-ocr page 1-
l Z&£?^\\
;\' \'
w\\/A
~i^~
w
êoh met 0110!
GEBEDEN
TEN DIENSTE VAN CHRISTELIJKE HUISGEZINNEN.
NAAR HET HOOGDUITSCH.
AANBEVOLEN DOOR
.
W. HOI Wh IK.
MET EEN INLEIDEND WOORD
J. H. GUNNING J r.
Pred. te \'s Hage.
UTRECHT — KKMINK & ZOON — 4877.
J
-ocr page 2-
.
GUNNING
2
G
27
-ocr page 3-
G E B E D E N
TEN DIENSTE VAN CHRISTELIJKE HUISGEZINNEN.
-ocr page 4-
J.H.£DNNIN£J.H
cx:Mrq
-ocr page 5-
^^TT*^ f\'
f
GUNNING
©00 met 0110!
GEBEDEN
TEN DIENSTE VAN CHRISTELIJKE HUISGEZINNEN.
NAAR HET HOOGDUITSCH.
AANBEVOLEN DOOR
W. HOFACKER,
MET EEN INLEIDEND WOORD
J. H. GUNNING 3 r.
Pred. te \'s Hage.
UTRECHT — KEMINK & ZOON — 1877.
BIBLIOTHEEK DEP
RIJKSUNIVERSITEIT
UTRECHT,
-ocr page 6-
-ocr page 7-
VOOKKEDE.
Een gebeden-boek — mag het bestaan? mag het vertaald
worden? Neen, zeggen velen. Het gebed is een veel te
persoonlijk, natuurlijk, innig verkeer der ziel met God,
dan dat de eene mensch het van den ander kan over-
nemen. De Heilige Geest, niet een boek, moet ons bidden
leeren. Eens anders gebed te lezen, dat is geen bidden.
Deze redeneering bewijst te veel. Vooreerst heeft het
kerkelijk formulier-gebed zijn recht. Van ouds heeft zeer
terecht het geestelijk gevoel der christelijke gemeente ge-
beden doen ontstaan, die in vasten vorm gesteld en zoo
gestadig gebruikt worden. De werking van den Heiligen
Geest, die zeer zeker alléén bidden leert, wordt door vast-
staanden vorm niet buiten gesloten. Integendeel, het bij-
mengsel van onze dikwerf verontreinigde persoonlijke,
bijzondere gedachten wordt er door geweerd. En het strekt
-ocr page 8-
VI                                                        .
tot verhooging van waarachtige stichting, wanneer wij ons
in dezelfde woorden met velen vereenigen, of ook afwezig
ons daarin met hen vereenigd weten.
„Ach, weg met alle vormen!" roept men. Wij andwoorden:
alles wat niet van geest vervuld is, hetzij in vastgestelde
gedaante, hetzij ook zonder deze, is bloote vorm en als
zoodanig af te keuren. Maar alles wat van geest vervuld
is, hetzij geheel vrij en los hetzij ook in vastgestelde
bepaaldheid, dat is geen bloote vorm. Als Jezus zeide:
„gij dan bidt aldus" — zoo heeft hij met dit woord niet
alleen den geest, maar ook de woorden van het Onze
Vader ons aan het hart gelegd, zooals de praktijk van alle
eeuwen het ook in de gemeente opgevat toont. Menig
liturgisch gebed, ook b. v. in onze hervormde formulieren
of naar kerkorde daarbij gevoegd, is veel geestelijker
dan menig „vrij uit het hart" gesproken gebed. Uitwendige
vormloosheid vrijwaart evenmin tegen ziellooze vormelijk-
heid, als vastbepaalde vormen de geestelijke vrijheid nood-
zaaklijk buitensluiten.
Ditzelfde geldt ook buiten het kerkelijk gebruik, voor
den afzonderlijken mensch of voor het huisgezin. Om slechts
enkele voorbeelden te noemen: is het bekende „Paradijs-
-ocr page 9-
VII
hofjen" van Johann Arndt niet duizenden tot zegen geweest 1
Was Arndt niet een man van innig persoonlijk gebed, en
heeft hij zich daardoor verhinderd gevoeld om voor dat
j,Paradijshofjen" zijn voorrede over „den grond der rechte
bid-kunst" te schrijven ? Of om uit onze eigen dagen iets
aan te halen, herinneren wij ons niet met dankbaarheid
de ook in onze taal overgebrachte „Elans de 1\' ame vers
Dieu" van Napoleon Roussel?
Om al deze redenen weigerde ik niet, toen mij het o ver-
brengen van het boekje dat den lezer hier wordt aange-
boden, verzocht werd ten behoeve van een huisgezin, welks
hoofd zich door een smartelijke lichaamlijke reden in zijn
geestelijke helderheid, in het ordelijk uitspreken der ge-
dachten, belemmerd zag. Men schrijve het onvermogen
eens huisvaders om persoonlijk in het gebed voor te gaan,
toch niet altijd aan zwakgeloovige onvrijmoedigheid toe,
die overwonnen worden moet. Er zijn gevallen wier be-
schrijving moeielijk, maar ook voor wie het leven kent,
onnoodig is: gevallen waarin het noodig moet geacht worden
dat een huisvader of eene huismoeder zich van eene goede
handleiding tot voorgang in het gebed bediene.
Als zoodanig wordt dit waarlijk schoon en voortreflijk
-ocr page 10-
VIII
gebedenboekjen aan het christelijk huisgezin aangeboden.
Wie in een der bedoelde gevallen verkeert, make er met
oordeel des onderscheids gebruik van.
Doch ook nog voor een ander doel kan dit boekje dienen.
Innige, ware gebeden zijn een teeder deel van hetgeen
men onder den naam „stichtelijke lectuur" kan samen-
vatten. Het is goed, opbouwend, tot heilzaam nadenken
en zelfonderzoek wekkend, als men voor zich zelf, ook
zonder plan om er in het huisgezin gebruik van te maken,
nagaat wat en hoe de Heilige Geest anderen heeft leeren
bidden. Ik behoef hierover niet verder uit te weiden.
Deze gebeden, door eene vrouwenhand geschreven, zijn
oorspronklijk aanbevolen door Hofacker en naar den negen-
den druk vertaald. Meer dan deze twee sterksprekende
getuigenissen voor de uitnemendheid van het boekje zal
niet noodig zijn. Alleen zij nog medegedeeld dat de ver-
taling is toevertrouwd aan een welbevoegde hand, die ook
den inhoud oordeelkundig geschift en slechts het beste en
voor ons bruikbaarste heeft overgenomen.
J. H. Gunning, Jr.
\'s Hage 20 Aug. 4877.
-ocr page 11-
INHOUD.
Blidi.
Morgen- en avondgebeden voor eiken dag der week gedn-
rende een vierendeel jaars............1—189
Eerste week.................1
Tweede week................15
Derde week.................21
Vierde week................43
Vijfde week.................58
Zesde week.................74
Zevende week................88
Achtste week................104
Negende week................119
Tiende week................133
Elfde week.................147
Twaalde week................161
Dertiende week...............175
Gebeden op Feestdagen...............190—206
Morgengebed bij het begin van den Adventstijd . . . .190
Avondgebed bij het begin van den Adventstijd .... 191
Kerst-morgen................193
Kerst-avond.................194
-ocr page 12-
X
Bladx.
Nieuwjaars-morgon..............195
Nieuwjaars-avond...............197
Goeden Vrijdag-morgen.............198
Goeden Vrijdag-avond.............199
Paasch-morgen................200
Paasch-avond................201
Hemelvaarts-morgen..............202
Hemelvaarts-avond..............203
Pinkster-morgen...............204
Pinkster-avond................205
Gebeden voor bijzondere omstandigheden.......207—255
Op den morgen van den dag der bevestiging tot lidmaat
der gemeente...............207
Aan den avond van den dag der bevestiging tot lidmaat
der gemeente...............208
Vóór het heilig Avondmaal...........210
Na het heilig Avondmaal............211
Op don morgen van den verjaardag........212
Op den avond van den verjaardag.........214
Morgengebed van oen zieke...........215
Avondgebed van een zieke...........217
Gebed van een herstelde............220
Gebed bij den naderenden dood van een geliefden verwante. 221
Korte gebeden voor stervenden..........222
Gebeden na don dood van een geliefden verwante . . . 225
Gebed van een weduwnaar...........227
Gebod eener weduwe.............228
Gebed eener weos..............230
Gebed van een man voor zijne zieke vrouw......231
-ocr page 13-
XI
Blidt
Gebed eener vrouw voor haar zieken man......233
Gebed van een gemoedsbezwaarde.........234
Gebed in den oogst..............235
Gebed in duren tijd en hongersnood........237
Bij een opkomend onweder...........239
Bij een hevig onweder.............240
Na het onweder...............241
Op een schoonen lentemorgen..........242
Gebed vóór het aangaan eener reis........243
Morgengebed op reis..............245
Avondgebed op reis . . . ,..........246
Dankgebed na eene gelukkig volbrachte reis.....247
Gebed van ouders, wanneer een kind hot ouderlijke huis
verlaat, en eene nieuwe loopbaan begint......248
Gebed in \'t algemeen van ouders voor hunne kinderen. . 249
Gebed van verloofden.............250
Gebed van ouders op den dag des huwelijks van hun zoon. 251
Gebed van ouders op den dag des huwelijks van hunne
dochter..................252
Gebed van ouders op den dag des doops van hun kind . 253
Gebed om de gave des gebeds..........254
-ocr page 14-
-ocr page 15-
I.
Zondag-morgen.
God zij ons genadig en zegene ons! Ps. 67: 2.
Getrouwe Vader in den Hemel! Wij naderen voor uw.
heilig aangezicht mei dankzegging en gebed. Versmaad
onze zwakke hulde niet, waarmede wij uwe groote goedheid
prijzen. Schenk ons uwen Heiligen Geest, opdat wij U
waardiglijk mogen danken, en verhoor ons gebed naar de
grootheid uwer barmhartigheid!
Wij eindigen geen jaar, geen week, zelfs geen dag, waarin
wij niet een menigte uit- en inwendige, grootere en kleinere
zonden bedrijven. 0 God, wees ons arme zondaren genadig!
Stort door Christus den rijken zegen uwer verlossende liefde
in ruime mate over ons uit! Schenk ons bekeering, geloof
en eene nieuwe gehoorzaamheid en doe ons levendig be-
seffen dat wij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud,
verlost zijn uit onze ijdele wandeling, maar door liet dierbaar
bloed van Christus als van een onbestraffelijk en onbevlekt
lam. Zijn heilig voorbeeld verlichte ons, zijn goede Geest
besture ons, zijne liefde blijve in ons en bij ons. Verheerlijk
deze liefde vooral ook heden aan ons door uw Woord, geef
dat het zuiver en goed gepredikt worde en wortel schiete
in teedere, goede harten en vruchten voortbrenge ten
eeuwigen leven. Amen.
i
-ocr page 16-
L2
Zondag-avond.
Want zoovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem
ja, en zijn in Hem Amen, Gode tot heerlijkheid door
ons.
2 Cor. 1:20.
Barmhartige Heiland, wij danken I van ganseher harte
voor alle weldaden uwer onuitsprekelijke liefde, bovenal
voor uw Evangelie, \'t welk ons heden wederom in uw
huis tot vertroosting en versterking is verkondigd geworden.
Geef dat wij U, noch uw Woord vergeten, maar laat ons
steeds op U, den Voorganger en Voleinder van ons geloof
zien met een vaste ziel en laat uw Woord rijkelijk in ons
wonen. Laat het in ons werken als een kracht van God,
welke zalig maakt allen die daarin gelooven. Verlicht
daardoor ons verstand, opdat wij al de dierbare beloften
van vrede in U vervuld zien; reinig en versterk daardoor
onze liefde, opdat zij in staat zij de wereld te overwinnen
en alle dingen schade te achten om U te gewinnen. Ja
geef dat ons gansche leven U prijze en een dankoffer worde
voor uwe heerlijke genade.
Uw Woord geleide ons ook in de duisternis van dezen
nacht en Gij, getrouwe Behoeder van allen die U kennen,
wend alle gevaren des lichaams en der ziel van ons af en
doe ons bereid tot uwen dienst en lot uwen lof den nieuwen
dag weer beleven. Amen.
-ocr page 17-
a
Maandag-morgen.
Loof den Heer mijne ziel! en vergeet geene van zijne
weldaden.
Ps. 103 : 2.
Wat zijn menscben woorden voor U, heilige God, hemel-
sche Vader\'? O, dal wij U mogen aanbidden in geest en
waarlieid en ons gansche leven een dankoffer werd! Uwe
weldaden zijn niet te tellen en uwe trouw eindigt nooit,
(lij hebt ons in uwen Zoon alles geschonken. Wij, groote
zondaren moesten vergaan voor den troon uwer heiligheid,
indien uwe ondoorgrondelijke liefde niet het liefste, \'t welk
(lij hebt, voor ons gegeven had. Door den dierbaren Mid-
delaar hébben wij den toegang tot U verkregen. Hij, de
trouwe Heiland heeft zoo onuitsprekelijk veel voor ons
gedaan, en wij zijn zoo traag, zoo nalatig, zoo wederspannig
om zijnen wil te doen. Och, schenk ons gewillige harten
om Hem te volgen, geef ons kracht om de wereld te verloo-
chenen en de lusten des vleesches en de verzoekingen des
satans te wederstaan! Neem alles uit ons weg wat ons van
IJ verwijdert en schenk ons alles wat ons nader tot U brengt.
Bezoekt Gij ons met lijden, doe ons ook onder smarten
erkennen, dat Gij de liefde zijt en blijft. Beschikt Gij ons
vreugde, doe ons haar in het besef onzer onwaardigheid als
een vrij geschenk uwer genade dankbaar genieten en daar-
onder IJ nooit vergeten; maar toon ons tevens dat wij alleen
door U on in U waarlijk verblijd kunnen worden en dat er
builen U geen geluk te vinden is. Amen.
V
i
-ocr page 18-
4
Maandag-wond.
Barmhartig en genadig is de Heer, lankmoedig en groot
van goedertierenheid.
Ps. 103 : 8.
Wederom is daar een dag van don kostbaren tijd der genade
voorbij. Mogen wij hom gerust besluiten on vroolijk voor
uw aangezicht naderen? Helaas neon! Heer, doo niet mot
ons naar onze zonden, want ook lieden hebben wij in velen
gestruikeld, al is hel niet met uitwendige grove zonden,
toch inwendig meer dan wij zoggen kunnen. Hoe weinig
waken wij over do verborgen bewegingen van ons hart, boe
vele onreine gedaelilon komen in ons op, die wij, oor ze ons
overheerschen, moesten onderdrukken. Hoevele opwellingen
van misnoegen, ongeduld, wangunst, ijdelheid, eigenbaat
en andere hartstochten bevlekken ons. Gij kont ons bedor-
ven hart beter dan wij zelven. Ontdok onze zondigheid meer
en meer aan ons, opdat wij ons diep verooi moedigen en het
kruis van onzen Verlosser steeds krachtiger loeren aan-
grijpon.
Bewaar ons ook dezen nacht voor alle gevaren, die
lichaam en ziel dreigen en doe ons in uwe liefde en tot
uwe eer vroolijk weder ontwaken. Amen.
-ocr page 19-
Dinsdag-morgen.
Gelijk een Vader zich ontfermt over de kinderen, zoo
ontfermt zich de Heer over degenen, die Hem vreezen.
Ps. 103:13.
Wij dunken U, liefderijke Vader in den Hemel vuur uwe
genadige bescherming in den afgeloopen nacht. Laat uwe
erbarmende Helde ook heden over ons waken. Ach ons
vleesch is zwak en wij dienen zoo gemakkelijk de wereld
en de zonde; waarschuw ons, straf ons, wanneer wij ons
in de wereld willen verstrooien en laat ons niet in zonden
vallen. Geef dat wij uwen heiligen naam vreezen, in lief
en leed TJ voor oogen houden, al onze bezigheden met op-
zien tot U verlichten en steeds in gedachten met U omgaan.
Och Heer, bewaar ons toch voor het ongeluk dat wij zonder
U en uwen lieven Zoon, onzen dierbaren Verlosser zouden
moeten leven. Welke ellendige schepselen waren wij zonder
Hem, zonder hoop. zonder redding gingen wij voor eeuwig
verloren. Maar Hij is onze Redder. Alles wat. wij hebben
en zijn, weten wij enkel dank aan zijne groote genade.
Al ons heil voor tijd en eeuwigheid, gaat van Hem, onzen
lieven Heiland uit. O dat wij dit toch steeds recht besellen!
Wone daai\'toe uw Heilige Geest in ons hart. Dat bidden,
dat smeeken wij U. Zoo toch alleen kunnen wij ingaan in
uwe eeuwige vreugde. Amen.
-ocr page 20-
G
Dinsdag-avond.
Welgelukzalig is de mensch, wiens sterkte in U is, in wiens
hart de gebaande wegen zijn.
Ps. 84: 6.
De nacht werpt zijne schaduw op onze aarde en wij be-
geven ons, na gebrekkig volhrachte dagtaak, ter ruste. O
Heer, gedenk onze zonden niet en wees ons genadig! Gij,
die steeds onze toevlucht zijt, bewaar ons ook in den aan-
staanden nacht, gelijk Gij op dezen dag zoo vaderlijk gedaan
hebt. Wees al onze medemenschen nabij en verleen hun,
die buiten het licht des Evangelies zijn, nog dien heerlijken
zegen. Een groot gedeelte van onze broeders en zusters
weet, nog niets van U en uwen lieven Zoon, onzen lieer
en Heiland. Laat zijn verlossingswerk ook hun ten goede
komen, breng hen allen onder zijn llerderstaf, open hun
de ooren, opdat zij hooren, neig hunne harten, opdat zij
Hem volgen en het weldra ééne kudde worde.
Gij toch, o Heer, zijt goed en gaarne vergevende en van
groote goedertierenheid allen, die U aanroepen. Heer, neem
mijn gebed ter oore en merk op de stem mijner smeekin-
gen. In den dag der benauwdheid roep ik U aan, want
Gij verhoort mij. Onder de goden is niemand II gelijk,
Heere, en er zijn geene gelijk uwe werken. Al de Heidenen
Heere, die Gij gemaakt hebt, zullen komen en zullen zich
voor uw aanschijn nederbuigen en uwen naam eeren, want
Gij zijt groot en doet wonderwerken; Gij alleen zijt God.
(Ps. 86:5—11).
-ocr page 21-
7
Vervul uwe dierbare belofte en maak uwen heiligen naam
allen volke bekend. Houd ons ook bij den Eenige, opdat wij
uwen naam vreezen door onzen Heere Jezus Christus. Amen.
Woensdag-morgen.
Ik zul den Heer loven te aller tijd, zijn lof zul gedurig-
lijk in mijn mond zijn.
Ps. 34: 2.
Genadige God en Vader! Vervul Gij zelf onze harten
met heiligen lol\', opdat wij U steeds prijzen en uwe genade
en uwe waarheid verkondigen kunnen. Eiken morgen is
uwe goedertierenheid nieuw en eiken avond moeten wij
belijden: Heer, wij zijn geringer dan al de weldadigheiden
dan al de trouw, die Gij ons bewijst. Gij Licht onzes levens,
blijf bij ons, bestuur al onze gedachten en woorden, geef
ons kracht, niet slechts om het kwade te laten, maar ook
om het goede, met een ootinoedigen IJ alleen welgevalligen
zin te doen. Laat ons, als kinderen des vredes uwen naam
verheerlijken, opdat wij bekwaam worden voor uw Rijk,
waarin de liefde heerscht; laat ons nooit vergeten, dat uw
ééngeboren Zoon, onze onuitsprekelijk dierbare Verlosser,
den dood der liefde voor ons gestorven is. Laat de zon
uwer genade allen verlichten, die in de duisternis wandelen.
Wij bidden U bovenal voor de dwalenden, die uw Woord
verachten en niets weten willen van uwen lieven Zoon, die
de Weg, de Waarheid en het Leven is. Breng hen, breng
allen tot uw licht. Amen.
-ocr page 22-
8
Woensdag-avond.
Och dat mijne wegen gericht werden, om uwe inzettingen
te bewaren.
Ps. 119:5.
De duisternis van den nacht bedekt het aardrijk en nok
wij maehtelooze, zwakke schepselen moeten zijne donkerheid
over ons laten kernen. Wat zen, o eeuwige liefde, zonder
uw licht, van ons worden. Ons binnenste is menigmaal
zoo ilnister als de nacht. In een verkeerde stemming, waarin
wij niet weten wat tot onzen vrede dient, vlieden wij het
licht, maar (lij achtervolgt ons en wilt ons niet in de duis-
ternis laten en wij mogen steeds roemen: de lieer is mijn
heil, wien zon ik vreezen? De Heer is mijn levenskracht,
voor wien zon ik vervaard zijn\'? Och ol\' wij IJ toch waarlijk
mogen danken door een leven U gewijd! Maar hoe dikwijls
moeten wij ons zelven beschuldigen van ondankbaarheid,
jegens V onzen Schepper en Heer! Hoe talloos vele wei-
daden genieten wij zonder aan IJ, den Gever aller goede
gaven, te denken. Ons gansche hart moeten wij IJ ten
offer brengen, maar het hangt nog al te zeer aan het aard-
sche en aan de nietigheden dezer wereld. Zoolang wij onze
liefde tusschen de wereld en den hemel verdeelen zijn wij
onbekwaam voor uw Koninkrijk. Geef toch, o Heer, dat,
wij IJ boven alles liefhebben en U alleen dienen, en ont-
ferm U onzer om Jezus\' wil. Amen.
-ocr page 23-
"
Donderdag-morgen.
In God is mijn heil en mijne eer; de rotssteen mijner
sterkte, mijne toevlucht is in God.
Ps. 62:8.
Onder de schaduw uwer vleugelen hebben wij gerust ge-
slapen en onze oogen en onze harten mogen zich vroolijk
tot U verheffen. Hoevelen onzer medemenschen hehhen den
afgeloopen nacht onder kommer en tranen doorgebracht.
C) lieer, wees hovenal alle lijdenden nabij en laat hun
tranenzaad vruchten voortbrengen ten eeuwigen leven. On-
schuldig lijden wij niet, dit moeten wij allen bekennen, en
zoo dikwerf treilen ons smarten, die wij ons zelven hebben
berokkend. Behaagt het U ons zwaarder lijden op te leggen,
schenk ons slechts kracht en geduld om het te dragen en
leer ons de bedoelingen uwer liefde onder uwe kastijdende
hand met een dankbaar hart erkennen, opdat zij ons mede-
werken ten goede. Ach, zoo menigmaal hebben wij reeds
ondervonden, hoe licht wij ons van U verwijderen, wanneer
het ons steeds welgaat en hoe gemakkelijk de verleidingen
der wereld en de begeerlijkheid des vleesches ons bedorven
hart innemen, wanneer uwe opvoedende liefde ons niet aan
den ernst der eeuwigheid herinnert en de vergankelijkheid
van al het aardsche op smartvolle wijze ervaren laat.
Gij doet den mensch wederkeeren tot verbrijzeling, en
zegt: keert weder, gij menschenkinderen! Want duizend
jaren zijn in uwe oogen als de dag van gisteren, als hij
voorbijgegaan is, en als een nachtwaak. Gij overstroomt
-ocr page 24-
10
hen; en zij zijn gelijk een slaap; in den morgenstond zijn
zij gelijk liet gras, dat verandert. (Ps. ÏK): 3—5).
Heer, doe met ons naar uw welbehagen, maar geleid ons
naar uwen hemel, waar uw heilige naam verheerlijkt zal
worden tot in eeuwigheid! Amen.
Donderdag-avond.
Onze ziel verbeidt den Heer; Hij is onze hulp en ons
schild.
Ps. 33:20.
Ook heden, getrouwe hemelsche Vader, heeft uwe ont-
ferming ons zoo liefdevol gedragen. Neem onze dankzegging
genadiglijk aan en verhoor vaderlijk ons gehed. Dat uw
vaderoog ook in dezen nacht over ons geopend zij.
Aan hoevele gevaren des lichaams en der ziel staan wij
bloot zonder uwe bewarende hand; wij zijn geen oogenblik
zeker; wij zijn stof en kunnen niets voor onze veiligheid
doen; maar Gij Heer, wees met ons en met al uwe kinderen.
Verhoor ons naar uwe gerechtigheid, o God onzes heils! O
Vertrouwen aller einden der aarde en dei\' vergelegenen aan
de zee, die de bergen vastzet door uwe kracht, omgord
zijnde met macht, die het bruisen der zeëen stilt, het bruisen
harer golven en het rumoer der volken. En die op de einden
wonen, vreezen voor uwe teekenen. Gij doet de uitgangen
des morgens en des avonds juichen. (Ps. 65:6—10).
Ja zoowel in uwe onuitsprekelijk heerlijke majesteit als
-ocr page 25-
1!
in uwc nederbuigende ontferming tot ons, arme stof bewoners
mogen wij U als Vader belijden, en ons „Abba" uitroepen.
Uw naam zij eeuwig lof en eer! Amen.
Vrijdag-morgen.
Verzadiging der vreugde is bij uw aangezicht; liefelijkhe-
den zijn in moe rechterhand, eeuwiglijk.
Ps. 16: 11.
Wie onder uwe bescherming, trouwe Herder, en in
bet blij gevoel uwer nabijbeid inslapen en weder ontwaken
kan, die mag wel juichen en met den Psalmdichter zingen:
Looft den Heer met de harp, psalmzingt Hem, want des
lleeren Woord is recht en al zijn werk getrouw. Hij
heeft gerechtigheid en gericht lief. De aarde is vol van
de goedertierenheid des Heeren. (Ps. 33: 2—0.) Hoe on-
uitsprekelijk zalig is het gevoel uwer nabijheid! O wij
zouden haar ook in onzen staat van onvolkomenheid veel
meer kunnen genieten; Gij toch barmhartige Hoogepriester
naakt zoo gaarne tot hen, die u waarlijk liefhebben, maar
wij, ellendige schepselen, onttrekken ons zelven aan liet
hoogste geluk door ons jagen naar aardsche genietingen.
O Heer, doe ons toch de nietigheid van de schijngoederen
dezer wereld erkennen, eer zij ons aantrekken en verstrik-
ken. Schenk ons de kracht om alle ongoddelijk bestaan en alle
zondige lusten te verloochenen. Help ons, opdat de erfzonde
niet in ons woekere, toon ons ook onze verborgene zonden.
Doe Gij zelf ons den nieuwen mensch aan, die naar U ge-
-ocr page 26-
12
schapen is, opdat wij wandelen mogen naar uw welbehagen
en Mijven in uwe liefde en geraken tot de volkomene vrijheid
van uwe kinderen, die verzadiging der vreugde zullen vinden
en liefelijkheden in uwe rechterhand eeuwiglijk. Amen.
Vttjdagr-avond.
De God der (joden, de Heer spreekt, en roept de aarde
van den opgang der zon tot aan haren ondergang.
Ps. 50 : 1.
Hemelsche Vader, welk een zegen dat wij overal uwe
stem mogen hooren. leder woord uwer schepping, van
het kleinste tot het grootste, wekt ons op om uwen heerlij-
ken naam te prijzen. Zoowel het nietig insect op een blad,
als het glansrijk firmament in zijne onmetelijke uitgebreid-
heid, verheerlijkt uwe wondervolle goedheid. Maar wij
ellendige schepselen, die uwen naam boven alles moesten
verheerlijken, wandelen zoo menigmaal koud en liefdeloos
daarheen. O Heer, doe niet met ons naar onze zonden,
maar vernieuw ons in den geest onzes gemoeds, opdat wij
ö dienen in ware gerechtigheid. Schenk ons uwen Heili-
gen Geest, opdat die onze harten reinige en heilige en wij
iets worden kunnen tot lof van uwe heerlijke genade. Laat
ons toch nooit vergeten dat wij leden moeten zijn van
Christus, ons dierbaar Hoofd en tempelen van den Heiligen
Geest. Heer, onze Sterkte en ons Schild, bewaar ons ook in
dezen nacht en laat ons tot uwd eer weder ontwaken. Amen.
-ocr page 27-
13
Zaterdag-morgen.
Werkt mos zelfs zaliglmd met vreezen en beven. Filipp. 2:12.
Liefderijke Vader in den Hemel, door uwe genade mogen
wij weder een nieuwen dag zien aanbreken. Het leven is
zulk een groot geschenk van uwe barmhartigheid,\'dat wij
U daarvoor niet genoeg kunnen danken. Maar helaas, wij
gebruiken het niet zooals wij moesten en denken niet aan
de kortheid onzer dagen. Hoevelen liggen reeds verloren
achter ons. Wanneer wij eenmaal rekenschap moeten geven,
ook van het trouw gebruik van onzen tijd, hoe zal hel dan
met ons zijn? Ach, het is niet slechts de tijd, die voor ons
verloren is, omdat wij niets goeds gedaan hebben, neen
hij laat ook iu- en uitwendige sporen achter van de bedrc-
ven zonden, die voor U, rechtvaardige Rechter, niet ver-
borgen kunnen blijven, want (lij stelt onze ongerechtigheden
voor U, onze heimelijke zonden in het licht uws aanschijns.
Wees ons genadig, o God, naar uwe goedertierenheid, delg
onze zonden uit naar de grootheid uwer barmhartigheid.
Wasch ons wel van onze ongerechtigheid en reinig ons van
onze zonde. Leer ons alzoo onze dagen tellen, opdat wij
een wijs harte bekomen. (Ps. 90:8, 12. 51 :3, 4). Amen.
-ocr page 28-
14
Zaterdag-wond»
Looft den Heer, want onzen God te psalmzingen is goed,
dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk.
Ps. 147:1.
lieden eindigen wij weer een week, waarin Gij, getrouwe
Heiland, ons ontelbare weldaden hebt bewezen, l\'we barm-
hartigheid, die Gij ons in uwe menscbwording op \'t heer-
lijksl geopenbaard liebt, neemt geen einde; geel* dat wij
baar lieden nacbt, gelijk tot dusver, ervaren. Beseberm ons
voor de listige aanslagen des duivels en voor ons eigen
verdorven hart. Verwijder van ons de begoocheling van
droomen, die de begeerlijkheid prikkelen. O mocht Gij,
lieve Heiland, in den droom ons voor den geest staan!
Maar zulk een zoeten slaap verdienen wij niet, want op
den dag verliezen wij l\' zoo menigmaal uit bet hart en
boe goed, boe zalig zou het zijn indien Gij alleen ons hart
vervuldet. Waren wij in uwen goddelijken vrede volkomen
gerust, dan zou ons dagelijkseb werk in U verricht, ons
een zaebte rust bereiden en een vroolijke morgen zou daarop
volgen. Maar onze ellende door de zonde gaat met ons ter
ruste en staat met ons op; daarom, o Heer, hebben wij
zooveel behoede aan uwe verlossing; Gij hebt immers zelf
gezegd: de Zoon des menscben is gekomen om te zoeken
en zalig te maken wat verloren was (Luk. 19:10). Maak
dan ook ons eeuwig zalig naar uwe onuitsprekelijke liefde.
Amen.
-ocr page 29-
15
II
Zondag-morgen.
Heden indien gij zijne stemme hoort, verhardt uwe har-
ten niet!
Ps 95 : 7, 8.
Gij, o almachtige God, laat den dag, die aan uwen dienst
is gewijd en waarop hot ons is vergund van onze aardsche
bezigheden te rusten, weder aanlichten. Wij huigen onze
knieën en danken U daarvoor met een bewogen hart. De
zon werpt menigmaal hare stralen op de sneeuwvelden zonder
de ijskorsten te smelten, zoo gaat het ook dikwerf met liet
mensclielijk hart, \'t welk zich niet door uw dierbaar Woord
veileedoren laat on met een dikke ijskorst van ongeloof,
liefdeloosheid en velerlei andere boosheid is hedekt. O Heer,
mochten onze harten toch niet aan zulk een koud veld gelijk
zijn, maar mocht het licht der kennis, des geloofs en der
liefde verwarmend en opwekkend ons doordringen! Geef,
harmhartige Vader, dat uw Woord, "twelk in ons hart gezaaid
worde, wortel schiete, houd het veranderlijke hart open voor
de bevruchtende stralen van de zon uwer genade, hewerk
het zelf, opdat het een goede akker worde en vruchten
voortbrenge ten eeuwigen leven. Amen.
-ocr page 30-
Zondag-avond.
Blijft in Mij en Ik in u. Joh. 15:4.
Wij danken U, genadige God en Vader, voor de zegenin-
gen van dezen dag, en wij bidden U ootmoediglijk, wil
onze zwakke harten versterken, opdat wij hetgeen wij voor
uw Kijk verzameld hebben bewaren en niets daarvan ver-
liezen. O geel\' dat wij eenmaal behooren mogen tot die
zaligen, van wie geschreven staat: gij zijt gekomen tot den
berg Sion en tot de stad des levenden Gods, tot het
hemelsein\' Jerusalein en de vele duizenden der Engelen,
tot de gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen
opgeschreven zijn en tot God, den Hechter over allen en
de geesten der volmaakt rechtvaardigen; en lot den
Middelaar des Nieuwen Verhonds, Jezus, en het bloed der
hesprenging dat betere dingen spreekt, dan dat van Abel.
(Hebr. 12:!2!2—24). 0, hoe zal het zijn in de geineen-
schap der zalige geesten, waar voor U, Redder onzer zie-
len, een eeuwig Halleluja klinken zal, waar wij, in U
en door U, ook onze dierbaren hopen weder te vinden,
die ons hier op aarde dooi\' uwe wijsheid werden ontnomen
en waar de duistere leiding in het licht uwer eeuwige liefde
verheerlijkt zal worden als de weg tot zaligheid! Amen.
-ocr page 31-
17
Maandag-morgen.
Hebt de toereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is;
zoo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is
niet in hem.
1 Joh. 2 : 15.
Wij flanken U, Hoor dos liomols on aarde, dat Gij ons
den dag. met vernieuwde krachten hebt doen beginnen, o
help ons opdat wij liom toewijden aan uwen dienst. Onze
neiging ten kwade vervolgt ons overal. Mochten wij door
uwe kracht het kwade overwinnen door liet goede. Uw
vrede wone in onze harten, uw Heilige Geest leido ons
in alle waarheid, doe ons zien wanneer en hoe dikwerf wij
struikelen en vergeef ons ook onze verborgene afdwalingen.
Genadig en barmhartig zijt Gij, o Hoor, langmoedig en
groot van goedertierenheid. Gij, Hoor zijt aan allen goed en
uwe barmhartigheden zijn over al uwe werken. Hoer, Gij
zijt nabij allen, die U aanroepen, die U aanroepen in dei-
waarheid. Gij doet het welbehagen dei-genen, die U vree-
zen en Gij hoort hun geroep en Gij verlost hen. Mijn
mond zal den prijs des Hoeren uitspreken en alle vleesch
zal uwen heiligen naam loven in eeuwigheid en altoos.
(Ps. 145:8, 9, 18, 19, 21).
Al wat wij doen met woorden en werken willen wij doen
in den naam van den Heere Jezus Christus. O Heer, ver-
leen ons daartoe de kracht van uwen Geest. Amen.
2
-ocr page 32-
18
Maandag-avond.
Heer, blijf met ons, want het is bij den avond en de
dag is gedaald.
Luc. 24 : 29.
Welk een onuitsprekelijke zegen dat wij een licht kennen,
\'t welk niet kan worden uitgebluscht, een zon, die nimmer
ondergaat, een dag, die niet ophoudt. Dat is uwe liefde,
getrouwe Heiland, uwe liefde, die voor ons in den dood
is gegaan, die voor ons is opgestaan, die de macht der duis-
ternis heeft verbroken en onze voorspraak is bij den Vader.
Gij zijt bij ons, wanneer de morgen aanbreekt en Gij ver-
laat ons niet, wanneer de last en hitte des daags drukt en
de stormen zich verheffen. Gij blijft bij ons, wanneer het
avond wordt, en leidt ons eindelijk door den nacht des
doods tot uwe heerlijkheid, waar wij U zien mogen, gelijk
Gij zijt. O Bron van alle leven, schenk ons van het water,
\'t welk vloeit tot in het eeuwige leven; Gij hebt het immers
zelf gezegd: zoo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke,
die in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stroomen des
levenden waters zullen uit zijnen buik vloeien. Zoo hebhen
wij dan niets te vreezen, want Gij blijft met ons, wanneer
wij met U blijven en door het geloof in U maakt gij ons
eeuwig zalig. Amen.
-ocr page 33-
1!)
Dinsdag-morgen.
Hetzij dat wij leven, wij leven den Heer, hetzij dat ivij
sterven, wij sterven den fleer.
Rom. 14:8.
Wij loven uwe barmhartigheid, liefderijke Vader, door
welke wij gesterkt tot onze nieuwe dagtaak uit den slaap zijn
ontwaakt. Uwe barmhartigheid duurt steeds voort bij allen,
die U vreezen. O hoe groot is toch \'s Heeren barmhartig-
heid! Neem uwe barmhartigheid toch niet van ons weg
en help ons, dat wij heden en alle dagen trachten voor U
alleen te leven. Reinig ons hart en geef dat al onze ge-
dachten en gewaarwordingen op U gericht zijn en ons doen
en laten U geheiligd worde. Ons zondig hart geeft zich
zoo gaarne over aan de verzoekingen des vleesches en der
wereld, daarom, liefdelijk God, die alle dingen met barm-
hartigheid bestuurt, verwijder toch van ons wat ons van U
losmaken zou. Toon ons steeds meer, welk een gewin het
is, de wereld af te sterven en voor U te kunnen leven en
doe ons ook in onze laatste ure ervaren, dat wij door uwe
genade voor U geleefd hebben en met U sterven kunnen.
Amen.
•2\'
-ocr page 34-
20
Dinsdag-avond.
Houdt uiv leven lang God voor oogen, en in het hart en
waakt, opdat gij aan geen zonde toegeeft noch handelt
tegen Gods gebod.
Tob. 4 : 6.
O Heer, indien wij lieden U steeds voor oogen en in
het hart gehad hadden, dan zouden wij ons hoofd rustig
kunnen nederloggen. Maar wij hebben ons ook laten ver-
strooien en wij zijn op menigerlei wijze afgedwaald. Wij
hebhen dikwerf de wereld meer liefgehad dan U, onzen
lieven Heiland, wij hebben onder de aardsche bezigheden,
onze hemelsche roeping vergeten. Uit de diepte roep ik
tol U, o Heer, Heer, hoor naar mijne stem, laat uwe ooren
opmerkend zijn op de stem mijner smeekingen. Zoo Gij,
Heer, de ongerechtigheid gadeslaat, Heer wie zal dan bestaan;
maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. Ik
verwacht den Heer, mijne ziel verwacht en ik hoop op
zijn Woord. Bij den Heer is goedertierenheid en bij Hem
is veel verlossing. (Ps. 130). Ja veel verlossing hebt Gij
ons door uwen lieven Zoon geschonken. Zijn bloed alleen
reinigt ons van alle zonden. Och of de volle zegen dezer
groote verlossing over al uwe schepselen kwame en al wat
ademt vervulle met lof, prijs en aanbidding, hier en in
eeuwigheid. Amen.
-ocr page 35-
•21
Woensdag-morgen.
Weest in geen ding bezorgd, maar laat mee begeerten in
alles, door bidden en smeeken met dankzegging bekend
worden bij God.
Filip. 4: 6.
Hoe menigmaal, goedertieren Vader, mogen wij ons ver-
blijden over uwe genadige bescherming. Wij danken U
van ganscher harte voor uwe goedertierenheden, die eiken
morgen nieuw zijn. Maar ofschoon wij ontelbare ondervin-
dingen hebben van uwe groote liefde, toch bekruipt ons
alweer de bezorgdheid en zien wij met angst in de toekomst,
in plaats dat wij rusten aan uw eeuwig trouw Yaderhart.
Wat kan ons ontbreken, wanneer wij U bezitten? Wat
ons schaden, wanneer Gij bij ons zijt? Gij zijt onze Scliuil-
plaats, onze Hulp, onze Bescherming. Onbewaakt zijn wij
alleen dan, wanneer wij ons laten gevangen nemen door
de zonde en ons van U verwijderen. O Heer, bewaar ons
toch voor afdwalingen en geef dat wij ons bestendig en
geloovig aan U vasthouden, U liefhebben en vreezen.
Gij hebt uwen eigen Zoon niet gespaard, maar Hem voor
ons allen overgegeven, hoe zult Gij ons niet met Hem
alle dingen schenken? Amen.
-ocr page 36-
22
Woensdag-avond.
Als ik Uwer gedenk op mijne legerstede, zoo peins ik aan
U in de nachtwaken.
Ps. 63 . 7.
Och of wij, liefderijke Vader in den hemel, ook van ons
zelven zeggen konden, dat onze gedachten steeds hij IJ zijn,
dat wij het grootste welgevallen aan U hebhen, ons geheel
en al aan U overgeven en ijveren voor uwe eer. Schep
Gij zelf in ons het nieuwe, heerlijke leven in U. De zonde
heeft ons van U losgerukt, maar onze trouwe Heiland en
eeuwige Middelaar wilde ons niet laten in hare macht; door
zijn Moedigen dood heeft Hij ons duur gekocht, door Hem is
de dood verslonden tot overwinning. Dood, waar is uw
prikkel? Hel, waar is uw overwinning? Ja Heer, U zij
dank, die ons de overwinning geeft door Jezus Christus,
onzen Heer. (4 Gor. 15:55, 57).
Laat uwe genade ook dezen nacht over ons waken. Uwe
liefde vervulle onze harten geheel en al. Sta ons hij met
de macht uwer sterkte, opdat niets ons van haar kan schei-
den en help ons, opdat wij als overwinnaars over dood en
hel eens voor uwen troon verschijnen en in eeuwige aan-
bidding uwen naam mogen prijzen. Amen.
-ocr page 37-
23
Donderdag-morgen.
Wandelt in de liefde, gelijk Christus ons heeft liefgehad
en zich zelven voor ons heeft overgegeven.
Eph. 5:2.
Uwe liefde, o Lam Gods, dat de zonde der wereld weg-
neemt, doet ons den dag weer gelukkig beleven. Niet
genoeg kunnen wij U prijzen, dat Gij het lieht uwer genade
dagelijks voor ons laat opgaan en ons den tijd schenkt tot
bekeering. Maar de grootste van alle zegeningen is, dat Gij
door uw sterven en herleven ons aan den nacht des dood ont-
rukt en een onvergankelijk leven hebt aan het licht gebracht.
Heer, doe ons wandelen in uwe liefde en schenk ons uwen
vrede. De kracht uws Geestes dringe ons, opdat wij het
goede niet alleen willen, maar ook volbrengen. Geef dat
wij ons schikken in den tijd, hij zij goed of slecht. Help
ons, opdat wij in den omgang met anderen, liefderijk, zacht-
moedig, nederig, dienstvaardig zijn, zooals Gij, liefderijke
Heiland, ook hebt gedaan. O, dat wij overal uw voorbeeld
voor oogen houden. Schenk ons daartoe, om uwentwil, de
kracht van uwen Geest. Amen.
-ocr page 38-
\'2 i
Donderdag-avond.
De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkon-
digt zijner handen werk.
Ps. 19 : 2.
Groote, almachtige Schepper, wie telt de millioenen
sterren, die getuigen van uwe heerlijkheid. Wij werpen
ons in het stof voor den glans uwer majesteit, maar wij
zien ook weer omhoog naar de wereld des lichts en ver-
blijden ons dat wij U mogen aanbidden, dat ook wij tot
uwe schepselen hehooren en dat Gij onze Vader zijt. O
onuitsprekelijk liefelijke naam, die ons kinderrechten schenkt
door uwen lieven Zoon, onzen Verzoener! Doe ons toch
het heerlijke voorrecht om uw kind te heeten, diep gevoe-
len en ons tot zoo duren prijs verworven kinderrecht nooit
misbruiken door eene treurige ongehoorzaamheid, lot welke
onze natuur zoo zeer geneigd is. Schenk ons den Geest
des kindschaps, door welken wij roepen: Ahha, lieve Vader!
Want zoovelen door den Geest Gods geleid worden, die
zijn kinderen Gods en zoo wij kinderen zijn, zoo zijn wij
ook erfgenamen Gods en mede-erfgenamen van Christus,
zoo wij anders met liem lijden, opdat wij ook met Hem
verheerlijkt worden. (Rom. 8:14, 15, 17). Amen.
-ocr page 39-
25
Vrydag-morgen.
Tot U, o Heer, hef ik mijne ziel op. Ps. 25:1.
Wij danken U, o eeuwige Liefde, dat Gij ons in den
afgeloopen nacht voor alle leed genadigUjk hebt bewaard.
Wees ook heden met ons. Geef dat wij naar U het meest
en het eerst verlangen en dat wij steeds ons zelven verlie-
zen en in U gevonden worden, o éénig waarachtige Bron
van alle zaligheid. Reinig onze harten van aardsche
lusten en begeerlijkheden. Heer, maak mij uwe wegen
bekend en leer mij uwe paden. Leid mij in uwe waarheid
en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht
ik den ganschen dag. Gedenk, Heer, uwe barmhartigheden
en uwe goedertierenheden, want die zijn van eeuwigheid.
Gedenk niet de zonden mijner jongheid, noch mijnerover-
tredingen, gedenk mijner naar uwe goedertierenheid om
uwer goedheid wil. (Ps. 25:4—8).
Verleen ons den bijstand van uwen Heiligen Geest, opdat
wij uwe geboden kunnen houden en met ernst de liefdevolle
woorden van den Apostel Johannes betrachten: dit is zijn
gebod, dat wij gelooven in den naam zijns Zoons Jezus
Christus en dat wij elkander liefhebben, gelijk Hij ons een
gebod gegeven heeft en die zijne geboden bewaart die
blijft in Hem en Hij in denzelven. En hieraan kennen
wij, dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, dien Hij
ons gegeven heeft. (1 Joh. 3:23, 24). O Heer, maak ons
-ocr page 40-
ar.
hier getrouw in de liefde, standvastig in het geloof, vroolijk
in de hoop en ginds eeuwig zalig. Amen.
Vrydaj-avond.
Verblijdt u dat uive namen geschreven zijn in de hemelen.
Luc. 10:20b.
Wij danken uwe eeuwige, trouwe Vaderliefde, dat Gij ons
ook heden weder zoo genadig geholpen hebt. Help ons dat
wij steeds krachtiger leeren de wereld te overwinnen en
dat ons hart gesterkt worde, opdat wij blijven in het geloof,
en met toeverzicht derwaarts opzien, waar de namen geschre-
ven zijn van hen, die hunne kleederen gewasschen hebben
in het bloed des Lams. Wat geen oog gezien en geen oor
gehoord heeft en in geens menschen hart gekomen is, dat
hebt Gij bereid voor hen, die U liefhebben. Reinig, heilig
onze liefde, opdat zij aan de uwe gelijk worde en wij met
een blijmoedig geloof getuigen kunnen: onze wandel is in
de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten,
Jezus Christus den Heer, die ons vernederd lichaam ver-
anderen zal, opdat het gelijkvormig worde aan zijn heerlijk
lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen
zich zelven kan onderwerpen. (Filipp. 3:20, 21).
O God onzes levens! Dat uw beschermend oog ook dezen
nacht over ons geopend zij, doe ons weder gezond naar
-ocr page 41-
\'27
lichaam en ziel ontwaken, opdat wij U kunnen dienen
in heiligheid en gerechtigheid en eenmaal de beloofde
eeuwige erfenis ontvangen. Amen.
Zaterdag-morgen.
Js iemand onder u in lijden, dat hij bidde. Jac. 5:13.
Dank zij U, Vader, Zoon en Heilige Geest, boven alles
toegebracht voor de groote genadegift van te mogen bidden.
Wanneer wij na een zoete rust vroolijk den dag mogen be-
ginnen en steeds weer nieuwe weldaden ontvangen, dan
mag ons dankgevoel niet zwijgen, dan moet het juichend
roemen dat Gij het zijt, die ons tot eeuwige vreugde ge-
schapen hebt. Maar ook wanneer wij den dag met droef-
heid beginnen en onder zuchten en bekommeringen den
nacht moeten ingaan, moeten wij IJ aanbidden en U dan-
ken voor uwe liefderijke bedoeling, die steeds ons eeuwig
heil op het oog hebt. Welk een troost ligt er voor lijden-
den in het gebed naar uwen wil. Hoe zalig is het gevoel uwer
nabijheid, wanneer alles ons verlaten heeft, wanneer wij
miskend worden en menschenhulp zich terugtrekt. Wat
haalt in zware krankheid hij de verkwikking om het matte
hart tot IJ op te heffen, bij wien het nieuwe kracht beko-
men kan; o Heer. wie kan al de onuitsprekelijke zegenin-
gen optellen, die in dat ééne voorrecht van te mogen
bidden, liggen opgesloten. En als wij niet weten wat wij
-ocr page 42-
28
bidden zullen, dan komt de Geest onze zwakheden te hulp
en bidt voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. Buigt
ons de ellende door de zonde ter neder, dan zijt Gij het,
Heere Jezus, die ons weer opricht, wij mogen tot U nade-
ren in het gebed, bij U is schuldvergeving, lof en dank zij
uwe ontfermende liefde. Amen.
