-ocr page 1-
G. A. VAN ARKEL.
OVEB DE WEEKING )
VAN
8ECALE CORNUTUM
BIJ DE BARING.
*
-ocr page 2-
ff\\^\\ ^z<\\Q>^
<
-ocr page 3-
.
t
.
■ ■
-ocr page 4-
-ocr page 5-
OVER DE
WERKING VAN SECALE CORNÜTUM
BIJ DE ZB-A-IEeiICTQ-.
-ocr page 6-
Stoomsnelpersdruk. - C. H. Susan Jr. - \'s Gravenhago.
-ocr page 7-
z^:^ uXtcc /s /<?y?y
OVER DE
WERKING VAN SECALE CORNUTUM
BIJ DE BARING.
PROEFSCHRIFT
TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD
VAN
DOCTOR IN DE GENEESKUNDE
AAN DE MJKS-UNIVERS1TEIT TE UTRECHT,
NA MACHTIGING VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS
DR. E. MULDER,
ItOOGLEERAAR IN DB WIS- EN NATUURKUNDE ,
. VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER UNIVERSITEIT
EN
OP VOORDRACHT DER GENEESKUNDIGE FACULTEIT,
TE VERDEDIGEN
op Donderdag den 25 September 1879,
des namiddags ten 6 uren,
DOOR
GERARD1 S HMMWI S VAN ARREL.
Geboren te \'s G r a v e s a n d e.
\'9 G R A V E N H A G E,
\\V. P, VAN STOCKUM & ZOON.
-ocr page 8-
-ocr page 9-
te,
-ocr page 10-
-ocr page 11-
VOORREDE.
Voor dat ik overga tot liet onderwerp van mijn academisch
proefschrift, voel ik mij gedrongen een woord van opregten
dank te brengen aan U allen, Hoogleeiaren der Medische
Faculteit, voor Uw onderwijs en hartelijke welwillendheid.
Dat woord van dank zij in het bizonder nog aan U ge-
bracht, Hooggeleerde Halbertsma, Hooggeschatte Promotor,
voor de hulp, die ik bij de zamenstelling van mijn proef-
schrift van U mocht ondervinden.
Ook U Zeer Geleerde Heeren van der Hoeven en Vroesom
de Haan ben ik veel verplicht voor Uw onderricht.
Helaas kan ik ook U, aan de wetenschap te vroeg ont-
vallen Rienderhoff, mijnen dank niet betuigen voor het
zoo uitstekend van U genoten onderwijs.
En Gij , mijne Vrienden, die allen reeds lang de Academie
hebt verlaten, moogt gij steeds onze vriendschap in aan-
denken houden.
-ocr page 12-
-ocr page 13-
INLEIDING.
Ieder practicus, met drukke interne practijk, weet
hoe onaangenaam het is, uren aan uren doortebrengen
aan het kraambed, terwijl de barende daar nederligt
ongeduldig, dikwerf wanhopende, dat de tijd harer
bevalling van uur tot uur verschoven wordt, omdat
de weeën, zoo zij er al zijn, niet bij machte zijn het
kind te doen geboren worden; en niet altijd toch
gaat het aan, dadelijk zijn toevlucht tot de tang te
• nemen.
Reeds door alle tijden heen heeft men naar inwen-
dige middelen gezocht, die dezen toestand konden
ophelïen; van die allen heeft echter slechts één zijn
goeden naam, hoeveel bestrijders die steeds gevonden
heeft, tot op onzen tijd kunnen ophouden n.1. de
secale cornutum; alle anderen zijn gebleken van
generlei of nagenoeg geen nut te zijn.
-ocr page 14-
10
Reeds sints drie jaar was het mijn voornemen een
proefschrift te schrijven over de werking van secale
cornutum bij de baring.
In dien tijd heb ik iedere gelegenheid, die zich
voordeed, gebruikt om de verschillende secale prae-
paraten hierbij aan te wenden.
De gunstige werking van dit middel bij atonia uteri
in het tijdperk der nageboorte zal stellig wel niemand
meer betwisten; geheel anders echter is het met de
aanwending er van tijdens de baring.
Daar toch, waar, zonder vroegere schrijvers aan
te halen in het ééne Handboek van Verloskunde (1)
van den laatsten tijd «der Gebrauch des Secale Cor-
nutum zur Austreibung des Kindes ist als unnütz
und unter Umstanden für das Kind gradezuschüdlich
zu verbannen » in het andere (2) « Unter den inneren,
die Wehen verstürkenden Mitteln steht obenan das
Secale Cornutum, en op pag. 415:
So ist die gunstige Wirkung aller dieser (Zimmt,
Borax, Cannabis indica, Digitalis und Chinin) und
noch anderer, gegen schwache Wehen gepriesener
Mittel eventuell nur eine Nebenwirkung, und keines
kann das bei richtigem Gehrauche unschadliche Mut-
terkorn ersetzen» gevonden wordt, konden proeven
(1)  Schroder S. 255.
(2)  Spiegelbeig S. 313.
-ocr page 15-
11
met een middel, over welks werking sints de helft
der vorige eeuw tot op onzen tijd de meeningen zóó
uiteenloopende zijn, wellicht eenig nut hebben.
De praeparaten, bij mijn proeven gebruikt, zijn het
extractum, de pulvis en de tinctura, allen bereid
volgens de Pharmacopaea Neerlandica.
Wat de wijze van werking van de secale betreft,
heb ik alleen de verschillende meeningen der latere
schrijvers aangegeven, zonder meer, daar mij de
gelegenheid en tijd ontbraken, om de daartoe be-
noodigde proeven zelf te nemen.
Ten slotte heb ik, na vermelding mijner proef-
nemingen, de verschillende uitspraken, voornamelijk
die van Schröder en Spiegelberg. getoetst aan de
resultaten mijner proeven. Ik heb die proeven echter
niet kunnen nemen, zooals ik ze gewenscht had;
vooral had ik gaarne meerdere injectieproeven ge-
daan , doch als jong medicus werden mij soms zoo-
vele bezwaren geopperd tegen de aanwending, dat
ik er meestal van moest afzien.
-ocr page 16-
J.
WERKING.
Talrijk zijn in vroeger tijd de proeven geweest
omtrent de werking van secale bij de meest verschil-
lende dieren. Bijna allen bestonden deze uitvoedering.
Het vermelden van deze proeven zou mij wellicht
te wijdloopig doen worden en ligt ook niet in den
geest van mijn proefschrift, waarbij ik mij meer tot
de latere schrijvers bepaald heb.
In het tijdschrift van Geneeskunde van 4861 wor-
den vermeld de door Brunner (1), onder leiding van
Funcke, verkregen resultaten, uit zijn proeven met
verschillende bestanddeelen van de secale, waarbij
hij het waterig extract het werkzaamst vond. Dit
bracht hij onder de huid bij kikvorschen.
(1) Xonnulla do vi Secalis Coriiuti Diss. iiiaug. rned. Lypsiae 1860.
-ocr page 17-
13
Uit die proeven bleek hem, dat beweeg- en gevoels-
zenuwen volkomen ongevoelig zijn voor zijn werking.
De bloedstillende werking van de secale kan, vol-
gens hem, alleen berusten op verhoogden tonus der
vaten, dus op verhoogde opgewektheid der vasomo-
torische zenuwen, wier centraalorgaan in het rugge-
merg is gelegen, of op verminderden bloeddruk in de
vaten, waarvan de naaste werking vertraging van de
hartswerking zou kunnen zijn.
Volgens zijn proeven had werkelijk het moederkoorn
een vertraging van den hartslag ten gevolge, en daar
deze óf van verhoogde prikkeling der nervi vagi óf
van verlamming van de gangliën van het hart moet
afhangen, en hij zag, dat doorsnijding van de nervi
vagi hierin geen verandering bracht, kwam hij tot
de conclusie, dat de hartganglien door het gif werden
aangedaan.
Zijn proeven, om de vaten van het zwem vlies van
den kikker onder het microscoop te meten vóór en
na de veigiftiging, gaven hem geen resultaten, mis-
schien omdat de totale werking van het gif niet altijd
spoedig genoeg tot stand kwam.
Omtrent de werking van secale op den uterus sprak
Brunner de volgende hypothese uit: «daar het een
feit is dat hart en darm een dubbel zenuwstelsel heb-
ben , waarvan het eene de bewegingen tot stand brengt
-ocr page 18-
14
en het andere deze regelt, zoo is het ook niet onwaar-
schijnlijk, dat de baarmoeder, wier zamentrekkingen
insgelijks niet van de willekeur afhankelijk zijn, zulk
een dubbel zenuwstelsel bezit. Verondersteld nu, dat,
evenals bij den darm, de sympathicus ook bij de
baarmoeder als Hemmungstoestel dient, dan zouden
door verlamming van den sympathicus weeën kunnen
ontstaan.
Huizinga (4) deed proeven met gecurariseerde kik-
vorschen en konijnen. Hij gebruikte Wiggers ergotinum
in koolzure soda-oplossing.
Een kwartier tot één uur na de injectie ontstaan
reflexschokken, die spoedig in tetanus overgaan. Dit
is een centrale werking, want na onderbinding der
vaten van de achterste extremiteiten ontslaat de
tetanus eveneens. Ook ziet men het bij kikkers met
afgesneden kop, dus kon van werking op reflexrem-
mende centra of het vasomotorisch centrum geen
sprake zijn; zijn de achterste wortels van het rugge-
merg doorgesneden, dan blijft de werking uit. Dus
treedt hier reflextetanus op en ergotinum verhoogt
de prikkelbaarheid der reflexcentra in het ruggemerg.
Het zwemvlies van den kikker en het konijnenoor
(1) Maandblad van het Genootschap ter bevordering van f>atuur-
Genees- en Heelkunde, jaargang 1870/71, no. 11.
-ocr page 19-
15
dienden hem, om de werking van de ergotine op de
vaten na te gaan.
