-ocr page 1-
[
m
Vak 87
■"JRK |»1<>V0
\"\"
BROEDERSCHAP
I I
HEILIGE FAMILIE *
433(9$, iaua, «tr»
WETTIG OPGERICHT IN OE
Parochiale kerk van den H. BARTHOLOMEUS
«Waar twee of drie in mijnen naam vergaderd «zijn, daar ben Ik in hun midden."
(Matth. XVIII, 20.)
111
m Kerkelijk goedgekeurd.
ï
. CEOLLA & Zoon.                $
j & Boekhandel te Houtiiem. | # - 1876.
\"\"
\"\"
-ocr page 2-
»
-ocr page 3-
AARTSBROEDERSCHAP
DER
HEILIGE FAMILIE
«ss8 mm®k9 jtnrv
WETTIG OPGERICHT IN DE
Parochiale kerk van den H. BARTHOLOMEUS
l^\'£&&-3iMd
tWaar twee of drie in mijnen naam vergaderd ■zijn. daar ben Ik in hun midden."
(Matth. XVIII, 20.)
\"\"
w
Kerkeljjk goedgekeurd.
W i
Wed. OROLLA & Zoon. Boekdrukkerjj en Boekhandel te Houthem.
1876.
-ocr page 4-
ï4
n
Jaarschrift.
LIeVe JezUs, LIeve JezUs,
U VaLLen WIJ te Voet
en Vkagkn UWen zegen
oV\'ek Meerssen\'s bkoeDeksChap.
—o—
Si
-ocr page 5-
Til
V00JLHDL
Tmmer weet God in meer gevaarlpe tijden iets in het leven te roepen, dat den zwakken mensen tegen de gevaren zou wapenen. Wor­den er ooit meer dan gewone pogingen aan­gewend, om het menschdom naar den geest of naar het hart te bederven, dan zien wfj ook door Gods Voorzienigheid iets tot stand komen, dat de kracht bezit, om aan die po-gingren het hoofd te bieden.
Wjj zien dit bewaarheid in alle eeuwen: wfi vinden hiervan een nieuw bewijs in de instel­ling van het Genootschap de Heilige Familie.
Wie toch is niet bekend met de bronnen van bederf, welke men in onze eeuw aantreft ?
Wat wordt er niet gedaan, om den men-ch van het geloof en de deugd af te trekken?
Beschouwt hetgeen de wereld van zich doet zien en hooren: alles heeft klaarblijkelijk de strekking om het beginsel van het geloof bü den mensch te verzwakken; alles heeft teu doel, de achting voor den godsdienst en voor alle godsdienstige kennis weg te uemen en door onverschilligheid te vervangen. En wie bespeurt niet, dat de wereld in hare pogingen daartoe aangewend, maar al te wel slatgt? Geen wonder dan ook, dat wij, dientengevolge het ongeloof en het zedenbederf in eene niet geringe mate zien toenemen.
Dan, tegen dezen stroom heeft God een dam opgeworpen door de instelling vau het
-ocr page 6-
4
Genootschap de Heilige Familie. "Wie toch ziet hierin niet duidelijk het werk der God­delijke Voorzienigheid.
Gelijk de meeste Zaken, door God tot stand gebracht, was ook het Genootschap de Heilige Familie gering in zijne wording. Een officier der genie te Luik (*) wierp het nietig zaadje uit, dat nu tot een zoo grooten boom is op­gegroeid.
Zoo ijverig christen als verdienstelijk sol­daat, zocht hij. immer voor zich zelven en voor den evenmensen nut te stichten. Te dien ein­de vergaderde hij, voor het eerst op Pinkster­maandag van het jaar 1844, eenige Luikena-ren in eene burgerwoning. Daar hielden zij zich bezig met eenige oefeningen van godsvrucht, welke den aanwezigen zoodanig bevielen, dat men besloot voortaan iedere week te vergaderen. Een Pater Redemptorist trok zich het werk aan, en nam de leiding der vergadering op zich. Wijl de wroning spoe­dig te klein was, om het aangroeiende getal deelnemers te bevatten, werd de vereeniging nog in hetzelfde jaar, op den feestdag van Maria\'s Onbevlekte Ontvangenis, naar de kerk der Paters Redemptoristen overgebracht.
De toenmalige Bisschop van Luik, Mgr. van Bommel, begreep, wat zegenrijke vruchten van deze vereeniging te wachten waren, en gaf
(\') ])e Wel Edele Gestrenge Heer Honricus Hubcrtus lielletable, geboren te Venlo 8 April 4813, later kapitein der genie en commandant te Hoei, waar hjj 5 December .{855 overleed.
-ocr page 7-
5
haar zijne Bisschoppelijke goedkeuring, b{j herderlyken brief van 7 April 1845. Bovendien wilde hij deze vereeniging door Pausselgk ge­zag doen bekrachtigen. Op zjjn verzoek en het er bijgaand verslag, over de vruchten, welke de vereeniging reeds voortbracht, werd zij door Z. H. Pius IX bjj breve van 20 April 1847 goedgekeurd, aanbevolen, met talrijke aflaten begunstigd, en drie dagen later, bij eene nieuwe breve, tot Aartsbroederschap verheven.
Maar de Broederschap, alzoo vormelijk in de stad Luik opgericht, mocht niet binnen haren omtrek beperkt blijven. God die het zaadje had laten uitwerpen, gaf het een was­dom, die zichtbaar getuigt van zijne bijzon­dere bescherming.
De vruchten welke men er van zag, en de aanbeveling der Kerkvoogden, spoorden wel­dra een groot getal ijverige herders aan, om die voordeelen ook aan hunne kudden te be­zorgen. Met goedkeuring van de Kerkvoogden der Diocesen, werd op ontelbare plaatsen de Vereeniging „de Heilige Familie" opgericht en met de Aartsbroederschap te Luik vereenigd.
Binnen weinige jaren had zij hare vertak­kingen niet alleen door geheel België, maar ook in Frankrijk, Engeland en zelfs in Ame­rika.. Vooral in Nederland vond zij eéne gelukkige uitbreiding. Nauwelijks begon men ze te kennen, of vele steden en dorpen bejj-verden zich om in het bezit eener Heilige Fa­milie te komen. Achtereenvolgend zagen wij
-ocr page 8-
6
,.f, uj/grui:ilt 111 XlOEKMOND, MAASTRICHT, (M\'
Mathuis), Helmond, Tilburg, Amsterdam» Yeghel, \'s Bosch, Oirschot, Gemert, AIoer" gestel, Beek (bjj Nijmegen), Uden, Venlo, Wittem, Horst, Oosterhout, \'s Hage. Waal­re, Schiedam, Breda, Schijndel, Deurne en meer andere plaatsen.
Ook de Parochie MEERSSEN kon niet achterblijven en bü gelegenheid der H. Missie, door de Eerwaarde Paters der Sociëteit van Jesus in de maand den H. Jozef toegewijd, gehouden, nam deze zoo heilzame Vereeniging een aanvang. Na de goedkeuring van Zfjne Doorluchtige Hoogwaardigheid J. A. Paredis, Bisschop van Roermond verkregen te hebben, werd aldra eene vergadering belegd op den feestdag van den H. Jozef 1876.
De deelneming was zoo algemeen, dat het getal der leden het verblijdend cijfer van ruim 950 mannen en jongelieden bereikte.
De zeer Eerw. Heer Deken J. Hoho, nam nu het woord, en de noodzakelijkheid en het nut der katholieke Vereenigingen, vooral in onze dagen besprekende, stelde hij als Bestuur­der aan den Eerw. Heer Oberjé, kapelaan, die verder het doel der Broederschap ontwikkelde.
Zoo was dan gezorgd voor de geloovigen onzer katholieke gemeente.
Geve God, dat, onder den weïdadigen invloed dezer lofwaardige Vereeniging, de geest van ware godsvrucht en innige broederliefde steeds dieper in het familieleven doordringe! Dan blijft zij ons sieraad en de kroon dezer parochie.
-ocr page 9-
7
Beschouwen wjj nu het doel, dat de Veree­niging zieh voorstelt, dan zullen wij al aan­stonds zien, dat zjj niet kan nalaten heilzaam te werken. Het doel toch der Vereeniging is: .Tesus, Maria en Jozef, te vereeren. (Art, 1) Welnu eene Vereeniging die zich ten doel stelt de vereering der Heiligste Familie die ooit. op aarde leefde of nog zal leven moet nood­zakelijk aanspraak hebben op hare bijzondere bescherming. Onder de bescherming van den Zoon Gods, van zijne veel vermogende Moeder en van zijn H. Voedstervader, moeten wij ze­ker manmoediger strijden, veiliger wandelen. Dit is nog des te meer waar, omdat wjj de H. Familie vereerende, ook er naar streven zullen om haar na te volgen. Gedurig houdt men de oogen gevestigd op de voorbeelden, welke zij ons heeft nagelaten, en welke voor een ieder een toonbeeld zjjn van alle deugden.
Het leven toch van Jesus, Maria en Jozef, is eene leerschool voor eiken staat, voor eiken leeftijd. Daarin leert de jeugd, wat haar be­taamd en welke plichten op haar rusten. Daarin leeren de gehuwden, hoe zij zich jegens elkander en jegens hunne kinderen moeten gedragen. Daarin leert een ieder hoe hjj ook zonder buitengewone zaken te verrichten zich in zijnen stand heiligen en groote verdiensten vergaderen kan.
Beschouwt hierbij de oefeningen, welke vol­gens de regels der Vereeniging verricht wol­den. Hoezeer zijn ze geschikt, om tijdens de gewone Vergadering ons op eene aangename
-ocr page 10-
8
wyze bezig te houden, terwijl \\v{j in die oefe­ningen zelven een krachtig wapen ter Zalig­heid vinden.
Denkt hier aan de geiteden, door de regels voorgeschreven. Znllen wjj niet veel verdien­sten verwerven, als wij volgens die regels dagelijks ons werk aan Jezus, Maria en Jo­zef opdragen, als wij dagelijks ons aanbevelen aan de bescherming van de H. Familie, en in \'t bijzonder aan de bescherming van den Hei­lige, dien wjj voor het jaar tot Patroon heb­ben ontvangen? Moet het vooral niet krach­tig werken, als wjj in de Vergadering, dan e.ens door gewone gebeden, dan weder door geestelijke gezangen eenparig den bijstand des Hemels afsmeeken? immers wil God altijd in het midden zijn van twee of drie, in zijnen naam vergaderd, dan znllen wij zeker God een onweerstaanbaar geweld aandoen door een eenparig gebed, uitgesproken door zoo vele monden, als de Vereeniging leden telt-
Denkt aan het woord van God, dat men hoort verkondigen. De ondervinding leert, hoe heilzaam het is, de waarheden van den Gods­dienst grondig te kennen, en levendig voor den geest te houden. Zien wij sommigen on­verschillig en buitensporig leven, het is mees­tal hieraan toe te schrijven, dat zij hunnen godsdienst, niet genoegzaam kennen, of al­thans er niet aan denken. Door de onderrich­ting, welke in de Heilige Familie wordt gege­ven, leert men den godsdienst meer en meer kennen en hoogachten; het geloof aan deszelfs
-ocr page 11-
9
verheven waarheden wordt immer levendig ehouden, zoodat die waarheden kracht heb-en, om op de handelingen der leden invloed uit te oefenen, en hen uit het geloof te doen leven.
En wat zullen wij zeggen van het veelvnl-dig gebruik der H. H. Sacramenten. Immers het dikwijls naderen tot de H. H. Sacramenten ligt zoozeer in den geest der Vereeniging, en wordt zoo krachtig aangemoedigd door de menigvuldige aflaten, aan de Heilige Familie verleend, dat het zichtbaar toeneemt overal waar de Heilige Familie zich mag vestigen. En zou het wel mogelijk zijn, het gebruik der H. H. Sacramenten te zien toenemen, zonder tevens de heerlijke uitwerksels daarvan te ondervinden?
Niemand zal zich na dit alles noch verwon­deren over de schoone vruchten, welke de Hei­lige Familie alom voortbrengt. Wie zal dan hierbij voor de eer van God voor het heil zjj-ner ziel en het welzijn van den naaste niet wenschen, dat de Vereeniging „de HeiligeFa­milie\' de meest mogelijke uitbreiding erlange1? Moge dan ook dit handboekje, aan dit ver­heven doel, bevordeljjk zjjn! Moge het de Hei­lige I\'amilie altijd meer doen bloeien en alzoo iets bijdragen tot eer van God en zaligheid onzer zielen.
-ocr page 12-
10
VOORWAARDEN
TOT DE
Opneming in de Aartsbroederschap
DE HEILIGE FAMILIE.
Opdat eene bijzondere Congregatie of Ver-eeniging in de Moeder-Congregatie van de Heilige Familie kunne opgenomen worden, en deel hebbe aan de aflaten en voorrechten, welke Z. H. tius IX aan de Aartsbroeder­schap verleend heeft, moet zij het volgende nakomen.
1.  De Vereeniging moet door den Bisschop van het Diocees opgericht worden.
2.  Men moet bij den algemeenen Bestuurder der Aartsbroederschap te Luik bij de Eerw. Paters Redemptoristen, of daar, waar de zetel der Aartsbroederschap bij vergunning van Zijne Heiligheid zou verplaatst worden, de uit­drukkelijke aanvraag doen, om in gemelde Broederschap van de Heilig» Familie, opgeno­men te worden. Op deze twee voorwaarden, zendt de algemeene Bestuurder eenen brief\' van aan- of opneming, die, aan de bijzondere Congregatie, het recht toekent, om de aflaten en andere voorrechten te genieten.
-ocr page 13-
11
Kegels en Verordeningen
VOOK DE
Aartsbroederschap der H. Familie.
Art. 1. Het doel der Vereeniging is; de vereemig van de Heilige Familie, Jesus, Maria, Jozef drie personen, zoo dierbaar aan het hart van God;— en aan de Katholieken van heide geslach­ten, van eiken ouderdom, van iedere betrekking, en bijzonder aan de arbei­dende klas, gelegenheid te verschaffen om met zekerheid den weg der zalig­heid te bewandelen.
Abt. 2 De middelen door de vereeniging ge­bezigd ten einde haar nuttig en edel doel te bereiken, zijn: het Gebed dr verkondiging van Gods woord, en het dikwijls ontvangen der H. II. Sacramen­ten.
Art. 3 De Vereeniging staat onder het gezag en de bescherming van Zijne Door­luchtige Hoogwaardigheid Mgr. Pare-ms Bisschop van Roermond.
Art. 4 De Vereeniging wordt in het alge­meen bestuurd door den Zeer Eerw. Heer Pastoor Deken dezer parochie of
-ocr page 14-
12
• door den Eerw. Heer Kapelaan.
Art. 5 Zjj wordt verdeeld in afdeelingen, be­staande uit een onbepaald getal leden. Elke afdeeling wordt onder de be­scherming gesteld van een\' heiligen Patroon. — Aan het hoofd van elke afdeeling staat een Prefect, aoor den Bestuurder gekozen. De plichten, door den Prefect te vervullen, worden hem bij Zijne aanstelling, door den Bestuur­der bekend gemaakt. — Aan den Pre­fect wordt een Onderprefect toege­voegd, uit dezelfde afdeeling gekozen. Deze is verplicht den Prefect bjj te staan, en hem, in geval van afwezig­heid te vervangen.
Art. 6 De Bestuurder kiest daarenboven on­der de leden der Vereeniging één of meer Secretarissen en verdere beambten. Hij kan deze, naar goedvinden, door anderen doen vervangen.
Art. 7 De Vereeniging der H. Familie ver­gaderd op dag en uur door den Be­stuurder bepaald. Deze vergadering heeft ten doel: door godsdienstige ge­zangen de gemoederen tot God te ver­heffen en Zijn\' lof te verkondigen; — door gemeenschappelijk gebed Gods ze­gen over de leden der Vereeniging af te smeeken; en door het aanhooren van
-ocr page 15-
13
Gods woord den weg der Zaligheid be­ter te leeren kennen en standvastiger te bewandelen.
Art. 8 Elke afdeeling moet, in de kerk der Vereeniging de plaats innemen, die haar is aangewezen; en ieder lid bluft in de afdeeling waarin hij geplaatst is, tenzij de Bestuurder hem eene andereplaats aanwjjze.
