-ocr page 1-
-ocr page 2-
m ^ \\ ~t>Ó&?
-ocr page 3-
op-Z 2\\é
y
<
Ttt" i<n
-ocr page 4-
-ocr page 5-
-ocr page 6-
\'
;.•£
^
-ocr page 7-
OOZ 3lé
"v .
<o
VJC
LAATSTE LIJST
VAi>
NEDERLANDSCHE SCHILD VLEUGELIGE INSECTEN,
(Insecta Coleoptera,)
OPGEMAAKT DOOR
Mr. S. 0. SNELLEN VAN V0LLENH0VEN, Ph.n.Dr.
Lid van de Hollaudsche Maatschappij der Wetenschappen, te Haarlem.
(UITGEGEVEN DOOR DE HOLLANÜSCHE MAATSCHAPPIJ DER WETENSCHAPPEN, TE HAARLEM.)
• «Jenis
•K/O
der N.\'tuurwetcnfc w.??~\'Ar
HAARLEM,
DE ERVEN LOOSJES.
1S70.
RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
A06000016614095B
1661 4095
-ocr page 8-
-ocr page 9-
VOORREDE.
Onder de orden der Insecten zijn die der Lepidoptera en Coleoptera het meest bekend en
bearbeid. De eerste daarvan zag reeds jaren geleden hier te lande door den ijver van Goedaert
Ladmiral, Cramer en Sepp zeer merkwaardige werken op zijn gebied in het licht geven. Voor
de tweede kan men, indien men eene parallel wil trekken, alleen het werk van Voet opnoemen;
de inlandsche torren werden slechts hier en daar ter loops beschreven.
Een onzer ijverigste entomologen, de heer P. C. T. Snellen, zich aan de spits stellende der
beschrijvers naar het wetenschappelijk stelsel, heeft onze Nederlandsche entomologische fauna
geopend door de uitgave van een lijvig boekdeel, behelzende de stelselmatige beschrijving onzer
Macrolepidoptera. Wegens den vrij gelijken gang der kennis van beide genoemde orden in het
westen van Europa, of beter gezegd in het meest beschaafde gedeelte van ons werelddeel, ver-
wacht men nu natuurlijker wijze, dat er ook spoedig eene systematische beschrijving van alle
inlandsche kevers het licht zal zien.
Evenwel, zoo men zich niet met een\' zeer onvolledigen arbeid wil te vrede stellen, vrees ik
dat men nog vele jaren geduld zal moeten oefenen.
De moeite en bezwaren van den arbeid staan namelijk niet geheel gelijk. De eigenlijk onver-
dedigbare, inaar gemakshalve aangenomen scheiding der Schubvleugelige Insecten in Macro- en
Microlepidoptera is den heer Snellen uitmuntend te stade gekomen en hij zal wel zelf erkennen,
-ocr page 10-
II                                                                                VOORREDE.
dat indien hij de Micro\'s gelijktijdig met de Macro\'s zou hebben moeten bewerken, hij nog
een zeker aantal jaren met de publicatie zou hebben gewacht. De Coleoptera nu, die zoodanige
indeeling niet toelaten, moeten in eens, (Vim jet, behandeld worden. Wie het reuzenwerk der
beschrijving van die orde onderneemt, moet het geheel overzien van den aanvang af. Daarom
veronderstel ik ook dat men zich waarschijnlijk wel bepalen zal tot het geven van analytische
tabellen en zeer korte beschrijvingen, welke dan ook geheel voldoende kunnen zijn, indien zij
gepaard gaan met omtrekken in houtsneden en verwijzingen naar zeer goede {niet langdradige)
beschrijvingen bij vreemde schrijvers.
De vele bezigheden, mij door mijne betrekking aan \'s Rijks Museum opgelegd, en de uitgave
mijner Monographien over Oost-Indische insecten-familien maken het mij onmogelijk aan der-
gelijken veelomvattenden arbeid als de Coleopteren-f\'auna van ons land de hand te slaan. Ik laat
er de zorg en tevens de eer van aan anderen over en bepaal er mij bij, hun te hulp te komen
door het in \'t licht geven eener derde naamlijst van inlandsche kevers. Wenschte ik nu reeds
met de beschrijving der soorten een\' aanvang te maken, dan zou ik bovendien stuiten op de
geringheid der kennis, die wij tot heden hebben van het insecten-leven in eenigen onzer provinciën,
kennis die evenwel, dank zij de bemoejingen van de heeren Heylaerts en Maurissen, voor de
provinciën Brabant en Limburg jaarlijks toeneemt.
De lezer ontvangt dus slechts eene lijst; maar eene lijst, tweemaal rijker dan die welke ik
in 184S te Haarlem bij van Arum uitgaf en 500 soorten meer bevattende dan de tweede
Naamlijst, later in de „Bouwstoffen" verschenen. Deze derde zal, naar ik vermoed, wel de laatste
zijn. Wat aan deze nog ontbreekt, zal wel van tijd tot tijd in het Tijdschrift voor Entomologie
opgenomen worden, tot eindelijk het magnum opus, de Coleopteren-fauna van Nederland het
licht zal zien.
Heeren Directeuren van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, die
vroeger den eersten stoot gaven door het uitschrijven der prijsvraag, waarop de heeren Bennett en
Olivier hun (later gedrukt) antwoord inzonden, hebben ook welwillend de uitgave dezer derde
naamlijst op zich genomen, waarvoor hun mijne erkentelijke dankbetuiging wordt toegebragt.
Moge de schrijver der te wachten ïauna later in hen even welwillende Maecenaten vinden.
-ocr page 11-
VOORREDE.                                                                               III
De vermeerdering van het aantal soorten sedert mijn\' vorigen arbeid ben ik behalve aan
eigen onderzoek, aan verschillende personen verschuldigd, en vooreerst aan de ijverige explora-
tien door de heeren Kinker en Six in de omstreken van Amsterdam en Utrecht gedaan, ten
anderen aan de bereidvaardige hulp en mededeelzaamheid der heeren de Gavere, Snellen, van
Hasselt, Heylaerts, Steenbergen, Koppeschaar, Maurissen, Everts en de Man, voor welke ik
hun mijnen weigemeenden dank betuig. Indien hunne lofwaardige pogingen ter aanvulling onzer
kennis in dezen nog eenige jaren worden voorgezet, zullen wij eindelijk den eindpaal van onzen
cursus, het doel van ons streven bereikt hebben.
Ue hoofdzaak te dezen opzigte is nu voortaan het onderzoek der nog weinig bekende oorden
in ons vaderland, met name de oostelijke grenzen, de oevers der Zuiderzee, de boorden der
Zeeuwsche eilanden, het zuidelijk gedeelte van Noovd-Brabant en schier geheel Limburg, —
indien men deze laatste provincie faunastisch tot ons land rekent te behooren, welke quaestie
tot heden sub judice ligt.
In de nu verschijnende lijst heb ik mij aan de volgorde gehouden van den Catalogus Coleo-
pterorum Ëuropae et Conjinium
van den abt de Marseul, omdat deze Cataloog de volledigste is
en het voordeel oplevert om met cijfers te kunnen worden aangehaald. Men zal achter iederen
soortsnaam een M. aantreden met twee getallen, \'t geen beteekent: Catalogus van Marseul,
zooveelste genus (het eerste getal), zooveelste soort (het tweede getal). Ondertusschen bespeurde
ik onder het gebruik met leedwezen dat de Marseul niet altijd de prioriteit had geëerbiedigd,
zoodat ik mij verpligt zag enkele namen te veranderen. Ook heb ik hier en daar een enkel
genus met kenmerken van uiterst geringe waarde geschrapt en de soorten weder ingelijfd bij
het genus, waaruit zij ontleend waren.
Verlangend bovendien wegens het aanzienlijk getal soorten de meest mogelijke bondigheid
te betrachten, heb ik de schrijvers niet aangehaald, waarnaar de soorten gedetermineerd zijn.
Bij eenigen zou mij dit ook moeijelijk zijn gevallen, daar enkelen niet door mij bestemd zijn,
maar door de heeren Alb. Fauvel, Putzeys, Roelofs en Mink. Het getal dezer species is niet
groot, en zooverre het mij mogelijk was, heb ik mij van hunne determinatie rekenschap gege-
ven. De namen dezer entomologen zijn overigens reeds voldoende waarborgen.
-ocr page 12-
IV                                                                               VOORREDE.
Tk haal dus in den regel bij elke soort slechts aan :
het nummer van mijne lijst in de Bouwstoffen (N. n. = nieuwe naamlijst); of het nummer
der „Bijvoegselen tot de Naamlijst van Nederlandsche Schildvleugeligen Insecten" die opgenomen
zijn in het Tijdschrift ooor Entomologie, 1° Serie, Deel VI, bladz. 90;
het nummer van genus en species in den Catalogus van de Marseul;
de twee zeer verschillende uitgaven van het werk van L. Redtenbacher, Fauna Austriaca,
die Kiifer, Wien 1849 en 1858.
Een sterretje, gedrukt voor den soortsnaam, toont aan dat de soort op dezen oogenblik ont-
breekt aan de verzameling van Inlandsche Insecten, bijeengebragt door de Nederlandsche
Entomologisclie Vereeniging. Misschien wekt het gezigt dier sterretjes eenige insecten-jagers op
om de ontbrekende soorten ten geschenke te geven aan de Standaart-Collectie, die eenmaal alle
inlandsche soorten bevatten moet.
S. v. V.
-ocr page 13-
VERKLARING DER VERKORTINGEN.
door......A. A. van Bemmclen, thans te Rotterdam.
....E. vom Brnck, toen gelogeerd te Scheveningen.
....Dr. Buse, toen te Haarlem.
.... Jhr. E. Everts. te \'s Gravenhage.
... .J. A. van Eyndhoven, toen te Empe.
.. . . J. II. Gerlach, te Middelburg.
....Dr. C. de Gavere, thans te Batavia.
....Gockinga. te Groningen.
___Mr. H. W. de Graaf, te Rotterdam.
___H. W. Groll, (hans te \'sGravenhage.
... .Gijsberti Ilodenpijl. notaris te Rotterdam.
.. . .Dr. A. W. M. van Hasselt, te Amsterdam.
___F. J. M. Heylaerts Jr., te Breda.
....A. R. J. Baron van Ittersum, te Brummen.
....J. Kinker, te Amsterdam.
. ...Koppeschaar, toen te Leyden.
.. . ,H. Baron Lewe van Middelstum, te Beek.
....R. T. Maitland. te \'s Gravenhage.
....J. G. de Man. Phil. nat. Mud., te Leyden.
.... Jhr. Mr. J. C. Marlens, aan de Meern, bij Utrecht.
...Prol\'. Claas Mulder, te Groningen.
___Dr. E. Piaget. te Rotterdam.
,...C. Ritsema Cz., Phil. na/, Mud., te Leyden.
... .W. Roelofs, te Brussel.
....T. D. Schubart, Ie Utrecht.
... .G. A. Six. te Utrecht.
...,P. C. T. Snellen, te Rotterdam.
... . A. Steenbergen. te Hoogeveen.
... . P. D. Steenhuyzen. te Leyden.
___Dr. M. O. en Mr. H. Ver Loren, toen te Utrecht.
....Mr. S. C. Snellen van Vollenhoven, te Leyden.
....Dr. P. II. J. Wcllenbergh. te Utrecht.
....J. A. C. van Walchren, Ie Brummen.
... .Y. M. van der Wulp, te \'s Gravenhage.
... .Dr. J. Wttewaall, toen te Voorst.
v. Bemm........beteekenl gevangen
v. Br...........       //            »
Buse...........       ii            n
Everts.........       »            »
v. Eyndh.......       //            »
G..............       ii
de Gav.........       //            *
Gockinga........       »            »
de Gr..........       «            »
Groll...........       »            »
Gijsb. H........       H            ii
v. Hass........       ii            k
Hcyl...........       "            ii
v. Itt..........      ii          n
Kink...........       ii            u
Kop]>...........       //            *
Lewe...........        ff               ii
Maitl...........       //            «
de Man........       u            u
Mart...........       n            ii
Cl. Muld........      //
Piag...........      //           »
Rits............       "            ff
Roel...........       ii            u
S..............       //            //
Six............       //            //
Sn.............         ff                //
Steenbergen.....        ff              //
Steenhuyzen....       //            «
V..............       //
v. V...........         ff               ff
W.............          ff                  //
v. W...........       ii            »
v. d. W........       "            //
Wtt............       H
-ocr page 14-
NEDERLANDSCÏÏE COLEOPTERA.
CICINDELETAE.
Cicindcla L.
N. n. 1. M. 2, 12. Redt. 65 — 2 ed. 3.
Op de heidevelden en zandwegen in Utrecht, Gelderland, Drenthe,
Overijssel en Noord-Brabant. — Bij Nijmegen, Maitl. en v. V. —
Op Rhienderstein bij Brummen en te Rozendaal, v. V. — Bij Velp,
de Roo.— In Drenthe, Goekinga.— Bij Hoogeveen, Steenbergen.—
Dezelfde aldaar eene purperkleurige verscheidenheid.
N. n. 3. M. 2, 17. Redt. 65 — 2 ed. 4.
Gemeen in drooge en zanderige streken, gedurende een groot deel
van den zomer. Zij varieert met groenachtige dekschilden. Dr. Wellen-
bergh heeft bij Katwijk een exemplaar gevonden met een paarsch en
een groen dekschild.
N. n. 4.
Wordt alleen op de laatste rij duinen, aan het strand, aangetroffen.
Zij is in tamelijk aantal gevangen bij Katwijk en Scheveningen.
N. n. 2. M. 2, 28. Redt. 65 — 2 ed. 4.
In heideachtige streken waargenomen bij Amersfoort (v. V.), Drie-
bergen (Six), Rozendaal, Dieren (Sn. en v. V.), Rhede (v. V.),
Hoogeveen (Steenb.), en Nijmegen (Maitl.). Eene fraaije var. op de
Galdersche heide bij Breda, Heylaerts.
N. n. 5. M. 2, 61. Redt. 65 — 2 ed. 4.
Bij Ede, Maitl. — Bij Ruurlo in Julij, Snell.
CARABICINA.
OillopllI\'Oll Latr.
M. 3, 1. Redt. 67 — 2 ed. 7.
In Junij 1868 aan den ouden oesterput bij Scheveningen, Everts.
1 Campesiris, L.
2 Hybrida, L.
3     Mariüma, Dej.
4      Sylvadca, L.
5 Germanica, L.
*6 Limbalum, Latr.
-ocr page 15-
2
Itatiophilus Dum.
N. n. 11. M. 4, 1. Redt. 67 — 2 ed. 6.
Schijnt zeldzaam, doch werd eenmaal in aantal bij den Haag aan-
getrofl\'en (v. V.). — Bij Nunspeet onder zeewier, Roelofs.
M. 4., 4. Redt. 67 — 2 ed. 6.
Bij Nunspeet aan het strand onder zeewier, Roelofs.
N. n. 12. M. 4, 5. Redt. 67—2 ed. 6.
Zeer gemeen in Holland, v. V.— In Zeeland, H.— Bij Rotterdam,
Snell. — Gemeen in de omstreken van Utrecht, Six en v. Hass. —
Bij Zutphen, v. Eyndh.
Elaphrus L.
N. n. 6. M. 5, 1. Redt. 66 — 2 ed. 5.
Op vochtige gronden. — Tot heden alleen waargenomen in Noord-
en Zuid-Holland.
N. n. 7. M. 5, 2. Redt. 66 — 2 ed. 5.
Op drassige wegen, v. V. en H. — Op het eiland Walcheren, G. —
Bij Utrecht, Maitl. en v. Hass. — Te Brummen, v. Itt. — Bij
Groningen, de Gav.
N. n. 8. Al. 5, 4. Redt. 66 — 2 ed. 5.
Buiten Rotterdam, Gijsb. H. (Zie v. d. Hoeven, Syst. Beschr)
"Vrij gemeen op vochtige gronden en aan den kant der slooten, v. V. —
Bij Ede en Utrecht, Maitl. — Op Walcheren , G. — Brummen,
v. Itt. — Bij Rotterdam, Sn. — Eenige exx. waaronder eene var.
bij Katwijk, Piag. — Aan het strand te Nunspeet, Roelofs.
N. n. 9 {üttoraüs Dej). M. 5, 6. Redt. 66 — 2 ed. 5.
In de tweede week van Julij, te Brummen, v.V. — Mede aldaar, v. Itt.
Bletliisa Bon.
N. n. 10. M. 6, 2. Redt. 66 — 2 ed. 5.
Zeldzaam. — Bij Driebergen en in Noord-Brabant, v. Itt. — Bij
Hoogeveen, Steenb. — Bij Raalte in Mei, Snell.
ftebria Latr.
N. n. 14. M. 9. 2. Var. Livida L. Redt. 2 ed. 7.
Bij Utrecht, V. en aan de Meern, Mart.
N. n. 13. M. 9, 10. Redt. 68 — 2 ed. 8.
Zeer gemeen onder afgevallen bladeren en steenen, v. V. H. Six.—
In Febr. onder mos te Burgst in N.-Brab. Heyl. — De var. Fuscata
Bon. te Rotterdam, Sn.
7 Aquaticus, L.
*8 PaltMtrü,T>Üs.
9 Semipunclatus, Dfts.
10     Uliginosus, F.
11      Cupreiis, Dfts.
12      Riparius, F.
13 Aureus Miill.
14 Multipunclata,]j.
*15 Lateralis, F.
16 Brevicollis, F.
-ocr page 16-
8
LeistllS Fröhi,.
N. n. 16. M. 10, 1. Redt. 68 — 2 ed. 10.
In Friesland, G. — Gemeen in het Haagsche bosch in Junij
en Julij, Everts. — In een dennenbosch bij Breda, Heyl.
N. n. 15. Mars. 10, 12. [ferrugineus L.) Redt. 69 — 2 ed. 9.
Bij Wassenaar, W. — In Friesland, G. — Bij den Haag, Maitl.
Bijvoegs. n°. 16«. M. 10, 13. Redt. 69 — 2 ed. 9.
Een voorwerp onder een steen bij Zutphen den 22™ Mei, Snell.
Procrustes Bon.
N. n. 18. M. 12, 1. Redt. 69 — 2 ed. 10.
Uitsluitend bij Nijmegen, docli aldaar gemeen, de Man en Maitl.
Carnbus l.
N. n. 23. M. 13, 36. Redt. 72 — 2 ed. 12.
Bij Wageningen, W.— Op zandgrond bij Utrecht, V. en S.— Bij
Brummen, v. Itt. — Bij Ede, Maitl. — Aan den Bezuidenhoutschen weg
bij den Haag, v. d. W. — In het Haagsche bosch in Aug. en Sept.
onder boomschors vrij gemeen, Sn.— Omstreken van Breda, Heyl.
N. n. 24. M. 13, 44. Redt. 2 ed. 14.
In Gelderland, G. en V.W.-- De var. Consitus Panz. bij Bruminen, v."V.
N. n. 25. M. 13, 45. Redt. 72—2 ed. 13.
Eenmaal bij Amersfoort, V.
N. n. 26. M. 13, 73. Redt. 70 — 2 ed. 11.
In Gelderland, G. — Bij Wageningen, W. — Niet zeldzaam
in de omstreken van Utrecht, V. — Te Brummen, v. Itt. — Eene
var. met koraalroode dijen bij Zeist, Mart.
N. n. 27. M. 13, 77. Redt. 70 — 2 ed. 11.
Gemeen door het geheele land. — Bij Hoogeveen, Steenb. —
In Febr. onder mos te Burgst, Heyl.
N. n. 28. M. 13, 80. Redt. 2 ed. 10.
Zeldzaam, W.— Bij Kampen, v. Itt.— Bij \'s Gravenhage, Maitl.—
Bij Amsterdam in Febr. onder mos aan de wortels van wilgen, Kink.
N. n. 29. M. 13, 83. Redt. 70 — 2 ed. 11.
Utrecht en Gelderland, V. en v. W. — Holland ,W. en v. V. — Zeeland,
H.— Bij Katwijk, Maitl.— Rotterd., Sn.— Hoogeveen,Steenb.—
Bij IJselstein, Sn. — Bij Utrecht, Six.
N. n. 30. M. 13, 91. Redt, 2 ed. 11.
In Gelderland op heidevelden onder afgestoken plaggen, v. W. en
v. V. — Aan de Vuursche en bij Zwol, V. — In Noord-Brabant,
Maitl. — Drenthe, Gock. — Bij Hoogeveen, Steenb.
*17 Spinibarbis, F.
18 Spinilabris, F.
*19 Rufescen», F.
20     Coriaceus, L.
21  Catenulatus, Scop.
22     Monilis, F.
23     Arvensis, F.
24  Cancellatus, Til.
25    Granulatus, L.
26    Clalhratus, L.
27     Auratus, L.
28      iVite**, L.
-ocr page 17-
4
N. n. 19. M. 13, 106. Redt. 71 — 2 ed. 12.
Eenmaal bij Brummen, v. W.
N. n. 20. M. 13, 113. Redt. 71 — 2 ed. 12.
Bij Dieren in een hollen dennenboom, v. W.
N. n. 22. M. 13, 136. Redt. 71 — 2 ed. 12.
In tuinen en boomgaarden, v. V. — Zeist, Mart. — Utrecht,
Six.— Bij den Haag, Maitl. en v. V. — Bij Rotterdam en den Haag,
Sn.— Bij Hoogeveen , Steenb.— In Febr. onder mos te Burgst, Heyl.
N. n. 21. M. 13, 138. Redt. 71 — 2 ed. 12.
Bezuidenhoutsche weg bij den Haag, v. d. W. — Te Burgst in
Noord-Brab. onder mos in de inaand Februarij, Heyl.
Bijvoegs. n°. 30«. M. 13, 159. Redt. 71 — 2 ed. 11.
Bij Arnhem in Julij een mannetje, Snell.
Calosoum Web.
N. n. 81. M. 14, 1. Redt. 73 — 2 ed. 14.
Bij Wageningen, G.— Bij Utrecht zeldzaam, V.— Bij Nijkerk,
Snell. — Bij Noordwijk in Junij, de jager van den Heer Verster.
N. n. 32. M. 14, 2. Redt. 73 — 2 ed. 14.
Bij Breda in Junij, Gijsb. H. en Snell. — Bij Katwijk, Drechsler. —
Bij Brummen, v. V. — Hoogeveen, Steenb.
Cyclims F.
N. n. 17. M. 15, 6. Redt. 69 — 2 ed. 9.
In de eerste week van Julij 1852 op Rhienderstein bij Brum-
men een exempl., v. V.
Odacantlui Payk.
N. n. 89. M. 16, 1. Redt. 73 — 2 ed. 14.
Aan de kanten van slooten en op riet, gewoonlijk zeldzaam, doch
in het jaar 1835 zeer gemeen bij Leyden, v. V.— Bij Rotterdam in
September, Sn.
Brnchiiius Web.
M. 23, 17. Redt. 77—2 ed. 22.
Twee voorwerpen in April onder stroo op kleigrond aan den
Ukant bij Amsterdam, Kinker.
Cymiiidis Latr.
N. n. 55. M. 26, 41. Redt. 74—2 ed. 16.
Een voorwerp onder een steen bij Lochem, v. W.
*29  Purpurascens, F.
*80   Glabralus, Payk.
31  Nemoralis, 111.
*82 Convexns, F.
33    Intricatus, L.
34   Sycophanta, L.
35     Inquisitor, L.
36 Rostratus, L.
37 Melanura, L.
38 Crepitans, L.
*39 Macnlaris, Dej.
-ocr page 18-
5
Aëtophorus Schm. Güb.
Bijvoegs. n». 41«. M. 33, 1. Redt. 75 — 2 ed. 17.
In April en September aan de plassen bij Rotterdam, Sn.
Demetrias Bun.
N. n. 41. M. 34, 2. Redt. 74—2 ed. 17.
Bij Katwijk, Maitl.— Bij Domburg, G.— Bij Rotterdam en bij
den Haag in April, Sn. — Omstreken van Utrecht, v. Hass.
N. n. 40. M. 34, 4. Redt. 74 — 2 ed. 16.
Bij Rotterdam, Gijsb. H. en Sn.— Tn Zuid-Holl. v. d. W. —
Bij Utrecht in .Maart, Six.— In Januarij en Febr. onder schors bij
Breda en te Burgst, lley\\.
Drouiius Box.
N. n. 43. M. 35, 1. Redt. 2 ed 17.
In Zuid-Holland, v. d. W. — Te Rotterdam in Aug., Sn.
N. n. 42. M. 35, 3. Redt. 75 — 2 ed. 17.
In Elolland, Gerdes.— Bij Leyden, Maitl.— In Maart en April bij
den Haag, Snell. — In Maart in de omstreken van Utrecht, Six en
v. Hass. — Te Nunspeet, Roel. — Te Wassenaar, Piag. — In Jan.
onder schors en mos bij Breda, Heyl.
N. n. 44. M. 35, 8. Redt 76 — 2 ed. 18.
In het voorjaar onder mos, Maitl. en v. V. — Bij den Haag,
Snell — Bij Noordwijk den 27en Oct. v. V. — Bij Breda, Heyl.
N. n. 45. M. 35, 10. Redt. 76 — 2 ed. 18.
Bij Leyden in het voorjaar onder mos, v. V. — Op verschillende
plaatsen door anderen gevangen in dezelfde omstandigheden.
N. n. 46. M. 35, 13. Redt. 76—2 ed. 18.
In Zuid-Holland, v. d. \\V. — Te Heemstede in Aug. v. V. —
Bij den Haag, Snell. — Schijnt veel zeldzamer te zijn dan de voor-
gaande, doch komt evenwel misschien door het geheele land voor.
N. n. 47, M. 35, 16. Redt. 76 — 2 ed. 18.
Bij Leyden, Maitl. — In de omstreken van Amsterdam aan den
IJkant onder aangespoeld riet, Kink.
N. n. 48. M. 35, 18. Redt. 76—2 ed. 18.
Gevangen door Gijsb. Hodenpijl, waarschijnlijk bij Rott.— Aan den
IJkant met den voorgaanden, Kink.
N. n. 49. M. 35, 20. Redt. 75—2 ed. 18.
Een ex. 20 Junij 1852 in de duinen bij den Haag, v. V. — In April bij
den Haag, waarschijnlijk mede aan den duinkant, Sn. — In Febr. onder
mos te Burgst, Heyl.— Te Hillegom in Maart onder dorre bladeren, Kink.
40 Imperialia, Germ.
4] Unipunctatusfjerm.
42 Atricapillus, L.
43   Longicepa, Dej.
44   Linearis, Oliv.
45 Agilia, F.
46 Quadrimaculatus^L.
47 Quadrinolalus, Panz.
*48 Fasciatns, F.
49 Sigma, Rossi.
5 OMelanocepAalus,Dey
-ocr page 19-
6
Blechrus Motsch.
Iff. 36. 2. Dej. %<c. T. 1. 244. Sturm /Wa, VII. 54. t. 171. c. C.
Redt. 2 ed. 18.
In Januarij onder boomschors bij Breda, Heyl.
Metabletiis Schmidt.
N. n. 51. M. 37, 3. Redt. 76 — 2 ed. 19.
In de omstreken van den Haag en bij Ede, Maitl.
N. n. 50. M. 37, 9. Redt. 75 — 2 ed. 19.
Bij Ede, Maitl.
N. n. 53. M. 37, 10. Redt. 75 — 2 ed. 19.
Niet zeldzaam.— Bij Bennebroek in Mei, v. V. — Bij Utrecht,
Six. — In Maart onder afgevallen bladeren, Kink.
N. n. 52. M. 37, 11. Redt. 75 — 2 ed. 19.
Onder steenen en dorre bladeren; bij Heemstede in April, v. V.—
Bij den Haag, v. d. W. en Maitl. — Omstreken van Utrecht,
Six. — Te Nunspeet aan het strand onder aangespoeld wier, Roel.
Lebia Uatr.
N. n. 54. M. 42, 7. Redt. 77—2 ed. 20.
In Holland, v. W.— Aan den Oosterdokdijk bij Amsterdam niet
zeldzaam in Mei, Kink. — Hij Utrecht, Six. — Te Groningen,
Lewe.— In Drenthe, Gock. — In de bosschen om Breda onder mos, Heyl.
Masoreus Dej.
M. 45. 2. Redt. 78 — 2 ed. 21. Sturm, Fauna, VI. 103, 22. t. 150. d. D.
Meer dan eenmaal in de duinen bij den Haag in Julij gevangen,
Snell. en v. d. W.
Clivina Latr.
N. n. 56. M. 59, 1. Redt. 78—2 ed. 23.
Niet zeldzaam op vochtige en zandige plaatsen. — Bij Rott., Gijsb.
H.— Bij Ueyden, v. V. — Rotterdam en den Haag, Snell. — Den
Haag en Ede, Maitl. — Aan het strand bij Nunspeet, Roel.
Dyschii\'ius Bon.
N. n. 57. M. 61. 3. Redt. 78—2 ed. 24.
In Zuid-Holland, v. d. W. — Bij Ueyden, Maitl.
N. n. 61. M. 61, 17 {globosus Herbst). Redt. 79 — 2 ed. 25.
Gevonden in het voorjaar bij Rotterdam onder mos (Zie v. d.
Hoeven, Si/st. Bcschr.) — In Friesland, Gerl. — Zeer veelvuldig voorko-
mende in het voorjaar op bepaalde plaatsen bij den Haag, onder
steenen en graszoden, v. d. W. — Bij Rotterdam in Sept., Sn.— In
Julij bij Bruinmen, v. V. — Bij Driebergen, Six.
*51 Glabraius, Dfts.
*52 Obscuroguttalus,
Dfts.
*53 PaUipes, Dej.
54 Truncatellus, L.
55 Foveola, Gyll.
56 C/itorocep/iala,Dï\\s.
57 Wellerhalii, Gyll.
58 Fossor, L.
*59 T/toracicus, F.
60 G£iè««, F.
-ocr page 20-
7
N. n. 60. M. 61, 25. Redt. 79 — 2 ed. 25.
In Junij bij Heemstede, v. V. — Bij Leyden, Maitl.
M. 61, 36. Redt. 79 — 2 ed. 24.
Aan het strand bij Noordwijk in Aug., Kink.
N. n. 59, M. 61, 46. Redt. 79 — 2 ed. 24.
Eenmaal bij Leyden, v. V. — In Mei bij Zeyst, Kink.
N. n. 58. M. 61, 48. Redt. 79 — 2 ed. 25.
Mede zeldzaam. — Eens bij Leyden, Maitl. — Bij Amsterdam
in Maart, Kink.
Loricera Latr.
N. n. 35. M. 62, 1. Redt. 80 — 2 ed. 28.
Vrij gemeen onder steenen en afgevallen loof. — Bij Leyden, H. en
v. V. — Bij Zeist, Mart. — Bij Driebergen, Six. — In Sept. bij
Rotterd., Snell. — Te Nunspeet, Roel.
Panagaeus Latr.
N. n. 33. M. 63, 1. Redt. 80 — 2 ed. 28.
Zeldzaam in Zuid-Holland, v. V. — Bij Rott., Sn. — Bij Breda, Heyl.
N. n. 34. M. 63, 2. Redt. 80 — 2 ed. 28.
Te Heemstede, en in Junij bij den Haag, v. V.— Drie voor\\ver-
pen in de duinen van Wassenaar, Piag.
Clilaenius Bun.
N. n. 117. M. 65, 2i. Redt. 81 — 2 ed. 29.
Zeer zeldzaam. — Alleen in Holland gevangen door v. W.
N. n. 116. M. 65, 31. Redt. 81 — 2 ed. 29.
Bij Utrecht in April, Six. — In Zuid-Holland, v. d. W. —
In de bosschen in de omstreken van Breda, Heyl.
N. n. 115. AI. 65, 36. Redt. 81 — 2 ed. 29.
Bij Rotterdam zeldzaam, Snell. — Bij Zeist, Mart. — In Mei te Drie-
bergen, Six.— In de gemeente Haarlemmermeer, v. Bemm. — InGel-
derland, Wtt. — In April in de bosschen van Noord-Brabant, Heyl.
Oodes Bon.
Bijvoegs. 114a. M. 67, 1. Redt. 82 — 2 ed. 30.
In April door Six en Wttewaall bij Utrecht gevangen en in Maart
bij Rotterdam door Snellen.
Licinus Latr.
N. n. 36. M 68, 9. Redt. 81 — 2 ed. 30.
Slechts eenmaal aangetroffen; op Walcheren, H.
*61 Aeneuê, Dej.
62 Salinus, Schaum.
*63 Polilus, Dej.
*64 Nitidus, Dej.
65 Pilicomis, F.
66   Crux-major, L.
67  Quadripustulatus, \'
Sturm. :
68   Vesütus, Payk.
69   Schrankii, Dfts.
70  Nigricomis, F.
71 Helopioides, F.
*72 Depressus, Payk.
-ocr page 21-
s
Badistcr Ci.airv.
N. n. 37. M. 71, 2. Redt. 82 — 2 ed. 31.
Gevonden in het voorjaar bij Rotterdam onder mos (Zie v. d.
Hoeven, fy*£. Beschr.) — Op Zandgrond bij Heemstede, v. V. —
Bij Rotterdam, Sn.— Bij Leyden, Maitl. en Kopp.— Bij Utrecht
in Maart en April, Six. — Bij Amsterdam door Smit en Grebner. —
In Februarij onder eikenschors te Burgst, Heyl.
N. n. 38. M. 71, 6. Redt. 82—2 ed. 31.
In April op de Gliphoeve, v. V.— Aan de Vogelenzang in Mei, en
onder aanspoelsel bij Amsterdam aan den Schinkel in April, Kink.
Bl\'OSCUS Panz.
N. n. 99. M. 72, 4. Redt, 92 — 2 ed. 45.
Op de duinen bij Katwijk, Piag. en v. V.— Op die bij den Haag,
Everts. — Niet zeldzaam bij Utrecht, V. en Six. — Bij Haarlem,
Sn.— Bij Overveen in Junij, Kink.— Op de heide achter Brummen,
v. W. — Bij Nijmegen, Maitl. — Hoogeveen, Steenb. — Drenthe, Gock.
Stoillis Claiev.
N. n. 98. M. 76, 3. Redt. 93 — 2 ed. 46.
In Friesland, (i. — Twee voorwerpen bij Rotterdam, Sn. — In
de provincie Utrecht, Wtt.
Anisodnctylus Dej.
N. n. 62. M. 79, 3. Redt. 97 — 2 ed. 54.
Onder steenen en afgevallen bladeren in Zuid- en Noord-Holland
niet zeldzaam, v. V.— Bij Heemstede in April, bij den Haag in Junij,
v. V. — Bij Utrecht, Six. en Maitl.— Gemeen, ook de verscheidenheid
met roode pooten, Kink.— Bij Nunspeet, Roel.— TeGroningen, deGav.
M. 79. 6. Volgens determinatie van den Heer Putzeys.
In de omstreken van Nunspeet, Roel.
Dinchroiiius Erichs.
N. n. 63. M. 80, 1. Redt. 97 — 2 ed. 55.
Uitsluitend gevangen bij Ede, in Augustus, Maitl.
Dicliii\'oti\'ichus Duv.
M. 82, 7. Redt. 2 ed. 65 {Brailycellns).
In April aan den TJkant bij Amst., Kink. — Op Walcheren, de
Bruyne. — Te Nunspeet onder zeewier, Roel.
Bradycellus Erichs.
N. n. 84. M. 83, 9. Redt. 103 — 2 ed. 64.
In Zuid-Holland, v. d. W. — In Maart onder afgevallen bladeren
te Noordwijk, Kink. — Te Haren in April, de Gav.
73 Bipustulalua, F.
*74 Humeralis, Bon.
75 Cephalotes, L.
76 Pamicatus, 111.
77 Binotalus, F.
*78 Poeci7oJ(/e*,Steph.
*79 Germanus, L.
80   Pubeseena, Payk.
81    Collaris, Payk.
-ocr page 22-
9
Harpaliis Di.j.
N. n. 77. M. 84, 3. Redt. 98 — 2 ed. 56.
Eenmaal bij Rotterdam een klein exemplaar, v. \\V.
N. n. 64. M. 85, 21. Redt. 98 — 2 ed. 55.
Bij Rotterdam, v. W. — Te Brummen, v. Itt.
N. n. 79. M. 84, 35. Redt. 98 — 2 ed. 56.
In Zuid-IIolland, v. d. W. — Bij Wassenaar, v. Bemin. — Bij
Leyden, Kopp. — In Aug. bij Ede, Maitl.
N. n. 76. M. 84, 38. Redt. 98 — 2 ed. 56.
Bij Brummen, v. Itt. — In Aug. bij Ede, Maitl.
N. n. 65 {Brevicollis Dej.). M. 84, 40. Redt. 99—2 ed. 56.
In Mei en Julij op de Gliplioeve, v. V. — Bij den Haag, v. d.
W. — Bij Leyden, ürechsler.
N. n. 66. M. 84, 57. Redt. 99 — 2 ed. 56.
Alom gemeen. — Niet zeldzaam bij Rotterdam, Snell.; eveneens
bij den Haag, v. d. W. en v. V. — Gemeen in den Bommelerwaard,
v. d. W. — Bij Zeist, Six en Maitl. — Bij Hoogeveen, Steenb.
Bijvoegs. 66*. M. 84, 58. Redt. 99 — 2 ed. 56.
Dikwijls met den vorigen verward. — Bij Leyden, Drechsler. —
In Gelderland, ter Meer. -- Aan het huis ter Heyde, Piaget. —
Komt misschien even veelvuldig voor als Rujicornis.
N. n. 07. M. 84, 90. Redt. 99—2 ed. 57.
Mede eene gemeene soort. — In het voorjaar in Noord- en Zuid-
Holland, in Julij en Aug. te Brummen, v. V. — Aan het huis ter
Heyde, Piaget. — In Febr. onder het mos der oude stammen te
Burgst, Heyl. — Bij Houten, Wtt. — Op Sterkenburg bij Drie-
bergen, v. V. — In April aan den IJkant bij Amst., Kink. — Te
Nunspeet, Roel.
N. n. 78. M. .84, 99 (neglectna Dej.). Redt. 101 — 2 ed. 61.
Te Brummen, v. W.
N. il. 68. M. 84, 100. Redt. 100—2 ed. 59.
Bij Rotterdam zeldzaam, v. W. — Bij den Haag, v. d. W. —
Bij Utrecht een wijfje, Six.
M. 84, 110. Redt. 100 — 2 ed. 58. Sturm, Fauna, IV, 25. t. 81 C.
Tegen het eind van Mei in de omstreken van Zutphen, v. Eyndh.
N. n. 70. M. 84, 112 (Latus, L.). Redt. 101 — 2 ed. 59.
Bij Brummen en Rotterdam, v. W. — Ook de variëteit faviven-
tris
St. bij Rotterdam, v. W.
N. n. 71. M. 84, 117. Redt. 101 — 2 ed. 59.
In J unij bij Heemstede v. V. — Zeldzaam, in Maart onder afge-
vallen bladeren, Kink. — In Friesland, G.
                                2
*82 Sabnlicola, Panz.
*83 Azureiis, 111.
84 Cordatus, Dfts.
.
*85 Puncticollis, Payk.
*86 Riifibarbis, F.
87    Rujicomis, F.
88   Griseus, Panz.
89      Aeneus, F.
90 Pü^er, Creutz.
*91 Bescoideus, F.
*92 Holtentotta, Bits.
*93 Fulvipes, F.
94 Luleiconds, Dfts.
-ocr page 23-
1"
95  Rubripes, Dfts.
96   Impiger, Dfts.
97    Tardus, Panz.
*98 Serripes, Dfts.
99 Froehlichü, Strm.
*J00 Anxi.ns, Dfts.
101 Servut, Dfts.
1<I2 Pieipenuis, Dfts.
*103 Vaporarioru\'Hi^Y.
*104 Melanoce pkalii»,
Heer.
105 Vespertinus, Til.
N. n. 69. M. 84, 120. Redt. 99 — 2 ed. 57.
Een mannetje bij Ede, Maitl.— Een wijfje in Junij op de heide
bij Amersfoort, v. V. — Te Brommen, v. Ttt. — Bij Leyden, Kopp. —
Omstreken van Utrecht, Wtt.
N. n. 72. M. 84, 134. Redt. 101 — 2 ed. 59.
In Junij bij Amersfoort, in April bij Bennebroek, v. V. — Bij
Brommen, v. Ttt. — De variëteit innnctus St. bij laatstgenoemde
plaats, v. W.
N. n. 73. M. 84, 139. Redt. 101 — 2 ed. 60.
In Aug. te Ede, Maitl. — Aan het huis ter Heyde, Piag. —
In Mei bij Amsterdam onder steenen aan den IJkant, Kink.
M. 84, 140. Redt. 101 — 2 ed. 61.
Omstreken van den Haag, v. d. W. — Bij Hillegom in Sept.,
zeldzaam, Kinker.
N. n. 74. M. 84, 143. Red. 101—2 ed. 60.
Bij Rotterdam, v. W. — Tn Junij bij Bennebroek en den Haag,
in Julij bij Brummen, v. V.
N. n. 75. M. 84, 151. Redt. 101 — 2 ed. 61.
Bij Ede in Aug. Maitl.
M. 84, 153. Redt. 101 - 2 ed. 60.
In Maart op de duinen bij Hillegom onder dorre bladeren, Kink.
M. 84, 159. Redt. 101 — 2 ed. 60.
In Junij bij den Haag, in Mei bij Hillegom, Kink. — In Sept.
nabij Rotterdam, Snell.
Stenoloplius Dej.
N. n. 80. M. 85, 1 {Tentonns Schr.). Redt. 102 — 2 ed. 62.
Eenmaal bij Schiedam, v. W. — In Aug. bij Ede, Maitl.
Bijvoegs. 81«. M. 85, 3 (Sirhns Air anus Steph.). Redt. 102 — 2 ed. 62.
Een voorwerp gevangen door P. C. T. Snellen.
N. n. 81. M. 85, 6. Redt. 102 — 2 ed. 62.
Bij Rotterdam, Uijsb. H. — Bij den Haag in Mei, v. d. W. —
In het voorjaar niet zeldzaam in de omstreken van Amsterdam onder
ruigte op vochtige gronden, Kink. — In Aug. te Ede, Maitl.
iciipalpus Latr.
N. n. 82. M. 86, 1. Redt. 102 — 2 ed. 62.
Eenmaal in Aug. op de (iliphoeve, v. V.
N. n. 83. M. 86, 5. Redt. 102 — 2 ed. 63.
Vrij gemeen bij Rotterdam, Snell. — In Mei onder steenen bij
Leyden, v. V. — Bij Utrecht, v. Hass.— Aldaar in April, Six.—
In Friesland, G.
106   Consputus, Dfts.
107   Meridianns, L.
-ocr page 24-
11
M. 86, 6. Redt. 102 — 2 ed. 63.
In April bij Amsterdam en Overveen, Kink. — In Mei bij Utrecht,
Six. — Aan het strand te Nunspeet, Roel.
M. 86, 14. Redt. 103 — 2 ed. 63.
Een enkel voorwerp onder het mos der boomen op Rozenburg bij
Amsterdam, Kink.
Feroiiia Latr.
N. n. 85. M. 93, 5. Redt. 88 - 2 ed. 39.
Zeer gemeen. — In het voorjaar in Noord- en Zuid-Holland, v.
V. — Bij Rotterdam en den Haag, Snell. — Bij den Haag in Mei,
v. d. W.— Bij Utrecht, Schub, en Six.— Bij Zeist, Mart.— Bij
Brummen, v. Itt. — In Februarij onder boomschors bij Breda,
Heyl. — Bij Groningen, de Gav.
N. n. 87. M. 93, 12. Redt. 88 — 2 ed. 39.
Bij Utrecht, Schub. — In den Haarlemmermeer-polder en te Gro-
ningen, v. Bemin.
N. n. 86. M. 93, 15. Redt. 88 — 2 ed. 39.
Op de heide bij Amersfoort en te Brommen, v. W.— Bij Amers-
foort in Junij, v. V.— Bij Ede, Maitl.— Op de Velu we, Snell.—
Bij Brommen, v. Itt.
M. 93, 44. Redt. 90 — 2 ed. 42.
In April op kleigrond aan het IJ bij Amsterdam, Kink.
N. n. 94. M. 93, 58. Redt. 92 — 2 ed. 43.
Te Rotterdam, Snell. — Bij Amsterdam in Mei, Kink. — In
Aug. bij Ede, Maitl.— In tamelijk groot aantal bij Groningen, de Gav.
N. n. 89. M. 93, 76. Redt. 90—2 ed. 42.
Onder afgevallen bladeren in Zuid-Holland niet zelden, v. V. —
Bij Rotterdam, Snell. — Bij Brummen, v. W. — In de omstreken
van Groningen, de Gav. — Op de Galdersche heide in N.-Brabant
in Junij, Heyl.
N. n. 90 (Melauaria, 111.). M. 93, 79. Redt. 91 — 2 ed. 42.
Onder steenen en rottende planten in het voorjaar; in Julij bij
den Haag en bij Brummen, v.V.— Op verschillende plaatsen door anderen.
N. n. 91. M. 93, 87. Redt. 90 — 2 ed. 42.
Vrij gemeen in het voorjaar onder bladeren en steenen, v. V. —
Bij Noordwijk, Piag. — Te Nunspeet, Roel. /;...>«•. .
N. n. 92. M. 93, 88. Redt. 90—2 ed. 42.
Ter zelfder plaatse met den vorigen, doch niet zoo gemeen, v. V. —
Bij Rotterdam en den Haag, Snell.
2*
108 Dorsalis, F.
*109 Exiguus, Dej.
110 Cuprea, L.
111  Dimidiata, Oliv.
112    Lepida, F.
*113 Picimana, Dfts.
114    Vemalis, F.
115     JVfyra, F.
116    Fulgaris, L.
117    iViyrtóa, F.
118  Anthracina, TIL
-ocr page 25-
12
119 Minor, Gyll.
N. n. 93. M. 93, 98. Redt. 91 — 2 ed. 43.
Bij Rotterdam, Gijsb. H. — Gemeen bij den Haag, v. d. W.—
In April aan den IJkant bij Amsterdam, Kink.
M. 93, 104. jfcWc//*. M, B. p. 74, Panz. 38, 6. Redt. 92 — 2 ed. 44.
In Maart en April bij Ainst., Kink.— In Mei bij Groningen, de
Gav. — In Febr. onder het mos der boomen te Burgst, Heyl. r.
M. 93, 105. Gedetermineerd door den heer Putzeys.
Te Nunspeet in Sept. aan het strand der zee, Roelofs.
N. n. 95. M. 93, ]L\'9. Redt. 90 — 2 ed. 42.
In Mei bij Heemstede en in Aug. op Schothorst bij Amersfoort,
v. V. — Bij Utrecht en Ede, Maitl. — In Febr. onder mos aan
den wortel der boomen te Burgst, Heyl.
M. 93, 116. Redt, 2 ed. 40.
              -i.,U< ,,.,*v rj. v, ,,,,./2*^
Te Ede gevangen door Maitland en te Rhederoord door Kinker.
N. n. 96. M. 93, 126. Redt. 89 — 2 ed. 40.
In Aug. bij Ede, Maitl. — Te Wolfheze de type en een zwart
voorwerp met roode pooten, Piag.
]\\T. n. 88. M. 93, 208. Redt. 89 — 2 ed. 41.
Zeldzaam in Holland v. V. — In Junij onder plaggen op de
Galdersche heide in N.-Brabant, Heyl.
N. n. 97. M. 93, 236. Redt. 91-2 ed. 42.
Alleen gevonden door den heer Maitland in Aug. bij Ede.
Zabrus Ci.airv.
N. n. 100. M. 91, 52. Redt. 93 — 2 ed. 47.
In Gelderland, v. \\V. en Wtt. — Te Brammen, v. Bemm.— In
Limburg, Snell. — In Aug. op de wallen van Breda, Heyl.
Ainara Bon.
M. 95 , 6. Redt. 95 — 2 ed. 49.
In de omstreken van Zutphen, v. Eyndh.
N. n. 104. M. 95, 8. Redt. 95 — 2 ed. 49.
Zeer zeldzaam; in Holland gevangen, v. V.
N. n. 105. M. 95, 12. Redt. 96 — 2 ed. 49.
Zeldzaam; in Mei op de Gliphoeve, v. V. — In April aan den
IJkant bij Amsterdam, Kink.
N. n. 100. M. 95, 15 (Ooala, Fish). Redt. 96 — 2 ed. 50.
Gemeen op zonnige wegen in het vroege voorjaar, v. V. — Bij
den Haag in Sept., Snell. — In April bij Amsterdam, Kink.— In
Gelderland, v. W. — Bij Brummen, v. Itt.
N. n. 109. M. 95, 20. Redt. 96 — 2 ed. 50.
Vrij algemeen op zonnige wegen, v. V.
120 Strenua, Panz.
*121 Diligent, Sturm.
122 Oblongopunctata,
F.
123 Madida, F.
*124 2Z%m\\ Dfts.
125 Arw&i, F.
*126 Terricola, F.
127      Giièw*, F.
128 Tric>tSj)idala,Dii).
129  Plebeja, Gyll.
130  Similata, GylL
131   Obsoleta, Dej.
132   Communis, F.
-ocr page 26-
13
M. 95, 28. Redt. 95 — 2 ed. 50.
In de omstreken van den Haag, v. d. W.
M. 95, 30. Redt. 96 — 2 ed. 52. Bestemd door den heer Putzeys.
Bij den Haag, v. d. W. — In Sept. te Nunspeet, Roel.
N. n. 107. M. 95, 32. Redt. 96 — 2 ed. 50.
Gemeen in Holland op zonnige wegen in het voorjaar, v. V. —
Bij Utrecht, Wtt.
N. n. 110. M. 95, 33. Redt. 95 — 2 ed. 51.
In April bij Amsterdam, Kink. — In September bij den Haag,
Snell. — In Gelderland, v. W. — Bij Brammen, v. Itt.
N. n. lil. M. 95, 35 {Lueida, Dfts.). Redt. 95 — 2 ed. 51.
In Julij bij den Haag, v.V. — Bij Rott., Sn. — Bij Ede in Mei, Kink.
N. n. 113. M. 95, 53. Redt. 95—2 ed. 48.
Niet zeldzaam in de omstreken van den Haag, v. d. \\V.— Bij het
huis ter Heyde, Piag. — Twee voorwerpen te Brummen, v. W.
N. n. 114. M. 95, 56. Redt. 2 ed. 52.
Zeer zeldzaam; alleen bij Leyden gevangen, Maitl.
M. 95, 101. Redt. 2 ed. 59.
Bij den Haag, v. d. W.
M. 95, 107. Redt. 2 ed. 53.
In April eu weder in Oct. onder riet aan den I.fkant bij Amst..
Kink. — In Sept. aan het strand te Nunspeet, Roel.
N. n. 103. M. 95, 119. Redt. 94 — 2 ed. 51.
Gevangen door Gijsb. Hod.
N. n. 101. M. 25, 120 (Fulva, de G.). Redt. 94—2 ed. 51.
Vrij gemeen.— Op zonnige wegen in het voorjaar in Holland, en
in Aug. onder steenen, v. V. — Bij Zeist, Mart.— Bij Brummen,
v. W. — Bij Hoogeveen, Steenb. — In Drenthe, Gock. — In
Groningen, Cl. Mulder. — In Julij te Haren, de Gav. — Bij
Nunspeet, Roel. — In Febr. onder mos bij Burgst, Heyl.
N. n. 102. M. 95, 121. Redt. 94 — 2 ed. 51.
In Zuid-Holland, v. V. — In Junij op de dijken aan het IJ,
Kink. — In April bij Haren, de Gav.
N. n. 112. M. 95, 126. Redt. 94 — 2 ed. 48.
Slechts eenmaal gevangen; in April bij Bennebroek, v. V.
Pl\'istoiiycllUS Dej.
N. n. 126. M. 96, 48. Redt. 83 — 2 ed. 31.
Meermaals, waarschijnlijk te Rotterdam, Gijsb. H. — Niet zeld-
zaam binnen Leyden, v.V.— In Junij in een kelder te Amsterdam,
Kink. — Bij Rotterdam 3 exx., Snell. — Bij Zeist, Mart. — Bij
Zutphen van Itt.
i
*138 Trivialis, Gyll.
*134 Spreta, Dej.
135 Acuminata, Payk.
136  Familiaris, Dfts.
137   Gemina, Zimui.
138   Bi/rons, Gyll.
*139 Bufocinda,Sa\\\\lb.
140    Aulica, Panz.
141   Convexiuscula,
Marsh.
*142 Consularis, Dfts.
143 Ferruginea, L.
144 Apriearia, F.
*145 Patricia, Dfts.
146 Subcyanens, 111.
*- . //\'/^ )/> fs.f.\' ?/
-ocr page 27-
14
CalatllllS Bon.
147 Cisleloifles, 111.
N. n. 119. M. 97, 8. Redt. 84 — 2 ed. 32.
Somtijds vrij geineen op de duinen, v. d. W.— Bij Utrecht,S.—
Aan de Bildt, de Gr. — Op de heide bij Velp, v. V. •— Te Gro-
ningen, v. Bemm. — Bij Nunspeet, Roel.
N. n. 120. M. 97, 15. Redt. 84 — 2 ed. 32.
In Holland, v. V. — Bij Leyden, Kopp. — Bij den Haag, v.d.
W.— Bij Wassenaar en aan het huis ter Heyde, Piag.— Te Utrecht,
Wtt.— Te Nunspeet in Sept., Roel.— In Noord-Brabant, Maitl.—
Bij Breda en Roermond, Snell.
N. n. 121. M. 97, 17. Redt. 84 — 2 ed. 32.
Bij Leyden, v. V. — In Zuid-Holland, v. d. W. — Te Zandvoort
aan het zeestrand in Aug., Kinker. — Bij Brummen, v. Itt.
N. n. 124. M. 97, 25. Redt. 84 — 2 ed. 32.
Bij Leyden, v. V. — Bij den Haag, Maitl. — Niet zeldzaam
bij Scheveningen, v. d. W. en v. V. — Bij Overveen in Junij,
Kink. — Huis ter Heyde, Piag. — Bij Zeist in Sept., v. V. —
Aan de Rhedersteeg, W. — Op het strand bij Nunspeet, Roel. —
In Febr. onder boommos te Burgst, Heyl.
N. n. 123. M. 97, 25. var. Redt. 84—2 ed. 32.
Op Walcheren, H. — Bij Overveen in Junij, Kink. — Te Gro-
ningen, de Gav.
N. n. 122. M. 97, 30. Redt. 84 — 2 ed. 32.
In Maart op de Gliphoeve, in Aug. en Sept. in het duin onder
steenen, v. V. — Te Arnhem 10 exx. bijeen in Aug., Snell.
148 Fulvipes, Gyll.
*149 Fuscus, F.
150 Melanocephalus^j,
151 Oc/irop(erus,Dits.
*152 Microptems,T)fts.
Taphria Box.
153 Vivalis, 111.
N. n. 118. M. 100, 1. Redt. 84. (SpmcAus) — 2 ed. 33.
Bij Leyden, v. V. — Gemeen bij den Haag, en ook gevangen
te Apeldoorn in Julij, v. d. W.
DolicllllS Bon.
154 Flavicornis, ï.
N. n. 125. M. 101, 1. Redt. 83 — 2 ed. 31.
Schijnt uitsluitend aan Gelderland eigen. — Bij Ede, Maitl. —
Nijmegen, Snell.
AllcllOUieilllS Bon.
*155 Scrobimlains,i\\\\ N. n. 127. M. 103, 10. Redt. 85 — 2 ed. 34.
Bij Arnhem, Maitl.
-ocr page 28-
15
N. n. 128. M. 103, 16. Redt. 85 — 2 ed. 34.
Onder afgevallen bladeren in Holland, v. V. — Bij Leyden, Kopp. —
In Maart bij Amsterdam, Kink. — Te Maarsbergen, Piag. — Bij
Ede, Maitl. — In Febr. onder mos te Burgst, Heyl. — Bij Gro-
ningen, v. Bemin.
N. n. 136. M. 103, 20. Redt. 85 — 2 ed. 34.
In Zuid-Holland zeldzaam; bij den Haag., Maitl. — Bij Leyden,
Steenhuizen. — Schijnt meer in de provincie Utrecht dan elders voor
te komen; aldaar S. en Six in April. — Eenmaal in groot aantal
aan den IJkant gevonden onder aangespoeld riet in April, Kink. —
In Friesland, G.
N. n. 137. M. 103, 22. Redt. 85 — 2 ed. 34.
Binnen Leyden in tuinen, W. en v. V. — Aldaar, Kopp. — In
Mei bij Amsterdam, Kink. — Bij Utrecht en den Haag, Maitl. —
Bij IJsselstein in Mei, Snell. — Bij Burgst, Heyl.
N. n. 138. M. 103, 23. Redt. 85 — 2 ed. 34.
Bij Rotterdam Snell. — In Februari) onder mos bij Wassenaar,
v. V. — In dezelfde omstandigheden te Burgst, Heyl. — Bij Ede,
Maitl. — Vrij geineen in de omstreken van Zutphen, v. Eyndh. —
Bij Groningen, Cl. Mulder.
N. n. 129. M. 103, 26. Redt. 86 — 2 ed. 35.
Bij Rotterdam, in September onder bladeren zeer zeldzaam, Snell. —
Eenmaal vrij gemeen aan een poel in de duinen bij Scheveningen,
v. V.— Vijf exx. te Katwijk, de Gr. — Terzelfder plaatse, Kopp.—
In Sept. te Buiksloot, Kink. — In den Haarlemmermeerpolder, v.
Hemni. — In Maart bij Utrecht, Six.
N. n. 130. M. 103, 27. Redt. 85 — 2 ed. 35.
Eenmaal in Holland, v. W.
N. n. 131. M. 103, 28. Redt. 85—2 ed. 35.
In Holland zeldzaam, v. V.— Te Hillegom, Kink.— Bij Utrecht,
Six. — In Maart onder boomschors bij Breda, Heyl. — Bij Ede,
Maitl. — Hij Hoogeveen, Steenb.
N. n. 132. M. 103, 31. Redt. 86—2 ed. 36.
()nder steenen en mos in Holland, vrij gemeen, v. V. — Bij Rotterdam,
Snell.— Bij Driebergen in Oct., Six. — Bij Ede, Maitl.— In Friesl., G.
N. n. 134. M. 103, 39. Redt. 86 — 2 ed. 35.
Onder afgevallen bladeren in Holland, v. V. —In Mei te Zeist, Kink.
N. n. 133. Redt. 86 — 2 ed. 35.
In Holland in het voorjaar onder bladeren, v. V. — Bij Rotter-
dam, Snell. — Bij den Haag, Snell. en v. d. W. — Vrij gemeen
te Haren en Groningen in April en Mei, de Gav.
156 Angusticollis, F.
157 Prasinus, F.
158 Alhipes, F.
159 Oblongus, F.
160 Marginalus, L.
*161 Impressus, Panz.
162 Sex-punctatus, L.
\\6\'óParumpuuctatus,L.
164    FjVfoja, lil.
165   Moestus, Dfts.
-ocr page 29-
lli
166 Micans, Nic.
M. 103, 49. Redt. 86 — 2 ed. 36. Sturm, /a««a. V. 194 1.135, b. B.
Eenmaal bij Katwijk, Piag.
N. n. 135. M. 103, 52. Redt. 87—2 ed. 36.
Bij Rotterdam onder steenen, Sn. — In April bij Hillegom, Kink.—
Te Bruinmen, v. Itt. — Te Groningen, de Gav.
M. 103, 53. Redt. 86 — 2 ed. 36. Panz. Fn. 108, 5. Erichs. Kaf.
M. Brand.
p. 117, n». 20.
Op het laatst van Maart te Rotterdam in riet, Snell.— Te Buik-
sloot in Mei, Kinker. — Bij Utrecht, Six. — In Febr. onder mos
te Burgst, Heyl.
M. 103, 56. Redt. 2 ed. 37.
In April onder steenen aan den oever van den Schinkel bij Am-
sterdam, Kink.
Olistliopus Dej.
167 Gracilis, Sturm.
168Fuliffino«ut, Panz.
169 T/toregi,~De).
* 17 QJioluntfaius, Payk.
N. n. 139. M. 104, 2. Redt. 87 — 2 ed. 37.
In Zuid-Holland, v. d. W. — Een voorwerp in Aug. te Cuyk
in Noord-Brabant, Everts.
Patrobus Dej.
171 Excacatus, Pavk. I AT. n. 142. M. 106, 1. Redt. 83 — 2 ed. 76. C~i~,-/l/ <\'U
U-HU ir/ii /Kr, :\':~r> .
Bij Rotterdam, Gijsb. Hoc. — Aldaar zeldzaam, Snell.— Bijden
Haag, v. V. — Bij Ede, Maitl.
PogOllllS Dkj.
*1 T2,Luridipeunis.W\\x.
173 C/taf eens. Marsh.
I
*174 Discus, F.
175 Minutus, F.
N. n. 140. M. 108, 3. Redt. 82 — 2 ed. 66.
Bij Ede, Maitl.
N. n. 14J. {Halop/iilns, Germ.) M. 108, 6. Redt. 2 ed. 66.
Onder steenen bij Rotterdam, zeldzaam, Sn.
Trechns Ci.airv.
N. n. 14-\'}. M. 109, 1. Redt. 104 — 2 ed. 67.
Bij Leyden, Maitl. — Bij Rotterdam, Sn.
N. n. 144. M. 109, 25. Redt. 105 — 2 ed. 69.
Bij Rotterdam, Gijsb. H. — Bij den Haag, v. d. W. — Bij Overveen,
Noordwijk en op Beekhuizen, gedurende den geheelen zomer, Kink.—
Bij Utrecht, Six. — Aan het huis ter Heyde, Piag. — In Aug. in heide-
achtige gronden te Wort-Rhede, v. V. — Op Walcheren, G.
N. n. 145. M. 109, 28. Redt. 2 ed. 70.
Eenmaal zeer gemeen in Aug. en Sept. bij Heemstede, doch sedert
niet meer aangetroffen, v. V.
M. 10», 45. Redt. 2 ed. 75.
I» Maart aan den Oosterdok-dijk, bij Amsterdam, Kink.
N. n. 146, M. 109, 60. Redt. 105 — 2 ed. 70.
Slechts te Brummen gevonden, in Julij, v. V.