Bij een kikker wiens ééne poot intact was gelaten,
en bij wiens andere de nervus ischiadicus vooraf was
doorgesneden, waarop verwijding van de vaten in
het zwemvlies dier zijde was opgetreden, werd ergo-
tine op den rug ingespoten. Met het microscoop zag
hij aan de intacte poot eerst intermitterende, daarna
blijvende vernaauwing der vaten, terwijl aan den
anderen poot niets was te bespeuren, en eerst bij
injectie van grooter dosis vernaauwing der vaten,
doch veel minder intensief dan bij die, die met het
vasomotorisch centrum in verbinding was gebleven.
Snijdt hij bij konijnen alleen de sympathicus door,
dan volgt na de injectie zeer sterke vernaauwing der
vaten , zoodat zich de arterie als een bloedelooze streng
voordoet. Snijdt hij ook de ramus auiïcularis vagi
door, dan volgde de contractie veel langzamer, maar
trad toch duidelijk op.
Deze werking was dus minder intensief, dan bij
konijnen, waar alleen de symphaticus was doorgesneden,
zoodat ook hier een invloed op het vasomotorisch
centrum bestond.
Hij besluit hieruit: de vaatvernaauwing door ergotine
is het gevolg, zoowel van een werking op het vaso-
motorisch centrum als van een directe werking op
-ocr page 20-
46
den spierwand der arterie. Het aandeel, dat aan deze
beide factoren der ergotine werking toekomt, is bij
verschillende dieren verschillend.
Over de werking van ergotine op darm- en uterus-
beweging onthoudt hij zich van elk oordeel.
Hermanides (1) zegt, dat ergotine (hij gebruikte
extr. secalis corn. Bonjean) in den regel de polsfre-
kwentie vermeerdert, de prikkelbaarheid der reflex-
centra sterk verhoogt, en dat na injectie van y3 grein
ergotine na 40—45 minuten sterk afwisselende vaat-
vernaauwingen in het slijmvlies der mondholte van
gecurariseerde kikvorschen voorkwamen. Die vernaau-
wingen duurden aanhoudend langer tot na een uur
de arterie in blijvende contractie verkeerde.
Bij groote giften volgt dadelijk blijvende vernaau-
wing, bij kleine wisselt de graad er van af. Deze
vernaauwing ontstaat door contractie harer wanden,
die men duidelijk ziet dikker geworden. Gaat het dier
sterven dan worden de vaten wijder, wat Brown-
Séquard, die zag dat kleine giften de vaten van het
ruggemerg en zijn vliezen vernaauwden, groote ze
verwijdden, tot de verkeerde gevolgtrekkingen bracht,
dat in het eerste geval vermindering der sensibiliteit
en reflexvermogen, in het tweede verhooging er van
(1) Tijdschrift van Geneeskunde, jaarg. 1874.
-ocr page 21-
17
plaats vond. Na een maximum van contractie der
vaatspier houdt de vitale kracht op.
De arteriële vernaauwing was soms van 4\'" tot 3"\'.
Ook de venae werden naauwer, doch minder constant.
Die contractie is waarschijnlijk deels actief, deels
secundair ten gevolge van de verminderde bloedmassa,
die de vernaauwde arteries doorlaten.
Een geheel andere meening is Wernich (1) toege-
daan. Verhoogde bloeddruk in het arteriële stelsel,
zooals men vroeger aannam, is volgens zijn mano-
metrische proeven, en ook die van Holmes, na de
toediening van secale niet aanwezig; deze zou ook
lijnrecht in strijd zijn met de genezing van aneurys-
mata door ergotine, en veeleer bersting er van ten
gevolge moeten hebben. De overvulling van het ge-
heele veneuse stelsel en de leegte van het arteriële,
die onregelmatigheid der bloedverdeeling, kan slechts
dan tot stand komen, als de druk in het veneuse
stelsel nog lager wordt, dan zij gewoonlijk is; zóó
dus de druk in een menigte veneuse vaatgebieden
een negative wordt. Hij vat een en ander aldus
zamen (2):
(1)   Einige Versuchsreihen über das Mutterkorn von Dr. A. Wer-
nich. Berlin 1874.
(2)   Dez. S. 33.
2
-ocr page 22-
18
1.  Der specifisch wirksame Bestandtheil des Mut-
terkorns iibt auf den Tonus der Gefasse, besonders
der Venen, einen primaren Effect aus, welcher in
einer Herabsetzung des Tonus besteht, so dass die
Venen nach Ergotin-vergiftigung eine betrachtliche
Erweiterung erfahren und das Blut sich in den grös-
sten venösen Gefassen anhauft.
2.   Die Betheiligung des arleriellen Gefasssystems
ist eine secundare. Die Arterien contrahiren sich nicht
durch vermehrte Activitat ihrer Muskelelemente,
sondern sie erscheinen enger und sonst verandert, weil
sie leerer sind.
Omtrent de werking op den uterus stelt hij zich
voor, dat de zamentrekkingen na ergotinegebruik
waarschijnlijk veroorzaakt worden door anaemische
prikkeling van, in de hersenen of hoog in het rugge-
merg gelegene, bewegingscentra van den uterus.
-ocr page 23-
II.
WERKING VAN DE SÉCALE BIJ DE BARING.
Aan het volk en de vroedvrouwen in Duitschland
en Polen was reeds lang de weeënbevorderende wer-
king van het moederkoorn bekend. Camerarius is de
eerste geneeskundige geweest, die beweerde, dat
secale weeën opwekt. Desgranges (1) raadt aan se-
cale te geven, wanneer de geboorte alleen door
weeënzwakte wordt veroorzaakt, en stelt als indica-
ties: goede ligging van het kind en reeds eenigzints
gevorderde verwijding van \'het ostium uteri. Bij ge-
sloten baarmoedermond doet het geen werking.
Bij voorzichtig gebruik geeft het geen nadeel noch
voor het kind, noch voor de moeder. Dr. Brunati (2)
zegt. dat hij de secale gebruikt niet in het eerste of
tweede, maar in het derde of vierde tijdperk der
(i) Verhandeling over het Moederkoorn van Dr. Galama.
(2) Galama, 1. c
-ocr page 24-
20
verlossing, wanneer hij meende dat de tang geïndi-
ceerd zou zijn, en merkt daarbij op, dat het beter
is, dat, caeteris paribus, iedere verlossing door dy-
namische dan door mechanische hulpmiddelen afloopt.
Busch (4), nagezegd te hebben, dat secale een
weeënversterkend middel is, raadt het gebruik van
dit middel ook daarom bij weeënzwakte aan, omdat,
wanneer zelfs na de toediening er van de tang toch
nog noodig mocht zijn, dit niet te vergeefs is, wijl
in het vijfde tijdperk der geboorte in geen geval,
waarin moederkoorn was aangewend, een adynami-
sche bloeding voorkwam. Hij gebruikte de pulvis,
het infusum of de tinctuur.
Scanzoni (2) zegt nimmer schadelijken invloed
voor de moeder gezien te hebben, maar dat zelfs
geringe giften secale voor het kind gevaarlijk kunnen
zijn, waar bij de vrouw bekkenvernaauwing bestaat,
of de baarmoedermond minstens niet zoover geopend
is, dat zoo noodig ieder oogenblik de kunstmatige
verlossing kan plaats hebben. Hij voegt er bij, dat
hij den partus kunstmatig termineert, wanneer niet
5 minuten na de toediening van het middel de ge-
boorte gevolgd is, of de weeën niet zulken graad
(1)  Haudbuch der Geburtskunde von Busch und Moser. Bd. V, S. 607.
(2)  Lehrbuch dea Geburtshülfe, Band II, S 271.
-ocr page 25-
21
van intensiteit bereikt hebben, dat met groote
waarschijnlijkheid de spoedige uitdrijving van het
kind te wachten is. Van 5—5 minuten moet men
na toediening ausculteren. Hij gebruikte de pulvis of
het infusum.
Het komt mij voor, dat, daar het middel eerst
na 10—15 minuten werkt, Scanzoni den tijd veel te
kort heeft genomen, en de gunstige werking zeer
dikwerf door te vroeg kunstmatig ingrijpen zal ver-
loren zijn gegaan. Zijn te groote vrees voor het
kind schijnt hiervan de reden te zijn.
Schröder (1) zegt, dat secale niet op de wijze
van normale weeën op de uitdrijving van den uterus-
inhoud werkt, maar meer een gelijkmatige voortdu-
rende contractie van den uterus , bijna zonder weeën-
pauze opwekt. Hierdoor kan het voor het kind groot
nadeel veroorzaken.
Bij iedere contractie van den uterus namelijk, ook
bij de normale wee , wordt de gaswikkeling tusschen
moederlijk en foetaal bloed zoo niet opgeheven, dan
toch wezenlijk belemmerd, zoodat ook gedurende
de normale wee de foetale harttoonen in frekwentie
afnemen; ja, bij zeer krachtige, snel op elkaar vol-
gende weeën komt het voor, dat het kind in de
(1) Lehrbuch der Geburtshülfe. liaud II, S. 254.
-ocr page 26-
\'22
korte weeënpauze zich niet meer herstellen kan,
asphyctisch wordt en afsterft. Zoo gaat het ook,
zegt hij , bij krachtige werking der secale.
Daar bovendien de gelijkmatige spanning van den
uterus noch op de verwijding van de moederlijke weeke
deelen, noch op de voorwaartsbeweging van het ei
eèn wezentlijk bewonderenden invloed heeft, zoo
is het gebruik van secale tot uitdrijving van het kind
nutteloos, en in sommige omstandigheden voor het
kind schadelijk.
Iets later zegt hij, men kan het op het einde der
baring geven, waar men grond heeft te verwachten,
dat de uterus zich na de geboorte slecht contraheren zal.
Tot uitdrijving van het kind echter kan secale
naauwelijks iets bijdragen.
