-ocr page 1-
rfsriï »3 2aq
<u- p \'<&
-ocr page 2-
-ocr page 3-
&.
-----
DeLelieonderüe Doornen
ONZE LIEVE VROUW
ONBEVLEKT ONTVANGEN.
DOOK
A. HOGENBOOM, \'
.11. K. Friesteï,
P. J. VAN SPIJK. _ ZWOLLE.
\' TJ tgc7eT der Verecniging Thomas a Kempis.
1879.
vj
-ocr page 4-
• -
-ocr page 5-
SS"
De Lelie onder ie Doornen
OF
ONZE LIEVE VROUW
ONBEVLEKT ONTVANGEN.
DOOR
A. HOGENBOOM,
R. K. Trieste
^
BJSUOTECA
dito. fa*T. »«<«.
P, J. VAN SPIJK, — ZWOLLE.
Uitgever der Vereeniging Thomas a Kempis.
1879.
-ocr page 6-
IMPRIMATUK.
Datnm Ztvollae, 15 Sept. 1879.
OTTO ANT. SPITZEN,
Libr. Cens.
-ocr page 7-
Een der schoonste dagen welke de chris-
telijke wereld, en in het bijzonder de Eeuwige
Stad Rome, ooit heeft aanschouwd, is on-
getwijfeld de 8. December van het jaar
1854, een dag die met gulden letteren in
do geschiedenis der Kerk gegrift staat.
Omringd van een groot getal bisschoppen,
die uit allo oorden der wereld te Rome
waren aangekomen, sprak toen de grooto
en onvergctelijko Paus Pius IX, in de
St. Pieterskerk, in tegenwoordigheid van
eeno ontzaglijke menigte, de dogmaverkla-
ring uit van de Onbevlekte Ontvangenis
van de allerheiligste Maagd Maria: »Kraoh-
tens het gezag van onzen Heer Jesus Chris-
us, van de II.II. Apostelen Petrus en Pau-
-ocr page 8-
6
lus en het Onze, verklaren, verkondigen en
bepalen Wij dat de leer, welke inhoudt, dat
de allerheiligste Maagd Maria van
het eerste oogenblik harerontvan-
genis, door een bijzondere genade en voor-
recht van den almachtigen God, ter wille van
de verdiensten van Jesus Christus, den Ver-
losser van het menschelijk geslacht, van
alle vlek der erfzonde is vrijbc-
waard, door God geopenbaard is in der-
halve door alle geloovigen vast en onwrik-
baar moet geloofd worden."
1) Niet slechts
te Rome, maar ook over de geheele wereld
stegen uit do harten der geloovigen juich-
tonen ter eero van de Onbevlekte Maagd.
Niemand echter ineene, dat de Onbe-
vlekte Ontvangenis van Maria, toen zij in
1854 door het onfeilbaar gezag des Pausen
als cene geopenbaardo waarheid werd ver-
1) Z. II. Paus Pius IX, bulla Ineffabilis.
-ocr page 9-
7
kondigd, en derhalve van dien tijd af, op
ttraffe van ketterij, geloofd moest worden,
eene nieuwe, ongehoorde leer was. Neen,
van af de oudste tijden heeft men haar
geloofd, en sedert lang was het verboden
het tegendeel te leoren. »En inderdaad —
zegt Pius IX — de schitterende oorkonden
van de oudheid, van de Oosterscho en
Westersche Kerk geven eeno krachtige ge-
tuigenis, dat de leer over do Onbevlekte
Ontvangenis van de H. Maagd in do Kerk
zelve altijd bestaan heeft en met het ken-
merk der geopenbaarde leer gcteekcnd is
geweest. Want als zorgvuldige bewaarster
der in haar nedergelegde leerstellingen,
verandert de Kerk nooit iets daarvan, neemt
er niets af, voegt er niots bij, maar met
allen vlijt het oude getrouw en wijselijk
aanwendend, tracht zij hetgeen van ouds
geschetst en aangevangen werd en wat het
Geloof der Vaderen zaaide, aldus to bo-
-ocr page 10-
s
schaven en te polijsten, dat die oude stuk-
ken der hemelscho leer duidelijkheid, licht,
bepaaldheid erlangen, doch hunne volheid,
gchcelhcid, cigondommelijkheid behouden,
en slechts groeien in hun eigen aard, na-
melijk in dezelfde leering, in denzelfden
zin, in dezelfde beteekenis." 1)
Mijn plan is den lezer in deze onder-
richting in \'t kort aan te toonen: vooreerst
dat de Onbevlekte Ontvangenis van Maria
overeenkomstig is met hare verhevene
waardigheid; vervolgens dat deze waarheid
uit de H. Schrift wordt bewezen; eindelijk
dat men haar, van de eersto tijden af, in
de Kerk geloofd heeft.
]) Bulla Incffabilis.
-ocr page 11-
§1.
Het betaamde dat de H. Maagd met het
voorrecht der Onbevlekte Ontvangenis
werd begunstigd.
De II. Kerkvergadering van Trente heeft
o. a. het volgende omtrent do erfzonde ge-
leerd: «Indien iemand beweert, dat de over-
treding van Adam aan hem alleen en niet
aan zijne nakomelingschap nadeel heeft be-
rokkend; en dat zij de van God ontvangene
heiligheid en gerechtigheid voor hem alleen
en ook niet voor ons heeft verloren; of dat
hij (Adam) door de zonde van ongehoor-
zaamheid bevlekt, slechts den dood en de
straffen des lichaams, doch ook niet de
zonde welke do dood der ziel is, over ge-
heel het menschelijk geslacht heeft uitge-
stort, hij zij in den ban, daar hij het woord
van den Apostel tegenspreekt: door één
mensch is de zonde in de wereld gekomen en
door de zonde de dood, en ulzoo is de dood
op alle menseken overgegaan, dewijl allen ge-
-ocr page 12-
10
zondigd hebben. (H. Paulus, brief aan de
Eomeinen V; 12.)" 1)
Het is dns ceno onbetwistbare waarbeid
dat de zonde van Adam op alle menschen
overgaat en dat alzoo op allen, reeds van
bet eersto oogenblik bnns levens, de erf-
smet kleeft. Wel zijn, naar de getuigenis
van do H. Schrift 2) en de Overlevering,
do profeet Jeremias en do H. Joannes de
üooper reeds in den schoot hunner moe-
der geheiligd; dit beteekent echter niet dat
zij, op hot oogenblik waarop hunne ziel
met het lichaam vereenigd werd, onbevlekt
waren.
De H. Kerk, zooals hierboven is opge-
merkt, erkent op den algemeenen regel dat
het gcheele menschelijk geslacht met do
erfzonde bevlekt is, slechts ééne uitzonde-
ring: do allerheiligste Maagd en Moeder
Gods Maria, die van het eerste oogenblik
haars levens mot de heiligmakeude genade
is begiftigd geweest; en dit voorrecht is
zij verschuldigd aan do verdiensten van Je-
sus, door wiens bloed zij op uitnemende ivij-
1)   II. Kerkverg. v. Trente. Zitt. V. Dekreet
over de erfzonde.
2)  Lucas Ij 15, 10. Jcrem. I; 5.
-ocr page 13-
11
ze verlost is. Van onzen goddelijken Zalig-
maker, die, van het eerste oogenblik zijns
levens, do volheid der genade bezat, is hier
geen spraak, dewijl Hij, ontvangen zijnde
van den H. Geest, niet evenals de overige
menschen van Adam afstamde en dns niet
aan de gewone wet der menschen onder-
worpen was; daarenboven, wegens de on-
af scheidbare vereeniging van zijne godde-
lijke en menschelijko natuur in één godde-
lijken Persoon, kon Jesus onmogelijk met
zonde besmet zijn.
Niemand verwondere zich over do uit-
zondering omtrent de H. Maagd Maria;
want in haar is alles buitengewoon. Toont
mij — zegt Bossuet in zijne overheerlijke
rede over de Ontvangenis van Maria — eene
andere Moeder Gods, eene andere Moe-
der Maagd; laat mij elders deze volheid
van genade zien, deze verzameling van hei-
lige deugden, een zoo diepen ootmoed bij
eene zoo verhevene waardigheid, en alle
andere voortreffelijkheden, welke ik in de
H. Maagd bewonder, en zegt dan, zoo gij
wilt, dat de genoemde uitzondering op eene
algemeenc wet, ten gunste van zulk eene
buitengewone persoon, ergerlijke gevolgen
heeft. En van hoevelo algemeene wetten
-ocr page 14-
12
is zij niet ontheven! Wij allen — leert do
H. Schrift — misdoen in vele zaken. En toch
is het een geloofspunt door de H. Kerkver-
gadering van Trente voorgesteld, dat Ma-
ria nimmer oene kleine zonde heeft bedreven.
Nimmer heeft zij door de geringste dage-
lijksche zonde, door de kleinste onvolmaakt-
heid aan God, de eindeloozo Schoonheid en
Heiligheid, mishaagd, zelf nimmer eono
neiging tpt het kwaad ondervonden. Is het
niet eene algemeeno wet, dat de maagde-
lijko knischhcid niet met het moederschap
kan samengaan? Doch in do Moeder Gods,
die ontvangen heeft van den H. Geest, is
de lelie der maagdelijke zuiverheid ouge-
schonden gebleven. Is het niet eene alge-
mecno wet dat de lichamen der afgestor-
venen niet vóór den dag der algemeene op-
standing zullen verrijzen ? Het lichaam dei-
Moeder Gods echter is met hare ziel ten
hemel opgenomen, waar het, met \'t kleed
der heerlijkheid gekleed, schitterender dan
do stralen der zon, de hemclsche geesten
met bewondering en blijdschap vervult.
Heeft zij deze en nog vele andere voor-
rechten genoten, dan behoeft zich niemand
over do gunst haror Onbovlekte Ontvangenis
te verwonderen.
-ocr page 15-
13
Doch beschouwen wij eens nader, hoo dio
buitengewone gunst met hare grootheden
en in het bijzonder met hare waardigheid
van Moeder Gods overeenkomt. Maria wordt
de nieuwe Eva genoemd. Was Eva de
moeder der levenden,
door Maria zijn wij
aan een veel hooger leven deelachtig ge-
worden; zij heeft Christus voortgebracht,
die het leven zelf, de bron des levens is.
