijn om stappei)
van beesten en »uitvulling van dijkskruin" aan te vullen.
Ook voor aangrenzende eigenaren heeft dit geen bezwaar.
In alinea 2 is het bepalen van een maximum op 25
cents per M3. zeer goed, doch het dient overigens aan de
beoordeeling van den dijkstool overgelaten te worden, met
beroep op Gedeputeerde Staten.
Men moet namelijk aannemen, dat de van ouds tot aard
levering verpligte gronden verkregen zijn met den last
bezwaard, om voor gewoon onderhoud, zonder vergoeding,
aardspecie te leveren.
Wel is waar heeft die last, door de verhooging en ver-
zvraring der dijken, eene geheel andere beteekenis gekregen
dan toen hy op bedoelde buitengronden werd gevestigd,
doch dat brengt slechts mede, dat men moet trachten, over-
eeukomstig de billijkheid en zooveel mogelijk overeenkom-
stig den toestand vóór de algemeene verzwaring der dijken,
den eenen eigenaar te ontheffen zonder het district te zeer
te benadeelen door telken jare terugkomende levering.
In de Lijmers, b. v. onder Babberich, zou zich het geval
zeer goed kunnen voordoen, dat men grond in beslag zou
moeten nemen, die per hektaren slechts ± f 600 waard
is, en die men, volgens het tegenwoordig voorschrift,
toch met ƒ2500 per hektare zou moeten betalen, om er
b. v. 1 M*. af te nemen of te verlagen.
Wordt de eerste berekening bedoeld dan is de hoeveel
heid gronds, zonder ontgeltenis te leveren, onbeduidend
in kan die vermeerderd worden.
Polderdistrict de Lijmers.
293.
Dit art. dient verduidelijkt te worden, door nl. op te
helderen of berekend moet worden over de strekkende meter
dijk
, voor zoo verre er afslag aan is, of over de geJieele lengte
dijk liggende tegenover het land van één eigenaar.
De hier gegeven voorschriften zijn zeer weinig beteeke-
nend en hoogst moeijelijk uitvoerbaar, zoodat het beter
schijnt, indien men de bepalingen van het bestaande regie-
ment omtrent de kostelooze aardhaling niet wil behouden,
die geheel af te schaffen.
Voorts kan het niet-geven van ontgeltenis niet voor
waterkeeringen in \'t algemeen, maar alleen voor djjken en
kwelkaden worden voorgeschreven.
De vraag of ook de aarde voor gewoon onderhoud van
kaden en binnenkaden zonder ontgeltenis moet worden ge-
leverd, hangt af van wat daaromtrent van ouds naar ge-
woonte bestond.
Het woord »noodkeeringen" te laten vervallen.
In alinea 4 geen beroep toegelaten!
Wageningen en
Bennekom.
293.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
293.
Omdat die bepaling bij de invoering der Onteigeningswet
alleen voor de laatste soort (soorten) van waterkeeringen
bestond.
Polderdistrict Eijk van Nijmegen.
Dorpspolder Eist.
294.
295.
»Om het even is de deur openzetten zoo men niet goed-
vindt geen aanzegging te doen, dus voor willekeur."
-ocr page 80-
74
74
Betrekkelijke
NAMEN
artikelen
dei-
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
Ontwerp.
Dorpspolder M;nirik.
295.
Te doen vervallen de woorden: »rloor aanzegging".
Bij het wonen elders en ver at\' den bruiker kennis te
geven.
Polderdistrict Veluwe.
295.
Aan het slot toe te voegen: »In geval van verschil be-
slist de dijkstoel, behoudens hooger beroep."
Geldersche Maatschappij van
295.
Aan het slot van dit art. toe te voegen:
Landbouw.
»Ingeval van verschil beslist de dijkstoel, behoudens
hooger beroep op Gedeputeerde Staten."
Polderdistrict Veluwe.
296.
Het einde van dit art. aan te vullen met »met nieuwe
waterkeeringen worden aanzienlijke verbreedingen van de
bestaande gelijk gesteld."
Dorpspolder Eist.
299
Beter ware voor *effeu getal" te lezen: toneffen getal."
„ Doornenburg.
296, 299, 301 en 302.
Doordien in deze artt. vele onteigeningen in handen van
poldermeesters gesteld zijn, moet de dorpspolder de kosten
betalen.
Eist.
301.
Beter tarief door gecombineerd collegie of geërfdendag
vast te stellen.
Geldersche Maatschappij van
301.
In verband met de laatste alinea van art. 299, het
Landbouw.
woord •divien" in alinea 1 te laten vervallen.
Polderdistrict Veluwe.
302.
Dit art. aan te vullen met de volgende slotalinea:
»Met het maken van het werk kan intusschen worden
voortgegaan, overeenkomstig art. 2 van de Wet van 9
October 1841 (Staatsblad n". 42)."
Geldersche Maatschappij van
302.
Dit art. te lezen als volgt: »Alle geschillen welke over
Landbouw.
door Gedeputeerde Staten beslist."
»Ingeval op de te leveren aarde de bepalingen van de
artikelen 65 tot en met 67 der wet van den 288ten
Augustus 1851 (Staatsblad n". 125) toepasselijk zijn, ot
het betreft de vergoeding, bedoeld bij art. 296 van dit
reglement, wordt, indien belanghebbenden in deze beslis-
sing niet berusten , gehandeld volgens de hierboven aan-
gehaalde wet."
Als alinea 3 op te nemen: »In spoedvereischende ge-
vallen kan, hangende deze geschillen, met de ondernomen
werken worden voortgegaan."
Letterlijk opgevat geeft het aanzeggen moeijelijkheid,
b. v. aan den eigenaar of den gemagtigde die ver af woont.
Even als in het 3ie lid van art. 299 is omschreven.
Dit schijnt voor den geregelden gang van zaken bijzonder
wenschelijk.
»Mogt bij gewone herstellingen de belanghebbende kun-
r.en bewijzen, dat er meer grond ingenomen is dan de
waterkeering vroeger besloeg, dan zal hij, na de herstelling
welke hij niet mag verhinderen, schadevergoeding kunnen
vorderen, op de wijze hierna te bepalen."
Nu zal dikwijls de bepaling in art. 301 voorkomen,
vooral omdat de kosten voor district of polder zijn.
Volgens het bestaande regl. daarentegen — b. v. het
laatste lid van art. 300 — moeten alle onteigeningen
door den dijkstoel uitgevoerd en uit de districtskas be
taald worden.
»Ontgeltenis altyd voor district of polder is niet billijk."
Dit schijnt zeer gewenscht om noodige verbeteringen
niet op te houden.
In de geschillen welke ontstaan over die levering van
aarde, waarop het gewijzigde artikel 68 der Onteigenings
wet van toepassing is, schijnt de beslissing van Gedepu-
tecrde Staten verbindend te kunnen zijn.
Op de aardlevering voor kaden en binnenkaden zullen
vermoedelijk dikwijls de artt. 65—67 dier wet van toe
passing zijn.
Ter voorkoming van vertraging.
Met het oog op art. 2, 3° der wet van 9 October 1841
(Staatsblad n°. 42) schijnt daartegen geen wettig bezwaa)
te bestaan.
-ocr page 81-
75
75
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Dorpspolder Lent.
Bij het opmaken der cieringen, bedoeld in alinea 3, zoude
medewerking van het gecombineerd collegie wenschelijk zijn.
Alinea 3 »medegedeeld dient goedkeuring."
303.
Eene bloote mededeeling schijnt weinig nut te geven.
Eist.
303.
„Nu beteekent het niets en beneemt men de magt van
jrecombineerd collegie bij begrootingen!"
Volgens den dijkstoel geheel ten onregte.
De dijkgraaf en twee heemraden stemden hiertegen.
Polderdistrict Rijk van Nijmegen
303.
In alinea 3 , achter het woord medegedeeld , te voegen :
»en door dat collegie goedgekeurd."
In het 3de lid bij te voegen »en goedgekeurd."
Deze goedkeuring is evenzeer en in nog hoogere mate
noodig dan bij art. 345 is voorgeschreven voor cieringen
en werken aan de geërfden. Dezelfde beginselen toe te
passen, welke in de Gemeentewet en in de Provinciale wet,
resp. aan den Raad en aan de Staten, de beslissing geeft
niet slechts over de kosten maar ook over de werken zelve,
welke resp. Burgemeester en Wethouders en Gedeputeerde
Staten voorstellen.
Zie hierbij het opgemerkte bij art. 9.
Is post niet beter?
Dorpspolder Winssen.
303.
Volgens de toelichting hebben geërfden te beslissen over
de kosten van zoodanige nieuwe werken, terwijl zooveel
te meer aan het gecombineerd collegie de beslissing behoort
over de aanzienlijke kosten van dikwerf belangrijke werken.
Polderdistrict Vel UWC
Dorpspolder Eist.
          Ressen en Doornik
Polderdistrict Nederbetuwe-
303.
305.
306.
306.
Regl. spreekt o. a. in art. 278 e. volgg. van »heem
raad van den post."
«Dezelfde opmerking als bij art. 344."
Is het beginsel van drie schouwen wel noodig nu de
Dijkstoel zelf alle werken moet laten verrigten?
Het waarschuwen der betrokken personen door de voor
geschreven afkondigingen schijnt mede onnoodig.
De schouwen dienen enkel tot opneming der noodzake
lijke werken in het voorjaar en tot het nagaan of over
tredingen (boomen planten enz.) hebben plaats gehad.
Op elk oogenblik toch, kan door bestuursleden en daar-
toe bevoegden tegen hen geverbaliseerd worden , terwijl de
dijkstoel bij bepaalde termijnen, wat aangaat het blooten der
ilijkshellingen, opsnoeijen der heggen enz., schouwen kan
voorschrijven.
Dorpspolder An geren.
,,
          Lent.
307.
307.
»Bij den bestemden dag ook het uur te bepalen."
Het is gebleken wel last maar weinig nut te geven, dat
één der poldermeesters op den bestemden dag steeds bij
het begin of de aanschouw van elk dorp (lees: polder)
moet tegenwoordig zijn. In ieder geval dient in de laatste
alinea >op den bestemden dag" veranderd te worden in:
»op het bestemde uur."
Het derde lid van dit art. schijnt overbodig nu, volgens
art. 288, de dijk op het district overgaat.
Alinea 3 , kunnen poldermeesters niet te huis I il ij ven V
Hij kan soms uren lang in regen en wind staan wach-
ten op de aankomst van de schouw, terwijl de bevelen
«n aanmerkingen later toch schriftelijk worden medege
gedeeld en de uitvoering der gebreken wordt gelast.
Lakemond.
Randwijk.
Eist.
307.
Poldermeesters behoeven niet langer als aanklagers tegen
dijkgeslaagden ten aanzien der cieringen op te treden.
Hun bijzijn heeft niets geen nut en is vaak lastig en
onaangenaam."
Volgens den dijkstoel geheel ten onregte opgemerkt.
307.
-ocr page 82-
76
76
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Eesscn en Doornik
Het 3de lid van dit art. te doen vervallen.
Volgens den dijkstoel is dit geheel ten onregte opge
Imerkt.
Hetgeen is mede te deelen is te voren bekend, en kan
derhalve schriftelijk worden kenbaar gemaakt.
307.
Het laatste lid is onnoodig. De aanwezigheid van den
poldermeester bij de aanschouw van den polder maakt,
dat het schouwvoerend collegie geene bevelen, die uit de
schouw voortvloeijen, heeft mede te deelen.
Maiuïk.
307.
Goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
Eist.
308.
315.
315.
319.
319.
319.
Om consequent te blijven met art. 344; doch zal vaak
te lang duren.
Alinea 2 kan zeer onbillijk zijn.
Hierbij te voegen: „Wanneer door verlegging van een
kweldam het eigendom van iemand in waarde vermindert,
dient zulks door het district vergoed te worden."
Zijn alle grondpompen onder toezigt van den dijkstoel?
Het regt van den dijkstoel, om sluizen, duikers enz te
doen openen en digten, schijnt te moeten behooren aan
het bestuur dat er het beheer over heeft.
Met het oog op het bepaalde bij art. 363, waarbij de
zorg voor de goede instandhouding der watergangen en
kunstwerken tot waterontlusting is opgedragen aan polder-
meesters onder toezigt van den dijkstoel, is al. 2 van
art. 319 te ingrijpend , daar de dijkstoel nu bevoegd is om
sluizen te doen openen en sluiten in de dorpspolders,
terwijl de zorg en het beheer daarover bij poldermeesters is.
De afkoop van krib- en waterwerken is primitief door
partijen, naar wederzijds genoegen, vastgesteld en behoort
dus geene verandering te ondergaan.
Eessen en Doornik
Eist.
Hanrik.
De dijkstoel meent dat dit te regt wordt verlangd.
Art. 325 bestaand Reglement is beperkter.
Dat bestuur is toch het beste op de hoogte wanneer
het openen of digten voor zijn polder noodig is.
Hurwenen. ,
Driel.
De dijkstoel acht deze bepaling in de Bom me Ier
waard boven den Meidijk, waar de zorg voor
de waterlossing grootendesls aan den dijkstoel is op
gedragen, van groot belang en zeer gewenscht.
321.
Polderdistrict Bommelerwaard
beneden den Meidijk.
Al is de uitkeering hooger geweest dan de uitgaaf door
het district, zoo had het tegenovergestelde even goed kun-
nen geschieden.
De dijkstoel ziet dan ook in het art., op den bij
art. 293 opgegeven grond, niets dan willekeurige be-
vóór- en benadeeling.
De bepaling van alinea 2 behoort te vervallen, daar zij
eenvoudig een geschenk inhoudt aan de eigenaren der
met de uitkeering belaste landen, uit de algemeene kas,
zonder dat daarvoor eenige geldende reden kan worden
aangevoerd.
De bepaling is bovendien bezwaarlijk uitvoerbaar en
geeft jaarlijks aanleiding tot zeer lastige berekeningen en
geschillen, zoodat in ieder geval eene herziening om de
10 of 15 jaren zou moeten worden voorgeschreven.
Het verkiesehjkste schijnt de bestaande bepaling te be-
houden en die lasten in eens afkoopbaar te stellen, even-
als ten aanzien van het dijksonderhoud is voorgesteld,
desnoods tot een minderen penning dan den XX»ten, ter
bevordering van een spoedigen afloop.
321.
Polderdistrict nommelerwaard
boven deu Meidijk.
Nagenoeg alle hier bedoelde landen zijn na de vaststel
ling der afkoopsommen reeds overgegaan in andere handen,
tegen berekening eener waarde na aftrek der uitkeeringen
De tegenwoordige eigenaren dragen deze lasten dus fei-
telijk niet meer. Doch ook, aangenomen dat de afkoop-
sommen nog gedragen werden door hen die in der tijd
f «laarmede zijn belast, dan nog is de hier gevolgde wijze
Jjvan reductie veel te willekeurig om te worden goedge-
keurd, want steeds wordt dezelfde vermindering van last
toegestaan, onverschillig of een vak meer kost dan het
bedrag waarvoor het onderhoud is afgekocht, of dat daar
*an niets wox#dt besteed.
-ocr page 83-
77
77
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
De overeenkomst met de onderhoudpligtigen, volgens
liet reglement van 1837 en 1846, in de Tielerwaard aan-
ifegaan kan toch slechts op »deze" wjjze worden gewjj
Deze bepaling is, volgens gevoelen van den dijkstool van
\'fielerwaard, zeer onbillijk.
Polderdistrict Tielerwaard.
321.
Na de vaststelling der jaarlijksche bijdragen voor krib-
en waterwerken heeft het district de werken op geheel
andere wijze gemaakt dan vroeger de dijkgeslaagden. Ze
werden nl. flink en kostbaar uitgevoerd zoodat zij later
veel minder kosten vorderden, terwijl door latere rivier-ver-
beteringen veroorzaakt is, dat sommige aangeslagen dijken
niets meer aan krib- en waterwerken kosten. Bovendien
hebben de tegenwoordige eigenaars van onroerende goederen
ln\'last met dijkvakken in de zinkpakking aangeslagen, bij
den aankoop der goederen die jaarlijksche uitkeering ge-
kapitaliseerd en in rekening gebragt, zoodat de goederen
bij scheiding er zooveel minder om werden geschat.
Het polderbestuur van Hef «fijnen acht het niet billijk, om\'
aan enkele particulieren eene geldsom te schenken en die
te brengen op het district of\' het algemeen, te meer daar
bepaald is, dat de dijkpligtige nooit meer zal behoeven te
betalen dan het thans bepaalde maximum.
De Commissie voor de herziening toont door deze bepa-
ling voor te stellen te veel medelijden te hebben met de dijk-
geslaagden en de lasten te veel op het algemeen te willen
Dorpspolder Herwij nen.
321.
brengen.
De voorgestelde wijziging schijnt nuttig, doch daartegen-
over staat, dat nu een onderhoudpligtige, wiens werken niet:
of zeer weinig aan het district kosten, moet deelen in de
kosten, veroorzaakt door andere hem vreemde werkeu.
De pak waterwerken, waarmede de polder Heestelt is bo-
zwaard, om de 10 jaren b. v. te laten herzien en te bepalen dat
de uitkeeringen zóó worden geregeld, dat ieder onderhoud -
pligtige alleen datgene aan het district moet vergoeden,
wat zijne werken gekost hebben, zonder dat daarop van
invloed zij wat anderen werken hebben gekost.
De in alinea 2 ingevoerde wijziging in de verpligting
tot het betalen van jaarlijksche uitkeeringen in geld, ter
vervanging van het onderhoud in natura van kribben en
andere pakwerken, schijnt voor den polder J\'arii eene aan-
merkelijke verbetering, doch men behoort zóó ver te gaan.
dat ieder onderhoudpligtige slechts die kosten aan het
district vergoede, welke zijne werken veroorzaakt hebben.
(Volgens eene afzonderlijke aanteekening bij het adres,
betaalt de polder Varik jaarlijks aan het district voor on-1
derhoud van pakwerken ƒ017,155 en van dijken ƒ 39,49»,
doch geniet hij / 3873,30 aan inkomsten van eigendommen,
voornamelijk afkomstig van landen besmet met dijk en
waterwerken , die vóór en in het begin der eeuw aan den
polder zijn vervallen. De polder wil nu ontheven worden\'
van het onderhoud der pakwerken, doch de inkomsten dei-
eigendommen behouden.)
In alinea 2 eene herziening der pak waterwerken, om een
lOtal jaren, voor te schrijven met bepaling, dat ieder on-
derhoudpligtige slechts die kosten aan het district vergoeden
zal die zijne werken veroorzaakt hebben.
Heesselt.
321.
Welke ook de regtsverhouding zij tusschen de onder
houdpligtigen en de districten, ten gevolge van den ge-
dwongen afkoop der waterwerken, zoo was ieder oorspron-
kelyk zeker slechts verpligt tot onderhoud in natura van
zijne werken. Het is dus onbillijk hem, wiens werken
niets of bijna niets kosten, te laten dragen in de kosten
welke werken van anderen veroorzaken.
Hierin bestaat geen bezwaar voor de districten, want
geen enkel werk kost meer dan de gewaardeerde som en ook
\'d ware dit met een enkel het geval, dan ligt in de groote
sommen, door het district ten gevolge van den gedwongen
afkoop gewonnen, voldoende vergoeding. Administratief
kan er geen bezwaar zijn, daar het districtsbestuur gemak-
kelijk kan nagaan wat elk werk telken jare gekost heeft.
Yarik.
321.
De polder Zennewijnen is intusschen niet bezwaard met
zoodanige uitkeeringen.
Zennewijnen.
321.
-ocr page 84-
78
78
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Hunvenen.
Driel.
Dit art. in dien zin te wijzigen dat, even als bij nrt.
287, de »opraiming van last van de schouders van par-
ticulieren op het district worde overgebragt door te bepalen;
dat gemelde geldelijke uitkeering wegens meergenoemd
onderhoud afkoopbaar worde gesteld tegen een lagereu
penning dan den twintigsten".
De nieuwe bepaling toch schijnt hoogst onlnllijk en on
doelmatig.
Onbillijk, omdat niet de primitieve eigenaren maar zij,
die later den eigendom tegen mindere waarde hebben ver-
kregen , zonder eenige aanspraak zullen worden bevoordeeld,
en wijders omdat zij die onbelaste landen hebben verkregen
en in evenredigheid van de mindere opbrengst der afkoop-
sommen, deswege in de lasten zullen moeten bijdragen.
» Ondoelmatig, omdat niet slechts zij wier vroegere werken
voortaan minder van onderhoud zouden kosten, maar even-
zeer zij, wier vroegere werken steeds evenveel of zelfs meer
/ouden kosten, daardoor gelijkelijk zouden worden gebaat,
begunstigd."
De dijkstoel kan zich hiermede zeer goed ver-
eenigen.
Reeds bij de regeling van de vaststelling eener jaarlijk
sehe afkoopsom zijn de landen, met dien last besmet, dadelijk
veel meer in waarde gestegen dan de daarmede niet be-
smette landerijen, daar het district den avontuurlijken last
overnam en die landen of eigenaren gedekt waren door
eene vastgestelde som, al moest het district ook het dub-
bele ten koste leggen.