Art. 9 De leden der Vereeniging houden zich innig overtuigd dat zij allen kin­deren zijn van de Congregatie der Hei­lige Familie-, broeders dus in Jesus Christus die door de banden der har­telijkste liefde moeten vereenigd zijn. Zü weten dus wel, dat er geen onder­scheid bestaat tüsschen de verschil­lende afdeelingen: de laatste staat al­lezins gelijk met de eerste. Deze rang­schikking, waaraan men veel gewicht moet hechten, is eene noodzakelijke voor­waarde tot instandhouding der goede orde in eene lalrijke Congregatie, die zonder dat middel, in eene groote ver­warring zou ontaarden.
Art. 10 De gewone oefeningen van gods­vrucht, die in de bijeenkomsten plaats hebben, zijn: het Rozenhoedje, de aan­roeping van den Heiligen Geest; de aanroeping der Heilige Patronen van
-ocr page 16-
14
het jaar en van de ajdeelingen; de Li­tanie van de H. Familie; het MEMO-RARE tot de II. Maagd; het onderzoel; van geweten en de geestelijke Commu­nie. De vergaderingen worden gesloten met het geven van den zegen.
Art. 11 Kan een lid de Vergadering niet bij­wonen, dan is hjj gehouden den Pre­fect of Onderprefect der afdeeling daarvan te verwittigen.
Art. 12 Teder Prefect, vergezeld van zijn On­derprefect, geeft op verzoek van den Bestuurder aan dezen verslair over de afdeeling, die aan zijne liefderijke zor­gen is toevertrouwd. Hij zal hem be­kend maken, hoe dikwjjls iemand, zon­der reden en zonder voorkennis, de Vergadering niet heeft bijgewoond. Het wordt vervolgens aan het oordeel van den Bestuurder overgelaten, of men de in gebreke blijvende leden buiten de Vergadering moet sluiten. — De Se­cretarissen vereenigen zich insgelijks met. den Bestuurder, op een door hein te bepalen dag. Daarenboven vergade­ren alle beambten der Congregatie op een door den Bestuurder vast te stel­len dag, ten einde gezamenlijk te bid­den en van den Bestuurder onderrich­tingen ce ontvangen, geschikt om den i
i
-ocr page 17-
15
(jver Van de geheele Congregatie gaande te houden.
Akt. 13 Iemand die bö de Vereeniging met eene bediening belast is, zal zich, uit dien hoofde, niet boven zijne mede­broeders verheffen; integendeel, indien hg zjjne plichten wel beseft, zal hjj zich des te meer gehouden achten, hen te stichten door een voorbeeldig le­ven, en vooral door het stiptelijk on­derhouden der regels en verordenin­gen van de Congregatie.
Art. 14 "Verlangt iemand in de Broederschap der Heilige Familie opgenomen te worden, dan dient hjj zich door een lid der Vereeniging, of door eenander aanbevelingswaardig persoon te laten aanbieden bij den Bestuurder. Deze zal hem tot de beproeving kunnen toe­laten, na alvorens de noodige inlich­tingen omtrent zjjne zeden, zijne woon­plaatsen en betrekking te hebben in­gewonnen.
Art. 15 De proeftijd duurt onbepaald, volgens het goed gedrag en de vljjt van hem die verlangt aangenomen te worden. Na verloop van den proeftijd, doet wen zijne plechtige intrede in de Aartsltroe-derschap, door het ontvangen der II. H. Sacramenten en de acte van opoffe-
-ocr page 18-
16
ring aan Jesus, Maria, Jozef. — Bjj die gelegenheid ontvangt men eene acte van aanstelling als lid der Broe­derschap en kr\\jgt men recht tot het dragen van het onderscheidingsteeken, dat aan de Congregatie eigen is.
Akt. 16 De verplichtingen, die de leden der Vereeniging op zich nemen, zijn ver­plichtingen geheel van liefde. In het algemeen moeten zjj als goede Chris­tenen, als voortreffelijke jonge lieden of als uitmuntende huisvaders leven. De gevaarlijke gezelschappen, het le­zen van slechte boeken of dagbladen, verdachte vermakelijkheden en speel­plaatsen, en alles wat hen tot zonde zou kunnen leiden, moeten zjj altoos vermijden, —
Buiten en behalve het vervullen der plichten van een goed Christen, moe­ten zg nog in het bijzonder 1° eiken morgen hunne werken aan Jesus, Ma­ria, Jozef opofferen, en deze opoffe­ring Van tijd tot tijd door den dag vernieuwen; 2° eiken avond hun ge­weten onderzoeken en de geestelijke Communie houden.
Art. \\1 Wordt een der leden ziek, dan moet de Bestuurder daarvan verwittigd wor­den, opdat hg zulks in de eerstvol­gende vergadering bekend m»ke aan
-ocr page 19-
17
de Medebroeders, die allen en altijd in elkanders lijden moeten deelen, slechts één hart en ééne ziel uitmakende, gelijk de eerste geloovigen van het Christendom. De liefde zal hun ken­merk zijn, liefde die ook na dit leven voorduurt; immers de Vereeniging laat
een zielemis lezen voor elk lid, dat tot den dood toe in de Congregatie blijft volharden.
Art. 18 De Heilige Patronen van het jaar worden door elk lid bij loting gekozen in de laatste bijeenkomst voor 1 Ja­nuari.
Abt. 19 Het feest van den Titel der Heilige Familie, dat ook het Patroonfeest is der Aartsbroederschap — is bepaald op den tweeden zondag van Juli — op dat feest zal de algemeene Communie als mede de plechtige aanneming der nieuwe leden plaats hebben, door de acte van toewijding aan Jesus, Maria, Jozef.
Art. 20 De overige feesten der Aartsbroeder~ schap zijn Pinkstermaandag (feest van de oprichting der Congregatie;)— het feest der Onbevlekte Ontvangenis; de zondag na den 7 April (dag van de kerkelijke oprichting der Vereeni-ging door Z. D. H. den Bisschop van
-ocr page 20-
18
Luik, in 1842). — De feesten van Kerstmis en Driekoningen; — de Opdracht van Christus in den tempel en de Vlucht naar Egypte, (4° Zondag van April); Paschen; O. L. Hemelvaart; Heilige Sacramentsdag; het Heilig Hart; — de Allerheiligste Verlosser, (3° Zondag van Juli); — H. Kruisverheffing; Maria\'s Geboorte en Opneming ten hemel;
—   O. L. Vr. der 7 Smarten, (\'s Vrijdags na Passie-Zondag en 3° Zondag van September); — de ff. Jozef, (19 Maart) en de Bescherming van den H. Jozef, (3° Zondag na Paschen); — de H.Michaël;
—  de H. Gabriéï; — de H. Engelen-Bewaarders; — de BB. Apostelen Petrus en Paidus; — de H. Alphonsus Maria de Liguori; — de H. Carolus Borromëus;
—  de H- Theresia; — de H- Juliana van CorniUan; — Allerheiligen en Aller­zielen. De leden der Vereeniging zullen met ijver de Maand van, Maria vieren. Eindelijk is de dag van den Heiligen Patroon. des jaars, een feestdag voor ieder lid in het bijzonder, zoowel als de dag van den Beschermheiline der ajdeehng een feest is voor de afdeeling in het algemeen,
Art. 21. Op de verschillende feestdagen zullen de leden der Congregatie de gebruike­lijke oefeningen verrichten, zonder even­wel verplicht te z\\jn zich deswege van
-ocr page 21-
19
hun gewoon werk te onthouden-Wanneer bovengenoemde feesten op een" werkdag invallen, worden zg altoos tot den naastvolgenden Zondag uitgesteld.
Art. 22. Ieder lid, wiens gedrag ontstichtend is en dat zich niet verbetert, ondanks de herhaalde vermaningen van den geestelijken Bestuurder, moet buiten de Vereeniging gesloten worden.
Art. 23. Mochten in de toekomst andere regels en verordeningen bij ondervinding nut­tig of noodzakelijk geoordeeld worden, dan zullen die, bij wijze van bijvoegsel, in het Handboekje worden opgenomen, na bevorens de goedkeuring van Z. D. Hoogwaardigheid te hebben verkregen.
—o—
GOEDKEURING.
De hiervoren staande statuten der H. Familie te Mberssen gezien en goedgekeurd.
Gegeven te Roermond den 24 April 1876.
t J. A. PAREDIS,
Bisschop van Roermond.
-ocr page 22-
20
Regels yoor den Prefect.
. De verplichtingen welke een Prefect bij de aanvaarding zijner bediening op zich neemt kunnen naar den geest der Statuten tot de volgende gebracht worden.
1.  De Prefect wake zorgvuldig op de ge­trouwe nakoming der Regels in znne afdeeling; hjj trachte steeds hare leden daartoe op te wekken door een voorzichtigen en liefdevollen ijver.
2.  Hjj zorge ook voor de handhaving der eenmaal bepaalde rangschikking en plaatsing van de leden zijner afdeeling. Hij kan, zonder uitdrukkelijk verlof van den Bestuurder, hierin nimmer eene verandering brengen.
3.  Den Prefect is tevens opgedragen eene nauwkeurige aanteekening te houden van den naam en de voornamen, het beroep en de woonplaats der leden zijner afdeeling, en den Bestuurder kennis te geven van de verhui­zingen, beroepsveranderingen, enz.
4.  Mede wordt den Prefect dringend aan­bevolen, met de meeste nauwgezetheid, op eene daartoe ingerichte lijst, aan te teekenen, wie der leden met- of zonder voorkennis, (zie Art. 11 van de regels en ver.) de bijeenkomst niet heeft bijgewoond.
5.  Is de onderlinge liefde den Broeders algemeen voorgeschreven (Art. 9), veel meer .is het den Prefect jegens de leden zijner af-
-ocr page 23-
21
deeling; daarom verzuime hij niet hen gedu­rende het jaar nu en dan te bezoeken, vooral bij ziekte of andere rampen.
6.  Wil de Prefect of onderprefect op eene waardige en voor den Hemel verdienstelijke wijze zjjn ambt waarnemen, dan geve hij aan de leden zijner afdeeling het voorbeeld van een oprecht Christelijk en deugdzaam leven, in het bijzonder dat eener stipte nakoming van de Statuten der Broederschap.
7.  Volgens Art. 5 is aan den Onderprefect opgedragen, zjjnen Prefect bjj te staan en, in geval van afwezigheid, te vervangen. De On­derprefect kan dus, zonder voorkennis van den Prefect, nooit ambshalve met de leden zijner afdeeling spreken of ze bezoeken. Even­wel is het den Prefect hoogst aan te raden, zjjnen medehelper in de vervulling zijner plich­ten te doen deelen.
-ocr page 24-
22
DE BESCHERMHEILIGEN
DER AfDEELINGEN VAN DE BROEDERSCHAP DER
ff. Familie tjb Meerssen.
De H. Bartholomè\'ut, (Apostel) .;
H. Joannes de Dooper . .1
H. Gerlachus, (Belijder) . .
H. Bemigius, (Bisschop) . .
H. Augustmut, (Kerkleeraar)
H. Aloysius, (Belijder) . .
H. Juachim, (\'s Zondags on­der het Octaaf van 0. L. Vr. Hemelvaart.)
H. Isidorus, (Belijder) . .
H. Hubertus, (Bisschop) . .
H. Servatiut, (Bisschop) . .
H. Barbara, (Maagd en Mart.
H. Lambertus, (Bisschop en Martelaar).....
H. Judas Thaddëus, (Apost.)
H. Michaël, (Aartsengel). .
HH. Engelen-Bewaarders, (Ie Zondag van Septemb.)
•24 Augustus. 24 Juni. 5 Januari. .1 October. 28 Augustus. 21 Juni.
10 of 15 Mei.
8 November. 13 Mei.
4 December. 17 September.
28  October.
29  September.
-ocr page 25-
23
LIJST DER AFLATEN
VEKLEEND DOOR ZIJNE HEILIGHEID PIÜSIX
AAN DE
&
ARTS8F^0EDE^§CHAP DBI\\ ,Jj. J^AMILIE
alsmede aan alle Vereenigingen, samengesteld
uit geloovigen van beide geslachten, die in
bovengenoemde Aartsbroederschap
zijn opgenomen.
A.) VOLLE AFLATEN.
1° Op den dag dat men lid wordt van de Aartsbroederschap, door de akte van Opoffering aan J. M. J.; mits men rouwmoedig zijne zon­den biechte en de H. Communie ontvange. (Regels en Verordeningen Art. 15.)
2° In het uur des doods, voor de leden die ten minste rouwmoedig met den mond of met het hart den H. Naam Jezus aanroepen.
3° Op den Hoogen Feestdag der Allerheiligste Familie, vastgesteld op den tweeden Zondag van Juli. (Reg. en Verord. Art. 19.)
4° Pinkster-maandag, zjjnde het instellings-feest der Broederschap. (Art. 20.)
5° Op den feestdag der Onbevlekte Ontvan­genis (8 December), dag, waarop de Broeder­schap is overgebracht naar de kerk van O. L. Vr. der Onbevlekte Ontvangenis te Luik.
6° \'s Zondags na den 7 April, feest van de kerkelijke oprichting der Broederschap.
7° Kerstdag, waarop het Kind Jezus door
-ocr page 26-
24
het gezang der Engelen begroet en door de arme herders bezocht werd.
8° Driekoningendag, waarop het kind Jezus aan de wereld bekend gemaakt, en door de wijzen uit het Oosten vereerd werd.
9° Op het feest der Opdracht O. H. J. Ch. in den tempel, waarop het goddelijk Kind zoo hoog geprezen werd door den H. Simeon. (2 Februari.)
10" De vlucht naar Egypte, toen de H. Familie vervolgd naar een vreemd land moest wijken. (4° Zondag van April.)
11° De hoogtijden van Paschen, — O. H. Hemelvaart, — H. Sacraments-dag,— en het feest van het H. Hart van Jezus.
12° Op het feest des Allerheiligsten Ver­lossers, (3° Zondag van Juli) en op Kruis­verheffing. (14 September.)
13° Op de feesten van O. L. V. van Ge­boorte (8 Sept.), — O. L. V. van medelijden, (\'s Vrijdags na Passie-Zondag), — O. L. V. der zeven Smarten, (3° Zondag van Sept.) en O. L. V. Hemelvaart, (15 Aug.)
14° Het feest van den H. Jozef, eerbiedwaar­dig hoofd der H. Familie (19 Maart), alsmede het Beschermfeest van den H Jozef (3° Zon­dag na Paschen.)
15° Op het feest van den H. Aartsengel Michaël, bijzonderen Patroon der Aartsbroedei\'-schap, (29 Sept.); — van den H. Aartsengel Gabriël, die met de H. Familie in zoo innige betrekking stond, (18 Maart); — der H. Engelen-Bewaarders, (1° Zondag van Sept.);
-ocr page 27-
25
—  der HH. Apostelen Petrus en Paulus, (29 Juni); — der H. Juliana van Cornillon, (5 April);
—  op Allerheiligen- en Allerzielendag.
16° Voor het vieren der maand van Maria.
17" Op den feestdag van den heiligen Patroon
des jaars, voor ieder lid in het bijzonder; en
van den heiligen Patroon der afdeehng, voor de
af deeling in het algemeen. (Art. 5 en Art. 20).
AANMEBKINGEN.
I.  Om deze aflaten te verdienen, wordt ver-eischt: a) dat de leden der Vereeniging rouwmoe­dig hunne zonden biechten en de H. Communie waardig ontvangen-, — b) dat zjj de kerk, kapel of bidplaats bezoeken, waarin de Aarts-broederschap is opgericht, tusschen de 1° Vespers en zonsondergang der feestdagen, en daar god­vruchtig bidden voor de eendracht der christene vorsten, voor de uitroeiing der ketterijen en voor de verheffing onzer Moeder de H. Kerk.
II.  "Wanneer bovenstaande feesten op een\' werkdag invallen, kan men den naastvolgenden Zondag de aflaten verdienen, mits vervulling der 2 zoo even gemelde voorwaarden. (Art. 21.)
III.  Al deze volle aflaten, — even als de gedeeltelijke, hieronder vermeld — kunnen ook aan de geloovige zielen in het vagevuur toe­gevoegd worden.
B.) GEDEELTELIJKE AFLATEN VAN 100 DAGEN.
