-ocr page 1-
Vak 87 ———------^P^-
*; üjj & ® [I &
*            ONS VOORBEELD
01\'
DOOR MARIA TOT JESUS.
OVERWEGINGEN, LITANIËN EN GEBEDEN,
01» IEÜEREN l)Ali VAN DE
imi®&&a».
Door een R.-C. 1\'rlestcr.
TWEEDE, VERMEERDERDE UITGAAF.
■—^.5UZ%~ïóf~$ÏS-
BREDA,
EDUARÜ VAN WEES, Boekhandelaar.
UITGEVER.
&
805
-ocr page 2-
-ocr page 3-
ONS VOORBEELD
DOOft MARIA TOT J.ESUS.
OVERWEGINGEN, L1TAN1ËN EN GEBEDEN,
OP IEDEREN DAG VAN DE
M
ïmt
Door een re.-l\'. Priester.
TWEEDE, VERMEERDERDE UITGAAF.
a
BREDA,
EDUARD VAN WEES, Boekliandelaar,
UITGEVER.
ïM
-ocr page 4-
IMPRIMATUR:
Datum in Hoevtn, 6* Aprilis 1870.
C. VAN DEE VüEKEK,
Vic.-Gen.
V
-ocr page 5-
Bemisde LEZER!
Het doet mij veel genoegen , dat gij dit boekje wel ge-
lieft op te nemen en in te zien. Het is immers voor u
geschreven, door een\' vriend uwer ziel, door een\' ijveraar
voor uwe zaligheid. Verwacht geenc geleerdheid, geene
uitgewerkte leerredenen of welsprekende woorden; neen,
het is eenvoudige taal, die u wordt aangeboden, het is de
taal des harten. Ik heb getracht tot uw hart te spreken,
doch wijl uw hart u beter moet kennen dan ik, zoo ver-
zoek ik u, bij het lezen der overwegingen, na elk punt
een weinig op te houden en uw eigen hart te laten denken.
Als gij dat doet in de eenzaamheid op uwe kamer, of in
de kerk, of waar dan ook, dan zal uw eigen hart beginnen
te overwegen en te spreken, en u veel beter waarschuwen
en onderrigteu en opwekken dan ik in staat ben te doen.
En waarom zal uw hart dan daartoe in staat zijn \'i Omdat
de goede God dan tot uw hart zal spreken | ducam eam in
tolUudinem
, zegt God, et loquar ad cor ejus: Ik zal haar
in de eenzaamheid brengen en daar zal Ik lot haar hart
spreken.
Ge begrijpt dus wat ik u moet verzoeken: lees
dit boekje, niet gelijk gij het eene of andere verhaal zoudt
lezen, maar ga in de eenzaamheid, smeek Gods zegen af,
beveel u onder Maria\'s bijstand, en tracht niet te letten
op de woorden of zij sierlijk zijn of niet, maar op de zaak,
waarover gehandeld wordt; dan zal dit kleine boekje u
groot nut aanbrengen, vooral als gij de daarbij gevoegde
Litaniën en Gebeden met aandacht bidt; de overweging des
morgens gedaan zal heel den dag in uw geheugen blijven
en vruchten dragen. Bid voor mij, beveel mij aan Maria.,
ik zal beide voor u doen.
-ocr page 6-
AAN
DE ONBEVLEKT ONTVANGENE,
DE MAAGD DER MAAGDEN,
DE MOEDER GODS,
DE KONINGIN VAN HEMEL EN AARDE,
DE SPIEGEL DER REGTVAARDIGHEID,
DE HULP DER CHRISTENEN,
WOEDT
DIT WERKJE
OOTMOEDIG OPGEDRAGEN.
-ocr page 7-
OP DEN VOORAVOND DER MARIA-MAAND.
Morgen begint de maand mijner Moeder, morgen vangt
de eerste dag aan dier schoone maand, welke bijzonder aan
Maria\'s vereering is toegewijd! Heel de wereld, heel de
katholieke wereld viert dezen avond feest; vau het noorden
tot het zuiden, van het oosten tot het westen weergalmt
de naam, de zoete naam van Maria , roepen de toonen der
klok hare kinderen ter kerk. In duizende kerken ziet men
haar beeld versierd en honderdduizenden liggen neergeknield
voor haren troon, om door Hare magtige voorspraak alles
te verkrijgen, wat hun aan het harte ligt. Hier bidt eene
brave moeder voor een verloren zoon, wiens bekeering zij,
als eene andere Monica, door Maria\'s bijstand, afsmeekt;
daar ligt eene droevige dochter snikkend voor hare voeten,
opdat Zij, de magtige Voorspreekster, de bijstand der
Christenen, haren stervenden vader hulp en troost zoude
brengen. Kinderen bidden thans om onschuldig te mogen
blijven, grijsaards om hunne schulden uit te wisschen en
zich tot den dood voor te bereiden. De zeeman beveelt
zich-zelven en de zijnen Maria aan, om onverschrokken
de woeste golven te trotseren, en de krijgsman, om moe-
dig het vuur van den strijd te doorstaan. Allen bidden,
en allen worden verhoord! En wat zal ik dezen avond
doen ? Zal ik alleen koud en onverschillig blijven? Zal
ik niet tot mijne Moeder gaan en haar groeten met die
duizenden, met die millioenen? Zal ik niet naar mijne
-ocr page 8-
Vooravond.
2
Moeder gaan en haar ook mij-zelven en allen die mij dier-
baar zijn aanbevelen ? Heb ik geene zonden te betreuren ?
Zij zal mij leeren hoe ik berouw en vergiffenis bekomen
zal. Heb ik geen kruis te dragen, geene droefheid, die
mij kwelt? Zij zal die droefheid afwenden of mij ten minste
leeren mijn kruis met geduld en onderwerping en dus met
verdiensten te dragen. Heb ik geen gebrek aan deugden,
is mijn leven volmaakt, volbreng ik in alles mijne plig-
ten ? Zij zal mij leeren door haar voorbeeld en door hare
voorbede, welke deugden en hoe ik die moet beoefenen,
wat er aan mij nog ontbreekt en hoe ik dat moet volma-
ken, welke mijne pligtcn zijn en hoe ik deze moet ver-
vullen. Heb ik geene ouders of bloedverwanten of vrienden,
die troost noodig hebben, op mijne gebeden rekenen, en
regt hebbeu? Hen moet ik Haar aanbevelen? o Ja, dat
wil ik. Dezen avond, dit uur wil ik beginnen; de beste
voornemens wil ik maken, en die met Gods hulp en onder
Maria\'s bijstand trouw en eerlijk ten uitvoer brengen. El-
ken dag zal ik aan Maria denken, eiken dag wil ik haar
aanroepen, eiken dag iets ter harer eer verrigten. Dit
boekje zal mij daartoe dienstig wezen, ik wil naauwgezet
die woorden overwegen en Maria bidden , dat zij op mij
den diepsten, den besten indruk mogen maken. Neen dit
zal mij niet te veel zijn, ik zal mij niet laten tegenhou-
den door ijdele uitvlugten, of door verkeerden tegenzin;
en kan ik, door onvoorziene omstandigheden daartoe ge-
dwongen, mijne besluiten niet volvoeren, dan zal ik dat
als een kruis aan Maria opdragen in den volgenden dag,
of zoodra mij de gelegenheid weer wordt aangeboden, met
vernieuwden ijver mijne taak hervatten.
O Maria, beste Moeder, ook ik wil onder uwe kinderen
gerekend worden en daarom vereenig ik mij dezen avond
met al die brave katholieken, die zich voor uwen troon
nederwerpen om u hulde te bieden, uwe hulp af te smee-
-ocr page 9-
Vooravond.                                   3
ken en zich in alles aan U aan te bevelen. Verhoor,
Moeder, dierbare Moeder, ook mijn gebed, gelijk Gij goed-
gunstig de gebeden van zoovele duizenden verhoort; neem
mij aan tot uw kind, leer mij Reenen over mijne zonden,
en die voortaan vermijden; leer mij uwen moederlijken bij-
stand inroepen bij elk\' gevaar, in elke droefheid, vooral iu
de bekecring tot zonden; leer mij getrouw mijn pligt ver-
vullen , de deugden der christenen trouw beoefenen, niet
alleen gedurende deze schoone maand, maar gedurende heel
mijn leven tot in het uur van mijnen dood. Amen.
-ocr page 10-
EERSTE DAG.
Marl» beloofd In het aardsch paradijs.
Reeds in het aardsch paradijs werd Maria , als de
troost en de hulp der ïnenschheid, beloofd, en God zelf
gewaardigde zich Haar de wereld aan te kondigen, lni-
micitias ponam inler te et mulierem, et senten tuum et neme»
illius: ipsa conterel caput tuum, et la insidiaberis caleaneo
ejtts
(Gen. III: 15.) Ik zal, zeide God tot de slang, welke
de duivel als werktuig ter verleiding van Eva gebruikt
had, vijandschap itelhn tusschen u en de vrouw, en lusschen
uw zaad en het hare: zij zal uwen kop vertreden
, en gij
zult haren hiel belagen.
In deze woorden ligt de oplossing
van het geheim, waarom zoovelen Maria ten vurigste be-\'
minnen, en anderen haar haten en vervolgen. De ware
kinderen Gods, allen die Jesus, Gods Zoon, den hier be-
loofden Verlosser, opregt beminnen, beminnen ook Maria,
zijne verhevene Moeder; maar allen, die Jesus miskennen,
miskennen ook zijne en onze dierbare Moeder. Gelukkig
behooren wij tot de dienaren van Gods Zoon, wij danken
God voor onze verlossing, laten wij dus ook Maria ver-
eeren, God danken voor hare grootheid en ons betrouwen
op Maria stellen.
LITANIE.
Onze-Lieve-Vrouw van Lorette.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
-ocr page 11-
Eerste dag.
God, Hcmelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm XJ onzer!
Heilige Makia. , bid voor ons !
Heilige Moeder Gods,                             
Heilige Maagd der maagden,                  \\
Moeder van Christus,
Moeder der goddelijke genade,
Allerzuiverste Moeder,
Allerkuischte Moeder,
Vlekkclooze Moeder,
Ongeschondeue Moeder.
Beminnelijke Moeder,
Bewonderenswaardige Moeder,
Moeder des Scheppers.
Moeder des Zaligmakers,
Voorzigtigste Maagd,
Eerwaardige Maagd,
Lofwaardige Maagd,                               j
Magtige Maagd ,                                     \\
Goedertierene Maagd,                             > bid voor ons!
Getrouwe Maagd,
Spiegel der rcgtvaardigheid ,
Zetel der wijsheid,
Oorzaak onzer vreugde,
Geestelijk vat,
Eerwaardig vat,
Uitmuntend vat van godsvrucht,
Geheimzinnige roos,
Toren van David,                                   |
Ivoren toren,                                          1
Gulden huis,
Ark des verbonds,
Deur des hemels,
Morgenster,
Behoudenis der krankeu,
Toevlugt der zondaren,                          /
-ocr page 12-
Eerste dag.
6
Troosteres der bedrukten, bid voor ons !
Hulp der Christenen,
Koningin der Engelen,
Koningin der Aartsvaderen,
Koningin der Propheten ,
Koningin der Apostelen,
mei \\Tf\\ny /ine \'
Koningin der Martelaren,
Koningin der Belijders,
Koningin der Mangden ,
Koningin van alle Heiligen ,
Koningin zonder zonde ontvangen ,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer , Heer !
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Makia , enz.
GEBED.
Onder uwe bescherming, o allerheiligste Maagd en Moe-
der Gods Maria , nemen wij onze toevlugt; wil het gebed,
dat wij U in onzen nood toezenden niet verstooten, maar
verlos ons van alle gevaren. O glorierijke en gezegende
Maagd, onze Koningin, onze Voorspreekster en onze Mid-
delares, verzoen ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen
Zoon, toon ons aan uwen Zoon, in het uur van onzen dood.
Heilige Mama, Moeder van God, bid voor ons , — opdat
wij de beloften van Jesus-Christus mogen waardig worden-
Wij bidden U, Heer, stort uwe genade in onze harten,
opdat wij, die door de Boodschap des Engels de rncnsch-
wording van Jesus-Christus, uwen Zoon, gekend hebbeu,
door zijn lijden en kruis tot de glorie der verrijzenis
-ocr page 13-
Eerste dag.                                   7
mogen geraken. Door deuzelfden Jesus-Christus, onzen
Heer. Amen.
Bid voor ons, o gelukzalige Joseph, Voedstervader van
Jbsus , Bruidegom van Maria , — opdat wij de beloften
van Jesus-Christus mogen waardig worden.
Gewaardig ons, o Jesus! door de verdiensten van den
gelukzaligen Bruidegom uwer allerheiligste Moeder, alle de
hulp te verlecncn, welke wij noodig hebben, opdat wij
door zijne magtigo tusschenkomst de genade bekomen, welke
wij door ons-zelvcn niet verkrijgen kunnen. Dit smecken
wij U, o God! die leeft en regeert in alle ecuwen der
ecuwen. Amen.
OVERWEGISG.
Wie ben ik? Ernstige vraag, welke ik mij niet te dik-
wijls doen kan! — Wie ben ik? Mocijolijke vraag, op welke
ik nimmer in dit leven volledig zal kunnen antwoorden.—
Wie ben ik? Een schepsel Gods, begaafd niet rede en ver-
stand !— Dus ecu schepsel, verheven boven al het gescha-
pene, de Engelen alléén uitgezonderd. Verheven boven
zon, maan en sterren; verheven boven planten en gewassen;
verheven boven de dieren. — Toon ik zulks door mijn ge-
drag? Dien ik den Schepper beter dan het overige ge-
schapene? Gebruik ik mijne rede en mijn verstand om God
te dienen, om God te loven, om God te beminnen? —
Waartoe anders liccft God mij rede en verstand gegeven ?
Ik ben een mcnscli, ik heb dus cene onsterfelijke zie
en een sterfelijk ligchaam. Begrijp ik de waarde mijner
ziel? Verhef ik haar ver, verre boven het ligchaam? Of
zorg ik beter voor dat vergankelijk ligchaam dun voor
mijne onsterfelijke ziel?
Wie ben ik? Ik ben een Christen, dat wil zeggen, een
leerling, een navolger van Jesus-Christus, vrijgekocht door
zijn Bloed; door het doopsel in zijne eenige ware Kerk
aangenomen! — Ben ik een waar Christen of slechts een
-ocr page 14-
Eerste dag.
8
Christen bij naam? Volg ik Jesus na? Leef ik volgens
mijn geloof? — Wie ben ik? Helaas! een zondaar; ik maak
misbruik van mijne rede, ik gebruik haar om tegen God
in te werken. Ik zorg meer voor mijn ligebaam dan voor
mijne onsterfelijke ziel; meer voor het stoffelijke, dan voor
het onvergankelijke; meer voor het zinnelijke dan voor het
geestelijke! — Ik vergeet dat ik eene ziel heb, onsterfelijk
als de Engelen, en verlaag mij tot het ligchaam, dat ik
gemeen heb met de dieren. In plaats van Jesus te volgen,
volg ik den duivel, of de wereld, of het vleesch; ik onteer
mijn doopsel; ik onteer den naam van Christen! Ik ben
dan een zondaar! Moge deze Meimaand mij in eencn boet-
vaardige herschapen zien , door Maria\'s voorspraak.
Wie was Makia?— Ook een schepsel Gods, maar het
volmaaktste, dat zijne hand heeft voortgebragt! Ook een
mensch, maar zonder mijne menschelijke zwakheden en
gebreken. Ook een Christin, maar ecne ware Christene
vrouw, de eerste der Christenen, de volmaaktste navolg-
ster van Jesus, haren Goddelijkcn Zoon, de troost, de
roem, het sieraad, de Moeder der H. Kerk. Mogt ik Makia
navolgen! — Nooit werd Zij door de minste zoude bevlekt:
onbevlekt in hare gevangenis; onbevlekt bij hare geboorte;
onbevlekt gedurende haar leven ; onbevlekt tot in den dood;
is Zij thans in den Hemel, om daar voor mij te bidden,
om daar mijne Moeder te zijn, om daar mij te wachten.
H. Makia , bid voor ons !
{Herhaal deze woorden dikwijls op den eersten dag.)
Maria, door uwe voorspraak hoop ik in deze maand
een onderdanig schepsel Gods, een braaf mensch, een
waar Christen en een boetvaardig en berouwhcbbend zon-
daar te worden. Amen.
-ocr page 15-
TWEEDE DAG.
Maria voorzegd door de prophete».
Ook de propheten hebben van Maria, gesproken, want
God wilde, dat de wereld ten allen tijde Maria zoude
vereeren en zou weten, welk groot aandeel zij zoude heb-
ben, in de verlossing van het gevallen meuschdom. De
phopheet lsaias roept uit: Ecce virgo concipiel, et pariel
fdium, et vocabitur nomen ejus
Emmauuël (Is. VII: 14).
Zie eene maagd zal ontvangen en eenen zoon baren , en zijn
naam zal
Emmanuël genoemd worden. Maria werd dus
niet allecu zeker gewacht in het Oude Testament, maar
hare wonderbare voorrcgten werden afgekondigd. Zij zoude
maagd zijn en ook maagd blijven in haar goddelijk moe-
derschap en de naam van haar goddelijk kind werd ge-
noemd Emmauuël, dat is: God zij met ons. O hoezeer
moeten wij ons verheugen in hare grootc voorregtcn,
hoezeer heeft God de menschheid vereerd door Maria, een
schepsel gelijk wij, zoo hoog te verheffen; wij moeten,
op Gods voorbeeld , ook den mecstcn eerbied voor Maria
gevoelen en alles trachten te doen, wat haar kan vereeren..
LITANIE.
De Klndsclilieid van Maria.
Heer, ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer !
Heer, ontferm U onzer !
Christus, hoor ons!
Chri tus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm U ouzer!
-ocr page 16-
10                                Tweede dag.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer !
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilig Kind Makia , bid voor ons!
Maagd vol genade geboren,                                         \\
Konings dochter, uit het geslacht van David,
Nakomeling, die al uwe voorzaten in volmaaktheid
en genade hebt overtroffen,
De vreugd, de roem en het sieraad uwer ouders,
Ongeschonden roos tnsschen de doornen,
Beminnelijke bloem, wier geur de gansche aarde heeft
vervuld,
                                                                    f gt
Schuldelooze duif, wier zuchten zoo zoet voor het I ^
hart zijn,
                                                                  \\ o
Roede van Aaron uit den stam van Jesse voort- , *»
gesproten,
                                                                 | g
Zce-stcr, schitterend tot troost en geluk van allen,
I
Dochter des Hemelschen Vaders, door de Propheten
voorzegd,
Moeder des Goddelijken Zoons, door de Engelen aan-
gekondigd,
Bruid des Heiligen-Geestes, door zooveel zinnebeel-
den voorgesteld,
Makia, heilig en beminnelijk kind,                              )
Arme zondaars als wij zijn!                                          \\ $.
Opdat wij van God eene zuivere en heilige liefde j"ër
mogen verkrijgen,                                                    j g;
Opdat wij in ons hart voor U eene zachte wieg I §
kunnen bereiden ,                                                    I cj
Opdat wij deelen mogen in het licht uwer wijsheid, I "^
Opdat wij van de volheid uwer genade mogen ge- } >
nieten,                                                                    I 2
Opdat wij U van af uwe geboorte mogen navolgen,
Opdat wij door uwe bemiddeling, in het uur van
onzen dood tot het, eeuwig leven mogen herboren
worden,
O Maagd! heilig bij uwe geboorte,
-ocr page 17-
Tweede dag.
11
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ous, Heer!
Lam Gods, dat de zoudon der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegueemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
Wie is Zij, die zich als de opkomende dageraad ver-
toont: schoon als de maan, schitterend als do zon?
GEBED.
Wij bidden U, Heer, verleen aan uwe dienaars uwe
hemelsche genade, opdat zij, even als de geboorte der
gelukzalige Maagd Mama voor hen het begin van het
heil is geweest, door het feest harer geboorte, vermeer-
dering van troost en vrede bekomen: door Jesus Christus,
uwen Zoon, die God zijnde, leeft en regeert met U in
eenheid met den Hciligen-Gccst, in allo eeuwen der
eeuwen. Amen.
OVERWEGIKG
Wal doe ik!\' Ik leef, m:iar voor wicn leef ik? Leef ik
voor mij-zelven of voor God r — Sommige mcnsehcn bren-
gen hun leven door met niets te doen, dat is, zij leven
voor de ijdelheid dezer wereld; zij werken voor het ver-
gankelijke ; zij streven naar eer der wereld, en dat is
ijdelheid; zij zoeken goud en geld en goederen, en dit
alles is ijdelheid; zij zoeken het gemak, het geluk op
aarde, en dit bestaat niet: „Vanitas vaiiitatum et omnia
vanitas, prater amarc Dcum el Ipti soli seriire.,,
Anderen
gaan nog verder: zij werken wel , maar zij doen verkeerde
werken, die hun niets ter zaligheid kunnen bijbrengen;
-ocr page 18-
Tweede dag.
12
wat erger is, zij zondigen en leven niet voor God, maar
voor den duivel; niet voor den hemel, maar voor de hel;
zij vergeten dat er eene eeuwigheid is, willen er niet eens
aan denken en werken zoo voor eene eeuwigheid van ellende.
Ongelukkigen, die zij zijn! zij werkenen zwoegen, hebben
nimmer rust, nimmer vrede, en hebben ook na dit leven
noch rust noch vrede te wachten. Dwazen! zij zoeken de
ijdelheid; zij loopen ijdele schimmen na, en verliezen het
eenige waren uit het oog. Hoe lang heb ik reeds geleefd!
en voor wien? Wat heb ik gedaan voor mijn\' God, voor
mijnen hemel, voor de eeuwigheid ? Hoevcle jaren heb ik
reeds overgebragt met niets te doen of de ijdelheid der
wereld na te jagen ! maar nog erger: helaas! hoe menig-
maal heb ik gezondigd door de ijdelheden der wereld boven
God-zclven te stellen ! Hoe menigmaal overtrad ik Gods
geboden ! hoe dikwijls zondigde ik tegen mijn geweten, die
heilzame stem van God in mijn binnenste, door de wereld
na te jagen, de vermaken der wereld te zoeken, de zin-
nelijke lusten in te volgen! Ik liet mij bewegen door
den duivel, misleiden door de wereld, medeslepen door
mijn bedorven vleesch.
Maria leefde geheel en uitsluitend voor God. Alle
hare gedachten waren naar den hemel gerigt; alle hare
woorden hadden betrekking op den hemel ; alle hare welken
ademden liefde tot God. Zij verjoeg den duivel, Zij
vlugtte de wereld, Zij kastijdde haar vleesch; nooit besmette
Haar de minste zonde Eiken dag nam Zij toe in gratie;
eiken dag ging Zij vooruit in de deugd. Zij leefde slechts
voor het ware leven: haar leven op aarde was eene voor-
bereiding, een begin, eeu voorsmaak vanhaar eeuwig leven
in den hemel.
Haar moet en wil ik navolgen. Ik zal treuren
over mijn afgeloopcu leven; ik zal mijne dwaasheid
veioordeelcn; ik wil boetvaardigheid doen voor mijne
-ocr page 19-
Tweede dag.                                13
zouden. Maria navolgen is leven voor God, voor den
hemel.
Heilige Moeder Gods, bid voor ons!
{Schietgebed, dikwijls dezen dag te herhalen.)
O Maria , leer mij hoe ik U moet navolgen; leer mij
hoe ik moet leven, hoc ik op aarde mijn leven moet
inrigten, om eens ecuwig met U in den hemel te mogen
leven. Amen.
-ocr page 20-
DERDE DAG.
Maria afgebeeld in het onde testament.
Werd Jesus, onze goddelijke Zaligmaker, menigmaal
zinnebeeldig voorgesteld, b. v. door Isaiic, die liet hout
droeg en het slagtoffer moest wezen bij de offerande van
Abraham ; door Joseph, die de redder wordt van Egypte
en van zijne broeders, die hem zoo snood hadden behan-
deld; ook Maria werd afgebeeld door de vrouwe Rebecca,
moeder van Jacob of Israël, den stamvader van Gods
volk; door de schoone en kuisehe Rachel, de moeder
van Joseph, den redder van Egypte; door de sterke Judith,
die haar volk verloste van den wrccden Holofernes (het.
beeld des duivels); door de bevallige Esther, die haar
volk redde van den dood, door haar vermogen op den
koning Assuerus. Trachten wij ook op Maria te gelijken,
door hare deugden te overwegen en na te volgen.
LITANIE
De Onbevlekte Ontvangenis.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader , ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
-ocr page 21-
Derde dag.
15
Heilige Maria , Maagd zonder zonden ontvangen, bid
voor ons!
Heilige en onbevlekte Maagd der Maagden,
                \\
Onbevlekte Dochter van God den Vader,
Onbevlekte Moeder van Jesus ,
Onbevlekte Bruid van den Heiligen-Geest,
Onbevlekte Maagd, afbeeldsel der goddelijke wijsheid,
, uit het koninklijk bloed van David gesproten,
/ die den kop der helsche slang verbrijzeld hebt,
I dageraad van de zon der geregtigheid,
levende ark, waarin het dierbaar ligcliaam van
Jesus gerust heeft,
weg, die tot Jesus leidt,
Koningin van hemel en aarde,
uitdeelster der goddelijke gratiën,
poort van het hetnelsch Jcrusalem,
Bruid van den zuiveren Joseph ,
ster der zee,
onverwinnelijke sterkte der strijdende kerk ,
lelie onder de doornen,
olijfboom op den geestelijken akker des Heeren,
g I voorbeeld van alle volmaaktheid ,
„ / pilaar van ons geloof,
\' steun van onze hoop,
fontein der goddelijke liefde,
.S I voorbeeld der volmaaktste onderwerping,
O J wonderbare tempel der zuiverheid,
anker onzer zaligheid,
licht der engelen,
kroon der aartsvaders
roem der propheten ,
meester der apostelen,
sterkte der martelaren,
vroomheid der belijders,
zuiverheid der maagden,
blijdschap dcrgenen die op U hopen,
genezing der kranken,
i voorspreekster der zondaren,
\' schrik der ketterijen,
-ocr page 22-
10
Derde dag.
Onbevlekte Maagd, teederc beschermster van de vergaderin-
gen U toegewijd, bid voor ons!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons , Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer , Heer !
Christus, hoor ons !
Christus , verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
Het is de Onbevlekte Ontvangenis van de heilige Maagd
Maria, wier glorierijk leven de ganschc Kerk roemrijk
maakt.
GEBED.
o God, die door de onbevlekte ontvangenis der H. Maagd
Maria, uwen Zoon eene waardige verblijfplaats bereid
hebt, Gij, die Haar van alle vlek bewaard hebt, geef
ons de genade van ons hart en ons ligchaam getrouw,
zuiver en vlekkeloos voor U te bewaren; door denzelfden
Jesus-Christus, onzen Heer. Amen.
OVERWEGING.
Wat moet ik doen ? Ik heb eene onsterfelijke ziel zalig
te maken, en om die zalig te maken moet ik God kennen,
God beminnen en getrouw tot het einde mijns levens die-
nen. Ik moet mijne ziel zalig maken; ziedaar het eenigo
wat noodzakelijk is: Unum est necessarium. Ik ben een
Christen, en een Christen moet de geboden Gods onder-
houden en zijn leven schikken naar de leering vau Christus.
Hoc onderhoud ik Gods geboden? Strekken zij mij niet tot
-ocr page 23-
Derde dag.
U
last? Durf ik ze niet vaak overtreden, om mijne booze
lusten te voldoen? Volg ik Jbsüs na? Verdien ik den
naam van Christen, dat is leerling van Jesus-Christus ?.....
O hoezeer verschilt mijn leven van dat der eerste Chris-
tenen ! Zij waren nederig, en ik ben vol hoogmoed ; zij
waren kuisch, en ik ben vol onzuiverheid; zij warei ge-
duldig , en ik kan niet het minste verdragen ; zij beminden
elkander als broeders en zusters, zoodat zij, volgens de
H. Schrift, maar één hart en éénc ziel uitmaakten, en ik
ben liefdeloos voor mijne evennaasten, gevoelloos voor
de armen, mededoogloos voor hulpbehoevenden. Achter-
klap en lastertaal treedt bij mij in de plaats van de taal
der liefde; eigenliefde en eigenbelang doet mij het gebod
van liefde tot den naaste vergeten. — Wat moet ik dan
doen?..... Terugkeeren van het ingeslagen pad, terug-
keeren als de Verloren Zoon tot den Vader vol goedheid,
dien ik heb verlaten; terugkeeren en uitroepen: Vader ik
heb gezondigd tegen den Hemel en tegen U; ik ben niet
meer waardig uw zoon genoemd te worden , maar neem mij
aan als een uwer dienstknechten ! Ja, dat wil ik doen: ik
wil een einde stellen aan mijne zonden; ik wil een einde
stellen aan mijn wereldsch leven; ik wil ernstig gaan na-
denken over mijne eeuwige bestemming; ik wil voor mijne
onsterfelijke ziel gaan zorgen; ik wil mijne ziel zalig ma-
ken : mum est necessarium. Wat kan ik beter doen dan
Maria tot voorbeeld nemen.
Hoe heilig leefde Makia met God, altijd denkende aan
zijne Goddelijke tegenwoordigheid; in God, dit is, vol-
maakt in overeenstemming met God; en om God: want
God was het eenige doel van al haar streven. Ik moet
dan tot Makia gaan; Zij is de toevlugt der zondaren;
Zij zal mij leeren hoc ik den weg naar God zal wedev-
vinden; Zij zal mij brengen tot haren goddclijkcn Zoon,
en op hare voorspraak zal God mij in barmhartigheid
2
-ocr page 24-
18                                 Derde dag.
opnemen, zal Jesüs mij door zijn bloed reinigen, en van
mij een beter mensch, een waardig Christen maken.
Heilige Maagd der Maagden, bid voor ons!
{Herhaal deze bede toch dikwijls.)
Maria, ik bid, ik smeek U, leer mij wat ik doen
moet; leer mij hoc ik mijne ziel moet zalig maken; leer
mij treuren over mijne zonden, de gelegenheden der zonde
overal vlugten, en voortaan geheel voor God leven. Amen.
-ocr page 25-
VIERDE DAG.
Maria» onbevlekte Ontvangen!».
Sedert den val van onze eerste ouders Adam en Eva
worden alle mcnsclicn in zondeschuld ontvangen, welke
slechts door de verdiensten van Jesus-Christus in liet II.
Doopsel kan worden afgcwasschcn. Makia echter werd
door cene Goddelijke voorbeschikking, om de verdiensten
van haren Goddelijkcn Zoon Jesus-Christus, gevrijwaard
van alle zondenschuld en was dus heilig en onbevlekt
van het eerste oogcnblik af van hare ontvangenis in den
schoot der H. Anna, hare moeder. Deze geloofswaarheid
werd plegtig als vcrpligtend leerstuk der H. Kerk ver-
klaard, op den 8. December van het jaar 1851, door Paus
Pius IX, omgeven van meer dan tweehonderd bisschoppen
uit alle oorden der wereld. Bewonderen wij de grootc
voorregtcn door God aan Maria verleend en trachten wij
onbevlekt te leven, om kinderen van Makia te kunnen zijn.
LITANIE.
De II. \\aam van Maria.
Heer, ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer !
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
God, Heinelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
-ocr page 26-
Vierde dag.
20
Heilige Maria , verhevene Koningin des hemels, onder
wier Naam niemand voor zijn heil moet wanhopen, bid
voor ons !
i wier bekoorlijke Naam den opkomcnden dage- \'S
raad in schoonheid overtreft,
! wier gezegende Naam zoeter dan honig is,
i wier welluidende Naam de zuiverste klanken
Iaan de gezangen der Serapbiencn geeft,
wier verschrikkelijke Naam den duivel verplet-
tert en de hel doet lieven,
wier roemrijke Naam een ondoordringbaar schild
is voor de schichten des duivels,
wier zegenrijke Naam een kreet van overwin-
ning op den onzuiveren geest is,
wier magtige Naam voor onze vijanden ver-
schrikkelijker is dan een leger in slagorde
geschaard,
wier verheven Naam eeue zachte vreugde in het I o^
< \\ leven des regtvaardigcn zaait,
                          1 °*
^ / wier geheimzinnige Naam de verstecndste harten \'
% \\ der zondaars vermorzelt,
; | wier bewonderenswaardige Naam vertrouwen in-
K
boezemt aan ben, die bopcloos schijnen,
wier troostende Naam de in dit tranendal rond-
zwervende ziel bemoedigt,
wier engelachtige Naam de armen, de slaven,
de weduwen eu de weezen troost,
wier weldadige Naam de aalmoezen in den
schoot der ongelukkigen doet vallen,
wier beroemden Naam de zeeman het eerst uit-
spreekt, wanneer het gevaar nadert,
wier verkwikkende Naam een balzem is, welke
onze kwalen verzacht,
wier onsterfelijke Naam de steun der zwakken
en de hoop der stervende is,
wier heilzame Naam een vcrfrissehenden daauw
in het vagevuur verspreidt,
-ocr page 27-
Vierde dag.                                     21
M. Maria, wier beminnelijke Naam gezegend en aange-
roepen wordt door alle volken der aarde , bid voor ons!
H. Maria , wier eerwaardige Naam onophoudelijk door de
gelukzalige gewelven des hemels weergalmt, bid voor ons !
H. Maria , wier luistervolle Naam na dien van Jesus de
heiligste en waardigste is, bid voor ons!
Lams Gods, dat zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zouden der wereld wegneemt, outferm
U ouzer, Heer !
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
v. De Naam van Maria is de schitterende ster, welke
naar de hemelsche haven voert.
r. En zij, die deze weldadige ster volgen, zullen nim-
mer vergaan.
GEBED.
O God van goedheid, die aan de gezegende Moeder
van uwen eenigen Zoon een\' Naam hebt gegeven, die
stroomen van genade en troost in de harten der sterve-
lingen doet vloeijen, gewaardig dezen schoonen Naam met
den goddelijkeD naam van Jesus zoo diep in onzen geest
en in onze ziel te drukken, dat zij gedurende ons leven
hier op aarde het voorwerp onzer vereering, onzer liefde,
onzer hoop, en in het eeuwige leven ons geluk, onze
vreugd en onze glorie worden. Amen.
overweging.
