-ocr page 1-
Vak 73
-------te*
V
^
*
c&
%GDEM Ö^
TE EINDHOVEN,
bij M. F. VAN PIERE.
1871.
JSJE
561
-ocr page 2-
-ocr page 3-
de mm des mm
IN HARE DEUGDEN
OVERWOGEN,
>
;
-ocr page 4-
-ocr page 5-
ESPRIT D\'HUMILITE.
heseeniiant de David I\'iiuinbli\' Joscpb est reduit nar In pauvrete
Ie
poi d\'lirnrl tsi Jevant lui.
r/r. /\'/,„;• ,f.\',fu/,uW. i\'art.
-ocr page 6-
DE MOEDER DES HEEREN "\'
IN HARE DEBGDEN
OVERWOGEN
gedurende de Haar gewijde maand
Milt
DOOR EEN HARER DIENAREN. •
EINDHOVEN
JA. F. VAN FIEF^E,
-ocr page 7-
IMPRIMATUR.
Haaren, 12 Fcbruaru 4 870.
» J. CUIJTEN,
Libr. Oens.
-ocr page 8-
Maria beschouwd als dochter
van God den Vader in de vijf blijde^
als Moeder van God den Zoon in
de vyf droevige, als Bruid van God
den
//. Geest in de vijf glorieuse
geheimen van den
//. Rozenkrans.
-ocr page 9-
-ocr page 10-
DE MOEDER DES HEEREN
IN HARE DEUGDEN OVERWOGEN
GEDURENDE DE HAAR GEWUDE MAAND HEL
EERSTE DAG.
Maria als de dochter van God den Vader,
een toonbeeld van zuiverheid bij de
boodschap des engels.
OVERWEGING.
Reeds op den jeugdigen leeftijd van
drie jaren had de H. Maagd, als zonder
vlek ontvangen ook onbeneveld in
haar verstand en bij het volle gebruik
harer rede, hare maagdelijke zuiver-
heid Gode opgedragen. Zij was de eerste
maagd door gelofte; het was bij de
Joden eene schande voor het vrou-
welijke geslacht, kinderloos te blijven;
doch Maria was verheven boven het
menschelijk opzicht; zij rekende het zich
tot eer deze minachting der wereld ten
offer te brengen aan een goddelijken
-ocr page 11-
8
Bruidegom, wiens Liefde bij geene
aardsene Liefde kan vergeleken \\vor-
den. Ja, zoo zuiver kwam Maria hare
belofte na, dat zij schrikte op het
woord des engels, die haar begroette
als vol van genade; zij schrikte bij
de lijding, dat zij den Messias zou
ontvangen en haar cenigst bezwaar
tegen de onvergelijkelijke waardig-
heid van Moeder van Gods eenigen
Zomi was: ,,hoe zal dit geschieden,
wij! ik geenen man eiken." Welk blijk
van innige zedigheid van hart: haar
eenig gedacht geldt hare zuiverheid:
voor haar wil zij verzaken aan eene
waardigheid, die e ne bevoorrechting
Gods is, waarop geen schepsel ver-
mag eenige aanspraak te maken. Fn
nogtans Maria waardeert bare zuiver-
heid hooger en het is noodig, dat de
engel haar verzekere: „De heilige
Geest zal over u nederdalen en de
kracht des Allerhoogsten zal u over-
lommeren" of met andere woorden:
gij zult moeder worden en gelijktijdig
-ocr page 12-
9
maagd blijven" om haar de verhevene
onderscheiding van moeder des Za-
ligmakers te doen aanvaarden.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O zuivere dochter van God den
Vader! Sneeuwwitte lelie van vlek-
keloosheid, hoe schoon weerkaatst in
u de oneindige zuiverheid uws he-
melschen Vaders; zoo scheon, ja, dat
er nooit een schepsel heeft bestaan
of ooit zijn zal, dat er een zuiverder
beeld van heeft of van zal kunnen
leveren. Ach verkrijg mij van God,
die u zulke bevoorrechting wilde schen-
ken tot loon uwer onvergelijkelijke
zuiverheid, de genade van ten min-
ste van verre deze uwe H. deugd na
te volgen, om eens deelgenoot te
worden aan de vreugde des Hemels,
en voor eeuwig in uw gezelschap mij-
nen God te loven en te prijzen. Amen.
Hierna bidl men de litanie van
O. L. Vrouw.
Heer ontferm U onzer enz.
-ocr page 13-
10
TWEEDE DAG.
Maria als de dochter van God den Vader
een toonbeeld van gehoorzaamheid bij de
boodschap des engels.
OVEF^WEGING.
Schittert Maria boven alle schep-
selen uit in zuiverheid bij de booxU
schap des engels, niet minder luister-
vol is bij die gelegenheid hare o;
voorwaardelijke gehoorzaamheid. Du
engel verzekert haar uit naam van
haren hemelschen Vader: Zij zal maagd
blijven ongelet haar moederschap; en
schoon het een geheim is, boven hare
rede, schoon zij zich daarvan de mo-
gelijkheid niet vermag te verklaren,
zij erkent Gods almacht. Haar Vader
spreekt en onvoorwaardelijk brengt de
dochter hare rede in baar geloof
ten offer; zij gelooft en uil kracht
van haar geloof gehoorzaamt zij zonder
bedenking aan den wil van haren
goddelijken Vader. Het is de wil des
-ocr page 14-
11
Allerhoogsten, dat zij, die aan Hem
hare zuiverheid heeft ten offer gebracht
nogtans de moeder zal worden van
zijn eenigen zoon, en schoon haar
verstand de verbinding tusschcn maag-
dom en moederschap niet kan bevat-
ten, gelaal zij zich volkomen in den
wil Gods en het „mij geschiede naar
uw woord" verkondt aan het gansche
aardrijk; dat Maria, de zuivere maagd,
uit gehoorzaamheid aan Go I, wiens
dochter zij is, de moeder zal worden
van den eenigen Zoon Gods.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O, zuivere en gehoorzame dochter
van den hemelschen Vader; hoe voor-
beeldig spreekt voor ons uwe onvoor-
waardelijke onderwerping aan de in-
zichtsn Gods over u ; Gij brengt o;n te
gehoorzamen uwe rede ten ofier en
maakt u daardoor zoo behagelijk in
het oog uws hemelschen Vaders, dat
Hij u waardig oordeelt, on zijnen
-ocr page 15-
12
eenigen Zoon in uwen schoot te ont-
vangen en aan de aarde den Verlos-
ser te schenken, die het vurigst ver-
langen was der geheele wereld, de
verwachting der eeuwen en de voor-
spelde Messias der propheten ; ik bid
u door uwe verhevene gehoorzaam-
heid, verkrijg mij van God de genade
van in alle omstandigheden des levens
stipt gehoorzaam te zijn aan zijne
goddelijke geboden, opdat ik eenmaal
waardig bevonden worde den Ver-
langde der eeuwige heuvelen te aan-
schouwen, te loven en te prijzen voor
alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Heer, ontferm u onzer enz.
-ocr page 16-
13
DERDE DAG.
Maria als de dochter van God den Vader
een toonbeeld van naastenliefde bij het
bezoek aan hare nicht Elizabeth.
OVERWEGING.
Nauwelijks vernam de H. Maagd
van den Engel, dat hare onvruchtbare
nicht op haren hoogen ouderdom door
een verheven wonder van de almacht
van haren goddelijken Vader was be-
vrucht geworden, of zij vormde on-
middellijk het plan, om haar te gaan
bezoeken. En schoon de afstand zeer
groot en de weg zeer lastig te be-
gaan was, schrikt zij voor geene ver-
moeienis; blijmoedig onderneemt zij
haren tocht door het gebergte met het
zuivere en onbaatzuchtige doel, om te
voldoen aan hare vurige naastenliefde,
om de plannen der goddelijke Voor-
zienigheid wegens Elizabeth en den
voorlooper van den Messias ten uit-
voer te brengen. Drie maanden ver-
-ocr page 17-
14
toef\', zij bij hare nicht, put zich, als
het ware, uit in voorkomendheid, in
liefdewerken, in één woord in al de
blijken eener zuivere liefde, die niet
voldaan was, zoolang er nog eenig
blijk te betoonen overbleef. Dan hier-
bij bepaalde zich hare liefde nog niet.
Hare tegenwoordigheid, het aanwe-
zen der van zuiverheid stralende
dochter Gods, zuivert reeds in den
schoot zijner moeder die gelukkige
vrucht, die eenmaal de voorlooper zou
zijn van het Heilige dat uit baar
zelve moest geboren worden.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O, zuivere maagd, verhevene dochter
des flecrcn, roemwaardig toonbeeld
van zelfopofferende naastenliefde, gij
vergeet u zelve en brengt u gansoh
ten offer aan het welzijn uwer nicht,
die uwe hulp zoo zeer van noode bad;
gij zijt alles voor een ander, zonder
dat gij, als het ware, iets uit u zelve
-ocr page 18-
15
maakt, en nogtans uwc waardigheid
overtreft zoozeer die uwer nicht als
de waardigheid van den Heer die van
den eenvoudigen bediende te boven
gaal : immers Joannes zelf zal later
getuigen, dat hij niet waardig is den
schoenriem te ontbinden van Hem,
wiens moeder gij worden zult. Ach,
hoe straalt hier in u die liefde, wier
onloochenbare kenmerken volgens Pau-
lus onder anderen dienstvaardigheid en
onbaatzuchtigheid zijn; zoo leert gij
mij mijnen naaste behandelen, zoo geeft
gij mij een voorbeeld, hoe ik mij jegens
mijnen evenmensch heb te gedragen.
Ach ! verkrijg mij bij \\iwen goddelij-
ken Vader de genade van deze uwe
deugd zooveel mogelijk na te volgen,
om eens hierna te vinden die liefde,
die eeuwig blijven zal. Amen.
Heer, ontferm u onzer enz.
-ocr page 19-
16
VIERDE DAG.
Maria als dochter van God den Vader
een toonbeeld van dankbaarheid bij het
bezoek van hare nicht Elizabetli.
OVERWEGING.
Elizabetli, bezield door den H. Geest,
hare nicht, de bevoorrechte Maria, bij
haar zie»ide binnentreden, begroette
haar mei den uitroep: „Van waar
komt mij het geluk, dat de moeder des
Heeren tot mij komt. Gezegend is de
vrucht uws lichaams." En die ne-
derige dochter van God, zij die ont-
stelde bij de groetenis des engels en
bij den lof, dien deze haar toezwaaide,
zij werpt hier weder uit dankbaarheid
allen lof op den oneindigen oorsprong
van haar geluk en van hare bevoor-
rechting ; zij opent den mond en uit
de volheid haars harten stijgt een
loflied ten Hemel, dat voor den troon
des Almogenden als de getrouwe tolk
geldt van het hart der nederige en
innig dankbare maagd, wier ontvan*
gene Vrucht de Verlosser der wereld
-ocr page 20-
17
zijn zal. Maria beseft haar geluk
daarom verheft hare ziel den Heere,
is haar geest in Hem, die haar heil
is, opgesprongen, wijl CJod de nede-
righeid zijner dienstmaagd heeft ga-
degeslagcn en van stonde af aan alle
geslachten haar gelukkig zullen noe-
men. Wijl Hij, die alvermogend is,
groolc zaleen in haar gewrocht heeft,
daarom noemt zij zijnen naam heilig.
Daarom prijst zij zijne barmhartigheid
jegens hen, die Hem vreezen van ge-
slacht tol geslacht. Zij erkent zijn al-
vennogen in zijn krachtigen arm,
die de hoovaardigen verstrooit in de
gedachten huns harten, de machtigen
van den troon stoot, om er de ne-
derige op te plaatsen, de hongerige
verzadigt aan de goederen, die Hij
den rijke in zijne almogendheid ont-
neemt, daar Hij op Israël, zijnen
dienaar, indachtig zijner barmhartigheid
de oogen heeft geslagen, volgens de
beloften aan Abraham en zijn nakroost
voor eeuwig gedaan, daarom prijst zij
-ocr page 21-
18
de H. Driéëenheid voor alle eeuwen
der eeuwen. Amen.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O dankbare en nederige dochter
van den Almogende, hoe schoon luidt
hier uwe dankbaarheid jegens God,
hoe erkent gij voor Hem, dat gij der
gunsten onwaardig zijt, die God u
heeft geschonken; en nogtans gij waart
en zijt het waardigste schepsel der
schepping. Gij leert mij dankbaar zijn,
die in uwe verhevene ootmoedigheid
u onwaardig kent tegenover God, gij
leert mij mijne nietigheid inzien, en
uit kracht daarvan wekt gij mijne
dankbaarheid jegens God op voor de
zoo onverdiende, zoo groote en ver-
hevene gunsten, die God mij heeft
bewezen, verkrijg mij van God de
deugd van dankbaarheid die mij
hier op aarde aangenaam make in
de oogen van Hem, dien ik eens hoop
1e loven, te prijzen en te danken in
alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Heer ontferm u onzer ! enz.
-ocr page 22-
10
VIJFDE DAG.
Maria, als de doch\'er van God, den Vader,
een toonbeeld van vurige liefde Gods in de
geboorte van den Heiland der wereld.
Overweging.
Toen de tijd vervuld was, waarop
de Godmensch moest geboren worden,
bevond zich de H. Maagd met haren
man, den H. Joseph, te Bethlehem. In
een stal, wijl er voor hen in geene
herberg plaats te vinden was, werd
het groote geheim voltrokken, negen
maanden voordien aan de waardige
moeder, de dochter van den almo-
genden God, aangekondigd. En het
Woord is vleesch geworden en werd
geboren door den H. Geest uit de
maagd Maria. Hoe leeder was die
eerste blik, dien Maria werpen mocht
op de goddelijke Vrucht van haren
maagdelijken schoot. Met welke in-
nige liefde drukte zij Jezus voor het
eerst aan haar moederhart, zij, die
-ocr page 23-
20
krachtens hare onbevlekte ontvange-
nis, alle deugden in ondergeschikte
volmaaktheid bezat, wier moederlijke
eigenschappen en wier moederlijk hart
gevormd was door den H. Geest; hoe
moot moest dus hare liefde niet \\ve-
zen voor haar goddelijk kind. Ja, zij
beminde het niet eenc volmaakte liefde,
zij beminde het als haar kind, zij
beminde en aanbad het als haren God.
Met welke moederlijke liefde aanvaarde
zij <ie verzorging van Hem, in wiens
goddelijken Vader zij haren Vader er-
kende. Zij voedde Hem uit ui met
liefde, en de bewijzen Zijner liefde
jegens haar waren haar zoo innig
dierbaar, dal zij voor immer voor ha-
ren geest het gedacht ontoegankelijk
maakten aan de vermoeiende en ver-
zwakkende lasten van het moeder-
schap. Liefde was haar eenig gedacht!
Liefde was immer de uitboc/.eming
haars harten. Liefde, enkel liefde voor
hare goddelijke spruit, den voorspelden
ielg van Jesse.
-ocr page 24-
•21
GEVOELENS EN GEDEDEN.
O liefdevolle moeder van Gods
eenigcn Zoon, waardige Moeder des
Woords ! Onuitsprekelijk teeder was
uwe liefde voor uwen beminden Zoon,
dat goddelijke wicht, dat gij omhe!s-
det als uwe vrucht, dat gij aanbaadt
als uwen God. Zalig, zoo roep ik uw
goddelijk kind toe, zalig is de schoot,
die U gedragen heeft, zalig zijn de
borsten, die Gij gezogen hebt, zalig
is de dageraad, die de Zon des Le-
vens is voorafgegaan, zalig en heilig
is die bevoorrechte moeder, die eenen
God als Zoon aanbidden mag; zalig
zullen haar alle geslachten roemen.
Verkrijg mij, lieve moeder, verkrijg
mij bij uwen eeuwigen Vader en bij
uwen geliefden Zoon, de uitstorting
van beider liefde, den H. Geest, op-
dat ik hier mijnen God leere bemin-
nen met hart en ziel, om Hem eens
met ziel en ligchaam te beminnen
voor de eeuwigheid. Amen.
Heer! ontferm U onzer! enz.
-ocr page 25-
22
ZESDE DAG.
