-ocr page 1-
Vak 87
\'WiSSOO
vooi
DE
OCTOm-MH?
W^
TOEGEWIJD ItAN
Maria, de Koningin
VAN DEN
ALLERHEIL1GSTRN ROZENKR
ü. MOSMANS, \'s Bosch,
Markt A 14.
817
-ocr page 2-
-ocr page 3-
eEZANftfiJ*
" "
*
VcA8*f \'\\
VOOE DE
&1
OCTOBEMAAND,
TOEGEWIJD AAN
\\
Maria, de Koningin
TAN DEN
ALLERHEILIGSTEN ROZENKRANS.
G. MOSMANS, \'s Bosch,
Markt A 14.
tm
■iA*ih:i \'• ■\'■ • , • .,
-ocr page 4-
I
Snelpersdrukkenj, L. F. V.AN GENK, VBósch.
^MB*.
-ocr page 5-
VOORREDE.
De kinderlijke eerbied der geloovigen voor
de H. Maagd Maria, de Koningin van den
Allerheiligsten Rozenkrans, een eerbied die al-
tijd op middelen bedacht is, om zich te uitten in
allerlei vormen, heeft sinds eenige jaren de
October—maand uitgekozen, om die teedere
Moeder, aan wier voorspraak de gansche Chris-
tenheid zooveel weldaden, door \'t bidden van
den H. Rozenkrans verkregen, te danken
heeft, gedurende die geheele maand op een
bijzondere wijze te vereeren. Deze devotie heeft
haar ontstaan te danken aan de Eerw. Paters
Dominicanen op de Philippijnsche eilanden, die,
uitmuntende door hunne toewijding aan de
Koningin van den Allerheiligsten Rozenkrans,
hare liefdevolle bescherming zoo menigmaal
mochten ondervinden. Spoedig werd die gods-
vrucht meer algemeen, en verspreidde zich in
verschillende landen. Ook in ons land is zij
met blijdschap door de kinderen van Maria
begroet, en reeds op vele plaatsen ziet men de
■\\C±m ■ .... <■ -...,
-ocr page 6-
geloovigen, gedurende de maand October, zich
scharen om het beeld van Maria, de Koningin
van den Allerheiligsten Rozenkrans, om hunne
lieve Moeder te vereeren, en door \'t gezamenlijk
bidden van den Rozenkrans, hare voorbede in
te roepen.
De H. Kerk, die zich immer verheugt wan-
neer zij de vereering van Maria, de hulp der
Christenen, kan bevorderen, heeft, door den
mond van den Opperpriester, hare goedkeuring
aan deze devotie gehecht en haar met aflaten
verrijkt.
Paus Pius IX z. g., wiens godsvrucht tot de
Koningin van den Allerheiligsten Rozenkrans
genoeg bekend is, heeft door eene Breve van
28 Juli 1868, aan alle geloovigen, iederen
keer dat zij de oefeningen, die ter eere van
O. L. V. van den Allerheiligsten Rozenkrans •
tijdens de maand October gehouden worden,
bijwonen, een aflaat verleend van 7 jaren en
7 quadragenen, en eencn vollen aflaat, wan-
neer zij de geheele maand bij die oefeningen
tegenwoordig zijn, op het einde der maand
biechten en communiceeren, en bidden volgens
de meening van Zijne Heiligheid.
Ten einde aan de liefde der geloovigen voor
Maria voldoening te schenken, hebben wij eenige
liederen verzameld, die voor en na het bidden
van den H. Rozenkrans door allen gezamenlijk
kunnen gezongen worden. Hierdoor zal hunne
-ocr page 7-
\' *\\frt* \'■\'»■"■■\'■■■■\'
— 5 —
godsvrucht worden opgewekt en verlevendigd,
en hunne gebeden en lofzangen zullen veree-
nigd opstijgen tot Maria\'s troon, die als een
teedere Moeder met welgevallen op hare kin-
deren zal neerzien, en toonen ta zijn, wat zij
immer geweest is, de ^Troosteres der bedrukten?
de „Hulp der Christenen\'1\'1.
De gezangen die in deze verzameling A-oor-
komen, zijn meestal Lij wijze van overweging
en gebed samengesteld, opdat de geloovigen
gemakkelijk hart en geest vereenigen met de
woorden die zij uitspreken. Zoo zullen zij met
vrucht de vermaning opvolgen van den H.
Paulus, „ moedigt elkander aan met lofzangen
en geestelijke liederen, God zingende in uw
hart,"
HUISSEN, Octaafdag tan Maria-Hemelvaart.
-ocr page 8-
— 6
0. L ?\', VAV Bil H. ROZENKRANS,
I>o Geliciiiiziimigc Roos.
Wijze: Sterveling vindt gij kier beneden,
Be echte bron van liefde viel!
Schoon zijt gij, o hemelroze,
Bals\'mend door Uw zoeten geur;
Sions dochtren, U bewonderend
Bloeiende in de rozenkleur,
En het leliewit der da1 en
Hebben zalig U genoemd,
En een schaar van koninginnen
U haar Koningin geroemd.
Wat mag sierlijker U tooien,
Koningin naast Jeans\' troon,
Wat gebed TJ meer bevallen
Dan de rozen-bedekroon ?
Dan de bloemkrans der geheimen,
Dien van uit uw Hemelglans,
Gij Uw kind\'ren leerdet streng\'len
In den h e i 1\' g e n Rozenkrans.
Aan Dominicus, den Heil\'ge,
Schonk uw milde moederhand
\'t Machtig onverwin\'lijk wapen,
Schitt\'rend als de diamant.
En Dominicus, de Heil\'ge,
Heeft uw gave aan de aard verkond:
-ocr page 9-
Beden, jubel voor het harte,
Beden, honig voor den mond.
Heil U, vlekk\'loos blanke roze
In het wit der maagd\'lijkheid!
Roos, die met het Godd\'lijk zoenbloed
Onder \'t Kruis gepurperd zijt!
Roos, verguld door \'t gouden zonlicht!
Dat daarboven U omspeelt!
Die door \'t geuren der geheimen
\'t Minnend kiuderharte streelt.
O, niet vrucht\'loos bloem des Hemels
Heeft u \'s Konings eigen hand,
In de Jerichoosche velden
Langs den watervloed geplant.
Langs de waat\'ren der beproeving,
Stortend over \'t lijdend hart,
Biedt ge uw bloemkelk ons ter rustplaats
Zielsverkwikking in de smart.
Teedre Moeder, Koninginne,
Stralend in uw sterreglans,
Hoor de beden uwer kind\'ren
In den H e i 1\'g e n Rozenkrans.
Moge uw Rozenkrans ons leiden,
R003, die zonder doornen groeit,
Langs het doornig pad des levens,
Tot waar \'s Hemels lusthof bloeit!
-vs^-^<s-
-ocr page 10-
EI m EOIIIEIAIS,
wijze: Slot der Plus-Cantate, of: OostenrijkseJi
volkslied
of: Nad ren wij nu JesuJ Moeder.
0 Maria, hoor ons smeeken,
Hoor ons neêdrig smeeklied aan;
Zie ons allen als uw kindren
Biddend voor uw beelt\'nis staan.
Zie wij bieden U de geuren
Van een krans van rozengloed;
Blik gij op dit offer neder,
Als een teêdre moeder doet.
Eeuwig blijven wij uw kind\'ren,
Aan uw Moederhart gewijd,
En gij zult ons immer toonen,
Dat gij onze Moeder zijt.
Zie wij bieden U de geuren
Van een krans van rozengloed;
Blik gij op dit offer neder,
Als een teêdre moeder doet.
Leid ons door des levens paden
Aan uw zachte moederhand.
In uw hoede gaan wij veilig
Naar ons eeuwig Vaderland.
Zie wij bieden U de geuren
Van een krans van rozengloed;
Blik gij op dit offer neder,
Als een teêdre moeder doet.
-ocr page 11-
:TKT*, ,3\'i£ J
9
Eenmaal staren we op de glansen
Van uw hemelschoon gelaat,
Waar der Godheid morgenluister
Doorstraalt als een dageraad.
Maar hier bieden we U de geuren
Van een krans van rozengloed;
Blik gij op dit offer neder
Als een teêdre moeder doet.
2>e ^ooöscljay hti Gngcfo
Eerste Blijde Geheim.
Wijzk: De nachtegalen zingen, <le schoons maand
is daar.