Wernich (1) na aangemerkt te hebben, dat Schrö-
der de aanwending van secale beperkt tot het tijdperk
der nageboorte alleen, zegt, dat hij deze strenge af-
scheiding afleidt van de proeven, met den tokodyna-
mometer van Schatz gedaan, over de wijze, waarop
het moederkoorn invloed uitoefent op de weeën.
Na secale gebruik ontstaat namelijk een belangrijke
vermeerdering van de intra-uterine druk in de weeën
pauze, terwijl de weeën wel menigvuldiger, maar
(1) L. c. S. 59.
-ocr page 27-
23
veel minder werkzaam worden, tot ten laatste in het
geheel geen weeën meer ontstaan.
Schröder zegt: zijn reeds de normale weeën scha-
delijk voor de gaswisseling tusschen moeder en kind,
hoeveel te meer dan deze kunstmatig verlengde.
«Es scheint» zegt "Wernich, nach dieser Darstel-
lung, das die tokodynamometrische Versuche über
Secale an einem Uterus unternommen sind, der un-
ter gewöhnlichen Verhaltnissen wohl schwerlich un-
ter den Einfluss desselben gesetzt worden ware. Nach
einer ganz gelaufigen Vorschrift soll Secale in der
Austreibungs-periode nur bei volstandig erweiterten
Muttermunde gegeben werden, und unter dieser Vor-
bedingung komt eine so enorme und andauernde
Gontraction wohl schwerlich zu Stande, ohne den
Inhalt, in diesem Versuch also in erster Reihe die
Tokodynamometer-Blase auszutreiben.
Jedenfalls scheinen mir die Vorbedingungen des
Versuches nicht aufgeklart genug, um die vielen ent-
gegenstehenden, und auch von mir absichtlich in
grösserer Zahl gemachten Beobachtungen über die
gute Wirkung des Secale in der Austreibungsperiode
ganz zu entkraften ».
Hij gebruikte het waterig extract gezuiverd door
diffusie door perkamentpapier.
-ocr page 28-
24
Hermanides (1) zegt: men weet dat secale inwendig
gebruikt of niets doet, of normale weeën opwekt, of
abnormale.
Onvoldoende of geheel ontbrekende absorptie bij de
stomachische methode beschouwt hij als oorzaak van
het uitblijven der werking. Hij raadt een flinke gift
in eens aan.
Verder -vermeldt hij drie gevallen, waarin hij de
injectie van ergotine als partus-terminerend middel
heeft aangewend; twee gevallen van adynamia uteri
bij barenden in het vierde tijdperk, waar snel uit-
drijving volgde, een derde, waar bij 2" dilatatie, na
breking der vliezen, volkomen weeënstilstand bestond.
Hier kreeg hij na twee injecties van 3 grein zamen,
in plaats van flinke weeën, krampweeën, die drie
uren lang door laudanum en subcutane injectie van
atropine moesten bestreden worden.
Hij gebruikte het extr. secalis corn. Bonjean.
Spiegelberg (2) zegt van de secale: «zijn weeën-
versterkende kracht is grooter, dan zijn weeënopwek-
kende, ofschoon ook deze niet te ontkennen is.
De uteruscontracties worden onder secalewerking
sterker, de pauzen korter; ten laatste de pauzen zoo
(1)  L. c. pag. 52.
(2)  L. c. S. 413.
-ocr page 29-
25
klein, dat zich tetanus ontwikkelt. Deze heeft echter
zooals bekend is geen uitdrijvende kracht en kan tot
foetale asphyxie voeren.
«Es ergiebt sich. zegt hij verder (1), daraus die
Lehre Mutterkorn nie zu verabreichen, so lange dem
Fortschritte" der Geburt irgend welche mechanische
Hindernisse noch entgegenstehen, also auch nie in
der Erofïnungszeit, und wahrend der Austreibung
nur, wenn Nichts als ungenügende Expulsivkraft die
Beëndigung der Geburt verzögert, letztere bei guter
Kratt bestimmt erwartet werden kann, und einer
eventuellen Extraction des Kindes Nichts hinder-
lich ist.
Verder moet men voortdurend ausculteren, om bei
dreigende asphyxie dadelijk het kind te extraheren.
Na toediening moet men vooral op de vulling der
blaas letten, daar volgens Wernich, de urine-secretie
door secale zeer vermeerderd wordt.
Spiegelberg noemt de pulvis, het infusum en het
inwendig gebruik van het extr. secalis aq. als werk-
zaam, doch de sub-cutane injectie het meest.
(1) L. c. S. 414.
-ocr page 30-
III.
SUBGUTANE INJECTIE VAN HET EXTBACTUM
SECALIS CORNUTI P. N.
Geval I.
Geïnjicieerd 75 MG. Extract op 75 MG. Aq. destil.
Den 8" April 1875 werd ik ontboden bij een krach-
tige multipara vrouw W., die mij meedeelde, bij hare
vorige bevallingen steeds zwakke weeën, en post
partum een belangrijke haemorrhagie gehad te hebben.
Driemaal was zij forcipaal verlost en had na de laatste
een fistula vesico-vaginalis overgehouden.
Zoo zich hier weder te zwakke weeën of weeën-
stilstand mocht voordoen, had ik besloten tot boven-
genoemde injectie, daar de vrouw beangst was. voor
de forceps. En werkelijk was dit het geval. Bij mijn
komst \'savonds negen uur was er ongeveer 2l/2"
dilatatie, die bij weinige zwakke weeën \'s morgens zes
-ocr page 31-
27
uur tot nagenoeg volkomen ontsluiting toegenomen was.
Het hoofd, in eerste schedelligging, bleef hoog en
eenigsints bewegelijk op den bekkeningang staan,
hoewel er niet de minste bekkenvernaauwing was.
Ik begon met breking der vliezen, hopende hierna
de weeën te zien verbeteren; wel daalde het hoofd
een weinig in, doch flinke dolores ad partumbleven
uit. Na tot 7\'/2 uur gewacht te hebben, maakte ik
gebruik van genoemde injectie, waarop zeer spoedig
eenige krachtige uterus contracties volgden, die het
hoofd dieper deden indalen, doch langzamerhand
weder in kracht afnamen, en niet in staat waren het
kind uittedrijven.
Gedurende het geheele verloop had ik naauwkeurig
acht gegeven op de hartstoonen van het kind, en
daar ik die na de injectie zwakker hoorde dan vóór,
en de injectie der vrouw nog al pijnlijk was, maakte
een en ander, dat ik mijn toevlucht nam tot de
forceps, en spoedig een flink levend kind extraheerde,
dat wel een weinig asphyctisch ter wereld kwam, doch
zich spoedig herstelde. De placenta liet zich gemak-
kelijk verwijderen. Het kraambed verliep normaal.
Later heb ik mijzelf beschuldigd, dat ik of geen
sterkere injectie genomen, óf die niet herhaald had,
daar blijkbaar de weeën na de injectie verbeterd
waren, en dan zeer waarschijnlijk, vooral in het
-ocr page 32-
28
eerste geval, in staat zouden geweest zijn de vrucht
uittedrijven.
Mijn vermoedelijk te groote vrees voor den dood
van het kind bij het hooren van zwakkere hartstoonen
was hieraan schuld.
Geval II.
Gëmjicieerd 180 MG. Extract op 180 MG. Aqua destül.
Den 26" Mei 1878 werd ik geroepen bij vrouw
v. d. H., een flink gebouwde vrouw, secundipara.
Er waren, volgens zeggen, goede weeën geweest,
doch kort vóór mijn komst hadden ze geheel opge-
houden. Het liquor was weg, en het caput lag in
1" schedelligging vóór den bekkenuitgang. Hartstoonen
van het kind duidelijk hoorbaar. Na een uur wach-
tens injiciëerde ik bovengenoemde oplossing in den
buikwand, waarop na 8 minuten duidelijk voelbare
uterus-contracties ontstonden, en in twee flinke weeën,
die zeer kort op elkaar volgden, het kind werd uit-
gedreven.
Tijd om na te gaan of de hartstoonen zwakker
werden, had ik niet. Het kind schreeuwde dadelijk,
-ocr page 33-
29
doch zag eenigsints bleek. Na een paar minuten had
het echter de normale kleur terug.
Minder gelukkig was ik echter met het verwijderen
der placenta. Zooals ik gewoonlijk doe, wreef ik eerst
flink den uterus door den buikwand heen, waarbij
ik voelde dat zij van haar insertieplaats losliet, en
wilde haar nu verwijderen.
De uterus had zich echter zóó \'gecontraheerd, dat
ik met moeite het ostium kon binnendringen , en het
mij eerst na betrekkelijk geruimen tijd gelukte eerst
twee, toen drie vingers in te brengen, om de pla-
centa te verwijderen.
Eenig nadeel voor de vrouw, ook in het kraam-
bed, heeft de injectie niet gehad, behalve hevige
dolores post partum.
Geval III.
Geïnjicieerd 125 MG, Extr. op 125 MG. Aqua destill.
Vrouw v. B., een anaemische multipara, riep den
10 Maart 1879 \'s avonds mijne hulp in. Het vorige
jaar was ik bij haar ter adsistentie geroepen, wegens
een belangrijke haemorrhagie post partum . waaraan
-ocr page 34-
30
een ergotine injectie een einde maakte. Van af den
vorigen avond had zij steeds pijnen gevoeld. Bij mijn
komst vond ik het ostium nagenoeg verstreken, het
caput in 2de schedelligging in de bekkenholte, en
de vliezen bij iedere wee slechts slap spannende. Ik
begon met dezen te breken, doch mijn hoop, hier-
door de weeën te versterken, bleef zonder gevolg.
Hierop injicieerde ik mijn ergotine oplossing in den
buikwand, en na ruim 10 minuten trok zich de
uterus flink zamen.
Hoewel de weeën wel wat al te pijnlijk en aan-
houdend waren , was de voortgang van het hoofd dui-
delijk te voelen, en ruim een half uur na de injectie
was een niet groot kind geboren.
