-ocr page 1-
MEDEGEDEELD DOOK DEN HEEtt
c. a. ebbikge wobbeht.
Staphorst.
Volgens het Doopboek van Staphorst, aangelegd door
Dominus Theodorus Noortberg, zoude de laatste Roomsche
Priester in de Kerk te Staphorst aan den H. Nicolaas ge-
wijd en staande ter begering van het Kapittel Sint Libuini
te Deventer 1580, geweest zijn Heerc Geert A. L. M.,
welke te Keulen zoude hebben gestudeerd en naar zijn tijd
een geletterd man, welke aan de Roomsche leer zoude gc-
twijfeld hebben Volgens dat Doopboek zoude zijn opvolger
geweest zijn Jan Pannekoek, meest Boomsch, en tusschen-
beide een van Steenwijk, welke hier maar een jaar of twee
zoude geweest zijn.
De eerste Predikant was Antonius Smitsius of Fabritius.
Hij werd omstreeks 1590 beroepen; in dien tusschentijd
schijnt hij bemoeijelijkt te zijn geworden door Johannes van
der Eiken, uit het Pausdom overgegaan en mogelijk de
bovengemelde Jan Pannekoek. Deze Johannes van der Eiken
had een zoon, mede Johannes genaamd, die — zooals straks
nader — te Keulen studeerde.
Beide schijnen zich te hebben willen handhaven en wel
feitelijk in de opkomsten der Pastorij. Bij accoord van
BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT
A06000029469883B
/) J $                                              2946 988 3
-ocr page 2-
42
7 Maart 1598 was evenwel verstaan dat Fabritius de pro-
fijten van Pastorie en Vicarie te Staphorst zoude genieten
en zij (de van der Eiken) deswege zich niet zouden be-
kreuncn, ook met zaken de Godsdienst belangende, veel
min eenig kwaad feit zouden allen teren of aan de huislicden
die Fabritius cenige pachten mogten betaald hebben, welke
feiten te voren van dien aard waren dat zij deswege te
Hasselt in detentie zaten, blijkens het navolgende:
Geexcerpeerd uit een Prothocol der Stad Hasselt anno 1588.
Den 7 Marcij anno 98 voor Schepenen Willem Jans ën
Gornelis Jans.
Is gecomparcert in eygener persone Joannes van Eijken
Sonc van olden Johanncs van Eycken Pastoer van Staphorst
ende heft met eede belooft als dat hij noch \'syn Vader nochte
oock ijemant van harentwegen Anthonio Fabricio, tegen-
woordig Predikant van Staphorst, nochte oock cenige andere
hmsluydcn ofte Carspels ingesetenen om cenige woorden
die gesproocken mochten syn ecnigh quaedt fait sullen
attenticren ofte ander smaedt hen ende onbelecftheijt te be-
wysen om oorsake dacr my de Magistract van Hasselt in
apprehensic gestelt heeft beloue mede mits desen dat ick
nochte mijn vader belangende de Godsdienst ën Profijten van
Pastorie ën Vicarie van Staphorst na dato van desc in
t\' weinige niet sal becrodigen, maar den tegenwoordigen
Predikant Anthonio Fabricio daermede te laten geworden
nae syn believen sonder eenigc dreijgementen de huysluyden
te doen die aen den vors. Predikant eenighe pachten moch-
tcn betalen, maer daerentegens my alre vruntschap ënde na-
buyrschap altijt te verrightcn ofte in foute van dien sal de
Magistraet veroorsaackt wcsen daer innc te doen als haer
goeden Randt sal verdraghen, t\' oirconde heb ick desen met
myn eygen hant onderteekent, alsmede cauerende de rato
voir mynen Vader die met vrij gcleijdc sal in de Stadt
mogen comen ën weder vyt gaen om t\' selve mede te
onderteekencn actum its.
-ocr page 3-
43
Staat met een ander hand:
Johannes van der Eycken Junior als boven verhaalt hebbe
dit met myn eygen handt gesubsigneert vnd ondertceckend.