176 OUusus, Erichs.
177 Olacialis, Heer.
*17S Secalis, Payk.
-ocr page 30-
17
Tachypus Dej.
N. n. 147. M. 116, 1. Redt. 106 — 2 ed. 72.
Op vochtige weiden in Holland niet zeldzaam, v. V. — Bij Ley-
den, Kopp. — In Maart bij Utrecht, Six.
M. 116, 3. Redt. 106 — 2 ed. 72.
In April bij Haarlem, Groll.
Bembidiuiii Latr.
N. n. 148. M. 117, 1. Redt. 107 — 2 ed. 72.
In Gelderland, v. W. — Te Brammen, v. Itt. — Aan den oever
van een plasje in de heide bij Aalten, Sn.
N. n. 149. M. 117, 3. Redt. 107 — 2 ed. 72.
In Junij bij den Haag, v. V. — Te Brammen, v. Itt.
M. 117, 11. Redt. 2 ed. 82.
In de duinen bij den Haag in Juli), Everts en v. d. W.
M. 117, 16. Redt. 106 — 2 ed. 73.
In April aan den Ukant bij Amsterdam, Kink. — In Sept. aan
het strand der Zuiderzee bij Nunspeet, Roel.
N. n. 154. M. 117, 23. Redt. 112 — 2 ed. 75.
In de omstreken van Zutphen, v. Eyndh. — In Maart bij Am-
sterdam, Kink. — Bij Rotterdam, Gijsb. H.
N. n. 156 {Celere F.). M. 117, 24. Redt. 110 — 2 ed. 75.
Vrij gemeen in de provincie Holland en Utrecht, v. d. W., v. V.,
Six. — In Januarij onder boomschors bij Breda, Heyl.
M. 117, 44. Redt. 109 — 2 ed. 76.
Op de dokdijken bij Amsterdam in April, Kink.
N. n. 157. M. 117, 46. Redt. 112 — 2 ed. 74.
Aan den oever der voormalige Haarlemmermeer in Julij, v. V.—
Sedert niet meer aangetroffen.
N. n. 159. M. 117, 48. Redt. 109 — 2 ed. 74.
Twee exx. in Julij te Katwijk, Piag. — In Aug. bij Ede, Maitl.
N. n. 158. M. 117, 50. Redt. 109 — 2 ed. 74.
Bij Ueyden en Katwijk, Maitl. en Kopp. — Bij Brammen, v. W. —
Te Groningen, de Gav.
N. n. 161. M. 117, 52. Redt. 111 — 2 ed. 78.
Bij den Haag, Maitl. — Bij Leyden, Kopp. —- In Mei aan de
boorden van een plasje in de heide bij Aalten, Sn.
N. n. 160. M. 117, 56. Redt. 109 — 2 ed. 74.
Bij Ueyden onder mos en in Aug. op de Gliphoeve, v. V. — De
soort schijnt zeldzaam.
3
179 Flavipes, L.
*180 Pallipes, Dfts.
181 Palu(ïosii}nJ?a.nz.
182 Impressum, Panz.
183  Pallidipenne ,111.
184  Bipunclalum, L.
185  Pygmaeum, F.
186 Lampros, Herbst.
187   Pusillum, Gyll.
188     Z^örw, UI.
189  Siurmii, Panz.
190  Articulalum, Pz.
191 Quadriguttalum,Y.
192 Quadrimacula-
tum,
L.
. \' ,...* \'
\'.< >> , * t *fé •
-ocr page 31-
IS
M. 117, 83. Redt. 110 — 2 ed. 76
In April onder steenen in de omstreken van Amst., Kink.
M. 117, 97. Redt. 110 — 2 ed. 79.
In Mei aan den IJkant bij Amsterdam onder aangespoeld riet, Kink.
Bijvoegs. 15R M. 117, 103. Redt. 111 — 2 ed. 78.
Bij Amsterdam, Kink. — Te Zutphen, v. Eyndh. — Bij Utrecht, Six.
Bijvoegs. 151*. M. 117, 106. Redt. 2 ed. 87.
Te Bruinmen, v. Itt. — Op Sterkenburg bij Driebergen in Julij, v. V.
Bijvoegs. 15J«. M. 117, 107. Redt. 111 — 2 ed. 79.
Bij Utrecht, v. Hasselt. — Aldaar in April in een tuin, Six. —
In Julij bij den Haag, v. d. W.
N. n. 151. M. 117, 110. Redt. 112 — 2 ed. 78.
Zeer gemeen in de omstreken van Leyden, Ilerkl. Kopp. en v. V. —
In Mei bij Amst., Kink. — In Maart aan de Bildt bij Utrecht, Six. —
In Febr. te Burgst onder het mos der boomen, Heyl.
M. 117, 115 {Ustulatitw L.). Redt. 2 ed. 78.
tn Maart bij Amst., Kink.— In de omstreken van Utrecht, Groll.
M. 117, 116. Redt. 112 — 2 cd. 76.
Te Nunspcet onder zeewier aan het strand in Sept., Roel. — In April
aan den IJkant en in Febr. onder het mos der boomen, bij Amst, Kink.
N. ii. 150 {Uslnlalum F). M. 117, 132. Redt. 108 — 2 ed. 80.
In de omstreken van Leyden, Kopp.— In Febr. te Hillegoin onder mos
en in April onder steenen en riet aan den IJkant bij Amst., Kink. —
Bij Utrecht, Six. — Te Nunspeet in Sept. aan het strand, Roel.
M. 117, 133. Redt. 2 ed. 80.
Een voorwerp onder steenen in April te Frankendaal bij Amst., Kink.
M. 117, 136. Redt 108 — 2 ed. 80.
Te Katwijk, v.B.— Te Hillegom in Maart onder afgevallen bladeren,Kink.
M. 117, 137. Redt. 109 — 2 ed. 80.
In Maart aan den Schinkel onder aangespoelde ruigte, Kink. —
N. n. 152. M. 117, 142. Redt. 108 — 2 ed. 80.
Aan oevers onder aangespoeld riet en ruigte, v. V. — Te Leyden,
Maitl. — In Maart en Aug. bij Rotterdam, Snell. — Bij Utrecht,
Six. — In Mei te Groningen, de Gav.
M. 117, 144. Gedetermineerd door den heer Putzeys.
Te Nunspeet in Sept., Roel.
N. n. 153. M. 117. 146. Redt. 113 — 2 ed. 81.
Gemeen in Zuid-Holland op grashalmen in het voorjaar, v. V. —
Bij Brummcn, v. Itt.
M. 117, 151. Redt. 109 — 2 ed. 151.
Aan den IJkant in Mei onder aangespoeld riet, Kinker.
*193 Decorum, Dfts.
*194 Tibiale, Dfts.
195 Obsoleium, Dej.
* VèbBrnxellense Wsm.
197   Feworalum, St.
198    Awheae, F.
199   Rnpestre, 111.
200  Lunatnm, Dfts.
201   Varinm, Oliv.
*202 Flammulalum,
Clairv.
203 Fumigalum, Dej.
204  Assimile, Gyll.
205   Bignltatum, F.
*206 Aeuenm, Germ.
207 Guttula, F.
*208 OUnsnm, Strm.
-ocr page 32-
19
HYDROCANTHARI.
Cybister Curt.
N. n. 162. M. 121, 1. Redt. 115 — 2 ed. 98.
Op Walcheren gevonden, G. — Door den heer F. A Hartsen in
de omstreken van Amsterdam gevangen.
Dytiscus L.
M. 122, 1. Redt. 11» — 2 ed. 98.
Uitsluitend bij Zutplien gevangen; door den heer M. Harmsen.
N. n. 170. il. 122, 2. Redt. 114 — 2 ed. 99.
Bij Leyden in staande wateren, v. V. — Bij Rotterdam gemeen,
Sn. — Bij Zwol en Utrecht, V. — Bij Brummen, v. V. — Een
wijfje met gladde dekschilden bij Zutphen, v. Eyndh.
N. n. 169. M. 122, 4. Redt. 114 — 2 ed. 99.
Bij Bleiswijk in menigte, v. V. — Bij Groningen, de Gav.
N. n. 168. M. 122, 5. Redt. 114 — 2 ed. 99.
Eenmaal in Holland, v. V. — Gemeen bij Rotterdam, Sn. —
Schijnt evenwel zeldzamer voor te komen dan de vorigen.
N. n. 171. M. 122, 8. Redt. 113 — 2 ed. 99.
In Zuid-Holland, v. d. W.— Een mannetje bij Zutphen, v. Eyndh.
N. n. 172. M. 122, 9. Redt. 118 — 2 ed. 99.
Zeldzaam in Zuid-Holland, v. V. — Zeldzaam in Zeeland, H. —
Gemeen in de slootjes te Brummen, v. V. — Gemeen te Zwol, V.
Acilius Leach.
N. n. 163. M. 124, 1. Redt. 114 — 2 ed. 100.
Alom in slooten vrij gemeen, vooral bij Bleiswijk en Brummen,
v. V. — Bij Zeist, Mart. — In Noord-Brabant, Roel.
N. n. 164. M. 124, 3. Redt 114 — 2 ed. 100.
Twee mannetjes bij Leyden, Kopp. — Bij Rotterdam, Sn. —
Groningen, de Gav.
HydaticilS Leach.
N. n. 167. M. 125, 2. Redt. 115 — 2 ed. 100.
Bij den Haag, v. d. W. — Bij Rotterdam, Sn.— In Junij aan
de Nieuwersluis, Kink. — Te Utrecht, Sn. en Six. — In Mei bij
Breda, Heyl. — In Friesl., G.
N. n. 166. M. 125, 3. Redt. 115 — 2 ed. 100.
In April in de omstreken van Leyden, v. V. — Bij Utrecht, zeld-
zaam, V. — Bij Haren, in het vroege voorjaar, de Gav.
3*
209 Roeselii, F.
*210 Latissin/us, L.
211 Marginalia, L.
212 Circu)ncinctus,Ah.T.
*213 Circumflexus, F.
214  Dimidialus, Til.
215   Punctulatut, F.
216 Sulcatus, L.
217 Fascialus, de G.
218 Transver&alis, F.
219 Hybneri, F.
-ocr page 33-
2(1
M. 125, 8. Redt, 115 — 2 ed. 100. Panz. i?». 31, f. 11. Erichs.
Z«/èr. J7. #/. p. 143. n°. 3.
Een wijfje bij Zutphen, v. Eyndh.— Twee mannetjes bij Leyden ,Piag.
M. 125, 9. Redt. 115 — 2 ed. 100. Sturm Faun. VIII. 41. 1.191 a A.
Twee mannetjes en evenveel wijfjes in de omstreken van Zutphen
gevangen, v. Eyndh.
M. 125, 10. Redt. 115 — 2 ed. 100.
Een voorwerp aangetroffen in eene verzameling van inlandsche
kevers, met het etiquet 9 April 1831, Kink.
Colymbetes Clairv.
N. n. 173. M. 126, 4. Redt. 116 — 2 ed. 93.
Bij Leyden in het voorjaar, v. V.— In Zuid-Holland, v. d. W.—
Bij Leyden, Kopp. — Bij Rotterdam gemeen, Snell. — In Junij
bij Breda, Heyl. — Omstreken van Groningen, de Gav.
Bijvoegs. 173«. M. 126, 6. Redt. 116 — 2 ed. 93.
Bij den Haag, v. d. W. — Utrecht, Six.
N. n. 174. M. 126, 9. Redt. 116 — 2 ed. 94.
In staande wateren in Zuid-Holland, zeldzaam, v. V. — Bij Zut-
phen, v. Eyndh.
N. n. 175. M. 126, 11. Redt. 116—2 ed. 94.
In de omstreken van Katwijk, Piag. — In April aan de Bildt,
Six. — In Friesland, G.
N. n. 176. M. 126, 13. Redt. 116 — 2 ed. 94.
In Zuid-Holland, v. d. W. — Zeer gemeen in de omstreken van
Leyden, Kopp. — In Friesland, G.
N. n. 177. M. 126, 17 Redt. 116 — 2 ed. 94.
Bij Brummen, v. W.
N. n. 178. M. 126, 19. Redt. 116 — 2 ed 94.
Zeldzaam in Holland, v. V. — In Zeeland gemeen, H. — Bij
Driebergen in Mei, Six.
IlybillS Erichs.
N. n. 179. M. 127, 1. Redt. 117 — 2 ed. 95.
Niet ongemeen in staande wateren in Holland; bij Brummen zeld-
zaam, v. V. — In April bij Amsterdam en in Junij aan de Nieuwer-
sluis. Kink. — In Noord-Brabant, Roel.
N. n. 180. M. 127, 3 {Obscurus Marsh.). Redt. 117 — 2 ed. 95.
Alleen bij Brummen gevangen, v. W.
N. n. 181. M. 127, 6. Redt. 117 — 2 ed. 95.
In Holland, v. V. — Bij Utrecht, S. en Six. — Bij Nieuwer-
sluis in Junij, Kink. — Bij Utrecht, Six.
*220 Ciuereus, L.
*221 Bilinea(us,deG.
*222 Zonaius, Hopp.
223     Fuscus, L.
224    Striatus, L.
225   Pulverosus, St.
226     Notaiw, F.
227   Collaris, Payk.
*22S   Adspersus, F.
229    Grajtó, Gyll.
280 ^fer, F.
*231 Quadriguttatus,
Bsd.
232 Fenestralus, F.
-ocr page 34-
•->1
Bijvoegs. 180*. M. 127, 8. Redt. 117 — 2 ed. 95.
Te Noordwijk, v. Bemm.
Bijvoegs. 180«. M. 127, 9. Redt. ibid.
In Noord-Brabant, Roel.
N. n. 182. M. 127, 11. Redt. ibid.
In Friesland, G. — Bij Utrecht, Six. — Te Hillegom in April,
Kink. — In Noord-Brabant, Roel.
Agabus Leach.
N. n. 187. M. 128, 2. Redt. 118—2 ed. 96.
In slooten in Zuid-Holland, vroeger niet zeldzaam, v. V. — In
Noord-Brabant, Roel.
N. n. 185. M. 128, 12. Redt. 118 — 2 ed. 96.
Bij Hoogeveen, Steenb. — In Friesland, G. — In Junij aan de
Nieuwersluis, Kink.
N. n. 184. M. 128, 16. Redt. 2 ed. 98.
Bij Rotterdam, Sn.
Bijvoegs. 186«. M. 128, 17. Redt. 118 — 2 ed. 96.
Eenmaal te Wassenaar, v. Bemm.
N. n. 1S6. M. 128, 21. Redt. 119 — 2 ed. 97.
In Holland, v. V. en de Haan. — Te Leyden, Kopp. — In
Junij aan de Nieuwersluis, Kink.
M. 128, 22. Redt. 119 — 2 ed. 96.
In Junij te Wolfheze, Groll.
M. 12S, 25. Redt. 118 — 2 ed. 96.
In de omstreken van Leyden in April, v. V. — In Junij te
Wolfheze, Groll.
N. n. 183. M. 128, 49. Redt. 118 — 2 ed. 97.
Gemeen in Holland, v. V. — Zeer gemeen bij Leyden, Kopp.—
In Mei bij Zeist, Kink. — In Mei bij Breda, Heyl. — Te Gro-
ningen in Mei, de Gav. — In Noord-Brabant, Roel.
ÜNoterus Clairv.
N. n. 191 {Semipunctatns F.). M. 130, 1. Redt. 119 — 2 ed. 93.
Bij Leyden zeldzaam, Kopp. en v. V. — Bij Utrecht, S. —
Aldaar in Aug. Six.
N. n. 190. M. 130, 2. Redt. 119 — 2 ed. 93.
Meer algemeen dan de vorige. — Bij Leyden, v. V. — Bij Haar-
lem, Buse. — Bij den Haag, v. d. W.— Bij Utrecht gemeen, S.—
In Noord-Brabant, Roel. — In Friesl., G.
*233 Subaeneus, Er.
234   Guitiger, Gyll.
235   Fuliginosus, F.
236      Agilis, F.
237    Slurmii, Schh.
238   Neglectus, Er.
*239 Mactdalus, L.
240   Abbreviatus, F.
241   Didymus, Oliv.
242   Paltidosus, F.
243  BipnHulatus, L.
244 Sparsus, Marsh.
245 Crassicornis, F.
-ocr page 35-
22
Laccophilus Lkach.
N. n. 188. M. 132, 2. Redt. 119 — 2 ed. 93.
Zeer gemeen op vele plaatsen. — In slooten in Holland en Gel-
derland, v. V. — Bij Utrecht, S. en Six. — Te Groningen, v.
Bemm. — Bij Breda, Heyl. — En in Noord-Brabant, Roel.
N. n. 189. M. 132, 3. Redt. ibid.
Bij Rotterdam gemeen, Sn. — Op de Gliphoeve in Mei, v. V. —
Omstreken van Leyden, Kopp. — Op Walcheren, G. — In Mei
bij Breda, Heyl. — In Noord-Brabant, Roel.
\\l\\ phydrus iu„
N. n. 192. M. 133, 2. (ferruginevs L.) Redt. 124 — 2 ed. 85.
Zeer gemeen in staande en stroomende wateren in Holland,
Utrecht, Gelderland, v. V. — Bij Driebergen, Six. — Bij Hooge-
veen, Steenb.
Hydroporus Clairv.
N. 193. M. 134 (5), 1. Redt. 120 — 2 ed. 86.
Zeer gemeen in Zuid-Holland, v. V. — Zeer gemeen in de om-
streken van Utrecht, Six.
N. n. 194. M. 134, 2. Redt. 120 — 2 ed. 86.
Bij Utrecht, S. en Six. — In Julij bij Heemstede, v. V. — Bij
Leyden, Kopp. — In Noord-Brabant, Roel.
Bijvoegs. 194«. M. 134, 6. Redt. 2 ed. 86.
Bij Utrecht, Six.
Bijvoegs. 207*. M. 134, 12. Redt. 121 — 2 ed. 87.
Bij de Bildt in Julij, Six.
Bijvoegs. 207". M. 134, 19. Redt. 121 — 2 ed. 87.
Bij Utrecht en bepaaldelijk aan de Bildt, Six.
Bijvoegs. 193*. M. 134, 24. Redt. 2 ed. 979.
In Noord-Brabant, Roelofs. — Vrij gemeen in de vijvers van
Sterkenburg, Kneppelhout v. Sterk. — Omstreken van Utrecht, Six.
Bijvoegs. 193«. M. 134, 26. Redt. 121 — 2 ed. 87.
Eenmaal in Sept. te Driebergen, Six.
N. n. 207. M. 134, 41. Redt. 122 — 2 ed. 88.
In Zuid-Holland, de Gr. — Bij Wassenaar, v. V. — Omstreken
van Leyden, Kopp. — Bij Utrecht, Six.
N. n. 195, M. 134, 50. Redt. 122 — 2 ed. 89.
Tn Zuid-Holland, v. V. — Bij Utrecht, Six. — In Noord-
Brabant, Roel.
N. n. 196. M. 134, 54. Redt. 122 — 2 ed. 89.
Uitsluitend op Walcheren gevangen, G.
246 Hyalinus, de G.
247 Minutus, L.
248 Ovatus, L.
249 Inaequalis, F.
250 Reticulalus,!?.
*251 Decoratns, Gyll.
*252 Gewinus, F.
253 Unistriatus, 111.
254 12-pusiulalus,Y.
255 1) e pressus, F.
256 Halensis, F.
257 Picipes, F.
*258 Parallelogram-
mns,
Knoch.
-ocr page 36-
23
Bijvoegs. 196". M. 134, 65. Redt. 123 — 2 ed. 89.
In Noord-Brabant, Roel. — Bij Utrecht, Six.
N. n. 197. M. 134, 74. Redt. 2 ed. 89.
Tn Zuid-Holland, v. d. W.
N. n. 204. M. 134, 78. Redt. 123 — 2 ed. 90.
Gemeen in Holland, (v. V.), in Utrecht, (Six.) en in Noord-Bra-
bant, Roel. — In Mei bij Breda, Heyl.
Bijvoegs. 198<*. M. 134, 82. Redt. 123—2 ed. 89.
Bij Utrecht, Six. — In Noord-Brabant, Roel. — In Julij bij
Groningen, de Gav.
N. n. 198. M. 134, 83. Redt. 123 — 2 ed. 89.
In Friesland, G. — Een enkel voorwerp bij Leyden, v. V.
N. n. 199. M. 134, 89. Redt. 123 — 2 ed. 89.
Vrij gemeen in Holland, v. V. — Bij Rotterdam, Snell. —
Utrecht, Six. — Noord-Brabant, Roel.
N. n. 200 (piceus, Strm., M. 134, 91. Redt. 2 ed. 91.
Zeldzaam in Zuid-Holland, H. — In Noord-Brabant, Roel.
M. 134, 105. Redt. 2 ed. 92.
In de omstreken van Utrecht, Six.
N. n. 202. M. 134, 118. Redt. 2 ed. 91.
Bij Utrecht, Six. — In Friesland, G.
N. n. 201. M. 134, 119. Redt. 2 ed. 89.
Eenmaal in April aan de Gliphoeve, v. V.
N. n. 203. M. 134, 126. Redt. 2 ed. 92.
In Holland, v. V. — Tn Friesland, G.
N. n. 205. M. 134, 127. Redt. 122 — 2 ed. 89.
In Friesland, G. — In tamelijk aantal bij Zuylen, Six.
N. n. 206. M. 134, 135. Redt. 121 — 2 ed. 86.
Uitsluitend gevangen bij Brummen, v. W.
Bijvoegs. 206«. M. 134, 140. Redt. 121 — 2 ed. 86.
Bij Utrecht, Six. — Bij Wassenaar, v. V.
Pelobius Schö.nh.
N. n. 208. M. 135, 1. Redt. 102 — 2 ed. 85.
Eenmaal op Walcheren, G. — Sedert heb ik meer voorwerpen
gezien, in Zeeland gevangen en toebehoorende aan het Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen, v. V.
Haliplus Latr.
M. 136, 6. Redt. 125 — 2 ed. 84. Sturm, Fn. VIII, 148. t. 201.
Bij Utrecht, Six. — In Julij bij Hengelo, Groll.
259   Dorsalis, F.
260   Ovatus, Sturm.
261    Palmtris, L.
262 Eryttirocephalus,li.
263  Rujifrons, Dfts.
264     Planus, F.
265  Pubescem, Gyll.
266     Uyllenhalii,
Schiüd.
267   Tristis, Payk.
268    Elougatulus,
Sturin.
*269 Notatus, Sturm.
270 Litiealtts, F.
*271 JUlinealtiêJStxum.
272      P»rf««, F.
273   Hermanni, F.
274 /We;»*, F.
-ocr page 37-
24
*2 7 5 Flavicollis,St\\irm.
276 Ruficollis, d. G.
M. 136, 8. Redt. 2 ed. 84.
Te Hattem in Julij, Groll.
N. n. 209. M. 136, 15. Redt. 124 — 2 ed. 84.
Zeer gemeen. — Met veel verschil in teekening in de slooten van
Zuid- en Noord-Holland, v. V. — In menigte bij Utrecht, S. en
Six. — Bij Groningen, de Gav.
Biivoegs. 209". M. 136, 19. Redt. 125 — 2 ed. 84.
Uitsluitend gevonden bij Utrecht in April, Six.
Ciieuiidotits ii.i,.
N. n. 210. M. 137, 1. Redt. 125 — 2 ed. 85.
Eenmaal, waarschijnlijk in Holland, v. V. — Bij Utrecht, S. en
Six; schijnt over het algemeen zeldzaam.
Gyriiius L.
N. n. 212. M. 138, 1. Redt. 126 — 2 ed. 101.
Gemeen in Holland, v. V. — Gemeen bij Wassenaar, de Gr. —
Bij Groningen, Cl. Mulder. — Tn Noord-Brabant, Roel.
N. n. 213. Redt. 126 — 2 ed. 101.
Gemeen bij Rotterdam, Snellen. — Bij Utrecht, Six. — Te Eel-
derswolde in Groningen, de Gav.
Bijvoegs. 214«. M. 138, 7. Redt. 126 — 2 ed. 101.
Bij Katwijk, v. Bemm. — In het Rijzenburgsche bosch in Oc-
tober, Six.
N. n. 211. M. 138, 8. Redt. 126 — 2 ed. 101.
Gemeen in den vijver van het Slot Teylingen te Sassenheim, bij
Bennebroek en Heemstede in Julij, v. V. — Gemeen in deomstre-
ken van Leyden, H. — Bij Rotterdam, Snell. — In Noord-Bra-
bant, Roel. — De var. Dorsalis, is eenmaal in eenige exemplaren
op Walcheren gevangen, G.
Bijvoegs. 214*. M. 138, 14 {Concinnus KI.). Redt. 768 — 2 ed. 102.
In den Krommen Rijn bij Utrecht, Roel.
PALPIC0MIA.
Hydrophihis Geoffk.
N. n. 226. M. 141, 1. Redt. 181 — 2 ed. 102.
Deze soort komt enkele jaren plaatselijk in zeer groot aantal voor
en is in andere jaren schier overal zeldzaam. Eenmaal was zij zeer
gemeen in slooten aan de Morsch bij Leyden, v. V. — Te Gro-
ningen ving haar de Gav. — Bij den Haag, v. d. W. — Bij Rot-
terdam, Sn. — Op de Gliphoeve in Junij en Sept, v. V. — Bij
Utrecht, S. — Bij Hoogeveen, Steenb.
277    Lineatocollis,
Marsh.
278    Caestts, Dfts.
279    Natator, L.
280   Mergus, Ahr.
281    Minutns, F.
282  Marinus, Gyll.
283 Slrigipennis,S\\iïïr.
284 Piceus, F.
-ocr page 38-
25
Hydrous Bruixé.
N. n. 227. M. 143, 1. Redt. 131 — 2 ed. 103.
Bij Rotterdam niet zeldzaam, Sn. en v. V. — Bij \'s Gravenhage
v. d. \\V. en v. V. — Bij Leyden, Kopp. — Bij Utrecht, Wtt.—
Bij Hoogeveen, Steenb. — In de provincie Groningen, Cl. Muld.
Hydrobhis Leach.
N. n. 228. M. 141, 3. Redt. 132 — 2 ed. 104.
Zeldzaam in Holland, v. Y.
N. n. 229. M. 144, 4. Redt. 132 — 2 ed. 103.
Zeer gemeen, in het geheele land en door eene menigte personen gevangen.
N. n. 232. M. 144, 5. Redt. 132 — 2 ed. 103.
Zeldzaam in Zuid-Holland, v. V.
N. n. 230. M. 144, 8 {Globulus Payk.). Redt. 132 — 2 ed. 103.
In Friesland, G. — In April op de Gliphoeve, v. V. — Bij
Rotterdam, Sn. — In de omstreken van Utrecht schijnt hij vrij
gemeen en werd hij dikwijls gevangen, Six. — In April aan den
IJkant bij Amsterdam, Kinker.
285 Caraboides, L.
*286 Oblongus, Herbst.
287 Fuscipes, L.
*288 Bicolor, Payk.
289 Limbatus, F.
Phillydrus \') S
•Soi..
290 Tcstaceus, F.
291 Melanocephalnsjè.
*292 Nigricans, Zett.
293  Marginellus,Y.
294     Griseus, F.
N. n. 231. M. 146, 1. Redt. 132 — 2 ed. 105.
In Zuid-Holland, v. V. — Bij Rotterdam in .Julij, Snell.— Bij
Amsterdam in Mei, Kink. — Bij Utrecht niet ongemeen, Six. —
Vele voorwerpen bij Groningen in Julij, de Gav.
N. n. 233. M. 146, 3. Redt. 2 ed. 105.
In Zuid-Holland, v. V. — Bij Leyden Kopp. — Bij Nieuwer-
sluis in Junij, Kink.— Bij den Haag, v. d. W.— Bij Utrecht, Six.
N. n. 234. M. 146, 4. Redt. 2 ed. 105. (Fronlalis Kr.).
Op Walcheren, G. — Bij Utrecht, Six.
N. n. 235. M. 146 , 5. Redt. 132 — 2 ed. 105.
Op Walcheren, G. — In April op de Gliphoeve, v. V. — In
Mei en Augustus in de omstreken van Utrecht, Six. — Omstreken
van Leyden, Kopp.
N. n. 236. M. 147, 1 {Helochares lividus, Forst.). Redt. 132 — 2 ed. 104.
Een der gemeenste soorten van dit geslacht. — Gliphoeve in April,
v. V.— Bij Rott., Sn. — Den Haag, v.d. W.— Leyden, v. V. —
Haarlem, Buse. — Utrecht, Six. — Noord-Brabant, Roel.
\') Solicr en Schaum schrijven dit woord Philhydrua, \'t geen tegen den aard der Grieksche taal strijdt, ia
welke de h slechts eene adspiratie is aan het begin van een woord, welke bij zaïnenstelling achter sommige
letters, b. v. de / verloren gaat. De Stettiner Catalogus heeft Philgdrus en Rcdtenbachcr PAi/lhidrut.
-ocr page 39-
26
Laccobius Erichs.
N. n. 224. M. J4S, 1. Redt. 130 — 2 ed. 105.
295 Minutm, L.
Gemeen in Noord- en Zuid-Holland, v. V. —
Bij Rotterdam,
Sn. — Gemeen in de omstreken van Utrecht, Six.
Berosus Leach.
N. n. 225. M. 149, 6. Redt. 131 — 2 ed. 106.
Bij Schiedam, v. \\V. — Bij Driebergen, Six. — In Noord-
Brabant, Roel.
LilllliebillS Leach.
N. n. 223. M. 150, 1. Redt. 130 — 2 ed. 106.
Bij Wassenaar, E. (ierdes. — Aan de Bildt in Aug., Six. —
In Julij in poelen te Hoogland, v. V.
Bijvoegs. 223" {minutissimus Germ.). Redt. 130 — 2 ed. 106.
Twee voorwerpen in eene beek bij Driebergen in Sept., Six. —
In Julij op Schothorst te Hoogland, v. V.— In Mei bij Breda, Hevl.
Cvllidiiini Ek.
M. 151, 1. Redt. 133 — 2 ed. 107.
Onder aangespoeld riet in Febr. en Maart aan den Schinkel bij
Amsterdam, Kink.— Aan den kant van den vijver in het Haagsche
bosch in Julij. Everts.
Spercheiis E.
N. n. 215. M. 152, 1. Redt. 127 — 2 ed. 107.
Zeer gemeen bij Rotterdam, Sn. en v. V. — Aldaar ook de
cocons aan grasstengels en daaruit de parasiet, een sluipwesp, v. V.—
Sedert 1847 veelvuldig bij \'s Gravenhage gevonden, vroeg in het
voorjaar onder steenen aan den kant der slooten, v. d. W. — Bij
Leyden, Drechsl. — Met de cocons aan den kant der vaarten en
slooten rond Haarlem, Rits.
Helophoi\'us L.
N. n. 216. M. 153, 2. Redt. 127 — 2 ed. 107.
Ofschoon in verschillende provinciën gevangen, schijnt deze soort
in het algemeen toch zeldzaam.— Bij Leyden.v. V. — Bij Utrecht,
Six. — Bij Brummen, v. Ttt. — In Noord-Brabant, Roel. —
Te Breda, Hevl.
N. n. 221. M. 153, 9. Niet bij Redtenbacher.
tn October te Brummen, v. V. - Bij Utrecht, Six.
N. n. 217. Redt. 127 — 2 ed. 107.
Zeer gemeen in de staande wateren van Holland, v. V.— In April
bij Utrecht, Six. — In October te Leyden en te Brummen, v. V.
296 Lttridus, L.
297     Truncatellus,
Thunb
298   Aiomus, Dfts.
299 8eminulum,Ya,yk.
300 Emargiuatm, F.
301 Nubilus, ¥.
302   Fennicns, Payk.
303    GrantHs, 111.
-ocr page 40-
•27
*304 Aqualicus, L.
(Erichs).
305 Granularis, L.
N. n. 218. M. 153, 12 (?) Redt. 128 — 2 ed. 108.
Bij Utrecht, S. en Six. — Bij Brommen, v. W.
N. n. 219. M. 153, 18. Redt. 128 — 2 ed. 108.
Vrij gemeen in Holland, v. V. — In Friesland, G. — In Gel-
derland, v. W.
N. n. 220. M. 153, 20. Redt. 128 — 2 ed. 108.
In gering aantal in Holland, v. V. — In April bij Utrecht, Six.
M. 153, 22. Redt. 127—2 ed. 109.
In de slooten rond Utrecht, Six.
Hydroclms Leach.
N. n. 222. AI. 151, 2. Redt. 128 — 2 ed. 110.
In Augustus te Brtunmen, v. V. — Bij Utrecht, Six.
Bijvoegs. n°. 222». M. 154, 4. Redt. 128 — 2 ed. 109.
Bij Utrecht in Mei, Six.
Oclithebius Leach.
Bijvoegs. n°. 222*. M. 155, 13. Redt. 129 — 2 ed. 111.
Bij Utrecht, Six. — In Maart bij Amsterdam, Kink.
M. 155, 22. Redt. 2 ed. 111.
In April in liet gras aan den Ukant bij Amsterdam, Kinker.
Hydraeiin Kugei..
Bijvoegs. 222\'. M. 156, 5. Redt. 130 — 2 ed. 112.
Bij Utrecht, Six.
Cyclonotiuii Erichs.
N. n. 237. M. 157, 3. Redt. 133 — 2 ed. 113.
Bij Heemstede en Leyden. v. V. — In Mei bij Rotterdam tus-
schen rietpollen, Sn. — In Friesland, G.
Sphiieridiuiii F.
N. n. 238. M. 159, 1. Redt. 133 — 2 ed. 114.
Alom bij mest zeer gemeen; de var. Lunatum, minder gemeen,
werd onder anderen ook te Brummen gevangen door den Baron van
lttersum.
N. n. 239. M. 159, 3 {bipmtulaium F.). Redt. 133 — 2 ed. 114.
Bij Leyden zeldzaam, v. V. — Bij Katwijk, W. — Eenmaal in
het laatst van April zeer gemeen op de laan van Meerdervoort bij
\'s Gravenhage, v. V. — In Juni] bij Breda, Heyl.
Cercyon Leach.
M. 160, 1. Redt. 2 ed. 115.
Onder aangespoeld riet bij Amsterdam en aan de Vogelenzang in
mest, in Mei, Kink. — Te Utrecht in Mei, Groll.
4*
306   Griseus, Herbst.
307   Nanm, Sturm.
308  Carinatus, Germ.
309 Angustatusfierm.
310    Pygmaeus, F.
311    Melallescens,
Rosenh.
312   Riparia, Kug.
313   Orbicnlare, F.
314  Scarabaeoides, L.
315   Marginatum, F.
316 Obsoletum, GylL
-ocr page 41-
28
81 THaemorrhoidale,Y.
N. n. 240. M. 160, 2. Redt. 134 — 2 ed. 115.
Bij Rotterdam, Sn. — In Maart bij den Haag, v. d. W. —
Bij Utrecht, Six.
N. n. 241. M. 160, 4. Redt. 134 — 2 ed. 115.
Uemeen bij Rotterdam, Sn. — Bij den Haag, v. d. W. en v.
V. — Utrecht, v. Hass.
N. n. 246. .M. 160, 6. Redt. 134 — 2 ed. 114.
In April bij Leyden, in J ulij aan den oever van de Haarlem-
mermeer, en in Aug. bij den Haag, v. V. — Bij Amst., Kink. —
In Junij in de omstreken van Breda, Heyl.
N. n. 245. M. 160, 9. Redt. 135 — 2 ed. 116.
Eenige exx. in koemest, de Haan. — Bij Rotterdam niet gemeen,
Sn. — Bij Haarlem, Buse. — In Febr. en April bij Amsterdam,
Kink. — In Mei bij Bennebroek, v. V.
Bijvoegs. n°. 242«. M. 160, 10. Redt. 2 ed. 116.
Bij Scheveningen onder doode visch, v. Br. en v. V. — Aan
het strand bij Zandvoort in Aug., Kinker.
N. n. 243. M. 160, 13. Redt. 134 — 2 ed. 115.
Bij Leyden gemeen en in April bij Heemstede, v. V. — Bij den
Haag, Snell. — In April bij Overveen in paardenmest en in Maart
bij Amsterdam, onder riet en dorre bladeren, Kink. — Bij Utrecht,
Six. — In Maart onder eikenschors bij Breda, Heyl.
M. 160, 15. Redt. 2 ed. 114.
In Maart onder aangespoeld riet aan den IJkaiit, Kink.
N. n. 214. M. 160, 17. Redt. 134 — 2 ed. 114.
Bij Leyden niet zeldzaam en in Mei bij den Haag, v. V. — Bij
Rotterdam, Sn. — Bij Brummen, v. W.— Het mannetje te Utrecht,
v. Hass. — Omstreken van Amsterdam, Kinker.
N. n. 24.2. M. 160. 19. Redt. 135 — 2 ed. 115.
üe gemeenste der Cercyons, die overal aan te treilen is.
N. n. 247. M. 160, 23. Redt. 135 — 2 ed. 116.
In Mei bij den Haag, v. V. — In Maart bij Amsterdam, Kink.
Bijvoegs. 248«. M. 160, 24. Redt 135 — 2 ed. 116.
Bij Utrecht, Six.
M. 160, 25. Redt. 2 ed. 116.
Onder aanspoelsel in April aan de oevers van den Schinkel bij
Amsterdam, Kink.
Megasternum Mm.s.
M. 161, 1. Redt. 135 — 2 ed. 117.
Met den vorigen ter zelfder plaatse, Kink.— Bij Utrecht in Junij,
Six. — Bij Leyden in Junij, v. V.
318   Haemorrhoum,
Gyll.
319   Anale, Payk.
320 Pygiiiaeum, Hl.
321 LiUorale, Gyll.
322 Melanocephalum,
F.
*323 Qnisqnilium, L.
324 Unipnnctatum, L.
325    Flaoipes, F.
326   Minutum, F.
*327 Lngubre, Payk.
328 Granarium, Er.
329 Rolelophagum,
Marsh.
-ocr page 42-
29
Cryptopleiiriim Mui.s.
N. n. 248. M. 162, 1. Redt. 135 — 2 ed. 117.
Twee exemplaren bij Brammen in Julij, v. V. — Bij Rotterdam,
Sn. — In April in de omstreken van Amsterdam, Kinker.
330 Atomarium, F.
BRACHELYTRA.
Autalia Leach.
N. n. 287. M. 163, 1. Redt. 630 — 2 ed. 118.
In Sept in een Agaricns in het Haagsche bosch, v. V. — Bij
Overveen in Junij en bij Hillegom in Oct, Kink.
M. 163, 2. Redt. 650 — 2 ed. 118.
Gevonden in Mei in paddestoelen op Frankendaal bij Amsterdam
en in Aug. aan de oevers van den Schinkel, Kink.
FalilgMil Leach.
N. n. 290. M. 165, 2. Redt. 650 — 2 ed. 118.
In Augustus en Sept. niet ongemeen onder mos en planten op de
Gliplioeve, doch elders nog niet aangetroffen, v. V.
N. n. 289 (Cutsa Er.). M. 165, 4. Redt. 651 — 2 ed. 119.
Te Brummen, v. W. — In Mei bij Heemstede, v. V. — In Fe-
bruarij en Maart bij Amst. onder riet en rottende bladeren, Kink.
N. n. 288 {Sulcala Payk). M. 165, 5. Redt. ibid.
In April, Junij en September op de Gliplioeve; sedert niet meer
gevangen, v. V.
M. 165, 6. Redt. ibid.
In Maart en April onder steenen en afgevallen bladeren in de
omstreken van Amsterdam, Kinker. — Tn April te Leyden bij een
mesthoop, v. V.
fiolitochara Ma\\n.
M. 167. 3 Redt. 651 — 2 ed. 122.
In Aug. in de omstreken van Naarden in paddestoelen, Kink.
PliytoSHS Mann-
M. 168, 1. Redt. 2 ed. 142.
Te Zandvoort aan het strand in Augustus, Kink.
M. 168, 4. Redt 2 ed. 142.
In overgroote menigte onder doode visch aan het strand te
Scheveningen in September, v. V.
331 bnpressa, Oliv.
332 Rivnlaris, Grav.
333 TAoracica, Curt.
334 Snlcala, Payk.
*335 Snlcatula, Grav.
336 Obscura, Grav.
*337 L?mnlata,Payk.
*338 Spinifer, Curt.
SSÜlfigrioentrisfihevr.
-ocr page 43-
30
SHusa Erichs.
M. 170, 3. Redt. 676 — 2 ed. 164.
Tii Augustus in paddestoelen bij Naarden, Kink.
Ocnlea Erichs.
M. 171, 8. Redt. 652 — 2 ed. 149.
In April aan de oevers van den Schinkel bij Amsterdam, Kinker.
Al roei ia ra Grav.
N. n. 299. M. 179, 4. Redt. 669 — 2 ed. 155.
Bij Rotterdam, Gijsb. H.— Bij Leyden, v. V. en Steenhuyzen.—
In Friesland, G. — Bij den Haag, v. d. W. — In Aug. bij Noord-
wijk, Kink. — In Gelderland, v. W. en ter Meer.
M. 179, 14. Redt. 669 — 2 ed. 156.
In Sept. te Renkum, v. V.
N. n. 301. M. 179, 17. Redt. 670 — 2 ed. 156.
Bij Rotterdam gemeen, Snell. — In koemest te Naarden, de H.
N. n. 302. M. 179, 27. Redt. 669 — 2 ed. 155.
Vroeger gemeen bij Eeyden, v. V.— Te Noordwijk in Augustus
in paddestoelen, Kink.
N. n. 300. M. 179, 28. Redt. 671 — 2 ed. 156.
Bij Rotterdam, Gysb. Hod. — Op de Gliphoeve in April gemeen
en te Leyden aangetroffen, v. V. — Ook door den heer de Haan
gevangen. — De gemeenste soort van het genus, Kink.
Bijvoegs. 302«. M. 179, 36. Redt. 2 ed. 157.
In October bij Scheveningen, v. Br.
M. 179, 40. Redt. 671 — 2 ed. 157.
In Holland, v. d. W.
M. 179, 54. Redt. 2 ed. 154.
In Augustus op de duinen van Zandvoort, Kink.
M. 179, 56. Redt. 668 — 2 ed. 154.
Met den vorigen te Zandvoort, Kink. — In menigte bij den
Haag gevangen, v. d. W.
M. 179, 61. Redt. 669 — 2 ed. 155.
Zeldzaam in Eebr. en Maart onder aangespoeld riet en dorre bla-
deren bij Amsterdam, Kinker.
M. 178, 3. Redt. 670 — 2 ed. 158.
Te Renkum in September in paddestoelen, v. V.
Loiiiecliusa Grav.
M. 183, 6. Redt. 675 — 2 ed. 159. Erichs. Kaf. M.Br. p. 367, n°. 2.
Den 31e" Julij 1868 bij Velp gevangen, v. V.
*340 Rubra, Erichs.
*341 Bar/ia, Erichs.
*342 Fuscipes, F.
343   Hnjipennis, Er.
344   Tristis, Grav.
345  Fumata, Grav.
346   Lanuginosa, Gr.
*347 Obscurella, Grav.
348 Moesta, Grav.
*349 Bilineata,Gy\\l
350   iVi&rfa, Grav.
351   Morion, Grav.
352   P««a, Grav.
353 £marginata,P&yk.
-ocr page 44-
ai
JJvrinedonia Erichs.
M. 185. 15. Redt. 649 — 2 ed. 121.
Te Noordwijk in Maart, bij eene colonie van Lasius fuliginosus, Kink.
N. n. 285. M. 185, 16. Redt. 2 ed. 121.
Uitsluitend gevonden bij Rotterdam, v. V.
N. n. 284. M. 185, 17. Redt. 649 — 2 ed. 120.
Bij Haarlem, Buse. — Bij Leyden, v. V. — Bij Utrecht in
Maart, Six.
M. 185, 18. Redt. 2 ed. 120.
Met Funesta in Maart te Noordwijk, Kink.
M. 185, 22. Redt. 2 ed. 120.
Als de vorige, Kinker.
N. n. 286. M. 185, 30. Redt. 648 — 2 ed. 119.
Vrij gemeen bij Utrecht en Brummen, v. V. — In April bijden
Haag, Sn. — Bij Haarlem, Buse.— Bij Zutphen, v. Eyndh.— In
Maart en April bij Hillegom en Amsterdam, Kinker.
Callicerus Gkav.
M. 188, 3. Redt. 658 (Homalota Call.) — 2 ed. 119.
In April in de omstreken van den Haag, v. d. W.
Calodera Mann.
354 Funesta, Grav.
*855 Sitidlis, Miirk.
356 Limbata, Payk.
*357 Luyens, Grav.
*358 Laticollit, Mark.
359 Canaliculala, Y.
*360 Obscurué, Grav.
*361 Aelhiops, Grav. | M
189, 15. Redt. 654 — 2 ed. 151.
In Maart te Noordwijk onder afgevallen bladeren, Kink.
Tachyusa Ekichs.
M. 190, 12. Redt. 656 — 2 ed. 124.
In Maart aan het strand van Noordwijk onder doode visch en in
Augustus te Muiderberg aan het strand, Kink.
Oxypoda Mann.
Bijvoegs. 296«. (Lnteipennis Er.) M. 193, 3. Redt. 664 — 2 ed. 142.
Bij den Haag, v. d. Wulp. — In Holland, de Haan. — Te
Noordwijk in Maart en bij Zeist in Mei, Kink. — Twee exem-
plaren bij Utrecht, Six.
N. n. 297. M. 193, 10. Redt. 665 — 2 ed. 143.
Bij den Haag, v. V. — In Februarij bij Amsterdam, Kinker.
M. 193, 17. Redt. 666 — 2 ed. 143.
In Maart onder dorre bladeren en in September onder aangespoeld
riet aan den Ukant bij Amsterdam, Kink.
N. n. 298. M. 193, 21. Redt. 665 — 2 ed. 143.
In Junij bij den Haag, v. V.
362 ^ra, Grav.
363 Liv\'ulipennis,
Mann.
*364 Opaca, Grav.
365 Longinseula, Er.
*366 Ze^wfo,Erichs.
.(^ 7^/f.\'"»*\' /3-;.Ai.
~ry.i±\'
-ocr page 45-
38
*367 Umbrata, Gyïï.
368 Togala, Erichs.
*369 Aliernam, Gr.
*370 Exolela, Er.
*3 71 Formiceticola,
Miirk.
372 Ebenina, Fauv.
*373 Umbonata, Er.
374 Graminicola,YjT.
*375 Pavens, Erichs.
376 Elongatu la, Grav.
377 llyijrobia,T\\ioms.
M. 193, 29. Redt. 666 — 2 ed. 143.
In Februari) ouder aangespoeld riet aan den oever van den
Schinkel, Kinker.
M. 193, 32. Redt. 666 — 2 cd. 144. Erichs. Kaf. d. M. Brand. 346,3.
In Mei in de omstreken van Zutphen, v. Eyndh. — In Junij in
groot aantal onder mos op de duinen bij Velzen, Kink.
M. 193, 45. Redt, 666 — 2 ed. 144.
In October in de omstreken van Hillegom in paddestoelen ge-
vonden, Kinker.
M. 193, 49. Redt. 667 — 2 ed. 144.
In April aan den Ukant bij Amsterdam, Kinker.
Bijvoegs. 298«. M. 193, 60. Redt. 667 — 2 ed. 144.
Slechts eenmaal aangetroffen, bij Utrecht in April, Six.
Homalota M \\ w
Gedetermineerd door den heer Alb. Fauvel.
Te Driebergen in November, Six.— In April te Leyden, v. V.—
In Eebr. en Maart onder boommos bij Amsterdam en onder aange-
spoelde ruigte aan den oever van den Schinkel, Kink.
M. 195, 15. Redt. 660 — 2 ed. 12S.
Te Rozenburg bij Amsterdam onder mos aan boomstammen en te
Frankendaal in Mei onder paddestoelen, Kinker.
M. 195, 22. Redt. 658 — 2 ed. 125.
In Maart onder dorre bladeren en ruigte bij Amsterdam, Kink.
M. 195, 24. Redt. 659 — 2 ed. 127.
In Maart onder het mos der boomstammen bij Amsterdam, Kink.
M. 195, 29. Redt. 660 — 2 ed. 129.
In April in mijn tuin te Leyden, v. V. — In Maart onder dorre
bladeren bij Amsterdam, Kinker.
M. 195, 38. Redt. 2 ed. 136. = hygrotopora, Kr.
Vrij gemeen in Maart onder afgevallen bladeren bij Amsterdam
en in September onder steenen op den dijk langs het IJ, Kinker.
M. 195, 41. Redt. 2 ed. 136.
Met den vorigen in Maart, Kink.
M. 195, 46. Redt. 2 ed. 136.
In April onder aangespoeld riet en ruigte aan het IJ bij Amst, Kink.
M. 195, 47. Redt. 661 — 2 ed. 126.
In April aan den Ukant bij Amst. tusschen het gras, Kink.
M. 195, 48. Redt. 657 — 2 ed. 125.
In Maart aan den Ukant bij Amsterdam en in Augustus te Mui-
derberg aan het strand der Zuiderzee, Kinker.
*378 Eluviatilis,
Kraatz.
379 Meridionalis,
Muls.
*380 Velata, Erichs.
*381 Labilis, Erichs.
-ocr page 46-
83
M. 195, 61. Redt. 2 ed. 125.
In Juli] aan den oever vanden Schinkel, bij Amst., tusschen de bla-
deren van Tgphalalifolia,Y>Ank.— Bij Rotkaan den kant der plassen,Sn.
M. 195, 70. Redt. 659 — 2 ed. 127.
In April bij Amsterdam in het gras aan de boorden van den
Schinkel, Kinker.
N. n. 292. M. 195, 98. Redt. 659 — 2 ed. 128.
Te Brummen in Gelderland in Boleten, v. V.
N. n. 293. M. 195, 99. Redt. 660 — 2 ed. 128.
Zeer gemeen in de eerste voorjaarsdagen, rondvliegende in den
zonneschijn. — Gok in Julij te Brummen, v. V.
N. n. 291. M. 195, 103. Redt. 2 ed. 128.
In September bij Utrecht, in April bij den Haag, v. V.
N. n. 294. M. 195, 106. Redt. 661 — 2 ed. 131.
Meermalen in Holland gevangen, v. V. — Aan den oever van
den Schinkel in Maart onder aangespoeld riet, Kinker.
M. 195, 111. Redt. 2 ed. 130 {parallela Mann.).
In Maart met den vorigen, Kink.
M. 195, 121. Gedetermineerd door den heer W. Mink.
Aan de Rhedersteeg in Gelderland in Julij in paddestoelen, Kink.
M. 195, 124. Redt. 2 ed. 130.
Te Noordwijk in Augustus mede in paddestoelen, Kink.
M. 195, 128. Redt. 2 ed. 138.
Vrij gemeen in Julij en Aug. in champignons aan de Rhedersteeg,
te Soest en Noordwijk, en in October te Overveen, Kink.
M. 195, 132. Redt. 2 ed. 138.
Te Hillegom in Maart onder het mos der booinen, Kink.
M. 195, 133. Gedetermineerd door den heer A. Eauvel.
In Aug. te Naarden in champignons, Kink.
M. 195, 140. Redt. 2 ed. 126.
In Maart te Noordwijk onder afgevallen loover, Kink.
{Nigricomis Thoms.) M. 195, 143. Redt. 2 ed. 139.
In Mei in de omstreken van Rotterdam, Snell.
M. 195, 144. Redt. 2 ed. 131.
In paddestoelen te Overveen in Junij en bij Rhederoord in Julij, Kink.
, M. 195, 149. Gedetermineerd door den heer A. Fauvel.
Bij Soest, Muiderberg en Noordwijk in paddestoelen, Kink.
M. 195, 155. Redt. 2 ed. 139.
In Eebr. onder \'t mos der boomstammen te Rozenburg bij Amst., Kink.
M. 195, 168. Redt. 2 ed. 140.
In Mei te Frankendaal bij Amst., in champignons, Kink.
382   Incana, Erichs.
383  Linearis, Grav.
*384 Gemlna, Erichs.
385 Analis, Grav.
*386 Vilis, Erichs.
*387 Ejcilis, Erichs.
388 Talpa, Heer.
3S!) Merdaria, Thonis.
*390 V alidicomis,
Mark.
391 Fnngicola,\'ü\\ioms.
*392 Nigritula, Grav.
*393 Pubescens, Heer.
394   Divisa, Miirk.
395   Thomsonl, Jans.
*396 Gyriar«a,Kraatz.
397   Gagatina, Baud.
398   JNfyra, Kraatz.
*399 Sericea, Muls.
-ocr page 47-
34
400 Sorrlidnla,Yjrichs
M. 195, 170. Redt. 2 ed. 126.
In April onder dood riet bij Amsterdam en in Mei met den
vori^en, Kink.
M. 195, 176. Redt. 664 — 2 ed. 134.
In Eebr. te Hillegom en bij Amsterdam onder het mos der boomen
en in Mei aan den l.lkant in het gras, Kink.
M. 195, 178. Redt. 2 ed. 140.
In Maart te Hillegom onder liet mos der boomen, in April te
Overveen in niest en bij Amsterdam onder steenen, Kink.
M. 195, 190 {Melanarla Sahlb.). Redt. 664 — 2 ed. 140.
In Holland, de Haan. — In Sept. aan den Ukant onder riet, Kink.
M. 195, 196. Redt. 6«iS — 2 ed. 133.
In October bij Scheveniiigen aan het strand, v. Br.
M. 195, 198. Gedetermineerd door den heer A. Fauvel met de
variëteit Obfmcata.
In Maart te Rozenburg bij Amsterdam en te Noordwijk onder
het mos der boomen, Kink.
M. 195, 199. Redt. 2 ed. 133.
In Maart bij Amst. en te Hillegom onder dorre bladeren, Kink.
M. 19Ü, 201. Redt. 663 [oernamla Erichs.) — 2 ed. 133.
In April bij Amsterdam onder afgevallen bladeren, Kink.
M. 195, 203. Redt. 2 ed. 1 tl.
In April bij Amsterdam in den zonneschijn vliegende, Kink.
M. 195, 208. Redt. 2 ed. UI.
In April bij Amsterdam onder aangespoeld riet, Kink.
M. 195, 211. Redt. 663 — 2 ed. 133.
In Maart onder steenen en riet aan den Ukant; ook onder het
mos der boomstammen, Kink.
N. n. 295. M. 195, 213. Redt. 663 — 2 ed. 134.
Te Sclieveningeii in October aan het strand, v. Bruck. — In
Maart te Hillegom onder dorre bladeren, Kink.
M. 195, 211. Redt. 2 ed. 134.
In April te Levden, v. V. — Te Hillegom met den vorigen, Kink.
M. 195, 216. Redt. 663 — 2 ed. 134.
In Maart en April onder afgevallen bladeren te Amsterdam en te
Hillegom , Kink.
401 Longicornit, Gr.
*402 Atramentaria,
Gyll.
403 Lividipennis,
Man ïi.
*404 Alerrêitia, Grav.
*40ó Pi/giuaea, Grav.
*406 Pareus, Muls.
407 JWa, Sahl.
*40S Subsiiinala, Kr.
*409 Stercoraria,
Kraatz.
410 Futiffi, Gmv.
*411 Orbatu, Erichs.
412 ClienUda, Er.
*413 Orp/tana, Erichs.
PlilCUSa Erichs.
2 ed. 163.
*414 Complanaia,ür. j Bijvoegs. 395". M. 196, 1. Redt. 673
Bij de Bildt in Augustus, Six.
-ocr page 48-
85
Oligota Mann.
M. 202, 4. Redt. 671 — 2 cd. 153.
Tn April aan den IJ kant bij Amsterdam in liet gras, Kink.
Gyropfaaena Mann.
N. n. 303. M. 203, 7. Redt. 672 — 2 ed. 161.
Zeer geineen in Agaricus in Junij bij Heemstede, v. V. — In
Augustus te Noord wijk mede in paddestoelen, Kink. — In Junij
in een boomzwam bij Wassenaar, v. V.
N. n. 304. M. 203, 9. Redt. ibid.
In Boleten, de Haan. — Te Overveen in Junij, Kink.— Meer-
malen in September in zwammen op de Gliphoeve, v. V.
M. 203, 12 Redt. 2 ed. 161.
Te Noordwijk in Aug. in champignons, Kink.
N. n. 305. M. 203, 14. Redt. 673 — 2 ed. 161.
Zeer gemeen in Aug. in zwammen op de Gliphoeve (v. V.) en te
Noordwijk (Kink.).
Myllaena Erichs.
M. 206, 3. Redt. 67 7 — 2 <d. 165.
In Maart onder boominos bij Hillegotn en bij Amsterdam onder
aangespoeld riet, zeldzaam, Kink.
HypOCyptllS Mann.
M. 209, 8. Redt. 67S — 2 ed. 107.
In April bij Amsterdam onder steenen en in Mei en October in
het gras op de dijken, Kink.
TachillllS Grav.
N. n. 311. M. 212. I. Redt. 688 — 2 ed. 171.
Zeldzaam ; in Aug. op de Gliphoeve, v. V. — Rij den Haag, v. d. W.
M. 214, 1. Redt. 680 — 2 ed. 169. Erichs. Kaf. M. Brand. 393. 9.
In October in de omstreken van Driebergen, Six.
M. 215, 1. Redt. 684 — 2 ed. 173.
Rij Utrecht, Six. — In October bij Hillegom in boleten, Kink.
N. n. 312. M. 215, 3. Redt. 683 — 2 ed. 172.
Gemeen in Holland, v. V. — Gemeen bij Rotterdam, Snell. —
In Maart te Utrecht, Six. — In de spleten van rottende iepen, de
Haan. — In April te Haren, de Gav. — In Friesland, G.
N. n. 316 {fuloipes). M. 215, 6. Redt. 683 — 2 ed. 172.
Rij \'s Gravenhage in Junij, Sn. — Rij Zutphen, v. Eyudh.— In
Junij te Utrecht, VVtt.— Te Noordwijk in Maart onder dorre bla-
deren, Kink. — Vrij gemeen te Brummen in Mei, v. V.
415  Pusillima, Grav.
416    Nana, Payk.
417   Congrua, Erichs.
*418 Minima, Erichs.
*419 Potila, Grav.
*420 Intermedia, Er.
421 Laeviusculus,
Manu.
*422 Slip/willes, L.
423   Saginatns, Grav.
424 Hnmeralië, Grav.
425   Rufipes, de G.
426     Flavipes, F.
-ocr page 49-
36
*427 Bipnstulatus, F.
N. n. 315. M. 215, 13. Redt. 684 — 2 ed. 172.
In Zuid-Holland, v. V.
M. 215, 15. Redt. 2 ed. 172. Erichs. Gen. et Sp. Staph. 259, n°. 26.
In de omstreken van \'s Gravenhage in April, v. d. W.
N. n. 313. M. 215, 16. Redt. 684 — 2 ed. 172.
Bij Leyden en in Mei te Heemstede, v. V. — In genoemde maand
ook te Beek bij Nijmegen, Six.
N. n. 314. M. 215, 18. Redt. 684 — 2 ed. 173.
In Zuid-Holland, v. d. W.— In Noord-Holland in Mei en Julij ,
v. V.— Bij Brumineu in Oct., v. V. — In Oct. te Overveen, Kink.
M. 215, 22. Redt. 683 — 2 ed. 172.
In het voorjaar in de omstreken van Amsterdam aan den water-
kant onder aanspoelsel, Kink.
Tacliyporus Grav.
N. n. 306. M. 216, 1. Redt. 682 — 2 ed. 171.
Zeer gemeen door het geheele land, onder mos, rottende planten
en dergelijken.
M. 216, 4. Redt 682 — 2 ed. 171.
Zeer zeldzaam; in Maart aan liet IJ bij Amsterdam onder aange-
spoeld riet, Kink.
N. n. 307. M. 216, 8. Redt. f80 — 2 ed. 169.
Bijna zoo geineen als Oblusns.
N. n. 30S. M. 216, 11. Redt. 681 — 2 ed. 170.
In April bij Heemstede en Leyden, v. V.— Bij Rotterdam, Sn.—
Bij Utrecht in Maart, Six. — Op Wikkenburg bij Houten in Sep-
tember, Wtt. — Bij Brammen, v. W.
M. 216, 14. Redt. 681 — 2 ed. 170.
In Mei bij Amsterdam, Kink.
N. n. 310 (Pulchellns Heer). M. 216, 17. Redt. 681 — 2 ed. 170.
Alleen gevonden in Sept. bij Scheveningen door den heervom Bruck.
N. n. 309. M. 216, 18. Redt. ibid.
Bij Leyden gemeen, v. V. — Bij Rotterdam gemeen, Sn. — Bij
Utrecht in April, te Beek in Mei en te Driebergen in Oct, Six.—
Bij Amsterdam in Maart en October, Kink.
Biivoe-\'s. 310» M. 216, 19. Redt. ibid.
Als de laatst voorgaande, Kink.— Bij Utrecht, Six. — In April
in de omstreken van Rotterdam, Snell. — In Oct. te Leyden, v. V.
Coiiiirus Steph.
Bijvoegs. 305*. M. 217, 1. Redt. 679 — 2 ed. 168.
Te Arnhem in Aug. 4 of 5 voorwerpen bij een, Snell.
428 Subterraneus, L.
429 Fimetarins, Gr.
430 Marginellus, F.
431 Collari», Grav.
432 Obtusus, L.
*433^irfo»t«a/»*,Gyll.
434 C/irysomelinns, L.
435   Hypnornm, F.
436   Humerotuê, Er.
*437 Scitulus, Er.
438  Pusillut, Grav.
439   Brunneus, F.
*440 LiUoreus, L.
-ocr page 50-
87
Bijvoegs. 305\'. M. 217, 2. Redt. 679 — 2 ed. 168.
Bij Driebergen in Junij, Six. — In Mei bij Amsterdam, Kink.
M. 217, 5. Redt. 679 — 2 ed. 168.
In Maart op de duinen te Hillegom tusschen dorre bladeren, Kink.
M. 217, 6. Gedetermineerd door den heer A. Fauvel.
Met den voorgaanden, Kink.
Boletobius Sieph.
Bijvoegs. 317". M. 218, 1. Redt. 686 — 2 ed. 175.
In Holland, de Haan — Eens bij Rotterdam, Snell. — Te
Hillegom in April onder afgevallen bladeren, Kink.