1° Zoo dikwjjls men de vergaderingen der Aartsbroederschap bijwoont.
2° Zoo dikwijls men eenig ander goed werk verricht, bjj de Vereeniging in gebruik.
-ocr page 28-
26
Onder de goede werken, die door de leden der Vereeniging kunnen verricht worden, willen wg de volgende aanstippen, waardoor men de genoemde gedeeltelijke aflaten kan verdienen:
I. Voor alle leden der Vereeniging in het algemeen:
1° Eiken morgen de werken van den dag aan Jezus, Maria, Jozef opdragen. (Reg. en verord. Art.)
2°. \'s Morgens en \'s avonds 3 maal het „ Wees­gegroet" bidden, oefening, die ons, door den H. Alfonsus de Liguori, ten zeerste wordt aan­bevolen.
3° \'s Morgens en \'s avonds het „ Onze Vader" en het „Wees Gegroet" bidden, ter eere van den Heiligen Patroon des jaars. (Reg. en Ver­ord. Art. 18.)
4° De Geestelijke Communie doen. (Art.16.)
5° \'s Avonds, alvorens men zich ter rust» begeeft, zijn geweten onderzoeken. (Aid.)
6° Op de werkdagen in de H. Mis tegen­woordig zjjn.
7° Zieken, arme kranken, gevangenen of hospitalen bezoeken. (Art. 17.)
8° De zielemissen voor de afgestorvene le­den der Vereeniging bijwonen.
9° Zich bereidvaardig toonen om hen te ver­gezellen, die verlangen in de Broederschap te worden opgenomen. (Art. 14.)
10°. Vermijden het lezen van slechte boeken en dagbladen; vluchten de gevaarlijke gezel­schappen, vermaken en bijeenkomsten; ande­ren aansporen om die te vluchten. (Art. 16)
-ocr page 29-
27
11° Vijanden verzoenen; — vernedering, be-leediging en verachting verdragen; de lijken der geloovigen ter begraafplaats vergezellen; eenig liefdewerk jegens de Broederschap ver­richten ; — godvruchtig bijeenkomen, ten einde lofzangen en geestelijke liederen te leeren, enz.
12° Het allerheiligste Sacrament vergezellen, wanneer het den zieken gebracht of in de Processie rondgedragen wordt.
13* Het H. Sacrament bezoeken, bijzonder tijdens het 40-uren gebed.
14° De Godslastering helpen uitroeien; — Preeken, Octaven of Novenen bijwonen; — een armen zondaar van den dwaalweg terug bren­gen enz.
II. Voor de Prefekten, Onderprefékten, Stcretartssen en anderen, die met eenige bediening bij de Aartsbroederschap belast zijn;
1° Zoo dikwijls zij de bijeenkomsten bij­wonen, waarvan de Regels, Art. 12, spreken-
2° Wanneer zij de liefdeplichten vervullen, die hunne bediening medebrengt/ — de zieken hunner afdeeling bezoeken; — de leden hun­ner afdeeling aanmoedigen tot het ontvangen der H. H; Sacramenten, op de feestdagen der Broederschap.
Gegeven te Rome, bij de E Maria de Meer­dere, onder den Visschersring, 20 April 1847.
Voor Zijne Emin. den Kardinaal Lambeuschini, A. Picchioni, Substituut.
-ocr page 30-
28
C.) ANDERE VOLLE AFLATEN-
Op den feestdag: 1° van het Allerheiligste en onbevlekt Hart van Maria, (\'s Zondags na het Octaaf van O. L. V. Hemelvaart: — 2° van den H. Jöachim, (\'s Zondags onder het Octaaf van O. L. V. Hemelvaart; — ?>" van de H. Anna, (25 Juli); - van den heiligen Patroon der plaats waar de Broederschap is opgericht-— van den H. Alphonsus de Liguori, (2 Au­gustus); — en 6° den dag waarop de Ver-eeniging tot Aartsbroederschap is verheven-Verder een volle aflaat voor allen, die op den dag der Processie het Allerheiligste Sa­crament vergezellen.
Deze aflaten worden vergund, niet alleen aan de leden der H. Familie, maar ook aan alle geloovigen, van beide geslachten, die biechten, Communiceeren en de Kei k, openbare bidplaats of kapel der Vereeniging bezoeken, — vanaf de 1° vespers tot zons-ondergang van den feestdag, — en daar eenigen tjjd bidden tot de gewone intentie.
Al deze aflaten kunnen toegevoegd werden aan de zielen in het Vagevuur.
Gegeven te Rome, in het Secretariaat van de H. Vergadering der aflaten, 13 Juli 1850.
F. Cakd. Asquinius, Pref.
A, Archip. Prinzixalli, Subst.
D.) AFLATEN DER STATIËN VAN ROME, te verdienen door de leden der H. Familie,
op voorwaarde dat zjj, met de vereischte ge"
-ocr page 31-
29
steltenis, de kerk, kapel of andere bidplaats der Vereeniging bezoeken en daar eenigen ttjd zullen bidden volgens de intentie van Zijne Heiligheid, — van af de lu Vespers tot Zonsondergang van den volgenden dag, — Op de hieronder aangewezene dagen. Deze aflaten z\\jn ook toevoegehjk aan degeloovige zielen.                 (Breve van 24 Juli 1850).
a. Volle aflaten. 1. Op Witten Donderdag. 2- \'s Zondags na Paschen.
3.  Op O. H. Hemelvaartdag.
4.  Op Kerstdag.
b. Gedeeltelijke aflaten.
1° Op Aschwoensdag en den 4" Zondag van de Vasten, 15 jaren en 15 quadragenen.
2° Op Palmzondag, 25 jaren en 25 quadr.
3° Op goeden Vrijdag en \'s Zaterdags voor Paschen, 30 jaren en 30 quadragenen.
4° Op de overige zon- en werkdagen van den Vasten, 10 jaren en 10 quadr.
5° Op alle dagen, van Paasch-maandag, in­begrepen, tot en met beloken Paschen, tel­kens 30 jaren en 30 quadr.
6° Op de vigilie van Pinksteren, 10 jaren en 10 quadr.
7° Op Pinkster-zondag, en de zes daaraan­volgende dagen, telkens 30 jaren en 30 quadr.
8° Den ln, 2n en 4" Zondag van den Advent 10 jaren en 10 quadr.
9° Den 3n Zondag van den Advent, 15 jaren en 15 quadr.
-ocr page 32-
30
10° De Vigilie van Kerstmis, — kerstnacht en de herdersmis, 15 jaren en 15 quadr.
11° Op de drie eerstvolgende dagen na Kerstmis, — op den feestdag der Besnijdenis O. H. J. Ch., — Driekoningendag, — de Zondagen van Septuagesima, Sexagesima en Quinquagesima, telkens 30 dagen en 30 quadr.
12" Op alle Quatertemperdagen, 10 jaren en 10 quadr.
13° Op St.-Marcus en de drie Kruisdage». telkens 30 jaren en 30 quadr.
E. NlEUT/E VERGUNNING.
De leden der H. Familie vereenigd met de Congregatie des Allerheiligsten Verlossers.               \'
Alle geloovigen van beide geslachten, inge­schreven of in te schrtjven, zoowel in de Aarts-broederschap der H- Familie te Luik, alsook in andere godvruchtige Vereenigingen van denzelf­den naam, die in voormelde Aartsbroederschap wettig opgenomen z\\jn of opgenomen zullen worden — „zijn deelachtig gemaakt aan alle „goede werken, die, bij Gods genade, in de „Congregatie des Allerheiligsten Verlossers „geschieden; aan alle verdiensten, voortsprui­tende uit de Missiën en andere apostolische „werkzaamheden; aan de vruchten der H. „Commnniën, gebeden, overwegingen, boetple-„gingen en andere godvruchtige oefeningen."
-ocr page 33-
31
Gegeven te Rome, in ons klooster des Aller-heiligsten Verlossers en ter eere van den H. Alphonsus, den 17 Februari van het jaar O. H. 1874.
NIC. MAURON, Congregationis Sanctissimi Redemptoris Sup. gen. ê Beet. Maj.
L S.                 MICHAËL HARINGER,
Consultor a Secretie.
\"\"
-ocr page 34-
32
GODVRUCHTIGE OEFENINGEN.
bij de Broederschap in gebruik.
I. Oefeningen bij de plechtige Opdracht der nieuwe leden. (Reg. en Verord. Art. 15.)
1.  Het Rozenhoedje, geheel of gedeeltelijk.
2.  Het lied „Kom Heilige Geest" met de daaropvolgende gebeden.
3.  De „Litanie der H. Familie.
4.  Gezang van een geestelijk lied.
5.  Korte toespraak, waarna de plechtige opdracht en aanneming der leden.
AKTE VAN OPOFFEKING.
(KB. Deze akte van opoffering wordt door den Bestnnrder langzaam voorgelezen, en, na ieder rnstteeken, door de leden herhaald.
O Jezus! Maria! Jozef!
Ik (Antonius oj Maria) in tegenwoordigheid
— van geheel het hemelsch Hof — kies U op dezen dag — tot m\\jne Patronen en Beschermers.
— Ik offer U op — en heilig U plechtig — in deze Congregatie toe, — mijn ligchaam en mijne ziel; alles wat ik héb, en alles wat ik ben. — Ik maak het vast besluit — als een goed christen te zullen leven,— om als een uitverkoren — te kunnen sterven. — Welk een geluk voor mg, — eens uit de armen — van Jezus, Maria, Jozef, — op deze aarde, — overgebracht te worden — in de armen van den Vader — den Zoon en den H. Geest, — in den hemel, — en dat voor eene eeuwigheid I—Dit hoop ik.—Amen, zoo zij het!
-ocr page 35-
33
6. Ünmiddeljjk na deze akte, leest of zingt de Bestuurder de volgende formule van aanneming:
Et ego, in nomine sanc-tissimse Trinitatis, et ex fa.cul.tate mihi concessa, Vos ómnes adscribo Ar.chi-s.odalitati (vel Sodalitati) Sanctse Familise Jesu, Ma-rise Joseph, in hac nostra ecclesia canoniee erectse, TOSque participes declaro omnium gratiarum et indulgentiarum, quse Ar-chisodalitati ejusdem S. Familiee Leodii, in ecclesia B. M. V. Immaculatse, a Sancta Sede Apostolica similiter erectse, a Summo Pontifice Pio Papa IX concessae sunt: Deum ac Dominum nostrum Jesum Christum enixe deprecans, ut vos in sancto Dei ser-vitio confortare, in pace mutuaque charitate con-servare,et perseverantiam in fide operibusque bonis concedere dignetar.
En ik, in naam der aller­heiligste Drieëenheid en door de, mij verleende, macht, neem u allen aan in de Aartsbroederschap (of Broederschap) der H. Familie Jezus, Maria, Jo­zef, in deze onze kerk wettig opgericht, en ver­klaar u deeUchtig aan alle gunsten en aflaten, door Z. H. Paus Pius IX ver­leend aan de Aartsbroe.-derschap d«r H. Familie te Luik, door den Heiligen Apostoli8chen Stoel, in de kerk der heilige en On­bevlekte Maagd Maria, insgelijks opgericht:onzen Heer en God Jezus Chris­tus vurig smeekende, dat Hij gelieve u in de heilige dienst van God te sterken, onderling in vrede en lief* de te bewaren, en u de volharding in het geloof
en in de goede werken te verleenen.
Hier besproeit men de nieuwe leden met wijwater, zeggend^;
In nomine Patris etFilii I In dpn naam des Vaders
fe.t SpiritusSancti.Amen,I en des. Zoons f en des
1 Heiligen Geestes. Amen.
-ocr page 36-
34
Terwijl men zich tot de zegening der Diplomen en Medaljes gereed maakt, worden eenige coupletten van een lied gezongen
7. Zegen ing en uitdeeling der Medaljes en Diplomen. GEBED TER ZEGENING.
t. Adjutorium nostrum in nomine Domini.
R. Qui fecit coelum et ter-ram.
v. Dominus vobiscum.
R. Et cum spiritu tuo.
Oremus.
Omnipotens sempiterne Deus, qui Sanctorum ima-gines sculpi aut piugi non reprobas, ut, quoties illas oculis corporis intuemur, toties eorum actus et sanc-titatem adimitandum me­moriam oculis meditemur: has, queesumus, imagines, in honorem et memoriam unigeniti Filii tui Domini nostri Jesu Christi, Beatis-simse Virginis Marise et Beati Joseph adaptatas, benefdicere et sancti-j-fi-care digneris; et praesta, ut quicumque coramillis uni-genitum Pilium tuum,Bea-tissimam Virginem et glo-riosum Joseph suppliciter colere et honorarestuduerit Uorum meritis etobtentu
v. Onze hulp is den naam
des Heeren. r. Die hemel en aarde
gemaakt heeft, v. De Heer zij met u. r. En met uwen geest.
Laten wij bidden.
Almachtige eeuwige God, die \'t snijden of schilderen van afbeeldingen der Hei­ligen niet verbiedt, opdat, zoo dikwijls wij dezelve met de oogen des lichaams aanschouwen, wij hunne daden en heiligheid ter navolging met de oogen des geestes zouden over­wegen : wij bidden U, ge-waardig deze afbeeldin­gen, ter eere en gedach­tenis van Uwen eenig geboren Zoon, onzen Heer Jezus Christus, van de allerzaligste Maagd Maria en van den heiligen Jozef vervaardigd, te zefgenen en te hei-j-ligen; en ver­leen, dat, alwie voor de­zelve uwen eenigen Zoon
-ocr page 37-
35
a te gratiam in pra;senti et aeternum gloriam ob-tineat in futuro. Per eumdem Christum Domi-nnm nostrum. Amen.
do allerzaligste Maagd en den H. Jozef ootmoedig zal trachten te vereoren. door hunne verdiensten van U mag verkrijgen, hier Uwe genade en hier namaals de eeuwigduren­de verheerlijking. Door denzelfden Christus onzen Heer. Amen.
lïaarna worden de Medaljes met wijwater besproeid en
gelijktijdig mot de Diplomen uitgedeeld. — En de
bestuurder bidt als volgt:
Accipe, frater, hoc nu-niisma benedictum, sin-gulare signum Archisoda-litatis Sacrae Familiee .Tesu, Mariae, Joseph, ut ita indutus, sub eorum patrocinio perpetuo vivas.
Benedictio Dei omni-potentis, Patris et Filii f et Spiritus Sancti, des-cendat super vos et ma-neat semper. Amen.
Broeder, ontvang dez» gezegende Medalje, het
onderscheidingsteeken van de Aartsbroederschap der Heilige Familie Jezus, Maria, Jozef, opdat gij. haar dragende, voortdu­rend onder hunne be­scherming levet.
De zegen van den Al-machtigen God, den Vader den Zoon en den H. Geest, dale over u neder en ver-blijve immer met u. Amen.
8. Een woordje van gtlukwensching,zoo de tijd het toelaat.
9- Ten slotte wordt door den Bestuurder de zegen gegeven.
-ocr page 38-
36
II. OEFENINGEN VOOR DE BIJEEN- KOMST DER BROEDERSCHAP.
(Regels en Verord. Art. 7 enz.) 1.
Het bidden van het Rozenhoedje.
Na het eerste Onze Vader en Wees gegroet zegt men:
.,FrAnciscus Xavekiub, bid voor ons," om te voldoen aan
de gebeden der Vereeniging tot voortplanting des geloois
waarvan velen lid zijn.                                                   ,
Geheimen van den H. Rozenkrans.
A. DE BLIJDE GEHEIMEN.
1.  De boodschap des Engels aan Maria.           
2.  Het bezoek van Maria aan hare nicht Elisabeth.
3.  De geboorte van Jezns, in den stal te Bothlehem.
4.   De opdracht van Jezus in den tempel.
5.  De wedervinding van Jezus in den tempel.
B. DE DROEVIGE GEHEIMEN.
1.  Het bloedzweet van Jezus in den hof der olijven.
2.  De geeseling van Jezus.
3.  De doornen-krooning van Jezus.
4.  De kruisdraging van Jezus.
5.  De kruisiging van Jezus.
C. DE GLORIERIJKE GEHEIMEN.
1.  De verrijzenis van Jezus.
2.  De hemelvaart van Jezus.
3.  De nederdaling van den H. Geest over de Apost.
4.  De opneming van Maria in den tempel.
5.  De krooning van Maria in den hemel.
2 Aanroeping van den H. Geest. Allen. l£om, Heil ge Geest, daal in dit uur {bis) In onze harten neer, ontsteek ze in lief-
[devuur
-ocr page 39-
37
Komt gjj onze oogen niet verlichten, Dan dwalen w\\j van \'t ware pad; Geen mensch zoo wijs, die niet moet zwichten. Als gij aan zijn veerstand uw licht onttrokken hadt
Allen. Kom Heil"ge Geest. enz.
