-ocr page 1-

Hi • "\'\'ri\'

\\

-

s-

t .1

i» -

-ocr page 2-

mmmmem^

ft,/

N. oct.

A

} Cj

-ocr page 3-

t, \\

-ocr page 4-

f

I

-ocr page 5-

Verhandelin

over het?

ADERLAATEN:

tN DESZELFS

f O E V A L. L E Ni

-ocr page 6-

t. - ^. . ■. -f.

- lit *

-ocr page 7-

jfy ^

OVER HET

ABEM.AATEE\'.

- ^ ■ -J EN DESZELFS

T O E V A ]L L E N,^

0 TEN NUTTE DEE.

HEELKU N DIGEN,

TE ZAAMENGESTELD DOOR

Te ROTTE RB AM,
B Y J. H E N D R I K S E N,

Boekverkooper in het Hang, by de

__________ Groote M arkt,

* rr

l:

-ocr page 8-

Nifi utile eft:, quod facimus , Jtulm ejt gloria^
Phcedr. Lib. III. Tab. XVIL

-ocr page 9-

VOORBERICHT.

Geene Konßen , geene Wetenfchappen zijn
aan het eindig vernuft der flervelingen hekend^
welke voor het gedmrig kwijnende Mensch-
dom nuttiger ja noodzaaklijker zijn, dan de
GENEES- en HEELKUNDE. — Hoe
veele beruchte verßandeti hehhßn hunn^ da-
gen.^ hunne krachten tot ophouw daar van
niet doorgehragt! en tot welk eenen luister
^ijn dezelven thans niet geßeegen!

Echter is en hlijft Vf m het onbeperkte
veld deezer edele Wetenfihappen nog fieeds
Jh fè
genoeg over, mor onderzoekenden en weetgierig
gen 5 om derzelver gedachten hezig te houden.
--— Een Brein, hoe bekwaam, hoe geestig
, is nimmer gefchikt om alle takken
^erzelven met dezelfde naauwkeurigheid te
doorgronden. — Onze Leeftijd is te kort,

* q en

-ocr page 10-

VOORBERICHT.

\'€n äe geest te onvermoogend om alles te he^
zitten.

JBït meer dan eens heöogende, nam ik de
vrijheid.^ om mijne poogingen meede tot voort-
zetthig deezer Konst en tot nut van derzelver
Leerlingen aan te wenden. — Hier toe ver-
hos ik
het geheele Leerftuk der Aderlaatin-
gen en derzelver gevolgen
tot onder--werj),_
— Waarlijk em onderwerp , door veelen
met de uiterfle onachtzaamheid befchouwd;
hor anderen als van geen aanbelang aange-
zien;, ja door d€ minstgeöejfendße Leerlingen
gebezigd, —- Een onderwerp., dat^ zo men
het in zijne waare hoedanigheid betracht
niet zeldzaam eene der moeilijkßs^ eene der
neteligste operatiën mag genoemd worden, —•
Hoe menigmaalen zuordt dezelve niet onacht-
zaam of noodeloos verricht? . . . .Hoeveel"
maaien niet achterweege gelaaten daar zij al-
ler-

-ocr page 11-

VOORBERICHT.

hrmodzaaUijkst ver\'élscU wierd? . Ho&
dikwerf zijn niet de gevaarlijkjle gevolgen
daar uit voortgevloeid?
. . . Hoe veeh
Lijders zijn niet door eenen ongelukkigen af
flegt heflierden aderfieek verminktof huiten
fiaat gefield om ooit het gebruik van dat deel
te konnen hehhen? . ^ En eindelijk., hot
vaak heeft niet de Dood zommigen deezer on-
gelukkigen hier door weggerukt
-- Dus

eene Wetenfchap van het tiiterjïe aanbelang
voor
eerstbeginnende Heelkundigen, die niet
zelden hun eerfle werk^ veelmaal zonder ge^
voegzaam onderwijs, hier van ma.aken C}.

M

C*) Het is te beklaagen j dat aan de Leerlingen onzer edele
Koi\'st, het kleinood aller Wetenfchappeu! Zo hier als elders
geene meerdere gelegenheid tot onderwijs, zo noodzaakliik ,
20 nuttig voor allen, gegeeven worde. Hier door zoude de
\'^^\'eg, om Mannen van bekwaamheid te vormen , openftaan; dat
nu maar bij ggiuk, en door oneindig meer njoeice moet ver-
richt worden.

-ocr page 12-

r O O K B EK ^ C HT.

Ik heken dat beroemde Mannen over desr-
ze Stof gehandeld hehhen; doch ßegts weini-x
gen hebben hier over afzonderlijk, en geenen,
zo veel mij hezuust is, in onze Moeder-taal ^
gefcbreeven. — Het eenigße dat over deeze
Sjof gemonlijk nog door de Leerlingen gehe-^,

\' \' zigd

slöin beroemde, en bij mlj en a!le Konsttninn^ars
höoggcäcbte Hcerea,
g. ten häaff en A. Ba\\tha.
24AR hebbea niet dan met reden over die verzuim hua Leed-

wezen getoond. __ Aan wien is dan die verruim gelegen?

Kan men bier zo wei nit^t als op andere plaatzen een open-
baar onderwijs aan Leerlingen verfchafFju ? — Er zijn irarriers
bekwasme Heelkundigen genoeg, die dtc op zich zouden uee»
lïten : ook twijffel ik geenzins, of de
IVetgeevènde Machte
die niets dan het waare beoogt, wier Luister in de vermeerde•
dering der Konften en V/etenfchappen gelegen is, zQude hier
xnat ge^^illigheid in toeftemraea. Aan wien, zeg ik dan
Hogmaals, is dit ^ fcha^de^ijk, zu verderflijk verzuim gele-
gen?---- Ik zal voor \'aec tegenswoordige de oplosfing dea-

zgr Vraag, qm ^oogelijk in geeae laistastiagea te vervallen,
met flilzwijgen voorbij gaan.

-ocr page 13-

VOORBERICHT.

wordt ^ is de door den Geleerden ten
H a a f f vermeer4erde Proeve van J. van
wijck: —
en hoe onvolkomen deeze kundi-
ge Schrijver hier omtrend geweest zij y zal
een Onpartijdige uit de volgende Verhandeling
konnen opmaaken. — Waarfchijnlijk liet
de kortheid zijns hefteks geene grooten uit"
toe»

Reeds lang had ik over deeze Stof al iets
\'Verwacht, en hoopte altoos, dat de eene of
andere Konstmninaar hier op zoude neder zien,
m ten nutte der Leerlingen
eene nieuwe en
verbeterde Verhandeling
te voorfchijn bren-
gen. — Edoch, tot nu toe is mijne Hoop
verijdeld. — Djt deed mij dierhalven he-
fluiten 5 ze^f handen aan het werk te flaan,

en mijne krachten tot het zelve te beproe-
ven.

En

-ocr page 14-

VOORBERICHT.

En zie daar, ik heb geen tijd ontzien, gee-

■ïijii^ibing.

— Met de voornaamfte zo Oude als Heden-
daag fche Schrijver en heb ik raad gepleegd;
hier en daar, vu aar ik het noodig oordeelde,
heb ik hunne eige
zuowden gebezigd en veeh
plaatzen, welken geene juiste betrekking, of
niet gevoeglijk in den loop der Verhandeling
konden ingevhchten worden , als Aanteke-
ningen bijgevoegd. Mijne mge denkwijze
en Aanmerkingen, die moogelijk aan vetlen.
nieuw of vreemd zullen fchijnen ^ geef ik aan
het oordeel van kundigen m onpartijdigere
over.

. J-Vel is waar ^ dat de mmier van Aderlaa1

ten en derzelver behandeling , tvelke ik in.

«

dit Leerfluk heb voor gefield^ aan allen niet
even voldoende zal of kan voorkomen. —
Verfchillende Heelkundigen hebben verf chilien-

de

-ocr page 15-

VOORBERICHT.

de denkwijzen, — Doch ik heh de meest
gehruikUjke , en de door de vmrnaamjls.
Schrijveren meest voorgemelde wijze gevolgd.
—\' Met voordacht hen ik veele verfchillende
jielzels^ om het geheugen of de verkieslust der
Leerlingen niet te verwarren., voorbijgegaan;
wel bewust zijnde, dat door de oejfening aan
veelen eene bijzondere hehlijkheid of gewoonte
eigen -wordt ^ tvelke hen de verkiezing hoveu
de gewoone wijze doet jiellen. — Doch alle
deeze bijzondere wijzen, fchoon moogelijk in
zich zeiven nuttig , konnen als geene Regelen
worden aangemerkt.

Ook oordeelde ik het van geen geringe waar^
de voor oeffenende Leerlingen te zijn , dat
het voornaamjle en wezenlijkjie van dit Leer^
fluk, het welk konde aangetoond zvorden, met
eenige
na het leeven getekende afbeeldingen
te voorzien., -— Hier door kari men de den^

kings-

-ocr page 16-

r Q O R B E R I C HT.

kmgskracht derzelven te gemoed komen, en
hen in fiaat ßellen, om door eene eenvoudige
hefchouwing te leeren , het geen anderszins
door veel moeitens gezocht, en zoms wel nim-
mer onder het oog gehrcigt of verkreegen
luordt.

Men verdenke mij echter niet, dat ik hier
door wilverßaan hebben, dat deeze Verhan-
deling
dus volmaakt, onverbeterlijk te voor-
fchijn kome.--De fchijn deezer gedachten

zal nimmer in mijnen geest huisvesten / —.
Jk geef dezelve, zodanig als ik die na mijne

vermoogens heb konnen zaamenßellen__En

wijl niets volmaakts onder ons te vinden is ^
zvensch ik dat het gebrekkige daar van , door
meer geoeffende en diepdenkender vernuften,tot
mijner Leering, en ten algemeene nutte, op
eene befcbeidene wijze zal verbeterd worden,
\'i— Alleenlijk heb ik, wat in mij was^ toe-

ge-

-ocr page 17-

r O ORBERICH T,

gthragt : en deeze mijn goede wil zal aan dt
Wêlmeenende, vertrouw ik, genoeg zijn.

Ik wil wel bekennen, dat zomwijlen hij de
doorblading deezes Leerßuks, het eene of an-
dere zal worden aangetroffen ^ dat voor meer-
geöeffenden van geen nut, van geen belang is:
— doch men bedenke, dat dit geheele zaa-
menßel voor geene bekwaame, bedrevene,
maar voor onkundige, mingedeffende en eerst-
beginnende Leerlingen is ingericht.

Eindelijk ook, waage ik het mijnen Naam
aan
het hoofd deezer Verhandeling te plaatfen^
in de vaste overreding, dat Menfchenvrees,
die mij wel eer mijne Hersfenvruchten daar
\'^an ontbloot heeft doen te voorfchijn komen,
\'^^iet anders dan eene loutere op zich zelfs niets
\'beduidende verbeelding is, — IVel eens dier-

hal\'

-ocr page 18-

VOORBERICHT.

lalven fchreef ik: dat wel is waar, nijd en
wangunst gedrochten waaren, welke veel-
maalen eene ontluikende Bloem haaren fteel
ontrukken enz. —
Maar een onpartijdig
Leezer^ die de JVetenfchap haaren verdien-
den Lof toezwaaitzal deeze mijne welmee,
nende poogingen^ met geen oog vm verdch\'

ting aanzien. - En aan den Laster der

partijdigen, die \'er oltoos gevonden worden ^
. of aan ds minachting der
onweetenden, die
\'er maar al te veel plaats hebben, zal ik mij

niet laaten geleegen zijn:--ik betuig dat

de Liefde voor mijnen Evenmensch, de zucht

tot deeze eMe Wetenfchap^ en de I^ust om
aan derzelver Leerlingen\'nuttig te zijn ^ de

drijfveer en zijn, welken mij tot het zaamen^

jiellen deezer hebben aangezet.

Wat de order en verdeeling deezer Verhan-
den

-ocr page 19-

voorbericht,

deling hetrefl ^ daar in hen ik meer endeels:
van de gewoone vjijze afge-weeken.
—- 0-
veral heb ik getracht^ zo veel in mij was,,
eene naauwkèurige verdeeling., en eene korte
hepaaling te behouden: begrijpende., dat dit-
de gronden waren waar op het Fundament
eens Leerlings het veiligst konde _ gevestigd
worden.- Veele fiukken heb ik als aan-
geroerd ;
en wederom anderen, die meer op-
lettendheid vereischten^ meer uitgebreid: en
om de uitgeflrektheid deezer Verhandeling zo

I

veel moogelijk te bekorten, en eene lastige her-
haaling te vermijden., heh ik telkens het ge-
zegde 5 daar het
noodig was, Qp voorige blad-
zijden aangewezen.

Hier meede wenfche ik aan den Weimei-
nenden voldaan te hebben. En zo ik kan be-
fpeuren^ dat mijne moeite niet te vergeefs is

aan

-ocr page 20-

FO O R B E R IC HTi

aangewend, zal zulks mijnen ijver vermeer^
deren, en mijne poogingen, om mijnen Even-
mensch nuttig te zijn, doen verdubbelen.

W. L E U R S.

\' w. -»

\\

UTRECHTi
DEN a8 May
1783.

. KOR-

-ocr page 21-

."VERHANDELING

OVER HET

aderlaaten

ên deszeles Toevallen.

Aderlaating, Aderopening , bij èt Latijnen ^^^^^^^^^
Venae Sectio, bij de Grieken Phlebotomia len zi].
noemd; verönderftelt ééne in de ader gemaakte
Opening, om daar uit na verëisch, eene bepa^tl-
de lioeveelheidbloedste ontlasten.

De Oorsprong deezer konstbewerking is Oor-
baare Geboorte, v/aarfchljnlijkst, noch aan de daaiTau.
Qeit van Galenus, noch aan het Rivier Paard
van plinius, maar, in navolging,aan eene laeil-

zaame uitwerking der natuur verfchuldigd

De

Cj Veele Schrijver en geeven, onitrend den Oorfprong,

aan deeze of andere dieren da voorkeur; -doch onzes

bedunkens is de natuur , zo als wij hier bepaald hebben,
als de naaste te rekenen; immers de verlichting, na de
bloedingen uit den
Nein^ Lijftmeder^ Aanbei\'én enz. ia
volbloedighaid, getuigt deezen ftelregel.

De eerfte Aderlaatingy zo veel bekend is, is gedaan
door PoDALiaius, aan de dochter van den Koning
Dome-
eveaaaljei; beleg vaii tvm?;?» ; »-«w en dus lang
A VOOÏ

-ocr page 22-

ié OVER HET ADERLAATËI^

hoe^a- De Hoedanigheden van eenen Jderlaater on-
vaf et-^" derfcheicl men, of in
zinlijke , of in perfooneel-
r.en f;der- Ujke.

Door de Zinlijke verftaat men eene kennis
of bewustheid van al het geene , dat betrekking
heeft tot het
geheele Letrfluk der Aderlaatingen.

Dc Perfconeellijke zijn: een bedaarde geest;
goede
Licliaams gelieldheid; een goed gezicht;
o\'cene srove bevende of trillende Handen ; een

o d \'

fijn en teder gevoel, en eindelijk, het gebraik
zo wel der
linker- als rechterhand.
Verdee- ViER afdeelingen maaken het Leerfluk dee-
\'rZecr-Zei-Operatiemt. —als:
■fiuk, i. de
Aderlaating in het algemeen,

2. de uitwerkjekn van het Aderlaaten,

3. de bijzondere Jderlaatingen, en eindelijk

4. de toevallen, welken op het Aderlaaten
konnen volgen.

EEPvSTE AFDEELING.

van het Aderlaaten in het algemeen.

Wat hét ^ïst EERSTE DEEL dcr Aderlaatingen bevat voor
eerftedeel

eerst

bevat.

voor den LeerdjJ van den Grooten hippocrates : ——
Eijnde ca Rekening nu roeer dan drie duizend jaaren ge*
leedea. Zie Uu^oc?l^\'\'s aantekeningen op L.
Heister
Heelkundige oadcrwijziiigea, 2. deel, bladZé 464, ■

-ocr page 23-

EN DESZELFS TOEVALLEN. ir

_ dekennis van het wezen^ verfpreiding

^n benaaraing eener ader, in tegenfteliing van
eene
flagader^ zenuw, -pees en \'watervat; ten fwee-^
de^ — de^&^^i-, waar adergeiaatenkan worden;
ten derde, —- de -werktuigen, benoodigd tot dee-
ze Operatie; ten
vierde^ — de oplettendheid
Van bijzondere voorwerpen en gevallen, waar in
men Aderlaat; ten
vijfde, — het Handwerk
zelve; tQwzesde^— de hoeveelheid van het afge-
laaten bloed; en eindelijk ten
zevende, — de
hefchouwing van hetzelve.

I.) VAN DE ADEKEN ENZ»

Aderen (vena\') , \'zijn kegelachtige vHezigeWatA^
buizen, neemende haaren oorfprong van het
uiteinde der flagaderlijke zo wel bloed- als wa-
tervoerende v
-atjes , holligheden, en oppervlak-
ten der huid; en ehidlgen, van tijd tot tijd
verëcnigende en grooter wordende, iu de rech-
ter holligheid van \'t hart.

Zij beftaan uit vier Vliezen of Rokken (^Meni- Derzel-
feu Tunica^ : als, een vatachtig ^vas- ° \'
culofa-) , een celachtig {celliilofa), een fpier-
achtig
<^mufculoja), en een zenuvvilclitig («^r-

vea).

De omloop yan het hloed (circulatio fan- Omloop
guinis^ gefchiedt; wanneer dc long in de uita- ^j\'ogj"

As de- \'

-ocr page 24-

ié OVER HET ADERLAATËI^

deming, door werking der borst- huik- en mid,*
denrifts-fpiïiren,
als in een gedrongen wordt;
het bloed als dan uit dezelve, door de longader
(yena pulmonalis^ in het linker oor en de linker
holligheid van \'t hart wordt uitgeftcrt; welke
het vervolgens, door deszelfs zaamentrekking
ifyflole) in de groote flagader (^arteria aö.\'ta)
voortlluuwt, die het eindelijk met beurtelingfche
zaamentrekkingen, door derzelver
op - en neder-
gaanden fiam, naar alle de deelen van het Lic-
haam tot deszelfs onderhoud
omvoert: ~ van
waar het overgebleevene door de beginfelen der
Aderlijke buisjes wordt opgenomen , en door
dc geduurig van achteren aankomende perling,
gepaard met behulp der
Klapvliezen (yalviiW)
en werking der Spieren, al van kleinder in groo-
ter en grooter wordt voortgeftooten, tot dat het
zelve eindelijk in den
opper en neder gaanden (lam
der kolader (truncus vena cava
fuperior in-
ferior^
overgaat (*}, die het verder in het rechter
Oor en de rechter holligheid van \'t Hart uitftort:
Vervolgens wordt het door de LongOagader
{Ar-

teria

(*) De bovenfte flam der Kolader (vena cava adfcen-
dens , vel truncui fuperior^
ontvangt a! bet bloed boven
\'het hart gelegen; als van het ihcfd, deu Hals, de Armen , en
hel
bovenfte der Borst. —■ De onderfte flam (^vena cava
defcendem, yel truncus ir\'ferior^,
caarentegen, al het
geene, dat van de
onder ft s Ledemaaten^ Bekken ^ Buik
cn het ondsrjie der Bont voottkomt.

-ocr page 25-

EN DESZELFS TOEVALLEN. ir

ieria PulmonaUs\') tot eene nieuwe bereiding,
ïi^et de nieuwe uit de
Borsthuh Qductus thora-
cicus)
bijgekomen Chijldeelen., in de long over-
gebragt.

Hier nu, in onziclitbaai-e kleine bolletjes ge-
Meinst, bewerkt, en met de verfclie
Luchtdeelt-
jes bezwangerd, gaat weder op nieuw, zo als
wij hier voor gezien hebben, in de
Longader
over.

Het onderscheid tusfchen eene Ader en ^^nto-
\'S\'/^g^V/^r ligt hier in:
voor eerst., de Slagaderen tu&fchen
hebben haaren Oorfproiig uit de linker holligheid
van \'t
Hart en verfpreiden zich , iu tegenilel- ader.
ling der Aderen, naar en door alle de deelen van \'t
lichaam i
ten tweede, de Slagaderen voeren het
tot voeding bezwangerd bloei-, de Aderen daar ^
entegen, dat geene , welk nieerendeels des-
zelfs voedende kracht
verloeren Ix^oSc-., ten derde
de Slagaderen kloppen en voeren haar bloed
fnel en hortende om; de x\\dercn
hebben eene
ongevoelige min
of meer evenredigè beweeging,\'
ten vierde., de Rokken der Slagaderen, fcboon
met die der Aderen in een
getal, sljn diiiker,
ftörkcr, en
hebben eene zaamentrekkende bo-
weeging, tegenHeUing van die der Aderen^
ten vijfden., de Aderen zijn wijder, ruimer, ea
het algemeen oppervlakkiger en zichtbaar-
«\'^cr onder de huid geplaatst, dan de Slagaderen;

A 3 te^

-ocr page 26-

ié OVER HET ADERLAATËI^

ten zesckn^ de kleur der Slagaderen is min of
meer wit, daar die der Aderen, uit dunheid haa-
rer Vliezen, bij zommige voorwerpen, welke
eene tedere huid hebben, zich veelmaalen als
B!aaav/aclitig\\t?rtoonen; cn elncelijk/ff??
zevende,
In de Slagaderen worden geene Klapvliezen
ivaivuW^) befpeurd, die echter in de Aderen ge-
vonden woixlen.

OvJer- Eene Ader is onderfcheiden van eene Pees,
t"üïïben derzelver zaarnenftelUng en uiterlijk

gevoel: — want daar eene Ader eene holle
m Pees, vliezige Buis is, zo bellaac eene Pees uit eene zaa-
niengepakte vezeldraadige zelilrandigheid. — Het
gevoel doet eene ader van eene Pees onderfchei\'
den, doordien deeze
laatjïe, in tcgenileUing van
eene
M,Q-c,een hard, koordachtig,QH "weèerjiree-
vend Lichaam
is.

Onder- Ai le ziCFITBAASE ZeNUWEN (jurvi\') (*) zijn bun-
tu\'^fchen ^\'^^Itjes van kleine Zenuwen , door viiesjes afzon"

ee.^eAder derliik omwondcn, en aan elkaiideren zaamGna;e-

enZ^- , 1 n 1 n

caw. hccb.t, vvcike vervolgens allen met een gemeen

vlies omkleed zïjn, en voor het oog een enkel-
voudig Vi/ezen
vertoonen.

Deeze bepaaling geeft genoegzaam het onder-
fcheid tusfchen de
Ader en Zenuw te verllaan :

al-

C*) Wij zeggen zicht baart Zenuwen, hier door ver-
ftaac men die
Zemmkoordcn\', welke onder de huid,
tusfchen of onder de Spierea, of elders gevonden wor«
den.

-ocr page 27-

EN DESZELFS TOEVALLEN. ir

alleenlijk zullen wij er bijvoegen, dat de Zenuw
zeer duister, of bijna niet voor het zintuiglijk ge-
voel te kennen zij (*).

Het Watervat, fchoon gelijk ciQ Ader, eene

holle buis zijnde, en uit dezelfde, doch dunner, uisfchen
^ 66116 iVdcr

vliezen beftaancle , voert een dun lijmphatiek en water-
wateiachtig vocht.

bijzijn, oi Slagader—oï Aderlijk: de eer-J^s\'-dee-

^lezijn uiteindensder Slagaderlijke bloetvatjes.__zeiven.

De anderen zijn in twee focrten onderfcheiden:
de eerjle foort zijn klein, en maaken het begin
der
Aderen uit,\' doch dj anderen zijnvatjes Op
zich zeiven en ziju onregelmaatig, niet ver-
fcheide takjes cn buisjes door het Lichaam ver-
fpreid: eindigende gedeeltelijk, of in bloedvoe-
rende
Aderen (yen^e\'); in klieren (glanduliC); in
de borstbuis \'"du\'chis thoracicus^; ofwel in andere
deelen. — Hun loop en ligging is
bezwaar-
lijk na te fpooren, cn ontduikt meerendeels liet
fijnftc gezicht en iiaauwkeuiiglre gevoel
(S).

S.)

C) Ulhoorn wil, dat de Zenuw Ijan gevoeld worden,
hij zegt: „ de
Zenuw geefc eene ftrakbeid onder de
^^"geren , welke koordachtige ftrakheid bij het buigen van
het Lid verflapt cn als voor de vingeren wijkt." Aant. op
L. Heister Heeikund. Onderw. \'xi- bladz. 493.

(§) Deeze hatfl-en zijn het, welke in de Aderlaatlqg
gekwetst zijnde, eene lekking veroorzaaken.

A 4

-ocr page 28-

ié OVER HET ADERLAATËI^

a.} Plaats der Adereaating.

Verdes. De plaats., Waar Adergelaateii kan worden^
verdeelt men in algemeene en bijzondere.

In alge- De algemeene plaats verönderftelt het ge-
®eene. jiggi^ Lichaam, en wel daar, waar raaar eenige
aanzienlijke Aderen gelegen zijn , welke door
liet
Lancet können geopend worden.

En bij- Doch de bijzonder & is het Hoofd, de Hals.,
püïn »Handen, Manlijke reeds, Heup., Kuiten,

en eindelijk de Voeten.
ATereï ^^^^ HooFD worden vijf Aderen geo-
aan het pend: als,

geöpend De voorho&fds-Ader C^^na frontalis}, gele-
ivordéD. gen op het midden van het
voorhoofdsbeen, van
tusfchen de
wenkbraauwen oploopende.

De Slaap-ader Qvena temporalis\'^., aan de
flaapcn van \'t hoofd, ter plaatfe der
ßaapheen-
deren
, en de zijdelijke deelen van \'t voorhoofds-
been,
gelegen.

De Ooghoeks-ader angularis), geplaatst
tusfchen de
oogleden en de zijde van den neus.

De Neus- ader (yena nafalis), gelegen aan
den top van den neus, tusfchen en in liet midden der
t%\'ee nemkraakbeenderen. ( Zie de afbeelding
cn plaats deezer vier Aderen op pl. I. fig. i).

pe Kikvgrsch-Ader (yena ranincé}., onder
de tong ter zijde van den tongriem
(^frenulum)
gelegen. De

-ocr page 29-

EN DESZELFS TOEVALLEN. ir

De vier eerften deezer genoemde Aderen ont-
Jasten haar bioed in de
uitwendige Kropäderen t^^i z\\c\\i
ivena: Jugularis externa-)% —
doch de vijfde
iaatfle
in de inwendige Kr opaderen (yenajugu-
Imls interna.^

Aan den Hals worden de uitwendige Krop-
aderen
iVence Jugularis externes^ geopend, ge-
legen ter zijde van
de Luchtpijp (afpera artt-
»\'W), en het Strottenhoofd (larynx), —enftoiten
haar bloed uit m de
Onderjleutelbeens - aderen
{yena fuhclavi<s)
, die het verder in den bovenflen
Ham der
Helclder overvoeren. (Zie de afbeel-
ding
pl. I. fig. I).

ïn het vouwen vivn den Arm worden vier Op

. ■ Arm.

•nderen geopend: als.

De Hoofd-ader (yena cephallca^^ liggende
aan de buitenzijde van het vouwen des Arms.

De Lever-ader (yena baßlicä), aan deszelfs
binnenzijde, ter plaatfe van den arm ßagäder
{arteria brachlalis)
gelegen.

Uit deeze twee takken komt de midden-ader
(yena mediana) voort, welke nieerendeels fchuin
van den eenen in den anderen loopt, en waar
onder de
Pees van de tweehoofdige - fpier (inus-
culus biceps)
en derzelver uitjpanzel iaponeuro-
ßs)
gelegen is.

De ellepijps - ader (vena cuhited), loopt aan
A 5 den

-ocr page 30-

10 OVER HET ADERLAATEN

deii binnenkant van den arm, ter plaatfe van
den
hinnenften knobbel icondylus internus) van\'t
elleheen. (Zie over deeze aderen pi. I. fig. a.)

Deeze Aderen ontlasten haar bloed in de
Oxel ader {vena axillaris), die het verder, even
als de
Strotaderen, aan de onderjleutelbeemader
overgeeft.

op de Op DE Hand wordt de Pinkader (yena faU
vatelld) ciiciQ Hoofd-ader (yena cephalica\')
geo-
pend. — De
eerfte is die , welke uitwendig op
de Hand na den Pink loopt: de
andere heeft
gemeenlijk Eiisfdien den
duhn en voo^ften vinger
Plaats. (Zie pl. 1. fig. 3.)
vanwaar Zij zijn beiden afkomflig van de
Lever- en
Hoofd-ader.

aan de Aan DE MANLIJKE RoEDE (pents) opent men
\' de ader, die oveï hec bevende van dezelve heen-
loopt; zijnde een tak van diQultv/endigeS>cühAM\'
ADER. (yena pudenda externa), en eindigt in de
uitwendige Darmbeens-ader (vena iliaca ex-
terna).

Aan de Heup wordt de uitwendige Heup-
Iléup. ^(igf (yena isdaiica externa^ geopend, bo-
ven het
Dijebeen ter zijde van de Heup ge-^
legen.

aan de Aan de Kuit, de Kult-ader (yena furalis),

in \'t achterfte en midden der Kuit geplaatst.

Op den Op den Voet wordt de in-- en uitwendige
Voet.

I\'ll

hand.

-ocr page 31-

EN DESZELFS TOEVALLEN. ir

^^^eder. ader {^Vena Saphena in & externa^
Slopend: loopende langs den binnen en buiten
^nklaauw, tot over den gebeden voet, (zie pl.

Deeze Vaten, als ook die van cle Kuit en Waar zij
^sup, eindigen in de firoote dtjeader (yena lasten.
cruraVs\')
, die verder het bloed in de inwendi-
ge darmheensader {Vena iliaca interna^
en van
<^aar in den nederdaalenden fiam derHoladeroxQt
hrengt.

3, ) Over be Werktuigen bEKOODIGD TOT
HET DOEN EENER
aderlaating.

De

WERKTüiGEN ünftrumenta\') tot deeze o- Welke
peratie behoorende, zijn
de laatband en het
lANCET. zigdwor-

•UE laatband is een Roode Rechtdraads laa- ■watde

cec.

of Saaijm band. — Eén en een lialf Laatband
el lang, en één duitn breed (*).

Het Lancet (lancetta feu pUehotomuf) is een Het Lan-
tlein mesje, welks Lemmer lensgewijs geflee-

pen

^e Laatband moet niet breeder dan ééa duim zijn :
breeder zijnda , zoude hij niet genoegzaam drukken : ta
fma! weezende, knelt hij, en veroorzaakt pijn.

Ook moet men nimmer eenen gehreiden Laatband ge-
\'^ruiken, om dat dezelve te rekbaar is, en deszelfs kanten
bellen.

-ocr page 32-

ié OVER HET ADERLAATËI^

penis zeer puntig, tweefiiijdend, en vast in
eene welker vleugels of bladen aan derzelver
boveneinde van eikanderen gaan; doch aan het
lemmer door een koper-ftaafje vereenigd zijn.
. Het zdve wordt verdeeld , in zijne kas en

lemmer.--- De Käs beftaat uit twee kleine

dunne fcliiktpadden of baleinen plaatjes, dienende
om het leriimer te bewaareu.

Het Lemmer wordt weer in drie deelen, als
de
punt, het midden en het achter

-- Deszelfs vooreinde, dat de punt maakt,

behoudt altoos in zijn midden een weinig dikte;
doch de zijden verminderen aannierMijk, en
inaaken twee zeer fcherpe
fneeden en eene zeer
fijne
punt uit: — dit gedeelte noemt men het
gebruineerde^ doch het achterfte ftompe het on-
gebrumeerde
van het lancec.
DasEelfs De GROOTTE van ten gewoon Lancet moQt aan
deszelfs lemmer ten hoogften ééne duim en zes
Ihtien lang, en vier llnien breed
zijn. — Het
gebruineerde dient op zijn minst z£ven linien in
lengte
te bevatten. De Kas is , na

grootre.

evenredigheid van het Ummer, een weinig groo-
ter. —■ Ook moet het
lemmer altoos van uit-
muntend goed welgeteinperd Haal zijn.
Vier Viir forten van Lancetten worden in de ge-

woone prc:üijk gebezigd.
foovT ^^^^^ noemt
men\'gakstekorn Lancet

(Lan-

-ocr page 33-

EN DESZELFS TOEVALLEN. ir

{.Lancette à greîns d\'orge ) , hebbende eene
punt in vergelijking eener
Garflekorn. — Dit
lancet is breeder dan de anderen, enhetverfinalt
niet dan digte bij de punt.

De eersïheginnenden moeten zich van dit
foort bedienen, ora dat zij, liier meede alleen
fteekende, eene genoegzaame opening maakeii.

Het tweede is het Haver-Korn Lancet
(lancette à grains d\'avoine.;) dit heeft de punt

langer dan bet voorgaande. - Het is zeer

gemaklijken meest in gebruik, en zeer gefchikt om
zo wel diepe als oppervlakkige vaten tC opcnen.

Het derde is het ijramieds of Sxangentongs perde
Lancet Qanceïte à pyramide\'), hebbende eene^\'^""\'
lange fijne fpitze fcherpe punt, beginnende van
zijn achterfte (bij de kas) af fmalder te worden,
loop ende geftadig minder tot aan de punt. —
Het wordt in de diepstliggende vaten gebezigd,
en moet nimmer van eenen Leerling of onhandi-
gen Aderlaater gebaiikt worden.

L)e vierde en laatfte zijn kleine nette lan- Vierde
csTjEs, (lancette à petit fer genoemd). — Zij "
zijn zeer gemaklijk in de handen van een
geoef-
i^nd Aderlaater ^
bij den welken zij meermaaleii
oe voorkeur boven de anderen hebben, (zie de af-
beelding deezer lancetten pl. i fig. 5.6. 7. 8.) C^X

40

O In vroeger tijdea wierden verfchillende (nfirumenten

toe

-ocr page 34-

ié OVER HET ADERLAATËI^

4) de oplettendheid van bijzondere voor"»
werpen en gevallen, waar in men

adelilaat.

Inleiding. De Aderlaatingen , welken door eenen Ge-
neesheer
zijn voorgeileld, konnen min of meer

vei-

Men meriit aan , dat toe

tot de aderlaating gebezigt.

aan de ima^fde Eeuw een puntmes (b%ßorie) in gebruik
■was, -— Daarna heefc men een foort van
vlijm uitge-
dacht , dat hier te lande nog door de
Smits, om Paarden
ader te laaten, gebezigd word. — Eenige
Heelkundigen
in Frankrijk hebben een inftrument op de manier als eenen
boog, waar in de
vlijm d,s.npijl verbeeldt, en door eene
veerachtige voortftuuwing in de ader wordt ingedrukt, uit-
gedacht. —
hinderen wederom hebben lancetten met
kromme punten voorgefleld , welke Zij , om de kwetfing
van onder of bij gelegene deelen te ontgaan , fnijdende ge-
bruilien. — Doch alle deeze foorten van bijzondere in-
ftrumenten zijn, zo niet ten miaften
meerendeels,

oin hunne lompe of ongefchikce gedsante , buiten gebruik.