N. n. 317. M. 218, 9. Redt. 687 — 2 ed. 167.
Zeer gemeen in boleten te Brummen, en in Julij op Sterkenburg
bij Driebergen, v. V. — Gemeen te Rhederoord en Soest in Julij
en Aug., Kink. — Bij Groningen, de Gav.
M. 218, 17. Redt. 687 — 2 ed. 176.
In Augustus te Noordwijk en Muiderberg in boleten, Kink.
N. n. 818. M. 218, IS. Redt. 686 — 2 ed. 176.
Bij Rotterdam, Gijsb. H. — Te Leyden, bij Utrecht en in Julij
te Bruminen, v. V. — In Junij bij Overveen en in Augustus te
Soest, Muiderberg en Noordwijk, Kink. — In October te Drie-
bergen, Six.
            . . . •• .\'.
>Iyce!o|)orus Mann
N. n. 322. M. 219, 7. Redt. 689 — 2 ed. 178.
Uitsluitend gevonden in Junij bij den Haag, v. V.
Bijvoegs. 318». M. 219, 10. Redt. 688 — 2 ed. 177.
Kleine exemplaren te Utrecht in April, Six. — In Maart bij Am-
sterdam ouder dorre bladeren, Kink.
N. il. 319. M. 219, 12. Redt. 688 — 2 ed. 178.
Alleen te Brummen aangetroffen door v. W.
N. n. 320. M. 219, 16. Redt. 688 — 2 ed. 177.
In een tuin in de Veenlaan, bij den Haag, v. V. — In Maart
bij Amsterdam onder dorre bladeren, Kink. — In October in de
omstreken van Driebergen, Six.
N. n. 321. M. 219, 25. Redt. 688 — 2 ed. 178.
In Aug. te Brummen, v. V. — Omstreken van Utrecht, Six. —
Bij Amst. en Hillegom in Maart tusschen dorre bladeren, Kink.
Hetei\'othops Steph.
M. 223, 6. Redt. 712 — 2 ed. 199.
In Maart bij Amsterdam, Kinker.
44-1 Pubescens, Grav.
442 Pedicularius,
Grav.
*443 Lividus, Erichs.
444   Analis, Payk.
445  Airicapillut, F.
446 Exoletus, Erichs.
447    Pygmaens, F.
*44S Lucidu», Grav.
449 Pnuctus, Gyll.
*450 SplewJiuis, Marsh.
451 Lrpiilns, Gr.
*452 Spleiididus, (ir.
453 DUtimili*, Grav
-ocr page 51-
:JS
*454 Qnarfripunctulus,
Grav.
M. 223, 7. Redt. 712 {quarlripunctatus) — 2 ed. 199.
In Maart aan den oever van den Schinkel bij Amsterdam onder
aangespoelde ruigte, Kink.
O IMMUUN StEPH.
M. 224, 2. Redt. 708 — 2 ed. 201. Gyll. ƒ«& £»«•., IV. p. 477.—
Erichs. A7?/: Jf. ZfraW. 4S5, n°. 2. — Curt. ^rtó. e«i(. XIV. 638.
Deze fraaije en uiterst zeldzame soort werd door den heer G. A.
Six bij Driebergen gevangen.
N. n. 368. M. 224, 3. Redt. 708 — 2 ed. 201.
Niet zeldzaam bij Leyden, v. V. en Kopp. — In April en Mei
op de Gliphoeve, v. V. — Bij Rotterdam, Snell. — Bij Bruinmen, v. W.
N. n. 374. M. 224, 8. Redt. 708 — 2 ed. 200.
Slechts eenmaal bij fieyden, v. V.
N. n. 372. M. 224, 16. Redt. 709 — 2 ed. 201.
In November te Leyden, v. V. — Te Beek den lstcn of 2,lc» Mei, Six.
N. n. 369. M. 224, 20. Redt. 709 — 2 ed. 201.
Eenmaal in Zuid-Holland, v. V. — Eenmaal in groot aantal aan
den IJkant tegenover Amsterdam, Kink.
N. n. 370. M. 224, 26. Redt. 710 — 2 ed. 203.
Schijnt de minst zeldzame soort van het Genus. — Gemeen bij
Rotterdam, Snell. — Gemeen in Januarij en Februarij op de Glip-
hoeve onder mos, v. V. — In April te Utrecht, Six.
N. n. 375. M. 224, 33. Redt. 710 — 2 ed. 203.
In Mei bij den Haag, v. V. — In Maart te Noord wijk onder
dorre bladeren, Kink.
M. 224, 52. Redt. 2 ed. 202.
Bij Driebergen, v. V.
M. 224, 55. Redt. 710 — 2 ed. 202.
In .Maart onder aangespoeld riet aan de boorden van het IJ bij
Amsterdam, Kink.
N. n. 371. M. 224, 61. Redt. 709 — 2 ed 202.
In September bij Heemstede, en in April bij den Haag, v. V.
N. n. 373. M. 224, 68. Redt. 2 ed. 203.
Uitsluitend bij Rotterdam, doch aldaar dikwijls gevangen, Sn.
Staphyliittis L.
N. n. 332. M. 226, 1. Redt. 694 — 2 ed. 184.
In krengen aan den waterkant, v. V. — Bij Rotterdam en den
Haag, Sn.— Bij Leyden, Kopp.— Bij Wassenaar, v. Bemin.— Bij
Amsterdam, Grebn. — Bij Ede in Mei en Noordwijk in Augustus,
Kink. — Bij Woerden, de Gr. — Bij Utrecht, S. en Six.
455   Lateralis, Grav. j
456   Fulgidus, F.
*457 Cruentuê, Oliv.
458  Impnssus, Panz.
459  Molochinus, Gr.
460   Fuli(]in08U8,(jY.
*461 FLubriatns, Er.
462 Semiobêcunu, Er.
*463 Attenuattis, Gyll.
*464 Boops, Grav.
*465 Scintillans, Grav.
466 Maxillosus, F.
-ocr page 52-
39
N. n. 331. M. 226, 3. Redt. 694 — 2 ed. 184.
Een voorwerp in September bij Rotterdam; 3 in Junij bij den
Haag, Sn. — Bij Hoogeveen, Steenb — In de omstreken van
Groningen, de Gav. — Deze prachtige soort is zeldzaam.
N. n. 333. M. 226, 4. Redt. 695 — 2 ed. 184.
In Zuid-Holland, v. d. W. — Bij Wassenaar, v. Bemm. — In
Oct. bij Leyden, v. V. — Bij Rotterdam zeldzaam, Sn. en Piag.—
Bij Haren, de Gav. — Bij Bruinmen, v. Itt.
N. n. 334. M. 226, 5. Redt. 695 — 2 ed. 184.
Bij Rotterdam, Gijsb. 11. — In Zeeland, H. — In April op de
CJliphoeve, v. V. — In Junij bij den Haag, Sn. — Bij Zeist,
Mart. — In Mei bij Utrecht, Wtt. — Bij Soest in September,
Kink — In Julij bij Arnhem, de Gav.
M. 226, 8. Redt. 696 — 2 ed. 185.
In October gevonden te Overveen, loopende op het zand der
duinen, Kink.
N. n. 335. M. 226, 19. Redt. 695 — 2 ed. 184.
In het vroege voorjaar op zonnige wegen, v. V. — Bij \'s Gra-
venhage, Sn. — Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 336. M. 226, 20. Redt. 696 — 2 ed. 185.
Bij Leyden zeldzaam, H., Kopp. en v. V. — Bij Wassenaar, de
Gr. — Bij Rotterdam, Snell. — Bij Amsterdam in Sept. Kink. —
Bij Utrecht, v. Hass. — Aldaar in Sept. niet ongemeen, en in April
op den straatweg in het Haagsche bosch gevangen, v. V. — Om-
streken van Groningen, de Gav.
N. n. 337. M. 226, 21. Redt. 696 — 2 ed. 185.
Tamelijk geineen in het voorjaar, v. Vr. — Bij Haarlem in Sept.,
Rits. — Op Walcheren, H.
OCJ|)US KlKBY.
N. n. 338. M. 227, 1. Redt. 698 — 2 ed. 187.
Bij Rotterdam in tuinen onder planken vrij gemeen, v. V. —
Aldaar, meestal een paar bij een, Snell. — Bij Leyden, v. Bemm.—
Bij Woerden, de (ir. — Aan het huis ter Heyde, Piag. — Bij
Amsterdam in Sept., Grebn. en in April, Kink.
N. n. 339. M. 227, 8. Redt. 698 — 2 ed. 187.
Bij Utrecht, Six. — Zes exempl. in Sept. nabij het huis ter Heyde,
Piag. — In Gelderland, G. en Sn.
N. n. 340. M. 227, 12. Redt. 698 — 2 ed. 188.
Onder mos in Febr., April en Mei op de Gliphoeve onder Heem-
stede, v. V. — Bij den Haag, v. d. W.— Bij Wassenaar, de Gr.—
Bij Soest in Aug., in paddestoelen, Kink.
467 Hirlua, L.
468 Nebulosns, F.
469 Mnrinns, L.
*4>70S(ercorarius, Oliv.
471 Pubescens, 1\'.
472 Erythroplerus, L
473 Caesar iux, Ced.
474 Gfe««, F.
475   Cyaneus, Payk.
476  Brutinipes, F.
-ocr page 53-
4(1
N. n. 341. M. 227, 15. Redt. 698 — 2 ed. 188
In Sept. bij Scheveningen, v. Br. — In Sept. bij den Haag, Sn*
N. n. 342. M. 227, 17. Redt. 698 — 2 ed. 188.
Eenmaal bij Rotterdam, Snell. — In April bij Leyden, in Sept.
bij Heemstede, in Oct. bij Brummen en den Haag, v. V. — In
Sept. bij Amst., Kink. — Bij Leyden, v. Bemin. — Bij Utrecht,
Six. — Bij Zeist, Mart. — In Friesland, G.
N. n. 348. M. 227, 28. Redt. 697 — 2 ed. 186.
In Julij aan den IJkant, Kink.— In Sept. bij den Haag, v. V.—
Bij Brummen, v. W. — In den Bommelenvaard, v. d. W.
N. n. 344. M. 227, 35. Redt. 696 — 2 ed. 186.
Onder steeuen en bladeren, H. — Bij Rotterdam, Sn. — Bij
den Haag, v. d. W. — In Oct. te Leyden, v. V. — In Friesland,
G. — Te Zutphen, v. Bemm. — Te Vorden, de Gav.
I\' li il on lil lis Leach.
N. n. 346. M. 228, 1. Redt. 699 — 2 ed. 189.
Vrij gemeen in het vroege voorjaar bij Leyden en Haarlem, v.
V. — Bij Rotterdam, Sn. — Bij \'s Gravenhage, v. d. W. — Waar-
schijnlijk elders niet zeldzaam.
N. n. 345. M. 228, 3. Redt. 700 — 2 ed. 1S9.
Zeer gemeen op straatwegen in Maart en April, als het zonnig
weder is. — Den eersten Januarij 1851 met een thermometerstand
van 52° F. loopende gevonden in het Haagsclie bosch, v. V.
Bijvoegs. 346«. \'M. 228, 8. Redt. 700 — 2 cd. 190.
Deze soort, ofschoon zeer na verwant aan de beide vorigen, is zeer zeld-
zaam; een ex. werd door den heer Snellen in Aug. bij Rotterdam
onder een steen aangetroffen.
N. n. 347. M. 228, 10. Redt. 2 ed. 190.
Gemeen bij Rotterdam, Sn. — Bij Amsterdam in April onder
dorre bladeren, Kink.
M. 228, 11. Gedetermineerd door den heer A. Fauvel.
Eenmaal in Junij te Frankendaal bij Amst. ineen paddestoel,Kink.
N. n. 348. M. 228, 12. Redt. 701 — 2 ed. 191.
Niet zeldzaam in April op straatwegen in Holland; met name bij
Leyden en Noordwijk, v. V.— Bij Amst., Grebn.— Mede te Gro-
ningen, de Gav. — Bij Brummen, v. W.
N. n. 350. M. 228, 21. Redt 701 — 2 ed. 191.
Misschien de gemeenste soort uit het Genus. Op straatwegen en
onder rottende plantenstoffen in het voorjaar en den herfst. — Bij
Leyden, Noordwijk, den Haag, Amsterdam, Utrecht, Zutphen, Gro-
ningen, Middelburg, enz.
*477 Picipennis, F.
478 Cupreus, Ross.
*479 Ater, Grav.
480 Morio, Grav.
481   Splendens, F.
482   Laininatus, Cr.
*483 Nitidus, F.
484 CaróouariK^Gyll.
*485 Succicola, Thoms.
486   Aeneus, Rossi.
487     Polilus, F.
.; «\\
-ocr page 54-
n
N. n. 349. M. 228, 24. Redt. 701 — 2 ed. 191.
Eenmaal in Mei bij Heemstede, v. V. — In April in de omstreken
van Amsterdam, Kink.
M. 228, 25. Redt. 700 — 2 ed. 190. Erichs. Kaf. M. Brawl. 450,
7 en 43», 18. Grav. Mier. 21, 23.
Bij Rotterdam, Sn. — Tn Julij te Noordwijk en in October te
Wassenaar, v. V. — In Maart aan den oever van den Schinkel en
op de duinen te Hillegom; ook te Muiderberg in Aug. Kink.
M. 228, 26. Redt. 2 ed. 1!) 1. Kiesen w. Ann. Soc. ent. de Fr. Ser. 2. t. IX. p. 416.
In April te Noordwijk, v. V.
N. n. 351. M. 228, 27. Redt. 702 — 2 ed. 192.
Onder steenen en bladeren, H. en v. V. — Hij Zeist gemeen,
Mart. — Bij Driebergen , Six. — In Maart bij Amst. Kink. — In Mei
in de omstreken van \'s Gravenhage, v. d. W. — Bij Groningen, de Gav.
M. 228, 28. Redt. 2 ed. 193.
In Zuid-Holland, Kink.
N. n. 352. M. 228, 30. Redt. 702 — 2 ed. 193.
Gemeen in het voorjaar bij mest; ook in Oct. te Heemstede,
v. V. — Uit eene pop gekweekt, die in koemest aangetroffen was,
de II. — In Aug. bij Amsterdam, Kink.
M. 228, 41. Gedetermineerd door den heer A. Fauvel.
Te Leyden in December onder mest, v. V.
M. 228, 42. Redt. 703 — 2 ed. 193. Erichs. Kaf. M. Brantl 460. n°. 21.
Bij den Haag, v. d. W, — Te Sterkenburg in Sept., v. V. —
In Maart op Frankendaal bij Amsterdam in champignons en in Oct.
op de duinen van Overveen, Kink.
M. 228, 43. Redt. 701 — 2 ed. 190.
In Mei te Frankendaal ui boleten, Kink.
N. n. 353. M. 228, 45. Redt. 702 — 2 ed. 192.
Eenmaal in Mei op de Gliplioeve, v. V.
N. n. 365. M. 22S, 46. Redt. 2 ed. 192.
In Sept. aan het strand te Sclieveningen, v. Br. — In Aug. te
Noordwijk aan Zee, Kink.
N. n. 355. M. 228, 57. Redt. 703 — 2 ed. 194.
Een ex. bij Leyden, v. V.
N. n. 357. M. 228, 60. Redt. 704 — 2 ed. 194
In Zuid-Holland, v. V. — In Friesland, G. — Te Katwijk, v.
Bemm. — Te Muiderberg aan het strand der Zuiderzee in Aug., Kink.
N. n. 356. M. 228, 61. Redt. 704 — 2 ed. 194.
Uitsluitend gevonden in het Haagsche bosch, doch aldaar eenmaal
niet zeldzaam, v. V.
6
488 Zuceus, Nrdm.
489 Atratus, Grav.
490 Aerosus, Kiesw.
491 Marginatus, F.
*492 Umbratiüa, Gr.
493 Farms, Gyll.
494 Sparsns, Luc.
495 Fimetarins, Gr.
*496 Cephaloles, Grav.
*497 Fuscus, Grav.
498 Xaut/ioloma, Gr.
*499 Fnmigaius,Er.
500    Bipustu hit f *,
Panz.
501  Sanguinolentus,
Grav.
-ocr page 55-
i-2
N. n. 358. M. 228, 64 (O/wck* Gyll.). Redt. 2 ed. 195.
Bij Rott.gemeen, Sn.— In April bij Heemstede vrij gemeen,v.V.-In Maart,
April en Sept. op verschillende plaatsen in de omstreken van Amst., Kink.
Gedetermineerd door den heer A. Fauvel.
Te Ede in Mei, Kink.
N. n. 359. M. 228, 66. Redt. 705 — 2 ed. 195.
Bij den Haag, v. d. W.
N. n. 360. M. 228, 67. Redt. 705 — 2 ed. 195.
Bij Brommen, v. W.
N. n. 361. M. 228, 6H. Redt. 703 — 2 ed. 193.
Alleen bij Leyden, v. V.
M. 228, 73. Redt. 703 — 2 ed. 193. Gyll. Ins. Suec. II, 335.
Bij Groningen, de Gav. — In Maart bij Amsterdam en te Hille-
gom onder dorre bladeren, Kink.
M. 228, 81. Redt. 2 ed. 198.
In April in het gras aan de oevers van den Schinkel, Kink. —
Bij Groningen, de Gav.
N. n. 362. M. 228, 84. Redt. 706 — 2 ed. 196.
Bij Rotterdam, v. V. — Bij Leyden, Drechsler. — Tamelijk
gemeen in April en Mei in de omstreken van Groning. en Haren, de Gav.
Bijvoegs. n°. 362". M. 228, 89. Redt. 706 — 2 ed. 196.
Bij Utrecht in een tuin in April,Six. — In Junij bij den Haag, v. d. W.
N. n. 364 (aterrimus). M. 228, 96. Redt. 706 — 2 ed. 196.
In April bij Rotterdam, Snell.— Bij den Haag, v. d. W.— In April op
de Gliphoeve en in Junij te Goes, v. V. — In Maart bij Amst. aan den
oever van den Schinkel en in Aug. te Muiderberg en Zandvoort, Kink.
N. n. 363. M. 228, 98. Redt. 706 — 2 ed 196.
Slechts eenmaal, v. V.
M. 228, 99. Redt. 702 — 2 ed. 197.
In April aan den rand van den Oosterdokdijk onder aangespoelde
502 Variant, Payk.
*503 Proteus, Eauv.
*504 Debilis, Grav.
*505 Ventra lis, Grav.
*506 üiscoideus, Grav.
507   Quisquiliarius,
Gyll.
508   Nigrita, Grav.
509   Micans, Grav.
510    Fulvipes, F.
511  Nigrtiulus, Grav.
*512 r<?«««\'*, F.
*513 Punctns, Grav.
3 jtf,
"
Bij den Haag, v. d. W. — De verscheidenheid
ruigte, Kink.
Binolutiis Grav., Redt 2 ed. 197, in Maart onder aangespoeld riet
aan den oever van den Schinkel, Kink.
M. 228, 105. Erichs. Gen. et Spec. StapA., p. 500, n». 128.
Bij Sloterdijk in Mei, Kink.
Xantholiniis Daih.
N. n. 326. M. 230, 1. Redt. 691 — 2 ed. 181.
In het Soester boscli, v. d. W. — In Junij bij Hillegom, Kink.
M. 230, 2. {lielvcens Gr.) Redt., ibid.
In April bij Rotterdam, Snell.
514 Dimidiatipenniê,
Krichs.
*515 (!labratu8,Vir&v.
516 OcAropterusJïniua.
-ocr page 56-
43
517 Punctulatus, Payk.
*518 OcAraceus, Gyll.
519     Tricolor, F.
520    Linearis, F.
*521 Fulgidus, F.
522 Balychrus, Gyll.
N. n. 327. M. 230, 3. Redt. 692 — 2 ed. 182.
Gemeen in April en Mei in Zuid-Holland, v. V. — Tn April in
een tuin bij Utrecht, Six. — Aan de plassen bij Rotterd. Sn.
N. n. 328. M. 230, 4. Redt. 2 ed. 983.
Tamelijk gemeen in Zuid-Holland, v. V. — In April in de om-
streken van Amsterdam, Kink. — Te Groningen, de Gav.
N. n. 329. M. 230, 7. Redt. 692 — 2 ed. 182.
Bij Utrecht, V. — Bij Driebergen, v. Bemm. — Te Soest in
Aug., Kink. — Eene var. in Aug. op de Gliphoeve, v. V.
N. n. 330. M. 230, 16. Redt. 693 — 2 ed. 182.
Bij Rotterdam, Snell. — Tn Maart, Mei en Aug. op de Gliphoeve, in
April bij den Haag en Leyden, v. V. — Bij Doesb. en Groningen, de Gav.
N. n. 325. M. 230, 22. Redt. 691—2 ed. 180.
Zeldzaam; aan slootkanten, v. V. — Bij Leyden, W.
Leptacinus Erichs.
M. 133, 2. Redt. 693 — 2 ed. 183. Gyll. Ins. Snee. IV. 480. Erichs.
Kaf. M. Br. 429.
In April in de omstreken van Rotterdam, Snell. en Piag. — In
Julij op Schothorst bij Amersfoort, v. V.
OtllillS Li:
ACH.
N. n. 324. M. 235, 2. Redt. 690 — 2 ed. 179.
Tn Maart op de Gliphoeve ouder mos, in April bij den Haag, v. V.
M. 235, 10. Redt. 2 ed. 179.
In Maart bij Noordwijk onder dorre bladeren, Kink.
Lathrobitiiii Grav.
N. n. 377. M. 24t.\' 1. Redt. 716 — 2 ed. 209.
In Holland, de Haan. — Onder stecnen bij Rotterdam, Snell.— Bij
Leyden meermaals en in Oct. bij den Haag, v. V. — Aan de Bildt bij
Utrecht. Six. — In April bij Groningen en Hclpman, de Gav.
N. n. 378. M. 240, 2. Redt. 715 — 2 ed. 209.
Des winters onder steenen bij Rott., Snell. — Te Leyden in het
voorjaar, onder anderen tegen vochtige muren, v. "V. — Te Utrecht
en Driebergen, Six. — Bij Muiderberg in Aug., Kink. — Bij Gro-
ningen en Harendermolen, de Gav.
M. 240, 4. Redt. 715 — 2 ed. 208.
In de omstreken van Utrecht, Six. — Te Groningen en bij Haren
in April, de Gav.
N. n. 379. M. 240, 11. Redt. 715 — 2 ed. 208.
Twee exemplaren in Sept. op de Gliphoeve, v. V. — Drie bij
Rott. Snell. — Bij Utrecht, Six.
6*
*523 Fulvipennis, F.
*5 2 4 Myrmecoph Uns,
Kiesw.
525 Brunnipes, F.
526 Flongatum, L.
527 Fulvipenne,Gi&v.
528 Mulüpunclwm,
Grav.
-ocr page 57-
1-4
529 QuadratntM, Payk.
*530 Füiforme, Grav.
531 Lotignlum, Grav.
Bijvoegs. 397". M. 240, IS. Redt. 717 — 2 ed. 210.
Bij Utrecht, Six. — In Maart bij Amsterdam en Noord wijk, Kink.
M. 240, 25. Redt. 716 — 2 ed. 209.
In Febr. bij Amsterdam onder aangespoeld riet, Kink.
N. n. 380. Bijvoegs. 380«. M. 240, 28. Redt. 716 — 2 ed. 209.
In Julij bij den Haag, v. V. — Bij Rotterdam, Snell. — In
Eebr. aan den oever van den Schinkel bij Amsterdam, Kink.
Oyptobiuiii Manx.
M. 244, 1. Redt. 713 — 2 ed. 206.
In Maart onder aangespoelde ruigte aan den oever van den
Schinkel, Kinker.
SlilicHS Lui;.
Bijvoegs. 385". M. 245, 2. Redt. 720 — 2 ed. 214.
Bij Rotterdam onder bladeren, zeldzaam, Snell.
Bijvoegs. 385*. M. 245, 4. Redt. 721 — 2 ed. 214.
In Holland, de Haan. — Bij Rotterdam onder bladeren in April
en September 5 ex., Snell. — \'s Gravenhage in April, v. d. W.
N. n. 385. M. 245, 5 Redt. ibid.
Eenmaal bij Rotterdam, Gijsb. H. — In Eebr. te Leyden, v. V.
Bijvoegs. 385*. M. 245, 7. Redt. 720 — 2 ed. 214.
Eenmaal in Aug. bij Roozendaal in Gelderland, v. V.
Bijvoegs. 385\'-. M. 245, 8. Redt. ibid.
Bij den Haag in April, v. d. W.
Bijvoegs. 385\'\'. M. 245, 10. Redt. ibid.
Bij Haarlem, Buse. — In het voorjaar onder steenen aan den
Ukant en te Noord wijk aan het strand, Kruk. — In Eebr. te
Leyden onder dorre bladeren, v. V.
Lithocliaris Dw.
Bijvoegs. 381". M. 247, 9. Redt. 719—2 ed. 212.
Bij Rotterdam, Snell.
N. n. 381. M. 247, 20. Redt. 719 — 2 ed. 212.
In het voorjaar in Zuid-Holland, zelden, v. V. —Bij Rotterdam,
Snell. — In Mei aan den Oosterdokdijk onder steenen, bij Amst., Kink.
Suiiius Leach.
N. n. 386. M. 249, 13. Redt. 2 ed. 215.
Eenmaal in Junij bij Amersfoort, v. V. — Eenmaal bij Utrecht,
Six. — Te Beekhuizen bij Velp in Julij, Kink.
Bijvoegs. 386<*. M. 249, 18. Redt. 721 — 2 ed 215.
Aan de Bildt in Mei, Six. — Eenmaal in Mei te Erankendaal
bij Amsterdam met het sleepnet uit het gras geschept, Kink.
532 Fraclicorne, Payk.
*533 Fragiliê, Grav.
534 Rufipes, Germ.
*535 Snbtilis, Erichs.
*536 Similis, Erichs.
537 Geniculatuê, Er.
538 Affinis, Erichs.
*539 Brnnuea, Er.
540 Melanocephala,Y.
541   Inlermedins, Er.
*542 Angustalns, F.
-ocr page 58-
\\:>
Paederiis E.
M. 250, 4. Redt. 722 — 2 ed. 216. Erichs. £«ƒ Af.i?/-. 519. :j et 650, 1.
Bij Utrecht, doch zeldzaam, Six.
N. n. 383. M. 250, 7. Redt. 722 — 2 ed. 216.
Niet zeer gemeen. — Op riet in April in de omstreken van
Eeyden, v. V. — Bij Rotterdam, Snell. en Piag.
N. n. 382. M. 250, 8. Redt. 722 — 2 ed. 216.
Bij Heemstede tweemaal aangetroffen in Oct., eens aldaar in Aug.
en in Sept. aan den oever van de Haarlemmermeer, v. V. — Bij
Utrecht, V. — Vrij gemeen aan den oever van den Schinkel bij
Amsterdam, Kink.
N. n. 384. M. 250, 15. Redt. ibid.
Eenmaal in zeer groot aantal aan den zoom van een poel in de
duinen bij \'s Gravenhage in Mei; bij Heemstede in April; zeer gemeen
aan den oever van de Haarlemmermeer in de eerste helft van Julij
1850 en te Oosterwijk aan den rand der vennen op de heide, v. V.—
Te Aalten in Mei, Snell.
Evaesthetus Grav.
M. 254, 1. Redt. 731—2 ed. 227.
In Eebr. te Rozenburg bij Amsterdam onder dorre bladeren en in Maart
aan den oever van den Schinkel onder aangespoelde ruigte, Kink.
Steuus r.
N. n. 387. M. 256, 1. Redt. 723 — 2 ed. 218.
Dikwijls in het voorjaar bij Rotterdam onder mos gevangen (zie
v. d. Hoeven, System. Beschrijving). — Bij Leyden zeldzaam, doch
vrij gemeen in Julij 1850 aan den oever van de Haarlemmermeer en
bij Brammen in Julij, v. V. — In de omstreken van Utrecht. Six.
N. n. 388. M. 256, 2 Redt. ibid.
In Julij bij den Haag, v. V. — Bij Rott. in de Oude Plantage, Piag.
M. 256, 5. Redt. 724—2 ed. 218. Germ. Mug. d. Ent. IV, 225, 23.
Erichs. Kaf. M. Brand. 531, n°. 3.
In het Overmaassche, Piag.
N. n. 389. M. 256, 9. Redt. 724 — 2 ed. 219.
Een mannetje in Mei op de Gliphoeve in het gras, v. V. —
Onder steenen bij Rotterdam, Snell.
N. n. 390. M. 256, 10. Redt. ibid.
Onder steenen en planken in de tuinen binnen Leyden veelvuldig
voorkomende, v. V. — In April bij den Haag v. d. W. — Gedu-
rende het geheele voorjaar en in November de gemeenste soort van
Stenus in de omstreken van Amsterdam, Kink.
543  Littoralis, Grav.
544   Riparins, L.
545  Longipennis, Er.
546 Rujicollis, Y.
547 Scaber, Grav.
548 Bigultatus, L.
*549 Bipunctalus, Er.
*550 Gutlnla, Müll.
551    Bimaculatiis,
Gyll.
552       ^m«o, F.
-ocr page 59-
46
N. n. 391. M. 256, 14. Redt. ibid.
Eenmaal in April bij den Haag, v. V.
M. 256, 25. Redt. 724 — 2 ed. 219.
In Eebr., Maart, April en November bij Amsterdam, Kinker.
M. 256, 27 (Carbonarius GyllJ. Redt. 2 ed. 226.
In Maart aan den oever van den Schinkel bij Amsterdam, Kink.
M. 256, 32. Redt. 2 ed. 219
In April aan den Ukant, Kink.
M. 256, 35. Redt. 725 — 2 ed. 220.
In Mei te Erankendaal bij Amst. in het gras, Kink. — Vrij ge-
meen in de omstreken van Gron., de Gav. — In Oct. te Driebergen, Six.
N. n. 393. M. 256, 47. Redt. 726 — 2 ed. 221.
In Mei bij den Haag, v. V. — Bij Haarlem, Buse. — Bij Drie-
bergen, Six. — In bet voorjaar onder dorre bladeren bij Amsterdam,
Overveen en Hillegom, Kink. — Bij Groningen, de Gav.
N. n. 392. M. 256, 50. Redt. ibid.
Met den vorigen in het voorjaar, Kink. — Bij Leyden in Sept. v. V. —
In April bij Utrecht aan waterkanten, Six.— Bij Velpin Julij, Kink.
N. n. 394. M. 256, 68. Redt. 727 — 2 ed. 222.
In Friesland, G.
N. n. 395. M. 256, 73. Redt. 727 — 2 ed. 222.
In Mei bij den Haag, v. V. — In Eebr. aan den oever vanden
Schinkel, Kink.
M. 256, 74. Redt. ibid.
In Eebr. en Maart aan de oevers van den Schinkel, Kink. —Bij
Utrecht in Mei, Six.
N. n. 396. M. 256, 76. Redt. 728 — 2 ed. 222.
Bij Bruininen, v. W. — Bij den Haag, v. V.
M. 256, 7». Redt. 728 — 2 ed. 223.
In Maart aan de oevers van den Schinkel in het gras, Kink.
Bijvoegs. 396". M. 256, 87. Redt. 728 — 2 ed. 223.
Alleen bij Haarlem gevonden door den heer Buse.
N. n. 397. M. 256, 88. Redt. ibid.
Slechts eenmaal bij Levden, v. V.
Bijvoegs. 397«. M. 256, 90 {bifoveolatua Gyll). Redt. 729 — 2 ed. 224.
Bij Rotterdam in het najaar onder bladeren, Snell.
M. 256, 98. Redt. 729 — 2 ed. 224. Erichs. Kcif. M. Br. 563, 40.
In Augustus te Amersfoort en in October te Driebergen, Six.
N. n. 398 M. 256, 108. Redt. 729 — 2 ed. 224.
In Sept. onder mos te Heemstede en in Junij bij den Haag, v. V. —
In Maart en April bij Hillegom en Noord wijk, Kink.
553    Ater, Mann.
554   Buphlhalnms,
Grav.
*555 Niger, Mannh.
556   Nitidus, Bac.
557    Morio, Grav.
558  Speculalor, Bsd.
559 Providus, Erichs.
*560 Vafellus, Er.
*561 Circ?tlaris,(.hsiV.
562 Declaratus, Er.
*563 Nigrilulus, Qyll.
564 Uuicolor, Erichs.
*565 fii«öte^«*,]jjung.
*566 Plantaris, Er.
*567 Planctis, Er.
568  Tempestivus, Er.
569  Impressus, Germ.
-ocr page 60-
47
M. 256, 119. Redt. 730 — 2 ed. 224.
Bij Utrecht in Junij, Six.
N. n. 403. M. 256, 123. Redt. 730 — 2 ed. 225.
In Julij bij den Haag, v. V. — Bij Wassenaar, Piag.
N. n. 399 et 402 (Roscidus). M. 256, 127. Redt. 730 — 2 ed. 225.
Onder mos en bij wortels van boomen zeer gemeen te Rott., ook
bij Leydeii aangetroffen en in Mei op de Gliphoeve, v. V. — Bij
Amersfoort en Utrecht, Six. — Bij den Haag, v. d. W.
N. n. 400. M. 256, 129. Redt. 730 — 2 ed. 225.
Bij Leyden, in Mei en Junij op de Gliphoeve en in Oct. te Noord-
wijk, v. V. — Bij Haarlem, Buse. — In Junij bij Amsterdam, Kink. —
Bij Utrecht, Six. — Bij Maastricht, Maur.
N. n. 401. M. 256, 132. Redt. ibid.
Zeldzaam in Zuid-Holland, v. V. — In April bij Utrecht, Six.—
Bij Kralingen, Piag. — Aan de oevers van den Schinkel in Nov., Kink.
M. 256, 133. Redt. ibid.
Bij Velzen in Junij, Kink. — In Julij in het Bloemendaalsche
boscli, Rits.
Bijvoegs. 403«. M. 256, 134. Redt. 731 — 2 ed. 225.
Bij Utrecht in Maart en Junij, Six.
M. 256, 135. Redt. ibid.
In de omstreken van Utrecht, Six.
Oxyporiis P.
N. 376. M. 257, 1. Redt. 713 — 2 ed. 206.
Gemeen in Sept. te Brummen in paddestoelen; ook in Aug. te
Roozendaal bij Velp gevangen, v. V. — Te Voorst in Julij, VVtt.—
In Gelderland, ter Meer. — Bij Hoogeveen, Steenb. — In Noord-
Brabant, Roel.
BletlillS Leven.
N. n. 404. M. 258, 15 o. Redt. 733 — 2 ed. 228.
In Mei bij Noordwijk, v. V. — In de omstreken van Amst. in April,
Mei en Julij, Kink. — In Julij te Brummen, v. V. — Op Walcheren, G.
N. n. 406. M. 258, 31. Redt. 731 — 2 ed. 229.
In Junij des avonds op de Meerdervoortsche duinen bij den Haag
vliegende gevangen; ook in Julij bij Leiden, v. V.
N. n. 405. M. 258, 36. Redt. 734 — 2 ed. 229.
In Maart op Crocus gevangen, alsmede in Mei bij den Haag,
v. V. — Bij Groningen, de Gav.
M. 258, 41. Redt. ibid.
In de omstreken van den Haag, v. V.
570 Flavipea, Erichs.
*571 Fihtm, Erichs.
572   Tarsalis, Ljung.
573   Oculatut, Grav.
574 Ciciticleloides, Gr.
575  Paganus, Erichs.
576  LatifroHS, Erichs.
577   Contraetus, Er.
578      Ru/us, L.
579  Tricorniê,Herbst
580   Opacus, Block.
581  Lottgulut, Erichs.
582  Rujipeuniê, Er.
-ocr page 61-
is
Platystethiis Ma
N. n. 407. M. ->59, 4. Redt. 735 — £ ed. 231.
Bij Rotterdam, Gijsb. H. en Snell. — In Maart aan de oevers
van den ringvaart der Haarlemmermeer onder aangespoeld riet, Kink.—
Bij Utrecht, Six. — Bij Brammen beide sexen, v. W.
Bijvoegs. 106". M. 259, 7. Redt. ibid.
Bij Utrecht en bij de Bildt in Aug., Six. — Op Sterkenburg bij
Driebergen mede in Aug., v V.
N. n. 408. M. 259, 9 Redt. ibid.
Eenmaal bij Rotterdam, Gijsb. H. — Bij Utrecht in Junij, Six.—
In de omstreken van Zutplien, v. Eyndh.
Oxytelus Gkav.
N. n. 409. M. 260, 1. Redt. 736—2 ed. 231.
Een der gemeenste soorten onder steenen en mos, v. V. — Bij
Amsterdam onder liet mos der boomen en dorre bladeren, Kink. —
Gemeen bij Rott., Snell. — In April in de omstreken van den Haag,
v. d. W. — In April te Haren en zoowel in Julij als in Sept. niet
zeldzaam op de wegen om Groningen, de Gav.
N. n. 414. M. 260, 4. Redt. 736 — 2 ed. 232.
Bij Rotterdam, Snell.
N. n. 410. M. 260, 6. Redt. 737 — 2 ed. 232.
Onder koemest, de Haan. — Bij Lryden in Mei, v. V. — In
Friesland, (J. — Bij Driebergen, Six. — Te Amsterdam in April
onder steenen, Kink.
N. n. 413. M. 260, 7. Redt. ibid.
In Friesland, G. — In Holland, v. V.
N. n. 411. M. 260, 8. Redt. ibid.
In Aug. op de Gliphoeve, v. V. — Bij Rotterdam, Sn. — Bij
Voorschoten in Sept., Piag.
Bijvoegs. 411". M. 260, 9. Redt. ibid.
In grooten getale in den zonneschijn vliegende gevangen den
22 October op den Engelenburg bij Brammen, v. V. — In Aug.
op de duinen bij Zandvoort, Kink.
N. n. 412. M. 260, 13. Redt. 737 — 2 ed. 233.
In Friesland, G.
M. 260, 14. Gedetermineerd door den heer A. Fauvel.
In Maart te Noordwijk aan Zee, Kink.
N. n. 416. M. 260, 15. Redt. 738 — 2 ed. 233.
In Julij bij den Haag, v. V.
*583 Cornutut, Grav.
584 Morsitans , Payk.
585 Noififrons, Sahlb.
586 Rugosus, F.
*587 Fulvipes, Er.
58S Piceus, L.
*589 Luleipemiis, Er.
590 Sculptus, (irav.
591 hmstiis, Grav.
*592 Sculpturatus,
Grav.
*593 Maritimus,
Thoms.
*594 Complanatns,
Erichs.
-ocr page 62-
49
M. 260, 19. Redt. 788 — 2 ed. 233. Panz. /fe. 104, f. 13. Gyll.
Lis Suec. II, p. 458. Erichs. Kaf. d. M. Brand, p. 594, n°. 9.
In Mei te Leyden, v. V. — In Holland, de Haan.
N. n. 415. M. 260, 21. Redt. ibid.
In Holland, de Haan. — In het voorjaar op bloemen, v. V. —
In Maart en April bij Amsterdam onder dorre bladeren, Kink. —
In de omstreken van Zutphen, v. Eyndh.
Hnplodcrus s TEPH.
595 Nitidulus, Grav.
596 Depressus, Grav.
1. Redt. 739 — 2 ed. 230.
Bijvoegs. 416". [Phloeonaeus cael.) M. 261,
*597 Caelalus, Grav.
598 Biparius, Boisd.
*599 Bilineatus, Steph.
*600 Elowjatulus, Er.
601 Fuliginosus,Gïa\\.
602   Corlicinus, Er.
603 ZWo/ato.Sahlb.
*604 Aeneum, Muil.
605 Strialulns, F.
Bij Bruinmen, v. Itt.
Trogophloeus Mann.
M. 262, 7. Redt. 741 — 2 ed. 236.
In Maart en April onder aanspoelsel aan den IJkant bij Amst. Kink.
M. 262, 9. Gedetermineerd door den heer W. Mink.
Ter zelfder plaatse, Kink. ,
M. 262, 13. Redt. 741 — 2 ed. 236.
In Maart onder riet aan den oever van den Schinkel, Kink.
N. n. 418. M. 262, 15. Redt. 741 — 2 ed. 236.
In Eebr. in vrij groot aantal bij Amsterdam, Kink.
N. n. 419. M. 262, 19. Redt. 740 — 2 ed. 235.
Bij Leyden onder rottende bladeren, v. V. — In tamelijk aantal
in April bij Amsterdam, Kink.
M. 262, 24. Redt. 740 — 2 ed. 235.
In Maart en April onder riet aan de oevers van den Schinkel
en het IJ, Kink. ^/s j\'n/--t •\'•« •\'
Syntoilliuill (Jukt.
M. 266, 1. Redt. 743 — 2 ed. 239. Curt. Brit. Ent. V. f. 228.
In Maart onder mos te Rozenburg bij Amsterdam, Kink.
Coprophilus Late.
N. n. 420. M. 267, 1. Redt. 742 — 2 ed. 237.
In Friesland, G. — In April onder steenen bij Amst. Kink. —
Te Driebergen, Six. — In Maart in den zonneschijn rondvliegende
over de straatwegen in den omtrek van Leyden, v. V.
Lesteva Latr.
N. n. 422. M. 274, 2. Redt. 748 — 2 ed. 244.
In Junij bij den Haag, v. V. — Bij Driebergen in Mei, Six.—
In Friesland, G.
Bijvoegs. 42K M. 274, 6. Redt. 747 — 2 ed. 244.
Aan den Maasoever bij Rotterdam in Sept., Snell. — In April
bij Utrecht, Six.
                                                                           7
606 Pubescens, Mann.
607 Bicolor, F.
-ocr page 63-
50
Acidota Mann.
M. 275, 1. Redt. 748 — 2 ed. 247. Erichs. Jfri/. jïf. .Braw/. 620, n°. 1.
Een enkel voorwerp, belioorende tot de var. Ru/a Germ. bij
Groningen, de Gav.
Olopliriuii Ehichs.
Bijvoegs. 422*. M. 276, 1. Redt. 749 — 2 ed. 247.
Bij Utrecht, V. — Bij Driebergen, Six. — In Maart te Noord-
wijk onder dorre bladeren, Kink.
Bijvoegs. 422*. M. 276, 2. Redt. 2 ed. 248.
Eenmaal bij den Haag, v. V.
M. 276, 7. Redt. 749 — 2 ed. 248.
In Maart bij Hillegom onder dorre bladeren, Kink.
Latliriiuaeiiiii Erichs.
Bijvoegs. 423«. M. 277, 3. Redt. 749 — 2 ed. 248.
Onder.een steen in Mei bij den Haag een voorwerp, Snell. —
Bij Amst. en Hillegom in Maart onder dorre bladeren, Kink.
N. n. 423. M. 277, 4. Redt. 2 ed. 248.
In Mei bij den Haag op bloemen, v. V. — Gemeen in de om-
streken van Haarlem, Buse.
Al*|>edilllll Erichs.
Gedetermineerd door den Heer A. Fauvel.
In April in het gras bij Rotterdam, Snell.
Ollialilllll Grav.
N. n. 424. M. 290, 5. Redt. 751 — 2 ed. 251.
In April, Mei en Junij op de Gliphoeve en bijden Haag, gemeen
in eikenzwammen; in Mei bij Leyden en in October aldaar bij wind-
stille dagen in den zonneschijn zwermende, v. V. — In het voorjaar
bij Amsterdam en bij Hillegom in October in paddestoelen, Kink.
N. n. 425. M. 290, 8. Redt. 752 — 2 ed. 251.
Eenmaal geineen in Zuid-Holland, doch in de laatste jaren niet
teruggevonden, v. V.
M. 290, 12. Gedetermineerd door den heer W. Mink.
In Februarij onder dorre bladeren te Rozenburg bij Amst, Kink.
M. 290, 14. Redt. 752 — 2 ed. 251.
Te Frankendaal bij Amsterdam in champignons, Kink.
M. 290, 22. Redt. 2 ed. 253. Bestemd door den heer Fauvel.
In Holland, de Haan.
N. n. 427. M. 290, 81. Redt. 753 — 2 ed. 253.
Mede door den Heer de Haan in Holland aangetroffen. — In
Junij en Sept. bij den Haag, in Aug. op de Gliphoeve, v. V.
608 Crenala, F.
609 Piceum, Gyll.
*610 Fuseum, Grav.
*611 Assimile, Payk.
612   Atrocephalum,
Gyll.
613   Fuscnlum, Er.
ölêSubpebescem, Hal.
615 Rivulare, Payk.
*616 Fussiilatum, Er.
*617 Ferrngineum, Kr.
618   CaestiM, Grav.
619   Minimum, Er.
620Deplanaliim,G\\\\\\.
-ocr page 64-
si
M. 290, 33. Redt. 752—2 ed. 252. Bestemd door den heer Fauvel.
In Holland, de Haan.
M. 290, 38. Redt. 2 ed. 253. Bstemd door den heer Fauvel.
Tn de omstreken van den Haag, Snell.
N. n. 426. M. 290, 41. Redt. 751 — 2 ed. 250.
Bij Rotterdam op bloemen, Snell.
Anthobiiiiii Leach.
N. n. 429. M. 291, 1. Redt, 755 — 2 ed. 256.
In April aan de Glip, v. V. — In April bij den Haag, Snell.
N. n. 430. M. 292, 2. Redt. 754 — 2 ed. 255.
In Mei bij Heemstede, v. V.
N. n. 428. M. 292, 10. Redt. 755 — 2 ed. 256.
Op bloesem, vooral van lijsterbessen bij Rotterdam, Snell.
Bijvoegs. n°. 430«. M. 292, 34. Redt. 754 — 2 ed. 255.
In Holland, de Haan. — Op de duinen, 1\'iag.— Te Frankendaal
bij Amsterdam, Kink. — Bij Utrecht, Six.
M. 292, 40. Redt. 753 — 2 ed. 254. Erichs. Kaf. M. Brand. 894. 8.
Tn de omstreken van Utrecht, Six.
N. n. 431. M. 292, 41. Redt. 754 — 2 ed. 255.
In Holland, du Haan. — In de omstreken van Zutphen, v. Eyndh.
Proteiiius Latb.
N. n. 432. M. 293, 2. Redt. 657 — 2 ed. 257.
Deze soort is vrij gemeen. Men vond haar: in April bij Hennen-
621   Concinnum, Er.
622    Salicis, Gyll.
*623 LueiduM, Erichs.
624 Triviale, Erichs.
*625 Abdomiuale, Gr.
*626 Minutum, F.
627 Sentelf are, Erichs.
628  Ophthalmicum,
Payk.
629     Sorbi, GylL
630 Bracliypterus, F.
broek en den Haag, v. V,
In Maart onder het mos der boomen
en dorre bladeren bij Amsterdam en in Oct. te Hillegom in padde-
stoelen, Kink. — Tegen het einde van April en in Oct. te Driebergen, Six.
M. 293, 4. Redt. ibid. Erichs. Gen. Staph. 904. n". 4.
In Junij bij Leyden, v. V.
Megai*llirus Steïh.
Bijvoegs. n°. 432". M. 294, 1. Redt. 756 — 2 ed. 25S.
In Friesland, U. — Te Utrecht, Six. — Meermalen in Holland,
de Haan en v. V. — In Maart en April bij Amsterdam, Kink.
M. 294, 4. Redt. 75(! — 2 ed. 257.
In Mei te Frankendaal bij Amsterdam in boleten, Kink.
Pllloeobilllll Erichs.
M. 295, 1. Redt. 757 — 2 ed. 258.
In Mei gevonden in den Aerenhout bij Haarlem, verborgen in de
holliglieid van den stam van een1 ouden wilgenboom, Kink. — In
Mei bij Haarlem, Groll.
7*
631 .,.\'//#, 1\'Jr.
632 Depressiis, Payk.
*633 Deuticollis, 111.
634 Clypeatum, Muil.
-ocr page 65-
\')•>
Phloeocharis Mann.
N. n. 421. M. 297, 1. Redt. 744 — 2 ed. 241.
Slechts eenmaal in Junij bij Amersfoort, v. V.
Wicropeplus Latr.
N. n. 433. M. 301. 1. Redt. 758 — 2 ed. 259.
In Zuid-Holland, v. V. — Den 25™ April bij Utrecht, Six.
*6 3 5 Subtilissim a,
Mann.
636 Porcalus, F.
PSELAPHIDEA.
Pselaphus H EKBST.
N. n. 279. M. 309, 1. Redt. 640 — 2 ed. 262.
Bij Brummen, v. W. — Bij Driebergen, Six.
TychllS Leach.
M. 310, 2. Redt. 644 — 2 ed. 262.
In April te Noordwijk onder dorre bladeren, Kink. — In tamelijke
hoeveelheid in een tuin te Utrecht onder afval en bladeren, Six.
BryaXlS Leach.
Bijvoegs. n°. 280". (Long kor nis Leach <ƒ) en 281"\' $. M. 314, 1.
Redt. 641—2 ed. 265.
Beide sexen m Mei bij Utrecht, Six. — Bij Haarlem, Buse. —
In Mei aan de Vogelenzang, Kink.
N. n. 2S1. M. 314, 3. Redt. 642 — 2 ed. 265.
Eenmaal in Mei op mos, v. V. — In Mei op den Oosterdokdijk
bij Amst. tusschen het gras, Kink. — In Oct. in het Drieberger bosch, Six.
M. 314, 7. Redt. 2 ed. 265.
In Maart aan de oevers van den Schinkel en het IJ onder aan-
gespoelde ruigte, Kink.
N. n. 280. M. 314, 10. Redt. 664 — 2 ed. 265.
Eenmaal in Julij op de Gliphoeve, v. V. — In Maart onder stee-
nen en in Mei langs den Oosterdokdijk bij Amsterdam, Kink.
Bijvoegs. 281*. M. 314, 19. Redt. 642 — 2 ed. 266.
Alleen bij Utrecht gevonden door den heer Six.
Il\\ lllilllis Leach.
Aubé, Mon. 41, 12. PI. 87, f. 4. Erichs. Kaf. der M. Brand, 276, n°. 7.
Te Utrecht, Six.
N. n. 282 (Macropalpns Aub. = $). M. 316, 33. Redt. 643 — 2 ed. 267.
Het wijfje eenmaal bij Leyden, v. V.
637 Heisei, Herbst.
638 Niger, Payk.
639   Sanguinea, E.
640 Fossulata, Reich.
*641 llaemoptera, Aub.
642 Haemaüca, Reich.
*643 Juncorum, Leach.
644 C/ievrolalü, Aub.
*645 Burellii, Denny.
-ocr page 66-
53
Euplectus Lgach.
N. n. 283. M. 317, 6. Redt. 646 — 2 ed. 269.
In Augustus te Brummen, v. V.
M. 317, 8. Redt. 646 — 2 ed. 268. Aubé, Mon. Psel. 56 pi. 92 f. 2.
Een enkel voorwerp vliegende in mijn tuin gevangen, terwijl de
lucht zeer electrisch was, den 9e" Junij 1866, v. V.— Bij Utrecht, Six.
Bijvoegs. 283«. M. 317, 12. {Kirbyi Waterh.). Redt. 646 — 2 ed. 268.
Bij Amsterdam in April onder dorre bladeren, Kink. — Tn de
omstreken van Utrecht, Six.
M. 317, 14. Redt. 646 — 2 ed. 269. Aubé, Mon. Psel. p. 58, pi. 93. f. 2.
Meer dan eenmaal bij Utrecht gevangen, Six.
*646 Signatua, Reich.
647 Karatenii, Reich.
*648 Nanus, Reich.
649 Ambiguua, Reich.
SCYDM^NIDEA.
Scyduiaeuus sn.ni.
N. n. 278. M. 325, 1. Redt. 2 ed. 273.
Op Walcheren, G.— In Mei in een tuin te \'s Uravenhage, v. V.
M. 325, 5. Redt. 638 — 2 ed. 274.
In April aan den oever van den Schinkel bij Amsterdam onder aange-
spoeld riet en op de duinen van Overveen onder dorre bladeren, Kink.
Bijvoegs. 278^. M. 325, 8. Redt. ibid.
Bij Utrecht, Six.
M. 325, 22. Redt. 2 ed. 274.
In het gras aan den Ukant bij Arasterdam in Mei, Kink.
M. 325, 29. Redt. 636 — 2 ed. 272. Sturm. D. Fauna, XIII, 19,
7. Tab. 262, f. B.
In Februari) te Leyden onder dorre bladeren, v. V.
M. 325, 31. Redt. ibid. Sturm, B. Fauna, XIII, 20. Tab. 262. f. C.
In October te Driebergen, Six.
M. 325, 43. Redt. 637 — 2 ed. 273.
In April te Leeuwarden, W. Albarda. — Bij Amsterdam onder
een hoop dorre bladeren, Kink.
Bijvoegs. n°. 278«. M. 325, 65. Redt. 636 — 2 ed. 271.
In April met den vorigen bij Amsterdam, eenmaal in groote hoe-
veelheid, Kink. — Bij Utrecht in Julij, Six.
Cepheiiiiiutii M. en K.
M. 329, 4. Redt. 639 — 2 ed. 275.
In April bij Utrecht, Groll.
*650 Goilartii, Latr.
651 Collaria, M. etK.
*652Pusillna,M..etK.
653 Sparshalli, Den.
654 Pubicollis,M- et K.
655  Oblongus, Sturm.
656  llorticolüs, 111.
657  Tarsatus, M et K.
*658 T/toracicum,
M. en K
-ocr page 67-
5 4
CLAYICORNIA.
Necrophorus F.
N. n. 249. M. 3:35, 1. Redt. 140 — 2 ed 289.
Rij Rrummen, v. W. — Bij Beek, Dr. Rombouts. — Bij Nijmegen, G.
N. 11. 250. M. 335, 3. Redt. 140 — 2 ed. 289.
Bij Leyden, Kopp. — Te Bleiswijk en in Mei op de Gliphoeve,
v. V. — Te Nieuwer-Amstel in Junij, Grebn. — Bij Amsterdam,
Snell. — Bij Zeist, Mart.— Onder zoden bij Groningen, Cl.Muld.—
Te Hoogeveen, Steenb. — Gemeen in Friesland, G. — Deze soort
schijnt bij voorkeur vogelkrengen te begraven.
N. n. 251. M. 335, 6. Redt. 140 — 2 ed. 289.
Vrij gemeen onder doode kleine zoogdieren. — In Holland en te
Voorst in Junij, v. V. — Bij Leyden, Kopp. — In de omstreken
van Utrecht, Six. — Bij Hoogeveen, Steenb.
N. n. 252. M. 335, 7. Redt. 140 — 2 ed. 289.
Zeldzaam in Holland, W. — Meermalen te Brummen, v. Itt. en
v. W. — Drie voorwerpen bij elkander in Junij 1858 te Voorst,
v. V. — Acht exemplaren te Ubbergen bij Nijmegen, Maitl. — In
Noord-Brabant, Roel.
N. n. 253. M. 335, 8. Redt. 140 — 2 ed. 289.
Slechts eenmaal gevangen, v. V.
N. n. 254. M. 335, KI. Redt. ibid.
Bij Leyden, II. — Bij Zeist, Mart. — Bij Brummen, v. \\V. —
Bij Beek, Dr. Rombouts.
N. n. 255. M. 335, 12. Redt. ibid.
In Julij bij Heemstede, v. V. — Bij den Haag, v. d. W.
N. n. 256. M. 335, 11 Redt. ibid.
In het Haagsche bosch, W. en v. V. — Bij Rotterdam en den
Haag, Sn. — In Zuid*Holland, Blume. — Bij Utrecht, Six.
Silpha L.
N. n. 257. M. 336, 1. Redt. 141 — 2 ed. 287.
Gemeen in groote krengen van zoogdieren, doch de mannetjes
zijn zeldzaam, v. V. — Bij Hoogeveen, Steenb.
N. n. 25S. M. 336, 2. Redt. ibid.
Met den vorigen gevangen, v. V.— Bij Wassenaar, v. Bemm.—
Bij Leyden, Kopp. — Bij llillegom in Mei en bij Soest in
April, Kinker. — Bij Hoogeveen Steenb. — Omstreken van Gro-
ningen, de Gav.
659 Germanicus, L.
660 Humator, F.
661 Feapillo, L.
662Festigator,Eevsch.
*663 Fossor, Erichs.
*664 Jtuspator, Er.
*665 Sepultor, Charp.
b\'66 Moriuorum, F.
667 Littoralis, L.
668 T/wracica, L.
-ocr page 68-
55
N. n. 259. M. 336, 5. Redt. 141 — 2 ed. 288.
In Holland vrij gemeen, v. V. — Bij Wassenaar, v. Bemm. —
Bij Leyden, Kopp. — Omstreken van Groningen, de Gav. —
Hoogeveen, Steenb.
N. n. 260. M. 336, 8. Redt. 141 — 2 ed. 288.
Mede tamelijk gemeen in krengen, v. V.— Te Leyden, Kopp.—
In Maart bij Rotterdam, Snell. — Bij Zeist, Mart. — Groningen,
de Gav. — Hoogeveen, Steenb.
N. n. 261. M. 336, 9. Redt. 142 — 2 ed. 288.
Bij Utrecht, S. en Six. — Eene verscheidenheid in Maart bij
Rotterdam, Snell.
N. n. 262. M. 336, 11. Redt. 141—2 ed. 288.
Vrij gemeen in rottend aas in Zuid-Holland, v. V. — Gemeen
bij Zeist, Mart. — Tn Julij aan de Bildt, Six. — Op Walcheren
en in Friesland, G. — Bij Hoogeveen, Steenb.
N. n. 263. M. 336, 12. Redt. 141 — 2 ed. 287.
Leeft van rupsen en jaagt ze voornamelijk op eiken na, v. V. —
In het Haagsche bosch in Mei, Rits. en v. V. — Bij den Haag
Sn. — In Mei op eiken te Hillegom, Kink.
N. n. 264 M. 336, 13. Redt. 142 — 2 ed. 288.
In Holland, v. W. — Bij Driebergen, v. Bemm. — Bij Ainers-
foort in Junij, v. V. — Bij Utrecht, v. cl. W.
N. n. 267. M. 336, 24. Redt. ibid.
Zeldzaam in Holland, v. V. — Bij Brummen,id.— Te Uden, Sn.
N. n. 265. M. 336, 32. Redt. ibid.
In Zuid-Holland, v. d. W.
N. n. 266. M. 336, 35. Redt. ibid.
In Zuid-Holland en te Bruminen, v. V. — Bij Zeist gemeen,
Mart. — Omstreken van Utrecht, S. en Six. — Bij Hoogeveen, Steenb.
N. n. 268. M. 336, 40. Redt. ibid.
Waarschijnlijk door het geheele rijk de gemeenste der Silphen,
ook des winters onder boomschors en mos aan te trefl\'en, zoowel
de type als de bruine variëteit.
C holeva Latr.
N. n. 269. M. 341, 2. Redt. 143 — 2 ed. 280.
Te Bruminen, v. W. — Aldaar in Oct., v. V. — In Junij bij
den Haag een $ en den ltn April 1852 aldaar een <$ met tandjes
aan heupen en dijen der achterpooten. Vergelijk Erichson, Kaf. M.
Brand,
var. 1 en 2, v. V. — Bij Utrecht, Six.
669      Rugosa, L.
670     Siiiuata, F.
671   Dispar, Herbst.
672      Opaca, L.
673  4-pu?ic(ata, L.
674   Carinata, L.
*67ü  Reüculata, F.
676   Triêtis, Illig.
677     Obscura, L.
678      Atrata, L.
679 Angustata, F.
-ocr page 69-
56
Bijvoegs. n°. 269" {Catops castaneus St.). M. 341. 4. Bedt. 143 —
2 ed. 280.
Omstreken van Utrecht, v. Hass.
N. n. 270. M. 341, 4. Redt. 143 — 2 ed. 280.
Eenmaal in Mei op de Gliphoeve, v. V. — Zeldzaam bij Rot-
terdam, Snell.
Catops Payk.
N. n. 271. M. 342, 4. Redt. 144 — 2 ed. 280.
Een wijfje bij Heemstede in Mei, v. V.
M. 342, 5. Redt. 144 — 2 ed. 281.
In Oct. te Hillegom in paddestoelen, Kink.
N. n. 274. M. 342, 9. Redt. 144 — 2 ed. 281.
In Holland, doch in de laatste 12 jaren niet gevangen, v. V.
N. n. 273. M. 342, 13. Redt. ibid.
In menigte onder een dooden mol in Julij op de Gliphoeve, v. V.
N. n. 272. M. 342, 15. Redt. 144 — 2 ed. 280.
Een cf in Oct. in het Haagsche bosch, v. V. — In April aan
den oever van den Schinkel bij Amsterdam, Kink.
N. n. 277. M. 342, 19. Redt. 144 — 2 ed. 281.
Eenmaal bij Leyden, v. V. — In Oct. bij den Haag, v. d. W. —
In de omstreken van Utrecht, v. Hass. en Six. — Bij Amsterdam
onder steenen in Mei en te Hillegom in Mei en Oct., Kink.
N. n. 275. M. 342, 20 (IFaf-ioni Sp.). Redt. 144 — 2 ed. 280.
In Aug. op de Gliphoeve, in Sept. bij den Haag en te Leyden in
Junij, v. V. — In de omstreken van Bredn, Ileyl.— Bij Brummen, v.W.
M. 342, 30. Redt. 144 — 2 ed. 282.
In Febr. bij Amsterdam onder dorre bladeren, Kink.
M. 342, 36. Redt. 145 — 2 ed. 282.
In Februarij bij Amsterdam met den vorigen en in Mei te Fran-
kendaal in champignons, Kink.
N. n. 276. M. 342, 44. Redt. 143 — 2 ed. 282.
Op Walcheren, G. — Bij Brummen, v. W. — Te Utrecht, Six.
Anisotoina [ij.
Bijvoegs. n°. 468«. M. 349, 4. Redt. 152—2 ed. 290.
Omstreken van Utrecht, v. Hass.
N. n. 458. M. 349, 12. Redt. 153 — 2 ed. 291.
In Julij bij den Haag, v. V.— In Julij te Abcoude in het gras
aangetroffen, Kink. — Te Driebergen in Oct., Six.
N. n. 459. M. 349, 23. Redt. 154—2 ed. 292.
Een wijfje in Mei bij den Haag, v. V.
*680 Cisleloides,
Froehl.
681 Agilis, lllig.
*682 Picipes, F.
*683 Nigricans, Spenc.
*684 Morio, F.
*685 Tristis, Panz.