Volschoone Stad der Bloemen,
Bevoorrecht Nazareth!
Geen stad mag naast U roemen,
Geen goud zoo zonder smet;
Gij droegt de Vlekkelooze
De schoonste lenteroze,
Maria, o Maria.
Als geur van frissche rozen
Stijgt stil uit Nazareth!
Kaar \'s Hemels morgenblozen
Het maagdelijk gebed;
-ocr page 12-
TT7
— ]0 —
Maria doet de stralen
Der Heikon nederdalen,
Maria, o Maria.
Daar komt hij nederdalen
De Bode van het Licht;
Hij huigt zijn gouden stralen
En heilrijk aangezicht;
Hij huldigt zijn Vorstinne
De Hemelkoninginiie,
Maria, o Maria.
Hoe jublen alle sferen
In \'t vreugdevol akkoord :
.Mij, Dienares des Heeren,
Geschiede naar uw Woord." —
Groet al wat leeft de Moeder
Van Jezus uwen Hoeder,
Maria, o Maria,
De koningsdochter prijke
Met gouden staf en kroon,
Doch gij, Genaderijke,
Zijt in uw ootmoed schoon.
Gegroet, o kroon der vrouwen,
O ster van ons vertrouwen,
Maria, o Maria.
^S>U..^o
-ocr page 13-
•— »™
— 11 —
MARIA\'S B
8462
EZOEK BIJ ELISABETH.
Tweede Blijde Geheim.
Wijze : Maria zie wij wijden, de vruchten van
0/1,1 lijden.
Maria, zie wij treden
Met loflied en gebeden,
Waar nog uw stille schreden
In \'t heilig bergpad staan.
Ons hart volgt alle paden,
Waar gij met liefdedaden,
Bekroond met heilgenaden,
Elisabeth bezoekt.
\'t Zong alles langs uw wegen
Van redding, heil en zegen;
De palm en wijngaard negen
Vol vreugde en diep ontzag.
O! Maagd, in \'t stof gebogen,
Elisabeth, bewogen,
Joannes, opgetogen,
Volprijzen reeds uw Naam.
Straks zullen volk\'ren rijzen,
Met koningen en wijzen
Uw deemoed zalig prijzen,
Verborgen Moedermaagd.
-ocr page 14-
12 —
Ootmoedigste der vrouwen,
Bekroon ons stil vertrouwen;
O, geef ons God te aanschouwen
In \'t hemelsch Paradijs.
-I------^.^s------1-
JESUS\' GEBOORTE.
Derde Blijde Geheim.
Wijze: Erken uw God, o christenschaar.
De God der Schepping daalde neer
In \'t vleesch der stervelingen.
Geef aarde, geef zijn grootheid eer
Met al de Geestenkringen.
Aanbid zijn liefde, ö aardsch geslacht!
Uw God in \'t vleesch verschenen,
Heeft vrede aan \'t aardrijk weêrgebracht
En heilgena met eenen.
O Nacht, waarvoor de glans verdwijnt
Der volle middagstralen!
Welzalig wien uw licht beschijnt,
Welzalig dnizendnialen!
De Heer der Schepping daalde op de aard!
Eer de Almacht in den Hoogen!
Het rijk des levens is herbaard
Door d\'opslag van zijn oogen.
-ocr page 15-
— 13 —
O God, Gij werdt aan ons gelijk!
Als Mensch voor ons geboren
Geeft ge ons het hoogste liefdeblijk,
Voor \'t oog der Englenchoren,
De hemel werd met de aard vereend!
„Een Zoon is ons gegeven!"
Triomf! ons hart heeft uitgeweend,
Die Zoon hergeeft ons \'t leven.
Juicht, heem\'len, galmt het zegelied
Van Vrede en Welbehagen;
De wraak der Godheid is te niet,
Wij van den vloek ontslagen!
Ziet hier den Schepper van \'t Heelal
Met schepslenstof omgeven!
Zijn deernis met der schepselen val
Hergeeft ons allen \'t leven.
Wat voelt gij, teêdre Moedermaagd,
Aanbiddend neergebogen ?
Uw reinheid heeft aan God behaagd
En d\' Englen uit den hoogen.
Hoe staart uw oog op \'t Godlijk wicht,
Dat, om ons aller zonden,
Hier in een schamel krebje ligt,
Met nietig doek omwonden.
Juicht, heemlen, galmt het zegelied
Van Vrede en Welbehagen;
De wraak der Godheid is te niet;
Ons levenslicht mocht dagen!
-ocr page 16-
— 14 —
Maria heeft den Zoon gebaard,
Die God nifc God geboren,
Den vloek verdwijnen doet van de aard,
Tot vreugd der Englenkoren.
DE OPDRACHT VI CHRISTUS IN DEN TEMPEL
Vierde Blijde Geheim.
Wijze : Het stroome uit volte longen,
Het Goclgeoattig lied.
Juich, Sions hooge woning,
De blijde morgen daagt;
Groet uw Profeet en Koning
In ?t Kind der Moedermaagd.
Heilige Maria, Heilige Maria,
Toon ons eenmaal uit uw troon,
Jesus uwen lieven Zoon.
Die opgaat langs uw drempel
Is meer dan Salomon;
Aggëus zag uw tempel
In \'t goud dier Vredezon.
Heilige Maria, enz.
Hoe gaat de Hemel open
Nu Simeon dien Vorst.
-ocr page 17-
— 15 —
In wien de volkren hopen
Op bevende armen torst!
Heilige Maria, enz.
Maar \'s grijsaards mond spelt lijden
En diepe zielesmart,
Zoo scherp zal \'t wee-zwaard snijden
Door \'t heilig Moederhart.
Heilige Maria, enz.
0 Moeder, hoe vol liefde
Droegt gij toen \'t zuiver Lam,
Dat schuldloos \'t hart doorgriefde,
Waaraan het rusten kwam.
Heilige Maria, enz.
---------<>.<>----------
ÜE WEDERY1NDING VAN CHRISTUS IN DEN TEMPEL.
Vijfde Blijde Geheim.
Wijze ; Een bloempje zie ik bloeien,
Op altoos groenen grond.
Wat zijn bij \'t lied der pelgrims
De wegen Sions schoon!
Maar ach! wie troost Maria ?
Zij derft haar lieven Zoon.
-ocr page 18-
— 16 —
Wat zijn de lentestraten
Der zonne zonder Hem ?
Wat alle blijde zangen
Bij zijne zoete stem?
Zij zoekt Hem allerwegen,
Haar eenig dierbaar Kind.
„Ach hebt gij Hem gevonden,
Dien heel mijn ziel bemint ?" —
Maar al die blinde pelgrims
Zij zagen Jezus niet:
Och! schoone Bloem uit Jesse,
Hoe bleek uw verf verschiet!
Bloei op, bestorven Roze,
Herneem uw blijden glans;
Zie troostelooze moeder,
Wat blinkt de tempeltrans!]
Daar vindt gij bij de leeraars
Uw goddelijken Zoon. —
Nu klinkt weer \'t lied der pelgrims
Langs Sions wegen schoon.
Maria, blijde Moeder,
Leid mij tot Jezus weer;
Geef, dat mijn ziel hem vinde,
Verlieze nimmermeer.
O, leer mij Hem te zoeken
In allen druk en nood;
Hem trouw van Hart te volgen
In lijden, kruis en dood.
-ocr page 19-
— 17 —
DOODSTRIJD VAN JESÜS IN DEN HOF DER OLIJVEN.
Eerste Droevig Geheim.
Wijze: Ganseh den Meeren, aanhche, luren, of:
HeïFge Josef col betrouwen.
Kom, mijn ziel, aanschouw uw Jesus
In dien vreeselijken .strijd:
Zie wat angsten hem verineest\'ren
Hoe Zijn Godd\'lijk Harte lijdt.
Kom, mijn ziel, vertroost uw Jesus
Met eeii edelmoedig hart,
Want voor U wordt Hij gefolterd
Door de wreedste zielesmart.
Op d\'Olijfberg ving de kruisweg
Van den Zoon des menschen aan:
Weg van nooit gekende smarten
Tot men Hem aan \'t kruis zou slaan.
„\'k Ben, mijn Vader, klaagt mijir-^esus
„ \'k Ben hedroefd tot aan den dood.
Ach, hoe bitter is de beker
Dien Ge Uw Welbeminde boodt.