-- Echter nog veelen, vooral in Duitschland (eenige

ook bier als elders), gebruilien lancetten met eene fpring-
VQQX {Snepper genoemd) tot deeze operatie ; doch, onzes
bedunkens is het lancet boven dit werktuig te verkiezen:
yoor eerif, omdat de bewerking van da
Snepper meercn-
deels buiten onze
direSiie, en bij gevolg zeer ligt i^diep ^
te
ondiep, of (vooral in flappa losfe vaten) kan misflaaa,
en hier door min of meer ongemakken veröorzaaken: —•
ten anderen , konnen de Sneppers nimmer veilig in diep
liggende vaten, of bij zulken, waar onder onmiddelijk
eene
Slagader , Pees]f het BeenvUei euz, gelegen is, ge

bruikc

-ocr page 35-

EN DESZELFS TOEVALLEN. 15

^\'^Üig aan den kant des Aderlaat er szonder na-
öer onderzoek, of in achtneeming van
bijzonde-
^^ gevallen
of omßandigheden verricht wor-
den (*).

Echter gebeurt het veelmaaleu, dat, zonder
het voorfchrift van eenen
Geneesheer, Aderlaa-
tingen
worden in het werk gcfteld; dierhalve«
is het niet alleen noodzaaklijk, maar ten uiterde
iioodig, dat de geenen, welken deeze
Operatie
<5eiFenen, eene naauwkeurige kennis bezitten,
Van al het geene , dat tot
bijzondere voorwer\'
pen en gevallen
betrekking heeft.

bruikt worden: — en eindelijk, maaken de Sneppers^ bij
bet affpringai hunner veeren , een min of meer geluid, het
welke, bij
aandoenlijke Lijders veelroaalen fchrik veroor-
zaakt. — Dit alles heef: men van hec
Lancet minder te
Wachten, het welks van de beßierlag
onzes vrijen vuils al-
leen afhanglijk ;s.

Wij wilien dierhalven liever kerende Jderlaaters
aanraaden, i;icti aan het gebruik van het Lancet te gewen-
nen , en geene andere infirumenten, vooral
ongeoefend ge-
bruiken.

O Nogihans is e2n oplettend A\'derlaater in de ver-
plichting, dat> wanneer hij overtuigd is van het
onnut of
de
fchaadelijkheid der voorgemelde aderlaaung , dit alvo-
rens onder het oog van den
Geneesheer te brengen , ea
deszelfs
advies nader af te wachten. — Immers zoude
buiten dit de
Aderlafiter zich zeiven, vfillens en •wèetenit
van verzuim bezoedeld vinden.

-ocr page 36-

 OVER HET ADERLAATËI^

Waarop De OPLETTENDHEID vaii eeiieii Adcrlaaterxmtl
faa"er ^ dierlialven bepaald zijn:

dient acht Yqq^ eerst, op de kraclitèn, den ouderdom, dé
te gee- . ■ „ . -j

manier van leeven, en gewoonten zijner Lijderen;

Ten tweede, omtrent den tijd,-
Ten derde, bewustzijn, in welke gevallen hij
mag en moet aderlaaten;

Ten vierde, toezien, of \'er geene oniftaiidig-
hden of toevallen zijn, welke de aderlaating ver-
bieden; eii eindelijk.

Ten vijfde, in acht ncemen , welks,, en wan-
neer
eener zwangere vrouw, mag, en moet ader-
geöpend worden.

1.) Omtrent de krachten maakt men onder-
fcheid tusfchen
ßerke en tedere perfoon^en ; ter-
wijl de
eerßen met minder fchroom vrij groote
en aanzienlijke aderlaatingen verdraageiikonnen,
daar nogthans bij de
laatflen de ontlasting zeer
klein,
omzichtig, en in weinig hoeveelheid ge-
fchieden moet.

2.) De OUDERDOM koiiit in aanmerking , om
dat aan
Kinderen, noch bij Hoog Bejaarden eene
aderlaating nimmer, dan in dringende omflan-
digbeid , moet in \'t v/erk gefield worden.

De reden deezer uitzondering beftaat , daar in
dat naainelijkbij
Kinderen zowel als bij Hoog Be-
jaarden ,
de middelen van htms leevens - onder-
houd, min of meer; dooide venniiidewg van hun

bloed

Ven.

Krach-
ten,

Ouder-
dom.

-ocr page 37-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

bloed worden te kort gedaan; naardien de verm\'esr-

derdebloeddeelen zo fpoedig niet dan bij

ßerke Perßonen worden voortgebragt; en hier

uit natiiuriijk, of eene verhinderde groeijing bij

de Berßen , -— of eene vermindering der leS"

venskracht hij de läätftm moet vooitvloeijen.

De Manier van Leeven toont ons, dat de Manier"

geenen , welken eene werkzaame LeevenswijzÈ ^^^

, ■ ven.

oeffenen, zwaar arbeiden en fierke voêdzelen ge-
bruiken ji met minder fchroom mogen en können
Adergelaaten worden^ welken
juist

het tegengeflelde van deezen üimia\'aken.

De Gewoonte, eindelijk, leèrt den Aderlna-Gewoon
ter, dat hij bg
de geenen, welken gewoon zijn^®*
\'e\'en^ of meermaalen \'s jaars, op gezette tijdeii
Ader geopend te worden, bij dezelve vrij onbe-
fchroomd deeze Opératie (zo \'er gêene verbiedtn-
dè omftandigircden zijn) kan verrichten: —- daar
nogthans
bij die, welken dit niet gewoon zijn^
t>f wel nooit zijn adergelaaten meer omzichtigheid
\'iioet plaats grijpen.

Deï« tijd dek Aderlaating verdeelt men5 ^
in een\' Hjd yan Noodzaaklijkheid, en in\' eenen
iijd van verkiezing:

. De tijb van Noodzaaklijkheid is dié, waar ^^
men aanftonds de Operatie moet verrichten, noodzaak
«tt vomrekt géén uitflel om drijigéndeRedfinen"^^\'"®\'^
^an gedoogd wordeni

Ö fe

-ocr page 38-

 OVER HET ADERLAATËI^

Tijd van I5e ïijd van veakïe-zïng komt in Aanmerking
^^g omtrent
het jaargetij en den tijd, van den dag.
Wanneer men volgens gewoonte ofvoorbelioe-
■ dend aderlaat, verkiest men dc
Lente of Herfst
als de gemaatigfte tijden van \'t jaar: — doch wan-
neer dit in den Zomer gefebiedt, het koelftevan
den dag. —
de tijd van den dag wordt het best
V
morgens, nüchteren , of V namiddags vier of
Vijf urn-en na den eeten genomen (*> — Zo de
maag ledig is, zijn alle uuren van den dag tot
de aderlaating van het zelfde nut.
Gevaii-n 3. De voornaamlle gevallen, waar in eene Ader-
A- ^^^^^ » zuiiew wijtot^^g^ bijzon-

dcrlau\'ng ^kre ondcrdcelingen brengen, als.\'

vereifchc , t

\\vordc. ,

Wanneer nicn kort na den eeten aderlaat, tapt men
gfiiiecniijl: veel
chijl {chijhis} met het aderlijke bloed
sf; doordien net zelve in zo c;n konen tijd , nog
lïist gcnosgsaam bereid, en tot voeding van het lichaam
ksn gefchikt zijn; ffisar noodwendig dit
iaatfle,éoQï den
O/ervloed ui: de
Slagaderen in de Aderen moet over-
gaan: --dit bewijsr ook de
mtfe melk\'dshtige kont

(f/, dia irseu op het (anderszins gezeude) kort na den
eetcn afgetapte bioed gewsar wordt.

In eerie vcorbehoedeitde aderlaating wordt vooraf
de zuivering dïr
eerße wegen (^Fiic Prima) zeer sange-
prcezen, doordien deeza onzuiverheden overgeble(^ven
Zijnde, in da !edig gemaakte aderen pndringen, en hec
bioed met deeze haare deeltjes döen bazwangercü.

-ocr page 39-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

ï. ïn bijna alk Heelkundige gevallen, Waar-
in
Ontjleeking en Koorts gévreesd wordt: als ^
Beenbreuken
{fraUura), Uitlediugen Quxa-
fiongs)
, Kneuzingen (contufiones\') , Woiideii
{Fulnerd) , Brandingen iambufiiones^ enz.

2. In hevige Bloedilortingeii [Jiamorhagio-
fiss\')
het zij uit den Neus, de Long, de Baar-
inoeder, Aanbeien of elders.

3. In alle foorten van Ontfleekingen (jnfiA-
inmiones), en in \'t bijzonder in die der Hersfé-
nen
(phrenites), Óogen (opthalmi^s). Keel (^an-
gincs^
, Long QeripneUmoniié) , FdbbenvÜes
ipleüriiBs\') of andere deelen.

4. In hevige pijnen,fpanningen, benaauwd-
lieden, ftuiptrekldngen, beroërtenSj hartklop-
pingen enz.

In lievige gèmoedsbeweégingen, als,
fchrik, vrees
, gramfchap, blijdfchap enz.

6. Bij Drenkelingen, Verworgden, en bij
zulken, die door befinette lucht, of dampen,

van metalen verflikt zijn:- of overMl, waar

de Icevèndmaakcndê beweegiogen fcbielijk
door een of ander toeval geflremd worden.

7- In verfïoppingen der gewoone ontlastin-
gen , als die der maandmiveringen, Aanbei-
en enZi

Ê. En eindelijk bij zodanige voorwerpen,
B a bij

-ocr page 40-

 OVER HET ADERLAATËI^

bij.welken eene te overvloedige valfche of

waare Bkedrïjkheid plaats heeft
Gefield- .

hedfns 4) De gesïeldhedens, waar in eene aderlaa-

^e\'^adS- fiha adeltjk , en zomwijlen gevaar tijk kan
laacing zijn, ziillcn wij in
veertien kïasfen begrijpen, als: ■
Sk^ïr ï^ij zwakke en krachtelooze Lijders,
\'t

zij uit de natuur, of dat eene voorgaande ziek-
te.

(*)■ E>e waare Eloedrijkheid (^Plethora) koiöt
meereadeels bij zodanige voorwerpen , welken gewoon
zijn gulzig és meer Ee eeien, daa tot leevens onderhöud

van \'e lichaam vereischt wordt;-gepaard meteen ledig

en flilzitteud leevea. —- Als ook door verzuim van na-
tuurlijke of door konst gemaakte bloed-ontlastingen.

Dii Kentekenen zijn: eene bloezende roode kleur; eene
opfpanning der bloedvaten; loomheid en vermoeidheid der
Leden; na eenig werken , wandelen of buicengewoone be-
weeging, volgt gemeenlijk eene fchielijke krachteloosheid,
vermoeidheid, moeijeüjke ademhaaling en hartkloppingen;
veelmaaJen worden
dusdanigen met fterke en aanhouden-
de hsofdpijnen gekweld; zommigen hebben eenen diepen,
anderen wederom eenen onrustigen afgebroken flaap; fchie-
lijk bukkende, worden zij ligthoofdig en duizelig;^in de
Bofsc wordt zomwijlen eene persfing en benaauwdhéid
waargenomen ; en eioddijk, als na eene
natuurlijke of ksm-
tige bloed - entlasting
verligting befpeurd wordt.

Hevigs bloedßortingen , ia éa uitwendige ontfteekin-
gen, heete koorcfen, zinkingen, kramptrekkingea, fchie-
lijke beroertens, fterke flaauwtetji, verftcppingen, vochts-
bederving en nog veele acderea, ^ziju de gevolgen déeger
ziekte.

-ocr page 41-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

te , iiaGlitbraakeii, wellusten , of onmatige
oefeninp;en \'er oorzaak van zij.

а. Bij die , bij welken zich eenen flappen,
zwakken, flaauwen, onëvenredigen Pols opdoet.

3. Bij die, wiens uxtejfte Ledeniaaten veel»
tijds of altoos koud zijn; eene fchraale Lee-
venswijs hebben; en weinig voedende fpijsen
gebruiken.

4. Bij die, wiens Leeven hard, arm, en
werkzaam is.

5. In Teering, Teering-kooits, of andere

langduurige fleepende Ziektens.

Bij deeze vijf voorgeftelde voorwerpen kan
de natuur niets misfen; bij gevolg zoude men
door bloed-ontlastingen, de bronnen dier onge-^
ileldhedens, nieuw voedzel aanbrengen.

б. In verhardingen (jndurationss), verette-
ringen
{fiippurationef)., het vuur ifphacelus\\
en gezwellen {tumores), daar noch volbloedig-
heid, noch koorts plaats heefc.

In gezwellen en verzweeringen, welken
uit eene
Ziekte - fcheiding (crifisj voortkomen;
of in die, welken tot eene verettering
(fuppu-
ratio\')
moeten overgaan.

8. Bij h\\QQ.A&.otimgQu(Jicemorhagiones), daar
reeds een al te groot gebrek van bloed plaats
heeft.

Bij de in zwang gaande Zinking- en
B q
 kwaad-

-ocr page 42-

SS C¥ER HET ADERLAAfEH

h\'/mdaartige koonzQii (jehres Catharrales &
malignd)
, en vooral wanneer de Lijder zwak
is.

10. In fcheurbiiikigc, jichtige en waterzuchti-
ge gebreken

11. In tusfchen- poozende koortzen, ifehres
internüuens\'^,
als ook\'in eene huivering, wel-
ke de voorboode eener koortze zij,

12. In alle geraakthedens , en foortgeiijke
ongemakken.

1Ten tijde van zomraige ontlastingen,
als
hevige Biiikzuiveringen, Buik en Roode-
loop, ÜÊrke uitwaasfemingen , vloeijing der
Aanbeien, Maandzuiveringen enz.

14. Eindelijk moet men nimmer aderlaaten
hl
befmeUelijke zlektens: want door de ver-
mindering der bloedkolom ^ wordt het befmet-

teiid

C\') Pa alk foorten van Waterzucht kan en mag de
adedaating
niee achter weege gelaacen worsten; vooral
eict, wan^ieer de w^aterzucht ontftaat i) door dac hac
bloed niet genoeg bevrijd wordt vm die waterachtige
deelen,
welke het In eene te groote menigte bezit; 2)-het
gebrek fcuidlj\'s oiuftsan zijnde, en de lijder fterk en
bloedrijk is; en eindelijk. 3) ia eene pas ontflaiise wa-
terzucht, tusfchen vel en vieesch, wasr de longen zeer
zijl
aangedasn, en waar raeede koorts verzeld gaat....
Zie hier over de Verhandeling der Waterzucht door den
Hooglcera.^r mo>;ro biads, 3p. en de daar uevens zijnde

BULiige asauisrkiï\'gcii.

-ocr page 43-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

teiicl gilt (virus) fpoediger, vrijer en gemaklij-
ker door de geheele masfa verfpreid (*).

5. Het is eene bijna algemeene gewoonte ^^deria-

1 rr . t \' I IC ^ij

onaer zwangere Vrouwen, om zich op üe neiit Zwange-
Iiaarerdragt eene ader te doen openen;— doch
deeze gewoonte, hoe algemeen ook, heeft ccli-
ter haare uitzonderingen, en zoude gevoeglijk
onder deeze volgende regelen können begreepen
worden.

Ten eerße^ of eene Vrouw gezond, llcrk Tv\'nrdc in-
en arbeidzaam is. - uifv^l^.^

Ten tweede^ of zij een teder, zwak en V/eek-liceld.
lijk geftel bezit.

Ten derde of zij gezond en bloedrijk is, veel
«et en weinig beweeging heeft.

Ten vierde, of eene zwangere vrouw, voor
haar zwangergaaii, gewoon was, aan hevige en
fterke maandzuiveringen, en eindelijk

Ten vyf de, of\'er bij ccnc zodanige, dringen-
de

O Schoon wij nogthaas in de Ziehtens en ongefleU-
hcitn%
, weiken iu deeze voorgefielde veertien afdeeün-
geu begreepen zijn, de aderlaaüpg onnut en fcbasddijk
hebben
voorgeflild, lionnen er echter omfendighedea ziju,
welke
dringende Redenen to: het doen deezer operatie
geeven ; en hier ,op dient een
Oplettend Aderlaater
keurig een waaiiend oog ce vesdgen.

B 4

-ocr page 44-

è4 O^EH HET ADERLAATEN

de omftandigheden, waar in het aderlaaten ver^
eiPcht wordt, zicli voordoen.
^etHe en Wat dg twee eerstgenoemde (fchoon twee te-
li\'.r, genftrijdige voonverpen) betreft, daarin behoeft,
ja behoort
mijns bedunkens, in de loop haarer
gelieele zwangerheid nimmer adergeiaaten te wor-
den : want in de
eerfle werkt de natuur regehnaa-
tig , en zal door de arbeidzaame leevenswijze tot
geene overtollige bloedsvermeerdering gelegen-
heid geven. En bij de
tweede zoude de ader-
1 aaiing fcliadelijke gevolgen kennen hebben;
döoixüeu uil: de vermindering van het bloed, de
vermindering van
\'s leevens onderhoud geboorei^
woi\'dv; eii bij gevolg zoude hierdoor
Moeder en
Kind van \'t" noodige Leevensvoedzel beroof4
worden, .

Derde, l-n het derde voorwerp is de aderlaating, iii
tegenfteUing der
twee voorigen, nuttig ja nood-
zaaklijk: want door de bloedrijkheid en derzelver
geduurige vermeerdering worden de bloedva-
ten te veel opgevuld; de
Vrucht ontvangt meer,
dan vereischt \'wordt; en de noodisie\' uitzet-
ting der Baarmoeder wordt belemmerd: hieruit
zoude eene miskraam
(abortus\') of andere toeval-
len, zo de aderlaating verzuimd wierd, verwekt
worden.

Vierde. ^^^ ^^^^ vidrde geval is het noodzaaklijk onj
tegen den tijd der geviToone
maandelijkfche ont-
^ las-

-ocr page 45-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

laningen eene ader te openen, en dit eenige
niaanden achter den anderen, ja zomwijlen v/el
de geheele
dragt door, ieder maand te herhaa-
len , om een te menigvuldig bloed van de Baar-
moeder af te leiden, het welk anderzins veel-
ïnaalen doet miskraamen.

En eindelijk, wat het laatße gtfj\'tf/betreft,Vijfde,
daar in kan en mag men altoos van den gewoo-
nen regel afwijken. — Immers zijn de geval-
len van
Keelontßeekingen, Zijdeween en menig-
vuldige andere hevige ziektens genoegzaam in
getal, waar in men zonder nadeel Van Moedcf
en herhaalde aderlaatingen verricht hadde

K

5). van het handwerk eener adeulaating,

Door\'het handwerk verftaat men de werkü)- Wat het
ke uitvoering der
operatie zelve. haadwerfe

De oplettendheid van Aderlaat er moet be-
paald zijn, wat
voor , wat onder en wat na de
OPERATIE moet verricht worden.

Voor de operatie wordt vereifcht, het ge*

reed

^ (*) Hier van] vindt raeu, onder anderen, een aanmerke-
lijk
geval, in Uari de Saignef pag. 71, alwaar verhaald
■Wordt van eene Vrouw, die
agt en veertig maaien ge-
diiarende haare zwangerheid, met een gelukkig gevolg
, was
adergelaatsn,

B 5 -

-ocr page 46-

OVEH HET ADERLA4TËN

Wat vosrttQé7A]\\i\\^méQVinoodïgen ïo^y?^/,\'welke befraatJiis
de ver ^ ccn
laathand, lancetten , een hekken of kommet-
wordt ^^^^ bloed tc ontvangen, eene
[pons, een

kom met water, (en zo men op de hand of den
voet aderlaat een
vat of emmer mee genoegzaam
warm water gevuld,)
één of twee kompresfen,
\' een zwachtel, twee of m^zt[pelden^ een glas met
•water, azijn, brandewijn
, of ander geestrijk
vocht, z^-ïi handdoek^ ww^igt helpers,
enemde-
lijk, zo men van het
daglicht geen gebruik kan
maaken, een
ontfiooken, wasch of kaarslicht.
Wat cn- \' ^ndür de operatie wordt yoor eerst acht ge-
der de 0\' geeven op de plaatsing van den lijder: welke

verricht plaatfin g is, of modzüaMijk of verkieslijk.
wordt. In de plaatftng van Noodzaak kan men gce-
Plaatfing, ^^^ fcliikldiig maaken; maar de Operatie wordt
gemeenlijk op het bed liggende verricht.

In de plaats van Verkiezing zet men door-
gaans den lijder op eenen ftoel, in eene ge-
niaklijke houding, zo voor
zich zeiven, als voor
den
Aderlaater^ ten warende Lijder van een
zwak en zieklijk gcftel was, en gewoon onder
het
aderlaaten flaauw te worden, als dan, om
dat te verhoeden, verricht men veelraaalen te
bed liggende dit handwerk.

Daarna, vjovèt^de druk of knelband aange-
legd; op die wijze, als in de
afzonderlijke Ader-
laatingen
zal gezegd worden.i

Na

-ocr page 47-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

Na dit alles, onderzoekt men bet vat , dat Hoe de
^ ■■ 1 1 1 Operatie

ïnen wil openen. — Dit iiitgekoozen hebbende, verricht

neemt men het lancet, \'t welk men als een flaau-

Wen driehoek geopend, met het einde der kas

in den mond, even tusfchen de tanden infteekt;

nret de punt van die hand gekeerd j met welke

nien de Operatie verrichten zal.

Vervolgens het vat bepaald hebbende ^ neemt
men het Lancet
tusfchen den duim en wijsvinger
in het midden van deszelfs lemmer, niet te laag
liij de punt, om niet belemmerd te worden, en
niette hoog bij de kas, om het behoorlijk te
konnen ftieren (zie pl. 1. fig. 9.)- rusten-
de met de overige vingeren op dat deel, hetwelk
adergelaaten zal worden. — Eindel|)i buigt men
de twee vingeren, die het lancet houden, en met
7.e uit te ftrekken doorfteekt men de bekleedze-
len op de
bepaalde plaats, zagjes diaxkkende tot
binnen in het vat, \'t welk men gewaar wordt
uit de ligte weêrftand bieding van de ader, en
uit eenige uit het wondje fijperende droppelen
bloeds. —. Dan brengt men het lancet, door
bet zelve een weinig op te ligten, terug, ora daar
door de opening te vergrooten.

Ty/ee tijdperken neemt men in acht, in hetDatijd-
docn deezer handgreep,
dt fieek naamelijk, ei^SeezSo-
de Gpfnijding. peratie

Het tijdperk der steek is dat, \'£ welk noodig De Steek.

as

-ocr page 48-

 OVER HET ADERLAATËI^

is om den weg van buiten naar binnen te maaken.
De op. De OPSNIJDING is de tijd, die noodig is om
den weg van binnen bmtenwaards te verwijde-
ïen. — Gedumende
den eerfien tijd, doet men
den fteek met de punt en de twee fnijdende zij-
den: — en geduurende
den tweeden., vergroot
men de opening van liet vat en der bekleedzelen
met het bovenllë fnijdende deel van het lancet.

Het inbrengen van het lancet is verfchillende,
Hoe het oppervlakkige.^ en in diepliggende vaten.

lancet _ Oppervlakklf^e vaten wordt het lancet min

■wordt in- ^^ . .

gebragc of meeringevoei\'d: docli in diepliggen-
de
moet bet bijna loodrecht ingebragt worden (*).
i De Opening DER vaten gefchiedt in de groo*
Hoe de te recht, de kleine dv/ers en de middelmaatig&

öpend (zie pl. 1. fig. ïo). — Schoon onzes be-

■wqrden. dunkens, deeze laatlle, in alle fooiten van vaten
de verkieslijkfte zij. —
De eerjie manier kan
ligtelijk door de wegrolling van
\'t vat misfen; en
het bloed loopt veelmaalen niet genoegzaam
lüt: —
\'m het tweede-gevalloopt men niet zo
geer gevaar om de Ader afteileeken, maar heë

wond-

Wanneer ?Ben in diepliggende vaten het lancet
fchuin wilde invoeren , zoude men veelligt over de Ade;

en dus misfteeken. - Deeze ligging heeft nieest bij

yefte perfoonen plaats j en bij zodanige is minder vresg
voor
Slagader )Pee$ of Zenuwkwei&ingt

l\'i
K<)

-ocr page 49-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

Avondje heeft zomwijlen eene traage Sluiting: —
hij gevolg blijft
de laatfle, waar in dit voornoem-
de na evenredigheid zo veel niet te vreezen is,
als de veihglle over

Na de Operatie maakt men den drukband Wat na»
^ de Opers«

los, (verönderftellentie dat er bloeds genoeg ont- tie ver-
las zij) ; men zuivert liet wondje , en voorziet
het verder met een behoorlijk verband (\'f).

6).

C*) Èr wordt verfcliillende gedacht, of raen naamelijfc
«éne groote , dan wel eene kleine opening in de Aderlaating

maaken moeti —— Oet beste hier in is, dat ae grootte
Väa de opening geêvenredigd zij aan de grootte van het vatï

•---en wanneer de vaten zulks toelaaten , liever eene rui*

nie, dan eene kleine opening de voorkeur verdient.—-
Niet
Zo zeer, gelijk veelen te onrecht gelooven, alsfof
Men door esna kleine opening het beste bloed aftspta; die
■SS eên verkeerd gevoelen, nadien de veneuze bloedbollet»
jêSjhet zij dezelven in een groot of klein getal zijn, echter

huti eigea wezen behouden; en bij gavolg zo wel in hun
kleinder ais grooter deelen (zo er ieis plaats heeft} oniäart
tonnen zijn: — raaar tneii verkiest eene grooter opening,
om dat het bloed hier door vrijer en ruimer kan uitloo-
pen en dus fpoediger aan het oogmerk zonde voldoen.

(t) Mea moet deeze geheele operatie met zo weinig
omflag verrichten, als immers moogelijk
ig, om geene on-
noodige vrees of fchrik aan de omftanders, veel min aiti
t^en geenen, die adergelsaten zal worden, aan te brengen.
\' Diowis verhaalt van eenen in zijn tijd voornaarne CV/t^
, welke
messe ïoe aderlaaten ce Parijs gebruikt

wierd

-ocr page 50-

8Ö ÖVËÜ HET ÄDERLAATEf?

5.) Over dé Hoeveèlheid van öèï

aftielaaten bloed.

Verdee. De • hoeveelheid liGeft betrelddng , of tot

ééne, dan wel tot lierhaalde Aderlaatingen.
Hoe vee! Het is niet iigrelijk tebepaalen\', boe veel bloed
een?op
eenmaal moet afgelaaten Worden. — Eene
ge!a«en laatirog tusfchen vijf en tien meen zal in de mees-
te gevallen genoeg zSjn. Doch hier in moet
in aanmerking komen j de krachten van den Lij-
der, en de Redenen waarom hij adergelaateii
wordt. — In de meeste gévallen is het be-
ter wat
minder, dan te veel aftelaaten: veelmaa-
len ^s het nuttiger, dat men twee dagen na elkan
deren aderlaat, dan dat
men ap eenmaal te
veel bloeds afcappe, en hier door het lichaam
te veei verzwakke

Hoe

wierd\'; „ dezen, zegt feij, doe? deuren en vensters flui-
,, len, hi] wil riet dat \'er iemand zal fpreeken of over
„ dc kamer gnsn: hij maakt zo groote bereSdfels en neemt
„ zo veel voorzorg ora eene ader te laaten, als of hij ée-
„ nen srni cf een b;e?- ging afzetten".
Chir, Oper, pag.\'
511. Te recht belach:
éa&ze beroemden Heelmeii\'

ter deeze zotte en fchuadeiijke maniér.

Q\'y Het b.ste teken, zeggen zommigen, dat er bloeds
genoeg «oor deLaatieg ontlsst is, is, ais h« hooger van
kleur wordt; —- en dit gefchsedt gemeenlijk na dat
vier
zes of agt oneen
afgelaaten zijn. — l^ogthans zien wif
deezen regel niet altoos vast gaw.

-ocr page 51-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

Hoe veelmaalen eene laating herhaald moet
vvorden, daar van moet
d& Ziekte, Lichaams-
geßeldheid, tijd, Jaaren
enz. des lijders, tot
eene Lijdfter verftrekken.

Doch onnoodig aderlaaten, \'t zij ongeregeld,
of op gezette tijden van het jaar, kan nimmer
dan kwaad en zomtijds van nadeehge gevolge«
zijn (*).

Herhaalde adeiiaatingen geeft eene gefteld-
heid tot bloedrijkheid, nadien het bloed bij fter-
ke perfoonen zich fpoedig weder herftelt:Ct-) —

Want

(*) De Baron van Swieten zegt, in de aantekeningen
op de korte llellirigen van
Boemaave , „ mannen, die
j, aan dikwils herhaalde aderlaatingen gewoon zijn, üj-
„ don omtrent den gewoonen tijd der aderlaatingen dezelf-
J5 ongemakken,als de vrouwen van opgehouden raaand-
>, ftonden enz." I. Deel bladz. 288.

(f) Dodart heefc opgemerkt, dat zestien oneen bloed
door aderlaatiag ontlast, in een niet verzwakt mensch bin.
nen vijf dagen herfield worden.
Hiß, dc ÜAcad. des
Sciences Van.
1707. pag. ^34.

Deeze fpoedige bloedsher&lling blijkt nader in het ge-
"fal van eene
iFejntje Andrie%, welke tot haar een en zes-
iigfte jaar met eene overmaat van bloedrijkheid, meer dan
zeven honderd maaien is adergeöpend, telkens van twaalf.
Veertien, of zestien oneen: — hier komt bij, dac dea-

Vrijster nog vier Jaaren achter den anderen, van zo
eene hevige bloedftorting
ex uter» achtervolgd wierd, dac
213 in ai dien tijd daar van geen halvcn dag bevrijd was.

ifie

-ocr page 52-

is ÖVËR HET ADERLAATEI^

want door gediiurigé Adeflaatingén Worden de
vastedeelen van het lichaam nnnder veerkrachtig!
en geeft bij gevolg gelegenheid tot ruimer uit-
zetting voor aankomende nieuwe en vermeer-
derde vochten. ___ Dierhalven is het nuttig ^
de gewoonten van veelmaalen in het jaar bij ge-
zonde Menfchen voorbehoedend ader te openen,
zo niet geheel, ten" minsten nieerendeels uit dè
Genees- en Heelkunde te verwijderen (*>

7.) Bs^\'

èie ScuLTETus ïVapinhiis der Heelmeesteren ^ 2 deel
bladz. 837. en van eene
Jufvrouw^ welke drie Jaaren
lang tweemaal in eene aiaaad deeze operade onderging,
ibid bladz. 840.

Nog aanraerklijker ls het geen verhaald wordt In het
hecueil de Medlcine Ckir, é? toni. VI. pag. 392, van
éen Vroinvs\'perfoön , die in
negentien jaaren, (van haar
zestiende afj gereekend) in opftopping der
menfirua voor
deeze ongefteldheid
dtdzend ett tmntig maaien h ader-
gelaaten:
80 maal op den voet, en 940 maal op den atm,

C) Zie hieronitrerid ook Galenos bij charter, Tom»
X. pag. 4\'=;5.

Om 21\'ch vsn het onüoodig adedaaten te g\'ewennen,
moét men dit in navolging der natuuf, zio als dit bij het
ophouden der
menßruis plaats heeft, (die van tijd toe tijd
in hoeveelheid verminderd worden, en komen tia langer
verloop van tijd voor den dag, tot dat ze geheel ophou-
den: want fchielijk ophoudende, volgen \'er doorgaans läs-
sige loevaiiea op,Jin faoèveéiheid, eu ia tijd doen vef-

mia-

-ocr page 53-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

Beschouwïng van het Bloéd.

Het bloed (Sanguis) is dat roode voelit, V/at
t, --"ia- 1 bloed zij.

rondloopende in de Aderen en Slagaderen, -

liebbende zijn oorfprong van de CkiJL

Het is zaainenp-efteld itit vier Hmfdfl\'^jfen Waaruit

^ . j JJ zafitnan-

(JLlementa)\\ als Water ( Jqud)^ Vuur of vlam- gcaeid^
vattende doffe
(Ignis feu phlogiston), Zout QSal),
en Aarde (Terray

Onmiddellijk na de Aderlaating vertoont zich Ëoe het
het Bloed als een dikachtig, donkerrood eendaan-
tig vocht: doch ftitftaaiide en koud Wordende j ping ^^ich
verdeelt het zelve zichtbaar lijk in een rood
Vast y en in em Wit Geelachtig dunner ge-
deelte C).

Het roode vaste gedeelte (Cruor Sangul-
nis} is eene Vezel- en Vliesachtige Zelfilandig- getictHc.
heid; en welke door eene herhaalde afipoehng,

tot

s^inddren i -—bij voorbeeld, men wagt eênlge weekeii
ianger, en tapt eenige oacrn minder af dan na gewoon-
te j dit neemt men in de volgende keer weêr in acht,- tot
men einJeiijk op bet Isatsc daar van geheel ophoud;
en niet dan
uit Koodzaak scierlm!:.
O Hat Bl;ed nog warm (afgetapt) zijnde, dampt\'er
waafem of geest uit, evenredig san
Water- deelen; en
nit de goede of kwaada Reuk deeze^ uitclsrapendeTtoffsn ,
ksn Czeggen zoMtnigen) veelmaalea des blojids hoedanig;-
Jjeid afgeleid worden.

c

-ocr page 54-

 OVER HET ADERLAATËI^

tot een wit vezelachtig draadweefzel overgaat
De Wijc. Het witte oeelachtige gedeelte, Wije
{Serum\')
genoemd, is eene dmine lijmachtige
vloeibaare Zelfftandigheid, van aart als het wit
der Eijëren; fchijnende een zaamenmengfel van
water, fiijm en zoiitdeelen (f).

Waaruit ^^ Evenredigheid, die zich tusfchen deeze
men de twee deelen (naamelijk het vaste en vloeibaare)
hdd^van moet bevinden, derzelver
aart., en de onder-
\'t bloed fcheide kleuren, waar van zij zaamengefteld
deelt. zijn, doen over de hoedanigheid van \'t bloed
oördeelen.

De evekredigheid heeft geen vasten ftelre-
redigheid. g^U nogthans zoude men dezelve gevoeglijk
konnen bepaalen
in eene gelijke koeveelheid van
het vaste met het vloeibaare:
—. zo dat,
wanneer
hst eerfte het laatfte aanmerklijk over-
treft,

Bij eene herhaalde affpoeliiig, Tclieidt de Bloed-
Ifloinp
(Cruor Sanguinii) in een Vezelachtig (^an JibrO\'
Ja) ,
en in een Rood gedeelte (pars Rubra.\')

(f) In de fflje is het water het overvloedigtst; in
hec
R-oode gedeelte heeft het vlamvattende de overhand 5
doch in het
Fezelachtige vindt men de meeste aarddee-

ka. - Aan de Wije wordt da vloeibaarheid toege»

fchreevenj aan het Roode gedeelte de kleur; en aan het

Fezelachtige eigent men de dikheid en vastheid toe. __

Zie hier omtrent meer bij A. Dal\'ïhaza.vr Heelk. Ziektek,
I deel bladz.^ S^ö cc Seqq.