*686 Grandicollis, Er.
687 Chrysomeloides,
Panz.
688 Fumatus, Er.
*689 Velox, Spenc.
690   Anisotoiiioides,
Spenc.
691     Sericeus, F.
692   Rugosa, Steph.
693    Dubia, Panz.
*694 Ovalis, Schmidt.
-ocr page 70-
57
N. n. 460. M. 349, 25. Redt. 153 — 2 ed. 291.
In Aug. en Sept. op de Gliphoeve, v. V.
Liodes Latr.
N. n. 461. M. 353, 1. Redt. 155 — 2 ed. 294.
Eenmaal, v. V.
N. n. 462. M. 353, 6. Redt. 156 — 2 ed. 295.
Vroeger bij Leyden niet zeldzaam, v. V.
Ampliicyllis Erichs.
M. 354, 1. Redt. 156 — 2 ed. 295.
In Junij tusschen een hoop zwarte mieren aan de Vogelenzang, Kink.
Agathidiuiii L.i..
N. n. 4R3. Sturm. D. Fauna II. p. 63. tab. 88 d.
Eenmaal in Augustus op de Gliphoeve, v. V.
N. n. 464. M. 355, 7. Redt. 157 — 2 ed. 296.
In September bij Scheveningen, v. Br.
Clambiis Eisch.
M. 356, 2. Redt. 158 — 2 ed. 298.
In Eebruarij en Maart aan de zoomen van den Schinkel bij Am-
sterdam onder aangespoelde ruigte, Kink.
Cnlyptoiiiei\'iis Redt.
M. 358, 1. Redt. 159 — 2 ed. 298.
In Julij in een huis te Utrecht, Groll.
\\rllii()li|is Woi.t..
M. 360, 1. Redt. 2 ed. 957.
Te Noordwijk in April onder dorre bladeren, Kink.
Coryloplius Steph.
M. 363, 1. Itedt. 574 — 2 ed. 957.
In Maart te llillegom onder dorre bladeren, Kink.
Trichopteryx Kirb.
M. 370, 5. Redt. 149 — 2 ed. 301.
In Maart bij Amsterdam onder aanspoelsel, Kink.
N. n. 456. M. 370, 7. Redt. 148 — 2 ed. 300 (Grandicollis Er.).
Bij Leyden onder rottende bladeren, v. V. — Bij Amsterdam in
Mei in een\' paddestoel, Kink. — Bij Utrecht meermaals, Six.
N. n. 457. Redt. 149 — 2 ed. 301.
Bij Bruinmen in Augustus, v. V.
Bijvoegs. n°. 457«. M. 370,13 (Sericans Heer). Redt. 149 — 2 ed. 301.
Met den vorigen, v. V.
8
*695 Rublginosa,
Schmidt.
*696 Humeralia, Y.
*697 Orbicularis,
Herbst.
*698 Globus, F.
*699 Alratum, St.
*700 Laevigatum, Er.
701 Pubescens ,Redt.
*702 Alpestris, Redt.
*703 Obtcunu, Shlb.
704    Cassidioid.es,
Marsh.
705 //towan\'a.deGeer.
*706 Fascicularis,
Herbst.
*7 0 7 Inlermedia, Qillm.
*708 Depressa, Gillm.
-ocr page 71-
58
Bijvoegs. n°. 457*. M. 372, 1 {Nephanes abbreviatellus Heer). Redt.
2 ed. 302.
Bij Utrecht, Six.
Ptililllll Gym..
M. 373, 2. Redt. 151 — 2 ed. 303.
Tn de omstreken van Amst. in Junij binnen een champignon, Kink.
Ptciii<Hiiui Erichs.
M. 375, 2. Redt. 151 — 2 ed. 304.
In Maart bij Amsterdam aan den waterkant onder riet en dorre
bladeren, Kink.
Scaphium Kirby.
N. n. 455. M. 378, 1. Redt. 147 — 2 ed. 305.
In Sept. vele exemplaren in Agarlcus op de Gliphoeve, v. V. —
In Julij bij de duinen, Piag. — In Mei op paddestoelen, Kink.
Scaphisouia Leach.
M. 379, 1. Redt. 147 — 2 ed. 3(16.
In Junij te Frankendaal in champignons, Kink. — In Julij en
Aug. in eikenzwammen in het Haagsche bosch, Everts
Hister L.
N. n. 434. M. SS5, 12. Redt. 233 — 2 ed. 308.
Bij Brammen, v. W. — Bij den Haag, v. d. W.
N. n. 435. M. 38 j , 16. Redt. 233 — 2 ed. 309.
Eenmaal de roodbruine variëteit in groote menigte bij Rhijnsburg
gevonden, de zwarte type in September op de Gliphoeve, v. V. — Bij
Leyden, Kopp. — In de omstreken van den Haag, v. d. "W. —
Bij Utrecht, Six. — Bij Rhederoord in Julij, Kink. — Onder een
dooden mol bij Groningen in Julij, Cl. M.
N. n. 437. M. 385, 18. Redt. 233 — 2 ed. 308.
Bij Rotterdam, Snell.
N. n. 436. M. 385, 19. Redt. 233 — 2 ed. 309.
Te Brammen, v. Itt. — Eenmaal in April bij Heemstede, v. V.
N. n. 438. M. 385, 30 {Fimetarins Herbst). Redt. 234 —2 ed. 309.
Bij Zeist, Mart. — Bij Brammen, v. W. — In Junij op versch
gemest land te Made in Noord-Brabant, Heyl.
N. n. 439. M. 385, 32. Redt. 234 — 2 ed. 309.
In Junij bij den Haag, v. d. W.— Vrij gemeen bij den Haag in
April, Mei en Junij, v. V.— Bij Utrecht, Six.— Bij Rott. in Junij
Snell. — Bij Brammen, v. Itt. — In de omstreken van Breda, Heyl.
*709 Curta, Gillm.
710 Kumei, Heer.
711 Pusillum, Gyll.
712 Immaculaium, 01.
*713 Agariciuum, L
714 Unicolor, L.
715 Cadaverinu8,F&\\\\i.
716   Terricola, Germ.
717  Merdarius, Payk.
*718 Sinualus, F.
719 Neglectu»,Gtxm.
-ocr page 72-
59
N. n. 440. M. 3S5, 35. Redt. ibid.
Tamelijk gemeen in mest in Zuid-Holland, v. V. — Bij Rotter-
dam, Snell. — Bij Breda, Heyl.
N. n. 441. M. 385, 38. Redt. 233 — 2 ed. 309.
In Mei bij den Haag, v. d. W.— In Junij bij Leyden, v. V.—
Bij Rotterdam, Snellen. — Onder dood riet aan den IJkant bij
Amsterdam in Junij, Kink. — In Augustus bij Breda, Heyl. —
Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 442. M. 385, 43. Redt. 234 — 2 ed. 309.
In Friesland, G. — In Mei bij den Haag, v. d. W.
N. n. 443. M. 385, 55. Redt. 233 — 2 ed. 309.
Eenmaal in Mei op de duinen bij den Haag, v. V. — In April
aan den oever van den Schinkel bij Amsterdam, Kink.
N. n. 444. M. 385, 59. Redt. 234 — 2 ed. 310.
Eenmaal bij Leyden, G. — Eene zeer zeldzame soort.
N. n. 445. M. 385, 60. Redt. ibid.
In de duinen van Holland bij de zeedorpen in de mest- en afval-
putten tamelijk gemeen, v. V. — In Zeeland, de Bruyne.
Saprinns Erichs.
N. n. 446. M. 393, 23. Redt. 237 — 2 ed. 314.
Somtijds gemeen aan het strand te Katwijk, Kopp. en v. V. —
In Aug. te Xoordwijk onder doode visschen, Kink.
N. n. 447. M. 393, 33. Redt. 2 ed. 314.
In Oct. aan liet strand te Scheveningen, v. Br. en v. V. — Te
Zandvoort in Aug. onder uitwerpselen, Kink.
M. 393, 36. Redt. 237 — 2 ed. 314.
Bij Wassenaar, II.
N. n. 448. M. 393, 37. Redt. ibid.
Gemeen op de duinen bij de zeedorpen, v. V. — Bij Katwijk,
Kopp. — Bij Utrecht, Six.
N. n. 449. M. 393, 48. Redt. 2 ed. 316.
Twee voorwerpen bij Brummen, v. W.
N. n. 451. M. 393, 88. Redt. 238 — 2 ed. 315.
Tn de Hollandsche duinen bij de zeedorpen, v. V. — Bij Kat-
wijk, Kopp. en v. Bemm.
N. n. 454. M. 893, 90. Niet bij Redt.
In October aan het strand te Scheveningen, v. Br. — In Aug.
bij Zandvoort, Kink.
N. n. 452. M. 398, 94. Redt. 237 — 2 ed. 315.
Op de duinen en aan het strand van Zuid-Holland, zeldzaam, v. V.
8*
720 Carbonarms,J?ayk.
721 Purpurascens,
Herbst.
* 7 2 2 Stercorarius.vayk.
723 Bissexsirialus, F.
724 Bimaculatu», L.
*725 12-^nai!tt5,Schr.
726   Nitidulns, F.
727  Immunduê, Gyll.
728  Speculi/er, Latr.
729     Aeneus, F.
*730 Laulus, Er.
731 4-^ria£w*,Payk.
*732 üfar#H»u«,St6ph-
*733 Bugifrons, Payk.
-ocr page 73-
fin
734 Metallicut, F.
N. n. 453. M. 393, 95. Redt. 238 — 2 ed. 315.
Zeer gemeen in Junij op de duinen; ook in April bij Bennebroek
aangetroffen, v. V.
N. n. 450. M. 393, 102. Redt. 237 — 2 ed. 314.
Een klein voorwerp in Holland aangetroffen, een van normale
grootte in Aug. op Schothorst, een buitengoed te Hoogland, v. V.—
Gemeen in Friesland, G.
OllthopllilllS Leach.
Bijvoegs. n°. 454«. M. 398, 3. Redt. 239 — 2 ed. 318.
Bij Utrecht, Six.
Abraeus Leach.
M. 400, 3. Redt. 241 — 2 ed. 318.
Bij Amsterdam in Maart onder steenen, Kink.
PhalncrilS Payk.
N. n. 466. M. 402, 2. Redt. lfiü — 2 ed. 320.
In Junij nu en dan op bloemen in Zuid-Holland; gemeen in Oct.
te Brummen, v. V. — In de omstreken van Utrecht, v. Hass.
M. 402, 7. Redt. 160 — 2 ed. 320.
Te Hillegom in Maart en Mei onder mos, Kink.
OHbl\'IIS Erichs.
N. n. 467. M. 404, 1. Redt. 160 — 2 ed. 321.
In April bij Heemstede en den Haag op de eerste bloemen, v. V.—
In de omstreken van Utrecht, v. Hass. — In L)ec. onder eiken-
schors in het Valkenburg te Breda, Heyl.
N. n. 468, M. 404, 3. Redt. ibid.
Niet zeldzaam op voorjaarsbloemen, v. V. — In Febr. en Maart
bij Amst. en Hillegom, Kink. — In Oct. te Driebergen, Six.
N. n. 469. M. 404, 4. Redt. 161 — 2 ed. 321.
Gemeen in paardenbloemen in het voorjaar, v. V. — Bij Utrecht
in September en te Driebergen in October, Six.
N. n. 470. M. 404, 8. Redt. ibid.
In Sept. bij Scheveningen, v. Br. — Tn Julij bij den Haag, v. V. —
Te Amsterdam en Hillegom in April onder rottend riet en ruigte,
Kink. — Omstreken van Utrecht, Six.
N. n. 471. M. 404, 10. Redt. 161 — 2 ed. 322.
In September bij Scheveningen, v. Br.
N. n. 472. M. 404, 12. Redt. 161 — 2 ed. 322.
Bij Rotterdam in April op gras, Snell. — In Augustus bij
Heemstede, v. V.
735 Rotundalus, 111.
*736 Striaéus, F.
\', „** , .. ft">
..
737 Granulum, Er.
738 Corruscus, Payk.
739 Caricis, Sturm.
740 Cort ka lis, Pau z.
741 Aeneus, F.
742 Bicolor, F.
*743 Affinis, Sturm.
*744 Mille/olü, Payk.
745 Geminm, Illig.
-ocr page 74-
61
Cercus Latr.
N. n. 473. M. 405, 1. Redt. 162—2 ed. 323.
Vrij gemeen in Zuid-Holland, v. V. — Bij Rotterdam op een\'
dooden rat in Junij, Sn. — Bij Wassenaar, Piaget. — In April
aan de oevers van den Schinkel bij Amsterdam, in het gras, Kink.—
Bij Utrecht in April, Six. — In Gelderland, v. W. — Bij Breda,
Heyl. — Op Walcheren, G. — Te Groningen, de Gav.
Brachypterus Kugei..
N. n. 474. M. 406, 1. Redt. 162 — 2 ed. 324.
Eenmaal aan de Vogelenzang in menigte gevonden in de bloemen
van Anthirrhinum linaria, v. V.
N. n. 475. M. 406, 18. Redt. ibid.
Op de bloesem van brandnetelen bij Leyden, v. V. — Bij Am-
sterdam en Velsen in Junij, Kink.
N. n. 476. M. 406, 18. Redt. ibid.
In Augustus op bloeijende brandnetelen, Sn. en v. V.
Bijvoegs. n°. 476". M. 406, 21. Redt. 2 ed. 324. \'
Bij Utrecht, Six.
Carpophilus Leach.
N. n. 477. M. 407, 5. Redt. 2 ed. 325.
Boor den heer van Iterson in den Haag op vijgen gevonden. —
In vijgentonnen te Rotterdam, Snell. — In October te Leyden
gevangen, v. V.
Epuraea Eeichs.
Bijvoegs. n°. 477«. M. 409, 1. Redt. 164 — 2 ed. 325.
Eenmaal bij Breda, Snell. — Bij Cuyk in Aug., Everts.
N. n. 478. M. 409, 4. Redt. 165 — 2 ed. 326.
In paardebloemen, v. V. — Bij Utrecht in Mei, Six. — In
het Overmaassche land, Piag. — In Mei bij Amsterdam en Hille-
gom, Kinker.
N. n. 479. M. 409, 12. Redt. 164 — 2 ed. 326.
Bij Leyden in April, v. V.
Bijvoegs. n°. 479«. M. 409, 14. Redt. 164 — 2 ed. 326.
Bij Utrecht, Six.
M. 409, 18. Sturm. tab. 295, D. Redt. 165 — 2 ed. 326.
Bij Driebergen, Six.
746 Pedicularins, L.
*747    Gravidus, 111.
*748  Pubescens, Er.
749     Urticae, F.
*750  Rubiginosus, Er.
751   Hemipterus, L.
*752 Decemguttata,Y.
753 destiva, L.
*754 Obsoleta, F.
*755 ParyM/a,Sturm.
756 Pusilla, 111.
-ocr page 75-
62
Mlidula F.
N. n. 480. M. 410, 1. Redt. 165 — 2 ed. 328.
Deze soort, in Holland nog niet gevangen, schijnt vrij gemeen
in Gelderland. — In Junij vrij gemeen te Brummen, v. ^V. —
In Junij bij Voorst, v. V. — Bij Utrecht en Zwolle, V. — Bij
Hoogeveen. Steenb.
M. 410, 4. Redt. ibid.
Twee voorwerpen in Julij gevonden in de duinen van Scheveningen
op een\' dooden egel, Everts.
Soronia Emchs.
M. 411, 1. Redt. 166 — 2 ed. 328. Sturm. D. Ins. Tab. 299 A.
In Aug. op Schothorst nabij Amersfoort, v. V. — Bij Haarlem, Rits —
In December onder de schors der populieren in Noord-Brabant, Heyl.
N. n. 481. M. 411, 3 Redt ibid.
Onder de schors van dennen, de Haan. — Onder wilgenschors,
Sn. — Te Hillegom in Maart onder mos, Kink. — In Julij bij
den Haag, v. d. \\V. — Bij Utrecht in Julij, Six. — In menigte
op pruimen in Sept. te Houten, Wtt.
Ampliotis Eeichs.
M. 412, 1. Redt. 166 — 2 ed. 329.
Te Bloemendaal bij Haarlem, Groll. — Te Noordwijk in April
en te Velzen in Mei in de nesten van Formica fuliginosa, Kink.
Olliosita Eeichs.
N. n. 482. M. 413, 2. Redt. 167 — 2 ed. 329.
Gemeen in krengen in Zuid-Holland, v. V. — Te Amsterdam
aan den Ukant, in September, Kink.
Bijvoegs. n°. 482«. M. 413, 3. Redt. ibid.
In April bij Amsterdam, Kink. — In April te Utrecht, Six. —
In November onder een hoop beenderen bij den Haag, Everts.
Thalycra Eeichs.
N. n. 490. M. 414, 1 (Fervida 01.). Redt. 171 — 2 ed. 329.
Eenmaal in Julij te Brummen, v. V.— Te Overveen in Junij, Kink.
PHa Kirb.
N. n. 483. M. 415, 1. Redt. 167 — 2 ed. 331.
In Maart bij Heemstede, v. V.
Meligethes Kirb.
N. n. 484. M. 416, 1. Redt. 168 — 2 ed. 331.
Bij Rotterdam, Gijsb. II.
757 Bipustnlata, L.
*758 Quadripustulata,
F.
759  Punclalissiiiia,
Illig.
760      Grisea, L.
*76l Margi?iata, F.
762 Colon, L.
768 Discoidea, F.
*764 Sericea, Sturm.
765 Dulcamarae, 111.
*766 Bufipes, QylL
-ocr page 76-
Go
N. n. 485. M. 416, 11. Redt. ibid.
Zeer gemeen, het geheele jaar door in velerlei bloemen te vinden.
N. n. 486. M. 416, 18. Redt. ibid.
Als de vorige.
N. n. 487. M. 416, 32. Redt. 168 — 2 ed. 332.
Bij Rotterdam gemeen, Gijsb. H. — Bij Zeist, Mart.
N. n. 488. M. 416, 35. Redt. 169 — 2 ed. 332.
Bij den Haag, v. d. VV.
M. 416, 42. Redt. ibid.
In het gras aan den Ukant bij Amsterdam in April, Kink.
N. n. 489. M. 416, 54. Redt. 169 — 2 ed. 333.
Bij Rotterdam, Gijsb. H.
Bijvoegs. n(>. 4S9«. M. 416, 55. Redt. ibid.
Op de bloesems van het pijpkruid in Junij bij Rotterdam, Snell.
M. 416, 56. Redt. 2 ed. 335.
In Augustus aan den oever van den Schinkel bij Amst., Kink.
M. 416, 73. Redt. 2 ed. 334.
Te Hillegom in Mei op bloesem van lijsterbessen, Kink.
Cyclirainus Kug.
M. 419, 2. Redt. 171 — 2 ed. 337. Panz. Faun. 83, 3.Shuck. pi. 29.
In een dennenboich bij Breda in Julij, Heyl.
Cryptarclia Shuck.
N. n. 491. M. 422, 1. Redt. 172 — 2 ed. 338.
Onder boomschors in Julij bij den Haag, v. d. W. — In Mei
bij Breda, Snell.
Ips F.
Bijvoegs. 492". M. 423, 2. Redt. 173 — 2 ed. 338.
Bij Iloogeveen, Steenb.
N. n. 492. M. 423, 4. Redt. ibid.
Bij Brutnmen, v. Ut. en v. W.
Rliizophagus HEKBsr.
N. n. 493. M. 424, 3. Redt. 174—2 ed. 339.
Bij den Haag in Mei, v. V. — Onder dennenbast bij Hillegom
in Maart, Kink. — Bij Amersfoort, zeldzaam, v. W.
N. n. 494. M. 424, 6. Redt. 174 — 2 ed. 340.
Eenmaal bij Brummen, v. V. — In Zeeland, de Bruyne.
Bijvoegs. 494«. M. 424, 8. Redt. ibid.
In Holland onder dennenbast, de Haan. — In Julij onder boom-
schors bij Breda, Heyl.
767      Aeneu», F.
768   Viridescens, F.
*769 Symphyti, Heer.
*770 Difficilis, Heer.
*771 ^iV/wa£K.»,Sturin.
*772 Umbrosus, Sturm.
*773 Manrus, Sturm.
*774 bicanus, Sturm.
*775 Flavipes, Sturm.
*776 Luleus, F.
777 Slrigala, F.
*778 Quadripunctata,
Herbst.
779 Ferrnginea, L.
780 Depressus, F.
* 7 81 Ferrug ineus, Pay k.
*782 Parallelocolli»,
Gyll
-ocr page 77-
64
Bijvoegs. 494*. M. 424, 10. Redt. 174—2 ed. 339.
Op rottende wortelen bij Utrecht, Six.
M. 424, 11. Redt. ibid.
In Julij in het Haagsche bosch onder beukenschors, Everts.
Trogosita Oi.iv.
N. n. 495. M. 427, 1. Redt. 175—2 ed. 342.
Te Brummen en te Leyden, v.V.— In laatstgenoemde stad, Drechsler.—
Te \'s Gravenhage, v. d. W. — Te Groningen in Junij, de Gav.
Sarrotriuni Illig.
N. n. 496. \'M. 430, 1. Redt. 177 — 2 ed. 341.
Op de duinen bij Katwijk en Scheveningen, v. V. — Eenige
voorwerpen bij Wassenaar, v. d. W. — Vrij gemeen in de Meerder-
voortsche duinen bij den Haag in Junij, Everts.
Bothrideres Dej.
N. n. 497. M. 447, 1. Redt. 182 — 2 ed. 349.
Eenmaal bij Leyden, v. V.
Cerylon Latr.
Bijvoegs. n°. 497". M. 452, 1. Redt. 181—2 ed. 351.
Bij Utrecht onder dennenbast in Junij, Six.
Laeinopliloeus Erichs.
N. n. 498 {ferr. Cr). M. 459, 13. Redt. 185 — 2 ed. 354.
Te Utrecht eenige exemplaren in het abdomen van een1 dooden
Hyhlrupt\'8 bajulns, V. — In Junij te Leyden, v. V.
M. 459, 12. Redt. 185 — 2 ed. 354.
In rijst gevonden, de Haan.
M. 459, 20. Redt. 2 ed. 355.
In een pakhuis van victualiën te Amsterdam, Kink.
Pediacus Shuck.
N. n. 499. M. 461, 2. Redt. 185 — 2 ed. 355.
Op Walcheren, G. — In Julij op een zolder te Rotterdam, Snell.
Sylvaniis Latb.
N. n. 500. M. 463, 1. Redt. 186 — 2 ed. 357.
In Friesland, G. — In den Haag op vijgen aangetroffen door den heer
van Iterson. — Tn Pebruarij op de Gliphoeve op de provisiekamer, v. V. —
Te Rotterdam, Snell. — Meermalen te Leyden, v. V. —In rijst, de Haan.
PsanilllOeCHS Boud.
Bijvoegs. 500". M. 467, 1. Redt. 187 — 2 ed. 356.
Bij Rotterdam op half vergaan riet in Sept. tamelijk gemeen en
ter zelfder plaatse in April binnen in het riet, Snell.
*783 Dispar, Payk.
*7S4 Bipustulalii8,¥.
785 Mauritanica, L.
786 Clavicome, L.
*787 Contractus, F.
*788 Hisleroides, F.
*789 Ferruginens,
Steph.
790 Pusilhis, Sch.
*791 Corticinus, Er.
*792 Dermestoides, F. !
;
793 Frumentarius, F.
794 Bipunctatns, F.
-ocr page 78-
65
TcllliniopllilllS Heer.
N. n. 502. M. 468, 2. Redt. 189—2 ed. 360.
In groene biezen bij Rotterdam, Snell. — In Februarij bij Am-
sterdam, onder afgestorven riet, Kink.
M. 468, 3 (Obscnrm). Redt. 189 — 2 ed. 360.
In April bij Amsterdam onder afgebroken rietstengels, Kink.
Aiitlicroplmgus Knoch.
N. n. 503. M. 469, 1. Redt. 189 — 2 ed. 360.
Zeldzaam te Brummen, v. W. — Bij Driebergen in Junij op
jasmijn, Six.
M. 469, 2. Redt. ibid. Erichs. Ins. D. III, pag. 344, n°. 2.
itfV-Ee^inaal bij Utrecht, Six. — Bij Wassenaar in Julij, Piag.
N. n. 504. M. 469, 3. Redt. 190 — 2 ed. 360. «fr\' \'.
Tamelijk geineen in Zuid-Holland, v. V. — In Mei bij Utrecht,
Wtt. en Six.
CryptoplingllS Herbst.
N. n. 505. M. 472, 1. Redt. 190 — 2 ed. 361.
Bij Utrecht in paddestoelen, V. — Bij den Haag, v. d. \\\\r. en
v. V. — In Aug. te Soest in champignons, Kink. — In Aug. op
de Gliphoeve in een bovist, v. V.
N. n. 506. M. 472, 8. Redt. 190 — 2 ed. 361.
Bij Leyden in Junij, v. V.
Bijvoegs. 506«. M. 472, 16. Redt. 191 — 2 ed. 362.
Bij Utrecht, Six. — In April bij Amsterdam, Kink. — In Dec.
onder boomschors te Burgst, Heyl.
N. n. 507. M. 472, 17. Redt. 191 — 2 ed. 361.
In April bij Heemstede, v. V. — Bij Utrecht, Six. — In een
paddestoel bij Amsterdam in Mei, Kink.
Bijvoegs. n°. 507«. M. 472, 21. Redt. 192 — 2 ed. 363.
Bij Utrecht in Mei, Six.
N. n. 508. M. 472, 23. Redt. 192 — 2 ed. 363.
In Zuid-Holland v, V.
M. 472, 24. Redt. 192 — 2 ed. 362.
Bij Driebergen, v. Bemm.
N. n. 509. M. 472, 31. Red*. 193 — 2 ed. 363.
Bij Amsterdam in Mei, Kink. — In April bij den Haag, in
Aug. op de Gliphoeve, v. V.
N. n. 510. M. 472, 33. Redt. 192 — 2 ed. 363.
Tweemaal bij Leyden gevangen, v. V.
795 Typhae, Fall.
*79fi Carieis, Oliv.
797   Nigricornis, F.
798  Silaceus, Ilerbsl.
799   Pallens, Oliv.
800   Lycoperdi, F.
801   Pilosus, Gyll.
*802 Scanicus, L.
803  Badiut, Sturm.
804  Af/mis, Sturm.
*805 Cellarls, Scop.
806^cw^a«^Kfo«,Gy]l.
*807 Dentatics, Herbst.
*808 Distinguendiis,
St
urm.
-ocr page 79-
66
*809 Vini, Panz.
810 Crenulalus, Er.
*811 Serralus, Gyll.
*812 Pilosuia, Er.
813 Linearis, Steph.
814>Afesomela3,llerbst.
*815 Gulla, Steph.
816 Fuscipes, Gyll.
*817 Basalis, Er.
*818 /Wra, Herbst.
819 Fuscata, Schh.
*820 Salicicola, Kratz.
*821 Apicalis, Er.
822i4<riea/)i^a,Steph.
*823 Pnsilla, Payk.
*824 Terminata, Com.
825 Ghbosus, Waltl.
N. n. 511. M. 472, 42. Redt. 191 — 2 ed. 362.
In September bij Scheveiiingen, v. Br.
M. 472, 44. Erichs. Ins. 1). TIL 369, 23. Redt. 191 — 2 ed. 362.
In de omstreken van Utrecht, v. Hass.
N. n. 512. M. 472, 57. Redt. 193 {Paramecosoma) — 2 ed. 364.
Bij Leyden, v. V.
Pnraiuecosoiim Curt.
N. n. 512*. M. 474, 2. Redt. 2 ed. 365.
In September bij Scheveiiingen, v. Br.
Atoinaria Kirhy.
M. 476, 17. Redt. 193 — 2 ed. 367.
In het gras aan den IJkant bij Amsterdam in Mei, Kink.
N. n. 513. M. 476, 20. Redt, ibid.
Bij Rotterdam in Sept., Snell.— Bij Leyden, v. V.— Bij Amst.
aan den IJkant onder aangespoelde ruigte in Maart en Aug., Kink.
M. 476, 21. Redt. 195 — 2 ed. 368.
In Februarij onder aangespoeld riet aan den oever van den
Schinkel, Kinker.
N. n. 514. M. 476, 23. Redt. 195 — 2 ed. 367.
Bij Leyden in het gras, v. V. — Met den vorigen in Febr., Kink.
M. 476, 32. Redt. 196 — 2 ed. 369.
Te Rozenburg bij Amsterdam in Maart onder mos, Kink.
N. n. 515. M. 476, 34. Redt. ibid.
In Maart te Xoorduijk onder dorre bladeren, Kink.
M. 476, 37. Redt. 195 — 2 ed. 368. Sturm. D. Ins., XVIII, 43. t. 334 A.
In Sept. aan den IJkant, Kink. — In Augustus bij Utrecht, Six.
M. 476, 39. Redt. 2 ed. 367.
Bij Amst. en te Noordwijk in Maart onder dorre bladeren, Kink.
M. 476, 40. Redt. 2 ed. 368.
In Maart te Noordwijk onder afgevallen bladeren, Kink.
M. 476, 44. Redt. 196 {nigriceps Er.) — 2 ed. 369.
In April onder kruiden in de omstreken van Amsterdam, Kink.
N. n. 516. M. 476, 45. Redt. 196 — 2 ed. 369.
Vier voorwerpen in Augustus te Brummen, v. V.
M. 476, 49. (ruficomis Marsh.) Redt. 196 — 2 ed. 369.
In Maart te Rozenburg bij Amsterdam in mos, Kink.
Epistemiis Wistw.
M. 477, 1. Redt. 197 — 2 ed. 3JO.
In de maanden Maart en April onder ruigte aan den oever van
den Schinkel bij Amsterdam, Kink. //.•• «//>•\' •"<
-ocr page 80-
67
M. 477, 2 [gyrinoidei Mars.). Redt. ibid.
Met den vorigen, Kink.
Lallll\'idillS Herbst.
N. n. 520. M. 486, 1. Redt. 205 — 2 ed. 381.
In huizen binnen Leyden en in Mei op de Gliphoeve, v. V. —
Te Amsterdam in Maart, Kinker.
Bijvoegs. n». 520*. M. 486, 5. Redt. 205 — 2 ed. 382.
Twee exemplaren bij Utrecht, Six.
Bijvoegs. n°. 520". M. 486, 15. Redt 205 — 2 ed. 381.
Bij Utrecht, Six.
Bijvoegs. n°. 523". M. 486, 21. Redt. 206 — 2 ed. 382.
Bij Utrecht, Six.
N. n. 521. M. 486, 22. Redt. ibid.
In huizen in den Haag in menigte, v. V. — Te Brummen bij
honderden, v. Ttt. — Te Zutphen, v. Eyndh.
N. n. 522. M. 486, 29. Redt. 207 — 2 ed. 384.
Bij Zeist, Mart. — Meermalen in den Haag, v. V. — Bij Am-
sterdam en Hillegom in Maart onder mos, Kink. •— In December
onder den bast der eiken te Burgst, Heyl.
N. n. 523. M. 486, 31. Redt. 206 — 2 ed. 383.
Bij Haarlem in Mei, Kink. — Te Brummen in groot aantal, v.
Itt. — Te Leyden meermaals en op de Gliphoeve in Junij en Aug.
v. V. — Bij den Haag, v. d. W. — Bij Utrecht, v. Hass. — In
Maart te Rotterdam in menigte, Snell.
M. 486, 46 (leslaceus Steph.)
In April aan den oever van den Schinkel, Kink.
Corlicaria Marsh.
N. n. 524. M. 487, 1. Redt. 208 — 2 ed. 385.
In Friesland, G. — In Julij bij den Haag, v. V.
M. 487, 2. Redt. 210 — 2 ed. 387.
In Februari] en Maart te Noordwijk en bij Amsterdam onder aan-
gespoeld riet, Kink.
M. 487, 17. Redt. 2 ed. 386.
In Maart bij Amsterdam onder mos, Kink.
N. n. 525. M. 487, 42. Redt. 211 — 2 ed. 388.
Gemeen in Maart te Amsterdam, Kink. — Te Leyden en in Aug.
te Heemstede, v. V.
N. n. 526. M. 487, 43. Redt. ibid.
In Zuid-Holland, v. d. W. — In Maart bij den Haag, Snell. —
In Mei op de Gliphoeve, v. V. — Bij Utrecht, Six.
9*
826 Dimidiatutfitefh.
827  Lardarius, de G.
*828 Angusticollis,
Gyll.
829 Carinatus, Gyll.
*830 Exilis, Mannh.
*831 ATauulus,Mam\\\\\\.
832 Transoersus,0\\\\w.
833    Miiiutus, L.
*8S4 JVoA/er, Westw.
*835 Pubescens, 111.
*836 Piligera, Mannh.
837    JSeWa, Redt.
838  Gibbosa, Herbst.
--TT)
839 Transversalis,
Gyll.
-ocr page 81-
os
*840 Fuscula, Meg.
*841 Trifoveolata,
Redt.
*842 Similala, Gyll.
*843 Truncatella,
Mannh.
N. n. 527. M. 487, 51. Redt. 212 — 2 ed. 389.
In September bij Scheveningen v. Br.
N. n. 528. 11 487, 51. o. Redt. 211 — 2 ed. 388.
Aldaar met den vorigen, v. Br. — In Maart onder mos bij Am-
sterdam, Kink.
M. 487, 52. Redt. 212 — 2 ed. 389.
Te Hillegom in Febroarij onder mos, Kink. \'>\'»..
N. n. 529. M. 487, 56. Redt. 211 — 2 ed. 389.
In September te Scheveningen, v. Br. — In Maart te Hillegom
onder mos, Kink.
Monotonia [Ie RUST.
M. 489, 8. Redt. 203 — 2 ed. 378.
In April onder aangespoeld riet aan den oever van het IJ bij
Amsterdam, Kink. — Te Haarlem in Mei, Groll.
M. 489, 12. Redt. 203 — 2 ed. 378.
In Mei onder bladeren te Nieuw-Rozenburg, Kink.
Mycetaea Si
N. n. 517. M. 491, 1. Redt. 197 — 2 ed. 371.
Eenige ex.v. op kurken van Madera-flesschen te Utrecht, V. —
Ook op kurken in een\' kelder te \'s Gravenhage, v. V. — Aldaar,
Everts. — Te Leyden, de Gav.
Mycetophagiis Heu.w.
N. n. 530. M. 494, 2. Redt. 214 — 2 ed. 391.
Bij Rotterdam, Gijsb. H.
M. 494, 5. Redt. ibid.
Onder boomschors te Amsterdam, Groll.
*844 Picipes, Herbst.
*845 QuadricollU,
Aubé.
846 Hirta, Marsh.
*847 P«ce/«, F.
*848 Mnltipunctalns,
Hellw.
Tl\'ipliylltlS Meg.
N. n. 531. M. 495, 1. Redt. 214 — 2 ed. 392.
Eenmaal in J ui ij in het Haagsche bosch, v. V. — Ter zelfder
plaatse op boomzwam in Julij, Everts.
Shuck. Col. Min. 26, 236. PI. XXXI, fig. 5.
In Julij bij den Haag, Everts.
Typhaea Kirby.
N. n. 532. M. 449, 1. Redt. 215 — 2 ed. 393.
Bij den Haag, v. V. — Bij Noordwijk in Maart, Kinker.
*849 Punctatus, E.
850 Fermgineus,
Marsh.
851 Fumata, L.
-ocr page 82-
69
Bytiirus Latr.
N. n. 533. M. 501, 1 (Sambuci Scop.). Redt. 216 — 2 ed. 395.
Gemeen in Noord- en Zuid-Holland, v. V.— In Friesland, G.—
Bij Rotterdam, Snell. — Gemeen in de Haagsche duinen in Mei,
Piaget en Snell. — Te Haarlem in Mei op bloesem van Kubus,
Kink. — Te Haren, de Gav. — Deze soort treft men meer op
den bloesem van ranonkeltjes en bramen aan, de volgende meer
op frambosen.
N. n. 531. M. 504, 2. Redt. ibid.
Even gemeen als de vorige.— Utrecht, Six. — Voorst, Wtt.
Derinestes L.
N. n. 535. M. 505, 1. Redt. 218 — 2 ed. 397.
Twee voorwerpen bij den Haag, Sn. — Bij Katwijk, v. V. —
Te Breda, Heyl.
N. n. 536. M. 505, 5. Redt. ibid.
In September bij Sclieveningen, v. Br. — Te Haarlem, Buse.
N. n. 537. M. 505, 8. Redt. 217 — 2 ed. 396.
Bij Amersfoort en Brumurieii, v. W. — Bij den Haag, v. d. W.
N. n. 538. M. 505, 14. Redt. 218 — 2 ed. 397.
Bij den Haag, v. d. W. — Bij Brummcn, v. Itt. — Te Haar-
lem, Buse.
N. n. 539. M. 505, 18. Redt. ibid.
Eenmaal bij Leyden, v. V.
N. n. 540. M. 505, 23. Redt. 217 — 2 ed. 396.
Algemeen bekend en lastig in de plaatsen waar men varkensvleesch
en spek bewaart.
Attagemis Latr.
N. n. 541. M. 506, 1. Redt. 218 — 2 ed. 398.
Zeer geineen in het voorjaar. — Groningen, de Gav.
Megatoina Hehbst.
N. n. 542. M. 507, 1. Redt. 219 — 2 ed. 398.
In de vederen van een opgezetten vogel, v. V. — Te Brammen,
v. Itt. en v. W. — Twee exemplaren op een zolder, Snell. —•
Bij Utrecht, Six.
Tiresias Steph.
N. n. 547. M. 510, 1. Redt. 223 — 2 ed. 400.
Een paar bij Brammen, v. W.
852 Fumalus, L.
853   Tomehtosus, F.
854    fulpinns, F.
*855 Friwhii, Kug.
*856 Murinuê, L.
*857 i/w^/ato.Brahm.
*858 Laniarins, UI.
859 Lardarius, L.
860 Petfie, L.
861 Undata, L.
*862 &r/-a, F.
-ocr page 83-
7(1
Anthreiius Geoffr.
N. n. 543. M. 511, 1. Redt. 221 — 2 ed. 400.
Op appel- en perenbloesem, v. V. — Te Breda, HeyL
N. n. 544. M. 511, 3. Redt. 221 — 2 ed. 401.
Vrij zeldzaam in Holland, v. V. — In de omstreken van Arnhem
en in Julij te Brammen, v. V. — Ter laatstgenoemde plaats, v.
Itt. — In Julij te Beek bij Nijmegen, Dr. Rombouts.
Bijvoegs. n°. 544". M. 511, 6. Redt. ibid.
In Julij in den Haag een en bij Leyden drie voorwerpen, v. V.
N. n. 545. M. 511, 9. Redt. ibid.
Zeer gemeen in huizen in Junij en Aug., alsmede op bloemen
vooral van Spiraea; schadelijk in verzamelingen van natuurlijke
geschiedenis.
N. n. 546. M. 511 , 12. Redt. ibid.
Met den vorigen, doch minder algemeen.
Byrrhus L.
N. n. 550. M. 517, 18. Redt. 229 — 2 ed. 406.
Bij Leyden, v. V. — Bij Woerden, de Gr. — Bij Brammen,
v. W. en v. Ttt. — In Maart onder eikenschors in de omstreken
van Breda, 1 Ie_yl.
Bijvoegs. n". 550". M. 517, 18. Redt. ibid.
Hij Gieten of Rolde in Drenthe, Gock. — Met den vorigen te
Breda, HeyL
N. n. 551. M. 517, 20. Redt. ibid.
Eenmaal in Holland, v. V. — Bij Zeist, Mart.— Met de varie-
teit Cinctus, St. en Dorsalls, Pz. bij Bruminen, v. W.
N. n. 552. M. 517, 22. Redt. ibid.
Bij Bruminen, v. W. — In Maart te Breda onder den schors
der boomen, Heyl. — In April te Leyden en in Julij bij Rozen-
*863 Scrophnlariae, L.
864  Pimpinellae, F.
865     Farms, F.
866   Musaeorum, L.
867    Claviger, Er.
868     Pilula, L.
*869 Jrielinus, Stefl\'.
870   Fasciatus, F.
871     Borsalis, F.
872    Mmrnnê, F.
873     Fariiw, F.
jUr J.
( .«
daal in Gelderland, v. V. *yu\\
M. 517, 23. Rwlt. 229 — 2 ed. 406.
In April aan de Bildt bij Utrecht, Six.
Cy til lis Erichs.
N. n. 553. M. 518, 1. Redt. 229 — 2 ed. 407.
Bij Leyden, Utrecht en bij Heemstede in Mei aan grashalmen
v. V. — Bij Leyden of Katwijk, Kopp. — Onder den bast der eiken
in Maart bij Breda, Heyl.
-ocr page 84-
71
Morychiis Erichs.
N. n. 554. M. 519, 1. Redt. 230 — 2 ed. 407.
Bij Zeist op de heide, op de duinen bij den Haag en te Noord-
wijk, in April, v. V. — In Junij bij Driebergen, Six.
N. n. 555. M. 519, 4. Redt. ibid.
Bij Brummen, v. W. — Bij den Haag, v. d. W. — Op de
heide bij Zeist, v. V.
Silllplocaria Marsh.
N. ii. 549. M. 520, 1. Redt. 226 — 2 ed. 408.
Eenmaal in Maart tegen het huis op de Gliphoeve, v. V. — In de
omstreken van Rott. in Mei, Snell. — Te Haren in April, de Gav.
Liinnichiis Late.
N. n. 548. M. 521, 3. Redt. 225 — 2 ed. 409.
Eenmaal in September op riet bij den Cruquius, v. V.
GeOi\'VSSHS Late.
Bijvoegs. n°. 547«. .M. 523, 1. Redt. 223 — 2 ed. 410.
Tweemaal in Utrecht en aan de Bildt in Julij, Six.
Pariius F.
N. n. 556. M. 525, 1. Redt. 137 — 2 ed. 411.
In Junij op du Gliphoeve, v. V.\' — Bij Utrecht, Six. — Bij
Leyden, Kopp. — In de omstreken van Katwijk, de Gr.
M. 525, 6. Redt. 2 ed. til.
Aan de Bildt in Julij, Groll.
N. n. 557. M. 525, 12. Redt. 137 — 2 ed. 411.
Bij Leyden niet zeldzaam, v. V. en Kopp. — In de omstreken
van Amsterdam in April, Kink. — Bij Utrecht, V. en Six.
M. 525, 13. Redt. 2 ed. 412.
Te Utrecht in Julij, Groll.
Eltllis Late.
Bijvoegs. n°. 557». M. 527, 14. Redt. 138 — 2 ed. 413.
Vrij gemeen in eene beek te Driebergen in September, Six.
M. 527, 18. Redt. 137 — 2 ed. 413.
In April in de omstreken van Utrecht, Groll.
Heterocerus F
M. 531, 5. Redt. 139 — 2 ed. 415.
Te Muiderberg in Augustus aan het strand onder zeewier, Kink.
M. 531, 6. Redt. 139 — 2 ed. 416.
Bij Utrecht, Six.
874 Aeneus, F.
*875 Xitens, Panz.
876 Semistriata, F.
*877 Pygmaew, Strm.
878 Pygmaeus, F.
879 Prolifericornis, F.
*880 Lutulentns, Er.
88J Anricnlatns, 111.
*882 NüiMus, Heer.
883 Parallelopipedus,
Müll.
884   Tnberculatus,
Müll.
*885 Femoralië, Kies.
886 Marginatus, F.
-ocr page 85-
72
*887 Hiêpidvluê, Kies.
N. n. 55H. M. 531, 11. Redt. 139 — 2 ed. 416.
Eenmaal, v. V. — (Zie ook Kiesenwetter in Germar\'s Zeit-
sehri.fi, IV, p. 212.)
M. 531, 14. Redt. 139 — 2 ed. 416. Gurtis, Bril. Ent. 224.
In Maart onder aangespoeld riet aan den zeedijk bij Amst., Kink.
M. 531, 1(5. Redt. ibid.
Bij Amsterdam in Maart en April onder aangespoeld riet aan
den IJkant, Kinker.
*888 Obsolelns, Curt.
8S9 Laevigalus, Fanz.
LAMELLICORNIA.
Liicnmis L.
N. n. 560 en 561 (Capreoh/s). M. 532, 1. Redt. 243 — 2 ed. 417.
In het Soerensche boscli en aan de Steeg, V. — Rij Putten, de
zonen van den heer Schubilrt.— Te Beekbergen in «lulij, v. Ejndh.—
Bij Dieren en Delden, W.— Bij 1 loogeveen, Stecnb.— Bij Deven-
ter, M. Breukelman. — Bij Brummen, Dr. Ontijd.
De variëteit Capreulns bij Breda gevangen, Gijsb. H.
Platycerns Geokfr.
N. n. 559. M. 534, 1. Redt. 242 — 2 ed. 417.
Bij Brummen, v. \\\\r. en v. V. — Bij Zeist, V. — Bij Amers-
foort, v. W. — Bij den Haag, v. d. W.
Sinoriivüdroii F.
Bijvoegs. n°. 501". M. 537, 1. Redt. 245 — 2 ed. 419.
Bij Amersfoort, Drcchsler.
Gopris Geoffr.
N. n. 568. M. 511, 2. Redt. 24S — 2 ed. 421.
Volgens Voet in Nederland, maar vooral in Friesland. — Bij
Brummen, v. \\V. — Bij Ziitphen, v. Eyndh. — Zes exx. in koe-
mest iïi de duinen bij Scheveningen, Everts.
Ontlioplin^iis Latr.
N. n. 569. M. 544, 16. Redt. 250 — 2 ed. 423.
Bij Leyden en op de Gliphoeve, v. V. — Bij Katwijk, Kopp.—
Bij Utrecht, Six. — Bij Rotterdam zeldzaam, Snell.
N. n. 570. M. 541, 17. Redt. 250 — 2 ed. 424.
Zeer gemeen op de duinen bij Katwijk in mest, v. V. — Bij den Haag
in de duinen gemeen, Sn.— Bij Amersfoort in Junij, v. V.— Bij Zeist in
Mei en te Velp in Julij, Kink. — In Gelderl. en te Roermond, Snell. —
Beide sexen te Rocagne, Piag. — Bij Groningen, de Gav.
890 Cervus, L.
891 Caraboiiles, L.
*892 Cylindricum, L.
H93 Zunaris, L.
894>Coenobila, Herbst.
895 Fracticornis, F.
-ocr page 86-
7:5
N. n. 571. M. 544, 21. Redt. 251 — 2 ed. 424.
Op de duinen bij Katwijk, v. V. — Te Woerden, de Gr. — In
den Bommelerwaard, v. d. W. — In Mei bij Brummen, v. V. —
Bij Utrecht, v. Hass. — Omstreken van Leyden, Kopp.
N. n. 572. M. 544, 39. Redt. 250 — 2 ed. 423.
Eenmaal bij Leyden, v. V.
ApIlodlIIS Tij..
N. n. 573. M. 546, 1. Redt. 252 — 2 ed. 425.
In Zuid-Holland, v. V. — Omstreken van Utreclit, Six. — Bij
Brummen, v. Itt.
N. n. 574. M. 546, 3. Redt. 253 — 2 ed. 426.
Bij Rotterdam, Snell. — In Maart bij den Haag, in Mei en Julij
bij Heemstede en in Aug. te Velp, v. V.— Bij Leyden, Kopp.—
Aan liet zeestrandt de Haan, — Aan de Vogelenzang in Mei, Kink.
N. n. 576. M. 546, 4. Redt. ibid.
Niet zelden in Holland, v. V. — Bij Rotterdam, Sn. — In Mei
bij den Haag, v. d. W.— Te Utrecht, Six.— Bij Breda, Heyl.—
Bij Hoogeveen, St. — Te Groningen, de Gav.
N. n. 575. M. 546, 5. Redt. ibid.
In Zuid-Holland, v. V. — Gemeen bij Rotterdam, Sn. — In
Augustus tusschen het gras aan den oever van den Schinkel bij
Amsterdam, Kink.
N. n. 577. M. 546, 8. Redt. 255 — 2 ed. 427.
Omstreken van Leyden, Kopp. — Op de Gliphoeve in April,
v. V. — Te Groningen en bij Arnhem in Julij, de Gav.
De variëteit Coujlagralus vrij gemeen in het voorjaar op de dui-
nen bij den Haag, v. V.
N. n. 578. M. 546, 9. Redt. ibid.
In koeijen- en paardeninest, doch zeldzaam, v. V. — Bij Hooge-
veen, Steenb.
N. n. 579. M. 546, 11 Redt. ibid.
Alom zeer gemeen, vooral in het voorjaar.
N. n. 580. M. 546, 14 (Aler, de Geer). Redt. 256 — 2 ed. 428.
Niet gemeen. — Bij Leyden, v. V. — In Mei bij den Haag,
v. d. W. — In Maart aan den oever van den Schinkel, Kink. —
Bij Linschoten, Piag.
N. n. 581. M. 546, 17. Redt. 254 — 2 ed. 427.
Zeer gemeen in het voorjaar, v. V. — Bij Leyden, Kopp.— Bij
Rotterdam, Sn. — Bij Amsterdam en llillegom in Mei, Kink. —
Bij Brummen, v. Itt. — Te Voorst, v. Bemin.
10
896 Nuchicomis, L.
*897 Ovalus, L.
898 IJrraticus, L.
899 Sublerraneus, L.
900 .F^or, L
*901 Haemorrhoidalis,
L.
903 Seybalarius, F.
*903     Foete»*, F.
904  Fimetarius, L.
905    Terrestris, F.
906   Granarlus, L.
-ocr page 87-
74
N. ii. 583. M. 546, 34. Redt. 255 — 2 ed. 427.
In Holland zeldzaam, v. V. — Hij Sassenheim, Sn. — Bij Dalf-
sen, V. — Bij Soest in J ulij, Kink. — Te Brummen, v. Ttt. —
Bij Breda, Heyl.
M. 546, 48. Redt. 258 — 2 ed. 429.
In Maart aan den oever van den Schinkel onder aangespoeld
riet, Kinker.
M. 546, 49. Redt. 258 (var. van bimaculalus) — 2 ed. 429.
Ter zelfder plaatse en met den vorigen, Kink.
N. n. 585. M. 546, 57. Redt. 260 — 2 ed. 430.
Een der meest gemeene soorten, v. V.
M. 546, 60. Panz. Fn. 58, 4. Redt. 259 — 2 ed. 430.
In Mei in de omstreken van den Haag, v. d. W. — Bij Breda, Heyl.
N. n. 586. M. 546, 76. Redt. 2 ed. 431.
In September en October te Scheveningen, v. Br.
N. n. 582. M. 546, 82. Redt. 257 — 2 ed. 432.
Bij Leyden gevangen, v. V. .\' - »••••
X. n. 584. M. 546, 90. Redt 257 — 2 ed. 431.
In de eerste voorjaarsdagen op zandwegen, v. V. — Bij Leyden,
Kopp., — In Mei bij de Vogelenzang, Kink.— Te Doetincliem in
Mei, Snell. — Op Walcheren en in Friesland, G.
N. n. 591\'. M. 546, 95. Redt. 261 — 2 ed. 433.
Zeer gemeen, misschien de gemeenste van alle Apkodii.
N. n. 591. M. 546, 101, Redt. ibid.
In Zuid-Holland, v. V. — Bij den Haag, Sn. — Te Brummen,
v. Ttt. — Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 587. M. 546, 115. Redt. 260 — 2 ed. 434.
Bij Leyden, v. V. — Vroeger geineen bij Rotterdam, Sn. — Bij
Amsterdam, Kink. — Rij den Haag, v. d. W.— Bij Zeist, Mart.—
Bij Voorst, Wtt. — Te Dalfsen in Overijssel, V. — In Drenthe, Gock.
N. n. 588. et 589. M. 546, 118. Redt ibid.
Meermalen bij Rott, v. V. — In de omstreken van Leyden, Kopp.
De var. Nigripes zeldzaam in Zuid-Holland, v. V.
Bijvoegs. n°. 591". M. 546, 127. Redt. 262 — 2 ed. 434.
Bij den Haag in Junij zeven exx., Snell.
N. n. 592. M. 546, 133. Redt. ibid.
Tamelijk gemeen in het voorjaar: bij den Haag en Leyden in
Junij; in Julij in Gelderland, v. V. — Te Doetincliem, Sn. — In
Noord-Brabant, Wtt. — In April bij Utrecht, Six. — Bij Anist., Kink.
Ar. n. 593. M. 548, 2 {R/iyss. gnHianns,\\>.). Redt. 262 — 2 ed. 436.
Kenmaal in Zuid-Holland, v. V.
907 Sordidua, F.
*908 Plagiatns, L.
*909 Niger, Panz.
910 Inqninalus, F.
911 SticlicHS, Panz.
912 Poreus, F.
*913 Puêilluê, Herbst.
914 Merdariiis, F.
915 Prodromns,
Brahm.
*916 Contatninatus,
Herbst.
917 Rvjipes, L.
918    Luridus, F.
91!)       -S«*, F.
920   Porcalns, F.
*921      /**/>«•, F.
-ocr page 88-
75
Psamuiodius Gym..
N. n. 594. M. 550, 4. Redt. 262 — 2 ed. 438.
In Mei bij den Haag, v. V. — Aldaar in Oct., v. d. W. — Bij
Katwijk, Scliultes. — Vier voorwerpen te Brummen, v. Itt. — Tn
Febr. onder den bast der eiken in de omstreken van Breda, Heyl.
Aeginlin Latr.
N. n. 596. M. 551, 2. Redt. 2 ed. 438.
Zeer zeldzaam. — Tn Zuid-Holland op de duinen, v. W. — Een
ex. op de laatste rij duinen bij Scheveningen in Julij, Everts.
N. n. 595. M. 552, 3 (Areuaria, F.) Redt. 2 ed. 438.
Zeer gemeen op de laatste rij duinen aan het strand, v. V. —
Bij Naarden in Aug. aan het strand der Zuiderzee, Kink.
Goot nipos Latb.
N. n. 562. M. 560, 5. Redt. 246 — 2 ed. 441.
Hij Wassenaar, W. — Op de heide tusschen Utrecht en Amers-
foort, v. V. — Bij Zeist een ? in Aug., Snell. — Aan de Rlicder-
stecg, W. — Bij Arelp, V. — Te Hoogeveen, Steenb. — In Mei
bij Breda, Heyl. — In Drenthe, Gock en Cl. Muld. — In Gro-
ningen, Cl. Jluld.
N. n. 563. M. 560, 34. Redt. 245 — 2 ed. 442.
Vliegt in den zomer des avonds op straatwegen en bij mest-
lioopen, v. V.
N. n. 564. M. 560, 35. Redt. ibid.
Bij Leyden in Oct. en bij Heemstede in Aug. en Sept., v. V.—
Te Zutphen, v. Eyndh. — In de omstreken van Breda, Heyl.
N. n. 565. M. 560, 36. Redt. 2 ed. 442.
Meermalen te Brummeii, v. W. — Tn vrij groote hoeveelheid te
Hilversum, v. Bemin. — In de omstreken van Breda, Heyl.
N. n. 566. M. 560, 38. Redt. 245 — 2 ed. 442.
Vrij gemeen in dennenbosschen. — Te Soest in September,
Kink. — In het Soesterbosch, v. d. W. — Bij Beek in Julij,
Dr. Rombouts. — Bij Amerongen en bij Brammen in Junij en
weder in September, v. V. — Een exempl. met een blaauwzwart
(linker) en rood (regter) dekschild te Brummen, v. Itt.
N. n. 567. M. 560, 40. Redt. ibid.
Te Soest met den vorigen, Kink. — Op de heide te Wolfheze,
v. V. — Te Uden, Snell. — Te Hoogeveen, Steenb. — In Julij
te Zuid-Laren, de Gav. — Op de duinen bij Noordwijk, v. V.
10*
922 Sulcicollis, 111.
*923 Rufa, F.
I 924 Globoaa, HL
925 Tgphaeus, L.
926 Stncorarius, L.
9 2 7 Putridarius, Esch.
928 Mutator, Marsh.
929 Sylvaticus, F.
930 Vernalis, L.
-ocr page 89-
7fi
Trox F.
[ Bijvoegs. n°. 596«. M. 562, 8. Redt. 263 — 2 ed. 444.
Bij Hoogeveen, Steenb.
\' N. n. 597 [Arenariut, F.) M. 562, 12. Redt. 263 — 2 ed. 443.
Eenmaal bij Rotterdam, Snnll. — Op de Gliphoeve in Juni), op
de duinen bij Katwijk on in zeer groot aantal in het voorjaar tus-
schen den Haag en Scheveningen, v. V. — In de laatstgenoemde
streek, Everts.
Hoplia Ii.i,.
I N. n 610. M. 576, 1. Redt. 270 — 2 ed. 447 {Philantkm, Sulz.).
Op bloemen in Friesland, G. — Bij den Haag, v. d. W. —
In Julij bij Levden, bij de voormalige Haarlemmermeer en op de
Gliphoeve, v. V. — Op de heide bij Maartensdijk, Mart. — Op
Walcheren, G. — Te Groningen, de Gav.
N. n. 611. M. 576, 2. Redt. ibid.
Uitsluitend op Walcheren aangetroffen door G.
Homaloplif\'i Mbg.
N. n. 609. M. 571, 4. Redt. 269 — 2 ed. 449.
Vliegt des nachts. — Op populieren aan den duinkant bij den
Haag; bij Wassenaar aan het duin, op de Gliphoeve en bij IIaar-
lem, v. V. — Bij Utrecht, S. — In Augustus te Soest, Kink. —
Bij Zeist, Mart. — Bij Hoogevecn, Steenb.
Rhizol
N n. 605. M. 577, SI) Redt. 2 ed. 451.
Eenmaal in Xoord-Brabant, v. Itt.
N. n. 601. M. 577, SI. Redt. 267 — 2 ed. 451.
Op de Doorwerth in menigte, G.— Bij Zeist, Mart. en V.— Bij
Velp in Aug., de Roo. — Bij Brummen, v. W. — Bij Hoogeveen, Steenb.
Polyphyllii Ha ER.
N. n. 600. M. 581, 1. Redt. 265 — 2 ed. 453
Op de duinen bij Scheveningen in Julij, v. V. — Bij Noord-
wijk aan Zee, Verster. — Op Schouwen, H. — In de provincie
Groningen, de Gav.
Melolontha F.
N. n. 601. M. 582, 1. Redt. 265 — 2 ed. 454.
Alom bekend; gemeen, doch bovenal in Gelderland.
N. n. 602. M. 582, 2 {Pecloralis, Germ). Redt ibid.
Zeer zeldzaam. — Bij den Haag en bij Doesburg, Snell.
*9-\'31 Sabulosus, L.
932 Scaber, L.
933 Argentea, F.
*934 Praticola, Dfts.
935 Brunnea, L.
*936 ^<?r, F.
937 Solstiiialis, L.
938 /Wfo, L.
939     Vtdgaris, F.
940    ^Jóirfa, Dej.
-ocr page 90-
77
N. n. 603. M. 582, 4. Redt. 266 — 2 ed. 454.
Gemeen, voornamelijk in Holland.
Aiiisoplia Mig.
Bijvoegs. n°. 608". M. 585, 2. Redt. 269 — 2 ed. 456.
In Noord-Brabant, Wtt. — Hij Ejndhoven in Julij zeer gemeen
op rogge, Snell.
Aiiomaln Mig.
N. n. 600 et 607 (Frisc/üi, F). M. 586, 15. Redt. 267 — 2 ed. 458.
Vrij gemeen op heide- en duinstreken, v. V. — In Gelderland,
v. Itt. en G. — De var. Frischii is veel zeldzamer; zij werd te
Walcheren op de duinen aangetroffen, H. — Bij Haarlem op de
duinen in Julij, v. V. — Bij Zeist, Mart.— Bij den Haag, Sn.—
Bij Brummen, v. W. — Te Hoogeveen, Steenb.
Phyllopertha Kirby.
N. n. 608. M. 587, 6. Redt. 268 — 2 ed. 457.
Zeer gemeen, behalve in moerassige streken.
Oryctes [u.
N. n. 599. M. 595, 1. Redt. 2 ed. 495.
Eenmaal in Zeeland, II. — Nimmer terug gevonden.
N. n. 598. M. 596, 1. Redt. 264 — 2 ed. 460.
Tamelijk gemeen in de run der broeikasten.
Cetonia F.
N. n. 614. M. 597, 12. Redt. 272 — 2 ed. 461.
In Noord-Brabant, wie? Zie de aanteekeningen.
N. n. 613. M. 597, 47. Redt. 27 J — 2 ed. 462.
Tamelijk gemeen in Julij op rozen, vlierbloemen en bloeijende
Spiraeën.
De var. Piligera in eene oude verzameling van inlandsche insecten.
N. n. 612. M. 597, 50 {Florkola Herbst.). Redt. 272 — 2 ed. 462.
Bij Utrecht, Six. — Bij Driebergen, v. Bemm. — Bij Amers-
foort, v. W. — Op Ananaskasten bij Rhederoord, v. Itt.
Osiiioderma Lepel.
Bijvoegs. n°. 616«. M. 599, 1. Redt 273 — 2 ed. 463.
Een enkel voorwerp aangetroffen, kruipende in den gang van een
huis te Zutphen, v. Eyndh.
GllOI\'illlUS Lepel.
N. n. 617. M. 600, 3. Redt. 274 — 2 ed. 463.
Bij Heusden op rozen, G. — Bij Utrecht, V. — Te Groningen, de Gav.
941 Hippocaslani, F.
942 Fruticola, F.
943 ƒ«/«\', F.
944   Horticola, L.
*945    &7e«M«, F.
946  Nasicornis, L.
*947    Süctica, L.
948     Anrala, L.
949   4<?wea, Gyll.
*950 Eremüa, L.
951 JVofoT», L.
-ocr page 91-
7S
Trichiiis F.
N. n. 616. M. 601, 1. Redt. 274 — 2 ed. 463.
In maandrozen, v. "V. — Sommige jaren bij Rotterdam gemeen,
Snell. — Bij Leyden, Kopp. — Te Amsterdam, Steenb.
l.llglIS Schiba.
N. n. 615. M. 602, 1. Redt. 273 — 2 ed. 464.
Bij den Haag, Maitl. - Bij Brummen, v. W. — Een wijfje in
Junij te Voorst, v. V. — In Limburg, Snell.
952 Fasciatus, F.
953 Hemipterus, L
STEMOXI.