De later door het district verkregen voordeelen zijn niet
toevallig, maar te danken aan de rectificatie of normalise-
ring der rivieren van wege het Rijk, waardoor de voor-
ziening der krib- en waterwerken niet meer zoo noodzakelijk
gemaakt is. Deze van Rijkswege (door Rijkswerken) ver
kregen voordeelen geheel ten bate van enkele geërfden,—
waaronder groote grondbezitters — te doen strekken, zou
dus zeer onbillijk zijn, daar de voorziene en onvoorziene
lasten overgenomen of gebragt zijn op de gezamenlijke ge-
ërfden in het district, die derhalve billijkerwijs de alzoo
verkregen voordeelen moeten genieten.
De dijkstoel kan zich hiermede ten volle ver
eenigen.
Het onderhoud der krib- en pakwerken is voor
den eenen polder meer voor den anderen minder, zoo-
dat er werken zijn die geen onderhoud meer ver
eischen en dus als \'t ware slapen. Dit nu is te Hedel
het geval, door het verleggen van de Maas in 1870 en de
digting van de oude rivier ten behoeve van den Staats
spoorweg, zonder dat er ooit sprake van herleven kan zijn.
pe grondslag van de uitkeering is aldaar dus geheel te niet
gegaan, en niettemin vloeit jaarlijks /\'Il45.26 wegens
afkoop in de districtskas, zonder dat het district één cent
voor onderhoud behoeft uit te geven. Bovendien bedragen
de vóór 1870 betaalde uitkeeringen duizende guldens meer
dan de destijds besteede uitgaven. Hoe men ook het beginsel
der hoogste regtscollegiën, dat bij de vervanging der
pakwerken de last van een specialen is overgaan in een
aandeel in den. algemeenen last wil verdedigen, men vergete
321.
Wordt dit art. onveranderd aangenomen, dan zullen de
besmette landerijen andermaal merkelijk in waarde stijgen
en dat ten voordeele van enkele bijzondere personen. De
voorgestelde regeling is alzoo in strijd met alle regt en
billijkheid.
Dorpspolder Aalst.
          Zuilichem boven
den Meidijk.
321.
Dorpspolder Hedel.
Ten einde de billijkheid zoo volledig mogelijk toe te
passen, te bepalen dat de jaarljjksche uitkeering van elk
persoon of elke corporatie geëvenredigd zij naar de voor zijne
pakwerken besteede uitgaven, en niet naar die van al de
werken gezamenlijk; m. a. w. dat daar waar geen onder
houd is ook geene uitkeering geschiede.
Voor den polder Hedel zou dan ook zeer toepasselijk zijn
het voorstel in de Memorie op pag. 16 ontwikkeld, ten
aanzien van het slapen der verpligting indien er geen
onderhoud is noodig geweest en het vervallen derzelve
wanneer zij gedurende 30 jaren achtereen heeft geslapen
omdat de daartegen aangevoerde bezwaren van het hei-
leven der onkosten aldaar alle gegrondheid missen.
321.
-ocr page 85-
79
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Aanmerkingen.
daarbij niet, dat de afkoop der waterwerken niet was eene
trijwittig tot stand gekomen overeenkomst tusschen polder
en district, doch een gedwongen daad voortvloeiende uit.
het toenmalige reglement, zoodat aan de zijde van den
polder geene keus was en alleen voor het district reeds
zoovele jaren alk voordeel is. De onbillijkheid wordt nog
te grooter doordien ieder geërfde, boven de uitkeering,
jaarlijks zyn aandeel bunderbunders-gelijk in de districts
lasten moet betalen, voor zoover de heffing daarvan nood-
zakelijk is tengevolge van meerdere uitgaven aan de wa
telwerken dan door de uitkeeringen kunnen bestreden
worden.
De exceptionele toestand, waarin de polder ten aanzien
zijner krib- en waterwerken verkeert, is zóó onbillijk dat
bijzondere bepalingen alleszins gewettigd zijn ten einde dit
te doen ophouden.
De dijkstoel kan zich niet met het hier ontwik
kelde beginsel vereenigen en is van oordeel dat
er, sedert den afkoop, geenerlei verband meer be-
staat tusschen de nitkeeringen en de afgekochte
pakwerken, doch oordeelt niettemin, dat er nog
meer is te zeggen voor de denkbeelden door het
polderbestnur ontwikkeld dan voor het stelsel van
het Ontwerp.
Vóór 1837 , dus vóór de invoering van het polderre
glement, heeft de polder zijne voorgronden met kribben,
jbleesslagen, pakwerken enz. tegen inscharing beveiligd en
is hij van schoordijken bewaard. In 1837 behoefden er
alzoo geene pak- of andere waterwerken getaxeerd noch
door uitkeeringen in geld vervangen te worden.
Toen nu na 1838 al spoedig bleek dat de getaxeerde
uitkeeringssom zelfs voor de jaarlijksche herstellingen niet
toereikende was, heeft het districtsbestuur gedurende 10 jaren
getracht met de ontvangbare afkoopsommen slechts de
hoog noodige herstellingen tot stand te brengen, doch
ten slotte bleek dit onmogelijk zonder de vele waterwerken
eens krachtig te herstellen en te vernieuwen. Te dien
einde zijn dan ook in de jaren 1849, 1850 en 1858
leeningen gesloten tot de resp. bedragen van 21, 3 en
1 \'1 mille, en eerst na die buitengewone uitgaven van f 36000
kunnen de hei-stellingen der waterwerken met de afkoop
penningen bestreden worden, terwijl het district vooral aan
de Maaszijde nog met nieuwe werken is belast.
De polder Ammerzoden, die met zijne belangrijke krib-
en waterwerken is belast gebleven, heeft derhalve boven-
dien moeten bijdragen in de herstellingskosten der overige
iifgekochte waterwerken in het district, en nu hij welligt
eenmaal eenige vergoeding zou kunnen erlangen voor de
gedurende ruim 30 jaren voor anderen gedane bijdragen,
zou de polder andermaal moeten deelen in de nadeelen
Dorpspolder Ainmerzoden
Well.
In alinea 2 van dit art. is getracht eene vermeende
onbillijkheid in de beide reglementen van 1837 en 1846 op
te heffen, n. 1. van de vervanging der vroegere verpligting
tot onderhoud van kribben en pakwerken door eene altijd-
durende uitkeering in geld aan het district. Ten aanzien
van den polder Ammerzoden en die van Kerk-Driel, althans
gedeeltelijk, zou de voorgestelde regeling eene dubbele onbil-!
lijkheid bestendingen, zoodat het polderbestuur daartegen
reclameert.
321.
en
-ocr page 86-
80
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Aan merkingen.
TOELICHTING.
,iie noodwendig moeten volgen uit de voorgestelde alinea
■j ran art. 321.
De dijkstoel kan zich met deze beschouwingen
zeer goed vereenigen en meent dat het stak alle
overweging verdient, tegenover de bewering nit
de Memorie van Toelichting omtrent de voordeelen
door de districtsbestnren van deze uitkeeringen
genoten.
De gronden van het polderbestuur komen woordelijk
overeen met die door de besturen der dorpspolders Aalst
en Zuilichem boven den Meidijk aangevoerd.
De dijkstoel vereenigt zich in hoofdzaak met het
aangevoerde.
Sedert 1838 heeft de polder jaarlijks ruim /*600 aan-
af koop betaald, hetgeen zeer bezwarend is.
De dijkstoel kan zich, blijkens het boven op dit
art. reeds medegedeelde, niet vereenigen met het
hier als wenschelijk geopperde.
Daar zij, zonder geldige reden , eenvoudig een geschenk
uit de algemeene kas doet aan de eigenaren der met uit
keering belaste landen. De tegenwoordige eigenaren dra
gen deze lasten feitelijk niet meer, want zij hebben nage-
aoeg allen de hierbedoelde landen verkregen voor de waarde
iia aftrek der uitkeeringen.
Al werden de afkoopsommen nog gedragen door hen
lie in der tijd daarmede belast zijn geworden, dan is nog
Ie hier gevolgde wijze van reductie zóó willekeurig, dat zg
;eene aanbeveling verdient, want onverschillig of een vak
meer kost dan het bedrag waarvoor het onderhoud is af-
jekocht of wel dat dit daaraan niet wordt besteed, zal
voor beide dezelfde vermindering van last worden toege-
staan.
De krib- en waterwerken afkoopbaar te stellen tegen
penning XVI, waarmede, om zoo te spreken »de kerk
zoo wat in het midden zou zijn."
Dorpspolder Gameren.
321.
De afkoopsom voor waterwerken voor rekening van het
district te doen komen.
Delwij nen.
321.
De bepaling, opgenomen in alinea 2, behoort te ver-
vallen.
De bepaling, zoo als zij nu is voorgesteld, is zeer be
zwaarlijk uit te voeren en geeft jaarlijks aanleiding tot
zeer lastige berekeningen en geschillen, zoodat in ieder
geval herziening om de 10 of 15 jaren zou moeten wor-
den voorgeschreven.
Het verkieselijkst is de oude bepaling te behouden en
die lasten in eens afkoopbaar te stellen , evenals ten aan-
zien van het dijksonderhoud is voorgesteld, desnoods, ter
bevordering van een spoedigen afloop , tot een minderen
penning dan den XX8ten.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
321.
Achter dit art. bij te voegen : »Wanneer een heemraad,
plaatsvervangend heemraad of noodheemraad zich, op uit-
noodiging van een ambtgenoot of van den dijkgraaf, naar
een meer bedreigd punt begeeft, waar zijne tegenwoordig-
heid meer noodig is, heelt hij gelijke bevoegdheid."
Indien een heemraad op een bedreigd punt den bijstand
van een ambtgenoot inroept of de dijkgraaf dien ambtge-
noot daartoe uitnoodigt. dan aan dezen heemraad op dien
post dezelfde bevoegdheid te geven als op zijn eigen ge-
deelte dijk.
Waaruit volgt en is het wenschelijk dat de heemraad
loonwachten in dienst kan stellen ?
323.
Polderdistrict Veluwe.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Het gebeurt dat, terwijl in het eene deel van het dis-
\'riet geenerlei gevaar is, dit in een ander deel dubbel aan-
K\'ezig is.
323.
Zooals de Memorie zegt.
324.
Dorpspolder Eist.
-ocr page 87-
81
81
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
Brievengaarders en brievenboden wel vrij te stellen , gods-
dienstleeraren en onderwijzers daarentegen niet.
Dorpspolder Maurik.
325.
De werkzaamheden der eersten mogen geen uitstel lijden,
die der laatsten wèl; bovendien kunnen deze gebruik ma
\'ken van het regt om plaatsvervangers te stellen.
Zooals b. v. regterlijke ambtenaren en notarissen.
Onder de hier bedoelde vrijstellingen ook nog op te
nemen onder letter h : » Ambtenaren belast met de zorg
over een openbaar archief."
Liever de verpligting tot het betrekken der dijkwachten
door den dijkstoel te laten~regelen.
Polderdistrict Wageningen en
Bennekom.
325.
32G.
Veluwe.
»Bestaande gebruiken zijn dikwijls moeijelijk te comba
teren, wanneer zooals in de Veluwe het betrekken der
dijkwachten niet dikwijls voorkomt.
Beslissing van Gedeputeerde Staten vordert veel tijd.
Aan het slot van alinea 1 bij te voegen:
»Of krachtens verordening door het Gecombineerd Col-
legie, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, vast
te stellen daartoe zijn verpligt."
Poldermeesters dienden de indeeling in rotten te doen,
evenwel niet vóór dat het dijkleger betrokken wordt.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
326.
Deze zijn beter dan den heemraad bekend met de op de
lijst voorkomende personen. Geschiedt de indeeling vooraf,
dan zal de igeheele primitive indeeling" ligtelijk niets
beteekenen , door latere beschikkingen , veroorzaakt door
het uitvallen van rotgezellen door sterfgeval, verhuizing enz,
Omdat deze beter op de hoogte zijn en de manschappen
van het dorp beter kennen.
Volgens den dijkstoel te regt.
In alinea 3.
De dijkstoel is van gevoelen dat deze opmerking te
regt is gemaakt.
De dijkstoel acht deze opmerking te regt gemaakt.
Dorpspolder Lent.
327.
Het 3de lid in dier voege te wijzigen dat de poldermee-
sters
de rotten verdeelen.
Oosterhout.
Slijk Ewijk.
327.
»
»Opdragt aan poldermeesters of althans bevoegdheid tot
die opdragt is toch wenschelijk!"
Eist.
327.
In alinea 3 de woorden »de heemraad van den post\'
te vervangen door: »het polderbestuur."
Aan het slot van dit art. bij te voegen: »Hij is ook
bevoegd naar omstandigheden andere geschikte personen
buiten de rotgezellen tijdelijk in dienst te nemen, ook dan
wanneer het dijkleger niet betrokken is heeft hij gelijke
bevoegdheid."
Hoe kunnen poldermeesters tijdig de rotmeesters aan-
wjjzen?
De oude bepaling schijnt te verkiezen.
Eessen en Doornik
327.
Polderdistrict Veluwe.
327.
Deze bijvoeging is vooral in Veluwe gewenscht omdat
de eigenaardige toestand daar dikwijls het betrekken van
het dijkleger minder doelmoetig doet zijn en toch eenige
voorziening noodzakelijk is.
327 en 332.
Dorpspolder Heteren.
Het blijkt nl. niet dat poldermeesters een afschrift ont-
vmigen van de lijst vermeldende de door den heemraad
gekozene rotmeesters.
Het volgens de Memorie van Toelichting beoogde doel
zal met de bestaande bepaling beter bereikt worden.
Zij het ook ten koste van het district of den dorpspolder \\
»an te schaffen, daar bestuursleden of ambtenaren dikwijls
ongenegen zijn gebleken zulks te doen.
328.
              Bommelerwaard
boven den Meidijk.
Polderdistrict Veluwe.
329.
Naar aanleiding van dit art. wordt den wensch geuit
hier of elders in liet Ontwerp te bepalen, dat polderambtenaren
in het bezit moeten zijn van alle noodige reglementen en
verordeningen.
-ocr page 88-
82
82
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Eist.
331.
332.
332.
> Art. 327 Rotmeesters plaatsvervangers niet in persoon ?"
Aan het hoofd vnn den post of aan poldermeesters alle
oproepingen op te dragen.
De oproeping der rotmeesters en rotgezellen in alinea 2
door een beeëdigd polderbode te laten doen.
Bij verzuim is het te laat, dat wordt soms eerst ont-
dekt door dat niemand opkomt.
In alinea 2 is niet bepaald wie de rotmeesters moet
oproepen.
Het voorschrift is onpractisch en onbillijk, daar de rot-
tjezel, die niet opkomt, niet te vervolgen is en aan den
rotmeester meer werk wordt opgedragen dan aan de
rotgezellen.
Anders kan, bij weigering of nalatigheid om ter wacht
te verschijnen, niet worden geconstateerd dat werkelijk de
oproeping is geschied.
De jaarwedde der poldermeesters wordt naar hunne
gewone werkzaamheden geregeld. Het is dus niet billijk
poldermeesters van aan de rivier gelegen polders gratis deze
buitengewone diensten te laten verrigten, waarvan die der
meer binnenwaarts gelegen polders verschoond bljjven.
»            »
Opijnen.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
De oproeping der rotmeesters en rotgezellen door een
beeëdigd polderbeambte te doen geschieden.
332.
Dorpspolder Maurik.
Aan poldermeesters ook eene belooning toe te leggen
wanneer hunne diensten bij het betrekken van het dijkleger
gevorderd worden.
333—335.
Dreumel.
334.
In het laatste lid, na het woord > vastgesteld", in te
voegen : »na het polderbestuur daarover te hebben gehoord."
De bepaling, voorkomende in de slotalinea, niet toepasse
lijk te verklaren op de heemraden , daar hieruit moeijelijk-
heden en schilde voor het district zouden kunnen ontstaan,
omdat de heemraad in casu wel staat onder de bevelen
van den dijkgraaf, zoolang deze tegenwoordig is, doch niet
gehouden schijnt de door dezen gegeven bevelen, na diens
vertrek, na te komen en ook geacht kan worden de rege-
ling der werkzaamheden en wat er behoort te geschieden
beter te kunnen beoordeelen dan hij, die zich slechts oogen-
blikkelijk ter plaatse bevindt.
U
j; os s ui n
»
Driel.
>>
Redel.
Met het oog op de verantwoordelijkheid der leden van
den dijkstoel als dagelijks bestuur.
De\' dijkstoel acht de nieuwe bepaling eene groot e
verbetering, daar het noodig is dat er eenheid van
gezag besta zoodra het dijkleger betrokken is.
Het aangevoerde argument kan onder het tegenwoor
dige reglement gelden, omtrent de verhouding van den
nood- of plaatsvervangende heemraad tot den dijkgraaf
en den heemraad van den post, doch daartegen zijn
nooit bezwaren voorgekomen.
Handelt de heemraad zonder overwegende redenen
zoo als door de polder best uren wordt bedoeld , dan zou
art. 32 op hem van toepassing zijn.
335.
Bij te voegen : »tegen billijke vergoeding."
Het hier aangenomen beginsel is (in enkele gevallen)
in strjjd met den bestaanden toestand.
Ressen en Doornik.
Doornenbnrg.
Ijzendoorn.
339 en 340.
343 en 344.
343.
B. v. de Krakadehche straat onder Doornenèurg, die met
brug en duiker door de gemeenten Bemrnel en Gent onder
houden wordt.
De uitbreiding van het beheer en toezigt van polder
meesters over alle wegen in hunnen polder, zal het gemeente-
bestuur verpligten tot uitvoering der door poldermeesters
voorgeschreven werken, aan wegen die voor gemeente
rekening onderhouden worden.
-ocr page 89-
83
8:1
NAMEN
Betrekkelijke
artikelen
der
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
0 n t w e r p.
Dorpspold
er Wijchen.
343.
»Dewijl in Wijehen de afscheiding van polders op ver-
schillende plaatsen bestaat door hooge gronden en wanneer
sommige eigenaren hunne gronden believen uit te lagen
en alzoo het water van den eenen polder in den ander
laten vloeijen of hierin voorzien kan worden; zal weldra
in dezen polder plaats hebben."
>>
Nij broek.
343.
Dit art. en de volgende tot en met art. 350 geven aan
poldermeesters, onder goedkeuring van den dijkstoel, eene
groote magt.
»
Angeren.
344.
»De sieringen ook door de geërfden goed te keuren."
>>
Doornenbarg.
344, 365 en 355.
Volgens deze artt. voeren poldermeesters tijdig in het
voorjaar eene schouw over de werken aan hun beheer
onderworpen »(: ook over de wegen:)" en moeten deont-
eigeningen door poldermeesters gedaan en de schadevergoe-
ding door de dorpspolder» betaald worden.
»
Gent.
344.
Het slot van het art. te lezen: »Zij maken bijeenigszim
belangrijke werken
daarvan cieringen op enz."
>>
Bemmel.
344.
De ciering mede door geërfden te doen goedkeuren.
>>
Lent.
344.
Bestendiging van den bestaanden toestand is alleszins
wenschelijk en de verpligting voor poldermeesters, om de
cieringen op te maken, schijnt niets anders dan eene be-
lemmering in het goede maar meer vrije beheer tot heden
gevolgd.
"
t>
344.
De bepaling, dat de cieringen (dus zoowel voor gewone
als voor buitengewone werken) ter goedkeuring moeten
worden gezonden aan den dijkstoel, dient te vervallen.
>>
Oosterhout.
344.
Dit art., in verband met de beide volgende, zóó te wijzigen,
>>
Slijk-Ewijk. |
dat aan poldermeesters worde voorgeschreven jaarlijks de
ciering op te maken en aan de goedkeuring van den ge-i
ërfdendag te onderwerpen, en hiervan aan den dijkstoel
kennis te geven.
>>
Lakemond. )
233 (?) en 344.
Het eerste dezer artt. geeft aan poldermeesters last, ciering
»
Randwijk. j
en raming der kosten aan geërfden aan te bieden, terwijl
het laatste art. eveneens het opmaken van cieringen voor-
schrijft, doch slechts de goedkeuring van den dijkstoel
aanwijst. »Is dit niet onregtvaardig ?"
Aanmerkingen.
Het gecombineerd collegie maakt Gedeputeerde Sta
ten hierop bijzonder opmerkzaam, als zijnde de zaak
van bijzonder gewigt voor den dorpspolder Wijchen.
Deze artt. brengen veel van den geërfdendag op den
lijkstoel over.
De artt. 297 en 318 van het bestaande regl. spreken
laarentegen van onteigening door den dijkstoel en vergoe
ling uit de dis/riclskas, ten opzigte van verbetering van
gebrekkige waterlossing.
Anders zal het voorschrift veel tijd en moeite kosten
en, bij den geringen omvang van sommige dezer werk
zaamheden, zal het een groot bezwaar zijn steeds aan het
voorschrift te voldoen.