-ocr page 55-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

treft, het bloed als dan te dik, te taaij en te
onvloeibaar is: en in tegendeel, wanneer \'er
meer
Wijeachtige, in évenrediglieid van het ve-
^lachtige
gevonden wordt, als dan eene te
groote verdiinning en vloeibaarheid van het bloed
plaats heeft

Door den aart vérftaat men de hoedanigheid, De aarh
Van het vaste vezellchtige en van het vloeibaare
gedeelte van \'t bloed.

Wanneereer[ïe minder of kngzaamer, daii
na gewoonte zaamenilolt, veronderftelt zulks een

ge-

O Docli deeze ftetrège! Heeft veel beswaar in; want
N den eenen Menfch ftolt het bloed, afgetapt zijnde,
Ichielijker clan bij den anderen; bf wanneer het langzaam
én
als droppelende uuloopï» is het veelmaalen > eer het
gefcheiden is, koud en verdikt: ook maakt de tijd
Van \'t jaar, als Zomer en vyinter, hier veelmaalen ver-
fchil in.

Ook is het bloed, in *t algemeen, in zeer jonge men"
fohen
dun en waterachtig 5 dat van oude Heden dik ert
2\\vart; doch die van een
midden ouderdom zijn \'t ge-
reedst om eene bloedrijke gefteldheid te krijgen.,

Zommige Natuurkundigen bepaaien, dat in eehè te groo-
te veriijeei-dering van het vezelachdge gedeelte j de zwa^t-
Saüige geraaatigdheid
(jemperaméntiim melancholicuni) i
de overvloed van vvije, de waterachtige gefteJdheid
(^smperdmenium phlegmaticuni), èn in eenen te bovsa
van het
Roode gedeelte, de galachtige gemaaugd"
^eitl Qempsrcsiksnihin Cliolericum\') zoade bïllaar^
C A

-ocr page 56-

 OVER HET ADERLAATËI^

gebrek van genoegzaame hoeveelheid deezer ftof-
fe, of eene te overvloedigheid van water of
flijmdeelen, of eene te groote beweegmg van
het zelve, of ook wel eindehjk, het gevolg
uit gebrek van noodzaaklijke voedzelen.

Wanneer het laatjie, namelijk de wyV, van
een te lijmigen aart is, dan is dezelve vervuld
met eenen overvloed van flijmdeelen. — Wan-
neer zij door ftilftaan en koud te worden, even
als liret
vezelachtige ftolt en dik wordt, geeft
zij eene ontfteekingachtige gedeldheid te kennen.
De kleu.
De kleur van het bloed heeft meede be-
trekking, of tot het
vane, of tot \\\\tt vkeibaa-
re
gedeelte-

Hét bloed is gezond, wanneer de kleur noch
te fchitterend, noch te donker, maar bruin
rood is.

Van liet Hec vasts., of mii? gedeelte, kan, ofte bleek,
deelie^*^\' rood^ of wel te zwart zijn.

Wanneer het te bleek is, veronderftelt zulks een
gebrek, of niet genoegzaam bewerkte, of door
eenige ziekte ondergehouden roode bloedilolFe.

Eene te hooge roodheid geeft eene te fnelle
beWeeging, omlooping, en eene tc groote ver-
dunning van de roode bioeddeelen met de
wije te l{ennen: en ontftaat door eene prikke-
ling, ui; overvloed van
loog, pekel, ofplszou-
ten, die onder hetzelve vermengd zijn.

De

-ocr page 57-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

De zwarte kleur is meerendeels een medge-
Zellinne van onderfcheiden fclierpteiis, en liet
gevolg van bijzondere ontaarting van den ge-
heelen voehthoop.

Ds wijE, of het vloeibaare gedeelte, is of Van het

t .f. ■ f ,, 1 \' vioeibaa-

te Wit oi melkachtig, oi te geelkleurig. re.

Het eer [ie ontftaat gemeenlijk, als de laating
te vroeg na den eeten gedaan is, en daar door
de Chijl, onder dezelve vermengd, meede afge-
tapt wordt (zie bl. 18*}.

f^et laat [ie wordt door de vermenging der gal
{J?ilus) onder dezelve voortgebragt,

Zomwijlen vertoont zich eene witachtige/(w/;\' De korst
icrusta} op liet vaste roode gedeelte. — En
deeze is, of
goed- of kwaadaart \'g.

Goedaartig., wanneer dezelve zacht en vast- Goedaar-
houdend is, overeenkomt met geftolde melk,"2>
tusfchen de vingeren frnelt enz. — Deeze is
als dan niet anders dan Chijl, en bewijst eeile
te vroeg na deu Maaltijd verrichte Aderlaating.

Kwaadaartlg^ is wanneer deeze korn te
dik, te vliezig, of zomwijlen geel of groenach-
ofkwaad
tig is, — cnma phlogifiiea genoemd; en heeft
eene vastheid gelijkende na zwoort, — voort-
komende uit de meerdere zamenpakking-en ver-
dikking der vaste Zelfftandigheid van den algc-
^T^eenen bloedhoop.
£>eeze korst viui^tmenbij lijders, die aan
heet.Q
C \'5 ziek-

-ocr page 58-

OVER HET ADERLAATgN

ziektens onderhevig zijn; en is meerendeels het ge=
volg eener plaatfelijke, of voorafgegaane ont-
fteeking O-

Het Wanneer het fchuhi}, dat zich den eenen tijd
i^huira» anderen tijd minder, op het afgelaaten

bloed vertoont, niet dan zeer langzaam, en na
eenen geruinien tijd (fomtijds in het geheel niet)
verdwijnt; geeft eene te taaije lijmiichtigheid de,^
bloeds te kennen.

Wanneer Zo de ontfteeldngs-korst, met den rooden bloed-

jsfiting Tn klomp, beide fterk onder clkanderen verëenigd

eene ont- — ^q ontllcekinffs-korst eene aschverwige

fteekings . , , , ..

korsc nat, klem- heeft, zeer taaij, en moeijehjk met het

Viß mes dooriiieeden wordt; — de roode bloed-
klomp insgelijks (fchoon minder dan de ontftee-
i«ngs-:korst) taaij is; — dan is het buiten te-
genfpraak noodzaak\'.ijk, herhaalde Aderlaatin-
gen werkllellig te maaken.

JDaar in tegendeel, zo beide deeze deelen

- flap

ichade
lijk

Het is Aantnerkenswaardig, dat op het bloed vati
Zwangere Frèuwea zich bijna altoos (fchoon anderszins ge-
zond zijnde) eene ontfteekings- korst vertoont. —
buiten twijiFsl komt du,,onzes bedunkens, door de uit»
zetting der Baarmoeder, waar door derzelver, en bij ge-
legen, vaten gedrukt, en in hunne vrije werking belem-
merd worden ; en bij gevolg hier door hnnne doorftr^a-
lende vochten min of tneer, als waare het, doorcenes^-
tmrlijkc craflccking beledigt en aaiidoet,.

-ocr page 59-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

flap zaamenhangen; de korst op het bloed mmder
taaïj, ligt deelbaar, verfchilleild van kleur, groen-
achtig, en het bloed onder dezelve ontbonden
gevonden wordt: — in dit geval, zullen de
Aderlaatingen meer fchaade dan voordeel aan-
brengen.

Be Aderlaating moet niet, zo lang de ont- ^
fteekings-korst zich op het bloed vertoont, tel-
iaating
kens herhaald worden. — Men zoude buiten
twijffel veelmaalen tot den
laat[ïen droppel dit
verfchijnzel waameemen.

Doch hier in gaat men zo lang te werk, tot
dat de bloedrijkheid voorbij,
de overige ge-
weldige verfchijnfelen verminderd, en de te
Vooren harde polsOag verzacht zij (1).

TWEEDE AFDEELING.
Over de uitwerkselen van het Aderlaaten,

De uitwerkselen van het Aderlaaten be- verdee-
paalt men, of
algemeen of hijzonder te zijn. ling.

Door

1  De bloote befchouwing van het Bloed is veelmaa-
len niet genoegzaam, om eene goede voorzegging te kon-
fea jdoen; maar men moet, gelijk de Hoogleeraar:
de
^aen zegt, tevens taet alle de overigs tekenen der ziekte
^iadpieegea.

C 4 .

-ocr page 60-

oyEll HET ADERLAATEÏJ

/^^gsraeen Doof eeii algemeen uitwerkfel verHiaat men
fei.\'^^\'^\'^ cle vermindering en ontlasting van den algemee-
nen bloed- hoop.

Bijzon- Doch de bijzondere uitwerkfelen worden
dere uit-

werkfclen verfchiilend en veelvuldig bij zommigen opge-
geeven: echter zullen wij dezelven, in navol-
. g|ng van pderen, tot vier foorten bepaaien, als:
I. in
uitledigende (evacuaHva),
9. _ afleidende (^derivativa\'),
3= aantrekkende (revulßva), en
4. — verminderende (JpoUativcey

i.) Over de uitledigende Aderlaating.

Uuiedi- De uitlediqende Aderlaating (evacuativo)

dodaa ^ ^^ vs/aar in men zich voorftelt, een gedeel-

tiag. te van de masfa van het bloed te verminderen.
Derzelver De uitwerkjelen deezer Aderlaating zijn dier-

felen"^\'\'" menigvuldig, als: - zij veraiindert

de hoeveelheid van bloed,\' ontlast de te gezwol-
len vaten; verflapt de overlaadene, verfterkt
de vaste, en maatigt de verlütte deelen; beguns-
tigt den vrijen omloop des bloeds; verwekt
e,ene gemaklijker affcheiding der vochten ^ en
lierftelt eindelijk de natuurlijke werMngen.
Hoe lang Deeze Aderlaating moet zo dikwerf her-
herhaald woi\'den, tot dat de bloedskolom haare

worden. -

-ocr page 61-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

Verëifclite hoeveelheid heeft (*): dit wordt ge-
kend aan de evenredigheid der natuurlijke wer-
kingen, Hchaatns gefteldheid, krachten, lee-
venswijze, jaaren enz. ten opzichte van het
voorwerp.

Doch, wanneer de vaste deelen r<?eds ver- Waaria
„ .. , ■ , , . , n 1 • fchaade-

flapt zijn, en het bloed wemig en fchraal is; jjji-,

vermeerdert raen, in plaats van de Geneezing,

de kwaal der Aauwezende ziekte: — te meer,

vyijl men hier door het lichaam te veel verzwakt,

en buiten Haat ftelt, om zich van het fcliaade-

lijke, waar meede iiet bezwangerd is, te koil-

nen ontdoen.

s.) Afleidende ,Aderlaating.

De afleinpinde Aderlaating (derivcitivsS) Afleiden-
is die, welke het bloed, dat te overvloedig ^iier-
in eenig deel gevonden wordt, afleidt. laatmg.

Om

Somtijds, wel iswatr, wordt deeze rege! bij nood-
zaaklijkheid wsl te buiten gegaan; doch, dit kan bij ver-
eischte omflandighedeii min of meer veilig gefchieden, voor-
al , zo de hoeveelheid ia de vaten maar groor genoeg
blijft, om de leevendige werkingen te honnen verrichten:
dit kan wel met geen zekerheid bepaald worden, doch de
gefteldheid en krschtea van hec onderwerp moetea dea
weg hier ia aanwijzen.

C5

-ocr page 62-

5i DVER HET ADERLAATEN

Hoe dit Om dit Uitwerkfel voort te brengen, opent

fel\'^wordt ^^^^^ 1 ^^^ ^^^^^ verstäf of tegen-

voortge- over eeftelde Ader. \' .

fersgt.

Het eerße heeft plaats in fdiieüjke en hevi-
ge toevallen, als zwaarekwetfingeiivan\'tHoofd,
het zijdewee, verftikkingen enz.

Het andere gefchied, of na lengte van
het Lichaam,
het zij aan de voeten in ziektens
aan het Hoofd; of aan het Hoofd, Hals of Ar-
men, in gebreken of ontfteeking der onderfte
Ledemaaten: — of na de
breedte van ha Lkh-
ßam, het zij van de rechter na de linker,
of van deeze na de overgetlelde zijde: — of
eindelijk
ten derde, van binnen na huiten , ge-
lijk men bij voorbeeld de
ßrot ader opent iu
eene hevige keelöntfteeking.

Veelmaalen is het nuttig, dat men in hevige
gevallen eerst
nahij het beledigde deel, en
vervolgens op afgelegen plaatfen bloed ont-
last

Nat dee; Deeze Aderlaating is noodig in verftoppin-
ontfteekingen, bloedilortingen enz.

sO

1  Zie J. Z. Platner, Handleidinge tot de Chirur-
gie. a Deel, bladz, 324.

-ocr page 63-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

g.) over de aantrekkmde aöslaating.

De Aantrekkend^ Aderlaating (revulßvte) Aantrete-
is die, in welke meer voedend bloed in een deel, ^eriaa- \'
dan het gewoon was, wordt aangevoerd. dng.

Deeze opening moet dierhalven in die plaat-
fen, in welke men den overvloed van bloed
gedaan
wil vermeerder en zo veel moogelijk is, gemajikt \'
worden.

Zomwijlen wordt door deeze Aderlaating
eene meerdere toevloeijing na eenig
verflopt
deel beoogd, ora daar door eene fpoediger ont*
lasting te verwekken. -— Pit ziet
men in
eene verftopping der Baarmoeder door eene
Aderlaating op den voet gebeuren (*).

40 Over de Verminperende Aderlaating.

De Verminderende Aderlaó.ting (fpoliati- vermin,
V^s) is die, waar in men zich voorftelt, de^^jgjja®,
evenredige hoeveelheid van het vaste gedeelte
dng.
Van \\bloed te verminderen.

Zij

C) Over de al - of onbegaanbaarheid der afleidende
en aantrekkende Adedaatingen is veel getwist! doch onzes
bedunkens, bevestigt, onderanderen, de beroemde
Halles.
door onwraakbaare Waarneemingen de beftaanbaarheid van
beiden. Zie
het 2 deel der uitgezochte Verhmtdelingen
^(ndz, 75, Seqa.

-ocr page 64-

 OVER HET ADERLAATËI^

Bij wel- Zij worden gebezigd bij zodanige lijders, bij

bniüdijk. welken, na evenrediglieid, eene meerdere

vaste zelfllandigheid in de vochten huisvest.

Hoe de- Herhaalde Aderlaatingen, welke zo wel het

yaite als \\\\<A vloeibaar e verminderen, brengen
werkt. °

dit uitwerkfel voort: —want, doordien het laat-
fte zich fpoediger dan het eerfte herftelt, moet
natuurlijk volgen, dat na eenige, kort op eikan-
deren verrichte, Adeilaatiiigen, de bloedkolom
hier door in haaren Natuuiilaat zal weder-
keeren.

DERDE AFDEELING.

OVEll DE ADEELAATINGEN IN HET BIJZONDER.

Verdee- De Bijzondere Aderlaatingen verdeelt men
in gewoonen, minder gewoonen, qw zeldzaamen.

Ij,i ge- Door de Gewoon en verftaat men de Ader-
wQonen, j.-iatingen van den Arm, de Hand en den Voet.

Minder Minder Gewoonen zijn die van den Hals^\'
gewoo- J^gj Voorhoofd en het Oojr.

nen; o

En Zeld- Zeldzaamen , eindelijk zijn de Aderlaatin-
zaamcn. gen oftder de tong, deflaapen van het Hoofd,
den Ooghoek, den Neus, de Mannelijke-roede 5
de Heup en de Kuiten.

kO OvEs

-ocr page 65-

EN DESZELFS TOEVALLEN. 4S
ï*) Over de gewoone Aderlaatingen.

I.) AR ML AA TING.

Door Armlaating vcrilaat men die laating, Bepaa-
welke aan het vouwen des Arms gefchiet.[

Pier Aderen konnen ter deezer plaatfe ge Welke A-
opend worden: als de Hoofd
icephalica) Mid-^p
den
(mediana). Lever- (Ba/ilica\') euEllepijps- worden.
Ader {cuhitea}. (Zie bladz. 9.)

Tot deeze Operatie komt in Aanmerking: Wac tot

Voor eerst, het gereed zijn van den noodigen Qp^g^^^jj^
Toeftel; vereiichc

Ten tweedes de Plaatfing van den Lijder;

Ten derde, de onderzoeking van den Arm,
cn ligging der Aderen;

Ten vierde., de aanleg van den Laatband;

Ten vijfde., de Uitkiezing van het Vat, dat
Tnen wil openen;

Ten zesde, het doen der Operatie;

Ten zevende noodige verrichtingen onder
het uitloopen van \'t bloed;

Ten agtfte., dc aanleg van het Verband; en
eindelijk

Ten negende, de bezorging, zo van den Arm,
als van den Lijder.

War het cerfle en tweede deezer Afdeehngen Noodige
aangaat, daar van is reeds in het tloofdjïuk van p^^^^g\'^gj

het deu lijder.

-ocr page 66-

4o OVER HÈT aderlaaten

het Handwerk bladz. z.6, gefproken: _ ak

leenlijk komt bij bet laatfle nog in Aanmerking^
dat, wanneer de Lijder op eenen Stoel zit,
deszelfs Schoot ën Kleederen,, of zo dezèlvè
te bed is, over den Deken of het Laken éen
Servet of Handdoek, voor de bèvuiling van *t
Bloed, moet gelegd worden.

Onder- 3.) Na dit bezorgd te hebben, ontbloot men
van\'den den Arm
tot vier Vingeren breed bovenden elle-
Arm
enz. boog; zorgdraagende, dat de boord der kleèdé-
ren niet te veel knelle, het welk zomwijlen in
het
toemaaken van het wondje moeilijkheden
zonde veröorzaaken. - Zo men dit niet kon-
de beletten, moeten de
knellende kleederen uit-
getrokken, of anderen, die riümèr zijn, in der-
zelver plaats aangedaan worden.

Vervolgens laat men de hand gèöpend iiit-
flrekken, met de palm derzelve tegen het on-
der lle der
Borst van den Aderlaater fteunende,
om datde fpieren van den voorarm niet gefpan-
nen zijnde, de ligging der Aderen zoude doeij
veränderen.

Men onderzoekt dé Aderen cn de ügging der
Slagader en Peezen, om dezelven in de Ader-
laating te konnen vermijden.
De aanleg 4.) Hier van genoegzaam verzekerd, neemt
iSland den
Laat- oi Knelband (Jbladi. n.) bijna
in deszelfs midden, laatende het binnensarms

ïmi\'

-ocr page 67-

EN DESZELFS TOËVALLËN.

Iiangende eind een weinig langer, om den ftrik
te maaken: men legt denzelven, zonder opftrij»
king van de Huid (1), één of één en een half
duim boven de plaats, daar men de opening maa-
Iten wil, tot meerder vastheid aan. Mén over-
kruist de twee einden achter den arm, doende
het buitenfte eind binnen door over den arm
naar buiten gaan, om aldaar eenen enkele!en ftrik
te maaken, waar van de luts na boven, en de
twee einden na beneden afhangen
(zie pl.

Men haalt den band niet meer tOC, datl
noodig is, om^ de Ader te drukken, zonder
nogthans de Slagader te knellen (t)«

50

1  Veele zijn gewoon, om, wanneer zij den Laatband
aanleggen , de huid daar naeede cp te fchuiven en te fpan-
öen; —— doch dit geeft veelraaalen gelegenheid, dat^
als de Laatband wat los raakt, de Opening van de huid
toet die van het vat niet over een kome, en bij gevolg
^aar door veeltijds eene belette uitvloeijing, of andere toe-
vallen gebooren worden.

(f) De Redenen, waarom men den band om dan arm,
boven de plaats, die men openen wil, aanlegt, is, om
den terug !oop van het bloed te verhinderen ^ het welk
door de Slagaderen naar de vingeren overgebragt zijnde,
Van daar door de Aderen weder in zijnen loop door den
omgelegden Band gefiuit en tegengehouden wordt, \'t Welk
Ratuutiijk ds Aderea onder den Baud does zwdlea,

-ocr page 68-

5i DVER HET ADERLAATEN

De uit- de vaten niet genoegzaam ziclitbaic

Mag ƒ , . .. .

van hec worden, doet men eemge ligte Wnjvrngen met

Vat. (jjjii voorften en middenftén vinger, _beginaende

van de hand opwaards: •— dit\'niet genoegzaam

zijnde, legt raen den duim of voorften vinger

digte bij den Band op eene der Aderen; eh men

vervolgt de zo évengenoemde wrijvingen. —•

Hier door wordt de Bloedkolom naar den duim

geperst, en de vaten worden zichtbaarder (1).

Men verldcst de Ader, welke zich het opper-
Vla :kigst voor het oog vertoont, en min of meer
vrij ligt van Slagader en Peezèn.
Het doen 6 ) Dit bepaald hebbende, neemt men het
\' welk
men opent cn in den mond (leekt
iZie hladz. sf.); vérvolgens vat men den On-
derarm des Lijders, en brengt denzelveu uitge-
ftrekt tegen het ondeifle zijdelijke deel der Borst;
laatende de hand flidten met den duim tu: fcheii
de vingeren, op
dat de Spieren de Aderen naar
buiten zouden drukken en onderfteunen.

Men haale den Band no2;maals naauwer toe,

O \'

of

1  Eenigen raaden aan, zo de vaten niet genoegzaam
zichtbaar worden, dezelve roer etna Spons in warm water
gedoopt te beften: of zo
Anderen willen, de hand, eil
zelfs wel dpn Ond^^raim, in warm water te bonden, waar
door het bloed verdund vvordeude, de vaten doet zwel-
len.

-ocr page 69-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

of losfer, indieil hét nooäig is; claarriä omvat
inén den Arm, (met de
Linkerhand bij voor-
heeid , als mea den
Rechtere ^ en met deèze laat\'
ße,
als men den Linkerarln Aderlaat j) zoda-
hig, dat \'de difim op het vat, twéé of drié viiï-^
geren breedte onder de bepaalde plaats der opé-
ï^ing, en de hafld achter beneden den elleboog
iomt te (leunen. Als danbevoele mCn nogmaals
^éeze plaats met den top des voorülen vingers,
öm te onderzoelien, of dc Ader dOot de bewee-^
ging, welken de arni gemakt heeft, niet van
ligging veranderd is. —- Indien» men als nog
\'3e Ader in den voorigefi ftaat, of völdoénde om
geopend te wordeügelegen vindt; zöneemt iriên
het Lancet (zonder die plaats uit het gezicht tè
verliezen) tusfchen
den duim en voorllen vihgerj
ïnaakende eene opening zo als wij\' reeds
Uadii
27 Seqq. geleerd hébben.

7.) Het bloed ontfprrügf zo dra men liét laïï- TvVodïgé
^et te
rtTg haJalt.\' —- Eén omdaiïder of heipér, t^in^gèn\'?
Welken achter dên lijder flaat, (ten wäre
mén "P\'^e\'" het
^enzelveiï op hët bédliggehdé moést Adercpe- van\'c\'
lien, en men zich fcliikkén moést,
de gelé-\'^^®®^\'
genheid der plaats,) ontvangt in eén Bekken,
^at hij onder dön aïra des lijders heeft doorgei
ftooken, het uiefpringende bloéd.Aanftondi
^a deeze verrichtiug, fluit mén het lanéet, eii
^^gt het zelve in her kommetje\', waar in\' héê
0 wa-

-ocr page 70-

 OVER HET ADERLAATËI^

\\¥rler met de fpons is, om he;: voor het aaiTt
Meeven van \\ blosd te beveiligen. -— Zo liet
iBloed met driftig genoeg uitloopt, laat men den •
lij der zijne vingeren beweegen, of men geeft
liem iets in de hand om rond te draaijen, cm
dat door de bewceging der fpieren, het bloed
ï fcliielijker uit de
inwmdige^ in de uitwendige
Aderen overgaat.

Zo lang het bloed loopt, onderftemit men den
rooranii des lijders. — Doch indien het bloed
■ geenen Boog maakt, of niet genoegzaam ftraalt,
maakt men den laatband , zo dezelve te ftijf
gebonden mogt zijn, een weinig los; — op
dat het bloed vrijer door de ilagader zoude ken-
nen loopen: in tegendeel, zo de Band tc los
is, en de Ader niet genoegzaam gedrukt v/ordt,
haak men denzelyen v^at naaviwer toe; zorgdraa-
gcnde, de opening, der bekleedzelen tegen over
die der Ader te houden, en den arm in zo eenc
gedaante, als in de tijdftip der opening, tca
éinde de verdraaijiiig der fpieren te verhoeden.

D2 aaü- I ^ Wamieer men cenoegzaani bloed ontlast
le i van ^ oo

h\'t Ver- heeft, maakt men met de. linker- hand (veron-
baad. derlleUende, dat men op den rechter- arm gelaaten
heeft,)den band los,terwijl men met de anders
een zacht Sponsje tegen het wondje houdt. —
De Band v/cggenomea zijnde, houdt men den
duim van de hand,, welke de Operatie ïiiet ge>

daai3

1

J

-ocr page 71-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

\'^aan heefc, even boven de gemaakte Opening;
drukkende veiTolgens het fponsje langs de Ader
^ledervvaards, zodanig» dat de duim, die daar bo-
^en ligt, hetzelve onmiddellijk kan dekken (1):
Opening aldus bepaald hebbende, laat men
"^en arm een weinig buigen, en reinigt, met de
%ons, het overige van dat deel. •

Hierna neemt men de, Kompres tusfchen
^en duim en voorften vinger, welke men vaa
^Wen opwaards langs de huid (dezelve een wei-
\'lig plooijende) opvoert; intasichen doet men
\'ien duim
nederwaavds, langs de iLrefc\'kir.ïg det
^der,zakken, om de ultvloeijing van hec bioed
te beletten: — plaatfende op dit oogenblik da
^^ompres, welken uit een
agt of meer dik ge- Wat de
Vouwen, droog zuiver linnen lapje bellaat,

{ds

1  Veelmaalen houdt het bloed , zo dra da bsnd
^ordc !o?ptïïaakt, met uitvloeijeü op, en vervorderd ?j}-
\'\'Cfv nEtauflsjken weg: in dit geval behoeven zo veele

Voorzorgen alet, en mer. verbuidt eenvoudig. -- Doch

^OQwijlen, fchoon de Laatband is ve-eg genomen, biijfc
drifc der ultvloeijing duureu j \'t welk mefarendaels door
enge knellende Mouwen veroorzaakt wordt, die dc
^der als eea tweede Knelband blijven druiiksn: dit 20
lijnde , moet zulks ui t den weg genomen worden, har zij niet
•^özelve een weinig op te ruimen, of wat aftetrekken:
hier door aau het bloed ruinste te gseven^, op dar
\'^öc VI ij er door de Aderen kan oniioopea.

Da

-ocr page 72-

5i DVER HET ADERLAATEN

(zie pl. I. pg. II.) op het wondje, en beves^
tigende dezelve verder door den
Zwachtel.

De Zwachtel beflaat nit een reep rechtdraads

Wat da

Zwachtel otid linnen, zonder naaden of zoomen, twee el\'
len lang^
en één duim hreed.

FJoeda aanleg daar van gefchicd, op deze wijze:

raen neemt denzelven opgerold in de Linker-

wordc

saoge- hand, zo men op den Rechter-arm heelt AdergC\'
iaateii, en in de P^echter zo men den Linker^
arm lieeft geöpend. De rechter - hand bepaalt
als nog met de twee voorile vingeren de kom-
pres op het wondje. — Men laat den zwach-
tel een half voet ontrollen, leggende deszelfs
eind even over de fcompres bimiens- arms aan: —
de vingeren verlaaten een voor eendendrukdoek,^
cm den zwachtel op denzelven tefteiinen; intiis-
fchen gaat men met de hand, die den zwachtel
heeft, biiiteiiwaards onder den elleboog iieenr
cverkniifende voor de eerfcemaal de korapres;
men verplaatst de vingeren wederom beurtelings,
Cen dit doet men bij elke overkruisfmg); — ver-
volgens gaat de zwachtel boven den elleb/oog
heen, en keert ook weder boven denzelven aan\'
den binnenkant terug; overkruisfende ter plaatfe
van dc kompres, zo lange totdat de gehee-
fc zwachtel ten einde is (*). — Dit einde be-

ves-

. Cj Waaneer twee omfla^en ov5C da Kompres gedaao

-ocr page 73-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

vestigt men (te lang ofte kort zijnde, fiaat men
dat deel binnenwaards een weinig oiii,) met twee
fpeklen, ter piaatfe van de kompres; in aclit
neemende, dat
beiden,oïten minften één derzel-
ven , tot op en in den dmkdcek, ter meerdere
Vastheid doorgaat (*).
(^lepl. IL fig. i.)

9.) Ein^

2|jn, is het nuttig (voora! bij woelende Lijders, of als
het tegen den nacht gaat), deeze met eenen Speld, welken
tot op de Koinpres doorgaat, tot eene naauwkeariger
vanhechting te verzekeren. — Ook Iaat men
na één of
twee
OKiflagen, den arm een weinig buigen, waar door
het verband gefchikter kaa aangelegd worden.

C*) Die is de tegenswoordige bij ons, en bij ds meeste
Adetlsiaters gebruiklijkfte manier. —^ Voorheen , gelijk
iJog heden bij weinige gefchied, yestigde men den zwachsel
mettoeknoiDpingder beide einden, of met één eind dat opge-
fteeden was, of wel met Banden die aan de eirtden gehegl

^»ren. --- De aanleg gefchiedde op dezelfde wijze

»Is wij aangetoond habben: aUeenlijk met dat verfchil, da;
Wc eerfte eind langer binnensarms blijft overhaagea,
en iT de oingsande gangen van den Zïs\'achtoi niet begree-
ï>sn wordt; deeze bijna ten einde zijnde, neemt men bei-
da de einden, en maakt dezelven achter den elleboog niet-
^enen Knoop en Strik vast. Volgens de
twseit. manier,
•laameliik met een eind opgefneeden, wordt de Zwachtel,
®vea als inde Verhandeling geleerd is, aangelegd; doch
Wt opgefiieeden eind
,| dac het kaïfts is, wordt met geene
\'"pelden gehecht; maar een der opgefneeda eiadin gaat te
\'\'"R over den arm , en wordt aan h(?t andersn,£!s het voo»
\'\'\'ë?, vsrbondin. ——• De
derde wijze ^ door Banden
D 3 nsa-

-ocr page 74-

0?ER HET ADERLAATEN

Dc ba- 9.) Eindelijk gaat men tot de hez&rging, zo
zprgia^, ^^^^ deel, als K\'m.den lijier over.

Zo van EerfteUjk fchikt men de kleederen voorzich-
den Arm, ^^ hmmo plaats:
vervolgens laat men deii
arm, cp dat het verband niet afglijde, of kome
te verfchiiiven, een weinig geboogen voor het
liji, en eenigen tijd fiil houden.

Als vsa Omtrend den lijder komt in a.2.nmevkng^ of
der.^\'^"\' dezelve bedliggende ziek, of op zijnde en ge-
zond is. - In het
eerße geval., kan men den-
zelven wat meer toegeeven, en eenige verfter-
kende middelen noodig zijnde, toedienen: ook

Den fl?ap niag men aan denzelven den flaap, fchoon de
mag men ^ , , . -, , ,

toeftaan. Ouden die wei eer zeer mtdruklijk verboden »

echter veilig toeflaan; en is bij deezen, om dat

daar door het dierlijk ieevens- beglnfel, als ver\'

kwikten gevoed wordt, zelfs heilzaam.

Doch is Doch, bij dzirlaatßen, en bij ßerke Perfoo-
zoratijds moet men met denzelven omzichtiger te

lüij. w^erk gaan; nadien door woelen, oïandere be^
wegingen, ligtelijk het verband zoude könne«
los geraaken, en eene min 01 meerdere fterke
bloedtlorting verwekken: ook is het voordeelig\'

fte

naamelijk,is nog wel, (in tegen (lelling deezer genoemd\';,)
d(j beste; denze Banden zijn aan ieder eind ccs Zwscbiel^
één, en \'vVorden, wanneer deZwacbrel is aangelegd, achiÊ\'\'
den eliebocg met eenen Knoop ea Strik bevestigd.

i

-ocr page 75-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

fte bij cleezen, van zich eenigen tijd in bewee-
ging te houden;, om daar-door niet alleen eene
betere menging en beweeging in de vochten te
Verwekken, maar ook eene fpoediger en heil-
^aamer uitwerking te veroorzaaken.

Eenigs Aanmerkingen béteekltjk de A-

DESLAATING OP DEN ARM.

I.} Wanneer men bij het verricliten der Laa* Hoe bet
ting
eene Kaars oï Komtllcht noodig heeft, moet pfa\'^r
de geene,
die het zelve houdt zodanig achter wordt.

den Lijder geplaatst worden, dat het Lichtfchijn-
zel jtiist op de Ader tegen de punt van het
Lancet aanfchijne.

lï.) Men moet nimmei- fleeken, als men de Geene
Ader,
noch zien, noch voelen \\i-i\\i; al was er

: der. het

Zelfs een lidteken, dat de plaats aanwees: want gezicht of
men zoude niet dan bij geluk treffen,\' het g^^^i

onvoorzichtig zoude zijn. -- Liever zal

inen in dit geval den anderen arm, of zo het
daar hetzelfde is, de hand, denwi?^, oï eenig
mder deel
openen, dan onbedaclit den weg der
blinden inüaan (*).

III.)

(\'*) Er zijn nogtazzseanige (doch denkelijk siaar Mfsinige)
^\'eehneesten, welk e in di: geval raaden; de huid te door.
■l^^ijden , de Ader te zoeieri, en den te epmsn.---

D 4 Doch

-ocr page 76-

OVER HET ADERLAATEN

©e plaats ÏH.) Waiiiieer het Vat zo diep ligt, dat meu
l^ef gef het zelve niet dan door het gevoel kan ont-
zicht ver-fïekken; zo moet men die plaats, daar men het
■ gevoeld heeft,
niet uit het gezicht verliezeni

maar\'op dezelve aanllonds de pmit van het Lan*
cct iubrengeii.

Daar zijn Vaten, welke zich met doen voelen,
zo dra de baud gelegd is ; maar wel eenigen
tijd daarna -

We\'^ge? IV.) Iu het algemeen moet men de Ader
bpend opciicn, daar dezelve zich het klaarfte voordoet,
v/ordï^ onder het lidteken van voorige Aderlaatingen:
want indien men haar op het lidteken zelve
opende , zoude men niet alleen meer pijn ver-
vi\'ekken;
maar het bloed zoude zo goed niet llraa-
len, om qac. de iidte|ïens de middenlijn der A-

deren verkleinen. - Hierom opent een Ader-

laater, uit voorzorg voor volgende Ader iaatingea,
de Ader voor de eerfce reize zo hoog als moo -
gelijk is, en geduurig nederdaalende, doet hij de
openingen zeer nabij elkaiideren, om altoos voor
eene volgende eene plaats over te liouden.