Nu reeds ziet Hij in de toekomst
Judas\' goddeloos verraad,
Ziet Hij hoe een woeste bende
Hem met slagen overlaadt.
Ziet Hij zich verscheurd met geesels,
Met een doorn enhoed gekroond,
Aan het schandlijk Kruis geklonken,
Door den moordenaar gehoond.
M.ui.i, Koningin.                                                                                       2
-ocr page 20-
*
— 18 —
Zie Hem in zijn bloedzweet baden,
Zie \'t voor ons geslachte Lam,
Dat den last van \'s werelds zonden
Vol ontferming op zich nam.
Jesus zal den beker drinken
Met het smart\'lijkst wee gevuld,
Hij zal boeten voor het menschdom,
Voor mijn gruwbre zondenschuld.
O mijn Jesus, om Uw mart\'ling
In den hof Getsemane,
Sterk mij in den strijd des levens
Door uw Godd\'lijk lijdenswee.
Neen, ik zal den strijd niet vluchten
Die uw volgelingen wacht:
In uw doodstrijd op d\'Olijfberg
Ligt een onvenvinbre kracht.
Sterk mij, Moeder der bedrukten.
Als mijn stervensuur zal slaan,
En ik voor de ontzagbre vierschaar,
Van uw lieven Zoon zal staan.
Smeek uw Jesus in die stonde
Als de wereld van mij scheidt,
Dat ik kracht vinde in zijn doodstrijd,
Troost in zijn verlatenheid.
-ocr page 21-
DE GEESELING VAN CHRISTUS.
»i ♦ i *
Tweede Droevig Geheim.
Wijze: HeiVge Vader uwe kinderen
Zuchten thans in \'t vagevuur. (2e couplet.)
Opgeruid door blinde Priesters
Eischt de ontzinde Jodenschaar,
Kruisdood voor den onbevlekte,
Vrijheid voor den moordenaar.
En Pilatus, Rome\'s landvoogd,
Vreezend voor het volksgewoel,
Geeft den Heer ter geesling over,
En verzaakt zijn plichtgevoel.
Zoo moest mijn Verlosser lijden
Om mijn dartle zinn\'lijkheid,
Reeds zijn scherpe geeselkoorden
Voor zijn marteling bereid.
Ziet, daar heffen zij de geesels,
Met van woede brandend oog,
Ter verbrijz\'ling van zijn lichaam,
In de wreede vuist omhoog.
Zeg ons, diepbedroefde Moeder,
Drong geen zwaard U in \'t gemoed,
Toen de slag der geeselsuoeren
Woedde in Jesus\' vlekloos bloed \'i
-ocr page 22-
— 20 —
Toen Gij Hem als een Melaatsche
Voor Püatus zaagt gebracht,
En het vonnis der vervloeking
Werd geveld door \'s af\'gronds macht?
Zóó verscheen Hij Isrels Ziener
Isaiiis, zijn Profeet;
„\'kHeb gezien den Man van Smarten
„Die van \'tgrievenst lijden weet;
„Onze schuld heeft Hem verbryzeld
„En zijn Godd\'liik Hart door wond:"
„Als een Lam gaat Hij ter slachtbank
,En geen klacht ontglipt zijn mond.
Ach, mijn Jesus, zie erbarmend
Op een armen zondaar neer;
Voor een grenzelooze liefde
Gaf ik U slechts ondank weer.
Ik verfoei de zucht naar vreugde,
Weelde en zondig zingenot,
\'k Wil den lijdensbeker drinken
Met mijn wreed verguisden God.
M/VVv-
-ocr page 23-
— 21 —
DE KROONING VAN JESUS MET DOORNEN.
Derde Droevig Geheim.
wijze: O beeld der sc/ioone liefde.
Gegroet, Gij Man van smarten
Met doornen wreed gekroond;
Gegroet, Gij Isrels Koning,
Bespot, versmaad, gehoond.
We aanbidden u als Koning
Gods eengeboren Zoon,
En kussen in aanbidding
Uw kostbre doornenkroon.
De woede der soldaten
Ontvlamt door Jesus\' Bloed.
Zij vlechten scherpe doornen
Tot een en doorn enhoed
We aanbidden enz.
Zij bieden Hem als Schepter
Een broozen rietstaf\' aan,
Waannee zij dol van woede
Op Jesus\' doornen slaan.
We aanbidden enz.
Een bloedstroom kleurt zijn Lichaam,
Misvormt zijn aangezicht,
-ocr page 24-
■ .
— 22 —
Dat op de kruin van Thabor
Eens straalde als \'t zonnelicht.
We aanbidden enz.
Herkent ge uw lieven Jesus,
Bedroefde Moedermaagd?
Herkent ge uw welbeminde
Zoo jammerlijk verlaagd?
We aanbidden enz.
Wel moest Gij bitter weenen
Geroerd door zulk een smart:
Gij waart zoo nauw verbonden
Met Jesus\' Godd\'lijk Hart!
We aanbidden enz.
Verwerf voor mij vergeving
Bij uw verguisden Zoon,
Want mijne zonden vlochten
Die scherpe doornenkroon.
We aanbidden enz.
O Bloed van Jesus\' wonden,
Besproei mijn dor gemoed,
En Avasch mij van mijn zonden
In \'s levens kostbren vloed.
We aanbidden enz.
-ocr page 25-
SI HBIÏISDRMïIS WM GERISTES,
Vierde droevig Geheim.
Wijze: Kond, Engten helpt out roemen ,
Den Heifgea Staninlaun.
De vloekkreet „Weg met dezen,
Aan \'t schandlijk kruis met Hem."
Gaat op van alle zijden,
Als klonk één zelfde stem.
Die ki\'eet heeft Romes landvoogd
Yan alle kracht ontbloot:
Reeds heeft hij d\' Onbevlekte.
Verwezen tot den dood.
Hoe vaardig neemt mijn Jesus
Het schandlijk kruishout aan;
Gevormd door \'s werelds zonden
Met \'s Hemels wraak belaan.
Zijn Godd\'lijk Bloed stroomt neder
Uit iedre nieuwe wond
En de afgematte Godmensch
Stort driewerf ^op den grond.
Gij allen die voorbijgaat,
Ach kent gij wreeder smart
Dan \'t grievend zielelijden
Van Jesus\' Godd\'lijk Hart?
Wat klaagt gij, Isrels Dochters,
Bij \'t zien van zulk een hoon?
Maria slechts besefte
Het lijden van haar Zoou.
-ocr page 26-
Toch volgt zij onverschrokken,
Haar kind met \'t kruis belaan,
Toch zal zij onder \'t vloekhout
Als Jesus\' Moeder staan.
Zij zal voor Jesus\' strijders
Een koninginne zijn,
Een kracht in hun vervolging
En felste martelpij n.
Hebt gij den moed, mijn ziele,
Dien kruisweg in te slaan,
Hebt gij den moed met Jesus
Den kruisberg op te gaan?
Of blijft gij aan den ingang
Van den Olijfberg staan,
En valt het u te pijnlijk
Op Jesus\' lijdensbaan?
Ik" draag het kruis, mijn Jesus,
U niet gewillig na;
Ik volgde U op den Thabor,
Maar vluchtte Golgothn.
Ik volgde U bij \'t Hosanna
Van \'t blij Jerusalem
Maar vluchtte bij het\'hooren
Der moordkreet: „Kruisig Hem!\'
Genade, lieve Jesus,
Voor mijn ondankbaarheid;
Ik zal uw kruis beminnen,
U door mijn schuld bereid,
-ocr page 27-
■■■..»■" •\'-■ ~;->f-"!* : \'•:.;•;\'. ;,.\'■>:■: ■;■•:-•>.■.■ ^■i*.!ï:.:!.\':\'\'<s,;-i;
— 25 —
\'k Zal naast uw lieve Moeder,
Op uwen kruisberg staan,
Met haar door kruis en lijden
Gods glorie binnengaan.
\' JUUS\' BBÏÏE8I9ESO M
Vijfde Droevig Geheim.
Wijze : HeiFge Vader, moe kiwfren, Zuchten thans
in H vagevuur.
(1° couplet.)
\'k Wensch met \'s Heeren droeve Moeder
Op te gaan naar Golgotha,
Waar uit Jesus dierbre wonden
Vloeide een stroom van heilgena;
Waar de hel eens werd verslagen,
Waar eens Juda\'s Leeuw verwon,
Waar de glans van zon en sterren
Buigen moest voor \'s Levens Zon.