Zaterdag-avond.
De tijd is kort. 1 Cor. 7: 2ü.
Wederom is een week voorbij, welke wij, liefderijke Vader
in den hemel, zonder angst en zorg mochten ten einde
brengen. Hoe snel vliegt de tijd onzes aardschen levens
daarheen! O wij kunnen het ons niet voorstellen, dat ons
aanzijn hier beneden, hoe lang het ook schijne, toch van
korten duur is en toch is het lang genoeg, indien wij het
wijs gebruiken. Gij toch, o Heer, zijt geduldig en groot
van langmoedigheid en trouw. Gij doet het ons niet ont-
breken aan vermaningen, dat wij ons moeten voorbereiden
voor de eeuwigheid, waarin een ieder zal wegdragen wat
in het lichaam geschied is naar dat hij gedaan heeft hetzij
goed hetzij kwaad. (2 Cor. 5: 10).
O Heer, treed niet met ons in het gericht, want wij kun-
nen niets anders voorbrengen dan een zondig hart. Maar Gij
hebt ons leven en zaligheid verworven; dat uwe heilige ver-
diensten voor niemand uwer schepselen te vergeefs mogen zijn
-ocr page 43-
\'2(1
aangebracht en neem ons allen in genade aan, opdat wij U
dienen en danken mogen in uw Rijk van eeuwigheid tot
eeuwigheid. Amen.
III.
Zondag-morden.
Bekeert u en gelooft het Evangelie. Mare. 1:15.
Wij loven en danken U, liefderijke Hemelsche Vader,
dat Gij op dezen dag liet licht weder voor ons deedt op-
gaan, want één dag in uwe voorhoven is beter dan duizend
elders, ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods
te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloos-
heid. Want God, de Heer is een zon en schild, de Heer
zal genade en eere geven, Hij zal het goede niet onthouden
dengenen, die in oprechtheid wandelen. (Ps. 84:11, 12).
Geef, liefderijke Heiland dat het Evangelie ons ook heden
zuiver gepredikt worde. Trek onze harten af van het
aardsche en neig ze tot uwe getuigenissen alleen. Bewaar
ons voor de menigvuldige uit- en inwendige verstrooiingen.
Ach Heer, eer wij het bemerken zijn wij weder op dwaal-
wegen, indien Gij ons niet door de tucht uws Geestes
terecht wijst.
Doe ons berouwvol het oog slaan in de diepte van ons
bedorven hart, opdat wij ons hartgrondig bekeeren en
voor tijd en eeuwigheid vruchten voortbrengen der bekee-
ring waardig.
-ocr page 44-
:«)
Drieëenig God, ontferm U onzer en leid ons in alle
waarheid om uwer goedheid wil. Amen.
Zondag-avond.
Grijp naar het eeuwige leven. 1 Tim. 6 : 12.
Wij danken U, onzen barmhartigen Hoogepriester voor
de verkwikkingen van dezen dag. Laat uw Woord, \'t welk
ons verkondigd werd, krachtig in ons werken, opdat wij
uwen heiligen wil niet slechts vernemen, maar ook vol-
brengen mogen en deze nieuwe week onder uwen zegen U
welbehagelijk beginnen. Och of wij ons gansche leven IJ
heiligden, die U zelven voor ons hebt opgeofferd! Mogen,
wanneer eens de groote Sabbath aanbreekt, al uwe verlos-
ten ten prijs uwer genade kunnen roemen: ik heb den
goeden strijd gestreden, ik heb den loop voleind, ik heb
het geloof behouden. Voorts is mij weggelegd de kroon
der rechtvaardigheid, welke de Heer, de rechvaardige
Rechter, mij geven zal in dien dag en niet alleen aan
mij, maar ook aan allen, die zijne verschijning hebben
liefgehad. Maar hoeveel ontbreekt ons nog om erfgenamen
te worden van uw heerlijk Koninkrijk. Doch uw verlos-
singswerk is grooter dan onze zondenschuld. Stort den
rijken zegen van uwe verlossing uit over al wat leeft en
laai geen uwer schepselen verloren gaan. O lieer, wiens
barmhartigheid wij niet afmeten kunnen, laai haar steeds,
-ocr page 45-
31
ook dezen nacht, over ons zijn. Gij wilt genade en geen
recht laten gelden hij hen, die niet in de zonde volharden.
Daarom zijn wij getroost en verblijden wij ons in uwe
liefde, die blijft van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Maandag-morgen.
Die roemt, roeme in de Heer. 2 Cor. 10 : 17.
Geloofd zij uwe groote goedertierenheid, almachtige Vader,
dat Gij ons den eenen dag na den anderen schenkt en ons
den tijd der genade verlengt. Bewaar ons ook heden voor
alle kwaad, bovenal voor de zonde, die in zoovelerlei ge-
daante, uit- en inwendig zich aan ons voordoet. Maak ons
los van verderfelijke boezemzonden en van kwade gewoon-
ten. Laat de Satan geen overhand over ons krijgen. Ver-
wijder uit onze harten alle eigenliefde, zelfzucht, ijdelheid
en trotsche gedachten, opdat wij niet uit de hoogte neder-
zien op hen, die wij beneden ons achten en die in uwe
oogen veel hooger kunnen staan dan wij, immers geldt voor
U geen aanzien des persoons. Geef ons waren ootmoed,
opdat wij ons zelven niet bedriegen en meenen iets te zijn,
want wij zijn van ons zelven niet bekwaam iets te denken
als uit ons zelven, maar onze bekwaamheid is uit God.
(2 Cor. 3 : 5). Ja wij zijn stof en wij kennen ten deele.
De vreeze des Heeren is de wijsheid en van het kwade te
wijken is het verstand. (Job. 28 : 28). Amen.
-ocr page 46-
32
Maandag-avond.
Indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht
is, zoo hebben wij gemeenschap met elkander, en het
bloed van Jezus Christus, zijnen Zoon, reinigt ons van
alle zonde.
1 Joh. 1 : 7.
Ach Heer, wij kunnen niet zeggen flat wij heden in het
licht gewandeld hebben. Wanneer kunnen wij 1 iet zeggen!
Veeleer moeten wij belijden, dat wij menigmaal tasten in
de duisternis en ons buigen voor de afgoden dezer wereld.
Bevrijd ons toch van alle uit- en inwendige verleidingen,
reinig ons bevlekt hart en schenk ons uwen Heiligen Geest.
Slechts wanneer zijn licht ons verlicht kunnen wij het ware
licht zien en in het licht wandelen, en tot steeds meerder ken-
nis en innerlijker aanschouwing komen der ondoorgrondelijke
diepte van uwe heerlijke genade, die is in Jezus Christus,
onzen Heer. Vergeef ons naar uwe barmhartigheid wal wij
heden kwaads gedaan en goeds hebben nagelaten. Doe
niet met ons naar onze zonden, maar laat uwe genade over
ons heerschen. Vervul ook dezen nacht uwe dierbare be-
lofte aan ons: de Engel des Heeren legert zich rondom
degenen, die Hem weezen en redt hen uit. (Ps. 34: 8).
O Heer, help ons, o Heer, doe alles wel gelukken, ver-
leen ons, o God, altijd genadiglijk uwe hulp. Amen.
-ocr page 47-
:\\:\\
Dinsdag-morgen.
Ik leef, doch niet meer ik, Christus leeft in mij, en het-
geen ik in het vleesch leef, dat leef ik door het geloof
des Zoons van God, die mij heeft liefgehad, en zich
zelven voor mij heeft overgegeven.
Gal. 2 : 20.
Wij loven U, o Bron des levens en der liefde, omdat Gij
ook in den afgeloopen nacht ons leven zoo genadig hebt
bewaard. O geef dat het 1T geheel en al geheiligd zij.
Heer, zonder U k\\innen wij niets doen. Werk in ons
beiden het willen en het werken. Schenk ons het rechte
geloof, waardoor wij alleen de wereld overwinnen en zalig
worden kunnen. Wij weten dat de mensch niet gerecht»
vaardigd wordt door de werken der wet, maar door het
geloof in Jezus Christus. Maar zullen wij, die in Christus
zoeken gerechtvaardigd te worden, ook zelven zondaars
bevonden worden? Is dan Christus een dienaar der zonde \\>
Dat zij verre! (Gal. 2:10, 17).
Help ons, o Heer, om toch meer en meer de zonde
te vlieden, anders maken wij ons zelven de verdienste
onzes Heilands onwaardig en zijn wij onbekwaam voor uw
Rijk, waar de gerechtigheid woont. Uwe liefde vure de
vonk van ons geloof meer en meer aan, opdat die worde
tot een vuur, \'t welk ons geheel en al loutert en wij als
nieuwgeboren menschen verschijnen in ware gerechtigheid,
die U welbehagelijk is. Amen.
3
-ocr page 48-
34
Dinsdag-avond.
Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis
van God en van Jezus onzen Heer. \'2
Petr. 1:2.
Bij dag en bij nacht, in voor- en tegenspoed, in leven
en in sterven vermenigvuldigt Gij, o Heer, de genade en
den vrede hun, die gelooven, maar steeds wordt die ge-
nade ons grooter en uw vrede onontheerlijker, hoe meer de
kennis uwer heilige liefde in ons wortelt en opschiet. O
Heer, wij danken U van ganscher harte voor uw Woord,
\'t welk ons wijs maakt tot zaligheid. Leer ons toch daar-
naar te handelen. Ik zoek U met mijn geheele hart, laat
mij van uwe geboden niet afdwalen, ik heb uwe rede in
mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou.
Heer, Gij zijt gezegend, leer mij uwe inzettingen. Ik ben
vroolijker in den weg uwer getuigenissen dan over allen
rijkdom. Ontdek mijne oogen dat ik aanschouwe de won-
deren van uwe wet. Heer, leer mij den weg uwer inzet-
tingen en ik zal hem houden ten einde toe. Geef mij het
verstand en ik zal uwe wet houden. Leer mij een goeden
zin en wetenschap, want ik heb aan uwe geboden geloofd.
Gij zijt goed en goeddoende, leer mij uwe inzettingen. Mijne
ziel is bezweken van verlangen naar uw heil; op uw Woord
heb ik gehoopt. O Heer, uw Woord bestaat in der eeuwig-
heid. (Ps. 110 : 10 enz.). Amen.
-ocr page 49-
35
Woensdag-morgen.
Laat ons niet liefhebben met den ivoorde, noch met de
tong, maar met de daad en waarheid.
1 Joh. 3 : 18.
Wederom is door uwe ontfermende liefde, gelrouwe Vader
in den hemel, het vriendelijk licht des daags voor ons op-
gegaan, maar wat nog meer is, het verkwikkend bewustzijn
uwer goddelijke genade. Voor beiden danken wij U van
ganscher liarte, en ootmoedig bidden wij U dat Gij nu en
steeds uwe liefde in en over ons wilt doen heerschen. Zij
vergezelle ons op iederen stap, opdat wij vriendelijk, be-
scheiden en zonder jaloersehheid gezind zijn jegens onze
medemenschen, die gelukkiger zijn dan wij, en dat wijde
ongelukkigen met helpende deelneming en verlichting van
hunnen nood zooveel mogelijk te genioet komen. Wanneer
wij waarlijk liefhebben, zoo kennen wij hieraan dat wij uit
de waarheid zijn. Maar wij moeten voor U, die in het
verborgene ziet, berouwvol erkennen, dat ons niet alleen
de waarachtige liefde, die de vervulling der Wet is, ont-
breekt, maar dat wij haar niet eens met ernst zoeken en
liever de verkeerde neiging van ons traag hart volgen, dan
streven naar de liefde, welke uw lieve Zoon op de wereld
gebracht heeft.
Schenk ons, o Heer, het willen en volbrengen van het
goede; zonder U toch kunnen wij niets doen, wees en blijf
daarom de sterkte van ons hart nu en altoos. Amen.
3"
-ocr page 50-
36
Woensdag-avond.
Wij hebben Hem lief, omdat Bij ons het eerst liefgehad
heeft.
1 Joh. 4 : 19.
O Heer, hoe kunnen wij uwe onbegrijpelijke liefde, die ons
steeds in uwe trouwe Vaderarmen houdt, naar waarde prij-
zen! En wij zijn helaas, dikwerf zoo onvergeefelijk liefdeloos,
koud en onverschillig, als of wij niets van U ontvangen
hadden. Wij weipen ons in het stof en bidden U, schenk
Gij zelf ons de liefde tot U, die nimmermeer vergaat. Och
of ons hart U geheel en al toehehoorde, zoodat wij niets
meer wilden dan in U zijn en blijven. Welk eene onuit-
sprekelijke zaligheid uw — geheel uw eigendom te zijn!
Welk een vreugde, U, o almachtige Liefde, te mogen prijzen
met een hart, \'t welk van U vervuld is.
O lieer, schenk ook aan de volken, die niets van uwe
heerlijke liefde weten, een straal van haar, die hen tot U
optrekt als de bron van alle zaligheid. Verwek steeds meer
arbeiders in uw wijngaard, die verkondigen onder de Hei-
denen, dat de Heer Koning is en dat zijn Koninkrijk is
over de gansche aarde, dat het een eeuwig Rijk is en dat
Hij de volken richt met gerechtigheid. Dat de hemel zich
verblijde en de aarde zich verheuge, dat de zee bruise
met hare volheid. Dat het veld huppele van vreugde met
al wat daarin is, dat dan alle boomen des wouds juichen
voor het aangezicht des Heeren, want Hij komt, Hij komt
-ocr page 51-
37
om de aarde te richten met rechtmatigheid en de volken
met zijne waarheid. (Ps. % : 10—13). Amen.
Donderdag-morgen.
Zijt niet bezorgd tegen den dag van morgen, want de
morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg
aan zijn eigen kwaad.
Matth. 6 : 34.
Wij komen voor uw heilig aangezicht, liefderijke Vader,
met dankzegging en gebed. Gij hebt in den afgeloopen
nacht alle leed van ons afgewend en ons een rustigen slaap
geschonken. Ach wij zijn zoo onwaardig uwe goedheid,
die het zegenen niet moede wordt. Zonder ophouden moes-
ten wij gedachtig zijn aan uwe trouw en onze harten moesten
vol zijn van uw leven. Werk Gij zelf in ons wat strekt
tot uwen lof en steun onze zwakheid. Wij zijn zoo arm,
maak ons rijk in U. Gij zijt onze hoop, de rots, waarop
wij vertrouwen, laat ons niet beschaamd worden. Vervul
aan ons uwe belofte: het gekrookte riet zal Hij niet ver-
breken en de glimmende vlaswiek zal Hij niet uitblusschen.
Leid ons, trouwe Herder, ook heden in onze aardsche en
hemelsche roeping naar uw welbehagen. Neig hart en zin
steeds naar U, opdat wij van den rechten weg niet afwij-
ken, blijven in het geloof en wanneer onze laatste ure daar
is, weten mogen, dat, zoo ons aardsche huis dezes taber-
nakels verbroken is, wij een gebouw bij God hebben, een
-ocr page 52-
38
huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.
(2 Cor. 5 : 1).
O Heer, welk een liefelijke openharing des geloofs is ons
in uw Woord gegeven. Lof en dank zij uwe heerlijke
genade in alle eeuwigheid! Amen.
Donderdag-avond.
De God aller genade, die ons geroepen heeft tot zijne
eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat tvij een
weinig tijds zullen geleden hebben, Hij volmake, beves-
tige, versterke, fundere ulieden.
1 Petr. 5 : 10.
Genadig en barmhartig God! Wij zwakke schepselen kun-
nen U niet waardig genoeg prijzen voor de tallooze licha-
melijke en geestelijke; zegeningen uwer barmhartigheid. Hoe
onuitsprekelijk weldadig zijn de verkwikkingen, die wij in
uw Woord vinden. Gij zelf hebt ons geroepen tot eene
heerlijkheid, die al ons denken te boven gaat. Gij zelf
wilt ons volmaken, bevestigen, versterken, funderen, wan-
neer wij slechts gelooven in U en uwen lieven Zoon, onzen
Heiland en Heer. Wij buigen onze knieën in het stof en
verheffen onze harten tot de eerbiedige aanroeping van uwen
heiligen naam, die ons zulk een onverdiend recht op het
erfdeel der heiligen in het licht gegeven hebt door Jezus
Christus, den Leidsman onzer zielen. Geef dat wij onze
zielen reinigen in de gehoorzaamheid der waarheid, door
-ocr page 53-
39
den Geest, als die geboren zijn, niet uit vergankelijk, maar
uit onvergankelijk zaad door het levend en eeuwig blijvend
Woord van God. Want alle vleesch is als gras en alle
heerlijkheid des menschen is als een bloem van het gras.
Het gras is verdord en de bloem is afgevallen, maar het
Woord des Heeren blijft in eeuwigheid. (1 Petr. 1 : 22—25).
Amen.
Vrydag-morgen.
Vrede laat Ik u, mijnen vrede geef Ik u, niet gelijkerioijs
de wereld hem geeft, geef Ik hem u; uw hart worde
niet ontroerd en zijt niet versaagd.
Joh. 14 : 27.
Heere Jezus, die uwen troon hebt gevestigd in de wonin-
gen des vredes, wij danken U dat Gij uw goddelijken vrede
overal laat wonen, waar hij wordt aangenomen en ook uit-
zendt in onze door aardsche bemoeiingen vermoeide en
nooddruftige harten. O lieer, geef dat wij dien vrede nooit
verdrijven door de begeerlijkheden des vleesches, die krijg
voeren tegen de ziel. Sta ons bij, gij vaste Burg, opdat
de wereld en de Satan ons niet verstrikken. Help ons in
den strijd tegen den ouden mensch, opdat de nieuwe krach-
tig in ons worde en uw vrede heersche, tot dat wij, o
Koning der koningen, ingaan mogen in uw eeuwig vrede-
rijk. De Heer is groot in Sion en Hij is hoog boven alle
volken, dat zij uwen grooten en vreesselijken naam loven,
-ocr page 54-
ifl
die heilig is, en de sterkte des Konings, die het recht lief
heeft. Gij hebt billijkheden bevestigd, Gij hebt recht en
gerechtigheid gedaan. Verheft den Heer onzen God en
buigt U neder voor de voetbank zijner voeten; Hij is hei-
lig ! (Ps. 00 : 2—G).
De vrede Gods, die alle verstand te bovengaat, beware
onze harten en zinnen van nu aan tot in eeuwigheid.
(Filipp. 4 : 7). Amen.
Vrijdag-avond.
De Heer regeert; de aarde verlieuge zich, dat vele eilan-
den zich verblijden.
Ps. 97 : 1.
Hoe goed is het, o almachtige God, onder uwe heer-
schappij ! U te dienen is zaligheid, indien wij maar bevonden
worden trouwe dienaars te zijn. Werk dat zelf in ons door
de kracht van uwen Heiligen Geest. Wij loven U met
hart en mond, omdat Gij ons ook heden zoo genadig hebt
geholpen. De heerlijke macht uwer sterkte bescberme ons,
zwakke schepselen, ook in dezen nacht en leide ons eens
door den donkeren nacht des doods tot het licht der heer-
lijkheid.
O Heer, uw arm is machtig, uwe hand is sterk, uw
rechterhand is hoog. Gerechtigheid en gericht zijn de vas-
tigheid uws troons, goedertierenheid en waarheid gaan
voor uw aanschijn henen. Welgelukzalig is het volk,
-ocr page 55-
u
\'t wolk uw geklank kent, o Heer, zij zullon in het licht
uws aansehijns wandelen. Zij zullen zich den gansenen
dag verheugen in uwen naam en door uwe gerechtigheid
verhoogd worden, want Gij zijt de heerlijkheid hunner sterkte
en dooi1 uw welbehagen zal onze trouw verhoogd worden,
want ons schild is van den Heer en onze Koning is van
den Heiligen Israëls. (Ps. 89 :14—20). Amen.
Zaterdag-morgen.
Zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is. Col. 3:1.
Wij danken U, goedertieren en barmhartig God, dat wij,
met nieuwe krachten toegerust, den dag mogen beginnen.
Mochten wij hem, U ter eere gebruiken! Indien wij zoeken
de dingen, die hoven zijn, dan zullen wij ook onze aardsche
bezigheden met getrouwheid verrichten. Wat kan ons meer
sterken, helpen, beschermen op onzen vreemdelingstocht
dan het opzien tot U. Uwe barmhartigheid zoekt ons, eer
wij U zoeken, hoeveel meer bewaart en draagt Gij ons,
als wij U zoeken! Maar de aarde trekt ons zoo dikwerf
naar hare schijngoederen heen en wij laten ons helaas
menigmaal verblinden, ja, al is het in ons binnenste en
slechts voor oogenblikken, toch zijn het teruggangen, die
ons ten minste van U verwijderen. En toch hebben wij
geen tijd om te verzuimen wat dient tot ons eeuwig heil.
-ocr page 56-
42
Bewaar ons toch in een bestendigen omgang met U. Gij
zegt zelf, wie niet met Mij is, die is tegen Mij, en wie
niet met Mij vergadert, die verstrooit. (Luk. 11 : 23).
Geef dat wij deze ernstige vermaning, om ons steeds
nauwer aan U te verbinden, toch recht ter harte nemen.
Ontferm U onzer, en trek ons meer en meer tot U; totdat
wij zoo vast in U geworteld zijn, dat wij U niet meer ver-
liezen kunnen. Laat ons als de ranken aan den wijnstok
blijven, en vrucht voortbrengen; reinig ons, opdat wij meer
vrucht dragen en niet uitgeworpen worden. Met U te leven,
ons in U te verblijden, en voor U te lijden, zij de wensch
van ons hart, waarmede wij biddend voor uw heilig aan-
gezicht naderen. Verhoor ons om uwe liefde! Amen.
Zaterdag-avond.
Ik ben niet gekomen opdat Ik de wereld oordeele, maar
opdat Ik de wereld zaligmake.
Joh. 12 : 47.
Gij, Zoon van God, hebt uwen troon verlaten, en zijtin
het stof tot ons nedergedaald om dooden levend, en ver-
doemden zalig te maken. Heer, welk een onbegrijpelijke
liefde; och, of wij onze harten geheel aan U toewijden en
U waardiglijk danken konden! Niets moesten wij meer
wenschen en bidden, dan de kracht van uwen Geest, die
ons leert en helpt, dat wij ons zelven verliezen en ingaan
mogen in het heiligdom uwer liefde.
-ocr page 57-
13
Hoe zouden wij moeten sidderen en beven, indien Gij,
liefderijke Heiland! onze ellende niet hadt aangezien, en
ons niet hadt verlost van zonde, dood en hel. O Heer,
help Gij zelf ons, opdat wij U waarlijk mogen danken.
Schep in ons een nieuw, U welbehaaglijk leven, opdat wij
blijven in uwe liefde, en Gij in ons blijft, en wij blijdschap
hebben in den dag des oordeels. Gij zijt toch in de wereld
gekomen om ons, zondaren, te behouden; voleindig dan uw
verlossingswerk in ons, en schenk ons kracht om de wereld
en ons zelven te overwinnen, en U na te volgen.
Bewaar ons ook in dezen nacht voor alle leed, dat ons
zou kunnen treilen, en doe ons, gesterkt tot uwen dienst,
ontwaken, om uwe liefde. Amen.
IV.
Zondag-morgen.
Het Evangelie is eene kracht Gods tot zaligheid, een
iegelijk die gelooft.
Rom. 1 : 16.
Wij danken U, liefderijk Vader, dat Gij het heerlijk licht
van den Zondag weder zoo vriendelijk over ons hebt doen
opgaan. Schijne het door uwe genade in onze harten, om
daar al wat duister is te verlichten. Help ons, dat uw
Woord krachtig in ons werke, en werk in ons wat U wei-
behaaglijk is. Schenk ons de rechte wijsheid om de dagen,
die ons nog ter voorbereiding voor de eeuwigheid gegeven
-ocr page 58-
14
zijn, to tellen, en de waardij der uren te beseffen. Schenk
ons ijver en kracht om uwen heiligen wil te doen en oot-
moedig voor U te wandelen.
O Meer! maak ons bekwaam om tempelen te worden
van uwen Heiligen Geest. Laai de belofte ook aan ons
vervuld worden: wanneer de Geest der waarheid zal geko-
men zijn, die zal U in alle waarheid leiden. (Joh. 15 : 13).
Och of uw goede Geest ons steeds bestuurde\'? Maar wij
onttrekken ons zoo dikwerf aan zijne heilige leiding. Er is
geen gemeenschap tusschen het heilige en het onreine.
Heer! schep ons daarom een rein hart, waarin Gij wonen
kunt. Wij willen uw eigendom zijn en blijven in eeuwig-
heid. Amen.
Zondag-avond.
Laat ons goeddoende niet vertragen. Gal. 6 : 9.
Dagen en nachten vlieden voorbij met de snelheid des
winds, en wij kunnen geen oogenblik verlengen en niets
wat tot deze vergankelijke aarde behoort vasthouden. Maar
Gij, o Heer! blijft bij ons met uwe liefde, en alle gaven,
die Gij aan onze onsterfelijke ziel geschonken hebt. Maar
Gij hebt ze ons niet zonder bedoeling geschonken, de ta-
lenten, waarmede wij woekeren moeten. Gij zult ze ten
dage des oordeels van ons afeischen, en ons daarnaar ver-
gelden. Uw heilig Woord vermaant ons dikwerf en krachtig
-ocr page 59-
45
om onzes zelfs zaligheid te werken. Help ons in het jagen
naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven
is in Christus Jezus. (Filipp. 3:14.)
Leer ons toch recht op het doel af te gaan, en wanneer
wij het eens door uwe genade bereikt hebben, dan kunnen
we U eerst recht danken voor de roepstemmen, de smar-
ten en kastijdingen, welke uwe opvoedende liefde beschikte,
om ons met zoovele verlosten uit de duisternis te brengen
tot het licht.
Heer! wees met ons om uws naams wil, want uwe ge-
nade is onze vertroosting.
Blijf, naar uwe belofte, met ons, tot aan het einde dei-
dagen. Amen.
Maandag-morden.
God heeft zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons
allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet
alle dingen schenken f
Rom. 8 : 32.
Liefderijke Hemelsche Vader! wij danken U van ganseher
harte, dat Gij ons voortdurend neemt in uwe genadige be-
scherming, en ons steeds weer nieuwe, onverdiende wei-
daden beschikt. Schenk ons toch diepe, onvergetelijke
indrukken van uwe liefde, die den ééngeboren Zoon gegeven
heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve,
-ocr page 60-
46
maar het eeuwige leven hebbe. En wat kunnen wij U aan-
bieden voor uwe oneindige liefde? Niets, dan een zondig
hart. O, maak ons recht bekend met onze zondigheid,
opdat de genade des te krachtiger in ons worde, en wij
met ernst mogen jagen naar de gerechtigheid, die is in
Christus Jezus, onzen Heer.
Laat mijn smeeken voor uw aanschijn komen, red mij
naar uwe toezegging; mijne lippen zullen uwen lof over-
vloedig uitstorten, als Gij mij uwe inzettingen zult geleerd
hebhen. Mijne tong zal gewagen van uwe rede, want al
uwe geboden zijn rechtvaardigheid. Laat uwe hand mij te
hulp komen, want ik heb uwe bevelen verkoren. O Heer,
ik verlang naar uw heil, en uwe wet is mijn genot, laat
mijne ziel leven, en zij zal U loven, en laat uwe rechten
mij helpen. (Ps. 119 : 170—170). Amen.
Maandag-avond.
Wij roemen in God door onzen Heer Jezus Christus, door
wien wij nu de verzoening gekregen hebben.
Rom. 5:11.
Iedere ademtocht onzes levens, en iedere polsslag moet U,
groote Middelaar, danken en U prijzen van wege uw heer-
lijk verlossingswerk. Niemand heeft meer liefde, dan deze
dat iemand zijn leven stelt voor zijne vrienden. (Joh. 15 :13).
O Heer! leer ons toch uw lijden recht verstaan en beseffen
-ocr page 61-
47
hoeveel Gij voor ons hebt gedaan. Geef dat ons gansebe
leven U prijze door eenc gewillige gehoorzaamheid. Onze
zonde heeft U aan het kruis gebracht: wij moesten voor
haar schrikken, en haar voor goed ontvlieden, want hare
tanden zijn leeuwentanden, en zij dooden den mensch. Maar
Gij, liefderijke Heiland, hebt haar de macht ontnomen;
wanneer wij ons aan U vasthouden, kan zij ons niet vatten.
O Heer! behoud ons wanneer wij wankelen, richt ons op
wanneer wij vallen. Beproef mij, o God, en ken mijn hart;
doorgrond mij, en ken mijne gedachten, en zie of bij mij
een schadelijke weg zij, en leid mij op den eeuwigen weg.
(Ps. 139 : 23, 24). Amen.
Dinsdag-morgen.
Mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen.
Ps. 73 : 28.
Heer! God onzes levens, Gij hebt ons in den afgeloopen
nacht voor alle leed bewaard. Wij danken U met een
bewogen hart, en bidden U dat Gij ook heden uwe be-
schermende hand niet aan ons onttrekken wilt. Al de
krachten, die uwe genade ons verleent, mogen alleen gewijd
zijn aan uwen dienst; niets kan ons scheiden van uwe liefde,
die is in Christus Jezus, onzen Heer. (Rom. 8 : 39).
Al verheffen zich de stormen des lijdens, al lokken de
genietingen der wereld en de begeerlijkheden des vleesches,
-ocr page 62-
48
toch blijf ik steeds nabij U, want Gij hebt mijne rechterhand
gevat. Gij zult mij leiden door uwen raad, en daarna zult
Gij mij in heerlijkheid opnemen. (Ps. 73 : 23, 24).
O Heer! welk eene genade, dat wij ons aan U mogen
vasthouden, wij die niets dan stof zijn, \'t welk met iederen
wind kan verwaaien. Maar Gij trekt ons tot uw vaderhart,
en maakt dat wij niet vergaan in onze ellende. Gij Heer
zijl onze toevlucht en onze sterkte, daarom zullen wij niet
vreezen, al veranderde de aarde hare plaats, en al werden
de bergen verzet in het hart der zeeën. Laat hare wateren
bruisen, laat ze beroerd worden, laat de bergen daveren
door derzelver verheffing. (Ps. 40 : 2—4).
Laat ons, o Heer! de macht uwer sterkte prijzen met ons
gansclie hart, en ons verblijden over uwe barmhartigheid.
Amen.
Dinsdag-avond.
Mijne genade is u genoeg, want mijne kracht wordt in
ztvakheid volbracht.
2 Gor. 12 : 9.
Heer! wiens genade al het goede werkt, wij danken U dat
Gij haar over ons laat lieerschen, en bidden U ootmoedig
om ons steeds onder hare bescherming te laten, opdat zij
in ons werke wijsheid, lust en kracht om het goede werk
te volbrengen, \'t welk Gij in ons begonnen hebt. De nacht
bedekt ons met zijne duisternis, maar bet licht uwer genade
-ocr page 63-
40
wijkt niet van ons. O laat het toch recht doordringen in
ons hinnenste, opdat het daar alle werken der duisternis
verdrijve, en de satan geen macht over ons verkrijge. Wij
zijn zwak, maar uwe kracht is machtig in ons. Heer, Gij
hebt den wensch der zachtmoedigen gehoord, Gij zult hun
hart sterken, uw oor zal opmerken. Wij verblijden ons
en danken U, dat Gij zoo gaarne helpt en zoo goed voor
ons zijt. (Ps. 10 : 17).
Looft den Heer in Zijn heiligdom, looft Hem in het uit-
spansel zijner sterkte, looft Hem van wege zijne mogend -
heden, looft Hem naar de menigvuldigheid zijner grootheid.
(Ps. 150 : 1, 2).
Ja Heer! wij prijzen uwe genade met zwakke harten en
sterfelijke lippen, totdat wij, verlost, voor den troon uwer
majesteit U mogen aanbidden van eeuwigheid tot eeuwig-
heid. Amen.
Woensdag-morgen.
Geliefden, nu zijn ivij kinderen Gods, en het is nog niet
geopenbaard wat wij zijn zullen. Maar wij weten dat,
wanneer Hij geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zul-
len zijn, want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.
1 Joh. 3 : 2.
Uwe genade, barmhartige Vader! heeft onzen slaap be-
waakt, en uwe trouw opent op den nieuwen dag onze
4
-ocr page 64-
30
oogen. Wij buigen onze knieën en verheffen onze harten
tot U, met dankzegging en gebed. O welk eene zaligheid
is ons in uw Woord beloofd, wanneer wij daarnaar wan-
delen. Wij zullen U mogen zien gelijk Gij zijt. O Heer!
schenk ons kracht, opdat wij wandelen voor uw heilig aan-
gezicht. Getrouwe Heiland! die voor ons, arme zondaren,
in den dood zijt gegaan, geef dat wij zoo doordrongen wor-
den van uwe liefde, dat wij in haar leven, en uwe dier-
bare beloften aan ons vervuld worden: die Mij liefheeft,
die zal mijn Woord bewaren, en mijn Vader zal hem lief
hebben, en Wij zullen tot hem komen, en woning bij hem
maken. (Joh. 15 : 23).
Heer! sterk ons geloof, \'t welk zoo menigmaal zwak is;
bevestig onze wankelende liefde, en geef kracht aan de
onzekere hoop, opdat zij zich vasthoude aan uw Woord.
Schenk ons blijdschap in leven en in sterven. O mochten
wij met uwe Apostelen kunnen roemen: onze wandel is in
de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten,
namelijk den Heere Jezus Christus, die ons vernederd lichaam
veranderen zal, opdat het gelijkvormig worde aan zijn heer-
lijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen
zich zelven kan onderwerpen. (Filip. 3 : 20, 21.) Ja Heer!
verlos ons van alle kwaad, en trek ons tot uw hemelsch
Koninklijk. Amen.
-ocr page 65-
51
Woensdag-aroiul.
Vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uwen
naam geroepen; gij zijt mijn, want Ik ben de Heer
uw God, de Heilige Israels, uw Heiland.
Jes. 43 : 1. 2.
O heilige God en Vader! welk een troost mogen wij
putten uit uwc beloften. Wat is uw Woord een helder
en vriendelijk licht, wanneer ons hart door angst en
schrik is verduisterd en welk een heerlijk richtsnoer voor
ons denken en handelen; o mochten wij het nimmer uit bet
oog verliezen! Wij zouden moeten wandelen in de diepste
duisternis, indien uw Woord ons den weg niet wees en
verlichtte, die leidt tot het heerlijk doel, waar het geloof
de heilige Stad, het nieuwe Jeruzalem mag aanschou-
wen, waarvan eene groote stem sprak: ziet de tabernakel
Gods is bij de mensehen en Hij zal bij hen wonen en zij
zullen zijn volk zijn. En God zal alle tranen van hunne
oogen afwisschen en de dood zal niet meer zijn, want de eer-
ste dingen zijn voorbijgegaan. Ik hen de Alfa en de Omega, het
Begin en het Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein
van het water des levens voor niet. Die overwint zal alles
beërven en Ik zal hem tot een God zijn. (Openh. 24 :3,4,6, 7.)
Ja Heer, Gij geeft het water des levens om niet, dat
mogen wij reeds hier ondervinden. Houd niet op ons on-
waardigen nabij te zijn met uwe genade, en help ons om te
strijden en te overwinnen tot dat de kroon der zegepraal
wenkt. Lof, eer en dank zij uw heiligen naam! Amen.
-ocr page 66-
52
Dondcni ng-inorgen.
Ken den Heer in al uwe wegen, en Hij zal moe paden
recht maken.
Spr. 3 : 6.
Liefderijke Vader in den hemel, wij loven uwe oneindige
goedheid, door welke wij het liclit van dezen dag weer
mogen aanschouwen. Sterk ons toch, o Meer, opdat wij
ons niet overgeven aan de menigvuldige verstrooiingen des
daags, maar steeds in gedachten met U omgaan, het grootste
welgevallen aan V hebben, het sterkst verlangen naar lT
koesteren en ons geheel en al aan U overgeven. Schenk ons
geduld in lijden en stel hij ons lijden uwen lieven Zoon
ons voor oogen, opdat wij aan Hem een voorbeeld nemen,
die om de vreugde, welke Hem was voorgesteld, het kruis
heeft verdragen. (Hehr. 12 : 2).
Laat het lijden heilzaam op ons werken, opdat het uwe
wijze bedoelingen bereike en wij, gelijk Christus, dooi\' lijden
tot de eeuwige heerlijkheid ingaan. Onthoud ons iedere
vreugde, die wij niet met opzien tot TJ genieten kunnen en
doe ons blijven bij den Eenige, opdat wij uwen naam
vreezen. Gij zijt ons hoogste goed en hebben wij ook
droefheid, wij weten dat onze lichte verdrukking, die zeer
haast voorbijgaat een gansch zeer uitnemend gewicht der
heerlijkheid werkt (2 Cor. 4: 17). Trek uwe hand niet
van ons af en laat ons niet wandelen op onze eigene wegen,
want Gij kunt ons leiden op de rechte paden. Amen.
-ocr page 67-
:»;;
l)oii(l<\'nl;i»-;mmil.
O Heer, uwe goedertierenheid is tot in de hemelen, moe
waarheid tot de bovenste ivolken toe.
Ps. 36 : 6.
Wij danken IJ, barmhartige God, dat Gij ons lieden
weder zoo genadig geholpen licht en bidden U van harte
dat Gij ons ook dezen nacht beschermen en voor alle
kwaad bewaren wilt. Ja, wij weten het, uwe goedheid
heeft geen einde en uwe trouw, o Vader, is groot. Gij
heelt de gebrokenen van harte en Gij verbindt ze in hunne
smarten. Gij zendt uw bevel op aarde, uw Woord loopt
zeer1 snel. O geef dat wij het hooren, wanneer de morgen
aanbreekt en dat wij liet in een goed hart bewaren, wan-
neer de naclit over ons komt; help ons opdat onze zielen
er geheel en al van vervuld worden en wij ook in don slaap
met U blijven omgaan. Ruk uit ons bedorven hart alle
onreine neigingen, lusten en begeerlijkheden, opdat wij
onstralï\'elijk bevonden worden in den dag des oordeels en
eeuwiglij k roemen mogen in uwe genade door onzen Heere
Jezus Christus. Amen.
-ocr page 68-
54
Vrjjda£-iiior";eii.
Heer, Gij doorgrondt en kent mij, Gij weet mijn zitten
en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijne gedach-
ten. Gij omringt mijn gaan en mijn liggen, en Gij
zijt aan al mijne wegen geioend. Als er nog ge-.n woord
op mijn tong is, zie Heer, Gij weet het alles.
Ps.
139 : 1—5.
Heilige, alwetende Vader, wij danken U mot een diep
bewogen hart, dat Gij don tijd onzer voorbereiding van
den eenen dag tot den anderen verlengt. Acli, wij hebben
nog maai\' een klein begin der nieuwe gehoorzaamheid.
Heer, Gij weet het, Gij verstaat van verre onze gedachten
en Gij zijt aan al onze wegen gewend. De onreinheid en
zondigheid van ons hart ligt voor U open, ontdek haar aan
ons geheel en wek ons op tot diepe verootmoediging. Geef
dat wij genezing zoeken voor al onze zonden bij uwen
geliefden Zoon, de eenige bron des heils. In zijn heilig
leven, lijden en sterven, laat Gij ons vinden vergeving dei-
zonden, kracht tot vernieuwing en alles wat dient tot ons
eeuwig heil; maar de* traagheid, het ongeloof, de wereld-
zin en alle booze neigingen van ons verdorven hart, welke
uwe alwetendheid alleen doorzien kan, beletten ons, het
kruis van onzen Verlosser bestendig voor oogen te houden,
te gevoelen hoe ellendig wij zijn en wat Hij voor ons, on-
waardigen gedaan heeft. O Heer, schenk ons bekeering,
-ocr page 69-
V,
geloof en eene nieuwe gehoorzaamheid om uwen lieven
Zoon, onzen Heer en Heiland. Amen.
Vrgdag-arond.
De ivereld gaat voorbij met al hare begeerlijkheid, maar
die den wil Gods doet blijft tot in eeuwigheid.
1 Joh. 2:17.
Wij danken U, getrouwe Vader, met een geroerd hart,
voor uwe genadige bescherming, die tot dusverre niet van
ons geweken is. Laat ons ook dezen nacht onder uwe
hoede een zachte rust genieten en U ter eer vroolijk ont-
waken en oprecht voor U wandelen. O dat wij doof zijn
voor de lokstemmen der wereld. Leer ons recht inzien dat
hare schijngoederen geen ware vreugde geven kunnen en
dat zij met hare begeerlijkheid zoo spoedig voorbijgaat. Heer
Gij weet, hoe zwak wij zijn en hoe licht wij toegeven aan
de. zonde, verwijder daarom de verzoekingen van ons,
welke wij niet kunnen wederstaan. Schenk ons kracht en
trouw om uwen wil met vreugde te volbrengen, want wij
zijn niet bekwaam om uit ons zelven iets te denken, maar
onze bekwaamheid is uit U. Wil dan ons, die geen stof
hebben om voor U te roemen, rechtvaardigen zonder ver-
dienste uit genade, door de verlossing, die in Christus
Jezus is. Amen.
-ocr page 70-
56
Zaterdag-morgen.
Als de Heer vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewis-
selijk komen, Hij zal niet achterblijven.
Hab. 2 : 3.
Vader van alle goedertierenheid! ieder oogenblik mogen
wij ervaren hoe getrouw en barmhartig Gij zijt, en hoe
groot uw geduld met ons, arme zondaren, is en toch zijn
wij hij iedere teleurstelling zoo moedeloos en ter neerge-
slagen, als of Gij ons nog nooit geholpen hadt. Heer, ver-
geef ons onze ondankbaarheid, laat ons ook in droefheid
uwe onbegrijpelijke liefde ootmoedig aanbidden. Gij meent
het zoo goed met ons; zelfs als wij door hooze menschen
verdrukt worden en daardoor in nood geraken, weten wij
dat Gij ook hunne aanslagen ten goede leidt en dat wij
met Jozef zeggen kunnen: gijlieden hebt wel kwaad tegen mij
gedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht. (Gen. 50 : 20).
Ach, dat wij ons zoo dikwerf tegen uwen wil verzetten,
in plaats van ons blijmoedig en geloovig aan hem te ónder-
werpen. Gij hebt ons toch nimmer verlaten, al verbergdet
Gij soms uwe liefde voor ons, al bezocht Gij ons met een
lichter of zwaarder kruis. O Heer, leid ons naar uwen raad
en geef dat wij ons in alle dingen geheel aan U onder-
werpen. Amen.
-ocr page 71-
57
Zaterdag-avond.
God wil dat alle menschen zalig toorden en tot kennis
der waarheid komen.
1 Tim. 2 : 24.
Geef Gij zelf, o getrouwe Vader, dat wij hart en zin met
waarachtigen ernst tot U opheffen en U waardiglijk mogen
danken voor de dagelijksche bewijzen uwer oneindige liefde.
Wij allen, ja allen zijn geroepen tot de zaligheid en wij
allen kunnen tot kennis der waarheid komen, indien
wij slechts willen. Heer, maak dat wij ernstiger willen.
Sterk ons dat wij niet weer gedurig toegeven aan de zwak-
heid van ons vleesch en in traagheid vallen. Barmhartige
Vader, Gij wilt dat alle menschen zalig worden.
O zend het licht van uw Evangelie ook in de heidenwe-
reld, laat onze arme natuurgenooten ook komen tot kennis
der zaligmakende waarheid. Barmhartige Hoogepriester,
die ook voor ongeloovigen uw bloed hebt gestort, open
hunne oogen, opdat zij aanschouwen de wonderen uwer
genade. Gij, die doet boven bidden en denken, Gij alleen
kent den rechten tijd, waarop Gij allen zult roepen onder
de vleugelen uwer erbarmende liefde. Heer, maak ons, die
uw Woord bezitten, en die nu reeds ontvangen mogen
genade voor genade, toch waardig om eens voor uwen
troon te mogen uitroepen: Heilig, heilig, heilig is de Heer,
de Almachtige, die was, en die is, en die komen zal,
(Openb. 4 : 8) en om de vervulling te zien der voorspelling:
en alle schepsel, dat in den hemel is, en op aarde, en
-ocr page 72-
58
onder de aarde en die in de zee zijn en alles wat daarin
is, hoorde ik zeggen: Hem, die op den troon zit en liet
Lam, zij de dankzegging en de eer en de heerlijkheid en de
kracht in alle eeuwigheid! (Openh. 5 : 13). Amen.
V.
Zondag-morgen.
Mijne schapen hoor en mijne stem, en Ik ken dezelve, en
zij volgen Mij; en Ik geef hun het eeuwige leven, en zij
zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand
zal ze uit mijne hand rukken.
Joh. 10 : 27, 28.
Getrouwe Herder en Opziener onzer zielen, wij werpen
ons voor U neder en danken uw liefelijk Herderswoord,
\'t welk zoo zacht spreekt tot onze harten, en prijzen uwe
koninklijke macht en heerlijkheid, die ons leiden wil ten
eeuwigen leven. Wij mogen IJ, U onontvreemdhaar, toe-
hehooren. Welk een eer, welk een zaligheid hebt Gij ons
beloofd, wanneer wij uwe stem hooren en onze harten niet
sluiten; uw Heilige Geest verzegde het in ons en leere ons
dat wij met en in U alles bezitten. Waarvoor zouden wij
nog vreezen, wanneer niemand ons uit uwe hand rukken kan ?
Heer, vervul onze harten toch met eene eeuwige dank-
baarheid! Ik wil aanbidden in uwen heiligen tempel en
uwen naam danken om uwe goedheid en trouw, want Gij
-ocr page 73-
50
hebt uwen naam boven alles heerlijk gemaakt door uw
Woord. Gij hebt mij verhoord, toen ik U aanriep, en Gij
hebt mij met kracht versterkt in mijne ziel. Alle koningen
der aarde zullen U loven, o Heer, wanneer zij gehoord heb-
ben de redenen uws monds en zij zullen zingen van de wegen
des Heeren, want de heerlijkheid des Heeren is groot; want
de Heer is hoog, nogtans ziet Hij den nederige aan, en den
verhevene kent Hij van verre. Als ik wandel in het midden
der benauwdheid maakt Gij mij levend, Gij strekt uwe
hand uit, en uwe rechterhand behoedt mij. De Heer zal
het voor mij voleinden. Uwe goedertierenheid, Heer, is in
eeuwigheid; en laat niet varen de werken uwer handen.
(Ps. 138 : 3—8). Amen.
Zondag-avond.
Gelijk een Vader zich ontfermt over zijne kinderen, zoo
ontfermt zich de Heer over degenen, die Hem vreezen.
Ps. 103 : 13.
Ook het warmste, teederste vaderhart is niet te vergelij-
ken met het uwe, getrouwe Vader in den hemel, vol wijs-
heid en liefde. Wij loven uwe oneindige genade van wege
de geestelijke en lichamelijke zegeningen, die ons ook heden
weder uit de volheid uwer barmhartigheid zijn toegevloeid.
Laat uw Woord, \'t welk ons verkondigd is, krachtig in
ons werken, opdat wij uwen heiligen wil niet alleen erken-
-ocr page 74-
00
nen, maar ook gaarne on mot vreugde volbrengen. Vergeef
ons dat wij ons zoo dikwerf ongezind bétoonen om bel
goede te doen. Er woont zooveel kwaad in ons, waaraan
wij gehoor geven in plaats van het te bestrijden. Wie telt
onze overtredingen! Wij belijden ze voor U, o Heer.
Bekeer onze harten, die zoo ijdel, zoo zondig zijn Geef
dat wij in U alleen onze vreugde vinden.
Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadi-
ging der vreugde is bij uw aangezicht; liefelijkheden zijn
in uwe rechterhand eeuwiglijk. (Ps. 1(3 : 11).
Houd mijn gang in uwe sporen, opdat mijne voetstappen
niet wankelen. Ik roep U aan, omdat Gij mij verhoort,
o God, neig uw oor lot mij en hoor mijne rede. Maak
uwe weldadigheden wonderbaar, Gij, die verlost degc-
nen, die op U betrouwen. Bewaar mij, als het zwart
des oogappels, verberg mij onder de schaduw uwer vleu-
gelen. Maar ik zal uw aangezicht in gerechtigheid aan-
schouwen, ik zal verzadigd worden rnet uw beeld als ik
zal op waken. (Ps. 17 : 5—0, 15). Amen.
Maauilag-morgeii.
Acht de lang moedigheid onzes Gods voor zaligheid.
2 Petr. 3 : 15.
Goedertieren God, nog steeds draagt ons uwe ontferming,
vol sparende liefde. Wij danken U met een diep bewogen
-ocr page 75-
(il
hart, dat Gij ons den tijd ter bekeering verlengt, en het
ons niet aan de gelegenheid daartoe laat ontbreken. De
dag des oordeels zal niet uitblijven en wij kunnen hem niet
ontvlieden.