Maria, als de dochter van God den Vader,
een toonbeeld van armoede bij de ge-
boorte vau den Heiland der wereld.
Overweging.
In een stal, op een handvol stroo,
kwam tusschen os en ezel, de God-
mensch ter wereld. Arm, want zijne
ouders, schoon van koninklijken bloede,
konden bij handenarbeid nog maar
karig in hun onderhoud voorzien. Hoe
grievend was het niet voor het min-
nend moederhart der H. Maagd, zóó
haar goddelijk kind reeds van het
eerste oogenblik van zijn bestaan, met
ontberingen van allerlei aard te moe-
ten zien kampen. £ij zelve moest zich
de grootste ontberingen getroosten, zij
zelve miste het noodzakelijkste ; nog-
tans zij morde niet; alleen met gela-
tene droefenis betreurde zij haar on-
vermogen, om het lot van haar dier-
baar wicht te verzachten. Hare na-
-ocr page 26-
23
tuur alléén gevoelde het pijnlijke der
armoede ; maar haar geest en hart
waren er niet mistroostig om; wel
had zij gaarne de teedere ledematen
van haar pasgeboren wichtje op zacht
dons doen rusten; wel had zij door
verwarmende kleederen het gaarne
tegen de koude van het saisoen be-
sch\'jt; doch met hare eigene ontbe-
ringen, bracht zij ook dit verdriet ha-
ren goddelijken Vader ten offer ; en
verheugd en overgegeven in zijnen
aanbiddelijken wil, dunkt mij haar te
hooren uitroepen: O, Gij, hemelsche
Vader, de Heer van het heelal, won-
derlijk zijn uwe beschikkingen; hard,
ik beken het, vallen de ontberingen,
aan de natuur; hoe spijt het mij, o
Vader, uwen goddelijken Zoon, me-
dezelfstandig met U, van hetzelfde
wezen als Gij, geene zachtere eerste
begroeting des levens te hebben kun-
nen voorbereiden, maar daar het uw
wil is maak ik als uw kind, den mij-
ne met vreugd aan den uwe ge-
-ocr page 27-
24
lijk vorm ig en draag mijne verstervin-
gen op liet altaar van mijn hart als
den eersten wierook aan uw god-
delijken Zoon op.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O liefdevolle dochter van den Op-
perhecr van alles en moeder van den
eenigen Zoon Gods! Arm ik erken
het, arm zijt gij aan aardsche goe-
deren, maar rijk aan hemelsche gun-
sten ; arm volgens de wereld, rijk
volgens God ; gij bezit als uw kind,
den Onmeetbare; met uwe maagde-
lijke horsten voedt gij Dengene, die
u heeft geschapen; Gij zijt in het
bezit " an het Opperste Goed; daar-
om zijt gij rijk in uwe armoede en
het i.« juist het besef van het ware
goed, dat u die vreugde in uwe ont-
beringen doet vinden. Ik smeek u
verkrijg mij van uwen goddelijke n
Zoon en van uwen hemelschen Va-
der met den H. Geest, één God, de
-ocr page 28-
25
onwaardeerbare genade van voorliet
vervolg mijns levens niets hooger te
schatten, dan hel eeuwige Goed, dat
mij in alle eeuwigheid gelukkig make.
Amen.
Heer ! ontferm U onzer 1 enz.
►S©*<SB»------
-ocr page 29-
26
ZEVENDE DAG.
Maria, als do dochier van God den Vader,
een toonbeeld van nederigheid in de
opdracht van haren goddelijken Zoon, _
in den tempel.
OVEP^WEGING.
Oe zuivere Maria, die door een
wonder van Gods almacht had ont-
vangen en gebaard met behoud harer
maagdelijke /.uiverheul, zij, die uit
kracht harer waardigheid, als onbe-
vlekle dochter van den Vader, de be-
voorrechting had verdiend, de moeder
te worden van Zijnen eenigen Zoon,
welk wonder door de liefde van den
H. Geest in haar was gewrocht,
zij aarzelt hier niet zich aan de be-
staande wetten des jodendoms te on-
derwerpen; waardoor zij voor het
oog der gansche wereld doorging als
bevlekt gelijk de overige moeders,
die verplicht waren de wet der zui-
veriug te onderhouden. Als onbevlekt
-ocr page 30-
27
viel zij dan hier buiten de wet en als
de moeder van God, behoefde zij ha-
ren eeniggeborcne niet op te offe-
ren; doch wat vermag niet eene vol-
maakte nederigheid ? Zij is verheven
boven het opzicht der menschen, zij
de dochter Gods, zij spoedt zich
met haren eeniggeborene naar den
tempel en biedt zich, zij die geene
zuivering noodig heeft, voor den Op-
perpriester aan, om gezuiverd te wor-
den ; zich alzoo niet onttrekkende aan
den dunk, dat hare ontvangenis niet
het wonder was der liefderijke wer-
king van den H. Geest, en de ge-
boorte van den Zoon Gods, gelijkvor-
mig aan die der overige menschen-
kinderen; maar dat in haar en hare
goddelijke vrucht, de natuurlijke en
geene bovennatuurlijke kracht had
gewerkt. Zij was verheven en door
od zelf onderscheiden boven alle
vrouwen, maar geen schepsel mag
haar hoo-achten om hare waardig-
heid, hare nederigheid verzet er zich
-ocr page 31-
28
tegen en zegeviert even roemrijk als
al hare overige deugden, over het
opzicht der wereld.
GEYOEI.ESS EN GEREDEN.
Verhevene doch allernederigste
dochter van den Opperheer en God
van het heelal; waardige moeder van
den waardigste onder de kinderen
der raenschen, groot is het voorrecht,
dat het behoud der wereld uil u
deed geboren worden, maar even
groot is uwe nederigheid, die deze
waardigheid verborg voor het oog
der wereld. Gelijk weleer de wet
van Assuerus niet geldig was voor
de bevoorrechte Ksther, zoo gold ook
voor u de wet niet, door Mozes uit
naam van God den kinderen Israëls
voorgeschreven; «i noglans onder-
werpt gij er u aan met liefde. Ver-
krijg mij, nederige moedermaagd, ver-
krijg mij van God eene groole nede-
righeid van hart die mij alle eerbe-
-ocr page 32-
29
wijzingen en bevoorrechtingen op God
doe overbrengen; verkrijg mij eene
groote nederigheid hier op aarde, om
eens waardig te zijn verheven te wor-
den in het rijk der glorie. Amen.
Heer ! ontferm U onzer l enz.
-ocr page 33-
30
ACHTSTE DAG.
Maria, als de dochter van God den Vader,
een toonbeeld van onderwerping aan den
wil Gods, bij de opdracht van haren
goddelijkeu Zoon in den tempel.
Overweging.
Was het troostend en opbeurend
voor de H. Maagd in haren goddelij-
ken Zoon den beloofden Messias te
aanschouwen, diep grievend en hart-
verscheurend was voor haar de voor-
zegging van den H. Simeon, dal dit
haar geliefd Kind was gesteld lol val
en oprichting van velen iu Israël; dat
door zijne toekomstige smarten een
zevenvoudig zwaard haar tnoederhart
zou doorboren, en de haat en nijd
van Zijn eigen geslacht Hem aan
haar moederhart ontnemen en op het
galgenhout des kruizes zouden vast-
klinken. Hier opende zich voor haar
de toekomst en zag zij al het \'\'j\'len,
dat haar moederhart zou te verduren
-ocr page 34-
31
hebben, om de smarten van haren Zoon.
Zij ziel geheel zijn lijden, zij aanschouwt
Hem reeds opGolgotha en voelt het ze-
venvoudige zwaard van droefheid reeds
vlijmend haar hart verscheuren, en mort
zij bij dat alles togen God, vraagt
zij, waaraan zij die smarten heeft
verdiend, trekt zij soms Zijne ge-
rerhtigheid in twijfel ? Mogelijk zou
dit de handelwijze zijn van het zon-
dige menschelijke\' geslacht bij de be-
procvingen, hun van den Hemel toe-
gezonden ; Maria echter, het verhe-
venste wezen onder de kinderen van
Adam, met uitzondering van den God-
mensch alléén, Maria mort niet, zij
verzet zich niet tegen haren hemel-
schen Vader, zij vraagt zelfs niet eens
tegen die droefheden gevrijwaard en
beveiligd te worden, neen, zij onder-
werpt zich, zij gelaat zich als onder-
worpene dochter, aan de beschikkin-
gen haars hemelschen Vaders en paart
eene volkomene overgeving en gela-
-ocr page 35-
32
tenheid aan eene vlijmende en schier
onverduurbare smart.
GEVOELENS fcN GEDEDEN.
Volkomen onderworpene dochter
van God den Vader, diep gefolterde
moeder ran Gods eenigen Zoon, uw
heilig hart, door den Geest van beiden
tot lijden gevormd, ontstelde en werd
zeer zeker innig gewond bij de voorzeg-
ging van den heiligen grijsaard Simeon;
maar door uwe gelatene overgeving
geeft gij mij het verhevenste voor-
beeld, hoe ik mij tegenover God in
de beproevingen heb te gedragen.
Verkrijg mij de groote genade van
mij steeds in alle wederwaardigheden
des levens geheel en al op God te
verlaten en onder zijne hulp voor geen
Jijden terug te deinzen, tot dezelfde ge-
latenheid op mijn sterfbed mij met den
heiligen grijsaard Simeon doe uitroe-
pen : Nu Heer, laat volgens uw woord,
uwen dienaar in vrede scheiden, wijl
-ocr page 36-
33
in de beproevingen mijne oogen uw
heil hebben aanschouwd, hetgeen Gij
voor het aanschijn aller volkeren hebt
bereid, het Licht tot verlichting der
heidenen en\' de glorie van uw volk
Israël. Amen.
Heer ! onlfcrm U onzer ! enz.
-ocr page 37-
34
NEGENDE DAG.
Maria, als de dochter van God den Vader,
een toonbeeld van moederlijke bezorgdheid
bij het verlies van haren goddelijken Zoon.
Overweging,
Toen de Godmensen den ouderdom
van 12 jaren had bereikt, trok Hij met
zijne ouders, volgens bet gebruik der
Joden, naar Jerusalem, om er het
Hoogfeest te gaan vieren. Kn als de
feesttijd voorbij was en Maria met Jo-
zef en het overige gezelschap weder
naar Nazareth terugkeerde, ontwaarden
zij onderweg, dat Jezus bij hen niet
was. Maria had haren goddelijken
Zoon verloren. Hoe werd haar hart
door angst beklemd; waar kon Hij zich
bevinden ; had zij Hem dan niet waak-
zaam genoeg beiet, was zij te kort ge-
schoten in moederlijke zorg voor Hem,
die haar van wege haren goddelijken
Vader was aanvertrouwd; waar en
-ocr page 38-
35
wanneer zou zij Hem wédervinden; zou
zij ditgt-.luk nog wel ooit smaken ? Deze
onverdiende verwijlen deed zij zich zelve
terwijl haar de angst zoodanig folterde,
dat zij op het punt stond van te he-
zwijken. Zij keert terug op hare schre-
den, overal zoekende, aan bezielde
en onbezielde wezens haren Jezus te-
rugvragende, dien zij, zoo geheel bui-
ten hare schuld, heeft verloren. Zij
weent, zij kermt; zij smeekt harer
goddelijken Vader haar haren dierha-
ren schat weder te schenken, haren
doodsangst om het gemis van Jezus
te willen bekorten.
GEVOELENS E.N CcBEDEN.
O verheven toonbeeld aller deug-
den, welk voorbeeld geeft gij mij hier
door uwe onbeperkte droefheid over
het verliezen van uwen goddelijken
Zoon: wat hebt gij geleden, wat hebt
gij er u over afge.martelil; en nog-
tans was het buiten uwe schuld ; doch
-ocr page 39-
36
ik, hoe vaak. heb ik mijnen God door
mijne schuld verloren, en wat was ik
nog onverschillig bij dat verlies ; geene
enkele traan ontrolde mij voor de
voelen van den biechtvader, die Hem
mij kon terugschenken; ach ! welk een
verwijt voor mij, mijnen Godzooher-
haaldelijk te hebben verloren en er mij
zoo weinig aan te hebben laten ge-
legen liggen, om Hem en zijne god-
delijke liefde weder te bekomen. Ach,
ik smeek u om deze uwe droefenis,
verkrijg mij bij den Vader, wiens Zoon
Jezus gij door den H. Geest ontvan-
gen en gebaard hebt, dat ik nimmer
meer ongelukkig genoeg zij mijnen Je-
zus door mijne zonden te verliezen,
maar Hem in den tijd in mijn hart
blijve bewaren, om Hem voor eeuwig
te bezitten in den Hemel. Amen.
Heer, ontfermu onzer enz.
-ocr page 40-
37
TIENDE DAG.
Maria, als de dochter van God den Vader een
toonbeeld van vertrouwen op God in het
zoeken van haren goddelijken Zoon.
OVERWEGING.
Drie dagen lang zwierf Maria niet
Jozef overal rond, om haar verloren
pand te zoeken ; drie lange en smart*
volle dagen voor haar gefolterd moe-
derhart. Hoe angstig moet het niet
geklopt hebben bij het afwisselen dier
droevige dagen en nachten. Hoop
telkens bij het herrijzen van den dag,
vertwijfeling bij het vallen van eiken
avond! En nogtans geeft Maria geen
moed verloren. Haar vertrouwen is
gevestigd op haren hemelschen Vader;
bij hare grievende smart draagt zij
in zich het vaste vertrouwen om, dat
haar lijden zal bekort worden en Gods
barmhartigheid haar het verlorene
kleinood zal terugbezorgen. Zij hoopt
tegen alle hoop in, en zoo groot en
-ocr page 41-
38
standvastig is haar vertrouwen op God,
den almogenden Vader, dat het ver-
diende beloond te worden. Op de»
derden dag bereikt zij Jeruzalem. De
hoop rigt hare schreden naar den
tempel en wie beschrijft haar geluk,
wie schetst hare vreugde ? Daar her-
vindt zij haren Jezus te midden der
leeraren, hen ondervragende en naar
hen luisterende.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O dochter van den eeuwigen Va-
der ; groot was uw vertrouwen, u is
geschied, gelijk gij hebt gehoopt; uw
Jezus is weder in uw bezit en gij
zult Hem niet meer verliezen, <lan
wanneer Hij als rantsoen onzer zalig-
heid op Golgotha aan zijnen Vader
onzen losprijs zal betalen. Gij hebt
door uw vast vertrouwen deze be-
looning volkomen verdiend; ach, ik
smeek u, geliefde moeder, laat uwe
voorspraak voor mij even krachtig
-ocr page 42-
39
werken op het hart Gods als uw
vertrouwen op Hem u uwen goddelij-
Zoon heeft terugbezorgd; verkrijg mij
een groot vertrouwen op mijnen Schep-
per in alle wederwaardigheden des le-
vens, verkrijg mij dat vaste vertrou-
wen, dat Petrus heeft doen wande-
len op de baren en waarvan de
psalmist in voorspellende belofte heeft
uitgeroepen: ever slangen en adders
zult gij wandelen en leeuw en draak
verpletteren ; wijl hij op mij gehoopt
heeft, zal ik hem bevrijden ; ik zal
hem beschermen, omdat hij mijnen
naam erkend heeft. Amen.
lieer^ ontferm U onzer enz.
-ocr page 43-
40
ELFDE DAG.
.Maria als demoeder van God den Zoon, een .
toonbeeld van ijver en vurigheid in het
gebed, bij do benauwdheid «. an haren
Jezus in het hofje van Olijven.
