|
* -Il
|
||||||||||||||||
|
Vak 87
|
||||||||||||||||
|
BO-
|
||||||||||||||||
|
NIEUWE NOVENE
|
||||||||||||||||
|
voor de
|
||||||||||||||||
|
iiinsoi ut. KDiiura,
|
||||||||||||||||
|
DOOR
II. J. BI. E vort»,
|
||||||||||||||||
|
m
|
||||||||||||||||
|
•S-nERTOGENBOSCH,
Q. MOSMANS, Groote Markt. |
||||||||||||||||
|
-Km>-
|
||||||||||||||||
|
I
|
|||||||
|
l
|
|||||||
|
J
|
|||||||
|
■<*\\
|
|||||||
|
r*
|
|||||||||||||
|
M2Ï
NIEUWE NOVENE
|
|||||||||||||
|
voor il o
|
|||||||||||||
|
mlt !§♦ S
|
|||||||||||||
|
H. «J. M. £vcrts,
fnstm
|
|||||||||||||
|
S-HERTOGKNBOSCH,
G. MOSMAN S, Gboote Makkt.
|
|||||||||||||
|
} i i
|
|||||||||||||
|
i
|
|||||||||||||
|
IMPRIMATUR.
|
||||||||||
|
Haaren, 83 Februari! 1878.
|
||||||||||
|
J. Cuyten ,
Vries. Sem. Ziir. Cens.
|
||||||||||
|
<8)ubex$,
|
||||||
|
Hebt gij een kind, dat zich voorbereidt tot
zijne eerste H. Communie, gelieft dan deze wen- ken met aandacht te lezen, \'t Geldt niet alleen liet belang van uw kind , maar ook van u zelven. I. Men kan niet klagen, dat de Ouders te
weinig zorg hebben voor de kleeding hunner kin- deren bij de eerste H. Communie. Integendeel, hunne bezorgdheid gaat soms te ver, ook is hunne mcening niet altijd zuiver. Twee zaken behoort gij hier in \'t oog te houden , te weten : dat uw kind gekleed zij naar uwen stand en zedig. En uwe meening 1 Gij begrijpt zeer goed, dat het nieuwe nette kleed der kinderen bij hunne eerste H. Communie tot doel behoort te hebben de vereering van Jems ChrislTm in zijn Allerhei- ligste Sacrament: het is een Bruiloftsklced, maai\' |
||||||
|
i
|
||||||
|
niet om daarmee op eene wereldsche bruiloft te
gaan schitteren, maar om daarmee te verschijnen ter Bruiloft van Jesus Christus , den Bruidegom hunner zielen, en aan zijne goddelijke oogen te behagen. Maar zie, nu komen licht andere be- doelingen deze heilige meening bederven, ja soms gansch overstemmen. Bedenkt het eens, Ouders: mag het uw toeleg zijn uw kind zoo op te schik- ken, om de oogen der mcnschen op uw kind te trekken? Zal uw kind boven andere kinde- ren van zijnen stand moeten uitsteken? Zal het soms moeten wedijveren met kinderen van hooge- ren stand? het van hen moeten winnen? En als uw kind het eens werkelijk van hen won, zou- den de mcnschen u dat tot lof rekenen ? En de goede God? Waar zouden de verdiensten van uwe vele zorgen en opofferingen blijven? Zou Jesus Christus u niet het verwijt kunnen doen: „ Zie, Ouders, Ik zeg aan uw kind: leer van „ Mij ootmoedig van harte zijn; en gij leert aan „uw kind den hoogmoed, en dat wel op den „dag zijner eerste H. Communie?" Boven alles dan, tracht uwe meening zuiver te houden : alles ter eere van Jesus Christus, die uwe godsdien- stige zorg en uw blijwillig offer, om uw kind |
||||||
|
zuiver en net, maar naar uwen stand en zedig,
Hem alleen ter eer, te kleeden, honderdvoudig zal weten te beloonen. Nog eene waarschuwing. Laat uw kind de
voornaamste kleederen en sieraden, voor de eerste Communie bestemd, dagen te voren op zijn ge- mak bezichtigen, en zegt het, dat gij het juist zoo doet, opdat het bij zijne eerste H. Com- munie er te minder op zou letten. II. Sommige Ouders schijnen te meencn, dat
zij slechts voor de Meeding van hun kind te zor- gen hebben, denkende: de Pastoor zal wel voor al het andere zorgen. Ware deze verkeerde ge- dachte de uwe, \'t zou uw kind tot geen gering nadeel strekken. Alzoo denkende, zoudt ge niet alleen verzuimen tot eene goede voorbereiding van uw kind met den Pastoor mede te werken, maar gij zoudt zelfs, zonder het nogtans te be- doelen, dikwijls eeue goede voorbereiding tegen- werken , en eiken dag, voor een gedeelte ten minste, omverstooten wat de Priester met zoo- veel zorg en moeite heeft opgebouwd. Neen, gij zijt, als de eerste opvoeders van uw kind, in gew.eten voor God verplicht, uw Pastoor in |
||||||
|
— 6 —
|
|||||
|
dat groote, heilige werk, gelijk de eerste Com-
munie vau uw kind is, naar uw vermogen be- hnlpzaam te zijn. Derhalve behoort gij van uw kind alles verwijderd te houden, wat eene goede voorbereiding kan verhinderen, en alles bij te brengen, wat eene goede voorbereiding kan be- vorderen. \'t Is daarom, dat u ernstig wordt aan- bevolcn, met aandacht te lezen den levens- REOEL GEDURENDE DE NOVENE, bladzijde 16.
Daar ziet gij wat uw kind te vermijden en te
onderhouden heeft. Welnu, helpt uw kind in \'t vermijden van wat het te vermijden heeft; ziet toe, dat uw kiud onderhoudt wat het te onderhouden heeft. Spreekt met uw kind dik- wijls over het groote werk, over het groote ge- luk zijner eerste H. Communie. O het woord van Vader en Moeder dringt zoo diep in het kinder- hart! Zoudt ge niet wenschen , dat uw kind eene heilige Communie deed? Ja zeker, ge wenscht dat om uw kind en ook om u zelven. Het geluk van uw kind toch beschouwt ge als uw eigen geluk. Vereenigt dan, Ouders, uwe be- zorgdheid voor het stoffelijk Bruiloftskleed van uw kind met eene ernstige zorg voor het Brui- loftskleed zijner ziel, dat nooit te schoon kan |
|||||
|
wezen. Biedt uwen Pastoor naar uw vermogen
de behulpzame hand : uwe belangstelling en mede- werking zullen hem zijne taak lichter en aauge- namer maken. Gelukkig de Ouders, die met de daad toonen
te begrijpen, dat de lichamelijke voeding en klcc- ding en \'t wetenschappelijk onderwijs en \'t aau- lecren van een ambacht of \'t bekwaam maken voor eene betrekking in de maatschappij het minste deel is der opvoeding, welke zij aau hunne kinderen voor God verplicht zijn te geven. O zeker, geest en hart der kinderen met godsdien- stige begrippen en gevoelens gansch en al te door- trekken , hunne onschuld voor de zonde, voor de verleiding, voor alle gevaren te behoeden, hun van jongs af de beoefening der deugd te leeren, hun christelijke gewoonten te doen aau- nemen: ziedaar het voornaamste gedeelte der groote, verhevene, moeielijke, langdurige , maar ook hoogst verdienstelijke taak, welke aan de Ouders door Gods voorzienigheid is opgedragen. O mocht gij zoo altijd uwc heilige roeping bc- grijpen! Bij de eerste H. Communie van uw kind toont Jesn Christus hoe dierbaar uw kind |
||||
|
in zijne oogen is. Hij is bezorgd voor de toe-
komst van uw kind: Hij wil het versterken te- gen zijue ontwakende driften, Hij wil liet be- waren tegen het bederf der wereld; wat doet Hij ? Als middel geeft Hij aan uw kind zijn god- Mij/,- Lichaam te eten : dat is Hem niet te veel. Hij wil dan wel allerduidelijkst het geluk, de zaligheid van uw kind. O als gij uw best doet, om den goeden Jesus in zijne liefderijke inzich- ten over uw kind te ondersteunen, als gij Hem ijverig bijstaat in zijn vurig verlangen, om uw kind zalig te maken; — dan zal Hij u eenmaal, reeds voor die trouwe medewerking, zijn schoo- nen hemel schenken, om u daar te zamen met uw kind voor alle eeuwigheid in het hoogste geluk te verecuigen. Moge het zoo geschieden! Leest dau uu aandachtig den Levensregel
gedurende de Novene bladzijde 16. |
||||||
|
EEN WOORD
|
|||||||
|
TOT I>E GELUKKIGE KINDEKEN ,
VOOR WIE DIT BOEKJE BESTEMD 18. |
|||||||
|
elukkig heet ik u, Kinderen, dewijl uw
God en Verlosser u geroepen heeft, om weldra aan te zitten aan het goddelijke Feestmaal, dat zijne liefde voor u heeft aangerecht. De groote dag nadert, dat Jesns Christus u zal spijzen met zijn goddelijk Lichaam en Bloed. De dag uwer eerste Communie zal de schoonste, de gelukkigste dag uws levens zijn, als uwe eerste Communie eene heilige commu- mie zal wezen. Heilig zal uwe Communie zijn, wanneer eene goede Biecht zal voorafgaan, en goed uwe Biecht, wanneer gij uw best zult doen, om u daartoe voor te bereiden. Gij begrijpt der- halve , dat het groote geluk een er eerste heilige Communie afhangt van de wijze, waarop de laatste dagen vóór die allerverhevenste handeling *
|
|||||||
|
— 10 —
|
|||||
|
worden doorgebracht. Het is daarom een loffe-
lijk gebruik, gedurende de negen dagen, onmid- dellijk de eerste Communie voorafgaande, zich zoo weinig mogelijk met wercldsche zaken in te laten, terwijl men de beste pogingen aanwendt, om geest en hart bezig te honden met het groote werk, dat men voor het heil zijner onsterfelijke ziel te verrichten heeft. Het hoofdvereischte, men zou kunnen zeggen,
het eenige vereischte eener goede voorbereiding is een goede wil. Zoo gij slechts den oprech- ten wil hebt van ecne heilige Communie te doen, dan behoeft ge niet te vreezen: uwe Communie zal heilig zijn. Maar hoc zult gij dien goeden wil nu toonen ?
De H. Paulus, op den weg naar Damascus door Jesns Christus wonderdadig bekeerd, vroeg Hem: „ Heer ! wat toilt Gij, dat ik doe f" Wat antwoordde de Zaligmaker? Jcsus zond Paulus naar de Stad tot een zijner leerlingen , met name Anauias : deze zoude hem zeggen, wat hij te doen had. Zoo ook, met een heilig verlangen bezield om eene waardige Communie te doen, vraagt gij uwen minnelijken Zaligmaker: Heer, wal wilt Gij, dal ik doe? En Jcsus zendt u tot zijn Priester: deze |
|||||
|
— 11 —
|
|||||
|
is uw Anauias, die u alles zeggen zal, wat gij
te doen hebt. Geeft u geheel en al in zijne han- den over; luistert naar hem met de eerbicdigste aandacht; wat hij u voorschrijft, beschouwt dat als den wil van Jcsus Christus; wat hij verlangt, ziet dat aan als het verlangen van uwen min- nelijken Zaligmaker. Daarom, doet gij uw best, om alles op zijn tijd nauwkeurig te volbrengen wat de Priester u voorschrijft, dan volbrengt gij den wil van Jesus Christus, en gij kunt het vol- komenst vertrouwen hebben, dat het onwaar- deerbaar geluk cener waardige Communie u zal ten deel vallen. Waartoe moet dan dit Boekje dienen? Dit
Boekje wenscht gedurende de laatste negen dagen vóór uwe H. Communie in uwc handen te zijn. als een getrouwe vriend; niet om den Priester, die u voorbereidt, te vervangen (neen, de Piïcs- ster is de Man Gods, door Jesus Christus ge- steld om u tot uwe eerste Communie waardig voor te bereiden; hij kau door geen boeken, ook niet door andere menschen vervangen worden, zelfs niet door Vader of Moeder, ofschoon dezer medewerking wordt vercischt); maar dit Boekje verlangt alleen deze dagen den Priester het werk |
|||||
|
— 12 —
gemakkelijker te maken:— om dikwijls, als de
Priester niet bij u zal zijn, u te herinneren en u te helpen doen, wat hij n heeft aanbevolen. De Priester zal u zeggen hoc gij u deze dagen te gedragen hebt; maar gij kunt dat licht ver- getcn: welnu in den Levensregel bladz. 16 zult gij vinden wat ge te vermijden en wat ge te onderhouden hebt. De Priester zal u zeggen, dat gij veel, zeer veel deze dagen moet bidden, wijl gij zonder de genade van God geene heilige Communie doen kunt; dat het u betaamt dage- lijks de H. Mis bij te wonen, vóór uwe Biecht meer dan eens de oefening van den H. Kruis- wcg te doen, als de schoonste voorbereiding voor een goed berouw: — welnu, dit Boekje zal u helpen bidden \'s morgens en \'s avonds en door den dag; vooral zal het u in de II. Mis goede gedachten ingeven, op den II. Kruisweg u ver- gezellen, en u van dienst zijn bij uwe H. Biecht. (Wat ge op den dag uwer eerste II. Communie en \'s avonds te voren te doen hebt, zult ge vinden in een ander Boekje: De groote dag EN ZIJN VOORAVOND.)