Ingevolge van het bovenvermeld accoord onder eede afge-
legd werden ontslagen en zij beloofden verder in vrede en
vriendschap met Fabritius te zullen leven en hiertegen doende
nemen zij aan wederom in detentie zich te zullen begeven.
Zij schijnen in dezen zich aan hunne belofte getrouw te
hebben gehouden, immers bij Resolutie van de Gecommit-
teerden van Ridderschap en Steden de Landschap van Over-
ijsscl van 20 Junij 1597 verklaren desclve dat vermits het
overlijden van Harm Goops de Vicarie, titulo Sancta Gatharina,
gehoorende tot die Kcrcke van Staphorst is komen te vaceren
uit redenen Haar ed. daartoe moverende de voormelde vacerende
Yicarie gegunt en gedefercert hebben Johanne van der Eyckc,
dienaar des Goddelicken woords in der voorsyde Kcrcke van
Staphorst, om deselvc van nu voortaan voor synen zoon
Johannes van der Eyck Junior te mogen aenvaarden, deselve
met alle baren profijten, Emolumenten van ouds dacrtoe
gehoorende, na luyd der fundation holden en gebruiken,
gelijk de voorgaande Possessoren desclve gebruikt en genoten
hebben, mits dat hij zijn zoon in de Universiteit te Keulen
studerende, zal verschrijvcn en hem in een binncnlandsche
Universiteit studeren laten en dit alles bij Provisie en tot
renovatie van der Landschap of Haar cd.
Doch daar de geschillen hiervoren gemeld, naar den zin van
Fabricius niet geheel ophielden, heeft hij om verder onaange-
naamheden te voorkomen, de plaats verlaten en zich wederom
naar Zwartsluis begeven, anno 1601. In zijn plaats werdt in
hetzelfde jaar wederom beroepen Rudolphus ab Uterwijck, Eme-
ritus verklaard 1617. Zijn weduwe wordt op haar verzoek (1627)
toegestaan een jaarlijksche tantum van f 50 uit krachtc van
zekere akte van 2 November 1622. Zij schijnt reeds kort
daarop overleden te zijn als zijnde hare kinderen bij Apostille
-ocr page 4-
u
van Ridderschap en Steden van 2 April 1627, het jaarlijksch
tractement hunner moeder toegestaan.
Lambertus Hanecamp, beroepen van Avereest in Mei 1617,
Emeritus verklaard in Mei 1658, overleden te Staphorst
5 Maart 1661. Zijn eerste vrouw was een dochter van zijn
voorganger Rudolphus Uiterwijk. Ten tweedenmale huwde
hij met Geertruid van Wullen, die hem overleefde en her-
trouwde. Zij was geboortig van Campen en trok derwaarts.
Lambertus Hanekamp had geen kinderen althans bij zijn
tweede vrouw.
Theodorus Noortberg, Kandidaat, beroepen 19 September
1658. Den 28 Julij 1667 beroepen naar Stavoren. Zijn
vader was Gerhard Noortberg, Scholtus van Zalk zijne moe-
der Sophia Gerrits, die naderhand hertronwde met Landdouwe
Joachimus van Stegeren, beroepen van Hardenherg 26 Julij
1667, overleden te Staphorst 1686. Zijn vrouw was Judith
Koobs, een broeders dochter van de hier voren vermelde
Vicaris Harm Koobs.
Zijn opvolger was Engelbertus van Stegeren, geboren te
Zwolle 4675, werwaarts zijn ouders die waren Joachimns van
Stegeren en Judith Koobs om de Munstersche invasie geweken
waren. Hij was Kandidaat en in zijns vaders plaats 4 April
1687 beroepen.
Hij overleed kinderloos Julij 1701.
Joannis Struis, Kandidaat, beroepen 27 September 1701.
Den 8 Maart 1705 beroepen naar Ilpendam.
David Frantsius, Kandidaat, beroepen 10 Augustus 1705.
8 Junij 1706 boroepen naar Raalte; zijn vrouw was Anna
ten Heuvel van Hoogeveen.
Frantsius is als Hoogleeraar te Groningen overleden.
Abraham Putman, Kandidaat, beroepen 9 Augustus 1708,
overleden 24 December 1756.