De dijkstoel acht dit te regt opgemerkt.
Hoe toch kunnen poldermeesters voorzien welke gewo-
ne en buitengewone werken er in het volgende dienst-
jaar noodig zullen zijn? Vele dingen zullen vergeten
en niet op de cieringen gebragt worden en daardoor later
niet meer kunnen worden uitgevoerd.
In art. 345 is namelijk sprake dat eenige cieringen de
{,\'oedkeuiïng van den dijkstoel , anderen die van het Ge
Cümbineerd collegie vereischen en eindelijk wordt aan het
slot voor sommige cieringen de goedkeuring van den ge
ërfdendag verlangd.
De dijkstoel acht deze opmerking geheel ten
oaregte gemaakt.
-ocr page 90-
84
84
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Dorpspolder Driel.
Vooral bij waterkeeringen en waterwerken openbaren de
^•breken zich in den regel op eens en vereischteu dan eene
iliulelijke herstelling.
Zie aanteekening op art. 308.
344.
Het laatste lid liever te laten vervallen, omdat de ge-
trouwe naleving van de goedgekeurde ciering voor gewoon
onderhoud zeer moeijelijk ia.
Goedkeuring van cieringen door dijkstoel dat kan en zal
vaak te lang duren.
Art. 270 Regl. te behouden, of wel de goedkeuring van
den dijkstoel weg te laten.
De afkondiging der eerste voorjaarsschouw is onnoodig.
Eist.\'
344.
Ressen en Doornik
344.
Maurik.
N\'iemand heeft daarbij eenig belang en de ciering behoeft
nik niet in overleg met anderen te worden opgemaakt.
344.
Dreumel.
344.
In alinea 1, op het woord »wegen" te laten volgen:
»die uitsluitend hierbij behooren, en".
Aan dit art. toe te voegen: »Zoowel zij die de schouw
voeren als zij die op last der besturen werkzaamheden aan
watergangen of waterkeeringen venïgten, hebben aan beidt
zijden van den watergang het regt van vrijen toegang."
De cieringen worden in dit art. onderscheiden in gewone
en buitengewone en voor de laatste wordt de goedkeuring
van het gecomb. coll. voorgeschreven, doch slechts voor-
zooveel het hardmaken van wegen betreft is dit deel di
ciering aan de goedkeuring van den geërfdendag onder-
worpen. »Waarom niet evenzeer de eerste? kunnen polder-
meesters geen domme streken doen?"
»0ok hier vindt men door de nieuwe bepaling een grove
onbillijkheid aan geërfden gepleegd — en denzelfden onzin."
Polderdistrict YeluWC
344.
Dit verlangen vindt zijn grond in de bezwaren die de
genoemde personen, bij het venïgten hunner werkzaam-
lieden , ondervinden en die in een\' dorpspolder van Veluwe
aanleiding hebben gegeven tot eene procedure.
>,I3i) art. 215 wordt de omslag der kosten in handen
[gesteld van geërfden: bij Art. 343, 344 en 345 de uit-
sluitende magt in handen van poldermeesters." Dit geeft
aan poldermeesters eene verkeerde heerschappij over Geërf-
den, daar er gemeenschappelijk overleg moet bestaan en
geërfden kennis moeten dragen van alle cieringen, plannen
lenz. en deze overwegen en vaststellen vóórdat zij door om-
islag de kosten dekken. Het polderbestuur verlangt slechts
uit te voeren dat waartoe zij door geërfden gemagtigd zijn,
evenals b. v. Bui-gemeester en Wethouders van \'tgeen de
Raad heeft besloten.
Vooral om de controle die bestaat.
Dorpspolder Lakemond.
           Randwijk.
Dorpspolder Eist.
          Kessen en Doornik,
,,           Manrik.
345.
345.
345.
Cieringen voor wegen is toch niet noodig.
Het 4de lid te laten vervallen.
Het omslagtige opmaken van cieringen voor de in alinea
2 genoemde werken en de goedkeuring daarvan te doen
vervallen.
In alinea 2 achter zwegen" bij te voegen: »en voei
De strenge toepassing van het art. zou dan welligt aan
leiding geven, dat de onderhoudslast werd afgekocht (inge
volge art. 29 van het wegen-reglement, prov. blad n°. 103
van 1857).
Hierbij wordt verwezen naar hetgeen vroeger over cie-
ringen is opgemerkt bij art. 9.
Alinea 4 te wijzigen in verband met opmerking op art.
136 gemaakt.
Dit gewoon onderhoud kan wel aan de dorpspolderbe-
sturen worden overgelaten.
Deze bepaling is wenschelijk, daar in den dorpspolder
Maurik vele voetpaden zijn die door particulieren onder-
houden moeten worden, \'tgeen veel te wenschen overlaat
Polderdistrict Veluwe.
345.
-ocr page 91-
85
85
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Aanmerkingen.
Dorpspolder Ressen en Doornik.
M                  I\'t\'llt.
Het 2de lid te doen vervallen.
Welke cieringen kunnen, ook zonder hoogere goedkeu
ring, door poldermeesters worden ten uitvoer gelegd. Zijn
dat die, bedoeld in art. 344, of kunnen poldermeesters,
na de buitengewone schouwen in dit art. omschreven,
ook buitengewone cieringen opmaken en dadelijk daarna
ten uitvoer leggen?
De bepaling, waarbij de dijkstoel de bevoegdheid krijgt
om, des noods ten koste van den dorpspolder, waterlei-
dingen te bezorgen, is onbillijk en letterlijk opgevat
onuitvoerbaar, omdat poldermeesters slechts volgens het
regl. mogen te werk gaan en de dijkstoel het werk
van poldermeesters volgens het reglement zal beoordeelen.
346.
348.
Dorpspolder Dooruenbnrg.
350.
In de tijd hebben heeren Gedeputeerde Staten dan ook
liet nader aangedrongen op het verlangen, dat de dorps
okler Doornenburg voldoende waterlossing zou verschaffen,
>oals Gedeputeerde Staten, in overeenstemming met het
\'voelen van den dijkstoel, hadden verzocht. Bij het Ont
verp nu, zijn de bestaande voorschriften zóó gewijzigd ,
Int de polder voortaan alle waterleidingen moet daarstellen
en onderhouden.
De algemeene toelichting op dit hoofdstuk , in de Me-
ïiiorie voorkomende, is voor Overbeluioe niet juist, want
liij de districts-watergaiigen de Linge en de Verloren Zeeg
zijn de dorpspolders onderhoudpligtig, doch is de Dijkstoel
liet schouwroerend bestuur.
Opdat er niet twee cieringen voor hetzelfde werk worden
opgemaakt en het beheer tot geene onaangenaamheden
lanleiding geve.
351
en volgende.
Indien dit Hoofdstuk (van de uitwatering) tevens toepas-
selijk is op de districten, dan is art. 366, laatste lid,
daarmede in strijd, want dan zou de Dijkstoel onderwor-
pen zijn.
Polderdistrict Overbetnwe.
351 en 359.
Eenige bepalingen op te nemen voor het geval dat een
sluis of brug in een anderen polder is gelegen of door
meer polders gezamenlijk onderhouden wordt.
Het onderhouden, herstellen of vernieuwen van sluizen
bruggen en duikers, onder beheer der polders, behoort ze
ker in de ciering der waterleidingen opgenomen te worden
Dit hoofdstuk in dien zin te wyzigen, dat alle watergan-
gen uit de polderkas onderhouden worden, hetgeen veel
heilzamer is dan onderhoud door geërfden.
In het ontwerp op te nemen: >dat de zich in de Oude
Wetering
van het Rijk van Nijmegen en Maas en IFaalhe
vindende schutlakens of dergelijken, onmiddellijk nadat de
Maas de deuren der in den dijk liggende sluis sluit, zullen
moeten worden gesloten, en dat het openen daarvan bij
gedeelten zal moeten geschieden."
Dorpspolder Uzendoorn.
Avezaath. (Kapel-
en Kerk-)
351
en volgende.
Hoofdstuk IV.
Uitwatering.
351
en volgende.
Deze toestand bestaat en werkt gunstig in den dorps-
polder Kerk- en Kapel-Avezaath.
Altforst.
Dit zoude een groot voordeel voor de lager liggende
polders aanbrengen en weinig schade voor de hooger gelegene,
Door het bij gedeelten openen der schutlakens zou worden
voorkomen, dat het water over de wallen stroomt en, door
bet nog eenige dagen openblijven der schutlakens, nadat
Ie sluis gesloten is, zullen misschien de hooger gelegene
polders 1 centimeter water verliezen maar de lagere welligt
^ a 4 centimeter ontvangen. Dat de wallen veel water
\'oorlaten, blijkt daaruit dat de wetering, zoodra de schut-
takens gesloten zijn, in de eerste 24 uren meer dan 1
\'ecimeter valt. De lager gelegene polders, die de water-
It\'iding toch mede onderhouden, moeten dit kwelwater
"itvangen en krijgen eerst de beurt, nadat de bovenpolders
V;m het water ontlast zijn, wanneer ten minste — zooals
"mar al te dikwijls geschiedt — de Maas niet gaat wassen
eu de sluis hare deuren sluit.
-ocr page 92-
86
8G
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
Deze bijvoeging zal duidelijkheidshalve wel noodig zjjn
tenzij men alle watergangen zonder onderscheid aan de
schouw wilde onderwerpen, doch dat schijnt, zonder eenige
schadevergoeding, wel wat onbillijk.
Op gelijke wijze als voor de wegen in deze provincie
bestaan. Daardoor zullen vele geschillen voorkomen wor
den en zal een goed onderhoud dier watergangen zeer wor
den bevorderd.
Polderdistrict Veluwe.
Den aanhef\' van dit art. te lezen: »Alle thans schouw-
bare watergangen enz."
351.
Leggers der watergangen voor te schrijven, niet aan-
duiding der breedte, zooveel mogelijk der diepte en der
onderhoudpligtigen.
Op die leggers zouden moeten worden gebragt alle wa-
tergangen die in het belang des polders aan de schouw
behooren onderworpen te zijn.
In den tweeden regel, achter het woord: »watergang,
in te voegen: >of waterkeering."
Is het niet wenschelijk dat leggers worden opgemaakt?
Achter >watergang" te lezen: »of waterkeerendedammen."
Hierbij te voegen: »tot zekerheid dat de breedte en
zooveel mogelijk de diepte enz. der watergangen behouden
blijven, zonder dat daarover verschil met aangrenzende
landeigenaars kan ontstaan, is noodig dat wordt voorgi-
schreven: dat er in eiken polder leggers der watergangen
moeten gemaakt worden."
Geldersclie Maatschappij van
Landbouw.
351.
Dorpspolder Lent.
352.
352.
352.
352.
Volgens den dijkstoel te regt verlangd.
Eist.
           Resseu en Doornik
Opijnen.
Evenals die van de wegen en voetpaden in elke ge-
meente bestaan.
Zie hierbij het bij art. 256 opgemerkte, omtrent het
wenschelijke van leggers, door de polderbesturen, onder
goedkeuring van den dijkstoel, te zamen te stellen.
Het is noodig op te nemen dat het Gecombineerd Col-
legie of de geërfdendag, bij te weinig water, besluiten
kunnen uit voorbijstroomende watergangen water ten hun-
nen nutte af te leiden, door heulen of duikers aan te leggen.
Deze bepaling kan aanleiding geven tot verwikkelingen,
zoo het beheer over watergangen, die verschillende dorpspol-
ders doorloopen, bij een hooger gelegen bestuur berust.
De redactie is bovendien in strijd met de artt. 676
en volgg. van het Burg. Wetboek, doch kan verbeterd
worden door » watergangen" te veranderen in »waterkee
ringen".
352.
Polderdistrict Veluwe.
^Zijdelings afleiden" van water is geheel iets anders
dan het »bevordei\'en van overloopen" (art. 316 Regl.).
Het eerste kan bij droogte zeer nuttig en noodig zijn;
liet laatste dikwijls doorbraken en overloopen veroorzaken.
Een hooger gelegen polder voert b. v. toevallig op eens
zooveel water af, dat de waterkeeringen in lager gelegene
elders overstroomen of doorbreken en nu zou dat be-
ituur met het beheer belast — ook al is de groote toe-
oer van water door diens nalatigheid veroorzaakt — eene
actie kunnen instellen tegen de onderhoudpligtigen der
lager gelegene waterkeeringen.
De waterkeeringen liggen niet overal vast langs de
watergangen, maar somtyds eerst op een volgend perceel,
zoodat er geen grond is, om b. v. te verbieden een water-
kolk om het vee te drenken aan den watergang te behou-
den, hetgeen toch volgens het art. niet geoorloofd is.
Volgens den dijkstoel te regt opgemerkt.
353.
           Lakemond.
           Randwijk.
Hetere n.
353.
»Zijdelingscke afleidingen is niet juist; overloopen in
art. 31G Regl. is niet voorzien; Bepaling van keeringen
ontbreekt."
Eist.
353.
-ocr page 93-
87
87
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
Wanneer die aarde slechts eenmaal wordt opgeruimd,
ij het ook na drie maanden of langer, dan wordt nog
mi het artikel voldaan.
Dorpspolder Lent.
356.
Mag de uitgegraven aarde wel op de kantenjvorden ge-
legd
en alleen maar daar niet blijven liggen ?
356 en 357.
Waar moet men met die aarde blijven, als de aangren
zende eigenaar niet gedoogt dat die op zijn land wordt
geworpen of daarover vervoerd ?
Waarheen moet de grond worden weggevoerd, als de
aangrenzende grondeigenaar weigert dien op zijn land toe
te laten of het aangrenzende land geen eigendom van het
district of den polder is ?
In deze artt. duidelijk te constateren, dat de besturen
het regt hebben om alles wat uit de watergangen komt
op de kanten neder te leggen en dat de aangelanden ver-
pligt zijn om, wanneer de besturen zulks eischen, die
aarde enz. weg te voeren.
Algemeen is wel wat streng!
Het woord «weteringen" te veranderen in: »watergan-
gen" of wel in deze 2d* alinea tevens op te nemen, d;tt
geene heggen enz. aan de kanten der weteringen, tocktêloo-
ten
, of aanscholten mogen staan, noch takken daarover
mogen hangen.
Dit art. zóó te wijzigen , dat die boomen en struiken
kunnen onteigend worden of wel de laatste alinea weg te
laten, zoo de bevoegde besturen toch geen magt hebben
om uit te voeren.
Zoodanige verscherping in dit art. aan te brengen, dat
de betrokken polderbesturen het regt hebben om hinder-
hjke boomen en struiken te doen opruimen.
Zal men zonder schadeloosstelling zand en grond over
eus anders eigendom laten vervoeren en eene plaats tot
M          Lakemond.
           Randwijk.
356 en 357.
rging moeten afstaan ?
Polderdistrict Veluwe
356 en 357.
>Art. 321 zegt Waterkeeringen."
In den polder Buren en Erichem zijn tal van waterafvoe-
rade slooten, die ten koste des polders worden gegraven
f geveegd en als »tochslooten" bekend zijn, welke niet
nder de bepaling zouden kunnen begrepen worden en
aaronder toch behooren te vallen.
In 1878 zijn door het polderbestuur van Asch, volgens
iet corresponderende art. 321 van het Reglement, boo-
aen en struiken ingeschouwd, die gedeeltelijk slechts 3 a
I jaren geleden gepoot waren en zeer hinderlijk zjjn voor
Ie afwatering der polders Asch en Achter den haag. De
egter achtte art. 321 liegl. echter niet van toepassing
n de >groote hindernissen" zijn blijven staan.
Volgens den dijkstoel van Buren is de beweerde
overtreder van art. 321 al. 4 van het Regl. niet ge-
traft: a omdat deze alinea niet straft het «hebben" maar
\'et „pooten" (van boomen) en b omdat de boomen
tonden op een door geenerlei kunstwerk opgehoogd
errein dus niet op eene waterkeering. De dijkstoel
icht deze uitspraak geenszins juist, maar meent tevens,
lat geen procesverbaal ter vervolging door den regter
iad moeten opgemaakt zijn, maar dat de wet van
3 October 1841 (Stbl. n°. 42) had behooren toegepast
te worden, en wijders dat de bezwaren der dorpspol
4ers Asch en Achter den haag ongegrond zijn en
tat zij niet gelet hebben op den aanhef van art. 376
\'an het Ontwerp.
Indien het Ontwerp n.1, tot wet wordt verheven en ook
." het district Veluwe toepasselijk wordt verklaard.
Dorpspolder Eist.
           Buren en Erichem
358.
358.
358.
Asch.
358.
Achter den Haag.
De kennisgeving aan (ïedeputeerde Staten van het poten
van boomen te doen vervallen en de vergunning in het
district Veluwe geheel van den dijkstoel te doen afhangen.
358.
Polderdistrict Veluwe.
-ocr page 94-
88
Betrekkelijke
artikelen
van het
O n t_w e r p.
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Aanmerkingen.
Dorpspolder* Vaassen.
358.
Het verbod om langs de waterleidingen boomen te p^ten
niet als algemeen verbod te behouden.
Dit art. in zoover te wijzigen dat voor » weteringen"
worde gelezen: «watergangen".
Is b. v. de Verloren Zeeg een wetering? Zoo neen, dan
behoort in alinea 2 van dit art. te staan »weteringen of
watergangen" en in alinea 3: «bestaande bruggen, duikers
en dergelijken."
Om het in alinea 3 behandelde onderwerp goed te re-
gelen ware het noodig voor te schrijven, dat de betrokken
besturen binnen een jaar na de invoering van dit reglement
moeten bepalen hoe wijd op elke waterleiding die bruggen
moeten zijn, en dat voor waterleidingen, die meer dan
eenen dorpspolder doorloopen , die afwatering naar beneden
steeds grooter worde bepaald.
Wordt hier met polderkas bedoeld de kas van den dorps-
polder, ook ten opzigte van waterleidingen die door ot\'
van wege den dijkstoel worden geschouwd?
Dit art. staat opstuwing van water bij droogte tor,
doch als nu een bovengelegen pohlerbestuur weigert toe-
stemming te geven, kun dan de Dijkstool, op grond van
art. 363, toch het verlof geven?
Wie zijn de betrokken besturen?
liet kan in sommige polders noodig worden geacht
Joch in Vaassen is het zeer tegen het belang der eigenaren
Zulks wordt door één lid verlangd.
358.
Twello.
Polderdistrict Overbetuwe.
359
Dorpspolder Vaassen.
359.
Zoo als het artikel (alinea 3 n.1.?) nu is, stelt het de
itelegenheid open voor willekeurige handelingen.
Lakemund.
•Randwijk.
:$00.
De polderbesturen van Lakemond en van Randwijk ge-
looven het niet.
300.
Eist.
»Lager gelegen landen die onder Bestuur zijn van een
ander bestuur dan de hooger liggende landen."
Ter voorkoming van onduidelijkheid. De beslissing over
\'Ie opstuwing van water dient toch aan den dijkstoel te
verblijven, omdat bijna altijd de belangen van verschillende
\'lorpspolders hiermede gemoeid zijn.
De woorden: »de betrokken besturen" te vervangen door
»den dijkstoel."
3(30.
Polderdistrict Velnwe.
De woorden: »de betrokken besturen" te vervangen door
»den dijkstoel".
Bij te voegen dat geknotte boomen minstens om de 4
jaren moeten geknot worden. \\
»Gaarne zag men bepaald dat van de watergangen be
hoorlijke leggers werden opgemaakt."
Ook dit art. draagt den dorpspolder eenen last op, nl. hei
onderhoud van nieuwe watergangen, zoodat poldermeesters
verpligt zijn voor alle landen nieuwe watergangen, nn
onteigening, aan te leggen en volgens de nieuwe bepalingen
te onderhouden Indien »de ontwerpers van het nieuwe
met de localiteiten overal genoegzaam bekend waren, dan
hadden zij zoodanig ontwerp niet gemaakt." De uitvoering
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Dórpspolder Enspijk.
300.
3G1.
3G2.
II nissen.
De dijkstoel acht dit te regt opgemerkt.
362.
Doornenbnrg.
Tot nog toe is in den dorpspolder Doornenbnrg alleen de
oofdwetering aan de schouw onderworpen. Strenge uit
voering der bepaling zou den polder minstens ƒ 30 per
Hektare — voor onderhoud en vegen jaarhjks f 50 per
lektare kosten. De polder heeft nooit veel last van water
!,\'ehad, daar dit schijnt weg te zakken zoodra de Rjjn en
\'e Waal, die in de nabijheid loopen, vallen.
-ocr page 95-
89
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
van nieuwe watergangen nl., moet aan de Aykdoden
worden overgelaten die, voor zooveel noodig en ten koste
van het district, in de afwatering moeten voorzien. Uit de
districtskas toch, waarin alle grondbelastingen vloeijen,
moeten ook de noodige waterlossingen gemaakt worden.