OVERAVEGING,
Op den vooravond van den grooten
dag, die den Zoon des menschen als
slachtoffer voor liet heil der wereld op
het kruishout de voldoening zag bren-
gen aan den hemelschen vader, trad
Hij geblikt onder den last der zonden,
die Hij op zich had genomen, den hof
Gethsemano in, om door den bitter-
sten doodsangst zijn lijden te gaan be-
ginnen. Het moederhart van Maria ge-
voelde, dat de tijd der verlossing en
mitsdien de tijd van het gruwzame
lijden haars goddelijken Zoons daar
was: met flem; werpt zij zich
voor God neder en een volijverig
gebed gelijk aan het zijne, stijgt
-ocr page 44-
41
uit haar moederhart ten Hemel ; ach
hoe vurig smeekte ook zij haren he-
melschen Vader: Vader indien het
mogelijk is, Iaat dezen kelk voor mijnen
goddetijken Zoon en voor mij voorbij-
gaan ; doch kan liet niet geschieden,
zonder dat wij hem drinken, moet
Hij hem ledigen, den lijdenskelk, tot
den bodem en tot dat in denzelven
zij.i jongste snik wegsterft en moet
diens volgens het zevenvoudige zwaard
mijn hart doorvlijmen ;— welaan uw
wi! geschiede! ik smeek U dan voor
mijnen geliefden Zoon, ondersteun Hem,
verlaat Hem niet in zijne smarten ; ik
smeek \'J, geof mij moed en sterkte,
om niet te bezwijken Ach, Vader, he-
melsche, liefderijke Vader, ach, ik
smeek U, ondersteun mij, opdat ik
kracht bezit te, om de verlossing der
wereld te kunnen aanschouwen ten
einde toe
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O moeder van den Man van smar-
-ocr page 45-
42
ten, hoe leed uw harl bij den doods-
angsl van uwen goddelijken Zoon ; hoe
was uw hart beklemd ? Hoe vurig en
ijverig smeektet gij uwen God om
ondersteuning in het lijden voor uwen
goddelijken Jezus en voor u zelve!
nier leert gij mij bidden; gij leert
mij tot wien ik in de verdrukking en
in hot lijden dat God mij overzendt, of
nog heeft toegeschikt mijnen toevlucht
te nemen heb en hoe alsdan mijn ge-
bed wezen moet. Moeder van smarten,
verkrijg mij van uwen lijdenden Zoon,
nu glorieus aan de rechterhand zijns
hemelschen Vaders gezeten, de groote
genade van vurigheid en ijver in het
gebed; dat mij hier reeds hciüge in
de oogen van God om mij eens voor
alle eeuwigheid zijne barmhartigheden
te doen loven en prijzen in het rijk
van God» glorie. Amen.
Heer, ontferm u onzer enz.
-ocr page 46-
43
TWAALFDE DAG.
Maria, als de moeder van God den Zoon,
een toonbeeld van standvastigheid in het
gebed bij de benauwdheid van haren
Jezus, in het hofje van Olijven.
OVERWEGING.
De goddelijke Verlosser, druipende
van bloedig zweet in zijnen doodsangst,
keert tot driemaal toe zich met het-
zclfde gebed tot zijnen hemelschen
Vadtr en hoe benauwder zijn dood-
strijd werd, des te vuriger was zijne
smeekrede. Maria, de lijdende moe-
der van den lijdenden zoon Gods,
Maria, die van alles bewust was uit
de voorspelling, haar door Sirneon
gedaan, Maria, die zich in alles ge-
Hjkvormig maakte aau haren Jezus,
ook zij houdt niet op met bidden.
Herhaaldelijk keert zij hare smeekin-
gen lot den goddelijken Vader, Hem,
haar en haars Zoons lijden voor de
verlossing der wereld aanbiedende.
-ocr page 47-
44
Zij volhardde in hel gebed en hoe
benauwder het haar om het hart
werd, hoe meer zij beducht werd om
het toekomstig lot van haren eenig-
geborene, des te vuriger en aan-
houdender stegen hare smeekredenen
ten Hemel. Zij vond troost in haar
aanhouden. Zij gevoelde de waarheid
van de woorden der eeuwige onfcil-
baarheid, uit haar geboren : Klop en
u zal geopend worden. Zij wist, dat
ecu aanhoudend gebed overwint, om-
dat het aan God zoo aangenaam is;
daarom werd zij zoo vurig in haar
aanhouden en verwierf zij reeds als
eerste belooning eene goddelijke te-
vredo.\'heid, die zij in haar lijden zoo
zeer van noode had.
GEVOELKNS EN GEBEDEN.
O ! Moeder van smarten ! Welke
schoone les geeft gij mij hier door
uwe aanhoudendheid in het gebed 5
uwe smart doet U bidden en uw ge-
-ocr page 48-
45
bed, eenmaal begonnen, blijft vooii-
duren ; niel een enkel oogenblik, maar
een geruimen tijd. Ach, welk ver-
schil lusschen uw gedrag en hef
mijne ! Helaas, bet kortslc gebed valt
mij, niet zelden, nog te lang en boe
groot mijne geestelijke behoefte ook
zij, den rijkdom door het gebed blijf\'
ik minachten en versmaden; helaas,
wat heb ik weinig gedacht van de
waarde des geheels, dat voor U zulk
een troost, zulk ecne zalving was;
ach ik smeek U, verkrijg mij eene al-
geheele verandering des harten ; ver-
krijg mij de gave des gebeds, op-
dat het hier mijne vreugde uitmake,
God te loven en te verheerlijken op
aarde en ik langs dien weg zijne
overvloedigste zegeningen over mij
moge aftrekken; verkrijg mij, dat mijn
jongste snik een gebed zij tot God,
en het begin van de zegeningen, die
ik Hem, in alle eeuwigheid met U
hoop toe te zingen in den Hemel. Amen.
//eer, ontjerm u onzer ! enz.
-ocr page 49-
46
DERTIENDE DAG.
Maria, als de moeder van God den Zoon, een
toonbeeld van onthechting van de aardschc
goederen bij de geeseling van haren
goddelijken Jezus.
OVERWEGING.
De Zoon Gods was aan de godde-
loozen geleverd en de voorzegging
van den koninklijken Psalmist girig
vervuld worden : Zij hebben hun-
ne ongerechtigheden verlengd en de
zondaren hebben op mijnen rug hun
werk verricht. De eeuwige zuiverheid
wordt ontkleed en aan den geeselko-
lom vastgebonden. Ach! hoe moet
Maria te moede geweest zijn bij deze
vreeselijke vertooning; zij zag den
Koning van Hemel en aarde in haren
goddelijken Zoon, ontbloot van alles
en hare lippen prevelden de voorzeg-
gingen zijner armoede en zijne eigene
goddelijke woorden waarmede Hij
verklaarde, zelfs geenen steen te heb-
-ocr page 50-
47
ben, om zijn hoofd op te doen rustenv
Ook zij is onthecht van alle aardsche
goederen, zij die zich beijvert der
trouwe navolgster te zijn van haren
Zoon, zij draagt hier aan God op, al
wat zij bezit. Zij verklaart en het is
de oprechte taal van haar hart, zij
verklaart, dat zij aan al het aardsche
verzaakt; zij verklaart, dat niets op
de wereld haar aantrekkelijk voor-
komt, tenzij alleen Hij, wiens voor-
beeld zij in alles volgen wil en die
hier als haar toonbeeld van alles ont-
bloot, geboeid staat aan den kolom,
ten blijke, dat zelfs zijne vrijheid Hem
ontnomen en Hij is overgeleverd aan
de machten der duisternis. Maria ook
onthecht zich aan haren eigen wil en
bij al de smarten, die zij lijdt, draagt
zij hem met hare onthechting van het
aardsche, aan God op door te zeggen :
„Heer nieünijn, maar uw wil geschiede/
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O bedrukte moeder! Toonbeeld va»
-ocr page 51-
48
onthechting van al wat niet goddelijk
is ! Hoe schoon is het voorbeeld dat
gij mij hier geeft, gij leert mij ver-
achten en verzaken aan al wat van
deze booze wereld is, om alleen te
beminnen, wat hemelsch en doordien
alléén beminnenswaardig is; ach ! hoe
schaam ik mij, hier voor U over mijne,
helaas ! al te groote gehechtheid aan
de goederen dezer aarde; ja, zoo
groot is zij niet zelden, dat zij mijn
nart geslolcn houdt voor het mede-
lijden en mij ongevoelig maakt voor
de smarten mijner evennaasten. Ik
smeek u volmaakt onthechte moeder
van den hier van alles beroofden Zoon
Gods, verkrijg ook voor mij eene
groote minachting voor de goederen
dezer aarde, gepaard aan eene zuivere
liefde voor het hemelsche, dat eens
mijn deel zijn moge. Amen.
Heer, ontferm U onzer! enz.
-ocr page 52-
49
VEERTIENDE DAG.
Maria, als do moeder Tan God den Zoon, een
toonbeeld van begeerte naar het lijden,
bij de geeseling van haren godde-
lijken Jezus.
Overweging.
Gruwzaam was deze marteling voor
het vleesch geworden Woord. Zijn
maagdelijk lichaam werd verscheurd,
zijn vleesch vaneen gereten en van
het hoofd tot de voeten, was hij weldra
slechts ééne wond. Ja, in vervulling der
voorzegging was hij in gedaante geen
mensch, maar een worm. Welk eene pijn
voor het in alle smarten van Jezus, zoo
innig deelnemende hart van Maria. Ja,
zoo groot is hare begeerte, om het
lot haars Zoons te verlichten, dat zij
volgaarne zich in zijne plaats aan de
kolom gebonden en door de geesel-
slagen zou voelen verscheuren. Zij
brandt van begeerte naar het lijden,
om gelijkvormig te kunnen zijn aan
-ocr page 53-
50
haren goddelijken Jezus. Doch wijl
het onmogelijk is, dat zij in Jezus\' plaats
optrede en door haar lijden het zijne
lenige, wil zij ten minste geheel en al
zich met zijne smarten vereenigen en
zooveel mogelijk zijn lijden tot het
hare maken. Eiken slag op Jezus\' aan-
biddelijk lichaam trekt zij af op haar
moederhart, elke wonde brengt zij in
haar zelve over, stroomt Jezus lichaam
van het gestorte bloed, haar hart bloedt
van deelname in zijn lijden en is door
de onmenschelijkheid der ontaarde
beulen weldra het gansche lichaam
van Jezus slechts ééne wonde, ook
het hart van Maria is slechts ééne
wonde door begeerte naar het lijden,
door deelnemende liefde, opzichtens
zijne smarten en zijn gefolterd lichaam.
GEVOELENS EN r.BBEDEN.
ü gepijnigde moeder van den ge-
folterden Godmensen; hoe lijdt gij
door het lijden uws Zoons, hoe vurig
is uwe begeerte, om te deeien in zijne
-ocr page 54-
51
smarten. Ach, gelijk door zoo vele
andere voorbeelden van deugd,
beschaamt gij ook weder hier mij-
ne zucht naar de gemakken des
levens; ik deins terug voor de kleinste
moeielijkheden ; ik ben atkeerig van
het geringste ongemak en ik ben er
niet op bedacht wat uw Zoon voor mij
geleden en gij uit begeerte en liefde
naar het lijden verduurd hebt. Ik
smeek u door uwe deelname in de
verlossing der wereld en in alles, wat
zij den Zoon Gods gekost heeft, ver-
krijg mij den geest van versterving,
die mij hier meer Gods glorie dan
mijne gemakken, meer Gods liefde,
dan mijne eigene voldoening doe be-
minnen om mij eens in alle eeuwigheid
de kroon te bemachtigen, die de be-
looning is voor de versterving op deze
wereld. Amen.
//eer, Ontferm U onzer ! enz.
-ocr page 55-
52
VIJFTIENDE DAG.
Maria, als de moeder van God den Zoon,
een toonbeeld van gewilligheid, in het
verduren der lasteringen bij de
krooning van Jezus met doornen.
Oyefqtveging.
Pijnlijk was voor Jezus deze al-
leronmenschelijkste wreedheid. In zijn
aanbiddelijk hoofd, het teederste ge-
deelte van zijn goddelijk lichaam,
dringen scherpstekende doornen met
geweld heen, om zich weder dieper
in zijn gelaat te vertoonen en het bloed
bij stroomen over zijn, zoo aanminnig
wezen te doen vloeien. Pijnlijk was deze
smart ook voor de weemoedige Maria,
hoe gaarne had zij elke dezer doornen
voorzichtig uit zijn o verschoon hoofd
getrokken en alzoo zijne smart weg-
genomen. Dan veel pijnlijker vielen
haar de smaadredenen, de bespottin-
gen en beschimpingen, die Hij heeft
te lijden. Zij kaatsen allen op haar
-ocr page 56-
53
terug en innig voelt zij het grievende
der beleedigingen, die Hij nis God-
menscli en zij in Hem, als Gods moeder,
heeft te verduren. Zij vielen haar on-
eindig veel harder, dan alle lichame-
lijke pijnigingen. En wat doet zij bij
dien smaad haren goddelijken Zoon en
in Hem, haar aangedaan ? Belastert zij
hen, die Hem lasteren, smeekt zij de
vervloeking Gods over hunne hoofden?
Ziet zij met minachtenden haat op hen
neder : In geenen deele : Gewillig ver-
duurt zij die lasteringen en hadden
zij haren goddelijken Zoon niet gegol-
den : maar alleen haar wezen aange-
rand, zij zou er zich over verheugd
hebben en God hebben bedankt, dat
Hij haar in de gelegenheid stelde de
versmadingen met geduld te verduren
en alzoo haren schat van verdiensten
te vermeerderen. Zoo groot was hare
gewilligheid in het dragen der laste-
ringen.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O zoo ten onrechte gehoonde en in
-ocr page 57-
54
uwen aanbiddelijken Zoon gelasterde
moeder Gods, hoe gaarne verduurt
gij hier voor Ü zelve de vernederingen,
Uin uwen Jezus aangedaan ; gij maakt
er een offer van gewilligheid van aan
uwen hemelschen Vader! Ach, of ook
ik mij zoo gedroeg m de bejegenin-
gen die ik soms onderga en de las-
telingen en beschimpingen, die ik nu
en dan heb te verduren ; ach, helaas!
ik lasterde hen, die mij lasterden,
bespollede en beschimpte diegenen,
die mij hoonden en beschimpten en
ik dacht er niet eens aan, dat de
wereld hoont en lastert wat van God
is en prijst en verheft wal der we-
reld is. Wil ik dan aan God behooren,
zijn de lasteringen mijn deel; ver-
krijg mij dan, o Maria, den moed ze
te verdweii met die liefde en die
gewilligheid, die er mij eenen schat
van doe vergaderen in dit en voor
het eeuwige leven. Amen.
//eer, Ontleim L\' onzer! ti\\z.
-ocr page 58-
55
ZESTIENDE DAG.
Maria, als de moeder van God den Zoon,
een toonbeeld Tan geloof in God, bij de
krooning van Jezus met doornen.
OVEE^WEGING.
En eene kroon van doornen gevloch-
ten hebbende, drukten zij die op zijn
hoofd, zij omhingen hem met eenen
purperen mantel, deden hem op cenen
steen nederzitten, gaven hem eenen
rietstok in zijne geboeide handen en
knielden voor hem neder, zeggende:
Wees gegroet, koning der joden Maria
aanschouwt al dien smaad, Jezus aan-
gedaan; zij ziet haren Zoon machteloos,
uitgeput door smarten, schier onken-
nelijk door het lijden, beschimpt, be-
spot en verguisd en in minachting be-
groet als den koning der joden en te
midden der goddeloosste versteendheid
en ongeloovigheid, blijft haar geloof
onwankelbaar vast. Hij is de Messias ;
-ocr page 59-
50
zij erkent geenen anderen builen Hem;
en schoon de toestand waarin Hij ver-
keert, weinig in overeenstemming is
met. zijne waardigheid, schoon niemand
Hem voor den beloofden Zoon Gods
wil erkennen, gelooft zij nogtans even
standvastig als zag zij Hem iceds ge-
zelen oj) den troon van heerlijkheid
in hel rijk zijner glorie; zij gelooft
in God : in den misvormden en mis-
kenden Jezus, ziet en erkent zij Gods
eenigen Zoon ; haren schepper en ge-
lijktijdig haren eeniggeborene; zij roept
tot de versteende harten der ontaarde
joden en heidenen: «Zietdaar dien
mensch, Hij is uw God, Hij is uw
schepper, begin loch eindelijk eens
met Hem te prijzen en voor uwen
zaligmaker te erkennen." Dan hunne
verhardheid is grooler, dan de kracht
harcr woorden, lot hunne gemoederen
gericht: en haar innig geloof aan Jezus\'
godheid, verdubbelt voor haar hart
de pijn der beschimpingen, waaraan
Hij ten prooi is.