Zijn ouders waren de Rentmeester Putman.
Hij huwde met Engelina van Diepenheim, bij welke hij
kinderen verwekte, maar voor hem overleden. Hij had een
-ocr page 5-
45
zuster Anna Ghristina Putman, die de eerste vrouw is ge-
weest van Hendrik Smits, Schaltus van Rouveen.
Onder zijn dienst is de tegenwoordige kerk te Staphorst
gebouwd.
De Leerrede bij de inwijding door hem gehouden is in
druk verschenen met een aanhangsel, houdende eene bc-
schrijving van Staphorst.
Ook heeft hij nog andere godsdienstige werkjes in druk
uitgegeven.
Hij was een man die zijn tijd vooruit was, en daardoor
in verwikkeling kwam, omtrent zijn houding met den afge-
zetten Zwolschen predikant Antonie van der Os, waarvan
de Nedcrlaudschi.: Jaarboeken van dien tijd breedvoerige
melding maken.
Cornelis van Dam, Kandidaat, beroepen 9 October 1757,
vertrokken uaar Linschoten 15 Junij 1766. Zijn vrouw
was Maria van Irhoven, bij welke hij onder anderen een
zoon verwekte met name Willem van Irhoven van Dam,
die als Schrijver bij de onlusten van 1787 bekend is. In
1763 werdt de toren te Staphorst gebouwd en legde zijn
dochter Maria Magdalena van Dam de eerste steen.
Arnoldus van der Voort, beroepen van Hilversum 30
September 1766.
Door een val zijne beide knieschijven gebroken hebbende,
heeft hij met veel moeite den Predikstoel beklimmende, den
17 September 1775 zijn afscheidpredikatic genomen. Zijn
vrouw was Helena Alida van Ncercassel.
Piërus Adema, beroepen 21 December 1775 van Sleen,
vertrokken 16 November 1778 naar Boxum en Blessum.
Zijn vrouw was Renske Fcnna van Franeker. Hij over-
leed 1792.
Zijn broeder Hendrikus Adema was Predikant te Zwolle.
Piërus Adema was gedurende zijn dienst alhier zeer gevreesd,
zijnde hij iemand die ontzag bij groot en klein wist in te
boezemen.
-ocr page 6-
46
Petras van der Haar, beroepen van Hemmen 1779, ver-
trokken naar Denichem 1792. Zijn eerste vrouw was
Hendrika van der Scheer, zuster van den Amsterdamseben
Predikant van der Scheer.
Hij overleed kinderloos.
Hij had hier vele onaangenaamheden te verduren ter zake
van zijn anti Oranjes gezinde gevoelens. Hij overleed 1821.
Hendrik Alfcrink, Kandidaat, beroepen 10 Julij 1793.
Overleden 20 Januarij 1795, getrouwd met Fennigje Lam-
bers, uil welken echt geen kinderen. Deze hertrouwde met
Berend Evers Wobben, die zij overleefde en stierf in hoogen
ouderdom te Staphorst.
Hendrik Alfcrink kwam reeds ziekelijk zijn dienstwerk
aanvaarden, zoodat hij al aanstonds niet geregeld den Pre-
dikdienst kon waarnemen, en dientengevolge zijn dienst door
naburige ambtsbroeders moest worden vervuld.
Johanncs Hcndrikus Joling, beroepen van Elburg 13 No-
vember 1795, vertrokken naar Francker 1799. Zijn vrouw
was Johanna Damman van Zwolle. Hij overleed 2 Sep-
tember 1823 te Franeker kinderloos.
Hendrik de Hol, kandidaat, beroepen 7 October 1799,
vertrokken naar Zevenhoven 30 April 1810, nemende op
dien dag tot text Jerem. XVII: vs. 16. Hij overleed aldaar
■4 December 1810. Zijn vrouw was Hendrika Reinds, uit
welk huwelijk onder anderen de Hoogeveensche Predikant
de Hol en nog drie andere kinderen. Hij stierf in den
ouderdom van 43 jaren, en stond dus aldaar geen 10
maanden.