Zou zij, die door God was uitverkozen om
te herstellen wat do eerste Eva door haro
zondo bedorven had, ooit do heiligmakende
genade
gemist hebben, waarin do andere
was geschapen? Kon zij, die meer genade
had ontvangen dan alle Engelen te zamen,
en in den hemel als Koningin boven alle
koren der hemelsche geesten veheven is,
ooit door de zonde onder de macht van den
duivel geweest zijn? Daarenboven, wie hare
nauwe betrekking tot de allerheiligste
Drievuldigheid gadeslaat, moet in haar het
voorrecht der Onbevlekte Ontvangenis er-
kennen. Zij is do Dochter van God den
Vader, van eeuwigheid bestemd om do
Moeder van het menschgoworden Woord
te zijn; zij is do Bruid van den H. Geest,
dio hare ziel verrijkte met do volheid dor
genade en in haren schoot do monschwor-
-ocr page 16-
14
ding van Christns bewerkte. Zij is inder-
daad de Moeder van God den Zoon, do
heilige Tempel waarin het ongeschapen
Woord maanden lang zijn verblijf hield.
Betaamde het dan niet dat God elke zon-
denvlek van haar verwijderd hield? »Wan-
neer ik den Verlosser der wereld, onzo
liefde en onzo hoop, tusschen de armen
der H. Maagd aanschouw, of zacht aan
haar boezem rustend, of in haar heiligen
schoot verborgen; wanneer ik den Onom-
vatbaro aldus ingesloten en deze onmetelijk-
heid als verkleind zie, en dan mijne blikken
vestig op mijn Verlosser ir. dezen nauwon
en vrij willigen kerker, zeg ik somtijds tot
mij zelven: Is het mogelijk dat God dezen
heiligen Tempel, dien Hij voor zijn Zoon
bestemde, dezo Woonstede waarin Hij zulk
eeno lange eu wondorbaro rust zal nemen,
deze maagdelijke Sponde waarop Hij eene
geheel geestelijke bruiloft met onze natuur
zal vieren, ware \'t slechts voor een oogen-
blik,aan den duivel heeft willen overlaten?
Aldus sprak ik tot mij zelven. En ter-
wijl ik mij daarop tot mijn Verlosser
wendde, zeidc ik Hem: Gezegend Kind,
duld niet, laat niet toe dat de zonde uwe
Moeder bevlckkc. O, indien Satan tot haar
-ocr page 17-
15
durfde naderen, terwijl Gij in haar als in
een lusthof woont, hoe zoudt Gij bliksems
op zijn hoofd doen slingeren! Met welk
eene ijverzucht zoudt Gjj de eer en de on-
schuld van uwe Moeder verdedigen! Maar,
o gezegend Kind door wien do eeuwen ge-
maakt zijn, Gij bestaat vóór alle tijden;
toen uwe Moeder ontvangen werd, sloegt
Gij haar uit het hoogste der hemelen gade;
maar Gij zelf vormdet hare leden, Gij stor-
tet haar den adem des levens in, dio dat
vlcesch bezielde, waaruit het uwe moest
gevormd worden. O, zie toch toe, o eeuwige
Wijsheid, dat zij in datzelfde oogenblik niet
met eene afschuwelijke zonde bevlekt worde,
niet onder de macht van den duivel ge-
rake; wend door uwe goedheid dit onheil
af." 1) Al wie deze teedere en tevens ver-
hcveno ontboezeming overweegt, zal volko-
men met Mgr. Dechamps en Mgr. Plantier
instemmen, dat do adelaar van Meaux, do
groote Bossuet, onder alle redenaren, wcl-
licht het welsprekendst den lof der Moeder
Gods verkondigd heeft.
1) Bossuet. Sermon I pour la ffitc de la
conception de la Sainte Vierge.
-ocr page 18-
§ n.
De Onbevlekte Ontvangenis van Maria
wordt bewezen uit de H. Schrift.
Nadat de eerste menschen tegen God wa-
ren opgestaan, sprak de Heer tot de slang,
die Eva verleid bad: Omdat, gij dit gedaan
hebt, zijt gij gevloekt onder alle dieren der
aarde. Op uwen buik zult gij kruipen, en stof
eten zoolang gij leeft.
Daarna beloofde Hij,
in zijne eindeloozo barmbartigbeid jegens
den gevallen mensch, den toekomstigen Ver-
losser, toen Hij wederom tot de slang, den
in de slang verborgen dnivel sprak: Ik zal
vijandschap stellen tusschen u en de vrouw,
lusschen uw zaad en haar zaad, zij zal u
den kop verpletteren, en gij zult haar den hiel
belagen.
Ziedaar bet eerste Evangelie d. i,
de eerste blijde boodsebap! Eenmaal zal eene
vrouw uit Eva\'s geslacht optreden, die de
vijandin van Satan wezen, en in haren Zoon
zijne macht over do menschen verbroken
zal, terwijl bij in zijne macbtelooze woede
wel belagen, maar niet waarlijk zal kunnen
-ocr page 19-
17
schaden. Die vrouw zonder vlek en vol van
genade, die vijandin des duivels, schitterend
in den glans der hoogste deugd, die nieuwe,
heilbrengende Eva, do Moeder van Hem dio
alleen ons het geestelijke, eeuwige leven
geeft, en daarom do ware Moeder van allo
levenden is, wij kennen en vereeren haar.
En wij aanbidden haren Zoon, de gezegende
vrucht haars lichaains, die van eeuwigheid
God is en in do volheid des tijds uit de
Maagd geboren werd, Hem, den sterken Held,
dio eerst in do eenzame woestijn den dui-
vel in tweestrijd overwon, en later aan het
Kruis, dien nieuwen boom des levens, als
plaatsbekleeder der geheelo menschheid, ten
aanzien van hemel en aarde, het hoofd der
helsche slang verpletterde, en aan zijn ge-
slacht de macht verleende om het duivel-
sche slangengeslacht te bestrijden en te
overwinnen. 1)
De woorden door God tot de slang ge-
sproken: Ik zal vijandschap stellen enz. zijn
niet alleen een voorspelling van den Ver-
losser der wereld, maar loeren ook, volgens
de schriftuurverklaarders, do Onbevlekto
Ontvangenis van do allerzaligste Maagd
1) Mure, Bijbelhehe Geschiedenis, d. I, blz. \'15.
-ocr page 20-
13
Maria. Door de woorden Ik zal vijandschap
stellen tusschen u en de vrouw, tusscken uw
zaad en haar zaad,
wordt de eenzelvigheid
aangeduid van de vijandschap tusschen den
duivel en het zaad der vrouw (Christus),
en van de vijandschap tusschen den duivel
en do vrouw zelve (Maria).
Iedereen nu zal toegeven, dat do vijand-
schap tusschen den duivel en het zaad
der vrouw volkomen en altijddurend is,
zoodat zij geene voorafgaando vriend-
schap aanneemt; bijgevolg is insgelijks
de vijandschap tusschen de vrouw en den
duivel volkomen en altijddurend, en sluit
zij elke voorafgaande vriendschap uit. Zoo-
danig zou zij niet geweest zijn, indien de
H. Maagd, waro het slechts een oogonblik,
aan de erfzonde onderwoi\'pen was geweest.
Do andere woorden zij zal uwen hop ver-
pletteren
duiden aan: De vrouw zal door do
kracht van haar zaad d. i. Christus eene
volkomene overwinning op don duivel beha-
len. Maar deze zegepraal zou niet volkomen
geweest zijn, indien de duivel door zijn
vergift of do zonde de vrouw, namelijk
de H. Maagd, besmet had. Want in deze
veronderstelling zou niet zij den kop van de
slang,
maai-, tegen do bepaling Gods in, de
-ocr page 21-
19
slang of de duivel het hoofd der vrouw ver-
pletterd hebben. 1)
Naar het gevoelen van niet weinige god-
geleerden, o. a. van Mgr. Malon, wordt
eveneens in het Hooglied van Salomon, in
don mystieken zin genomen, do Onbevlekte
Ontvangenis van de Moeder Gods geopen-
baard. De Bruid van het Hooglied betee-
kent zoowel Maria als do Kerk. Nadat do
Bruidegom (de H. Geest) do schoonheden en
voortreffelijkheden Zijner Bruid beschreven
heeft, roept Hij uit: Gij zijt geheel schoon,
mijne vriendin, en geen vlek is in U.
(Hoogl.
IV; 7.) Deze plaats is treffend; van den
eenen kant wordt eene volmaakte heilig-
hoid verkondigd: Gij zijt geheel schoon; en
van den anderen kant wordt in de Bruid
elke zondesmet geloochend : Geen vlek is in
u.
Het is onmogelijk nauwkeuriger, juister
woorden te vinden om de altijddurende en
volmaakte heiligheid van Maria uit te druk-
ken. Ook hebbon al dè verdedigers der On-
1) Vgl. Perron e. Thesis dogmatica de im-
maculata B. 31. V. Conce|itione. De iramac. B. V.
conceptu, cpt. IX, pag. 40—49. Zie ook de
bulla In ef 1\'abilis, waarin Pius IX \\an deze
schriftuurplaats gewaagt.
-ocr page 22-
20
bevlekte Ontvangenis er zich van bediend.
Het z il hier niet misplaatst zijn onze aan-
dacht to vestigen op een type of vooraf*
beelding van Maria. Evenals in het Oudo
Verbond sommige personen en zaken voor-
afbeeldingen waren van Christus, 1) zoo ook
waren er zonder twijfel voorafbeeldingen
van Maria. Terstond denkt men aan Jndith
en Esther, inzonderheid aan deze laatste.
Zij immers door de H. Bonaventura een
vooraf beeldend persoon van Maria genoemd,
is zulks vooral wat het voorrecht van do
Onbevlekte Ontvangenis der H. Maagd bo-
treft. Op het voorbeeld van den H. Kerk-
leeraar Bonaveutnra, maken verschillendo
schrijvers de schoonste vergelijkingen tns-
schen Esther en Maria. 2) Deze koningin
1)  Wat personen aangaat, denken wij o. a.
aan Mozes, David en Salomon, en wat zaken
betreft, aan liet paasclilam, de steenrots in de
woestijn, enz. De steenrots, zegt de II. Pau-
lus, was Christus, d. i. was een voorafbeel-
ding van Christus.
2)  Vgl. Passaglia. De immaculato Deipa-
raeConceptu, Sect. 5a No. 1000. Van Gestel.
De Esther van het Oude en Nieuwe Verhoud.
Mgr. ü. Jlalou. L\'immaculéc Conception.