Weet gij, mijne ziel, wat zonde is ? — O neen, het is
eene zekerheid, dat gij niet genoeg weet, niet genoeg be-
grijpt, wat zonde is. — Vader, vergeef het hun, zcide
-ocr page 28-
22                                 Vierde dag.
Jesus, want zij weten niet wat zij doen. En inderdaad,
nooit zullen wij genoeg de oneindige boosheid begrijpen,
welke in de zonde ligt opgesloten. Maar wij weten dan
toch genoeg, hoe afschuwelijk de zonde in Gods oog zijn
moet, in het oog van Hem, die de Heiligheid zelve is,
die noodzakelijk alles moet haten wat niet rein, wat niet
zuiver, wat niet heilig is. Wij weten, dat niets, wat be-
smeurd is het rijk dor hemelen kan binnentreden. Wij
weten dat ccne eeuwigheid van straffen niet genoeg is om
de boosheid der zonde nit te wisschcn. Wij weten dat het
minder kwaad was, dat hemel en aarde en al wat er in
is te niet gaat, dan dat eene zonde gebeurt. Wij noemen
deze aarde een dal van tranen, wij klagen over ziekten,
wij jammeren over tegenspoed, wij treuren over ongeluk-
ken , wij wecnen bij den dood, wij noemen dat alles rampen
of smarten, — en o! dit alles is niets, kan of mag geen
kwaad genoemd worden in vergelijking met de zonde. Wij
weten zulks, maar denken wij er wel aan? Hebben wij
wel afschrik genoeg van de zonde? Vlugtcn wij genoeg
de gelegenheden daartoe? Helaas! wij zoeken die veeleer;
wij, die zoo zwak zijn, die weten, die bij treurige onder-
vinding weten, hoe spoedig wij vallen, wij vreezen de ge-
legenheden niet, maar beminnen die of stellen er ons ten
minste roekeloos in. En nogtlians de zonde is zoo ver-
schrikkelijk in de oogen van God en zoo noodlottig voor
ons-zelven. De zoude is iu de eerste plaats een opstand
tegen God, onzen wettigen Heer en Meester; zij is ten
tweede eene groote vermetelheid, dewijl God alles weet
en ziet en overal tegenwoordig is; zij is eene gruwzame
ondankbaarheid, omdat wij aan God alles te dankeu heb-
ben naar ziel en ligeliaam, voor tijd en eeuwigheid; zij is
eindelijk de grootste dwaasheid in zich-zelvc en het grootste
ongeluk om hare bedroevende gevolgen. Deze waarheden
zullen wij gedurende ecnige volgende dagen \'overwegen.
-ocr page 29-
Vierde dag.                                 23
Maria, onze verhevene Moeder, had meer dan wij allen
deel aan het lijden op aarde. Jesus was op de wereld
gekomen om in armoede, in verachting en in lijden te
leven en te sterven. Maria de volmaaktste navolgster van
Jesus bragt evenzoo haar leven door in armoede, lijden
en verachting. Maar het kwaad, dat wezenlijk kwaad is,
het cenigc kwaad, dat dien naam verdient, kende Maria
niet; nooit bedreef Zij de minste zonde; niets haatte Zij
en vlugtte Zij meer dan de zonde en de gelegenheid daartoe.
O mogten wij, die zooveel meer dan Mama te vreezen
hebben, even als Zij de zonde en de gelegenheid tot zon-
digen vlugten! mogten wij, even als Zij, niets haten dan
de zonde: al het overige kwaad geduldig uit de hand Gods
aannemen, en het zoo in goeddoen veranderen!
Heilige Moeder van Christus, bid voor ons!
O Maria, leer ons de zonde en de gelegenheden daartoe
"vlugten; doe ons begrijpen hoe verschrikkelijk de zonde
is, hoe hatelijk zij ons maakt aan God, en hoe ongeluk-
kig zij ons maakt voor ons eigen-zelve. — O Maria, bid
voor ons! Amen.
-ocr page 30-
VIJFDE ÖA6.
Maria \'s Geboorte.
Na door vurige gebeden deze gunst van God te hebben
afgesmeekt, aanscliouwden eindelijk op den 8 September
de HH. ouders Joachim en Anna hunne hemclsche doch-
ter. Bij die geboorte van Maria was er vreugde in den
Hemel, wijl de koningin dis hemels was geboren , er kwam
troost op aarde, want die geboorte was als het morgenrood
van den dag der verlossing, en er was schrik in de hel,
want dat kind Maria moest den duivel den kop verpletten
en zou door haren goddclijken Zoon een einde stellen aan
de magt der duisternis. Vieren wij bijzonder Maria op
haren geboortedag en brengen wij haar geschenken van
liefde, dankbaarheid en onderdanigheid, gelijk een braaf
kind doet op den verjaardag zijner beminde moeder.
LITANIE.
De Optlrngt van Maria in ilen Tempel.
Heer , ontferm V onzer!
Christus, ontferm IJ onzer!
Heer, ontferm U onzer !
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
God, Hemclsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon , Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm TJ onzer!
Heilige Maria, bid voor ons!
Kind, door God aan de gebeden van Joachim en Anna ver-
leend , bid voor ons!
-ocr page 31-
Vijfde dag.                                  25
Maagd in den tempel opgedragen, bid voor ons!
Offerande, alleraangenaamst aan de Heilige Drie-
vuldigheid ,
Levende Tempel der Godheid,
                                       f o;
Ark des vcrbonds met het zuiverst goud der liefde *
omkleed,
Vruchtbare laurier in het huis des Hceren,
Schitterende spiegel van godsvrucht,
Judith, door de gausche wereld met lof overladen ,
Est her, zorgvuldig verborgen en bewaard,
Maagd aan God van alle eeuwigheid verloofd,
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, Maria, hoor ons !
Dat door uwe tusschenkomst de ware Kerk van Jesus-
Cliristus verheerlijkt worde ,
Dat al de Godgewijde orders door U in de onschuld
en de deugd bewaard worden ,                                  I g;
Dat Gij door hemelsche begeerten onzen geest tot f ™*
U verheft,
Dat Gij in ons de liefde tot de zuiverheid opwekt,
Dat Gij ons doet besluiten ons geheel aan God te
schenken,                                                                   / £"
Dat Gij ons na dit leven in den tempel der glorie
geleidt,
Dat al onze weldoeners het eeuwige leven ter beloo-
ning ontvangen,
Dat de zielen der geloovigen in de eeuwige rust
worden toegelaten ,
O Maagd , den Heer geheiligd,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wcgueemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer !
Lam Gods , dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons !
Christus , verhoor ons !
Onze Vr.der, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
-ocr page 32-
26                                  Vijfde dag.
v. De Heer heeft Haar uitverkoren en voorbeschikt.
K. Hij heeft hare woning in zijn tabernakel gevestigd.
GEBED.
o God, die gewild hebt dat de gelukzalige Mabia, altijd
Maagd, in welke de Heilige-Geest zijne woonplaats heeft
verkozen, U op dezen dag in den tempel werd opgedra-
\'gen; geef dat wij door hare bemiddeling waardig worden
eens in den tempel uwer heerlijkheid aan TJ te worden
opgedragen; door Jesus-Christus, onzen Heer. Amen.
OV\'EKWEGISG.
De zonde, do doodzonde is in de eerste plaats een op-
shnd tegen God. — Opstand tegen God!..... welk verschrik-
kelijk woord! en nogthans dat is zij, meer en erger dan
dat. God is Heer en Meester van al het geschapene: alles
mout Hem gehoorzamen, alles moet zich aan Hem onder-
werpen. Die zulks niet doet, staat op tegen Hem. God
geeft ons zijne wetten en geboden, en alles moet zich schik-
ken naar die wijze wetten. Geheel de natuur gehoorzaamt
dan ook aan dien Heer , dien Schepper van alles: de zon
verschijnt op zijn wenk aan den hcrnel; de sterren ver-
toonen zich op het door Hem bepaalde tijdstip aan het
uitspansel; dag en nacht, winter, lente, zomer en herfst,
alles wordt door Hem geregeld en volgt zijnen wil. — Als
God wil, en niet dan als God wil, verkwikt ons de zon
door hare stralen, vcrfrischt ons de regen, ratelt de donder
en ontzet ons de bliksem. Alles volbrengt Gods wil: de
wilde dieren in de bosschcn, de vogelen in de lucht, de
visschcn in het water, de insekten tot onder den grond.
Nu buldert de zee als een woedende, omdat God het wil;
dan is zij kalm en rustig als een effen meer, omdat God
het dan verkiest; nu zijn velden en straten met sneeuw
-ocr page 33-
Vijfde dag.                                  2/
bedekt, akkers zijn akelig ledig, en boomcn vertoonen
slechts verdorde takken, — God wil: en de velden doen het
graan ontkiemen en opschieten, de boomen kleeden zich
in het groen, en brengen bloemen en vruchten voort. Al-
les dus, -wat is, onderwerpt zich aan God, gehoorzaamt
aan zijne wetten..... Ach, neen!..... er een schepsel, wat
zich durft verstouten het niet te doen..... er is een schepsel
dat durft zeggen non serviam; er is een schepsel onder al
het geschapene, dat togen God durft opstaan, en welk?
Juist dat, wat boven al het overige verheven is; wat meer
dan al het overige begunstigd is; wat meer dan al het
overige zich aan God moest onderwerpen..... Het is de
mensch..... Hij alleen onder al het geschapene gehoorzaamt
niet, wil niet gehoorzamen, staat op tegen God , overtreedt
zijne wetten, schendt zijne geboden..... en dat doet hij ,
als hij zondigt.—Ja, mensch, als gij zondigt, dan roept
gij, misschien niet met woorden, maar toch zeker door
uwe daden: non serviam..... Neen, God, ik zal U niet die-
nen, ik wil mij niet aan U onderwerpen, ik zal uwe ge-
boden en wetten met voeten treden. — O mensch, denk
ernstig hierop na !
Maria, was niet-alleen haren God, haar\' Heer en Schepper
in alles onderdanig en onderworpen, maar haar vurigste
wensch, haar hartelijkst verlangen en bidden was, dat alle
nicnschen, die verpligte onderdanigheid zouden begrijpen
en volbrengen. O! hoe treurt Zij, als Zij u Gods wetten
ziet overtreden door de zoude; — O! hoe siddert Zij voor u,
als gij zoo roekeloos tegen God durft opstaan, hoe bidt Zij
vurig voor uwe bckeering. Had Zij Gods regtvaardigheid
door hare beden niet teruggehouden, wie weet hoe lang
gij reeds voor uwen opstand, voor uwc dikmaals herhaalde
opstanden tegen God, zoudt hebben geboet! Zult gij nu
nog meer tegen God opstaan? zult gij die Moeder nog lan-
ger bedroeven ? zult gij niet sidderen op het zien uwer
-ocr page 34-
28
Vijfde dag.
boosheid, door in de zonde te hebben toegestemd? — Werpt
u voor Maria\'s voeten neder: Zij zal voor u bidden, Zij
zal vergiffenis voor u bij God verkrijgen.
Moeder des Zaligmakers, bid voor ons!
O Maria, toen ik de zoude bedreef, wist ik niet wat
ik deed, wist ik niet hoe schuldig ik mij maakte. Ach!
nn beef en sidder ik; nu ben ik bedroefd en stort tranen; —
verkrijg Gij voor mij vergiffenis en de genade, om nimmer
meer tegen God op te staan. Amen.
-ocr page 35-
zesde dag.
ftiiialM-li\'icii! Viin Maria.
Van hare eerste jeugd af aan was Maria rijk aan
genade: zij kende , ten gevolge van hare onbevlekte ont-
vangenis, en door den rijkdom der genade, den prikkel
des vlcesches niet; nooit heeft «ij ook God door de minste
zonde vergramd, maar elk uur, elk oogcnblik van haar
leven nam zij toe in gratie en in deugd. Reeds op drie-
jarigen leeftijd had zij geheel het gebruik harer rede, en
wijdde ïij zich geheel , voor altijd en met blijdschap aan
haren God. Wanneer zullen wij den moed hebben 0116 aan
God toe te wijden, of ten minste de kleine ofFers, die Hij
van ons vraagt, ook geheel en al, altijd en met blijdschap
Hem aan te bieden, b. v. het vlugten van de gelegenheid
tot zonde, het uitroeijcn der eigenliefde enz.? Trachten
wij Maria\'s leven te overwegen, om Haar na te volgen.
LITANIE.
He Jeugd van Maria.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer !
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons !
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm L\' onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria, bid voor ons!
-ocr page 36-
30                                  Zesde dag.
Heilige Maagd der maagden , bid voor ons!
Verrukkelijk schoone lente-roos,
Lelie van zuiverheid,
Viooltje van nederigheid,
Verkwikkende schaduw voor de bedroefde zielen,
Kracht der strijders,
                                                    f g".
Glorie van uwen God,
Bloem der rcgtvaardigen,
Laurier des vredes,
Vijandin der wereldsebe ijdelheid,
                                I g
Voorbeeld van het ingetogen leven,
Vriendin des gebeds,
Verloofde van den hemelschen Bruidegom,
Patronessc van alle kinderen,
Voorbeeld der jeugd,
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, \'Maria,
hoor ons!
Dat wij U mogen navolgen in uwe onschuld en uwe
heiligheid ,
Dat wij U mogen navolgen in uwe zedigheid en uw j ^
ingetogen loven,                                                        [c\'
Dat wij U mogen navolgen in uwen ijver voor het o E".
gebed,                                                                      I £
Dat wij U mogen navolgen in uw grenzeloos ver- I =■
trouwen op God,                                                     I d
Dat wij U mogen navolgen in uwe liefde tot God en ! "
de menschen ,                                                            , B!
Dat wij U mogen navolgen in uwe gehoorzaamheid j g
aan al de geboden vau God,
Dat wij U mogen navolgen in uwe gehoorzaamheid
aan geestelijke en wereldlijke overheden,
Dat wij U mogen navolgen in uwen ijver om slechts .
aan God-alleen te behagen,                                     sg
Dat wij U mogen navolgen in uwc tevredenheid en
uwe liefde voor de armoede,
Dat wij U mogen navolgen in al uwe deugden,
            J
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
-ocr page 37-
Zesde dag.                                  31
Lam Gods, dat de zouden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer !
Christus , hoor ons !
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria , enz.
v. Gedoog, o heilige Maagd, dat ik U love.
B. Verkrijg mij van God de kracht om uwe vijanden te
bestrijden.
GEBED.
O gelukzalige Maagd Maria! die, van uwe eerste jeugd
af, uwe maagdelijkheid voor altijd aan God hebt ge-
wijd, als eene aangename offerande aan de Allerheiligste
Drievuldigheid, — wij bidden U, verkrijg ons, door dit
bijzonder voorregt, de genade, ons hart, op uw voorbeeld,
aan de wereld te ontrukken, den wil Gods volmaakt te
volbrengen, en eenmaal inde woning der eeuwige glorie te
worden toegelaten; door Jcsus-Christus, onzen Heer. Amen.
OVERWEGING.
Is de zonde reeds hatelijk en afschuwelijk, omdat zij
een opstand is tegen God, zij is niet minder gruwzaam
om hare vermetelheid. Kan men zich iets meer vermetel
voorstellen dan een zondaar ? Hij weet, althans hij moet
het weten, dat God alles ziet; hij weet of moet weten,
dat God overal tegenwoordig is; hij weet en moet weten,
dat die God oneindig regtvaardig en almagtig is; en niet-
temin durft hij dien God bcleedigen, dien God, die alles
ziet en alles kan, en er bij tegenwoordig is. De dief
zoekt de stilte des nachts, de eenzaamheid; elke misda-
diger vlugt het oog zijns regters, — maar de zondaar
weet dat hij nimmer alleen is, dat voor Gods oog niets
-ocr page 38-
32                                  Zesde dag.
verborgen zijn kau. Hoe vermetel is dus zijno handel-
wijze ! Wat zou men zeggen van een onderdaan, die in
het bijzijn des konings eene misdaad zou durven bedrijven;
wat, indien die misdaad tegen den Koning-zelve gerigt
was? En wat doet de zondaar? Beleedigt hij God-zelven
niet in Zijne tegenwoordigheid? — De koning hier op
aarde kan soms niet dadelijk den misdadiger, die hem
beleedigt, doen straffen, maar God heeft slechts te willen,
en de ongelukkige,.....hij ligt voor ecuwig in de hel.—
"Welk eene vermetelheid ! Verbeeldt u dat iemand boven
een afgrond hangt, slechts door eene hand vast gehouden,
laat die hand hem los, dan valt hij verpletterd in de diepte
neer: zal hij nu den man, die hem vasthoudt, durven be-
leedigen ? Neen, zult gij zeggen, hij hangt nu geheel van
dien man af, dat ware de grootste vermetelheid. Ziedaar
een klein voorbeeld van de vermetelheid des zondaars. Hij
weet dat voor Gods oog niets verborgen is; hij weet dat
hij zondigt in Gods tegenwoordigheid; hij weet dat hij
dien Heiligen God-zelve door de zonde aanrandt en be-
leedigt; hij weet, dat die God met den enkelen wil zijner
Almagt hem kan verpletten, ja, menigmaal zulke straffen
op den schuldige heeft doen nederdalen, en nogthans durft
hij te zondigen. Groote God, Gij moet wel oneindig lang-
moedig zijn, om zulk eenen vermetele niet aanstonds te
straffen! Zondaar, zondaar! ge moet toch wel diep ver-
blind zijn, om de groote vermetelheid, welke gij door de
zonde begaat, niet in te zien!
Leeren wij van Mabia, hoe ons te wachten voor zulk
een vermetelheid. Maria dacht altijd aan Gods tegen-
woordigheid, gedachtig aan het woord des Heeren tot
Abraham: Ambula, coram Me et esto perfeclus. » Wandel
voor mijne oogen en wees volmaakt," waren al hare ge-
dachten op God gerigt. Hare woorden waren woorden ter
cere Gods gesproken, en hare werken deed Zij gedachtig
-ocr page 39-
Zesde dag.                                  33
aan Gods heilige tegenwoordigheid. Daarom was haar
leven zoo heilig, zoo volmaakt, daarom was haar Hart
zoo zuiver en rein, daarom waren hare woorden zoo stich-
tend, en hare werken zoo verdienstig voor den hemel.
Hadden wij altijd gedacht aan Gods tegenwoordigheid, wij
zouden nooit de vermetelheid gehad hebben om eene enkele
doodzonde te bedrijven. Maria moge door hare voor-
spraak ons altijd van de zonde terughouden en ons aan
God immer doen denken !
H. Maagd der maagden, bid voor ons!
O Maria , hadden wij altijd geleefd even als Gij, hadden
wij God nooit uit het oog verloren, wij zouden nu over
onze zonden niet moeten weenen! — O Moeder verkrijg
ons de genade, om altijd aan God te denken, dan zullen
wij de zonde vlugten, en onze gedachten, woorden en
werken zullen ter eere Gods strekken. Amen.
3
-ocr page 40-
ZEVENDE DAG.
Maria\'s leven in den Tempel.
Nu bragt Maria de gelukkigste dagen haars levens door.
Immer in den tempel, verwijderd van de wereld, kon zij
ziel) dag en nacht met haren God alleen bezig houden. Hoe
genoegelijk snelden die dagen voor haar voorbij! Hoc vele
uren bragt zij door in de overweging van Gods oneindige
volmaaktheden! Hoe vurig bad zij eiken dag voor de ver-
lossing van het nienschdom en voor de Zaligheid der zie-
len! Denkt gij ooit aan God? Houdt gij eiken dag eene
meditatie over Gods goedheid of over uwe Zaligheid P Bidt
gij wel ooit voor de Zaligheid uws naasten, voor de be-
keering der zondaren ?
LITANIE.
De Verloving van Maria.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God , Heilige-Geest, ontferm U onzer !
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria, bid voor ons!
Heilige Josepu , bid voor ons!
Heilige Maria, aan den zuiverste der mannen verloofd,
bid voor ons!
-ocr page 41-
Zevende dag.
35
Heilige Josepii , verloofd aan de zuiverste der Maagden\',
bid voor ons!
Heilige Maria , maagdelijke echtgenoot van den regt- \\
vaardigen man,
Heilige JosErn, maagdelijke echtgenoot van de ge-
zegende onder alle vrouwen ,
Heilige Maria, die geenen man bekendet,
Heilige Josepii, beschermer van Haar, die niet U
verecnigd was,
Heilige Makia, Moeder van den Zoon Gods,
Heilige Josepii, Voedstervader van Jesus-Christus,
Heil\'ge Makia, die den Verlosser der menschen ter
wereld brngt,
Heilige JosErn, steun van het kleine kind Jesus,
Heilige Makia, vol bekommering voor het vleesch-
geworden Woord ,
Heilige Josepii, voogd der kindschheid van Jesus,
Heilige Makia , beschermster des Zaligmakers ,
Heilige Josepii, getrouwe gids van den Zoon van David, I 2"
a.
Heilige Maria, bewaakster van het goddelijk Kind, V
Heilige Josepii , die den Messias op uwe armen hebt ) g
gedragen,
Heilige Maria , die het heil van Israël hebt opgevoed,
Heilige Josepii, die den Bevrijder van zijn volk hebt
beschermd ,
Heilige Makia, die met teederheid den Zoon des
Allerhoogstcn hebt verzorgd,
Heilige Josepii, medewerker in het uitvoeren der
goddelijke bevelen ,
Heilige Maria, die den hemelsohen schat hebt bewaard ,
Heilige JosErn, boven allen uitverkoren als verdedi-
ger van den Heer,
Heilige Maria, verheven voorbeeld van nederigheid,
Heilige Josepii, voorbeeld der volmaakte gehoor-
zaamheid ,
Heilige Maria, vlekkelooze Bruid van den Heiligen-
Geest,
Heilige Josepii, onbevlekte lelie van zuiverheid,
Heilige Maria, voorbeeld aller moeders en cchtgenooten,
-ocr page 42-
36                                Zevende dag.
Heilige JosErn, Patroon aller Vaders en echtgcnooten,
bid voor ons !
Heilige Maria , de Bruid en Echtgenoot van den Heili-
gen Joseph , bid voor ons !
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U , Mama , hoor ons!
Verkrijg voor alle verloofden eene zuivere meening, .
Bewaar voor alle cchtgcnooten den vrede en de liefde, \\
Verleen hun de zuiverheid en de getrouwheid welke
hunnen staat vordert,
Verleen aan alle geestelijke en wereldlijke verecnigin-
gcn vrede en eendragt,
Wees alle overheden behulpzaam in het besturen
hunner onderdanen,
Verkrijg voor alle ouders de genade om hunne kin- I g
deren Christelijk op te voeden,                                 / >
Boezem alle vaders en moeders de ware vrees Gods \'
en de liefde tot orde in,
Troost en ondersteun ons in al onzen tegenspoed en
onze wederwaardigheden,
Bezoek ons met den Heiligen Joseph en sta ons bij
in onzen doodstrijd,
Kom de zielen des Vagcvuurs te hulp,
Jesus , Maria , Joseph ,
                                               /
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer !
Christus, hoor ous !
Christus , verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, ene.
v. Bid voor ons, H. Maria, Bruid van den H. Joseph.
r. Opdat wij der beloften van Jcsus-Christus mogen
waardig worden.
-ocr page 43-
Zevende dag.
37
GEBED.
Almagtige en eeuwige God, die Makia, deze met on-
telbare gratiën versierde Maagd, tot Moeder van uwen
eenigcn Zoon Jesus-Cliristus hebt verkozen , en die in uwe
wijsheid hebt besloten Haar de echtgenoote van den H. Jo-
seph te doen zijn, opdat Jesus in hem een Voedster-vader
zou vinden, verleen ons, die godvruchtig liet feest van
hunnen trouwdag vieren, de genade hier in eenen voor-
deeligen vrede te leven en ons hiernamaals in do eeuwige
gelukzaligheid des Hemels te verheugen. Gij, die leeft
in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
OVERWEGING.
De zonde is niet-alleen een opstand tegen God, niet
slechts eene verschrikkelijke vermetelheid, maar ook eene
groote, ja de grootste ondankbaarheid. Er zijn drie trappen
van ondankbaarheid; de eerste is: zijnen weldoener te
vergeten, hem geen\' dank te brengen voor zijne weldaden.
De tweede is: zijnen weldoener niet slechts te vergeten,
maar hem zelfs te beleedigen. Maar de derde trap is nog
erger: niet slechts zijn\' weldoener vergeten, niet slechts
hem beleedigen, maar de eigene Weldaden van den wel-
doener misbruiken om hem te beleedigen, en dat nog wel
op denzelfden oogenblik, waarop wij die weldaden ontvan-
gen en genieten. — O, dat is verschrikkelijk! dit is mon-
sterachtig gruwzaam! zult gij uitroepen, ca nogthans, als
gij eene zonde bedrijft, dan maakt gij u aan zulke gruw-
zame ondankbaarheid pligtig. Wat toch doet de zondaar?
Het is hem niet genoeg dat hij God vergeet, zijne wel-
daden zich niet herinnert, en God daarvoor geen dank, geene
liefde aanbiedt. Het is hem niet genoeg, dat hij God,
zijnen weldoener, miskent, bedroeft, beleedigt, — neen, hij
keert de weldaden Gods tegen God-zelven en bestijgt alzoo
-ocr page 44-
38                                Zevende dag.
dcu koogsten trap van ondankbaarheid. En hij doet dat
op het oogenblik-zclvc, waarop God hem met weldaden
overlaadt, en waarop hij die geniet. Zijn zijne oogen geen
weldaad Gods: wordt liet gczigt hom niet door God elk
oogenblik geschonken ? — en hoeveel doodzonden doet hij
niet met diezelfde oogen! Is zijne toi.g gccne weldaad
Gods ? Heeft hij die niet ontvangen om God te loven en
den naaste te stichten. Ilecft hij het gebruik dier tong
niet van God , en hangt hij elk oogenblik niet van God af?
en wat doet hij met die tong? Hij bclccdigt er bijna aan-
houdend God mede door vloeken, godslasteringen, vuile
taal, lastertaal, achterklap, dronkenschap en God weet
hoc vele zonden meer. En zoo gaat het met al zijne lede-
maten! — Grootc God! wat monster van ondankbaarheid
is de Zondaar! Neen, het is niet mogelijk, dat hij nog
zondigen kan, als hij wel inziet en begrijpt aan welke on-
dankbaarheid hij zich schuldig maakt jegens God, zijn besten
Vader en Weldoener.
Mama overdacht aanhoudend Gods oneindige weldaden-;
nooit verloor Zij die uit het oog, en Zij besteedde heel
haar leven, Zij gebruikte al hare vermogens om dien goeden
God voor zijne weldaden te danken en Hem te verheer-
lijken. — Welk ecu verschil tusscheu ons en Maria: wij
leven als ondankbaren, als monsters van ondankbaarheid
door onze zouden, en Zij leefde als een aanhoudend dank-
offer. O, vergeten wij dan nimmer Gods weldaden! Alles
wat wij zien, alles wat ons omgeeft, alles wat wij hooren
roept ons de weldaden Gods te binnen: de zou, die\' ons
beschijnt, de lucht, die wij inademen, de aarde, d:c wij
betreden, het vuur, dat ons verwarmt, het water, dat ons
drenkt, liet voedsel dat ons spijst, kortom alles. Volgen
wij dus Maria na in hare dankbaarheid aan God.
Allerrcinste Maagd, bid voor ons!
-ocr page 45-
Zevende dag.
39
O Maria , wij zijn beschaamd over onze ondankbaarheid.
Nu eerst gaan wij begrijpen, hoe bitter de zonde is, hoe
gruwzaam wij handelen, wanneer wij zondigen. Het zal
niet meer gebeuren; Maria, bid Gij voor ons; verkrijg
Gij voor ons een afschrik van dat akelige kwaad, en leer
ons dankbaar zijn aan God voor zijne weldaden. Amen.
f
-ocr page 46-
ACHTSTE DAG.
Maria en <le II. Josepli.
God wilde Maria een\' beschermer geveu, opdat zij, in
latere beproevingen, met haar goddelijk kindje Jesus een\'
steun zoude hebben. De gelukkige, daartoe door God ver-
koren , was de II. JosEnr, een man eenvoudig voor de
wereld, maar groot en heerlijk in Gods oog. Maria werd
plegtig aan den II. Josepii verbonden, doch beiden be-
sloten den maagdelijken staat te onderhouden en slechts
voor God alleen te leven. Welk eene wondere en zorg-
volle leiding der Goddelijke Voorzienigheid ! Om onzen
staat wel te kennen en trouw te beleven, moeten wij het
voorbeeld van Maria en JosErn navolgen, en God dage-
lijks vurig er om bidden.
.LITANIE.
De Boodschap van Maria.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria, bid voor ons!
Die den Aartsengel Gabriël, de aangenaamste gezant, hebt
ontvangen , bid voor ons!
-ocr page 47-
Achtste dag.                                41
Genadevolle Maagd , bid voor ons!
Vreugde der Allerheiligste Drievuldigheid,                    l
Gezegend onder alle vrouwen,
Moeder des Verlossers, reeds aan onze eerste ouders 1
beloofd,                                                                     j
Tempel, welke de H. Geest wonderbaar overschaduwde, j
Nederige dienstmaagd des Heercn,
                                 j
Have van ons eeuwig heil,                                          I g".
Eerbiedwaardige teut van den Koning der Koningen, I *
Roemrijk sieraad van Israël,
                                         V o
Bron van Goddelijken troost,                                       I i
Moedor der schoonc liefde,                                             g
Lichtende wolk, welke den daauw der Hemelsche ?-
zegeningen brengt,
Onderpand onzer wedergeboorte, in de genade van God,
Altijd groene olijftak in het huis des Heeren,
Maagd door de gansche Kerk gelukzalig genoemd,
Moeder, uit welke het vleesch geworden Woord is ;
geboren,                                                                    \'
Arme zondaren als wij zijn , wij bidden U, Maria , hoor ons!
Gcwaardig U voor ons van God die genaden te verkrijgen
welke ons het noodzakelijkst zijn, wij bidden U, Mariat
hoor ons!                               *
Zorg dat God met ons zij, wij bidden U, Makia , hoor ons !
Dat wij U altijd waardiglijk mogen verheerlijken, wij bid-
den U, Makia, hoor ons!
Verleen ons vurige liefde voor de Vrucht uws ligchaams,
wij bidden U , Makia , hoor ons !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zouden der wereld wegneemt, verhoor
0113, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
V onzer , Heer !
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Makia , enz.
-ocr page 48-
Achtste dag.
42
v. De Engel des Hccren heeft Maria geboodschapt.
r. En Zij heeft ontvangen van den H. Geest.
GEBED.
o God, die gewild hebt dat uw Woord een vleeseh zou
aannemen, even als het onze, in den schoot der gelukza-
lige Maagd Mabia , nadat een Engel de tijding had ovcr-
gebragt; geef dat wij door onze gebeden, even als wij
gelooven dat Zij de waarachtige Moeder vau God is, bij
U door hare tusschenkomst mogen geholpen worden: door
Jesus-Christus onzen Heer, uwen Zoon, die leeft en regeert
in alle ecwen der eeuwen. Amen.
OVERWEGING.
Overwegen wij eindelijk nog welk een grootc dwaasheid
het is te zondigen. Wie brengen ons tot zonde? Het zijn:
de duivel, de wereld en het vleeseh; deze drie verlokken
ons tot de zonde, en om ons er toe te brengen bedriegen
zij ons. Zij maken ons wijs dat wij vermaak zullen hebben
in het bedrijven der zonde • zij slcllcn ons de zonde als een
genoegen voor, en, ach! het is slechts schijnvermaak,
slechts bedrog. Vóór wij de zonde bedrijven schildert de
duivel ons alles zoo bekoorlijk af, wat ongeoorloofd is ;
hij zoekt ons te doen vergeten al wat ons van de zonde kan
terughouden; hij belooft ons alle genot; doch nog naauw
is de zonde bedreven of wij gevoelen, wat het is zonde te
doen; wij proeven derzelver bitterheid. Ons geweten ont-
waakt, de begoocheling vau den duivel verdwijnt en een
knagende worm verteert ons. En toch laten wij ons weder
door den duivel bedriegen en gelooven wij nog aan zijne
valsche beloften. De wereld belooft ons vermaak, uiterlijk
is zij zoo vrolijk * zoo bevallig, zoo medeslepcnd, en daarom
verleidt zij zoovelcn. Maar doet men met do wereld mede,
volgt men hare grondstellingen of liever hare grillen; o,
-ocr page 49-
Achtste dag.
■13
wat moet men dan al niet verduren; wat heeft men vele
moeite; men moet, om die wereld naar den zin te doen,
haar slaaf wezen, haar in al hare grillen volgen. Welk
een dwingelandij oefent zij niet uit over alles, over onze
kleeding, over onze gewoonten, over ons spreken, over al
ons doen en laten. In plaats van den goeden Gud, den
besten aller Vaderen te gehoorzamen en Hem vrij te die-
nen , onderwerpt men zich aan de onmcêdoogendstc dwin-
gelandij der wereld, die daarenboven nog zoo vaak met
ons den spot drijft en zeker eenmaal met ons zal spotten,
als zij ons niet meer noodig heeft of wij haar niet meer
kunnen bevallen. Is dat geene groote dwaasheid ? Ook
ons eigen dartel vlcesch trekt ons tot de zonde, en hoe-
velen vallen in die akelige zonden des vleesches. En wat
brengt hun die zonde aan? Angst en knaging, wroeging
en wanhoop , boosheid en vcrstoktheid , en wie weet hoeveel
gruwelen meer, voor de ziel. — En voor het ligehaam ?
Zie eens naar die uitgeteerde geraamten, die levende lijkeu
schijnen, en jeugdige grijsaards zijn! Overdenk eens de
schrikkelijke pijnen die zij lijden, en die ze toch zooveel
mogelijk moeten zoeken te verbergen. Treed eens in de
hospitalen van ongcneeslijken, vraag eens aan de gcnces-
hccrcn, wat de gruwelijkste en pijnlijkste ziekten zijn! En
gij zult weten wat genot de zonde des vlcesches aanbrengt;
en gij zult overtuigd zijn, dat niets dwazer en onzinniger
is dan zich aan die zonde over te geven.
Maria was do wijste der Schepselen, de duivel vreesde
Haar; hij wist wel dat hij Haar niet kon misleiden. Zij
was de vrouw, die hem den kop zou verpletteren. Op het
aanroepen van haren Naam alleen zal de duivel van ons
vlugten ; door haar gebed zullen wij over den duivel ze-
gevieren. Maria spotte met de wereld; Zij verachtte al
wat de wereld schoon en groot noemt; Zij zocht al haar
genoegen iu de eenzaamheid. Daar vond haar de Aartsen-
-ocr page 50-
Achtste dag.
44
gel Gabriël; daar, in de eenzaamheid, werd Zij Moeder
Tan den Zaligmaker. Vlugten wij met Haar de wereld;
zoeken wij met haar de eenzaamheid : dan zullen wij door
de schijnvcrmakcn dezer aarde niet worden medegrsleept.