\'k Zie mijn God door wreede beulen
Aan \'t gevloekte Kruishout slaan;
\'k Hoor de felle hamerslagen
Door zijn Godd\'lijk lichaam gaan.
Ach, daar hangt mijn lieve Jesus,
\'s Vaders veelbeminde Zoon;
Jood en Heiden spannen samen,
Spotten met dien bittren hoon.
-ocr page 28-
— 26 —
Hoe zou ik geen schuilplaats zoeken
Bij dat onbevlekte Lam,
Dat, verteert! door liefde vlammen,
Mijne zonden op zich nam?
Rusten wil ik in de schaduw
Van dien kostbren Levensboom,
Rusten aan dat Godd\'lijk Harte,
Drinken uit dien purpren stroom.
O mijn .Jesus, ware uw Kruisdood
Diep gegrift in mijn gemoed,
Mocht ik mij van alle smetten
Wasschen in uw kostbaar Bloed.
Mocht ik met uw lieve Moeder
Weenend naast den kruisbalk staan,
Mocht ik met haar onverschrokken
Uwen heiligen kruisweg gaan.
\'k Zal vertrouwen in de Moeder,
Die de Heer aan \'t Kruis mij gaf;
Onder hare teedre hoede
Sla ik iedren aanval af.
Als de stormen der bekoring
Woeden met ontembre kracht,
Zoek ik troost bij Jesus\' Moeder,
Die mij in haar armen wacht.
\'k Zal een zoete rustplaats zoeken
In des Heeren Hartewond,
Mij verbergen in Zijn zijde
In dien hangen stervensstond.
-ocr page 29-
Komt gij allen, die vermoeid zijt,
Zet u neer bij Jesus Kruis,
Kiest de zoetheid van den Godmensen
Boven \'s werelds woest gedruisch.
Il SUS* VERRIIZEtflS.
Eerste Glorierijk Geheim.
Wijze : Pelgrims-lied van Issoudttn.
Leg af uw rouw, o Maagd ! uw Eengeboren,
Uw Jesus leeft, uw Jesus zegepraalt!
Eeeds daagde \'t licht, en nog vóór \'t uchtendgloren,
Ontsteeg Hij \'t graf, van heerlijkheid omstraald.
Hoor, o Maria
Hoor dit ons lied,
Bij \'t juichend Alleluja,
Vergeet uw kindren niet.
Hoe blinken nu de teckenon der wonden,
En stralen \'t oog der grafsteonwachters blind!
Wat vlamt dat hart gebroken om mijn zonden,
Een lichtzee, waar mijn ziel haar vreugde vindt.
Hoor, o Maria enz.
Thans drukt zij n hoofd geen kroon van wreede doornen;
Maar schittrend als de God van Majesteit,
En eersteling van \'s Hemels uitvorkoornen,
Leeft Hij gekroond met oer en heerlijkheid.
Hoor, o Maria, enz.
-ocr page 30-
— 28 —
Zoo moest uw Zoon, zoo moeten al uw zonen
Door lijdon slechts do glorie binnengaan.
Gij Koningin, neem met de jubeltonen
Ook \'t smeekgebed van uwe kindren aan.
Hoor, o Maria, enz.
O worde mij dat leven eens gegeven,
Ons door uw zoon, voor wie Hem volgt, bereid;
Zijn glorie zij mijn ondorpand ton leven
En zoete hoop van zaalgo onsterflijkheid.
Hoor, o Maria, enz.
DE. HEMELVAART VAN CHRISTïïS.
Tweede Glorierijk Geheim.
Wijze : Triumf <le donders slapen
En
7 onweer is voorbij.
Zingt volken de victorie
Van \'s Vaders een\'gen Zoon,
Die opgaat in zijn glorie,
Bestijgt zijn Godheidstrooii!
Ziet, de Englenkoren dalen
Hun Koning te gemoet,
Die ons zijn hemelzalen
Heropende in zijn bloed.
En in de hemelsferen
En op zijn troongesticht
Blijft eeuwig Hij regeeren
In \'t godlijk glorielicht.
-ocr page 31-
— 29 —
En naast Gods troon verheven
Heeft Hij in heerlijkheid
Voor wie zijn wet beleven
Een glorietroon bereid.
O Jesus, opgevaren
In schitterende glans,
Wij blijven hopend staren
Naar \'s hoogen hemel trans.
Eens daalt Gij oj) de wolken,
Omstraald van vlammend licht,
Als rechter aller volken.
Bij "s werelds eindgericht.
Geef, dat ons zieleleven,
Wars van het aardsche slijk,
Naar U slechts moge streven,
En \'t zalig hemelrijk.
Als dan die dag zal dagen
En gij de vierschaar spant,
Laat de Englen dan ons dragen
Naar \'t hemelsch Vaderland.
Maria, goedertieren,
Hoe jubeldet gij mee
Bij Jesus\' zegevieren
Verhoor nu onze bêe.
Aan d\'avond van ons leven
Bevrijd van \'s werelds stof
Laat ons tot Jesus zweven
Ten schoonen hemelhof.
-ocr page 32-
— 30 —
Dl ZENDING VAN DIN I, S&fiSï.
Derde Glorierijk Geheim.
Wijze : O Maagd, o schoonheid, nooit volprezen.
Zend, God, Uw Geest herscheppend neder,
En \'t leven keert op \'t aardrijk weder,
Door d\' adem van dien Geest herbaard,
De wet van liefde en geest en leven,
In \'t hart van goeden wil geschreven,
Beheerscht voortaan de juichende aard.
Nog bleven, sinds des Meesters scheiden,
De Apostlen de vervulling beiden
Van \'t troostwoord, dat hun Jesus gaf,
En plotsling daalt bij \'t stormwind-loeien,
De veelbeloofde, in \'t vuurtong-gloeien,
De Heilige Geest, de trooster af.
O Moeder Gods, met wat verlangen
Hebt gij die kracht, dien troost ontvangen !
Wat zalving toen u die gewerd!
O stort voor ons uw moederbede,
Smeek voor en met uw kindren mede,
Den trooster voor \'t verlaten hart!
Kom Heilige Geest, kom in ons dalen,
Verkwik ons door uw liefdestralen,
Verwarm ons door uw hemelgloed,
Wil met uw zevenvoude gaveu
Den dorst naar uw genaden laven,
Ontsteek uw liefde in ons gemoed.
-ocr page 33-
— 31 —
Wil nu het dorre in ons besproeien,
In liefdevuur liet koude ontgloeien,
Buig de verstokte harten neer;
Stort balsem in de hartewonden,
Schenk reiniging van schuld en zonden,
En breng tot God \'t verdoolde weer.
MAEIA\'3 HMILYAABÏ.
Vierde Glorierijk Geheim.
Wijze : Pelgrims-lied van Lourdes.
Heft aan uw gezangen,
0 Engelenkoor !
Weerschallen uw stemmen
Het hemelruim door :
„Ave ! Ave! Ave! Maria".
„Geen boei houdt de Maged
„Gekluisterd in \'t graf,
„Wier zoon aan het menschdom
„Het leven hergaf.
„Ave ! enz.
„Zij stijgt van deze aarde
„Als hemelvorstin
„Door Cherubs gedragen
„Den hemelhof in.
„Ave ! enz.
-ocr page 34-
32 —
En bij haar verrijzen
Uit deez\' woestenij,
Klinkt \'t juichlied der Englen
In lofmelodij :
.Ave! enz.
En Jesus, Haar zoon komt
Met d\' engelenstoet,
En biedt zijne Moeder
Den wellekomsgroet:
, Ave! enz.
En blij klinkt liet welkom
In heel \'t paradijs ;
\'t Ontvangt zijn Vorstinne
Met liemelsche wijs :
„Ave! enz,
En eeuwig zal \'t galmen
Het hemelruim door,
Het lied aan Maria
Van \'t engelenkoor:
„Ave! enz.
En wij hier op aarde
Wij jubelen mêe,
En vlechten onz\' Moeder
De rozenkrans-beê :
a Ave! enz.
Verwerf ons den hemel,
O Maagd, bij uw Zoon ;
-ocr page 35-
— 33 —
Dan zingen wij eeuwig
In dank voor uw troon :
„Ave! enz.
------=$-.^.
MARIA\'S KROONING.
Vierde Glorierijk Geheim.
wijze: Zij die boven alle toetten,
Van den heugen Geest ontving.