Rechtvaardige Vader! lioe moesten wij sidderen, indien
Gij niet alles, alles voor onze behoudenis liadt gedaan.
Leer ons de verdienste van onzen grooten Verzoener toch
recht beseffen. Indien zijn dierbaar bloed niet te vergeefs
voor ons vergoten zal zijn, dan moeten wij onze zonde
belijden, betreuren en verfoeien. Indien wij zeggen dat
wij geen zonde hebben, zoo verleiden wij ons zelven, en
de waarheid is niet in ons. Maar indien wij onze zonden
belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de
zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid.
(1 Job. 1:8, 9.)
Heer! Wek ons op, om ons waarlijk voor U te veroot-
moedigen zoolang het nog heden genaamd wordt; geef dat
wij uwe groote langmoedigheid toch tot onze zaligheid ge-
bruiken, en niet misbruiken. Dan kunnen wij ons ook in
onze laatste ure troosten met uwe belofte: bergen zullen
wijken, en heuvelen wankelen, maar mijne goedertierenheid
zal van U niet wijken, en het verbond mijns vredes zal
niet wankelen, zegt de Heer, uw Ontfermer. (Jes. 54 :10.)
De genade van onzen Heer Jezus Christus zij met ons
allen! Amen.
-ocr page 76-
02
Mwuidaf-avond.
Ik houd het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordi-
gen tijds als niets is te umardcren tegen de heerlijkheid,
die aan ons zal geopenbaard, toorden.
Rom. 8 : 19.
Het starrenheir boven ons werpt zijn licht op onze don-
kere aarde, en wij zien met biddend verlangen omboog tot
U, die de Bron zijt van alle licht. Wanneer wij hier
beneden door allerlei verzoekingen omringd, door smarten
gedrukt en van zwakheden omgeven, den strijd niet opgeven,
dan zal de heerlijkheid van die wereld, die aan ons geopén-
baard worden zal, ons spoedig alle lijden doen vergeten,
indien wij namelijk goed gestreden hebben. En indien
iemand ook strijdt, die wordt niet gekroond, indien hij niet
wettelijk gestreden heeft. (2 Tim. 2 : 5.)
Heer Jezus! rust ons toe met de kracht van uwen Geest,
om trouw te strijden, en het geloof te behouden. Het is
toch waarachtig: indien wij met Hem sterven, zoo zullen
wij met Hem leven, indien wij verdragen, zoo zullen wij
met Hem heersenen. (2 Tim. 2:11, 12.)
Gij Heer, die in dit tranendal hebt gewandeld, die mis-
kend zijt en gelasterd, en zelfs van hen, die U liefhadden,
verloochend en verlaten werdt, die tot in den dood des
kruises onze zwakheden hebt gedragen, den pijnlijksten
dood gestorven, en in het donkere graf zijt nedergedaald,
Gij kent de menschelijke ellende; in al haren omvang. Het
is Uwe barmhartigheid, die ons uit de ellende der zonde
-ocr page 77-
63
verlost heeft. Gij, die zijt opgestaan en in den hemel ver-
heerlijkt, leid Gij ons door de duisternis heen tot het licht
uwer eeuwige heerlijkheid, waar U door alle verlosten lof en
dank zal tegenklinken. Amen.
Dinsdag-morgen.
Wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt ver-
anderd door de vernieuwing mos gemoeds
, opdat gij moocht
beproeven, welke de goede en welbehagelijke en volmaakte
wil Gods zij.
Rom. 12 : 2.
Door uwe genade, liefderijke Hemelsehe Vader, vangen
wij wederom eenen nieuwen dag aan, dien wij U ter eer
willen heginnen en voleinden. Help ons toch tot dagehjk-
sche vernieuwing onzes gemoeds, en tot éene nauwgezette
heproeving hij al ons doen en laten.
Die uitdeelt geve in eenvoudigheid; die een voorstander
is in naarstigheid; die harmhartigheid doet in biijmoedig-
heid. De liefde zij ongeveinsd. Heht een afkeer van het
booze, en hangt het goede aan. Hebt elkander hartelijk
lief, met broederlijke liefde; met eere de een den ander
voorgaande. Zijt niet traag in het benaarstigen. Zijt vurig
van geest. Dient den Heere. Verblijdt u in de hoop. Zijt
geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed. Deelt
mede tot de behoeften der heiligen. Tracht naar herberg-
zaamheid. Zegent ze, die u vervolgen. Zegent, en vervloekt
-ocr page 78-
64
niet. Verblijdt u met de blijden, en weent met de wee-
nenden. Weest eensgezind onder elkander. Tracht niet
naar liooge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet
wijs bij uzelven, vergeldt niemand kwaad voor kwaad. Be-
zorgt hetgeen eerlijk is voor alle menschen. Indien het
mogelijk is, zooveel in u is, houdt vrede met alle menschen.
(Rom. 12 : 8—19.)
Hoe staat liet met ons, waneer wij ons deze vermaning
des apostels voor oogen stellen ? Hebben we haar getrouw
behartigd\'? Met diepe schaamte moeten wij belijden, dat
wij helaas dikwerf en op velerlei wijze hebben gezondigd.
Ons doen en laten is bevlekt door de wereld en door onze
eigen verdorvenheid. Heilige, maar toch barmhartige Vader,
treed niet met ons in het gericht. Geel ons kracht om uwen
wil te doen. Vernieuw ons geheel, opdat het beeld van
uwen lieven Zoon, onzen Varlosser, in ons verheerlijkt worde,
nu en in eeuwigheid. Amen.
Dinsdag-avond.
Weet dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud,
verlost zijt uit uwe ijdele wandeling, die uvandevade-
ren overgeleverd is, maar door het dierbaar bloed van
Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam.
1 Petr. 1: 18, 19.
Getrouwe Middelaar! Tot in eeuwigheid kunnen wij U
-ocr page 79-
65
niet genoeg danken voor uwe onuitsprekelijke liefde. Och
of onze zielen eeuwiglijk van U vervuld werden, dat wij
niemand andei\'s dan U zochten, niemand hoven TI liefhadden!
Help ons dat wij steeds meer in uwe liefde leven, dat wij,
vervuld van den rijkdom uwer genade en barmhartigheid,
slechts naar U verlangen, U dienen, uwen wil getrouw*
volbrengen, al moesten wij voor U in den dood gaan. Gij
hebt toch ook uw leven gelaten voor ons en Clij spreekt
zelf: niemand beeft meer liefde dan deze, dat iemand zijn
leven zette voor zijne vrienden. (Joh 15 : 13).
Uwe liefde werke in ons het geloof, \'t welk met blijdschap
en moed de wereld, den dood en de hel overwint. Uw
kruis, waaraan Gij gebloed hebt, zij onze banier, die wij
in eiken strijd, waarin het uwe eer geldt, dragen. In dit
teeken, o Levensvorst, zullen wij ook den laatsten vijand over-
winnen. Verwaardig ons om U te danken voor uwen troon.
Jezus Christus, is gister en heden dezelfde en tot in
eeuwigheid. Amen.
Woensdag-morgen.
Gezegend zij de God en Vader van onzen Heer Jezus
Christus, die ons gezegend heeft met alle geestelijke
zegening in den hemel in Christus.
Ef. 1 : 3.
Heilige, barmhartige Vader, wij komen tot U en loven
uwe oneindige goedheid, die Gij ons in dezen nacht weder
-ocr page 80-
66
zoo genadig bewezen hebt. Bewaar ons ook lieden voor
alle kwaad. Bestuur ons door uwen Heiligen Geest, dat
wij voor uw aangezicht wandelen en uwen lieven Zoon,
die de Weg, de Waarheid en het Leven is, niet uit het
hart verliezen. Boor Hem hebt Gij ons gezegend met
onvergankelijke heinelsche goederen. Hij belooft ons de
kroon des levens, het einde van ons geloof. Bewaar ons voor
alle verzoekingen, alle traagheid en dofheid des geestes en de
menigvuldige verkeerde stemmingen, die; ons onbekwaam
maken voor het gebed en ons uwe beschermende, zalige
nabijheid ontrooven. Verlevendig in ons het beeld van
uwen lieven Zoon, onzen dierbaren Zaligmaker, opdat wij
de wonderen zijner liefde steeds voor oogen en in onze
harten hebben, en U met al de krachten, die Gij ons ver-
leent, danken kunnen in onzen onvolkomen toestand hier
op aarde en daar in het heerlijk licht der waarheid en za-
ligheid, welke Gij schenken wilt aan allen, die door geloof
en leven verbonden zijn aan onzen nooit volprezen Zalig-
maker! Amen.
Woensdag-avond.
Tk zal den Heer loven te aller tijd, zijn lof zal gedurig-
lijk in mijnen mond zijn.
Ps. 34 : 2.
Getrouwe Schepper en Onderhouder van ons leven, och
of wij steeds van uwe goedheid en van uwen lof vervuld
waren! Er is toch geen grooter zaligheid dan U te aan-
-ocr page 81-
67
bidden en uwen naam te verheerlijken. Sterk ons, opdat
wij met een oprecht hart en reine lippen U prijzen en onze
oogen niet richten naar de vergankelijke schoonheid dezer
wereld, maar naar uwe heerlijkheid. O Heer, mijn God,
Gij zijt zeer groot, Gij zijt hekleed met majesteit en heer-
lijkheid. Gij bedekt IJ met het licht als meteen kleed, Gij
rekt den hemel uit als een gordijn. Gij zoldert uwe op-
perzalen in de wateren, Gij maakt van de wolken uw wa-
gen, Gij wandelt op de vleugelen des winds. Gij maakt uwe
Engelen geesten, uwe dienaars tot een vlammend vuur.
Gij hebt de aarde gegrond op hare grondvesten, zij zal
nimmermeer, noch eeuwiglijk wankelen. Gij liadt ze met
den afgrond als een kleed overdekt, de wateren stonden
boven de bergen. Van uw schelden vloden zij, zij haast-
ten zich weg voor de stem uws donders. De bergen rezen
op, de dalen daalden ter plaatse, die Gij voor hen gegrond
hadt. Gij hebt een paal gesteld, dien zij niet overgaan
zullen, zij zullen de aarde niet weder bedekken. Gij zendt
de fonteinen uit door de dalen, dat zij tusschen de geberg-
ten henen wandelen. Gij hebt de maan gemaakt tot de
gezette tijden, de zon weet haren ondergang. Hoe groot
zijn uwe werken, o Heer! Gij heb ze allen met wijsheid ge-
maakt; het aardrijk is vol van uwe goederen. (Ps. 104 :1—10,
19, 24).
Bewaar ons, groote, barmhartige Vader, ook nu, daar Gij
de zon laat ondergaan en de duisternis over ons doet komen,
naar den rijkdom uwer genade. Amen.
:>•
-ocr page 82-
68
Donderdag-morgen.
Bedenk de dingen, die boven zijn, en niet die op de
aarde zijn.
Col. 3 : 2.
Wij danken U van ganseher harte, liefderijke Vader in
den hemel, dat Gij ons wederom een dag beleven doet.
Immers is elke nieuwe dag een groot geschenk uwer barm-
hartigheid. O geef, dat wij onzen ganschen levenslijd toe-
wijden aan uwen dienst en II, U alleen, die U zelven zoo
gaarne vinden laat, in alles zoeken. Ook in onze aardsche
bezigheid zij ons oog omhoog, het hart naar hoven gericht.
Zonder uwen zegen is al ons doen en trachten ijdel. Wij
vermogen niets uit ons zelven; door uwe kracht alleen
kunnen wij ook de plichten van onze aardsche taak met
getrouwheid vervullen. Ons arm verstand is zoo spoedig
uitgeput, wij kunnen onze ondernemingen er niet op bou-
wen. Laat ons daarom geworteld en gegrond worden in
onzen Heere Jezus Christus, vast hlijven in het geloof en
daarnaar wandelen. Help ons, dat wij steeds zoeken de
dingen, die hoven zijn en niet die heneden zijn. Amen.
Donderdag-avond.
Indien de Heer het huis niet bouwt, te vergeefs arbeiden
de bouwlieden. Indien de Heer de stad niet beivaart, te
vergeefs waakt de wachter.
Ps. 127 : 1.
Hemelsche Vader, lof, dank en eer zij U toegebracht dat
-ocr page 83-
09
Gij ons noch aan de macht der menschen, noch aan het
hlind noodlot heht overgegeven. Welk een onuitsprekelijke
weldaad, van U, den Ahvijze, den Goedertierene te mogen
afhangen. Hoe hlij en rustig kunnen wij zijn, als wij ons
geheel aan U overgeven, (rij hestuurt onze schreden en
waakt over ons leven met het trouwste vaderoog. Och of
al uwe schepselen zich met een vast vertrouwen nederleg*
den aan uw hart. Geef dat wij nimmer van IJ wijken en
schenk toch aan allen, die U en uwen lieven Zoon niet
kennen, het licht van uw Woord en geloovige harten om
het blijmoedig aan te nemen. O God, geef ons zulke in-
drukken van uw heerlijk werk, dat wij steeds naar U vragen,
dat wij niets willen dan wat Gij wilt, dat wij ons geheel en
al aan U overgeven en U eeuwiglijk prijzen. Heer, ik
betrouw op U, laat mij niet beschaamd worden, red mij
door uwe gerechtigheid en bevrijd mij, neig uw oor tot mij
en verlos mij. Wees mij een rotssteen om daarin te wonen,
om gedurig daarin te yaan; Gij heht bevel gegeven om mij
te verlossen, want Gij zijt mijn steenrots en mijn burg.
(Ps. 71 : 1—3) Amen.
Vrijdag-morgen.
Doet aan den nieuwen mensch, die naar God geschapen
is in ware gerechtigheid en heiligheid.
Ef. 4 : 14.
Wij prijzen uwe groote barmhartigheid, o Heer onze God,
dat Gij ons weder een nieuwen dag geschonken hebt en
-ocr page 84-
70
bidden U ootmoedig, geel\' ons ook een nieuw hart. Verleen
ons, /wakken, de kracht van uwen Geest om den ouden
mensen af te leggen, opdat de nieuwe krachtig in ons
worde en wij leven mogen naar het heerlijk beeld van uwen
lieven Zoon, die zich zelven vernederd heeft en gehoor-
zaam is geworden tot den dood, ja den dood des kruises.
Daarom hebt. Gij Hem ook verhoogd en llern een naam ge-
geven, die boven allen naam is. (Filipp. 2:8).
O liefderijke Vader, verheerlijk uwen naam in de gansche
mensehheid, geef dat voor hem zich buigen alle knieën
dergenen, die in den hemel en op aardeen onder de aarde
zijn en alle tong bekenne, dat Jezus Christus de Heer zij,
tot heerlijkheid Gods des Vaders.
Verheerlijk in ons onzen Zaligmaker, uwen lieven Zoon,
die in ware gerechtigheid en heiligheid voor U wandelde.
Hij heelt zich tot ons neergebogen en onzen smaad gedra-
gen, opdat wij zouden roemen in zijne gerechtigheid en
wij met Hem verhoogd worden in zijne heerlijkheid, waar
wij eerst recht beseffen zullen, welke groote dingen Gij door
Hem aan ons gedaan hebt en waar wij IJ zullen mogen
prijzen met de schare der verlosten van eeuwigheid tot
eeuwigheid. Amen.
Vrijdag-avond.
Ik breide mijne handen uit tot U, mijne ziel is voor U
als een dorstig land.
Ps. 143 : 6.
Liefderijke, hemelsche Vader, wij mogen weder een dag
-ocr page 85-
71
besluiten met loven en danken, want uwe barmhartigheid
was en is ons steeds nabij. Maar met diepe schaamte moe-
ten wij belijden, dat wij zooveel te kort komen in dank-
baarheid voor zoo onuitsprekelijk vele weldaden uwer liefde.
O wanneer wij bedenken hoe traag, hoe stomp, hoe dor
wij zijn, hoe moeten wij ons dan bedroeven over onze
innerlijke ellende. Sterk ons toch door de kracht van uwen
Heiligen Geest, opdat wij de traagheid overwinnen, niet
gedurig weer in haar terug vallen en ernstig, recht ernstig
streven naai\' reinheid en heiligheid des harten, opdat wij
waken, bidden en strijden. Ja Heer, wanneer wij onze
handen tot U uitbreiden, wanneer onze zielen naar U dor-
sten, dan verkwikt Gij ons weder en verwerpt Gij ons niet.
Gij ondersteunt allen, die vallen en Gij richt alle geboge-
nen op. (Ps. 145 : 14). Hoe menigmaal mogen wij dit
ervaren! Ik weet dat Gij barmhartig, genadig, langmoedig
en groot van goedertierenheid zijt. (Jona 4 : 2). Omringd
door uwe eeuwige liefde, beschermd door uwe vaderlijke
trouw zijn wij kinderen der genade en roemen wij in uwe
barmhartigheid in Christus Jezus, onzen Heer en Heiland.
Amen.
Zaterdag-morgen.
Ik moet werken zoolang het dag is, de nacht komt, waarin
niemand werken kan.
Joh. 9 :4.
Wederom staan wij aan het einde eener week, waarin
-ocr page 86-
72
wij tallooze bewijzen van uwe liefde, o barmhartige Vader,
hebben ontvangen. Och of wij vruchten der dankbaarheid
voortbrengen konden door een heilig leven! De tijd snelt
voort en wij maken geen groote, misschien in het geheel
geen vorderingen op den weg der bekeering. Heer, heb
geduld met ons en schenk kracht aan onzen wil om de korte
aardsche loopbaan als toegeruste krijgsknechten van Jezus
Christus met ernst ten einde te brengen. Geef dat wij het
einde onzes geloofs, de zaligheid onzer zielen, nooit uit het
oog verliezen. Werk in ons werken des lichts, opdat wij
voor geen duisternis hebben te vreezen. Leer ons dagelijks
bedenken dat wij sterven moeten, opdat het ons niet over-
valle als Gij ons oproept voor de eeuwigheid. Maak ons
bereid om den dood met blijdschap af te wachten. Uw
lieve Zoon, die ook aan den laatsten vijand zijne macht
heeft ontnomen, geleide ons door het donkere dal, waar-
aan niemand kan ontkomen. Met den Overwinnaar van dood
en graf in het hart zien wij niet omlaag, maar omhoog
in uw heerlijk Rijk des lichts, waar Gij, Heere Jezus, hun
die U liefhebben, eene plaats hebt bereid, opdat zij uwe
heerlijkheid mogen aanschouwen en zijn mogen, waar Gij
zijt. Amen.
-ocr page 87-
TA
Zaterdag-avond.
Ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot aan de voleindiging
der wereld.
Matth. 28 : 20.
Welk een heerlijke belofte voor ons, arme, zwakke schep-
selen! Gij, getrouwe Heiland, wilt met en bij allen zijn, die
U liefhebben. Gij zijt ingegaan in uwe heerlijkheid en
blijft toch bij ons, arme aardbewoners. Onnaspeurlijke
liefde, goddelijk geheim! Gij, barmhartige Hoogepriester,
hebt medelijden met ons en wilt zoo gaarne wonen in onze
harten, als wij die openen voor uwe liefde. Maar eerst moet
de zonde, die ons verontreinigt, zijn uitgebannen, want
wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis en wat
zamenstemming heeft Christus met Belial? O Heer, waar
het booze woont kunt Gij niet verkeeren. Help ons toch
om alles te overwinnen wat ons van uwe nabijheid berooft.
Behoed ons ook in dezen nacht met uwe genadige bescher-
ming. Geef dat de machten der duisternis ons niet over-
weldigen en keer ook uitwendig leed van ons af. Laten
uwe Engelen waken over onzen slaap en schenk ons droo-
men, die ons opwekken ten goede. Och of wij immer met
U bezig waren en onze zielen zelfs in den droom van U
waren vervuld. Maar onze natuur is helaas zoo verdorven
en aardsch gezind, dat ons droomen een verward beeld is
van onze afdwalingen van den dag. O Heer; help ons, help
ons om uws naams wil! Amen.
-ocr page 88-
74
VI.
Zondag-morgen.
Gij gansche aarde, juicht den f leer e. Ps. 100 : 1.
Wederom doel Gij «Ion liefelijken, TI gowijden dag voor
ons aanbreken, heilige God en Vader! Wij danken U daar-
voor met een bewogen hart. Och of uwe stem, die wij
heden in uw huis mogen hooren, ons niet voorbijging! Dat
zij ons wakkei\' schudde, aangrijpe, indien wij hard, opwekke,
bemoedige, indien wij traag zijn. Dat zij ons doordringe
en ons kracht geve, om hare noodiging tot zaligheid te vol-
gen en nimmer te wijken van uwen lieven Zoon, die de
weg is, welke tot het leven leidt.
Dient den Heer met blijdschap, komt voor zijn aanschijn
met vroolijk gezang. Weet, dat de Heer God is; Hij heeft
ons gemaakt (en niet wij") zijn volk en de schapen zijner
weide. Gaat in tot zijne poorten met lof, in zijne voorho-
ven met lofgezang; looft Hem, prijst zijn naam. Want de
Heer is goed; zijne goedertierenheid is in der eeuwigheid en
zijne getrouwheid van geslacht tot geslacht. (Ps. 100: 2—5).
Stort Gij zelf, o Almachtige, den waren Sabbathszegen
uit in onze harten, opdat wij vruchten mogen dragen, uw
heerlijken naam ter eer, in tijd en eeuwigheid. Amen.
-ocr page 89-
75
Zondag-avond.
Benevens het leven, hebt Gij weldadigheid aan mij gedaan
en uw o\'pzicht heeft mijn geest bewaard.
Job 10 : 12.
Ook op dezen dag, o Hoer, deedt Gij ons zoovele gees-
telijke en lichamelijke weldaden toevloeien, dat wij U niet
genoeg kunnen danken. Uwe barmhartigheden hebben geen
einde. Heer, geef ons standvastigheid, opdat wij niet wan-
kelen in de keus tussehen U en de wereld. Verleen ons
kracht tot getrouwheid aan U met ons ganscbe hart. Trek
ons krachtig naar boven en onttrek ons aan de aarde en
hare vergankelijkheid. Het is ons zoo goed, zoo zalig aan
uw vaderhart en toch laten wij ons steeds weer daaraan
ontrukken door de wereld en door ons vleesch en bloed,
die ons aftrekken naar een schijngenot, \'t welk slechts smar-
ten haait. Heer, hoe zijn wij zulke dwaze, verkeerde
schepselen! Herschep ons tot nieuwe mensehen, Gij toch
kunt scheppen wat Gij wilt; geef dat wij met den Apostel
zeggen kunnen: vergetende hetgeen achter is en strekkende
mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit tot den prijs
der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.
(Filip. 3 : 14).
Ja, dat wij aan de aarde laten wat der aarde is en meer
verlangend uitzien naar het hemelsche Vaderland, schenk
ons dat, Gij, die de opstanding zijt en het leven. Amen.
-ocr page 90-
76
Maandag-morgen.
De zaliglteid is in geen ander, taant daar is ook onder den
hemel geen andere naam
, die onder de menschen gegeven
is, door welken loij zalig worden moeten.
Hand. 4:12.
Wij diinken U, mot ons gansche hart, Vader in don hemel,
dat Gij do zon weer voor ons hebt doen opgaan. Maar wij
loven U niet alleen van wege hot licht, \'t welk ons aardsche
leven beschijnt, maar ook on nog veel meer voor de ver-
kwikkondo stralen van de zon uwer genade, die daar vallen
in den nacht onzer zonden en de neergebogene harten we-
dcr oprichten. Wij danken U bovenal dat Gij ons in Jezus
Christus de zaligheid hebt doen vinden. In zijn naam zijn
wij gedoopt, zijn naam mogen wij dragen. Och of wij dit
voorrecht nooit vergaten on als christenen dezen dierbaren
naam heilig achten! O Heer, vervul ons met de rechte
vroeze voor uwe heiligheid, want Gij hebt beloofd dat hun,
die uwen naam vreezen, de zon der gerechtigheid zal op-
gaan. Bewaar ons voor de booze wereld, opdat wij ons
niet laten verleiden om uwen heiligen naam te verlooche-
nen. Bewaar ons in uwen naam, opdat wij één mogen
zijn met II in uwen Zoon, die ons uwen naam geopenbaard
en U verheerlijkt heeft op aarde, en voleindigd het werk,
hetwelk Gij Hom gegegen hebt. Ja, door de innerlijke
bewegingen uwer barmhartigheid heeft ons bezocht de Op-
gang uit de hoogte, om te verschijnen dengenen, die ge-
zeten zijn in duisternis en schaduw des doods, om onze
-ocr page 91-
77
voeten te richten op den weg des vredes. (Luk. 1 : 78, 79).
Liefderijke God, bewaar ons toch op den weg des vredes.
Amen.
Maandag-avond.
Christus is voor allen gestorven, opdat degenen, die leven,
niet meer zich zelven zouden leven, maar dien, die
voor hen gestorven en opgewekt is.
2 Cor. 5 : 15.
Met diepen ootmoed en rouw moeten wij voor U, heilige
God en Vader, belijden, dat wij helaas meer voor ons zelven
geleefd hebben, dan voor Hem, die voor ons gestorven en
opgewekt is. Heer, treed niet met ons in bet gericht.
Wij verdienden dat Gij uwe verzoenende genade ons
onthieldt en dat onze dierbare Heiland zijn medelijdend
hart van ons afkeerde, omdat wij Hem zoo licht vergeten en
zulke on volgzame schepselen zijn, maar in Hein hebt Gij ons
toch een eeuwige hoop gegeven. Hij is onze gerechtigheid,
die voor U geldt. God was in Christus de wereld met zich
zelven verzoenende, hare zonde haar niet toerekenende en
heeft het Woord der verzoening in ons gelegd. (2 Cor. 5 :19).
O Heer, wat hebt Gij voor ons, arme, ellendige zondaren
gedaan! Och of wij wandelden in de Waarheid en slechts
heil zochten in onzen Verlosser, dien Gij zelf daartoe uit-
verkoren hebt! Heer, help ons, Gij wilt toch dat alle men-
scben zalig worden. Geef dat het Woord des kruises ver-
-ocr page 92-
78
kondlgd worde aan alle volken, en n\\v lof weerklinke tot
aan de einden der aarde, van den opgang der zon tot aan
haren ondergang. Amen.
Dinsdag-morgen.
De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel vcrkon-
digt zijner handen werk. De dag aan den dag stort
overvloediglijk sprake uit en de nacht aan den nacht
toont wetenschap. Geen spraak en geen ivoorden zijn
er, waar hunne stem. niet wordt gehoord.
Ps. 19 : 2—5.
Wij loven en danken U, o Heer, dat Gij ons weder het
liefelijk zonlicht deedt aanschouwen. Indien wij een recht
besef hebben van onzen zondigen toestand, dan moeten
wij bekennen, dat wij niet waardig zijn, dat het licht der
zon ons beschijnt, niet waardig zijn al wat uw groote schep-
ping ons aanbiedt, \'t geen eiken dag ons oog en hart ver-
kwikt, indien wij het niet onopgemerkt laten voorbijgaan. O
dat uwe wondervolle werken ons niet koud laten! Doe
ons toch U, den Schepper erkennen in alles wat gij
zoo heerlijk gemaakt hebt en leer ons uwe oneindige goed-
beid prijzen. Hoeveel meer hebt Gij geschonken aan hen,
in wier binnenste het licht des levens is opgegaan, die U
en uwen lieven Zoon, die het leven en de onver*lerfelijk-
heid heeft aan hel licht gebracht, in al de heerlijkheid uwer
schepping erkennen en prijzen. Open toch aller menschen
-ocr page 93-
79
oog en hart voor uwe liefde, die zich overal openbaart en
zoo gaarne woont, waar zij harten vindt, die zich niet voor
haar sluiten. Heer, verhoor ons! Amen.
Dinsdag-avond.
Zijt mij genadig, o God, naar uwe goedertierenheid; delg
mijne overtreding uit, naar de grootheid moer barmhar-
tigheden.
Ps. 51 : 3.
Wij komen voor uw heilig aangezicht, liefderijke hemel-
sche Vader en danken U vooralle onverdiende zegeningen,
die Gij ons dagelijks bewijst. Wij zijn bedroefd over onze
onwaardigheid; zoo gaarne boden wij U een rein hart aan
en wandelden wij naar uwe heilige geboden en ziet, wij
zijn steeds met zonde bevlekt.
Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in het
binnenste van mij een vasten geest. Verwerp mij niet van
uw aangezicht en neem uwen Heiligen Geest niet van mij.
Heer, open mijne lippen, zoo zal mijn mond uw lof ver-
kondigen, want Gij hebt geen lust tot offerande, anders
zou ik ze U geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen.
De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken
en verslagen hart zult Gij, o God, niet verachten. (Ps 51:12,
13, 17—20).
Och Heer, bewaar ons voor de gerustheid der godde-
loozen, schenk ons in tegendeel eene steeds teederder on-
-ocr page 94-
SI)
dervinding van uwe waarschuwende liefde, dat wij ook de
zachte stem van uwen Geest hooren en Gij uwe straffende
hand moocht kunnen inhouden. Liefderijk Vader, wij ge-
voelen wel, hoe gaarne Gij ons door liefde wilt opvoeden,
maar Gij zijt zoo dikwijls genoodzaakt, haar te hedekken,
totdat wij eindelijk leeren uw wil te doen zonder tuchti-
ging. Help ons door de kracht van uwen Geest. Amen.
Woensdag-morgen.
Ziet hoe groote liefde ons de Vader gegeven heeft dat wij
kinderen Gods genaamd zouden worden.
1 Joh. 3:1.
Wij huigen onze knieën met een gemoed vervuld van dank
voor uwe onbegrijpelijke liefde, die wij met eiken polsslag
kunnen gevoelen. Wij, zondige schepselen, kinderen des
stofs mogen kinderen Gods genaamd worden! Gij onuit-
sprekelijk dierbare Zaligmaker, hebt de groote klove, door
de zonde tusschen hemel en aarde gemaakt, overschreden
en Gij zijt zelf de weg geworden, die ons tot den Vader
leidt. Door alle eeuwigheden heen mogen wij ons verblij-
den over uw groot verlossingswerk; het zal ons steeds
zaliger maken, hoe meer wij het verstaan en hoe hartelijker
wij leeren danken. Och Heer, dat wij reeds hier met ernst
beginnen mogen uwe groote offerande te erkennen en op-
houden daartegen te zondigen. Heer, onze Sterkte, verleen
ons wasdom in kennis en genade. O welk een diepte des
-ocr page 95-
81
rijkdoms beide der wijsheid en der kennisse Gods! Hoe
ondoorzoekelijk zijn zijne oordeelen en hoe onnaspeurlijk
zijne wegen! Want wie heeft den zin des Heeren gekend ?
Of wie is zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst
gegeven en liet zal hem weder vergolden worden? Want
uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem
zij de heerlijkheid in der eeuwigheid! (Rom. 41 : 33—3G).
Amen.
Woensdag-avond.
Laat mijn mond vervuld worden met uwen lof, den gan-
schen dag met uwe heerlijkheid.
Ps 71 : 8.
Ja Heer, wel moesten wij steeds roemen in uwe genade
en barmhartigheid, maar ons voelen, denken en doen is
vol zwakheid; help ons daarom, Gij, die machtig zijt in de
zwakken, dat wij vervuld worden van uwen lot en met
uwen knecht David kunnen roemen: ik zal heengaan in
de mogendheden des Heeren Heeren; ik zal uwe gerechtig-
heid vermelden, de uwe alleen. O God, Gij hebt mij geleerd
van mijne jeugd af en tot nog toe verkondig ik uwe won-
deren; daarom ook, terwijl de ouderdom en de grijsheid
daar is, verlaat mij niet, o God, tot dat ik aan dit geslacht
verkondig uwen arm, aan alle nakomelingen uwe macht.
Ook is uwe gerechtigheid, o God, tot in de hoogte. Gij, die
groote dingen gedaan hebt: o God, wie is U gelijk? Gij,
6
-ocr page 96-
82
die mij vele benauwdheden en rampen hebt doen zien,
zult mij verder levend maken, en zult mij weder ophalen
uit de afgronden der aarde. Gij zult mijne grootheid ver-
meerderen en mij wederom vertroosten. Mijne lippen zullen
juichen, wanneer ik U zal psalmzingen en mijne ziel, die
Gij verlost hebt. (Ps. 71 : 16—23).
Dat ook in dezen nacht, gelijk tot dusver, uw vaderoog
over ons geopend zij, geef dat wij den volgenden dag vroo-
lijk en U welbehagelijk aanvangen en uwe ontfermende
liefde mogen prijzen. Amen.
Donderdag-morgen.
Het leven is mij Christus en het sterven is mij gewin.
Filip. 1 : 21.
Wij danken U, barmhartige God, dat Gij ook in den
afgeloopen nacht ons genomen hebt onder uwe genadige
bescherming. Uwe genade geleide ons ook heden op al
onze wegen. Getrouwe Heiland, Licht van ons leven! Uwe
liefde zij ons eenig verlangen, het doel van al ons wenschen,
hopen en streven. Laat ons in haar gegrond worden, opdat
wij een nieuw leven beginnen, waaraan de dood geen afbreuk
kan doen, maar winst kan aanbrengen. Wanneer Gij ons
hoogste leven geworden zijt, kunnen wij ook hier reeds in
dit tranendal de hemelsche zaligheid smaken. Hoe kunnen
wij nog aarzelen om ons geheel en al aan U over te geven!
-ocr page 97-
83
Hoe kan de valsche glans eener bedriegelijke wereld ons
meer waard zijn dan Gij, eeuwige Liefde, die ons de onver-
gankelijke kroon des Levens aanbiedt. Keer ons verduisterd
oog en verstokt hart van onze vleeschelijke lusten en we-
reldsche ijdelheden af en neig ze tot uw licht, opdat zij uwe
kracht in zich opnemen, en wij diep leeren gevoelen dat
onze onsterfelijke zielen uw duur gekocht eigendom zijn,
dat wij de door U ons verworven zaligheid niet verkoopen
mogen aan de begeerlijkheden dezer wereld, die met haar
voorbijgaan. Maak ons bereid, opdat wij in onze jongste
ure in waarheid zeggen kunnen: het leven is mij Christus
en het sterven is mij gewin. Amen.
Donderdagavond.
Ik ben het licht der weigeld, die Mij volgt zal in de duis-
ternis niet wandelen, maar het licht des levens hebben.
Joh. 8.12.
De zon is ondergegaan en de nachtelijke duisternis aan-
gebroken, maar uwe trouw, liefderijke Vader, begeeft ons niet
en het licht uwer liefde verheldert iedere donkerheid. O
wanneei\' onze zielen het vermogen om uw licht te erken-
nen, aankweeken en bewaren, dan verandert de duisternis
van den nacht in zonneklaarheid, gelijk de vrees en de
smart in vreugde verkeert. Maar helaas, dikwerf hebben
wij de duisternis liever dan het licht. O Heer, trek ons met
6\'
-ocr page 98-
84
al uwe macht omhoog. Werk in ons een krachtig willen
en een ernstig volbrengen van het goede. Wij gevoelen
het ongenoegzame van de vreugde dezer aarde, en haken
naar iets beters, maar wij zijn zoo zwak en zoo traag. Al
gaan wij eenige schreden vooruit, wij blijven toch weer
staan en gaan ook menigmaal weer terug. Heer, spaar ons
dan, wanneer wij stilstaan, richt ons op, wanneer wij val-
len. Het moet anders met ons worden, want Gij hebt ons
door uwen lieven Zoon tot de zaligheid bestemd.
Laat ons afleggen allen last en de zonde, die ons lichte-
lijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid loopen de loop-
baan, die ons is voorgesteld, ziende op Jezus, den oversten
Leidsman en Voleinder des geloofs. (Hebr. 12 : lb, 2 ).
Amen.
Yrjjdag-morgen.
Zoo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en
beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid,
goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lang-
moedig/ieid.
Col. 4 : 12.
Wij werpen ons voor U neder met dankzeggingen en
smeekingen, getrouwe Heiland, die ons geroepen hebt tot
uw heerlijk Rijk des vredes, tot het erfdeel der heiligen in
het licht. Maar ach Heer, wij zijn zoo onheilig, dat wij ons
niet onder het getal uwer uitverkorenen durven rekenen,
-ocr page 99-
85
indien uwe genade ons niet heiligt. Gij, eeuwige Liefde,
zijt groot van geduld, langmoedigheid en trouw, verwerp
ons niet van voor uw aangezicht. Erbarm U onzer, Gij, die
rijk in ontferming zijt en help ons, dat wij ernstig ter harte
nemen de vermaning, die uw Heilige Geest door den Apostel
geeft: en boven dit alles, doet aan de liefde, welke is de
band der volmaaktheid, en de vrede Gods heersehe in uwe
harten, tot welken gij ook geroepen zijt in één lichaam,
en weest dankbaar. Het woord van Christus wone rijkelijk
in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander met
psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, zingende den
Heer met aangenaamheid in uw hart; en al wat gij doet
met woorden of werken, doet het alles in den naam van
den Heere Jezus, dankende God en den Vader door Hem.
(Col. 3 : 44-18).
Ja Heer, leer ons zoo te wandelen, dat wij bij al ons
doen en laten, uwe tegenwoordigheid wenschen, niet vree-
zen of schuwen. Heilig ons leven door uwe nabijheid, en
laat ons blijven in uwe liefde. Amen.
Viijdag-avond.
Zijt beroerd en zondigt niet; spreekt in ulieder hart op uw
leger en zijt stil.
Ps. 4 : 5.
9
Aan het eind van dezen dag hebben wij U, o Heer, voor
ontelbare weldaden te danken. Ook in de moeiten en ver-
-ocr page 100-
86
drietelijkheden van dit onvolmaakte leven spreekt uwe eeuwig
trouwe vaderliefde tot ons. Och of hare stem steeds ge-
hoord en hare bedoeling steeds erkend werd! Leer ons
toch gedurig meer inzien, dat alle beproevingen, ook de
zwaarsten, slechts dienen tot ons eeuwig heil.
Wel is het een groot voorrecbt, wanneer Gij ons, in
plaats van den beker der verderfelijke wereldvreugd, dien
des lijdens toereikt, die wel is waar bitter smaakt, maar
eene eeuwige gezondheid werkt. Liefderijke Heiland, die
den bittersten kelk tot den bodem toe hebt moeten ledigen,
Gij zijt de lijdenden, die U kennen, in bet bijzonder nabij
en zendt bun vertroostingen en verkwikkingen, zoo als
geen genot van aardsche vreugd hun schenken kan. Sterk
ons, o Heer, opdat wij in vóór- en tegenspoed ons aan U
overgeven, alles uit uwe trouwe hand aannemen en op U
hopen. Gezegend is de man, die den Heer heeft tot zijn
toevlucht! Amen.
Zaterdag-morgen.
Weest in geen ding bezorgd. Filip. 4 : 6.
Barmhartige Vader, hoe goed hebt Gij het met ons ge-
maakt, dat wij al onze bekommernissen op U mogen wer-
pen. Wij danken IJ met een diep bewogen hart ook voor
deze groote weldaad. Doe ons haar recht beselfen, en geef
dat wij de zooveel beteekenende woorden des geloofs: wees in
geen ding bezorgd, gestadig in onze harten hebben, verstaan
en in beoefening brengen. Wij hebben geen besef van uwe
-ocr page 101-
87
eeuwige liefde, van uwe oneindige trouw, van uwe voort-
durende zorg voor ons, arme, ellendige, onwaardige schep-
selen. Wij mogen gevoelen dat Gij ons zoo gaarne helpt
en weldoet, maar het genoeg gevoelen, dat kunnen wij niet.
Wij mogen U loven en prijzen, maar onze dank is niets
tegenover uwe onmetelijke goedheid en toch klimt hij op
tot uw troon en neemt Gij hem genadiglijk aan. O God,
vol van genade en trouw, wij moesten in aanhidding voor
U nederzinken. Hoe zal het ons zijn, wanneer wij dit ster-
felijk hulsel hebben afgelegd en met de zalige Geesten uwe
heerlijkheid mogen prijzen! Het wordt gezaaid in oneer,
het wordt opgewekt in heerlijkheid, het wordt gezaaid in
zwakheid, het wordt opgewekt in kracht. (1 Cor. 15 : 43).
De overwinning over zonde en dood is ons beloofd door
onzen Heer Jezus Christus. Zouden wij, na zulk eene heer-
lijke belofte, nog bezorgd en beangst zijn. Liefderijke Heiland,
wij gelooven, kom ons ongeloof te hulp! Wij willen ons
gansche leven U wijden, schenk onzen wil de kracht tot
volbrengen. Ja, laat ons U toebehooren van nu aan tot in
eeuwigheid. Amen.
Zaterdag-avond.
Het einde der Wet is Christus, tot rechtvaardigheid een
iegelijk, die gelooft.
Rom. 10 : 4.
Wij danken U, genadige God en Vader, dat Gij ons het
-ocr page 102-
88
eind dezer week zonder buitengewone nooden, rampen en
bekommeringen bebt doen bereiken. O wij zijn niet waar-
dig uwe barmhartigheid en trouw. Met droefheid moeten wij
zien in ons binnenste; al hebben wij niet grovelijk gezon-
digd, toch ontbrak er veel te veel aan een heiligen wandel
voor U, en wij zuchten uit den diepsten grond van ons
hart: genade, o Heer, en geen recht!
Maar wij brengen U ook warmen dank toe, omdat Gij
uwen lieven Zoon hebt in de wereld gezonden, opdat Hij
alles vervullen zou, en een einde maken aan de Wet, die
wij niet volbrengen kunnen, opdat wij gerechtvaardigd wor-
den door het geloof in onzen hoog geloofden Middelaar.
Sterk ons geloof, opdat het steeds levendiger worde en
vruchten voortbrenge des eeuwigen levens. Dit is de over-
winning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof. (1 Joh.
5 : 4). Amen.
VII.
Zondag-morgen.
Dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt,
die u wijs hunnen maken tot zaligheid, door het ge-
loof, hetwelk in Christus Jezus is.
2 Tim. 3 : 15.
Heilige, barmhartige Vader, wij danken U, dat Gij ons
door uwe genade het licht van dezen dag weer hebt doen
-ocr page 103-
80
opgaan. Wij danken U, dat wij met de gemeente naar uw
huis mogen opgaan en de woorden des levens hooren. Ver-
licht alle predikers door uwen Heiligen (leest, maar ook
alle harten der hoorders, en geef dat wij niet alleen hoor-
ders, maar ook daders des Woords mogen zijn. Wij dan-
ken TJ uit den diepsten grond van ons hart, dat dat Evangelie
ons van kindsbeen af is bekend gemaakt, en dat Gij ons
laat onderwijzen in den weg der zaligheid, door het geloot
in Jezus Christus, onzen Heer. Leer ons toch deze onuit-
sprekelijk groote weldaad recht erkennen. Help ons in
het overwinnen onzer natuurlijke verdorvenheid door onze
wedergeboorte in Christus. De natuurlijke mensch verstaat
niet de dingen, die des Geestes Gods zijn, zij zijn hem een
dwaasheid en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk
onderscheiden worden. (1 Cor. 2 : 14).
Geef, dat wij ons zelven reinigen van alle besmetting des
vleesches en des geestes, voleindigende de heiligmaking
in de vreeze Gods. (2 Cor. 7:1).
Liefderijke Heiland, dat toch al onze broeders en zusters
uw Woord deelachtig werden! Schenk, schenk hun allen
deze kostelijke gave en laat hen wijs worden tot zaligheid.
Amen.
-ocr page 104-
90
Zondag-avond.
Waai\' twee of drie vergaderd zijn in mijnen naam, daar
ben Ik in het midden van hen.
Matth. 18 : 20.
Gij hebt, o dierbare Verlosser en Levensvorst, heden,
gelijk alle dagen onzes levens, zoo onuitsprekelijk veel voor
ons gedaan. Wij verheffen onze zwakke harten tot U, en
bidden U om kracht, ten einde U recht te kunnen danken.
Welk een genade dat wij, ellendige, zondige schepselen tot
U mogen naderen. Heer, leer ons ook bedenken wat het
zegt te vergaderen in uwen naam. Brengen wij in onze gods-
dienstige samenkomsten steeds een gansch aandachtig hart
mede? Zijn alle aardsche wenschen, verwachtingen, bezig-
heden, die ons zoo geheel plegen te vervullen, eerst van
ons weggedaan? Zijn hart en zin tot U geneigd en onze
zielen slechts vervuld van uwe liefde? Helaas, in deze
zelfbeproeving kunnen wij niet bestaan, allerminst voor U,
Kenner der harten, die met oogen als een vuurvlam ziet in
ons binnenste. Hoeveel ontbreekt er aan onze geheele
overgave aan U! Maar Gij, barmhartige Heiland, wordt
door onze zwakheid en door onze gedurige afwijkingen
niet verhinderd om ons na te gaan en te zoeken. Amen.
-ocr page 105-
01
Maandag-morgen.
De godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte
des tegenwoordigen en des toekomenden levens.
1 Tim. 4:8.
Wij danken U, liefderijke hemelsche Vader, voor uwe
genadige bescherming in den afgeloopen nacht en bidden
U, in het besef onzer zwakheid, om uwen krachligen bijstand
ten einde wij in de nieuwe week ook met een nieuw leven
kunnen beginnen. De godzaligheid is wel een ware zalig-
heid, ook reeds op deze onvolmaakte aarde. Waren onze
harten maar niet zoo verkeerd, dan zouden wij naar haar,
en niet naar andere dingen jagen. Zij is een bron van
vreugde, die niet opdroogt; uit haar kunnen wij troost in
tegenspoed en verzachting voor elke smart bekomen; zij
heeft de belofte des toekomenden levens, waar wij U, lief-
derijke Heiland, gereinigd van de zonde, mogen zien en
aanbidden. O doe ons toch het leven in U, \'t welk alleen
zaligheid schenkt, met ernst beginnen. Zonder U willen, noch
kunnen wij ingaan in uw Koninkrijk, \'t welk eene einde-
looze heerlijkheid heeft. Verbreek alle boeien, waarin de
begeerlijkheid der wereld en des vleesches ons heeft gekluis-
terd. Wij zijn zoo verdorven, dat we ze niet altijd gevoelen
en dikwijls meenen vrij te zijn, waar de zonde ons gevangen
houdt. Slechts wanneer gij ons vrij maakt, zijn wij vrij. Rech-
ter, die ons vrijspreekt, Middelaar, die herstelt wat wij bedier-
ven, Trooster, die de neergebogene harten verkwikt, uwe
genade zij onze roem, maak ons geheel U ten eigendom. Amen.
-ocr page 106-
02
Maandag-avond.
Ik zal u niet begeven, noch verlaten. Hebr. 13 : 5.
Getrouwe Vader, deze belofte draagt ons bij dagen en
bij nachten in vreugde en smart, op eene onuitsprekelijk
weldadige wijze. Gij begeeft ons niet, al verlaat ons alles.
Gij hebt uwen lieven Zoon als een helder Licht op onze
duistere aarde gezonden, opdat wij een Leidsman zouden
hebben, die ons uit den nacht der zonde verlossen en zeker
naar onze bestemming leiden wil. O dat wij ons geheel
aan uwe leiding overgeven, getrouwe Verlosser, opdat Gij
ons zoudt kunnen brengen, waar Gij zijt, en waar wij uwe
heerlijkheid zullen zien. Hoe zouden wij dan uit zien en spoe-
den naar het hemelsche Vaderland, waar de strijd in overwin-
ning, de smart in vreugde veranderd wordt, en wij aan-
aanschouwen mogen wat wij hebben geloofd! Wij zien nu
door een spiegel in een donkere rede, maar alsdan zullen
wij zien, aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten deele,
maar dan zal ik kennen, gelijk ik ook gekend ben. En nu
blijft geloof, hoop en liefde, deze drie, doch de meeste van
deze is de liefde. (1 Gor. 13 :12, 13).
De pelgrimstaf in de hand, het doel in het oog, uwe
liefde, o groote Overwinnaar van dood en hel, in het hart,
willen wij wakende en biddende, blijmoedig henentreden
naar het land der heerlijkheid. Amen.
-ocr page 107-
93
Dinsdag-morgen.
Wat de mensch zaait dat zal hij ook maaien, die in den
Geest zaait zal uit den Geest het eeuwige leven maaien.
Gal. 6:7, 8.
Getrouwe Herder onzer zielen, Gij hebl ons in den afge-
loopen nacht een ongestoorde rust geschonken en met ver-
nieuwde krachten mogen wij den dag beginnen. Wij danken
U daarvoor met ons gansche hart, en bidden U ootmoedig,
wees ons ook heden nabij. Sluit de oogen uwer genade,
die ons licht en leven zijn, voor ons niet. Sterk ons, opdat
wij op onzen vreemdelingstocht rijkelijk goed zaad uitstrooien,
door woord en daad de zwakken ondersteunen, de lijdenden
verkwikken, de goddeloozen met wijsheid vermanen, goed-
doende niet vertragen, want te zijner tijd zullen wij maaien,
zoo wij niet verslappen. (Gal. 6 : 9).