Had de dijksteel in der tjjd gezorgd, dat elk stuk landde
noodige waterlossing had, waarop het aanspraak heeft,
door onteigening ten laste van het district en schouw
voeren, dan zou de tegenstand tegen het Ontwerp thans
niet zoo groot zijn, doch dat bestuur heeft slechts naar
goeddunken en niet overal naar de voorschriften van het
bestaande Regl. geschouwd en onteigend, maar het stond
onder geene controle en was zijn eigen regter.
Zoo zijn b. v. de artt. 319 , 320 en 321 (356,357
en 358 van het Ontwerp) niet nageleefd.
Stijgt het water bij hooge rivierstanden, dan zorgen de
boeren wel dat zij hunne greppels losmaken, doch dat zijnl
ijeene watergangen aan schouw onderworpen.
Eertijds, toen het onderhoudder wegen eerst door Buurt-j
meesters en later door het gemeente bestuur werd bezorgd,!
zijn in den polder verschillende bruggen en duikers ge-
maakt, doch het »geseur" over de hand-en spandiensten,
w nardoor de wegen gemaakt en bezand werden, verwekte
veel ontevredenheid, zoodat de geërfden zich in 1842 met
het onderhoud der wegen belast hebben. »0f zulks tijdelijk
if voor goed is?"
De klagten bij den dijksteel ingekomen over de water
lossing in den zoogenaamden kruispoel waren niet juist ge-
steld, daar de door eenige klagers verlangde rigting voor
den waterafvoer nooit eene waterleiding geweest is, omdat
liet water dan »omhoog den polder opwaarts" zou moeten
loopen.
De dijkstool acht dit verlangen juist.
Dorpspolder Bemmel.
De verpligting op te leggen om een legger te houden,
waarop de watergangen van den polder voorkomen.
Aan de polderbesturen de verpligting op te leggen om
leggers der watergangen op te maken, ter visie te leggen
en vast te stellen.
Legger der watergangen, met vermelding der onderhoud-
pligtigen, verpligtend te stellen.
»Bij het in orde zijn der watergangen heeft elk geërfde
belang, het is dan ook niet meer dan billijk, dat ook elk
geërfde in het onderhoud daarvan bijdraagt."
Een maatregel als hier beoogd wordt in het leven te
roepen.
Te bepalen dat de watergangen voortaan ten koste der
polders zullen worden onderhouden.
362.
Leut.
362.
Dit schijnt dienstig met het oog op dit artikel.
Eist.
362.
Zooals b. v van wegen is bepaald bij het wegenreglement,
Volgens den dijkstool wordt dit te regt verlangd.
Het onderhoud der watergangen ondervindt tal van be-
zwaren, uit onwil en lust tot tegenwerking. Herhaaldelijk
acht de regter verbalen wegens kwaad schouwen, niet
«strafbaar", zoodat de meest geschikten dikwijls de betrek
kiag van poldermeester niet ambieeren.
Tal van onaangenaamheden zullen hierdoor worden
voorkomen en voor de goede instandhouding kan dan beter
gezorgd worden.
De dijkstoel van Buren acht deze wijziging en die
van art. 358 alinea 2 zeer wenschelijk.
Hierdoor zou de controle gemakkelijker zyn en het be-
stuur beter kunnen uitgeoefend worden.
Polderdistrict Buren.
362.
Dorpspolder Buren en Erichem
362.
Polderdistrict Tielerwaard.
Het zou zeer wenschelijk zijn zoo er leggers waren, even
als van de wegen in de gemeenten.
Bij dit art. te voegen: »Ter verzekering dat de breedte
en ook zooveel mogelijk de diepte der watergangen be-
houden blijft, zonder dat daarover verschil met aanoren-
zende landeigenaars kan ontstaan, is boven alles noodig
dat worde voorgeschreven: dat er in eiken polder leggers:
der watergangen moeten gemaakt worden , evenals die van
de wegen en voetpaden bestaan in iedere gemeente dezer
provincie."
362.
Dorpspolder Eist.
362.
-ocr page 96-
90
00
Betrekkelijke
NAMEN
artikelen
der
van het
OPMERKINGEN.
betrokken Besturen.
Ontwerp.
Polderdistrict Veluwe.
362.
Dit art. aan te vullen als volgt:
»De geërfden(-dag ?) kan ook besluiten, met voorbijgang
van de onderhoudpligtigen, in het onderhoud te voorzien
ten koste van den dorpspolder. Is het dorpspolderbostuiir
alsdan nalatig, dan kan de dijkstoel ten haren (?) kosten
daarin voorzien."
Dorpspolder Eist.
363.
Kan dijkstoel gelasten! Waarom niet bij verschil gecom-
bineerd collegie te laten handelen; in allen gevalle dat te
hooren ?
„ IJzondoorn.
363.
Voor watergangen, waarbij meer polders belang hebben
doch het beheer steeds bij één bestuur berust heeft, dezen
toestand te handhaven, door bepaling dat het beheer blijft
bij het bestuur, dat van ouds het beheer heeft of het meeste
draagt in de kosten van onderhoud.
„ Opijnen.
363.
Alinea 2 te lezen als volgt: ^Gemeenschappelijke water-
gangen van twee of meer polders worden beheerd door
eene jaarlijks te benoemen commissie uit de betrokken
polderbesturen, bij verschildoor den dijkstoel te benoemen."
Est.
363.
Alinea 2 te lezen: »Gemeenschappelijke watergangen van
twee of meer polders worden beheei\'d, in alles wat daartoe
behoort, door eene jaarlijks te benoemen commissie uit de
betrokken polderbesturen, bij verschil door den dijkstoel
te benoemen.
„ Oosterhout. >
Slijk Ewijk. J
364.
Eenen behoorlijken legger van de watergangen, die tot den
polder behooren, te doen opmaken en te doen onderhouden.
Polderdistrict OverbetUWC
366.
Waarom wordt hier voor buitengewone cieringen de
goedkeuring vereischt van den geërfdendag en voor die
zelfde in art. 345"niet?
Dorpspolder Eist.
366.
Zie aanteekening op art. 344.
Polderdistrict Vclliwe.
365 en 366.
»Bij het voortdurend gemis aan eene algemeene wet op
den Waterstaat en onder de hiernevens vermelde omstan-
digheden, schijnt het nuttig in het nieuwe Reglement eeni-
ge meer algemeene beginselen uitdrukkelijk te vermelden,
welke in het tegenwoordige reglement slechts worden
voorondersteld." B. v. over den vrijen toegang der be-
sturen enz.
Aanmerkingen.
Deze toevoeging is wenschelijk, omdat het steeds zeer
luoeijelijk is de onderhoudpligtigen, bij nalatigheid , mei den
toodigeu s/joed
de vereischte werken te doen uitvoeren en de
watergangen meestal door dorpspolderbesturen moeten wor-
Jen schoongemaakt en onderhouden.
Vruchteloos is door den dijkstoel van Veluwe procesver-
baal opgemaakt.
De dijkstoel acht deze opmerking geheel ten onregte
ge-naakt.
Ter voorkoming dat andere besturen, krachtens alinea
2, beweren mede in het beheer betrokken te moeten worden.
De dijkstoel acht deze opmerking te regt gemaakt.
Bij een nog aanhangig proces van een particulier tegen
poldermeesters van Twello wordt het regt van deze, om op
Je langs de schouwbare waterleidingen liggende gronden
te komen of anderen derwaarts te zenden , ten einde dt
waterleidingen en oevers in orde te houden, binnen zóó
Qaauwe grenzen beperkt, dat de uitoefening dier bevoegd
heid bijna onmogelijk wordt. Al huldigt de regtbank te
Zutphen deze leer in het algemeen niet, toch bestaat er
vrees dat zij het beginsel zal aannemen, dat het. gewone
bezitregt van 1 jaar aangelanden het regt geeft, zich zon
der voorafgaande schadevergoeding te verzetten tegen alle
herstellingen van kaden, die vóór dat jaar eenigszins ver
vallen waren.
-ocr page 97-
91
01
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen,
Gecombineerd collegie wordt over het algemeen veel te
reinig gekend, iets dat toch wenschelijk is.
De dijkstoel acht deze opmerking geheel onjuist.
Daar art. 171 alinea 3 en art. 177 niet verplichten tot
ütgene wat gecombineerde polders betreft, schijnt het
nenschelijk, dat tot opheffing der uit de beide hiernevens
vermelde gevallen voortvloeijende bezwaren, aan eene
nieuwe afdeeling over : oiGOMBIXBKRDl dorpspolders in het
Ontwerp eene "bescheidene plaats worde geschonken.
Dorpspolder Eist.
308.
Wenschelijk oin eerst het gecombineerd collegie te hooreu.
Gellicum.
308.
Is dit art. van toepassing in het volgende geval?
De dorpspolderbesturen A en B hebben jaarlijks, behalve
het opmaken hunner begrooting, nog eene gemeenschapp
lijke op te maken, betrekking hebbende op verschillende
kunstwerken onder gemeenschappelijk beheer.
Bij de aanbieding dier begrooting besluit de meerderheid
der geërfden één der posten van uitgaaf aanzienlijk te
verhoogen, ten einde in eene dringende behoefte te voor-
zien. Met het eerstvolgende dienstjaar gaat echter het
beheer der gemeenschappelijke belangen, volgens gebruik,
voor 2 jaren van het bestuur A over op het bestuur B
hetwelk geene uitvoering geeft aan den verhoogden post
van uitgaaf, waaraan het gecombineerd collegie inmiddels
zijne goedkeuring heeft gehecht, en niettegenstaande dat
verschillende geërfden uit den polder A op uitvoering aan
dringen.
De artikelen die op de sleden toepasselijk zijn bepaaldelijk
op te noemen, daar alinea 3 van dit art. thans nietdui
delijk schijnt, omdat men uit die alinea zou kunnen op-
maken dat, met uitzondering van de opgenoemde artt.,
wU toepasselijk zijn op de steden alle overige bepalingen
der Hoofdstukken I en II van Titel VII.
Indien dit zoo is, valt het moegelijk na te gaan hoe
. m. de artt. 259, 260, 279, 280, 286, 290 en
in verband hiermede de artt. 293 — 298, alsmede de
artt 315 en 321, l8te alinea opgevat moeten worden.
Voor een deel toch, zijn die in strijd met alinea 1 van het
tegenwoordige art. en voor een ander gedeelte (wat betreft
de aardhaling) kunnen zij bezwaarlijk toepasselijk worden
geacht, omdat het polderreglement van 1846 niet voor
de steden geldende was.
Opdat dit bestuur zijne bezwaren daartegen in tn"ds bjj
\'ïedep. Staten kunne inbrengen.
Geldersclie Maatschappij van
Landbouw.
370.
De hier bedoelde cieringen, zoodra zij door den dijkstoel
zijn vastgesteld, aan het Instuur der betrokken gemeente
te doen zenden.
Dezer af deeling te lezen: der tweede <tj\'deeling.
Betrokking
moet zijn: betrokken.
Aan dit art. toe te voegen: >binnen den tijd door het
betrokken bestuur bepaald."
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
373.
Dat is duidelijker.
Dorpspolder Eist.
Polderdistrict VelllWC
Dorpspolder Nijbroek.
Deze bijvoeging is dringend noodig, daar de ondervin-
diug leert dat de herstellingen zich anders onbepaald laten
wachten.
375.
Aan dit art. toe te voegen: »binnen den tjjd door het
bestuur bepaald."
»Nu bij het Ontwerp de bevoegdheid bij art. 112 van
het thans geldende reglement komt te vervallen, komt het
den geërfden goed voor dat zg die ééne hektare bezitten,
dadelijk ook ééne stem hebben en behouden."
375.
Verdere uitbreiding van het stemregt boven 10 stemmen
achten zij niet wenscheljjk, noch noodig.
-ocr page 98-
92
92
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Gcluer.H-he Maatschappij van
Landbouw.
375.
Hierbij de bepaling op te nemen, dat de opruiming enz.
binnen een door het betrokken bestuur te bepalen tijd
moet geschieden.
Boete art. 261 enz.
»Voor boete geen minimum, wel voor gevangenisstraf
dat is niet juist op meerdere plaatsen ulzoo."
Overtreding van alinea 3 van art. 358 strafbaar te
stellen.
Aan alle besturen het opmaken voor te schrijven van
leggers, volgen door Gedep. Staten te geven model, van\'
alle waterkeerende werken, waterleidingen en waterlossingen
onder hun beheer staande.
De volgende nieuwe bepaling op te nemen:
«Onverwijld na het in werking treden van dit regie-
ment zullen door de polderbesturen leggers in duplo wor-
den opgemaakt, een voor den dijkstoel en een voor den
polder , van alle kaden , binnenkaden , weteringen, water-
afvoerende slooten en gruppels in den polder, voor zoover
die direct onder het beheer van het polderbestuur zijn of
onder toezigt van hetzelve staan, vooral daarin ook te
bepalen de hoogten der kaden en de diepten der water
gangen. Deze leggers behoeven de goedkeuring van den
dijkstoel, dienen tot grondslag ter beoordeeling van alle
wederregtelijke handelingen in het vervolg te plegen en
zullen kunnen worden aangelegd, op de wijze als is voor
geschreven omtrent het Reglement op de wegen , voetpa
den enz., in de provincie Gelderland, provinciaal blad
n\\ 103 van 1857, l»t« afdeeling."
Eene bepaalde plaats aan te wijzen ter bewaring der
districtsarchieven, onder verpligting voor de besturen, om
een naauwkeurigen inventaris , vooral der oude stukken, op
te maken en aan Gedeputeerde Staten mede te deelen.
Te voorzien in het geval dat de beide voorzittende pol-
deiuneesters van twee polders, die een gemeenschappelijk
stoomgemaal hebben , tegenstrijdige orders aan den machi-
nist geven, b. v. om al of niet uit te malen.
»Daar de bepalingen dezer afdeeling in hoofdzaak eene
herhaling zijn van die der vorige afdeeling, zijn de aan
merkingen welke op deze laatste gemaakt zijn , op de ge>
lijkluidende van eerstgeuielde toepasselijk.\'-
Dorpspolder Eist.
37G
Polderdistrict Buren.
37G.
Nedcrbetuwe.
Nieuw voorschrift.
Het Ontwerp spreekt wel van ciering voor de kaden,
binnenkaden, weteringen eu waterafvoerende slooten, doch
ceenszins van een legger, \'t geen toch niet hetzelfde is,
daar de ciering jaarlijks wederkeert en de legger voortdu-
rend is. Zonder legger is men voor het opmaken der cie-
ring niet zeker, althans wat betreft de mindere watergan-
i;en, welke daaronder vallen.
De vele onaangenaamheden tusschen geërfden en polderbe-
sturen over deze zaak zullen nu zeker niet verminderen
Wat is b. v. in art. 358 eene wetering, in onderscheiding
van andere watergangen?
Dorpspolder Zoden.
Nieuwe bejmling.
Polderdistrict Nederbetuwe.
Nieuw loofschrift.
Geen der artt. van het Ontwerp schijnt hierin te voor-
zien , en zal er eene gewenschte verandering komen wan-
neer er eenmaal drie poldermeesters handelen?
Dorpspolder ("iellicum.
Nieuwe bepaling.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Berde Af deeling.
-ocr page 99-
93
93
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
««/te/polder schijnt die polder, die niet binnen de be
ringing van dijken is gelegen en die ter verdediging,
tegen het water alleen van kaden is voorzien. In dien1
zin zou b. v. het district Marsch, Lede en Owdewaard een
huitenpolder zijn.
Indien er slechts twee poldermeesters zijn, kan daaren-
boven hunne bezoldiging met minder bezwaar verbeterd
«orden, hetgeen alleszins redelijk en billijk schijnt.
De naam vviTEXpolders is niet zeer gelukkig gekozen,
daar het iets andera beteekent dan: zelfstandige polden
(gelijk in de Memorie wordt erkend op bladz. 86, regel 24
van onderen). Ter voorkoming van verwarring derhalve
de waterschappen van staat B zelfstandige polders te noemen.
Drie poldermeesters voor kleine polders als deze beide,
resp. van slechts 175 en 200 hektaren, zijn èn uit een
financieel oogpunt èn van wege de moeijelijkheid om ge
schikt personeel te vinden niet aan te bevelen. Boven
dien zijn twee meer dan voldoende om den geregelden
gang van zaken te bevorderen en zullen er dan minder ge-
schillen ontstaan dan wanneer er drie personen zijn.
Drie poldermeesters is voor kleine polders bezwarend,
terwijl het doel der vermeerdering van het aantal polder-
meesters ook kan worden bereikt indien de geërfdendag
daarvoor een geërfde aanwijst.
Het voorschrift dat in eiken buitenpolder drie polder
meesters moeten zijn heeft groote bezwaren.
Twee poldermeesters zijn meer dan voldoende en het
salaris van drie poldermeesters zou de kas noodeloos druk-
ken, en bovendien is het vereischte geschikte personeel
voor drie poldermeesters niet te vinden.
Buitenpoldei Mariënwaard.
Derde Af deeling.
Afferdensche en Deestsche uiter-
waardenpolder.
Drutensche uiterwaardenpolder.
378. (127.)
378.
Buitenpolder van Randwijk en
Doteren.
Blijkende dat doel uit de Memorie van Toelichting.
378.
Benedenste polder onder Wage.
ningen.
De Pannerdensche waard.
In den Benedenste polder onder Wageningen zijn er zeer
weinige personen voor die betrekking te vinden.
De Pannerdensche waard is slechts ruim 237 hektaren
ifroot, waarvan meer dan 200 hektaren toebehooren aan
,\'roote grondtezitters buiten den polder, die de betrekking
rau poldermeester nooit zullen of kunnen aannemen, ter-
wijl onder de eigenaars van de overige hektaren geen 3
geschikte personen te vinden zijn.
In dergelijke polders wonen naauwelyks of soms in het
.,\'elieel niet 3 personen, die geschikt zijn en de vereischten
•lezitten voor poldermeester.
Om reden die kleine polder er moeijelijk drie poldermee-
>ters op na zou kunnen houden.
Men blijft dan meer vrij in zijne handelingen, hetgeen
in polderzaken van huishoudelijken aard en voor de ad
!ninistratie niet dan gunstig kan werken , terwijl in geval
van verschil, dat zich echter zeldzaam zal voordoen, het
liooger gezag beslist.
In verband met de opmerking bij art. 378 gemaakt.
378.
378, 127.
Voor kleinere polders, b. v. van minder dan 250 hek
taren, het aantal poldermeesters op twee te laten.
\'s Gravenweerd.
378.
Het polderbestuur van Bahr & Lathum wenscht van drie
poldermeesters verschoond te blijven.
De bepalingen van het bestaande reglement, omtrent de
regeling van het voorzitterschap, verdienen verre de voor
keur boven de voorgestelde. Men zou zulks wel aan den
geërfdendag kunnen overlaten.
Buitenpolder van Bahr en
Lathum.
Afferdensche en Deestsche uiter-
waardenpolder.
Drutensche uiterwaardenpolder.
379. (129.)
De aftreding te bepalen om de drie jaren.
Buitenpolder van Randwijk en
Heteren.
Crohsche-waardpolder.
380.
In alinea 5 de woorden »in eigendom" enz. te verande-
ren in: >in voUen eigendom" enz.
De woorden >ook dan wanneer hg minder danéénhek-
tare bezit" te laten vervallen, tenzij men daaruit moet lezen
dat de poldermeester stelling eenig grondbezit hebben moet.
382.
Anders heeft zoowel de bloote eigenaar als de vrucht
gebruiker het regt om benoemd te worden.
383.
Buitenpolder van Raadwijk en
Heteren.
-ocr page 100-
94
94
Betrekkelijke
artikelen
vim het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Met het oog op art. 414 wenschelijk.
Ook hier te vermelden dat bloedverwantschap of zwa-
gerschap met secretaris of ontvanger uitgesloten is.
Dit art. aan te vullen met: »Gedeputeerde Staten heb-
ben de bevoegdheid op verzoek der Geërfden op de onver-
eenigbaarheid sub.... eene uitzondering te maken."
Tevens te bepalen, dat de betrekking van poldermeester
onvereenigbaar is met het lidmaatschap van een gecombi-
neerd collegie en met het zijn van ambtenaar of bediende
van eenig polderdistrict.
Het woord »gehoord" te vervangen door: »op voor-
dragt van."
Het bezit van 200 en van meer dan 200 hektaren geeft
geen verschil van stemregt, zoodat het verkieselijk is
hierin wijziging te brengen.
Wijders hier de bepaling op te nemen van alinea 2 van
art. 382, opdat de eigendommen bij één persoon in
vruchtgebruik bezeten wordende, bij uitoefening van stem-
regt, bijeengevoegd worden.
Willemspolder.
384.
Ten gevolge der onvereenigbaarheid wordt de keuze zeer
beperkt en gaan dikwijls de meest geschikte elementen
te loor.
Een polderdistrict en een buitenpolder kunnen namelijk
strydige belangen hebben en de tegenwoordigheid van een
ambtenaar of bediende kan op twee plaatsen gelijktijdig
noodig zijn.
Het is meer overeenstemmende met de regten van ge-
erfden dat deze de bevoegdheid tot voordragen hebben.