Hoe men

de Feti • V.) Om de Pees van de tweehoofdige Spier

mus-

Dodi deeze Hancciwijs van Aderlaaten fcbijnt niet alleen
Wreed, raaarweinige Pacienten zonden zich hieraan
onderwerpen , en aan wcike moeilijkhedtn is dezelve niet
verki-ocai?

-ocr page 77-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

ftnusculus biceps^ te ontdekken, laat men den van de

, , 1 . cwaeh.
arm een weimg bmgen; Wï^ar door dezelve zich fpier oni-

ïils dan zeer duidelijk aan het gevoel ver-\'^^^\'^\'

toont.

VL) ¥len is zomtijds in de noodzaaklijkheid, om Omzictj.
de Vaten, welke vlak op eene Slagader;Pees ofj^ly^^,
op het Peesachtig-uitfpanfel liggen, te openen,
niige a-
Docli hier in moet men ten\' uiterlle omzichtig gga.
zijn, en de punt van\' het Lancet bijna
horizon-
tüal
houden, tot dat het in de holligheid van \'t
vat gekomen is, en dan opligtende (eleverende^,
met
deszelfs bovenft« fnijdende deel de opening
vergrooten.

Zo men het lancet loodrecht infteekt, loopt
men gevaar om eene der zo even opgenoemde
deelen te kwetfen. —— Beter is het nogthans,
dat men nimmer op deeze plaatfen Aderlaat, maar
veel liever een weinig hooger of laager,
daar de
Ader vrij is, fchoon dieper hggende.

VU.) Midden- en Lever- ader (yena medi- Omzlch-
ana & hafilica\'), worden het meest, als dc ge- ^f^i^\'jd!"^
maklijkile en gefchiklle vaten geopend; doch in den-en

beiden moet men zeer omzichtig, uit vrees voor g^err
de
tweehoofdige- fpier en Armfagader, te werk

gaan. _ ^tnjong Aderlaatef

voorzichtiger doen, de hoofd- of ellepijj)s~ ader
(yena cephaliea & cubitea)
, als vrij zijnde van
Slagader en Peezen, in moeilijke gevaUen te ope-
D 5 nen.

-ocr page 78-

OVER HIT ADÉRLAATEN

ïien,_ Het bloed icopt uit dezelven juist

wel 20 vlug en fierlijli niet, als uit de anderen:
doch het is bete? > zegt Dïosis, eene laating te
doen 3 die in het oog van de om\'mnders zo be-
vallig niet is, dan zicli in gevaar te ftellen van
andere deelen tc kvvetfen.

ViiJO Zonitijds is een Aderlaater in de ver-

Otnzïcb-piiatin?;, lijders, ten tijde Kinderziekte te
tigheid . , ■ ■ j^. , , , ,

bij die de Aderlaaten. - Oit geval verweKt veeimaaien,

hïofaï ^^^ dengeoefendften, de grootfte oplettendheid:
vooral zo de arm ter plaatfe der ader met pok-
hen bezet is. ... „ Men moet hier in omzichtig
te werk gaan; en zo zij droog zijn, dezelven al-
voorens te dier plaatfe, die men verkiest te ope-
nen, eerst affchilveren.

IX.) Een zelfde moeilijkheid baait het dik-
Omzich\' werf, als fVaterzuchtigen (die zo als wij hladz.
^\'■^Wa ^^ aangetoond, in eenige gevallen,

lerzachd- of door bijkomende omftandigheden deeze
gen. Operatie ondergaan moeten) moeten Adergelaa-
ten worden: bij deeze voorwerpen zijn, voor-
al als het eene
algemeene Waterzucht (hijdrops
Univerfalis) ïs
alle hunne deelen zodanig ge-
fpannen en gezwollen, dat hunne vaten, zo niet
geheel, ten minfte Voor het meeste gedeelte,

het gezicht en gevoel ontduiken. _ Hier in

moet, zo als klaarblijklijk is, de uiterfte om-
zichtig- en naauwkeurigheid, gepaard met een

ont-

-ocr page 79-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

oiitleedkimdigoordeel, alsleidfterverflrekken.—

Echter.mijns beduniimis, was liet veiliger voor ■

jonge- OÏ mingeoeffende Aderlaaters, in dit, in

het voor\'ge en in andere mceiUike gevallen^ zo

het moogelijk ware, hunne toeYlucht tct bedree»

vene en oordeelkundige werkmeesters te neemen,

dan door eene mislukte uitvoering hunnen naam

te bezwalken. .

X.) De Aderlaating op den linkerarm kan van

eenigen niet de linkerhand niet,of zeer moeilijk^ Koe inea

® rn?c de

gedaan worden; maar zij gebruiken hier toe hunne Recbtor.

rechterhand: -- Zij iiioeten als dan ^ßf iSyWö

^ Linker-

en achter den lijder ftaan, en hunnen geheelen arm ader-
arm brengen, over den opperarm des Lijders
en dus voorzichtig eene der Aderen openen.

Echter moet deeze wijze, zo weinig als mooge-
lijk is, gevolgd, maar van den beginne af met
de linkerhand gewend woi\'den.

II.) Adeslaating cp te Hand,

Handlaating , is 012 laatiiïg, welke op den
rug der hand, meerendeels ter plaatfe der na-i^ög.
bands - beenderen, verricht wordt. \' ■

Dc Pink en Hoof dader (yena Sahatella & v/eike
cephalica\') of eene van derzelver takken Czie bladz, A\'-rs ga-

\' opend

io) worden in dcese Operatic geopend. worden.

Ai-

-ocr page 80-

OVER HET ADERLAATEN

Voor- Alvooreiis men tot deeze Operatie begint,
gorgen, ^^^^ ^^^^^^ ^^ Hand (de mouwen een weinig op-
geftroöpt of omgeflagen, indien het noodig is)
eenige minuten in warm water houden; wrijven-
de dezelve een weinig, op dat de vaten, die hier
veeltijds klein zijn, meer bloed ontvangen, eii
daar door beter zouden
opzwellen (1). Vervol-
gens fchiktmen den noodigen toeftel
(bladz. 26)
in gereedheid, en zet den Lijder op eene be-.
IvWaame plaats.

Aanleg ]\\|en Icfft den laatband , op den onderami,
van deu "

laatband- even boven de voorhand aan, op dezelfde wijze
als bij dc Aderlaating op den
knn (bladz. 46)
is
aangeweezen: in acht neeinende den Strik aan

de buitenzijde der hand te leggen (ziepl. \\jig. __

Laatende dezelve als dan weder op nieuw in \'t
water houden, tot zo lange men ziet, dat de
Aderen genoegzaam gezwollen zijn.

Hoe ge- Daarna droogt men de hand met een hand-
Sr^"clQek af; men onderzoekt de Ader; en deeze

behan- Kp.

deld. ^

1  Zo de Vaten zeer groot en vol zijn, gelijk bij eenige
voorwerpen plaats heeft, behoeft deeze voorzorg niet.—
doch dit niet zijnde, moet men zich asn den Regel hou^
den: echter in acht iieemen, dat het water genoegzaam
vinarm, doch niet te heet zij,- en ook dat de Hr.nd daar
niet te lang inbiijve: otn dat daar door de huid
bol en
opgezmlien zoude worden; \'t welke de Operatie en. uit-
vl-oeijing van \'c bloed veeicijds hinderlijk maakt.

-ocr page 81-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

paald zijnde, doet, men de hand Üüiten om de
huid te ipannen, en opent dezelve even als wij
in het handwerk
(hladz. 27) hebben aangetoond«

De Ader geopend zijnde, en het bloed willende
niet uitvloeijen gelijk
veelmaalen gebeurt, laat \'
men de hand van den Adergelaatenen weder in
het
warme water fteeken; wanneer niet zelden
het bloed genoegzaam uitloopt.

Bloed genoeg ontlast hebbende (*}, neemt
men de hand uit het water; men maakt den band
los; zuivert liet wondje met de fpons; leggende
op
hetzelve een drukdoek , en hier OVer het
wilidzel.

Het VERBAND tot dceze xAderiaatmg beftaat Het Ver-
uit een éénhoofdig
v/indzel, anderhalf el lang,
en één duim breed. — Veele gebruiken uit
welftaandshalve
een zwart zijde lint ; lengte
en breedte als het voorige.

Het

(*} Het is uiet wel moogelijk, if? detzé^ zö V/el als fft
de
Vsetlaatingy de hoeveelheid van het uitgeloopsn bloed
naauwkeurig te konnen Weeten. —~ Da fnelheid , wasr
jneede het uit de Ader vloeit, en de grootte van de Ope-
ning doen hier best over oordeeien: té meer, als men eea
Wéinig in een Kopje kan öaEvafigan, en daar uit kaa af-
leiden, den tijd, die lot voiloopen noodig is.

Eenigea gisfen uic de klmr van het water, dat met het
bloed vermengd wordt, doch dit is meerendeels,zo uit de
verfchilletide Bloedsgefteidheid , als uic desjelfs min of
Eseerdere kleurigheid jZseronaeker.

-ocr page 82-

o\'2 ÖVSR HET aderlaaten

Deszcifs Het wondje met den Drukdoek bedekt zijn-

aaniwÈ. , , . . , _ , ,

ae, begmt men den aanleg van aen zwachtel,

aan de Yoorhand bij den duim; en leidt den zei-
ven\' fc\'iiiins ovci- de koirprcs en het achteifle
nalkiiids beentje, uitwaards om den pink; en
tusfchen den duim en voo\'.ftcn vinder doorhaalen-
dc, gaat men fcludn over den voorgaanden om-
flag, in dc gedaante van een
dwerfch kruis, na
het achteiile en bovcnfte der voorhand; men
daalt acliter
onder dezelve heen, en veivolgtwe-
der boven den duim, als vooren:-men maakt

na drie dusdanige omwindingen het windzel in
de rondte om de voorhand vast.
(izie fL II.
fig. 2),

ÏIL) Aderlaa^ing op den Voet.

Bepaa- VoETLAATiNG is die, wclke op of aan de
hültenzijde des voets, of wel aan den binnen en-
klaauv/ (nialltölus internus,\'^ bij den grooten
toon verricht wordt.
Welke A- De in- en uitwendige Moeder- aders (Fenis
Saphem-^ in- st extern^ (bladz. lo) worden in
worden, deczc 0|.,eratie geopend, (pl. 1. fig. 4.)
Vüorsor- Men iaat den Lijder, aan welken men devoet-
laating zal in \'t werk ftellen, eenigen tijd te voo-
ren, met beide dc voeten (*)? iii een emmer of

tob-

(*) Men laat beUe de voeten in het watm water hou-

dent

-ocr page 83-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

tobbe met water, zo warm als lijdelijk is, zitten,
Intusfchen is men bedacht den noodigen toe-
flel
(bladz. 26) in gereedheid te brengen.

Ds Aderlaater plaatst zich zittende op eene Operatie,
knie voor den Lijder en laat deszelfs voet, den
een\' voor den anderen, op den kant des emmers
of van de tobbe zetten, om ze beiden te onder-
zoeken, en verklede dien, waar cp de vaten zich
het beste voordoen.

Ora deezen legt hij den laatband, ev&n hoven
den enklaauw
(*} in acht neemende, dat de
ftrik buitenwaards gelegen moet zijn (zie pl. I.
fig. 4); laatende vervolgens den voet weder in
het Water zettenen maakt intusfchen zijn Lan-
cet (\'t welk hij als meermaalen gezegd is, in den
ïnond fteekt) klaar; — zettende zich als vooreii

op

den, om dat, wanneer één derzelvea tot de laating niet
gefchikt was,
men als dan des noods zijnde dea anderen
hier toe zoude konnea verkiezen.

Q) Zommigen willen den laatband even onder de
knie, daar de Frouy^en gevv^oon zijn , kouzebanden te
draagen, aangelegd hebben, om dat, zeggen zij, als men
den band boven de enkels legt, belet bet
fcheen • en
kuitbeen en de Peei vm Achillm, dat hij de bloedvaten
genoegzaam drukke, en wordt ook llgtelijk nat en flap:
in tegendeel onder de hnie üggende , belet niets zijne
drukking ^ heeft geene oorza»ken van Slapwording; ea
öoet de vaten bij gevolg beter zaneUen, en zicfetbaar wor-

-ocr page 84-

64 OVÈH HEÏ ADÈRLAATSK

op eenc knie voor clCn Lijder, èii den gebondeïi
toet met een Handdoek afgedroogd hebbende,
zet hij denzelven mét de hiel op den kant van dein
emmer of dc tobbe welke alvoorens meteen dub-
bel gevouwen doek bedekt is C^) 3 neder: on-
derzoekende nogmaals de Ader, welke hij ope-
nen \\til, en bevestigt dezelve met den duim
<kr
Linkerhand i en opent met de Rechter
bepaalde plaats (f).

Verder gaat men tê werk, als in de Ade\'rlaa-
ting van dc hand (^\'/^dfs. 61) gezegd is (§).

Het Ver- Het Vérhand beftaat in een kompres en zwach-
tel-.
wordende dészelfs aanleg in het algemeeii
jïijgheugel iflapes) genoemd.

De zwachtel is een éénhoofdig windzel, drie
ellen
lang, en één duim breed.\' — Het eind

van

Zo moa een Plankje, of iets diergelijks bij de hand
heeft otn over den emmer te leggen, zoude de Lijder
daar we! zo gemaklijk zijaen voet op doen fteunen.

(f) Ik zegge met de Rechterhand , terwijl dit op
beide de voeten
met deeze zeer wel gefchiedeu kan, ten
ware
men Hnks was, en liever met die hand de Operatie
verrichte.

(0 Men neeme in Rcht, d\'at men den voet of de hani
waar op gelaaten is, niet te diep
in of onder het wateS
. hoiide,-
want door dé drukking of zwaarte der Waterko-
lom; wordt zomwijlen vrijen »itloob des bloeds be»
iemmerd.

-ocr page 85-

ÈN DESZELFS TOE^ALLÊ]^ %

deuzelven légt méii op de Kompres, èii

maakt één of twee ronde omflagen om den

Voet; vervolgens doet men eenen flag boven

den liiel, om de Pees van Jchillus, én keer^

weder, deezen overkniifende, naar vooren : é

gaande dusdanig Voort , tot dit de geheelë

Zwachtel ten einde zi] ; welken men op dé

Kompres met fpelden (als Uadz. 53. gezegd is}

Vastmaakt (ziepi.ll fig. 3.).

Men bezorgt verder behoorlijk deezen en den gij,g ^^

\'mdereh voet, zo wel als den Lijder: laatende deeU

denzelveneenigen tijd Riist genieten, en denveê^ j

20 weinig als moogelijk is, beweegen.

ïn deeze, zo wel als in de Laating op dé De Ope

Hand, is men bedacht de Openine: der vaten,

^ ° Ruim ge-

zo veel doenlijk is 3 wat Ruiin te maaken ; de- maakt

wijl anderszins ligtelijk, zo door de Voos en Bol- ^\'^r^en;
heid van de huid, als door het PFater , de Ope-
ning
ligt jluit , töezuigt of het bloed op dezel-
2elve doet
floUen, (1).

ÖVÉÉ

éeior-

1  Zosntnigen prijzen aaa, de Voetlaating \'s namid-
dags te doen, of dat de lijder Qzo hec gefchieden konde)
alvoorens met
\'wandekn, gaaH, of andere hezigkedeft
zich wat beweege , om dat, wanneer dezelve zich meer
bewoogsn heeft, het bloed meer neèrzakt y en de Add-
tea des te beter dö2c zwellen,

E

-ocr page 86-

é6 OVER HET AÜSRLAATgfl

n. over de minder gewoönë aoerlaaflilgëns

I, Aderlaating aah den HAts.

Bepaa. HêLStAATlKG, ftOÈmt riieii de Laatiiig , WMt
liijg. eej^e ^ley uitwendige Kfopaderen
C Vetids Jugu-

laris externa) (bladz. 9.) geopend wordt.
Voafzor- Men neemt den Regel, 20 öilitrend den toé-
ftel als omtrend de plaats in adit,(2^V
bladz 26)*
v4ïe? öntbloot den Hals, en een gedeelte der

Knei- Borst; voorziende deeze laatlle , als ook dö

Schouders met een gevouwen Handdoek: __

leggende voorts een dd< gevouwe kompres op
cie Ader, bij het Sleutelbeen, aan de zijde,wel-
ke men openen wil; hier over den Laatband»
doende met denzelven twee omflagen om den
Hals^ zodanig, dat zij den dralidoekfleunen,* eïi
vestigende vervolgens denzelven, in den Kuil der
Nek, min of meer ftijf aanhaalende, met een\'
knoop en ftrikvast; doende alvoorens, eer meïl
denzelven vastmaakt,
Lind of anderen Band.,
voor, bij de Luchtpijp (aspera Ar ter ia) onder
denzelven heenhaalen,\' laatende den Lijder, of
deeze buiten ftaat zijnde, een Helpei\', de ein-
den van deezen laatflen band na vooren trek-
ken, --- om daar door de Ademhaaling te be-
veiligen, en eene naauwkeuriger drukking op de
kompres te verwekken, {zlepl. Lfig^ i>

Het

band.

-ocr page 87-

EN DESZELFS TOEVALLEïl. \'

Het Vat zich genoég vertoonende (1), laat Opsrade*
ïnen het Hoofd van den Lijder een weinig ach-
ter over houden; mén legt den duim der linker-
hand op dendrukdoek, en den voorften Ving#r
een weinig daar boven, om liet Vat te verzekeren
en de huid te fpanneni — Men iieemt h
«t
Lancet uit den mond, en opent in de Lengte
met de
Rechterhand^ de, tusfchen den duim en
wijsvinger, gèzwolle Ader.

Het Vat geöpend zijnde 4 laat mên den Lij- ^afe tia
der een weinig voor over buigen, houdende hetpj„g ^^
hoofd uirgeftrekt; doch indien het bloéd niét
genoegzaam vloeide , geeft men
aan denzelveu
iets in den mond (verönderftelt zulks te konnen
verrichten) te kaauwen i ora daar door den aan«
drang van\' het bloed te vermeerderen.

Zomwijlen, of veeltijds loopt het bloed längä
de huid
af; in dit geval bedient nien zieh väii

een Kaar te- hkd^ in de gedaante van gen Goot»

da«

1  to ^e Strstaièi\' äan tJe eéne zijde niet genoeg,
zaam zichtbaar wierd , verandert mefl tie KoKpres, en
iaat dezelve op de tegendvergeftélde zijde drukken»
cm als daa die Ader te opehen. —— Doch indien zij
beiden zo diep liggen, dat ze tiet
zichtbsar können gé-
fiiaakt worden, opent men twee van haare takken, meéf
öa vooren liggende , zo dezelve grooï genoeg zijn 9 oßä
«^a liet od^msrk Ce Voldoen^

E 3 .

-ocr page 88-

 OVER HET ADERLAATËI^

dat men met de eene zijde tegen de huid ónder
de Opening houdt, om liit de andere zijde het
bloed in een Bekken, of in iets anders te ont-
vangen^

Bioeds genoeg ontlast hebbende, maakt mert
den Drukband los; hebbende ten gevolge, dat
meestentijds het bloed als
dan met ukvloeijen
ophoudt ; om dat hetzelve
na beneden vallende
minder weêrftand vindt om de richting
der A-
der te
volgen , wanneer de band is afgedaan ,
dan om door de Opening tè ontfpringen.
Doch iudien het van zeiven niet ophield, zet men
den vinger op de Opening, en reinigt het bloed
van den
Hals, en der overige deelen..

Het Ver« Men legge vervolgens over het wondje een
welkleevend Pleistertje (bij voorbeeld de Dia-
falma
, de Diahylum cum Gummi of iets dierge-^
lijks), een Kompresje, en over dit een WindzeL
Tot een
Windzel gebruiken zommigen maar
eene
s^ewoone Das; anderen wederom eenen een-
voudigen rondgaanden Zwachtel: è.0Ql\\
wij willen
liever in navolging van den Heer H.
Bass (1)
dit volgende gebruiken: — men legt op liet
midden van \'t Hoofd een\' kleinen Band , één el
lang en één duim breed, welkers einden tot op

de

1  H. B/»ss, grondig bericht ever de Verbande:?. Hosfd-
fïuk 8, bladz IJQ,

-ocr page 89-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

de Schouderen komen; over deeze einden, en
den dmkdoek, windt men een
éénhoofdig wind-^
zei,
omtrend of ruim anderhalf el lang, en drie
vingeren breed,in de rondte om den hals ; ihaa-
kende deszelfs einden met Spelden vast: —^
de twee op de Schouderen hangende einden
van den op het hoofd gelegden band, fiaat men
om , en worden aan den Kringswij üen band ge-
vestigd
(zie pL IL fig. 4>

Zo men geen verband genoegzaam tot druk-
king voldoende, uit aanmerking der
Luchtpijp Konstt
(Jspera Arterid) aanleggen ;zo kan men
veilig en met nut van het
Konst - tuig bij Pi.at-
NER befchreeven en afgebeeld (*), gebruik maa-
ken : dit Inftrument maakt op de geopende Ader
eene Drukking, en geeft aan de
Luchtpijp ge-
noegzaame ruimte^ tot Ademhaaüng (j),

Ein^

C*) J. Z. Platner , Handleidinge tot de Chirurgie,
plaat III, fig. aa,

(t) In eenige gevallen, b, v., bij Drenkalingen, ver-
flikten
of andere perfoonen, bij welken eene Strotadee
geopend is, is het veelmaalen moeilijk een behoorlijk ver-
band aan te leggen: eens deels, om dat de Lijders gemeen-
lijk uitgeftrekt op den grond neder liggen, en daar do.oi;
het bloed ter dier pJaatfe, in zijnen vrijea loop verhinderd
Tvordt, —— Anderdeels j, om dat men bij dusdanige V^or-
Vverpen geen fluitend of knellend verband, om hunne reeds
ïe veel benaauwde halzen kän aanleggen: —ecHter is,

Z 2 4a

Anders-

een

-ocr page 90-

OVER HET ADER LAATEr-?

Eindelijk bezorgt men ^den Lijder, als meeiv
maaien
(bladz. 54 ) gezegd is (t),

JI.) AoERLAATiNG OP HET VoORHOOFD»

Bepas- VooRHooFDSLAATiNG, iioemt men de Laatiiig^
ling- welke aan bet Voorhoofd op eene der Voorhoofds^
aderen
(Fencsf rontalisy ibladz. 8.) verricht wordt,
Voorzor- Wanneer men deeze Laating zal in \'t werk
iPf ftellen, plaatst men den Lijder, zo voor ziek
a1s voor hem gemaklijk , o^p ge^n te hoogen
ftoel.

AaBleg Men Iaat eene Das, of wel een gedraaid

vsn den\' , \' • • ■

band,

de uitvloiijing van bloed bij deeze zomwijlen overvloe-
dig; en niet zeiden kan hier door de werkeHde
Heelmees^

ter belemmerd worden. —■ Zoude het dan in diergelijk®
OBiflandigheden
buiten den Regel zijn, dat men dat wond.
je met een fijn
Naaldje dwers doorftak i omwindende de-
zelve eindÊü met eea draad of iets anders, even als de
hunne Paarden Adergelaaten hebbende, gewoon zija
te doenl..... Hier docr zoude, mijns bedunkens, ia
deeze of fooftgelijke gevallen, de Bloeding veilig tegea.
gegaan ;ea deeze Vrees voorbijzijnde, eenigen tijd daasna^
des begeerende, een nieuw en gepast Verband konneci
\'i worden aangelegd.

Platner wil, dat wanneer man op de Halsader

^elaaten heeft, het npodi^j zij, noS eene Ader aan dea
vqet ta openen.
H^ndkidinge tot de Chirurgie ss (leel^

il»

-ocr page 91-

EN DES2ELFI TOEVALLEN. ê$ ~

Vet^ om het bovenfte van den hals, door deii
Lijder of een Helper, 20 vggl hij kan verdraagen,
toe-\'raaijen: zodanig nogthans , dat de tusfchen
yuimte d.ef twee einden juist voor , op de
Luchtpijp kome

De Ader genoegzaj|m zichtbaar zijnde, plaatst operade.
men zich achter den Lijder, en bepaalt het vat
jnet den Ijnker - duim, ten einde het g:ldii3 be-
paald zijnde, na gewoonte te openen.

Zo dra de opening gemaakt is, laat men het
Hoofd, tot beter oiit|asting van \'t bloed,
voor-
fiyer
houden.

Men laat vervolgen^ (bloeds genoeg ontlast
hebbende) den Knelband
los draaijen, en voor-
ziet liet eindelijk met een kompresje en eea be-
hoorlijk verband.

Dit Verband is, of het Qnderfcheïd^nd (des1nè\\ Var«
crimen^).,
of wel het Schuit - verband (^Scapha).

Het E^rße deezer, is een op één hoofd op- gg^^g
gerolde Zwachtel, van omtrend vier ellen lang, foo"»
en twee vingeren breed. Het wordt gelegd
op
de volgend^ wijz^: men neemt met fiet einde
van den band de maat van het voorhoofd tot
aan den nek j daarna laat men het gemeete ein-
de

1  Zoföüijgan willen, in plaats van dit, den Kne&aad
^yea boven de Wenkbraauwen aangelegd hebbets,

£41

-ocr page 92-

OVER HET ADERLAATST

de over ket Aangezicht hangen, en gaat mef
den baaid , die men boven op de kruin laat
A\'ast-
houdeu, over de
pijlnaad QSamra fyghalls\'y
tot den nek ; men flaat den band over , en leidt
die iü de rondte om het Voorhoofd, ora den
eer tien omgang te leggen; het over het voor-
hoofd nederliangende einde , keert men te rug

O * ■

en .legt het over den kringswijzen omgang, en
eerilen omflag, naar het achterhoofd, om het al-
daar
met den aan de andere zijde rondloopen-
den omgang te bedekken en va^^t te maaken: het
overige van den band windt men zo lang om het
hoofd j tot dat hetzelve ten einde zij, en aan de
- zijde van liet hoofd wordt vastgemaakt
(zie pL

Tweede • tweede of Schuh - verhand C Scapha )
iqorr» is van even gelijke lengte en breedte, als het

voorgaande, en verfchilt alleenlijk hier in, dat,
iu plaats van op het midden van \'t voorhoofd
over de Pij Inaad naar achteren te loopen, dit
fchttm
over het voorhoofds-been,naar den nek gelegd
wordt; en van daar over deooren weêr naar het
voorhoofd, tot het maaken van eenC/m//: het
nederhangende eind flaat men te rug, en leidt
hetzeIvén ook
Jchuln o^qx de andere zijde, naar
het achterhoofd; alwaar men het met de Krings-
wijze Omgangen, even als het voorige, vestigt
izje pl, //. fig. 6),

. im

-ocr page 93-

k

EN DESZELFS TOEVALLEN.

iii.) i\\DERLAATINq op KET OoQ, \' ,

Door OoGLAATiNG verllaat men de opening g^pg^.
van
eene oï meerdere Takjes, welke door liet
Bindvlies van \'t oog verfpreid zijn.

Mimnier wordt dezelve in \'t werk gefield, waar
dan daar , waar eene hevige Oogontfteeking
(Opthahnia) de bloedvaten van \'t Bindvlies iAd-
vata feu Alhuginea\')
doet zwellen en zichtbaar
Worden.

Men plaatst den Patiënt, zo als voor Hem, Voorzon
cn den Aderiaater het gemakiijkst is, in eene
behoorlijke geftalte: men houdt door den
duim
en voorden vinger j of, dat nog beter is, door een
\'Qogfpiegel (Speculum oculï\') de Oogleden van
eikanderen. \' ^

Men opent als clan , met een Lancet, de Maniet
meest gezwollen vatjes ; of doorfnijdt ze met van Ope^
een fijn Schaartje; of, zo zommigen willen,
door een
fijn krom Mesje, ligtende dezelve met
de punt daar van, of ook des noods door eene
ïlaald of haakje daar toe, een weinig op (*).

Zo lang het bloed vloeijeii wil, belet men dit Wat on-

niet: en moet p;edaurïö; door eene Spons niet

^ r peratse te

•i^arm water, of niet het warme aflied,zel van doen.

\' Qft-

Zie omtrend dit laatfte J. Z. PtATNER in zijn raeeï
•Uemelde werk i.
deel, bladz, 296.

. E 5

-ocr page 94-

 OVER HET ADERLAATËI^

Oogeiitroost Cßuphroßa), H\'^fop (ffyfopus\'^^ Eg^
rsnprijs iFeronra) ,
of andere verdunnende
Kruiden, nat gehouden worden, om daar doof
liet bloed voor ftremmen H bevrijden, en de uit-
vloeijing te bevorderen.

Wat na Geen bloed meer willende uitvloeiien, beleg;t
dezelve. \' ,

men het oog met eene kompres, in ^\'^itie mjfi

(Finum Album) ^ Rozenwater (Aqua Rofamm)

of andere verkoelende en pntfteekingweerende^

Middelen, bevochtigd: -r- liier over het enkeld

(O cerband (Oculus Simplex\'^.

Het Ver- Vfït Verhand beftaat uit een opéénhoofd ge-
rolden ^wachtel, twef en cfn half el lang, ea
twee duimen breed.

De a.anleg daar van begint tiieu onder het
oor van het gelaaten oog, fchiiin over de wang
en de kompres opklimmende; loopende boveiï
het andere oor naar het achterhoofd, tot op de
plaats, daar dezelve begonnen was; maakende
dus drie fchuine Kringswyze Omflagen, en ein-
digt met een ronden omgang om het
Veor- en Ach\'
terhoofd
; verzekerende eindelijk het einde met
Spelden vast.
iZie pl. IL fig. 7,).

m

-ocr page 95-

EN DESZE|,FS TOgVALLS^N, ^ n

ÏIÏ, Over de Zeldzaame adealaatingen.

1.) Aderlaating onder, de tonu

Okder tokos-laating , noemt men de Laa- jjj^g
ting, waarin ééne of beide de Kikvorsch - Ade-
ren
iVente Kanin^e) Qladz. 8.), geopend wo?-

Den lijder behoorlijk geplaatst hebbende, legt
Hen den Knelband, even als reeds in de Ader-
laating voor het Voorhoofd
<J$ladz, 70.) ge-
legd is.

Men richt het Hoofd zodanig, dat het Licht- Operatii,
fchijnzel op de beftemde plaats nederkome; druk-
kende vervolgens met den\'voorsten vinger de tip
der tong een weinig achterwaards naar het ver-
hemelte — men vat het Lancet,tot digte bij de
punt bewonden zijnde, niet
op de gewoone ma-
nier , maar in eene rechte ftrekking, op de wij-
ze eener Schrijfpen, tusfchen den duim en voor-
ften vinger C*^ en opent beide de aderen.

Men laat het Hoofd voor over buigen, tot be-
ter
Ultvloeijing van het bloed.

Wanneer \'er genoegzaam bloed uitgeloopenis, oJer"t?

maakt te doen,

(») Zomnsigen gebruiken bier toe een Klein Schaart- ^

je: doch onzes bedunkens, is het Lancet gefchikter tot
4eeze Operatie,

-ocr page 96-

OVER HET ADERLAATE N

maalït men den drukband los, en de mond meÉ
Azijn en Water uitrpoelende,Iioudthet bloed ge-
meenlijk met loopen op:_dit niet zijnde, brengt

men een weinig plukzel, in Brandewijn , Aluin\'
water ^QÏ\'m.
eenige andere zaamentrekkende mid-
delen gedoopt \'er tegen aan , ~ en dit nog niet
genoegzaam zijnde, legt men een ftukje Zwam
{Agarkm^tc^zn de wondjes; of vnlle anderszins
dat deel zodanig met Pliikzel op , dat het te-
gens de voorde Tanden aanftenne,* laatende ver^
volgens de tong nederwaards drukken,-— en dee-
ze zullen in
Zwaare zo wel als in Ligte gev^th
kn genoegzaam, zijn.

Bepsa.
ïing.

Voor
.zorgen.

il) Aderlaating aan den slaap va\'M
\'t Hoofd,

Slaap van \'t hoofdlaating , is die , welke
ter plaatfe der Slaapbeenderen, en zijdelijke dee-
len van\'t voorhoofds-been , op eene der Slaap-
aderen
iVena temporalis) verricht wordt.

Deeze Aderiaating heeft , zo omtrend de
plaats des lijders, als aanleg van deu laat- of
■■ knelband, even het zelföe, ais die, welke wij
bij de
Aderiaating op he$ Voorhoofd (bladz. 70)
hebben aangeweezeu.

Operaiie. Het Vat aan een\' der zijde genoegzaam ge-
zwollen zijnde, bepaalt men het zelve met deis

duim

-ocr page 97-

EN DESZELFS TOEVALLÊR ff

I

öuim der Linkerhand, en opent liet in de Leng-s
te; laatende het Hoofd vervolgens zijdewaards
overhouden i op dat het bloed niet over het aan-
gezicht loope.

Na dat genoegzaam bloed uitgeloopCn is , Wat na
draait men
den Knelband los ; zuiverende het J.je^^^g
Wondje, en de omgelegene door bloed befmet-doen.
te deelen, met de fpons leggende eindelijk een
Drukdoekje , en hier over
een Zwachtel aan. Het Vef-

Deezs Zwachtel beftaat uit een éénhoofdig
Windzel, vier of vijf ellen lange en twee vinge-
ren breed. — Men begint op de kompres ^
gaande over het Hoofd na de andere zijde, tot
onder de kin door; doende dus na de lengte van
\'tHoofd eenen ronden Circul; hier meede ver-
volgt men, tot omtrent de helft van den Zwach-
tel; wanneer men op de kompres een omilag
maakt , en deezen met eene fpeld op dezelve
Vestigt; vervolgens leidt men\' den Zwachtel om
het Achtcrhoofi.1 naar het Voorhoofd, in de rond-
te ; ovcrkruifende aan de Slaapen des Hoofds
de eerfte Omwinding ; — dit gefchiedt zo lan-
ge met rondgaande Omgangen ^ tot dat dezel-^
Ve ten einde is ; moetende als dan , ter plaatfó
der overkruiiing, aan beide de zijden, met vSpel-
den worden vast gemaakt,
(^zie pL 11. fig. 8.)

I!I.)