-ocr page 60-
57
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O miskende moeder Gods; uw Zoon
is werkelijk de voorspelde koning der
joden, de Messias; even waarachtig
is Hij mijn God, hier in zijn lijden en
in zijne vernedering als Hij van eeu-
wigheid was en voor eeuwig zijn zal
op den troon zijner glorie. Met u erken
ik Hem voor mijnen zaligmaker en
smeek u als zijne goddelijke moeder,
verwerf mij zulk een vast geloof aan
Hem en zijne goddelijke leer, dat niets
in staat zij, het mij ooit te ontnemen.
Verkrijg mij de genade, van hier in
en d :or h::t geloof te leven. Verkrijg
mij sierki., mij nimmer over mijn ge-
loof te schamen. In één woord, ver-
krijg mij een onwrikbaar geloof in
het leven, e. :i onwrikbaar geloof in
mijn stervensuur, dat mij opvoeretot
de eeuwige aanschouwing Gods in den
Hemel. Amen.
Heer^onlferm U onzer! enz.
-ocr page 61-
58
ZEVENTIENDE DAG.
Maria, als de moeder van God den Zoon,
een toonbeeld van moed in het verdragen
der kwellingen, bij de kruisdraging
van Jezus,
Overweging.
Ziehier Jezus op zijnen bloedigen
kruisweg, Hij sleept zich voort bela-
den met zijn kruis, dien prijs onzer
verlossing; de martelingen hebben Hem
geheel uitgeput, Hij is niet meer in
staat zelf zijn kruis to dragen ; her-
haalde malen bezwijkt Hij onder het
gewicht en eindelijk moet iemand Hem
zijnen last helpen lillen. Maria volgt
Hem op zijnen bloedigen kruisweg.
Elke tred van haren goddelijken Zoon
is eene nieuwe wonde in haren boe-
zem; elke val onder het kruis rijt
haar het hart van een en de uitge-
pulheid van Jezus maakt ook haar
schier machteloos. Dan zij klaagt niet
tegen God, zij wordt niet kleinmoedig.
-ocr page 62-
59
De verlossing <kr wereld is haar te
dierbaar en hare onderwerping en
liefde tot God, een voor haar te groote
schat, dan dat zij zou afkeuren, wat
God over zijnen eenigen Zoon, tot
redding van het menschdom, besloten
heeft; raaar toch zij is de moeder
en de mishandelde haar eigen zoon;
is het mogelijk dat de droefheid haar
niet verstikt, dat zijne smarten haar niet
zoodanig overstelpen, dat het leven aan
haren boezem ontvlucht. Neen, Maria
bezwijkt niet: De sterkte Gods zendt
haar eenen moed over in het dragen
der kwellingen, die haar in staat
stelde met gelatenheid haar lijden te
verduren. Zij is moedig die lijdende
en bedroefde moeder en de moed,
die dyor haar ons ten toonbeeld ge-
steldj word), versterkt haar wonder-
baar en lenigt haar lijden door eene
hemelsche zalving.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O moeder van smarten ! Lijdende
-ocr page 63-
60
moeder van eenen gefolterden God-
mensch ; hoe moedig zijt gij in uw
lijden. Gij slaat uwe oogen ten hemel
naar uwen Vader, gij verheft ze naar
de bergen, waar uwe hulp zal opda-
gen ; en van uit den hooge ontvangt
gij dien bijstand, die u een voorbeeld
van moed maakt in het lijden. Ach,
wat ben ik menigmaal kleinmoedig
in de verdrukking. Slaat mij Gods
vaderhand tot mijn welzijn met tijde-
lijke rampen, ik ben heiaas! onmid-
dellijk uit het veld geslagen, ik wordt
droefgeestig, geef mij over aan de
smart en verlies alzoo de vrucht van
mijn lijden, dat God mij overzendt
tot mijne heiliging Ach, verkrijg mij
de sterkte van hierboven, die mij om-
geve met het harnas van onverdroten
moed; opdat ik alzoo hier cenen
schat vergadere van verdiensten, die
mij in alle eeuwigheid gelukkig ma--
ke, in het rijk der eeuwige beloo-
ning. Amen.
lieer, ontfermu onzer!enz.
-ocr page 64-
01
ACHTTIENDE DAG.
Maria, als de moeder van God don Zoon,
een toonbeeld van volharding op den
weg der smarten, bij de kruisdra-
ging van Jezus.
OVERWEGING.
Maria volgt haren Zoon op. Zij
spoedt zelfs vooruit, om zich te plaat-
sen op een punt waar Hij zonder fout
moet voorbij komen. Daar nadert Hij,
de gefolterde Zoon. Maria aanschouwt
Hem met medelijden, Jezus slaat een
blik van weemoed op zijne moeder.
Zij kunnen geen van beiden een woord
uiten. Beider harten breken om bei-
der lijden Maria treurt om Jezus,
Jezus treurt om het lijden, dat zijne
smarten veroorzaken aan het teedere
moederhart van Maria. Jezus vervor-
dert zijnen weg. Zal nu Maria we-
derkeeren naar Jeruzalem en daar
verder zich aan hare droefheid over-
geven, zal zij Hem alleen Golgolha
-ocr page 65-
62
doen bestijgen, zal zij geene getuige
zijn van zijn vasthechten met grove
nagelen door handen en voeten aan
het galgenhout des kruizes! Zal zij
Hem verlaten, den geest doen geven
op het kruis ? Neen, dit is haar eene
onmogelijkheid. Zij volhardt op den
weg des kruizes, zij wil den kelk
ledigen tot den bodem toe ; met haren
goddelijken Zoon zal zij Golgotha be-
stijgen ; zij zal tot het einde toe deelen
in zijne smarten en eer zal de steen
zijn aanbiddelijk lichaam sluiten in
het graf, eer zij Hem begeven zal,
wiens lijden, haar lijden is en aan
wien zij zich volkomen in alles ge-
lijkvormig wil maken.
GEVOELENS E.N GEBEDEN.
ü moeder van Gods aanbiddelij-
ken Zoon, hoe groot is uwe volhar-
ding op den weg van smarten! Er
is waarlijk geene pijn bij de uwe te
vergelijken en toch, hoe groot uw
-ocr page 66-
63
verdriet ook zij, vrijwillig volhardt
gij op den kruisweg, gij blijft uwen
Jezus volgen tot aan zijn jongsten
snik en biedt geen tegenweer aan
hel zevenvoudig snijdend zwaard, dat
uw moederhart doorvlijmt; helaas, hoe
is mijn gedrag in tweespraak met het
uwe; mij verdrieten de kruizen, die
mij van God worden overgezonden en
zoo mogelijk werp ik ze van mij, hoe
eerder, hoe liever; ik ontloop ze en
zoek maar al te vaak het rozige pud,
dat ten verderve leidt en weiger niet
zelden eene enkele trede te stellen
op hel doornige pad, dat lijnrecht »p-
voert tot mijn hemelsch vaderland.
Verwerf\' mij de navolging van iw
voorbeeld in het volharden op den
weg des lijdens, opdat ik het rijk Ier
hemelen bemachtige; want ik weet I ii:
voor hem, die wettig zal gestre ien
hebben alléén, is de kroon wt\'j ^e-
legd. Amen.
//er, ontferm U onzer l enz.
-ocr page 67-
64
NEGENTIENDE DAG.
Maria, als de moeder van God den Zoon,
een toonbeeld van medelijden onder
het kruis van Jezus.
Overweging,
Jezus hangt aan het galgenhout,
doornageld aan handen en voeten,
met de pijnlijke doornenkroon om
zijnen goddelijken schedel gedrukt,
naakt, bespot, gelasterd en vervloekt
door zijne vijanden. Hij staart rond
en ziet of er niet iemand is, die deelt
in zijne smarten; en niemand van
den vreemde ontwarende, die mede-
lijden met Hem heeft, valt zijn blik
weemoedig op zijne moeder; en die
blik doorboort op nieuw haar hart,
rijt op nieuw al de geslagene wonden
open. Maria\'s medelijden doet geen
oogenblik haren moed zwichten ; zij
slaakt geen droevige kreten, zij zinkt
niet machteloos ter aarde, zij staat
-ocr page 68-
65
standvastig onder het kruis, om al de
smarten van een innig grievend me-
delijden in zijne uitgestrektheid te
gevoelen. Maria lijdt met, door en
gelijk haar goddelijke Zoon : zij lijdt
uit kracht van een medelijden, dat
oneindig veel grooler is, dan hel lee-
derste medelijden van de hestc moe-
der op aarde, met de smarten vaneen
gepijnigd kind. Immers zij lijdt gelijk
haar goddelijke Zoon en dezes smar-
ten zijn zoo groot, dat er nooit iemand
geweest is, of komen zal, die zooveel
zou kunnen doorstaan als Jezus, wiens
lichaam door den H. Geest gevormd
was.
GEVOELENS EN CEDEDEN.
O medelijdende moeder van Gods
lijdenden en stervenden Zoon! Ach!
hoe groot zijn de pijnen van Jezus, hoe
groot is uw lijden ; barmhartigheid
lieve moeder, barmhartigheid voor mij
bij uwen goddelijken Zoon; ik heb
zoo weinig medelijden met zijne smar-
ten, ik blijf zoo koud en onverschillig
-ocr page 69-
GG
bij zijne folteringen. Ja, de bekente-
nis sterft schier weg op mijne lip-
pen, ja, ik ber helaas een der beulen,
die Hem hebben gefolterd; door mijne
ongerechtigheid hangt daar de eeuwige
onschuld in de uiterste smarten en
schande te zieltogen; door mijne schuld
dringt het zwaard van droefheid zoo
wreed in uwen boezem. Barmhartig-
heid voor mij, ellendigen zondaar,
verwerf mij de genade van tot boete
mijner ongerechtigheden voortaan een
innig medelijden te gevoelen met Je-
zus\' lijden en uwe smarten:
Doe mij waarlijk met u weenen.
Met den wreed gekruiste steenen
Doe mij schreien om uw leed. Amen.
Heer, onl/erm u onzer! enz.
-ocr page 70-
67
TWINTIGSTE DAG.
Maria, als de moedar van God den Zoon,
een toonbeeld van medelijden en liefde
jegens het menschdom, onder het kruis
van Jezus.
OVERWEGING.
En zijne moeder en Joannes aan
den voet van zijn kruis ziende, zeide
Jezus vol liefde tot haar: „Vrouw, zie-
daar uwen Zoon". Op het eigen oogen-
blik gevoelt Maria in haar hart de
liefde eener moeder opzichtens alle
menschen, haar in den persoon van den
H. Joannes aanbevolen als kinderen:
door een wonder van den geest Gods,
de liefde des Vaders, ontving Maria
den Zoon Gods, die in haar het vleesch
aannam ; en door de Liefde des Zoons,
denzelfden H. Geest, wordt hier on-
der het kruis haar hart herschapen
in het minnende hart eener teedere
moeder voor het gansche menschdom.
Zij heeft al het lijden aanschouwd,
haren Jezus aangedaan, zij heeft al
-ocr page 71-
68
de gruwelen aangestaard, die Gods
Zoon te verduren heeft gehad van zijn
eigen volk: zij heeft zelve tot in de
minste bijzonderheid gedeeld in Jezus\'
lijden, en welk gevoel bezielt haar
bij dit alles opziehlens de zondige
Adamskinderen, die de schuld van Je-
zus\' lijden, zijne en hare eige*ne beu-
len zijn: een innig gevoel van mede-
lijden met hunne versteendheid, eene
innige smart over hunne goddeloos-
heid, eene vurige liefde voor hunne
bekeering, een hijgend verlangen, dat
zij allen de vruchten van het godde-
lijk bloed van haren Zoon voor hen
heilzaam en zuiverend zouden doen
werken, aan zijn lijden en zijnen wree-
den dood genadig zouden deelachtig
worden. In één woord: zij is bezorgd
voor hun aller heil als eene teedere
moeder voor het welzijn harer geliefde
kinderen.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O moeder van smarten! onder het
kruis zijt gij mijne moeder geworden,
-ocr page 72-
69
en door uwe medelijdende liefde op
dien gruwzamen stond jegens een
menschdom, dat niet ophield uwen
goddelijken Zoon en u te folteren en
te miskennen, ja zelfs te vervloeken
en te verwensenen, leert gij mij zoo
schoon medelijden te hebben met de
zwakheden van mijnen evennaaste,
gij leert mij hem beminnen in elke
omstandigheid, zoowel onder de blij-
ken zijner minachting als onder die
zijner vriendschap. Moeder, ik smoek
u, toon, dat gij waarlijk mijne moe-
der geworden zijt; ik ben zelf ook
een dier ongelukkige en zondige
Adamskinderen, die gij onder het kruis
tot de uwe hebt aangenomen; ver-
werf mij de genade, dal ik toch eens
ophoude uwen goddelijker» Zoon en u
door mijne zondige lieftleloosheid je-
gens mijnen evenmensen en door al
mijne overige overtredingen te mis-
handelen en te miskennen; doe mij hier
God boven alles beminnen en mijnen
naaste gelijk mijzelven om God; dan
-ocr page 73-
70
durf ik tot loon van u afsmeeken.
Als mijn ligchaam eens zal sterven
Laat dan mijne ziel beërven
\'t Glorievolle Paradijs. Amen.j
lieer, ontferm U onzer l enz. ]
-ocr page 74-
71
EEN EN TWINTIGSTE DAG.
Maria, als de bruid van den H. Geest, een
toonbeeld van vreugd over de verheerlijking
Gods bij de verrijzenis van Jezus
OVERWEGING.
De Godmensch had zich vernederd
tot den dood, ja tot den dood des
kruizes ; daarom heeft zijn hemelsche
Vader Hem verheerlijkt want: ten der-
den dage is hij glorievol uit het graf
opgestaan: Hij is verrezen, gelijk Hij
gezegd heeft. Het is eene godvruch-
tige overlevering, die ons getuigt, dat
Jezus bij zijne opstanding het eerst
verscheen aan zijne beminde moeder.
Hoe moet het hart van Maria bij die
verschijning van haren verrezen Zoon
gebalsemd en moeten de wonden over
zijn lijden daarin wonderbaar geheeld
zijn geworden! Hoe moet zij, die tot
verheerlijking Gods op aarde, niet
had geaarzeld de moeder te worden
van den Zoon des Almogenden, die
innige smarten had geleden om de
-ocr page 75-
72
versmading Gods in zijn medezelf-
standigen Zoon, hoe moet zij niet op-
gesprongen zijn van vreugd, nu Gods
heerlijkheid zoo luistervol schitterde
voor alle volkeren en natiën. Met welke
zegepraal en met welke vreugde over
de verheerlijking van haren Godde-
lijken Zoon, die dood en hel had over-
wonnen met te sterven en in zijne
verrijzenis zegepraalt vol luister, zal
Maria nu den dood hebben toege-
roepen : Waar is nu, o dood, uw prik-
kel, waar is uwe overwinning ? De
geest Gods, die mijn bruidegom is,
heeft u in mijnen Zoon beschaamd en
overwonnen. Gij zijt vernederd door
den geest des Heeren.
GEVOELENS EN GEDEDeN.
Wees verheugd en verblijd! Maagd
Maria, alleluja ; want de Heer is waar-
lijk verrezen, alleluja ! Bruid van den
geest, uit wiens kracht uw goddelijke
Zoon de sleutels van dood en hel
verbrak en glorievol verrees uit het
-ocr page 76-
73
graf, verkrijg mij door de liefde van
uwen goddelijken Bruidegom, om de
glorie der verrijzenis van uwen god-
delijken Zoon, de genade bij uwen
hemelschen Vader van een trouwe
navolger te zijn uwer onbegrensde
vreugde over de verheerlijking van
Gotl; dat ik leve voor de glorie des
Heeren, dat ik er al mijne werken
toe verrichte, in alles mij beijverend, om
ze te bevorderen bij anderen, opdat
ik hier levende ter liefde van de glorie
Gods eens hierna moge toegelaten
worden tot derzelver aanschouwing
in het rijk zijner verheerlijking voor
de onbegrensde eeuwigheid Amen.