Tomé I, p. 335.
-ocr page 23-
21
zegt Mgr. Malou — was bcwondcronswaai--
dig door haro schoonheid, hot beeld harer
heiligheid. De koning (Assuërus) beminde
haar met voorliefde. Zoo ook was Maria
bewonderenswaardig door de volheid van
genade waarmede zij begiftigd was, en door
de liefde des H. Geestes door wien zij met
voorliefde bemind werd. Esther werd boven
alle bewoners van Assyrio\' verheven; Maria
werd verhoven boven alle schepselen. Esther
werd in de plaatst van Vasthi gesteld, de
eerste echtgenooto van Assuërus, die om
hare fouten verworpen werd; Maria werd
in de plaats van Eva gesteld, wier misdaad
zij moest herstellen. Assuërus had op straffe
dos doods verboden, ongeroepen zijn troon
te naderen, maar ten gunste van Esther op
die algemeene wet eene uitzondering ge-
maakt; zoo ook had God een doodvonnis
geveld tegen alle kinderen van Adam, maar
deze wet had geen kracht ten opzichte van
Maria, die de gevolgen er van niet onderging.
Esther mishaagde nimmer aan Assuërus;
ook mishaagde Maria nimmer aan God,
Ook uit do H. Schrift van het Nieuwe
Verbond (het Evangelie van den H. Lucas)
wordt dit voorrecht van Maria voortreffe-
lijk aangetoond. De aartsengel Gabriël
-ocr page 24-
22
werd door God naar Nazareth, een stadje
van Galilea, tot eene maagd gezonden, dio
verloofd was aan een man, met name Jo-
zef, en de naam der Maagd was Maria.
Terwijl zij in het vertrek dat zij bewoon-
de, zich alleen bevond, was zij waarschijn-
lijk in een vurig gebed verzonken. Heer-
lijk schonwspel voor God, voor do Engelen en
de menschen! Al wat vlekkeloos in de on-
schuld — merkt een begaafd schrijve: op —
al wat schoon is in de maagdelijkheid, al
wat verrukkelijk is in Gods heilige liefde,
was op haar gelaat, in haar houding, in
geheel haar uiterlijk te lezen. De he-
melgezant trad tot haar binnen, om
haar het aanbiddelijk geheim der mensch-
wording aan te kondigen. Vol eerbied
voor de bij uitstek uitverkorene van
Gods liefde, sprak hij haar toe: Wees ge-
groet, gij vol van genade, de Heer is met u
gezegend zijt gij onder de vrouwen.
1) Wio
zal het schoono van zulken betoekenisvol*
len groet, zooals aan niemand ooit was te
beurt gevallen, naar waarde beschrijven I
Zoozeer is zij bevoorrecht dat zij door een
overvloedigen en onafgebroken bijstand van
1) Lucas Ij 28.
-ocr page 25-
23
God begunstigd, en boven alle vrouwen
uitverkoren om de Moeder des Verlossers
te zijn, meer genaden beeft verkregen dan
alle Engelen en menseben te zamen. Kon
wel de bij uitstek gezegende onder de vrou-
wen ooit aan den vloek der zonde zijn on-
derworpen geweest? Hebbon andere Heili-
gen de genade voor een gedeelte verkregen,
Maria heeft hare volheid ontvangen; en vol-
gens het gevoelen van verschillende god-
geleerden, wordt ook hieruit afgeleid, dat
zij met de oorspronkelijke heiligheid begif-
tigd en dus altijd aan God welgevallig is
geweest.
-ocr page 26-
§ III
Het gevoelen der H.H. Kerkleeraren over
de Onbevlekte Ontvangenis van Maria.
Niet alleen de H. Schrift, maar ook de
Overlevering geeft getuigenis van de On-
bevlekte Ontvangenis van Maria. Om deze
Overlevering te leeren kennen, mag men
geenszins verzuimen te onderzoeken, wat
de H.H. Kerkleeraren omtrent dit punt ge-
lcerd hebben. Zij immers zijn mannen, die
om hunuo heiligheid en wetenschap in de
Kerk een zeer gioot gezag bezitten, en
daarenboven allergetrouwste getuigen zijn
van het geloof der Christenen in hun tijd.
Alvorens echter tot dit onderzoek over te
gaan, is het van groot belang te vernemen
hoe duidelijk en voortreffelijk reeds de H.
Apostel Andreas Maria\'s Onbevlekte Ont-
vangenis beleed.
In de »akten van het martelaarschap
van den H. Apostel Andreas, ongeveer het
jaar 80 door de priesters en diakenen van
Achaia geschreven" wordt het volgende
-ocr page 27-
25
vermeld: De H. Andreas sprak tot Egeüs
proconsul van Patras: «Gelijk do eerste
mensch uit onbevlekte aarde was gemaakt,
zoo moest ook een volmaakt mensch uit
eene onbevlekte Maagd geboren worden, op-
dat de Zoon Gods, die de menschen had
geschapen, het leven kon herstellen, wat
Adam hen had doen verliezen." Deze getui-
genis is van het grootsto gewicht. De be-
nainiug van onbevlekte Maagd, ten tijde van
do Apostelen — merkt Mgr. Malou op —
is eene zeer merkwaardige zaak; maar zij
verkrijgt een nieuw gewicht als men bo-
denkt, dat de zuiverheid van Maria hier
vergeleken wordt met de aarde, voordat
God haar (de aarde) gevloekt en nadat
Hij haar gezegend had.
Vooral als men dezo woorden met de ge-
tuigenissen der H.H. Vaders in verband
brengt, dio in stellige termen do voortdu-
rondo en oorspronkelijke heiligheid van
Maria verkondigd hebben, dan hebben zij
de kracht van eene uitdrukkelijke getuigo-
nis. De H.H. Leeraars dor volgende tijden
hebben het gewicht er van wel gevoeld.
Na de diakenen van Achaia hebben zij als
eenparig herhaald, dat de heilige Menschheid
van onzen Heer is gevormd uit do onbe-
2
-ocr page 28-
2fl
vlekte aarde van het maagdelijk paradijs,
Tiit een zuiver en heilig leem, namelijk de
allerzaligsto Maagd.
Wie het gevoelen der H.H. Kerkleeraren
over de voorrechten van Maria raadpleegt,
gevoelt zich getroffen, opgetogen over de
schoone woorden waarmede zij van hare
wonderbare heiligheid, en in het bijzonder,
al is hot ook dikwijls niet uitdrukkelijk, van
hare Onbevlekte Ontvangenis gewagen. Zjj
noemen haar den gesloten tuin, welken de
list des belagers niet kan beschadigen; den
eerbiedwekkenden tempel Gods, welke door
de goddelijke stralen verlicht, vol is van
de heerlijkheid des Heeren; de Koningin,
die uit den mond des Allerhoogsten geheel
volmaakt, schoon en Gode welgevallig en
nooit door eenige zondevlek besmeurd voort-
kwam. Zij vergelijken haar met do nog
maagdelijke, nog onschuldige, nog onge-
krenkte Eva, en geven haar betrekkelijk de
medegedeelde onschuld en gerechtigheid zelfs
den voorrang boven deze. Ook noemen zij
haar de lelie onder de doornen, de vlekke-
looze, altijd gezegende,
de onbevlekte aarde,
waaruit de nieuwe Adam gevormd is, de
eenige dochter des levens en niet des doods,
den genade-knop, die uit een bedorven en
-ocr page 29-
27
ontstoken wortel, tegen de algemeene wetten
in, dooi- bijzondere goedheid Gods, altijd
groene ranken schiet. 1)
Om den lezer nog meer te overtuigen,
dat de H.H. Vaders en Kerkleeraren, dio
in de Kerk als schitterende sterren hnn
licht verspreidden, Maria\'s oorspronkelijke
heiligheid en gerechtigheid verkondigden,
zullen wij eenige meer uitvoerige getuige-
nissen aanhalen.
Het eerst valt onzo aandacht op den
H. Efrem, den Syriër, die in do vierde eeuw
leefde. Deze Heilige, uitstekend door weten-
schap, wolsprekenheid en dichterlijken gloed,
dien men op elke bladzijde zijner werken
gewaar wordt, werd de profeet en het
orakel der Kerk genoemd, en bezat een zoo
groot gezag, dat, volgens den H. Hierony-
mus, in sommige kerken zijne geschriften,
na de lezing der H. Schrift, openlijk werden
voorgelezen. De H. Efrem nu noemt Maria
o. a. de met zegeningen vervulde Moeder
Gods, geheel en al rein, geheel en al zon-
der vlek, geheel en al zonder bederf, ge-
heel en al ongedeerd, maagd naar het
lichaam en maagd naar do ziel, schoon van
1) Bulla Ineffabilis.
-ocr page 30-
28
natuur, een bloem die nimmer verwelkt, alleen
gansch onbevlekt.
1)
De H. Joannes Chrysostomns, aartsbis-
scbop van Constantinopel, de vorst der ge-
wijde redenaars en ongetwijfeld een der
meest beroemde ou gezagvolle Leeraren
der Kerk, laat God op do volgende wijzo
tot de slang spreken: »Ik zal Mij niotto-
vredon stellen met u op don grond te laten
kruipen, maar Ik zal oene vrouw tegenover
u stellen, die mvc vijandin zal zijn, zonder
verbond met u;
en niet alleen haar, maar
ook haar zaad zal Ik tot altijddurenden
vijand van uw zaad maken." 2)
Zulk eene vrouw (Maria) kon, in do go-
dachten van den H. Joannes Chrysostomus,
nimmer in vriendschap met den duivel zijn,
nooit onder zijn juk gebukt gaan.
Niet minder duidelijk spreekt de H.
Maximus van Turijn (5e eeuw) over het
voorrecht der Moeder Gods: » Maria was
ccne geheel geschikte woonplaats voor Chris-
tus, minder door de hoedanigheden van haar
1)  S. Ephrem. Oratio ad Deiparam. III.
2)   S. Joannes Chrys. Homelia XVII in
Genesin.
-ocr page 31-
29
lichaam, dan door de oorspronkelijke genade
welko zij ontvangen had 1).
Dat het ontvangen der oorspronkelijke
genade
gelijk staat met in genade geschapen
te zijn, hieraan zal niemand twijfelen.