-ocr page 98-

«^g oVer heï aderlaaten

IIL Aderlaatino op den Ooghoék*

^ Bepaa- OoGsrioEKLAATiNG iioémt men, wamieer een^
der Aderen in den grooten Ooghoek tusfcheïJ
den neus en de oogleden gelegen, geopend wordt.
VooN Wat de Vöorbereidzelen, Plaats en Ligging\'
aorgeu. desKnelbaiids aangaat, is in dit geval, even als

wij hladz. 70 hebben aangetoond.
Operatie. Alvoorens men deéze Ader opent, laat mei»
den lijdér het oog fluiten; en zo dra de opening
gemaakt is, het Hoofd vöor over houden.
Het Ver- Het
Verhand beftaat in een driehoeks gevoU\'
wenKompresje
izie pl. I. fig. 12) ^ en een Wind\'
zei, dat wij reeds , als ook deszelfs aanleg\'
ging, bij de Laating op het Oog
(J;ladz. 74.)
hebben befchreeven.
Noodi- B\'J
deeze Aderlaating, als ook bij die van het
ge
Voorhoofd en Slaapen van Hoofd, moet de
> Punt van het Lancet zeer voorzichtig-, een wei-

j" iiig fclmm ingebi;agt, en in de holte gekomeiï

t zijnde, opligtende beftierd worden?

\'f uit vreezc, dat wanneer de punt te recht, of te

perpendiculair wierd ingebragt, het Beenvlies
\' (^Periostimn), waar op deeze vaten onmiddellijk

gelegen zijn, zoüde gekwetst wordea,

-ocr page 99-

EN DESZELFS TOEVALLEN,
\'x IV.) Aoerlaating aan den Neüs^

De Adêr, welke aan den top van den Neils , Bepaa«
tnsfchen de twee Kraakbeenderen, 8) ge-

legen is, vvordt in dit geval geopend.

De Plaats des Lijders en ligging van den Knel- Voorbe-
band is, als in voörige Hoofdftiikken
(hladz.o.)

Men plaatst zich voor den Lijder; bevelende Operade.
ïijne Oogen te fluiten, om voor\'t gezicht van het
lancet niet te fchrikken; men vat den Neus tiis-
fchen den duim en vinger der Linkerhand, hou^
dende
denzelven aldus geflooten,-men neeme het
Lancet, \'t welk tot digte bij de punt moet be-
Wondenzijn, en brenge deszelfs punt tusfchen de
genoemde Kraakbeenderen j een weinig opwaards
duuvvende, zo
verre, dat men het bloed ter zij-
dé van het lancet ziet uitkomen, of dit niet zijn-
de j zo
verre de punt ontbloot is , binnen.

Zo men het geluk gehad heeft, de Ader te
trefièn (dat echter maar bij geval is, en veel-
tijds misfen kan , doordien deeze kleine ader, zo
Voor het gezicht, als voor het gevoel, meeren-
deels onvatbaar is), dan laat men het Hoofd
Voor overhouden, om het bloed dus zindelijker
te doen uitloopen.

Genoegzaam bloed ontlast hebbende, maakt Wat na
lïien den Knelband los , en hier door houdt ge. raUg^fg^\'
^eenlijk, de verdere uiïvloeijing op. — Ecliter <^oen.

moet

\\

-ocr page 100-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

moet liet Woiidje ilcgthaiis met eene KompreS
en Zwachtel voorzien worden,
ilët ver- Na alvoorens dan het wondje en de omlig-
baad. geude déeleri, door de Spons, van het bloed ge-
zuiverd te hebben, legt men over hetzelveneea
liompresje, en hier over eén zwachtel aan. V

Deeze moet twee vingeren breed en een half el
iaiig
zijn, aan beide de zijden opgefneeden, laa-
tende omtrend drie vingeren breed tusfchen bei-
den heel blijven,\' moetende dit laatfle heel ge-
bleeven deel in deszelfs onderïle inet twee rou\'^
de openingen voor de Neusgaten voorzien zijn.

Men legt denzelven met het heel gebleeveii
eind op de punt van den neus aan ^ zo, dat dc
Openingen tegen over de Neusgaten geplaatst
zijn, laatende de
twee onder fis einden ho\\mi de
Ooren naar achteren gaan, alwaar zij vast gc
maakt, of aan de Muts gefpeld worden, de twee
hovenße einden leidt men onder de Ooren naar ach-
teren , bevestigende dezelven als de voorigeu (*).

Weleer, (en moogelyk nog weU^deëden i^Spati\'
jaarden en lialiaanen, voor Hoofd pyn, en Oog Kwaa-
ien , Aderlaadngen in den Neus , door eene Penne-
fchacllt, welks zy in vieren fpleeten en oiïigeboogen in de»
ïMeus bragtén i dezelve dan driftig terug trekkende , zoda*
nig, dat de omgekeerde

punten het binnenste neusvlin^
(Membrana Pituitaria Schneidert)
kwame te febeuretf

-ocr page 101-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

; V.) Aderlaating op de Manlyke Roede.

De Aderlaating der Roede ipenls^ wordt Waarhi
nooit in \'t werk gefield, dan\'in eene Ont-
fieeking
van dat deel, of céne Ikngduürige 0«-
willige Sryfheid {EreUie) van het zelve. — En
\'in deeze gevallen zijn dé Vaten, welke over
derzelver bovenfte verfpreid zijn
(bladz lo) gé^
ïioegzaam zichtbaar ; behoevende daar toe (troü-
wens , dit is ook niet wel moogelijk) geenen Khel^
Band , tot derzelver opzwelling aangelegd te
woi\'den.

Alles iii gereedheid hebbende , opent mëii operatie«,
voorzichtig eene der grootflie Aderen ; zorg draa-^
gende , dat men het lancet niet te diep , maar
Ibbiiln opligtende beftieré.

Men laat het bloed loopen, tót dat de Roe^
de begint te verflappen , en week te worden %
of dat men uit de omilandigheden kali oordeeien,
geiioegzaam bloed ontlast te zijn. Ye^

Vervolgens legt men op het wondje, één of
twee Komprésjes,eil een rondgaande.Zwachtel,
wélken men óm den Middel vast maakt. In acht

iiee-

eiï te kwetz^n» -— Dit nogtbans gefchiedt nooit zondet
gevaar • en moet dierhalven nimmer nagevolgd worden.

Sterke Bloedingen, Ontfleekingen, Verzweenngen, Neug=
proppen enz, zyn de gevolgen deezer handelwijs.

-ocr page 102-

fe OVEU HET AtJERLAATEM

njep.de, van bet deel niet te veel te knellen ;
liet welke Pijn, en meerdere Toevallen verwek-
ken zouden. \\

VL Adsrlaatikg aan de Heup.

Bepaa-
fing.

Doob Heuplaating verftaat men de ILaa-
ting, welke op eene der uitwendige Heup- ade-
ren
{Vena Iscatica extern<s) (bladz. !o), wordt
in het werk gefteld.

Voor- Den lijder behoorlijk,eenig-zins zijdewaards,
zorgen, - .

geplaatst hebbende, doet men eenige Vvrijvin-

- gen, doordien het leggen van eenen knelband

hier in bezwaarlijk is , op dat de vaten zicli

zouden vertoonen.

Operaties Wamieer eene der Aderen zich genoegzaam

doet kennen, opent men dezelve, even als de

voorigen.

Ver- Bloeds genoeg ontlast hebbende, zuivert men
band. liet wondje, en de omliggende deelen : — voor-
ziende vervolgens het zelve , met een druk-
doek , en een rondgaande langen Zwachtel ;

die eenige Oagen om de öije tusfchen het Been ^
ea om de Heupen gaan moet.

Vlï. Adbrlaatïng aan de Kuit.

Voor- Om deeze Vaten (bladz. lo) te openen, laat
zorgen. ^^^^ alvojreiïs in waiiii water hou-

de

-ocr page 103-

ÈN ÖESZELFS TOEVALLEND\'

\'^txi(bïadz. 6a), tenware de aderen zieli genoeg-
zaam vertoonden. — Leggende vervolgens den
ÏCnelband even onder de Knie aan
(bladz, 63 *).

De Vaten genoegzaam zichtbaar zijnde, droogt
iiien het deel af, laatende den Lijder zich om-
Wenden , (leimende met de Knie tegen een ftoel j
of iets anders.— De plaatst zich ach-

ter den zeiven, zittende op eene knie , en opent
^enen der zichtbaarfte takken. — Hier na laat
men den Lijder zich omwenden , om het bloed
Öes te beter te ontlasten : dit niet genoegzaam
Vloeiiende, dcet men het been op nmm in \'t
\'Water houden.

Na genoegzaam aan het Oogmëvk voldaan te
Jiebben, maakt men den knelband los , zuivert
te doen;
Wt wondje,en de omliggende deelen vanhetbloedi

Eindelijk belegt men het zelve ^ met een figj Ver=
kompres , en een cp één hoofd op gerold Wind-
iel, van omtrend drie ellen lang, en twee dui\'
\'iien breed: dcende dit eèrst eenige fiagen om
^let been , ter plaatfe van dè Kompres gaan ;
^\'ervolgens hooger opwindende, om ter meerde- ■
\'\'e vastheid, het aldaar met fpelden te verzekeren.

^veii DE Redenen , w^urom men zo veele ok-^

DERSCHEIDENE AüEREN, OP VERSCHILLENDE

\' LICHAAMS DEELEjl OPEKT.

Het is niet genoeg bijzondere Aderlaatiii-. t^igi.

-ocr page 104-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

gen aan bijzondere Lichaamsdeeleïi na de Konst
te konnen verrichten; maar eenen Aderiaater is
hetvolftrekt noodzaakelijk te weeten, waaröin
men in die gevallen
deeze., en wederom in ande-
re ,
andere Aderen opent.

Den. Het is genoegzaam bekend, dat de Oude Ge-
Oudetf^\'^ en Heelkundigen , voor dat aan hun den
hierover. Omloop des bloeds bekend was, zeer omzich-
tig ter uitkiezing van bijzondere Aderen, of der-
zelver
bijzondere Takken , in onderfcheidenc
.Qg^jjg,Ziektens te werk ghigen. De verlichte Eeuw
dendaag- is van deexe ftelling gezuiverd: nogthans, uiet-
tegengaande het bloed , als ware het ^tot eene
vergaderplaats van alle zijne deelen , tot het Hart
wederkeert, (zie bladz. 4.) en dus op eene
plaats»verminderd
wordende , de , geheele Mafia
deeze vermindering ondergaatzo zijn \'er ver-
fcheide gefleldhedens echter, die, willen wij ge-
lukkig flaagen , in
bijzondere deelen, tot fpoe-
diger en
nuttiger uitwerking , Aderlaatingeiï
vereifeheni — Wij zullen dierhalven, kortelijky
de voornaamfte in aanmerHng neemen.
Armlaf- De Armlaating is de gemeenste, en meest ge*
bruikeüjkstevan allen;zo om de gefchiktheid def
plaats, als om de hgging én grootte der Ader"
takken. — In meest alle Ziektens of Ongc
lleldheden, waar in Aderlaatingen worden voor^
gefchreeven , is dezelve genoegzaam voldoeir

de-

-ocr page 105-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

cle. Eenige echter en welke wij in cle Ades?-
laatingen der overige deelen zullen fiannierken,
zijn hier van uitgezonderd.

Het is altoos niet om% even, of men op den
Rechter, dan wel op den Linker-
ami Aderlaat: dik-
werf ziet men, dat hoe meer nabij het beledig-
de deel de opening gemaakt wordt, de uitwer-
king des te fpoediger volgen zal.

Hdndlaatins, wordt meerendeels bij verkiezing;.

^ ° laacing»

Van den Lijder in het werk gefield, zeldzaam door

een Geneesheer voorgefchreeven ; ten ware dee-
ze
Opei-atie op den Arm niet konde verricht
worden.

De uitwerkzelen deezer Aderlaating zijn
het zelfde , als die van den Arm: —\' Doch
deeze
laatfte,. zal boven de Hand de Voorkeur
hebben; zo om de gefcliiktheid der plaats, als
Wel voornaamelijk
ora dat hèt bloed vrijer en
fpoediger, uit een\' der armtakken , die groo-
ter zijn , dan die der hand , zal konnen
uis-
Vloeijen.

Voetlaating wordt aangepreezen in de meeste ^J®
Ziektens der Baarmoeder, oorfpronglijk uit ver-
ftopte Maandzuiveringen
(Menflruce\'); in ophou-
ding van den gewoonen vloed der Aanbeien ; iu
ontfteekingen, of verrtoppingen van eenige Hoofd-
of Borst ingewanden; en eindelijk, in Bloedftor-
^\'Ingen der ^ovenfle Lichaams deelen» —Zie des»

F g \'

-ocr page 106-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

zelfs uitwerkzel in de afie.dende AderÏ4mtng
(hladz. 41).

tiSt\'^\'^"\' is zeer noodzaaklijk , bij alle

Verdronkene, Gefmoorde , of Verflikte Voor-
werpen — wordt insgelijks aangepreezen , in
heevige Ontfreekingen van den lïals , dc Keel, de
Hersfenen , en Oogen ; in Zwaarmoedigheid en
raazende Koortfen,
Voor- VoorJwojds en Slaapen van het Hoofd Laa-
ïioofds - tingen , zijn in liunne uitwerking het zelf-

cn ulci^1 _ ^

pen van de; en hangen alleenlijk van de verkiezmg at.
Êiaci^\'eenigen aangepreezen, in Zwaa-
re Hoofd pijnen , Zwaarmoedigheid, Krankzin-
nigheid, Oog- en andere langdtiurige en hevige
, Hoofd-ziekteiis.
Ooglaa«
Ooglaating komt te pas,in alierhevigfte Oog-

ontfteekingen , zodanig dat de vaten van het

Bindvlies Qadnata) zeer rood en opgezwollen

zijn , en voor Blindheid doen vreezen. — Als

ook in veele andere gebreken der oogen O.

Onder- Ondertongslaaüng wordt aangepreezen, in Ont-

ïinT\'"\'^\' fteckingen der Keel, van den Hals endeTonge»

Oog- Ooghoekslaaiing word aangepreezen, in hevi-

hoeksiaa- Ontfteekingen, en langduurige Kwaaien der Oo-
ting. ö » ö ö

gen.

Neus-

1  Zie hier over L. Heister Heelk. Onderw. 9
deel. bladz. 644. — en J. Z. Pi.ATNER Handl. tot
CUux Deel,bladz,\'x^é^

-ocr page 107-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

Neuslaating wordt thans zeldzaam, doch werdt Neiisla§-
welëer ineenigeZieklijke ongefteldhedens van den\'
Neus, Puisten van het aangezicht enz. verricht—,
DtoNis zegt, dat in zijn tijd aan
zommige Proeve\'-
lingen^
in de Schooien van iS". Cos mus, de ope-
ning deezer Ader als een Proefftuk wierd voor-
gefteld Qy

Alle deeze Aderlaatingen; welke aanhetHoofd Noodige
gedaan worden , worden zeldzaam en zo veelenjj^^g^
willen, nog omioodig verricht. — Met de Ope-
ning der Halsader.) die de ontvangbak van bij-
na alle
deeze voorgenoemde takken is (zie hladz ^
9) , wordt niet alleen fpoediger, maar ook ge-
maklijker aan het oogm^erk voldaan. — De groot«
te van derzelver vaten geeft ,^elegenheid, dat
het bloed hier
vrijer kan uitvloeijen, en bij ge-
Volg ook een fchielijker en heilzaamer uitwerp
king zal
konnen voortbrengen. —. Alleenlijk flui-
ten
wij de Ooglaating.,Qn., in eennaauwer zin,de
Ondertongslaating uit; welke beiden ,in zommi-?.
ge gevallen , van beter uitwerking dan de
Hals-
laating
zijn koimen.

Heuplaating wierd van de Oude (doch te- pjeHg.
genwoordig zeldzaam) in eene hevige
Jicht Qlseiaticus) gedaan.

Kuitlaatïng eindelijk ftelden de in Po- jj^jj.jg^-

-ocr page 108-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

dagreufc, enJiclitigebeenenin \'t werk._Schoon

ouzes bedunkens, dit noodig zijnde , gevoeglij\'
ker, en moegelijk met meer nut op de voeten
zoude komien verricht womcn
(X).

Voorzorgen bij het Leerstuk der Adesla.v

tingen in het bijzondëe.

d^Adeï Wanneer men voorziet, dat de Aderlaating
laaciDg. kort na de eerlle Reize zal dienen herhaald te
worden,maakt menhet kompre&|emet O//^voch-
tig, waar door het wondje zal openblijven ; en
met den aanleg van den drukband
hoven, en eene
ligte klopping
onder de Opening , veeltijds het
bloed zal doen uitlpringen, — Dit mislukkende

is men verpligt eene nieuwe opening te maaken:
doch
die moet nimmer op of in het voorige
vyondje verricht worden.

II.

Schoon wy alle deeze voorgeftelde Aderlaatingen
Hiet noodzaaklyk in de beöéffening oordeelen, nadien dooc
de Opening van de meest
gewoone Aderlaatingen , nie""
zeldzaam, en moogelyk beteraaa het voldoenend oogmerk
beantwoord wordt; zo hebben wy echter ten nutte der
J-Ieelkundige Leerlingen, niet ondienftig gevonden , om
alle, zo weleer als nog gebruildykfte Aderlaatingen ,kors;-

lyk te verhandelen. -- Immers konnen \'er zich gevallen

eg omfiandigheden voordoen , waar in dan wel eens dee-
ze , en
op een\' anderen tyd, eene andere Plaats en Ader
ter opening wordt a\'aabevocietj.

-ocr page 109-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

ÏI. Het Bekken of waarin men het bloed Waar in
ontvangt, moet niet plat en ondiep, maar eene
redelijke holte hebben; en zonder veel te fchud-\'
fangen

den, ftil worden neergezet. __ Hier door geeft

men aau de vaste zelfßandigheid beter gele-
geTiheid om zich van heï
wyeächttge (ßladz. 33)
nf tefcheiden, dat, zo het Bekken plat is, of
veel gefchud wordt, te fpoedig verkoudt en (lolt;
cn dus de behoorlijke affcheiding belet; \'t welk
■ de Beoordeeling van \'t bloed meerendeels bedrie-
gelijk maakt.

Zommigen verwerpen om deeze Rcdénen het ■f

bloed in kleine en verfcheida Kopjes te ontvan-
gen; willende liever al hetafgelaatene in één Vat
doen loopen, en het zelve alvoorens een wei-
nig
warai gemaakt hebben.

III. De Aderlaaters zijn verpligt, daags na De Lfj-
de Operatie hunne Lyders te-komen bezoeken, daa^rna"^
en het
ßelaaten deel te bezichtigen: men neemt ^ie-Ope-
den Zwachtel, en hec Kompre&je, dat zomwijlen zocht

Vastgekleeft zit, voorzichtig af. _ Veelen zijn

gewoon, als dan een eenvoudig Pleiflertje op het
Wondje te leggen^ doch wij oordeeien,zo die laatst-
genoemde genoegzaam geOootenis, \'er niets
aan
te
doen, maar het deel 0^ zich zeiven te laaten be -
rusten : of uit voorzichtigheid, dan wel\'s noods
Zijnde, eenfchoonKom esje, enden Zwachtel op
nieuw alü yooren, doch wat lo^fer daar oveiaante-
heggen, F 5 \' VIER.

-ocr page 110-

po OVER HET Äl^ERLAATEr^

VIERDE afdeeling

Over de toevallen , welke op het AderlaA\'
ten konnen volgen.

Wat toe- Door toevallen (Symptomaid) verdaat men

Valien tegennatuuliijke omftandigheden , dewelke zich
onder of na deKonstbewerV ing voordoen.

Verdee- verdeelt dezelven in Ligte, Aanmerklij-

kc, en Zwaare of Gevaarlijke Toevallen.

In ligte. Onder Ligte Toevallen worden begreepen, de
Misfteek, Fhaauwte, Wederöntfpringlng van het
bloed, Ontfteeking van het wontije , Blaauwe
vlek, enBloedronniiig.

Aau- Janmerklijkere zijn , de Uitvating , Pijn en

merkly- Verftraniming, Kwetzing vau een Watervat, en

Verzweering van den Laatfteek.

En zwaa- Zwaare en die zotntijds gevaarlijk

rs ot gc- <-> j

vaariyüe wordcn,zijn ,de Vioeijing op het gelaatenedeel,

toeval- Kwetzing van het Beenvlies, - van het Pees-
achtig uitfpaufel,-eene Pees, Zenuw, en van eene
Slagader.

Oorzaa- De Oorzaahen deezer toevallen moet men al-
toos bij ongeluk aanmerken: zij konnen zo web.
fchoon minder, bij eenen
Geöeffenden voorzlch-
tigen,
als bij eenen onbedreeven onbedachten A\'
derlaater
voorvallen.

Ve :le omftandigheden konnen tot dezelven ge-
legenheid geeven.

Aan

-ocr page 111-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

Aan den kaut des Jderlaaters naamelijk, door Doos
eene ongelukkige of onvoorziclitige beftiering
van liet Lancet, —
Ongelukkig, wamieerliij eene
Zenuw of Watervat kwetst : want deezen zijn,
gelijk wij
(bladz. 7- 8.) gezegd hebben, voor het
gezicht en gevoel verborgen. —
Onvoorzichtige
als dezelve eene Pees, Skigader, of eenig ander
deel, voor eene Ader aanziet en opent.

Zij konnen ook door denX^ii^r,\'t zij toeval* ^^^^
ïig, of uit onvoorzichtigheid ontfraan.
— den Lij\'
yaUig^ wanneer dezelve van een teder vreesach-
tig geftel is, dat fpoedig Bezwijmt: of van eene
Kwaadfappige hoedanigheid, waar uit de Ver-
zweering
van den Laatfteek, en VLoeijing op dat
deel, gebooren worden. —
Onvoorzichtige wan-
neer hij zich onder, of na de] Konstbewerking, /
liiet ftil houdt.

En eindelijk kan een Medehelper geleegenheid DoOi

tot Toevallen geeven. _ \'t Zij hij den Aderlaa p^j,

ter, of wel den Lyier onder het oogenblik van
den fteek ftoote; of eene fchaadelijke beweeging
^omt toe te brengen.

L K L A S S E
, OVER DE LIGTE TOEVALLEN.

L Ds Mjssteek.

DeMissteek, ^^mm\\Yi]kïFitte Jderlaatlng jjg\'paa,

-ocr page 112-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

iioemd,is, wanneer het Lancet door de huid teï
\'zijde, of niet tot in de holte van het vat ftee-
kende doorgaat, en hier op geen, of zomtijds
maar weinig droppelen bloeds volge.

Oorzss-

^en^ \' De Oorzaak des Mißeeks komt veelmaalen ,
door de kleinte , diepe, of losfe en rollende lig-
ging der vaten; of dat het Lancet te fchuin,be-
zijden , of niet genoeg tot in de ader wordt
ingebragt,- of eindelijk ook wel dat de Lijder,
onder de operatie, het deel terug trekt, en dus
aan den Aderlaater gelegenheid tot eenen Mis-
fteek veroorzaakt.
Genee- Deeze Kwetzingis, zo \'er tevens- geene ande-
re deelen door het lancet geraakt zijn, van wei-
nig belang. ,— Men herhaalt de Operatie bij de-
zelve, of op
eene andere plaats; en verbindt en
geneest vervolgens , even als in eene gewoone

Laating, met een zuiver kompresje, en een daar
toe gefchikt verband.

j IL Flaauwte.

i

B Door Flaauwte verftaat men eene min of
Bepaa-

lißg. meerdere aandoening ces Lijders, waar door al-
le zijne Zintuigen verdoofd,en als ware het, in
eene benaauwde bedwelming , en belemmerde
werking geraaken.
Wordt Twee Trappen van hevigheid worden in dit
onder- l^oe-

-ocr page 113-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

Toeval onderfcbeiden. — In d^i eersten trap fcheidéa
wordt het aangezicht bleek, de oogen donker jJJgppg^®
de ooren nüsfchen, waar bij zomtijds eeneDui-

zehng is. __ Doeh , in den Tweeden, of fter-

keren^is de Lijder eenigen tijdlang zonder ge-
waarwording , zomtijds zonder gevoel , en de
Pols en Adem zeer zWiik.

Aandoenlijke, zwakke, of wel vreesachtige Voor -
werpen zijn aan dit toeval het meeste onderwor-
werpen
pen. .—. Nogthans bij fterke of andere perfoo -
nen, bij welke fpoedig eene groote hoeveelheid
bloeds
ontlast wordt, ziet men insgelijks dikwerf
dit toeval gebeuren: want het Hart, op dat
oogen-
blik minder dan na gewoonte bloed ontvangen- \'
de, raakt als in eene verflaauwing zijner
werking,en onthoudt bij gevolg.aan de Hersfe-
nen voor dien tijd hunne gewoone hoeveelheid
Arteriëus bloed;
waar door natuurlijk het ge-
bruik der zintuigen verdoofd of belemmerd raakt.

Wanneer dit toeval onder de Operatie ge- _ Genee-

, f. zing on-

beurt,houdt het bloedt gemèenlijk Van zelt met^jer.deO^
uitvloeijen op; dit niet zijnde, zet men den duim pei^^ne.
op de opening van het vat, en laat eenige Geest-
rijke middelen, als,
Azijn ^ Brandewijn, Eau de
Luce
of iets anders onder den neus houden (*)>

eii

(f) Men moet, a\'s men iets onder den neus houdt, in
«chc neemen, daï men aiet beide de Neujgatea te gelijk

inei

-ocr page 114-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

en liet aangeziclit met kóitd Water befprengcii__Dé

Lijder bij zich zei ven kom\'ende, laatmen het bloéd
( zo\'er noch niet genoeg ontlast is ) weder uit-
loopen : anderszins maakt men, intusfchen dat
ten ander bezig is de geesten op te wekken ,
het wondje door het verband toe (*).

Ka de Veelmaalen gebeurt dit Toeval, na dat de O-
Opera- pCratie verricht, en het deel verbonden is. —^
Men bezigt de voorgeftelde middelen en laat dé
Lijder op
zijnen rug, in eene Horizontaale plaat--
ling nederliggen, en zo het .moogelijk is,iu eene
andere , of open plaats verfche lucht inademen.

Genee- Wünneer men in een fterker Flaauwte, doof
hmwee voorgeftélde tniddelen geene genoegzaame
be-
4e foort, tering befpem\'d, wordt het gebruik van de Spi-
ritus Sal\'ts Anmoniacionèex
den neus gehouden^
en aan de llaapen gewreeven,zeer aangepreezen;

Op deeze wijze kan ook liet Sal Volatile ^

Oïeo-

shet den doek (zd daar vdn gebruik tvördt gemaakt) toe-
Ifoppe ; mr.ar dezelve verw^sfeiende, dan tegen beieeties\'
en dan tegrn het andere sanlegge: anderszins zoude inen
de Aderabsling, die in die geval reeds vry zwak is, ver-
der belemmeren.

(«) Men kan echter in dit toeval eenige voorzorgeii
gebruiken ; met naatnlijk zulken , die hier sa\'\' onderhe-
vig zijn, op het bed liggende Ader lelaaEen,- .^-i—n f, on-
der het bloed ontlasten , telkens van oogenblik tot oogen»
blik fchoon water doen dnnken, Azijn laaten ruiken | ea
Biet toeftaaa, veel na het bloed te zien«

-ocr page 115-

\' EN DESZELFS TOEVÄLLE^. fS

Okofum Sylvil, Spiritus Cernu Cerj^/, of lietZi-
quor Cornu Cervi Succuratm enz. gebruikt wor-
den. -— Zij zijn inwendig tot opwekking, ver-
meerdering , en verfterking der Leevensgeesten^
Van vijf-en-twintig ^tot vijftig Droppelen in Wit-
te Wijn of Water gebruikt , ook van grooteö
dienst,

IlL Ontspringinq van het bloed,

ÖNTSPRiNGiNG VAN HET BLOED noemt men, Êépai«
Wanneer het Bloed , \'t zij kort of langer na het
aanleggen van het verband,
ondsroi iöörhetzel-

Ven fijpert, of uitvloeit.

De gelegenheid geevende Oöfzijn, of De Oot-
aan den kant van den Aderlaater ^ of wel aan dien Q^^j^ggf,*
desXjif^ijf^.——De ^^m^ontftaat, wanneer het ver door dea
hand niet behoorlijk vast , of wel verkeerd is aan- ^^^^
gelegd : Verkeerd noeme ik , als de kompres
Jiiet behoorliik op, maar ter zijde, of wel bo-
Ven de Opening geplaatst wordt. — De
Door dea
, naameüjk waar de oorzaak zelve bij .

öen Lijder te zoeken is, komt daar van , dat
dezelve het gelaatene deel in geen acht, en ge-
iloegzaame rust gehouden heeft.

Het ontfpringen der Armlaating ook

Veelmaalen door eene driftige en onbedachte
^ech uitllrekking , waar door het onderdeel van

den

-ocr page 116-

i

\'pi OVER HET ADERLAATEM

den zwachtel als open , en gaapend, én het ßo*
venfte als eenen ring om den arm geflootert
wordt.

Ofdoor Zomwijlen ook kaii dit toeval gebeuren, waiï*
o^ßsm onmiddelijk boven of op eene Slag\'

digheden. ader gelegen en geopend is; of dat dezelve naasf\'
ééne, of tusfchen twee hoog opgezette Peezen >
alwaar de opening niet genoegzaam door de koni.«
pres kan gedïukt worden,haare plaats lieeft.

Herftel- ^^ HerflelUng beftaat in het wechneemen va«
Hflg. zwachtel eh kompres, wanneer gemeenlijk .het
bloed dan ophoudt met lütvloeijen. —— Meïï
reinigt de met bloedbefmette deelen en legt
op
nieuw een fchoon, en, zo het nodig is, een b^\'
paalder en drukkender verband aan Q*).

. /

IV. Ontsteékiiïg van het Wondje.

I

Bepaa- Hi\'er doórverftaat men eene minder of meerde"

iiugs j-é

Dit toeval is veeltnaalenwanneer men \'er Cpoe-
, dig bij is, van weinig belang : —— nogthans heeft dé

Ondervinding tneermaalen doen zien, dät diergelijke Voöf\'\'
vsllen.bij u^^/^g-e« ,doodelijke uitvverkfelen gehad hebbefl-
\'t zij dat dezulken in den
S/aap of Éénzaam in eeti^
Flaauwte geraakt zijnde,het gelaatenadeel is los geraakte
het bloed zo iang heeft doen uitloopen, dat, eer men het ont\'
waar wierd , het Leeven des Lyders zo verre
gedooke»
was, dät het niet konde opgewekt worden ; of by andé-
féö teeds zelfs geheel was uitgeblust.

-ocr page 117-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

Roode, Jeukerige, of Steekendc pijn , aan, e»
iu den omtrek van bet wondje.

Be Oorfprongis meerendeels in eene geduurige
beweeging vau het gelaatene deel, of wrijving van
eene muwe,of door bloed hard geworde Kom-
pres, tegen, en over de opening der ader, ge-
le jren.

O

De Geneezing befraat in het aanleggen van eene cene^,
^.uivere limie Kompres, met
Witten Wijn, Azijn
enz. bevochtigd;hier over het gewoon Verband,

en het deel doen ftil houden. - Ook kan ia

uit geva I, het Ungteentum Nutritum van dienst zijn»

V. Blaauwe vlek (echymofisy

Dit toeval ontdekt zich niet eerder, dan na Bepaa-
het afneemen van het eerfte Verband: — en ,
Vertoont een oppervlakkig zacht, rood, blaauw
of geel gezwel. Ooj..

Verm\'zaakt door eene indringing des bloeds,
in de V/ijevaten der huid; of van het vet; of van >
eene Uitvaüng van bloed tusfchen deeze bekleed-
I2elen.

In denbeginne vertoont het zich rood ofblaauw»
achtig, wordende vervolgens geel, waarna het \'
eindelijk verdwijnt.

Vette perfoonen, of die, welke eene dunne en Welke
tedere huid hebben , zijn na eeue Aderlaating

G het

-ocr page 118-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

aan meest meest aao dit toeval onderhevig: —^ \'t zij)

onderhe- door dat men de wriivincen te veelvuldig-en te
yjg \'\'

ilerk gedaan hebbe; \'t zij, dat de band te lang
en te itijf gebonden zij geweest,- \'t zij,, dat \'er
eene Kreuk in den band of de kompres was ,\'\'t zij,
dat de zieke zijnen arm , eer de wond geneezen
was, te veel heeft uitgcllrekt; \'t zii eindelijk, dat
het een gevolg van de Bloedrorining zij.
Geuee-
B\'Ien gemekt dit Toeval, \'t welk doorgaans
van weinig belang is, met het een of ander
GiJ^J"/\'
rijk Middel,- als , met , fFijn, Brande-

wijnenz.xc. wrijven, en met Kompresjes daar in
nat gemaakt, te beleggen,

VL Bloedronning (Thrombus).

De Bloed-ronking , ook wel Bloedgezwel ge-
noemd, is een min of meerder groot ( * ), zom-
wijlen rood of loodkleurig gezwel,
\'t welk zich
onmiddelijk na den fteek, of onder het Aderlaaten,
in den omtrek van het wondje, voordoet.

Nsa.cta De Naaste Oorzaak van dit Toeval is eene
oorzaak, fpoediger en meerdere uitvloexjing uit het wondje
der fider,dan wel uit dat der huid: hier uit moet
Hiii-Liuriijk volgen, dat het
Vetvliss {Cellulofa\') in

den

De grootte van dit gezwel, is geèVenredigd, aaa
de oorzaak gèevende gelegenheid, en kan van de grootte •
e^üs tot dat van een
Jlocnder aangroeijen.

zin

J

-ocr page 119-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

f

iien omtrek van de opening min of meer met

Moeddeelen wordt opgevuld.

De afgelegen , doch hier toe gelegenheid gce- Afgeie»

gen oor«

^twdiQ,Oorzaaken,z\\]n\'. vooreerst^ ttwo, ruimer maaken. f

opening in de ader, dan in de huid; ten tweede^

dat de opening van de ader niet overeenkomt li

met die der bekleedzelen, maar het deel verdraaid,

of Ycifchooven is; ten derde ^ wanneer één of |

Uieer celletjes van het Vetvlies tusfchen de \'ij

opening van de huid geraaken ; en eindelijk ten ^

"kierde ^ dat de hand of voet (verönderfteid daar w

Op gelaaten te zijn) te lang in \'t water geweest i.\'

lijnde , de huid doet bol worden, en liier door

het wondje natuurlijk doet vernaauwen.

Zo dra men dit Toeval befpeurt, maakt men Vooraor- f

gen.

den knelband een weinig los,om daar door eene j

Vrijer doorstraaling te bezorgen, en het aanwas-

fen van het gezwel te verhoeden. —— Doch

Veelraaalen houdt het bloed met loopen op, en

Uien is verpliclit, eene aiidereAder , ophetzelf^ -

de, of op een ander deel te openen. ij

De Geneezïng beftaat in het aanleggen van Genee-
eene Kompres , in Azijn (^Acetuni) bevochtigd; "

en zo het noodig is, dit Middel ééns of meermaa-
len te lierhaalen. -

Zeldzaam , of laat ik liever zeggen , nooit^he-r
hoefc iiienhkv Yooi\'Ferzweering of hevige toe-
^>.Uen te vreezeiK ~ het bloed is buiten an-
G 2 de-

L

-ocr page 120-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

dere\' toevallen uit zich zelfs hier onbekwaaöï
toe (*); maar zal eerder , dat echter in dit toe-
val weinig gebeurt , tot
Verrotting overgaan.__

In dit laatde geval zullen fterke eri herhaal-

O

de geestrijke middelen, Spiritus ViniCam\'
phoratus , Spiritus Salis Ammoniaci
en meer
anderen, van veel dienst zijn.