Als de bekoringen des vleeschcs ons kwellen, denken wij
dan aan de zuiverste der Maagden, aan Maria; roepen
wij haren bijstand in, en onze driften zullen bedaren en
wij zullen zegevierend uit den strijd te voorschijn treden.
Ongeschonden Moeder, bid voor ons!
H. Maria, Moedor Gods, wij hebben drie vijanden in
deze -wereld te bestrijden: den duivel, de wereld en het
vlcesch. Bid voor ons , opdat wij de dwaasheid niet heb-
ben naar hunne bediïegclijke taal te luisteren; sta ons bij,
opdat wij hen overwinnen , en even rein, zuiver en on-
geschonden als Gij op aarde mogen leven, en zoo den
Hemel verdienen. Amen.
-ocr page 51-
UGFJDË DAG.
De boodschap ilis Engels.
Eiudelijk was liet uur der Verlossing aangebroken, liet
uur waarop God de Zoon, volgeus de Eeuwige raadsbe-
sluiten , de mensehelijke natuur zoude aannemen. De Aarts-
engel Gabriël werd van den hemel gezonden om Maria
te gaan boodschappen, dat zij tot de hooge waardigheid
van Moeder Gods was uitverkoren. De Engel vond Maria in
de eenzaamheid verdiept in het gebed. Niemand dacht er
minder aan dan Maria, dat liet goddelijk moederschap
voor haar was weggelegd! Maar hoe hoog zij ook die
waardigheid wist te waardereu, hoogcr toch was de maag-
delijkheid bij haar in aanzien, en eerst toen de Aarts-
engel haar te kennen gaf dat zij Moeder Gods zoude
worden zonder ophouden maagd te zijn, antwoordde zij:
«Zie de dienstmaagd des Hecren, mij geschiede naar uw
woord". Op datzelfde oogeublik nam de Zoon de men-
sehelijke natuur aan, om ons te verlossen. Welke reden
tot dankbaarheid voor ons!
LITANIE.
Bezoek van Maria aan hare Mi-lil Elisabeth,
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God , Hcmelsche Vader , ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
-ocr page 52-
46                                Negende dag.
Heilige Mama , bid voor ons!
Maagd, vol van genade,
Gezegende onder alle vrouwen,
De gelukkigste, door de Vrucht uws ligchaaius,          I
Die uwc grootheid hebt verloochend, door uwe nicht I
Elisabeth te gaan bezoeken,                                     I
Die de H. Elisabeth , zoo grootc vreugd hebt verschaft, f g;
Die zoo veel weldaden aan haar huis hebt bewezen, ( <j
Die oorzaak waart dat de H. Joannes in den schoot *■ §
zijner Moeder werd gezuiverd,                                  i
Die de II. Elisabeth met de grootste nederigheid hebt I g
gediend,                                                                     1 ""
Die U, vol vrolijke erkentelijkheid , in den Heer hebt 1
verheerlijkt,                                                                 \'
Die het gansehe huis van Zacharias met Gods zegen I
hebt vervuld,                                                             ;
Arme zondaars als wij zijn , wij bidden U , Makia, hoor ons !
Dat wij zachtmoedig en nederig van harte mogen worden,
wij bidden U, Maria, hoor ons,
Dat Gij ons cene ijverige liefdadigheid voor onzen naas-
ten wilt inboezemen , wij bidden U, Makia , hoor ons!
Dat wij den Heer mogen verheerlijken en zijnen lof met
U mogen zingen, wij bidden U , Makia , hoor ons !
Dat wij, te midden onzer moeijelijkheden en wederwaar-
digheden met hemelschen troost mogen vervuld worden,
wij bidden U , Makia , hoor ons !
Dat Gij onze woningen zegene en beschermc , wij bidden
U, Maria , hoor ons !
Dat Gij de eeuwige rust vcrkrijge voor allen die in den
Heer ontslapen zijn, wij bidden U, Maria, hoor ons!
o Makia , gezegende Moeder des Hceren, wij bidden U,
Maria , hoor ons!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
-ocr page 53-
Negende .lag.                               47
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, jioor ons !
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, ent.
v. Gij zijt gezegend onder alle de vrouwen.
b. En gezegend is de Vrucht uws ligchaams.
GEBED.
Heer, verleen , als het U belieft, uwe dienaars de gave
van uwe hemelsche gratie; opdat zij, even als zij bij de
geboorte der gelukzalige Maagd het begin van hun heil
hebben ontvangen, bij de plegtigheid harer bezoeking ver-
meerdering van troost en vrede mogen verwerven. Door
Jesus-Christus onzen Heer, die leeft en regeert in alle
eeuwen der eeuwen. Amen.
OVERWEGING.
Na de boosheid, de vermetelheid, de ondankbaarheid en
tevens de groote dwaasheid der zonde overwogen te hebben,
zullen wij als van «elven ecu\' afkeer van de zonde hebben
j en zullen wij dus verlangen berouw te gevoelen over die
zonden, welke wij bedreven hebben. Ik zeg verlangen be-
rouw te gevoelen; want al te ligtzinnig meent de ïnensch,
dat hij berouw kan hebben, als hij wil. Doch hij bedriegt
zich grootelijks! Neen, het berouw, het berouw dat de
zonde kan uitwisschen met en soms zelfs zonder de H. Biecht,
j is niet in onze magt, dewijl het een bovennatuurlijk berouw
zijn moet. Het berouw is een leedwezen over de zonden,
die wij hebben bedreven, met een vast voornemen om die
! te biechten en nooit meer eenige zonde te bedrijven. Maar
dat leedwezen en dat voornemen moet van God komen, is
eene genade, die wij van God moeten verkrijgen. De zon-
-ocr page 54-
Negende dag.
48
daar kan dus wel om berouw bidden, hij kan eu moet wer-
ken van boetvaardigheid doen, maar het berouw kan hij
/.ieh-zelven niet geven. God evenwel is zoo goed, en zoo
barmhartig, dat, als Hij in onze harten den afkeer van de
zonden ziet, en ons verlangen naar berouw, Hij ons nooit
die groote genade zal weigeren. Het berouw moet ook
voortkomen uit eene bovennatuurlijke beweegreden. Men
kan spijt gevoelen over de zonde, omdat men daardoor
zijne eer en goeden naam heeft verloren, zijne gezondheid
benadeeld, schade in het tijdelijke geleden of om andere
natuurlijke reden: zulk berouw is niet voldoende om kwijt-
schelding zijner zonden te verkrijgen. Neen, wij moeten
bedroefd zijn over onze zonden, ze haten en verfoeijen
omdat wij door dezelve God belcedigd hebben , die de on-
eindige Goedheid zelve is of ten minste, omdat de zonde
zoo afschuwelijk is in Gods oogen of omdat wij er den
Hemel door hebbeu verloren en de Hel verdiend of om
eenige andere boveunatuurlijke reden. Wij moeten daaren-
boven de zoude opregt willen verlaten, vast besloten uooit
meer cenc enkele doodzonde te bedrijven en bereid zijn de
noodige middelen aan te wenden om niet te hervallen. O!
hoevelcn mccncn een goed berouw te hebben, en het is
slechts een schijnberouw; niet zelden ziet men , dat na zulk
een schijnberouw, men bij de eerste bekoring al aanstonds
zonder cenigen crnstigen wederstand in dezelfde zonden
hervalt. Het berouw behoeft niet uiterlijk gevoelig te zijn;
o neon, men kan een waar berouw hebben zonder daarom
uitwendig bedroefd te zijn. Over het algemeen mag men
vertrouwen dat ons berouw in de Biecht voldoeude is, als
wij dat berouw opregt verlangen, er vurig om hebben ge-
beden en den vasten wil hebben, om God nooit meer door
eenige zonde te beleedigen.
Maria heeft nooit gezondigd, nooit heeft zij zelfs ook
manr door de geringste zonde God bedroefd; Zij kon dus
-ocr page 55-
Negende dag.                                49
geen berouw hebben, omdat dit een leedwezen is over zijne
eigene zonden. Maar geen schepsel heeft ooit meer getreurd
over de zonden, dan Maria, want zij beminde God opregt
en volmaakt, en daarom deed hot haar leed te moeten zien,
hoe de mcnschen God door de zonden beleedigen. En nu,
nu zij hoog verheven in den hemel is, bidt zij voor ons,
om ons voor zonden te bewaren; nu bidt zij voor de zon-
daars, opdat zij berouw mogen krijgen over hunne zonden,
en daarover boetvaardigheid doen. Te regt noemt de H. Kerk
haar »de toevlugt der zondaren". O, hoeveel zondaren en
zondaressen zijn door hare gebeden boetvaardige, berouw-
hebbende zondaars geworden ! Iloerele boetvaardigen in den
hemel, die, zonder Maria, onboetvaardigen in de hel zou-
den geweest ziju ? Hoevele rampzaligen in de hel, die,
als zij Maria\'s hulp ter bekoming van een waar berouw
hadden ingeroepen, thans heiligen zijn zouden? Gaan wij
dus tot Maria en door Maria tot Jesus, die ons een
waar berouw zal geven.
Onbevlekte Moeder, bid voor ons!
O Maria, Moeder van barmhartigheid, toevlugt der zon-
daren, zie neder op ons, arme ongelukkigeu, die door
, zoovele zonden God bcleedigd hebben; verkrijg ons een
waar berouw over onze zonden en eene vurige liefde tot
de boetvaardigheid. Amen.
4
-ocr page 56-
TIENDE DAG.
Maria nn de boodschap des Kngels.
Maria wist zeer goed, dat zij, door Moeder van God
te worden," ook Moeder van Smarten werd. Zij begreep
wat zij als Moeder des Verlossers op aarde zoude te lijden
hebben, doch hare liefde was daartoe ten volle bereid.
Verre van zich te vcrhoovaardigen op hare verhevene
waardigheid, die allo grootheid der aarde overtrof, sprak
zij aan niemand over de groote eer, waartoe zij bestemd
was. Zij liet de zorg voor die bekendmaking aan God over,
ofschoon zij gewigtige redenen had daarvan aan den II.
Josepii te spreken. Een Engel maakte den H. Joseph
met Mama\'s grootheid bekend, en de H. Geest zelve gaf
dit aan hare nicht Elisabeth door den H. Joanncs den
Dooper te kennen. Welk een voorbeeld van liefde, van
nederigheid en van betrouwen op God geeft ons hier Maeia !
LITANIE.
De Afwachting der Goddelijke Geboorte.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer !
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, Hemelsehe Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Jcsus-Christus, ecnige Zoon des Vaders, ontferm U onzer!
-ocr page 57-
Tiende dag.
51
Verlosser, aan onzen schuldigen eersten rader beloofd,
ontferm U onzer !
Afstammeling der vrouw , die den kop der slang heeft
verpletterd,
Nakomeling van Abraham en zegen aller volken,
In de ofTorandcn en mirakelen der oude wet zinnebeel-
dig voorgesteld,
Daauw op het vlies van Gédéon ,
Ster uit Jaeob voortgekomen,
Spruit van den stam van Jesse.
Messias, door de voorzeggingen der propheten aange-
kondigd ,
Gij, welke de koningen der eeuwen door hunne wen-
schen hebben begroet,
                                               \\ 3
Gij, uaar wien het volk van Israël onophoudelijk / ej
heeft gezucht,
                                                            f p
Gij, het voorwerp der aanhoudende begeerten der rcgt-
vaardigen,
Gij, wien de gelukzalige Maagd van\'den Heiligen
Geest heeft ontvangen,
Gij, die negen maanden in den vlekkeloozcn schoot
van Makia hebt gerust,
Gij, wiens geboorte de heilige Moeder in godvruch-
tige nederigheid heeft afgewacht,
De verwachting en de troost van alle volken en van
alle tijden,
Wees ons genadig, spaar ons, Heer!
Wees ons genadig, verhoor ons, Heer!
Van alle kwaad, verlos ons, Heer!
Van alle zonden,
Van versteendheid des harten en dwaling,
Van alle slechte gewoonten,
Van alle onverschilligheid voor uwe inspraken,
Van alle ondankbaarheid voor uwe weldaden,
Van het misbruiken uwer genade,
Van mismocdigheid en wanhoop,                                  l
Van ongeduldigheid in tegenspoed en kruizen,             1
Van vrees en mistrouwen in het uur van sterven,
Door het geheim uwer heilige Mcnschwording,             /
-ocr page 58-
52-                                Tiende dag.
Door de getrouwe liefde en de gehoorzaamheid der ge-
lukzalige Maagd , verlos ons, Heer!
Door het zuiver maogdschap van uwe heilige Moeder, ver-
los ons, Heer!
Door de buitengewone genade, welke Gij Haar hebt ver-
leend , verlos ons, Heer !
Door hare nederige gelatenheid bij het verwachten uwer
geboorte, verlos ons, Heer!
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, verhoor ons!
Gewaardig II ons gedrag te regelen,
Gewaardig U in ons U eene waardige woonplaats te
bereiden,
                                                                    ,
Gewaardig U in ons den hoogmoed te verminderen, I §J
Gewaardig U alle hinderpalen tot ons heil weg te I g
nomen,
                                                                       I cj
Opdat wij ons op nieuw waardiglijk tot uwe Geboorte
kunnen voorbereiden,
Opdat wij uwe komst met dezelfde vreugde mogen
verwachten als Maeu,
Opdat wij U eens met vertrouwen als onzen Regter
o
o
o
0
mogen zien komen,
Jesus, Zoon Gods,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar,
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld, wegneemt, verhoor;\'
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm■
U onzer , Heer !
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
Onze Vader\', enz. — Wees gegroet, Ma$u , enz.
v. Kom, Heer Jesus, kom, en toef niet langer.
B. Zie ik ben bereid.
-ocr page 59-
Tiende dag.
53
GEÖED.
Drijf, o Hemelsehe Vader de harten aan, om de wegen
tot uwen ecuigen Zoon te bereiden, opdat onze zielen door
de genade van zijne komst gezuiverd , zooveel te waardi-
ger uwe oneindige majesteit kunnen dienen.
o God, die bijzondcrlijk op dezen dag, ons de verlos-
sing met hoopvolle vreugde doet verwachten, geef dat wij,
even als wij uwen eenigen Zoon met blijdschap als onzen
Verlosser ontvangen, ook eenmaal met eene troostende
eekerheid als onzen Regter mogen aanschouwen; Hem,
die God zijnde , leeft en regeert met U in de eenheid met
den Hciligen-Gecst, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
OVERWEGING.
Er zijn slechts twee wegen naar den hemel; de eerste
is de beste, de zekerste, dat is: de weg der onschuld.
Maar hoe weinigen bewandelen dien? Wie van ons zou
durven zeggen , met de hand op het geweten, dat hij ge-
heel onschuldig is, dat hij nooit den weg der onschuld
heeft verlaten. Ach, wij zijn allen zondaars, wij hebben
allen, misschien reeds menigmaal God door onze zonden
beleedigd. Is dit zoo, dan staat er voor ons maar een
weg meer open, en deze is : de tweede weg ten hemel, de
weg van boetvaardigheid. Langs dezen weg zijn de meeste
heiligen den hemel binnen gegaan, en, indien wij ooit het
geluk hebben in den hemel te komen, dan is het slechts
langs dezen weg, dat wij dien zullen bereiken. Doen wij
dan boetvaardigheid, gaan wij moedig langs dezen weg;
hei is voor ons ccnc noodzakelijkheid; geen andere schiet
ons over. We zijn allen daarvan overtuigd; maar wanneer
zullen wij dien weg gaan betreden? Zullen wij wachten,
tot dat wij nog verder en verder zijn afgedwaald? Maar
dan loo\'peu wij groot gevaar, om nooit meer op dieu weg
-ocr page 60-
Tiende dag.
54
te geraken, en wat dan? Hocvelcn zijn door dat uit-
stellen misleid! Hoevelcn werden door den dood verrast
op den slechten, maar brecdcn weg, die ten helle leidt!
Iloevclen kouden, beroofd van het licht der genade den
weg der boetvaardigheid niet meer vinden, of werden ten
minsten afgeschrikt door de groole inocijclijkhcdcn om
daartoe te geraken! Ziet gij niet, begrijpt gij het niet, dat
hoe langer gij de bekccring, de boetvaardigheid uitstelt,
zij voor u des te onzekerder en des te moeijelijker wordt?
Neen, stelt niet uit, doet boetvaardigheid, even als Petrus,
zoodra Jesus uw hart treft; even als Magdalcna, zoodra
Jesüs u toelaat; even als de goede Moordenaar, zoodra
ge bij Jesus zijt. En Jesus is nu bij u, nu laat Hij u
toe, nu spreekt hij tot uw hart; aanstonds dus moet gij
gehoorzamen en u bekeeren en boetvaardigheid doen. Maar
laat uwe boetvaardigheid niet in woorden bestaan; neen,
niet de mond, maar vooral het hart moet bekeerd zijn,
en dat uw hart bekeerd is, moet gij toonen door uwe
werken van boetvaardigheid. Laat u ook niet afschrik-
ken, al valt die boetvaardigheid u zwaar in den beginne;
moet gij dan niets doen voor uwc zonden uit te wisschen;
moet gij dan niets lijden, gij schuldige, terwijl de on-
schuldige Jesus zooveel heeft geleden? Daarenboven zal
dit boetvaardig leven zoet worden aan uw hart; als gij
maar volhoudt; o, de troost en rust en vrede van uw ge-
weten zal u oneindig schadeloos stellen voor de dolle ver-
maken, die gij verliet, en de last der boetedoening.
Dewijl Mama nooit gezondigd had, zoo kon Zij, in den
eigenlijken zin gcene boetvaardigheid doen. Zij had immers
nooit den weg der onschuld \\crlatcn en behoefde dus den
weg der boetvaardigheid niet te bewandelen. Maar op het
voorbeeld van Jesus, haren Goddclijkeu Zoon, deed Zij vele
boete-werken, Zij leed gaarne en met geduld; Zij leefde in
versterving en kastijdde haar heilig en zuiver ligchaam-
-ocr page 61-
Tiende dag.                                  55
Ea waarom deed Zij dat? Omdat Zij Jesus" wilde navol-
gen; omdat Zij wist dat men door lijden den hemel binnen
gaat; omdat Zij ons een voorbeeld wilde geven; omdat Zij
eindelijk een schat van verdienste voor ons wilde verga-
deren, om ons daarmede te kunnen bijstaan. O die goede,
liefdevolle Moeder! Als de boetvaardigheid ons moeijelijk
ralt, denken wij dan aan Haar, volgen wij Haar na, en
bidden wij om Hare ondersteuning, o, dau zullen we ware
boetelingen worden en langs den weg der boetvu;,.digln!,1
zeker naar den hemel gaan.
Moeder des Zaligmakers, bid voor ons!
O Makia, ik gevoel dat ik boetvaardigheid doen moet,
ik weet dat ik niet mag uitstellen, maar ach, gij weet,
wat schrik de mcn\'schelijke natuur heeft van de boetedoe-
ning. Och, help mij! verdrijf, door uwo voorspraak, die
vrees, dien schrik, wek mij op door uw voorbeeld en geef
mij deel aan uwe verdiensten. Amen.
-ocr page 62-
ELFDE DAG.
Maria bij hare nicht Eliaabetli.
Uit de woorden, met den Aartsengel gesproken, had
Makia vernomen, dat Elisabeth hare nicht moeder zoude
worden van den II. Joannes, en, zonder op hare verhe-
vene waardigheid te letten, begaf zij zich aanstonds over
liet gebergte naar hare nicht, om hanr te helpen in de
huiselijke bezigheden. Zoodra de Moeder Gods haren voet
in het huis van Zacharias en Elisabeth stelde, werd de
H. Joannes, nog in den schoot zijner moeder, gezuiverd;
hij sprong op van vreugde bij die komst en Elisabeth,
daardoor verlicht, groette het eerst Maria, als de Moeder
des Verlossers. Maar Mama gaf van alles do eer aan
God en zong het blijde Magnificat ! Welk een gelukkig
huisgezin ! Wat zijn de huisgezinnen gidukkig, waar Jesus
en Maria in eerc zijn. Kan men het een Christelijk huis-
gezin noemen, waar niet eiken dag gezamenlijk het rozen-
hoedje wordt gebeden ! Ouders zorgt daarvoor.
LITANIE.
0e Reis naar Bcthleheiu.
Heer, ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm II onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
-ocr page 63-
■"">
Elfde dag.                                  57
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria , bid voor ons !
Sieraad van bet buis van David,
Maagd, uit koninklijk geslacht,
Levendige Ark van verbond in de ware Kerk,
Tempel van God in drie personen,                               I 2".
Woning aller deugden,                                                 
Vreugde der Engelen en van alle zuivere zielen,         l
Bevoorregtc Dochter des Vaders,
Moeder vnn den Zoon Gods, altijd Maagd,
Bruid van den II. Geest met wijsheid vervuld,
De onderworpenstc en gehoorzaamste van uw geslacht,
Getrouwe gezellin van uwen echtgenoot,
Maagd, volkomen onderworpen aan Gods wil,
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, Maria, hoor
ons
Gewaardig U ons te verwerven dat wij al de beve-
len onzer overheden getrouw uitvoeren,
Gewaardig U ons de gehoorzaamheid aan al onze
wettige overheden te verkrijgen,
Gewaaid\'g U ons sterkte te bekomen om alle onaan- ii c
genaamheden te trotseren,                                         I s
Gewaardig U ons in dezen aardschen pelgrimtogt ge- e)
duld en moed te verwerven,                                     I "
Gewaardig U ons in de gevaren niet te verlaten, ? p
Gewaardig U ons gelukkig in de haven te geleiden, j g
Gewaardig U ons bij het intreden in de eeuwigheid I .?"
te vergezellen,                                                          \\ p-
Gewaaidig U ons daar door uwe tusschenkomst eene 1 §
eeuwige rustplaats te bezorgen,
Gewaardig U van God af te smeeken dat Hij ons in
het boek der uitverkorenen gelieve te schrijven,
Door uwe reis naar Bethlehem,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
-ocr page 64-
58                                  Elfde dag.
Christus, hoor ons !
Christus , verhoor ons !
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
v. Eenc Spruit zal uit den stam van Jesse voortkomen.
k. En op haren wortel zal zich ecne Bloem verheffen.
GEBED.
o God, die gewild hebt dat op het woord des Engels,
uw Woord het vleesch aannam in den schoot der ge-
lukzalige Maagd Marta, geef, smeeken wij U, dat wij,
die geloovcn dat Zij de waarachtige Moeder Gods is, bij
U door hare tusschcnkomst mogen geholpen worden. Door
Jcsus-Christus, uwen Zoon, die God zijnde, leeft en re-
geert met U in de eenheid met den Heiligen Geest,\' in
alle eeuwen der eeuwen. Amen.
OVERWEGING.
Als wij nu goed de boosheid der zonden hebben inge-
zien, en begrepen dat de boetvaardigheid ons noodzakelijk
is, o dan moeten wij een blik werpen op Gods barmhar-
tigheid. — Gods barmhartigheid! o, zij is zoo groot, zoo
oneindig, zij is zoo troostend, zoo bemoedigend voor ons.
Petrus, in zoete tranen badend, roept ons toe, God is
barmhartig. God is barmhartig, zegt Maria-Magdelena,
eene zachte vreugde genietende in het midden harer droef-
heid; God is barmhartig, hoorcn wij van den goeden Moor-
denaar aan het kruis ons toeroepen. God is barmhartig,
getuigen zoovele heiligen in den hemel, vroeger ongelukkige
zondaars en nu!.... En hoeveel ondervinding hebben wij,
bij al onze boosheid niet van Gods barmhartigheid ? Wij
hebben Hem beleedigd, dikwijls en bitter bcleedigd, en Hij
heeft ons niet gestraft, Hij heeft ons gespaard, Hij geeft
ons nog tijd tot bekeering! Dagelijks, vooral op dezen
-ocr page 65-
Elfde dag.                                  59
oogcnblik, roept Hij ons, smeekt Hij ons tot Hem terug
te keeren. En als wij niet luisteren, als wij, in weerwil
van die liefdevolle uitnoodiging, nog volharden, nog voort-
gaan in ons kwaad, achtervolgt Hij ons, en dwingt ons
naar Hem te luisteren. Hij doet ons bitterheid ondervinden
in het kwaad, opdat wij liet zouden verlaten; Hij bezoekt
ons met tegenspoed, opdat wij in die droeve omstandigheden
tot Hem onze toevlugt zouden nemen. Al die onrust, al
die knaging van ons geweten is het werk van zijne Vader-
lijke goedheid, om ons tot de deugd terug te brengen. En
als wij dan eindelijk gehoor geven en terug willen keeren,
dan komt Hij ons te gemoet, dan ontvangt Hij ons met
opene armen, gelijk de Vader in het Evangelie den verloren
zoon te gemoet snelt en met opene armen ontvangt. Kunnen
wij aan zooveel goedheid weerstand bieden? zullen wij bij
zoo groote barmhartigheid ongevoelig blijven? of wat erger
is, zullen wij juist omdat God zoo goed, zoo barmhartig
is, in het kwaad volharden of nog meer zonden durven
doen? Helaas! dat gebeurt maar al te dikwijls. Neen,
dat. mag met ons niet gebeuren. Neen , wij zullen tooncn,
dat ons hart nog niet geheel bedorven is. Die oneindige
barmhartigheid Gods zal het betrouwen in ons opwekken ,
maar ons ook tevens aanzetten, om dadelijk op te staan,
even als de verloren zoon. Ook wij zullen uitroepen: ik
zal opstaan en tot mijnen Vader gaan! Ja, nog heden wil
ik mij in zijne barmhartige armen werpen; nog heden wil
ik mij voor God vernederen en zijne barmhartigheid af-
smeekcn. Miserere mei secundum mugiiam misericordiam tuam.
Maria is de Moeder van barmhartigheid, en als wij
door Makia Gods barmhartigheid afsmeekcn, dan is het
zeker dat wij zullen verhoord worden. Dagelijks op aarde
bad zij reeds God om barmhartigheid voor de zondaars,
dagelijks offerde zij hare verdiensten daarvoor aan God op,
en toen reeds verkreeg zij dagelijks voor zoovelen vcrgiffe-
-ocr page 66-
Elfde dag.
60
ais. En zou zij nu, nu zij in den hemel Is, nu zij zich
*6o digt bij Gods troon bevindt, nu zij zooveel meer ver-
mogen bij God heeft, ons vergeten? Onmogelijk! vraag
het aan die duizeudc bekeerde zondaars, die nu gelukkig
zijn in den hemel, vraag het aan menige bekeerde ziel op
-aarde, en allen zullen u toeroepen: Maria is de Moeder
van barmhartigheid! werp u voor hare voeten neder,
smeek haar om barmhartigheid voor u bij God te verkrijgen
en nog heden zult gij de kracht harer voorspraak onder-
vinden.
Maria, Moeder van barmhartigheid , bid voor ons!
Gedenk, o godvruchtigstc Maagd Mabia , dat het nooit
gehoord is op aarde, dat iemand, die tot U kwam om
bescherming, uwe hulp afsmeekte, uwe voorbidding in-
riep , is verlaten geworden. Ik, door zulk een vertrouwen
aangemoedigd, kom tot U , snel tot U, Moeder, Maagd
der Maagden; voor U werp ik mij neder, als een treurende
«ondaar; wil toch, Moeder van het Woord, mijne gebeden
niet verwerpen, maar hoor mij welwillend aan en verhoor
mij. Amen.
-ocr page 67-
TWAALFDE DAG.
Maria te Betlilehent.
Na den terugkeer uit het huis van Elisabeth woonde
Maria, even als te voren, in stille eenzaamheid met den
H. Joseph te Nazareth. Zij wist wel, dat volgens de
profeten, de Verlosser te Bethlehem moest worden gebo-
ren, doch zij verliet zich geheel op God, die ligt de
omstandigheden zoo kan schikken, dat zijn woord vervuld
wordt. En ziet, daar vcrsehijut het Edikt van Keizer
Augustus, ten gevolge waarvan Josepii en Maria zich naar
Bethlehem, de stad van den stam van David, moesten
begeven. Arm en afgemat komen zij te Bethlehem, doch
overaj worden zij afgewezen om hunne armoede en in een\'
stal moesten zij hun toevlugt nemen. Gelaten en onder-
worpen aan Gods wil treden zij dat verbliji binnen en
zij loofden God in hunne armoede en verlatenheid. Wat
zouden wij gelukkig zijn, indien wij even gelaten en on-
derworpen aan God waren in het midden van den tegen-
spoed. Lecren wij van hen geheel op God te betrouwen.
LITANIE.
liet Heilig Moederschap van Maria.
Heer , ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
-ocr page 68-
62                               Twaalfde dag.
Christus, verhoor ous !                                     
God, Hcmclschc Vader, ontferm II onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm ü onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Jesus, Zoon van den levenden God, ontferm U onzer!
Kind en waarlijk God,
1 God en waarlijk Kind,
van alle eeuwigheid Zoon van God,
Zoon des menschen, door God gezonden,
ongeschapen Woord,
vleesoligeworden Woord,
wijsheid van uwen Vader,
zuiverheid uwer Moeder,
cenige Zoon van uwen hemclschen Vader,
I van uwe Moeder in den tijd geboren,
. f luister van uwen Vader,
/ eer van uwe Moeder,                                           \\
8 \\ voorwerp van welbehagen uws Vaders,               / ^
rijkdom uwer Moeder,                                          | §
ontvangen van den Heiligen-Geest,
geboren van de Maagd Maria,
weenend kind in de kribbe,
opperste Heer in den Hemel,
geluk der uitverkorenen,
schrik der hel,
glorie der Engelen,
vreugd der herders,
onze Broeder,
\\ God en Verlosser aller menschen,
Wees ons genadig, spaar ons, Jbsus!
Wees ons genadig, verhoor ons, Jesus !
Van alle kwaad,
Van alle zonden,
Van het zwaar juk der Adam\'s kinderen,
Van de banden des Duivels,
Van de slechtheid der wereld,
Van de begeerlijkheid des vleesches,
Van de begeerlijkheid der oogen,
-ocr page 69-
Twaalfde dag.                                63
Van den hoogmoed des levens,                                     \\ o
Van het verliezen onzer onschuld,                                 j §"
Door uwe wonderbare Ontvangenis,                             f %
Door uwe nederige Geboorte,                                       ; »
Door uwe diepe vernedering,                                        1 "«_,
Door uwc tranen in do kribbe,                                     1 »
Door uwe onuitsprekelijke liefde,                                   ] *,
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, lioor ons!
Vergeef ons de zonden en de fouten onzer kindschhcid,
Wek in ons de begeerte op om uwe jeugd na te
volgen ,
Bewaar in ons de eenvoudigheid en de zuiverheid der
kindscliheid,                                                               
Verleen ons de genade alle menselieu als onze broe- I
ders te beminnen,
Geef dat wij in geheel ons gedrag een goed voor-
beeld geven,
Gewaardig U ons eenmaal onder het getal der Kin-
deren Gods aan te nemen,
Goddelijk Kind , Verlosser Jesus-Christus,
Lams Gods, dat zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U ouzer, Heer !
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
v. Het Woord is vleesch geworden, Alleluia!
b. En het heeft onder ons gewoond, Alleluia!
GEBED.
o God! die door het vruchtbaar maken der maagdelijk-
heid van de Gelukzalige Maagd Mama, voor het men-
schelijk geslacht de eeuwige belooning hebt verzekerd, geef
-ocr page 70-
64                               Twaalfde dag.
ons, indien liet U behaagt, dat wij in onze bcnoodigdhe-
dcn ondervinden, hoc niagtig bij U de tusschenkomst is
van Haar, door wie wij don oorsprsng des levens, Jesus-
Christus, nwen Zoon, hebben ontvangen. Amen
OVERWEGING.
Na deze beschouwingen moet gij u gaan voorbereiden
tot het II. Sacrament der Biecht. O, aanzie toch dat
Sacrament niet als eeue pijnbank, niet met vrees, maar
als een troostend middel, en met betrouwen. Neen, Jesus ,
toen Hij dat H. Sacrament instelde, wild.: u niet straffen,
maar u vergeven; Hij wilde u niet vi\'roordeelcn, maar
kwijtschelding geven. Laat u dus niet afschrikken door
den duivel, die u zoo gaarne er van verwijderd houdt; niet
door de wereld, die de genoegens van dat II. Sacrament
niet kent; niet door uw vlecsch, dat zoo zwak is en bang
voor de geringste versterving. Zeker het kost eenige
moeite, men moet zich vernederen, men moet zich zelven
beschuldigen; maar kan deze ona-xngenaamhcid , deze moeite
opwegen tegen den troost, den vrede, het geluk en het
genoegen, die gij zult ondervinden zoodra gij uw geweten
ontlast hebt, en de priester de H. Absolutie over u heeft
uitgesproken. Ga dan en biecht, maar biecht goed; wilt
gij niet goed biechten, dan is het minder slecht, dat gij u
er van onthoudt: maar wat zal er dan van u geworden !
Neen, ga, en biecht; een weinig moed en go zult zoo ge-
lukkig zijn! Biecht met een waar berouw; ge weet reeds
dat zonder berouw de vergiffenis niet kan bekomen worden;
bid dus vurig om een waar berouw, om een vast voorne-
men, om de zonden te verlaten, de gelegenheid daartoe te
vlugten. Bid den H. Geest om licht om uwe zonden wel
te kennen, met getal en omstandigheden, en die wel en
oprcgt te belijden. Spreek uwe biecht, alsof ge tot God
alleen spraakt, want inderdaad, de priester bekleedt in den
-ocr page 71-
Twaalfde dag.                                65
biechtstoel de plaats van God. Hij is daar, ja, een Rcg-
tcr, om u te oordeelen, maar tevens een Geneesheer, om
u te genezen, een Vader, om u met opene armen te ont-
vangen en n alles te vergeven, als gij maar met goede
gesteltenissen komt. Laat u niet afschrikken; de priester
weet nog beter dan gij dat het Sacrament der Biecht een
Sacrament van barmhartigheid is Luister met eerbied en
aandacht naar de lessen en vermaningen des biechtvaders,
volbreng getrouw de u opgelegde penitentie, en ziedaar u
van een zondaar ecu regtvaardige, van een verworpeling
een kind des hemels, een erfgenaam der eeuwige gelukza-
ligheid gemaakt? En dat voor cenc beschaming misschien,
maar beschaming van een oogenblik; voor eenige moeite,
maar moeite, die voor het grootstq gedeelte slechts in onze
verbeelding bestaat. O, wat is de Biecht toch troostend,
wat maakt zij gelukkigen! Vraag dat niet aan hen, die
nooit of zelden of niet goed biechten, zij weten het niet;
maar vraag het aan hen, die ooit een ware biecht gesproken
hebben, en allen zullen het bekennen dat niets in de we-
reld meer- geluk en troost geeft dan ccn goede biecht.