//eer, ontferm u onzerl enz.
-ocr page 77-
74
TWEE EN TWINTIGSTE DAG.
Maria, als de bruid van den H. Geest, een
toonbeeld van hoop op eene eigene glo-
rieusï verrijzenis bij die van Jezus,
Overweging.
Maria had Jezus clan gezien, ver-
rezen en verheerlijkt uit het graf te
voorschijn getreden; zij was verrukt
over den glans zijner glorie en in haar
hart, dat altijd zoo in alles had ge-
streefd naar de gelijkvormigheid met
haren goddelijken Zoon, rees ook nu
de vaste hoop op, dat zij eens, gelijk
Hij, verheerlijkt zou worden; zou
spotten met de macht des doods en
zegevierend zou verrijzen om voor alle
eeuwigheid in zijnen luister te deelen:
In de volle overtuiging des harten,
riep zij uit met Job, bezield door de
hechtsle hoop : Ik weet dat mijn Ver-
losser leeft en ik in den jongste» dag
uit de aarde zal opstaan, (want de
verborgenheden Gods, omtrent hare
toekomstige opvoering met ziel en
-ocr page 78-
Ï5
lichaam naar de eeuwige glorie, on-
middellijk na haren dood, waren haar
onbekend,) dat ik wederom met mijn
vel zal omkleed worden en in mijn
vleesch mijnen God zal aanschouwen.
Deze hoop draag ik vol vertrouwen
in mijnen boezem rond. En zij sprak
de taal haars harten ; in dat hart lag
die kiem der vaste overtuiging op
eene toekomstige opstanding en ge-
lijkvormigheid met Jezus, die hare
sterkte uitmaakte voor hel vervolg
haars levens, die hoop, die geheel
haac leven slechts ééne ademtocht
deed wezen van liefde tot God en
haar uit haren jongslen strijd opvoerde
tot haren hemelschen Bruidegom, dien
Geestvan Vader en Zoon, uit wiens
liefde haar alle heiligheid op aarde
was toegevloeid en in wiens liefde zij
zich in eeuwigheid mocht gaan verheugen
GEVOELENS EN GEBEDEN.
0 verheerlijkte bruid van den H
Geest, in de verrijzenis van Hein, die
-ocr page 79-
76
door de lieftle des Geestes uit U ge-
boren werd ; uwe vaste hoop op eene
gelukkige opstanding beschaamt mijne
wankelbaarheid en mijne weifelingen.
Ik weet het, ik heb te duchten dat
mijne verrijzenis verre berieden de
uwe zal wezen in luister: doch ik
wanhoop echter niet. Christus, die
mijne hoop is, is verrezen ; en ik ben
overtuigd, dat die op Hem vertrouwt
niet zal beschaamd worden, maar zal
deelen in zijne opstanding. Ik zie het
duidelijk gestaafd in U, o zuivere
bruid Gods ; verkrijg mij dan de ge-
nade, o mijne moeder, dat ik hier
zoo mijn leven moge inrichten op aarde,
dat eens mijne verrijzenis eene op-
standing zij ten eeuwigen leven. Amen.
Heer, ontferm u onzer! enz.
-ocr page 80-
77
DME EN TWINTIGSTE DAG.
Maria, als de bruid van den il. Geost, een
toonbeeld van dankbaarheid tot Gol,
pour Jo verlossing der wereld, bij de
Hemelvaart van haren Jezus.
OVERWEGING.
De zondenschuld der wereld was
weggenomen. Jezus had den schuld-
brief gehecht aan zijn kruis en door
zijnen uood vernietigd. Het uur was
dus daar, dat de toegang lot het we-
derge vondene erfdeel geopend en de
kinderen Gods, hersteld in hunne reeb-
ten, daarvan het volle genot zouden
gaan smaken, de hemelsche glorie
zouden gaan binnentreden. Gods Zoon
steeg dan ten Hemel, de zoo langen
tijd geslotene deuren heropenende
door den sleutel van zijn goddelijk
lijden, terwijl Hij zelf ging zetelen aan
de rechterhand zijns eeuwigen Vaders.
Maria aanschouwde mede zijne hemel-
vaart, en de wolk, die Jezus voor hare
oogen wegnam, bracht voor den troon
-ocr page 81-
78
der Godheid de eerste hulde van Ma-
ria, over de verlossing der wereld en
het herstel van het menschdom in
zijne vorige rechten. Dankbaar bleef
haar blik gericht naar dat erfdeel, dat
ook voor haar haar goddelijke Zoon
had heroverd en de H, Dneëenheid
ontving hare hulde, omdat zij het
werktuig in Gods haiid had mogen
wezen, waardoor die verlossing eenen
aanvang had genomen. Zij was er-
kentelijk aan God voor de weldaad,
die haar bij haar goddelijk moeder-
schap den eeretitel schonk van moe-
der van den Zaligmaker der wereld,
en zij dankte den Geest des Vaders en
des Zoons, door wiens liefde het won-
der der verlossing uit haar was ge-
sproten.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O dankbare bruid van den II. Geest!
Hoe schoon is het voorbeeld van
dankbaarheid, dat hier zoo luide spreekt
uit uw gedrag en mijne onverschillig"
-ocr page 82-
7fl
heid zoo luide hoont. Wee mij, on-
dankbare ; hoe zelden denk ik er aan,
dat ik ben vrijgekocht en verlost aan
een zoo duren prijs; helaas ja, ik
tel mijne verlossing niet zelden zoo
gering, dat ik op nieuw door mijne
zonden voor mij den toegang sluit
tot de door uwen goddeliiken Zoon
heroverde erfenis des Hemels, dat
land van beloften, dat overvloeit van
melk en honig. Ik smeek U, lieve
moeder, duld niet, dat ik voortaan
nog langer ondankbaar blijve. Smeek
uwen hfinelschen Bruidegom, dien
Geest Gods dat Hij in mij eeu nieuw
hart scheppe, dat dankbaar zij op aarde
voor al de van God genotene welda-
den, om eens in alle eeuwigheid dank-
baar te kunnen zijn voor en in r et
bezit van mijn onschatbaar erfdeel,
den Hemel. Amen.
//eer, ontferm U onzer! enz.
-ocr page 83-
80
VIER EN TWINTIGSTE DAG.
]\\laria, als de bruid van den H. Geest, een
toonbeeld van vurig verlangen naar den
Ilcnicl, bij de Hemelvaart van Jems.
OvEF^WEGING.
Maria, die in het leven van Jezus
zoo innig gehecht was aan haren god-
delijken Zoon, dat zij in alles zijne
voetstappen drukken en Hem overal
wilde volgen, zag Hem hier opklimmen
naarde rechterhand zijns Vaders. Groot
was haar verlangen om met Hem op
te stijgen, om hier met Paulus ont-
bonden te worden, ten einde met
Christus, haren goddelijker) Zoon te
kunnen zijn, weder vereenigd te kun-
nen worden. Starende zocht zij met
hare blikken haren Jezus nog uit de
wolk, toen deze Hem reeds lang had
verborgen ; doch haar uur was nog
niet gekomen ; zij moest nog heiliger
worden door het vurigste verlangen
naar het voorwerp harer liefde, voor
-ocr page 84-
81
aleer zij Hetzelve zoude bereiken. Door
eene vereeniging van verlangen met
haren goddelijken Bruidegom, den Geest
van liefde, moest zij op aarde die eeuwi-
ge vereeniging voorbereiden, die hierna
geene scheiding meer mogelijk zou
maken. Met het verlangen naar de
eeuwige woonplaats van Gods heer-
lijkheid in het hart, begaf zij zich dan
terug binnen Jeruzalem, telken stonde
haar verlangen aanwakkerende; zij
vergat de wereld, vergat, als het ware,
haar zelve, om in zich die begeerte
steeds te vermeerderen, die haar rust-
punt vond voor den troon van haren
goddelijken Vader, Zoon en Bruidegom,
om haar in de aanschouwing der God-
heid, vooi\' eeuwig, oneindig gelukkig
te maken.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O, Maria, Bruid van den H. GeestI
Hoe vurig was uw verlangen naar
het hemelsche Sion, en hoe doet gij
mij door uw voorbeeld mij zelven scha-
-ocr page 85-
82
men over de geringe begeerte, die ik
in mij ontwaar naar de hemelsche
goederen ; ik ben er tot mijne schande,
schier geheel en al onverschillig voor
en stel maar al te dikwijls de aarde
boven den Hemel, het zingenot boven
de wellusten der eeuwige glorie. Ik
vergeet het, dat ik alleen voor haar
geschapen ben en in niets mijne vol-
doening ooit zal kunnen vinden, tenzij
in Hem, die de zaligheid uitmaakt der
uitverkorenen. Lieve moeder, verkrijg
mij door dit uw verlangen naar uw
hemelsch Vaderland, de genade van
mij hier onverschillig te betoonen
voor de aarde, die voorbijgaat en
steeds te verlangen naar het onver»
gankelijke goed, dat in eeuwigheid mijn
geluk moge uitmaken in den Hemel.
Amen.
fleer, ontferm V onzer t enz.
-ocr page 86-
83
VIJF EN TWINTIGSTE DAG.
Maria, als de Bruid van den H Geest, oen
toonbeeld van liefde voor de ingetogen»
heid van het verborgene leven, bij
zijne nederdaling op Sinxendag.
Overweging.
Toen de dagen van Pinksteren ver-
vuld waren, waren allen te zamen
op dezelfde plaats. Maria bevond zich
mede onder de leerlingen van Jezus,
hen allen stichtende door voorbeeld
en woorden. Verborgen voor het oog
der wereld, leefden zij met elkander
in heiligheid, God lovende en prij-
zende door vurige gebeden; zij waren
schier vreemd aan de wereld en hiel-
den met haar niet meer gemeenschap,
dan de uiterste noodzakelijkheid het
vorderde, broederlijke liefde, overeen-
stemming van hart en geest, veree-
niging in gebed en goede werken,
ziedaar Maria\'s bezigheden binnen Je-
ruzalem in het midden eener deugd-
-ocr page 87-
84
zame omgeving. Ziedaar de eerste
geestelijke afzondering der nieuwe
wet. Hoe gevoelde zich Maria daar
op hare plaats; hoe zoet was voor
haar die ingetogenheid, wijl zij haar
opvoerde tot haren goddeiijken Zoon
en de genade van den Geest Gods
zich onzichtbaar over haar uitstortte,
totdat zij in hare volheid zich me-
dedeelde op eene zichtbare wijze in
de gedaante van vurige tongen op
Sinxendag. Hare ingetogenheid, in
voorbereiding tot de komst vanharen
Bruidegom, verdiende haar van met
de vijf wijze maagden niet te worden
buitengesloten. De olie der liefde was
overvloedig in voorraad in hare lamp,
daarom ontving zij de volle uitstorting
der liefde Gods en de zeven gaven
van den Geest des Heeren, wiens
liefdevolle bruid zij te recht mocht ge-
heeten worden.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O Maria, bruid des Geestes vol van
-ocr page 88-
85
genade, de Heer is in zijnen God-
delijken Geest hier in zijne onmeet-
baarheid met u; gezegend zijt gij
hier onder alle vrouwen. Ingetogcne
bruid des Heeren; ik schrik bij de
gedachte, dat mijn gedrag zoozeer
verschilt met het uwe. Gij zoekt de
verborgenheid, ik beijver mij steeds
om groot voor de wereld en door haar
gekend te zijn ; gij zijt ingetogen en
verslonden in het gebed, ik ben ver-
strooid en denk maar te nauwernood
aan mijnen God; in één woord gij be-
mint de ingetogenheid en ik haat ze
schier. Daarom verdien ik ook nief,
in uwe belooning te deelen, daarom
zal de H. Geest, die u als zijne bruid
met genaden heeft overstroomd, mij,
helaas! zijne genaden weigeren, en ik
moet uilroepen: Het is mijne schuld.
Verkrijg mij, smeek ik u voor het ver-
volg mijns levens de genade van minder
de wereld te achten dan mijn he-
melsch vaderland en mij reeds hier
door ingetogenheid en andere deugden
-ocr page 89-
86
zoodanig te heiligen, dat ik eens
hierna door den Geest Gods ten He-
mol moge opgevoerd worden.
Heer, Ontferm U onzer t enz.
-ocr page 90-
87
ZES EN TWINTIGSTE DAG.
Maria, als de bruid van den H. Geest, een
toonbeeld van verlangen naar de volle over-
overstrooming der goddelijke liefde bij zijne
nederdaling op Sinxendag.
OVERWEGING.
Hoe groot was Maria\'s verlangen
naar de volle overstrooming van de
goddelijke liefde! Zij was de bruid
van den H. Geest, de zuivere bruid
des Heeren; immers de goddelijke
liefde had in haar het wonder ge-
wrocht, dat hel verlangen was van
vier duizend jaren voordien, de be-
$eerte der patriarchen, de voorspef-
ing der propheten; door de godde-
ijke liefde was de Zoon Gods uit
ïaar gesproten en dus de God van
liefde, de Geest des Vaders en des
Zoons was haar bruidegom; hoe moet
zij nu immer verlangd hebben, meer
en meer met den geest des Heeren te
worden vereenigd! Ja, zij kan in haar
verlangen niet volkomen worden be-
-ocr page 91-
88
vredigd, hare begeerte kan niet wor-
den verzaad, vooraleer zij haren god-
delijken Bruidegom in zijne volko-
menheid zou bezitten, vooraleer Hij
zich geheel en al over haar zou uit-
stortun en dit was zijn werk op den
plechtigen dag, toen er onverwacht een
gedruis van uit den hemel kwam, als
dat van eenen sterken, opkomenden
wind, dat het geheele huis vervulde,
waar Maria met de discipelen verga-
derd was. Dan daalde de geest des
Heeren in zijne volheid neder over
allen, maar inzonderheid over zijne
bruid ; Hij stortte over haar uit zijne
wijsheid, zijn verstand, zijnen raad,
zijne sterkte, zijne wetenschap, zijne
godsvrucht, zijne vreeze des Heeren;
in één woord Hij deelde zich zelven
geheel aan haar mede tot loon van
naar verlangen naar de volle over-
strooming zijner liefde.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O bruid van God den H. Geest!
-ocr page 92-
89
groot was uwe begeerte in Gods
liefde te worden verslonden, groot
was do belooning, die gij daarvoor
ontvingt. Ik treur bij dit uw voorbeeld
en bij de beschouwing uwer beloo-
ning, over de (lauwheid mijner liefde
tot God; ik ben verslonden in de
wereldsche beslommeringen, maar om
verslonden te worden in de liefde Gods,
daar is mij, helaas! zoo weinig aan ge-
legen : daarvoor is mij elke inspanning,
hoe gering ook, te groot, daarvoor deins
ik voor de kleinste moeiclijkheid terug.
Liefdevolle bruid, verkrijg mij van uwen
goddelijken Pruidegom ecne algeheele
verandering des harten ; verkrijg mij,
dat ik door een echt deugdzaam leven
moge gaan verdienen reeds hier op
aarde te worden verslonden in de liefde
van Hem, wiens liefde in eeuwigheid
mijn geluk moge uitmaken. Amen.
Heer. ontferm U onzer ! enz.
-ocr page 93-
90
ZEVEN EN TWINTIGSTE DAG.
Maria, als de Bruid van den H. Geest, een
toonbeeld ter aanmoediging van ons geloof,
bij bare opneming ten Hemel.
DvEF^WEGING.
