-ocr page 1-
QtjL.r(\\n\\ \\z <r£<j
REGLEMENT
OP DE
Classicale Wediweobenrs
VAN
KAMPEN,
opgericht den 27 Juni 1832.
Hemen 24 Juni 1874.
KAJIPEN. — K. V
1875.
N II
BIBLIOTHEEK
NED. HERV. KERK:
-ocr page 2-
-ocr page 3-
Reglement
OP DE
VAN
KAMPEN,
opgericht den 27 Juni 1832,
EERSTE AFDEELING.
Doel.
Art. 1. Het doel dezer Beurs is, ondersteu-
ning te verleenen aan Weduwen en Weezen
der predikanten, die bij hun overlijden hare
leden waren.
Leden.
Art. 2. Leden dezer Beurs kunnen zijn alle
predikanten in de classis van Kampen die-
nende, of gediend hebbende.
-ocr page 4-
4
Art. 3. De hulpprediker, toegevoegd aan de
Gemeente Kampen ten dienste van het In-
structie-Bataillon (mits vroeger lid der Beurs
geweest zijnde), kan lid der Beurs blijven tegen
betaling eener jaarlijksche contributie van ƒ 10.—,
of van de contributie vroeger als gewoon lid
door hem voldaan.
Art. 4. Men wordt lid der Beurs door be-
taling van een Introitus. Deze bedraagt voor
Predikanten beneden den leeftijd van 40jaren:
tien gulden (/10.00); voor Predikanten tus-
schen 40 en 60 jaar oud: vijftien gulden
(ƒ15.00); voor Predikanten van meer dan GO
jarigen leeftijd: twintig gulden (ƒ20.00).
Art. 5. Predikanten, die zich binnen zes
maanden na hunne bevestiging niet als leden
der beurs verbonden hebben, kunnen, mits zij
de classis van Kampen niet hebben verlaten,
haar lidmaatschap nog verkrijgen, op de na-
volgende voorwaarden:
Predikanten, die bij hunne bevestiging min-
der dan 40 jaren oud waren, tegen betaling
van zooveel maal zeven gulden vijftig cents
(f 7-50);
Predikanten, die bij hunne bevestiging tus-
schen de 40 en 60 jaren oud waren, tegen be-
-ocr page 5-
5
taling van zooveel maal tien gulden (f 10.00);en
Predikanten, die bij hunne bevestiging meer
dan 60 jaren oud waren, tegen betaling van
zooveel maal twaalf gulden vijftig cents
(f 12.50), als er halve jaren sedert die beves-
tiging verloopen zijn.
Bovendien betalen allen den introitus,
zooals die in art. 4 is vastgesteld.
Deze sommen moeten in eens aan den
Quaestor der Beurs worden voldaan.
Van dit tijdstip af betalen zij de gewone
contributiën naar den maatstaf van art. 6.
Art. 6. Ieder in de classis van Kampen
dienstdoend Predikant, die lid is der Beurs,
betaalt jaarlijks, vóór of op den dag der clas-
sicale vergadering van het loopende Boekjaar,
franco aan den Quaestor, een contributie ge-
lijkstaande met zijn introitus, volgens art.
4; zoodat die contributie bedraagt voor:
Predikanten beneden de 40 jaar lid gewor-
den ƒ10.00 \'sjaars.
Predikanten tusschen de 40 en 60 jaar lid
geworden ƒ15.00 \'sjaars.
Predikanten boven de 60 jaar lid geworden
ƒ20.00 \'sjaars.
Elk lid der Beurs van standplaats verwisse-
(
          lende binnen het ressort der classis van Kam-
-ocr page 6-
6
pen betaalt bij iedere plaatsverandering tien
gulden (/10.00).
(NB. De bepaling in alinea 1 van dit art.
voorkomende is niet van toepassing op
hen, die vóór 24 Juni 1874 reeds leden
van de Beurs waren. Deze betalen,
zoolang zij leden blijven, de vroegere
contributie van tien gulden (/10.00)
\'sjaars.)