Chrysobothrys Curt.
M. 623, 1. Redt. 281 — 2 ed. 471.
In Mei bij Amsterdam, Kink.
Agrilus Meg.
M. 625, 7. Kiesenw. Ins. D. IV. 129, n°. 4. Lap. et Gory, Bupr
11, 43. PI. X, f. 56. Redt. 287 — 2 ed. 477.
Onder een perenboom in een tuin te Breda, Heyl.
N. n. 623. Bijvoegs. n°. 623«. M. 625, 10. Redt. 287 — 2 ed. 478.
De variëteit Nocivtts, Ratz. bij Amersfoort, v. W. en bij Utrecht,
Six. — De variëteit Fagi, Ratz. bij 1 loogeveen, Steenb.
N. n. 620 {Cyanescens, Ratz.) M. 625, 13). Redt. 285 — 2 ed. 478.
Dikwijls bij Amersfoort gevangen, v. \\V. — Te Voorst in Junij, v. V.
N. n. 61S. M. 625, 18. Redt. 285 — 2 ed. 477.
Zeldzaam bij Amersfoort, v. W.
N. n. 619. M. 625, 19. Redt. ibid.
Bij Amersfoort, v. \\V. — In Mei bij den Haag, v. d. W. •» • •
N. n. 621. M. 625, 20. Redt. ibid.
Eenmaal bij den Haag, v. V. — Te Hillegom in Mei, Kink. —
Twee voorwerpen in Aug. te Wort-Rhede, v. V.
M. 625, 45. Redt. 286 — 2 ed. 479.
Bij liet buis ter Heyde, Piag. — In de omstreken van Utrecht,
Six. — In Julij op eiken bij Breda, Heyl.
N. n. 622. M. 625, 54. Redt. 2 ed. 479.
Eenige exemplaren bij Amersfoort, v. W. en v. V.
Trachys F.
N. n. 624. M. 628, 2. Redt. 289 — 2 ed. 481.
Bij Amersfoort en Brummen, v. W.— Bij Brummen in het laatst
van Augustus, v. V. — Te Borculo in Mei op wilgen, Snell. —
In Junij te Driebergen, Six.
*954  Chrysoslirjma, L.
*955  Sifiualus, Oliv.
956 Viridis, L.
*957   Coeruleus, Ross.
*958   Tenuis, Ratz.
959   Anguslulns, 111.
960   Laticoruis, 111.
961    Aurickalceus,
Ratz.
962  Rugicollis, Ratz.
963 Minuta, L.
-ocr page 92-
7!)
M. 628, 3. Redt. 288 — 2 ed. 482.
In Junij te Driebergen, Six.
Apliaiiisticiis Latr.
964 Pygmaea, Ï.
*965 Emarginatus, F.
Bijvoegs. 623*. M. 629, 4. Redt. 288 — 2 ed. 481.
Bij Driebergen, Six.
TIll\'OSCllS Latr.
966 Sermesioidea,h. \' M. 630, 1. Redt. 231 — 2 ed. 402.
In Mei te Utrecht, (Jroll. — In Junij te Driebergen, Six. —
In Zeeland, de Bruyne.
*967 OUusus, Curt.
M. 630, 9. Redt. 2 ed. 403.
In April aan den Ukant bij Amsterdam onder aangespoelde
ruigte, Kink.
LilCOll Lap.
N. n. 628. M. 650, 1. Redt. 296 — 2 ed. 490.
Overal zeer geineen.
Elater L.
N. n. 642. M. 657. 1. Redt. 302 — 2 ed. 498.
Bij Zeist, V. en v. V. — Bij Rotterdam, J. M. Smit. — Te Eindhoven
in Junij, Snell. — Op Walcheren, G. — Te Hoogeveen, Steenb.
M. 657, 5. Redt. 302 {Ephippinm E) — 2 ed. 498.
Op een berk in een bosch bij Breda in Junij, lleyl.
Bijvoegs. n°. 642«. M. 657, 8. Redt. ibid.
Bij Gieten en Rolde in Drenthe, Gock. — Bij Voorst in Junij,
v. V. — In het Ovennaassche land, Piag. — Te Burgst in April
onder den bast van eiken, Heyl.
N. n. 644. M. 657, 13. Redt. 303 — 2 ed. 499.
In Zuid-Holland, v. V. — Bij Utrecht, Six. — Bij den Haag, v. d. W.
N. n. 643. M. 657, 15. Redt. ibid.
Eenmaal in het Zeister bosch dood in een spinneweb hangende
gevonden, v. V. — Bij Brummen, v. Itt. en v. W. — Bij Hooge-
veen, Steenb.
N. n. 645. M. 657, 27. Redt. 2 ed. 500.
In Zuid-Holland, v. d. W.
<Y>|>lllllV|>IMIS \') ESCHS.
N. n. 646. M. 661, 14. Redt. 306 — 2 ed. 502.
Bij Wassenaar, Gerd. — In Mei op de Gliphoeve, v. V.— Niet
zeldzaam, bij den Haag, v. d. W.
968 Murhius, L.
*969 Sangnineus, L
970  Sanguinolenlus,
Schr.
971  Pomorum, Geofl\'.
972 Elongatulus. F.
*973 Baltealus, L.
*974 Nigrinus, Payk.
975 Pnlchellus, L.
\') De zameustelling Cryptohypnus strijdt tegen den aard der Grieksclie taal.
-ocr page 93-
80
Cardiophoi\'iis Eschs.
N. n. 640. M. 662, 1. Redt. 300 — 2 ed. 496.
Eenmaal, zoo ik mij wel herinner, bij Zeist, v. V.
Bijvoegs. n". 640«. M. 662, 11. Redt. ibid.
Bij Utrecht, Six.
N. n. 641. M. 662, 48. Redt. 301 — 2 ed. 497.
Bij Leyden, kop]). — Aldaar en bij Bennebroek in Mei in het
duin, v. V. — Bij Rotterdam en den Haag, Snell. — In Noord-
Brabant, Roel.
M. 662, 35. Redt. ibid.
In menigte te Noord wijk, op een\' zonnigen dag in Mei, v. V.—
In April bij Breda, lleyl.
Melanofiis Eschs.
N. n. 626. M. 663, 1. Redt. 294 — 2 ed. 488.
In Zuid-Holland, v. d. W. — In Maart bij Noordwijk, Kink.
N. n. 627. M. 663, 9. Redt, ibid.
In Zuid-Holland, v. V. — Bij Utrecht, S.
M. 663, 11. Redt. ibid. Hcrbst. Kaf er, X, 46. tab. 162, f. 2. Shuck.
Brit. Col pi. 47, f. 10.
Bij Zutphen, v. Eyndh. — Te Groningen, de Gav.
M. 663, 13. Redt. ibid. Germ. Zeitschr. Hl, p. 98.
In Junij bij Amsterdam, Grebn.
LilllOllillS Eschs.
AT. n. 637. M. 664, 5. Redt. 299 — 2 ed. 495.
Kene der gemeenste soorten.— Ook in Overijssel aangetrofl\'en, Snell.
M. 664, 8. Redt. ibid. Gjll. lus. Snee. I, pag. 398, n". 27.
In de omstreken van Zutphen, v. Eyndh. — In Mei te Brummen, v. V.
N. n. 638. M 664, 10. Redt. ibid.
Een ex. in Augustus bij Rhederoord, v. V.
AlllOIIS ËSCH8.
N. n. 629. M. 663, 1. Redt. 296 — 2 ed. 491.
Bij Breda en in Gelderland, v. W.— In «Tulij op elzen bij Breda, HeyL
Bijvoegs. n°. 629". M. 665, 3. Redt. ibid.
Te Rotterdam in Julij 1854 in huis gevangen, Snell.
N. n. 630. M. 665, 2. Redt. ibid.
Bij Rotterdam zeer gemeen, Gijsb. H.— Op de Gliphoeve in Junij,
v. V. — Bij Utrecht, Six. — Bij Leyden, Kopp. — In Noord-Brabant,
Roel. — In Junij te Breda, Heyl. — Bij Groningen, de Gav.
N. n. 633. M. 665, 8. Redt. 297 — 2 ed. 492.
Eene der gemeenste keversoorten.
976   TAoracicus, F.
977    Ruficollis, L.
978  £/««/•«•«,?, Herbst.
979   Musculus, Er.
980      Afyer, F.
981  Caslanipes,¥ayk.
982  Rnjipes, Hcrbst.
983   Crassicollis, Er.
984 Cylittflricusjïayk.
985    Miitutus, L.
*986 Parvuhcs, Panz.
*987 ito/»*, de Geer-
*988 Rhombeus, 01.
989 \'Hirlua, Herbst.
990 Haemorrhoidalis^E.
-ocr page 94-
81
991 Vittalw, L.          M. 665, 12. Redt. ibid.
In de omstreken van Groningen, de Gav. — In April onder mos
in de omstreken van Breda, Heyl.
*992 Longicollis, 01. N. n. 632. M. 665, 17. Redt. ibid.
Te Rotterdam, v. W. — Bij Leyden, v. V. — Op Walcheren, G.
*993 Subfuscns,Müll. ! M. 665, 27. Redt. 2 ed. 493.
In Mei te Zeist, Kinker.
Coryinbites Late.
N. n. 650. M. 666, 1. Redt. 307 — 2 ed. 505.
Bij Brummen, v. Ttt.
N. n. 648. M. 666, 5. Redt. 307 — 2 ed. 504,
Bij Brummen, v. Itt.
N. n. 649. M. 666, 7. Redt. 307 — 2 ed. 505.
Bij IJsselstein, Six.
N. n. 651. M. 666, 12. Redt. 308 — 2 ed. 505.
Eenmaal te Brummen, v. VV.
N. n. 652. M. 666, 25. Redt. 309 — 2 ed. 507.
Bij Leyden, Nbordwijk en op de duinen bij den Haag in Junij,
v. V. — Ter laatstgenoemde plaats, v. d. W. — Bij Utrecht,
V. — Bij Hillegom en te Ede in Mei, Kink. — In Gelderland,
Gijsb. II. — In Junij te Voorst vrij gemeen, v. V. — Te llen-
kum in Mei, Wtt. — Hij Brummen, v. VV. — Gemeen in Junij
in de omstreken van Breda, Heyl.
N. n. 654. M. 666, 29. Redt. 309 — 2 ed. 506.
"Vrij gemeen door het geheele land. — De blaauwe verscheidenheid
bij het huis ter Heyde in September, Piag.
N. n. 653. M. 666, 34. Redt. 309 — 2 ed. 507.
Bij Rotterdam, Gijsb. 11. — Bij Leyden, Kopp. — In Junij
bij Voorst, v. V.
N. n. 639. M. 666, 35. Redt. 299 — 2 ed. 494.
Bij Utrecht en in Eebruarij onder mos te Wassenaar, v. V. —
Jn November en December onder populierenschors te Rotterdam,
Sn. — Des winters ouder het mos der boomen bij Amsterdam,
Kinker. — Op het Valkenburg te Breda, Heyl. — Te Brum-
men, v. Itt.
Bijvoegs. n°. 654". M. 666, 37. Redt. 308 — 2 ed. 506.
In Nederland, waarschijnlijk Noord-Brabant, Wtt. — In Junij
1858 eenige voorwerpen te Voorst, v. V. — In Julij in een den-
nenbosch nabij Breda, Heyl.
11
*994 Peclinicornis, Ti.
*995 Haemalodes, F.
996 Caslanetcs, L.
997 Tetselatus, L.
998 Holosericeus, E.
999 Aeneus, L.
1000 Latus, E.
1001 Bipustulalns, E.
1002 Crucialus, L.
-ocr page 95-
82
Luditis Latk.
N. n. 647. M. 669, 2. Redt. 806 — 2 ed. 504.
Twee voorwerpen bij Utrecht, V. — Een aldaar, Six. — Bij
Brummen, v. Itt.
Agriotes Eschs.
Bijvoegs. n°. 657". M. 670, 6. Redt. 311 — 2 ed. 509.
Een voorwerj) te Voorst, "Wtt.
N. n. 657. M. 670, 7. Redt. ibid.
In Mei en Junij bij Rotterdam, Snell. — In het gras, v. V. —
In April onder aangespoelde ruigte aan den IJkant, Kink.
N. n. 655 {Segelis, Gyll.j. M. 670, 8. Redt. 310 — 2 ed. 508.
Zeer gemeen door het geheele land. — Somwijlen zeer schadelijk;
zie de Landbouw-Courant en het Volksboek van Wttewaal.
N. n. 656. M. 670, 9. Redt. ibid.
Onder steenen in liet voorjaar niet zeldzaam, v. V. — Bij Rot-
terdam, vrij gemeen, Sn. — In April aan den oever van den Schen-
kel bij Amsterdam, Kink. — Te Brummen, v. Itt. — Bij Gro-
ningen, de Gav.
N. n. 661. M. 670, 15. Redt. 313 — 2 ed. 512.
Alom zeer gemeen.
SericOSOIHUS Eschs.
N. n. 658,650 {Brmmeus zt Fugax).W. 671,1. Redt. 312 — 2 ed. 510.
Bij \'s Gravenhage, v. V. — Niet zeldzaam in de omstreken van
Breda, Heyl.
N. n. 660. M. 671, 3. Redt. 312 — 2 ed. 511.
Vrij gemeen in Holland in begroeide duinstreken, v. V.— Meer-
malen bij Utrecht, Six. — Bij Haarlem aan de duinstreek in Meien
bij Amst. aan den IJkant, Kink. — Bij Arnhem in Julij, de Gav.
Cteiioiiychus Steph.
N. n. 625. M. 673, 1. Redt. 293 (Synaptus filif.) — 2 ed. 487.
Niet zeldzaam bij Rotterdam, Snell.
Adrnstns Meg.
N. n. 662. M. 675, 1. Redt. 314 — 2 ed. 513.
Een der gemeenste soorten van kniptorren.
Biivoe<\'s. n". 662«. M. 675, 3. Redt. ibid.
Te Rotterdam op brandnetels in Julij gemeen, Snell. — Bij Ley-
den in Julij, de Gav. — Bij Amersfoort in Junij en te Beek in
Mei, Six. — Te Velp in Julij, Kink. — In Mei te Breda, Heyl.—
Bij Brummen, v. Itt.
*1003 Ferrugineus, L.
1004 Flavicornls,
Panz.
*1005 Spulator, L.
1006 Zineaius, L.
1007 Obscurus, L.
1008 Aterrimus, L.
*1009 Brunneus, L.
1010 Marginatus, L.
*1011 Fili/ormis, F.
1012   Limbatus, F.
1013   Pullens, F.
-ocr page 96-
s:i
Cainpvhis Fisck.
N. n. 635, 636. M. 676, 2. Redt. 298 — 2 ed. 494.
Bij Leyden en Haarlem, doch zeldzaam, v. V. — Bij Leyden,
Kopp.— Bij den Haag in Junij, v. d. W. — Bij Rotterdam, Sn.—
In Junij te Utrecht, Six. — Tn Friesland, G. — Te Hoogeveen, .Steenb.
De variëteit Mesomdas op Walcheren, G. — Bij den Haag in
Julij, Everts. . \'>««*• Jil*» *•
1014 Linearis, L.
MALACODERMATA.
Helodes Latr.
N. n. 663 [MeJanurus F.). M. 6S5, 1. Redt. 316 (PallMm F.) — 2 ed. 517.
In boschaclitige streken, zeer zeldzaam, v. V.
Cjphon Payk.
N. n. 66t [Lividus F.). M. 686, 1. Itedt. 315 — 2 ed. 517.
Gp elzen te Rotterdam, in Junij te Amersfoort en in Julij te
Brammen, v. V. — Bij Rotterdam, Sn. — Bij Utrecht, Six. —
Te Maarsbergen. Piag. — Te Ede in Hei, Kink.
N. n. 665. -M 6S7, 8. Redt. 315 — 2 ed. 518.
Op eschdoom-bladeren tamelijk gemeen op bepaalde plaatsen, v.
V. — Bij Rotterdam, Snell. — In Maart en April onder het mos
der boomen bij Amsterdam, Kink.— In December onder den schors
der eiken in de omstreken van Breda, Heyl.
N. n. 666. M. 6S7, 13. Redt. ibid.
Bij Rotterdam, Liijsb. 11. en Snell. — Met den vorigen bij Am-
sterdam, Kinker. — In Zeeland, II.
N. n. 667. M. 689, 1. Redt. 316 — 2 ed. 519.
Vier exemplaren op bloesems van wilgen aan den duinkant,
v. V. — Bij Utrecht en te Driebergen in October, Six. — In
Noord-Brabant, Roel.
Scirtes l.i..
N. n. 668. M. 690, 1. Redt. 316 — 2 ed. 520.
Zeer gemeen in Junij op waterplanten bij Rotterdam en aan zekere
sloot ten noorden van den Haag, v. V. — Bij Rotterdam, Snell.—
Bij Kralingen, Piag. — In Julij en Augustus bij Abcoude en Am-
sterdam in liet gras, Kinker.
N. n. 669. M. 690, 2. Redt. ibid.
Bij Rotterdam, Sn. — Bij Kralingen, Piag. — Meermaals bij
Leyden, v. V.
11*
*1015 Minulus, L.
1016 Tesiaceus, L.
1017 Variabilis,
Thunb.
*1018 Paili, L.
1019 Dejlexicollis,
Miill.
1020 Hemisphaeri-
cus,
L.
1021 Orbicularis, Panz.
-ocr page 97-
84
Dictyopterus La™.
N. n. 670. M. 693, 1. Redt. 321 — 2 ed. 521.
In Noord-Brabant, v. Itt. — Te Zuidlaren, CL Muld.
Lampyris Geoffk.
N. n. 671. M 696, IS. Redt. 320 — 2 ed. 523.
De larve bij Leyden, de Gr. — Twee mannetjes, die geen licht
gaven, in Juni] op besmeerde boomen, v. V. — Aan den Bezuiden-
houtschen weg bij \'s Gravenhage, v. d. W. — Bij Scheveningen,
Everts. — Bij Utrecht, W. — In Gelderland, v. V. — Bij Var-
se veld, ter Meer.
N. n. 672. M. 696, 29. Redt. ibid.
Zeldzaam in Holland en geineen te Beek bij Ubbergen in Aug., v. V.
PllotoplmeilllS Cast.
N. n. 673. M. 697, 1. Redt. 321 — 2 ed. 523.
De larve, die licht van zich geeft, meermalen in een tuin in de
Wafellaan bij Rotterdam, van Santen Kolf!\'. — De imago in de
rigting naar Delftshaven bij Rotterdam, v. V.
Telephoms Schaeff.
N. n. 674. M. 702, 9. Redt. 322 — 2 ed. 527.
Gemeen op planten in Junij en soms reeds in Mei, in Holland;
het wijfje zeldzamer, v. V. — In de duinen, Piag. — In Junij te
Abcoude, Kink. — Te Bommel in Mei, Sn.— Bij Groningen, de Gav.
M. 702, 10. Gyll. Im.Suec. I, 330, 2. Oliv. Ent., TI, 26, 1. PI. I,
fig. 1 , a n. Redt. ibid.
Drie voorwerpen in de omstreken van Zutphen, v. Eyndh.— Aan
het Ginneken bij Breda in Mei, Kink. — Te Groningen, de Gav.
N. n. 675. Redt. 323 — 2 ed. 527.
In Nederland, Gijsb. H. — Eenmaal bij Leyden, v. V. — Bij
den Haag in Mei, zeldzaam, Snell.
N. n. 678. M. 702, 19. Redt. 322 — 2 ed. 19.
Bij Rotterdam, Snell. — Bij Leyden, v. V. — Te Zeist en bij
Ede, Kink. — Tamelijk gemeen te Brummen in Mei 1867, v. V.—
Aldaar mede, v. W.
M. 702, 26. Redt. 2 ed. 526.
In Mei op bloemen te Hillegom, Kink.
N. n. 677. M. 702, 30. Redt. 323 — 2 ed. 527.
In het laatst van Mei en Junij op planten niet zeldzaam, v. V.—
Bij Leyden, Kopp. — Bij Rotterdam, Snell. — Bij Utrecht, Six —
Te Voorst, v. Bemm.
*1022 Sanguineus, L.
1023 Noctiluca, L.
1024 Splendidula, L.
* 10 2 5 #e/« ipterus, F.
102(5 Fuscus, L.
1027 Rnsllcus, Fall.
*1028 ZJ^ar, F.
1029 Obscurus, L.
*1030 Albomarghtalus,
Mark.
1031 Nigricans, F.
-ocr page 98-
85
N. n. 676. M. 702, 32. Redt. ibid.
Bij Rotterdam zeldzaam, Suell.— In Mei bij den Haag, v. V.—
Te Groningen, de Gav.— Bij Breda, Heyl. —• Te Beek in Mei, Six.
Eene variëteit met geheel roode pooten te Brummen, v. W.
N. n. 680. M. 702, 35. Redt. 324 — 2 ed. 528.
In Mei en Junij overal gemeen.
N. n. 6S2 en 681 {Lüuratus Fall.) M. 702, 53. Redt. 2 ed. 529.
Gemeen bij Rotterdam, Snell. — In Zuid-Holland, v. V. — In
Junij bij Amsterdam, Grebn. — tn Mei te Beek, Six. — Omstre-
ken van Breda, Heyl.
M. 702, 62. Redt. 2 ed. 527.
In Julij aan den IJkant bij Amsterdam op bloemen, Kink.
N. n. 679. M. 702, 64. Redt. 323 — 2 ed. 527.
Op brandnetels bij Rotterdam, Sn. — In de eerste dagen van
Julij te Brummen; in Mei en Junij vrij gemeen bij den Haag, v.
V. — Te Wassenaar, Piaget. — In de omstreken van Leyden,
Kopp. — Te Noordwijk in Junij, Kink. — Bij Breda, Heyl. —
In Julij te Groningen, de Gav.
Bijvoegs. n». 676". M. 702, 69. Redt. 322 — 2 ed. 526.
Eenmaal in de omstreken van Utrecht, v. Hass.
N. n. 683. M. 702, 80 {Haemorrlioidalis F.). Redt. 323 — 2 ed. 528.
Niet ongemeen in berkenbosschen; in April op de Gliphoeve, in
Mei bij den Haag, v. V. — Zeldzaam te Breda, Heyl.
iUiagoiiyclia Eschsch.
N. n. 684. M. 704, 14. Redt. 324 — 2 ed. 530.
Overal zeer gemeen.
N. n. 686. M. 701., 29. Redt. 325 — 2 ed. 530.
Op berken in Junij, v. V. — Bij Rotterdam en bij den Haag
in Mei, Sn. — Te Voorschoten, Drechsl. — Bij Breda, Heyl. —
In Gelderland, v. W. — Bij lloogeveen, Steenb.
N. n. 685. M. 704, 35. Redt. ibid.
Op berken bij Voorschoten en den Haag, v. V.— In de omstre-
ken van Utrecht, v. Hass. en Six. — Bij Hoogeveen, Steenb.
Bijvoegs. n°. 686*. M. 704, 51. Redt. 325 — 2 ed. 531.
In Junij te Voorst, v. V. — Tn Mei te Beek, Six.— Te Haren
in Julij, de Gav. — In Julij te Breda, Heyl.
Silis Meg.
Bijvoegs. 6S6*. M. 706, 4. Redt. 326 — 2 ed. 531.
Een wijfje in Augustus te Rotterdam op populier, Snell. — Een
voorwerp aldaar in Junij 1865, Piag.
1032   Pellucidus, F.
1033    Lividus, L.
1034     Rufus, L
*1035 Fulvicollis, F.
1036 T/ioracictis, 01.
1037 Lateralis, L.
1038 Chjpeatus, UI.
1039 Melanura, L.
1040 Teslacea, L.
1041 TWfófo, F.
1042 4(!ra, L.
*1043 Nitidula, F.
-ocr page 99-
86
Mallliinus Latr.
N. n. 687. M. 70S, 8. Redt. 327 — 2 ed. 532.
Op eiken in Junij op de duinen bij den Haag, in Julij te
Amersfoort en aan deVuurache, v. V.— Bij Driebergen en Utrecht,
Six. — Op Wikkenburg bij Houten, Wtt. — In de duinen en bij
Maarsbergen, Piag. — Te Overveen in Junij en bij Amsterdam in
Julij, Kink. — Hij Breda Heyl.
llalthodes Kiesw.
N. n. 688. M. 709, 1. (Minimus L.) Redt. 327 — 2 ed. 533.
Eenmaal te Oegstgeest, v. V. — Vrij gemeen bij Rotterdam, Sn.
N. n. 689. M. 709, 6? (Marginatus Latr.) Redt. ibid.
In Friesland, G. — Gemeen sp bloeijend pijpkruid, v. V. — Bij
Utrecht, Six. — Bij Maarsbergen, Piag. — Te Iloogeveen, Steenb.
Cijvoegs. ii». 680*. M. 70#-,- 25. Redt. 327 — 2 ed. 644:
tien himm xiowBrji bij Utrecht, Six. — Een aan de plassen bij
Kralingen, Biaget.;)
Bijvoegs. 689*. M. 709, 32. Redt. 327 — 2 ed. 535.
Twee voorwerpen in het Ovcrmaassche bij Rotterdam, Piag.
>l:il;icliilis l\'.
N. n. 690. M. 714, 1. Redt. 329 — 2 ed. 537.
Geineen in het Ovcrmaassche, .Gijsb. H.— Te Rotterdam in April,
Sn. — Bij Zeist, Mart. — In menigte in Mei op een korenveld
onder Oosterbeek, v. W. — Zeer gemeen op rogge in Julij 1852
te Bruinmen, v. V.— Bij Veghel, Sn.— Bij II oogeveen, Steenb.—
Te Breda, Heyl.
N. n. 691. M. 714, 12. Redt. ibid.
Alom gemeen in Junij.
N. n. 092. M. 714, 26. Redt. 329 — 2 ed. 538.
Tn Junij en Julij in de duinen bij den Haag, v. d. \\V. en v. V.—
Bij Leyden, Steenhuyzen. — Bij Rotterdam in Junij zeldzaam,
Sn. — In Mei op de dijken aan het IJ, Kink. — In de duinen
bij Overveen, Rits. — Bij Utrecht, Six.
N. n. 693. M. 714, 39. Redt. 329 — 2 ed. 537.
Op Walcheren, H. — Bij Rotterdam, Sn. — In de duinen bij
Overveen, Rits. — Bij Utrecht, V. — Vrij gemeen bij Driebergen,
Six. — Te Groningen, de Gav. — Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 694. M. 714, 41. Redt. 329 — 2 ed. 538.
Bij Katwijk niet zeldzaam en in Junij op de Gliphoeve, v. V.—
Bij Rotterdam, Sn.
1044 Flaveotus,
Herbst.
*1045 Sanguinolentus,
Fall.
1046 Bigutlalus, L,
*1047 Dispar, Germ.
*1048 Maurus, Ziegl.
1049 Aeuens, L.
1050 BipustulatHS,~\\i
1051 fïrMw, F.
1052 Marginellus, Ol.
1053 Elegant, Ol.
> y/iittU •.,{.. r<
f                  \'
-ocr page 100-
^7
N. n. 695. M. 715, 2. Redt. 329 — 2 ed. 537.
Op planten in tuinen, v. V. — Bij Rotterdam, Sn.— Bij Brum-
men, v. W. — In Julij bij Amsterdam in het gras, Kink.
Bijvoegs. 695«. M. 715, 3. Redt. ibid.
Bij Utrecht zeldzaam, Six.
M. 715, 5 {Rnficollis F). Redt. 328 — 2 ed. 537.
Ken voorwerp te Doesburg, de Gav.
Aiithocouius ëkichs.
N. n. 696. M. 716, 2. Redt. 330 — 2 ed. 539.
In Nederland, Overdijk. — Te Paterswolde in Aug., de Gav.
N. n. 697. M. 716, 2. Redt. 330 — 2 ed. 539.
In huizen op zolders en in Junij bij den Haag, v. V. — Op
gras bij Rotterdam, Sn. — Bij Utrecht, v. Hass. en Six. — Gemeen
in de omstreken van Zutphen, v. Eyndh.
N. n. 698. M. 716, 4. Redt. ibid.
In huizen gedurende de maand Julij, v. V. — Zeldzaam bij Rot-
terdam, Sn. — In de duinen bij den Haag, v. d. \\V. — In die
van Aelbertsberg, Rits.— In Mei en Julij bij Amsterdam, Kink.—
Bij Utrecht, v. Hass. en Six. — Bij Hoogeveen, Steenb. — In
Noord-Brabant, Snell.
Bijvoegs. 696". M. 717, 23. Redt. ibid.
Eenmaal bij Rotterdam, Snell.
Hyphebaeus Kiesw.
M. 719, 5. Redt. 331 — 2 ed. 540.
Beide sexen in paring gevangen in de omstreken van Utrecht, Six.
Charopus Erichs.
Bijvoegs. 698". M. 720, 2. Redt. 332 — 2 ed. 541.
Bij Utrecht in Junij, Six. en Groll.
Dasytes Payk.
N. n. 699. M. 729, 21. Redt. 334 — 2 ed. 543.
Op bloemen vrij gemeen. — Leyden, Kopp.— \'s Gravenhage, Sn.
v. V. — Vogelenzang, Kink. — Breda, Heyl.
N. n. 701. M. 729, 24. Redt. 336 — 2 ed. 545.
Bij Rotterdam gemeen, Sn.— Bij den Haag en Leyden, v. V.—
Te Noordwijk, Kink. — Bij Utrecht, v. Hass., Wtt. en Six. —
In Junij te Groningen, de Gav. — In Zeeland, H. — Bij Breda, Heyl.
N. n. 700. M. 732, 4. Redt. 334 — 2 ed. 543.
Bij Rotterdam, Gijsb. II. — Sedert niet meer teruggevonden.
1054 Pulicariu», F.
*1055 Marginalis, Er.
1056.fta6«\'coWM,Fall.
1057 Sanguinolentns, F.
1058  Equestris, F.
1059   Fasciatus, L.
*1060 /W<», Panz.
1061 Flauipes, F.
*1062 Pallipes, Oliv.
1063 Coeruleus, F.
1064 Flavipes, F.
*1065 Floralis, 01.
-ocr page 101-
SS
1066 Nigricomis, F.
M. 735, 16. Fabr. S. El. II, 78, 10. Gyll. Ins. Suec. 1, 327, 4.
Redt. 335 — 2 ed. 543.
In de (plantage te Rotterdam of te Zutphen?) v. Eyndh. — In
Febr. onder de schors der dennen te Strijbeek, Heyl.
M. 730, Valentin Guttleisch, Kcifer JJeidsc/dands 390.
In Augustus te Hergen bij Alkmaar, Kink. — In Mei bij Haar-
lem, Weyenbergh.
Dolichosonia Steph.
N. n. 702. M. 730, 2. Redt. 336 — 2 ed. 547.
Bij Utrecht, zeldzaam, V. — Bij Driebergen, Six. — In Junij
eenmaal vrij gemeen op de duinen bij den Haag, later bij Wasse-
naar, v. V. — Aan de Vogelenzang in Junij, Kink.
*1067 Nobili», Ulig.
1068 Liueare, F.
TEREDILIA.
Tillus Oi.iv.
N. n. 703 et 704 {Ambulant, F.?) M. 743, 1. Redt. 337 — 2 ed. 549.
Bij Rotterdam, Sn. — Bij Hillegom in Junij, Kink. — Bij
Utrecht, zeldzaam, V. — In het Soester bosch, v. d. W*. — Bij
Breda, Gijsb. II. — Bij Bruinmen, v. Itt. en v. W. — Binnen
\'s huis te Grave in Junij, Snell. — Te Hoogevcen, Steenb.
Opilus Latr.
N. n. 705. M. 741, 2. Redt. 337 — 2 ed. 550.
Zeer zeldzaam, G. — Hij Haarlem, Buse.
N. n. 706. M. 744, 3. Redt. ibid.
Bij Leyden in Julij niet zeldzaam en bij Bennebroek in Augustus,
v. V. — Bij Rotterdam, Gijsb. Hod. en Snell. — In den Haag
v. d. W. — Te Haarlem, Rits. — Te Hillegom in Junij, Kink.—
Bij Utrecht, V.— Bij Brummen, v. Itt. — Te Hoogeveen, Steenb.—
In Zeeland, H. — In Julij te Amsterdam, Kink. — Vrij gemeen
te Groningen, de Gav.
ClerilS GEomt.
N. n. 708. M. 745, 3. Redt. 338 — 2 ed. 550.
Niet zeldzaam door liet geheele land.
N. n. 709. M. 745, 6. Redt. 338 — 2 ed. 550.
In Holland, W.
                         .,-V F> w 1^
Tricliodes Herbst.
N. n. 707. M. 747, 3. Redt. 338 — 2 ed. 551.
Bij Breda, Gijsb. H. — Bij Utrecht, V.
1069 Elongatus, L
*1070 Mollis, F.
1071 Domesticus,
Sturm.
1072 Formicarins, Ij.
*1073 Quat/rimacula-
tus,
F.
*1074 Alvearius, ï.
-ocr page 102-
89
Bijvoegs. 707«. M. 747, 4. Redt. ibid.
Eenmaal bij Zutphen in Julij, Sn. — In Aug. bij Cuyk, Everts.
Corynetes Hebbst.
N. n. 711. M. 750, 6. Redt. 339 — 2 ed. 552.
Op gedroogde huiden in verzamelingen van natuurlijke historie,
v. V. — Bij Utrecht, Six. — In Augustus te Leyden, Marsh. —
In Zeeland, G.
Fabr. S. E. I, 1S6, 2. M. 750, 7. Redt ibid.
Bij den Haag in Julij, v. d. W.
N. n. 710. M. 750, 8. Redt. ibid.
Overal zeer gemeen, dikwijls in woningen.
Hylecoetes Late.
N. n. 730. M. 753, I. Redt. 355 — 2 ed. 576.
De larve uit palen in het IJ, H.
Apjite F.
N. n. 729. M. 755, 2. Redt. 354 — 2 ed. 568.
Bij Rotterdam, v. W.
Rliixopertha Steph.
M. 759, 1. Redt. 2 ed. 570.
Te Amsterdam in rijst aangetroffen, Groll.— j\\1 ede in rijst, P>erts.
Lyctiis F.
N. n. 501. M. 761, 1. Redt. 188 — 2 ed. 358.
In Junij en Julij in huizen te \'s («ravenhage, v. d. W. en v. V.—
In huizen te Utrecht, v. V. — In menigte te Middelrode in Junij,
Sn. — In het algemeen schijnt de soort zeldzaam te zijn, doch zich
hier en daar in groot aantal te vertoonen.
Rho|)illo<loiltllS Mei,.
N. n. 725. M. 764, 2. Redt. 350 — 2 ed. 575.
In Mei bij den Haag in zwammen.
ClS Latr.
N. n. 723. M. 765, 1. Redt. 349 — 2 ed. 573.
In Maart en Aug. op de Gliphoeve in boleten en in April in het
Haagsche bosch, v. V. — Op beukenzwam in Junij, Snell. — In
de provincie Utrecht, V.
Bijvoegs. n°. 72 R M. 765, 6. Redt. ibid.
In Junij op beukenzwammen, Snell.
N. n. 724. M. 765, 6. Redt. ibid.
In Julij des avonds vliegende gevangen op de Gliphoeve, v. V.
12
*1075 Apiarius, L.
1076 Ruficollis, F.
*1077 Rufpes, F.
1078 Violaceus, Latr.
*} 07 9 L)ermes{oides,L.
*1080 Capucifia, L.
1081 Pusilla, F.
1082 Canalkulatns,¥.
1083 Fronticoruis, Pz.
1084     5o^i, F.
*1085 IJispidus,Y&yk.
*1086 Micans,Ueibst.
-ocr page 103-
90
1087iV/^?M,Herbst.
N. il. 726. Ar. 765, 16. Redt. 2 ed. 573.
In Maart op de Gliphoeve in zwammen, v. V.
US Chevr.
Bijvoegs. n°. 722". M. 768, 1. Redt. 344 — 2 ed. 568.
Tweemaal bij Utrecht, Six.
Priobiuin Motsch.
N. n. 722. M. 769, 1. Redt. 2 ed. 564.
Op oude eiken in het Haagsche bosch in Junij, v. V. — In
Maart in meidoornhoiit te Breda, Heyl.
Anobiiiiii F.
N. n. 718. M. 770, 3. Redt. 345 — 2 ed. 565.
Alom zeer gemeen.
N. n. 720. M. 770, 15. Redt. 344 — 2 ed. 564.
In huizen en bakkerijen; bij duizenden met de parasiten uit
scheepsbeschuit gekweekt, v. V. — In 1846 bij millioenen in een
huis te \'s Gravenhage, dat daardoor onbewoonbaar werd, J. van
der Hoeven.
N. n. 717. M. 771, 1. Redt. 345 — 2 ed. 565.
Bij Rotterdam en den Haag, Sn. — Bij den Haag in April, v.
d. W. — Op vermolmd hout, v. V. — Op oude eiken in het
Haagsche boscli, Everts. — In September op gevelde boomen niet
ver van Breda, Heyl.
N. n. 719. M. 772, 1(1. Redt. 346 — 2 ed. 566.
In October 1848 op de Gliphoeve, v. V.
N. n. 721. Niet hij Marseul. Redt. 2 ed. 564.
Hij Rotterdam, Gijsb. H. — Bij Leyden en den Haag, v. V. —
Bij Utrecht, Six. — In groote menigte met zijn parasiet uit Radix
Bardauae
(klissen wortels) van \'s Rijks Herbarium te Leyden, v. Hall.
IMiliiius Geoffr.
Bijvoegs. n°. 728«. M. 776, 1. Redt. 353 — 2 ed. 559.
Een wijfje te Bruramen, v. Itt.
N. n. 728. M. 776, 2. Redt. ibid.
Een wijfje in Holland, v. W. — In Julij te Leyden; den 13den
Julij 1850 zwermden honderden mannetjes om een tuinhuisje van
elzenhout waarop eeuige wijfjes zaten, op de Gliphoeve, v. V. —
Te Bruramen, v. Itt.
Ochina Steph.
M. 778, 2. Redt. 347 — 2 ed. 562.
In Limburg aangetroffen door den heer Maurissen.
1088 Pusillua, Gyll.
1089 Castaveum, F.
1090   Slriatnid, Ol.
1091  Paniceum, L.
1092 Tesselatum, F.
1093 AfoWc, L.
109 Minutum, F.
*1095 Coslalns, Gyll.
1096 Pectinicornis, L.
1097 Hederae, Muil.
-ocr page 104-
!)1
\\\\lHimis Latr.
M. 782, 9. Gyll. /»*. «««•., IV. app. p. 330, 4. Redt. 352 — 2 ed. 560.
In de duinen, Piag. t \'-~yr-i«-^f\'••►*^>>£*« ^rt^.......
Doi\'catomsi Hekbst.
N. n. 727. M. 788, 1. Redt. 352 — 2 ed. 562.
Slechts eenmaal gevangen, bij Bennebroek in Aug. v. V.
Hedobin Ziegl.
N. n. 712. M. 792, 2. Redt. 341 — 2 ed. 554.
Een paar malen te Leyden in Mei des avonds vliegende gevangen,
v. V. — In Junij bij den Haag, v. d. W. — Te Voorst, Wtt.
PI huis l.
N. n. 713. M. 793, 20. Redt. 342 — 2 ed. 555.
Bij Rotterdam, v. V.
M. 793, 22. Redt. 2 ed. 556.
In October te Renkum, Groll.
N. n. 715. M. 793, 24. Redt. 342 — 2 ed. 556.
Eenmaal het wijfje op elzen te Brummen, v. W. — Twee wijfjes
te Hoogeveen, Steenb.
Bijvoegs. n°. 714«. M. 793, 25. Iledt. 2 ed. 556.
Een wijfje te Utrecht, Six.
N. n. 714. M. 793, 33. Redt, 342 — 2 ed. 556.
Alom zeer gemeen.
N. n. 716. M. 794, 5. Redt. 343 — 2 ed. 557.
In grutterswaren, doch niet gemeen, v. V. — Te Rotterdam, Sn.
M. 794, 1. Redt. 2 ed. 558.
Een ex. in een stuk laken, een ander tusschen oude zijden linten
te Amst, Kink. — Eenige exx. in rollen foelietiu voor spiegels, Sala.
1098 Laticollis, Dfts.
*1099 Bovislae, Koch.
1100 Imjterialis, L.
*1101 Sexpunctatns,
Panz.
*1102 Duóitis, Sturm.
*1103 Rufipes, F.
*1104 Fuscns, Dej.
1105      /W, L.
1106   Crenatus, Y.
1007 Hololeucus,
Eald.
HETER0MEKA.
Bliips E.
N. n. 1142, M. 856, 5 (Mucronata Latr.). Redt. 598 — 2 ed. 591.
Eenmaal in een tuin bij den Haag, v. V. — Te Rotterdam in
kelders, zeldzaam, Sn. — Een voorwerp in een paardenstal bij den Haag,
Everts. — In Junij en Aug. in een wijnkelder naast mijn huis te
Amsterdam, Kink.
N. n. 1141. M. 856, 38 (Similis Latr.). Redt. ibid.
In het Westland, v. d. W.
12*
*1108 Oblasa, ï\\
1109 Fatidicafireütz.
-ocr page 105-
9 2
Crypticus Latr.
N. n. 1143. M. 875, 5. Redt. 600 — 2 ed. 598.
In de omstreken van Leydcn, zeldzaam; bij Haarlem en Amersfoort
vrij gemeen, v. V. — Bij Velzen in Junij en te Naarden in Aug.,
Kink. — Bij Driebergen in Junij, Six. — Bij Zeist, Mart. — In
Gelderland, v. d. W. — Op Walcheren, G.
Heliopath.es i>i.1.
N. n. 1140. M. 890, 3. Redt. 598 — 2 ed. 594.
Zeer gemeen op de laatste rijen der duinen; ook in April en Junij op de
Gliphoeve aangetroffen, v. V. — Bij Utrecht, Six. — Op Walcheren, H.
Opntriim F.
N. n. 1139. M. 898, 7. Redt. 597 — 2 ed. 596.
Op de duinen bij Katwijk, v. V. — Gemeen in April aan den
duinkant naar de rigting van Waalsdorp, v. V. — Omstreken van
den Haag, Sn. — Gemeen in de Haagsche duinen, Everts.
MicroKoiitii H: i.
N. n. 1138. M. 907, 1. Redt. 597 — 2 ed. 597.
Op de Hollandsche duinen en in April op de Gliphoeve, v. V.—
Bij den Haag in April, Sn. — Te Katwijk, Drechsl. — Op de heide
achter de Bildt, Six.
PhnleHa La ir.
N. n. 1137. M. 914, 2. Redt. 2 ed. 600.
Op Walcheren twee exemplaren, G. — Te Katwijk, Kopp. — Te
Zandvoort in Aug., Kink. — Vrij gemeen in Aug. en Sept. onder
doode visschen aan het strand te Scheveningen, v. Br. en v. V.
Gimllioceriis Thunb.
M. 923, 1. Redt. 2 ed. 609. Spry et Shuck. Bril. Col. PI. LVIII, fig. 2.
In een flesch inet arrowroot aangetroffen, v. d. W.
Ti\'ibolium Mac. L.
N. n. 1134. M. 92f, 1. Redt. 593 — 2 ed. 608.
Eenmaal op eene provisiekamer, v. V. — Was in de Collectie
van Eyndhoven aanwezig met een etiquette, waaruit bleek dat het
voorwerp inlandsch was.
Alphitobius Stryh.
N. n. 1135. M. 928, 1. Redt. 594 — 2 ed. 606.
Eenmaal bij Rotterdam, Snell.
1110 Glaber, F.
1111 Gibbus, F.
1112 Sabulosum, L.
1113 TïfoWe, F.
1114 Cadaveriua, F.
*1115 Cornnlus, F.
1116 Ferrugineum, F.
*1117 Diaperinns,
Panz.
0 //i/> r!< .,.*
• I                     (                                   I
f
\'t ir lnrf s
-ocr page 106-
93
Hypophloeus F.
N. n. 1132. M. 932, 1. Redt. 592 — 2 ed. 610.
Binnen Leyden, v. V.
N. n. 1133. M. 932, 3. Redt. 592 — 2 ed. 609.
Door den lieer Maitland gevangen
M. 932, 10. Redt. 593 — 2 ed. 610.
In de omstreken van Haarlem, Groll.
Tenebrio L.
N. n. 1136. M. 945, 1. Redt. 595 — 2 ed. 612.
Zeer gemeen en bekend onder den naam van meelworm.
Helops F.
Bijvoegs. n°. 1144». M. 949, 69. Curtis, Vil, 298.
Door den heer Perrin op de duinen van Katwijk gevangen.
N. n. 1144. M. 949, 78 (Striatus, Fourc). Redt. 601 — 2 ed. 619.
In de omstreken van Leyden, v. V. — Bij den Haag, v. d. W. —
Aan de Bildt bij Utrecht, Piag. S. en V. — te Driebergen, Six
en de Gav. — Te Hoogeveen, Steenb. — In Aug. te Wolfheze,
Kink. — In Aug. te Beek, v. V.
Alleciihi F.
N. n. 1145. M. 959, 1. Redt. 601—2 ed. 622.
In Zuid-Holland, v. d. VV.
Prioiiycliiis Soi..
N. n. 1146. M. 960, 2. Redt. 602 — 2 ed. 624.
Eenige voorwerpen bij Rotterdam, een enkel te Wort-Rhede in
Aug. v. V. — Bij Rotterdam zeldzaam, Sn. — Uit de larve ge-
kweekt te Zwolle, C. B. Voet.
Cistela Geoffr.
N. n. 1147. M. 961, 10 {Maurina? Muls?). Redt. 602 — 2 ed. 621.
Den 7en Julij 1853 tusschen gras en braamstruiken op het duin
ter zijde van het Scheveningsclie badhuis, v. V.
N. n. 1148. M. 960, 20. Redt. 603 — 2 ed. 623.
Bij Leyden, W. — In Junij op de Gliphoeve, v. V. — Vrij
gemeen in Julij op de Scheveningsche duinen, v. d. W. en v. V.
Mycetoch «iris Latk.
N. n. 1151. M. 961, 1 {Barbata Latr.). Redt. 605 — 2 ed. 621.
Eenmaal bij Rott. en in Junij op de Gliphoeve, v. V. — Meer-
malen op stammen van oude boomen in het Haagsche bosch aange-
trofl\'en, Everts. — Op Walcheren, G. — Bij Bruinmen, v. W —
Het <ƒ in Noord-Brabant, Roel.
1118 Depressus, F.
*1119 Castaneus, F.
*1120 Bicolor, F.
1121 Molilor, L.
*1122 Po««iW, Curt.
1123 Caraboirfes,
Panz.
1124 3/bw, F.
1125 ^er, F.
*1126 .S/om, Dahl.
1127 Mnri?ia, L.
1128 Linearis, 111.
-ocr page 107-
94
Cteniopus Sol.
N. n. 1150 et 1149 (Bkolor F.). M. 963, 4. Redt. 603 — 2 ed. 625.
In Julij en Aug. gemeen in de Zuid-hollandsche duinen, W.,
v. d. W., Sn. en v. V. — Te Overveen in Julij gemeen op scherm-
dragende planten, Kink. — De var. Bicolor, vroeger als zelfstandige
soort beschouwd, werd eenmaal door Dr. Piaget, en eenmaal door mij
in de duinen aangetroffen.
Sal|)iii£iis lij..
M. 966, 5. Redt. 630 {Piceae) — 2 ed. 668.
Te Driebergen, Six. — Op Beekhuizen bij Velp in Julij in het
gras, Kink.
Rhiiiosimus Latr.
N. n. 1170. M. 968, 2. Redt, 631 — 2 ed. 669.
Door de beeren Gerdes en v. Bemmelen te Wassenaar gevangen.—
In Sept. bij den Haag, v. V. — Bij Utrecht, Six. — Tn Januari)
in vermolmd hout te Frankcndaal bij Amsterdam, Kink.
Orcliesia Latr.
M. 072, 1. Redt. 611 — 2 ed. 627.
De imago te Utrecht in Mei; de larve in Oct. in een hollen eik
op de Duno bij Oosterbeck (het volkomen insect verscheen daaruit in de
maand Mei van het volgende jitar), Groll.
llulloilHMMIS Panz.
M. 973, 1. Redt. 610 — 2 ed. 628. Panz. Faun. 16, 17.
Een enkel voorwerp den löeu Mei bij Utrecht, Six.
Melandrya F.
N. n. 1152. M. 083, 1. Redt. 606 — 2 ed. 632.
Bij den Haag, v. d. W. — In Mei te Hillegom, Kink. — Twee-
maal te Heemstede en zes exemplaren in Junij 1858 te Voorst op
een ouden eikenboom, v. V. — In Friesland, G.
Conopalpns Gyi.i..
M. 985, 1. Redt. 2 ed. 631.
In Julij in het Haagsche bosch, tegen een boomstam, Everts.
Lagria F.
N. n. 1176. M. 990, 5. Redt. 629 — 2 ed. 634.
Zeer gemeen bij Wassenaar en Katwijk in Julij, v. V. — Te
Rotterdam vrij gemeen, Sn. — Op Walcheren, H. — De lea Mei
te Beek gevangen, Six.
1129 Sulphureus, L.
1130 Caslaneus,¥anz.
1131 Planiroslris,Y.
1132 Mieans, Panz.
11 ZSHuw.eralisJk\'auz.
1134 Caraloides, L.
*1135 Testaceus,OYw.
1136 ffirta, L.
-ocr page 108-
95
Pyrochroa Geoffr.
N. n. 1177. M. 991, 1. Redt. 629 — 2 ed. 634.
In Noord-B rabant, v. Itt.
N. n. 1178. M. 991, 2 {Salrapa Schr.) Redt. 629 — 2 ed. 635.
Niet zeldzaam in Mei in Holland, v. V. — Bij Leiden, Kopp.
v. Bemin, en Wtt. — In Junij bij Amsterdam en Abcoude, Kink. —
Bij Utrecht, Six.
Xylophillis Late.
N. n. 1185. M. 996, 7. Redt. 635 — 2 ed. 641.
Bij Leyden en in Mei bij Heemstede, v. V. — In Mei bij Utrecht, Six.
WotoXUS Geoffr.
N. n. 1181. M. 999, 5. Redt. 632 — 2 ed. 636.
Bij Leiden zeldzaam, G. en v. V. — In 1852 gemeen bij den
Haag, v. d. \\V. — Tn groote menigte op de bloem van reinevaren
aan het strand der Zuiderzee bij Naarden in Aug., Kink. — Bij
Utrecht, v. Hass. — Bij Arnhem in Aug., Snell. — Bij Brammen,
v. W. — In Junij bij Voorst, v. V. — Eene zeer fraaije verscheiden-
heid in de Zuid-hollandsche duinen gevangen door den heer Piaget.
N. n. 1180. M. 999, 11. Redt. ibid.
Eenmaal, G.
Anlliicus Payk.
N. n. 1184. M. 1002, 5. Redt 633 — 2 ed. 637.
In Sept. bij Scheveiiingeu, v. Br.
M. 1005, 8. Redt. 2 ed. 640.
In Mei op de duinen bij den Haag, Everts.
N. n. 1183. M. 1005, 9. Redt. 633 — 2 ed. 639.
In Sept. bij Rotterdam, Snell. — Tweemaal bij Leyden, in Sept.
op de duinen bij den Haag en in Aug. op Sterkenburg bij Drie-
bergen, v. V. — In de omstreken van Utrecht, Six. — Bij Brum-
men, v. Ut. — In Friesland, G.
N. n. 1182. M. 100r», 37. Redt. 634 — 2 ed. 640.
Bij Rotterdam, Snell. — In het voorjaar en weder in Sept. niet
zeldzaam bij Amsterdam onder dood riet, Kink. — Bij Utrecht,
v. V. en Six. — Bij Amersfoort in Sept., Six. — Bij Brummen,
v. W. — In Friesland, G.
M. 1005, 55. Panz. 38, 22. Redt. 634 — 2 ed. 640.
In Mei op de duinen bij den Haag, Everts.
*1137 Coccinea, L.
1138 Rubens, F.
1139 Populneut, F.
1140 Monoceros, L.
*1141 Cormtus, F.
* 1 ] 42 Peikstris, Ross.
1143 Bimaculatits, 111.
1144 Floralis, L.
1145 Antherlnus, L.
1146 Flavipes, Panz.
-ocr page 109-
96
Hordel la l.
N. n. 1153. M. 1008, 6. Redt. 614 — 2 ed. 643.
Zeldzaam te \'s Gravenhage, v. V. — Gemeen te Brummen, v. W en v. V. iv/J>f
N. n. 1154. M. 1008, 12. Redt. ibid.
Niet ongemeen op bloemen in het voorjaar, v. V.
N. n. 1156. M. 1009, 1. Redt. 615 — 2 ed. 644.
Bij Brummen, v. W.
N. n. 1158. M. 1009, .\'3. Redt. ibid.
Bij Brummen, v. W.
N ïi. 1157. M. 1009, 4. Redt. ibid.
Bij Utreclit, Six. — Zeldzaam bij Brummen, v. W.
N. n. 1155. M. 1009, 14. Redt. 614 — 2 ed. 643.
Eenige voorwerpen den 25c" Junij 1851 op Hieraclum pilosella
in de duinen bij Scheveningen, v. V. — Te Velzen in Junij, Kink.—
ïn Junij te Voorst, v. V.
Anaspis Geoffr.
Bijvoegs. n°. 1160«. M. 1011, 2. Redt. 616 — 2 ed. 645.
Bij den Haag, v. d. W. — ïn Junij te Velzenen bij Amst., Kink.
N. n. 1159. M. 1011, 3. Redt. ibid.
Vrij gemeen in Mei op bloemen, vooral van Cornns sawjuinea en
pijpkruid {Chaerup/ujUmn xyloeslre.).
X. n. 1160. M. 1011, 18.
Tweemaal in Mei op de Giiphoeve, v. V. — Bij den Haag, v. d. W.
N. n. 1161. M. 1011, 9 {Geofroi/i, Muil.). Redt. 615 — 2 ed. 645.
Bij Leyden in Junij, II.— Hij den Haag in Mei, Snell, v. d. W.
en v. \\.— Bij Heemstede, v. V. — Bij Haarlem, Buse.— Bij 11i 11e—
gom in Mei, Kink. — Op Wikkenburg in Sept. Wtt. — Bij Utreclit, Six.
Gerrn., Mag. IV. p. 212, 14. Redt. 2 ed. 646.
Bij Haarlem, Buse.
Bijvoegs. n°. 1162«. M 1011, 10. Redt. 616 — 2 ed. 645.
In de omstreken van den Haag, v. d. W.— Bij Breda, Heyl.
N. n. 1162. M. 1011, 12. Redt. ibid.
Op Walcheren, (J.— In Jnnij in het Haagsche bosch, Fiag.—
Bij Amsterdam in Mei, Kink.
Bijvoegs. n°. 1165". M. 1011, 13. Redt. ibid.
Bij den Haag, v. d. W. — Tn Junij te Utrecht, Wtt. "" •»*./.,!
N. n. 1163.
In Mei en Junij op de Giiphoeve, v. V.— Bij Brummen, v. W.
N. n. 1164. Redt. 616 — 2 ed. 645. M. 1011,17 f.¥acK/ü<!a,Geon"r.)
Gemeen bij Rotterdam, Snell. — In mei op de bloemen van Sorbut
ancuparia
bij den Haag en Leyden, v. V.— In de duinen, Piag.—
In Junij bij Amsterdam, Kink.— Bij Utrecht, v. Hass.
1147 Fasciata, F.
1148 Aculeata, L.
*1149 Abilominalis, L.
*1150 Bmnnea, F.
1151 Fariegala, F.
1132 Pumila, Gyll.
*1153 Rujilabris,
Sturui.
1154 Fronlalis, L.
1155 Assimilis, v. V.
1156 Humeralis, 01.
1157 Qua(/ripusiu-
laia,
Müll.
*115S Rtijicollis, F.
*1159 T/ioracica, li.
1160     /7ai;a, L.
1161    Nigricollis,
Latr.
1162   Obscura, Gyll.
-ocr page 110-
9 7
N. n. 1165. M. 1011, 19.
In Friesland, (i — Bij den Haag en op de Gliphoeve in Junij,
v. V. — Bij Utrecht, Six.
Meloe F.
N. n. 1166. M. 1020, 1. Redt. 618 — 2 ed. 650.
Bij Voorschoten, W. — Op Walcheren, G. — Te Velp, v. W. —
In Mei 1867 te Brammen, v. V. — Onderscheidene ex. bij Nijmegen,
v. d. W. — In Maart bij Leyden, ter Meer. — Aldaar in Junij, v. V. —
In Drenthe, Cl. Muld.
N. n. 1167. M. 1020, 3. Redt. ibid.
In Junij bij Leyden in een moestuin, v. V. — Bij Woerden, d. Gr. —
Te Brammen, v. W. — In Mei op Sterkenburg bij Driebergen door
den heer Kneppelhout gevangen. — Een gepaard paar bij Zutphen den
l<Jen April, v. Eyndh.
N. n. 1168. M. 1020, 6. Redt. 61S (Variegaius, Don.).— 2 ed. 651.
Bij Utrecht, Maitl. — Meer dan eens bij Brammen, v. W. —- Bij Arn-
hem, v. d. W. — Bij Katwijk in Mei, de reiziger van Dam.
N. n. 1169. M. 1020, 29. Redt. 619 — 2 ed. 651.
Bij Amersfoort, v. W.— In Drenthe, Cl. Muld.
CanIIi.-iris Geoffr.
N. n. 1170. M. 1029, 7. Redt. 620 — 2 ed. 654.
In Gelderland, v. V. — Bij Zevenaar op esschen, v. Itt. — Te
Doetinchein volgens mededeeling op de vergad. der N. E. V. in 1860.
Wacerdes Schönh.
N. n. 1172. M. 1043, 1 (Lepiuroii/es, Thb.). Redt. 623 — 2 ed. 660.
Bij den Haag, v. d. W. — Te Leyden, en de larven uit het paal-
werk van liet IJ, Herkl. — Twee voorwerpen op paalwerk aan het
strand van Loosduinen, Everts.— Bij den Haag in Junij, Snell.—
In Julij binnen \'s huis te Amsterdam, Kink.— In Zeeland gemeen,
G. — Bij Wassenaar, v. V.
Asclera Dej.
N. n. IJ 71. M. 104.5, 1. Redt. 622 — 2 ed. 661.
In Noord-Brabant, v. Itt.
Oedoiiieni Oiiv.
N. n. 1173. M. 1049, 21. Redt. 626 — 2 ed. 662.
Een mannetje in Noord-Brabant, v. Itt. — Verscheidene manne-
tjes en een wijfje in de omstreken van Breda, Heyl.
N. n. 1174. M. 1049, 24. Redt. 626 — 2 ed. 663.
In September bij Scheveuingen, v. Br. — Te Noordwijk in Julij
en op andere plaatsen in Holland, v. V. — Te Velzen in Junij, Kink.
13
1163 Testacea, v. V.
W&^Proscarabaeus, L.
1165 Piolaceus,Marsh.
1166 Majalis, L.
*1167 BrevicolliSyVznz.
*1168 Vesicatoria, L.
1169 Melanura, L.
*117 QSanguinicollis,Y.
1171 Coerulea, L.
1172 Virescens, L.
-ocr page 111-
98
1173 Lurida, Marsh.
N. n. 1175. M. 1049, 26. Redt. ibid.
Niet zeldzaam op planten in Zuid-Holland, voornamelijk in Junij
op Leontodon hispidum, v. V. — Bij Utrecht, Six. — Bij Abcoude en
Velzen in Junij, Kink. — Te Groningen, v. Bemm. en de Gav.
Clirysniitliia Schm.
Bijvoegs. n°. 1172". M. 1052, 8. Redt. 625 — 2 ed. 665.
Tweemaal bij Driebergen gevangen, Six.
1174 Viridis, Schm.
CUKCÜLIONIDEA.
Cneorhiiius Schünh.
N. n. 896. M. 1056, 7. Redt. 456 — 2 ed. 698.
Zeer gemeen op de duinen bij Katwijk en Scheveningen, v. V. —
Bij Wassenaar, v. Bcinm. en Six. — Bij Hoogeveen, Steenb. — In
Noord-Brabant, Roel. •*•\'*" -\'\\\' ).....
Liopliloeus Gekm.
N. n. 866. M. 1057, 1. Redt. 443 — 2 ed. 717.
Bij Rotterdam en Brummen, v. W. — Op Walcheren, G. — Bij
Leyden, Kopp. — In den Bommelerwaard op zuring in Junij, Snell. —
Te Paterswolde in Junij, de Gav.
Barynotus Geum.
M. 1058, 3. Redt. 443 — 2 ed. 718.
Omstreken van Utrecht in Junij, Groll. — In Mei bij Groningen,
de Gav.
Strophosoiiius Bilb.
N. n. 892. M. 1060, 1. Redt. 456 — 2 ed. 699.
Op berken in het voorjaar, op hazelaren te Brummen (gemeen)
en bij den Haag in Oct., v. V. — Te Overveen in Oct., en in Febr.
onder het mos der boomstammen te Hillegom, Kink. — Bij Hooge-
veen, Steenb. — Te Groningen, de Gav.— In Noord-Brabant, Roel.
N. n. 894. M. 1060, 13. Redt. 2 ed. 698.
Bij Utrecht, S. en Six. — Te Breda, Heyl.
N. n. 893. M. 1060, 18. Redt. ibid.
Eenmaal in Julij op Rhienderstein bij Brummen v. V. — Te
Hillegom in Maart onder afgevallen bladeren, Kink. — Vier voor-
werpen in Julij onder steenen in het duin bij den Haag, Everts.
N. n. 895. M. 1061, 4. Redt. 456 — 2 ed. 699.
Bij Leyden en in Oct. bij den Haag, v. V. — In Sept. bij Rot-
terdam, Snell. — Bij Arnhem in Aug. de Gav. — Te Wolfheze in
Junij, Kink. — Gemeen in Noord-Brabant, Roel. en Wtt.
1175 Geminatus, F.
1176 Nubilus, F.
1177 Obscurus, F.
1178 Coryli, F.
1179   Limbalus, F.
1180   Faber, Herbst.
1181 Squamulalus,Y.
-ocr page 112-
9!)
SciaphilllS Schonk.