Vergeet het niet, dat gij deze dagen overal
de oogen op u trekt van God, van de Engelen |
||||
|
— 13 —
|
|||||
|
en van de menschen. Zij vestigen de oogen op
u, niet alleen om te zien hoe gij u gedraagt ge- durende deze dagen van voorbereiding; maar vooral om u in uwe voorbereiding te helpen, opdat gij toch eene waardige Communie doen zoudt. God, uw Vader in den Hemel, is eiken dag en elk oogenblik van den dag bereid u met zijne genade bij te staan. Jesus Christus, uw God, uw Verlosser, uw Bruidegom, denkt in zijn H. Sacrament onophoudelijk aan u; van uit zijn Ta- bernakel ziet Hij u en hoort Hij u overal, in de Kerk en buiten de Kerk, om u te helpen in alles, wat gij doen zult om uw hart tot zijne ont- vangst voor te bereiden. De allerheiligste Maagd Maria, uwe Moeder in den Hemel, zal zooveel voor u doen, om haar kind gelukkig te maken. Uwc heilige Engelen zullen u goede gedachten ingeven, uwen ijver gedurig opwekken en uwe gebeden bij God ondersteunen. Uwe Dooppatro- nen en de Patroon der Parochie zullen nu vooral tooncn, dat uw geluk hun ter harte gaat. Uwe goede Ouders, die zoo vurig wenschen u geluk- kig te zien, zullen u in alles behulpzaam zyn. Uwe Broeders en Zusters, uwc vele vrienden zullen voor u bidden. De Priester zal alle da- |
|||||
|
— 14 —
|
|||||
|
gen met u bezig zijn, om u te helpen den tem-
pel uwer ziel zuiveren en versieren voor de komst van uwen goddclijkcn Verlosser. Door zijne on- derrichtingen, zijne opwekkingen, zijne verina- ningen, zelfs door zijne berispingen en bestraf- fingen, zal hij niets anders beoogeu dan uw ge- luk. Zoo ziet ge, dat, om zoo te spreken, he- mel en aarde in de weer zijn, om u het geluk van eene heilige Communie te verzekeren. O wat een vertrouwen, wat een moed boezemt deze ge- dachte in ! Daarom dan ook , Kinderen , met een groot hart begonnen en volgehouden! Ver- drijft alle kleinmoedigheid, alle neerslachtigheid. Is uw wil goed, hebt dan geene vrees, dat gij eene onwaardige Communie doen zult. Weest op- geruimd, maar zonder luidruchtigheid. Verblijdt n reeds in het vooruitzicht van het geluk cener heilige Communie, maar „ verblijdt u in den Heer; „ moe zedigheid blijke voor alle menschen; de Heer „ is nabij /" Kinderen, hoc meer gij uw best zult doen,
hoe meer de zoete Jcsus over u tevreden zal wezen, hoe gelukkiger gij u zult gevoelen. Denkt dat eiken dag uw minnelijke Jesus u zal vra- gen: Mijn kind, geef Mij nw hart. O mocht ge |
|||||
|
— 15 —
|
|||||||||
|
dan ook in waarheid antwoorden: Zie, Heer, mijn
hart is bereid. Dan kunt gij verzekerd zijn, u- wen goddelijkcn Zaligmaker bij uwe eerste Com- munie op ecne waardige wijze te ontvangen. Gij zult gelukkig zijn, en door uw geluk zult gij hemel en aarde verblijden. |
|||||||||
|
iflnofn tit gtöankt jij is allen tijö
trrt jjnn.qljfilig rn gnöötlijk ^arranttirt! |
|||||||||
|
* Kinderen, vooraan in dit Boekje staat iets voor uwe
Ouders. Als ge denkt, dat Vader of Moeder het niet hebben gezien, toont het hun dan, zeggende: Vader, Moeder, zie kier staat iets voor n te lezen. |
|||||||||
|
LEVENSREGEL
|
||||
|
gedurende de Novene.
(Te lezen voor de Hovene
geheel en al; en onder de Novene no en dan bij gedeelten,) 1. Zorg, dat op uwe slaapkamer wijwater noch
Kruisbeeld ontbreken. Het uur van opstaan zij bepaald met goedvinden uwer Ouders. Wordt gij gewekt, sta aanstonds op, en verbeeld u, dat God zelf u roept. Maak het Kruisteeken met wij- water , en zeg tot God: Zie, Heer, hier ben ik; Oij hebt mij immers yeroepen. Neem in het aan- kleedcn de grootste zedigheid in acht, denken- de, dat God en uw heilige Engel al uwe be- wegingen zien. Onder het aankleeden bid alzoo: O mijn God, kleed mijne del met liet Meed uwer god- delijke genade. Maak mij een schoon Bruiloftskleed gereed voor den dag mijner II. Communie. Onder liet wasschen: O mijn God, wasch mijne del van de zonde; maak mijne ziel witter dan sneeuw. Daar- na knielt ge neer voor liet Kruisbeeld eu doet ge uw Morgengebed. |
||||
|
— 17 —
|
|||||
|
2. Deze dagen moet ge \'t liefst zijn in de
Kerk en te huis, weinig op straat. Uw omgang moet zijn met uwe Ouders en andere huisgenoo- ten, met de kinderen, die uw geluk declen, en met den Priester, die u voor uwe Communie voor- bereidt. Met andere menschen of kinderen gaat ge niet meer om dan noodig is. Houd u afsof ge deze dagen met de wereld niets te maken hadt. Vermijd op straat, gelijk overal, alle ruwheid en woestheid. Ga bedaard en zedig, zonder u op te houden, naar de Kerk, en evenzoo van de Kerk naar huis. 3. Zorg steeds bijtijds in de Kerk te zijn voor
de onderrichting van den Priester en voor de H. Mis en andere oefeningen. In de Kerk ko- mendc, maak een Kruis met wijwater, en zeg, het hoofd buigende naar het H. Tabernakel: Geloofd en gedankt zij te allen tijd het hoogheilig en goddelijk Sacrament! Begeef u zedig naar uwe plaats. Vergeet nooit den hoogen eerbied, aan het aanbiddelijk Sacrament verschuldigd, en voor- al deze dagen niet, nu ge u tot het ontvangen van dat groote Geheim voorbereidt. Moet ge nu door oneerbiedighcden uwen minnelijken Jcsus bedroeven of zijne liefde door uwen eerbied tracb- ten waardig te worden ? Denk het dikwijls, dat eene menigte van Engelen het Altaar met den diepsten eerbied omzweven. Deze gedachte zal u al- tijd met eerbied bezielen, als gij u daar zoo dicht bij Jesus in zijn aanbiddelijk Sacrament bevindt. |
|||||
|
— 18 —
|
|||||
|
4. Den Priester, die u voorbereidt, moet gij
als uw grootsten vriend beschouwen. Zijn gezel- schap moet u deze dagen het aangenaamste zijn. Schenk hem geheel uw vertrouwen en uwe liefde. Eerbiedig hem als ware hij Jesus Christus zelf. Zijn woord zij u het woord van Jesus, zijn wil de wil van Jesus, zijn verlangen het verlangen van Jesus. Luister naar hem met aandacht, doe alles nauwkeurig eu met liefde wat hij u zeggen zal. Tevredenheid over u zelven, gerustheid des gemoeds, de zekerheid van eenc waardige Com- munic , dat alles zal het loon uwer godsdien- stige gehoorzaamheid zijn. 5. Veel en vurig moet er gebeden worden.
Het gebed is het middel om van den goeden God alles te verkrijgen. Behalve uw Morgen- en Avondgebed zult ge eiken dag de II. Mis bij- wonen en een Rozenhoedje bidden. Vóór nwe H. Biecht zult ge ten minste tweemaal de oefening van den H. Kruisweg verrichten. C. Het spreekt van zelf, dat deze dagen alle
kwaad, ook het minste , met de meeste zorg moet vermeden worden; bijv. alle ongehoorzaam- heid, alle leugentaal, alle onmatigheid, alle twist en gramschap, enz. 7. Spelen is deze dagen niet verboden; maar
vermijd alle ruwe on zeer vermoeiende spelen, ook die spelen , waarbij licht cenige twist of krakeel te vreezen is. Speel met uwe broertjes of zusjes, of met die kinderen , welke met u |
|||||
|
— 19 —
|
|||||
|
hunne eerste Communie doen, en , gelijk altijd
betamelijk is, jongens met jongens, meisjes met meisjes. Uwe godsdienstige oefeningen mogen zeker door het spel niet lijden; integendeel het spel moet eene uitspanning zijn , die den geest, in plaats van te verstrooien, bereid maakt, om beter de volgende godvruchtige oefening te doen. 8. Uwe goede Ouders zullen zorgen, dat gij
op het groote li\'eest uwer eerste 11. Communie naar uwen staat netjes gekleed zijt. Bemoei u niet met die zaken , dan zooverre het noodig zal wezen. Vraag er niet naar , en spreek er niet met anderen over. Toon, dat gij te zorgen hebt voor een gansch ander kleed, namelijk het Bruiloftskleed uwer ziel, waarmede gij op het groote Bruiloftsfeest uwen hemclschen Bruidegom hoopt te behagen, die het minst letten zal op de kleedereii en sieraden des lichaams , maar het meest op het nieuwe kleed , dat uwc ziel zal dragen. O zorg er voor, dat dit kleed toch zui- ver en schoon zij : te schoon kan het niet wezen. 9. Des avonds op een gepast uur, door uwc
Ouders bepaald, zult ge , zonder de minste tc- genspraak, u naar uw slaapvertrek begeven, na uwc Ouders eerbiedig een goeden nacht te heb- ben gewenscht. Op uwc slaapkamer gekomen, doet ge uw Avondgebed voor het Kruisbeeld, als ge het niet reeds gedaan hebt. Daarna ont- kleedt ge u zelvcn met de grootste zedigheid in tegenwoordigheid van God en van uwen H. |
|||||
|
— 20 —
|
||||||||
|
Engel, biddende: O mijn God, help mij deze da-
gen den ouden mensen afleggen, al mijne zonden, al mijne verkeerde gewoonten. Help mij den niea- wen menach aantrekken, alle deugden, die U he- haaglijk zijn. Alvorens in bed te gaan , neemt ge wijwater, maak daarmee liet gewone Kruis- teeken over u zelven , en besproei verder met wijwater uwe legerstede ook bij wijze van Kruis. Ga zedig in bed , en leg u zedig neer op de rechterzijde, met de armen gekruist over de borst. Verbeeld u , dat Jesus, Maria en Joseph aan liet voeteneinde staan, uw Bewaarengel aan het hoofdeinde, uw Dooppatroon aan de rechterzijde en de Kerkpatroon aan de linkerzijde. Met de gedachte, dat zoovele machtige Beschermers over n waken, zult gij gerust inslapen. Wordt ge des nachts wakker, beveel uw lichaam en uwe ziel opnieuw aan de heilige wacht rondom uw bed , om, door hen geholpen, den slaap te hervatten. |
||||||||
|
MORGENGEBED.