II De hel alleen kon niet ons hart vermannen. Zjj riep om hulp de list der wereld aan, En meer dan duizend strikken zjjn gespannen: Ach God! help ons opdat wjj niet, vergaan. Allen. Kom, Heil\'ge Geest enz.
Verlicht ons hart door uwer wijsheid st ralen. Dan missen wjj het ware wijïzijn niet\' Dan nimmer doet de blinde jeugd ons dwalen, En de oude dag kent geen verdriet. Allen. Kom Heil\'ge Geest enz.
Emitte Spiritum tuum et creabuntur. .. ». Et renovabis faciom terrae.
Oremus. Deus, qui corda fide-linm Sancti Spiritus il-lustratione docuisti, da nobis in eodem Spiritu recta sapere et de ejus «emper consolatione gau-dere. Per Christum Do-minum nostrum. R. Amen
v. Zend uwen. Geest uit, en zij zullen gescha­pen worden. r. En zult het aanschijn der aarde vernieuwen. Laat ons bidden.
O God, die de harten der geloovigen door de ver­lichting van den Heiligeji Geest hebt onderwezen, geef ons dat wij in- den,-. zelfden Geest d%ware wjjï heid bezitten, en ons altijd over zijne vertroosting mogen verheug vi Door Christiv n ■ ■ ■\' : "n.
-ocr page 40-
38
Tot de Heilige patronen
t. Orate pro nobis, sancti
Patroni nostrse Congre-
gationis.
K. Ut digni efiïciamur
promissionibus Christi.
OREMUS.
Deus qui nobis per sin-pulos annos aliquos e cce-litibus Patronos assignas, concedo propitius tit inter-cessione beatorum, quos Patronos hoc anno de tua benignitate accepimus nos et onnes parentes, amici et inimici, prajsentis gra-tiai auxilium sentiamus, ejusdem gratie muniti auxilio, virtutem quam suis docuerunt exeniplis valeamus exercere.
3.
der leden en af deelingen-v. Bid voor ons H. Pa­tronen onzer Congregatie. b. Opdat wij waardig worden de beloften van Christus.
LATEN WIJ BIDDEN.
O God, die ons ieder jaar eenige uwer hemelingen tot Patronen schenkt geef genadig, dat wij en al onze naastbestaanden, vrienden envijanden,door do voor­spraak der heiligen,die wij dit jaar van uwe goeder­tierenhei\' 1 tot Patronen ontvangen hebben,den bij­stand uwer genade mogen gevoelen, en door de hulp derzclfde genade versterkt de de gden moge beoefe­nen, die zij ons door hun voorbeeld geleerd hebben. Wij smoeken U, o Heor, laat al uwe Heiligen ons overal bijstaan; pdat wij hunne voorbid ing mo­gen gevoelen, t rwijl wij hunne verdi ustenverec-rcn. Door Christus onzen Heer. n. Amen.
v. Heilige Patronen
onzer Congregatie. r. Bidt voor ons.
Omnes Sancti tui, quse simus Domino,nos ubique adjuvent; ut, dum eorum meritarecolimus patroci-nia Bentiamus. Per Chris-tum Dominurn nostrum u. Amen.
v. Sancti Patroni Con-gregationis nostrae. v/Intercedite pro nobis.
-ocr page 41-
39 4 LITANIE VAN BE H. FAMILIE.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God hemelsche vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U
onzer.                                                        ,
God heilige Geest, ontferm U onzer. Heilige Drievuldigheid, een God, ontferm U
onzer. Jezus, Maria, Jozef, wü nemen allen onze
toevlucht tot U, Jezus, Maria, Jozef, waardige voorwerpen J 2j
van liefde en godsvrucht, Jezus, Maria, Jozef, die door alle Chris-. tenen de Heilige Familie genoemd wordt, Jezus, Maria, Jozef, voor altijd gezegende \\ §
namen van den Voedstervader, van de / §
Moeder en van het Kind, welke de hei-
lige Familie uitmaken,                           I »
Jezus, Maria, Jozef, die do Familie wel- \\r*
ke vervallen was, voor het Christendom
hersteld hebt,                                         |«*
Heilige Familie, wier zuiverheid ons allen / cj
steeds tot voorbeeld moet strekken.
-ocr page 42-
40
Heilige Familie, beproefd door de grootste wederwaardigheden, Wij nemen allen onze toevlucht tot U.
Heilige Familie, beproefd op uwe reis naar Bethlehem.
Heilige Familie, van iedereen verstooten en genoodzaakt in een\' stal te gaan her­bergen,
Heilige Familie, wier Eind begroet werd door het gezang der Engelen,
Heilige Familie, wier Kind bezocht werd door arme herders,
Heilige Familie, wier Kind vereerd werd door de drie Koningen,
Heilige Familie, wier Kind hooggeprezen werd door den heiligen grijsaard Simëoh,
Heilige Familie, vervolgd ën naar een vreemd land gevlucht,                           l g
Heilige Familie, verborgen en onbekend > ^
«rf-
te Nazareth,                                          / §
Heilige Familie, zeer getrouw aan dé wet •§•
des Heeren,                                          1
t=-
Heilige Familie, voorbeeld1 van dé Chris­telijke familie,
Heilige Familie,\'waarin vrede en eendracht heersschen.
Heilige Familie, waarvan het Hoofd een voorbeeld is van vaderlijke waakraamheid,
Heilige Familie, waarvan de Bruid is een
voorbeeld van moederlijke zorgvuldigheid,
Heilige Familie, waarvan het Kind is een
voorbeeld van gehoorzaamheid en kinder­lijke liefde,
-ocr page 43-
41
Heilige Familie, dié een ara, werkzaam en
boetvaardig 1\'eyéh hebt geleld, Wjj nemen
allen onze toef lucht tot U. Heilige Fa!milie, die uw bröóx}. hebt gewonnen
in het zweet uws aansclnjns, Wjj nemen
allen onze toevlucht tot U. Heilige Familie, arm in aardsche, maar. rijk
in\' liemélschë goederen, Wjj nemen allen . onze tóeyïucht tot Ü. ., Heilige Familie, versmaad b\\j de manschen.
maar groot in de oogen van God, Wij nemen _ = allëti onze toevlucht tot Jj.\' Heilige Familie, ónze stenn gedurende het
leven en onze hoop in het uur des doods,
/Wjj hemen, allen onze toevlucht tot IJ. Heilige Familie, patrones en beschermster
vatt onze Vergadering, Wg nemen allen
onze toevlucht tot Ü. Lam Grqds, dat wegneemt de\'zonden der wereld.
Spaar ons Heer! L\'am Gods, dat wegneemt dé zonden der wereld,
Verhoor ons Heer! L£m Gods. dat wegneemt de zonden der wereld,
öhtférm U öhzer Christus; hoor ons. Christus, verhoor ons. Heer, ontferm U onzer. Christus, ontferm Ü onzer. Heef, ontferni U onzer.
.             gebed.
God van goedheid, en barmhartigheid, die U l&sewaardigd Rèb\'t\' óns te roepen tot deze god-\' vrn\'chtige Vergadering der H. Familie, verleen
-ocr page 44-
42
ons de genade Jezus, Maria en Jozef altijd te vereeren en na te volgen: opdat wjj, na hun aan­genaam geweest te zijn op aarde, hunne tegen­woordigheid mogen genieten in den hemel- Door denzelfden Jezus Christus, onzen Heer. Amen.
5.
MEMORARE TOT DE H. MAA.GD.
Gedenk, o goedertierendste Maagd, dat het nooit gehoord is, dat iemand, die tot U zijne toevlucht nam, Uwen bijstand verzocht, of Uwe voorspraak inriep, door U is verlaten gewor­den. Bemoedigd door dit vertrouwen, snel ik tot U, o Maagd der Maagden, en zuchtende onder het gewicht mijner zonden, werp ik mfl rouwmoedig voor Uwe voeten neder. O Moeder des eeuwigen Woords, versmaad mijne gebeden niet. maar neem die gunstig aan en gewaardig U die te verhooren. Amen.
MEMORARE TOT DEN H. JOZEF.
Herinner U, o beste, beminnelijkste, zoetste en barmhartigste vader, heilige Jozef, dat de groote heilige Theresia verzekert, dat zij nooit hare toevlucht tot Uwe bescherming genomen heeft, zonder verhoord te zijn geweest- Aan­gemoedigd door datzelfde betrouwen, o mijn zeer beminde heilige Jozef, kom ik en neem tot U mijne toevlucht, en zuchtende onder het zwaar gewicht mijner menigvuldige zonden, werp ik mij voor Uwe voeten neder. O aller-mededoogendste Vader! verweip mjjnearmeen zwakke gebeden niet, maar hoor dezelve gunstig aan en gewaardig U ze te verhooren. Amen,
-ocr page 45-
43
6
a.  Gebed voor de leden der Vereeniging, die ziek of overleden zjjn.
b.  Een Wees gegroet om vruchten te trekken uit de Conferentie.
7.
o. Gezang voor een geestelijk lied, door den Bestuurder aan te wijzen.
b.  Aflezing der Heilige Patronen, die in de week gevierd worden.
c.  Aankondiging van kerkelijke diensten, of ljjkmissen voor afgestorvene leden.
d.  Aflaten door de leden in de week te verdienen.
e.  Bijzondere aanmerkingen.
8.
De Conferentie.
De Conferentiën hebben het onderwerp de Godsdienst beschouwd in hare Geloofs-en Ze­deleer: — de feesten en plechtigheden van het kerkelijke jaar; — üet leven en de deug­den van Jezus-Christns; — het leven en de voorbeelden van Gods lieve Heiligen, bijzonder van de allerheiligste Maagd Maria en van den H- Jozef.
9
Gewetens- Onderzoek
Onderzoeken wij ons geweten, ten einde de fouten te ontdekken waarin wij heden geval­len zijn — en vragen wij er God vergiffenis over, uit den grond des harten.
-ocr page 46-
44
10
Aanroeping tot Jezxus, Maria, JozeJ
Jezus, Maria, Jozef, ik geef u mijn hart-mijn geest en mijn leven.
Jezus, Maria, Jozef, staat mjj bjj in mijnen doodstrijd.
Jezus. Maria, Jozef, geeft dat ik in Uw ge­zelschap zacht sterve.
(Telkens 500 dagen aflaat, ook toevoegehjk aan de geloovige zielen.) 11. Geestelijke Communie.
Kom, Heer Jezus ! ik bemin U, ik verlang U: kom in mijn hart, ik bindmjj aan U, ik vereenig mjj met U, scheid U nooit van mjj at! (H. Alph. de Lig.)
12 Lofzang ter eere van het allerheiligste Sacrament-
Tantum ergo Sacramen-
tum. Veneremur cemui: Et antiquum docunien-
tum Novo cedat ritui: Pra\'stet fïdes supplomcn-tum.
Genitori, Genitoque, Lans ét jubilatio, Salus, honor, virtus quo-que
Sit et benedictio: Prooedenti ab utroqu» Compar sit laudatio. Amen.
Senauum defectui.
Ten slotte greft de liestuurder den zegen
-ocr page 47-
45
III. Dagelijksche oefeningen, die den lede»
BIJZONDER AANBEVOLEN WORDEN. 1.
Na het morgengebed: Opdracht der werkzaam­heden van den dag aan God,
O mjjn God, U draag ik al mijne werken van dezen dag\' op; om TJ te eeren, wil ik ze ver­richten : om te voldoen voor mijne menigvuldige zonden, wil ik mij heden alle moeieljjkheden en kruisjes van mijnen staat getroosten. Bevrijd m\\j, nu en altijd, van alle ongelukken naar ziel en lichaam, en geef mjj de genade XJ van daag te dienen, zonder U te vergrammen.
Alles ter eere en in navolging van Jezus, Maria en Jozef.
2.
Na het avondgebed: Tot dankzegging.
Mijn Heer en God, ik bedank U uit geheel mjjn hart voor alle weldaden, die ik in mijn leven en bijzonder op dezen dag van Uwe goedheid ont­vangen heb. Bevrijd mij en alle menschen van alle ongelukken naar ziel en lichaam, opdat wjj allen in Uwe genade mogen leven en sterven. Amen.
Jezus, Maria, Jozef, ik geef U mjjn hart, mijn geest, en mijn leven.
Jezus, Maria, Jozef, staat mg bij in mjjnen doodstrjjd.
Jezus, Maria, Jozef, geeft dat ik in Uw gezelschap zacht sterve,
(Telkens 300 dagen aflaat, ook toevoegeljjk aan de geloovige zielen.)
-ocr page 48-
46
i
IV. Bijzondere oefeningen.
Litanie der Allerheiligste Maag-d en Moeder Gods Maria.
Kyrie, eleison.
Christe, eleison.
Kyrie, eleison.
Christe, audi nos.
Christe, exaudi nos.
Pater de ccelis Deus, miserere nobis.
Fili Redemptor mundi Deus, miserere nobis.
Spiritus sancte Deus, mi­serere nobis.
Sancta Trinitas unus Deus, miserere nobis.
Sancta Maria, ora pro nobis.
Maria, sine labe concepta, ora pro nobis.
Sancta Dei genetrix,
Sancta virgo virginum,
Mater Christi,
Mater divinse gratiae,
O
Mater pmissima,          p
Mater castissima, ^
Mater inviolata,
Mater intemerata, o
Mater amabilis             &•
Mater admirabilis,
Mater Creatoris,
Mater Salvatoris
Virgo prudentissima
Heer, ontferm U onzer. Christus,ontferm U onzer. Heer, ontferm U onzer. Christus, hot ir ons. Christus, verhoor ons. God, hemelscho Vader,
ontferm U onzer. God Zoon, Verlosser der wereld, ontf. U onzer. God, Heilige Geest, ont­ferm U onzer. H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. Heilige Maria, bid voor
ons. Maria zonder vlek ont­vangen, bid voor ons. Heilige Moeder Gods, H. Maagd der Maagden, Moeder van Christus, Moeder der goddelijke
genade,                      W
Allerreinsto moeder, ^ Allerkuischte moeder, < Ongeschondeno moeder S. Onbevlekte moeder, o Minnelijke moeder, 5 Wonderlijke moeder, Moeder des Scheppers, Moeder des Zaligmakers, Voorzichtigste maagd,
-ocr page 49-
47
Virgo veneranda, ora
pro nobis. Virgo prsedicanda, Virgo potens, Virgo clemens, Virgo fidelis, Speculum justitiae,
Sedes sapientiise,
Causa nostrse lsetltise.
Vas spirituale,
Vas honorabile,
Vas insigne devotionis. O
Eerwaardige maagd, bid
voor ons. Lofwaardige maagd, Machtige maagd, Goedertierene maagd, Getrouwe maagd, Spiegel der rechtvaar­digheid. Zetel der wijsheid, Oorzaak onzer blijdschap Geestelijk vat, Eerbiedwaardig vat, Uitmuntend vat van fcd godsvrucht,                   *■
Geestelijke roos,               2
Toren van David,            3
Ivoren Toren,                  o
Gulden huis,                    »
Ark des verbonds. Deur des Hemels, Morgenster,
Behoudenis der Kranken Toevlucht, dor zondaren, Troosteres der bedrukten Hulp der Christenen, Koningin der Engelen, Koningin der Oudvaders Koningin der Propheten, Koningin der Apostelen, Koningin der Martelaren Koningin der Belijders, Koningin der Maagden, Koningin van alle Hei­ligen,
Rosa mystica, Turris Davidica, Turris eburnea,            |
Domus aurca, Foederis area. Janna cceli, Stella matutina, Salus infiimorum, Refugium peccatorum, Consolatrix afflictorum. AuxiliumChristianorum Regina Angelorum, Regina Patriarcharum, Rigiua Prophetarum, Regina Apostolorum, Regina Martyrum, Regina Confessorum, Regina Virginum, Regina Sanctorum om­nium,
-ocr page 50-
48
Agnus Dei, qui tollis pec-cata mundi, parce nobis] Domine.