1182 Muricatus, F. I N. n. 891. M. 1063, 1. Redt. 454 — 2 ed. 700.
Bij den Haag op gras tamelijk geineen, Snell. en v. V.
Brachyderes Schönh.
1183 Incanns, L.
| N. n. 889. M. 1068, 11. Redt. 454 — 2 ed. 701.
Bij Rotterdam op distels, Snell. — Bij Utrecht, S. — Eenmaal
bij Heemstede, v. V.
N. n. 890. M. 1068, 14. Redt. ibid.
Tweemaal in Zuid-Holland, v. d. W. — In October aan de Glip,
v. V. — Gemeen te "Velp, Rhede en Renkum op jonge beuken,
Wtt. en v. V.
1184 Lepiflopterus,
Chevr.
Si I ones Germ.
N. n. 882. M. 1071, 4. Redt. 2 ed. 705.
Op de duinen in April, v. V. — Aan de Vogelenzang in Mei
en te Soest in Aug., Kink. — Te Voorst, Wtt. — Bij Groenlo
op brem in Mei en in Noord-Brabant, Snell. — Mede in Noord-
Brabant, Roel. — Kene verscheidenheid in de eerste dagen vau Mei
te Beek, Six.
N. n. 885 (Canintts, Gyll.). M. 1071, 10. Redt. 452 — 2 ed. 703.
Alom vrij gemeen.
N. n. 885. M. 1071, 14. Redt. 452 (Medicagini», Redt.)— 2 ed. 740.
Tweemaal in Aug. aan de Glip, v. V.
Bijvoegs. n". 887". M. 1071, 19. Redt. 453 — 2 ed. 705.
Bij Utrecht, Six.
M. 1071, 21. Redt. 453 {Selosus) — 2 ed. 705.
Bij Amsterdam in Maart en April onder aangespoeld riet, Kink.
M. 1071, 29. Schönh. Gure. VI, I, 257, 8 (Sit.constriclus). Redt. 2 ed. 703.
Te Voorst in April, v. V.
N. n. 886. M. 1071, 34. Redt. 451 — 2 ed. 703.
Overal zeer gemeen.
N. n. 887. M. 1071, 48. Redt. 452 — 2 ed. 704.
Bij den Haag, v. d. W.— Bij Leyden in October, v. V. — In
April bij Utrecht, Six.
Bijvoegs. n°. 886". M. 1071, 49. Redt. 452 — 2 ed. 704.
Bij Bruinmen, v. Itt. — In Sept. te Rotterdam, Snell.
Metnllües GE au.
N. n. 873. M. 1072, 6. Redt. 448 — 2 ed. 710.
In Mei en Junij bij den Haag en in Junij te Goes, v. V.
13*
1185 Griseus, F.
1 WGFlavetcettsM&Tsh.
*1187 Sulci/rons,Thb.
1188 Lineellus, Bond.
*11S9 Waierhousel,
Walton.
1190 Cambricns,&te\\>\\\\.
1191   Lineatus, L.
1192   Hispidulus, F.
1193  Tibiellus, Schh.
*1194 Atomarius, Oliv.
-ocr page 113-
100
*1195 Iris, Oliv.
N. i). S72 [Ambiffuus, Sch.inh.). M. 1072, 11. Redt. 447 — 2 ed. 709.
In Mei bij den Haag, v. V.
Polydrosus üekm.
Bijvoegs. n°. 875". M. 1074, 1. Redt. 449 — 2 ed. 708.
Hij Utrecht, Six. — Op elzen bij Zutphen in Mei vier voor-
werpen , v. Eyndh.
N. n. 874. M. 1074, 21. Redt ibid.
Alom vrij gemeen.
N. n. 875. M. 1074, 22. Redt. 449 — 2 ed. 707.
Volgens Schönherr in Holland. — Meer dan eens bij den Haag in
Mei, v. V. — Bij Utrecht, v. Hass. en Six. — Te Wassenaar, Piag.
N. n. 879. M. 1074, 23. Redt. 449 — 2 ed. 708.
Op berken bij den Haag, Sn en v. V.
N. n. 876. M. 1074, 27. Redt. 448 — 2 ed. 707.
In Holland zeer gemeen in Mei, v. V. — Bij Hoogeveen, Steenb. —
In Mei te Oldhorst in Gelderland, Wtt. — Te Groningen, de Gav.
N. n. 877. Redt. 448 — 2 ed. 707.
Eenmaal bij Leyden, v. V.
N. n. 878. M. 1074, 35. Redt. 449 — 2 ed. 708.
Bij den Haag op elzen, Snell. — Bij Leyden, in Junij op de
Gliphoeve en in Mei te Noordwijk, v. V. — Bij Groningen, de
Gav. — In Noord-Brabant, Wtt.
M. 1074, 41. Redt. 449 — 2 ed. 708.
In Limburg, Maur. — Vrij gemeen in de omstreken van Breda, Heyl.
Tanymecus üerm.
M. 1078, 1. Redt. 4ö:J — 2 ed. 702.
In Julij bij Rotterdam op brandnetelen, v. V.
Cliloropliaiius Dai.m.
N. n. 880. M. 1079, 1. Redt. 450 — 2 ed. 706.
Bij Utrecht, V. — Aldaar in Junij, Six. — Bij Groningen, de
Gav. — Bij Driebergen, v. Bemm. en Six. — Bij Amersfoort in
Junij, v. V. — Bij Hoogeveen, Steenb.
N. n. 88L M. 1079, 3. Redt. ibid.
Eenmaal te Bruinmen, v. W.
M. 1079, 4. Redt. 450 — 2 ed. 706.
Een enkel inlandsen voorwerp is mij bekend geworden, gevangen
door den heer Koppeschaar, waarschijnlijk in de omstreken van Leyden.
Otiorhynchus Gkrm.
N. n. 837. M. 10S2, 74. Redt. 2 ed. 749.
Zeer gemeen op de laatste rij duinen langs het strand. A>
1196 Undatm, F.
1197  Flavipes, de Gr.
1198  Plerygomalls,
Schh.
*\\ 199 Corruscus, Müll.
1200 Cervinus. L.
*12 01 Chrysomela,
Schh.
1202S«?Wc«M,Schall.
1208 Micans, F.
1204  Pallialus, F.
1205     Pw-i/*», L.
*1206 Pollinosu8,¥.
1207 Salicicola,Ge.Tm.
120S Alroapterus,
QylL
-ocr page 114-
101
1209 Baueut, F.
1210Por<;^w*,Herbst.
1211  Septemlrionis,
Herbst.
1212    Piclpes, F.
N. n. 840. M. 1082, 96. Redt. 425 — 2 ed. 747.
Bij Rotterdam, v. W. — Bij Utrecht in Sept., v. V. /
«/?
M. 1082, 144. Redt. ibid.
In Zuid-Holland, Kink. — In Holland, de Haan. — Bij Utrecht, v.V.
N. n. 839. M. 1082, 145. Redt. ibid.
Op de Gliphoeve in Febr. en te Rotterdam in Mei, v. V. —Ter
laatstgen. plaats zeldzaam, Snell.
N. n. 838. M. 1082, 194 Redt. ibid.
In de omstreken van Utrecht niet ongemeen S. en V. — Aldaar
in Mei, Six. — Op de Gliphoeve in Mei, te Brummen in Julij,
v. V. — In April bij Amsterdam onder steenen, Kink. — Bij
Hoogeveen, Steenb. — In Junij bij Groningen, de Gav. — In
Noord-Braband, Wtt. en Heyl.
N. n. 841. M. 1082, 239. Redt. 426 — 2 ed. 748
Bij Schiedam, v. W. — Bij Rotterdam in Junij in tuinen, Snell.—
Bij den Haag en in Junij bij Leyden, v.V. — Te Leyden, Kopp.—
Te Noordwijk in Oct., Kink. — Bij Groningen in Aug., de Gav.
N. n. 842. M. 1082, 316. Redt. ibid.
Door het geheele land, hier en daar vrij gemeen.
Ouiias Germ.
Bijvoegs. n°. 842". M. 1090, 21. Redt 428 — 2 ed. 737.
Bij de Bildt in Julij op gras, Six.
Bijvoegs. ii0. 812*. M. 1090, 25. Redt. 429 — 2 ed. 738.
Bij Brummen, v. Itt. — Bij Rhederoord in Julij, Kink.
Bijvoegs. il". 842°. M. 1090, 39. Redt. ibid.
Bij Utrecht, Six.
Traclivpliloeus Germ.
M. 1092, b\'. Redt. 430 [J erinacens et ? scabrkiclus) — 2 ed. 734.
Te Utrecht in Mei, Groll. en Six. — Den 28™ Mei bij Zutphen,
v. Eyndh. — Ook door de Gav. gevangen, waarschijnlijk bij Groningen.
PliyllobillS Germ
N. n. 843. M. 1100, 1. Redt. 431 — 2 ed. 710.
Op elzen in Junij en Julij bij den Haag en Rhijnsburg, v.V.—
In Maart bij Rotterdam, Snell. — Bij Utrecht, Six en Wtt.
N. n. 844 {Pyri, L). M. 1100, 3. Redt. ibid.
Vrij gemeen in Mei bij Leyden en den Haag, v. V. — Bij Amsterdam
in April en Mei, Kink. — Bij Utrecht, Wtt. en Six. — Bij Hooge-
veen, Steenb.
N. n. 845. M. 1100, 18. Redt. 431 — 2 ed. 711.
Overal zeer gemeen.
1213   Sulcatm, F.
1214     Ovatus, L.
1215  Hirmtnlus, F.
*1216
  Bruunipes, Ol.
*1217
  Concinnwt, Sch.
1218   Scaóriculus, L.
1219   Calcaratus, F.
1220     ^»<?tó, F.
1221   Argentatus, L.
-ocr page 115-
102
1222   OUongus, L.
1223   Vesper(i>ius,Y.
*1224 Mutus, Schh.
*1225 lïujicomis, Dej.
1226     Uni/ormiê,
Marsh.
1227   Lunatus, F.
1228   Germavus, L.
*1229 Caliginosw,Y.
1230 Trigutlalus, F.
X. n. 850. M. 1100, 28. Redt. 43J — 2 ed. 710.
Zeer geineen en schadelijk.
N. n. 846. M. 1100, 34 (.fy™, L.). Redt. 432 — 2 ed. 711.
A\'iet zeldzaam in Zuid-Holland, v. V. — In Maart bij Rotterdam,
Sn. — In den Bominelenvaard, v. d. W.
N. n. 848. M. 1100, 35. Redt. 2 ed. 713.
Eeue variëteit in Holland volgens Schönherr.
N. n. 847. M. 1100, 40 {Incanus, Gyll. var.) Redt. 432 — 2 ed. 711.
Eenmaal te Brammen, v. W.
N. n. 81-9. M. 1100, 54. Redt. 433 — 2 ed. 712.
Bij Rotterdam, Sn. — Bij Leyden, Kopp.en v. V. — Te Hillegom
in Mei, Kink. — Te Brammen, v. Itt. — Bij Groningen, v. Bemm.
Gl\'0110|)S SCHÖNH.
Bijvoegs. n". 867«. M. 1112, 2. Redt. 444 — 2 ed. 716.
Bij Utrecht op zandgrond, Six. — Een voorwerp in Zuid-
Holland, Kink.
Molytes Schönh.
M. 1120, 2. Redt. 440 — 2 ed. 722.
In Limburg, Maur.
Plinth IIS Germ.
X. n. 861. 11 1123, S. Redt. 43S — 2 ed. 725.
Eenmaal hij Brummen, v. Itt. — Mede aldaar, v. V.
AlopIllIS Schönh.
N. n. 867. M. 1130, 3. Redt. 444 — 2 ed. 717.
Eenmaal bij den Haag en in Augustus bij Krammen, v. V. —
Eenmaal bij Utrecht, V. — Bij de Rhedersteeg, W. — Tn Junij
bij Uoesburg, Snell. — Op Walcheren, G. — Bij Groningen, de
Gav. — In Noord-Ikaband, Wtt.
IMi> loilOIIUIS Schönh.
N. n. 851. M. 1131, 2. Redt. 434 — 2 ed. 727.
In Zeeland, II. — Bij Rotterdam in Sept. op eiken en eschdoorn,
Sn. — Bij den Haag, v. d. W. — Bij Leyden in Sept. en Nov.
en in Aug. te Heemstede, v. V. — Bij Utrecht zeldzaam, V. en Six. —
Bij Doorn, Piag. — In Aug. in den Haarlemmerhout, Rits.
N. n. 852. M. 1131, 45. Redt. 436 — 2 ed. 729.
Bij den Haag, v. d. W. — Aldaar tamelijk geineen in Mei, Sn.—
Te Wassenaar, Piag. — Bij Brammen, v. W. — Te Voorst, Wtt.
N. n. 853. M. 1131, 61. Redt. 435 — 2 ed. 728.
In April en Aug. op gras bij Heemstede en Wassenaar, v. V.—
Te Utrecht, Six.
1231 Punctalus, F.
1232 Rumicis, L.
1233 Plaidaginis,Y.
-ocr page 116-
103
N. n. 854. M. 1131, 49.?
Eenmaal bij Brummen in Julij op gras, v. V.
N. n. 855. M. 1131, 64. Redt. 2 ed. 724.
Bij Leyden en in April en Aug. op de Gliphoeve. In Julij bij mij
uitgekomen uit een rond, glanzig groen coconnetje aan een grashalm
gevonden, v. V.
N. n. 856. M. 1131, 66. Redt. 435 — 2 ed. 729.
Op de duinen bij Wassenaar, v. V. — In Aug. in de omstreken
van Rotterdam, Sn. — Te Helpman bij Groningen in April, de Gav.
N. n. 857. M. 1131, 68. Redt. 435 — 2 ed. 728.
In Zuid-Holland niet gemeen, v. V. — In Maart bij Amsterdam,
Kink. — Gemeen te Voorst in Sept. Wtt. — Bij Groenlo op brem
in Mei, Sn. — In Friesland op roggeüren, Wtt.
N. u. 858. M. 1131, 73. Redt. 436 — 2 ed. 730.
Eenmaal in Sept. op de Gliphoeve, v. V.
N. n. 859. M. 1131, 77. Redt. 437 — 2 ed. 730.
In Sept. bij Scheveningen, v. Br. — Te Beek in de eerste dagen
van Mei, Six.
N. n. 860. M. 1181, 79. Redt ibid.
Op wilgen bij Rotterdam, Sn. — In April op de duinen bij den
Haag en Wassenaar, in Maart en Sept. bij Heemstede; niet gemeen
bij Brummen, doch aldaar tweemaal een rosse var. gevangen, v. V.—
Vrij gemeen in Mei in de omstreken van Utrecht, Six. In Friesland, G.
Cleoiuis Schönh.
N. n. 869. M. 1138, 31. Redt. 445 — 2 ed. 714.
In de Hollandsche duinen, Piag, Kopp., Snell., Everts , v. V. —
Bij Groningen in Junij, de Gav.
N. n. 870. M. 1139, 1. Redt. 2 ed. 716.
In Zuid-Holland, v. d. W. — Bij Utrecht, Six. — Bij Wort-
Rhede in Aug. v. V. — Te Hoogeveen Steenb. en de Gav.
N. n. 868. M. 1143, 49. Redt. 2 ed. 715.
Op de duinen van Holland zeer zeldzaam, v. V.
N. n. 871. M. 1143, 52. Redt. 447 — 2 ed. 715.
Bij den Haag aan den duinkant, v. d. W.
Larinus Schüpp.
N. n. 831. M. 1147. 54. Redt. 2 ed. 754— 55.
Twee voorwerpen bij Rott. op een distel, Snell. — Gemeen bij
Groningen, v. Bemm. — Gemeen aldaar in Junij, de Gav.
*1234 Pedestris, Payk.
1235 Murinus, F.
1236     Variabilis,
Herbst.
1237   Polygoni, F.
*1238 Melet, F.
1239 Plagiatus, Redt.
1240 N"igrirostris,Y.
1241  Sulcirostri.s, L.
1242   Nebulosus, L.
1243    Olaucus, F.
1244   Albidus, F.
1245 Carlinae, 01.
-ocr page 117-
104
LlXUS F.
n. 832. M. 1148, 1. Redt. 420 — 2 ed. 752.
In de stengels van Spargaidnm ramosum bij Utrecht, S. — Te
Rotterdam in Sept., Sn. — Bij Zutphen, v. Eyndh.
n. 883. M. 1148, 8. Redt. ibid.
Aan den duinkant bij Katwijk zeldzaam, v. V. — Uit riet in
Augustus bij Rotterdam, Sn. — Bij Utrecht zeldzaam, "V. — Om-
streken van Amsterdam, de Haan.
n. 834. M. 1148, 52. Redt. 420 — 2 ed. 753.
Bij Wassenaar, v. d. W.
n. 835. M. 1148, 66. Redt. ibid.
Eenmaal bij Katwijk en eenmaal in Mei bij Noordwijk op de
duinen, v. V. — Te Overveen, half Junij, Rits.
, n. 836. M. 1148, 83. Redt. 420 — 2 ed. 752.
Eenmaal bij Katwijk-Binnen, v. V.
Lepyrns Germ.
n. 864. M. 1150, 1. Redt. 442 — 2 ed. 720.
Aan den duinkant, v. V. — Te Wassenaar in Nov, de Gr. —
Te Voorst in Junij, v. V.— Op Walcheren, H. — Tn Drenthe, Gock.
n. 865. M. 1150, 3. Redt. ibid.
Eenmaal in Holland, v. W.
N.
N.
X.
N,
\\
N.
1246 Paraplecticns,h.
1247  Turbaltts, Gy\\l
1248  Angustatus, E.
1249  Bicolor, Oliv.
*1250 Filiformis, F.
1251 Colon, L.
*1252 BiuotaCuê, F. I N,
Hylobiiis Germ.
1253     Abit\'tis, L.
1254     Pini, L.
1255   Notatus, E.
N. n. 802. M. 1151, 3. Redt. 441 — 2 ed. 721.
Vrij gemeen in denncnbosschen.
PÏSSOdeS Germ.
N. n. 829. M. 1152, 2. Redt. 417 — 2 ed. 756.
Bij Zeist, v. V.
N. n. 830. M. 1152, 3. Redt. 417 — 2 ed. 756.
Iu Aug. bij Zeist, V. — Te Leyden in Mei, v. V. — Te Ren-
kum en aan de Smilde in Mei, Wtt. — Bij Brummen, v. W. —
Bij Roermond, Sn. — Ontvangen uit de Weymouthspijnen van den
heer Baron d\'Ablaing van Moersbergen, v. V.
Grypidius Schönh.
1256 Equiseli, E. N. n. 813. M. 1156, 1. Redt. 410 — 2 ed. 765.
Op Equisetum bij den Haag in Junij, v. Iterson. — Op de Glip-
hoeve. in Junij en bij Leyden in Oct., v. V. — Bij Brummen,
v. W. — In Friesland, G. — In Junij bij Utrecht, Six. — In Junij
te Nieuwersluis, Kink.
-ocr page 118-
105
El\'il\'llillllS SCHÖNH.
N. n. 814. M. 1157, 1. Redt. 413 — 2 ed. 760.
In Mei bij Leyden, v. V. — Bij Warmond, Drechsler. — Op
waterplanten en onder steenen aan den oever van het Haarlemmermeer,
v. Bemm. en v. V. — Bij Brummen, v. Itt.
N. n. 815. M. 1157, 3. Redt. ibid.
Zeldzaam in Holland, v. V. — Aan den oever van het Haarlemmer-
meer, v. Bemm. — Bij Utreeht, Six.
N. n. 816. M. 1157, 4. Redt, ibid.
Zeer gemeen bij den Haag, v. d. W. — Bij Rotterdam in Junij
en Julij op riet, Snell. — Bij Leyden, Kopp. en v. V. — In Junij
in de omstreken van Utrecht, VVtt. — Bij Brummen, v. W. — In
Noord-Braband, v. Itt.
N. n. 822. M. 1157, 8. Redt. 2 ed. 760.
Eenmaal in Mei aan den kant van den vijver op de Gliphoeve,v. V.
M. 1157, 15. Redt. 510 — 2 ed. 764.
Bij Rotterdam, Snell.
-i i\'-A\'""        \' •
Dorytomiis üerm.
N. n. 817. M. 1157, 19. Redt. 411 — 2 ed. 761.
Zeer gemeen in het voorjaar onder het mos der booraen, v. V. —
Bij Rotterdam, Sn. — Bij Leyden, de Gr. — Bij Brummen, v. Itt.—
In Noord-Brabant, Wtt. — De var. y van Schönherr in aantal in
Friesland, G. — L\'ene var. te Groningen, de Gav. en te Utrecht v. Hass.
N. n. S18. M. 1157, 80. Redt. 412 — 2 ed. 762.
Bij Rotterdam zeldzaam, Sn. — In Mei bij den Haag, v. V. —
Bij Leyden, Prof\'. J. v. d. Hoeven.
M. 1157, 22. Redt. 412 {bltuberculatns, Zett.) — 2 ed. 761.
In April onder den schors der populieren, Wtt.
N. n. 819. M. 1157, 24. Redt. 2 ed. 762.
Bij Rotterdam, v. W. — Aldaar in Junij, Sn. — Bij Leyden en
in April op de Gliphoeve, v. V.
M. 1157, 26. Redt. 2 ed. 762.
In Mei te Hillegoin onder dorre bladeren, Kink.
N. n. 820. M. 1157, 33. Redt. 413 — 2 ed. 762.
Bij Leyden in April, v. V. — Bij Rotterdam, Snell. — Bij
Utrecht, v. Hass. — Te Voorst, Wtt. — Op den Omlanderdijk
in Mei, de Gav.
N. n. 821. M. 1157, 34. Redt. 412 — 2 ed. 761.
In October op de Gliphoeve, v. V.
14
1257 Bimaculalus, F.
1258 Scirpi, F.
1259 Aeridulus, L.
*1260 Ael/iiops, F.
1261 FestticaeJleTbst.
1262 AWa-, F
1263 7Vm«^, Payk.
*1264 Costirostris,
QylL
1265 4#»m, Payk.
*1266 Taenialus, F.
1267 Majalis, Payk.
1268 Pectoralis,
Panz.
-ocr page 119-
106
*IZ69 Fillosulna, Weg.
N. n. 823. M. 1157, 38. Redt. 412 — 2 ed. 763.
In Junij bij Heemstede, v. V.
N. n. S24. M. 1157, 40. Itedt. 412 — 2 ed. 762.
Op populieren v. V. — Bij Haarlem, Buse.— In Noord-Brabant,
v. Itt. — Omstreken van Breda, Heyl. — Bij Utrecht, Six.
Meciniis Gkrm.
N. n. 749. M. 1158, 1. Redt. 871 — 2 ed. 818.
In Maart, Aug. en Oct. op de Gliphoeve, in April op de duinen
bij den Haag en in Julij bij Leyden, v. V. — Bij Utrecht, Six.—
In Aug. bij Groningen, de Gav.
M. 115S, 5. Redt. ibid.
fn Maart bij Amsterdam aan den IJkant onder aangespoeld riet, Kink.
M. 115S, 7. Redt. ibid.
Te Utrecht in Mei, Six.
Hydrouoiiiiis Schónh.
M. 1160, 1. Redt. 109 — 2 ed. 765.
Bij Rotterdam in Mei op waterplanten, Snell.
Bagous Germ.
N. n. 782. M. lid, 1. Redt. 2 ed. 795.
Twee exemplaren in riet bij Rotterdam, Snell.
Bijvoegs. n". 782". M. 1161, 2. Redt. 2 ed. 793.
Bij Utrecht. Six.
N. n. 783. M. 1161, 64. Redt. 393 — 2 ed. 597.
In Friesland, G. — In Mei op waterplanten bij Heemstede niet
zeldzaam . v. V. — In Maart te llillegom en aan den oever van de
ringvaart om de Haarlemmermeer, Kink. — Bij Utrecht, Six.
Tanysphyrus üerm.
N. n. S63. M. 1165, 1. Redt. 442 — 2 ed. 721.
Gemeen bij den vijver op de Gliphoeve in Juni), v. V. — Bij
den Haag, v. d. W. — In Febr. en weder in Oct. bij Amsterdam;
in Maart te llillegom aan liet water onder aanspoelsel, Kink. —
Bij Utrecht, Six.
AnopltlS Schónh.
M. 1168, 1. Redt. 39S — 2 ed. 779. Gyll. Lis. Suec. III, 252,
n°. 252. Spry and Shuck., pag. 58. Tab. LXVII, fig. 2.
Bij den Haag, v. d. W. — Bij Amersfoort in Aug. v. V. — In
April en Mei aan de Bildt, te Noordwijk en te Amsterdam, Kink.
1270 Tortrix, L.
127 ] Pyraster${vï\\>s\\..
*1272 Collaris, Germ.
"^1273 Circulatuê,
Marsh.
1274 Alismalis,
Marsh.
*1275 Elegant, ¥.
*1276 Biunihduft,
Herbst.
1277 IjnlideutnsyiiyW.
127S Let/iuat\', F.
1279 Planlaris, Naez.
-ocr page 120-
107
Brachonyx Schönh.
N. n. 810. M. 1169, 1. Redt. 408 — 2 ed. 767.
Bij den Haag, v. d. W.
ApiOll Herbst.
N. n. 898. M. 1170, 1. Redt. 459 — 2 ed. 683.
Alom vrij gemeen.
N. n. 899. M. 1170, 5. Redt. ibid.
Zeer geineen in en om Leyden, v. V. — In Aug. te Brunnnen
gemeen, v. W. en v. V. Het <$ zeldzaam. — In Julij te Utrecht,
met liet mannetje, Six. — In April aan de Bildt op berken, Kink.
N. n. 901. M. 1170, 19. Redt. 461 — 2 ed. 6S5.
In Maart en in Mei op de Gliphoeve, in Julij op Schothorst te
Hoogland, v. V. — In Mei te Zeist, Kink.
N. n. 921. M. 1170, 41. Redt. 2 ed. 687.
In September bij Schevcningen, v. V.
N. n. 920. M. 1170, 44. Redt. 460 — 2 ed. 684.
In Augustus bij Brummcn, v. V.
M. 1170, 57. Redt. 462 — 2 ed. 687.
In liet voorjaar en weder in Oct. op brandnetelen in de omstreken
van Amsterdam, Kink. <r,..«. .«. - • •• -\',A«.-<
N. n. 922. M. 1170, 68. Redt. 460 — 2 ed. 6S5.
Eenmaal in Augustus op de Gliphoeve in stokrozen gemeen, v. V.
N. n. 900. M. 1170, 70. Redt. ibid.
Bij Rotterdam gemeen, Sn. — Op Mal va in Jun ij te Scheveningen,
bij de Haagsche Schouw en te Leyden gemeen, v. V. — In Zeeland, Wtt.
M. 1170, 80. Redt. 462 — 2 ed. 687.
In Mei aan den IJ kant bij Amsterdam onder aangespoelde ruigte,
Kink. — liet mannetje bij Utrecht, Six.
N. n. 906. M. 1170, 88. Redt. 462 — 2 ed. 688.
Te Leyden, II. — Op eene soort van zuring bij Rotterdam niet
ongemeen, Sn.— In April, Meien October op brandnetelen bij Amst.
Kink. — Bij Utrecht, Six. — In Sept. te Scheveningen, v. Br.
N. n. 907, M. 1170, 90. Redt. ibid.
In Mei en Aug. op de Gliphoeve, v. V. — Te Driebergen in
Julij, Six en v. V. — Op Sterkenburg en te lirummen in Aug.,
v. V. — Bij Üalfsen, V.
N. n. 904. M. 1170, 93. Redt. 463 — 2 ed. 688.
Zeer gemeen op peulvruchten, op de Gliphoeve in Mei, te Bruin-
men in Oct., v. V.— In de duinen, Piag.— Gemeen onder mos en
dorre bladeren in het voorjaar, Kink. — Te Groningen in Aug., de Gav.
14*
1280lndigena,ïïerbsL
1281   Pomonae, F.
1282    Craccae, L.
1283  Onopordi, Kirb.
*1284 7J?<4e*ces^Kirb.
1285 Atowarium,
Kirb.
*1286 Fmafe, F.
1287  .fta^\'o^a.Kirb.
1288    Aeueum, F.
1289   Jinjlrodre, F.
1290vl/wM^7<m,Genn.
1291 Frumentariumjj.
1292 Flavipes, F.
cv*
-ocr page 121-
108
Bijvoegs. n°. 904«. M. 1170, 95. Redt. ibid.
Bij Utrecht, Six. — Hij den Haag, v. d. W. — Beide sexen te
Rotterdam in Aug., Sn. — Een cf te Leyden in Sept., v. V.
N. n. 903. M. 1170, 98. Niet bij Redtenbacher.
In September bij Scheveningen, v. Br.
Bijvoegs. n°. 90K M. 1170, 99. Redt. 463 — 2 ed. 688.
In Mei bij den Haag, v. d. \\V. — In Oct. in liet Drieberger boscli, Six.
N. n. 902. M. 1170, 101 [Fagi, L.). Redt. 463 — 2 ed. 689.
In Mei op de Gliplioeve gemeen, v. V.
M. 1170, 104. Redt. ibid.
In Zuid-Holland, de Gr.
N. n. 905. M. 1170, 106 (Tri/olii, L.). Redt. ibid.
Op de Gliplioeve in Aug. en bij Leyden, v. V. — Bij den Haag,
v. d. W. — Te Utrecht, Six en v. Hass. — Bij Rott. in April, Sn.
M. 1170, 107. Redt. 463 — 2 ed. 688.
Op Schothorst bij Amersfoort in Julij, v. V.
N. n. 919. M. 1170, 117. Redt. 2 ed. 689.
In September bij Scheveningen, v. Br.
N. n. 90S. M. 1170, 135. Redt. 464 — 2 ed. 690.
Eenmaal in .1 ulij te Brammen, v. V. — In April bij Amsterdam
en Overveen, in Julij te Abcoude, Kink.
N. n. 912. M. 1170, 148. Redt, 465 — 2 ed. 691.
Bij Utrecht, Six. — In April bij Amsterdam, Kink. — In Mei
bij Heemstede en in October te Brammen, v. V.
N. n. 910. AI. 1170, 157. Redt. 2 ed. 690.
In September bij Scheveningen, v. Br. — Te Hillegoni in Mei,
Kink. — Op Sterkenburg bij Driebergen in Aug., v. V.
N. n. 914. M. 1170, 160. Redt. 466 — 2 ed. 694.
In Zuid-Holland, v. V.
N. n. 013. M. 1170,165. Redt. 466 (I\'unciifrons, Germ.) — 2 ed. 693.
In September bij Scheveningen, v. Br. — In December in mijn
tuin te Leyden, v. V. — In Mei bij Amsterdam, Kink.
N. n. 911 Al. 1170, 174. Redt. 465 — 2 ed. 692.
In Sept. op de Gliplioeve, v. V. — In Oct. bij Amsterdam, Kink.
Bijvoegs. n». 909«. M. 1170, 177. Redt. 464 — 2 ed. 690.
Bij Utrecht, Six.
N. n. 916. M. 1170, 178. Redt. 464 — 2 ed. 693.
In September bij Scheveningen, v. Br. — In April bij Utrecht,
Six. — In Junij te Bloemendaal op Salix repens. Kink.
N. n. 909 {Morio, Germ.). M. 1170, 179. Redt. 464 — 2 ed. 694.
Eenmaal in April op de Gliplioeve, v. V.
1293     Nigrüarse,
Kirby.
1294   Onomtlis, Gyll.
] 295 Varipcs, Germ.
1296///)Wea#tf,Herbst.
*1297 Assimile, Kirby.
1295 Acstivum, Germ.
1299 Ruficrut, Germ.
*1300 Slrialum,Kirb.
*1301 Seniculns, Kirb.
1302 Foraa:, Herbst.
13(13 Ouonis, Kirb.
*1304 8orbi, Herbst.
1305 P»«, F.
*1306 Virens, Herbst.
*1307 Ebeninum, Kirb.
*1308 Minimum,
Herbst.
*1309 Vilirodre, Kirb.
-ocr page 122-
109
N. n. 915. M. 1170, 184. Redt. 2 ed. 693.
In Sept. bij Sclieveningen, v. Br. — In Julij te Soest, Kink.
N. n. 917. M. 1170, 188. Redt. 466 — 2 ed. 693.
Bij Utrecht, V. — Bij Ueydcn zeldzaam, v. V. — In het voor-
jaar bij Amsterdam, Kink. — In Mei op den Omlanderdijk bij
Groningen, de Gav.
N. n. 918. M. 1170, 194. Redt. ibid.
In Mei op klaver en in April gemeen op tuinzuring te Heem-
stede, v. V. — In Mei te Hillegom, Kink.
Apotlems Ouv.
N. n. 933. M. 1171, 1. Redt. 471 — 2 ed. 679.
Alleen de variëteit Avellanae komt in ons land voor. — Bij Utrecht,
Six. — Bij Brummen in Julij en op Schothorst bij Amersfoort mede
in Julij, v. V. — Te Hoogeveen, Steenb.
Attelabus l.
1<= N. p. 37 [ovenj,slagen in N. n.). M. 1172, 1. Redt. 471—2 ed. 679.
Niet zeldzaam in Zuid-Holland op berken, v. V. — Bij Utrecht,
Six.— Te Zuid-Laren, Cl. Mulder. — Te Groningen, v. Bemin. —
ïn .lunij te VVolfheze en in Julij te Amersfoort, Kink. — Een
voorwerp met schier geheel zwarte sprieten in Augustus te Wort-
Rliede, v. V.
Rliynchites il KR HST.
N. n. 923. M. 1173, (!. Redt. 468 — 2 ed. 680.
Eenmaal te Rhederoord in den herfst op een kweepuer een <ƒ,
v. V. — Er is nog een tweede exempl. in de collectie der N. E. V.,
doch zonder aanwijzing van vindplaats.
N. n. 924. M. 1173, 12. Redt. ibid.
Eenmaal bij Rotterdam op een populier, v. V.— Aldaar, v. W.—
Bij Voorst, Wtt. — Bij Zutphen, v. Eyndh.
N. n. 925. M. 1173, 14. Redt. 469 — 2 ed. 681.
Aan den duinkant en in Aug. op de Gliphoeve, v. V. — In Mei
te Hillegom op lijsterbes, Kink. — Te Driebergen, v. Bemin. —
In Augustus bij Amersfoort, v. V.
N. n. 926 {Minnlnx, Gyll.). M. 1173,23. Redt. 470 — 2 ed. 681.
Niet zeldzaam op bloesem van vogelkers in Junij te Heemstede,
v. V. — Bij Eeyden, Kopp. — In April in een tuin te Utrecht,
Six. — Bij Zutphen, v. Eyndh.
N. n. 927. M. 1173, 24. Redt. 469 — 2 ed. 681.
Bij Heemstede in Julij en bij den Haag in Junij, v. V. — In
de Wassenaarsche duinen, Piag. — Bij Brummen, v. W.
*1310 Hwiiile, Germ.
LSI 1 Violaceum,
Kirbv.
131 £ Marchlcuw,,
Herbst.
1313 Coryli, L.
1314 Curculionoi<les,\\i.
1315   Anralus, Scop.
1316   Aequatus, L.
1317   Cttpreus, L.
1318 Uermankiis,
Herbst.
1319 Namis, Payk.
-ocr page 123-
110
1320 Populi, L.
N. n. 929. M. 1173, 25. Redt. ibid.
Bij den Haag en in Aug. te Brummen, v. V. — Ook aldaar de
var. c. van Gyllenhall, v. W. — 1» Drenthe, Gockinga.
N. n. 930. M. 1173, 26. Redt. ibid.
De type te Groningen, de Gav. — De blaauwe var. in menigte
in Zuid-Holland op berken aan den duinkant, v. V.— Dezelfde bij
Utrecht, Six. — Bij Breda, Heyl. — Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 931. M. J173, 27. Redt. 170 — 2 ed. 682.
Eenmaal bij den Haag en in Julij bij Leyden, v. V.
N. n. 928 (? Cyaukolor, Sclih.). M. 1173, 31. Redt, 2 ed. 682.
Twee voorwerpen te Brammen, v. W. — Tn Junij aan de
Vogelenzang, Kink
N. n. 932. M. 1173, 39. Redt. 468 — 2 ed. 680.
Zeer gemeen op berken en elzen in het voorjaar.
Rliiiioinncer Geoffr.
M. 1176, I. Redt. 467 — 2 ed. 678. Gyll.,/«*. 8uec,m. 30, n°. 10.
In Mei bij Utrecht, Six.
Magrinliuiis Germ.
N. n. 825. M. 1178, 10. Redt. 415 — 2 ed. 788.
In Junij in de omstreken van den Haag, v. d. W. — In Maart
te llillcgom en in Junij aan de Vogelenzang, Kink.— In de duinen,
Piag. — Bij Brummen, v. \\V.
N. n. 827. Schönh. Curc, III, p. 276.
In Zuid-Holland, v. V.
M. 1178, 13. Redt. 415 [Slygia, Gyll.) — 2 ed. 759.
In Junij op ijpen te Amsterdam, Kink.
N. n. 826 {Atramentarius, Germ.). M. 1178, 14. Redt. 415 — 2 ed. 758.
Bij Utrecht, V.
N. n. 828. M. 1178, 19. Redt. 416 — 2 ed. 759.
In Junij bij den Haag, v. V. — In Junij te Utrecht, Six.
n.-il.-iiiiims Gkku.
N. n. 798. M. 1179, 4. Redt. 404 — 2 ed. 771.
Op Sterkenburg bij Driebergen, Kneppelhout v. St. — In Julij
op Schothorst bij Amersfoort en te Brummen, v. V. — Bij Breda, Heyl.
N. n. 799. M. 1179, 5. Redt. ibid.
In Zuid-Holland, v. V. — In April bij Leyden, Rits.— Gemeen
in de omstreken van Breda, Heyl. — Bij Utrecht, Six. — Te
Zutphen, v. Eyndh.
M. 1179, 6. Redt. ibid.
Te Brummen in Junij, v. V. — Bij Breda, Heyl.
1321 Betuleti, F.
1322 Sericeus, 11 erbst.
*1323 Op/Uhalmicns,
Steph.
1324 Belvlae, L.
1325  A(ielaboifles,¥.
1326    Cera*», L.
*1327 #/«//«, Gyll.
*1328   Aterrimus, F.
1329   Carbonarius, L.
1330     ZVm»*\', L
1331  Venosus, Germ.
1332    jVftCWM , Ij.
1333   Turbatut, L.
-ocr page 124-
111
N. n. 800. M. 117!), 7. Redt. 405 — 2 ed. 772.
Te Leyden, Kopp. — Bij Wassenaar, v. Bemm. — In Julij bij
Heemstede, v. V. — Hij Utrecht, Six. — In Aug. op Walcheren,
H. — Te Oldekerke in Julij, de Gav.
M. 1179, 8. Redt. ibid.
In .Mei bij den Haag, v. d. \\V. — In Mei bij Breda, Heyl.
M. 1179, 9. Schónh. Cure. 304, 12. Redt. 2 ed. 771.
Een ex. in Aug. 1866 te Wort-Rhede, v. V.
N. n. 801. M. 1179, 10. Redt. 405 — 2 ed. 772.
In April, Mei en Junij bij Leyden, v. V. — In dezelfde maan-
den bij Amst, Kink. — Hij Xaarden, de Haan. — Bij Zutphen, v. Evndh.
N. n. 802. M. 1179, 14. Redt. ibid.
Vrij gemeen om Leyden in April en op Sterkenburg in Julij , v. V. —
In Maart, Mei en Junij bij Ainst., Kink. — In Mei en Aug. bij
Heemstede op lage planten, v. V. — Bij \'s Gravenhage, v. d. VV.
N. n. 803. M. 1179, 15. Redt. ibid.
Niet zeer ongemeen bij den Haag, v. V. — Bij de HildtinMei,
Six. — Te Ilillegoni in Mei op bloesem van lijsterbes, Kink.
AlltllOUOIIIIIS Germ.
N. n. 804. M. 1180, 1. Redt. 406 — 2 ed. 768.
In Zuid-Holland, v. V. — Te Wassenaar, v. Bemm. — Te Hille-
gom in Maart en aan de Hildt in April, Kink.
M. 1180, 2. Germ. Mag. 4. p. 322, 1.
In Junij 1S6Ó in groote menigte uit knoppen van rooden Meidoorn
in den tuin van den heer van Oiden te Heyden, v. V.— In Junij te
Utrecht, Wtt.
Bijvoegs. n". S04" {Cincta.s). Redt. 406 — 2 ed. 768.
Te Voorst, Wtt.
N. n. 805. M. 1180, 7. Redt. 406 — 2 ed. 769.
Overal verspreid en nadeelig aan den bloesem van vruclitboomen.
N. n. 806. M. 1180, 11. Redt. ibid.
Eenmaal in Mei bij Heemstede, v. V. — Te Brammen, v. W.
N. n. S07 (Mela?wcep/ialus,V.). M. 1180, 13. Redt. 407 —2 ed. 769.
Bij Rotterdam, v. W.
N. n. 808. M. 11S0, 18. Redt. ibid.
In Junij op bloeijende frambozen in Holland; in Aug. en Sept. op
de vrucht, v. V.
N. n. S01. M. 1180, 20. Redt. 406 — 2 ed. 768.
Eenmaal bij Rotterdam, v. W. — Bij den Haag in April, v. d. W.
1334 Cerasorm,/.
Herbst.
1335 Villoms, F.
1336 Eiiöiif/ts, Schh.
1337 Crax, F.
1338 Brassicae, ¥.
1339 Pyrrfioceras,
Marsh.
1340 Ulitii, de Geer.
I 341 Peiticiitarins, Ij.
*1342 Pyri, Chevr.
1343 Pomorum, L.
*1344 Itteurvus, Panz.
*1345 Fariaiis, Pavk.
1346 /SwW, llerbst.
1347 Druparum, L.
-ocr page 125-
112
Orcliestes h,i..
N. n. 784. M. 1183, 1. Redt. 396 — 2 ed. 780.
In eikenbosscheii alom vrij gemeen.
N. n. 785. M. 1183, 2. Redt. ibid.
In April bij den Haag, v. V. — Te Hillegom in Febr. onder
mos, Kink. — Te Noordwijk in Mei, v. V. — Bij Utrecht, Six.—
In Noord-Brabant, Roel.
N. n. 786 {Uarmatitius, Germ.). M. 1183, 5 Redt. 2 ed. 780.
Twee voorwerpen in Junij bij Rotterdam, Sn.
N. n. 787. M. 1183, 10. Redt. 3!)5 — 2 ed. 780.
Vrij gemeen op ijpen en soms op elzen bij Rott. en Leyden, v. V. —
In April en Mei bij Heemstede en den Haag, v. V. — Bij Leyden,
Prof. J. v. d. Hoeven. — Te Groningen in Julij, de Gav. — In
Friesland, G.
N. n. 788. M. 1183, 13. Redt. 397 — 2 ed. 780.
In Mei bij Leyden en den Haag, en in Julij bij Heemstede en
Noordwijk, v. V. — Te Hillegom in Febr. onder inos, Kink. —
Bij Utrecht, Six.
N. n. 789. M. 1183, lfi. Redt. 396 — 2 ed. 781.
Zeer gemeen in Oct. en Nov. in het Haagsche boscli, v. d. W. en
v. V. — In Maart te Hillegom, Kink. — Aan de Bildt in April
en te Heek in Junij, Six. \'l.- \'•
M. 1183, li). Redt. 2 cd. 7S0.
In Oct. te Driebergen, Six. — In Sept. bij liet huis ter Heyde,
Piag. _ Te Breda, Heyl.
N. n. 793. M. 1183, 25. Redt. 396 — 2 ed. 781.
Zeer gemeen op wilgen en populieren in Zuid-Holland en Gelder-
land, v. V. — In Junij te Rotterdam, Sn. — In Junij op wilgen
bij Amsterdam, Kink. — In Mei te Utrecht, Six.
N. n. 790. M. 1183, 26. Redt. 397 — 2 ed. 781.
Zeer zeldzaam in Holland, v. V.
M. 1138, 28. Redt. 2 ed. 782.
Bij Noordwijk in Maart, Kink.                                        **\',"\' ri
N. n. 791. M. 1183, 32. Redt. 397 — 2 ed. 782.
Gemeen aan het jaagpad van de Delftsche vaart bij Leyden op
elzen en bij Katwijk op wilgen, v. V. — Te Rotterdam in Aug.,
Snell. — Bij Utrecht, v. Hass. — In Mei op wilgen bij Sloten, Kink.
N. n 792. M. 1183, 35. Redt. 397 — 2 ed. 781.
Hier en daar op wilgen in Zuid-Holland en in Aug. te Wort-
Rhede, v. V.
131-8   Q/rercus, L.
1349   Scutellaris, F.
1350   Rufus, Oliv.
1351      Afni, L.
1352 Ilicis, F.
1353 /%*, L
1354 Iola, F.
1355 Pojmli, F.
*1356 Signifer, Cr.
*1357 Erythropus,
Germ.
135S Saficis, L.
1359 Stigma, Germ
-ocr page 126-
113
1360 SaUceli, F.
M. 1183, 36. Redt. 2 ed. 781.
Op wilgen bij Sloten in Mei, Kink.
Ellescus Meg.
N. n. 811. M. 1188, 2. Redt, 409 — 2 ed. 766.
Eenmaal bij Bruinnien, v. W. — In April aan de Bildt op wilgen,
Kink. — In de omstreken van Utrecht eene ongevlekte variëteit, Six.
TychillS Germ.
N. n. 795. M. 1189, 1. Redt. 402 — 2 ed. 773.
In de bloemen van Leuvlodon (araxacnm, v. V. — In menigte
op de duinen bij den Haag in Julij, Piag. en Everts.
Bijvoegs. n°. 795«. M. 1189, 4. Redt. ibid.
Bij de Bildt in Aug. op zandgrond, Six.
N. n. 796. M. 118!), 35. Redt. 402 — 2 ed. 774.
In April bij Rotterdam, Snell. — In Junij bij Amersfoort, v. V.
N. n. 797. M. 1189, 40. Redt. ibid.
In Julij op Rhienderstein bij Bruminen en in Junij bij den
Haag, v. V.
M. 1189, 85. Redt. 401 {Miccotrogus) — 2 ed. 775.
1361 Bipunctatus, L.
1362  Qninqnepnncla-
tus, L.
1363    Venuttus, F.
1364    Tomeidosus,
Herbst.
1365 Junceuê, Reichb.
1366 Piciroslris. F.
r, r
Te Beek in de eerste dagen van Junij, Six.                 \'"<\'
SibyiieS Schönii.
M. 1189, 98. Redt. 400 — 2 ed. 776. Schönh. Curc. III. 438 et
Vil, 2. pag. .521.
In do bloemen van Sparlium scoparlum in Oct. te Noord wijk,
v. V. — In Maart te llillegom onder dorre bladeren, Kink.
N. n. 794. M. 1189, 103. Redt. ibid.
Op de Sclieveningsclie duinen in Sept., v. Br. — Aldaar in
Augustus, v. d. W.
Cioiius Ci.airv.
N. n. 753. M. 1190, 1. Redt. 375 — 2 ed. 812.
Gemeen op Scrup/tularia nodosu in Julij te Bruminen, v. V. —
In Aug. te Wort-Rliede, v. V. — Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 754. M. 1190, 2. Redt. ibid.
Bij Utrecht, V. en Six. — Gemeen op de Gliphoeve in Junij; te
Bruminen in Mei en Julij, steeds op Scrophularia, v. V.
N. n. 755. M. 1190, 5. Redt. 375 — 2 ed. 8J3.
Bij Leyden, zeldzaam, op de Gliphoeve in Junij en te Brummen
niet gemeen, steeds op Scrup/iularia, v. V.
N. n. 756. M. 1190, 13. Redt. 375 — 2 ed. 812.
Op de Gliphoeve in Junij zeer gemeen op Scrophularia; in Mei
te Brummen, v. V. — In Drenthe, Gock.
15
1367 Poleulillae,
Germ.
*1368 Phaleratus,
Stev.
1369 ScropAulariaeJj.
1370   Verbasci, F.
1371   T/iapsus, F.
1372   Blallariae, F.
-ocr page 127-
114
N. n. 758. M. 1190, 16. Bedt. 376 — 2 ed. 813.
Zeldzaam in Junij op Scrophularia oj) de Gliphoeve, v. V. — Bij
1373    Pnlchellus,
Herbst.
1374 Fraxini, de Geer.
Utrecht, Six. /• %\',
r
N. n. 757. M. 1190, 20. Redt. 2 ed. 812.
Op essen in Julij bij den Hang; gemeen op essen aan het plant-
soen te Leyden, v. V. — In Mei te Hillegom, Kink. — Te Voorst
en in Julij in Zeeland, Wtt. — Te Beek in Augustus, v. V.
JXanophyes Schönh.
N. n. 748. M. 1191, 7. Redt. 371 — 2 ed. 819.
Zeer gemeen van Junij tot Augustus op Lythruni saücaria.
Gyiiinetron Schönh.
Bijvoegs. n°. 752». M. 1192, 1. Redt. 374 — 2 ed. 816.
Rij Utrecht, zeldzaam, Six.
M. 1192, 5. Redt. 2 ed. 817.
Li Maart op Frankendaal bij Amsterdam onder mos en te Hille-
gom, Kink.
N. n. 750. Redt. 374 — 2 ed. 816.
Zeldzaam bij Leyden, v. V. — In Friesland, G.
M. 1192, 6. Redt. ibitl.
Te Haarlem, Buse. — In Mei bij Utrecht, Six.
N. n. 751. M. 1192, 29. Redt. 373 — 2 ed. 815.
In Zuid-Holland, v. d. W. -
M. 1192, 28. Redt. ibid.
Op Sterkenburg in Augustus, v. V.
N. n. 752. M. 1192, 33. Redt. 373 — 2 ed. 815.
In Julij in de bloemen van Antirrhinum linaria in Holland, v. V.
Orobitis Germ.
Bijvoegs. n°. 75S«. M. 1197, 1. Redt. 376 — 2 ed. 796.
Bij de Bildt in Aug. op zandgrond, Six.
1375 Li/thri, F.
*1376 Pascuomm,
Gyll.
1377 Villoanlui,Sch.
1378 Veronicae, Germ.
1379 Beccabunyae, L
*1380 7W«r, F.
1381 I/marian i¥«nz.
1382 iVöc^:*, Herbst.
1383 Ci/anens, L.
Cryptorhynchus i
i.i..
N. n. 778. M. 1202, 1. Redt. 390 — 2 ed. 786.
In sommige streken zeer gemeen, vooral in het wilgenhout aan
de oevers der rivieren.
1384 Lapat/ii, L.
I\'. Il.il lIJtllHS Cl.AIKV.
N. n. 897. M. 1203, 1. Redt. 458 — 2 ed. 695.
Op abeelen in Zuid-Holland, v. V. — Bij Utrecht, Six.
Brummen, v. W.
*1385 Flavicomis, Cl.
-ocr page 128-
115
Coeliodes Scmön-h.
N. n. 775. M. 1205, 2. Redt. 388 — 2 ed. 787.
Bij den Haag, v. d. W. — Bij Wassenaar en aan de Vuursche
in Julij, v. V. — Bij Utrecht, Six en v. Hass. — Bij Brummen,
v. Itt. — In Friesland, G.
M. 1205, 7. Redt. ibid.
In Junij in de bossehen bij Xoordwijk, v. V. — Bij Breda, Heyl.
N. n. 770. M. 1205, 11. Redt. 389 — 2 ed. 788.
Zeer zeldzaam in Holland, v. V.
Bijvoegs. n<\\ 776". M. 1205, 12. Redt. ibid.
Bij Utrecht, Six.
N. n. 777. M. 1205, 16 \'Qtiadrimaculatus, L.). Redt. ibid.
Zeer gemeen, vooral oj> brandnetelen en onder klissebladeren.
(Vntorln wrliiis Germ.
M. 1208, 1. Redt. 382 — 2 ed. 801.
In Mei in het gras aan den ringdijk niet ver van Amsterdam, Kink.
M. 1208, 4. Bijvoegs. n". 764». Redt. 382 — 2 ed. 800.
In de omstreken van Utrecht, v. Hass.
M. 1208, 6 {Melanarius, Steph.). Redt. 2 ed. 807.
In Februarij onder aangespoeld riet aan den oever van den Schen-
kel bij Amsterdam, Kink.
N. n. 769. M. 120S, 12. Redt. 385 — 2 ed. S04.
Eenmaal bij Leyden en in Julij bij Hrummen, v. V. — Bij de
Bildt in Aug., Six.*— Bij Breda, Heyl.
N. n. 774. M. 1208, 16. Redt. 3S5 — 2 ed. 805.
Bij Rotterdam, v. V. — Bij Utrecht, de Bildt en Amersfoort,
Six. — In April op de duinen, Piag. — In Febr. en April bij
Amsterdam en in Julij te Abcoude, Kink. .\' ,
N. n. 765. M. 1208, 28. Redt. 379 — 2 ed. 797.
Op bloeijend koolzaad bij Bleiswijk, v. V. — In Maart bij Am-
sterdam onder booinmos, Kink. — Bij Utrecht in April, Six. —Bij
Brummen, v. Itt.
N. n. 766. M. 1208, 29. Redt. 3S1 — 2 ed. 800.
Eenmaal bij Oestgeest en in Julij bij Amersfoort, v. V. — Bij
Rotterdam in April, Snell. — In Oct. te Driebergen, Six. — In
Mei bij Amsterdam, Kink. — Uit de larven opgekweekt, Wtt.
M. 120S, 80. Redt. 2 ed. 799.
In Maart aan de trekvaart bij Hillegom, Kink.
N. n. 764. M. 120S, 36. Redt. 382 — 2 ed. 800.
Bij Brummen, v. W. en v. V. — Bij den Haag in Junij, v. V.—
In December, waarschijnlijk te Voorst, Wtt. — Bij Utrecht, Six.
1386 Quercus, F.
1387 Jtuiicundu»,
Payk.
*1388 Gullula, F.
*1389 Fnlirjinomis,
Marsh.
1390 Vidymus, F.
*1391 Floralis, Yayk.
*1392 Pulvinalus,
Schh.
1303 Convexicollis,
Schh.
1394 Horr\'ulns, Panz.
1395 TroyloJytes, 1\'.
1390 Frysimi, F.
1397 Cuulraclus,
Marsh.
*1398 Coe/ileariae,
Gvll.
1399 Atêimiliê,Vayk.
15
-ocr page 129-
110
4400 Litura, F.
M. 1208, 43. Reilt. 384 — 2 ed. 803.
In September te Utrecht, Groll.
M. 1208, 44. Redt. ibid.
Ken pas uitgekomen exemplaar den 17en Mei bij den Haag, Snell.
N. n. 768. M. 1208, 52. Redt. 383 — 2 ed. 802.
Bij Brammen, v. W. — Schijnt zeer zeldzaam. Ik heb duizenden
planten Echium naauwkeurig onderzocht en den kever nooit gevonden, v.V,
N. n. 770. M. 1208, 76. Redt. 384 — 2 ed. 804.
In Zuid-Holland, v. V. — Schijnt even zeldzaam.
Bijvoeg*. n°. 770*. M. 1208, 78 v. Redt. 384 — 2 ed. 804.
Bij \'s Gravenhage, v. d. W.
Schönh. Curc. IV. 533, 85. Redt, 385 — 2 ed. 804.
Tn Aug. op kruisemunt bij Rotterdam, Snell.
M. 1208, 87. Redt. 385 — 2 cd. 805.
In April aan den Ukant bij Amsterdam in het gras, Kink.— In
April bij Rotterdam op brandnetelen , Snell. — In Mei bij den Haag,
v. d. W.— Gemeen in de duinen aldaar in April, Everts.
M. 1208, 95. Schh. Curc. IV. 479, 6. Redt. 382 — 2 ed. 800.
In April bij Leyden, v. V.
Bijvoegs. n\\ 763«. M. 1208, 96. Redt, ibid.
Bij Utrecht beide sexen, Six.
N. n. 763. M. 1208, 108. Redt. 381 — 2 ed. 799.
Eenmaal bij Leyden, v. V. •
N. n. 771. M. 1208, 109. Redt. 383 — 2 ed. 802.
Op eene weide in het gras, v. V.          \' \' "\'\'
N. n. 772. M. 1208, 111. Redt ibid.
In Sept. bij Scheveningen, v. Br. — In Maart onder aangespoelde
ruigte aan den oever van den Schenkel bij Amst., Kink.
M. 1208, 112. Redt. 2 ed. 802. Gyll. III, 230.
In Maart 1868 bij Noord wijk gevangen, Kink.
Bijvoegs. nc. 774*. M. 1208, 122. Redt. 386 — 2 ed. 805.
Bij Voorst en in den Haarlemmermeerpolder in koolzaadstengels,
Wtt. — In April bij Utrecht, Six.
Schönh. Curc. VIII, 167, n°. 142. Redt. 2 ed. 807.
Bij Amersfoort in Augustus, v. V.
Bijvoegs. n°. 770«. M. 1208, 181. Redt. 2 ed. 803.
Bij Utrecht, Six.
Bijvoegs. n°. 774«. M. 1208, 135. Redt. 2 ed. 806.
In Aug. bij den Haag, v. d. W. — Gemeen op heide te Renkum,
Wort-Rhede en Hoogland in Aug., v. V. — In Julij op Beekhuizen
bij Velp, Kink. — Te Beek den Un Junij en bij de Bildt, Six.
1401 Trimaculatws, F.
*1402 Echii, F.
1403 Asperifoliarum,
Kirb.
*1404 Ckrysantkemi,
Germ.
*1405 Zycojöi, Schh.
1406 Polliuari?i8,
Forst.
1407   /f/Wo/1, Schh.
1408  fyrtte*, Germ.
*1409 Macnla alba,
Herbst.
*1410 Marginatus,
Payk.
*UU Puaciiffer, Gyll.
*1412 Qnercicola, F.
1413    Suleicollii,
Payk.
1414  Tarsalis, Miirk.
*1415 Quadri</ens,
Panz.
1416 Ericae, Gyll.
-ocr page 130-
117
N. n. 773. M. 120S, 144. Redt. 379 — 2 ed. 799.
In Mei bij Heemstede, v. V. — Te Bruminen, v. Itt.
Poophngus Schönh.
N. n. 759. M. 1209, 1. Redt. 378 — 2 ed. 810.
Op liet eind van Augustus te Rotterdam, Sn. — Te Hillegom in
Maart aan de trekvaart onder aangespoelde ruigte, Kink. — In
Junij 1858 te Voorst, v. V. — In Friesland, G.
RllillOUCUS Schönh.
N. n. 760. M. 1213, 2. Redt. 2 ed. 809.
Een paar in Augustus 1848 op de Gliphoeve, v. V.
N. n. 761. M. 1213, 4. Redt. 379 — 2 ed. 809.
In menigte op eene soort van Polygonnm aan den vijver der
Gliphoeve in Aug. en op dezelfde soort van plant bij Leyden in Oct.
v. V. — Bij Rotterdam, Snell.
N. n. 762. M. 1213, 5. Redt. 378 — 2 ed. 80(J.
Op Rtimex in April en Mei, v. V. — Bij Rotterdam in April,
Snell. — Bij Utrecht, Six.— In Mei bij Amsterdam, Kink. — Op
Sterkenburg bij Driebergen in Aug., v. V. >•
M. 1213, 6. Redt. 2 ed. 809.
In Maart aan den kant van de trekvaart bij Hillegom, Kink.
AlllillllS Schönh.
M. 1214, 1. Redt. 403 — 2 ed. 772. Panz. Fauna, 99, 12.
In het gras op den hoogen Zeedijk in de maand October, Kink.
ISill\'idillS Schönh.
N. n. 779. M. 1215, 10. Redt. 391 — 2 ed. 784.
Eenmaal in Junij aan den Scheveningschen weg, v. V.
M. 1215, 22. [Lalicollis, Marsh.). Redt. ibid.
In Mei op de duinen bij den Haag, Everts.
N. n. 780. M. 1215, 41. Redt. 392 — 2 ed. 785.
Bij Brummeii, v. \\V.
N. n. 781 (Ptinclalus, Schh.). M. 1215, 42. Redt. ibid.
Bij Bruminen, v. AV*.
Bijvoegs. n". 778«. M. 1215, 52. Redt. 39J — 2 ed. 784.
Bij Utrecht eenmaal, Six. — In April onder aangespoeld riet aan
den Ooster Dokdijk bij Amsterdam, Kink.
Calaiidi\'a Clairv.
N. n. 746. M. 1218, 1. Redt. 369 — 2 ed. 820.
Zeer gemeen op korenzolders en bij bakkers.
N. n. 747. M. 1218, 2. Redt. ibid.
Iets minder gemeen. Leeft voornamelijk in rijst en scheepsbeschuit.
* 1417 Cyanipennis,
Germ.
1418 Sispiibrii, F.
*1419 Brnchoides,
Herbst.
1420 Inconspectns,
Herbst.
1421 Pericarpü, F.
*1422 Guttaüs, Grav.
*1423 Scorlillum,
Herbst,
*1424 Artemislae, F.
*1425 Piclnus, Germ.
*1426 Lepüüi, Müll.
*1427 ,iirote«^,Gerin.
*1428 T aWira, L.
1429 Granaria, L.
1430 Or^ae, L,
-ocr page 131-
118
COSSOIHIS Ci.airv.
N. n. 745. M. 1225, 1. Redt. 367 — 2 ed. 821.
De type en eene variëteit in Mei in de omstreken van Utrecht
Six. — De type in Zeeland, de Bruyne. — De roode verscheidenheid
op Walcheren, G.
Kliyncoliis Cbkutz.
N. n. 744. M. 1228, 4. Redt. 367 — 2 ed. 823.
In Friesland, G.
M. 1228, 10. Redt. ibid.
In Mei op haagbeuken te Voorst, Wtt.
Hylastes Erichs.
N. n. 741. M. 122!), 1. Redt. 365 — 2 ed. 826.
In Sept. te Zeist, V. — In Mei bij Driebergen, Six. — In April
te Yelp, de Roo. — l?ij Brammen, v. Itt. — In Mei, Sept. en
Oct. te Bennebroek, v. V.
N. n. 742. M. 1229, 4. Redt. ibid.
In Sept. en Oct. op de Gliplioeve, v. V. — In de omstreken van
Naarden, de Haan.
N. n. 743. M. 1229, 9. Redt. 365 — 2 ed. 825.
In Sept. bij Zeist, V. — Bij Brammen, v. W.