Of zijn wij niet alles verschuldigd aan uwe oneindige
liefde, die voor ons in den dood is gegaan, die, wanneer
wij de hongerigen spijzigen, de naakten kleeden, dat reke-
nen wil, als hadden wij het haar gedaan? O Heer, zoolang
wij nog omzwerven in dit lichaam, zij het onze éénige zorg
om uwen wil te volbrengen, dan is uw vrede met ons en
wij hebben zekere hoop, om te worden opgenomen in de
eeuwige tabernakelen. Amen.
-ocr page 108-
94
Dinsdag-avond.
Uiv hart worde niet ontroerd, gij gelooft in God, gelooft
ook in Mij; in het huis mijns Vaders zijn vele woningen,
anders zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga henen om u
l>laats te bereiden.
Joh. 14 : 1, 2.
O Heer, welk een oneindigen rijkdom van vertroosting
en blijde hoop hebt Gij ons in uw Woord gegeven! Wan-
neer wij in U gelooven, dan hebben wij niet te vreezen
voor de verschrikkingen van den nacht en zelfs niet voor den
grootsten vijand, den dood. Blijmoedig kunnen wij dit
ons armelijk omkleedsel afleggen, want in bet huis uws
Vaders zijn vele woningen, en uw bloed en uwe gerechtig-
heid is ons sieraad en het kleed der eere, waarmede wij
daar kunnen ingaan. En wanneer wij opzien naar de
oneindige ruimte van licht, daar schijnen ons de sterren als
woningen tegen te blinken en ons hart haakt naar de vrien-
delijke lichten van het Vaderland. Maar Gij, gekruisigde
en opgewekte Heiland, die ons dat Vaderland weder geopend
hebt, draag ons, gelijk Gij tot dusver gedaan hebt, door
den duisteren nacht der aarde heen, opdat, na het einde van
den nacht, een blijde dag voor ons aanbreke.
Dit is het getuigenis, dat God ons het eeuwige leven
gegeven heeft, en dit leven is in zijnen Zoon. Die den
Zoon van God heeft, heeft bet leven. Jezus zegt: Ik ben
de opstanding en het leven. (1 Joh. 5:11, 12. Joh. 11 :2.r>).
Heer, verhoor ons smeeken, opdat wij mogen wezen,
-ocr page 109-
95
waar Gij zijt, en waar wij U waardiger loven, prijzen en
dienen en uwen naam verheerlijken mogen. Amen.
Woensdag-morgen.
Uwe goedertierenheid, o God, is beter dan het leven.
Ps. 63 : 4.
Gij hebt het licht der zon weer heerlijk voor ons doen
opgaan. De liefelijkheid harer stralen verrukt ons. Zij
verwarmen de koele morgenlucht, die onze leden verkwikt
heeft. Gij hebt ons het leven verlengd en voert ons een
blijden dag te gemoet; dit alles verheugt ons hart en wij
zijn vol lof en dank. Maar nog beter, o Heer, is uwe
goedertierenheid, die ons alles, alles geeft wat ons eeuwig
zalig kan maken, die ons hemelsche goederen aanbiedt, terwijl
zij ons aardsche ontneemt, die ons onvergankelijke vreugde
bereidt, terwijl zij ons lijden oplegt, die ons smarten aan-
doet, omdat zij het goed met ons meent. Leer ons verstaan
de donkere wegen, die voeren tot het licht, en wanneer wij
ze niet begrijpen, doe dan onze harten ondervinden uwe
verborgene goedertierenheid, die beter is dan het leven,
en vervul ze met dankbaarheid ook aan uwe onbegrepen
liefde.
Alzoo zou ik U loven in mijn leven; in uwen naam zou
ik mijne handen opheffen. Als ik uwer gedenk op mijne
-ocr page 110-
06
legerstee, zoo peins ik over U in de nachtwaken. Want Gij
zijt mij een hulp geweest en in de schaduw uwer vleugelen
zal ik vroolijk zingen. Mijne ziel kleeft U achteraan, uwe
rechterhand ondersteunt mij. (Ps. 63 : 5, 7—10). Amen.
Woensdag-avond.
De oo gen des Heer en zijn veel klaarder dan de zon, en
zien alles wat de menschen doen, ook zien zij in de
verborgene hoeken.
Jez. Sir. 23 : 28.
Heilige, alwetende Vader, doe ons wandelen voor uw
aangezicht, opdat uwe nabijheid onze hoogste vreugde zij.
Wanneer wij op den goeden weg zijn, is er voor ons niets
beters, niets troostrijkers, dan dat uw oog in het verborgene
ziet en de gedachten der harten openbaart. Wij worden
dikwerf miskend en misverstaan, maar Gij, Heer, weet hoe
wij het meenen. Welk een geluk is uwe alwetenheid voor
ons, wanneer uwe genade onze harten gewillig gemaakt
heeft, en wij zien op Christus, den overeten Leidsman en
Voleinder van ons geloof. Welk een moed hebben wij in
den strijd, door de gedachte dat hij voor U niet verborgen
is. Welk een opwekking om in stilte goed te doen, want
aan uwe oogen ontgaat het toch niet. Welk een beschutting
is er in het bewustzijn van uwe alwetenheid, ook tegen de mach-
ten der duisternis! Is niet de vrees voor de zonde, waaraan
wij dikwerf in liet geheim kunnen toegeven, zonder de gunst
-ocr page 111-
07
der wereld te verliezen, de werking van het gevoel van
uwe nabijheid? O Heer, hoe zouden wij, zwakke schepselen,
de ondoorgrondelijke diepte kunnen peilen der liefde, die
reeds in de enkele eigenschap uwer alomtegenwoordigheid
ligt opgesloten! Laat ons het gevoel van uwe alles door-
dringende, levendmakende liefde steeds meer vasthouden,
dan zullen wij ook opwassen in kennis en heiligheid, zonder
welke niemand U zal zien. Amen.
Donderdag-morden.
De Heer kent degenen, die de zijnen zijn, en een iegelijk,
die den naam van Christus noemt, sta af van onge-
rechtigheid.
2 Tim 2 : 19.
Liefderijke, hemelsche Vader, wij naderen voor uw heilig
aangezicht en danken IJ met een diep bewogen hart, voor
uwe trouwe bewaring in dezen nacht. Hoevele duizenden
hebben hem moeten doorbrengen onder vreezen en beven,
in doodsnood, en ons hebt Gij den rustigen slaap en nieuw
leven hergeven. Och of wij ons geheel en al aan U toe-
wijden! Gij kent ons, en wij mogen uwen naam aanroe-
pen; in uwen naam zijn wij gedoopt, Gij hebt uwen gelief-
den Zoon voor ons in den dood gegeven, en ons geheel U
ten eigendom gemaakt, en wij zouden niet gaarne afstand
doen van alle ongerechtigheid? O Heer, bewaar ons nu en
altoos voor zonden, verlos ons bovenal van die, waartoe wij
7
-ocr page 112-
98
inzonderheid geneigd zijn! Open onze harten voor de stille
werkingen van uwe genade en de heilzame tucht van uwen
Geest. Laat de liefde, die de vervulling der wet is, diepe
wortelen schieten in onze harten, opdat alle koudheid en
onverschilligheid jegens onze medemenschen verre van ons
verwijderd blijve en wij, zooveel in ons is, eiken lijdende
met hulp en troost te gemoet komen. Leid Gij zelf al onze
schreden, opdat wij blijven mogen op den rechten weg. Ja
Heer, zegen ons en behoed ons, laat uw aangezicht over
ons lichten en geef ons uwen vrede. Amen.
Donderdag-avond.
De genade zij met al degenen, die den Heer Jezus Chris-
tus liefhebben in onverderfelijkheid.
Ef. 6 : 24.
Wij loven U, goedertieren God en Vader, met een dank-
baar hart voor alles wat Gij in het stoffelijke en in het
geestelijke ook heden wederom aan ons gedaan hebt. Hoe-
vele weldaden uwer liefde, maar ook hoevele zonden onzer
ondankbaarheid staan voor ons. O Heer, erbarm U en gedenk
onze zonden niet, om uwen lieven Zoon, onzen dierbaren
Zaligmaker. Och of de beloften uwer genade recht aan ons
vervuld werden, en wij onzen Heer Jezus Christus boven
alles liefhadden in oprechtheid des harten! Help ons daar-
toe! Zonder uwe hulp zijn wij de ellendigste schepselen,
die niets kunnen doen. Maar wanneer wij ons geloovig
-ocr page 113-
00
aan U vasthouden dan geldt ook ons de belofte: Hij zal u
dekken met zijne vlerken en onder zijne vleugelen zult gij
betrouwen. Zijne waarheid is een rondas en een beukelaar;
u zal geen kwaad wedervaren en geen plage zal uwe tent
naderen, want Hij zal zijne Engelen van u bevelen, dat
zij u bewaren in al uwe wegen. Dewijl hij Mij zeer bemint,
zoo zal Ik hem uithelpen, Ik zal hem op eene hoogte stellen,
want Hij kent mijnen naam. Hij zal Mij aanroepen en Ik
zal hem verboeren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal er hem uittrekken en zal hem verheerlijken. (Ps. 91: 4,
10, 11, 14—16).
Barmhartige God en Vader, wij kunnen U niet genoeg
danken, dat Gij ons al ons heil hebt doen vinden in onzen
dierbaren Zaligmaker. Help ons, dat wij ons steeds inniger
aan Hem overgeven, dan zal uwe genade met ons zijn. Amen.
Vrjjtlag-morgen.
Arglistig is het hart, meer dan eenig ding, ja doodelijk
is het, wie zal het kennen?
Jer. 17 : 9.
Barmhartige Vader, zoo menigmaal een nacht zonder
kommer voor ons is voorbijgegaan en wij weder vroolijk
een nieuwen dag mogen aanvangen, moet uwe oneindige
goedheid ons krachtiger herinneren aan hetgeen wij te doen
hebben. Maar dikwerf is helaas het tegendeel het geval.
Te midden van het genot der zegeningen uwer vaderlijke
7*
-ocr page 114-
100
liefde vergeet het zondige hart den genadigen Gever er van.
Wanneer het lijden ons nadert, \'t welk Gij hun, die U
liefhebben, steeds helpt dragen en \'t welk naar uwe be-
doeling heilzame vruchten dragen moet, dan is het zwakke,
arglistige hart aanstonds verslagen en denkt het niet aan
de tijden, waarin Gij zoo trouw geholpen hebt. O Heer,
sterk ons hoogmoedig, verontrust hart en leid ons op den
rechten weg. Genees mij, Heer zoo zal ik genezen worden,
behoud mij, zoo zal ik behouden worden, want Gij zijt
mijn lof. (Jer. 17 :14.)
Geef dat wij U prijzen in lief en leed, leer ons uwe
leidingen erkennen als den weg ten Hemel. Want mijne
gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uwe wegen zijn
niet mijne wegen, spreekt Gij, Heer. Want gelijk de
hemelen hooger zijn dan de aarde, alzoo zijn mijne wegen
hooger dan uwe wegen, en mijne gedachten dan ulieder
gedachten. (Jes. 55 : 8, 9.)
Och of ons blijmoedig onderwierpen aan uwen wil en U
gehoorzaam mochten zijn tot in den dood. Dat werke de
kracht uws Geestes in ons om uwe liefde. Amen.
Vrjjdag-avond.
Ik delg uwe overtredingen uit als een nevel en uwe zon-
den als een wolk: keer weder tot Mij, want Ik heb
u verlost.
Jes. 44 : 22.
Hoe verkwikkend, liefderijke hemelsche Vader, zijn uwe
-ocr page 115-
101
vrede- en heilaanbrengende beloften! O geef dat wij ons
geheel en al tot U wenden en dat wij hare vervulling vol-
komen deelachtig worden. In alle eeuwigheid kunnen wij U
niet genoeg danken voor de vervulling der heerlijkste belofte,
voor de komst van Hem, van wien geschreven staat: ziet,
de Heere Heere /al komen tegen den sterke en zijn arm
zal heersehen: ziet zijn loon is bij Hem en zijn arbeidsloon
is voor zijn aangezicht. Hij zal zijne kudde weiden gelijk
een herder, Hij zal de lammeren in zijne armen vergaderen
en in zijnen schoot dragen, (.fes. 40:10,11).
Hoe menigmaal mogen wij het ondervinden dat Gij,
getrouwe Herder, ons, dwalende schapen in uwe armen
vergadert en niet te moede wordt om ons steeds weder
op te zoeken, wanneer wij, ellendige zondaren, U ont-
vlieden.
O Heer, dat de liefelijke stralen van de zon uwer ge-
nade zich ook uitbreiden over de gansche Heidenwereld.
Vervul aan alle onbekeerden het woord der Profetie: ziet,
gij zult een volk roepen, dat gij niet kendet en het volk,
dat u niet kende, zal tot u loopen, om des Heeren uws
Gods wil en om des Heiligen Israels wil, want Hij heeft u
verheerlijkt. Want in blijdschap zult gijlieden uittrekken
en met vrede voortgeleid worden: de bergen en de beu-
velen zullen gesehal maken met vroolijk gezang voor
uw aangezicht en alle boomen des velds zullen de han-
den samenklappen. Voor een doorn zal een dennenboom
opgaan, voor een distel zal een mirteboom opgaan, en
het zal den Heer zijn tot een naam, tot een eeuwig tee-
-ocr page 116-
102
ken, dat niet uitgeroeid zal worden. (Jes. 55:5, 12, 13).
Amen.
Zaterdag-morgen.
Wij werpen onze smeekingen voor uw aangezicht niet
neder op onze gerechtigheden, maar op uwe barmhar-
tigheden, die groot zijn.
Dan. 9: I8b.
Wij danken U, drieëenige God, op dezen laatsten dag
der week voor de onuitsprekelijk vele genade-betooningen
uwer oneindige liefde. Wanneer wij ons zelven nauwkeu-
rig beproeven, dan hebben wij geene van dezen verdiend,
maar veeleer toorn en ongenade en allerlei tijdelijke en
eeuwige straffen. Wij nemen de toevlucht tot het kruis
van onzen Heer en Heiland en zoeken daar de vergeving
van onze zonden. Heer, Gij hebt toch geen welgevallen
in den dood des goddeloozen, maar daarin dat de godde-
looze zich bekeere van zijnen weg en leve. Schenk ons
uwen Heiligen Geest, opdat die ons reinige door zijne tucht,
van de lichtzinnigheid, de eigen-gerechtigheid, het ongeloof,
den hoogmoed en van alle dwaasheden en begeerlijkheden
van ons verdorven hart, maar dat Hij ook alle bekommer-
den trooste, die zich de vergeving niet durven toeëigenen.
Wijs alle verdwaalden den weg des heils door uwen lieven
Zoon, die ons van U is geworden tot wijsheid, tot recht-
vaardigheid, tot heiligmaking en verlossing. Vervul aan
-ocr page 117-
103
de gansche menschheid de dierbare belofte: de oogen der
blinden zullen opengedaan worden, en der dooven ooren
zullen geopend worden, en de vrijgekochten des Heeren
zullen wederkeeren en tot Sion komen met gejuich, en eeu-
wigo blijdschap zal op hun hoofd wezen; vroolijkheid en
blijdschap zullen zij verkrijgen, maar droefenis en zuchting
zullen wegvlieden. (Jes. 35 : 5, 10). Amen.
Zaterdag-avond.
Gij zijt toch onze Vader, want Abraham weet van ons
niet, en Israël kent ons niet: Gij, o Heer, zijt onze
Vader, onze Verlosser van ouds af is uw naam-
Jes. 63 : 16.
Eeuwige God, lof, dank en eere worde U toegebracht,
omdat Gij onze Vader zijt, wiens onbegrijpelijke liefde,
waarmede niets te vergelijken is, ons steeds omringt, en
wiens verlossende genade door Christus de troost van ons
hart en het leven onzer ziel geworden is en meer en meer
worden zal, indien wij blijven in het geloof, hetwelk uw
Heilige Geest meer en meer in ons bevestige en versterke.
Hij verheerlijke de verlossende liefde uws Zoons in onze
harten, opdat wij roemen mogen: ik ben zeer vroolijk in
den Heer, mijne ziel verheugt zich in mijnen God, want
Hij heeft mij bekleed met de kleederen des heils, den mantel
der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan. (Jes. 61 : 10).
-ocr page 118-
104
Wanneer Gij, liefderijke Heiland, de vreugde van ons
hart geworden zijt, dan kan geen lijden ons meer neder-
drukken, maar wij verblijden ons in de gemeenschap des
lijdens met U, omdat wij ook met U verheerlijkt worden,
en de belofte ook ons geldt: uwe zon zal niet meer onder-
gaan, en uwe maan zal haar licht niet meer intrekken,
want de Heer zal u tot een eeuwig licht wezen en de
dagen uwer treuring zullen een einde nemen. (Jes. 53 : 20).
O Heer, sterk onze zwakheid, opdat wij alles verlooche-
nen, alles overwinnen wat niet bruikbaar is voor uw Rijk.
Help ons om geheel voor U te leven; want Gij zijt onze
Vader en Verlosser van ouds. Amen.
VIII.
Zondag* morgen.
Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die
het goede boodschapt, die den vrede doet hooren, des-
genen, die goede boodschap brengt van het goede, die
heil doet hooren, desgenen, die tot Sion zegt: uw God
is Koning.
Jes. 52 : 7.
Liefderijke hemelsehe Vader, wij danken U van ganscher
harte, dat Gij den zegenrijken dag, waarop heil en vrede
verkondigd wordt, ons wederom geschonken hebt. Verleen
ons de kracht van uwen Geest, opdat al het goede, \'t welk
-ocr page 119-
lor,
wij lieden zullen hooren, vaste wortelen in ons schiete, opdat
wij geheel aan U geheiligd worden, en wij ook weldadig wer-
ken kunnen op onze medemenschen. Uw Woord is mijn
mond meer dan honig. Uw Woord is mij een lamp voor
mijnen voet en een licht op mijn pad. (Ps. 149 : 103, 105).
O Heer, dat toch de eer uws naams klinke over de gansche
aarde. Laat uw licht alle volken verlichten, en het woord
di\' Profetie worden vervuld: de Heer zal een banier oprich-
ten onder de Heidenen, en Hij zal de verdrevenen van
Israël verzamelen en de verstrooiden uit Juda vergaderen
van de vier einden des aardrijks. (Jes. 11 : 12). Ja Heer,
zegen ons allen, doe uw aangezicht lichten over allen, om
uws naams wil. Amen.
Zondag-avond.
Alzoo zegt de Hooge en Verhevene, die in de eeuwigheid
tooont en wiens naam heilig is: Ik woon in de hoogte
en in het heilige en bij dien, die eens verbrijzelden en
nederigen geestes is
, opdat Ik levend inake den geest der
nederigen en opdat Ik levend make het hart der ver-
brijzelden.
Jes. 57 : 15.
Wederom, liefderijke God en Vader, is een dag van het
leven, \'t welk Gij ons geschonken hebt, verzwolgen door
de zee der vergankelijkheid. Wat hebben onze gedachten,
ondervindingen en handelingen uitgewerkt ? Hebben zij iets
-ocr page 120-
IOC»
achtergelaten? Was ons hart geheel alleen van U, onzen
Schepper en Heer vervuld en van dankbare vreugde jegens
U doordrongen? Wij buigen ons neer met een zucht: o
God, wees ons zondaren genadig!
Ach, hoe zouden wij moeten sidderen en beven, indien
Gij ons niet den eeuwigen Middelaar geschonken hadt, die
rust schenkt aan het hart, \'t welk zich berouwvol en oot-
moedig aan Hem overgeeft. En zou het vreezen zich geheel
en al toe te vertrouwen aan den Zoon van God, die in Geth-
semane voor ons, arme zondaren, zoo zielsbenauwd is geweest?
O Heer, hoe ellendig heeft de zonde ons gemaakt, dat wij
het licht en het heil van ons leven, onze zaligheid zoo dik-
werf van ons stooten kunnen, in plaats van ons geheel en
al voor eeuwig aan haar te wijden. Schenk ons moed en
kracht, opdat wij ons oprichten en niet meer nederzinken,
want onze zwakheid kan niets uitrichten. De rotssteen
mijner sterkte, mijn toevlucht is in God. (Ps. 162 : 8).
Amen.
Maandag-morgen.
Die zich beroemt beroeme zich hierin, dat hij verstaat en
Mij kent, dat Ik de Heer e ben, doende weldadigheid,
recht en gerechtigheid op de aarde, want in die dingen
heb Ik lust, spreekt de Heer.
Jer, 9 : 24.
Wij danken U, barmhartige Vader, voor uwe genadige
-ocr page 121-
107
bescherming in dezen nacht. O vervul ons toch geheel en
al van het besef, dat Gij de hoogste roem van ons leven
en de éénig ware vreugde van ons hart zijt. Zonder U
zijn wij stof, \'t welk de wind verwaait. Blijf ook heden
met ons en bij ons. Bewaar ons voor iedere afwijking van
U en van uwen heiligen wil, en leer ons dezen steeds meer
verstaan en vroolijk volbrengen. Verwijder van ons iedere
schadelijke verstrooiing van binnen en van buiten. Ach
onze licht verleidbare harten worden zoo gemakkelijk mee-
gevoerd in het gedruisch van de wereld, waarin zij U ver-
liezen, en waaruit zij zonder uwe hulp niet kunnen geraken.
Wanneer wij, \'t geen helaas dikwerf geschiedt, ons zelven
vergeten en afwijken van den rechten weg, Heer, ga dan
met ons en behoed ons, dat wij niet vallen. Gij bewijst
toch gaarne uwe barmhartigheid en zijt de kracht der zwakken.
\'t Zij wij oud zijn of jong, toch is de tijd van ons aardsche
leven slechts van korten duur. O Heer, leer ons hem met
wijsheid te gebruiken. Geef dat wij niet in verzoeking vallen,
maar vast staan in het geloof, steeds blijven in de liefde
en ons verblijden in de zekere hoop des eeuwigen levens,
om uwen heerlijken naam te loven en te prijzen van eeuwig-
heid tot eeuwigheid. Amen.
Maandag-avond.
De Heer is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Ps. 23 : 1.
Onder uwe hoede, liefderijke, getrouwe Herder, mogen
-ocr page 122-
108
wij ons onbezorgd aan don nacht overgeven. Maak ons
geheel en al tot uwe schapen, welke niemand uit uwe hand
rukken kan. Gij hebt uw dierbaar leven voor de schapen
gelaten. Gij kent de uwen en wordt van de uwen gekend.
Houd toch steeds onze harten en ooren open, opdat wij uwe
slem liooren en U volgen en het eeuwige leven verkrijgen
en niet meer verloren gaan. Welk een vreugde, wanneer Gij
ons leidt in grazige weiden en ons voert aan zeer stille
wateren, wanneer Gij onze zielen verkwikt en ons leidt in
het spoor der gerechtigheid om uws naams wil. Ja, al wan-
delen wij door een dal der schaduw des doods, wij vreezen
geen gevaar, want Gij zijt hij ons, uw stok en uw stal\'die
vertroosten ons. (I\'s. 23 : 2, 4).
Zoo is het hier, en wat zal het zijn, wanneer Gij eens al
uwe verstrooide schapen zult hebben verzameld en zij als
ééne kudde voor U, den éénig Irouweu Herder, zich neder-
buigen en U mogen aanbidden en Gij hen weiden en leiden
zult lot de stroomen des levenden waters, waar God zelf
alle tranen van hunne oogen afwisschen zal! Schenk ons,
Heer, daarvan een voorsmaak, dien wij nooit verliezen, opdat
wij steeds gewilliger en blijder uwe liefelijke Herderstem
leeren volgen, totdat wij, door U geleid, de gewesten der
zaligheid gelukkig bereikt zullen hebben. Amen.
-ocr page 123-
100
Dinsdag-morgen.
Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan te samen
door Hem.
Col. 1:17.
Wederom mogen wij door uwe genade een nieuwen dag
beginnen; wij danken U daarvoor, Vader in den hemel,
met ons gansche hart. O sterk ons, opdat ons innerlijk leven
zich ook in frissche, U gewijde kracht ontvouwe! Geef dat
het levend gelooi\' in IJ en den Gekruisigde, dien Gij hebt
overgegeven om onze zonden, ons geheel doordringe, dat
alle stormen van hartstochten en begeerlijkheden, die zoo
licht in onze harten woeden, bedaren, en een gezond, stil
en opgewekt leven in U ons deel worde. Ach Heer, zon-
der U kunnen wij niets doen, en zonder uwe genade zijn
wij niets! Maak ons toch bekend met de ijdele droomen
van zelfvertrouwen, als ellendige begoochelingen van onze
zwakke harten, en leer ze ons verachten, eer wij ons aan
deze overgeven en schenk ons harten, die geheel en al in
U rusten en alleen door U en met U willen werken en
overwinnen. Vertrouw op den Heer met uw gansche hart
en steun op uw verstand niet. (Spr. 3:5).
Blijf daarom, o eeuwige Liefde, nu en steeds met uwe
hulp, met uwe reddende genade ons nabij, en maak ons
bekwaam voor uw eeuwig Koninkrijk, om Jezus\' wil. Amen.
-ocr page 124-
110
Dinsdag-avond.
Ik zal in vrede nederliggen en slapen, want Gij, o Heer,
alleen zult mij doen zeker wonen.
Ps. 4 : 9.
Lof, dank en eer worde U toegebracht, barmhartige
Vader, voor alles wat Gij tot heden toe en ook nu aan ons
gedaan hebt. Zonder U waren wij voor eeuwig verloren.
Maar Gij, Heer, zijt zonder ophouden onze hulp. Die al
onze krankheden geneest; die ons leven verlost van het
verderf, die ons kroont met goedertierenheid en barmhar-
tigheden, die onzen mond verzadigt met het goede. De
Heer doet gerechtigheid en gerichten al dengenen, die on-
derdrukt worden. Barmhartig en genadig zijt Gij, langmoedig
en groot van goedertierenheid. Gij doet ons niet naar onze
zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden;
want zoo hoog de hemel is boven de aarde, is uwe goe-
dertierenheid geweldig over degenen, die U vreezen; zoo ver
het Oosten is van het Westen zoo ver doet Gij onze over-
tredingen van ons. Heer, Gij weet wat maaksel wij zijn,
gedachtig zijnde dat wij stof zijn. De dagen des menschen
zijn als het gras, gelijk een bloem des velds alzoo bloeit
hij; als de wind daarover gegaan is, zoo is zij niet meer.
Maar uwe goedertierenheid is van eeuwigheid tot eeuwig-
heid over degenen, die U vreezen. Gij hebt uwen troon in de
hemelen bevestigd en uw Koninkrijk heerscht over alles.
Looft den Heer, zijne Engelen, Gij krachtige helden, die
zijn Woord doet, gehoorzamende de stem zijns Woords. Looft
-ocr page 125-
411
den Heer, al zijne heirscharen! Gij, zijne dienaars, die zijn
welbehagen doet. Looft den Heer, al zijne werken aan
alle plaatsen zijner heerschappij! Loof den Heer, mijne
ziel! (Ps. 103). Amen.
Woensdag-morgen.
Ik vertrouw op uwe goedertierenheid; mijn hart zal zich
verheugen in uw heil; ik zal den Heer zingen, omdat
Hij aan mij welgedaan heeft.
Ps. 13 : 6.
Wij danken U, genadige God, met een bewogen hart,
dat Gij op dezen dag weer het licht voor ons hebt doen
opgaan. Och verlicht ons binnenste geheel en al, opdat wij
alle duisternis vlieden en voor uw heilig aangezicht in het
licht der waarheid wandelen. Bewaar ons nu en altoos
voor alle kwaad in- en buiten ons.
De Heer is mijn steenrots en mijn burg en mijn uithel-
per; mijn God, mijn rots, op wien ik betrouw, mijn schild
en de hoorn mijns heils, mijn hoog vertrek. (Ps. 18 : 3).
Uw lof, o Heer, moet de grootste vreugde van ons
harte zijn. Geef dat wij uw naam verheerlijken, niet slechts
met de lippen, maar ook met der daad en in waarheid.
Sterk ons, opdat het lijden, de dood en opstanding van
uwen lieven Zoon, onzen dierbaren Zaligmaker, vruchtbaar
en zegenrijk in ons voortwerke, tot dat wij de diepte van
-ocr page 126-
112
het groot verlossingswerk beter leeren verstaan en waardi-
ger prijzen in uw heerlijk Koninkrijk. Amen.
Woensdag-avond.
Bewaar mij, o God, want ik betrouw op U. Ps. 16:1.
Liefderijke bemelsche Vader, wederom mogen wij een
«lag, gezegend met ontelbare weldaden van uwe liefde, vroolijk
besluiten. Wij verheffen harten en handen tot U en prijzen
uwe oneindige liefde. Breide zij ook dezen nacht hare
vleugelen over ons uit. Zonder uwe genadige bescherming
moesten wij ons hulpeloos aan den donkeren nacht en den
slaap overgeven. Geef dat de machten der duisternis niet
de overhand over ons krijgen; bescherm ons ook in den
slaap tegen het bederf van ons hart, laat de zonde niet
heerschen, en help ons, dat wij, \'t zij wij slapen, \'t zij wij
waken, met onze gedachten bij U zijn. Barmhartige Vader,
geef dat, indien Gij heden nacht onze zielen van ons af-
eischtet, wij niet naakt voor IJ bevonden worden, maar
bekleed met het kleed der gerechtigheid van onzen Heere
Jezus Ghristus, die voor ons gestorven en opgestaan is.
Laat de zegen zijner verlossende liefde in leven en sterven
op ons rusten en maak ons geheel en al Hem ten eigen-
dom , om uws naams wil. Help ons naar uwe oneindige
genade, en geef dat wij U toebehooren voor tijd eneeuwig-
heid. Amen.
-ocr page 127-
143
Donderdag-morgen.
Des morgens, Heer, zult Gij mijne stem hooren, des mor-
gens zal ik mij tot U schikken.
Ps. 5 : 4-
Wij danken U, liefderijk God, dat Gij ons door een rus-
tigen slaap gesterkt en vroolijk hebt doen ontwaken. Geef
dat wij onze krachten niet aan den dienst der wereld, maar
aan uw Koninkrijk wijden. Hemel en aarde zullen voor-
bijgaan, maar uw Woord en uw Rijk blijven tot in eeuwig-
lieid. Schenk ons daarom, o Heer, den lust en de kracht
om eerst uw Koninkrijk en zijne gerechtigheid te zoeken.
Schenk ons vrede en vreugde in den Heiligen Geest, opdat
wij als burgers van uw eeuwig heerlijk Rijk, U, den Koning
der koningen, dienen in ware gerechtigheid en doen wat U
welbehagelijk is. Help ons toch om onze zelfzucht en ons
eigen- ik krachtig te bestrijden. Wij willen niet ons zel-
ven leven, maar U, die voor ons gestorven en opgewekt
zijt. Uw verzoeningswerk, voor ons aan het kruis volbracht,
vervulle ons hart en trekke ons geheel en al tot U. Doe
ons uitgaan uit ons zelven en tot U ingaan, o Bron des
levens, Heiligdom der liefde! Ja Heer, verhoor ons naar
uwe groote barmhartigheid. Amen.
x
-ocr page 128-
114
Donderdag-avond.
Welgelukzalig zijn zij, die zijne getuigenissen onderhouden,
die Hem van ganscher harte zoeken.
Ps. 119 : 2.
Eer wij ons ter ruste begeven verhelTen wij onze harten
tot U, genadige en barmhartige Vader! met dankzegging en
gebed. Gij hebt ons heden weder zoovele weldaden doen
toevloeien en met eiken ademtocht uwe erbarming betoond.
Och of wij uwe liefde beter erkend, en naar haar ons doen
en laten hadden ingericht. Maar ons door zonden veront-
reinigd hart moet zich steeds aanklagen voor uw alziend
oog. Met smart moeten wij het bekennen: onze zonden
zijn groot en onze afwijkingen ontelbaar. Wees ons gena-
dig, Heer, naar uwe goedertierenheid en delg onze zonden
uit naar de grootheid uwer barmhartigheid. Wek het leven
in onze zielen, opdat wij, in het besef onzer ellende, met een
gebogen hart tot U naderen en werk in ons de offers, die
U welhehagelijk zijn, een gebroken hart en een verslagen
geest. Maar doe ons ook weer den troost genieten van de
vergeving onzer zonden door het lijden en sterven van
onzen Heiland.
Bescherm ons, liefderijke hemelsche Vader, ook in dezen
nacht voor uit- en inwendig gevaar, en doe ons tot eer van
uwen naam weder ontwaken. Amen.
-ocr page 129-
415
Vrijdag-morgen.
Indien gij Mij lief hebt, zoo bewaart mijne geboden. Joh. 14:15.
Wij danken U, o eeuwige Liefde! voor de genadige be-
scherming, ons in den afgeloopen nacht geschonken en
bidden l* ootmoedig: wees ons ook heden en verder nabij.
Liefderijke Heiland! vervul ons toch geheel en al met de
liefde, die uwe geboden bewaart. Reinig onze bedorvene
harten van de eigenliefde, den hoogmoed, de ijdelheid, de
verborgen afgunst, de vleesschelijke lusten en zoovele zonden
en hartstochten, die in strijd zijn met de liefde tot U. Geef
dat wij ons gansche leven inrichten, niet naar ons eigen
goeddunken, ook niet naar de zondige gewoonten der wereld,
maar alleen naar uwen wil en naar uwe geboden. Door-
dring onze zoo menigmaal liefdelooze harten met de kracht
uwer alles te bovengaande liefde, en leid ons in alle waar-
heid. Maak ons bekwaam voor uw Rijk, waarin de vrede
woont en de liefde regeert Help ons hier in het land der
onvolmaaktheid om met kracht te beginnen met een getrouw
leven in uwen dienst, opdat wij U ginds mogen dienen in
heiligheid en gerechtigheid om uwer liefde wil. Amen.
Yiijdag-avond.
Ik zal u geene weezen laten. Joh. 14 : 18.
Lof, dank en eer worde U toegebracht, barmhartige Hoo
8\'
-ocr page 130-
110
gepriester! voor de heerlijke beloften uwer eeuwig getrouwe
liefde, welke Gij zoo rijkelijk aan ons vervult. Hoe dikwijls
gevoelen wij ons alleen en verlaten in eene wereld, aan
welke wij ons niet kunnen aansluiten. Hoevelen hebben
hunne krachtigste aardsche steunsels voor dit leven verlo-
ren. Maar Gij, Heer, wilt niemand, die zich geloovig aan
U vasthoudt, wees laten. Gij zendt hun, die lijden met
onderwerping, een onuitsprekelijk verkwikkenden troost, zoo
als de wereld niet geven kan. Nooit ondervinden wij krach-
tiger uwe zalige nabijheid, dan wanneer wij in lijdensge-
meenschap met U getreden zijn, ofschoon er bij ons nog
zooveel ontbreekt aan de gehoorzaamheid tot den dood,
aan het stil verdragen en aan al de goddelijke deugden,
die Gij zelf nog aan het kruis hebt ten toon gespreid. Gij
hebt immers ook den moordenaar de zaligheid toegezegd
van met U in het Paradijs te zijn.
Doe ons, o Heer, ofschoon geen lijden te vergelijken is
met het uwe, en wij slechts als zondaren lijden wat wij
lijden moeten, steeds weer op nieuw ervaren, dat Gij ons
geen weezen laat en nabij zijt aan allen, die geloovig op
U hopen, dat lijden de weg tot heerlijkheid is. Bescherm
ons ook in dezen nacht en doe ons steeds meer ervaren,
dat ons vertrouwen, indien wij het alleen op U stellen, een
grooten loon heeft. Amen.
>
-ocr page 131-
117
Zaterdag-morgeit.
Alzoo zegt de Heer e, Heere, ziet ik leg een grondsteen in
Sion
, een beproefden steen, een kostelijken hoeksteen,
die wel vast gegrondvest is; wie gelooft die zal niet
haasten.
Jes. 28 : 16.
Wij danken U, liefderijk Vader! met eene onuitsprekelijke
vreugde, dat Gij onze zaligheid hebt gebouwd op den kos-
telijken, heerlijken hoeksteen, Jezus Christus, op wien wij een
gebouw mogen oprichten, eeuwig in de Hemelen. In Hem
vinden wij den nieuwen mensch, die naar U geschapen is
in ware heiligheid en gerechtigheid. Al is de weg tot die
zaligheid een weg van lijden, wij mogen met Paulus zeggen:
ik houd het daarvoor dat het lijden dezes tegenwoordigen
tijds niet te waardeeren is tegen de heerlijkheid, die aan
ons zal geopenbaard worden. (Rom. 8 : 18). Gij zijt een
barmhartige Heer en God. Gij roept allen tot het deelge-
nootschap aan het Rijk van Christus. Daarom vervult Gij
ook deze belofte, dat Gij de tranen van alle aangezichten
zult afwisschen en de smaadheid uws volks van de gansche
aarde wegnemen, dat Gij den Heiden roept en komt tot
aan de einden der aarde en dat Gij het deksel wegdoet,
waarmede alle natiën bedekt zijn, opdat zij uwe heerlijk-
heid zien en zeggen: ziet, deze is onze God, wij hebben
Hem verwacht en Hij zal ons zalig maken. Deze is de
Heer, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen
en verblijden in zijne zaligheid. (Jes. 25 : 7—10).
-ocr page 132-
118
O Heer! laat uw licht schijnen op iedere duistere plaats,
en doe de morgenster opgaan in ieder menschenhart om
uwer liefde wil. Amen.
Zaterdag-avond.
Ik, Ik ben het, die uwe overtredingen uitdelg om mijnent-
wil, en Ik gedenk moer zonden niet.
Jes. 43 : 25.
Ook aan het eind dezer week, hebben wij U, barmhar-
tige Vader! voor tallooze weldaden te danken en U te bid-
den om vernieuwde betooningen van uwe genade. Hoeveel
hebben wij gedaan wat wij niet hadden moeten doen, hoe-
veel nagelaten wat wij niet hadden moeten verzuimen.
Heer! vergeef ons onze overtredingen en gedenk onze
zonden niet om uws naams wil. De verdienste van uwen
lieven Zoon reinige ons en sterke ons, opdat wij onstralïelijk
wandelen voor uw heilig oog. Verwerp ons niet om onze
ongerechtigheid, maar reken ons de volkomene gerechtig-
heid van onzen Heer en Zaligmaker toe. Herschep ons
naar zijn beeld, want in ons wordt niets goeds gevonden.
Werk in ons de vruchten des Geestes: liefde, blijdschap,
vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoe-
digheid, kuischheid en roei uit alles wat verwerpelijk is
voor U. Geef, liefderijke hemelsche Vader, dat wij hart en
zin U heiligen en Hem leven, die voor ons gestorven en
-ocr page 133-
111»
opgewekt is. Wees ook in dezen nacht met ons en doe
ons vroolijk tot uwe eer weder ontwaken! Amen.
IX.
Zondag-morgen.
Dit is de dag, dien de Heer e gemaakt heeft, laat ons op
denzelven ons verheugen en verblijd zijn.
Ps. 118 : 24.
Gij, trouwe hemelsche Vader, hebt ons weder den liefe-
lijken Zondag geschonken. Diep bewogen danken wij U,
dat Gij het ons aan niets doet ontbreken van hetgeen noo-
dig is tot ons lichamelijk en geestelijk welzijn. Och of wij
in U alleen onze blijdschap vonden! Dat toch het eenig
waarachtige licht, \'t welk Gij door Christus in de wereld
gezonden hebt, ons verlichte en uw goede Geest ons leere
en leide in alle waarheid en ons gansche leven een loflied
werd van uwe heerlijke genade. Heer, help ons daartoe
naar de grootheid uwer barmhartigheid. De Heer is aan
allen goed en zijne barmhartigheden zijn over al zijne wer-
ken. (Ps. 145 : 9). Maar wij willen ons verblijden in uwen
tempel, waar uw lof weerklinkt, wij willen ons verblijden
in de natuur, waar uwe werken van uwe heerlijkheid ge-
tuigen, wij willen ons verblijden in onze woningen, waar
Gij ons huisvesting, vrede, liefde der onzen en zoovele
weldaden uwer goedheid schenkt; wy willen ons verblijden
-ocr page 134-
120
in dus eenzaam vertrek in hartelijk gebed tot U, den on-
uitsprekelijk liefderijken, genadevollen Vader, die ons door
vreugde en smart alles schenkt wat ons eeuwig zalig maken
kan. Amen.
Zondag-avond.
Wandelt als kinderen des Lichts. Eph. 5 : 9.
Wij danken U. liefderijke hemelsche Vader! dat Gij ons
ook heden liet bestralen met het licht des Evangelies. Ach
hoevelen onzer medemenschen moeten het ontberen, en wij,
aan wie Gij dit kleinood geschonken hebt, gebruiken het
niet, gelijk wij konden en moesten. Help ons toch om kin-
des Lichts te worden, van het Licht, hetwelk uw lieve
Zoon op de wereld in onzen zondennacht heeft ontstoken.
Geef dat wij alleggen de werken der duisternis en wande-
len in het licht der waarheid, en Christus erkennen als den
éénigen weg, die tot den Vader leidt. Ja, het is Jezus
Christus, die ons getrokken heeft uit de macht der duister-
nis en overgezet in het Koninkrijk van den Zoon zijner
liefde. (Col. 1 : 13).
Vergeef ons, barmhartige Vader! wat wij tegen U en uw
Woord gezondigd hebben, om uws lieven Zoons, onzes
dierbaren Zaligmakers wil, en geef dat het goede, \'t welk
wij heden gehoord hebben, krachtig in ons werke, opdat
wij met de nieuwe week een nieuw, U welbehagelijk leven
beginnen. Hoorder der gebeden, verhoor ons! Amen.
-ocr page 135-
.
121
Maandag-morgen.
Wij dan, gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben
vrede bij God door onzen Heer Jezus Christus.
Rom. 5 :1.
Het is uwe oneindige liefde, getrouwe, goedertieren Vader,
die ons weder gezond deed ontwaken. Wij vereenigen ons
in dit morgenuur en brengen U ootmoedig dank toe voor
uwe onverdiende genade, die ons vergezelt op iedere schre-
de van onzen levensweg. Och, liefderijke Heer! verleen
ons toch ook de voornaamste gave uwer genade, het rechte
geloof. Wij gelooven wel, maar ons geloof is zoo wankelend.
Schenk ons zulk een geloof, \'t welk U en de verdienste
van uwen lieven Zoon, onzen Verlosser, aangrijpt, \'t welk
zich verheft boven het stof, licht en leven bezit, werk-
zaam is in de liefde, alle verzoekingen wederstaat, een
heiligen wandel voortbrengt en in de ure des doods vrede
en vreugde schenkt in Jezus Christus, onzen Heer.
Barmhartige Vader! wij zijn slechts een glimmende vlas-
wiek, die Gij immers niet uitblusschen wilt. Uwe liefde
vure haar aan tot een heldere vlam des geloofs, opdat wij
door Christus gerechtvaardigd worden en vrede hebben met
U, den Reinen en Heiligen, voor wien niets onreins kan
bestaan. Heer, onze Hoop, onze Sterkte, ons Toeverzicht!
doe ons bereiken het einde onzes geloofs, de zaligheid onzer
zielen. Amen.
-ocr page 136-
122
Maandag-avond.
Wij roemen in de hoop der heerlijkheid Gods. Kom. 5 : 2.
Heere Jezus, verhoogde Koning der eere, volmaakte Mid-
delaar, eeuwige Hoogepriester! Gij zijt onze roem en de
Hoop der heerlijkheid Gods. Wij werpen ons in het stol\'
en loven U met zwakke harten en sterfelijke monden, en
wij verheugen ons met eene onuitsprekelijke vreugde, dat
wij eenmaal, volkomen verlost, met de Engelen en zalige
Geesten voor den heerlijken troon uwer majesteit in den
hemel U mogen aanbidden in het lieht, \'t welk ons uwe
verzoening zal doen begrijpen, en steeds heerlijker doen
aanschouwen, welke wij hier slechts onvolkomen begrijpen,
maai\' niet doorgronden kunnen. O hoe zouden wij ooit
deelgenooten worden kunnen van de heerlijkheid, die de
geloovigen wacht, zonder uwe verzoening, eeuwig rijke
Bron der genade! waaruit stroomen van erbarming vloeien
in onze ellende door de zonde. Reinig ons door deze toch
dagelijks van de vele zonden, die onze verdorven natuur
aankleven, opdat wij kracht hebben in verzoekingen, troost
in lijden en de zekere hoop der toekomstige heerlijkheid.
Amen.
-ocr page 137-
123
Dinsdag-morgen.
Mijn zoon, geef mij uw hart en laten uwe oogen mijne
wegen bewaren.
Spr. 23 : 26.
Hoe zouden wij, zwakke menschen, U, Vader! genoeg
kunnen danken voor de volheid van genade en zegen, waar-
mede Gij ons eiken dag bezoekt. Wij buigen ons ter neder
en aanbidden U in het smartelijk gevoel dat wij zoo groote
barmhartigheid niet verdienen. Heer, neem geheel en al
bezit van ons hart en leid ons naar uwen raad tot U in
uwen hemel, al gaat het ook langs ruwe wegen. Uw lieve
Zoon heeft ons voor alle omstandigheden onzes levens een
voorbeeld nagelaten, opdat wij zijne voetstappen zouden
drukken. Maar Heer, wij zijn zoo zwak en geraken zoo
dikwijls op dwaalwegen. Doe ons toch steeds krachtiger
de trekking uwer genade gevoelen, steeds dieper zien in
uwe ondoorgrondelijke liefde, die alle harten omvat, en
den zondaar, die zich tot U wendt, niet uitstoot. Gij roept
ons steeds, maar niet altijd hooren wij de stem uwer vader-
lijke liefde. O maak ons toch los van alles wat zich tusschen
U en ons plaatst. Verbreek de banden van aardsche be-
geerlijkheden, die onze harten verhinderen om zich geheel
en al aan U over te geven. Ja, ontferm U in allen deele
over ons om uws lieven Zoons Jezus Christus\' wil. Amen.
-ocr page 138-
124
Dinsdag-avond.
Ik zal van goedertierenheid en recht zingen, U zal ik
psalmzingen, o Heer!
Ps. 101 : 1.
Wij loven, o Levensvorst, uwe heerlijke genade, die ons
van den eenen dag tot den anderen zoo trouw geleidt.
Elke dag is een nieuwe getuige hoe goedertieren en genadig
Gij zijl. Wij behoeven niet te vreezen wanneer de donkere
nacht den aardbol overdekt, wanneer wij weten dat uw
oog, \'t welk eenmaal in den dood voor ons gebroken is,
thans in den hemel over ons waakt. Gij zijt overal en
altijd onze getrouwste Behoeder. Wie kan ons schaden als
Gij ons beschermt. Alles buigt zich onder de voetbank
uwer voeten. Gij hebt uil den duisteren nacht een eeuwig
helderen dag doen verrijzen, die ons van zonde, dood en
hel bevrijdt. De glans der millioenen sterren en zonnen
boven ons is een zwak beeld van het licht, \'t welk Gij
hebt in de wereld gezonden. Schijn voortdurend met de
stralen van de zon uwer genade in onze harten, opdat zij
verlicht en verwarmd worden om uwe liefde te erkennen,
en te doen wat uwe liefde van ons vordert en om U bovenal
te loven en te prijzen tot in eeuwigheid. Amen.
-ocr page 139-
125
Woensdag-morgen.
Dit is de vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, dat
zoo wij iets bidden naar zijnen wil, Hij ons verhoort.
1 Joh. 5 : 14.
Heer, onze God! wij buigen ons voor U neer en loven
uwe eeuwig getrouwe liefde, die zooveel geduld met ons
heeft en ons den tijd der genade steeds weder verlengt.
Help ons, dat wij hem getrouw en naar uw welbehagen
gebruiken. Blijf, naar den rijkdom uwer genade, ons Schild
en onze Sterkte. Bewaar ons voor zonden en vergeef ons
die, welke wij wederom begaan hebben, om Christus\' wil,
die de zonde der geheele wereld wegneemt en zoekt bet-
geen verloren is. Doe alle zegeningen uit de onuitputtelijke
bron uwer liefde ons toevloeien, opdat wij geestelijk en
lichamelijk bezitten mogen wat wij behoeven. Liefderijke
Vader, Gij hoort het gebed, dies zal alle vleesch tot U komen.
Och laat ook ons bidden U welgevallig zijn en verhoor ons
naar uwe wijsheid. Maar wilt Gij ons niet geven wat wij
vragen, en ons ontnemen wat ons lief geworden is, sterk
ons dan door uwe kracht, opdat wij rust en vrede vinden
in uwen heiligen wil en ons in alles aan dezen gaarne
onderwerpen. Leid ons naar uwen raad en laat ons niet
wandelen op onze eigene wegen, want wat Gij doet is
welgedaan. Heer, geef dat wij U dienen en trouw bevon-
den worden door de kracht uws Heiligen Geestes, gelijk
Gij regeert van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
-ocr page 140-
126
Woensdag-avond.