Art. 7. Leden dezer Beurs, door de classicale
vergadering van Kampen afgevaardigd wor-
dende naar eenig kerkelijk bestuur boven den
kerkeraad, zijn verplicht, ieder eenejaarlijksche
contributie van ƒ5.— te betalen.
Art. 8. Leden dezer Beurs, door verroeping
de classis van Kampen verlatende, kunnen
leden der Beurs blijven, mits zij van hun ver-
langen daartoe schriftelijk kennis geven aan
den tij delijken Quaïstor, binnen drie maanden
na den dag, waarop zij, blijkens hun acte van
ontslag, van hunne betrekking op de classis
zijn losgemaakt, en wel tegen betaling in eens
van de som van vijftig gulden (ƒ50.00) pro
e x i t u; en van een jaarlijksche contributie, v ij f
gulden (ƒ5.00) meer bedragende dan die, welke
zij als gewone leden betaalden.
-ocr page 7-
7
Ook zij betalen bij iedere volgende plaats-
verwisseling tien gulden (ƒ10.00).
Zij zijn verplicht hunne jaarlijksche contri-
butiën, enz. vóór of op het in art. 6 genoemde
tijdstip, franco, aan den tijdelijken Qua;stor
te doen toekomen.
Art. 9. Predikanten, die sinds den dag van
de oprichting der Beurs de classis van Kam-
pen door verroeping verlaten hebben, zonder
aanstonds hun lidmaatschap te continueeren,
behouden de gelegenheid daartoe, wanneer zij
in eens voldoen 1°. den gewonen exitus
(art. 8) en 2°. een som gelijkstaande met de
som der jaarlijksche contributiën, die zij, leden
blijvende, over de jaren, die sedert hun vertrek
uit de classis van Kampen zijn verloopen,
volgens art. 8 in de kas der Beurs zonden
hebben moeten storten.
Art 10. Predikanten in, of buiten het clas-
sicaal ressort van Kampen emeriti wordende,
behouden, desverkiezende, hun recht als leden
der Beurs, zonder betaling van den exitus,
maar tegen voldoening van hunne gewone jaar-
lijksche contributiën, op den voet als in artt. 6
en 8 is omschreven.
-ocr page 8-
8
Art. 11. Een lid, verzuimende het verschul-
digde te voldoen, na schriftelijk aangemaand te
zijn, verbeurt na den verschijndag: het eerste
jaar één gulden, het tweede jaar drie gulden
en later alle recht en aanspraak op de Beurs.
TWEEDE AFDEELING.
Inkomsten.
Art. 12. De jaarlijksche inkomsten der Beurs
bestaan:
1°. uit de bijdragen der leden, zie All. 3,
6 en 8;
2°. uit de contributiën van de leden der
kerkelijke besturen boven den kerkeraad;
3°. uit de jaarlijksche renten van het vaste
fonds;
4°. uit de gelden voortvloeiende uit de bij-
dragen in de vorige artikelen vermeld;
5°. uit alle zoodanige baten als de weduwen-
beurs buitendien ontvangen zal.
Art. 13. Kerkelijke Administratiën worden
uitgenoodigd, tot vermeerdering en verzekering
der weduwenbeurs bij te dragen en wordt aan
haar, die het verlangen daartoe te kennen geven,
jaarlijks van den staat der Beurs verslag gedaan.
-ocr page 9-
9
DERDE AFDEELING.
Uitdceling en Administratie.
Art. 14. Het genootschappelijk jaar vangt
aan den 1 Juli.
Art. 45. Jaarlijks wordt op de algemeene
vergadering de som bepaald, die in twee ge-
lijke termijnen aan iedere weduwe of aan de
weezen der leden zal worden uitbetaald, welke
som niet minder dan ƒ50.— zal mogen bedra-
gen. Wanneer eventueel deze som van ƒ50.—
niet mocht kunnen gevonden worden uit de
gewone en buitengewone baten der Beurs, dan
zal het tekort door alle leden der Beurs ponds-
pondsgewijze moeten worden gesuppleerd.