Wilt gij een zeker middel hebben om goed te biechten,
ga\'dan tot Maria en bid Haar om hare voorbede. Niemand
verlangt meer dan Makia, onze goede Moeder, dat wij
biechten en goed en opregt onze biecht spreken. Als wij
onze biecht onder Hare bescherming stellen, dan zal Zij
voor ons bidden om een waar berouw; Zij zal zich voor
de voeten van haar kindje Jesus stellen, en niet ophouden
te smceken, totdat ons hart geroerd worde, en wij opregt
leedwezen verkrijgen over onze zonden. Zij zal ons doen
zegevieren over de kinderachtige vrees, die ons van do biecht
terug houdt, over do listen van duivel, wereld en vleesch,
die de biecht haten. Zij zal ons helpen om rouwmoedig
cu opregt te biechten en al de goede voornemens in de
biecht gemaakt getrouw te volbrengen. Ga dan en biecht;
5
-ocr page 72-
CC                                   Twaalfde dag.
ga aanstonds en stel uwe biecht niet uit; doe liet ter liefde
van Jesus, en ter liefde van Maria, die beide dat van u
vragen om u gelukkig te maken.
II. Makia, toevlugt der zondaren, bid voor ons!
Ik wil gaan biechten, Makia, goed gaan biechten, beter
dan ik het ooit gedaan heb. Maar hoe zal ik dat kunnen
doen zonder uwen bijstand ? Verkrijg Gij dan voor mij
een waar berouw, opregtheid des harten, en de volharding
in mijne goede voornemens. Amen.
-ocr page 73-
DERTIENDE DAG.
Maria bij de Geboorte van Christus.
Het was in dien verlaten stal te Bethlehern, dat de
Godmensen wilde geboren worden in smarten, verachting
en armoede. Daar baarde Maria zonde\'r pijn of smart of
verlies van hare maagdelijke zuiverheid. Daar aanschouwde
zij voor het eerst haar goddelijk kind en drukte het aan
haar moederlijk hart. In eene arme kribbe, door Joseph
daartoe bereid, moest zij het nederleggen op een weinig
stroo. Maar zij gevoelde zich "oneindig gelukkig, zij hoorde
den lofzang der Engelen: HGlorie zij God in den hoogste,
en vrede op aarde den mensehen van goeden wil." Zij
aanbad Haren Jesus met den H. Joseph en de godvree-
zende herders, en op aarde was geen plaats gelukkiger
dan die arme stal, want daar heerschte de vreugde des
hemels! Wat zijn wij ongelukkig zooveel vertrouwen en
zooveel prijs te stellen op die valsche wereld, die men
op het uiterlijke ziet. Laat ons met Jesus, Mama eu
Joseph de smarten des levens, de verachting en de armoede
als gunsten des hemels aanzien, als een onderpand van het
eeuwige leven.
LITANIE.
Jesus. — Maria.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer !
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons !
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
-ocr page 74-
68                                   Dertiende dag
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm IJ onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Jesus , Zoon van den levenden God, ontferm U onzer!
\' Zoon van David,
                                                        \\
l Zoon der allerheiligste Maagd,                                 \\
B» 1 Verlosser der wereld,                                                 I
g s onze tocvlugt,
^ I onze sterkte,
I onze hoop,
onze liefde,
Allerheiligste Jesüs ,
Magtigste Jesus,
Glorierijkste Jesus !
Barmhartigste Jksus,
Beminnelijkste Jesus,
Langmocdigstn Jesus ,
Heerlijkste Jesus,
Jesus, zaeht en nederig van harte,
Geduldigste Jesus!
                                                               I §
Gehoorzaamste Jesüs,                                                          i^
Jesus, voorbeeld aller deugden,                                         r0
ƒ zuiverheid en dageraad van het eeuwige licht, | §
eeuwige wijsheid,
oneindige goedheid,
volmaakte heiligheid,
voor wien alle knieën zich buigen ,
sterke God,
vorst van vrede,
p I koning van glorie,
a \\ oorsprong des levens,
ons heil en onze verlossing,
vader der armen,
troost der bedrukten,
schat der gcloovigen,
kostbare paarl,
goede herder,
spiegel der volmaaktheid,
-ocr page 75-
Dertiende dag.                               69
Jesvs, vriend van allen die zuiver van harte zijn, ont-
ferm U onzer !
bruidegom der godvrcczende zielen,
vreugd der engelen,
koning der Aartsvaders,
meester der Apostelen,
ingcvcr dor Propheten,
2 i leeraar der Evangelisten,
\' sterkte der Martelaren,
licht der Belijders,
zuiverheid der Maagden,
kroon dor Heiligen,
Wees ons genadig, spaar ons, Jbsus!
Wees ons genadig, verhoor ons, Jesus!
Van al liet tegenwoordige en toekomstige kwaad, verlos
ons, Jesus!
Van alle gevaren!
Van uwe gramschap!
Van de listen des duivels!
Van alle zonden ,
Van past, hongersnood eu oorlog,
Van liet misbruiken uwer Sacramenten,
Door het geheim uwer raensehwording,
Door uwc barmhartige geboorte ,
Door uwe smartelijke besnijdenis,
Door uwen liefclijksten en hciligsteu Naam,
Door de tusschcnkomst uwer Moeder, de allerheiligste J ■ ■
Maagd,
Door de tusschcnkomst van alle Heiligen,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wcgueemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus , hoor ons!
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
-ocr page 76-
70                              Dertiende dag.
v. De Naam des Heeren zij gezegend.
k. Van nu af tot in eeuwigheid,
v. Onze hulp is in den naam des Heeren.
R. Die hemel en aarde geschapen heeft.
GEBED.
o God, die den Naam van uwen eenigen Zoon, onzen
Heer Jesus-Christus, voor de geloovigen zeer beminnelijk,
voor de duivels verschrikkelijk en vreeselijk hebt gemaakt,
verleen ons de genade, dat allen, die dezen Naam hier
godvruchtiglijk vereeren, in dit loven met de zoetheid van
uwen goddelijken troost vervuld worden, en in het andere
leven de hemelsche vreugd en het eeuwig heil mogen sma-
ken : door dcnzelfden Jesus-Christus, onzen Heer. Amen.
OVERWEGING.
Het groote voorregt van den waren Christen, het geluk
van den Catholiek bestaat in do H. Communie. O Christen,
wat zijt gij bevoorregt onder zoovele duizenden en mil-
lioenen, die zelfs den naam van Christenen niet kennen!
O Catholiek! wat zijt gij gelukkig boven zoovelen, die
zich wel den naam van Christenen geven, doch dien niet
verdienen. Gij, gij alleen kent het groote voorregt, het
groote geluk, de groote weldaad, welke Jesus ons ge-
schonken heeft in het aanbiddclijke Sacrament des Altaars.
Wondcrvol geheim! Het schepsel wordt vereenigd met
zijn\' Schepper, de mensch wordt één met God! O, ik
begrijp, dat allen, die van God het geloof niet ontvangen
hebben, zulks niet kunnen geloovcn! Het overtreft alle
menschclijkc verbeelding. Enkel zoo iets te denken kon
alleen van God komen; die gedachte alleen bewijst dat
Jesus God was. Maar als ik dan vereenigd wordt met
mijn\' God, als mijn vlcesch en mijn bloed één vleesck en
-ocr page 77-
Dertiende dag. "                        71
één bloed met dat van Jesus moet uitmaken , als Jesus ,
de Zoon van God, de tweede persoon van de II. Drie-
vuldigheid, in waarheid werkelijk met zijne Godheid en
Menschheid, met Zijne ziel en Zijn ligehaam, met Zijn
eigen vlcesch en bloed glorieus, gelijk Hij in den Hemel
is, in mij wil komen; o wat wordt dan niet van mij
vereischt? Hoe zal ik mij genoegzaam voorbereiden! Welk
een berouw moet ik niet gevoelen over alle mijne zonden !
Welk eenc opregte biecht moet ik niet spreken! Hjc vurig
moet mij gebed niet zijn, hoc heilig mijn gedrag, om alles
te vermijden, wat Jesus zou kunnen hinderen, alles te
reinigen, wat onrein in mij is, en alles te doen, wat
Jesus in mij kan behagen! En dan, op dat oogcnblik,
waarop ik mijn\' Jesus mag nuttigen, o, dan mag ik mij-
zelven niet meer toe behooren; o, dan moet ik met waar-
heid kunnen uitroepen: ik leef, niet ik, maar Jesus leeft
in mij! Vergeten wij ook nimmer Jesus lang en vurig te
bedanken. Ach! het brave Catholickc hart treurt en jam-
mert , als het de onverschilligheid ziet van zoovelen , die
tot de II. Tafel naderen. Zonder cenige godsvrucht na-
dert men, en nog naauw is men van de Tafel des Ilceren
wedergekeerd of men verlaat de kerk en begeeft zich tot
zijne tijdelijke zaken! Zal ik ook zoo durven handelen?
Even trouweloos Jesus behandelen ? Zal ik de gelukkigste,
de zaligste oogenblikken mijns levens laten voorbijgaan,
zonder eenig voordcel voor mijne ziel, misschien tot haar
eeuwig verderf. God beware mij daarvoor! Niets zal mij
te veel zijn om de II. Communie waardig te ontvangen
en do rijkste vruchten daarvan te genieten !
Als wij Jesus ontvangen in de 11. Communie, dan ont-
vangen, wij, dat zelfde "Vleesch en Bloed, dat Jesus in
Maria, heeft aangenomen, en wij worden dus kinderen
van Maeia, dewijl wij één met Jesus, haren goddelijken
Zoon, zijn. O hoezeer moet deze gedachte onzen eerbied
-ocr page 78-
72                              Dertiende dag.
en onze liefde voor Maria opwekken; welk een bttrou-
wen moet zij ons niet geveu op die goede Moeder. Daarom
houdt de Catholicke kerk zooveel van Mama : daarom
heeft zij zoovele achting voor een vertrouwen op Maria.
Als wij dan de II. Tafel willen naderen, wat zullen wij
beter doen , dan hare hulp, haren bijstand, hare voorbede
afsmceken. Bidden wij haar, opdat wij in onze Communiën
hnre godsvrucht, hare reinheid des harten, hare vurigheid
bij het ontvangen van het Allerheiligste Sacrament mogen
navolgen, en wij zullen H. kinderen van Maria en dus
ook II. kinderen Gods, II. broeders van Jcsus Christus
worden
O Maria, Hoeder van Jesus , bid voor ons!
O Maria, hoe zal ik waardig naderen tot het Heiligste
der heiligen, tot Jesus in het H. Sacrament; hoe zal ik
Hem waardig kunnen ontvangen. O, ik weet, dat nie-
mand ooit dat geluk waardig zijn kan, maar door uwe
voorspraak hoop ik toch en kan ik toeh, mijnen Jesus
zoo vurigminnend mogelijk ontvangen. Bid dan voor mij,
opdat ik dikwijls aan dat groote geluk deelachtig worde. Amen.
-ocr page 79-
VEERTIENDE DAG.
Maria bij de II:\\s:iij druis van Christus.
Toen liet kindje Jesus acht dagen oud was wilde het
volgens de Joodsche wet, do Besnijdenis ondergaan. Toen
zag Maria het eerste bloed Tan Jesus vergieten en onwil-
lekeurig dacht zij aan de groote smarten, die zij beide
nog zouden moeten lijden, eer Jesus ook den laatstcn
druppel voor onze zaligheid zoude gestort hebben. Het
beschouwen van haar goddelijk kind, hoc genoegelijk ook
voor haar moederhart, was tevens een bron van smarten.
Als zij die teedcrc handjes en voetjes beschouwde dacht
zij aan de wrccdc nagelen, die dat goddelijk vlccseh zouden
doorboren; als zij zijn lieftallig gelaat, zijn tccdcr lig-
chaam aanzag, kwamen haar de verguizingen, de onthei-
ligingen, de doornen kroon, de geesseling en de kruisiging
te binnen en dit alles veroorzaakte haar de grootste droef-
heid, doch zij was en bleef gelaten en onderworpen aan
Gods wil. Zijn wij ook bereid voor God alles te lijden
en in alles met zijnen goddelijken wil te vrcden ?
LITANIE.
De Zuivering van Maria,
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm TJ onzer!
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
God, Hemelsehe Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlotser der wereld, ontferm U onzer!
-ocr page 80-
Veertiende dag.
74
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer !
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria , bid voor ous !
Heilige Moeder Gods, bid voor ons!
Heilige Maag der Maagden,
Maagd, door uwe voorzaten beloofd,
/ door de Propbcten aangekondigd,
luister van het geslacht van David,
met den regtvaardigen Josepu vereenigd,
alleraangenaamst aan den Heer,
door den ongel Gabriël begroet ,
vervuld met genade ,
gezegend onder alle vrouwen,
welke u-zclve als dienstmaagd des Heeren hebt
erkend,
welke de kracht des Aller-hoogsten heeft over-
schaduwd ,
                                                        J g;
welke Emmanuël hebt gebaard ,
                           \\ <
door do herders bezocht,
                                       ) §
door de drie Wijzen gevonden,
Heilige Maria . welko U vrijwillig aan de zuiverings-
wct hebt onderworpen,
welke Jesus in den tempel hebt opgedragen en
Hem aan God hebt geofferd,
welke te zei ver tijd twee tortelduiven hebt ge-
offerd ,
■ welke Jesus, uwen Zoon in den tempel hebt
wi / terug gekocht,
j welko met zoete troost de lofzangen van Siméon
n J en Anna hebt aanhoord,
wier hart met een zwaard van droefheid moest
doorboord worden,
zuiverste Moeder,
                                                  ;
Arme Zondaars als wij zijn , wij bidden U, Maria , hoor ons !
Wil uw moederlijk hart naar onze gebeden rigten, wij
bidden U , Mama , hoor ons!
Wil in al onze noodwendigbeden onze toevlugt zijn, wij
bidden U, Maria , hoor ons !
-ocr page 81-
Veertiende dag.                               75
Wil ons eene volmaakte zuiverheid van harte verkrijgen,
wij bidden U, Maria, hoor ons!
Wil ons regtvaardig, ijverig en godvruchtig maken, wij
wij bidden U , Maria , hoor ons !
Wil ons als zoenoffer aan Jesus opdragen, wij bidden U,
Makia, hoor ons!
Wil uwen lieven Zoon Jesus steeds in onzen geest en in
ons hart drukken, wij bidden U, Maria, hoor ons!
Wil ons eene vreedzame dood verkrijgen, wij bidden U ,
Maria , hoor ons !
Wil ons na onzen dood bij God, in den tempel der eeu-
wige glorie binnen leiden , wij bidden U, Maria , hoor ons !
Wil alle overledene geloovigen de eeuwige rust verkrijgen,
wij bidden U, Maria, hoor ons!
Moeder van onzen Heer, wij bidden U, Maria, hoor ons!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons !
Christus , verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
v. Wij hebben het licht gezien dat de volken zal ver-
lichten.
n. En den roem van het volk van Israël.
GEBED.
o God! die gewild hebt dat uwen eenigen Zoon, om-
kleed met onzen natuur, U door zijn hoogverhevene Moeder
-ocr page 82-
76                              Veertiende dag.
in den tempel werd opgedragen; verleen ons door de tus-
schenkomst van deze Onbevlekte Maagd, dat wij, van
alle zonden gezuiverd, uwe geboden getrouw nakomen en
eenmaal mogen verdienen in den tempel der hemelsche
glorie te worden toegelaten : door denzclfden Jesus-Chris-
tus, onzen Heer. Amen.
OVERWEGING.
Om naar den hemel te gaan moeten wij voor den hemel
leven. Leven voor de hel en sterven voor den hemel, dat
gaat niet! En nogthans zoo zouden vele menschen het
willen, en.zoo leven zij er op aan. Neen, om heiligen te
worden in den hemel, moeten wij heiligen zijn op aarde.
Het spreekt van zelf, dat wij, zoolang wij op aarde zijn,
gcene volmaakte heiligen kunnen zijn, maar wij moeten er
toch ons best voor doen. Immers God heeft ons met geen
ander doel geschapen; Hij schiep ons om Hem in dit leven
te dienen en Hem hiernamaals eeuwig te aanschouwen. Hij
heeft ons daartoe alle hulpmiddelen geschonken; Hij zond
zijnen ecnigen Zoon om ons te verlossen; Hij gaf ons de
H.H. Sacramenten, die bronnen van zijne gratie; Hij geeft
ons de II. Kerk, met hare onfeilbare leeriug; Hij geeft
ons de stem van ons geweten en zoovele andere middelen
ter heiliging. De wereld praat wel en zegt dat heilig zijn
eenc onmogelijkheid is; dat de heiligheid boven onze krach-
ten is; dat het heilig leven een leven vol droefheid is,
enz.; maar de wereld praat en heeft er geen verstand van.
Zij oordeelt als een blinde over de kleuren. Ga te rade
bij heilige menschen, bij hen die de heiligheid hier op
aarde het volmaaktst beoefend hebben: zij en zij alleen
kunnen er over oordcelen; zij zeggen u en roepen u toe,
dat het gemakkelijk is heilig te zijn, als wij er God om
-ocr page 83-
Veertiende dag.                              77
bidden en van zijne genade gebruik maken; dat de heilig-
heid niet boven onze krachten is, als wij op God betrou-
wen , die onze krachten zal ondersteunen. Zij bekennen
allen eenparig dat niets gelukkiger en genocgclijker is dan
heilig te leven. En let wel, onder hen waren mcuschen,
die vroeger alle genoegen, die de wereld kan aanbieden,
hadden genoten, en zij \'juist bevestigen ons het meest dat
niets aangenamer is dan heilig te leven. Zouden de wc-
reldlingcu, die vroeger braaf waren en nu afgevallen zijn,
in waarheid kunnen bekennen, dat zij nu meer genoegen
hebben. O neen! juist het tegendeel. Wilden zij eens
openhartig spreken, ge zoudt het hen-zelven hooren ge-
tuigen. Maar, zeg mij eens, wat moet er van u gewor-
den, als gij niet een heilige wordt? Ik ken maar twee
soorten na dit leven: heiligen in den hemel (misschien
nog voor een tijd in het vagevuur, doch toch altijd heili-
gen,) en verdoemden in de hel. Die heilig leeft gaat naar
den hemel, die niet heilig leeft gaat naar de hel! Past op!
M&aiA zal ons een voorbeeld geven, hoc wij heilig moe-
ten zijn, en kunnen zijn, en zullen zijn. Zij was heilig
in hare ontvangenis, heilig bij hare geboorte, heilig iii
haar leveu, heilig bij haren dood! Zijn wij zoo gelukkig
niet, om, even als Maria, heilig te zijn van af onze
ontvangenis, kwamen wij beladen met de schuld en smet
der erfzonde op de wereld, de goede God zuiverde en
heiligde ons aanstonds bij onze geboorte door de wateren
des H. Doopsels. Maar hebben wij die heiligheid bewaard,
even als Makia deed? Helaas! hoc dikwijls hebben wij
door de zonde onze heiligheid verspeeld; hoe dikwijls heeft
de goedheid Gods ons in het 11. Sacrament der Biecht de
reinheid en heiligheid weer geschonken; doch , naar het
scheen, slechts om die weer te verliezen. Volgen wij
Maria na, bewaren wij dien kostbaren schat, leven wij
zoo heilig mogelijk; als wij Mama hier navolgen, dan
mogen wij haar volgen in den hemel.
-ocr page 84-
78                              \'Veertiende dag.
H. Mama , koningin der heiligen, bid voor ons!
Leer gij mij, o Mama, heilig te leven; geef, dat ik
mij niet late afschrikken door de kleingeestige en dwaze
redenering der wereld; dat ik TJ navolge, gelijk zoovele
heiligen U hebben nagevolgd, opdat ik, even als zij, U
moge volgen in de hemelsche glorie. Amen.
-ocr page 85-
VIJFTIENDE DAG.
Maria eu de wijzen uit liet Oosten.
Kort na de geboorte van Christus verschenen onver-
wachts eenige \'wijzen uit het Oosten, gewoonlijk de drie
Koningen genaamd, te Jerusalem, en van daar te Bethle-
hem, om liet kindje Jesus te aanbidden, en Hem geschenken
aan te bieden van goud, wierook en mvrrhe. Met welk
eene geestelijke verrukking aanhoorde Maria hoe zij tot
Jesus geleid waren door eenc schitterende ster, met welk
angstig voorgevoel ontving zij het verhaal van het bezoek
dier wijzen aan het hof van Herodes en met welk erken-
telijk hart aanvaardde zij die geschenken, als door God
hun gezonden, om de H. Familie uit den nood te redden
en nog andere armen bij te staan. Maar vooral hoe in-
wendig verheugd was zij bij de overweging dat dit het
eerste teeken was van den roep der heidenen. In den geest
zag zij\' reeds die kerk, welke Jesüs kwam stichten, en
welke alle volkeren der aarde in haren schoot zoude op-
nemen. Hebt gij er al ooit aan gedacht God te bedanken
voor den roep des geloofs en te bidden tot uitbreiding der
H. Kerk?
LITANIE.
De Wijzen uit het Oosten.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
-ocr page 86-
Vijftiende dag.
80
God, Hemelsclie Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
jesüs van Nazareth , koning der Joden,
/ Koning der koningen en Heer der heeren ,
ster uit Jacob opgegaan ,
eeuwig woord des Vaders, die II met den men-
schclijken natuur hebt bekleed,
in wien allo geslachten der aarde zijn gezegend,
die van Mama, de zuiverste der maagdon, zijt
geboren,
wiens komst den Wijzon uit hot Oosten, door
eene wonderbare ster werd geopenbaard,
wien de Wijzen met vurige begeerte zochten,
wien do Wijzen de schatten van hun land bragten ,
die de Wijzen aan liet heidendom hebt ontrukt,
opdat zij U zouden komen erkennen,
wien de Wijzen als hunnen Koning en als den
menseh-gewordcn God aanbaden,
die van de Wijzen verkondigers uwer godheid
hebt gemaakt,
die allen volken hebt toegeschenen als het licht,
dat hen zou verlichten,
\\ Verlosser der wereld,
Wees ons genadig, spaar ons, Jesus!
Weos ons genadig, verlioor ons, Jesus !
Van alle moeijelijkhcid en lijden, verlos ons, Jesus!
Van het zcdcnbederf,
Van schandelijke afval van het geloof,
Van alle zonden,
Van de begeerlijkheid des vleesch,
Van de begeerlijkheid dor oogen ,
Van den hoogmoed des levens,
Van de onstandvastigheid en de schijnheiligheid,
Van de verblindheid des gcestes,
Van de versteendheid des harten,
Van de eeuwige verdoemenis,
-ocr page 87-
Vijftiende dag.                               81
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, Heer, hoor ons!
Dat alle menschcn op aarde vrede en geluk bekomen ,
Dat wij U met een opregt hart mogen zoeken en
vinden ,
Dat wij U het goud der zuivere liefdadigheid mogen
offeren ,
Dat wij de wierook der ware godsvrucht mogen ver-
spreiden ,
Dat wij U de myrrhe van opregt berouw mogen
aanbieden,
Dat wij U in ons hart cene aangename woonplaats f §
mogen bereiden,                                                        \\ cj
Dat wij, naar het voorbeeld uwer Moeder , den hoog-
moed en de heerschzucht uit ons hart mogen ver-
wijderen ,
Dat wij naar het voorbeeld uwer Moeder, met allen
in liefde en eensgezindheid mogen leven,
Dat wij, naar het voorbeeld uwer Moeder, de rijken
en de armen met gelijke welwillendheid mogen
bejegenen,
Dat wij niet naar de rijkdommen dezer wereld, maar
naar de onvergankelijke goederen mogen trachten ,
Dat wij de tusschenkomst der drie Koningen mogen
gewaar worden,                                                          f
Jtsus, goddelijke Zoon van Mama,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
_on3, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer !
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons !
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Mama, enz.
v. En zij vonden het Kind met Mama , zijne Moeder.
r. En zich voor Hem nederbuigende, aanbaden zij Hem.
-ocr page 88-
S2                               Vijftiende dag.
GEBED.
o God, die den ongcloovigen uwen ccnigen Zoon hebt
doen kennen, door hun eene ster te zenden om hen te
geleiden, geef, dat wij, door uwe goedheid , U door liet
geloof kennende, tot regtstrceks beschouwen van de schoon-
heid uwer glorie mogen geraken. Door denzelfden Jesus-
Christus, onzen Heer. Amen.
OVERWEGING.
■ \'t Is niet genoeg de zonden te vlugten, wij moeten ook
het goede doen. De H. Schrift zegt : declina a mulo el
fac bonnm; wijk af van het kwade en doe hel goede.
En
Jesus zegt in zijn H. Evangelie niet alleen dat een kwade
boom, die slechte vruchten voortbrengt zal verworpen wor-
den, maar omnis arbor, quee nun facit ionos fruclus excide-
tttr cl in ignem mitletur: elke boom, die geencgoede vruchten
voortbrengt zal uilgekapt en in het vuur geworpen worden.
Wij
moeten eerst de zonden, en de verkeerde gewoonten uit-
roeiden, even gelijk een akker eerst gezuiverd moet worden,
eer hij goede vruchten kan voortbrengen. Maar als wij dat
met Gods hulp gedaan hebben, moeten wij gaan werken om
goede vruchten van deugden voort te brengen. Zeker zal
van tijd tot tijd de eene of andere kwade neiging zich nog
wel eens in ons vertoonen, even gelijk in een welbewerkten
en goed bezaaiden akker nog wel eens wat onkruid op-
komt; doch laat ons dat dan aanstonds uitrukken, zoodra
wij zulks gewaar worden, dan zal dat onkruid aan de goede
vruchten geene schade kunnen toebrengen. Wij moeten dus
ook de deugd beoefenen. Maar heb ik daaraan wel ooit
gedacht? Oordeelde ik niet, gelijk vele menschcn, dat ik
al heel braaf was, indien ik de zonde vermeed, of dezelve
getrouw biechtte? Wat is het leven van vele mcnschen
toch ongelukkig; zij zondigen, en blijven zondigen, en blij-
-ocr page 89-
Vijftiende dag.                              83
ven groote zouden doen heel hun leven lang, en zijn toch
gerust, dewijl zij van tijd tut tijd die zonden bicehten.
Behalve dat die biechten geen geringcn schijn hebben van
verkeerde biechten zonder berouw te zijn, leven toch zulke
menschen gewoonlijk zonder cenige moeite te doen, om de
deugden te beoefenen, en zijn dus maar al te zeer te ver-
gelijken met een boom, die geene goede vruchten voort-
brengt. Denk hierover eens ernstig na. Gij leeft reeds
zoo lang en welke deugden hebt ge beoefend? Hoever hebt
gij het gebragt in de verschillende deugden, die iederen
Christen moeten eigen zijn \'i Er zijn twee soorten van deug-
den : goddelijke en zedelijke deugden; beide moeten in den
Christen uitschijnen, en daarom zal het goed zijn eens ernstig
op die deugden eene overweging te maken.
Maria is bijzonder ons voorbeeld in de beoefening der
deugden, zij was vol van geiïade, en daarom ging zij eiken
dag vooruit in de deugd; zij beoefende alle deugden op
eene volmaakte wijze en daarom is zij een volmaakt voor-
beeld voor ons ter navolging; maar tevens geeft zij ons het
bewijs, dat wij met de gratie Gods alle deugden kunnen
betrachten, dat geene deugd boven ons vermogen is, als wij
God er om bidden en zijne gratie afsmeeken. Maria vol-
hardde in de deugd zoolang zij op aarde leefde, en ook
wij moeten volharden; het is niet genoeg den wil tot de
deugd te hebben, wij moeten haar in beoefening brengen;
het is niet genoeg die te beoefenen, wij moeten er in vol-
harden. Vragen wij Maria om haren bijstand en hare
voorbede.
II. Maria, spiegel der regtvaardighcid, bid ïoor ons!
Leer ons Maria LJ opregt beminnen; de opregte liefde
tot U bestaat in het navolgen uwer deugden, leer ons dan
de deugd beoefenen en bid voor ons! opdat de goede God
ons de genade geve, om heilig de deugd te betrachten en
in dezelve, even als Gij , ten einde toe te volharden. Ameti\'
-ocr page 90-
ZESTIENDE DAG.
Maria offert Jesus In den Tempel.
Maria gaf een nieuwe blijk van diepe nederigheid door
zich aan de voor haar vernederende wet der zuivering ta
onderwerpen, ofschoon op haar die wet volstrekt niet van
toepassing zijn kon. Zij gaf een groot voorbeeld van edel-
moedigheid , toen zij haar kind in den tempel aan Ged ten
offer bragt. O zij wist, hoeveel dat offer haar zou kosten»
zij wist wat Jesus, en zij, om Jesus wille, zou moeten
lijden, doch alles bragt zij met bereidwilligheid God ten
offer. Welk een diepe weemoed trof haar bij de woorden
van Simeon: Dit kind is gesteld tot een verrijzenis en tot
een val van velen — en ook uwe ziel zal een zwaard
doorboren. — Minder bezorgd voor haar eigen leed, dacht
zij vol droefheid aan de ongelukkigen, die, in weerwil
van de Verlossing, van de tallooze middelen ter zaligheid,
zich zelven roekeloos aan de zonde, aan den duivel zouden
overgeven, en zoo nog een ergere verdoemenis te gemoet
gingen, dan wanneer zij Jesus nooit hadden gekend. Had
Maria gecne reden om ook over u te treure* ?
LITANIE.
De Vlngt naar E g y ji t e.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
-ocr page 91-
Zestiende dag,                               85
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Jesus, Mabia en Josepk, staat ons bij en helpt ons!
Steunpilaren der Katholieke kerk,
Spiegel aller deugden,
Onze verzoeners, met God,
Lichten der blinden ,
Sterren op den oceaan des levens,
Goede Herder der zielen ,
Voorzienigheid der armen ,
Toevlugt in alle noodwcndigheden,
Genezing der zieken,
Verdedigers der stervenden,
Gidsen naar den licmel,
o
In alle onze moeijelijkheden,                                        | o
In ons lijden en onze wederwaardigheden,
Bij brand en onweder,
Bij pest, oorlog en hongersnood,
Bij ongelukkeu en vervolging,
Bij ziekte en verlaten!)eid,
In alle gevaren tot zonde,
In onzen laatstcn strijd,
Wanneer de wereld en onze vrienden ons verlaten,
Wanneer niemand ons meer helpen kan,
Wanneer vrees en angst ons overmeesteren,
Wanneer ons verstand en onze zintuigen ons verlaten,
Wanneer onze mond niet meer kan spreken ,
Wanneer het doodzweet ons van het voorhoofd druipt,
Wanneer de ademhaling ophoudt,
Wanneer de ziel ons ligchaam gaat verlaten,
Wanneer het oordeel over ons wordt uitgesproken,
Jesus , Maria en Josefii ,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
-ocr page 92-
86                               Zestiende dag.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons !
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria , enz.
v. Gij, o Jksus, hebt ons door uw hloed vrijgekocht.
R. En Gij hebt ons dienaars van onzen God gemaakt.
v. Bid voor ons, o Moeder Gods.
R. Opdat wij der beloften van Jesus-Cliristus mogen
waardig worden.
v. Een getrouw Man zal veel geprezen worden.
R. En hij die den bewaarder des Hoeren is zal verheer-
lijkt worden.
GEBED.
O God, die uwen cenigcn Zoon bestemd hebt om de
Verlosser der wereld te worden, en die, na zijne zegeu-
praal op den dood, ons, door Hem, welwillend het leven
hebt weergegeven, geef, dat wij aan U, bij de herinnering
aan deze weldaden, door eene eeuwige liefde gchcchi wor-
den, en wij de vruchten dezer Verlossing mogen smaken.
Wij smeeken U ook, o almagligc God, dat uwe dienaars,
die zicli in de bescherming der nllerheil:gsle Maagd Maria
verheugen, door hare ïnagtige tusscuenkomst voor alle
kwaad behoed worden en tot de eeuwige vreugde des hemels
mogen geraken.
O God! die door onfeilbare voorzienigheid den heiligen
Joseph tot trooster en steun van uwe allerheiligste Moeder
hebt verkozen, geef, smeeken wij U, dat wij, door hem op
aarde als onzen beschermer geëerd te hebben, mogen waar-
dig worden hem in den hemel als bemiddelaar te hebben:
Gij, die God zijnde, leeft en regeert, in alle ecu wen der
eeuwen. Amen.
-ocr page 93-
Zestiende dag.
S7
OVERWEGING.
Er zijn twee soorten van deugden , goddelijke en zede-
lijke; beide moeten wij beoefenen, maar zeker op de eerste
plaats de goddelijke deugden. Deze zijn : geloof, hoop en
liefde. Het geloof is de grondslag aller deugden, zonder
het geloof kan er geeu ware deugd bestaan en wij moeten
dus ons best doen die deugd zoo volmaakt mogelijk te be-
oefenen. Het geloof is ecne gave Gods, eene buitengewone
gratie , waarvoor wij God nimmer genoeg kunnen bedanken.
Immers zonder het geloof is het onmogelijk God te beha-
gen : sine fide impossibile est placere Deo. En hoevele men-
schen, hoevele Christenen denken er niet eens aan God
daarvoor hunnen dank te betuigen! Het geloof zonder de
werken is een dood geloof, zegt de H. Apostel Jacobus.
En waar zijn onze werken des geloofs? Is ons geloof niet
duod, dewijl wij er niet aan denken te werken uit het ge-
loof? Het geloof leert ons dat wij de zonden moeten
vlugten en wij zoeken ze; het geloof leert ons dat wij kuisch,
zachtmoedig, nederig enz. moeten wezen, en zijn wij dat?
ons geloof moet nederig zijn; wij moeten alles gelooven,
wat God ons heeft veropcnbaard en door zijne II. Katho-
lieke onfeilbare kerk ons voorhoudt om te gelooven. Im-
mers, hoe weten wij, of hoe kunnen wij weten, wat God
vcropenbaard heeft, als de II. kerk het ons niet zegt en
ons voorhoudt? Hebben wij die nederige onderwerping?
zoo niet, dan hebben wij geen geloof, maar even als de
ketters, slechts een mcnschelijke opinie of goeddunken.