Hel was eene ontboezeming van
liefde, die bij Maria\'s laatsten zucht,
hare reine ziel het zuivere lichaam
deed verlaten, om op te stijgen ten
Hemel. Haar dood was slechts eene
vermeerdering en zuivering harer
liefde, waarmee zij niet meer in den
tijd, maar nu voor alle eeuwigheid,
haren hemelschen Vader, zijnen en
haren eenigen Zoon en haren hemel-
schen Bruidegom zal gaan beminnen,
den God, één in wezen, drievuldig
in personen, in wiens wezen zij voor
eeuwig een onbegrensd geluk gaat
smaken. Groot was hier op aarde
haar geloof geweest in God en in
alles, wat Hij zoo door de wet der
natuur en door die van Mozes als
-ocr page 94-
91
door den goddelijken mond van Jezus
haar had voorgehouden ! Groot, ja in
evenredigheid oneindig grooler is de
belooning, die zij hier ontvangt; want
haar geloof was tijdelijk en hare be-
looning is eeuwig; nu ziet zij onbe-
wimpeld en van aanschijn tot aanschijn,
wat zij voorheen alleen aanschouwde
door de oogen des geloofs en wijl
zij in dit geloof zoo onwrikbaar pal
stond, dat niets hoegenaamd in staat
was, haar in het minst te doen wan-
kelen, daarom zal ook nu gcene
macht incer in staat zijn, haar
het erfdeel te ontrooven, dat zij heeft
bemachtigd; in eeuwigheid zal zij
met God heerschen in het rijk der
glorie, als bruid van den H. Geest,
gezeten aan zijne zijde, \'wiens liefde
haar in eeuwigheid zal ontvlammen
en oneindig gelukkig zal maken.
GEVOELENS EN CEBEDEtf.
ü heilige bruid van den Geest van
heiligheid! tot loon voor uw on\\van-
-ocr page 95-
92
kelbaar geloof, zie ik u ontslagen van
den boei dezer wereld, om ongekluis-
terd op te varen naar het rijk der
eeuwige vreugde, waar gij onbedekt
aanschouwt, hetgeen gij hier voor
uwe lichamelijke oogen bedekt, alléén
zaagt door de oogen des geloofs! Ik
bid ii. om wille der belooning van uw
onwankelbaar geloof, verkrijg mij van
God de vermeerdering van het mijne,
verkrijg mij uwe onwrikbare stand vas-
tigheid, hoe de wereld mij ook voor-
prale en de duivel mijnen geest zal
trachten te benevelen, om mij alzoo
tot ongeloof of bijgeloof over te ha-
len, doe mij over mijzelve en mijne
zinnen zegevieren op aarde, om mij
eens in alle eeuwigheid door mijn
geloof te doen zegevieren, in den
Hemel. Amen.
Heer, ontferm u onzer! enz.
-ocr page 96-
03
ACHT EN TWINTIGSTE ÜAG.
Maria, als de bruid van den H. Geest, een
toonbeeld ter aanmoediging van onze hoop
bij hare opneming ten Hemel.
OVERWEGING.
In u, Heer, heb ik gehoopt, in eeu-
wigheid zal ik niet beschaamrl \\vor-
den. Met deze woorden, dunkt mij,
Maria de Godheid te hooren begroeten,
toen zij deze aarde had verlaten, om
voor eeuwig hare plaats in het rijk
des Hemels te gaan innemen. Ja te
recht passen deze woorden op hare
zuivere lippen. In alle omstandigheden
toch, en waarlijk Maria had wel moei-
elijke omstandigheden in haar leven
gekend, was hare hoop op den Hemel
gevestigd. Tegen alle hoop in, was
hare hoop onwankelbaar gebleven ; en
door geenen Abraham bij het offeren
van zijnen Isaac, hoe groot diens ver-
trouwen op God ook wezen mocht,
was zij overtroffen in standvastigheid
-ocr page 97-
94
van hoop en vertrouwen. Innig was
zij overtuigd van de waarheid der
woorden van den Psalmist: Die ver-
Irouwt op den bijstand des Allerhoog-
sten, zal vertoeven onder de bescher-
ming van den God . des vredes Zij
heeft vertrouwd en nu aan zijne rech-
lerhand in het rijk der hemelen ver-
kondt zij luide aan alle volkeren en
natiën, dat God en bijstaat, die op
Hem hun vertrouwen stellen. Voor
eeuwig zingt zij den blijden jubelzang:
Ik loof u o God, ik belijd u o Heer,
Heilig, Heilig, Heilig, in eeuwigheid,
want in u o God mijner liefde, in uwen
Zoon en in mijn hemelschen Bruide-
gom, een met u in wezen, uw beider
geest, Heer der onbegrensde heerlijk-
heid, in u, mijn God, heb ik ver-
trouwd en in eeuwigheid zal ik niet
beschaamd worder.
GEVOELENS EN GKBEDEN.
0 zalige bruid van den H. Geest!
verheerlijkt door de eeuwige glorie
-ocr page 98-
95
tol loon uwer standvastigheid van ver-
trouwen. Ik ben hfclaas, geen loon
waardig, daar mijne hoop in God zich
niet zelden in wanhoop heeft ontaard; «
ofwel, hoopte ik, mijne hoop zonder
verdiensten vermetelheid moest ge-
heeten worden; ja, ik beken het van
het eene uiterste verviel ik soms in
het andere zonder het midden dezer
twee ondeugden, de heilige deugd van
goddelijke hoop, Ie bezitten; nogtans,
nog ter rechter uur wend ik mij tot
uwe moederlijke barmhartigheid en
smeek u ter liefde der belooning uwer
onwankelbare hoop, verkrijg mij de
genade van zoo te gaan leven, dat
voor het vervolg mijns levens mijn
betrouwen geene vermetelheid meer
is en tevens alfe wanhoop uit mijn hart
verbanne, opdat ik eens hierna moge
ontvangen wat ik hier gehoopt heb
door u te verkrijgen: de eeuwige
zaligheid. Amen.
Heer, Onl/ertn U onzer! enz.
-ocr page 99-
90
NEGEN EN TWINTIGSTE DAG.
Maria, als de bruid van den H. Geest, een
toonbeeld ter aanmoediging onzer liefde
bij hare kroning in den Hemel.
Overweging.
De geest des Heeren, door wiens
liefde de zuivere maagd in den tijd
had ontvangen en gebaard, zag nu
vol liefde zijne welbeminde bruid aan
zijne zijde in het rijk zijner glorie.
Liefdevol aanschouwde haar de Zoon
als zijne beminde moeder en met
welgevallen zag de Vader neder op
haar, die Hem als eene teedere doek-
ter steeds met vurigheid had bemind.
De Godheid vormde dan eene eeu-
wigc gloriekroon; en het verhevenste
schepsel, dat ooit de aarde had aan-
schouwd, met uitzondering van Hem,
die God en mensen te zamen was,
zag 7ich gekroond met die luister-
volle diadeem van onvergankelijke
glorie ; prachtig versierd door de pa-
relen der deugden, door haar zoo
-ocr page 100-
97
talrijk op aarde beoefend.Zij zag zich
Hemelvorstin gekroond door den vorst
des Hemels zelven en dat schoone
erfdeel, waarnaar zij hier zoo vurig
had verlangd en dat om wille der
Godheid, die alléén het geluk der
Hemelen uitmaakt, het eenigste voor-
werp harer onverdeelde liefde was
op aarde, ziet zij voor eeuwig haar
toegekend, om er in te heersenen als
eene tweede Esther, doch oneindig
waardiger en verhevener dan die des
Ouden Verbonds, wier glorie slechts
eene voorafbeelding en voorspelling
was van haren eeuwigen luister in het
rijk der onsterfelijke heerlijkheid.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
O, gekroonde Bruid van den Geest
van goddelijke liefde, Hemelvorstin,
stralende van glans en glorie! Het
is uwe onvergelijkelijke liefde Gods,
die U deze bevoorrechting heeft ge-
schonken, waarin gij noch ooit over-
troffen zijt, noch in eeuwigheid over-
-ocr page 101-
98
troffen zult worden. Moeder der reine
liefde, verkrijg mij, ik smeek het u,
nedergebogen voor uwen troon, ver-
krijg mij, gij almachtige bij den A1-
machtige ! de genade van mij uit al
de krachten mijner ziel toe te leggen
op de navolging uwer zoo heerlijk
beloonde liefde Gods; opdat ik hier
mijnen onsterfelijken God dienende
en met vurige liefde beminnende,
eens bij mijnen jongsten snik, door
zijne genadige liefde worde opgevoerd
naar de eeuwige gelukzaligheid tot
de aanschouwing van den God van
liefde. Amen.
Heer, ontferm u onzer! enz.
-ocr page 102-
99
DERTIGSTE DAG.
Maria, als de Bruid van den II. Geest, een
prikkel ter navolging van alle deugden,
bij hare krooning in den Hemel.
OvER^VEGING.
Heeft de liefde Maria gekroond met
de luister volste diadeem in het rijk
des Hemels, ook al hare andere deug
den zien wij even schitterend beloond.
Hare engelachtige reinheiden zuiver
heid vormt haren prachtigen rijksze-
tel; hare nederigheid is hier eene
schitterende voetbank geworden. Hare
zedigheid heeft haar omhangen met
het vorstelijke hermelijn; de rijksstaf
rust tot loon harer gehoorzaamheid
tusschen hare gezegende handen ; ter-
wijl hare onnoembaar talrijke overige
deugden haar een ontelbaar heirleger
van hemelsche geesten ten dienste
zenden. Aanziet haar daar in vollen
luister: zij die vol van genade, vol
van deugden was op aarde, schittert
-ocr page 103-
100
hier vol glorie, macht en heerlijk-
heid, gezeten in eeuwig, niet te sto-
ren geluk ; overstroomd door hemel-
sche zoetheid bij het aanschouwen
der Godheid, die Zelf het onverge-
lijkelijke loon wil zijn van al hare
deugden en haar Zelf het volle genot
harer verdiensten wil schenken. Ge-
zegend is zij voorzeker nu onder alle
vrouwen ; alle geslachten moeten haar
nu ten minste toch als uit éénen
mond gelukkig roemen. Zij is nu vooral
geheel schoon en geene vlek is in
haar. Nu is zij de glorie van het he-
melsche Jerusalem, de vreugde van
Israël ; de eer en roem vanhaar volk
voor alle eeuwigheid.
GEVOELENS EN GEBEDIN.
O, zoo heerlijk beloonde Bruid van
den H. Geest! De minste uwer deug-
den, op aarde beoefend, bezorgt U
hier het grootste loon in eeuwigheid;
wat moet dus uw luister groot zijn
bij de vereeniging van al uwe deug-
-ocr page 104-
101
den en verdiensten, beloond door
eeuwige glorie. Zal ooit mijn oog
kunnen waardig bevonden worden,
uwen luister te aanschouwen, dan
moet nu mijn leven eene navolging
zijn van het uwe; immers er is
slechts één weg, die ten Hemel leidt,
het pad der deugd; dat wil ik dan
bewandelen voor het vervolg mijns
levens, u vurig smeekende om uwen
moederlijken bijstand, opdat ik nim-
mer meer van dien weg afwijke, uwe
deugden, zooveel in mij is, navolge,
zoo getrouw mogelijk uwe voetstap-
pen drukke, om eens, zooveel moge-
lijk, te doelen in uwen luister in den
Hemel. Amen.
Heer, ontferm u onzer! enz.
-ocr page 105-
102
EEN EN DERTIGSTE DAG«
Maria, als de \'dochter van God den Vader,
als de moeder van God den Zoon,
als de bruid van God den H Geest.
Ons aller voorspraak en toevlucht op haren
troon van heerlijkheid.
OVERWEGING.
Toen Salomon in zijne koninklijke
pracht op zijn troon was gezeten
en zijne nederige moeder tot hem na-
derde, zeide hij tot haar: spreek moe-
der, het is niet billijk, dat ik u iets
weigere. Zóó ook spreekt de Godheid
tot de bevoorrechte Hemelvorsl in:
Spreek, zoo roept de Vader haar toe,
spreek mijne beminde dochter; de
Zoon noemt haar zijne geliefde moe-
der, de H. Geest, zijne welbeminde;
spreek, het is niet billijk, dat u iets
geweigerd worde En Maria, die het
menschdom onder het kruis voor hare
kinderen aannam op het woord van
haren goddelijken Zoon, Maria roept
tot de Godheid: Ziehier mijne kin-
-ocr page 106-
103
deren; ik heb ze gebaard in hevige
smart onder het kruis. Dan wendt zij
zich tot ons en roept ons toe: Komt
allen tot mij, die belast en beladen
zijt. Komt, dus zegt zij, komt gij zon-
daars, ik zal u genade verwerven ter
bekeerivg; op mijne voorbede zult gij
de gdiinde verkrijgen van uit den
doolhot uwer zonden en ongerechtig-
heden \'erug te keeren op het pad der
gerechtigheid, gij zult eenen haat ver-
krijgen tegen uwe eigene gruwelen,
eenen unuegrensden haat, die eene
onbegrensde vergeving van God zal
verwervGü. En ook gij,rechtvaardigen,
komt; komt allen tot mij, ik zal u
de vermeerdering verkrijgop uwer
gerechtigheid, vermeerdering der liefde
van mijnen God, vurigheid m zijnen
dienst, volharding op den »eg der
deugd, ontvlamming in zijne liefde op
aarde en de liefde Gods in eeuwigheid
ter uwer belooning.
GEVOELENS EN GEBEDEN.
Zondaar of rechtvaardige, zie ik
-ocr page 107-
104
spoed tot «, o liefdevolle Moeder van
Barmhartigheid; weenende en zuchten-
de over mijne menigvuldige afwijkin-
gen, werp ik mij in den schoot uwer
ontferming; ach! barmhartigheid, lief-
derijke moeder, barmhartigheid, ik bid,
ik smeek, ik bezweer het u; ik ben
een uwer kinderen; en mijn vurigst
verlangen is dit in eeuwigheid te zijn
in den Hemel; ik ben die gunst niet
waardig; doch gij kunt ze mij, ondanks
mijne onwaardigheid verkrijgen, omdat
gij alles vermoogt op hel hart der God-
heid. Verwerf mij dan de volkomene
uitstorting der Goddelijke Liefde met ee-
ne voortdurende vermeerdering van ge-
nade, die mij zoo aangenaam make in
de oogen van God, dat zij mij eens
voor eeuwig zijn bezit in den Hemel
verwerve. Amen.
Heer, ontferm u onzer! enz.
-ocr page 108-
105
LITANIE
TER EEUE DER
ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm IJ onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, hemelsche Vader, ontferm U
onzer,
God, Zoon, Verlosser der wereld,
ontferm U onzer,
God, Heilige Geest, ontferm U onzer,
Heilige Drievuldigheid, één God,
ontferm U onzer,
Heilige Maria, bid voor ons,
Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd der maagden,
          s.
Moeder van Christus,                       <
Moeder der goddelijke Genade, o
Allerreinste Moeder, i.v ».h\\
         o
Allerzuiversle Moeder,                    *.
üngeschondene Moeder,
-ocr page 109-
106
Onbevlekte Moeder,
Minnelijke Moeder,
Wonderlijke Moeder,
Moeder des Scheppers,
Moeder des Zaligmakers,
Allervoorzichtigste Maagd,
Eerwaardige Maagd,
Lofwaardige Maagd,
Machtige Maagd,                             ^
Goedertieren Maagd,                       5J
Getrouwe Maagd,                            <
Spiegel der rechtvaardigheid,         o
Stoel der wijsheid,                          0
Oorzaak onzer blijdschap,                5
Geestelijk vat,
Eerwaardig vat,
Schoon vat van godsvrucht,
Geheimzinnige Roos,
Toren van David,
Ivoren Toren,
Gulden Huis,
Ark des verbonds.
Deur des Hemels,
Morgenster,
Behoud der kranken,
-ocr page 110-
107
Toevlucht der zondaren,
Troosteres der bedrukten,
Hulp der christenen,
Koningin der engelen,
                     2t
Koningin der patriarchen,                ~
Koningin der profeten,                    g
Koningin der apostelen,               . "*
Koningin der martelaren,                §
Koningin der belijders,                   
Koningin der maagden,
Koningin van alle heiligen,
Koningin zonder zonden ontvangen.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, spaar ons Heer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, verhoor ons Heer!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Onze Vader. Wees gegroet.
Antiph. Onder uwe bescherming
nemen wij onzen toevlucht, o heilige
-ocr page 111-
108
Moeder Gods, verstoot onze gebeden
niet in onzen nood, maar verlos ons
altijd van alle gevaren, o roemrijke
en gezegende Maagd, onze Meesteres,
onze Middelares, onze Voorspreekster,
verzoen ons met uwen Zoon, beveel
ons aan uwen Zoon, vertoon ons aan
uwen Zoon, bid voor ons, o heilige
Moeder Gods.