Laat verblijd zijn allen, die op Ubetrouwen. Ps. 5 : 12.
Koning der koningen! wiens roem boven onzen lof is,
verwerp ons zwak gebed niet. Geef ons vrede en vreugde
in den Heiligen Geest. Doe ons ganstli en al ingaan in
bet Rijk uwer genade, in hetwelk alle getrouwe zielen U
tot hun hoofd kiezen en zich als uwe leden slechts voegen
naar uwen wil. Uw wil is het hoogste, boven welken ons
niets gaan moet. Daarom geven wij ons geheel over aan
uwe leiding. Heersch in onze harten en help ons om alles
wat U wederstaat te overwinnen, opdat wij komen tot den
eeuwigen vrede, en voor den troon uwer heerlijke majesteit
een eeuwig Halleluja zingen en U danken mogen met de
schaar der verlosten.
Heer, geef dat wij eeuwiglijk op U vertrouwen. Heilig
zijn uwe wegen. Gij zijt de God, die wonderen doet, Gij
hebt uwe macht betoond onder de volken. Gij hebt uw
volk krachtig verlost.
O Heer! leid ons door uwe kracht door alle donkerheden
dezer aarde heen, tot dat de eeuwige dag voor ons aan-
breekt, dien Gij beloofd hebt aan allen, die in U gelooven.
Amen.
-ocr page 141-
127
Donderdag-morgen.
Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die
Gij Mij gegeven hebt, opdat zij mijne heerlijkheid mo-
gen aanschouwen.
Joh. 17 : 24.
Lof, dank en eer brongen wij uwen heiligen naam, hemel-
sche Vader, omdat Gij ons ook in dezen nacht zoo genadig
voor alle onheil hebt bewaard. O mochten wij, gelijk wij
dezen dag met loven en danken willen beginnen, ook in
uwe kracht alle kwaad vermijden en vroolijk het goede
doen. Help ons om uws lieven Zoons, onzen dierbaren
Verlossers wil. Gij wilt dat niemand dergenen, die in Hem
gelooven, verloren ga, maar dat zij allen het eeuwige leven
hebben. Dat zijn smartelijke dood aan het kruis ons dikwijls
en ernstig voor den geest sta, en zijne opstanding ons
opwekke tot een levend geloof, opdat wij der zonde afster-
ven en der gerechtigheid leven. Doe ons bedenken, welke
smarten, welk lijden de Heiland op zich nam om ons tot
uwe kinderen en daardoor voor eeuwig gelukkig te maken.
Ja geef ons, o barmhartige Vader! uit de volheid zijner
heilige verdienste te ontvangen ook genade voor genade en
breng\' ons spoedig in het Rijk van uwen lieven Zoon. Valle
het ook ons ten deel, dat de wensch van zijn liefdevol hart
vervuld worde, dat wij zijn mogen waar Hij is en dat wij
zijne heerlijkheid mogen aanschouwen. Amen.
-ocr page 142-
128
Donderdagavond.
Bergen zullen wijken en heuvelen wankelen, maar mijne
goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond
mijns vredes zal niet wankelen, zegt de lieer, uio Ont-
fermer.
Jes. 54 : 10.
O eeuwige Liefde! niet genoeg kunnen wij ons verblijden
in uwe groote langmoedigheid en onkreukbare trouw. Wan-
neer de dag aanbreekt komt uw bijstand ons tegen, en
wanneer de nacht daar is mogen wij ons getroost ter ruste
begeven, want Gij blijft bij ons en behoedt ons voor het
kwade. Wanneer de zonden ons ter neder drukken en wij
ons in nood en zwakheid bevinden, dan weten wij dat wij
een Voorspraak bij U hebben, een eeuwigen Hoogepiïester,
een heerlijken Koning, die de machten der duisternis en
alle vijanden onder onze voeten legt, een goeden Herder,
die zijne schapen weidt en leidt tot de levende bron en
zoekt wat verloren is.
O Heer! geef dat wij ons gansche leven op uw geliefden
Zoon, als op een rotssteen bouwen, dan mogen bergen
wijken en heuvelen wankelen, in Hem staan wij vast en
uwe genade zal niet van ons wijken. Gij hebt ons in dit
tranendal een levensbron beschikt, die alle leed verzacht.
Och of wij met geloovige harten ons daaruit laafden, U
lovende en prijzende om uw naam te verheerlijken van
eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
-ocr page 143-
129
Vrijdag-morgen.
De dood is de bezolding der zonde, maar de genadegif te
Gods is het eeuioige leven, door Christus Jezus, onzen
Heer.
Rom. 6 23.
Wij danken U, o Heer, uit den diepsten grond van ons
hart, dat Gij ten allen tijde onze toevlucht, onze hulp en de
troost van ons hart zijt. Wij danken U voor uwe eeuwige
ontferming, die de kracht is van ons innerlijk leven. Onze
eigene gerechtigheid en onze eigen kracht maken ons te
schande. Ontdek ons meer en meer onzen zondigen aard,
opdat de genade des te krachtiger in ons worde. Wij heb-
ben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en
worden om niet gerechtvaardigd, uit zijne genade door de
verlossing, die in Christus Jezus is. (Rom. 3 : 23, 24).
Daarom kunnen wij U niets aanbieden dan een berouw-
hebbend hart en verdiepen wij ons in uwe erbarmende
liefde om daaruit troost en verkwikking te putten. Doe ons,
liefderijke Heiland, meer en meer de grootheid uwer ver-
zoenende genade beseffen. Sterk ons geloof en vuur onze
liefde aan, om U na te volgen en schenk ons uwen Heili-
gen Geest, opdat die ons in alle waarheid leide. Uwe ont-
ferming sterke ons in den doodstrijd en verleene ons het
eeuwige leven. Amen.
9
-ocr page 144-
130
Vrijdag-avond.
Gelijk Christus is opgewekt uit de dooden tot heerlijkheid
des Vaders, alzoo moeten ook wij in nieuwigheid des
levens wandelen.
Rom. 6 : 4b.
Welk een vreugd, welk een heerlijkheid voor ons, dat
Gij, liefderijke Vader, ons weder aangenomen hebt tot kin-
deren door onzen Heer Jezus Christus, die den vloek der
zonde van ons heeft afgewend. Bewaar ons toch, o Heer,
dat wij niet in den ouden zondenslaap terugvallen. Help
ons door de kracht van uwen Heiligen Geest, dat wij in
een nieuw leven wandelen en nimmer wijken van den weg,
waarop uw lieve Zoon ons geleid heeft, en verder leiden
wil over dood en graf tot de heerlijkheid des eeuwigen
levens. Doe ons niet zien op de nietige goederen dezer
wereld. Bewaar ons bij het kindschap, \'t welk onze Ver-
losser ons verworven heeft, \'t welk een onvergankelijke
erfenis in den hemel te wachten heeft. Hoe kunnen wij U
genoeg danken dat wij door Christus, uwen lieven Zoon,
met vrijmoedigheid mogen toegaan tot den troon uwer ge-
nade en al onze bekommeringen op U werpen mogen. O
liefderijke hemelsche Vader, neem ons geheel aan als uwe
kinderen; geef dat wij niets willen dan wat Gij wilt, schenk
ons kracht tot de gehoorzaamheid, gelijk uw lieve Zoon
die beoefend heeft tot in den dood, opdat wij ontwaken tot
een nieuw leven en daarin wandelen van nu aan tot in
eeuwigheid. Amen.
-ocr page 145-
131
Zaterdag-morgen.
Toen wij dood waren door de misdaden, heeft God ons
levend gemaakt met Christus.
Ef. 2 : 5a.
Almachtige, barmhartige Vader, wij heften harten en
handen tot U op en loven uwe oneindige goedheid, die ons
leven en gezondheid geschonken heeft. Elke nieuwe mor-
gen brengt ons nieuwe giften van uwe genade. Heer, be-
hoed ons ook op dezen dag. Wij kunnen ons zelven niet
leiden, leidt Gij ons, aan wien wij alles verschuldigd zijn,
naar uw welbehagen. Schenk ons het rechte geloof en de
ware liefde, die onze harten voor U, o drieéenig God,
steeds meer ontvlammen en tot U trekken.
Gij spreekt in uw Woord door uwen Heiligen Geest en
door onze lotgevallen dagelijks met ons, maar wij zijn
meestal te traag om uwe liefelijke stem te vernemen en Gij
moet ons op harde wijze wakker maken. Geef, barmhar-
tige Vader, dat wij uit onzen zondenslaap ontwaken en de
liefdevolle leiding uwer genade volgen. Wij loven U met
onuitsprekelijke dankbaarheid, dat Gij door het lijden des
doods van uwen lieven Zoon uwe liefde gegrift hebt in
onze harten. Och of wij die heerlijke bewijzen der hoogste
liefde nimmer uit liet oog verloren, maar steeds dieper
gevoelden. Gij hebt ons, daar wij dood waren door de
zonden, door Christus levend gemaakt; geef dat wij niet
wederom sterven in onze zonden, maar wek ons voor
eeuwig met Christus op tot een zalig leven. Amen.
\'.f
-ocr page 146-
132
Zaterdag-avond.
Christus heeft door het Evangelie vrede verkondigd. Ef. 2:17.
Liefderijke Heer en Heiland, hoor genadig ons kinderlijk
stamelen om uwen lof te verkondigen. Wij behoeven niet
te vreezen voor de donkerheid van den nacht, want Gij
hebt vrede verkondigd, een eeuwigen vrede, dien de wereld
niet geven kan.
O Heer, giet olie in de lamp onzes geloofs, opdat wij uwe
oneindige liefde leeren kennen, die onze schuld zoo zwaar
geboet en ons het leven en de zaligheid verworven heeft.
Geef ons een levendig besef van onze zonden, die U aan
het kruis gebracht hebben, opdat wij ze steeds meer veraf-
schuwen. Schenk ons kracht om de wereld, onsvleesch,
en den Satan te bestrijden, en doe ons als overwinnaars
ingaan in uw Vrederijk. Schenk ons het hoogste goed, uwen
Heiligen Geest, opdat wij in het licht wandelen en U met
hemelsche krachten kunnen prijzen. Uw vrede blijve ons
bij wanneer de duisternis ons overvalt, stormen zich ver-
heffen en nachten van droefheid over ons komen. Ja
Heer, uw vrede, dien geen leed, geen vervolging, zelfs de
dood ons niet ontrooven kan, geleide ons door den nacht
des doods tot den troon uwer genade, waar wij U met on-
sterfelijke monden prijzen mogen van eeuwigheid tot eeu-
wigheid. Amen.
-ocr page 147-
133
X.
Zondag-morgen.
Heer, ik heb lief de woning uws huizes en de plaats des
tabernakels uwer eer.
Ps. 26 : 8.
Wij danken U, Vader vol van goedertierenheid en ge-
nade, dat Gij weder den dag voor ons hebt doen aanlichten,
dien Gij hebt uitverkoren tot verkondiging van uwen lof.
Uw Woord vervulle ons en make ons ganscb en al levend.
Het make dat wij ons voornemen, om U alleen toe te be-
hooren, voor U alleen te leven en te sterven, ten uitvoer
brengen. Schenk ons daartoe de kracht van uwen Heiligen
Geest. Gij alleen kunt ons verlangen naar iets betei\'s be-
vredigen, onze liefde verzadigen, de ware richting schen-
ken aan onze vreugde en ons bitterst lijden verzachten. Ja
Gij zijt ons hoogste goed. Och of wij alles voor U over-
hadden en U alleen trachtten te bezitten. Gij, eeuwig reine
Bron van licht, van waarheid en van liefde, Gij erbarmt
U onzer en schenkt ons alles door uwen lieven Zoon, onzen
Verlosser. Indien wij met Hem lijden, zoo zullen wij ook
met Hem verheerlijkt worden. O zalig verbond, \'t welk
uwe hoogste liefde tusschen ons, arme zondaren en onzen
gezegenden Verlosser gesticht heeft! Heer, reinig, heilig
ons door uwen Heiligen Geest, opdat wij U waardig en
eeuwig danken mogen voor den troon uwer Majesteit. Amen.
-ocr page 148-
134
Zondag-avond.
Alle paden des Heeren zijn goedertierenheid en waarheid.
Ps. 25 : 10.
Hoe groot, o Heer, zijn uwe weldaden en hoe kunnen
wij U genoeg daarvoor danken! kom, gelijk tot nu toe, onze
zwakheid genadig te hulp, bestuur ons leven naar uwen
heiligen wil, houd uw vaderoog over ons open en leid ons
aan uwe trouwe hand door de duisternis dezer aarde tot
het licht der eeuwigheid. Wend onze zielen van al
het aardsche af en richt ze gansch en al hemelwaarts-
Hoe ellendig wij ook zijn, toch zijt Gij ons toeverlaat, wij
laten U niet los, tenzij Gij ons zegent. Uw lieve Zoon mag
zijn bloed niet te vergeefs voor ons gestort hebben. Gij
in Hem en Hij in U moet onze hoogste liefde, ons liefste
leven en onze eenige vreugde zijn. Schenk ons de kracht
van uwen Geest, die onze harten kan vernieuwen opdat
Gij daarin kunt wonen. Heer, wij verlangen onuitspreke-
lijk veel, maar de rijkdom uwer goedheid is onuitputtelijk
en uwe genade heeft geen einde. Het licht uwer liefde,
waarvoor alle uit- en inwendige duisternis wijkt, blijve ook
in dezen nacht bij ons en doe ons eens tot een eeuwig
blijden morgen ontwaken. Amen.
-ocr page 149-
135
Maandag-morgen.
Laat toch moe goedertierenheid zijn om mij te troosten.
Ps. 119 : 76.
Liefderijke Vader in den hemel, wederom zijn wij door
uwe genade een nieuwe week ingetreden. Wij danken U
van ganscher harte dat uwe oneindige ontferming niet
ophoudt ons te dragen. O ga voort uwe langmoediglieid
aan ons te verheerlijken en werk in ons wat U wel heli a-
gelijk is. Geef dat wij in steeds nauwer gemeenschap treden
met onzen eeuwigen Middelaar. Zijn levensadem verwekke
onze trage harten tot een rusteloos streven, om zijn heilig
voorbeeld te volgen en tot aanhoudend gebed om kracht
daartoe, aangezien wij uit ons zelven niets vermogen. O
Heer, doe ons reeds hier de zaligheid smaken om te leven
in de liefde tot U en tot onzen Verlosser. Niets haalt hij
het leven, \'t welk uit U voortvloeit, geen vreugde bij
die, welke wij in U vinden, geen vrede bij den goddelijken
vrede in U. die niet wijkt, wanneer de stormen des tijdens
woeden. Hoe zal het ons zijn, wanneer Gij ons waardig
gemaakt hebt om in te gaan in het Rijk uwer heerlijkheid,
wanneer wij van aangezicht tot aangezicht uwen lieven
Zoon mogen aanschouwen, die op aarde voor ons gestorven
is en in den hemel voor ons leeft, wanneer wij de diepte
zijner goddelijke liefde, die zich in het stof vernederde,
kennen en prijzen mogen in den glans der eeuwige
heerlijkheid. Liefderijke, barmhartige Vader, uwe genade
-ocr page 150-
136
moet onze vertroosting zijn, want wij, arme zondige schep-
selen kunnen alleen uit genade zalig worden, zij geleide
ons tot dat zij ons gebracht heeft in uw eeuwig Vader-
huis. Amen.
Maandag-avond.
Laat mij uwe barmhartigheden overkomen, opdat ik leve.
Ps. 119 : 77.
Eeuwige Zon der gerechtigheid, voor wie alle duisternis
verdwijnt, blijf, gelijk tot dusver, ook dezen nacht bij ons.
Ach, buiten het licht van uwe genade wij zijn gansch en
al duisternis. De nacht der zonde bedekt ons, indien de
verdienste van uwen lieven Zoon, het eenig ware licht
onzer hoop, hem niet wegneemt. Wij loven TI met onuit-
sprokelijke dankbaarheid, dat Gij een onvergankelijk licht
voor ons laat schijnen, \'t welk ons heil en vrede verkon-
digt en ons opwekken wil tot een eeuwig leven in U. Geef
dat het ons geheel en al vervulle en alle duisternis van
ons wijke, welke wij helaas liever hebben dan het licht.
O Heer, verlos ons van de boosheid van ons zondig hart,
\'t welk zich niet van uw licht wil laten doordringen. Laat
zijne goddelijke kracht in ons werken, opdat wij ons verhef-
ien kunnen uit het stof onzer aardsgezindheid tot de reine
vreugde des Hemels, welke Gij bereid hebt voor allen, die
gelooven. Het hart, \'t welk zich door uw licht laat ver-
-ocr page 151-
137
lichten, heeft geen nacht meer te vreezen. Heer, neem
Gij zelf alles weg wat uw licht schuwt, en wanneer de
nacht des doods aankomt doe ons dan uwe barmhartig-
heid ondervinden en leven in uw eeuwig licht. Amen.
Dinsdag-morgen.
Gij hebt lijdzaamheid van noode, opdat gij, den wil van
God gedaan hebbende, de beloftenis moocht wegdragen.
Hebr. 10 : 36.
Lof en dank worde U toegebracht, langmoedige, getrouwe
God en Vader, omdat Gij ons ook in dezen nacht zoo ge-
nadig voor alle leed hebt bewaard. Ach wij zijn uwe
trouw en barmhartigheid niet waard. Wij zouden met eiken
ademtocht uwe oneindige liefde kunnen gevoelen en toch
zijn wij zoo ondankbaar, dat wij nauwelijks op de dui-
delijkste bewijzen van haar achtgeven. In eiken nood mogen
wij ervaren hoe Gij ons nabij zijt met uwe hulp, ontferming
en vertroosting, indien wij ons geloovig aan U vasthouden
en toch zijn wij zoo spoedig vreesachtig en ongeduldig. O
Heer, Geneesmeester der kranken, help ons, zoo zullen
wij genezen worden. Geef dat onze zielen zich verlaten
op uw Goddelijk Vaderhart en wij aan uwe trouwe Vader-
hand stil en rustig wandelen op wegen, waarop zij ons
leidt, zij mogen ruw of effen zijn. Dood onzen eigen wil,
verbreek onze bezorgdheid, want Gij, Heer, zorgt voor ons.
-ocr page 152-
138
Slechts die U niet kennen zijn bezorgd zonder troost te bezit-
ten. Doe ons rusten in uwen schoot, dan kan geen nood ons
den vredeontrooven. O Heer, geef ons geduld, wij hebben
zooveel behoefte daaraan in het lijden en in den omgang met
anderen en wij kuunen ons zelven toch niets geven. Schenk
ons zulke diepe indrukken van het geduld van onzen tot
den dood toe gemartelden Zaligmaker, dat wij Hem navol-
gen, uwen wil doen en de beloften ontvangen. Amen.
Dinsdag-avond.
Bidt voor elkander. Jac. 5 : 16b.
Liefderijke Heiland, wij naderen voor uw heilig aange-
zicht met dankzegging en gebed. Verhoor ons naar uwe
gi\'oote barmhartigheid. Hoofd en Koning der gemeente,
zegen ons, uwe arme leden, geef ons allen kracht, opdat
wij vast aan U verbonden blijven en niemand zich van U
losmake. Uw Geest des levens doordringe de harten van
allen, die hoe ook verstrooid over de gansche aarde wonen;
Gij kent ze allen, zegen hen met uwe verlossende liefde.
Ontruk hen aan den Satan en aan den lust des vleesches.
Het worde licht in de Heidenwereld. O help de armen,
die in dood en afgodsdienst en gruwelen hunne onsterfelijke
zielen ten verderve voeren. Vervul uwe belofte: Ik zal de
blinden leiden door den weg, dien zij niet geweten hebben,
Ik zal ze doen treden door de paden, die zij niet geweten
bebben; Ik zal de duisternis voor hun aangezicht ten licht
maken en het kromme tot recht, deze dingen zal Ik hun
-ocr page 153-
139
doen en Ik zal hen niet verlaten. Ziet, Ik zal mijne hand
opheffen tot de Heidenen en tot de volken zal ik mijn ba-
nier opsteken en alle vleesch zal gewaar worden, dat Ik de
Heere uw Heiland en uw Verlosser ben, de machtige Jakobs.
(Jes. 42 : 16. 49 : 22», 26b).
0 Gij, Licht in de duisternis, Verlosser der gevangenen,
Sterkte der zwakken, verheerlijk uwe eeuwige ontferming
aan ons allen. En wanneer de groote schare, die niemand
tellen kan, uit alle natiën en geslachten en volken en talen
staat voor den troon en voor het Lam, bekleed zijnde met
lange, witte kleederen en palmtakken in hunne handen,
zeggende: de zaligheid zij onzen God, die op den troon
zit en het Lam, (Openb. 7 : 9, 10) mogen ook wij dan
onder deze gevonden worden, eeuwige Erbarmer! Amen.
Woensdag-morgen.
Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de Heer on-
dersteunde mij.
Ps. 3 : 6.
Ook in dezen nacht hebt Gij, liefderijk God, ons geno-
men in uwe Vaderarmen en voor alle leed behoed. Wij
danken U van ganscher harte en vertellen uwe wonderen.
Wij verblijden ons in U en springen op van vreugde, wij
psalmzingen uwen naam, o Allerhoogste! Gij zijt een hoog
vertrek voor den verdrukte, een hoog vertrek in tijden van
benauwdheid, en die uwen naam kennen zullen op U ver-
trouwen, omdat Gij, Heer, niet hebt verlaten degenen, die
U zoeken. (Ps. 9:2, 3, 10. 11). Reeds eer wij uwe
-ocr page 154-
140
schepping konden aanschouwen waart Gij onze Vader, wiens
trouwe liefde ons omringd en het zwakke kind geleid heeft.
Wanneer wij in de dagen onzer jeugd wandelden op een
gevaarlijken weg, heeft uw machtige arm ons gedragen. Als
de nood ons prangde en ons hart door zwaren kommer
gedrukt dreigde te breken, dan was het uwe Vaderliefde,
die vriendelijk met hulp en troost tot ons kwam. Het is
uwe genade, die onzen pelgrimstocht tot heden toe heeft
verlengd, ons uit den slaap geroepen en nieuwe krachten
geschonken heeft. O barmhartige Vader, wek ons steeds
wederom op, niet alleen tot het aardsche, maar ook tot
een geestelijk, U geheiligd leven. Onze traagheid wiegt
ons gedurig in den slaap der zonde. Och schenk ons den
waren geest des gebeds, die ons wakker houdt, opdat wij U
waardig loven en prijzen en voor uw genadetroon uwe on-
eindige liefde en trouw verheerlijken mogen. Amen.
Woensdag-avond.
De God nu des vredes, die den grooten Herder der scha-
pen door het bloed des eeuwigen testament*
, uit de
dooden heeft weder gebracht, namelijk omen Heere Je-
zus Christus, die volmake u in alle goed werk, opdat
gij zijnen wil moocht doen, iverkende in u hetgeen
voor Hem welbehagelijk is door Jezus Christus, wien zij
de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
Hebr. 13: 20, 21.
Almachtige God! Hemel en aarde, alle menschen en
-ocr page 155-
141
alle zalige geesten moeten uwen grooten naam prijzen en
verheerlijken. Sterk ons in onze zwakheid, opdat wij, arme
pelgrims, U krachtig kunnen danken voor uwe namelooze
liefde, voor den rijkdom uwer barmhartigheid en langmoe-
digheid, die ons door alle tijden bewaart en draagt, voor
het grootste offer uwer liefde, dat Gij uwen lieven Zoon
om onze zonden in den dood gegeven en om onze recht-
vaardiging opgewekt hebt. O hoe geeft elke dag ons nieuwe
stof tot danken. Diep beschaamd moeten wij verstommen,
wanneer wij denken aan de vele bewijzen van liefde, die
ons dagelijks ten deel vallen. Geen Engelen- mond kan de
wonderen uwer liefde hoog genoeg roemen en Gij blijft on-
eindig hoog verheven boven onzen lof. Maar wat wij heb-
ben moeten wij U brengen en ons gansche leven U heiligen.
Maak ons, als schapen van den grooten Herder, bereid
om uwen wil te doen en werk in ons wat U welbehagelijk
is door onzen Heere Jezus Christus. Amen.
Donderdag-morgen.
Zalig zijn de reinen van harte, want zij zullen God zien.
Matth. 5:8.
Heilige God en Heer! Wij buigen de knieën onzer har-
ten voor U neder en danken uwe eeuwige liefde, die Gij
ons steeds op nieuw openbaart. Och of wij danken konden
met een rein hart. Heer, roei Gij zelf uit ons al wat
-ocr page 156-
142
onwaar, verkeerd, onrein is. Bewaar ons voor eene bloote
belijdenis van uwen naam, zonder heiliging van onzen
wandel. Verwijder van ons alle lippendienst en alle hui-
chelarij. Geef dat de onreine voorstellingen van de begeer-
lijkheden dezer wereld en des vleesches geen plaats vinden
in ons binnenste en dat de ijdele gedachten en wenschen
wijkon voor het streven naar heiligmaking. Uw goede
Geest schenke ons leven en kracht, opdat wij wandelen in
uw licht. Het onreine kan toch niet voor uw heilig aan-
gezicht bestaan en wij moeten met onze onreine harten
wanhopen, indien Gij ons niet reinigt. Liefderijke, trouwe
Heiland, reinig ons door uw bloed van al onze zonden,
zonder dat is er geen hulp voor onze verdorvene harten.
De kracht van uwe heilige verdienste doordringe ons geheel
en al en make ons waardig om eens te staan voor het
heerlijk aangezicht van uwen en onzen Vader. Amen.
Donderdag-avond.
Gij zijt mijn God, uw goede Geest geleide mij in een
effen land.
Ps. 143 : 10.
Wij danken U, lieiderijke Heiland, voor de geestelijke
en lichamelijke weldaden, die ons van uwe genade dage-
lijks toevloeien. Bovenal danken wij U van ganscher harte
voor het licht, \'t welk uw leven, uw leer en uw heerlijk
werk der verzoening in ons donker leven gebracht heeft.
-ocr page 157-
143
Het ontvonke onze harten tot een geheele overgave aan U
en verteere ieder vuur, \'t welk niet brandt voor uwe
lieide. Werk in ons wat wij zelven niet vermogen en be-
schouw uw werk, als of dit ons eigen ware. Wij verlangen
naar een goed, \'t welk de wereld niet geven kan en \'t
welk meer is dan alle werelden te samen, namelijk uw
Heiligen Geest, die ons waarschuwt, vermaant, bestraft, tuch-
tigt, vertroost, verkwikt, onze zwakheden te hulp komt en
voor ons bidt met onuitsprekelijke verzuchtingen. Schenk
ons zijn levensadem, die de reine liefde, welke nimmer-
meer vergaat, in ons verwekt. Het smart ons diep dat
onze liefde jegens U dikwerf zoo flauw is, daar wij U met
eene geheel éénige liefde en trouw moesten aanhangen. O
voleindig het werk uwer genade in ons, leer ons, ons zel-
ven te verliezen en in U terug te vinden, om met U, o
Zon der gerechtigheid, te gaan door het dal der schaduwe
des doods, tot dat wij komen in uwe heerlijkheid, waar geen
nacht en geen klacht meer zijn zal, om U te zien en te
verheerlijken. Amen.
Vrijdag-morgen.
Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk.
1 Cor. 16 : 13:
Liefderijke, hemelsche Vader, aan uwe eeuwige trouw
hebben wij het te danken, dat Gij onze oogen weer geopend
-ocr page 158-
144
hebt voor het licht des daags en ootmoedig bidden wij U
om ook onze trage harten op te wekken en te openen voor
alle goed. Heer, voor U is niets verborgen; Gij kent de
klachten, die wij hebben te uiten over ons zelven, ons
zuchten en hopen, maar ook onze armoede en naaktheid.
O maak ons toch los van ons zelven. Wij willen leven voor
U, en wij leven ons zelven; wij willen waken en wij slapen;
wij willen gelooven en allerlei twijfel verwart ons; wij willen
mannelijk en sterk zijn en wij zijn zoo ellendig en zwak.
Wanneer zult Gij ons vrij maken van al de aardsche ban-
den, die ons gevangen houden? Wanneer zult Gij de vij-
anden van ons geestelijk leven aan ons onderwerpen? Wan-
neer zullen geloof, liefde en hoop in ons blijven ? Heer, wij
willen U liefhebben boven alles, maar geef dat wij krach-
tiger en aanhoudender willen. Verbreek het juk onzer zelf-
zucht. Het is zoo zalig U alleen te dienen, maar wij zijn
niet trouw genoeg. Erbarm U onzer, om uws lieven Zoons
Jezus Christus\' wil. Amen.
Vrydag-avond.
Dat al uwe dingen in liefde geschieden. 1 Cor. 16 : 14.
Liefderijke Heiland, met dankzegging en gebed naderen
wij voor uw heilig aangezicht aan het eind van dezen dag.
Gij houdt niet op groote dingen aan ons te doen, dies zijn
wij verblijd, maar wanneer wij zien op ons doen, dan
-ocr page 159-
145
staan wij beschaamd voor uw alziend oog, want wij gevoe-
len dat er in ons geen goed woont dan hetgeen Gij in ons
werkt. O Heer, werk toch meer en meer in ons eene liefde,
zooals Gij betoond en geleerd hebt. Zij is de band der
volmaaktheid en in haar wordt uw heilige wil verheerlijkt.
Uwe liefde heeft onze ellende aangezien en is van den hemel
neergedaald om ons te redden. Gij weet de genade
van onzen Heer Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is
arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door zijne ar-
moede zoudt rijk worden. (2 Cor. 3 : 4.). Gij hebt kruis
en lijden op U genomen om ons leven en zaligheid te ver-
werven. Wees en blijf de geest onzer ziel, het leven
van ons leven, onze hoogste liefde. Gij zijt ons een bron
des hemels in de woestijn, onze rijkdom in onze armoede.
Uwe liefde behoede ons ook in dezen nacht voor alle ge-
varen des lichaams en der ziel en brenge ons eens in de
eeuwige rust. Amen.
Zaterdag-morgen.
Zalig zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid
geschieden.
Matth. 5 : 7.
Goedertieren Vader, wij danken U met ons gansche hart,
dat wij weder zonder nood en kommer een nieuwen dag
mogen aanvangen. Zoovelen onzer medemenschen moeten
zuchtend onder zware krankheden, door armoede gedrukt,
10
-ocr page 160-
146
door kommer neergebogen en door smarten van allerlei
aard omringd, onder tranen den dag te gemoet zien. Barm-
hartige Vader, wij bidden U voor hen allen, erbarm U
hunner en help hen. Schenk hun den troost uwer onein-
dig verkwikkende nabijheid. Maar wek ook ons op, om
hun, waar wij kunnen, de behulpzame hand te bieden.
Schenk ons kracht om jegens vriend en vijand te gader
welwillend te zijn. Sta ons bij, opdat wij hun, die ons
beleedigd hebben, niet slechts vergeven, maar ook alle koude
en bitterheid verbannen uit ons hart en hun liefde betoo-
nen, gelijk uw lieve Zoon aan zijne vijanden gedaan heeft
en uwe barmhartigheid dagelijks doet aan ons. Ja geef dat
wij barmhartig zijn, opdat ons barmhartigheid geschiede
voor uwen troon. Amen.
Zaterdag-avond.
Uw wil geschiede. Matth. 6 : 10.
Weder mogen wij eene week besluiten met loven en
danken, want uwe trouw, genadige God en Vader, is niet
van ons geweken. Verlaat ons ook verder niet. Zend uw
licht, wanneer duisternis ons bedekt. Richt ons op, wan-
neer wij vallen. Vergeef ons, wanneer wij zondigen. Sterk
ons, wanneer wij zwak zijn. Help dragen wat Gij oplegt.
Geef U zelven aan ons, wanneer Gij neemt wat ons het
liefste is op aarde. Heer, verlaat ons niet, ook wanneer wij
-ocr page 161-
147
als trouwelooze schepselen verdienen verlaten te worden.
Uw lieve Zoon heeft als een verlatene voor ons aan het
kruis gebloed, daarom kunt Gij ons niet verlaten. Maak ons
vertrouwen vast. Uw wil zij het doel van ons streven. Wij
willen gelooven, liefhebhen, hopen, lijden, leven en ster-
ven, gelijk Gij wilt. Geef ons, ellendigen, kracht om ge-
heel te rusten in uwen wil, want die is heilig en die brengt
ons tot de eeuwige zaligheid. Laat uw aangezicht ook
dezen nacht over ons lichten en wek ons morgen op tot
uwen dienst, maak ons daarin getrouw, opdat wij eens met
de Engelen en de zalige geesten voor uwen troon, door
hemelsche krachten gesterkt, U dienen en uwen wil vol-
komen volbrengen van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
XI.
Zondag-morgen.
Indien gij in mijn Woord blijft, zoo zijt gij waarlijk
mijne discipelen.
Joh. 8 : 31.
Wij danken U, heilige, drieëenige God, dat Gij ons de
rust van den slaap en het licht van dezen dag weder ge-
schonken hebt. Deze morgenure, deze dag, ons gansche
leven zij U gewijd. O laat ons niet los, leid ons naar uw
welbehagen. Het is immers het raadsbesluit uwer eeuwige
liefde om ons tot U te trekken. Anders hadt Gij uw lieven
Zoon niet gezonden tot een Zaligmaker van ons, arme
10*
-ocr page 162-
148
zondaren. Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard,
dat God zijn ééngeboren Zoon gezonden beeft in de wereld,
opdat wij zouden leven door Hem. (1 Joh. 4 : 9).
Uw wil is onze zaligheid, die heeft ons in Christus eene
volheid van genade beschikt. Geef ons uw beeld, naar
hetwelk Gij ons geschapen hebt, en hetwelk wij verloren
hebben, door Christus weder. Stort uwen Heiligen Geest
uit in onze harten, vereenigd als wij zijn tot uwen lof,
opdat de woorden des levens in ons werken en vruchten
der heiliging voortbrengen. Schenk ons rust en vrede in
U. Ach, de zonde is een macht in ons, die het er op toe-
legt, ons van U los te scheuren. Geef dat alles wat niet
uit U is, in ons zwijge en verga. Geef dat wij IJ slechts
zien en dat wij alles verliezen om U te gewinnen. Amen.
Zondag-avond.
Een iegelijk, die den naam des Heer en zal aanroepen zal
zalig worden.
Rom. 10 : 13.
Doe ons, liefderijk God, dankzeggend de oogen sluiten.
Gij hebt ons heden wederom zoo onuitsprekelijk veel goeds
geschonken. O dat de zegen van dezen dag U ter eere in
ons nawerke. Niet genoeg kunnen wij U danken, dat Gij
ons hebt doen geboren worden onder het licht van het
Evangelie. Wij mogen uwen naam aanroepen en Gij ver-
hoort ons. Hoeveel heeft onze verlossing U gekost! Gij
-ocr page 163-
149
weet het, maar wij kunnen het niet beselTen. Wij buigen
ons in liet stol\' en danken U met een diep bewogen hart,
maar te gelijk met de bede dat die verlossing toch alle
menschen ten goede kome. Trek tot U die verre zijn en
behoud de verlorenen. De Zoon des menschen is toch ge-
komen om te zoeken en te behouden wat verloren was.
(Luk. 19 : 10). De rijkdom uwer genade gaat alles te boven
en uwe liefde is eeuwig als Gij zelf Wend uwe goeder-
tierenheid ook dezen nacht niet van ons, neig ook in den
slaap onze harten en zinnen tot U, en doe ons morgen met
nieuwe krachten toegerust, vrooiijk en tot uwen dienst be-
reid, weder ontwaken; maar is het in uwen raad anders
besloten, Heer, uw wil geschiede. Als Gij ons oproept tot
het eeuwige Vaderland dan volgen wij met vreugde. Amen.
Maandag-morgen.
Het licht is zoet, en het is den oogen goed de zon te
aanschouwen.
Pred. 11: 7.
Heer, wij vouwen onze handen en wij verheffen onze harten
met dankzegging en gebed tot U, die niet moede wordt ons
te zegenen met allerlei zegen. De zon schijnt in vollen
glans en de aarde ontwaakt tot een nieuw leven, (luizende
stemmen laten zich hooren in de blauwe lucht, om U, den
heerlijken Schepper, te loven. Zouden wij kunnen zwijgen,
die ontvangen mogen genade voor genade? Aan ons is
-ocr page 164-
150
ceno dubbel heerlijke schepping geopenbaard geworden;
wij, die dood waren in zonden, mogen |door onzen Verzoe-
ner opstaan ten eeuwigen leven. Heer des Hemels, Vriend
van zondaren! Och mocht iedere gedachte, iedere ervaring,
ja ons gansche leven bewijzen, welk een levenstroom vloeit
uit de bron uwer ontfermingen. Heer, uwe schepping is
heerlijk en vol wonderen; maar hoeveel heerlijker hebt Gij
U geopenbaard in het groote werk der verzoening. Gij hebt
ons, gevallen schepselen, opgericht, het verlorene gered, het
verbrokene doen herleven. O Lam Gods, \'t welk draagt
de zonde der wereld, Vredevorst, Overwinnaar der hel en
des doods, Gij zijt waardig te ontvangen den lof, den dank,
de eere, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
Maandag-avond.
Zaai uw zaad in den morgenstond en trek uwe hand des
avonds niet af: want Gij weet niet, wat recht wezen
zal, of dit of dat, of dat die beiden te samen goed zijn
zullen.
Pred. 11 : 6.
Liefderijke, hemelsche Vader! Wij danken U (hoewel
het ons smart, dat wij U niet. waardiger kunnen danken),
wij danken U voor uwe eeuwige trouw, die ons op iedere
schrede onzes levens vergezelt. Als een droom gaan onze
dagen voorbij en helaas, met schaamte moeten wij belijden
dat wij de meesten nutteloos hebben doorgebracht. Wees
-ocr page 165-
151
ons genadig, barmhartige Vader, en geef ons, om Christus,
wil nog tijd tot bekeering. Leer ons den korten tijd uwer
genade getrouw te gebruiken en doe ons niet vergeten, dat
de zaaitijd is voor den oogst des eeuwigen levens. Moch-
ten wij toch recht bedenken, dat wij eenmaal rekenschap
moeten geven van ons doen en laten. Heer, Gij kent onze
zwakheid en traagheid, geef ons kracht, opdat wij ijverig
zijn in goede werken en de heiligmaking najagen, zonder
welke niemand U zien zal. Maar schenk ons ook den
rechten ootmoed, want, al hebben wij gedaan al wat wij
vermochten, zoo kunnen wij toch de zaligheid niet verdie-
nen, die uw lieve Zoon ons verworven heeft. Uwe genade
behoede ons ook in dezen nacht en tot in eeuwigheid. Amen.
Dinsdag-morgen.
Ik, Ik ben de Heer, en er is geen Heiland, behalve Mij.
Jes. 43 : 11.
Lof, dank en eer zij U toegebracht, o Heer, omdat Gij
onze Heiland zijt. Hemel en aarde zijn vol van uwe goe-
dertierenheid en onze harten zijn vol van uwe genade en ont-
ferming; wij moesten overvloeien van lof endank, omdat wij
kinderen en erfgenamen zijn mogen van uw Rijk. Door uw
dood en opstanding hebt Gij, o Heiland, ons, met zonde en
schuld bevlekte aardbewoners, behouden. Heer, uw goddelijke
kracht, die zelfs in den dood het leven werkt, werke ook in
-ocr page 166-
152
ons de rechte dankbaarheid, de volkomene overgave aan U,
die rijk zijt boven alles, wat in den hemel en op aarde genoemd
wordt en schenke ons, armen, wat wij tot onze zaligheid
behoeven. Gij hebt U zelven voor ons ten offer gebracht,
geef dat dit offer voor niemand uwer schepselen te ver-
geefs zij. Gij hebt goddelijk lief, Gij geeft ook goddelijk.
Geen koning kan geven en helpen als Gij. Zend uwen
Heiligen Geest uit in onze harten, opdat Hij ons leere te
gelooven en te bidden, en getuigenis geve in onze harten
dat wij uwe kinderen, en erfgenamen zijn van de zaligheid,
die Gij bereid hebt voor allen, die gelooven dat Gij de Heer
zijt, en dat er buiten U geen Heiland is. Amen.
Dinsdag-avond.
In den Heere zijn gerechtigheden en sterkte. Jes. 45 : 24.
Wij loven U, barmhartige God en Vader, dat Gij ons
wederom zoo genadig geholpen hebt. Heer! Gij verlaat
niemand, die op U vertrouwt. Gij zijt de steun der zwak-
ken, en in U vinden wij, arme zondaren, gerechtigheid.
Beteugel ons ongeloof en onze wereldliefde en help ons,
opdat wij ons aan uwe wijze en liefdevolle leiding vertrou-
wend en eenswillend overgeven. Kome dan de nacht,
wanneer hij wil, Gij zijt ons Licht; treffe ons lijden, Gij
schenkt ons vrede; verheffe zich de wereld tegen ons, Gij
zijt vóór ons; dreige de hel ons te verslinden, Gij zijt onze
-ocr page 167-
453
Toevlucht; met U zijn wij overwinnaars, en, moeten wij in
het land van smarte onder tranen zuchten, Gij zult ze eens
van onze oogen afwisschen. Dan mogen wij aanschouwen
wat wij geloofd hebben, en ons verheugen met eene onuit-
sprekelijke vreugde, en niemand zal onze vreugde van ons
wegnemen. Laat uwe ontferming ons ook in dezen nacht
behoeden, en uwe genade niet van ons wijken. Gij zijt
mijn Toevlucht en mijn Burg, mijn God, op wien ik ver-
trouwe. (Ps. 91: 2.) Amen.
Woensdag-morden.
Vrees niet, geloof alleenlijk. Luc. 8 : 50.
Wij kunnen U niet genoeg danken, liefderijke Heiland!
voor uw dierbaar Woord, vol van genade en waarheid,
vol van troost en verkwikking. O Heer! Uwe liefde is niet
uit te spreken. Gij roept ons, zwakken, toe: vreest niet,
en wanneer wij toch dikwijls met Petrus zinken, dan biedt
Gij ons steeds weder uwe reddende hand, en maakt dat
het zwakke licht onzes geloofs niet uitdoove. Heer! Gij al-
leen kunt ons sterker maken, hoor ons smeeken naar uwe
groote barmhartigheid, versterk het zwakke riet onzes ge-
loofs, en maak het vast, opdat het niet met iederen wind
heen en weder bewogen worde. Gij wekt de dooden op,
wek ook een nieuw geloofsleven in ons, dat uit U, onuit-
puttelijk rijke Bron van alle goed, voedsel trekke en hemel-
-ocr page 168-
154
sche krachten bekome. Plaats ons op de rotshoogte des
geloofs, als uwe wijsheid en liefde ons voert in den nacht
des lijdens. Gij zelf zegt in het besef uwer wondermacht:
Vrees niet, geloof alleenlijk! Verheerlijk deze ook aan ons
en leid ons over dood en graf door het geloof tot het aan-
schouwen uwer eeuwige heerlijkheid. Amen.
Woensdag-avond.
fk bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen,
die door hun woord in Mij gelooven zullen.
Joh. 17 : 23.
Wij loven U, liefderijk Heer! met ons gansche hart, dat
wij door uwe genade wederom een dag in vrede eindigen,
en ons vertrouwend aan de rust overgeven mogen. Want
Gij zijt onze Hulp, waarop wij hopen. Gij, goddelijke
Voorspraak, houdt niet op ons goed te doen. Gij gedenkt,
ook nadat Gij voor ons in den dood zijt gegaan en in den
hemel zijt verheven, met eeuwige trouw aan de arme zwer-
vers hier op aarde, en bidt voor hen allen in uw heerlijk
Rijk, voor den troon des Vaders. Ach, verwerp onzen
zwakken dank niet, en verhoor onze bede om kracht tot
het vlieden der zonde, om versterking des geloofs, en om
den bijstand des Heiligen Geestes, ten einde uwen wil te
volbrengen. Vergeef, och vergeef, dat wij nog steeds kun-
nen voortgaan in de zonde, daar wij toch weten welke
smarten onze zonden U hebben aangedaan. O dat toch
-ocr page 169-
155
uwe oneindige liefde ons leide tot waarachtige bekeering!
Ruk den wortel des kwaads uit onze harten, opdat het goede
zaad daarin ongehinderd opwasse, en vruchten voortbrenge
des geloofs en der liefde. Amen.
Donderdag-morgen.
Niemand heeft meer liefde dan deze, dat iemand zijn
leven zette voor zijne vrienden.
Joh. 15 : 13.
Lof en dank worde U toegebracht, barmhartige Verlosser,
voor uwe ondoorgrondelijke liefde, die reeds eer wij gebo-
ren werden, voor ons zorgde en die ons leven, door alle
tijden heen, draagt en beschermt en ons eeuwige zaligheid\'
verworven heeft. Ach Heer! hoe kunnen wij aan zulk
eene liefde denken, zonder ons diep ter neder te buigen,
wetende hoe dikwerf wij U reeds bedroefd hebben. Gij
hebt alles voor ons gedaan, het bitterst lijden voor ons ge-
dragen en zijt voor ons in den dood gegaan. Zou dit ons
niet aansporen om, in weerwil van alle aanvechtingen der
zonde, onder uwe hoede getrouw aan U te blijven en ge-
hoorzaam te zijn. Vergeef ons toch onze zonde, en laat het
licht uwer genade schijnen in onze harten, opdat zij ver-
nieuwd worden in U en onze zielen zich verheugen in haren
Heiland. Verlos ons van alle banden der traagheid en van alle
strikken der wereld; maak woning in onze zielen, die zonder
U niet leven kunnen. Waar uw licht niet schijnt, is het
-ocr page 170-
151)
nacht en duisternis; waar Gij zijt is het helder dag, die met
geen ondergang bedreigd wordt. Wij werpen ons voor U
neder; onze ellende is voor U niet verborgen; help ons, wij
vertrouwen op U; wanneer alles vergaat blijft uwe liefde tot
in eeuwigheid. Amen.
Donderdag-avond.
Gij zijt mijne vrienden, indien gij doet wat Ik u gebied
Joh. 15 : 14.
Wederom mogen wij, o eeuwig getrouwe Vriend onzer
zielen, een dag besluiten met loven en danken. Naar uwe
goddelijke toezegging blijft Gij met ons al de dagen tot
aan de voleinding der wereld. Maar wij blijven helaas,
niet altijd bij U en wij vergeten zoo licht wat uwe liefde
ons gebiedt om te doen. Gij wilt niet anders dan ons
eeuwig heil en wij zijn zoo jammerlijk zwak en blind, dat
wij niet weten wat tot onzen vrede dient. Wij zouden
loopen in ons verderf, indien uwe barmhartigheid niet over
ons waakte en uwe trouwe hand ons niet terughield van
al de afgronden, die ons dreigen. O Heer, wij verdienen
uwe goddelijke bescherming niet, maar wil toch niet van
ons wijken, en geef ons licht om uwe liefde te erkennen
en kracht om uwen heiligen wil te doen. Blijf ook in dezen
nacht bij ons en verwijder uit onze zielen alle onreine voor-
stellingen en gedachten, opdat Gij in ons wonen mooeht en
-ocr page 171-
157
wanneer wij morgen weder ontwaken, dan worde ons dag-
werk met U begonnen en besloten. Schenk ons die genade,
o Heer! Amen.
Vrijdag-morgen.
Die dorst heeft, kome; en die wil, neme het rvatei\' des
levens om niet.
Openb. 22 : 17.b
Wij loven U, o gekruisigde en opgewekte Zoon van God!
omdat Gij niet ophoudt de roepstem uwer genade aan ons,
afgedwaalde schepselen, te doen hooren. Van uwen troon
stroomt het water des levens in onze dorre harten, indien
wij slechts daarnaar dorsten. O Heer, bewaar ons voor
dien jammerlijken toestand, waarin wij geen dorst meer
gevoelen. Wek steeds een grooter verlangen in ons naar
de bron des levens, tot welke gij ons roept. Hier vloeien
geneesmiddelen voor iedere krankheid; Gij zelf de Alpha
en de Omega, het Begin en het Einde, noodigt zoo liefde-
rijk, en schenkt het water des levens om niet. Komt tot
Mij, gij allen, die vermoeid en beladen zijt, en Ik zal u
ruste geven. (Matth. 11 : 28). O wondervolle goedheid!
hoe kunnen wij naar waarde beseffen dat Gij ons alles hebt
aangeboden wat ons eeuwig zalig maken kan. Hoeveel hebt
Gij, o liefderijke Heiland, ons met U zelven gegeven. In
U en door U hebben wij alles ontvangen, wat wij noodig
-ocr page 172-
158
hebben; daarom willen wij U toebehooren, nu en in alle
eeuwigheid. Amen.
Vrijdag-avond.