IL E L A S S E.

Over de Aanmerkltjker of Gewichtiges
toevallen.

1. De Uitvating. (exvafatioy

Bepaa- Door Uitvating verftaat men , dat eene Ade#
ling, cloor

(*) Wanneer het bloed in \'t Vetvlies is uitgeftort, kan het
Eiffliner, gelijk wij gezegd
hebben , tot VeRzweering over-
gaan, doordien het zelve in geene bijzondere Arteneii-
fe Vatjes
(Fafa Arteriofa\') wordt opgehouden , die io
eene vermeerderde
hitte, fpanning en verftopping, ein-
delijk breeken i en met de vermenging van hec ingefloote
Veckt, Fet
, en hunne eige verbfookent deeltjes, de ver\'
zweeringstof
(Paj) uitmaaken. Maar het.keert veel-
tijds
fpoedig iti de ontlaste ader terug ; of deszelfs dunne
en fyne deelen worden door de opflorpende vatjei
(vafa Abforbsntia\') fpoedig op genomen, en het dikke
Aardachtige, van tijd tot tijd, door da warmte en fchuU\'
ring verdund en verünoUen zijnde , gsat eindelijk s\'®
het voorige den zelfden weg. -- Dit bewijst over-
tuigendede van tijd tol tijd verminderende zwarte of blaaU\'
kleur.

-ocr page 121-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

fioor en door geftooken zijnde, Iiet bloed in de
Cellulofa tiisfclien de Bekleedzelen en Spieren
komt uit te Horten.

De Kentekenen van dit toeval zii\'n; dat zich, Kente-

^ kenaa.

in den hegunie eene min of meerdere uitgebrei-
de, donkere, roode, of blaauwe Zwelling voor-
doet, welke veelmaalen het deel doof gevoelig

en zwaar maakt; - en zomwijlen, niettegen-

ftaande alle voorzorgen , het geheele deel doet
opzwellen,
Groote Fyn., ontfieeklng., ]^ïowiti]ds
het vuur QSphacelus}
enz. voortbrengt

De Geneezing beftaat, in het deel zacht, en Genec«
weinig drukkende te verbinden , gee&trijke en^-\'\'^\'
zuure middelen aan te leggen.

Het uitgevate en geih\'emde bloed moet vloei-
baar gemaakt en de verrotting verhoed wor-
den : — hier toe wordt zeer aangepreezen
Am-
moniäc Zout, in twintig maal zo veel Water om",
honden., met bijvoeging van een vief de gedeelte
Wijn ^ en een agtße Azijn ;
welke Stooving wann >
gebezigd, aan deeze oogirterken beantwoordt (f^^^

Doch

(*) Veele Schrijver en, en mooglyk we! de meeste
Heelkundigen , verwwreu de Bluauwe vlek met da Uit\'
Vating oni^er elkanderan — doch zomen de bijzonde-
re oorfprong en aart derzelve befcliouwc, doet het ons nies
4én , maar met x^chi twee ondetfcheidene toeyaJlennoQTXiZn.

(t) Zie van SwisTEif, op de Korte SteUingea Yaa
SoERHAAVE el ik\'^dz. 30.

-ocr page 122-

ïös over ket aderlaaten

Doch, indien deeze, of foortgeiijke middelen;
iiiet voldoende bevonden wierden, maar de toe-
vallen vermeerderden, moeten, om de verfterving
tegen te gaan, eenige Openingen op de gezwollen
fte plaatfen met het Lancet tot in het Vetvlies ge-
maakt worden, om dus het uitgeftorte bloed te
ontlastten, en de fpanning daar door te vermin-
deren.

Vervolgens belegge men het deel met de eeiie
of andere Refolveerende Stooviiig , als b. v. de
Herb. Scord., Thym , Absinth., waar onder de
Acetiiin en Spiritus Fint vermengd zijn. —■
Zo er Verfterving {Sphacelus^ moet de

Siippuratie, door uitwendige veretterende, cn in-
wendig VCrilerkende middelen, bevorderd wor-
den.

, II. PIJN EN VEasTSAMMiKG.

Dc Ontleeedkunde leert, dät

een Klein Zenuw - Takje , de Inwendige
Huid\'Zenuw (
Nervus Cutaneus Internus ) ge-
noemd, de Leverader
(Vena Baßlica} xcn&lt \'
een ander, naamelijk de Spier en Huid-zenuW
{^Nervus Musculo Cutaneus\') loopt achter de Mid\'
■den-
en over de Hoofd ader : en een takje van
de
Voorsts Scheenbeens Zenuw {Nervus Tibialis
Amicus^ verheit de Motdcräder ter piaatfe van

den

-ocr page 123-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

den Enklaauw : en eindelijk , één of meer
kleine takjes van liet
Tweede Paar der HaUzS\'
fiuwen
verfpreiden zicli over de iiitvtfendige
ICropäderen (*).

Zomwijlen gebemt/het , dat men bij bet o-_ Bepaa-
penen deezer Aderen eene van deeze kleine Ze-oorzaa-
iiuwtjes
ßeeki of affnydL — Als men dezelve\'-en.
alleenlijk fteekt, verwekt men eene hevige pijn,
die zich langs liet geheele deel uitftrekt, en ge-
duurende eenigen tijd, doch in minder hevigheid
doet gevoelen. — Wanneer de Zenuw geheel is
doorgefneeden,is de pijn voor een oogenblik he-
vig; doch wordt gevolgd, van eene
Doof gevoe-
ligheid., Verßramming QiVerßf/mg van dat deel,
waar langs het gekwetste zenuwtakje zich uit-
fpreidt.

Veelmaalen is de Fijn, eer de Aderlaating ge» Genee-

heel verricht is , meerendecis geftild, of wel groo-

telijks verminderd: —- doch zo niet, wrijve
men het geheele pijnlijke deel met een mengzel
uit
Oli van zoete Amandelen (Oleum Amygda-
larimDulcium^^Oiivan JVot";nen(()leum Lumhri^
corum) en Brandewijn (Spiritus Vini).

. De

(«) Zie bier nader over den Koogleeraar, A. Mon-
ro
s, Verhandelingo/fif de Zenuwen en/, vertaald door dea

P. M. ^./öia. 154. —

en

G 4

-ocr page 124-

i

3:04 OVER HET ADERLAATEN,

De Ferftramming geneest men met Balfern
van Floraventie ( Balfcmum Floravemi
) en OU
van Wormen (Olemn Lumbricorum\')
onder etisan-
deren vermengd, waar meede men Warm ge^
maakt zijnde 5 liet deel moet wrijven.

111. Kwetzing van een Watervat (punüura
vafis Lymphatïds).

Bspaa- Wanneer men eenige uuren, of daags na de
laatiiigjhet Verband nat, en zomtijds eene ligte
Bolachtige Zwelling , /;onder verandering der
ï-liiid"s kleur, in den omtrek van bet Vvfondje
vindt, betekent, dat \'er één of meerdere
cïJ-Fatervatjes met de Ader te gelijk door-,

fïooken zijn.

deifn°g Tn ^^ ^^^ Toeval befpeurt, doorweekt
Genee- men eene Kompres in eenig geestrijk vocht, Wyn\'
oï Bier-Azyn bij voorbeeldt , of wel de Spiri-
tus aceti
, en belegt daar meede, het zelve, zo het
nodig is, eenige reize herhaalende ■ het beledig-
de deel. - En niet zeldzaam ziet men dit ge-
brek hier door binnen weinige dagen herftel-
len.

Doch zomtijds, in weerwil deezer Middelen,
ïioudt de Uitvloeijing aan 5 of\'er wordt een ge-
^welletje
door uitfioriing in de« omtrek van het
k woild^

Jin

2iDg.

-ocr page 125-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

wondje gevormd:als dan is men verpligt,daar in
eene kleine opening te maaken, om uitgang aan

het Uitgeftorte Water te geeven -- maa-

kende vervolgens op de geopende plaats, door
een zacht dotje Plukzel ^ Kompres en Windzel
eene m.aatige Drukking.

Dit niet helpende, zijn eenigen gevifoon om de
Alcohol Fini^oï Spïr. Terebinthin.^ op het Wond-
je, en een fluitend Verband , van de toppen der
vingeren (verönderflelt het gebrek aan den Arm
te zijn; tot aan den Schouder aan te leggen. —•
Doch onzes bedunkens, zal het gebruik van den
Helfchen Steen
(Lapis itifs^nalis), welke bepaal-
der zijne werking verricht , op de opening van
het wondje gehouden, van beter en veihger uit\'
iverking zijn Hier door het Watervat toe-
fchroeijende, en de Eeltachtigheid verdelgende ,
wórdt de geheele zaamenhechtmg van her vat, en

van de kleine Pijpzweerachtige opening voort-

gebragt.

De Loodwit Pleister {emplajlnm de eer us fa)
op de opening gelegd, en de Drukking na het ge-
braik van den
Helfchen s^een, volbrengen de Ge-
neezing C).

IV. Verzweering van ben Laatsteen.

Dit toeval kent men, als het gemaakte wond- Bepaa-

je

O 2ie LkYhYgieginzekn der Heelkundetèladz.622^
G 5

ling.

-ocr page 126-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

je niet na gexvopnte (Init, maar eenige dagen ach-
ter den anderen openblijft, en de omtrek pijnlijk,
rood, ontflooken, en zich als een Etterend

Zweertje vertoont.
Oorzaa-
Jje Oorzüaken zijnX\'zV- of hmeniig: _ Uit\'

gif, wanneer liet Lancet of de Spons , waur
wetidig. nT^eede de Bewerking verriclit is, niet genoeg-^
zaanirein en gezuiverd was, of dat eene geduuri-
ge fchuming, van de met bloed hard geworde
Kompres, liet wondje doet open blijven, en ont-
fteeken,\' of dat een ftukje van het Vetvlies, tus-
fchen het wondje is ingeraakt, en de aanëen-
groeijing belet, of eindelijk ,dat de wond wat groot,
door eenftomp Lancet gefpheurd en niet welbe-
zorgd is. (*) --
Inwendig eene ongefleldheid der
vochten, welke door hunne fcherpce de Herëeni-

ging belemmeren.

Genf e- öie, welke uit Uitwendige Oorzaaken ontftaan,
zing in genoegzaam zuiveren en heclen, doorliet

ViUwenrii- <_> o ^ ^

ge ^Qi-Ungueraiim Bige[iivum oï Balfamum Arc\'<si op
zaaien, ^iclit wiekjc gefmccrd j iiicr d^tEmplas-

trum

(*\') A. Titzing merkt aaa , dac eene Ontfieeking en
Ztt-eering in het Laatgai, door opfnijding der Klapvliezen
kan outflsan. Zie
Ferdonkerda Heelkomt, bladz.
■ aieerendeeis kan men de Swetzing deezer Klap-vliefen
ontgaan, zo men acht geefc, vau nimmer op de
z-ickihaa\'
re mniondlngen
der Adertakken te laaten; naardien deeze
plaatzeu altoos van Klapvliezen voorzisn zijn.

-ocr page 127-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

irum Defenflvum of Diapalmiini enz,: of men kan
eenvoudig liet w^ondje dekken met een vet ge«
fineer Je
Emp. Defenfivum Vigonh.

Zo de Randjes eenigzins hard mogten zijn, ge-
bruikt men de
Emplajirum Saponatum,Mu-
cllago^ onmiddelijk op dezelve gelegd.

Wanner de Zweering uit eene ïnwencUge Oor- lainwan-

, r, 1-M - 1-1 oor-

zaak ailiangl-ijK is , moet, buiten aeeze voorge-zaaken.

(lelde middelen , de Vochtlh-oom alvoorens ,
door daar toe bekwaanie voorfchriïten , verbe-
terd en gezuiverd worden.

- HL KLASSE.

0\\TER DE zwaake , en zomtijds gevx^ah-
lijke
TOEVALLEN.

I. VLOEIJIKG OP HST GELAATEN DEEL.

Zomtljds ziet men, dat na eene Aderlaating_ _ Bepaa-
fchoon na de konst, zonder kwetziiig vaii an\'
dere dselen verricht, — echter Iioit, of eeni-
gen tijd na de Operatie, het geiaaten deel be-
gint te zwellen,
lloosachtig, Öntjboken, Rood
en Pijnlijk te worden^ ja zomwijlen zo fpoedig
en vreesliik toeneemt, dat het deel in p-ev.iar

O

van Stikkmg en Verilerving geraakt (*) , -—

Zie hier van een voorbeeld bij Dïonis , daar reeds
den
isveeden dagx\\-i dis; Toevsl het Vuur (^/m-/.-«) en den
derden de Dood volgde. Cf>ir. Oper. tkdz.. 532

-ocr page 128-

Bo§ OVER HET ADERLAATEN,

welk Toeval als dan een Vloeijing {fliixlo\') op^

het gelaaten deel genoemd wordt.

Da Oor I)t Oorzaak is altoos afhangelijk van eene

\'loos^lil^^^^\'\'^\' welke in de Vochten des Lijders

weadig. huisvest: want door de Ontlasting vain dac deel,

eene Ruimte vindende, geeft gelegenheid oni

zich aldaar neder te zetten.

Verêifcbt In dit geval moet de Aderlaater altoos zij-

een Ge- , _ rr

iieesheer. nen toeviugt tot eenen Geness- Heer neemen 9

om den Aart der Ziekte met gepaste Hulpmidr
delen tegen te gaan.
Uitwen- IJit\'Windig gebruikt men, zo het gebrek nog in
digehuip- den beginne en hgt is,verkoelende, en verzachten-
jea. de Stoovingen
(^fomenta), als bij voorbeeld :
Warm gemaakten
Witte • Wijn ( Vinum AU
hum\')\\ of wel.

De Geest van Camfer Brande\'A\'yn ( Spiritus
Vtni CamphoratuO , -^zyn van Goudglit {Ace",
turn Lithargyrii)
en Kalk water Qaqua Galeis)
onder eikanderen vermengd, en telkens een wei-
iiig warm met kompresfen over het deel ge»
legd.

Ook is in dit geval het Unguentum Nutri\'
turn & Album Camphoratum
op linnen gefmeerd
enherliaalde reizen aangelegd, van veel dienst.

Doch zo het gebrek hevig is zullen de Pap-
pen (^Gataplasmata)
van meer nut zijn, —•
Hier toe kan deeze volgende of diergelijke

ver

-ocr page 129-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

Verzacîîtende en pijnHillende Pap gebezigd wor-
den, als:

neem, j^.

Kamillen en Vlier Bloe-
men \\ Altea en Malva-
Bladeren^ van ieder een
hand vol : kookt het in
half Melken Water ^ tot
een Pap.

Flores Camomillx

•-- Sardhuci ;

Herbis altheue
——Malva:
, a. a. m.j!
coque in lac êulcis ö?
aq^ua commune P-
ceq, q. s. ttt. F. Cala-
plasma.

Deeze Pap moet bloot op het beledigde deel,
en zo warm als mooglijk is , doch wel uitge-
waazemd, om
de drie of vier uuren herhaald, aan-
gelegd worden.

Zo het toeval hevig wordt, en verdikking
drijgt, moet het deel op eenige plaatfen met
Infnijdingen (Scarificationes\') , en met die mid-
delen, welke in het
Heet- en Koudvuur (Gan-
grena &\' Sphaceluî)
bij de HeelkundigeSchrij-
veren genoegzaam te vinden zijn , behandeld
worden O-

IL

(•) Van eerdgen wordt In dit geval herhaalde Ader-
laatingen op het tegen over gefielde deel aangepreezen : —-
doch hier door fteit men die deelen
in een en hetzelfde
gevaar als het esrfle en zal dierhalven door voorzichtige
Cenees en Heelkundigen, hier in ,. nimmer goedgekeurd
worden.

L

-ocr page 130-

SÏG OVER HET ADERLAATEN

IL KwetziNG van het Beenvli^
iPunUura Periostii\').

ling^^^^\' Wanneer de Ellepijps-Ader op den Arm, da
Moeder - Ader aan de binnen enklaauw, of eeni-
gen aanhet Hoofd geöpend worden , loopt men,
zo men het Laocet te di-p (leekt, gevaar van
hec
Beenvlies ( Periostium ) te kwetzen.

Kentee- Een bdten gewoon gevoel, op het oogen-
keeen. fteek , de weêrftand van het Lancet \'t

welke vcrftompt en zomtijds zonder punt te rug
komt, veeltijds verzeld van pijn j fpanning en
ontileeking, welke zich langs het been, welks
Vlies gekwetst is, uitilrekt enz., zijn de aantoo-
jiende Kentekenen, eenerkwetzing van dat deel.

Gsafg, Zo de Toevallen niet aanmerklij li. Zijn, verge-
ving in j|Qee.t men
zich met Kompresfen , in een vijfde
ligte loe- ...

Valien, deel Brandéwijn, en vier deelen gemeen Wat er nat

gemaakt, \'er op te leggen.
In zwaa- de Pijn hevig is, neemt men zijne

re toevai-toevlugt tot pijnftiilende Pappen. —- hier toe
kan men met vrucht gebmiken ;

len

Kruim van Witte Brood (Mic^s Panis albi).,

met Witte Wijn {Vinum AlMm) :__ of

krumivan witte Brood, Saffraan (Crocus),
zoete Melk (Lac dulcis}: of die, welke
wij reeds bl^dz. 109 hebben voorgefteld.

Dir

-ocr page 131-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

Dit noch anderen niet helpende, is men ver-
plicht, het gekwetfte en gefpanne Beenvlies, tot
venrindering der fpanning,. en bedaaring dertoe-
vallen, te doorfuijden.

III. Kwetzing van het Peesachtig uitspansel
(PunBio in Aponeurofiy

Bij het openen van de Midden-ader Bepaa-

Jiana) o^ den Arm, ter plaatfe van de twee-
hoofdige Spier, waar van dit uitfpanzel affcamt,
is men meerendeels, zomtijds ook op de Hand en
Voet,aan de kwetzing vandat deel onder worpen(*).

Eene Pijn, die zich aanftonds door het geheele Kenteke-^
deel
verfpreidt, en van tijd tot tijd vermeerdert,
gevolgd zomwijlen van Zwelling en Hardheid, ter
plaatfe van de opening en een tegenftand aan
de pmit van het Lancet, zijn de Tekenen deezer
Jïwetzing\'

Omfiagen van zachte en verkoelende midde- cenee»
len, in den beginne gebruikt, konnen van veel zing.

nut zijn, zie bladz. io8. - Ook is het Un-

guen-

C*) De Peezeir. ( Tendins%) beftaan uit digt op elkan-
dare gepakte vezeldraaden {_f.bra") ; maakende eene Ron-
de dikke of platte üaart der Spier : anderen breiden zic^
als een dun Vlies uit^ en dit iaatften is het, \'t welk ge-
ißeenlijk
Peesachtig uitfpßnfel (^Aponeziroßs ) g^notmè
\'Woidc.

-ocr page 132-

:Eïg ÖVER HET ADERLAATEN

guentum Rofarum , Populsum , Nuitum , of

diergelijke van veel dienst.

Doch zo de Toevallenhevlg zijn, en\'er zwaare
pijn, hardheid, zwelling en outficeking plaats
heeft, moet men verzachtende en pijn Ifillende
Pappen
{Catapla\'imatd)(J?ladz, 109 en 110)aan-
leggen.

In het wondje druipt men (het zelve eert
weinig van eikanderen haaiende, of des noods
zijnde, het nog wat verwijderende)
Warme Ter^
psntijn Olie ; of ook de zonder Aicali gepre-
pareerde
TinUuur van Barnfteen met Baljem
yan Peru
vermengd. -— Anderen prijzen aan,
den
Balfem ven Arceus, van Copaiven, of de O-

li van Hypsrici enz. Zomwijlen doorweekt raeiJ

een Wiekje met deeze Oliën oiBaifems\\ en na dit

alvoorens op het wondje gelegd te hebben, houdt

men\'er een warm gemaakte Spatel op.-Docli^

met moet zorg draagen, dat dezelve, (of zo de
Oliën en Ballems in het wondje gedraipt wier-
den , ook deezen) niet te lieec zij, hier door zou-
de meer pijn en zwaare toevallen verwekt wor-
den.

lowen. Veeltijds worden op een tegen over gefteltJ

digehu!p-^|g£l herhaalde Aderlaatingen, eene ffoede Lee"
middelen. , -1

venswijze,verkoelende en ontbindende Hulpmid-
delen , ten uiterfte en allernoodzaaküjkst, in de aan\'
houding of vermeerdering der toevallen, vereifch.

%o

-ocr page 133-

M DES2ELFS TÖEVALLEr«, II?

de toevallen niet bedaaren, is men verpligt
de Opening te verwijderen en met de voorge^
üelde middelen aan te lioitden. — Zomtijds \\
worden\'er Ettergezwellen(^yfk^{/i/j) boven of
onder de kv/etzing voortgebragt, welke moeten
geopend, gezuiverd , en geheeld worden.

IV. Péeskwetzüng (Pun^hra Tt\'ndlnhy

Deeze, KwetzJng kan niet alleen op de Hand . Èepaa^
en den Voet, maar ook, en wel het meesl,
het vouwen van den Arm ,
aan de tweehoofdige
fpier > onder de Midden Ader geleegen
{bladz. 9)»
voorvallen.

De hevige Pijn, die de Lijder op het oogenblik Kenta»
der fteek, door den geheelen Arm, (verönderllelt
\'op dat deel gelauten te zijn) tot aan het Sehou-

derbeens-hoofd (Caput Os fis Humeri\'y gevoelt , .
en den tegenftand, dien de Aderlaater aanMe punt
van zijn Lancet ontwaart, doen kennen, dat dit
deel, of wel deszelfs Scheede (
Vagina) ge™
kwetst is (*).

In-\'

(*) De Beroemde Hallèr beweert, daj Peezen en Pees-
achtige Uitbreidingen
van gevoel ontbloot zijn ^en de toe-
vallen, die uit de kwetzing dier deelen ontfiaan, alleen
af-
ha«glijk 2i]n van gekwetste Zenuwiakjes, welke in alla
Lickaams deelen het gevod verwekkend zintuig uitmaa-
ken. —— Doch de
Baron van Swieten betoogt, datde.

H on.

-ocr page 134-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

Ösvol- Indien de Kwetzing maar ligtelijk gefcliied ï

gen dee- , .. _

zer kwee- g^^at ae pijn zomtijds fpoedig over ; - maai

, wanneer dezelve aanhoud, wordt zij wel dra ge

volgd van opzwelling, fpanning , ontfteeking eiï

verfdjving van het geheele deel;-—- van koorts,

iluiptrekkingen, verzaameling van vochten, het

koud vuur en eindelijk den dood.

In den beginne zijii (op den anderen arm) her-
2ingl haalde Aderlaatingen, welke de aangroei der toe-
vallen verhinderen, zeer nuttig. — Men dekke
het deel met een pijnftillende Pap of Stooving
(bladz* io9_ en iio) en behandele het wondje,
als in het voorige Hoofddeel (
bladz. 11ge^
zegd
Is.

Door af- Nietteegenftaande deeze voorzorgen, de toe\'
fayding. vallen echter vermeerderende, is de veiligfle eri
eenigile wijze , om het deei en Leeven van den

Lij-

ouraiddeüjke asnraakißg der Peezen, welke van haar bekleed\'
zei ontbloot sijn, aanmerkiijke toevallen verwekken i masr

met dit laatfte voorzien, het gevoel minder is. _ Zie

hier van een overtuigend geval, door zijn Ed. verhaald, in
de Aatnekeningen op de Korte Stsliogeu van BoERHAAViS
i deel bladz. 451 6? fcqq.

Wij zullen derhslven in bet verfchil dér Geleerden, 0-
ver
dbgevoelig\' of sngevoeligheid d*r psezeti, niet intre-
den, ---\'t Is genoeg dat wij bewust zijn, dat uit de

kwetzing dier deelen eene Pijn , en daar uit veelmaales
hevige en zwaare Toevallen onülaan konnen.

-ocr page 135-

£N BSSZELJ\'S TOEVALLENÏ

Lijdfer te behouden, de Pees dv^ers af te finj^

den C*). _ Hier door wordt de Bron der heer-

fchende toevallen geilait en door eene goede
Plaatfing j en behoorlijke Balfemachtige midde-,
len, heeft men meermaalen diergelijke deelen ^
Sionder verlamming zien lieïëenigen Cf).

V. Zencw-Kwetzing {PunBura Nervï),

Men kan geene fcheiding des geheels maa- Bepaê-;
l^en, op wat deel van \'t Lichaam ook, of \'er^^^\'^*
zijn Kleine Zenuw-Vezeltjes in begreepen; —,
doch wij htQO\'im mot Qmt ZenuW\'Kwetzing^
eeriC Kv/ctzing van eenen der zichtbaare takken ,
welke bundeltjes zijn, en met eene fcheede be-
dekt
Qzie hladz. ö).

Ter

Bi] eene gekwetste Pees rekken derzelver liesl ge-
bleeven vezeldraaden geweldig uit, en verwekken na rcfiate
dceser uitrekking, eèn min of caeerdere trap vnn Pi]r.,
en
deéze de verzeilende loevsüen. -- Dierhalven , zo de-
zelve niet fpgedig bednaren, is de gehee\'e affnijding van
dat deel onvermijdlijk. Zelden echter zijn de tofi\'
vallen zo bev;g, dat deeze Operatie verëifcht v.\'ordt.

(t) Dat de Doorfrdjding der Pess het deel niet altooö
verlamt, blijkt lüt verfcheido gegronde waarneeraingen. —■
Heer
Geenier had de Pees van de Tiveehoofdige-
Spier. digca bij hasre inplanting, afgcfueeden en echte?
wierd de beweeging en krachten van den Arm hnTtild.
Sie ds Franfchs Merc. van Julij i7S4»

• Ha.

-ocr page 136-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

Op wat Ter piaatfe van de Tweehoofdige-Spier (Muf-

deel de Biceps) in het vouwen van den arm, ligt
zenuw

mfest ge-derzelver Zenuw, en deeze is hetj welke het
wotdf nieest»ongelukkig,bij eene Aderlaating gekwetst

wordt. —- Zie ookbladz- 102.
Kentekê- Bijna dezelfde Toevallen, doch wel zo hevige
als bij de Pees-Kwetzing, doen de
Zenuw-Steek
kenneri.

Toeval- Hoe ecueZcnuw meer gefnannen is,hoe wei-
derzeivS\' niger vezelen eener Gekwetfte Zenuw geheel zijn
ouizaa- gebleeveUj des te grooter zal derzelver rekking
zijn; des te zwaarder toevallen zullen \'er komen;

en des te heviger zal de pijn zijn: ;- uit de

Pijn ontftaat Koorts en Ontfteeking ; niet zei*
den komen \'er ook Stuiptrekkingen uit voort;—.

op de ontfteeking volgt zomwijlen het Vuur ;
doch zomtijds formeeren zich na de Zenuw toe,
in het Vet als ook op afgelegene plaatzen, Ver-
zweeringen (Ahscesfus) :
— inzonderheid wor*
den de Klieren daar door aangedaan ; en hier-
van blijven allerleie
Boezems, cn op het laatst
Fijpzweeren over.

Maar op eene minder gefpannen, of ook ge-
heel doorgefneeden Zenuw , zullen diergelijke
fchriklijke ongemakken niet volgen

De

(®) De Zenüw op zich zelve is eeae zachte « weeke
zameiifleiüDg, voortkomende uit het Merg der Hersfenen

(Me-

-ocr page 137-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

Ds behandel\'ng van dit toeval eveKaart aan Genea^
dat der Pees-Kwetzing, - datis, men Heit her-
haalde Aderlaatingen > eene naauwkeurige week-
maakende en verkoelende Leevenswijs, zachte en
pijniHüende middelen, in \'t werk.

Gaande vervolgens zo dit vruchteloos is, tot
de behandeling, als bij
hevige Pees-Kw et zingen
(hladz.
r»4) geleerd is , over (*). —^ Echter
motten wij aanmerken , dat
de Zwarte BaU
fem van Peru
in het wondje gedruipt, door van
SWIETEN ,als een krachtdaadig middel in de
Ze-
fJUW en Peeswonden wordt aangepreezen Cf}.

WeJfcs

Aan deeze Wonden , als ook aan die der Pee- jjiiddelen

zen, zijn alle vette, koude j waterachtige, fcher- Schadelijk

° ■ zijn,

pe

(MeduHa Gsrebriy, doch het Vües, dat vrij dik is , en
waar tseede ieder afzonderlijk zenuwtje, en ook alle te
gelijk meede belj^eed
zijn , gaaft de taaij- en hardhaid
aan dit wezeo. —- Dierhalven ha!?gt de geheele uitrek»
king , en de daar op volgende toevallen, van deeze Vlifl.
zen of Rokken, en de vatjes., die door dezelve verfpreici
ïijn, en niet van het zenuw wezen zeiven,af.

i \'

(*) Doch bier onder is begreepen, dat eene afgefnee-
de Zenuw eene ongevoeligheid, en veriamoiiog van dat
deel, daar de
ze\'v,; (oe gerchHct is , verwekt, es! nimmer,
nocli door da
Natuur , noch door de Konsi kaa herèe-
Êigd of herfteld worden.

(t; Aantek, op de KorteSEelUagea v^i BaERHAAVE. i ieel
itads. 452*

-ocr page 138-

SU OVER. HET ADERLAATEN

pe en uit honig bereide middelen nadeelig» —
Ook moet de aandoening der luclr: geweerd en
gemyd worden.

Over hel onderfcheid der henmerken, hij de

Beenvlies-, Peesachtig UitfpanzeU.^ Pees-
en Zenuw • Kweizingen.

Het is in veele opzichtcnmocielijkuinde Toe-
Het ken. vallen te beiiuiten, welke deelen door het Lancet
zer toe- gekwetst zijn , door dien deeze vier laatdeia

vallen is haare uitwerkielen zeer nabij den anderen ko-
moeie-

lijk, men; _echter zullen wij, ten nutte der On-

geöeffenden , eenige hier toe opliclitende be-
denkingen mededeelen.
Tekenen De Kwetzing van het Beenvlies gefcliied zel-
derkwet-^^ ^p ^^gp^ Vo£t, aan het Hoofd, en op

Zirtg vnil \' ^

iiecßecn-dc Ellcpijps - Ader , cn onderfcheidt zich
door eenc in den beginne minder hevig en
iu

\'t vervolg diep liggende cn bepaalde ^ijn;-

ook dat ter plaatze der fccek geene Peezen of
Zenuw-Takken geleegen zijn.
Tekenen ^ fjet Peesachtig Uitfpanzel toont zich gekvrctst
kwerzing te zijn, door de nabij gelegenheid van Pcezen ,
vzn \\ t^e bcwuï\'dieid, dat het Lancet niet op dczel-
dg uit- ve geraak.t lieeft.- — Hevige pijn in den omtrek
fpanzei. ^^^^^ ^^^^ ^ fpoedig opkomende hard*

hcid enz, doch eene mindere hedgheid van toe-
vallen, dan iii de Pees- en Zenuw-Iiwetzing

plaats

-ocr page 139-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

plaats beeft, zijn de verzeilende en fchetzend©
liennierken.

Eene Pesskweiztng blijkt uit de ligging, en Tekeneii
aanwezendheid eener Pees juist onder de ge
maakte opening , —~ verzeld van de daarkwec-^
bij
(bladz, opgegeeven toevallen, die zïcli

echter in den beginne niet verder, dan tot in de
Inplanting van derzelver deelen uitftrekt, •

Doch de Zenuw - Kwetzing ontdekt zich, dat Tekenea
tiaar ter piaatfe geene
Pees, geen Uitfpanfel, of
Beenvlies gelegen is : ten minsten dat men be- ï^wet-

Zilien

wust is, dat deeze deelen door het Lancet niet
zijn geraakt: — en echter de hevige aanhouden-
heid van de pijn, welke z5ch ,
door en over
andere deelen uitftrekt. Veelmaalen worden
deeze Kwetzingen ook fpoediger gevolgd vaii
ontfteeking, Krump , Koorts, en andere toeval-
len. c^..

VL slag-adeekwetzlngi.
V/annecr men op den arm de Leverader (F"^- Gebewr«

^^nieescQp

(«) Men moet omtrent slle deaze Toevallen in acht
ncemen, of zij
alken uit de aangebragte Kwetsing, dan
wel, of ze met eene Kwaad-Sappige L|chaams gefteldheid

zijn zaamengefteid.

Ook zullen zij in een fterk en zwak Lichaam verfchil-?
Jen : wa.^t bi] den
eersten wordt het bloed met meer ge-
weld
sm, en na het gekv.^etfte dee! gedreevcn, dan bij
den
Laatzen , en verwel^t hier door des tc heyiger ^
fsweldiger toevalier«

■ ÏI 4

-ocr page 140-

SU OVER. HET ADERLAATEN

Sa arm^ ^^ BaJÏÏka) opent, kan zomwijlen de Arm Slag-^
" {Arterïa Brachialii)^ welke nevens of on-

der deeze ader ligt , ligtelijk, bij ongeluk of

onvoorzichtigheid gekwetst worden. (*).
Verdoe- Deeze Kwetzingis in derzelver Holte door-

O

gaande, of alleenlijk in^haare buitenfte Vlie-
zen. ___ Die, welke tot in haare Holte door-
gaat , is weder onderlcheideii, door dat, het
bloed buiten de liuid en bekleedzelen uit>
ilort, of onder de huid en tusfchen de bc

kleed-

O Het is echter ciet altoos zeker , dat de Arm-Slagä"
^er de Lever-Ader verzelt : —bij zommige Voorwer-
pen ligt de Slagader zeer diep ; bij anderen boven da
Spieren even onder de huid ; en wederom bij aaderea

©verkruïsfen zij elkanderen : -doch zomwijlen wijkc

de loop deezer Slagäder wel eens van haare natuurlijke lig_
gingïfi cn
de Waarneeraingen bevestigen , dat zij meerr

maaien de Hoofd-Ader verzelde. -Zie hier aangaande

ViKK Ammerkingen ep de Chir. Oper, van Diqkis , bladz..
216.

Dierhalven is bet ( dat nogthans maar al te veel ver-
zuimd wcrdt) van de uiterfte noodsaaklijkheid, zo men
een deezer Vaten wil openen, alvoorens men den Band
legge, de
Plaa:% en Ligging dar Slagiider (als bladz.
geleerd is) te onderzoeken.