Agnus Dei, qui tollia pec-cata mundi, exaudi nos",
Domine. Agnus Dei, qui tollis pec-eata mundi, miserere no­bis.
Christe, audi nos. Christe, exaudi nos. Kyrie, eleison, Christe, eleison. Kyrie, eleison.
v. Ora pro nobis, sancta Dei Genitrix,
R. Ut digni efficiamur promissionibus Christi.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, verhoor ons, Heer,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer
Heer, ontferm U onzer.
v. Bid voor ons, heilige Moeder Gods,
b. Opdat wij waardig worden der beloften van Christus.
OREMUS.
Defende, qusesumus Do­mine, beata Maria semper Virgine intercedente, is tam ab omni adversitate Pamiliam et toto corde ti-bi prostratam ab hostium propitius tuere clementer insidiis. Per Christum Dominum nostrum.
B. Amen.
GEBED.
Wij bidden U, Heer. behoed, door de voor­spraak der heilige Maagd Maria, deze H. Familie van allen tegenspoed, en gewaardig dezelve, die uit ganscher harte voor U ligt neergeknield, ge­nadig te bevrijden van alle hinderlagen harer vijanden. Door Christus, ouzen Heer. Amen.
-ocr page 51-
49
Litanie Aan den H, Jozef.
BESCHERMHEILIGE DER KATHOLIEKE KERK.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ous.
God, hemelsche Vader, ontferm u onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm u onzer-
God H. Geest, ontferm u onzer.
H. Drievuldigheid, een God, ontferm u onzer.
H. Maria, lozef s Bruid, bid voor ons.
H. Jozef, Maria\'s Bruidegom,
Beschermer en voedstervader van Jezus, I Man naar Gods hart, / Getrouwe en vrome dienaar, I Bewaarder der zuivere maagd Maria, I Geleider en troost van Maria, 1 Zeer zuiver in maagdom, I Zeer diep in ootmoedigheid, I Zeer vurig in liefde,
,. 1 Zeer verheven in beschouwing,
g I Door den H. Geest zelven „een recht-
a o
, O O
« / vaardige" genoemd, , \\ In deH. Geheimen boven anderen ingewijd
W i Over het H. Geheim der Menschwor-1 ding door de Engelen ingelichtigt, I Die met Maria, toen zij, uwe getrou-I we Bruid, bevrucht was, naar Beth-[ lehem zijt heengereisd,
Die, geene plaats in de herberg vin-1 dende, in een1 stal hebt vernacht, \\ Die. bij Christus geweest zijt, toen hjj in de kribbe werd gelegd,           /
-ocr page 52-
50
/Die Christus, bij zijne besnijdenis, Jezus hebt
genoemd, Die, met Maria, het kind Jezus in den tem­pel des Heeren hebt opgeofferd, Die, door een\' Engel vermaand, met het kind Jezus en zijne moeder naar Egypte vluchtte.
IDie, na Herodes dood, met het kind en zijne
Ei
n | Moeder naar het land van Israël zijn weer-, gekeerd,                                                       l o
, Die, het kind Jezus, toen hij in Jerusalem ge-/ ~i
W I bleven was, met Maria, zijne moeder, inl
3
droefheid gezocht hebt, [Die, hem na drie dagen, zittende in het midden der Leeraren, blijde hebt wedergevondon, Wien de Heer der Heeren, hier op aarde, is onderdanig geweest,
Tot wiens lof het Evangelie zegt: „Jozef de man van Maria, uit irelke Jezus geboren is, Ouze voorspreker hoor ons, H. Jozef, Onze beschermer, verhoor ons H, Jozef, In al onze bekommeringen, help ons H, Jozef, In al onze wederwaardigheden,                          \\ ff
In het uur van onzen dood,                                l>3"
Door uwe vaderlijke zorg en trouw,                 
Door uwen allerzuiversten echt, Door uwen arbeid en zweet, Door al uwe deugden, Door uwe zeer hooge verheerlijking en eeuwi- •
gelukzaligheid,                                                   ƒ g
Door uwe medewarige tusochenkomst, Wij, uwe beschoren elingen, Wij bidden u, verhoor ons. Dat, gij uwen beminden voedsterzooa Jezus om ver­giffenis onzer zonden gelievet te smeekei, Wij bid­den u, verhoor ons. Dat gij ons altoos uwen goddelijken Pleegzoon en
-ocr page 53-
51
Dat gij alle maagden en gehuwden de hunnen^
staat betamende zuiverheid wilt verwerven, 1 Dat gij alle katholieke Vereenigingen volmaakte j
liefde en eendracht wilt verkrijgen.                 j
Dat gij alle vorsten en geestelijke overheden in f Sj
het bestuur hunner onderhoorigen wilt bijstaan,!031 Dat gij alle vaders en moeders in het christelijk! &.
opvoeden hunner kinderen wilt behulpzaam zijn,l jè Dat gij allen, die zich op uwe bescherming! §
verlaten, gelieft te hoeden,                              \\ e
Dat gij alle vereenigingen, U ter eere bestaande/ ^
gelieft gunstig te wezen,                                 1 <2
Dat gij, met Jezus en Maria, ons in het uur des! §"
doods bijstand en troost gelieft te verkenen,! ° Dat gij alle geloovigen zielen door uw gebed |o
en door uwe voorspraak wilt helpen,               IS
Eerbare bruidegom van Maria,                             J
Getrouwe voedstervader van Jezus,                     I
H. Jozef, beschermer van Jezus\' Kerk op aarde, j
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
spaar ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld
ontferm U onzer. Christus, hoor ons. Christus, verhoor ons. Heer, ontferm TJ onzer. Christus, ontferm TT onzer. Heer, ontferm U onzer. Onze Vader, enz. v. Bid voor ons, H. Jozef, «. Opdat wij der beloften van Christus mogen
waardig worden.
-ocr page 54-
52
GEBED.
God, die den H. Jozef tot bruidegom der heilige, altj}d onbevlekte Maagd Maria en tot beschermer en voedstervader van Uwen be­minden Zoon, onzen Heer Jezus Christus hebt uitverkoren, — wü smeeken U ootmoedig; dat Gjj ons, onder zijne hoede, genadig wilt ver-leenen zuiverheid naar ziel en lichaam, — opdat wjj,vrij van alle smet, en met het bruiloftskleed der onschuld getooid, tot den hemelschen feest-disch mogen toegelaten worden. Door denzelfden Jezus Christus, onzen Heer, Uwen beminden Zoon, die met U leeft en heerscht van eeuwig­heid tot eeuwigheid. Amen.
Gebed om den H. Jozef te verkiezen tot leidsman in dit leven.
o H. Jozef, die Jezus Christus in zjjne kindschheid als vader aan de hand gevoerd, en Hein in zjjne teedere jeugd op alle paden der aardsche pelgrimschap trouw geleid hebt, — o, wees ook m|j een gids en een leidsman op de vreemdelingsreize door dit leven, en duld niet dat ik ooit van den weg der H. Geboden Gods afwijke. Wees mijn schild in den strijd, mijn steun in het gevaar, mjjn troost in de Avederwaardigheden, totdat ik \'t land der leven­den eenmaal bereikt hebbe, waar ik mij, met U en uwe allerheiligste bruid Maria en alle Hei­ligen, voor eeuwig in Jezus, imj\'nen God, Ver­losser en Zaligmaker, verheugen moge. Amen.
-ocr page 55-
53
uwer allerliefste Bruid gelievetaan te bevelen, W jj bidden u, verhoor ons,
Gebed tot den H. Jozef voor een zalig sterjuur.
o H. Jozef, die in de liefdevolle omhelzing van u-wen Voedsterzoon Jezus, en van uwe allerheiligste bruid, de Moedermaagd Maria, dit aardsche leven verlaten hebt, — kom mij, met Jezus en Maria, in mijn sterfuur voornamelijk ter hulpe, en verwerf mij dan de genade en de zoete troost,dat ook ik in de teedere omarming van Jezus en Maria, mijne ziel aan God moge teruggeven. In uwe handen beveel ik, bij leven en sterven, mijn geest, o Jezus. Maria, Jozef, Amen.
V. Gebeden voor de afgestorvene leden
DER AARTSBROEDERSCHAP.
Sancta.... et salubris est cogitatio pro defunetis exorare, ut a peccatis solvantur. (II, Machab. XII, 46.)
Het is eene heilige en heilzame gedachte voor de over­ledenen te bidden, opdat zij van hunne zonden ontslagen worden.
Psalmus 129.
De profundis clamavi ad te Domine: * Domine exaudi vocem meam:
Mant aures tuse inten-dentes, * in vocem de-precationis mese.
Si iniquitates observa-veris Domine: * Domine quis sustinebit.
Quia apud te propitia-
Psalm 129
Uit de diepte mijner ellende heb ik tot U ge­roepen, o Heer, Heer verhoor mijne stem.
Laat uwe ooren luis­teren naar de stem mij­ner smeeking.
Indien gij de ongerech­tigheden gadeslaat. Heer: Heer wie zal dan voor U bestaan?
Omdat bij U ontfer-
tio est: * et propter le-
-ocr page 56-
54
gem tuam sustinui te Domine.
Sustinuit anima mea iu verbo ejus: * speravit anima mea in Domino
A custodia matntina usque ad noctem\' * spe-vet Israël in Domino.
Quia apud Dominum uiisericordia: * et copiosa apud eum redemptio.
Et ipse redimet Israël * ex omnibus iniquitati-bus ejus.
Requiem ffiternam * dona eis, Domine.
Et lux perpetua * lu-ceat eis.
t. A porta inferi.
r. Erue, Domine, ani-mas eorum.
t. Requiescant in pa-ce.
b. Amen.
v. Domine, exaudi orationem meam.
b. Et claiuor meus ad te veniat.
v. Dominus vobiscum.
r. Et cum spiritu tuo.
Oremus. Absolve , quaesumus
heb ik op u vertrouwd, o Heer.
Mijne ziel heeft op zijn woord vertrouwd ; mijne ziel heeft op den Heer gehoopt.
Van den morgenstond af tot den na.-ht toe, hope Israël op den Heer.
Want bij den Heer is barmhartigheid en bij Hem is overvloedige ver­lossing.
En Hij zal Israël ver-losseu, uit al zijne onge­rechtigheden.
Heer, geef hun de eeuwige rust.
En het eeuwige licht verschijne hun.
v. Van de poort der hel.
b. Heer; verlos hunne zielen.
v. Dat zij rusten in vrede.
r. Amen.
v. Heer, verhoor mijn gebed.
b. En mijn geroep ko-me tot U.
v. De heer zij met U.
b. En met uwen geest.
Gebed. Wij bidden U, o Heer,
-ocr page 57-
55
Domine, animam famuli tui (famulae tuse) N., ut defunctus (defuncta) sae-culo tibi vivat; et quae per fragilitatem carnis hu-mana conversatione com-misit, tu venia misericor-dissimae pietatis abterge
ontsla van alle zonden de ziel uws dienaars (uwer dienares) N., opdat hij (zij; van deze wereld gescheiden voor U leve: door Uw aller-barmhartigste goedheid , zuiver hem (haar) van het­geen hij (zij) hier op aarde uit menschelijke zwakheid misdaan heeft.
O God, die den zondaar vergeving schenkt en des menschen heil bemint, wij smeeken Uwe goedertie­renheid, geef dat de broe­ders, naastbestaanden en weldoeners onzer Congre-gatie,die uit deze wereldge­scheiden, zijn door de voor­spraak der zalige altoos maagd Maria en van alle Heiligen, — de eeuwige zaligheid mogen deelach­tig worden. Door Christus, onzen Heer. Amen.
Deus, venise largitor et humanae salutis amator:
qusesumus clementiam tuam,utnostrse Congrega-tionis fratres, propinquos et behefaotores, quiexhoc saeculo transierunt, beata Maria semper virgine in-tercedente cum omnibus sanctis, ad perpetuïe beati-tudinis consortium perve-nire concedas. Per Chris-tum Dominum nostrum. Amen.
v. Requiem seternam, dona cis Domino.
a. Et lux perpetiia lu-ceat eis.
v. Requiescant in pace.
h. Amen.
v. Heer, geef hun de eeuwigo rust.
n. En het eeuwige licht verschijne hun.
v. Dat zij rusten in vrede.
k. Amen.
-ocr page 58-
56
VERZAMELING VAN GEZANGEN. bij de Aartsbroederschap in gebruik.
No. 1. Laudate pueri (Ps. 112-)
Choor. Laudate pue­ri Dominum-, laudate nomen Domini.
Sit nomen Domini be-nedictum, ex hoc nunc et usque in saeculum.
Choor. Laudate pue­ri etc.
A solis ortu usque ad occasum, laudabile no­men Domini.
Looft den Heer; gy dienaars, looft den naam des Heeren.
De naam des Heeren zij gezegend; van nu af tot in eeuwigheid.
Looft den Heer, enz.
Van den opgang dei-zon tot aan haren on­dergang, moet de naam des Heeren geprezen worden.
Looft den Heer, enz.
De Heer is boven alle volkeren verheven, en zijne heerlijkheid boven de hemelen.
Looft den Heer, enz.
Wie is als de Heer onze God, die in de he­melen woont, en zich gewaardig.1 neer te zien op het geringste, in den hemel en op de aarde.
Choor. Laudate pue» ri etc.
Excelsus supe romnes gentes Dominus, et su­per coelos gloria ejus.
Choor. Laudate nue-ri etc.
Quis sicut Dominus Deus noster qui in altis habitat- et humilia res-picil in ccelo et in terra-
-ocr page 59-
57
Choor. Laudate pue-ri etc.
Suscitans a terra ino-pem et de stercore eri-gens pauperem.
Choor. Laudate pue-ri etc.
Ut collocet eum cum principibus, cum prin-cipibus populi sui.
Choor. Laudate pue-ri, etc.
Qui habitare facit ste-rilem in domo, matrem filiorum lsetantem.
Choor. Laudate pue-ri, etc.
Gloria Patri, etFilio, et Spiritui sancto.
Sicut erat in principio et nunc et semper, et in ssecula sseculorum Amen.
Looft den Heer, enz,
Die den behoeftige opricht uit het stof, en den arme uit het slijk verheft.
Looft den Heer, enz.
Om hem te plaatsen naast de vorsten, naast de vorsten van zijn volk.
Looft den Heer, enz.
Die aan de onvrucht­bare de vreugde schenkt moeder te worden van vele kinderen.
Looft den Heer, enz.
Eere zij den vader, en den Zoon, en den heili­gen Geest.
Geljjk het was in den beginne, en nu en altjjd en in de eeuwen dei\' eeuwen. Amen.
No 2, Magnific
Magnificat — anima mea Dominum .•
Et exultavit spiritus meus, — in Deo salu-tari meo.
I 46.)
Mijne ziel verheft den Heer.
En verheugt heeft zich mijn Geest over God, mijnen Zaligmaker!
-ocr page 60-
58
Quia respexit humili-tatera ancillae suae.- — ecce enim ex hoc bea-tam me dicent omnes generationes.
Quia fecit niihi magna <iui potens est — et sanctum nomen ejus.
Et misericordia ejus a progenie in progenies — timentibus eum.
Fecit potentiam in brachio suo, —dispersit superbos meute cordis sui.
Deposuit potentes de sede. — et exaltavit hnmiles.
Esurientes implevit bonis, — et divites di-misit inanes.
Suscepit Israël pue-rum suum.—recordatus misericordiae sm».
Sicut locutus est ad patres nostros,—A bra-
Omdat hij nederzag op de geringheid zijner dienstmaagd; want zie, van nu at\' zullen alle geslachten mjj zalig pryzen.
Dewijl hij groote din­gen aan mij gedaan heeft, de Machtige, en heilig is zijn naam.
En zjjne barmhartig­heid is van geslachte tot geslachte over degenen, die hem vreezen.
Kracht heeft hij geoe­fend door zijnen arm; verstrooid heeft hjj, die hoogmoedig zijn in den waan huns harten.
Machtigen heeft hij van den troon gestort en geringen verheven.
Nooddruftigen heeft hij met goederen over­laden, en rjjken ledig weggezonde».