In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goe-
den moed; Ik heb de wereld overwonnen.
Joh. 16:33.
Wij danken U van ganscher harte, goedertieren God! dat
Gij ons ook heden weder met uwe genade verblijd hebt.
Wij bidden U, bewaar ons ook in dezen nacht naar ziel
en lichaam. Doe ons rusten onder uwe hoede, en wijk
niet van onze zijde. Wat zouden wij zijn in eene wereld
vol dwaalwegen en verzoekingen, met ons ontrouw, weder-
strevig hart, zonder uwe hulp. Geef dat wij met Christus,
uwen hoog geloofden Zoon, de wereld overwinnen; dan kan
ons nood noch dood den heerlijken troost zijner belofte
ontrooven, dat wij met Hem tot heerlijkheid zullen verhe-
ven worden, en zijn zijn zullen waar Hij is.
Verlaat ons niet, o Vader! neem den zwaren last der
zonde van ons weg door het bloed van Jezus Christus. Uw
Heilige Geest voleindige in ons het begonnen werk, en
geef dat wij niet rusten, eer wij ons geheel overgeven aan
zijne leiding. Ja Hij leide ons zoolang wij hier op aarde
verkeeren, en wanneer wij onzen loop voleind hebben, Heer!
leid ons dan in uw hemelsch Rijk, waar wij met de over-
winnaars voor den troon uwer heerlijke Majesteit nederknie-
-ocr page 173-
150
len, en U prijzen zullen van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
Zaterdag-morgen.
In Christus hebben ivij de verlossing door zijn bloed, na-
melijk de vergeving der misdaden.
Eph. 1 : 7.
Liefderijke Heer en Heiland! In deze stille morgenure
spoeden wij ons naar uw trouw Middelaarshart, om U voor
de steeds nieuwe weldaden uwer liefde te danken en oot-
moedig U te bidden om toch niet aan te zien onze zonden
maar uwe eindelooze ontferming over ons te laten heer-
schen. Open onze oogen, opdat wij zien in de diepte uwer
liefde, en de ijdelheid der wereld en van ons verdorven hart
leeren verachten. In uw hart is ruimte en zaligheid voor
alle, alle zondaren, die zich willen laten reinigen door uw
bloed. Schenk ook aan allen een vurig verlangen naar U.
Gij zijt onze levensboom, uit wien wij krachten trekken
tot genezing van onze verdorven natuur, en onder wiens
schaduw wij hulp en bescherming in eiken nood, en rust
voor het vergankelijk jagen der wereld vinden kunnen.
Sterk ons met hemelsche krachten om de zonde te vlieden
en uwen heiligen wil te volbrengen, opdat wij eens met
reine harten en onsterfelijke lippen voor den troon uwer
almacht, U mogen danken voor de reddende genade, die
ons, arme zondaren, gebracht heeft tot den rijkdom der
eeuwige heerlijkheid. Amen.
-ocr page 174-
100
Zaterdag-avond.
Zalig zijn zij, die niet gezien en nogthans geloofd zullen
hebben.
Joh. 20 : 29.
Hemelsche Vader, wat zou ons leven zijn, \'t welk als een
schaduw voorbijgaat, zonder uwe eeuwig trouwe liefde!
Gij verlaat ons niet, wanneer de dag aanbreekt en Gij blijft
bij ons, wanneer het avond wordt. Ach, wij, ellendige, on-
dankbare schepselen, vergeten steeds weer uwe almachtige
bescherming en de tallooze weldaden uwer onmetelijk groote
liefde. O wat is ons zwak geloof, \'t welk zelfs, waar het
door duizende bewijzen uwer Vaderlijke a!omtegenwoordig-
heid is omringd, nog twijfelt, \'t welk zich niet geheel en
al ontrukt aan de wereld en den lust des vleesches, waarin
geen licht, geen geest, kracht, noch leven is. Wij gelooven
en moeten toch beven.
Heer, wij smeeken U uit de diepte onzer zielen: schenk
ons het rechte geloof. Doe ons in den geest de teekenen
der nagelen van den Gekruisigde voelen en onze handen
leggen in zijne zijde. Wanneer wij waarlijk gelooven, dan
zullen wij ook de zonde vlieden en bekwaam zijn tot ieder
goed werk.
Barmhartige Vader, uwe goedheid en trouw is groot,
help ons, en geef ons dat wij door het ware geloof geraken
tot het zalig aanschouwen. Amen.
-ocr page 175-
101
XII.
Zondag-morgen.
Neemt ter oaren en hoort mijne stem, merkt op en hoort
mijne rede!
Jes. 28 : 23.
Wederom hebt Gij, o Vader, ons een dag geschonken,
waarop wij ons vereenigen mogen in uw huis, om gesticht
te worden door uw dierbaar Woord. Heer, die het geven
niet moede wordt, verleen ons een aandachtig hart, waardig
het Evangelie, opdat de prediking daarvan aan ons gezegend
worde. Geef dat geen zonde ons heden opnieuw veront-
reinige, dat alles in ons zvvijge, wat tot de wereld behoort,
dat alle zorgen verdwijnen, en wij bedenken mogen dat
wij staan voor U, die de liefderijke en de heilige zijt. Uwe
eer zij onze hoogste vreugde, uw wil te doen onze liefste
bezigheid en het stil zijn in U onze zoetste rust. Schenk
uwen Heiligen Geest aan alle verkondigers van uw Woord,
opdat zij het zuiver en rein prediken, en alle barten der
hoorders er door aangegrepen worden. O Heer, breng dat
Woord ook tot hen, die nog gezeten zijn in duisternis en
schaduw des doods. Uwe almacht kan den dood in het
leven, de duisternis in licht veranderen, en uwe liefde
werkt eeuwig voort. Doe allen, die levend dood zijn, ont-
waken tot een eeuwig zalig leven. Amen.
M
-ocr page 176-
102
Zondag-avond.
Zalig zijn degenen, die het Woord Gods hooren, en het-
zelve beivaren.
Luc. 11 : 28.
Wij danken U, barmhartige God! voor de vele geeste-
lijke en lichamelijke verkwikkingen, welke Gij ons heden
wederom geschonken hebt. Maar wij gevoelen en belijden
met smart dat wij al uwe weldaden onwaardig zijn. Geef
dat wij de heerlijke gave uws Woords beter gebruiken en
getrouwer in ons hart bewaren, en dat wij ook in voorspoed
daarnaar verlangen, want helaas! dikwerf is het eerst
de smart, die ons dringt om naar den troost van uw Woord
te vragen. Uw goede Geest leide ons tot die levensbron,
en leere ons steeds meer heil en zegen daaruit te putten.
Zalig is de man, die met wijsheid betracht hetgeen eerlijk
is, en die met zijn verstand van heilige dingen spreekt.
Die zijne wegen in zijn hart bezint, die zal ook in hare ver-
borgenheden verstandig worden. (J. Sirach 14 : 21, 22).
Heer! vernieuw uwe eeuwig getrouwe vaderhoede over
ons in dezen nacht; wanneer wij rusten mogen in uwe
genade, dan kunnen wij veilig slapen. Vergeef ons onze
zonden om Christus\' wil, en neem zijn offer voor onze
schuld genadig aan, en zoo deze nacht voor ons de laatste
mocht zijn, geef ons dan een zalig einde Amen.
-ocr page 177-
103
Maandag-morden.
Geloofd zij de Heere God, die alléén wonderen doet.
Ps. 72 : 18.
Groote Schepper, die de tijden doet geboren worden en
in het niet verzinken, die zon en maan laat schijnen, en
de sterren lichten, op wien de hemel en de aarde rust,
wij danken IJ dat Gij ook ons, kinderen des stofs, met on-
eindige liefde draagt, en dat Gij ons eene onsterfelijke ziel
en aan deze den waarborg van een zalig voortleven door
Christus geschonken hebt. Neen Heer, wij verdienen het
niet dat Gij ons zoo hebt bevoorrecht boven al de werken
uwer handen. Schenk ons toch ook de rechte wijsheid,
opdat wij de tot hiertoe door ons niet erkende weldaden met
ootmoedige dankbaarheid erkennen mogen en de wonderen
uwer goedheid niet voorbijgaan met een koud hart, maar
ze met een diep bewogen gemoed beschouwen mogen als
giften uwer genade en aanwenden tot ons eeuwig heil.
Lof, dank en eer zij U toegebracht dat uwe oneindige liefde
ons ontrukt heeft aan zonde, dood en hel door uwen lieven
Zoon, onzen dierbaren Zaligmaker. Regeer ons naar uwe
liefdevolle wijsheid en maak ons stil, ook wanneer ons pad
gaat door donkere diepten; Gij hebt ons immers reeds dik-
werf de zoete vruchten uwer liefde doen vinden op wegen
van doornen. Geef dat wij voor- en tegenspoed dankbaar
uit uwe zegenende hand ontvangen en ons steeds in uwe
liefde verblijden. Amen.
ir
-ocr page 178-
164
Maandag-avond.
Vergadert u schatten in den hemel, en niet op aarde;
want ivaar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
Matth. 6 : 20, 21.
Wij danken U, liefderijk God! met ons gansche hart,
dat wij ons ook heden wederom in uwe groote en vele
weldaden mochten verblijden, en den dag eindigen zonder
buitengewone smart. Maar wij moeten klagen dat wij niet
meer hebben verzameld voor de eeuwigheid. O God! wees
ons zondaren genadig! Och! of onze harten en zinnen
toch steeds gericht waren naar de heilige hoogten, waar
eeuwige goederen ons wenken. Wij dwazen zien naar
het aardsche stof, \'t welk iedere wind verwaait. Van uit
uw heiligdom ziet Gij, eeuwige Middelaar! vol van genade
en vrede neder op uwe leden en gij vermaant hen door
Uwen Heiligen Geest om te blijven in U, hun Hoofd, en
hun gansche streven daarheen te richten, waar Gij zijt.
O hoogste goed van allen die U kennen, heiligste Liefde,
trek ons steeds meer tot U. Doe ons de kracht des geloofs,
dat wij reeds hier beneden bij U in den hemel zijn, die
zalige ervaring des harten, zoo diep gevoelen, dat de wereld
met al hare schatten, ons niet meer boeit. Neem ons in
onze armoede aan, zooals wij zijn, en maak ons door uwe
genade rijk en eeuwig zalig. Amen.
-ocr page 179-
165
Dinsdag" morgen.
Niemand kan een ander fundament leggen, dan \'t geen
gelegd is, namelijk Jezus Christus.
1 Cor. 3:11.
Heilige Heer en God! wij danken U dat Gij ons, na eene
verkwikkende nachtrust, weder tot onze dagtaak geroepen
hebt. Och! of wij haar U heiligden, slechts voor U en in
U leefden. Help ons daartoe; Gij toch zijt machtig in ons
en over ons. Uwe genade verkwikke ons. Uwe verdienste
zegene ons; en uwe kracht sterke ons, ja het licht van
van uwen Heiligen Geest verlichte ons en leide ons op de
rechte baan. Geef dat wij nooit vergeten, dat Gij alleen
de grond onzer zaligheid, en de rots kunt zijn op wien
wij ons geloof bouwen. Uwe liefde zij ons leven, en uwe
verzoening onze weg ten hemel. Gij zijt het ware hemel-
sche brood, Gods onuitsprekelijke gave, waaruit wij voedsel
trekken kunnen voor het eeuwige leven. O blijf bij ons
naar uwe belofte al de dagen tot aan de voleinding der
wereld. Gij zijt onze leidsman in vreugde, onze helper in
den strijd, die voor ons kampt en overwint, onze troost in
nood, onze arts in krankheid, en ons licht in den nacht
des doods. Hoe zullen wij U noemen, o grond onzer za-
ligheid, Gij hebt een\' naam, die boven alle namen is. Hoe
zouden wij U kunnen danken, U, die boven al onzen lof
verheven zijt. O dat onze harten U geheiligd zijn, van nu
tot in alle eeuwigheid. Amen.
-ocr page 180-
166
Dinsdag-avond.
Komt, laat ons aanbidden en nederbukken, laat ons knielen
voor den Heer, die ons gemaakt heeft.
Ps. 95 : 6.
Liefderijke hemelsche Vader, werk Gij zelf in ons dat
wij U aanbidden in geest en in waarheid. O wij hebben
zoo onuitsprekelijk veel aan u te danken, dat gevoelen wij
met een diep bewogen hart, maar wij zijn zoo ellendig en
zwak. Wij moesten één en al aanbidding zijn en ieder
oogenblik van ons leven moest u prijzen en uwen naam
verbeerlijken. O Heer, het smart ons, dat wij niet doen
wat wij willen, bovenal dat wij niet ernstig genoeg willen.
Maar Gij, barmhartige Vader, hebt zoo genadig op onze
ellende neergezien en ons een Hoogepriester gezonden, die
die medelijden kon hebben met ons. Wij werpen ons in
het stof en danken U met eene onuitsprekelijke vreugde
dat Gij uwen lieven Zoon tot onze behoudenis hebt over-
gegeven; Hij is voor ons, armen, in alles onze Voorspraak
bij U. Neem zijne liefde voor de onze, zijne dankbaarheid
voor de onze, zijne gerechtigheid voor de onze aan. Wij heb-
ben niets om u aan te bieden. Alles wat wij hebben is
ontoereikend om onze schuld te betalen, hoeveel te meer
tot verkrijging der zaligheid. Maar het bloed van uwen
lieven zoon, \'t welk voor ons vergoten is, is het groote
losgeld, zijne overgave het groote offer, \'t welk uwe Vader-
liefde gebracht en tot ons heil heeft aangenomen.
Uwe eeuwige ontferming wijke ook in dezen nacht niet
-ocr page 181-
167
van ons en beware ons voor alle kwaad om Jezus Christus
wil. Amen.
Woensdag-morgen.
Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Ko-
ninkrijk der hemelen.
Matth. 5 : 3.
Barmhartige God en Heer, wij danken u van ganseher
harte voor uwe genadige bescherming in dezen nacht, en
wij bidden U ootmoedig dat Gij ons ook heden naar geest
en lichaam zegenen wilt met de bewijzen van uwe genade.
Gij, Koning der koningen, ziet van den hoogen troon uwer
heerlijkheid op hetgeen nederig is. Och of wij waarlijk
nederig en ootmoedig gezind waren! Bewaar ons dat wij
hooge gedachten van ons zelven zouden koesteren, bovenal
voor den geestelijken hoogmoed. O geef, dat wij steeds
kleiner, armer worden. Verbreek in ons allen eigenwaan,
wij zijn en kunnen toch niets uit ons zelven. O wanneer
de ijdelheid zich in ons verheft, herinner ons dan aan dood
en graf, waarin ons lichaam een prooi der wormen zijn
zal en alle menschelijke eer en schoonheid zijn verdwenen.
Wanneer wij ons willen verheffen op ons verstand, doe ons
dan toch inzien dat zijn zwak licht ieder oogenblik kan
worden uitgebluscht en dat het zonder uwe bewarende
hand aan verbijstering is blootgesteld.
-ocr page 182-
168
Gij, Heer, zijt onze sterkte en onze rijkdom, de eeuwige
getrouwe God en Vader, van wien wij alle goed hebben.
Lof en eer zij uwen heiligen naam tot in eeuwigheid. Amen.
Woensdag-avond.
Wat man leeft er, die den dood niet zien zal? Ps. 89 : 49.
Vader, vol van genade! Gij bewijst ons eiken dag zoo-
vele weldaden dat wij U tot in eeuwigheid daarvoor niet
genoeg kunnen danken en wij, arme, zondige schepselen
laten ons onophoudelijk weldoen en doen daarvoor niets.
O Heer, treed niet met ons in het gericht. De tijd der
genade vliedt zoo spoedig daarheen en wij zijn geen oogen-
blik zeker voor den dood, die al het aardsche doet ver-
dwijnen. O Heer, maak ons zoo bereid, dat wij voor hem
niet behoeven te vreezen, maar hem gerust kunnen af-
wachten. Wij hebben reeds zoovele ondervindingen gehad
van uwe goddelijke genade; voleindig uw werk aan ons,
reinig ons bevlekt hart door uwen Heiligen Geest, en werk
in ons, opdat wij krachtig worden in het geloof tot eenen
heiligen wandel, en met Christus onzen Verzoener den
dood overwinnen en het eeuwige zalige leven deelachtig
worden.
Heer, wend uwe barmhartigheid niet van ons af; laat uwe
goedheid en trouw ons allerwegen behoeden. Bescherm
ons ook in dezen nacht door uwe liefde, hetzij wij ontwa-
-ocr page 183-
100
ken tot een aardschen of tot een hemelsehen morgen.
Uwe genade zij en blijve onze sterkte. Amen.
Donderdag-morgen.
Mijne oogen zijn geduriglijk op den Heer. Ps. 25 : 15.
Liefderijke Heiland! wij komen voor uw heilig aange-
zicht, en loven uwe oneindige goedheid en trouw. De eerste
gedachten van ons hart bij ons ontwaken, moeten zich tot
U verheffen en onze ziel moet vol zijn van uwen lof. Sterk
ons, o Heer! dat wij eiken dag met U aanvangen en met
U besluiten. Buiten U is er voor ons geen geluk, geen zegen,
geen vreugde. Gij zijt de Zon van ons leven, zonder U
kan niets goeds in ons wonen. O wijk niet van ons, opdat
wij niet verderven. Al verbergt gij U ook voor ons oog,
onthoud ons uw licht niet voor langen tijd, want wij kun-
nen het niet missen. Wij willen U zoeken met bidden en
smeeken, op aarde, waar Gij in knechtsgestalte hebt omge-
wandeld, op Golgotha, waar Gij voor ons, zondaren hebt
geleden; in onze arme harten, waar Gij heerschen moet,
bovenal in den hemel, waar Gij gezeten zijt ter rechter-
hand Gods. Maar werk Gij zelf in ons, opdat wij U zoe-
ken met ernst en volharding, en laat U voor eeuwig door
ons vinden. Zegen ook ons dagwerk van heden door uwe
nabijheid; help ons in het volbrengen daarvan, en leid ons
na den arbeid uit genade tot de zalige rust. Amen.
-ocr page 184-
170
Donderdag-avond.
Gedenk Heer! aan uwe barmhartigheden en uwe goeder-
tierenheden, want die zijn van eeuimgheid.
Ps. 25 : 6.
Genadige, barmhartige God, liefderijke hemelsche Vader!
niet genoeg kunnen wij U loven en prijzen, omdat Gij niet
met ons doet naar onze zonden, maar van den eenen dag
tot den anderen ons zoo genadiglijk helpt, daar wij niet
dan straf verdiend hebben. Wij zuchten onder den last
onzer zonden, dien geen mensch ons kan verlichten en geen
wereld kan helpen dragen. Maar omdat geen menschelijke
macht ons van de zonde kan bevrijden, en wij ook bij ons
zelven geen hulp voor haar vinden kunnen, zoo zijn onze
oogen op U, den Vader van alle barmhartigheid. Gij zijt
onze machtige helper. Heer! wij komen tot U, wiens
barmhartigheid en goedertierenheid van eeuwigheid is. U
klagen wij den nood onzer ziel, want bij U is raad en veel
vergeving. O maak ons vrij van zonde en dood door Cristus;
open onze harten voor zijn Evangelie, en geef dat ons ge-
weten rust vinde in zijn groot verzoeningswerk. Bescherm
ons ook in dezen nacht, en geef dat wij, gesterkt tot uwen
dienst en tot uwen lof, ontwaken. Amen.
-ocr page 185-
171
Yrijjday-morgen.
Leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de
God mijns heils, U verwacht ik den ganschen dag.
Ps. 25: 5.
Heilige God! tot U verheffen wij harten en handen, en
bidden U ootmoedig dat Gij onzen zwakken lof niet wilt
verachten, en genadiglijk ons gebed verhooren. Wij werpen
ons met al onze zorgen en gebeden op U, want Gij zijt
de weg, de waarheid en het leven. Maak ons los van de
wereld en van ons zelven, opdat wij ons geheel aan uwe
leiding overgeven. Indien Gij ons leidt, dan zal geen zorg
ons kwellen en geen duisternis ons verschrikken, al is de
weg ook moeilijk, en al zien wij geen uitkomst. Immers
met U zullen wij het einde onzes geloofs zeker bereiken.
Heer! volbreng wat Gij beloofd hebt. Geef ons wat wij
U vragen, want ons vragen is naar U, Brood des hemels,
Bron des levens! Wanneer wij U hebben 1 dan zullen wij
niet meer hongeren en dorsten tot in eeuwigheid. Bewaar
ons, opdat wij niet in zonde en twijfel vervallen, ten einde
Gij niet met uwen Heiligen Geest van ons behoeft te wij-
ken. O dat wij U toebehooren in leven, lijden en sterven
en in uw eeuwig heerlijk Koninkrijk, waar wij met Enge-
len-tongen uwen lof verkondigen en uwen naam prijzen
zullen. Amen.
-ocr page 186-
172
Vrijdag-avond.
Bewaar mijne ziel, en red mij. Ps. 25 : 20a
Wij danken U, barmhartige Vader, met een geroerd
gemoed, voor uwe genade en trouw, die ons ook heden
omringde. O hoe moesten wij sidderen tegen den aanstaan-
den nacht, zonder de beloften uwer genade en de ervaringen
van uwe liefde, die wij heden hadden. Gij hebt ons gezond-
heid verleend, ons voor leed behoed en het onze zielen
niet doen ontbreken aan geestelijke gaven. Maar wij,
zwakke, ellendige schepselen hebben U op velerlei wijze
bedroefd door onze ondankbaarheid. O Heer, vergeef ons
onze schulden! Blijf geduld met ons hebben, en red onze
zielen van het verderf.
Wij hebben het in de beste oogenblikken van ons leven
meermalen ondervonden welke eene zaligheid het voor ons
is, om de krachten, die Gij ons verleent, aan U te wijden;
maar ach, wij zijn zoo traag, zoo wankelmoedig, zoo ellendig
dat wij spoedig weder ons begeven op den verkeerden weg
en van ons heil afgaan. Barmhartige Vader, laat ons dit
toch niet toe. Houd ons door de kracht van uwen Geest
bij het ééne noodige, opdat wij uwen naam vreezen en
maak ons eeuwig zalig om Christus\' wil. Amen.
-ocr page 187-
173
Zaterdag-morgen.
Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen
genaamd worden.
Matth. 5 : 9.
Lof en dank brengen wij U toe, liefderijke hemelsche
Vader, omdat Gij ons gezond en gesterkt door een gerus-
ten slaap, ons dagwerk ons hervatten doet. Och Heer,
bewaar ons toch bij al ons doen en laten voor aardsge-
zindheid. Geef dat geen afleidend, bedwelmend gevoel der
wereld onze harten nadere. Twist en tweedracht moeten
wijken voor uwen hemelschen vrede, om welken wij U
smeekend vragen. Verleen aan ons gemoed de ware rust
en de vriendelijkheid, die de harten inneemt, en bovenal
die vredelievendheid, die de belofte heeft deskindschapsvanU.
Laat de vreugde der wereld, die is als een spinrag, en
die geen vrede geven kan, toch van ons verwijderd blijven,
want wij verlangen naar U en uwen lieven Zoon, die ons
eeuwigen vrede uit den hemel gebracht heeft. Anderen
mogen meenen dat zij met menschelijke kracht in nood en
dood kunnen bestaan, wij weten dat zij niet voldoende is,
en daarom willen wij in den strijd overwinnen door uwe
kracht en door het geloof rusten onder de schaduw uwer
vleugelen en den dood te gemoet zien als een bode des
vredes, die ons de poorten des levens opendoet. Ja barm-
hartige Vader, help ons daartoe, ter wille van uwen lieven
Zoon, onzen Heer en Heiland. Amen.
-ocr page 188-
174
Zaterdag-avond.
Vertrouw op den Heer, en doe het goede. Ps. 37 : 3a.
Wij danken U, getrouwe, barmhartige Vader, dat Gij ons
wederom eene week doet eindigen, zonder dat bijzondere
rampen ons troffen en dat Gij uwe goedheid dagelijks aan
ons verheerlijkt hebt. Heer, laat uwe genadige bescherming
en uwe trouwe hulp ons ook verder nabij zijn. Geef dat
onze hoop gevestigd zij op een vasten geloofsgrond. Sterk
ons, opdat wij goed doende niet vertragen. Uw licht ver-
lichte ons en verstore alle werken der duisternis in ons en
buiten ons. Uw trouwe hand beware en behoede ons,
wanneer fijne of grove begeerlijkheden ons trachten te ver-
voeren. Wanneer uwe genade ons niet bewaart worden
onze harten toch zoo gemakkelijk meegesleept en aan het
verderf prijs gegeven. Ook in dezen nacht geven wij ons
vol vertrouwen over aan uwe almachtige liefde. Laat het
lichaam rusten en de ziel met U bezig zijn. Gij hebt ons
door Christus den weg gewezen, die ons steeds nauwer
met U verbindt. Help ons, o Heer, opdat de zonde ons
niet weder los rukke van U, de Bron van alle goed. Geef
dat wij steeds vaster met U verbonden worden, totdat
wij geheel in U mogen leven en er in tijd en eeuwigheid
geen scheiding meer mogelijk is. Amen.
-ocr page 189-
175
XIII.
Zondag-morgen.
De Heer is in het paleis zijner heiligheid, des Heer en
troon is in den hemel; zijne oogen aanschouwen, zijne
oogleden proeven de menschenkinderen.
Ps 11:4.
Heilige Heer en God, wij danken U van ganscher harte,
dat gij ons den dag der ruste, den dag der verkwikking
voor geest en hart weder geschonken hebt. O geef dat
alle harten zich geloovig tot U verheffen. Uw heilig Woord
versterke de zwakken, trooste de lijdenden en schokke de
ongeloovigen, wier getal, wij smeeken het U, steeds klei-
ner worde.
Behoud, o Heer, want de goedertierene ontbreekt, want
de getrouwen zijn weinigen geworden onder de menschen-
kinderen. Zij spreken valscheid, een ieder met zijn naasten,
met vleiende lippen; zij spreken met een dubbel hart. De
Heer snijde af alle vleiende lippen, de grootsprekende tong;
die daar zeggen: wij zullen de overhand hebben met onze
tong, onze lippen zijn onze! Wie is heer over ons? Om
de verwoesting der ellendigen, om het kermen der nood-
druftigen zal Ik nu opstaan, zegt de Heer; Ik zal in be-
houdenis zetten, dien hij aanblaast. De redenen des Heeren
zijn reine redenen, zilver, gelouterd in een aarden smeltkroes,
gezuiverd zevenmaal. Gij zult hen bewaren, Gij zult hen
behoeden voor dit geslacht tot in eeuwigheid. (Ps. 12 : 2—8).
-ocr page 190-
476
Barmhartige Vader, vervul uwe beloften, en red allen,
die staan aan den afgrond des verderfs, door onzen Heer
Jezus Christus. Amen.
Zondag-avond.
De Heer is mijn sterkte en mijn schild; op Hem heeft
mijn hart vertrouwd en ik ben geholpen; dies springt
mijn hart van vreugde en ik zal Hem met mijn gezang
loven.
Ps. 28 : 7.
Met een diep bewogen hart danken wij U, liefderijke
hemelsche Vader, voor den zegen van dezen dag en wij
bidden U: laat hem door de kracht uws Heiligen Geestes
in ons voortwerken. Wij hebben heden weder in uw huis,
waar wij vereenigd waren om U te vereeren, uw goddelijk
Woord gehoord. Geef toch, wij bidden U ootmoedig, dat
het wortel schiete in onze harten, opdat wij ook in ons
leven toonen, dat wij U toebehooren. Word niet moede
te arbeiden aan onze harten ook wanneer wij dikwerf traag
en lusteloos zijn. Toon ons steeds den weg des heils. Gij
toch zijt onze genadige Vader, die heden, morgen en altijd
voor ons zorgt. Helaas wij zijn niet die wij wezen moeten.
Ach hoe dikwijls ontbreekt het ons aan liefde, aan geloof,
aan geduld, aan trouw, en aan ijver in het goede. Gij,
Heer, kent onzen zondigen toestand beter dan wij zelven
dien kennen. Vergeef ons om Christus\' wil en geef dat
-ocr page 191-
177
wij de ware kracht ter genezing vinden in zijn bloed. Gij,
Licht onzer zielen, wijk ook in dezen nacht niet van ons
en blijf, als de heldere morgenster in onze harten, totdat
de eeuwige dag aanbreekt. Amen.
Maandag-morgen.
Wij zijn geen kunstig verdichte fabelen nagevolgd, als wij
u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van
onzen Heer Jezus Christus
, maar wij zijn aanschouwers
geweest van zijne majesteit.
2 Petr. 1 : 16.
Getrouwe Vader in den hemel, door uwe genade moch-
ten wij weder eene nieuwe week gezond en blijmoedig
beginnen. Gij hebt ons weder overladen met geestelijke en
lichamelijke weldaden, ons gansche leven is er van vervuld.
Och, of wij U toch waardiglijk konden danken! Bovenal
prijzen wij U dat Gij U in uwen lieven Zoon zoo heerlijk
aan ons geopenbaard hebt en dat Gij dagelijks voortgaat
dat te doen in uw Woord, in onze harten en in uwe
Schepping. In de dauwdroppels op de bloemen des velds,
gelijk uit de sterren in het onmetelijk luchtruim blinkt uwe
macht en heerlijkheid ons tegen. Maar hoe zouden wij,
ellendige, zondige schepselen, ons tot U verheffen, waar
een antwoord vinden op de eerste vraag onzer arme, naar
onvergankelijk geluk dorstende harten, indien uw lieve
Zoon niet als onze broeder uw Vadernaam ons bekend
12
-ocr page 192-
178
gemaakt en ons den weg der zaligheid had aangewezen?
Daarom werpen wij ons voor U neder in eeuwige aanbid-
ding en buigen wij ons voor onzen dierbaren Verlosser, die
zich uit liefde voor ons, arme zondaren, vernederd heeft in
hot stof en ons zijne kracht, toekomst en heerlijkheid heeft
bekend gemaakt, die wij door het geloof in zijn bloed hopen
deelachtig te worden. Amen.
Maandag-avond.
Gij waart als dwalende schapen, maar nu zijt gij bekeerd
tot den Herder en Opziener uwer zielen.
1 Petr. 2 : 25.
Getrouwe Herder en Opziener onzer zielen, wij verheffen
onze harten tot U, met dankzegging en gebed en prijzen
uwe groote barmhartigheid, die niet moede wordt ons tot
U te roepen. Geef dat wij, zoo velen wij U gevonden heb-
ben, ook bij U blijven en U volgen in geloof, in liefde,
in gehoorzaamheid, in ootmoed en trouw. Uw Heilige
Geest helpe ons in het waken en bidden, opdat de duivel,
de wereld en ons eigen vleesch ons niet aftrekken van U,
den Opziener onzer zielen. Wij zijn zoo gemakkelijk te
verleiden, en geven zoo gaarne toe aan den Booze.
Sterk ons toch in onzen strijd tegen de zonde en geef
ons in dien strijd de overwinning. Schenk ons het licht
des geloofs, als de nacht van rampen over ons aanbreekt.
Verheerlijk uwe liefde in ons, wanneer wij vervolgd en
-ocr page 193-
179
gesmaad worden, ja sterk ons, opdat wij getrouw blijven
en steeds getrouwer worden aan uwen dienst ten einde toe.
Blijf ook in dezen nacht onze genadige beschermer. Werk
in ons ook als wij slapen, opdat hart en zin U geheiligd
zijn en geene onreine gedachten ons door de ziel gaan.
Verhoor ons om uwe liefde. Amen.
Dinsdag-morgen.
Gelijk uw naam is, o God! alzoo is uw roem tot aan
de einden der aarde; uw rechterhand is vol van gerech-
tigheid.
Ps. 48 : 11.
Almachtige God, hoe moesten wij uwe grootheid en heer-
lijkheid roemen en uwe Vaderlijke liefde en genade loven
en prijzen, want wij, arme, zondige stof bewoners onder-
vinden haar eiken dag onzes levens; maar wij zijn zoo
zwak en moeten verstommen voor U, die boven alles ver-
heven zijt, tot wiens Majesteit wij de oogen niet opheffen
konden, zonder dat wij weer diep in het stof moesten
nederzinken, indien uwe ontferming niet zoo groot ware
en Gij niet als Vader op ons nederzaagt. Gij kent onze
zwakheid beter dan wij haar kennen en draagt haar om
Christus\' wil.
Heer, Gij doorgrondt en kent mij, Gij weet mijn zitten
en mijn opstaan; Gij verstaat van verre mijne gedachten.
Gij omringt mijn gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijne
12\'
-ocr page 194-
480
wegen gewend. Als er nog geen woord op mijne tong is,
zie, Heere! Gij weet het alles. Gij bezet mij van achteren
en van voren, en Gij zet uwe hand op mij. De kennis is
mij te wonderbaar, zij is hoog, ik kan er niet bij. Waar
zou ik heengaan voor uwen Geest? en waar zou ik heen-
vlieden voor uw aangezicht? Zoo ik opvoer ten hemel, Gij
zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie Gij zijt daar. Nam
ik vleugelen des dageraads; woonde ik aan het uiterste der
zee; ook daar zou uwe hand mij geleiden en uwe rechter-
hand zou mij houden. Hoe kostelijk zijn mij, o God, uwe
gedachten; hoe machtig veel zijn hare sommen. (Ps. 139:1—
10, 17).
Neen, Heer! uwe gedachten des vredes zijn niet te tellen;
laat die over ons heerschen, van nu aan tot in eeuwigheid.
Amen.
Dinsdag-avond.
Zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want
zij zullen verzadigd worden.
Matth. 5 : 6.
Liefderijke Heiland! Wij danken U van ganscher harte
voor uwe genaderijke heloftcn. Werk door uwen Heiligen
Geest alles in ons, wat ons hare vervulling kan deel-
achtig maken. Wij zijn arm, geheel arm aan gerechtigheid,
daarom is het verlangen onzer ziel naar de uwe, die toch
alleen voor God geldt. Maar Heer! geef ook dat ons ver-
-ocr page 195-
181
langen bestendig zij, dat wij niet verslappen en ophouden
met bidden en smeekcn. Wij zijn van nature zoo traag
en ellendig, en geven zoo dikwerf toe aan ons verdorven
hart. Verbreek toch in ons alle vleeschelijke begeerlijk-
heden, welke krijg voeren tegen de ziel. Reinig ons hart,
opdat uwe heiligheid, die veel kostelijker is dan het fijnste
goud, daarin verheerlijkt worde. Zonder U hebben en zijn
wij niets, slechts met hetgeen Gij in ons werkt kunnen
wij bestaan voor onzen Hemelschen Vader.
Bewaar ons ook in dezen nacht naar ziel en lichaam,
en doe ons weder ontwaken tot een U welbehagelijk leven,
en U dienen in ware gerechtigheid. Amen.
Woensdag-morgen.
Alle dingen, die gij wilt dat de menschen u zonden doen
doet gij hun ook alzoo, want dat is de Wet en de Pro-
feten.
Matth. 7 : 12.
Liefderijke God en Heer! Wij komen voor uw heilig
aangezicht en danken U voor de ontfermende liefde, waar-
mede Gij ook in dezen nacht over ons hebt gewaakt. Och
of wij ons uwe liefde waardiger betoonden! O Heer! stort
haar uit in onze harten, opdat wij, door haar geleid, met
den nieuwen dag een nieuw leven beginnen mogen. De
liefde toch is de vervulling der Wet. Geef dat wij U lief-
hebben bovenal en onze naasten a ons zelven. Maar hoe
-ocr page 196-
182
ver zijn wij nog daarvan verwijderd. Wij gruwen als wij
een oog slaan in onze liefdelooze harten. Och wees ons
zondaren genadig en verwarm ons met het heilige
vuur uwer liefde. Verheerlijkte Zoon van God! Gij heht
voor ons gedaan en doet nog dagelijks boven al wat
wij bidden of denken kunnen. Maar wij zijn zoo ellendig
dat wij niet eens doen wat wij willen dat de menschen ons
zouden doen. O Heer, wiens genade niet ophoudt won-
deren van liefde te verrichten, verander onze zwakheid in
kracht, vernieuw ons naar het beeld, \'t welk de ware liefde
van den hemel op aarde bracht, opdat deze een lusthof des
Heeren worde, waar Gij zelf als de hovenier niet ophoudt
met planten en kweeken, totdat Gij ons overbrengt in uw
eeuwig hemelsch Koninkrijk. Amen.
Woensdag-avond.
Zoo iemand achter Mij wil komen die verloochene zich
zelven en neme zijn kruis op zich en volge mij.
Matth.
16: 24.
Liefderijke Heiland! Ook heden is het ons niet mogelijk
de bewijzen uwer genade te tellen; wij gevoelen dat zij niet
te tellen zijn en dat onze dankbaarheid daarvoor eene zoo
zwakke hulde is. Veracht onze verzuchtingen niet en schenk
ons wat ons ontbreekt. O hoeveel houdt ons nog terug om
U te volgen! Zoo lang het gaat op een effen pad kunnen
-ocr page 197-
183
wij wel met Petrus meenen, dat wij met U in den dood
kunnen gaan, maar wanneer het op zelfverloochening en
kruis dragen aankomt, wanneer wij om uwentwil lijden en
verdrukkingen moeten ondergaan, dan schrikken wij terug
en verloochenen U, onzen Verlosser, omdat wij ons eigen-
ik meer liefhehben dan U, die het leven onzer zielen zijt.
Ach, welk een ontzettende verkeerdheid! Help ons toch,
drijf uit ons hart de alles bedervende zelfzucht; opdat Gij
met uwen goeden Geest woning bij ons maken kunt. O
licht van ons geloof, middelpunt van ons verlangen! vervul
ons geheel en al en wijk ook in dezen nacht en nimmer-
meer van ons, totdat wij U aan de rechterhand uws Vaders
prijzen mogen van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Donderdag-morgen.
Zalig zijn de zachtmoediger,, want zij zullen het aardrijk
beërven.
Matth. 5: 5.
Barmhartige God en Vader, wij danken U uit den diepsten
grond van ons hart voor uwe genadige bescherming in den
afgeloopen nacht. Sterk ons, opdat wij U verheerlijken
door een U welbehagelijken wandel. Zegen ons doen en
laten en schenk ons kracht, inzonderheid ook om het gebod
der zachtmoedigheid te kunnen vervullen. Geef dat het
beeld van uw geliefden Zoon, die zachtmoedig en geduldig
was tot den dood, ons diep in de ziel geprent zij, en dat
-ocr page 198-
184
wij, gelijk Hij, onze vijanden liefhebben, de zwakken dragen
en de kwaden dulden, dat wij, in vreugde en smart stil
en zachtmoedig blijven, onze naasten steeds vriendelijk be-
jegenen, medelijdend, broederlijk, barmhartig zijn, ook
verdraagzaam ons betoonen jegens anders denkenden, geen
kwaad met kwaad of schelden met schelden vergelden,
maar zegenen, die ons vervloeken, weldoen die ons haten,
bidden voor degenen, die ons geweld aandoen en ons ver-
volgen, opdat wij kinderen mogen zijn van U, die uwe zon
doet opgaan over boozen en goeden en regent over recht-
vaardigen en onrechtvaardigen. Help ons, Vader der liefde!
opdat wij met een zachtmoedigen en stillen geest in- en
uitgaan van nu aan tot in eeuwigheid. Amen.
Donderdag-avond.
De Heer is mijn licht en mijn heil. Ps. 27: 1.
Wij danken U, liefderijk God en Heer! dat Gij ons tot
biertoe zoo vaderlijk hebt geholpen. Tot op dezen oogen-
blik was uwe genade ons licht en uw toezicht heeft onzen
geest bewaard. God is mijn koning van ouds af, die ver-
lossingen werkt in het midden der aarde. Gij hebt door
uwe sterkte de zee gespleten. Gij hebt de koppen der
draken in de wateren verbroken. Gij hebt een fontein en
beek gekliefd. Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd. De
dag is uw, ook is de nacht uw; Gij hebt het licht en de
-ocr page 199-
185
zon bereid. Gij hebt al de palen, der aarde gesteld; zomer
en winter, die hebt Gij geformeerd. (Ps. 74: 12—17.)
Wij loven U, o God, wij loven dat uw naam nabij is,
men vertelt uwe wonderen. (Ps. 75: 2).
Barmhartige Vader! ook in dezen nacht bevelen wij ons
naar lichaam en ziel aan U aan, waak over ons, gelijk de
getrouwe Herder Israëls, die niet slaapt of sluimert en doe
ons morgen bereid en gesterkt tot uwen dienst weder ont-
waken. Ja Heer, ons licht en ons heil, help ons en wees
ons genadig. Amen.
Vrijdag-morgen.
Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en de Geest Gods
in ulieden woont? Zoo iemand den tempel Gods schendt,
dien zal God schenden; want de tempel Gods is heilig,
welke gij zijt.
1 Cor. 3: 16, 17.
Wij verblijden ons en danken U, getrouwe hemelsche
Vader, dat wij door uwe genade wederom het licht des
daags aanschouwen mogen. Telkens op nieuw verlengt Gij
ons den tijd der genade, opdat wij onze bestemming zouden
bereiken. Gij hebt ons tot eeuwige gelukzaligheid geschapen
en wilt ons uwen Heiligen Geest geven, om ons te ver-
lichten, opdat wij de bedoelingen uwer liefde erkennen en
opdat Hij ons leide in alle waarheid. O Heer, bewaar ons
-ocr page 200-
186
dat wij Hem niet bedroeven, door wien wij verzegeld zijn
tot den dag der verlossing. Geef dat Hij in ons wone met
de kracht zijner sterkte en ons helpe om te strijden tegen
alle verzoekingen des duivels, der wereld en des vleesches.
Geef dat alles in ons en buiten ons strekke tot uwe eer en
tot ons eeuwig heil. Gij toch wilt allen zaligmaken, die
door uw geliefden Zoon, onzen Verlosser, die voor ons bidt
en werkt, tot U komen. Dat het heil zijner verzoenende
liefde de gansche wereld vervulle en uw goede Geest het
bekend make aan allen, die in de duisternis wandelen,
opdat zij zich bekeeren tot het licht, hetwelk Gij in de
wereld hebt gezonden om zondaren zalig te maken. De
genade van onzen Heer Jezus Christus, de liefde Gods en
de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met ons allen!
Amen.
Vrjjdag-avond.
En nu, wat verwacht ik, o Heer? Mijne hoop, die is
op U.
Ps. 37: 8.
Liefderijke hemelsche Vader, God van alle vertroosting!
Wij zoeken licht in de duisternis, wij roepen U aan,
daarom wilt Gij ons uithelpen, wij kennen uwen naam,
daarom wilt Gij ons beschermen, wij vragen naar U, daarom
wilt Gij ons verhooren. Och toon ons uw heil; wij zijn
zoo zwak en ellendig en kunnen ons zelven niet helpen.
Wij wenschten U aan het einde van den dag een rein hart
-ocr page 201-
187
te kunnen aanbieden, en zie het is door zoovele zonden
en dwaasheden bevlekt. Heer! wees ons genadig om
Christus\' wil en verlos ons van de zonde, die ons den in-
wendigen vrede en den hemel ontrooft. Geef ons te wonen
onder de schaduw uwer vleugelen, opdat wij, door allo
lijden en strijd heen, ongedeerd geraken tot den eeuwigen
vrede. Gij zijt onze rots, op wien wij bouwen. Gij kent
het best onze behoefte, schenk ons hetgeen dient tot ons
eeuwig heil. O eeuwige liefde! geef dat wij steeds door-
drongen zijn van waarachtige, diepgevoelde dankbaarheid
jegens U; ook wanneer het lijden ons treft zullen wij niet
vergeten, dat het uwe genade is, die ons door donkere
wegen tot heerlijkheid voeren wil. Geef dat zij ook dezen
nacht ons beware om Jezus Christus\' wil. Amen.
Zaterdag-morgen.
Uw wil geschiede. Matth. 6 : 10.
Wij danken U, almachtige Heer en God! dat wij door
uwen heiligen wil in wede den nacht mochten doorbrengen
en getroost den dag mogen beginnen. Wij loven U, dat
wij staan onder uwen heiligen wil, die ons steeds zoo
heerlijk bestuurt. Schenk ons kracht om onzen eigen wil
geheel te verzaken en laat den uwen alleen in ons heerschen.
Lof, dank en eer zij u toegebracht dat Gij door uwen lieven
Zoon ons uwen wil geopenbaard hebt. Voleindig uwe barm-
-ocr page 202-
488
hartigheid aan ons, en geef dat wij dien wil niet alleen
getrouw opvolgen, maar ook gelooven, dat hij als het uit-
vloeisel van uwe liefde en heiligheid slechts tot eeuwig
geluk en hemelschen vrede kan leiden. Och of wij ons geheel
verdiepen konden in uwen wil, dat wij om hem alle aardsche
wenschen en begeerten verzaakten! Dat wij in hem konden
rusten, totdat het geloof verwisseld wordt in aanschouwen,
gelijk Gij alles wat ons nu duister en verward toeschijnt
tot een heerlijk einde brengen zult. O Heer, dood den
ouden mensch met zijn trotschen wil in ons en laat den
nieuwen in ootmoed opstaan en leven met Hem, die voor
ons gestorven en opgestaan is, opdat wij U mogen dienen
naar uw welbehagen. Amen.
Zaterdag-avond.
Uwe handen hebben mij gemaakt en bereid; maak mij
verstandig, opdat ik uwe geboden leere.
Ps. 119 : 73.
Heilige Schepper, genadige God en Vader! \'t zij wij waken
of slapen, wij zijn in uwe almachtige hoede, en door uwe
goedheid, die ons zoo weldoet, omringd. Neem onzen
zwakken lof genadiglijk aan, en verhoor vaderlijk ons gebed.
Daar is aireede weer een week voorbij gegaan, in welke
wij tallooze weldaden van U hebben ontvangen, maar diep
beschaamd moeten wij erkennen, dat ons doen ;en laten
niet was het uitvloeisel van een met dankbaarheid ver-
vuld gemoed.
-ocr page 203-
189
Heer! treed niet met ons in het gericht. Werk Gij zelt
in ons ware, ernstige bekcering des harten en des levens.
Geef ons het rechte geloof, opdat wij niet dood blijven in
zonden, maar der gerechtigheid leven. Vervul ons met
uwe liefde, die de band is der volmaaktheid. Wij, on-
waardige zondaren, begeeren veel, maar wij weten dat de
rijkdom uwer genade, die Gij ons in Christus geschonken
hebt, grooter is dan ons arme hart, \'t welk ons veroordeelt.
Ja, wij heffen onze oogen op naar de bergen, van waar
onze hulpe komen zal. Onze hulp is van den Heer, die
den hemel en de aarde gemaakt heeft. Hij zal onzen voet
niet laten wankelen, onze Bewaarder zal niet sluimeren,
zie de Bewaarder Israëls zal niet sluimeren, noch slapen.
De Heer zal ons bewaren van alle kwaad; onze ziel zal
Hij bewaren. De Heer zal onzen uitgang en onzen ingang
bewaren van nu aan tot in der eeuwigheid. (Ps. 121).
Amen.
-ocr page 204-
OP FEESTDAGEN.
GEBEDEN
Morgengebed bQ het begin van den Adventstijd.
Zegt der dochter Sions: zie uw Koning komt tot U,
zachtmoedig.
Matth. 21 : 5a.
Jezus, Zoon Davids, erbarm U onzer! Gezegend zijt Gij
in den naam des Heeren, dat Gij uit den Hemel op aarde
gekomen zijt, niet om te verderven, maar om te behouden,
ja om te zoeken en te behouden wat verloren was. Eere
zij God in de hoogte voor al het goede, \'t welk ons om
uw komst in het vleesch, ook wederom in het afgeloopen
kerkjaar, is ten deel gevallen. Toen Gij als Sions Koning
uwen intocht in Jeruzalem hieldt als een Rechtvaardige, een
Zachtmoedige, een Heiland kwam alles in beweging. Zelfs
de jonge kinderen riepen: Hosanna den Zoon van David!
Nu mogen onze harten toch op dezen blijden dag niet on-
bewogen blijven. Verteeder ze daarom door uwe verborgene
-ocr page 205-
191
kracht en maak ze bekwaam en bereid tot de eer van uwen
heiligen naam. Geef dat wij ons ook heden verblijden over
uw genadevolle komst. Open onze oogen, opdat wij zien
hoe Gij ook voor ons persoonlijk gekomen zijt, om ons
zalig te maken van al onze bijzondere zonden, om ons uit
alle banden, nooden en donkerheden, die ons werkelijk
drukken en kwellen, te redden. Open onze ooren, opdat
wij de stem vernemen: zie uw Koning komt tot u. Open
onze harten en het binnenste er van, opdat wij volgen wan-
neer de Geest en de Bruid zeggen: Kom! opdat wij U open-
doen en Gij tot ons ingaan en woning bij ons maken kunt.
O dat wij uwe heerlijke verschijning van nu af hartelijk
liefhebben en met Johannes van den éénen Adventstijd tot
den anderen steeds meer in waarheid leeren zeggen: Amen,
ja kom, Heere Jezus! Amen.