Boven alle wereldkoren,
Boven licht en morgenglans,
Steegt ge, o zaligste ooit geboren,
Tot den hoogsten hemeltrans.
Boven alle Geestenscharen
Zijt gij schittrend opgevaren;
Daar ontvingt ge uw hemelkroon
Van uw Goddelijken Zoon!
Zie ons smeekend neergebogen,
Koningin van \'t Hemelhof!
Wend een blik vol mededoogen
Op uw broed\'ren uit dit stof\'.
Laat uws harten liefdestralen
Op hun beden nederdalen,
Eer ze uw goddelijken Zoon
Door U worden aangeboön.
Maria Koningin.
-ocr page 36-
— 34 —
Boven \'t licht der Serafijnen
Hemelkoningin gekroond,
Ziet ge uw hoofd den glans omschijnen,
Waar het Eeuwig Woord in troont.
Heerlijk staat uw naam geschreven,
„ Moeder van ons eeuwig leven",
In de stralen van uw kroon,
Weerschijn van uw Jesus\' troon.
„Moeder van ons eeuwig leven"!
Neen, zoo schoon een naam werd nooit
In een aaixlsche kroon gedreven,
En geen schepsel droeg hem ooit.
Gij, tot \'s aardrijks heil geboren,
Gij, tot Moeder uitverkoren
Van den Mensch geworden Zoon
Draagt hem in uw gloriekroon.
„Moeder van ons eeuwig leven!"
0 wij knielen dankend neer.
Eere zij uw Zoon gegeven,
Jesus, onzen God en Heer.
Eere zij uw Zoon gegeven.
„Moeder van ons eeuwig leven!"
Glorie, Glorie, zij uw Zoon
Voor de aan U geschonken kroon.
-ocr page 37-
— 35 —
DE VIJFTIEN GEHEIMEN VAN DEN H. ROZENKRANS.
Wijze : Wees gegroet, o koninginne !
Moeder van Jwt Hoogste Goed!
Of: Jublend wil ik U bezingen.
Vóór hel bulden van den Rozenkrans.
Wees gegroet, o Koninginne,
Schittrend in uw hemelglans,
Duld, dat U uw kindren groeten,
Moeder van den Rozenkrans.
Duld, dat we onze beden strenglen
Tot een bloemkrans U ter eer,
En zie minzaam op uw kindren
In dit dal van tranen neer.
DE VIJF BLIJDE GEHEIMEN.
Na het eerste Tientje.
\'t Goddlijk Woord daalt uit Zijn glorie
In uw schoot op aarde neer.
Onderworpen bidt Gij needrig:
„Zie de dienstmaagd van den Heer."
Teedre Moeder, om het voorrecht
Door uw ootmoed U bereid,
O verwerf ons van uw Zone
Christelijke ootmoedigheid.
-ocr page 38-
— 36 —
Na het tweede Tientje.
\'t Hart van zuivre liefde brandend,
Storttet Gij den liefdegloed,
Die in U voor Jesus blaakte,
In Elisabeths gemoed.
Kom, o Moeder, en bezoek ook
Mijne ziele met uw Kind,
Geef, dat steeds mijn liefde spreke
Van Hem, dien mijn ziel bemint.
Na het tierde Tientje.
Wees gegroet, Gij die te Bethlem
\'t Heil der wereld bobt gebaard;
Door bet wichtjen op het stroobed
Schenkt de hemel vree aan de aard.
O Maria, om uw vreugde
Bij het baren van uw Kind,
Geef mijn hart dien zoeten vrede
Dien het slechts in Jesus vindt.
Na hel vierde Tientje.
Zaalge vreugde, toen Ge uw Jesus
Aan den Heer ten offer boodt!
Simeon zag \'t heil der wereld
En verbeidt in vree den dood
Zuivre Moeder, o verwerf mij
Vlekkelooze zuiverheid :
Dat ook ik mijn God aanschouwe
Als mijn ziel van hier verscheidt.
...
-ocr page 39-
Na het vijfde Tientje.
Met wat angst, beminde Moeder,
Hebt Ge uw godd\'lijk Kind gezocht,
Maar wie schetst uw moedervreugde
Toen Gij \'t wedervinden mocht?
Geef, dat steeds mijn hart moog\' wezen
\'t Tabernakel van den Heer,
En mocht \'k ooit mijn God verliezen.
Dat \'k rouwmoedig tot Hem keer\'.
DE VIJF DROEVIGE GEHEIMEN.
Na het eerde Tientje.
Jesns kampt in bittren doodstrijd,
\'t Bloedzweet druipt op aarde neer;
Maar gesterkt bidt hij verlaten:
„Slechts Uw wil geschiede, o Heer!"
O Maria, om die doodsangt,
En om Jesus bloedig zweet
Bid, dat ik de zonde hate,
Die een God dus lijden deed.
Na het tweede Tientje.
Wreed verscheurd door geeselstriemen,
Stort het Goddelijk Lam Zijn bloed,
Purpren stroom op stroom vloeit neder:
Zóó wordt, mensen, uw val geboet!
Dierbre Jesus, om Uw smarten,
Om Uw wreede geeselpijn,
Om de droefheid uwer Moeder,
Wasch mij van mijn zonden rein!
-ocr page 40-
— 38 —
Na het derde Tientje.
\'t Godd\'lijk hoofd vaneen gereten
Door de schprpe doornenkroon,
\'t Riet ten schepter, \'t purpren spotkleed !
Zóó verguist de niensch Gods Zoon.
Om de smaad beminde Jesus,
Die Gij hier geduldig lijdt,
Schenk ook mij de kostbre gaven:
Ootmoed en verduldigheid.
Na het vierde Tientje.
\'t Kruishout torschend gaat de Godmensen
Smartvol tot Kalvarie\'s top;
Driewerf stort hij machtloos neder,
Maar zijn liefde richt Hem op.
Niet de kruisbalk — mijne zonden
Stortten U ter aarde neer.
God, vergeving, heb erbarmen!
Jesus! neen, geen zonde meer!
Na het vijfde Tientje.
Zie mijn ziel, daar hangt het Offer
Op des werelds zoen-altaar;
Smachtend, troostloos, afgemarteld
Sterft hij onze Middelaar.
Eindlijk, \'t offer is voltrokken:
Liefde, thans zijt Gij voldaan.
O ontvlam me in wederliefde
Neem mijn hart ten offer aan.
-ocr page 41-
— 39 —
De Vijf Glorierijke Geheimen.
Na het eerste Tientje.
O Maria, juich en jubel,
Nu uw Jesus zegepraalt;
Dood en afgrond ligt verwonnen,
Zijner Godheid glorie straalt!
Uw verrijz\'nis, mijn Verlosser,
Worde mij ten onderpand,
Dat ik heerlijk eens verrijze
Tot het hemelsch Vaderland.
Na het tweede Tientje.
Nog één blik, een laatste zegen :
Triomfeerend stijgt Gods Zoon
Van deze aard ter hemelglorie,
Zetelt naast des Vaders troon.
Hopend blikken wij naar boven,
Jesus, tot Uw Majesteit,
Wil ons daar een troon bereiden
In de zalige eeuwigheid.
Na het derde Tientje.
Niet als weezen bleven we achter,
Was al Jesus hier niet meer,
In den schijn van vuurge tongen
Daalt zijn Geest, de Trooster, neer.
Daal in mij, o Geest van liefde,
Kom, vertroost mijn dor gemoed,
Sterk het door Uw hemelbalsem
En ontvlam het door Uw gloed.
-ocr page 42-
— 40 —
Na liet vierde Tientje.
Englenreien voeren junblend
Jesus\' Moeder tot haar God,
Thans, Maria, moogt Gij smaken
\'t Al te lang verbeid genot.
Moed, mijn ziel! hier kamp, hier lijden,
Ginds een eeuwge zegepraal !
Moeder, bid, dat \'k hier volhardend
Eens de lauwerkroon behaal.
Na het rijfde Tientje.
Met de zonneglans omhangen,
\'t Sterrenheir ter gloriekroon,
\'t Zilvren maanlicht aan haar voeten,
Zetelt Zij naast Jesus troon,
Glorievolle Koninginne,
Moeder, liefderijk en teer,
Blik steeds van uw gloriezetel
Gunstig op uw kindren neer.
Na liet Vulden van den Rozenkrans.