Bij de invoering der Evangelische gezangen in 1806 kreeg
hij onaangenaamheden met velen in de Gemeente, die niet
alleen stijf hoofdig die gezangen verwierpen, maar zelfs tot
feitelijkheden overgingen.
Dit deed hem besluiten de roeping naar Zevenhoven aan
te nemen.
Theodorus van Rhee, geboortig van Ootmarsum, op reeds
-ocr page 7-
gevorderden leeftijd beroepen van Hooge en Lage Meden
en Oostwold 10 Januarij 1810, bevestigd door Ds. L. Eb-
binge 6 Mei 1810 met de woorden van 2 Gorinth. V vs.
11, des namiddags de intrede-text Mare. XVI vs. 16. Hij
overleed kinderloos te Staphorst den 2 September 1823.
Zijn eerste vrouw was Jannegje van Leusen, van Gampen.
Zijn tweede vrouw die hem overleefde Trijntje Bartelds ter
Veen, van Nyeveen.
Vele standplaatsen beeft hij gehad als: Camperveen,
Kuinre, Wapserveen, Rottevalle, Nyeveen, Hooge en Lage
Meden en Oostwold, Zuidwolde enz.
Johanncs Alhertus Hartman, geboortig van Hoogeveen,
beroepen van Hicrden 7 November 1824, overleden te Stap-
horsl September 1842 ongehuwd, is te Hoogeveen begraven.
Zijn cenigc Zuster Gornelia Hartman, mede ongehuwd bij
hem inwonende, overleed te Staphorst 1828.
Geert Landeweer, beroepen van Paescns 1843, vertrokken
1858 naar Rijswijk. Zijn vrouw is Johanna Muntingc.
Jeremias Siblesz, beroepen van Steenwijk 1861. Zijn
vrouw is Gornelia Sara Wallcr.
Roüveen.
Volgens een oude aanteekening van Hermanus Ther
Mathc of Ther Maten, afgeschreven door den Predikant
Wilhelmus Sluiter en door deze in een Kerkboek gesteld,
zoude de eerste Predikant te Rouveen geweest zijn Heer
Nicolai, en van de Grieksche Godsdienst tot die der Her-
vormden zijn overgegaan, en schijnt 1582 bij acte als Pas-
toor te Rouveen te zijn aangesteld. Zijn weduwe, Lumme
genaamd, verklaart zulks op dat jaar wegens een geschil
over een jaarlijksch roggepacht. \'t Is evenwel ook mogelijk
dat dit is geldende van een volgende, genaamd Poulus
Antonic, deze leefde in 1606, doch in dat jaar komt reeds
voor Tjarik Poulie, welke maar een half jaar te Rouveen
Predikant is geweest en toen vertrokken naar Reilen.
-ocr page 8-
48
Martinus Johannes Harlingensis is beroepen yan Hens-
broek en Obdam 1607. Hij wordt van zijn dienst ontslagen
1618; \'t is onzeker of dit ter zake van levensgedrag of om
Remonstrantsche gevoelens heeft plaats gehad, bij Revius
Davent. lllustr. Lib. V en VI vindt men van hem eenige
aanteekeningen.
Volgens Boudcrtius XV1" Boek f° 85, schijnt hij als Remon-
strantsch Predikant afgezet te zijn, immers men leest aldaar
dat Martinus Harlingensis uit de inkomsten en uitgaven over
alle de Krniskcrken der Remonstranten en hunne Predikanten
genoot een som van / 50.
Hij vertrok naar Friesland.
Bij resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 Fe-
bruarij 1612 accordeerde deze aan den Prediger Johannis te
Rouveen op zijn verzoek tot syns en syns beide soenen
ondcrboldinge en studijs\' moge genieten de opkomsten eener
vicary aldaar ten ware dat bij den gemenen aldaar redenen
ter contrarie mogten wesen.
Johannes Fokkingius, 1619 beroepen van Avereest, over-
leden te Rouveen den . . . denkelijk 1659. Zijn vrouw was
Geesje Smitshof, uit welken echt onder anderen een dochter
die trouwde met Arend Jansen Schultus te Rouveen.