Ook de groote H. Kerkleeraar Angus-
tinus verdedigt de Onbevlekte Ontvangenis
der H. Maagd. In den strijd tegen den
ketter Pelagius leert deze Heilige, dat nie-
mand (althans zonder eene bijzondere ge-
nade), gedurende zijn leven, elke dage-
lijksche zonde kan vermijden. Deze bewering
is gegrond op de uit de erfzonde ontstane
zwakheid van den mensch. Terstond echter
laat hij er op volgen: »Uitgezonderd de
H. Maagd Maria, van wie ik, uit eerbied
voor den Heer, volstrekt niet wil dat er
spraak zij, wanneer er over zonde gehan-
deld wordt; want vandaar weten wij dat
meer genade om de zonde onder elk op-
zicht te overwinnen, haar geschonken is,
die verdiende Hem te ontvangen en voort
te brengen, welke zekerlijk niet met zonde
is bevlekt geweest."
De H. Augustinus sprak hier over zonde
1) S. Max. Tanr. hom. V. in nativ. Do-
mini.
-ocr page 32-
30
in het algemeen, en bedoelde, gelijk vele
godgeleerden (ook de H. Alfonsus de Ligu-
orio) zijne woorden uitleggen, zoowel do
erfzonde als de dadelijke zonde. Had de
H. Kerkleeraar gemeend, dat de Moeder
Gods aan het lot der andere Adamskinde-
rcn was onderworpen geweest, zou hij dan
wel hebben kunnen beweren, dat zij meer
genade bad verkregen om de zonde onder
elk opzicht
te overwinnen? 1)
Door den H. Alfonsus do Lignorio, een
nllervurigsten vereerder van do Onbevlekte
Ontvangenis van Maria, worden nog de
volgendo woorden van den H. Augustinus
aangehaald op do groetenis des Engels:
Wees gegroet, gij vol van genade:»Hierdoor
toonde hij dat zij geheel en al buiten do
gramschap van hot eersto vonnis viel, en
dat de volle genade der zegening aan haar
was teruggegeven. (S. Aug. Sormo XI. in
nativ. Domiui). 2)
Zooals uit het voorgaande ons gebleken
is, werd van do eersto tijden af de Onbe-
1)  Vgl. Perron e. De immac. B. M. Con-
ceptu, p. 69. Passaglia. in o. c. sectio 6a
no. 1259.
2)   S. Alfonsus. Dissertatio de censuris circa
immac. 13. M. V. Concept, lib. VII, pag. 244.
-ocr page 33-
31
vlekte Ontvangenis van Maria geleerd. Nog
vele voortreffelijke verdedigers hiervan, on-
der Kerkleeraren en geestelijke schrijvers,
kunnen worden opgenoemd: zooals de
H. Ambrosius, de H. Petrns Chrysologns,
Paschasius Badbertus, de H. Petrus Dami-
anus, de H. Thomas van Villanova, Tau-
lerus, Petrus Comestor, de H. Laurentius
Justinianus en anderen; het is echter niet
noodig ons met allen in het bijzonder bezig
te houden. Nochtans zij het mij vergund
de aandacht van den lezer nog op sommige
uitstekende mannen van latere tijden te
vestigen.
Merkwaardig is de Verhandeling over de
Ontvangenis der II. Maagd Maria,
een
werkje van een schrijver uit de twaalfde
eeuw. Dat de H. Anselmus, zooals soin-
migen meenen, de schrijver daarvan is,
wordt door Hurter, den uitgever van Sanc-
torum Patrum Ojntscula Selecta
(XII, p. 89)
om gegronde redenen ontkend. Ook volgens
hem is de schrijver de eerste, die aan de
verdediging van het voorrecht van Maria
een geheel werkje gewijd heeft. Eenige
regelen hiervan zal ik hier aanhalen. »Niets,
o Vorstin, is aan U gelijk, niets met U te
vergelijken; want alles wat bestaat is of
-ocr page 34-
32
boven U of onder U. Wie zal naar znlko
verhevenheid opzien, wie haar bereiken?
En voorzeker, om tot eene zoo groote voor-
treffelijkheid te geraken, ontsproot Gij al-
lerzuiverst
op eene zeer nederige plaats,
dat is in den schoot uwer moeder. Waart
Gij op znlke wijze niet ontvangen, dan
zonüt Gij tot eene zoo groote verhevenheid
niet gekomen zijn."
Op even voortreffelijke wijze verkondigt
de H. Petras Paschasins, Martelaar (13de
eeuw) het voorrecht der H. Maagd: »Mon
moet weten en gelooven dat de H. Maagd,
door eene bijzondere genado van God, die-
gene is waarvan do spreuken van Salomon
zeggen, dat zij vóór al het geschapene uit-
verkoren is om Moeder Gods te zijn. Zij is
dan ten allen tijde in do genado Gods ge-
weest. God hoeft haar voor do erfzonde,
welko doodelijk is, en voor elke andere on-
eer willen behoeden; dit bewerkte Hij door
eene bijzondere genade, omdat Hij, dio do
schoonste onder do kinderen der mensehen
is, het vlecsch wildo aannemen. Was do
Maagd Maria ooit met do erfzonde bevlekt
geweest, dan zou men moeten toegeven dat
zij eenigen tijd aan do toorn Gods was on-
derworpen geweest, hotgeon noch gezegd,
-ocr page 35-
33
noch geloofd kan worden.... Zij is door
God voor elke smet, zoowel do erfzonde als
de dood- en dagelijksche zonde behoed.
Daarom zegt de H. Schrift: Gelijk de leliën
onder de doornen, alzoo is mijne vriendin
onder de dochters.
En eene andere Schrift
zegt: Geheel schoon zijt gij, en geen vlek is
in U."
Uit de zeventiendo eeuw vernemen wij eene
overhecrlijko getuigenis van den bcminnc-
lijkcn bisschop van Genève, don H. Kerk-
leeraar Franciscns van Sales: »God bestemde
voor zijne H. Moeder eene gunst, do liefde
van oen Zoon waardig, die geheel wijs, al-
machtig en goed zijnde, voor Zich eene Moo-
der naar zijn welbehagen moest bereiden,
en bijgevolg wilde Hij dat zijne Verlossing
bij wijze van behoedmiddel, op haar werd
toegepast, opdat de zonde, die van geslacht
tot geslacht ovei\'ging, haar niet zon nade-
ren; en zoo voortreffelijk werd zij vrijge-
kocht, dat, toen de vloek der erfzonde op
het pnnt stond zijne wateren over de ont-
vangenis van deze H. Vrouw met zooveel
geweld uit te storten als hij het over die
der andere dochters van Adam deed, hij
daar niet verder gin^r, maar zich terughield,
pvenajs vroeger do Jordaan in don tijd van
-ocr page 36-
u
Josué, en uit denzelfden eerbied; want dezo
Btroom weerhield zijn loop uit eerbied voor
de Ark des Verbonds, die voorbijging; en
de erfzonde hield hare wateren terug uit
eerbied voor den waren Tabernakel van het
eeawigo Verbond." 1)
Ziedaar de gevoelens van verscheidene
Kerkleeraren en beroemde, door deugd en
wetenschap uitmuntende mannen, 2) vanaf
de eerste tijden van hot Christendom, over
de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. O,
hoe goed doet het aan het Katholieke hart,
door zulke krachtige en welluidende stem-
men de wonderbare genaden te hooren vcr-
1)  H. Franciscus v. Sales. Verhandeling
over de liefde Gods, b. II. h. 0.
2)  In het voorbijgaan merke men op dat
in het jaar 141)7 de beroemde Universiteit van
Parijs zich onder eede verplichtte om de On-
beviekte Ontvangenis van Maria te verdedi-
gen, en besloot, iedereen die de tegenoverge-
stelde leer zou houden, uit haar midden te
verdrijven. Dezelfde eed om dit voorrecht van
Maria te verdedigen, werd later ook afgelegd
door de Universiteiten van Palermo,Salaraanca,
Valentia, Keulen, Mimeden en andere. De Uni-
versiteit van Weenen verbond zich zelfsjaar-
lijks daags vóór het feest der Ontvangenis
van Maria te vasten,
-ocr page 37-
85
kondigen welke de Schenker der hemelsche
gaven aan Haar heeft medegedeeld, wier
oogen van uit den hemel vol goedertieren-
heid op ons nederzien, wier moederhart ons,
hare kinderen, met de teederste liefde be-
mint.
Wie de lofprijzingen van talrijke beroemde
schrijvers uit verschillende eeuwen over de
Onbevlekte Ontvangenis van Maria leest, meene
niet, dat in de Katholieke Kerk immer allen
omtrent dit voorrecht der H. Maagd overeen-
stemden. Immers sedert de 12e eeuw hebben,
zeer vele jaren lang, niet weinige door deugd
en wetenschap uitstekende mannen, zelfs som-
mige H.H. Kerkleeraren, zooals de H. Thomas
van Aquinc en de H. Bemardus, althans op
eenige plaatsen hunner werken, die waarheid
bestreden. (Zie o. a. St. Thora. p. 3a. qu. 27. a. 2.
St. Bern. Ep. 17\'la ad Canonicos Lugclunenses).
Doch men verlieze niet uit het oog, dat in
die tijden zelfs geen spraak was van de dog-
maverklaring der Onbevlekte Ontvangenis. In-
dien die heilige mannen in latere tijden had-
den geleefd, toen het feest der Ontvangenis van
Maria overal gevierd werd, vervolgens de de-
kreten ven Pausen en Kerkvergaderingen en
de getuigenissen, uit-> de overleveringen van
alle kerken geput, geweten hadden, zouden zij
voorzeker deze waarheid allervurigst verdedigd
hebben. In den bovengenoemden brief ver-
-ocr page 38-
36
klaart de H. Bernardus, dat hij bereid ia z;ch
geheel aan het gezag der Kerk te onderwcr-
pen. Dien strijd liet God ongetwijfeld toe, op-
dat de waarheid des te schitterender aan den
dag zou komen.
-ocr page 39-
§ iv.
Uitspraken en handelingen van Pausen
en Kerkvergaderingen ten gunste van
de Onbevlekte Ontvangenis van Maria.