Wij vinden bij C. Guattani, dat ook een der KIei;:e
Takken van de
Arteria Jibialis , op den Rug des voets
gelegen, bij eene- Laating op dat deel kan gekwetst wor-
den. - Zie hier van een Voorbeeld in zijn Ver-

hand. «ver de Slag-dder^ez-milen^^^ Wmrn. bladz. 8p»

-ocr page 141-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

Ideedzelen invloeid: aan welke laatfte men den
naam van
valsche slagaderbreuk (Aneurisma
Sptiria)
heeft toegevoegd.

De Oofzaaken zijn: _ dat de Aderlaa- Oorzaa-

ken»

ter (wel meest bij het openen der Lever-Ader
op den arm) ongelukkig de Slagader gg/^^^?/ of
ten deele doorileekt— 2.) en vooral kan dit
gebeuren, wanneer de Slagader zich boven de A-
der verheft, en dus dezelve voor de iaatlle doet
aanzien; — 3.) ook wanneer de Lijder door
Stuiptrekkingen is aangetast, waar door het deel
in eene gediuirige bevveeging. is, en dus de Ader
moeilijk van de Slagader kan onderfcheiden wor-
den ; — 4.) of dat aan den Aderlaater geen ge*
iioegzaame tijd, om den arm gade te Haan, ge»
gund wordt; - sO ^n eindelijk , dat men bij
het openen der voorgemelde Ader de punt van
het Lancet te
Perpendiculair , en niet fchuin E-
Jeverende
genoeg, inbrenge«

In het Eerfie Geval, naamelijk, als de Slag- Tekenea
• ader tot in derzelver Holte geopend is, fpringt kwVtztng

het Slagaderlijke Bloed met geweld als eene ftraal tot in der-
„ , .. , , zalvahoi-

en fcheutsgewijs na de beweeging der Polste.

uit. - Deszelfs Kleur is veel Rooder dan dat

van de Aderen ; het llremt zeer fchielijk ; eene

drukking boven de opening vermindert deszelfs

drift; daar in tegendeel de drukidng onder dezel-

sre de uitvioeijing vermeerdert.

H I Zo

-ocr page 142-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

Hoe zich Zo dra men uit deeze verfchijnfelen liefpemt,
gêXrl^/^ de Slagader geopend te hebben, m.oet men zich
gen, vrijmoedig en onbefchroom.d aanfteilen, en het
ongeiuk. is het moogelijk, voor Lijder en Om-
ftanders verbergen (*}.

Men trekt den Knelband zo ftijf toe, als moo-
gelyk is, laatende een Helper den arm onder-
flcunen; intusfchen dat de Aderlaater eenander^
en ftcviger verband \'gereed maakt , bedaan-
de in een ftukje Zwam
CAgaricu.s\') , of bij ge-
brek van dit, een ftukjc gekaauwd en uitgeperst
Papier, ter groote van eene Nootuiufcaat; twee
of drie Kompresjes , de eene grooter dan de
andere; en eindelijk een Zwachtel van vijf of ze^

ellen lang.

Wanneer \'er eene genoegzaame menigte bloeds

ontlast is, 20 dat de Lijder flaauw wordt (^f);

zet

(-■) Om dit gepp-sE te doen, nioet de Adedaater voor-
geeven, dat hot bloed van den Lijder zeer driftig is, en
bij gevolg meer ontlast en nsauwksuriger verbonden moet

worden. -- Doch, indien de Lijder of omftanders de«

misflag markten, moet hij dit niet ftijfhoofdig blijven ont-
kennen; maar de fout, als iets dat den geöelFendlleri Ader-
laater kan fetbenren, openhartig belijden, en voorgeevfüi,
dat \'er geene
zwaarigheid is, zo de Lijder zich maar ftü
houdt, ea aan de bevelen van de« Aderlaater gehop?\'
zasmt.

<;t) Men moe: echter niec altoos wachten (gelijk veeleu

la\'iU

-ocr page 143-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

%zt men den duim boven de opening, neemende
den Laatband weg , en na alles gezuiverd te
liebben, legt men liet
/tukje. Zwam, of het ge^
kaauwdFapier
op het Vv^ondje,- hierop de klein-
fte
Kompres en vervolgens de overigen, zo-
danig , dat dezelve boven het waterpas van den
arm uitfteeken: hier over legt men den Zwach-
tel, doch flijvcr dan in de gewoone Aderlaating
fian, bevelende den arm voor het lijf geboogen,
en zeer ftil te houden.

Men bezoekt den Lijder heriiaalde keeren,
om te zien of het bloed niet door het verband
heen dringt ; en beveelt den Zwachtel nog
eenige dagen, uit aanmerking van de drift des
bloeds , om te houden; maakende denzelveii
den tweeden of derden dag, alleenlijk een weinig
iosfer, zonder nogthans aan eene der Krompres-
fen te ra?Jien. —- En zomtijds is men gelukkig

ee«

O

wiüsn) tot dat de Lijder flaauw wordt : - dit zoude

nadeelige gevolgen kosaen hebben. —— Bij eene Zwan-
gere Frouw,
of bij Perfoonen, welke dit toeval niet ligt
ondergaan ,was het gavsarlijk. —— Zomwijlen loops het
bloed onder de huid in het Vetvlies
(Cellulofa), en ia
dit geval, is de toema3\'\'^ing hoe eer hoe beter nuttig.

Men Richt zich dan liever na de hoeveelheid bloed,
•ivelke de gekwetfte Slagader ontlast heefc, en na de om-
ftandigheid der verfchijnzeien.

-ocr page 144-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

genoeg , door deeze manier , eene Slagader
Kwetzing te geneezen (*).

Valfche Doch het geluk bcgunftigt hier in niet al-
fl^apder- ^^^^ ^^^^ Aderlaater : ___ veelmaalen loopt het
bloed, en vooral zo de opening van de Slaga-
^ der niet over een komt met die der huid;of dat
het zelve zo driftig niet uit het laatstgemelde
kan ultvloeijen,in de
Cellulofa tusfchen de Spie-
ren onder de huid uit,\'_of wel, indien de ope»

ning in de Slagader zeer klein is, en het bloed
niet door de bekleedzelen kan uitloopen, ftolc
het alvoorens het een merklijken afftand der ope-
ning van het vat is voortgertooten , en maakt een
beletzel voor eene verdere uitvioeijing en ver-
fpreiding van het volgende bloed in de Cellulo\'

faf

Zie een Voorbeeld, en dierjelijke gelukkige Ba-
handeling, bij D
io nis, Chir. O^er. iïadz, 435.

Het woord Geneezen bcöogt niet, dat de Vliezen der
geopende Slagader (gelijk in de Aderen gebeurt) wezent-
lijk weder hei eenigen. Het tegengeftelde is te klaar be-
toogd: en zo men bezeft, dat de Slagader in eene geduu-
rige beweeging is, de gekwettle Spiervezeitjes altoos zijn
gewoon in te krimpen, en hier door hec Openingje doen
verwijderen, zo zal men klaar bevatten, dat de
Her\'éeni\'
gingy zo niet onniooglijk, center zeer bezwaarlijk, ett
maar zeldzaam zijn kan. — Maar door
Geneezen ver-
ftaaa wij, dat hec Wondje der Slagader door een foort vatt
Callus of eeitachtigheid (denkelijk door bij gelegene deelett
feformeerd) gefloo:en worde.

-ocr page 145-

igN OTSZÈLFS TOEVALLEN. ïa?

fa , bet welk in kort als een vast en bard Li-
chaam wordt ( * ). Zomwijlen formeert dit
bloed, onder de
Aponeurofis^ een gezwel, ge-
lijkende na eene waare Slagaderbreuk (f).

In deeze of diergelijke gevallen kan de be- , Behm»

^ dfillDÉT

Winding van het geheele deel, als het bij Onder-
vinding best en veiligfte\' middel, aangewend wor-
den.

Men bednt (den Lijder alvoorens aan de bete-

ö Bewm-

digde zijde ontbloot èn wel geplaatst hebben- ding.
de) met op het wondje eene welgedroogde Ke-
gelvormige fijne Spons te leggen, waar van de
Punt uit de buiten fpons beftaat;
hierover een
plat,
doch grooter fluk, en vervolgens trapswij-
ze drukdoekjes ,• leggende op den Stam der Slag*
ader aan den Oppeiarm, eene lange dikke Kom-
pres aan, —Dit alles wordt zo lang vast gé-
houden tot dat men alle de
vingeren der hand ,
ieder
afzonderlijk met eenen zwachtel van een\' i

duim breed en vervolgens met een\' breeder ,
de geheele Hand, den Onder- en Opperarm, met !|i

langzaame opklimmende flagen , (en vooral ter \'i

plaatfe van de Wond, alwaar ze eenigzins vaster : 1

\'il

en ij\'

Zie hier over de ftaaije Verhandeling van den Hoog-
ieeraar
Monro, Edenburgfche Proeven, 2 deel, bl^dz, •
168 & Jsqq-

(t) Zie zodanig een Voorbeeld, door den Heer P
ÏIT, dans les Mm, de des Sciences 4e

-ocr page 146-

XSÓ OVER HET ADEPXAATEK

•en kmisfende dienen te zijn) tot onder de Oxel j
en zelfs eenigen oni de borst doende, heeft om-
wonden en vast gemaakt (*} — wordende dit

al-

(■■) Het verband tot de Hand en den Arm beflaat, zo
als gezegd is, uit twee Zwachtels , ieder op één hoofd
opgerold , waar van de eerfte één duim breed en om-
trend zes eile Isng is , doch de andere moet een half
daim breeder, én wel eens 20 lang zlja.

Dit Verband wordt dusdanig volbragt: alsffien het
Windzel (veronderrlelt hec fmalfte) op één
hoofd geroli
heeft, maakt men het met car.ige kringswijze fiagen om de
voorhand vast daarna leidt men hec zelve fchuin ovef
denahand, tusfchen den Ringvinger en den Pink, bedekt
den Pink mét kruipende oitigahgen, cn gsai weder lang®
de Hahand rugwaards tot de voorhand om eene Krings-
wijze leiding te maaken« —Men moet ih seht nee-
ïnen zo dikwijls men te rug keert, dat men altoos otó
de
voorhand een kringswijzen Omgang maakt, om het ver-
band vast te doen liggen. — Van de voorhand gaat meö
met het windzel weder fchuin opwaards over de
nahand ca
den Ringvinger, om denzelven, gelijk ais de Pink, taec
gesaelde kruipende flagen te omwinden; en leidt\' hec zei\'
ve
weder te rug , fchuin o ver de nahand en den voorigeff
omgang om een X ce maakenvan daar koiiit
iPiCn wedec
tot de voorhand. —«— Met zodanige omwindingen vaaff
men voort, tot dac de overige twee Vingeren en den Duin\'
bewondcn zijn i omwindende vervolgens de hand inft
kringswijze omfiagen, tot aaa den oadararm, alwaar roe®

dit windzel vastmaakt»

Vervolgeus neemt men het breeder of langer Windzel /

beginnende daar meede ter plaatzc daar hec eerlla geeindig\'^
isg loop2£ide voorts opwaards, zodanig dac de eene Ou^\'

M

-ocr page 147-

m DESZELFS toevallen. jÊf

altes van tijd tot tijd met Azijn en Koud Water
(Oxycraat\') bevochtigd C"^).

Dit Verband wordt om den anderen of derden
dag vernieuwd / en eenigzins vaster aangefloo-
ten; zonder dat nochtans de Drukdoekjes of
Sponsjes worden aangeroerd , \'t welk niet voor
den zestienden of twintigften dag moet gefchie-
den (t).

Inwendig moeten verkoelende middelen, en inweiidi.

ge behaii-
l^ei- deliag.

ilag een gedeelte van den anderen bevat, tot aan het vou-
wen van den Arm, ter plaacze der kwetzing, alwaar mea
eenige Kraakelingswijze omflägen onder en boven
den ei-^
leboog doet
, even als in het gewoone verband tot de Ader-
laating
{bladz. 52) gcbruiklijk is. Daar na loopt men
verder opwaards tot oaderdea Oxel;dea zwachtel over de
Schouder heen leideade, brengt men denzelven over de
Borst
ouder den overgelegen Cxel door, bevestigende denzelveiï
met één of meer omwindingen, na
maate de lengce des
zwachrels
is, om het bovenlijf vasc (zie pl IL Fig. 8.)

(*) Bij het gebruik der Spons moet wel in acht genomea
worden, dat
dezelve volmaakt droog , fijn, en zonder
eenig bloed befmet, op het wel afgedroogde wondje der
Slagader
gelegd wordt , waar op zij aanflonds vastkleeft,
«n zwellende , eene zachte veerachtige drukking maakï.
Zonder hier op
acht te geeven is zij veeltijds Nuüoos.

(f) Zie over dit Verband en deszelß niudgheid, het
^anhangzel van dan kundigen Hand-Arts J. van derflAAÄ,
achterde Verhandeling over de Slagadergszwellen van
Güat-
ïani
geplaatst. — Als ook J. Z. Plaxner Handl. Eotda
Cjür. I Deel bladz. 4©8. & Seqq.

-ocr page 148-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

lierliaalde Aderlaatingen gebezigd worden. — De

Lijder moet weinig eeteu, en niet dan wateriger»

en voorül geen \'Geestigen drank drinken (*),

Tweede Docli zomwijlen voldoet deeze handelwijs zo

manier eerste aan het Oosrmerk: het bloed

vsn bin- °

ding. vloeit uit de opening, \'t zij onder de huid of
door bet verband heen.

In dit geval word liet Draaikoord (Tourni-
quet\')
(10. om den Opperarm (verönderftelt het

yoo-

(*) J. Z. Platner, ibid 410.

(fJ) \'Er zijn twee foorten van Teurniquets , het eenè
dat door Konst bereid is, en hec andere
Eenvtudige of
Gewoone, dat in tijd van noodzaaklijkheid, en bij gebrst

van hec eerfte gebezigd wordt.

Het eerße , zijnde een Scbroef\'tuig, mïskt op den Stata
der flagäder eene bepaalde drukking. Zie deszelfs Be-
fcbrijving eu Afbeelding onder anderen bij J. Z, PLatne&
Handl. tot de Chir. ph i fig.

Het andere Eenvoudige of tourniquet be-

ftaat uit een vast opgerold windzel , dne of vier Vings-
ren breed : gefchikt om op den ftam der Arm-Slagäder
binnenwaards op den opper-arra aangelegd te worden; waar
over men een\' langwerpige Kompres, ora den arm aan-
voegt over welke laatfte weder een fterke Band of Koord
tweemaal omwonden worde, bevestigende denzelven aan
de buitenzijde met eenen Knoop en Strik vasc ; onder
welken Band ter piaatfe der Knoop men een ftukje Bord-
papier fteekt, en daar over een ftevig Houtje, ter lengte
en dikte eens vingers , door welk laatfte om te draaijen meö
deu Band zo digt coehaald, als men noodig oordeelt »•kon-

üeOf

-ocr page 149-

EÜ DESZELFS TOEVAÏ.LEN. Ï^s»

Yoorige verband alvoorens weggenoomen heb-
bende) op den Stam der Slagader, omtrend vier
of vijf vingeren breed, onder het hoofd van \'t
Opper-arm-been aangelegd ; zodanig , dat des\'
zelfs drukkende Magt, aan den binnekant des
arms, juist op den Stam\'der Slagader aankome
(zie/»/,
n fig. I).

Het Tourniojmt genoegzaam toegedraaid heb-
bende , verwijdert men de wond der bekleedfe-
len, om uitgang aan het ondergeloopen en uit-
geilort Bloed te geeven, hierna ftrijkt men, met
eene
zachte drukking, op de omliggende en met
het uitgeftort bloed geviilde deelen na deeze ge-
ïiiaakte opening ter ontlasting aan. Vervol^
gens legt men op het w^ondje der gekwetste
flagäder een ftukje Zwam QAgaricus^^hiQv ovqx
weder een grooter, en nog een grooter , ver-
volgens wat Plukzel, eenige Kompresfen , en ijfi
eindelijk het Verband aan. Zie bladz. 125 (*),

Na dit all^s draait men het Tourniqust een

wei-

iiende hat zelve door eea aader bandje onder het eerste

op een duiai breed na bij het (lokje geftooken of vast ge- ||

maskt, dus gedraaid op het deel bevestigd worden. iVj

(*) Men begrijpe ligtelijk, ds: de Zwachtel in dit ge-
val , niet gelijk in hec voorige, tot cnder de Okfel en \'

om het üif kan heengaan j maar uit aanmerking van het
Tourniquet, tot
am onder heEselve raafit aangeiegd e\\\\
^svesdgd worcien.

Ik

-ocr page 150-

f3,ö ■ OVER HET AÖERLAATEÏ^

weinig los, doch niet meer dan dat men even
den Polsfïag voelen kan , en neeme het zelve
niet eerder, dan na verloop van eenige dagen ,
uit vreeze voor nieuwe en gevaarlijke Bloédftor-
tingen, eindelijk, van tijd tot tijd het iets losfer ge-
maakt hebbende , geheel weg. ^ Verder behan-
delt men, als in het voorige Géval
bladz. i^J
gezegd is.

Q^gr. Dit niet helpende , iS men veipHgt om den
gang tot Arm en Lijder, zo het moogelijk is te behou-
fch^p-^^"^" den, en voor het dringend gevaar te redden ,
als dan de
Operatie der Onderfchepping te be-
proeven.

Dit wordt op de volgende manier verricht: —.

de Bekléedfelen boven en onder de kwetzing
genoegzaam verwijderd zijnde, (men veronder-
&.Q\\\\Q.^6i?Ltli,QtTourniquet is aangelegd,en zoda-
nig toegedraaid, dat de klopping der Pols-Slag-
ader (.«rj^r/miïiliS\'i/^ï«) niet meer gevoeld wordt)
brengt men een fijn Sfiktje na boven in het
wondje der gekwetste Slagader,ligtende haar met
het zelve een weinig op , om dus van de naast-
aangehechte deelen, en, zo het moogelijk is ,

ook van de Zenuw te fcheiden. _ Vervólgend

neemt men twee kromme ftompe Naalden ,
met gewafclite draaden voorzien,brengende een
boven, en den anderen beneden het wondje der
Slagader, om dezelve aldaar (het Stilctje alvoo-

i-ens

-ocr page 151-

EJSI DESZELFS TOEVALLEN. ÏOjJi

r\' «

rens weggenomen hebbende) met een tweemaal
doorgeftooken,
oï Heelmeesters-Knoop ves-
tigen.

Het midden-deel der Slagäder tusfchen deeze
twee Bindingen, moet niet afgefneeden worden^ >

om door de inkrimping der einden, geene af-
fcludving der draaden, en dus geene nieuwe
bloeding of andere toevallen te verwekken.

Vervolgens verbindt men de Wond met zach-
te en
Ett er maakende Digeßiven , met Plukzel \'/J

maatig opvullende ; hier over Kompresfen met
warme
Wijn, Braniewijn of iets diergelijks be- \'

vochtigd; en eindelijk een geen te knellend Ver- _ ,

band. — i^elfs is het nuttig den geheelen Voor- 1

arm, welke geboogen en voor het lijf gebonden \'

is, met deeze voornoemde Stéovingen of Fomen-^
tatien
te beieggen. , \'

Met het Tourniquet handelt men als vooren • i

hladz. 1 s9 gezegd is, \' |:

Na deeze verrichting wordt gemeenlijk de on- tïevol-
derärm en Hand doof, ongevoelig, koud en bleek; ge"
de klopping der Pols laat zich niet meer gevoe- ^^

len, — t)och met het gebruik der zo éven ge- 1

noemde ftoovingen , het vlijtig wrijven m.et A- i \'

zijn en Water enz. ziet men meemiaalen, dat dit_ \'n-

Deel na eenigen ^tijd in Warmte , Roodheid, ï

Gevoel, ea zomtijds de Pols in eene flaauwe iiC\'

I Klop. ■ ï;

\'v

/f.

-ocr page 152-

100 OVER HET ADEÏlLAAtEM

Klopping, (*) begint te herleeYen, men ver-\'
volgt als dan met de
Ferëttering,Zuivering enz»
m de wond, tot de geneezing Cf),
s " Nï

(*) ik zegge zomtijds i \'watic bij aldien men eeniges
djd na deOperatie denPolsflag in dsRadiiSU niet gewaar wierd,
moet dit geenzins a!s een voor dat deel doodiijk gevolg
aangemerkt worden; nadien zomwijlen die nirainar daar itj
ïneer gevoeld wordt, en echter in kracht en fterkta kan hst-

ftellen. Zie MoKt^o in de Edenb, Proeven 2 deel blaiz,
374»

(f) De Ontleedkunde leert, dat de Arm-Slagader (//r-
teria brachiaiiQ in het buigen van den Arm, zomtijds
hooger dan\'laager , zich in twse takken verdeelt, welke
na den Voorarm en Hand loopen. -— Veelen dan, raaden
de Ondenchepplog, in geval de kwetzing boven de vet««
^ifieling plaats hsd,\'volftrekt af, uit aanmerking, dat daw

4oor de Leevend-roedende invloed, na het ondergelegen
deel, ondetfchépt en beletniiierd wordt, en hier uit , na-
ïuur
!i|k eeKe verfterving voQrïvloeit.

Doch onzes bedunkens kan. de Onderfchepfmgtn Toß-
Unding, fchoon boven de verdeeling, echter veiiig , ea
veelmaalen met eene heilzaame uitwerking werkftellig ge-
maakt worden.-De osuleedkunde lee.rt, en de Ondervin-
ding bevestigt, dat\'er bij het bovenfte deezer Slagader, een
aanzienlijke Tak afflpnt, welke na den Onderarm loopt,
en bij ontbeering van deezen,. konnen de kleine zijtakjes,
die geduurig uit de
Arteria Brachialis voortkomen, en
in mondingen (inofculaiiones^mQi kadi/ea tn Ulnarii
maaken. gencegsaam verwijderen, om eene genoegsaame
isoeveelh^eid bloeds, a^u
dq oadergelegfn daelsa te ver-
Itfhaffc*!,

-ocr page 153-

m DESZELFS TÖEVALTiENi m

Na de Operatie, ( fchoon geneezea zijnde j
blijft zömvvijleil eene Zwakheid in daf deel over.de Ope-
Hier toe zal liet gebruik van hdtUnguemum Ner-^^^^"\'
ifinum.,
liet v;eik met krachtige gedillilecrde ö-
liën aangezet is, van veel dienst zijn.

Wanneer echter, na verloop van vier - én- Doode»

lijke vee-

twintig uuren , het deel onder de binding onge-fchijazg.»
voelig enkoud blijft , geen Polsflag zich ver-\'®®\'

toont,

Wi] zuilen tot meerdèr opheldering van dit gezegdè
iiortelijk twee gewichtige gevallen van Slagader-Kwetziri*
iingen , weike onder vele anderen gelukkig door de Ope\'^
rsEie geneezen zijn, hier bijvoegen. —i- Hec
eerjle geval
befchrijft de Hoogkeraar Mokro^ zijnde eene Kwetzing
van den Stam der Arms - flagader, door eene ongelukkige
Aderlaating veroorzaakt , en welke na verloop van eeii
jaar door de Operatie, in korten tijd , zónder verminde-
ring
van Sterkte of beweeging van dat deel, herfteld wierd,
£ie de
Edenb. Proeven 4 deel, blads. 185 feqq.

Hef anderen verhaak Severinüs , betreffende een Jon-
geling
i welken de Slagader in het midden der Dije (Fe-
mor) gewond was, en eene hevige bloedftorcing verwek-
te ; doch door een Verband öp dien tijd geOootèn wierd.
Échter liep het bloed in de
Cellulosa tsit, ea verwekte dsii
volgenden dag eene groo£e zwelling en klopping den veer-
tigften dag wiérd de plaats geöpend , wordende omtrend
zvs Ponden klonterig bloed ontlast: de Slagader wierd bo-
ven en beneden de opening onderfchepten gebonden 5 en was
ia verloop vaa zes V/eeken, zonder het minfte nadeel
de Dije of aaa liet Been toe té brengen,génaezei}«^\'^«
de tfficsd medicina Y l. part a, pag. 51.\'

l <Z

-ocr page 154-

SU OVER. HET ADERLAATEN

toont, Blaaren Fe firn\') op de hand komen ,
Blaauwe Viekken zich voordoen enz. toont,
dat \'er verftikking en aanftaande verderving van
\\ geheele deel plaats heeft, en noodzaakt den
Heelmeester, als dan het zelve , even onder den
Schouder, tot behoud van \'t Leeven wech te
neemen. __ Zie over de manier deezer Opera-
tie
Le Dran, Sharp en meer anderen.

Waare Wanneer men bij de Lafiting alleenlijk

vliezen d^v Slagader gekwetst heeft, zo
worden de binnenften, doordien zij den tegen-
ftand van het aanvlietende bloed niet wederftaaii
lionnen, door de opening der buirenfte heen ge-
dreeven, en maakt langzaam of fpoediger, een
min of meerder groot Gezwel ter plaatfe der
twetzing : — \'t welk men eene
waare slaga-
der breuk
(^Aneurisma Fcra) noemt.

Kentcke- Kentekensn]\\\\: (\'t zij het gezwel kort ,
of lang na de kwetzing zich voordoet) dat men
op het zelve drukkende eene Klopping ontwaart,
evenals in de Slagader gevoeld wordt; -— lig.
telijk kan men het, zo het nog klein is, door druk-
king doen verdwijnen; doch keert, de vingeren
of drukkende Macht wegneemende, oogenblik-
lijk weder; behoudende de huid haare natuurlij-
ke kleur.

Genee- De GeneezJngvmi dit gebrek beflaat riJöré\'^w,
na het gezwel alvoorens te rug geduuwd? en het

deel

-ocr page 155-

EN DESZELFS TOSVALLEM. uS

deel in zijn natuixrßaat gebragt te hebben, in eene
bepaalde en aanhoudende Drukking , door het
daar toe van den Hoogleeraar
Senf iiitgevonden
Konsttuig

Dit niet genoegzaam voldoende, (dat moge-
lijk maar al te veel bewaarheid is) gaat men tot
de
tweede, en hij ondervinding aangepreezen ma-
nier, de
Bezwachteling naamelijk, van den ge-
heelen arm, als reeds
bladz-> 125 geleerd is ,
over.

Doch wanneer het Gebrek zeer groot en uit-
gebreid IS, loopt men gevaar dat \'er eene Fal-
fche Slagader.Spat QAn&urisma Sptiria^ zal ge-
booren worden. —— Dierhalven is het in dit ge-
val beter de
O.nderfcheppïng, evea als in het voo-
rige te beproeven, dan geduphter Toevallen af
te wachten. — Alleenlijk moet men hier bij aan-
merken, dat, wanneer het leel boven en onder
gebonden zijnde, de Zak, die de
Aneurisma
maakt,moet geopend, en het inhebbende bloed
ontlast worden (j).

Zie J. Z. Platner Baniel. tot de Chir. pl. i.
fig. 10.

(t) Omtrend de Waare SlagMerfpat (Aneurima Fe.-
rd) welke gelukkig door de Operatie geneezen is, is on-
der anderen Leezenswaardig de Verhandeling van den Heer
John IVIargill. zie het Tweeds Deel der Edenhurgfehè
Proeren, l>lads, 158 feqq.

i A.

-ocr page 156-

n6 OVEÎl HËT ADERLAATÊNénI.

ît^g"^®\'^\' z^^hen de kwetzing der Slagader fluiten ;

in betrekking tot derzelver Operatie , met deeze
aamnerldng : dat, vparaieer het bloed (door het
openen der bekleedzelen) uit de bijliggende va-
ten , dit fijne handwerk mogt belem.meren, men
als dan de gemaakte wond, alvoorens men ver-
der gaat, inet Plukzel belegge en opvulIe,even
gelijk men in de
Trepaan Stelling gewoon is.—
Dit verzekerd en het bloeden opgehouden zijn-
^^ ? gaat men op nieuw zonder verhindering tot
de verdere Operatie over (*}<

Ons

(*) Zie hier over den geleerden Brief van den Heer
Sermes in de Rusi Uuren v«n A, Titsing, bM^, 139«

-ocr page 157-

m

Om oogmerk Wäs om de Aderkatiag
zonder de Slagaderopening den Leerlin-
gen voor te pellen ; -- docb by nader

■inzien, oordeelden wij het niet ondienfiig,
deeze
laatftè hij wijze van Aanhangzei tot
dit deel te voegen. - Immers de over-
eenkomst is te naauw aan dtn anderen ver-
knocht om dezelve daar van geheel af te zon^^
deren.

I 5 SLAG-

-ocr page 158-

2S8

SLAG ADERLAAT INC«

Arterieiomia.)

liag."^^^^ JOL^t Opfclirift geeft genoegzaam liet ken\'

merk deezer Operatie te verilaan : - naame- •

lijk eene door konst in de Slagader gemaakte
opening, om daar uit na vereifch bloed te ont-
, lasten.

Waar ver- Slagaderen ^ vj&lliQ onmidlijk op een been lig\'
lichc gen,en voorliet gevoel en gezicht vatbaar zijn,
zijn bet gefchiktlle tot deeze opening. Uitdien
hoofde wordt hier toe gemeenlijk de
Slaapjlag\'
ader {Arteria Temporalis\')
verkoozen (*}.

Voorzor- in gereedheid hebbende, als in de A-

geu. derlaating bladz. 26 gezegd is, plaatst men den

Lijder op eene bekwaame plaats, laatende zijn
hoofd zijdewaards houden. — Men legge een
fmallen Band even
hven de plaats daar men de
Opening maaken wil aan ; om daar door dit
Vat des te beter te bepaalen, en te doen zwel-
len ct>

Daar-

(■*) Da Heer Martin wil ook,dat men in gevaarlijke

cn hevige .Borstkwaalen de Polsader C-^ruria RadUa)

zal openen. Zie Traité de La Phlebctomie & de VAr-

ieriotomie peg. 481. —- Doch hoe minder dit gevolgd

wordt, hoe nuttiger en veiligermoogel^k voor het Menfch-
dom.

(t) Zommigen echter gebrötkea geen band,ea bepaalen

«1

-ocr page 159-

SLAGADERLÄATING. 139

Daarna neemt men een ge woon doch ftevig Operati®.
Lancet,\'t welk men geopend in den mond fteekt
(zie hladz. 27)__Men tekent met inkt of iets an-
ders, zo de Sla;-,äder niet genoeg zichtbaar is ,
de plaats daar men dezelve gevoeld heeft, en
die men verkiest te openen. — Men fpanne de
huid met den duim en voorflen vinger , en tus\'
fchen deeze beiden maakt men de Opening ,
even als in de Aderlaating (
hladz. 27 ) gef-
leerd is.

Men kan ook, zo eenigen willen , een der Tweed«

Ttj j \'j 7A

kleinste Takjes deezer Slagader gelieel dwers af\'
fnyden;Q.\\\\ hier door kan de bloeding veiliger ge-
ftild worden.

Het bloedfpringtonmiddelijk boogsgewijs, met ,

fprongen en horten uit de gemaakte opening.

Na eene genoegzaame hoeveelheid hier van wat oni

ontlast te hebben, (dat echter een goede kwan-

° konstbe-

titeit , wil het van nut ^jn, dient te wezen) werking
moet men bedacht zijn het zelve gevoeglijk te ^"otd"^
fluiten__Hier toe maakt men den Band los in-
tusfchen zet men den duim der linkerhand onderst
opening, op het Vat, om het zehe genoegzaam te
drukken;raen zuivert het wondje en de omliggende
deelen met de fpons,leggende vervolgens een ftukje

Zwam

alleenlijk het vat mee den vinger. — Dit is goed wan«
Beer de Slagader
vol en zeer zichtbaar is doch dit nies
Äijnde ,is het zekerder,een band te leggen.

-ocr page 160-

î4® S L A C A D E R L A A T I N G,

Zwamo^ de welafgedroogde opening derS lagader,:
hier over een
Kompres je, en over dat een grooter,
zo , dat de meeste drukking op het wondje be-
paald zij ^ verzekerende dit eindelijk door het
Verband.

I - ■

Het ver-. Dit Verhand (Knao^-Y^îh^tià. Fafda NodO\'
dïïzeiS genoemd) bellaat uit een op twee hoofden
Éanieg, opgerold fterk Windzel, van omtrent
vyfoï
zes elkn
lang en één duim breed. — Het mid\'
den wordt ter plaatfe der wond op de Kompre^
aangelegd, gaande de eene rol over het Voor-
\' hoofd boven de WenfebraaüWen\', en de an"\'
dere om het Achterhoofd tot aan de overgeftel\'
de zijde aldaar verwisfeit men de Rollen val\'
Hand en gaan ieder langs den zo even genoeifl\'
den weg tot op de begonnen plaats ; alwaar mei^
anderaiaal de Rollen verwisfeit, en op de koni\'
pres een
Kruis of zogenaamde Knoop maakt ^
om de Slagader wel toe te drukken; men brengt
als
dan de bovenfte rol over het hoofd tot aaP
de tegenoverftaande Slaap, gaande met de an*
dere onder de Rin door, en-aan de andere zij\'
de weder opwaards, tot dat men op die flaap
insgelijks de Rollen verwisfeit, brengende
bovenfte néderwaards onder de Kin, en de aü\'
dere opwaards over het hoofd beiden tot op
de Kompres,\' alwaar op nieuw de Rollen vcf\'
wisfeld worden ? om een
Tweeden Knoop

ma»^

-ocr page 161-

S L A G A D 11 L A A T ï N e.

«maken ; dan voert men de rollen we-

■ der als 4e eerstemaal om het Voor- en Achter-
lioofd 5 aan de tegenoverzijde verwisfelende,
gaat men weder tot op de kompres , leggen-

\' de als dan den Derden Knoop ; en na het Wind-
fel ftijf aangehaald te hebben, eindigt men met
: ïiog een enkeld^en omgang in de rondte oni het
hoofd, om als dan met fpelden vast gemaakt
te worden (
zk pL II. §g. 9.) Men is be-
dacht , dat intusfchen de
Aderlaater den Zwach- ^
tel aanlegge , een
Helper met zijne Vingereii
den omgang van den zeiven op de kompres, en
deeze laatfte op het wondje, of in een woord
I het geheele Verband zodanig fteune, dat door
j de geweldige aanpers van het
Arterieufe bloed,"
\' de Aderlaater in zijn werk niet belemmerd ,
: en de aanleg des verbands niet vruchteloos ge-
j isiaakt werde.

■ Dit Verband blijft eenige dagen zitten ; be- Hoe ver«.
Velende den Lijder eene geduurige rust en ftil« Jjn^gjgn\'
te, laatende hem niet dan dunne voedfelen ge-
brifiken.

Wanneer hetzelve wordt afgenomen ^ (dat
Uogthans in de eerste vier of vijf dagen niet ge-
rchied,)moet men met voorzichtigheid te werk
gaanen zo het
Smkjs- Zwam was vastgekleefd,
dit niet aanroeren, maar opjiieuw het voorige
Verband iets losfer aanleggen.

i: In

-ocr page 162-

^laöaderlaating.