Op de pols van de moeder scheen de injectie geen
invloed te hebben; de hartslag van het kind was
merkbaar zwakker geworden, en ook hier kwam het
kind bleek, anaemisch ter wereld, doch zonder ver-
dere nadeelige gevolgen. Met het verwijderen der
placenta had ik weder groote bezwaren. Ik had spoe-
dig duim en twee vingers ingebracht, en voelde nu
het óstium er zich om heen zamentrekken, en eerst
na geruimen tijd, onder wrijving en aandrukken van
den uterus door den buikwand heen met de andere
hand, gelukte het mij de placenta te verwijderen.
De eerste dag van het kraambed kenmerkte zich
-ocr page 35-
31
door vrij hevige dolores p. p.; den tweeden dag kreeg
patiënte een ligte aanval van haemoptoë, die zich
echter gelukkig niet herhaalde, terwijl verder het
kraambed gunstig verliep.
Wel klaagde zij over pijn op de injectie-plaats, doch
van abcesvorming was niets te bespeuren.
Geval IV.
Geïnjicieerd 480 MG. Extr. op 480 MG. Aqua destül.
Den 8 April 4879 kwam mij een geval van te
zwakke dolores voor bij jufvrouw L., krachtige mul-
tipara. Nadat ik \'s morgens vroeg reeds eenige uren
bij haar had doorgebracht, doch om de slecht toe-
nemende dilatatie haar weder had moeten verlaten,
werd ik eerst \'s avonds tien ure weder bij haar ge-
roepen.
Van tijd tot tijd had ze, zoo vertelde zij mij , weeën
gehad, doch deze waren kort afgebroken, en her-
haalden zich slechts met groote tusschenpoozen.
Daar de ontsluitingsperiode reeds twee dagen ge-
duurd had, was de vrouw afgemat.
Ik vond bij mijn komst voldoende dilatatie, het
-ocr page 36-
32
hoofd in Ie schedelligging in de bekkenholte, de
vliezen nog niet gebroken.
Deze laatsten brak ik eerst, doch nu bleven de
weeën geheel weg. Daarop injicieerde ik, na een ge-
ruimen tijd afgewacht te hebben, bovengenoemde in-
jectie.
Daar de vrouw mij gezegd had in de laatste 44 dagen
weinig leven gevoeld te hebben, overtuigde ik mij
vóór de injectie, dat de hartstoonen duidelijk hoor-
baar waren.
Niet langer dan 10 minuten duurde het of er
volgden krachtige pijnen en bij wee op wee werd
het kind, een zeer groot meisje, geboren. De pols
van de moeder was belangrijk frekwenter geworden,
misschien wel meest afhankelijk van de groote in-
spanning , die dergelijke weeën haar kostten.
Zwakker worden der hartstoonen van het kind vond
ik ook hier, en het duurde eenigentijd, eer het kind
begon te schreeuwen. Met de placenta had ik, hoe-
wel in mindere mate, dezelfde bezwaren als in het
voorgaande geval. Plet kraambed verliep, behalve
sterke dolores p. p. normaal.
-ocr page 37-
IV.
INWENDIGE TOEDIENING VAN HET EXTR.
SECALIS CORN.
Geval I.
Twee giften van 0,250 Extract.
Den 29 Juli 1879 werd ik geroepen bij vrouw J.,
een krachtige multipara. Toen om mij gezonden was,
waren er, volgens zeggen, geruimen tijd krachtige
weeën geweest, en was daarop het liquor afgeloopen.
Daar er ruim twee uur meê verstreek, eer ik bij haar
was, had zij, zooals zij mij meedeelde, getracht de
weeën tegen te houden, en zoo vond ik bij nagenoeg
verstreken ostium uteri het hoofd in le schedelligging
in de bekkenholte staan. De weeën waren zeer zwak.
Na een uur wachten gaf ik haar 250 MG. Extr. seca-
lis, waarop de weeën wel eenigsints sterker werden,
doch niet voldoende bleken, om het kind uit te drij-
ven. Toen ik na een half uur bespeurde, dat ze weder
3
-ocr page 38-
34
zwakker werden, gaf ik haar een tweede gelijke gift,
en hierop volgde reeds na een kwartier de geboorte
van een flink meisje, dat toonde geen hinder van
de toediening gehad te hebben.
De hartstoonen van het kind, die ik van tijd tot
tijd had geausculteerd, waren vrij wel dezelfde ge-
bleven.
De placenta volgde spoedig, en het kraambed ver-
liep zeer normaal, ook waren de dolores p. p gering.
Geval II.
Eén gift van 250 MG. Extract.
Den 16 Aug. 4879 riep vrouw v. d. B., krachtige
multipara, te Monster mijne hulp in bij hare beval-
ling. De anamnese leerde mij, dat al hare vorige
bevallingen zeer snel waren verloopen, zoodat, wan-
neer de vochtblaas gebersten was, dadelijk de geboorte
van het kind volgde.
Bij mijne komst vond ik het liquor reeds eenige
uren weg, het hoofd in le schedelligging in de bek-
kenholte bij voldoende dilatatie van het ostium, doch
zwakke weeën. De hartstoonen van het kind waren
zeer duidelijk te hooren.
-ocr page 39-
35
Ik besloot hier, met het óog op het gunstig ver-
loop harer vorige bevallingen, eerst eenigen tijd te
wachten.
De weeën bleven echter zwak, en herhaalden zich
slechts met groote tusschenpoozen, en hoewel ze na
een paar uur wat krachtiger werden, vorderde de
baring weinig. Ik gaf haar hierop bovengenoemde
gift, ausculteerde de hartstoonen van het kind, die
geen merkbare verandering ondergingen, en zag na
ruim 20 minuten een flink meisje geboren worden,
dat dadelijk goede teekenen van leven gaf.
De placenta volgde gemakkelijk. De dolores p. p.
waren heviger, dan zij gewoon was, doch verder ver-
liep het kraambed gewoon.
Geval III.
Eén gift van 500 M.G. Extract.
Den 204Un Augustus 1879 kwam mij een geval van
volkomen weeënstilstand voor bij vrouw P. een, een
weinig anaemische, multipara.
Reeds sints twee dagen had zij aanhoudend pijnen
gevoeld, doch mij om den verren afstand niet laten
komen. Ik vond haar vrij afgemat. Het ostium was
-ocr page 40-
36
bijna verstreken, de vliezen slap en niet het minste
spannende, het hoofd in le schedelligging een weinig
in de bekkenholte in gedaald. De weeën hadden sints
eenige uren geheel opgehouden. Toen, na het breken
der vliezen, en nadat ik haar eenigen tijd uit bed
had laten komen, om de indaling van het hoofd te
bevorderen en daardoor wellicht weeën op te wek-
ken, deze zich lieten wachten, gaf ik haar 500 M.G.
Extract.
Reeds 10 minuten na toediening ontstonden er con-
tracties van den uterus, die steeds toenemende na
een half uur een groote jongen deden geboren worden.
De. hartstoonen van het kind hoorde ik merkbaar
zwakker na de toediening; dit bleek ook bij de ge-
boorte, daar het mij heel wat moeite kostte, het
kind, dat zeer asphyctisch was, in het leven te be-
houden. Na de geboorte contraheerde zich de uterus
zeer krachtig en dreef daarbij snel de placenta uit.
Het kraambed was normaal behalve hevige dolores
P-P-
-ocr page 41-
V.
TOEDIENING VAN PULVIS SECALIS CORN.
Geval I.
Eén gift van 2.5 gram.
Den 31 October 1876 werd ik ontboden bij een zeer
krachtige flink gebouwde multipara vrouw v. d. H.
De anamnese leerde mij, dat zij de eerste maal forci-
paal verlost was, nadat de weeën nagenoeg hadden
opgehouden, en het hoofd voor de geboorte stond.
Het kind was dood.
De tweede maal had haar accoucheur van \'s mor-
gens tot middernacht bij haar doorgebracht, eer het
kind werd geboren, steeds kampende met slechte
weeën.
Den 20 Mei 1875 had ik haar bijgestaan onder
dezelfde omstandigheden, en had ik haar de tinctura
secalis toegediend, waarop de geboorte van het kind
gevolgd was.
-ocr page 42-
38
Ook ditmaal had zij niet alleen te zwakke weeën,
maar langzamerhand kwam er geheele weeënstilstand,
terwijl het vruchtwater was afgeloopen bij voldoende
dilatatie. Bekkenanomaliën waren er niet. Het caput
stond even als de vorige maal in le schedelligging
in de bekkenholte. Ik had reeds geruimen tijd afge-
wacht, zonder eenige verbetering in den toestand te
bespeuren, en gaf haar daarom genoemde gift pul vis
secalis.
Na een kwartier waren de weeën zoo krachtig ge-
worden , dat het caput spoedig verder indaalde en na
ruim een half uur een zeer groote jongen werd ge-
boren, die zich dadelijk goed deed hooren. Van ver-
andering der hartstoonen van het kind vóór en na
de toediening was niets te bespeuren.
De placenta volgde gemakkelijk.
Het kraambed verliep ongestoord.
Geval II.
Eén gift van 1.5 gram.
Vrouw v. D., een anaemische multipara, riep den
17 December 187ö mijne hulp in.
Bij mijn onderzoek bleek het caput in le schedel-
-ocr page 43-
39
ligging voor den bekkenuitgang te staan Zij verhaalde
mij, dat, toen het water was afgeloopen, de weeën,
die vooraf goed waren geweest, plotseling hadden
opgehouden. Na wachten en wachten gaf ik haar met
het oog op haar debiliteit niet meer dan 15 gram
Reeds na 12 minuten volgden uterus-contracties, en
na 20 minuten was een niet groot meisje geboren,
dat volkomen wel was.