Het gevoelen der Kerk, gedurende ver-
schillende eeuwen, over het voortreffelijke
voorrecht der H. Maagd, blijkt glansrijk
uit do uitspraken en handelingen van hen,
die door God als Opperherders zijn aange-
steld om de geloovigen te ondorwijzen en
te besturen. In do eerste lijden hielden de
Koomsche Pausen een diep stilzwijgen. Na-
dat echter onder niet weinige geleerden een
hevige strijd omtrent de Onbevlekte Ont-
vangenis der Moeder Gods ontstaan was,
deden zij hun best om de woelingen die
daaruit voortkwamen te bedaren. Wel verre
van ooit do tegenstanders van dit voorrecht
in het gelijk te stellen, hebben zij zich me-
nigmaal ten gunste daarvan uitgelater, en
de vereering der Onbevlekt Ontvangen
Maagd 1) op verschillende wijzen o. a. door
1) Over de vereering der Onbevlekt Ontvan-
gene Maagd zie de volgende paragraaf.
-ocr page 40-
38
do instelling van eon foest, door het ver-
leenen van aflaten, enz. bevorderd.
In 1483 gaf Paus Sixtus IV eene ver-
ordening waarin hij verbood het gevoelen
van hen te veroordeelen, die de Onbevlekte
Ontvangenis van Maria aannamen. In 1618
verbood Panlns V in redevoeringen, stel-
lingen en andere openbare handelingen te
beweren, dat de H. Maagd met do erfzonde
ontvangen is. Gregorins XV ging nog ver-
der en verbood in 1C22 deze leer (dat de
H. Maagd met de erfzonde ontvangen is)
ook in niet openbare redetwisten te boves-
tigen, en zonderde hen slechts uit, die daar-
toe van den H. Stoel vergunning hadden
ontvangen. 1)
Allerbelangrijkst is omtrent ons onder-
werp het pauselijk sshrijven van Alexander
VII, den 8. December 1661: »Het is in-
derdaad eene oude on vrome meening der
geloovigen, dat de ziel der H. Maagd, op
het eevste oogenblik van hare schepping en
instorting in het lichaam
, door eene bij-
zondere genade en voorrecht van God, ter
wille van do verdiensten van Jesus Chris-
tns, zijn Zoon, den Verlosser van het men-
1) Vgl. Butler. Vie des Saints, tome VI.
-ocr page 41-
39
schelijk geslacht, van de smet der erfzonde
is bevrijd gebleven;
en in dien zin vieren zij
met groote plechtigheid het feest harer
ontvangenis." Zoo duidelijk was te voren
do Onbevlekte Ontvangenis door niemand
verklaard. Fans Gregorius XVI vergunde
in de Praefatie der Mis de woorden: in de
Onbevlekte Ontvangenis
te bezigen, en in de
Litanie der H. Maagd: Koningin zonder
erfzonde ontvangen.
De lezer oordcelo nu, of do Pausen, die
immer bezorgd zijn om de door God geo-
ponbaardo leer ongeschonden te bewaren,
zóó hadden kunnen handelen en spreken,
indien Maria ooit door de erfzonde aan God
mishaagd had.
Ook verschillende Kerkvergaderingen heb-
ben ten gunste van Maria\'s Onbevlekte
Ontvangenis gesproken. Het zesde algemeen
Concilie te Constantinopel gehouden onder
Paus Agato in het jaar G80, ontving onder
algemeenc toejuiching den brief van So-
fronius, Patriarch van Constantinopel, waarin
hij do H. Maagd heilig naar lichaam en ziel
en vrij van elke smet der zonde noemde.
1)
1) Vgl. d\'Argentan. Conferences sur les
grandeurs de Marie.
-ocr page 42-
40
In het zevende algemeen Concilie werd
het volgende bepaald: »Indien iemand niet
belijdt dat de H. Maagd en Moeder Gods
Maria verhevener is dan alle zichtbare en
onzichtbare schepselen,
hij zij in den ban."
Hoe kon do II. Maagd — merkt do H. A1-
fonsus de Lignorio op — nog verhevener
dan alle Engelen genoemd worden, indien
de erfzonde haar ooit besmet had, waardoor
zij niet alleen beneden de Engelen, maar
ook geheel en al buiten de genade cu vij-
andin van God zon geweest zijn! Meer nog
dan deze uitspraken geldt voor ons onder-
werp do verklaring, welke het Concilie van
Trente op den 17. Juni 1546 aan het de-
kreet over do erfzonde toevoegde: »Deze
II. Kerkvergadering verklaart echter, dat
het hare meening niet is, in dit dekreet,
wanneer over erfzonde gesproken wordt, de
heilige en onbevlekto Maagd en Moeder
Gods Maria in to sluiten, maar dat de
constitutiün van Sixtus IV, gel. ged., moe-
ten onderhouden worden, onder dczelfdo
straffen in de constitutiün vermeld, welke
zij hernieuwt." 1)
1) II. Kerkverg. van Trente. Zitt. V,
dekreet over de erfzonde.
-ocr page 43-
41
Door deze verklaring — zegt Paus Pius IX
— duidden do Vaders van het Concilie van
Trente, naar omstandigheden van zakea en
tijden, genoegzaam aan, dat de allerheilig-
ste Maagd van do vlek der erfzondo is
bevrijd gebleven, en gaven duidelijk te
kennen dat wcttigljjk niets uit de H. Schrift,
niets uit do Overlovering en het gezag der
Vaderen kon worden aangevoerd, wat op
cenige wijze met het zoo grootc voorrecht
der Maagd in strijd is.
Ja zelfs, het genoemde Concilie zou do
dogmaverklaring van Maria\'s Onbevlekte
Ontvangenis hebben uitgesproken, zoo niet
eonige godgeleerden van do orde van den
H. Dominicus allerdringondst verzocht had-
den haar tot een anderen tijd uit te stellen. 1)
1) S. Alfonsus de Liguorio. Disscrtatio
de censuris etc.
-ocr page 44-
§ v.
De vereering der H. Maagd als Onbevlekt
Ontvangen.
De vereering der H. Maagd als Onbevlekt
Ontvangen
openbaart op schitterende wijze
het geloof der Christenen omtrent dit uit-
stekend voorrecht haar door God geschonken.
Evenals een boom, die in zijuo jeugd
nog teeder is, maar met verloop van tijd
opschiet, zoodat hij, diep in don grond ge-
worteld, zijne takken ver uitspreidt en over-
vloedige vruchten voortbrengt; zoo ook ge-
schiedde het met de vereering der Onbe-
vlekto Ontvangenis van Maria. Van den tijd
der Apostelen af bestond zij reeds; maar
langzamerhand ontwikkelde zij zich, niet-
tegenstaande er van verschillende kanten
strijd tegen gevoerd werd, totdat zij einde-
lijk tot vollen wasdom geraakte.
Het Latijnsche Ceremonieel, door Paus
Leo III, den H. Thomas en anderen toe-
geschreven aan den H. Petrus, noemt
Maria Onze vlekkelooze Meesteres. In de
-ocr page 45-
48
Oostersche Kerkgebedon van den H Jaco-
bus wordt zij geheel onbevlekt genoemd. Nog
in vele andere kerkgebeden uit de oudste
tijden treft men dergelijke eerotitola aan,
die de volmaakte, ongerepte heiligheid der
Moedor Gods uitdrukken. Maar inzonderheid
moet men, wat deze zaak betreft, op het
feest der Ontvangenis van Maria de aan-
dacht vestigen. Do vraag wanneer juist dit
feest het eerst gevierd is, kan mooilijk met
zekerheid worden beantwoord; allerwaar*
schrjnlijkst geschiedde dit in hot Oosten in
de vijfde eeuw, doch in het Westen in de
negende, volgens sommigen in do zevende
eeuw. To Napels werd het in de negende
eeuw gevierd; vervolgens in België, Duitsch-
land, Engeland, Spanje, Portugal, Frank-
rijk, totdat het over do geheele katholieke
wereld werd uitgestrekt en bepaald op den
8. December. Dit had algemeen in do Kerk
plaats ten tijde van Paus Sixtns IV, welke
een eigen Officio voor dezen dag had goed-
gekeurd en hun, die dezen feestdag vierden,
dezelfde aflaten verleende, als Urbanus IV
bepaald had voor het feest van het H. Sa-
crament. Eindelijk stelde Paus Clemens XI,
den 6. December 1708, dit feest voor allen
verplichtend. Dit bewijst ongetwijfeld dut
-ocr page 46-
44
de Onbevlekte Ontvangenis van Maria reeds
voor eeuwen algemeen door de Katholieken
geloofd werd. Immers do Katholieke Kerk
viert slechts feest van een heilige of van
iets dat zij heilig acht; bijgevolg hield en
houdt de Kerk nog de Ontvangenis van
Maria voor onbevlekt en heilig. Daaren-
boven, zooals in de voorgaande paragraaf
is opgemerkt, leerdo Paus Alexander VII:
»Het is eene oude en vrome meening der
geloovigen, dat de ziel der H. Maagd, op
het eerste oogenblik harer schepping en in-
storting in het lichaam
,..........van de
smet der erfzonde is bevrijd gebleven;" en
liet er terstond op volgen: »En in dien zin
vieren zij met grooto plechtigheid het feest
harer Ontvangenis."
Niet slechts door het vieren van dit feest,
maar ook op vele andere wijzen bracht men
hulde aan de 700 bij uitstek begunstigde
Maagd. Sedert de dertiende eeuw werden
broederschappen, en later ook congregatie\'n,
ter eere van de Onbevlekte Ontvangenis van
Maria opgericht; een groot getal bisdom-
men, kerken, steden on rijken stelde men
onder do bijzondere bescherming van de
Onbevlekte Maagd. Eindelijk, behalve dit
alles, gaven nog andere godsdienstige ge-
-ocr page 47-
45
bruiken, o. a. hot dragen van medailles en
scapuliers, cenc uitstekende getuigenis, dat
de godsvrucht tot de vlekkelooze Moeder
Gods diep in do harten der geloovigen ge-
vestigd was en meer en meer wortel schoot.
Het kan nuttig zijn eenigo dier godsdien-
stige gebruiken eenigszins nader te be-
schouwen.
a. De medaille van de Onbevlekte Ontvan*
genis.