Het zal toch wel nooit gebeuren dat een geërfde juist
j()0 hektaren Wit, zonder eenige aren of centiaren er bij
» Dewijl anders het bezit van 180 en 200 hektaren een
verschil van twee stemmen zal opleven."
»Zoo zou iemand voor zich, zijne vrouw en zijne minderja
ii-re kinderen 3 maal 3 hektaren bezittende, C stemmen heb-
tien, terwijl een ander eigen van 9 hektaren slechts 3 stemmen
heeft, hoewel toch beider belang hetzelfde is."
Anders hebben de bloote eigenaar en de vruchtgebruiker
beide het regt om benoemd te worden.
Daar maatschappen en zedelijke ligchamen als ge-
meenschappelijke bezittingen zijn aan te merken.
(\'robsche-waardpolder.
385.
De Pannerdensche waard
385.
Crobsche-waardpolder.
Willemspolder.
380.
395.
Crobscbe-waard polder.
Willemspolder.
In deze beide artt. de uitdrukking »in eigendom enz "
te veranderen in: »in vollen eigendom enz."
In de 2Je alinea te vermelden , dat bestuurders van maat-
schappen en zedelijke ligchauien van hunne bevoegdheid
kunnen gebruik maken bij één, uit hun midden aangewezen,1
persoon.
Het is gevaarlijk voor polderbestuur en geërfden beide
het bestaande vereischte van kennisgeving van verstrekte
volmagt te laten vervallen.
395 en 39G.
399.
Hierdoor wordt nl. de gelegenheid opengesteld, om van
een valsch stuk gebruik te maken of, tegen den zin van
geërfden, voort te gaan met voor hen op geërfdendagen
te verschijnen.
401.
In de laatste alinea in te voegen: »naar beoordeeling
van poldermeesters" of wel, zoo hiertegen bezwaar bestaat,
in eene slotalinea te omschrijven wat als spoedeischende
gevallen
moet worden aangemerkt.
In deze artt. op te nemen dat geërfdendagen, aan beste-
dingen enz. mede kunnen belegd of aangekondigd worden
door rondbrengen van biljetten.
€robsclic-A\\aardpolder.
403.
Benedenste polder onder WagC-
ningen.
Bovenste polder onder Wage-
ningen.
C\'robsebe-waardpolder.
403 en voW.
Bij aanplakking en afkondiging zou de erin deze polders
f^eene voldoende bekendheid bij geërfden en belanghebbenden
bestaan.
De woorden »herhaald worden", aan het slot van alinea
1, te veranderen in: »slechts één Zondag te voren behoeven
te geschieden."
404.
Deze wijziging is wenschelijker daar art. 404 geheel
p zich zelf staat.
-ocr page 101-
95
95
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Met het oog op het bepaalde bij art. 403 noodig.
Aan dit art. toe te voegen, dat geërfden de onderwerpen
opgeven die zij wenschen dat behandeld wordfin.
Aan te geven in hoever de bepaling van dit art. moet
worden toegepast.
Willemspolder.
401
Ter voorkoming van moeijelijkheden, ten opzigte van
iteinmen over personen die op voordragten voorkomen, en
het opmaken van voordragten zelve.
Zoodra een on- of niet-verkiesbaar persoon door geërfden
gekozen wordt, kunnen deze, na afloop der verkiezing, zelf
uitmaken, dat zoodanig verkozen persoon niet benoembaar
is en overgaan tot eene nieuwe verkiezing. De van on-
marie verklaring
geeft dikwijls een\' loop aan de verkiezin-
iren, die zeer ongewenscht kan zijn, daar de van onwaarde
verklaarde stemmen van de anderen worden afgetrokken
en er alzoo menigmaal eene zeer kleine volstrekte meer-
derheid zal ontstaan en iemand slechts met enkele stemmen
meer zal verkozen zijn. Bovendien is het niet wenschelijk
Int staande de afroeping der uitgebragte stemmen over
de al- of niet-verkiesbaarheid moet worden beslist, daar
ïieruit verwarring kan ontstaan en het stembureau »ter
voorkoming van wettigheid der stemming" genoodzaakt
zal zijn bij eiken candidaat het gevoelen van geërfden te
vragen.
Dikwijls is de ouderdom van afwezigen niet genoeg be
kend om daarover in de vergadering te kunnen beslissen
en zou het, vooral bij eene tusschenstemming, tot grooten
last en noodzakelijke verdaging der vergadering aanleiding
kunnen geven.
408.
Alinea 5 dezer artt. verklaart o.m. de stembriefjes ra,,
onwaarde, die een onverkies/jnar persoon vermelden of niet zijn
ingevuld.
Art. 410 (er wordt zeker art. 110 bedoeld)
verklaart zoodanig stembriefje niet van onwaarde, doch
art. 111 verklaart dat zoodanigen naam voor niet geschreven
moet worden gehouden.
Art. 160 (en 411) verklaren zoodanig briefje wel van
onwaarde.
Wordt voorgesteld: zoodanig stembriefje niet van on-
waarde te verklaren en art. 111 te laten vervallen.
Crohschc-waanlpoldcr
411 en 100.
Willemspolder.
In de laatste alinea enkel beslissing door het lot te bc
palen.
411.
Kunnen secretaris en ontvanger elkander in den eersten
of tweeden graad van bloedverwantschap en zwagerschap
bestaan ?
»De 4de alinea komt ongepast voor, dewijl deze betrek-
kingen aan geen zittingstijd onderworpen zijn."
De uitsluitingen, onder letter d, niet uit te strekken tot
secretarissen en ontvangers van andere polders, zelfs met
het oog op mogelijke ontheffing, en te dien einde voor
•teen polderbestuur" te lezen »//,vt polderbestuur".
414.
Deze corporaties toch, hebben niets met elkander gemeen
1 ook uit hoofde van verhindering tot bijwoning van ver-
faderingen enz. bestaat er geen bezwaar, als men in aan-
aerking neemt dat de betrekking van onderwijzer niet
415.
uitgesloten is.
Benedenste polder onder Wage-
ningen.
Bovenste polder onder WagC-
ningen.
Hierbij op te nemen, dat aan (fedep. Staten de bevoegd-
heid wordt gegeven, om te vergunnen, dat het secretaris-
schap en het ontvangerschap van een buitenpolder ver-
eenigd kunnen worden met die betrekkingen in een anderen
buitenpolder.
-ocr page 102-
9G
o»;
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
Crobsche-waardpolder.
416.
Alinea 1. De betrekkingen van secretaris en ontvanger
onvereenujbaar te verklaren.
Door de vereeniging dier betrekkingen kan n.1. eene
minder goede verhouding ontstaan tu.ssehen poldermeesters
en den dignitaris. Het geldelijk beheer wordt dan geheel
afgescheiden van het uitvoerend gezag, waartoe de secre
huis, als eerste hulp, behoort.
Het is meer overeenkomstig de regten van geërfden dat
zij de bevoegdheid hebben voor te dragen.
VVenschelijk ter voorkoming van het opdrijven van den
lüislag, ter wille van meerder perceptieloon.
Ter voorkoming der verkeerde opvatting, dat renten en
vaste bezoldigingen niet op bevelschriften zouden mogen
betaald worden.
417.
De woorden »na verhoor" te vervangen door: »op
voordragt."
Eene vaste bezoldiging voor den ontvanger in te voeren
Willemspolder.
417.
426.
Tusschen de woorden »kwitantien" en »worden" in te
voegen het woord: »mogen" of »kunnen".
428.
Hieraan toe te voegen dat Gedep. Staten hunnent wege
de kas kunnen laten opnemen.
Het slot: >en in het algemeen enz." geheel te laten we<;-
vallen of althans te omschrijven wat »daden van gewoon
beheer zijn".
Uit den 3den regel te laten vervallen: »of overzigt".
Crobsche-waardpolder
432.
Dit lean voortdurend tot moeijelijkheden aanleiding geven
439.
Tot nu gaf de toepassing goede resultaten en door een
eenvoudig overzigt zal dat niet verbeterd worden.
Art. 439 verleent aan geërfden de bevoegdheid, om het
bedrag der omslagen bij het opmaken der begrooting te
bepalen.
Art. 447 schijnt aan geërfden de bevoegdheid te ont-
houden de aangeboden ciering af te keuren, zóó zelfs dat,
wanneer zjj weigeren gelden daarvoor toe te staan, zulks
\'loor Ged. Staten geschiedt.
Art. 521 geeft te kennen, dat de cieringen niet worden
"nderworpen aan de goedkeuring der geërfden, dan voor
zoover dit betreft het hardmaken van wegen.
Dewijl, ingeval op den bij art. 439 bepaalden geërfden
dag geen geërfde opkomt, de begrooting niet terstond ter
isie gelegd k;in worden , daar het bedrag van den omslag
door geërfden moet worden bepaald.
Daar dit artikel alleen ziet op herstel van eenige be-
staande werkan.
Buitenpolder van Randwijk en
He teren.
439, 447 en 521.
Deze drie artt. schijnen een toestand daar te stellen, die
beneden de waardigheid der geërfden is, immers daar zij
alles te betalen hebben mag men hen de magt ook niet
ontnemen, om zelve te regelen waartoe zij hun geld besteden
willen. Bovendien is het voor poldermeesters niet te be-
geeren met zulk eene onbegrensde magt bekleed te zijn.
Willemspolder.
440.
De woorden »te gelijker tijd" te vervangen door: ster-
stond daarna".
447.
In de daarstelling van nieuwe of in de verbetering van
andere bestaande dan de genoemde werken is, na de vast-
stelling der begrooting, gedurende de loopende dienst niet
voorzien.
Gelden bij de onthouding van medestemmen ook de
stemmen die poldermeesters en ontvanger Lij volmagt ver
tegenwoordigen ?
454.
-ocr page 103-
07
97
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
Willemspolder.
461.
Verkieselijk is het de waterleidingen als onbelastbaar oji
te nemen.
Zoo mogelijk, het opmaken der kohieren, voor rekening
des polders, door ambtenaren van het kadaster te laten
geschieden.
De bij dit art. aan poldermeesters opgedragen opmaking
en verandering der kohieren, door de ambtenaren van het
kadaster te laten doen . daar het van poldermeesters, bij
hunne geringe jaarwedde, moeijelijk is te vorderen dat zij
herhaaldelijk de kadastrale stukken van meer dan eene
gemeente gaan raadplegen.
Het opmaken en vernieuwen der kohieren, zoo mogelijk,
voor rekening des polders, door beambten van het kadaster
te laten geschieden.
Poldermeesters zijn weinig met het kadaster ltekend en
,\\onen in dien polder 2 uren verwijderd, zoowel van de
gemeente Secretarie van loont als van die van Brummea.
Poldermeesters zijn veelal eenvoudige landbouwers, die
volstrekt onbekend zijn met het kadaster, terwijl de be
iKiling van het eerste gedeelte van art. 465 nooit wordt
nagekomen en poldermeesters de daartegen vastgestelde
\'loete nooit toepassen, omdat zij dagelijks met de overtre
leis vriendschappelijk verkeeren.
Poldermeesters zijn minder bekend met het kadaster en
zouden te dien einde de ruim één uur ver verwijderde
secretariën van Voorst en van herenter moeten gaan be
zoeken.
Voor buitenpolders met het oog op de onderdijking
van grond, bij verzwaring van districtsdijken.
De Voorsterklei.
403.
Voorsterbeekpolder.
463.
De Nijenbeker en Wilpsche klei.
403.
Willemspolder.
Hierbij op te nemen, dat opmeting van perceelen , die
ten gevolge van verzwaringen van districtsdijken verande-
ring ondergaan, eveneens moet plaats hebben.
Aan regel 2 van alinea 1 toe te voegen : >en hoog ge-
legen uiterwaarden die voortdurend tot waterkeering heb-
ben gediend." en dan in alinea 3 de hooge uiterwaarden
in alle opzigten te brengen onder de kaden, door alle vopr
kaden geldende bepalingen ook toepassehjk te verklaren
op hooge uiterwaarden, dienende tot waterkeering.
466.
Aan verschillende buitenpolders vindt men hooge uiter
waarden die, zonder van kaden te zijn voorzien, voortdu-
rend tot waterkeering hebben gediend. Zonder de bijvoeging
zou, bij de voortdurende aangroeijing der steenbakkerijen, elk
eigenaar van dergelijke hooge uiterwaarden de bevoegd
heid hebben, deze in moeras te herscheppen en de water
keering geheel aan den polder ontnemen.
Wenschelijk , daar op die wijze is uitgemaakt, dat alles
Wnnen 1 meter uit den teen der waterkeeringen verbo
len is.
Crobsche-waardpolder.
471.
Dit art. te lezen : «Niemand mag afgespoelde aarde van
de waterkeeringen weghalen, noch binnen 1 meter uit
den teen dier waterkeeringen, aan of op dezelve vergra-
vingen doen, gaten of kuilen maken , plaggen of zoden
maaijen of steken, spitten of ploegen."
De laatste alinea te laten vervallen.
472.
Als den eigendom te veel beperkend, voor zóó weinig nut.
Buitenpolder van Randwijk en
Heteren.
Willemspolder.
472.
Schijnt het noodig met het oog op de steenfabrieken.
473.
Alinea 3 ook op kaden toe te passen.
De afstand in de laatste alinea bepaald op 6 en 12
meter, voor kaden te behouden op 8 en 16 meter.
De bepaling van de ls\'e alinea is op zich zelve hoogst
nuttig, doch, wegens den bijzonderen toestand waarin de
polder Millingen daaromtrent verkeert, is het wenschelijk
het art. zoodanig te wjjzigen, dat de verpligting van het
Rijk ook tot aanberming duidelijk blijke.
In den polder Millingen behoort namelijk, volgens overeen
komst met het Gouvernement, het onderhoud van den dijk
•les polders aan het Rijk, waaronder ook de bennen be-
Hooren , gelijk het tot hiertoe ook is beschouwd en opge-
volgd.
Millingen.
-ocr page 104-
98
98
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
Buitenpolder van Randwijk en
Heteren.
Deze bepaling kan een drukkenden last voor geërfden
doen ontstaan, zonder genoegzaam geregtvaardigd te zijn ,
daar er wel geene l>ewijzen zullen zijn bij te brengen, dat
de dijken bij kolken meer blootstaan aan liet gevaar van
doorbreken dan elders.
<17.r,.
floevelen toch , die in de nabijheid van kolken en
vaayen wonen, zien daarin geen meerder gevaar!
Deze bepaling zou alzoo kunnen leiden tot bevoordee-
iiu<<- van de tegenwoordige bezitters dier watervlakten
,!oordien zij, ongezocht en misschien nog wel tegen ver-
geding voor onteigening, water in land verkeerd krijgen
Deze toevoeging wordt in \'t belang geacht van den
Be/i. mehc/te, Geulsehe eit Ooiji-ijksche poMer.
Bij dit art. op te nemen, dat bedoelde vergravingen
mogen plaats hebben, doch niet binnen den afstand va»
12 meters, gemeten uit de teen van den dam, zonder dat
daartegen bezwaren kunnen worden ingebragt.
Dit art. in dier voege te wijzigen, dat in gevallen, zooals
er vele kunnen voorkomen, waarin de uitgravingen vol
strekt geen nadeel voor den polder kunnen veroorzaken
gelegenheid worde gegeven om, met vergunning van het
polderbestuur of van Gedeputeerde Staten , van het verbod
af te wijken.
De Femmelsolie, Gentsche en
Oijrijksclie polder-
470
Gemeentebestuur van Deventer.
Ofschoon het reglement nog niet toepasselijk is op den
polder de Nijenbeker e>i Wilptcke i-lui, zoo zal vermoedelijk
later toch wel een voorstel van die strekking aan Gede-
jiuteerde Staten van Overijssel worden gedaan, en in dat
••eval zou het Gemeentebt stuur bezwaren tegen het Ont-
werp moeten inbrengen, zoo het, wat nevensstaand art
betreft, niet gewijzigd wordt.
Deze beide voorschriften beperken den eigendom te veel
n zijn, voor zooveel het herbouwen betreft, in regten
relligt niet te handhaven.
De bepalingen van art. 467 van het tegenwoordige regie-
ment zijn in dat reglement ook op kaden van toepassing
verklaard, terwijl in het Ontwerp de bepalingen voor kaden
geldende zeer zijn verminderd, hetgeen niet gunstig op
iiet behoud dier waterkeeringen zal werken, te meer dewijl
door het toenemen van het aantal steenfabrieken het
bouwen op de kaden meer voorkomt dan vroeger.
Zonder die invullingen kan het heimelijk eu willekeurig
\'ouwen van woningen op die veldwegen, welke volgens
;»rt. 471 geene iinnenkaden zijn, voortaan toch nog plaats
hebben , zonder dat art. 562 er toepasselijk op is. De kosten
van opruiming van die gebouwen op bedoelde wegen zouden
\'lan ook nog steeds voor den polder blijven en, bij herha-
\'ing, ligtelijk zeer groot worden.
Alle bepotingen behooren onmogelijk te worden gemaakt,
■170.
Buitenpolder van Randwijk en
Hctcien.
Uit dit art. te, laten wegvallen: »of op de bestaande
funderingen herbouwen" alsmede : »op twee ellen van den
voet des dijks."
De bepalingen uit het bestaande reglement (art. 4671
voor kaden te behouden en wijders voor te schrijven, dat
het Departement van Algemeen Bestuur de voorwaaiden
waarop vergunning tot bouwen gegeven wordt, aan he
polderbestuur mededeelt, opdat dit tegen overtreding kunne
waken.
477.
Willemspolder.
478.
Buitenpolder Rhenoij.
Achter het woord »binnenkaden" te laten volgen: »en
andere veldwegen, tot scheiding van blokken dienende".
en wijders achter »waterkeering" de woorden: »of des
polders."
478.
Buitenpolder van Randwijk en
Retoren.
De Pannerdensche waard.
Te laten vervallen:
vergund."
479.
►tenzij het door poldermeesters worde
In alinea 4 aan het polderbestuur magtiging te verleenon.
om het voorschrift der opsnoeijing van de heggen te bepalen.
Daar waar de beweiding der glooijingen van de wa-
terkeeiïngen is toegestaan, te veroorloven dat ten allen
tyde rasters, tuinen enz. langs deze worden geplaatst.
De woorden: »of binnen den afstand in art. 472 be-
paald" te laten wegvallen.
Vele landerijen zijn aan de kaden of zomerkeermgen
gelegen en worden door heggen afgescheiden.
Voor het in stand houden der waterkeeringen is de be-
jweiding nuttig.
479.
Buitenpolder van Randwijk en
Heteren
Deze bepaling is niet van genoegzaam nut.
480.
-ocr page 105-
00
09
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp
NAMEN
dei-
betrokken Bestnren.
Willemspolder.
481 en 482.
Deze bepalingen zjjn ook voor kaden zeer gewenscht.
Het 2de lid te lezen als volgt: >Het beweiden mag in
geen geval plaats hebben met varkens; op nieuw gemaakt"
of\' herstelde nog niet behoorlijk bevestigde dijken evenmin
met ander vee."
Alinea 2 aan te vullen als voljft: »Vaartuigen in wa-
tergangen te leggen , zonder behoorlijke vergunning van
poldermeesters."
Ware hot niet rationeler, nu met het oude — verouderde —
stelsel is gebroken, de aarde voor den afplas geheel en viel
gedeeltelijk
te betalen en niet tegen gereglementeerden prijs,
maar tegen de xaarde?
Deze waterkeeringen staan nl eenigermate met dijken
gelijk, zoo zij niet van meer belang zijn.
Omdat men de beweiding door varkens ten allen tijde
schadelijk acht.
Crobsche-waardpolder.
487.
492.
Zeer gewenscht, daar het bij herhaling gebleken is, dat
laardoor opstopping van water plaats heeft en den gere-
ifelden afloop wordt belemmerd.
Het is moeijelijk aan te nemen, dat de verpligting tot
■vering van aarde voor de bedijking noodig, kan rusten
ip andere buitendijks gelogen gronden dan die welke
laartoe bij overeenkomst zijn verbonden. Buitendijksche
jonden toch, hebben geen genot van den dijk en waar
geen genot is, kan niet dan bij overeenkomst verpligting
bestaan.
Buitenpolder Millingen.
r>06 en 507.
Buitenpolder van Randwijk en
Heteren.
507.
Elke hoeveelheid vergraven grond te doen betalen; zóó
zelfs dat dit nooit minder dan tot een bedrag van één
stère geschiede.
Het betalen van grond komt bezwarend en onbillijk
! voor, daar dit zeer bezwarend voor het meerendeel der
geërfden zal zijn en andere eigenaren buiten noodzaak zal
ontlasten.
De aanvulling schijnt dus noodig, dat waar kostelooze
levering gewettigd is, dezelve behouden blijft.
507 en 508.
Willemspolder.
De kade van den Willemspolder is, sedert zij in 1818 is
gelegd, steeds op dezelfde hoogte gebleven, terwijl ook
voor alle buitengewone werken — bij herhaling voorge
komen — de aarde steeds kosteloos is geleverd.