Hcnricus Reuterus, beroepen 1660 22 Julij, overleden te
Rouveen 1664. Zijn vrouw was Joanna Jellen. Hij liet
een zoon na Antonie Reuterus, Kandidatus in de Theologie,
doch die het niet verder bragt dan tot koster en school-
meester te Rouveen.
Van hem tot in onze dagen mannelijke nakomelingen.
Godofridus Occleij beroepen 29 October 1664, overleden \'
1672. Zijn vrouw was Aaltje Walraven die hem overleefde
en hertrouwde 21 April 1675 met Gasper Waterham Gerigts
schrijver van t\' Hoog Schoutambt Hasselt denkelijk te Rou-
veen overleden.
Wilhelmus Sluiter, de bekende Eiberger zanger om de
Munstersche invasie. Vluchtende heeft hij Eibergen verlaten
-ocr page 9-
49
en het beroep naar Rouvccn aangenomen 1673. Zijn dood
ontrukte aan deze zijn nieuwe Gemeente na een halfjarige
dienst. Hij overleed te Zwolle en werdt aldaar begraven
uit zijn huwelijk een zoon nalatende Johannes Sluiter Predi-
kant te Steenwijk. Men verhaalt dat hij naar Zwolle gaande
zijn doodgocd mede nam.
Jacobus Groothuis beroepen 4674, vertrokken naar Zwolle
1678 aldaar Emeritus verklaard den 7den Mei 1713.
Hcnrikus Grevenstein beroepen 1678, vertrokken naar
Hasselt 1684. Hij huwde te Zwolle den 2den Maart 1661
met Jannigjc Jellen.
Harmanus Ther Mathce of Ter Maten, beroepen van
Ommcrschans en 27 Julij 1684 bevestigd door Arnoldus
Voltelen, Predikant te Zwolle. Hij overleed te Rouvccn
1695.
Harmanus Ruis beroepen 1697, overleden tcRouveen 1721.
Zijn vrouw was Susanna Mensink die hem overleefde en te
Zwolle overleed 1735. Zij was een dochter van den Zwol-
schen Cameraar Gasper Mensink.
Wilhelmus Sluiter zoon van den Steenwijker Predikant
Johannis Sluiter en kleinzoon van den bekenden Eiberger
zanger Wilhelmus Sluiter zijn vrouw was Agnctha Schutte
zuster van den Amsterdammer Predikant Rutger Schutte.
Hij werdt als Kandidaat te Rouveen beroepen en door zijn
vader bevestigd den 10llei\' October 1723. Uit zijn echt met
Agnetha Schutte verwekte hij Johannes Sluiter Predikant
te Garderen,
Otto Rutgerus Egbertus Sluiter zijn opvolger,
Hendrika Geertruid Sluiter huisvrouw van den Predikant
te Rauwcrt Focko Liefsting.
Jonker F. A. Goninck te Hasselt legateerde met verband
van fldeicommis eenige vaste goederen o. a. van Hendrika
Geertruid Sluiter onder konditie, dat de kinderen uit haar
echt geboren voor den Predikstoel gedoopt moesten worden
met den vollen naam van Goninck.
4
-ocr page 10-
50
Van hier dat de nakomelingen van Focko Licfsling steeds
tot heden den naam van Goninck Liefsting voeren.
Maria Sluiter.
Geertruid Sluiter.
Zijn behuwdbroeder was Gabriel van Hoorn Predikant
te Raalte.
Hij overleed te Rouvecn den 10dl!° November 1776, op
den 10den October 1773 deed hij te Rouveen zijn SOjarige
preek welke in druk is uitgegeven zoo ook andere zijner
schriften.
Dezelve ademen een strenge orthodoxe rigting van die
dagen, zoo dat hij dan ook met hevigheid bestrijdt de meer
vrije rigting die door begon te breken, inzonderheid was
dit het geval met den Zwolschen Predikant van der Os.
Van hem gaan in druk uit cenigc Theolog. schriften.
Otto Rutgerus Egbertus Sluiter Kandidaat in zijns vaders
plaats beroepen 16 Junij 1777 ongehuwd te Rouveen over-
leden den 2"811 Januarij 1797 wordende opgevolgd door
Nicolaas Nieveen beroepen van Woudsend 11 Junij 1797
Emeritus verklaard 1854 en overleden. Zijn weduwe Fennigje
Meijer overleefde hem.