In het jaar 1830 zag in Parijs eene
vrome novice van de orde der Barmhartige
Zusters in het gebed een wonderbaar beeld,
dat do H. Maagd voorstelde, gelijk men
haar onder den titel van do Onbevlekte
Ontvangenis gewoonlijk afbeeldt. Stralen
van een onbeschrijfelijk schitterend licht
stroomden uit de uitgestrekte handen dor
H. Moedermaagd. Op hetzelfde oogenblik
hoorde do novice eene stem, welke haar
zeide: »Deze stralen zijn het teeken der gnn-
sten, welke Maria voor de menschen af-
smeekt." Kondom het beeld stond met gou-
den letters geschreven: »0 Maria, zonder
zonde ontvangen, bid voor ons, die onze toe-
vlucht tot u nemen.\'\'
Terstond daarna keerde het beeld zich
om, en op de achtorzijde bemerkte de zus-
ter de letter M, uit wier midden zich een
-ocr page 48-
40
kruis verhief, en daaronder de allerhcilig-
ste Harten van Jesns en Maria. Nadat zg
dit alles nauwkeurig had gadegeslagen, riep
haar op nieuw eene stem toe: »Naar dit
voorbeeld moet eene medaille geslagen wor-
den, en de personen die dezelve dragen, als
zij kerkelijk gewijd is, en met aandacht het
schiotgebedje bidden, zullen zich in de bij-
zondere bescherming der Moeder Gods ver-
heugen." Daar deze verschijning zich ten
tweede en derde maal herhaalde, werd er
aan Zijne Hoogwaardigheid den aartsbis-
schop kennis van gegeven. Deze veroor-
loofde terstond dat de medaille geslagen
werd, en weldra hoorde men van verschei-
dene wonderbare genezingen en bekeerin-
gen. (Uit een brief van den bestuurder der
Barmhartige Zusters van Parijs) 1)
b. Het rozenhoedje van de Onbevlekte Ont-
vangenis,
in het jaar 1845 door een pater
Capucijn verspreid, is tegenwoordig onder
de geloovigen zeer algemeen. Het bestaat
uit 15 koralen, verdeeld in drio deelen,
waarvan elk 1 Onze Vader en 4 Wees ge-
groeten
bevat. Men voegt er do medaille
1) Deharbe. Geloofs- en zedeleer, 2e deel,
bladz. 85.
-ocr page 49-
47
der Onbevlekte Ontvangenis bij. Na het
kruisteeken gemaakt te bebben, begint men
met de lofspraak: »Gezegend zij de heilige
en Onbevlekte Ontvangenis der allerheiligste
Maagd Maria"
daarna bidt men eenmaal
bet Onze Vader, 4 maal het Wees gegroet
en eenmaal het Eere zij den Vader enz.;
de twee overige gedeelten bidt men op de-
zelfde wijze. Als zulk rozenhoedje gewijd
is door den Paus of door een daartoe be-
voegd priester, en men het op de zooeven
aangegevene wijze en met een rouwmoedig
hart bidt, kan men telkens een aflaat van
300 dagen, en eenmaal in de maand een
vollen aflaat verdienen, mits het dagelijks
gebeden wordt. Wie echter aan dezen vol-
len aflaat wil deelachtig worden, moet op
eene waardige wijze het H. Sacrament der
Biecht en do H. Communie ontvangen.
Deze aflaten zijn toevoegelijk aan do zielen
in het vagevuur.
c. liet scapulier der Onbevlekte Ontvan-
genis,
dat van wollen stof en hemelsblauw
moet zijn, werd den 2 Februari 1617 in
eene openbaring aangeduid aan de Eer-
waardige Ursula Benincasa, stichteres van
de Orde der Zusters Teatijnen te Napels.
Deze ootmoedige zuster, wier deugden, bij
-ocr page 50-
•18
dekreet van Paus Pius VI, heldhaftig zijn
verklaard, mocht in eene harer menigvnl-
dige geestvervoeringen de H. Maagd Maria
zien. Een koor van maagden, allen op dezelfde
wijze gekleed, begeleidden Maria, die bet
Kind Jesns in hare armen hield. Zij zeide
tot de nederige boetelinge: »Hcb moed, Ur-
snla, ween niet meer, doe in plaats van
uwe zuchten vreugdctonen hooren, luister
aandachtig naar hetgeen mijn en uw Jesus,
die op mijne borst rust, u zeggen zal."
Na Maria sprak Jesns: »Bouw een kloos-
tor, waarin drie en dertig maagden, gelijk
mijne Moeder gekleed, leven zullen volgens
den regel der Eremieten en onder den ti-
tel der Onbevlekte Ontvangenis. Ik beloof
bijzondere en overvloedige gnnsten aan die-
genen, welke deze levenswijze zullen om-
helzen en alles doen, wat haar in die hei-
lige schuilplaats zal worden voorgeschreven."
Ursula vroeg terstond dezelfde gunsten ook
voor die personen in de wereld, welke het
blauwe scapulier zouden dragen, Maria
oprecht vereeren en de kuischheid volgens
hun staat beoefenen. Haar verzoek werd
aanstonds ingewilligd; want nog duurde hare
geestvervoering voort, en reeds zag zij eene
menigte Engelen een groot aantal dier sca-
-ocr page 51-
4<t
pulieron over de geheelc aarde verspreiden.
Van toen af ontving men gretig en droeg
men met eerbied het scapulier der Onbe-
vlekto Ontvangenis. {Kleine geestelijke schat).
In 1710 keurde Paus Clemens XI de
wijze goed om het blauwe scapulier van
de Onbevlekte Ontvangenis te zegenen en
op te leggen, en hechtte er bijzondere af-
laten aan. Wie in dit scapulier door een
daartoe bevoegd priester is ingewijd en
het draagt, ontvangt eiken dag, en zelfs
zoo menigmaal hij, in welke plaats ook,
zesmaal het Onze Vader, Wees gegroet en
Eer zij den Vader enz. bidt ter eere van
de allerheiligste Drievuldigheid en Onbe-
vlekto Ontvangenis, voor de verheffing der
H. Kerk, voor de uitroeiing der ketterijen
en voor de eendracht onder de Christen-
vorsten, — alle aflaten der zeven Hoofd-
kerken van Rome, van Portiuncula, van
Jeruzalem en van den H. Jacobus van
Compostella. In het werkje getiteld: Kleine
geestelijke schat
worden nog eene menigte
andere volle en gedeeltelijke aflaten opge-
noemd.
Onder de talrijke uit vroegere tijden
vurige vereerders der Onbevlekte Ontvan»
genis van Maria schittert de gelukzalige
3
-ocr page 52-
r,o
Joannes Berchmans. De engelachtige jon-
geling, die gaarne en dikwijls over dit
buitengewone voorrecht van de Moeder des
Heeren sprak, was gewoon, telkons als hij
aan tafel kwam, alvorens zijn servet te
ontvouwen, een Wees gegroet te bidden ter
eere van Maria\'s Onbevlekte Ontvangenis.
Twee zaken vooral zijn opmerkenswaardig.
Vooreerst had hij de belofte afgelegd, zijn
eerste werk, dat hij in het licht zou geven,
over de Onbevlekte Ontvangenis der Moe-
dermaagd te schrijven; daarom had hij reeds
het plan van zijn te schrijven werk ge-
vormd en vele bouwstoften uit do Kerk-
vaders en andere schrijvers bijeenverzameld.
Maar bijzonder t:cffend is het volgende ge-
val. In het laatste jaar zijns levens deed
hij eene opdracht aan de H. Maagd, in
tegenwoordigheid van het H. Sacrament,
met het zegel der Sociëteit en zijne hand-
teekening voorzien, in deze woorden: »Ik
Joannes Berchmans, de onwaardigste zoon
der Sociüteit van Jesus, beloof U en uwen
Zoon, dien ik belijd hier tegenwoordig te
zijn in het hoogheilig Sacrament des A1-
taars, altijd te zullen wezen — zoo de
Kerk het niet anders bepaalt — de trouwe
verdediger eu voorstander uwer Onbevlekte
-ocr page 53-
51
Ontvangenis. Ter bekrachtiging onderschrijf
ik dit met mijn eigen bloed en druk er dm
naam van Jesus, het zegel der Sociiiteit, op.
A°. 1620. — Joannes Berchmans. J. H. S."
Toen men na den dood des gelukzaligen
deze belofte aan den geleerden en god-
vruchtigen kardinaal Bellarminus mede-
deelde, riep hij in verrukking uit: Wat
eene heerlijke zaak dat hij deze getuigenis
voor de H. Maagd geschreven heeft! Ge-
lukkige vond! Ik voor mij geloof dat Maria
zelve hem dit heeft ingegeven. 1)
De godsvrucht tot de onbevlekte Maagd
heeft in de laatste vijf en twintig jaren,
sedert de dogmaverklaring door Pius IX,
eene verbazende vlucht genomen. Nog die-
per werd zij in de harten der Katholieken
geworteld na de verschijning der H. Maagd
in 1858 aan een eenvoudig en onschuldig
meisje, Bernadette Soubirous genaamd, op
de Massabiella-rots te Lourdés. Bij een dier
verschijningen noemde zij zich de Onbe-
vlekte Ontvangenis.
Deze warme vereering bracht de voor-
treffelijkste vruchten voort; het standvastig
1) S. Van den Anker, S. J. Hetlevenvan
den Zaligen Joannes Berchmans.
-ocr page 54-
52
kinderlijk vertrouwen op Maria werd niet
beschaamd. Mocht men aan talrijke en
uitstekende tijdelijke gunsten deelachtig
worden, nog overvloediger geestelijke wei-
daden werden over de Katholieken uitge-
stort op de voorspraak van haar, dio ons
al de schatten van Gods genaden mededeelt.
-ocr page 55-
§ VI.
Een woord over de dogmaverklaring der
Onbevlekte Ontvangenis
van Maria.
Een dogma of geloofsaiiikel is eene waar-
heid, welke door God geopenbaard en door
de H. Kerk te gelooven is voorgesteld. 1)
Eene waarheid wordt geacht door de Kerk
als geloofspunt te zijn voorgesteld, vooreerst
wanneer zij ten allen tijde, overal en eenslui-
dend
den geloovigen in christelijke onderwij-
zingen of anderszins wordt voorgehouden;
vervolgens wanneer zij door een algemeen
Concilie of door den Paus, als Leeraar en
Opperhoofd der Kerk sprekende (ex catedra),
plechtig als geloofspunt verklaard en der gan-
sche Kerk te gelooven wordt voorgeschrevon.
Ofschoon nu de waarheid der Onbevlekte
Ontvangenis van Maria immer in de Kerk
is aangenomen, door verschillende H.H.
1) Eene geopenbaarde waarheid wordt door
de H. Kerk geput of uit de H. Schrift, of uit
de Overlevering, of uit beiden te zamen.