Hoor, o Moeder, deze beden
Van uw kindren minzaam aan.
Bied ze aan Jesus en verwerf ons,
Dat wij op de leven sbaan
Veilig onder uwe hoede
Voortgaan op het pad der deugd,
En U eenmaal zalig prijzen
In des hemels eeuwge vreugd.
-ocr page 43-
41
• •
TER EERE
VAN ONZE LIEVE VROUW
VAN DEN
II. ROZENKRANS.
—=>.$*.-
(Wijze : Kom, Schepper, hom , o Heiige Geest.)
Gegroet, Gij zuivere Moedermaagd,
Wier hoofd de rijke kroone draagt,
Als Koningin des Rozenkrans,
Gegroet gij in uw hemelglans!
Wij zingen om uw troon geschaard,
De vreugde die gij vondt op aard,
Wij treuren om uw bitter wee,
Wij jublen in uw glorie meê.
Blij is de groet te Nazareth,
\'t Bezoeken van Elisabeth,
De baring, de opdracht van uw Kind,
Dat gij met vreugde wedervindt.
Hoe foltrend is voor \'t Moederhart
Uw Jeans\' angst en geeselsmart,
En kroon en kruis en bittre dood:
Om ons draagt Gij dien wreeden nood.
-ocr page 44-
Maar glorievol verrijst uw Zoon,
Klimt van deez\' aard ten hemeltroon,
Stort in uw hart den Heilgen Geest,
Kroont U Vorstin van \'t eeuwig feest.
Komt, plukt u bloemen, Christenschaar,
Van deez\' geheimen rozelaar,
Vlecht geur\'ge kransen Haar ter eer,
De lieve Moeder van den Heer.
—i-------------------1—
LIED VAN \'T ROZENKRANSKEN 00
Rozenkransken, u zij lof
Uit den hof
Van den Hemel neêrgezonden;
Van verscheiden bloemkens schoon
Als een kroon
Wel gevlochten en gebonden!
Edel kransken, dat wel staat
Voor sieraad
Op het hoofd van Gods vriendinne;
Gulden kroone, die bekroont
En verschoont
\'s Hoogen Hemels Koninginne.
(1) Dit eenvoudig schoon Hedekcn werd vervaardigd door
Benedictus van Haeften, in do eerste heltt der XVIIe eeuw.
-ocr page 45-
:
— 43 —
Allerliefste Roos-plantsoen,
Altijd groen,
Daar gij draagt sneeuwwitte rozen;
Op elk blaadje, zeer bekwaam,
Staat de naam
Van Maria, d\' Uitverkoren!
Dit uw kransken, Moeder-maagd,
God behaagt:
\'k Zie er tusschen vijf robijnen (1)
Van ons Heeren Gods gebed,
Wonder net
Uwe rooskens tusschen schijnen. (2)
Psalterken (3) Uw schallen vreest
Satans Geest,
Die eens Saül kwam bespringen;
Als hij hoort met zoete taal
Menig maal.
\'t „Wees gegroet Maria!" zingen.
Kostelijkste ketenken,
Dat ik ken!
Beter was er nooit te vinden
Om den boozen vijand fel
Van de Hel
Krachteloos en vast te binden.
(1)    De vjjf Onze Vaders.
(2)    De tieu Wees gegroeten.
(3)    Harpje.
-ocr page 46-
— 44 —
Kransken, als ik zonderling, (1)
Voor een ring
U ga dragen aan mijn vinger,
Tegen dat lioovaardig vat,
Goliath,
Zijt gij mijnen Davids slinger.
Gij behelpt mij waar ik ga,
Waar ik sta,
Zal ik ergens gaan of reizen,
Met u kort ik weg en tijd,
Die ik slijt,
Met gebed en overpeizen.
Als ik in mijn kamer ken
Met u ben,
In de kerk, of in een hoeksken,
Dikwijls strekt gij mij ie met
Een gebed,
Volgeschreven, vriend\'lijk boeksken!
Dat dit lieve kransken zij
\'t Snoer dat mij
Met Maria voegt te zamen,
Dat ik, die haar gaarne dien
Haar mag zien
In het eeuwig leven. — AMEN.
In \'t bijzonder.
-ocr page 47-
Of 1EWEG-IMII M (&8SBEK
VOOR IEDER GEHEIM
YAN DEN ROZENKRANS.
De Vijf Blijde Geheimen.
I.
De Boodschap des Engels.
Maria werd door den Engel begroet, en ont-
ving de blijde boodschap dat zij den Zoon
Gods ter wereld zou brengen.
Overweeg, o mensch, hoe zuiver van zonde,
hoe ootmoedig van harte, hoe vol van liefde
zij was, toen God in haren Maagdelijken schoot
nederdaalde.
GEBED.
O Moeder der goddelijke genade, verkrijg
voor mij zulk een zuiver, ootmoedig en liefde-
vol hart dat ik Jesus uwen Zoon, onzen Heer,
in mij waardig ontvangen en altijd behouden
moge.
-ocr page 48-
— 46 —
De heilige namen van Jesus. .enz.
„Onze Vader" — tienmaal „Wees gegroet"
„Glorie zij den Vader".
II.
Het bezoek van Maria aan Jiare nicht Elisabeth.
Nadat Maria door de kracht des H. Geestes
den Zoon Gods ontvangen had, bezocht\' zij
hare nicht Elisabeth. Bij hare komst werd
Joannes in den schoot zijner moeder geheiligd
en sprong h\\j op van vreugde over de tegen-
woordigbeid zijns Zaligmakers.\'
Overweeg, hoe gij altijd in Gods tegenwoor-
digheid zijt, Hem zelfs meermalen in uw hart
door de H. Communie binnenleidt, en nog-
tans dikwijls leeft alsof gij Hem niet erkent.
G E B K D.
H. Maagd en Moeder Gods, Maria, kom mij
dikwijls met uwen lieven Jesus bezoeken, op-
dat mijne arme ziel van zonde gezuiverd worde,
en mijn geest zich verheuge in God, mijnen
Zaligmaker. Amen.
De heilige namen van Jesus, enz.
„Onze Vader" — tienmaal „Wees gegroet"
„Glorie zij den Vader". ,
-ocr page 49-
— 47 —
m.
De geboorte van Christus.
„Een Kindje is ons geboren, een Zoon is
ons gegeven", Maria bracht den lieven Jesus
in eenen stal ter wereld, wond Hem in doeken
en legde Hem in eene kribbe.
Overweeg, hoe een God in eenen stal werd
geboren, en hoe Hij ook dikwijls geene plaats
vindt in de harten der menschen.
GEBED,
O Maria, verkrijg voor mij het gelnk dat
Jesus in mijn hart verblijve ; opdat mijn hart
in zijn Hart ruste, waarin alleen de ware rust
te vindenis. O allerliefste Jesus ! mijn hart ver-
langt U eeuwig te bezitten. Amen.
De heilige namen van Jesus, enz.
„Onze Vader" — tienmaal „Wees gegroet"
„Glorie zij den Vader".
IV.
Be opdracht van Christus in den Tempel.
Maria droeg haren Zoon Jesus in den tem-
pel op, Simeon ontving Hem met blijdschap
in zijne armen, en omhelsde Hem vol teeder-
heid.
-ocr page 50-
- 48 -
Offer u geheel op aan Jesus, en Hij zal zich
aaa u schenken, en uw hart met vreugde en
blijdschap vervullen.
GEBED.
Heilige Maagd Maria, draag mij op aan Jesus
uwen lieven Zoon, bid Hem, dat Hij mij ge-
nadig zij, en laat niet toe dat ik sterve, zon-
der eerst mijnen Zaligmaker te hebben ontvan-
gen, opdat ik Hem in eeuwigheid moge aan-
schouwen. Amen.
De heilige namen van Jesus, enz.
„Onze Vader" — tienmaal „Wees
ö^ö*
oet".
„Glorie zij den Vader".
De vinding van het verloren Kind Jesus
in den Tempel.
Maria en Josef zochten met sjroote droefheid
het verloren Kind Jesus en vonden het, na
drie dagen, met vreugde in den tempel, te
midden der leeraren, terug.
Overweeg, hoe dikwijls gij Jesus door de
zonden hebt verloren, en maak het vaste voor-
nemen, uw leven te beteren, en Jesus met
geheel uw hart te zoeken.
-ocr page 51-
GEBED.