Art. 16. Wanneer de inkomsten der Beurs,
behalve die, welke door introitus, exitus
en verwisseling van standplaats verkregen wor-
den (en die geheel worden gekapitaliseerd, uit-
gezonderd in het geval, waarin Art. 15 voorziet),
meer bedragen dan \'t geen noodig is, om aan
elk der trekkende weduwen of weezen het mini-
mum van ƒ 50.— uit te keeren, wordt dit meerdere
voor de ééne helft gelijkelijk onder de weduwen
verdeeld en voor de andere helft, gelijk alle
andere buitengewone inkomsten, gekapitaliseerd.
-ocr page 10-
10
Art. 17. De kapitalen dezer Beurs worden
op een der grootboeken der Nat. Werk. Schuld
op naam van „De classicale weduwenbeurs van
Kampen" ingeschreven.
Art. 18. De betaling aan eene weduwe be-
gint na het einde van het jaar van gratie, ook
wanneer zij van het tractement geheel of ge-
deeltelijk afstand heeft gedaan.
Art. 19. Wanneer eene weduwe hertrouwt
of overlijdt, houdt de uitkeering op met het
kwartaal, waarin haar huwelijk of overlijden
plaats heeft; minderjarige kinderen treden in de
rechten van hunne overleden moeder tot aan de
meerderjarigheid van het jongste kind.
Art. 20. Jaarlijks wordt eene algemeene
vergadering gehouden op den dag der classicale
vergadering. De prseses kan een buitengewone
vergadering beleggen en is daartoe verplicht,
wanneer ten minste zes leden zulks verlangen.
Buitengewone vergaderingen worden gehou-
den te Zwartsluis.
Art. 21. De directie der Beurs bestaat uit
een prseses, een quaestor en een scriba, die tevens
vice-quaistor is. Zij worden door de alge-
-ocr page 11-
11
me ene vergadering (Art. 20) voor den tijd
van drie jaar benoemd uit de in do classis
van Kampen dienstdoende predikanten, die
tevens leden zijn der Beurs.
Ieder jaar treedt één hunner af, bij rooster
te bepalen, doch allen zijn bij aftreding terstond
herkiesbaar.
Art. 22. De aftredende quajstor geeft in de
algemeene vergadering (Art. 20) al wat van
gelden, effecten of andere papieren bij hem
berust aan den nieuwbenoemden quaestor over.
Art. 23. Jaarlijks doet hij in de laatstge-
noemde vergadering rekening en verantwoording
en zal deze, na bij die gelegenheid voorloopig
gehoord, gezien en goedgekeurd zijn, door eene
commissie ad hoc van 2 leden onderzocht en
finaal gearresteerd worden.
Art. 24. In deze vergadering wordt deaan-
teekening der vorige, alsmede de minute der
gehoudene gelezen.
Art. 25. Voor het geval, dat in de classis
van Kampen geene leden der Beurs mochten
over zijn, zullen de bewaring en de administratie
van het fonds tijdelijk worden toevertrouwd aan
het classicaal Bestuur van Kampen.
-ocr page 12-
bq^ c\\ 16 U5c
i-J
Art. 26. De Scriba der Beurs zal aan eiken
bevestigden predikant en den hulpprediker (Art.
3); na het ontvangen der legale kennisgeving
van hunne bevestiging, onverwijld een exem-
plaar van dit Reglement doen toekomen.
Art. 27. De leden der Beurs zijn verplicht
dit reglement te onderteekenen.
Art. 28. Geene veranderingen of wijzigin-
gen kunnen in dit reglement gemaakt worden
dan met toestemming van drie vierde der
tegenwoordig zijnde leden.
Aldus gearresteerd te Kampen 24 Juni 1874.
A. G. VAN ANROOY,
Praes. en Quaestor.
A. C. MONTIJN, Scriba.
,*s