De hartstoonen van het kind waren vóór de toe-
diening der secale reeds niet sterk hoorbaar, dus kon
ik moeijelijk verschil ontdekken. De placenta liet zich
gemakkelijk verwijderen. Het kraambed verliep, uit-
gezonderd te sterke dolores p. p., volkomen goed.
#
Geval III.
Twee giften van 1,5 gram.
Den 3" Februari 1877, \'s morgens vroeg, werd mijne
hulp ingeroepen bij vrouw v. d. B , anaemische secun-
dipara, bij wie, terwijl zij eenige werkzaamheden
verrichtte, de vochtblaas was gebersten, zonder dat
zij bepaalde weeën had gevoeld. Bij mijn komst had
zij geringe pijnen; er was nog weinig dilatatie, het
hoofd was voorliggend in 1° schedelligging. Haar eerste
-ocr page 44-
40
bevalling had ik, daar de weeën ook toen zwak waren,
met de tang getermineerd. \'sMiddags bezocht ik haar
weer, en vond nu 3" ontsluiting, terwijl het caput
was begonnen intedalen. Genoodzaakt haar voor
eenigen tijd te verlaten, vond ik twee uur later eenige
meerdere dilatatie, doch verder den toestand dezelfde;
wel waren er eenige weeën geweest, doch zeer zwak.
Ik besloot hier eerst een gift van 1,5 gram te geven,
waarop ik na een kwartier bespeurde, dat er veel
betere uterus-contracties kwamen, en het caput be-
gon intedalen in de bekkenholte. Toen ik reeds hoop
voedde, dat deze ééne gift voldoende zou zijn, en het
caput tot vóór den bekken uitgang kwam, namen de
weeën weder in kracht af. Ik trachtte, zooals mij
meermalen gelukt is, de geboorte te bevorderen door
inbrengen van den vinger in het rectum, en, zoo
achter de kin komende, het hoofd voortteduwen,
doch ook deze manupilatie hielp mij niet.
Daarop gaf ik haar, onder voortdurend ausculteren,
een tweede gelijke gift, waarop na 20 minuten het
kind, een meisje, werd uitgedreven. De hartstoonen
van het kind waren wel eenigzins zwakker gewor-
den na de toediening; toch vertoonde het kind niet
de geringste mate van asphyxie.
Met de verwijdering der placenta had ik eenige
moeite; wel lag ze los in utero, doch het ostium had
-ocr page 45-
41
zich zoo snel gecontraheerd, dat ik moest beginnen
met het eerst langzaam te verwijden. Het kraambed
verliep zonder eenig ongeval.
Geval IV.
Eén gifl van 2,5 gram.
Na den 21n Januari 1878 reeds des morgens vroeg
geroepen te zijn bij vrouw B., secundipara, een kleine
krachtige vrouw, zonder bekkenvernaauwing, doch
weder om de geringe ontsluiting vertrokken te zijn,
werd ik \'s avonds op nieuw bij haar ontboden, en
vond nu een dilatatie van 4", het caput in le schedel-
ligging in de bekkenholte, de vliezen zwak spannende
bij iedere wee. Ik besloot vooreerst af te wachten. In
plaats echter dat de weeën sterker werden, bemerkte
ik te doen te krijgen met adynamia uteri.
Na vier uur toevens was behalve meerdere ontslui-
ting de toestand dezelfde. Ik brak daarop de vliezen,
en toen ook hierop geen meerdere werking volgde,
diende ik haar bovenstaande gift toe. Na 20 minuten
ontstonden hierop eerst onregelmatige uteruscontrac-
ties, waarvan sommigen de vrucht voortdreven, an-
deren niets dan pijn gaven; daarna werden de weeën
-ocr page 46-
42
al krachtiger, zóó zelfs dat er bijna geen relaxatie
uteri was, en werd na 40 minuten een levend meisje
geboren, dat niet de minste asphyctische verschijn-
selen vertoonde.
De hartstoonen van het kind waren vóór en na
de toediening dezelfde gebleven.
Bij ligle wrijvingen werd kort daarop de placenta
uitgedreven, \'t Verloop van het kraambed leverde niets
bijzonders op; ook de dolores p. p. waren gering.
Geval V.
Eén gift van 1,5 gram.
Den lsten Februari 1878 werd ik geroepen bij vrouw
v. d. W., secundipara, een tengere vrouw, eerst kor-
telings hersteld van een ernstige ziekte, croupeuse
pneumonie.
Ofschoon bij haar debiliteit adynamia uteri mij niet
vreemd zou zijn voorgekomen, vond ik echter krach-
tige weeën, bij volkomen dilatatie en gebroken vlie-
zen, zoodat met een paar weeën het caput in l8te
schedelligging voor den bekkenuitgang stond.
Plotseling hielden echter de weeën op, en toen
-ocr page 47-
43
zich na een half uur er nog geen voordeden gaf ik
1,5 gram pulvis secalis.
Grooter gift durfde ik bij een dergelijke patiënte
uit vrees voor anaemia cerebri niet aanwenden. Bijna
tien minuten na toediening ontstonden er aanhou-
dende braakneigingen, misschien wel hieraan toe te
schrijven.
Na een kwartier ontstonden er zwakke weeën, die
langzamerhand toenemende, na een half uur zóó
krachtig werden, dat een nog boven verwachting
goed ontwikkelde jongen werd geboren. Op de harts-
toonen van het kind had deze gift niet den minsten
invloed De placenta werd spoedig en gemakkelijk
verwijderd. Verloop van het kraambed , behalve hevige
dolores p. p., die een flinke gift laudanum noodig
maakten, normaal.
Geval VI.
Eèn gift van 2 gram en één van 1,5 gram.
Vrouw de B., een krachtige primipai a, ontbood mij
den 8n April \'s nachts. Bij mijn komst, die nog al
met groot oponthoud was gepaard gegaan, er ging
namelijk ruim drie uren mede heen, waren de weeën
-ocr page 48-
44
die, volgens zeggen, zeer krachtig waren geweest,
geheel weg.
Er was ruim 3" ontsluiting, het hoofd dat in de
bekkenholte stond lag in lc schedelligging, het liquor
was kort te voren afgeloopen. Toen ik na twee uren
wachten onder sterke wrijvingen van den uterus en
andere hulpmiddelen nog niets verder kwam, gaf ik
haar 2 gram pul vis secalis, waarop na 12 minuten
de uterus zich duidelijk voelbaar contraheerde, en
wel pijnen ontstonden, doch geen weeën, die op de
uitdrijving van het kind werkten. Ook de dilatatie
van het ostiüm was kleiner geworden, zoodat ik
begon te vreezen voor strictuur. Ik gaf hierop eenige
droppels laudanum en besloot af te wachten.
Onder zwakke weeën was \'s middags drie uur ein-
delijk zooveel dilatatie gekomen, dat ik besloten was
de tang aanteleggen; toch wilde ik eerst nog de secale
beproeven.
Ik gaf toen 1,5 gram en reeds na 20 minuten ont-
stonden krachtige weeën, die na een ruim half uur
een groot kind, een meisje uitdreven, dat spoedig
flink begon te schreeuwen. Hier had ik de hartstoo-
nen van het kind na de tweede gift duidelijk hooren
zwakker worden, en waren de weeën niet zoo krach-
tig en werkzaam geweest, had ik stellig spoedig for-
cipaliter te werk gegaan. Misschien hebben echter de
-ocr page 49-
45
langdurige partus, bij het vroeg afvloeijen van het
vruchtwater, hieraan evenveel schuld als de secale.
Hoewel ik snel de placenta trachte weg te nemen,
veroorzaakte mij dit moeite door de sterke contractie
van denuterus. Het kraambed verliep zoo ongestoord,
dat ik geen bezoek bij haar in dien tijd behoefde te
brengen.
geval VII.
Éen gift van 1,5 gram één van twee gram.
Kort daarop den 17 April kwam mij een geval
voor bij vrouw v. d. H., krachtige multipara, waarbij
mij de secale in den steek liet. Ik was voor de tweede
maal haar accoucheur; vroeger had zij na iederen
partus steeds een belangrijke haemorrhagie gehad,
waarom ik haar met goed gevolg de tinctura scalis
had toegediend
In dit geval waren van den beginne af aan zeer
zwakke dolores, zoodat het ontsluitingstijdperk ruim
twee dagen duurde.
Ook hier had ik met Ie schedelligging te doen.
\'s Morgens 10 uur diende ik haar, terwijl ik bij vol-
doende dilatatie de vliezen had gebroken en het
-ocr page 50-
4(5
hoofd in de bekkenholte stond, de eerste gift toe.
Wel volgden hierop eenige onregelmatige uterus-
contracties , en nam de pijn toe, doch van de ge-
wenschte voortdrijving der vrucht was niets te be-
speuren.
De hartstoonen van het kind bleven even duidelijk
hoorbaar. Na een groot half uur gaf ik haar de tweede
gift van 2 gram en ook deze had weinig succes.
In de bekkenholte, nagenoeg voor den bekkenuit-
uitgang, bleef het caput onbewegelijk staan zonder
dat er eenige mechanische hinderpaal was. Ik was nu
wel verplicht naar den tang te grijpen en extraheerde
spoedig een flink meisje, dat van de toediening der
secale niet den minsten hinder had gehad. De pla-
centa liet zich gemakkelijk verwijderen, en behalve
een weinig koorts op den derden dag verliep het
kraambed ongestoord.
GEVAL VIII.
Één gift van 2 gram.
Den 16 September 1878 werd ik ontboden bij
vrouw v. W., een zwakke multipara, die herhaal-
delijk leed aan atonia uteri.
-ocr page 51-
47
Dit was dan ook de reden geweest, dat zoolang ge-
wacht was, dat ik bij mijn komst reeds volkomen
ontsluiting, gebroken vliezen en het caput in Ie
schedelligging voor den bekkenuitgang vond staan.