O Maria, allergoedertierendste Moeder, ver-
krijg voor mijn hart droefheid, en voor mijne
oogen tranen van berouw, om te beweenen,
dat ik Jesus door mijne zonden zoo dikwijls
heb verloren. Vergun mij Hem weder te vin-
den, en nimmer te verliezen. Amen.
De heilige namen van Jesus, enz.
„Onze Vader" — tienmaal „Wees gegroet".
„Glorie zij den Vader".
GEBED NA DE VIJF BLIJDE GEHEIMEN.
O allerheiligste Drievuldigheid, één God ! ik
bid vol ootmoed, door de verdiensten, die Jesus
Christus in deze blijde geheimen voor onsver-
worven heelt, en door de voorbede der Onbe-
vlekte Maagd Maria, de Koningin van den H.
Rozenkrans, dat gij aan mijne ziel die deugden
wilt schenken waaraan zij de meeste behoefte
heeft, opdat ik naar het voorbeeld van Jesus
en Maria zoodanig de deugd beoefene, dat ik
daarvoor hierboven eenmaal de eeuwige heer-
lijkheid verwerve. Amen.
-------N»~--«4------
Maria Koningin.                                                                    4
-ocr page 52-
— 50 — .
De vijf droevige Geheimen.
I.
De benauwdheid van Jesus in den hof
der Olijven.
Jesus, benauwd tot den dood, valt op zijn
aangezicht neder, en zijn goddelijk bloed stroomt
op de aarde.
Overweeg, o mensch, hoe dat onschuldig
hart gefolterd werd, niet zoo zeer door de pijnen
die het zou ondergaan, als door uwe zonden.
GEBED.
Vergeef, o Jesus, om uw bloedig zweet al
mijne zonden, zij zijn mij leed uit den grond
mijns harten , omdat ik U daardoor heb ver-
gramd. Ontferm U mijner, Heer, ontferm
U mijner. Amen.
De heilige namen van Jesus enz.
„Onze Vader." — Tienmaal „Wees gegroet\'
—„Glorie zij den Vader"
II.
De geeselintp xan Jesus.
Jesus, de Verlosser j[der wereld, wordt aan
een paal gebonden, en wreedaardig gegeeseld,
zijn heilig lichaam is van één gescheurd en
eene wonde.
-ocr page 53-
Overweeg, o zondaar, hoe het mogelijk is
dat gij nog in uwe zonden volhardt, terwijl^ de
Zoon Gods, om uwe zonden, aldus met gee-
selstriemen doorwond is.
GEBED.
O minnelijke Jesus, blusch, door uw god-
delijk bloed het vuur der wellusten, in onze
harten. Heilige Maria, Moeder Gods, verkrijg
van uwen Zoon, dat wij, met de banden zijner
liefde gebonden, volgaarne elke tijdelijke^kas-
tijding om onze zonden verdragen. Amen.
De heilige namen van Jesus enz.
„Onze Vader"— Tienmaal „Wees gegroet"
Glorie zij den Vader"
III
De doowienkrooning van Christus.
Jesus wordt gekroond met eene kroon van
doornen, die in Zijn hoofd gedrukt, Hem naam-
looze pijn veroorzaakt.
Zoo groot, o mensch, is uw hoogmoed, dat
Hij met zulke versmading van den Zoon Gods
moest geboet worden.
GEBED.
O Jesus, Koning mijner ziel, leer mij, naar
uw voorbeeld, alle versmading geduldig ver-
-ocr page 54-
— 52 —
dragen, de ijdelheid verachten en de hoovaar-
digheid uit mijn hart verbannen. H. Maria
bid voor mij, dat Jesus door de verdiensten
zijner smadelijke krooning, mij de kroon der
eeuwige heerlijkbeid schenke : Amen.
De heilige namen van Jesus enz.
„Onze Vader" — Tienmaal „Weesgegroet"
„Glorie zij den Vader."
IV
De Kruisdraging van Christus,
Jesus bezwijkt tot driemaal onder zijn kruis,
maar telkens vervolgt Hij den lijdensweg, tot
op den berg van Calvarie.
Hij ontmoet zijne bedroefde Moeder.
Overweeg, mijne ziel, de standvastigheid van
Uwen Verlosser in zijn lijden, en hoe het
Hart van Maria op het zien dier smarten met
een zwaard van droefheid werd doorstoken.
o e b e d .
0 Maria, goedertierendste Moeder, verwerf
mij de genade dat ik mijn kruis geduldig drage
en altijd in de voetstappen van Jesus wandele,
opdat zijn leven en lijden mij steeds voor oogen
blijven en in mijn hart worden geprent. Amen.
De heilige namen van Jesus, enz.
„Onze Vader."— Tienmaal „Weesgegroet"
Glorie zij den Vader."
-ocr page 55-
— 53 —
V.
Be Kruisiging van Christus.
Jesus van het hoofd tot de voeten door-
wond, wordt aan het kruis genageld. Hij
sterft tusschen twee moordenaars den schan-
delijksten dood.
Overweeg, mijne ziel, hoe Jesus gestorven
is, om u het eeuwig leven te verwerven.
GEBED,
O Jesus, ik bid U door al uwe smarten en
Uwen bitteren dood, door uwe doornagelde
handen en voeten, uwe doorstokene zijde
en al Uwe gezegende wonden, ontferm U
mijner, en druk Uw heilig lijden zoo diep
in mijn hart, dat mij niets anders behage
dan Gij, mijn Jesus, die voor mij gekruisigd
zijt. Amen.
De heilige namen van Jesus enz.
«Onze Vader".— Tienmaal „Wees gegroet"—
„Glorie zij den Vader"
Gebed na de vijf droevige geheimen.
O allerheiligste Drievuldigheid, een God! ik bid
U vol ootmoed door de verdiensten, die Jesus
Christus in deze droevige geheimen voor ons
verworven heeft en door de voorbede van de
allerheiligste Maagd Maria, de Koningin van
-ocr page 56-
den H. Rozenkrans, dat Gij aan mijne ziel de
deugden wilt schenken, waaraan zij de meeste
behoefte heeft, opdat ik naar het voorbeeld
van Jesus godvruchtig op deze wereld leve, en
steeds mijn uitzicht vestige op de eeuwige
zaligheid, die Gij ons beloofd hebt. Amen.
De Vijf Glorierijke Geheimen.
I.
De Verrijzenis van Christus.
De Zoon Gods, als overwinnaar van den dood,
glorierijk uit het graf opgestaan, vertoont zich
het eerst aan Maria.
Overweeg, \'mijne ziel, hoe groot de vreugde
moet geweest zijn, die het Hart van Maria ge-
voelde, toen zij haren Zoon, na zoo veel lijden
en smarten, in vollen luister aanschouwde.
GEBED.
O Maria, allergelukkigste Moeder, ik bid U
door de blijdschap, die uw moederlijk Hart ge-
voelde, bij de Verrijzenis van uwen beminden
Zoon, verkrijg voor mij, dat mijne ziel met
Hem, geestelijker wijze, verrijze tot het leven
der genade, en nimmermeer den dood der zonde
sterve. Amen.
-ocr page 57-
— 55 —
De heilige namen van Jesus, enz.
„Onze Vader." — tienmaal. „Weesgegroet"
„Glorie zij den Vader."
II.
De Hemelvaart van Christus.
Jesus, in tegenwoordigheid van Maria en zijne
leerlingen, klimt, omringd van de zielen dei-
zalige afgestorvenen, zegepralend ten hemel.
Overweeg, hoe onze Verlosser ten hemel
klimt, om er ons eene plaats te bereiden.
GEBED.
Verwerf voor mij, o goedertierene Maagd
Maria, dat ik uwen Zoon Jesus, die nu glorie-
vol ten hemel is opgevaren, van ganscher harte
navolge, en naar Hem verlange met al de krach-
ten mijner ziel. Amen.
De heilige namen van Jesus, enz.
„Onze Vader." — Tienmaal „Wees
o o
roet.\'
„Glorie zij den Vader."
III.
Be zending van den 11. Geest.
Jesus, aan de rechterhand zijns Vaders ge-
zeten, zond den H. Geest tot zijne leerlingen,
die, vereend niet Maria, in het gebed volhardden.
Overweeg, met welk eene brandende liefde
-ocr page 58-
— 56 —
hunne harten vervuld waren, toen de H. Geest
op hen nederdaalde.
GEBED.