Reide zijn zij overleden te Groningen bij hun dochter
Gesina Nieveen gehuwd met Hendrik Rculen van der Laan.
Een ander dochter was gehuwd met Klaas Uithof mede
van Rouveen en genaamd Gatharina Johanna.
Pieter Eliza Karel van Nes beroepen van Ommerschans
1834 gehuwd met Henriette Sara Antonia Abeliene Glara
Schelling. Uit dezen echt een aantal kinderen.
IJhorst.
Gonradus Rrouerius van Nideck, beroepen als eerste Pre-
dikant 1609, overleden IJhorst 13 Augustus 1652.
Zijn vrouw was Fcnna Aukema. Zie van hem Hoog-
straten algemeen Woordenboek, alwaar breedvoerig over
zijn geslacht gehandeld wordt.
-ocr page 11-
51
.lohannes a Lcussen beroepen 1052, overleden te IJhorst
den
1684.
Hij huwde (en 2de male met Jobanna .feilen wed. (e
Zwolle den 27 October 1678.
Fredcrik Arnold Condewijn beroepen van Hengelo 1684
bevestigd 15 April nalatende zijn vrouw Gesina van der
Werf overleed hij te IJhorst 2 October 1695.
liijkman Wolfsen bevestigd 28 Maart 1697 Emeritus ver-
klaard 1747; hij had een broeder Gocnraad en 2 zusters
Catharina en Frcderica Arnolda.
Gillis Bruinier eerst adjunct naderhand Predikant beroe-
pen 1747 vertrokken naar Zutphen.
Wilhelmus Brocades gehuwd met Johanna Hagedoorn
beroepen 1745 ontslagen 1788, overleden denkelijk te Mep-
pel, te gelijk met zijn ambtgenoot P. van der Haar te Stap-
horst ijvrig Patriotsch gezind.
Lambertus Ebbinge zoon van Jan Ebbinge en Lamberta
Tabingh van Peize gehuwd met Stijntje Top van Elburg be-
roepen van Hasselt 1788 Emeritus, overleden te Mcppel.
Frederik Smit, Kandidaat beroepen gehuwd met Jentje
ten Wolde overleden te IJhorst in jeugdige ouderdom zoo
ook zijn vrouw nalatende kinderen.
Jan Sonius Swaagman, Kandidaat beroepen, vertrokken
naar Stadskanaal den
Gerrit Jan van Holbergen, Kandidaat beroepen, gehuwd
met Antonia Wansleven dochter van een Boekverkooper
te Zutphen. Uit dezen echt twee dochters en één zoon.
-ocr page 12-
f.
STUKKEN
UIT I1KT
ARCfflEP DER STAD HASSELT,
HETREFFENDE DE
BROEDERSCHAPPEN DES HILIGHEN SACRAMENTS,
EN VAN DE
HEILIGE MAAGD MARIA TE HASSELT,
MEDEGEDEELD DOOR DEN HEER
F. A. EBBINGE WUBBEN.
Wij Sccpenë en Racd der Stad van Hasselt doen kondich
allen luden, dat wij ten loue en ter eren des weerden hilighen
Sacraments ên to behoeff der armen ghcracmet ën gheordineert
hebben by rade zömigher Priestrë in onser Stad ene broder-
scap des hilighen Sacraments tot eenre Ewighcr memorien
ën Zielen Zelichcit der gheenre, die in desër broderscap sin
off namaels in ontfanghen zolejn werden, Ende zonderlinghc
tot enen onderstande ën hulp en der rechten arme die men
lanen ën bezorgben zal van den gücde dat hijr to ghegheuë
wert na alrc formen des brieffs als hijr na bescreuë stact.
In den ijrsten so welck paer volkes deser broderscap gheuet
tot enë inganghe een pond wasses off die weerde dacr voer
ën bewiset Erflickc een half pond s\' jaers off gheuet daer
voer drie olde schilde want dat halue pond mach më doch