|
||||||||
|
Behoorlijk gekleed en gereinigd, knielt ge voor het Kruis-
beeld neder, om uw gewoon Morgengebed te doen. Voeg daarbij het volgende. Met een erkentelijk gemoed , hemclsche Vader,
begroet ik blijde dezen dag, welke mij een dag naderbrengt tot het groote Bruiloftsfeest mijner |
||||||||
|
— 21 —
|
|||||
|
eerste Communie; moge mijn hart, geholpen door
uwe genade, ook met dezen dag eene schrede naderkomen tot die zalige gesteltenis , welke Gij in mij verlangt. Ik neem voor, o lieve Heer, vandaag zoo
stipt mogelijk uwen heiligen wil te volbrengen. Ik zal zorgen bijtijds in de onderrichting of oefening en in de H. Mis tegenwoordig te zij n. Met eerbied en aandacht zal ik naar den Prics- tcr , uw plaatsbekleeder, luisteren en zijnen raad volgen. Ik zal mijn best doen om veel en vurig te bidden. Ik hoop U vandaag door niets te be- droeven. Vandaag gcene ongehoorzaamheid, gecne leugentaal, geene onmatigheid, geen twist of gramschap. Zelfs alle luidruchtigheid en ruwheid in het spelen wil ik vermijden, en mij buitens- huis verwijderd houden van die kinderen, welke hunne eerste Communie met mij niet doen ; om in mij den geest van ingetogenheid en godvruchig- heid, zoo noodzakelijk voor eene goede voorberei- ding, te bewaren. O barmhartige God, herinner mij steeds aan deze goede voornemens, en help mijne zwakheid, opdat ik tot uwe eer en mijn geluk daaraan getrouw blijve. Amen. Geloofd en gedankt zij te allen tijd het hoog-
heilig en goddelijk Sacrament! O zoet Hart van Jesus, maak, dat ik U meer
en meer beminnc. H. Bewaarengel en H. Dooppatroon, gelieft
|
|||||
|
22 —
|
||||||||
|
voor mij te bidden en mij te helpen in mijne
voorbereiding. II. Patroon dezer Gemeente, o bid voor mij
en voor al de kinderen , die met mij hunne eerste H. Communie zullen doen. Jesus, Maria , Joseph , in uwe handen bevelen
wij ons vandaag , beschermt ons tegen alle kwaad en wekt ons op tot het goede, opdat wij met uwe hulp ons waardig voorbereiden tot onze eerste H. Communie. Amen. |
||||||||
|
AVONDGEBED.
|
||||||||
|
Bij iict gewone Avondgebed voegt men het volgende.
O mijn God, mijn Schepper eu mijn Vcrlos-
scr, ik dank U, dat Gij mij geschapen hebt naar uw beeld, geschapen voor den hemel. Ik dank U, dat Gij voor mij zijt mensch gewor- den en gestorven. Ik dank U voor de instelling van uw allerheiligste Sacrament. Ik dank U voor al de weldaden, welke ik vandaag van uwe goed- heid heb ontvangen. Maar hoe heb ik aan zoo- veel liefde beantwoord ? OH. Geest , verlicht mijn verstand, om mijne fouten te mogen ken- nen; raak mijn hart, opdat ik ze oprecht beweene. |
||||||||
|
23 —
|
|||||
|
Gewetensonderzoek.
Heb ik mij niets te verwijten wegens het opstaan dezen
morgen? Ben ik niet traag geweest? Heb ik bij liet opstaan en aankleeden aan God en mijn Engel gedaciit ? Heeft er iets aan mijn Morgengebed ontbroken ?
Ben ik te laat gekomen in de onderrichting, in de H. Wis?
Hoe heb ik mij in de Kerk gedragen ? Heb ik mijne oefeningen op den dag verzuimd, of zonder
goeden wil gedaan ? Ben ik ongehoorzaam geweest ? onmatig of snoepachtig ?
te luidruchtig in mijne blijdschap? heb ik te ruw gespeeld? Hoe heb ik mij jegens de andere kinderen gedragen ? heb
ik hen beleedigd ? hen ontsticht door mijne woorden, door mijn slecht voorbeeld ? Heb ik ook eenig ander kwaad of ongetrouwheid tegen
den goeden God begaan ? Oefening van berouw.
O barmhartige Jesus, hoe dikwijls vergeet ik
het, dat ik mij voorbereid voor mijne eersle II. Communie ! Dezen dag wederom hocvele- onnauw- keurighcden, hocvele fouten! Had ik niet meer ijver kunnen toonen? vuriger kunnen bidden? O minnelijke Zaligmaker, ik vraag U ootmoedig om vergeving. Ik betreur, dat ik zoo ondank- baar ben, U zoo weinig liefde toon. Vergeef mij dat alles volgens uwe barmhartigheid. Ik maak het vaste voornemen den dag van morgen met uwc goddelijke hulp beter te besteden, meer op mij zelven te letten, mij meer geweld aan te doen, en dat alles ter liefde van U, o zoete Jcsus, en om het geluk eener waardige Communie. Amen. |
|||||
|
— 24 —
Geloofd en gedankt zij te allen tijd het hoog-
hcilig en goddelijk Sacrament ! O zoet Hart van Jcsus, maak, dat ik U meer
en meer bcminne. H. Bewaarengel en II. Dooppatroon, waakt
over mij, opdat ik veilig slape. II. Patroon dezer Gemeente, bid voor mij en
voor al do kinderen, die met mij hunne eerste H. Communie zullen doen. Bescherm en bewaar dezen nacht onze zielen en lichamen. Jesus, Maria, Joscph ! ik geef U mijn hart
en mijne ziel. Jesus, Maria, Joseph ! staat mij bij in mij-
non doodstrijd. Jesus, Maria, Joseph! dat mijne ziel na mij-
nen dood bij U in vrede ruste. Amen. Vergeet niet in acht te nemen, wat de Levcuaregel (n\\u\\\\-
mot 9) bij het slapen gaan voorschrijft. |
|||||||
|
GEBEDEN ONDER DE H. MIS.
|
|||||||
|
Voorbereiding.
O groote God, mijn Vader in den hemel,ik ga
U met den Priester het onbevlekte Offer van het Lichaam en Bloed van uwen goddclijken Zoon, onder de gedaante van brood en wijn, opdra- |
|||||||
|
— 25 —
|
|||||
|
gen, om uwc onbeperkte heerschappij over
mij en al het geschapene te erkennen ; om U te danken voor de weldaad der Schepping en der Verlossing; om U voldoening aan te bieden voor al mijne zonden en schulden; om uwen zc- gen af te smecken over mij en allen die mij dierbaar zijn. O barmhartige God, door de ver- diensten van .dit II. Misoffer, schenk mij de gc- nade van cene waardige Communie. H. Maria, H. Joseph, H. Bewaarengel, I!.
Dooppatroon, 11. Patroon dezer Kerk, helpt mij deze II. Mis godvruchtig bijwonen. Van het begin der H. Mis tot het
Kyrie eleïson. OEFENING VAN BEROUW.
O oneindig heilige God, wanneer ik gedenk,
dat ik mij hier bevind voor uw heilig Altaar, voor den troon uwer aanbiddelijke Majesteit dan gevoel ik mij met diep ontzag, met cene grootc vrees vervuld. Van schaamte moet ik met den Priester het hoofd buigen en rouwmoedig op mijne borst slaan; want \'t is mijne schuld, mijne schuld, mijne allergrootste schuld, dat ik U zoo dikwijls bclecdigd heb. Ja, ik belijd het voor U, almachtige God, dat ik, nog zoo jong, he- laas reeds veel kwaad voor uwe oogen bedreven heb; ik belijd het voor de H. Maagd Maria en voor het gansche hemclsche Hof; ik zal het met 2
|
|||||
|
— 26 —
|
|||||
|
alle oprechtheid ook belijden voor uwen Pries-
tcr in het II. Sacrament der Biecht, vast ver- trouwende, dat Gij, barmhartige God, al mijne ongerechtigheden zult vergeven. Intussehcn smeek ik U de genade van mijne zonden wel te ken- nen.de genade van ze met een oprecht berouw te verfoeien en met alle rechtzinnigheid te be- lijdcD. Geef ook dezelfde genade, barmhartige God, aan al de kinderen , die zich met mij voor- bereiden tot hunne eerste II. Communie. Bij het Gloria in excelsis.
OEFENING VAN AANBIDDING.
Glorie in de hoogste hemelen aan God, en
op aarde vrede aan de menschen van zijne goed- willigheid!— Ja, cere, eeuwige eereU.groote God in den hemel voor uwe barmhartigheid en liefde jegens ons kinderen ! Wij prijzen U, wij loven U, wij aanbidden U, wij danken U voor al uwe weldaden. Van ons II. Doopsel af tot nu toe, hocvclc malen hebben wij uwc goedwillig- hcid mogen ondervinden! Jcsus Christus, Zoon des Vaders, onze God, onze; Heer, onze Ver- losser ! wat gaat uwe liefde voor ons doen ? Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, Gij gaat onze zonden wegnemen ! Goddelijk Paasch- lam , Gij gaat U aan onze ziel tot spijs geven ! Ja, U moeten wij loven en prijzen met den Vader en den II. Geest in de eeuwen der eeuwen. Amen. |
|||||
|
— 27 —
|
|||||
|
Van het Gloria tot het einde \'
van het Evangelie. OEFENING VAN GELOOF.
Ik geloof, dat Jesus Christus wezenlijk gc-
beel en al tegenwoordig is in het allerheiligste Sacrament; ik geloof, dat zijn goddelijk Lich- nam en Bloed in de H. Mis als een waarach- tig Sacrificie aan God wordt opgedragen; ik gc- loof, dat de Priester de macht heeft, om door de heilige woorden der Consecratie brood en wijn te veranderen in het Lichaam en Bloed van Je- sus Christus , gelijk hij ook de macht heeft om de zonden in het H. Sacrament der Biecht we- zenlijk te vergeven. Dat alles.geloof ik, o mijn God, zonder den minsten twijfel, omdat Gij de eeuwige waarheid zijt, die dat alles hebt ge- openbaard. Deze waarheden van mijn heilig Geloof zijn
deze dagen mijn troost en mijn geluk. Ik heb gezondigd ; maar mijne zouden zult Gij, mjju God , volgens uwe barmhartigheid vergeven door het H. Sacrament der Biecht. Ik heb het kleed mijns Doopsels bevlekt; Gij zult het afwasscheu in het Bloed, dat, eens aan het Kruis gestort, nog dagelijks voor het heil der wereld op het Altaar vloeit. Ik beu zwak en ellendig, ik ver- keer in eenc wereld vol besmetting ; maar Gij, mijn liefderyke Verlosser, zult mij spijzigen met |
|||||
|
— 28 —
|
|||||
|
uw goddelijk Lichaam on Bloed, om mij tegen
de besmetting te bewaren en mij op den weg naar den hemel kracht en moed in te storten. Na het Evangelie tot het einde der
Prefatie of Sanctns. OEFENING VAN DANKBAARHEID.
Ja, \'t is wel billijk en rechtvaardig, dat wij
U , heilige, almachtige en eeuwige God, altijd en overal loven en danken; omdat uw Zoon, Jesus Christus, door de instelling van het H. Sacrament der Biecht ons zulk een gemakkelijk middel heeft aangeboden , om ons na de zonde met U te verzoenen; omdat Hij door de instel- ling van het allerheiligste Sacrament des Al- taars altijd in ons midden wil wonen , ons eene onbevlekte en altijd U behaaglijke Offerande heeft achtergelaten , en ons eene goddelijke Spij- ze voor onze zielen heeft geschonken. Gij biedt ons vergiffenis van onze zonden: o barmhartige God, wij danken U daarvoor duizendmaal. Gij noodigt ons tot het Gastmaal der Engelen, om ons te voeden met het goddelijk Lichaam en Bloed van uw ecniggeborcu Zoon: o liefderijke God, hoe zullen wij U daarvoor genoeg kunnen dan- ken. Daarom vereenigen wij onze zwakke stern- men met de lofzangen der hemelsehc Geesten, die U onophoudelijk toezingen: |
|||||
|
— 29
|
|||||
|
Heilig, Heilig, Heilig is de Heer God der
Heerscharen. Hemel en aarde zijn vervuld van uwe heerlijkheid. Glorie den Vader, Glorie den Zoon, Glorie
den H. Geest! Geloofd zij Jesus Christus!
Geloofd en gedankt zij te allen tijd het hoog-
heilig en goddelijk Sacrament! Voorbereiding tot de H. Consecratie.