Volgens kundige regtsgeleerden geldt in dien polder de
verpligting tot kostelooze levering van grond voor alle wer-
teu aan de kade, daar de wet van 1 Junij 1801, art. 68
der Onteigeningswet aanvullende, de bestaande gewoonte
tot wet heeft gemaakt. ,
Eenmaal aannemende dat het onbillijk is , dat enkele
grondeigenaren den grond om niet aan den gansenen pol-
Ier leveren, is het ook billijk te achten aan de personen,
üe den grond leveren , de waarde en niet een zeker gedeelte
van die waarde te vergoeden, \'tgeen meestal met eene
taxatie van 25 cent waar zou zijn.
De alinea\'s 2, 3 en 4 te laten wegvallen en te vei\'van-
gen door: »Het meei\'dei^e wordt uit de polderkas vergoed.\'
Dit art. in verband met het voorgaande, aan te vangen
met: »Indien over de vergoeding, bedoeld bij de artikelen
507, 508," enz.
Crobsclie-waai dpolder.
507 en 512.
»Met bijvoeging dat deze schadeloosstelling komt ten
laste van den overtreder, voor het geval in ai-t 476 bedoeld \'
Evenals voor polders als den Witlemêpolder de voorschriften
van de dijkcedullen en dijkwachten geheel buiten aannier-
king blijven, zoo is het ook gewenscht de bepalingen van
dit art. voor die polders uit te sluiten, ter voorkoming
van onaangenaamheden met Gedep. Staten of geërfde».
Blijkens de bepaling van art. 524, dat in spoedeischewle
gevallen zonder goedgekeurde cieringen mag gewerkt wor-
Willemspolder.
511.
520.
Het geheele onderhoud der kade geschiedt in den Wil-
"\'■mspolder
van wege den polder en aldaar is het schouwen
il het voorjaar, na voorafgaande bekendmakingen, dikwijls
•ndoenlijk. In den regel is de kade hersteld in den tijd
\'ie met de bekendmakingen zou verloopen, terwijl het
\'«stuur haast nooit de goedkeuring der cieringen kan af-
^iichten, wegens de dringende behoefte aan herstelling,
-ocr page 106-
100
100
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
loch onmiddellijk als het water genoegzaam gevallen is
tot de aanbesteding van het werk moet overgaan, ten einde
het op nieuw inloopen van den polder te voorkomen.
In een buitenpolder kunnen zich nl. zoovele omstandigheden
ran waterstanden voordoen, die de uitvoering van gecierde
werken beletten. Zoolang de uitvoering geen plaats heeft,
worden bovendien de daarvoor toegestane gelden niet nit-
ifejïeven.
In verschillende buitenpolders, o. a. in den Lrolxche-
xaardpolder
zal de dijkwacht van weinig of geen nut zijn
de geërfden zelve niet verpligt kunnen worden hunne
diensten te leveren, aangezien aldaar geen enkel geërfde
woont, doch allen op landen buiten de waterkeering wonen
Uit een landhuishoudkundig oogpunt is dit wenschelijk,
ten behoeve der landerijen, bij droogte of wanneer ook.
den, zijn de bepalingen over de schouwen en cieringen
in het Ontwerp dan ook over het geheel te beperkend voor
uiterwaardenpolders.
De laatste alinea te laten vervallen.
Buitenpolder van Randwijk en
Heteren.
i22.
Crobsche-waardpolder.
531.
In de 1*1* alinea, tusschen de woorden «ingezetenen"
en »van". in te voegen: »en geërfden", en wijders om de
vrijstelling sub g te doen vervallen.
Buitenpolder van Randwijk en
Heteren.
Aan de polderbesturen de bevoegdheid te geven, om door
duikers of andere werken, welke de geërfdendag besluii
te zijnen koste aan te leggen, gebruik te maken van hei
voorbij stroomend water, ook zonder verlof van de polder-
meesters met het bestuur over den watergang belast.
Bij niet-overeenstemming omtrent de voorwaarden voor
opstuwing van water, tusschen de betrokken besturen, aan
Ged. Staten de bevoegdheid te geven om die voorwaarden
te regelen.
Hierbij te bepalen, dat het beheer over gemeenschappe
lijke waterlossingen blijft bij het bestuur, dat van ouds
daarover het beheer had of het grootste deel in de kosten;
betaalt.
De Willemspolder b. v. beheert de Leigraaf (van
den Waalbandijk tot de Linge loopende) hoewel de polder
llzetidoorn \'/, in de kosten draagt, wegens het water dat
uit dien polder mede wordt afgevoerd , zonder dat polder-
meesters van LTzendoorn ooit iets met het beheer hadden
uit te staan.
Willemspolder.
Dit art. aan te vullen in dier voege, dat, bij niet nako-
ming dezer bepalingen, de uitvoering kan gelast worden
door Gedeputeerde Staten, ten koste des overtreders.
I
De woorden: »binnen dien termijn" te veranderen in:
»zoolang de vervanging niet is bewerkstelligd".
De bepaling omtrent de aftreding zoodanig te regelen,
dat deze geschiede in dezelfde volgorde als die thans be-
staat.
De verpligte uitvoering binnen 5 jaren van de artt.
260, 268 en 475 maakt inbreuk op de regten van den
grondeigenaar, ook al kunnen Gedeputeerde Staten in som-
mige gevallen vrijstelling verleenen , want het komt alleen
aan de gecombineerde collegies of geërfdendagen toe, te
J62.
flelder.-che Maatschappij van
Landbouw.
Polderdistrict Bomuielerwaard
boven den Meidijk.
Overga ngsbepalingen.
2.
Overgangsbepalingen.
4.
Daar er kolken zijn die reeds sedert eeuwen bestaan, is
de waarheid van het betoog der Commissie niet gebleken,
b. v. niet ten aanzien der kolken in 1740 en 1820 bij
Ëldea aan den djjk ontstaan. Men zal wel tot het digten
van een deel der kolk moeten overgaan, omdat aauber
Dorpspolder Lakêmond.
           Randwijk.
Oeergangsiepa lingen.
-ocr page 107-
101
101
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
men bezwaren in heeft, n.1. dat, hoe zwaarder men den
plast eens dijks maakt, des te meer kans er ontstaat voor
verzinken, zooals b. v. blijkt uit den spoorwegdijk bjj
Uden.
In verband met de opmerking bij art. 260 gemaakt.
bepalen of zij de kosten voor de hier bedoelde werken
kunnen en willen di-agen. Welke haast is er bovendien
met de uitvoering van deze nieuwe bepalingen?
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
De woorden: >de voorschriften der artikelen 260.
268 en 475" te vervangen door: »het voorschrift van
artikel 268".
Binnen één jaar na de invoering van het reglement is
vernieuwing der kohieren voorgeschreven, \'tgeen spijtig
en kostbaar zal zijn.
De 2de alinea te laten vervallen.
Overgangsbepalingen.
5.
Dorpspolder IJzendoorn.
Volgens het bestaande reglement n.1., is juist in 1878
het kohier vernieuwd.
Overgangsbepalingen.
6.
Polderdistrict Bommelerwaard
boven den Meidijk.
Geldersche Maatschappij van
Landbouw.
Omdat zij aanleiding geeft tot noodelooze werkzaamhe-
len, nu de herziening juist heeft plaats gehad.
Overgangsbepalingen.
6.
Overgangsbepalingen.
6.
De laatste alinea van dit art. te laten vervallen, daar
de kohieren in 1878 juist zijn hemen.
»Vermeerdering van Hoofdgeërfden."
De redenen, in de Memorie van Toelichting bij het Ont-!
werp (bladz. 19) opgegeven voor het niet opnemen vtuv
de Korenwaard onder de circumscriptie van het polderdis-
tri et Buren, zijn niet juist.
De omslag voor het onderhoud der Korenkade geschiedt
jaarlijks,, en niet om de 4 of 5 jaren, door den dijkstoel
van Buren volgens contract met het domeinbestuur, tegen
uitkeering van ƒ100. Bovendien betalen de ingezetenen
niet alleen districtslasten, maar worden zij ook aangesla-
gen in de oneigenlijke lasten, omgeslagen in den polder
Beusiehem en Zoelmotul, en namen zij steeds zoowel aan de
geërfden-dagen van dien polder als aan de verkiezingen
van hoofdgeërfden deel. Verder wordt de watergang in]
den waard door het dorpspolderbestuur van genoemden,
polder geschouwd.
Het verdient overweging in zóóver terug te komen op
het besluit van Gedeputeerde Staten van 22 Sept. 1857,
n°. 47, (Provinciaal blad n". 81 van 1857) — strekkende tot
uitvoering van een Statenbesluit, houdende inlijving van
126 hektaren land — dat de toen op staat A gebragte lan-
den niet langer vrij zullen zijn van het betalen van pol-:
derlasten. Men zou mogen vragen of men xloor deze,
vrijstelling een oud onregt door een nieuw onregt heelt
willen goed maken."
Ter voorkoming van nutteloos werk.
Dorpspolder Bemmel.
Staat A.
Polderdistrict Buren.
Staat A.
Bij de onzekerheid of vergravingen in de Korenkade wel
strafbaar zouden zijn volgens art. 437 van het wetboek
van strafregt, verzoekt het gecombineerd collegie, dat zijn
liesluit van 17 November 1877 nogmaals in overweging
worde genomen.
Polderdistrict de Lijmers.
Staat A.
Bladz. 134, noot.
Door het verhoogen van den \'Lijmersche overlaat tot
!»andijkshoogte zijn bedoelde gronden van veel betere conditie
en van de hoogste waarde geworden, daar zij niet meer,
gelijk vroeger, zijn blootgesteld aan overstrooming, teDiens
wanneer de overlaat werkte. Vroeger ruste op die gron-
(len de verpligting tot kostelooze aardlevering voor den
Ih/jberich-KampJiuijzensche dijk. doch zij zijn, door het ver
vallen van dien dijk en het daarstellen van den overlaat,
van dien drukkenden last ontheven en door de indijking,
\'uet de kostbare gebouwen die er op staan, zeer in waarde
toegenomen.
-ocr page 108-
102
102
Betrekkelijke
artikelen
van het
Ontwerp.
NAMEN
dei-
betrokken Besturen.
OPMERKINGEN.
Arnhemsche en Velpscbe broek.
Staat A.
De gegoedlieid, vereischt voor liet lidmaatschap van het
gecombineerd collegie , voor dit district, reeds op 5 hek-
taren gebragt, te verminderen tot op 4 hektaren.
Onder de omschrijving van den polder ook de gronden
onder de gemeente Brtmmea op te nemen.
Deze buitenpolder komt niet voor op staat B, bij het
Ontwerp gevoegd.
Het schijnt onverklaarbaar hoe men er toe is gekomen
dezen staat onveranderd te behouden. Men dient voor de
veranderingen op het kohier der bunder- of hektarentalen
en voor die op de dijkcedul afzonderlijke staten te maken,
ingerigt overeenkomstig dat kohier en die dijkcedul.
Door dergelijke verandering is het te voorzien, dat het
i/tcombineerd collegie de gunstige bepaling van art. 18
niet zal behoeven in te roepen.
De polder ligt niet enkel onder de gemeente Voorst
maar bevat ook gronden onder Brammen.
De Voorsterklei.
Staat B.
De Mjenbeker en Wilpsche klei
Staat B.
Dorpspolder Lent.
Staat C.
In de praktijk is staat C nl. gebleken totaal onbruik-
baar te zijn. Zelfs bij het groote formaat is de ruimte
laarop veel te klein, om de veranderingen behoorlijk te
.«melden, zoodat alles steeds door elkander moet geward
v orden.
Zooals hiernevens is aangegeven is reeds eenige jaren
ioor het dorpspolderbestuur van Lent gedaan.
De dijkstoel van Overbetuwe is van oordeel,
dat over \'t algemeen het door het polderbestuur
ran Lent opgemerkte de aandacht verdient, doch
moet de nevensstaande bemerking omtrent staat C
tegenspreken , daar het doel van dien staat schijnt
te worden misverstaan. Staat C toch, is nóch het
model voor de kohieren pf liggers der Hektaren\'
talen bedoeld in art. 239, nóch dat voor de dijk-
ednllen bedoeld in art. 280. Staat C is enkel
een staat van verandering, zoo als ook het op
schrift luidt, en als zoodanig niet ondoelmatig. De
moeijelijkheid zit echter in de aanteekening der
veranderingen op het kohier en op de dijkcedul,
voorgeschreven bij de artt. 241 en 280. Voor
die aanteekening is, althans de dijkcedul, niet
wel ingericht en dit bragt mede dat de dijkcedul-
ien hier en daar reeds geheel moesten vernieuwd
worden.
Op den hiernevens aangegeven grond acht de
dijkstoel het wenschelijk eene soortgelijke bepa-
ling, als in alinea 2 van art. 239 voor de kohieren
is gemaakt, op te nemen in art. 280, waarbij dan
de vernieuwing dient uit te gaan van den dijkstoel.
De vernieuwde dijkcedullen, opgemaakt door pol-
dermeesters, onder voorzitting van een heemraad
en met bijstand van een of twee der geschiktste
dijkpligtigen in eiken dorpspolder door den heem-
raad te kiezen, moeten dan ge ruim en tijd voor de
dijkpligtigen ter visie liggen en er moet g.legen-
heid bestaan van beroep op den dijkstoel, waarna
aan de nieuwe dijkcedullen dezelfde kracht kan
toegekend worden als aan de oude.
Achter de woorden «schriftelijk of mondeling gehoord"
te voegen: »ter keuze van den hoofdgeërfde."
In het Ontwerp eene bepaling op te nemen waarbij
openbaarheid der vergaderingen wordt voorgeschreven.
Dorpspolder Nijbroek.
34.
Nieuwe bepaling.
Bemmel.
-ocr page 109-
103
103
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen,
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Gemeentebestuur van Tiel.
(Namens den Raad.)
Titel VIII
der
Tweede Af deeling.
Artt. 369—373.
Burgemeester en Wethouders van Tiel wenschen, na-
mens den Raad hunner gemeente, bezwaren in te breu-
gen tegen Titel VIII der Tweede Aideeling van het Ont-
werp en zijn cierinX artikelen, en wel I ten aanzien der
strekking, II der gevolgen, III der noodzakelijkheid en IV
der wettiglieid dier artikelen.
De stad Tiel wordt door opneming in staat A, onder
de deelen van het district Tielerwaard, onderworpen aan
de bepalingen van het reglement, door dien art. 1 hot
Reglement toepasselijk verklaart op de polderdistricten, zoo
als die voorkomen op slaat
A.
In art. 369 van het Ontwerp staat achter > steden binnen
de districten": »en hare omgevingen", zoodat de omgevingen
niet
tot de steden, behooren, want er staat niet: > Steden\'
en hare omgevingen binnen de districten." In staat A worden
dan ook alleen de steden vermeld , waaruit volgt dat die omge-
vingen niet tot de districten kunnen behooren, hetgeen mede
volgt uit de Memorie van Toelichting, die zegt dat onder steden
worden verstaan die aaneengebouwde gedeelten van gemeenten
die vroeger stadsregten bezaten, waardoor de omgevingen
van zelf zyn uitgesloten en b. v. bij Tiel onder astad"
alleen kan verstaan worden wat binnen de voormalige
grachten en wallen is gelegen, want dat alleen is aaneen-
gebouwd.
In art. 369 wordt echter ook van de omgevingen gezeg<
dat zij geene polderlasten dragen, voorzoover zij die van w/Si
met gedragen hebben.
Vroeger heeft de TieUche polder alleen\'
zijne eigene lasten betaald maar geene districts- ofambts-l
lasten en evenzoo Zandwijk, waarvan het Binnenboomsclie
vroeger in \'t geheel geene en thans nog geene dorpspol-
derlasten.
Voor Tiel is het alzoo bezwaarlijk te zeggen wat, in
den zin van het Ontwerp, door omgevingen moet verstaan
worden en moet men wel aannemen, dat men alleen te
maken heeft met de eigenlijke stad, namelijk met hetgeen
binnen de grachten is gelegen.
Waarom in de Memorie van Toelichting de uitdrukking:
^voormalige stad" gebruikt is, blijkt niet, want staat A
spreekt eenvoudig van »stad" en wat voormalig is bestaat
niet meer, terwijl de stad Tiel wel degelijk nog bestaat,
als deel van de gemeente Tiel.
Ad I1
Strekking.
Er wordt niet gezegd of Tiel een dorpspolder of een
mder onderdeel van het district zal zijn, doch de wijziging
van het woord landen in onderdeelen (in het hoofd van
kolom 2 van den staat A) doet vermoeden dat men de
deden heeft willen begrijpen onder de uitdrukking:
tonderdeelen" der districten.
Het niet aaneengebouwde gedeelte der gemeente Tiel wordt
loor de Doode Linge in twee deelen gesplitst, waarvan het
leel aan den linkeroever den dorpspolder Tiel uitmaakt en
-edert 1852 reeds behoort tot de Tielerwaard, terwijl het
•edeelte aan den regter oever behoort tot den Nederbetuwsche
polder Zandwijk, die daarenboven den Overbrugsche polder
\'ïuvat. Een en ander behoorde tot aan de invoering van
iet polder-reglement tot de jurisdictie der stad Tiel, be-
loeld in art. 109 van het reglement voor de stedelijke
esturen, dd. 8 Januarij 1824, n°. 89.
Het deel aan den linkeroever der Doode Linge werd
estunrd door gecommitteerde geërfden en een lid van het
«stuur der stad, terwijl het gedeelte aan den regteroever
iet Scliependom Zandwijk uitmaakte, met eigen burgemeesters
a schepengerigt. Van dat deel werd hetgeen, tusschen
iet eerste sluisje en de voormalige Dampoort, in de stad
•ig het Binneuboomsche genoemd en meer bepaald tot de stad
\'jerekend.
Die waterkeeringen toch, maken een deel uit van de
1 igendomnielijke werken der gemeente waartoe de stad
"hoort en moeten, volgens de Gemeentewet, door het
gemeentebestuur verdedigd, bewaakt en onderhouden wor-
\'\'"n, terwijl de kosten daarvan op de gemeente-begrooting
i rekening worden gebragt.
Het is niet duidelijk waartoe de bepaling van art. 370,
dat de steden voortaan onderhoudpligtig zijn voor har«
waterkeeringen, dienen moet.
-ocr page 110-
104
104
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Het is moeijelijk te zeggen van welke andere bepalingen
Je toepasselijkheid uit art. 370 en de overige van dezen
titel voortvloeit. Men zou nl. zeggen, «lat uit de bepaling
Ier dijkpligtigheid de toepasselijkheid der daartoe betrek
kelijke artt voortvloeit, doch in de aangehaalde alinea 3
ran art. 370 worden juist de voornaamste der daartoe
betrekkelijke artt. weder op zijde gezet.
Zoo zou men zeggen , dat uit de bepaling van den on
eihoudspligt voortvloeit de toepasselijkheid van art. 286,
Jat alle onderhoud en alle vereischte verhoogingen en
verzwaringen der dijken geschieden door de Districten",
loch dit wordt bij art. 372 opgedragen aan het bestuur
lier gemeente waartoe de stad behoort.
Zoo zou men meenen, dat uit de bepaling van art. 370»
dat de verdediging en bewaking der waterkeeringen aan
Ie steden is opgedragen" de toepasselijkheid voortvloeit
an de bepalingen omtrent het dijtleger, maar art. 371
epaalt, dat dit in den regel zal afhangen van het goed-
Tinden van het Gecombineerd Collegie.
Volgens alinea 3 van art. 370, zijn de bepalingen van
het Ontwerp betrekkelijk het onderhoud niet op de steden
toepasselijk, terwijl in artikel 1 van het Ontwerp reed
is gezegd, dat het geheele reglement niet op de steden
toepasselijk is dan voor zoover voortvloeit, o. a. uit dit
art. 370.
Uit de hiernevens gestelde voorbeelden blijkt voldoende
dat het volkomen onduidelijk en onzeker is welke artt,
van het Ontwerp, behalve die van Titel VIII, op de
steden toepasselijk zullen zijn.
De hoofdstrekking van het wrtal bepalingen is duide-
luk deze :
1". Het beheer en bestuur over de\'waterkeerende wer-
ken der steden en de beschikking over de kosten van on-
derhoud dier werken, aan het gemeentebestuur te ontnc-
men en die over te brengen bij het bestuur der districten
2°. De ingezetenen der steden te noodzaken, om per-
soonlijke diensten te praesteren ten behoeve van het dis
trict, tot bewaking en verdediging van zoodanige dijk-
lengten van het district als de dijkgraaf goedvindt mot
de waterkeeringen der steden tot één post onder één heem
raad te vereenigen.
Het dijkbestuur heeft niets te maken met de eischen
van het gemeente- en stadsbestuur, noch met de belangen
of verlangens der ingezetenen en de behoeften en financiën
der gemeente. Het is uitsluitend verantwoordelijk voor de
waterkeeringen der stad, en overleg met het gemeentebe-
stuur is niet voorgeschreven.