Door de onderwerping aan de uitspraak der H. kerk, blijft
litt geloof vast en onveranderlijk; zonder haar is zulks
onmogelijk, getuigen de houderde verschillende sekten der
onkatholiekcn. O, mogten wij eens stipt volgens ons geloof
gaan leven! wat zouden wij gelukkig zijn voor ons-zelven !
welk een stichting zouden wij geven aan onze ongelukkige,
afgedwaalde broeders! Maar nu, nu wij leven als de we-
-ocr page 94-
S8
Zestiende dag.
reldlingen en tegen het H. geloof in, nu geven wij ergernis
aan de onkatholieken en houden hen daardoor af van het
ware geloof. Ons ergerlijk gedrag is de schuld dat zij nog
twijfelen aan de waarheid van ons Heilig en ééuig waar
geloof, dat toch maar éénig zijn kan.
O hoe opregt, hoe nederig, hoc ijverig, hoe vast en
onwrikbaar was het geloof van Maria ! Als de Apostelen
begonnen te twijfelen, als alles duister werd, bleef Maria
volharden en zonder de minste weifeling. Wat het haar
ook kostte, zij bleef vast en onbewegelijk. Hoe ver zijn
wij van haar verwijderd! De minste moeite houdt ons terug
van de werken des geloofs. Soms schamen wij ons voor
ons H. geloof en durven liet niet openlijk belijden!
Maria heeft zooveel om haar geloof geleden, maar hoe
meer zij daarvoor moest lijden, des te vuriger en grootcr
werd haar geloof. Maar wij moeten, even als Zij, da-
gelijks vurig bidden, opdat God het geloof in ons be -
stentlige en steeds meer en meer doe toenemen, het ons
meer en meer doe kennen en naar hetzelve doe leven.
H. Maria, Koningin der belijders, bid voor ons!
O Maria, gij waart de eerste katholieke, gij hebt het
eerst het H. geloof in volmaaktheid beoefend; hoe ver is
mijn geloof daarvan verwijderd, hoe dor en onvruchtbaar
is die heilige deugd in mij. O verkrijg mij een groot,
een vurig, en vooral een ijverig werkend geloof, gelijk
het uwe. Amen.
-ocr page 95-
ZEVENTIENDE DAG.
Maria vlugt naar Egypte.
Maria leefde met den H. Joseph iu het stil genot van
Jesus haren goddclijkcn Zoon en zij vergat de wereld en
al wat de wereld haar aan kon bieden. Doch zie, in den
slaap wordt Joseph gemaand om aanstonds het goddelijk
Kind en zijne Moeder op te nemen en met beide naar
Egypte, een ongeloovig land, te vlugten, om Jesus te be-
veiligen tegen de aanvallen van Herodes. Toen deze zag
dat de drie wijzen uit het Oosten niet wederkeerden, om
hem te boodschappen, waar hij het kind kon vinden, werd
hij woedend en om zeker te zijn van zijne prooi, liet hij
al de kinderen, beneden de twee jaren, in en omtrent
Bethlehem ter dood brengen. Docii de goddelijke Voor-
zienigheid had voor Jësus gezorgd en toen dat vreesselijk
bloedbad plaats greep, bevond liet goddelijk kind zich in
veiligheid met Makia en den H. Josepii. Maar o, wat
leden zij, door armoede en ontbering, soms zelfs van het
noodzakelijkste; wat leden zij door de vrees van achter-
haald te zullen worden door de beulen van Herodes of
aangegrepen door de roovers in die woeste streken, of
verscheurd door de wilde dieren der woestijn; o, wat
leden zij in Egypte, van die ongeloovigen, die de H. Fa-
milie met de meeste oneer bejegenden. "Vlugt het kwaad;
lijdt met geduld; en ge hebt regt op de voorspraak en
bescherming der H. Familie Jesus, Maria en Joseph.
-ocr page 96-
UO                                      Zeventiende dag
LITANIE.
De Terugkeer naar \\azare<h.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God , Hemelschc Vader , ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer !
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer !
Heilige Maria , bid voor ons !
Heilige Maagd der Maagden, _                                   \\
Moeder van Christus,                                                     I
Door de liefde, waarmede Gij Jesus-Christus hebt ]
ontvangen,
                                                                 j
Door de liefde, waarmede Gij Hem hebt gedragen, f
Door de liefde, waarmede Gij Hem hebt gebaard, f g".
Door de liefde, waarmede Gij Hem hebt verzorgd, \' ~
Door de liefde, waarmede Gij Hem hebt aanbeden, V o
Door de liefde, waarmede Gij Hem hebt opgeofferd, / **
Door de liefde, waarmede Gij Hem aan de vervol- l §
ging van Herodes hebt onttrokken,
                          1 ~
Door de liefde, waarmede Gij Hem naar Nazareth 1
hebt terug gevoerd,
         «                                          I
Door de liefde, waarmede Gij Hem hebt gediend,        j
Door de liefde en de getrouwheid, waarmede Gij U !
aan den Heiligen Josepii hebt gehecht,
Dat wij U in uwe onschuld en uwe heiligheid mogen na-
volgen, wij bidden U, hoor ons!
Dat wij U in uwe eenvoudigheid en ingetogenheid mogen
navolgen , wij bidden U, hoor ons !
Dat wij U in uwe zedigheid en uw geduld mogen na-
volgen , wij bidden U , hoor ons !
-ocr page 97-
Zeventiende dag.                               91
Dat wij U in uwc pogingen om aan God alleen te be-
hagen mogen navolgen, wij bidden U, hoor ons!
Dat. wij D in uwe nederigheid en uwe onderwerping < ^
mogen navolgen,
                                                        J*-"
Dat wij U in uwe liefde tot den arbeid en in uwe I 5;
werkzaamheid mogen navolgen,
                                f et
Dat wij U in uwe liefde tot God en de mensclien ( z,
mogen navolgen,
Dat wij godvruchtig en christelijk mogen leven,
Dat wij heilig in den Heer mogen ontslapen,
Dat wij in den Hemel tot U mogen geraken,
Maria , voorbeeld aller moeders en aller vrouwen ,
Lam Gods, dat de zonden der. wereld wegneemt, spaar
ons , Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, ITeer!
Lam Gods.^dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer !
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria , enz.
GEBED.
Alnwgtig en eeuwig God, die door medewerking vaa
den Heiligen Geest, bet ligchaam en de ziel der- roemrijke
Maagd Makia tot cene waardige woonplaats van uwen
Zoon hebt bereid gemaakt, geef dat wij, die met vreugde
hare gedachtenis vieren, haren levenswandel getrouwelijk
navolgen, om aldus door ecne naauwkeurigo navolging
harer deugden te mogen verdienen, dat deze alvermogende
Moeder onze Middelares zij in dit leven, onze Trooste-
res in den dood en onze Voorspreekster bij het oordcel.
Door Jcsus-Chiistus, onzen Heer. Amen.
-ocr page 98-
92                             Zeventiende dag.
OVERWEGING.
Om vertrouwen op iemands belofte te hebben, zijn drie
zaken noodig: ten eerste moet hij de magt hebben, om te
geven, hetgeen hij belooft; ten tweede den wil; en ten
derde moet hij getrouw blijven aan zijne belofte. Ziedaar
de drie redenen, waarop onze hoop in God gegrond is.
Wij hopen en betrouwen eenmaal den hemel, dat is, God
te bezitten en alle middelen, die ons tot den hemel kuu-
nen brengen. God heeft ons beloofd, en verzekerd, dat
Hij alle menschen wil zalig maken en dus ook de noodige
hulpmiddelen daartoe zal geven. Welnu, wat moeten wij
meer verlangen om eene volmaakte hoop te bezitten. God
is almagtig, Hij kan ons dus alles geven, wat Hij beloofd
heeft; Hij is oneindig goed, Hij wil ons dus alles geven; Hij
is oneindig getrouw in zijne beloften, wat Hij dus be-
loofd heeft zal Hij ongetwijfeld geven, als wij-maar willen.
Maar ziedaar wat er dikwijls aan ontbreekt. Wij willen
de beloften van God aan ons niet vervuld zien ; het is dus
niet God, die zijne belofte breekt, maar het is onze schuld,
die maakt, dat wij aan zijne beloften geen deel kunnen
hebben. God belooft ons den hemel, maar dan moeten
wij ook naar den hemel willen gaan; doch willen wij dat
opregt? Als wij dat opregt willen, dan moeten wij ook
opregt de middelen willen, welke God ons aangeeft als
daartoe geleidende. Dan moeten wij ook opregt de zonden
vlugten, Gods geboden onderhouden en de deugden be-
oefenen. Wij willen wel naar den hemel gaan, maar wij
willen er niets voor doen. Wij willen er niet-alleen niets
voor doen, maar tevens veel doen, dat ons van den hemel
afbrengt en naar de hel voert. Wij willen op aarde voor
de hel leven, door de zonden, die wij bedrijven, en toch
voor den hemel sterven; is dat niet onverstandig; is dat
niet zinneloos? En zou God ons in zulke gesteltenis wel
in zijnen hemel mogen of kunnen opnemen? Wij zouden
Hein hier onophoudelijk belcedigen en toch later door Hem
-ocr page 99-
Zeventiende dag.
93
eeuwig beloond worden! Beloond worden voor onze on-
getrouwhcid, voor onze ondankbaarheid! Welk een waan-
zin! Willen wij dan naar den hemel gaan, willen wij
met grond kunnen hopen, doen wij dan, wat God van ons
vraagt. Gebruiken wij dan de middelen om er toe te ko-
men, dat is, liet gebed en de goede werken, die door de
verdiensten van Jesus-Christus ons den hemel zullen "ver-
werven, \'t Is waar, dat wij uit ons-zelven niets ter zalig-
heid vermogen, maar door de verdiensten van Jesus wor-
den onze goede werken Gode aangenaam en krachtige mid-
delen ter zaligheid.
Volgen wij alweder het voorbeeld van onze H. Moeder
Mama, die zoo vol betrouwen was op God, Ja, zij hoopte
op God in al haar doen en laten, zij offerde alle hare
woorden, werken en gedachten, door de verdiensten van
Jesus, aan God op. Geheel haar leven was weldoen, was
een verrigten van heilige, goede werken. Geen dag ging
voorbij of zij vergaderde zich nieuwe schatten voor den
hemel. Volgen wij onze goede Moeder na! Wie weet
hoeveel wij reeds gedaan hebben om verloren te gaan, om
eeuwig verdoemd te worden! Hoeveel schatten voor den
hemel hadden wij reeds kunnen vergaderen, hadden wij
haar altijd nagevolgd? Zoude het geen tijd worden, dat
wij eens ernstig er aan dachten, om de middelen te ge-
bruiken welke ons naar den hemel moeten brengen. Bid-
den en verzoeken wij Maria, dat zij ons daar in ondcr-
riglc en bijstand biede.
H. Maria, Moeder der hoop, bid voor ons!
O Maria leer ons hopen, leer ons wat wij moeten doen
om veilig op God te kunnen betrouwen! Wij begrijpen,
dat het van ons afhangt om naar den hemel te gaan, dat
wij er kunnen komen, als wij het opregt willen. Bid dan
voor ons, opdat wij ons eigen geluk beter mogen inzien
« en begrijpen en ecu beter gebruik maken van de vele mid-
delen , die God ons daartoe heeft geschonken. Amen.
-ocr page 100-
ACHTTIENDE DAG.
Maria vindt Jezus la den tempel.
Lr<ng en hi\'.rd was de balliug-chap der H. Familie io
Egypte, doch eindelijk brak het uur van verlossing aau en
Joseph kreeg van den hemel het bevel om niet het kindje
Jesus en Maria naar zijn vaderland wcdrr te keeren.
Gelukkig en onbekend bij de wereld sleet de H. Familie
genoegelijkc dagen met elkander en leefde enkel voor God.
Jaarlijks begaven zij zich in bedevaart naar den tempel te
Jerusalem om getrouw in alles de wet Gods te vervullen;
bij die gelegenheid bleef Jesus eenmaal, op twaalfjarigen
leeftijd, buiten weten van Maria en Joseph, alleen in deu
tempel achter. Volgens het eerbiedwaardig gebruik dier
dagen gingen mannen en vrouwen afzonderlijk langs den
weg; nu meende Maria, dat haar kind J jesus in gezel-
schap was van den H. Joseph, terwijl deze daeht, dat
Jesus zich bij Maria zoude bevinden. Eerst tegen den
avond bemerkten zij, dat Jesus niet bij hen was. Welk
eene ontzettende ontdekking? Waar was Jesus? Hadden
zijne vijanden Hem aangerand? "Was men misschien bezig
met dat goddelijk kind te pijnigen? Zonder op hunne
venuoeijen\'s of op de duisterheid van den nacht te letten,
keerden Maria en Joseph aanstonds op hunnen weg terug
o:u overal Jesus te zoeken en zij rustten niet, voordat zij
op den derden dag het goddelijk kind vonden in den tem-
pel, in het midden der leeraren en schriftgeleerden, die
verbaasd stonden over zijne woorden. Helaas gij hebt
Jesus zoo dikmaals niet ligchamelijk, gelijk Josepu en
Maria , maar geestelijker wijze verloren door de zonde.
-ocr page 101-
Achttiende dag.
95
Is uwe droefheid daarover ook zoo groot en doet gij uw
best om Jesüs weer te vinden door een goed berouw en
goede biecht ?
LITANIE.
De Pelgrims-reis naar Jeruzalem.
Heer, ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
God, Hemclscho Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld,                                \\
God , Heilige- Geest,
Heilige Drievuldigheid, één God,
Jüscs, Zoon van den levenden God,
, voorbeeld in kindsehhcid en in de jeugd ,
j die tot groote vreugde uwer ouders opgrocidet,
die uwe Moeder zijt onderworpen geweest,
die U aan uwen Voedster-vader gehoorzaam
hebt betoond,                                                    ï
die met de jaren in bevalligheid en wijsheid I
loenaamt,                                                          f ■=
die met uw twaalfde jaar naar Jeruzalem zijt \' 5*
gegaan,                                                             \\ 5
die daar het paasclifccst hebt bijgewoond,             ) cl
die U met zooveel genoegen in het huis uws j o
hemelschen Vaders ophieldt,
door uwc ouders verloren,
gedurende drie dagen door hen met droefheid
gezocht,
die door hen met vreugde in den Tempel zijt
gevonden,
die met ijver het woord Gods aanhoordet,
die allen door de wijsheid uwer antwoorden
verbaasdet,
die met Mahia en Josehi naar Nazureth zijt
weder gekeerd ,
-ocr page 102-
96                              Achttiende dag.
Wees ons genadig, spaar ons, Jesus!
Wees ons genadig, verhoor ons, Jesus !
Van alle kwaad, verlos ons, Jesus!
Van alle tonden,
Van de schuldige ligtzinnigheden onzer jeugd,
Van ongehoorzaamheid en stoutheid,
Van stijfhoofdigheid en wederspannigheid ,
Van leugentaal en schijn
D6D
heiligheid,
Van luiheid en werkeloosheid ,
Van onverschilligheid voor het woord Gods,
Van dorheid in het gebed ,
Van ondankbaarheid jegens onze ouders, leermees-
ters en weldoeners ,
Van hoogmoed en ijdelheid,
Door uwc heilige Menschwording,
Door uwe Geboorte,
Door uwe armoede en verlatenheid .
Door uwe voorbeeldige jeugd,
Door uwe kinderlijke liefde tot uwe ouders,
Door uwe pelgrims-reis naar Jeruzalem,
Door uwc vreugde van Makia , toen Zij U wedervond, /
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, hoor ons!
Dat wij in onze jeugd aan onzen Schepper mogen \\
denken,
Dat wij van onze teederste jeugd af in de vreeze des
Heeren mogen wandelen,                                          1,3;
Dat wij al de bevelen onzer overheden als de uwe I o;
mogen beschouwen,                                                  f g;
Dat alle kinderen zich mogen beijveren uwe -deugden
en de godsvrucht uwer jeugd na te volgen,
Dat wij niemand tot kwaad mogen verleiden,
Dat wij nimmer, noch in onze jeugd, noch in ge- I g"
vorderde jaren het pad der deugd mogen verlaten, 1 %
Dat wij gaarne in het huis uws Vaders mogen ver- 1 o
blijven,
Dat wij uwe woorden in ons hart mogen bewaren,
Dat Gij deze godvruchtige oefening niet verwerpet,
O Jesus, Kind in den tempel,
-ocr page 103-
Achttiende dag.
97
Liira Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat do zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer !
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
v. Sta op, o Christin , en kom ons te hulp.
r. En verlos ons om de liefde van uwen heiligen Naam.
GEBED.
Goddelijk Kind Jesus ! Luister van uwen Hemelschen
Vader, Gij hebt U verwaardigd, uit liefde tot ons, de
grootheid uwer Godheid en van uwe heilige Mensehheid
tot de nietigheid van een arm kind te vernederen; ver-
leen ons de genade dat wij, die in uwe Kiudschheid de
goddelijke wijsheid, in uwe zwakheid de almagt en in
uwe vernedering de majesteit erkennen en nederig aanbid-
den, U eenmaal oneindig .groot en verheven in den
Hemel mogen aanschouwen en bezitten, U die God zijnde,
leeft en regeert in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
OVERWEGING.
Het cersle en grootste gebod is: Gij zult den lieer uwen
God beminnen uit geheel uw hart, uit geheel uwe Ziel en
uit al uwe krachten; en het tweede is gelijk aan dit: Gij
zult uwen evennaaste beminnen gelijk u-zelven. Ziedaar de
eigen woorden van onzen goddelijken Zaligmaker. Bewon-
deren wij hier met den II. Augustinus dit gebod. Hoe is
liet mogelijk, roept die H. Kerkvader uit; moet er een
gebod gegeven worden, om God te beminnen? Als wilde
7
-ocr page 104-
Achttiende dag.
\'JS
hij zeggen, hoc is liet mogelijk dat er een mensch op aarde
gevonden wordt, die zoo koud, zoo gevoelloos is, dat hij
zijnen God niet bemint — God, de opperste goedheid en
liefde in zich-zelven; God, die alles is wat schoon, wat
goed, wat liefde waardig is; God, die alles in de hoogste
mate bezit, wat wij maar opregt kunnen beminnen; God,
die van het eerste oogenblik af van ons bestaan, ja van
alle eeuwigheid af ons heeft bemind, ons met weldaden
heeft overladen en zal blijven overladen tot in eeuwigheid,
als wij maar willen! Ja hoe is het mogelijk, moet ieder
regtschapen mensch uitroepen, die zijne rede gebruikt! Eu
toch, ecne treurige ondervinding leert ons dagelijks dat er
zoo velen zijn, die God niet beminnen, ja wat erger is,
Hem aanhoudend bedroeven en schijnen te haten door hunne
zonden. En hoc is liet met ons gesteld! Durven wij
gerust, met de hand op het geweten, verklaren, dat wij
God liefhebben, dat wij Hem nooit bedroeven ? of bchooren
ook wij tot het groote aantal, dat Hem dikwijls bcleedigt?
En hoe is het gesteld met onze liefde tot den evennaaste.
Dit gebod is gelijk aan het eerste, dat wil zeggen: dat
wij God niet opregt kunnen beminnen als wij den naaste
niet liefhebben en van den anderen kant: dat wij nooit
oprcgtc naastcu-liefde zullen hebben, als wij God niet in
waarheid beminnen. Beminnen wij onzen evennaaste opregt ?
Maar hoe tooncn wij die liefde ? Is het liefde hebben,
als wij hem niet bijstaan, terwijl wij hem kunnen helpen;
als wij hem soms eene aalmoes weigeren, die wij gemak-
kelijk kouden geven; als wij hem benijden in zijnen voor-
spoed, liefdeloos van hem spreken, zijne gebreken bekend
maken en vcrgrooten ? En nogthans dit gebeurt maar al
te veel in de wereld, en doen wij niet met de wereld mede?
Laten wij, zegt de II. Ap. Joannes, niet beminnen met
woorden of met de tong, maar in de daad en in waarheid.
Geheel het leven van Mama kan men met twee woorden
-ocr page 105-
Achttiende dag.                              99
uitdrukken: liefde tot God. Het was uit liefde tot God,
dat zij in den jeugdigen leeftijd van driejaren zich geheel,
vrijwillig en voor eeuwig aan God toewijdde; het was uit
die liefde, dat zij de wereld vlugtte, in de eenzaamheid
woonde, dagen en nachten in gebeden versterving doorbragt;
het was uit die liefde en door die liefde, dat zij gaarne
leed, gaarne vervolgd werd en de Moeder van smarten
wierd. Uit liefde tot God nam zij de waardigheid van
Moederdes Verlossers aan, ofschoon zij wist, dat zij daar-
door juist de Koningin der Martelaren zou worden. De
liefde Gods was haar leven, uit, in endoor die liefde stierf
zij, om voor eeuwig in die liefde te leven. Van daar dan
ook die buitengewone, alles opofferende liefde tot den naaste
in haar leven , en nog meer thans nu zij in den hemel
hoog verheven en verheerlijkt is en zooveel ter onzer za-
ligheid doen kan.
H. Mabia , Moeder der schoone liefde, bid voor ons!
Moeder der schoone liefde, Maria, leer mij God be-
minnen, gelijk ik Hem moet liefhebben, gelijk Hij door mij
bemind wil zijn. Gij hebt die liefde volmaakt beoefend,
gij kunt ze mij het best leercn en voor mij verkrijgen.
Dan zal ik van zelf eene ware en opregte liefde voor den
naaste hebben. Verkrijg mij die, lieve Moeder. Amen.
-ocr page 106-
NEGENTIENDE DAG.
Jesns en Maria aan het sterfbed van den II. Joseph.
Wij weten niet wanneer Maria den H. Joseph door
den dood heeft verloren, doch zeker is het, dat deze dood
plaats had voor dat Jesus zijn predikambt begon. O,
hoe zoet en aangenaam was het voor den II. Joseph te
mogen sterven in het bijzijn van Jesus en van MARIA-
Welk een troostend sterfbed ! Daarom is dan ook de H.
Joseph de bijzondere patroon voor een\' goeden dood en
dagelijks moeten wij God bidden, om, door de voorspraak
der H. Familie, ook eenmaal zulk een zaligen dood te
mogen sterven. Maria had nu niemand meer op aarde
om haar te beschermen, dan Jesus alleen, en het offer,
dat zij dus aan God bragt, toen Jesus haar verliet, om
zijn Verlossings-werk te gaan beginnen, was dus des te
grooter en verhevener. Heb ook den moed, om u zelven
en al wat u dierbaar is, aan God ten offer te brengen:
en bid dagelijks om een zaligen dood.
LITANIE.
Jesus en Maria aan het Sterfbed van
den Heiligen Joseph.
Heer, ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
-ocr page 107-
Negentiende dag.                           101
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria, bid voor ons!
Heilige Joseph,
Voedster-vader van Jesus-Christus,
Beschermer van onzen Verlosser,
Echtgenoot van de Maagd Maria,
Man naar Gods hart,
Bewaarder der Maagd-Moeder,
Voorzigtige Huisvader,
Sieraad der Aartsvaders,
Voorbeeld der jonge lieden ,
Lelie van zuiverheid,
Voorbeeld van kuischhcid,
Spiegel der echtgenooten,
Gehoorzame dienaar des Heeren,
Tocvlugt iu alle noodwendighcden,
Steun der bedroefden,
Vader der armen ,
Vriend van vrede,
Verdediger der reizigers,
Bescherm-heilige der werklieden,
Hulp der krauken,
Middelaar der stervenden,
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, Heilige Joseph,
hoor ons!
Verkrijg ons bij Jesus, vergiffenis; wij bidden U, Heilige
Joseph , hoor ons!
Help de jonge lieden de zuiverheid te bewaren; wij bid-
den U, Heilige Joseph, hoor ons!
Smeek voor alle echtgenooten eene ware onderlinge gene-
genheid af; wij bidden U, Heilige Joseph , hoor ons!
Verkrijg voor de gehuwden eene voor hunnen staat ge-
paste kuischheid; wij bidden U, Heilige Joseph, hoor ons!
Help hen elkanders kruizen dragen; wij bidden U, Heilige
Joseph, hoor ons!
Verschaf aan alle huisvaders het besef hunner pligten en
-ocr page 108-
Negentiende dag.
102
standvastigheid van inborst; wij bidden U, Heilige Joseph ,
hoor ons!
Sta alle ouders in het opvoeden hunner kinderen bij; wij
bidden U, Heilige Joseph , hoor ons!
Kom alle vorsten in het besturen hunner onderdanen ter
hulp; wij bidden U, Heilige Joseph, hoor ons!
Bescherm allen die zich op uwe magtige hulp verlaten;
wij bidden U, Heilige Joseph, hoor ons!
Kom ons met Jesus en Maria in onzen doodstrijd ter
hulp; wij bidden U, Heilige Joseph, hoor ons!
Heilige Joseph, echtgenoot der Moeder Gods; wij bidden
U, Heilige Josfpii , hoor ons!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wcgueemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods , dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons !
Christus , verhoor ons !
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
v. De Rcgtvaardige zal zich als eene lelie verheffen.
E. En zal in eeuwigheid voor den Heer blocijeu.
GEBED.
Heilige Joseph! wij stellen onze zielen in uwe handen,
waarmede Gij het goddelijk Kind Jesus hebt gedragen; wij
verlaten ons in onze zaken en al onze belangen op U,
die het heilig huis van Nazareth hebt bestuurd. Neem on»
onder uwe magtige bescherming, en help ons om god-
vruchtig te leven, en heilig te sterven, opdat wij ons eeu-
wig met U en met Maria in het Rijk der Hemelen mogen
verheugen. Amen.
-ocr page 109-
Negentiende dag.
103
OVERWEGING.
Er is eene deugd, die als de grondslag kan beschouwd
worden van alle deugden j deze is de deugd van nederigheid.
De ware nederigheid bestaat niet, gelijk de wereld dikwijls
meent, in iets veraclitelijks van zich te zeggen, iets vcrnedc-
rcnds te doen of zelfs met minachting van zich-zelven te den-
ken; o neen, want de nederigheid is de waarheid en niets dan
do waarheid. Hoe beter wij de waarheid omtrent ous-zelvcn
kennen, des te nederiger zullen wij zijn, gelijk niemand hoo-
vaardigcr is, dan die zich-zelven niet kent. Daarom zegt
de H. Bernardus : de nederigheid is niets anders dan de
waarachtige kennis van ons-zclven. O ja, kenden wij onze
nietigheid, onze zwakheid, onze onmagt, onze onwaardig-
heid, wij zouden allen nederig zijn, maar dewijl de meeste
mcnschen zich-zelven het minste kennen, zijn er zoovele
hoovaardigcn. Eu toch de ootmocdigheid is zoo nood-
zakelijk ; alle deugden zonder de nederigheid beteekenen
niets; zij zijn als een gebouw zonder grondslag, dat weldra
moet instorten. Jesus kwam op aarde om ons de nede-
righeid te leercn: leert van mij, zegt Hij, dal ik zacht-
moedig en ootmoedig van harte ben.
De ootmoedigheid be-
hoedt ons voor vele zonden; de hoovaardigheid is de eerste
der zeven hoofdzouden en als de bron en de oorsprong
der andere. De eerste zonde, die van Lucifer in den
hemel, was de zonde van hoovaardigheid. De eerste zonde
op aarde, die van Adam en Eva in het paradijs, was even-
zoo de zonde van hoogmoed. Daarom wilde Jesus zoo
diep vernederd worden, om voor onzen hoogmoed te vol-
doen en ons de nederigheid te leeren. Wij zijn beschaamd
aan iemand te laten blijken, dat wij hoovanrdig zijn, wij
zouden van niemand dulden, dat hij ons die zonde ver-
weet; dat is dus wel een lceken dat die zonde verachting
verdient; en nogthans moeten wij niet, als wij opregt de
-ocr page 110-
104
Negentiende dag.
waarheid willen bekennen, van ons-zelven getuigen, dat
wij werkelijk hoogmoedig zijn. De nederigheid integendeel is
zoo schoon, zoo bemind door allen, dat niet zelden de
hoovaardigheid , die zich voor zich-zelve schaamt, zich
met den mantel van nederigheid bedekt. Hoe dikwijls zegt
men iets minachtend van zich-zelven, opdat anderen ons
zouden tegenspreken, en ons zouden prijzen. Hoe gaarne
ontvangen wij lof, hoe ongaarne de minste misprijzing. Wat
zouden wij meer liefde tot God en meer liefde tot elkander
hebben, als wij oprcgt ooi moedig waren.
Geeft Maria ons een volmaakt voorbeeld van alle deug-
den , dan zeker wel bijzonderlijk van ootmoedighcid. Als er
ooit een schepsel op narde geweest is, dat zich mogt ver-
hoovaardigcn, dan zoude het Maeia. zijn, die zoo bijzonder
boven allen is verheven geworden, en juist Maria is het
nederigste schepsel, dat ooit op aarde geleefd heeft. Zij
was lot Moeder van God uitverkoren en verzwijgt die waar-
digheid, uit vreeze dat men haar zal prijzen; ofschoon
Moeder des Ilceren gaat zij drie maanden lang hare diensten
aanbieden aan hare Nicht Elisabeth. Als Jesus in zijn
leven verheerlijkt werd, lezen wij nooit dat Maria zieh er
bij bevond om als Moeder deel aan die eer te hebben ,
maar telkens als Jesus werd vernederd, was Maria daarbij,
omdat zij zoo gaarne in de vernederingen van haren god-
delijken Zoon wilde deelen. Wat zijn wij nog verre van
Maria na te volgen! op liet minste wat wij bezitten zijn
wij zoo hoovaardig! Bidden wij Maria dagelijks, opdat wij
haar in hare ootmoedighcid mogen navolgen.
H. Maria , nederige maagd, bid voor ons !
O Maria, die zoo nederig waart en daarom nooit hebt
gezondigd, bid voor ons, die zoo hoovaardig zijn en daarom
zoo dikwijls in zonden vallen. "Verkrijg ons die sehoone
deugd van nederigheid, die ons aangenaam maakt aan God
en aangenaam en bemind bij de menschen. Amen.
-ocr page 111-
TWINTIGSTE DAG.
Maria op de bruiloft te t\'ona.
Maeia was eeae der ijverigste aanboorsters van Jesus ;
met welk een eerbied bewaarde zij al zijne woorden in
haar bart. Zij was een voorbeeld voor allen, hoe men
naar Jesus moest liooren, en zijne woorden in oefening
brengen. Eenmaal bevond zij zich met Jesus te Cana, in
Galilea, op eene bruiloft. Jesus was daar heengegaan,
om het huwelijk tot een H. Sacrament te verheffen, en
Maria was daar, om door haar voorbeeld en hare woorden
te stichten. Vol zorg en liefde van den evennaaste, be-
merkte Maria aldra de verlegenheid der gehuwden, die
gebrek aan wijn hadden, om hunnen gasten aan te bieden.
Zij werd hunne voorspraak bij Jesus, en deze, om te doen
zien, hoezeer Hij zijne II. Moeder beminde, en welke
kracht hare voorbede had, deed op haar verzoek zijn eerste
wonder, door water in wijn te veranderen, terwijl Hij niet
onduidelijk deed opmerken, dat zonder die bede zijner
Moeder, liet uur van mirakelen te doen voor Hom nog
niet was aangebroken. Welk een vermogen heeft Mama
op het hart van baren goddelijken Zoon ? Vertrouwt gij
genoi\'g op hare voorbede ? Verdient gij hare voorspraak
door een braaf gedrag ?
LITANIE.
De Moeder van Jesus op de Bruiloft
te (\'aiinan.
Heer , ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
-ocr page 112-
Twintigste dag.
106
Christus, hoor ons !
God, Hemelsclie Vader, ontferm TJ onzer!
God, Zoon , Verlosser der wereld, ontferm U onzer !
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria, bid voor ons!
Moeder van goeden raad,
Raadgeefster vau allen die in ongerustheid zijn ,
Raadgeefster der verdrukten ,
Raadgeefster der jonge lieden ,
Raadgeefster van alle verloofden,
Raadgeefster van alle echtgenooten ,
Raadgeefster van alle weduwen,
Raadgeefster van alle armen,
Raadgeefster van alle weezen,                                      j gt
Raadgeefster van alle zieken,                                       l &\'
Raadgeefster van alle bedroefden,                                 V o
Raadgeefster van allen, die besluiteloos zijn,               / «
In al onze zaken en noodwendigheden,                       I §
In alle gevaren en ongelukken,                                   S.
In al onze droefheden en wederwaardigheden ,
In al onze ondernemingen en bezigheden,
In al onze behoeften,
In al onze kruizen en lijden ,
In al onzen twijfel en onze dwalingen,
In alle onze bekoringen en verleidingen,
In het bekomen vau ons heil,
In het uur van onzen dood ,                                       /
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zouden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer , Heer !
Christus , hoor ons !
Christus , verhoor ons !
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
-ocr page 113-
Twintigste dag.
107
v. Bid voor ons, Moeder van goeden raad.
K. In alle wederwaardigheden en moeijelijkheden van
dit leven.
GEBED.
Almagtige en eeuwige God! die ons uwe Moeder als
beschermster hebt geschonken voor den troon van uwe
Goddelijke Majesteit, aanhoor met welgevallen het gebed,
dat wij U door de handen uwer Moeder-Maagd opdragen;
verlos ons, door de verdiensten van haar goddelijk Moe-
derschap, van alle gevaren; bevrijd ons van alle ongeluk-
ken naar ziel en ligchaam, nu en in het uur van onzen
dood. Amen.
OVERWEGING.
Is de nederigheid de grondslag van alle zedelijke deug-
den, dan is de zuiverheid de glans en het sieraad derzelve.
God is de heiligheid zelve en daarom bemint Hij niets
meer dan de reinheid en zuiverheid des harten en haat
niets meer dan de onzuiverheid. Toen Jesus op aarde kwam
wilde Hij haar alleen tot Moeder hebben, die om hare
maagdelijke kuischheid boven allen uitmuntte, en hoewel
Hij Pelrus tot Prins der Apostelen maakte en aan het hoofd
zijner kerk plaatste, was toch altijd Joannes de beminde
Apostel, omdat hij maagd was en maagd bleef tot aan zijnen
dood. De kuischheid is zoo schoon, dat heel de wereld,
hoe zedeloos zij ook is, toch die deugd bewondert en de
menschen hoogschat, die de deugd getrouw beoefenen , ter-
wijl geen\' menschen meer veracht worden, dan die als zede-
loos bekend staan. Verschrikkelijk is dan ook de zonde
van ontucht, vervloekt van God den Vader, omdat door
die zonde zijn schepsel het meest onteerd wordt; vervloekt
van God den Zoon, omdat die ondeugd vooral zijn lijden
nutteloos maakt; vervloekt van God den II. Geest, omdat
-ocr page 114-
Twintigste dag.