Aanstonds zal de II. Consecratie plaats hebben: korte,
maar de heiligste en kostelijkste oogenblikken van den dag. Gedurende de II. Consecratie leest men niet; men sluit zijn Hoekje en het hoofd met den diepsten eerbied buigende, denkt men , dat de hemel opengaat, en Jesus Christus in per- soon, inet zijn Lichaam en Bloed, omgeven door zijne £n- gelen , op het Altaar in de handen des Priesters neerkomt. Bij de opheffing is men gewoon een Kruis te maken: denk daarbij, dat de Priester opheft hetzelfde Lichaam, dat aan het Kruis gehangen heeft, hetzelfde Bloed, dat aan het Kruis gestort is; en daarom zeg bij de eerste opheffing: Heilig Lichaam van Jesus Christus, voor mij aan hel Kruis
gehecht, ik aanbid V hier op het Altaar; Jesus, ik geloof in U, ik hoop op U, ik bemin V. En bij de tweede opheffing:
Heilig Bloed van Jesus Christus, voor mij aan het Kruis
gestort, ik aanbid V hier op het Allaar; kom over mijne stel, goddelijk Bloed van mijn Verlosser. Zoo dun, wanneer het laatste teeken vuur de H. Conse-
cratie gegeven is, sluit men zijn Boekje en wacht men in de eerbicdigste houding en met het levendigste geloof het oo- genblik af, dat den hemel zelven in verrukking brengt. |
|||||
|
— 30 —
|
|||||
|
Na de H. Consecratie.
SMEEKGEBED.
O hcmclsche Vader , zie met welbehagen ne-
der op het Offer van uwen beminden Zoon. Zijn Bloed roept genade voor ons. Ik bid en smeek U om de verdiensten van het aanbiddelijk Lich- aam en Bloed van uwen goddelijken Zoon, hier op het Altaar tegenwoordig: Zegen mij , zegen mijn lichaam en mijne ziel;
geef mij de genade van een goed berouw, van eene rechtzinnige Biecht, van eene waardige Communie. Zegen mijne dierbare Ouders voor hunne goede
zorgen , voor hunne opofferende liefde. Zegen onzen heiligen Vader den Paus, Jcsus\'
Stedehouder; zegen onzen Hoogwaardigen Bis- schop; zegen den beminden Herder dezer Gc- meente. Zegen den Priester, die mij met zooveel zorg
voorbereidt. Zegen mijn Biechtvader; verlicht hem, om
mij wel te kennen en te bestieren. Zegen al de kinderen, die zich met mij voor-
bereiden. Zegen onze weldoeners; zegen onze goede
vrienden, die ons deze dagen met hun gebed bij U te hulp komen. Onze Vader, die in de hemelen.....
|
|||||
|
\\
|
|||||
|
Na het Pater noster.
OEFENING VAN VERLANGEN , OOTMOEDIGHEID
EN VERTROUWEN. O minnelijke Jesns, Gij biedt uw goddelijk
Lichaam en Bloed tot spijs en drank vooi\' onze ziel. Aanstonds zal de Priester U mogen ont- vangen, en zie, ik leef in de blijde verwachting van weldra datzelfde onwaardeerbare geluk te genieten. O zoete Jesus! hoe vurig verlang ik naar dat zalige oogenblik! Maar, mijn liefde- rijke Verlosser, mijn hart is nog niet bereid, ik ben overtuigd van mijne onwaardigheid. En daarom bid ik U, o Lam Gods , dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U mijner: neem al mijne zonden weg door de verdiensten van uw goddelijk Bloed. O Vader, verstoot uw kiud niet, dat van U is afgedwaald; ontvang mij in liefde, ofschoon ik het niet verdien; geef mij den kus des vredes door eene heilige Biecht; kleed mijne arme ziel met het schoone Bruilofts- kleed uwer goddelijke genade, om waardig aan uw allerkostelijkst Feestmaal te mogen aanzitten. DOMINE, NON SUM DIGNUS.
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij komt 011-
dev mijn dak, maar spreek alleen een woord, en mijne ziel zal gezond worden. |
|||||
|
— 32 —
|
|||||
|
Bij de Communie des Priesters.
O zoete Jcsus, ik dank U , dat ik spoedig
U ook zal inogeu outvaugen. Ik verlang vurig U te ontvangen. Ik vertrouw van uwe oneindige barmhartigheid, dat ik U niet onwaardig zal ont- vangen. Ja, barmhartige Jesus, geef mij de ge- nade van cene heilige Communie te mogen doen. 1T. Moeder Gods, H. Joseph, onze HH. En-
gelen , onze IIH. Dooppatroncn, Ii. Patroon dezer Gemeente, gij allen stelt het grootste belang in ons geluk; o verkrijgt voor ons allen de onschat- barc genade van cene waardige Communie. Amen. Dankzegging.
Ik dank U, barmhartige God, voor de grootc
gnnst, dat ik deze H. Mis, het onbloedige Offer van uwen goddclijkcn Zoon, heb mogen bijwo- ncn. Ik dank U voor al de goede gedachten en gevoelens, die Gij in mij hebt opgewekt; ik dank U voor de genade , welke mij door de vcr- dieiistcn van deze vlekkelooze Offerande is toe- gcvlocid.. Help mij vandaag deze genade be- waren en ze tot heil van mijne ziel aanwenden. Dat de genade van deze II. Mis mij den gan- schen dag verlichte en versterke, om met moed en vertrouwen de voorbereiding tot mijne eerste H. Communie voort te zetten. Moge ik, o mijn God en Zaligmaker, U eiken dag meer beha- gen! Amen. |
|||||
|
Bij den zegen des Priesters.
|
|||||||
|
In den Naam des Vaders en des Zoons en
des H. Gcestes. Amen. Zegen mij, almachtige God, gedurende den gansenen dag; zegen den Priester, zegen al degenen, die hier tegenwoor- dig zijn; zegen onze Ouders, weldoeners en vrien- den; zegen de gansche Gemeente; zegen in \'t bijzonder al de kinderen, die zich met mij voor- bercideu tot hunne eerste H. Communie. Geloofd en gedankt zij te allen tijd
het hoogheilig en goddelijk Sacrament! |
|||||||
|
GEBEDEN DOOR DEN DAG.
(Te lezen, als men daartoe gescMklen tijd heeft.)
Tot Jesus Christus. Minnelijke Jesus, mijn God en mijn Verlos-
scr, tot welk een geluk roept Gij mij ? Gij wilt mijne kranke ziel spijzigen met uw goddelijk Lichaam en Bloed! Voorzeker mag ik mij wel eenige dagen voorbereiden, om U, mijn Heer en mijn God, op eenc waardige wijze te ont- a*
|
|||||||
|
vangen. Ik weet dat ik zonder den bijstand
uwer genade in dit verheven werk niet kan sla- geu. Help mij dan ook, zoete Jcsus, door de verdiensten van uw goddelijk Woed. Geef mij een leerzaam hart, om met eerbied en aandacht te luisteren naar de onderrichtingen en raadge- vingen van uwen Dienaar, den Priester, alsof Gij zelf door zijnen mond tot mij spraakt. Ik wil doen, liefderijke Zaligmaker, al wat Gij verlangt, opdat Gij ook doen moogt wat ik ver- lang : mij de genade schenken van eene waar- dige Communie. Ja, zoete Jesus , zuiver mijn hart, versier mijn hart, bereid mijn hart, oui t* waardig te ontvangen. Amen. Tot de H. Maagd Maria.
O H. Moeder van Jesus en ook mijne Moe-
der, uw kind is onder het getal dier gelukki- gen, welke zich voorbereiden tot hunne eerste H. Communie. Ik kom uwe vermogende voor- spraak inroepen , want dit werk gaat boven my- nc krachten. Uw goddelijke Zoon roept mij tot zijne Bruiloft : hoe zal ik er heen gaan? Mijne goede Ouders zorgen voor het Bruiloftskleed mijns lichaams, zorg gij, goede Moeder, voor het Bruiloftskleed mijner ziel. Help mijne ziel zuiveren en versieren, opdat zij haren goddclijkcn Bruidegom op den grooten Bruiloftsdag moge behagen. Bid veel voor my. Aan u kan Jesus |
||||
|
— 35 —
|
|||||
|
niets weigeren; want gij zijt zijne Moeder; —
maar ook kunt gij mij niets weigeren; want ik ben uw kind. Moeder, maak mij gelukkig door uw gebed bij uwen goddclijken Zoon; geheel mijn leven , zal ik u daarvoor dankbaar wezen. Amen. Tot den H. Joseph.
O H. Joseph , Voedstervader van Jesus, Brui-
degom van Maria, ik vereer u als den Patroon der H. Communie. Deuzelfdcn Jesus, dien ik in mijn hart ga ontvangen, hebt gij zoo dik- wijls aan uw hart gedrukt, en o met welk eenc znivere liefde! O ware mijne hart ook zóó zui- ver, brandde het ook zóó van liefde als het uwc! Gij bemindet Jesus en Jesus beminde u: van daar die zoete omhelzingen ! O H. Joseph, leer mij Jesus beminnen; help mij Jesus be- minnen. Herinner mij gedurig aan uwc liefde voor Jesus, opdat ik deze dagen alles doe ter liefde van Jesus. Bid Jesus voor mij , dat Hij in mijn hart zijne liefde storte, dat ik Hem eiken dag meer beminnc, opdat ik Hem bij mijne eerste Communie met de vurigste liefde onihclzc. O dan zal mijn zoete Jesus mij ook omhelzen , en ik zal iets proeven van dat geluk, dat gij zoo dikwijls gesmaakt hebt in de tec- dcre omhelzingen van dienzelfden Jesus. O H. Joseph, help mij door uw voorbeeld en voor- spraak tot dat geluk, het cenigstc wal mijn hart verlangt. Amen. |
|||||
|
— 36 —
|
|||||
|
Tot den H. Bewaarengel.
TI. Engel, mij door God toegezonden reeds
hij mijne geboorte, ik vereer u als mijn men- delijken Beschermer. Gij waart eens de blijde getuige van mijn II. Doopsel, wees nu ook de blijde getuige van mijne eerste II. Commuuie; maar niet getuige alleen, neen, wees ook mijn raadsman, mijn helper bij deze allerheiligste handeling. Ik moet cene woonplaats bereiden, niet voor een mensch, maar voor God zelven. Zuiver moet mijne ziel zijn , en zij was het eens; maar gij weet te goed, o II. Engel, dat mijne ziel niet meer zuiver is. Help mij dan, II. En- gel, mijne ziel zuiveren van de smetten, die haar aankleven; ik wensch ze zóó zuiver te maken als ze was bij mijn H. Doopsel, opdat mijn zoete Jesus, als Hij door de H. Commu- nie voor \'t eerst mijn hart zal binnentreden, er niets in vinde, wat aan zijne heilige oogen kunne mishagen. Amen. Tot den H. Dooppatroon.
O groote Vriend van God, bij mijn H. Doop-
scl ben ik door mijne goede Ouders onder uwe machtige bescherming gesteld, en ten tee- ken dezer plechtige toewijding draag ik sinds dat uur uwen heiligen naam, een naam, die mij 11 il. dankbaarheid voor uwe liefderijke bezorgd- |
|||||
|
— 87 —
|
|||||
|
heid immer dierbaar zal wezen. Ook deze da-
gen verhoop ik veel van n. Mijne eerste Com- munie stel ik met een bijzonder vertrouwen on- der de hoede uwer liefde, opdat mijne Com- munie eene heilige Communie moge zijn. Gij hebt getoond alles te kunnen met de goddelij ke genade, die u versterkte. Moge ik ook met de goddelijke genade ijverig medewerken, opdat ik met Gods bijstand mijne zwakheid, mijne on- wetendheid , mijne verkeerde neigingen overwin- ne. Ja, II. Dooppatroon, leer mij door uw voorbeeld, help mij door uwc voorspraak deze dagen, wat kwaad is, kloek bestrijden, wat goed is, yverig beoefenen, opdat mijne eerste H. Communie de grondslag zij van een Gode behaaglijk leven, dat de belofte heeft van de eeuwige heerlijkheid. Amen. Tot den H. Patroon der Gemeente.