Hij is Israël, zijnen dienstknecht, te hulp ekomen, indachtig zij­er barmhartigheid.-Gelijk hij aan onze aderen had toegezegd,
ham et semini ejus inlaan Abraham en diens
-ocr page 61-
59
saecula.
Gloria Patri et Filio. — et Spiritui Sancto.
Sicut erat in principio et nunc et semper, et in saecula ssecuh rum. Am.
kroost in eeuwigheid.
Eei ezü denVader,den Zoon en den H. Geest.
Gelijk het was in den beginne, nu en altijd, en in alle eeuwigheid. Am.
No. 3. TOEWIJDING AAN DEN IIEEK.
1. o Groote God, wat zijn Uwe tabernakels Voor mijne ziel verrukkelijk en schoon! Gjj openbaart ons daar Uw heil-orakels, Daar heft geloof en liefde zich ten troon! 2. Gelukkig hij, die U daar mag beschouwen,
En aan den voet van uwe altaren smacht! Een eeuw getoefd in aardsche praalgebouwen, Heeft niets bij \'t stip, bij U hier doorgebracht. 3. Ik baad als in een\' zee van zaligheden.
En mijne ziel bezit al \'t hemelheil. o goede God! hoe voeren zwakke beden Voor mij den stroom van gunsten boven peil! 4. Ja, d\'Almacht tart door duizend zegeningen, Die zij mjj schenkt, de wenschen mijner ziel; Ik voel mijn hart van liefdevuur doordrongen, Terwijl ik hier in zuchten nederkniel. 5. Een talloos heer van Eng\'len, die me omringen,
Bewondert stil de onmeetb\'re majesteit: Benijdt mijn heil en knielt, o hemelingen, Aanbiddend neer in Gods aanwezigheid.
-ocr page 62-
60
6. En zou een goed, dat vlucht, mijn hart bekoren.
Mijn hart, waarin de Godheid zelf verblijft? Neen, neen ,mijn God,! ik zal U heel behooren,
Zoo Uwe kracht in nood nnjn zwakheid stijft. 7. Heersch over mij, als Heer van dood en leven,
Heersch over m\\j, vooral door \'t liefderecht; Wijk, wereld, wijk, die mij geen heil kunt geven,
Mn\'n hart blijft steeds aan Jezus vastgehecht.
No. 4. DAT JEZUS LEVE!
1.
Dat Jezus leev\'!
Dit is de kreet des harten;
Dat Jezus leev\'. de Leeraar aller deugd!
Noemt men Zijn naam en gedenkt Zijn1 wonden.
Dan wordt het hart door de liefde verslonden.
Dat Jezus leev\'! (bis.)
2.
Dat Jezus leev\'! Dit is de kreet der braven, Die \'t dapper heer tot zijne vanen roept-Ja, bij die vaan willen wij ons begeven, Zege bevechten en strijdende sneven. Dat Jezus leev\'! (bis.) 3.
Dat Jezus leev\'! Dit is de kreet van hope Voor \'t schuldig hart, dat zjjne misdaad voelt.
-ocr page 63-
61
Die kreet ontwringt aan de bronnen des levens, Steun en gena voor den boeteling tevens-Dat Jezus leev\'! bis.)
4. Dat Jezus leev\'! Dit is de kreet der sterkte: Vlucht op dien kreet, ver van ons satans heer! Jezus, Uw naam, Uwen kind\'ren zoo teeder, Ploft in de hel al de duivelen neder. Dat Jezus leev\'! (bis.) 5.
Dat Jezus leev\'! Dit is de kreet der liefde. Jezus, onz\' borst gloei\', adem\', sla voor U, "Wil steeds dit hart in Uw liefdeband klemmen; o Mog\'het staag in die zaligheid zwemmen. Dat Jezus leev\'! (bis.) 6.
Dat Jezus leev\'! Zijn liefste Moeder leve! Zjj, die ook wil onz\' goede Moeder zfjn; Onder het kruis werd ze in smart onze Moeder, En Jezus, haar Zoon, werd ons ook ten broeder. Dat Jezus leev\'! (bis.) 7.
Dat Jezus leev\'! Triomf! dat zegepralend, Die naam verwiun\' al, wat ooit ondeugd heet. Doe ons, o Naam! Uw\' troost toch nimmer derven; Neen, neen! voor U laat ons leven en sterven. Dat Jezus leev1! (bis.)
-ocr page 64-
62
No. 5. VOOR DE H. COMMUNIE.
1.
o Bron van leven, Wat is Uw liefde groot!
Gij wilt U geven Aan mij in schijn van brood.
Ik kniel aanbiddend neer,
Gij zijt mijn Opperheer! Maar door \'t geloof gesteven,
Rjjs ik met hope weer. o Bron van leven! 2.
o Teedre Vader! Mijn zonde baart mü smart;
Ik treed U nader Met rouw en leed in \'t hart.
Verteer, o Godlijk Lam,
Mij door üw\' liefdevlam; Strem eêr mijn levensader, Dan dat ik U vergram.
o Teedre Vader! 3.
Heil aller menschen, o Rustpunt mijner ziel!
Ach, of mijn\' wenschen, Uw gunst ten erfdeel viel!
Mjjn hart vol liefdegloed,
Smacht naar U, naar een goed Dat d\'eeuwen niet begrenzen;
Ach, nader dan met spoed, Heil aller menschen!
-ocr page 65-
63
No. 6. M DE II. COMMUNIE.
1.
Welkom geheeten, Mjjn Jezus, in ons hart!
o Rein geweten, Gjj lenigt druk en smart.
Ja, Jezus, eeuwig goed,
Die met Uw vleesch ons voedt, Herhalen wij die kreten:
Wees welkom. Jezus zoet! Welkom geheeten. 2.
Dank zal ik zingen, Zijn bloed was mij ten drank.
o Hemelingen! Zegt gij met m{j Hem dank,
Die \'s hemels oppermacht
Een eeuwig loflied bracht, Gjj, Jezus\' zendelingen,
Die op mijn danklied wacht, Dank zal ik zingen. 3.
Aan Jezus geven Zal ik nnjn hart en ziel,
Voor heel mijn leven. Wat mij ten deele viel
Is meer dan goud en land,
Kan door geen menschenhand Ooit worden neergeschreven;
\'k Wil ziel en hart ten pand Aan Jezus geven.
-ocr page 66-
64
No. 7. VOOR DE H. COMMUNIE.
Jezus: Mjjn gastmaal is bereid, (Solo.)
\'k "Wensch feest met u te houên,
Vergeet mjjn majesteit
En nader met vertrouwen.
Ik wacht met ongeduld: kom, mijn geliefde, kom!
Beminnen wij elkander als bruid en bruidegom.
De ziel: Akte van verlangen. o Kosteljjke disch ! Waar \'t Vleesch en Bloed mjjns Heeren Der zielen feestmaal is, Wie zou u niet begeeren? \'k Ben arm en hongerig, mjjn ziel vergaat van
dorst, Ach spijs haar, lesch haar toch! en druk haar —         aan uw\' borst.
Akte van geloof.
Versterk mijn zwak geloof!
Wat ook de zinnen tuigen,
\'k Bljjf voor hun stemme doof;
\'k Moet voor Uw\' waarheid buigen. Mjjn God is waarlijk spjjs, in \'t Heilig Sacrament: o Liefde niet bemind, o Liefde niet gekend!
Akte van hoop en liefde.
Welaan het uur is daar. Mjjn bruidegom gaat komen; H\\j wacht mij op \'t altaar, De hand vol zegenstroomen.          ,
Hier ben ik, kom mijn God, Maria sta mjj bjj, Ontvlam me inliefdevuur! o Eng\'len schut mjjn z|j!
-ocr page 67-
65
No. 8 NA DE H. COMMUNIE;
1.
De God-Mensch woont in mij: mijn ziel besef uw\'
waarde, Aanbid uw\' bruidegom, verhef u boven de aarde. Keer geheel in u zeiv\'. verzamel hart en geest Dank Jezus, die voor u (zoo lieflijk is geweeste is)
2.
Een Godmetmij! kan \'t zijn? zoo niet\'t geloof
mjj \'t leerde; Met m\\j, die vroeger hem zoo stout den rugge
keerde! o Godheid zonder peil, verheven boven smaad, Gij haat den zondaar niet: (de zonde is \'t, die gö
haat (bis)
3
Ik bid U need\'rig aan, vernietigd en verlegen. Mijn God, mjjn bruidegom, vervul mjj met Uw
zegen! Gjj gaaft me U eigen zelv\'! het meerdere, hoe da» Is \'t mooglijk, dat Uw hart (mg \'t mindrt
weig\'renkan? (bis). 4.
Wtjk wereld, zonde wjjk! vergeefs komt gij be­koren. Ik had om u helaas! mijn\' goeden God verloren; Doch van deez\' stond af aan, ben ik voor eeuwig­heid. Geheel en onverdeeld (aan Jezus toegewijd (bis).
-ocr page 68-
66
\\o «> TER KKRL VAN JEZUS-
Ik heb mgn Jezus op niijn lippen,
Die lieve Naam werd mg geleerd;
En met hem mag geen woord ontglippen
Dat Z{jnen heiligen zin onteert»
Want, wie den Naam in liefde vreest, ) ,.
Die spreke door den Heiligen Geest. ) biS\'
2.
Ik\' héb mijn /Jezus in liet harte,
Ik heb Hem onuitspreeklijk lief;
Zijn woord is mij in schuld en smarte,
Éen\'tëedere troost — een liefde brief.
En breekt mijn eigen\'hart vaneen, ) ,,
Dan\'leef ik in Z\\jn haart alleen. ) bis\'
3.
Ik lieb mijn Jezus in mj\'n leven,
Zijn. Kruis is mjj ten veldbanier;
Hier is. geen tijd van rust gegeven,
De. ware christ\'n en strijden hier;
De dag der aarde heeft een\' nacht,         ),.
Ons werk moet voor dien tjjd volbracht. )w*\'
4.
Ikrbebmijn Jezus in den\'hemel,
Eens mint rajjn ziel Hem eenwig daar.
Daar rukt geen nietig aardsch gewemel
Ooit onze harten van elkaar;
Daar zie ik eeuwiglijk het woord, ),. •
Dat in \'t geloof hier wordt gehoord. ) ms-
-ocr page 69-
67 VOOR JEZUS\' II HART,
BEDEZANG. 1.
Voor Jezus harte zinge Mijn\' ziel in mingeneugt: Door alle wolken dringe De luide toon der vreugd.
(Refrein) Geëerd ten allen tO.de ZÜ Jezus, heilig hart. Dat aller hart zich .wjjde Aan \'t hart vol liefde en smart.
2.
, o Hart, voor mij gebroken ^ Uit louter lief depjjn, Óm mijne schuld doorstoken, .Mocht Gij m\\jn Redder zijn. (Refrein) Geëerd, enz.
3.
Uit breede hartskwet^nre Sprong water, heilig bloed. Hoe rijk stroomt sinds die ur« Ons,Uw genadevloed! (Refrein) Geëerd, enz.
.4.
Heer Jezus, ééne bede Slechts ééne, gun ze mij; Ruim mij een zoete stede Jn Uw doorboorde zij, (Refrein) Geëerd, enz.
-ocr page 70-
68
5.
Dan word ik, naar de trekken Die \'k in Uw beeld bemin, Zachtmoedig, rein van vlekken En nederig van zin. (Refrein) Geëerd, enz.
6.
Verschuilend in Uw wonde Vind ik mijn zielernst, In zoete en bittre stonde Veracht ik \'s werelds lust. (Refrein) Geëerd, enz.
7. En als mij d\'oogen breken. Zich sluitend voor den schijn, Wil ik nog stervend spreken: Heer Jezus, eeuwig mfjn! (Refrein) Geëerd, enz.
\\» 11. UEFDEZANG EN EEREBOETE.
1.
Wie kan Uw Hart genaken, o Jezus, eindloos zoet, En voelt zich niet doorblaken Van goddelijken gloed? o Heersch in ziel en zinnen, En leer ons vurig minnen, Beminnen          J
Beminnen          > bis.
Uw beminlijk Hart- \\
-ocr page 71-
69
2.
Och! veler ondank griefde
o Jezus zoet, Uw Hart,
En bood, in plaats van liefde,
Miskenning, hoon en smart.
Leer ons dan tot u snellen,
En liefdevol herstellen, Herstellen ) Herstellen        \\ bis.
De oneer van Uw Hart.\'
3.
o Vuurvlam nooit te dooven In \'t Harte, godujk goed, Wie zal Gods Hart niet loven. Als gij hem tintlen doet ? o Heersch in ziel en zinnen, enz.
4.
Gjj biedt in de open\' wonde, o Hart, een toevluchtsoord, Ofschoon de schicht der zonde Nog immer U doorboort-Leer ons dan tot U snellen, enz.
5.
Door \'t kruis in gloriestralen, Verkondigt Ge ons, wat prijs Ge in liefde kwaamt betalen Op goddelijke wijs. o Heersch in ziel en zinnen, enz.
-ocr page 72-
70
6.
Gjj blijft ratt liefde sprekeiii Vergetend smaad en hbón, Al bljjft om \'t Harte steken\' Der zonden scherpe kroon. Leer ons dan tot U snellen, enife.
No. 121. O MOEDER GODS.
1.
o Moeder Gods!
o Keinste Maagd! Naar \'t voorbeeld onzer vad\'red
Vertrouwen wij.
Nooit, vruchteloos, U smeekende te nad\'ren. (bis.)
2.
Wij bidden U,
o Koningin!                 ,
Wend minzaam toch Uw oogen;
Van \'t glorielicht
Waarin Gjj troont, Op ons, in \'t stof gebogen, (bis.)
3.
Wij zuchten in
Dit tranendal, Van noödgevaar omgevéft,
Eh moeten vaak
In druk en smart Eri bange zorgen leven1, (bis.)
-ocr page 73-
71
4.
Maar Gy, o troost,
o Hulp in nood, Wil onzer U erbarmen;
En berg ons* voor
\'t Gevaar beschut, In Uwe Moedërarmen. (bis.)
5
De duivel zoekt
Ons, ten verderf; Zjjn\' strikken uit te zetten ;
Maar Gij, o kom,
Wil met Uw voet Z§xC helschen kop verpletten, (bis)-
6
De wereld tracht
Door sshijngeluk Ons aan de deugd te onttrekken;
Maar geef, dat wjj
Nooit onze ziel Door \'t aardsehe sip bevlekken.(bis)
7\'
Het vleesch is zwak
En steeds geneigd, Bedroghèü na te jagen ;
Maar bid, dat wij
Als \'t hoogst* geluk God zoeken te behagen, (bis).
-ocr page 74-
72
8.
Maria bid
Bid Uwen Zoon, Dat w\\j, hoezeer omgeven,
Van zonde en kwaad.
Toch. immer rein. Voor Gods aanschijn leven. (bis).
9
o Bid, dat wjj
Aan \'s levens eind. In Jezus\' liefde sterven,—
En na den dood,
Met U vereend, Het rijk des hemels erven, (bis;.
No. 13. LOFLIED TOT MARIA.
o Hemels Koningin, \'k Zing U met hart en zin.-Gegroet zijt Gij, Maria, (bis.)
Als d\'ochtendklok mjj wekt. Straks zing ik opgerecht: Gegroet, enz.
Wat vreugd heeft niet op aard De zegengroet gebaard: Gegroet, enz.
De helsche slang vlood voort Gepraamd door \'t machtig woord: Gegroet, enz.
-ocr page 75-
73
De zonde-keten brak Zoodra de Aartsengel sprak: Gegroet, enz.
Daarom, ten allen tijde, Zong heel de Christenheid: Gegroet, enz.
Geen grijsaard, man, noch kind, Die niet het woord bemint: Gegroet, enz.
In vreugd zoo als in smart, Zingt elk godvruchtig hart; Gegroet, enz.
Ja, Moeder van Gods Zoon, "Wie juicht niet in dien toon.-Gegroet, enz.
De hemel gaat ons voor, "Want daar zingt\'t Eng\'lenkoor-Gegroet, enz.
Ja, zelfs die vreugdetoon "Verheugt Uw\' lieven Zoon: Gegroet, enz.
"Want als die groet U eert, "Wordt ook Zijn naam vereerd: Gegroet, enz.
Die groet verzoent Zijn Hart, Hoe ook door \'t kwaad gesmart\': Gegroet, enz.