Avondgebed bij het begin Tan den Adventstijd.
Hosanna den Zone Davids! Gezegend is Hij, die komt
in den naam des Heeren! Hosanna in de Jioogste
hemelen.
Matth. 21 : 9.
Immanuel, wiens goedheid niet is uit te meten, wij aan-
bidden U, als de dierbaarste gave des hemelschen Vaders,
die ons en de geheele wereld met U begiftigd heeft. Wij
danken Hem, die U in de volheid des tijds, als den Zoon
zijner liefde uit den hemel op aarde zond, en deed
-ocr page 206-
192
geboren worden uit de maagd Maria. Nu behoort Gij met
uwe godheid en menschheid aan ons geheel en al. Zulk
een Heiland hebben wij noodig, die ons, diepgevallen zon-
daars, van al onze zonden en de daarmee verbondene ellende
des lichaams en der ziel volkomen zalig maakt in tijd en
eeuwigheid. Nu kunnen wij vroolijk zingen: Christus is
alles en in allen. Gij zijt ons Brood, dus kan onze ziel niet
hongeren. Gij zijt onze Levensbron, dus kan onze ziel niet
dorsten. Gij zijt ons Licht, dus kunnen wij in de duisternis
niet blijven. Gij zijt onze Vreugde, wie kan ons bedroeven?
Gij zijt onze Hulp, wien hebben wij boven U? Gij zijt onze
Waarheid, wie kan ons verleiden? Gij zijt onze Weg, hoe
zouden wij kunnen verdwalen? Gij zijt ons Leven, wie kan
ons dooden? Gij zijt onze Wijsheid wie kan ons bedriegen ?
Gij zijt onze Gerechtigheid, wie kan ons verdoemen? Gij
zijt onze Heiliging, wie kan ons verwerpen ? Gij zijt onze
Verlossing, wie kan ons gevangen houden? Gij zijt onze
Vrede, wie kan ons onrustig maken? Gij zijt onze Genade-
troon, wie kan ons veroordeelen? Gij zijt onze Bruidegom,
wie kan ons rooven? Gij zijt onze Kroon, wie kan ons
verachten? Gij zijt onze Leeraar, wie kan ons straffen? Gij
zijt onze Middelaar, wie kan ons bij God in ongenade bren-
gen? Gij zijt onze Voorspraak, wie kan ons aanklagen? Gij
zijt onze Koning, wie kan ons uit uw Bijk stooten? Gij zijt
onze Hoogepriester, wie kan uw offer verwerpen? Gij zijt
onze Zaligmaker, wie kan ons ongelukkig maken? Hoe
zouden wij eene grootere gave kunnen ontvangen? Zij is
meer waard dan wij, nietswaardige zondaren, dan alle
-ocr page 207-
193
mensclien, dan de zonde, jammer en ellende der gansche
wereld. Och zend ons toch een straal van uwe heerlijkheid
uit uwe kribbe in onze duistere harten, opdat wij U zoo in
het volle geloof leeren kennen, dan zou ons geen onheil te
groot en geen kruis te zwaai\' zijn. Gij toch zijt ons alles
en in U is alles het onze, hetzij leven, hetzij dood, hetzij
tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, alles is het onze;
maar wij zijn de uwen, doch Gij zijt Godes. O geef ons dan
dat wij op zoo groote zaligheid acht nemen. Heilig ons U
zelven daartoe ten offer. Doe ons in dezen nacht rusten
in deze uwe liefde! Geef dat de blijdschap in U ons al onze
ellende doe vergeten, de zonde doe haten, de wereld met al
hare begeerlijkheid doe versmaden. Maak ons gehoorzaam
aan IJ in het geloof, en geef dat wij in onze laatste ure slechts
in U gevonden worden, die de Zaligmaker zijt van in zich
zelf verloren zondaars. Amen.
Kerst-morgen.
Eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde, in
menschen een welbehagen.
Luc. 2 : 14.
Barmhartige God en Vader, lof, dank en eeuwige aan-
bidding zij U toegebracht voor de heilige geboorte van onzen
Verlosser. Al kunnen wij de diepte van uw goddelijk raads-
besluit, den rijkdom uwer vaderlijke liefde en de volheid
der zegeningen, die liggen in de menschwording van uw
13
-ocr page 208-
194
ééngeboren Zoon , niet doorgronden, zoo mogen wij toch dage-
lijks ervaren dat Gij uwe dierbare belofte heerlijk vervuld en
ons uwen Zoon geschonken hebt, wiens heerschappij is op zijn
schouder en wiens naam men noemt: Wonderlijk, Raad, ster-
ke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst. Hoe kunnen wij U
genoeg danken voor onzen Koning, wiens koninkrijk is zon-
der einde, voor den barmhartigen Hoogepriester, die eeuwig
voor ons bidt, voor den Middelaar, die ons met U verzoent.
O aanbiddelijke liefde, met welke ons bezocht heeft de
Opgang uit de hoogte, de Zon, die alle andere zonnen
verdonkert, het heerlijk licht, \'t welk iedere duisternis ver-
drijft, de macht der hel verstoort en ons het zekere pad ten
hemel wijst. Heer, versterk ons geloof en bevestig onze
liefde, opdat wij niet alleen heden, maar alle dagen in
geest en in waarheid instemmen kunnen met den hemelschen
lofzang: eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op
aarde, in menschen een welbehagen! Help ons, opdat wij
U steeds en alleen de eere geven, uw vrede in ons laten
heerschen en het grootste welgevallen aan U hebben. Amen.
Kerst-avond.
Heden is u geboren de Zaligmaker. Luc. 2 : 11.
God uit God! Heil der wereld! Eeuwig Woord! Hoe
kunnen wij U genoeg prijzen? Hoe U danken voor uwe
gadelooze liefde?
-ocr page 209-
195
Maak ons arme hart geheel en al U ten eigendom en
vorm het tot de verheerlijking van uwen heiligen naam.
Neem uit ons weg wat niet bruikbaar is in uw Kijk. Roei
het onkruid uit. Herschep onze harten in een goeden akker,
die vruchten voortbrengt der liefde en der dankbaarheid.
Doe ons steeds beter beseffen en dieper gevoelen, dat in
U alleen leven en zaligheid is. Waai\' Gij komt wijkt alle
duisternis, o maak dan woning in onze harten, opdat het
geheel en al licht in ons worde en blijve. Maar Heer,
laat ook de Zon uwer genade opgaan over de Heidenwereld
en breng ook de vreemde schapen onder uwen herderstaf.
Schenk den vreugdevollen Kerstdag aan alle menschen en
geef dat zijn vroolijk licht alle harten bestrale en bewege
om U te zoeken, die zelf het Licht zijt, in wien wij den
Vader aanschouwen. Heer, blijf bij ons alle dagen en alle
nachten, tot dat de eeuwige morgen ons brengen zal voor
den troon uwer heerlijkheid. Amen.
Niemrjaarsinorgen.
Hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar mijne ivoorden
zullen geenszins voorbij gaan.
Matth. 24: 35.
Allerhoogste Koning, zonder begin en zonder einde,
Heer van tijd en eeuwigheid! Met dankzegging en gebed
werpen wij ons neder voor den troon uwer Majesteit. On-
veranderlijk God en Vader, in uwe liefde is geen schaduw
13*
-ocr page 210-
196
van omkeering! Neem ook thans onze dankzegging in
genade aan en verhoor vaderlijk ons gebed. Wederom is
een jaar van ons aardsche leven onherroepelijk voorbij ge-
gaan! — een jaar vol van zonde en gebrek, — een jaar,
zoo vol van goedertierenheden en zegeningen, van onver-
diende liefde, dat wij de som van deze niet noemen kunnen.
Gij hebt ons gezegend door lijden en vreugde, want al wat
Gij doet is goed. O Heer, wij danken U met onuitspre-
kelijke dankbaarheid en hidden U uit den diepsten grond
van ons hart: geef ons met het nieuwe jaar ook een nieuw
hart, \'t welk de zonde vliedt en met vreugde uwen wil
volbrengt. Doe ons steeds met meer dankbaarheid erken-
nen, hoe oneindig veel Gij ons geschonken hebt in onzen
dierbaren Verlosser. Sterk ons door uwen Heiligen Geest,
opdat wij naar zijn voorbeeld wandelen en vasthouden aan
zijn Woord, \'t welk niet vergaat. Bewaar ons voor de
verzoekingen der wereld, des Satans en van ons eigen ver-
dorven hart. Geef dat in vreugde hart en zin gericht zijn
op U, die er de Gever van zijt. Sta ons bij in eiken nood
en help ons om in alle verdrukkingen te overwinnen door
de geloovige overgave aan Christus tot dat onze vreemde-
lingstocht is afgelegd en het Vaderland is bereikt, waar
wij zijn bij U, liefderijke Hemelsche Vader en bij uw ge-
liefden Zoon, onzen Heer en Heiland. Amen.
-ocr page 211-
197
Nieuwjaars-avond.
God zij ons genadig en zegene ons. Ps. 67 : 2.
Liefderijke God en Heer! Och of onze harten op dezen
dag geheel en al waren vervuld geweest van den lof uwer
heerlijke genade! Uw doen is enkel zegen en uwe barm-
hartigheid heeft geen einde. Maar ach, wij ellendige zon-
daren, zijn uwe tallooze zegeningen ten eenenmale on-
waardig. Hoeveel kwaads hebben wij ook in het afgeloopen
jaar gedaan en hoeveel goeds nagelaten! Hoeveel daaren-
boven is door lichtzinnigheid aan ons geheugen ontsnapt.
0 Heer, treed niet met ons in het gericht. Zie onze zon-
den niet aan — maar uw groot verlossingswerk. Dek
onze naaktheid met uwe gerechtigheid, en onze armoede
met den rijkdom uwer genade. Geef dat het oude in ons
voorbij ga en het alles nieuw in ons worde. Ja Heer, leer
ons toch met meer ernst te denken aan de kortheid van
den tijd onzer voorbereiding en hem met meer wijsheid te
gebruiken. Toon ons met iedere gedachte, met iedere
schrede op den weg van ons in- en uitwendig leven den
ernst der eeuwigheid. O Heer, schenk ons de beste gave,
uwen Heiligen Geest, in wiens kracht wij alle lijden en
vreugde, die dit jaar ons brengen zal, rustig kunnen tegen-
gaan. Bescherm uwe kerk! Bewaar en geef ons steeds
meer getrouwe leeraars, die uw eeuwig Woord zuiver ver-
kondigen. Uw Koninkrijk kome over de gansene aarde,
opdat alle knieën zich buigen en alle harten en tongen
-ocr page 212-
198
belijden, dat Gij Christus, de Heer zijt, wien zij lof, dank
en eer van nu aan tot in eeuwigheid. Amen.
Goeden Vrijdag-morgen.
Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen.
Luc. 23: 34.
Wij werpen ons in het stof met een diep verslagen hart,
o Liefde, die voor ons gekruisigd zijt! hoe groot zijn de
smarten, die onze zonden U hebben aangedaan. Uw sid-
deren en vreezen, uw bloedig zweet, de ontzettende gees-
selslagen, de smartvolle doornenkroon, die gedrukt is op
uw goddelijk hoofd, dien spot en hoon, dien vreeselijken
kruisdood, alle helsche pijnen hebt Gij, onschuldig Lam
van God, om onze zonden gedragen. Met uitgestrekte
armen, te midden der felste pijn, hebt Gij, zachtmoedige,
geduldige Heiland, voor uwe beulen den Vader gebeden.
Heer, die liefde begrijpen wij niet en de eeuwigheid zal
niet te lang zijn om U daarvoor te loven. Alles wat wij
hebben leggen wij voor uw kruis ter neder. Maak ons
naar lichaam en ziel U ten eigendom, wij zijn uwe duur-
gekochten en willen dat blijven in alle eeuwigheid. Wij
danken U met eene onuitsprekelijke dankbaarheid, dat Gij
de zwaarste smarten hebt doorgestaan, om ons eeuwige
hemelvreugd te verwerven, dat Gij den bittersten dood ge-
storven zijt, om ons een eeuwig zalig leven aan te brengen.
-ocr page 213-
199
Uwe oneindige liefde schenke ons kracht om met U te
sterven en met U te leven. Amen.
Goeden Vrijdag-avond.
Het is volbracht. Joh. 19 : 30.
Eeuwig dank en eere worde U toegebracht, getrouwe
Verlosser, omdat Gij het wonder uwer liefde, uw onnil-
sprekelijk groot werk der verzoening hebt volbracht. Gij
hebt het tot den dood toe gemartelde, koninklijke hoofd
gebogen en de gepijnigde ledematen mogen rusten, want
het grootste wat in hemel en op aarde geschieden kon,
de nieuwe schepping is volbracht.
Help ons, o Heer, opdat wij nu ook uwen heiligen wil
volbrengen. Schenk ons uwen Heiligen Geest, opdat wij
ons zondig bestaan alleggen in opwassen en heiligmaking,
opdat wij U, den Heilige, die geen zonde gekend hebt,
maar zonde voor ons zijt gemaakt, zien en aanbidden mogen
in uw heerlijk Rijk met de zalige geesten en met de groote
schare der verlosten. O dat de gansche menschlieid zich
vereenige om uw kruis, \'t welk Gij toch voor alle geval-
lenen hebt opgericht, om zich te laten reinigen door uw
bloed, opdat ook zij mogen deelen in uwe heerlijkheid.
Help daartoe zelf, Gij, die de harten in uwe hand hebt, en
in allen uw werk volbrengen zult, ter wille van uwe won-
dervolle liefde. Amen.
-ocr page 214-
200
Paasch-morgen.
Ik ben de opstanding en het leven; die in Mij gelooft zal
leven al ware hij ook gestorven; en een iegelijk, die
leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwig-
heid.
Joh. 11: 25, 26.
Wij buigen onze knieën en zinken in aanbidding neer
voor U, groote Levensvorst, die nu in eeuwige majesteit
boven de starren troont. De gansche Schepping en alle
harten en geesten moeten U prijzen en uwe heerlijkheid
verkondigen. O Heer, verwerp onzen zwakken lof niet,
en werk zelf in ons wat U welbehagelijk is. Geef dat onze
koude harten in liefde en dank jegens U ontgloeien en
nimmer van U wijken. Laat alle krachten des lichaams
en der ziel, die Gij ons geschonken hebt, U gewijd enge-
heiligd worden. Geef dat al het oude, verdorvene, zondige
in ons worde gedood en help ons, opdat wij met U en in
U vernieuwd, geestelijk opstaan. Maak ons geloof zoo
krachtig, dat wij leven en nimmermeer sterven. Welgeluk-
zalig wij, dat Gij zoo heerlijk uit den dood verrezen zijt en
ook voor ons dood en hel overwonnen hebt. Het licht
uwer opstanding ontneme aan alle duistere machten de
kracht, die zij op ons uitoefenen willen en doe den nacht
onzer zonden voor immer verdwijnen. Opgewekte, ver-
heerlijkte Zoon van God, zie neder op ons, arme zondaren,
die nog wandelen in het dal des doods; laat uw zegepraal
ons ten goede komen, verheerlijk U zelven in ons met de
-ocr page 215-
201
heerlijkheid, die Gij hadt, eer de wereld was, opdat wij
zijn mogen in U, en door U in den Vader. Amen.
Paasch-avoud.
De Heer is waarlijk opgestaan. Luc. 24 : 34.
Koning der Koningen! Met dankhare harten besluiten
wij den genaderijken dag uwer opstanding. Welk een
vreugdedag is hij voor ons! Hemel en aarde en alles,
wat ademen kan verkondige het luide: de Heer is waarlijk
opgestaan! Heer, laat die juheltoon niet meer uit onze
harten verdwijnen. Hij beziele onze vreugde, verzachte
onze smarten, wekke ons op, wanneer wij moede worden
en vergezelle ons ook in onzen laatsten nacht hier op aarde
naar den hemelschen morgen der eeuwige, zalige blijdschap.
Gij, o dierbare Verlosser! leeft, zij dan de bezolding der
zonde de dood, de genadegifte Gods is het eeuwige leven
in U, onzen Heiland. Laat de hel dreigen, Gij hebt haar
overwonnen. Wij zijn uw eigendom, wie zal ons uit uwe
hand rukken. Wij vreezen graf, noch vertering; uwe
scheppingskracht zal ons stof doen herleven en Gij zult ons
vernederd lichaam gelijk maken aan uw heerlijk lichaam.
Geef, o verhoogde Levensvorst, dat de zonde ons niet
meer hare banden aanlegge, Gij toch hebt hare boeien ver-
broken en hare macht verstoord. Help ons, opdat wij niet
meer hangen aan de aarde, want Gij hebt die banden
-ocr page 216-
202
geslaakt. Trek ons hart tot U omhoog, opdat, al verkeert
ons lichaam nog hier op aarde, wij toch in den geest bij
U in den hemel zijn.
Wijk ook in dezen nacht niet van ons, en doe ons, ver-
vuld van opstandingsgedachten, vroolijk weder ontwaken,
en den volgenden dag aanvangen naar uw welbehagen.
Amen.
Hemelvaarts-morgeii.
Ik vaar op tot mijnen Vader en uwen Vader, tot
mijnen God en uwen God.
Joh. 20: 17.
Eeuwige Levensvorst! Koning aller koningen! Hoe kun-
nen wij U naar\' waarde prijzen, omdat Gij uw werk op
aarde zoo heerlijk hebt volbracht en opgevaren zijt tot uwen
en onzen Vader!
Heer, die gezeten zijt aan de rechterhand des Vaders,
die de gebeden verhoort en de wenschen des geloofs ver-
vult , die door uwe hemelvaart ons den hemel geopend hebt,
heerlijk, heilig Hoofd der Gemeente, sterk, heilig ons, uwe
zwakke leden. Och laat ons niet zonder U op aarde
achterblijven! Trek ons tot U, opdat ook wij mogen zijn,
waar Gij zijt. Leer ons de wereld overwinnen in ons en
buiten ons; alle dingen zijn U overgegeven van uwen
Vader, neem ons dan aan. Begin en voleindig in ons het
werk dezer heiliging, immers kunnen wij niets uit ons zolven
-ocr page 217-
203
doen, en wanneer wij niet bidden kunnen zoo als het be-
hoort, spreek Gij dan voor ons tot den Vader.
Houd den hemel en uw goddelijk hart steeds voor ons
open, opdat wij daar onze toevlucht vinden mogen. Geef
dat, schoon wij nog op aarde zijn, ons burgerschap in den
hemel zij. Help ons, opdat niets ons van U en van ons
Hemelsch Vaderland scheide. Breng ons eenmaal in de
eeuwige tabernakelen, werwaarts Gij zelf ons de weg zijt
en neem onzen geest genadiglijk in uwe handen. O laat
toch het licht van het ware vaderland, vanwaar Gij tot
ons heil hier zijt nedergedaald en waarheen Gij als over-
winnaar zijt wedergekeerd, doordringen in alle harten, opdat
ook allen mogen ingaan in uwe eeuwige heerlijkheid.
Amen.
Hemelraarts-arond.
Zijne handen opheffende zegende Hij hen, en het geschied-
de ah Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde en
werd opgenomen in den hemel.
Luc. 24 : 50, 51.
Almachtige, boven alle hemelen verheerlijkte Heiland!
Wij loven U met onuitsprekelijke dankbaarheid voor uwe
groote barmhartigheid en genade en bidden U uit den
diepsten grond van ons hart, dat Gij niet ophouden wilt
ons te zegenen met uwe hemelsche gaven.
O Gij, met eer en heerlijkheid gekroonde Liefde, zie
-ocr page 218-
204
genadig op onze ellende neder, opdat deze, door den blik
uwer verlossende genade, in vreugde worde veranderd.
Sterk ons geloof, opdat wij den hemel, waar Gij woont
van nu af geopend mogen zien. Geef dat alle vermoeiden
en belasten U zoeken en vinden. Gij hebt voor door de
zonde beladene en her- en derwaarts geslingerde har-
ten door uw strijd en zegepraal eene eeuwige sabbaths-
rust verworven. Uwe liefde is niet van ons gescheiden;
red dan door Uwe eeuwig zegenende genade alle zielen,
die zonder U moesten verloren gaan. Och wees Gij zelf
onze hulp, opdat wij ons door niets laten berooven van het
heerlijk doel, \'t welk Gij aan ons geloof hebt voorgesteld.
Uw Heilige Geest leere ons strijden, het geloof behouden,
den loop voleindigen, totdat wij U en den Vader voor den
troon der heerlijkheid aanbidden mogen met een rein hart,
van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen
Pinkster-morgen.
Ik zal den Vader bidden en Hij zal u een anderen
Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwig-
lieid; namelijk den Geest der waarheid, welken de we-
reld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent
Hem niet; maar gij kent Hem, toant Hij blijft bij
ulieden en zal in u zijn.
Joh. 14 : 16, 17.
Wij danken U met een diep bewogen hart, heilige Heer
en God, dat Gij de rijke belofte van uw geliefden Zoon
zoo heerlijk hebt vervuld en bidden u ootmoedig: zend ook
-ocr page 219-
205
ons uwen Heiligen Geest, opdat Hij eeuwiglijk bij ons
blijve. Wij zijn wel is waar deze groote genade geheel
onwaardig, toch mogen wij onze handen tot U opheffen,
en smeeken om den zegen uws Geestes, omdat onze trouwe
Heiland den vloek onzer zonden op zich genomen heeft.
O wij hebben zooveel behoefte aan zijn licht in onze dui-
sternis, aan zijne kracht in onze zwakheid; aan zijne lei-
ding in onze verkeerdheid, aan zijne opwekking in onze
traagheid, aan zijne genade en tucht in onze zondigheid
en voor de reiniging en heiliging van ons verdorven hart,
zonder welke niemand U kan zien. Geef dat Hij in ons
werke, en delg al het tegenstreven onzer verdorvene natuur
in ons uit; doe ons recht gevoelen hoe zwaar en drukkend
de banden der zonde zijn, opdat wij meer en meer uit-
zien naar verlossing en de zonde ophoude ons te boeien.
Verheerlijk in ons het leven, lijden en sterven van onzen
Heer en Verlosser, opdat geloof, hoop en liefde onze har-
ten vervulle en uw vrede met ons zij.
Liefderijke Heilige Geest! onuitsprekelijke Trooster! Geest der
waarheid en der liefde! maak ons los van de wereld, die U
niet ontvangen kan, en blijf bij ons tot in eeuwigheid. Amen.
Pinkster-avond.
Overmits gij kinderen zijt, zoo heeft God den Geest zijns
Zoons uitgezonden in uwe harten, die roept: Abba,
Vader!
Gal. 4:6.
Eeuwig trouwe en genadige Heiland! Wij danken U
-ocr page 220-
200
voor den rijken zegen van dezen dag. Wij danken U voor
de grootste gave, de zending des Heiligen Geestes, die Gij
hebt afgebeden voor allen, die in U gelooven. O Heer,
stort dezen uw besten zegen uit, niet alleen over de gansche
Christenheid, maar ook over de arme Heidenwereld, die
zucht in de duisternis. Het is immers zijne kracht alleen,
die de dooden levend maken kan. Zijn licht verlichte alle
volken en wijze aan alle dwalenden den rechten weg, die Gij
zelf zijt. Heilige Geest! Bron der waarheid en der wijs-
heid, die alleen in onze harten en in ons leven van Christus
onzen Zaligmaker getuigen kunt, verlaat ons niet en bewaar
ons bij het kindschap, waardoor wij roepen mogen: Abba,
lieve Vader! en wanneer wij niet bidden kunnen, bid dan
voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. Ach hoe dikwijls
zouden wij, wankelende, dwalende schepselen vallen en
verzinken in diepe ellende, indien Gij, liefderijke Heiland!
niet den beloofden Leidsman voor ons hadt afgebeden van
den Vader? Hoe dikwerf zouden wij in nood en kommer
moeten wanhopen, indien niet de Trooster, die is uitge-
gaan van den Vader, ons overvloedig met hemelsche ver-
troostingen verkwikte? Wij werpen ons in het stof en
prijzen uwe reddende liefde, heilige Drieeënheid, totdat Gij
ons zult opnemen in den hemel, waar wij deor uwe genade
U waardig danken kunnen van eeuwigheid tot eeuwigheid
Amen.
-ocr page 221-
GEBEDEN VOOR BIJZONDERE
OMSTANDIGHEDEN.
Op den morgen der berestiging tot lidmaat der Gemeente.
Doet aan den Heer Jezus Christus. Rom. 13: 148.
Heilige, drieeënige God! ik dank U met een diep bewogen
hart voor de onuitsprekelijke genade, dat Gij mij hebt doen
geboren worden in de Christelijke kerk, dat ik in uwen
naam gedoopt ben en dit verbond heden vernieuwen mag.
Barmhartige God en Vader! Gij hebt groote dingen aan mij
gedaan en trouw gehouden wat Gij mij in den doop hebt
beloofd en heden mag ik met eigene ooren hooren en met
een blijmoedig hart vernemen, dat Gij mij op nieuw als
kind en erfgenaam van uw hemelsch Koninkrijk opnemen
wilt in het verbond uwer genade. O Heer, gedenk niet
aan mijne onwaardigheid, want ik kom voor uw heilig aan-
-ocr page 222-
208
gezicht als een arm zondaar. Laat de schat der verdienste
van uwen lieven Zoon mij ten goede komen. Zijne gerech-
tigheid zij nu en steeds mijn schoonste sieraad; Christus
aangedaan hebbende, met zijn heil bekleed wil ik voor U
verschijnen, verwerp mij niet van uw heilig aangezicht.
Heere Jezus, vriend van zondaren, leg Gij zelf heden uwe
hand op mij en zegen mij, maak mij geheel en al U ten
eigendom en laat geen wereld noch zonde, geen dood noch
duivel mij rukken uit uwe hand. Vernieuw in mij de ware
kinderlijke eenvoudigheid, opdat ik het door U beloofde
Koninkrijk Gods deelachtig worden moge. Liefderijke Heilige
Geest! rust mij toe met uwe kracht, vervul met het ééne
noodige mijn gansche hart en bewaar mij voor ijdele ge-
dachten, verstrooiingen en al wat onrein is, ja waarschuw,
bestraf, vertroost mij, wijk niet van mij en leid mij in
alle waarheid van nu aan tot in eeuwigheid. Ampn.
Aan den avond van den dag der bevestiging tot lidmaat der Gemeente.
Voorwaar zeg ik u, zoo wie het Koninkrijk Gods niet
ontvangt gelijk een kindeke, die zal in hetzelve geenszins
ingaan.
Mare. 10 : 15.
Liefderijke, getrouwe God en Heer! Ik dank U van gan-
scher harte dat ik heden mocht worden opgenomen in uwe
gemeente. Gij hebt met ontferming op mij nedergezien.
O hoe onuitsprekelijk groot is uwe goedheid! Vervul mijn
-ocr page 223-
209
hart met ware dankbaarheid en werk in mij het levend
geloof in Christus, hetwelk de wereld overwint en vruch-
ten voortbrengt ten eeuwigen leven. Maak dezen dag
voor mij tot een zegen voor tijd en eeuwigheid. Geef
mij kracht om mijne heilige gelofte getrouw te houden, op-
dat ik niet met droefheid en rouw aan mijne belijdenis
terugdenke. Schenk mij den rechten kinderzin, die, ge-
hoorzaam aan uwen wil, zich eenvoudig overgeeft aan uwe
leiding en naar geen anderen leidsman vraagt. Bewaar mij
voor de wereld en hare menigvuldige verzoekingen, doe
mij steeds meer inzien dat bij U alleen is verzadiging van
vreugde en liefelijkheden aan uwe rechterhand eeuwiglijk.
Liefderijke, barmhartige Heiland! Gij zelf hebt mij onder
uw herderstaf geroepen, help mij ook om te blijven bij uwe
kudde, leid mij in grazige weiden, en voer mij aan frisscbe
wateren. Ik bid niet alleen voor mij, maar ook voor allen,
die heden hun Doopverbond vernieuwd hebben. Och of
niemand onzer verloren ging! Bewaar ons op den nau-
wen weg en leid ons door de enge poort in uw hemelsch
Koninkrijk. Amen.
14
-ocr page 224-
210
Vóór het heilig Avondmaal.
Dit is mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, hei-
welk voor velen vergoten wordt tot vergeving der zon-
den.
Matth. 26 : 28.
Heere Jezus! Wij danken U met een diep bewogen hart dat
wij naderen mogen tot uw heilig Avondmaal, om daar ver-
kwikking te vinden voor onze zielen. Uw vleesch toch is
waarlijk spijs en uw bloed waarlijk drank en wie daarvan
eet en drinkt, die blijft naar uwe belofte in U en Gij in
hem, die heeft het eeuwige leven en Gij zult hem opwek-
ken ten uitersten dage. Getrouwe, liefderijke Heiland,
reinig, heilig Gij zelf onze harten, want wij zijn arm en
onwaardig en komen nooddruftig, hongerend en dorstend
naar gerechtigheid aan uwen disch. Geef dat wij in uw
bloed, \'t welk voor ons vergoten is, vergeving vinden voor
onze zonden. Gij hebt de straf gedragen, die ons den
vrede aanbrengt, en door uwe striemen is ons genezing
geworden. O eeuwige liefde, doe ons niet slechts heden,
maar steeds uwen dood verkondigen en U prijzen met
eeuwige dankbaarheid. Maak ons los van de wereld en
van ons zelven en maak ons geheel en al tot uw eigendom.
Wij verlangen vurig naar de innigste vereeniging met U.
O bereid onze harten zoo toe door de reinigende kracht
van uwen Heiligen Geest, dat Gij daarin wonen en Avond-
maal houden kunt met ons en wij met U. Heer, vereenig
ons allen in liefde, want wij eten van hetzelfde brood en
-ocr page 225-
211
drinken uit denzelfden beker en geef dat wij waardige
leden zijn mogen van dat heilig lichaam, waarvan Gij het
hoofd zijt. Laat uw heilig Avondmaal gezegend worden
aan ons aller hart voor tijd en eeuwigheid. Amen.
Na het heilig: Avondmaal.
Komt tot Af ij gij allen, die vermoeid en beladen zijt, en
Ik zal u ruste geven.
Matth. 11 : 28.
Algenoegzame God, die het hoogste Goed en de grootste
Vreugde zijt van allen, die U kennen, in U alleen vindt
ons harte rust en in uwe genade de hoogste vreugde. De
wereld is met al het heerlijke, \'t welk zij heeft, slechls
schijn en vergankelijkheid. De zonde baart met haar kort-
stondigen lust enkel onlust en sleept hel en verdoemenis
na zich. O God, bepaal Gij zelf bij dit alles onze gedach-
ten en geef dat wij noch de wereld, noch hetgeen in de
wereld is liefhebben, want de wereld gaat met hare begeer-
lijkheid der oogen, begeerlijkheid des vleesches en grootsch-
heid des levens voorbij. Heer, wanneer wij U slechts heb-
ben, dan hebben wij genoeg, al hadden wij ook weinig of
niets in deze wereld. Uwe genade is beter dan het leven.
O hoe wel zijn wij te moede, wanneer wij aan U een gena-
digen God en in ons een onergerlijk geweten hebben. De
wereld weet niet van deze rust des gewetens, die door
uwe heiligen hooger geacht wordt dan alle schatten der
14\'
-ocr page 226-
212
wereld. Wij danken U, o Heer, met ons gansche hart dat Gij
ons met de gekruisigde liefde van dien Zoon, in wien Gij uw
welbehagen hebt, hebt gespijsd en met zijn vergoten bloed
hebt gedrenkt. O groote genade! Loof dan den Heer,
mijne ziel, en vergeet geene van zijne weldaden. Bewaar
toch, o groote God, in onze harten, dezen vrede met U.
O God, die helpen kunt, gelijk niemand anders, doe verder
wel aan onze zielen. Sterk ons onder alle lijden door den
inwendigen troost van uwen Heiligen Geest. Onze lichte
verdrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt een gansch
zeer uitnemend gewicht van eeuwige heerlijkheid bij ons,
die niet aanmerken de dingen, die men ziet, maar de din-
gen, die men niet ziet; want de dingen, die men ziet, zijn
tijdelijk, maar de dingen, die men niet ziet, die zijn eeuwig.
Eens toch komt de tijd dat Gij ons brengen zult ter
plaatse der volmaakte rust. Daar zullen wij uw aangezicht
aanschouwen in gerechtigheid en verzadigd worden met uw
beeld als wij zullen opwaken. (Ps 17 : 15). Amen.
Morgengebed op den verjaardag.
Zie, Gij hebt mijne dagen een handbreed gesteld en mijn
leeftijd is als niets voor U; immers is ieder mensch, hoe
vast hij staat, enkel ijdelheid.
Ps. 39 : 6.
Barmhartige Vader, groote, heilige Schepper! ik dank U
met een diep bewogen hart dat Gij mij in het aanzijn ge-
-ocr page 227-
213
roepen en tot een eeuwig zalig leven bestemd hebt. Snel
vliegen mijne jaren daarheen, tusschen de wieg en het graf
is slechts een kleine schrede en onverwacht staan wij voor
U in het gericht. Hoe zal ik daar kunnen bestaan! Heilige,
ernstige vraag! O Heer, denk niet aan hetgeen ik schuldig
ben en aan hetgeen er nog aan mijne heiliging ontbreekt.
Sterk mij, opdat geheel mijn volgend leven een loflied worde
tot eer van uwen naam. Lof zij U, eeuwig getrouwe Vader,
voor uwe oneindige liefde, die mij tot heden toe op eiken
stap van mijn levensweg heeft vergezeld. Gij hebt mij veel
liefelijke vreugde bereid, maar uwe wijsheid heeft mij ook
zwaar lijden opgelegd, ook daarvoor zij U eeuwig lof en
dank toegebracht. Alle dagen, die ik nog beleven zal, zijn
reeds in uw boek geschreven, neem daarom alle zorgen
van mij weg, en doe mijn hart rusten in het geloof aan
uwe onveranderlijke liefde, ook al behaagt het U mij nog
op donkere paden te leiden. Geef slechts dat ik U, het
licht mijns levens, nimmer uit het hart verlieze. Met U
gaat het beter op doornige, dan zonder U op effene paden.
Ja ik wil uw trouwe vaderhand vasthouden en nimmer los-
laten, totdat Gij mij te huis gebracht hebt in uwe woning,
waai uw geliefde Zoon ook voor mij, nooddruftige, plaats
heeft bereid. Amen.
-ocr page 228-
214
Avondgebed op den verjaardag.
Gij ziji allen kinderen Gods door het geloof in Christus
Jezus.
Gal. 3 : 26.
Liefderijke, getrouwe Heiland! eeuwige Zon der genade!
Wat zou mijn leven zijn zonder U. Door de zonde van
mijn liefderijken hemelschen Vader geseheiden, wiens hei-
ligbeid mij terugtreden doet, zou ik onder mijn last ter
helle moeten nederzinken. Maar Gij, barmhartige Heiland,
ziji ook voor mij in de wereld gekomen en hebt mij los-
gekocht van zonde, dood en hel. Keuwige Liefde, hoe zal
ik U prijzen, die mij hebt wedergebaard tot een nieuw zalig
leven, die mij door U zelven met den Vader hereenigd
hebt! Mijne ziel juiehe en verheuge zich in God, haren
Heiland. Door U, Heer. heb ik vergeving mijner zonden
en den vrede Gods verkregen en nu ben ik reeds in hope
zalig. Ik lig niet meer onder den vloek, maar bezit de
heerlijke vrijheid der kinderen Gods. De vreugde en smart
dezei\' wereld wijken van mij, want Gij, Heer, toont mij
het heerlijk einde mijns geloofs, een kostelijke parel, die
mij dringt alles prijs te geven, om haar te kunnen koopen.
Heer, die machtig zijt boven alles en de harten in uwe
hand hebt, geef kracht aan onzen wil, om slechts bij U,
voor U, in U te leven. Amen.
-ocr page 229-
215
Morgengebed Tan een zieke
I.
Op U hebben onze vaders vertrouwd; zij hebben vertrouwd
en Gij hebt hen uitgeholpen. Tot U hebben zij geroe-
pen en zijn uitgered; op U hebben zij vertrouwd en
zijn niet beschaamd geworden.
Ps. 22 : 5, 6.
Ik lief mijne zwakke handen op tot U, den barmhartigen
Vader der menschen en ik zucht uit het diepst van mijn
hart: help mij om het lijden, \'t welk Gij mij oplegt, te
dragen. Och Heer, verwijder alle ongeduld en alle soort
van wangunst uit mijn hart en vervul het met liefde en
dankbaarheid voor alles wat Gij over mij gehengt. Behaagt
het V dat mijne ziekte nog langer dure en dat mijn geloof
beproefd zal worden, dan is het toch alleen uwe opvoe-
dende liefde, die mij tuchtigt om mij zalig te maken. Laat
het beeld van uw geliefden Zoon, zoo als Hij geleden, ge-
loofd en liefgehad heeft tot in den dood des kruises, aan
mij steeds levendig voor den geest staan, opdat mijn matte
ziel zich aan Hem verkwikke, sterke en voor bezwijken
worde bewaard. Behaagt het U mij te herstellen, geef dan
dat mijn gansche leven U prijze door een U welbehagelij-
ken wandel en U met ter daad en in waarheid danke voor
de verlenging van den tijd der genade. Maar is het uw
wil mij van deze aarde af te roepen, uw wil geschiede,
ontvang dan mijn geest en schenk mij de eeuwige zalig-
-ocr page 230-
216
heid door de verlossende liefde van mijn Heer en Heiland.
In leven en sterven hoop ik op U, o Heer, Gij zijt mijn
toevlucht eeuwiglijk en altoos, laat mij niet beschaamd
worden. Amen.
II.
Mij aangaande ik zal tot God roepen en de Heer zal
mij verlossen; des avonds, des morgens en des middags
zal ik klagen en getier maken, en Hij zal mijne stem
hoor en.
Ps. 56 : 17, 18.
O heilige, drieëenige God, Vader, Zoon en Heilige Geest!
bij liet aanbreken van den dag nader ik tot uwen heiligen troon
en dank U, dat Gij mij dezen nacht in het leven gespaard
hebt. Gij weet het, Heer, hoe ik den nacht op mijn ziek-
bed heb doorgebracht, toch kan ik uwe goedheid niet genoeg
prijzen, dut Gij mij het licht der Zon weder hebt doen
aanschouwen en dat de smarten weer zijn doorgestaan. O
God der liefde, ik dank U voor uwe liefde; o sterke God,
ik dank U voor uw bijstand en bescherming, uw oog heeft
over mij gewaakt in den nacht, uwe hand heeft mij be-
waard. O mijn God! de Zon gaat weder op, laat ook uwe
genade op nieuw over mij opgaan; geef mij met dezen dag
nieuwe krachten, nieuwe genade, nieuw geduld om mijn
lijden gewillig te dragen. Heer, mijn God, het heeft U
behaagd, mij op dit ziekbed neder te leggen, welnu, ik
-ocr page 231-
217
wil daarop blijven zoolang het U behaagt, misschien wilt
Gij mij daardoor ontwennen aan mijne gewone zonden,
opdat Gij alleen met mij spreken en mij leeren zoudt hoe
ik voor mijne ziel zorgen moet. Nu heb ik tijd om mijn
tot hiertoe geleid leven te onderzoeken, of ik U gediend,
U verheerlijkt, U gehoorzaamd heb, opdat ik hierover be-
rouw hebbe en mij verootmoedige. Geef, o Heere Jezus,
dat mijn hart den ganschen dag nabij U zij, dat ik ijverig
zij in het gebed en in het zoeken van hetgeen dient tot
mijn waarachtig en eeuwig geluk. Verkwik mij in mijne
matheid, sterk mij in mijne zwakheid door uwen Heiligen
Geest, maar wilt Gij mij heden smarten en lijden doen on-
dervinden, blijf Gij dan toch bij mij en wijk niet van mij.
Zie, Heer, hier ben ik, doe mij naar uw welgevallen; Gij
zijt mijn Vader en ik ben uw kind, Gij kunt mijn leven
onderhouden en mij met uwe hulp verblijden. Mijn lichaam
en ziel met mijn verstand en zinnen o groote God, beveel
ik in uwe sterke hand. Amen.
Avondgebed vun ecu zieke.
I.
Heer, toees niet verre; mijne Sterkte, haast U tot mijne
hulp.
Ps. 38: 22, 23.
Barmhartige God! Ofschoon ik met ziekte en lijden be-
zocht ben, toch hebt Gij mij heden weder genadig door
-ocr page 232-
218
alles heengeholpen en mijn hart verheft zich dankend en
biddend tot U. Heer, mijne Sterkte, doe mij ook in dezen
nacht uwe boven alles verkwikkende nabijheid ervaren.
Blijf bij mij, wanneer de slaap van mij wijkt, verkwik
mijne ziel met uwe onuitsprekelijke vertroostingen, wanneer
pijnen en smarten der ziekte mijn lichaam nederdrukken.
Uwe nabijheid maakt den donkersten nacht tot den vroo-
lijksten dag en verandert de smarten der aarde in de
vreugde des hemels. 0 blijf daarom bij mij, dan ontbeekt
mij niets. Sterk mijn geloof en maak mijne hoop vast.
Gij zijt de beste Medicijnmeester der kranken, Gij zijt de
hulp en sterkte der zwakken, aan U geef ik mij geheel en
al over, neem mij ook dezen nacht onder uwe genadige
bescherming. Geef dat al mijne zuchten in uw hart drin-
gen en stil mijn vurig verlangen, want naar U, Heer, ver-
langt mijne ziel. Wanneer ik U slechts heb, heb ik noch
aan den hemel, noch aan de aarde iets te vragen. Ja Heer,
verlos mij en breng mij in uw hemelsch Koninkrijk om
uwer liefde wil. Amen.
-ocr page 233-
219
II.
Mijne stem is tot God en ik roep; mijne stem is tot God,
en Hij zal het oor tot mij neigen. Ten dage mijner
benaauwdheid zocht ik den Heer; mijne hand was des
nachts uitgestrekt en liet niet af; mijne ziel iveigerde
getroost te worden. Dacht ik aan God zoo maakte ik
misbaar; peinsde ik, zoo werd mijne ziel overstelpt.
Ps. 77:2-5.
Barmhartige God! Wederom heb ik een dag ten einde
gebracht. Heere, Heere, Gij hebt door uwe goedheid tot
op dezen oogenblik mijn leven verlengd, daarvoor worde
hartelijke dank toegebracht aan uwe vadertrouw. Bovenal
prijs ik uwen naam dat Gij mij op dezen dag mijne krank-
heden en smarten hebt helpen dragen. Gij Heer, legt
een last op, maar helpt ook dragen. Wij hebben een God,
die hulp verleent en een Heiland, die redt van den dood.
De Heer bedroeft, maar hij ontfermt zich weder naar zijn
groote goedheid. De Heer is genadig en goedertieren jegens
allen, die Hem aanroepen, die Hem aanroepen in der
waarheid. Hij hoort het geroep der ellendigen en slaat
niet af wat hun mond bidt. O groote God, de nacht breekt
aan, het is nabij den avond, daarom wend ik mij tot U
in het gebed en zeg: blijf bij mij, o mijn Vader en wijk
niet van mij in dezen nacht. Wend alle gevaren en alles
wat mijn toestand plotseling zou kunnen verergeren van
mij af, verzacht mijne smarten, bewaar mij voor schrik,
-ocr page 234-
220
angst en ongeluk. Och blijf mij nabij; als Gij mij met
uwe genade omringt, dan vrees ik niet. De Heer is mijn
licht en mijn heil, wien zou ik vreezen ? De Heer is mijn
levenskracht, voor wien zou ik vervaard zijn. Wijk niet
van mij, o Heer, on neem mij in uwe armen. De Heer
zegene mij en behoede mij; de Heer doe zijn aangezicht
over mij lichten en zij mij genadig; de Heer verheffe zijn
aangezicht over mij en geve mij vrede! Amen.
Gebed van een herstelde.
Heer, mijn God, ik heb tot U geroepen en Gij hebt mij
genezen.
Ps. 30 : 3.
Goedertieren God en Vader! Lof, dank en eer zij IJ
toegebracht voor uwe genadige hulp. Gij hebt groote din-
gen aan mij godaan, dies ben ik verblijd. O Heer, sta
mij bij mot uwe almachtige kracht, opdat ik mijn tijd der
genade, die Gij weder hebt verlengd, geheel aan uwen dienst
wijde. Help mij, opdat ik ook inwendig geheel genezen
worde en als een nieuw mensch, die naar U geschapen is
in ware heiligheid en gerechtigheid, van mijn ziekbed opsta.
Aan U alleen moest mijn leven toebehooren. Ziel en
lichaam moeten U eeuwiglijk prijzen. Leid en bestuur mij
door het licht on de kracht van uwen Heiligen Geest, op-
dat mijne gangen vast mogen zijn en ik nimmermeer moge
struikelen. Work in mij de rechte dankbaarheid, die
-ocr page 235-
221
vruchten voortbrengt ten eeuwigen leven. O Heer, ik ge-
voel wel dat uwe kastijding een roepstem der liefde tot
ernstige verootmoediging en vernieuwing mijns harten naar
uw welbehagen is geweest. Help mij maar, opdat de tijd
der bezoeking, die zoo krachtig tot mij gesproken heeft,
mij niet vruchteloos moge zijn voorbijgegaan. Gij doet wel
smarte aan, maar erbarmt U toch ook weder naar uwe
oneindige goedheid; wij daarentegen vergeten zoo licht wat
aan ons is geschied; kom daarom tot mij zoowel met lijden
als met vreugde, totdat Gij mij opgevoed hebt voor uw
hemelsch Koninkrijk. Amen.
Gebed bjj den naderenden dood van een geliefden verwante.
Ik weet, mijn Verlosser leeft. Job. 19 : 25.
Met een neergebogen hart, liefderijke Heiland! komen
wij voor uw heilig aangezicht en bidden U ootmoedig dat
Gij U toch over ons ontfermen wilt. Gij zijt de God, die
wonderen doet en steeds helpen kunt. Spreek alleenlijk
één woord en onze geliefde kranke is gezond. Indien het
mogelijk is geef hem (haar) ons terug. Maar indien het
in uwen raad anders bepaald is, geef ons dan troost en
kracht om te dragen wat Gij oplegt. O Heer, indien Gij
deze lieve ziel tot U nemen wilt, verlicht dan haar laatsten
strijd, laat haar zacht in uwe armen inslapen en sta ons
bij, opdat wij niet weenen als degenen, die geene hope
-ocr page 236-
222
hebben. Doe ons levendig beseffen dat Gij de opstanding
en het leven zijt en dat hij, die in U gelooft, niet sterft.
Vervul ons, en inzonderheid onzen geliefden kranke, met een
hartelijk verlangen naar U, die ons verlost hebt van alle
kwaad en door den dood heen het leven hebt verworven.
Geef dat onze dierbare kranke een geopend oog hebbe voor
uwe heerlijkheid en dat wij allen bereid worden om het
lichaam des doods eenmaal af te leggen in de blijdschap
der hope om in te wonen in het Vaderhuis bij U, onzen
Heer. Amen.
Korte gebeden voor sterreneen*
I.
Ik leef en gij zult leven. Joh. 14 : 19.
Heere Jezus! mijn leven! mijn hulp! mijn troost! Gij
hebt leven en zaligheid beloofd aan allen, die in U geloo-
ven. Wees mij nabij met uwe onuitsprekelijke genade in
deze bange oogenblikken. Gedenk niet aan mijne zonden,
maar aan uwe barmhartighied. Ik laat U niet los, ik klem
mij vast aan uw hoogepriesterlijk hart, \'t welk voor mij
bidt bij den Vader. O blijf bij mij, trouwe Herder en be-
houd uw arm schaap, breng hem daar, waar de wate-
ren des eeuwigen levens vloeien. Heere Jezus, U leef ik,
-ocr page 237-
223
U lijd ik, U sterf ik, \'t zij dat ik leve, \'t zij dat ik sterve, ik
ben de uwe. Heer, maak mij eeuwig zalig. Amen.
II.
Vader, verlos mij uit deze ure. Joh. 12 .27.
Liefderijke, trouwe Heiland, Gij zelf hebt den bangsten
doodstrijd ondervonden en Gij hebt den Vader aangeroepen
om zijne hulp; o help ook mij alzoo! Alle dingen zijn U
immers overgegeven van uwen Vader. Neem mij aan in
genade, Gij zijt in de wereld gekomen om zondaren te
behouden. Heer, maak mijn doodstrijd kort en geef mij
een zalig einde. Amen.
III.
Gij hebt nu wel droefheid; maar Ik zal u wederom zien.
en uw hart zal zich verblijden, en niemand zal uwe
blijdschap van u wegnemen.
Joh. 16 : 22.
Verlaat mij niet, o Heer, wanneer de nacht des doods
mij omringt; immers Gij hebt den dood verslonden tot
overwinning en mijne zonden uitgedelgd. Bekleed mij met
uwe gerechtigheid. Eeuwige Ontfermer, bevrijd mij van
alle doodangsten en schenk stervensmoed aan mijn hart.