108
die zonde zijnen tempel onteert, want de zuiveren van
harte zijn de tempels van God den H. Geest, iemplum simt
spiritus saneti.
Nooit kwamen er grootere straffen over het
menschdom, dan ten gevolge van die rampzalige zonde.
Om haar te straffen verwoeste de zondvloed heel de aarde
met alle mcnschen, die er op leefden, den kuischen Noë
en de zijnen uitgezonderd. Tot straf dier zonde vernielde
een solfcrvuur uit den hemel Sodama en Gomorrha en om-
liggende plaatsen. Hoe menigmaal strafte God openlijk en
verschrikkelijk de Israëlitcn om die hatelijke zonde. En
toch, welke zonde is meer algemeen onder de menschen!
Moet het ons dan verwonderen, dat er zoovele plagen ouder
het menschdom zijn? Moeten wij veeleer niet verbaasd
staan over de langmocdigheid Gods, die den zondaar nog
tijd wil geven om te bekeeren? Maar hoe weinigen, aan
die ondeugd pligtig, bekeeren zich oprcgt! Geene zonde
verblindt den mensch meer, maakt hem meer verstokt iu
het kwaad dan deze. Bidden wij toch vurig eiken dag om
de kuischheid.
De naam van Maiua alleen is voldoende om een kuisch
gevoel, een eerbied voor die deugd van zuiverheid in ons
op te wekken. Zij is de Maagd bij uitnemendheid, Zij is
de Maagd der maagden; om aan hare liefde tot de kuisch-
heid te voldoen, deed God het grootste mirakel, dat ooit
geschied is, dat Zij Maagd en Moeder tevens was. Juist
om hare kuischheid werd zij uitverkoren om Moeder Gods
te zijn. Willen wij ware kinderen van Maria zijn, willen
wij aanspraak maken op hare voorbede eu bescherming,
willen wij in alles door haar geholpen worden, o, dan
moeten wij vooral die deugd beminnen en beoefenen. Zij
kan geene liefde voor ons hebben, Zij kan onze Moeder en
onze Beschermster niet zijn, indien wij niet zuiver en rein
van harte zijn ; niets bedroeft haar meer dan de ontucht.
lf. Maagd der Maagden, bid voor ons!
-ocr page 115-
Twintigste dag.                             109
O Maria , schitterende Ster van zuiverheid, hoe moeijelijk
is die deugd voor mij in al de gevaren, waarin ik mij be-
vind, onder al die verleidingen; maar als gij mij beschermt,
als gij voor mij bidt, dan hoop ik toch getrouw voortaan
deze deugd te gaan beoefenen. Amen.
-ocr page 116-
ËEN-EN-TWINTIGSTE DAG.
Maria neemt afgebeld van Jesns.
Reeds veel had Maria geleden; zij kende de propheten
en wist, wat Jesus moest lijden; zij las in de oogen der
schriftgeleerden en phnriseërs den haat en de nijd, die
weldra Jesus den dood zonden aandoen; zij hoorde zoo
menig woord, ten nadecle van haren goddelijkeu Zoon,
dat Haar deed schudden en beven. Zoo leed Makia geheel
haar leven, doch telkens werd zij getroost door Jesus te
zien of zijn woord te mogen hooren. Doch nu was het
uur van scheiden gekomen, Jesus wilde zijn H. Moeder
vooraf met dit uur bekend maken en afscheid van haar
nemen. Wie kan beschrijven welke smart Maria toen
gevoelde, wie kan beseffen, wat er op dat oogenblik in
Maria\'s hart omging. Jesus was haar hoogste, haar
eenigstc schat; zij beminde Hem duizendmaal meer dan
haar eigen leven en duizendmaal liever had zij dit voor
Hem ten beste gegeven. Doch het was Gods wil, dit
troostte Maria , zij onderwierp zich aan zijne H. Beschik-
king, met de heiligste gelatenheid. Zijt gij even onder-
worpen en geduldig, indien God het nuttig oordeelt u in
droefhtid te laten, misschien ter uitwissching uwer zonden,
zeker in uw eigen belang?
LITANIE.
Jesus neemt afgebeld van Maria.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
-ocr page 117-
Een-en-twintigste dag.                       111
Christus, verhoor ons!
God, Heraclsche Vader, ontferm U onzer!
God , Zoon , Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God , Heiligc-Goest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria , bid voor ons!
Wecnende Moeder,
Bedroefde Moeder ,
"Verlatene Moeder,
Ontroostbare Moeder ,
Moeder van uwen Zoon beroofd,
Moeder, met een zwaard doorboord,
Moeder, vervuld met wederwaardigheden ,
Moeder, die U van uwen Jesi\'s scheidt,
Rots van standvastigheid,
Voorbeeld der lijdenden ,
Spiegel van verduldigheid,
Anker van vertrouwen.
Oceaan vol bitterheid,
e-
Toevlugt der verlatenen,                                               \\ <
Schild der verdrukten,                                                  )
Verwinnares der ongeloovigen ,                                    /
Troosteres der bedrukten,                                             \'
Genezing der kranken,
Kracht der zwakken,
Haven der schipbreukelingen,
Geluk-stcr in de ouweders des levens.
Schrik der misleiders,
Schat der geloovigen,
Oog der Propheten,
Steun der Apostelen,
Kroon der Martelaren,
Licht der Belijders ,
Pnarl der Maagden,
Vreugde aller Heiligen,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wer!d wegneemt, verhoor
ons, Heer!
-ocr page 118-
Een-en-twintigste dag.
112
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer \'
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons!
Onze Vader , enz. — Wees gegroet, Maria , enz.
v. In onze wederwaardigheden, bekommeringen en be-
hoeften.
r. Kom ons, o allerheiligste Maagd Makia, te hulp.
GEBED
Wij smeeken U, o Maria! door de pijniging van uw
hart, toen uwen Zoon U zijn lijden openbaarde, en door
de droefheid, toen hij zich van U scheidde, U voor ons
steeds eene goede Moeder te willen toonen, geheel ons
leven bij ons te blijven, tot dat wij aan de wereld en al
wat wereldsch is gescheiden, U in den Hemel weder zien.
Door Jesus-Christus, uwen Zoon, onzen Heer en Zalig-
maker. Amen.
OVERWEGING.
Leert van mij, dut ik zachtmoedig en ootmoedig van harte
ben.
Dat is de wijze les, welke Jesus ons geeft in zijn
II. Evangelie, en waarvan Hij ons het voorbeeld gegeven
heeft gedurende heel zijn H. leven, en nog dagelijks het
voorbeeld geefl in het H. Sacrament des Altaars. Ja, wij
moeten Jesus navolgen, daarom dragen wij den naam van
Christenen; willen wij dus Hem navolgen, laten wij dan
ook zachtmoedig en oogmoedig van harte zijn. De zacht-
moedigheid leert ons elkanders gebreken verdragen, elkan-
der de beleedigingen te vergeven en altijd in vrede en
vriendschap te leven met elkander. O hoc gelukkig zou-
den de menschen op aarde zijn, indien allen deze deugd
wilden beoefenen; de wereld zou ophouden een dal van
tranen te wezen, zij zoude een\' hemel of ten minste een\'
-ocr page 119-
Een-en-twint:gste dag.
]J3
voorsmaak des hemels worden. Jesus vergaf aan zijne
bitterste vijanden, aan het kruis bad II ij voor zijne beulen;
en zouden wij hun dan niet vergeven? Hoeveel heeft Jksüs
ons niet moeten kwijtschelden, hoe dikwijls hebben wij
zijne vergiffenis noodig! Denken wij er wei aan, dat God
ons gecne kwijtschelding zal geven, als wij niet uit ter
harte -aan onzen broeder vergeven, hetgeen hij tegen ons
mogt misdaan hebben. En hoe nietig is de schuld, die
onze naaste aan ons kan hebben, vergeleken bij de groote
schuld, die wij bij God hebben, voor elke zonde door ons
bedreven. Maar, zult gij welligt zegden, ik kan toch zoo
broederlijk niet met hem omgaan, hij heeft zoovele gebre-
ken, ik kan die niet verdragen. En hebt gij dan vol-
strekt gecne gebreken, zijt gij dan volmaakt, moet hij van
u niets lijden, niets verdragen? Gij zijt wel zeer hoo-
vaardig, als ge dut zoudt durven denken, en het is zeker
dat gij dwaalt. Moet dus ut\' evennaaste uwc gebreken
verdragen, verdraag dan ook geduldig de zijne; uwe ver-
beelding maakt die grootcr dan zij werkelijk zijn, en al
waren zij ook nog zoo groot, God wil dat gij die geduldig
verdraagt; indien God ze wil dulden, waarom dan gij niet!
Laat u dan niet verblinden door den duivel, die zoozeer
de broederlijke liefde haat, en u de beoefening der zacht-
moedigheid als onmogelijk voorhoudt, overwin u-zclven,
bid God om hulp, bid Maria om voorspraak, en .gij zult
al spoedig die deugd verkrijgen.
Maeia, die in alles het volmaaktste evenbeeld van Jesus
was, beoefende ook in den hoogsten graad de lieve deugd
van zachtmoedigheid. Nooit kwam een enkel woord van
gramschap op hare heilige lippen, nooit vond eeue enkele
gedachte van ongeduld toegang in haar hart. Ook zij ver-
gaf den vijanden haars Zoons, en dus ook haren vijanden;
ook zij bad eiken dag vurig voor allen, die haar vervolg-
den. Hoe verre zijn wij van Maria\'s voorbeeld verwij-
8
-ocr page 120-
Eeu-en-twintigste dag.
114
dercl! Hoe ongeduldig zijn wij bij de minste gebreken,
die wij in onze broeders opmerken; hoe gramstorig bij de
minste, soms slechts schijn-bcleediging, die ons wordt aan-
gedaan. Zijn wij Christenen, zijn wij kinderen van Makia,
ach! hoe kunnen wij God en zijne H. Moeder liefhebben,
.•ils wij onderling oneens zijn en om nietigheden in on-
cenighoid leven.
II. Maria, toonbeeld van zachtmoedigheid,
bid voor ons!
O Maria, zachtmoedige Maagd, gij kent onze zwak-
heid, gij weet dat wij, in weerwil van onze eigene gebre-
ken , nogthaus die van andereu niet kunnen verdragen;
o leer ons en verkrijg ons die schoone deugd van zacht-
moedigheid, zoo geluk-aanbrengend op aarde en zoo vrucht-
dragend voor den hemel. Amen.
-ocr page 121-
TWEE-EN-TWINTIGSTE DAG.
Maria ontmoet Jesus.
Wat deed Makia, toen Jesus van haar was heengegaan,
om zijn lijden te gaan beginnen ! Zij wierp zich voor God
neder, bad Hem om genade en sterkte, om haar kruis te
dragen, en zich toch in alles gelaten te onderwerpen. Zij
bad voor de ongclukkigen, die Hem vervolgden en voor
allen die door hunne zonden deel zouden nemen in zijne
vervolging. Toen stond zij op, gesterkt door Gods ge-
nade, en moedig ging zij Jesus te geinoet, om Hem nog
voor het laatst te zien, om Hem, zoo mogelijk, eenigen
troost aan te brengen, om met Hem zich zelven op te
offeren voor het welzijn der wereld. Daar hoort zij de
kreten der uitgclatene menigte, de verwenschingen der
beulen, en de bloedige voetstappen op den grond wijzen
haar den weg, welken Jesus heeft betreden. Zij dringt
door de beulen door en nadert haren goddelijkcn Zoon,
maar door de beulen teruggcstooten, volgt zij den treu-
rigen stoet tot op Calvarië, om zich onder het kruis te
plaatsen. O hoeveel heeft Makia ook voor ons geleden
hoeveel verdiensten heeft zij voor ons vergaard. Leeren
wij van haar deel te nemen in Jesus lijden, en uit ons
eigen lijden verdiensten te putten.
LITANIE.
Jesiis ontmoet zijne Moeder.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus , hoor ons!
-ocr page 122-
116                      Twee-en-twintigste dag.
Christus, verhoor ons!
God, Hemolsehe Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria , bid voor ons !
O Maria , bedroefde Moeder van den Goddelijken
Verlosser der wereld ,
Door het zwaard van Simcon, dat U diep in het
hart heeft getroffen ,
Door uwe droefheid, veroorzaakt doorden haat dcrjoden,
Door de offerande van uwen Zoon, voor het heil der
menschcn,
Door uwe verslagenheid, toen Gij van Hem geschei-
den werdt,
Door de doodclijke smart, welke Gij in uw hart hebt
gevoeld ,
Door de lijding zijner gevangenneming,
Door uwe deelneming bij zijne gceseling,
Door uw medelijden bij zijne krooning met doornen,
Door uwe droefheid bij het berooven zijner kleederen,
Door uwc smart bij zijne 1er dood veroordeeling, \\ o
o
I o
B
Dcor het harteleed bij zijne ontmoeting op denkruis-weg,Door de moederlijke droefheid, welke Gij toen ge-
vocldct,
Door de tranen, welke Gij toen hebt gestort,
Door de beleedigingen , welke Gij toen ondergian hebt,
Door de grootheid van ziel, waarmede Gij dit schouw-
spel hebt gadegeslagen,
Door uwe bewouderingswaardige onderwerping aan de
raadsbesluiten der Voorzienigheid,
Door de standvastigheid, waarmede Gij uwen Zoon
hebt gevolgd,
Door de liefdadige hulp , welke de vrouwen U ver-
leenden ,
O Maria, vol droefheid en lijden,
O Maria, vol troost en onderwerping,
O Maria, vol geduld en liefde,
-ocr page 123-
Twee-eu-twintigstc dag.                      117
O Makia, Koningin der martelaren, bid voor ons!
O Makia, lijdeus-genoot van den Verlosser der mcnschen,
bid voor ons!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
V Omring mij met bloemen.
it. Want ik verkwijn van liefde.
• GEBED.
O Makia, Moeder van God! die niet gulle teugen uit
den lijdens kelk van uwen Zoon hebt gedronken, werp
op ons een blik van medelijden, opdat wij hier naar uw
voorbeeld mogen lijden, om ons eens eeuwig in den hemel
met U en uwen beminden Zoon te mogen verheugen. Strek
uwe moederlijke hand naar ons uit, opdat wij nimmer meer
de vijanden van Jesus-Chiïstus worden. Droog onze tra-
nen af in de droefheden van dit leven, en laat ons steeds
troost en rust in uw moederlijk Hart vinden. Amen.
OVERWEGING.
Wij vergeten maar al te vaak, dat al wat on* van God
overkomt cene weldaad\'is van zijne heilige Voorzienigheid.
Hoe dikwijls klagen en morren wij, wanneer het een of
ander lijden ons treft, als eenc ziekte ons kwelt, armoede
ons nijpt of deze of gene bclcediging ons wordt aangedaan.
En toch als wij wél inzien waarom God ons dat lijden
-ocr page 124-
118                      Twee-en-twintigste dag.
overzendt of toelaat, dan zullen wij begrijpen, dat dit alles
het werk is van zijne goedlieid voor ons. Waarom toeh
moet de mcnsch lijden ? Er zijn verschillende redenen,
waarom God ons laat lijden; vooreerst om daardoor te
boeten voor onze zonden. Welnu, is het geenc groote goed-
heid van God, als Hij ons hier laat boeten voor onze zon-
den, in plaats van ons later daar voor te straffen? -Wat
is al het lijden dezer wereld, vergeleken bij de minste
smart welke men na dit leven zal moeten lijden! Het
lijden dient soms om ons voor zonden te bewaren. Hoe
menig jongeling zou een booswicht worden, indien God
in zijne goedheid hem geenc ziekte overzond, welke liera
terughoudt van verkeerde makkers, gevaarlijke gezelschap-
pen, die zoo menig jongeling bederven! Tndicn dat meisje
niet zoo zwak en teeder was, wie weet hoe ligtzinnig zij
zijn zoude; hoeveel redenen tot smart zij hare ouders zou
geven. Die tegenspoed, die armoede is niet zelden het
behoud van heel een huisgezin; de verachting, welke die
vroeger geëerde man thans moet ondergaan is misschien het
laatste middel tot zijne bckeering. En hoe verdienstig is
het lijden niet voor den hemel! Hoe geschikt om ons in
zoovele deugden te oefenen. O de weg naar den hemel
ligt niet langs den berg Thabor, den weg der verheerlijking,
maar langs den berg Cakariën of Golgolha, den weg van
smarten ! Bestond er een andere weg ten hemel dan de
weg van smarten, dan zou Jesvjs ons dien getoond hebben,
dan zou Jesus niet gezegd hebbeu door zijn Apostel: quoniam
per mullus tribulaliones oportet nos inlrare in regnmn Dei,
dat
wij door vele kwellingen den hemel moeten binnentreden. Lij-
den wij dus met, onderwerping en bfidanken wij den goeden
God, als Hij ons lijden overzendt; \'t is een teekeu, dat
wij zijne vrienden zijn.
O hoe veel en hoe langdurig heeft Maria geleden! Ge-
heel haar leven was eene aaneenschakeling van lijden, en
-ocr page 125-
Twee-ea-twintigste dag.                       119
teregt noemt men haar de Moeder van smarten, de Ko-
ningin der Martelaren. En hoe kon het anders, Zij, de
volmaaktste navolgster van haren Goddelijken Zoon, kou
geen\' anderen weg ten hemel bewandelen, dan dien Jesus
door zijn voorbeeld had aangewezen. O wat leed zij bij
het eerste bloed, dat haar dierbaarst Kind stortte in zijne
besnijdenis en bij die sombere woorden van Simcon. O
wat leed zij bij die nachtelijke vlugt naar liet afgodisch
Egypte, bij het verliezen en liet drie dagen lang zoeken
naar haar goddelijk Kind! welk zwaard van droefheid door-
boorde haar hart bij het ontmoeten van Jesus, met zijn
kruis beladen. Welke angst greep haar aan bij de kruisi-
ging en kruisdood, en wat moest Zij niet gevoelen, toen
het doode ligchaam van Jesus in haren schoot rustte. Wie
kan de mate van droefheid beseffen, die haar overstelpte
bij het begraven van haren Goddelijken Zoon..... Maar Zij
moest ons een voorbeeld van lijden geven, en Zij leert ons
lijden met onderwerping en dankbaarheid aan God! Moeder
van smarten, bid voor ons. O Moeder van smarten leer
mij lijden, leer mij, welk eene weldaad het van Gods goed-
heid is, als Hij ons lijden laat overkomen, bid, opdat ik
dankbaar voor de smarten zij. Amen.
-ocr page 126-
DRIE-FJ-TWINTIGSTE DAG.
Maria onder Iirt kruis.
Jesus liangt aan het, kruis om voor onze zonden te vol-
doen, Maria, staat onder hetzelve, om haar lijden, door
de verdiensten van haren goddelijken Zoon, aan God op
te offeren en voor ons verdienstelijk te maken. Nog aan
het kruis dacht Jesus aan zijne Moeder, Hij beval haar
aan den H. Joanues zijnen beminden apostel, met deze
woorden: Eccc Mater tua; en Hij had don II. Joanues
reeds in de moederlijke zorg van Maria aanbevolen door
de woorden : Ecce filius tuus, ziedaar uwen zoon. De II.
Jonmics verbeeldde geheel het, mensehelijk geslacht, en die
woorden, daar gesproken , zijn tot ons allen gerigt. Wij
hebben onder het kruis Maria tol Moeder gekregen; zij
houdt, van dat oogcnblik af aan, niet op moederlijk voor
ons te zorgen, en wij, wij moeten haar als Moeder ver.
eeren, hare regten verdedigen en hare ware, opregte kin-
deren zijn. Verdienen wij door ons gedrag den eernaam
van kind van Maria ?
LITANIE
Marin .-i.-iii tien voet «les Krnlzes.
Heer, ontferm U onzer1
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons\'
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
-ocr page 127-
Drie-en-lwintigste dag.                          121
God , Heilige-Geest, ontferm U onzer !
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria, bid voor ons!
Maria, Moeder van smarten,
i koningin der martelaren ,
voorbeeld der bedroefden,
troost dor zieken,
kracht der vreesachtigen,
die gecne plaats in de herberg vindende, in eencu
stal zijt gaan vernachten ,
die uw goddelijk Kind op stroo in ecnn kribbe
hebt neergelegd,
dio in uw hart de wond gcvoeldet, welke iiw
Zoon bij de besnijdenis werd gegeven,
I die met angst aanhoordet, dat uw Zoon als een
3 \' voorwerp van tegenspraak zou worden,
g i die vemomcu hebt, dat uw hart met een zwaard
zou doorboord worden,
die uwen Jesus aan de woede van Ilerodes moest
onttrekken, en naar Egypte gevlugt zijt,
die aan de wreedste bekommernis ter prooi waart,
toen uw Zoon buiten uw weten drie dagen
in den tempel bleef,
die in geheel uwe zei den haat gevoeldet,
welke de joden uwen Zoon toedroegen,
die bij al die smart geduldig en onderworpen
waart aan den wil Gods,
Wees ons genadig, spaar ons, Heer!
Wees ons genadig, verhoor ons, Heer,
Van alle kwaad, verlos ons, Heer!
Van alle groote droefheid,
Van alle angstvalligheid en mistrouwen jegeus God,
Van alle ontevredenheid met den wil Gods,
Van alle opstand tegen uwe raadsbesluiten,
Van wanhoop en onboetvaardigheid,
Van hardvochtigheid jegens lijdenden,                              \\ W
Van een ongelukkigeu dood,                                              | 3
Van de eeuwige verdoemenis,
-ocr page 128-
122                      Drie eu-twinügste dag.
Door nw lijden en smartvollen dood, verlos ons Heer!
Door de smarten, welke uwe heilige Moeder heeft
gevoeld,
                                                                     1
Door de smart, welke zij gevoelde bij het verraad
van Judas,
Door de smart, welke zij gevoelde bij uwe gevangen- 1
neming,
                                                                      j
Door de smart, welke zij gevoelde bij de valsche I
beschuldigingen tegen U,
                                          |
Door de smart, welke zij gevoelde bij de stompen I
en slagen welken U werden tocgebragt,
                  l n
Door de smart, welke zij gevoelde bij de bloedige I 5*
geeseling,
                                                                  \\
Door de smart, welke zij gevoelde bij uwe krooning S g
met doornen,
                            .                               / *
Door de smart, welke zij gevoelde bij de onregtvaar- i M
digc tcrdood-veroordeeling,
                                       1 3
Door de smart, welke zij gevoelde, toen zij U ont- 1
moette beladen met liet kruis ,
                                   I
Door de smart, welke zij gevoelde bij het hooren I
uwer laatste woorden,
                                               t
Door de smart, welke zij gevoelde toen Gij den j
geest gaaft,
Door haar moederlijk mededoogen,
Door hare volkomen onderwerping aan den wil des
eeuwigen Vaders,
Anne zondaars als wij zijn, wij bidden U, Heer, ver-
hoor ons!
Gelief in ous het geloof aan uwe voorzienigheid op te wek-
ken ; wij bidden U, Heer, verhoor ons!
Gelief ons vertrouwen op uwe barmhartigheid in te boe-
zemen; wij bidden U, Heer, verhoor ons!
Gelief onze harten door de goddelijke liefde te ontvlam-
men; wij bidden U, Heer, verhoor ons!
Gelief ons in kommervolle oogenblikken te troosten; wij
bidden U, Heer, verhoor ons!
Gelief ons geduld en lijden te vcrleencn; wij bidden U,
Heer , verhoor ons!
-ocr page 129-
Dric-cn-twintigste dag.
123
Gelief in ons een opregt berouw over onze zonden op te
wekken; wij bidden U, Heer, verhoor ons!
Gelief aan allen, die U in bcnaauwdheid aanroepen,
troost en hulp te verkenen; -.\'ij bidden U, Heer, ver-
hoor ons!
Gelief ons voor eene te groote vrees voor den dood te be-
bewaren; wij bidden U, Heer, verhoor ons!
Gelief ons in lijden en dood aan U gelijkvormig te ma-
ken; wij bidden U , lieer, verhoor ons!
Gelief ons in het uur van onzen dood niet te verlaten;
wij bidden U, Heer, verhoor ons!
Gelief ons . door de tusschenkomst uwer bedroefde Moe-
der, na hier met geduld geleden te hebben, in den Hemel
te ontvangen; wij bidden U, Heer, verhoor ons!
Jxsl\'S , Zoon van Maria, Moeder van smarten, wij bid-
den U, Heer, verhoor ons!
Lam Gods, dat, de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer !
Lam Goris, dat de zonden der wereld wegueemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer !
Christus , hoor ons!
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, enz.
V. Bid voor ons, o bedroefde Maagd!
r. Opdat wij der beloften van Jcsus-Christus mogen
waardig worden.
GEBED.
O Jbsus, mijn God en mijn Heer! wees ons genadig en
verleen ons het voorregt de gelukkige uitwerksels van uw
lijden te ondervinden, waarbij, zoo als Simeou dit had
voorzegd, een zwaard van droefheid de tcedcre ziel der
-ocr page 130-
124
Drie-en-twintigste dag.
glorieuze Maagd en Moeder Maria doorboorde, wier smar-
ten wij thans herdenken en vereeren; dit smeekcn wij U,
die leeft en regeert in alle eeuwen der ecuwen. Amen.
OVERWEGING.
Geheel het leven van Jesus kan men met drie woorden
beschrijven: armoede, vernedering en lijden. Jesus wilde
van eene arme moeder worden geboren , in een\'armen stal,
omgeven van den armen Joseph en van arme herders. Ar-
mofde leed Hij in lielhlehem , in Egypte % in Nazareth en
gedurende heel zijn leven. De Zoon des menschen, zoo
getuigt Hij zelf, heeft geen" steen, waarop zijn hoofd kan
rusten. En waarom leed Jesu.s die armoede, Hij die alles
bezat, Hij die zich tocli reeds genoeg vernederd had door
de menschclijkc natuur aan 1c nemen, al was Hij ook op
aarde de rijkste onder de menschen geworden? Om ons te
leeren, dat armoede geen ongeluk is, maar integendeel,
dikwijls eene grooto weldaad van God. Hoe velen blijven
juist om hunne armoede beveiligd voor de verleiding! Aan
hoeveel meer bekoringen en verlokkingen tot het kwaad is
de rijke boven deu arme blootgesteld ! Hoe gevaarlijk is de
rijkdom, welke gelegenheid biedt zij niet aan om te zon-
digen! Van hoevele vleijers is men omringd! Hoe moeijelijk
is het voor den rijke om een goed gebruik van het geld te
maken! Vergeet men de woorden der H. Schrift: \'t is
moeijelijker voor een rijke om zalig te worden, dan voor
een kameel om door het oog van eene naald te kruipen.
Leert ons niet de dagelijksche ondervinding, dat de .meeste
rijken leven, alsof zij God niet noodig haddcu. Daarom
zcïde onze Goddelijke Zaligmaker: Voe vobis Jiiitibus; Wee
u! rijken. Integendeel de armen noemt Hij zijne vrienden,
belooft Hij de eeuwige zaligheid. Beati pauperes spiritu,
quoniam ipsorum est reguum ccelornm;
Zalig zijn de armen
van geest, want aan hen behoort het rijk der hemelen.
-ocr page 131-
Drie-en-twiutigste dag.
125
Doch, let -wel, niet de armen in het algemeen, maar zij,
die arm van geest zijn, worden hier zalig genoemd. Als
gij dan arm zijt of door tegenspoed wordt gekweld, als al
uwe ondernemingen tcgenslaan, klaagt of mort dau niet,
want dan zoudt gij niet arm in den geest zijn; maar in-
tegendeel verblijdt u, omdat dit een teeken is, dat gij van
Gods vrienden zijt; beschouwt die armoede, dien tegenspoed,
als een krachtig behoedmiddel tegen de verleidingen , waar-
van de wereld zoo vol is, en bedankt God, dat gij aau
Jesus in zijne armoede op aarde moogt gelijk zijn.
Maria was eene arme, vergetcne maagd in Nazareih,
en juist, omdat zij de bijzondere vriendin van God was,
moest zij heel haar leven in armoede doorbrengen. Zij was
dan ook volmaakt arm in den geest, dat is, zij was ver-
heugd in hare armoede en verlangde hoegenaamd naar geenen
rijkdom. Wel smartte het haar, dat zij haar goddelijk
Kind niet beter kondc verzorgen, maarzij troostte zich met
de gedachte, dat haar goddelijke Zoon het zelf aldus ver-
langde. Kon zij andereu van hare bekrompene middelen
niet bijstaan, zij wist hen toch te troosten en leerde hen
gelaten te zijn in hunnen tegenspoed. O hoc rijk is thans
in den hemel die op aarde zoo arme Maria. Zoo zal het
ook met ons zijn als wij hier de schatten der aarde ver-
achten, om die des Hemels te winnen.
H. Maria, toevlugt der armen, bid voor ons!
O M&BIA, gij versmaaddet alle aardsche schatten: gij
waart gelukkig, tevreden, onderworpen aan Gods wil in
het midden uwer armoede. O mogt ik ook zoo gelaten
den tegenspoed dragen! Bid voor mij, Maria, opdat ik in
alle moeijelijkheden uwe onderwerping aan den wil des
Hecren moge navolgen. Amen.
-ocr page 132-
VIER-E.\\-T\\YINTIG$TE DAG.
Maria niït liet ligrhnam van Jesus in hare armen.
Jesus stierf en Maria, zijne Moeder, was getuige vau
zijnen doodstrijd en van zijnen dood. Hoe smartvol was
liet voor Maria daar tegenwoordig te zijn, zonder haren
Jesus te kunnen helpen of eenigzins zijn lijden te kunnen
verzachten. Zij hoorde Hem uitroepen: Sitio, ik heli
dorst, en zij kon Hein geen enkel druppel water aanbie-
den, om dien dorst te lesschen; zij moest aanhooren, dat
men niet Hem den spot hield, zij moest aanzien, dat men
op alle mogelijke wijzen zijn lijden trachtte te vermeerderen.
Harder dan de dood viel haar dat lijden, doch zij leed
het met geduld en onderwerping, om ons te kunnen
troosten en onze voorspraak te kunnen zijn in het uur
des doods. Tegen den avond kwamen Nicodemus en Josepli
van Arimathea, namen met eerbied het ligchaam van Jesus
van het kruis af en legden dat in den schoot van Maria.
Toen aanschouwde Maria van nabij het onmenschelijk ge-
folterde ligchaam van Jesus, zij raakte met hare H. handen
de wouden van Jesus aan. Welk een zwaard van droef-
heid doorboorde toen haar moederhart. Zullen wij hare
smarten nog vermeerderen, en door onze doodzonden Jesus,
zooveel in ons is, op nieuw den dood aandoen!
LITANIE.
liet ligchaam van .1 f mis iu de armen
zijner Moeder,
Heer, ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm TJ ouzer!
-ocr page 133-
Vier-en-twintigste dag.
127
Christus, hoor ons !
Christus, verho.r ons!
God, Hemclsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-tiecst, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Jesus, door de heilige Maagd van den Heiligen-Geest ont-
vangen, ontferm U onzer!
I door de heilige Maagd over de bergen gedragen, i
door de heilige Maagd te Belhlehem gebaard, i
door de heilige Moeder aanbeden,
                         |
door uwe heilige Moeder in doeken gewonden,
aan haren moederlijken boezem verwarmd,
door de melk uwer maagdelijke Moeder gevoed,
die bij uwe besnijdenis, tot grooto smart uwer
Moeder, uw eerste bloed hebt vergoten,
deor de heilige Maagd in den tempel geofferd,
geheimzinnige oorzaak van het zwaard van
droefheid van Maria,
tot vreugd van Maria, door de wijzen bezocht,
met Maria en Joseph naar Egypte vlugtende,
met Maria en Joseph naar Nazareth weder-
keerende,                                                          \\ g
onderworpen en gehoorzaam aan uwe Ouders, j c-<
met uwc Ouders in pelgrimstogt naar Jeru-
zalem ,
door Maria met onrust gezocht,
door de II. Maagd in den tempel gevonden,
Kroon der Heilige Familie,
niet uwe Moeder op de Bruiloft te Canaan ,
die van Maria afscheid hebt genomen,
die uwe Moeder op den lijdensweg hebt ontmoet,
die even als zij het tecderst medcdoogen hebt
gevoeld,
oorzaak harer droefheid en van haren troost,
die aan liet kruis hangende voor uwe Moeder
nog zorg hebt gedragen,
die Haar aan uwen welbemindeu leerling hebt j
vertrouwd,
                                                        ƒ
-ocr page 134-
128                       Vier-cn-twintigste dag.
Jesus, die Haar Joanues lot Zoon hebt geschonken, ont-
ferm U onzer!
Jesus, in tegenwoordigheid uwer vrienden aan liet kruis
gestorven, ontferm U onzer!
Jesus, in tegenwoordigheid van Maria van het kruis ge-
nomen, ontferm U onzer!
Jesus, ontzield inde armen uwer Moeder, ontferm U onzer!
Jesus, door uw e Moeder naar het graf vergezeld, ontferm
U onzer!
Jesus, door MaBIA voor het laatst gekust en omhelsd,
ontferm U onzer!
Jesus, Zoon van de Moeder van smarten , ontferm U onzer !
Lam Gods, dat de zouden der wereld wegneemt, spaar
ons , Heer!
Lam Gods , dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer !
Christus, lioor ons !
Christus, verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria , enz.
v. Wij aanbidden U Jesus, en wij loven U.
R. Omdat Gij door uw heilig Kruis de wereld verlost hebt.
GEBED.
O Heer, Jesus-Christus, Zoon van den levenden God,
uit liefde tot ons en om onze zonden uit te wisschen,
hebt Gij ontelbare vernederingen en pijnigingen willen ver-
dragen • verlicht onzen geest, opdat wij uw lijden eerbie-
digen; vermurw onze harten, opdat wij medelijden voor
U gevoelen ; gewaardig uwc verdiensten op onze zielen toe
te passen; maak ons gereed om U te volgen, aan uw
lijden deel te nemen en met TJ den bitteren kelk des
-ocr page 135-
Vier en-twintigstc dag.                       129
lijdens   te drinken, opdat wij, door uwe tranen en uw
bloed,
   mogen gezuiverd worden van zonden en waardig
worden
  met behulp uwer genade tot de eeuwige gelukza-
ligheid
  te geraken. Amen.
OVEllWEGISG.
„IJdelheid der ijdelheden en alles is ijdelheid, behalve
God te beminnen en Hem alleen te dienen." O mogten
wij die woorden toch nimmer uit het geheugen verliezen !