-ocr page 76-
74
Ja, druk en smart verdwijnt Zoo haast dit woord verschijnt: Gegroet, enz.
Gij hielpt op \'s levens pad Gestaag de ziel, die had: Gegroet, enz.
Wat ook bekoring prang\', Verlichting haart de zang: Gegroet, enz.
In angst en schrik en leed, Vertroosting hrengt de kreet r Gegroet, enz.
Ja, \'t helsche woest geweld, Wordt door dien groet ontstelde Gegroet, enz.
De dood wordt zacht en zoet. Voor \'t hart dat stadig groet-: Gegroet, enz.
Dat, als ik enns verschei\', Mijn laatste woord dan zij: Gegroet, enz.
Geef, Moeder, in dien stond, Mjj in den bleeken mond--Gegroet, enz.
Die groet zg dan een straal. Van hoop op zegepraal: Gegroet, enz.
-ocr page 77-
75
Tot dat in \'t eeuwig goed, Mgn: geest herhaal\' den groet: Gegroet, enz.
o Toou mp Jezus aan, Dan is mgn wensch voldaan: Gegroet, enz.
!*0. 14. TER £ERE VAN MARIA.
1.
lÉéne stem.) o Beeld der schoone liefde; Maria, Jozefs bruid! Gjj vraagt mQ wederliefde. En stort Uw\' gunsten uit. (Allen1.) Ik zal U steeds beminnen 1
o Hemelkoningin!            f vj
Gegrift in mijne zinnen. i Wees altijd mijn vorstin,!
2.
(Ééne stem.) o Jozefs bruid, mijn\' Moeder! MiJnTroost.mjjn Toevluchtsoord, UW Zoon is mijn behoeder, Die U voor mü verhoort;-(Allen.) Ik zal U steeds, enz.
3.
(Éène stem.) o had ik zooveel monden Als sterren in de lucht, Ik zou Uw\' lof verkonden Voor geen gevaar beducht-(Allen.) Ik zal U steeds, enz.
-ocr page 78-
7(5
4.              •
(Eéne stem.) o Had ik zooveel zielen
Als korrels op bet strand, Als er ooit druppels vielen \'k Schonk z\' U met milde hand-(Allen.) Ik zal ü steeds, enz. 5.
(Ééne stem.) Hoe moet ik mg beklagen Dat ik, ellendig menschj U zoo niet kan behagen. Gelijk ik dit wel wensch. (Allen.) Ik zal U steeds, enz. 6.
(Ééne stem.) Ik zal mij alle dagen,
Tot Uwe vreugd en eer. Godvruchtiger gedragen En dienen mijnen Heer. (Allen.) Ik zal U steeds, enz.
No. 15. MEILIED.
Solo. Maria wees gegroet,
Maria wees gegroet. Duo. Kom nog een tweede maal,
Kom nog een honderd maal: Allen. Maria wees gegroet.
Welaan nog duizend maal,
Neen, zonder eind of paal [*]
Van eiken Serafijn,
Van eiken Cherubijn:
|\'| Na elke 2 verzen herhalen allen: Maria wees.gegroet
-ocr page 79-
77
Van gansch het Eng\'lenkoor, \'t Klink\' heel den hemel door : Van ieder steen hoe klein, Van ieder korengrein: Van \'t bloempje langs den stroom, Van \'t b\'.aadjen op den boom: Van \'t kleinste spiert je gras, Van \'t diertje uit \'t kleinste ras : Van heel het vog\'len heer, Van \'t kleinste vischje in \'t meer: Kortom, van al wat leeft, Van alles wat er zweeft: Van ieder aardsche vrucht, Van water, vuur en lucht: \'k Laat U ook kiezen vrij, Wat U behaagt in m\\j : Dan hoop ik na mijn dood, Te zingen in Uw schoot: Maria wees gegroet. Allen. Maria wees gegroet,
■—o Ho. 16. TER EÏRE VAN MAKI4
1.
Ik werp mij met vertrouwen In Uwen moederschoot, Gezegendste der vrouwen, Die nooit onz\' beê verstoot. o Moeder der genade! Om troost in onze smart. Bevrijding van den kwade, Om zuiv\'ring van ons hart;
-ocr page 80-
78
"Werp ik mg met vertrouwen In Uwen moederschoot, Gezegendste der vrouwen, I)ie nooit ons beê verstoot.
2.
\'Je "Wil, met de hemelingen Om Uwen troon geschaard, U hier mijn loflied zingen . Op deze droev\'ge aard: Hoe hoog zie \'kU verheven, Hoe glanst Uw heerlijkheid! Hoe zalig is Uw leven In \'t r\\jk der zaligheid. o Met de hemelingen Om Uwen troon geschaard, Moog \'k U mijn loflied zingen Op deze droev\'ge aard\'!
3.
Ik wil mijn hart entboeien Van al wat U mishaagt, Van reine liefde ontgloeien Voor U, o zoete Maagd. Hoe zalig zijn Uw banden Voor hem, die U bemint! Hoe mild Uw moederhanden Voor wie Uw\'liefde wint. Help mij mijn hart ontboeien Van al wat U mishaagt f Doe \'t steeds van liefde glqeien Voor U, o zoete Maagd;
-ocr page 81-
79
:Gjj zp de schrik ;des booten Die U ons hart benjjdt; Gy zijt de steun des broezen En sterkt hem in den strijd. \'Bescherm mün angstig streven, Maria wees mjjn kracht; . En wil mij niet begeven Als \'t stervensuur mjj wacht. "Wees dan\' de schrik des hoQssen, Die IL mjjn hart benijdt, Wees damïe steun des broozen En sterk mij in den strijd.
HO. 17. HUU>E AAN MARIA.
1.
Wonderschoon prachtige, Wondergroot machtige, Lieflijk volzalige, hemelsche Vrouw! Wie \'k mij als teeder kind, Liefdevol toeverbind, Ja mij met,ziel en lichaam vertrouw! Goed, bloed en leven Wil ik: U, geven ; Alles, ja, wat ik ben, van af nu, Geef ik met vreugde Maria aan^U. 2.
Sterren omglanzen U,
Zonnen omkransen U,
Troostende ster in de nacht\'lijke vaart i
-ocr page 82-
80
Voor de betreurende, \'t Menschdom besmeurende, Zondesmet heeft U Gods almacht bewaard. Zalige Moeder, Jezus, onz\' Broeder, Heiland en Redder van Adams geslacht. Hebt Gjj als Maagd hier op aarde gebracht. 3. Hemelsche Koningin \'s Eeuwigen Voedsterin, Wonderbaar Moeder en Maagd te gelijk! Sterkte der strijdenden, Zalving der ljjdenden, Levende bron in vertroostingen rijk! U. o getrouwe, Machtige Vrouwe, Schouwen wij hopend en rouwmoedig aan. Moeder, och! voer ons op zekere baan! 4. Gjj z\\jt èn heil èn troost, Voor \'t U steeds minnend kroost, Vorstin des hemels en Moeder van God! Spiegel der zuiverheid, Bjj stand der Christenheid, Ark des verbonds en Geleidster tot God! Werp op mjj neder, Moeder zoo teeder, Moeder! ja werp toch Uwe oogen op imj! Leer mjj in ootmoed zoo wand\'len als Gjj. 5. In lijden geoefende, Kent Gij bedroevende
-ocr page 83-
81
fiampen, en pijnen, en innige smart.
Niemand verlaat Gij ooit;
Kind\'ren verstoot Gjj nooit; Niemand veracht ooit Uw moederlijk hart.
Troost ons in \'t lijden
Sterk ons in \'t scheiden. Bid ook voor ons Uwen God\'lijken Zoon, Als Hij ons roept voor Zjjn\' eeuwigen trooi.
No. 18. AYE HARIS STFLLA
1.
U- Zee-Ster, zing ik lof, U Moeder van God blijde, En Maagd ten allen tijde,
U, deur van \'t hemelhof, (bis.) 2.
Hoor Gabriël zijn groet Van \'t AVE tot u richten; Bljjf ons in vrede stichten,
"Wend EVA\'s naam ten goed\', (bis). 3.
Verbreek ons zondenjuk, Doe \'t licht den blinden stralen, Verdrijf al onze kwalen,
Verkrijg óns al \'t geluk, (bis). 4.
Toon dat gij Moeder zijt; Hjj will\' door u ons hooien Die. voor ons is geboren,
Den moedernaam u wijdt (Mr),
-ocr page 84-
82
5.
Maagd b|j uitstekendkeidr Zacht boven medestreven, Sier ons, van \'t kwaad ontheven.
Met zacht- en reinigheid. (bis). 6.
Schenk ons der eng\'len deugd, Blijf onzen weg bewaren, Opdat we uw\' Zoon aanstaren,
Steeds deelende in ow vreugd, (bis), 7.
U Vader, Zoon en Geest Zg door alle eeuwighedén, Rn glorie, en gebeden,
En lof om \'t allermeest, (bis).
Mo 19. MARIA ONBEVLEKT ONTVAUfGÉJÏ.
1.
Laat ons, Moeder van den Heer, Laat ons om Uw1 zetel dringen;
Laat uw\' kinderen u ter eer \'t Zielverrukkend feestlied zingen.
\'t Moet weerklinken luid en bljj:
Moeder, onbevlekt z\\jt gij! onbevlekt, on­bevlekt. Moeder onbevlekt zijt g|j. 2.
\'t Heeft reeds \'t wijde wereldrond En herscheppend overklonken,
\'t Woord door Pius\' mond verkond: En uw kind\'ren, vreugdedronken,
Jnb\'len op uw feestgetij:
Moeder, onbevlekt zjjt gö-
-ocr page 85-
83.
Neen, dat loflied zwijgt niet meer. Tot aan \'s werelds verste palen
Zullen met, het hemelsch heer,
Al uw kinderen \'t luid herhalen
\'t Woord van \'t zalig Jubeltjj:
Moeder onbevlekt zjjt g\\j! 4.
En we voegen dank en beê Aan de blijde feestgezangen,
Wie, wie dank niet met ons meè. Voor al \'t heil door u ontvangen,
In het zalig Jubeltjj:
Moeder, onbevlekt zjjt gij! 5.
Zonnezuiv\'re Moedermaagd! Om de glorie u gegeven,
Hoor ook wat ons hart u vraagt: Dat we, na een schuld\'loos leven,
Eeuwig jub\'len aan uw zij\';
Moeder, onbevlekt zijt gij!
No 20, MARIA LEVE!
1.
Maria leev\'! wat glans en luister meng\'len Zich in dit hart van alle vlekken, vrij! Maria leev\'! de koningin der eng\'len. De Moedermaagd, het hoofd der maagdenry. Maria leve!                   i
Met God haar kind!              J ^ts.
Leve Maria! Die ons als Moeder mint.
-ocr page 86-
i
84
Maria leevM de dochter van den Vader,
De moeder Gods, ook Godes heil\'ge Bruid, Maria leev\'! der zielen levensader. Naar \'s hemels wil en eeuwig raadsbesluit. Maria leve! enz. (bis.) 3.
Maria leev\'! zou ik haar ooit verlaten?
\'k Was liever dood, en lag in \'t duister graf. Wat, zonder haar, zou mij het leven baten? Neen, God breek\' eer den draad mijns levens af. Maria leve! enz. (bis.) 4.
Maria leev\'! laat me in haar liefde leven, Met haar vereend, vrees ik noch dood noch pijn;
De laatste zucht, die op mijn lip zal zweven, Zal liefdezucht voor U, Maria, zijn. Maria leve! enz. (bis.)
No 81, MARIA TROOST ONS.
1.
êhoor.            Moeder des Heeren,
*k Wil U Vereeren, 6 Troost voor \'t hart
In smart. Beste der moed\'ren. Schenk me alle goed\'ren.
Wat zijt Gjj goed i En zoet!               (
-ocr page 87-
85
Sofo. Gij schenkt troost aan \'t bedroefd geweten. Gij komt tot ons in angst en nood. Gij slaakt des zondaars ijz\'ren keten, En redt hem van den eeuw\'gen dood.
Choor. Moeder des Heeren, enz.
2-
Solo. Uw zoete hand droogt af onz\' tranen, Uw naam, zoo zacht, geneest ons wee: Ja, zelfs Uw jjv\'rige onderdanen Doen blij pp \'t kerkhof hunne beê.
Choor.         Moeder des Heeren, enz.
3.
Solo. Uw teed\'re ziel kan \'t geenszins lijden Dat iemand ooit ellendig zij, Gij komt met ons in \'tsterfuur strijden, En voert tot God ons naast uw\' zij.
Choor. Moeder des Heeren, enz.
. -k .. .            4.
Solo. U wijd ik dus wat me ooit mocht kwellen, U draag ik al mij» kruisen op; \'k Weet dat mij niets dan kan ontstellen, "Wijl \'k zóó de bron van weemoed stop,
Choor. Moeder des Heeren, enz.
No 23. Ï>E NEIttAAM)
1. Juicht nu blpe Sion\'s chooren. Laat uw jubelzangen hooren,
Door het ruim der hemelwoon!
Meimaand stijgt ten bloemen troon; Om de heil\'ge Maagd te tooien, Wil ze blad en bloem ontplooien1;
-ocr page 88-
86
Gansch natunr vereert de Maagd, Die het kleed der onschuld draagt (bis). 2. Gulden zonne, doe uw stralen Van *t azuur des hemels dalen: Bloemengeur doorzweev\' den hof, Tot Maria\'s eer en lof. \'t Heilig kind, heur roem en eere, Nu haar zoon nog, eens haar Heere, Drukt Zg aan haar vroom gemoed.... Moeder Gods, o wees gegroet! (bis). 3. Voorbeeld van de moederliefde, Zelfs toen zjjn kruis u griefde, Op u staren wjj met vreugd, Leidsvrouw op het pad der deugd. Ja, uw vlekloos heilig leven Is ten gids aan ons gegeven; \'t Zij in vrede of bangen strjjd, Uwer z\\j ons hart gewjjd. (bis). 4. Laat ons met een zoet verrukken, "t Schoonst gebloemt der Meimaand plukken, En U, met verheugden geest, De offers biên van \'t lentefeest! Zie, wjj nad\'ren om te toonen, Hoe we U, \'s Heilands Moeder, kroonen, Gfj, die uitverkoren waart. En den Redder schonkt aan de aard\', (bis)
No 23. MEILIED.
Heuvels, dalen, bosschen, velden, Vloeden, wilt den lof vermelden,
-ocr page 89-
87
Doet den prjjs der deugden gelden, Van Maria morgenschoon. (bts).
Beekjes, met het lief geklater Van uw zilverkleurig water, Vogeltjes, met zoet geschater,       
Zingt Maria \'t loflied toe. (bis).
Zingt.- o Moeder-koninginne, Schoonste Maagd en Rijksvorstinn», Maak dat ik U steeds beminne; Eer aan God, wjjl hij U schiep!
Gij zjjt door uw liefdestralen, Eene zon der hemelzalen, Bij uw reinheid kan niets halen, o Gij, maan van \'t hemelrijk! (bis).
Geur verspreidt gij als de rozen, "\'t Hoogste schoon moet voor U blozen; Lelie onder viekkeloozen, Voorbeeld van lieftalligheid! (bis).
God ziet onder duizendtallen U d\'ootmoedigste van allen; Daarom heeft hij welgevallen, Als hij op uw schoonheid ziet. (bis).
Heilige Maria! moeder, Dochter van den Albehoeder, Wees uw\' kinderen steeds goeder Pjj uw Jezus, hü uw Zoob. (fe).
-ocr page 90-
88
!ïo. 24. Avondgroet tot Maria. 1.
Maria\'s beeld, te midden Van vroohjk schitt\'rend. i licht, Noodt ons te komen bidden Bij \'t altaar, haar gesticht, Komt, laat ons tot haar ijlen, Een kleine poos daar wijlen} Maria, Maria, Moeder zegen ons!
:)■..!;.-.                       2.                  ... , £y.
Wij vallen aan uw\' voeten, Neem ons geDadig aan; Ontvang onz1 laatste groeten. Voor dat wij huiswaarts gaan; Dan gaan we blij te mQedé, Vertrouwend op Uw hoede.
Maria, enz. 8. W§ wijden TJ onz\\ harten. Voor *t goede dat ge ons dóét; In blijdschap en in smarten, Ei voor- en tegenspoed, Steeds willen we U vereeren. En Uwen roem vermeeren.