-ocr page 238-
224
Weldra mag ik U aanschouwen van aangezicht tot aange-
zicht en niemand zal die vreugde van mij wegnemen.
0 welk een zaligheid, bij U te zijn in het heerlijke Va-
derhuis, waar vele woningen zijn, waar geen smart, geen
dood meer zal zijn! 0 vreugde des hemels, bij U weer
te vinden de geliefden, die in den Heer zijn gestorven en
mij reeds zijn voorgegaan! Ja ik heet hem welkom, den
dood, hij is een bode des eeuwig zaligen levens. Amen.
IV.
Ik zal u geen weezen laten. Ik kom weder tot u.
Joh. 14 : 18.
Kom, Heere Jezus, ja kom, verlos mij en haal mij in
uw hemelsch Koninkrijk! O Heer, Gij hebt beloofd dat Gij
met de uwen zijn zult alle dagen tot aan de voleinding der
wereld, laat mij niet alleen in mijn jongsten nood. Schenk
mij de blijdschap des geloofs, opdat ik den dood niet vreeze
en den hemel geopend zie. Gij hebt mij tot hiertoe ge-
holpen, help mij om den laatsten vijand te overwinnen.
Druk Gij zelf mij de oogen toe en wek mij op ten eeuwi-
gen leven, om uwer liefde wil. Amen.
-ocr page 239-
225
Gebeden na den dood van een geliefden verwante.
I.
Wees getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon
des levens.
Openb. 2 : 10b.
Heilig en rechtvaardig God! Het heeft U dan behaagd
hem (haar), die daar voor onze oogen nederligt, door den
tijdelijken dood van hier op te eischen. Och laat ons ter
harte nemen wat Gij daarin tot ons te zeggen hebt, dat ook
wij eenmaal sterven en de wereld verlaten moeten, opdat
wij ons hier in den tijd door eene waarachtige hekeering,
door een levend geloof en door het ontvlieden van de ijdel-
heden dezer wereld en der zonde, die ons omringt, daar-
toe mogen voorbereiden. Verblijd de ziel van den (de) af-
gestorvene met hemelsche vreugde en vertroosting en vervul
aan haar alle genaderijke heloften, die Gij aan uwe geloo-
vigen in uw heilig Woord gedaan heht; geef aan het lichaam
een zachte en zoete rust in den schoot der aarde tot aan
den jongsten dag, waarop Gij lichaam en ziel hereenigen
en deelgenoot maken zult van de heerlijkheid, opdat de
geheele mensch, die U hier gediend heeft, ginds vervuld
moge worden met hemelsche vreugde. Troost ook allen,
die dezen (deze) doode beweenen, wees en blijf de Vader,
Verzorger, Hulp en Bijstand der achtergeblevenen; verlaat
hen niet en wend uwe hand niet van hen af, maar doe
hun uwe goedheid, liefde, genade, en vertroosting rijkelijk
15
-ocr page 240-
226
genieten. O mochten zij ook eenmaal blijmoedig en zalig
sterven! Verhoor ons om uwe barmhartigheid. Amen.
11.
Het leven is mij Christus en het sterven is mij gewin.
Fillipp. 1 : 21.
Heere Jezus, wij danken U, dat Gij deze lieve ziel ver-
lost en overgebracht hebt in uw Koninkrijk. Maar toch
zijn onze harten diep bedroefd en wij moesten weenen zon-
der troost, indien wij niet konden opzien tot U, die aan
den dood zijn macht hebt ontnomen en het leven en de
onverderfelijkheid hebt aan het licht gebracht. Die in U
gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven.
Laat het leven en sterven van dezen (deze) ontslapene voor
ons een zegen afwerpen voor tijd en eeuwigheid. Doe ons be-
seiïen hoe blijmoedig, hoe zalig hij sterft, die hier, o Heere
Jezus! voor U geleefd heeft. Hem is de dood niet smar-
telijk, hij is hem de leidsman tot U, zijnen Heer, die hem
nu voor eeuwig verkwikken zult met hemelsche goederen.
Zegen deze geliefde ziel voor uw genadetroon ook voor al
het goede, \'t welk wij door haar genoten hebben. Vrede
zij dit dierbaar stof! Vrede en hemelvreugd den geest, die
daarin woonde!
Laat de gemeenschap tusschen hem (haar) en ons voort-
duren, in U en door U, en maak ons bekwaam om hem (haar)
-ocr page 241-
227
te volgen in uw Rijk; ja Hecrc Jezus, maak ons eeuwig
zalig. Amen.
Gebed Tan een weduwnaar.
Wend U tot mij en wees mij genadig. Ps. 25 : 16.
O God van alle lijdzaamheid en vertroosting, Vader der
barmhartigheid! hoe zwaar hebt Gij mij bezocht, hoe diep
is de wonde, die Gij mij geslagen hebt; mijn hart is neer-
gedrukt en verdord als het gras, zoodat ik vergeet mijn
hrood te eten; mijn gebeente kleeft aan mijn vleesch van
wogc de stem mijns zuchtens. Ik waak en ben geworden
als een eenzame musch op het dak. O mijn God! hoe ellen-
dig en jammerlijk is het met mij gesteld! Alle vreugde is
geweken; droefheid en duisternis omringt mij; waai\' ik ook
heenzie, overal zweeft harteleed en kommer mij voor de
oogen. Heer, wel moet ik bekennen dat mijne zonden het
verdienen dat Gij mij alzoo bezoekt, ik heb de groote ge-
nade, die Gij mij bewezen hebt, niet gewaardeerd. O mijn
God! hoe groot is de ramp, die mij getroffen heelt! Och
vergeef mij mijne zonden om Jezus Christus\' wil, verzacht
mijn bittere smart, troost mijn ontruste en bekommerde
ziel, heel mijn gebroken hart en verleen mij de genade dat
ik mij geduldig onderwerpe aan uwen wil en dit mijn
zwaar kruis met christelijke lijdzaamheid drage; wees Gij
mijn hulp en bescherming; red mij uit mijne nooden. Ik
15*
-ocr page 242-
228
weet, Heer, dat mijne ontslapene vrouw niet tot mij we-
derkeeren zal, maar dat ik tot haar gaan zal; schenk mij
dan geduld, opdat ik niet tegen U opsta, maar veeleer den
tijd, dien ik nog over heb te leven, mij benaarstige om
dien in gehoorzaamheid des geloofs en met kinderlijke be-
rusting door te brengen, opdat ik, wanneer het uwe genade
eenmaal behaagt, mij van deze wereld af te roepen, ten
volle bereid zij om mijn teer geliefde echtgenoote te volgen
in de gewesten der zaligheid en met haar eeuwig te leven
in de vreugde des hemels. Amen.
(i< beden eener weduwe.
I.
De Heer houdt de weduwe staande. Ps. 146 : 9.
Mijn Heer en God! Gij hoort de klachten der verlatenen
en de zuchten der eenzamen. Gij zijt mijn sterkte en toe-
vlucht , een hulp in het diepgaand leed, hetwelk mij getrof-
fen heeft, daarom zal ik niet vreezen al veranderde de
aarde hare plaats en al werden de bergen verzet in het hart
van de zeeën. Gij hebt mij mijn stoffelijken steun ontno-
men en mij alleen op een donkeren weg geplaatst, maar
Gij laat mij niet alleen, want Gij zijt bij mij. O Heer,
verlaat mij niet, blijf mij nabij met uwe hulp en leid mij
aan uwe trouwe vaderhand. Zend mij troost, raad en
-ocr page 243-
229
kracht in al mijne aangelegenheden; sta mij inzonderheid
hij in de gewichtige taak der opvoeding van mijne kinderen.
Uw goede Geest wijze hun den weg, dien zij wandelen
moeten en beware hen voor de wereld en voor alle kwaad.
Zegen ons allen met hemelsche schatten, maar geef ons
ook ons dagelijksch brood en leid ons op onzen weg ten
einde toe door dit aardsche dal tot de blijde eeuwigheid,
om Jezus Christus\' wil. Amen.
11.
Gij zult geen iveduive, noch wees beleedigen. Indien gij
hen eenigzim beleedigt en indien zij eenigzins tot Mij
roepen, Ik zal hun geroep zekerlijk verhooren.
Exod.
22 : 22, 23.
Barmhartig en genadig God! Gij zijt de toevlucht van
alle verlatenen, bedroefden en ellendigen. Het heeft U in
uwen heiligen en ondoorgrondelijken raad behaagd mij tot
een weduwe te maken. Tot wien zal ik mij nu wenden?
Waar zal ik raad en hulp zoeken? Mijn God, ik kom tot
U. Gij hebt beloofd dat Gij een rechter der weduwen en
een vader der weezen zijn zult. (Ps. 68 : 6). Och wees
nu ook mijn rechter, mijn redder, mijn helper, mijn toe-
vlucht en de vader der mijnen. Zie mijne tranen aan,
hoor mijn zuchten, en erbarm U mijner. Schenk mij mijn
dagelijksch onderhoud, zegen mijn uit- en ingang, bewaar
-ocr page 244-
230
mij voor rampen, verzorg mij en de mijnen naar uwe be-
lofte. Ik stel al mijn betrouwen op U, den levenden God,
U vertrouw ik van ganscher harte en van ganselier ziel.
Gij zijt het alleen, die mij redden en verzorgen kan. Geef
dat ik mijn weduwstaat doorbrenge met een geloovig hart
en een vromen zin en U in alles, \'t zij smart of vreugde
diene. Verhoor mijn gebed, geef mij uwen zegen en leid
mij aan uwe hand. Wees de steun en bescherming van
mij en de mijnen al de dagen onzer aardsche vreemdeling-
schap, totdat Gij ons eenmaal opneemt in uw eeuwig Ko-
ninkrijk. Amen.
Gebed eencr wees.
Vader en moeder hebben mij verlaten, maar de Heer zal
mij aannemen.
Ps. 27 : 10.
Genadig en barmhartig God! als een arm en verlaten
kind werp ik mij neder voor uw hoogen troon en smeek U
ootmoedig en van ganscher harte: neem mij aan als een
vader zijn kind. Ach, het heeft U naar uw wijs raadsbe-
sluit behaagd, mijne ouders van mijne zijde weg te nemen.
Waar nu heen? Ik ben een wees geworden. Wie zal mij
nu aannemen\'? Daarom, liefderijke God, kom ik tot U,
neem mij aan, ontferm U mijner. Mijn God, Gij geeft
voedsel aan al uwe schepselen, zoo zult Gij ook als een
trouwe Vader voor mij zorgen en mij genadig zijn. Naai\'
-ocr page 245-
231
U zie ik uit met een hartelijk verlangen; ik hef mijne
oogen op naar de bergen, van waar mijne hulpe komen
zal; mijne hulp is van den Heer, die den hemel en de aarde
gemaakt heeft. Uw lieve Zoon, onze Verlosser heeft de
kinderen tot zich geroepen en gezegend; och zegen ook mij
en sluit mij in de armen uwer barmhartigheid, draag mij
en bewaar mij voor ramp en leed. 0 Heer, mijn God!
schenk mij vrienden en beschermers onder de menschen
en vergeld hun het goede, \'t welk zij mij aandoen, met
tijdelijke en hemelsche zegeningen. Schenk mij een oot-
moedig en gehoorzaam hart, opdat ik mij de gunst en
de weldaden der menschen waardig make. Bewaar mij
voor zonde en verleiding en wanneer ik wankel, sta mij
genadig hij, opdat ik niet valle. Aan U wil ik mij geheel
en al overgeven en altijd de uwe zijn. Amen.
Gebed van een man voor zijne zieke vrouw.
Bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt. Jac. 5 : 16.
Almachtige God en Vader, die slaat om te verbinden en
wondt om te heelen, tot U neem ik de toevlucht met mijn
gansche hart, biddende dat Gij U ook in deze ziekte mijner
geliefde vrouw over ons ontfermen wilt en genade voor
recht wilt laten gelden. Verlos toch mijn geliefde vrouw
van alle smart en lijden, sterk haar in hare zwakheid,
bemoedig haar door uwe kracht, neem de oorzaak harer
-ocr page 246-
232
ziekte weg, opdat zij eerlang weder verrijzen en zich in ge-
zondheid verblijden moge. Liefderijke Heiland, hij U zijn
alle dingen mogelijk: spreek alleenlijk één woord en zij
zal gezond worden. Och schenk ons de voorrechten, die
Gij, toen Gij op aarde waart, aan zoovele kranken verleend
hebt. De vrouw, die twaalf jaren krank geweest was,
raakte slechts den zoom van uw kleed aan en werd gezond,
zoo kunt Gij ook thans nog helpen en heelen. (Matth.
0 : 20 enz.) Maar schenk ons ook gehoorzaamheid en on-
der werping aan uwen heiligen wil, opdat wij met geduld
en lijdzaamheid dragen wat Gij ons oplegt. Uwe wegen
toch zijn louter wegen van vrede en zegen, en hun, die U
liefhebben, moeten alle dingen medewerken ten goede.
Schenk daarom mij en mijn geliefde vrouw uwen Heiligen
Geest, opdat zij in diens kracht alles overwinne en van
deze ziekte een zegen erlange voor haar hart. Geef dat wij
steeds uwe zaligmakende nabijheid ervaren en vervul uwe
belofte, dat Gij ons niet begeven noch verlaten, maar met
groote barmhartigheid ons opnemen en met eeuwige gena-
de U over ons ontfermen wilt. Doe ons alzoo om de liefde,
waarmede Gij ons tot in den dood hebt liefgehad. Amen.
-ocr page 247-
233
Gebed eener Trouw roor haar zieken man.
Het gebed des geloofs zal den zieke behouden en de Heer
zal hem oprichten.
Jac. 5 : 15.
Liefderijke Heiland! ik kom tot U in den nood van mijn
hart en ik smeek U dat Gij mijn dierbaren echtgenoot spoe-
dig weder herstellen wilt. Heer! hoor mijn gebed en lnftit
mijn geschrei tot U opgaan, verberg uw aangezicbt niet
voor mijn nood, neig uwe ooren tot mij; wanneer ik U
aanroep, verhoor mij spoedig. 0 Gij zijt een genadig God
en Gij ziet uit de hoogte uws heiligdoms op aarde, om het
zuchten der gevangenen te hooren, om te bevrijden de
kinderen des doods. Daartoe is U gegeven alle macht in
hemel en op aarde en Gij hebt slechts één woord te spre-
ken en alle ziekte en ellende wijkt. Treed dan met uwe
macht en liefde te voorschijn en doe aan ons, gelijk Gij
in de dagen uw vleesches aan zoovele duizende ellendigen
gedaan hebt. O, indien Gij thans hier voor mij stondt en
ik bad U: Heer, behoed ons, wij vergaan, dan zoudt Gij
gewis uwe hand uitstrekken en spreken tot mijn man: sta
op en wandel. Maar Gij zijt toch inderdaad hier, schoon geen
oog U ziet, Gij hoort ons zuchten en kunt in een oogen-
blik helpen. Doe dan barmhartigheid aan mij, gelijk aan
de Kananeesche vrouw, ook ik wil slechts als een hondeke
eten van de kruimkens, die Gij vallen laat; och doe mij
niet ledig wederkeeren, maar spreek ook tot mij, U geschiede
gelijk Gij wilt. Schenk mijn geliefden man weder eene
-ocr page 248-
234
goede en vaste gezondheid, opdat wij te samen onze levens-
reize voortzetten, maar sterk ons ook, opdat deze ziekte
ons te samen nader brenge aan den hemel. Verlos ons van
alle doode werken en heilig ons in in den geest onzes
gemoeds, opdat wij nieuwe, U welbehagelijke mensehen
worden. 0 Heer! geef dat alles ons medewerke ten goede,
laat ons meer en meer U worden ingeplant, sehenk
ons geduld en kracht om alles gewillig te dragen en onzen
wil geheel en al aan U te onderwerpen. Zegen ook alle
middelen, die wij aanwenden en sterk mijne krachten, op-
dat ik den kranke alzoo verplege en verzorge dat er niets
worde verzuimd. Blijf ons steeds nabij als de rechte ge-
neesmeester des liehaams en der ziel, draag al onze aange-
legenheden op uw trouw hart en help ons, opdat alles wat
Gij ons toezendt ons nader brenge tot uwe eeuwige heer-
lij kheid. Amen.
Gebed van een gemoedsbezwaarde.
Hoor, Heere! en zijt mij genadig; Heere! wees mij een
helper.
Ps. 30 : 10.
Alwetende God! Barmhartige Vader! Gij alleen kent
mijne ellende en Gij verstaat de verzuchtingen van mijn
neergebogen hart. Help mij toch en red mijne ziel uit den
nood. Gij hieldt mijne oogen wakende; ik was verslagen
en sprak niet. Ik overdacht de dagen van ouds, de jaren
-ocr page 249-
235
der eeuwen. Zal dan de Heer in eeuwigheid verstooten en
voortaan niet meer goedgunstig zijn\'? Houdt zijne goeder-
tierenheid in eeuwigheid op? Heeft de toezegging een einde
van geslacht tot geslacht? (Ps. 77 : 5—9). O Heer, ver-
geef mij mijne ondankbaarheid en mijn klagen, want ik
weet, dat Gij mij kastijdt uit liefde en dat Gij mij nabij
zijt, ook dan, wanneer Gij uw aangezicht voor mij verbergt.
Richt mijn gebogen hart weder op, blaas het vonkje ge-
loof weder aan, opdat het, gelijk tot dusver in mijn hart
helder brande en opdat mijne hoop vast gegrond worde op
U, Heere Jezus, den oversten Leidsman en Voleinder des
geloofs. Heer, die machtig zijt om de dooden levend te
maken, verheerlijk uwe macht aan mijn bezwaard gemoed
en wek mijne ziel op tot een nieuw, krachtig leven in U.
Amen.
Gebed in den oogst.
Laat ons nu den Heer onzen God vreezen, die ons de
gezette tijden van den oogst bewaart.
Jer. 5 : 24.
Wees met ons, o genadige en liefderijke Vader! en geef
ons ons dagolijksch brood, \'t welk Gij in den tegenwoor-
digen tijd des oogstes overal uitdeelt. Beschikt Gij vóór
alle dingen eene gunstige weersgesteldheid en een besten-
digen zonneschijn, opdat alles wat nog niet rijp is tot rijp-
heid kome en hetgeen nog te velde staat droog in de schu-
-ocr page 250-
236
ren worde gebracht. Zegen het ingezamelde in de schuren,
zuiver het op den dorschvloer, vermeerder het voorts onder
de handen, doe het gedijen in onzen mond. Verleen ons
daarbij het leven en de gezondheid, rust en vrede, om alles
wat Gij geschonken hebt zoo te genieten, dat het niet
alleen kracht schenke aan het lichaam, maar ook nuttig
zij voor de ziel en als uw tijdelijke zegen ons op allerlei
wijze rijkelijk moge ten goede komen. En wanneer Gij al deze
dingen doet, herinner ons dan ook onze dure verplichting
aan U en doe ons alles wat wij ontvangen slechts als van
U komende weldaden erkennen; leer ons U daarvoor har-
telijk te danken, ze met spaarzaamheid te gebruiken, ons
lichaam te bewaren gelijk het behoort, anderen gaarne van
het onze mee te deelen en eindelijk alles, wat wij van U
ontvangen, slechts tot uwe eer aan te wenden en te ge-
bruiken. Zie Gij bij voortduring in genade op onze akkers
ter neder. Verrijk ze, maak ze vruchtbaar. Verwarm den
grond door den nootligen zonneschijn. Bevochtig het veld
met vruchtbaren regen, drenk zijne voren, maak het ge-
plante nat, geef wasdom aan het zaad, \'t welk ook nu
weder zal worden uitgestrooid, opdat het land ook in het
volgende jaar zijn gewas geve en onze velden met graan
bedekt mogen zijn, opdat er stof zij om te juichen en te
zingen, uwen naam ter eer. Amen.
-ocr page 251-
237
Gebed in duren lijd en hongersnood.
Die hongerig waren zijn het niet meer. 1 Sam. 2 : 5.
Almachtig, barmhartig, goedertieren God, Schepper des
hemels en der aarde! Gij hoort het gebed, tot U zal alle
vleesch komen. Ach Heer, het is niet onverdiend dat wij
dure tijden beleven; Gij toch hebt bedreigd dat een vrucht-
baar land niets dragen zal, om de zonden dengenen, die
daarin wonen. Och Heer, onze ongerechtigheden buigen
ons ter neder, vergeef ons onze schulden. Verhoor ons
naar uwe wonderbare gerechtigheid, o God van ons heil,
o Vertrouwen aller einden der aarde en der verre gelege-
nen aan de zee! Och Heer, doe uwe milde, almachtige
hand open en verzadig al wat er leeft naar uw welbehagen.
Gij kunt de dingen, die niet zijn, roepen als of ze waren,
tot eer van uwen heiligen naam en van uwe troostrijke
genade, want uwe bronnen hebben overvloed van water.
O Heer, bezoek het land, bevochtig, verrijk het, maak ons
koren gereed, bouw zelf het land, drenk zijne voren, zegen
de opgeploegde aarde, maak haar week door de regen-
droppelen en zegen haar uitspruitsel. Kroon het jaar met
uwe goedheid, laat uwe voetstappen druipen van vettigheid,
maak vroolijk alles wat leeft, beiden des morgens en des
avonds, want Gij, o Heer, onze God! zijt groot en uwe
grootheid is ondoorgrondelijk. Hoe groot zijn uwe werken,
o Heer! Gij hebt ze allen met wijsheid gemaakt, het aard-
rijk is vol van uwe goederen. Och Heer! doe de vensters
des hemels open en laat de volheid van uw zegen neder-
-ocr page 252-
238
dalen. Heere Jezus! Gij hebt duizenden in de woestijn
verzadigd met weinige brooden en de overgeschotene brok-
ken doen verzamelen. O deel nu de overgeschotene brok-
ken onder de hongerenden uit, want uwe hand is niet ver-
kort. Aller oogen wachten op U, dat Gij hun hunne spijze
geeft te zijner tijd. Geeft Gij ze hun, zij vergaderen ze,
doet Gij uwe hand open, zij worden met goed verzadigd,
verbergt Gij uw aangezicht, zij worden verschrikt, neemt Gij
hunnen adem weg, zij sterven en zij keeren weder tot hun
stof. Zendt Gij uwen Geest uit, zoo worden zij geschapen
en Gij vernieuwt het gelaat des aardrijks. Daarom, o
Heer, sterk en verzadig ons met uwe levende kracht, als
met het ware hemelsche brood, want de mensch zal bij
brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat uwen
mond uitgaat. Onthoud aan het brood uwe kracht en uw
zegen niet, maar zegen onze spijs en verzadig ons lichaam
met weinig. Troost en spijzig alle hongerigen en vernieuw
ze in den duren tijd, Gij, die de vogelen des hemels voedt
en niemand van honger omkomen laat. Schenk geduld aan
alle armen, o Heer, en geef dat ze niet twijfelen aan uwe
almachtige hulp; vermeerder hun brood, gelijk het meel
der weduwe te Sarepta. Verzadig ook onze ziel met uw
goddelijk Woord, laat het ons zoeter zijn dan honig en
honigzeem, totdat wij eindelijk aanzitten in uw Konink-
rijk om met U te eten en te drinken, dat is: uw aan-
gezicht in gerechtigheid te aanschouwen en verzadigd wor-
den met uw beeld, als wij zullen opwaken. Amen.
-ocr page 253-
230
Mij een opkomend onweder.
Duisternis zette Hij tot zijne verberging; rondom Hem
was zijne tent duisterheid der ivateren, wolken des
hemels. Van den glans, die voor Hem was, dreven
zijne wolken daarhenen, hagel en vurige kolen. En
de Heer donderde in den hemel en de Allerhoogste gaf
zijne stem, hagel en vurige kolen.
Ps. 18 : 12—14.
O almachtige God, wij hooien uwe stem in de wolken,
hoe schieten uwe bliksems neder, hoe rolt uw donder.
Sterk is uw arm en groot uwe kracht en, indien Gij wildet,
Gij zoudt ons met alle schepselen in een oogenhlik kunnen
verdelgen. Maar och Heer, gedenk aan uwe barmhartig*
heid en goedertierenheid, want die is van eeuwigheid.
Straf ons niet in uwen toorn, kastijd ons niet in uwe
grimmigheid. Wel hebben wij verdiend, dat Gij ons in
uwen toorn omkomen laat. Maar ach, barmhartige God,
spaar ons bij dit onweer. Heer, wees genadig naar uwe
goedertierenheid en delg uit onze zonde naar de grootheid
uwer barmhartigheid. Ontferm U over ons en over alle men-
schen om Jezus Christus\' wil en bewaar lichaam en leven,
huis en akker met uwe almachtige hand. Geef dat uwe
bliksemschichten en donderslagen geen schade aanrichten,
wees Gij onze bijstand in den nood. Almachtige Bescher-
mer van uwe kinderen! zie op ons neder en geef ons on-
der uwe hoede veilig te wonen. Door uwen donder wor-
den de bergen bewogen en davert de grond, zouden wij
-ocr page 254-
240
niet voor U vreezen? Leer ons daaruit zien de vergan-
kelijkheid der wereld, gelijk alles eens zal vergaan, opdat
wij van al het aardsche en van alle ijdelheden afzien en
slechts U, o Heer aanhangen en liefhebben. Want wie is
U gelijk. Uwe almacht is even groot als uwe barmhartig-
heid en genade. Erbarm U onzer en red ons uit allen
nood. Amen.
Bü een hevig onweder.
De stem des Heeren is op de wateren, de God der eere
dondert; de Heer is op de groote wateren. De stem
des Heeren is met kracht, de stem des Heeren is met
heerlijkheid.
Ps. 29 : 3, 4.
Groote, almachtige God! Gij laat de stormen woeden, de
wateren bruischen, den donder rommelen en de bliksem-
schichten het luchtruim doorklieven. Gij kunt de bergen
en rotsen, onze woningen en ons zelven in een oogenblik
verpletteren en vernietigen.
O Heer, wat is het stof, de aardworm voor U, den al-
machtigen Heiland! Wij, arme zondaren, hooren uwe gewel-
dige stem en wij sidderen. Heer, help ons, red ons uit
den nood, die donderend en bliksemend ons boven het
hoofd hangt. Groote God, erbarm IJ onzer om Christus\'
wil! Ach, indien Gij ons doen wildet naar onze zonden,
waar zou onze troost en onze hoop zijn ? Voor U is niemand
-ocr page 255-
241
rechtvaardig, ook niet één. Maar Christus is ons van U
geworden tot rechtvaardigheid, heiligheid en verlossing. Zie
op zijne groote verdienste en geef dat wij hare vrucht ook
in deze bange ure ondervinden. Ontsluit ons om zijnent-
wil uwe hesehermende Vaderarmen en geef dat wij den
hoog uwer genade spoedig weer aanschouwen mogen aan
den helderen hemel. Amen.
Na het onweder.
Psalmzingt den Heer, gij zijne gunstgenooten en zegt lof
ter gedachtenis zijner heiligheid, want een oogenblik is
er in zijn toorn, maar een leven in zijne gocdgunstig-
heid; des avonds vernacht het geween, maar des mor-
gens is er gejuich !
Ps. 30 : 6.
Wij loven uwe groote goedheid, o oppermachtige God,
dat Gij het gevaar, \'t welk ons dreigde, zoo genadig hebt
afgewend. Maar och, Heer! zoo gelukkig zijn anderen
niet; zijn er, voor wie uwe wijsheid het niet goedkeurde
om de schade, die een onweder te weeg hrengen kan, te
keeren, geef dat het licht uwer genade daar weder schijne.
Neen, Gij kunt uw vriendelijk aanschijn niet lang ver-
bergen. Troost de sidderende harten met den zegenenden
blik uwer erbarmende liefde. O, wij mochten het weder
ondervinden dat, al staat de hemel in vlam en al staat de
aarde onder water, en al bezwijken wij van angst, wij toch
16
-ocr page 256-
242
een Voorspraak hebben bij den Vader, die voor ons bidt
en ons voor moedeloosheid bewaart. Lof en dank worde
U toegebracht tot in eeuwigheid, omdat Gij ons verlossing
en barmhartigheid hebt doen vinden in den Zoon uwer
liefde. Hoe zouden wij, zondige schepselen! die zonder
Hem een prooi zouden zijn van de vreeze des doods, voor
uw heilig aangezicht durven naderen? Geef dat wij in
vreugde en smart, in leven en sterven, met lof en dank,
geloovig erkennen, dat uwe oneindige liefde ons door Chris-
tus eene eeuwige zaligheid heeft bereid. Amen.
Op een schoonen lentemorgen.
Hoe groot zijn uwe werken, o Heer, Gij hebt ze alle
met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van uwe
goederen.
Ps. 104 : 24,
Liefderijke hemelsche Vader, wij danken U uit den diep-
sten grond onzer harten, dat Gij ons in den afgeloopen
nacht zoo genadiglijk voor alle leed hebt bewaard en dat
wij den schoonen lentedag vroolijk mogen beginnen. Gij
hebt ons goedgunstig door een moeilijken wintertijd heen
geholpen. Hoevelen onzer medemenschen hebben met een
smachtend verlangen de lente te gemoet gezien en zijn door
bitter lijden gedrukt, onder armoede, honger, koude en
allerlei ontbering heengegaan. Maar wij mogen uwe barm-
hartigheid, die ons zoo genadig door alles heen geholpen
-ocr page 257-
243
heeft, loven en danken. Reeds komt daar nieuw leven in
de sluimerende natuur. De zonnestralen, die het ijs doen
smelten, de zachte lucht, de zingende leeuwrikken, de eerste
bloemen, allen verkondigen de groote opstanding der natuur
en ver!icerlijken U, o eeuwige Bron des levens!
Leer ons in alles uwe oneindige liefde erkennen. Gij
wilt ook aan ons een nieuw, zalig leven schenken. Wij
zijn van natuur zoo licht gelijk aan den kouden, stuggen
grond, die alleen door uw goddelijken adem herleven en
door de kracht der zon uwer genade verwarmd worden kan.
Uw Heilige Geest herscheppe onze harten tot een goeden
en vruchtbaren bodem. Laat uwe oneindige Vadertrouw,
de verlossende liefde uws Zoons tot in den dood des krui-
ses, de tucht en genade uws Geestes krachtig in ons \\ver-
ken, opdat wij voor U in een nieuw leven wandelen. Zegen
ons heilige, drieèenige God, in alle eeuwigheid. Amen.
Gebed vóór het aangaan eener reis.
De Heer zal zijn Engel met u zenden en Hij zal uwen
weg voorspoedig maken.
Gen. 24 : 40.
Almachtige en eeuwige God! in uwen naam wil ik heden
mijn weg betreden en onder aanroeping van uwe barmhar-
tigheid mijn voorgenomen plan tot het doen eener reis ten
uitvoer brengen. Gij zijt de Heer onze God, die onzen uit-
gang en onzen ingang bewaart en onze voeten richt op
een ellen baan, zoodat zij niet wankelen. Ik bid U, mijn
16\'
-ocr page 258-
244
Heer en God, zend uwe heilige Engelen met mij om mij
op mijne reis te behoeden en beveel hen, dat zij mij be-
waren op al mijne paden, op de rechte wegen leiden en
mij brengen ter plaatse mijner bestemming. Geef ook dat
zij mij van daar weer veilig, frisch en gezond tot de mijnen
terugbrengen. O Heer, mijn God, bewaar mijn voet voor
struikelen en dat geen leed mij overkome, \'t zij aan mijn
lichaam, \'t zij aan mijne ziel. Doe mij godvruchtige, be-
hulpzame menschen ontmoeten. Sterk mij, liefderijk God,
opdat ik mijne zaken goed uitrichte en in uwe kracht in
welstand wederkeere. Wees en blijf bij mij op al mijne
wegen, gelijk Gij geweest zijt met den Aartsvader Jakob,
toen hij naar Mesopotamië trok en naar Egypte reisde. En
gelijk Gij de kinderen lsraëls door de Hoodc Zee en door
de woestijn gelem hebt, en hen des daags door een wolk-
kolom en des nachts door een vuurkolom zijt voorgegaan,
wil alzoo, o getrouwe God, ook nu en altoos met en bij
mij zijn en blijven, en mij op deze geheele reis overal be-
geleiden, beschermen en behoeden, met allen nooddruft
verzorgen en als een getrouwe gids niet van mij wijken.
Wees, o almachtige God, mijn reisgezel, mijn herder en
bewaarder. In uwe almachtige handen beveel ik mijn
lichaam en mijne ziel, al mijne betrekkingen en bekenden,
ook al mijne eigendommen. Geef dat ik teruggekeerd al
mijne dierbaren gezond en frisch vvedervinde, door Jezus
Christus, uwen lieven Zoon, die met U, den Vaderenden
Heiligen Geest leeft en regeert tot in eeuwigheid. Amen.
-ocr page 259-
245
Morgengebed op rei».
Die op den Heer vertrouwt zal in een koog vertrek ye-
steld worden.
Spr. 29 : 25.
Liefderijk God, hemclsche Vader! lof, dank en eer breng
ik U toe uit den diepsten grond mijns harten, omdat Gij
mij ook dezen nacht, verwijderd van mijn woonplaats, zoo
genadiglijk behoed, bij de gezondheid bewaard en allen
nooddruft geschonken hebt, zoodat ik in uwen naam mijne
reis hervatten en mijne plannen uitvoeren kan. Goedertie-
ren God en Vader! ik bid U met nederige onderwerping,
hoor en verhoor ook nu en steeds mijn vurig gebed, blijf
als reisgezel aan mijne zijde, bewaar mij voor onheilen van
vallen en stooten, voor trouwelooze mensehen, voor oplich-
terijen, voor bedorven lucht en slechte spijzen, voor onweer
en allerlei gevaar en schade aan lichaam en ziel. Ruim
uit den weg alles wat mij zou kunnen hinderen; help mij
om mijne bezigheden zoo te verrichten, dat het mij en de
mijnen ten goede kome en geef dat ik daarbij in al mijn
doen en laten bij God en menschen het geloof behouden
moge in een goed geweten, lntusschen, liefderijke Heer
en God, wees ook te huis bij de mijnen de getrouwe be-
stuurder en huisvader, spaar aller gezondheid en bewaar
onder hen den vrede, bescherm mijne eigendommen en
geef dat ik door uwe genade frisch en gezond tot hen moge
terugkeeren. Dat ik allen in welstand aantreffe, en dat
ik met blijdschap moge ontvangen worden. Zoo zullen wij
-ocr page 260-
\'240
te samen met lof en dank uwen heiligen naam verheffen in
Christus Jezus, uwen Zoon, onzen Heer! Amen.
Avondgebed op reis.
Wentel uwen weg op den Heer, en vertrouw op Hein:
Hij zal \'t maken.
Ps. 37 : 4.
Liefderijke Heer en God! Aan het einde van dezen dag
breng ik IJ op deze vreemde plaats, den dank mijns harten
als een avondoffer. Ik loof, eer en prijs U voor uwe god-
delijke hulp, dat Gij ook op dezen dag als een getrouw
reisgezel mij zijt nahij gebleven, mij voor alle leed bewaard,
uit alle gevaar gered en mijn lichaam met allen nooddruft
verzorgd hebt. Neem, o getrouwe God, dit avondoffer
mijner dankbaarheid genadig aan, en verhoor ook verder
deze mijne ootmoedige bede; voorzie mij ook dezen avond
van het noodige, breng mij niet dan met christelijke, eer-
lijke lieden in aanraking, wend alle gevaren, waaraan ik
naar lichaam en ziel blootsta, van mij af, verleen mij dezen
nacht een zoete en veilige rust, en morgen een gezond
ontwaken en leid mij dan verder in al mijne bezigheden
op de rechte wegen. Geef ook in mijn hart, o Heer! steeds
eene vurige liefde voor uw heilig Woord, dat ik bestendig
blijve bij de waarheid, ijverig zij in het bidden en smeeken
en dat uw heilig Woord mijne ziel verkwikke. Verleen mij
-ocr page 261-
\'247
dit alles en help mij daartoe, Vader, Zoon en Heilige Geest,
die te prijzen zijt tot in eeuwigheid. Amen.
Dankgebed na eene gelukkig volbrachte reis.
Die U vreezen, betoont Gij groote genade. Judith 16 : 19.
God en Vader! mijne hulpe, tot hiertoe hebt Gij geholpen.
Gij zijt de God, die alleen bijstand verleent. Ik loof U met
hart en mond, omdat Gij mij op mijne wegen getrouw
geleid, vaderlijk verzorgd, machtig beschermd, en aan de
hand uwer liefde weder tot mijne geliefden gebracht hebt.
Steeds zweefde ik in gevaar, maar mijn vertrouwen op U,
o helper Israëls! werd niet beschaamd, en niets kon mij
uit uwe hand rukken. Gij hebt mijnen voet uit het net
gevoerd, zoodat ik behouden ben en daarin vrool.ijk mag
roemen. Dit alles heb ik te danken aan uwe machtige zorg
en ik bid U van ganscher harte, dat Gij mij ook verder nemen
wilt in uwe goddelijke bescherming, een hartelijk verlan-
gen in mij verwekken wilt naar het hemelsche vaderland, en
mij de genade verleenen om steeds met meerder ijver mijne
roeping in Christus vast te maken, en wanneer mijn vreem-
delingstocht eens geëindigd is, moge dan mijn lichaam een
stille rustplaats vinden in het graf, en mijne ziel de blijd-
schap smaken, die haar is weggelegd in uwe woning, bereid
door Jezus Christus, onzen éénigen Zaligmaker. Amen.
-ocr page 262-
248
tiebed vau ouders, rranneer ecu kind het ouderlijke huis verlaat, en
een uieuTf\'e loopbaan begint.
De uoyen des Heer en zijn op degenen, die Hem liefhebben.
Jezus Sirach 34 : 19.
God, vol genade en goedertierenheid! wij brengen U onzen
dank toe, dat gij óns kind zoover gebracht hebt, dat liet
nu de ouderlijke woning verlaten en zich in den vreemde
verder ontwikkelen kan. Geef dat het een nuttig lid worde
der menschelijke maatschappij, maar geef bovenal dat het
U voor oogen en in het hart hebbe, aan geen zonde toe-
geve , noch tegen uwen wil handele.
O Heer! sta hem krachtig bij in den strijd tegen de zonde,
opdat hij zijne jeugd rein beware, en voortga op den goeden
weg. Sterk zijne gezondheid, schenk hem steeds ijver en
lust lot de taak, waartoe hij zich aangordt en onder alle
verrichtingen, waartoe Gij hem roepen zult. Geef dat hij
opwasse in genade bij U en bij de menschen, die zijn welzijn
bevorderen moeten. Schenk hem en ons den rechten geest
des gebeds, opdat wij ook in de verte met hem in U ver-
bonden blijven. Ja, geef dat niets ons scheide van uwc
liefde, die is in Christus Jezus, onzen Heer. Amen.
-ocr page 263-
249
Gebed in \'t algemeen van ouders voor hunne kladeren.
Onze hidp is in den naam des Heer en, die hemel en aarde
gemaakt heeft.
Ps. 124 : 8.
Wij naderen voor uw heilig aangezicht, almachtig en ge-
nadig God! en bidden U ootmoedig om uw onmisharen
bijstand, opdat wij onze kinderen tot hunne zaligheid mogen
opbrengen. Verlicht hun verstand, opdat zij uwen heiligen
wil mogen erkennen. Roei uit hunne harten alle eigen-
liefde, ongehoorzaamheid, ijdelheid, hoogmoed en dergelijke
booze neigingen. Ontdek hun ook die zonden, die hun nog
verborgen zijn en schenk hun eene hartgrondige bekeering.
Bewaar hen voor verzoekingen en, zoo zij daarin vallen,
tuchtig hen door uwen Heiligen Geest, opdat zij hunne af-
dwalingen erkennen, naar uwe vergevende liefde vragen en
den nauwen weg zoeken, die tot het leven leidt. Neig hunne
harten ook tot eene gewillige gehoorzaamheid jegens ons;
Gij immers hebt ons geroepen om hen op te voeden in de
vreeze uws naams. Schenk hun ijver en vlijt in het leeren
en in al, wat zij doen, nauwgezetheid en trouw.
(In uwe bijzondere hoede bevelen wij hen onder onze
kinderen, die van ons verwijderd zijn. Gij zijt machtig ook
hen onder alle verzoekingen te bewaren. Och Heer, erbarm
U hunner en behoed hen naar ziel en lichaam.) Maak onze
kinderen wakende en biddende, opdat zij onder alle aan-
vechtingen staande mogen blijven. Ja leer ons allen uw
welbehagen te doen, want Gij zijt onze God. Uw goede
-ocr page 264-
250
Geest besture onze schreden en leide ons in een elïen land.
Amen.
Gebed van verloofden.
God zij ons genadig en zegene ons; Hij doe zijn aanschijn
bij ons lichten, opdat men op de aarde uwen weg kenne.
Ps. 67 : 2, 3.
Wij loven U, o eeuwige Liefde! met mond en hart, dat
Gij ons elkander op onzen levensweg hebt doen ontmoeten.
Wees ons nabij, opdat wij onze nieuwe loopbaan tot eer
van uwen naam beginnen en ons geheel en al aan uwe
leiding overgeven. Bewaar ons dat wij onzen eigen weg
zouden gaan, geef dat ons doen en laten steeds op U gericht
zij, en dat wij onze verbintenis in en door U sluiten, opdat
onze liefde niet ophoude. Heer, verleen ons beiden zulk
een gezindheid, dat wij elkander steeds en onveranderlijk
liefhebben en elkander met geduld en zachtmoedigheid
dragen. O laat ieder daartoe het zijne doen, opdat onze
verbintenis U welgevallig en door U gezegend zij en blijve.
Sterk ons, opdat wij elkander in geen omstandigheid des
levens, in lief noch leed, verlaten, maar steeds in alle toe-
standen, waarin wij geraken, elkander getrouw blijven.
Moge niets ons hier op aarde scheiden dan de dood alleen.
Maar, indien het zijn kan, laat dezen nog ver van ons
verwijderd blijven. Wij hebben nog zooveel behoefte aan
-ocr page 265-
251
bekeering en heiligmaking. Geef dat wij beiden daarnaar
staan en niet moede worden in het zoeken naar dat ééne,
\'t welk noodig is. Moge onze toekomende woning een
plaats des vredes zijn, waar al onze betrekkingen gaarne
vertoeven en waar hun rust en troost geboden wordt. Ja,
Heer, schenk ons vrede en vreugde in den Heiligen Geest
en kroon ons met uwe genade om Jezus Christus\' wil.
Amen.
Gebed Tan ouders op den dag des huwelijks van hnn zoon.
Zoo de Heer het huis niet bouwt, te vergeefs arbeiden
deszelfs bouwlieden daaraan.
Ps. 127 : 1.
Wij loven uwe groote goedheid, liefderijke hemelsche
Vader, dat Gij ons dezen blijden dag beleven doet en wij
danken II met een bewogen hart dat Gij onzen zoon eene
hulpe tegenover hem naar zijn hart hebt toegebracht. Gij
zijt tot dusver zoo vaderlijk met hem geweest en hebt hem
tot hiertoe zoo trouw geholpen. Breid uwe vaderarmen ook
nu in zijn nieuwe loopbaan over hem uit en bescherm
hem. Moge hij een voorbeeld wezen voor de zijnen hoe
men leven moet om U welbehagelijk te zijn. Schenk hem
daartoe de rechte wijsheid, opdat hij zijne huishouding met
verstand besture, geef dat hij al zijne ondernemingen op
U als den rotsgrond bouwe. Maak hem sterk in het geloof,
onwankelbaar in de hoop, trouw in de liefde. Geef dat hij
niet vertrage in het waken en bidden, opdat de wereld,
-ocr page 266-
252
het vleesch, de Satan geen macht over hem bekomen. Ja,
Heer, zegen deze onze kinderen inzonderheid met hemelsehe
goederen en leid hen op een etFen baan tot het eeuwige,
zalige leven. Amen.
Gebed van ouders op den dag des huwelijks van hunne dochter.
Strek uwe goedertierenheid uit over degenen, die U kennen.
Ps. 36 : 11.
Almachtige, barmhartige God! Gij hebt groote dingen
aan ons gedaan, dies zijn wij verblijd, daarom willen wij
harten en handen tot U opheffen en uwe goedertierenheid
prijzen. O Heer, wees en blijf ook verder ons met uwe
hulp nabij. Uw vaderoog blijve geopend over onze dochter
en uw trouwe hand geleide haar op haren nieuwen levens-
weg. Schenk haar wijsheid, liefde, zachtmoedigheid, ge-
duld, opdat zij onder alle omstandigheden naar uw welbe-
hagen moge wandelen. Er komt in het menschelijk leven
zooveel voor, waarin men dwalen en struikelen kan. Geef
dat zij U liefhebbe boven alles en handele naar uwen wil,
dat zij aan haren man onderdanig zij in alle dingen, die
recht en billijk zijn. O liefderijke Heiland, mochten deze
onze kinderen ranken zijn, die in U, den waren wijnstok,
blijven, neem van hen weg wat geen vrucht voor de
eeuwigheid dragen kan, en voed hen door lief en leed op
voor uw hemelsch Koninkrijk om uwer liefde wil. Amen.
-ocr page 267-
253
Gebed Tan ouders op den dag des doops Tan hnn kind.
Ik zal van goedertierenheid en recht zingen; U zal ik
psalmzingen, o Heer!
Ps. 101 : 1.
Liefderijke Heer, onze God! Met een diepbewogen hart
brengen wij U onzen dank toe, omdat Gij bet kind, \'t welk
Gij ons onlangs geschonken hebt, nu ook hebt opgenomen
in het verbond uwer genade. O neem het onder uwe hoede,
gelijk eene hen hare kiekens vergadert onder hare vleugelen.
Moge het den zegen van zijnen doop ondervinden en de
hem daarin geschonken genade eenmaal aanvaarden. O
Heer, hoe zouden wij u genoeg kunnen danken voor het
voorrecht, dat het gebracht is onder den adem van uwen
Heiligen Geest. Och help ons dat wij niet slechts Christenen
heeten, maar ook in waarheid Christenen zijn en dat wij
ons kind opvoeden tot eer van uwen heiligen naam. Vervul al
uwe dierbare beloften aan dit kind, \'t welk nu immers ook
uw kind is. Geef dat het opwasse tot een burger des he-
mels, dat het door een levend geloof in leven en in sterven
aan U verbonden en in al zijn wandel U geheiligd zij. Help
Gij hem daartoe naar uwe groote barmhartigheid en geef
dat wij U eens met hem als uwe verlosten lof en dank
mogen toebrengen van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
-ocr page 268-
254
Gebed om de gave des gebeds.
Mijn mond zal den prijs des Heeren uitspreken. Ps.
145 : 21.
Liefderijke hemelsche Vader! Gij weet het best wat ons
ontbreekt en Gij geeft zoo gaarne wat wij noodig hebben,
maar wij bidden U toch bovenal om de gave van op de
rechte wijze te kunnen bidden.
Onze harten zijn dikwerf zoo traag en dor, als of een
booze geest hen uitgedroogd hadde. O het kan zijn dat
daar zelfs geen zucht, die waardig is tot U door te dringen,
opstijgt uit ons neergebogen hart. Nu eens hebben de ver-
strooiingen en het gewoel der wereld onze betere ervaringen
verlamd, dan weer beletten ons de aardsche zorgen om tot
ons zelven te komen; straks wordt ons hart weer ingenomen
door zondige gewoonten en verleert het daardoor de kracht
en den moed om te naderen voor uw heilig aangezicht.
Barmhartige Vader, red ons toch uit den pijnlijken toe-
stand van niet tot U te kunnen komen. Bevochtig ons dor
gemoed door een milden regen uwer oneindige genade,
opdat het wederom gelijk worde aan een zachten grond,
waarin het goede zaad ontkiemt, opkomt, wast, en vruchten
voor den hemel dragen kan. Verwijder den vijand, die zoo
gaarne onkruid daarin strooit en geef dat hij geen macht
over ons krijge. Schenk ons kracht tot bestendige waak-
zaamheid en bewaar ons, dat wij niet gedurig weer vervallen
in de traagheid, die ons de geschiktheid tot bidden beneemt.
-ocr page 269-
255
Doe ons in voortdurende gemeenschap met U verkeeren en
uit uw trouwe vaderhand krachten putten voor het eeuwige
leven, opdat wij reeds hier een voorsmaak hebben van de
zaligheid, ons verworven door uw lieven Zoon, onzen Heer
en Heiland.
Geef ons geloof in al zijne beloften des vredes en schenk
ons de ervaring harer vervulling ook in onze jongste ure,
opdat geen macht in staat zij ons te scheiden van uwe
liefde, welke is in Christus Jezus, onzen Heer. Amen.
-ocr page 270-
m
(CM
j\'W?)
Aj
Gedrukt bij Kemink & Zoon. te Utrecht.
/