Zij deelde mij mede, dat zij van af den vorigen
dag reeds pijnen had gevoeld, en dat nu een uur
vóór mijn komst het water was afgeloopen. Na dien
tijd waren de pijnen gedurende eenigen tijd heviger
geweest, daarop weder zwakker geworden, en nu
gedaald tot bijna volkomen weeënstilstand. Na een
half uur wachten gaf ik haar genoemde gift pulvis
secalis, en reeds na ruim 15 minuten was een niet
groote jongen geboren.
Tijd, om verschil in hartstoonen bij het kind goed
te observeren, had ik niet; doch het toonde bij de
geboorte weinig hinder van de secale toediening gehad
te hebben. Bijna onmiddelijk na de geboorte van het
kind volgde de placenta, die ik slechts uit de vagina
had te verwijderen. Kraambed, behalve intermitte-
rende koorts, die den 5eu dag ontstond, en door een
paar giften chinine spoedig week, verder normaal.
Ook de dolores p. p. waren gering.
-ocr page 52-
48
Geval IX.
Twee giften van 1 gram.
Vrouw v. D., een anaemische multipara, riep den
2 December 1878 mijne hulp in bij hare bevalling.
Bij haar vorigen partus had zij ook aan atonia uteri
geleden, doch daar het toen een tweelingzwangerschap
was, en daarbij het eerste kind een billigging had,
(het tweede had later een dwarsligging) vond ik mij
niet gerechtigd secale te geven en deed liever de
extractie. Reeds den vorigen avond had ik haar be-
zocht , doch was om de geringe dilatatie weder huis-
waarts gegaan. Ik had hier met een le aangezichts-
ligging te doen.
Bij mijn komst \'s morgens vond ik ruim 3" ont-
sluiting, de vliezen gebroken, matig sterke dolores.
Hoewel langzaam ging alles eerst goed. Er kwam
volkomen dilatatie, het hoofd daalde goed in de bek-
kenholte, de kin draaide naar voren, toen de dolores
langzamerhand verminderden.
Ik schreef het eerst toe aan te groote afmatting
door den langen duur der partus, en beproefde door
sterke wrijvingen, het geven van excitantia enz. de
weeën te versterken, en diende eindelijk, toen dit
ook tot niets leidde, de secale toe. Na een eerste gift
van 1 gram bespeurde ik na 20 minuten nog weinig
-ocr page 53-
40
verandering, hierop gaf ik weder een gram en na
10 minuten kwamen er zulke flinke uterus-contracties^
dat binnen het half uur een niet groote jongen werd
uitgedreven.
Hier had ik na de tweede gift de hartstoonen, die
evenwel niet zeer duidelijk te hooren waren, zwakker
hooren Worden; het kind zag bleek, de spieren waren
slap, maar toch schreeuwde het spoedig na de ge-
boorte. De placenta volgde gemakkelijk. Uitgezonderd
sterke dolores p. p. verliep het kraambed goed.
*
Geval X.
Eén gift van 2 gram.
Den lln Februari 1879, \'smorgens vier uur, werd
ik bij een middelmatig sterke multipara, vrouw L.,
ontboden. Dit was de derde maal, dat ik haar bij-
stond. De eerste maal had ik haar om atonia uteri
forcipaal verlost, wijl ik toen geen secalebij mij had;
de tweede maal, toen ik geen hartstoonen kon hooren,
en er bovendien een stinkend liquor afliep, zich geen
caput seccedaneum vormde, en de vrouw sinds eenigen
tijd geen leven had gevoeld, had ik haar30druppels
tinct secalis gegeven, waarop de uitdrijving volgde
van een kind, dat alle sporen droeg van reeds ge-
4
-ocr page 54-
50
ruimen tijd dood te zijn geweest, ontvellingen enz.
Ditmaal was er bij mijn komst ruim 4" ontslui-
ting, het hoofd stond in 2e schedelligging, en was
reeds een weinig in de bekkenholte ingedaald.
De weeën waren echter zeer zwak. De harttoonen
van het kind waren duidelijk hoorbaar.
Ik moest mij eenigen tijd verwijderen, en keerde
eerst te tien ure weder terug. Toen was het liquor
weg, het caput stond in de bekkenholte, maar nog
altijd waren er geen dolores ad partum.
Ik gaf daarop genoemde gift secale, en reeds na
een half uur werd onder voortdurende, weinig tus-
schenpozing gevende contracties van den uterus een
flinke jongen geboren. De harttoonen van hét kind
waren wel min of meer zwakker geworden, doch
zonder dat het bleek het kind gehinderd te hebben.
De placenta volgde gemakkelijk; het kraambed een
weinig koorts, die na den 4° dag ontstond en spoedig
week, daargelaten, verliep normaal.
-ocr page 55-
vi.
TOEDIENING VAN TINCTURA SECALIS CORN.
Geval I.
Twee giften van 40 druppels.
Den 25 Juli 1876 werd ik ontboden bij een krach-
tige multipara, vrouw v. Z., die vroeger, volgens haar
mededeeling, meermalen aan weeënzwakte had ge-
leden ; daarom ook had zij mij niet vroeg doen halen,
hoewel de pijnen reeds den vorigen dag waren be-
gonnen. Ik vond bij voldoende dilatatie, gebroken
vliezen, het hoofd in le schedelligging in de bekken-
holte, doch zeer zwakke weeën. Ik wachtte hier niet
lang met de toediening van 40 dr. tinct. secalis,
waarvan ik echter hoegenaamd geene werking be-
speurde. De hartstoonen van het kind bleven even
duidelijk hoorbaar. Na een half uur diende ik haar
een tweede gelijke gift toe, waarop duidelijke, eerst
zwakke, daarna sterkere contracties van den uterus
volgden, die het hoofd tot vóór den bekkenuitgang
-ocr page 56-
&
brachten, doch hier langzamerhand weder ophielden.
Met het oog op het kind, waarvan ik de harttoonen
na deze laatste gift duidelijk hoorde zwakker worden,
besloot ik de forceps aan te leggen, waarop ik spoedig
een f linken jongen extraheerde, die goede teekenen
van leven gat.
Het verwijderen der placenta ging vrij gemakkelijk.
Het kraambed verliep zonder stoornis.
Geval II.
Eén gift van 30, één van 40 druppels.
Vrouw v. d. B., anaemische multipara, riep den
30 October 1876 mijne hulp in.
Bij mijn komst vond ik nagenoeg volkomen dila-
tatie, de vliezen nog niet gebroken, bij iedere wee
slechts slap spannende, het caput in le schedellig-
ging in de bekkenholte. Eén gift van 30 druppels,
nadat ik, na breking der vliezen, twee uren te ver-
geefs had gewacht op sterkere weeën, bracht wel
eenige, doch geringe verbetering.
Na een half uur gaf ik toen een tweede van 40
druppels, waarop spoedig, reeds na ruim 40 minuten,
de weeën krachtiger en aanhoudender werden, en na
-ocr page 57-
53
een half uur de uitdrijving van het kind, een niet
groote jongen volgde.
De harttoonen van het kind waren vóór en na de
toediening van beide giften niet veranderd. De pla-
centa liet zich gemakkelijk verwijderen.
Het kraambed verliep, behalve sterke dolores p. p.
zeer normaal.
Geval III.
Eén gift van 40 druppels.
Den 25 Maart 1877 werd ik geroepen bij vrouw
v. S., een anaemische primipara. Den vorigen dag had
ik bij zeer geringe ontsluiting niet kunnen bepalen,
wat het voorliggend deel was, te meer, daar ook de
buikwand zeer gespannen was, wat natuurlijk lastig
was voor het uitwendig onderzoek. Den volgenden
morgen bemerkte ik, dat ik met een eerste aange-
zichtsligging te doen had; de dilatatie vorderde lang-
zaam. Toen ik mij voor een paar uren verwijderd
had, was in den tusschentijd het vruchtwater afge-
loopen, en het hoofd een weinig ingedaald. De vrouw
was echter door den langen duur zeer vermoeid, en
de weeën werden al zwakker en zwakker. Ik besloot
-ocr page 58-
54
nu niet langer te wachten, en gaf haar 40 dr. tincl.
secalis, waarop reeds na een klein half uur zulke
krachtige dolores ontstonden, dat kort daarop een
niet groot meisje werd geboren.
De harttoonen van het kind waren voor de toe-
diening niet sterk, doch ik kon daarna geen verschil
ontdekken.
De placenta volgde gemakkelijk.
Het kraambed verliep ongestoord.
Geval IV.
Eén gifl van 50 druppels-
Den
10 September 1877 riep vrouw N., een krach-
tige secundipara, mijne hulp in. Nadat ik haar een
paar malen had bezocht, was er langzamerhand vol-
doende dilatatie gekomen, zoodat ik er toe overging,
om de vliezen te breken, denkende hierdoor de zóó
zwakke weeën te verbeteren. Het hoofd stond in 4e
schedelligging in de bekkenholte.
Toen de weeën al zwakker en zwakker werden, en
er zelfs weeënstilstand dreigde te ontstaan, gaf ik haar
50 druppelsTinct. Secalis, waarop na 20 minuten de
bijna opgehouden weeën zoo in intensiteit begonnen
-ocr page 59-
55
toe te nemen, dat reeds na 40 minuten het kind, een
flink meisje werd geboren. De harttoonen van het kind
waren natoediening wel eenigsints zwakker geworden,
doch bij de geboorte was er van asphyxie niets te
bespeuren. De placenta volgde spoedig. Het kraam-
bed , behalve zeer hevige dolores p. p, normaal.
Geval V.
Eén gift van 30 druppels.
Den 27n September 1877 riep vrouw D„ een anae-
mische multipara, mijne hulp in.
Zij deelde mij mede, vroeger eveneens aan weeën-
zwakte geleden te hebben; nu toch waren ook, bij
voldoende ontsluiting en afgeloopen vruchtwater met
het hoofd in le schedelligging diep in de bekkenholte,
de weeën zoo zwak, dat van vooruitgang van het
hoofd niets was te bespeuren.