O heldhaftige Strijder van vroegere dagen,
nu gekroond in den hemel met de kroon der overwinning, door Gods goedertieren beschik- king zijt gij gekozen als machtige Beschermer dezer Gemeente. Wil het gedenken: hier wordt uw geheiligde naam op eene bijzondere wyze aangeroepen, hier klinkt voortdurend de lof uwer deugden, hier viert men jaarlijks een blij en plechtig Feest tot hulde uwer heiligheid en tot erkentelijkheid voor uwc liefderijke bescherming. |
|||||
|
— 38 — %
O H. Patroon, als kind dezer Parochie vereer
en bemin ik u dan ook, vooral deze dagen, nu ik meen met een groot vertrouwen, mij tot u te mogen wenden, om uwen machtigen bij - stand af te smeeken. Maar ik bid u niet alleen voor mij , maar ook voor al de kinderen dezer Parochie, die met mij hunne eerste H. Com- munic zullen doen. Ik weet, het geluk van ons allen gaat u ter harte; wees ons aller Bescher- mer; bid veel voor ons , opdat wij allen eene waardige Communie doen mogen. O dat niet een enkele onzer het ongeluk hebbe van eene onwaardige Communie te doen! O machtige en liefderijke Patroon, bewaar ons , help ons, maak al deze kinderen , uwe beschermelingen , geluk- kig; dan maakt gij niet alleen ons, maar ook onze lieve Ouders, maar ook onzen beminden Herder met al onze vrienden gelukkig, welke die groote gunst van uwe liefderijke bescher- ming verwachten. Amen. Gebed voor elkander.
O hcmclsche Vader, het groote Feest, dat
wij, uwc kinderen, door uwc goedheid te za- men gaan vieren, vercenigt onze harten door den nauwstcn band van liefde. Wat ik voor inij zelven wensch, dat wensch ik ook voor al de anderen ; namelijk het geluk eencr heilige Cont- munie. Daarom vraag ik U voor de anderen, |
||||
|
— 39 -
|
|||||
|
zoowel als voor mij, den bijstand uwer genade.
Wat Ge mij geeft, geef dat aan allen, opdat op het groote Feest, \'twelk Gij ons bereidt, wij allen even blijde, even gelukkig mogen wezen. O minnelijke Zaligmaker , door hetzelfde Bloed
hebt Gij ons allen vrijgekocht, en nu noodigt Gij ons allen tot hetzelfde Feestmaal , wij bid- den U, toon ons allen dezelfde barmhartigheid en omhels ons allen in dezelfde liefde. H. Maria, wij vereeren en beminnen u als
onze Moeder, bid voor uwe kinderen , help hen, bereid hen allen tot eene waardige Communie. H. Patroon onzer Gemeente, ons aller geluk
gaat u ter harte, bid voor ons, opdat wij allen eène waardige Communie mogen doen. O HH. Engelen, die onze bewaarders zijt,
uwe beschermelingen zijn vereenigd, om zich voor te bereiden tot hunne eerste H. Commu- nie; o vereenigt u ook, om voor ons allen te bid- den, opdat ons aller Communie heilig zij. Amen. Onze Vader. — Wees gegroet.
God, wees ons allen genadig.
Geloofd en gedankt zij te allen tijd het hoog-
hcilig en goddelijk Sacrament! Bemtrking. Heeft men overvloedigen tijd , dan kan men
nog eene keuze doen uit deze Litanieën: van den H. Geest, van het Allerheiligste Sacrament, van de II. Maagd ; — van den Zoeten Naam, van het Lijden des Hoeren, van het II. Hart van Jesns, van den H. Joseph , van de HH. Engelen. |
|||||
|
— 40 —
|
|||||
|
KRUISWEGOEFENING
als voorbereiding tot eene goede Biecht.
Zorg gedurende de Novene tweemaal ten minste deze oefe-
ning te doen , voordat ge de Absolutie des Priesters ontvangt. Voorbereidend Gebed.
Goddelijke Verlosser, ik aanbid U bier ia uw
allerheiligste Sacrament als denzelfden Jesus, die eenmaal den bloedigen weg des lijdcns zijt opgegaan , beladen met den zwaren Kruisbalk , om, daaraan vastgehecht, al uw Bloed storten- de, in de uiterste pijnen en schande te sterven, te sterven voor my en alle menschen. Minne- lijkc Jesus, ik ga in mijue gedachte dien bloe- digen weg volgen , om uwe goddelijke smarten en uwe onbegrijpelijke liefde te vereeren, en om mij tot een oprecht berouw over mijne zonden op te wekken. Verlicht mijn verstand, opdat ik dui- delijk zien moge wat Gij voor mij en wat ik legen f gedaan heb. Beweeg mijn hart om U te bcmin- nen en mij zelven te verfoeien. Doordring mijne ziel met bet zoete vertrouwen, dat bij U barui- hartigheid en overvloedige verlossing te vinden is. Ik bied U, barmhartige God, deze Kruisweg-
oefening mede tot lafenis der geloovigc zielen in het vagevuur, en \'t is mijne meening do afla- |
|||||
|
— 41 —
|
|||||
|
ten, aan deze oefening verbonden, volgens uwe
barmhartigheid toe te voegen aan al de zielen, welke bij haar leven gewoon waren met de mees- te zorg zich voor te bereiden tot de H. Communie. H. Maagd en Moeder Gods Maria, o hoe dik-
wijls en met welke gevoelens hebt gij den bloe- digen weg gevolgd, waarop uw goddelijke Zoon onder uwe oogen zooveel smarten en schande, en in \'t eind den gruwelijksten dood gevonden heeft. Dien weg wil ik nu ook volgen, maav liefst aan uwe hand geleid. O heilige Moeder, geef mij goede gedachten en zalige gevoelens in , opdat ik met vrucht deze heilige oefening moge doen. O Engel Gods, die mijn bewaarder zijt, aan
wien ik door Gods goedheid ben toevertrouwd, gelief mij te verlichten, te bewaren , te gelei- den en te bestieren. Amen. I. STATIE.
Jesus wordt ten dood veroordeeld.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt. Minnelijke Zaligmaker, ik zie U hier staan
voor de rechtbank van Pilatus als waart Gij een boosdoener; en toch Gij zijt de heilige God, het Lam zonder vlek, dat niet de zonde ge- daan heeft, maar gekomen is, om de zonden der wereld weg te nemen. Gij laat het toe, dat men U tegen alle recht en menschclijkheid ver- |
|||||
|
— 42 —
|
|||||
|
oordeelt, om ons eeu genadig oordeel bij uwen
hemclscheu Vader te verwerven. Gij neemt vrij- willig het vonnis des doods aan, om ons van den eeuwigen dood der hel te bevrijden. Onschuldige Jesus , ik bedank U voor uwe
liefde, en ik verzoek U de genade, dat ik mij deze dagen moge oordeclen, gelijk ik verdien; dat ik al mijne zouden, die ik voor uwe oo- gen gedaan heb , moge kennen , en dat ik ze alle rechtzinnig voor uwen Priester moge belij- den, om door uwe verdiensten volkomen kwijt- schelding daarvan te bekomen. Amen. (*) Onze Vader.— Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
II. STATIE.
Jesus neemt zijn Kruis op.
Wij nanbiddcu en loven IJ, Christus,
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt.
Minnelijke Zaligmaker, Gij neemt vrijwillig het
zware Kruishout op uwe schouders, en met het
Kruis alle boosheden der wereld. De mensch heeft
gezondigd, en Gij, mijn Jesus, draagt de straf, om
(*) Wanneer dn gebeden te lang voorkomen, kan men het
Onze-Vader en Wees-gegroet overslaan. Zij zijn voor den ge- wonen Kruisweg in de Kerk geen vereischte, om de aflaten te verdienen, evenmin als de zes Onze-Vaders en Wees-ge- groete» op het einde. |
|||||
|
— 43 —
|
|||||
|
hem voor de eeuwige straf der hel te bewaren.
Liefderijke Zaligmaker , met uw Kruis hebt
Gij ook mijne zonden op U genomen ; want, hoe jeugdig ik ben, ik heb reeds gezondigd. Door het heilig Doopsel was ik op cenc bijzondere wijze gehouden U boven alles te beminnen, en ik heb zoo dikwijls de geloften mijns Doopsels geschonden. Door de stem van mijn geweten wist ik wat U mishaagde, en ik heb het toch ge- daan; ik wist wat U behaaglijk zou zijn, en ik wilde het niet doen. O mijn God, herinner mij deze dagen al mijne overtredingen; laat mij in- zien hoe ondankbaar, hoe ontrouw, hoe vermetel ik jegens U geweest ben ; laat mij door uwc god- delijke genade de gehcele boosheid mijner zon- den gevoelen, opdat ik ze bewecne en verfocie gelijk zij het verdienen, en het vaste voornemen make U, mijn Heer en mijn God, nooit meer te beleedigen. Amen. Onze Vader. — Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
III. STATIE.
Jestis valt onder het Kruis.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
•Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt. Ach, zoete Jcsus, uitgeput van vermoeienis
|
|||||
|
_ 44 —
|
|||||
|
en pijnen stort Gij neder onder den zwaren
last van uw Kruis. O wat felle smarten kost U die vernederende val! Ik herinner mij, mijn God, dat Gij den eersten mcnscli in het para- dijs hoog hebt verheven, om hem te doen hcer- schen over al het geschapene; Gij hadt hein zelfs eenc plaats bereid in den hemel onder uwe Engelen. Maar de mensch is neergestort van al die grootheid door zijne schuld , door de ovev- treding van uw gebod. De koning der schepping is slaaf geworden des duivels, en heeft helaas! alle inenschen, die na hem zouden komen, in zijn noodlottigen val meegesleept. En Gij nu, mijn God, zijt uit den hemel gedaald, om door uwc boete, door uw heilig lijden den gevallen mensch op te richten. Eeuwige dank, o mijn God, voor uwe liefde ! Allerzoetste Jcsus, in het heilig Doopsel hebt
Gij mij uit de ellende der erfzonde opgeheven; maar ach door mijne schuld, door mijne eigene zoude ben ik opnieuw gevallen. Deze dagen wensch ik, hoop ik uit mijne zonden op te staan; doch ik kan het niet zonder uwc hulp. Help mij dan, lieve Jesus, door de verdiensten van uwen smartelijken val, en ik zal met den ver- lorcn zoon opstaan, tot U gaan en U zeggen: Vader, ik heb tegen den Hemel en tegen U gezondigd; ik verdien niet uw kind genoemd te worden; maar neem mij toch aan in uwe liefde; ik zal U niet meer verlaten. Amen. |
|||||
|
— l.r, _
|
|||||
|
Onze Vader.—Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
IV. STATIE.
Jeans ontmoet zijne Moeder.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt. Droevige ontmoeting! Goddelijk Hart van Je-
sus! allerheiligst Hart van Maria! reine, zoete, elkander zoo teer beminnende Harten! Wie kan het denken, hoeveel Gij geleden hebt bij deze ontmoeting? Zóó groot als uwe liefde tot elkan- der, zóó groot was uw medelijden. En wat was de oorzaak van dat ondenkbaar zieleleed? De zonde. Ach, dan ben ik ook de schuld van al dat lijden! Ach, hoe menigmaal en hoe diep heb ik beide Harten gegriefd! Heilige Harten, wcest mij genadig! Heilige Maagd, in u was nooit eenige zonde,
en toch hebt gij veel geleden. Gij hebt willen deelen in de smarten van uwen goddelijken Zoon, om met Hem te boeten voor de zonden der wereld. Zoo hebt gij dan ook verdiend de Moe- der van alle menschen en de Toevlucht der zondaren te worden. Allerheiligst en onbevlekt Hart van Maria, ik wend mij dan ook tot u met het grootste vertrouwen. Toon, H. Maagd, voond deze dagen, dat gij mijne Moeder zijt, |
|||||
|
_ 46 —
|
|||||
|
en door uwe machtige voorspraak bekeer mijn
zondig hart; verander het, zuiver het, vernieuw het, opdat het bij mijne eerste heilige Communie eene waardige woonplaats zij voor het allerzoetste Hart van uwen en mijnen Jesus. Amen. Onze Vader.—Wees gegroet.