N. n. 740. M. 122!), 12. Redt. 364 — 2 ed. S25.
Eenmaal bij Leyden , v. V. — Bij Utrecht, S. — Bij Brummen, v. W.
Hyllll\'gllS La ik.
N. n. 739. M. 1231, 1. Redt. 364 — 2 ed. 827.
In zeer groote menigte bij Zeist en Driebergen in 1846: ook
gevonden bij Dalfsen, V. — Bij den Haag in April en bij Renkum
in Aug., v. V. — Bij Utrecht, Six. — Bij Voorst, Wtt. — Bij
Brummen, v. Itt. — In de omstreken van Breda, lleyl.
llylesiniis F.
N. n. 737. M. 1235, 1. Redt. 362 — 2 ed. 828.
Bij den Haag, v. d. W.
N. n. 738. M. 1235, 5. Redt. ibid.
Zeer gemeen in verschillende plaatsen; leeft in ijpen.
Ecco|>lo£«\'istei\' Hebbst.
N. n. 735. M. 1238, 1 {Scohjlus Ralzeburgi, Jans.). Redt. 361 —
2 ed. 837.
De vernieler van vele ijpenboomen bij Rotterdam, Sn. — Te
Voorst, Wtt.
1431 L\'mearis, F.
1432 rJotigalus,G\\\\\\.
*1433 7\'r?i?/corum,G\\]\\-
1434 Aier, Payk.
14 3 5 Cv. n icu l ar lus, Er.
1436 Aiiguslaltis,
Herbst.
*1487iW&\'a<a*,Gyll.
1438 Piniperda, L
*1439 Crenalu*, F.
144U Frarini, F.
1441 /tes/m-to^Oliv.
-ocr page 132-
119
N. n. 736. M. 1238, 2 {Destructor, Oliv.). Redt?
Meermalen bij den Haag, v. V. — Op Walcheren, G. — Bij
Brammen, v. Itt. — Te Voorst, "NVtt. — In Junij bij Groningen, de Gav.
Bijvoegs. n°. 736«. M. 1238, 5. Redt. 361 — 2 ed. 838.
Te Voorst in Maart, Wtt.
Bijvoegs. n°. 736*. M. 1238, 7. Redt. ibid.
Te Voorst of te Houten, Wtt.
Xylolerus Erichs.
N. n. 734. M. 1239, 1. Redt. 360 — 2 ed. 830.
In het Haagsclie bosch in beuken; zwermt in het laatst van April
en in Mei, v. V.
Oyphalus Erichs.
Ratz. Forstins., I, 163. Tab. XIII, fig. 1*. M. 1242, 6. Redt. 2 ed. 832.
In Junij bij Utrecht, Six.
Boslrichus F.
N. n. 732. M. 1244., 5. Redt. 357 — 2 ed. 834.
Bij Brammen, v. \\V.
N. n. 731. M. 1244, 6. Redt. ibid.
Niet zeldzaam op lorken. — Bij Zeist en Driebergen in groot
aantal, V. — Te Apeldoorn in Junij, Snell. — Een enkele maal bij
den Haag, v. d. VV. — Bij Naarden, de Haan.
M. 1244, 13. Redt. 358 — 2 ed. 835. Panz. Fa. 39, fig. 21.
In October te Driebergen, Six.
N. n. 733 {Pityoijraphus, Ratz.). M. 1245, 1. Redt. 359 — 2 ed. 830.
Eenmaal in Sept. bij de Bildt, v. V. — In Oct. bij Driebergen, Six.
M. 1246, 4. Redt. 358 — 2 ed. 835.
                             - ***
Een paar ex. in vochtig hout in het Haagsclie boscli in Junij, Everts.
M. 1246, 6. Redt. 359 (Futcus, Marsh.) — 2 ed. 836.
In Junij op dennenstammen te Driebergen, Six.
M. 1247, 3. Redt. 358 — 2 ed. 835.
Een voorwerp in April op de duinen in het zand bij eikenhout, Everts.
Aiithribus Geokkk.
N. n. 934. M. 1255, 1. Redt. 472 — 2 ed. 677.
Eenmaal bij Utrecht, V. — In Julij op eiken bij Breda, Heyl. —
Te Hoogeveen, Steenb.
Bi\'iichytarsus Schönh.
N. n. 935. M. 1257, 1. Redt. 474 — 2 ed. 673.
Bij Bommel onder den schors van populieren, Sn. — De Heer
Piaget ving, waar is mij onbekend, een insect dat men voor een
bastaard van Scabrosus en Varius zou kumien aanzien, omdat het
tusschen beide, soorten het midden houdt.
1442 Scolylus, F.
1443  Midtistriatus,
Marsh.
1444   Pmni, Ratz.
1445 Do?ne$ticus, L.
*1446 Abietls, Ratz.
*1447 Cnrvidengfjtrm.
144S Laricis, F.
1449    B/^/ew», F.
1450   Mlcrographu.1,
Gyll.
*1451 Villosns, F.
1452 Bicolor, Herbst.
*1453 Dryographus,
Ericlis.
*1454 Albinus, L.
1455 Scahrosun, F.
-ocr page 133-
120
Arjeocems Schönh.
M. 1258, 1. Schönh. &r«/. V, pag. 275.
Te Rotterdam, Snell. — Te Delft in koffij, H. Hevs van de Lier.
llrodoii Schönh.
M. 1260, 1. Redt. 475 — 2 ed 67:3.
Te Haarlem in Julij, (Jroll.
Speniioplmgiis Stev.
N. n. 9:36. M. 1202, 2. Redt. 475 — 2 ed. 672.
Slechts eenmaal ifcvangen, te Rotterdam, v. V.
Briicliiis l.
N. n. 941. M. 12(>:3, 41. Redt. 477 — 2 ed. 671.
Te Brummen, v. W. — In Mei bij den Haag, v. V. — Te
Driebergen in Mei in bloemen van brem, Kink. , .•
            jf.
N. n. 937. M. 126:3. 71 Redt. 476 — 2 ed. 671.
Bij Levden, (l. en v. V.
N. n. 98S. M. 126:3, 72.
Op Walcheren, (i. — Bij Brummen, v. W. — In den Haag en
in Sept. op Gliphoeve, v. V. — In het Overmaasche, Piag. — In
boonen uit verschillende provinciën ontvangen en te Voorst, Wtt.—
Te Levden, Kopp. — Te Utrecht, Six.
N. n. 940. M. 120:3, 9:3. Redt. 2 ed. 671.
Eenmaal, vindplaats niet opgeteekend, v. V.
Bijvoegs. n°. 941". M. 126:3, 112. Redt. 117 — 2 ed. 672.
Bij Utrecht, Six. — Te Wassenaar in Aug., v. d. W. — Aan
het huis ter Hevde, Piag.
N. n. 9-39 {Granarius. L.). M. 126-3, 117. Redt. 467 — 2 ed. 672.
Bij Leyden, W. — Bij den Haag, v. d. W. — Bij Utrecht,
Six. — Bij Brummen, v. Itt. en v. W.
1456    Coffeae \'), F.
1457    Rujipes, F.
*1458 Cardui, Stev.
*1459 Citti, F.
*1460 Püi, L.
1461 -/?////wa«M*,Schh.
*1462 Loti, G\\ll.
*146.\'3 Pnbescens\'Lws\\.
1464 Seminariw, L.
L0NGIC0RNIA.
Spondylis F.
N. n. 942. M. 1265, 1. Redt. 477 — 2 ed. 889.
In Limburg, Sn. — Op Walcheren, W. — Bij Groningen, Prof.
Cl. Mulder. — Te IIoogeveen, Steenb.— Bij Maarsbergen en Doorn;
op den Amerongschen berg niet ongemeen, v. V. — Aan het huis
ter Heyde, Piag.
1465 BupreHoidetJj
1) Deze cosmopolitisclic soort heef! evenveel rept op den titel van inlandsen als Calandra Ory.ae.
-ocr page 134-
121
PHoilIIS Geoffr.
1466 Coriarius, L.
N. n. 943. M. 1266, 1. lledt. 479 — 2 ed. 841.
Een voorwerp te Ede, Maitl. — Te Beekhuizen bij Velp, Kink.—
Een mannetje te Heek, Levve v. Middelstuin.
Cerambyx L.
M. 1274, 5 {Cerdo, L). Redt. 479 — 2 ed. 842.
Een klein mannetje in Nederland gevangen, Dozy.
M. 1274, 16 (Scopolii, Laich.). Redt. 479 — 2 ed. 842. — Gyll.,
Ins. Snee. IV, pag. 50.
Een fraai vrouwelijk voorwerp in April te Amsterdam, V.
Ai\'ouiia Serv.
N. n. 944. M. 1279, 1. Redt 480 — 2 ed. 843.
Vrij gemeen op wilgen bij Rotterdam, Sn. — Bij Delft, G. —
Bij den Haag zeldzaam, v. d. W. en v. V. — Hij honderden op
wilgen aan den binnenzoom der duinen bij den Haag, Everts. — Te
Leydcrdorp in Julij, v. V. — Te Amsterdam in Sept.,Grebn.— Bij
Utrecht, V. — lüj Wageningen gemeen, \\V.
Callidinin ¥.
! N. n. 949. M. 12S2, 3. Redt. 484 — 2 ed. 848.
In Zuid-Holland en den Bommelerwaard, v. d. W. — In de
Betuwe, v. \\V. — Bij Xijinegen, Sn.
N. n. 946. M. 1282, 6. Redt. 482 — 2 ed. 848.
Hij Rotterdam in Mei, Sn. — Te Ilillegom in Mei, Kink. — In
het Ulvenhoutsche bosch bij Breda op elzen, lleyl. — In Friesland,
G. — Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 947. M. 1282, 9. Redt. 483 — 2 ed. 848.
In 1\'riesland, G. — Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 948. M. 1282, 11. Redt. 483 — 2 ed. 849.
Bij Rotterdam, zeer zeldzaam, v. V. — Bij Hillegom in Mei,
Kink. — In Mei bij Haarlem, Rits. — Bij Utrecht, Six. — In
Gelderland, v. Itt. — Hij Hoogeveen, Steenb. — In Junij in het
Valkenburg te Breda, lleyl.
N. n. 945. M. 1282, 14. Redt. 481 — 2 ed. 849.
In Zuid-Holland zeldzaam; in Junij in mijn tuin te Leyden, v.
V. — In den Bonunelerwaard, v. d. \\V. — Te Hoogeveen, Steenb.—
In Junij en Julij te Groningen, de Gav. — In Julij op den stam
van een populier bij Breda, Heyl.
16
*1467 Heros, Scop.
1468 Cerdo, F.
1469 Moschala, L.
1470    Clavipes, F.
1471   Violaeeum, Ti.
1472  Sanguineum, L.
1473      4M, L.
1474 Variabile, L.
-ocr page 135-
122
Hy lol nipos Serv.
N. n. 951. M. 1284, 1. Redt. 486 — 2 ed. 847.
Zeer gemeen in sommige huizen in Holland en Gelderland, v. V.—
In Zeeland, II. — Te Wassenaar in .1 ulij, Sn. — Te Hillegom in Julij,
Kink. — Te Leyden, Kopp. — Te Nieuwer-Amstel, Grebn. — Te
Utrecht, V. — Te Beek, Dr. Rombouts. — Te Hoogeveen, Steenb.—
Gemeen te Voorst, Wtt.
Aseiniiiii Essch.
Bijvoegs. n°. 950". M. 1290, 1. Redt. 485 — 2 ed. 845.
Tn de duinen bij Overveon in Junij, Rits. — Te Breda, Heyl.—
Bij Hoogeveen, Steenb. — De larve te Voorst in Febr. en te Am-
hem in April, Wtt.
Criocephalus Mms.
N. n. 950. M. 1292, 1. Redt. 484 — 2 ed. 845.
Op Schothorst bij Amersfoort in Aug., v. V. — Te Ede, Maitl.—
In Gelderland, Wtt. — Te Hoogeveen, Steenb.
Clytus f.
N. n. 952. M. 1297, 3. Redt. 487 — 2 ed. 851.
Bij Nijmegen, Maitl. — Bij Goor, v. Itt. — In Drenthe, Gock.—
Bij Hoogeveen, Steenb. — Bij Dieren op geveld hout, v. V. —
Aan de Rhedersteeg. W.
N. n. 953. M. 1297, 16. Redt. 488 — 2 ed. 852.
Bij den Haag en l\'trecht, v. d. W. — Bij Leyden en Heemstede,
v. V. — Bij L\'trecht in Junij, Wtt. — In tamelijk aantal bij
Leyden, Kopp. — Te Hoogeveen, Steenb.
M. 1297, 50. Redt. 487 — 2 ed. 851. Panz. Fn. 82, 9.
Bij Cuyk, Everts.
Gracilia Serv.
N. n. 954. M. 1302, 1. Redt. 489 — 2 ed. 854.
Vrij gemeen in huizen te Leyden en den Haag, levende in teenen
manden, v. V. — Te Rotterdam, Snell. — Te \'s Gravenhage, v. d.
W. — In Utrecht, V., Mart. en v. Hass. — In Junij binnen\'s huis
te Amsterdam, Kink. — In Zeeland, H. — In Augustus te Gro-
ningen, de Gav.
Necydalis L.
N. n. 956. M. 1304, 2. Redt. 492 — 2 ed. 856.
Eenmaal aan den Maasoever bij Schiedam beide sexen in copulatie
gevangen, v. W.
1475 Bajulus, L.
1476 Striatnm, L.
1477 Busticus, L.
1478 Arcuatus, L.
1479 Arielis, L.
*1480 Mysticus, L.
1481 Pygmaca, F.
1482 -¥a>r, L.
-ocr page 136-
1£8
M. 1304, 3. Redt. ibid. Panz. Fauna, 41 , f. 21.
Vijf voorwerpen in Mei 1863 binnen Amsterdam gevangen, J. M.Smit.
N. n. 957. M. 1304, 4. Redt. ibid.
Eenmaal te Brammen, v. W.
Stenopterus l.i..
N. n. 955. M. 1307, 2. Redt. 491 — 2 ed. 85Ö.
In Nederland, v. Itt. — Eenmaal bij Driebergen, Six. — Bij
Amersfoort op schermbloemen in Julij, Kink.
Liiiiiin F.
N. n. 962. M. 1314, 1. Redt. 495 — 2 ed. 861. Panz. Fn. 19, f. 1.
Bij Nijmegen, Maitl. — In den Bominelerwaard, v. d. W. — In
Gelderland, v. V. — Bij Hoogeveen, Steenb. — Te Breda, Heyl.
Monocliniiiiis Meg.
N. n. 961. M. 1315, 2. Redt. 495 — 2 ed. 860.
liet wijfje aan de Rliedersteeg eenmaal, W.
AstyilOlllllS Dei.
N. n. 959. M. 1316, 1. Redt. 493 — 2 ed. 857.
Bij Utrecht, v. 1 lass. — In de Provincie Utrecht gemeen, V. —
Bij het huis ter Hejde, Piag. — Bij Arnhem en Ede, v. d. W. —
In de omstreken van Arnhem in Oct., v. V.— Te Velp, deRoo.—
Bij Hoogeveen, Steenb. — Te Groningen, de Gav.
Lio|>tis Sekv.
N. n. 958. M. 1317, 1. Redt. 493 — 2 ed. 858.
Bij den Haag, v. d. VV. — Vrij gemeen in het Haagsche boscli
in Junij en Julij, Everts. — In de duinen, Piag. — In Julij bij
Noordwijk, Utrecht, Amersfoort en op de Gliphoeve, v. V. — In
Junij te Amsterdam, Kink. — Te Utrecht, S. en Six. — In Sept.
op Wikkenburg bij Houten, Wtt. — Bij Hoogeveen, Steenb.
PogOllOchei\'US Meg.
N. n. 960. M. 1321, 7 {Dentatus, Fourcr.). Redt 494 — 2 ed. 859.
In Julij te Leydcn; bij Heemstede in Julij en October niet zeld-
zaam, v. V.— Uit kliuiopranken gekweekt, met zijn\'parasiet, Wtt.—
Bij Bruinmen, v. Itt. — Te Hoogeveen, Steenb. — In Oct. op
meidoorn in het Valkenburg bij Breda, Heyl.
Mesosa Meg.
N. n. 963. M. 1323, 3. Redt. 496 — 2 ed. 862.
Bij Utrecht, S. — Te Empe, v. Eyndh.
16*
1483 Minor, F.
* 1 i84[f?nbellalarum,h.
1485 Rufus, L.
1486 Textor, L.
*1487 SWor, L.
1488 Aedilü, L.
1489 Nebulosus, L.
1490 Pilosus, E.
1491 JV«4i7a, Oliv.
-ocr page 137-
124
Agnpnntliia Sekv.
N. n. 969. M. 1327, 12. Redt. 502 — 2 ed. 869.
Vrij gemeen aan den binnenrand der duinen.
Snperda F.
N. n. 964. M. 1329, 1. Redt. 497 — 2 ed. 864.
Bij Rotterdam, v. d Hoeven. — Aldaar gemeen, Snell. — Te
Bleiswijk en bij Leyden, v. V. — Bij den Haag zeldzaam, v. d. W. —
Te Amsterdam, (irebn. — Te Groningen, v. Bemm. — Te Hooge-
veen, Stecnb. — De larve leeft in populieren.
N. n. 966. M.1329, 7. Redt. ibid. * (~ * •• v
                (*-A-***~^
Bij den Haag zeldzaam, v. V. — Te Hoogeveen, Steenb. — In
Drenthe, Gock. — Bij Utrecht, V. — Te Groningen, de Gav. —
Te Beek in Gelderland, Lewe. — Op Walcheren, W.
N. n. 965. M. 1329, 11. Redt. ibid.
In Junij gemeen op lage populieren aan den duinkant, v. V. —
Aan de Vogelenzang in Junij, Kink. — Te Groningen, de Gav.—
Den 1™ Mei te Beek bij Nijmegen, Six.— Te Hoogeveen, Steenb.
Telrops Kirb.
X. n. 967. M. 1330, 2. Redt. 499 — 2 ed. 865.
Bij Rotterdam en te Leyden in Mei, v. V. — Te Hillegom in
Mei, Kink. — Bij den Haag, v. d. W. — Bij Utrecht, Six. —
Bij Brammen, v. Itt. — Te Hoogeveen, Steenb. — In Junij vrij
gemeen op bloemen van Acltillaea millefolium op de wallen te
Br»\'da, Heyl.
öberea Mbo.
N. n. 968. M. 1333, 1. Redt. 499 — 2 ed. 866.
In de duinen bij Wassenaar, W. en Kopp. — Aldaar 5 Aug.
1860, v. V. — Bij den Haag zeldzaam, v. d. W. — Bij Scheve-
ningen in Sept. v. Br. — Te Brammen, v. Itt.
M. 1333, 8. Redt. ibid.
Te Doesburg, Tcngbergen.
Rhngiiitii F.
Bijvoegs. n°. 969". M. 1340, 1. Redt. 503 — 2 ed 870. Panz. Fn. 82, 3.
Bij Gieten en Rolde in Drenthe, Gock.
N. n. 970. M. 1340, 2. Redt. ibid.
Bij Utrecht, V. en S.
Bijvoegs. n°. 970". M. 1340, 5. Redt 503 — 2 ed. 870.
Twee voorwerpen bij Hoogeveen, Steenb. — Bij Driebergen, Six.—
In Drenthe, Gock. — Bij Brammen, v. Ttt. — Twee voorwerpen te Beek,
Lewe. — Eenige voorwerpen, waaronder eene fraaije var. te Breda, Heyl.
1492 Cardui, L.
1493 Carc/iarias, L.
149-1 Scalaris, L.
1495 Popuhiea, L.
1496 Praeusta, L.
14.97 Ocnlata, L.
*1498 Linearis, L.
*1499 J/cWa*, F.
1500 biquisitor, L.
1501 Bifasciatum, F.
-ocr page 138-
125
Toxotus Meg.
N. n. 971. M. 1342, 4. Redt. 504. — 2 ed. 871.
Te Brummen eenmaal niet zeldzaam; de var. Chrysogaster, Oliv.
komt minder voor, v. W.
1502 Meridianus, L.
Paclivta Meg.
IbOSSexmacnlata,!;. N. n. 972. M. 1344, 13. Redt. 505 — 2 ed. 873.
Eenmaal bij Brummen, v. W. — Ook aldaar in Mei, v. V.
Strangalia Serv.
N. n. 974. M. 1346, 2. Redt. 507 — 2 ed. 874.
Bij Utrecht, S. — In Julij op bloeijend pijpkruid bij Rotterdam,
Snell. — Te Wassenaar den 2»\'» Aug., Grebri. — Te Noordwijk in
Junij, lvink en v. V. — Te Haren, de Gav.
N. n. 973. M. 1340, 3 (Macnlata, Poda). Redt. 507 — 2 ed. 875.
Bij Rotterdam en in Junij te Brummen, v. V. — Bij Putten,
v. Bemin. — Te I[oogeveen, Steenb.
N. n. 975. M. 1346, 11. Redt. 506 — 2 ed. 874.
Bij Brummen niet gemeen, v. W. — Aldaar in Mei, v. V. —
Bij Utrecht meer dan eens, Six. — Bij Amersfoort in Junij, v. V.—
Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 977. M. 13 t6, 16. Redt. 507 — 2 ed. 875.
Te Utrecht, Six. — Te Brummen, v. Itt.
N. n. 970. M. 13 16, 19. Redt. ibid.
Bij Rotterdam, en in Gelderland op verscheidene plaatsen, o. a. te
Beek in Aug., v. V. — Te Amersfoort in Julij, Kink. — Omstre-
ken van Utrecht, v. Hass. — Te Brummen, v. Itt. — Te Hoogeveen,
Steenb. — In Julij bij Breda, Heyl.
Leptitra u.
N. n. 978 {Rubroie3tacea,lll). M. 1347, 2. Redt. 508 — 2 ed.876.
Vrij gemeen te Rotterdam, v. V. — In Julij te Leyden, Kopp.
en v. V. — Te Brummen, v. Itt.
N. n. 979. M. 1347, 13 (Fulva, de Geer). Redt. ibid.
Vrij gemeen in de omstreken van Leyden, de Gr., Kopp. en v. V. —
Bij Utrecht, Six. — Zeer gemeen op Walcheren, H. — Op rozen
in een tuin te Breda, Heyl.
N. n. 980. M. 1347, 23. Redt. 509 — 2 ed. 877.
In Zuid-Holland, v. d. W. — In de omstreken van Utrecht, v.
Hass. — Te Beek den len Mei, Six.
1504 Quarfrifasciata,
L.
1505  Armata, Herbst.
1506       Atra, F.
*1507 Bifasciaia,Schr.
1508 Mdannra, L.
1509 Testacea, L.
1510 Tomeutosa, l\\
1511 Livirfa, ¥.
-ocr page 139-
126
Graiiuiioplera Serv.
N. n. 981. M. 1351, 1. Redt. 2 ed. 878.
In Zuid-Holland, v. d. W. — Bij den Haag op bloemen in Mei,
Snell. — Bij Utrecht, Wtt. — Bij Brammen, v. W.
Bijvoegs. n°. 981". M. 1351, 6. Redt. 510 — 2 ed. 878.
Meer clan eens bij Utrecht, Six. — Te Voorst de larve in klimop-
ranken gevonden en liet volkomen insect uitgekregen den 15«i Mei
1859, Wtt.
1512 Laevis, F.
1513 Ruficornis, F.
PHYTOPHAGA.
Donacin f
N. n. 982. M. 1353, 1. Redt. 511—2 ed. 879.
In Zuid-Holland, v. d. W. — Bij Utrecht, Wtt. — Bij Bram-
men, v. Itt.
N. n. 983 (Cincta, Germ.). M. 1353, 2. Redt. 511 — 2 ed. 880.
Bij Rotterdam in Aug. en bij den Haag in Oct., v. V. — Bij
Haarlem in Julij, Rits. — Op Wikkenburg in Sept., Wtt. — In
Aug. te "Vorden, de Gav.
N. n. 993. M. 1353, 3. Redt. ibid.
In Julij oj) riet bij Rotterdam, zeldzaam, Snell. — Rij Levden , Kopp.
N. n. 984. M. 1353, S. Redt. ibid.
Bij Rotterdam, v. W. — Ik ontving een ex. bij Gouda gevangen,
v. V. — In Maart bij Breda, lleyl.
N. n. 985. M. 1353, 9. Redt. 512 — 2 ed. 880.
Vrij gemeen in Zuid-Holland, v. V. — Zeldzaam bij Rott., Snell.—
In April bij den Haag, v. d. W. — Bij Levden, Kopp. — Zeer
gemeen te Brammen, v. V — In Friesland, G. — In Drenthe,
Gock. — In Dec. onder boomschors op de wallen van Breda, Heyl.
N. n. 986. M. 1353, 11. Redt. ibid.
Zeldzaam in Zuid-Holland, v. V. — Bij den Haag, v. d. \\V. —
Den 26<\'n Oct. op eene Dahlia-bloem in mijn tuin te Levden. —
Te Brummen, v. W.
M. 1353, 14. Redt. ibid.
In December onder den bast der boomen op de wallen van
Breda. Heyl.
N. n. 987. M. 1353, 17. Redt. 513 — 2 ed. 882.
Bij Rotterdam, Snell. — In tamelijk aantal in de omstreken van
Leyden, Kopp. — Te Abcoude in Junij, Kink. — In Junij op de
Gliphoeve en aan de Winkelsteeg bij Hatert, v. V.
1514   Crassipes, F.
1515   Bidens, Oliv.
1516 Dentata, Hoppe.
1517   Bentipes, F.
1518    Leninae, F.
1519 Sagittariae, F.
*1520 Brevicomis, Ahr.
1521 Menyant/ridis, F.
-ocr page 140-
127
N. n. 988. M. 1353, 21. Redt. 513 — 2 ed. 881.
Bij Leyden, Kopp. — Hij Brammen, ?. V.
N. n. 989. M. 1353, 23. Redt. 513 (Semicuprea, Panz.) — 2 ed. 882.
Alom vrij gemeen op waterplanten; de gemeenste der Donacien.
N. n. 990. M. 1353, 25. Redt. ibid.
Bij Schiedam, zeldzaam, v. W. — In Julij bij Utrecht, Six. —
Aan de Rijpwetering, de Gr.
N. n. 991. M. 1353, 27. Redt. 512 — 2 ed. 881.
Gemeen bij den Haag, v. d. W en v. V. — In Mei bij Rotterdam,
Snell. — Bij Leyden, Kopp. — Gemeen op riet in eene sloot aan
den Maredijk bij Leyden, \\V. en v. V.
N. n. 992. M. J353, 30. Redt. ibid.
Bij Leyden, v. V. en Kopp. — Bij Utrecht, Six.— In zeer groot
aantal te Groningen, v. Bemin. — Met de var. Feslucae in Mei bij
den Haag, v. d. W. — Eene prachtige vuurroode var. bij den Haag
Everts. — Eene indigo-blaauwe in Mei bij Utrecht, Six.
Hiieiiionia Meg.
M. 1354, 1. Redt 514 — 2 ed. 803. Panz. Fauna, 24, f. 17.
Op liet eiland Walcheren, de Man.
Zeugophora Kuxze.
N. n. 994. M. 1856, 2. Redt. 515 — 2 ed. 885.
Zeldzaam bij Rotterdam, Snell. — Bij den Haag, v. d. W.— In
Julij te Scheveningen en bij de Glip, op abeelen; ook in Julij op
Schothorst op populieren, v. V. — Aan het huis ter Heyde, Piag.—
In Mei bij Utrecht, Six. — Aldaar op populieren, V.
N. n. 995. M. 1356, 3. Redt. 516 — 2 ed. 886.
Bij Bennebroek en aan de Vogelenzang op populieren, v. V.
Lema F.
M. 1357, 1. Redt. 517 — 2 ed. 886.
Te Hengelo in Julij, Groll.
N. n. 1000. M. 1357, 2. Redt. 518 — 2 ed. 886.
Alom zeer gemeen, vooral op wilgen.
N. n. 999. M. 1357, 5. Redt. ibid.
In April op leliën, Snell. — Bij Voorschoten en Leyden, en in
Aug. bij Heemstede, v. V. — Bij Hillegom in Maart onder dorre
bladeren, Kink. — Bij Utrecht, Six. — Te Hoogeveen, Steenb.
Crioceris Geoffr.
N. n. 996. M. 1358, 2. Redt. 516 — 2 ed. 887.
Op witte leliën te Zwammerdam en te Leyden, v. V. — Te Rotter-
dam, in Mei, Snell. — Bij Wageningen, W. — Te Hoogeveen,
Steenb. — In Zeeland, H.
1522 Z»j«ear«,Hoppe.
1523    Simplex, F.
15 I^Hi/drocfiaridis, F.
1525     Nigra, F.
1526    Sericea, L.
1527   Equisetl, F.
1528   Subspinosa, F.
1529 FlavicoUis,
Marsh.
*1530 Punelieollii,
Curt.
1531   Cyauella, L.
1532   Melauopa, L.
1533 Merdigera, L.
-ocr page 141-
12S
*1534 Bruunea, Y.
1535  \\2-puuclata,Y,.
1536   Asparagi, L.
*1537 Tridenlala, L.
Bijvoegs. ii°. 996". M. 1358, 3. Redt. ibid.
Bij Gieten en Rolde in Drenthe, Gock.
N. n. 997. M. 1358, 5. Redt. 517 — 2 ed. 887.
Bij Wageningen gemeen , W. — In de omstreken van Utrecht,
v. Hass en Six. — Bij Levden, Kopp. — Op Asparagns in Julij op de
duinen, v. V. — Bij Brammen, v. W.
N. n. 998. M. 1358, 14. Redt. 517 — 2 ed. 888.
Zeer gemeen op spergiebedden, door het geheele land.
Clythra Laich.
N. n. 1091. M. 1360, 21. Redt. 560 — 2 ed. 889.
Den 8™ Junij 1848 een enkel exemplaar op den Keijenberg bij
Rcnkuin, v. V. — In Noord-Mrabant, v. W.
N. n. 1090. Al. 1360, 72. Redt. 559 — 2 ed. 891.
Bij Wageningen gemeen, G. — Bij Driebergen, V. — Bij Zeist. Mart.
Bijvoegs. n°. 1090«. M. 1360, 93. Redt. 562 — 2 ed. 891.
Aan de Bildt in April, te Soest in Julij en te Amsterdam in Aug.,
Kink. — In de omstreken van Maastricht, Maur.
M. 1360, 104. Reilt. 562 — 2 ed. 892.
Ken voorwerp in de omstreken van Utrecht, Six.
Lnni|>i\'o*omn Kikb.
N. n. 1085. M. 1361, 1. Redt. 556 {Oomorphns cone.) — 2 ed. 893.
Op de heide bij Zeist, v. V.
Colnpluis Meg.
K n. 1084. M. 1302, 5. Redt. 556 — 2 ed. 925.
Eenmaal te Brummen, v. W. — In 1860 schadelijk te Haren op
knollenloof\', Cl. Mnld.
lii\'ouiiiis Chevk.
N. n. 1088. M. 1365, 1. Redt. 558 — 2 ed. 893.
Eenige voorwerpen bij Zeist, v. V. — Bij Breda, Heyl. — Bij
Brummen, v. Itt.
N. n. 1089. M. 1365, 2. Redt. ibid.
Tweemaal te Brummen, v. Itt.
Crjploceplmhis Geoffr.
N. n. 1092. M. 1370, 34. Redt. 566 — 2 ed. 897.
Eenmaal te Amersfoort op berken, v. W.— Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 1094. M. 1370, 61. Redt. 567 — 2 ed. 898.
Op de duinen van Holland somwijlen gemeen in de bloemen van M<
Leoniodon
en Hieracinm, v. V. — Eenmaal op den Keijenberg bij
Renkum in Junij, v. V. — Te Hoogeveen, Steenb. — In AToord-
Brabant, Roel.
1538     Q/mdripun-
ctala, L.
1539     Cyam\'a, F.
1540 Bucephala, ¥.
*154] Co>tcohr,StuTm.
1542  Sop/iiae, Schall.
1543   Obscnrus, L.
*1544 Ptów, F.
*1545 Sexpunctaiue,li.
1546 Serie f ns, L.
-ocr page 142-
129
M. 1370, 72. Redt. 572 — 2 ed. 904.
Bij Haarlem, Groll.
Redt. ibid. Suflr. Za«» <?«*. II, 160.
Eenmaal bij Driebergen, Six.
N. n. 1095. M. 1370, 78. Redt. 568 — 2 ed. 899.
Op berken bij Amersfoort in het najaar, v. W. — TeHoogeveen,
Steenb. — In de omstreken van Breda, Heyl.— Te Driebergen, Six.
N. n. 1096. M. 1370, 90. Redt. 569 — 2 ed. 901.
Bij Brummen, v. V. — Aan de Bildt, Six. — Bij Maartensdijk,
Mart. — In Junij op Frankendaal bij Amsterdam, Kink. — In de
duinen bij den Haag, v. d. W. en Snell.
Bijvoegs. n°. 1096". M. 1370, 95.
Bij Hoogeveen, Steenb. — In Junij op bloeijende Spiraeën te
Breda, Heyl.
N. n. 1097. M. 1370, 102. Redt. 568 — 2 ed. 900.
In het najaar op berken te Amersfoort, v. W. — Bij Maars-
bergen, Piag. — In Noord-Brabant, Roel.
N. n. 1093. M. 1730, 110. Redt. 570 — 2 ed. 901.
Bij Utrecht, Six en v. V. — Te Brummen, v.ltt. — Bij Breda, Heyl.
Bijvoegs. n«. 1093«. M. 1370, 116. Redt. 570 — 2 ed. 9U2.
Een gepaard paar bij Utrecht, Six. — In Julij bij Harender-
molen , de Gav.
M. 1370, 123. Redt. 571 — 2 ed. 903.
In de Scheveningsche duinen, Piag. en Everts — Een voorwerp
den 5cn Aug. te Wort-Rhede, v. V.
N. n. 1100. M. 1370, 129. Redt. ibid.
Op het eiland Walcheren, G. — In de duinen, Piag. — In Julij
en Sept. op de Gliphoeve, in Julij zeer gemeen op zekere duinweide
bij den Haag; voorts te Noordwijk, Wassenaar en Driebergen, v. V. —
In Junij bij de Bildt, Six. — Aan de Vogelenzang in Junij, en op
de heide te Velp in Julij, Kink.
M. 1370, 132. Fabr. S. E. II, 57, 85. Suflr. Lin. ent. III, pag. 78.
N°. 98. Redt. 2 ed. 903.
Den 81en Aug. 1854 een ex. op een elzenboom bij den Haag, Snell.
N. n. 1101. M. 1370, 133. Redt. 2 ed. 900.
Bij den Haag in Julij en Aug., v. d. W. — In Aug. bij Wasse-
naar en in Sept. te Heemstede, v. V.
N. n. 1099. M. 1370, 135. Redt. 570 — 2 ed. 901.
Op berken bij Wassenaar, den Haag en Brummen in Julij, v. V.—
Bij Maarsbergen, Piag. — Te Driebergen in Oct, Six. — Aan de
Vuursche in Julij, v. V. — In Noord-Brabant, Roel.
17
*1547 Pint, L.
1548  Abieiis, Knoch.
1549    Nitens, L.
1550    Moraei, L.
*155110-punctatus,Jj.
1552   Flavilabris, F.
1553 Bipunctatus, L.
1554    Vitlatus, F.
1555   Pygmaeus, F.
1556   Minulus, F.
*1557 Pusillm, F.
1558 Gracilis, F.
1559 Labiaius, L.
-ocr page 143-
180
1560 Gemims, Meg.
N. n. 1098. M. 1370, 138. Redt. ibid.
Bij Rotterdam op wilgen en bij den Haag, Snell. — Op berken
bij Wassenaar en op vruchtboomen bij Heemstede in de lente; bij
Bruinmen in Julij, v. V. — Te Haarlem, Buse. — Te Noordwijk
in Junij, Kink. — Bij Driebergen, Six. — Bij Maarsbergen, Piag.
Pachybrachvs Suffr.
M. 1371, 9. Redt. 563 — 2 ed. 905. Panz. Fauna, 68. fig. 13.
Op liet laatst van Julij zes voorwerpen in de Wassenaarsche duinen,
Piag. — Ter zelfder plaatse in Junij, v. V.
Tilliai\'cllil Meg.
N. n. 1054. M. 1374, 7. Redt. 543 — 2 ed. 907.
Aan de Rhedersteeg, W. — Larve en kever (de laatste in Aug.)
op het buitengoed Rhienderstein bij Brammen, v. V. — Bij Zut-
phen, v. Eyndh. en v. Bemin.
N. n. 1055. M. 1374, 36. Redt. ibid.
Bij Leyden, v. V. — In Gelderland, W. — Te Zutphen, v.
Eyndh. — Te Voorst in Mei, Wtt. en v. V.
Chrysomela l.
N. n. 1063. M. 1375, 18. Redt. 545 — 2 ed. 909.
In Zuid-Holland, v. d. W. — Bij Leyden, v. V. — Te Hillegom
in Maart onder mos, Kink. — In Januarij bij Usselstein, Snell.—
Te Groningen, de Gav. — Te Hoogeveen, Steenb.
N. n. 1067. M. 1375, 27. Redt. 546 — 2 ed. 911.
Bij Leyden en in Gelderland, v. V. — Bij Utrecht, Wtt. —Bij
Brummen, v. W.
N. n. 1056. M. 1375, 28. Redt. 547 — 2 ed. 911.
Bij Leyden, Kopp. en v. V. — Bij den Ha;ig en bij Arnhem,
v. d. W. — In Mei en weder in Sept. op de dijken bij Amsterdam,
Kink. — Te Groningen, de Gav. — Bij Brummen, v. V.
N. n. 1057. M. 1375, 51. Redt. ibid.
Bij Katwijk en Schevemngen, en in Julij te Oestgeest in het gras,
v. V. —• In de omstreken van Leyden, Kopp. en Wtt. — Bij den
Haag in Sept., Snell. — Te Groningen, de Gav.
N. n. 1058. M. 1375, 66. Redt. 545 — 2 ed. 909.
Tweemaal bij Rotterdam, Snell. — Bij Wassenaar, W. — In
tamelijken overvloed in Noord-Brabant, Wtt.
N. n. 1059. M. 1375, 70. Redt. 544 — 2 ed. 908.
Te Overveen in Julij op Salix repens, Kink. — In Sept. bij
Rotterdam, Snell.
1561 Hieroglyphicusjiï.
1562 Teuebricosa,l\\
1563 Coriaria, F.
1564 Staphylaea, L.
1565 Varians, i\\
1566 (joettingensis,\\i
1567 Ilaemoplera, L,
1568 Sa7iguinolenta,\\i.
1569 Limbala, F.
-ocr page 144-
131
N. n. 1068. M. 1375, 89. Redt. 546 — 2 ed. 911.
Bij Brammen in Aug., v. Itt, v. W. en v. V. — In Aug. bij
Haren, de Gav. — Een groot getal voorwerpen van kleine gestalte
op Schothorst bij Amersfoort in Julij en Aug., v. V.
M. 1375, 90. Redt. 2 ed. 911. Duftschm., Fauna, III. 192, 50.
De variëteit Herbacea, Duftschm. den 18<n Mei te Brammen, v. V.
I N. n. 1065. M. 1375, 93. Redt. 546 — 2 ed. 910.
Rij Rotterdam in Julij, Snell. — Bij Utrecht, S. en Six. — Ik
zag eens een doos vol dezer dieren uit de omstreken van Leyden,
doch vond er zelf nimmer een, v. V.
N. n. 1066. M. 1375, 95. Redt. 545 — 2 ed. 909.
Zeer geineen op doove netelen (Lamiui/i album). — Eene zwarte
verscheidenheid is bij Leyden in April en in Julij niet zeer zeldzaam,
Kopp. en v. V.
N. n. 1069. M. 1375, 102. Redt. 547 — 2 ed. 912.
Bij Bruminen, v. Itt.
N. n. 1064. M. 1375, 105. Redt. 545 — 2 ed. 909.
Nog geineener dan Fastuosa, en op velerlei planten aan te treffen.
N. n. 1060. M. 1375, 108. Redt. 548 — 2 cd. 913.
Op brandnetelen bij Rott., Snell. — Aan de Oude Plas aldaar,
Piag. — Bij Leyden in Sept., v. V.
N. n. 1062. M. 1375, 113. Redt. 549 — 2 ed. 913.
Eenmaal in Holland, v. d. W. — Op brandnetelen bij Rotterdam,
zeldzaam, Snell. — Te Beek in Mei, Six. — In zeer groot aantal
op enkele planten van hertshooi (Hypericum perfuratum) in Julij
op Heidestein bij Renkuni, v. V.
N. n. 1061. M. 1375, 117. Redt. 548 — 2 ed. 913.
In Zuid-Holland, v. d. W.
Linn Mbo.
N. n. 1072. M. 1376, 1. Redt. 551 — 2 ed. 918.
In Aug. op Schothorst bij jAmersfoort, v. V. — Te Wamsveld
bij Zutphen in Aug., Grebner. — In Gelderland, Snell. — De
blaauwe var. bij Bruminen, zeldzaam, v. VV.
N. n. 1073. M. 1376, 2. Redt. 551 — 2 ed. 917.
Zeer gemeen in de duinen in April en Mei, op duinwilgen en in
de wagenspooren, v. d. W, de Gr. en v. V. — Te Groningen, de
Gav. — Bij Bruminen, v. W.
N. n. 1070. M. 1376, 8. Redt. ibid.
Op populieren bij Rotterdam en achter Rhederoord in Aug., v. V.—
Op de duinen bij den Haag in Juuij, v. V. — In Drenthe,Gock.—
Te Hoogeveen, Steenb.
17*
1570 Violacea, Panz.
1571    Meuthaslri,
Suflr.
1572   Gramimt, L.
1573   Fastuosa, L.
*1574   Cerealis, L.
1575     Polila, L.
1576    Lamina, F.
1577     *Wa, F.
*1578 Geminata,Panz.
1579 Aenea, L.
1880 Collaris, L.
1581 j?0jm#, L.
-ocr page 145-
132
N. n. 1701. M. 1376, 9. Redt. 551 — 2 ed. 918.
Op populieren, zeer zeldzaam, v. V. — In September in de om-
streken van Groningen, de Gav.
Goiiioctena Chevr.
N. n. 1087. M. 1378, 1 [rufipes. de Geer). Redt. 558 — 2 ed. 919.
De type met eene schier ongevlekte verscheidenheid te Brammen, v. W.
N. n. 1086. M. 1378, 8. Redt. 557 — 2 ed. 919.
Bij Utrecht, V. — Bij Driebergen in Junij en aan de Bildt in
Aug.; te Beek in de eerste dagen van Mei, Six. — In September
op brem aan het huis ter lieyde, Kink. — Aldaar en bij Maars-
bergen, Piag. — Bij Zeist, Snell. — Te Brammen, v. Itt. — Te
Noordwijk en in Gelderland op brem, v V.
M. 1378, 12. Redt. 557 (Dispar, Payk.) — 2 ed. 920.
Bij Paterswolde in Mei, de Gav.
Gastl\'Ophysa Chevr.
N. il. 1075. M. 1379, 1. Redt. 553 — 2 ed. 921.
Gemeen in Friesland, G. — Bij Hoogeveen, Steenb. — In Mei
aan de Bildt, Six. — Bij Brammen v. Itt. — In Julij te Arnhem,
de Gav. — Op waterpeper bij Rotterdam, niet gemeen, Snell. —
In Junij en Aug. op de dijken aan het IJ bij Amsterdam, Kink. —
Omstreken van Leyden, Kopp.
N. n. 1076. M. 1379, 2. Redt., ibid.
Vrij gemeen op zuring door het geheele land.
Plagiodera Chevr.
N. n. 1074 M. 1380, 1. Redt. ibid.
Op wilgen bij den Haag, Leyden, Brammen, Bloemendaal, enz.
v. V. — Bij Kralingen en Katendrecht, Piag. — In Junij op wil-
gen bij Amsterdam, Kink.— In Mei bij Utrecht, Six. — Te Voorst
en op Wikkenburg in September, Wtt. — Bij Groningen, de Gav.
Bijvoegs. n°. 1078« [Graminicola, Dfts.). M. 1381,4.Redt. 554 — 2 ed. 922.
Bij Utrecht, Six. — Eenige voorwerpen bij Vianen, Everts.
Phaedon Meg.
N. n. 1078. M. 1381, 8. Redt. 554 — 2 ed. 922.
Somtijds bij honderden op mierikswortel, v. V. — Te Leyden,
Kopp. — In April op riet bij Rotterdam, Snell.
M. 1381, 12. Redt. 2 ed. 922.
In April onder aangespoeld riet aan den IJkant bij Amster-
dam, Kinker.
1582 Tremulae, F.
1 b8\'6Decempuncta(a,h
1584 Litura, F.
1585 Pallida, L.
1586 Polygoni, L.
1587 Rapliani, F.
1588 Armoraciae, L.
1589Py«\'i!o,sa,01iv.
1590 CocMeariae, F.
1591 Concmnus, Steph.
-ocr page 146-
133
Pliratora Chevr.
M. 1382, 1. Redt. 2 ed. 923.
Bij Amsterdam in Mei, Grebner. — Aldaar in Febr. en Maart,
Kink. — Bij Kralingen en in het Overmaassche, Piag. — Te Does-
burg en in Mei in Julij te Groningen, de Gav. — Te Voorst, Wtt.
N. n. 1077. M. 1382, 3. Redt. 554 — 2 ed. 923.
Veel gemeener dan de vorige. — Op popels en wilgen bij Leyden,
Kopp. en v. V. — Bij Rotterdam, Scheveningen, de Vogelenzang en
Brummen in Mei, v. V. — Te Amsterdam in Mei, Grebn. — Te
Utrecht in Mei, Six. — Te Voorst, Wtt. — Te Groningen in
Augustus, de Gav.
Prasociiris Latr.
N. n. 1083. M. 1383, 1. Redt. 556 — 2 ed. 924.
Bij Leyden en in Mei bij Heemstede, v. V.— Bij Utrecht,Six.—
In Junij te Abcoude, in Mei bij Ede, Kink.
N. n. 1079. M. 1383, 5. Redt. 555 — 2 ed. 924.
Bij Rotterdam op wilde kervel in Julij, Snell. — In Julij op de
Gliphoeve, v. V. — Te Haarlem, Buse. — In Maart bij Amsterdam
en in Mei aan de Bildt, Kink. — Vrij gemeen in Mei in de om-
streken van Utrecht, Six.
N. n. 1080. M. 1383, 8. Redt. 2 ed. 924.
Bij Leyden, zeer zeldzaam, v. V.
N. n. 1081. M. 1883, 9. Redt. 555 — 2 ed. 924.
Menigvuldig op bloeijende waterplanten bij Leyden, v. V. — Als
larve, pop en kever in den wortel van Slum latifoliuin. S. — Aan
de Oude Plas bij Rotterdam, Piag. — In April aan de Bildt, Kink. —
In Mei bij Utrecht, Six. — Te Breda, Heyl.
N. n. 1082. M. 1383, 13. Redt. ibid. {Violacea).
In Zuid-Holland, v. d. W. — Op elzen en populieren bij Rot-
terdam, doch niet geineen, Snell.
Adimoiiia Laich.
N. n. 1012. M. 1384, 12. Redt. 523 — 2 ed. 926.
Op de duinen bij Wassenaar en Katwijk, en in October te Noord-
wijk, v. V. — Op de duinen van Overveen, Kink. — Te Wrasse-
naar, Wtt. en Snell.
N. n. 1013. M. 1384, 15. Redt. ibid.
Op de duinen, zeldzaam, v. V. — Bij den Haag, Snell. — Bij
Utrecht, Six. — Te Hoogeveen, Steenb. — In Julij te Brummen, v. V.
1592 Vulgatissima,\\i.
1593 Fitellinae, L.
1594 Aucla, F.
1595 Margiuella, L.
*1596 Hanoveriana, F.
1597 PAellautlrii, L.
*1598 Beccabungae. 111.
1599 Tanaceü, L.
1600 Ruslica, F.
-ocr page 147-
134
1601   Sanguinea, F.
1602   Capraeae, U.
N n.. 1014. M. 1384, 55. Redt. 523 — 2 ed. 927.
Zeldzaam. Eenmaal bij Ledden en eenmaal in April op de Glip-
hoeve, v. V. — In April op Rozenburg bij Amsterdam, Kink.
N. n. 1015. M. 1384, 57. Redt. ibid.
Op wilgen in Mei te Noordwijk, v. V. — In Mei bij Amster-
dam, Kink. — Omstreken van Utrecht, van Flass. — Aan de Bildt
in April, Six. — Bij Harkstede in April, de Gav.
CillcrilCil Geoffr.
N. n. 1017. M. 1385, 1. Redt. 524 — 2 ed. 927.
Rij Rotterdam gemeen, Snell. — In April op wilgen te Hillegom,
Kink. — Hij Utrecht op wilgen, V. en v. V. — Bij Leeuwarden,
G. — Bij Breda, Heyl.
N. n. 1016. M. 13Sj, ;j {Xanthomelaena, Schr.). Redt. 524 — 2 ed. 928.
In Holland, v. \\V. — Hij Rotterdam, Piag. — In Sept. op
Lythrum saliearia aan den oever van de Haarlemmermeer, v. V. —
Aan de Bildt in April, Six.
N. n. 1018. M. 13S3, 4. Redt. ibid.
In Maart bij Amsterdam, in April bij Hillegom, Kink. — Op
Bnmex hydroi\'apal/mm, v. V. — In Aug. bij Utrecht, Six. — A1-
daar op Nyiiiphaca lulea, S.
De var. Sagittarïae niet zeldzaam op allerlei waterplanten.
N. n. 1019. M. 1383, 6. Redt. ibid.
Gemeen bij Rotterdam, Snell. •— Tn de omstreken van Kralingen,
Piag. — Op waterwilgen bij Uevden in September en te Noordwijk,
v. V. — Hij Utrecht, Six. — Bij Hoogeveen, Steenb.
Agelasticn Chevr.
N. n. 1021. M. 1888, 1. Redt. 525 — 2 ed. 930.
Zeer gemeen door het gelieele land, meest op elzen.
N. n. 1020 (Nlgricornis, F.). M. 13S3, 2. Redt. ibid.
In Sept. bij Scheveiiingen, v. Br. — In Aug. bij den Haag, Snell. —
Omstreken van Uevden, Kopji. — In Oct. op het duin bij Over-
veen, Kink. — Te Zandpoort, Piag. — Te Brummen, v. Itt.
Pliyllobrotica Chevr.
N. n. 1022. M. 1389, 1. Redt. 525 — 2 ed. 931.
In Julij bij Rotterdam, Sn. — Bij Ueyden, Kopp. en v. V. —
Bij Utrecht, Six. — Te Hoogeveen, Steenb.
Luperus Geoffr.
N. n. 1023. M. 1390, 27. Redt. 526 — 2 ed. 932.
Op berken bij den Haag en in Junij in Gelderland, v. V. — Bij
Maarsbergen, Piag. — Te Driebergen en te Beek in Mei, Six. —
Te Brummen, v. W. — Te Groningen, de Gav.
1603 Vibumi, Payk.
1604 Calwariensis, F.
1605 Nymphaeae, L.
1606 Lineola, F.
1607 Alni, L.
1608 Halensis, L.
1609 Q,uadrimacH-
lata,
L.
1610 Jtn/lpes, F.
-ocr page 148-
135
N. n. 1024 M. 1390, 30. Redt. 527 — 2 ed. 932.
()]> berketi bij Wassenaar en in de omstreken van Arnhem in
Junij, v. V. — Bij Brammen, v. Itt.
Crepidoder.a Chevr.
M. 1394, 5. Redt. 529 — 2 ed. 936.
Te Vorden in Junij, Groll.
N. n. 1026. M. 1394, 7. Redt. 528 — 2 ed. 934.
Een paar aan den oever van de Haarlemmermeer, half Julij, v. V. —
Rij Kralingen, Riag.— Bij Utrecht en in September bij Amersfoort,
Six. — Te Helpman en te Groningen in Aug., de Gav.
N. n. 1027 (Exoleta, E. H.). M. 1394, 9. Redt. ibid.
Bij Leyden, Wassenaar, Noordwijk en Heemstede, v. V. — Bij
Amsterdam in Aug., Kink. — Bij Groningen in Julij, de Gav.
N. n. 1029. M. 1394, 24. Redt. 528 — 2 ed. 935.
Zeer gemeen op wilgen.
N. n. 1028. M. 1394, 29. Redt. ibid.
Bij Leyden, H. — In Sept. op de Gliphoeve eenmaal, v. V.
Graplodera Chevr.
M. 1395, 1. Re.lt. 527 — 2 ed. 934.
Te Noord wijk in Mei en te Drummen in Junij, v. V. — Aan
het huis ter Heide, Riag. — Te Voorst, Wtt.
N. n. 1025. M. 1395, 11. Redt. 528 — 2 ed. 934.
In het Ovennaassche, Riag.— In Maart bij Hillegom en in Julij
te Velp, Kink. — Bij Utrecht, Six. — In den Haarlemmermeer-
polder, v. Bemin. — Te Rhederoord in Julij zeer gemeen op Epi-
lobium awjusllfolium
, v. V.
ApIltllOlia Chevr.
N. n. 1038. M. 1397, 14. Redt. 531 — 2 ed. 938.
In liet vroege voorjaar op Iris pseurlacorus bij Leyden, v. V. —
Bij Haarlem, Duse.
N. n. 1037. M. 1397, 26. Redt. 531 — 2 ed. 937.
1611 Flavipe», L.
*1612 Salicar iae,¥ayk.
1613 Impressa, F.
1614    Ferruginea,
Sclir.
1615   Helxines, L.
*1616 Modeeri, L.
1617 Erncae, Oliv.
1618 Oleracea, L.
1619 Coerulea, Payk.
1620 Euphorbiae, F.
*T621 Atrococrulea,
Steph.
Overal zeer gemeen.
M.
1397, 28. Redt. 531 (Cyanella) — 2 ed. 938.
In September op de Katwijksche duinen, v. d. W.
Argopus Eisch.
M. 1398, 3. Redt. 541 — 2 ed. 949.
In Junij bij Utrecht, Groll.
* 16 2 2 Hemisphaericus,
Dftschm.
-ocr page 149-
136
1623 Cardui, Kirb. , M. 1399, 1. Redt. 542 — 2 ed. 950. Gyll. Ins. Suec. IV, 658,
n°. 23 — 24.
Bij den Haag in Julij, v. d. W. — Mede in Julij op Sterken-
burg en te Brammen, v. V. — Te Groningen, de Gav.
1624 Teslaceus, F.
N. n. 1053. M. 1399, 2. Redt. 542 — 2 ed. 949.
Op de duinen bij den Haag, Sn. — Bij Leyden en op de Glip-
hoeve in Aug., v. V. — Bij Utrecht, Six. en V.
Phyllotreta Eoud.
1625 Anlennata^i. H.
1626   Alra, Payk.
1627   Zepirfii,KH.
1628   Nnnorum, L.
M. 1400, 1. Redt. 530 — 2 ed. 937.
In Holland, de Haan.
N. n. 1033. M. 1400, 4. Redt. ibid.
Twee voorwerpen te Rocagne, Piag. — In Mei bij Amsterdam,
Kink. — Bij Utrecht, S. — Bij Brummen in Julij, v. V. — Ge-
meen te Renkum, AVtt.
N. n. 1032. M. 1400, 10. Redt. ibid.
Eens in Julij gemeen te Brummen op bloeijende peen, v. V.
N. n. J039. M. 1400, 19. Redt. 532 — 2 ed. 938.
In Mei bij den Haag; geineen op hop en kool in Gelderland
in Junij, v. V. — Bij Utrecht, v. Hass. — Tn Maart en Mei
bij Amsterdam en in Julij te Soest, Piaget. — In April te
Haren, de Gav.
N. n. 1031. M. 1400, 22. Redt. 532 — 2 ed. 939.
Aan slootkanten bij I ieyde-n, v. V. — In het Overmaassche, Piag.
N. n. 1030. M. 1400, 24. Redt. ibid.
Bij Leyden, zeldzaam, v. V. — In het Overmaassche land, Piag. —
In Febr. en Maart onder aanspoelsel bij Amsterdam; in April aan de
Bildt, Kink. — Gemeen op knollenloof te Voorst, Wtt.
Podagrica Chkvr.
N. n. 1036. M. 1401, 8. Redt. 530 — 2 ed. 936.
Op dessertbladeren te Voorst, Wtt. — In Julij op Sterkenburg
bij Driebergen, v. V.
Plectroscelis Chevr.
Bijvoegs. n°. 1051". M. 1403, 6. Redt. 540 — 2 ed. 947.
In Junij bij Leyden, v. V. — Tn Maart onder boommos bij
Amsterdam, Kink. — In Maart te Utrecht. Six. — In September
bij het huis ter Heide, Piag. — Op kool in Junij te Voorst
gemeen, Wtt.
M. 1403, 21. Redt. ibid.
In April onder aangespoelde ruigte aan den oever van den Schin-
kel bij Amsterdam, Kink.
1629 Flexuosa, E.H.
1630 Brafsdcae, F.
1631 Fuscicomis, L.
1632 Dmtipes,E.}i.
*1633 Sah/bergii,Gy]\\.
-ocr page 150-
137
N. n. 1051. M. 1403, 22. Redt. ibid.
Bij Scheveningen in October, v. Br. — In Maart onder aange-
spoelde ruigte aan den Schinkel, Kink.
Balaiioiiiorplia Ghevr.
N. n. 1034. M. 1405, 1. Redt. 529 — 2 ed. 936.
In April en Mei bij den Haag, v. V.— In Oct. te Driebergen, Six.
N. n. 1035. M. 1405, 2. Redt. 2 ed. 939.
In September bij Scheveningen. v. Br.
Il.illic.i h.i..
{Thyamis, Steph. Mars.)
M. 1409, 1. Redt. 583 — 2 ed. 940. Panz. Fauna, 21, fig. 17.
In Julij in zeer groot aantal bij Brummen, v. V.
Bijvoeg*. n°. 1014". M. 1409, 3 {Apicalis, Beek). Ratz. 535 — 2 ed.942.
Te Utrecht, Six.
M. 1409, 5 {Melanoce.phala, Gyll.). Redt. 534 — 2 ed. 941.
Op den zeedijk der Zuiderzee, niet ver van Kampen, v. V.
N. n. 1044. M. 1409, 11. Rrdt. 535 — 2 ed. 942.
Eenmaal bij Leyden, v. V. — In Oct. bij Driebergen, Six.
N. n. 1041. M. 1409, 21. Redt. 534 — 2 ed. 942.
Gemeen bij Rotterdam, Snell. — In April en Mei op dijken
in den omtrek van Amsterdam, Kink. — In Maart bij Utrecht,
Six. — In September bij het huis ter Heide, Piag. — In Augus-
tus te Wort-Rhede, v. V.
M. 1409, 5». Redt. 534 — 2 ed. 941.
In Julij op Beekhuizen bij Velp op heide, Kink.
M. 1409, 64. Redt. 536 — 2 ed. 943.
In Januarij en Maart te Amsterdam en Hillegom onder dorre
bladeren, Kink.
N. n. 1040. M. 1409, 70. Redt. 534 — 2 ed. 941.
In September bij Scheveningen, v. Br.
N. n. 1042. M. 1409, 80. Redt. 534 — 2 ed. 942.
Gemeen op bloeijende radijs, v. V. — In Maart gemeen in de
omstreken van Utrecht, Six.
N. n. 1013. M. 1409, 92. Redt. 533 — 2 ed. 940.
Bij den Haag, v. d. W. en v. V. — In Julij en Aug. gemeen
op sommige planten van Senecio Jacobaea, in Zuid-Holland en Gel-
derland, v. V. — Te Hillegom in Sept., Kink.
N. n. 1046. II. 1409, 95. Redt 2 ed. 941.
Bij Rotterdam, Gijsb. 11.
18
*1634 Aridella, Pnyk.
1635 Rustica, L.
*1636 Chrysanlhemi,
E. H.
1637 Verbasci, Pan/..
*1638 Analis, Creutz.
1639   Alricapillus,
Dftschm.
1640   Hohatica, L.
1641   Alricilfa, L.
*1642 Ptwiffa, Gyll.
*1643 Anckusae, Payk.
*1644 Lurida, Scop.
J645 Nasturlii, F.
1646 7\'aWa, F.
*1647 OcAroleuca,
Marsh.
-ocr page 151-
138
N. n. 1045. M. 1409, 103. Redt. 535 — 2 ed. 943.
Bij Leyden en in Augustus te Heemstede, v. V. — Op vlas, Wtt. —
In de omstreken van Utrecht, Six. — Te Zutphen, v. Eyndh.
Dibolia Lalk.
N. n. 1052. M. 1410, 10. Redt. 511 — 2 ed. 949.
In April 1851 in menigte op de duinen bij den Haag achter de
Beeklaan, v. V. — Te Amersfoort in Julij, v. d. VV.
Psy Modes Late.
N. n. 1048. M. 1411, 2. Redt. 537 — 2 ed. 945.
Rij den Haag in April en te Brummen, v. V. — Bij Leyden,
de Gr. — In Oct. aldaar, v. V. — In den Haarlemmermeer-polder
schadelijk, Wtt. — Bij Utrecht, v. Hass.
M. 1411, 7. Redt. 530 (Rapae, UI.) — 2 ed. 946.
In April op Frankendaal bij Amsterdam op Glechoma hedera-
cea,
Kinker.
N. n. 1050. M. 1411, 25. Redt. 536 — 2 ed. 944.
fn Zeeland, de Bruyne. — Eene geheel geele var. bij Leyden,
Kopp. — De type aldaar, v. V. — In Friesland, G.
M. 1411 , 28. Redt. 539 — 2 ed. 945.
In groote menigte in een elzenlaantje bij den Blaauwen steen
in Junij, v. V.
N. n. 1047. M. 1411, 34. Redt. 537 — 2 ed. 944.
Eenmaal in Oct. op elf\'rank bij Bennebroek, v. V. — In April
op een der dijken bij Amsterdam, Kinker.
N. n. 1049. M. 1411, 44. Redt. 538 — 2 ed. 946.
Bij Rotterdam, Gijsb. H. — Te Noordwijk in Julij, v. V.
Hispa u.