Ik wachtte hier niet lang met de toediening van
secale en gaf haar 30 druppels. Grooter gift durfde ik
niet toedienen, om de vrij sterke anaemie van de
patiënte; deze gift bleek mij voldoende, om de weeën
dien graad van intensiteit te doen bereiken, dat na
verloop van een uur een klein meisje werd geboren.
-ocr page 60-
56
De harttoonen waren voor de toediening niet sterk,
doch veranderden daarna niet. Ten slotte had ik hier
nog te kampen met adhaesie van de placenta, die ik
echter na lospelling goed kon verwijderen, en de
hierop volgende bloeding was zeer gering. Hevige
dolores p. p. waren de eenige stoornis in het kraambed.
Geval VI.
Eén gift van 30 druppels.
Toen ik den ln Maart 1878 bij vrouw Z., een krach-
tige multipara, werd ontboden, en daar aankwam,
was reeds één kind een uur te voren geboren. De
vrouw dacht aan tweelingen en werkeliJK was dat zoo.
Echter waren er geen weeën. Het tweede kind had
een le schedelligging, terwijl het liquor reeds weg
was. Na een uur wachten, zonder dat zich iets, wat
zelfs naar een wee geleek, voordeed, gaf ik haar 30
druppels tinct. secalis, waarop^na 12 minuten flinke
contracties van den uterus volgden, die in een paar
weeën het kind, een meisje, uitdreven. De harttoonen
van het kind waren vóór en na de toediening dezelfde
gebleven. Beide placentae volgden gemakkelijk en het
kraambed verliep goed.
-ocr page 61-
57
Geval VII.
Eén gift van 50 druppels.
Den 43" juli 4878 werd ik \'s middags geroepen bij
vrouw H., krachtige primipara. Bij normaal bekken
stond het caput in 4<= schedel ligging; de dolores waren
tamelijk goed, doch er was eerst 3" dilatatie, zoodat
ik weder vertrok, daar zij niet veraf woonde. Toen
ik \'s avonds negen uur weder werd geroepen, vond
ik bijna volkomen dilatatie, doch nagenoeg weeën-
stilstand. Ik brak hierop de vliezen en wachtte af.
Ik had reeds een uur vertoefd, en nog niet éénewee
bespeurd, toen ik haar 50 druppels tinct. secalis gaf.
Reeds na 20 minuten ontstonden er pijnen, die lang-
zamerhand den vorm van weeën aannamen, en tot
aanhoudende uterus-contracties overgingen, waardoor
in den tijd van ruim een half uur na toediening een
flink kind, een meisje, werd geboren. De harttoonen
van het kind waren niet veranderd. De placenta volgde
spoedig en gemakkelijk.
Het kraambed verliep zeer goed.
Geval Vlll.
Eén gift van 50 druppels.
Den 8n Maart 4879 werd ik geroepen bij jufvr. B.,
-ocr page 62-
58
voor de derde maal gravida. Het was de tweede maal
dat ik haar bijstond. Bij haar tweede bevalling had
ik verscheidene tumoren in den fundus uteri ontdekt,
waarvan twee ter grootte van een kippenei, die een
eigenaardige gedaante gaven aan de zwangere baar-
moeder, wat dan ook de reden geweest was, dat,
toen zij voor de eerste maal ergens in Zeeland gravida
was, men meende er een ovariumcyste aanwezig was,
waartegen vesicantia, tinc.t jodii enz. aangewend waren.
Angstig, vooral ook om den snellen groei van het
gezwel, wendde zij zich tot Prof. Simon Thomas,
die haar de blijde tijding meedeelde, dat zij spoedig
moeder zou worden, wat ook reeds den volgenden
dag gebeurde.
De tweede bevalling, waarbij een zeer groot kind
werd geboren, verliep zeer gewoon. De derde maal
echter waren er zeer zwakke dolores van den beginne
af aan. Eindelijk was na lang sukkelen de baarmoeder-
mond zoover verstreken, dat ik de vliezen kon breken.
Het caput stond hoog in den bekkeningang in le
schedelligging. Nieuwe tumoren waren er niet te ont-
dekken ; echter was een der twee grooten in omvang
toegenomen. Daar deze aan de regterzijde, de andere
lag meer in het midden, van den fundus uteri lag,
konden wellicht daardoor geen gelijkmatige uterus
contracties ontstaan. Toen, na eenige uren wachtens,
-ocr page 63-
59
eindelijk bijna totale weeënstilstand ontstond, gaf ik
haar 50 druppels tinct. secalis, waarop na een half
uur de uterus zich begon zamen te trekken, en onder
al toenemende weeën een flink meisje werd geboren.
De uterus contraheerde zich na de uitdrijving van
het kind nog zoo krachtig, dat ik eenige moeite had
om de placenta te verwijderen. Wat de harttoonen
van het kind betreft, hieraan had ik geen verandering
kunnen bespeuren.
De harde tumoren, die duidelijk voelbaar, met
breede basis, onregelmatig rond in het uterusweefsel
lagen, hield ik voor interstitiële baarmoederfibroiden.
Het kraambed verliep ongestoord.
-ocr page 64-
VII.
BESLXJIT.
Na dezen uitslag mijner proefnemingen gezien te
hebben zal het niet bevreemden, dat ik de meening
van Schböder, dat het gebruik van secale tot uit-
drijving van het kind nutteloos is, niet kan deelen,
en geheel instem met Spiegelberg , dat secale een
weeën-opwekkende en een nog grootere weeën-ver-
sterkende kracht bezit.
M. i hangt de al of niet gunstige werking van
secale bij de baring in hoofdzaak af van den juisten
tijd van aanwending en van de ligging der vrucht,
daargelaten de vele gevallen, waarin het bepaald is
tegenaangewezen. Wil men bij weeën-zwakte er een
gunstig effect van zien, dan wende men het aan: bij
nagenoeg ontsloten baarmoedermond, gebroken vlie-
zen, terwijl het hoofd in normale schedel- of aange-
zichtsligging staat en bij moeder of kind, zoo het bij
dit merkbaar mocht zijn, geen mechanische beletselen
voor een natuurlijken partus aanwezig zijn. Dat men
-ocr page 65-
64
voor ieder afzonderlijk geval hierbij rekening heeft tö
houden met verschillende bijkomende omstandigheden
als voorafgegane of aanwezige ziekten, hyperaesthesie,
krampweeën, abnormiteiten van de baarmoeder enz.,
spreekt van zelf. Vooral, en hierop kan niet genoeg
gelet worden, dient de secale niet vroeger gegeven
te worden, vóór er ten naastenbij volkomen dilatatie
van het ostium uteri is.
Bij verscheidene verlossingen, ook de eerste maal
bij die mijner echtgenoote, is het mij gebleken, dat
secale gegeven bij onvoldoende dilatatie geen of zeer
weinig nut doet, wanneer ze, zooals ik ze gegeven
heb, in één gift van \'dQ druppels tinctuur, of één
gram pulvis wordt toegediend. Nadeel voor moeder
of kind heb ik echter van dergelijke giften nooit ge-
zien. Daarentegen kan ik mij in dergelijk geval zeer
goed voorstellen, dat bij grooter giften strictuur ot
tetanus uteri ontstaan kan, of de dood van het kind
er het gevolg van kan zijn. Een duidelijk zwakker
worden van de hartstoonen van het kind komt van
tijd tot tijd en wel bijna constant bij groote giften
secale voor; geeft men nu de secale, terwijl de vrucht
nog geruimeu tijd in utero moet vertoeven en er geen
voldoende dilatatie is, om in tijd van nood de for-
ceps aan te leggen, dan kan het kind ligt afsterven;
vooral wanneer de uterus contractie het sterkst is in
-ocr page 66-
82
het onderste segment, zooals mij in Geval VI, bij
toediening van Pulvis Secalis, is voorgekomen.
De talrijke slechte uitkomsten, vooral in vroeger
jaren, van de toediening der secale, meestal slecht
voor het kind, schrijf ik dan ook hoofdzakelijk toe
aan het te vroeg geven van dit middel, buiten reke-
ning latende die gevallen, waarin het aangewend is,
waar het bepaald gecontraïndiceerd was, waartoe ik
behalve de genoemde gevallen, vooral ook breng de
voet- en billiggingen.
Wij hebben reeds gezien dat na toediening van
secale een zwakker worden van de harttoonen van
het kind veelvuldig voorkomt en daar die liggingen
op zich zelf reeds minder gunstig zijn voor het kind,
wijl de navelstreng zoo ligt gedrukt wordt, hebben
we bij zwakke weeën in de extractie een middel, dat
de toediening van secale overbodig maakt. Hoewel ik
het nimmer in dergelijk geval heb gegeven, zou men
het misschien kunnen toedienen, kort vóór men tot
de extractie overgaat of kan gaan, om de uitdrijving
van het nakomend hoofd te bevorderen. Wanneer
ik mijn proeven, waarin ik meestal geen melding
maakte van de verhouding van de secale tot de pols
der moeder, wijl die zoo varieerde, dat ik hieromtrent
tot niets kon besluiten, verder naga, wat betreft de
meerdere of mindere gunstige werking van het ééne
-ocr page 67-
63
praeparaat boven het andere, kom ik tot de vol-
gende conclusiën:
1°. Omtrent het extractum secalis corn.