Maria, enz. 4. o Stort met moederhandén, Uw\' zegen cp ons neer; Verbreek des zondaars banden En breng tot God hem weer j Dan ziet ge ons morgen weder, o Moeder goed en teeder.
Maria, enz.
-ocr page 91-
Ho 89 Lofzang en opdracht aan het Heilig: Hart van Maria.
1.
o Maagd, o Schoonheid nooit volprezen, o Moeder van \'t oneindig "Wezen, .
Wat luister schittert van uw1 troon! De Seraph, aan zich zelv\' onttogen, Juicht, voor uw\' grootheid neergebogen:
o Koningin, wat zjjt Gjj schoon! (bis.)
2.
Al mist, Maria, \'t aardsch duister
Het schouwspel van uw\' grootschen luister,
Ons koestert toch uw liefdegloed. Ja, de Engel roeme uw heerlijkheden, Wfl juichen, jub\'len hier heneden: o Moedermaagd, wat zjjt Gij goed! (bis)
3.
Dank, dank voor zoo veel liefdedaden, Voor zoo veel duizenden genaden,
Gevloeid door uwe liefde-hand! Ontvang, voor al die zegeningen, Maria, van uw lievelingen
Hun hart tot eeuwig onderpand (bis). .4.
o Moeder, altoos even teeder, o Zie met welbehagen neder
Op \'t offer van uw dierbaar kroost! Schrijf in uw hand on» aller namen, Neem in uw hart onz\'harlen samen;
Dan, Moeder lief, \'zijn wjj getroost; (bis)
-ocr page 92-
90
5.
Dan mogen vrij de winden tieren,                   \\
De Bliksems door het luchtruim gieren,
En monsters jagen door de zee: Vergeefsch hun razen, hunne woede, Wjj zeilen, onder uw hoede
Beveiligd, naar de hemelreê (bis). 6
Daar zal geen vrees ons hart meer klemmen\' Daar zingen wij met blijde stemmen,
Geschaard om uwen zegentroon, U w1 naam tot lof en God ter eere: Maria, Moeder van den Heere,
Wat zjjtGjj goed! wat zjjt gij schoon\\(bis)
•—^—•
No 26. HULDE AAN DEN II. JOZEF.
Dat Jozef leve! vader Van Jezus, onzen Heer! WÜ treden biddend nader En knielen voor U neer! Gij draagt op vaderarmen Het godhjk Jezus Kind; Wil onzer steeds erbarmen ,. o Waarde zielen vrind!             \'
2.
Richt, Jozef, onze dagen,                     i
En. schik ons verder Jot, Naar Jezus welbehagen; En Godes heilgebod.
-ocr page 93-
91
"Wil door uw zorg ons geven, ö Zeker toeverlaat! Dat w\' onzen roep beleven ) .. En heilgen onzen staat. ) w\' 3.
Leev\' Jozef! goede Vader, Patroon van Nederland; Blijf, blijf uw volk tot vader, Bewaak uw liefdepand. Blijf, altjjd onz\' behoeder En toevlucht in den nood, Met Jezus en zijn Moeder,) ,. Van nu, tot in den dood. ) 0ls\'
NO 27. DAT JOZEF LEVE!
1. Dat Jozef leve! Dit is mijn hartekreet.
Dat Jozef leve ! In voorspoed en in leed. "Wees Jozef, trouw behoeder Van Jezus en Zijn\' moeder, Mjjn leidsman ook, in voorspoed en in leed. (bis). 2. Dat Jozef leve! Dit is mijn dankend lied.
Dat Jozef leve! In vreugde en in verdriet. Zijn leven hier op aarde, Bij God zoo hoog in waarde, Is mp ten toets, in vreugde en in verdriet, (bis).
-ocr page 94-
92
3.
Dat Jozef leve ! ... Zing ik als «Tochtend schijnt.
Dat Jozef leve! Zing \'k als de dag verdwijnt. Hem wijd ik al mijn dagen; Moog\' ik hem steeds behagen Van \'a ochtens-rood tot dat de dag verdwijnt (bis). 4. Dat Jozef leve! De minnaar van de jeugd.
Dat Jozef leve! Desteunvan \'s grijsaards deugd. Wel hun! die hem beminnen, Wel! die zijne liefde winnen ; Zjjri\' hand dient hun het heilgenot der deugd.(6w) 5. Dat Jozef leve! Zoo zingt de hémelling;
Dat Jozef leve! Zoo zingt de sterveling. In "t hemelrijk daar boven, Waar de engelen hem loven, ©edenkt hg steeds den vroomen sterveling (bis). 6. Dat Jozef leve! Deez1 groet zü hem gebracht;
Dat Jozef leve! Als \'t stervensuur mjj wacht. Patroon van 7 zalig sterven, . Laat mjj deez\' troost verwerven-Rjjk raÜ uw hand, als \'t stervensuur mij wacht (bis)
-ocr page 95-
93
No. 28. DE HEILIGE FAMILIE.
1.
(Solo.) U, Joseph, wijd ik mijnen zang, Maria zing ik levenslang; U, dierb\'re Jezus, U veel meer, Loof ik als mijn\' God en Heer.
(Allen.) o Heilig huisgezin!
Daar eer ik Jozef in, Ik eer Maria. Moeder-Maagd, Met het Godd\'ljjk Kind, Dat ons teeder mint, En niets van ons dan liefde vraagt. 2.
f Solo.) Was ooit een huisgezin zóó groot? Zuchtt\' ooit een mensch in dieper\' nood Dan \'t allerheiligste Huisgezin! Daar vindt ik troost bij hjden in.
(Allen.) o Heilig, enz. 3.
(Solo.) Was ooit een huisgezin op aard\',
Zóó heilig, zoo veel achting waard? Ter neer gebogen in het stof, Zing ik dit heilig drietal lof.
(Allen,) o Heilig, enz. 4.
{Sofa) Was ooit op aard\' een huisgezin
Zóó mild, zoo rijk aan menschenmin? Ik werp daarom voor U, o Heer! Mij zelv\' als dankbaar offer neer. Allen.) o Heilig, enz.
-ocr page 96-
94
No 3 DE VREDE ZIJ MET ONS ALLEN.
Vreedzaam wandelt ster bij ster, Langs den blauwen hemel;
Twist en tweedracht zijn daar ver, Ver het krjjgs-gewemel.
Vreedzaam vloeit het beekje hier
Door de groene dalen, En \'t gesternte blinkt er in
Met zijn gouden stralen.
Aard en hemel roept ons toe: „Menschen, leeft in vrede!
„Och, dat niemand rust en heil „Met den voet vertrede!"
Vreedzaam willen wij dus zjjn
En als broeders leven; Steeds met eendracht vrooljjk zjjn,
Leed aan niemand geven.
Dan zal, als het beekje, hier
Stil ons leven loopen, Tot dat God in \'t sterrenrflk
Ons den hemel open\'!
No 31. KERSTLIED.
© Held\'re nacht! die ver de schoonste dagen In hoogen roem en luister overstraalt,
e Schoone nacht, waar heil en rein behagen Met zoete vreugd in onze harten daalt, (bis.1
-ocr page 97-
95:
Een\' Moeder-Maagd, uit Juda\'s stam verkoren, Vereert ons met een göddehjken schat:
Gods eeuwig Woord, uit haar als mensch geboren. Verschijnt voor ons inDavid\'s oude stad. (bis.)
"Welaan! o Jacob\'s twaalftal geslachten, o Israël, welaan, schep vreugd en moed!
De Heiland, dien uw vad\'ren lang verwachtten, Is opgestaan uit Jesse\'s edel bloed, (bis.)
Maar neen, de held tot Koning ons geschonken Is niet vergund aan Jacob\'s zaad alléén;
Zöó ver, als ooit de zon en sterren blonken, Wordt haast zgn rjjk aan alle volk gemeen-(bis)
9 Vredevorst, o Koning aller vorsten, Dat satan\'s rjjk voor Uw vermogen zwicht.
o Heiland! laat ons hart niet langer dorsten Naar \'t zoet genot van uw genade-licht, (bis.)
e Ja, Gods Zoon, laat de oude boosheid wijken Voor godsdienst en voor ware zaligheid, us staat uw rijk tot heil van alle rjjken En groeit èn bloeit en praalt"in eeuwigheid. —i                       (bis.)
IN\'©. 33. HULDE AAN HET KRUIS.
1. Jezus stierf voor ons, welk een vrind! Is hjj dan onz\' liefde niet waardig?
Meer dan zich heeft hjj ons bemind, \' Daarom stierf hjj zoo bereidvaardig.
Clnïst\'nen, zingt luid hier in Gods huis : Leve Jezus, leve Zijn kruis!
-ocr page 98-
96
2.
Aan dit goddelijk kruis zj\' eer! Sedert Jezus \'t zich heeft verkozen. Is het kruis niet meer, als weleer, Iets dat ons doet huiv\'ren en hlozen. Christ\'nen, enz.
3.
Aan dit goddelijk kruis zij eer! Boom, wiens vrucht, vol zoetheid en sterkte \'t Kwaad verhielp dat \'t menschdom, weleer De eerste vader Adam bewerkte. Christ\'nen enz.
4.
Aan dit goddelijk kruis zij eer! Vruchtbre bron van alle genaden,
Waarin \'t bloed van God onzen Heer, Afwiesch \'s werelds zonden en kwaden» Christ\'nen enz.
5.
Aan dit goddelijk kruis zjj eerl Leerstoel tot beschaming der wijzen,
Waar ik hem zijn\' godd\'lijke leer, Zonder spreken, hoor onderwijzen. Christ\'nen, enz.
6.
Aan dit goddelijk kruis zij eer! \'k Wil de eer aan \'t hout zelf niet betoone»,
Maar \'k aanbid mijn\' Heiland en Heer, Dien ik, op dat kruishout, zie troonen-Christ\'nen, enz.
-ocr page 99-
97
2.
Aan dit goddelijk kruis zij eer! Sedert Jezus \'t Zich heeft verkozen. Is het kruis niet meer, als weleer, Jets dat ons doet huiv\'ren en blozen. Christ\'nen, enz.
3.
Aan dit goddelijk kruis zjj eer! Boom, wiens vrucht, vol zoetheid en sterkte, \'t Kwaad verhielp dat \'t menschdom, weleer, De eerste vader Adam bewerkte. Christ\'nen, enz.
4.
Aan dit goddelijk kruis zij eer! Vrucht"bre bron van alle genaden,
Waarin \'t bloed van God, onzen Heer, Afwiesch \'s werelds zonden en kwaden. Christ\'nen, enz.
5.
Aan dit goddelijk kruis zij eer ! Leerstoel tot beschaming der wijzen, Waar ik Hem Zijn\' godd\'lijke leer, Zonder spreken, hoor onderwijzen. Christ\'nen, enz.
6.
Aan dit goddelijk kruis zij eer! \'k Wil de eer aan \'t hout zelf niet betoonen
Maar \'k aanbid mjjn\' Heiland en Heer, Dien ik, op dat kruishout, zie troonen. Christ\'nen enz.
-ocr page 100-
98
NO 32. PIUS NOMS.
1.
Trio:                 Pius Nonus
Pastor bonus, Verus rex italiae, Fert securus Conflicturus Labarum fiduciae.
Chorus:              Non vastator,
Sed salvator, Pacis est apostolus, Pater regum, Fautor legum» Libertatis angelus.
2.
Trio.                  Terrenarum
Gloriam Vere tu fastigium! Per Mariam, Dei Ariam, Keddidisti gaudium.
Chorus ■■               In serena
Donis plena, Purae fronte Virginis, Pulchram Christi Posuisti Gemmam diadematis-
-ocr page 101-
99
Mus-lied*
l.
Vader Pius,
dien de landaard Koning roemt van Noord tot Zuid. Draagt den waren Eenheidsstandaard Boven \'t hoofd der volken uit.
Allen .         Riet als dwing\'land
rukt hij nader; Vrede en zegen spreidt z{jn hand; Steun der Wetten, Vorsten-Vader, Vryheidsengel over "t land.
2.
Pius! brandpv.nt van de stralen, Aller majesteit en deugd. Door Maria\'s Zegepralen, Hebt gij ons de ziel verheugd.
Allen:         Ja, de Koning-
zelf der glorie Heeft u "t kroonjuweel gehoon. Dat ge, in de ure der Viktorie, Vasthechtte in de Maagdenkroo».
-ocr page 102-
100
3.
Tria:               Crux de Cruce!
Te jctm duce Vacimus victoriam; Sed non nisi Paradisi Vindicamus gloriam.
Choms:           Deus nervus,
Tempus servus uEternae justitise. Spes coelestis! Tu es testis Omnium fiduciae.
\"\"
-ocr page 103-
101
Kruis des kruises! lei de schreden Van ons leger, met Uw hand; \'t Wil, door strpen en gebeden, Naar het Eeuwig Vaderland.
Allen:         Sterke God en
Hemelheere, Die van aarde en tijd gebiedt! Onze hoop en al onze eere Ligt in Christus, elders niet.
oi&siMiSii i®i!mram.
Libellus continens Statuta necnon Indu\'gen. tias. Preces et Cantica ad usum Sodalitatis S. Familise, iteratö preio subjici potest. KüRiEMüNDiB, 24 April 1876.
P. J. H. RUSSEL, Can. et Prof., ad hoc deputatus.
-ocr page 104-
BLADW IJZER.
filadz.
Ja&rschrift...........2
Voorrede ............ 3
§ I. Voorwaarde tot de opneming in de
Aartsbroederschap de H. Familie. 10 § II. Regels en Verordeningen voor de Aartsbroederschap de H.
Familie.......11
Goedkeuring........19
E egels voor den Prefect.... 20 § IV. Beschermheiligen der afdeelingen . 22 § III. Aflaten door Z. H. Pius IX aan de Aartsbroederschap de II. Fa­milie verleend.......23
fcODVRUCHTIGE OEFENINGKJV,
bij ïr« ^xoétvs^m \'m Qéxmk.
I. Plechtige opdracht der nieuwe leden    32
II. Oefeningen voor de bijeenkomst . .    36
III.   Dagelijksche oefeningen voor de leden   45
IV.  Litanie der Allerh. Maagd en Moeder
Gods Maria........46
Litanie van den H. Jozef, bescherm­heilige der katholieke Kerk. . . 49 V. Gebeden voor de afgestorvene leden
der Aartsbroederschap.....53
-ocr page 105-
103
VERZAMELING VAN GEZANGEN.
Bladü.
1.  Laudute pueri. .......    56
2.  Magnificat.........    57
3.  o Groote God........    59
4.  Dat Jezus leev\'.......    60
5.  o Bron van leven .......    62
6.  Welkom gebeeten......    63
7.  Mijn gastmaal is bereid ....    64
8.  Ije God-Mensch woont in mij . .    65 9- Ik heb mijn1 Jezus op mijn lippen    66
10.  Voor Jezus Harte zinge ....    67
11.  Wie kan Uw Hart genaken. . .    68
] 2. o Moeder Gods!.......    70
13.  o Hemels Koningin. .....    72
14.  o Beeld der schoone liefde . • .    75
15.  Maria, wees gegroet . . . • •    76
16.  Ik werp mij met vertrouwen • •    77
17.  Wonderschoon prachtige. . . •    79
18.  U, Zee-Ster, zing ik lof . . . .    81
19.  Laat ons, Moeder van den Heer    82
20-  Maria leev1! wat glans en luister   83
21-  Moeder des Heeren.*k wil Uvereeren   84
22-  Juicht nu blijde, Sion\'s chooren .    85 23, Heuvels, dalen, bosschen, velden    86 24."Maria\'s beeld, te midden. ...    88 25- o Maagd, o schoonheid nooit vol­prezen..........    89
-ocr page 106-
104
Bladz.
N° 26. Dat Jozef leve! vader van Jezus,
onzen Heer........90
27.  Dat Jozef leve! dit is mjjn harte-
kreet.........\'91
28.  U, Jozef, wijd ik nujn zang ... 93
29.  Vreedzaam wandelt ster bjj ster . 94
30.  Kerstlied, o Held\'re nacht ... 94
31.  Hulde aan het Kruis.....95
32.  Pius-Jied..........99
Kerkelijke goedkeuring van dit
handboekje........101