Het gemeentebestuur moet de bevelen of cieringen van
den dijkstoel afwachten en, om zeker te zijn dat deze be
hoorlijk worden opgevolgd, de uitvoering overlaten aan den
dijkstoel en de rekening, door dezen opgemaakt, betalen
Poging tot overleg of tot gemeenschappelijk handelen
zoude, als niet voorgeschreven, slechts tot botsingen leiden
De dijkstoel beschikt onbeperkt over de kas der gemeente,
want hij bepaalt uitsluitend wat de gemeente zal betalen
voor de werken die hij laat uitvoeren. Hij beslist eigen*
magtig en uitsluitend welke gewone en buitengewone wer
Ad Ham
Gevolgen.
De Dijkstoel behoeft slechts te verklaren dat hij zulks
ïjodzakelijk acht, om b. v. te bevelen dat de walmuur van
fötf aan de rivierzijde worde vernieuwd of een dijk daar-
gen gelegd, al wordt de kade daardoor onbruikbaar; dat
-ocr page 111-
105
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken besturen.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
de dijk vóór de Waterpoort worde verzwaard, waardoor
het overige gedeelte der kade te niet gaat; dat de wal
aan de binnenzijde worde verzwaard en verhoogd en dr;
daaraan gebouwde woningen worden opgeruimd en ontei-
gend; dat een bazaltmuur aan den oever worde gebouwd,
ter voorkoming van ontgronding en ter versterking van
den teen der waterkeeringen enz. enz.
De dijkstoel van Tielerwaard heeft 44000 meter bpndijk
i behalve den Lingedijk) te verzorgen, bewaken en verdedi-
gen, en heeft dus in tijd van nood de handen vol, zoodat
hij — nu hij en niet meer het gemeentebestuur aansprake-
lijk is voor den rigtigen toestand der Tithchc waterkeerin-
gen — de meest afdoende en ingrijpende werken zal bevelen ,
vooral nu hij niemand en niets heeft te ontzien en vrije-
lijk over eens anders beurs kan beschikken.
Hierin is eene enomiteit gelegen die tot tweestrijd kan
voeren, want, volgens art. 192 der Gemeentewet, kunnen
Ie ingezetenen der steden geroepen worden hunne eigene
stedelijke waterkeeringen, waarbij zij in de eerste plaatu
het grootste belang hebben, te verdedigen, zoodat de
soortgelijke zwaardere last, dien dit reglement hen wil
opleggen uitsluitend in het belang van anderen, hen in
tweestrijd kan brengen met hunne natuurlijke wettige
verpligting.
De Memorie van Toelichting houdt zich niet op met de
gevolgen die uit deze bepalingen — ook al waren ze uit-
v terbaar — voor de steden kunnen voortvloeien. Zij erkent,
dat die bepalingen uitsluitend in het belang der districten
moeten strekken, en noemt als eenig equivalent de vrij-
stelling van polderlasten , die het billijk schijnt aan de steden
toe te staan. Zoo ver gaat de verblinding! Er ontbreekt
slechts aan «lat de steden, voor de inlijving in het haar
vreemde district, moesten betalen en bijdragen storten in
de kas, en dat terwijl de oppervlakten van steden —
\'^staande uitsluitend uit de oppervlakten van straten en
wegen en den ondergrond van huizen — ten allen tijde
zijn vrij geweest en ook bij dit Ontwerp uitdrukkelijk
«orden vrijgesteld van polderlasten !
ken noodig zijn en of zij al dan niet behoorlijk z^jn uitgevoerd,
en laat ze anders naar goedvinden uitvoeren. Hij heeft
geenerlei gemeentebelang te ontzien, maar kan en zal,
om zijne verantwoordelijkheid te dekken, de meest ingrij-
pende maatregelen en werken kunnen bevelen, al worden
handel en scheepvaart en de andere belangen der ingeze-
tenen daardoor ook nog zoo zeer benadeeld en de gemeente-
financiën daardoor ook nog zoo zeer te gronde gerigt en
de ingezetenen daardoor ook met nog zoo hooge lasten
bezwaard.
De dijkstoel kan naar willekeur den termijn bepalen
binnen welken dat alles moet gereed zijn en beslissen dat
het gemeentebestuur niet behoorlijk voldoet en nalatig is;
alsdan zelf* die werken in de gemeente komen maken; hei
bedrag der kosten bepalen; dadelijk betaling eischen enz.
Uit het 2d" «redeelte der hoofdstrekkinjf van Titel VIII —
namelijk het opleggen van persoonlijke diensten aan de
ingezetenen der stad ten behoeve van het district — volgt
dat de heemraad van den post, volgens art. 324, ieder
oogenblik alle mannelijke Tielenaren van 18 60 jaren1
oud, nacht en dag, op en aan den dijk kan laten werken.
zoover van Tiel af als de dijkstoel de grens van den post slechts
heeft gesteld, alles onder bedreiging van boete en gevang*1-.
nisstraf bij het minste verzuim of de geringste nalatigheid.t
Verdere opsomming der gevolgen acht men onnoodig,;
daar ieder deskundig en verstandig man de bepalingen, bij
het minste nadenken, eenvoudig onuitvoerbaar zal verkla-
ren, zoodat men zwijgt van den voortdurenden tegenstand
en verbittering, de aanhoudende geschillen, verwarringen
botsingen, die eene poging om zoodanige bepalingen in
praktijk te brengen zou na zich slepen.
Om eene stedelijke gemeente op die wijze aan een pol-
derdistrict op te offeren, dienden wel zeer overwegend»\'
redenen en volstrekte noodzakelijkheid te bestaan, doch
daarvan is in \'t geheel geen spraak. Men zou moeten be-
wijzen, dat het gemeentebestuur zóó slecht voor de stad*
waterkeeringen zorgt, dat die zorg in hel belang der gemeen!e
zelve
aan dat bestuur moet ontnomen worden, alsmede dut
de dijkstoel beter voor die waterkeeringen kan en zal zorgen
dan het gemeentebestuur, zoodat dit door niemand beter
kan worden vervangen dan door den dijkstoel, en eindelijk
Ad Hl»»
Noodzakelij kheid.
Niets van dit alles wordt beweerd en van bewijs is na-
tuurljjk geen spraak. Het eenige motief voor dezen revo-
-ocr page 112-
100
106
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken berturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
dat de districten volstrekte Ixdioefte hebben aan beheo
der stedelijke waterkeeringen en aan hulp der stedelijk
manschappen.
Men neemt dan ook als axioma\'s aan:
1". Dat de dijkstool (die van Tielerwaard heeft reed
44.000 meter dijk te bewaken) veel beter tegen doorbraak
van de stadswaterkeeringen kan en zal waken dan hei
gemeentebestuur en de ingezetenen.
lutionairen maatregel wordt op pag. 10 der Memorie van
Toelichting gevonden in het belang der dijksverdediging en
dit gegrond op de nevensstaande onbewezen stellingen.
Niettegenstaande die ingezetenen er tegen aan wonen en
het allergrootste belang hebben bij het behoud van de
letrekkelijk weinig uitgestrekte waterkeering, waarvan de
doorbraak niet hunne landerijen met eenige waarde-ver
mindering, maar hunne woningen met onmiddellijke ver-
nietiging bedreigt.
Aangezien die zorg zoo slecht is dat er groot gevaar is datde
iiemeentebesturen de waterkeeringen laten doorbreken.
2". Dat de gemeentebesturen zóó slecht zorgen voor dit
waterkeeringen dat er overwegend belang bestaat om hen
dien zorg te ontnemen.
3". De dijkstoelen zullen zoo uitstekend voor de stedelijke
waterkeeringen zorgen dat er geen gevaar van doorbraak is.
4°. Als op die wijze maar tegen het gevaar van door-
braak in de stedelijke waterkeeringen is gezorgd, dan is
alle gevaar voor overstrooiuing van het district door de
slechte zorg van anderen geweken.
Met andere woorden : een dijksteel alleen en geen stede-
ijk bestuur is in staat doorbraken te voorkomen, zelfs niet
,;iii eenige weinige ellen waterkeering. Als de dijk in Neder-
Muwe
of Overbetuwe doorbreekt wordt Tielerwaard overstroomd
en in het laatste geval zelfs Nederbetuwe en Tielerwaard beide,
doch daartegen behoeft Tielerwaard niet gewaarborgd te wor
den, want dat is nooit gebeurd en kan niet gebeuren, omdat
liet dijkstoelen zijn die daartegen waken.
Men behoeft zulke stellingen slechts te noemen en de
ondervinding te raadplegen, om de onwaarde van hetg".
heele »egoïste en inconsequente motief" aan de kaak te
stellen.
Gesteld echter, dat er eenigen grond bestond om zulk
een blaam op de stedelijke besturen te werpen en zulk
eene onverschilligheid bij de ingezetenen te vooronderstellen .
dan volgt daaruit nog volstrekt niet dat het geneesmiddel
bij de dijkstoelen , ingevolge de voorgestelde bepalingen , zou;
te vinden zijn, en dat daarom het gemeentebestuur en
de gemeentekas aan de willekeur van een dijksteel moet
prijs gegeven worden.
Er bestaat integendeel geen enkele grond, zelfs niet in
het belang der districten, om aan de steden het beheeri
harer eigen waterkeeringen te ontnemen en haar in dit
opzigt onder curatele te stellon en dat wel van den dijk-
stoel.
Het motief, dat de Memorie van Toelichting opgeeft
voor het pressen der Tielenaren tot verdediging der Tieler-
waardsche dijken , is van geen beter gehalte:
Uitsluitend in het belang der districten moeten de in-
gezetenen der naburige steden de hulp verleenen, die de
districten te kort niogten komen, zoodat alles moet bukken
voor het mogelijk belang van het district.
Niet genoeg dat men de geërfden en manschappen inl
de nabijheid der steden van een gedeelte hunner verplig-
In dat geval zou toch altijd een hooger gezag, b.v. de
Waterstaat of Gedeputeerde Staten moeten tusschen beide
komen, maar niet, in strijd met alle regelen van admini-
stratieve hiërarchie, een geheel ongelijksoortig en vreemd
bestuur, dat in vele opzigten berieden den rang van een
dodelijk bestuur staat en uitsluitend in zijn eigen belang
mm. hebben te handelen.
Te vergeefsch zoekt men bovendien bij de stedelijke be
<turen die grove misslagen en verzuimen welke de onder
vinding leert dat door de dijkstoelen, met de noodlottigsto
,\'evolgen, kunnen gepleegd worden.
Het is wel de eerste idigt van de dijkstoelen, om t<
/•orgen dat de noodige materialen voorhanden zijn en van
\'1«\' geërfden — de leden der poldervereeniging— om de dijken
\'ie hunne landen tegen het water beschermen te verdedigen ,
:\'aar er konden eens materialen en handen te kort komen
"» dan moeten de naburige stedelingen, die er niets mede
t(\' maken hebben, maar bijspringen!
-ocr page 113-
107
107
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken besturen.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
TOELICHTING.
ting tot dijksverdediging wil ontheffen en die overbrengen
op de naburige stedelingen, waardoor men eerstgemeldeu
een voorregt wil schenken boven de geërfden en man
schappen, die »het voorregt missen" digt bij eene stad te
wonen, wil men ook nog de inwoners eener stad als b. v. Gorkuin
(Gorinchem)
vrijlaten, niettegenstaande de Tielerwaardsche dijk
bij die stad eindigt en de inwoners dier stad er belanj
bij hebben dat gemelde dijk niet doorbreekt, teiwijl dj
Tielenaren daarbij niet het minst belang hebben. De in
woners van Tiel bebben misschien nog eenig belang bn
het behoud van den dijk van Nedrr/ieliiwe, doch aan dei
dijksteel van dat district wordt juist het regt onthoudei
om Tielsche manschappen en materialen te requieren.
Het zoogenaamde opnemen van de steden in een polder-
district bestaat slechts in de bepaling, dat zekere dijkstoe
over de stadswaterkeeringen zal heerschen en de ingezetenen
der stad zal kunnen te hulp roepen in \'t behing van zijn
district.
Het is moeijelijk aan te nemen , dat de besturen der
districten, in wier uitsluitend belang die »kolossale nieuwig-
heden" heeten voorgesteld te worden, gediend zouden wezen
met zulk eene vermeerdering van werkzaamheden en moeije-
lijkheden en zulk eene buitengewone toevoeging van ver
antwoordelijkheid.
Al waren de voorgestelde maatregelen noodzakelijk, uit
voerbaar
en onschadelijk, dan noch kunnen zij niet toegelaten
worden, daar zij ten eenenmale onwettig schijnen, aangezien
de wet de bevoegdheid daartoe niet alleen niet verleent
aan de Provincialen Staten, maar hun die ontzegt.
Zonder beschouwingen over den zin en de bcteekenis
van art. 192 der Grondwet en art. 138 der Provinciale wel
en zelfs aannemende, dat de Staten bevoegd zijn de grenzen
der waterschappen te veranderen, uit te zetten en in t*
krimpen, meent het gemeentebestuur van Tiel te moetei
ontkennen, dat die bepalingen en bevoegdheden in deze han
toepassing kunnen vinden.
Bij de bevoegdheid der Staten staat op den voorgrond
het eigenaardig kenmerk van waterschap of poldervereeni
ging, om landen tegen het water te beschermen, docb
daarbij komen huizen of woningen, noch hun ondergrond
in aanmerking, want van dien ondergrond worden geene
polderlasten betaald en de eigendom daarvan geeft geen
stemregt, terwijl geërfden ingelanden — niet zijn ei-
geaaren van gebouwen maar alleen van landen.
De steden kunnen geen voorwerp van waterstaats-wetge-
ving zijn, daar zij geen waterschap zijn of tot een gedeelte
daarvan kunnen gemaakt worden, zoodat in het Ontwerp
Men zegge niet dat Gorinchem buiten het gebied ligt van
Jen Gelderschen provincialen wetgever, want de wet van
1855 heeft voorzien in het geval, dat een waterstaatsbelang
lat twee provinciën gemeenschappelijk aangaat, moet ge-
regeld worden.
Vroeger is wel eens, met regt, geklaagd dat de belangen
van het platte land aan dat der steden werd opgeofferd,
toch nu zou men het belang der steden gaan opofferen
aan de poldervereenigingen, zonder eenig equivalent en
zonder noodzakelijkheid , want het polderreglement — ook
lit Ontwerp — geeft aan de dijkstoelen overvloedige ge
l\'genheid, om zich te voorzien van de noodige manschappen
uit de belanghebbende bevolking van het district en om
/dch tijdig de noodige materialen aan te schaffen, terwijl
Ie Onteigeningswet voorziet in buitengewone gevallen
an watersnood.
De Memorie van Toelichting vermeldt wel, dat de Staten
alleszins bevoegd zijn om dit punt te regelen en dat de
Commissie voor de herziening de opneming in de nabij ge-
1\'gen polderdistricten van overwegend belang beschouwt
maar voor dat gevoelen wordt geen enkele grond aange
voerd.
Die bepalingen toch, hebben uitsluitend betrekking op
waterschappen, dat zijn vereenigingen van landen met het
loei, om die door gemeenschappelijke maatregelen tegen het
fater te beschermen en de verdedigen. Met dat doel
mogen de Staten landen aan het eene waterschap ontnemen
\'H bij het andere voegen, of zelfs landen, die tot geen
waterschap behooren, aan een bestaand waterschap toe
voegen of tot een nieuw waterschap inrigten, maar altjjd
moeten het zijn landen, die tegen het water beschermd
moeten worden.
De eeuwenoude geschiedenis van het Nederlandsche pol-
lei wezen bewaart overal dit wezen en karakter en heeft
illeen tot onderwerp de verdediging van landen tegen het
water.
»De Staten (sic) in Nederland zijn nooit waterschappen
"f poldervereenigingen geweest, het waren civitates op zich
"\'lve, met eigen rechten; vereenigingen van bewoners en
van woningen, meestal hooger gelegen dan het land, die
Ad IV»»
Wettigheid.
-ocr page 114-
108
108
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken besturen.
OPMERKINGEN.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
de historische en feitelijke grondslag geheel wordt miskend
Wel schijnt dit eenigszins gevoeld te zijn, daar in art. 369
gesproken wordt van de oppen-lukten van steden, maar die
bestaan als zoodanig niet en zijn dus eene bloote fictie,
daar die oppervlakten eenvoudig de grond zijn, waarop
huizen, straten, wegen en voetpaden liggen, d. i. alle ge-
bouwde eigendommen
, die onder geene polderwetgeving vallen,
Door te spreken van voormalige steden kan men haar fei
telijk en tegenwoordig bestaan niet wegredeneren.
Van opneming of inlijving in de districten is trouwens
geen spraak, want de steden worden bij het Ontwerp nief
tot dorpspolders gemaakt en, wat alles afdoet, bij art.
wordt het geheele Reglement niet toepasselijk verklaard
de steden, met uitzondering van deze vier artt. en wat
daaruit voortvloeit.
De geheele inlijving bestaat dus slechts in:
1 °. Het verwisselen van het beheer over de waterkeerende
werken.
2°. Het roepen van de ingezetenen uit de stad totver-
dediging van een hun vreemd belang.
Daartoe zijn de Staten echter onbevoegd, want die bepalingen
vallen niet alleen buiten art. 192 der Grondwet en art. 138
der Provinciale wet — en dit zou reeds voldoende zijn —
maar zij strijden ook bepaaldelijk met art. 141 der Pro-
vinciale wet, dat de Staten verbiedt bepalingen te maket
omtrent onderwerpen van algemeen livjhbelang. Die bepalingen
toch, druischen lijnregt in tegen de Gemeentewet en
strekken om haar in het belangrijkste opzigt op zijd
te stellen en de geheele »oeconomie der gemeente-huis-
houding" te veranderen.
Deze antecedenten hadden eene waarschuwing moeten
zijn voor de Commissie, om niet in de groote dwalingen
te vervallen die ten grondslag liggen aan Titel VTH, en
dat te meer, omdat zij op pag. 19 der Memorie toont be-
kend te zijn met de ware beginselen, door te weigeren de
Korenwaard in het district Buren op te nemen.
Daardoor heeft de Commissie bewezen met de ware be
ginselen omtrent deze materie bekend te zijn en het is|
dus onverklaarbaar hoe zij zoozeer ontrouw is kunnen
worden aan zichzelve en aan haar eisen beginselen.
Tot slotte protesteert het Gemeentebestuur, namens den
Raad van Tiel, dan ook ten ernstigste tegen de invoering
der bedoelde bepalingen en meent het de overtuiging te
mogen uitspreken, dat de wijsheid der Provinciale Staten
hen bewaren zal voor de bekrachtiging van het werk
harer Commissie in dit opzigt.
lich door wallen en vestingwerken tegen den vijand be
schermden en door het stadswezen zich juist aan de Pol-
lervereenigingen, aan het platte land, onttrokken. Was de
jtad aan eene rivier gelegen en maakte die omstandigheid
«■erken noodzakelijk om de stad ook daartegen te boscher-
:iiin, dan zorgden het stedelijk bestuur en de ingezetenen
laar even goed voor als voor alle andere belangen der stad."
Alleen de Rijkswetgever zou daarin verandering kunnen
I\'rengen, maar zou zeker nimmer zulke bepalingen in het
even roepen waardoor het beginsel van de zelfstandigheid
Ier gemeente met voeten getreden wordt; waardoor een
»iiuperium in iinperio gevestigd en eene grenzenlooze en
onoplosbare verwarring gesticht wordt."
De Gemeentewet draagt namelijk aan het gemeentebestuur
de zorg, het onderhoud en de instandhouding op van alle
.vineentewerken en eigendommen, alsmede het beheer en
Ie beschikking over hare financiën.
»Naïef is dan ook de verwondering van de Memorie van
Toelichting daarover, dat men vroeger aan zulke dingen
niet gedacht heeft en dat men zulke denkbeelden dadelijk
beeft laten varen enz."
Bij de opneming van de Korenwaard geldt het ten
minste nog gronden die eene poldervereeniging vormen en
toch stelt de Commissie daarbij te regt als voorwaarde van
opneming, dat zij kunnen beschouwd worden als zonder
bestuur te zijn en dat dit slechts zou kunnen geschieden
>p verzoek van belanghebbenden , zoodat de Staten daartoe nim
mer het initiatief zouden kunnen nemen. Dat is nog in
\'eel grootere en meer bijzondere mate toepasselijk op steden.
-ocr page 115-
109
109
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
OPMERKINGEN.
Aangezien het o. a. ook voor de gemeente Buren niet
aanbevelenswaardig is te noemen, dat de in dien titel be-
doelde steden onder de districten worden opgenomen.
Titel VIII
der
Tweede Afdeeling.
Het Gemeentebestuur kun zich zeer goed met het Ont-
werp vereenigen , met uitzondering van hetgeen is omschre-
ven in Titel VIII (der Twkkue Apukkmns). * Fan de slede.,,
\'tinnen de districten"
, waaromtrent het in overweging
geeft, bij het oude te blijven en dus de nieuwe bepalingen
te doen vervallen.