Antw. Opdat wij waardig mogen
worden der beloften van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden U, o Heer, stort Uwe
genade in onze harten, opdat wij,, die
door de boodschap des Engels, de
menschwording van Christus Uwen
Zoon gekend hebben, door Zijn lijden
en kruis gebracht worden tot de glo-
rie der verrijzenis door denzelfden
Jezus Christus, onzen Heer, Amen.
-ocr page 112-
DE H. MIS
ter eere der H* Maagd
VOORBEREIDEND GEBED.
0 God van majesteit, gelijk wei-
eer op Golgolha op eene bloedige,
zoo gaat hier Uw goddelijke Zoon zich
op eene onbloedige wij\'e slachtofferen
voor onze zaligheid; ik zal bij dat
ontzaggelijk olïer tegenwoordig zijn.
In den geest plaats ik mij met Maria
onder het kruis van den Godmensch,
ten einde U van daar en onder de be-
scherming en de voorspraak der Moe-
der van smarten, mijne opdracht des
te aangenamer zij en ik alzoo de
heilrijkste vruchten van het lijden en
-ocr page 113-
110
den dood van Christus, Uwen Gezalfde,
moge plukken. Amen.
HET BEGIN DER H. MIS.
In den naam des Vaders enz.
v. Ik zal naderen tot het altaar des
Heeren.
b. Tot God die mijne jeugd verblijdt.
Psalm 42.
v. Oordeel mij God ! en scheid mijne
zaak van het onheilige volk, verlos
mij van den goddeloozen en bedrie-
gelijken mensch.
r. Omdat Gij, o God, mijne sterkte
zijt: waarom hebt Gij mij verstoo-
ten, waarom ga ik bedrukt terwijl
de vijand mij bedroeft,
v. Zend Uw licht en Uwe waarheid,
zij hebben mij geleid en gebracht
lot op Uwen heiligen berg en in Uwe
tabernakelen.
r. En ik zal naderen tot het altaar
des Heeren, tot God die mijne jeugd
verblijdt.
-ocr page 114-
111
v. Ik zal U, o God, mijn God, belijden
op den citer; waarom, mijne ziel, zijt
gij bedroefd, en waarom ontstelt gij
mii-
r. Hoop op God, wijl ik Hem nog zal
belijden, het Heil van mijn wezen
en mijn God.
v. Eere zij den Vader en den Zoon en
den H. Geest,
n. Gelijk het was in het begin, en nu,
en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
v. Ik zal naderen tot het altaar des
Heeren.
r. Tot God, die mijne jeugd verblijdt.
v. Onze hulp is in den naam des Heeren.
r. Die hemel en aarde gemaakt heeft.
v. Ik belijd voor God almachtig, voor de
H. Maria, altijd Maagd, voor den H.
aartsengel Michaël, voor den H. Joan-
nes den dooper, voor de H. H. Apos-
telen Petrus en Paulus, voor alle hei-
ligen en voor u broeders, dat ik zeer
gezondigd hebt door gedachten, door
woorden en werken; door mijne schuld,
-ocr page 115-
112
door mijne schuld, door mijne aller-
grootste schuld. Daarom bid ik de H.
Maria altijd Maagd, den H. aartsengel
Michaël, den H. Joannes den dooper,
de H. H. Apostelen Petrus en Paulus,
alle heiligen en u, broeders, voor mij
te bidden tot den Heer, onzen God.
p. Dal de almachtige God u barmhartig
zij, en u, na uwe zonden vergeven te
hebben, geleide ten eeuwigen leven.
v. Amen.
K. Ik belijd mijne schuld enz. behalve in
de plaats van „u, broeders" te zeggen :
„u Vader."
v. Dat de Almachtige God enz. als
boven.
v. De almachtige en barmhartige Heer
verleene ons vergeving, ontbinding en
ontheffing onzer zonden.
r. Amen.
v. Heer, wend U tot ons en Gij zult ons
levend maken.
r. En Uw volk zal zich in U verblijden.
v. Toon ons, Heer, Uwe barmhartigheid.
r. En schenk ons Uw heil.
-ocr page 116-
113
v. Heer, verhoor mijn gebed
n. En mijn geroep kome lot U.
v. De Heer zij met u.
n. En met uwen geest.
Laai ons bidden.
Wij smeeken U, Heer, neem onze
ongerechtigheden van ons weg, opdat
wij met zuivere harten verdienen het
heilig; der heiligen binnen te treden,
door Christus, onzen Heer. Amen.
Terwijl hij het altaar kust, zegt de Priester :
Wij bidden U, Heer, door de ver-
diensten Uwer heiligen, wier over-
blijfselen hier rusten en van alle hei-
ligen, dat gij U gewanrdiget alle mijne
zonden te vergeven. Amen.
INTROÏTUS.
Gegroet, heilige Moeder, die den
Koning hebt gebaard, die hemel en
aarde bestuurt in de eeuwen der
eeuwen. Ps. In vreugde heeft mijn
hart een goed woord gesproken: den
Koning ter eere klinken mijne zangen.
-ocr page 117-
114
Eere zij den Vader enz. Gegroet H»
Moeder.— tot aan den Ps.
Kyrie.
Heer, ontferm U onzer, (driemaal.)
Christus, ontferm U onzer, (driemaal.)
Heer, ontferm U onzer, (driemaal.)
Gloria.
Eere zij aan God in den hooge en
vrede op aarde aan de menschen van
goeden wil. Wij prijzen U, wij zege-
nen U, wij aanbidden T, wij verheer-
lijken U, wij danken U om Uwe groote
heerlijkheid, Heer, God, hetnelsche
Koning, God, almogende Vader; Heer,
eenig geboren Zoon Jezus Christus,
Heer God. Lam Gods, dal. de zonden
der wereld wegneemt, ontferm u onzer;
dat de zonden der wereld wegneemt
aanvaard onze smeekingen, dat zit aan
\'s Vaders rechterhand, ontferm u onzer;
omdat Gij alleen heilig, Gij alleen heer,
Gij alleen de AllerL oogste zijt, Jezus
Christus, met den H. Geest in de eere
van God den Vader. Amen.
-ocr page 118-
115
v. De Heer zij met u.
b. En met uwen geest,
COLLBCTA.
Gewaardig U, o Heer, ten allen tijde
aan uwe dienaars gezondheid te schen-
ken naar ziel en lichaam en verleen
ons door de voorspraak van de ge-
lukzalige Maria, altijd Maagd, dat wij
verlost blijven van de rampen dezes
levens en in den Hemel de eeuwige
gelukzaligheid genieten, door Jezus
Christus onzen Heer enz. Amen.
Epistel.
Les uil hel „Boek der Wijsheid".
Van het begin en vóór de eeuwea
ben ik geschapen en tot in eeuwig\'
heid duurt mijn bestaan? en in de
heilige woning heb ik gediend voor
Zijn aanschijn. En zoo ben ik in Sion
gevestigd, ik heb mijne rust gevonden
in de heilige stad en in Jerusalem is
mijne macht, ik heb mijne wortelen
geschoten onder een verheerlijkt volk,
wiens erfenis het aandeel Gods is, en
-ocr page 119-
116
in de vergadering der heiligen is mij-
ne woonplaats.
r. God zij gedankt.
Graduale.
Gij zijt gezegend en eerbiedwaar-
dig, iMaagd Maria, gij, die zonder ge-
mis uwer maagdelijkheid, Moeder zijt
geworden des Zaligmakers, v. Gods
moedermaagd, Hij, dien de gansche
wereld niet kan bevatten, heeft zich
bij Zijne menschwordingin uwen schoot
opgesloten.
Alleluia, Alleluia. v. Na gebaard te
hebben, o maagd, zijt gij onbevlekt
gebleven: Moeder Gods, bid voor ons,
Alleluia.
Terwijl de priester zich buigt voor
het altaar, zegt hij:
Zuiver mijn hart en mijne lippen,
almachtige God, die de lippen van den
propheet Isaïas gezuiverd hebt met een
gloeiende kool; gelieve mij in uwe
welwillende barmhartigheid zoo te zui-
veren, dat ik waardig Uw heilig Evan-
-ocr page 120-
117
gelie kunne verkondigen; door Chris-
tus onzen Heer. Amen.
Gewaardig U Heere, mij te zegenen.
De Heer zij in mijn hart en op mij-
ne lippen opdat ik waardig en naar be-
hoorenZijn Evangelie verkondige. Am.
v. De Heer zij met u.
r. En met uwen geest.
v. Vervolg van hel Evangelie volgens
Lucas.
b. Eere U, o Heer.
Evangelie.
In dien tijd verhief, terwijl Jezus
tot de scharen sprak, eene vrouw uit
het volk hare stem en zeide tot Hem:
Gelukkig de schoot die U gedragen
heeft, gelukkig de borsten die Gij ge-
zogen hebt. Maar Hij antwoordde:
Veeleer gelukkig zij, die het woord
Gods aanhooren en het bewaren.
r. Lof zij U, o Christus.
Terwijl de priester het Evangelieboek
kust, zegt hij :
Door de woorden des Evangelie\'s mo-
-ocr page 121-
118
gen onze zonden worden uitgewischt.
Amen
Credo.
Ik geloof in éénen God, den almo-
genden Vader, Schepper van hernel en
aarde, van alle zichtbare en on&icht-
bare dingen: en in éénen Heer Jezus
Christus, eenig geboren Zoon Gods:
en uit den Vader voor alle eeuwen
geboren ; God van God, Licht van Licht,
waarachtig God van den waarachtigen
God; geboren en niet gemaakt, mede-
zelfstandig met den Vader; door wien
alles gemaakt is; die om ons, men-
schen en om onze zaligheid uit de he-
melen is nedergedaald ; die is vleesch
geworden door den H. Geest uit de
Maagd Maria: (hier wordt geknield)
EN IS MENSCH GEWORDEN ; die Ook VÜOI\'
ons gekruist is onder Pontius Pilatus,
geleden heeft en begraven is, en den
derden dag verrezen is volgens de
Schriftuur; en opgeklommen is ten he-
mel en zit aan de rechterhand des
Vaders; en weder zal komen met
-ocr page 122-
119
luister om levenden en dooden te oor-
deelen ; aan wiens rijk geen einde zal
zijn: en in den heiligen Geest, den
Heer en Levendrnaker; die uit den
Vader en den Zoon voortkomt; die met
den Vader en den Zoon te gelijk wordt
aanbeden en verheerlijkt; die gespro-
ken heeft door de propheten: en in ééne
heilige, katholieke en apostolische kerk.
Ik belijd één doopsel in vergeving der
zonden: en verwacht de verrijzenis der
dooden en het leven der toekomende
eeuwen. Amen.
v. De Heer zij met u.
r. En met uwen geest.
Laat ons bidden.
Wees gegroet, Maria, vol van ge-
nade, de Heer is met u; gezegend zijt
gij onder de vrouwen en gezegend is
de Vrucht uws lichaams.
Offerande.
Ontvang, heilige Vader, almogende,
eeuwige God, deze onbevlekte hostie,
-ocr page 123-
120
dio ik uw, onwaardige dienaar, U op-
draag, mijn levenden en waarachtigen
God, voor mijne ontelbare zonden, be-
leedigingen en nalatigheden en voor
alle omstaanders en voor alle ge-
loovige christenen, levenden en Jooden :
opdat het mij en hun voordeelig zij
tot heil ten eeuwigen leven. Amen.
God, die de waardigheid der men-
schelijke zelfstandigheid wonderdadig
hebt geschapen en nog wonderdadiger
hebt hervormd, geef ons door het ge-
heim van dit water en dezen wijn,
deelgenooten te zijn van de Godheid
van Hem, die zich gewaardigd heeft
deelgenoot, te worden onzer mensch-
heid, Jezus Christus, Uw Zoon, onze
Heer, die met U leeft en heerscht in
de eenheid van den H. Geest/ God,
door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Wij offeren U, o Heer, den kelk
des heils, Uwe goedertierenheid smee-
kende, dat hij voor het aanschijn Uwer
goddelijke Majesteit voor ons heil en
dat der geheele wereld met een geur
-ocr page 124-
121
van zoetheid moge opstijgen. Amen.
In den geest der nederigheid en met
een berouwvol hart zuchten wij tot U,
Heer; en zoo worde heden ons offer
voor uw aanschijn, dal het U beha-
gelijk zij, Heer God.
Kom, Heiligmaker, almogende, eeu-
wige God en zegen deze offerande,
bereid ter eere van uwen heiligen
naam.
VlNGEBWASSCHING.
Ik zal onder de schuldeloozen mijne
handen wasschen, en ik zal uw altaar
omringen, o Heer, om de stem des lofs
te hooren en al uwe mirakelen te ver-
kondigen. Heer, ik heb den luister van
uw huis bemind en de woonplaats Uwer
heerlijkheid. Doe mijne ziel, o God, niet
ten verderve gaan met de goddeloozen
en mijn leven niet met de bloeddorsti-
gen; in wier handen onrecht is; hunne
rechterhand is vol geschenken. Maar ik
ben mijne onschuld ingetreden; koop
mij vrij en ontferm U mijner. Mijn voet
-ocr page 125-
122
heeft gestaan op het rechte pad; in de
kerken zal ik U, o Heere, looven.
Eere zij den Vader enz.
In het midden des altaars wedergekeerd
bidt de priester.
Ontvang, heilige Drieëenheid, deze
offerande, die wij U opdragen, ter
gedachtenis van het lijden, de verrij-
zenis en hemelvaart van Jezus Chris-
tus, onzen Heer, en ter eere van de
gelukzalige Maria altijd Maagd, en van
den H. Joannes den Dooper, en van de
H. H. Apostelen Petrus en Paulus en
van deze en van alle Heiligen opdat zij
hun tot eer en ons tot heil strekke; en
zij voor ons in den Hemel ten beste
willen spreken, wier gedachtenis wij
houden op aarde. Door denzelfden
Christus onzen Heer. Amen.
Orate Fratbes.
y Bidt broeders, opdat mijn en uw
offer aangenaam worde aan God den
Vader almachtig.
r. Moge de Heer dit offer uit uwe
-ocr page 126-
123
handen aannemen tot lof en eer van
zijnen naam, zoo ook tot ons heil en
van zijne geheele heilige kerk Amen.
Stille Gebeden.
Geef, Heer, door de voorspraak van
de gelukzalige Maria, altijd Maagd, dat
deze offerande ons in dit leven den
vrede en in het andere de eeuwige
glorie verwerve. Door onzen Heer
Jezus Christus, uwen Zoon, die met
u leeft en heerscht in de eenheid van
den H. Geest, God,
Prefatie.
door alle eeuwen der eeuwen,
k. Amen
v. De Heer zij met u.
r. En met uwen geest.
v. Verheft uwe harten ten Hemel.
r. Wij hebben ze gericht tot den Heer.
v. Laten wij onzen dank betuigen
aan den Heer, onzen God.
r. Het is billijk en rechtvaardig.
In waarheid het is billijk en recht-
vaardig, redelijk en heilzaam, dat wij
-ocr page 127-
124
U altijd en overal bedanken, heilige
Heer, almogende Vader, eeuwige God,
en U gedurende deze maand der ge-
lukzalige Maria altijd maagd prijzen,
zegenen en verheerlijken. Zij heeft uw
eeniggeboren door de werking van den
H Geest ontvangen en onder behoud
van haren maagdelijken luister over
de wereld uitgestort het eeuwige licht,
Jezus Christus, onzen Heer. Door wien
de engelen uwe majesteit prijzen, de
heerschappijen die aanbidden en de
machten er voor beven. Die de he-
melen en de krachten der hemelen en
de gelukzalige seraphijnen in veree-
nigde blijdschap mede verheerlijken.
Wij smeeken U dat Gij U gewaar-
diget met deze ook onze stemmen aan
te nemen, die U in nederige belijde-
nis toeroepen:
Heilig, heilig, heilig, de Heer, de
God Sabaoth. Hemel en aarde zijn vol
van uwe heerlijkheid. Hosanna in het
allerhoogste. Gezegend Hij, die komt
in den naam des Heeren. Hosanna in
het allerhoogste.