-ocr page 56-
54
Vaders, godgeleerden enz. in den loop der
eeuwen uitdrukkelijk geleerd en tegen do
bestrijders van dit voorrecht verdedigd is,
zoodat zij met verloop van tijd zich des te
duidelijker openbaarde, en jaren lang vóór
1854 wellicht zonder vermetelheid niet kon
worden geloochend 1); moest zij nochtans
niet vóór de plechtige dogmaverklaring, op
straffe van ketterij, als geopenbaarde waar-
heid geloofd worden.
Naar deze plechtige uitspraak der Kerk 2)
zag de Katholieke wereld honderden jaren
1)  Pater A. Van Gestel zegt in zijn werkje:
»Wat mij houdt in de Katholieke
Kerk" (blz. 115) over de Onbevlekte üntvan-
fenis van Maria het volgende: »Van lieverlede
wam men meer en meer tot het bewustzijn
van die uitstekende zuiverheid; met den dag
werd de prediking der Kerk bepaakler en uit-
drukkelijkcr. Tevens verminderde met den dag
de vrijheid om de Onbevlekte Ont-
vangenis aan te nemen of te verwer-
pen. Vóór de dogmaverklaring door Pius IX
was er niemand meer die in geraoede durfde
beweren, dat Maria bij hare ontvangenisgedeeld
had in het lot der andere Adamskinderen."
2)  Wie eene uitvoeriger uiteenzetting van de
geschiedenis der dogmaverklaring verlangt, leze
Mgr. Malou, tome II, p. 239—423.
-ocr page 57-
55
lang reikhalzend uit. Van af het midden
der vijftiende eeuw werd bij verschillende
Pausen dringend daarop aangedrongen. Niet
alleen bisschoppen, maar ook katholieke
vorsten smeekten het Opperhoofd der Kerk,
die hulde aan Maria te brengen; om ge-
wichtige redenen echter werd do dogma-
verklaring telkens uitgesteld. Wij zullen
slechts het dringende verzoek vermelden wat
de godvruchtige keizer van Oostenrijk Fer-
dinand II in 1623 aan Paus Urbanus VIII
deed: » Niettegenstaande de aanmoedigingen
en gnnsten, sedert anderhalve eeuw, o H.
Vader, door Uwe Voorgangers geschonken,
niettegenstaande de door het Episcopaat ge-
nomeno maatregelen, zijn de beroeringen
waarover men overal zucht, nog niet ge-
stild; zij zullen niet ophouden voordat de
H. Stoel het eenig krachtdadig middel ge-
bruikt heeft, namelijk de dogmaverklaring
der Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Het
was Uwe Heiligheid voorbehouden deze waar-
heid, tot glorie van Maria eu van Uwge-
lakkig Pausschap, te verkondigen. Niet licht-
vaardig, maar ua een zeer rijp nadenken,
en op ingeving der brandende liefde welke
wij de allerheiligste Maagd Maria toedra-
gen, smeeken wij U, H. Vader, krachtens
-ocr page 58-
56
hot gezag waarmede God U bekleed heeft,
te willen verklaren en bepalen, dat zij, die
wij vereeren als do Moeder der genade, als
de zniverstc der maagden, als vrij van elke
smet der zonde, als in heiligheid boven de
koren der Engelen verheven, geheel en al
van de erfzonde is vrijgebloven. Dan zul-
len do twisten ophouden, en het feest der
Onbevlekte Ontvangenis zal op bevel van
Uwe Heiligheid, op de smeoking van den
Keizer, en onder toejuichingen van geheel
de Katholieke woreld, met de grootste
plechtigheid gevierd worden."
Onder do talrijke Pausen, dio do Kerk
van Christus bestuurd haddon, was Pius
IX uitverkozen om, door de dogmaverkla-
ring der Onbevlekte Ontvangenis, eene bui-
tengowone hulde aan Maria te brengen,
hare schitterende kroon met eeno aller-
schoouste parel te vorrijken. Brandend van
liofde tot do Moedor Gods, die hij van
zijno prilste jeugd af allerteederst bemind
had, hield deze grooto Paus, reeds van
het begin zijner regeering (184G), zich met
deze gewichtigo zaak bezig. Omstreeks het
jaar 1848 benoemde hij uit do uitstekendste
Prelaten en godgeleerden van de Kerk van
Romo eene Commissie, aau wie hij de vraag
-ocr page 59-
57
onderwierp of de Onbevlekte Ontvangenis
van Maria, volgens de gebruiken der Ka-
tholieko Kerk, plechtig kon worden afge-
kondigd. Na rijp beraad werd eenparig
daarop toestemmend geantwoord.
Wegens de revolntio uit Eomo gevlucht,
zond Pius IX den 2. Februari 1849 uit Gaüta
aan al de bisschoppen der wereld een Ency-
cliek, waardoor hij hen uitnoodigde vurig te
bidden, dat God den Stedehouder van Chris-
tus in deze belangrijke zaak zou verlichten
en stelde hun de vraag welk hieromtrent
het gevoelen hunne kudde en hun persoon-
lijk gevoelen was. Bijna allen antwoordden
ten gunste van de Onbevlekte Ontvangenis
en smeekten den H. Vader om dit voor-
recht aan Maria geschonken als een ge-
loofspunt af te kondigen.
Waar zulk ecne overheerlijke overeen-
stemming is van herders en geloovigen
over do gehoelo katholieke wereld, daar
kan onmogelijk dwaling heerschen. De H.
Geest, de Geest der waarheid, die immer
bij de Kerk blijft, kan niet toelaten dat
alle Katholieken, door eone valsche leer
aan to hangen, in dwaling vorkeeren. Daar-
enboven hadden verschillende beroemde god-
geleerden met voorbeeldigen ijver aan de
-ocr page 60-
58
verdediging van dit voorrecht der Moeder
Gods gearbeid. In het Consistorie op den
1. December 1854 gaf de H. Vader don
Kardinalen zijn besluit te kennen om de
Onbevlekte Ontvangenis als een geloofspunt
te verklaren. Intusschen werd do stad Ro-
mo met eone menigte bisschoppon en pre-
laten en een ontzaglijk getal pelgrims
uit verschillende en dikwijls ver afgelegen
stroken opgevuld; allen waren gekomen
om bij de luisterrijke plechtigheid der dog-
maverklaring tegenwoordig te zijn.
Eindelijk was do achtste December van
het jaar 1854 nangebroken, waarop Pius
IX, in de reusachtige St. Pieterskerk, om-
ringd van een groot getal Kardinalen bis-
schoppen en prelaten, in tegenwoordigheid
van ongeveer vijftig duizend monschen, met
krachtige en heldere stem de dogmaver-
klaring van de Onbevlekte Ontvangenis van
Maria uitsprak. 1)
Toen de H. Vader — zegt een oogge-
tuige, Mgr. Malou — deze plechtige woor-
den uitsprak: Tot grootere glorie der Moe-
der Gods, krachtens het gezag der II.H.
Apostelen Petrus en Paulus en het Onze
....
1) Zie de inleiding van dit werkje.
-ocr page 61-
59
gevoelde hij zijne stem wegzinken, en zijne
oogen waren met tranen opgevuld; want
hij was geheel doordrongen van de groot-
heid der handeling die hij verrichtte, ge-
troffen door het ongeduldig wachten van
de geestelijkheid en de geloovigcn, welko
hunne Mikken op zijn Persoon gevo3tigd
hielden en ieder zijner woorden met graagte
aanhoorden, terwijl hij zonder twijfel met
zijne gedachten in do hemelscho woning
verkeerde, waar de vreugde der Engelen
de blijdschap der uitverkorenen op aarde
beantwoordde. Maar op zijne natuur ge-
weld plegend en zijne ontroering bedwin-
gend, ging hij spoedig met krachtige en
bewogen stem voort on eindigde do lozing
van het dekreet te midden van een alge-
meen vreugdegevoel.
Nauwelijks waren de laatste woorden
van de lippen des Pausen gerold, of het
kanon van de Engelenburgt verkondigde
door zijn gebulder aan de heilige stad en
hare omstreken de groote gebeurtenis. Al
do klokken van Rome luidden, en de hui-
zen werden met vlaggen on lover versierd.
Wellicht heeft geen redenaar of schrijver
het gewicht van dien dag schoonor ge-
schetst dan wijlen Mgr. Dupanloup, de ge-
-ocr page 62-
60
leerdo bisschop van Orleans: »De dag van
den achtsten December kroont de verwach-
ting der voorgaande een wen, zegent de te-
genwoordigo cenw, roept do erkentelijkheid
der toekomende tijden in, en laat eeno
onuitwischbaro gedachtenis na. Die dag
voldoet iedereen en schaadt niemand, bo-
vcstigt alles en breekt niets; hij versterkt
meer dan ooit \'de banden tusschen Kome
en do Kerk van Frankrijk, tusschen het
Oosten en het Westen, tusschen den Op-
volger van den H. Petrus en al bisschop-
pen der wereld; hij doet do kracht der
eenheid, de onwrikbaarheid des geloofs en
de mededeelzaamheid der liefde schitteren.
De Kerk, welke men door vijftig jaren van
vervolgingen en mishandelingen verslagen
meende, verheft zich krachtiger en vrijer
dan ooit; en deze onsterfelijke Bruid van
den levenden God, door eenigen uitgeput
genoemd wegens dezo halve eeuw van on-
verschilligheid en verachting, toont zich,
door zonder geweld en mot do haar eigen
eenvoudige majesteit eeno nieuwe en plech-
tige daad van haar hoogste gezag te ver-
richten, oven krachtig als in vroegere da-
gen. 1\'rijzcn wij dus God!"