De Raad vereenigt zich geheel met het prae-advies vaji
Burgemeester en Wethouders van Zalt-Bommel, strekkende
om met de meest mogelijke bescheidenheid, doch met al
den ernst die deze, voor de gemeente in strekking enge-
volgen hoogst gewigtige zaak, vordert, aan Gedeputeerde
Staten te kennen te geven, dat de Raad zich refereert aan
zijn bezwaarschrift van 20 October 1870, n°. 14, en dat
hij, wat de hoofdzaak aangaat en voor zoo ver het op die!
gemeente toepasselijk kan worden geacht, zich vereenigt
met de beschouwingen en bezwaren door den Raad dei-
gemeente Tiel ingebragt tegen Titel VIII der Tweede aj-
deeling
van het Ontwerp-polderreglenient. De Raad acht
zich derhalve in het belang der gemeente verpligt te blij-
ven volharden bij zijn protest tegen de invoering der thans
voorgestelde bepalingen, zooals die voorkomen in geinelden
Titel VIII van het Ontwerp.
Het Gemeentebestuur heeft niet zonder verwondering
ontwaard , dat de stad Zevenaar mede onder het polderdis-
trict de Lijmers is opgenomen, hoewel zij nooit een deel
van dien polder heeft uitgemaakt of op eenigerlei wijze
tot denzelven in betrekking heeft gestaan.
Tengevolge dier opneming toch , zullen diensten worden
gevorderd en in polderlasten (schattingen) moeten worden
bijgedragen, hetgeen geheel in strijd is met vroegere toe-
standen.
Bovendien is de stad Zevenaar niet belast met eenig
dijkvak of eenige waterkeering waardoor zij omringd
wordt, daar zij op een afstand van ten minste 15 minu-
ten gaans van de districtswaterkeering verwijderd is. Ook
te dien aanzien zijn er alzoo geene redenen om Zevenaar
bfl de Lijmers te voegen.
Het Gemeentebestuur van Hattem zou de opneming dier
stad in de circumscriptie van het polderdistrict liattew
ftoogst onbillijk
vinden, daar de platte grond der stad eene
gelijke hoogte heeft als de IJsseldijken.
Wijders acht het de bepaling, dat het dijkbestuur gereg-
tigd zal zijn cieringen te maken en schouw te voeren
over de stadswaterkeeringen enz. en zelfs bevoegd zal zij"
die werken ten koste der gemeente te doen herstellen, *»|
strijd met de Gemeentewet.
Gemeentebestuur van Buren.
Dit besluit wordt aan Gedeputeerde Staten gezonden.
om te strekken tot protest tegen de opneming der gemeente
Zalt-Bommel in «Ie circumscriptie van het polderdistrict
15ommelerwaard boven den Meidijk.
Gemeenteraad VRn Zalt-BoHimel
Uemeentebestuur van Zevenaar
De opneming heeft vroeger gewis niet plaats gehad,
omdat Zevenaar reeds in 1487 door Hertog Jan van Cleve
met stedelijke regten werd begiftigd, onder bepaling dat
de bewoners bevrijd zouden zyn van alle diensten en sc/iat-
tingen
, uitgezonderd die de Vorst zelf mogt noodig hebben,
Gemeentebestuur van Hattem.
Volgens de Gemeentewet is het beheer van bedoelde
werken uitsluitend opgedragen aan Burgemeester en W et-
houders, die alleen aan den Raad verantwoording Bchul
dig zijn.
-ocr page 116-
110
110
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
NAMEN
der
betrokken Besturen.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
De dijkstoel van llattem bestaat, uitgenomen den dijk
taf, steeds uit »een paar eigengereide boeren, die van
mets als van wat boerderij verstand hebben."
De aan bet Dijkbestuur te geven niagt zou mede tot
zeer groote onaangenaamheden aanleiding geven, want
Burgemeester en Wethouders zouden als \'t ware geplaatst
worden onder curatele van den Dijkstoel. Men zou dan
ook onder eeu waterschapsbestuur moeten staan, zonder
op de benoeming der leden van dat Instuur den minsten
invloed te kunnen uitoefenen.
Dit art. grijpt dan ook geheel in de autonomie der Ge-
meeutebesturen, hen bij de Grondwet gewaarborgd, in.
Het is verder niet regtraardig, dat het dijkbestuur de be-
voegdheid zal erlangen om in de stad manschappen en
materialen te requireren, om die personen uitsluitend
werkzaam te doen zijn in het belang van den polder en
zelfs nog wel in eene andere gemeente.
Art. 372.
Deze bevoegdheid grijpt in de vrijheid der stedelingen
ï, die met het dijkdistrict niets te maken hebben en,
gevolge de plaatselijke verordening, ingeval van water
nood, tot het doen van persoonlijke diensten door de
gemeentelijke autoriteit kunnen worden opgeroepen »en
ovendien stellig gaarne behulpzaam zullen zijn als er het
minste gevaar aan de dijken of andere waterkeering en
«erken mogt ontstaan."
Ingevolge het besluit van Gedeputeerde Staten van ü
ptember 1870, n°. 26, aan den dijkstoel van llattem
degedeeld en door dezen aan Gedeputeerde Staten toe-
:ezonden.
Het Gemeentebestuur neemt tevens de vrijheid nog te
verwijzen naar zijne bezwaren tegen hetzelfde onderwerp,
bij besluit van 4 October 1870, kenbaar gemaakt en ver-
trouwt dat al het aangevoerde er toe zal leiden, om af te
zien van het plan om de stad llattem op te nemen in de
circumscriptie van het Polderdistrict van dien naam.
-ocr page 117-
PROVINCIALE STATEN.
ADRESSEN AAN DE
111
111
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp.
AANDUIDING
der
Adressanten.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
H. van Loghem en 5 andere
grondeigenaren onder Terwolde,
(gemeente Voorst.)
In den dorpspolder Terwolde is dit aldus opgevat en
r.nden de landerijen van rekestranten voor beide soorten
an polderlasten in eene lagere klasse aangeslagen.
Adressanten geven te kennen aan oedei\'üteerde staten
met verzoek om hunne bezwaren over te brengen aan d«
(kommissie die het nieuwe reglement heeft ontworpen en
indien deze niet tot de verlangde wijziging kan besluiten
bij de Proviuciale Staten — dat uit de artt. 221, 222 eg
224 van het tegenwoordige rivier-polderreglement moet
worden opgemaakt, dat de evenredige verdeeling zoowe
geldt voor de oneigenlijke als voor de eigeidijke polderlasten.
terwijl uit art. 237 van het Ontwerp schijnt te volgen
dat, in afwijking hiervan, evenredige verdeeling van polder-
lasten in \'t vervolg niet meer van toepassing zal zijn oj>
oneigenlijke polderlasten.
De heffing der oneigetdijke polderlasten is, strikt genomen,
eene belasting, die niet te pas komt in de tegenwoordige
staatshuishouding en kan misschien alleen geregtvaardig
worden door dat zij op oude gewoonten rust. Hieruit volg
echter, dat men zich dan ook in alle opzigten aan die oud(
gewoonten moet houden en geene landen meer mag be
zwaren, dan zij dat vroeger geweest zijn.
Adressanten stellen alzoo voor art. 237 te lezen als
volgt: »De polderlasten worden hektare-kektaresgelijk
omgeslagen over alle landen binnen het district gelegen
Evenredige verdeeling dezer lasten, gegrond op de ligginjj
dier landen, blijft bestaan waar die te voren op wettige
wijze is ingevoerd. In zeer bijzondere gevallen kan, ook
waar die tot nog toe niet plaats had, tot evenredige ver
deeling der eigenlijke polderlasten door het gecombineerd
collegie , onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, wor-
den besloten."
Ook art. 251 van het concept-reglement zoude eene der
gelijke wijziging moeten ondergaan.
Art 237.
Op die wijze wordt er niets veranderd en zal, indien in
(immige districten de evenredige verdeeling der polder-
isten zich niet tot de oneigenlijke polderlasten mogt uit-
trekken, ook deze gewoonte blijven bestaan, want dan
die evenredige verdeeling, ten aanzien der oneigenlijk
polderlasten, niet wettig ingevoerd.
251.
N. van Weelde weduwe van
J. van Deutekom te Varik.
321.
Adressante en hare kinderen zgn namelijk eigenaren van
"en huis bij den dijkte Varik, Sectie B, n°. 127, hetwelk
Wlast is met het dijkvak n". 86 en eene jaarljjksche uit-
seering van ƒ53.065, wegens afkoop van een eertijds
tfgen dat tijdvak gelegen pakwerk.
Doordien de Staat der Nederlanden in 1876 tegen dat
lijkvak eene stoep en los- en ladingsplaats heeft doen
eggen, is dat pakwerk geheel verdwenen en is het onmo
\'t* lijk dat het ooit weder kan ontstaan, weshalve het niet
meer dan billijk is, dat zij niet meer behoeven te betalen
foor dat niet langer bestaande onderhoud.
Voor zich en als voogdesse harer minderjarige kinderen
brengt adressante bezwaren in tegen art. 321 van het
Ontwerp, daar het, hoewel verbetering brengende in
den tegenwoordigen toestand, toch nog medebrengt dat
zij, al is het in mindere mate, zullen moeten betalen vooi
een niet meer mogelijk onderhoud, omdat men hen wi
doen dragen in de onderhoudskosten van pakwerken, waar-
mede hun eigendom nooit besmet is geweest.
Zij verzoekt derhalve regeling dezer aangelegenheid *\'P
die wijze, dat zij en hare kinderen voortaan niet nu\'«
behoeven te betalen eene vergoeding voor onderhoudskosten
die niet meer worden gemaakt.
-ocr page 118-
112
112
Betrekkeljjke
bepalingen
van het
Ontwerp.
AANDUIDING
der
Adressanten.
Art. 321.
Adressanten, die belast zijn niet het onderhoud van eei
gedeelte der dijkvakken tussehen n". 80\' tot en met nn. 9.\'
te I\'arik, nabij den kerktoren, en bezwaard met de jaar-
lijksche uitkeering van pakwerk, rigten hetzelfde verzoeli
tot de Staten als hierboven vermeld is van N. ra» W&>Lh
te i\'arik, op grond dat bedoelde pakwerken geheel ziji
verdwenen en onmogelijk weder ontstaan kunnen, tet
gevolge van den in 1876 door den Staat tegen hunna
dijkvakken aangelegden afweg met los- en ladingplaats,
B. van Deutekom en 6 an
dere inwoners van den dorp»
polder Yarik.
Een 40tal geërfden uit den
dorpspolder Yarik.
16 geërfden uit den dorps-1
polder Heessett.
Adressanten, allen belast met jaarlijksche uitkeeringen
wegens afgekochte waterwerken, erkennen dankbaar , dat
door art. 321 van het Ontwerp-rivierpolder-reglement, om
wijziging te brengen in de tegenwoordige verpligting tot
het betalen van zoodanige uitkeeringen, de op hen druk
kende onregtmatig zware last zal verligt worden. Zij
meenen echter dat de billijkheid vordert, dat er eene her-
ziening der pakwerken worde voorgeschreven, die b. v. om
een lOtal jaren wordt hervat, en dat de hoegroothei
van de door eiken pligtige uit te keeren vergoeding moet
afhangen alleen en uitsluitend van de kosten, die zijn
pakwerk veroorzaakt, zonder dat daarop invloed uitoefent
wat voor andere pakwerken wordt uitgegeven.
Daar dit ook zonder bezwaar voor uitvoering vatbaar
schijnt, verzoeken adressanten wijziging van het Ontwerp
in dien zin.
» 321.
106 grondeigenaren in de pro
vincie Gelderland.
Adressanten zijn allen eigenaren van buitendijks geleyuu
pereeeleu,
die of reeds voor steenfabrieken worden gebezigd
en daartoe voor een hoogen prijs werden aangekocht, ol
om de geschiktheid die zij hebben voor steenfabrieken
hooge verkoopwaarde bezitten, zóó hoog dat de eigenaar
van het land dien van geen ander bedingen kan, doch
welke een steenfabrikant wèl kan geven voor lauden in dt
nabijheid zijner uitgetichelde perceelen gelegen , daar anders
de door hem gestichte gebouwen alle waarde verliezen.
Ten deze gaan de belangen van de steenbakkers derhalve
hand aan hand met die van de grondeigenaars.
Door het bepaalde bij art. 476 van het Ontwerp, loopt
dat voordeel gevaar verloren te gaan en adressanten meenen
te mogen vragen of de noodzakelijkheid van die bepaling
ook roor de Buitenpolders is gebleken. Uit de Memorie van
Toelichting (bladz. 87) zou men eerder het tegendeel af-
leiden en zij beroepen zich derhalve op de Memorie zelve.
Art. 476 toch is, wat den inhoud van het verbod be-
treft, woordelijk gelijkluidend met art. 261 en daaromtrent
vermeldt de Memorie, dat het moet dienen om uitgravingeu
ten behoeve van steenovens te beletten en vooral daarom
noodzakelijk
wordt genoemd »nu er voorbeelden zfln, dat
men ook binnendijks steenovens verlangt aan te leggen.\'
> 476.
Daar staat toch uitdrukkelijk, dat het opnemen in de
Ikrde Af deeling van voorschriften uit de Tweede alleen dan
iferegtvaardigd wordt wanneer »dezelfde overwegingen,
He bij de beoordeeling van het polderwezen in de
Districten golden, ook bij de behandeling der Buitenpolders
\'n aanmerking kwamen."
-ocr page 119-
113
113
Betrekkelijke
bepalingen
van het
Ontwerp
AANDUIDING
der
Adressanten.
Aanmerkingen.
TOELICHTING.
OPMERKINGEN.
Meerdere redenen, om het doen van uitgravingen b\'m
neudijks
te beperken, zijn trouwens aan te voeren die niet
gelden kunnen voor gronden buitendijks, welke in den regel\'
jaarlijks een of meer malen door het rivierwater over-
stroomd worden, /.oodat onderscheiding tusschen binnen
en buitengronden ook hier hoogst wenschelijk zou zijn.
Men bedenke bovendien , dat voor het oprigten eener
steenfabriek buitendijks niet alleen de bij de wet van 2 Junij
1875 (Stbl. n". 95) gevorderde vergunning van het Ge-
meentebestuur, maar ook het verlof van den Minister vau
W aterstuat, Handel en Nijverheid noodig is en dat die
vergunningen wel niet zonder naauwkeurig onderzoek zullen
verleend worden.
Men zegge niet, dat niet alte uitgravingen verboden zijn,
maar alleen belangrijke waardoor de zandwellen levend wor-
den, want over den zin dier woorden zal al ligt verschil
van meening zijn en, ook zonder dat de steenfabrikant
dit wilde of bedoelde, zullen bij het uittichelen van gron-
den de zandwellen mogeljjk bloot komen, en dan is
deze verpligt, volgens goedvinden van poldermeesters
de wellen te hunnen, genoegen te digten ol te om-
kaden. Dit nu, wekt vooral de bezorgdheid van adres-
santen en maakt het verbod oneindig bezwarender vour
Buitenpolders dan voor polderdistricten.
Ook tegen menige andere bepaling van het Ontwerp
geldt hetzelfde bezwaar, dat aan poldermeesters (in buiten-
polders) dezelfde magt wordt gegeven als aan de dijkstoelen,
hetgeen te meer bedenkelijk is, omdat uit art. 544 schijnt,
te volgen, dat alleen dan hooger beroep op Gedep. Staten is,
als het Reglement het regt daartoe uitdrukkelijk toekent.
Zoo geeft art. 527 aan poldermeesters de bevoegdheid
om alle duikers, sluizen enz. naar goedvinden te doen
openen en sluiten.
Adressanten veroorloven zich ten slotte de opmerking,
dat de zoo wenschelijke algeraeene toedreding tot het regie
ment door noodeloos bezwarende bepalingen zeer wordt
tegen gewerkt.
Mogten in het algemeen belang enkele belemmeringen
in de buitenpolders onvermijdelijk zijn, dan eischt toch
de billijkheid en hetzelfde algemeen belang, dat deze be
lerameringen niet noodeloos worden uitgebreid en dat er]
meer waarborgen gegeven worden tegen willekeur en een
zijdigheid dan het Ontwerp thans aanbiedt.
Op bovenstaande gronden verzoeken adressanten eerbiedig
de nieuwe bepaling van art. 476 van het Ontwerp niet
aan te nemen en de andere bepalingen althans zoo te
wijzigen, dat er steeds hooger beroep zjj op Gedeputeerde
Staten.
In zijn eigen belang zal de steenfabrikant den grond
niet zoo diep uitgraven , dat die alle waarde als weiland
,-erliest en zal hij den ter zijde gelegden zoogenaamden
■uof bezigen, om den vergraven grond weder produktief te
maken, maar bij het uitgraven kunnen de wellen bloot
komen.
Voor de districten nl. is de beslissing opgedragen aan
de dijkstoelen, dat zijn besturen die, door hunne samen-
telling, waarborg geven tegen onnoodige belemmering van
den fabrikant, een waarborg die in vele buitenpolders,
200 niet geheel ontbreekt, dan toch in veel mindere mate
aanwezig is.
Art. 544.
Adressanten vreezen dat uit die uitgebreide magt van
poldermeesters allerlij moeijelijkheden zullen rijzen , die voor
en eene bron van kwelling zullen zijn en hoogst on
gunstig op de waarde hunner bezittingen zullen werken
Thans reeds verlangen zeer vele eigenaren van buiteu-
^ïonden in de provincie buiten een regelmatig polderver-
wnd en buiten de bepalingen van het polderreglement t<
Wijven en deze begeerte zal, door noodeloos bezwarende be-
palingen, zeer versterkt worden.
> 527.
-ocr page 120-
114
114
TOELICHTING.
Aanmerkingen.
Betrekkelijke
bepalingen
tan het
Ontwerp.
AANDUIDING
der
Adressanten.
OPMERKINGEN.
Ongeveer 380 eigenaren en
beheerders van gronden in de
Maas-afdeeling van het polder-
district Bommelerwaard boven
den Meidijk.
Adressanten deelen volkomen de beschouwingen der Coni-
missie tot herziening van het h\'ivierpolder-regleinent, voor-
komende op bladz. 5 van de Memorie van Toelichting bij
het Ontwerp, en zijn vooral met haar eenstemmig omtrent
de noodzakelijkheid aan betere voorziening betreffende de
afwatering, — aan betere regeling van het beheer der
waterlossingen.
Dat de Bommelerwaard boven den Meidijk daaraan in \'t bij-
zonder behoefte heeft, blijkt o. a. daaruit, dat de Pro-
vinciale Staten, ten opzigte der waterlossing, bij besluit
van 16 Julij 18(34, n ". o\', (Provinciaal Blad n". 129 van
1866) dat district verdeeld hebben in twee afdeelingen, nl
de M/ata/deeliru/ en de Waalafdeetiug, waarover het beheer
wordt uitgeoefend door het bestuur van het Polderdistrict.
Deze regeling is echter niet in het Mang van de be-
trokken polders, daar het districtsbestuur bestaat uit leden
in beide afdeelingen woonachtig, zoodat steeds een deel
er van niet betrokken is bij- en ook niet of weinig be-
kend met de belangen , waarover zij moeten beslissen.
Dit heeft nu en dan tot moeijelijkheden aanleiding ge-
geven en tot besluiten en handelingen, die door de groote
meerderheid in de betrokken afdeeling werden afgekeurd.
Bovendien is die regeling niet in overeenstemming met
de beginselen van het bestaande en evenmin van het thans
ontworpen liegleinent. Blijkens de artt. 355 en 363 van
het Ontwerp en de toelichting op eerstgemeld art. toch.
behoort de zorg voor de goede in stand houding der water-
gangen en kunstwerken tot waterlossing regtstreeks tot de
huishouding der betrokken polders en is de inmenging van
den dijkstoel slechts aangenomen, wanneer de dorpspolder-
besturen nalatig blijken in het tot stand brengen van eene
noodzakelijke betere waterlossiug.
Al mogen nu ook, krachtens de voorlaatste alinea van
art. 1 van het Ontwerp, de bepalingen omtrent de uit-
watering niet van toepassing zijn op de Bommelerwaard
boven den Meidijk,
zoo zou in dat district het beheer over
de waterleidingen toch dienen uitgeoefend te worden over-
eenkomstig de beginselen van het Ontwerp, anders zou
genoemd district welligt het eenige in de provincie zijn,
waar de zorg niet aan de regtstreeks belanghebbenden —
de betrokken besturen — is opgedragen en toevertrouwd.
Op deze gronden verzoeken adressanten:
1° uit het Ontwerp te doen vervallen de voorlaatste alinea
van art. 1, als geldende volgens de Memorie van Toe-:
lichting toch voornamelijk de Bommelerwaard boven dem
Meidijk
, of wel om in gemelde alinea op te nemen dat
meergenoemd district daaronder evenwel niet is begrepen. |
2". Het reglement op het beheer der stoomgemalen en
daarmede in verband staande werken in dat district, vast-j
gesteld bij besluit der Staten van 16 Julij 1864. n°. 6,j
te doen vervallen of te wijzigen overeenkomstig den geest.
en de strekking van het nieuw-ontworpen polderreglement. |
Art. 355 en 363.