-ocr page 128-
125
Canon.
Wij bidden U dan, allerbarmhar-
tigste Vader! en smeeken U, door
onzen Heer Jezus Christus, uwen Zoon,
deze giften, deze offeranden, dit reine
en vlekkelooze offer aan te nemen en
te zegenen, dat wij U voor uwe H.
Kerk opdragen, opdat het U behage
haar d^n vrede te schenken, haar te
bewaren, in de eenheid te behouden,
en haar over de geheele aarde te
besturen, en met haar uwen dienaar
N., onzen Paus, onzen Bisschop N.,
eindelijk al degenen, die recht geloo-
vig zijn en belijdenis doen van het
Roomsch Katholieke en Apostolische
Geloof.
Gedachtenis per levenden.
Wees uwe dienaren en dienaressen
N. en N. indachtig, Heer! en allen die
hier tegenwoordig zijn; wier geloof en
godsvrucht U bekend zijn, voor wie
wij U deze offerande van lof opdragen,
of die U dezelve, zoo voor zich als
-ocr page 129-
126
voor die, aan welke zij verbonden zijn,
opdragen, voor de verlossing hunner
zielen, voor de hoop hunner zaligheid
en behoudenis, en om U hunne hulde,
als aan den eeuwigen, levenden en
waren God, aan te bieden.
Gedachtenis der heiligen.
In gemeenschap vereenigd met al
uwe Heiligen, eeren wij de gedach-
tenis vooreerst van de roemrijke Maria,
altijd Maagd, Moeder van God en on-
zen Heer Jezus Christus, en van uwe
gelukzalige Apostelen en Martelaren,
Petrus en Paulus, Andreas, Jacobus,
Joannes, Thomas, Philippus, Bartho-
lomeus, Matthseus, Simon en Thadaeus,
Linus, Clelus, Clemens, Xystus, Cor-
nelius, Cyprianus, Laurentius, Chryso-
gonus, Joannes en Paulus, Cosmas en
Damianus en van al uwe Heiligen, door
wier verdiensten en gebeden wij U
smeeken in alles door de hulp uwer
bescherming verdedigd te worden, door
denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
-ocr page 130-
127
Wij smeeken U dan, o Heer, de
hulde gunstig aan te nemen, die wij
U bewijzen door deze opdracht, die
ook de opdracht is van uwe geheele
Kerk 5 verleen ons in onze dagen uwen
vrede en beveel, dat wij behoed worden
van de eeuwige verdoemenis en geteld
worden onder het getal uwer uitverko-
renen door Christus onzen [leer. Amen.
Wij bidden U, o God, deze offer-
ande te zegenen, haar Ie stellen onder
het getal, van die, welke Gij goed-
keurt, haar aan te nemen, een waardig
offer er van te maken, waardoor wij
U een redelijken en geestelijken ee!re-
dienst bewijzen; opdat zij voor ons
worde hel lichaam en bloed van
uwen welbeminden Zoon, onzen Heer
Jezus Christus. Amen.
(Hier volgen de woorden der H. Con-
secratie, die wij om hare verhevene
waarde zullen vervangen door onze
nederige aanbidding van het lichaam
en bloed van den Godmensen)
Wees gegroet, waarachtig Lichaam,
-ocr page 131-
128
geboren uit de maagd Maria; dat waar-
achtig geleden heb! en voor den menseh
op het kruis geslachtofferd ziit. Uit
wiens doorstoken zijde waarachtig
bloed is gevloeid; wees onze voor-
smaakjin het oogenblik van ons ster-
ven. Voor U, o Jezus, wil ik leven wijl
Gij voor mij gestorven zijt; voor Ü
wi\' ik sterven wijl Gij voor mij leeft
in het H. Sacrament, om mij te ver-
sterken op aarde en in den Hemel
om mij te beloonen na dit leven. Amen^
iSa de Consecratie.
(Terwijl de priester knielt.)
Wij loven U, o Jezus en dragen
Gode deze offerande op ter uwer ei-
gene gedachtenis, gelijk Gij in het
laatste Avondmaal aan uwe apostelen
hebt gelasi.
iKn verder voorl^aaode met den priester.)
Het is hierom. Heer, dat wij uwe
dienaren en met ons uw heilig volk,
ons herinnerende aan het gelukzalige
lijden van uwen Zoon Jezus Christus,
-ocr page 132-
129
onzen Heer, aan zijne opstanding uit
het graf en aan zijne heerlijke op-
klimming ten hemel, aan uwe onver-
gelijkelijke Majesteit opdragen, hetgeen
de gift zelve is, welke wij van U
ontvangen hebben, het zuivere offer
het heilige offer, het vlekkelooze offer,
het heilige brood des levens dat geen
einde zal hebben en den kelk der
eeuwige zaligheid.
Waarop Gij met een genadigen en
welgevalligen blik gelievet neder te
zien en dat Gij U gewaardiget te aan-
vaarden, gelijk Gij U gewaardigt hebt
te aanvaarden de geschenken van
wwen rechtvaardigen Abel, en het slacht-
offer van onzen aartsvader Abraham,
en dat wat U opdroeg uw hooge-
priester Melchisedech, eene heilige
opdracht, een onbevlekt slachtoffer.
Smeekend bidden wij U, ahnach-
tige God, beveel dat dit door de han-
den van uwen heiligen engel gedra-
gen worde op uw verheven altaar,
voor het aanschijn uwer goddelijke
-ocr page 133-
130
Majesteit opdat allen, wie wij ook
zijn, die deelen in deze offerande, en
het allerheiligste lichaam en bloed
uws Zoons zullen genut hebben, ver-
vuld mogen worden met alle hemelsche
zegeningen en genaden. Door denzelf-
den Christus onzen Heer. Amen.
Gedachtenis der Overledenen.
Wees ook gedachtig, Heer, uwe
dienaren en dienaressen N. N. (Hier
beveelt de priester in het bijzonder
die overledenen, voor wie hij zich
heeft voorgenomen het H. Misoffer op
te dragen), die met het teeken des
geloofs ons zijn voorgegaan en den
tioodslaap sluimeren. Hun, leer en
aan allen die/in Christus rusten, smee-
ken wij U, dat Gij eene plaats van
lafenis van licht en vrede verleenen
wilt; door denzelfden Christus onzen
Heer. Amen.
Ook ons zondaren, die uwe die-
naren zijn, en hopen op uwe over-
grooten erbarming, gelieve U eenig
deel en eenige gemeenschap te schen-
-ocr page 134-
131
ken met uwe heilige apostelen en
martelaren, met Joannes, Stephanus,
Mathias, Barnabas, Ignatius, Alexan-
der, Marcellinus, Petrus, Felicitas, Per-
petua, Agatha, l.ucia, Agnes, Cecilia,
Anastasia en met al uwe heiligen, in
wier gezelschap wij U smeeken ons
aan te nemen zonder onze verdien-
sten in aanmerking te nemen maar
ons vergeving schenkende door Chris-
tus onzen Heer.
Door wien Gij, Heer, dit goede im-
mer voortbrengt, heiligt, zegent en
ons verleent; door Hem, en met Hem
en in Hem komt U, God den Vader, in
de eenhoid van den H. Geest alle eer
en verheerlijki. g toe:
v. Door alle eeuwen der eeuwen.
b. Amen.
Pater .Noster.
Laat ons bidden.
Door heilzame voorschriften opge-
wekt en door de goddelijke leering
onderwezen, durven wij zeggen:
Onze Vader, enz
-ocr page 135-
. 132
Bevrijd ons, smeeken wij U, o Heer,
van alle kwalen, zoo van verledene
als van tegenwoordige en toekom-
stige; en door de voorspraak van de
gelukzalige en roemvolle moeder Gods
Maria, altijd maagd, met uwe heilige
apostelen Petrus en Paulus en An-
dreas en alle heiligen, geef genadig
vrede in onze dagen; opdat wij bij-
gestaan door de hulp uwer barmhar-
tigheid immer bevrijd mogen zijn van
de zonde en beveiligd tegen alle
bekoring. Door denzelfden onzen
Heer Jezus Christus, die met U leeft
en heerscht in de eenheid van den
heiligen Geest God, in alle eeuwen
der eeuwen, r. Amen.
v. De vrede des Heeren zij altijd
inet u. r. En met uwen geest.
Deze vermenging en heiliging van
hel lichaam en bloed onzes Heeren
Jezus Christus strekke ons, die het
ontvangen, ten eeuwigen leven, Amen.
-ocr page 136-
133
Agnus Dei.
Lam Gods, dat wegneemt de zon-
den der wereld.
Ontferm U onzer!
Lam Gods, dat wegneemt de zon-
den der wereld.
Ontferm U onzer!
Lam Gods, dat wegneemt de zon-
den der wereld.
Schenk ons vrede!
VOORBEREIDING TOT DE H. COMNUME.
Heer Jezus Christus, die tot uwe
apostelen hebt gezegd: Ik laat uden
vrede na, ik geef u mijnen vrede:
Zie niet neer op mijne zonden, maar
op het geloof uwer Kerk en gelief
haar volgens uwen wil vrede en een-
heid te schenken, die leeft en heerscht,
God, door alle eeuwen der eeuwen.
Amen.
Heer Jezus Christus, Zoon van den
levenden God, die door den wil uws
Vaders, door de medewerking van
den H. Geest en door uwen dood de
wereld hebt levend gemaakt, bevrijd
-ocr page 137-
134
r
mij door dit uw allerheiligste lichaam
en bloed van al mijne ongeregtighe-
den en van alle kwalen en doe mij
immer mijzelven vastkleven aan uwe
geboden en veroorloof nimmer, dat
ik van U gescheiden worde. Die met
denzelfden God den Vader en den H.
Geest leeft en heerscht God in de
eeuwen der eeuwen. Amen
Het ontvangen van uw lichaam,
Heer. Jezus Christus, hetgeen ik, on-
waardige, voornemens ben te nuttigen,
strekke mij niet tot oordeel en ver-
oordeeling, maar om wille uwer goe-
dertierenheid zij het mij nuttig, ten be-
hoedmiddel voor ziel en lichaam en ter
genezing. Die leeft en heerscht met God
den Vader, in de eenheid van den H.
Geest, God door alleeeuwen dereeu-
wen. Amen.
Ik zal het hemelsch brood nemen
en den naam der lleeren aanroepen.
DOMINE NON SUM DIGNUS.
Heer ik ben niet waardig, dat Gij
komt onder mijn dak, maar spreek
k
-ocr page 138-
135
slechts één woord en mijne ziel zal
genezen zijn. (Driemaal. Men klopt zich
op de borst.)
Het lichaam van onzen Heer Jezus
Christus beware mijne ziel ten eeuwi-
gen leven. Amen.
Geestelijke Communie.
Mijn God, Heere Jezus Christus, ik
geloof dat Gij hier met vleesch en
bloed, ziel en lichaam, Godheid en
Menschheid tegenwoordig zijt; ik ge-
loof al wat Gij mij veropenbaard hebt
of door uwe !i. Kerk voorhoudt te
gelooven. Ik verhoop van U het eeuwig
leven en alles wat er mij toe leiden kan.
Ik bemin U vurig met geheel mijn hart
en verzucht naar U als naar de bron
des levens. Maak mij Uwer minder on-
waardig ; en zoo door U zelf voorbereid,
wenschte ik mede te kunnen neêrknie-
len aan uwe 11. Tafel om het Brood des
Levens in mij te doen nederdalen. Als
had ik werkelijk dat geluk genoten
roep ik met den priester uit.
Wat zal ik den Heer wedergeven voor
-ocr page 139-
136
alles, wat Hij mij geschonken heeft.
Den kelk des heils zal ik aannemen
en den naam des Heeren aanroepen.
Onder lofbetuigingen zal ik den Heer
aanroepen en ik zal bevrijd zijn van
mijne vijanden.
Het bloed van onzen Heer Jezus
Christus beware mijne ziel ten eeuwi-
gen leven.
Hetgeen wij in den mond ontvingen
dale neder, o Heer, in eene zuivere
ziel; en van eene tijdelijke gift, worde
het voor ons een eeuwigdurend heil-
middel.
Uw lichaam, o Heer dat ik ontvangen
en uw bloed, dat ik gedronken heb,
hechte zich vast in mijn binnenste en
schenk mij, dat geene vlekken van
misdaden blijven in mij, die verkwikt
ben door uwe zuivere en heilige Sa-
cramenten. Die leeft en heerscht in de
eeuwen der eeuwen. Amen.
Communie.
Gelukkig het lichaam der H. Maagd
Maria, dat den Zoon van den eeuwigen
Vader gedragen heeft.
-ocr page 140-
137
v. De Heer zij met U.
b. En met uwen geest,
Gebed ha de Communie.
Geef ons, o Heer, die de hulpmid-
delen ter onzer heiliging ontvangen
hebbon, smeeken wij U, dat wij overal
beschermd worden door de voorbeden
der H. Maria altijd Maagd, ter wier
eere wij deze offerande aan uwe
Majesteit hebben opgedragen. Door
onzen Heer enz.
b. Amen.
v. De Heer zij met U.
r. En met uwen geest.
v. Gaat, de Mis is geëindigd.
r. Gode zij dank.
Moge, o H. Drieëenheid, dit huldebe-
toon mijner ondergeschiktheid U aan-
genaam zijn en geef dat het offer,
dat ik, onwaardige, voor de oogen
uwer Majesteit (met den priester) heb
opgedragen U welgevallig moge we-
zen en mij en allen voor wie ik het
heb opgedragen door uwe erbarming
genade verwerve. Door Christus onzen
neer. Amen.
-ocr page 141-
138
De Zegen.
U zegene de almachtige God: De
Vader en de Zoon en de H. Geest,
n. Amen.
v. De Heer zij met u.
r. En met uwen geest.
ST. JANS EVANGELIE.
v. Het begin van het H. Evangelie,
volgens Joannes.
r. Eere zij U, o Heer!
In het begin was het woord, en het
woord was bij God, en het woord was
God. Dit was in het begin bij God.
Alles is er door gemaakt en zonder
dat is er niets gemaakt, van hetgeen
er gemaakt is; in hetzelve was het
leven en het leven was het licht der
menschen en het licht schijnt in de
duisternissen en de duisternissen heb-
ben het niet begrepen. Er werd een
man van God gezonden, wiens naam
was Joannes. Deze kwam tot getui-
genis, opdat hij getuigenis zou geven
van het licht, opdat allen door hem
-ocr page 142-
139
zouden gelooven. Hij was het licht
niet, maar opdat hij getuigenis zou
geven van het licht. Het was het
waarachtig licht, dat eiken mensch
verlicht, die in deze wereld komt. Hij
was in de wereld en de wereld is
door hem gemaakt en de wereld heeft
hem niet gekend. Hij is onder de zij-
nen gekomen en de zijnen hebben hem
niet ontvangen. Maar aan allen die
hem ontvangen hebben, heeft hij de
macht gegeven, om kinderen Gods te
worden, aan hen, die in zijnen naam
gelooven : die niet uit het bloed, noch
uit den wil des vleesches, noch uit
den wil des mans, maar uil God ge-
boren zijn. En (hier wordt geknield)
HET WOORD IS VLEESCH GEWORDEN, en
het heeft onder ons gewoond en wij
hebben zijne glorie gezien, eenen luis-
ter als van den eeniggeboren des Va-
ders, vol genade en waarheid.
r. God zij gedankt.
Litanie ter eere der H. Maagd, bladz, 105.
-ocr page 143-
140
DaNKGEEIDi
Ontvang o God, mijne nederige
dankbetuiging, U opgedragen onder
de bescherming en voorspraak uwer
H. Moedermaagd, ter wier eere ik aan
uwe Goddelijke Majesteit het offer heb
gebracht van uwen eenigen Zoon, de
vrucht van haren vlekkeloozen schoot.
Ik smeek U, mij door hare verdien-
sten de genade te verleenen, dat ik
immer een waardige dienaar moge
zijn van Hem, die Alles voor allen
geworden is en van haar, wier toe-
stemming ons den Zaligmaker der wè-
reld heeft aangebracht, Jezus Christus,
uwen Zoon onzen Heer. Amen.
-ocr page 144-
I