N. n. 1001. M. 1412, 1. Redt. 518 — 2 ed. 951.
Brie exemplaren op den Amersfoortschen berg in Junij, v. V. —
Bij de Bildt in Aug. niet zeldzaam, Six. — Bt^icheveningeiv, Kv*rts-
Cassidti L.
N. n. 1003. M. 1414, 4. Redt. 520 — 2 ed. 953.
Zeer gemeen bij Rijnsburg op eene soort van Inula, W. en v. V.—
Bij Utrecht, V. — Bij Utrecht en Driebergen, Six.
M. 1414, 6. Redt. ibid.
Twee voorwerpen aan het huis ter Heide, Piag. — Een voorwerp
op de duinen bij den Haag in de vlugt gevangen, in Julij, Everts.
1648 Parvula, Payk.
1649 Cyno(jlo8si,Y*.\\:l.
1650 Chrysocephala, L.
*1651 Napi, E. H.
165* Affinis, Pavk.
16bZ JïuJilabris,E. H.
*1654 Dulcamarae,
E. II.
1655 Cueullata, UI.
1656 /&ra, L.
1657 Murraea, L.
1658 Sanguinosa,
Creutz.
-ocr page 152-
139
N. n. 1004. M. 1414, 10. Redt. ibid.
Bij Rotterdam gemeen, Snell. — Op distelen bij Leyden gemeen,
Kopp. en v. V. — In April en Mei bij Amsterdam, Kink. —
Bij Oosterbeek, v. Bemin. — In Gelderland, waarschijnlijk te
Voorst, Wtt.
N. n. 1005. M. 1414, 14. Redt. 520 — 2 ed. 953.
Bij Brummen, v. W. — Bij Utrecht, Six.
M. 1414, 26. Redt. 521, — 2 ed. 954.
In Junij op de llollandsche duinen, Piag.
N. n. 1007. M. 1414, 36. Redt. 521 — 2 ed. 954.
Bij Leyden en in Aug. te Brummen, v. V. — Ln de Hollandsche
duinen, Piag. — In Mei aan de Vogelenzang, Kink. — Bij Rot-
terdam in Aug., Snell. — Te Keppel, Burgersd.
De var. Pitlchella, Panz. uit liet Westland ontvangen van den heer van
der Wulp en tweemaal bij Heemstede gevangen, v. V. — De var.
Viridnla, Payk. in April bij Utrecht, Six en V.— Op Walcheren, H.
N. n. 1006. M. 1414, 41. Redt. ibid.
Op zuring bij Rotterdam, Snell. — In Sept. bij den Haag en in
Aug te Wassenaar en te Brummen, v. V. — Ter laatstgenoemde
plaats mede, v. W.
N. n. 1011. M. 1414, 50. Redt. 522 — 2 ed. 955.
De gemeenste der schildpad-torretjes, schier door het geheele
land aangetroffen.
N. n. 1010. M. 1414, 51. Redt. ibid.
Eenmaal in Holland, v. V.
N. n. 1009. M. 1414, 53. Redt. 521 — 2 ed. 954.
Bij Rotterdam, Gijsb. H. en Snell.— In April bij Bennebroek, v.V.
N. n. 1002. M. 1414, 56. Redt. 519 — 2 ed. 952.
In het voorjaar aan de Morsch bij Leyden, v. V. — Bij Ley-
den, Kopp. — Vrij gemeen in Julij bij Rotterdam, Snell. en
Piag. — Bij Utrecht, Six. — In de omstreken van Groningen, de
Gav. — Bij Hoogeveen, Steenb.
M. 1414, 58. Redt. 519 — 2 ed. 952.
ln Junij in de duinen, Piag. — In Augustus bij Driebergen, Six.
1659 Rubiginosa, 111.
1660 Vibex, L.
*1661 Sügmatica,l\\\\.
1662 Nobifis, L.
1663 Margaritacea,¥.
1664 Nebufosa, L,
*1665 Ferruginea, F.
*1666 Obsolete/,, 111.
1667 Eqnestris, F.
1168 Hemisphaerica,
llerbst.
EK0TYLIDEA.
TriplilX Payk.
N. n. 519. M. 1415, 1. Redt. 201
Eenmaal bij Leyden, v. V.
2 ed. 375.
1669 Russica, L.
18*
-ocr page 153-
140
EllglS Payk.
N. n. 518. M. 1420, 2. Redt. 200 — 2 ed. 374.
In .Mei 1849 in menigte onder de schors van een\' dooden ijpen-
boom aan de Vogelenzang en in Junij 1850 in menigte in boleten
aan een\' zeer ouden ijpenboom op het Manpad, v. V. —Bij Utrecht,
Groll. — Bij Harendertnolen in April, de Gav.
M. 1420, 3. Redt. ibid.
In zeer groot aantal in Junij op een boleet tegen een\' eschdoorn-
stam bij Wassenaar aan den binnenzoom van het duin, v. V.
1670 Humeraüs, F.
1671 Rujifrons, F.
C0CCINELLINA.
lli|»|io«l illlllii Chf.VK.
N. n. 1113. M. 1428, 1. Redt. 581 — 2 ed. 961.
Niet zeldzaam in Holland, vooral aan te treffen op bloeijende
Spirai-a, v. V. — Op distels, Snell. — Bij Wassenaar in October;
gemeen bij het huis ter Heide in Augustus. Piag. — Gemeen bij
Utrecht, Six. — In den Haarlemmerhout, Rits. — In Augustus bij
Amsterdam, Kink. — Bij Zwol en Dalfsen, V.
Anisoslicln Chevr.
N. n. 1106. M. 1429, 1. Redt. 576 — 2 ed. 961.
Op riet bij Rotterdam, in Augustus en September tamelijk ge-
meen, Snell. — Aldaar in Junij, Piag. — In .Mei op de Gliplioeve,
v. V. — In Februarij, Augustus en November bij Amsterdam, Kink. —
In Mei bij Utrecht, Six.
Cocciuella l
N. n. 1114. M. 1430, 1. Redt. 5S2 — 2 ed. 962.
Bij I.eyden; in Sept. te Renkuin; in groot aantal op bloeijende
wortelen te Brummen, v. V. — In Oct. te Overveen, Kink. — In
de duinen, Piag. — Te Hoogcveen, Steenb.
Bijvoegs. n°. 1114«. M. 1431, 1 [Idalia oblUerata<., L). Redt. ibid.
Te Brummen, v. Itt. — Bij Utrecht, Six. — Op Lokhorst bij
Amersfoort, (Jrebn. en v. Woerden. — Bij Driebergen, de Gav. —
Te Beek en te Wort-Rhede in Aug., v. V.
N. n. 1115. M. 1431, 5. Redt. 582 [DLopar) — 2 ed. 963.
Zeer gemeen. — Eene fraaije naamlooze verscheidenheid bij Utrecht.
Six. — De var. 6-pit.vlufata werd in Pebr., Mei en Oct. te Leyden
aangetroffen, v. V. — Te Driebergen, v. Beinm. en Six. — Te
Groningen in Sept.. de Gav. — De var. i-puatu/ata te Leyden,
Kopp. — Te Utrecht en Driebergen, Six. en v. Bemin.
1672 l\'-h-puuclaia, L,
1673 19-pn/tc(ata, L
1674 Mutabilis, Seri b.
1675 M.-nigrum,I\\l.
1676 Bipunclata, L,
-ocr page 154-
141
N. n. 1120 et 1126. M. 1433, 3. Redt, 584 — 2 ed. 9fi5.
De geheele zwarte verscheidenheid te Driebergen in Sept., Six. —
De var. Conglobata te Rotterdam op rozen gemeen, Sn. — Tn Hol-
land, v. V. — Tn Groningen, de Gav.
N. n. 1118 et 1119. M. 1434, 4. Redt. 584 — 2 ed. 964.
Alom zeer gemeen.
De var. Hnmeralis, Schönh. te Wassenaar, Piag. — In April bij
den Haag, v. d. W. — Te Amsterdam in Mei, Grebn. — Dikwijls
bij Driebergen, Six. — Meer dan eens bij Leyden, v. V.
N. n. 1129. M. 1434, 6. Redt. 582 — 2 ed. 963.
Tn Zeeland, H. — In de duinen, Piag.— Bij Katwijk, Kopp.—
In Mei en Augustus bij Amsterdam, Kink.
Bijvoegs. n". 1129". M. 1434, 8. Redt. 583 — 2 ed. 963.
Een voorwerp te Utrecht, Six.
N. n. IJ 16. M. 1434, 9. Redt. 583 — 2 ed. 964.
Tn Holland en Gelderland niet zeldzaam, v. VV. en v. V. —
Verscheidene popjes te Noord wijk op duinwilg, v. V. — Tn Aug.
bij Amsterdam, Kink. — Tn April bij de Bildt, Six.
N. n. 1117. M. 1434. 11. Redt. ibid.
Alom zeer gemeen, somtijds zeer nuttig.
M. 1435, 1. Bedt. 585 — 2 ed. 966.
In Mei bij Arnhem en in October te Ede, Groll.
N. n. 1121. M. 1436, 1. Bedt. 584 — 2 ed. 965.
In October te Heemstede en in Augustus op Schothorst, v. V.—
Bij Driebergen in October, Six. — Te Zeist in Mei, Six.
N. n. 1124. M. 1437, 2. Redt. 585 — 2 ed. 966.
In September bij Maarsscn, in Mei en October op Rhienderstein
bij Brammen, v. V. — Een gepaard paar bij den Haag in Mei,
Snell. — Bij Zeist, Mart. — Bij Brummen . v. W.
M. 1437, 3. Bedt. ibid. Herbst V, 376, PI. LIX, tig. 3.
Op de entomologische excursie van 6 Julij 186] te Wassenaar
of Katwijk gevangen, v. V.
N. n. 1125. M. 1438, 1. Redt. ibid.
Geineen in den herfst en weder in Maart en Mei tegsn beuken-
stanimen in het Haagsche boscli, Snell. en v. V. — In Septem-
ber aldaar uit de larve opgekweekt, v. V. — Tn September te
Overveen, Kink.
N. n. 1127. M. 1439, 1. Redt. 586 — 2 ed. 967.
Niet ongemeen bij den Haag, v. d. W. — Op de duinen in
September, Snell., Piag. en v. V. — Bij Hoogeveen, Steenb. - In
Mei bij Utrecht, Six. — In October bij Overveen, Kink.
1677 Impustnlata, L
1678 Variabilia, Til.
1679 ll-pu>tctaia, L
1680 Hierog lyph ica, L.
1681 Quinquepun-
ctala, F.
16S2    Seplen/pu)i-
ctala, L.
*1683    7fyr*\'«a, L.
1684   18-guttata, h.
1685   li-giiilaia, L.
1686   lQ-guttafa, L.
1687   16-y/itlata, L.
16S8 22,-pnticlata, L.
-ocr page 155-
142
1689 14-punciata, L,
N. n. 1130 (Co^owmjiJa, F.,. M. 1440, 1. Redt. 586 — 2 ed. 966.
Overal gemeen.
Micraspis Chevr.
N. n. 1107. M. 1441, 2. Redt. 576 — 2 ed. 967.
Hij Rotterdam en den Haag, Snell. — In de Wassenaarsche dui-
nen, Piag. — In October bij Amsterdam, Kink. — Bij Brammen
in Julij, v. V. — Omstreken van Groningen, de Gav.
Chilocorus Leach.
N. n. 1103. M. 1446, 1. Redt. 574 — 2 ed. 967.
Op esschen en elzen te Voorschoten en in het Haagsche bosch;
leeft van de Coccus-soovt dier booinen, v. V. — Bij Wassenaar in
October, Piag. — Bij Amersfoort in Augustus, v. V. — In Julij
bij Utrecht, Six.
N. n. 1104. M. 1446, 2. Redt. ibid.
Op eiken bij den Haag; te Driebergen in Julij en bij Amersfoort
in Augustus, v. V. — In September bij Utrecht, Six. — In Mei
bij Amsterdam en ui Junij te Wolfheze, Kink.— Tn September bij
Rotterdam, Snell. — Bij Dalfsen, V. — Te Hoogeveen, Steenb.
ExochoillllS Redt.
Bijvoegs. n\'. 1105". M. 1447, 3. Redt. 575 — 2 ed. 968.
Bij Amsterdam in Maart, en te Velp in Julij, Kink. — In
Junij te Voorst en te Molencate bij Hattem in Aug, op Juncus,
v. V. — Bij Hoogeveen, Steenb. — In Limburg, Maur.
N. n. 1105 (i-verrncalus, ¥.). M. 1447, 7. Redt. ibid.
Bij Leyden en in September bij Utrecht, v. V. — Bij Zeist,
Mart. — In Julij bij l\'treclit, Six. — In Maart op \'NVikkenburg,
Wtt. — Bij Dalfsen, V.
£{)ilnclma Chevh.
N. n. 1131. M. 1451, 1 (Lasia glob.) Redt. 586 — 2 ed. 969.
Geineen bij Zeist, Mart. — Gemeen in Holland, v. V.— Gemeen
te Driebergen, Six.— Te Voorst, Brammen en Amersfoort, v. V.—
Te Noordwijk in Junij, Kink. — Te Hoogeveen, Steenb. — Bij
Zwol en Dalfsen. V.
Allillis Muis.
N. n. 1123. M. 1453, 1. Redt. 585 — 2 ed. 966.
Bij Utrecht, Maitl. en V. — Bij Driebergen half Julij en op
Schothorst in Aug., v. V. — Te Zeist in Mei, Kink. — Op Lok-
horst bij Amersfoort, Albarda.— Bij Groesbeek, Lewe.— Te Noord-
wijk, v. Bemm. — Bij Rotterdam, Sn.
1690 l2-puuctala,L.
1691 lïenipustnla-
tus, F.
1692 Bipu&lulalus,]j
1693 A/irilus, Scrib.
1694 4-jjus(ula(us,]j
1695 Globosa, 111.
1696 Ocellata, L.
-ocr page 156-
143
Mysia Mm.».
N. ii. 1122. M. 1454, 1. Redt. 584 — 2 ed. 965.
Niet zeldzaam op grove den bij Utrecht, V. — Te Driebergen in
October, Six.— Te Zeist in Mei en te Wolfheze in Junij, Kink.—
Op Sterkenburg in Julij en te Wort-Rhede in Augustus, v. V. —
Op Walcheren, G. — Zeeland, de Bruyne. — Bij Brummen, v. W.—
Variëteiten vingen: Schubiirt bij Utrecht, de Graaf te Noord wijk
en Ritsema bij Haarlem.
Scyiiiuiis Rug.
N. n. HOS. M. 1458, 11. Redt. 577 — 2 ed. 971.
In Mei op berken bij den Haag, v. d. W. en v. V.
N. n. 1109. M. 1458, 18 Redt. 578 — 2 ed. 971.
In September bij Scheveningen, v. Br.
M. 1458, 28. Redt 579 — 2 ed. 973.
In April aan de Bildt, Kink. •\'•\' \'<*•\'
M. 1458, 42. Redt. 579 — 2 ed. 972.
In Augustus te Wolfheze, l\'iag.
Rhyzobi|is Steph.
N. n. 1110. M. 1460, 1. Redt. 580 — 2 ed. 974.
Bij l/eyden en op de Gliphoeve in Augustus, v. V. — Bij den
Haag, Snell. — Omstreken van Utrecht, v. Hass. — Te Driebergen
in September tussclien het gras, Six. — In April bij Amsterdam en
in Julij te Velp, Kink.
Coccidula Kugei..
N. n. 1111. M. 1461, 1. Redt. 580 — 2 ed. 974.
In Junij bij den Haag, v. V. — Op rottend riet bij Rotterdam
gemeen, Snell. — in December onder de schors van Larix in de
vestingwerken te Breda, Heyl.
N. n. 1112. M. 1461, 2. Redt. ibid.
Bij den Haag, v. d. W. — Aldaar op de aren van helm in Julij
gemeen, en op de Gliphoeve in Augustus, v. V. — Vrij gemeen
op het eiland Rozenburg, Piag.— Bij Amsterdam in Maart, Kink.—
Bij Utrecht, Six. — Te Overveen in Junij, Rits.
1697 Oblongogutlata,\\*.
1698    Pygmaeus,
Fourcr.
1699   Frontalis, F.
*1100 Discoideus, lllig.
*1701 Capilalns, F.
1702 Litnra, F.
1703 Scntelïata,
Herbst.
1704 Ru/a, Herbst.
-ocr page 157-
AANÏEEKENINGEN.
N°. 66 en 67. In mijne eerste naamlijst van inlandsehe Coleoptera zeide ik omtrent Paaagaett* criu-major, L.
dat de door mij gevangene exemplaren juist vallen tusschen deze soort en Quadripuntulati\'s. Meg. en
dus schijnen te bewijzen dat deze laatste slechts eenc verscheidenheid en geenc afzonderlijke soort is.
Ofschoon nu sedert in ons vaderland van beide soorten voorwerpen gevangen zijn, die geheel aan de
beschrijvingen beantwoorden, blijf ik evenwel nog altijd hechten aan de meening dal de twee zooge-
naamde soorten slechts rassen zijn van eene soort, een groot en een klein ras. het eerste gewoonlijk
(maar niet altijd) met iets breeder borststuk en gewoonlijk met meer rood op de dekschilden. zoodat
de tweede band in den regel (niet altijd) den zijrand aanraakt.
ii 87 en 8S. Ook hier is het verschil tusschen de twee soorten zoo bijzonder gering, dat men beide gc-
woonlijk naar de grootte determineert en het aannemen van twee rassen van eene en dezelfde soort
voor de hand ligt. liet komt mij voor dat iemand die beide zoogenaamde soorten bij honderden indi-
viduen voor zich had. eene voortgaande serie zou kunnen maken in welke men niet zou kunnen
zeggen waar de eene soort eindigde en de andere begon. Zullen de volgers van Darwin hier ook
misschien het ontstaan zien eener nieuwe soort\'r
ii 90. Deze soort is twijfelachtig inlandsen. Het, voorwerp van Walcheren kan ik niet meer nazien. De beide
voorwerpen, die in de verzameling der N. E. V. onder den naam Piger voorkwamen en die in April
op de üliphocve waren gevangen (een daarvan is vermeld op pag. 12 der eerste naamlijst), zijn later
gebleken te zijn Harpalw tardu». 1\'anz. — Piger moest met een sterretje geteekend zijn.
» 97. Voeg bij: Twee voorwerpen in April op de (iliphoeve bij Heemstede.
ii 12\'J. In de eerste lijst werd van Amara plcbeja gezegd, dat zij even gemeen was als Tririalis. Ce n\'est pas
jurer gros! Beide soorten schijnen mij nu toe vrij zeldzaam te zijn. Het is echter moeijelijk dit vast te
stellen, tenzij men zich de moeite wil geven eenige jaren lang op verschillende plaatsen van ons land
alle Amaren te laten opvangen en onderling te vergelijken. — Ik erken gaarne dat aan de uitspraken
omtrent het veelvuldig voorkomen van enkele soorten, zoo als die in de eerste lijst voorkomen, niet
altijd geloof te hechten is.
ii 199.Het is zeer mogelijk dal Bembidium rupestre, 111. niet zeldzaam is, ten minste weinig zeldzamer dan
Aiidrcae. doch gewoonlijk daarmede verward wordt en dien ten gevolge zijne vrijheid mag behouden.
ii 21*2. De localiteit te Bleiswjjk, waar deze soort in menigte voorkwam, was voor Holland tamelijk bijzonder.
Een waterval van drie voet breedte stortte zijn water, dat uit de ringvaart van de droogmakerij kwam.
van eene hoogte van vijf voet in een vijver, welks water daardoor cenigermate stroomend was. Het
was in dien vijver dat de DyiiscHt met andere watertorren leefde.
# 251. Ik ben onzeker omtrent de juistheid mijner determinatie. Het eenige voorwerp dat de heer Six gevonden
had. is zoek geraak! en ik herinner mij dat ik het. na de eerste determinatie voor üecoratw naar de
beschrijvingen van Gyllenhall en Erichson. later weer voor Inaeqtudi» hield.
-ocr page 158-
145
N°.:50l-. llolophoritx grmidi*. Til. komt i» de lijst van de Marscul niet voor. tenzij, gelijk de lieer Kiukcr mij
meldt. N°. 12 Aquatwn*. Ij. van die lijst dezelfde soort moet zijn als Grondt*. Dan is evenwel weder
de vraag : heeft de Marsen! Aquaticu*, L. (Erichs.) niet opgenomen of vermeldt hij deze soms weder onder
een\' anderen naam\'\' Hoe dit zij. onze N°. :5(W en \'M)l zijn twee zeer duidelijk onderscheiden soorten.
" \'.172. Indien ik mij niet geheel vergis. wordt de beschrijving uit de pen van den heer Fauvel nog in druk verwacht.
» 427. In mijne eerste naamlijst van 1S I-S schreef ik van deze soort dat zij niet zeer zeldzaam is in Holland;
sedert bleek mij echter liet tegendeel.
// 474. Er staat gedrukt (Hen*: lees (Hen*.
ii 1-70. Ocypu* brmnipet verspreidt. als hij aangeraakt wordt. een\' zeer sterken en onaangenamen wantsengcur. Voor
zoo ver mij bekend is. treft men deze lneht bij geeneandereSiaphylinideaan, wel een\' zuren geur, die vol-
komen gelijk is aan dien van vele Carabiden en die waarschijnlijk veroorzaakt wordt door miil/im (ormicaritwi.
n 1-9!). Het door mij gevangen exemplaar wijkt van de beschrijving bij Eriehson hierin af dat de beide rijen
van 5 punten op het borststuk zeer sterk zijn ingedrukt.
Op deze soort volgt in de eerste naamlijst StaphyliKus pygmaem, eenc soort die ik toenmaals voor
nieuw en onbeschreven hield en waarvan ik twee voorwerpen bij elkander aangetroffen bad. De heer
A. Fauvel, die van de familie der kortschildigeu ecne bijzondere studie gemaakt heeft, verklaarde na
inspectie mijne beide exemplaren te zijn l\'hilonlhv* nigritulus. (irav.. welke mede identiek is met
Alerrimtu. (irav.
/\' 572. Stemt* roxcid**, door mij als nieuw beschreven op bladz. 17 van de eerste naamlijst is mede gecas-
seerd en overtuigd te zijn een ietwat afwijkend exemplaar van Tarxalis, Ljung.
/\' 010. Het veelvuldig of zelden voorkomen van ecne soort hangt van zoovele omstandigheden af dat zij
gedurende ecne maand of zelfs slechts veertien dagen overvloedig kan zijn en daarna weder gedurende
een zeer groot aantal jaren in dezelfde streek niet wordt, bespeurd. Een zeer bekend voorbeeld daar-
van levert Vanexxn Cnrd/ii. Ij.
// 078. De heer Kinkcr vond in Maart 1808 in llijptunn op een\' boom bij Amsterdam een zonderling monstrum
van Silpha atrala. waarvan het voorborststuk met den kop onderste boven waren gekeerd. Het dier
liep op zijne vier achterste pooten en zag dan naar den hemel, of keerde zich (somwijlen) om en
liep dan of liever krabbelde vooruit op de beide voorpooten. terwijl de vier achterpoot en in de lucht
de gewone beweging van het loopen maakten, doch natuurlijk niets vonden, waarop zij konden gaan
Dit zonderling verkreupelde voorwerp wordt in de Insecten-Collectie der N. E. V. bewaard.
" 097. Ik kan mij niet herinneren dat ik Liode* ofbienlari*, Herbst, dezelfde soort, die in de eerste naam-
lijst Anixotoina orhiculare, 111. heet. ooit in bijzonder aantal gevangen heb: integendeel het. komt mij
voor dat dit dier altijd ecne groote zeldzaamheid was. Ondertusschcn heb ik in ISIS laten drukken
(1° Naamlijst, bladz. :?1): „Bij Leyden niet zeldzaam." Ik neem het nu ook weder in deze lijst over.
doch wil er niet voor instaan dat het insect niet door ecne drukfout gemeen geworden is.
» 700. Hier behoorde ook te volgen N°. 405 der Nieuwe Naamlijst. Agathidium minimum, Voll. die op
bladz. 1-0 der eerste lijst in twee regels beschreven is. Ik beu evenwel huiverig om die soort ook
hier weder op te nemen en laat. haar liever glippen. liet cenige voorwerp dat ik bezat, is sedert
verloren gegaan, zoodat eenc nieuwe determinatie onmogelijk is. Mijne kennis van de zeer kleine
kevervormen was destijds nog gering en het is dus wel wat gewaagd nu te willen volhouden dat ik
toen werkelijk eenc nieuwe soort van Agathidium in handen had.
// 709. Ik twijfel er aan of de heer (ïijsbciïi Hodcupijl zich niet vergist heeft . toen bij deze soort bij Rotter-
dam gemeen noemde; de liccren Snellen en Piaget hebben haar daar niet aangetroffen.
/\' 805. Deze soort noemde ik in mijne eerste lijst gemeen in Zuid-Holland; ik moet dit terugnemen. Het kan
zijn dat zij in enkele wijnkelders op de vaten iu zeker aantal voorkomt . gemeen is zij niet.
" 80:5. üok deze soort is niet gemeen, gelijk zij in de eerste naamlijst genoemd wordt.
/\' 925. Van deze soort heb ik eens op een dag meer dan M) mannetjes dood vinden liggen: ik denk dat zij na
den coïtus uitgeput van de wijfjes waren afgevallen. Het verwonderde mij dat ik ze in zoo groote menigte
vond. daar doode insecten anders meestal zeldzaam zijn. Weinige insecten vinden een\'natuurlijken dood.
-ocr page 159-
146
. 94."). Moest ik deze soort opnemen, wier aanwezig zijn in Zeeland voorjaren aangetoond werd door het
vinden van een enkel voorwerp ï Kan hier niet aan vergissing gedacht worden? Of heeft men hier te
doen mei Int sporadisch voorkomen «\'ener zuidelijke soort in noordelijker streken, gelijk dit nog hij
enkele soorten 1). v. Cix/fla imirio. Dahl is opgemerkt V
947. In de Naamlijst der Bouwstoffen staat hetretl\'eiide Celonia xtictica dat daarvan 4 voorwerpen hij
Brummcn gevangen zouden zijn door den heer van Ittersuin. Ik heb later vernomen dat deze aau-
icekcning. op eeac vergissing berustte en dat de voorwerpen uit Noord-Brabant afkomstig waren.
alsmede dat het niet zeker was of de Baron van Ittersuin die wel zelf gevangen had.
1011. Schijnt wel eeue zeer locale soort te zijn.
1023. Daar het aantreden van niet licht gevende mannetjes (ik zou bijna gezegd Lebben doove. even als
men zegt doove kolen) eene zeldzaamheid is. wil ik hierbij opteckencn dat op den 17\'" Julij 1809.
toen de beide voorwerpen door mij bij Wassenaar in het schijnsel,der lantaarn gevangen werden, de
temperatuur voor den lijd van het jaar buitengemeen koud en sedert een veertiental dagen de wind
noordelijk was.
1034. liet verschil lusschcu R/i/\'tix,1j. en Liturtitux. l\'\'all. is zeer gering en bestaat alleen in de kleur van
het achterlijf en het al of niet aanwezig zijn van een vlekje op den thorax, welk vlekje zeer in
grootte en duidelijkheid bij de verschillende voorwerpen verschilt. Ktt\'ceking alleen kan uitmaken
of beide twee of eene soort zijn. naar mijne meening is echter hel laatste het waarschijnlijkst en nu
reeds aan te nemen.
10117. Uier is hij de vermelding van de Marseul. liet soortsnoinmcr S\'uitgevallen. Zoo de kenmerken van
hel geslacht Dolichuxomu vroeger door Stephcus vastgesteld, sedert, niet. weder geheel veranderd zijn.
behoort deze soort Sobilix wel «Iegelijk tol hel. geslacht Daxi/tex en niet tot üolichoxoma, tot welk
laatste zij iu den Catalogus van Marseul gebragt wordt. Ook Stcphcns zelf en na hem Spry en
Shuckard vermelden maar eene soort in hel geslacht Dolic.hosoma.
1009. Waarschijnlijk is ook de lil/ipr. mortixaga. Ij. inlandsch. In de verzameling der N. E. V. wordt een
voorwerp aangetroffen, met een nummer op hel ctiquet. slaande op eeue voormalige lijst, die ik niet
heb kunnen ontdekken.
lilt. Siunn beschrijft de sprieten van Phatcria cudaeerinu als zwart en beeldt ze ook zoo al\', zelfs nog al
zeer donker. Alle inlandsche voorwerpen, die ik zag. hebben gele sprieten, ook die uil Frankrijk
en Algiers, op \'s Rijks museum aanwezig, zelfs de gevlekte variëteit liimacidala uit Engeland.
I12fi. liet voorwerp zelf bevindt zich in de verzameling van\'s Rijks Museum van natuurlijke historie te Leydcn.
1157. Het is niet geheel onwaarschijnlijk dal ./«. qiwdripuxlulattt slechts eene verscheidenheid van
llunteriilix zou zijn.
1101. Het is zonderling da; ik deze soort alleen vermeld vind bij Boitard naar Latreiüc. Kan zij ook
slechts eene verscheidenheid cener andere welbekende soort ziju\'r De verzameling bezit tegenwoordig
slechts een zeer beschimmeld voorwerp, dat zich niet best lot onderzoek leent.
1234. Na het afdrukken van het 1 S*i«\' blad zie ik eerst dat Schönherr in liet zesde deel zijner Cuvcnlione*
bhulz. 375 Phj/t. pedextris. die hij in zijn tweede deel als eigene soort optelde, als variëteit, van
PhjtOHOuius xtixpkioxuë, Herbst opgeeft. De lezer wordt dus verzocht hier dezen laatsten naam
te willen lezen.
12G4. Het zou mij niet verwonderen indien een naauwkeurig onderzoek van vele voorwerpen van deze en
de volgende soort aan het licht bragt. dat beiden slechts ecu zijn.
1 502. Zie hier weder eene soort. die eenmaal als niet zeldzaam werd opgegeven en die sedert niet teruggevonden is.
1556. De verzameling der X. E. V. bezit twee voorwerpen, een bij den Haag. bet ander bij Utrecht,
gevangen, die een\' overgangsvorm uitmaken tusschen Minutus en Gracilis. Zijn dezen nu hybriden
of zijn de genoemde soorten slechts elkanders type en variëteit ?
1579. De drie voorwerpen, die ik gezien heb. waren blaauw van kleur, te dien opzigle geheel gelijk
aan Agalaxliua Alni.
-ocr page 160-
T I li S |. A •..
I.XXVII
Bijlage n°. 2,
L IJ S T van Coleoplcra, nieuw voor de Fauna van
Nederland, medegedeeld door
J. Kinker.
Zeyst en Oosterbeek, Mei
1871, Putzeya.
Aan den Moerdijk , Julij 1863,
PuUeys.
In het Ifaagsche bosch, ge-
durende de zomermaanden,
Everts. Ook bij Rotterdam
éVnmaal, Snellen.
Bij Viauen langs de Lek, in
Junij , één eiempl., Everts.
Bjj Veulo, van den Brandt.
In Holland, Snellen.
Aan het Buiksloter tolhuis op
Heigrond, in September ,
Kinker.
Bij Oosterbeck, in Mei 1871,
Putzeya.
Bij den Haag éénmaal, Everts.
Bij Kuyk, Everts.
Bij Utrecht op bouwland, in
Augustus, Oroll.
Tc Driebergen aan een\' sloot-
kant, in Mei, Kinker.
Te Noordwijk aan Zee, onder
helm, in Augustus, Kinker.
Tc Zeyst, in Mei 1871, Pnt-
zeya. — Bij Dieren, in
Julij. L. H. B. (>)
Bij Rotterdam, in April,
Snellen. — Ook door mg
in Holland gevangen en als
zoodanig door den heer
Putzeys gedetermineerd,
Kinker
Bij den Haag, Snellen.
Als vuren, in het Boacli
ouder mos-gemeen, door het
ganschejaar, v. d. Wulp en
Everts.
Op Beekhuizen, onder Velp,
in Junij, Kinker.
Bij Breda, Heylaerts.
M. 4. 6. Naturg. der
Ins. Deutschl. Erich-
sou. I. p. 67.
M. 4. 9. Al» Toren
p. 65.
M. 10.11. Redt. 2 cd. 9.
1 Notiophilm rufipei (\'iirl.
2   Notiophilus punctulatus
Wesm.
3   Leittus rufomarginatus
Dufts.
M. 65. 40. Redt. 2 ed.
29.
M. 65. 54. Redt. ib.
M. 79. 2. Redt 2 ed.
54.
M. 79. 4. ib.
4   Chlaentus tibiali» Dij.
5   Chlaeniut sulcicollij
Fayk.
6   Anisodactylm signatus
Fanz.
7   Aniiodactylu» nemori-
«agus Dufts.
8   Harpalus punotatulus
Dufts.
9   Harpalus quadripuno
tatus Dej.
10   Harpalui flavitarsi» Dej.
11   Acupalpus suturalis Dej.
12   Acupalpus flavicollis
Sturm.
13   Feronia inaequalis
Marsh.
14   Feronia parallela Dufts.
M. 84. 9.
55.
M. 84.111.
59.
M. 84. 150.
60.
M. 86.10.
63.
M. 86.12.
63.
M.93. 60
44.
M.93. 216.
41.
M. 95.24.
50.
Redt. 2 ed.
Redt. 2 ed.
Redt. 2ed.
Redt. 2 ed.
Redt. 2 ed.
Redt. 2 ed.
Redt. 2ed.
Redt. 2 ed.
15 Am ara vulgaris Panz.
16          " anthobia Villa.
17   Cala\'hus piceus Marsh.
M. 95. 34.
M. 97.31. Naturg. Ina.
Deutschl. I. p. 398.
M. 103.40. Redt. 2 ed.
35.
M. 103. 42. Redt.ib.
18   Anchomenus vers ut us
Gyll.
19   Anchomenus dolen»
Sahlb.
(\') Betekent door een leerling der Haagsehe Hoogere Burgerschool.
VI
-ocr page 161-
V E II S L A S
I.XXVIII
M. 103. 51. Uedt. 2 Bij Rotterdam, Snellen.
ed. 37.
M. 109.2. Naturg. Ins. Als voren.
Ueutschl. I. p. 634.            \' 4/\'.....\')
M. 114. 1. id. p. 753. Op Walcheren , 4 exemplaren,
de Mau.
M. 117. 5. Uedt 2 ed. Oosterbuek aan de oevers van
72.                                    den Hijn, in Mei 1871,
Putzeys : bij Ellecom aan
den IJssel, iu Juuij, Kinkcr.
M.117. 8. Kedt. 2 ed. Als de vorige.
73.
M. 117.-2. Redt. 2 ed. Rij Amsterdam in het Vondels-
74.                                    park onder dorre bladereu,
in Maart, Kinker; aan den
Moerdijk, iu Julij, Putzeys;
Iu het Gooi, in September,
Roelofs
M.117. 72. Redt. 2ed. Tc Oosterbeek en by Ellecom
74.                                    als hiervoren.
M. 117. 112. Naturg. Rij Amsterdam op de dijken
lus. Deutschl. Erich- aan het IJ, in April en
sou. I.j). 700. \'
            Mei, Kinker.
M.—i—. Redt. 2 ed Te Dieren aan de sluis ouder
80, onder Varium steeueu, Kinker.
Oliv. N. Ins. D. I.
686.
M. 128. 9. Redt. 2 ed. Rij Kuyk een paar exemplaren,
96.                                    Everts.
M. 128. 14. Rcdt.ib. Rij Utrecht, Six; bij Kuyk,
Everts.
M.134. 8. Redt. 2ed. Bij Utrecht, in Mei en Junij,
86.                                    Groll.
M.134.20 Redt.2ed. Rij deu Haag, Utrecht en
91.                                    Assen, van April tot Junij,
bij Vordcn, in Augustus,
Groll; te Hillegom in slo-
teu, iu Mei, Kinker.
M. 134. 129. Redt. 2 Hij Vorden, in Aug , Groll.
ed. 91.
M. 136. 4 Redt. 2 ed. Hij Haarlem , in Mei, id.
84.
M. 136. 12. Red. 2 ed. Bij Hengelo, in Julij, id.
84.
M. 154. 1. Redt. 2 ed. By Utrecht en Assen, in Mei
109.                                  en Junij , id.
M.154.3. Redt. 2 ed. Hij de Bilt, in April; bij
109.                                  Hengelo, in Julij , id.
M. 155. 2. Redt. 2 ed. Hg Utrecht, in Mei, id.
110.
M. 156.16. Redt. 2 ed. Uit sloten in de onmiddelijke
113.
                                  nabijheid van Hreda, lley»
laerts.
M. 174.1. Redt. 2 ed. Bij Breda in de nesten van
144.
                                  Formica rufa, in April, id.
M. 174. 2. Kedt. ib. Als voren.
(Zie de uoot.)
M. 179. 43. Redt. 2 ed. Rij Ellecom in paddestoelen,
157.                                  in Juuij, Kiuker.
M. 181.1. Redt. 2 ed. Bij Breda een voorwerp in
159.
                                  een uest van Formica rufa,
Hey laerts.
M. 189. 2. Kedt 2 ed. By Ellecom onder dorre bla-
150.
                                  dereu, in Juuij, Kinker
20    Anchomenui piceu» L.
(picipes F )
21    Trechus mi ro Herbst
(= pallidus Ziegl.)
22    Cillenum laterale Curt
23    Bembidium striatum
Fabr.
24    Bembidium punctula*
tum I >rap.
25    Bembidium gilvipes
Storm.
2G Bembidium modestum
F.
27    Bembidium conciunum
Putz.
28    Bembidium adustum
Sch.
29    Agabus fi uior.iiis Fayk.
30           *         chaloonotus
Panz.
31    Hydroporus cuspidatus
K unze.
32    Hydroporus angustatus
Sturm.
33    Hydroporus flavipes
Oliv.
34    Haliplus lineatus Aubc.
(coniinis Steph.)
35   Haliplus variegatus
Sturm.
36    Hydrochus brevis Hbst.
37              • elongatus Scliall.
38    Oohthebius exsculptus
Germ.
39    Hydraena gracilis Gcrm.
40   Thiasophila angulata
Er.
41    Thiasophila inquilina
Maart.
42   Aleochara brunneipen-
nis Kr.
43   Dioarda Maerkelii Kies.
44 Calodera nigricollis
Payk.
_*,../, /?»*/./i/\'-2«1 >, --~- ,<• ••• ..\'\' . -L- -»/—.*-. ».w> ♦v^—-
-ocr page 162-
I.XXIX
V E K 8 L A li
Bij Hillegom langs het kanaal
onder aangespoeld riet, in
April, Kinker; te Scheve-
ningcn aan bet strand, in
Gctuber, Evcrts.
Hij 11 illegom onder aangespoeld
riet, in Maart, Kinker.
In bet Haagsche boseh tegen
een boom, Everts.
Bij Amsterdam aan den Hoo-
gendijk onder dood riet, in
Mei, Kinker.
Als voren aan den Schinkel,
in Maart, id.
Te Zcyst in het bosch in pad-
destoelen , in Julij , id.
Bij Breda in de nesten van
Formica rufa, in April,
Ileylaerts.
Als voren.
M.189. 20. Redt.2ed.
150.
45 Calodera longitarsis Er.
(= Chilopora.)
M. 190.4. Redt. 2ed.
123
M. 193. 1. Redt. 2ed.
146.
M. 193.65. Natnrges
Ins. Deutschl. JI. p.
135. — Gutlleisch.
p. 95.
M 195. 65. Redt. 2 cd.
127
M. 195. 105. Redt 2
ed. 132.
M. 195.112. Redt. ib.
46    Tachyüsa constriota Er.
47    Oxypoda ruficornis Gyll.
48             »         flavicornis Kr.
amoena F\'airm.
49   Homalota angustula
Gyll.
50   Homalota palleola Er.
51
flavipes Grav.
52                anceps ï.T.
53              ii circellaris Grav.
54    Hy ronoma diinidiata
Grav.
M. 195. 114. Redt. 2
ed. 126.
Bij Haarlem onder dorre bla-
deren, in Maart, Kinker.
Bij den Haag, in Mei, v. d.
Wulp; aau de Lek bij Via-
ncn, in Junij, onder dood
riet, Everts.
6. Redt. 2 ed. Te Ellecom in paddestoelen,
in Junij; te iNoordwijk in
Augustus als voren , Kinker.
Bij Breda in een bosch, Hcy-
laerts.
Als de vorige.
M. 195.
ed. 12M.199.
152.
55    Gyrophaena affinis
Sahib.
56    Boletobius cingulatus
Manuh.
57    Quedius xanthopus Er.
58           »         tristis Grav.
f ontalis Nordm.
59   Quedius peltatua Er.
M. 203.
161.
M. 218.
175.
M. 224.
201.
M. 224.
201.
M.224.
204.
M.224.
986.
M.227.
187.
M.228.
190.
M.\'_\'28
194.
29
In Holland, Snellen.
In den Haarlemmerhout on-
der dorre bladeren, in Maart,
Kinker.
Te Noordwijk als voren, id.
Bij Vianen en Kuyk, Everts.
Te Hillegom op duin, in April,
Kinker.
Te Ellecom, in Junij, onder
een steen, Kinker; bij
Kuyk, Everts.
Bij Amsterdam aan den Hoo-
gendijk onder dood riet,
in Mei, Kinker; bij den
Haag, Evcrt9.
Bij Amsterdam, als voren.
Bij Hillegom langs het ka-
naal onder dood riet, in
April; te Velzen in Junij
op de Excursie der Ver-
eeniging Kinker, ook al-
daar, Everts en v. V.
Te Ellecom onder een steen ,
in Junij, Kinker.
Bij Velp op Beekhuizen aan
den vijver, in Junij, id.
23. Redt. 2ed.
35. Redt. 2 ed.
44. Redt. 2cd.
9. Redt. 2 ed.
39. Redt. 2 ed.
54. Redt.2ed.
60           »         nigriceps Kr.
61    Ocypus similis F.
62    Philonthus sordidus
Grav.
63    Philonthus ebeuinus
Grav. V«r. corruscus
Nordm.
64    Phüonthus quïsqi !li;i-
rius (iyll. Var. rubidus
Er.
65   Philonthus procerulu*
Grav.
66    Stilicus orbiculatus
1\'ayk.
Redt. 2 ed. 194.
M. 228. 117. Redt. 2
ed. 198.
M.246.
12.Bedt.2ed.
214.
c
& \\:,.r
67    Suniu filiformis l.atr.
68   Dianous coerulesceDs
Gyll.
M.24Ö. 3. Redt. 2ed-
215.
M. 255. 1. Redt. 2 ed.
217.
-ocr page 163-
V E B S L A G.
I.XX.X
69   Stenus atratulut Er.         M. 256. 41. Bedt. 2 ed. Bij Amsterdam aan den Schin-
160.                              kei, in Maart en Nov., id.
70          " »ubimpres«i« Er. M. 256. 82. Bedt. 2ed. Bij den Haag, in Maart,
223.                              Snellen.
71   Bledius subterraneus Er. M. 258. 20. Bedt.2ed. Bij Ellccom aan den Ussel op
228.                                  het zand , in .luny, Kiiiker.
Aan een duinpias, 30 Dec.,
Everts.
72          » arenarius Payk. M. 258. 26. Bedt. 2ed. Bij den Haag, in April, als
230.                              voren, L. II. B.
73          » fracticomi» 1\'ayk. H. 258. 32. Bedt. 2 ed. Op de duinen bij \'sGraven-
229.                                 hagc, in April, ce\'n exem-
plaar, Everts.
74          • dissimili* Er.         M. 258. 43. Kedt. ib. Met subterraneus Er., Kin-
                                                                  ker
75   Trogophloeus scrobicu- M.262. 2. liedt. 2ed. Te Abcoude onder dood riet,
latus Er.                             236.                              in Fcbruarij , Kiuker.
76   Deleaster dichrous Grav. M. 271.1. Bedt, 2 cd. Bij Ellccom aan den IJssel
238.                              onder stcenen, id.
77   Lesteva punotata Er. M. 274.10. Bedt.2 ed. Bij Oosterbeek aan den Oor-
244.                              sprong op vochtige klei
in een vijver, id.
78   Omalium Oxyacanthoe Al. 290.19. Bedt. 2 ed. OpFrankendaalbij Amsterdam
Grav.                                    251.                              in rottende jiaddestoelen, in
Mei, id.
79   Catops neglectus Kr. M. 342.17. Bedt. 2 ed. Bij Bozenburg bij Amsterdam
282.                              onder dorre bladeren, in
April, id.
80   Orthoperus brunn\'pes M. 365. 1. Bedt. 2 ed. By den Haag, in April, Everts.
Gyll.                                     299.
81   Ptenidiuin alutaceum M. 375.1. Hedt. 2 ed. Bij Amsterdam aan den Hoo-
Gillm. (punclatum             305.                              gendijk ouder dood riet,
Gyll.                                                                         in September, Kinker.
82   Dendrophilus pygmaeus M. 391.2. Hedt. 2 ed. Bij Breda in de nesten van
L.                                         312.                              Formica rufa, in April,
Heylaerts.
83   Onthophilus sulcntus F. M. 898.1. liedt, 2 cd. Bij Breda, in December, id.
318.
84   Epuraea florea Er.            11. 409. 21. Bedt. 2ed. Bij Holterdam, in Julij, Sncl-
326.                              len.
85   Meligethes tristis Sturm. M. 416. 57. Redt. 2ed. Bij Velzen, in Junij, Everts.
333.
86   Sylvanus unideniatus F. M. 463. 4. Bedt. 2 ed. Tc Botterdam , in Januarij,
357.                              Snellen.
87   Telmatophilus Schoen- M. 468. 5.                    Bij Botterdam, in October,
berri Gyll.                                                               Snellen.
88   Emphylus glaber Gyll. M. 471.1. Bedt. 2 ed. Bij Breda in denesten van
361.                              F\'onuica rufa, in April,
Heylaerts.
89   Cryptophagus saginatus M. 472. 13. Bedt. 2ed. Te Holterdam, in January ,
St.                                        362.                              Snellen.
90   Atomaria fimetarial Ibst. M. 476. 2. Bedt. 2 ed. Bij Botterdam, in Julij , Sncl-
366.                              len.
91   Monotomu angusticollit M. 489. 5. Bedt. 2 ed. Bij den Haag, in Juny , één
Gyll.                                     378.                              exempl. vliegende, F.verts.
92   Monotoma spinicollis M 489. 10. Bedt. ib. Bij Viaucn van lage planten
Aubé.                                                                        gesleept, Everts.
93   F/mis aeneus Muil.            M. 627. 8. Bedt. 2 ed. Bij Velp op Beekhuizen aan
41Ï.                              eeuen steen in de Beek,
Kinker.
94   Heterocerus fusculus        M. 531. 18. Bedt. 2ed. Bij Amst. aan den Hoogendijk
Kies.                                     416.                              oi.der dood riet, in Mei, id.
95   Serica bolosericea Scop. M. 571. 3. Bedt. 2 ed. Aan het strand te Scheveniu-
449.                              gen eeuige exemplaren onder
aangespoeld stroo L. H. B.
-ocr page 164-
I..VXXI
V E n S I, A G.
Bij Maastricht, Maurissen.
Bij Breda in het Licsbosch
op een eikenstruik, v. Hall.
In den omtrek van Breda op
eiken , Hcylacrts.
Te Driebergen, in Jnnij , Six.
Als voren , in Mei, Kinker.
Te Hillegom op duin aan helm
in het zand , id.
Bij Dieren , in Augustus, een
paar exemplaren L. H. B.;
bij Maastricht, Maurissen.
Te Oosterbeek, in Mei 1871,
Roclofs.
In Gelderland, in Juuij , Snel-
len.
Bij den Haaf? in Mei, en
Vianen in Juuij , Eveits.
Te Houthcm iu Limburg, in
Mei, Maurissen.
Tij Vianen op waterplanten,
in Junij , Everts
Te Ellecom, op bloeijeude
vlier, in Junij , Kinker.
Te Noordwijk , in Juuij, Kin-
ker.
Bij den Haag op Polyporus,
in Junij , Everts.
Bij Breda onder beukenschors,
in December, Leesberg.
Bij Overvcen op duinwilg, in
Juhij , Kinker.
In het Haagsclie bosch eenige
malen onder beukenschors,
Snellen, Leesberg en Evert».
Bij den Haag met S. Coryü,
Everts; ook door mij op
duin gevonden.
Te Ellecom, in Junij, Kinker.
Tusichen de Lek en de Mcr-
wcde, Everts.
Bij Vianen, in Juuij, Everts.
Ie Unerun bij Maastricht, in
Junij , Maurissen.
Bij tëllecom aan den IJssel,
in Juuij , Kinker.
Bij Maastricht, iuApri!,Mau-
risseu
Bij deu Haag, in Mei, Everts.
Te Valkenburg, inJulij, Roc-
lo&.
Op de Haagsche duinen, in
April, onder eenen steen ,
tëverts.
By deu Haag, iu April, Lees-
berg.
By Velzen, iu Junij, Everts.
M. 617.36. Redt. 2ed.
473.
M. 625. 5. Redt 2 ed.
476.
M 625.21.
M. 628. 5. Redt 2 ed.
482.
M.662 38. Redt. 2ed.
497.
M.662. 53. Redt. ib.
M.670.3. Kedt. 2 ed.
509.
M. 670. 22. Redt. 2ed.
511.
M.684.1. Redt. 2 ed.
516.
M.687.1. Redt. 2 ed.
518.
M. 699.1. Redt. 2 ed.
M. 699.3. Kedt. 2 ed.
625.
M. 702. 42. Kedt. 2ed.
628.
M. 706. 2. Naturges.
d. Ins. Deutschl. Kr.
IV. p. 621.
M. 766. 1. Kedt. 2 ed.
575.
M. 919 1. Redt. 2 ed.
604.
M. 960. 7. Redt. 2 ed.
624.
M.968.3. Kedt.2ed.
6G9.
M. 1060. 2. Redt. 2 ed.
699.
M. 1071. 28. Redt. 2
ed. 703
M. 1071 38. Kedt. ib.
M. 1071. 39. Kedt. ib.
M. 1082. 60. Redt. 2
ed. 742.
M. 1088.1. Redt. 2ed.
741.
M. 1089. 24. Redt. 2
ed 746
Ml 100.30. Redt. 712.
M. 1100.46. Redt 711.
,M. 1131. 7. Redt. 727.
96    Anthn-viii nitidula L.
97    Agrilus biguttatus 1\'
98           » olivaceus Gyll.
oüvicolor Kiesw.
99    Trachys troglodytes
Gyll.
100    Cardiophorus asellus Kr.
101                »         EquUeti Hbst.
102    Agriotes pilosus l\'.in/
103           . pallidulus 111.
104    Dascillus cervinus L.
105    Cyphon coarctatus Payk.
106   Drilus flave eens 1
107    Drüus concolor Ahr.
(pcetinatus Schh.)
108    Telephorus asimilis
Payk.
109    Silis ruficollis F.
110    Ennearthron oornutum
Gyll.
111   Scaphidema aenen Payk.
(bicolur F.)
112    Cistefa rufipes F.
113    Rhinosïtnus ruficollis L.
114    Stropho omus obesus
Marsch.
115    Sitones regen teinensM
Hbst.
116    Sitones discoidcns Gyll.
117           » humtral\'s Steph.
118    Otiorynchus ni^er F.
119    Coe opsis fissiroslris
Walton.
120    Peritelus hirticornis
Ubst.
121    Phyliobius Pomonae
Oliv.
122    Phyllobius Betulae F.
123    Phytononiu fasctcula*
tus Hbst.
124   Phytonomus Arundinis   M. 1131.44. Redt. ib.
F.
125   Phytonomus dissimilis      M. 1132.1. Kedt. 2ed.
Hbst. (= Limobius).          731.
-ocr page 165-
VERSLAG.
LXXXII
12G Erirhinm infirmm Ilbat. M. 1157. 11. Redt. 2   Aan de Meern bij Utrecht ou-
ed. 760.                         der mo» in Maart, Kinker.
127            » Nerei» Payk. M. 1157 16. Redt. 2   Aan de plassen by Rotterdam,
ed. 764.                         in April, Snellen.
128   Bagous limosus Gyll.         M. 1161.8. lfcdt. 2ed.   Bij Haarlem iu sloten op My-
795.                              riophyllum, in Augustus,
Kinker
129          » frit Hbst.                M. 1101. 13. Redt. 2   Bij Nieuwerslnis, in April
ed. 794.                         onder dood rift, id.
130          » lutoius Gyll.           M. 1161. 23. Redt. 2   Bij Rotterdam, Snellen.
ed. 795.
131    Apion stolidum Germ. M. 1170.23. Redt. 2   Aan het Buiksloter tolhuis,
ed. 684.                         ia Augustus, op lage plan-
ten , Kinker.
132        » fuiciroitre F.             M. 1170. 52. Redt. 2   Te Dricbeigen op brem, in
ed. 686.                         Mei, Kinker; in Gelder-
land , Snellen.
133        « MalvaeK                   M. 1170. 60. Redt. 2   Hij den Haag, Six.
ed. 687.
134      Immune Kirby.        M. 1170.118. Redt. 2   I" Holland, Snellen.
ed 689.
135        » columbinum Germ. M. 1170.124. Redt 2   Hij Groningen, de Gavere.
ed 691.
136        - Loti Kirby. (angu»- M. 1170 140. Redt. 2   Te Oosterbeek , in Mei, Roe-
t
-iu.ii Kirby.) ed. 690.
                         lofs.
137    Apion Hydrolapathi         M. 1170.189. Redt. 2   In Holland, Snellen.
Marsh.                                 ed. 693.
138   Bhjnch.tes aeneoviretu M. 1173. 16. Redt. 2   Te Driebergen, op brem, in
Marsh.                                 ed 681.                         Mei, Kinker.
139   Rhynchites Alliariae        M. 1173. 18. Redt. 2   TeEllecom op vruchtboomen,
Payk (interpunctatus         ed. 681.                         iu Junij, id.
Steph.)
140   Bhynchites pubes ens M. 1173. 29. Redt. 2   Bij Voorst in Junij 1858, van
Ilbat.                                    ed.682.                         Voll.
141    Ma;;.lal.\'nus duplicatus M. 1178. 4. Hedt. 2ed.   Bij Amersfoort, iu Augnstiu,
(ierm                                    757.                              Hix; te Oosterbeek, iu Ju-
nij , Snellen.
142   Ma-dalinus bnrbicornis M. 1178. 17. Redt. 2   Hij Utrecht een j, 15 Mei,
Latr.                                    ed. 759.                         Six.
143   Ceuthorhynihu pumilio M. 1208. 8. Hedt. 2ed.   Hij Utrecht, half Mei, id.
Gyll.                                     806.
144   CeuthorhynchusQuerceti M 1208.39. Hedt. 798.   Op de Haagsche duinen, in
Gyll.                                                                         April, Evcrts.
145   Ceuthorhyiichus campe- M. 1208. 77. Redt. 2   Als voren, in Juuij , id.
sti is liylL                            ed. 803.
146    Ccuthorb\'ynobus Rapha- M 1208. 88. id. 805.     Als voren , iu April, id.; aan
„, p.                                                                        de Menu bij Utrecht, in
Mei, Roelofs.
147    Phytobius vclatns Heek. M. 1212. 2. Hedt. 2 cJ.   Te Hülegom onder dood riet,
777.                              in .Maait, in sloten op wa-
terplauten, in Mei, Kinker.
148            »          Icucogaster M. 1212. 3. Hedt. ibid.   Bij Amsterdam aau den Hoo-
Koch.
                                                                        geudijk onder dood riet,
iu Mei, id.
149    Phytobius quadricorni» M. 1212. 11. Hedt. 2   Te Hillegom aau het kanaal
Gyll.                                     cd. 779.                         onderdood riet, in Maart, id.
150   RhinoDcut Castor F.         M. 1213.1. Redt. 2ed.   Te üllccoui van planten ge-
809.                              sleept, in Juuij , Kinker.
",» . 151 Hylurgus ligniperda F. M. 1230.1. Hedt. 2ed.   Bij Velzerend op duin tan dood
827.                              hout iu het zand , iu Mei, id.
152 Ecooptogaster rugulosus M. 1238. 8. Hedt. 2 cd.   Te Rotterdam onder du schors
Panz. (Scoiytus)                  838.                              van een kerseuboom, in
Julij , Snellen.
-ocr page 166-
V f H S I. A G.
I.XXXIII
153   Bostrychus typographus M. 1244.1. Redt. 2ed.   Onder inlandsche Coleoptcra,
Ij. 834.                              afkomstig van Snellen, doch
zoudcr nadere opgave van
vindplaats , v. Voll.
154   Strangaliu revestita L. M. 1346. 8. Uedt. 2ed.   In het Liesbosch bij Breda , in
(villioa F.) 874.                              Junij , v. Hal.
155   Donaoia discolor Hoppe. M. 1353. 28. Kedt. 2   Bij Utrecht, Six.
ed. 881.
156   Clytra au ita L. M. 1360. 98. Redt. 2   Te Bronde, bij Maastricht,
ed. 892.                        Maurissen.
157   Cryptocephalus Coryli M. 1370. 21. Redt. 2   Bij Arnhem, in Julij, Snellen.
1\'anzer.                                 ed. 897.
158   Cryptocephalus margi- M. 1370. 104. Redt.ib.   Iu Gelderland, v. Mcdenbach
ixitus F. 902.                              de Rooy.
159   Cryptocephalus bilinea- M. 1370.119. i i    Op de .Meerdervoortsche dui-
tus Ij.                                                                      nen, in Augustus, Everts.
160   Galleruca ten. 11a L. M. 1385. 11. Redt. ib.   Bij den Haag, iu Mei, id.
928.
161   Haltlca pubescens E. H. M. 1393. 30. Redt. ib.   Bij Vianen , in Junij, id.
934.
162   Aptiroped\'i ciliata Oliv. M. 1406. 1. Kedt. ib.   Iu Xoord-Brabant, iu Mei,
950.                              Snellen.
163   Psylliodcs marcida 111. .M. 1411. 24. ib. 946.     Te Xoordwijk aau Zee op liet
duin, in Augustus, Kiuker.
164   Bcymnus nigrinus Kuge- M. 1458.10. ib. 971.     Te Voorthuizen van planten
lan.                                                                           gesleept, in Augustus, id.
-ocr page 167-
V E II S I. A (i.
I.XXXIV
Bijlage n°. 3.
L IJ S T van in Nederland waargenomen soorten van
Sucloria of Aphaniplera, door C. Ritscma Cz.
Op Homo sapiens
Linn.
Op Erinaceus euro-
paeus
Linn.
Op Meles tnxushum
Te Haarlem en te Leiden,
Kils.
Bij Haarlem en Leiden ,
Eits.
In Gelderland, Marshall;
in de Botterdn msche dier-
gaarde , van Bcmmelen
en Piaget.
Te Haarlem, Kits.
Te Haarlem, Rits.
Te Haarlem, Kits.
1 Pulex irritans Linn.
Trichopsylla cuspi-
data Kol.
Trichopsylla Melis
Lencli.
Trichopsylla? Gal/l
nae Schrank.
Jrichopsylla? Frin-
gillae Steph.
Trichopsylla? Colum-
bae Bouché.
Gtenonoius oclodecim
dentatus Kol. l.
In het nest van Gallus
Gal lorum
Less.
In liet nest van Passer
domeslictts
Gessn.
In het nest van Co
lumba livia
Gessn
Op Mus musculus
Linn.
Op Mus decumanus
Pall.
Te Rhoon bij Rotterdam ,
Schepman.
Te Leiden, Rits.
In de Rotterdamsche dier-
gaarde, Piaget.
Bij Haarlem, VVeyenbergh;
te Rhoon , Schepman.
Te Arnhem, Brants.
Te Rotterdam, Piaget.
Op
Op Talpa, europaea
Linn.
Op Sorex vulgaris
Linn.
Op Mus decumanus
Pall.
Ülenophthalmus bis-
octodentatun Kol.
(Jtenophihalmus bis-
septemdeiUalus Kol,
• Naar alle waarschijnlijkheid is het deze soort, welke door Bosc in 1801 als
Pulex fasciatus is beschreven en door hem was aangetroffen op de mol, de rat en
Myoxus nitela Linn. (Buil. des Sciences par la Soc. Philom. t. II. p. 156, n°. 44).
-ocr page 168-
V E It S
A \'..
I.X.XXV
Op Mus sylvaticus\\Te Rhoon, Schepman.
Linn.
In een kogelrond;Te Overveen bij Haarlem,
Kits.
Te Haarlem en te Leiden,
Rits.
Te Rhoon, Schepman.
Te Rhoon, Schepman.
Te Overveen, Rits.
rauizennest.
Op Mus musculus
Linn.
Op Mus sylvaticus
Linn.
Op Arvicola arvaüs
Pall.
In een kogelrond
muizennest.
Op Sciurus vulgaris
Linn.
10 Ctetiopsyllus quadri
dentatus
Kol.
11 Ctetiopsyllus hiden
tatus
Kol.
Te Oosterbeek, Weyen-
bergh; in de Rotterdam-
sche diergaarde, Piaget;
bij Utrecht, van Meden-
bach de Rooy.
Te Haarlem, Rits
12 (Pulex) obtusiceps
Hits.
In een nest van Bombus
sublerraneus
Linn.
Op een mesthoop.
Tweemaal op Arvi-
cola arvaüs
Pall.
Op Vespertilio pipi-
strellus
Daub.
Op Vespertilio auri-
tus
Linn.
Op Vespertilio pipi-
strellus
Daub.
Bij den Haag, Groll.
Te Rhoon, Schepman.
Te Rotterdam, Piaget.
Te Leiden, Rits.
Te Leiden, Rits.
13  Ceratopsyllus tetra-
eteuus Kol.
14  Ceratopsyllus hexa-
ctenus Kol.
15  Ceratopsyllus octa-
clenus Kol.
16  Cleuocep/ialus novem-
dentatus Kol.
Op Canis familiaris Te Haarlem, Rits.; te Rot-
Linn.
                           terdam, Piaget.
Op een Japansch
hondje.
Eenmaal op Lepus li-
midus
Linn.
Op Felis domestica
Linn.
In de Rotterdamsche dier-
gaarde, Piaget.
Bij Utrecht, van Meden-
bach de Rooy.
Te Haarlem en te Leiden,
Rits.
17 Ctenocephalus euneo-
dus
Kol.