Indien wij ze beter begrepen, hoe weinig zouden wij alle
aardsche eer en grootheid tellen, terwijl wij nu al ous ge-
luk daarin schijnen te plaatsen, en wij alles doen, ora hier.
op aarde vooruit te gaan en geëerd te worden. O, hoc
ijdel is de eer der wereld; van daag is men gezien, be7
mind, geëerd; morgen spot men met ons, haat en veracht
men ons. Zoolang het geluk ons toelacht, worden wij iu
de wereld geteld; zoodra de tegenspoed ons achtervolgt,
keert men ons den rug, kent uien ons niet en vervolgt
men ons. Wat is er dan dwazer, dan wercldsche cor te
zoeken. O, begrepen wij heter, dat alles hier op .aarde
slechts ijdelheid en ijdelheid der ijdelheden is, wat zouden
wij het weinig tellen of men ons achting en eerbied be-
wees of niet, als men maar overtuigt was, dat men zijne
pligten deed. Wat zouden wij ongevoelig zijn aoik Voor
ilc grofste belecdigiug. En nu, die ons iu het minst bc-
lecdigt, is dadelijk onze vijand, wij kunnen hem niet ver-
dragen, wij moeten onze eer herstellen. Ongelukkiger!, die
wij zijn! Christus leert ons: dilic/üe inimicos testrosy be»
mint uwc vijanden. Door zijn voorbeeld leert hij ons die
deugd; aan het kruis bad Hij voor zijne beulen. Hoc ver
zijn wij van dat voorbeeld verwijderd om onze dwaze
eigenliefde, om dat streven naar aardsche grootheid. Dage-
lijks bidden wij: vergeef ons onze schulden, gelijk wij
vergeven onzen schuldenaren; als God ons moest behan-
9
-ocr page 136-
130                       \\\'ier-cn-twintigste dag.
delen gelijk wij onze vijanden behandelen, door wie wij
vcrmeencn te kort gedaan te zijn in onze eer, ach! waar
zoude het dan met ons heen? Ach! dan lagen wij mis-
schien lang in de hel te branden. God moet ons zoo veel
vergeven, zullen wij om eene ijdelheid vijand van onzen
broeder blijven en ons-zelven verdoemen. Leeren wij, op
het voorbeeld van Jesus, de verachting beminnen en we
zullen nooit gevaar loopen aan de liefde te kort te blijven.
Wilt gij een voorbeeld van opregte navolging van JesCs,
een voorbeeld van liefde tot verachting en vernedering in
deze wereld, beschouwt dan Maria.. O zij was zoo hlijde
als men haar niet telde of verachtte. Overal waar Jesus
verheerlijkt werd, was Maria niet te vinden, maar daar,
waar men Jesus vernedering deed ondergaan, op den kruis-
weg en onder het kruis, waar een-ieder zich schaamde over
Jesus, daar vinden wij Maria, daar toont Zij, dat Zij
Jesus Moeder is, dat Zij zijne eerste navolgster is en dat
Zij deel wil hebben in de vernederingen, welke men Jesus
aandoet. Hoe meer vernedering hier, hoe meer glorie
hierna, en daarom is Maria dan ook verheven boven
Engelen en Heiligen in den hemel.
H. Maria , nederige Maagd, bid voor ons!
O Maria, leer mij de verachting beminnen; doe mij
inzien hoc dwaas het is.de eer der wereld te zoeken; doe
mij hare ijdelheid kennen en bid voor mij, opdat ik, on-
gevoelig voor achting of vernedering, steeds traclitc ge-
trouw en uaauwgezct in alles mijne pligten te vervullen.
Amen.
-ocr page 137-
VIJF-M-TWINTIGSTR DAG.
.Maria bij ili- vcrrij/.riiN.
Mabia volgde den lijkstoet, welke Jesus naar liet graf
bragt, zij zag boe liet graf met ecu zwaren steen werd
bedekt, nadat men liet H. ligcliaam van Jesus gebalsemd
en in scboone doeken gewikkeld er in had neergelegd. Zij
bemerkte ook hoe, op aansporen der Joden, eene bende
soldaten rond het graf de wacht hield. Niettemin begaf
zij zich op den vroegen morgen van den derden dag naar
het graf, om met eenige godvruchtige vrouwen nogmaals
het ligchaam van Jesus te betreuren. Zij wist, dat Jesus
voorzegd had, dat hij op den derden dag uit het graf
zoude opstaan en zij twijfelde geen oogcnblik aan de ver-
vulling dier woorden. Ook was zij het, die, volgens eeue
godvruchtige overlevering, het eerst vereerd werd met een
bezoek van den verrezenen Jesus. O welk eene vreugde
gevoelde zij bij die heerlijke verrijzenis en hoe loofde zij
God voor het groote wonderwerk, dat zijne leer moest
bevestigen. Ook over u zal Maria, zich verheugen, als
gij u opregt bekeert, en zij zal God loven en danken
voor uwe geestelijke verrijzenis.
LITANIE.
Vreugde rau Maria liij ite l errijr.mls
van .1 e s u s.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons !
-ocr page 138-
132                       Vijf-en-twintigste dag.
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heiige Maria, bid voor ons!
Oorzaak onzer vreugde ,
Zegepraal der Maagden,
Sieraad van het hemelsche Hof,
Lof der heiligen ,                                                         f gr
Moeder Gods, met de maagdelijke kroon versierd,
Koningin door de hemelsche Geesten vereerd,
Magtige Middelares bij uwen Zoon,
Beminnelijke beschermster uwer dienaars en dienaressen,
Eeuwige roem der hemelsche magten,
Kroon der zuiverste vreugde,
Hof van hemelsche wellust,
Moeder der goddelijke vertroosting en opgetogenheid,
Wees ons genadig, spaar ons, Heer !
"Wees ons genadig, verhoor ons, Heer!
Van alle kwaad, verlos ons, Heer!
Van alle onverschilligheid jegens U en uwc maagde-
lijke Moeder,
Van den geest van verwaandheid,
Van alle verzet tegen uwe inspraken,
Van smartelijke en pijnlijke gedachten ,
Door de vreugde van Maria, bij uwe geboorte,
Door do vreugde van Maria, bij het naderen der
Wijzen uit het Oosten,
Door de vreugde van Maria, toen Zij U in den / ï
tempel wedervond ,
                                                   I j-
Door de vreugde van Maria, bij het zien uwer tal-
rijke mirakelen ,
Dnor de vreugde van Maria, bij uwe zegevierende
Verrijzenis ,
Door de vreugde van Maria, bij uwe gloiieuse He-
melvaart ,
                                                                   /
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, Heer, hoor
ons!
-ocr page 139-
Vijf-en-twinligste dag.                        133
Gewaardig U ons ware vreugde des harten te verlecneu ;
wij bidden U, Heer, hoor ons !
Gewaardig U ons afschuw voor de schuldige vermaken \\
in te boezemen;
Gewaardig U ons voor verstrooijing en gevaarlijke ver-
maken te behoeden;
Gewaardig U ons de genade der geestelijke verrij-
zenis te verleenen ;
                                                     f d
Gewaardig U alle tot de wcreldsche vermaken ge- \'. "
neigde harten tot den hemel op te voeren;              / re
Gewaardig U ons tot Makia in het1 verblijf der he- [ j*
melsche vreugde te geleiden ;
Gewaardig U de zielen der overleden geloovigen de
eeuwige rust te verleenen ;
Jesus, Zoon van Maria, de Moeder der zuivere
vreugde ;
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons !
Christus , verhoor ons !
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Mahia , enz.
v. De genade vloeit van uwe lippen wanneer Gij spreekt.
k. Ziedaar , waarom God U een luisterrijk en eeuwig
geluk heeft toegedacht. Alleluia!
GEBED.
O God, die door de Verrijzenis van uwen Zoon, onzen
Heer Jesus-Christus, de wereld hebt willen verheugen,
geef, bidden wij U , dat wij, door zijne allerheiligste Moe-
der, de vreugde van het eeuwig leven mogen genieten.
Almagtige God, verleen ons, bidden wij U, door de
roemvollc tusschcnkomst der gelukzalige Makia , altijd
-ocr page 140-
1\'H                        Vijf-en-twintigste dag.
Maagd, van de ongemakken des tegcnwoordigen levens
bevrijd te worden en de vreugde van het eeuwig leven te
smaken. Door uwen Zoon, onzen Heer Jesus-Christus. Amen.
OVERWEGING.
Nooit moesten wij een dag laten voorbijgaan zonder aan
Jesus lijden te denken. O! die overweging zoude zooveel
invloed hebben op ons gedrag. Wij zouden daardoor lec-
rcn, hoe gruwelijk de boosheid der zonde wel zijn moet,
daar Jesus zoo bitter veel om dezelve heeft geleden, en
die gruwelijkheid inziende , zouden wij den moed niet hebben
nog ooit zonden te durven bedrijven. Wij zouden dnarduor
lceren lijden, dat is, leeren geduldig te zijn en onderworpen
aan den wil Gods iu alle bitterhedeu en beproevingen, die
ons iu dit leven overkomen. De overweging van dat lijden
van Jesus zal ons doen inzien hoezeer Jesus ons bemind
heeft en wat Hij uit liefde tot ons wilde ondergaan, en
dit zal ons lceren wederliefde voor zoo veel en zoo grootc
liefde aan Jesus te geven. Wij zullen zelf dan gaarne
lijden, om daardoor meer gelijk aan Jesus te worden en
blijken van wederliefde tot Hem te geven. Het lijden, het
geduldig lijden in den geest van J.-Chr., is de weg ten
hemel ; dus niet langs den broeden weg van wellust, roem
en eer dezer wereld, maar langs den weg van lijden,
welken de goede Jesus ons door zijn bloed heeft afgeba-
kend , welken Hij-zelf in vervolging en lijden heeft bewan-
deld en die ons zoo nadrukkelijk als de eenige weg ten
eeuwigen leven is aangewezen: Quoniam per multas tribu-
hitiones oporlel nos intrare in regnum Dei, want wij moeten
door vele kwellingen het rijk Gods binnengaan.
O! wat
leed Hij, in dien hof van Olyvcn, bij die gedachte aan
onze ondankbaarheid; van angst kwam het bloedig zweet
op zijn heilig voorhoofd. O! wat leed Hij bij het ver-
raad van den ongelukkigeu Judas, bij de zwarte on-
-ocr page 141-
Vijf-en-twintigste dag.                        135
dankbaarheid der Joden, de boosheid hunner priesters en
de lafhartigheid van Pelrtis en de overige Apostelen. Ach!
hoe werd Hij gefolterd Irij die bloedige geeseling en kroo-
ning, bij al die bespottingen op den kruisweg en eindelijk
bij zijn dood aan het kruis. Welk een stof ter overwe-
ging; hoevele voorbeelden van deugden ter navolging; welk
ecnc zee van liefde.
Jesus had heel zijn leven geleden, reeds in de kribbe
te Bethlehem z:ig hij de gceselroeden, de doornen kroon,
zag Hij de nagelen, welke zijue handen en voeten zouden
doorboren en het kruis, waarop Hij eenmaal zou sterven.
Al de foltertuigen van zijn lijden en dood had Hij g; du-
rende drie-cn-dertig jaren, die Hij op aarde doorbragt,
voor oogen. — Maar cvenzoo leed Maria, van het oogen-
blik af, dat .Zij zijne Moeder werd. O, als zij die
teedere handjes en voetjes van het Kindeken Jesus be-
schouwde , dan dacht zij aan die beulen, die ze eenmaal
wrecdaardig zouden doorboren; als zij dat teeder ligchaam
op haren schoot droeg, zag zij het in den geest met won-
den overladen. Immers zij kende, beter dan iemand, de
voorzeggingen der propheten en was nog bovendien bij-
zonder door God verlicht. Maar welk voorbeeld van ge-
duldig rn onderworpen lijden gaf zij ons niet bij elke
gelegenheid , vooral bij die zeven groote droefheden, bij
de Besnijdenis van Jesus, bij de vlugt naar Eyyptt, bij
het verlies van haar Goddelijk Kind, bij het ontmoeten
van Jesus beladen met zijn kruis, bij de kruisiging en
den kruisdood, bij de afdoening van het kruis en zijne
begraveuis. Overwegen wij dikwijls die smarten van Maria.
O Moeder van smarten , bid voor mij!
O Maria, leer mij lijden, gelijk Gij geleden hebt, met
zooveel geduld en onderwerping en liefde; hoe gelukkig
zal ik dan zijn bij het bitterste lijden. Jmeu.
-ocr page 142-
ZES-EN-TWINTIGSTE DAG.
Maria bij «Ie hemelvaart van Jesu».
Nog dikmaals genoot Mahia het geluk Jesus in de
veertig dagen na zijne verrijzenis te mogen zien en te
spreken, doch eindelijk was het uur daar, waarop hij ten
hemel zoude opstijgen, den hemel voor ons zoude openen
en ons eene plaats aldaar zoude bereiden. Ook de H. JosEi\'ii
was door de kracht Gods u;t het graf opgestaan en ver-
toonde zich aan de II. Maagd. Sedert de hemelvaart van
haren goddclijken Zoon leefde Maria aanhoudend met haren
geest in den hemel en haar eenigst en vurigst verlangen
was ontbonden te wezen om met Christus te zijn; zij w;is
het voorbeeld der eerste Christenen, de troost en vraag-
baak der apostelen. Dagelijks naderde zij tot de H. tafel,
om zich naauwer en naauwer met Jesus te vcreenigen en
de geloovigen tot het dikwijls gebruik maken der H. II.
Sacramenten aan te wakkeren. Hebt gij ook zooveel ver-
langen naar den hemel ? Hebt gij ook zooveel eerbied en
liefde tot de H. H. Sacramenten en nadert gij dikwijls
waardig tot de H. tafel ?
LITANIE.
Maria bij «Ie lïederdaliiig van den Heiligen-Geest
over de Apostelen.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
-ocr page 143-
Zes-cn-twintigste dag.
137
God, Hemclschc Vader, ontferm U onzer !
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, IIcilige-Gccst, ontferm TI onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Makia , bid voor ons!
Zuiverste Bruid van den Heiligen-Geest, bid voor ons!
Kuiscliste
Nederigste
Ondcrworpenste
Ingctogendste
Welwillendste
Beminnelijkste (         Bruid „„„ den Heiligen-Geest,
JMeest beminde >                      u:j
Voorbescliiktc
Schoonste
Aanlokkclijkste
Allerheiligste
Onbevlekte
Uitverkorene
Ware tempel van den Heiligen-Geest, bid voor ons!
Voorbeeld van een aan God onderworpen geest, bid voor ous!
Voorbeeld van een godvrcezend gedrag, bid voor ons!
Gezegende onder de afstammelingen van Eva, bid voor ons!
Genadevolle Moeder, bid voor ons!
Maagd, over welke de Heilige-Geest is nedergedaald, bid
voor ons!
Maagd, vervuld van den Heiligen-Geest, bid voor ons!
Arme zondaars als wij zijn , wij bidden U , Maria , hoor ons !
Dat wij trachten het kleed onzer eerste onschuld J.
niet te besmeuren;
Dat ook wij tempels van den Heiligen-Geest mogen
zijn en blijven;
Dat wij U steeds met een zuiver hart mogen eeren;
Dat Gij ons de zeven gaven van den Heiligen-Geest
verkrijgct;
Dat Gij ons belpct volmaakte liefde tot God en den
naaste te verkrijgen;
Dat wij, naar het voorbeeld der Apostelen, door dezen
dubbelen liefdeband immer mogen vereenigd blijven; \'
-ocr page 144-
138                        Zes-eu-twinligste dag.
Dat wij, naar het voorbeeld der Apostelen, elkander met
liefde mogen verdragen; wij bidden U, Maria, hoor ons!
Dat wij naar het voorbeeld der Apostelen, eenheid t
van geest mogen bewaren;
Dat wij, in vcreeniging met U en de Apostelen mo-
gen volharden;
Dat Gij ons met de Apostelen helpet den Heiligen-
Gcest over ons te doen nederdalen;                         I
Dat wij met U en de Apostelen met den Heiligen- [
Geest mogen vervuld worden;                                  \\
Dat wij met U en de Apostelen geduldig alle verachting
en vervolging mogen verdragen ;
Dat wij door den geest de begeerte des vleesches
mogen onderdrukken;
Dat wij de valsche wijsheid der wereld mogen verachten;
Dat wij ook aan de verbreiding van Gods rijk op
aarde mogen medewerken;
Maagd en Moeder met den Hciligen-Gcest vervuld; \'
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lani Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer !
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons !
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maeia, enz.
v. Zend uwen Geest, o Heer, en alles zal herschapen
worden.
B. En gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen.
GEBED.
O God, die door liet licht van den Heiligcn-Geest de
harten hebt onderwezen, geef ons dezen zelfden Geest, die
ons liet goed doet smaken en beminnen en die in ons
steeds de vreugde van zijne goddelijke vertroosting ver-
spreidt. Door Jesus-Cliristus, onzen Heer. Amen.
-ocr page 145-
Zes-entwintigstc dag.                        139
OVERWEGING.
Er is iets in de wereld, dut zekerder is dan al het
overige en tevens ook van incer belang dan alles voor den
mensen, en nogthans leeft men in de wereld, alsof niets
onzekerder en van minder belang was..... de dood. Wat
is zekerder dan dat wij eenmaal moeten sterven. Wat is
van meer belang, dan dat wij goed sterven; en nogthans
men zwoegt hier op aarde, als moest men hier eeuwig blij-
ven; ïncn zorgt voor alles, behalve voor een\' zaligen dood.
O mensch ! denk er aan, dat gij moet, sterven! Misschien
zijt gij rijk; maar ook de rijke moet sterven! Misschien
geleerd; maar ook de geleerde is aan den dood onderwor-
pen! Misschien zijt gij hooggeplaatst in de wereld; maar al
waart gij ook koning of Paus, gij moet sterven. De doud
vertoont zich overal: hij heeft vrijen ingang zoowel in de
paleizen der vorsten, als in de nederige hutten der dag-
looucrs; hij treft zoowel het kind als den grijsaard, den
jongeling zoowel als den man in het krachtigste zijns levens.
Niets beveiligt tegen den dood, maar zoo zeker het is,
dat wij eenmaal sterven zullen, zoo onzeker is het ook,
waar, wanneer en hoe wij zullen sterven. Waar? Te huis
op onze legerstede of in ver afgelegene gewesten? Omgeven
van vrienden of verlaten van allen? Wanneer? Over tien,
twintig of meer jaren, of misschien nog dit ja:ir, nog deze
maand, deze week, ja, wie weet, nog heden? Hoe? Na
eene langdurige ziekte of plotseling door eene beroerte of
door \'iet een of ander ongeluk? Wij weten het niet, God
alleen is zulks bekend! Dan, wat beteekent deze onzeker-
heid bij de vraag: hoe zullen wij sterven volgens onze ziel?
Zal de ziel in staat van genade zijn of buiten dien staat,
in doodzonde? O bittere onzekerheid, en nogthans mijne
eeuwigheid hangt er van af! Zal ik eeuwig gelukkig of
ongelukkig zijn ? Het hangt af of ik een goeden of kwa-
-ocr page 146-
140                        Zes-en-twintigito dag.
den dood zal sterven! Moesten de menschen wel voor iets
meer zorgen dan om goed te sterven? Is er iets van meer
belang? En hoe zelden denk ik er aan! Ben ik op dit
oogenblik bereid? Een troost is er: ik kan goed sterven en
ik zal goed sterven, als ik goed leef; maar dat juist her-
innert mij ook, dat ik slecht kan en zal sterven, als ik
slecht leef, dus misschien als ik blijf leven gelijk ik nu leef.
De schoonste dood, na dien van Jesus , was voorzeker
de dood van Maria. Zij stief, maar de dood had voor
haar niets schrikwekkends, integendeel, was voor haar vul
troost. Heel haar leven was eene voorbereiding geweest
tot den dood, en de dood-zclve was voor hnar de deur tot
het eeuwig gelukkig leven. Zij stierf vol gerustheid en
tevredenheid over het verledene, vol overgeving aan Gods
wil voor het tegenwoordige en vol liefde en verlangen voor
de toekomst. O, welk een schoone dood, wel een troos-
tende aanblik voorde H. Apostelen, die haar sterfbed om-
gaven; welk eene hoop en troost voor ons. Zoo ook
kunnen wij sterven,\' als wij hare deugden navolgen en als
wij haar dagelijks vurig bidden, om ons te bereiden tot
een goeden dood en bij te staan in het uur des doods,
gelijk de H. Kerk ons leert.
II. Maria , troost der stervenden, bid voor ons !
O Makia , leer ons leven gelijk Gij geleefd hebt, dan
zullen wij ook eenmaal gerust kunnen sterven gelijk Gij
gestorven zijt; dan ook zal de dood ons geene vrees aan-
jagen, dan zullen wij altijd bereid zijn om te sterven, dan
zullen wij voor niets beter zorgen, dan voor een goeden
dood, en de dood zal ook voor ons slechts een overgang
zijn tot den hemel. Amen.
-ocr page 147-
IEVEN-EN-TWIHIGSTE DAG.
Maria\'s •looil en opneming ten hemel.
ïoen de H. Geest, volgens de belofte des Zaligmakers,
op den tienden dag na zijne hemelvaart, op de apostelen
en leerlingen te Jerusalem vergaderd, nederdaalde, was
ook Maria daar tegenwoordig en het laat zich begrijpen,
dat zij niet het minst werd verrijkt met de gaven des H,
Qeestes. Daardoor was zij en bleef zij eene zorgzame
moeder, wijze raadgeefster en ijverige troosteres der eerste
Christenen, en geen wonder dat allen diep bedroefd waren
bij haar afsterven. Door ccne wondervolle beschikking der
Voorzienigheid bevonden zich alle apostelen rondom het
sterfbed van Makia, zij troostte hen door de belofte, dat
zij in den hemel met des te meer vrucht voor allen zoude
kunnen zorgen, en stichtte hen door den vrede en de
vreugde, welke zij in haar stervensuur ondervond. Drie
dagen, nadat de apostelen de laatste eer aan hunne H.
Moeder hadden bewezen bij de begravenis, begaven zij zich
gezamenlijk weder naar haar graf, daartoe opgewekt, gelijk
het eene vrome overlevering verhaalt, door een hemelsch
gezang, dat rondom het graf weergalmde. Zij openden
den grafkuil, doch vondea» niets, want Makia was met
ziel en ligehaam reeds ten hemel opgenomen. O, hoe zoet
is het te sterven, als men Makia heeft nagevolgd, als men,
even als Makia, slechts voor den hemel heeft geleefd!
LITANIE.
Si ar ia in de Woning van den II. .loaniies.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
-ocr page 148-
1-12                      Zcvcu-cn-twiiit\'gste dag.
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons !
God , Hcmelschc Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon , Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Hciiige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid , één God, ontferm U oneer!
Heilige Maria, bid voor ons!
H. Joannes, Apostel en Evangelist,                             \\
Welbeminde leerling van den Heer,
Getrouwe Zoon zijner Moeder,
Waakzame bewaarder van Maria,
Steun van haren ouderdom,
Ooggetuige liarcr droefheid,                                           j
Die in hare vreugde deeldet,                                        |
Ijveraar voor de glorie van uwen Heer,                      I
Steunpilaar van Gods Kerk,                                          I
Apostel der waarheid,                                                   1
Gezant van genade,                                                      I
Spiegel van onschuld,                                                   I
Lelie van maagdelijke zuiverheid,                                I &.
Voorbeeld van nederigheid,                                            I 51
Verkondiger der liefde,
Die in den bloei der jeugd uwen Verlosser hebt gevolgd;
Die onophoudelijk aan zijne zijde waart,
Die in het laatste avondmaal op zijnen boezem hebt
gerust,
Die met Maria uwen Meester te midden der bclee-
digingen hebt gevolgd,
         *
Die met Maria bij het kruis stond waaraan uw Ver-
losser stierf,
Die van Jesus de zorg voor zijne Moeder hebt ont-
vangen,
Die de Heilige Maagd tot haren dood bij u hebt bewaard,
Die uit liefde tot Jesus alle bcleedigingen en verne-
deringen hebt verdragen,
Die vol vertrouwen den giftigen Kelk hebt geledigd,
Die ongeschonden uit den ketel met kokende olie zijt
gekomen,
-ocr page 149-
Zeven-en-twintigste dag.                      143
Die voor de leer van Christus in ballingschap zijt ge-
zonden , bid voor ons!
Die tot den hoogsten ouderdom in de herderlijke be
diening hebt volhard, ■                                             J g^
s-
Die met een hemelschen arend zijt vergeleken, om
uwe verhevene beschouwing tot in den schoot van
God-zelve,
Die in uwe openbaringen de goddelijke geheimen hebt
beschreven,
Die thans uwe belooning in den hemel geniet,
Wees ons genadig, vergeef ons, Heer!
Wees ons genadig, verhoor ons, Heer!
Van alle gevaar om U te beleedigen, verlos ons, Heer!
Van de strikken onzer vijanden,
Van pest, hongersnood en oorlog,
Van versteendheid en onboetvaardigheid,
Van onverschilligheid voor de belangen van ons heil,
Van een ongelukkigen dood,
Door de tusschenkomst van Maria,
                              i
Door de verdiensten van den H. Joannes,                    I K
Door zijne liefde tot U en uwe Moeder,                     1 £5
Door zijne getrouwheid en volharding tot het einde, | "*
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, Heer, hoor ons!
Gelief onze dwalingen te vergeven;
Gelief onze harten door het geheiligd vuur uwer liefde
te ontvlammen ;
Gelief onze harten tot hcmelsche begeerte op te wekken;
Gelief in onze harten eerbied voor de bevelen onzer
overheden te griffen;
Gelief onder ons alle verachting voor den ouderdom f ö
en de armoede te verbannen ;                                   | ^
Gelief uit onze harten alle bitsheid tegen onze ouders > ffi
en weldoeners te verwijderen;
Gelief ons de vurige liefde van den H. Joannes in
te storten ;
Gelief ons te doen deelen aan de voorspraak van uwen
welbeminden Apostel;
Gelief ook ons Maria tot Moeder te geven ;
Gelief ons kinderen van Mabia te maken;
Zoon van God en van Maria;
-ocr page 150-
144                      Zcven-cn-twintigste dag
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons , Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons !
Christus , verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, au.
v. Roem en eer zij den Heiligen Joanues.
u. Aan wien de Heer zijne Moeder heeft toevertrouwd.
GEBED.
Heer Jesus, die uwen roemrijken Apostel, den H. Jo-
anues, niet geheel de uitgestrektheid uwer liefde hebt
bemind en hem uwc allerheiligste Moeder hebt toevertrouwd,
verleen ons de genade, ons geluk bij U en Maria te
zoeken , en na onzen dood onze lofzangen aan de hunne
te voegen , om U te zegenen en te danken in den hemel.
Amen.
OVERWEG IKG.
Het is den mensehen bepaald eenmaal te sterven, daarna
echter het oordeel. Behalve het Algemeen Oordeel, dat
eens op het einde dezer wereld, na vele en verschrikkelijke
leekenen, zal plaats hebben in tegenwoordigheid van alle
mensohen, die geleefd hebben, nu leven en nog zullen le-
ven, heeft er eeu bijzonder oordeel plaats over de ziel, on-
middellijk na de scheiding van het ligehaam. Wat meer
is, volgens zeer vele Heilige schrijvers cu godgeleerden
geschiedt dat oordeel op dezelfde plaats waar die scheiding
gebeurt. Treffende gedaciite, terwijl de omstanders rond
het sterfbed misschien nog twijfelen of de dood reeds wer-
kelijk daar is, heeft reeds het oordeel plaats, ja, kent de
-ocr page 151-
Zeven-en-twintigste dag.                       145
ziel reeds hare eeuwige bestemming. Denk ik wel ooit aan
deze waarheid; zeg ik wc] ooit tot niij-zelvcn: gij moet
rekenschap afleggen van al wat gij doet? Zoude ik, in-
dien ik daaraan daclit, zoovele slechte, zoovele mittcloozc
zaken durven doen, zou ik mijn leven in onverschillig-
heid en nalatigheid durven doorbrengen ? Ik moet reken-
schap geven van alle zonden, die ik heb bedreven, rekenschap
van alle zonden, welke ik door anderen bedreven heb,
waarvan ik door ergernis de schuld beu! Rekenschap van
al de zonden, welke ik mij of anderen had kunnen en
moeten voorkomen. En niet alleen rekenschap van al die
zouden, maar ook van alle gratie, welke ik vcrstooten,
niet gebruikt, slecht gebruikt of door mijne schuld niet
ontvangen heb! Rekenschap zelf tot van mijne goede wer-
ken, waarvan ik zooveel liet verloren gaan door slechte of
verkeerde meeningen, om welk ik ze deed of die ze ver-
gezelden! O, als ik aan al die rekenschap gedacht had,
wat zoude ik mijn best gedaan hebben , om het goede zoo
goed mogelijk te doen! Ik wil voortaan aan het oordeel
denken! Is het Algemeen Oordeel schrikverwekkend om
de groote omstandigheden, welke het vergezellen, niet
minder vreessclijk is het bijzonder oordeel om deszelfs nauw-
keurigheid en onherroepelijkheid, want het Algemeen zal
slechts het vonnis in het bijzonder oordeel uitgesproken
bevestigen. God, scheuk mij een genadig oordcel!
Gelukkig, dat wij in den Hemel eene goede Moeder
1.ebben, die ons in alles wil bijstaan en voor ons een ge-
nadig oordcel zil afsmcekcn. Gaan wij dan dikwijls tot
die goede, die beste Moeder, bidden en sraeeken wij Haar,
dat Zij voor ons verkrijge, dat wij nooit de gedachte aan
Let oordcel verliezen; stellen wij ons onder haren bijstand,
dan zullen wij de zonden weten te vermijden, de gratie
van God goed weten te gebruiken, de goede werken ook
goed vcrrigten, en wij zullen dus voor het oordeel niet
10
-ocr page 152-
Zeven-en-twintigstc dag.
146
behoeven fe vreezen. O, hoe velen heeft Zij in dit levea
reeds bijgestaan, hoe velen heeft Zij getroost en bemoe-
digd in het stervens-uur, voor hoc velen heeft Zij een
genadig oordeel bekomen. Trachten wij dus ware en op-
regtc kinderen van Maria te worden.
O Maria.! troost in het uur des doods, bid voor ons!
II. Maria, niet zonder reden beef ik van angst, als ik
aan het oordeel denk; o wat zal er van mij geworden,
van mij, die zooveel gedaan kcb, waarover ik geene re-
kenschap kan geven. Bid Gij voor mij Maria, opdat ik
dat alles door eene ware boetvaardigheid uitwissehe en ik
voortaan zoo leve, dat ik het oordeel niet meer behoef
te vreezen. Amen.
-ocr page 153-
ACHT-EN-TWINTIGSTE DAG.
Slaria in den hemel.
Verbeelden wij ons de blijdschap vau Maria, toen zij
den bemel zegevierend binnentrad. God de Vader groette
baar als zijne dierbare Dochter, God de Zoon verwel-
komde haar, als zijne zeer beminde Moeder, God de H.
Geest ontving haar, als zijne teedere en H. Bruid. De
Kooren der Engelen juichten haar toe, als hunne groote
Koningin, de heiligen, die zich in den hemel bevonden,
verheugden zich over hare weldoende grootheid en magt.
Maria werd geplaatst op een hoogen troon iu den hemel,
digt bij haren Goddelijken Zoon, en werd Koningin van
Engelen en Heiligen, Koningin vau hemel en aarde. O,
hoeveel magt heeft Mama in den hemel, alles kan zij
daar voor ons verkrijgen, wat ons dienstig is; en met welk
eene goedheid en liefde maakt zij voor ons gebruik van
die groote magt Haar geschonken. Gelooven wij genoeg
aan hare magt, vertrouwen wij genoeg op hare goedheid,
beminnen wij haar genoeg om hare wederliefde wanrdig
te zijn?
LITANIE.
Iliiod der Heilige Maagd.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
-ocr page 154-
i
v
r
148                          Aclit-cn-twintigste dag.
God, Zoon, Verlosser der wereld, outferm U onzer!
God, IIcilige-Gecst, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maria , bid voor ons !
Heilige Moeder Gods,
Heilige Maagd der Maagden,
Dochter des eeuwigen "Vaders,
Moeder van den Zoon Gods,
Bruid van den Heiligeu-Geest,
Lofwaardige Maagd ,
Beminnelijke Maagd,
Medodoogende Maagd,
Genadevolle Maagd,
Weldadige Maagd,
Bekoorlijke Maagd,
Goedgunstige Maagd,
Schat bewaarster der Heilige Drievuldigheid,
Tempel van den levenden God,
Sieraad van het hemelse!) Jeruzalem,
Hof van hemelsche wellust,
Toevlugt der bedroefde harten,
Slagtoffer der goddelijke liefde ,
Door uwen liefelijkeu Naam,
Door de goedheid van uw moederlijk hart,
Door de liefde, waarmede Gij Jesus ontvangen hebt,
Door de liefde, waarmede Gij Jesus gebaard hebt,
Door de liefde, waarmede Gij Jesus gevoed hebt,
Dour de liefde, niet welke Gij aan het lijden en aan
de vreugde van Jesus hebt deelgenomen,
Door de liefde, met welke Gij bij den kruisdood van
Jesus zijt tegenwoordig geweest,
Door de liefde, met welke Gij Hem na de verrij-
zenis hebt aanschouwd,
Door de liefde, met welke Gij den | Heiligen-Geest
hebt ontvangen,
Door de liefde, niet welke Gij naar uw vcrecniging
met Jesjs hebt gehaakt,
Door de liefde, met welke de Apostelen zich om VJ
geschaard hebben,
-ocr page 155-
Acht-en-twintfgste dag.                       119
Door de liefde, met welke Gij hun uwen laatsten zegen
hebt gegeven, bid voor ons!
Door de liefde, met welke Gij gestorven zijt, bid voor ons!
O Moeder, gestorven van liefde, bid voor ons!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zouden der wereld wegneemt, verhoor
on3, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer , Heer !
Christus, hoor ons !
Christus, verhoor ons !
Onze Vader, en:. — Wees gegroet, Maria, enz.
. v. Bid voor ons, o Makia !
r. Nu en in het uur van onzen dood.
GEBED.
O Maria, Moeder der sclioone en zuivere liefde! wij
smceken U, in onze zoo koele harten een gedeelte van die
vurige liefde te storten, welke U verteerde, en uil onze
harten te verwijderen alle onzuivere liefde tot de schep-
selen , welke onze liefde niet waardig zijn en. slechts liefde
verdienen in God, die hen geschapen heeft. Wij hebben
het vaste voornemen gemaakt slechts Jesis en U, in leven
en dood, voor tijd en eeuwigheid, te beminnen. Amen.