Ontferm U\' onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
V. STATIE.
Simou van Cyrene helpt Jesus zijn Kruis dragen.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt. Minnelijke Zaligmaker, Gij kunt niet langer
uw Kruis dragen, en een vreemdeling wordt gedwongen U te helpen. Uwe voorzienigheid, o mijn God, beschikte dat zoo, om ons te lee- ren, dat, al hebt Gij door uw lijden volkomen voor ons voldaan , wij echter met U en volgens uw voorbeeld ook nog moeten lijden, om aan de vruchten uws lijdens deelachtig te worden. Hebt Gij geboet voor onze zonden, wij moeten ook nog zelven boeten, en \'t is door de onein- digc verdiensten uwer boete, dat onze geringe boete ons de vergiftenis der zonden en de kwijt- schelding der straffen bij uwen hemelschen Va- der kan doen verwerven. Zoete Verlosser, ik heb gezondigd; maar ik
hoop deze dagen op vergiffenis en kwijtsehel- |
|||||
|
— 47 —
|
|||||
|
ding. Ik moet dan ook boete plegen. Gij hebt
zooveel voor mij geleden; ik wil dan ook vol- gaarne iets met U lijden. Alle moeiten en op- offcringen, die tot ecne goede voorbereiding voor mijne eerste H. Communie vercischt wor- den, wil ik U met liefde tot boete voor mijne zonden opdragen. Ik zal dikwijls denken aan den H. Aloysins, die de enkele lichte fouten zijner eerste jeugd zijn geheel leven lang heeft beweend en zoo zwaar geboet. Niets mag mij dan deze dagen te veel zijn; over niets zal ik klagen. Help, o lieve Jesns , mijn geheugen om mijn goed voornemen niet te vergeten, en heilig door uw lijden, al wat ik deze dagen tot boete mijner zonden U opofferen zal. Amen. Onze Vader.—Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God , wees ons , zondaars, genadig.
VI. STATIE.
Veronica zuivert het aangezicht van Jesus.
Wij aanbidden en loven U , Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt. Op het gevaar af van door de ruwe solda-
ten te worden tcruggestooten, bespot en mis- handcld, dringt eene kloeke vrouw, door mede- lijden gedreven, tot U door, o zoete Jesus, om uw van zweet en bloed druipend gelaat met een zuiveren doek af te drogen. Hoe aangenaam |
|||||
|
— 48 —
|
|||||
|
is U deze liefdedienst! Tc midden van uwe smar-
ten vergeet Gij niet haar medelijdend hart te bclooiicn: Gij laat het afdruksel van uw min- nelijk wezen in den doek achter. Gelukkige vrouw, met welk eene zorg hebt gij sedert dien heiligen doek bewaard? Hoe dikwijls, en telkens met welke dankbaarheid en liefde hebt gij de bloedige beeltenis van uwen goddelijken Ver- losser aanschouwd? Het heeft U behaagd, mijn God, uw beeld
in \'s menschen ziel te prenten ; maar de mensen was zoo boos van door de zonde uw beeld te schenden en te bevlekken; en Gij, o minnelijke Jesus, hebt door uw heilig lijden de goddelijke beeltenis in \'s menschen ziel hersteld. Bij mijn heilig doopsel, o hoe schoon was toen uw beeld in mijne ziel; maar sedert heb ik uw beeld in mij weer ontsierd en bevlekt. O zoete Jesus, wasch deze dagen opnieuw mijne ziel in uw goddelijk Bloed, opdat uwe goddelijke beelle- nis rein en schoon als tevoren in mij schit- terc; en verleen mij de genade, om mijne ziel voortaan met meer zorg van de vlekken der zonde te bewaren. Moge ik dikwijls gedenken wat het uwe liefde gekost heeft, om uwe beel- tenis te herstellen. Amen. Onze Vader. — Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
|
|||||
|
— 49
|
|||||
|
VII. STATIE.
Jeaus valt voor de tweede male onder liet Kruis.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt.
O minnelijke Zaligmaker , in welke diepe ver-
nedering aanschouw ik U hier ? Gij stort op- nieuw onder uw Kruis, met het aanschijn ter aarde, machteloos kruipende als een verachtelijk wezen, vertreden onder de voeten der beulen! Moet Gij dan zóó boeten voor \'s menschen trots, die zich stout tegen den Hemel durft verzetten door de zonde? De mensch had verdiend, even als de hoovaardige Engelen , tot het diepst der hel vernederd te worden; maar om hem die eeuwige, allcrvreeselijkste vernedering te sparen, onder- werpt Gij U aan de uiterste verguizingen! O liefderijke Jesus, hoe klein ben ik nog,
en hoeveel trots bezit ik reeds! Ik wil mij bo- ven anderen verheffen; en op hoevelen zie ik met minachting neer! Berisping en bestraffing kan mijn hoogmoed niet verdragen: ik verzet mij tegen mijne kameraden, tegen mijne Ouders en andere Oversten , ik verzet mij zelfs tegen U, mijn God, door niet te willen doen wat uwe heilige wet mij voorschrijft. O zoete Jcsus, ik vraag U vergiffenis voor al het kwaad, dat mijne booze eigenliefde mij heeft ingegeven. ITclp mij 3
|
|||||
|
— 50
|
|||||
|
mijnen hoogmoed bedwingen, vooral deze dagen
mijne eigenliefde overwinnen. Ik ben bereid, om mij zelven door eene rechtzinnige Biecht voor U te vernederen, en alle berispingen, die ik deze dagen, verdiend of onverdiend, zal ont- vangen, tot boete van mijnen hoogmoed en uit liefde voor U geduldig te verdragen. Amen. Onze Vader. — Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars , genadig.
VIII. STATIE.
Jesus troost de weenende vrouwen.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt.
Deze vrouwen, uit innig medelijden met uwe
smarten, weenen over U, minnelijke Jesus, zon- der U geheel te kennen, zonder te weten waar- om Gij zooveel smaad en pijnen te verduren hebt. Die droefheid, die tranen zijn U aange- naam, en Gij kunt die medelijdende schare niet voorbijgaan, zonder haar eenige vriendelijke woor- den toe te spreken. „ Dochters van Jerusalem, weent niet over mij, maar over u zelven en uwc kinderen. Gaat het zóó met het groene hout, wat zal dan met het dorre geschieden?" Ja, mijn zoete Verlosser, lijdt Gij zooveel, die, als het groene hout, vol van goddelijk leven, |
|||||
|
— 51 —
|
|||||
|
vruchten van heiligheid voortbrengt, hoe zal het
dan vergaan met de zondige ziel, die, als het dorre hout, zonder vruchten, zouder leven , dood en afzichtelijk in Gods oogen is? Lijdende Jesus, ik weet wie Gij zijt: — de
Zoon Gods, mijn God en Zaligmaker. Ik weet waarom Gij lijdt: — om de zonden der wereld, ook om mijne zonden. En ik ween niet!... Moet ik dan ongevoelig blijven bij het aanschouwen uwer smarten? Ach, liefderijke Jesus, breek mijn gemoed, stort in mijn hart cene oprechte droef- heid over mijne zonden , die de oorzaak zijn van uwe smarten. Help mij door uwc barmhartigheid, nu deze dagen vooral, mijne zonden bcweencn , voor mijne overtredingen boeten, om de vrcesc- lijke straffen te ontgaan, die ik ^eeds bij uwc goddelijke rechtvaardigheid verdiend heb. Ik ben eeu dor hout: geef mij het leven terug en doe mij vruchten voortbrengen, die U behagen. Amen. Onze Vader. — W ees gegroet. Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons , zondaars, genadig.
IX. STATIE.
Jeans valt voor de derde male onder het Kruis.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt. Zoo stort Gij dan, mijn goede Jesus, voor de derde maal onder den zwaren Kruisboom ter |
|||||
|
— 52
|
|||||
|
aarde neder! Zou het wezen, oin door uwen
herhaalden val op cene bijzondere wijze te boe- ten voor de trouweloosheid van zoovele ondank- baren, die, door uwe liefderijke hulp uit de zonden opgestaan, al te spoedig hunne betui- gingen van trouw en dankbaarheid vergetende, zoo dikwijls in hunne boosheden hervallen? Minnelijke Jesus, ook ik heb zoo dikwijls
mijne goede voornemens vergeten en gebroken. Hoe menigmaal heb ik herhaald, dat ik liever wilde sterven dan U vergrammen ? En niettemin, wat is er gebeurd? Ja, nu zie ik mijne schan- delijke ontrouw jegens U. Voor uwen Priester, als ware het voor uw aanschijn, zal ik al mijne ongetrouwheden bloot leggen, in de zoete hoop, dat Gij door de verdiensten van uw heilig lijden mij die alle zult vergeven. Ik maak nu het vaste besluit, dat ik U nooit meer zal bcleedigen, dat ik liever sterven wil dan U door ecne doodzonde vergrammen. Door uwc genade, allerliefste Jesus, zegen en versterk mijne goede besluiten; help mij ze nooit vergeten en daaraan tot mijnen dood getrouw blijven. Amen. Onze Vader. — Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
|
|||||
|
— 53 —
|
|||||
|
X. STATIE.
Jesus wordt ontkleed en met gal gelaafd.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt. Gansch uitgeput van vermoeienis en pijnen,
zijt Gij eindelijk, mijn minnelijke Zaligmaker, ter strafplaats gekomen. Hier wilt Gij sterven uit liefde voor den mensch: naar deze plaats, naar dit uur hebt Gij gansch uw leven verlangd; en toch, o wat schande en pijnen wachten U hier, mijn zoete Jesus % Eerst proeft Gij een afschu- weiijk bitteren drank tot boete van alle gulzig- heid en onmatigheid in spijs en draiik. Daarna begint men U te ontkleeden, en het onderkleed , dat in dè wreede wonden der geescling is vast- gehecht, trekken de onmenschelijke beulen U uit, over het met doornen gekroonde hoofd heen; ter- wijl Gij van schaamte en smarten als wegzinkt. Zóó dan, allerliefste Jesus, wilt Gij boeten voor alle onzedighcid en onzuiverheid, voor alle zon- den , verboden door het zesde en negende gebod. O minnelijke Jesus, Gij hebt dan ook voor mij geboet: door dien bitteren gal voor mijne gulzigheid, voor mijnen snoeplust. Maar voor- al, wat de zedigheid betreft, hoe dikwijls heb ik vergeten, dat uw heilig oog mij zag, dat een Engel aan mijne zijde stond? Is dat kwaad zóó strafwaardig volgens uw rechtvaardig oordeel, dat |
|||||
|
— 54 —
|
|||||
|
Gij daarvoor zóó zwaar hebt willen boeten? Ik
wil dan ook een deel der verdiende boete dra- geu. Ik wil, wat het ook koste aan mijne eigen- liefde , met rechtzinnigheid aan uwen Priester openbaren al datgene , waarover ik mij nu schaam. Allerzoetste Jesus, ik wil zelfs van die zonden, welke mij het meeste wroeging en schaamte ver- oorzaken , mij het eerst voor uwen 1\'laatsbe- klceder beschuldigen. Help mij, o goede Jesus, door uwe goddelijke genade, dat ik toch niets verzwijge van hetgeen ik meen te moeten biech- tcn. Bewaar mij toch voor het grootste ongeluk wat mij overkomen kau : voor. eene heiligschen- dende Biecht en eene hciligsehcndendc Com- munie. Amen. Onze Vader. — Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
XI. STATIE.
Jesus wordt aan het Kruis genageld.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt.
Daar ligt Gij nu, onbevlekt Lam Gods, op
uw Kruis als op uw Altaar uitgestrekt, om voor de zouden der wereld te gaan sterven. Gij steekt op het bevel der beulen uwe heilige handen en voeten uit, om ze op den Kruisbalk te laten vastnagelen. Gij eerbiedigt in de bevelen der beu- |
|||||
|
—, 55 —
len de beschikking uws Vaders in den hemel,
en zoo zijt Gij dan gehoorzaam tot den dood, ja tot den dood des Kruiscs. Zóó zwaar wilt Gij, mijn goddelijke Verlosser, boeten voor dien geest van weerspannigheid, die reeds in het aardsche paradijs den eersten mensch vervoerde, om het gebod van zijnen Schepper te verachten. Ach, minnelijke Zaligmaker, hoeveel heb ik
my op dat punt te verwijten? Hoc dikwijls heb ik mij weerspannig getoond tegen uwe heilige wet! Hoe dikwijls heb ik mij verzet tegen het gezag diergenen, die hier op aarde uwe plaats bekleeden ? Hoe zal ik tellen al de ongehoor- zaamheden jegens mijne Ouders, aan wie ik na U alles te danken heb? Hoe dikwijls heb ik hen door mijne gedragingen bedroefd? Zoete Jcsus, door de verdiensten van uwe volmaakte gclioor- zaamheid bij uwe pijnlijke kruisiging, smeek ik U vergiffenis van al mijne ongehoorzaamheden, en zegen mijn voornemen van voortaan aan U en aan mijne Ouders en andere Oversten in al- les te gehoorzamen. Amen. Onze Vader.—Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
|
||||
|
56 —
|
|||||
|
XII. STATIE.
Jesus sterft aan liet Kruis.
Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt.