Waar in In gevaarlijke Beroertens, lievige en laiigdi^\'
rige Hoofdpijnen, Oogontfteekingen en
fpoedi\'
ge door volbloedigheid veroorzaakte Bliii\'i"\'
heid enz., is deeze wijze van Laating meermals\'
len van vrucht geweest.

EIND\' E..

-ocr page 163-

m

Verklaaring

DER

P L A A , t E N.

Plaat L

Fig. ï.

Verteont een Hoofd aar aan de Aderen tot ds.
\'^derlaating betrekkelijk konnen gezien worden j
met den knelband orn den Hals,

de voorhoofds-ader.
h .. de Ader van de flaap des Höofds,
c ,, de Ooghoeks ader,
dt. .. de Hals-ader.

de Knelband om den hals aangelegd, v.\'aa.r
van de einden in den nek gevestigd zijn.
f . . de kompres op de hals-ader, op of even bo-
ven het jleutelbeen gelegen-, zodanig nogthans,
dat dezelve onmidlijk op een derzelver takken
eene drukking makken kan.
g . . het handje onder den knelband door ge fob-
ken, om door hetzelven aftrekkende, de Adem-
haalingte beveiligen , en de kompres op de
<3-
der te doen drukken.

Fig. 2.

Vertoom eenen arm in zijne aderen , met den knel-
band

-ocr page 164-

land zodanig geplaatst, ah in de aderlaating ge-»
hruiklijk is.

^ de laat- cf knelband, mens flrik am de
buitenzijde des arms met
de luts ng, hov§n ge-^
legen is.
h .. de Hoofd ader.

c . . een tak van de hoofd-ader^ welke met
^ een tak van de Lever^ader — de midden*

ader uitmaakt-,
t
.. de Lever ader.
i .. de elkpyps-ader*

Fig. 3. *

Vertoom een hand in haar aderen., met den kneh

hand ter plaatfe als hij iri de hand laatiri^ gemeen*

lijk gelegd wordt.

ti . * de knelband.
h de hoofd-ader.
c . . de pink\'ader^

Fig. 4.

Vertoom ten\' voet in ^jn Aderen, iMt dcnkml-^
hand omwonden.,,

IX ,, de Band even hoven den enklaauw , d&

\'plaats daar dezelve gewoonlijk gelegd wordt.
b b . de-in- en uitwendige Moeder-Aders ?n der^
zeher takkeiu

Fig. 5

-ocr page 165-

m

Vertoont het gdrflekorn-ïanCet (lancette a graiii
Ü\'orge}.

z . de twee fchildpadden bladen.

b ; . Jiu Lemmer.

c . . het flaafje, daar de bladen en het lemmef^

meede vereenigd z\'jn.

d . . het gebruineerde van het lancet,

e . . het ongebruineerde of ruuw gedeelte, ^

Fig.

Vertoont het Havérkorn -lancet (lancette k gfaiii
B\'avoine), j/?
de gedaante van eenenjiaauwen driehoek
geboogen, even als tot de Aderopening vereifcht wordt.

Fig., 7.

Vertoont het pyramièdi-ofjïangèhiöfigs-lancet (laii-
cette a pyraraide),

Fig. S» .

Vertoont het zogenaamde kleine Landetje (lancet-\'
te a pedc fer).

N. B. Alle deeze Lancetten zijn in hünne na^^
Uiurlljke grootte afgebeeld.

Fig.

Vertoont eene hand, waar in een laficet tusfchen

E 4sé

-ocr page 166-

den duhn en wijsvinger werdt gehouden , zodanig
als om eet:e ader te openen, verëifcht mrdt.

Fig, lo.

Vertoont eene Ader, die op drie onderfcheidenc
wijzeniin eene natuurlijke grootte, geopend is.

\' a . - eene fchuine opening.
b . . eene dwerfe opening,
t . . eene rechte of na de lengte van het vat loGr
pende opening.

Fig. II.

Vertoont de gewoone kompres of dntkdoek toege-\'^
vouwen^ in haare natuurlijke grootte^
Fig.\' 12.

Vertoont den driehoeks gevouwen drukdoek, voor
de laating op den ooghoek gebruiklijk, in zijné
waare grootte.

Piraat IÏ.

Fig, I.

Vertoont eenen arm^ wäar om het géwoóne to-Jr-
niquet en het verhand tot ds laating van den arm
gelegd is.

a . . wijst, hoedanig de aanleg van het eenvou-
dige of gewoone draaikoord
(^ tourniquet) gele-
gen is.

b . !

-ocr page 167-

ï4?

h é . de Ugging van den zwachtel tot ie laating
van den arm gebruiklijk,

I

Fig. 2.

Vertoont eene handgela\'aten zijnde, door den zwach*;,
Ul bewonden,

Fig. 3.

Vertoont een voet, waar om het verhand, tot deÈ^,
zelfs laating gefchikt, gelegd is.

Fig. 4.

Vertoont het verhand tot de laating vün den Hals,

B. .. de band, welke over het hoofd gelegd wordt.

h . - de rondom den hah gaande zwachtel^ waar
aan de Band
a met Spelden vóór het affclmiven,
gehecht wordt.

Fig. 5. . -

Vertoont het onderfch\'êidend verband (défcrimeii)
tm de laating aan het voorhoofd.

Fig. 6.

Vertoont het Schuit-verband (Sz^ihsC), zijnde ah
Fig.
5 tot de veorhoofds\'laating gebruiklijk.

Fig. 7.

Vertoont het êén cogdig verband (oculus firnplex)^,
\'waar van de driehoekige kompres ter plaatze vati
den neus, onder het verhand, kan gezien worden.

K 3 Fig. ü,

-ocr page 168-

Vertoont het verhand tot de Aderlaating aüh ié
Slaap van ^t hüofd:
—. en de hewinding van de ge-
heele hand en den arm.

. .. het verhmd tot de iaating -aan de flaap
van V hoofd,
h.
b - * de geheele hewinding van de hand en den
arm.

Q. c . de kruiiwijze windingen^ ter plaatze van
het vouwen des arms.
r d. d . de omflagen , welken om de Borst hopen,
ü , l de omflag^ welke van onder den arm over
den Schouder na de over gefielde zijde loopt ^ en
waar van de yyindingcn d. voortkomen.

Fig. 9.

Vertoom het knoop^verhand (Fafcia Nodofa), tot-
Je Slagdder-laating aan de flaap des Hoofds, of tot\'
derzelver kwetzing gehruikUjk.

N. B, Van alle deeze afbeeldingen is afzonder-
lijk en min of meer na deszelfs vereifch omfiandig

in de verhandeling zelve gefproken.

\\

einde.

BLAD-

-ocr page 169-

L A D W IJ Z

DES

Z A A K E N,

In dit Week Verhandeld.

at men door aderlaaten verftaat. bladz, i

Oorfprong daar van. ibid

Hoedanigheden van eenen Aderlaater. 2

Verdeeling van het leerfiiuk der aderkatingen, ibid

EERSTE AFDEELING

va^t het Aderlaaten in het ALGEIMEEN.

Wat in deeze eerste afdeeling gevonden wordt. Bl. a

i.,) Van de Aderen enz. ^^ 3

Wat dezelve zijn. ibid

derzelver rokken. ibid

omloop van hei bloed, ibid

welk bloed zich in de bovenden cn welk zich in den

onderften ftam der hoiader ontlast. ^ 4

onderlcheid tusfchen eene ader en flagiider. S

. . . tusfchen eene Ader en Pees. é\'

. . . tusfchen eene Ader en Zenuw. ibid

. . . tusfchen eene Ader en een Watervat. 7

hoedanig h^t watervat verdeeld wordt. ibid

of eene zenuw uitwendig kan gevoeld worden, ibid ^
welke watervaten bij de laating gekwetst zijade, een©,

lek^ing veröorgaaken. ibid |

-ocr page 170-

m BLADWIJZER.

,2.) Plaats der. Adf.ulaatino. bl.8
"Verdeeling in algemeene, en bijzondere plaatzeti. 8

Welke A-icren aan he^ hoofd geopend worden, ibid

en wsar deeze zicU ontlasten. 9

. . aan den Hals geöpend worden. ibid

en waar ontlasten. ibid

, . . aan den arm geöpend worden, ibid

en waar zij zich ontlasten» 10

Vrelke Aderen op de hand geöpend worden» ibid

van waar afkomHiig. ibid

... aan de Roede geöpend worden, ibid

, . . aan de Heup. ibid

. . . aan de Kuit. ibid

O . . op den Voet. . ibid

waar zich alle deeze vaten ontlasten. 11

3,) Over de Weektoigen benooeigt tot het
doen EENER AdERLAAIÏNG. Bl. ii

Welke werktuigen gebezigd worden. ibid

wai de Laai band is. ibid

. . . het Lancet is. ibid
een gebreiden laatband moet\'nimmer gebruikt wor.

den ; en reden waarom. ibid *

verdee\'ing van hec lancet. jn

deszelfs grootte. ibid

vier foorten van lancetten ; en welke. ibid
wel\'cie inftriiaenten in vroeger tijd om adef tc laatea

gebruikt wierden. 13 ♦

het lancet heef£ de voorkeur boven de fnepper 5 ei?
waarom. 14

4-) D©

-ocr page 171-

B L A D W IJ Z E ISh

.,) De OPLETTENHEip VAN blJZONDERE VOORWER.
PEN EN GEVALLEN
WAAR IN MEN AdERLAAT. bi. (4
Inleiding. ibid

het is noodig, dat een Aderlaater bijzondere voorwer-
pen en gevallen gade (laat.
 15
ïl^aatingen , welke door een geneesheer zijn voor«
gefield , können altoos niet veilig verrichr wor-
den. ibid ¥
waar op een Aderlaater dient acht te geeven. 16
1. op de krachten. ibid
. , , ouderdom. ibid
. . . manier van leeven. 17
. . . gewoonte. ibid
a. tijd van Aderlaating ibid
wordt onderfcheiden in een tjjd van
noodzaaklijk-
heid \' ibid ^
en in een tijd van verkiesing. 18
men moer niet kort na den eeten aderlaaten. ibid*
in eene voorbehoedende Aderlaating worde de zui»
vering der eerfte wegen aangepreezen. ibid

3. gevallen ^ waar in eena Adeiiaating yerëifcht
wordt.

wat bloedrijkheid is , oorzaaken, kentekenen en
gevolgen. 20

4. gefleldheden, waar in de Aderlaating fchaadelijk
is. 20

de Aderlaating kan bij waterzuchtige nïet ï|ltoqs
vermijd vvorden. aa

bijzondere om hndigheden können, fpboon hij te-
genilelde voorwerpen , echter eene Aderlaatin«-
verëifcheii. sj ^

li ae

-ocr page 172-

• ^

B L A D W Ijf 2 E R.

S\' Pe Adeilaating bi] zwangere vrouwen wordt
in vijf klasfen verdeeld. \' • 23

een voorbeeld van menigvuldige aderlaatingen bij
eene zwangere vrouw. " 25

Van het Handv/eiik eenek Aderlaating. B\'. 25
wat het zelve zij. \' ibid

livat voor de operatk moet verricht worden., 2.6

. . . onder dezelve te doen. ibid

P\'aaszing^is, of uit noodzaak ^ of uit verkiezing» iiiid
fianlegging van den knelband. \' ibid

hoedde operaile verricht w^ordr, 27

de tijdperken deezer operatie, \' - ibid

de ßeel>. ■ \' ibj^

de oprnijding, 28

: hoe het iancet wordt itlfebragt. ibid

o , . de vaten geopend worden. ibid

eene grootte opening boven eene kleine te verbie-
zen, en redenen waarom. \'
wat
na de operatie verëifcht wordt. 29

dezelve moet met zo weinig omilag als moogelijk is
verricht worden. 29 |

een geval door Dionis verhaald van een ongemeen
omflagtige Aderlaater. \' \' ibid

5.) Over de hoeveelheid -van het afgelaaten

BLOED. bl. 30

hce veel bloeds op eens afgelaaten wordt. ibid
wat zommigen voor een teken ^ dat \'er genoegzaam

bloed ontiast is, houden...........ibid*

de hcrhaaling eener Laating kan niet bepaald wor-
den® ■ ^ \' 31
\' ^ \'ton-

-ocr page 173-

^ L A B W IJ Z

% onnoodig Aderlaaten is fchKadelijk, en ge-ift gele«
genheid tot bloedrijkheid. . bl. 31

de gevolgen iiier van ibid *

in hoe korten tijd het bloed bijeen gezond menfch
herfteld wordr. ibid f

voorbeelden van menigvuldige Aderlaatingen. ibid
hoe men zicU van \'t onnoodig Aderlaaten omwent. 3a *

7.) Beschouwing van het bloed« BI. 33

Wat men door bloed verftaat. iöid

Waar uit zaamengefteld. ibid

hoe het zelve na de aftapplng zich vertoont. ibid
liet bioed nog warm a:lgetapt zijnde , dampt\'er een
wafem uitjen wat penigeii daar van gevoelen, ibid*
liet vaste gedeelte, wat het zij, 33

wat de wije is. - „ 34

waar uit men de hoedanigheid van \'t bloed beoor-
deelt. • ■ ll^l^
de evenreijigbeid. - ibid
. . Aart. 35

Welke gesteldlieden het bloed bij bijzondere voorwer-

\' pen heeft. , ibid f

de Kleur. - 36

... van het vaste gedeelte, ibid

, . . van het vloei] haare. 37

de korst op het bloed. ibid

\' . is goedaartig,\' . ibid

of kvvaadaartig. \' \' ibid

het fchuim. 38

wanneer de Aderlaating in eene ontsteekiiigs-korst

jxuitig is\'. - • \' jby

wanneer fchadelijk, ibid

K

liec

-ocr page 174-

Ï54 B L A D W IJ Z E R.

Het bloed van zwangere vrouwen is meest altoos ffle£
eenontfteekings-korst bezet,Tfiden hiervan, bl. 38*
boe iang de Aderlaating herhaald wordt
de bloote befchouwing van het bloede is alleen niet
genoegzaam. ibid*

TWEEDE AFDEELING.
O
ver pe uitwerkzelen van het Aderlaaten.
Verdeeling vau dit Hoofdftuk.\' BI. 3$?

... in algemeene en bijzondere uitvverkfelen. ibid

1.) Over de uitledigende Adeelaatïng. 40

derzelver uitwerkfelen. ibid

hoe lang herhaald moet V?orden» ibid

doch heeft altoos geen regel. 41

waar ni fchaadeüjk. 41

£>.) OVFR de afleidende AdeKLAATINO. bl, ^t

hoe dit uitwerkfel wordt voortgebragt. 42

nut deezer Aderlaating. ibid

3.) üver de aantrekkende Aderlaating. bl. 43
op wat plaatfen verricht wordt. ibid

verfchil over de afleidende en aantrekkende Aderlaa-
ting. ibid *

4 } Over de verminderende Ader.laating. bl. 43
Bij welke voorwerpen gebruiklljk. 44

hoe dezelve werkt. ibi^

DERDS afdeeling.

Over de Aderlaatingen in het bjjzOiSIDEr. bl. 44
VerdeeÜDË\'a

-ocr page 175-

BLADWIJZER, m

m gewoone, B!. 44.
. . minder gewoone, en

. . zeldzaame Aderlaatingen. • ibid
I.OVER DE
GEWOONE ADERLAATINGEN.

i. Arm-laating, "» Bl. 45

Bepaaling. ibid

Welke Aders op den Arm geopend wordeii, ibid

Wat tot deeze operatie vereifchc wordt. ibid

Noodige toeftel en plaats van den Lijder, ibid

Onderz eking van den Arm. 46

De aankg van den Laatband. ibid
De huid in \'c aanleggen van den band niet opfchui-

ven. 47 *
Redenen, waarom men den band boven de plaats die

tnenopen-n wil, aanlegt. ibid f

Pe uit^dezing van het vat. 48

Het doem der operatie. ibid
INoodige verrichtingen onder het uitloppen van \'t

bloed. 49

De aanleg van het verband. 50

Wat de kompres is. 51

. . . zwachtel is. 52-

Hoe dezelve wordt aangeleg d. ibid

Verfchillende manieren van aanlegging bij zommigen

gebruiklijk ibid
De bezorging,
zo van den Arm

als van den Lijder. 54

De flaap mag men toeftaan. ibid

Poch is zomtijds fchaadelijk. ibid.

" ^ " EËM«

-ocr page 176-

B L A D W IJ Z E ISh

EENIGE AANMERKINGEN BETRKKLJJK DE
ADERLAATiNG OP DEN ARM.

L Hoe het licht geplaatst wordt. bl. 55

11. Geene aders zonder het gezicht of gevoel te ope-
nen. ibid
Verkeerd gevoelen van eenige Heelmeesters hier
o-
ver. ibid *

56
ibid

ibid

57
ibid

ibid

dekt.

VL Omzichtigheid bij zommige Aderlaatingen.

VII. , bij de midden en Leverader.

VIII.. • . bij iiet aderlaaten in de kinderziekte.
iX. . . . bij waterzuchtigen.
X. Hoe men met de rechterhand op den linker- arm

Aderlaat, \' 59

Bl. 59,
ibid
60
ibid
ibid

11. Aderlaaïing op de hand.
Bepaaling.

Weike aders op de hand geopend worden.
Voorzorgen.

Aanleg van den laatband.

Hoe geopend en verder behandeld wordt.

\\Vaar aan men de hoeveelheid van het iiirgeloopen

bloed ontdekt. 61 *

De kleur van \'t water is onzeker, ibid

Het verband. 61

^eszelfs aanleg. 6z

lÏL

IJl. De plaats niet uit het gezicht verliezen.

IV. Waarde ader geopend moet worden.

V. Hoe men de pees van de tweehoofdige Ipier ont-

-ocr page 177-

B L Ä D W IJ g 1 R. ïS?

III.)» ÄaERLAATlNG OP den VoET,

Bepaaling. 62

Welke vaten öp den Voet geöpend worden. ibid
Voorzorgen. ibid

Hoedanig deeze Operatie verricht wordt. 63

Eenigen leggen den Laatlsand onder de knie, en

waarom. ibid"^

Het Verband. 64

Bezorging van het deel. 65

De opening moet altoos ruim gemaakt Worden, ibid
De Voetlaating wordt aangepreezen \'s namiddags té
doen;en waarom. ibid\'^

II. OVER DE MINDERGEWONE ADER-
LAATINGEN.

I.) Aderlaating aan den hals.

Bepaaling. Bl. 66

Voorzorgen. ibid

Aanleg van den Laatband. , ibid

Hoedanig dezelve te openen. 67

Wat na de opening te doen. ibid
Wanneer de ftrotäder niet zichtbaar is , konnen

twee van haare takken geöpend worden. ibid*

Het Verband. . 68

Anders een Konst-tuig. 69

Bij noodzaaklijkheid kan het wondje met eene

naald toegemaakt worden. ibidf

2.) Aderlaating op het Voorhoofd^

Bepaalingo Bi. 70

Voor

-ocr page 178-

B L A D W IJ Z E ISh

Voorzorgen. bl.

Aanleg van den" Drukband, ibi^

Manier van Opereren.
Het Verband.

Wordt ondcfchefdenj
in het onderfcheidend eri

—— fchiütverbänd. ïbid

De aanleg van het eerlle.\' _ j^jjii

•--van het tweede,

ÏÏI.) äoeklaating oi\'^ hét OoÓ,

Bepaaiing. BJ,

Waar in gebruikiijki ibid

Voorzorgen. ioid

Manier van Opererelï» p^^jJ

Wat onder de Operatie te doen. ibid
i . . i na dezelve.

Het Verband. ibid

m. OVER DE ZELDZAAMS ADERLAATIN^
GEN.

I.) Aderlaating onder dé Tong.

I

Bepaaling. BL 7g

Voorzorgen. ibid

Manier van Opereren ibid

Wat na de Operatie te doen. ibid

Het Lancet heeft boven de Schaar de voorkeur, ibid ♦

ii)

-ocr page 179-

B L A D W ÏJ Z E R. ïS«^

il.) Aderlaating aan den Slaap van
het hoofd,

èepaaling, bl. 76

Voorzorgen. ibid

Manier van Opereren. ibid

Wat na de Operatie te doen, 77

Het Verband. ibid

III). Adeelaäting op den Oomoek.

Bepaalipg. Bl. 78
Voorzorgen deezer Operatien. iijid
Hoe
dezelve verricht wordt. ibid
Het Verband. ibid
Noodige voorzorgen , betreklijk de
voorhoofds- Stau-
pen van het Hoofd • en Ooghoekslaating,
 ibid

. IV.) Adeü-laating aan ukn Neus,

Bepaaling. El. 79

Voorbereidzels. ibid

Operatie. ibid

Wordt bij geluk getroffen, ibid

Wat na de Operatie te doen« ibii

Het Verband. gp
Aderlaating in den Ncns,
■ Wordt
afgekeurd;

cn Reden wasrom. ibid *

V.) Aoerlaating op de Manlijke Roede.

Waar in gebruikelijk. 81

Behoeft geenen Knelband, ibid

Operatie. ibid

Hoe

-ocr page 180-

Ï6& \' r> L A D W I] Z E R,

Hoe veel bloed in deèze laating wordt afgetapt, bl.^2
Het verband. ibid

i,VI,) Aderlaating aan de Heup^\'

Bepaaling. ga

Waarin gebruiklijkJ Ibid

Operatie. ibid

Verband. ibid

I

Vlll. Aderlaating aan dè Kuit.

Voorzorgen tot deeze LaatingV ibid

Hoe geöpend wordt. J53

Wat na dezelve te doeö. , ibid

Het verband. ibid

OVER DE REDEIS™, WAAROM MEN ZO VEE-
LE ONDERSCHEIDENE ADEREN OP
VERSCHILLENDE LTCBAAMS
DEELEN OPENT,

Inleiding. Bl.

Denkwijs der Ouden óver de bijzondere aderlaa-
tingen. 84
, ... der hedendaagfché hierover; ibid
Nut der Arinlaating. ibid
é\' . t . Handlaacing. 85
.... Voetlaating. * ibid
é . . . HaLlaating.
S6
t . . , Voorhoofds- en flaapen van het hoofd laa-
tingen. iHd
, . . . Ooglaating^ ibid

-ocr page 181-

6 L A Ö I| Z E Rb 105

Nut der Öndertohgs\'aatingi b}, gö

.... Ooghoekslaating. , ibid

.... Neuslaating. 87

Noodige aaniTierfeingeii over de laatingeii, Welken

aan het i}oord verricht woiden; ibid

Nut der Heuplaaiitig. ibid

i . . . Kuitlaaringi ibid

Aanmerking, dat \'er gevallen konnen voorkomen,
welke deeze voorgeftelde Aderlaatingen verëis-
fchen. 88^

VoorzorgëM bij het Leerstuk dep. AderlaA-

TINGÈN IN HET BlJZoTv\'DERé

Herhaalde aderlaating. 88
Waar in het bloed moet ontvangen wordeii. 89
De Lijder moet daags nä de operatie bezocht wor-
den.
\' ibid

ViER.DE AFDEELING,

Over. de toevallen , welken op het aoerl^it-
ten konnen volgen,

Wat toevallen zijiij 9e

Verdeeling
in ligte,

. . aanrilerklijke^ en

.. zwaare of gevaariijke tosvalies. ibiti

Oorzaaken. ibid

ontfiaan
door deh Operateur,
, . , Lijder.s of helper.

L I. KLAS.

-ocr page 182-

16i

bladwijzer.
I. K L A S S E.

oves. de ligte toevallen.

I. De Misteek.

bl. 9£
92
ibid\'

Bepaaling.

Oorzaakeri.

Geneezing.

n. Flaawte,

Bepaaiing.

Wordt onderfcheiden in twee trappen.
Bij welke voorwerpen plaats heeft.
Geneezing ouder de operatie,
... na de operatie.
... in het tweede foort.

beide de neusgaten moftten met den doek niet

lijk toegeftopt worden.
Voorzorgen in
dit toeval.

III. Ontspringing van het bloed.

Bepaaling.
Oorzaaken
ontftaan.
door den Aderlaater j
.... Lijder,

of door andere omRandigheden. ,
Herftelling van dit toeval.
Kan zóratijds gevaarlijk zijn.

IV. Ontsteeking van het wondje.
Bepaaling.

ibid
ibid
93
ibid

94-
ibid

te ge-
93\'

9$
ibid

ibid

ibid
ibid \'

Oor-

-ocr page 183-

am HOOFDSTUKKEN.

ii. Deflad\'UWte.

iii. Weder\'óntfpringing van het hloed,
IV. Omfieeking van het wondje*

v. Blaauwe vlek.

vi. Bloedronning»

IL KLASSE,
^^er de aanmerkUjker of gewlshtiger toevallen.

i. Be uitvaiing. ?

11. Pijn en verfiramming.
iii. Kwetzing van een watervat.

IV. Verzweering van den Laatjieek,

bl.

95

97

ïoo
joa

104.
105\'

IJL KLASSE.

de zwaare en zomtijès gevaarlijke toevallen»

1. Vloeijing op het gelaaten deeL
11. Kwetzing van het Beenvlies.
lll, van het Peesachtig uitfpanzeL
iv. Pees-Kwetzing.
v. Zenuw- kwetzing.

Over het onderfcheid der kenmerken ^ hij
de Beenvlies-, Peesachtig uitfpanzel- 5 Pees-
en Zenuw • kwet zing. 11S

vi. Slagader- kwetzing. 119

■^agaderlaating. 138

E I M D E.

Ov

107

110

111

113
115

-ocr page 184-

DRUKFEILEN.

Bladz. 13 reg. i ftaat greim

—- — — 13- het 1JRAMIED3

_— 74 — II -- Ooerband

--- 82 — 7 \' ■ licatkce —-

— iia — 1 - Nuitum -

—^- 113 - 4, - ahcesfus _

Lees grains
—— het Pijramieds

Oogverband
—— hciatic£

__Nutrit urn

--- abfces[us

-ocr page 185-

BLADWIJ2E^.

Oorfprong. bl. 97

Geneezing. ibid

V. Blaauwe vlek.

Bepaaling. ibid

Oorfprong. ibid
Welke voorvverpen hier meest
aan onderworpen, ibid

peneeziDg. ^ 9S

VI. Bloedronning.

Bepaaling.

ibid

Naaste oorzaak.

ibid

De hoegrootheid van dit gebrek.

ibid *

Afgalegen oorzaaken.

99

Voorzorgen.

ibid

Geneezing.

ibid

Gaat nimmer tot versweeriag over»

ibid

Reden daar van.

ïoo ^

II. K L A S S E,

OVER DE AANMERKLIJKER OF GEWICH-

TIGER TOEVALLEN.

I. De uitvating.

Bepaaling.

loq

Kentekenen.

loi

Veele verwarren de Blamwe vlek met de uitvating ,

doch tè onrecht.

10 ï

Geneezing.

jox

II. Pijn en verstramming.

1

Bepaaiing. /

i©5

-ocr page 186-

i(S4 B L A D W ij Z E R.

Ootzaaken. bl. 103

peiieezing. ibid.

hl kwetpng van een w^tehvat.

Bepaaling, 104

Hoe behandeld, en

Geueezen wordt. ibid

IV, VerzweePvING van den Laatsteek.

. |5epaaling. 19S
Ooizaaken
zijn uit en

- inwendig. 106

{Jeneezing 3

in uitvvendige oorzaaken. ibid

.. inwendige» 10.7

III. K L A S S E.

OVER DE ZWAARE EN ZOMT[JDS GEVAAR-
LljKE TOEVALLEN.

i. Vloeijing op het gelaaten deel.

Bepaaiing» ibid
Oorzaaken ,

s^ijn aircos inwendig, 10$

Vereifcht een en Geneesheer.. . ibid

ITitwendige hulpmiddelen. ibid

Verlceerde behandeling van eenigen in dit toeval. 109^

II. Kwetsing van het Beenvlies.

Böpaaling. 11«

KQütekér\'^«?. iUci

-ocr page 187-

B L A » W IJ Z E li,

Geneezing

in ligte toevallen, bl. Iio

■— zwaare. ibid

III. Kwetzïng van het Peesachtig Uitspansel.

Bepaaling. nt

Kentekenen. ilnd.
Wat men door het PeesachdgUitfpanfel verftaat. ib
d*

Geneezing. iii
door uitwendige, en

" inwendige hulpmiddelen,^ 112

ÏV. Peesk wetzing»

Bepaaling. 113
iveriiekenen» ibid
Verfchil over de gevoel - of ongevop.%heid der Pee-
zen. ibid*
Gevólgen geezer kwetzing, 114
Geneezing. ibid

- —- door affnijding. ibid

JSoodzaa\'viijkheid der aflhijdïng. 115*
Pe affnijding der Pees geeft altoos geene verlam-

Eiing. ibidf

V. Zen uw-Kwetzing.

Bepaaling. 115
Op wat deel de Zenuw meest gekwetfv wordt. lió\'

Kentekeien. ibid
Toevallen, en

derzelver oorzaaken, ibid

L s Wit

-ocr page 188-

ïö<s ,, B L A D W IJ Z E R.

Wat men door de Zenuw op zich zelve verftaat.bl.ii$
Geneezing.

Eene afgefneede Zenuw verlamt het deel daar de-
zelve toe gefchikt is. ibid*\'
Welke middelen in dit toeval fchaadelijk zijn. 117
( ^

Qper het onderfcheid der kennserken, hij ds
Beenvlies- Peesachtig Uitfpünzel- Pees-
en Zenuw -kwetzingen.

Het oiiderfcheide kenmerk deezer toevallen is moei-
lijk. 11^.
Tekenen der kwetzing van het Beenvlies. ibid
, , . . van de kwetzing van \'t Peesachtig Uit-

fpanzeh ibid

.... eener Pees-kwetzing. 119.,

. . . . eener Zenuw kwetzing. ibid

Aanmerking omtrend den aart der toevallen. ibid"

VL SL AG ADER KWETZING.

Gebeurt meest op den Armflagader. iip.

Deszelfs ligging is veifchillend in onderfcheiden Voor-
werpen. 120*
Deeze kwetzing kan ook door eene laating op den

voet gefchieden. ibid

Verdeeiing 120

Oorzaaken. 121

Tekenen van de kwetziug tot in derzelver holte, ibid
Hoe zich hier in te gedraagen. 12a

Moet voor lijder en omftanders, zo het mogelijk is,
verborgen blijven. ibid

DiJch\'niet ftijfhoofdig blijven ontkennen. ibid«

Men

-ocr page 189-

E O B T E I N H O U Ö

DER

HOOFDSTUKKEN.

EERSTE AFDEELINa

VAN HET ADERLAATEN IN HET ALpEMEEN Bladz. ft

I. Van de Aderen enz. ^ 3

а. Plaatt der Aderlaating. S

3. Over de Werktuigen benoodigd tot het dêen

eener Aderlaating.

4. De oplettendheid van bijzondere voorwerpen

en gevallen waar in men Aderlaat. 14

5. Van het Handwerk eener Ader laat ing. 25

б. Over de hoeveelheid van het afgelaaten bloed. 3©
7o Befchouwlng van het bloed. ^ 33

tweede afdeeling.

OVER DE UITWERKSELEN VAN HET ADERLAATEN, 39

1. Over de uitledigende Aderlaating. 40

2. —-- afleidende Aderlaating. 41
. 3. - aantrekkende Aderlaating. 43

4.- Verminderende \\Aderlaating. 43

derde afdeeling. ,

over df aderlaatingen in hst bijzonder. 44

Over de gewoone Aderlaatingen,

I. Armlaating. ■ 45

Beni\'

-ocr page 190-

korte inhoud

Eenige aanmerkingen ketrekkeïilk de Ader-

laaftng op den Arm.
11. Ad&rlafiting op de Hand.

III,--- Qp (^gfi yQQt^

Over ds M\'mdergewoone Aderlaatingen.
i. Aêerlaating aan den\'Hak.
II, ------— op het voorhoofd.

III. ,—--— gp fjet oog.

Over de Zeldzaame Aderlaatingen.
3. Aderlaating onder de Tong.

II. —---:--aan den flaap van hoofd.

jll,------- op den ooghoek.

IV. —-----aan den nem.

V, ——op de manlijke roede.
-VI. —.—•—:— aan de Heup.
vil. —----- \'aan de kuis.

bl. 55
6%

66


73

75

79
8i

8a

iidd

Over de redenen , Tvuarom men zO veeh on-
dsrfcheidene Aderen op verfchillende li-
chaams deelen opent. §3

Voorzorgen hij het Leer ft uk der Aderlaa-
tingen in het algemeen. 88

VIERDE AFDUïïLlNG.\'

Over de toevallen, welken op heï Aderlaaten

jionnen volgen, , 9a

il. Bd

L KLASSE,

Over de ligte Toevallen.
1. De misfieek.

-ocr page 191-

è L A D W Ij Z Ê R.

Men Iaat het bloed loopen j tot dat de Lijder flaauw

wordt.

bl. 122

Doch dit is zomtijds gevaariijk.

ibidf

Wat door het woord Geneezen in dit toeval verftaan

wordt.

124*

Valfche flagiiderfpat.

Wat dezelve zij.

124

Behandeling beftast

In de bewinding.

1^5

Hoedanig, en waar door dat verband wordt aange-

legd.

laó*

Inwendige behandeling.

Tweede manier van binding.

ïs8

Het tourniquet., hoe veel foorten.

Waaruit beHaac, en hoe aangelegd wordt.

ibidf

Overgang tot de Onderfchepping.

130

Hoedanig deeze Operatie verrirht wordt.

ibid

Gevolgen daar van.

131

Dat de klopping der pols niet wederkomt

is altoos

geen bewijs, dat het deel verllerft.

Veiligheid der onderfchepping aangetoond.

ibidf

Zwakheid na de Opetatie.

133

Doodlijke verfchijnfelen.

ibid

V/aare flagiiderfpat.

134-

Kentekenen, en

Geneezing.

ibid

Vereischt veelraaalen de Operade.

135

Aanmerking tot befluit.

J36

Bericht, waarom wij de flagäderlating bij dit Leerftuk

gevoegd hebben.

137

-ocr page 192-

ids L A D W ÏJ Z E

SlagaderlAating,

/

Bepaaliiig bl. 13S

Op wat plaatfen vefficht wordt. ibid

Wordt van eenigen op de pols (radisea) aangepree-

zen.

ibid*
138

135?
ibid

140

141
14®

Voorzorgen tot deeae operaties
Opennie.
Eerfte wijzë.
Tweede wijze.
Wat onder de konstbewerking verricht wördt.
Het verband en deszelfs aanleg.
Hoe verder in dit geval gehandeld wordÉi
Nut dezer Operatie.

E I JV D E-

f/kv. v \' ^ lisfli^I ll (i)

-ocr page 193-

V\'

-ocr page 194-

A ,

■ ■ A

", ■

-ocr page 195-

\' 9

.. \'"y

m

m

■„Y-:

-ocr page 196-