Kom H. Geest, vervul mijn hart en ontsteek
in mij het vuur uwer liefde, opdat ik U moge
kennen, beminnen en dienen.
Heilige Maria, verwerf mij deze genade. Amen.
De heilige namen van Jesus, enz.
„Onze Vader." — Tienmaal „Weesgegroet."
„Glorie zij den Vader."
IX,
De Hemelvaart van Maria.
Maria werd na haren dood ten hemel opge-
nomen, en verheven boven alle koren der
Engelen.
Overweeg, hoe Maria met glorie en luister
in den hemel zetelt, om voor ons eene Mid-
delares te zijn bij haren goddelijken Zoon.
GEBED.
O Maria, Moeder van barmhartigheid, totU
roepen wij, verbannen kinderen van Eva; tot
U verzuchten wij treurende en weeDende in
dit tranendal; wend uwe barmhartige oogen tot
ons, en toon ons na deze ballingschap Jesus,
de gezegende vrucht uws lichaams. H. Maria,
-ocr page 59-
- 57 -
bid voor ons, opdat wij volharden tot in het
uur van onzen dood. Amen.
De heilige namen van Jesus, enz.
„Onze Vader." — Tienmaal „Weesgegroet."
„Glorie zij den Vader."
V.
De Krooning van Maria in den Hemel.
Maria werd door de H. Drievuldigheid ge-
kroond, als Koningin der hemelen.
Overweeg de blijdschap, die in den hemel
heerschte bij de krooning van Maria, en hoe
ook gij van vreugde zult jubelen, zoo gij de
kroon der eeuwige onsterfelijkheid in den hemel
zult ontvangen.
GEBED.
Ik offer U, allerzuiverste en verheerlijkte
Moeder Gods, Maria, in de vereeniging van al
uwe deugden, verdiensten en volmaaktheden,
deze geestelijke kroon van gebeden en groete-
nissen; gewaardig U die te ontvangen met alle
lofzangen, U ter eere in den hemel en op de
aarde aangeheven. Verkrijg voor mij en voor
al degenen, voor wie ik verplicht ben te bid-
den, van uwen lieven Zoon de genade van wel
te\\ leven en zalig te sterven. Amen.
De heilige namen van Jesus, enz.
-ocr page 60-
58 — .
,Onze Vader." — Tienmaal „Wees gegroet."
„Glorie zij den Vader."
Gebed na de vijf glorierijke geheimen.
O allerheiligste Drievuldigheid, één God! ik
bid U vol ootmoed door de glorierijke gehei-
men van onzen Heer Jesus Christus, en door
de voorbede der allerheiligste Maagd Maria, de
Koningin van den H. Rozenkrans, dat Gij aan
mijne ziel die deugden wilt schenken, waaraan
zij de meeste behoefte heeft, opdat ik geheel
herboren worde tot een nieuw leven van deugd
en godsvrucht, en eenmaal waardig zij het on-
vergankelijk erfdeel, dat ons in den hemel be-
waard blijft, te erlangen. Amen.
-ocr page 61-
\'
LITANIE
DKE
ALLERHEILIGSTE MAAGD.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, verlosser der wereld, ontferm U onzer,
God, Heilige Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
H. Maria, bid voor ons.
H. Maagd der Maagden,
Moeder van Christus,
Moeder der goddelijke genade,                         2!
Allerzuiverste Moeder,                                       °?
Allerkuischte Moeder,                                        o
Ongeschondene Moeder,                                    ®
Onbevlekte Moeder,                                           0
Beminnelijke Moeder,                                        g
Bewonderenswaardige Moeder,
Moeder der Scheppers,
Moeder des Zaligmakers,
-ocr page 62-
— 60 —
Allervoorzichtigste Maagd,
Eerwaardige Maagd,
Lofwaardige Maagd,
Machtige Maagd,
Goedertierene Maagd,
Getrouwe Maagd,
Spiegel der rechtvaardigheid,
Zetel der wijsheid,
Oorzaak onzer blijdschap,
Geestelijk vat,
Eerwaardig vat,
Schoon vat van godsvrucht,
Geheimzinnige roos,
Toren van David,
Ivoren toren,
Gulden huis,
Ark des Verbonds,
Deur des hemels,
Morgenster,
Behoud der kranken,
Toevlucht der zondaren,
Troosteres der bedroefden,
Hulp der Christenen,
Koningin der Engelen,
Koningin der Aartsvaders,
Koningin der Profeten,
Koningin der Apostelen,
Koningin der Martelaren,
Koningin der Belijders,
. Koningin der Maagden,
-ocr page 63-
- 61 -
Koningin van alle Heiligen, bid voor ons.
Koningin zonder erfzonde ontvangen, bid
voor ons.
Koningin van den allerheiligsten Rozenkrans,
bid voor ons.
Koningin van den allerheiligsten Rozenkrans,
bid voor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, spaar ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, verhoor ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer
Christus, hoor ons,
Christus, verhoor ons.
LATEN WIJ BIDDEN.
Wij bidden U, Heer, stort uwe genade in
onze harten, opdat wij, die door de boodschap
des Engels, de menschwording van Christus
uwen Zoon gekend hebben, door zijn lijden
en kruis tot de heerlijkheid der verrijzenis ge-
bracht worden. Door denzelfden Christus on-
zen Heer. Amen.
.<..<>..
-ocr page 64-
INHOUD:
—=>..£_—
Bladz.
1.       O. L. V. van den Rozenkrans, de
geheimzinnige Roos.                                6
2.       De H. Rozenkrans.                                     8
3.       De boodschap des Engels aan Maria.          9
4.       Maria\'s bezoek bij Elisabeth.                  11
5.       Jesus\' Geboorte.                                       12
6.       De Opdracht van Christus in den
Tempel.                                                   14
7.       De vinding van Jesus in den Tempel.        15
8.       De benauwdheid van Jesus in den
hof der Olijven.                                     17
9.       De geeseling van Christus.                     19
10.     De krooning van Christus met
doornen.                                                 21
11.     De kruisdraging van Christus.                23
12.     Jesus\' kruisiging en dood.                      25
13.     Jesus\' Verrijzenis.                                    27
14.     Jesus\' Hemelvaart.                                   28
15.     De zending van den H. Geest.              30
16.     Maria\'s Hemelvaart.                                 31
17.     Maria\'s Krooning.                                    33
18.     De vijftien Geheimen van den H.
Rozenkrans.                                            35
-ocr page 65-
INHOUD.
ISladz.
19.    Ter eere van O, L. Vrouw van den
H. Rozenkrans.                                  41
20.    Lied van \'t Rozenkransken.                  42
21.    Overwegingen en gebeden voor ieder
Geheim van den Rozenkrans.             45
*2r^S$^r^
-ocr page 66-
. ...                                                                v
IMPRIMI PERMITTIMUS.
FR. CESLAUS REIJNEN, s. o. Praed.
Prior Provincialis.
Huissen, in Conv. Reg. SS. Rosarii,
4 Sept. 1879.
IMPRIMATUR.
Haaren 16 Sept 1879.
J. CÜYTEN,
Lïbr. Cem.
-ocr page 67-
1
-ocr page 68-
agpp
Bij den uitgever dézes zijn
mede verschenen:
I>e maand O.rtobei*of de 15 gehei-
nien vim der. Rozenkrans, niet eene lijst van
tiil aten.
                                                f 0,10
I>e maand Oetobcr, bijzonder toege-
wijd aan O. L. V. de Koningin van tien Al-
lerh. ltozmkrans door een Pater Domiui-
caan.
                                                   /; 0.40
Yolletfig handboek voorde bèstuwr-
ders, leden en vereerders der Aarts-broe-
derschap van den H. Rozenkrans. / 0.70
Hot onbevlekt Hart van Maria, in
zijne schoonheid en vereering. Eene opwek-
king tot eene ware devotie jegens het onbe-
vlekt Hart van Maria, door een priester der
Soc. v. Jesus. Naar het hoogd, door A. M.
D. G.
                                                  ƒ0.65
Meiroosjes, maand van Maria voor de
jeugd door A. H. Leijser, past.
         /\'0.20
De ware (Jorigreganist: Volledig
handboek \'ten dienste van Congregatié\'n van
O. L. V. bewerkt door N.\'Ausseins, Priester
van de orde van den H. Franciscus. f 1 —
In zwart lederen band.
                     /\' 1.40
In geperst leder verguld op snede. / 1,75