O allerminnclijkste Jesus , daar verheven aan
het Kruis, hangt Gij tusschen hemel en aarde, om God met de menschen te verzoenen. De bit- terste bespottingen, duivelsche godslasteringen folteren uwe ziel;— en uw heilig Lichaam, viin het hoofd tot de voeten, lijdt de ijselijkste pijnen. Het Bloed stroomt uit uwc wonden tot den laat- sten druppel. Gij sterft..... Gij sterft, zoete Verlosser, vrijwillig, uit
liefde voor den mensch! Gij sterft ook voor mij, o allerliefste Jesus, ik aanbid en dank uwe on- eindige liefde!..... Gij sterft, zoete Verlosser, voor de zonden
der wereld! O hoe gruwelijk is de zonde! Ik haat en verfoei ze uit geheel mijn hart!.... Lam Gods, dat de zonden der wereld weg-
neemt, neem al mijne zonden weg! Spaar mij, red mij, ontferm U mijner! Kostbaar Bloed van mijn Verlosser, kom over
mijne ziel! In de heilige Biecht, die ik ga spre- ken, wisch al mijne zonden uit; wasch mij, reinig my van alle smetten der zonde, opdat ik met een engelrein gemoed tot de heilige Tafel moge naderen. Amen. |
|||||
|
— 57 —
|
|||||
|
Onze Vader.—Wees gegroet.
Ontferm ü onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons , zondaars, genadig.
XIII. STATIE.
Het Lichaam van Jesus icordt van het Kruis
afgedaan. Wij aanbidden en loven U, Christus.
Omdat Gij door uw Kruis de wereld verlost hebt.
O heilige Moeder van mijn Jesus, hoe groot
is uwe droefheid ! Het aanbiddelijke Lichaam van uw goddelijken Zoon rust op uwen schoot. Met welk een droevigen oogslag aanschouwt gij het mismaakte, doorwonde, gansch bebloede en he- laas! ontzielde Lichaam van uw beminden Je- sus ! Wij zien , o Moeder van smarten , uwe over- vloedige tranen; maar wie kan zich voorstellen de droefheid, welke uw moederlijk Hart met een zwaard doorboort ? Ach , bedroefde Moeder, wie gevoelt geen mede-
lijden met u ? Welk zondaar kan u aanschou- wen, zonder de zonde te haten en te verfoeien ? O Moeder van smarten , ik heb ook de zonde
gedaan; maar ik wist niet gelijk nu, wat de zonde is. Nu haat ik, nu verfoei ik uit gansch mijn hart al het kwaad, waardoor ik myn God vergramd, mijn Jesus gekruist en uw teeder Hart zoo gegriefd heb. Ouder het Kruis, heilige Moeder Gods, zijt gij ook onze Moeder gewor- |
|||||
|
— 58 —
|
|||||
|
den. Daarom stel ik mij onder uwe moederlijke
bescherming. Verwerf voor mij de genade, dat ik mijne zonden oprecht voor God bewecne. Help mij ecne heilige Biecht spreken, om mij met uwen Jcsus te verzoenen. Amen. Onze Vader.— Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
XIV. STATIE.
Iht Lichaam van Jestis wordt in een nieuw
Draf gelegd. Wij aanbidden en loven U , Christus.
Omdat Gij door uw Kruis do wereld verlost hebt.
Inderdaad, het ontzielde Lichaam van mijn gekruisteii Verlosser wordt begraven.......O mijn
zoete Jesns, deze laatste vernedering hebt Gij
ook nog vrijwillig voor ons ondergaan : Gij laat uw heilig Lichaam in een graf bergen , als ware daarvan, evenals van andere lijken, afzichtelijk- hcid en besmetting te vreezen ! En ach, wat eene smart te meer voor uwe heilige Moeder, nu zij ook nog van dat kostbare pand, het laatste wat haar van U overblijft, uw goddelijk Lichaam moet scheiden !— O Jesus , o Maria , ik verfoei en betreur mijne zouden als de oorzaak van die laatste vernedering en droefheid! Doch, minnelijke Zaligmaker, terwijl ik, in
mijne verbeelding, door eerbiedwaardige mannen |
|||||
|
— 59
|
|||||
|
uw heilig Lichaam daar in een nieuw graf zie
neerleggen, en Het nu nog daar zio rusten, ge- denk ik, dat binnen kort uw Priester datzclf- dc heilige Lichaam, maar niet dood en mis- maakt, maar levend en verheerlijkt, in zijne hand zal nemen, om Het op mijne tong neer te leg- gen, en dat Het zal rusten in mijn hart. En ach, mijn Jesus, zal mijn hart zuiver zijn ge- lijk het graf, waarin Gij na uwen dood gerust hebt? Ik hoop het, o zoete Jesus, maar alleen van uwe barmhartigheid, ik hoop het door de verdiensten van uw goddelijk Bloed. Uwe genade alleen kan mijn hart zuiveren en nieuw maken; en wat van mijnen kant noodig is, ik wil het doen. Help mij door een naarstig onderzoek des ge- wetens tot in de duistere hoeken van mijn hart doordringen, om alles op te sporen, wat aan uwe heilige oogen zou kunnen mishagen; — help mij door een oprecht berouw .alles, wat ik afschuwelijks of ook maar onbehaaglijks vinden zal, met een heiligen haat breken en vermorze- len; — help mij door eenc rechtzinnige Biecht dat alles uit mijn hart uitwerpen;— opdat mijn hart, gansch gezuiverd en gereinigd, ecu nieuw hart moge geworden zijn , waardig om uw heilig •Lichaam in do H. Communie tot rustplaats te verstrekken. Amen. Onze Vader. — Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer.
God, wees ons, zondaars, genadig.
|
|||||
|
— 60 —
|
|||||
|
Sluitfijebed.
O minnelijke Verlosser, ik dank U voor de
genade, in dit uur van uwe barmhartigheid ont- vangen. Ik dank U voor hetgeen ik op den bloe- digen weg des Kruises heb geleerd; namelijk uwe onbegrijpelijke liefde en mijne afschuwelijke ondankbaarheid zijn mij gebleken. Ik wjeet nu, o mijn God, wat ik misdaan heb; maar ik weet ook, o zoete Jesus, hoezeer Gij mij liefhebt. Ik dank U voor de gevoelens, die Gij mij hebt ingestort. Ik verfoei mijne zouden, en ik ver- trouw op uwc barmhartigheid. Bevestig mij , licf- derijkc Zaligmaker, in deze gevoelens. Help mij mijne goede voornemens uitvoeren. Schenk mij de genade van eenc heilige Biecht, opdat ik daardoor den weg vinde tot eene heilige Com- munie. Ik smeek U die genade door de ver- diensten van die onbeschrijfelijke smarten, die Gij voor mij op uwen Moedigen Kruisweg hebt geleden. Amen. O Ht Maria, Moeder van smarten, ik ben
het kind, dat u zooveel droefheid veroorzaakt heeft. Help mij door de verdiensten van uwe diepe droefheid al mijne zonden oprecht bewee- nen, om mijn hart van alle vlekken der zonde te zuiveren. O mocht ik spoedig door een goede Biecht en ccuo heilige Communie uw minnelijk Hart verbidden. Amen. Ik smeek U, barmhartige God, de aflaten,
welke ik door deze Kruiswegoefening verdiend |
|||||
|
— 61 —
|
||||||||
|
heb, toe te voegen, gelijk mijne meening was,
aan al die zielen in het vagevuur, welke bij haar leven gewoon waren zich met de meeste zorg tot de H. Communie voor te bereiden, op- dat zij in de verlichting harer pijnen eenc be- looning vinden van haren eerbied voor het aan- biddelijk Sacrament, en opdat ik door deze lief- dedaad van uwe barmhartigheid de genade ver- werve van ook deze dagen met den grootsten eerbied, in de beste gesteltenis, het hoogheilig Sacrament te ontvangen. Amen. Onze ■ Vader. — Wees gegroet. — Glorie zy
den Vader. Vijfmaal tor cerc der Vijf Wonden van Jesus, en ééns voor
Z. H. den Paus. Geloofd en gedankt zij te allen tijd het hoog-
hcilig en goddelijk Sacrament! Amen.
|
||||||||
|
ALS MEN BIECHTEN GAAT.
|
||||||||
|
Gebed voor de Biecht.
O barmhartige God, die zijt mensch gewor-
den en gestorven aan het Kruis, om de wereld van de zonde te verlossen, ik dank U voor de instelling van het IJ. Sacrament der Biecht, waardoor de verdiensten van uw goddelijk Bloed op den zondaar worden toegepast. Ik dank U |
||||||||
|
— 62 —
|
|||||||
|
in \'t bijzonder, dat door uwe goedheid nu het
oogcnblik gekomen is, waarop ik dat groote Sa- crament znl mogen ontvangen. Help mij door uwc goddelijke genade, dat ik mij mijne zonden wel moge herinneren, ze door een nieuw berouw verfoeien en ze met alle openhartigheid voor uwen Priester belijden. Verdrijf van mij alle ver- keerde vrees; geef mij een groot vertrouwen in den Priester, die uwe plaats bekleedt, opdat ik zonder de minste achterhouding alles bekenne, wat ik meen te moeten zeggen of antwoorden. Jesus, Maria, Joscph, iu uwe handen beveel
ik op dit uur myne ziel. H. Bewaarengel, H. Dooppatroon, H. Patroon
dezer Gemeente, staat mij bij; onder uwe be- scherming stel ik deze heilige Biecht. Maak hier uwe intentie voor liet verdienen der aflaten,
gelijk de Priester hoeft opgegeven. Heeft hij wegens die in- tentie niets bepaald, dan kunt ge, als ge gecne betere weet ,* de volgende kiezen. |
|||||||
|
* Als ge geene hetere weel. Bijv. een kind zou Vader of
Moeder of beide door den dood verloren hebben, dat kind mag bij zijne eerste II. Communie wel het eerst aan zijne overledene Ouders denken. Is het niet eene gunstige gclegen- hcid, om zijne dankbaarheid jegens een overleden Vader of Moeder te toonen, door de barmhartigheid van den goeden Jesus over hen af te smeeken en hun een vollen aflaat toe te voegen? De eerste II. Communie vervult hier de Ouders inet vreugde; is Vader of Moeder reeds in den hemel, dan juichen zij daar boven, God dankende, om het geluk van hun kind; maar is de ziel van Vader of Moeder soms in hetvage- vuur, o moge dan de eerste H. Communie van hun kind een dag zijn van verlichting, van verlossing, het feest hunner in- trede in den schoonen hemel! |
|||||||
|
— 63 —
Ik heb de intentie, om met deze Biecht en
mijne eerste Communie een vollen aflaat te ver- dienen voor mij zelven door de inschrijving in een Broederschap; en een vollen aflaat door het gebed: O goede Jems .... voor die ziel in het vagevuur, welke bij haar leven de vurigste liefde heeft gehad tot Jesus Christus in zijn II. Sa- crament. Heeft de Priester nog een vollen aflaat herinnerd,zeg dan:
Ik wil dien aflaat toevoegen aan de ziel diens
Priesters in het vagevuur, welke de meeste zorg heeft gehad, om de kinderen tot hunne eerste H. Communie waardig voor te bereiden. Onze Vader. — Wees gegroet.
De Priester zal u geholpen hebben bij het onderzoek van
geweten. Herinner u thans nog eens al datgene wat gij meent te moeten biechten, en hoe gij dat aan den Biechtvader zult zeggen. Ook heeft de Priester u geholpen, om met Gods genade een oprecht berouw over uwe zonden te verwekken. Ook daar- toc hebben gediend uwe dagelijksche gebeden, in \'t bijzonder die van de H. Mis en van den Kruisweg. Vernieuw nu hier nog uw berouw door met aandacht te lezen de volgende oefening, trachtende u zoo goed mogelijk te verecnigen met de gevoelens, die gij hier vindt uitgedrukt. |
||||||
|
Oefening van berouw.