1.  dat injectie van het extract wel oneindig sneller
en krachtiger werkt, dan de toediening er van per
os, of de pulvis en de tinctuur, altijd voor zoover ik
uit de weinige injecties mag concluderen, maar dat
een duidelijk zwakker worden der harttoonen van het
kind steeds te hooren is, terwijl de kinderen meest
anaemisch ter wereld kwamen, en de uterus contrac-
ties ook na de geboorte te heltig waren, en een
spasmus gaven, die het verwijderen der placenta zeer
bezwaarlijk maakte, terwijl de dolores p. p. steeds
vrij hevig waren, en verder de injectieplaats of pijn-
lijk is, of wat mij in andere gevallen, waarin ik de
injectie van extract, secalis heb aangewend, meer-
malen is voorgekomen, onlangs nóg bij een telean-
giectasie en vroeger bij haemorrhagien en milttumoren,
in abscesvorming overgaat
2.   dat de toediening per os, voor zoover ik ook
hier uit de weinige gegevens mag besluiten, in niet
te groote giften zeer gunstig werkt bij zwakke weeën
(Geval I en II), en noch voor de moeder noch voor
het kind eenigen nadeeligen invloed heeft; dat het
-ocr page 68-
64
zelfs bij Volkomen weeënstilstand zeer gunstig werkt
(Geval III), de gift echter niet te groot mag zijn,
daar anders, zooals hier, het kind asphyctisch wordt,
en wellicht ook grooter nadeel, dan de hier te hevige
dolores p. p. voor de moeder kan ontstaan. Of in dit
geval ook niet de langdurige partus veel tot de as-
phyxie heeft bijgedragen, kan ik natuurlijk niet be-
slissen; echter had, blijkens het zwakker worden der
harttoonen de secale, zoo niet geheele, dan toch
groote schuld aan den toestand van het kind.
2°. Omtrent de pulvis secalis corn.
dat ze, ziekte-toestanden van de maag, waarin ik
de secale nooit heb gegeven als stilzwijgende contra-
indicatie aangenomen, wel minder snel, dikwerf ech-
ter even krachtig werkt als de injectie of de toedie-
ning van het extract per os;
dat ze echter soms zonder bekende redenen in den
steek laat (Geval Vil);
dat ze bij niet groote giften onschadelijk is voor
het kind;
dat bij meerdere of grootere giften de harttoonen
wel zwakker werden (Geval III, VI, IX en X), doch
in Geval III en X zonder den minsten hinder voor
het kind, in Geval VI misschien daaraan was toe te
-ocr page 69-
65
schrijven, dat ik de eerste gift te vroeg had gegeven,
en in Geval IX de vrouw anaemisch was, het kind
een aangezichtsligging had en bovendien zwak was
dat ze bij kleine giften eveneens onschadelijk is
voor de moeder, in grootere of meerdere soms te
sterke uterus contracties opwekt in het tijdperk dei\'
nageboorte (Geval III en VI), en in enkele gevallen
(Geval II, V en VII) sterke dolores p. p. aanwezig
waren.
3°. Omtrent de tinctura secalis corn.
Vreemd was het mij bij de verschillende schrijvers
zoo weinig melding gemaakt te vinden van de tinctura
secalis.
Busch vermeld er de werkzaamheid van, en stelt
het op ééne lijn met het infusum en de pulvis en
Wernich zegt er van: «Noch jetzt schwören manche
Practiker auf die gute Leistungen der Tinctura Seca-
lis,» terwijl Spiegelberg het volstrekt niet noemt.
Zij het dan ook, dat het watergehalte van de meer
slappe spiritus, waarop de secale getrokken wordt
gedurende geruimen tijd, hiervan de werkzame be-
standdeelen oplost, ontegenzeggelijk heeft mij de tinc-
tuur steeds groote en vele diensten bewezen. Veel
gebruik heb ik van de tinctuur gemaakt, niet, omdat
5
-ocr page 70-
60
zij beter werkte dan de pulvis, ik heb hierin, zooals
ook uit de proeven blijkt, geen verschil kunnen ont-
dekken, maar omdat de pulvis zoo moeijelijk is goed
Ie houden, terwijl bij praxis ten platte lande niet
altijd versche pulvis gemakkelijk is te verkrijgen.
De werking der tinctuur was tegenover moeder en
kind nagenoeg gelijk die der pulvis. Alleen verwekte
de pulvis soms een gevoel van walging, wat ik bij
de tinctuur en de gevallen, waarin ik het extract
per os heb toegediend, niet heb gezien. Soms echter
laat ze evenals de pulvis in den steek (Geval 1).
De invloed op de harttoonen van het kind was of
gering (Geval I en IV) of nul. Behalve in Geval V,
waar adhaesie was, en in Geval VIII volgden de pla-
centae vrij gemakkelijk; steeds echter draag ik, na
toediening van secale, zorg ze zoo spoedig mogelijk
te verwijderen.
Wellicht zal het opvallen dat de tinctuur toch over
het geheel een mildere werking heeft dan het extract
of de pulvis, doch ik heb hier niet die groote doses
gebruikt, die ik somtijds van het extract of de pulvis
heb aangewend, en waar ik grooter gift toediende,
traden toch ook, zij het dan in mindere mate, dezelfde
bezwaren voor moeder (Geval VIII) en kind (Geval
I en IV) op.
-ocr page 71-
87
Behalve bij besliste atonia viert, gaf ik dikwerf, zoo-
dra ik bespeurde, dat de dolores in het laatste tijd-
perk der geboorte eenigsints zwakker werden een gift
van 30—40 druppels tinctura secalis, waarvan ik
nimmer nadeelige werking heb bespeurd noch voor
de moeder, noch voor het kind, en waaraan ik het
zelfs meen te mogen toeschrijven, dat wij op een
getal van T 400 verlossingen nog maar eenmaal een
haemorrhagie p. p. is voorgekomen, en dit bij het
eerste accouchement, dat ik zelfstandig verrichtte,
waar het kind bij mijn komst reeds was geboren, en.
ik dus geen secale had kunnen geven; immers atonia
uieri tijdens de baring is dikwerf de voorbode van
haemorrhagie post partum.
Ook mijn schoonvader, de Heer van Dijk te Naald-
wijk , gebruikt in zijn uitgebreide verloskundige prac-
tijk sints ruim drie jaren met veel succes de tinctura
secalis, zonder ooit er eenig nadeel voor moeder of
kind van to hebben gezien, en het heeft hem, vol-
gens zeggen, menige tangverlossing uitgespaard.
Als eindresultaat geef ik van de verschillende prae-
paraten de voorkeur aan de inwendige toediening,
hetzij van het extract, dat ik echter nog te weinig
beproefd heb, om er geheel zeker van te zijn, hetzij
van de tinctuur, wier werkingen gelijk staan aan die
-ocr page 72-
08
van de pulvis, doch altijd gemakkelijk goed voor-
handen te houden zijn, boven de injectie van het
extract, die in haar aanwending vele bezwaren heeft
voor de moeder, in haar werking voor moeder en
kind beiden.
De indicaties voor de aanwending er van heb ik
in het algemeen gesteld; de grootte der gift te be-
palen is natuurlijk hoogst moeijelijk, daar vooral hier-
mede individueel moet rekening gehouden worden.
Ga ik mijne proeven na, dan zou ik stellen bij een
middelmatig sterke vrouw:
voor injectie 450 MG. Extract,
inwendig 300 MG. Extract.
2 Gram Pulvis.
50 Druppels Tinctuur.
en \'zoo herhaling noodig mocht zijn de volgende gift
kleiner te nemen.
De secale, op deze manier aangewend, zal nimmer
eenig nadeel aan moeder of kind veroorzaken, menige
tangverlossing, zooals mij, die een betrekkelijk zeer
klein aantal tang verlossingen, en dan nog meest bij
bekkenvernaauwing of abnormale ligging van het kind
verricht heb, is gebleken, onnoodig maken, en boven-
-ocr page 73-
09
dien haemorrhagien in het uitdrijvingstijdperk dei-
nageboorte voorkomen.
Daarbij ben ik het ten volle eens met Dr. Brunati
«dat het beter is, dat, caeteris paribus, iedere ver-
lossing door dynamische, dan door mechanische hulp-
middelen getermineerd wordt
-ocr page 74-
-ocr page 75-
STELLINGEN.
i
Secale cornutum is een weeën-opwekkend en vooral
weeèn-versterkend middel.
II.
Zoodra bij typhus de temperatuur 40> bereikt,
wende men koude baden aan.
III.
Bij ziekten der ademhalingswerktuigen is inhaleren
de beste geneeswijze.
-ocr page 76-
72
IV.
Bij croupeuse pneumonie is de applicatie van koude
omslagen te verkiezen boven cataplasmata.
V.
Nitras argenti is een der beste geneesmiddelen tegen
chronische diarrhae bij kinderen.
VI.
De gunstige werking van Tinctura Encalypti bij
febris intermittens is minstens twijfelachtig.
VII.
Bij Hydrocèle is punctie met opvolgende injectie
van Tinctura Jodii de eenvoudigste, en meestal vol-
doende operatie.
Vttt.
Huidtransplantatie bij chronische beenzweren ver-
dient ruimere toepassing.
-ocr page 77-
78
IX.
Bij blaaslijders moet steeds de locale behandeling
op den voorgrond treden.
X.
De genezing van aneurysmata door ergotine-injecties
pleit voor de meening van Wernich , dat de werking
van secale op de arteries een secundaire is.
XI.
Het menigvuldiger voorkomen van varicocèle aan de
linkerzij vindt zijn verklaring in de anatomische ge-
steldheid der vena spermatica interna sinistra.
XII.
Bij bekkens, vernaauwd in de conjugata vera,
moet de forceps zoo weinig mogelijk gebruikt worden.
XIII.
Bij schijndood van pasgeborenen is uitzuigen der
trachea een eerste vereischte.
-ocr page 78-
74
XIV.
Als de navelstreng zeer dik is, is het voorzichtig
ook de vaten te onderbinden.
XV.
Men bezige niet meer de namen: Opthalmia neo-
natorum, gonorrhoica en aegyptiaca.
XVI.
Lijkverbranding is, met het oog op gerechtelijk
geneeskundig onderzoek, af te keuren.
XVII.
Animale vaccine is te verkiezen boven humane.
XVIII.
Staatstoezigt op den verkoop van levensmiddelen is
dringend noodzakelijk.
XIX.
Terecht zegt Hufeland:
Der Artz soll nicht Magister, sondern Minister
Naturae sein.