OVERWEGING.
Niets is verschrikkelijker uit te denken dan de hel met
hare eeuwigdurende pijnen. Niets is beter in staat, om
■ons te doen gevoelen hoe groot de boosheid «ener dood-
zonde is dan de overweging, dat God eene hel heeft daar-
gesteld oin die te stniffeu. De hel is het. werk van Gods
oneindige regtvaardigheid, welke oneindige straf moet vor-
-ocr page 156-
150                      Acht-cn-twiutigste dag.
deren, als de tijd van boete te kunnen doen voorbij is.
Konden wij al de boosheid der doodzonde begrijpen, wij
zouden moeten bekennen, dat de straffen der hel nog te
gering waren. Hoe groot is Gods barmhartigheid en goed-
heid, die ons de hel beeft lecren kennen en ons al het
vreessclijke er van afschildert, opdat wij, als zijne Liefde
niet in staat is om ons de zonde te doen vermijden, de-
zelve ten minste uit vrees voor de eeuwige straffen zouden
vlugteu. liet is verschrikkelijk te vallen in de handen van
den. levendige» God,
zegt de waarschuwende Propheet, en
Jjjsus zelf getuigt van de hel: vermis eorum non morilur et
ignis non extinguilur [hun worm sterft niet en het vuur wordt
nimmer uitgedoofd).
De worm is de bittere kuagiug des
gewetens : ik had gemakkelijk zalig kunnen worden; ik ben
door mijn eigen schuld verloren, voor eeuwig verworpen;
zoovele mijner keunissen hebben de zaligheid bekomen, en
ik ben verdoemd, voor eeuwig veroordeeld door mijne
eigene schuld!..... Akelige gedachte, wanhopende tranen,
het beroiw is te laat, het vonnis is onwcderroepelijk! O
welk een toestand ! Hoe vervloekt men dan de vermaken
der wereld, de ligtzinuiglieden der jeugd, de zinnelijke
lusten, het geld, enz.; doch..... helaas.....te laat. En dan
dat vuur, waarbij het aardschc vuur minder is dan een
geschilderd vuur op aarde ! Ecu vuur, dat alles doordringt
en altijd met nieuwe woede aanvalt, zonder to verteren.
O! wie kan wonen met eeuwigdurende vlammen ! O eeuwig-
heid, vervaarlijke, verschrikkelijke, vrcesselijke, akelige
eeuwigheid! Eeuwig branden, eeuwige knaging, nooit rust,
nooit iets anders dan lijden en ellende! En dat voor ééne
zoude, een vermaak van ettelijke oogenblikken! Zeker, men
moet bidden, als men met den noodigcn ernst aan de
eeuwigdurende smarten der helle denkt. Eu als men er
dan bij overweegt, dat men zoo dikwijls reeds die hel heeft
verdiend, ja; wie weet, misschien nog op dit oogcnblik
-ocr page 157-
Acht-en-twintigste dag.                       151
der liel schuldig is. O, iudien dit zoo is, indien wij ooit
de hel verdiend hebben, of misschien die op dit oogenblik
verdienen, dan hebben wij het zeker aan Maeia, die uit-
deelstcr der genaden, die Moeder van Barmhartigheid, aan
hare Voorspraak te danken, dat wij nog niet in die plaats
van tormenten, in dien poel van jammeren liggen. Be-
danken wij Haar daarvoor! Zoeken wij Haar, trachten wij
ons onder haren schutsmantd te brengen door ecne vurige
biecht, door haar gedurig te bidden en te trachten Haar
na te volgen.
O Makia , Moeder van Barmhartigheid ,
bid voor ons!
Lieve Moeder Maria, aan Uwen bijstand en aan Uwe
voorspraak wijd ik het, dat ik nog niet eeuwig verloren
ben; o, dit geeft mij hoop, dat ge mij verder zult be-
schermen , mij de genade van een goede biecht en een
boetvaardig leven zult verkrijgen. Amen.
-ocr page 158-
NEGEN-EN-TWINTIGSTE DAG.
De vereering r.-in Maria.
Zoodra Makia deze aaide had verlaten, begonnen de
Apostelen en eerste Christenen haar in den hemel te aan-
roepen, en hare hulp en bijstand af te smcekcu, en nooit
heeft de II. Kerk opgehouden de Christenen aan te wak-
keren, om Maria te vereeren en hare hulp in te roepen.
De groolste heiligen waren tevens de grootste dienaren van
Makia en alle roepen ons toe, dat, zoolang wij maar geene
goddelijke eer Haar bewijzen, hetgeen afgoderij en godde-
loosheid zijn zoude, wij Haar nooit genoeg kunnen ver-
eeren. Vandaar dan ook al die Feestdagen, ter harer eer
door de II. Kerk ingesteld, vandaar het toewijzen van
eiken Zaturdag aan Makia, en het jaarlijks vieren der
Meimaand. Hoeveel plaatsen zijn beroemd om de bijzon-
dere verecring van Maria en hoevele steden hebben daaraan
haren oorsprong en hare opkomst te danken. Hoeveel
geestelijke Orden zijn ter harer eeredicnst in het, leven ge-
roepen, hoeveel H. Broederschappen verkondigen haren lof.
Wees gij ook een dienaar van Makia en ge zult hier en
hiernamaals gelukkig zijn.
LITANIE.
Begrafenis van Maria.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
-ocr page 159-
Negen-en-twintigste dag.                      153
God, Hcmelscho Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilige Maeia , bid voor de gcloovige Zielen des Vage-
vuurs !
Heilige Moeder Gods,
                                                v.
Moeder van onzen Heer Jesus-Christus,                    , g;
Moeder van den Verlosser der wereld,
Moeder van barmhartigheid,
                                      1 o
Troosteres der bedrukten,                                         f -■
Hulp der geloovigen,                                                f g"
Heil der ongelukkigen,                                            f 5ro
Verlostcr der gevangenen,                                         \\ aS §■
Standvastigheid der berouwliebbenden,                       / g %
Steun der kranken ,                                                   I. 3 <§"
Kracht der zwakken,                                                 I
Balsem der zieken,                                                    1 5"
Verkwikking der lijdenden,                                        j jf
Patrones der stervenden,                                            | q.
Beschermster der overledenen,                                     \' 5»
Magtigo middelares,
Wees hun genadig, vergeef hun, Heer!
Wees hun genadig, verhoor hen, Heer!
Van de pijnen des Vagevuurs, verlos hen, Heer!
Van de straffen, welke zij voor hunne zonden nog
schuldig zijn,
Van de smartelijke berooving van den hemel,
Door uwe heilige geboorte,
Door uw heilig kruis en lijden,                                   1 p.
Door uwen dood en begraven is,                                    • §
Door uwe heilige verrijzenis,                                        1 "
Door uwe wonderbare opklimming ten hemel,             \\ n
Door de komst van den Vertrooster, den Heiligen- I ^.
Geest,                                                                         1
Door de verdiensten en de voorspraak van Maria , <
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, Heer, hoor
ons!
-ocr page 160-
154                     Negen-cu-twintigste dag.
Gewaardig U de zielen, welke in het Vagevuur lijden,
te vcrlotsen ; wij bidden U, Heer, hoor ons!
Gewaardig U haar volledige vergiffenis te schenken,
Gewaardig U onze bloedverwanten, onze vrienden en
onze weldoeners van de schrikkelijke vlammen des
Vagevuurs te verlossen;
Gewaardig U medelijden te hebben met diegenen,
welke goene bijzondere bemiddelaars in deze wereld
hebben;                                                                         3
Gcwaardig U alle geloovige overledenen van hunne ö
smarten te verlossen;
Gewaardig U hen door hemelsche vertroosting te vcr-
ligten;
Gewaardig U hunne straf en hun lijden lc verligten;
Gewaardig U hunne smcekeningen te verhooren en
hunne kastijding te eindigen;
Gcwaardig U hen toe te laten tot het aanschouwen
van uw Goddelijk aanschijn;
Gewaardig U aan alle overledene Geloovigen de /
eeuwige rust te verleenen;                                       \'
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de tonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons !
Onze Vader, enz. — "Wees gegroet, Maria, enz.
v. Heer, geef hun de eeuwige rust.
k. En laat het eeuwig licht hen verlichten.
GEBED.
O God, Schepper en Verlosser aller geloovigen, verleen
aan de Zielcu van uwe dienaren en dienaressen kwijtseliel-
-ocr page 161-
Negen-eu-twintigste dag.                      155
ding van al hunne zonden, opdat zij door ons vurig smee-
ken mogen verlost worden, waarnaar zij steeds verzocht
hebben. Door Jesus-Christus, onzen Heer. Amen.
OVERWEGING.
Wij moeten ook dikwijls aan het vagevuur denken, deels
voor ons-zelven, deels om der wille der gcloovige zielen,
welke zich aldaar bevinden. Wij moeten er aan denken
voor ons-zelven, om te begrijpen, hoe groot reeds de dage-
Hjkselie zonde is, die door zoovele en groote pijnen moet
worden uitgewischt. En inderdaad, de dagelijksche zonde
is slechts dan alleen klein, als zij in vergelijking treedt
met de doodzonde; (even gelijk een mensch b. v. klein
is opzigtens een hoogen toren, doch een reus van buiten-
gewonen omvang voor eene zandkorrel of kruipend diertje)
maar in zich-zelvc beschouwd is zij monsterachtig groot,
dewijl zij toch altijd een\' oneindig grooten God beleedigt.
Denken wij wel daaraan? Hebben wij soms niet eene ge-
woonte om dikwijls vrijwillige dagelijksche zonden te bedrij-
ven, b. v. van leugentaal of grammoedigheid ? Vergeten wij
ook nooit de geloovige zielen in het vagevuur. Immers
God wil dat wij voor haar bidden, daarom alleen heeft
Hij er ons de magt toe gegeven om voor haar te kunnen
bidden. Wij zullen Gods eer vermeerderen, voor zoover
deze door ons kan vermeerderd worden, als wij, door
onze gebeden, die zielen uit hunnen kerker verlossen, (waar
Gods regtvaardigheid haar moet houden tot dat hunne
schuld voldaan is), en wij ze naar den hemel opzenden,
om daar met do Engelen en de Heiligen God onophoude-
lijk te loven en te verheerlijken. En hoe zal God ons
beloonen voor die geestelijke aalmoes, Hij, die geen glas
water onbeloond wil laten! En hoe zullen die zielen,
eenmaal door ons gebed in den hemel geholpen, niet dank-
-ocr page 162-
156                     Negen-en-twintigste dag.
baar zijn en vurig voor ons bidden Bedenk ook hoeveel
rcgt zij hebben op onze vurige gebeden en goede werken
ter harer lafenis Het zijn onze evennaasten, onze vrien-
den, bekenden en bloedverwanten; misschien is het een
vroeger teêrgeliefde vader, of pene hartelijk beminde moeder,
misschien uw kind of uw broeder of zuster. Welligt lijden
zij daar om onzcntwil, om al te groote liefde tot ons ,
of om fouten , welke zij door ons toedoen bedreven heb-
ben. Hebben wij ons iets aangaande die overledenen te
verwijten, o, dan kunnen wij onze fout niet beter her-
stellen clan door vurig clkcn dag voor haar te bidden of
eenig goed werk ter hare lafenis te verrigten of door an-
deren te doen verrigten.
Na eene goede overweging op het vagevuur zullen wij
van zelf door grootere vrees bevangen worden, dan vroe-
ger; te meer omdat men zoo spoedig aan het gevaar is
blootgesteld in het vagevuur te zullen moeten lijden. Im-
mers eene kleine dagelijkschc fout, (en wie begaat er eiken
dag niet vele?) eene nog niet genoeg geboete, ofschoon ver-
gevene, doodzonde, is genoeg om ons voor langen tijd tot
dien kerker te doen veroordeelen! Welk middel daar-
tegen? Mabia, mijne ziel! alweder Maria. Stellen wij
ons onder hare bescherming, bidden wij Haar ons vooral
bij te staan in het uur des doods ; treden wij in een harer
heilige Broederschappen, b. v. in dat van den berg Carmel,
het oudste en het waardigste; en wecst verzekerd, ge zult
of geheel bevrijd blijven of ten minste spoedig uit die
vlammen verlost worden. Tracht ook de Aflaten getrouw
te verdienen, die door de magt der H. Kerk aan zoovele
goede werken verbonden zijn.
Maria, troost der bedrukten, steun der zwakken,
bid voor ons!
-ocr page 163-
Ncgen-en-twintigste dag.                      157
O Moeder van Jesus , hoe zal ik aan het vagevuur ont-
komen, ik, die dikwijls de hel verdiend heb, en nu nog
dagelijks zoo menigmaal mij de pijnen des vagevuurs schul-
dig maak. O, Gij zult mij beschermen, nu en vooral in
het uur des doods. Amen.
-ocr page 164-
DKltTlUSTË DAG.
Gebed ter eere van Maria.
Ontelbaar zijn de gebeden ter eere van Maeia, docli
verreweg het schoonste en het beste is het „Wees gegroet."
Dit gebed loeh is, om zoo te zeggen, van goddclijkcn
oorsprong; liet eerste gedeelte zijn de woorden van den
Aartsengel Gabriël, in naam van God, tot Haar gespro-
ken; het tweede bevat de woorden, welke de H. Elisabeth ,
hare nicht, tot Maria sprak, toen zij, door den H. Geebt
verlicht, in Haar de Moeder Gods erkende; en het derde
gedeelte is er bijgevoegd door de H. Kerk, welke zoozeer
geholpen wordt door den H. Geest. Wij kunnen dus dit
gebed niet genoeg herhalen, vooral door het bidden van
den H. Rozenkrans, welke zooveel zegeningen over de
wereld heeft afgesmeekt en verkregen. Bidden wij veel
ter eere van Mama, overwegen wij dikwijls haar heilig
leven, maar vergeten wij geen enkelen dag, meermaals
het Wees gegroet," te herhalen, vooral door het bidden
van den H. Rozenkrans, of ten minste het Rozenhoedje.
LITANIE.
De Hemelvaart van Maria.
Heer, ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer !
Christus, hoor ons!
Christus, verhoor ons!
God, Hcmelsche Vader, ontferm U onzer!                     
-ocr page 165-
Dertigste dag.
159
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontferm TJ onzer!
God, Heilige-Geest, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Maria, gloricuse Koningin van hemel en aarde, bid voor ons!
I welke met een heilig ongeduld naar uwen god-
delijken Zoon hebt verzucht,
wier leven door de vlammen der zuiverste god-
delijke liefde werd verteerd,
welke bij uw sterven, door de heilige Apostelen
omringd- waart,
welke door uwen lieven Jesus zijt bezocht,
         ,
welke door de kooren der hemelsche geesten zijt I Eu
<" I begroet,
                                                             I <
5 \\ welke uwe zuivere ziel in Gods handen hebt ) §
;§j ] gesteld,
wier maagdelijk ligchaam onder het gezang der
Engelen te Gethsémanie ter aarde werd besteld,
wier geheiligd ligchaam door de Apostelen in
het graf niet is gevonden,
wier geheiligd ligchaam voor het bederf is be-
waard gebleven\',
| welke met ziel en ligchaam in den hemel zijt
opgenomen,
Wees ons genadig, spaar ons, Heer!
Wees ons genadig, verhoor ons, Heer!
Van te groot e gehechtheid aan de schepselen, verlos ons,
Heer!
Voor te levendige smart bij het verliezen onzer
vrienden,
Voor gevaarlijke inspraken van de booze geesten,
Van alle ziekte en smarten naar ligchaam en ziel,
Van een ongclukkigen dood,
Door den gelukzaligen dood uwer Moeder,
Door hare vreugdevolle verrijzenis,
Door hare roemrijke Hemelvaart,
Door hare krooning als Koningin der Hemelen,
I re
r-
Door hare vreugde en onvergelijkelijke glorie,
Arme zondaars als wij zijn, wij bidden U, Heer, hoor ons!
-ocr page 166-
Dertigste dag.
160
Gewaardig U ons te troosten en te versterken in al onze
wederwaardigheden; wij bidden U, Heer, lioor ons!
Gcwaardig U ons te beschermen tegeu de hinderlagen en
het geweld van den geest der duisternis; wij bidden U,
Heer, hoor ons !
Gewaardig U ons een gelukkigen dood te verschaffen; wij
bidden U , Heer, hoor ons!
Gewaardig U ons bij het afsterven volledige vergiffenis
onzer zonden, te schenken; wij bidden U, Heer, hoor
ons!
Gewaardig U ons na onzen dood in den Hemel op te ne-
men ; wij bidden U, Heer, hoor ons!
O Zoon van de glorieuse Koningin; wij bidden U, Heer,
hoor ons!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer!
Christus, hoor ons!
Christus , verhoor ons!
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Mama, enz.
v. De Heilige Moeder van God is verheven.
R. Boven de kooren der Engelen in het hemelsche ko-
ningrijk.
GEBED.
Wij b;dden II, Heer, de zonden uwer dienaars te ver-
geven, en geef dat de tusschenkomt der Heilige Moeder
van uwen Goddelijkcn Zoon de onmagt verhelpc , waarin
wij zijn, om U door onze werken te behagen. Dit smec-
-ocr page 167-
161
Dertigste dag.
ken wij U door denzelfden Jesus-Christus, onzen Heer,
die leeft en regeert in eenheid met U en den Heiligen-
Geest in alle eeuwen der eeuwen. Amen
OVERWEGING.
Dient de gedachte aan de hel, om ons een afschrik
ran de doodzonde in te boezemen, en kan de overweging
van het vagevuur ons opwekken, om ten minste elke vrij-
willige dagelijksche zonde te vermijden, dan nog veel beter
zal het overdenken van den hemel ons de zonden leeren
vlugten en ons opwekken, om voortgang in de deugd te
maken. O! wat is de hemel schoon! Geen oor heeft het
gehoord, zegt de II. Apostel Paulus, geen oog heeft het
gezien en nooit is het in \'s menschen hart opgekomen,
wat God heeft bereid voor die Hem beminnen. Daar in
den hemel zullen wij God zien iu al zijne minnelijke en
oneindige hoedanigheden, zijne wijsheid in de schepping en
in het bestuur van deze wereld, zijne goedheid en barm-
hartigheid jegens ons, zijne oneindige liefde en de vele
hulpmiddelen ons ter zaligheid geschonken. AVij zullen
daar zien, dat juist datgene, wat ons hier op aard mis-
ichien het meest bedroefde, dat wij als ous grootste on-
geluk beschouwden , door zijue Wijsheid en Goedheid juist
het middel was ter onzer eeuwige zaiigheid. Wij zullen
God zien en Hem beminnen, niet met die flaauwe, kort-
stondige en onbestendige liefde van deze wereld, maar met
eene liefde uit al onze krachten, uit geheel ons hart, uit
geheel ons verstand en uit geheel onzen wil. Wij zullen
God zien en God beminnen, en door dat zien en door dat
beminnen zullen wij Hem voor ecuwig bezitten. Dit is het
geluk des hemels: Eeuwig God bezitten, dat is eeuwig vrede ,
eeuwig genoegen, ecuwig licht, eeuwig geluk, eeuwig al
wat goed is, zonder iets, wat het minste ons zou kunnen
onaangenaam zijn. Maar zullen wij naar dien hemel gaan?
i
-ocr page 168-
162                              Dertigste dag.
Leven wij voor den hemel? Wat doen wij om naar den
hemel te gaan? Mijn God, ik doe zooveel voor de wereld,
voor de ijdelheid, voor het vergankelijke; wat doe ik voor
den hemel ? Ach , indien ik ooit buiten den hemel gesloten
word, het zal mijne eigene schuld zijn. God wil mij in
zijn\' hemel, Jesus-Christus is er veor gestorven; wil ik?
Wil ik oprcgt ? Ik zal het toonen door mijne daden! Help
mij, o God! Amen.
Maria, is in den hemel ; Maria heeft slechts geleefd voor
den hemel; heel haar leven was eene voorbereiding tot de
eeuwige Zaligheid. En nu ook is zij hoog verheven in dien
hemel: daar zit Zij, daar heerscht Zij, digt bij Haren God-
delijkeu Zoon, als Koningin van Engelen en Heiligen, als
Koningin van Hemel en aarde. Maar dat juist geef ons een
groot betrouwen; ook Maria verlangt vurig om ons, hare
kinderen, in den hemel bij haar te zien, Zij bidt daar on-
ophoudelijk en vurig voor ons. O, hoe zal Zij ons dan
helpen, als wij haren bijstand vragen, hare voorspraak in-
roepen, vooral als wij hare deugden willen navolgen. Den-
ken wij dan dikwijls aan den hemel en bidden wij onze
goede Moeder, dat die gedachte ons lcere de zonden te
haten en te vlugten en de deugden te beoefenen.
H. Maria, Koningin des hemels, bid voor ons!
O Maria, koningin van hemel en aarde, heb medelijden
met ons, dwaze en ongelukkige schepselen, die meer doen
voor de aarde en hare ijdelheid, dan noodig is om den hemel
te verdienen, leer ons wijzer zijn en zóó leven, dat wij den
regten weg naar den hemel tot aan den dood blijven be-
wandelen. Amen.
-ocr page 169-
EFJ-E\\-DERTIGSTE DAG.
Navolging van Maria.
Het is u meer gezegd, waarde lezer, doch ik moet liet
dezen laatsten dag herhalen, al uw bidden tot Maria,
alle uwe goede werken ter harer eer, kunnen u weinig
baten, indien gij niet tevens uw best doet, om Maiua na
te volgen. Daarom moet gij haar leven kennen, dikwijls
hare deugden overdenken, meermalen haren levenswandel
overwegen, om, zoodoende, haar dienaar, haar leerling)
haar kind te kunnen genoemd worden. O vergeet dat
nooit, zeg tot uzelvcn, wat zoude Mama in deze om-
standigheden gedaan hebben; zoude zij even grammoedig,
even ligt geraakt, even hoogmoedig als ik geweest zijn of
zoude zij, ter liefde Gods, deze beleediging geduldig hebben
verdragen, dut onregt hebbeu vergeven, en met ootmoe-
digheid die vernedering hebben aanvaard. Bid Haar, dat
zij u verlicht in al, wat gij te doen hebt, om juist te
handelen gelijk God het van u wil. Vergeet ook den H.
Josepii niet, maar wend u dagelijks tot de \'È. Familie
Jesus, Marja en Josepii ; dan zult gij troost vinden in
uw stervensuur en de dood zal voor u zijn de deur des
Hemels.
LITANIE.
Sluiting; iler Maand van Har la,
Heer, ontferm U onzer !
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer !
Christus, hoor ons!
-ocr page 170-
164                           Een-en-dertigste dag.
Christus, verhoor om!
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon , Verlosser der wereld, ontferm U onzer!
God, Hciligc-Geést, ontferm U onzer!
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Heilig Hart van Maria, bid voor ons!
Maagdelijk Hart van Maria,
Moederlijk Hart van Maria ,
Hart van Maria , door den hemelschen Vader onder
alle harten uitverkoren om zijnen eenigcn Zoon
altijd te beminnen,
| paleis door de Goddelijke Wijsheid zich tot
| woonplaats gebouwd,
! waardig de Bruid van den Hciligen-Geest te zijn,
lamp brandende voor den troon der Heilige Drie-
I vuldigheid,
1 gesloten hof waar in Jusus ontkiemde ,
I hart van de nieuwe Eva, door dewelke wij de
I vrucht des levens hebben ontvangen,
I bezegelde bron der Goddelijke geheimen,
I bloeijcnde roos, op den oever der beek geplant,
~< 1 nederig viooltje , de lucht met uwen geheimzin-
B I nigcu geur balsemende,
g J vat van hemelsche genade,
ö tempel van God, waar het licht der heilige
$ \\ liettlc brandt,
«■ leliënhof van het goddelijk Kind,
" paradijs van den Goddelijken Bruidegom,
vol liefde voor de menschen,
iu de grouwheid bewaard ,
kanaal der Goddelijke barmhartigheid,
spiegel van zachtmoedigheid en kuisehhcid ,
onschuldige duif, welke ons den tak van-vrede
brengt,
dat de woorden van Jusus getrouwelijk opvingt,
vol mcdedoogen en goedheid,
voorwerp der levendigste liefde van alle de uit-
\\ verkorenen,
-ocr page 171-
Een-en-dertigBte dag.                         165
Hart van Maria , hoop der berouwhebbende zondaars!
bid voor ons!
„/ troost dcrgcnen, die in den Heer sterven,
S\\ gewond door Gods liefde,
                                     <
a-
5 l zoo geduldig in lijden,
S». / ontvlamd van lieilig ongeduld,                             ^ g
g 1 brandende van hcmelsehe liefde,
£ I bewondering van alle kooren der Engelen,
T£ ( onuitsprekelijke vreugd van geheel het hemeliche
W\\ hof,
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons, Heer !
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, verhoor
ons, Heer!
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm
U onzer, Heer !
Christus, hoor ons !
Christus , verhoor ons !
Onze Vader, enz. — Wees gegroet, Maria, e»z.
v. Bid voor ons, heilig Hart van Mabia.
b. Opdat wij waardig mogen worden U uit geheel on»
hart te beminnen.
GEBED.
God van goedheid, die het heilig en onbevlekt Hart van
Mabia met dezelfde gevoelens van medelijden en tecder-
heid hebt vervuld, waarmede het Hart van Jesus-Christus,
uwen Zoon, steeds was doordrongen, verleen aan allen,
die dit maagdelijk Hart vereeren, tot aan den dood eene
volmaakte gelijkvormigheid in neiging met het heilig Hart
Tan Jcsus-Cliristus, die regeert met U en den Heiligen-
Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Dat het Goddelijk Hart van Jesus en het onbevlekt
Hart van Maria overal en altijd mogen gekend, bemind,
geloofden gezegend, geëerd en verheerlijkt worden. Amen.
-ocr page 172-
166                        Een-en-derÜgste dag.
OVERWEGING.
Wat zullen wij nu doen? De laatste dag der heilige
Meimaand, der maand van Mama is daar! Welke beslui-
ten zal ik nu nemen ? Ik heb geleerd en overwogen, wat
mijne bestemming is op aarde; ben ik bereid te gaan leven
roor het einde, waartoe ik ben geschapen? Ik heb over-
dacht, welk een gruwel de zonde, vooral de doodzonde
voor het oog van God is , welk een opstand tegen zijn
heilig Gezag, welk cene groote vermetelheid, zwarte on-
dankbaarheid en onvergeeflijke dwaasheid die doodzonde is!
Zal ik den vermetelen eu trcurigen moed nog hebben om
te zondigen of liever de lafhartigheid, om mij in den strijd
tegen den duivel, de wereld en het vleesuh te laten over-
winnen , terwijl ik met Gods hulp, die altijd bereid is, ze
zoo gemakkelijk overwinnen kan? Neen ik wil, om een
waar berouw bidden en opregte boetvaardigheid gaan doen
voor mijn zondig leven! Met een groot betrouwen op
Gods barmhartigheid, zal ik mij voor de voeten van den
Priester des Heeren nederwerpen, eene rouwmoedige biecht
spreken en ontslagendoor de heilige absolutie van al mijne
zonden, hoop ik gereinigd en gezuiverd, zoo waardig mo-
gelijk, Jesus-Christus, mijn God en mijn Heer en mijn
Verlosser, in de Heilige communie te mogen ontvangen !
Ik wil gaan leven , om een heilige te worden ; ik wil mij
op de deugd gaan toeleggen! Het geloof zal mij een licht
en een steunsel zijn der overige deugden, de hoop op den
hemel zal mij bemoedigen en de ware liefde tot God zal
mij krachten geven, om gaarne alle te vlugten, wat%ge-
vlugt, alles te doen, wat gedaan, en alles te lijden, wat
geledeD moet worden om naar den hemel te gaan, om God
te bezitten. Ouder alle deugden zal ik mij vooral toe-
leggen op de nederigheid, de schoone zuiverheid en de
zachtmoedigheid en de liefde tot den naaste. Kortom, ik
zal Jesus en zijne Heilige Moeder trachten na te volgen;
-ocr page 173-
Een-en-dertigste dag.                        167
bestond hun leven uit lijden, armoede en verachting, ook
ik wil dat alles gaarne onderstaan, en zal daarom dikwijls
op Jesus lijden nadenken. Mogt ik nog bekoringen onder-
vinden, dan zal ik aan mijn uiterste denken: de dood
zal mij leeren op mijne hoede te zijn, het oordeel voor-
zigtig te zijn in al mijn doen en laten, de hel zal mij
leeren vreezen, het vagevuur zal mij en der geloovigc zie-
len nuttig zijn, maar vooral de hemel zal mij leeren uit
liefde de zonde te vlugten, uit liefde het goede te doen!
Maar zal ik al die goede besluiten kunnen ten uitvoer bren-
gen? Zal mijn moed niet bezwijken? Zal ik, na korten tijd
niet weer even dwaas en even lafhartig en even ongeluk-
kig in zonden vallen ? Ja, dat zal ik, als ik op mijne eigene
krachten reken; als ik vermeen sterk genoeg uit mij zelvcn
te zijn, en als ik niet genoeg de gevaren vlugt, o dan
/uilen al die goede besluiten mij zoo weinig baten! Maar
neen, ik zal niet bezwijken, ik zal volharden, ik zal ze
allen ten uitvoer brengen, als ik maar volhoud God om
bijstaud te bidden. Maar om dat hulpmiddel nooit over
het hoofd te zien en om zelve alijd door God verhoord te
worden en om bijzondere genade te verkrijgen, moeten wij
tot Maria gaan, zij gaat ons voor, zij wijst ons den
weg, zij geleidt ons naar den hemel, zij is onze voor-
spraak bij God. Duizenden en millioenen zijn door haar
zalig geworden; nog duizenden en millioenen zullen er door
haar zalig worden. O, mogen wij één van die gelukkigen
zijn! en dat zullen wij, als wij Maria nimmer vergeten
en altijd toonen hare kinderen te willen zijn.
H. Maria, deur des hemels, bid voor ons!
Heilig en zegen, o Maria, de besluiten, welke ik van
daag heb genomen, bid voor mij, opdat nooit de gratie
Gods mij ontbreke, maar ik altijd, door haar geholpen,
mag zegevieren om eens met U eeuwig God te loven. Amen.
-ocr page 174-
-ocr page 175-
BLAD-AANWIJZING
der hierin voorkomende Dag-Ocfenlngen en Lltaniën.
Blz.
1
MARIA-maand
Op den vooravond der
Bh.
Litanie : Onze-Lieve-Vrouw van Loretie.      4
i) De Kiudschheid van Maria . .       9
» De Onbevlekte Ontvangenis..     14
» De H. Naam van Maria...     19
» De Opdragt van Maria in den
Tempel................     24
» De Jeugd van Maria......     29
» De Verloving van Maria. . ..     34
» De Boodschap van Maria. ..     40
» Het Bezoek van Maria aan
hare Nicht Elisabeth ....    45
» De Afwachting der Goddelijke
Geboorte...............     50
» De Reis naar Bethlehem.. ..     56
• Het Heilig Moederschap van
Maria.................     61
» Jesus. — Maria.........    67
» De Zuivering van Maria ...     73
» De Wijzen uit het Oosten. .     79
» De Vlugt naar Egypte......     84
» De Terugkeer naar Nazareth.     90
, De Pelgrims-reis naar Jeru-
zalem
..................
     95
1\' Dag.
2« »
3» »
4« »
5« t
4
9
14
19
24
    »       29
7\'    »       34
8"    »      40
9\'    »      45
10\'
50:
11* »
56;
12« <
61;
13\' >
67;
14« .
73,
15\'
■ 79
16« i
84
17"
89
18\'
> 94
-ocr page 176-
BLAD-AANWIJZING.
Blz.
19\' Dag
. 100;
Litanie
20» •
105;
»
21" »
110;
B
22» »
115;
>
23« i
120;
»
24e »
126;
11
25» »
131;
»
26« »
136;
1)
Bk.
: Jesus en Maria aan het Sterf-
bed van den H. Joseph.. 100
De Moeder van Jesus op de
Bruiloft te Canaan....... 105
Jesus neemt afscheid van
Maria................. 110
Jesus ontmoet zijne Moeder. 115
Maria aaD den voet des Kruizes 121
Het ligchaam van Jesus in de
armen zijner Moeder..... 126
Vreugde van Maria bij de Ver-
rijzenis van Jesus. ....... 131
Maria bij de Nederdaling van
den Hciligen-Geest over de
Apostelen.............. 136
27\' • 141; » Maria in de Woning van den
H. Joannes. ........... 141
28*
146;
29\'
152;
30=
i)
158;
31\'
B
163;
Dood der Heilige Maagd. .. . 141
Begrafenis van Maria......152
De Hemelvaart van Maria.. 158
Sluiting der Maand van Maria. 163
-ocr page 177-
BOEKHANDEL         •«.
VAN
EDUARD VAN WEES,
TE BREDA.
.
Vijftig Meditatie» op liet lijden door ecu R. K. £r. f 0,50.
Quadrupani. Grondregels tot geruststelling van God-
vreezende harten.......................... ,, 0,25.
Idem in heel linnen bandje.................. » 0,40. ■
//. Lebon. Maria of de schoonheden van den //. Naam
van Maria............................... , 0,15.
Leven en mirakelen der Maagd en Martelares de
IJ. Barbara.............................. , 0,10.
De devotie tot het //. Hart van Jesns, bevattende,
behalve de negen officiën, nog verscheidene andere
oefeningen............................... , 0,10.
De Rozenkrans, gebeden en Aflaten door een Pre-
dikheer,
vermeerderd niet geheel nieuwe omge-
werkte mysteriën, voor de gewone wijze van bidden. „ 0,15.
Idem in heel linnen bandje. . . .•............... /, 0,20.
Wijze van bidden alleen...................••••*. 0,05.
Engelachtige Strijd of koord van den lJ.i,M!JvÊius
van Aquinen
.............................. » 0,05.
Handboekje der dienaren van de Allerheiligste Maagd
Maria, onder den titel van Onze-Liece-Vrouw eau
Goeden Raad.
Mis, Lof, Litanién, Kruisweg,
Communiegebeden enz., ter llarer eer........ « 0,25.
Idem in heel linnen handje, met schoon portret. v 0,40. .
De Eerste Heilige Communie, Gebeden en overwegin-
gen voor kinderen om hen tot het waardig ontvan-
          ^
gen hunner Eerste 11. Communie voor te bereiden. ,/ 0,10.
Per 25Ex. ƒ2,25; per 50 Ex./ 4,00;-per 100 Ex. 7,50.
De Religieus op den weg naar Calvaric, of Gids
op den Kruisweg ten gebruikc voor Religieusen. „ 0,10.