-ocr page 63-
61
Nauwelijks had de onvergetelijke Pius IX
de dogmaverklaring der Onbevlekte Ont-
vangenis van Maria uitgesproken, of hij
riep in gcostverruklang uit: »Onzo mond
is vol van vrengdo en onzo tong springt
op van blijdschap, en wij zeggen nederigen
maar grooten dank aan onzen Heer Jesus
Christus, en zullen dien altijd zeggen, dat
Hij, door bijzondere gnnst, Ons, onwaar-
dige, heeft toegestaan deze eer en glorie
en lof aan zijno allerheiligste Moeder op
te dragen en toe te wijzen. Doch wij be-
zitten de zekerste hoop en het volste ver-
trouwen dat de allerzaligste Maagd, die
geheel schoon en onbevlekt is, en den gif-
tigen kop van de wreede slang verplet en
der wereld heil gebracht heeft; die het
voorwerp is van den lof der Profeten en
Apostelen, de eer der Martelaren en de
vreugde en de kroon van allo Heiligen; die
voor allen, welke in gevaar zijn, eene vei-
lige toevlucht en eene getrouwe helpster
is; dio de vermogendste middelares en ver-
zoenster is der wereld bij haren Eenigge-
boren Zoon; het hoogste sieraad, het cere-
pand en do onwankelbare beschermster der
Kerk; die alle ketterijen immer vernietigd
en do geloovigo volkeren en natie\'n uit al-
-ocr page 64-
62
lerlei zware rampen gered Leeft, — wij
vertrouwen dat Maria, die Ons zelven van
zoovele dreigende gevaren heeft bevrijd, er
nu ook welbehagen in moge vinden, om
door hare vermogende begunstiging, Onze
H. Moeder de Katholieke Kerk, met weg-
ruiming van alle belemmeringen en teniet-
doening van alle dwalingen, op alle plaatsen,
bij alle volkeren dagelijks te doen toenemen
in kracht en in bloei, en haar te doen
heerschen van de zee tot de zee en van den
vloed tot aan het uiteinde der aarde, en
haar allen vrede en rust en vrijheid te doen
genieten; opdat alzoo de schuldigen ver-
giffenis, de kranken genezing, de kloin-
moedigen sterkte, de neerslachtigen ver-
troosting, de beproefden hnlp erlangen
mogen, en alle dwalenden, van de verduis-
tering des geestes verlost, tot het pad der
waarheid en gerechtigheid wederkeeren, en
het één schaapstal en één herder worde." 1)
Vijf en twintig jaren zijn voorbijgegaan,
sedert deze schoone woorden, die de uit-
drukking zijn van het levendigste geloof,
het onwrikbaarste vertrouwen en de bran-
dendste liefde, uit den mond van den on-
1) Bulla Ineffabilis.
-ocr page 65-
68
sterfelijken Pius IX vloeiden. Wel is waar,
het uur van de zegepraal der Kerk, door
don grooten Opperpriester zoo vurig ver-
langd, zoo dringend afgebeden, is nog niet
geslagen. Immers van verschillende zijden
wordt nog een geweldige strijd gevoerd tegen
de Bruid van Christus; op alle plaatsen
richten de ergernissen eene gruwelijke ver-
woesting aan voor de door Jesus\' bloed
viijgokochte zielen; de revolutio uit do hel
ontsproten stelt al hare krachten in hot
werk om do maatschappij omver te werpen
en do Katholieke Kerk van de aarde te
verdelgen. Maar toch wordt ons hart met
blijdschap vervuld, daar de Kerk hoe langer
hoo meer zich uitbreidt en door hare majes-
teit en kracht dikwijls de bewondering
harer vervolgers wegdraagt. Houden wij
dus moed! Eenmaal, misschien spoediger
dan wij verwachten, is hot oogenblik der
zegepraal daar. Bidden wij Jesus Christus
nog dringender, door de voorspraak der
onbevlekte Maagd, zjjne H. Moeder, dat Hij
zijne vijanden vernedere, tot inkeer brenge,
en aan de zoo vreeselij k vervolgde Kerk de
volkomene overwinning schenke.
Wat ons zelven betreft, de onbevlekte
Maagd moet het voorwerp onzer vurigste
-ocr page 66-
64
vereering zijn. De kostbare genaden waar-
aau zoovele Heiligen zijn deelachtig gewor-
den, zullen ook wij ontvangen, indien wij,
naar Lnn voorbeeld, Maria onder den schoo-
nen titel van Onbevlekt Ontvangen kinderlijk
verceren, ons gedurig onder hare moeder-
lijko bescherming stellen on in allo tijde-
lijko en geestelijke behoeften met een stand-
vastig vertrouwen haar aanroepen.
Dit verheven voorrecht der H. Maagd
moet ook in het hart van al hare kinderen
een afschuw opwekken voor de geringste
zonde en eene brandende liefde tot de
deugd, zonder welke niemand aan hare
reine oogen kan welgevallig zijn. Wenschen
wij de Koningin des Hemels geluk met do
heiligmakende genade, welke God haar op
het eerste oogenblik haars levens geschon-
ken hoeft; van onzen kant zullen wij, hoe
zwak en ellendig pok, door hare machtige
bescherming gesteund, niet alleen het kleed
der genade ongeschonden bewaren, maar
ook door veelvuldige werken van godsvrucht
naar eene volmaakte heiligheid streven:
»Het pad der rechtvaardigen gaat, als een
schitterend licht, voort en neemt toe tot aan
den volmaakten dag."
1)
1) Spreuk. IV; 18.
-ocr page 67-
LITANIE
TOT DE
Onbevlekt Ontvangen Maagd, i)
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God Hemelsehe Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U
onzer.
God H. Geest, ontferm U onzer.
H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
H. Maria, bid voor ons.
H. Maria, zonder vlek ontvangen, bid voor
ons.
H. Maria, die meer genaden hebt ontvan-
gen dan alle menschen te zamon, bid
voor ons.
H. Maria, begunstigd boven de Engelen
des hemels, bid voor ons.
1) Deze Litanie is voor het grootste gedeelte
samengesteld uit ecrctitels door HH. Kerlilec-
ren aan Maria geschonken.
-ocr page 68-
66
Die nimmer onder de macht van den
duivel geweest zjjt,
Bevoorrechte Dochter van den hemel-
schen Vader,
Ongeschondene woontent van het
Eenwig Woord,
Onbevlekte bruid van der. H. Geest,
Nieuwe Eva, in gerechtigheid en hoi-
ligheid geschapen,
Die van het eerste oogenblik van nw
bestaan met de volheid der genade
zijt begiftigd,
.S" Uitgekozen als de zon,
M Schoonor dan de maan,
^ Schitterender dan de sterren,
£q\' Welriekende en onverwelkbare roos,
Blanke lelie onder de doornon,
Gulden vat dat het hemelsch manna
ingesloten houdt,
Reine aarde, waaruit de Boom des
levens is opgeschoten,
Gesloten tuin, welken de list des
belagers nimmer heeft kunnen be-
schadigcn,
Ma^gd naar ziel en lichaam,
Onbegrijpelijk wonder,
Berg Gods, waarop het God behaagde
te wonen,
-ocr page 69-
67
H. Maria, Heilige spruit van Jesse, bid
voor ons.
Purper door de hand Gods geweven,
Onwaardeerbare schatkamer van edel-
gesteenten,
Stad van den onsterfelijken Koning,
Wonderbaar braambosch, dat altijd
brandt en nimmer verteerd wordt,
Hemelbol waarop do Zon der gerech-
tigheid immer hare stralen heeft
uitgestort,
Wier schoonheid door de koren der
Engelen bewonderd wordt,              W
.g\' Heldere spiegel van heiligheid,           *
3 Roem der maagdelijkheid,                   g
" Blijdschap der hemelingen,                 £=•
fq Wonderbaar vat des Allerhoogsten, o
Wier hart de schoonste gelijkenis is co
van het goddelijk Hart van Jesus,
Onoverwinnelijke Judith, die door uw
goddelijken Zoon den kop van de
helsche slang verpletterd hebt,
Beminnelijke Esther, die nimmer aan
den goddel ij kon Koning mishaagd
hebt,
Paradijs vervuld met licht en mot al do
bevalligheid van onschuld en 011-
sterfelijkheid,
-ocr page 70-
68
Lam Gods, dat de zonden dor wereld weg-
neemt, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat de zonden der wereld weg-
neemt, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat do zonden der wereld weg-
neemt, ontferm U onzer.
Bid voor ons, Onbevlekte Moeder Gods,
opdat wij de beloften van Christus mogen
waardig worden.
GEBED.
Almachtige en cenwige God, die aan
Maria, de Moeder van uw goddelijken Zoon,
op het eerste oogeublik haars levens, de
heiligmakende genade geschonken hebt,
geef ons, zou bidden wij U, de genade, dat
wij immer door een godvruchtig leven aan
do oogen uwer goddelijke Majesteit welge-
vallig zijn. Door Jesus Christus, onzen Heer.
Amen.
Gebed tot de Onbevlekte Maagd Maria.
H. Maria, Gij genadevolle, gezegende
onder de vrouwen, Onbevlokt Ontvangen
-ocr page 71-
69
Moeder Gods, hoor naar onze gebeden en
zie mededoogend op de H. Kerk en al hare
kinderen neder, die U zalig prijzen. Ja,
vastelijk gelooven en belijden wij: Gij zijt
van elke vlek der erfzonde bevrijd gebleven,
Gij zijt de immer Onbevlekte, de immer
reine en machtigo O ver winnares, die den
kop van de slang verpletterd hebt. Gij zijt
de glanzende morgenster der Verlossing,
voortreffelijk schoon, met eer en macht ge-
kroond, boven alle Heiligen en alle koren
der Engelen verheven; Gij zijt het naasto
bij den troon nws goddelijken Zoons, de
Koningin des Hemels. Inderdaad, Hij die
machtig is, heeft groote dingen aan u ge-
daan. Uwe handen druipen van genaden en
zegeningen; o, strek haar over ons uit, en
laat den dauw van genaden en zegeningen
altijd over ons neOrvloeien. Wees de leerarea
der dwalenden, het heil der zieken, de
troosteres der bedrukten, de toevlucht dor
zondaren en de bijstand van alle Chris-
tencn.
Gedenk, allerheiligste Maagd, dat het
nimmer gehoord is dat, wie altijd uwe
hulp afgesmeekt en zich onder uwe be-
scherming gesteld heeft, is verloren gegaan.
Daarom Ti i il il i n ffffTmnnirr nimrlitigfijYnnr
V PIBUOTECA %
[ CO.NV. WJ1CKLNS
____________V «HO. f«AT. HIK, \\
-ocr page 72-
70
spraak bij nwen goddelijken Zoon, Jesus
Christus. Bescherm onzen H. Vader den
Paus, de bisschoppen, de priesters en alle
kinderen der Kerk, welke Gij onder het
Kruis als uwe kinderen hebt aangenomen.
Licht ons voor, o Ster der zee, opdat wij
door U geleid, hoe heyig de stormen ook
mogen loeien, veilig en gelukkig den haven
des eeuwigen levens binnentreden. Amen.
Gezegend zij de heilige, onbevlekte en
allcrzuiverste Ontvangenis der H. Maagd
Maria, Moeder van God.
(300 dagen aflaat. Paus Leo XIII,
10 Sept. 1S78.)