Mijn Heer en mijn God, ik verneder my
voor uw heilig aanschijn. Ik heb mijn geweten onderzocht van het eerste gebruik mijner rede af; — en zie, aan hoevele zonden bevind ik |
||||||
|
— 64 —
|
|||||
|
mij plichtig! en hoevele misslagen zullen mij nog
ontgaan zyn! O mijn God, het is mij leed uit den grond
van mijn hart zooveel kwaad reeds te hebben gedaan. Ik heb tegen U gezondigd, mijn Vader in den
hemel, die mij uit louter goedheid geschapen hebt, die mij met zooveel weldaden overladen hebt. O goede Vader, wil mij mijne ondankbaar- heid vergeven. Ik heb tegen U gezondigd, liefderijke Jesus,
die voor mij zijt mensch geworden , die voor mij zijt gestorven aan het Kruis, ja die ter liefde van mij uw aanbiddelijk Sacrament hebt ingesteld., om mijne ziel met uw Allerheiligste Lichaam te voeden. O hoe heb ik U, allerliefste Jesus, zoo dikwijls kunnen bedroeven? O Jesus, barmhartig- heid! Vergeef mij al mijne zonden door de ver- diensten van uw goddelijk Bloed. Mijn God en mijn Zaligmaker, zie mijn hart
ligt voor U open. Uwe genade heeft mij met droefheid over mijne zonden en met een groot vertrouwen op uwe barmhartigheid vervuld. Gij weet alles, o mijn God, gij weet het, dat het mij leed is U vergramd te hebben ; — Gij weet het, dat ik U bemin, bemin uit geheel mijn hart, bemin boven alles wat in de wereld is, niet alleen , omdat Gij zoo goed zijt voor mij, maar ook om- dat Gij zijt het opperste goed in U zclven, schoon en beminnelijk, oneindig ver boven alle schepselen. |
|||||
|
_ 65 —
|
||||||
|
Ik wenschte van ganscher harte, dat alle mcnschen
U mochten kennen, U boven alles eercn, prijzen en beminnen. Ik maak het vaste voornemen voort- aan getrouw uwc heilige geboden te onderhouden, en liever te sterven dan U ooit door eenc dood- zonde te vergrammen. O barmhartige Jesus, geef m\\j, dat ik door uwc genade in dit heilige voor- nemen tot mijnen dood toe moge volharden ! Amen. |
||||||
|
Gebed, kort voor de beurt van biechten.
Ik zal opstaan en tot mijnen Vader gaan. Vader,
ontvang in genade uw ondankbaar kind, dat vol berouw met een groot vertrouwen tot U terugkomt. Jesus, mijn barmhartige Verlosser, wees mij,
zondaar, genadig. Gij alleen kunt mijne ziel zui- veren; wasch mij van mijne zonden in uw god- delijk Bloed. H. Maria, II. Joseph, neemt mij by de hand
en brengt mij tot Jesus. HH. Beschermers, geleidt mij, bidt voor mij, staat mij bij. Als nu uwc beurt vnn biechten gekomen is, sta op en ga,
in \'t gezelschap van Maria en Joseph en uw Engelbewaarder en uwc HH. Patronen, naar den Biechtstoel, zedig en inge- togen; en als gij in den Biechtstoel zult neerknielen, denk, dat gij neerknielt i>oor Jesus Christus zelven, die alles weet en daar gezeten is, om u met liefde te ontvangen en ualles te vergeven. Na de Voorbiecht, belijd dan uwe zonden mei |
||||||
|
y/\\
|
|||||||
|
— 66 —
de grootste openhartigheid en met het grootste vertrouwen.
Onderhoud overigens alles, wut de Priester u wegens het biechten geleerd heeft. |
|||||||
|
Dankzegging na de Biecht.
O barmhartige God, ik dank U voor uwe
onuitsprekelijke goedheid. In de stem des Pries- ters heb ik de stern uwer barmhartigheid ge- lioord. Ja, Gij hebt mij mijne zonden vergeven; Gij hebt uw weerspannig kind in genade aan- genomen; ik ben een van uwe meest geliefde kinderen geworden. Nu durf ik met veel meer vertrouwen U mijn Vader noemen. O mijn Va- der, die in de hemelen zijt, Gij bemint mij en ik bemin U. O hoe voel ik mij nu gelukkig! Mijne ziel is ontheven van den last der zonden, die mij bevreesd maakten voor uwe gerechtig- heid. Nu gevoel ik mij gansch verlicht en ge- troost, opgeruimd en blijde. Ik ben met U ver- zoend ; ik mag opzien naar den schoonen he- mel als het mij toekomend erfdeel. Moest ik nu op dit oogenblik sterven, gerust zou ik den dood afwachten; des te spoediger, o mijn God, zou ik bij U zijn in den hemel. En dien zoc- ten vrede des gemoeds, dat vertrouwen, dat geluk heb ik alleen aan uwe barmhartigheid, o mijn Jesus, mijn Zaligmaker, alleen aan uwe oneindige verdiensten te danken. Is mijne ziel nu rein en zuiver geworden, \'t is, omdat zij gewasschen is |
|||||||
|
— 67 —
|
|||||
|
in uw heilig Bloed. Ik betuig U dan ook, aller-
liefste Jesus, mijnen innigsten dank voor het geluk dezer heilige Biecht; zij is het werk uwer genade. Moge ik immer U daarvoor dankbaar blijven! O H. Maria, ik dank ook u voor uwen mach-
tigen bijstand: gij hebt, lieve Moeder, voor uw weerspannig kind gesproken, en uw woord heeft uw kind gered. Nu is uw kind gelukkig, eu daarvoor is het u dankbaar. II. Joseph, H. Engel, Hll. Patronen, ik dank
u ook voor uwe voorspraak en voor uwe liefde- rijke zorgen. Ben ik nn gelukkig, \'t is niet zon- der uwc tusschenkomst. Zijt iu eeuwigheid daar- voor geprezen. Amen. |
|||||
|
Hernieuwing van het goede voornemen.
In tegenwoordigheid van uwe aanbiddelijke
majesteit, o II. Drievuldigheid, wil ik mijne ge- maakte voornemens hernieuwen; en tot mijne getuigen verkies ik de H. Maagd Maria, mijne Moeder, — den H. Joseph, mijn Leidsman, — mijn H. Engel, die mij bewaart, — mijn H. Dooppatroon en den H. Patroon dezer Gemeente. Ik neem het vastelijk voor, o mijn God, ik wil U niet meer door de zonde beleedigen: — God de Vader, die mij geschapen hebt, ik wil U ge- |
|||||
|
— 68 —
|
|||||
|
hoorzamen; — God de Zoon, die voor mij zijl,
mensch geworden en gestorven, Jesus Christus, mijn zoete Verlosser, ik wil U beminnen; — God de H. Geest, die mij heiligmaakt, ik wil U niet meer bedroeven. Ik zal de zonde schu- wen, de gevaarlijke gelegenheden vermijden, mijne boozc neigingen bevechten ; ik wil de deugd be- oefenen, ik wil ijverig zijn in mijne godsdien- stige plichten, eerbiedig in de Kerk, vooral on- der de H. Mis en het H. Lof, — gehoorzaam jegens mijne Ouders en Oversten, — eendrachtig en toegevend met mijne Broeders en Zusters\', — vriendelijk en minzaam met mijne makkers, — zedig in mijne handelingen, overal uwe goddc- lijke tegenwoordigheid gedenkende. En ik zal dit alles doen, o mijn God, om U te behagen, om mij dankbaar te toonen en U mijne wederliefde te betuigen ; — ik zal het doen , om mijnen Ouders eenigen troost en genoegen te geven voor hunne liefderijke zorgen; — ik zal het doen, om mij zelvcn voor tijd en eeuwigheid gelukkig te ma- ken. Maar, barmhartige God, ik heb mijne zwak- heid en mijne boosheid leeren kennen; ik kan in mijne voornemens niet standvastig blijven zonder den bijstand uwer genade. O steun mij dan door uwe hulp ; verlicht mijn verstand, om de gevaren der zonden bijtijds te kennen ; voorkom door uwen goeden raad mijne onervarenheid en onbezon- nenheid; herinner mij dikwijls al deze goede voornemens en geef mij kracht tegen uwe en |
|||||
|
— 69
|
|||||
|
mijne vijanden, opdat ik door U de inblazingen
des duivels, de verleiding der wereld en mijne eigene booze hartstochten overwinne. U zal ik daarvoor glorie geven hier en in de eeuwigheid. Amen. — Onze Vader. — Wees gegroet. Sluitgebed.
Ik vertrouw, barmhartige Jesus, dat mijn hart
nu voldoende gezuiverd is, om U in uw H. Sa- crament te mogen ontvangen. Help mij uu, min- nelijkc Jesus, mijn hart zuiver bewaren van alle zonde, ook van de minste. Keinig mij nog meer en meer van de overgeblevene vlekkeu, en ver- sier mijn hart met die deugden, welke U het meest behagen. Het gelukkige uur mijner eerste H. Communie is nabij. Moge ik des te nauwer op mij zelven letten en mijnen ijver verdubbe- len! Moge ik mij nog godsdienstigcr, gehoor- zamer, matiger, ingetogener en zediger gcdra- gen! Moge ik steeds toenemen in zorg voor al- les, wat mijne eerste H. Communie raakt, en in onverschilligheid voor al het overige! Help mij, zoete Jesus; bereid mijn hart; vul aan wat mij ontbreekt; ik ben gansch afhankelijk van uwe goedheid. Daarom zal ik dikwijls tot U verzuchten: Heer, ik beu niet waardig, dat Gij komt onder mijn dak; maar spreek alleen een woord, en mijne ziel zal gezond worden. Amen, Hierna volbrengt men de opgelegde penitentie of een ge-
deelte daarvan, volgens de omstandigheden. |
|||||
|
— 70 —
|
|||||||
|
OP DEN VOORAVOND DER EERSTE II. rOMlH\'HE.
|
|||||||
|
—=8o>-
|
|||||||
|
„itlorgctt
i, zult gy zien de glorie des ïleeren".
Zóó, KindereD, sprak Mozes tot Gods uitverkoren volk
in de woestijn, daags voordat het Manna voor den eer- sten keer van den hemel zoude regenen. De H. Kerk verge- lijkt liet Manna dikwijls met het H. Sacrament. Vóór eiken Zegen met het Allerheiligste hoort gij zingen: Panem de coelo praeslitisti eis.
Omne deleclamenltim in se habenlem.
Dit beteekent:
Brood van den hemel hebt Gij hun geschonken.
Vat alle zoetheid in lick bevat.
Met deze woorden wordt in het Boek der Wijsheid het
Manna geprezen. De II. Kerk past deze lofspraak toe op het H. Sacrament. Gij weet wat het Manna der Israëlieten ge- weest is; gij weet ook wat het H. Sacrament, het Manna der Christenen, is; en zoo weet gij tevens, dnt hij vcrgclij- king het Manna van het Nieuwe Verbond het Manna van het Oude Verbond oneindig te boven gaat. Het nieuwe Manna , die andere Spijze uit den hemel, die alle zoetheid in zieli bevat, gij kent dat Manna; gij hebt er deze dagen gedurig van gehoord, gij hebt er aanhoudend aan gedacht, om ge- beden, naar verlangd; gij hebt dat Manna dikwijls gezien, gij hebt er anderen van zien eten; maar gij zelf hebt het nog niet geproefd; doch — |
|||||||
|
— 71 —
|
|||||
|
Morgen — Morgen
zal dat goddelijke Manna voor u uit den hemel regenen;
Morgen zult gij liet proeven : Morgen zult gij gelukkig zijn! O ja, gebruikt dat woord Morgen — Morgen, om in u dat heilige verlangen tot Jesus Christus in de H. Com- munie levendig te houden. Morgen zal ik mijne eerste Communie doen.
Morgen zal ik het goddelijk Lichaam en Bloed
van mijn Jesus ontvangen. Morgen zal ik mijn God bezitten.
Morgen is het groot Bruiloftsfeest mijner ziel.
Morgen ben ik het gelukkigste kind der wereld.
Morgen, mijn Jesus, mijn God, mijn Zalig-
maker! Morgen zal ik U in mijn hart ontvangen;
Morgen zal ik U omhelzen;
Morgen zal ik proeven, hoc zoet Gij zijt!
JMCorgfenl — Slorgen!
de Bchoonsto, <le gelukkigste
«lag mijns levens! Wenken voor den dag uwer eerste II. Communie en voor
den avond te voren vindt ge in het Boekje: DE groote dag EN ZIJN VOORAVOND. |
|||||
|
BLADWIJZER.
|
||||||
|
Aan de Ouders........ 3
Aan de Kinderen........ 9
Levensregel gedurende de Novene . . 16
Morgengebed......... 20
Avondgebed......... 22
Gebeden onder de H. Mis .... 24
Gebeden door den dag...... 33
Kruiswegoefening........ . 40
Als men biechten gaat...... 61
Op den vooravond der eerste H. Communie. 70
|
||||||
|
*—■—^SSjPJfóSSv^s—~—
|
||||||